Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de...

27
Een Rotterdams model en instrumenten: • voor vruchtbare samenwerking tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers • voor het bereiken van grotere effectiviteit van projecten gericht op verandering van houding en gedrag bij maatschappelijke onderwerpen. Ontwikkeld door Gemeente Rotterdam (Jeugd, Onderwijs & Samenleving en GGD), Dona Daria en Spior; Rotterdam 2011 Voor de verandering

Transcript of Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de...

Page 1: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

Een Rotterdams model en instrumenten:

• voor vruchtbare samenwerking tussenopdrachtgevers en opdrachtnemers

• voor het bereiken van grotere effectiviteitvan projecten gericht op verandering vanhouding en gedrag bij maatschappelijkeonderwerpen.

Ontwikkeld door Gemeente Rotterdam (Jeugd, Onderwijs & Samenleving en GGD), Dona Daria en Spior; Rotterdam 2011

Voor deverandering

Page 2: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

2

Inhoud

Voor de verandering

A Introductie voor de verandering

A Samenvatting 3A1 Waarom ‘voor de verandering’ ? 4A2 Bouwstenen voor het (sturings)model en instrumenten 4A3 Toelichting op het sturingsmodel 8A4 Hoe kwam het model tot stand? 9A5 Hoe werkt het in de praktijk? 11

B Opdrachtgevers

B1 Wat biedt ‘voor de verandering’ voor opdrachtgevers? 14B2 Analyseren van beleidsproblemen 14B3 Tools en tips voor formuleren beleidsdoelen 15B4 Tools en tips voor beleidsevaluatie en effectmeting 16

C Opdrachtnemers

C1 Wat biedt ‘voor de verandering’ voor opdrachtnemers? 17C2 Analyseschema attitude- en gedragsverandering 17C3 Drie fasen: van agendering naar gedragsverandering en gedragsbehoud 19

Fase 1 Instrumenten voor agendering en bewustwording 19Fase 2 Instrumenten voor gedragsverandering 20Fase 3 Instrumenten voor gedragsbehoud 21

C4 Intake van een opdracht 22C5 Tools en tips bij het formuleren van beleids- en projectdoelen 22C6 Tools en tips voor evaluatie en effectmeting van projecten 23C7 Tools en tips bij de briefing van observatoren 26

Page 3: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

De Rotterdamse diensten Jeugd, Onderwijs en Samenleving (JOS) ende Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD Rotterdam-Rijnmond)bundelden samen met de Rotterdamse maatschappelijke organisatiesDona Daria en SPIOR de krachten. Zij hebben een sturingsmodel enbijbehorende instrumenten ontwikkeld voor de effectieve benaderingvan maatschappelijke vraagstukken.

Voor u ligt het resultaat van deze intensieve samenwerking: het besturings-model en de toolkit ‘Voor de verandering’.

Aan veel Rotterdamse initiatieven van een bepaald maatschappelijk ofpersoonlijk sociaal vraagstuk ligt gewenste of noodzakelijke bijstelling vanhouding, mentaliteit of gedrag ten grondslag. ‘Voor de verandering’ helptopdrachtgevers en opdrachtnemers (op verschillende niveaus) bij het makenvan heldere en stapsgewijs te volgen afspraken over maatschappelijkeprojecten.Gebruik van model en toolkit bevordert een evenwichtige relatie tussenopdrachtgever en opdrachtnemer. Het model ondersteunt realistischeverwachtingen over doel, aanpak en opbrengsten bij de te verlenen(opdrachtgever) of overeengekomen (opdrachtnemer) opdracht.Daarnaast bieden model en instrumenten handvatten om initiatieven enprojecten in alle fasen van het aanbod, gestructureerd en effectief te latenverlopen bij het behalen van gewenste resultaten.

Voor de ontwikkeling en methodische onderbouwing van de toolkit en deaanpak werd een bekend en beproefd model voor gedragsveranderinggebruikt: het ASE-model. Dat model is oorspronkelijk ontwikkeld als theorievoor gepland gedrag door Fishbein en Ajzen, genoemd naar drie componentenvan het model: Attitude – Sociale invloed – (self)Efficacy.Het Rotterdamse model is uitgebreid naar drie niveaus. Naast een gestruc-tureerde aanpak en sturing van projecten op microniveau, is er behoefte aansturing en afstemming op meso- (tussen organisaties) en macroniveau(gemeentebreed). Het ASE-model werd toepasbaar gemaakt naar deze drieniveaus.

Het model is tijdens de ontwikkelingsfase door SPIOR en Dona Dariatoegepast. Het stap voor stap analyseren van een probleem, aan de hand vande toolkit, hielp SPIOR en Dona Daria gerichter te werken, goede doelstellin-gen te formuleren en te kiezen voor een bijpassende methode (discussie,voorlichting, rollenspellen of training). In de pilot werd het themahuwelijksdwang gehanteerd.

Dit document bevat de theoretische onderbouwing van het model, de ervaringuit de praktijk en praktische tools en tips voor opdrachtgevers en opdrachtne-mers. De diensten JOS en GGD stellen zich in 2012 ten doel het modeloptimaal uit te dragen en brengt de toolkit (digitaal) onder bij de gemeentelijkeKenniscentra (JOS) en bij het Servicepunt ketensamenwerking (GGD).

3

Samenvatting

Voor de verandering

Page 4: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

A1. Waarom is dit model ontwikkeld?

Veel Rotterdamse initiatieven hebben als grond dat een verandering vanhouding of gedrag is gewenst bij een bepaald maatschappelijk of persoonlijksociaal vraagstuk. Bijvoorbeeld het bereiken van een gunstige attitude engedrag bij arbeidsdeelname van vrouwen, het volgen van hoger onderwijs,doorbreken van seksestereotype gedrag, bevorderen van participatie buitende eigen etnische groep, van sportdeelname of een gezond voedingspatroonof het bevorderen van eigen kracht (empowerment). Het uiteindelijke doelvan deze initiatieven is het bevorderen van gelijke kansen, zodat elkeRotterdammer optimaal kan meedoen in de samenleving.

De gemeente Rotterdams (dienst Jeugd, Onderwijs en Samenleving (JOS) ende Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD Rotterdam-Rijnmond) heeft metde Rotterdamse maatschappelijke organisaties Dona Daria en SPIOR dekrachten gebundeld en een model met bijbehorende instrumenten ontwikkeld.Het model helpt opdrachtgevers en opdrachtnemers (op verschillende niveaus)bij het maken van heldere en stapsgewijze afspraken over projecten. Ookbieden model en instrumenten handvatten om projecten effectiever te latenverlopen en om resultaten te bereiken die vooraf werden gewenst en gedefini-eerd. De instrumenten bevorderen een evenwichtige relatie tussen opdracht-gever en opdrachtnemer. Het model ondersteunt realistische verwachtingenover doel, aanpak en opbrengsten bij de te verlenen of overeengekomenopdracht. Niet in de laatste plaats kan ‘Voor de verandering’ bijdragen aaneen betere (sturings-)relatie tussen opdrachtgever (gemeente Rotterdam)en opdrachtnemer. Binnen zo’n sturingsrelatie zijn hoogwaardige afspraken,transparantie (tussen de partijen over die afspraken) en randvoorwaardenessentieel, evenals het vertrouwen in elkaars positie en rol om de gemaakteafspraken na te komen.

Samenwerking‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeenteRotterdam, in een intensieve en goede samenwerking met Dona Daria enSPIOR, ondersteund door Bureau ART. Het bevat een model en ondersteu-nende instrumenten, ontwikkeld en beproefd in de Rotterdamse praktijk.

Ervaringen, inzichten en resultaten kunnen een waardevolle bijdrage leverenaan beleidssturing in de gemeente Rotterdam. Voor de verandering is voortoekomstige opdrachtgevers en opdrachtnemers (lokale overheden en maat-schappelijke organisaties). De initiatiefnemers stellen reacties en suggestiesvan gebruikers van ‘Voor de verandering’ op prijs.

LeeswijzerDe toolkit bestaat uit drie delen, A,B,C. Deel A gaat over de theoretische on-derbouwing van het model en de aanpak, deel B en C bevatten tools en tipsvoor, respectievelijk, opdrachtgevers (beleidsambtenaren) en opdrachtnemers(instellingen). De delen zijn afzonderlijk te bestuderen, maar het is raadzaamom alle delen te lezen.

A2. Bouwstenen voor het (sturings)model en instrumenten

De gemeente Rotterdam voert een actief beleid op een groot aantal samen-levingsvraagstukken. Doel daarvan is het bevorderen van gelijke kansen vooriedere Rotterdammer om optimaal mee te doen in de (Rotterdamse) samenle-ving. Voor veel van deze vraagstukken werken gemeente Rotterdam en maat-schappelijke organisaties samen. Deze samenwerking is belangrijk voor deverbinding met Rotterdammers waarbij de gemeente een bepaalde aanpas-sing, verandering of verschuiving in het denken, doen of nalaten wil bereiken.Naast samenwerking tussen gemeente en organisaties stimuleert degemeente de samenwerking tússen deze organisaties. Dat moet leiden toteen effectievere en efficiëntere realisatie van de gestelde doelen.Om de samenwerking tussen die organisaties te stroomlijnen en meer eenheidin de aanpak te krijgen, bestond bij de gemeente Rotterdam de wens eenbekend en beproefd model voor gedragsverandering te introduceren. Met debedoeling dat model als methodische onderbouwing te gebruiken van projec-ten, gericht op attitude- en gedragsverandering, in Rotterdam. Het betreft hetASE-model (oorspronkelijk ontwikkeld als theorie voor gepland gedragdoor Fishbein en Ajzen), genoemd naar drie onderdelen van het model:Attitude – Sociale invloed – (self)Efficacy.

4Voor de verandering

A Introductie van het model

Page 5: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

Om te kijken hoe behulpzaam het model kan zijn bij de uitwerking vanprojecten, pasten de organisaties Dona Daria en SPIOR het toe op enkeleactiviteiten, gericht op attitude- en gedragsverandering bij huwelijksdwangen partnerkeuze.

Drie niveausHet Rotterdamse model bevat drie niveaus. Naast een gestructureerde aanpaken sturing van projecten op microniveau, is er behoefte aan sturing en afstem-ming op meso- (tussen organisaties) en macroniveau (gemeentebreed). HetASE-model werd daarom toepasbaar gemaakt naar deze drie niveaus.

a. microniveau: niveau van de doelgroep (degenen aan wie voorlichting eninformatie wordt gegeven met het doel te komen tot verandering).Het ASE-model bleek geschikt om op microniveau een goede analyse temaken van de mogelijkheden en belemmeringen om tot attitudeveranderingte komen.

b. mesoniveau: niveau van een project of samenwerkende organisaties.Voor het mesoniveau werd het ASE-model uitgebreid met het PersuasionCommunication Model van McGuire. Daarin aandacht voor de fase die voor-afgaat aan attitudeverandering (agendering, bewustwording) en de fase naafloop daarvan (behoud van gedragsverandering). McGuire borduurt voortop het ASE-model en stelt dat de voorlichtingsboodschap steeds van vormverandert naarmate verdere stappen worden ondernomen. Het krijgen vanaandacht (agendering) heeft een ander type voorlichting nodig dan voorhet veranderen van de attitude. Voor maatschappelijke organisaties is hetbelangrijk te bepalen in welke fase thema en doelgroep zich bevinden om tebepalen wat de precieze doelstellingen van een project of activiteit wordenen welke middelen hiervoor het beste kunnen worden ingezet. McGuireplaatst de stappen van verandering, die teruggaan op het ASE-model enandere modellen van gedragsverandering in een matrix met communicatie-variabelen:

- Fase 1 Aandacht en begrip (model:agendering en bewustwording)- Fase 2 Gedragsverandering- Fase 3 Gedragsbehoud

In fase 1 worden vanuit maatschappelijke organisaties activiteiten ontplooiddie bijdragen aan de maatschappelijke agendering en bewustwording in hetalgemeen van de problematiek. Die activiteiten vormen de voedingsbodemvoor acties die gericht zijn op gedragsverandering bij de uiteindelijke doelgroep(fase 2). In fase 3 gaat het om vragen als: welke vervolgacties worden onder-nomen om het gewenste gedrag zo te houden? (bijv. terugkombijeenkomsten,vervolgacties e.d.) en hoe houd je de effecten en resultaten in de gaten en hoeevalueer je die?

c. Het macroniveau: het niveau van het beleid van de gemeente Rotterdam.Voor dit niveau werden bovenstaande twee modellen verbonden aan eenmodel van beleidsanalyse en -uitvoering.

Het macroniveau in dit model gaat om het optreden van de overheid, hetbeleid, dat de aansturing via opdrachtgeverschap beïnvloedt.

Voor de uitwerking van het model op macroniveau hanteren we de volgendeindeling van een beleidsproces:1. voorbereiding: signaleren maatschappelijk probleem, analyse probleem,

formuleren doelen, opstellen alternatieven2. bepaling: het besluitvormingsproces3. uitvoering: de instrumenten die worden ingezet om invloed uit te oefenen

op de maatschappij, in de richting van het geformuleerde beleidsdoel)4. evaluatie: effectmeting, evaluatie en terugkoppeling naar de beleids-

voorbereiding

De drie niveaus zijn uiteraard met elkaar verweven.

De externe variabelen op het microniveau (demografische variabelen, andereattitudes, persoonlijkheidskenmerken en omgevingsinvloeden) zijn een vast-staand gegeven en kunnen hooguit (op langere termijn) worden beïnvloeddoor inzet van sturingsinstrumenten op macroniveau.

Dat geldt ook voor de barrières die door deelnemers aan een project wordenervaren (bijv. financiële, sociaal-economische of culturele barrières). Ook deze

5Voor de verandering

Page 6: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

kunnen bijvoorbeeld door ingrijpen van de overheid worden beïnvloed ofweggenomen.De overheid kan invloed uitoefenen op het mesoniveau. Dat kan ze bijvoor-beeld doen door via voorlichtingscampagnes en dergelijke te bevorderen dateen bepaald onderwerp wordt geagendeerd in de politiek. Daarnaast kan ze inde samenleving stimuleren dat een zekere mate van bewustwording groeit bijde doelgroep, voordat men het gedrag probeert te beïnvloeden. Ook kan zedoor middel van ondersteuning aan maatschappelijke organisaties en/of wet-geving proberen gedragsverandering (en vervolgens gedragsbehoud) op eenbepaald onderwerp te bereiken. Daarbij kan de overheid van maatschappelijkeorganisaties vragen dat ze gebruik maken van modellen om tot gedragsveran-dering te komen, zoals het ASE-model in deze toolkit.

Maatschappelijke organisaties kunnen op het mesoniveau aan de ene kantproberen het overheidsbeleid te beïnvloeden. Zo kunnen ze goed bijdragenaan een heldere analyse van de problemen door de overheid, omdat ze inzichthebben in de problematiek bij doelgroepen. De organisaties kunnen zo ooksignaleren welke onderwerpen agendering nodig hebben. Ook kunnen zeadviseren over de keuze van sturingsinstrumenten, bijvoorbeeld over de eisenwaaraan een voorlichtingscampagne moet voldoen.

Aan de andere kant kunnen maatschappelijke organisaties proberen, in defases van agendering, bewustwording, gedragsverandering én gedragsbehouddoor hun activiteiten, zoals bijeenkomsten, handleidingen, trainingen engesprekken, het gedrag van de doelgroep te veranderen. Vaak gebeurt datdoor een aantal factoren te beïnvloeden die kunnen leiden tot de gewenstegedragsverandering (bijvoorbeeld de ontwikkeling van competenties bij ledenvan de doelgroep, zodat deze zelf in staat zijn – self-efficacy – om tot eenverandering van het gedrag te komen). Op het mesoniveau ‘ontmoeten’overheid en maatschappelijke organisaties elkaar dus.

De effecten die worden gemeten op microniveau vormen de basis van deeffectmeting van het beleid op macroniveau en de inzet op mesoniveau.

Aanbeveling: het model stelt maatschappelijke organisaties in staat op hetniveau van de eigen organisatie de aspecten van het ASE-model langs telopen.• hoe staat het eigenlijk met de competenties van onze medewerkers; hebben

we voldoende in huis?• moeten we misschien samenwerken met andere organisaties die competen-

ties hebben die bij ons ontbreken?• hoe staat het met de self-efficacy van onze medewerkers, moeten zij

misschien eerst getraind worden?• hoe is onze eigen attitude ten opzichte van het onderwerp?

Zo kan het model ook gebruikt worden om bewuster te worden van waar deorganisatie voor staat, wat men wil en wat men kan of nog verder moetontwikkelen.

Figuur 1 op de volgende pagina laat de onderlinge relaties tussen de drieniveaus zien.

6Voor de verandering

Page 7: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

Figuur 1: Geïntegreerd model gedragsverandering, micro-, meso- en macroniveau

7Voor de verandering

Macroniveau

Mesoniveau

Microniveau

Beleidsvoorbereiding en bepaling Beleidsuitvoerig Beleidsevaluatie

ProbleemanalyseDoelen

AgenderingBewustwording

Externevariabelen

Attitude

Sociale invloed

Self-efficacy

Behoudgedrag

EvaluatieEffectmeting

Gedrag

Keuzesturingsinstrumenten

Gedrags-verandering

Barrrières

Gedargsintentie

Competenties

Fase 1 Fase 2 Fase 3

Page 8: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

A3. Toelichting op het sturingsmodel op microniveau

Op het microniveau is het ASE-model geschikt voor het maken van eengefundeerde analyse van een maatschappelijk vraagstuk. Het ASE-modelprobeert gedrag van mensen sociaal-psychologisch te verklaren, waarbij hetmet name gaat om een samenspel tussen houding, sociale invloeden en eigeneffectiviteit. Het uiteindelijke gedrag is volgens het ASE-model het best tevoorspellen uit de intentie. De intentie is de bedoeling, het van plan zijn vanmensen, om bepaald gedrag te vertonen.

De intentie wordt weer beïnvloed door drie gedragsdeterminanten (factoren):a. attitudeb. sociale invloedc. self-efficacy (eigen effectiviteit, ‘geloof in eigen kunnen’).De intentie is in het model zowel een afhankelijke variabele (het gevolg) vandeze determinanten als een onafhankelijke variabele (verklarende factor) voorhet uiteindelijke gedrag.

Figuur 2: ASE-model

AttitudeEen attitude is een aangeleerde kunde om op een logische wijze te reagerenop een bepaald object (persoon, thema). Omdat die houding is aangeleerd,kan deze dus veranderen. Een nieuwe attitude kan worden aangeleerd.

Sociale invloedBij de sociale invloed kun je denken aan beïnvloeding van een lid van de doel-groep door bijvoorbeeld familie, vrienden of vriendinnen, de school of (opinie-leiders in) de gemeenschap als geheel. Het gaat er in dit model om hoe eenindividu deze invloed ervaart en als factor meeweegt in het vormen van de in-tentie. Afhankelijk van persoonlijkheidskenmerken en relaties kunnen verschil-lende personen in hetzelfde gezin de invloed van ouders verschillend ervaren.

Self-efficacyBij ‘self-efficacy’ gaat het om de inschatting in welke mate iemand daadwerke-lijk in staat zal zijn het beoogde gedrag te vertonen. Dat kan bijvoorbeeldmede bepaald worden door het gevoel van eigenwaarde. Externe variabelenhebben wel effect op de determinanten van gedrag, maar niet direct op deintentie of op het gedrag zelf. Externe variabelen kunnen bijvoorbeeld zijn:a. Demografische variabelen zoals leeftijd, geslacht, opleidingsniveau,

etniciteit, politieke voorkeur;b. Andere attitudes die eventueel kunnen conflicteren met beoogde attitude;c. Persoonlijkheidskenmerken;d. Omgevingsinvloeden, fysiek, sociaal, economisch of politiek.

Een gedragsintentie leidt nog niet automatisch tot feitelijk gedrag. Daarvoormoeten leden van de doelgroep over bepaalde competenties beschikken.Denk daarbij bijvoorbeeld aan bepaalde communicatieve vaardigheden ofhet kunnen omgaan met een (tijdelijk) verstoorde relatie. Die competentieszijn weer van invloed op de self-efficacy: investeren in competenties enervaren dat men meer vaardigheden heeft, vergroot over het algemeen hetgeloof in eigen kunnen.

8Voor de verandering

Attitude

Sociale invloed

Self-efficacy

Gedrag

Barrières

Gedragsintentie

Competenties

Externevariabelen

Feedback

Page 9: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

Allerlei drempels kunnen de stap tussen gedragsintentie en gedrag beïnvloe-den. Die drempels kunnen sociaal-economisch, cultureel of fysiek zijn.Bijvoorbeeld: een vrouw die een positieve attitude heeft om te gaan werken,de invloed van haar omgeving positief ervaart én gelooft dat ze het kan omdatze de competenties heeft, lijkt alles mee te hebben. Maar dan kan alsnog hetgebrek aan kinderopvang de barrière vormen om haar intentie daadwerkelijkom te zetten in het gedrag om buitenshuis te gaan werken.

A4. Hoe kwam het model tot stand?

AchtergrondTussen 2004 en 2007 ontwikkelde SPIOR een preventieve aanpak vangedwongen uithuwelijking binnen moslimgemeenschappen. De aanpak wasgericht op agendering en bewustwording van het probleem en een veranderingvan de sociale norm ten aanzien van partnerkeuze. In de praktijk bleek huwe-lijksdwang onder meer binnen moslimgemeenschappen voor te komen. SPIORkoos een insteek waarbij informatie vanuit de islam deel uitmaakte van deaanpak. Veel moslims verkeerden in de veronderstelling dat de keuze van eenpartner door ouders of familie is voorgeschreven door de islam. In feite is eenhuwelijk volgens de islam alleen geldig als beide partners uit vrije wil met hethuwelijk instemmen.

In 2008 werd SPIOR’s Hand in hand tegen huwelijksdwang door het Ministerievan Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gekozen tot een van de 18 landelijkesuccesprojecten op het terrein van emancipatie. Het ministerie koppeldehieraan een subsidieregeling voor gemeenten. Gemeenten konden (een van)de projecten ‘adopteren’ en erop voortbouwen in de lokale praktijk. Rotterdamadopteerde onder meer Hand in hand tegen huwelijksdwang en Succes metactieve Marokkaanse en Turkse vrouwen.

Besloten werd de ervaringen bij Hand in hand tegen huwelijksdwang tebenutten om algemene lessen te trekken voor effectieve inzet op veranderingvan mentaliteit en gedrag. Lessen die ook op andere thema’s kunnen wordentoegepast en die in een besturingsmodel gegoten konden worden. Dona Daria

werd er ook bij betrokken. Daardoor kon geput worden uit een breder bereikaan ervaringen, ook bij andere doelgroepen dan alleen de moslimgemeen-schap.

OntwikkelingVanaf het begin werd gekozen voor het ASE-model als basis voor het op tezetten besturingsmodel. De eerste stap was om een retrospectieve analyse temaken aan de hand van het model van Hand in hand tegen huwelijksdwangen themabijeenkomsten van Dona Daria voor meiden en vrouwen op hetthema partnerkeuze. Ten tijde van de opzet en uitvoering van deze activiteitenwas het ASE-model niet gebruikt; nu werd het echter benut om terug te kijkennaar welke analyse aan de activiteiten ten grondslag lag en hoe op basis daar-van was gekozen voor aanpak, instrumenten en meetwijze. Dit gebeurde doordiepte-interviews en een gezamenlijke bijeenkomst met alle betrokkenen doorBureau ART. Als resultaat hiervan werd het ASE-model ingevuld voor dethema’s huwelijksdwang en partnerkeuze, gezien vanuit het perspectief vanmeiden. Dit ingevulde model wordt getoond in figuur 3 op de volgende pagina.

9Voor de verandering

Page 10: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

Figuur 3: ASE-model toegepast

Hierop zie je hoe het ASE-model kan worden toegepast voor de analyse vaneen thema (meer hierover in C2). Het ASE-model werd vervolgens aangevuldmet het meso- en macroniveau, zoals eerder in deze toolkit toegelicht.

De volgende stap was een toetsing van het model in de praktijk. Hiervoor werdhet gebruikt bij de opzet, uitvoering en meting van enkele activiteiten. OnderA5 daarvan een nadere toelichting. Tijdens het proces vond overleg plaatsbinnen de stuurgroep, bestaande uit JOS, GGD, Dona Daria, SPIOR enBureau ART. Op basis daarvan werd het besturingsmodel tijdens het procesbijgesteld en verfijnd.

10Voor de verandering

Attitude• Betrouwbare kennis• Handelingsperspectief• Eigen cultuur• Respect, gezag, eer ouders

Sociale invloed• Familie• Gemeenshap• School• Melden onderling

Self-efficacy• Eigenwaarde• Collectieviteit/individualiteit• Spanningsveld eigen wil enwil ouders

GedragEigen

partnerkeuze

Barrrières• Sociaal-economisch• Cultureel

Gedragsintentie

Competenties• Open communicatie• Omgaan met verstoorde relatie• Assertitviteit

Externe variabelen

• Demografische variabelen

• Andere attitudes

• Persoonlijkheidskenemerken

• Omgevingsinvloeden

Opleidingsniveau

Feedback

Page 11: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

A5. Hoe werkt het in de praktijk? Toepassing van het modeldoor Dona Daria en SPIOR.

SPIOR en Dona Daria voerden activiteiten uit om het ASE-model in de praktijkte testen. Er werd gekozen om dat te toetsen bij groepen die zich in verschil-lende fases bevonden ten aanzien van partnerkeuze. Aan de ene kant werdengroepen getoetst waar het thema nog geagendeerd moest worden (mesoni-veau). Aan de andere kant werden groepen getoetst waar het al geagendeerdis en waar al aan de attitude is gewerkt. Bij die groepen moest dat nog wordenvoortgezet en uitgebreid, met name door aanvulling op competenties. Deactiviteiten werden uitgevoerd bij verschillende migrantengroepen. Thema'svan de bijeenkomsten waren partnerkeuze en genderbewust opvoeden.Per groep werd vooraf een analyse gemaakt en een focus op een of meerfactoren van het ASE-model gekozen. Daaraan werd het type activiteitgekoppeld en werden de meetinstrumenten bepaald. In onderstaand schemaeen korte weergave van keuzes.

Figuur 4: Schema uitgevoerde activiteiten

Hieronder worden analyse en keuzes bij één van de groepen nader uitgewerktmet behulp van de toolkit.

Probleemanalyse

Huwelijksdwang kent vele vormen; van subtiele dwangmechanismen tot hardedwang door middel van geweld van ouders of familieleden naar jonge vrouwenen mannen toe. Van een eigen partnerkeuze is in deze het gevallen geensprake.

Huwelijksdwang is onderdeel van het brede thema partnerkeuze. SPIOR enDona Daria weten uit ervaring dat onder bepaalde groepen migranten nietaltijd sprake is van een eigen partnerkeuze. Hoe gedacht wordt over de keuzevan een eigen partner en hoeveel ruimte jongeren krijgen van hun omgeving,is onder de diverse groepen in Rotterdam verschillend.

Dona Daria en SPIOR ontwikkelden diverse activiteiten (onder meer Hand inhand tegen huwelijksdwang) om dit thema aan de orde te stellen en huwe-lijksdwang tegen te gaan. De gemeente Rotterdam heeft in de periode 2008 tot2011 de Rotterdamse Aanpak Huwelijksdwang ontwikkeld en uitgevoerd. Eénonderdeel daarvan was gericht op het voorkomen van huwelijksdwang.

Onder meer in de Turkse gemeenschap werd de afgelopen jaren aandachtbesteed aan partnerkeuze. Dat werd gedaan in discussiebijeenkomsten,trainingen en projecten door (o.a.) SPIOR en Dona Daria. Hiermee werd hetonderwerp partnerkeuze op de agenda gezet (agendering & bewustwording).Er bestaat redelijke openheid in denken en spreken over de eigen keus vooreen partner, zowel bij meiden als bij hun omgeving (met name ouders).Maar sommige meiden beschikken niet altijd over de vaardigheden en deself-efficacy om te handelen naar de positieve attitude over het kiezen vaneen partner. Vooral als situaties ontstaan waar ze zich niet prettig bij voelen,blijkt dat die vaardigheid er niet voldoende in zit.

11Voor de verandering

Fase

Agendering

Agendering

Gedrags-verandering

Agendering/Gedrags-verandering

Focus

Attitude

Attitude ensociale invloed

Vaardigheden enself-efficacy

Attitude envaardigheden(moeders)Vaardighedenen self-efficacy(meiden)Sociale invloed(meiden enmoeders)

Groep

Pakistaansemeiden en moe-ders (afzonderlijk)

Hindoestaansemoeders

Turkse meiden

Marokkaansemeiden en moe-ders (eerst afzon-derlijk, vervolgensgezamenlijk)

Activiteit

Voorlichting (1x)

Voorlichting endiscussie (1x)

Communicatie-training en rollen-spel (2x)

Discussie,rollenspel encommunicatie-training (3x)

Locatie

Moskee

Basisschool

Moskee

Zelf-organisatie

Page 12: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

Fasering

Partnerkeuze is goed bespreekbaar bij Turkse meiden. Ze praten er openlijkover met elkaar en zijn in het algemeen van mening dat het goed en normaalis dat meiden een eigen keuze maken voor een partner. Het onderwerppartnerkeuze hoeft om deze reden niet meer geagendeerd te worden (fase 1).De activiteit die uitgevoerd wordt, moet gericht zijn op gedragsverandering(fase 2). In fase 1 ligt de nadruk op het beïnvloeden van de attitude en desociale invloed. In fase 2 op het trainen van competenties en het werken aanself-efficacy.

Toepassing van het ASE model op partnerkeuze door Dona Daria

Externe variabelenTurkse meiden zijn steeds vaker hoger opgeleid dan hun ouders. Ze zijngeboren en getogen in Nederland, spreken goed Nederlands, maar bevindenzich nog vaak in een zwakke sociaal-economische positie. Dit komt doordatze nog bij hun ouders inwonen die geen sterke sociaal-economische positiehebben. Verder zijn ze nog niet (lang) actief op de arbeidsmarkt ofzelfvoorzienend.

AttitudeTurkse meiden in de leeftijd van 15 tot 25 jaar denken positief over het zelfkiezen van een partner. Ze kennen voorbeelden uit hun omgeving van vrouwenen meiden die tegen hun zin trouwden en nu niet gelukkig of gescheiden zijn.Ze weten óók dat huwelijksdwang niet is toegestaan volgens de islam.Partnerkeuze is onder meiden een emotioneel onderwerp. Ze hebben vaakeen goed, maar geïdealiseerd beeld van hun toekomstige partner. Ze vindendat hij dezelfde achtergrond moet hebben (Turks en/of moslim) en dat hij hoogopgeleid moet zijn. De mening van ouders en familie wordt in hun keuze ookbelangrijk geacht.

Sociale invloedDiverse actoren in de sociale omgeving van Turkse meiden zijn van invloedop hun gedragsintentie. Zoals familie en gemeenschapsleden (in binnen- en

buitenland), docenten, medeleerlingen (school) en vriendinnen (vrije tijd).We schatten in dat directe familieleden en vriendinnen de grootste invloedhebben op het gedrag van meiden. Sleutelfiguren in de Turkse gemeenschapzijn imams en hodja’s ((vrouwelijke) religieuze docenten). Binnen de familieskan dit sterk verschillen; van oom of vader tot tante en moeder.De ervaren norm met betrekking tot partnerkeuze is dat je zelf mag kiezen,mits die partner past binnen het beeld dat de sociale omgeving van eengeschikte partner heeft. Denk aan afkomst, geloof, opleidingsniveau en defamilie waaruit hij afkomstig is. Uit de praktijk blijkt dat hulp vragen voor socialeof psychische problemen buiten de kring bij migrantengroepen in zijn alge-meenheid niet vanzelf spreekt. Migranten ervaren dat vaak als ‘de vuile wasbuitenhangen’ en stappen daarom niet snel naar hulpbiedende instanties.Meiden ervaren van de familie vaak onbegrip of een (stilzwijgend) verbod ombij instanties aan te kloppen.

Self-efficacyTurkse meiden kunnen zelf een partner kiezen, mits die keus niet te ver vande norm afligt. Als ze een andere keuze willen maken dan hun ouders wensen,dan komt het aan op hun zelfeffectiviteit om hun ‘eigen’ keuze door te zetten ofzich onder druk te conformeren. We schatten in dat de zelfeffectiviteit in dezegevallen niet zo groot is. Vooral jonge meiden vertrouwen vaak onvoldoendeop hun eigen kunnen of hebben niet genoeg doorzettingsvermogen. De mei-den denken geen nee te kunnen zeggen tegen hun ouders of familie op eenvoorgestelde partner. In werkelijkheid onstaat misschien wel ruzie, maar in ditvroege stadium van partnerkeuze leggen ouders en familie zich waarschijnlijktoch neer bij de keus van hun dochter.

BarrièresEr kunnen verschillende barrières zijn. Bijvoorbeeld een sociaal-economischzwakke positie van de ouders. Dan is het aantrekkelijk als hun dochter vroegtrouwt. Of ouders kunnen afhankelijk zijn van hun dochter omdat zij een baanheeft en voor inkomen zorgt in het gezin.

12Voor de verandering

Page 13: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

CompetentiesMeiden moeten met name beter leren communiceren met hun ouders enfamilieleden.De kans op daadwerkelijke gedragsverandering is het grootst als• ze positief zijn over het zelf kiezen van een partner (attitude)• de sociale omgeving hier ook positief over is• de meiden vertrouwen op hun eigen kunnen (self-efficacy)• ze over vaardigheden beschikken om te handelen naar hun attitude

Werken aan competenties vergroot hun self-efficacy, omdat het gevoeldat ze er zelf iets aan kunnen doen daarmee wordt gevoed.

Gedrag - gewenstAutonoom gemaakte keuze voor een partner.

De activiteit en werkvormen

Op basis van de analyse werd vastgesteld dat de attitude ten aanzien van eeneigen partnerkeuze van meiden positief is. Het ontbreekt hen echter aan decompetenties en een voldoende mate van self-efficacy in ongewenste situa-ties. De activiteit richt zich om deze reden op de self-efficacy van meiden enhet vergroten van hun vaardigheden.

Doel activiteit:Het vergroten van de vaardigheden en de self-efficacy, zodat meiden, als eenongewenste situatie met betrekking tot partnerkeuze zich voordoet, een eigenkeuze maken én dit effectief communiceren naar hun omgeving.

Activiteit:Discussie en training communicatievaardigheden met opdrachten enrollen-spelen in twee bijeenkomsten.

Meetinstrumenten: vragenlijst aan het begin van de 1e en aan het eindevan de 2e bijeenkomst (0- en eindmeting), gericht op self-efficacy envaardigheden. Daarnaast iemand die beide bijeenkomsten observeert.

Reflectie op gebruik van het model op basis van de pilotHet stap voor stap analyseren van een probleem aan de hand van de toolkitheeft SPIOR en Dona Daria geholpen in de activiteiten te focussen, gerichtedoelstellingen te formuleren en te kiezen voor een bijpassende methode(discussie, voorlichting, rollenspellen of training).

Een activiteit wordt gevisualiseerd: waar moet de nadruk op liggen in dezegroep, bij dit specifieke probleem (mesoniveau: bewustwording of gedrags-verandering)? Hoe staat het met de attitude? Welke barrières zijn er? Wiemaakt onderdeel uit van de sociale invloed? Over welke vaardighedenbeschikt de groep? (microniveau).

De toolkit biedt praktische handvatten om een activiteit zo in te richten datgestelde doelen realistisch en meetbaar zijn. SPIOR en Dona Daria plukkenhiervan de vruchten in hun formulering en uitvoering van activiteiten enprojecten.

Uit de ervaringen blijkt dat met een aantal aandachtspunten en randvoor-waarden rekening moet worden gehouden:• De trainer/voorlichter heeft een sleutelpositie. Hij of zij moet het niveau van

de groep kunnen bepalen (qua attitude, sociale invloed, self-efficacy envaardigheden) en in het programma hierop kunnen inspelen.

• Voorlichters en trainers die veel ervaring hebben met bewustwording werkenvraaggericht. Door vragen te stellen en voorbeelden te geven, checken zehoe de groep over het onderwerp denkt. Vragenlijsten zijn hierbij een hulp-middel, maar niet noodzakelijk. De vragen met betrekking tot attitude zijnnamelijk al in de werkwijze verweven.

• Vragenlijsten moeten in dienst staan en een logisch onderdeel uitmakenvan de bijeenkomst. Dit geldt voor 0- en eindmetingen én voor evaluatie-formulieren.

13Voor de verandering

Page 14: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

‘Voor de verandering’ is voor opdrachtgevers van diensten of projecten(politiek of ambtelijk verantwoordelijken) die op een maatschappelijkonderwerp een verandering van houding of gedrag bij een doelgroepnastreven. Met deze toolkit heeft u instrumenten in handen om realistische, transparante en houdbare afspraken te maken met opdracht-nemers. Ook kunt u de opdrachtnemers beter volgen en de resultatenvan een project vaststellen.

B1. Wat biedt ‘Voor de verandering’ de opdrachtgevers?

Dit model biedt een multifunctioneel instrument voor opdrachtgevers (zoalsdeelgemeente en gemeente). Het instrument is wetenschappelijk gegronden in de praktijk getoetst. Het model helpt opdrachtgevers hun beleidsdoel-stellingen en opdrachten scherp(er) te formuleren. Verder biedt het een toet-singskader voor de beoordeling van subsidieaanvragen, gericht op activiteitenin het preventieve kader. Ook kan het ondersteuning bieden bij de evaluatievan activiteiten om resultaten zichtbaar te maken. Dit werkt het beste als(beoogde) opdrachtnemers het model ook kennen en toepassen, met anderewoorden: in samenspraak. Het model is ontwikkeld in de praktijk en beweeszijn meerwaarde. Hoe meer diensten, opdrachtgevers en instellingen dit modelomarmen, hoe groter het effect. Streven is om dit model, samen met belang-hebbenden, in de gemeente uit te laten groeien tot een breed gedragenRotterdams besturingsmodel voor activiteiten met een oogmerk van bewust-wording en/of gedragsverandering.

In dit gedeelte voor opdrachtgevers worden tips en instrumenten gegeven voorhet analyseren van beleidsproblemen, het formuleren van beleidsdoelen en debeleidsevaluatie en effectmeting. De onderdelen verwijzen naar de fasen vanbeleidsvoorbereiding en beleidsevaluatie op het macroniveau van het model(toegelicht in deel A). Voor de afstemming met opdrachtnemers is het goedook kennis te nemen van het deel dat op hen is gericht: deel C.

B2. Analyseren van beleidsproblemen

Probleemanalyse kan geschieden door een causaal veldmodel in te vullen.Daarin worden de maatschappelijke gevolgen, de oorzaken en de oorzakenvan de oorzaken van het probleem benoemd.

Figuur 5: causaal veld model

Het causaal veldmodel wordt idealiter opgesteld in samenspraak met maat-schappelijke organisaties die bekend zijn met de betreffende problematieken/of doelgroep. Vervolgens wordt een selectie van oorzaken gemaakt die,vanuit het perspectief van de gemeente, (enigszins) beïnvloedbaar zijn. Voordie beïnvloeding worden sturingsinstrumenten gekozen om de oorzaken (tendele) weg te nemen. Ook de keuze van sturingsinstrumenten wordt in overlegmet maatschappelijke organisaties bepaald. Maatschappelijke organisatieskunnen hierin ook signaleren en agenderen richting overheid – het initiatiefkan van beide kanten komen.

14

B Opdrachtgevers

Voor de verandering

Gevolg 3

Oorzaak 1a Oorzaak 1b Oorzaak 2a Oorzaak 3a Oorzaak 3b

Gevolg 4

Gevolg 1 Gevolg 2

Probleem

Oorzaak 2Oorzaak 1 Oorzaak 3

Page 15: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

B3. Tools en Tips voor het formuleren van beleidsdoelen:SMART en MAGIE

Beleidsdoelen kunnen zo vaag en vrijblijvend zijn als wensen, intenties ofgoede voornemens. Om als opdrachtgever succesvol op te treden, moet nietalleen van de opdrachtnemers worden verwacht dat zij hun (project)doelenSMART formuleren, maar moeten opdrachtgevers dat zelf ook doen.

Dat betekent dat beleidsdoelen van de opdrachtgever voldoen aan devolgende criteria:SpecifiekMeetbaarAfrekenbaarRealistischTijdgebonden

Een SMART-doel geeft richting: het geeft aan wat de opdrachtgever wil berei-ken en stuurt de plannen en voorstellen van de opdrachtnemers aan. Hiervoorgeldt ook dat het goed is de plannen in samenspraak met de maatschappelijkeorganisaties vast te stellen. Met name op de aspecten ‘meetbaar’ en ‘realis-tisch’ is het belangrijk goed inzicht te hebben in de problematiek en doelgroep.Afhankelijk van het onderwerp moet ook bepaald worden wat een degelijke(valide) meting is van resultaten.

Bij SMART beschrijft een helder doel geen proces, maar het duidt een situatieof toestand aan. Enkele voorbeelden:

Niet: ‘De kwaliteit van het leefklimaat in de wijken in Rotterdam moet dekomende jaren worden verbeterd’

Wel: ‘Over twee jaar zegt 40% van de deelnemers aan het Stadspanel vanhet COS in Rotterdam dat het leefklimaat in hun wijk de afgelopen jarenverbeterd is’

Niet: ‘De verkeersmobiliteit moet in Rotterdam worden vergroot’Wel: ‘Het aantal verkeersknelpunten waar dagelijks meer dan 1 uur file wordt

geregistreerd is over vier jaar gedaald van 6 naar 2’.

Hoe meer men op die manier een doel formuleert, hoe makkelijker evaluatieen effectmeting worden. Ook kunnen opdrachtnemers beter hun projecteninrichten en een bijdrage leveren aan de doelen van de opdrachtgever.

Daarvoor wordt tegenwoordig ook wel de afkorting MAGIE gebruikt:MeetbaarAcceptabelGecommuniceerdInspirerendEngagerend

MAGIE-doelen zijn zo geformuleerd, dat ze niet alleen meetbaar zijn, maarook dat:• medewerkers van de opdrachtgevende organisaties en van opdracht-

nemende organisaties zich erin herkennen• duidelijk is wat de voordelen zijn om deze doelen na te streven• duidelijk is welke waarden ermee gediend worden.

Er moet dus draagvlak voor de beleidsdoelen worden gecreëerd (acceptabel).Dit kan onder meer bereikt worden door mensen actief te betrekken bij hetkiezen en formuleren van de doelstelling. Een doel is gecommuniceerd als allebetrokkenen het kennen en begrijpen. Een doel is inspirerend als medewer-kers het zinvol vinden en ze een duidelijk verband zien tussen hun eigeninspanningen en het doel. Een doel is engagerend als de betrokkenen zicheraan willen en kunnen verbinden.

15Voor de verandering

Page 16: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

B4. Tools en Tips voor beleidsevaluatie en effectmeting

Beleidsevaluatie kan plaats vinden• voordat men met het beleid begint (ex-ante evaluatie)• tijdens de beleidsuitvoering (ex-durante evaluatie)• na afloop van het beleid (ex-post evaluatie).

Bij ex-ante evaluatie worden kosten en baten (of effecten en opbrengsten) vanverschillende oplossingsstrategieën met elkaar vergeleken. Een goede ex-anteevaluatie maakt de ex-post evaluatie veel eenvoudiger, omdat tevoren isnagedacht over doelen, criteria, verwachte effecten en dergelijke.

Ex-post evaluatie is een evaluatie zoals die in het dagelijks gebruik wordtgenoemd. Daarbij wordt gekeken naar de uiteindelijke kosten en vooral naar deopbrengsten. In eerste instantie om opbrengsten in kaart te brengen die eenrelatie hebben met de doelen; in tweede instantie om andere (onverwachte ofverwachte) opbrengsten in kaart te brengen.

Ex-ante en ex-post evaluatie zijn vormen van incidentele, eenmalige evalua-ties. Bij ex-durante evaluatie meet je van het begin tot het einde regelmatigeen aantal kengetallen oma. het verloop van de beleidsuitvoering te volgen;b. ontwikkelingen in (delen van) de maatschappij te volgen.

In beide gevallen wordt gesproken van 'monitoring'.

Van elke beleidsmaatregel kan:• het proces geëvalueerd worden: hoe is het beleid verlopen? wat leren we

ervan voor volgende beleidsmaatregelen? e.d.)• het product geëvalueerd worden: wat heeft het beleid heeft opgeleverd.

Meting van het product van beleid wordt ook wel effectmeting genoemd.Bij effectmeting kan een onderscheid gemaakt worden tussen:• Prestaties (of output)• Resultaten• Maatschappelijke (of uiteindelijke) effecten (outcome)

Let op: deze laatste categorie kan moeilijk in het kader van een afzonderlijkproject worden geëvalueerd. Maatschappelijke effecten zijn immers vaak deuitkomst van een optelsom van maatregelen, programma’s, projecten en om-standigheden die zich buiten het bereik van beleid voltrekken.

Prestaties (kwantitatief) zijn makkelijk te meten, zoals:• aantal bijeenkomsten• aantal deelnemers• aantal malen dat informatie is gevraagdenzovoorts.

Prestaties geven echter nauwelijks inzicht in de kwaliteit van de uitkomsten.

Bij evaluatie en effectmeting van projecten van maatschappelijke organisatiesop het mesoniveau, gaat het vooral om het in kaart brengen van de resultaten.Resultaten zijn (objectieve of subjectieve) indicaties van een mogelijk maat-schappelijk effect. Voorbeeld: het percentage deelnemers aan voorlichtings-bijeenkomsten dat zegt dat zij het onderwerp huwelijksdwang nu beter methun kinderen kunnen bespreken.Hierover kan de opdrachtgever afspraken maken met de opdrachtnemer. Inonderdeel C6 van deze toolkit wordt een nadere uitwerking van mogelijkhedenvan resultaatmeting gegeven. Met name de daar behandelde ‘do’s en don’t’szijn voor opdrachtgevers een hulp bij het vaststellen van resultaat-verplichtingen en rapportageafspraken met opdrachtnemers.

16Voor de verandering

Page 17: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

17Voor de verandering

‘Voor de verandering’ is voor opdrachtgevers van diensten of projecten(politiek of ambtelijk verantwoordelijken) die op een maatschappelijkonderwerp een verandering van houding of gedrag bij een doelgroepnastreven. Met deze toolkit heeft u instrumenten in handen om realis-tische, transparante en houdbare afspraken te maken met opdracht-nemers. Ook kunt u de opdrachtnemers beter volgen en de resultatenvan een project vaststellen.

C1. Wat biedt ‘voor de verandering’ u als opdrachtnemer?

Als organisatie levert u een bijdrage aan het agenderen en bespreekbaarmaken van sociale vraagstukken. Daarnaast ontwikkelt u activiteiten enprojecten om geconstateerde maatschappelijke problemen het hoofd tebieden. Vaak wordt een positieve gedragsverandering en/of bewustwording bijeen groep mensen nagestreefd. Met behulp van dit model en de toolkit kunt uuw activiteiten scherper formuleren en inrichten, communiceren, uitvoeren enevalueren. Het model is theoretisch gegrond en in de praktijk getoetst doorDona Daria en SPIOR. Het model is op organisatie-, project- én activiteiten-niveau waardevol. Het kan organisaties bewuster maken van wat ze willen enkunnen (met andere woorden: wat zijn de attitudes, competenties etc.. van deorganisatie zelf). Het helpt organisaties om hun activiteiten effectiever in terichten.

In dit gedeelte worden tips en instrumenten gegeven voor• het analyseren van problemen op basis van het ASE-model• het bepalen van de ‘fase’ van de aanpak op mesoniveau• het bepalen van doelen en instrumenten per fase• de intake van een opdracht• het formuleren van doelen, voor evaluatie, effectmeting en het eventueel

inzetten van observatoren.

Deze onderdelen verwijzen naar de onderdelen van het model op micro-en mesoniveau zoals toegelicht in deel A. Voor de afstemming met opdracht-gevers is het goed ook kennis te nemen van het deel dat op hen is gericht:deel B.

C2. Analyseschema attitude- en gedragsverandering

Elke opdrachtnemer doet er goed aan om, voorafgaand aan een projectvoor-stel gericht op attitude- en/of gedragsverandering, een analyse van de proble-matiek te maken, gebaseerd op het ASE-model.

Nagegaan moet worden• wat het huidige en gewenste gedrag van de doelgroep is• wat hun attitude(s) ten aanzien van het onderwerp is (zijn)• welke sociale invloed wordt ervaren• hoe sterk de self-efficacy is van de leden van de doelgroep.

Verder moet in kaart gebracht zijn welke externe variabelen een rol spelen,welke belemmeringen de doelgroep ondervindt en over welke competenties dedoelgroep moet beschikken om tot gedragsverandering te komen.

In onderstaand analyseschema staan deze vragen nog eens uitgesplitst naaronderdeel van het ASE-model.

Externe variabelen• Welke externe omstandigheden/ontwikkelingen zijn er?• Hoe groot is de doelgroep?• Welke kenmerken heeft de doelgroep (opleidingsniveau, taalbeheersing,

sociaal-economische situatie e.d.)

Attitude• Welke attitude heeft de doelgroep ten aanzien van.het onderwerp/gewenste

gedrag?• Welke kennis heeft de doelgroep over oorzaken en gevolgen van het

probleem? Welke voor- en nadelen kennen ze?• Welke emoties ervaren zij bij het onderwerp?

Sociale invloed• Hoe ziet de sociale omgeving van de leden van de doelgroep eruit?• Wie of wat heeft de grootste invloed? Wie zijn sleutelfiguren?

C Opdrachtnemers

Page 18: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

• In hoeverre zijn de opvattingen van deze sleutelpersonen en beïnvloedershetzelfde als die van de doelgroep?

• Hoe genegen is de doelgroep om zich van de opvattingen van dezepersonen iets aan te trekken?

• Hoe verhouden sleutelfiguren en doelgroep zich tot elkaar?

(Self)-Efficacy• Hoe staat het met de zelfeffectiviteit van de doelgroep t.a.v. dit onderwerp,

met andere woorden: ‘het geloof in eigen kunnen’?• Welke inschatting maakt de doelgroep over de mate waarin zij hun gedrag

kunnen veranderen?

Barrières• Welke externe barrières ervaart de doelgroep (of individuen binnen de

doelgroep) om het gewenste gedrag te realiseren?• Welke externe omstandigheden belemmeren de doelgroep om het

gewenste gedrag te vertonen?• Welke randvoorwaarden koppelen leden van de doelgroep aan de gewenste

gedragsverandering?

Competenties• Welke competenties heeft de doelgroep die relevant zijn voor dit thema?• Welke competenties heeft de doelgroep verder nodig om het gewenste

gedrag te kunnen vertonen?

Gedrag• Wat is het gedrag van de doelgroep?• Wat is het gewenste gedrag van de doelgroep?

Nota bene: het ASE-model (zie pagina 10 en 13) kan met deze vragentwee keer worden ingevuld voor de opzet van een project of activiteit. Meteen eerste vragenlijst van links naar rechts beschrijf je de huidige situatie(analyse). Vervolgens kun je met een tweede vragenlijst van rechts naar linksde gewenste situatie en de inzet van de activiteit bepalen. Bij gedrag wordtdan eerst het gewenste gedrag ingevuld. Op basis van de uitgevoerde analysewordt dan bepaald welke factoren men wil en kan beïnvloeden.

18Voor de verandering

Page 19: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

C3. Drie fasen van agendering naar gedragsverandering engedragsbehoud

Een goede probleemanalyse aan de hand van het ASE-model is de basis vaneen gedegen projectvoorstel. Bij het kiezen van een aanpak (project) moet uals opdrachtnemer een relatie leggen met:• de beleidskeuzes die gemaakt zijn op macroniveau;• de effecten die binnen de onderdelen van het ASE-model (op het

micro- niveau) worden verwacht

Hierbij kan gebruik worden gemaakt van het Persuasion CommunicationModel van McGuire. McGuire stelt, voortbordurend op het ASE-model, dat devoorlichtingsboodschap steeds van vorm verandert naarmate verdere stappenworden ondernomen. Het model wordt als het ware steeds opnieuw doorlopen.Agendering van een onderwerp heeft bijvoorbeeld een ander type voorlichtingnodig dan het veranderen van de attitude.

McGuire plaatst de stappen van verandering in een matrix met communicatie-variabelen:

- Fase 1: Aandacht en begrip (hier: agendering en bewustwording)- Fase 2: Gedragsverandering- Fase 3: Gedragsbehoud

Fase 1: Agendering en bewustwording (aandacht en begrip)

In fase 1 ontplooien maatschappelijke organisaties activiteiten die bijdragenaan maatschappelijke agendering en bewustwording van de problematiek.De activiteiten vormen een voedingsbodem voor acties die gericht zijn opgedragsverandering bij de uiteindelijke doelgroep (fase 2). Acties kunnengericht zijn op een specifieke doelgroep of de overheid.

Fase 1 kenmerkt zich door de volgende aspecten:• Er wordt uitgegaan van een niet-bereikte en niet-geïnformeerde doelgroep,

waarbij beleidsmakers ervan uitgaan dat een bepaald beleidsonderwerpaansluit en in een behoefte voorziet. De kennis over of de houding van dedoelgroep ten opzichte van dat onderwerp is niet of niet voldoende bekend.

• Het beleidsonderwerp is vaak nog niet of alleen in beleidstermen omschre-ven. De omschrijving is vaak opgeschreven vanuit de ogen van beleids-makers (zendergericht).

• De doelgroep op wie het beleid zich richt is in fase 1 algemeen en nogabstract omschreven.

• Voor de doelgroep op wie de communicatie zich richt (let op: hoeft nietde beleidsdoelgroep te zijn) is nog geen keuze gemaakt of een strategiebepaald.

Doelen van de fase van agendering en bewustwording:• Vertaling van de abstracte omschrijving van de doelgroep naar een doel-

groep met specifiek bekende en benoemde kenmerken. Waar mogelijk zelfsmet een personificering van doelgroepleden. De bedoeling is dat duidelijkwordt wie specifiek dit onderwerp betreft en op wie we ons in het bijzonderrichten.

• Benoemen van de invloed van personen en organisaties, waarmee indirectmet de einddoelgroep kan worden gecommuniceerd.

• Veranderen van de zendergerichte formulering (op beleidsniveau) in eenontvangersgerichte formulering op doelgroepniveau. Maak het voor ledenvan de doelgroep herkenbaar, met een oplossing die aansluit bij hun beweeg-redenen, belangen en behoeften.

19Voor de verandering

Page 20: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

Instrumenten op mesoniveau, passend bij de doelen van deze fase:• Analyse van de doelgroep/deskresearch• Focusgroeponderzoek; met vertegenwoordigers van maatschappelijke

organisaties en met leden van de doelgroep (beleids- én communicatie-doelgroep) voor

• verdieping inzicht in kennis en houding (attitude), sociale invloed enself-efficacy

• vertaling van zender- naar ontvangersgerichte boodschap• Individuele interviews en kleine groepsgesprekken (kwalitatief onderzoek,

doel focusgroep onderzoek)• Massamediale uitingen (schriftelijk, digitaal, radio/TV/straatuitingen) om

beleidsonderwerp te agenderen• Algemene bijeenkomsten, lezingen of voordrachten (waarin onderwerp

impliciet of expliciet wordt geagendeerd)

Fase 2: De gedragsverandering

Deze fase kenmerkt zich door de volgende aspecten:• De doelgroep is afgebakend en benoemd. Een groot deel van de doelgroep

is (nog) niet bereikt of geïnformeerd. Wel kan een deel zijn bereikt metmiddelen ter agendering (bv media, lezing, intermediair, etc.).

• Er bestaat een duidelijk beeld van het kennisniveau cq de houding van dedoelgroep ten opzichte van het beleidsissue.

• Het beleidsonderwerp is ontvangergericht gemaakt.• De communicatiedoelgroep en de strategie zijn bepaald. Helder is met wie

de communicatie wordt aangegaan en op welke personen of doelgroepen dedirecte inspanningen in deze fase zich richten.

• Er bestaat een gedeelde overtuiging bij beleidsmakers en uitvoerendeorganisaties dat gedragsverandering een proces van lange(re) adem is endat daarom een enkelvoudige of kortstondige interactie niet volstaat.

Doel van deze fase is dat er een daadwerkelijke verandering wordt bewerk-stelligd door een of meerdere gerichte stappen te zetten in de richting van hetgewenste gedrag. Uitgegaan wordt van de beweegredenen, belangen en be-hoeften, competenties én barrières van de (individuen binnen de) doelgroep.

De te zetten stappen kunnen gericht zijn op:• attitude en/ of• sociale invloed en/of• self-efficacy en/of• competenties

Instrumenten op het niveau van de maatschappelijke organisaties, passend bijde doelen in de fase van gedragsverandering, zijn:• Helpdesk voor individuele vragen en kwesties, intake• (digitale) zelftest, ter vergroting van het zelfinzicht• Direct: kleinschalige of individuele trainingen, afgestemd op de doelgroep;

primair gericht op het versterken van competenties en/of het wegwerken vanbarrières)

• Indirect: Train-de-trainer modules (trainers zijn: intermediairs/ leden vancommunicatiedoelgroep trainen om beleidsdoelgroep te trainen)

• Serie bijeenkomsten met interactieve onderdelen, reflectie en zelfwerkzaam-heid (met zelfwerkzaam huiswerk tussendoor)

• Schriftelijke of audiovisuele materialen ter ondersteuning

20Voor de verandering

Page 21: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

21Voor de verandering

Fase 3: Gedragsbehoud

Deze fase kenmerkt zich door de volgende aspecten:• In deze fase is de primaire doelgroep vastgesteld ; ze hebben één of meer

stappen van het traject doorlopen.• Het behouden van het bereikte niveau staat of valt met het onderhouden van

contact met het betrokken deel van de doelgroep.• Geef het betrokken deel van de doelgroep een rol in de verdere uitwerking

van het vraagstuk. Het versterkt hun eigen overtuiging. Bovendien zijn ze een(zeer) geloofwaardige zender naar andere doelgroepleden.

• Via het betrokken deel kan de bereikte groep verder worden uitgebouwd.• het thema blijft op de agenda omdat beleidsmakers en uitvoerende organisa-

ties samen vinden dat gedragsverandering een proces van lange(re) adem is.Middelen blijven beschikbaar, evenals mogelijkheden voor het behouden vanhet gedrag.

Doel van deze fase is: Het vasthouden van effecten bij het bereikte deel vande doelgroep. Verdere verspreiding van het onderwerp (en het gewenstegedrag) door uitbreiden van het bereik binnen de doelgroep.

Instrumenten die bij de doelen in deze fase passen, zijn:• De middelen uit fase 2, te gebruiken voor de nieuwe instroom vanuit de

doelgroep, blijven intact.• Voor de al bereikte leden van de doelgroep kunnen worden toegevoegd:- Terugkombijeenkomsten- Presentatie- of schriftelijke materialen, waarmee zij als ambassadeur het

proces kunnen ondersteunen (in hun contacten met nog niet bereikte ledenvan de doelgroep)

- Testimonials: etaleren van karakteristieke leden (ervaringsdeskundigen) vande (bereikte) doelgroep met hun verhaal.

Page 22: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

C4. Tools en tips voor de intake van de opdracht

Wanneer u overleg voert met de opdrachtgever over de mogelijke uitvoeringvan een project, dan geeft het gebruik van onderstaande checklist helderheidover de aard van de opdracht. Het gaat hier om een wisselwerking: het is inhet algemeen niet zo dat opdrachtgever of -nemer het antwoord op alle vragenheeft of bepaalt. Ze vullen elkaar daarin aan. Wellicht heeft u op sommigevragen een verschillend antwoord. Deze checklist helpt u helder te krijgenwat de wederzijdse verwachtingen zijn en hoe u die het beste kunt afstemmenop elkaar.

Voorbereiding• Wie is/zijn de doelgroep?• Wat is het (achterliggende) probleem?• Van welk groter probleem of beleidsterrein is dit probleem een onderdeel?• Om welk stadium/welke stadia van het beleidsproces gaat het?• Is er een oplossing voor het probleem bedacht? Zijn er alternatieve

oplossingen mogelijk of denkbaar?• Wat is het doel van onze bijdrage?• Wat is het beoogde resultaat?

Uitvoering van de opdracht• Hoeveel tijd is beschikbaar?• Welke prioriteit heeft de uitvoering van de opdracht in vergelijking met andere

projecten?• Welke andere organisaties/ mensen moeten worden ingeschakeld? Zo ja, wie

voor welke kennis of welke vaardigheden?• Zijn andere mensen/ organisaties al bezig geweest met dit probleem?• Wat is het beschikbare budget?• Wat moet ik als opdrachtnemer verder nog van de opdrachtgever weten om

de opdracht te kunnen uitvoeren?• Past het beoogde resultaat bij deze randvoorwaarden?

Afronding van de opdracht• Wanneer wil de opdrachtgever resultaten zien?• Aan wie worden deze gepresenteerd?• Hoe presenteren we de resultaten van onze werkzaamheden?• Wat wil de opdrachtgever met de resultaten doen?

C5. Tools en tips voor het formuleren van project- enbeleidsdoelen

Voor elk van de drie fasen van gedragsverandering (agendering/ bewust-wording, gedragsverandering en gedragsbehoud) geldt dat de geformuleerdedoelen een afgeleide zijn van de probleemanalyse.

De doelstellingen moeten zoveel mogelijk voldoen aan de SMART-criteria:SpecifiekMeetbaarAfrekenbaarRealistischTijdsgebonden

Een heldere, met SMART geformuleerde, doelstelling geeft antwoord opzes (W-)vragen:• Wat willen we bereiken?• Wie zijn erbij betrokken?• Waar gaan we het doen?• Wanneer gebeurt het?• Welke delen van de doelstelling zijn essentieel?• Waarom willen we dit doel bereiken?

22Voor de verandering

Page 23: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

SMART komt in feite hierop neer: een helder doel bevat geen woorden dieeen continu proces beschrijven als ‘in gesprek gaan met elkaar over ..’, ‘hetbevorderen van …’ (iteratieve woorden) maar woorden die op een eenmaligesituatie duiden. Bijvoorbeeld:• ‘Na afloop van de bijeenkomst zijn deelnemers in staat drie voordelen te

noemen van X’.• ‘Aan het eind van het project kan elke deelnemer een keus maken tussen

A en B en voor deze keuze minimaal twee argumenten noemen’.• ‘Na afloop van de cursus geeft minimaal driekwart van de deelnemers aan

dat zij dankzij de cursus beter in staat zijn een gesprek met hun dochters tevoeren over …’

• ‘Na drie bijeenkomsten kan minimaal de helft van de deelnemers een voor-beeld uit de eigen omgeving noemen van situatie Y’.

• ‘Drie maanden na de laatste bijeenkomst kunnen deelnemers minimaal éénvoorbeeld geven van een situatie waarin zij …’.

Met een doel, geformuleerd op deze manier, wordt evaluatie en effectmetingmakkelijker.

C6. Tools en tips voor evaluatie en effectmeting vanprojecten

Een apart aandachtspunt vormt de evaluatie en effectmeting van projecten,door opdrachtnemers uitgevoerd. In deze paragraaf worden richtlijnen gege-ven voor het opstellen van een evaluatieplan, als onderdeel van het totaleprojectplan.

Verschillende soorten uitkomsten

Bij effectmeting heb je:• Prestaties (output)• Resultaten• Maatschappelijke (of uiteindelijke) effecten (outcome)

Bij de laatste categorie kunnen vele andere factoren een rol (kunnen) spelen.Het valt bijvoorbeeld nooit te meten of dankzij een voorlichtingsbijeenkomsthet aantal gedwongen huwelijken in Rotterdam is afgenomen. Maatschappe-lijke effecten kunnen dus niet in het kader van een afzonderlijk project wordengeëvalueerd.

Prestaties, kwantitatieve gegevens, zijn makkelijk te meten, zoals:• aantal bijeenkomsten• aantal deelnemers• aantal malen dat informatie is gevraagd, etc..

Resultaten zijn de objectieve of subjectieve tekenen van een mogelijk maat-schappelijk effect. Bijvoorbeeld het percentage deelnemers dat aangeeft datzij het onderwerp huwelijksdwang beter met de kinderen bespreekt.

23Voor de verandering

Page 24: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

Bij evaluatie en effectmeting van projecten van maatschappelijke organisatiesop mesoniveau gaat het vooral om het in kaart brengen van de resultaten.

IndicatorenEerst moet worden bedacht op welke punten men kan zien dat een verande-ring richting het doel is ontstaan. Dat zijn de indicatoren.Hoe meer de formulering van het doel aan de SMART-criteria voldoet, hoemakkelijker het formuleren van indicatoren wordt. Die liggen in feite al in hetdoel besloten.

Bij het formuleren van indicatoren zijn minstens twee zaken belangrijk:1. Een indicator kan objectief zijn of subjectief; in het laatste geval gaat het

om de persoonlijke (subjectieve) mening van betrokkene. Bij een subjectieveindicator vraag je iets aan de betrokkene zelf, bijvoorbeeld:• % deelnemers dat aangeeft dat zij, dankzij de bijeenkomsten, beter

inzicht hebben in voor- en nadelen van X• % deelnemers dat aangeeft dat zij nu beter in staat zijn om in de

toekomst x te doen en y na te laten2. Een indicator kan betrekking hebben op het proces of op de uiteindelijke uit-

komsten (het product). Uiteindelijk zijn productindicatoren het belangrijkstom te kunnen bepalen wat de resultaten zijn van een activiteit of project.

ProductindicatorenEen subjectieve productindicator is bijvoorbeeld:

• % deelnemers dat aangeeft dat ze vaardigheden uit een training kantoepassen in de dagelijkse praktijk

Een objectieve productindicator is bijvoorbeeld:• score op een test of op enkele stellingen (bij voorkeur in vergelijking

met de scores op dezelfde test of stellingen in een nulmeting, bijaanvang project)

ProcesindicatorEen subjectieve procesindicator is bijvoorbeeld:

• % deelnemers dat de omgang met deelnemersgroep positiefwaardeert

Een objectieve procesindicator is bijvoorbeeld:• % deelnemers dat na de eerste bijeenkomst ook de volgende

bijeenkomsten bijwoont

Resultaten en het modelBij de evaluatie en effectmeting moet uiteraard zoveel mogelijk de analyse vanhet vraagstuk op microniveau (met behulp van het ASE-model) worden ge-bruikt. Dat kan door steeds enkele elementen (attitude, sociale invloed ofself-efficacy) uit het model centraal te stellen op het niveau van het doel en deindicatoren.

Bijvoorbeeld bij ‘attitude’:

Objectief: verschil in scores tussen nulmeting en eindmeting op de stelling‘Bij ons in de gemeenschap vormt huwelijksdwang geen probleem’

Subjectief:• % deelnemers dat na afloop in een eindgesprek aangeeft, dat zij tot

het inzicht is gekomen dat een spanning kan zijn tussen de eisen dievanuit de omgeving worden gesteld en de vrijheid die jongeren willenbij het maken van deze keuzes.

• Verschil in % deelnemers dat voorafgaand en na afloop in een gesprekaangeeft, dat er een spanning kan zijn tussen de eisen die vanuit deomgeving worden gesteld en de vrijheid die jongeren willen bij hetmaken van deze keuzes.

24Voor de verandering

Page 25: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

Bijvoorbeeld bij ‘sociale invloed’:

Objectief:• Verschil in scores tussen nulmeting en eindmeting op de stelling

‘Mijn moeder laat mij vrij om zelf mijn partner te kiezen.’

Subjectief:• Het % moeders dat aangeeft dat zij meer begrip heeft voor de manier

waarop haar dochter (of kinderen in het algemeen) de keuze van eenpartner wil maken.

Bijvoorbeeld bij ‘self-efficacy’:

Objectief:• Verschil in scores tussen nulmeting en eindmeting op de stelling ‘Ik

kan met mijn moeder open praten over de vrijheid die ik wil hebbenom zelf een partner te kiezen.’

Subjectief:• Het % dochters dat zichzelf in staat acht adequaat te handelen als het

onderwerp partnerkeuze aan de orde is.• Het % dochters dat aangeeft dat ze dankzij de bijeenkomst makkelijker

met hun ouders over hun partnerkeuze kunnen praten.

EvaluatietechniekenDe manier van evalueren moet natuurlijk aansluiten bij (het niveau van) dedoelgroep. Bij voorkeur vormt de evaluatie (nulmeting en nameting) eenlogisch onderdeel van de activiteit zelf.

De meest gebruikelijke evaluatietechnieken zijn:• Persoonlijk gesprek met elke deelnemer (intakegesprek voorafgaand of

exitgesprek na afloop).• Groepsinterview/gesprek (voordeel: interactie tussen deelnemers; nadeel:

wederzijdse beïnvloeding, zodat objectief resultaat moeilijk is vast te stellen.Dit nadeel is op te vangen door deelnemers eerst een vragenlijstje te laten

invullen met hun persoonlijke mening).• Een eenvoudig vragenlijstje of een lijstje met stellingen (bij voorkeur vooraf

én na afloop, eventueel alleen na afloop).• Een kleine test tijdens de laatste bijeenkomst.• Een bijeenkomst enige tijd later (3 maanden bv), met daarin de centrale

vraag wat men nu aan de bijeenkomsten heeft gehad; of men de besprokenonderwerpen al eens in de praktijk heeft kunnen toepassen. Dit is het bestemiddel om echte resultaten te meten. Het heeft meteen het voordeel dat jevanuit de praktijk suggesties krijgt voor een vervolg

• Observatie van handelen of van de manier waarop deelnemers met elkaar ingesprek gaan. De observatie kan gebeuren op basis van een scorelijst dooreen daarvoor aangewezen observator. In het volgende onderdeel tips omobservatoren voor te bereiden op hun taak.

• Eventueel: statistieken of ander cijfermateriaal (bijvoorbeeld: aantal malendat deelnemers later nog hebben teruggebeld met een vraag).

25Voor de verandering

Page 26: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

Do’s en don’ts van effectmetingenProjecten die als doel bewustwording en/of gedragsverandering hebben, rich-ten zich vaak op moeilijk bereikbare doelgroepen. Dit ligt aan diverse kenmer-ken en factoren, zoals een zwakke sociaal-economische positie, beperktebeheersing van de Nederlandse taal of horen bij een gesloten gemeenschap.Voor een succesvolle effectmeting houd je hier rekening mee.

Do’s en don’ts• Effecten zijn niet altijd direct zichtbaar, zeker bij preventieve activiteiten.

Formuleer realistische effecten die na afloop te meten zijn.• Het inzetten van een observator levert nuttige informatie op over proces en

inhoud van de activiteit. De trainer is bezig met de inhoud en het sturen vande groep. Terwijl de observator van een ‘objectieve’ zijlijn meekijkt. Niet teverwarren met een notulist.

• Laat de vragen die je gesteld wilt hebben op een natuurlijke manier terugko-men in de vragen die de trainer stelt. Zo is het een natuurlijk onderdeel vande training en niet iets ‘dat ook nog gedaan moet worden’.

• Houd er rekening mee dat deelnemers meestal weinig ervaring hebben metvragenlijsten. Vragenlijsten worden regelmatig argwanend bekeken, o.a.omdat mensen geen zicht hebben op wat met de informatie wordt gedaan.

• Een vertrouwensband tussen trainer en deelnemers is belangrijk om de vra-genlijst zo betrouwbaar mogelijk ingevuld te krijgen. Als de trainer het belangvan de vragenlijst en de vertrouwelijke behandeling toelicht, dan is de kansgroter dat de vragenlijst wordt ingevuld.

• Activiteiten in dit soort projecten vinden op tal van locaties plaats. Denk aanzelforganisaties, buurthuizen, ouderkamers van basisscholen en moskeeën.De locaties beschikken niet altijd over de faciliteiten om een activiteit in allerust en gestructureerd uit te voeren. Als vragenlijsten ingevuld worden terwijlhet rumoerig is, dan is de kans groot dat deelnemers met elkaar gaan uitwis-selen over de antwoorden.

• Dat kan ook gebeuren als deelnemers een tweede en volgende keer weerkomen op een bijeenkomst (over een gevoelig onderwerp).

• Creatieve manieren van effectmeting zijn bijvoorbeeld: werkbladen tijdens detraining/activiteit en werken met bakken met ballen (bijvoorbeeld: maak eenkeuze tussen A en B).

C7. Tools en tips voor de briefing observatoren bij sessies

Een manier om resultaten van activiteiten te meten is het inzetten van eenobservator. Dit levert nuttige informatie op over het proces en de inhoud vande activiteit. De voorlichter/trainer is bezig met de inhoud en het sturen vande groep, terwijl de observator van een (objectieve) zijlijn meekijkt. Hieronderstaan suggesties en tips voor de observatie van een groep deelnemers aaneen activiteit. Een gestructureerde observatie geeft handvatten voor een kwali-tatieve (of soms kwantitatieve) meting van de resultaten van een bijeenkomst.

Een kwalitatieve meting is een waarneming die bijvoorbeeld beschrijft: “Vanafhet begin was er een heel geanimeerde sfeer in de groep”, of “alle deelnemerstoonden zich nauw bij het onderwerp betrokken en namen actief deel aan hetgesprek”.Afhankelijk van de omvang van de groep of de frequentie of herhaling waar-mee bijeenkomsten worden uitgevoerd, kunnen de resultaten tevens in meerkwantitatieve termen worden gegoten, bijvoorbeeld door waar te nemen:

26Voor de verandering

Page 27: Voor de verandering - Stichting Platform Islamitische … · 2015-03-25 · ‘Voor de verandering’ werd ontwikkeld in een pilotproject van de gemeente Rotterdam, in een intensieve

“Ongeveer de helft van de groep was vóór de stelling, de andere helft wastegen”, of “slechts een klein aantal ging eerder naar huis”.

Hieronder staan suggesties voor een observatie. Het zijn punten waar eenobservator de aandacht op kan richten en die in een verslag verwerkt kunnenworden:

Feitelijke gegevens• Aantal deelnemers• Samenstelling groep (leeftijden, herkomst, welke taal spreekt men?

Achtergrond, opleiding?)• Opstelling in zaal (teken voor jezelf een plattegrondje met namen of geef

iedere deelnemer een nummer)

GespreksverloopHoud een logboek bij van het gesprek/de sessie, met daarin:• Het verloop van de bijeenkomst, bijvoorbeeld:- Is er sprake van een eenzijdige presentatie door de voorlichter/trainer/ge-

spreksleider?- Is er sprake van uitwisseling tussen de voorlichter/trainer/gespreksleider en

de deelnemers door middel van vraag en antwoord?- Is er sprake van discussie onderling?

• Wat valt op?- Zijn bepaalde deelnemers veel of weinig aan het woord?- Is het verloop bij bepaalde onderwerpen levendig?- Valt het soms stil, of juist niet? etc.

Noteer zoveel mogelijk feitelijke dingen, incl indicaties van de tijd waarin hetspeelt, bijvooreeld:• start gesprek- 00.10 (na 10 minuten): vraag X wordt gesteld aan de groep- 00.20: discussie verloopt levendig en loopt vanzelf over in onderwerp Y

Gespreksinhoud• Onderwerp• Reacties- Vorm van reactie: spontaan, gespreksleider moet het eruit trekken, stil,

ingehouden, levendig, etc.- Inhoud: noteer quotes (opvallende zinnen zoals iemand die ook echt zegt,

die de essentie van haar mening weergeven)- Instemming: zijn anderen het met de spreker of met gespreksleider eens

(instemmende mening, ondersteuning, versterkende opmerkingen) ofoneens (“dat ben ik niet met je eens”, tegengestelde mening naar vorenbrengen, non-verbaal: nee schudden, etc.)

• Non-verbale reacties:- zijn groepsleden betrokken, geïnteresseerd, het eens/oneens, zie je ze

denken en stof verwerken, open of gesloten houding, lachen ze of kijkenze serieus, wanneer? Bij welke onderwerpen of onderdelen? etc. etc.

27Voor de verandering