“Volledig inzetten op preventie bespaart 70% op zorgkosten ...
Transcript of “Volledig inzetten op preventie bespaart 70% op zorgkosten ...
M A G A Z I N E V O O R O N D E R N E M E R S I N B E W E G I N G
14e JAARGANG | EDIT IE 4 | 2013
“Volledig inzetten op preventie bespaart 70% op zorgkosten!“ Oudkerk maakt de balans op - Diabetes 2 een halt toeroepen Genezen zonder
operatie, medicijnen of extreem dieet - Bewegen stimuleren bij bedrijven De
uitdaging voor beweegspecialisten - (Na)zorg bewust meten Het volgen van uitbe-
handelde patiënten levert waardevolle inzichten op! Een analyse van de literatuur
voorheennieuwe naam:
Nederland
ShockwaveEchografie Medische fitness Behandelbanken Fysiotechniek Opleidingen
Fyzzio International B.V. Overbeeke 1 5258 BL Berlicum Telefoon: 073 5999 000 e-mail: [email protected] www.fyzzio.nl
op shockwave en echografie apparatuur
Investeren is nu echt dubbel dubbel aantrekkelijk! En met Fyzzio bekwaamt u zich het snelst in de nieuwe toepassingen. Als enige leverancier bieden wij maatwerk opleidingen, in uw eigen tempo en op uw eigen niveau. Topkennis, met de nieuwste internationale inzichten, zodat u de beste keuze maakt voor praktijk en patiënt!
Kijk nú op www.fyzzio.nl voor informatie!
Specialeaanbiedingen!
ACTIEPRIJZEN TOT 31 DECEMBER A.S.
Belastingvoordeel
TOT MAAR LIEFST MAXIMAAL 50% AFSCHRIJVEN
Extra voordeelbij dubbeleinvestering
EXTRA EXTRA VOORDEELBIJ DUBBELE INVESTERING
Voordeel opopleidingenDIRECT DOORSTROMEN
NAAR ONZE OPLEIDINGSPROGRAMMA’S
PROFITEER
VAN ONGEKEND
VOORDEEL!
6
50 34
Inhoud
“Volledig inzetten op preventie bespaart 70% op zorgkosten!” 6
Oudkerk maakt de balans op
Diabetes 2 een halt toeroepen 12Genezen zonder operatie,
medicijnen of extreem dieet
Gezond gasthuis 18Werken aan duurzame
gedragsverandering in de Betuwe
(Na)zorg bewust meten 26Het volgen van uitbehandelde
patiënten levert waardevolle
inzichten op!
Shockwave therapie als “best evidencebased fysiotherapie” 34
Een analyse van de literatuur
Bewegen stimuleren bij bedrijven 40De uitdaging voor beweegspecialisten
‘Wij bieden patiënten kwaliteit in een vertrouwde omgeving’ 50
FysioHolland biedt hoogstaande
zorg in lokale praktijken
En verder
Top! 5Voorwoord
Zorgconsumptie kan iets stijgen, maar oorzaak is zorgelijk 48
Benchmarken in de
paramedische sector
MoveMens Partners 56Colofon 58
12
26
40
18
����������� �������� ��������� ����������������������������������������������� ���������������� ������������������������ � ������������ ���"#���������������$%��#�%&$'�(���������#�&%$)'*'%$+&#����,����������� ���" ��
Wilt u een audit laten uitvoeren? HCA staat borg voor de kwaliteit van uw zorg!
HealthCare Auditing staat voor:� Het eerste auditbureau voor fysiotherapeuten en oefentherapeuten in Nederland
� Ruime ervaring in het uitvoeren van audits voor de paramedische markt (>2000 audits uitgevoerd)
� Werkt met uitsluitend ����������� opgeleide fysiotherapeuten en oefentherapeuten
� Goede bereikbaarheid en snelle service
� Flexibiliteit en persoonlijke aandacht
� Landelijke dekking
��������������$%��%&$'�(���������&%$)'*'%$+&���,����������� ���" ��
Extra service Gratis informatiebijeenkomsten
over het auditprocesSnelle e-mail service die
antwoord geeft op al uw vragen
Bel vrijblijvend voor �� ������ of advies naar Pascal of Brenda tel: 023-5452360
We sluiten weer een bijzonder jaar af met
dit topnummer van MoveMens. Op naar het
derde lustrum alweer. Traditioneel blikken
we nog een keer terug en kijken we vooruit.
Onze columnist van de afgelopen twee
jaar blikt terug op de opiniërende inter-
views van de toppolitici die hun visie op
de zorg gaven. Een zeer lezenswaardig
artikel met veel aandacht voor preventie.
Futuroloog Bakas stelt dat 70% op de
kosten kan worden bespaard door volledig
in te zetten op preventie. Dat kan kloppen;
de grootste kostenveroorzakers (Diabetes,
Hart- en vaatziekten, kanker en longziekten)
zijn voornamelijk leefstijl gerelateerd. Een
gezonde leefstijl is de sleutel naar een
gezond leven. Eenvoudig is dat niet. Om de
leefstijl te veranderen moet je gewoontes
(= gedrag) veranderen. Er ligt dus een grote
uitdaging om gezond gedrag te stimuleren.
Bijvoorbeeld met een puntensysteem waar-
mee je ‘meer bewegen’ beloont…
In deze MoveMens weer mooie voorbeel-
den van echt ondernemen in de zorg; daar
ontstaat de echte marktwerking. Het zijn
de topondernemers die het lef hebben om
bijvoorbeeld een gasthuis nieuwe stijl op
te zetten, diabetes onconventioneel aan te
pakken, bedrijven in beweging te brengen
of fysiotherapie een kwaliteitsimpuls te
geven. Zorgverzekeraars zouden naar deze
topondernemers moeten kijken en moeten
inkopen op resultaat en kwaliteit. Inkopen
op prijs en volume, zoals ze nog steeds
doen, werkt niet in deze markt.
De afgelopen jaren hebben we veel top-
pers aan het woord gelaten. Je zou haast
denken dat het podium van MoveMens de
ex-politici geen windeieren heeft gelegd.
Klink, Bos, Van Boxtel, Rouvoet; ze zijn nu
allemaal actief in de zorg als voorzitter van
de Raad van Bestuur. Volgend jaar zoeken
we weer nieuwe toppers die ons inspireren
om te ondernemen en in beweging te
blijven. Er komen weer vier nummers uit en
we worden steeds actiever als communi-
catieplatform. Niet alleen op internet maar
ook in het land.
Wij wensen al onze lezers een top 2014!
Namens de uitgever en redactie,
Geert-Jan van der Sangen
Top!
Reageren? �
5
Lezersonderzoek MoveMens
Recent hebben we een lezersonderzoek
laten uitvoeren. We presenteren met
trots de belangrijkste feiten.
Qua bekendheid staan we samen met
FysioPraxis op 1 met een naamsbekend-
heid van 89%. MoveMens is boven-
dien het meest gelezen blad (86%),
voor FysioPraxis (75%) en InFysio (66%).
Lezers zijn ook tevreden over het
magazine. 97% scoort positief waar-
van 75% goed tot zeer goed. De reden
om MoveMens te lezen is om op de
hoogte te blijven van ontwikkelingen in
de markt (69%) en concrete marktinfor-
matie (54%). Het magazine krijgt ook een
tweede leven, 32% legt het na het lezen
in de wachtkamer en 36% geeft het door
aan een collega. Het magazine wordt
maar liefst door 54% door 2 of meer per-
sonen gelezen in de praktijk. De lay-out,
leesbaarheid en fotografie worden hoog
gewaardeerd.
Al met al een top resultaat waarvoor wij
onze lezers dankbaar zijn.
6
Oudkerk maakt de balans op
“Volledig inzetten op preventie bespaart 70% op zorgkosten!”Tekst: Martijn Plantinga
Beeld: Ivar Pell
De afgelopen jaren prijkten diverse prominenten, waaronder
vooral (ex) politici op de cover van MoveMens. Vanuit verschil-
lende functies en invalshoeken keken zij naar de staat van de
gezondheidszorg. Dat er echt ingegrepen moet worden in de
explosief stijgende zorgkosten, daar was iedereen het wel over
eens. Hoe dat precies moet gebeuren en wat er in het algemeen
beter zou kunnen in de gezondheidszorg, daar verschilden de
meningen nog wel eens over.
Moeten we inzetten op preventie, zoals
oud-minister Klink opperde? Moeten we
veel meer sturen op de uitkomst van
zorg, wat Roger van Boxtel bepleitte? Of
is het vooral het bewustzijn van de men-
sen zelf, waarover Wouter Bos sprak?
Rob Oudkerk, zelf huisarts, ex-politicus
en vaste columnist van MoveMens, rea-
geert normaal gesproken ‘op de ach-
tergrond’ via zijn column, maar vragen
we in deze uitgave op de voorgrond te
treden.
Wat overigens opvalt is dat alle
genoemde ex politici, en ook bijvoor-
beeld André Rouvoet, na hun politieke
carrière voor een goedbetaalde baan in
de zorg kozen. Oudkerk noemt het ´op
zijn minst opvallend´ dat veel oud-poli-
tici na hun politieke carrière kiezen voor
bestuurlijke banen in de zorg: “Rouvoet,
van Boxtel, Klink, Bos..... Zolang het de
begeestering is die ze drijft is dat meer
dan prima, het zijn stuk voor stuk goeie
mensen. Maar ik heb het gevoel dat
ook financiële motieven een rol spelen
bij sommigen. In het algemeen vind ik
dat voor dergelijke functies veel te veel
wordt betaald.”
7
Preventie
Oud-minister Ab Klink, hoogleraar gezond-
heidszorg aan de VU en consultant bij
Booz & Company treedt per 1 januari
toe tot de Raad van Bestuur bij zorgver-
zekeraar VGZ. Klink is van mening dat
we de zorgkosten kunnen drukken en de
arbeidsproductiviteit hoog kunnen houden,
door veel meer te investeren in preventie.
Dit is een taak van de overheid, maar ook
van het bedrijfsleven. Klinkt noemt hierbij
onder andere de bewegingsprogramma´s
waarover u ook in deze MoveMens kunt
lezen. Oudkerk is het met hem eens:
“Geen speld tussen te krijgen. Het is
dezelfde Klink die niet zo lang geleden
een zorgplan heeft geschreven waarmee
we 4 tot 8 miljard euro kunnen besparen.
Meteen uitvoeren dat plan! Vooral door
de eenvoud ervan. De term dekt niet echt
de lading, maar laten we het toch een
‘verspillingsrapport’ noemen. Het geeft
heel helder weer waar er verspild wordt
en hoe we daarop kunnen bezuinigen.
Wat preventie betreft, ook daar heeft hij
groot gelijk in. In veel andere landen wordt
veel meer gedaan aan preventie. Al heb
je hierbij wel te maken met de paradox:
hoe meer preventie, des te langer mensen
leven, des te hoger weer de zorgkosten…
Hart en vaatziekten, diabetes, kanker en
longaandoeningen zijn de vier belangrijk-
ste doodsoorzaken en de grootste kos-
tenmakers. Als je daarbij bedenkt dat de
oorzaken aantoonbaar komen van teveel
en ongezond eten, te weinig beweging,
roken en alcohol, lijkt de oplossing me
niet zo moeilijk. We kunnen de curatieve
zorgkosten uiteindelijk tot 70% verlagen
als we hier vol op inzetten!
Met Klink’s uitspraak dat mensen niet
voor elk wissewasje naar de huisarts
moeten gaan is (voormalig praktise-
rend huisarts) Oudkerk het niet eens.
“De huisarts moet 0-drempelig blijven.
Iedere vraag aan de huisarts is een
terechte vraag. Het is zo dat 94% van
de cliënten weer naar huis gaat zonder
dat er kosten worden gemaakt. Laat
de huisarts vooral de poortwachter
blijven.”
Eenzelfde rol voor de huisarts ziet overi-
gens ook Eerste Kamerlid voor de VVD,
Heleen Dupuis. Zij heeft net als Oudkerk
veel vertrouwen in de huisartsen en
noemt hen in een eerder interview met
MoveMens ‘de spil in de gezondheids-
zorg’. “Een gezondheidsklacht is vaak
een onderdeel van een breder scala
aan problemen. En wie kent een patiënt
beter dan de huisarts?” “Natuurlijk
maken huisartsen ook kosten”, vervolgt
Oudkerk, “maar dat is een schijntje op
het grote totaal. De huisarts mag uiter-
aard wél opvoeden: ‘De volgende keer
dat u 38,5 graden koorts heeft, moet
u eerst maar een dagje in bed blijven
liggen…’”
‘Het rapport van Klink waarmee we 4 tot 8 miljard
kunnen besparen op de zorgkosten? Direct
uitvoeren!’
8
Monopolie zorgverzekeraars
Oudkerk kan zich deels vinden in de visie
van Roger van Boxtel, voorzitter van de
Raad van Bestuur bij zorgverzekeraar
Menzis. Deze gaf in zijn interview met
MoveMens aan dat het vooral noodza-
kelijk is om te sturen op de uitkomst
van zorg. Oudkerk vindt dit een logische
visie, maar plaatst hier direct enkele
kanttekeningen bij. “Is dat wel een taak
van de zorgverzekeraars? Wat doen
zij eigenlijk? De overheid moet sturen,
zorgaanbieders zijn onmisbaar, maar de
zorgverzekeraars? Ik vertel tijdens pre-
sentaties wel eens dat zij de enigen zijn
die we best kunnen missen in zorgland.
We zouden ons ook kunnen verzekeren
via bijvoorbeeld patiëntenorganisaties.
Ik vind dat de verzekeraars teveel een
monopoliepositie hebben. Je kunt wel
zeggen dat er keuze is en dat je mak-
kelijk kunt overstappen, maar zie jij de
verschillen? Ik zie liever kleinschalige
zorgverzekeraars. De ‘grote jongens’
moeten eerst maar eens waarmaken
dat ze écht de belangen van de patiën-
ten dienen. Eerst zien, dan geloven.”
Dit jaar nog kwam André Rouvoet,
voorzitter van Zorgverzekeraars
Nederland aan het woord. Hij vindt dat
de zorgverzekeraars het zo slecht nog
niet doen. “De marktwerking in de zorg
werkt wel degelijk”, zo betoogde hij.
Oudkerk noemt Rouvoet ‘één van de
beste Kamerleden ooit’, maar is min-
der gecharmeerd van zijn huidige func-
tie. ”Ik vind hem nu voorzitter van
een machteloze koepel. Wat heeft
Zorgverzekeraars Nederland nu in te
brengen bij de grote zorgverzekeraars?
Er is in mijn ogen nauwelijks verschil
en zeker geen echte concurrentie. Dat
ze vorig jaar winst hebben gemaakt
door beter in te kopen en op kwaliteit
te sturen, prima, daar heb ik waardering
voor, maar laat dat direct zien in een
evenredige substantiële premieverla-
ging! Meer winst is een lagere premie,
zo simpel moet het zijn. Ze mogen het
zelfs nog investeren in bijvoorbeeld
nóg betere inkopers of efficiëntere ICT-
systemen. Maar ze moeten hier vol-
ledig open in zijn. Als Rouvoet zegt
dat van elke euro winst 95 cent direct
terugvloeit in de zorg moeten we exact
weten waar dat geld blijft. Niet iets
vaags vertellen als ‘we hebben extra
plekken gerealiseerd’, maar wáár is dat
gebeurd, hoe is dat gebeurd, wat kostte
dat precies? Het gaat niet om de getal-
len, maar om de data erachter. Hier
moet veel meer openheid in komen.”
Salarisplafond
In de vorige uitgave had ABN AMRO
topman Zalm een duidelijke mening over
winst maken in de zorg. Hij zei letterlijk:
“Wat mij betreft mogen zorgverzekeraars
en zorgaanbieders ongelimiteerd winst
maken.” Oudkerk reageert: “Als je echt
rijk wilt worden moet je niet in de zorg
gaan werken. Al blijft het in mijn ogen raar
dat een psychiater een ton kan verdie-
nen terwijl een radioloog het vierdubbele
krijgt. De verschillen zijn te groot. Ik ben
zeker niet vies van geld verdienen, maar
moet het zo buitensporig? Anderhalve ton
is toch voor iedereen een mooi salaris? Ik
ben voorstander van een salarisplafond,
dat zou bijvoorbeeld best de Balkenende-
norm kunnen zijn. Ik geloof ook niet dat
specialisten de kantjes eraf gaan lopen
als ze ‘maar’ anderhalve ton verdienen.
Als je het werk leuk vindt of het is je
roeping, doe je het graag. Telkens een pro-
centje eraf bij bijvoorbeeld de huisartsen
zet geen zoden aan de dijk en we moeten
kwaliteit ook zeker belonen, maar ongeli-
miteerd winst maken gaat me te ver. Zeker
voor de zorgverzekeraars.
9
In hetzelfde gesprek vertelde Zalm dat
hij zich niet zo’n zorgen maakt over de
dreigende arbeidstekorten in de zorg.
Ondanks de vergrijzing. De markt van
vraag en aanbod zou vanzelf zijn werk
doen. Oudkerk: “Zalm is natuurlijk een
rasoptimist. Dat is mooi want dat zie ik
liever dan pessimisme. We zullen echter
altijd mensen nodig hebben in de zorg.
Het blijft tenslotte mensenwerk. Er kan
best bezuinigd worden. Als je nu ziet
dat mensen van de thuiszorg om tien
uur, drie uur en acht uur een pilletje
komen brengen dan denk ik: Dat kan echt
niet meer. Daar moet je eigen verant-
woordelijkheid nemen en bijvoorbeeld
iets regelen met je familie. Allemaal je
ouders of schoonouders in huis nemen
(of tienduizenden euro’s betalen voor een
verzorgingstehuis zoals de Duitse situatie
waarover trendwatcher Adjiedj Bakas in
MoveMens vertelde) gaat mij ook wat
ver. Maar ik heb vroeger wel eens serieus
overwogen om mijn moeder naast mij of
in de buurt te laten wonen. Tel maar eens
uit hoeveel we daarmee aan zorgkosten
zouden kunnen besparen.”
Zelfbewustzijn
Eigen verantwoordelijkheid, de term komt
regelmatig terug in dit gesprek, maar viel
ook al in het interview dat we eind 2011
hadden met Wouter Bos. De sectorlei-
der Healthcare en verantwoordelijke voor
adviespraktijk voor de Publieke Sector bij
KPMG zei hierover: “Het bewustzijn van
mensen moet veranderen. Laat de mensen
zelf aangeven hoeveel van de salarisgroei
besteed mag worden aan zorg.”
Oudkerk beaamt dit. “Dat gebeurt nu
natuurlijk al. Mensen kunnen sparen
voor zorg, met name voor de dure zorg
in de laatste levensjaren. Dat kan bij-
voorbeeld via je pensioen of via je
eigen huis. Je blijft echter onderscheid
houden tussen cliënten en patiënten.
Cliënten zijn zorgconsumenten die dit
prima zelf kunnen regelen. Maar patiën-
ten die bijvoorbeeld een genetische
ernstige ziekte hebben? Die hebben
vaak niet zoveel te kiezen.
Het bewustzijn van mensen kan je sturen.
Zeker met geld. Leef je gezond? Dan krijg
je 30% premiekorting. Belonen en ‘leuk
maken’ werkt… Veel scholen hebben
kantines waar de vetlucht je al tegemoet
komt. Dan moet je niet zeggen: Zo, vanaf
nu gaan alle snacks eruit en maken we
een kantine met alleen gezond voedsel.
Laat die kinderen zelf hun kantine rege-
len. Vraag aan de scholieren wat zij een
gezonde kantine vinden en laat ze deze
zelf inrichten. Als kinderen op de basis-
school basketbal écht niet leuk vinden,
dan vraag je toch welke sporten ze wél
leuk vinden? Het hoeft allemaal niet zo
moeilijk te zijn.”
Zorgpremie levensstijlafhankelijk
in plaats van inkomensafhankelijk
Eerder in het gesprek hadden we het
al over de directe relatie tussen onge-
zond leven en ernstige ziekten waar-
mee torenhoge zorgkosten gemoeid
zijn. Trendwatcher Adjiedj Bakas pleitte
begin dit jaar in MoveMens voor levens-
stijlafhankelijke zorgpremies in plaats
van inkomensafhankelijke. Ook eerder
genoemd parlementslid Heleen Dupuis
uitte de stelling dat als je veel gebruik
maakt van zorg, je dan ook meer moet
betalen. “Op het moment dat bijvoor-
beeld rokers meer zorg afnemen moeten
ze daarvoor ook iedere keer betalen.”
Vooral in het plan van Bakas kan
Oudkerk zich prima vinden: “We kunnen
de kosten uiteindelijk met 70% terug-
dringen! Niet roken, gezond bewegen,
gezond eten en voorzichtig met alcohol.
Doe je dat niet, dan betaal je daar een
prijs voor. Ik was laatst in Amerika, waar
je 1000 dollar boete moet betalen als
je rotzooi op straat gooit. Reken maar
dat het werkt. We moeten in Nederland
minder bang zijn om mensen aan te
pakken. Werk maar met een punten-
systeem. Je moet alleen niet straffen,
maar belonen. Dat werkt het beste.
Rook je niet, eet je gezond en beweeg
je voldoende? Dan betaal je minder pre-
mie. Blijkt dat je de boel belazert? Dan
ga je het dubbele betalen. We moeten
echt gezonder gaan leven anders is de
gezondheidszorg binnen een paar jaar
onbetaalbaar. Daarin hoeven we ook
geen onderscheid te maken in arm of
rijk. In mijn praktijk waar veel mensen
kwamen met lagere inkomens, hoorde
ik wel eens: “En nu pakken ze mijn siga-
retje ook nog af.” Onzin! Iedereen kan
stoppen met roken, iedereen kan op zijn
eten en drinken letten. Je mag heus af
‘Laat de huisarts vooral de poortwachter blijven!’
‘Meer winst voor de zorgverzekeraars betekent
direct een lagere premie, zo simpel moet het zijn.’
10
en toe nog een sigaartje of een biertje,
maar zoals het nu gaat kan gewoon niet
meer.”
Een hele goede minister
Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport, Edith Schippers, luidde kort
geleden de noodklok over de alsmaar
stijgende zorgkosten. Om dit tegen te
gaan vindt ze onder andere dat de huis-
artsen (nog) belangrijker moeten worden.
Mensen gaan te veel naar het ziekenhuis,
terwijl ze de zorg ook bij de huisarts
kunnen krijgen. Oudkerk: “Schippers is
echt een heel goede minister en het is
volkomen waar. Als mensen in het zie-
kenhuis komen voor iets wat niet nodig
is? Wegsturen! Niet voor niets zie je
nu huisartsenposten bij de ziekenhuizen.
Ook hier hebben ze de rol als poort-
wachter. Een huisarts met goede onder-
steuning van bijvoorbeeld praktijk- en
wijkverpleegkundige kan zoveel kosten
reduceren. Verreweg de meeste klachten
kunnen al in de praktijk verholpen wor-
den. We moeten eenvoudigweg onder-
scheid maken tussen zorg die écht nodig
is, dat mag wat mij betreft onbegrensd
zijn, en onnodige zorg, daar moeten we
dan ook geen geld meer aan uitgeven.
Een tweede opmerking van de minister
betrof de belangrijkste oorzaak van de
stijgende zorgkosten: niet de vergrijzing,
maar het feit dat de mogelijkheden in de
zorg zo enorm zijn toegenomen.
Oudkerk vindt dit een moeilijke discussie:
“Op zich heeft ze daar gelijk in, maar ik
denk dat je dan moeilijke afwegingen
moet gaan maken. Stel dat er wonderpil-
len worden uitgevonden ter preventie van
diabetes. Deze kosten alleen miljarden.
Doen we dat dan? We moeten altijd
blijven innoveren, maar het wordt ook
steeds duurder allemaal. Als we een
bejaarde van 85 twee nieuwe kunstheu-
pen geven, kan hij of zij hier de marathon
mee lopen. Maar willen we dat? Hier
moet in ieder geval duidelijkheid over
bestaan. Als we dat echt willen, moet
de zorgpremie omhoog. Wat is leuk en
wat is noodzakelijk? Vroeger had je geen
echo als je zwanger was. Nu maken we
op grote schaal pretecho’s. Prima, zolang
we het maar zelf betalen. Alles gaat om
het collectief. Wat willen we met zijn
allen en wat zijn we bereid daarvoor te
betalen?”
Dat de stijgende zorgkosten een groot
probleem zijn, moge duidelijk zijn.
Maar er valt wel degelijk veel winst te
halen volgens Oudkerk. “Als we nou
eens beginnen met het plan van Klink,
waarmee relatief eenvoudig 4 tot 8 mil-
jard valt te besparen. Vervolgens gaan
we aan de slag met onze gezondheid.
Zelfbewustzijn! Dan zijn we al een heel
eind in de goede richting. Verder blijft
kwaliteit van zorg natuurlijk altijd een
speerpunt. Wat dat betreft kunnen we
de private gezondheidszorg als voorbeeld
nemen. Die lopen echt soms lichtjaren
voor op de publieke gezondheidszorg. De
kwaliteit die zij leveren moet de norm
zijn. ‘Ondernemen in de zorg’ is een must
om deze noodzakelijke kwaliteitsnorm
te halen.” Een mooie afsluiting van Rob
Oudkerk, waar de lezers van MoveMens
zich zeker in zullen vinden… �
Rob Oudkerk (1955) is huisarts,
publicist en politiek commentator.
Momenteel is Oudkerk als lector ver-
bonden aan de Haagse Hogeschool en
is hij directeur van de Jeugdfabriek. Hij
was lid van de Tweede Kamer (1994 -
2002) en wethouder in de gemeente
Amsterdam (2002-2004) namens de
Partij van de Arbeid.
Oudkerk schreef de afgelopen twee
jaar in iedere uitgave van MoveMens
een column waarin hij verschillende
issues in de zorg, en vooral zijn visie
hierop, aan de kaak stelde.
Reageren? �
11
12
Genezen zonder operatie, medicijnen of extreem dieet
Diabetes 2 een halt toeroepenTekst: Rianne Kofman
Patiënten met diabetes 2 zijn niet klaar met een pilletje van de dokter. Gezond eten en veel en
verstandig bewegen zijn minstens zo belangrijk. En misschien zelfs nog belangrijker. Steeds meer
onderzoek wijst uit dat mensen met een multidisciplinaire aanpak van diabetes 2 kunnen genezen;
zonder operatie, zonder geneesmiddelen én zonder extreem dieet.
In 2011 verscheen een artikel van de
universiteit van Newcastle over een dieet
waarin elf mensen met een BMI van 33
binnen twee weken diabetesvrij waren.
Ze bereikten dat door middel van een
dieet van 600 kcal per dag, aangevuld
met drie porties zetmeelvrije groente.
De uitkomsten van het onderzoek waren
opmerkelijk omdat diabetes 2 nog vaak
wordt beschouwd als een chronische en
steeds erger wordende ziekte.
Leefwijze veranderen
Onderzoek wijst uit dat een streng dieet
niet de enige mogelijkheid is om van
diabetes 2 te genezen. Betere resultaten
worden behaald bij een multidiscipli-
naire aanpak van de ziekte. Het drastisch
veranderen van leefwijze, gedrag en
gewoontes spelen daarbij een belang-
rijke rol.
Aangetoond is dat specifieke voeding
(langzame koolhydraten en weinig eiwit-
ten), een aangepast eetpatroon, veel
bewegen en voedingssupplementen fac-
toren zijn die de cirkel van het spuiten van
steeds meer insuline en het slikken van
zwaardere medicijnen kunnen doorbreken.
Een gecombineerde aanpak zorgt ervoor
dat de cellen rust krijgen. Hoe minder de
cellen worden blootgesteld aan een hoog
insulineniveau, hoe beter ze kunnen her-
stellen. Op termijn is het met deze aanpak
zelfs mogelijk dat de gevoeligheid voor
insuline bij diabetespatiënten terugkeert
en de ziekte een halt wordt toegeroepen.
Suiker grootste vijand
Diabetes is een ziekte waarbij er in het
lichaam iets mis gaat met de aanmaak van de
stof insuline. Het hormoon insuline wordt aan-
gemaakt als reactie op onder andere het eten
van koolhydraten en is betrokken bij het rege-
len van de hoeveelheid suiker in het bloed. Er
zijn twee typen diabetes. Bij type 1 maakt het
lichaam nauwelijks nog zelf insuline, bij type
2 maakt het lichaam de stof wel aan, maar
reageert het lichaam er minder goed op.
Een hoog suikergehalte in het bloed is de
grootste vijand van diabetespatiënten.
De stijging van glucose in het bloed
wordt bij diabetes 2 veroorzaakt door
ongevoeligheid voor insuline. De ziekte
komt voor bij ouderen, maar wordt ook
veroorzaakt door een ongezonde leefstijl.
Mensen die dit type diabetes krijgen,
bewegen vaak te weinig en zijn te zwaar
doordat ze te veel, te zoet en te vet eten.
Minder gevoelig
Door voortdurende blootstelling aan een
hoog insulineniveau worden cellen minder
gevoelig waardoor de insuline zijn werk
niet meer doet. Het proces is te vergelij-
ken met het wennen aan een bepaalde
geur. Als het ergens vreemd ruikt, dan
merken veel mensen dat na een tijdje niet
meer. Hetzelfde gebeurt als mensen lange
tijd worden blootgesteld aan te veel insu-
line. Cellen worden resistent omdat ze zich
proberen te beschermen tegen het toxisch,
giftige effect daarvan. De lever is het
eerste orgaan dat resistentie voor insuline
ontwikkelt, gevolgd door de spiercellen en
pas veel later de vetcellen.
Rem eraf
Is de lever eenmaal resistent dan heeft
dat gevolgen voor het bloedsuikerniveau.
Dat niveau is namelijk niet alleen afhan-
kelijk van de hoeveelheid suiker die men-
sen consumeren, maar ook van de hoe-
veelheid suiker die door de lever wordt
aangemaakt. Het glucosegehalte op een
nuchtere maag is de maat voor de hoe-
veelheid suiker die de lever aanmaakt.
Heeft de lever een normale gevoeligheid
voor insuline, dan zal deze ’s nachts niet
13
veel suiker aanmaken. Is de lever echter
resistent, dan is de rem eraf en zal het
orgaan ook ’s nachts suiker aanmaken.
Als na de lever ook de spiercellen resi-
stent voor insuline worden, dreigt de
bloedsuikerspiegel verder te stijgen.
Insuline helpt de spieren suiker op te
nemen. Zijn de spieren minder gevoelig,
dan nemen ze de suiker die door de lever
is gemaakt niet meer op.
Gewichtstoename
Er gaat veel meer tijd overheen voordat
de vetcellen resistent worden. Insuline
zorgt voor vetopslag, het hormoon slaat
suiker op als vet. Tot het moment waarop
de vetcellen resistent zijn, neemt de
vetopslag dus toe en komen mensen aan.
Als uiteindelijk ook de vetcellen resistent
zijn, stopt de gewichtstoename. Dit kan
bij 100, 120 of 150 kilo zijn, maar er komt
altijd een moment dat ook de vetcellen
zichzelf gaan beschermen en resistent
worden voor insuline.
Totaalplan
Hoewel een strikt dieet het bloedsui-
kerniveau snel naar beneden kan bren-
gen, is het volhouden van een dieet
met weinig calorieën zeker op langere
termijn voor veel mensen moeilijk vol
te houden. Beter is het een totaalplan
te maken waarbij niet alleen het aan-
tal calorieën centraal staat, maar ook
naar andere aspecten wordt gekeken
zoals het soort voeding, het eetpatroon,
beweging en voedingssupplementen.
Anders eten
Omdat insuline wordt aangemaakt als
reactie op het eten van koolhydraten
en andere voeding, is het belangrijk
de ‘insulemische index’ in de gaten te
houden. Deze index is de maat voor
de insuline respons op voedingsmid-
delen. Voeding met veel koolhydraten,
maar ook melk en eiwitten kunnen een
insulinepiek veroorzaken. Wordt een
product snel afgebroken en geeft het
veel glucose af? Dan is het beter dat
product te vermijden. Voorbeelden van
voeding die de suikerproductie in het
lichaam en het insulinepeil verhogen
zijn aardappelen, (wit) brood en suiker.
Het eten van voeding met een lage
waarde op de insuline-index is één
manier om cellen minder te belasten.
Minder en langzamer eten heeft ook
een gunstig effect. Net als het slikken
van voedingssupplementen. Vitamine
K, vitamine D, magnesium, alfalinoleen
zuur en kaneel versterken de gevoelig-
heid voor insuline.
Eetpatroon aanpassen
Een andere manier om de cellen tot
rust te brengen is het eetpatroon aan
te passen. Insulineresistentie ontstaat
namelijk niet alleen door hoge insuline
waarden in het bloed, maar vooral ook
doordat de waarden voortdurend hoog
zijn.
Bij een multidisciplinaire aanpak van de ziekte
worden betere resultaten behaald
Doordat mensen meer tussendoortjes eten, wordt vaker insuline aangemaakt. Cellen staan daardoor voortdurend onder druk.
14
Het effect van periodiek vasten is groot. Na 24 uur is de insulinespiegel gedaald met
70 procent.
Multidisciplinaire
gedragsinterventie
Genezen van diabetes 2 doe je niet
alleen. Een multidisciplinaire aanpak
met cognitieve gedragstherapie en
(wellicht blijvende) ondersteuning zijn
nodig voor succes op langere termijn.
De ziekte aanpakken vergt voor vrijwel
alle mensen met diabetes 2 een grote
gedragsverandering. Onderzoek op dat
gebied laat zien dat slechts vijf procent
van de mensen er in slaagt een nieuwe
levensstijl vijf jaar of langer vol te
houden.
Goede begeleiding is voor diabetes-
patiënten van groot belang. Zowel
op fysiek, psychisch als sociaal vlak.
Daarnaast is het belangrijk een aanpak
samen te stellen die past bij wat de
patiënt nodig heeft en die hij of zij
gedurende langere tijd kan volgen.
Zo kan bijvoorbeeld worden gekozen
voor een geleidelijke opbouw waarin
steeds een stapje verder naar een
gewenste levensstijl wordt gezet.
Maatwerk is belangrijk. Zo is het goed
een individueel programma samen te
stellen met een combinatie van aan-
passingen op het gebied van voeding,
eetpatroon en beweging. Mensen bij-
voorbeeld die het niet lukt om snelle
koolhydraten te laten staan, kunnen
met periodiek vasten en bewegen
hun gevoeligheid voor insuline vergro-
ten. Voor andere mensen zal wellicht
alleen bewegen of periodiek vasten
voldoende zijn om de insuline gevoe-
ligheid voldoende te herstellen.
De laatste decennia zijn mensen steeds
anders gaan eten. Aten mensen vroe-
ger drie maaltijden op een dag, tegen-
woordig wordt kinderen op school al
geleerd tussendoor een koek te eten of
fruit als gezond alternatief. Tussendoor
wordt limonade of frisdrank gedronken.
’s Avonds eten mensen vaak nog snacks,
drinken ze fris of alcohol. Het gevolg is
dat cellen voortdurend worden belast.
Periodiek vasten
Er zijn verschillende manieren de insuline
waarden te laten dalen. Een van de oplos-
singen is het stoppen met snacken en het
drinken van frisdrank en vruchtensap. Een
andere mogelijkheid is periodiek vasten.
Dit is het afwisselen van perioden van
16 tot 24 uur waarin nauwelijks wordt
gegeten (300 kcal), met dagen waarop
‘onbeperkt’ mag worden gegeten. In de
praktijk blijkt dat men in totaal minder
of evenveel calorieën eet als daarvoor.
Periodiek vasten is voor de meeste mensen
echter gemakkelijker dan een streng dieet
volgen met weinig calorieën. Het effect
van periodiek vasten is groot. Na 24 vasten
daalt de insulinespiegel met maar liefst 70
procent. Ook blijkt dat na periodiek vasten
de gevoeligheid voor insuline toeneemt.
Intensief trainen
Het effect van bewegen op insuline
gevoeligheid is een vaak onderschat
fenomeen. Het blijkt dat bewegen een
zeer positief effect heeft. Wel is er
onderscheid tussen korte- en lange ter-
mijn effecten.
Op de lange termijn is vooral de inten-
siteit van de training van belang. Bij
Het effect van bewegen op insuline gevoeligheid is
een vaak onderschat fenomeen
15
Ondernemers in beweging?!
Voor meer informatie kijk op www.myfitplan.com of stuur een mailtje naar [email protected] en wij nemen contact met u op.
Geavanceerde software 3.0
Bewegen meetbaar maken
Motiverende FIT-punten
Gezondheidstest en fittesten
Beweegadvies en programma
Oefengroepen en doelgroepen
Ook thuis en buiten bewegen
Onderbouwde methodiek
Facultatieve opleidingen
Optioneel kwaliteitssysteem
Duurzame gedragsverandering
MyFitplan is een methode om mensen niet alleen in beweging te brengen, maar vooral te houden. MyFitplan is een uniek motiverend beweegconcept dat mensen permanent ondersteunt om te bewegen waar, wanneer en hoe ze maar willen. Met behulp van de modernste technieken is constante begeleiding gegarandeerd. MyFitplan werkt met een fitheidsladder en FIT-punten. De fitheidsladder geeft aan op welk niveau de fitheid van de deelnemer zich bevindt. In een periode van 10 weken kan men een trede hoger komen op de ladder. De FIT-punten maken fitheid meetbaar en helpen bij het halen van individuele doelen. Ze zijn gebaseerd op de Frequentie, de Intensiteit en de Tijdsduur van de beweging. Deze punten werken motiverend en maken het bewegen extra leuk. MyFitplan biedt een oplossing voor alle bezwaren om mensen in beweging te laten komen en te laten blijven bewegen. En biedt groeimogelijkheden voor u als ondernemer. MyFitplan kan functioneren voor verschillende doelgroepen of als ‘scholingsprogramma’ waarbij alle klanten leren bewegen met MyFitplan. FIT-punten staan centraal in de aanpak, zowel wat betreft training als wat betreft motivatie, loyaliteit en communicatie. Met ‘GET YOUR POINTS’ als terugkerende uitdaging.
vergelijking van twee groepen patiënten
die zestien weken lang, drie keer per
week op 70- en op 90 procent van de
maximaal gemeten hartslag trainden,
scoorde de training met de hoge inten-
siteit beter.
Op korte termijn blijkt dat weerstands-
training de spieren tot zestien uur na de
training extra gevoelig maakt voor insu-
line. De eerste drie uur is de gevoeligheid
het hoogst. In de bodybuilding wereld is
dat al jaren bekend. Eten direct na de
training zorgt ervoor dat voeding de route
naar de spieren neemt en niet als vet
opgeslagen zal worden.
Maatwerk
Hoewel alle aspecten voor veel patiënten
belangrijk zijn, is maatwerk belangrijk.
De gevoeligheid van cellen voor insuline
varieert sterk van persoon tot persoon.
Ook de insuline respons op verschillende
voedingsmiddelen verschilt. Dit is de oor-
zaak dat de een probleemloos een hele
doos koekjes kan eten en de ander na
het eten van één koekje al aankomt. Ook
het effect van bewegen verschilt sterk
per persoon. Het herstellen van insu-
line gevoeligheid zal daarom bij iedereen
anders verlopen. Om blijvend resultaat
te bereiken moet de aanpak niet alleen
op korte termijn werken, ze moet ook
voor langere tijd, liefst voor altijd, vol te
houden zijn. �
Alle soorten beweging
zijn belangrijk
Meer info? �
Bewegen tegen diabetes
Beweging bij diabetes is belangrijk.
Met name patiënten met diabetes 2
kunnen goede resultaten bereiken en
door middel van bewegen het suikerge-
halte in het bloed verlagen.
Door de spieren aan het werk te zet-
ten, kan het bloedsuiker zelfs worden
verlaagd buiten de insulineroute om.
Suiker wordt tijdens het sporten ver-
brand via zogeheten AMPK-moleculen.
Deze geven de spieren rechtstreeks
een signaal om bloedsuiker te ver-
branden, zonder de tussenkomst van
insuline. Omdat beweging AMPK-
moleculen in het lichaam activeert, is
beweging bij diabetes 2 zo ontzettend
belangrijk.
Het diabetesfonds geeft patiënten het
advies vooral veel te bewegen in het
dagelijks leven. Vaker op de fiets naar
het werk, het station of naar de super-
markt. De trap nemen in plaats van de
lift. Een van de belangrijkste redenen
voor het advies veel te bewegen, is
dat kleine aanpassingen soms beter
zijn vol te houden dan een intensief
trainingsprogramma.
Intensief sporten
Mensen die intensief willen sporten
kunnen daar wel veel baat bij heb-
ben. Fietsen, wandelen, zwemmen; alle
soorten beweging zijn belangrijk en
goed voor diabetespatiënten. Zowel
activiteiten waarbij nog genoeg adem
over is om te praten, als flinke inspan-
ningen waarbij dat niet meer lukt. Ook
krachttraining is een aanrader bij dia-
betes 2.
Uit onderzoek naar het effect van
bewegen blijkt dat sporten de insuli-
negevoeligheid van diabetespatiënten
flink kan verhogen. Afhankelijk van het
soort training neemt deze met 24 tot 47
procent toe. Met name de combinatie
van aerobics en weerstandstraining
blijkt effect te hebben. Een combinatie
van minstens drie keer in de week
beide trainingen geeft op lange termijn
het beste resultaat. Voor mensen met
weinig tijd is High Intensive Interval
Training (HIIT) onder deskundige bege-
leiding een goede keuze.
17
18
Werken aan duurzame gedragsverandering
in de Betuwe
Gezond gasthuis Tekst: MP tekst
Beeld: Inge van de Weem
Midden in de Betuwe wordt een nieuw concept op het gebied van
zorg en gezondheid geïntroduceerd. Pur Sang en Partners is initia-
tiefnemer en gaat hier een ‘gezond gasthuis’ realiseren. Een gasthuis
waar alles draait om gezondheid en waar klanten zich thuis voelen
en tegelijkertijd gast zijn. Naar oude tradities krijgt het gasthuis de
naam van de oprichter: Gasthuis Pur Sang. En dat is tegelijkertijd een
verwijzing naar de visie en kernwaarden van dit gasthuis.
In en om het gasthuis is het mogelijk voor
gasten om zowel fysiek, mentaal, sociaal als
spiritueel ‘rondom gezond’ te werken. Dat
kan door regelmatig op bezoek te komen,
een interventie te doorlopen, een seminar
te volgen of een korte kuur te ondergaan.
Gasthuis nieuwe stijl
Vanaf de middeleeuwen was een gast-
huis een instelling waar zieken en
ouderen verpleegd en verzorgd konden
worden. Later werd een gasthuis ook
een instelling voor andere doelgroe-
pen. Aanvankelijk werden gasthuizen
gebouwd door de kerk of gesticht door
een bisschop, later ook door leken. De
stichter werd ook vaak de naamgever van
het gasthuis.
In de 18e en 19e eeuw was de zorg in
de gasthuizen niet goed. In de 20e eeuw
zijn er veel gasthuizen opgeheven. De
goede gasthuizen ontwikkelden zich tot
moderne ziekenhuizen. En nu, in de 21e
eeuw, neemt Pur Sang en Partners het
initiatief tot een gasthuis nieuwe stijl,
een gezond gasthuis!
Om dit zo meteen ook te ervaren is bij de
aanvang van het plan al goed nagedacht
over waar een gezond gasthuis aan moet
voldoen. De locatie is belangrijk: in het
groen, in de natuur en in een rustige
omgeving.
Hart van de Betuwe
Het gasthuis ligt letterlijk en figuurlijk
midden in de Betuwe. De Betuwe is
een prachtig gebied tussen de Waal,
Nederrijn en de Lek. De Betuwe bestaat
uit drie delen: de Over-Betuwe, de Neder-
Betuwe en de Tielerwaard. De landstreek
valt zowel onder bestuursregio’s Arnhem-
Nijmegen als Rivierenland.
19
Moderata Duran
De kloosterhoeve van Frans Vandueren
heeft van de monniken in de middel-
eeuwen een heel actueel thema mee-
gekregen: ‘Moderata Duran’ = matig-
heid is duurzaam. Het lijkt erop dat de
multiple crisis waar we ons heden ten
dage in bevinden de oorzaak kent in het
tegenovergestelde. Overvloed, weelde,
verspilling, luxe (meer dan het nodige)
en het idee dat alles onuitputtelijk is, is
niet alleen de oorzaak van de financiële
crisis, maar ook van de klimaatcrisis en
misschien ook wel van de zingevings-
crisis waar ook over wordt gesproken.
Matigheid is duurzaam is dan ook niet
voor niets het uitgangspunt van Frans
Vandueren, ontwerper en auteur uit
het Belgische Heers. Pur Sang heeft
met VDF, het ontwerpbureau van Frans
en zijn drie zonen, samengewerkt om
deze uitgangspunten in de praktijk te
brengen. Want ook voor VDF staat
gezondheid voorop in de realisatie van
(ver)bouwplannen. Dat betekent dat
de gebruiker of gast van het gebouw
de harmonie met de functionaliteit
ervaart. Thema’s die daaraan bijdragen
zijn bijvoorbeeld licht, lucht, groen,
ruimte, gevoel en veiligheid, die allen
meewerken aan een ontspannen ambi-
ance en een positieve beleving.
In het kader van duurzaam verbouwen
heeft Pur Sang er voor gekozen om
materialen uit het pand waar moge-
lijk te hergebruiken. Voor de inrichting
wordt enkel naar gebruikt en origineel
meubilair van Nederlandse ontwerpers
(Dutch Design) gezocht. Wanneer het
niet nodig is hoeven deze spullen niet
steeds opnieuw worden gemaakt, de
hele wereld over worden getranspor-
teerd om aan het einde van de rit
ergens op een grote afvalberg te belan-
den. Matigheid is duurzaam.
20
De Linge stroomt van oost naar west
door de Betuwe. De Betuwe staat vooral
bekend om haar fruitteelt (appels, peren,
kersen), dit komt vooral vanwege de
goede bodemgesteldheid van het gebied.
De naam Betuwe betekent ‘goede grond’,
waarbij de Veluwe ‘slechte grond’ zou
betekenen. Althans dat is de ene verkla-
ring van de naam. De andere verklaring is
dat het is afgeleid van de Bataven, die dit
gebied als thuisland hebben gehad.
De Betuwe is een veelzijdig gebied,
waar culthuurhistorie, nostalgie, water
en natuur hand in hand gaan. Tussen de
fruitboomgaarden, met in het voorjaar
de overweldigende bloesem, langs de
kronkelige rivieren en slingerende dijkjes
is het iedere dag genieten in de Betuwe.
Van gemeentehuis naar gasthuis
Net als de locatie is ook het pand
zorgvuldig gekozen. Wanneer echtheid
en puurheid kernwaarden zijn is het
ook van belang dat het pand authentiek
is. Natuurlijk is het belangrijk dat alle
gewenste functionaliteiten gerealiseerd
kunnen worden, maar het vertrekpunt is
wel de gast en hoe die het gaat ervaren.
Pur Sang en Partners heeft deze plannen
uitgewerkt op basis van eigen ervarin-
gen, inzichten en het gedachtegoed van
Frans Vandueren (zie kader) en Pur Sang.
De uitdaging was een monumentaal
pand te vinden met voldoende ruimte
zonder dat het groot zou worden. De
gekozen villa is in de 19e eeuw opnieuw
gebouwd op een oudere bouwplaats uit
de 16e eeuw, getuige de aanwezige ton-
gewelven. De statige ‘notariswoning’ is
later in gebruik genomen als gemeente-
huis waarvoor het grondig is verbouwd
en van de oorspronkelijke details en
monumentale waarden weinig over is
gebleven.
Er is veel aandacht besteed aan een
harmonieuze indeling met respect voor
de authenticiteit van het pand en de
omgeving. De villa is omgeven door een
parkachtige tuin met een historische aan-
leg en diverse monumentale bomen. De
openheid zorgt dat de natuur echt binnen
komt kijken. Tijdens de verbouwing is het
pand weer in ere hersteld waarbij enkel
gebruik is gemaakt van pure materialen.
Licht, ruimte en gevoel zijn als uitgangs-
punt voor de omvangrijke verbouwing
genomen.
In het souterrain zijn de oude kelders uit-
gegraven en kunnen deze weer worden
gebruikt. Het souterrain heeft een mooie
verbinding met buiten. Mede om die
reden zijn alle fysieke activiteiten in het
souterrain gevestigd. Binnen of buiten
bewegen, het kan allebei. In de ochtend
Thai-Chi in de boomgaard, mindfulness
in de voormalige kluis van het gemeente-
huis of yoga op het grasveld.
Een gasthuis waar alles draait om gezondheid en waar
klanten te gast zijn en zich tegelijkertijd thuis voelen
21
Gasten voelen zich thuis
Er zijn ook vernieuwende ideeën over
bijvoorbeeld de receptie of behandelka-
mers. De receptie van het voormalige
gemeentehuis is gesloopt en de muren in
oude luister hersteld. Er is geen receptie
omdat gasten daadwerkelijk worden ont-
vangen bij de monumentale voordeur en
vervolgens door de gastvrouw (m/v) naar
de ontvangstruimte worden begeleid.
De behandelkamers zijn kleine huiska-
mers geworden. Gasten die bijvoorbeeld
een multidisciplinair programma volgen
en enkele dagdelen aanwezig zijn krij-
gen een eigen kamer. Daar hebben ze
een plek voor zichzelf en wanneer ze
een individuele afspraak hebben met de
psycholoog komt hij of zij naar de kamer
van de gast. In sommige programma’s
is het wenselijk dat gasten ook kunnen
overnachten. Daar is de gastenkamer
ook op voorbereid. Centraal thema is dat
gasten zich thuis voelen in het gasthuis.
Plato en Pur Sang
De filosofie van Pur Sang past helemaal
bij het gasthuis van deze tijd. Basis
voor de realisatie van het gasthuis zijn
authenticiteit, harmonie, soberheid en
duurzaamheid. Op een plek waar de
natuur binnenkomt en waarbij ruimte en
rust het vertrekpunt zijn. Het Pur Sang
gedachtegoed zal ook terug te vinden
zijn in de exploitatie van het gasthuis.
Rondom gezond, gezond management
en Ondernemen pur sang zijn de uit-
gangspunten. Dat ‘proef’ je door de
echtheid en puurheid van alles in het
Gasthuis Pur Sang. Of het nu het duur-
zame materiaalgebruik is, de echtheid
van de inrichting of de puurheid van het
eten en drinken.
Het symbool van Pur Sang is het vol-
bloed paard. En in de oudheid werden
paarden ook vaak gebruikt om complexe
beelden te visualiseren. In het kader
van gedragsverandering is de filosofie
van Plato inspirerend voor Pur Sang.
In de filosofie van Pur Sang zijn er
vier perspectieven van waaruit je bij-
voorbeeld naar gezondheid kunt kijken.
Hoofd, hart, lichaam en ziel. De ziel is
voor Plato het belangrijkste, de kern van
ieder mens. Hij ziet het lichaam slechts
als een verpakking van de ziel. Volgens
Plato huizen er in ons twee paarden. Een
sober liefdevol wit paard en een gulzig
wellustig zwart paard. Rond 370 voor
Christus beschrijft filosoof Plato op een
treffende wijze de worsteling tussen
willen toegeven aan verlangens en het
proberen weerstand te bieden aan ver-
leidingen in zijn boek Phaedrus. Treffend
wordt de worsteling tussen het volgen
van onze lichamelijke impulsen en het
luisteren naar ons verstand uiteengezet.
Dit doet hij door de ziel te beschrij-
ven als een gevleugeld tweespan. Het
Duurzame gedragsverandering is het leidende thema
22
witte en een zwarte gevleugelde paard
zijn voor een wagen gespannen waarop
een menner (manager) staat. Het witte
nobele paard staat voor liefde, pas-
sie, wilskracht en doorzettingsvermo-
gen en houdt van waarheid, matiging
en bescheidenheid (hogere gedeelte
van de ziel). Het zwarte paard staat
voor begeerte, wellust en gulzigheid
en is eigenzinnig en respectloos (lagere
gedeelte van de ziel). De wagenmen-
ner representeert onze wijsheid, kennis,
logica en verstand (het hoofd).
De belangrijkste boodschap van Plato
is niet dat je het zwarte paard moet
negeren of dat je het met brute kracht
je wil op moet leggen, maar dat de
wagenmenner matigheid als uitdaging
heeft. Want het witte en zwarte paard
zijn beiden nodig voor een volwaardig
leven waarin lichaam en geest in har-
monie zijn.
Duurzame gedragsverandering
Goed mennen is een kunst. Het is beter
om onze driften te beteugelen zonder
ze te negeren. We leven in een wereld
van overvloed en moeten leren onze
begeertes en verlangens beter te begrij-
pen en aan te voelen. In de oudheid
schreven filosofen als Plato, maar ook
Socrates al over de worsteling tussen
lichamelijke verlangens en de gevolgen
voor gezondheid. Hoe kun je bijvoor-
beeld je eetlust beheersen? Met louter
wilskracht gaat dat bijvoorbeeld niet.
Het nooit meer eten van de dingen die
je juist zo lekker vindt werkt ook niet.
Want begrippen als ‘nooit’, ‘eeuwig’
en ‘oneindig’ kunnen wij als mensheid
niet bevatten.
Duurzame gedragsverandering is een
proces waarbij zowel hoofd, hart,
lichaam en ziel zijn betrokken. En dat
gaat in fases, maar begint bij het her-
kennen van het mechanisme ‘hoe het
werkt’. Pas dan kun je overwegen er
iets aan te doen en de verandering
inzetten. Het managen van gedrags-
verandering gaat met kleine stapjes, in
veel gevallen komt het neer op aanleren
van nieuwe gewoonten. Met het voor-
beeld van eten is het dus van belang
om Inzicht in je eetgewoonten te krijgen
en kennis over wat minder goed voor je
is en wat jouw geschikte alternatieven
zijn. En vervolgens een balans vin-
den tussen gezond eten en voldoende
bewegen. Het mennen van paarden lijkt
dan toch gemakkelijker ….
Het gedachtegoed van Pur Sang en de
filosofie van Plato zijn belangrijk voor
de gasten, maar ook voor de gastheren
en -vrouwen. Duurzame gedragsveran-
dering is het leidende thema. Of het nu
gaat om gezondheid, leefstijl of duurza-
me inzetbaarheid. Gedragsverandering,
niet voor even maar voor het leven.
Gastheren en partners
Het Gasthuis kent diverse gastheren. De
monumentale villa heeft een aantal vaste
‘bewoners’ en is ook voor bijzondere
gelegenheden te huur. Diverse partners
van MoveMens gaan ook gebruikmaken
van het Gasthuis Pur Sang wanneer ze
Alles kan: Thai-Chi in de boomgaard, mindfulness in
de voormalige kluis of yoga op het grasveld
23
De beste manier om de toekomst te voorspellen, is om deze zelf te creëren.
Opleidingen
Shockwave opleidingen���������� ������
Bel 073 5999000, mail naar [email protected] of ga naar www.nt-e.nl
Opleidingen in
echografie en
shockwave!
De opleidingen in het NT-e bieden dit allemaal.
U wordt geïnformeerd door ervaren collega’s,
geschoold door professoren en geïnspireerd
door ondernemers en pioniers. U kiest zelf uit
verschillende cursusvormen en instapniveaus.
Door de modulaire opbouw zijn onze cursusda-
ta flexibel en bepaalt u uw eigen tempo. De
meeste cursussen zijn geaccrediteerd, krijgen
hoge waarderingscijfers en zijn ook onderdeel
van masterstudies: manuele-, sportfysio- en
bekkenfysiotherapie. Als grootste opleider voor
echografie en shockwave therapie helpen wij u
graag op weg in de zorgmarkt!
Echografie opleidingen
Shockwave opleiding
Nationaal Trainingscentrum echografie
Als fysiotherapeut bent u benieuwd naar nieuwe ontwikkelingen die u helpen om effectiever te worden. U wilt erover horen, de evidentie beheersen, en natuurlijk de praktische toepassingen leren en trainen. Maar boven alles wilt u na een cursusdag geïnspireerd thuiskomen en direct gebruik kunnen maken van alle nieuwe vaardigheden en kennis.
Kijk snel op www.nt-e.nl voor een van de opleidingen.
Meer info? �
een mini-conferentie, masterclass of invi-
tational conference willen organiseren.
Ook voor opleidingen en trainingen in
kleine gezelschappen is het Gasthuis Pur
Sang uitermate geschikt.
De hoofdbewoner van het Gasthuis is
De Gezonde Zaak met een multidisci-
plinair team bestaande uit (medisch)
specialisten, psychologen, fysiothera-
peuten en bewegingsdeskundigen. Zij
werken aan het (functie)herstel van
mensen met lichamelijke en psychische
klachten. De multidisciplinaire gedrags-
interventies worden landelijk vanuit
de 2e lijn vooral ingezet voor SOLK
(Somatisch Onvoldoende Verklaarde
Lichamelijke Klachten). Op deze nieuwe
locatie zullen ook nieuwe programma’s
met dezelfde uitgangspunten worden
opgestart voor bijvoorbeeld obesitas en
diabetes gerelateerd aan de zorg. Maar
er zijn bijvoorbeeld ook programma’s
voor duurzame inzetbaarheid van oude-
ren of zelfverwerkelijking van managers,
meer gerelateerd aan het werk dus. Alle
programma’s hebben als uitgangspunt
dat werken gezond is.
Ook de MyFitplan Academy is gevestigd
in het Gasthuis Pur Sang. Omdat er
voor De Gezonde Zaak mogelijkheden
zijn gecreëerd om zowel binnen als
buiten te bewegen heeft deze locatie
ook ideale praktijkmogelijkheden voor
diverse opleidingen en trainingen van
MyFitplan.
Verder maakt MoveMens Media regel-
matig gebruik van het Gasthuis Pur Sang
voor ronde tafel conferenties en master-
classes. De management academy van
MoveMens maakt ook gebruik van de
voormalige raadszaal in het Gasthuis. �
Rondom gezond
in de Betuwe
25
26
Het volgen van uitbehandelde patiënten levert
waardevolle inzichten op
(Na)zorg bewust metenTekst: Simone Fens, Ellis van Duist, Marjon Woudstra
Qualizorg en MTCZorg zijn twee jaar geleden een initiatief
gestart om recidive in de zorg te meten onder uitbehandelde
fysiotherapiepatiënten. Hiermee wilden zij in kaart brengen
hoe het patiënten na drie maanden en twaalf maanden vergaat.
Simone Fens, fysiotherapeut/manueel therapeut MSc. bij
MTCZorg, heeft de resultaten geanalyseerd en op basis van de
resultaten die uit het eerste metingsmoment naar voren zijn
gekomen (na drie maanden, over een periode van 18 maanden),
een tussentijdse conclusie geformuleerd.
Sinds 2005 wordt de Consumer Quality
Index (CQi) ingezet door fysiotherapie-
praktijken. Middels de CQi wordt de
kwaliteit van zorg vanuit het patiën-
tenperspectief op een betrouwbare en
wetenschappelijk verantwoorde manier
gemeten. Wanneer de patiënt is uitbe-
handeld wordt deze uitgenodigd om zijn/
haar ervaring te delen door middel van
het invullen van de CQi-vragenlijst.
Zo wordt bij MTCZorg, een eerstelijns
centrum voor revalidatie, re-integratie en
preventie, ook al jaren gebruik gemaakt
van de diensten van Qualizorg, een data-
verzamelingsbureau die in de zorg de
CQi-vragenlijst uitzet. Met de uitkomsten
van de CQi-vragenlijst kan MTCZorg zijn
zorg evalueren op basis van de ervaring
van de patiënt. Dit kan op therapeutni-
veau, maar ook op praktijkniveau.
Aangezien deze inventarisatie alleen
wordt gedaan op het moment dat
de patiënt net de behandeling heeft
afgerond, weet de fysiotherapeut van
MTCZorg niet wat er op de lange ter-
mijn met de patiënt gebeurt. Zo kan de
uitbehandelde patiënt na drie maanden
het gevoel hebben terug bij af te zijn of
kan deze andere zorgverleners bezocht
hebben om uiteindelijk wel de klachten
onder controle te krijgen. Om het lange
termijn resultaat van de fysiotherapeuti-
27
sche behandeling beter te inventariseren
wordt er een extra nazorgmeting gedaan.
De doelstellingen van deze nazorgme-
ting zijn divers. Qualizorg wil voor de
patiënten een toegevoegde waarde
bieden. Door deze nazorg-vragenlijst
uit te zetten, hopen zij de waardering
en betrokkenheid te vergroten onder de
patiënten, wat weer leidt tot een posi-
tieve relatie tussen patiënt en fysiothe-
rapeut. MTCZorg heeft vooral belang bij
de uitkomsten van deze nameting om
op de lange termijn de resultaten van
de behandeling beter te kunnen inven-
tariseren. Middels de nazorgmeting is
het mogelijk om per diagnosecode een
inventarisatie te maken. Zo kan er per
diagnosecode(groep) gekeken worden in
hoeverre de klachten zijn verminderd en
of er bijvoorbeeld recidieven zijn opge-
treden. Wanneer dit bij bepaalde diagno-
secodes vaker voorkomt bij MTCZorg, kan
er preventief anders gehandeld worden
tijdens de behandeling. Ook kan men de
cliënt daarover nadrukkelijk adviseren
hoe dit in de toekomst te voorkomen is.
De nazorgvragenlijst versus
CQi-vragenlijst
Na afname van de CQi-vragenlijst worden
de patiënten benaderd of zij mee wil-
len doen met de nazorgmeting. In deze
nazorgmeting worden er vragen gesteld
die nogmaals hun fysieke en psychische
status inventariseren. Hiernaast worden
er ook andere factoren geïnventariseerd:
worden adviezen die door de fysiothera-
peut zijn geopperd opgevolgd? Voldoet de
patiënt aan een gezonde norm van bewe-
gen? Hoe is de mentale gezondheid van
de patiënt? Deze factoren kunnen weer
in relatie gebracht worden met de huidige
status omtrent de klachten van de patiënt.
Dankzij de CQi-vragenlijst beschikt de
fysiotherapiepraktijk over verschillende
kenmerken van de patiënt en de behan-
deling. Zo worden de patiëntkenmerken
(leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, DTF/
Tabel 1: Parameters CQi en nazorg.
Figuur 1: Onderlinge relatie vragen CQi en Nazorg (oranje relaties die in huidige artikel
worden beschreven).
28
verwijzing, diagnosecode), interventieken-
merken (aantal behandelingen en behan-
delvorm) en parameters die wat zeggen
over het behandelresultaat en de tevre-
denheid van de patiënt geïnventariseerd.
In de vragenlijst van de nazorgmeting
worden de parameters voor het behan-
delresultaat herhaald. Hierna wordt die-
per ingegaan op recidief van klachten
en bezoek van andere zorgverleners.
In bijgaande tabel zijn alle parameters
opgesomd die vallen onder populatie-
kenmerken, interventiekenmerken, de
parameters van het behandelresultaat en
die van de promotiezorg welke in de CQi-
vragenlijst worden gemeten en welke in
de nazorg-vragenlijst.
Aanpak
In de periode van september 2011 tot
maart 2013 is de CQi-vragenlijst 526
keer ingevuld door patiënten. Hiervan
reageerde 48% (253) positief op de
vraag of ze benaderd wilden worden
voor een extra nazorgmeting. Op basis
van diagnosecodes is er een onder-
verdeling gemaakt op aard/locatie van
klachten. Bij het maken van de subgroe-
pen was een vereiste dat de subgroep
minimaal 25 patiënten bevatte, zodat er
een goede afspiegeling van de populatie
was.
Om het lange termijn resultaat te evalu-
eren is er met name gekeken naar para-
meters die het behandelresultaat meten.
Er is gekeken of er een relatie was tus-
sen verschillende populatiekenmerken of
interventiekenmerken met de score van
de parameters die het behandelresultaat
meten. In Figuur 1 zijn alle relaties te
zien die zijn geanalyseerd tussen de
subgroepen van de vragen. Deze worden
weergegeven met een pijl. De stip geeft
aan dat er ook gekeken is naar relaties
van parameters binnen één subgroep.
In dit artikel worden als voorbeeld slechts
drie analyses besproken:
1. Is er sprake van een significant verschil
in de mate van verandering van klachten
tussen de twee meetmomenten (CQi(T1)
en Nazorg(T2)) in relatie tot directe
toegankelijkheid fysiotherapie (DTF) of
verwijzing door huisarts/specialist?
2. Welke diagnosecodegroepen scoren
beter op zelfredzaamheid tijdens de
nazorgmeting (T2)?
3. Is er een relatie tussen de mening van
de patiënt over zijn/haar psychische
status (CQi(T1)) en de mate van veran-
dering van de klachten tussen de twee
meetmomenten (CQi(T1) en Nazorg
(T2))?
Uitkomsten
Mate verandering in klachten in relatie tot DTF of verwijzing Er is gekeken of er een significant
verschil is voor de mate van de veran-
dering in klachten tussen de patiënten
die verwezen zijn of middels DTF onder
behandeling zijn gekomen bij de fysio-
therapeut. Zoals te zien is in Figuur
2 is er op beide meetmomenten een
significant verschil gevonden tussen
verwijzing en DTF. De patiënten die
door verwijzing naar de fysiotherapeut
zijn gegaan geven aan dat de klachten
minder veranderd zijn ten opzichte van
de patiënten die direct naar de fysiothe-
rapeut zijn gegaan en onder behande-
ling zijn gekomen bij MTCZorg. Naar
aanleiding hiervan is het praktijkbeleid
en de behandelstrategie van MTCZorg
aangepast.
Het is zinvol om de lange termijn resultaten
van de fysiotherapiepatiënt te inventariseren
Figuur 2: Mate van verandering klachten in relatie tot verwijzing of DTF.
Cijfer tussen de
1 - 10, waarbij
1 staat voor “De
klachten zijn geheel
verdwenen”
29
Naast onze vertrouwde diensten en services voor ICT implementaties en -beheer biedt Comvio:
Online diensten van Comvio: Met afstand de grootste! Met Server Based Computing wordt uw administratie beheerd vanaf een centrale server van Comvio. Uw administratie is zo veilig, goedkoop en vanaf verschillende locaties (praktijk, sublocaties en thuis) bereikbaar en beschikbaar. Deze dienst is verkrijgbaar vanaf € 20,50 ex BTW per maand.
De voordelen Onafhankelijk Server Based Computing zonder kinderziekten Hosting van zowel uw beroeps applicatie als MS-Offi ce of zelfs Open Offi ce Uw gegevens staan in een centrale en veilige omgeving Updates, back-up, onderhoud en beheer doet Comvio voor u U bent niet gebonden aan een vaste werkplek Dure investeringen zijn verleden tijd Vakkundige, adequate en snelle support Aansluiting Vecozo en ZorgMail, Uzi register en Abacus Alle pakketten: Intramed, RAAM, Fysio Road Map, FIS-i, Fysiologic, Medikad,
Health software, Prosoftware en Het Gezonde Net
Dit betekent Groot gemak Super veilig Communicatie met overige zorgverleners in 1e en 2e lijn Nooit meer verlies van data Tijd-en kosten besparend Dagelijks meer dan 3.000 tevreden gebruikers actief
Online demonstratie op aanvraag!
Comvio b.v. | Postbus 150 | 6940 AB Didam Telefoon: 0316 29 42 42 | Fax: 0316 29 41 00E-mail: [email protected] | Web: www. Comvio.nl
Zelfredzaamheid en locatie/aard van klachtenMet deze analyse wordt er gemeten of
er bepaalde diagnosecodegroepen zijn
die op basis van diagnosecodes duidelijk
minder hoog scoren op zelfredzaamheid,
omdat de patiënten zelf minder goed
kunnen omgaan met de ervaren klachten.
Middels deze gegevens kan MTCZorg
inventariseren welke patiëntengroepen
beperkt scoren op zelfredzaamheid. In
Figuur 3 is te zien dat met name post-
operatieve knieklachten, conservatief
beleid na lage rug hernia en klachten
op meerdere plekken beperkt scoren op
zelfredzaamheid. Daarnaast is te zien
dat patiënten met klachten in bekken/
lies, ellebooggewricht en onderbeenre-
gio juist hoog scoren op zelfredzaam-
heid. Naar aanleiding van onderstaande
gegevens heeft MTCZorg besloten bij
de laag scorende diagnosecodegroepen
de behandelstrategie aan te passen en
extra aandacht te geven aan het aspect
zelfredzaamheid tijdens de behandeling.
Relatie tussen psychische status en mate verandering klachtenEr is gekeken of de mening van de
patiënt over zijn/haar psychische sta-
tus een relatie heeft met de mate
van verandering van de klachten, zie
Figuur 4. Wanneer de patiënt aan-
gaf in het CQi meetmoment (T1) dat
de psychische gezondheid ‘uitstekend’
was, bleek de mate van verandering
van klachten significant te verschillen
ten opzichte van de mensen die aan-
gaven dat hun psychische gezondheid
‘goed’, ‘redelijk’ of ‘slecht’ was. Tijdens
de nazorgmeting (T2) bleek dit signifi-
cante verschil niet meer aanwezig. Er
was echter wel een duidelijke trend
zichtbaar, mogelijk is dit het gevolg
van de kleinere steekproef. Op basis
van deze resultaten heeft MTCZorg
besloten om haar praktijkbeleid licht te
wijzigen; inventarisatie van psychische
status wordt tijdens de intake nog meer
benadrukt. Dit geldt met name voor
diagnoses waar uit wetenschappelijk
onderzoek is gebleken dat de psychi-
sche status van de patiënt het herstel
van een lichamelijke klacht negatief
kan beïnvloeden.
Figuur 3: Diagnosecode groepen in relatie tot het beter omgaan met klachten door gegeven adviezen van de fysiotherapeut.
Inventarisatie van psychische status wordt
tijdens de intake nog meer benadrukt
31
Meer info? �
Figuur 4: Mening psychische gezondheid (T1) en mate verandering klachten ten
opzichte van periode voor de behandeling (T1 / T2).
Verwezen patiënten hebben minder klachtenafname dan
patiënten die door DTF onder behandeling komen
Voorlopige conclusies
Op basis van de resultaten van de nazorg-
meting van Qualizorg kan er geconclu-
deerd worden dat het zinvol is om de
lange termijn resultaten van de fysiothe-
rapiepatiënt te inventariseren. Middels
de nazorgmeting is er te zien wat er
op lange termijn gebeurt met de fysio-
therapiepatiënt. MTCZorg is hierdoor in
staat om haar behandeling indien nodig
aan te passen, zodat de lange termijn
resultaten verbeteren. Zo is gebleken dat
verwezen patiënten minder klachtenaf-
name hebben dan patiënten die middels
DTF onder behandeling zijn gekomen.
Hiernaast komt naar voren dat de mening
van de patiënt omtrent zijn/haar psy-
chische gezondheid gerelateerd is aan
de mate van verandering van klachten.
Naar aanleiding van de resultaten zijn
MTCZorg en Qualizorg de vragenlijst aan
het optimaliseren en onderzoeken zij of
dit verder uitgezet kan worden. �
33
3434
35
Een analyse van de literatuur
Shockwave therapie als “best evidence-based fysiotherapie”Tekst: Floris Goes
Wie op PubMed zoekt naar wetenschappelijk onderzoek rond
shockwave therapie komt al snel honderden artikelen tegen.
“Shockwave therapie is effectief in het reduceren van pijn en het
verbeteren van functies bij patiënten met chronische plantaire
fasciopathie” of “Shockwave therapie vermindert pijn, verbetert
de schouderfunctie en is effectief in het afvoeren van verkalkin-
gen bij patiënten met calcificerende schouder tendinopathie”. Dit
is slechts een greep uit de wetenschappelijke literatuur op het
gebied van shockwave therapie. Naast systematic reviews/meta-
analyses vindt men vele andere RCT’s (Randomized Controlled
Trial), reviews en case reports.
Wetenschappelijk bewijs
Een analyse van de meest recente publi-
caties leert niet alleen dat er een berg
aan evidentie voor shockwave therapie is,
maar ook dat de kwaliteit en betrouwbaar-
heid van de onderzoeken de afgelopen
jaren sterk zijn toegenomen. In vergelijking
met andere fysiotherapeutische interven-
ties kun je concluderen dat het gebruik
van shockwave therapie opvallend beter
onderzocht is en consistent betere effecten
rapporteert dan sommige andere behan-
delvormen.
Zo blijkt bijvoorbeeld uit een Cochrane
Review naar de effecten van spinale mani-
pulatie bij acute lage-rug pijn dat manipula-
tie technieken niet effectiever lijken te zijn
dan placebo-behandeling of andere inter-
venties maar blijkt ook vooral dat er slechts
een geringe hoeveelheid evidentie van lage
kwaliteit over dit onderwerp beschikbaar
is. En ook in een andere Cochrane Review
naar fysiotherapie bij parkinson-patiënten
werd geconcludeerd dat verschillende
interventies op de korte termijn positieve
resultaten laten zien, maar dat men voor-
zichtig moet zijn met de interpretatie van
deze resultaten gezien de lage kwaliteit,
grote variëteit in behandelprotocollen en
kleine groepsgrootte van de beschikbare
onderzoeken. Hoewel dit slechts twee
voorbeelden zijn geldt voor veel (para)
medische behandelingen dat de hoeveel-
heid evidentie vaak nog gering en soms
tegenstrijdig is, iets wat uiteraard niet
betekent dat een behandeling niet effectief
kan zijn, maar ook dat het tegendeel nog
niet wetenschappelijk betrouwbaar is aan-
getoond. Men zou dus kunnen stellen dat
het (fysiotherapeutisch) wetenschappelijk
onderzoek in opkomst is maar dat er voor
meerdere behandelingen nog geen brede
basis van wetenschappelijk betrouwbare
evidentie ligt, echter lijkt deze betrouwbare
evidentie er voor shockwave therapie meer
en meer wel te zijn.
Akoestische drukgolven
Shockwave therapie wordt gegeven
met behulp van akoestische drukgolven
(shockwaves) die worden gekenmerkt
door een aantal specifieke eigenschap-
pen. Zo is de penetratiediepte in het
lichaam van deze golven relatief hoog,
evenals de hoeveelheid energie die een
golf met zich mee draagt. Dit maakt dat
met shockwave therapie een behande-
ling op hoge intensiteit voor een breed
scala aan (musculoskeletale) aandoe-
ningen gegeven kan worden. Nadat de
techniek in de jaren ’80 voor het eerst
succesvol werd toegepast in niersteen-
vergruizers (lithotriptoren) was de over-
stap naar musculoskeletale indicaties
zoals peesverkalkingen snel gemaakt.
Ondanks een op dat moment matige
succes-rate en slechte wetenschappe-
lijke onderbouwing werd de behandeling
meer en meer toegepast totdat rond 1997
onder meer door toedoen van Duitse
zorgverzekeraars deze ontwikkeling tot
een halt werd geroepen. De consensus
was dat er onvoldoende onderzoek was
gedaan naar de werking en effectiviteit
van shockwave therapie bij de behande-
ling van musculoskeletale indicaties.
Fundamenteel onderzoek
De periode hierna kan worden gezien als
de start van evidence-based shockwave
therapie en heeft de behandelvorm
gebracht waar het vandaag staat: een
goed onderbouwde en effectieve inter-
ventie. Er werd gestart met fundamenteel
onderzoek (dierexperimenteel onderzoek,
cel-onderzoek, histopathologisch onder-
zoek e.d.) waaruit bleek dat shockwave
therapie meer kan dan alleen peesver-
kalkingen en nierstenen afbreken, mits
het op een andere manier (met andere
behandelinstellingen) wordt toegepast.
Recent zijn de bevindingen van deze
onderzoeken onder andere samengevat
door Wang: behandeling van peesweef-
sel middels shockwave therapie resul-
teert in een verhoogde celstofwisseling
en activiteit, meer groeifactoren in het
weefsel en toegenomen doorbloeding,
mits de juiste behandelinstellingen
worden gebruikt. Shockwave therapie
blijkt dus een regeneratief effect op
(tendinopatisch) peesweefsel te hebben.
Ook op het gebied van Shockwave valt nog
genoeg te onderzoeken
Evidence-Based Practice
Evidence-based practice kan worden
uitgelegd als de combinatie van de
individuele expertise van de thera-
peut, voorkeuren en kenmerken van de
patiënt en het op dat moment beschik-
bare wetenschappelijk onderzoek. Het
ene onderzoek is echter het andere
niet en dus is het nuttig de betrouw-
baarheid van een onderzoek te bepalen
door bijvoorbeeld de methodologische
kwaliteit te analyseren of naar de
onderzoeksvorm te kijken.
Ter illustratie hier een opsomming van
onderzoeksvormen en hun betrouw-
baarheid (van hoge betrouwbaarheid
naar lagere betrouwbaarheid)
1. Meta-analyses en systematic
reviews op basis van RCT’s
2. Randomized Controlled Trials (RCT’s)
3. Niet gerandomiseerd vergelijkend
onderzoek (controlled trials)
4. Niet-vergelijkend onderzoek (retros-
pectief onderzoek, case-studies,
case-reports)
5. Expert opinions
36
Dit sluit nauw aan op het onderzoek
naar peesproblematiek van de afgelopen
jaren. Hieruit blijkt onder andere dat in
tegenstelling tot wat men vroeger dacht,
er vaak geen sprake is van een ontsteking
(tendinitis) maar van degeneratie van het
peesmateriaal, iets wat bij chronische
klachten niet meer door het lichaam zelf
kan worden hersteld.
Kijkend naar evidentie van de laatste tijd
kan worden gesteld dat men inmiddels
een stuk verder is in de wetenschap-
pelijke onderbouwing van het gebruik
van shockwave therapie dan alleen een
regeneratief werkingsmodel en een
hypothese over de effectiviteit bij de
behandeling van chronische tendinopati-
sche klachten. Zo is in klinisch onderzoek
naar de 3 meest bekende indicaties voor
shockwave therapie – plantaire fascio-
pathie (hielspoor), achillespees tendino-
pathie en (verkalkende)rotator-cuff ten-
dinopathie – steevast de conclusie dat
shockwave therapie een veilige en effec-
tieve interventie is met goede resultaten
op de korte en lange termijn. Voor elk
van deze indicaties afzonderlijk geldt ook
nog eens dat er in de afgelopen 3 jaar
meerdere systematic reviews en meta-
analyses zijn gepubliceerd waarin deze
conclusies nogmaals onderstreept wor-
den. Vergelijk dit met alternatieve behan-
delvormen voor de behandeling van chro-
nische tendinopathieën en de keuze voor
shockwave therapie is te rechtvaardigen.
Zo concluderen Mallarias et al in een
systematic review dat er tegenstrijdige
evidentie is op het gebied van excen-
trische oefeningen bij tendinopatische
klachten en concluderen Gross et al dat
ook de evidentie voor de toepassing van
verschillende vormen van injecties bij
chronische achillespeesklachten tegen-
strijdig en onvolledig is, met operatief
ingrijpen als een van de weinige andere
alternatieven heeft shockwave therapie
dan al snel de voorkeur.
Nederlands onderzoek
Het onderzoek beperkt zich echter niet
alleen tot deze bekende en veel voor-
komende problematiek. Met name de
laatste 3 jaar zijn er interessante trials
gepubliceerd waarin minder frequente
maar lastig te behandelen aandoenin-
gen met shockwave therapie succes-
vol worden behandeld. Daarbij zijn ook
bijdragen van eigen bodem. Zo was er
vorig jaar bijvoorbeeld de promotie van
sportarts Maarten Moen die aantoonde
dat shockwave therapie een effectieve
behandeling is voor Mediaal Tibiaal
Stress Syndroom (MTSS/shin splint) in
combinatie met een loopschema. Andere
onderzoekers toonden de effectiviteit van
shockwave therapie aan bij chronische
tendinopathieën zoals proximale ham-
string tendinopathie en heup tendino-
Het gebruik van shockwave therapie is opvallend beter
onderzocht dan sommige andere behandelvormen
37
Floris Goes
Floris Goes is sinds 3 jaar eigenaar
van consultancy bedrijf DINO Advies
van waaruit hij zich heeft gespecia-
liseerd in onder meer musculoskele-
tale shockwave therapie en andere
innovaties in de (fysiotherapeutische)
zorg. In deze hoedanigheid is hij in
opdracht van Fyzzio International BV
al zo’n 2 jaar als docent actief in het
Nationaal Trainingscentrum echografie
(www.nt-e.nl) in Amersfoort en geeft
hij op uitnodiging ook internationaal
presentaties. Floris werkt als fysio-
therapeut en echografist, studeert
bewegingswetenschap aan de VU
Amsterdam en is actief op het gebied
van wetenschappelijk onderzoek naar
shockwave therapie. “Shockwave the-
rapie is als behandelvorm voor mij een
uitkomst. Hiermee bied ik patiënten
met langdurige lastig te behandelen
problematiek een interventie met een
hoge succes-rate.“
pathie. Ook in de behandeling van myo-
fasciale pijn en botaandoeningen zoals
slecht helende fracturen (non-unions) en
stressfracturen blijkt shockwave therapie
effectief te zijn. Er zijn zelfs meerdere
dierexperimentele onderzoeken waarbij
is aangetoond dat shockwave therapie
de klachten van beginnende artrose lijkt
te verminderen. Dat shockwave therapie
niet alleen op peesweefsel maar ook
bijvoorbeeld op botweefsel een regene-
ratief effect heeft is niet heel verassend,
getuige het vele fundamentele onderzoek
waaruit bleek dat met shockwave thera-
pie zowel peescellen als ook botcellen
gestimuleerd kunnen worden. Zodoende
is het dus een behandeling in ontwik-
keling en blijken de regeneratieve capa-
citeiten van shockwave therapie bij de
behandeling van steeds meer aandoe-
ningen een toegevoegde waarde te zijn.
Patiëntenvoorkeur
Uiteraard is evidence-based practice
meer dan alleen een aantal artikelen met
positieve conclusies. Net zo belangrijk
zijn de expertise van de therapeut en
de individuele kenmerken en voorkeuren
van de patiënt. Daarnaast valt ook op
het gebied van shockwave therapie nog
genoeg te onderzoeken, denk bijvoor-
beeld aan het fine-tunen van behan-
delparameters, flankerend beleid en
aanscherpen van inclusie criteria. Feit
is echter dat shockwave therapie een
evidence-based behandeling voor een
aantal musculoskeletale aandoeningen
is en de nieuwe wetenschappelijke ont-
wikkelingen op dit gebied elkaar steeds
sneller opvolgen. Geconcludeerd mag
worden dat shockwave therapie een van
de wetenschappelijk beter onderbouw-
de fysiotherapeutische interventies is.
Combineer dit met de goede praktische
resultaten en je kunt niet anders dan
stellen dat de scepsis die er soms nog
heerst ten opzichte van deze behandeling
niet meer gefundeerd is. �
Op internet (www.movemens.nl)
zijn literatuurverwijzingen
opgenomen, op basis waarvan
dit ar tikel tot stand kwam.
De regeneratieve capaciteiten van shockwave therapie
blijken bij steeds meer aandoeningen van toegevoegde
waarde te zijn
39
40
41
De uitdaging voor beweegspecialisten
Bewegen stimuleren bij bedrijven Tekst: Caroline Mangnus
Ondanks fiscaal aantrekkelijke voorwaarden van de overheid, blijkt
dat slechts een beperkte groep werknemers gebruik maakt van de
mogelijkheden om vanuit het bedrijf te bewegen. Bezuinigingen
hebben ook hun effect op het gebied van bewegingsstimulering.
Daarbij heeft bedrijfsfitness in het verleden niet de effecten
opgeleverd die er verwacht werden. Dit is jammer, omdat bewe-
gingsstimulering bij bedrijven zowel gezondheidseffecten als eco-
nomische voordelen voor zowel medewerkers als bedrijven met
zich meebrengt. Het vergt een andere aanpak om bewegen binnen
bedrijven weer te stimuleren. Een aanpak die ook mogelijkheden
biedt voor ondernemers in beweging.
Dat voldoende bewegen heel goed is
voor de gezondheid is inmiddels breed
bekend. Maar ook vanuit het bedrijfs-
perspectief is stimuleren van bewegen
van werknemers heel aantrekkelijk. De
positieve effecten van veranderingen in
leefstijl gesteund door deelname aan
beweeg- en gezondheidsprogramma’s
zijn groot, met name het preventieve
effect op cardiovasculaire ziekten, kan-
ker, beroerte, burn-out en andere chro-
nische ziekten. Ook is aangetoond dat
door meer beweging de gezondheids-
gerelateerde fitheid toeneemt en risi-
covol gedrag gereduceerd wordt. Door
regelmatige fysieke inspanning voelen
mensen zich beter. Dit uit zich in een
vermindering van medische klachten.
Doorvertaald naar het bedrijfsleven bete-
kent dit gezonder, fitter en productiever
personeel. Het leidt tot een daling van
het ziekteverzuim en het voorkomen van
productiviteitsdaling. Uit studie blijkt
dat regelmatig bewegen (twee maal per
week) tot een significante daling van
de ziektekosten leidde ten aanzien van
werknemers die niet bewogen. Ook zul-
len er minder opleidingskosten gemaakt
worden en draagt bewegen bij bedrij-
ven bij aan meer werkplezier en meer
tevreden personeel. Op langere termijn
betekent dit minder verloop, door grotere
Het blijft een uitdaging om de inactieven in beweging
te krijgen en vervolgens te houden
binding van de medewerkers met het
bedrijf. Bewegen via het werk biedt ook
de mogelijkheid om medewerkers en
leidinggevenden in een informele sfeer in
contact met elkaar te komen. Bovendien
draagt het sociale contact van de mede-
werkers onderling tijdens de activiteiten
bij tot een positieve sfeer op de werk-
plek zelf en kan het integratie van de
afdelingen bevorderen. Tot slot blijken
beweeg- en gezondheidsprogramma’s
een goede stap voor het verbeteren van
het bedrijfsimago te zijn. Een organisatie
laat zien dat het investeert in mensen.
Uit bovenstaande blijkt dat bewegings-
stimulering bij bedrijven naast gezond-
heidseffecten van de medewerkers ook
economische voordelen voor de bedrijven
oplevert.
Kritische kanttekeningen
Naast positieve effecten dienen er ook kri-
tische kanttekeningen gemaakt te worden
bij de inzet van de beweegprogramma’s
binnen bedrijven. De resultaten van de
onderzoeken naar de effecten van bewe-
gingsstimulering binnen bedrijven zijn niet
altijd significant, mede doordat de doel-
groep zich beperkt tot de reeds actieve
medewerkers. Het blijft een uitdaging om
de inactieven in beweging te krijgen en
vervolgens te houden. Dan gaat het veel
meer over gedragsverandering in plaats
van enkel bewegingsstimulering.
Wanneer bedrijven bewegen bij hun
werknemers willen stimuleren, denk je
al snel aan bedrijfsfitness. Binnen het
bedrijf wordt een ruimte ingericht met
apparatuur, gespecialiseerde begeleiding
en de verwachting is dat de rest ‘vanzelf’
zal gaan. Dit zal in het begin nog wel luk-
ken: gemiddeld 30% van de werknemers
komt vol goede voornemens en enthou-
siasme in beweging. Na zes maanden
is dit echter nog maar 20%, na een jaar
15% en na twee jaar nog slechts 10%.
Vaak is dit ook de groep die al aan sport
doet. Het is een verplaatsing van de fit-
nessclub naar de bedrijfsfitness club. Het
effect op verzuim en productiviteit blijkt
dus marginaal en de exploitatie is zeer
kostbaar, waardoor veel bedrijven hier-
mee stoppen. Grote bedrijven zoals Du
Pont, Corus, Coca Cola, ABN-AMRO, ING
en de meeste ministeries zijn al afge-
stapt van een bedrijfsfitnesscentrum. De
trend heeft zich al verplaatst naar het
organiseren van bedrijfsfitness, maar dan
bij het dichtstbijzijnde fitnesscentrum of
voor grote landelijke bedrijven via de
fitnessketens of speciaal opgerichte net-
werken. Ook dit blijkt niet het gewenste
resultaat te hebben: het is vooral aan-
trekkelijk voor actieve werknemers en
de inactieve doelgroep, waarvoor je het
vooral doet, voelt zich onvoldoende aan-
gesproken. En houdt het ook niet vol
omdat de begeleiding onvoldoende spe-
cifiek en deskundig is.
Haalbare doelstellingen
Waarom werkt bovengenoemde aanpak
niet? Met bedrijfsfitness wordt maar een
beperkte groep aangesproken. Lang niet
iedereen vindt fitness leuk en er wordt
te snel de associatie met sport gelegd.
Voldoende bewegen geeft een ruimere
context aan en kan dus ook worden
ingevuld met wandelen of zwemmen. Het
42
Het gaat erom dat medewerkers gezonde en haalbare
doelstellingen krijgen die bij de persoon passen
gaat om de juiste begeleiding binnen de
individuele wensen van de medewerkers.
Maar ook zal het criterium ‘de Norm van
Gezond Bewegen’ (vijf keer per week 30
minuten matig intensief bewegen) moe-
ten zijn. Werknemers moeten worden
gemotiveerd om te bewegen met de norm
als uitgangspunt. Maar, de norm zegt het
al, je wordt wel gezonder, maar niet fit-
ter. Daarvoor zal je drie maal per week 20
minuten intensief moeten bewegen, je in
het zweet moeten werken, buiten adem
raken. Dat kan alleen op een manier die
bij je past en waar je interesse ligt, want
dat motiveert. De laatste jaren is hardlo-
pen heel populair geworden. Het aantal
deelnemers aan bekende hardloopwed-
strijden groeit jaarlijks, want trainen voor
een doel houdt je gemotiveerd. Dit zie je
ook bij wielrennen. Gezamenlijk de Mont
Ventoux beklimmen of een (goed) doel
nastreven, zoals bij Alpe d’HuZes neemt
in populariteit toe. Het gaat niet altijd om
grote prestaties die men moet leveren
om fitter te worden. Teveel bewegen
brengt zelfs risico’s met zich mee. Het
gaat erom dat medewerkers gezonde en
haalbare doelstellingen krijgen die bij
de persoon passen. Dit zal uiteindelijk
bijdragen aan het succes.
Voorwaarden voor succes
Bewegen en bewegingsstimulering bin-
nen bedrijven leidt tot succes, mits de
aanpak en introductie voldoet aan een
aantal voorwaarden. Bewegen dient
namelijk vanuit een breder perspectief
te worden gezien dan alleen fitness en
dient voor iedereen toegankelijk te zijn.
De effecten van deze programma’s zijn
immers het grootst wanneer de gewens-
te doelgroep bereikt. Wanneer bewegen
daarnaast blijvend wordt gemotiveerd,
gedragen door het management en met
zichtbare resultaten, leidt het tot succes.
Hoe moeten bedrijven dit aan de mede-
werkers aanbieden en hoe kunnen ze
hierbij worden geholpen? Een bedrijfs-
intern fitnesscentrum is niet afdoende,
evenals een kortingsabonnement voor
een sportcentrum in de buurt. Als bedrijf
heb je weinig controle en de effecten zijn
nagenoeg niet meetbaar. Beweging moet
worden gestimuleerd met afstemming
op zowel het bedrijf als de medewerkers
en is ook afhankelijk van het budget.
Het uitgangspunt moet zijn dat er een
individueel en op maat gemaakt beweeg-
plan kan worden samengesteld op basis
van een terugkerende test, waarbij elke
deelnemer op zijn of haar niveau kan
bewegen. Dit programma dient voor ieder
individu geschikt te zijn. Bovendien die-
nen de deelnemers zelf te kunnen kiezen
waar ze bewegen; thuis, buiten of bij
een club. Een bedrijf moet vervolgens
een afweging maken in hoeverre een
beweegconcept wordt geïmplementeerd
in de organisatie.
Keuzemogelijkheden
Deels uit deskresearch en deels uit de
ervaringen van voormalige bedrijfsfitness
aanbieders, zijn er verschillende moge-
lijkheden om bewegen binnen bedrijven
te stimuleren. PróFit People bijvoorbeeld
kiest voor een duidelijke positionering
43
U kent Chemodol,
de hypo-allergene
afwasbare massage-olie.
Maar Chemodis heeft
meer massage-oliën.
Zoals Chemotherm,
een massage-emulsie
met milde en
verantwoorde warmte-
werking. Het zuiver
plantaardige Olivine,
zonder conserveer-
middelen en emul-
gatoren. Chemovine,
speciaal voor de sterk
behaarde huid.
En, speciaal voor de
overgevoelige huid,
Chemoderm met
natuurlijke werkstoffen
en de ongeparfumeerde
Baselin Emulsion
met biologische
eigenschappen.
Uw leveranciers
kunnen u er alles
over vertellen.
Of bel voor meer
informatie:
0800-chemodis
(0800-24 36 63 47).
www.chemodis.nl
CHEMODIS Dat ligt voor de hand
Chemodis B.V.
Para-medische Farmacie
Postbus 9160
NL-1800 GD Alkmaar
Tel. +31 (0)72 - 520 50 83
Fax +31 (0)72 - 512 82 14
Over de rugvan Chemodol.
De beloning voor de werkgever is vele malen groter:
betere prestaties, fitte en gezonde werknemers
45
met het MyFitplan concept. Deze formule
wordt door veel ondernemers in beweging
gebruikt en kan een mooie basis zijn om
bedrijven in beweging te krijgen.
Men kan kiezen uit drie concepten die
aansluiten bij de behoefte van werkgevers
en rekening houden met de wensen van
werknemers. Het doel is om alle medewer-
kers in beweging te krijgen en te houden.
1. Gericht op beweegadviezenEen bedrijf kiest voor een testunit (een
vaste testunit in het bedrijf zelf of een
mobiele testunit) waarbij alle mede-
werkers ieder kwartaal een fittest en
een beweegplan krijgen voor 12 weken.
Deelnemers kunnen overal gaan bewe-
gen: thuis, buiten of bij een club. De
beweegspecialist komt elk kwartaal de
testen afnemen en geeft als beweeg-
specialist gedegen advies. De coaching
kan op afstand plaatsvinden door online
mogelijkheden inclusief een App.
2. Gericht op beweegalternatieven Een bedrijf kiest voor een testunit inclu-
sief een aantal extra cardio-apparaten
zodat medewerkers in het bedrijf (bij
slecht weer) kunnen bewegen. Daarnaast
verzorgt de beweegspecialist een aantal
extra begeleidingsuren zodat deelnemers
kennis maken met de juiste alternatieven
voor sport en dus ook leren bewegen.
Binnen dit concept worden er ook geza-
menlijke activiteiten georganiseerd zoals
samen wandelen tijdens de lunch of
joggen na het werk. Ook binnen het
bedrijf worden alternatieven aangeboden
om sneller in beweging te komen door
bijvoorbeeld de toegang tot de lift te
beperken of de printer een eindje ver-
derop te zetten.
3. Gericht op beweegactiviteitenHet bedrijf kiest voor een beweegclub
in het bedrijf waar allerlei lessen gege-
ven kunnen worden aan medewerkers.
Deze beweegclub is het ‘centrum voor
gezondheid en vitaliteit’. Daar worden
dus niet alleen beweegprogramma’s aan-
geboden maar allerlei activiteiten gericht
op gezondheidsmanagement. Dit centrum
is niet alleen toegankelijk voor medewer-
kers, maar bijvoorbeeld ook voor part-
ners en kinderen. Dit blijkt namelijk ook
heel stimulerend te werken en geeft het
bedrijf (de werkgever) een heel andere
en positievere plaats in de beleving van
Effecten van bewegen binnen
bedrijf
- Daling ziekteverzuim
- Verhoging productiviteit
- Vermindering personeelsverloop
- Meer ontspannen en minder
gestresst personeel
- Meer tevreden personeel
- Gezonder, fitter, productiever
personeel
- Vergroting werkplezier
- Vergroting betrokkenheid
- Meer communicatie
- Aantrekkelijke secundaire
voorwaarden
- Verlaging ziektekosten
- Positief bedrijfsimago
Meer info? �
47
het gezin. Het is zelfs mogelijk om de
beweegclub open te stellen voor de
directe omgeving. Op die manier blijft
deze ook betaalbaar door een bijdrage
van externe gebruikers. Het kan ook van-
uit sociaal/maatschappelijk oogpunt een
doelstelling zijn om de buurt bijvoorbeeld
te compenseren voor de overlast of van-
uit het perspectief van maatschappelijk
verantwoord ondernemen.
Succesvolle projecten
MyFitplan is bij verschillende bedrijven
en ministeries ingezet als het bewe-
gingsstimulerende programma met suc-
cesvolle resultaten: bij bijvoorbeeld het
grote bouwbedrijf Vorm Bouw heeft men
met behulp van MyFitplan 75% van de
medewerkers actief gekregen. Ook bij het
ministerie van VROM heeft het gezorgd
voor meer enthousiaste en gemotiveerde
deelnemers, die ook na 2 jaar in bewe-
ging blijven. MyFitplan is ook succesvol
ingezet DELA. Met een mobiele testunit
zijn alle vestigingen van DELA bezocht en
zijn alle medewerkers getest en voorzien
van een persoonlijk beweegadvies. De
deelnemers konden zelf hun persoonlijke
beweegprogramma uitvoeren en werden
geadviseerd en online ondersteund.
Kansen voor ondernemers
in beweging
De werkgever verwacht dat werknemers
iedere dag weer presteren, fit zijn voor
hun werk, targets halen, maar ook dat
ze tevreden zijn en dit uitstralen richting
klanten. Zelfs in tijden van crisis moet
men stressbestendig zijn en loyaliteit
tonen. Daarentegen is er de ontwikkeling
dat werknemers steeds minder op het
bedrijf komen, meer vanuit huis of de
auto werken (veel zittend werk), waar-
door de sociale contacten op de werk-
vloer minder worden. De eerste negatie-
ve effecten van Het Nieuwe Werken zijn
al bekend: productiviteitsverlies, verho-
ging van verzuim, minder betrokkenheid
en meer stress. Ook om die reden zou het
goed zijn om bewegen in te zetten vanuit
een sociaal perspectief.
Het is voor alle beweegspecialisten in
Nederland de uitdaging om werknemers
uit die (vracht)auto, die luxe kantoorstoel,
de file, de thuiswerkplek en vooral uit die
mindset te krijgen. Om vanuit die pas-
sieve houding en mindset werknemers
te stimuleren vaker actief te zijn door
(matig) intensief te bewegen en/of af en
toe te sporten. Dat kan worden gestimu-
leerd door de juiste dosis beweging aan
te bieden en de deelnemers daar ook
nog voor te belonen met FIT-punten die
weer ingewisseld kunnen worden voor
gezonde en leuke dingen of zelfs een
ontspannen reisje.
De beloning voor de werkgever is vele
malen groter: betere prestaties, fitte en
gezonde werknemers die minder snel
ziek zijn, sneller herstellen en duurzamer
inzetbaar zijn.
Kortom, volop kansen voor ondernemers
in beweging om zaken te doen met bedrij-
ven die in beweging willen komen. �
Benchmarken in de paramedische sector:
Zorgconsumptie kan iets stijgen, maar oorzaak is zorgelijkMet benchmarken voor de paramedische sector kunnen we op grote schaal prestaties en cijfers
vergelijken van grote groepen ondernemers en praktijken. In deze uitgave van MoveMens vindt u
weer recente cijfers. Meest opvallende constatering is dat er na een lange tijd van daling, ook iets
positiefs is te melden. De zorgconsumptie stijgt namelijk weer, zo blijkt uit een onlangs versche-
nen onderzoek van patiëntenfederatie NPCF. Dit is echter vooral te verklaren door uitgestelde
zorg. Verder laten we een aantal grafieken zien die een goed beeld geven van welke mensen,
met welke klachten, nu precies bij de fysiotherapeut komen. In totaal gaat het bij ParaBench
om 355.760 patiënten en 421.911 klachten. Het aantal aangesloten praktijken tot de benchmark
bedraagt 424.
In de vorige uitgave gaven we al aan dat
er in 2012 voor het eerst een daling was
te zien in de omzetcijfers van de fysiothe-
rapiepraktijken. Deze daling zou ook in
2013 doorzetten.
Het onlangs gepubliceerde onderzoek van
de NPCF laat echter zien dat 43% van de
respondenten (12.000 mensen) zorg heeft
uitgesteld, vooral de bezoeken aan de
fysiotherapeut. Dit is ook zichtbaar in de
trends die ParaBench laat zien. Het posi-
tieve hiervan is dat de praktijken meer
patiënten kunnen verwachten, maar de
reden is minder positief.
Uit het onderzoek dat de NPCF deed naar
bezuinigingen in de zorg, gaf maar liefst
43% aan wel eens zorg uit te stellen of
zelfs te mijden. Belangrijkste redenen die
hiervoor worden genoemd, zijn ‘Ik kon het
niet betalen’ (42%) en ‘het eigen risico is
verhoogd naar 350 euro’ (39%). Een kwart
van de mensen geeft aan dat hierdoor de
gezondheid onnodig snel achteruit ging,
en in 9% ging de gezondheid volgens
patiënten zelfs onherstelbaar achteruit.
In onderstaand overzicht van ParaBench
zijn de relatieve verschillen in aantal
zittingen tussen de jaren weergegeven.
Waar je in 2013 een daling zou verwach-
ten ten opzichte van 2012, blijkt dat het
aantal zittingen vanaf het tweede kwar-
taal van dit jaar zelfs licht is gestegen
ten opzichte van dezelfde periode het jaar
ervoor. De uitgestelde zorg, waarnaar de
NPCF onderzoek deed, kan een belang-
rijke oorzaak hiervan zijn. �
Verschillen in aantal zittingen tussen de jaren
Relatieve verschillen (cumulatief) in aantal zittingen tussen de jaren per maand
2012 - 2011 2013 - 2012
maand1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
15%
13%
10%
8%
5%
3%
0%
-3%
-5%
48
Instroom patiënten
Klinimetrie gegevens
Bij de instroom van chronische en niet
chronische patiënten hebben we de jaren
2011, 2012 en 2013 naast elkaar gezet.
Nieuw in dit overzicht is de rangschik-
king naar leeftijd. Hoe groot is de stijging
of daling van de instroom en welke
leeftijden hebben de patiënten die de
fysiotherapiepraktijk bezoeken? Wat dui-
delijk zichtbaar is in de grafieken, is dat
de instroom van oudere patiënten (60+)
is gestegen ten opzichte van 2012. Dit
geldt zowel voor chronische als voor niet
chronische patiënten. Verder ligt de piek
bij chronische patiënten tussen 60 en
69 jaar en tussen 70 en 79. Bij de niet
chronische patiënten ligt de piek tussen
50 en 59 jaar.
Van het totaal aantal patiënten dat de
fysiotherapiepraktijk bezoekt, is 58,2%
man en 41,8% vrouw.
Eind van dit jaar vindt er opnieuw een
uitbreiding plaats in ParaBench. De aan-
gesloten praktijken kunnen dan gebruik-
maken van een nieuw tabblad ‘klinime-
trie’ waar klinimetrie gegevens kunnen
worden afgelezen. Aan de hand van
verschillende meetinstrumenten (in de
afbeelding bijvoorbeeld ‘VAS pijn’) zijn
overzichtelijk de resultaten per klacht
af te lezen. Ook de verschilscores per
klacht, gerangschikt naar aandoening,
zijn hier zichtbaar. De verschilscores
zijn tevens onderverdeeld naar leeftijd.
Aan de hand van een begin- en eind-
score kunnen de aangesloten praktijken
zien hoe ze scoren ten opzichte van de
benchmark.
49
50
FysioHolland biedt hoogstaande zorg in lokale praktijken
‘Wij bieden patiënten kwaliteit in een vertrouwde omgeving’FysioHolland startte in 2009 als samenwerkingsorganisatie. De organisatie is een snelle groeier
geweest en inmiddels vallen 46 praktijken onder FysioHolland, die zich voornamelijk in de
Randstad, Gooi en omstreken en het zuiden van Nederland bevinden. Directeur Boris van der Vorst
gelooft heilig in product-markt-combinaties (pmc’s). “Die maakt het ons mogelijk schaalvergro-
ting, innovatie en kwalitatief hoogstaande zorg hand in hand te laten gaan.”
Tekst: Renso van Nuland
Beeld: Wim van IJzendoorn
Arbeidsgerelateerde zorg
Het lijkt onwaarschijnlijk, maar Boris
van der Vorst rondde in 1997 zowel
de studie fysiotherapie als Moderne
Letterkunde af. “Niet op één en dezelfde
dag, dat niet”, zegt de zorgonderne-
mer. Hij koos ervoor om als fysiothe-
rapeut aan de slag te gaan, aanvan-
kelijk in de arbeidsgerelateerde zorg.
“De komst van de computermuis bracht
een golf van RSI met zich mee, die nu
overigens nagenoeg weer verdwenen
is.” Van der Vorst begon in Hilversum
behalve een fysiotherapiepraktijk, ook
een re-integratiebedrijf dat zich richtte
op arbeidsrelevante klachten. Hij zocht
daarbij samenwerking met psycholo-
gen, loopbaanadviseurs en bedrijfsart-
sen. Samenwerking en integrale, op de
patiënt toegesneden zorg zijn nu nog
steeds zijn belangrijkste drijfveren.
Lokale betrokkenheid
“Ik houd me nog steeds bezig met
arbeidsgerelateerde zorg en re-integratie.
Momenteel ben ik betrokken bij de imple-
mentatie van een nieuwe werkwijze bij
de Belastingdienst.” Maar de fysiothera-
piepraktijk die Boris van der Vorst begin
2000 in Hilversum had gevestigd, eiste
steeds meer aandacht door ontwikkelin-
gen in de zorg. In 2009 constateerde hij
dat de toenemende druk van het over-
heidsbeleid en vanuit verzekeraars om
schaalvergroting vroeg, om zowel spe-
cialisatie als een veelzijdig aanbod tot
stand te brengen en de groeiende over-
head beter het hoofd te kunnen bieden.
Samen met partner Bart Smit besloot
hij de organisatie FysioHolland op te
zetten. Behalve Van der Vorst’s eigen
FysioHilversum sloten zich in hoog tempo
praktijken aan. Inmiddels zijn er 46 prak-
tijken in Nederland waarvan de meesten
een PLUS-certificaat bezitten. Van der
Vorst benadrukt dat de lokale benadering
diep in alle vestigingen is verankerd.
“FysioHolland profileert zichzelf niet als
keten. Juist die lokale betrokkenheid
moeten we koesteren. Herkenbaarheid
en een vertrouwd gevoel voor de patiënt.
Dat vinden de zorgverleners ook prettig.”
Totaalaanbod
verschillende zorgdisciplines
Per augustus is een samenwerking
gestart met Fysiotherapie Spanjersberg,
bestaande uit vijftien praktijken.
Fysiotherapie Spanjersberg zal bin-
nenkort haar activiteiten onder de vlag
van de FysioHolland-koepel voortzetten.
Voor FysioHolland betekent de samen-
werking met Fysiotherapie Spanjersberg
een kwaliteitsinjectie op het gebied van
51
‘Alleenstaande, lokale praktijken zullen er wel blijven,
maar grote zorgorganisaties zijn de toekomst’
sportfysiotherapie, echografie en voet-
en loopanalyse. “Specifieke kwalitei-
ten die praktijken toevoegen aan onze
organisatie zijn belangrijk. Patiëntenzorg
vraagt steeds meer om gespecialiseerde
zorg met gekwalificeerde professionals.
Schaalvergroting is niet alleen noodzake-
lijk op fysiotherapiegebied. De afgelopen
jaren hebben we spectaculaire overna-
mes gezien in de gezondheidszorg. In
mijn ogen een onomkeerbare tendens.
Steeds meer organisaties zoeken toe-
nadering en bundelen de krachten.” Het
is niet zo dat alleen fysiotherapie naar
schaalvergroting moet zoeken, stelt Van
der Vorst. “Binnen de farmacie en fit-
nesscentra zie je het ook vaker. Het gaat
vrijwel onmogelijk worden om als indi-
viduele organisatie een gezonde exploi-
tatie te voeren, met de kwaliteits- en
administratieve eisen waar je aan moet
voldoen. Alleenstaande lokale praktijken
zullen er waarschijnlijk wel blijven, maar
voor het merendeel zullen het samenwer-
kingsorganisaties worden waarin men
kennis met elkaar deelt en waar zowel
integrale als gespecialiseerde zorg kan
worden geboden.”
Product-marketing-combinatie
Van der Vorst ziet bij FysioHolland een
belangrijke rol voor zogeheten product-
marketing-combinaties (pmc’s). In het
kort betekent het dat kant-en-klare zorg-
producten worden aangeboden aan een
specifieke zorgdoelgroep. Of zoals hij
het omschrijft: ”Een vergaande vorm van
toegesneden zorg voor een doelgroep van
patiënten met specifieke klachten. Voor
elke doelgroep die we willen helpen,
werken we samen met een gespeciali-
seerde partner. In het programma voor
kinderen die last hebben van overgewicht
en bij een van onze behandelaars komen,
betrekken we bijvoorbeeld diëtisten erbij.
Maar een pmc stellen we ook op bij
oncologische revalidatie. Dan zoeken we
samenwerking met huisartsen en zie-
kenhuizen.” Een product-marketing-com-
binatie sluit vaak aan bij de belangstel-
ling en vaardigheden van een therapeut.
“Affiniteit van een zorgverlener met de
behandeling van bepaalde klachten of
fysieke problemen blijft de basis om een
goed werkende pmc op te zetten.”
Wat heeft de patiënt nodig?
De behoefte van de patiënt is altijd
leidend bij het opstellen van een product-
marketing-combinatie. “We passen ons
behandelprotocol op die behoefte aan.
Patiënten willen niet per se naar een
fysiotherapeut, zij willen een oplossing
voor een fysiek probleem. Transparante
combinaties van zorgdisciplines zijn
dan bijzonder prettig voor patiën-
ten.” Eenvoudig is het niet altijd. Bij
FysioHolland breekt men zich regelmatig
het hoofd over hoe specifieke problemen
op de beste wijze kunnen worden bena-
derd. “Lijkt me logisch. We zijn continu
op zoek naar een effectieve behandel-
methode waar de patiënt zich prettig bij
53
Impuls-NVMST, de Nederlandse Vereniging voor Musculo-Skeletale Shockwave Therapie, vormt een landelijk netwerk van fysiotherapiepraktijken met shockwave therapie. Impuls behartigt de belangen van haar leden, informeert patiënten en stimuleert het goede gebruik van shockwave therapie.
De eerste zorgverzekeraar die shockwave behandelingen door NVMST leden vergoedt is over de brug. Terechte erkenning en honorering voor een krachtig therapeuticum.
Nog geen lid maar wel gebruiker? Schrijf u dan snel in! Interesse om aan te sluiten en shockwave therapie toe te passen? Informeer dan naar de mogelijkheden van deze eff ectieve en evidence based therapie. E-mail naar [email protected].
Verwijs uw patiënten gerust naar
www.snelvanjepijnaf.nl
������������ �
���
ulo-ulo-twerk
eert wave
gen door nning en
! e
voelt. Elk individu reageert op een andere
manier. En je kunt nog net zo’n uitgebreid
mogelijke behandeling aanbieden, uitein-
delijk moet het resultaat voor de patiënt
opleveren.” Van der Vorst ziet veel in
de gekozen aanpak: “Onze pmc’s bieden
de patiënt duidelijkheid: hoe lang het
behandeltraject duurt en welke doelen
we willen bereiken.” Het aanbieden van
pmc’s is een vak apart.” Belangrijk is dat
pmc’s tussen locaties gedeeld worden.
De communicatie en marketing moet
goed uitgewerkt zijn: je moet voor een
goede huisstijl zorgen en internetpro-
filering vraagt om een goed opgezette
website met heldere informatie. Om een
zorgproduct succesvol in de markt te zet-
ten, heb je echt meer nodig dan louter
een fysiek behandelplan.”
Innovatie
FysioHolland streeft er naar om tijdig te
innoveren. De pmc’s zijn daar uiteraard
het beste voorbeeld van, maar ook in
de randvoorwaarden is innovatie nood-
zakelijk. Wat ICT betreft, is Intramed de
partner. De administratieve lastendruk
is groot, weet Van der Vorst. “Ik voel me
soms meer boekhouder dan behande-
laar. Intramed helpt ons om die lasten-
druk te verminderen door hun systeem
steeds verder door te ontwikkelen, waar
mogelijk en gewenst. Zij luisteren goed,
hebben een uitstekend zicht op de ont-
wikkelingen binnen de fysiotherapie en
bovenal is Intramed gericht op inno-
vatie die onze praktijken faciliteert.”
Van der Vorst voorziet verder dat in
de toekomst steeds meer om E-health
toepassingen gevraagd zal worden. “De
patiënt verandert namelijk ook wat dat
betreft. Patiënten moeten in de wachtka-
mer alvast benodigde gegevens kunnen
invullen, dat scheelt behandelingstijd.
Of afspraken in de agenda zetten met
een speciale app. En wat te denken
van behandeling op afstand, een nog
redelijk onontgonnen gebied. Van belang
bij dergelijke innovatie is dat er geen
sprake moet zijn van substitutie, maar
van integratie in de behandelaanpak van
de fysiotherapeut.”
Zelf behandelen
Ondanks zijn drukke bestaan houdt Van
der Vorst altijd een gaatje vrij voor een
andere passie: boksen. Sinds oktober
2012 is hij voorzitter van de Nederlandse
Boksbond, maar je kunt hem ook regel-
matig zien boksen in boksschool De
Voltreffer in Nieuwegein. “Daarnaast
loop ik veel hard en voetbal. Mijn schema
is bomvol, maar ik vind altijd wel gaatjes
in mijn agenda, waarin ik even lekker kan
hard lopen”, zegt hij. Van der Vorst bena-
drukt het belang om genoeg te bewegen.
“Het motto van FysioHolland past hier
goed bij: Gezond en Actief. We stimu-
leren een gezonde leefstijl. Zo voorkom
je toekomstige klachten en de meeste
mensen voelen zich er gezonder en geluk-
kiger bij.” Door alle (neven)activiteiten
schiet het zelf behandelen er soms bij in.
“Maar ik werk altijd nog wel zo’n acht uur
per week zelf als fysiotherapeut. Voeling
blijven houden met mijn vak en dan men-
sen beter maken en ervoor zorgen dat ze
actief door het leven gaan, blijft de kern
van mijn werkende bestaan.” �
Ook ondernemen?
�
‘De lokale betrokkenheid moeten we koesteren’
De groei van FysioHolland benadrukt
ook dat het anno 2013 knokken is voor
zorgondernemers: “De start van onze
organisatie gaat tegen de aanhou-
dende crisis in ons land in. Maar ik
ben van mening dat je juist in tijden
van crisis ook risico moet durven te
nemen. Eenvoudig is dat natuurlijk niet
en in de praktijk moeten we enorme
hobbels nemen. Het is toch de kunst
dat onze werknemers geïnspireerd blij-
ven en niet te veel last krijgen van
soms onvermijdelijke organisatorische
wijzigingen. Wat dat betreft zijn wij
ons nog volop aan het ontwikkelen en
leren we elke dag bij.
Elke locatie wordt aangestuurd door
een speciaal aangestelde locatiema-
nager. Bij ons kan de patiënt terecht
voor product-markt-combinaties als
orthopedische revalidatie, hoofdpijn,
Back to Move voor lage rugklachten,
(kinderen met) overgewicht, beweeg-
groepen voor COPD, diabetes en hart-
falen, sportbegeleiding en echografie.”
55
MoveMens is een communicatieplatform voor ondernemers, leveranciers, partners en netwerken in de markt van ondernemers in beweging Primair richt MoveMens zich niet op het eerste vak van de professional, maar op het tweede vak, dat van ondernemen. MoveMens belicht zoveel mogelijk facetten van het ondernemerschap in de gezondheidszorg en heeft als doel opinies te presenteren, informatie te geven, kennis te delen en de branche in beweging te houden.
T: 070 - 41 51 313 | E: [email protected] | I: www.movemens.nl | Twitter @MoveMens
Intramed levert overzichtelijke, efficiënte en betaalbare software voor de zorg. Software die meer dan 19.000 professionele (para)medici ondersteunt in hun dagelijkse bedrijfsvoering. Gebruiksgemak en optimale service zijn de belangrijkste uitgangspunten van Intramed. Intramed biedt één geïntegreerde oplossing voor administratie en beroepsinhoudelijke zaken. Met de module Intramed PLUS is er een uitstekend EPD voor de fysiotherapie, o.a. om aan plus-contracten van zorgverzekeraars te voldoen. Ook voor alle andere paramedische beroepsgroepen zijn de richtlijnen van de betreffende beroepsvereniging opgenomen en zijn er per beroepsgroep handige functionaliteiten beschikbaar.
Met de keuze voor Intramed weet u als organisatie en zorgverlener zeker dat u voor een toekomst- en bedrijfszekere oplossing bij een servicegerichte partner hebt gekozen!
T: 0182 - 621 107 | E: [email protected] | I: www.intramed.nl
Pharmeon is gespecialiseerd in websites en internettoepassingen voor zorginstellingen. Pharmeon maakt standaard en op maat gemaakte websites voor met name paramedici. Met informatie over verschillende paramedische specia-lisaties, diverse formulieren en nieuwsupdates bieden onze klanten hun patiënten een online service zonder dat het hen tijd kost. De ‘Uw Praktijk Online’ website is uitermate geschikt voor paramedici zoals fysiotherapeuten, manueel therapeuten, podotherapeuten, oefentherapeuten en huidtherapeuten.
T. 020 - 650 01 00 | E. [email protected] | I. www.pharmeon.nl
Comvio is een automatiseringsbedrijf, gespecialiseerd in het automatiseren van paramedische praktijken. Met een deskundig team van R&D-ers en supportmedewerkers staan wij praktijken bij in het opzetten en beheren van de IT-omgeving. Comvio ontzorgt praktijken met Cloud Computing (SBC), hardware leveringen en -installaties, systeem-beheer en Back-up voorzieningen. Praktijken in het hele land weten Comvio al te vinden. Van Comvio kan en mag u ‘ouderwetse’ kwaliteit verwachten in de zich steeds vernieuwende IT-wereld.
T. 0316 - 294 242 | F. 0316 - 294 100 | I. www.Comvio.nl | Twitter @comvioBV
De Nederlandse Associatie voor Orthopedische Manuele Therapie (N.A.O.M.T.) behartigt de sociaal- maatschap-pelijke belangen van de Orthopedisch Manueel Therapeuten. De leden hebben de opleiding orthopedische manuele therapie gevolgd of zijn daarvoor in opleiding. Alleen afgestudeerden kunnen de titel OMT dragen. De Associatie verplicht de Orthopedisch Manueel Therapeuten hun vakkennis op peil te houden door middel van bij- en nascholing. De leden staan allen geregistreerd in het Centraal Kwaliteitsregister voor manueel therapeuten. Daarnaast wil de NAOMT de OMT een zelfstandige plek geven in de veranderende zorgmarkt.
T. 070 - 415 13 13 | E. [email protected] | I. www.naomt.nl
56
Abakus B.V. richt zich als onderdeel van de Winbase Groep op het ontwikkelen van praktijksoftware voor paramedici, waarbij het primaire proces optimaal ondersteund wordt. De software onderscheidt zich op het gebied van gebruiks-gemak en efficiëntie, maar biedt bovendien een uitgebreid instrumentarium om de zorgverlener te ondersteunen in zijn of haar handelen. Klinisch redeneren, evidence based handelen en sturen op basis van outcome zijn daar slechts enkele voorbeelden van. Samenwerkingsverbanden met o.a. hogescholen, de SOMT en TNO borgen de kwaliteit en de toekomstbestendigheid van de producten.
T. 0318 - 657 825 | E. [email protected] | I. www.abakus.nl
Het Gezonde Net is een netwerk van ondernemende fysiotherapiepraktijken, actief in gezondheid en zorg. Ruim 125 praktij-ken werken met elkaar samen om marktkansen optimaal te benutten. De helft van het netwerk is al Plus- of Topzorgpraktijk. De centrale organisatie van Het Gezonde Net stimuleert uitwisseling van kennis en ervaring tussen de praktijken, in samen-werking met de MoveMens partners. Een Plus- of Topzorgpraktijk is ook bedrijfsmatig een gezond bedrijf. Wij begeleiden deze praktijken in het succesvol managen van de eigen onderneming. Samenwerken maakt samen sterk.
T. 070 - 415 13 13 | E. [email protected] | I. www.HetGezondeNet.nl
Qualizorg is gespecialiseerd in het faciliteren van continu-onderzoek voor en door eerstelijns zorgaanbieders. Patiëntervaringonderzoek wordt bijvoorbeeld continu gemeten en online gerapporteerd. Dit gebeurt door een data-verzamelingsoplossing te faciliteren waarmee ervaringen gemeten en gerapporteerd kunnen worden. Dit gebeurt op gebruiksvriendelijke, laagdrempelige, actuele en kostenefficiënte wijze. Zowel vanuit de optiek van de zorgaanbieder als van de patiënt. Qualizorg is werkzaam voor zo’n 3.500 zorgaanbieders met producten als Fysio Prestatie Monitor en met vergelijkbare producten voor huisartsen, ketenzorg, kraamzorg en apothekers.
T. 0570 - 820 219 | E. [email protected] | I. www.qualizorg.nl | Twitter @qualizorg
Fyzzio International BV, kortweg Fyzzio, is de nieuwe naam van GymnaUniphy Nederland. Met de naam Fyzzio geven we uitdrukking aan wie wij zijn, wat we doen en voor wie we dat doen; het logo van Fyzzio zegt alles.Inrichten: onze vernieuwende producten vonden en vinden hun weg naar bijna alle fysiotherapie praktijken in Nederland.Opleiden: met onze opleidingen voor onder andere echografie en shockwavetherapie dragen we bij aan een profes-sionele toepassing van nieuwe onderzoeks- en behandelmethoden.Ondernemen: we adviseren praktijken bij de uitvoering van hun bedrijfs- en marketingactiviteiten.
T. 073 599 90 00 | E. [email protected] | I. www.fyzzio.nl / www.nt-e.nl | Twitter @fyzzio
De werking van het andullatie therapiesysteem is gebaseerd op de combinatie van infra-roodwarmte type A en mechanische vibraties. Stochastische resonantie veroorzaakt spierontspanning en een grotere productie van ATP in de lichaamscellen. Hierdoor kan het andullatie therapiesysteem ondermeer ingezet bij tal van chronische aandoeningen. Verschillende fysiotherapeuten ontdekten de effecten van andullatie op hun patiënten en erkennen volgende voordelen:
T. 0168 380 408 | E. [email protected] | I. www.fysioportal.nl
MyFitplan is een methode om mensen niet alleen in beweging te brengen, maar vooral te houden. MyFitplan is een uniek motiverend beweegconcept dat mensen permanent ondersteunt om te bewegen waar, wanneer en hoe ze maar willen. Met behulp van de modernste technieken is constante begeleiding gegarandeerd. MyFitplan werkt met een fitheidsladder en FIT-punten. MyFitplan biedt een oplossing voor alle bezwaren om mensen in beweging te laten komen en te laten blijven bewegen. MyFitplan biedt groeimogelijkheden voor ondernemers in beweging. MyFitplan kan functioneren voor verschillende doelgroepen of als ‘scholingsprogramma’ waarbij alle klanten leren bewegen met MyFitplan. FITpunten staan centraal in de aanpak, zowel wat betreft training als wat betreft motivatie, loyaliteit en communicatie. Met ‘GET YOUR POINTS’ als terugkerende uitdaging.
E. [email protected] | I. www.myfitplan.com
57
Colofon
14e jaargang | editie 4 | 2013
MoveMens – Magazine voor ondernemers in beweging
MoveMens is een toonaangevend magazine voor ondernemers in beweging: ondernemers met een (para)
medische achtergrond die zichzelf herkennen in de formule van het blad. Primair richt het blad zich niet
op het ‘eerste’ vak van professional maar op het ‘tweede’ vak, dat van ondernemer. Het magazine richt
zich op alle facetten van ondernemerschap in de gezondheidszorg en heeft als doelstelling opinies te
presenteren, informatie te geven, kennis te delen en de branche in beweging te houden.
Hoofdredactie/uitgever
MoveMens Media BV | Postbus 1027 | 2280 CA Rijswijk
T: 070 – 415 13 13 | E: [email protected] | W: www.movemens.nl
Eindredactie
Martijn Plantinga
Redactieadvies
Dick Hartog, Janneke Hermans, Geert-Jan van der Sangen en Inge van de Weem ([email protected])
Aan dit nummer werkten verder mee
MP tekst, Renso van Nuland, Martijn Plantinga, Rianne Kofman, Caroline Mangnus, Martijn Plantinga,
Koen Lim, Marjon Gerritsen, Ard Agteresch, Floris Goes
Fotografie
Ivar Pell, Inge van de Weem, Wim van IJzendoorn, Jeroen van
Kooten
Mediamanagement
Geert-Jan van der Sangen en Inge van de Weem
Sales en marketing
Cees de Zoete ([email protected])
Vormgeving
Atalba ([email protected])
DTP, lithografie, druk en verspreiding
Hollandse InDruk - Drukkerij Damen B.V. Werkendam
Partners
MoveMens wordt mogelijk gemaakt door bijdragen van de partners van MoveMens:
Intramed, Fyzzio, Het Gezonde Net, NAOMT, De Gezonde Wereld, Abakus, Pharmeon, Qualizorg, Comvio
en HHP Professional
Adreswijzigingen
Adreswijzigingen kunt u doorgegeven via de website www.movemens.nl. U kunt ook het adreslabel van
het magazine met daarop het oude en het nieuwe adres opsturen naar: Postbus 1027, 2280 CA Rijswijk.
Het is niet mogelijk om telefonisch een adreswijziging door te geven.
Verschijning, oplage en abonnement
MoveMens verschijnt 4 keer per jaar in een oplage van ca. 13.500 exemplaren. Het magazine wordt aan-
geboden aan ondernemers in de gezondheidszorg. Via de website www.movemens.nl kunnen onderne-
mers zich aanmelden voor het lezersbestand. Geïnteresseerden die niet behoren tot de doelgroep kunnen
zich abonneren via de website www.movemens.nl. Een jaarabonnement kost € 24,00 inclusief BTW en
kan op ieder moment ingaan. Opzeggen kan uitsluitend per einde jaar.
Copyright 2013 MoveMens
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en/of vermenigvuldigd, voor welk doel dan ook en
op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever MoveMens
Media B.V.
M A G A Z I N E V O O R O N D E R N E M E R S I N B E W E G I N G
14e JAARGANG | EDIT IE 4 | 2013
“Volledig inzetten op preventie bespaart 70% op zorgkosten!“Oudkerk maakt de balans op - Diabetes 2 een halt toeroepen Genezen zonder
operatie, medicijnen of extreem dieet - Bewegen stimuleren bij bedrijven De
uitdaging voor beweegspecialisten - (Na)zorg bewust meten Het volgen van uitbe-
handelde patiënten levert waardevolle inzichten op! Een analyse van de literatuur
MoveMens
MoveMens is een communicatieplatform
voor ondernemers, leveranciers, partners en
netwerken in de markt van ondernemers in
beweging. Dit communicatieplatform geeft
een magazine en een nieuwsbrief uit, onder-
houdt een website en organiseert seminars.
MoveMens Website
De website is de plaats waar ondernemers uit
de branche zich kunnen verdiepen: waar het
magazine stopt gaat de website verder. Www.
movemens.nl dient als naslagwerk voor de
lezer. Bovendien zijn op de website relevante
en ondersteunende onderzoeken te vinden,
uitgebreide bronvermeldingen, relevante
links en publicaties van geïnterviewden.
MoveMens Nieuwsbrief
De MoveMens nieuwsbrief is een maandelijk-
se uitgave waarin ondernemers in beweging-
worden geïnformeerd over actuele kwesties
die spelen in hun branche.
Meld u aan voor de nieuwsbrief via
MoveMens Management Academy:
MoveMens kent een Academy, een opleidings-
instituut voor ondernemers in beweging.
MoveMens Event:
MoveMens organiseert jaarlijks een event.
Op een exclusieve locatie wordt dan een dag
georganiseerd voor relaties van MoveMens.
In het voorjaar van 2013 organiseerde zij de
MoveMens Experience.
Social Media
Volg MoveMens op
www.twitter.com/movemens
58
C o m p l e t e p r a k t i j k s o f t w a r e v o o r d e f y s i o t h e r a p e u t
Op de website treft u tevensuitgebreide productinformatie
voor uw praktijk:www.intramed.nl
“We hebben nooit geweten dat Intramed zo compleet is”.
Met Intramed PLUS een volledig EPD
Gegevens meenemenIntramed levert uiterst overzichtelijke, efficiënte en betaalbare software voor de zorg. Software die inmiddels meer dan 19.000 professionele (para)medici ondersteunt in hun dagelijkse bedrijfsvoering. Altijd up-to-date en met de zekerheid van alleen de allerbeste support door mensen die het pakket door en door kennen.
Een greep uit de basisfunctionaliteiten van Intramed:
Noordkade 942741 GA Waddinxveen
T 0182 62 11 07 F 0182 62 11 99
De praktijk gaaterop vooruit
Interesse? Heeft u interesse in dit webbased kwaliteitsmanagementsysteem neem dan contact op met de centrale organisatie van Het Gezonde Net: [email protected] of bel Cees de Zoete op 0653 353 126
Gaat u ook voor de hoogste kwaliteit?Het Gezonde Net is een kwaliteitsnetwerk waarbij de aangesloten praktijken begeleid worden in het
behalen van het HKZ- en HCA-certifi caat. Met deze certifi caten op zak heeft uw praktijk de mogelijk-
heid om bij zorgverzekeraars de maximale contracten af te sluiten. In het netwerk van Het Gezonde
Net praktijken zijn al 60 Topzorg- en/of Pluspraktijken actief.
Bent u de volgende?
Webbased kwaliteitsmanagementsysteem
De praktijken van Het Gezonde Net maken gebruik van een webbased kwaliteitsmanagementsysteem.
Dit systeem is exclusief voor Het Gezonde Net ontwikkeld en biedt o.a. de volgende functies:
• digitaal handboek met zoekfuncties
• processen voor klantreacties, interne klachten en verbetermaatregelen
• jaarplanning en periodieke management review
• praktijkoverleg met agenda, notulen en acties
Het systeem wordt gebruikt door alle praktijkmedewerkers. Afhankelijk van de functie
is de autorisatie vastgelegd.
audit rapportages analyse en review
informatie koppelen
procesbewaking