Volkscultuur & Kunst

40
v e r s l a g symposium

description

Een magazine behorende bij het symposium 'Volkscultuur & Kunst' dat Kunst & Cultuur Drenthe, Kunst & Cultuur Overijssel en het Drents Plateau op 6 oktober 2010 organiseerden.

Transcript of Volkscultuur & Kunst

v e r s l a g s y m p o s i u m

04 Introductie

05 Van de kat en het spek door M. Gerding

06 De relatie volkscultuur en kunst door Albert van der Zeijden en Marieke Vegt

08 Programma

09 6 oktober 2010, Volkscultuur & Kunst

20 Deelnemerslijst

Noten

22

35

Volkscultuur publiek maken door Kees Vuyk

I n h o u d s o p g a v e

02

Woensdag 6 oktober 2010 | Het Hotel in Hoogeveen | Het Drents Plateau, Kunst & Cultuur Drenthe en Kunst & Cultuur Overijssel.

Volkscultuur wordt omschreven als de cultuur van alledag en als geheel van tradities en gebruiken dat mensen identiteit verschaft. Volkscultuur is één van de speerpunten van het landelijk cultuurbeleid. Het symposium Volkscultuur & Kunst heeft als doel om bezoekers gezamenlijk een nieuw volkscultuurproject te laten bedenken. Het is de bedoeling dat met behulp van de organiserende organisaties ( Kunst & Cultuur Overijssel, Kunst & Cultuur Drenthe en het Drents Plateau) het project daadwerkelijk wordt gerealiseerd.

04

I n t r o d u c t i e

Van de kat en het spekEen symposium over Volkscultuur & Kunst vraagt niet naar de bekende weg. Het zou zelfs gezien kunnen worden als de kat op het spek binden. De oubolligheid van de folklore is toch niet verenigbaar met de intrinsieke vernieuwing van de kunst?

Op de bijeenkomst in Hoogeveen die Drents Plateau, Kunst & Cultuur Drenthe en Kunst & Cultuur Overijssel op 6 oktober 2010 organiseerden kwam gelukkig een heel ander beeld naar voren. Met die oubolligheid valt het ontzettend mee en de kunst laat zich graag inspireren door thema’s uit de volksculturele sfeer. Daarbij wordt overigens altijd de volgende vraag gesteld: wie staat ten dienste van wie? Maar ook daarover hoeven de degens niet altijd gekruist te worden, als het resultaat maar goed is.

De kracht van de volkscultuur is (per definitie) dat het dichtbij de mensen staat. Kunstenaars voor wie participatie een belangrijke invalshoek is, kunnen daar veel inspiratie uithalen. Participatie was de rode draad die door de hele dag heen liep. Zowel in de presentaties die ’s ochtends in hoog tempo de revue passeerden als ’s middags tijdens de sessies waarin de deelnemers zelf aan de slag moesten met de uitwerking van een gezamenlijk idee. Een belangrijke vraag daarbij was: wanneer is er sprake van actieve cultuurparticipatie? Het bijwonen van een voorstelling is dat bijvoorbeeld niet. Het meespelen van het publiek kan dat wel zijn.

De deelnemers kozen uiteindelijk het meest aansprekende idee: ‘De weg van het eten door…’. Voeding en voedsel is bij uitstek een onderwerp dat zich voor oneindig veel verbindingen leent. Het zit boordevol met tradities, streekgebonden-heid, verhoudingen tussen mensen (en dieren) en (kunst) historische ontwikkelingen. Zij vormen een onuitputtelijke bron van inspiratie voor kunstenaars. En een lekkere bron vaak ook nog.

Het is een uitdaging om het idee uit te werken in een concreet en smakelijk project!

Michiel GerdingDrents Plateau

05

Van de kat en het spek door M. Gerding

De weg van het eten door…

Het project ‘De weg van het eten door…’ is enthousiast opgepakt door vijf bezoekers van het symposium. Inmiddels is bij Kunst & Cultuur Drenthe een brainstormsessie geweest en een volgende staat in de planning. In januari 2011 wordt de stand van zaken aan een bredere groep gepresenteerd om zo ook mogelijke nieuwe invalshoeken te bekijken. Meer weten: [email protected].

De relatie volkscultuur en kunstMet het symposium Volkscultuur & Kunst op 6 oktober 2010 in Hoogeveen wilden Drents Plateau, Kunst & Cultuur Drenthe en Kunst & Cultuur Overijssel nieuwe verbindingen leggen met de hedendaagse kunst. Het is één van de doelstellingen van het Fonds voor Cultuurparticipatie dat volkscultuurprojecten wil subsidiëren die een herwaardering van volkscultuur bewerkstelligen. Volkscultuur dient voor het hier en nu van waarde te worden gemaakt.

Tijdens het symposium werden diverse kunstprojecten gepresenteerd met volkscultuur als uitgangspunt of de inzet om via volkscultuur (actieve) cultuurparticipatie te bevorderen. Het ene project slaagde daar beter in dan het andere. Vanuit het perspectief van de volkscultuur had ik een beetje moeite met het project van Lambert Kamps, die zich in een Liverpoolse volkswijk liet inspireren door de vele oude auto’s die hij bij de mensen thuis aantrof en waaraan de bewoners naar hartenlust knutselden. Lambert nam het als uitgangspunt voor een creatief idee: hij gooide de auto’s op z’n kop om er zo een bootje van te kunnen maken waarmee je op het Liverpoolse kanaal kunt varen. Als kunst misschien interessant, maar is het ook volkscultuur? Geslaagder vond ik het project van SWET met een theatervoorstelling in de vorm van een requiem waarin mensen op rituele wijze afscheid kunnen nemen van afgebroken gebouwen en fabrieken. Alle fasen van rouwverdriet komen hier aan de orde: van ontkenning tot en met acceptatie.

Kunst raakt aan volkscultuur door de maatschappelijke functie die het voor mensen vervult. Maar soms denk ik wel eens, slaan we niet een beetje door? Sinds de volkscultuur in het regeerakkoord heeft gestaan, en er een nieuw Fonds voor Cultuurparticipatie is gekomen, hebben kunstenaars nieuwe en creatieve manieren bedacht om een beroep te kunnen doen op dit fonds. Daarbij wordt nog wel eens uit het oog verloren, dat niet de kunst of de kunstenaar het doel is, maar de volkscultuur en de actieve cultuurparticipatie van mensen zelf. Een goed volkscultuurproject sluit naar mijn mening aan bij volkscultuuruitingen in de samenleving en wil mensen actief betrekken bij het produceren van (nieuwe) volkscultuur. Dit vergt een dienstbare opstelling van de kunstenaar, waarbij niet zijn eigen ego voorop staat, maar de actieve betrokkenheid van mensen zelf. Kunst is een middel om iets anders te bereiken.

Albert van der Zeijden Nederlands Centrum voor Volkscultuur

06

De relatie volkscultuur en kunst door Albert van der Zeijden en Marieke Vegt

Kunst & Cultuur Drenthe zet zich in om meer mensen actief bij de kunsten te betrekken. Actieve cultuurparticipatie, daar draait het om. We worden namelijk ‘beter’ van kunst. Wetenschapsjournalist Mark Mieras, die op 17 november 2010 tijdens het symposium Talentontwikkeling spreekt over de meerwaarde van kunstbeoefening, meent dat kunstbeoefenaars flexibeler en creatiever zijn. 'Musici zijn betere luisteraars' en 'Mensen die kunst beoefenen, krijgen gemiddeld vier jaar later Alzheimer dan mensen die geen kunst beoefenen', aldus Mieras. Zoveel mogelijk mensen betrekken bij de kunsten is daarom een gezond streven.

Volkscultuur is de culturele uiting van de identiteit van een groep. Uitingsvormen zijn er in alle disciplines: theater, muziek, dans, mode, taal, kookkunsten, erfgoed en media. Tijdens het symposium wilden de partijen laten zien dat volkscultuur en kunst gelijkwaardig kunnen zijn en een inspiratiebron voor elkaar. Culturele projecten waarin volkscultuur en kunst samengaan bereiken vaak grote groepen geïnteresseerden. Het gaat immers over hen. Volkscultuur is het middel om de kunst dichter bij het publiek te brengen en meer mensen actief te laten participeren. Dit bleek wel uit de voorbeelden die werden gepresenteerd: bij SWET en het jaarlijkse historisch schouwspel in Den Ham worden hele dorpen actief betrokken. In Den Ham doet tweederde van de bevolking actief mee. Ook bij het project van Lambert Kamps was de hele wijk betrokken. Verschillende groepen (scholieren, biljartclub, straten) maakten een kunstzinnige boot. Een oude traditie herleefde toen de boten in een vloot over het kanaal voeren.

De circa zestig aanwezigen gingen ’s middags zelf aan de slag. Vier nieuwe volkscultuurprojecten werden bedacht en gepresenteerd. Na stemming werd ‘De weg van eten door…’ gekozen tot het meest aansprekende project. Het project toont nieuwe verbindingen vanuit het thema ‘voedsel vroeger en nu’:

• Oude voedselwegen in dorpen en steden (pannenkoekendijkje, molenweg en ganzenmarkt) verbinden met nieuwe media.• Traditionele eetfeesten (oogstfeest, Suikerfeest) verbinden met locatietheater.• Jong en oud verbinden door hen te laten praten over het ontstaan van straatnamen die over voedsel gaan.

Dit nieuwe volkscultuurproject wordt uitgewerkt in samenwerking met het Drents Plateau, Kunst & Cultuur Overijssel en Kunst & Cultuur Drenthe en hopelijk in 2011 gerealiseerd.

Marieke VegtKunst & Cultuur Drenthe

07

De relatie volkscultuur en kunst door Albert van der Zeijden en Marieke Vegt

Programma

10.00 uur Opening Symposium Volkscultuur & Kunst door dagvoorzitter Michiel Gerding (Drents Plateau)10.15 uur Welkomstwoord, Henk Moes, directeur Kunst & Cultuur Overijssel10.45 uur Albert van der Zeijden, Nederlands Centrum voor Volkscultuur11.10 uur Presentatie van voorbeelden van Volkscultuurprojecten: • Ömer Kaya – Snekologie • Jan van Ginkel - Op de bres voor de Jeneverbes • Lambert Kamps - Urban Biennale Liverpool 2009 • Marjan Beijering - Liefde in het Landschap • Gert Sennema - SWET • Fred van Schoonhoven - Sagensafari • Fons Hassels Mönning - Stichting Historisch schouwspel, Den Ham • Elles Kiers en Sjef Meijman - Varkensjaar12.45 – 13.30 uur Lunchpauze13.45 – 14.45 uur Werkgroepen: Bedenk samen met anderen een vernieuwend volkscultuurproject.15.00 uur Presentatie van de nieuwe projecten16.00 uur Pauze en Verkiezing van het beste nieuwe project16.30 uur Bekendmaking van het beste project16.45 uur Nawoord Jan Jaap Knol directeur Fonds voor Cultuurparticipatie 17.00 uur Afsluiting Dagvoorzitter

08

Programma

6 oktober 2010, Volkscultuur & KunstOpening door dagvoorzitter Michiel Gerding

‘Vandaag gaan we niet discussiëren, maar doen.’

“Op dit symposium is de discussie over wat volkscultuur eigenlijk is, niet aan de orde. We gaan namelijk niet discussiëren, maar doen! Doel is om projecten te bedenken die passen in de sfeer van volkscultuur. Volkscultuur staat aan de vooravond van erkenning van de volwassen kunstsector. Het Fonds voor Cultuurparticipatie omarmt het en het kan een van de meest spannende sectoren worden. Iedereen die aanwezig is, gaat praktisch aan de slag aan de hand van inspirerende projectpresentaties. Er wordt van iedereen dus een actieve rol verwacht. Doel is te ontdekken wat er mogelijk is op het gebied van volkscultuur.”

Henk Moes, directeur Kunst & Cultuur Overijssel (KCO)

‘Hoe maken we een verbinding met de hedendaagse tijd?’

“Mensen zijn al eeuwenlang bezig met volkscultuur. Nu heeft het onderwerp opeens ook de aandacht van de beleidsmakers.Dit heeft te maken met de ontwikkeling rond identiteit. Identiteit is een belangrijk begrip binnen volkscultuur, vooral op provinciaal niveau. De streek wordt onder de aandacht gebracht en eeuwenoude tradities en gebruiken staan opeens in de schijnwerpers. Alleen al in Overijssel en Drenthe zijn meer dan duizend organisaties die zich bezig houden met volkscultuur. De vraag is hoe volkscultuur in de toekomst vertaald kan worden naar de hedendaagse tijd. Soms vindt men volkscultuur namelijk oubollig. Een goed voorbeeld van een nieuwe ontwikkeling is de prijsvraag OEDA, waarbij de Overijsselse Erfgoed Design Award uitgereikt wordt. Jonge kunstenaars bedenken in deze wedstrijd nieuwe ontwerpen van erfgoed en gebruiken oude kenmerken om uiteindelijk tot een moderne vormgeving te komen. Zo ontwierp een voormalig inwoonster van Staphorst een nieuw melkservies, waarbij ze Staphorster stipwerk als decoratie gebruikte. Een mooie illustratie van hoe een verbinding vanuit het verleden naar het heden gemaakt is. De kunstenaar reflecteert op volkscultuur. Daarbij is het goed om de kunst niet alleen als middel te zien. Volkscultuur leeft!”

09

6 oktober 2010, Volkscultuur & Kunst

Albert van der Zeijden, historicus en consulent Nederlands Centrum voor Volkscultuur

‘Kunst zie ik meer als middel dan als doel.’

“Wat is volkscultuur eigenlijk? Is dat Sinterklaas, Pasen, carnaval of de Gay Parade? Heeft het te maken met hoge of lage cultuur een linkse of rechtse hobby? Volkscultuur is een breed begrip. Het heeft te maken met tradities en wat mensen bezig houdt. Volkscultuur is er ook voor jongeren. Het feest Halloween bijvoorbeeld, is onder hen erg populair.”

Impact“Vier jaar geleden stond het begrip ‘volkscultuur’ opeens in het regeerakkoord. Er zijn veel verschillende clubs in Nederland die zich met volkscultuur bezighouden. Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur heeft rond de zesduizend instellingen in haar bestand die actief zijn. De impact van volkscultuur kan groot zijn, dat zie je bijvoorbeeld tijdens het draaksteken in Beesel. Bijna alle inwoners van het dorp doen er aan mee.”

Identiteit“Met volkscultuur kun je verbindingen leggen, want het heeft te maken met identiteit. Mensen identificeren zich met hun volkscultuur. Oude volksculturen worden opnieuw uitgevonden. Denk bijvoorbeeld aan wat in het Openluchtmuseum in Arnhem te zien is. Ook verhalen van migranten passen er binnen volkscultuur, of educatieve projecten voor jongeren. Tegenwoordig speelt de commercie een steeds grotere rol binnen de volkscultuur. In veel winkels worden artikelen voor het Paasfeest of Valentijnsdag verkocht. Vanuit VVV’s wordt het reli-toerisme gepromoot en voor steeds meer levenslooprituelen kan men bij de feestwinkel terecht. Vanuit de samenleving klinken af en toe wat bezwaren tegen deze ontwikkeling. Pepernoten bijvoorbeeld, liggen steeds vroeger in de winkel!”

Volkscultuur en kunst“Volkscultuur in de kunst is een beetje een paradox. Avant-garde kunstenaars gebruiken uiterst traditionele beelden van volkscultuur in hun kunst. Denk aan het door Sjoerd Soeters ontworpen stadhuis in Zaandam, vol met traditionele elementen. Klompen, klederdracht en molens zijn regelmatig terugkerende elementen. Maar kunst in volkscultuur is nooit het doel, maar het middel. De kunstenaar staat niet voorop.”

Erfgoedinstellingen “Volkscultuur is geen gegeven. Er is weinig tijd en aandacht voor onderzoek. Maar omdat het geschiedenis en traditie heeft, is het wel de moeite waard. Het kan duurzaam gemaakt worden, door het door te geven naar de toekomst. Geen eenmalige voorstellingen, maar zoeken naar beklijving. Ook is het belangrijk om erfgoedinstellingen bij projecten te betrekken.”

www.volkscultuur.nl

10

6 oktober 2010, Volkscultuur & Kunst

Inspirerende projecten die balanceren op het grensgebied van volkscultuur en kunst

Pitch 1: Snekologie – Ömer Kaya

Pitch 2: Op de bres voor de Jeneverbes –

Jan van Ginkel

Pitch 3: Urban Biënnale Liverpool 2009 -

Lambert Kamps

Pitch 4: Liefde in het landschap – Marjan Beijering

Pitch 5: SWET – Gert Sennema

Pitch 6: Sagensafari – Fred van Schoonhoven

Pitch 7: Historisch Schouwspel, Den Ham –

Fons Hassels Mönning

Pitch 8: Varkensjaar – Elles Kiers en Sjef Meijman

Presentaties

11

Project van Lambert Kamps

How to make a boat from a car

12

An old car is the basic material. It will be put upside down.Stap 1

To make the car strong, materials like wood and polyester are needful. Sand is for ballast and some old interior parts are used again.

Stap 3

The interior, engine and otherinternal partswil be taken out. Some of them can be used again.

Stap 2

The ship is ready to explore the Leeds-Liverpool canal.Stap 4

Pitch 1: Snekologie – Ömer KayaSnekologie is een cursus over de taal en geschiedenis van de Friese stad Sneek. Bekende en minder bekende Sneekers vertellen over hun stad. De cursus is een groot succes en spreekt zowel jongeren als ouderen aan. Snekologie wil inwoners van Sneek betrekken bij de stad waarin ze leven en een rol spelen in de overlevering van verhalen. Na de cursus zijn deelnemers Sneekoloog en ambassadeurs van de stad. Er is op dit moment een wachtlijst van meer dan honderd personen. Initiatiefnemer van de cursus is de Fries Ömer Kaya. Hij is dit jaar uitgeroepen tot jongerenambtenaar van het jaar.

www.youtube.com/watch?v=1ZnYjjFsHyg

Pitch 2: Op de bres voor de Jeneverbes – Jan van GinkelWaggel Jan maakt zich hard voor de jeneverbes. De struik komt sinds eeuwen in Nederland en vooral in Drenthe op de droge heide voor. De heide heeft een levendige cultuur met een lange traditie. Het Jeneverbesgilde is bang dat de jeneverbes verdwijnt en daarmee de cultuurgeschiedenis over het heidegebied. Het gilde zorgt er daarom voor dat kennis over de hei wordt overgedragen en organiseert verschillende voorlichting en educatieve projecten.

www.jeneverbesgilde.nl

Gaat volkscultuur alleen over feesten?Albert van der Zeijden: “Binnen volkscultuur spelen feesten een grote rol. Maar ook aandacht voor de meer donkere kant van het leven verdient aandacht. Bermmonumenten zijn voorbeelden van een betekenisvol ritueel.”

13

6 oktober 2010, Volkscultuur & Kunst

Pitch 3: Urban Biënnale Liverpool 2009 - Lambert KampsOngeveer vijftig jaar geleden liepen de werkzaamheden in de haven van Liverpool terug. Dat zorgde voor werkloosheid en verpaupering van de wijken. De Urban Biënnale Liverpool betrok de inwoners bij hun omgeving. Lambert Kamps maakte met hen samen onder andere een watertaxi van een oude auto. Bewoners konden met de watertaxi door een kanaal varen dat door de stad stroomt. Een manifestatie met drijvende waterobjecten sloot het project af. Het initiatief zorgde voor sociale cohesie in de buurt.

www.lambertkamps.com

Pitch 4: Liefde in het landschap – Marjan BeijeringLiefde roept veel herinneringen op bij mensen. Deze herinneringen zijn vaak verbonden met het landschap.Liefde in het landschap is een project voor jong en oud, waarin verhalen worden verzameld over liefde en het landschap op de Hondsrug in Drenthe. Het project omvat onder andere een beeldenroute, een website, historisch onderzoek, een schrijf-wedstrijd en een fotoverzameling. Sociale media worden ingezet om beelden te verzamelen. Tot slot wordt een publicatie uitgebracht, met daarin conclusies van het onderzoek en verhalen die door het project los gekomen zijn.

www.geschiedenislab.nl

Waar eindigt participatie en begint consumptie? Albert van der Zeijden: “Er is een tendens naar het steeds meer inzetten van profes-sionals als acteurs en regisseurs bij traditionele evenementen. Het gevaar daarvan is, dat het evenement steeds minder gedragen wordt door de plaatselijke gemeenschap. Door vercommercialisering neemt de participatie over het algemeen af.”

14

6 oktober 2010, Volkscultuur & Kunst

Pitch 6: Sagensafari – Fred van SchoonhovenJe stapt in de auto en laat je over Twentse wegen leiden door een stem. De stem vertelt verhalen over vroeger, folklore, boerderijen, sagen en legendes van de streek. Het zijn volksverhalen, verpakt in een toeristisch product. De Sagensafari is een autotocht met gps-navigatie. De VVV’s in Noordoost Twente zijn het startpunt voor de tocht van negentig kilometer. De Sagensafari kent verschillende succesfactoren: het is het simpel in gebruik, het biedt kwaliteit en beleving en het is duurzaam. Ook als het project is afgelopen wordt het product onderhouden en verkocht (á € 19,95 per auto).

www.abellife.nl

Pitch 5: SWET – Gert SennemaOp verschillende locaties in het noorden van Nederland wordt door bewoners en publiek via SWET afscheid genomen van gebouwen en landschappen. SWET bestaat uit zeven verschillende voorstellingen die samen een requiem vormen. Loutering, verzoening met de werkelijkheid en tot slot een collectief afscheid. De makers van de voorstellingen gaan met omwonenden van de locatie in gesprek over de omgeving en maken een vertaalslag in beeld, verhalen, theater en muziek. De voorstellingen komen collectief tot stand: iedereen die mee wil doen met SWET kan meedoen.

www.swet.nu

Zijn er voorbeelden van nieuwe volkscultuur?Albert van der Zeijden: “Voor sommige jongeren is de gothic-cultuur erg aantrekkelijk. Ook zijn er steeds meer ‘levende geschiedenisgroepen’, die situaties uit de Tweede Wereldoorlog naspelen. Middeleeuwse markten en het Archeon zijn meer voor de folkloristen. Beide groepen kunnen van elkaar leren. Hoe dan ook, volkscultuur kan voor iedereen een spiegel zijn.”

15

6 oktober 2010, Volkscultuur & Kunst

Pitch 7: Historisch Schouwspel Den Ham – Fons Hassels MönningOp de zaterdag na Sinterklaas wordt er sinds 2003 in Den Ham een historisch schouwspel opgevoerd. Er doen 250 spelers aan mee, voor het grootste deel afkomstig uit Den Ham. Tussen twaalf uur ’s middags en acht uur ’s avonds voeren deelnemers op verschillende plekken in het dorp toneelstukken op. Dit jaar is de Franse tijd rond 1880 het thema. Vorig jaar was dat de pruikentijd van 1770. Het evenement trekt veel publiek.

www.levendverleden.nl

Pitch 8: Varkensjaar – Elles Kiers en Sjef MeijmanDe relatie van de mens met zijn voedsel staat centraal in het project ‘Varkensjaar’. Doel van het project is om het publiek dichter bij eten te brengen. De kunstenaars, ‘portable agrariërs in residence’, leven intensief met vier varkens van het ras Bonte Bentheimers in een wei in Coevorden. Na verloop van tijd worden twee varkens geslacht. De bereiding van het vlees tot voedsel is in een voorstelling verwerkt. Voor het publiek is het een zintuiglijke ervaring, waar smaak en geur voorop staan. Mensen kunnen dineren met varkens, maar ook wandelen met de dieren. Contact tussen mens en varken komt op deze manier tot stand.

www.varkenshuis.nl

16

6 oktober 2010, Volkscultuur & Kunst

Na de inspirerende presentaties gaan de

bezoekers in vier groepen uiteen. Ze krijgen de

opdracht om een nieuw volkscultuurproject te

bedenken. Later presenteren ze dit project aan

het publiek en wordt het beste project door

middel van een stemming uitgekozen.

17

Workshops

6 oktober 2010, Volkscultuur & Kunst

Groep 1

Idee: Een volksboerderij met wisselende bemanning Het verblijf op de volksboerderij duurt twee weken. Per week wisselt de bemanning van de boerderij. Er zijn steeds twee groepen aanwezig. De ene groep wordt verzorgd door de andere groep, die al een week op de boerderij heeft doorgebracht. Er zijn geen moderne communicatiemiddelen toegestaan. Er ontstaat een eigen cultuur op de boerderij. Het is een biologische boerderij die self supporting is. Alles wat men eet is zelf gekweekt en geoogst. Dat levert kennis over de productie van eten op.

Groep 2

Idee: Armoede-onderzoekSteeds meer mensen leven in armoede in Nederland. Als je niet veel geld te besteden hebt, word je vindingrijk en zoek je naar creatieve manieren om het hoofd boven water te houden. Gaan mensen dan meer delen en samen doen? Het idee is een pleidooi voor een onderzoek naar hoe mensen hun dagelijks leven vormgeven, als ze in armoede leven. Welke verbindingen ontstaan en hoe leidt dit tot volkscultuur?

Groep 3

Idee: Stenen sprekenEen route door een dorp of stad waar muren spreken en verhalen vertellen. Doe je ogen eens dicht en concentreer je op wat je hoort. Luister bijvoorbeeld naar de verhalen van oma. Zo ontstaat er een verbinding met het verleden. De route is bedoeld voor wandelaars en of mensen die toevallig langs lopen.

Groep 4

Idee: De weg van het eten door…....... (willekeurige plaatsnaam invullen) Dit project kan overal uitgevoerd worden. Het idee is simpel: zoek de weg van het eten. Denk aan de Molenweg en de Bakkersstraat, de Pannekoekendijk …; een speurtocht door de stad. Daarnaast kan het project een kunsteducatieproject voor kinderen bevatten over historisch koken en een website, waar alle ‘wegen’ van eten in steden en dorpen op te vinden zijn.

Bekendmaking winnend project door de dagvoorzitter Michiel GerdingHet project ‘De weg van het eten door…’ krijgt de meeste stemmen van de aanwezigen en is dus winnaar. De organisatoren van het symposium gaan actief op zoek naar mensen die het project daadwerkelijk willen gaan uitvoeren.

18

6 oktober 2010, Volkscultuur & Kunst

Jan Jaap Knol, directeur Fonds voor Cultuurparticipatie‘Volkscultuur en commercie kunnen hand in hand gaan.’

“Volkscultuur is een belangrijk thema voor het Fonds Cultuurparticipatie. Er zijn tijdens het symposium mooie en inspirerende projecten voorbij gekomen. Volkscultuur gaat over gemeenschappen van mensen, tradities en rituelen. Het heeft voor een groot deel ook te maken met identiteit: waar mensen vandaan komen, lokale binding en wat mensen beweegt. Volkscultuur is mensenwerk en daarin zit meteen ook de kracht. Eten en voedsel zijn onderwerpen die tijdens het symposium vaak naar voren kwamen. Dat is opvallend in een tijd van internationalisering en commercialisering. Als tegenbeweging zie je mensen terugvallen op de menselijke maat en herstel van betrekkingen. We zijn op zoek naar de oorsprong van ons bestaan. Toch kunnen volkscultuur en commercialisering ook hand in hand gaan. Kijk maar naar het Oktoberfest, wat inmiddels op verschillende plaatsen in ons land wordt georganiseerd. Van oorsprong is dit een Duits feest, maar door toedoen van biermerken als Heineken en Bavaria is het nu bijna ook een Nederlands volksfeest geworden.”

“Het Fonds voor Cultuurparticipatie werkt samen met provincies op het gebied van kunst en cultuur. Met geld en subsidies worden projecten in Nederland ondersteund. De lat ligt hoog, maar natuurlijk kan iedereen een verzoek indienen. Dat kunstenaars zich door volkscultuur laten inspireren is een fantastische ontwikkeling. Volkscultuur is een rijk fenomeen, waar je op verschillende manieren mee om kunt gaan. Denk daarbij niet alleen vanuit cultuur, maar zoek ook naar verbinding met andere beleidsterreinen, zoals ruimte, welzijn en onderwijs. Het symposium was inspirerend, met veel voorbeelden van projecten die aan het denken hebben gezet.”

Afsluiting dagvoorzitter Michiel Gerding

‘Laat ook armoede naar voren komen.’

“Volkscultuur is tijdens het symposium neergezet als cultuur voor alleman en alledag. Het zoete verleden is daarbij vaak het uitgangspunt. Het is een uitdaging om er ook eens een andere draai aan te geven. Zoals in één van de nieuw bedachte projecten naar voren kwam, zou je ook een onderwerp als armoede eens verder uit kunnen werken. Volkscultuur kan namelijk over alles gaan.”

www.cultuurparticipatie.nl

19

6 oktober 2010, Volkscultuur & Kunst

Deelnemerslijst

Naam Woonplaats OrganisatieLeo van Eden Almelo Gemeente AlmeloJette Janssen Zutphen Gelders ErfgoedDelia Bremer Nieuweroord Galerie FB Delibre / Organisatiebureau / Literair beeldend kunstenaresDirk Kok Staphorst Museumboerderij StaphorstAdriaan Buiks Zwolle Provincie OverijsselIna Damming-Wemmenhove Annen ParticulierMarcella Marinelli Zwolle Het OverstichtBregt Beerends Zuidwolde Stichting Welzijn De WoldenJohan Godschalk Arnhem KCGHarry Nijhuis Enschede TwentseWelleElayne Lussenburg Zwolle Kunst & ZoCorrie Goldsteen Zwolle Kunst & Cultuur OverijsselAukje Krommendijk Enschede TwentseWelleBertus van den Hof Eelde Klompenmuseum Gebr. WietzesMaria Schmitz Wickermann Borne VrijwilligerJoke Wolf Assen Drents ArchiefPeter Nagtegaal Orvelte CAVO OrvelteJos van der Werff Garminge St. Podia Midden-DrentheAd Breedveld Veenhuizen KKVJacintha Blom Enschede Cultuurcoach EnschedeMJ. Bos Emmen 't Aol' VolkW.J. Steensma Emmen 't Aol' VolkMargreet Versteeg Roderwolde Stichting Culturele Driehoek RolderwoldeJeanet Landman Smilde Bibliotheek SmildeHenk de Reus Hoogeveen DJT de ReusGerda Noordam Dwingeloo Arachne verteltheaterLucia Doze Groningen Lucia DozeLoes ten Anscher Deventer Beeldend kunstenaarMarga Zwiggelaar Hoogeveen Museum De 5000 MorgenIneke Broerse Roden MightyduckTruus Dolfing Assen K&C DrentheRudi Emmelkamp Assen K&C DrentheEls Mondt Zwolle Beeldend kunstenaar

Deelnemerslijst

20

Naam Woonplaats OrganisatieMatthijs Scheemda Driebergen Onderzoeksbureau Elles BulderAgeeth Ziel Hoogeveen De SmederijenJohan de Noord Assen K&C DrentheGerrit Kamstra Assen Provincie DrentheMvr. Nieuwenstein Zwolle Stichting Hier & Daar ZwolleNina Stegeman Zwolle Stichting Hier & Daar ZwolleTine Rinds Groningen Beeldend KunstenaarKoos Cleveringa

Organisatie

Marjelle Over Assen K&C DrentheGirbe Buist Zwolle Kunst & Cultuur OverijsselMichiel Gerding Assen Drents Plateau

Workshopleiders Boris Brink Assen K&C Drenthe Marieke Vegt Assen K&C DrentheTina Schrameijer Assen K&C DrentheMarjan Oostmeijer Assen K&C DrentheRiny Riezenbos Zwolle Kunst & Cultuur OverijsselM. Veldkamp Zwolle Kunst & Cultuur Overijssel

Sprekers

Ömer Kaya Leeuwarden Gemeente LeeuwardenGert Sennema Grijpskerk SWET / Beeldend kunstenaarElles Kiers Groningen Beeldend kunstenaar / VeenhuizenJan van Ginkel Orvelte Stichting Veldwerk NederlandFred van Schoonhoven Lochem Abel Adventures Marjan Beijering Rotterdam GeschiedenislabHenk Moes Zwolle Kunst & Cultuur Overijssel Albert van der Zeijen Utrecht Nederlands Centrum voor VolkscultuurLambert Kamps Groningen Beeldend kunstenaarFons Hassels Mönning Den Ham Stichting Historisch schouwspelJan Jaap Knol Utrecht Fonds voor Cultuurparticipatie

Deelnemerslijst

21

Volkscultuur publiek makenOver volkscultuur als onderwerp van cultuurbeleidKees Vuyk

1. InleidingDe introductie van volkscultuur in het cultuurbeleid roept een aantal vragen op. Wat is volkscultuur, waarom moet de overheid aan beleid doen op dit terrein en hoe moet dit beleid er in de praktijk uitzien? Dit artikel is een beschouwing over de cultuurpolitieke betekenis van het thema volkscultuur, waarin de tweede vraag (die naar de legitimatie) centraal staat. Ik begin met een korte beschrijving van de politieke geschiedenis van de term volkscultuur. Vervolgens schets ik de plaats van de volkscultuur in het culturele krachtenveld. Op de vraag naar de legitimiteit van het volkscultuurbeleid zoek ik een antwoord aan de hand van de twee definities die voor volkscultuur in omloop zijn: volkscultuur als cultuur van alledag en volkscultuur als het geheel van tradities engebruiken dat mensen een identiteit verschaft. Ik zal betogen dat de laatste het sterkste motief levert voor een beleid op dit terrein. Volkscultuurbeleid moet gericht zijn op het begeleiden van sociaal-culturele veranderingen die bestaande identiteiten bedreigen en de vorming van nieuwe identiteiten vereisen.

2. De politiek zet volkscultuur op de agendaVolkscultuur als onderwerp van cultuurbeleid doet in 2007 zijn intrede in het regeerakkoord van het kabinet Balkenende IV.1 Voor velen was dat een verrassing. Toch kwam het niet helemaal uit de lucht vallen. Het onderwerp wordt al genoemd in het verkiezingsprogramma 2006-2011 van het CDA: “Amateurkunst en volkscultuur moeten gestimuleerd worden, bijvoorbeeld door meer vruchtbare kruisbestuiving met de professionele kunstsector mogelijk te maken.” 2

Minister Plasterk neemt het thema voortvarend ter hand. In zijn cultuurnota maakt hij het voornemen bekend om een ‘programmafonds’ cultuurparticipatie op te richten voor de stimulering van amateurkunst, cultuureducatie en volkscultuur.3

Deze positionering geeft een beeld van wat de beleidsmakers voor ogen staat met het thema. De aandacht voor volkscultuur moet ervoor zorgen dat de participatie aan cultuur onder de bevolking toeneemt. Gezien de herkomst van het thema is het niet verwonderlijk dat het CDA Kamerlid met cultuur in de portefeuille, Nicolien van Vroonhoven, in het overleg over de cultuurnota bij de minister aandringt op een offensief op dit terrein. Het debat dat dan ontstaat geeft meer contouren aan het thema. Van Vroonhoven legt een directe link met het debat over “nationale identiteit”. “Wij worden ons bewust van onze nationale identiteit. De volkscultuur maakt daarvan een belangrijk deel uit.”4

Volkscultuur publiek maken - Kees Vuyk

23

Desgevraagd maakt ze overigens duidelijk dat zij bij volkscultuur niet denkt aan iets exclusief Nederlands, ook de culturele tradities van nieuwkomers in de Nederlandse samenleving kunnen in het beleid een plek krijgen. Andere Kamerleden reageren sceptisch op Van Vroonhoven. Femke Halsema (GroenLinks) vraagt of Van Vroonhoven de indruk heeft dat volkscultuur op de tocht staat en Boris van der Ham (D66) wijst erop dat volkscultuur een begrip is dat per definitie niet helemaal grijpbaar is en stelt: “De vraag is dan hoe wij van rijkswege iets kunnen doen met volkskunst of ambachten…. Waarom is daar geld voor nodig? Kan mevrouw Van Vroonhoven schetsen hoe dit in de praktijk zal gaan?” 5

Beide vragen worden in het debat niet bevredigend beantwoord. Ook de minister blijft het antwoord schuldig. Aan het eind doet hij de toezegging dat hij de kamer een definitie van volkscultuur zal doen toekomen. Op advies van het Meertens Instituut komt hij enige tijd later met de volgende definitie: “Volkscultuur is het geheel aan cultuuruitingen die als wezenlijk worden ervaren voor en door specifieke groepen, steeds onder verwijzing naar traditie, verleden, en nationale, regionale en lokale identiteiten”. Het Fonds Cultuurparticipatie neemt deze definitie als uitgangspunt. Dat daarmee het debat niet is afgesloten blijkt onder andere uit het feit dat de Raad voor Cultuur in zijn advies over het beleidsplan van het Fonds Cultuurparticipatie met nog een nieuwe definitie komt. “Onder volkscultuur verstaat de Raad de vormgeving van het dagelijks leven in heden en verleden, onderscheiden naar tijd, regio en sociale groepen. Cultuur wordt hierbij in de brede, antropologische betekenis opgevat, waarbij veelal een wisselwerking bestaat tussen 'hoge' (elitecultuur, professionele kunstuitingen) en 'lage' cultuur (amateurkunst, volkskunst, populaire tradities).” 6

Ook de vraag naar het motief van het subsidiëren van volkscultuur blijft in de lucht hangen. Dit blijkt duidelijk uit de plannen die de provincies en gemeenten, de uitvoeders van het beleid op dit terrein, gemaakt hebben in het kader van hun subsidieaanvraag bij het Fonds Cultuurparticipatie. Onder volkscultuur staan projecten op het terrein van erfgoedbehoud en erfgoededucatie, lokale geschiedenis, wijkopbouw, community art, urban arts en migrantencultuur. In de motivaties vallen de termen identiteit, sociale cohesie, burgerschap, culturele diversiteit, maar ook toerisme en culturele planologie.7

Het is duidelijk dat de lagere overheden worstelen met de invulling van dit beleidsterrein. Menig ambtenaar van provincie of gemeente zal zich het afgelopen jaar vragen gesteld hebben als: wat is eigenlijk volkscultuur, welk doel dient de subsidiëring ervan en wat rechtvaardigt de bemoeienis van de overheid? In dit artikel wil ik mij vooral op deze laatste kwesties richten. Ik zal proberen een kader te schetsen dat als richtlijn kan dienen bij de beantwoording van de vragen welke uitingen op het terrein van de volkscultuur ondersteuning van de overheid verdienen en waarom. Daarvoor moet ik me echter eerst bezighouden met de vraag wat volkscultuur is.

Volkscultuur publiek maken - Kees Vuyk

24

3. Volkscultuur is cultuurHet Fonds Cultuurparticipatie is zich van het begin af aan bewust geweest van de moeilijkheid om te bepalen wat in het kader van het cultuurbeleid onder volkscultuur moet worden verstaan. Een van zijn eerste initiatieven is daarom geweest om, samen met andere organisaties die zich bewegen op dit veld (het Meertens Instituut, het Nederlands Centrum voor Volkscultuur, Erfgoed Nederland en de Mondriaanstichting) een essaybundel te publiceren over Volkscultuur in Nederland onder de veelzeggende titel Splitsen of Knopen.8 In deze bundel wordt de volkscultuur belicht vanuit verschillende perspectieven. Het gaat over volkscultuur en hoge cultuur, identiteit, commercialisering en over volkscultuur in internationaal perspectief. De veelkleurige blik op het verschijnsel volkscultuur leidt niet tot een eenduidige definitie. Ook uit het debat dat naar aanleiding van het verschijnen van de bundel werd georganiseerd bleek vooral hoe divers over het verschijnsel wordt gedacht. Het eindigde met de uitroep van een van de aanwezigen dat volkscultuur gewoon cultuur is.9

Hoe algemeen ook, misschien is dit een goed uitgangspunt voor de verkenning van volkscultuur: volkscultuur is cultuur. Maar wat is cultuur? Cultuur is een mengeling van praktijken en ideeën en de producten van die praktijken en ideeën (gebruiksvoorwerpen, kunstobjecten, boeken en zo voorts) die door mensen zijn ontwikkeld - soms individueel, maar meestal in gemeenschapsverband - en die door die mensen waardevol worden gevonden, omdat ze richting geven aan hun denken en doen en hun een identiteit verschaffen. Die waardering blijkt uit het feit dat mensen hun cultuur trachten te bewaren en over te dragen aan anderen, met name aan nieuwe generaties, soms zelfs ten koste van grote inspanningen.10

Ik geef enkele voorbeelden. Volgens deze omschrijving zijn landbouwmethoden cultuur, de manier waarop mensen huizen bouwen en daarin wonen, eet- en kledinggewoontes, ambachtelijke vaardigheden, techniek en wetenschap, maar ook ideeën over goed en kwaad, over leven en dood en de verbeelding van die ideeën in kunstvoorwerpen. Uiteraard is taal een voorname cultuuruiting evenals veel van wat met taal wordt uitgedrukt: verhalen, liederen, liturgieën, romans. Hoewel cultuur dus een zeer ruim begrip is, is toch niet alles wat mensen doen cultuur. Bij cultuur hoort een zekere duurzaamheid. Vaak ontstijgt wat mensen doen niet aan het moment waarop het plaatsvindt. Wat niet beklijft is geen cultuur. Bij cultuur horen processen van bewaren en overdracht.

4. Cultuur en overdrachtJuist ten aanzien van die overdrachtprocessen kunnen we binnen het algemene gebied van de cultuur enkele onderscheidingen aanbrengen. Sommige cultuur laat zich gemakkelijk overdragen en is daarom algemeen verbreid. Om die cultuur te verwerven zijn geen bijzondere inspanningen nodig. Denk bijvoorbeeld aan de volkstaal. Die leert iedereen spelenderwijs - normaal gesproken. Hetzelfde geldt voor tradities als Sinterklaas en carnaval. Andere cultuuruitingen zijn moeilijker te leren en daarom minder algemeen: ambachten, kunsten, wetenschap. Lang niet alle mensen maken zich die meester. Dat hoeft ook niet. Het is voor het functioneren van de samenleving voldoende als een deel van de mensen die specifieke kennis en vaardigheden beheerst.

Volkscultuur publiek maken - Kees Vuyk

25

Een tweede onderscheid heeft betrekking op hoe de cultuuroverdracht plaatsvindt. Een deel van de cultuur wordt aangeleerd in het leven van alledag. Het leerproces is informeel. De moedertaal kan hier weer als voorbeeld dienen, hoewel dit informele leren niet alleen van toepassing is op alledaagse cultuur - soms worden ook complexe technieken en specifieke kennis informeel aangeleerd. Naast deze informele cultuuroverdracht kennen samenlevingen gewoonlijk ook vormen van formeel leren. De cultuuroverdracht vindt dan plaats binnen bepaalde instituties, met het onderwijs als duidelijkste voorbeeld.Op basis van deze indeling kan een schema gemaakt worden, dat als aardige eigenschap heeft dat daarin de thema’s van de drie programmalijnen van het Fonds Cultuurparticipatie kunnen worden geprojecteerd (figuur 1). Volkscultuur zijn alle uitingen waarmee iedereen vertrouwd is op basis van informele overdracht. Cultuureducatie heeft betrekking op kennis die in een institutioneel kader plaatsvindt, maar meestal tamelijk algemeen blijft. Als de educatie specifieke vormen aanneemt dan spreken we van kunstonderwijs (en wetenschap). Amateurkunst is lastiger te plaatsen. Meest gebruikelijk is dat amateurkunst formeel wordt aangeleerd en vrij algemeen blijft, hoewel sommige amateurs hun vaardigheden zelf aanleren en anderen een specialistisch niveau bereiken. Er zijn ook vormen van vrijetijdskunst die uitsluitend informeel worden aangeleerd. Hiervoor zou ik de term volkskunst willen reserveren,met name wanneer deze een hoog niveau bereikt, zoals in het geval van de traditionele ambachten.

Wanneer we het schema zien als een krachtenveld, dan kunnen we daar een eerste inzicht uit afleiden van wat de volkscultuur eventueel bedreigt - en dus een motief levert om haar te steunen. In laag ontwikkelde samenlevingen vindt cultuuroverdracht voornamelijk informeel plaats, het vak informeel / algemeen (volkscultuur) is daar zeer groot, gevolgd door een iets minder omvangrijk vak van informeel overgedragen specifieke kennis en vaardigheden zoals ambachten. Er vindt meestal ook enige formele cultuuroverdracht plaats, maar formeel overgedragen specialistische vaardigheden als kunst en wetenschap zal men nauwelijks aantreffen. Wanneer een samenleving zich ontwikkelt gaat dat ten koste van de alledaagse cultuur. In een hoog ontwikkelde samenleving als de onze vindt de cultuuroverdracht voornamelijk plaats in instituties.

Informeel Volkscultuur Volkskunst Traditionele ambachten

Algemeen Specifiek

Formeel / institutioneel Amateurkunst Professionele Kunst Cultuureducatie

Figuur 1 Typen van kunst en cultuur in het culturele veld.

Volkscultuur publiek maken - Kees Vuyk

26

Kennisniveau

Ove

rdra

cht

Er is nog altijd een alledaagse cultuur die informeel wordt geleerd - met name de volkstaal en tradities als Sinterklaas en carnaval - maar er vindt een gestage verschuiving plaats van informeel naar formeel leren. De school wordt steeds belangrijker. Thuis leren neemt af, ook omdat ouders niet meer thuis werken en steeds meer zaken die vroeger thuis gedaan werden - kleding maken, maaltijden bereiden - nu het werk zijn geworden van commerciële instellingen, waarvan de producten kant en klaar worden gekocht.

5. Volkscultuur als cultuur van het dagelijks leven De positie die volkscultuur in mijn schema inneemt herinnert aan de definitie van volkcultuur die het Nederlands Centrum voor Volkscultuur hanteert, namelijk volkscultuur als ‘cultuur van het dagelijks leven’ of ‘alledaagse cultuur’. Sinds volkscultuur is opgenomen in het nationale cultuurbeleid is dit centrum een belangrijke adviseur van beleidsmakers geworden. Directeur Ineke Strouken verkondigt in dat kader de boodschap dat de opname van volkscultuur in het cultuurbeleid uitstekende kansen biedt voor een vergroting van de cultuurparticipatie.11

Als volkscultuur alledaagse cultuur is dan doet immers iedereen aan cultuur. Bevordering van de volkscultuur vertaalt zich dus direct in toename van de participatie. Daar kan weinig tegenin gebracht worden. Toch zit er een addertje onder het gras. Femke Halsema bespeurde het al bij het Kamerdebat. Als volkscultuur zo alomtegenwoordig is, dan is de vraag legitiem waarom zij van overheidswege gesteund moet worden? Een belangrijk motief voor het cultuurbeleidvan de Nederlandse overheid is altijd geweest dat bepaalde cultuuruitingen - vooral in de podiumkunsten - niet kunnen bestaan zonder overheidssubsidie. De vraag is eenvoudigweg niet toereikend om de aanzienlijke kosten die met de productie ervan gemoeid zijn te kunnen dekken met bijdragen van de direct betrokkenen (de makers, het publiek). Motief van het cultuurbeleid is dus niet de grote vraag, maar het belang dat gediend is met de cultuuruiting zelf, gecombineerd met het gevaar dat de cultuuruiting niet zou bestaan zonder financiële steun van de overheid. Juist de achterblijvende participatie is daarom een argument voor overheidsbemoeienis.12

Op het moment dat cultuuruitingen populair worden en kunnen bestaan zonder overheidssteun is subsidie niet langer nodig, is de algemene regel in het cultuurbeleid. Volkscultuur als alledaagse cultuur is per definitie populair,dus waarom zou de overheid zich ermee bemoeien?

Maar laat ik de waaromvraag nog even rusten en terugkeren naar de nadere verkenning van volkscultuur. Volkscultuur mag dan alomtegenwoordig zijn in de zin dat iedereen eraan doet, dat wil nog niet zeggen dat alle volkscultuur populair is in de zin van een massacultuur. Vaak is volkscultuur is de alledaagse cultuur van slechts kleine groepen in de samenleving. Die cultuur beperkt zich tot een besloten gemeenschap en vindt daarbuiten nauwelijks weerklank. Sommige van die gemeenschappen worden kleiner, meestal omdat de leden ervan wegtrekken en opgaan in andere culturele verbanden. Dan dreigt de cultuur van die gemeenschap te verdwijnen. In Nederland is dit proces zowel gaande in plattelandsgemeenschappen als onder groepen migranten. Op wereldschaal maakt de UNESCO zich de laatste jaren sterk voor het behoud van in elk geval elementen van zulke kleine, in hun voortbestaan bedreigde culturen in de mondiale samenleving, ter wille van de culturele diversiteit.13

Volkscultuur publiek maken - Kees Vuyk

27

Het argument hiervoor is vergelijkbaar met dat voor het behoud van biodiversiteit. De vitaliteit van de wereldsamenleving vraagt om diversiteit en wordt bedreigd door de oprukkende monocultuur. Ook hier kan men zich afvragen of dit argument voldoende krachtig is. Een aspect van volkscultuur dat vele deskundigen benadrukken is dat het een levende cultuur is. Gebruiken en tradities, gewoonten en rituelen komen en gaan. De cultuur van alledag verandert steeds onder invloed van demografische bewegingen, technologische vernieuwing, kennismaking met andere culturen enzovoort.

Hoe moet je bepalen welke culturele elementen in dit voortdurende veranderingsproces continuïteit verdienen? Moeten we dat niet gewoon overlaten aan de wetten van de evolutie, respectievelijk de geschiedenis? Waarom ingrijpen als de leden van een culturele gemeenschap zelf niet langer in staat zijn hun cultuur levend te houden? Niet alles wat mensen doen of maken is het immers waard is om bewaard te worden. Een cultuuruiting moet zijn waarde bewijzen in de loop van de tijd, juist ook als de omstandigheden wijzigen. Als er geen mensen meer zijn die zich willen inspannen om een cultuur in leven te houden en door te geven aan nieuwe generaties, moet deze cultuur dan beschermd worden, louter om wille van het behoud van diversiteit? Wie vanuit dit argument aan cultuurbescherming doet loopt het gevaar uiteindelijk slechts dode culturen te archiveren. Wat voortbestaat zijn museumgemeenschappen. Die kunnen een toeristisch object worden en als zodanig een commercieel nut hebben, maar met volkscultuur als de (levende) cultuur van alledag hebben die weinig van doen. Dit betekent overigens niet dat het zinloos is om culturele verworvenheden, die hun alledaagse betekenis verloren hebben, vanuit een historische belangstelling in een museale context te bewaren. Maar dat is erfgoedbeleid en niet een beleid dat gericht is op het stimuleren van de volkscultuur als alledaagse cultuur.

Ten slotte nog dit: volkscultuur als cultuur van alledag is naar zijn aard zeer divers. Zij omvat alle mogelijke uitingen. Daar zijn zeer respectabele en verheven uitingen bij, maar ook platvloerse en destructieve. De alledaagse cultuur omvat ook zaken als oeverloze kroegpraat, de agressieve straatcultuur van groepen jongeren, seksisme, hooliganisme, mopperen en schelden op alles wat niet aanstaat, tegenwoordig gecultiveerd tot het verzenden van hatemails. Wie zal beweren dat het beleid ook dergelijke zaken moet stimuleren? 14

6. Volkscultuur en identiteit De vraag naar het motief van overheidsbeleid op het terrein van volkscultuur keert steeds terug. De omschrijving van volkscultuur als alledaagse cultuur geeft er onvoldoende antwoord op. Hij maakt de vraag eerder meer urgent. Om aangrijpingspunt te kunnen zijn voor beleid heeft volkscultuur meer invulling nodig. Daarvoor wend ik me tot de definitie van volkscultuur die ik eerder al heb genoemd maar nog niet behandeld, namelijk die van het Meertens Instituut. Belangrijke termen in deze definitie zijn ‘wezenlijk’ en ‘identiteit’. Volkscultuur zijn gebruiken, tradities enzovoort waaraan groepen mensen een identiteit ontlenen.15

Volkscultuur publiek maken - Kees Vuyk

28

Nu is dat laatste niet uniek voor volkscultuur. Ook de zogenaamde ‘hoge cultuur’ geeft mensen een identiteit. ‘Mahlerliefhebber’, ‘theaterbezoeker’, ‘fan van de boeken van Gerard Reve’ zijn sterke identiteiten.Misschien moeten we sommige vormen van hoge cultuur ook als volkscultuur beschouwen - de alledaagse cultuur van een bepaalde (sub)klasse van de samenleving? Daar valt veel voor te zeggen, denk ik. In elk geval ben ik van mening dat we volkscultuur niet al te benauwd moeten opvatten. Als volkscultuur datgene is waaraan mensen een identiteit ontlenen dan is ze niet slechts een stukje van de alledaagse cultuur. Het gaat bij volkcultuur niet alleen om Sinterklaas en carnaval of typische lokale gebruiken, maar ook om echt alledaagse zaken, zoals kenmerkende woonstijlen, werkpraktijken, kledinggewoontes, vormen van vermaak. Volkscultuur is het typische Jordaaninterieur en het Ikea-wonen, het is de visserijcultuur van de plaatsen rond het IJsselmeer en de cultuur van bekende Nederlanders in het Gooi, het is hiphop en rap, de op het ogenblik zo omstreden hoofddoek van moslima’s en de kledinglijnen van H&M en - waarom niet - de chique donderdagavondconcerten in het Concertgebouw, kortom alle zaken waaraan mensen een identiteit kunnen ontlenen.

Als de alledaagse cultuur verbonden is met identiteit dan is alles wat de alledaagse cultuur bedreigt ook een bedreiging van de identiteit van al degenen die hun identiteit aan deze cultuur ontlenen. Hierboven zagen we dat culturen kunnen veranderen. Daar kunnen we een probleem van maken, maar de vraag was waarom we dat zouden doen. Het antwoord ligt in de verbinding van cultuur en identiteit. Identiteitsverandering is voor mensen namelijk dikwijls een probleem. Denk aan de puberteit: een periode van snelle lichamelijke en sociale veranderingen die ook een periode van identiteitscrisis is. De puber legt de identiteit van kind af en moet zich een nieuwe identiteit vormen. Dat gaat in veel gevallen niet zonder moeilijkheden.

Op dezelfde wijze kunnen ook veranderingen in de culturele omgeving, vooral als ze snel gaan en van buiten komen, mensen in een identiteitscrisis storten. In het boek Splitsen of Knopen wordt in een artikel het voorbeeld van Volendam aangehaald.16

Eeuwenlang een gemeenschap waarvan het leven van de bewoners in hoge mate bepaald werd door de tradities en gebruiken die samenhingen met de visserij. In de afgelopen decennia is die bedrijfstak - onder invloed van rationaliseringsprocessen en regelgeving - enorm veranderd met als gevolg dat de visserij niet meer allesbepalend is voor de cultuur van Volendam. Zonen volgen hun vaders niet meer naar zee. Zij die dat nog wel doen werken onder totaal andere condities. Dat heeft zijn weerslag op de onderlinge verhoudingen in het dorp en op het zelfbeeld van de bewoners. Sommigen hebben moeite zich aan te passen. De auteur van het bovengenoemde artikel legt een verband met het feit dat de PVV in Volendam een grote aanhang heeft. Volendam verkeert in een identiteitscrisis, omdat de traditionele ‘eigen’ cultuur geen houvast meer biedt.

29

Volkscultuur publiek maken - Kees Vuyk

Hetzelfde verhaal kan verteld worden over vele gemeenschappen in Nederland. Het platteland loopt leeg omdat jongeren vertrekken op zoek naar werk en meer vertier. De bewoners van oude stadswijken zijn massaal verhuisd naar overloopgemeentes. In de wijken is hun plaats ingenomen door buitenlanders en studenten. Zowel de nieuwe slaapsteden als de oude stadswijken hebben moeite de vele nieuwkomers een gevoel van geborgenheid te geven. Migrantengemeenschappen hebben daarnaast nog hun eigen problemen. De eerste generatie leeft nog grotendeels met de cultuur van het land van herkomst, hun kinderen groeien op met nieuwe culturele invloeden en moeten laveren tussen twee culturen, met alle gevolgen van dien. Op de achtergrond van dit alles staat het grote gebeuren dat we tegenwoordig aanduiden met de naam ‘globalisering’: een complex van technologische, economische en demografische ontwikkelingen dat de wereld in een maalstroom van verandering heeft gestort en zowel individuen als samenlevingen dwingt zich te bezinnen op hun identiteit. Op dit punt is de voorspelling van Marx uit het Communistisch Manifest in elk geval uitgekomen. Het zich uitbreidende kapitalisme vernietigt alle substantiële verbanden. “All that is solid melts into air.” 17

De globalisering zet de cultuur van alledag van velen onder druk evenals de identiteiten van mensen die hun identiteit aan die cultuur ontlenen.18 Als we het in deze samenhang plaatsen dan is volkscultuurbeleid geen randverschijnsel. Het raakt aan de kern van onze samenleving. Dit maakt de vraag naar de inhoud van het volkscultuurbeleid tot een urgente kwestie. Wat kunnen we doen tegen de eroderende werking van de wereldwijde processen waaraan we in onze samenleving blootstaan? Wat onder deze omstandigheden vooral nodig is dat is we werken aan de vorming van nieuwe identiteiten. Dat beschouw ik als het voornaamste doel van het volkscultuurbeleid. Het doel van dit beleid kan niet loutere conservering zijn. Ook reanimatie van iets dat vervolgens toch niet meer zelfstandig kan bestaan is geen optie. Maar het helpt evenmin om de traditie zomaar af te werpen, zoals sommige avant-garde bewegingen aan het begin van de twintigste eeuw voorstonden.19 Een toekomst zonder verleden is net zo weinig levensvatbaar als een verleden zonder toekomst.20 Het beleid zal erop gericht moeten zijn om verleden en toekomst met elkaar te verbinden; doel moet zijn om de waardevolle elementen van de traditie een nieuwe bestemming te geven in de wereld van vandaag en morgen. De vraag is hoe dat kan.

7. Identiteit en publieke representatie Het voorafgaande kan worden samengevat in de stelling dat de alledaagse cultuur aan sommige mensen onvoldoende houvast biedt om zich staande te houden in onze snel veranderende samenleving. Hun culturele tradities werkten uitstekend in de min of meer besloten gemeenschappen waarin zij tot voor kort voornamelijk leefden. Nu die gemeenschappen verdwijnen raken zij hun alledaagse culturele oriëntatie kwijt.21

Zij zullen zich opnieuw moeten positioneren. Dat is geen eenvoudige opgave. Moet men zomaar alles wat ooit van waarde was overboord gooien? Dat leidt tot stuurloosheid. Beter is een proces van geleidelijke overgang waarin zowel het vertrouwde als het nieuwe getoetst kunnen worden op hun houdbaarheid voor de toekomst. We kunnen hierbij iets leren van het verleden. De situatie die we nu meemaken is immers niet nieuw.

30

Volkscultuur publiek maken - Kees Vuyk

De westerse samenleving, om ons daartoe te beperken, heeft eerder zulke omwentelingen meegemaakt. Ook het ontstaan van de natiestaten in de 18e en 19e eeuw was een complex proces, dat in grote lijnen vergelijkbaar is met wat er nu gebeurt. Ook toen ging het erom dat de wereld van veel mensen snel groter werd. Bovenop het lokale en regionale verband waarin het leven van de meeste mensen zich afspeelde, ontwikkelde zich de natie als een nieuw verband dat al die oude verbanden in een eigentijds keurslijf dwong. Maatregelen van nationale overheden grepen diep in het leven in. Er kwamen nieuwe grenzen, nieuwe belastingen, een algemene leerplicht, een dienstplicht, een nationale taal, een nationale munt, een nationale mythe. Tegelijk vond er een trek plaats van het platteland naar de steden, waar nieuwe industrieën werkkrachten nodig hadden. Wat we nu meemaken is in wezen niet anders. Het is eerder een voortzetting van deze geschiedenis,waarbij internationale en globale verbanden toegevoegd worden aan de netwerken waarin mensen van oudsher leven.

Het ontstaan van de natiestaten is niet gemakkelijk gegaan. Het heeft heel wat oorlogen gekost. Een positieve kracht in dit proces was echter het gelijktijdige ontstaan van een publieke sfeer, een domein waarin mensen konden participeren naast de lokale verbanden waarin ze in het leven van alledag verkeerden. Dit domein werkte als een laboratorium waarin nieuwe en oude ideeën konden worden bediscussieerd, getoetst aan morele waarden en idealen met betrekking tot het goede leven, en vervolgens geaccepteerd of verworpen. Die publieke sfeer kreeg vorm in nieuwe instituties als een vrije pers, een democratische politiek, een autonome kunst.22

Deze instituties bestaan nog altijd en zijn ook nu nog belangrijk voor het publieke debat. Maar op twee punten is, als ik het goed zie, hun werking onvoldoende om het huidige proces van cultuurverandering van het alledaagse leven adequaat te begeleiden. Ten eerste worden deze instituties zelf ook in hun werking bedreigd door veranderingen die samenhangen met de globalisering. De nationale politiek is ingeperkt door steeds meer supranationale verbanden. De pers heeft aan vrijheid ingeboet doordat zij in de greep is gekomen van internationaal opererende conglomeraten die private belangen (winst maken) stellen boven het publieke belang. Ook de kunst heeft zich deels losgezongen van het nationale verband en is niet vrij van commerciële invloeden. Aan de kunst laat zich tevens goed zien wat het andere probleem is met deze instituties in onze samenleving: zij hebben zich ontwikkeld tot representanten van de middenklasse. Het is vooral de gegoede burgerij die de kranten leest, participeert in het publieke debat, stemt en zich voor kunst interesseert.

En omgekeerd zijn de kunst, de politiek en de pers voornamelijk gericht op de interesse - hier in de dubbele betekenis van belangstelling en belang - van de midden- en de hogere regionen van de samenleving.23

Andere groepen in de samenleving voelen zich door deze instituties - terecht - onvoldoende gerepresenteerd. De instituties van de publieke sfeer zijn in dit opzicht grotendeels nog blijven hangen in de eigen cultuur (werkwijzen, opvattingen, tradities) zoals die in de 19e eeuw vorm kreeg. Toen ging het inderdaad erom dat de middenklasse een stem moest krijgen in het openbare leven.

31

Volkscultuur publiek maken - Kees Vuyk

Wie geen deel uitmaakte van die middenklasse - en dat waren nog altijd aanzienlijke groepen - leefde voort in de eigen besloten gemeenschap. Gevolg van de grote veranderingen van onze tijd is echter dat precies die besloten gemeenschappen openbreken - zelfs tegen wil en dank. Het is daardoor druk geworden in de openbare ruimte.De instituties van de publieke sfeer hebben zich op die ontwikkeling echter nog nauwelijks ingesteld. Zij slagen er onvoldoende in om wat er leeft in deze gemeenschappen te representeren. Niet dat ze dat niet zouden willen. Politieke partijen breken zich het hoofd hoe ze de kloof met kiezer kunnen overbruggen. De serieuze media doen oprecht aan zelfkritiek. En veel kunstenaars verlaten hun studio’s en ateliers om de ontmoeting met de burger aan te gaan. Het succes van die pogingen is echter nog twijfelachtig. De stem van het volk horen we daarom tegenwoordig vooral buiten de gevestigde instituties op internetplatforms.

Ondanks deze kanttekeningen wil ik tot besluit van dit artikel een pleidooi houden voor een beleid dat de genoemde instituties gebruikt om mensen te helpen hun cultuur aan te passen aan de vele veranderingen die in het leven van alledag plaatsvinden. Ik concentreer me hier op de media - de moderne variant van de pers - en de kunst, omdat die - in elk geval gedeeltelijk - vallen onder de werking van het cultuurbeleid. Het ligt voor de hand dat het volkscultuurbeleid met beide een alliantie aangaat. 24

De missie van de kunsten en de media wil ik in het kader formuleren als: een publieke representatie bieden van de cultuur van alledag van juist die groepen in de samenleving die door wat ik kortweg ‘de globalisering’ noem het meest in hun identiteit worden bedreigd. Van die representatie kunnen we twee effecten verwachten, die allebei verborgen zitten in de term zelf, die zowel ‘vertegenwoordiging’ als ‘voorstelling’ betekent. Het belangrijkste is dat een beeld gecreëerd wordt van deze bevolkingsgroepen. Het gaat erom dat zichtbaar wordt wat er bij hen leeft. Dat werkt idealiter naar twee kanten. Het brengt deze bevolkingsgroepen onder de aandacht van anderen, zodat die zich beter in hun leefwijze kunnen verplaatsen en wie weet er iets van leren. Het werkt ook als een spiegel. Door de representatie krijgen deze bevolkingsgroepen een beeld van zichzelf. Dat kan hen helpen om hun kracht en hun zwakte te ontdekken en zich daarmee een plaats in de samenleving van de toekomst voor te stellen. Het tweede effect van representatie is politiek van aard. Publieke representatie werkt ook als belangenbehartiging. Het publiek maken van de noden en behoeften, de verlangens en de kwalen van deze met marginalisering bedreigde groepen kan er toe leiden dat er in het beleid meer rekening mee wordt gehouden.

Inschakeling van de media in het volkscultuurbeleid zal niet eenvoudig zijn. De commerciële belangen zijn hier groot. Maar er zijn bemoedigende ontwikkelingen op het gebied van regionale televisie. Daar gebeuren dingen die landelijk de aandacht trekken. Voor de inzet van de kunsten liggen er duidelijk kansen. In de huidige kunstpraktijk leveren de community arts en de urban arts al goede voorbeelden. Ik denk aan het werk dat de Utrechtse theatergroep Stut al vele jaren doet in de volkswijk Overvecht en dat recentelijk een grotere uitstraling krijgt.25 De groep wil in eigen woorden “een binnenkant beeld” geven van de mensen die in deze wijk wonen (vroeger vooral arbeiders, tegenwoordig veel migranten), tegenover het maar al te vaak stigmatiserende beeld dat de media geven die het leven in deze wijk van de buitenkant benaderen.26

32

Volkscultuur publiek maken - Kees Vuyk

De vele bewoners die inmiddels al aan deze projecten hebben deelgenomen en het groeiende publiek bij de voorstellingen bewijzen dat Stut in zijn opzet slaagt.

Over de urban arts vertelt de legende dat in de jaren zeventig jeugdbendes in de achterstandswijken van Amerikaanse metropolen besloten elkaar voortaan niet meer met geweld te bestrijden maar met dans, muziek, enpoëzie. Een waaier van kunstuitingen was het gevolg; rap (Rhythmic American Poetry), hiphop, graffiti, breakdance en andere vormen van straatkunst. Dankzij de nieuwe media verspreidden deze kunstvormen zich snel over de hele wereld. Verschillende steden in Nederland hebben reeds centra voor de urban arts opgericht. Andere overwegen om dit in het kader aan het volkscultuurbeleid te gaan doen. Terecht, want de urban arts mogen misschien niet altijd kunst met eeuwigheidswaarde opleveren, ze hebben al menig jongere geholpen om zijn of haar weg in de wereld te vinden.27

8. BesluitVolkscultuur is een diffuus begrip. In dit artikel heb ik gekozen voor de wijde definitie van volkscultuur als cultuur van alledag. Dat roept wel een vraag op, namelijk wat de overheid daarmee te maken heeft. Om de legitimatie te vinden van een beleid op het terrein van volkscultuur is het nodig om twee dingen te benadrukken. Ten eerste dat de cultuur van alledag in hoge mate bepalend is voor de identiteit van mensen. Ten tweede dat de cultuur van alledag niet alle mensen van een voldoende houvast voorziet. Onze samenleving verandert snel onder invloed van de globalisering. Voor veel mensen is dat geen probleem. Zij passen hun cultuurpatroon gemakkelijk aan. De globalisering biedt hen vooral kansen om het leven te verrijken. Anderen - men noemt ze soms de ‘losers’ van de globalisering - hebben daar moeite mee. Zij worden geconfronteerd met de situatie dat hun alledaagse cultuur niet (meer) aansluit bij de beweging van samenleving. We kunnen denken aan ouderen, migranten, jongeren, mensen met weinig opleiding. Het zijn natuurlijk niet allemaal probleemgevallen. Maar sommigen van hen dreigen gevangen te raken in beslotenheid van een eigen subcultuur die gaat fungeren als een struikelblok om te participeren in de samenleving als geheel. Het volkscultuurbeleid biedt, denk ik, kansen om deze groepen te helpen hun alledaagse cultuur zodanig te veranderen dat ze kunnen meedoen in de samenleving.

Het volkscultuurbeleid hoeft dus niet iedereen van dienst te zijn. Veel activiteiten die tot de volkscultuur gerekend kunnen worden - carnavalsfeesten, sinterklaasvieringen, maar ook individuen, clubs en verenigingen die zich bezighouden met folklore, immaterieel erfgoed of oude ambachten, kunnen dat heel goed zonder dat de overheid zich daarin mengt. Ik ben niet tegen incidentele steun van overheden voor dit soort activiteiten, maar dan op dezelfde basis waarop de overheid wel meer gemeenschapsactiviteiten steunt. Subsidie ter bevordering van de volkscultuur lijkt me in deze gevallen niet nodig. Volkscultuurbeleid moet specifieker zijn. Het moet groepen die de aansluiting bij de ontwikke-lingen in de samenleving missen en in een identiteitscrisis dreigen te raken helpen om opnieuw aansluiting te vinden.

Een manier om dat te doen is om de cultuur van deze groepen in de openbaarheid te brengen. Dat laatste moet heel letterlijk genomen worden. Het beleid moet dus geen activiteiten stimuleren die strikt in eigen kring plaatsvinden.

33

Volkscultuur publiek maken - Kees Vuyk

Turks volksdansen voor een Turks publiek is zeker volkscultuur maar komt in mijn visie niet in aanmerking voor ondersteuning. Het element ‘publiek maken’ moet altijd centraal staan. Het gaat niet om gemeenschappelijk nostalgisch terugblikken op een wereld die aan het verdwijnen is, maar om het zoeken van mogelijkheden om de eigen cultuur te laten aansluiten bij de cultuur van anderen in de wereld van morgen. Mijn voorstel is om daarvoor vooral de kunst in te zetten, een van de instituties - naast de politiek en de media - die in de moderne tijd de transitie van de besloten naar een open samenleving hebben helpen mogelijk maken. Dat vraagt wel iets van de kunst, dat niet vanzelfsprekend is. Ook de kunst heeft de neiging zich op te sluiten in een eigen subcultuur en van daaruit slechts te communiceren met een beperkte kring van, gewoonlijk hoogopgeleide, geïnteresseerden. In het volkscultuurbeleid moet de kunst zich open stellen voor andere culturen dan de eigen cultuur. Artistieke interventies moeten er niet toe leiden dat mensen in een standaardmodel geperst worden. Doel moet zijn de ontmoeting van culturen, zodat ze samen verder kunnen.

Ten slotte nog een waarschuwing. De publieke doelstelling van het volkscultuurbeleid moet niet vermengd worden met private belangen. Elementen uit de volkscultuur kunnen vaak commercieel uitgebaat worden, bijvoorbeeld in kader van het toerisme. Deze op winst gerichte manieren om volkscultuur in de openbaarheid te brengen moetengoed onderscheiden worden van het representeren van culturen in de publieke ruimte. Het laatste is gericht op culturele dynamiek. De commerciële benadering is het meest gebaat bij stilstand. Als tradities onderdeel worden van een commerciële praktijk dan betekent dat meestal hun verscheiden. Hiermee is niet gezegd dat het altijd fout is om commercieel om te gaan met tradities. Dode tradities kunnen op deze manier altijd nog nuttig zijn. Maar toerismebevordering is geen volkscultuurbeleid, ook al gebeurt het met klederdrachten en oude ambachten.

34

Volkscultuur publiek maken - Kees Vuyk

Noten1 Regeerakkoord Kabinet Balkende IV: “amateurkunst en volkscultuur worden gestimuleerd”. (www.rijksoverheid.nl/regering/regeerakkoord/pijler-vi-overheid-en-dienstbare-publieke-sector)

2 CDA, Verkiezingsprogramma 2006-2011.

3 Kunst van Leven, cultuurnota 2009-2012, Ministerie van OCW 2008.

4 Handelingen Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 31 200 VIII nr. 135. p.10.

5 Ibidem.

6 Raad voor Cultuur, Advies beleidsplan FCP, 21-7-2009, p.3.

7 Helma Geerlings, Kees Vuyk, Onderzoek volkscultuur (werktitel), Universiteit Utrecht 2010.

8 Hester Dibbets e.a. Splitsen of Knopen: Volkscultuur in Nederland, NAi Uitgevers, Rotterdam 2009.

9 Het debat vond plaats op 28 januari 2010 in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam.

10 Een meer uitgebreide behandeling van wat cultuur is en wat zij voor mensen betekent heb ik gegeven in mijn boek. Het menselijk teveel (Klement, Kampen 2002).

11 Op de website van het NCV zijn enkele voordrachten van Ineke Strouken van de afgelopen jaren gepubliceerd. Zie www.ncv.nl.

12 Warna Oosterbaan Martinius noemt dit in zijn boek over de geschiedenis van het kunstbeleid Schoonheid, Welzijn, Kwalititeit (SDU, Den Haag 1990) de ‘legitmeringsparadox’.

13 UNESCO, Investing in cultural diversity and interultural dialogue, 2009. unesdoc.unesco.org/images/0018/001852/185202E.pdf.

14 Op dit aspect van volkscultuur wijst ook Joris Janssen in zijn essay “I am from Ohio, and we don’t like that” in de bundel Alledaags is niet gewoon (zie noot 3).

36

Noten

15 De relatie van volkscultuur met identiteit is in 1994 sterk naar voren gebracht door de Amerikaanse onderzoeker Elliott Oring, in een essay: “Artifacts, and Artifices of Identity” (The Journal of American Folklore, 107, 424 (1994) , pp. 211-233), met een korte discussie als gevolg: B. Kirshenblatt-Gimblett, “On Difference”, The Journal of American Folklore, 107, 424 (1994), pp. 233-238 en H. Gassie, “On Identity”, The Journal of American Folklore, 107, 424 (1994), pp. 238-241.

16 Hester Dibbits, “Volkscultuur en identiteit”, in Splitsen of Knopen, p. 69 (zie noot 6).

17 In het oorspronkelijk Duits luidt deze zin “Alles ständische und stehende verdampft”, maar de Engelse vertaling is inmiddels een gevleugelde uitdrukking geworden. Das Manifest der Kommunistische Partei, in Karl Marx, Die Frühschriften, Kröner, Stuttgart 1971, p. 529.

18 Het zou best eens zo kunnen zijn dat de alom bespeurbare neiging om de eigen identiteit af te zetten tegen andere, als vreemd ervaren identiteiten, direct samenhangt met het feit dat het voor mensen moeilijk is geworden om een identiteit te ontlenen aan de eigen, snel veranderende cultuur. Mensen die zich niet meer geborgen voelen in hun eigen samenleving grijpen naar extreme middelen om nog iets van eigenheid te ervaren. De uitsluiting van het andere, het vreemde, de vreemdeling is een poging de eigen identiteit te beschermen in een wereld waarin het eigene steeds verder verwatert.

19 Een bekend voorbeeld is het voorstel van de futurist Marinetti in zijn Futuristisch manifest van 1908 om “de musea en bibliotheken te vernietigen”.

20 Recentelijk heeft Marita Mattijsen daar nog eens op gewezen in haar Huizinga lezing Ik was dus ik ben (Bert Bakker, Amsterdam 2009).

21 Dit sluit aan bij de conclusie van een recent boek van de sociologen Bas van Stokkom en Nelleke Toenders, De sociale cohesie voobij; actieve burgers in achterstandswijken (Amsterdam University Press, Amsterdam 2010). Niet gebrek aan sociaal kapitaal is wat mensen in achterstandswijken verhindert in de samenleving te participeren, maar een tekortschietend cultureel kapitaal.

22 Zie voor deze ontwikkeling: J. Habermas, Strukturwandel der Öffentlichkeit, Suhrkamp, Frankfurt am Main 1962.

37

Noten

23 Misschien is het zelfs nog erger, en zijn de genoemde instituties steeds meer geworden tot representanten van zichzelf. De media gaan inmiddels vooral over de media, zoals de politiek gaat over de politiek over de politiek en de kunst over de kunst. Rond deze instituties hebben zich subklassen gevormd van mensen die elkaar voordurend bevestigen. Voor de kunst is dit verschijnsel voor het eerst geanalyseerd door de socioloog Bram de Swaan in een kort essay “Gunstkunst of kunstkunst” (opgenomen in A. de Swaan De draagbare de Swaan). Tegenwoordig is het een veelbesproken fenomeen dat de kunst zich te weinig verhoudt tot de samenleving en vooral bezig is met zichzelf. Zie ook Kees Vuyk, “Kunst in een postautonome samenleving” (Boekman 81, winter 2009) pp. 99-104.

24 Sommigen zullen vinden dat ik het volkscultuurbeleid teveel verknoop met het algemene cultuurbeleid. Maar is dat een bezwaar? Het is alleen een probleem wanneer je, zoals de vertegenwoordigers van de traditionele instellingen voor volkscultuur in Nederland, volkscultuur vooral als erfgoed ziet, immaterieel erfgoed desgewenst. Dat is inderdaad niet mijn positie. Waarmee overigens niets ten nadele van erfgoedbehoud en erfgoedbeleid gezegd is. Die hebben hun eigen betekenis voor de samenleving. Zie Peter Margdy “De volkscultuur voorbij, op weg naar immaterieel erfgoed”, in Volkscultuur Magazine, jrg. 5, nr 1, p. 16-18.

25 Zie Kees Vuyk, Eugene van Erven e.a. “Familia a la Turca”, Research in Drama Education, 2010.

26 Over de idealen en de geschiedenis van Stut is een boek geschreven door een van de initiatiefnemers, Jos Bours: Een onuitputtelijke bron, Stut Theater Utrecht, 2004.

27 Zie “Van de basis en de top”, twee grote artikelen naar aanleiding van een uitgebreid onderzoek naar urban arts door Janny Donker, verschenen als bijlagen bij het theatertijdschrfit TM, november 2007 en april 2009.

38

Noten

39

ColofonHoogeveen, 6 oktober 2010

Tekst: Bureau Vice Versa ZwolleEindredactie: Kunst & Cultuur Overijssel, Kunst & Cultuur DrentheOntwerp: ViesroodFotografie: Riny Riezebos

Het symposium Volkscultuur & Kunst is mogelijk gemaakt door het Fonds voor Cultuurparticipatie, de provincie Overijssel en de provincie Drenthe. Deze publicatie werd mede mogelijk gemaakt door Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur.

N

ederlands Centrum

voor Volkscultuur

Verder praten, denken of doen?Bent u naar aanleiding van het symposium Volkscultuur & Kunst of naar aanleiding van deze publicatie enthousiast geworden over een van de vier nieuwe projecten of een ander nieuw volkscultuurproject? Wilt u graag verder praten of actie ondernemen? Het Drents Plateau, Kunst & Cultuur Drenthe en Kunst & Cultuur Overijssel denken graag met u mee en helpen u verder op weg.

Drents PlateauStationsstraat 11Postbus 1179400 AC AssenT 0592 - 30 59 [email protected]

Kunst & Cultuur DrentheDr. Nassaulaan 5Postbus 9249400 AX AssenT 0592 - 336 [email protected]

Kunst & Cultuur OverijsselPostbus 12298001 BE Zwolle T 038 - 422 50 [email protected]

erfgoed en ruimtelijke kwaliteit