Vocabulario Español Holandes
-
Upload
luis-antonio -
Category
Documents
-
view
45 -
download
0
description
Transcript of Vocabulario Español Holandes
7/21/2019 Vocabulario Español Holandes
http://slidepdf.com/reader/full/vocabulario-espanol-holandes 1/17
©
2010Intertaal,Am
sterdam/Antwerpen,mettoestemmingvanDifusiónS.L.,Barcelona
Gente joven 4 Para consultar vocabulario
Mi vocabulario español-holandés
1
Uitleg bij de woordenlijst per les
In deze lijst staan de nieuwe woorden en uitdrukkingen uit elke les,
in de volgorde waarin ze daar voorkomen. Ze zijn vertaald vanuit de
context (de teksten of aanwijzingen in de lessen). Als er andere
belangrijke betekenissen zijn, worden die erbij gegeven. De woorden
die al in Gente joven 1, 2 of 3 voorkomen, worden niet opnieuw
vertaald.
Bij de Spaanse en Nederlandse zelfstandige naamwoorden staat
steeds het lidwoord. Je kunt het Spaanse woord het beste meteen
mét het lidwoord leren.
Let op: Woorden die met een beklemtoonde a of ha beginnen,
krijgen het mannelijk lidwoord el, ook als het woord vrouwelijk is.
Achter vervoegde werkwoordsvormen staat de infinitief (het hele
werkwoord).
Onregelmatigheden in de tegenwoordige tijd worden aangegevenmet (i), (ie), (ue), (y), (zc) achter de infinitief. Bijvoorbeeld:
puedes (Inf. poder (ue)) – je kunt
De volgende afkortingen worden gebruikt:
Afk. = afkorting
Amer. = Latijns-Amerikaans
Bijw. = bijwoord
Bijv. nw. = bijvoeglijk naamwoord
Cond. = Condicional: onvoltooid verleden toekomende tijd
(o.v.t.t.)
Ger. = Gerundio
Imp. = Imperativo: gebiedende wijs
Inf. = Infinitivo: infinitief, het hele werkwoord
Part. = Participio: voltooid deelwoord
Perf. = (Pretérito) Perfecto: voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t.)
Pluscuamp. = (Pretérito) Pluscuamperfecto: voltooid verleden
tijd (v.v.t.)
Subj. = Subjuntivo: aanvoegende wijs
Let op: Tussen de mannelijke en vrouwelijke vorm van een woord
staat een /. Bijvoorbeeld: el español/la española - de Spanjaard/de
Spaanse, bonito/a - mooi.
Tussen synoniemen staat een komma. Bijvoorbeeld: muy - erg, heel.
Tussen verschillende betekenissen staat een puntkomma. Bijvoor-
beeld: la educación - het onderwijs; de opvoeding.
Woorden die in eerdere lessen zijn voorgekomen, worden niet op-
nieuw vertaald. Als je de betekenis van een woord niet meer weet,
kun je die vinden in de alfabetische woordenlijst.
1 Noticias frescasNieuwe berichten
las noticias de televisión - het nieuws op
televisieel medio audiovisual - het audiovisuele medium,
het medium met beeld en geluid
1. TUS FUENTES DEINFORMACIÓNJouw informatiebronnen
A la fuente de información - de informatiebron
la frecuencia con la que las usas - al naargelang
hoe vaak je ze gebruikt
los informativos de la televisión - de nieuws-
berichten op televisie
la prensa - de pers
B sobre todo - vooral
los/las famosos/as - de beroemdheden
el artículo (de prensa) - het (geschreven) artikel
los descubrimientos científicos - de weten-
schappelijke ontdekkingen
el robo - de beroving, de diefstal
el desastre - de ramplos sucesos - de gebeurtenissen
2. LEER LAS NOTICIASHet nieuws lezen
A leer las noticias - het nieuws lezen
el editorial - het hoofdartikel
hoy día - vandaag de dag
las cartas de los lectores - de lezersbrieven
charlar con (alguien) - kletsen met (iemand)
el torneo de ajedrez - het schaaktoernooisus inicios - hoe hij begonnen is
el reto - de uitdaging
sobrevivir - overleven
gracias a (alguien) - dankzij (iemand)
la repoblación forestal - de herbebossing
las nuevas promesas - de nieuwe beloften
el balonmano - het handbal
posar - poseren
dimes y diretes - roddels
las confesiones - de bekentenissen
triunfar - succes hebben
la generación - de generatie
la encuesta - de enquêterealizar un reportaje - een reportage maken
consistir en - bestaan uit
perderse (ie) - verdwaald raken
el cuerpo especial - de speciale eenheid
el rescate de alta montaña - de redding in het
hooggebergte
sano/a y salvo/a - heelhuids
a pesar de - ondanks
el/la agente - de agent/de agente
el/la campesino/a - de boer/de boerin
natural de - afkomstig uit
la región pirenaica - het gebied van de Pyreneeënla eliminación - de verwijdering
el plomo - het lood
la bioabsorción - het biologisch afbreken
el cascarón de huevo - de eierschaal
1
7/21/2019 Vocabulario Español Holandes
http://slidepdf.com/reader/full/vocabulario-espanol-holandes 2/17
© 2010Intertaal,Am
sterdam/Antwerpen,mettoestemmingvanDifusiónS.L.,Barcelona
Gente joven 4 Para consultar vocabulario
Mi vocabulario español-holandés
2
convocar - uitschrijven; uitroepen
la capital - de hoofdstad
optar - meedingen
recibir la máxima puntuación - de hoogste score
behalen
la eficacia - de doeltreffendheid
el elemento - het element
la gota - de druppel
la chuleta de gramática
las circunstancias - de omstandigheden
3. TITULARESKopjes
A oral - mondelingde forma oral - op mondelinge wijze, gesproken
B el error técnico - de technische fout
el titular - het kopje, de titel
el/la rimador/a - iemand die rijmpjes schrijft
las cuatro estaciones - de vier jaargetijden
el/la arqueológo/a - de archeoloog/de archeologe
la selva - het (oer)woud
el caballero andante - de ronddwalende ridder
la medalla - de medaille
paralímpico/a - paralympisch (voor gehandicapte
sporters)
1. sensibilizar - bewust maken, aangrijpen
tener (ie) lugar - plaatsvinden
la provincia - de provincie
el relato - het verhaal, het verslag
de origen... - van ... afkomst
IES (Instituto de Enseñanza Secundaria) -
de middelbare school
la solidaridad - de solidariteit, de saamhorigheid
el instituto - de middelbare school
temblor de tierra - de aardbeving, de aardschok
la donación - de donatie, de gift
el/la afectado/a - de getroffenecon la finalidad de - met als doel
estrechar los lazos - de banden aanhalen
el lazo - de band, de verbintenis
2. el/la protagonista - de hoofdpersoon
el caballero - de ridder
la obra (literatura) - het werk (literatuur)
a su manera - op hun (eigen) manier
proponerse - zich ten doel stellen
una mirada joven - een jonge blik
3. los juegos paralímpicos - de ParalympischeSpelen
conquistar medallas - medaillles behalen
el oro - het goud
la plata - het zilver
el bronce - het brons
la natación - het zwemmen
el ciclismo - het wielrennen
semejante a - lijkend op
la petanca - de petanque (soort jeu de boule)
el tenis de mesa - het tafeltennis
el atletismo - de atletiek
colocarse en el puesto número... - de ... plaats
veroveren
la clasificación - de ranglijst, het klassement
4. el/la componente - het (band)lid
las rimas - de rijmende teksten
la tarima - het podium, het platform
el/la rapero/a - de rapper
las etiquetas - de etiketten, de labels
la izquierda (política) - links (politiek)
la derecha (política) - rechts (politiek)feminista - feministisch
machista - macho, seksistisch
lograr el respeto - respect afdwingen
lograr la admiración - bewondering oogsten
cien por cien - honderd procent
5. la especie - de diersoort
la hormiga - de mier
tratarse de - gaan om
bajo tierra - onder de grond
medir (i) - lang zijn
la longitud - de lengteel/la antepasado/a - de voorouder
6. desmentir (ie) - ontkennen, tegenspreken
la relación amorosa - de (liefdes)relatie
la prensa especializada - hier: de roddelpers
con ocasión de - tijdens, ter gelegenheid van
el rodaje - de opname, het draaien
negarse (ie) - weigeren
hablar el uno del otro - over elkaar praten
tener vocación de - roeping hebben voor
ir en serio - serieus zijn
ser para largo - toekomst hebben
7. con motivo de - ter gelegenheid van
la jornada - de dag; de workshop
creado/a para la ocasión - voor de gelegenheid in
het leven geroepen
estimular - stimuleren
chispas de pensamiento - gedachtenflitsen
8. salir al mercado - op de markt komen
la versión española - de Spaanse versie
come que come, juega que juega - wie eet,
die speelt
interactivo/a - interactiefel funcionamiento - de werking
el diagnóstico - de diagnose
inicial - aan het begin
la talla - de lengte (personen)
1
7/21/2019 Vocabulario Español Holandes
http://slidepdf.com/reader/full/vocabulario-espanol-holandes 3/17
© 2010Intertaal,Am
sterdam/Antwerpen,mettoestemmingvanDifusiónS.L.,Barcelona
Gente joven 4 Para consultar vocabulario
Mi vocabulario español-holandés
3
los hábitos alimenticios - de eetgewoontes
el/la personaje - het personage
virtual - virtueel
obtener una puntuación - een score behalen
C los medios de comunicación - de media, de
communicatiemiddelen
la variante culta - de formele variant
iniciar - beginnen
posteriormente - achteraf, later
unidas al hecho de que - samenhangend met het
feit dat
tuvo lugar recientemente - heeft onlangs
plaatsgevonden
las prácticas alimenticias - de eetpatronen
el citado blog - het geciteerde blog
la chuleta de gramáticaformal - formeel
culto/a - beschaafd, geleerd
el sinónimo - het synoniem
la narrativa actual - de hedendaagse vertelkunst
la subordinación - de onderschikking; de onder-
geschikte bijzin
la frase relativa - de betrekkelijke bijzin
tras - na
la coma - de komma
la aposición - de bijstelling
coloquial - spreek-, omgangs-periodístico/a - journalistiek
4. ABUELITA BLOGUERADe bloggende oma
A bloguero/a - bloggend
B la bitácora - hier : de blog
el/la nonagenario/a - de negentiger
prestigioso/a - vermaard, beroemd
la categoría - de categorie
la votación popular - de algemene stemmingla votación de un jurado - de stemming door een
jury
otorgar - uitreiken
en línea - online
el/la nieto/a - de kleinzoon/de kleindochter
el fallecimiento - het overlijden
el fenómeno mediático - het mediafenomeen
conceder entrevistas - interviews toezeggen
cientos - honderden
cotidiano/a - dagelijks
el sentido común - het gezond verstand
C casi no - bijna niet
6. TITULARESKrantenkoppen
en grupos de tres - in groepjes van drie
el examen final - het eindexamen
la dirección del colegio - de schooldirectie, het
schoolbestuur
el recreo - de pauze
la angustia - de angst, de beklemming
el/la estudiante de secundaria - de middelbare
scholier
el adelanto - het vervroegen
la chuleta de gramática
ser detenido/a - gearresteerd worden
ser premiado/a por - een prijs krijgen van
ser otorgado/a por - uitgereikt worden door
CUADROS QUE CUENTANSchilderijen met een verhaal
dominical - zondag-, zondags-
la alameda - de (wandel)laan
el fusilamiento - het fusilleren, de executie
A referirse a (ie) - betrekking hebben op
el hecho histórico - het historische feit
entre todos - met zijn allen
B aludir a - verwijzen naar
hacer hipótesis - een hypothese opstellen
LA REINA DEL SURDe koningin van het zuiden
la certeza - de zekerheid
quedarse inmóvil - verstijven, niet bewegenla cuchilla - het mes
en alto - in de hoogte, geheven
el vapor - de stoom
el azulejo - het tegeltje
contener el aliento - de adem inhouden
la inmovilidad - de onbeweeglijkheid
cambiar el curso - het verloop wijzigen
la bañera - de badkuip
depilarse - zich ontharen
jobonoso/a - zeepachtig
erizarse - overeind gaan staan (haar)
el estéreo - de stereola traición - het verraad
el contrabando - de smokkel
tal / tales - zo’n, zulke
el presagio - het voorteken
1
7/21/2019 Vocabulario Español Holandes
http://slidepdf.com/reader/full/vocabulario-espanol-holandes 4/17
© 2010Intertaal,Am
sterdam/Antwerpen,mettoestemmingvanDifusiónS.L.,Barcelona
Gente joven 4 Para consultar vocabulario
Mi vocabulario español-holandés
4
la amenaza - de (be)dreiging
burlarse de - spotten met; lachen om
soltar (ue) - loslaten, laten vallen
dejar rastros - sporen achterlaten
la colcha - de (bedden)sprei
siniestro/a - onheilspellend
aterrado/a - verschrikt
el zumbido - het gezoem
el/la contrabandista - de smokkelaar
notas - voetnoten
el narcocorrido - het liedje over drugsmokkelaars
el/la narcotraficante - de drugsmokkelaar
la emisora local - de lokale zender
ensalzar - verheerlijken
el álbum - het album
el/la compositor/a - de componist/de componiste
popularizar - populair maken
la banda - de groep, de bandinspirarse en - zich laten inspireren door
afeitar - scheren
A redactar - opstellen, schrijven
B el paralelismo - de overeenkomst
ARTURO PÉREZ-REVERTE
los conflictos internacionales - de internatio-
nale conflicten
figurar - voorkomenel tambor - de trommel
de éxito - het succes
ser miembro de - lid zijn van
la llanta - de (binnen)band
repleto/a - propvol
la hierba mala (figurado) - het onkruid
la emigración (cuerpo de policía) - de migratie-
dienst
la hembra - de vrouw
dar la vida por alguien - zijn/haar leven voor
iemand geven
herido/a - gekwetst; gewond
el callejón - de steegte das por despedido/a - je diensten zijn niet niet
langer nodig
rehacer la vida - een nieuw leven beginnen
el/la dueño/a de mi vida - de man/vrouw van mijn
leven
EL DOSSIER de la CLASE
el informativo - het nieuwsprogramma
redactar una noticia - een nieuwsbericht opstellen
de forma que - zodanig dat
llevar un titular - een titel dragenel redactado - de tekst, het bericht
la redacción - het opstellen, het schrijven
en qué orden - in welke volgorde
el/la presentador/a - de presentator/de presen-
tatrice
la audiencia - het publiek
ilustrar las noticias - illustreren, aanvullen
ensayar - oefenen, repeteren
representar - opvoeren
versión escrita - de geschreven versie
2 Se buscan candidatosDeelnemers gezocht
el/la candidato/a - de kandidaat/de kandidate
el proyecto social - het sociale project
familiarizarse - vertrouwd raken met, zich eigen
maken
la demanda - de vraagel personal - het personeel
los requisitos - de (functie-)eisen
el puesto - de baan, de functie
la oración condicional - de voorwaardelijke bijzin
la construcción impersonal - de onpersoonlijke
constructie
para + inf. - om te + infinitief
para que + subj. - zodat + subjuntivo
1. CÓMO SON?
Hoe zijn ze?el carácter - het karakter
atrevido/a - dapper, onbevreesd
rebelde - dwars, tegendraads
seguro/a de sí mismo/a - zelfverzekerd
majo/a - aardig
2. CÓMO ES?Hoe is hij/zij?
formular preguntas - vragen stellen
la personalidad - de persoonlijkheid
3. ¿QUÉ TAL TE COMUNICAS?Hoe goed communiceer jij?
comunicarse - communiceren
A causar impresión - een indruk achterlaten
los puntos fuertes - de sterke punten
los puntos débiles - de zwakke punten
dejar en paz a alguien - iemand met rust laten
cultivar la tierra - de grond bewerkenno poder soportar - er niet tegen kunnen
quedarse sin palabras - met zijn/haar mond vol
tanden staan
tratar de - proberen
2
7/21/2019 Vocabulario Español Holandes
http://slidepdf.com/reader/full/vocabulario-espanol-holandes 5/17
© 2010Intertaal,Am
sterdam/Antwerpen,mettoestemmingvanDifusiónS.L.,Barcelona
Gente joven 4 Para consultar vocabulario
Mi vocabulario español-holandés
5
hacer la pelota a alquien - slijmen, een wit voetje
halen bij iemand
el aspecto físico - het uiterlijk
mirarse al espejo - in de spiegel kijken
impecable - onberispelijk
hacer lo posible - al het mogelijke doen
llamar la atención - de aandacht trekken
integrarse en - zich mengen in
poco a poco - beetje bij beetje
interrumpir - onderbreken, in de rede vallen
confiar - vertrouwen
adaptarse a los demás - zich aanpassen aan de
anderen
triunfar - succes hebben
tener la impresión - de indruk hebben
ser suficiente - voldoende zijn
B perderse en un mar de - omkomen inhacer daño - kwaad/pijn doen
salir ganando - erop vooruitgaan, beter worden van
el afecto - de genegenheid
la chuleta de gramática
el/la presidente/a del gobierno - de minister-
president
evocar - oproepen
sobreentenderse (ie) - vanzelf spreken
pasarlo mal - het moeilijk hebben
dar la vuelta al mundo - rond de wereld reizen
4. ¡QUÉ OPORTUNIDAD!Wat een kans!
A el/la explorador/a - de ontdekkingsreiziger/de
ontdekkingsreizigster
la ONG (Organización No Gubernamental) - de
ngo (niet-gouvernementele organisatie)
la solicitud - de sollicitatie(brief)
las razones - de redenen
lejano/a - ver verwijderd
amenazado/a - bedreigdhabitar - wonen
la fase - de fase
pasar una entrevista - een sollicitatiegesprek
voeren
B cumplir los requisitos - voldoen aan de eisen
1recién terminé (Amer.) - ik heb net afgerond
la secundaria - de middelbare school
por medio de - door middel van
las riquezas naturales - de natuurlijke rijkdommen
entrenar - trainenla Cuadra comunal (Amer.) - het
gemeenschappelijke woonblok
el barrio - de buurt, de wijk
con regularidad - regelmatig
la alcaldía - het wijkbestuur
el/la DJ - de dj
el campamento de verano - het zomerkamp
dar la oportunidad - de kans geven
2el/la compatriota - de landgenoot/de landgenote
el socorrismo - de eerste hulp, de EHBO
estar ingresado/a en el hospital - opgenomen zijn
in het ziekenhuis
C corresponderse - overeenkomen met, passen bij
la chuleta de gramática
el/la seleccionado/a - de geselecteerde
actuar frente a - optreden voor
el jurado - de jury
5. OFERTAS DE EMPLEOPersoneelsadvertenties
asociación de padres y madres - vereniging van
vaders en moeders
el/la monitor/a de deportes - de sportinstructeur/
de sportinstructrice
precisar - nodig zijn
el carné - de kaart, het pasje; hier: de bevoegdheid
el/la animador/a - de animator, de entertainer
atlético/a - sportief
6. TABLÓN DE ANUNCIOSMededelingenbord
A al revés - omgekeerd
se ofrece - wordt aangeboden
con derecho a cocina - met gebruik van de keuken
el instrumento de música - het muziekinstrument
la mesa de sonido - de mengtafel
de segunda mano - tweedehands
todo tipo - allerlei soorten
el peinado - het kapsellas trenzas - de vlechten
las rastas - de dreadlocks
el postizo - het haarstukje
los patines - de (rol)schaatsen
la plancha de skate - het skateboard
el repaso - de bijles
la guitarra acústica - de akoestische gitaar
el acordeón diatónico - de trekharmonica
dar clases - lesgeven
B encajar - bij elkaar passen
oralmente - mondelingante - voor, ten overstaan van
C ajustarse - aansluiten bij
2
7/21/2019 Vocabulario Español Holandes
http://slidepdf.com/reader/full/vocabulario-espanol-holandes 6/17
© 2010Intertaal,Am
sterdam/Antwerpen,mettoestemmingvanDifusiónS.L.,Barcelona
Gente joven 4 Para consultar vocabulario
Mi vocabulario español-holandés
6
7. CLAVES PARA HACERLAS COSAS BIENTips om het goed te doen
A la firma - de handtekening
el DNI (Documento Nacional de Identidad ) - het
identiteitsbewijs (ID)
el/la vigilante - de bewaker/de bewaakster
la piscina municipal - het openbare zwembad
la casa de colonias - het vakantiedorp
el bachillerato - de bovenbouw van de middelbare
school (16-18 jaar), ± VWO
la selectividad - het toelatingsexamen (voor de
universiteit)
el graduado escolar - het diploma van de
onderbouw van het middelbaar onderwijs
la ESO (Educación Secundaria Obligatoria) -
de onderbouw van de middelbare school(12-16 jaar)
la formación extracadémica - overige cursussen
en opleidingen
el diploma - het diploma
la EOI (Escuela Oficial de Idiomas) - de door de
Spaanse overheid gefinancierde talenschool
el/la monitor/a - de begeleider/de begeleidster
las colonias - de kampen
el carné de conducir - het rijbewijs
el destino (geografía) - de bestemming
desplazarse - zich verplaatsen
la autoescuela - de rijschoolel puesto de trabajo - de baan, de werkplek
D el tablón - het aanplakbord
la chuleta de gramática
repartir - rondbrengen
la educación física - de gymnastiek, de lichamelijke
opvoeding
el/la dependiente/a - de verkoper/de verkoopster
(in een winkel)
clases a domicilio - lessen aan huis
reciente - recent, nieuwsteviceversa - omgekeerd
manuscrito/a - handgeschreven
mentir (ie) - liegen
citar - noemen
con antelación - van tevoren, op tijd
ser puntual - op tijd zijn
la vestimenta - de kleding
el/la entrevistador/a - de persoon die het
sollicitatiegesprek afneemt
HOLA, ¿ESTÁS SOLA?Hallo, ben je alleen?
trabajar por horas - werken op uurbasis
el reparto - de bezorging, de distributie
el buzoneo - de huis-aan-huisbezorging
¡vaya (una) mierda! - wat een klotezooi!
prosperar - erop vooruitgaan, succes hebben
tricotar - breien
la puta - de hoer
buena presencia - representatief uiterlijk
¡vaya (un) morro! - Wat een lef!
debutar - debuteren
estrenarse - zijn/haar debuut maken
el/la guionista - de scenarioschrijver/de scenario-schrijfster
el/la Director/a Novel - prijs voor de beste nieuwe
regisseur bij de Premios Goya, de belangrijkste film-
prijzen van Spanje
la interpretación - het acteren, het toneelspel
“ATRAPADOS EN LA RED”Verstrikt in het web
de tanto buscar - na lang gezocht te hebben
hallar - aantreffen, vinden
el foro (internet) - het (internet)forumel/la forofo/a - de fanaat, de fan
las pelis de serie B - de B-films
seducir (zc) - verleiden
la razón - het verstand
el buzón - de inbox
hacer un rinconcito - een plaatsje vrijmaken
navegar por la red - surfen op het net
la visa oro - de visa gold card
ser fiel - trouw zijn
el amor es ciego - liefde is blind
ojos que no ven, (corazón que no siente) - uit het
oog, (uit het hart)
A el final - het einde
el diálogo - de dialoog
B los efectos especiales - de special effects
la voz en off - de voice-over
el contexto - de context
D arrobar - in vervoering brengen, meeslepen
el juego de palabras - de woordspeling
E el refrán - het spreekwoord
hacer referencia a - verwijzen naar
2
7/21/2019 Vocabulario Español Holandes
http://slidepdf.com/reader/full/vocabulario-espanol-holandes 7/17
© 2010Intertaal,Am
sterdam/Antwerpen,mettoestemmingvanDifusiónS.L.,Barcelona
Gente joven 4 Para consultar vocabulario
Mi vocabulario español-holandés
7
EL PARAÍSO ERA UN AUTOBÚSHet paradijs was een bus
el paraíso - het paradijs
la ferretería - de ijzerhandel
la parada - de halte
tomar el autobús - de bus nemen
la mercería - de garen- en bandwinkel
coger el autobús - de bus nemen
subir al autobús - in de bus stappen
bajar del autobús - uit de bus stappen
el asiento libre - de vrije (zit)plaats
de manera que - zodat
la parte de atrás - het achterste stuk
contemplar - kijken naar
coger las vacaciones - vakantie nemen
moreno/a - gebruind
delicado/a - gevoelig, teerlanzar mensajes - boodschappen geven
coger la costumbre - er een gewoonte van maken
fingir - net doen alsof
el síntoma - het symptoom, het teken
faltar a la cita - niet op komen dagen
acordado/a - afgesproken
perder el interés - de belangstelling verliezen
la temporada - de periode
descuidar el aseo personal - zijn uiterlijk
verwaarlozen
afeitarse a diario - zich dagelijks scheren
resucitado/a - herboren, herrezenser operado/a - geopereerd worden/zijn
a vida o muerte - op leven en dood
la perforación intestinal - de darmperformatie
(gaatje of scheurtje in de darmen)
quejarse - zich beklagen
enfermar - ziek worden
la melancolía - de melancholie
volver a verse - elkaar weerzien
ganar peso - aankomen (gewicht)
asearse - zich opknappen, zich mooi maken
por aquellas fechas - rond die tijd
ascender (ie) - opklimmen tot, promotie krijgen
los complementos - de accessoiresllamativo/a - opvallend
volverse loco/a de deseo - gek worden van
verlangen
el/la adúltero/a - de man/vrouw die vreemdgaat
desorientado/a - verward
B escribir en primera persona - schrijven in de eerste
persoon, schrijven in de ik-vorm
el/la pasajero/a - de passagier
EL DOSSIER de la CLASE
A el/la mediador/a - de bemiddelaar
constituirse - vormen
el/la investigador/a - de onderzoeker, de
onderzoekster
acercar - dichter bij elkaar brengen
las generaciones - de generaties
las personas ancianas - de ouderen
las clases extraescolares - de buitenschoolse
lessen
C optar a una plaza - dingen naar een positie
D presentarse a un puesto - solliciteren naar een
positie
F deliberar - overleggen, wikken en wegen
3 Somos aguaWe zijn water
sacar conclusiones - conclusies trekken
por consiguiente - dus, derhalvees por ello que - om die reden
tan… que… - net zo ... als
con valor anafórico - om herhaling te voorkomen
el prefijo - het voorvoegsel
el sufijo - het achtervoegsel
no sólo… sino que… - niet alleen ... maar ook
1. MÁS CLARO QUE EL AGUAOverduidelijk
2. YO NO LO SABÍAIk wist dat niet
A caudaloso/a - waterrijk
el acueducto - het aquaduct
el monte - de berg
ser/estar más claro que el agua - overduidelijk zijn
B la fórmula química - de chemische formule
el lago - het meer
las cataratas - de watervallen
3. EL AGUA ES VIDAWater is leven
A PLANETA AZULel hidrógeno - de waterstof
el oxígeno - de zuurstof
el compuesto químico - de chemische samen-
stelling
el estado (química) - de toestand, de fase
(scheikunde)
sólido/a - vast
líquido/a - vloeibaargaseoso/a - gasvormig
el vapor de agua - de waterdamp
inodoro/a - reukloos
insípido/a - smaakloos
3
7/21/2019 Vocabulario Español Holandes
http://slidepdf.com/reader/full/vocabulario-espanol-holandes 8/17
© 2010Intertaal,Am
sterdam/Antwerpen,mettoestemmingvanDifusiónS.L.,Barcelona
Gente joven 4 Para consultar vocabulario
Mi vocabulario español-holandés
8
incoloro/a - kleurloos
la tonalidad - de kleurschakering, de kleur
las ondas - de golven (van licht of geluid)
las tres cuartas partes - drie vierde
la hidrosfera - de hydrosfeer (al het water van de
planeet)
el glaciar - de gletsjer
subterráneo/a - ondergronds
los seres vivos - de levende wezens
la condensación - de condensatie
la precipitación - de neerslag
la evaporación - de verdamping
UN ELEMENTO VITALen concreto - om precies te zijn
los seres humanos - de mensen
ser clave para - nodig zijn, essentieel zijn
la abundancia - de overvloedla escasez - de schaarste
innumerable - ontelbaar
la chuleta de gramática
vital - van levensbelang
reformular - opnieuw formuleren
esto significa que… - dit betekent dat ...
… lo que significa que… - wat betekent dat
la conclusión - de conclusie
hay que tener en cuenta que… - er moet
rekening mee worden gehouden dat ...en cuanto a… - wat ... betreft
ejemplificar - voorbeelden geven
intercalar - invoegen, tussenvoegen
contradictorio/a - tegenstrijdig
potabilizar - drinkbaar maken
carecer (zc) - tekortkomen
potable - drinkbaar
mientras que - terwijl
ser insuficiente - onvoldoende zijn
4. EL ORO DE AMÉRICAHet goud van Latijns-Amerika
A proceder - afkomstig zijn uit
provenir - voortkomen uit
B el término - de term
amargo/a - bitter
los mayas - de Maya’s
la semilla - het zaad(je)
el valor - de waarde
la papa (Amer.) - de aardappel
el quechua - het Quechua (indianentaal uit Zuid-
Amerika)comestible - eetbaar
ser bien sabido - het is algemeen bekend
dicho/a - genoemd
la papaya - de papaya
el cacahuete - de pinda
el continente - het werelddeel, het continent
afortunadamente - gelukkig
saludable - goed voor de gezondheid
sabroso/a - smakelijk
valioso/a - waardevol
el metal precioso - het edelmetaal
el taíno - indianentaal uit het Caraïbisch gebied
se sabe que… - het is bekend dat ...
el caos - de chaos
el universo - het heelal
5. NO LO DECIMOS IGUALWij zeggen dat niet zo
el léxico - de woordenschat
ser originario/a de - afkomstig zijn uitla latitud - de breedtegraad
en todas las latitudes - overal
dietético/a - voedings-, dieet-
el mijo - de gierst (graangewas met kleine korrel)
básico/a - basis-
el colesterol - de cholesterol
el sustituto/a - de vervanger, het alternatief
las cualidades dietéticas - de goede
voedingseigenschappen
6. OS VOY A HABLARDE LA QUINOAIk ga jullie vertellen over de quinoa
la quinoa - de quinoa, de meelganzenvoet
(plantensoort)
el hierro - het ijzer
el calcio - het calcium
el fósforo - het fosfor
los aminoácidos - de aminozuren (bouwstenen van
eiwitten)
el valor energético - de voedingswaarde
la chuleta de gramáticatanto… que… - zo(veel) ... dat
recomendar (ie) - aanbevelen
la arepa - de maiskoek
la planta medicinal - de geneeskrachtige plant
apreciado/a - gewaardeerd
el valor nutricional - de voedingswaarde
7. QUÉ ES UN WIKIWat is een wiki?
A releer - herlezen
WIKIPEDIAla enciclopedia libre - de vrije encyclopedie
3
7/21/2019 Vocabulario Español Holandes
http://slidepdf.com/reader/full/vocabulario-espanol-holandes 9/17
© 2010Intertaal,Am
sterdam/Antwerpen,mettoestemmingvanDifusiónS.L.,Barcelona
Gente joven 4 Para consultar vocabulario
Mi vocabulario español-holandés
9
políglota - meertalig
el/la contribuyente - de persoon die bijdraagt
acceso a internet - toegang tot internet
el navegador (internet) - de browser
fundado/a - opgericht
el/la usuario/a - de (internet)gebruiker/de
(internet)gebruikster
el/la defensor/a - de voorstander, de verdedigeren la actualidad - tegenwoordig
el organismo - de instelling
la organización - de organisatie
sin ánimo de lucro - zonder winstoogmerk
el sitio (internet) - de (web)site
la popularidad - de populariteit
fiable - betrouwbaar
exacto/a - nauwkeurig
WIKI - wiki (toepassing en software om gezamenlijkwebdocumenten te maken en te bewerken)
la abreviación - de afkorting
el/la programador/a - de programmeur
bautizar - dopen
crear contenidos - content maken (internet)
de forma colaborativo/a - door met elkaar samen
te werken
el enlace - de link
demás - en meer
gigantesco/a - enorm
8. UN BUEN ORADOREen goede spreker
A el/la orador/a - de spreker
ir mal vestido/a - slecht gekleed gaan
apoyarse en - leunen tegen
mostrar (ue) - laten zien
pasarse del tiempo - de tijd overschrijden
el tono - de toon
la palabra muleta - het stopwoordje
la muleta - de houvast, de steun
titubear - hakkelen, stotteren
carraspear - de keel schrapentoser - kuchen, hoesten
B la parrilla - hier: het schema; het rooster
el auditorio - de toehoorders, het publiek
captar - boeien, vasthouden
la curiosidad - de nieuwsgierigheid
la postura corporal - de lichaamshouding
vocalizar - articuleren, duidelijk praten
el tono de voz - de toon (van de stem)
ameno/a - aangenaam
la implicación - de betrokkenheid
la chuleta de gramática
hay que tener en cuenta que… - je moet er wel
rekening mee houden dat ...
se dice… - er wordt gezegd ...
algunos dicen… - sommige mensen zeggen ...
se cree… - er wordt gedacht ...
para terminar… - tot slot, ten slotte
en resumen - kortom, samengevat
el agradecimiento - de dankbaarheid
LA TIERRA DIVIDIDA,EL MUNDO UNIDODe aarde verdeeld, de wereld verenigd
el istmo - de landengte
la franja - de strook
condicionar - vormen, bepalen
el lema - het mottoel canal - het kanaal
el/la conquistador/a - de veroveraar
el/la navegante - de zeevaarder
la tierra firme - het vasteland
el/la emperador/emperatriz - de keizer, de keizerin
el paso - de doorgang
decretar - bevelen, verordenen
el plano - de plattegrond
a fin de - opdat, om te
los medios técnicos - de technische middelen
independizarse - onafhankelijk worden
a su vez - op zijn beurtextenderse (ie) - zich uitstrekken
inaugurarse - officieel openen, inwijden
la esclusa - de sluis
el accidente laboral - het bedrijfsongeval
la enfermedad tropical - de tropische ziekte
el ascensor - de lift
elevar - optillen
el estrecho (geografía) - de zeestraat
acortar - verkorten
la ingeniería - de bouwkunde
excavado/a - uitgegraven
la réplica - de replica, de kopie
la muralla - de muur
INGREDIENTES PARA ELCHOCOLATEIngrediënten voor chocolade
la libra - het pond (500 gram)
según el gusto - naar eigen smaak
tostar (ue) - roosteren
la hojalata - het blik (de benaming voor het metaal)
el poro - de porie
poner cuidado - nauwkeurig opvolgen
averiado/a - van slechte kwaliteitel tueste - het roosteren
descolorido/a - flets, vaal
indigesto/a - moeilijk verteerbaar
por el contrario - echter, daarentegen
3
7/21/2019 Vocabulario Español Holandes
http://slidepdf.com/reader/full/vocabulario-espanol-holandes 10/17
© 2010Intertaal,Am
sterdam/Antwerpen,mettoestemmingvanDifusiónS.L.,Barcelona
Gente joven 4 Para consultar vocabulario
Mi vocabulario español-holandés
10
la aspereza - de bitterheid
extraer - eruit halen
el aceite de almendras dulces - de olie van zoete
amandelen
la pomada - de balsem, de pommade
el malestar - het ongemak
carnoso/a - vol, vlezig
con resignación - met lijdzaamheid
en lo más mínimo - volstrekt niet
la grieta - het scheurtje, het kloofje
la rosca de Reyes - rond, zoet brood dat tradi-
tioneel met Driekoningen (6 januari) wordt gegeten
la vanidad - de ijdelheid
la bandeja - het (dien)blad
el barro - het aardewerk
áspero/a - bitter
C la festividad - het feest, de feestdag
GREGUERÍAS SOBRE EL AGUAKorte spreuken over water
agudo/a - scherp(zinnig)
humorístico/a - humoristisch, grappig
pragmático/a - pragmatisch, gericht op de feiten
lírico/a - idealistisch
derretir (i) - smelten
EL DOSSIER de la CLASE
EL WIKI DE LA CLASEDe wiki van de klas
por votación - door te stemmen
ser asignado - zijn/worden toegewezen
la plataforma (internet) - de website
en función de - in overeenstemming met
EL PRODUCTO DE LA CLASEHet product van de klas
las algas - het zeewier, de algen
la lluvia de ideas - de brainstormsessiela transparencia - de sheet
los apuntes - de aantekeningen
seguir la pauta - de richtlijnen volgen
Repaso de lasunidades 1, 2, y 3bla, bla, bla - bla, bla, blala exposición oral - de spreekbeurt, depresentatie
2 intruso/a - die/dat er niet bij hoort
3 el desfile - de optocht; de parade
de fin de año - eindejaars-, aan het einde van het
jaar
el Polo Sur - de Zuidpool
con voluntad de hierro - met ijzeren wil
el hallazgo - de vondst
el/la discapacitado/a - de persoon met een
lichamelijke beperking
milenario/a - duizenden jaren oud
1. el/la expedicionario/a - de deelnemer aan een
expeditie
tener una discapacidad - een beperking hebben
el obstáculo - het obstakel, de hindernis
insalvable - onoverkomelijk
la visión - het zicht, het gezichtsvermogen
la proeza - de prestatie, de heldendaad
la travesía - de overtocht
en condiciones extremas - in extreme omstandig-heden
arrastrar - voortslepen, voorttrekken
el trineo - de slee
la capa - de laag
combatir el frío - zich wapenen tegen de kou
el miembro (anatomía) - het lichaamsdeel
el ánimo - de wil
2. las ruinas - de ruïnes
el eslabón perdido - de ontbrekende schakel
desenterrado/a - opgegraven
la cerámica - de keramiek, het aardewerkla prenda (de vestir) - het kledingstuk
el cerro - de heuvel
la cordillera - de bergketen; het gebergte
3. las personalidades - de persoonlijkheden
donar - schenken
el hospicio - het tehuis
el/la huérfano/a - de wees
4 tomar conciencia - zich bewust worden
con respecto a - wat betreft
la desigualdad - de ongelijkheid
el desafío - de uitdagingel acceso - de toegang
5 la flora - de flora, de plantenwereld
la orquídea - de orchidee
10 el gran público - het grote publiek
caerse (i) - vallen
el tribunal - de commissie
4 Yo no lo veo como túIk zie dat anders dan jij
polémico/a - omstreden, die/dat discussie oproept
secuenciar - in volgorde plaatsen, ordenen
4
7/21/2019 Vocabulario Español Holandes
http://slidepdf.com/reader/full/vocabulario-espanol-holandes 11/17
© 2010Intertaal,Am
sterdam/Antwerpen,mettoestemmingvanDifusiónS.L.,Barcelona
Gente joven 4 Para consultar vocabulario
Mi vocabulario español-holandés
11
hacer reproches - verwijten maken
el reproche - het verwijt
el turno de habla - wie wanneer mag spreken
1. ¿GUAPOS Y GUAPAS?Mooie mannen en vrouwen?
A el ideal de belleza - het schoonheidsideaal
LA BELLEZA ESTÁ EN TU CABEZAser una dictadura - hier: opgelegd worden,
opgedrongen worden
las medidas - de maten
el/la supermodelo - het supermodel
la imposición - het opgedrongen beeld
anoréxico/a - broodmager
los pechos - de borsten
las curvas (del cuerpo) - de rondingen (van hetlichaam)
las caderas - de heupen
mirar con cara de pena - met medelijden aankijken
ser gótico/a - een gothic zijn
ser marginal - er niet bij horen
obeso/a - zwaarlijvig
tragarse - slikken
la subcultura - de subcultuur
la ropa de marca - de merkkleding
según como se mire - afhankelijk van hoe je het
bekijkt
2. ¿Y TÚ QUÉ OPINAS?En wat vind jij ervan?
A la operación - de operatie, de ingreep
la cirugía plástica - de plastische chirurgie
acudir a clase - naar de les gaan
B depende - dat hangt ervan af
C por razones de salud - vanwege gezondheids-
redenen
llevar uniforme - een uniform dragenrenunciar - opgeven
la chuleta de gramática
eso es cierto - dat is waar, dat klopt
¡Claro que…! - Natuurlijk ...!, Uiteraard ...!
¡Qué va! - Welnee!
matizar - nuanceren
quizás - misschien
3. ¡DÉJALO YA!Dump hem toch!
D seguir adelante - verdergaan (met zijn/haar leven)
agobiar - benauwen
pelearse - ruziemaken
tener peleas - ruzie hebben
estar enamorado/a - verliefd zijn
estar deprimido/a - terneergeslagen zijn
faltar a clase - spijbelen
romper (una relación) - (ver)breken
borrar - wissen
estar celoso/a - jaloers zijn
distraído/a - dromerig, afwezig
ir de guapo/a - de mooie jongen/meid uithangen
aprobar (ue) - een voldoende halen
un montón de - een hoop
las faltas de asistencia - de gemiste lessen
enganchado/a a - verslaafd aan
4. COMO UN CULEBRÓNHet is net een soapserie
A la viñeta - het plaatje (in stripverhaal)
B pasar un mal momento - een moeilijke tijd
doormaken, een moeilijke periode doormaken
inseguro/a - onzeker
ser manipulador/a - bazig zijn, overheersend zijn
ser mayorcito/a - oud en wijs genoeg zijn
5. PUNTOS DE VISTAStandpunten
B defender la postura (de alguien) - het standpunt
verdedigen (van iemand)
la chuleta de gramática
tal como lo veo yo - zoals ik het zie
reprochar - verwijten, berispen
6. LA FAMILIA NOVOA TECNOHet gezin Novoa Tecno
pasarse - de tijd overschrijden, hier: te gaar laten
koken
estropeado/a - stuk, kapot
¡ya voy! - ik kom eraan
estar listo/a - klaar zijn
colgar un video (internet) - een video plaatsen op
internet, uploaden
repasar - oefenen
simular - naspelen; opvoeren
4
7/21/2019 Vocabulario Español Holandes
http://slidepdf.com/reader/full/vocabulario-espanol-holandes 12/17
© 2010Intertaal,Am
sterdam/Antwerpen,mettoestemmingvanDifusiónS.L.,Barcelona
Gente joven 4 Para consultar vocabulario
Mi vocabulario español-holandés
12
7. YO QUERÍA DECIR UNA COSAIk zou graag iets willen zeggen
A la mesa redonda - de ronde tafel
constantemente - voortdurend
masivamente - massaal
beneficioso/a - gunstig, positief
perjudicial - schadelijk
el fenómeno sociológico - het maatschappelijke
verschijnsel
favorecer (zc) - bevorderen
los miembros de la familia - de familieleden, de
gezinsleden
el manejo - het gebruik, de besturing
el rol tradicional - het traditionele rolpatroon
preocupante - zorgwekkend
comunicarse entre sí - met elkaar communiceren
las redes sociales - de vriendennetwerkenla identidad falsa - de valse identiteit
la chuleta de gramática
pedir la opinión - naar de mening vragen
deshacer - uit de weg ruimen
el malentendido - het misverstand
EL HOMBRE QUE ME AMEDe man die van mij houdt
descorrer las cortinas - de gordijnen opendoen
anidar - nestelen, huizen
la golondrina - de zwaluw
poseer - bezitten
el trofeo de caza - de jachttrofee
el ceibo - de koraalstruik
el vientre - de buik
brota musica - er stroomt muziek uit
las reglas del juego - de spelregels
oponerse - zich verzetten
VICEVERSAVice versa
la desazón - de onrust, het onbehagen
la certidumbre - de zekerheid
estar jodido/a - zich beroerd voelen (vulgair)
radiante - stralend
el género (literario) - het (literaire) genre
el relato breve - het korte verhaal
el exilio - de ballingschap
TOLERANCIA CEROLik op stukponer en marcha - in gang zetten
la violencia de género - het geweld tegen vrouwen
pretender - zich voornemen, als doel hebben
implicar - erbij betrekken
el/la maltratador/a - de man/vrouw die mishandelt
no poner la mano encima - met geen vinger
aanraken
EL DOSSIER de la CLASE
UN CASO POLÉMICOEen omstreden kwestie
conflictivo/a – tot conflicten leidend
A ESCENA CON UN PROBLEMAOp de planken met een probleem
intervenir - deelnemen, optreden
5 CuéntameVertel eens
la antología - de bloemlezing
el conector - het verbindingswoord
alternar - afwisselen
1. ÉRASE UNA VEZ…Er was eens ...
érase una vez… - er was eens
la moraleja - de moraal, de wijze les
el cuento popular - het volksverhaal
el cuento de hadas - het sprookje
la fábula - de fabel
ser una lección - een (wijze) les zijn
el cuento literario - het literaire verhaal
2. HABÍA UNA VEZ UN REY…Er was eens een koning ...
el/la estafador/a - de oplichter/de oplichtster
ir a palacio - naar het paleis gaan
el/la tejedor/a - de wever/de weefster
el/la monarca - de vorst/de vorstin
la labor - het werk
la seda - de zijde
tejer - weven
el telar - het weefgetouw
el/la consejero/a - de raadgeverel criado - de bediende
el individuo - het individu, de figuur
el servidor - de dienaar
5
7/21/2019 Vocabulario Español Holandes
http://slidepdf.com/reader/full/vocabulario-espanol-holandes 13/17
© 2010Intertaal,Am
sterdam/Antwerpen,mettoestemmingvanDifusiónS.L.,Barcelona
Gente joven 4 Para consultar vocabulario
Mi vocabulario español-holandés
13
las virtudes de la tela - de kwaliteiten van de stof
tenerse (tuvo) por muerto - de schrik van zijn/haar
leven krijgen
el paño - de stof
el reino - het koninkrijk
alabar - prijzen
el/la cortesano/a - de hoveling(e)
el primor - de verfijning
la sospecha - de verdenking, de achterdocht
el/la gobernador/a - de gouverneur
perder la honra - zijn/haar goede naam kwijtraken
perder los cargos - zijn/haar functies verliezen
no caber (cupo) duda de - geen twijfel bestaan
suceder en el trono - de troon opvolgen
el trono - de troon
el/la vasallo/a - de vazal, de leenman
desenvolver (ue) - uitpakken
la vestidura - de kleding; het gewaadtomar medidas - de maten opnemen
desnudo/a - naakt
el escudero - de schildknaap
el/la soberano/a - de vorst, de heerser
me da lo mismo - het maakt me niet uit
tender un engaño - bedriegen, misleiden
acontecer (zc) - gebeuren
B la versión - de versie
C ser válido/a - actueel zijn, waardevol zijn
la chuleta de gramática
había una vez… - er was eens
el nudo (literatura) - de kern, het plot
… y colorín colorado, este cuento se ha acabado- en toen kwam er een olifant met een lange snuit,
en die blies het verhaaltje uit
3. CONTINUARÁWordt vervolgd
B el chalet adosado - het rijtjeshuisla sudadera - het sweatshirt
la capucha - de capuchon
en pleno (barrio del) Raval - midden in (de wijk)
Raval
fascinado/a - geboeid, betoverd
Caperucita Roja - Roodkapje
4. OTRAS CAPERUCITAS Andere Roodkapjes
A la piel de patata - de aardappelschil
la jirafa - de girafel lobo - de wolf
el tranvía - de tram
torcer a la derecha - rechts afslaan
el peldaño - de trede
el chicle - een kauwgumpje
enredar - verwarren
la comida preparada - de kant-en-klaarmaaltijd
gemelo/a - tweeling-
5. LEYENDAS DE SIEMPRELegendes van vroeger
EL ORIGEN DEL SOL Y DE LA LUNAremar - roeien
volcarse (ue) - omslaan
chocar - tegen elkaar slaan
un pedazo de - een stuk
prender fuego - vuur maken
saciar el apetito - de honger stillen
la mazorca - de (maïs)kolf
asombrado/a - verbaasdlas llamas - de vlammen
ardiente - brandend
en lo más alto - hoog aan de hemel
el rayo de sol - de zonnestraal
la cuerda - het touw
la hamaca - de hangmat
C el original - origineel, oorspronkelijk
6. LEYENDAS DE AHORA
Legendes van nu
C la peregrinación - de pelgrimstocht, de bedevaart
LA PEREGRINACIÓN DE LOS MUERTOSla ermita - de afgelegen kapel
el acantilado - de klif
el santuario - het heiligdom
las tradiciones del lugar - de plaatselijke tradities
la miga de pan - de broodkruimel
peregrinar - een pelgrimstocht maken
la reencarnación - de reïncarnatie
el/la difunto/a - de overledene
el peregrinaje - de pelgrimstocht
LA AUTOESTOPISTA FANTASMAla carretera nacional - de rijksweg
la autovía - de autoweg
el cruce - het kruispunt
hacer autoestop - liften
frenar de golpe - plotseling remmen
el descapotable - de cabrio
inquietante - verontrustend
quedar de paso - op de route liggen
las contraventanas - de luiken
darse la vuelta - zich omdraaien
5
7/21/2019 Vocabulario Español Holandes
http://slidepdf.com/reader/full/vocabulario-espanol-holandes 14/17
© 2010Intertaal,Am
sterdam/Antwerpen,mettoestemmingvanDifusiónS.L.,Barcelona
Gente joven 4 Para consultar vocabulario
Mi vocabulario español-holandés
14
la chuleta de gramática
referir (algo) (i) - vertellen, beschrijven
parecerle (algo a alguien) (zc) - (iemand iets)
lijken
EL ECLIPSEDe verduistering
fray - broeder
apresar - insluiten
la ignorancia - de onwetendheid
topográfico/a - topografisch
aislado/a - afgezonderddistante - ver(afgelegen)
el convento - het klooster
condescender (ie) - zich verwaardigen, zo goed
zijn om te
bajar de su eminencia - afdalen van zijn koninklijke
hoogte
el celo - de ijver, de inzet
la labor redentora - het verlossende werk, het
reddende werk
el rostro - het gezicht
impasible - strak, gevoelloos
sacrificar - offerenel altar - het altaar
el lecho - het bed
conferir (ie) - geven
florecer (zc) - ontstaan, opkomen
digno/a - waardig
el talento - het talent
arduo/a - complex, ingewikkeld
disponer (g) - zich gereedmaken
valerse (g) de - gebruikmaken van
el/la opresor/a - de onderdrukker
mirar fijamente - strak aankijken
la incredulidad - het ongeloof
producirse un consejo - een beraadslaging plaats-vinden
el desdén - de minachting
AUGUSTO MONTERROSO
guatemalteco/a - uit Guatemala
hondureño/a - uit Honduras
de adopción - geadopteerd
por vocación - uit roeping
comprometido/a - maatschappelijk betrokken
perpetuo/a - eeuwig(durend)
ser representativo de - representatief zijn,typerend zijn
el microrrelato - het korte verhaal
LAS LENGUAS DEL MUNDODe talen van de wereldalzar - oprichten
la arrogancia - de arrogantie, de hoogmoed
la ira - de woede, de toorn
demorar (Amer.) - op zich laten wachten
a medio hacer - half voltooid
los hebreos - de Hebreeërs, de joden
el castigo divino - de goddelijke straf
partirse en dos mitades - zich in tweeën splitsen
la cueva - de grot
las entrañas - het binnenste; de kern
amasar - kneden
el decir - het spreken
EDUARDO GALEANO
la ficción - de fictie (literatuur met verzonnen
elementen)
el documental - de documentaire
el ensayo - het essay, het opstel
su majestad - Uwe Majesteit
la vena - de ader
andante - lopend, dwalend
autodefinirse (i) - zichzelf beschrijven
el/la recopilador/a - de samensteller, de
verzamelaar
EL DOSSIER de la CLASECUENTACUENTOSVerhalenvertellers
el/la cuentacuentos - de verhalenverteller
NUESTROS CUENTOSOnze verhalenel dado - de dobbelsteen
tirar los dados - met de dobbelstenen gooien
el desenlace - de ontknoping, het slot
dar un título - een titel geven
6 Las reglas del juegoDe spelregels
el juego de mesa - het bordspel
los gustos - de smaken
las preferencias - de voorkeuren
recíproco/a - wederkerig
1. ¿A QUÉ JUGAMOS?Wat zullen we spelen?
A ser pequeño/a - klein zijn
jugar a las muñecas - met (de) poppen spelen
6
7/21/2019 Vocabulario Español Holandes
http://slidepdf.com/reader/full/vocabulario-espanol-holandes 15/17
© 2010Intertaal,Am
sterdam/Antwerpen,mettoestemmingvanDifusiónS.L.,Barcelona
Gente joven 4 Para consultar vocabulario
Mi vocabulario español-holandés
15
los juegos de construcción - de bouwspelen
jugar a los coches - met auto’s spelen
hacer manualidades - knutselen
jugar al escondite - verstoppertje spelen
hacer puzles - puzzelen
B jugar a las cartas - kaarten
2. JUEGOS DE TODA LA VIDATijdloze spelletjes
A la partida - het partijtje, het potje
hacer una partida - een partijtje spelen
fundamental - heel belangrijk
LOS CHINOS
el/la jugador/a - de speler/de speelsterlos chinos - de Chinezen
la barra del bar - aan de bar
una ronda de consumiciones - een rondje (in het
café)
el puño - de vuist
quedar el/la último/a - als laatste overblijven
no vale repetir - je mag niet herhalen
PIEDRA, PAPEL O TIJERASbastar con - voldoende zijn
extentido/a - uitgestrekt; hier: plat, vlak
el dedo índice - de wijsvingerel dedo mayor/corazón - de middelvinger
sacar lo mismo - hier: hetzelfde gebaar maken
jugar a tantos puntos como se quiera - met zo
veel punten spelen als je wilt
LOS BARCOSlos ratos libres - de vrije momenten
el tablero - het speelbord; hier: het speelvlak
marcar - aangeven
las coordenadas - de coördinaten
tocado - geraakt
tocado y hundido - geraakt en gezonken
fallar - missenel/la contrincante - de tegenstander
decir mentiras - liegen
3. JUEGOS PARA PRACTICAREL ESPAÑOL
Spelletjes om het Spaans te oefenen
A estupendo/a - geweldig
el juego del ahorcado - galgje
el/la ahorcado/a - de (op)gehangeneestar como una cabra - stapelgek zijn
el pintapalabras - het tekenspel, soort pictionary
el crucigrama - de kruiswoordpuzzel
B la definición - de definitie, de betekenis
redistribuir (y) - opnieuw uitdelen
la chuleta de gramática
el turno - de beurt
tocarle (a alguien el turno) - iemands beurt zijn
hacer trampas - valsspelen
la trampa - het vals spel
la puntuación - de score
¿A cómo vamos? - Hoeveel staat het?
empatado/a - gelijk
estar empatado/a - gelijkstaan
ir empatado/a - gelijk opgaan
ir ganando - aan de winnende hand zijn
4. JUEGOS DE ORDENADORComputerspelletjes
B la era digital - het digitale tijdperk
expresar temor - grote bezorgheid uiten
el botón (tecnología) - de knop; de button
el cable - de kabel
el mando a distancia - de afstandsbediening
atontado/a - stom, versuft
la adicción - de verslaving
molar (argot) - leuk zijn
el varón - de man
el chateo - het chattenlos juegos de aventura - de adventure games
los juegos de rol - de role playing games
el truco - het trucje, de cheat
bajar (algo) de internet - (iets) downloaden van
internet
las páginas favoritas - de favoriete pagina’s
el sí - het ja (als antwoord op de vraag)
unánime - eensgezind, unaniem
no tener gracia - niet leuk zijn
pasarse información - informatie uitwiselen
el juego en línea - het online spel
tener dificultades - moeilijkheden tegenkomen
gente de fuera - mensen uit het buitenlandla dedicación semanal - de wekelijkse
tijdsbesteding
confesar (ie) - bekennen, toegeven
es repetitivo/a - het herhaalt zichzelf steeds
la media (estadística) - het gemiddelde
pasarse juegos - games aan elkaar doorgeven
el videoclub - de videotheek
ser influenciable - te beïnvloeden zijn
5. A FAVOR Y EN CONTRAVoor en tegen
C el/la crítico/a - de criticus
encontrarle defectos a algo - de tekortkoming
en particular - in het bijzonder
6
7/21/2019 Vocabulario Español Holandes
http://slidepdf.com/reader/full/vocabulario-espanol-holandes 16/17
© 2010Intertaal,Am
sterdam/Antwerpen,mettoestemmingvanDifusiónS.L.,Barcelona
Gente joven 4 Para consultar vocabulario
Mi vocabulario español-holandés
16
la chuleta de gramática
aconsejarse - elkaar aanraden
pasarle (algo a alguien) - (iemand iets) geven
6. EL JUEGO DE LA BOLAHet balspel
el palo (deporte) - de stick
fallar en el saque - een overtreding begaan bij de
service
el saque - de opslag, de service
la falta - de overtreding
la carrera - de koers
el dopaje - de doping
la raqueta - de racket
la red - het netmeter la pelota - de bal scoren
fuera de juego - buitenspel
los guantes - de handschoenen
el/la rival - de tegenstander
caer por los suelos - op de grond (laten) vallen
el batín - het pak (judo, karate, etc)
el tiro - het schieten
la esgrima - de schermsport
a campo abierto - in het open veld
LAS REGLAS
estar expulsado/a - van het bord gestuurd wordenperder el turno - de beurt overslaan
penalti - de strafschop
volver a tirar - opnieuw gooien
7. GOL, GOL, GOL…Goal, goal, goal ...
A la retransmisión deportiva - de rechtstreekse
sportuitzending
B asociado/a a - gerelateerd aan
la chuleta de gramática
el máximo de - zo veel mogelijk
el hoyo - de hole
el mínimo de - zo weinig mogelijk
los puntos - de punten
las faltas - de overtredingen
el tobogán - de schans, de piste
la salida - het honk
PAREJAS ENEMIGAS:LOS DERBIS MÁS FAMOSOS Aartsrivalen, beroemde derby’s
el derbi - de derby
el/la seguidor/a - de supporter, de aanhanger
despertar interés - veel belangstelling opwekken
defender los colores - met trots de kleuren dragen
la copa - de beker
de leyenda - legendarisch
el estadio - het stadion
en diagonal - diagonaal
el cuello - de hals
la raya - de streepla liga - de competitie, de (ere)divisie
la recopa - de Europacup voor bekerwinnaars
la supercopa - de Supercup
vertical - verticaal
granate (color) - granaat(kleur), donkerrood
el ribete - de boord
¿SABES QUE…?el merengue - het schuimpje
el/la culé - bijnaam van de supporters van FC
Barcelona
la sede - de thuisbasis
PIRENA
la niebla - de mist
la tormenta - de storm
vientos huracanados - de stormwind, de
windvlagen
bajo cero - onder nul
el tiro de perros - een span honden
atado/a - vastgebonden
se premia - wordt beloond
el compañerismo - de kameraadschap
la deportividad - de sportiviteitla fibra sintética - de syntetische vezel
caber (quepa) - passen, ruimte hebben
holgado/a - ruim, royaal
la disciplina - de discipline
conjugar - verenigen
en fila - in een rij
hacer prácticas - stage lopen
la prueba - de beproeving
REGATASRegatta
la regata - de regatta (zeil- of roeiwedstrijd)
la niñez - de kinderjaren, de kindertijd
el abordaje - het enteren
diminuto/a - heel klein
654
7/21/2019 Vocabulario Español Holandes
http://slidepdf.com/reader/full/vocabulario-espanol-holandes 17/17
© 2010Intertaal,Am
sterdam/Antwerpen,mettoestemmingvanDifusiónS.L.,Barcelona
Mi vocabulario español-holandés
el mirador - het uitkijkpunt
perseguir (i) - achtervolgen, achternazitten
el muro - de muur
la estela - het kielzog
paralelo/a - evenwijdig
el/la sagitario/a - de boogschutter
el arco - de boog
tenso/a - gespannen
la vela - het zeil(doek)
Repaso de lasunidades 4, 5, y 6
1 expresar el acuerdo - aangeven het eens te zijn
el matiz - de nuance
controvertido/a - controversieel, omstredenbasar - baseren
2 la filmación - de opname, het draaien
el dibujo - de tekening
3 orgulloso/a - trots
enemigo/a - vijandig
el/la antagonista - de tegenstander, de tegenspeler
el fin - het einde
modesto/a - bescheiden
honesto/a - eerlijk
premiar - belonenel/la tramposo/a - bedrieg(st)er, valsspeler
bondadoso/a - (goed)aardig
malvado/a - slecht, verdorven
4 enterrar (ie) - begraven
grave - ernstig
la ceremonia - de ceremonie, de plechtigheid
reprobatorio/a - afkeurend
el féretro - de doodskist
el/la finado/a - de overledene
el último adiós - het laatste afscheid
palidecer (zc) - verbleken
ser una zorra - een bitch zijndevolver a su lugar - op zijn plaats terugleggen
el artefacto - het apparaat
ser enterrado/a - begraven worden
la excentricidad - de buitenissigheid, de buiten-
sporigheid
afín - hier: in overeenstemming met
grato/a - aangenaam
sin duda - ongetwijfeld
la referencia - het referentiepunt; de belangrijke
factor
ser costumbre - de gewoonte zijn
los más intimos - de naastenel/la viudo/a - de weduwe
el consuelo - de troost
dar consuelo - troosten
saborear - proeven; genieten van
intrascendente - oppervlakkig, nietszeggend
enmudecer (zc) - verstommen, stil worden
descolgar el teléfono - de verbinding verbreken
el pésame - de condoleantie, het betuigen van
medeleven
el pitido - de toon
colgar el teléfono - de verbinding verbreken
el infierno - de hel
A. los presentes - de aanwezigen
alcanzar un acuerdo - tot overeenstemming komen
tácito/a - stilzwijgend
la ultratumba - het hiernamaals
colarse (ue) - binnensluipen
B. el/la insomne - de lijder aan slapeloosheid
descabezar un sueño - een uiltje knappen
C. la inconsciencia - de onbewustheid
inclinarse - zich buigen over
dolorosamente - bedroefd
5 estar a favor - voor zijn
estar en contra - tegen zijn
no tener opinión - geen mening hebben
6 llevar a cabo - uitvoeren
el marco - het kader
comprometer - een beroep doen op
el/la ganador/a - de winnaar/de winnaresrecientemente -onlangs
quemar - verbranden, opsteken
reforzar (ue) - versterken
el carácter voluntario - het vrijwillige karakter
la confianza en uno mismo - het zelfvertrouwen
la recompensa - de beloning
el estímulo - de stimulans
la prevención - de preventie, het voorkomen
7 la comba - het springtouw; het touwtjespringen
saltar a la comba - touwtjespringen
8 salir con alguien - met iemand (uit)gaanestar hecho/a un lío - in de knoei zitten
10 el fotograma - het fotoverhaal
11 empatar - gelijkspelen
por encima de - over(heen)
dar recuerdos a alguien - iemand de groeten doen
el parchís - het mens-erger-je-niet
654