Vlaanderen deelstaat van België

116
VLAANDEREN deelstaat van België

description

Vlaanderen een deelstaat van België

Transcript of Vlaanderen deelstaat van België

Page 1: Vlaanderen deelstaat van België

VLAANDEREN deelstaat

van België

Page 2: Vlaanderen deelstaat van België
Page 3: Vlaanderen deelstaat van België

VLAANDEREN deelstaat

van België

Page 4: Vlaanderen deelstaat van België
Page 5: Vlaanderen deelstaat van België
Page 6: Vlaanderen deelstaat van België
Page 7: Vlaanderen deelstaat van België

7

INHOUD

Page 8: Vlaanderen deelstaat van België

8

Page 9: Vlaanderen deelstaat van België

9

VLAANDEREN deelstaat

van België

13 VOORAF door Algemeen Voorzitter Wouter Beke

en Fractievoorzitter Ludwig Caluwé

19 HET HANDVEST VOOR VLAANDEREN ALS BASISDOCUMENTdoor Minister-president Kris Peeters

23 TEKST VAN HET HANDVEST VOOR VLAANDEREN

73 TOELICHTING BIJ DE OCTOPUSNOTA

door Minister-president Kris Peeters

77 TEKST VAN DE OCTOPUSNOTA

89 DE RESOLUTIES ALS VLAAMS KOMPASdoor voormalig Minister-president Luc Van den Brande

en Vlaams Volksvertegenwoordiger Johan Sauwens

93 TEKST VAN DE 5 RESOLUTIES

Page 10: Vlaanderen deelstaat van België
Page 11: Vlaanderen deelstaat van België

11

VOORAF

Page 12: Vlaanderen deelstaat van België

12

Page 13: Vlaanderen deelstaat van België

13

VOORAF

De mens staat centraal in het christendemocratisch denken en handelen. Elke mens is uniek. Elke mens telt. Daarom heeft elke mens recht op een vrije ontplooiing van de persoonlijkheid, in relatie met anderen. Een mens is immers meer dan een indi-vidu. We leven allemaal tussen en met andere mensen. Dat maakt mensen sterker, kansrijker, verantwoordelijker, vollediger, gelukkiger. CD&V is daarom de partij van de mensen èn van de gemeenschap. Een gemeenschap bouw je volgens ons best op van onderuit. Het gezin, de familie, de buurt, de vereniging, ... geven zin, houvast, geborgenheid.

Ook in de manier waarop de overheid georganiseerd is, willen we de menselijke maat behouden of terugvinden. In een wereld van schaalvergroting, blijft CD&V uitgaan van het subsidiariteitsbeginsel: het meest geschikte beleidsniveau moet beslissen, en de beslissingen moeten zo dicht mogelijk bij de mensen liggen. Vanuit dit subsidiariteits-beginsel zijn voor ons de lokale besturen en Vlaanderen de belangrijkste beleidsniveaus. Wij zijn ervan overtuigd dat het belang van de mensen gediend is met een efficiënt, nabij en democratisch bestuur. De christendemocraten geloven in de kracht van een eigen beleid van en voor Vlaanderen maar met respect voor de solidariteit binnen België. Deze solidariteit moet gepaard gaan met een grotere verantwoordelijkheid van de deelstaten – ook op financieel vlak – voor de resultaten van het door hun gevoerde beleid.

Daarom kozen we op het partijcongres van Kortrijk in 2001 voor een confederaal model dat de basisbevoegdheden bij de twee deelstaten legt: Vlaanderen en de Frans-talige deelstaat. Daarbij moet de verbondenheid tussen Vlaanderen en Brussel verder

Page 14: Vlaanderen deelstaat van België

14

Page 15: Vlaanderen deelstaat van België

15uitgebouwd worden. Voor Brussel en de Duitstalige Gemeenschap is er een specifiek statuut nodig, dat rekening houdt met hun eigen kenmerken.

Wij kaderen onze visie in het concept van meerlagig bestuur. Door de internationali-sering en vooral Europeanisering is er een groeiende vervlechting tussen het lokale, deelstatelijke, Belgische, Europese en mondiale bestuursniveau. Overheden functio-neren meer en meer in een netwerk van wisselwerking en samenwerkingsverbanden. Dit biedt ook voor Vlaanderen nieuwe taken en mogelijkheden die we voluit willen aangrijpen.

CD&V was de motor van de belangrijke staatshervormingen voor meer Vlaamse zelf-standigheid. Daardoor werd tussen 1970 en 1993 de unitaire Belgische staat omge-vormd tot een federale staat.

Tot op de dag van vandaag blijft CD&V ook de motor voor een grondige staatshervor-ming, als middel, instrument voor meer welvaart en welzijn voor de mensen. Zowel de partij, als de parlementsfracties en degenen die voor ons regeringsverantwoorde-lijkheid dragen, hebben daaromtrent belangrijke initiatieven ontwikkeld.

In dit boekje bundelen we de belangrijkste initiatieven omtrent onze visie op “Vlaan-deren deelstaat van België”. We zijn immers vastberaden om te blijven werken aan de verdere uitbouw en opbouw van Vlaanderen conform de visie die we met zovelen in onze partij hebben uitgewerkt en waarover in Vlaanderen een brede consensus bestaat.

Zo blijven de resoluties van het Vlaams Parlement van 3 maart 1999 een essentieel referentiepunt in het debat over de staatshervorming. Deze resoluties zijn het recht-streeks gevolg van de bespreking van een nota van toenmalig Minister-president Luc Van den Brande in de parlementscommissie onder voorzitterschap van Johan Sauwens. Deze resoluties werden door CD&V geactualiseerd en over de institutionele toekomst van Vlaanderen werd met het brede Vlaamse middenveld de dialoog aangegaan op drie Vlaamse Conferenties (2002, 2003 en 2006).

Minister-president Kris Peeters werkte deze visie verder uit in het idee van een “Copernicaanse omwenteling” waarbij het zwaartepunt van de beleidsinstrumenten bij de deelstaten komt te liggen.

Deze visie werd concreet vertaald in de Octopusnota van 1 februari 2008, die verder bouwt op de resoluties van het Vlaams Parlement, en die in bijlage bij het Vlaams regeerakkoord is opgenomen. Hierin geeft Vlaanderen aan dat meer bevoegdheden moeten leiden tot een sociaal en dynamisch, toekomstgericht Vlaanderen.

Page 16: Vlaanderen deelstaat van België

16 Vlaanderen verder uitbouwen tot een sociale, warme, gastvrije en democratische sa-menleving. Een gemeenschap die ernaar streeft om iedereen die hier woont, werkt, leeft een menswaardig bestaan te bieden. Waar armoede wordt aangepakt, gezinnen worden ondersteund, waar het economisch en sociaal ondernemen wordt gestimu-leerd en ondersteund, de gezondheidszorg nabij en kwalitatief is, het verenigings-leven mensen blijft mobiliseren. Dat is de centrale boodschap van het voorstel van “Handvest voor Vlaanderen” van Minister-president Kris Peeters. Dit Handvest geeft op een kwaliteitsvolle manier aan waar Vlaanderen voor staat nu en in de toekomst. Het bepaalt de verhoudingen tussen overheid en burgers, grondvest de instellingen en beschermt de rechten, plichten en vrijheden van de burgers. Daaruit blijkt duidelijk dat elke mens telt in Vlaanderen, deelstaat van België. Dat is de kern van ons poli-tiek denken en handelen, de kern van onze visie en doelstelling voor een grondige staatshervorming.

Wouter Beke Ludwig CaluwéAlgemeen Voorzitter CD&V Fractievoorzitter CD&V Vlaams Parlement

Page 17: Vlaanderen deelstaat van België

17

HANDVEST

Page 18: Vlaanderen deelstaat van België

18

Page 19: Vlaanderen deelstaat van België

19

HET HANDVEST VOOR VLAANDEREN

Basisdocument met de grondslagen van het Vlaams politiek bestel

Ik heb reeds verschillende malen gepleit voor een “Handvest voor Vlaanderen”. In samenspraak met het parlement wil ik tot een basisdocument komen waarbij dui-delijk aangegeven wordt waar Vlaanderen – als deelstaat van België en als regio in de Europese Unie – voor staat, nu en in de toekomst. Waar eenieder die hier woont, werkt, verblijft, ook weet wat zijn of haar rechten en plichten zijn.

Een dergelijk basisdocument is ook een logisch gevolg van de Copernicaanse om-wenteling. Het feit dat het zwaartepunt bij de deelstaten komt te liggen, betekent dat de mensen moeten weten wat zij van de Vlaamse overheid mogen verwachten. Maar ook wat de Vlaamse overheid van hun verwacht.

Alhoewel elke federale staat specifieke kenmerken heeft, kan men toch stellen dat de institutionele bevoegdheid van deelstaten in federale staten een belangrijk en alge-meen erkend grondwettelijk principe is. In België is dat nog niet het geval.Een Handvest voor Vlaanderen kan het elan tot stand brengen om tot een echte Grondwet voor de deelstaat Vlaanderen te komen.

Page 20: Vlaanderen deelstaat van België

20

Page 21: Vlaanderen deelstaat van België

21Daarom stel ik ook een tekst voor die niet-tijdsgebonden is, die als dusdanig ook bij de uitbreiding van de bevoegdheden van Vlaanderen zijn waarde blijft behouden. Het basisdocument is m.a.w. een soort schelp die past voor zowel huidige als toekom-stige bevoegdheden. Het subsidiariteitsbeginsel wordt daarbij als één van de belang-rijke grondslagen naar voren geschoven: bevoegdheden moeten zo dicht mogelijk bij de burger uitgeoefend worden.

Inhoudelijk zie ik twee grote onderdelen voor het Handvest. Ten eerste een bundeling van de organisatiebeginselen zoals die nu verspreid liggen over de Belgische Grond-wet, de Bijzondere Wet tot hervorming van de instellingen en het Bijzonder Decreet over de Vlaamse instellingen.

Ten tweede, de rechten en vrijheden die in dit Handvest moeten worden opgenomen, en die terug te vinden zijn in de Belgische Grondwet en het Handvest van de Grond-rechten van de Europese Unie. Het is een belangrijk politiek signaal dat Vlaanderen nu reeds aangeeft dat het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie het referentiekader is voor de bescherming van de grondrechten in de Vlaamse samen-leving. Het Europees Handvest is een eigentijdse synthese die voor het eerst alle traditionele burgerrechten en politieke rechten, alsmede de economische en sociale rechten, in één enkele tekst bijeen brengt. Aldus kan Vlaanderen de eerste deelstaat zijn die uitdrukkelijk het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie in zijn beleidskader opneemt. Dat geeft een bijzondere, Europese dimensie aan de rechts- en waardengemeenschap die Vlaanderen is en wil zijn.

Vlaanderen moet trouwens nu reeds uitvoering geven aan een heel aantal grondrech-ten die vervat zijn in de Belgische Grondwet en internationale en Europese verdragen, bijvoorbeeld wat huisvesting, onderwijs, enz. betreft. Uit de adviespraktijk van de Raad van State en de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof blijkt bovendien duide-lijk dat gemeenschappen en gewesten binnen hun materiële bevoegdheden volledig bevoegd zijn om grondrechten te beschermen, te behartigen.

Door de internationale en Europese ontwikkelingen op het gebied van de rechten van de mens is de interne rechtsorde grondig geïnternationaliseerd en geëuropeaniseerd, inzonderheid op het gebied van grondrechten. Eén bevattelijke tekst met de voor de deelstaat Vlaanderen meest relevante bepalingen zowel wat organisatie als wat grond-rechten betreft, bevordert de transparantie voor de burgers en is vanuit democratisch oogpunt dus zeker wenselijk.

Dit basisdocument met de grondslagen van het Vlaams politiek verband, dit politiek en-gagement van regering en parlement is dus belangrijk voor iedereen die met Vlaanderen

Page 22: Vlaanderen deelstaat van België

22 te maken heeft. Het geeft Vlaanderen als het ware een “gezicht”; Vlaanderen is opdie manier immers erkenbaar en herkenbaar als warme, solidaire, gastvrije, demo-cratische deelstaat.

Kris PeetersVlaams Minister-president

Page 23: Vlaanderen deelstaat van België

23

TEKST HANDVEST VOOR VLAANDEREN

ALGEMENE TOELICHTING

Door middel van dit voorstel van resolutie wil het Vlaams Parlement – in samen-spraak met de Vlaamse Regering – duidelijk aangeven waar Vlaanderen voor staat, wat de grondslagen zijn van de organisatie van de Vlaamse instellingen en wat de belangrijkste beginselen zijn die Vlaanderen wil respecteren, nu en in de toekomst. Het respect en de verdediging van alle democratische verworvenheden en de uitdruk-kelijke keuze voor de toepassing van het subsidiariteitsbeginsel staan daarbij voorop.

Het voorgestelde Handvest voor Vlaanderen is een overzicht van de belangrijkste be-ginselen van de organisatie en werking van de Vlaamse democratische rechtsstaat en van de grondrechten die in de Vlaamse samenleving gewaarborgd worden.

Voor eenieder die in Vlaanderen leeft, is het belangrijk dat in dit Handvest voor Vlaan-deren beknopt en helder wordt aangegeven wat de hoofdzaken zijn wat betreft de inrichting van het staatsbestel en wat betreft de grondrechten en die momenteel ver-scholen liggen in een geheel van regelgeving.

De organisatiebeginselen zijn ontleend aan de Grondwet, de Bijzondere Wet tot her-vorming van de instellingen en het Bijzonder Decreet over de Vlaamse instellingen. Niet alle bepalingen in verband met de Vlaamse instellingen werden overgenomen. Dit

Page 24: Vlaanderen deelstaat van België

24 Handvest is beperkt tot de hoofdzaken wat de inrichting van het staatsbestel betreft.

De rechten en vrijheden die in dit Handvest voor Vlaanderen zijn opgenomen, zijn ontleend aan het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie en de Belgi-sche Grondwet.Het is een belangrijk politiek signaal dat Vlaanderen aangeeft dat het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie het referentiekader is voor de bescherming van de grondrechten in de Vlaamse samenleving. Het Europees Handvest is een eigen-tijdse synthese die voor het eerst alle traditionele burgerrechten en politieke rechten, alsmede de economische en sociale rechten, in één enkele tekst bijeen brengt. Het Handvest wil een ruimte tot stand brengen van vrijheid, veiligheid en rechtvaardig-heid. Vlaanderen sluit zich aldus volledig bij deze doelstelling aan.

Alle voor Vlaanderen relevante bepalingen uit het Europees Handvest worden in dit Handvest voor Vlaanderen opgenomen en verder nog aangevuld met bepalingen uit de Belgische Grondwet wanneer dit nodig is omwille van de specifieke aard van de be-trokken Grondwetsbepaling of omdat het Handvest geen vergelijkbare bepaling bevat.Bij de selectie van de opgenomen grondrechten in het Handvest voor Vlaanderen werd een duidelijk criterium gehanteerd. Er wordt uitgegaan van de drie traditionele verplichtingen – respecteren, beschermen en bevorderen – die uit de grondrechten voortvloeien: de overheid moet de grondrechten zelf eerbiedigen (niet schenden), ze beschermen en doen respecteren door derden (de zgn. “horizontale werking”) en de effectieve verwezenlijking ervan bevorderen (de zgn. “positieve verplichtingen”). Alleen wanneer de Vlaamse overheid over geen enkele bevoegdheid beschikt waar-door ze het grondrecht zou kunnen schenden, beschermen of bevorderen, werd het betrokken artikel uit het Handvest of de Grondwet niet opgenomen in de tekst van het Handvest voor Vlaanderen.

Aldus werden volgende artikelen uit het Europees Handvest niet opgenomen omdat Vlaanderen de betrokken grondrechten niet kan respecteren, beschermen en bevorderen:- artikel 45, §2: vrijheid van verkeer en van verblijf voor niet-Europeanen;- artikel 19: verbod op collectieve uitzetting en verbod op uitzetting naar landen die bepaalde mensenrechten niet respecteren;- artikel 36: toegang tot de diensten van algemeen economisch belang;- artikel 39: actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement;- artikel 46: diplomatieke en consulaire bescherming.

De volgende artikelen uit de Belgische Grondwet werden evenmin opgenomen om dezelfde reden:

Page 25: Vlaanderen deelstaat van België

25- artikel 8, eerste lid en tweede lid: staat van Belg;- artikel 9: naturalisatie;- artikel 21, tweede lid: burgerlijk huwelijk moet voorafgaan aan de huwelijksinzegening.

Voor het overige staat de tekst van het Handvest voor Vlaanderen los van de precieze bevoegdheden waarover Vlaanderen beschikt of zal beschikken. Om die reden wordt bij het vastleggen van het formele legaliteitsbeginsel in verscheidene bepalingen geen optreden van “de wet” of “het decreet” vereist, maar wel van “de wetgevende macht”.

Het voorstel van Handvest voor Vlaanderen dat in dit voorstel van resolutie is opge-nomen, vormt een belangrijk politiek engagement. Maar bovenal vormt dit een basisdocument met daarin de grondslagen van het Vlaams politiek verband dat de ambitie heeft de basis te vormen voor een echte Grondwet, met de daaraan verbonden juridische gevolgen, eens Vlaanderen de grondwetgeven-de bevoegdheid verworven heeft.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE

Het Vlaams Parlement,- gelet op de voornoemde overwegingen en uitgangspunten;- gelet op de besprekingen op basis van de inleidende nota en de toelichting van de Minister-president;- stelt bijgevoegde tekst van “Handvest voor Vlaanderen” voor als basisdocument voor Vlaanderen.

Page 26: Vlaanderen deelstaat van België

26

Page 27: Vlaanderen deelstaat van België

27PREAMBULE

Vlaanderen heeft zich in een lang historisch proces en dankzij de inzet van verschil-lende generaties ontwikkeld tot een deelstaat van het Koninkrijk België en tot deel van de Europese Unie. Het is een democratische en sociale rechtsstaat die er naar streeft om eenieder die in Vlaanderen leeft een menswaardig bestaan aan te bieden.

Dit Handvest voor Vlaanderen heeft de ambitie om op een kwaliteitsvolle manier ver-dere invulling te geven aan de Vlaamse politieke zelfstandigheid. Vlaanderen wil – voortbouwend op zijn traditie – een open en toekomstgerichte sa-menleving zijn, zodat iedere persoon zich volwaardig kan ontplooien en integreren in de maatschappij.Vrijheid, gelijkheid, rechtvaardigheid, verdraagzaamheid, verantwoordelijkheid en solidariteit vormen de grondslagen van de Vlaamse samenleving. Met het oog op de betrokkenheid van eenieder bij de Vlaamse overheid is het nodig om de democratische principes en de maatschappelijke basiswaarden duidelijk aan te geven.

Het Handvest voor Vlaanderen is een overzicht van de belangrijkste beginselen van de organisatie en werking van de Vlaamse democratische rechtsstaat. Deze beginse-len bepalen waar Vlaanderen voor staat, welke de rechten en vrijheden zijn die in de Vlaamse samenleving gewaarborgd worden.

De organisatiebeginselen en grondrechten die de Vlaamse samenleving kenmerken, zijn afkomstig van diverse bepalingen uitgaande van de Vlaamse, Belgische en Euro-pese overheden en die Vlaanderen binden.

Het Handvest voor Vlaanderen vormt het overzicht van deze organisatiebeginselen en grondrechten.

Dit Handvest is een niet-tijdsgebonden tekst die de achtergrond weergeeft waartegen het streven naar een zelfstandig Vlaanderen, in Belgische en Europese context, zich afspeelt en dit met toepassing van het subsidiariteitsbeginsel. Door de globalisering in bijna alle sectoren van het maatschappelijk leven en de internationale en vooral Europese integratie is de absolute soevereiniteit een fictie geworden. De besluitvorming, de beleidsbevoegdheid is niet langer het monopolie van één overheid, maar wordt gedeeld door overheden op verschillende niveaus, die onderling met elkaar verbonden zijn. Ook de interne rechtsorde is grondig geïnterna-tionaliseerd, inzonderheid op het gebied van grondrechten, een essentieel onderdeel van dit Handvest voor Vlaanderen.

Page 28: Vlaanderen deelstaat van België

28 Vlaanderen wil expliciet in herinnering brengen wat de waarden en beginselen zijn waarop de Vlaamse institutionele en politieke organisatie is gefundeerd. Het hierbij voorgestelde Handvest schetst, als basisdocument, het kader waarbinnen de zelf-standigheid van Vlaanderen vorm krijgt.

Het Handvest voor Vlaanderen stelt de volgende grondslagen voorop voor het functioneren van Vlaanderen als zelfstandige politieke entiteit.

Vlaanderen heeft als politieke gemeenschap een duidelijk afgebakend grondgebied. Er is een sterke band tussen Vlaanderen en Brussel, de Vlaamse hoofdstad.

De rechten en vrijheden die in dit Handvest voor Vlaanderen zijn opgenomen, zijn ontleend aan het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie en de Bel-gische Grondwet. Het Handvest voor Vlaanderen vertrekt van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie omdat dit de meest recente synthese is van de gemeenschappelijke waarden van de lidstaten van de Europese Unie. Ook door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is reeds gewezen op het belang van het Europees Handvest dat de rechten die ervan deel uitmaken, op het hoogste niveau van de gemeenschappelijke waarden van de lidstaten heeft geplaatst.Het is een eigentijdse synthese die voor het eerst alle traditionele burgerrechten en politieke rechten, alsmede de economische en sociale rechten, in één enkele tekst bijeen brengt. Het Handvest wil een ruimte tot stand brengen van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid. Vlaanderen sluit zich aldus volledig bij deze doelstelling aan. Alle voor Vlaanderen relevante bepalingen uit het Handvest worden in het Handvest voor Vlaanderen opgenomen en verder nog aangevuld met bepalingen uit de Belgi-sche Grondwet wanneer dit nodig is omwille van de specifieke aard van de betrok-ken Grondwetsbepaling of omdat het Europees Handvest geen vergelijkbare bepaling bevat.

Vlaanderen bevestigt zijn gehechtheid aan de beginselen van de rechtsstaat en de parlementaire democratie. De Vlaamse politieke instellingen – het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering – worden op die wijze georganiseerd en hun werking zo ge-regeld dat de parlementaire, pluralistische democratie wordt gewaarborgd. Het begin-sel van de scheiding der machten (wetgevende, uitvoerende, rechterlijke macht) en het representatief systeem zijn fundamentele beginselen van het Vlaams staatsbestel.Het kiesstelsel wordt zorgvuldig geregeld en op een wijze dat de proportionaliteit in de vertegenwoordiging wordt geëerbiedigd. De beginselen die van toepassing zijn op de Vlaamse politieke instellingen en die verspreid liggen over regelgevende teksten afkomstig van verschillende overheden, worden in het Vlaams Handvest opgenomen.

Page 29: Vlaanderen deelstaat van België

29Aldus wordt in dit Handvest voor Vlaanderen, zonder als zodanig rechtsregels uit te vaardigen, het geheel van rechtsregels bijeen gebracht die ten grondslag liggen aan de inrichting van het politiek-juridisch verband en aan de verhouding tussen het individu en de overheid.

Vlaanderen bevestigt en verankert daardoor niet alleen zijn politieke zelfstandigheid maar brengt vooral de maatschappelijke basiswaarden in herinnering aan de hand waarvan het de hem toekomende verantwoordelijkheden en bevoegdheden moet op-nemen.

Daarom wordt in bijgaande tekst een belangrijk politiek engagement vooropgesteld, dat de aanzet vormt voor een Grondwet voor Vlaanderen in het kader van de grond-wetgevende bevoegdheid die Vlaanderen dient te verwerven.

HOOFDSTUK 1VLAANDEREN, DEELSTAAT VAN BELGIË

1 (artikelen 1, 2 en 3 GW)

Vlaanderen is een deelstaat van de federale Staat België en maakt deel uit van de Europese Unie.

2 (volgt impliciet uit een analoge toepassing van de artikelen 33 en 34 GW)

Vlaanderen is een op vrijheid gerichte democratische en sociale rechtsstaat.

Vlaanderen is gebonden door de federale Grondwet en het voor Vlaanderen bindende internationale en Europese recht.

3 (artikelen 4, 5, 127 en 128 GW)

Vlaanderen oefent de hem toekomende bevoegdheden als Vlaamse Gemeenschap en Vlaams Gewest uit in het Nederlandse taalgebied, bestaande uit de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen, en

Page 30: Vlaanderen deelstaat van België

30 tevens, als Vlaamse Gemeenschap, voor de instellingen in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad die uitsluitend behoren tot de Vlaamse Gemeenschap.

4 (artikelen 3, 4, 5, 6 van decreet van 7 november 1990 houdende vaststelling van het wapen, de vlag, het volkslied en de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap) a. Vlaanderen heeft als wapen in goud een leeuw van sabel, geklauwd en getongd van keel.b. De vlag van Vlaanderen is geel met een zwarte leeuw, rood geklauwd en getongd.c. Het volkslied van Vlaanderen bestaat uit de eerste twee strofen van “De Vlaamse Leeuw”.d. De Vlaamse feestdag is 11 juli.

5 (decreet van 6 maart 1984 betreffende de keuze van Brussel tot hoofdstad van de Vlaamse Gemeenschap)

De stad Brussel is de hoofdstad van Vlaanderen.

HOOFDSTUK 2DE RECHTEN EN VRIJHEDEN

6 (artikel 1 Handvest 7 december 2000 van de grondrechten van de Europese Unie, voortaan Handvest)

De menselijke waardigheid is onschendbaar. Zij moet worden geëerbiedigd en beschermd.

7 (artikel 2, §1 Handvest)

Eenieder heeft recht op leven.

8 (artikel 3 Handvest en nieuw artikel 22bis, eerste lid GW)

a. Eenieder heeft recht op lichamelijke en geestelijke integriteit.

Page 31: Vlaanderen deelstaat van België

31 In het bijzonder heeft elk kind recht op eerbiediging van zijn morele, lichamelijke, geestelijke en seksuele integriteit. De wetgevende macht waarborgt de bescherming van dat recht.b. In het kader van de geneeskunde en de biologie moeten met name in acht worden genomen: a) de vrije en geïnformeerde toestemming van de betrokkene, volgens de door de wetgevende macht bepaalde regels; b) het verbod van eugenetische praktijken, met name die welke selectie van personen tot doel hebben; c) het verbod om het menselijk lichaam en bestanddelen daarvan als zodanig als bron van financieel voordeel aan te wenden; d) het verbod van het reproductief kloneren van mensen.

9 (artikel 4 Handvest)

Niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernede-rende behandelingen of bestraffingen.

10 (artikel 5 Handvest)

a. Niemand mag in slavernij of in dienstbaarheid worden gehouden.b. Niemand mag gedwongen worden dwangarbeid of verplichte arbeid te verrichten.c. Mensenhandel is verboden.

11 (artikel 6 Handvest)

Eenieder heeft recht op vrijheid en veiligheid van zijn persoon.

12 (artikel 48 Handvest, in samenhang met artikel 12 GW)

Niemand kan worden vervolgd dan in de door de wetgevende macht bepaalde geval-len en in de vorm die zij voorschrijft.

Behalve bij ontdekking op heterdaad kan niemand worden aangehouden dan krach-tens een met redenen omkleed bevel van de rechter, dat moet worden betekend bij de aanhouding of uiterlijk binnen vierentwintig uren.

Eenieder tegen wie een vervolging is ingesteld, wordt voor onschuldig gehouden tot-dat zijn schuld in rechte is komen vast te staan.

Page 32: Vlaanderen deelstaat van België

32 Aan eenieder tegen wie een vervolging is ingesteld, wordt de eerbiediging van de rechten van de verdediging gegarandeerd.

13 (artikel 49 Handvest, in samenhang met de artikelen 14, 14bis, 17 en 18 GW)

Geen straf kan worden ingevoerd of toegepast dan krachtens een beslissing van de wetgevende macht.

Niemand mag worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten dat geen straf-baar feit uitmaakt naar geldend recht ten tijde van het handelen of nalaten. Geen zwaardere straf mag worden opgelegd dan die welke ten tijde van het begaan van het strafbare feit van toepassing was. Indien na het begaan van het strafbare feit in een lichtere straf wordt voorzien, is die van toepassing.

Het voorgaande staat niet de berechting en bestraffing in de weg van iemand die schuldig is aan een handelen of nalaten dat ten tijde van het handelen of nalaten een misdrijf was volgens de door de volkerengemeenschap erkende algemene beginselen.

De zwaarte van de straf mag niet onevenredig zijn aan het strafbare feit.

De in 9 bedoelde straffen en in het bijzonder de doodstraf, de straf van verbeurdver-klaring der goederen en de burgerlijke dood kunnen niet worden ingevoerd.

14 (artikel 47 Handvest, in samenhang met artikel 13, artikel 146 en artikel 161 GW)

Eenieder wiens door het recht van Vlaanderen gewaarborgde rechten en vrijheden zijn geschonden, heeft recht op een doeltreffende voorziening in rechte, met inacht-neming van de in dit hiernavolgende voorwaarden.

Eenieder heeft recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak, binnen een redelijke termijn, door een onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat vooraf door de wetgevende macht is ingesteld. Eenieder heeft de mogelijkheid zich te laten advi-seren, verdedigen en vertegenwoordigen.

Rechtsbijstand wordt verleend aan degenen die niet over toereikende financiële mid-delen beschikken, voor zover die bijstand noodzakelijk is om de daadwerkelijke toe-gang tot de rechter te waarborgen.

Page 33: Vlaanderen deelstaat van België

3315 (artikel 50 Handvest)

Niemand wordt opnieuw berecht of gestraft in een strafrechtelijke procedure voor een strafbaar feit waarvoor hij reeds onherroepelijk is vrijgesproken of veroordeeld.

16 (artikel 7 en 8 Handvest, in samenhang met de artikelen 15, 22 en 29 GW)

a. Eenieder heeft recht op eerbiediging van zijn privé-leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn communicatie.b. De woning is onschendbaar; geen huiszoeking kan plaatshebben dan in de rechtens bepaalde gevallen.c. Eenieder heeft recht op bescherming van zijn persoonsgegevens.

Deze gegevens moeten eerlijk worden verwerkt, voor bepaalde doeleinden en met toestemming van de betrokkene of op basis van een andere gerechtvaardigde grond-slag waarin de wetgevende macht voorziet.

Eenieder heeft recht op toegang tot de over hem verzamelde gegevens en op rectifi-catie daarvan.

Een onafhankelijke autoriteit ziet erop toe dat deze regels worden nageleefd.

17 (artikel 9 Handvest)

Het recht te huwen en het recht een gezin te stichten worden gewaarborgd volgens het geldend recht dat de uitoefening van deze rechten beheerst.

18 (artikel 10 Handvest, in samenhang met artikel 19, 20 en 21, eerste lid GW)

a. Eenieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst, behoudens bestraffing van de misdrijven die ter gelegenheid van het gebruikmaken van die vrijheden worden gepleegd. Dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen, zowel in het openbaar als privé, zijn godsdienst te belijden of overtuiging tot uit- drukking te brengen in erediensten, in onderricht, in praktische toepassing ervan en in het onderhouden van geboden en voorschriften.

Het recht op dienstweigering op grond van gewetensbezwaren wordt erkend vol- gens het geldend recht dat de uitoefening van dit recht beheerst.

Page 34: Vlaanderen deelstaat van België

34 b. Niemand kan worden gedwongen op enigerlei wijze deel te nemen aan handelingen en aan plechtigheden van een eredienst of de rustdagen ervan te onderhouden.

c. De overheid heeft niet het recht zich te bemoeien met de benoeming of de instal- latie der bedienaren van enige eredienst of hen te verbieden briefwisseling te houden met hun overheid en de akten van deze overheid openbaar te maken, onverminderd, in laatstgenoemd geval, de gewone aansprakelijkheid inzake drukpers en openbaar- making.

19 (artikel 11 Handvest, in samenhang met de artikelen 19 en 25 GW)

a. Eenieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting, behoudens bestraffing van de misdrijven die ter gelegenheid van het gebruikmaken van die vrijheden worden gepleegd. Dit recht omvat de vrijheid een mening te hebben en de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie of ideeën, zonder inmenging van enig open- baar gezag en ongeacht grenzen.b. De vrijheid en de pluriformiteit van de media worden geëerbiedigd, behoudens bestraffing van de misdrijven die ter gelegenheid van het gebruikmaken van die vrijheden worden gepleegd.c. De drukpers is vrij; de censuur kan nooit worden ingevoerd; geen borgstelling kan worden geëist van de schrijvers, uitgevers of drukkers.

Wanneer de schrijver bekend is en zijn woonplaats in België heeft, kan de uitgever, de drukker of de verspreider niet worden vervolgd.

20 (artikel 12 Handvest, in samenhang met de artikelen 19, 26 en 27 GW)

a. Eenieder heeft op alle niveaus, met name op politiek, vakverenigings- en maat- schappelijk gebied, het recht op vrijheid van vreedzame vergadering en op vrijheid van vereniging, mits hij zich gedraagt naar de voorschriften van de wetgevende macht die het uitoefenen van dit recht kunnen regelen zonder het echter aan een voorafgaand verlof te onderwerpen. Deze bepaling is niet van toepassing op bijeen- komsten in de open lucht, die ten volle aan de politiewetten onderworpen blijven.b. De vrijheid van vereniging omvat mede eenieders recht, ter bescherming van zijn belangen samen met anderen vakverenigingen op te richten of zich daarbij aan te sluiten.c. Politieke partijen dragen bij tot de uiting van de politieke wil van de burgers.

Page 35: Vlaanderen deelstaat van België

3521 (artikel 13 Handvest)

De kunsten en het wetenschappelijk onderzoek zijn vrij. De academische vrijheid wordt geëerbiedigd.

22 (artikel 24 GW, in samenhang met artikel 14, §1 Handvest)

a. Het onderwijs is vrij; elke preventieve maatregel is verboden; de bestraffing van de misdrijven wordt alleen door de wetgevende macht geregeld.

De keuzevrijheid van de ouders is gewaarborgd.

De Vlaamse Gemeenschap richt neutraal onderwijs in. De neutraliteit houdt onder meer in, de eerbied voor de filosofische, ideologische of godsdienstige opvattingen van de ouders en de leerlingen.

De scholen ingericht door openbare besturen bieden, tot het einde van de leer- plicht, de keuze aan tussen onderricht in een der erkende godsdiensten en de niet- confessionele zedenleer.

b. Zo Vlaanderen als inrichtende macht bevoegdheden wil opdragen aan een of meer autonome organen, kan dit slechts bij decreet, aangenomen met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen.

c. Ieder heeft recht op onderwijs, met eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden. De toegang tot het onderwijs is kosteloos tot het einde van de leerplicht. Alle leerlingen die leerplichtig zijn, hebben ten laste van de gemeenschap recht op een morele of religieuze opvoeding.

d. Alle leerlingen of studenten, ouders, personeelsleden en onderwijsinstellingen zijn gelijk voor het recht. Het recht houdt rekening met objectieve verschillen, waar onder de eigen karakteristieken van iedere inrichtende macht, die een aangepaste behandeling verantwoorden.

e. De inrichting, erkenning of subsidiëring van het onderwijs door Vlaanderen wordt geregeld door de wetgevende macht.

f. Eenieder heeft recht op toegang tot beroepsopleiding en bijscholing.

Page 36: Vlaanderen deelstaat van België

36 23 (artikel 23, lid 1 en 2 GW)

Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden.

Daartoe waarborgt de wetgevende macht, rekening houdend met de overeenkomstige plichten, de economische, sociale en culturele rechten, waarvan zij de voorwaarden voor de uitoefening bepaalt.

24 (artikel 15 en artikel 31 Handvest, in samenhang artikel 23, derde lid, 1°, eerste deel GW)

a. Eenieder heeft het recht te werken en een vrijelijk gekozen of aanvaard beroep uit te oefenen onder billijke, gezonde, veilige en waardige arbeidsvoorwaarden en tegen een billijke vergoeding in het raam van een algemeen werkgelegenheidsbeleid dat onder meer gericht is op het waarborgen van een zo hoog en stabiel mogelijk werkgelegenheidspeil. b. Iedere burger van de Europese Unie is vrij werk te zoeken, te werken, zich te vestigen en diensten te verrichten. Onderdanen van derde landen die het toegestaan is op het grondgebied van de lidstaten te werken, hebben recht op arbeidsvoorwaarden die gelijkwaardig zijn aan die welke de burgers van de Europese Unie genieten.c. Iedere werknemer heeft recht op een beperking van de maximumarbeidsduur en op dagelijkse en wekelijkse rusttijden, alsmede op een jaarlijkse vakantie met behoud van loon.

25 (artikel 27 Handvest)

Werknemers en hun vertegenwoordigers moeten in de gevallen en onder de voor-waarden waarin het geldende recht voorziet, de zekerheid hebben, dat zij op passende niveaus tijdig worden geïnformeerd en geraadpleegd.

26 (artikel 28 Handvest)

Werkgevers en werknemers of hun respectieve organisaties hebben overeenkomstig het geldende recht, het recht op passende niveaus collectief te onderhandelen en col-lectieve arbeidsovereenkomsten te sluiten, alsmede, in geval van belangenconflicten, collectieve actie te ondernemen ter verdediging van hun belangen, met inbegrip van staking.

Page 37: Vlaanderen deelstaat van België

3727 (artikel 29 Handvest)

Eenieder heeft recht op toegang tot kosteloze arbeidsbemiddeling.

28 (artikel 30 Handvest)

Iedere werknemer heeft overeenkomstig het geldende recht het recht op bescherming tegen iedere vorm van kennelijk onredelijk ontslag.

29 (artikel 32 Handvest)

Kinderarbeid is verboden. De minimumleeftijd voor toelating tot het arbeidsproces mag niet lager zijn dan de leeftijd waarop de leerplicht ophoudt, onverminderd voor jongeren gunstiger regels en behoudens beperkte afwijkingen.

Werkende jongeren hebben het recht op arbeidsvoorwaarden die aangepast zijn aan hun leeftijd en zij moeten worden beschermd tegen economische uitbuiting en tegen arbeid die hun veiligheid, hun gezondheid of hun lichamelijke, geestelijke, morele of maatschappelijke ontwikkeling kan schaden, dan wel hun opvoeding in gevaar kan brengen.

30 (artikel 33 Handvest)

a. Het gezin geniet bescherming op juridisch, economisch en sociaal vlak.b. Teneinde beroeps- en gezinsleven te kunnen combineren, heeft eenieder het recht op bescherming tegen ontslag om een reden die verband houdt met moederschap, alsmede het recht op bepaald moederschapsverlof en recht op oudersschapsverlof na de geboorte of adoptie van een kind.

31 (artikel 34, §1 en §2 Handvest, in samenhang met artikel 23, derde lid, 2° GW en artikel 47, derde lid Handvest)

a. De overheid erkent en eerbiedigt onder de door het recht gestelde voorwaarden het recht op toegang tot sociale zekerheidsvoorzieningen en sociale diensten die be- scherming bieden in omstandigheden zoals moederschap, ziekte, arbeidsongevallen, afhankelijkheid of ouderdom, alsmede bij verlies van arbeid.b. Eenieder die legaal in de Europese Unie verblijft en zich daar legaal verplaatst, heeft in Vlaanderen recht op sociale zekerheidsvoorzieningen en sociale voordelen overeenkomstig het geldend recht.

Page 38: Vlaanderen deelstaat van België

38 32 (artikel 23, derde lid, 2° GW en artikel 47, derde lid Handvest)

De overheid waarborgt het recht op juridische bijstand.

33 (artikel 35 Handvest, in samenhang met artikel 23, derde lid, 2° GW)

Eenieder heeft recht op toegang tot preventieve gezondheidszorg en op medische verzorging onder de door het recht bepaalde voorwaarden. Bij de bepaling en de uitvoering van het beleid en het optreden van de overheid wordt een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid verzekerd.

34 (artikel 34, §3 Handvest, in samenhang met artikel 23, derde lid, 3° GW)

Om sociale uitsluiting en armoede te bestrijden, erkent en eerbiedigt de overheid het recht op sociale bijstand en op bijstand voor huisvesting, teneinde eenieder die niet over voldoende middelen beschikt, onder de door het recht bepaalde voorwaarden een waardig bestaan te verzekeren.

35 (artikel 37 Handvest, in samenhang met artikel 23, derde lid, 4° GW en artikel 7bis GW)

Een hoog niveau van milieubescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu moeten worden geïntegreerd in het beleid van de overheid en worden gewaarborgd overeenkomstig het beginsel van duurzame ontwikkeling.

36 (artikel 38 Handvest)

In het beleid van de overheid wordt zorg gedragen voor een hoog niveau van consu-mentenbescherming.

37 (artikel 23, derde lid, 5° GW)

Eenieder heeft het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing.

38 (artikel 16 Handvest)

De vrijheid van ondernemerschap wordt erkend overeenkomstig het geldende recht.

Page 39: Vlaanderen deelstaat van België

3939 (artikel 17 Handvest, in samenhang met artikel 16 GW)

a. Eenieder heeft het recht de goederen die hij rechtmatig heeft verkregen in eigen- dom te bezitten, te gebruiken, erover te beschikken en te vermaken. Niemand mag zijn eigendom worden ontnomen, behalve in het algemeen belang in de gevallen en onder de voorwaarden waarin de wetgevende macht heeft voorzien en mits het verlies voorafgaand op billijke wijze wordt vergoed. Het gebruik van de goederen kan rechtens worden geregeld voor zover het algemeen belang dit vereist.b. Intellectuele eigendom is beschermd.

40 (artikel 18 Handvest)

Het recht op asiel is gegarandeerd met inachtneming van de voorschriften van het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 en het Protocol van 31 januari 1967 betreffende de status van vluchtelingen, en overeenkomstig het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

41 (artikel 40 Handvest, in samenhang met artikel 8, derde en vierde lid GW)

De wetgevende macht kan het stemrecht regelen van de burgers van de Europese Unie die niet de Belgische nationaliteit hebben, overeenkomstig de internationale en supranationale verplichtingen. In het bijzonder heeft iedere burger van de Europese Unie actief en passief kiesrecht bij de gemeenteraadsverkiezingen onder dezelfde voorwaarden als de Belgische onderdanen.

Het stemrecht kan door de wetgevende macht worden uitgebreid tot de in Vlaanderen verblijvende niet-Europese Unie onderdanen, onder de voorwaarden en op de wijze door haar bepaald.

42 (artikel 20 Handvest, in samenhang met artikel 10 eerste en tweede lid GW en vaste rechtspraak van het Hof van Justitie)

Er is in Vlaanderen geen onderscheid van standen.

Eenieder is gelijk voor de regelgeving en het bestuur van de overheid.

Alleen de Belgen zijn benoembaar tot de burgerlijke en militaire bedieningen die recht-streekse of onrechtstreekse deelneming aan de uitoefening van openbaar gezag in-houden en werkzaamheden omvatten die de algemene belangen van de staat of van andere openbare lichamen beschermen.

Page 40: Vlaanderen deelstaat van België

40 43 (artikel 21 Handvest, in samenhang met artikel 11 GW)

a. Iedere discriminatie, met name op grond van geslacht, ras, kleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of overtuiging, politieke of andere denkbeelden, het behoren tot een nationale, ideologische of filosofische minder- heid, vermogen, geboorte, een handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid, is verboden.b. Binnen de werkingssfeer van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en onverminderd de bijzon- dere bepalingen ervan, is iedere discriminatie op grond van nationaliteit verboden.

44 (artikel 22 Handvest)

Vlaanderen eerbiedigt de verscheidenheid van cultuur, godsdienst en taal.

45 (artikel 23 Handvest, in samenhang met de artikelen 10, derde lid en 11bis GW)

a. De overheid waarborgt de gelijkheid van vrouwen en mannen op alle gebieden, met inbegrip van werkgelegenheid, beroep en beloning, en bevordert meer bepaald hun gelijke toegang tot de door verkiezing verkregen mandaten en de openbare mandaten.

De Vlaamse Regering telt personen van verschillend geslacht.

De wetgevende macht organiseert de aanwezigheid van personen van verschil-lend geslacht binnen de bestendige deputaties van de provincieraden, de colleges van burgemeester en schepenen, de raden voor maatschappelijk welzijn, de vaste bureaus van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en in de uitvoerende organen van elk ander interprovinciaal, intercommunaal of binnengemeentelijk territoriaal orgaan.

Het voorgaande lid is niet toepasselijk wanneer de rechtstreekse verkiezing wordt georganiseerd van de bestendig afgevaardigden van de provincieraden, van de schepenen, van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, van de leden van het vast bureau van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of van de leden van de uitvoerende organen van elk ander interprovinciaal, intercommunaal of binnengemeentelijk territoriaal orgaan.

b. Het beginsel van gelijkheid belet niet dat maatregelen worden gehandhaafd of ge-nomen waarbij specifieke voordelen worden ingesteld ten gunste van het onder-vertegenwoordigde geslacht.

Page 41: Vlaanderen deelstaat van België

4146 (artikel 24 Handvest, in samenhang met het nieuwe artikel 22bis, tweede, derde en vierde lid GW)

a. Kinderen hebben recht op de bescherming en de zorg die nodig zijn voor hun welzijn. Zij mogen vrijelijk hun mening uiten. Aan hun mening in hen betreffende aangelegenheden, wordt in overeenstemming met hun leeftijd en rijpheid passend belang gehecht.

b. Bij alle handelingen in verband met kinderen, ongeacht of deze worden verricht door overheidsinstanties of particuliere instellingen, vormen de belangen van het kind de eerste overweging.

c. Ieder kind heeft het recht, regelmatig persoonlijke betrekkingen en rechtstreekse con-tacten met zijn beide ouders te onderhouden, tenzij dit tegen zijn belangen indruist.

d. Elk kind heeft recht op maatregelen en diensten die zijn ontwikkeling bevorderen.

47 (artikel 25 Handvest)

Het recht van ouderen om een waardig en zelfstandig leven te leiden en om aan het maatschappelijke en culturele leven deel te nemen, wordt erkend en geëerbiedigd.

48 (artikel 26 Handvest)

Het recht van personen met een handicap op maatregelen die beogen hun zelfstan-digheid, hun maatschappelijke en beroepsintegratie en hun deelname aan het ge-meenschapsleven te bewerkstelligen, wordt erkend en geëerbiedigd.

49 (artikel 41 Handvest)

a. Eenieder heeft er recht op dat zijn zaken onpartijdig, billijk en binnen een redelijke termijn door de instellingen, organen en instanties van de Vlaamse overheid wor-den behandeld.

b. Dit recht behelst met name: - het recht van eenieder te worden gehoord voordat jegens hem een voor hem

nadelige individuele maatregel wordt genomen; - het recht van eenieder om inzage te krijgen in het hem betreffende dossier, met

inachtneming van het gerechtvaardigde belang van de vertrouwelijkheid en het beroeps- en het zakengeheim;

- de plicht van de betrokken diensten, hun beslissingen met redenen te omkleden.c. Eenieder heeft recht op vergoeding door de overheid van de schade die door haar

instellingen of door haar personeelsleden in de uitoefening van hun functies is veroorzaakt.

Page 42: Vlaanderen deelstaat van België

42 d. Eenieder kan zich in het Nederlands tot de overheid richten en moet ook in die taal antwoord krijgen.

50 (artikel 32 GW, in samenhang met artikel 42 Handvest)

Ieder heeft het recht om elk bestuursdocument te raadplegen en er een afschrift van te krijgen, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de wetgevende macht.

51 (artikel 28 GW; zie ook artikel 44 Handvest)

Onverminderd het bepaalde onder 83, heeft ieder heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, bij de openbare overheden in te dienen.

Alleen de gestelde overheden hebben het recht verzoekschriften in gemeenschap-pelijke naam in te dienen.

52 (decreet ombudsdienst 7 juli 1998; zie ook artikel 43 Handvest)

Er bestaat één onafhankelijke ombudsdienst. Die onderzoekt de klachten betreffende de gedragingen van de Vlaamse overheid.

De leden van de ombudsdienst worden benoemd door het Vlaams Parlement.

De wetgevende macht stelt de nadere regels vast inzake de bevoegdheid en de werk-wijze van de ombudsdienst, waarbij de toegang tot de ombudsdienst kosteloos dient te zijn.

53 (artikel 45, §1 Handvest en artikel 6, §1, VI, derde lid BWHI)

a. Iedere burger van de Europese Unie heeft het recht zich vrij op het grondgebied te verplaatsen en er vrij te verblijven.

b. Vlaanderen oefent zijn bevoegdheden uit met inachtneming van de beginselen van het vrije verkeer van personen, goederen, diensten en kapitalen en van de vrijheid van handel en nijverheid, alsook met inachtneming van het algemeen normatief kader van de economische unie en de monetaire unie, zoals vastgesteld door of krachtens de wetgevende macht, en door of krachtens internationale verdragen.

Page 43: Vlaanderen deelstaat van België

4354 (artikel 30 GW, in samenhang met de artikelen 4 en 129 GW)

Het gebruik van de in Vlaanderen gesproken talen is vrij.

Het Nederlands is de enige officiële taal van Vlaanderen. Binnen de door de federale Grondwet bepaalde bevoegdheid regelt de wetgevende macht het gebruik van het Nederlands.

55 (artikel 31 GW)

Geen voorafgaand verlof is nodig om vervolgingen in te stellen tegen openbare amb-tenaren wegens daden van hun bestuur, behoudens wat ten opzichte van de ministers is bepaald.

56 (artikel 52, §§1 en 3 Handvest)

Beperkingen op de uitoefening van de in deze titel erkende rechten en vrijheden moe-ten door de wetgevende macht worden ingesteld en de wezenlijke inhoud van die rechten en vrijheden eerbiedigen. Met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel kunnen slechts beperkingen worden gesteld, indien zij noodzakelijk zijn en daadwer-kelijk beantwoorden aan doelstellingen van algemeen belang of aan de eisen van de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.Voor zover deze titel rechten bevat die corresponderen met rechten welke zijn gega-randeerd door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, zijn de inhoud en reikwijdte ervan dezelfde als die welke er door genoemd verdrag aan worden toegekend. Deze bepaling verhindert niet dat het recht van Vlaanderen een ruimere bescherming biedt.

57 (analoog met artikel 53 Handvest)

Geen enkele bepaling uit dit Handvest kan afbreuk doen aan de bescherming van de grondrechten, zoals die bepaald is in de federale Grondwet en in de voor Vlaanderen bindende internationale verdragen.

58 (artikel 54 Handvest)

Geen van de bepalingen uit deze titel mag worden uitgelegd als zou zij het recht inhouden enige activiteit te ontplooien of enige daad te verrichten met als doel de in deze titel erkende rechten en vrijheden teniet te doen of de rechten en vrijheden verdergaand te beperken dan door deze titel is toegestaan.

Page 44: Vlaanderen deelstaat van België

44

Page 45: Vlaanderen deelstaat van België

45III. DE MACHTEN

Afdeling 1: Algemene bepalingen

59 (artikel 33 GW)

Alle machten worden uitgeoefend op de wijze bij of krachtens de Grondwet bepaald.

60 (artikel 34 GW)

De uitoefening van bepaalde machten kan bij verdrag worden opgedragen aan volken-rechtelijke instellingen.

61 (artikel 17 BWHI)

De decreterende macht, dit is de wetgevende macht van Vlaanderen, wordt gezamen-lijk uitgeoefend door het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering.

62

De uitvoerende macht berust bij de Vlaamse Regering.

63 (artikel 78 BWHI)

De Vlaamse Regering heeft geen andere macht dan die welke haar bij of krachtens de Grondwet uitdrukkelijk worden toegekend.

64 (artikel 40 GW)

De rechterlijke macht wordt uitgeoefend door de hoven en rechtbanken.

Geen administratief rechtscollege kan worden ingesteld dan krachtens een beslissing van de wetgevende macht.

Page 46: Vlaanderen deelstaat van België

46 Afdeling 2: Het Vlaams Parlement

2.1. Inleidende bepaling

65 (artikel 115 GW en artikel 118 GW, in samenhang met artikel 1 BWHI)

Het Vlaams Parlement is het parlement van de Vlaamse Gemeenschap. Het oefent de bevoegdheden uit van parlement van het Vlaams Gewest.

2.2. Samenstelling

66 (artikel 116 GW en artikelen 24 en 24bis BWHI, in samenhang met artikel 118 GW en 35, §3 BWHI, en artikel 50 BWHI)

a. Het Vlaams Parlement bestaat uit: 1. 118 leden die hun woonplaats op het grondgebied van het Vlaamse Gewest hebben en in die hoedanigheid rechtstreeks verkozen zijn; 2. 6 leden die hun woonplaats op het grondgebied van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad en in die hoedanigheid rechtstreeks verkozen zijn.

Het Vlaams Parlement kan bij decreet de aantallen bedoeld in het eerste lid, 1 en 2, wijzigen. Dat decreet moet worden aangenomen met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van het Vlaams Parlement aanwezig is. Het aantal leden bedoeld in het eerste lid, 2, moet steeds gelijk zijn aan de verhouding van 6 tot 118 van het aantal leden bedoeld in het eerste lid, 1. Indien het met toepassing van dit lid verkregen aantal geen geheel getal is, wordt de overblijvende fractie afgerond tot de eenheid of weg-gelaten naar gelang zij de helft van de eenheid bereikt of niet.

b. De leden van het Vlaams Parlement bedoeld in a, eerste lid, 2 nemen niet deel aan de stemmingen over de aangelegenheden die tot de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest behoren.

Page 47: Vlaanderen deelstaat van België

4767 (artikel 119 GW, artikel 23 BWHI, artikel 24bis BWHI en artikel 17 Bijzondere Brusselwet, in samenhang met artikel 30 BWHI; artikel 5 Bijzonder decreet van 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen)

a. Om rechtstreeks tot lid van het Vlaams Parlement gekozen te kunnen worden, moet men: 1. Belg zijn; 2. het genot hebben van de burgerlijke en politieke rechten; 3. de volle leeftijd van 18 jaar hebben bereikt; 4. zijn woonplaats hebben: a) voor de leden van het Vlaams Parlement bedoeld in 66, a, eerste lid, 1, in

een gemeente van het grondgebied van het Vlaamse Gewest en in overeen- stemming daarmee ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van die ge- meente;

b) voor de leden van het Vlaams Parlement bedoeld in 66, a, eerste lid, 2, in een gemeente die deel uitmaakt van het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in overeenstemming daarmee ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van die gemeente;

5. niet verkeren in een der gevallen van uitsluiting of van schorsing bepaald door de wetgevende macht.

De verkiesbaarheidsvereisten moeten vervuld zijn op de dag van de verkiezing, met uitzondering van de woonplaats- en inschrijvingsvereisten waaraan reeds voldaan moet zijn zes maanden vóór de verkiezing.

b. Het mandaat van lid van het Vlaams Parlement is onverenigbaar met de volgende ambten of mandaten:

1. lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers; 2. senator bedoeld in artikel 67, §1, 1, 2, 4, 5, 6 en 7, van de federale

Grondwet; 3. minister of staatssecretaris in de federale Regering; 4. provinciegouverneur, gouverneur, vice-gouverneur, adjunct van de gouverneur,

provincieraadslid, provinciegriffier; 5. arrondissementscommissaris; 6. een ambt van de rechterlijke orde; 7. staatsraad, assessor van de afdeling wetgeving of lid van het auditoraat, van

het coördinatiebureau of van de griffie van de Raad van State; 8. rechter, referendaris of griffier in het Grondwettelijk Hof; 9. lid van het Rekenhof; 10. militair in actieve dienst, met uitzondering van de reserveofficieren die weder-

zijn opgeroepen en van de dienstplichtigen;

Page 48: Vlaanderen deelstaat van België

48 11. behoudens wat de personeelsleden van het onderwijs betreft, lid van het per- soneel dat rechtstreeks onder het gezag staat van het Vlaamse Parlement of de Vlaamse Regering; dienaangaande kan het Vlaams Parlement, bij decreet aangenomen met de in 66, a, tweede lid bepaalde meerderheid, een regime van politiek verlof organiseren ten voordele van de beambten die onder de bevoegdheid van de betrokken Gemeenschap of het betrokken Gewest res- sorteren;

12. lid van een ander Parlement of Regering van Gemeenschappen of Gewesten, of het ambt van gewestelijk staatssecretaris.

c. De onverenigbaarheden en ontzeggingen van de leden en de gewezen leden van het federale Parlement, bepaald door de wetgevende macht, zijn van overeenkomstige toepassing op de leden en gewezen leden van het Vlaams Parlement, wat betreft de ambten die van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams Gewest afhangen.

d. Het lid van het Vlaams Parlement dat de eed aflegt als lid van de Vlaamse Regering

houdt onmiddellijk op zitting te hebben. Het neemt zijn mandaat weer op na ontslag als lid van die Vlaamse Regering. De wetgevende macht bepaalt de nadere regelen voor zijn vervanging in het Vlaams Parlement.

e. Het mandaat van lid van het Vlaams Parlement kan worden gecumuleerd met ten hoogste één bezoldigd uitvoerend mandaat.

Als bezoldigde uitvoerende mandaten in de zin van het vorige lid worden beschouwd: 1. het ambt van burgemeester, van schepen en van voorzitter van een raad voor

maatschappelijk welzijn ongeacht het daaraan verbonden inkomen; 2. elk mandaat in een openbare of particuliere instelling, uitgeoefend als verte-

genwoordiger van het Rijk, van een gemeenschap, van een gewest, van een provincie of van een gemeente, voor zover dat mandaat meer bevoegdheid verleent dan het loutere lidmaatschap van de algemene vergadering of van de raad van bestuur van die instelling en ongeacht het daaraan verbonden inkomen;

3. elk mandaat in een openbare of particuliere instelling, uitgeoefend als verte- genwoordiger van het Rijk, van een gemeenschap, van een gewest, van een provincie of van een gemeente, voor zover dat mandaat een maandelijks bruto belastbaar inkomen oplevert van minstens 496 euro. Dat bedrag wordt jaarlijks aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.

f. Het Vlaams Parlement kan bij decreet bijkomende onverenigbaarheden instellen.

Dat decreet moet worden aangenomen met de in 66, a, tweede lid bepaalde meer-derheid.

Page 49: Vlaanderen deelstaat van België

492.3. Verkiezingen

68 (artikel 117 GW)

De leden van het Vlaams Parlement worden gekozen voor vijf jaar. Het Vlaams Parle-ment wordt om de vijf jaar geheel vernieuwd.

De verkiezingen voor het Vlaams Parlement vinden plaats op de dag welke samenvalt met die van de verkiezingen voor het Europese Parlement.

69 (artikel 25 BWHI en de artikelen 13 en 14 Bijzondere Brusselwet, in samen-hang met artikel 30 BWHI)

a. De leden van het Vlaams Parlement worden rechtstreeks gekozen door de Belgen die de volle leeftijd van achttien jaar hebben bereikt, die in de bevolkingsregisters van een gemeente van het grondgebied van het Vlaamse Gewest of, voor zover ze bij de verkiezing van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hun stem niet uitbrengen voor een lijst van kandidaten die tot de Franse taalgroep behoren, van een gemeente van het grondgebied van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, zijn ingeschreven en die niet verkeren in een der gevallen van uitsluiting of schorsing, zoals door de wetgevende macht bepaald.

De kiesgerechtigheidsvoorwaarden betreffende de nationaliteit en de inschrijving in de bevolkingsregisters moeten vervuld zijn op de dag van het opstellen van de kiezerslijst; de andere voorwaarden moeten vervuld zijn op de dag van de verkie-zing.

b. Iedere kiezer heeft recht op slechts één stem.

70 (artikel 26 BWHI)

a. Het Vlaams Parlement stelt bij decreet de kieskringen vast. Dat decreet moet wor-den aangenomen met de in 66, a, tweede lid bepaalde meerderheid.

b. Geen kieskring mag de grenzen van het grondgebied van het Vlaams Gewest over-schrijden.

c. Indien er meerdere kieskringen zijn, telt elke kieskring zoveel keren een zetel als de gewestelijke deler in het cijfer van de bevolking van de kieskring begrepen is.

Page 50: Vlaanderen deelstaat van België

50 De gewestelijke deler wordt verkregen door het bevolkingscijfer van het Vlaams Gewest te delen door het aantal rechtstreeks te kiezen leden.

De overblijvende zetels worden toegewezen aan de kieskringen met het grootste nog niet vertegenwoordigde bevolkingsoverschot.

d. De indeling van de leden van het Vlaams Parlement over de kieskringen wordt door de Vlaamse Regering bepaald in verhouding tot de bevolking.

Het bevolkingscijfer van elke kieskring wordt om de tien jaar vastgesteld door de volkstelling of door enig ander middel, bepaald door de wetgevende macht.

Binnen een termijn van drie maanden na de bekendmaking van het bevolkingscijfer bepaalt de Vlaamse Regering het aantal zetels dat aan elke kieskring toekomt.

De nieuwe zetelverdeling wordt toegepast vanaf de eerstvolgende gehele vernieu-wing van het Vlaams Parlement.

71 (artikel 26bis BWHI en artikel 21 Bijzondere Brusselwet, in samenhang met artikel 30 BWHI)

De stemming is verplicht en geheim. Zij heeft plaats in de gemeente.

72 (artikel 29 BWHI en artikel 19 bijzondere Brusselwet, in samenhang met arti-kel 30 BWHI; artikel 9 Bijzonder decreet van 7 juli 2006 over de Vlaamse instel-lingen)

a. De verkiezingen voor het Vlaams Parlement geschieden volgens het stelsel van de evenredige vertegenwoordiging.

b. Is er evenwel slechts één lid van het Vlaams Parlement te verkiezen, dan wordt de kandidaat die de meeste stemmen heeft verkregen, gekozen verklaard.

c. Enkel de lijstenverbindingen waarvan het gecumuleerde verkiezingscijfer van alle kieskringen van de provincie waar zij voorgedragen zijn voor de stemmingen van de kiezer, minstens 5% bedraagt van het algemeen totaal van de geldig uitgebrachte stemmen in de hele provincie, worden toegelaten tot de aanvullende verdeling en op voorwaarde dat het verkiezingscijfer dat zij per kieskring behaald hebben in minstens één kieskring van de provincie ten minste gelijk is aan zesenzestig ten honderd van de kiesdeler. Ook de alleenstaande lijsten die aan deze dubbele voor-waarden voldoen worden toegelaten tot de aanvullende verdeling.

Page 51: Vlaanderen deelstaat van België

512.4. Werking

73 (artikel 31, §1, eerste lid en §3 BWHI)

a. Het Vlaams Parlement spreekt zich uit over de geldigheid van de kiesverrichtingen betreffende zijn leden en hun opvolgers.

b. Het Vlaams Parlement onderzoekt de geloofsbrieven en beslist de geschillen die hieromtrent rijzen.

74 (artikel 31bis BWHI)

Alvorens in functie te treden, leggen de leden van het Vlaams Parlement de volgende eed af: “Ik zweer de Grondwet na te leven.”

75 (artikel 118bis GW en artikel 31ter BWHI)

a. De leden van het Vlaams Parlement genieten een jaarlijkse vergoeding, zoals vast-gesteld door het Vlaams Parlement. Deze vergoeding heeft hetzelfde statuut als de vergoeding aan de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers, welke zij niet mag overschrijden. Zij mag niet worden gecumuleerd met de vergoeding van senator.

Het Vlaams Parlement bepaalt de vergoeding van de leden van zijn bureau.

Het Vlaams Parlement stelt de pensioenregeling van zijn leden vast en bepaalt de wijze waarop hun reiskosten worden terugbetaald.

b. Het bedrag van de vergoedingen, wedden of presentiegelden, ontvangen als bezol-diging voor de door het lid van het Vlaams Parlement naast zijn parlementair man-daat uitgeoefende activiteiten, mag de helft van het bedrag van de met toepassing van a. toegekende vergoeding niet overschrijden.

Voor de berekening van dat bedrag komen in aanmerking de vergoedingen, wedden of presentiegelden voortvloeiend uit de uitoefening van een openbaar mandaat, openbare functie of openbaar ambt van politieke aard.

c. Binnen de grenzen van de Staat hebben de leden van het Vlaams Parlement vrij verkeer op alle verkeerswegen door de openbare overheden geëxploiteerd of in concessie gegeven.

Page 52: Vlaanderen deelstaat van België

52 76 (artikel 10 bijzonder decreet 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen)

Het Vlaams Parlement komt van rechtswege bijeen ieder jaar op de vierde maandag van september.

Het Vlaams Parlement kan voordien worden bijeengeroepen door de Vlaamse Rege-ring. Het moet ieder jaar ten minste veertig dagen in zitting blijven.

Het Vlaams Parlement komt na iedere vernieuwing van rechtswege bijeen op de vier-de dinsdag na de dag waarop de vernieuwing heeft plaatsgevonden.

De Vlaamse Regering kan het Vlaams Parlement in buitengewone zitting bijeenroepen.

De zitting wordt door de Vlaamse Regering gesloten.

77 (artikel 14 bijzonder decreet 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen)

De vergaderingen van het Vlaams Parlement zijn openbaar.Het Vlaams Parlement vergadert evenwel met gesloten deuren op verzoek van zijn voorzitter of van vijf leden.

Het Vlaams Parlement beslist daarna bij volstrekte meerderheid of de vergadering in het openbaar zal worden hervat ter behandeling van hetzelfde onderwerp.

78 (artikel 15 bijzonder decreet 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen)

De leden van de Vlaamse Regering hebben zitting in het Vlaams Parlement en het woord moet hun worden verleend wanneer zij het vragen. Het Vlaams Parlement kan de aanwezigheid van de leden van de Vlaamse Regering vorderen.

79 (artikel 37bis BWHI, in samenhang met artikel 16 bijzonder decreet 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen)

a. Een commissie van het Vlaams Parlement kan bij de regeling van de werkzaamhe-den en bij volstrekte meerderheid beslissen dat er reden is de rechtstreeks gekozen senatoren van de Nederlandse taalgroep zonder stemrecht bij de werkzaamheden te betrekken.

b. Onverminderd de overige onverenigbaarheden, mogen de senatoren die op deze uitnodiging ingaan, niet tegelijk titularis zijn van een door verkiezing verkregen gemeentelijk, provinciaal of Europees mandaat.

Page 53: Vlaanderen deelstaat van België

53c. Met een door verkiezing verkregen gemeentelijk mandaat worden gelijkgesteld een mandaat in een openbaar centrum voor maatschappelijke dienstverlening en een mandaat van burgemeester benoemd buiten de Raad.

80 (artikelen 35 en 36 BWHI)

a. Het Vlaams Parlement kan geen besluit nemen indien niet de meerderheid van de leden aanwezig is.

b. Onverminderd het bepaalde in 66, a, tweede lid, wordt elk besluit bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen, behoudens hetgeen door het reglement van het Vlaams Parlement zal worden bepaald met betrekking tot verkiezingen en voor-drachten.

Bij staking van stemmen, is het behandelde voorstel verworpen.

c. Behoudens eenparige instemming vastgesteld door de voorzitter, geeft het Vlaams Parlement zijn wil te kennen bij stemming overeenkomstig de door zijn reglement bepaalde modaliteiten. Over elk decreet in zijn geheel wordt de beslissing genomen bij hoofdelijke stemming.

Verkiezingen en voordrachten van kandidaten geschieden bij geheime stemming.

81 (artikelen 4, 5 en 6 wet van 3 juli 1971 tot indeling van de leden van de Wet-gevende Kamers in taalgroepen en houdende diverse bepalingen betreffende de cultuurraden voor de Nederlandse en voor de Franse Gemeenschap)

a. Een met redenen omklede motie, ondertekend door ten minste een vierde van de leden van het Vlaams Parlement en ter tafel gelegd na de indiening van het verslag en voor de eindstemming in de openbare vergadering, kan verklaren dat de bepalingen die zij aanwijst in een ontwerp of voorstel van decreet, dat bij het Vlaams Parlement aanhangig is, een discriminatie om ideologische en filosofische redenen inhoudt.

b. De voorzitters van de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat en de voor-zitters van het Vlaams Parlement en het Parlement van de Franse Gemeenschap, zitting houdende als college, beslissen over de ontvankelijkheid van de motie, gelet op de bepalingen onder a.

Bij staking van stemmen is de motie ontvankelijk.

Page 54: Vlaanderen deelstaat van België

54 De beslissing van ontvankelijkheid schorst het onderzoek van de bestreden bepa-lingen.

In dat geval wordt het ontwerp of voorstel van decreet alsmede de motie verwezen naar de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat, die uitspraak doen over de gegrondheid van de motie.

c. De behandeling van de in de motie aangewezen bepalingen kan door het Vlaams Parlement slechts worden hervat nadat de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat de motie ongegrond hebben verklaard.

82 (artikel 40 BWHI)

Het Vlaams Parlement heeft het recht van onderzoek.

83 (artikel 17 bijzonder decreet 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen)

a. Ieder heeft het recht verzoekschriften, door één of meer personen ondertekend, schriftelijk bij het Vlaams Parlement in te dienen. Zij mogen niet in persoon of door een afvaardiging van personen worden overhandigd.

b. Het Vlaams Parlement kan de ingediende verzoekschriften naar de Vlaamse Regering verwijzen met het verzoek omtrent de inhoud ervan uitleg te verstrekken binnen de door het Vlaams Parlement bepaalde termijn.

Indien het niet mogelijk is om binnen die termijn de gevraagde uitleg te verstrek-ken, stelt de Vlaamse Regering het Vlaams Parlement hiervan schriftelijk, door een met reden omkleed bericht, in kennis.

c. De natuurlijke persoon die een verzoekschrift indient, of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift dat door verscheidene natuurlijke personen wordt ingediend, heeft recht op een antwoord binnen zes maanden na indiening van het verzoekschrift.

De termijn, bedoeld in het eerste lid, kan eenmalig met drie maanden verlengd worden wanneer de motivering hiervoor schriftelijk aan de verzoeker of de eerste ondertekenaar meegedeeld wordt.

d. De wetgevende macht bepaalt de nadere voorwaarden waaronder dit recht wordt uitgeoefend en de wijze waarop de verzoekschriften worden behandeld.

Page 55: Vlaanderen deelstaat van België

5584 (artikel 12 bijzonder decreet 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen)

Het Vlaams Parlement kiest uit zijn leden zijn voorzitter, zijn ondervoorzitters en zijn secretarissen. Zij vormen het bureau van het Vlaams Parlement.

85 (artikel 44 BWHI)

Het Vlaams Parlement stelt het reglement vast, waarin het inzonderheid bepaalt dat het bureau van het Vlaams Parlement alsmede de parlementaire commissies samen-gesteld worden volgens het stelsel van de evenredige vertegenwoordiging van zijn politieke fracties.

86 (artikelen 67 en 68 GW)

Na de algehele vernieuwing van de Senaat benoemt het Vlaams Parlement uit zijn midden tien leden tot senator, evenredig met het stemcijfer van de Nederlandstalige lijsten behaald bij de algehele vernieuwing van de Senaat.

Voor de aanwijzing van deze senatoren komen alleen de lijsten in aanmerking waarop ten minste één senator rechtstreeks gekozen is en voor zover voldoende op deze lijsten gekozen leden zitting hebben in het Vlaams Parlement.

87 (artikel 48bis BWHI)

Het Vlaams Parlement vertegenwoordigt de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams Gewest in en buiten rechte indien het Parlement bevoegd is voor het voorwerp van het geschil of van de handeling.

Page 56: Vlaanderen deelstaat van België

56 2.5. Rechtspositie

88 (artikel 120 GW en artikel 42 BWHI, in samenhang met artikel 58 GW)

Geen lid van het Vlaams Parlement kan worden vervolgd of aan enig onderzoek on-derworpen naar aanleiding van een mening of een stem, in de uitoefening van zijn functie uitgebracht.

89 (artikel 120 GW, in samenhang met artikel 59 GW)

Behalve bij ontdekking op heterdaad kan geen lid van het Vlaams Parlement, tijdens de zitting en in strafzaken, worden verwezen naar of rechtstreeks gedagvaard voor een hof of een rechtbank, of worden aangehouden dan met verlof van het Vlaams Parlement.

Behalve bij ontdekking op heterdaad kunnen de dwangmaatregelen waarvoor het op-treden van een rechter is vereist, ten opzichte van een lid van het Vlaams Parlement, tijdens de zitting en in strafzaken, alleen worden bevolen door de eerste voorzitter van het hof van beroep op verzoek van de bevoegde rechter. Deze beslissing wordt aan de voorzitter van het Vlaams Parlement meegedeeld.

Huiszoeking of inbeslagneming krachtens het voorgaande lid kan alleen geschieden in aanwezigheid van de voorzitter van het Vlaams Parlement of van een door hem aangewezen lid.

De vervolging in strafzaken van een lid van het Vlaams Parlement kan, tijdens de zit-ting, enkel worden ingesteld door de ambtenaren van het openbaar ministerie en de bevoegde ambtenaren.

In elke stand van het onderzoek kan het betrokken lid van het Vlaams Parlement, tijdens de zitting en in strafzaken, aan het Vlaams Parlement de schorsing van de vervolging vragen. Het Vlaams Parlement dient hiertoe met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen te beslissen.

De hechtenis van een lid van het Vlaams Parlement of zijn vervolging voor een hof of een rechtbank wordt tijdens de zitting geschorst indien het Vlaams Parlement het vordert.

Page 57: Vlaanderen deelstaat van België

57Afdeling 3: De decreterende macht

90 (artikel 18 en 43 BWHI)

a. Het recht van initiatief behoort aan de Vlaamse Regering en aan de leden van het Vlaams Parlement.

b. De ontwerpen en voorstellen van decreet alsook de amendementen worden inge-diend en in stemming gebracht in het Nederlands. Het Vlaams Parlement bepaalt in zijn reglement de maatregelen die het dienstig oordeelt om de uitvoering van deze bepaling te waarborgen.

91 (artikel 38 en 39 BWHI)

a. Een ontwerp of voorstel van decreet kan door het Vlaams Parlement eerst worden aangenomen nadat daarover artikelsgewijs gestemd is.

Ieder lid van de Vlaamse Regering kan een tweede lezing vragen.

Ieder lid van het Vlaams Parlement kan een tweede lezing vragen op de door het reglement bepaalde wijze, indien een amendement op de tekst is aangenomen.

b. Het Vlaams Parlement heeft het recht de artikelen en de voorgestelde amendemen-ten te wijzigen en te splitsen.

92 (artikel 21 BWHI)

De Vlaamse Regering bekrachtigt de decreten en kondigt ze af.

93 (artikel 22 BWHI)

Geen decreet is verbindend dan na te zijn bekendgemaakt in de vorm door de wetge-vende macht bepaald.

94 (artikel 133 GW)

Alleen het decreet kan een authentieke uitlegging van de decreten geven.

Page 58: Vlaanderen deelstaat van België

58 Afdeling 4. Vlaamse Regering

4.1. Inleidende bepaling

95 (artikel 121 GW en artikel 123 GW)

De Vlaamse Regering is de regering van de Vlaamse Gemeenschap. Ze oefent de bevoegdheden uit van de regering van het Vlaams Gewest.

4.2. Samenstelling

96 (artikel 122 GW en artikel 59 BWHI)

De leden van de Vlaamse Regering worden gekozen door het Vlaams Parlement.

97 (artikel 63 BWHI en artikelen 20 en 27 bijzonder decreet 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen)

a. De Vlaamse Regering telt ten hoogste elf leden, de minister-president inbegrepen. Ten minste één lid heeft zijn woonplaats in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad.

Het Vlaams Parlement kan bij decreet het maximum aantal leden van de Vlaamse Regering wijzigen. Dat decreet moet worden aangenomen met de in 66, a, tweede lid bepaalde meerderheid.

b. Wanneer de Vlaamse Regering beraadslaagt over de aangelegenheden die tot de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest behoren, heeft elk lid van de Vlaamse Rege-ring dat zijn woonplaats heeft in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, slechts zitting met raadgevende stem.

98 (artikelen 59 en 61 BWHI)

a. Om tot lid van de Vlaamse Regering gekozen te kunnen worden, moet men: 1. Belg zijn; 2. het genot hebben van de burgerlijke en politieke rechten; 3. de volle leeftijd van 18 jaar hebben bereikt;

Page 59: Vlaanderen deelstaat van België

59

Page 60: Vlaanderen deelstaat van België

60 4. zijn woonplaats hebben in een gemeente van het grondgebied van het Vlaamse Gewest of het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad en in overeenstemming daarmee ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van die gemeente.

5. niet verkeren in een der gevallen van uitsluiting of van schorsing bepaald door de wetgevende macht.

De verkiesbaarheidsvereisten moeten vervuld zijn op de dag van de verkiezing.

b. Het mandaat van lid van de Vlaamse Regering is onverenigbaar met de volgende ambten of mandaten:

1. lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers; 2. senator bedoeld in artikel 67, §1, 1, 2, 4, 5, 6 en 7, van de federale Grondwet; 3. minister of staatssecretaris in de federale Regering; 4. provinciegouverneur, gouverneur, vice-gouverneur, adjunct van de gouverneur,

provincieraadslid, provinciegriffier; 5. arrondissementscommissaris; 6. een ambt van de rechterlijke orde; 7. staatsraad, assessor van de afdeling wetgeving of lid van het auditoraat, van

het coördinatiebureau of van de griffie van de Raad van State; 8. rechter, referendaris of griffier in het Arbitragehof; 9. lid van het Rekenhof; 10. militair in actieve dienst, met uitzondering van de reserveofficieren die weder

zijn opgeroepen en van de dienstplichtigen; 11. behoudens wat de personeelsleden van het onderwijs betreft, lid van het

personeel dat rechtstreeks onder het gezag staat het Vlaamse Parlement of de Vlaamse Regering; dienaangaande kan het Vlaams Parlement, bij decreet, aangenomen met de in 66, a, tweede lid bepaalde meerderheid, een regime van politiek verlof organiseren ten voordele van de beambten die onder de bevoegdheid van de betrokken Gemeenschap of het betrokken Gewest res sorteren;

12. lid van een ander Parlement of Regering van Gemeenschappen of Gewesten.

c. De onverenigbaarheden en ontzeggingen betreffende de federale Ministers, gewe-zen federale Ministers en federale Ministers van Staat, bepaald door de wetgevende macht, zijn van overeenkomstige toepassing op de leden en gewezen leden van het Vlaams Parlement, wat betreft de ambten die van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams Gewest afhangen.

d. Het Vlaams Parlement kan bij decreet bijkomende onverenigbaarheden instellen. Dat decreet moet worden aangenomen met de in 66, a, tweede lid bepaalde meerderheid.

Page 61: Vlaanderen deelstaat van België

6199 (artikel 60 BWHI en artikel 64, §2 BWHI)

a. De kandidaten voor de Vlaamse Regering die voorgedragen zijn op eenzelfde lijst ondertekend door de volstrekte meerderheid van de leden van het Vlaams Parle-ment, zijn verkozen.

De lijst bedoeld in het eerste lid is samengesteld uit personen van verschillend geslacht.

Voor de verkiezing van de leden van de Vlaamse Regering moet de in het eerste lid bedoelde lijst ten minste één lid omvatten dat tot het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad behoort.

b. Indien op de dag van de verkiezing geen enkele lijst aan de voorzitter van het Vlaams Parlement wordt overhandigd die ondertekend is door de volstrekte meer-derheid van de leden van het Vlaams Parlement, wordt overgegaan tot afzonderlijke verkiezingen van de leden van de Vlaamse Regering, overeenkomstig c.

c. De voordrachten van de kandidaturen voor de Vlaamse Regering moeten worden ondertekend door ten minste vijf leden van het Vlaams Parlement. Deze mogen slechts één enkele voordracht voor elk mandaat ondertekenen.

De verkiezing gebeurt bij geheime stemming en bij volstrekte meerderheid van de leden van de leden van het Vlaams Parlement in zoveel afzonderlijke stembeurten als er te verkiezen leden zijn.

Indien bij een verkiezing geen enkele kandidaat de volstrekte meerderheid heeft behaald in de eerste stembeurt, wordt er opnieuw gestemd om de twee kandidaten die het grootste aantal stemmen hebben verkregen te rangschikken, na eventuele verzaking van een gunstiger gerangschikte kandidaat.

Bij staking van stemmen is de jongste kandidaat verkozen.

d. De Vlaamse Regering duidt in haar midden een voorzitter aan, minister-president genoemd.

Indien geen consensus tot stand komt, wordt de minister-president gekozen bij geheime stemming en bij volstrekte meerderheid van de leden van de Vlaamse Regering.

Page 62: Vlaanderen deelstaat van België

62 De aanwijzing van de minister-president wordt bekrachtigd door de Koning, in wiens handen hij de eed aflegt.

e. De orde van verkiezing bepaalt de orde van voorrang van de leden van de Vlaamse Regering. Bij toepassing van a. wordt die orde bepaald door de orde van voor-dracht van de kandidaten.

f. Wanneer, bij de samenstelling van de Vlaamse Regering, of na elke latere wijziging in de samenstelling ervan, na aanwijzing van het op twee na laatste regeringslid overeenkomstig c., alle leden van hetzelfde geslacht zijn en geen enkel lid uit het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad afkomstig is, wordt de stemming voor de aan-wijzing van de laatste twee leden beperkt tot de kandidaten van het andere geslacht en tot de kandidaten uit het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad.

Wanneer, bij de samenstelling van de Vlaamse Regering of na elke latere wijziging in de samenstelling ervan, na aanwijzing van het voorlaatste regeringslid over-eenkomstig c., hetzij alle leden van hetzelfde geslacht zijn, hetzij geen enkel lid afkomstig is uit het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, wordt de stemming voor de aanwijzing van het laatste lid, naar gelang van het geval, beperkt tot de kandida-ten van het andere geslacht of tot de kandidaten uit het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad.

100 (artikel 62 BWHI)

De leden van de Vlaamse Regering leggen de eed af in handen van de voorzitter van het Vlaams Parlement.

4.3. Werking

101 (artikel 21 bijzonder decreet 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen)

Onverminderd wat in andere bepalingen is geregeld, regelt de Vlaamse Regering haar werkwijze. De Vlaamse Regering bepaalt het statuut van haar leden.

102 (artikel 22 bijzonder decreet 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen)

Onverminderd de door haar toegestane delegaties, beraadslaagt de Vlaamse Regering collegiaal, volgens de procedure van consensus, over alle zaken die tot haar bevoegd-heid behoren.

Page 63: Vlaanderen deelstaat van België

63103 (artikel 23 bijzonder decreet 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen)

De Vlaamse Regering, evenals elk lid ervan, is verantwoordelijk ten aanzien van het Vlaams Parlement.

104 (artikel 24 bijzonder decreet 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen)

Het Vlaams Parlement kan te allen tijde een motie van wantrouwen tegen de Vlaamse Regering of één of meer van haar leden aannemen.

Deze motie is alleen dan ontvankelijk wanneer zij een opvolger voorstelt, naar gelang van het geval, voor de Vlaamse Regering, voor een lid of voor meer leden.

Over de motie van wantrouwen kan slechts gestemd worden na verloop van achten-veertig uur. Zij kan slechts aangenomen worden bij de meerderheid van de leden van het Vlaams Parlement.

De aanneming van de motie heeft het ontslag van de Vlaamse Regering of van het betwiste lid of de betwiste leden tot gevolg, benevens de aanstelling van de nieuwe Regering, het nieuwe lid of de nieuwe leden.

105 (artikel 25 bijzonder decreet 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen)

De Vlaamse Regering kan te allen tijde besluiten de vertrouwenskwestie te stellen in de vorm van een motie.

Over de motie kan slechts gestemd worden na verloop van achtenveertig uur.

Deze motie is slechts aangenomen indien de meerderheid van de leden van het Vlaams Parlement ze aanvaardt.

Wordt het vertrouwen geweigerd, dan is de Vlaamse Regering van rechtswege ont-slagnemend.

106 (artikel 26 bijzonder decreet 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen)

Indien de Vlaamse Regering of één of meer leden ervan ontslag neemt of nemen, wordt onverwijld in hun vervanging voorzien. Zolang de ontslagnemende Vlaamse Regering niet is vervangen, handelt zij de lopende zaken af.

Page 64: Vlaanderen deelstaat van België

64 107 (artikel 82 BWHI)

Onverminderd de in 87 vermelde bijzondere regelingen, vertegenwoordigt de Vlaamse Regering Vlaanderen in en buiten rechte.

108 (artikel 87, §§ 1 en 2, eerste zin, BWHI)

De Vlaamse Regering beschikt over een eigen administratie, eigen instellingen en eigen personeel.

Zij stelt de personeelsformatie vast van haar administratie en doet de benoemingen.

4.4. Rechtspositie

109 (artikel 124 GW)

Geen lid van de Vlaamse Regering kan worden vervolgd of aan enig onderzoek on-derworpen naar aanleiding van een mening of een stem in de uitoefening van zijn ambt uitgebracht.

110 (artikel 125 GW)

De leden van de Vlaamse Regering worden voor misdrijven die zij in de uitoefening van hun ambt mochten hebben gepleegd, uitsluitend berecht door het hof van beroep. Het-zelfde geldt voor misdrijven die de leden van de Vlaamse Regering buiten de uitoefening van hun ambt mochten hebben gepleegd en waarvoor zij worden berecht tijdens hun ambtstermijn. De regeling vermeld in 89 is in voorkomend geval niet van toepassing.

De wetgevende macht bepaalt op welke wijze tegen hen in rechte wordt opgetreden, zowel bij de vervolging als bij de berechting.

De wetgevende macht wijst het bevoegde hof van beroep aan, dat in algemene ver-gadering zitting houdt, en bepaalt de samenstelling ervan. Tegen de arresten van het hof van beroep is beroep mogelijk bij het Hof van Cassatie, in verenigde kamers, dat niet in de beoordeling van de zaken zelf treedt.

De vervolging in strafzaken van een lid van de Vlaamse Regering kan enkel worden ingesteld en geleid door het openbaar ministerie bij het bevoegde hof van beroep.

Page 65: Vlaanderen deelstaat van België

65Voor elke vordering tot regeling van de rechtspleging, voor elke rechtstreekse dag-vaarding voor het hof van beroep en, behalve bij ontdekking op heterdaad, voor elke aanhouding is het verlof van het Vlaams Parlement vereist.

Aan een overeenkomstig het eerste lid veroordeeld lid van de Vlaamse Regering kan geen genade worden verleend dan op verzoek van het Vlaams Parlement.

Afdeling 5: De uitvoerende macht

111 (artikel 20 BWHI)

De Vlaamse Regering maakt de verordeningen en neemt de besluiten die voor de uitvoering van de decreten nodig zijn, zonder ooit de decreten zelf te mogen schorsen of vrijstelling van hun uitvoering te mogen geven.

112 (artikel 22 BWHI)

Geen uitvoeringsbesluit is verbindend dan na te zijn bekendgemaakt in de vorm be-paald door de wetgevende macht.

Afdeling 6: De lokale en gedecentraliseerde instellingen

113 (artikelen 41 en 162 GW, in samenhang met artikel 7 GW)

De uitsluitend gemeentelijke of provinciale belangen worden door de gemeenteraden of de provincieraden geregeld.

Bij de organisatie van de gemeentelijke en provinciale besturen worden de volgende beginselen in acht genomen: 1. de rechtstreekse verkiezing van de leden van de leden van de provincieraden en de gemeenteraden;

Page 66: Vlaanderen deelstaat van België

66 2. de bevoegdheid van de provincieraden en van de gemeenteraden voor alles wat van provinciaal en van gemeentelijk belang is, behoudens goedkeuring van hun handelingen in de gevallen en op de wijze bij decreet bepaald; 3. de decentralisatie van bevoegdheden naar de provinciale en gemeentelijke instellingen; 4. de openbaarheid van de vergaderingen der provincieraden en gemeenteraden binnen de bij decreet gestelde grenzen; 5. de openbaarheid van de begrotingen en van de rekeningen; 6. het optreden van de toezichthoudende overheid om te beletten dat het recht wordt geschonden of het algemeen belang geschaad.

Over de aangelegenheden van gemeentelijk of provinciaal belang kan in de betrokken gemeente of provincie een volksraadpleging worden gehouden.

De wetgevende macht regelt de voorwaarden waaronder en de wijze waarop verschei-dene gemeenten zich met elkaar of met andere publiekrechtelijke overheden verenigen. De gemeenteraden van gemeenten met meer dan 100.000 inwoners kunnen de re-geling van gemeentelijke belangen of de uitvoering ervan toevertrouwen aan recht-streeks verkozen districtsraden waarvan de voorwaarden waaronder en de wijze waarop dergelijke districtsraden kunnen worden opgericht worden bepaald bij de-creet, aangenomen met de in 66, a, tweede lid bepaalde meerderheid.

Binnen de krachtens de federale Grondwet bepaalde territoriale bevoegdheid kunnen de grenzen van de provincies en van de gemeenten niet worden gewijzigd of gecor-rigeerd dan krachtens een beslissing van de wetgevende macht.

114 (artikel 9 BWHI)

De wetgevende macht kan aan gedecentraliseerde diensten, instellingen en onder-nemingen rechtspersoonlijkheid toekennen en hun toelaten kapitaalsparticipaties te nemen, en regelt hun oprichting, samenstelling, bevoegdheid, werking en toezicht.

Page 67: Vlaanderen deelstaat van België

67IV. SAMENWERKING

115 (artikel 127 GW, artikel 128 GW, impliciet artikel 39 GW en nieuw artikel 92bis BWHI)

a. Het Vlaams Parlement regelt de samenwerking met de andere gemeenschappen en gewesten en met de federale Staat.

b. Vlaanderen kan met de andere gemeenschappen en gewesten en met de federale Staat samenwerkingsakkoorden sluiten die onder meer betrekking hebben op de gezamenlijke oprichting en het gezamenlijk beheer van gemeenschappelijke dien-sten en instellingen, op het gezamenlijk uitoefenen van eigen bevoegdheden, of op de gemeenschappelijke ontwikkeling van initiatieven.

Over de samenwerkingsakkoorden wordt onderhandeld en zij worden gesloten door de bevoegde overheid. De akkoorden die betrekking hebben op de aangelegenheden die door de wetgevende macht worden geregeld, alsmede de akkoorden die Vlaande-ren zouden kunnen bezwaren of burgers persoonlijk zouden kunnen binden, hebben eerst gevolg nadat zij instemming hebben verkregen door de wetgevende macht.

Akkoorden als bedoeld in het eerste lid van b., die betrekking hebben op de uitoe-fening door het Vlaams Parlement van zijn bevoegdheden, worden gesloten door het Vlaams Parlement.

116 (toepassing van artikel 167 GW, artikel 16, §§1 en 2 BWHI)

a. De Vlaamse Regering sluit de internationale verdragen die betrekking hebben op de bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest.

Deze verdragen hebben eerst gevolg nadat zij bij decreet de instemming van het Vlaams Parlement verkregen hebben.

Van bij het begin der onderhandelingen over elke herziening van de Verdragen in-zake de Europese Unie, wordt het Vlaams Parlement daarover geïnformeerd. Het krijgt kennis van het verdragsontwerp voor de ondertekening ervan.

b. De Vlaamse Regering regelt de internationale samenwerking en vertegenwoordigt Vlaanderen in de internationale instellingen.

Page 68: Vlaanderen deelstaat van België

68 TITEL V. DE FINANCIËN

117 (artikel 170 GW)

Geen belasting ten behoeve van Vlaanderen kan worden ingevoerd dan door de wet-gevende macht.

Geen last of belasting kan door de provincie worden ingevoerd dan door een beslis-sing van haar raad. De wetgevende macht bepaalt ten aanzien van deze provinciale belastingen de uitzonderingen waarvan de noodzakelijkheid blijkt.

Geen last of belasting kan door de gemeente worden ingevoerd dan door een beslis-sing van haar raad. De wetgevende macht bepaalt ten aanzien van deze gemeentelijk belastingen de uitzonderingen waarvan de noodzakelijkheid blijkt.

118 (artikel 171 GW)

Over de belastingen ten behoeve van Vlaanderen wordt jaarlijks gestemd.De regelen die ze invoeren, zijn slechts voor een jaar van kracht indien zij niet werden vernieuwd.

119 (artikel 172 GW)

Inzake belastingen kunnen geen voorrechten worden ingevoerd.

Geen vrijstelling of vermindering van belasting kan worden ingevoerd dan bij een regeling van de wetgevende macht of de betrokken raad.

120 (artikel 173 GW)

Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk uitgezonderd door de wetgevende macht, kan geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van Vlaanderen of de gemeente.

121 (artikel 13 BWHI)

Het Vlaams Parlement keurt jaarlijks de begroting goed en sluit de rekeningen af. Alle ontvangsten en uitgaven worden op de begroting en in de rekeningen gebracht.

Page 69: Vlaanderen deelstaat van België

69

Page 70: Vlaanderen deelstaat van België

70

Page 71: Vlaanderen deelstaat van België

71

OCTOPUSNOTA

Page 72: Vlaanderen deelstaat van België

72

Page 73: Vlaanderen deelstaat van België

73

DE OCTOPUSNOTA

De stem van Vlaanderen in de onderhandelingen

over de staatshervorming

Het zou eigenlijk een normale zaak moeten zijn dat Vlaanderen een rol speelt in het debat over de verdere staatshervorming in dit land. Communautaire onderhandelin-gen gaan immers over onze bevoegdheden, onze financiële middelen, onze toekomst. Volgens de huidige grondwettelijke regeling hebben de deelstaten evenwel geen recht-streekse stem in het debat over de herschikking van de bevoegdheden, dit in tegen-stelling tot andere federale staten.Toen in 2008 op het federale niveau het zgn. Octopusoverleg van start ging dat de contouren van de volgende staatshervorming moest uittekenen, heb ik er dan ook naar gestreefd dat de deelstaten en meer in het bijzonder de Vlaamse Regering zou gehoord worden. Op 1 februari 2008 heb ik op voornoemd overleg een nota van de Vlaamse Regering toegelicht, die gekend is onder de naam “Octopusnota” en die verder bouwt op de resoluties van het Vlaams Parlement van 1999.In de nazomer van 2008 heb ik aan de Vlaamse Regering een nieuwe werkmethode voorgesteld: de Gemeenschapsdialoog. Daarmee wou ik alle mogelijkheden benutten om toch nog een staatshervorming te realiseren en ik kreeg daarvoor de volledige steun van de regering en van het Vlaams Parlement. Het is evenwel gebleken dat

Page 74: Vlaanderen deelstaat van België

74 de Gemeenschapsdialoog alleen kan werken met voldoende sereniteit – in feite een voorwaarde voor elke onderhandeling hoe en wanneer dan ook – en als beide delega-ties een duidelijk politiek mandaat hebben. Aan Vlaamse zijde was dit laatste in ieder geval zo. Het werk in de Gemeenschapsdialoog is niet voor niets geweest: er werd hard gewerkt aan concrete dossiers en er werden vergaande voorstellen uitgewerkt en besproken.Ondertussen maakt de Octopusnota, als bijlage, integraal deel uit van het huidig Vlaams regeerakkoord.Na de federale verkiezingen van 2010 heeft CD&V de Octopusnota naar voren gescho-ven in de onderhandelingen.De Octopusnota kan de Copernicaanse omwenteling realiseren waar ik reeds zo lang voor pleit: de deelstaten moeten het grootst mogelijke gewicht krijgen en de federale staat stelt zich dienstbaar op. Volgens mij is dat het enige model dat kan werken: deel-staten die met zeer ruime bevoegdheden – en waar nodig in onderling overleg – hun beleid bepalen, terwijl het federale niveau ondersteunt waar het kan. Ik wil met andere woorden een sterk en goed draaiend Vlaanderen met een sterke band met Brussel. In goede samenwerking met de andere entiteiten in ons land, en open naar Europa en de wereld rondom ons. Waarom is een verdere staatshervorming zo belangrijk?Vooreerst is het in het belang van alle mensen die van onze gemeenschap willen deel uitmaken. Vlaanderen kan momenteel niet aan een aantal belangrijke zorgen, behoef-ten en verwachtingen van de mensen tegemoet komen omdat het niet de vereiste beleidsinstrumenten heeft. Zo kan Vlaanderen bijvoorbeeld onvoldoende de gezinnen ondersteunen wegens gebrek aan bevoegdheden inzake kinderbijslag, loopbaanbe-leid, enz.Een staatshervorming is nodig voor een doeltreffender beleid. Vlaanderen, Wallonië en Brussel hebben eigen specifieke kenmerken en problemen en dus nood aan andere maatregelen, gericht op specifieke oplossingen. Zo heeft vooral Brussel, maar ook Wallonië veel meer jeugdwerklozen dan Vlaanderen. Vlaanderen moet het – reke-ning houdende met de vergrijzing van de samenleving – mogelijk kunnen maken dat oudere werknemers langer en op een aangepaste wijze aan het werk blijven. Op het vlak van gezondheidszorg zijn er in Vlaanderen en Wallonië andere noden, maar er is ook een andere beleidscultuur. Vlaanderen wil een gezondheidszorg die ook in de toekomst kwaliteitsvol, betaalbaar en voor iedereen toegankelijk blijft. Dat vormt één van de belangrijke maatschappelijke uitdagingen voor iedereen in ons land: op welke wijze kan de efficiëntie van het systeem verhoogd worden, rekening houdende met de oplopende uitgaven als gevolg van de vergrijzing en van de medische en techno-logische vooruitgang. Het is duidelijk dat de deelstaten daarbij een grote rol zullen moeten spelen.

Page 75: Vlaanderen deelstaat van België

75Cruciaal is dat alle overheden verantwoordelijk zijn – ook financieel – voor het ge-voerde beleid. Responsabilisering en het verwerven van eigen inkomsten, de zgn. fiscale autonomie voor de deelstaten is een cruciaal element van een volgende staats-hervorming.Klare, duidelijke en ruime bevoegdheden zijn een noodzaak om een krachtig totaalbe-leid te kunnen voeren en zo de welvaart en het welzijn in Vlaanderen veilig te stellen, nu en in de toekomst. Om de concurrentie met de sterkste regio’s in Europa aan te kunnen, moeten we in Vlaanderen een dynamisch, toekomstgericht sociaal-econo-misch beleid voeren. De Vlaamse Regering heeft met het Pact 2020 en Vlaanderen in Actie met de sociale partners en de middenveldorganisaties niet alleen een toe-komstvisie ontwikkeld maar daaraan ook overlegde plannen van aanpak en concrete acties aan gekoppeld. Bijkomende bevoegdheden kunnen die acties nog versterken bijvoorbeeld om meer mensen aan het werk te krijgen en te houden, om het onderne-merschap, innovatie en toekomstgerichte sectoren nog krachtiger te ondersteunen. Zo realiseren we in Vlaanderen een warme samenleving waarin ieder talent tot ont-wikkeling kan komen, waarin aandacht is voor levenskwaliteit, waarin er solidariteit is met diegenen die zorg of hulp nodig hebben. Daar is het ons om te doen.

Kris PeetersVlaams Minister-president

Page 76: Vlaanderen deelstaat van België

76

Page 77: Vlaanderen deelstaat van België

77

TEKST OCTOPUSNOTAGeachte voorzitter,Geachte collega’s,

De staat hervormen mag nooit een doel op zich zijn maar wel een instrument om de deugdelijkheid van het bestuur én het democratische gehalte van onze instellingen te verhogen.

Na 5 staatshervormingen en de omvorming van een unitaire naar een federale staat, zijn we in België op goede weg om deze principes te realiseren. De bestuurservaring leert echter dat de huidige bevoegdheidsverdeling in veel gevallen aanleiding geeft tot toepassingsproblemen, vaak versnipperd en dus onvolmaakt is en dikwijls een efficiënt en slagvaardig overheidsoptreden in de weg staat.

Na de eerste rechtstreekse verkiezing van het Vlaams Parlement in mei 1995 kwam een dynamiek tot stand die resulteerde in 5 resoluties die op 3 maart 1999 werden aangenomen en die de contouren bevatten voor een staatshervorming zoals Vlaan-deren die ziet.

Deze resoluties werden deels uitgevoerd door de Hermes-, Lambermont- en Lom-bardakkoorden van begin 2001 maar bieden nog meer dan voldoende elementen om het denkkader te vormen waarin het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering de staatshervorming benaderen. Zowel het Vlaams Regeerakkoord uit 1999 als dat van juli 2004 en de aanvullende regeerverklaring van 18 mei 2005 bouwen er verder op. Het is dan ook binnen deze context dat ik u hier vandaag het standpunt van de Vlaamse Regering toelicht.

Page 78: Vlaanderen deelstaat van België

78 Om de uitdagingen en problemen van de mensen op een afdoende wijze aan te pak-ken, moet Vlaanderen over de nodige bevoegdheden of hefbomen beschikken. Dat kan gaan over totaal nieuwe bevoegdheden of over bevoegdheden die momenteel verspreid zijn over verschillende beleidsniveaus. In beide gevallen heeft de vraag naar meer bevoegdheden geenszins de bedoeling België op te heffen. Ze vloeit integendeel voort uit de logica van de federale staat. Het is immers noodzakelijk voor alle geledin-gen en voor het goed functioneren van het federale België dat er een bevoegdheids-verdeling tot stand komt die een welvaarts- en welzijnsbevorderend beleid mogelijk maakt in alle Gewesten en Gemeenschappen.

Daarom vraagt Vlaanderen in de eerste plaats meer instrumenten om een actief werk-gelegenheidsbeleid te voeren. Uit een recente studie van het Federaal Planbureau en van de studiediensten van het Vlaamse en het Waalse Gewest, is nogmaals gebleken hoe verschillend onze arbeidsmarkten evolueren in de periode 2006-2012, en hoezeer een aangepast arbeidsmarktenbeleid zich opdringt. Mede door de verschillende de-mografische ontwikkeling, zal de arbeidskrapte in Vlaanderen naar alle waarschijnlijk-heid verder toenemen het volgende decennium, en zal de werkloosheid in Wallonië in diezelfde periode verder stijgen. Op deze verschillende situaties past een verschillend antwoord dat het federaal kader niet vermag ons te geven. De gewesten moeten dus alle mogelijkheden krijgen om werkzoekenden te activeren, een doelgroepenbeleid op te zetten en te oordelen over de beschikbaarheid van werklozen voor de arbeidsmarkt. Ook de mogelijkheid tot het afsluiten van Vlaamse sociale akkoorden voor Vlaamse bevoegdheden en de medebekrachtiging van sociale akkoorden over federale en Vlaamse bevoegdheden zijn een deel van die vraag. Met betrekking tot de vorming, dat een gemeenschapsmaterie is, vragen we de over-heveling van een aantal hefbomen die zich situeren op het federale niveau, met name het betaald educatief verlof, het industrieel leerlingenwezen en de opleiding in bedrij-ven. Ook de bevoegdheid inzake de controle en het toezicht op de uitzendarbeid wordt o.i. beter toegewezen aan de gewesten.

De mogelijkheid om een zelfstandig sociaal-economisch beleid te voeren impliceert ook de overheveling van beleidsinstrumenten die zich in de economische sfeer bevin-den. Vlaanderen vraagt o.a. meer mogelijkheden in de sociale economie door bijv. het federale Kringloopfonds over te hevelen. Daarnaast is het voor ons ook belangrijk om de economische groei te bevorderen door de ondernemersdynamiek aan te zwenge-len. Wij vragen daarom niet alleen de overheveling van het Participatiefonds en het Sociaal-Economisch comité van de Distributie maar evengoed alle instrumenten ter ontwikkeling van het zelfstandig ondernemerschap. In deze materies is het van groot belang de staatshervorming af te werken, en eindelijk te komen tot een homogene hergroepering van het economisch beleid op ondernemingsniveau bij de Gewesten.

Page 79: Vlaanderen deelstaat van België

79Het past hier ook de defederalisering van het wetenschaps- en technologiebeleid te vermelden. Ook deze materie is een belangrijke economische hefboom. De federale bevoegdheden inzake wetenschappelijk en technologisch innovatiebeleid bewegen zich in ruime mate op het domein van de Gemeenschappen en de Gewesten en heb-ben er rechtstreeks impact op. De Vlaamse overheden vragen een volledige overheve-ling van bevoegdheden en middelen. De vraag betreft zowel het ruimtevaartbeleid, de wetenschappelijke programma’s als de impulsprogramma’s.

Wat de buitenlandse handel betreft beschikken de gewesten vandaag over ruime bevoegdheden. Het verstrekken van waarborgen tegen uitvoer-, invoer- en investe-ringsrisico’s blijft echter een federale bevoegdheid. Deze taak is toevertrouwd aan de Nationale Delcrederedienst en aan Finexpo. Vlaanderen wil t.a.v. deze instellingen over een autonoom beslissingsrecht beschikken voor de dossiers van bedrijven die gele-gen zijn in het Vlaams Gewest. Dit zal volgens ons bijdragen tot een homogenisering van de bevoegdheid op het vlak van de buitenlandse handel.

Geachte voorzitter,Beste collega’s,

Ons land staat voor belangrijke uitdagingen, niet in het minst in de gezondheids- en welzijnssector. Een efficiënte en effectieve verdeling van de middelen in de sociale zekerheid op een zo toegankelijk mogelijk niveau en met behoud van de zorgkwa-liteit kan volgens ons maar wanneer de huidige versnippering van bevoegdheden wordt tegengegaan. Daarom vroeg het Vlaams Parlement in 1999 de normerings-, uitvoerings- en financieringsbevoegdheid betreffende het volledige gezondheids- en gezinsbeleid, dus ondermeer met inbegrip van de gezondheidszorgverzekering en de gezinsbijslagen. Ik wil in dit verband benadrukken dat het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering uitdrukkelijk kiezen voor het behoud van de solidariteit tussen de verschillende deelgebieden. Dit kan in het licht van deze besprekingen niet voldoende onderstreept worden. Wij kiezen voor een solidariteit die gebaseerd is op objectieve, duidelijke en transparante mechanismen en die omkeerbaar is. De uit te werken so-lidariteitsmechanismen kunnen echter nooit tot gevolg hebben dat het ontvangende deelgebied per capitum meer overhoudt dan het betalende deelgebied.

Wat de mobiliteit betreft is de Vlaamse vraag meerledig. We vragen niet alleen de bevoegdheid over de volledige reglementering van de binnenvaart en de scheepvaart en het leefmilieubeleid op zee. Ook de exploitatie van de NMBS moet geregionali-seerd worden. In afwachting pleiten we voor een volwaardige aanwezigheid van de

Page 80: Vlaanderen deelstaat van België

80 gewesten in het bestuur van de NMBS en een grotere inspraak en betrokkenheid bij het investeringsprogramma van de NMBS. Het kan niet dat de voor Vlaanderen cru-ciale infrastuctuurprojecten niet binnen de gewenste termijn gerealiseerd worden bij gebrek aan federale financiële middelen. Vervolgens willen we dat de regionalisering van de verkeersveiligheid ter sprake wordt gebracht. Het is voor Vlaanderen bijzonder moeilijk om het beoogde niveau van verkeersveiligheid te bereiken als we niet zelf beschikken over de reglementering en de controle erop. Ik denk concreet aan de veiligheidsnormering van de infrastructuur (bijvoorbeeld normen voor fietspaden), de onteigeningsbevoegdheid en de aanvullende reglementering op gemeente- en pro-vinciewegen. Ook de overheveling van het verkeersboetefonds past in deze discussie.

Naast deze voor Vlaanderen belangrijke vragen om bevoegdheidsoverdracht zijn er nog tal van domeinen waar wij omwille van redenen van efficiëntie vragen dat er een betere bevoegdheidsverdeling zou gerealiseerd worden. Zonder exhaustief te zijn vermeld ik er een aantal:- inzake energiebeleid vragen wij oplossingen i.v.m. de bevoegdheidsproblemen

m.b.t. de tarievenpolitiek en de vrijstelling van energieheffingen;- de bevoegdheid over telecommunicatie zou moeten overgeheveld worden. De

Gemeenschappen zijn bevoegd voor de radio-omroep en de televisie terwijl de federale overheid bevoegd is voor de telecommunicatie. De praktijk leert echter dat het onderscheid tussen omroep en telecommunicatie totaal achterhaald is.

- inzake het justitieel beleid vragen wij dringend een oplossing voor de problematiek van de handhaving van het deelstatelijk recht maar ook een volledige overheveling van het justitiële welzijnsbeleid en het jeugdsanctierecht. De versnippering van bevoegdheden t.a.v. minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, leidt in de aanpak van jeugddelinquenten tot complexe situaties en, zoals we allemaal weten, tot voortdurende betwistingen;

- de organisatie van en het beleid m.b.t. de civiele bescherming, de brandweer en de organisatie van het OCMW;

- het statistiekbeleid;- de organisatie, de werking en de inrichting van politie en justitie; - het Rampenfonds.

De Vlaamse Regering is van oordeel dat ook de eerder gemaakte afspraken moeten gehonoreerd worden. Wij blijven bij ons standpunt dat de ontwikkelingssamenwer-king en de overeenstemmende middelen moeten overgedragen worden. De ontwik-kelingssamenwerking heeft betrekking op domeinen die hoofdzakelijk bij Gemeen-schappen en Gewesten berusten. De deelgebieden dienen in te staan voor de bepaling en de uitvoering van het beleid.

Page 81: Vlaanderen deelstaat van België

81Ik wil mijn vraag naar meer en coherentere bevoegdheden voor de deelgebieden af-sluiten door te verwijzen naar art. 35 van de Grondwet. Toen dit artikel in 1993 werd ingeschreven in de federale Grondwet, stelde de toenmalige Premier dat de uitvoering ervan zou zorgen voor een Copernicaanse revolutie in het Belgisch federaal model. De toepassing van art. 35 heeft immers tot gevolg dat er een lijst van exclusieve bevoegdheden wordt toegewezen aan het federale niveau en dat het residu van de be-voegdheden toekomt aan de Gemeenschappen en/of de Gewesten. De laatste maan-den wordt dit artikel opnieuw geciteerd als mogelijke denkpiste voor de uittekening van een nieuwe bevoegdheidsverdeling. Vlaanderen wil deze discussie aangaan en verbindt er de vraag aan om het systeem van de impliciete bevoegdheden van de deelgebieden te versoepelen.

Geachte Collega’s,

Het is noodzakelijk dat de politieke discussie ook gaat over de manier waarop be-staande en nieuwe bevoegdheden zullen gefinancierd worden. Financiële responsabi-lering van de deelstaten moet hierin een belangrijk thema zijn.

Financiële responsabilisering betekent ook meer fiscale en financiële verantwoorde-lijkheden. In vergelijking met andere federale landen behoren de Belgische deelge-bieden inzake financiële autonomie niet eens tot de middenmoot. Hier is duidelijk behoefte aan een inhaaloperatie.

De versterking van de fiscale en financiële autonomie is de logische uitvoering van “No representation without taxation”. Autonomie en verantwoordelijkheid slaan niet enkel op de uitgaven. Ook aan de inkomenszijde moeten de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest een grotere beleidsautonomie krijgen. Meer fiscale autono-mie op het stuk van de inkomstenbelasting wordt door Vlaanderen dan ook be-schouwd als een essentieel onderdeel van een staatshervorming, zoals gesteld wordt in de 5 Resoluties van het Vlaams Parlement van 1999.

Wat de indirecte belastingen betreft, willen we omwille van de samenhang met een aantal gewestbevoegdheden, de BTW op werken in onroerende staat overhevelen. De overige indirecte fiscaliteit blijft federaal. Naast de BTW op werken in onroerende staat, zouden ook een aantal andere materies die met onroerend goed te maken hebben moeten geregionaliseerd en derwijze met bijvoorbeeld de registratierechten gehomo-geneïseerd worden: de onteigening, de aankoopcomités, het kadaster, de hypotheek-bewaring en de huurwetgeving.

Page 82: Vlaanderen deelstaat van België

82 Ook pleiten we voor de invoering van het principe dat een door een deelstaat recht-matig ingevoerde belasting niet mag worden afgeschaft of beperkt door de federale wetgever. We willen m.a.w. de normenhiërarchie op het vlak van de fiscaliteit die vandaag bestaat ten voordele van de federale wetgever, afschaffen.

Het spreekt voor zich dat er een voldoende fiscaal draagvlak moet behouden blijven voor de uitoefening van de bevoegdheden van de federale overheid. De deelgebie-den moeten ook hier hun verantwoordelijkheid nemen. In onderling overleg moe-ten hiervoor de gepaste formules worden uitgewerkt, steeds met toepassing van de solidariteitsmechanismen. Het Vlaams Parlement, hierin gesteund door de Vlaamse Regering benadrukte in 1999 dat de globale budgettaire saneringsinspanningen, die onder meer in het Stabiliteitspact zijn vervat, gerespecteerd moeten worden. De deelgebieden moeten mee de positieve en negatieve gevolgen van de renteschom-melingen op de overheidsschuld dragen zonder dat wordt overgegaan tot een formele schuldsplitsing.

Geachte Voorzitter,Beste Collega’s,

Ik wil hier ook wijzen op een aantal specifieke aandachtspunten die we in de discus-sies over een staatshervorming in herinnering willen brengen. Ik vernoem uitdruk-kelijk het territorialiteitsbeginsel en het principe van niet-inmenging. Het beginsel van territorialiteit neemt een fundamentele plaats in in het Belgische staatsrecht. Het werd grondwettelijk verankerd door ons land in te delen in 4 taalgebieden en het Grondwettelijk Hof heeft de exclusieve territoriale bevoegdheidsverdeling uitdrukke-lijk bevestigd. Binnen eenzelfde territorium is maar één overheid bevoegd met uitslui-ting van elke andere overheid. Dit impliceert dat overheden geen initiatieven ontwik-kelen op elkaars grondgebied.

De splitsing van het kies- en gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde is in dit verband een belangrijke Vlaamse eis omdat de huidige regeling geen rekening houdt met de grondwettelijke indeling van het land in taalgebieden zoals bepaald door artikel 4 van de Grondwet. De Vlaamse overheid verwerpt dan ook elk initiatief dat ingaat tegen onze vraag naar respect voor het Nederlandstalige karakter van de rand rond Brussel en de territoriale integriteit van Vlaanderen. Ik wil sterk benadruk-ken dat we geen enkel initiatief zullen dulden dat ertoe leidt dat het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt uitgebreid, of dat de Franse Gemeenschap bevoegdheden krijgt in Vlaanderen.

Page 83: Vlaanderen deelstaat van België

83Uiteraard kan er niet ontkend worden dat Brussel een belangrijk sociaaleconomisch hinterland heeft dat zich grotendeels situeert in Vlaanderen waardoor grensover-schrijdende vraagstukken ontstaan. Toch is er vanuit juridisch, sociaaleconomisch of planologisch oogpunt geen enkele reden om de grenzen van het Brussels gewest de iure of de facto uit te breiden. Onze visie op Brussel wordt bepaald vanuit onze visie op de staatkundige evolutie van België. Die visie gaat uit van een fundamentele tweeledigheid op basis van twee deelstaten met daarnaast een specifiek statuut voor Brussel én een Duitstalige Gemeenschap. Dit betekent dat de twee deelstaten in hun gezamenlijke hoofdstad volwaardig kunnen participeren in het beleid waarvan het be-lang het stedelijk niveau overstijgt. Wij pleiten ervoor dat in domeinen waar een beleid op Brussels niveau niet functioneel is zoals het wetenschapsbeleid, de buitenlandse handel of het spoorwegbeleid de basisverantwoordelijkheid ligt bij de twee deelsta-ten die hierover samenwerkingsverbanden aangaan met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In beleidsdomeinen waar gemeenschaps- en gewestbevoegdheden erg ver-strengeld zijn zoals bijvoorbeeld huisvesting en tewerkstelling kunnen volgens onze visie zowel de deelstaten als het Brussels Hoofdstedelijk Gewest optreden.Ook is de vraag of de bi-culturele instellingen, die nu onder de federale bevoegd-heid vallen, niet in aanmerking komen voor overdracht aan de twee deelstaten. Het cultuurbeleid is immers gemeenschapsmaterie en de federale overheid beschikt niet altijd over de nodige know-how voor een degelijk cultureel beleid. Een samenwerking op dit gebied tussen de verschillende gemeenschappen kan worden geregeld via een samenwerkingsakkoord.

Ook voor de uitbouw van de hoofdstedelijke en internationale functie van Brussel plei-ten wij voor een samenwerkingsverband tussen de deelstaten, het Brussels Gewest en de federale overheid. Dit samenwerkingsverband moet ook de financiële regeling bevatten. Vlaanderen kan en wil in dit verband zijn verantwoordelijkheid nemen en financiële middelen ter beschikking stellen.Onvermijdelijk zal bij een discussie over Brussel ook het kerntakendebat moeten ge-voerd worden. Misschien worden bepaalde gemeentelijke taken om redenen van ef-ficiëntie beter uitgeoefend op het niveau van het Gewest of moet de mogelijkheid tot een herschikking van het aantal gemeenten tot een kleiner aantal worden onderzocht. Deze elementen moeten onderwerp van discussie zijn.

Brussel is het enige tweetalige gebied dat in de Grondwet is ingeschreven. Al te vaak wordt vastgesteld dat het Nederlands er desalniettemin stiefmoederlijk behandeld wordt. Een nog verregaandere versoepeling van de taalwetgeving in Brussel wijzen we dan ook resoluut af. We pleiten daarentegen voor een betere toepassing van de taalwetgeving, bijvoorbeeld in de Brusselse ziekenhuizen en bij de werking van de medische spoeddiensten. We kiezen voor de tweetaligheid van ambtenaren i.p.v. de

Page 84: Vlaanderen deelstaat van België

84 tweetaligheid van de dienst en we opteren voor een omkering van de voogdijregeling voor de lokale besturen waarbij de schorsingen door de vice-gouverneur omwille van de schending van de taalwetgeving automatisch tot een vernietiging leiden behou-dens een andersluidende consensus-beslissing van de Hoofdstedelijke Regering of het verenigd college van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Beide taalgroepen moeten niet alleen een gewaarborgde vertegenwoordiging krijgen op alle beleidsniveaus maar moeten ook effectief kunnen deelnemen aan het beleid. De Vlaamse Gemeenschap dringt er sterk op aan dat voor al deze elementen een oplos-sing gevonden wordt.

Geachte voorzitter,Beste collega’s,

Gelet op het tijdsbestek dat ons is toegemeten, hebben wij ons beperkt in de for-mulering. Toch wil ik van de gelegenheid gebruikmaken om tot slot nog een aantal uitgangspunten van de Vlaamse resoluties en het Vlaams regeerakkoord onder de aandacht van deze vergadering te brengen.

Ten eerste vragen wij een grotere constitutieve autonomie. De bevoegdheid van de deelstaten om hun eigen instellingen te regelen moet worden uitgebreid. In een verder perspectief is het aangewezen dat zowel Vlaanderen als Wallonië beschikken over een eigen grondwetgevende autonomie, weliswaar binnen de grenzen van een afgespro-ken federaal kader. Enkel op die manier kunnen de deelstaten hun verzelfstandiging invullen. Eigen grondwetgevende bevoegdheid is ook niet meer dan een logische evolutie binnen een federale staat en is een versterking van de democratische on-derbouw.

Ten tweede stellen wij voor dat de Senaat maximaal wordt opgebouwd op basis van de deelstaten om zo mee vorm te geven aan de grondwetgeving en de verhouding tussen de federatie en de deelstaten. Tezelfdertijd pleiten we voor een hervorming van de organisatie en de werking van het Overlegcomité. De samenstelling van het Overlegcomité weerspiegelt niet de juiste verhouding tussen de deelstaten. Het dient de verschillende entiteiten op grond van gelijkheid te behandelen en de afspraken tussen de federale overheid en de deelstaten afdwingbaar te maken.

Ten derde willen we dat de deelgebieden maximaal betrokken worden in de Europese en internationale besluitvorming volgens het principe “in foro interno, foro externo”. Het samenwerkingsakkoord met betrekking tot de vertegenwoordiging van België in

Page 85: Vlaanderen deelstaat van België

85de ministerraad van de EU moet worden aangepast, in het bijzonder voor wat betreft de deelname van de Gewesten en de Gemeenschappen aan de Europese ministerra-den, de intern-Belgische coördinaties en de vertegenwoordigingen in de werkgroepen en de comités.

Ten vierde wil Vlaanderen grotere betrokkenheid bij de voordrachten van leden van de hoogste controle-organen zoals de Raad van State, het Grondwettelijk Hof en het Rekenhof.

Tenslotte pleiten we voor een grotere autonomie inzake het bepalen van de regels over het beheer en de controle van de financiën. Zo kan bij het Vlaams Parlement een Vlaams Rekenhof worden ingesteld dat bevoegd is voor de controle op de uitvoering van de Vlaamse begroting. In de tussenperiode moet de structuur van het Rekenhof beter aansluiten bij de federale staatsstructuur.

Collega’s,

De Vlaamse verzuchtingen die ik zonet heb geformuleerd zijn zonder uitzondering ingegeven door het vaste verlangen om te komen tot een meer kwaliteitsvol en slag-vaardiger bestuur. De resoluties uit 1999 die het Vlaamse denkkader vormen, vin-den hun verantwoording in de notie van de optimale bestuurskracht. Ik ben ervan overtuigd dat de realisatie van heel wat van deze vragen niet alleen Vlaanderen maar ook Wallonië en Brussel ten goede zal komen. De Vlaamse overheid wil de Belgische federale staat niet in vraag stellen of ondergraven maar heeft integendeel de vaste wil om met toepassing van een aantal beginselen zoals subsidiariteit, verantwoordelijk-heid en solidariteit ons model te laten evolueren tot een voldragen federaal systeem.

Ik dank U.

1 februari 2008

Page 86: Vlaanderen deelstaat van België

86

RESOLUTIES

Page 87: Vlaanderen deelstaat van België

87

RESOLUTIES

Page 88: Vlaanderen deelstaat van België

88

Page 89: Vlaanderen deelstaat van België

89

DE RESOLUTIES VAN 1999

Nog steeds het “Vlaams kompas staatshervorming”

De resoluties van het Vlaams Parlement van 1999 blijven tot op de dag van van-daag het referentiekader voor een verdere staatshervorming. De vertrekbasis was een “Discussienota voor een verdere staatshervorming” die ik als toenmalige Minister-president had voorbereid en die door de Vlaamse Regering werd goedgekeurd op 29 februari 1996. Deze nota ging de wereld in als de “Schrikkelnota”. Het woord vooraf was duidelijk: “deze discussienota beoogt een aantal oriënterende krachtlijnen en constructieve denkpistes voorop te stellen, die de staatsinrichting van ons land – een federale bevoegdheid – meer mogelijkheden moet geven tegenover de veelvuldige uitdagingen van de komende jaren. Het is de bedoeling met deze nota de standpunten te laten rijpen en te komen tot een zo groot mogelijke consensus binnen het Vlaams Parlement.”De Commissie Staatshervorming van het Vlaams Parlement heeft gedurende drie jaar de Schrikkelnota besproken volgens een voorgestelde werkwijze in nauw overleg tot stand gekomen tussen de commissie en de regering. Voor het concreet en finaal uitschrijven van de teksten, werd de verantwoordelijkheid bij de CD&V-fractie gelegd.De Commissie heeft 33 hoorzittingen georganiseerd met in totaal 115 personen, ambtenaren en mensen “van het veld”, die elk op hun terrein de incoherenties en de hinderpalen in de staatsstructuur hebben aangebracht en verduidelijkt. Uit al

Page 90: Vlaanderen deelstaat van België

90 deze hoorzittingen bleek dat een verdere staatshervorming wel degelijk leefde bij de Vlamingen en dit zowel in onderwijs-, welzijns- en gezondheidsmiddens, alsook in economische en wetenschappelijke kringen. De rechtstreeks betrokkenen wilden beduidend meer Vlaamse bevoegdheden om zo tot een efficiënter beleid te kunnen komen. Dat is ook een beleid dat aansluit bij de concrete noden en behoeften en bij de eigen inzichten over wat het beleid moet inhouden. De Commissie Staatshervorming heeft aldus ook een taak van maatschappelijk forum opgenomen. De conclusies van de diverse hoorzittingen en besprekingen werden mee verwerkt in de resoluties, die niet alleen een belangrijk politiek maar ook een belangrijk maatschappelijk draagvlak kregen.Op 3 maart 1999 heeft het Vlaams Parlement dan de vijf resoluties goedgekeurd met de belangrijkste punten voor een volgende staatshervorming. De vijf resoluties han-delen achtereenvolgens over: de algemene uitgangspunten en doelstellingen van een staatshervorming, fiscale autonomie, Brussel, bevoegdheidsherschikkingen in het kader van het streven naar coherente bevoegdheidspakketten, een aantal specifieke aandachtspunten. Vier van de vijf resoluties werden goedgekeurd door meer dan 80% van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers. We kunnen dus wel spreken van een brede, politieke consensus.CD&V heeft tijdens de paarse legislatuur 1999-2004 de resoluties op een aantal pun-ten geactualiseerd, bijvoorbeeld wat betreft de organisatie en inrichting van justi-tie, het mobiliteitsbeleid, enz. Bovendien gingen we tijdens de Vlaamse Conferenties in dialoog met het brede Vlaamse middenveld over de institutionele toekomst van Vlaanderen.In het Vlaams regeerakkoord 2004-2009 werden de geactualiseerde resoluties op-genomen. Ook in het meest recente regeerakkoord 2009-2014 en meer bepaald in de daarin opgenomen Octopusnota worden de resoluties uitdrukkelijk opgenomen.Terecht blijven de resoluties tot op de dag van vandaag het Vlaams referentiekader van zowel parlement als regering. Volkomen terecht omdat enerzijds in de resoluties een aantal fundamentele beginselen van ons staatsbestel worden beklemtoond, zo-als bijvoorbeeld de tweeledigheid, een sterke band tussen Vlaanderen en Brussel, respect voor het territorialiteitsbeginsel, de indeling in vier taalgebieden,het behoud van de solidariteit. Anderzijds wordt de richting aangegeven voor de verdere bevoegd-heidsverdeling die alle overheden in staat moet stellen adequaat en efficiënt de uitda-gingen aan te pakken.Het grote voordeel van de resoluties is dat ze klaar en duidelijk zijn over de Vlaamse visie op de staatshervorming. Er is geen verborgen agenda. Wie de resoluties en de parlementaire besprekingen daarvan aandachtig leest, weet wat Vlaanderen wil. Met het subsidiariteitsbeginsel wordt gekozen voor een beleid dicht bij de mensen, voor responsabilisering, voor een rechtvaardige en doeltreffende solidariteit, voor ondersteuning van de specifieke sociale en economische noden en troeven van de

Page 91: Vlaanderen deelstaat van België

91deelstaten en voor een specifiek statuut voor Brussel en de Duitstalige Gemeenschap.Het is en blijft ontzettend belangrijk dat het parlement en de regering samen een duidelijk kader hebben aangereikt: een sterke Vlaamse deelstaat, die samenwerkt met de andere overheden van België en die haar plaats inneemt in Europa. Iedere staatshervorming die volgt – want wij zijn ervan overtuigd dat staatshervorming een dynamisch proces is – moet een wezenlijke stap vooruit betekenen voor de realisatie van dit project.Ook vandaag hebben de vijf resoluties niets aan actualiteit ingeboet.

Luc Van den Brande Voormalig Minister-president (1992-1999) Johan Sauwens Vlaams Volksvertegenwoordiger, Voormalig Voorzitter Commissie Staatshervorming (1996-1999)

Page 92: Vlaanderen deelstaat van België

92

Page 93: Vlaanderen deelstaat van België

93

DE 5 RESOLUTIES VAN HET VLAAMS PARLEMENT

VAN 3 MAART 1999

Samenvattend:

• De eerste resolutie met de algemene uitgangspunten stelt een tweeledig staats-model voorop met twee volwaardige deelstaten – Vlaanderen en een Franstalige deelstaat – met daarnaast een specifiek statuut voor Brussel en de Duitstalige Ge-meenschap. De solidariteit blijft behouden, maar moet gebaseerd zijn op objectieve, duidelijke en doorzichtige mechanismen en omkeerbaarheid.

• De tweede resolutie i.v.m. de fiscale autonomie van de deelstaten stelt dat deze in de eerste plaats dient versterkt te worden via de volledige overdracht van be-voegdheid inzake de personenbelasting. Ze moeten ook de mogelijkheid krijgen om fiscale tegemoetkomingen in de vennootschapsbelasting toe te kennen.

• De derde resolutie handelt over Brussel en kiest uitdrukkelijk voor de versterking van de band tussen de Brusselse Vlamingen en de Vlamingen in het Nederlandse taalgebied, met oog voor de specifieke realiteit in Brussel.

Page 94: Vlaanderen deelstaat van België

94 • In de vierde resolutie, die gaat over coherente bevoegdheidspakketten, eist het Vlaams Parlement de bevoegdheden op voor een eigen gezondheids- en gezins-beleid, inbegrepen de financiering ervan, de organisatie van lokale en provinciale besturen, een eigen werkgelegenheidsbeleid, met Vlaamse sociale akkoorden, het volledige wetenschaps- en technologiebeleid, de volledige buitenlandse handel, ei-gen telecommunicatiebeleid, spoorbeleid, statistiekdiensten, ontwikkelingssamen-werking, energiebeleid, landbouw, tuinbouw en visserijbevoegdheden.

• De vijfde resolutie handelt over een aantal specifieke aandachtspunten zoals bij-voorbeeld het respect voor het territorialiteitsbeginsel (indeling in vier taalgebie-den), de betrokkenheid van de deelstaten bij de voordrachten van de leden van het Arbitragehof (nu Grondwettelijk Hof genoemd), de Raad van State, het Rekenhof, enz.

De geactualiseerde Vlaamse eisen van CD&V voegen aan deze resoluties nog het volgende toe:

• alle aspecten van het werkgelegenheidsbeleid;• een Vlaams overlegmodel;• het mobiliteitsbeleid;• de bevoegdheid voor de organisatie, werking en inrichting van de politie en justitie;• de rechtstreekse deelname van Vlaanderen aan het besluitvormingsproces in de

Europese instellingen en de rechtstreekse toegang tot het Hof van Justitie en de Europese rechtbanken.

Page 95: Vlaanderen deelstaat van België

95

TEKST RESOLUTIE 1

Betreffende de algemene uitgangspunten en doelstellingen van Vlaanderen

inzake de volgende staatshervorming

Het Vlaams Parlement,

- gelet op de werkzaamheden en de hoorzittingen van de Commissie voor Staatsher-vorming, Algemene Zaken en Verzoekschriften (van 29 februari 1996 tot 3 febru-ari 1999) en de door deze Commissie geformuleerde krachtlijnen als gevolg van de besprekingen van de discussienota voor een verdere staatshervorming van de Vlaamse regering van 29 februari 1996;

- gelet op de toegevoegde inleidende nota’s en de toelichtingen van de minister-presi-dent in de Commissie voor Staatshervorming, Algemene Zaken en Verzoekschriften;

- gelet op het debat in het Vlaams Parlement over de institutionele hervormingen die zich opdringen;

- gelet op de resolutie van de Vlaamse Raad van 16 oktober 1991 houdende de prio-ritaire doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschap inzake de institutionele hervor-mingen;

Page 96: Vlaanderen deelstaat van België

96 - is van mening dat de Europese eenmaking een belangrijke weerslag heeft op ons staatsbestel;

- stelt vast dat de institutionele binding van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, Vlaanderen toelaat als één entiteit op te treden. Vlaanderen moet daarom als deelstaat in een federale context naar voren komen. Deze mogelijkheid moet ook be-staan voor de Franstaligen die de kans moeten hebben tot een fusie van het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap over te gaan (1). Het specifiek statuut voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en voor de Duitstalige Gemeenschap moet verder uitgewerkt worden. Aan de territoriale afbakening van de deelgebieden mag niet ge-raakt worden;

- wenst zich alleen in te laten met de noodzakelijke aanpassingen aan het staatsbestel die een samenhang vertonen met de instellingen van de deelstaat Vlaanderen. Aldus worden ook met betrekking tot de Brusselse instellingen voorstellen geformuleerd, aangezien de deelstaat Vlaanderen zich uitstrekt tot in het tweetalig gebied Brussel-hoofdstad. Dit neemt niet weg dat in de volgende staatshervorming ook bijzondere aandacht moet uitgaan naar het respect voor de eigenheid van de Duitstalige Gemeenschap;

- formuleert volgende algemene uitgangspunten en doelstellingen:

1. het doel is het tot stand brengen van een meer kwaliteitsvol en efficiênt bestuur en een betere democratische besluitvorming;

2. meer coherente bevoegdheidspakketten zijn een belangrijk instrument voor het tot stand brengen van zo’n bestuur, samen met een ruime financiële en fiscale autonomie;

3. met toepassing van het subsidiariteitsbeginsel dienen de bevoegdheden zo dicht mogelijk bij de bevolking gesitueerd te zijn;

4. het federale staatsmodel dient gebaseerd te zijn op een fundamentele twee- ledigheid op basis van twee deelstaten, met daarnaast Brussel met een speci- fiek statuut en de Duitstalige Gemeenschap;

5. de solidariteit dient behouden te blijven, op basis van objectieve, duidelijke en doorzichtige mechanismen en omkeerbaarheid. Dergelijk mechanisme mag niet tot gevolg hebben dat het ontvangende deelgebied per capita meer over- houdt dan het betalende deelgebied;

6. de samenwerking tussen de overheden dient verder uitgebouwd en bevorderd te worden;

7. de residuaire bevoegdheden dienen toegekend te worden aan de deelstaten.Het systeem van de impliciete bevoegdheden van de deelgebieden dient versoepeld te worden;

Page 97: Vlaanderen deelstaat van België

97 8. de bevoegdheid van de deelstaten om de eigen instellingen te regelen dient uitgebreid te worden. De deelstaten moeten een eigen grondwetgevende auto- nomie verwerven, met eerbiediging van een federaal kader;

9. de deelgebieden moeten maximaal betrokken worden in de Europese en inter nationale besluitvorming, volgens het principe “in foro interno, foro externo”;

10. de Senaat dient maximaal opgebouwd te worden op basis van de deelstaten, om aldus mee vorm te geven aan de grondwetgeving en de verhouding tussen de federatie en de deelstaten.

Page 98: Vlaanderen deelstaat van België

98

Page 99: Vlaanderen deelstaat van België

99

TEKST RESOLUTIE 2

Betreffende de uitbouw van de financiële en fiscale autonomie in

de volgende staatshervorming

Het Vlaams Parlement,

- gelet op de werkzaamheden en de hoorzittingen van de Commissie Staatshervor-ming, Algemene Zaken en Verzoekschriften (van 29 februari 1996 tot 3 februari 1999) en de door deze Commissie geformuleerde krachtlijnen als gevolg van de besprekingen van de discussienota voor een verdere staatshervorming van de Vlaamse regering van 29 februari 1996;

- gelet op de toegevoegde inleidende nota’s en de toelichtingen van de minister-presi-dent in de Commissie voor Staatshervorming, Algemene Zaken en Verzoekschriften;

- gelet op het debat in het Vlaams Parlement over de institutionele hervormingen die zich opdringen;

- gelet op de resolutie van de Vlaamse Raad van 16 oktober 1991 houdende de prio-ritaire doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschap inzake de institutionele hervor-mingen;

Page 100: Vlaanderen deelstaat van België

100 - is van mening dat de maximale versterking van de fiscale en financiële autonomie een primordiaal te verwezenlijken doelstelling is bij de volgende staatshervorming, omwille van de volgende redenen:

1. fiscale autonomie laat toe rekening te houden met verschillen in voorkeuren; 2. het heffen van belastingen is een belangrijk instrument voor het overheidsbeleid; 3. fiscale autonomie versterkt de democratische legitimiteit; 4. fiscale autonomie laat toe rechtstreeks de vruchten te plukken van het beleid

dat gevoerd wordt;

- benadrukt dat de globale budgettaire saneringsinspanningen, die onder meer in het Stabiliteitspact zijn vervat, gerespecteerd moeten worden;

- onderkent de bijzondere financieringsnoden van het Brusselse Hoofdstedelijke Ge-west.Om het Hoofdstedelijke Gewest toe te laten zijn hoofdstedelijke functie vol-waardig op te nemen, zullen de deelstaten moeten bijdragen tot de financiering van deze functie, waarbij zij zeggenschap en controle moeten hebben op de aanwending

van deze middelen;

- formuleert de volgende voorstellen inzake de versterking van de financiële en fiscale autonomie:

1. de volledige bevoegdheid inzake de huidige gewestelijke belastingen, de be- lasting op de inverkeerstelling, het Eurovignet, de volledige registratierechten, de schenkingsrechten, moeten overgedragen worden aan de deelstaten en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;

2. de fiscale autonomie van de deelstaten dient in de eerste plaats versterkt via de volledige overdracht van bevoegdheid inzake de personenbelasting. Voor de operationalisering hiervan in Brussel dient een specifieke regeling uitgewerkt te worden. Er dient een voldoende fiscaal draagvlak te worden behouden voor de uitoefening van de bevoegdheden van de federale overheid (*);

3. de bevoegdheid inzake de belastbare basis en het tarief inzake de vennoot- schapsbelasting blijven federaal, met mogelijkheid tot ristornering van de op brengsten aan de deelstaten en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest volgens een nader te bepalen verdeelsleutel. De deelstaten en het Brusselse Hoofdste- delijke Gewest kunnen, binnen afgesproken grenzen, autonoom en op eigen kosten fiscale tegemoetkomingen in de vennootschapsbelasting toekennen voor de aangelegenheden waarvoor ze bevoegd zijn;

* wanneer voor het waarborgen van dit draagvlak het noodzakelijk is om ook de personenbelasting aan

te spreken, moet hiertoe de gepaste formule worden uitgewerkt.

Page 101: Vlaanderen deelstaat van België

101 4. indirecte belastingen blijven federaal, eventueel met uitzondering van de BTW op werken in onroerende staat;

5. bij overdracht van fiscale bevoegdhedenmoet in beginsel ook de inningsbe- voegdheid overgedragen worden, wat samenwerking en informatie-uitwisseling noodzakelijk maakt;

6. de deelgebieden moeten mee de positieve en negatieve gevolgen van de rente- schommelingen op de overheidsschuld dragen, zonder een formele schuld- splitsing;

7. een door een deelstaat rechtmatig ingevoerde belasting mag niet worden afge- schaft of beperkt door de gewone federale wetgever. Dit principe is strijdig met het beginsel van de exclusieve bevoegdheden binnen ons staatsbestel.

Page 102: Vlaanderen deelstaat van België

102

Page 103: Vlaanderen deelstaat van België

103

TEKST RESOLUTIE 3

Betreffende Brussel in de volgende staatshervorming

Het Vlaams Parlement,

- gelet op de werkzaamheden en de hoorzittingen van de Commissie voor Staatsher-vorming, Algemene Zaken en Verzoekschriften (van 29 februari 1996 tot 3 febru-ari 1999) en de door deze Commissie geformuleerde krachtlijnen als gevolg van de besprekingen van de discussienota voor een verdere staatshervorming van de Vlaamse regering van 29 februari 1996;

- gelet op de toegevoegde inleidende nota’s en de toelichtingen van de minister-presi-dent in de Commissie voor Staatshervorming, Algemene Zaken en Verzoekschriften;

- gelet op het debat gevoerd in het Vlaams Parlement over de institutionele hervor-mingen die zich opdringen;

- gelet op de resolutie van de Vlaamse Raad van 16 oktober 1991 houdende de prioritaire doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschap inzake de institutionele hervormingen;

Page 104: Vlaanderen deelstaat van België

104 - stelt als principieel uitgangspunt de tweeledigheid van het federale staatsbestel voorop met daarnaast een specifiek statuut voor Brussel dat door Vlamingen en Franstaligen op voet van gelijkheid moet worden bestuurd;

- wijst erop dat Brussel een tweetalig Hoofdstedelijk Gewest is waarvan de grenzen definitief zijn vastgelegd. Het vertoont eigen stadsgewestelijke kenmerken en heeft tegelijkertijd een hoofdstedelijke en internationale functie ten aanzien van het federale België en ten aanzien van de twee deelstaten. Brussel is de hoofdstad van Vlaanderen. De Brusselse Vlamingenmaken integraal deel uit van de deelstaat Vlaanderen;

- is van mening dat de tweeledigheid van de Belgische federale structuur met zich meebrengt dat in het bestek van de verdere staatshervorming voorrang verleend wordt aan de opbouw vanuit de twee deelstaten. Dit heeft onder meer tot gevolg dat de twee deelstaten in hun gezamenlijke hoofdstad volwaardig kunnen participeren in het beleid waarvan het belang het stedelijke niveau overstijgt. De opbouw vanuit de twee deelstaten impliceert eveneens dat zowel alle bestaande als nieuwe of uitge-breide bevoegdheden van de deelstaten, bijvoorbeeld op het vlak van gezondheids- en gezinsbeleid, volledig toepasbaar zijn te Brussel, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;

- is van oordeel dat de basisverantwoordelijkheid voor het Vlaamse beleid te Brussel bij de deelstaat Vlaanderen ligt waarbij de bevoegdheidsafbakening met de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) gebaseerd is op het beginsel van de subsidiari-teit. Het Brusselse terrein vereist een specifieke, gemoduleerde uitvoering van de Vlaamse regelgeving. Hierbij vervult de VGC een belangrijke rol als expert van dat terrein. Tevens vervult de VGC als gedecentraliseerd bestuur van Vlaanderen een essentiële eerstelijnsfunctie voor de Brusselse Vlamingen;

- formuleert de volgende voorstellen inzake Brussel:

1. met het oog op de versterking van de institutionele band tussen Vlaanderen en Brussel moeten de Brusselse leden van het Vlaams Parlement rechtstreeks ver- kozen worden;

2. er dient een gewaarborgde vertegenwoordiging van beide taalgroepen te komen op alle beleidsniveaus. Tevens dienen er waarborgen te komen voor een effectieve en evenwichtige beleidsparticipatie van beide taalgroepen op alle bestuurs- niveaus;

3. de bi-communautaire sector dient een cocommunautair karakter te krijgen; 4. de bi-culturele instellingen komen in aanmerking voor overdracht aan de twee

deelstaten;

Page 105: Vlaanderen deelstaat van België

105 5. a) bepaalde gemeentelijke bevoegdheden dienen om redenen van efficiëntie uitgeoefend te worden op het niveau van het Hoofdstedelijke Gewest;

b) in het kader van de herinrichting van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest moet de mogelijkheid tot een herschikking van de gemeenten tot een kleiner aantal worden onderzocht;

c) voor de diensten van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest wordt geopteerd voor het principe van de tweetaligheid van de ambtenaren in plaats van de tweetaligheid van de dienst;

d) de voogdijregeling voor de lokale besturen te Brussel dient afdwingbaar gemaakt te worden;

6. in domeinen zoals wetenschaps- en technologiebeleid, buitenlandse handel, landbouw en spoorwegbeleid moeten de twee deelstaten de basisverantwoor- delijkheid op zich nemen in samenwerkingsverbanden met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. In andere domeinen, zoals huisvesting en tewerkstel- ling, kunnen zowel de deelstaten als het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest op- treden;

7. via een samenwerkingsverband tussen de deelstaten, het Brusselse Hoofdste- delijk Gewest en de federale overheid, dient de hoofdstedelijke en internationale functie van Brussel uitgebouwd te worden, ook financieel.

Page 106: Vlaanderen deelstaat van België

106

Page 107: Vlaanderen deelstaat van België

107

TEKST RESOLUTIE 4

Betreffende het tot stand brengen van meer coherente bevoegdheidspakketten

in de volgende staatshervorming

Het Vlaams Parlement,

- gelet op de werkzaamheden en de hoorzittingen van de Commissie voor Staatsher-vorming, Algemene Zaken en Verzoekschriften (van 29 februari 1996 tot 3 febru-ari 1999) en de door deze Commissie geformuleerde krachtlijnen als gevolg van de besprekingen van de discussienota voor een verdere staatshervorming van de Vlaamse regering van 29 februari 1996;

- gelet op de toegevoegde inleidende nota’s en de toelichtingen van de minister-presi-dent in de Commissie voor Staatshervorming, Algemene Zaken en Verzoekschriften;

- gelet op het debat in het Vlaams Parlement over de institutionele hervormingen die zich opdringen;

- gelet op de resolutie van de Vlaamse Raad van 16 oktober 1991 houdende de pri-oritaire doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschap inzake de institutionele her-vormingen;

Page 108: Vlaanderen deelstaat van België

108 - is van mening dat een meer kwaliteitsvol en efficiënt bestuur vereist dat een aantal onduidelijke of inefficiënte bevoegdheidsverdelingen weggewerkt worden;

- aanziet het tot stand brengen van meer coherente bevoegdheidspakketten dan ook als een prioritaire doelstelling van de volgende staatshervorming. Dit impliceert in-zonderheid hetvolgende:1. de organisatie van de lokale en provinciale besturen moet een bevoegdheid van

de deelstaten en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest worden, zoals trouwens reeds voorzien is in het Sint-Michielsakkoord. Daarbij moet voorafgaandelijk een aparte, specifieke regeling voor Brussel de positie van de Brusselse Vlamin-gen in de Brusselse instellingen waarborgen;

2. de normerings-, uitvoerings- en financieringsbevoegdheid betreffende het volle-dige gezondheids- en gezinsbeleid moeten integraal naar de deelstaten worden overgeheveld, dus onder meer met inbegrip van de gezondheidszorgverzekering en de gezinsbijslagen (kostencompenserende regelingen). Daarbij moeten de inwoners van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest de vrije keuze bekomen om toe te treden tot het stelsel van de deelstaat Vlaanderen of van de Franstalige deelstaat, dat telkens zowel een regeling voor de inkomsten als voor de uitgaven bevat;

3. door een meer coherente bevoegdheidsverdeling, moet de Vlaamse overheid beter in staat gesteld worden om zelf een actief werkgelegenheidsbeleid te voe-ren. Dit impliceert onder andere:

- samenwerkingsakkoorden met de federale overheid moeten de deelstaten en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest grotere mogelijkheden geven om de werkloosheidsuitkering aan te wenden als activerend arbeidsmarktinstrument;

- het aanwenden van de werkloosheidsuitkeringen voor werkervaringsprojecten moet een exclusieve bevoegdheid van de deelstaten en het Brusselse Hoofd- stedelijke Gewest zijn;

- voor Vlaamse bevoegdheden moeten Vlaamse sociale akkoorden kunnen worden afgesloten, die door de Vlaamse regering bekrachtigd worden. Sociale akkoorden over zowel bevoegdheden van Vlaanderen als federale bevoegd- heden, moeten ook door Vlaanderen worden bekrachtigd voor wat betreft haar bevoegdheden. Voor de andere aangelegenheden die van cruciaal belang zijn voor de ontwikkeling van de economie en werkgelegenheid in Vlaanderen, moet gewerkt worden aan een globaal akkoord tussen de sociale partners op Vlaams niveau, als dat op federaal niveau onmogelijk zou blijken te zijn;

4. er moet een volledige defederalisering van het wetenschaps- en technologiebe-leid doorgevoerd worden, zowel in bevoegdheden als in middelen. Dat impliceert de overheveling van het ruimtevaartbeleid, de wetenschappelijke programma’s en de impulsprogramma’s, alsook de activiteiten en middelen die aansluiten

Page 109: Vlaanderen deelstaat van België

109bij de bevoegdheden van de deelstaten. In Brussel dienen de deelstaten de ba-sisverantwoordelijkheid op zich te nemen in een samenwerkingsverband met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. De federale overheid en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zijn bevoegd voor wetenschappelijk onderzoek dat ge-richt is op de onderbouw van de beleidsdomeinen die tot hun bevoegdheden behoren. De federale wetenschappelijke instellingen moeten maximaal gevalori-seerd worden, aansluitend op de materiële bevoegdheden van de deelstaten;

5. de volledige bevoegdheid inzake buitenlandse handel dient aan de deelstaten te worden toegewezen. Aldus moet het exportpromotiebeleid de exclusieve bevoegdheid worden van de deelstaten. Dat impliceert de afschaffing van de Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel (BDBH). Beleidsafstemming en samenwerking tussen de deelstaten is noodzakelijk. Wat betreft de Nationale Delcrederedienst en het Comité voor financiële steun aan de export (vroegere Copromex) moeten de deelstaten een autonoom beslissingsrecht verwerven voor de dossiers van de bedrijven uit de eigen deelstaat. De “leningen van staat tot staat” moeten door de deelstaten worden beslist;

6. De bevoegdheid over telecommunicatie dient overgeheveld te worden naar de deelstaten en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, waardoor zij bevoegd wor-den voor de algemene principes (vrijmaken van de markt), infrastructuur, eind-apparatuur, organisatie van de netwerken en diensten. Er dient een samenwer-kingsorgaan te worden opgericht, dat instaat voor de coördinatie van het beleid in de deelstaten. Het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) dient omgevormd te worden tot een orgaan op basis van de deelstaten. Omroep blijft een bevoegdheid van de twee deelstaten, onafhankelijk van de gebruikte infrastructuur en technologie;

7. de spoorinfrastructuur en de regionale exploitatie ervan dient overgeheveld te worden naar de deelstaten, evenals de volledige reglementering inzake de bin-nenvaart. Op deze domeinen nemen de twee deelstaten in Brussel de basis-verantwoordelijkheid op zich in een samenwerkingsverband met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Inzake wegvervoer moeten de deelstaten en het Brus-selse Hoofdstedelijke Gewest voor hun specifieke verkeers- en mobiliteitspro-blematiek aanvullende regels kunnen uitvaardigen inzake verkeersreglemente-ring en regels van algemene politie. Fiscale maatregelen om een betere ordening van het vervoer en de mobiliteit te realiseren komen eveneens aan de deelstaten en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest toe;

8. Vlaanderen is nu reeds bevoegd voor het voeren van een statistiekbeleid op voorwaarde dat het de regels van de geheimhouding respecteert. De statistiek-diensten van de deelgebieden staan in voor de kwantitatieve beleidsinformatie van hun overheden, in partnerschap met het Nationaal Instituut voor de Statis-tiek (NIS) en het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR);

Page 110: Vlaanderen deelstaat van België

110 9. aangezien de ontwikkelingssamenwerking betrekking heeft op domeinen die hoofdzakelijk bij de deelstaten berusten, dienen, binnen het bestaande kader inzake het buitenlandse beleid van België, de ontwikkelingssamenwerking en de overeenstemmende middelen toegewezen te worden aan de deelstaten. Zij staan in voor de conceptie en de uitvoering van dit beleid;

10. het is belangrijk dat Vlaanderen meer bevoegdheden verwerft om economi-sche groei door middel van een grotere ondernemersdynamiek te bevorderen en marktfalingen tegen te gaan. Het Participatiefonds, het Sociaal-Economisch Comité van de Distributie en het Nationaal Comité voor de Distributie komen toe aan de deelstaten en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. De deelstaten en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest moeten inzake de regulering van de energie-domeinen die onder hun bevoegdheid ressorteren, een eigen reguleringsorgaan kunnen instellen en beslissingsrecht krijgen over de vaststelling van de tarieven en de technische aansluitingsvoorwaarden voor de beleidsdomeinen die tot hun bevoegdheid behoren (distributie, rationeel energiegebruik, decentrale productie);

11. er dient een volledige overheveling van de landbouw-, tuinbouw- en visserijbe-voegdheden naar de deelstaten doorgevoerd te worden. Dat impliceert de vol-ledige uitvoering van het Europees beleid, met inbegrip van het quotabeheer, het wetenschappelijk onderzoek, de productcontrole en de sanitaire en fytosanitaire bevoegdheden.

Page 111: Vlaanderen deelstaat van België

111

TEKST RESOLUTIE 5

Betreffende een aantal specifieke aandachtspunten voor

de volgende staatshervorming

Het Vlaams Parlement,

- gelet op de werkzaamheden en de hoorzittingen van de Commissie voor Staatsher-vorming, Algemene Zaken en Verzoekschriften (van 29 februari 1996 tot 3 febru-ari 1999) en de door deze Commissie geformuleerde krachtlijnen als gevolg van de besprekingen van de discussienota voor een verdere staatshervorming van de Vlaamse regering van 29 februari 1996;

- gelet op de toegevoegde inleidende nota’s en de toelichtingen van de minister-presi-dent in de Commissie voor Staatshervorming, Algemene Zaken en Verzoekschriften;

- gelet op het debat in het Vlaams Parlement over de institutionele hervormingen die zich opdringen;

- gelet op de resolutie van de Vlaamse Raad van 16 oktober 1991 houdende de prioritaire doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschap inzake de institutionele hervormingen;

Page 112: Vlaanderen deelstaat van België

112 - formuleert nog volgende specifieke aandachtspunten:1. het territorialiteitsbeginsel en het principe van de niet-inmenging moeten ten

volle gerealiseerd en gewaarborgd worden;2. Vlaanderen moet ook bevoegd worden voor de organisatie van het administra-

tief toezicht in de randgemeenten en Voeren, alsook voor de regeling van het taalgebruik in de gemeenten met een bijzonder taalstatuut;

3. de deelstaten moeten betrokken worden bij de voordrachten van leden van de hoogste controleorganen: Arbitragehof, Raad van State en Rekenhof;

4. de deelstaten dienen zelf de regels te bepalen over het beheer en de controle van hun financiën. Het federale Rekenhof, samengesteld uit een Nederlandsta-lige en een Franstalige Kamer, hangt zowel af van de Kamer van Volksvertegen-woordigers als van de parlementen van de deelstaten;

5. gelet op de bevoegdheden van de Hoge Raad voor Justitie, is het aangewezen dat de deelstaten mede verantwoordelijkheid dragen voor de benoeming en vor-ming van magistraten. Aan de problematiek van de handhaving van het deelsta-telijk recht, kan onder meer een oplossing gegeven worden via een versoepeling van de impliciete bevoegdheden, of door meer gebruik te maken van samenwer-kingsakkoorden.

De deelgebieden moeten betrokken worden bij de bepaling en de coördinatie van het vervolgingsbeleid, voor de aangelegenheden waarvoor ze regelgevend bevoegd zijn. Het volledige justitiële welzijnsbeleid komt toe aan de deelstaten.

Page 113: Vlaanderen deelstaat van België

113

Page 114: Vlaanderen deelstaat van België

114

Ontwerp: www.grafisontwerp.beDruk: Impressa nv, HerentalsV.U.: Ludwig Caluwé, CD&V fractievoorzitter Vlaams Parlement - 1011 Brussel

Page 115: Vlaanderen deelstaat van België

115

Page 116: Vlaanderen deelstaat van België

CD&V Vlaams Parlement1011 Brusselwww.cdenv.be