Visie op Sectoren Food 2012

33
Sectorupdate 2012 Interview Trends & ontwikkelingen Sectorvisie visie op food

description

Met de Visie op Food biedt ABN AMRO naast een macro-economische visie op Nederland een omschrijving van de branches die onderdeel uit maken van de foodsector. Met de trends en ontwikkelingen en de actuele branchecijfers kunt u uw bedrijf vergelijken met anderen.

Transcript of Visie op Sectoren Food 2012

Page 1: Visie op Sectoren Food 2012

Sectorupdate 2012 ▶ Interview ▶ Trends & ontwikkelingen ▶ Sectorvisie

visie opfood

Page 2: Visie op Sectoren Food 2012
Page 3: Visie op Sectoren Food 2012

Geachte relatie,

Voor u ligt Visie op Sectoren (VOS), de jaarlijkse dwarsdoorsnede van het

Nederlandse bedrijfsleven. In VOS worden de actuele stand van zaken en de

vooruitzichten van een groot aantal sectoren en branches besproken. Aan de

hand van dit rapport kunt u uw onderneming spiegelen aan de trends en

actuele branchecijfers, kijken hoe het met de branche van uw toeleveranciers

is gesteld en zien wat de verwachtingen van ABN AMRO zijn voor uw eigen

branche.

Als bank anno nu publiceren wij VOS ook op onze nieuwe ABN AMRO Market Insights app voor de

iPad. Op deze app vindt u tevens onze andere sectorgerelateerde en macro-economische publicaties.

Aan het begin van het jaar werd het Nederlandse bedrijfsleven geconfronteerd met, helaas

wederom, een lichte recessie. De impact van deze nieuwe recessie wordt voor een belangrijk deel

bepaald door de mate waarin een sector herstel heeft laten zien na de dip in 2009. Precies de reden

waarom nu sectoren als bouw, retail, horeca en zakelijke dienstverlening het zwaar hebben.

Het lijkt er op dat mondiaal de economie zich herstelt en dit zal een positieve uitwerking hebben op

de Nederlandse export. Ook kan de verwachte daling van de grondstoffenprijzen een positieve

bijdrage leveren. In Nederland ligt echter de belangrijkste sleutel tot structureel herstel in handen van

de consument. Het consumentenvertrouwen is ongekend laag en gaat waarschijnlijk pas stijgen als

de onzekerheden over de Europese schuldencrisis, de eigen woning, pensioenen en de overheids-

financiën uit de lucht zijn. Met het onlangs door een aantal politieke partijen gesloten akkoord wordt

er geprobeerd om het overheidstekort terug te dringen. Hoe de maatregelen zullen uitpakken op de

economie, het consumentenvertrouwen en bijvoorbeeld de sector food is op moment van schrijven

van deze publicatie nog onduidelijk.

De foodsector is traditioneel minder conjunctuurgevoelig. Toch zal ook deze sector de noodzaak

voelen om de consument te blijven binden. In dit tijdsgewricht wil de consument lekkere, natuurlijke,

gezonde en betaalbare producten . En de wil van deze voorzichtige consument om te betalen voor

de meerwaarde en emotie rondom een merk? Afnemers kiezen steeds nadrukkelijker voor een

‘eigen-merk-strategie’. Is dit een conjunctureel verschijnsel of heeft het dieper liggende oorzaken?

Vragen waar Isabelle Spindler-Jacobs, directeur Retail bij Heineken en Brian Sharoff, president Private

Label Manufacturing Association wel raad mee weten. Sector banker Niels Dijkman sprak hen over

de ontwikkeling van merken in de foodsector.

Hopelijk stimuleert deze publicatie u om met ABN AMRO en uw collega-ondernemers van gedachten

te wisselen over de uitdagingen voor uw bedrijf en uw sector in Nederland. Wij denken graag met u

mee en zijn u graag van dienst. Namens alle collega’s van ABN AMRO wens ik u en uw bedrijf alle

succes toe!

Met vriendelijke groet,

Joop Wijn Lid Raad van Bestuur ABN AMRO

1Visie op food

Page 4: Visie op Sectoren Food 2012

Visie op foodSectorupdate 2012

2

Page 5: Visie op Sectoren Food 2012

4 6

10 12 14 16 18 20 22 24

26 28 30

visie op Nederland

interview

dranken

foodservice

groothandel in bloemen en planten

handel in en bewerking van groente en fruit

handel in en bewerking van vis

koek, snacks en zoetwaren

mengvoederindustrie

slachterijen en vleesverwerking

zuivelindustrie

leeswijzer

colofon

3Visie op food

Page 6: Visie op Sectoren Food 2012

visie op NederlandNederlandse economie

krabbelt in 2012 weer op Vorig jaar is de economische groei sterk vertraagd en belandde de economie in een

recessie die in het begin van 2012 nog voortduurde. Er zijn echter aanwijzingen dat de

economie in het tweede halfjaar weer groei zal vertonen – waarschijnlijk dankzij een

aantrekkende uitvoer. De consumptieve bestedingen dalen naar verwachting opnieuw.

In 2011 groeide de economie met 1,2%. Ten opzichte van de groei

in 2010 (+1,7%) leek de afzwakking beperkt, maar achter die 1,2%

gaat een forse afkoeling van de economie schuil in de loop van het

jaar. In het eerste kwartaal van 2011 steeg het bruto binnenlands

product (bbp) nog met 0,75% ten opzichte van de voorgaande peri-

ode. In de daaropvolgende kwartalen viel dat cijfer steeds lager uit.

In het derde en vierde kwartaal was zelfs sprake van krimp (respec-

tievelijk -0,4 en -0,6% kwartaal-op-kwartaal). Deze ontwikkeling stak

ongunstig af bij die van de eurozone als geheel. In het derde kwar-

taal kromp de Nederlandse economie al, terwijl de eurozone-econo-

mie nog een plus liet optekenen en in het slotkwartaal van 2011 viel

het groeicijfer (-0,6%) opnieuw lager uit dan dat voor de eurozone

als geheel (-0,3%). Jaar-op-jaar viel de groei van het bbp terug van

+2,2% in het begin van het jaar naar -0,2% in het laatste kwartaal.

Afzwakking groei economie voorbij?

-6

-3

0

3

6

1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 201160

75

90

105

120

bbp (% j-o-j; l.as)Economisch-sentimentindicator (r.as)

%

Bron: Thomson Reuters Datastream

Uitvoergroei sterk vertraagd, maar eerste lichtpuntjes zichtbaar Kijken we naar het verloop van de verschillende bestedingscompo-

nenten, dan valt op dat de uitvoer (de kurk waar de economie op

drijft) in de loop van het jaar per saldo niet is toegenomen (0,0%

j-o-j in vierde kwartaal). Na bescheiden kwartaal-op-kwartaal-plus-

sen in het eerste halfjaar, was daarna sprake van minnen. Dat de

gemiddelde jaargroei toch op 3,8% is uitgekomen, is dan ook gro-

tendeels toe te schrijven aan het stevige groeitempo tegen het eind

van 2010.

De forse afkoeling bij de uitvoer komt grotendeels, of zelfs hele-

maal, op het conto van de afzetmarkten. Driekwart van de goede-

renuitvoer blijft in de EU en daarvan blijft het overgrote deel binnen

de eurozone (krap 59% van de totale goederenuitvoer). De totale

goedereninvoer van de eurozone is zelfs nog wat meer terug-

gevallen dan de Nederlandse uitvoer. We zien hier de gevolgen van

diverse groeivertragende factoren. Denk aan de hoge olieprijzen

begin 2011, bezuinigingen door overheden en de grote onrust als

gevolg van de staatsschuldencrisis in de eurozone. Met name die

laatste factor heeft het vertrouwen in de economie in de tweede

helft van het afgelopen jaar stevig doen slinken.

De economie van de eurozone is naar verwachting in het eerste

kwartaal van 2012 opnieuw gekrompen. Dat kan worden afgeleid

uit de begin april beschikbare indicatoren. ABN AMRO verwacht dat

de eurozone-economie in het tweede kwartaal stabiliseert, om

vanaf het midden van het jaar weer wat te gaan groeien. Dit be-

scheiden herstel kan vooral worden toegeschreven aan de opleving

van de wereldhandel. De binnenlandse bestedingen in de eurozone

staan echter onder druk van bezuinigingsmaatregelen. Duitsland

lijkt hierop overigens een uitzondering te vormen.

De laatste Nederlandse uitvoercijfers lijken (al) wat minder ongun-

stig. In de jaar-op-jaarvergelijking zagen we eind vorig jaar en begin

dit jaar weer enige stijging van het groeicijfer. Ook de indicatie van

de inkoopmanagersindex (PMI) is beter: de deelindex voor de ex-

portorders lag in januari en vooral in februari boven de 50, dat is het

niveau dat het verschil markeert tussen krimp en groei. Hoewel we

in maart weer een daling zagen, bleef deze deel-PMI in die maand

nog duidelijk boven de 50.

4

Page 7: Visie op Sectoren Food 2012

Uitvoergroei lijkt dal gepasseerdPMI >50 wijst op groei; <50 – krimp

-20

-10

0

10

20

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 201230

40

50

60

70

Uitvoer goederen (% j-o-j; l.as)PMI exportorders (index; r.as)

%

Bron: CBS, Markit NEVI

Binnenlandse bestedingen onder drukDe zwakke stee van de Nederlandse economie is de particuliere

consumptie. Deze is al vier kwartalen achtereen gekrompen met

als dieptepunt een terugval van 0,9% kwartaal-op-kwartaal eind

2011. Daarmee lag de consumptie op het laagste niveau sinds eind

2003! Gemiddeld kromp de consumptie vorig jaar met 1%. Dat is

beduidend meer dan de daling van het reëel beschikbaar inkomen

met bijna een half procent. Factoren die verantwoordelijk zijn voor

deze sterkere daling van de consumptie, zijn het vermogensverlies

op de aandelen- en de huizenmarkt en het sterk gedaalde consu-

mentenvertrouwen. Dat vertrouwen stond vorig jaar ook elders in

de eurozone onder druk vanwege de staatsschuldencrisis, maar in

ons land speelden nog meer factoren. Zo was er onzekerheid over

de hoogte van de pensioenen vanwege de gedaalde, en te lage,

dekkingsgraden van pensioenfondsen. Verder is er het hete hangij-

zer van de hypotheekrenteaftrek. Ten slotte wijzen we op de extra

bezuinigingen. Omdat het begrotingstekort in 2013 flink te hoog

dreigt uit te vallen, moet fors extra worden bezuinigd. Ook dat kan

van invloed zijn op de stemming van de consument.

In 2012 neemt de koopkracht opnieuw af: door bezuinigingsmaatre-

gelen én omdat de brutoloonstijging (al is deze iets hoger dan in

2011) weer achterblijft bij de inflatie. Alles overziend, gaan we ervan

uit dat de consumptie dit jaar opnieuw krimp zal vertonen.

Hoewel we voor het tweede halfjaar – vooral dankzij de voorzichtig

aantrekkende uitvoer – weer wat economische groei verwachten,

zal het bbp dit jaar (gemiddeld) toch duidelijk dalen. Maar voor 2013

wordt weer een positief cijfer voorzien.

Particuliere consumptie daalt verder

- 3

- 2

- 1

0

1

2

3

Reëel beschikbaar inkomen Particuliere consumptie

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

%

Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau

Bedrijven die overwegend op de binnenlandse markt georiënteerd

zijn (zie ook hieronder), zullen het in 2012 in doorsnee moeilijker

hebben dan bedrijven die meer exportgericht zijn.

Huizenmarkt zit vastDe huizenmarkt zit in het slop en er is weinig vertrouwen dat de si-

tuatie spoedig verbetert. De marktindicator van Vereniging Eigen

Huis bereikte in maart een nieuw dieptepunt. Het gebrek aan ver-

trouwen draagt bij aan de verwachting dat de huizenprijzen verder

zullen dalen. Deze verwachting wordt verder gevoed door de ont-

wikkeling van het transactievolume. Het teleurstellend lage aantal

transacties in de eerste maanden van het jaar laat zien dat de hui-

zenmarkt volledig is verkrampt. Dit lage aantal woningtransacties

valt deels terug te voeren op de minder ruimhartige verstrekking van

hypotheken. De beperkingen op de leencapaciteit vanuit de regelge-

ving, zoals de strengere Gedragscode Hypothecaire Financieringen,

de verlaagde Nibud-woonquote en de internationaal aangescherpte

kredietvoorwaarden van banken, zijn verantwoordelijk voor een

minder ruimhartige kredietverlening. Daarnaast speelt de discussie

over de toekomst van de hypotheekrenteaftrek. ABN AMRO houdt

er rekening mee dat de huizenmarkt voorlopig vast blijft zitten.

Hoewel de beperkte omvang van de woningvoorraad een prijsval

helpt voorkomen, dient rekening te worden gehouden met een ver-

dere daling van de huizenprijzen. We schatten dat de huizenprijzen

dit jaar met 5% dalen. Ook het aantal transacties blijft laag.

InflatieDe inflatie liep in 2011 geleidelijk op van 2% in het begin van het

jaar naar een piek van 2,7% in september. De toename van het

prijsstijgingstempo was het gevolg van onder meer hogere arbeids-

kosten en energieprijzen. Daarna viel het cijfer wat terug naar 2,5%

in de eerste drie maanden van 2012. Gemiddeld kwam de inflatie in

2011 uit op 2,3%.

In de loop van 2012 kan het inflatietempo verder afnemen. Deze

verwachting baseert ABN AMRO op de aanname dat de olie-

prijzen verder dalen, aangezien het risico van een escalatie in het

Midden-Oosten is afgenomen. Echter, door de aangekondigde

BTW-verhoging kan in het vierde kwartaal de inflatie een sprong

maken.

Risico’sDe risico’s voor het scenario van ABN AMRO liggen vooral aan de

‘onderkant’. In ons scenario gaan wij ervan uit dat de Europese be-

leidsmakers erin slagen de staatsschuldencrisis verder te bedwin-

gen, maar dit is verre van zeker. Een nieuwe escalatie van de

staatsschuldencrisis in de eurozone is niet ondenkbaar. Verder

zouden de olieprijzen kunnen stijgen. De economische groei zou in

beide gevallen worden gedrukt; en de inflatie valt - bij stijgende olie-

prijzen - hoger uit. Ook bestaat het risico dat de situatie op de hui-

zenmarkt verder verslechtert.

5Visie op Nederland

Page 8: Visie op Sectoren Food 2012

Links: Niels Dijkman, bij ABN AMRO Sector Banker Food. Rechts: Isabelle Spindler-Jacobs, Directeur Retail bij Heineken.

Isabelle Spindler-Jacobs, directeur retail bij Heineken: ‘Met een merk verkoop je emotie,

en bier is heel veel emotie‘

Nog altijd zijn de meeste producten in de supermarktschappen van een merk. In 2011

was dat ruim 66%, als we vers en hard discount buiten beschouwing laten. Maar het

aandeel private label producten in de schappen is hoger dan ooit in Nederland: 33,7%.

Nederlandse consumenten willen value for money, en supermarkten kunnen dat op

deze manier realiseren, in combinatie met een intensief promotiebeleid. Private label

(in steeds meer kwaliteitsgradaties) en A-, B- en C-merken, - hoe gaan die twee zich tot

elkaar verhouden? Welke invloed heeft online shoppen daarop? Wat is de kracht van

een merk? Vanuit New York geeft Brian Sharoff, president of the Private Label

Manufacturers Association (PLMA) in een mailwisseling zijn visie. Isabelle Spindler-

Jacobs is Directeur Retail bij Heineken Nederland en Niels Dijkman, bij ABN AMRO

Sector Banker Food, geven hun visie tijdens een ontmoeting in Zoeterwoude.

6

Page 9: Visie op Sectoren Food 2012

De fotosessie had ook mooi gehouden kunnen worden tussen de

vitrines van de tentoonstelling in de ontvangsthal van Heineken in

Zoeterwoude. Koperen apparatuur uit oude brouwerijen, foto’s,

boeken en displays van biermerken: Heineken, Amstel, Brand,

Wieckse. De historie en het heden verbonden. Toch was het voor

dit interview niet de meest geschikte locatie. Isabelle Spindler-

Jacobs is directeur retail. Een kleine wandeling later - door lange

gangen langs kantoorburelen - staan we voor een modern, fris

vormgegeven winkelschap. Met allerlei soorten pils, speciaal-

bieren en blikjes, merk en private label. Spindler-Jacobs: ‘Bier is

een fun product, een vrolijke productcategorie. Iedereen heeft

een positieve connotatie met bier. En als je in de supermarkten

kijkt, zie je dat niet voldoende terug in het bierschap. Dat is niet

echt mooi, geen schap waar je dorst van krijgt. Dat zouden we bij

Heineken graag anders zien. Vandaar dat we hier een bier-

belevingsschap met merkblokken hebben neergezet. Als inspiratie

voor die retailers, klanten van Heineken. Inmiddels zijn er velen

van hen bezig om het bierschap overzichtelijker te presenteren.’

Hop en mout De consument die voor het bierbelevingsschap met merkblokken

staat, kan sneller het product vinden dat hij of zij zoekt, omdat de

consument vaak al de keuze voor het merk heeft gemaakt en dan

binnen het merk kijkt naar de verpakking. Merken staan bij elkaar

en private label staat bij elkaar. Spindler-Jacobs: ‘In supermarkten

staat bier in verpakkingssoorten bij elkaar: kratjes bij de kratjes,

mono flesjes bij elkaar, blikjes bij elkaar. De consumenten kunnen

gemakkelijker het merk en de verpakking van hun keuze vinden bij

merkschappen. De volgende stap die wij met het bier schap

zouden willen maken is beleving toevoegen. Het is interessant

voor consumenten om te lezen hoe het nou precies zit met hop

en mout en verschillende soorten. Bier is een 100% natuurlijk

product met een hele rijke historie, alleen vertellen we daar tot nu

toe te weinig over.’

Wat is de verhouding private label en merk voor bier in

supermarktschappen?

Spindler-Jacobs: ‘Binnen bier is de verhouding A-merk en private

label 70-30%. 70% Is merkproduct en 30% is private label

(inclusief de hard discount supermarkten). Bij Aldi en Lidl in

Nederland verkopen ze vrijwel alleen maar private label. Private

label en hard discount bier hebben sinds 2008 marktaandeel

gewonnen. Als consumenten minder geld hebben, kiezen ze

sneller voor private label. Ook met bier.’

Zou Heineken bier willen verkopen in het hard discount kanaal?

‘Momenteel is dat niet opportuun, maar we staan er in ieder geval

niet negatief of afwijzend tegenover. Wij willen graag verkopen,

daar waar de consument komt.’

En een B-merk bier introduceren dat slechts bij één supermarkt

gekocht kan worden, zoals een andere grote brouwerij van een

A-merk heeft gedaan (een exclusiviteitsbeding), is dat iets voor

Heineken?

‘Een stand alone product dat niemand kent, bij een retailer

neerzetten? Dat gaan wij nu niet doen. Wij willen graag sterke

merken bouwen en de categorie op die manier laten groeien. Ook

hebben we Jillz en Strongbow Gold geïntroduceerd. Dit zijn ciders

en hiermee is een nieuwe categorie met nieuwe gebruikers

aangeboord.’

Bierverkoop omhoog als Oranje speeltSpindler-Jacobs: ‘De kwaliteit van een A-merk moet uitmuntend

zijn en consistent. Overal in de wereld moet een glas Heineken

bier hetzelfde smaken. Maar waarom mensen uiteindelijk meer

betalen voor een A-merk dan voor private label, dat is emotie. Een

onderneming verkoopt met een A-merk emotie. Een merk is meer

dan een product. En het mooie van bier is: dat is heel veel emotie.

Als mensen bezoek krijgen, op een verjaardag, het is gezellig, dan

zullen ze de gasten niet snel een private label biertje voorzetten.

Heineken is sponsor van het Nederlands elftal. Als Oranje speelt,

en de mensen komen bij elkaar, dan stijgt onze bierverkoop.‘

Heineken is een belangrijke speler in het retail-landschap. In de

top 100 van de A-merken met de grootste omzetten in Neder-

landse supermarkten in 2011, bezet Heineken - met een omzet

van EUR 232,40 miljoen- de 5de plaats. De top 100 is samen-

gesteld door marktonderzoeksbureau SymphonyIRI.

Spindler-Jacobs: ‘Bier is een traffic generator. Dat betekent dat

klanten naar een supermarkt gaan als Heineken of Amstel in de

folder staan; dat trekt mensen. Dat is interessant voor super-

markten omdat de meeste mensen die voor een Heineken- of

Amstel-aanbieding naar de supermarkt gaan, ook andere

producten meenemen.

Geen vuistregel voor strategieNiels Dijkman: ‘Private label en A-merken - eigenlijk de hele

foodmarkt - is sterk in beweging. Retail neigt meer en meer

private label te voeren. Welk strategisch advies zou je geven aan

een food producent met een omzet van EUR 10 miljoen tot EUR

500 miljoen? Moet je je richten op productie van private label, of

op merken?’

‘Bier is een fun product, een vrolijke productcategorie‘

7Interview

Page 10: Visie op Sectoren Food 2012

Spindler-Jacobs: ‘Ik denk dat het heel moeilijk is om één vuist-

regel te geven; dat moet je van bedrijf tot bedrijf bekijken. Ik heb

tot nu toe bij bedrijven gewerkt die ervoor hebben gekozen om

geen private label te produceren, waar merken bouwen in de

genen van het bedrijf zit. Er zijn tegenwoordig ook bedrijven die

kiezen voor een combinatie van private label en merk. De

klassieke redenering is uiteraard: als je productie-overcapaciteit

hebt, hoe ga je dan je lijnen vullen? Misschien wel met private

label.’

‘En waarom geen nieuw merk of nieuwe categorie bouwen? Wij

hebben 2 jaar geleden Jillz en Strongbow Gold geïntroduceerd,

zoals hiervoor aangegeven en sinds afgelopen jaar zie je ook

Wieckse Witte 0.0% en Wieckse Rosé 0.0% op de schappen

staan. Ook hebben we de afgelopen jaren het merk Desperados

gebouwd in Nederland. De man achter Red Bull, in 1987

begonnen met een merk, is een wereld-speler geworden. Kijk

naar Yakult. Toen dat net op de markt kwam, zeiden mensen dat

voor zo’n klein flesje een knettergekke prijs gevraagd werd.

Goede introducties kunnen dus nog steeds.’

Partnerschap met retailDijkman: ‘Merk en private label hebben elkaar nodig, het zijn com-

municerende vaten. Je ziet middelgrote bedrijven in de Foodsec-

tor worstelen met de vraag: hoe bereik ik meer toegevoegde

waarde? Je kunt internationaler gaan werken, exporteren en pro-

duceren in opkomende economieën, of je richt je meer op innova-

tie. Denk aan gemak bij kant-en-klaarmaaltijden, aan producten

met minder zout. Je kunt ook proberen een merk te gaan

bouwen. Dat is echter slechts weinigen gegeven. Authenticiteit en

waarden zijn van groot belang voor een merk, en dat is niet altijd

procesmatig maakbaar. Het heeft met zachte aspecten te maken.

Een propositie om te investeren in een machine om beter en snel-

ler te verpakken is makkelijker vast te pakken als bank.’

Dijkman: ‘Ik denk dat exclusieve partnerships met retail de

toekomst hebben. En dan maar voor lief nemen dat de risico-

spreiding vermindert. Vroeger vonden we bij de bank dat je

ongeveer minimaal 25 afnemers moest hebben. Maar als je in

een mooi partnerschap voor een kernproduct met een succesvolle

retailer enig toeleverancier kunt worden, waarom zou je dat niet

doen? Natuurlijk bestaat er risico, dat is ook ondernemen. Maar

als het goed is, investeert de retailer ook materieel en

immaterieel in de relatie met deze toeleverancier.’

Consistentie: speciale a-gist familieHeineken is een van de oudste, beroemdste Nederlandse

A-merken. Het is sterk en over de hele wereld bekend. De pils-

markt is heel traditioneel. Spindler-Jacobs: ‘De innovatiegraad

binnen bier is bijvoorbeeld lager dan binnen frisdranken. We

hebben Amstel blond in een krat geïntroduceerd. Dat is een

mooie propositie vanuit extra verfrissing. Er zit iets minder alcohol

in (4%). En de advies-prijsstelling, onder de tien euro, is

interessant. Veel innovaties hebben te maken met de verpakking.

Zo hebben we in 2011 het Heineken en Amstel Tapje op de markt

gebracht. De marketing is ook sterk vernieuwd. Het is niet alleen

maar een televisiecampagne en billboards, en dat was het. We

gebruiken veel social media. Op Facebook hebben we miljoenen

bezoekers. Het gaat om de geïntegreerde aanpak om

consumenten te bereiken.’

Aan het Heineken bier zelf, vertelt Spindler-Jacobs, zal niets veran-

derd worden. ‘Vanuit de hele wereld komen monsters van Heine-

ken bier dat ginds is gebrouwen naar de laboratoria in Zoeterwou-

de. We monitoren continu de kwaliteit. Consistentie in kwaliteit

hoort bij een merk. Het gist waarmee overal in de wereld gebrou-

wen wordt, een speciale a-gist familie van Dr. Elion, komt uit Zoe-

terwoude. Het is een enorme kunst om te zorgen dat ieder blikje,

flesje en glas Heineken - toch voor honderd procent een natuur-

product - exact hetzelfde smaakt. En waar ter wereld je ook een

glas Heineken bestelt - we exporteren naar meer dan 175 landen -

het smaakt overal hetzelfde. Als je in het buitenland bent en je

ziet Heineken, maakt dat iedere Nederlander een beetje trots.’

Brian Sharoff

‘Bier trekt veel mensen naar de supermarkt‘

8

Page 11: Visie op Sectoren Food 2012

Brian Sharoff: ‘Private label is concurrent van B- en C-merken’

Brian Sharoff is president van de Private Label Manufacturers Association, PLMA. Die wereld-wijde associatie van 3200 private label- fabrikanten heeft World of Private Label georganiseerd, de grote internationale handels-tentoonstelling in de Amsterdamse RAI, in mei 2012. Fabrikanten uit 70 landen in duizenden stands toonden hun nieuwste producten.

Hoe zal private label zich in Europa verder ontwikkelen?

‘In Europa heeft private label, in vergelijking met de rest van de

wereld, het grootste marktaandeel. Zo groot is het in Europa ook

nog nooit eerder geweest. Meer dan de helft van de producten in

Engelse supermarkten zijn van een huismerk van de retailer. In

Duitsland, Frankrijk en Spanje ligt dat aandeel op 40%; voor

Nederland is dat 30%. Die populariteit verklaar ik uit de kwaliteit

van het huismerk, die gemiddeld zeer hoog is. Dit effect wordt

versterkt door het uitstekende assortiment - in alle categorieën,

bij food en non-food - en de manier waarop de retailers de

marketing en promotie doen.’

‘Nederland ziet er qua private label-markt anders uit dan

buitenlandse markten. Dit komt door één retailer die een enorm

vertrouwen geniet onder de klanten, vooral dankzij zijn excellente

service, innovatiekracht en assortiment. Dié supermarkt is de

benchmark voor de rest, en noodzaakt andere retailers om ook

kwalitatief goede huismerken in de schappen te hebben.’

Wat denkt u: ten koste van welke stakeholders zal - naar

verwachting - het private label verder groeien?

‘De voortdurende expansie van huismerken is een natuurlijke en

onomkeerbare zaak, in een tijd waarin retailers steeds méér

aandacht geven aan de marketing van hun winkels en de

producten. Kijkend naar trendonderzoek, concludeer ik dat de

A-merken geen hinder zullen ondervinden van private label groei.

B- en C-merken lopen wél risico. Maar je moet je realiseren dat de

markt uiterst competitief is, en dat veranderend koopgedrag van

consumenten altijd effect heeft op ondernemingen. Positief of

negatief.’

Wat zou de verdere ontwikkeling van private label kunnen

bedreigen?

‘Ik denk dat geen mens op aarde genoeg kennis heeft om in te

schatten welke bedreigende effecten de toekomst in petto heeft

voor A-merken en private label. Inflatie en economische stagnatie

kunnen op beide tegengestelde effecten hebben. De echte vraag

is: hoe zal de toekomstige markt er uitzien? In hoeverre zullen

apps, kopen met smartphones, social networks en online winkels

de rol van stenen winkels terugdringen? Of blijven fysieke winkels

de belangrijkste marktplaats? Wie het weet, mag het zeggen.’

Zijn naar uw mening private label-fabrikanten, in vergelijking

met merk-fabrikanten, kwetsbaarder voor economische

recessies, de volatiliteit van grondstofprijzen, de

duurzaamheidseisen en tracking en tracing kwesties?

‘Private label is een zeer competitieve business. Dat geldt voor

fabrikanten en voor retailers die huismerken verkopen. Alle

genoemde factoren die bedrijfsvoering duurder of goedkoper

maken hebben een grote impact op de business. Maar ook

A-merken zijn niet immuun. Om kort te gaan: voor alle

stakeholders loeren er gevaren.’

Men zegt wel dat private label - door het belang voor retail en

de medewerking van supermarkten - sneller nieuwe producten

kan introduceren dan merk-fabrikanten. De andere kant van

de medaille is dat de consument pas getriggerd wordt door

merk-fabrikanten. Dat is ook logisch; merk-fabrikanten

innoveren radicaler en maken de harten van consumenten rijp

voor veranderingen. Private label-fabrikanten haasten zich om

de innovatie over te nemen en een groter publiek te bereiken.

‘Sommige producten van merk-fabrikanten definiëren een hele

categorie. Iedere andere fabrikant die niet op de een of andere

manier naar deze producten verwijst zal door de consument

genegeerd worden. Maar: als in een categorie geen enkele merk

fabrikant een dergelijk stempel heeft gedrukt, dan kunnen private

label-fabrikanten ook vrijelijk innoveren en experimenteren. Een

mooi voorbeeld zijn de kant-en-klaarmaaltijden voor de magnetron,

waarvoor de laatste tien jaar een enorm assortiment van

producten is ontwikkeld. De groei van dit soort private label

convenience producten zal aanhouden. Bij premium

dierverzorgingsproducten zie ik eenzelfde soort ontwikkeling.’

Hebben private label-fabrikanten, met hun grote

marktaandeel, niet ook een remmende werking op innovatie?

‘Nou ja, je kan niet volhouden dat A-merken het monopolie op

innovatie hebben. Van alle nieuwe merkproduct-introducties faalt

maar liefst 85%. Dat pleit niet echt voor de aanpak van A-merken

fabrikanten.’

‘Merk en private label zijn communicerende vaten‘

9Interview

Page 12: Visie op Sectoren Food 2012

Aandeel private label producten in dranken neemt toe

Export stuwt omzetgroei in drankenindustrie

Industrie meer mogelijkheden tot expansie dan groothandel

Branchebeschrijving

Trends en ontwikkelingen

Onze visie

Kerngegevens Websites

De drankenindustrie bestaat uit bedrijven die alcoholische dranken

produceren (bier, wijn, gedistilleerd en likeur) en fabrikanten van non-

alcoholische dranken (frisdranken, mineraalwaters en sappen).

Fabrikanten van zuiveldranken worden niet tot deze branche gerekend.

De groothandel in dranken houdt zich voornamelijk bezig met de

distributie van dranken naar afnemers als horeca, detaillisten, kantines,

tankstations en cateringbedrijven.

In Nederland zijn er volgens het CBS 170 bedrijven actief in de dranken-

industrie. Dit aantal is de laatste jaren iets opgelopen, onder andere

door de groeiende wijnindustrie in Nederland. De bedrijfstak is over-

wegend grootschalig van aard. Wel zijn er kleinere producenten die zich

op nichemarkten richten, zoals biologische of premium dranken. De

mate van grootschaligheid verschilt. Zo zijn de acht grootste bier-

brouwerijen verantwoordelijk voor meer dan 99% van de Nederlandse

bierproductie. Voor distilleerderijen ligt dat percentage minder hoog,

hoewel deze wel stijgende is door overnames in de branche. Dranken-

fabrikanten zijn actief op zowel de nationale als de internationale markt.

Bier is hierbij het belangrijkste exportproduct met bijna de helft van de

totale exportwaarde aan dranken. In tegenstelling tot de dranken-

fabrikanten is de drankengroothandel voornamelijk gericht op het

binnenland. Door voorwaartse integratie zijn een aantal zelfstandige

groothandels in handen gekomen van brouwerijen. Het productaanbod

van groothandels in dranken is steeds verder uitgebreid. Zo bieden de

groothandels ook food-producten, waardoor hun productaanbod steeds

meer lijkt op dat van de horecagroothandels. De drankenbranche is

afhankelijk van trends en ontwikkelingen op het gebied van consumptie.

Er is toenemende belangstelling voor gemak, duurzaamheid en

gezondheid. De branche is daarnaast afhankelijk van overheids-

regulering.

De financiële crisis is niet aan de drankenindustrie voorbij gegaan.

Zowel de export als de binnenlandse consumptie werd geraakt in 2009.

De drankenindustrie liet vanaf 2010 weer positieve groeicijfers zien

onder invloed van de exportgroei. De binnenlandse omzet staat al drie

jaren onder druk. Met de dalende consumentenbestedingen zal ook in

2012 de druk op de binnenlandse omzet aanhouden. De export daaren-

tegen zal in 2012, onder invloed van de groeiende wereldeconomie toe-

nemen. Kansen liggen hierbij onder andere in de zogenaamde emerging

markets. Met het stijgen van het beschikbare inkomen in deze landen,

neemt ook de vraag naar premiumproducten toe. Naast de juiste marke-

ting, vormt distributie hierbij de sleutel tot succes. Net als in de

voedingsmiddelenindustrie neemt in de drankenindustrie het aandeel

van private label producten toe. Het marktaandeel van private labels

verschilt nog wel sterk per productcategorie. Zo is deze hoog in de

vruchtensappen, maar relatief laag in de categorie bier. Wij verwachten

dat het aandeel van private labels verder zal oplopen onder invloed van

de toenemende concentratie in het supermarktenlandschap. Door de

hoge concentratie is er voldoende schaalgrootte voor supermarkten om

een huismerk te ontwikkelen. De omzet van de groothandel heeft in

2011 sterk geprofiteerd van de opleving in de horeca. In 2012 zal de

omzet stabiliseren onder invloed van de dalende koopkracht en de

afnemende consumentenbestedingen.

Aantal bedrijven in de branche:

▶ bierbrouwerijen: 60

▶ frisdrankindustrie: 20

▶ distilleerderijen: 40

▶ wijnindustrie: 45

▶ mouterijen: 5

▶ groothandel in dranken: 1.160

www.gdh.nl www.productschapdranken.nlwww.commissiebier.nlwww.pd-cg.nl

dranken

10

Page 13: Visie op Sectoren Food 2012

-20

-15

-10

-5

0

5

10

15

2008 2009 2010 2011

Groe

i in

% j-

o-j

Totaal Binnenland Buitenland

-14

-9

-4

1

6

11

2009 2010 2011

Groe

i in

% j-

o-j

Marge

BTW

Accijns 44%

16%

40%

70

75

80

85

90

95

100

105

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Lite

r

0

5

10

15

20

25

30

Lite

r

Frisdranken BierMineraalwater (r.as) Vruchtensappen (r.as)Gedistilleerd (liter a 100%) (r.as) Wijn (r.as)

Binnenlandse omzet blijft achter in drankenindustrie

Opleving horeca draagt bij aan omzetstijging

Prijs gedistilleerde drank bestaat voor 60% uit belasting

Bier en gedistilleerd minder gedronken

Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research

Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research

Bron: Productschap Dranken

Bron: CBS, Productschap dranken

▶ De drankenindustrie begon 2011 met twee kwartalen van krimp.

De omzet steeg in de tweede helft van 2011 door het aantrekken

van de export.

▶ De verwachtingen voor de omzet in 2012 zijn gematigd positief.

De binnenlandse omzet zal, mede onder invloed van de dalende

koopkracht, licht dalen. De omzet uit export zal aantrekken.

▶ De malaise in de horeca heeft de groothandel in dranken parten

gespeeld. In 2011 kwam de horeca weer in de plus. Hiervan heeft

de groothandel in dranken kunnen profiteren met een omzetgroei

van 4,5%.

▶ Onder invloed van de dalende koopkracht zal de consument de

hand op de knip houden in 2012. Mede hierdoor is er geen ruimte

voor groei in de groothandel in dranken.

▶ Een fles van 1 liter met gemiddelde consumentenprijs en een

alcoholpercentage van 35% bestaat voor 60% van de prijs uit

belasting.

▶ Vanwege de relatief hoge accijns in Nederland op alcoholische

dranken, ondervindt de industrie in de export een concurrentie-

nadeel.

▶ Harmonisatie van accijnzen in Europa wordt al jarenlang

nagestreefd om een “level playing field” te creëren, maar daarin is

nog maar weinig resultaat geboekt.

▶ In de afgelopen jaren zijn Nederlanders gemiddeld steeds minder

bier en gedistilleerde dranken gaan drinken.

▶ Nederlanders drinken 24% meer frisdrank dan in 2000. Met name

de light-frisdranken zijn in populariteit gestegen.

11dranken

Page 14: Visie op Sectoren Food 2012

foodservice Consumentenbestedingen aan foodservice met 0,6% gestegen in 2011

Meer vraag naar duurzame, gezonde en lokale producten

Supermarkten vergroten marktaandeel op foodmarkt

Branchebeschrijving

Trends en ontwikkelingen

Onze visie

Kerngegevens Websites

Bij foodservicegroothandels onderscheiden we drie typen. Het eerste

type bevoorraadt de foodretailmarkt, zoals supermarkten. Het tweede

type foodservicegroothandel levert primair aan foodservicebedrijven

zoals horeca, bedrijfsrestaurants en zorginstellingen. Tot slot zijn er

groothandels die zowel de foodretail- als de foodservicemarkt

bedienen. Groothandels die foodservicebedrijven beleveren, staan in

deze Visie op sectoren centraal. De concentratie in de branche is

hoog. Grote partijen zijn Deli XL, Sligro, Metro en Hanos.

De consumentenbestedingen aan voedings- en genotmiddelen zijn in

2011 met 1,7% gestegen naar EUR 56,5 miljard, volgens het

FoodService Instituut Nederland (FSIN). De consument was vaker te

vinden op plekken waar je goedkoper uit bent, zoals in supermarkten

en fastservice. Minder vaak was de consument te vinden bij de

klassieke horeca etablissementen. Mede door een vergroting van het

aanbod vers en kant-en-klaar steeg het marktaandeel op de foodmarkt

van supermarkten van 48,4% in 2010 naar 49% in 2011. Het markt-

aandeel foodservice daalde verder naar 32% in 2011. Sinds 2009 heeft

de foodservice onder invloed van de economische crisis EUR 827

miljoen aan omzet verloren. Niet alle segmenten in foodservice

hadden te maken met een omzetdaling. Zo steeg de omzet van

fastservice met EUR 188 miljoen tussen 2009 en 2011. Dit geeft aan

dat consumenten nog wel bereid zijn om buiten de deur te

consumeren, maar kritischer zijn geworden op de prijs-kwaliteit-

verhouding van het aanbod. Door de scherpe concurrentie in de markt

en de zuinige consument konden de groothandels de hogere

voedselprijzen niet volledig doorbereken aan de klant. De marges

kwamen verder onder druk te staan. De aandacht kwam daardoor

meer op kostenbesparingen en schaalvergroting te liggen. Door in het

aanbod meer te focussen op private label producten proberen

groothandels margeverschraling tot staan te brengen.

In 2012 zal de stijging van de werkloosheid een negatief effect hebben

op de consumentenbestedingen. Ook de koopkrachtdaling zal de beste-

dingen van consumenten negatief beïnvloeden. Al met al verwacht

ABN AMRO dat er geen ruimte is voor omzetgroei in foodservice. De

buitenshuisconsumptie zal het in 2012 opnieuw afleggen tegen de con-

sumptie in supermarkten en andere foodretailkanalen. Vanaf 2013 ver-

wacht ABN AMRO dat de buitenshuisconsumptie weer zal aantrekken.

Een aantal maatschappelijke trends, zoals vergrijzing en individualise-

ring, fungeert als aanjager van deze groei. Foodservice en foodretail

zullen dichter naar elkaar toe bewegen. We zullen in toenemende mate

retailelementen terugvinden in foodservice en vice versa. Er is een

stijgende vraag naar duurzame, lokale en gezonde producten vanuit de

consument. Foodservice kan hierop inspelen met nieuwe producten,

bijvoorbeeld door het aanbieden van streekgerechten. Hierbij is het wel

belangrijk een goede prijs-kwaliteitverhouding te bieden met het oog op

de prijskritische consument. Om snel te kunnen inspelen op nieuwe

concepten in de foodservice, wordt een hoge mate van flexibiliteit ver-

eist van de foodservicegroothandels. Om de producten snel en tegen

een goede prijs te kunnen bieden, is samenwerking in de keten essenti-

eel. Ook samenwerking met andere groothandels op het gebied van

inkoop en logistiek, kan de bedrijven helpen de kosten laag te houden.

Totale voedingsconsumptie: EUR 56,5 mrd

▶ Consumptie bij foodretail: EUR 38,4 mrd

▶ Consumptie bij foodservice: EUR 18,1 mrd

www.fsin.nlwww.foodholland.nlwww.distrifood.nl

12

Page 15: Visie op Sectoren Food 2012

0

10

20

30

40

50

60

Foodservice kanalen Supermarkten Foodretail overig Totaal Food

x 1

mrd

EUR

2008 2009 2010 2011

Afschrijvingen

Bedrijfsresultaat

Arbeidskosten

Overige kosten

Inkoopwaarde van de omzet 79%

6% 9%

5% 1%

Supermarkten

Gemak

Catering

Horeca

Markten en overige retail

Speciaalzaken

Foodservice 32%

Retail 68%

49,0%

13,6%

16,1%

10,0% 6,0%

5,4%

De Kweker / Vroegop

Diverse brouwerijen

Metro

Deli-XL

Lekkerland

Sligro

Overig

18,7% 22,3%

14,7%

13,1% 11,2%

9,0% 3,7% Kruidenier

Hanos / ISPC

3,9% 3,4%

Bestedingen aan eten en drinken met 1,7% gestegen in 2011

Marges onder druk

Marktaandeel foodservice gedaald

Meeste groothandels aangesloten bij inkoopcombinatie

Bron: FSIN

Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research

Bron: FSIN

Bron: Sligro

▶ In 2011 stegen de consumptieve bestedingen aan voedings- en

genotmiddelen met 1,7% naar EUR 56,5 mrd.

▶ Niet alle segmenten in de foodmarkt konden een omzetgroei laten

zien. Zo noteerden de klassieke horecakanalen en catering een

omzetdaling van respectievelijk 0,2% en 0,1%.

▶ Als gevolg van de daling in de consumentenbestedingen is er geen

ruimte voor omzetgroei in foodservice in 2012.

▶ De bruto marge van foodretailgroothandels is gemiddeld lager dan

de marge van foodservicegroothandels. In de grafiek is een mix te

zien van de verschillende groothandels.

▶ De marges kwamen in 2011 onder druk te staan door de hogere

voedselprijzen.

▶ De marges op huismerken zijn doorgaans hoger dan op A-merken.

▶ Het marktaandeel foodservice daalde van 32,4% in 2010 naar

32,0% in 2011. Foodservice bestaat uit de segmenten horeca,

catering en gemak.

▶ Het marktaandeel van supermarkten groeide van 48,4% in 2010

naar 49% in 2011. Dit ging vooral ten koste van de horeca.

▶ Het marktaandeel foodservice zal in 2012 nog iets dalen. Voor de

middenlange termijn zijn de verwachtingen echter positief: vanaf

2013 zal het marktaandeel weer geleidelijk toenemen.

▶ Aan de inkoopkant hebben vier grote grossiercombinaties meer

dan driekwart van de markt in handen.

▶ Aan de omzetkant is de markt meer versnipperd. Veel van deze

foodservicegroothandels hebben zich gespecialiseerd in een be-

paald klantsegment, bijvoorbeeld een bepaald type horeca of

zorginstellingen.

▶ Het marktaandeel van marktleider Sligro groeide van 18,2% in 2010

naar 18,7% in 2011.

13foodservice

Page 16: Visie op Sectoren Food 2012

groothandel in bloemen en planten Schaalvergroting en samenwerking kenmerkend voor de branche

Export naar bestemmingen buiten de eurozone stijgt

Consolidatie bloemenhandel zet zich versneld voort

Branchebeschrijving

Trends en ontwikkelingen

Onze visie

Kerngegevens Websites

De groothandel in bloemen en planten bestaat uit de binnenlandse en

de exporterende groothandel. In het binnenland worden de activiteiten

zowel door cash & carry bedrijven als door lijnrijders uitgevoerd. Op

buitenlandse markten zijn verzendexporteurs, lijnrijders en gespecia-

liseerde plantenexporteurs actief. De groothandel koopt in op de

veiling, bij bemiddelingsbureaus en rechtstreeks bij de kwekers. De

handel buiten de veiling om neemt sterk toe. Door de import van

bloemen en planten kan de branche gedurende het gehele jaar

beschikken over een breed assortiment.

In de groothandel in bloemen en planten zijn zowel enkele grote

bedrijven als een groot aantal kleinschalige bedrijven actief. De 28

grootste exporteurs, elk met een omzet van meer dan EUR 40

miljoen, namen in 2011 42% van de exportwaarde voor hun rekening.

Deze mix aan bedrijven biedt mogelijkheden om alle marktsegmenten

optimaal te beleveren. De branche wordt gekenmerkt door schaal-

vergroting, specialisatie en een grotere professionalisering. De

concurrentie tussen de bedrijven is sterk, waarbij grote volumes

worden afgezet met lage marges. De export is van groot belang voor

de branche. Het grootste gedeelte van de export wordt binnen de EU

afgezet, maar landen als Rusland, Zwitserland, Noorwegen en de

Verenigde Staten zijn ook belangrijk. Op de lange termijn laat de

export een groei zien. Het brede, diepe en hoogwaardige assortiment,

de kwaliteit van het product, het grote aantal noviteiten, nieuwe

distributiekanalen op bestaande markten, de ontwikkeling van nieuwe

markten en een snelle en efficiënte logistiek zijn belangrijke factoren

voor de exportstijging. Conjuncturele ontwikkelingen op de belan-

grijkste afzetmarkten hebben invloed op de export. In 2008 en 2009 is

de export teruggelopen door economische en valutaire ontwikkelingen

en de kredietcrisis. De export is in 2011 gegroeid, ondanks de aan-

houdende economische onzekerheden.

De consolidatie in de bloemenhandel zet zich versneld voort. In 2012

wordt de afzet en prijsontwikkeling van bloemen en planten vooral

bepaald door de economische ontwikkelingen in de afzetgebieden, de

weersomstandigheden en de spreiding van de feestdagen. Op langere

termijn zal de marktomvang in veel exportlanden toenemen, doordat

de consument steeds meer belangstelling heeft voor bloemen en

planten. De export naar Oost-Europa biedt de grootste groeimogelijk-

heden; deze markten zijn relatief minder goed ontwikkeld en de

consument in deze landen houdt veel van bloemen. De groothandel

ondervindt een grotere concurrentie van rechtstreekse importen uit

andere producerende landen en van het lokaal geproduceerde

product. Een toenemende digitalisering speelt hierbij een rol. De

marktpositie van de groothandel en de concurrentiekracht van de

bedrijven kunnen worden versterkt door de introductie van nieuwe

verkoopconcepten, een grotere samenwerking met kwekers, het

inspelen op nieuwe distributiekanalen en het voeren van een

ketenstrategie waarbij wordt samengewerkt met lokale distributie-

kanalen. Er vindt in steeds grotere mate een verticale integratie plaats

waarbij kweker, handelsbedrijf en retail informatie delen en afspraken

maken op basis van exclusiviteit. Kwaliteit, assortiment, service en

een goede logistiek blijven de komende jaren randvoorwaarden voor

het succes van de groothandel.

Aantal exporterende bedrijven: 724

Aantal bedrijven met omzet > EUR 5 mln: 183

Aantal bedrijven met omzet > EUR 40 mln: 28

Export snijbloemen: EUR 3.204 mln

Export potplanten: EUR 2.039 mln

www.hbagbloemen.nlwww.tuinbouw.nlwww.vgb.nlwww.flowercouncil.org

14

Page 17: Visie op Sectoren Food 2012

3.2043.2373.374

3.243

2.0391.777

1.859 1.854

2.9913.151

1.888 1.993

0

500

1.000

1.500

2.000

2.500

3.000

3.500

4.000

20112006 2007 2008 2009 2010

x 1

mln

EUR

Snijbloemen Pot- en tuinplanten

Duitsland

Verenigd Koninkrijk

Frankrijk

Italië

België

Rusland

Overige

30%29%

14%

13%6%

4%4%

2.387

1.459

379

2.194

2.4772.548 2.353

1.4021.3771.292

1.458

355316316 339

0

400

800

1.200

1.600

2.000

2.400

2.800

20112007 2008 2009 2010

x EU

R 1

mln

Snijbloemen Potplanten Tuinplanten

750

704

749827

748 733

370308

349379 358 361

70

170

270

370

470

570

670

770

870

20112006 2007 2008 2009 2010

x 1

mln

EUR

Snijbloemen Potplanten

Exportgroei bloemen en planten in 2012 op laag pitje

Export naar Rusland is smaakmaker

Veilingomzet stijgt verder

Import bloemkwekerijproducten neemt weer toe

Bron: HBAG Bloemen en Planten

Bron: HBAG Bloemen en Planten

Bron: VBN, 2011 FloraHolland

Bron: Productschap Tuinbouw

▶ De export van bloemen en planten is in 2011 met bijna 2%

gestegen tot EUR 5,2 miljard.

▶ De export van snijbloemen heeft een beperkte groei van 1,7%

laten zien. De consument is terughoudend in zijn aankoopgedrag

door onzekere economische vooruitzichten en het lage

consumentenvertrouwen.

▶ ABN AMRO verwacht in 2012 een beperkte groei van de export ten

gevolge van de economische ontwikkelingen in de wereld.

▶ De export van snijbloemen naar Duitsland, de belangrijkste export-

bestemming, is in 2011 met 1,7% gedaald. De daling is groot,

mede als de gunstige ontwikkeling van de Duitse economie in

2011 in ogenschouw wordt genomen.

▶ De export naar Zuid-Europese bestemmingen stond door

ongunstige economische ontwikkelingen in deze regio onder druk.

▶ Buiten de eurozone kent de export van snijbloemen naar het Ver-

enigd Koninkrijk (+4,7%) en Rusland (+32,3%) een sterke opleving.

▶ De veilingaanvoer van snijbloemen is in 2011 met 3,1% gestegen,

voornamelijk door de grotere buitenlandse aanvoer. Het gemiddel-

de prijsniveau daalde met 1,9%. Per saldo is de veilingomzet met

1,0% toegenomen.

▶ De veilingomzet van potplanten groeit jaarlijks. In 2011 is de veiling-

omzet van tuinplanten met 5,3% gedaald.

▶ Via de veilingen worden zowel producten van Nederlandse bodem

als importproducten verhandeld.

▶ Na een dipje in 2010 is de import van snijbloemen en potplanten in

2011 met 2% gestegen.

▶ Kenia is de belangrijkste leverancier van bloemkwekerijproducten

aan Nederland met een marktaandeel van 25%. De import uit

Kenia neemt jaarlijks toe.

▶ De rechtstreekse import van bloemkwekerijproducten door de

groothandel buiten de veiling om toont een stijgende lijn.

15groothandel in bloemen en planten

Page 18: Visie op Sectoren Food 2012

handel in en bewerking van groente en fruit Nederland, groenteschuur van Europa, heeft sterke positie op internationale markt

Exportgroei voornamelijk bepaald door sterke vraag uit Oost-Europa

Goede sourcing en een netwerk met goede afzetkanalen van groot belang

Branchebeschrijving

Trends en ontwikkelingen

Onze visie

Kerngegevens Websites

De handel in en de bewerking van groente en fruit kan in de volgende

segmenten worden onderverdeeld: groothandel (exporterend,

importerend en binnenlandse), tussenhandel (inclusief sorteer- en

pakstations), groentebewerkingsbedrijven en groente- en fruit-

verwerkende industrie. De bedrijven kopen in op de veilingen of

rechtstreeks bij tuinders, telersverenigingen of akkerbouwers. Veel

bedrijven handelen ook in importproducten, zoals citrusfruit en

bananen. Uien worden in deze beschrijving buiten beschouwing

gelaten.

In de branche zijn uiteenlopende bedrijven actief, variërend van de

groothandel tot de verwerkende industrie. De meeste bedrijven in de

branche zijn kleinschalig van aard; er zijn slechts enkele grote bedrijven

actief. Door deze mix aan bedrijven kunnen alle marktsegmenten opti-

maal worden beleverd. Grotere bedrijven richten zich op supermarkten,

terwijl kleinere bedrijven de foodservicemarkt beleveren of een sterke

regionale scope hebben. De concurrentie tussen de bedrijven is sterk,

mede door de grotere rechtstreekse leveringen van telersverenigingen

aan de retail. De export is belangrijk, waarbij de re-export via Nederland-

se zeehavens aan belang wint. De doorvoer biedt mogelijkheden om

naast exotische producten ook producten waarvan de Nederlandse pro-

ductie klein is, in het assortiment op te nemen. Het Nederlandse pro-

ductenpakket heeft op internationale markten een sterke positie door

het brede, diepe en hoogwaardige assortiment, de goede en uniforme

kwaliteit, de grote aandacht voor voedselveiligheid, het gebrek aan en

de controle op residuen van gewasbeschermingsmiddelen en een

snelle en efficiënte logistiek. Gezond, gemak, gevarieerd en duurzaam

geproduceerd staan bij de hedendaagse consument hoog in het vaan-

del. Dit geeft een impuls aan de afzet van verse, voorverpakte, bewerk-

te en kant-en-klare producten. De bedrijven trachten de grondstofvoor-

ziening op langere termijn vast te leggen door samenwerking met

toeleveranciers of door het aangaan van contractuele verplichtingen.

In de branche kan de bedrijfsstructuur worden versterkt door

schaalvergroting, specialisatie en samenwerking, waarbij bedrijven zich

richten op bepaalde marktsegmenten of bepaalde distributiekanalen.

Samenwerking kan in verschillende vormen plaats vinden, zoals met

telers, telersverenigingen, retail of foodservicebedrijven. De export van

het verse product kan zich de komende jaren op de huidige hoge

niveaus handhaven. Veel West-Europese markten laten verzadigings-

verschijnselen zien, maar er zijn nog veel mogelijkheden voor de export

naar Oost-Europa. Het is van belang om het product op de langere

termijn minder anoniem te maken. Het onderscheidend vermogen kan

worden versterkt door productinnovatie, de introductie van

kwaliteitslabels en logistieke concepten voor de optimalisatie van

tracking en tracing. Sturen op kwaliteit en volume door intensieve

samenwerking vormt een randvoorwaarde voor het realiseren van deze

initiatieven. Verder kunnen bedrijven de concurrentiekracht vergroten

door een ketenstrategie te voeren of door verkoopconcepten te

ontwikkelen. Op de internationale groente- en fruitmarkt met een sterke

internationale concurrentie is volgens ABN AMRO ruimte voor

leveranciers met een goede sourcing en een netwerk met goede

afzetkanalen, die een breed en diep assortiment voeren.

Aantal groothandelaren in AGF: 1.065

Aantal groente- en fruitverwerkers: 105

Aantal groentesnijderijen: 96

Export groente, Nederlands product:

1,73 mln ton

Export fruit, Nederlands product: 0,32 mln ton

Import verse groente en fruit : EUR 4.450 mln

www.frugiventa.nlwww.tuinbouw.nlwww.gfactueel.nlwww.vigef.nl

16

Page 19: Visie op Sectoren Food 2012

1.7291.671 1.689 1.747 1.814 1.821

279343 317

311352 320

0

400

800

1.200

1.600

2.000

2.400

20112006 2007 2008 2009 2010

x 1.

000

ton

Verse groente, excl. uien Vers fruit

1,250

9641.066

985 9751.040

3,200

2.3962.594

2.9272.740

2.870

0

600

1.200

1.800

2.400

3.000

3.600

2006 2007 2008 2009 2010 2011*x EU

R 1

mln

Groente Fruit

0

100

200

300

400

500

600

20102005 2006 2007 2008 2009

x 1.

000

ton

Gesteriliseerd Diepgevroren Tafelzuren Overige verwerking

246 240 247 270 242 209

130 148 145143

137147

57 48 3437

3333

67 58 68 5848

44

525

360379

423

488 509 520

0

100

200

300

400

500

600

20102004 2005 2006 2007 2008 2009

x 1

mln

EUR

Omzet

EHEC laat sporen na in export glasgroente

Toename import van verse groente en fruit

Industriële verwerking van verse groenten in dalende lijn

Groentebewerkingsbedrijven in een groeiende markt

Bron: Productschap Tuinbouw, KCB

Bron: Eurostat, Productschap Tuinbouw

Bron: VIGEF

Bron: HBAG Groenten en Fruit

▶ De impact van de EHEC-crisis op de export van Nederlandse

groente is in 2011 groot geweest. De export daalde in volume met

5%, terwijl de fruitexport met 8% afnam.

▶ Circa 88% van de export van groente en fruit wordt in lidstaten van

de EU afgezet. Duitsland en het Verenigd Koninkrijk nemen meer

dan de helft van de export voor hun rekening.

▶ Buiten de EU is Rusland de belangrijkste exportbestemming.

De export naar dit land was in 2011 stabiel.

▶ De importwaarde van groente is in 2011 verder toegenomen.

▶ De fruitimport bevindt zich in een stijgende trend, met een onder-

breking in 2009. Het belangrijkste importproduct is sinaasappel,

gevolgd door druif, appel en banaan.

▶ Er worden veel groenten geïmporteerd uit de EU-lidstaten, waarbij

Spanje een belangrijke plaats inneemt. Het belangrijkste herkomst-

land buiten de EU is Israël.

▶ Bijna de helft van de industrieel verwerkte groenten wordt

gesteriliseerd. De producten worden verpakt in pot of blik.

▶ Circa 90% van de industrieel verwerkte verse groenten is

afkomstig van Nederlandse bodem. De import van grondstoffen

wordt mede vanuit prijsperspectief belangrijker.

▶ De productie van de verwerkende industrie is afhankelijk van het

gecontracteerde areaal. Vraag- en aanbodverhoudingen, voorraden

en prijsontwikkelingen beïnvloeden het areaal.

▶ De groei van de binnenlandse omzet van groentesnijderijen is jaar-

lijks minder groot, maar neemt nog wel toe. De export is van on-

dergeschikt belang.

▶ De gemakstrend bevordert de afzet van voorverpakte en bewerkte

groente. De retail neemt deze producten met een hogere marge

graag in het assortiment op.

▶ Groentesnijderijen zetten de producten af aan supermarkten, de

foodservicemarkt, de horeca en bedrijven die de producten verder

verwerken tot eindproducten.

17handel in en bewerking van groente en fruit

Page 20: Visie op Sectoren Food 2012

handel in en bewerking van vis Verschuiving visconsumptie van vers naar diepvries

Import van vis in zeven jaar tijd bijna verdubbeld; 12% groei in 2011

Duurzaamheid en certificering hoog op agenda

Branchebeschrijving

Trends en ontwikkelingen

Onze visie

Kerngegevens Websites

Onder de handel in en bewerking van vis valt een brede schakering

aan bedrijven. Dit betreft de groothandel, de bewerking en verwerking

van rond- en platvis, haring en andere pelagische vis, de verwerking

van schelpdieren en garnalen en het roken van vis. Veelvuldig worden

bedrijfsactiviteiten door de bedrijven gecombineerd. De bedrijven

handelen in vis en verwerken vis, die op de visafslagen is aangevoerd

of uit import afkomstig is. De distributie vindt plaats naar detailhandel,

horeca en grootverbruik.

Het aantal bedrijven in de visverwerkende industrie en in de groothan-

del in vis laat geen grote mutaties zien. De import van vis is van groot

belang voor de branche door de belemmerende invloed van de Neder-

landse visquotering. Tevens biedt dit mogelijkheden voor een verbre-

ding van het assortiment met nieuwe, exotische vissoorten. De import

neemt toe door de verdere commercialisering van vissoorten, zoals

pangasius en tilapia, de relatief lage prijzen van deze vissoorten en de

groei van viskwekerijen in het buitenland. Er wordt veel vis geïmpor-

teerd uit landen buiten de EU, waarbij de import uit Aziatische landen

groot is. Nederland ontwikkelt zich in toenemende mate als een mid-

delpunt in de internationale vishandel. De bedrijven trachten de grond-

stofvoorziening op langere termijn vast te leggen door samenwerking

met toeleveranciers en door het aangaan van contractuele verplichtin-

gen. De afzet van verse vis op de huishoudelijke markt is in 2011 met

1% gedaald. De afzet van diepvriesvis is daarentegen met 2% geste-

gen. Door de economische ontwikkelingen en het lage consumenten-

vertrouwen kiest de consument voor goedkopere vissoorten en vindt

er een downgrading bij de visconsumptie plaats. De afzet van viscon-

serven is in 2011 met 8% gedaald, mede door de prijsstijging van deze

producten. De export van vis en visproducten is in 2011 gestegen.

Schaalvergroting en samenwerking zijn belangrijke elementen in de

branche om een antwoord te geven op de grotere marktmacht van de

afnemers. De komende jaren zal de import van vis verder toenemen,

doordat exotische en relatief goedkope vissoorten populairder worden

bij de consument. De groeiende vraag naar goedkopere soorten wordt

mede in de hand gewerkt door minder goede economische ontwikke-

lingen in de eurozone. Op de langere termijn ondervindt de binnen-

landse visconsumptie een positieve impuls door de volgende factoren:

vis heeft een gezond imago, er is meer laaggeprijsde vis verkrijgbaar,

door productontwikkeling wordt het assortiment visbereidingen groter

en er is meer vis laagdrempelig in de supermarkt verkrijgbaar. Gezond,

gemak en gevarieerd heeft de hedendaagse consument immers hoog

in het vaandel staan. De visconsumptie kan ook verder toenemen door

in te spelen op de grotere aandacht van de consument voor verant-

woord gevangen vis. Duurzaamheid en certificering door middel van

het MSC- en ASC-label staan in de gehele keten, van voerleverancier

tot consument, hoog op de agenda. Voor de bedrijven in de handel in

en bewerking van vis is marktpositionering van groot belang. Sommi-

ge bedrijven richten zich op de huishoudelijke markt, terwijl andere on-

dernemingen actief zijn op de foodservicemarkt of in de horeca.

Aantal visverwerkende bedrijven: 130

Aantal groothandels in vis: 485

Bestedingen vis, schaal- en schelpdieren: EUR 530 mln

Export vis en visproducten: EUR 2.536 mln

Import vis en visproducten: EUR 2.203 mln

www.pvis.nlwww.visbureau.nlwww.dutchfish.nlwww.visserijnieuws.nl

18

Page 21: Visie op Sectoren Food 2012

530

413

480 493 495514 520

0

100

200

300

400

500

600

20112005 2006 2007 2008 2009 2010

x 1

mln

EUR

421453

407 409 393383

433

347373 371

291 297298 306279

331

262281

289

122 134

167147

120

0

100

200

300

400

500

20112007 2008 2009 2010

x 1

mln

EUR

België/Luxemburg Duitsland Italië Frankrijk Spanje

320

266 262

284

196

171155

182

126152160

127138

123

100 86

0

100

200

300

2010 20112007 2008 2009

x 1

mln

EUR

Duitsland België/Luxemburg Denemarken Verenigd Koninkrijk

269

180

128117

283334 334 335

295273

295

0

100

200

300

400

500

20112005 2006 2007 2008 2009 2010

x 1

mln

EUR

Stijgende bestedingen aan vis, schaal- en schelpdieren

Export naar belangrijkste afzetmarkten verder gegroeid

Import van vis en visproducten stijgt sterk

Daling omzet visafslagen

Bron: GfK, Nederlands Visbureau

Bron: CBS

Bron: CBS

Bron: LEI, ABN AMRO Sector Research

▶ De bestedingen aan vis, schaal- en schelpdieren zijn in 2011 met

1,9% gestegen. De huishoudelijke consumptie is wat volume

betreft met 1% gedaald.

▶ Verse vis is het meest populair, met een aandeel van 63,1% in de

visbestedingen, gevolgd door diepvriesvis (26,3%) en visconserven

(10,6%).

▶ Het aandeel van supermarkten en de ambulante handel in de ver-

koop van vis, schaal- en schelpdieren is in 2011 toegenomen ten

koste van de visspeciaalzaak.

▶ De export van vis en visproducten is in 2011 met 8% toegenomen

tot EUR 2.536 miljoen.

▶ Circa 65% van de export van vis en visproducten wordt afgezet in

België, Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje.

▶ Pelagische vis wordt veel naar ontwikkelingslanden, zoals landen in

West-Afrika, geëxporteerd. Steeds meer re-export van vis en

visproducten vindt via Nederlandse zeehavens plaats.

▶ De import van vis en visproducten is de afgelopen zeven jaar bijna

verdubbeld. In 2011 steeg de import met ruim 12%.

▶ De import uit landen buiten de EU neemt toe. Er wordt veel

pangasius, tilapia en nijlbaars uit Azië en Afrika geïmporteerd.

▶ Hollandse garnalen worden na de vangst geëxporteerd, in het

buitenland gepeld en weer geïmporteerd.

▶ In 2011 is het aanbod op de Nederlandse visafslagen gestabi-

liseerd, maar de omzet is met 4% gedaald.

▶ De omzetdaling komt nagenoeg geheel op het conto van tong en

garnalen. Zowel de aanvoer als het prijsniveau van deze vissoorten

is gedaald.

▶ De inkoop van platvis vindt voor een belangrijk deel op de

visafslagen plaats.

19handel in en bewerking van vis

Page 22: Visie op Sectoren Food 2012

Hoge grondstofkosten en verandering economisch klimaat drukken de marges

Schaalvergroting en samenwerking zijn veel gezien in de branche

Verbetering productimago komt slechts langzaam van de grond

Branchebeschrijving

Trends en ontwikkelingen

Onze visie

Kerngegevens Websites

Fabrikanten van koek, snacks en zoetwaren produceren een breed

scala aan producten. Dit loopt uiteen van chocoladeproducten, suiker-

werk, biscuit, banket en snijkoek tot hartige versnaperingen. Het zijn

alle zoete en hartige etenswaren die industrieel zijn vervaardigd en

buiten de maaltijden om worden genuttigd. De afzet vindt via een

groot aantal verkooppunten plaats, variërend van supermarkten tot het

grijze kanaal (benzinestations, markten, drogisterijen en dergelijke).

De consumptie van koek, snacks en zoetwaren was in 2011, na de

daling in 2010, met EUR 3,6 miljard weer terug op het niveau van 2009.

Het volume van deze markt daalde wel met bijna een half procent. Een

stijging in omzet van deze producten in supermarkten ging ten koste

van de omzet in het grijze kanaal, goed voor 25% van het totaal.

Producten uit deze branche hebben geen gezond imago en de extra

vraag die door populaire diëten werd gecreëerd is aan het verdwijnen.

Producenten trachten het imago te verbeteren door producten te

ontwikkelen met minder suiker, minder vet of gebaseerd op natuurlijke

grondstoffen. De Europese goedkeuring in november 2011 van het

gebruik van stevia als zoetstof biedt een alternatief. Dit alternatief past

binnen de trend van toenemende vraag naar puurheid. Echter, in

hoeverre stevia suiker compleet kan vervangen is nog niet zeker,

aangezien deze zoetstof belangrijke productkenmerken beïnvloedt

(structuur, beleving, smaak). Tot op heden is de consument terug-

houdend geweest in het omschakelen naar gezondere productvarianten.

Schaalvergroting en samenwerking zijn van strategisch belang in de

branche aangezien afnemers de voorkeur hebben om het

productenpakket op grootschalige wijze bij een beperkt aantal

ondernemingen in te kopen. Een ander typisch verschijnsel voor de

productcategorie koek, snacks en zoetwaren is second placement,

waarbij je het product op meer plekken in de winkel terugziet.

De marges staan onder druk doordat inkoopprijzen van grondstoffen, in

het bijzonder suiker, de laatste jaren sterk zijn gestegen en hebben een

zeer volatiel verloop laten zien. Brancheverenigingen in Europa

waarschuwen voor een nieuwe suikercrisis in 2012. Ondanks dat

suikeroogsten in Europa recentelijk zeer succesvol waren heeft de

branche te maken met suikerquota en regelgeving, wat een grote druk

legt op kleinere en middelgrote ondernemingen. In combinatie met de

volatiele grondstofprijzen en de structureel hogere olieprijs (wat

transport en verpakking duurder maakt) blijft dit volgens ABN AMRO

een nadrukkelijk dempend effect op de omzet- en vooral winst-

verwachtingen geven voor 2012. Private labels zijn binnen dit segment

met bijna 50% bovengemiddeld groot en nog steeds groeiende. Het

WK-voetbal in 2010 leidde tot een stijging van omzet binnen het

snacksegment. Of het EK-voetbal in 2012 tot eenzelfde stijging kan

leiden is sterk afhankelijk van het resultaat van het nationale elftal en de

vindingrijkheid van de producenten om nieuwe producten te lanceren.

Samenwerking tussen ondernemingen en een verdere concentratie

zetten in de nabije toekomst door. Hierdoor kunnen de bedrijven een

breder productenpakket aanbieden, beter de grondstofprijs-

schommelingen opvangen en een sterkere vuist richting de retail

maken.

Aantal producenten van banket en koek: 130

Aantal producenten van chocolade en suikerwerk: 125

Supermarktomzet suikerwerk: EUR 451 mln

Supermarktomzet zoutjes: EUR 731 mln

Supermarktomzet koek en banket: EUR 797 mln

www.ssz.nlwww.vbz.nlwww.consudel.nlwww.caobisco.com

koek, snacks en zoetwaren

20

Page 23: Visie op Sectoren Food 2012

1 tot 5 werkzame personen

5 tot 20 werkzame personen

20 tot 50 werkzame personen

50 en meer werkzame personen

61%18%

12%

9%

579621

724

763753 796836 840

933

1.0351.110 1.124

690738

807 847

0

200

400

600

800

1000

1200

2006 2007 2008 2009

736

830

1.086

852

2010

748

838

1.092

897

2011

x 1

mln

EUR

Chocolade Suikerwerk Biscuit, banket, snijkoek Hartige versnaperingen

78 80 81 88 84 85105 105 109 109 108 108

225236

250 256 248 246

136137138131124125

0

100

200

300

2006 2007 2008 2009 2010 2011

x 1

mln

kg

Chocolade Suikerwerk Biscuit, banket, snijkoek Hartige versnaperingen

0

5

10

15

20

25

30

35

200 200 200 2010 2011 2012

Bedrijfsgrootte vervaardiging van chocolade en suikerwerk

Consumptie snacks en zoetwaren gestegen

Afzet van snacks en zoetwaren gedaald

Suikerprijzen op wereldmarkt volatiel

Bron: CBS

Bron: Studiecentrum Snacks en Zoetwaren Benelux

Bron: Studiecentrum Snacks en Zoetwaren Benelux

Bron: Thomson Reuters Datastream

▶ Er zijn in Nederland 130 producenten van koek en banket en 125

fabrieken die chocolade en suikerwerk produceren.

▶ Meer dan tweederde van de bedrijven in chocolade en suikerwerk

heeft minder dan tien werkzame personen in dienst. Ruim 20%

van de bedrijven heeft meer dan twintig werkzame personen in

dienst.

▶ Opvallend is dat grotere bedrijven vaak bekendere merken hebben.

▶ In 2011 is de consumptie van snacks en zoetwaren, na de daling in

2010, weer gestegen naar het niveau van 2009. In 2011 bedroeg de

omzet op de koek, snacks en zoetwarenmarkt bijna EUR 3,6

miljard.

▶ Alle productgroepen laten in 2011 een groei zien.

▶ Biscuit, banket en snijkoek vormt de grootste productgroep. In

2011 is de omzet van deze productgroep bijna gelijk gebleven op

EUR 1.092 miljoen.

▶ In volume is de totale vraag naar snacks en zoetwaren in 2011 met

0,4% gedaald.

▶ Voor biscuit, banket en snijkoek daalde het volume met 0,8%. De

afzet in de snackmarkt daalde met ruim 1%. De chocolademarkt en

suikerwerkmarkt lieten wel een kleine stijging zien.

▶ De prijzen van veel grondstoffen, zoals cacao en granen, zijn in

2010 en 2011 op de wereldmarkt sterk gestegen.

▶ Door grotere oogsten op de wereldmarkt is de suikerprijs in de

tweede helft van 2011 gedaald.

▶ Bedrijven kunnen de hogere grondstofkosten niet helemaal

doorberekenen, waardoor de marges verder onder druk komen te

staan.

21koek, snacks en zoetwaren

Page 24: Visie op Sectoren Food 2012

mengvoederindustrie Consolidatie zet door

Daling varkensstapel leidt tot verminderde afzet

Branche ontwikkelt zich van leverancier tot probleemoplosser

Branchebeschrijving

Trends en ontwikkelingen

Onze visie

Kerngegevens Websites

De mengvoederindustrie produceert voeders voor landbouwhuis-

dieren. In de afgelopen decennia is het aantal bedrijven door fusies en

overnames voortdurend afgenomen. Het aantal spelers is vrij klein

met enkele grote internationaal georiënteerde ondernemingen met

een fors marktaandeel en een aantal middelgrote bedrijven. Zowel de

coöperatieve als de private eigendomsstructuur komen voor. Nevedi

vertegenwoordigt de Nederlandse producenten en leveranciers van

mengvoeders, premixen en vochtrijke diervoeders.

De Nederlandse veestapel stabiliseert waardoor de Nederlandse

markt voor diervoeders stagneert. In 2011 nam de markt in volume

gemeten af vanwege slechte resultaten in de varkenshouderij. Wel

leidden toegenomen voerprijzen als gevolg van gestegen grondstof-

prijzen tot een toename van de omzet. Met de fusie van Rijnvallei en

Agruniek en de overname van Hendrix UTD door ForFarmers heeft de

consolidatieslag zich doorgezet. Uit diverse kanten wordt de drang

naar schaalgrootte ingegeven. Zo zijn mengvoeders een commodity,

wat een lage kostprijs essentieel maakt. In toenemende mate stellen

fluctuerende grondstofprijzen hoge eisen aan de kwaliteit van

sourcing, voorraadbeheer en prijsvoorspelling. Veehouderijen worden

niet alleen groter maar vragen diervoerfabrikanten ook steeds vaker

om oplossingen. Veehouders moeten omgaan met steeds lastiger

bedrijfsomstandigheden. Denk aan de volatiliteit van vraag, opbrengst-

prijzen en voerprijzen, en aan de toenemende dierenwelzijn- en

milieueisen. Zij verwachten van hun voerleveranciers producten en

voerprogramma’s die de kwaliteit van de eindproducten verhogen, de

kostprijs verlagen, de gezondheid bevorderen en de milieubelasting

reduceren. Schaalvergroting biedt een bredere basis voor

investeringen in kennis en productontwikkeling. Daarnaast wordt

er op kosten bespaard en de inkoopkracht vergroot.

Vanwege de verdere reductie van de varkensstapel neemt de totale

veevoermarkt in Nederland in 2012 af. De krimp van de economie in de

eurozone in de eerste maanden van 2012 komt de vraag naar het

relatief goedkope kippenvlees en daarmee de vleeskuikenhouderijen

ten goede. Bij een afnemende binnenlandse markt zal het aandeel van

varkensvoer daarom afnemen. Gezien de verzadigde markt moet

volumegroei worden gerealiseerd in het buitenland of via fusies en

overnames. Dat laatste zal vooral onder de middelgrote en kleinere

voerfabrikanten plaatsvinden. Volgens ABN AMRO is schaalgrootte niet

de enige kritische succesfactor. Kleinere en middelgrote spelers houden

zich staande door bijvoorbeeld product- of marktspecialisatie, regionale

binding, toegankelijkheid of persoonlijke benadering. Daarbij hebben ze

minder overhead dan de grote ondernemingen. Gezien het verloop van

de grondstofprijzen zal de prijs van veevoer op een lager niveau

uitkomen in 2012. Dit zal de veehouders meer lucht geven. Duurzaam-

heid blijft een belangrijk agendapunt in de keten. Onderwerpen zijn

onder meer duurzame sojateelt, medicijngebruik in diervoeder,

genetisch gemodificeerde gewassen, voedselveiligheid en de reductie

van fosfaat en stikstof in mest. Met het laatste kan de mengvoeder-

industrie de veehouderij helpen de milieudoelen te halen.

Aantal mengvoederproducenten: 115

Marktaandeel top-3 in Nederland: 56%

Omzet Nevedi leden: EUR 4,7 mrd

Voerafzet in Nederland: 18,3 mln ton

▶ waarvan voor varkens: 42%

▶ waarvan voor rundvee: 24%

▶ waarvan voor pluimvee: 26%

www.pdv.nlwww.nevedi.comwww.lei.wur.nlwww.fefac.org

22

Page 25: Visie op Sectoren Food 2012

Varkens (l.as) Rundvee (l.as) Kippen (r.as)

per 1 april

0

5

10

15

2006 2007 2008 2009 2010 2011

x 1

mln

90

94

98

102

x 1

mln

0

2.000

4.000

6.000

8.000

10.000

12.000

14.000

16.000

2005 2006 2007 2008 2009 2010

x 1.

000

ton

Varkensvoer Rundveevoer Pluimveevoer Overig

150

200

250

300

350

400

jan-10 apr jul okt jan-11 apr jul okt

EUR/

ton

50

100

150

200

250

300

Sojaschroot ZA, l.as Tarwe EU, r.as

eur/t

on

10

15

20

25

30

35

40

jan-10 apr jul okt jan-11 apr jul okt

EUR/

100k

g

Vleesvarkensbrok,1.08 Standaardbrok A Vleeskuikenkorrel mac

Groei veestapel stagneert

Afname varkensstapel ongunstig voor voerproductie

Sojaprijs gedaald, tarweprijs gestegen

Voerprijzen stegen fors in 2011

Bron: CBS

Bron: FEFAC

Bron: LEI

Bron: LEI

▶ Na een jarenlange groei nam de totale veestapel af van 117 miljoen

per 1 april 2010 naar 109 miljoen per 1 april 2011. Vooral het aantal

kippen nam af.

▶ In de periode april 2005 – april 2011 is de varkensstapel het meest

gegroeid (+9,9%). Nadien is de varkensstapel geslonken vanwege

de slechte bedrijfsresultaten in de zeugenhouderij.

▶ In het recessiejaar 2009 daalde de totale productie van diervoeders

gevolgd door een herstel in 2010. Van de drie belangrijkste voeders

naar diersoort nam die van pluimveevoer het sterkst toe (+4,7%)

en die van varkensvoer het minst (+0,5%).

▶ De totale productie is naar verwachting in 2011 weer afgenomen.

Hier is de afname van de varkensstapel debet aan.

▶ Belangrijke grondstoffen zijn tarwe, maïs, soja en tapioca. De

prijzen hiervan worden op de mondiale markt bepaald.

▶ Grofweg namen de prijzen van tarwe en soja in de tweede helft

van 2010 sterk toe, waarna in 2011 een daling volgde. Uiteindelijk

nam de gemiddelde prijs van soja af met 2,3% in 2011, maar steeg

die van tarwe met 33,1% fors

▶ Terwijl de prijzen van grondstoffen sterk kunnen fluctueren, laat het

prijsverloop van mengvoeders een veel minder volatiel patroon

zien.

▶ Prijsmutaties van de grondstoffen komen vertraagd terug in de

mengvoederprijzen. Daardoor daalden de veevoerprijzen in een

later stadium dan de veevoergrondstofprijzen. Gemiddeld namen

de prijzen van vleesvarkensbrok, standaardbrok en vleeskuikenkor-

rel met respectievelijk 29%, 32% en 18% toe in 2011.

23mengvoederindustrie

Page 26: Visie op Sectoren Food 2012

slachterijen en vleesverwerking Productie nam in 2011 toe

Duitsland van steeds grotere invloed op bedrijfsuitoefening en strategie

Productinnovatie bepaalt in toenemende mate succes

Branchebeschrijving

Trends en ontwikkelingen

Onze visie

Kerngegevens Websites

De slachterijbranche bestaat voornamelijk uit varkens- en pluimvee-

slachterijen. De slachterij neemt de dieren direct af van de veehouder

of veehandelaar en slacht de dieren. Sommige slachterijen verkopen

de deelstukken aan uitsnijderijen of aan vleesveredelaars; anderen

verrichten deze activiteiten zelf. Het vlees wordt vervolgens verwerkt

tot halffabrikaten en eindproducten (waaronder vleeswaren,

-bereidingen en -conserven). Ook het zelf verpakken van vlees-

producten komt voor.

Het aantal slachterijen is de afgelopen decennia flink uitgedund. Er zijn

ongeveer 60 grote en middelgrote slachterijen. Ook de vleesver-

werkende industrie kent enkele grote ondernemingen. Het merendeel

van de ongeveer 100 bedrijven betreft gespecialiseerde, ambachtelijke

bedrijven met een meer regionale functie. Via fusies en overnames

heeft de branche zich in 2011 verder geconsolideerd. Inmiddels zijn er in

de meeste segmenten dominante spelers in Nederland ontstaan. Op

Europees niveau is de markt echter nog gefragmenteerd. Schaal-

vergroting biedt een groter draagvlak voor investeringen in productie en

productontwikkeling. Daarnaast is product- en regioverbreding een

leidend motief. Ook in verticale richting vinden overnames plaats.

Hiermee stelt men de aanvoer van grondstoffen of afzetkanalen zeker,

worden de marges verhoogd en wordt de voedselveiligheid beter

gewaarborgd. Duitsland is als grootste exportbestemming een

belangrijke invloedsfactor voor de branche. Zo roept de Duitse retail

bijvoorbeeld om meer varkensvlees van eigen bodem. Daarnaast neemt

de slachtcapaciteit in dit land toe. Dit leidt tot een strijd om vlees-

varkens. Netto is Duitsland exporteur van vlees geworden wat op

termijn ongunstig is voor de exportmogelijkheden van de Nederlandse

slachter. Voor een grotere penetratie van de Duitse markt is productie

ter plaatse inmiddels cruciaal geworden.

De krimp van de economie in de eurozone in de eerste maanden van

2012 pakt positief uit voor de vraag naar goedkope vleessoorten, vooral

kippenvlees. Binnen de eurozone laat Duitsland als belangrijkste

exportbestemming geen tekenen van krimp zien, wat positief is. Dat

Duitsland netto exporteur is geworden, maakt de export naar dit land

echter wel lastiger. De export naar de zuidelijke staten wordt meer dan

gemiddeld geraakt omdat de recessie daar het diepst zal zijn. Dieren-

welzijn en voedselveiligheid, vanaf veehouder tot slachterij, blijven om

aandacht vragen. In samenspraak met de retail worden er daardoor

meer producten in de markt gezet met typische kenmerken zoals

‘biologisch’ of met een keurmerk van de Dierenbescherming. Innovatie

in de vleesverwerkende industrie wordt steeds belangrijker. De

levenscyclus van de producten wordt korter. Innovatieve producten

leveren een grotere bijdrage aan de klantwaarde, maar ook aan de

waarde van de toeleveringsketen. Tenslotte biedt het ontwikkelen van

nieuwe vleesproducten tegenwicht tegen de opmars van de private

labels van de retail. Het proces van consolidatie, zowel horizontaal als

verticaal, en van internationalisatie in de branche zet door. Daarbij zal er

bij de vleeshandel- en verwerking een inhaalslag plaatsvinden. Er blijft

echter ruimte voor kleinere, nationale bedrijven die zich positioneren

door innovatie op het gebied van smaak, gemak, duurzaamheid en

gezondheid.

Productie uit slachtingen: 2,6 mln ton

▶ waarvan varkensvlees: 1,3 mln ton

▶ waarvan kippenvlees: 0,8 mln ton

Aantal varkensslachterijen met > 100.000 slachtingen: 14

Aantal vleeskuikenslachterijen met > 10.000 ton geslacht gewicht: 15

Omzet vleesverwerkende industrie: EUR 1 mrd

www.cov.nlwww.pve.nlwww.agriholland.nlwww.nepluvi.nl

24

Page 27: Visie op Sectoren Food 2012

0

1

2

3

20112008 2009 2010

x 1m

ln to

n

Slachtingen Invoer Uitvoer Verbruik

x 1

.000

ton

Rundvlees Kalfsvlees Varkensvlees Pluimveevlees

0

400

800

1.200

1.600

2005 2009 2010 2011

80%

85%

90%

95%

100%

2000 2005 2009 2010 2011r

W. Europa O. Europa Azië Rest wereld

0

20

40

60

80

100

in k

g pe

r cap

ita

Rund-/kalfsvlees Varkensvlees Pluimveevlees Ander vlees

19,2 19,2 19,2 19,2 18,8

43,6 41,9 41,7 41,8 41,4

21,6 22,1 23,1 22,8 22,4

2,52,52,52,42,7

2000 2005 2009 2010 2011

Binnenlands vleesverbruik iets gedaald in 2011

Productie uit slachtingen nam toe in 2011

Exportbelang Oost-Europa neemt toe

Nederlandse vleesconsumptie verzadigd

Bron: PVE

Bron: PVE

Bron: CBS

Bron: PVE

▶ De productie uit slacht nam in 2011 toe met 2,5%, terwijl de export

van vlees met 3,3% steeg. De invoer bewoog praktisch niet. Per

saldo is de Nederlandse consumptie van vlees (slachtingen minus

uitvoer plus invoer) met 1% gedaald.

▶ De invoer van vlees en vleesproducten (in waarde) kwam in 2011

voor 65% voor rekening van West-Europa met Duitsland (24%) als

koploper. Daarbuiten is Brazilië een belangrijke leverancier (15,5%

in 2011).

▶ De Nederlandse vleesproductie bestaat voornamelijk uit varkens-

en pluimveevlees.

▶ De productie van beide vleessoorten nam verder toe in 2011;

varkensvlees met ongeveer 3% en pluimveevlees met ongeveer

4%. De rund- en kalfsvleesproductie daalde verder in 2011, zij het

in lichte mate. Bij rundvlees nam het aandeel melkvee in de

slachtingen toe.

▶ Het belang van West-Europa in de export (in waarde gemeten) is

sinds 2000 afgenomen tot 83,5% in 2011. Het exportaandeel van

Oost-Europa is in die periode fors toegenomen.

▶ De belangrijkste exportlanden zijn Duitsland, het VK, Frankrijk en

Italië. Duitsland vormt de grootste exportmarkt. Naar het Verenigd

Koninkrijk wordt primair bacon uitgevoerd. Italië is de grootste af-

nemer van kalfsvlees. De recessie daar drukt de vraag naar kalfs-

vlees.

▶ De Nederlandse vleesconsumptie is duidelijk verzadigd en groeit

nauwelijks meer. In 2011 nam het verbruik per hoofd van de

bevolking met 0,2% verder af tot iets meer dan 85 kilo. De

consumptie van elke vleessoort ging naar beneden.

▶ De consumptie van varkensvlees overheerst. Wel is het aandeel

sinds 2000 afgenomen ten gunste van kippenvlees.

25slachterijen en vleesverwerking

Page 28: Visie op Sectoren Food 2012

zuivelindustrie Grote ondernemingen sorteren voor op verdwijnen melkquota

Omzetgroei moet vooral komen van export buiten West-Europa

Innovatie wordt steeds belangrijker bij vrij laten van melkaanbod

Branchebeschrijving

Trends en ontwikkelingen

Onze visie

Kerngegevens Websites

De zuivelindustrie produceert een breed assortiment aan basis-

zuivelproducten, waarvan de belangrijkste kaas, melkpoeder,

gecondenseerde melk en boter zijn. Daarnaast worden er consumptie-

melkproducten geproduceerd zoals melk, karnemelk, yoghurt en vla.

De concentratiegraad is hoog. Naast een aantal grote spelers met een

uitgebreid assortiment is er een groep van kleinere bedrijven die een

smaller productenpakket voeren. Ook zeer kleine nichespelers komen

voor. Een groot deel van de Nederlandse zuivel wordt in het buitenland

afgezet.

Ongeveer 75% van de Nederlandse zuivelproductie wordt uitgevoerd,

het merendeel binnen West-Europa. Succes in het buitenland wordt niet

alleen door de producten bepaald, maar ook door schaalgrootte.

Inmiddels is er een beperkt aantal grootschalige zuivelondernemingen

op de Nederlandse markt actief. Deze leveren een totaalpakket,

opereren op de internationale markt en hebben een dominante positie

op de Nederlandse zuivelmarkt. Daarnaast zijn er kleinschalige bedrijven

die zich op een deelassortiment richten en actief zijn op de binnen-

landse markt. De prijsvorming van zuivelproducten wordt bepaald door

mondiale vraag- en aanbodverhoudingen met als effect sterk

schommelende prijzen. Ook valutabewegingen spelen een rol. De

markt- en prijssteun voor melk in Europa wordt in 2015 opgeheven

waarmee de melkmarkt geheel vrij wordt gelaten. Grote mondiaal

opererende partijen sorteren al voor op een groter aanbod van melk

vanaf dat tijdstip. Op belangrijke markten wordt nu al een positie

ingenomen door vestiging ter plaatse of door fusies of overnames. Ook

worden productievestigingen onder de loep genomen en worden zelfs

nieuwe fabrieken gebouwd. In het kielzog van de grotere bedrijven,

vertonen ook middelgrote bedrijven zich aan het overname- en

fusiefront. De productie van de zuivelindustrie is in 2011 iets

afgenomen. De export nam in waarde toe, waarbij het marktaandeel

van regio’s buiten West-Europa wederom in belang toenam.

De markt voor bulkproducten in West-Europa is verzadigd. Daarbij deed

de krimp van de economie binnen de eurozone in de eerste maanden

van dit jaar de markt geen goed. Positief is dat de economie en de

markten buiten de EU wel doorgroeien wat een gunstige uitgangs-

positie vormt voor de vraag naar Nederlandse zuivelproducten in 2012.

De keuze waarin de aangeboden melk moet worden verwerkt, staat

onder toenemende invloed van internationale vraag, aanbod- en

prijsontwikkelingen. Zo hoeft kaas niet altijd de voorkeursbestemming

van melk te zijn. Als gevolg van het wegvallen van markt- en prijssteun

in 2015 zal het melkaanbod toenemen. Het extra aanbod moet tegen

die tijd tot waarde worden gebracht via de afzet van zuivelproducten.

Dit vereist een goede toegang tot de wereldmarkt en aansprekende

productinnovatie. Onder het laatste valt bijvoorbeeld het inspelen op

duurzaamheid (‘biologisch’), gezondheid of regionale afkomst van

producten. Hierdoor ontstaan aantrekkelijke innovatieve product-

segmenten die een hoge toegevoegde waarde genereren.

Productvernieuwing is ook van belang om het A-merk veilig te stellen,

temeer omdat de levenscyclus van producten korter wordt. ABN AMRO

is van mening dat de zuivelketen niet gebaat is bij een overaanbod van

melk. Voeling met actuele en toekomstige marktomstandigheden van

zuivelproducten blijft geboden.

Aantal grote ondernemingen: 22

Aantal fabrieken van grote ondernemingen: 53

▶ waarvan coöperatieve fabrieken: 33

▶ waarvan particuliere fabrieken: 20

Aantal werknemers: 10.100

Verwerkte melk: 11.570 mln kg

www.prodzuivel.nlwww.agriholland.nlwww.cbs.nlwww.lei.wur.nl

26

Page 29: Visie op Sectoren Food 2012

6.003

3.563

4.597

1.967 2.0561.844

2.091

5.2944.877

5.160

3.5343.849

2000 2005 2009 20100

1.000

2.000

3.000

4.000

5.000

6.000

7.000

x 1

mln

EUR

Productiewaarde Uitvoer Invoer

100

150

200

250

300

350

400

2006 2007 2008 2009 2010 2011

x 1

mln

kg

650

675

700

725

750

775

Boter Melkpoeder Gecondenseerde melk Fabriekskaas (r. as)

x 1

mln

kg

0,0

0,5

1,0

1,5

2,0

2,5

3,0

2009 2010 2011

x 1

mld

eur

o

Melkprodukten Boter en boterolie Kaas

75%

80%

85%

90%

95%

100%

2000 2005 2009 2010 2011r

West Europa Oost Europa Noord Amerika

Zuid Amerika Afrika Azië

Binnenlands verbruik nam toe in 2010

Forse productiedaling boter

Uitvoer van zuivelproducten nam toe in 2011

West-Europa dominant bij kaasexport

Bron: Productschap Zuivel

Bron: CBS

Bron: CBS

Bron: CBS

▶ In 2010 namen productie, uitvoer en invoer toe. Per saldo nam de

binnenlandse marktvoorziening (productiewaarde plus invoer minus

uitvoer) weer toe, na een sterke afname in 2009. De eurocrisis

heeft de binnenlandse vraag in 2011 naar alle waarschijnlijkheid

getemperd.

▶ De uitvoer omvat behalve producten van Nederlandse oorsprong,

ook geïmporteerde producten. De uitvoer van zuivelproducten is

voor ruim 90% van Nederlandse herkomst.

▶ De zuivelproductie bestaat voor 55% uit kaas. In 2011 nam de

productie daarvan met ongeveer 1% af.

▶ Na een herstel in 2010 daalt de totale zuivelproductie in 2011. De

grootste daling (-6,4%) vond plaats bij boter. De productie van

gecondenseerde melk steeg verder met 2,4%. Die van

melkpoeder daalde verder. Gunstig was echter de veel betere

exportprijs voor magere melkpoeder.

▶ Kaas is het belangrijkste exportproduct van deze branche. In 2011

nam de exportwaarde van kaas met 7% toe ten opzichte van 2010.

▶ De overige producten lieten echter een hogere exportgroei zien. Zo

steeg de export van boter en boterolie met 18% en die van de

melkproducten met 17%.

▶ Sinds 2000 daalt het aandeel van West-Europa in de kaasexport.

Deze regio vormt echter nog steeds de belangrijkste

exportbestemming voor kaas. Duitsland, Frankrijk en België namen

in 2011 gezamenlijk 58% van de kaasexport voor hun rekening.

▶ Oost-Europa staat met een aandeel van 6% op de tweede plaats

met Rusland als belangrijkste bestemming. De kaasexport naar dit

land groeit gestaag.

27zuivelindustrie

Page 30: Visie op Sectoren Food 2012

leeswijzer

Deze leeswijzer geeft u inzicht in de opbouw van de branche-

analyses en geeft bovendien een verklaring van enkele veel

gebruikte termen.

De brancheanalyses bestaan uit twee volledige pagina’s. Op de

eerste pagina staan achtereenvolgens de volgende onderdelen:

De eerste pagina van de brancheanalyse

▶ Drie bullets

De drie bullets bovenaan de pagina geven de kern van de analyse

weer. In drie korte zinnen wordt een kernachtige samenvatting

van de brancheanalyse weergegeven.

▶ Het blok ‘Branchebeschrijving’

Het blok ‘Branchebeschrijving’ geeft een beknopte omschrijving

en definitie van de branche. De belangrijkste karakteristieken van

de branche worden hierin beschreven.

▶ Het blok ‘Trends en ontwikkelingen’

Het blok ‘Trends en ontwikkelingen’ gaat in op de huidige

ontwikkelingen in de branche. De tijdspanne van dit blok ligt in

veel gevallen tussen maart 2011 en maart 2012. In dit blok wordt

in sommige gevallen ook enkele jaren teruggekeken om de

huidige ontwikkelingen en trends beter te kunnen begrijpen.

▶ Het blok ‘Onze visie’

Het blok ‘Onze visie’ geeft de visie over de branche weer van de

sector economen van ABN AMRO Sector Research. De analyse

heeft betrekking op het huidige jaar (2012) en in sommige

gevallen het komende jaar (2013).

▶ Het blok ‘Kerngegevens’

Het blok ‘Kerngegevens’ geeft een overzicht van de meest

relevante (economische) indicatoren die kenmerkend zijn voor de

branche. De gegevens hebben betrekking op 2011, tenzij anders

vermeld. Bij het zoeken naar de gegevens voor dit blok is gebruik

gemaakt van een veelheid van bronnen. Er is vooral gebruik

gemaakt van de gegevens van het CBS, maar tevens zijn andere

bronnen geraadpleegd, zoals brancheorganisaties, onderzoek- en

adviesbureaus, kranten, tijdschriften, internet en overheids-

instanties (waaronder product- en bedrijfschappen, ministeries).

De tweede pagina van de brancheanalyseOp de tweede pagina van de brancheanalyse staan vier

verschillende figuren. In de balk boven de figuren staat de titel van

de figuur in het betreffende blok, inclusief een bronvermelding. In

veel gevallen heeft ABN AMRO Sector Research eigen

bewerkingen en ramingen gemaakt met behulp van de gegevens

van de genoemde dataleverancier. Indien een dergelijke

bewerking heeft plaatsgevonden, dan staat dit vermeld in de balk.

De figuren op pagina 2 hebben betrekking op economische

ontwikkelingen. Onderwerpen die hier onder andere kunnen

worden behandeld zijn: omzetontwikkeling, kostenontwikkeling,

exploitatiebeeld, exportontwikkeling, aantal bedrijven,

werkgelegenheid, marktaandelen, en dergelijke.

Waar staan de letters ‘r’ en ‘v’ voor in de figuren?In de figuren treft u regelmatig een letter ‘r’ of ‘v’ achter het

jaartal aan. In deze gevallen staat de ‘r’ voor een raming (op basis

van beschikbare gegevens t/m bijvoorbeeld november 2011 is een

inschatting gemaakt voor de rest van het jaar). De ‘v’ staat voor

voorspelling en betreft de verwachting van de betreffende sector

econoom van ABN AMRO Sector Research.

28

Page 31: Visie op Sectoren Food 2012

Veel gebruikte termen, inclusief definitiesTot slot van deze leeswijzer een opsomming van enkele veel

gebruikte termen in deze publicatie, inclusief de definitie volgens

ABN AMRO.

▶ Definitie ZZP

ZZP staat voor ‘Zelfstandigen Zonder Personeel’. Ondernemers

die geen personeel in dienst hebben. Het begrip verwijst ook naar

de term ‘freelancer’.

▶ Definitie MKB

MKB staat voor Midden- en KleinBedrijf. In deze publicatie

hanteren we als definitie voor MKB de volgende veel gebruikte

tabel:

Categorie onderneming Werknemers Jaaromzet of jaarlijks

balanstotaal

middelgroot < 250 ≤ € 50 mln. ≤ € 43 mln.

klein < 50 ≤ € 10 mln. ≤ € 10 mln.

micro < 10 ≤ € 2 mln. ≤ € 2 mln.

▶ Definitie FTE

FTE staat voor ‘full-time-equivalent’. Eén fte staat voor een

volledige werkweek van 38 uur.

▶ Definitie BBP

Bruto Binnenlands Product is de totale waarde van alle in een land

geproduceerde goederen en diensten in een bepaalde periode.

29leeswijzer

Page 32: Visie op Sectoren Food 2012

colofon

De Visie Op Food is een uitgave van ABN AMRO. Het rapport is

geschreven door ABN AMRO Sector Research op verzoek van

ABN AMRO Sector Advisory.

Sectoranalyse Thijs Pons ([email protected])

Senior Sector Econoom

ABN AMRO Sector Research

Macro economische analyseNico Klene ([email protected])

Senior Econoom

ABN AMRO Economisch Bureau

InterviewJoep Auwerda

Journalist/tekstschrijver

Fotografie interviewRon Offermans

Commercieel contactNiels Dijkman (020-3439935)

Sector Banker Food

ABN AMRO Sector Advisory

DistributieWebsite: www.abnamro.nl/agrifood

Telefoon: 0900-0024 (e 0,10 per minuut)

Disclaimer

De in deze publicatie neergelegde opvattingen zijn gebaseerd op door

ABN AMRO betrouwbaar geachte gegevens en informatie, die op zorg-

vuldige wijze in onze analyses en prognoses zijn verwerkt. Noch

ABN AMRO, noch functionarissen van de bank kunnen aansprakelijk

worden gesteld voor in deze publicatie eventueel aanwezige onjuist-

heden. De weergegeven opvattingen en prognoses houden niet meer in

dan onze eigen visie en kunnen zonder nadere aankondiging worden

gewijzigd.

© ABN AMRO, mei 2012

Deze publicatie is alleen bedoeld voor eigen gebruik. Het gebruik van

tekstdelen en/of cijfers is toegestaan mits de bron duidelijk wordt ver-

meld. Verveelvoudiging en/of openbaarmaking van deze publicatie is niet

toegestaan, behalve indien hiervoor schriftelijk toestemming is gekregen

van ABN AMRO. Teksten zijn afgesloten op 27 april 2012.

30

Page 33: Visie op Sectoren Food 2012

0900 - 0024 (E 0,10 per minuut)abnamro.nl/sectoren

AA 6

585

F ©

05-

12