Vink, E.F., Ta_M ery, Leiden 2012, 114-131.pdf

18
Detail van een in relëf uitgevoerd tovermes. Privéverzameling Zwitserland, herkomst onbekend. © Alain Speltdoorn, Brussel. …Wij zijn gekomen, en breiden onze bescherming uit... I. Algemeen: wat zijn tovermessen? In 1932 schreef Herbert Winlock over tovermessen: ‘...They remain one of the puzzles left to us by the ancient Egyptians’. 2 25 Jaar eerder legde Legge het verband tussen deze voorwerpen en de zonnereligie. 3 Deze bijdrage behandelt de vraag, wat we sindsdien meer te weten gekomen zijn over deze raadselachtige gereedschappen, mede in het licht van recent ontdekt nieuw materiaal. Voordat getracht wordt deze vraag te beantwoorden, moeten wij natuurlijk wel eerst weten waarover wij het precies hebben. Ta-Mery 2012 114 Fred Vink Een uiteenzetting over de zogenaamde “tovermessen” binnen het kader van de Egyptische magie. Nieuw onderzoek naar deze magische gereedschappen leidt tot herziene interpretaties.. Aspecten van de defensieve magie door middel van tovermessen 1

description

Apotropaic or magic(al) wands of Middle Kingdom ancient Egypt.Ivoires magiques du Moyen Empire.Zaubermesser des Mittleren Reiches.

Transcript of Vink, E.F., Ta_M ery, Leiden 2012, 114-131.pdf

Page 1: Vink, E.F.,  Ta_M ery, Leiden 2012, 114-131.pdf

Detail van een in relëf

uitgevoerd tovermes.

Privéverzameling

Zwitserland, herkomst

onbekend. © Alain

Speltdoorn, Brussel.

‘…Wij zijn gekomen, en breiden onze bescherming uit...’

I. Algemeen: wat zijn tovermessen?In 1932 schreef Herbert Winlock over tovermessen: ‘...They remain one of the puzzles left to us by the ancient Egyptians’.2 25 Jaar eerder legde Legge het verband tussen deze voorwerpen en de zonnereligie.3 Deze bijdrage behandelt de vraag, wat we sindsdien meer te weten gekomen zijn over deze raadselachtige gereedschappen, mede in het licht van recent ontdekt nieuw materiaal. Voordat getracht wordt deze vraag te beantwoorden, moeten wij natuurlijk wel eerst weten waarover wij het precies hebben.

Ta-Mery 2012114

Fred Vink

Een uiteenzetting over de zogenaamde

“tovermessen” binnen het kader van

de Egyptische magie. Nieuw onderzoek

naar deze magische gereedschappen

leidt tot herziene interpretaties..

Aspecten van de defensieve magie door middel van tovermessen1

Page 2: Vink, E.F.,  Ta_M ery, Leiden 2012, 114-131.pdf

Aspecten van de defensieve magie door middel van tovermessen 115

Omdat een Oudegyptische naam daarvoor ontbreekt, is het begrip ‘tovermes’ in de Egyptologie – sinds Von Bissing4 deze term voor het eerst noemde – min of meer ingeburgerd geraakt.5 Na de verschijning van het proefschrift van Hartwig Altenmüller echter is de aanduiding ‘apotropaion’ steeds meer in zwang gekomen – naar het Oudgrieks αποτρόπαιον wat “onheil afwerend” betekent. Deze benaming bleek al spoedig onjuist te zijn, omdat ook vele andere voorwerpen in het oude Egypte, zoals toverstaven, scarabeëen, amuletten en magische geboorte-tegels6, een dergelijke werking hadden. De term ‘apotropaion’ is dus niet meer dan een verzamelbegrip voor objecten met onheil afwerende wer-king. Omdat de oorspronkelijke naam niet bekend is, zullen we het dus voorlopig moeten doen met de term ‘tovermes’.

Onder een tovermes moet worden verstaan een gereedschap van ca. 30 tot 60 cm lang – meestal gemaakt van een overdwars gespleten slagtand(afb. 1) – dat wat zijn materiaal (ivoor7), vorm en iconografie betreft, gedurende het Middenrijk tot aan de 18e dynastie in eerste instantie was bedoeld om magische bescherming te bieden. Daardoor zijn klappers,

werpstokken en boemerangs die vooral hun opgang maakten tijdens het Nieuwe Rijk van het genre uitgezonderd: deze had-den binnen de Egyptische magie een geheel andere functie.

Een tovermes dat de natuurlijke vorm van een slagtand bezit, heeft doorgaans een spits en een stomp uiteinde. Het stompe einde is meestal versierd met een panterkop, de spits met een vossekop8, die soms ook separaat in hout aan het magische gereedschap is bevestigd of in het ivoor is uitgesneden.Veelal is slechts de voorzijde van decoraties voorzien, minder vaak ook de achterzijde. De decoraties werden aangebracht met een koperen graveerstift of met vuur-steen9 op het oppervlak dat van tevoren was geschuurd en gepolijst.

De decoraties bestaan hoofdzakelijk uit dieren, fabelwezens, demonen, antropo- en zoömorfe godheden alsmede beschermende symbolen die hoofdzakelijk verband hielden met de zonnereligie en kunnen worden verdeeld in vier groepen10:• Wezens die bij de geboorte en het opgroeien van het kind in het bij-

zonder behulpzaam zijn, zoals de nijlpaardgodin, Aha en zijn vrouw-lijke pendant, de krokodil en de schildpad;

• Woestijnbewoners, zoals de slangenhalspanter, de gevleugelde grif-fioen, de leeuw en de jakhals die meestal als wsr-teken is afgebeeld;

• Figuren die onmiskenbaar een plaats vervullen in de zonnereligie, zoals de baviaan met oedjat-oog, de kater die een slang doodt, de schrij-dende zonneschijf en de dubbelsfinx die mogelijk de horizon voorstelt;

• Een groep van behulpzame slangen die antropomorf of in hun dier-gedaante als cobra of kronkelende slang in aanvalshouding zijn afgebeeld.

Afb. 1 Deze afbeel-

ding (eind Eerste

Tussenperiode) geeft

mogelijk weer hoe een

tovermes gespleten,

geschuurd, gepolijst

en tenslotte van gra-

veringen werd voor-

zien. Naar: Vasiljevic,

‘Herstellung’, sak 24

(1997) 324, fig. 2.

´

Page 3: Vink, E.F.,  Ta_M ery, Leiden 2012, 114-131.pdf

Ta-Mery 2012

Hoewel het repertoire min of meer gestandaardiseerd lijkt te zijn, blijkt juist dat geen enkel mes gelijk is. De achterzijde is zelden gedecoreerd en slechts in een aantal gevallen voorzien van een inschrift.11 Om de in-gravering te benadrukken is deze vaak opgevuld met pasta of bitumen.

II. Functies1. Defensieve magie: bescherming van kind en moederOmdat een tovermes een magisch gereedschap is, moet ook iets worden gezegd over de plaats van een dergelijk voorwerp binnen het geheel van de magie in het oude Egypte.12 In de Leer voor Merikare, een beroemde tekst van c. 2050 v.Chr., wordt gesteld dat de magie door de schepper-god is gemaakt als ‘...wapens, om de slag van het onheil af te wenden, hen (de mensheid) beschermend bij dag en nacht’.13 Om de toverkracht van het door de mens gesproken woord vast te leggen, heeft de god Thot hem het schrift geschonken14, terwijl Ptah15 de mensheid zijn creatieve vermogen gaf, waardoor zij haar eigen werkelijkheid – twee- of drie-dimensionaal – kon creëren. Op de tovermessen waren afbeeldingen van goden en demonen gegraveerd die via het magische principe van de gelijkenis een eigen leven gingen leiden: wat op de microkosmische wereld van het magische gereedschap werd opgeroepen, gebeurde ook in de werkelijkheid van die voorgestelde wereld.16 Een voorwaarde was natuurlijk wel dat dit alles kon plaatsvinden in een cultuur die over-tuigd was van de werking van magie17, die in staat was een dergelijk effect te kunnen afdwingen.18 Voor een tovermes hield dit in, dat een magiër door middel van rituele handelingen onder het uitspreken van magische formules de gewenste bescherming tot stand bracht. Dat het daarbij om defensieve of onheilafwerende magie19 ging, blijkt uit de opschriften op het tovergereedschap die mogelijk deel uitmaakten van een inleidende en/of afsluitende toverformule. In de meest eenvoudige vorm bestaat het inschrift uit een recitatie aanduiding, gevolgd door één of meer beschermgoden (nTr.w of sA.w aSA.w), alsmede de te be-schermen persoon/personen, meestal een bij name genoemd kind en/of moeder, zoals in dit voorbeeld:

Dd md.w j<n> nn n nTr.w stp.w sA n anx wDA snb sA grH sA hrw HA Xrd pn NHjj ms(i).t Pr.t 20

‘...Recitatie door deze goden, die de bescherming van het leven, van het heil en van de gezondheid en de bescherming bij nacht en de bescherming bij dag uitbreiden over dit kind Nehy, dat Peret gebaard heeft’.

Een ander – uniek – inschrift op de keerzijde van tovermes Kopen-hagen nm 7795 geeft aan dat het vooral slangen21 zijn waartegen het tovermes beoogt bescherming te bieden (afb. 2):

Dd md.w j Sa tp xft.j xft.t [mt mt.t ?] aq.w r a.t tn Xrd.w ms(i).n Nb.t-sxt-ra‘...Recitatie: “O Gij, die het hoofd van de vijand (in) […?] afsnijdt, [van de dode of de doden] die in het vertrek van de kinderen binnentreedt, die Nebet-sechet-re gebaard heeft’22.

116

Page 4: Vink, E.F.,  Ta_M ery, Leiden 2012, 114-131.pdf

Afb. 2 Inschrift op

Kopenhagen nm 7795

(L. 28,0 cm), ex-coll.

Rev. W. MacGregor.

© National Museet

København.

Het tovermes is dus een magisch wapen dat primair was bedoeld

om het kind rondom de geboorte tegen vooral slangen te beschermen, maar ook daarna tegen honger en dorst.23 Het kind werd daarbij mythologisch gelijkge-steld aan de zonnegod, die iedere dag opnieuw als weerloos kind werd ‘geboren’ en tegen de gevaren van de nacht moest worden beschermd door de sA.w aSA.w, de vele afschrikwekkende wezens die op de tover-messen afgebeeld zijn. De vergelding van het kwaad door juist het boosaar-dige daartegen in te zetten is eveneens een magisch principe.24 Maar het waren niet alleen slangen die moesten worden verdreven. Ook menselijke vijanden werden met behulp van het tovermes bestreden, zoals Aziaten, Nubiërs en gevangenen, en zelfs de doden die te herkennen zijn aan het bloed dat uit hun hoofd straalt.25 Dergelijke vijanden werden steevast ver-nietigd door het nijlpaard, de leeuw of de kat, die hun iconografie hoofd-zakelijk aan de koningsideologie ontleenden (afb. 3a, b).26 Opvallend is, dat het uit El Lisht afkomstige tovergereedschap (afb. 3c) in min of meer gelijkmatige stukken is gebroken, wat duidelijk op rituele vernietiging wijst en die ten doel had de magische potentie van het tovermes in de meest letterlijke zin te breken.

De gelijkstelling van het kind aan de zonnegod, die op de tovermessen trouwens zelf nooit voorkomt, berustte evenwel op de magische teksten die het beschermingsritueel met het tovermes begeleidden.Hierbij kwamen in het bijzonder de spreuken in aanmerking die betrekking hadden op de bescherming van het lichaam (Mkt-Haw).27 Terwijl de spreuk in x, 1.1.2 = pRam. xvi, 8.1-7 in het bijzonder bescherming verschafte tegen slangen, kwam de volle omvang van de bescherming waartegen tot uiting in pBerlin 3027: de ‘Toverspreuken voor moeder en kind’.28

Hoe een dergelijk ritueel29 bij de geboorte ongeveer in zijn werk moet zijn gegaan, wordt inzichtelijk gemaakt in afbeelding 4. De reconstructie van een geboortescène uit het late Middenrijk, waarbij niet alleen tover-messen maar ook andere magische gereedschappen met apotropeïsche werking, zoals een slangenstaf, een geboortetegel, een magische staf en andere soortgelijke attributen worden ingezet om de gewenste be-scherming te verkrijgen. Uit de veelheid van objecten die rondom het geboorteritueel werden gebruikt, blijkt dat de term ‘apotropaion’ betrek-king heeft op al dit soort onheilafwerende gereedschappen en dus niet uitsluitend gereserveerd kan worden voor het tovermes. De suggestie

Aspecten van de defensieve magie door middel van tovermessen 117

Page 5: Vink, E.F.,  Ta_M ery, Leiden 2012, 114-131.pdf
Page 6: Vink, E.F.,  Ta_M ery, Leiden 2012, 114-131.pdf

Afb. 3a Louvre E.

3614, voorzijde. Een

nijlpaardgodin ver-

trapt een Aziaat. Het

fragment vormt het

middenstuk van een

tovermes dat samen

met New York mma

26.7.1288 a-b een

geheel vormt. Naar:

Legge, ‘Magic ivories’

psba 27 (1905) pl. iv,

fig. 8.

Afb. 3b London Petrie

Museum uc 15917

(voorzijde; L. 20,0

cm). Een leeuwengod-

heid, links van het

midden, bijt een mens

het hoofd af. De boor-

gaten geven aan dat

het magische gereed-

schap is gerepareerd.

Foto: Gianluca Miniaci.

Afb. 3c In het centrum

van tovermes New

York mma 15.3.197

(26,8 x4,4 cm) ver-

trappen een nijlpaard-

godin en een leeuw

menselijke vijanden.

© Metropolitan

Museum of Art, New

York.

dat met behulp van tovermessen magische cirkels werden getrokken, vindt geen steun in de magische teksten.

2. Dodencultus: de wedergeboorteTovermessen speelden ook een rol in de dodencultus, wat blijkt uit ver-schillende afbeeldingen uit het Middenrijk en de Tweede Tussenperiode. Vrijwel zeker stelt het voorwerp, afgebeeld aan de binnenkant van de sarcofaag van Djehoetinacht (begin 12e dynastie) uit Deir el Bersja, een tovermes30 voor (afb. 5). Dat dit voorwerp naast andere objecten voor dagelijks gebruik op de frises d’objets is geplaatst, bevestigt het feit dat tovermessen in de eerste plaats waren bedoeld om tijdens het leven te worden gebruikt.31 Een dergelijk gereedschap is ook te zien in de hand van een vrouw met magische bevoegdheid, afgebeeld in het graf van Djehoetihotep; eveneens uit Deir el Bersja, maar uit het midden van de 12e dynastie (afb. 6, rechtsboven). De meest complete afbeelding van tovermessen in funerair verband wordt getoond op de achterwand van het rotsgraf van Bebi in El Kab uit de late 17e dynastie. De achterwand bestaat uit een tweetal scènes die ieder de grafeigenaar met zijn vrouw Sobeknacht, beiden gezeten op een stoel, afbeelden.32 De linkerscène toont het echtpaar in gezelschap van hun twee dochters en de huis-dienaren. De linkerscène laat vervolgens drie vrouwen zien die achter het echtpaar zijn opgesteld en ieder in de linkerhand een tovermesvasthouden, waarbij de vrouw in het bovenste register daarnaast een slangenstaf in de rechterhand draagt (afb. 7a, b). Een dergelijke slangenstaf werd aangetroffen in de beroemde Ramesseumvondst van 1896, waar James Quibell naast tovermessen en andere ‘apotropaia’ de bibliotheek van een magiër aantrof en die wat haar culturele waarde betreft de ont-dekking van het graf van Toetanchamon ruim 25 jaar later ver overtreft. Uit de bewaard gebleven tekst blijkt dat deze vrouwen de zoogvrouw (mna.t), respectievelijk de opvoedster (ATj.t) van Bebi en zijn vrouw voor-stellen. De rechterscène toont het naar rechts kijkende echtpaar met hun vijf zonen en vertoont hetzelfde beeld: ook hier heeft de ATj.t zowel een tovermes als een slangenstaf vast. Uit de reliëfs in het graf van Bebi blijkt dat de tovermessen kennelijk niet alleen betrekking hadden op de geboorte van Bebi’s zeven kinderen, maar ook op de wedergeboorte van het echtpaar, getuige het feit dat beiden aan een lotusbloem ruiken. Dit is een standaardmotief in de Egyptische iconografie dat hier direct in verband gebracht wordt met een ritueel waarbij tovermessen kennelijk een rol speelden.33 We zijn echter niet getuige van het ritueel zélf, doch slechts van het resultaat: de wedergeboorte die, overigens, een tijdelijk karakter had en alleen bedoeld was om de eigenaar tijdelijk naar zijn graf te doen terugkeren om aldaar met de familie een dodenfeest te vieren.34 Dat tovermessen een rol in dodencultus speelden wordt onderstreept doordat niet alleen talrijke bekende, maar vooral tot nu toe onbekende exemplaren uit Abydos, de stad met de grootste Osiriscultus, afkomstig zijn.35

Aspecten van de defensieve magie door middel van tovermessen 119

Page 7: Vink, E.F.,  Ta_M ery, Leiden 2012, 114-131.pdf

Afb. 5 Detail van de

binnenzijde van de

sarcofaag van Djehoe-

tinacht, mfa 20.1823

met op het bed de

afbeelding van een

tovermes. Foto met

toestemming van

Denise Doxey © mfa

Boston.

Ta-Mery 2012120

Afb. 4 Reconstructie

van een geboorte-

scène uit het late Mid-

denrijk. Tekening naar

(en met toestemming

van): Wegner, ‘Birth-

Brick’, Archaism and

Innovation, fig. 15.

Page 8: Vink, E.F.,  Ta_M ery, Leiden 2012, 114-131.pdf

Afb. 6 Reliëf uit het

graf Djehoetihotep:

rechtsboven houdt

een vrouw een tover-

mes in haar handen.

Tekening naar: New-

berry, El Bersheh i,

pl. xxx (detail).

Afb. 7a Achterwand

van het rotsgraf van

Bebi in El Kab, einde

17e dynastie (linker-

scène). Foto naar:

Wreszinski, Kairo bis

Wadi Halfa, pl. 36b.

Afb. 7b Detail van

linkerscène van de

achterwand van het

graf van Bebi in El Kab.

Tekening: Altenmüller,

Schutzdämonen, 63,

naar Wreszinski, Kairo

bis Wadi Halfa, pl. 36b.

Page 9: Vink, E.F.,  Ta_M ery, Leiden 2012, 114-131.pdf

3. Beelden- en tempelcultusDat het tovermes binnen de dodencultus ook een specifieke functie kan hebben vervuld in de beeldencultus, is af te leiden uit een eveneens in Abydos gevonden een exemplaar, Cairo cg 9433 (je 34988), dat om meerdere redenen bijzonder is (afb. 8a). In de eerste plaats is het niet van het standaardmateriaal ivoor, maar uit ebbenhout vervaardigd. Daarnaast bevat het tovergereedschap een inschrift met een cartouche waarin de koningsnaam op ongewone wijze is geschreven: Sebekai (4bkAj), zeer waarschijnlijk één van de vele farao’s uit de 13e dynastie met de troonnaam Sebekhotep. Omdat het een koningsnaam draagt, is het tovermes kennelijk niet – zoals gebruikelijk – voor een reeds geboren kind vervaardigd, maar voor de opstanding van bijvoorbeeld een beeld als een vorm van wedergeboorte, zodat de naam 4bkAj als een koosnaam voor het/de wedergeboren kind/koning dient te worden be-grepen, zodat een tovermes ook een functie kan hebben vervuld binnen de tempel- en beeldencultus.36 De veronderstelling dat tovermessen een dergelijke functie hadden, wordt bevestigd door een wandschildering uit de vroege 18e dynastie in het graf van de vizier Rechmire (tt 100) alsmede door een zeer groot tovermes(fragment) van groene grauw-acke, dat waarschijnlijk als offergave gediend heeft.37 Of het tovermes ook een rol vervulde als een soort Stundendurchfahrer in de Amdoeat, de koninklijke dodenliteratuur van het begin van het Nieuwe Rijk, is nog onderwerp van controverse waarop in dit bestek niet wordt ingegaan.38

Van een eveneens ongewoon fragment van een tovermes (groen-bruine grauwacke), Hannover Kestner Museum 1935.200.152, doen de maten (15.9 x 7.5 cm) vermoeden dat het ook in de tempel- of beeldencultus een rol gespeeld heeft (afb. 8b). Een bijzonderheid vormt een verwijderde cartouche in het kader van de damnatio memoriae van een onbekende farao uit het late Middenrijk of het begin van het Nieuwe Rijk.

Ta-Mery 2012122

Afb. 8a Tovermes

Cairo cg 9433 (je

34988, L. 35,0 cm),

herkomst Abydos,

Cemetery D, Tomb 78.

Foto: Sameh Abdel

Mohsen © Egyptisch

Museum Cairo.

Afb. 8b. Fragment

Hannover Kestner

Museum 1935.200.152,

herkomst onbekend,

ex-coll. Von Bissing.

Foto Christian Tepper

© Museum August

Kestner Hannover.

Afb. 8c Wandschilde-

ring in het graf van

Rechmire (tt100).

Naar: Norman De

Garis Davies, Tomb of

Rekh-mi-re, pl.37.

Page 10: Vink, E.F.,  Ta_M ery, Leiden 2012, 114-131.pdf

Een wandschildering in het graf van Rekh-mi-re (tt 100), vizier onder Thoetmozes iii en Amenhotep ii (18e dynastie), toont drie tovermessen (met gesneden vosse-en panterkop) als onderdeel van de offergaven voor de tempel van Amon in Karnak (afb. 8c). De aan weerszijden van het bed opgestelde slangenstaven komen overeen met die van de opvoed-sters uit het graf Bebi in El Kab. Uit deze afbeelding blijkt dat de tover-messen kennelijk aan het begin van het Nieuwe Rijk nog wel degelijk een rol van betekenis speelden, zij het wellicht niet (meer) in de eerste plaats als ‘objects of daily use’.

III. Stand van het onderzoekDoor een wonderlijk toeval ben ik betrokken geraakt bij het onderzoek naar het fenomeem tovermes. Als kleine verzamelaar heb ik enige jaren geleden een dergelijk magisch gereedschap kunnen verwerven. Voordat tot aankoop werd overgegaan, heb ik om mij ervan te vergewissen dat het om een echt stuk ging, gewend tot Marcel Marée, curator van het British Museum, en nadien contact opgenomen met professor Hartwig Altenmüller. Beiden waren direct zeer enthousiast over het fragment. Vervolgens ben ik systematisch naar deze raadselachtige gereedschap-pen op zoek gegaan. Een en ander heeft erin geresulteerd dat aan het bestaande aantal van 14939 meer dan 50 stuks konden worden toege-voegd, wat voor professor Altenmüller aanleiding is geweest om een samenvattende monografie inclusief catalogus te publiceren. Deze zal in 2013 verschijnen.Wat heeft onze samenwerking in samenhang met recente inzichten in de egyptologie tot dusver opgeleverd?

1. Ontdekking van ‘nieuwe’ stukkenHet gaat hier om stukken die tot op heden onbekend waren voor de wetenschap, omdat zij (nog) niet waren gepubliceerd in museumcata-logi of collectie-databases. Zij doken ook op uit privéverzamelingen of konden via ongepubliceerde opgravingsverslagen worden opgespoord. Het tovermes uit een privéverzameling in Zwitserland (afb. 9a) betreft

Afb. 9a Detail van een

in reliëf uitgevoerd

tovermes. Privéverza-

meling Zwitserland,

herkomst onbekend.

© Alain Speltdoorn,

Brussel.

Aspecten van de defensieve magie door middel van tovermessen 123

Page 11: Vink, E.F.,  Ta_M ery, Leiden 2012, 114-131.pdf

Afb. 9b Tovermes

afkomstig uit Thebe

(22,0 x5,3 cm), late

12e- vroeg 13e dynastie.

Privéverzameling

auteur. © E.F. Vink.

Ta-Mery 2012

een van de weinige voorbeelden van een in reliëf vervaardigd stuk. Het toont de gebruikelijke panterkop aan het uiteinde en vervolgens een nijlpaardgodin, steunend op een sA-teken. Uit de privéverzameling van de auteur is het exemplaar van afbeelding 9b afkomstig. Het toont v.l.n.r. een ezel (waarschijnlijk een verschij-ningsvorm van Seth), een krokodil met opengesperde bek, de godheid Aha en een gemummificeerde koegodheid met zonneschijf tussen de hoorns. Uiterst links zijn nog net de oren van de vossekop aan het uit-einde van het object waarneembaar. Omdat dit exemplaar typologisch tot een van de vroegste groepen behoort is de verschijning van de koegod-heid bijzonder. Het lijkt er namelijk op dat hier een rijksgodin in een niet-koninklijke context verschijnt. De gemummificeerde koe wordt hier met zonneschijf getoond, wat betekent dat hier onomwonden een godin – en geen verschijningsvorm of hypostase – wordt afgebeeld. Afbeel-dingen van goden in hun directe, niet verborgen verschijningsvormen zijn voor de 17e dynastie slechts zeer zelden geattesteerd. Slechts van tovermes Cairo cg 9433 is zeker dat deze uit een koninklijke context afkomstig is.

2. Diverse nieuwe en interessante gegevensa Het fragment Tübingen 1845, met voorheen onbekende herkomst,

bleek afkomstig te zijn uit Abydos Tomb 392 a’0740, gevonden tijdens de opgravingen van John Garstang in 1907.

b Completering van typologische sequenties. Tovermes Antlanta Michael C. Carlos Museum 2008.55.1 (afb. 10) bleek het enige mes te zijn dat een complete opsomming geeft van de tweede Thebaanse typologische groep van Altenmüllers classificatie. Deze volledige reeks wordt gevormd door de lopende zonneschijf, het wsr-teken met mes, de gemummificeerde koe op een schrijn, de kater of ichneumon die met een mes een slang doorsnijdt, het vlammenteken, de slangen-halspanter met mes en daarboven twee, zich kruisende slangen, een staande leeuwengodheid, een gevleugelde griffioen met mensenhoofd tussen de vleugels en tenslotte een staande nijlpaardgodin met mes(?). Dankzij deze volledige reeks konden de parallelstukken Florence Museo Egizio 6883, New York mma 32.8.3 en Louvre n 1489 iconografisch beter worden begrepen.41

c Nieuw prosopografisch materiaal. De fragmenten Boston mfa 12.1519 en Liverpool Garstang Museum 7007 bleken stilistisch en typologisch zó nauw verwant te zijn, dat wij meenden twee fragmenten van hetzelfde

124

Page 12: Vink, E.F.,  Ta_M ery, Leiden 2012, 114-131.pdf

Afb. 10

Tovermes Atlanta

Michael C. Carlos

Museum 2008.55.1

(34,0 x5,7 cm), her-

komst onbekend.

Foto: met toestem-

ming van Peter

Lacovara © Michael

C. Carlos Museum,

Atlanta.

Afb. 11a Tovermes

Boston mfa 12.1519

(11,0 x4,2 cm). ©

Museum of Fine Arts

Boston.

Afb. 11b Tovermes

Liverpool Garstang

Museum e.7007

(7,6x3,8 cm). Foto:

John Garstang met

toestemming van

Steven Snape.

stuk bijeen te hebben gebracht (afb. 11a, b). Verdere

studie echter wees uit dat beide frag-menten niet bij elkaar hoorden, maar wel zeer

waarschijnlijk uit hetzelfde atelier van één hand-werksman afkomstig waren. Een interessant detail is dat het

fragment uit het Garstang Museum door Garstang in Abydos42 gevonden is en het stuk uit Boston mogelijk afkomstig is uit Borg el

Arab in Neder-Egypte.43 d Op basis van typologie en iconografie bleek een fragment, van

faience44 te passen aan een fragment, uit Florence en uit New York.45 Daardoor werd niet alleen het aantal bekende faience tovermessen gereduceerd, ook was men genoodzaakt de omschrijving van het stuk uit het mma te herzien in ‘Fragment of a Magic Knife’ in plaats van ‘Vase Fragment’.46

e Toevoegingen aan de bestaande iconografie door middel van tover-messen uit private collecties en de kunsthandel en nieuwe fragmen-ten gevonden tijdens opgravingen. Zo werd het fragment van een tovermes (afb. 12a) – opgegraven op het terrein van de dodentem-pel van Sesostris iii (de residentie van de gouverneur (pr-hAty-a) van Wah Soet) – gevonden in exact dezelfde context als een magische geboortekegel (afb. 12b). Beide werden gevonden door de expeditie van de Universiteit van Pennsylvania onder leiding van Josef Wegner47; de geboortetegel in 1994 en het tovermes-fragment in 2001. Dit fragment is niet alleen vanwege de archeologische samenhang met genoemde geboortetegel van belang, maar ook vanwege de iconografie van de gemummificeerde(?) koegodheid. Die godheid verschijnt hier voor het eerst in de gedaante van een koe-antilope (Alcelaphus buselaphus). Gelet op de gelijkenis met de Hathorstandaard op de geboortetegel zou het een verschijningsvorm van de koegodin Hathor kunnen zijn. In verband met deze vondsten kan men zich tevens afvragen welke functie de pr-hAty-a (naast een economisch-administratieve) nog meer gehad heeft. Vanwege de locatie (het terrein van de dodentempel van

Aspecten van de defensieve magie door middel van tovermessen 125

Page 13: Vink, E.F.,  Ta_M ery, Leiden 2012, 114-131.pdf

Afb. 12a Fragment van

een tovermes gevon-

den op het terrein van

de dodentempel van

Sesostris iii, Wah-Soet

(Abydos). Foto: Josef

Wegner (met toestem-

ming).

Ta-Mery 2012

Sesostris iii te Abydos) valt te denken aan een soort

magisch geboortecen-trum: wellicht een verschijningsvorm van

een Huis des Levens (pr-anx; bekend vanaf het

Oude Rijk). Opvallend is dat de talrijke beschermgoden- en demonen, afgebeeld op de magische geboortetegel, veel overeen-komsten vertonen met de iconografie van de tovermessen.

3. De samenhang tussen de keuze van het materiaal en de iconografie van de afgebeelde figuren en de verschillende functies van het tovermesHoewel in vele gevallen de aard van het materiaal niet meer is vast te stellen48, kan het materiaal eigenlijk niet anders dan ivoor van nijl-paardslagtand zijn geweest. De op de tovermessen afgebeelde figuren zijn enerzijds direct ontleend aan de zonnereligie en verwijzen daar-naast naar bepaalde aspecten van het koningschap. Daarom moet de keuze van het materiaal daar op enigerlei wijze mee verband houden. Te denken valt bijvoorbeeld aan de strijd tussen Horus en Seth, die van-af het Oude Rijk zinnebeeldig werd weergegeven door het koninklijke prerogatief om nijlpaarden te harpoeneren.49 Een dergelijke motivatie voor de keuze van nijlpaardtand zou via het magische principe van de mythologische analogie heel goed denkbaar zijn.50 Het is daarom zeer wel mogelijk dat het nijlpaardivoor slechts afkomstig is van het man-nelijke dier, wiens woede en kracht in het bijzonder met Seth werden geassocieerd en niet van het vrouwlijke nijlpaard dat als de godin Ipet of Reret juist om zijn positieve eigenschappen werd vereerd en daarom talloze malen op tovermessen is afgebeeld. Ook het feit dat slechts de farao het alleenrecht had om een nijlpaard te harpoeneren (met de ‘harpoen van Horus’ 51), zou erop kunnen wijzen dat het materiaal door of via hem werd gedistrubueerd, bijvoorbeeld in het kader van een poli-tiek om de elite aan zich te binden. Vrijwel alle tovermessen met een archeologische context werden gevonden in graven van personen uit de (in)directe nabijheid van de farao52, een gegeven dat wel eens een heel ander licht zou kunnen werpen op de veronderstelde “democratisering van het hiernamaals”.53 Tovermessen zijn daarom vrijwel zeker geen ‘goedkopere en gemakkelijker verkrijgbare’ vervangers van de sarcofaag-teksten die betrekking hebben op de zonnereligie, zoals Bourriau suggereert.54 De echte vervangers daarvan zijn waarschijnlijk de talloze andere apotropaia in de vorm hoofdsteunen55, scarabeëen en amuletten

126

Page 14: Vink, E.F.,  Ta_M ery, Leiden 2012, 114-131.pdf

Afb 12b Magische

geboortetegel met

rituele geboortescène,

afkomstig uit Wah-

Soet (Abydos). Naar:

Wegner, ‘Birth-Brick’,

Archaism and Innova-

tion, fig. 6.

geweest die al tijdens het late Middenrijk, maar vooral daarna rijkelijk ver-schenen als grafbijgift.Daarnaast zou de vorm van het tovermes mogelijk kunnen samenhangen met de iconografie van de gevleugelde zonneschijf, een koninlijk symbool dat in verband staat met de koningsideologie en daar-om ook wel samen met de strijd tussen Horus en Seth op tempelreliëfs ver-schijnt56 en die juist in de tijd dat tovermessen voor het eerst verschijnen in een gebogen vorm worden afgebeeld.57

Of dergelijke vermoedens op juistheid berusten, moet nader onderzocht worden. In elk geval is zeker dat het materiaal geen olifantivoor kan zijn geweest. Indien de keuze voor nijlpaardtand als grondstof inderdaad directe samenhang vertoont met de zonnereligie en het koningschap, dan betekende het gebruik van ander materiaal, zoals ebbenhout, faience en kalksteen, etc. dat de oorspronkelijke religieuze motieven, die aan de magische aanwending van het tovermes ten grondslag lagen naar de achtergrond verdwenen. In elk geval luidde het gebruik van ander materiaal, gelet op het geringe aantal waarin deze nog werden vervaar-digd, het einde van het tovermes als genre binnen het assortiment van magische gereedschappen in.

4. Gebruik en datering van tovermessen Bijna alle tovermessen zijn grafgiften en worden meestal in gebroken of halfverbrande toestand58 aangetroffen. Dit moet vrijwel zeker als een rituele vernietiging worden geïnterpreteerd.59 Wat vervolgens opvalt, is dat de stukken meestal erg versleten zijn en dikwijls waren voorzien van reparaties, afslijpingen en nieuwe kaderlijnen60, wat soms ten koste ging van de afgebeelde figuren. Uit deze praktijk blijkt eens te meer dat het tovermes in de eerste plaats was bedoeld voor gebruik tijdens het leven, om daarna net als de overledene in het graf te worden bijgezet. Hoewel vaststaat dat tovermessen eerst vanaf het late Middenrijk61 in spaarzame gevallen deel van de grafuitrusting uitmaakten, moet, gelet op de toestand waarin zij in het algemeen worden aangetroffen, onder-scheid worden gemaakt tussen tijdstip van vervaardiging en het moment van bijzetting als onderdeel van de grafgoederen. Dit heeft als consequen-tie dat tovermessen op zijn vroegst te dateren zijn in de eerste helft van de 12e dynastie en op zijn laatst in de eerste helft van de 18e dynastie. Voor

Aspecten van de defensieve magie door middel van tovermessen 127

Page 15: Vink, E.F.,  Ta_M ery, Leiden 2012, 114-131.pdf

Ta-Mery 2012128

onze typologische catalogus betekent dit gegeven in ieder geval, dat de aan-vankelijke datering in het vroege Middenrijk zal moeten worden herzien.

5. Eliminatie van een aantal vervalsingen62 Het fragment Cambridge ant, e. 394a.1932 bleek een klungelige kopie te zijn van Londen Petrie Museum uc 35309. Daarnaast werden Chicago Field Museum oim 10788, Londen uc 16386 en uc 3531063 en Moskou Pushkin Museum i, ia 4860 ( 2035) als vervalsingen ontmaskerd. Ook een aantal door de kunsthandel gepresenteerde stukken bleek niet echt te zijn.

IV. ConclusiesTovermessen zijn magische gereedschappen die werden gebruikt door de Egyptische elite, vooral tijdens het (late) Middenrijk. Zij waren voornamelijk bedoeld voor de magische bescherming van een jonggeboren kind. Van dit primaire gebruik onder de levenden kunnen functies binnen de doden-, beelden- en tempelcultus worden afgeleid. De iconografie is ontleend aan de zonnereligie en het koningschap, waarmee het gebruikte materiaal (nijlpaar-divoor) waarschijnlijk in nauw verband staat. De benaming ‘apotropaion’ kan niet meer worden gehandhaafd, evenals de door Altenmüller voorgestelde datering, waarbij onderscheid moet worden gemaakt tussen aanmaakdatum en het moment van bijzetting in het graf. Het ritueel vernietigde tovermes als grafgoed betekende mogelijk het einde van het genre binnen het geheel van de apotropaia, waarvoor andere in de plaats kwamen.

Noten 1 Dit artikel is opgedragen aan mijn kinderen Constance en Maurits. 2 Naar Altenmüller, H., Die Apotropaia und die Götter Mittelägyptens: Eine typologische

und religionsgeschichtliche Untersuchung der sog. „Zaubermesser“ des Mittleren Reiches. Dissertatie Ludwig-Maximilians-Universität zu München i (München, 1965) 186.

3 Legge, G.F., ‘The magic ivories of the Middle Empire’, Proceedings of the Society of Biblical Archaeology 27 (psba 1905) 148-151.

4 Altenmüller, Apotropaia, 3. 5 In het Angelsaksische taalgebied worden deze gereedschappen veelal aangeduid als

magic(al) wands, een enkele maal als apotropaic of amuletic wands. Ook wordt in plaats van wand ook wel de aanduiding knife gebruikt. Onlangs heeft Stephen Quirke de term hip-popotamus birth tusks geïntroduceerd. De Franse benaming is ivoires of batons magiques.

6 Over de recente vondst van een magische geboortetegel met een overeenkomstige iconografie als de tovermessen, zie Wegner, J., ‘A Decorated Birth-Brick from South-Abydos: New Evidence on Childbirth and Birth Magic in the Middle Kingdom’, in D. Silverman et al. (red.), Archaism and Innovation: Studies in the Culture of Middle Kingdom Egypt (New Haven-Philadelphia, 2009) 447-496.

7 Uitzonderingen: Brussel mrah e 6654 (faience); Damascus nm 7022 (been?); Florence me 7553 + New York mma 26.7.974 + Romano 60 (faience); Hannover 1935.200.152 (grauwacke); Cairo cg 9433 (je 34988) (ebbenhout); Cairo je 68773 (klei); Kuban, Firth (calciet); Londen bm ea 34214 (faience); New York Brooklyn Mus. 16.580.145 (Egyptisch blauw) en Tell el Daba, Oostenrijkse opgravingen 2008-2009 (been).

8 Soms wordt hierin ook een jakhalskop gezien. 9 Zie Drenkhahn, R., Elfenbein im alten Ägypten, Leihgaben aus dem Petrie Museum

London, Sonderausstellung zum 20-jährigen Bestehen des Deutschen Elfenbeinmuseums Erbach vom 6.September bis 30. Dezember 1986 (Erbach, 1986) 63.

10 Altenmüller, H., ‘Ein Zaubermesser aus Tübingen’, Welt des Orients 14 (WdO 1983)

Page 16: Vink, E.F.,  Ta_M ery, Leiden 2012, 114-131.pdf

Aspecten van de defensieve magie door middel van tovermessen 129

33-35. Een andere indeling vanuit een ander perspectief uitvoerig in: Altenmüller, Apotropaia, i, 136-175.

11 Baltimore The Johns Hopkins Univ. Arch. Mus. 2121D; Berlijn 14207; Boston mfa 20.1566; Brussel mrah e 2673; Brussel mrah e 6361; Cairo CG 9436 (je 18640); Cairo cg 9438 (je 31046); Cairo e.2007.04.58; Jeruzalem, Israel Mus. iaa 1948-1391; Jeruzalem, Rockefeller Mus. iaa 33.1578; voormalige privécollectie Kofler-Truniger Luzern A 100; Kopenhagen National Mus. 7795; Londen bm ea 18175; Londen bm ea 65439; Londen Pe-trie Mus. UC 15917; München Staatliche Mus. äs 2826; New York mma 08.200.19; mma 15.3.384; mma 22.1.65; mma 22.1.96; Oxford Ashmolean Mus. an 1896-1908 e. 2224; Ox-ford an 1896-1908 e. 3953; Sotheby’s/Ede; Kunsthandel Rotterdam (Anubis Ancient Art).

12 Zie voor een uitgebreid overzicht van de oorsprong van de magie: Raven, M.J., ‘‘Mijn Ba is de magie, hij is ouder dan de tijd’: De principes van de Oudegyptische magie’, Phoenix 57 (2011) 5-7.

13 Leer voor Merikare, naar Lichtheim, M., Ancient Egyptian Literature. A Book of Readings (Berkeley, 2006 [1973]) 106.

14 Raven, ‘Mijn Ba’, Phoenix 57 (2011) 7.15 Wilkinson, R.H., The Complete Gods and Goddesses of Ancient Egypt (Londen, 2003) 124.16 Raven, ‘Mijn Ba’, Phoenix 57 (2011) 7.17 Borghouts, J.F., ‘Egyptische magische teksten’, Phoenix 57 (2011) 25.18 Over het (af)dwingende, manipulerende karakter van de magie, zie Borghouts,

‘Magische teksten’, Phoenix 57 (2011) 19.19 Hoewel de Oudegyptische magie hoofdzakelijk van defensieve aard was, kenden de

Egyptenaren ook productieve en destructieve vormen van magie, zie Borghouts, J.F., ‘Magie’, in W. Helck en E. Otto (red.) Lexikon der Ägyptologie iii (Wiesbaden, 1980) 1142-1143.

20 Cairo cg 9436 (je 18640).21 Steindorff, G., ‘The Magical Knives of Ancient Egypt’, Journal of the Walters Art

Gallery 9 (jwag 1946) 50, 107.22 Deze inscriptie is mogelijk een verwijzing naar een Sarcofaagtekst met een min of

meer gelijkluidende strekking, waarin wordt gesproken over het afweren van de rrk-slang en de vernietiging van haar gif. De betreffende tekst begint weliswaar met de onduidelijke zin: ‘...O, Gij, die het hoofd afsnijdt en de nek scheidt van de vijanden van Osiris, o HnbAA-slang die geen armen en voeten heeft. Ben je trots, omdat dit op je mond is, dat je moeder heeft gegeven?’, maar maakt niettemin duidelijk dat het vooral slangen zijn waartegen bescher-ming wordt geboden. Daarnaast wordt zowel in het inschrift op Kopenhagen nm 7795 als in de Sarcofaagtekst gesproken over ‘afsnijden’, zodat de benaming tovermes voorshands nog niet eens zo slecht is. Zie voor de betreffende Sarcofaagtekst: ct v, Spreuk [436] 287c.

23 Altenmüller, persoonlijke mededelingen 28 en 29 juni 2012.24 Borghouts, ‘Magische teksten’, Phoenix 57 (2011) 24, 28-31.25 Dat ook mensen na hun dood gevaar opleverden is een bekend gegeven in de Egyptische

magie, zie hierover: Borghouts, ‘Magische teksten’, Phoenix 57 (2011) 27-28; zie trou-wens ook het inschrift op de achterzijde van Kopenhagen nm 7795.

26 Altenmüller, H., ‘Totenglauben und Magie’, in A. Roccati en A. Siliotti (red.) La magia in Egitto ai tempi dei faraoni. Atti del convegno internazionale di studi Milano 29-31 ottobre 1985 (Milaan, 1987) 135.

27 Vergelijk Altenmüller, ‘Zaubermesser aus Tübingen’, WdO 14 (1983) 38-39. Naast de spreuk in pRam. x, 1.1.2 = pRam. xvi 8.1-7 is pRamesseum iii van belang, omdat tovermessen waarschijnlijk ook ver na de geboorte werden ingezet. Hierin wordt het probleem aan de orde gesteld van een zogeling die vanwege een demonisch wezen niet drinken wil, zie Borghouts, ‘Magische teksten’, Phoenix 57 (2011) 24.

28 Erman, A., Zaubersprüche für Mutter und Kind (Berlijn, 1901) met tekst en vertaling van pBerlin 3027, in het bijzonder de teksten q-u.

29 Op welke wijze een tovermes ritueel werd aangewend, is tot op heden onduidelijk gebleven. Zie voor een overzicht van de verschilllende mogelijkheden: Hubai, P., ‘Der zerbrochene Zauberstab: vom Nutzen der Magie oder das Apotropaion zu Budapest’, Studien zur Altägyptischen Kultur 37 (sak 2008) 192-193.

30 Boston mfa 20.1823 en Vasiljevic, V., ‘Die Herstellung einer Harfe in den Szenen des

Page 17: Vink, E.F.,  Ta_M ery, Leiden 2012, 114-131.pdf

Ta-Mery 2012130

Holzhandwerks auf Pfeiler xvi des Grabes des Anchtifi in Moalla’, sak 24 (1997) 325; Willems, H., The Coffin of Heqata (Cairo JdE 36418). A Case Study of Egyptian Funerary Culture of the Early Middle Kingdom. ola 70 (Leuven, 1996) 224, tab. 13 ziet hierin echter een kussen.

31 Doxey, D., ‘Funerary Beliefs and Practices in the Middle Kingdom’, in R.E. Freed, L.M. Berman, D.M. Doxey en N.S. Picardo (red.) The Secrets of Tomb 10a: Egypt 2000 bc (Boston, 2009) 58.

32 Beschrijving van beide scènes ontleend aan Altenmüller, ‘Zaubermesser aus Tübingen’, WdO 14 (1983) 36-37.

33 Altenmüller, ‘Totenglauben und Magie’, La magia, 132. 34 Altenmüller, ‘Totenglauben und Magie’, La magia, 136; Willems, The Coffin of Heqata, 131.35 Cairo cg 9433 (je 34988); Glasgow Kelvingrove Art Gallery, 1901.78j; Liverpool

Garstang Mus. e 7007 en e 7028; Liverpool World Mus. Mer.16.11.06.304; Abydos, Tomb Nr. 22 a’06 (huidige verblijfplaats onbekend); Liverpool World Mus.1974.190.17 en 1977.109.153; Oxford Ashmolean Mus. an1896-1908 e. 1772; an1896-1908 e. 2223; an1896-1908 e. 2224; an1896-1908 e. 2236; an1896-1908 e.2336; Philadelp-hia Penn Mus. e. 6710; Abydos, Wah-Soet (Opgravingen University of Pennsylvania Museum 1994, eerste seizoen) en Tübingen, Mus. Schloß Hohentübingen äs1845.

36 Altenmüller, ‘Totenglauben und Magie’, La Magia, 140-141.37 Zie voor dit tovermes Loeben, C., ‘Ein ‘Riesen-Luxus-Zaubermesser’ - Vielleicht von

Königin Hatschepsut? - sowie zwei weitere mit ägyptischer Magie assoziierte Objekte im Kestner-Museum Hannover’, in L. Gabolde (red.) Hommages à Jean-Claude Goyon, offerts pour son 70e anniversaire. BdE 143 (Cairo, 2008) 275-284.

38 Altenmüller, ‘Zaubermesser aus Tübingen’, WdO 14 (1983), 37-38; Roberson, J., ‘The Early History of “New Kingdom” Netherworld Iconography: A Late Middle Kingdom Apotropaic Wand Reconsidered’, in D. Silverman et al. (red.) Archaism and Innovation: Studies in the Culture of Middle Kingdom Egypt (New Haven, Philadelphia, 2009) 427-445.

39 Hubai, ‘Zauberstab’, sak 37 (2008) 16940 Via Snape, S.R., Mortuary Assemblages from Abydos. Ongepubliceerde dissertatie

(Liverpool, 1986) I, 233 en II, 467 kon de herkomst, inclusief de archeologische con-text worden opgespoord.

41 Brief H. Altenmüller 29 juni 2011. De parallelstukken zijn uitvoerig besproken in Altenmüller, ‘Zaubermesser aus Tübingen’, WdO 14 (1983) 30-34.

42 Cemetery E, Tomb 504 A’08, zie Snape, Mortuary Assemblages from Abydos, i, 264 en ii, 503.43 Navraag heeft geleerd dat het mfa hierover ook in onzekerheid verkeert, aangezien

de herkomst berust op onduidelijke mededelingen van de vorige eigenaar Oric Bates (persoonlijke mededeling Denise Doxey, 21 februari 2012).

44 Romano, J.F., The Bes-Image in Pharaonic Egypt. Ongepubliceerde dissertatie Depart-ment of Fine Arts, New York University (New York, 1989) ii.1, 140-142, 191-192 (Cat. 60).

45 Florence Museo Egizio 7553 + New York mma 26.7.974.46 http://www.metmuseum.org/search-results?ft=26.7.974&x=9&y=247 Krokodil met opengesperde bek (privécollectie auteur); ‘nieuw’ fabeldier, lotusknop,

meerkat (bcc-Gallery Melbourne); gemummificeerde koe-antilope (Abydos, Wah-Soet, opgravingen University of Pennsylvania Mus. 1994, 1e seizoen). Zie voor Groep ii van Altenmüller’s classificatie: Altenmüller, Apotropaia, ii, 57-58, voor een uitge-breide iconografische exegese van de magische geboortegel alsook de archeologische context: Wegner, ‘Birth-Brick’, Archaism and Innovation, 447-496.

48 Krzyszkowska, O., en Morkot, R., ‘Ivory and related materials’, in P. Nicholson en I. Shaw (red.) Ancient Egyptian Materials and Technology (Cambridge, 2009) 321 zeggen over deze neutrale aanduiding: ‘...However, it must be recognised that even expert examinations will not yield firm identifications in every case. Phrases such as ‘ivory, type uncertain’, or ‘bone/ivory’ are entirely acceptable, for they are honest and will not mislead’ <vertaling: ‘...Desalniettemin, er moet rekening mee gehouden worden dat zelfs deskundige bestuderingen niet absoluut standvastige identificaties opleveren. Uitdrukkingen zoals ‘ivoor, type onzeker’, of ‘been/ivoor’ zijn volledig acceptabel, want ze zijn eerlijk en zullen niet misleiden’>. Om deze reden is in het te verschijnen catalogusdeel gekozen voor de neutrale benaming ‘ivoor’.

Page 18: Vink, E.F.,  Ta_M ery, Leiden 2012, 114-131.pdf

49 Zoals bijvoorbeeld op een aantal scarabeëen uit het late Middenrijk, zie Ben-Tor, D., Scarabs, Chronology, and Interconnections. Egypt and Palestine in the Second Intermediate Period, obo Series Archaeologica 27 (Fribourg-Göttingen, 2007) 35 en pl. 20: 7-9 en Keel, O., Corpus der Stempelsiegelamulette aus Palästina/Israel. obo Series Archaeologica 10 (Fribourg-Göttingen, 1995) 222-223, beide overigens zonder verwijzing naar de strijd tussen Horus en Seth. Zie voor Seth als nijlpaard, Te Velde, H., Seth, God of Confusion (Leiden, 1967) 59.

50 Over het principe van de mythologische analogie, Borghouts, ‘Magische teksten’, Phoenix 57 (2011) 31.

51 Gwyn Griffiths, J., ‘Horusspeer’, lä iii, 60.52 Zie ondermeer Quirke, S., en G. Miniaci, ‘Reconceiving the Tomb in the Late Middle

Kingdom. The Burial of the Account of the Main Enclosure Neferhotep at Dra Abu al-Naga’, Bulletin de l’Institut Français d’Archéologie Orientale 109 (bifao 2009) 339-83 met daaronder tovermes Cairo cg 9437 (je 18640).

53 Zie hierover voor wat de verspreiding van de Sarcofaagteksten betreft, Willems, H., Les Textes des Sarcophages et la démocratie. Eléments d’une histoire culturelle du Moyen Empire Egyptien. Quatre conférences présentées à l’Ecole Pratique des Hautes Etudes. Section des Sciences religieuses. Mai 2006 (Parijs, 2008), waarin hij betoogt dat de idee van demo-cratisering wel eens niet zou kunnen kloppen, maar dat dit eerder zou kunnen berusten op een bewuste politiek van de farao om de elite aan zich te binden, wat mutatis mutandis ook zou kunnnen gelden voor de verspreiding van (het materiaal van) de tovermessen.

54 Bourriau, J., ‘Patterns of Change in Burial Customs’, in S. Quirke (red.) Middle King-dom Studies (New Malden-Surrey, 1991) 15.

55 In het Middenrijk waren hoofdsteunen vooral ‘objects of daily use’, die weliswaar als grafgoed dienden, maar zich gedurende de Tweede Tussenperiode gingen ontwik-kelen als apotropaia met dezelfde basisiconografie en inschriften, zie Perraud, M., ‘Appuis-tête à inscription magique et apotropaia’, in bifao 102 (2002) 309-326.

56 In zijn meest volledige vorm op de binnenmuren van de tempel van Horus-Behdety te Edfu, zie hierover onder andere Fairman, H.W., The Triumph of Horus. An Ancient Egyptian Sacred Drama (Londen, 1974).

57 Zie bijvoorbeeld rotsinscriptie e. te Aswan met op de spiegel symmetrisch boven de troon- en geboortenaam van Sesostris ii in Lepsius, K.R., Denkmaeler aus Aegypten und Aethiopien (Berlijn, 1849-1859) Abth. ii, Band iv, pl. 123; de stèle van Sesostris iii, Berlijn 1157; de pyramidion van Amenemhet iii, Cairo je 25122, etc.

58 Tovermessen met brandsporen: Atlanta M. Carlos Mus. 2008.55.1; Berlijn 18805; München Staatl. Mus. äs 2826; New York mma 15.3.14; mma 19.2.18 a-b en Tell el Daba (Oostenrijkse opgravingen 2008-2009).

59 D’Auria, S., en P. Lacovara, Mummies & Magic. The Funerary Arts of Ancient Egypt (Boston, 1992 [1988]) 128.

60 Naast de typologie van de afgebeelde beschermgoden en -demonen, bevat de te ver-schijnen catalogus ook een classificatie van de kaderlijnen, die in het algemeen geen homogeen beeld vertoont.

61 Namelijk in het kader van de gewijzigde funeraire praktijk die zich in het late Midden-rijk voltrekt, onder andere Bourriau, Patterns of Change; Miniaci, G., Rishi coffins and the funerary culture of Second Intermediate Period Egypt. ghp Egyptology 17 (Londen, 2011) 2-4. Quirke en Miniaci, Reconceiving the Tomb, 355 gaan echter voorbij aan het feit dat tovermessen eerst als grafgoed dienden, nadat ze gedurende lange tijd, dik-wijls na meerdere generaties onder de levenden waren gebruikt.

62 Zie voor valsheidscriteria onder andere Hubai, P., ‘Ein neues Apotropaion: Eine hermeneutische Fragestellung’, Göttinger Miszellen 222 (gm 2009) 27-40.

63 Zowel Chicago oim 10788 als uc 16386 hebben een iconografie die eerder als ‘art deco’ dan als Oudegyptisch aandoet. Beide zijn ca. 1920 in Luxor aangekocht. uc 16386 is vermoedelijk een ongedecoreerd authentiek stuk waarvan de versieringen modern zijn aangebracht. uc 35310 is weliswaar iconografisch en typologisch in orde, maar een aantal ongerijmdheden maken dit tovermes zeer verdacht: de gravering is met onvaste hand uitgevoerd en de boorgaten lijken modern en kwetsen de bescher-mende figuren rondom de breuk onnodig.

Aspecten van de defensieve magie door middel van tovermessen 131