· Web viewAls deze ambitie incidenteel niet bereikt word, zullen wij dit terdege moeten kunnen...

82
Grotestraat 68 5836 AH Sambeek Tel.: 0485-573330 E-mail: [email protected] Website: www.debolstersambeek.nl SCHOOLPLAN 2015 - 2019 1

Transcript of  · Web viewAls deze ambitie incidenteel niet bereikt word, zullen wij dit terdege moeten kunnen...

Grotestraat 685836 AH SambeekTel.: 0485-573330

E-mail: [email protected]: www.debolstersambeek.nl

SCHOOLPLAN2015 - 2019

1

Schoolgegevens:

Brinnummer: 11DH00Naam: R.K. basisschool de BolsterDirectie: Directeur: Mercedes NottetAdres: Grotestraat 68, 5836 AH SambeekTelefoon: 0485-573330E-mail: [email protected]: www.debolstersambeek.nl

Bevoegd gezag: OPTIMUS primair onderwijsAdres bevoegd gezag: Molenstraat 19, 5431 BW CuijkContactpersoon: M. van den Berg, college van bestuurTelefoon: 0485-318910E-mail: [email protected]: www.optimusonderwijs.nl

2

Inhoudsopgave Schoolplan 2015-2019Hoofdstuk Inhoud Blz

Voorwoord Beleidsterreinen en competenties 5

1 Inleiding 1.1 Doelen en functie van het schoolplan1.2 Procedures opstellen en vaststellen van het schoolplan 1.3 Verwijzingen1.4 Beleid Optimus Primair Onderwijs

5566

2 Schoolbeschrijving 2.1 Gegevens school2.2 Kenmerken directie en leraren2.3 Kenmerken leerlingen2.4 Kenmerken ouders en omgeving 2.5 Prognoses: interne en externe ontwikkelingen

1212131314

3 Onderwijskundig beleid 3.1 Missie + mission statement + streefbeelden 3.2 Visie(s): algemeen en specifiek 3.3 Levensbeschouwelijke identiteit 3.4 Leerstofaanbod + Toetsinstrumenten 3.5 Taalleesonderwijs3.6 Rekenen en Wiskunde 3.7 Sociaal-emotionele ontwikkeling 3.8 Actief Burgerschap en sociale integratie3.9 ICT 3.10 Leertijd 3.11 Pedagogisch Handelen3.12 Didactisch Handelen 3.13 Actieve rol van de leerlingen3.14 Zorg en begeleiding3.15 Passend onderwijs – Samenwerkingsverband Stromenland 3.16 Opbrengstgericht werken 3.17 Opbrengsten van ons onderwijs3.18 Ons excellentiebeleid

15161819 2223242526262728282930313233

4 Integraal Personeelsbeleid

4.1 Optimus4.2 Organisatorische doelen 4.3 Schoolleiding 4.4 Beroepshouding 4.5 Integraal Personeelsbeleid – Professionalisering4.6 Instrumenten voor personeelsbeleid 4.7 Verzuimbeleid

35363738383942

5 Organisatie & beleid 5.1 Structuur schoolorganisatie + besturingsfilosofie5.2 Structuur (groeperingsvorm)5.3 Schoolklimaat (incl. Sociale Veiligheid en Risico-

Inventarisatie) 5.4 Interne Communicatie 5.5 Communicatie met externe instanties 5.6 Communicatie met ouders

43

4343

454647

6 Financieel beleid 6.1 Kaders 6.2 Begrotingen

4949

7 Kwaliteitsbeleid 7.1 Kwaliteitszorg 7.2 Wet- en regelgeving 7.3 Terugblik Schoolplan 2011-2015 en zelfevaluatie 7.4 Strategisch beleid 7.5 Analyse inspectierapport(en)7.6 Analyses Quick Scans en diagnoses WMK 7.7 Analyse oudervragenlijsten7.8 Analyse leerlingenvragenlijsten7.9 Analyse lerarenvragenlijsten 7.10 Het evaluatieplan

50505153535454555555

3

7.11 Het verbeterplan 56

Instemmingsverklaring MR en Bevoegd Gezag

61

Voorwoord

De indeling van het schoolplan 2015-2019 is afgestemd op beleidsterreinen die relevant zijn voor onze schoolontwikkeling. Deze beleidsterreinen vormen de focus voor onze kwaliteitszorg (zie hoofdstuk 7). Dit betekent dat wij deze beleidsterreinen:

1. Beschrijven : wat beloven we? (zie schoolplan)

2. Periodiek (laten) beoordelen : doen wij wat we beloven? (beoordeling door team, ouders, leerlingen, Inspectie)

3. Borgen of verbeteren : wat moeten wij borgen, wat verbeteren? (zie plan van aanpak 2015- 2019)

De onderscheiden beleidsterreinen komen (deels) overeen met de kwaliteitsaspecten die de Inspectie van het Onderwijs onderscheidt in haar toezichtkader.

4

1. Inleiding

1.1 Doelen en functie van het schoolplan

De doelen van dit schoolplan zijn: als school (bestuur, directie, team en medezeggenschapsraad) vaststellen wat voor de

periode van 1 augustus 2015 t/m 31 juli 2019 voor onze school het onderwijskundig beleid, personeelsbeleid, financieel en materieel beleid, relationeel beleid en het beleid ten aanzien van de kwaliteitszorg is en van deze beleidsterreinen een samenhangend geheel te maken;

dit beleid zo vast te stellen dat het gebruikt kan worden voor planmatige schoolontwikkeling met formulering van eigen beleidsvoornemens;

voldoen aan de wettelijke verplichting te beschikken over een schoolplan; het plan te baseren op een gemeenschappelijke missie en visies vanuit een gedragen

schoolconcept.

Dit schoolplan zal fungeren als: uitgangspunt voor de onderwijskundige beleidsplanning per schooljaar; verantwoordingsdocument in de richting van de landelijke overheid; basis voor richtinggevende ontwikkeling van onze school.

Op basis van ons vierjarige Plan van Aanpak (zie hoofdstuk 7) willen we jaarlijks een uitgewerkt jaarplan opstellen. In een jaarverslag zullen we steeds terugblikken, of de gestelde verbeterdoelen gerealiseerd zijn. Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren.

1.2 Procedures opstellen en vaststellen van het schoolplan

Het schoolplan is door het MT opgesteld in overleg met het team en de MR. De teamleden hebben meegedacht over de invulling van de verschillende hoofdstukken, en tevens conceptteksten aangeleverd.

Dit schoolplan is vastgesteld door het bestuur. De medezeggenschapsraad heeft in mei 2015 haar instemming verleend.

De komende vier jaar zullen we planmatig hoofdstukken van ons schoolplan met elkaar bespreken. Daarnaast zullen we aan het einde van ieder schooljaar het jaarplan voor het komende jaar samen vaststellen met instemming van de MR.

We houden het schoolplan levend door:Aan het begin van elk schooljaar het jaarplan te presenteren aan ouders en MR met een terugblik op het voorgaande jaarplan. Gedurende het schooljaar worden de beleidsvoornemens in het jaarplan regelmatig besproken en tussentijds geëvalueerd. Op het eind van ieder schooljaar wordt het jaarplan van het afgelopen schooljaar geëvalueerd en zal het jaarplan voor het komende jaar besproken worden in het team en de MR. Centraal daarin is de vraag of we hebben gedaan wat we hadden voorgenomen en of de gestelde doelen zijn bereikt. Het vormt de basis voor nieuwe verbeter- en ontwikkelpunten. Dit is een cyclisch proces. Na vier jaar, parallel lopend aan het schoolplan, vindt een herijking plaats van de missie en de visie van de school.

Professionalisering wordt deels afgestemd op de schoolontwikkeling. In de gesprekkencyclus met leerkrachten wordt er onder andere aandacht besteed aan de doelen voortkomend uit het jaarplan.In het jaarlijkse vergaderrooster is een planning opgenomen waarin zichtbaar is wanneer de elementen uit het jaarplan en daarmee uit het schoolplan worden besproken en geëvalueerd.

5

1.3 Verwijzingen

Voor het opstellen van het Schoolplan 2015-2019 zijn de volgende beleidsdocumenten relevant: De schoolgids van De Bolster: Hierin staat de missie/visie verwoord en zijn diverse

beleidszaken voor de ouders opgenomen. Het Meerjarenperspectief van OPTIMUS primair onderwijs 2011-2016: In dit document

staan richtinggevende uitspraken op stichtingsniveau voor de komende vier jaren. Uitwerking actualisatie strategisch beleid Optimus 2015-2019.

Andere documenten die als bron hebben gediend voor het opstellen van het schoolplan 2015-2019 zijn:

Jaarverslagen 2011 t/m 2014 Jaarplannen 2011 t/m 2014 Tevredenheid- en sociale veiligheidsvragenlijsten ouders, leerlingen en leraren Inspectieverslag april 2013 Schoolgids 2012/2014 Bijlage schoolgids 2012 t/m 2014 Schoolondersteuningsprofiel 2014 Prognoses leerlingen 2012-2015 Meerjarenbegroting 2012-2015 Het predicaat excellente scholen

1.4 Beleid OPTIMUS primair onderwijs

De Bolster maakt deel uit van OPTIMUS Primair Onderwijs (hierna OPTIMUS te noemen), een onderwijsorganisatie met 32 basisscholen. OPTIMUS werkt sinds 1 januari 2009 met een besturingsmodel waarin het houden van toezicht is gescheiden van het besturen. Daartoe wordt er gewerkt met een Raad van Toezicht en een College van Bestuur. Dit laatste orgaan vormt het bevoegd gezag van de organisatie. Het College van Bestuur wordt gevormd door:M. van den Berg

Nadere gegevens over OPTIMUS, waaronder de contactgegevens, vindt u op de website: www.optimusonderwijs.nl.

De missie van OPTIMUSIn de OPTIMUS onderwijsorganisatie wordt professioneel, dynamisch, vol vertrouwen en in gezamenlijkheid gewerkt aan de ontwikkeling en toekomst van allen die bij OPTIMUS betrokken zijn. Alle kwaliteiten van de leerlingen worden aangesproken en met hen tot ontwikkeling gebracht. De leerlingen ontwikkelen zich tot burgers met een waardenoriëntatie, die hen – in zelfverantwoordelijke zelfbepaling – verantwoordelijkheid doet nemen om in betrokkenheid met medeburgers, ook die met oriëntaties op andere bronnen van waarden, de samenleving verder te ontwikkelen, gericht op het welzijn van de samenleving als geheel.

De visie van OPTIMUSOPTIMUS wil dat kinderen de school met brede bagage verlaten, zodat zij de uitdagingen van de toekomst aan kunnen gaan. OPTIMUS leerlingen leren: Kennis te hebben van de wereld; Vanuit waarden te handelen; Kritisch te denken; Eigenaar te zijn van hun ontwikkeling en uit zichzelf gemotiveerd zijn om te leren; Effectief te communiceren; Sociaal-emotionele en culturele vaardigheden; Hun creativiteit te benutten; Samen te werken; Oplossingsgericht te werken; ICT-vaardig te zijn.

Kernwaarden van OPTIMUS:

6

Kwaliteit: Professionele medewerkers richten zich op de behoefte van het kindOntwikkeling: Leerlingen en medewerkers zijn continu in ontwikkelingResultaat: Het werken aan opbrengsten is motiverend voor zowel leerlingen als

medewerkersVerantwoordelijkheid: Eigenaarschap is op alle niveaus terug te vindenVerbondenheid: Verbinding op en tussen alle niveaus, ook verbinding intern-extern Vertrouwen: Vanuit vertrouwen in de ander wordt de verbinding aangegaan,

waarbij je zegt wat je doet en doet wat je zegt

Speerpunten met de daarbij horende doelen van OPTIMUS:1. Opbrengsten in brede zin

-scholen laten zien hoe zij hun ambities t.a.v. de (brede) opbrengsten realiseren;-scholen maken zichtbaar op welke wijze zij het onderwijs afstemmen op de ontwikkeling van de leerlingen met het oog op zichtbare resultaten;-90% scoort boven de ondergrens van de inspectie eind groep 8 en 20% scoort boven de bovengrens;-de school geeft aan op welk resultaatgebied een school excelleert.

2. Verbeteren en vernieuwen van het onderwijsleerproces-leerlingen zijn actief betrokken bij hun eigen leerproces en dragen zichtbaar bij aan hun eigen ontwikkeling;-90% van de leerkrachten scoren voldoende op ICT-competenties;-90% van de leerlingen scoort voldoende op de mediawijsheid-competenties.

3. Professionaliseren-iedere school heeft het continu leren in werking en toont aan hoe dat leidt tot verbetering van het onderwijs;-360 graden feedback is op de scholen geïmplementeerd;-medewerkers besteden persoonlijke opleidingsbudgetten/-uren t.b.v. individuele ontwikkeling;-jaarlijks wordt een onderzoeksagenda opgesteld en uitgevoerd.

4. Ouderbetrokkenheid-elke school betrekt ouders actief bij de ontwikkeling van het leerproces van hun kind.

5. Regionale samenwerking-iedere school heeft een eigen zorgarrangement, afgestemd binnen het samenwerkings- verband.

MeerjarenperspectiefIn het meerjarenperspectief “Over morgen”, opgesteld door het College van Bestuur voor de periode 2011-2016, wordt de optiek beschreven van waaruit OPTIMUS naar de toekomst kijkt. In dit toekomstbeeld ligt de basisverwachting ten aanzien van het dagelijks handelen van alle medewerkers van OPTIMUS. Daarnaast wordt in het meerjarenperspectief de balans bepleit tussen het voldoen aan de eigen autonome opdracht van het onderwijs en het reageren of meebewegen op maatschappelijke verwachtingen. Zo ontstaat een herkenbaar en terdege onderbouwd fundament voor ouders, partners in onderwijs en opvoeding en alle belanghebbenden en geïnteresseerden. Het biedt een basis op grond waarvan het bestuur en vooral de scholen keuzes kunnen maken. Keuzes die het onderwijs in de (nabije) toekomst vorm geven.

In het meerjarenperspectief worden belangrijke ontwikkelingen beschreven. Vervolgens wordt verwoord wat het standpunt van OPTIMUS is t.a.v. deze ontwikkelingen en wat de gevolgen zijn voor de scholen. Dit gebeurt in termen van opdrachten (wat vergen de ontwikkelingen van ons?) en in termen van uitdagingen (wat vragen de ontwikkelingen van ons?).In het kader van ons schoolplan wordt volstaan met een korte toelichting op de ontwikkelingen en de beschrijving van de opdrachten en de uitdagingen. De volledige tekst van het meerjarenperspectief is te vinden op de website van OPTIMUS evenals de uitwerking actualisatie strategisch beleid 2015-2019 in navolging en aanvulling op het meerjarenperspectief.

Opdracht 1 Ontwikkelingsdoelen leerlingen

7

Alle scholen binnen OPTIMUS hebben, naast het vormgeven van de wettelijk bepaalde doelen, de gerichte opdracht om zichtbaar aandacht te besteden aan de door OPTIMUS geformuleerde, aanvullende onderwijsdoelen. We hechten belang aan goede prestaties van leerlingen op de kernvakken van het onderwijs. Daarnaast willen we nadrukkelijk leerlingen laten groeien naar ‘zelfverantwoordelijke zelfbepaling’, hetgeen vraagt dat onze leerlingen sociale vaardigheden en een gezond zelfvertrouwen ontwikkelen én leren samenwerken.

De uitdagingKader: Voldoen aan WPO en wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen.Alle scholen maken gebruik van een instrument om de sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen te volgen.Goede prestaties op de kernvakken zijn vanzelfsprekend en er is mogelijkheid tot verbreding van het begrip opbrengsten.Professionalisering van alle medewerkers op individueel, team en organisatieniveau, een gedegen gesprekkencyclus met ontwikkelplannen en een jaarlijks actuele competentieset.

Opdracht 2 Innovatie in het onderwijsHet CvB is van mening dat OPTIMUS open moet staan voor innovatie. We zien innovatie als een sprongsgewijze verandering, waarbij bestaande denkbeelden, structuren of werkwijzen worden losgelaten en vervangen door iets ‘beters’. Scholen moeten zich bewust zijn van hun omgeving en van de ontwikkelingen van kinderen in deze tijdsperiode.Zij moeten hierop hun aanbod, inhoud en werkwijze laten aansluiten. De organisatie moet daar waar innovatie noodzakelijk of wenselijk is, ook kunnen innoveren. Dit vraagt om een flexibele organisatiestructuur en om medewerkers met een kritische doch open houding ten opzichte van veranderingen. Veranderingen moeten immers wel tot verbeteringen leiden!Veel innovaties vinden plaats op het terrein van nieuwe onderwijstechnologieën, waaronder ICT en sociale media. Het CvB wil ervoor zorgen dat OPTIMUS m.b.t. de toerusting en het gebruik van nieuwe onderwijstechnologieën ‘in de voorhoede van het Nederlandse onderwijs’ opereert en dat de leerresultaten en vaardigheden van haar leerlingen met behulp van het gebruik van deze technologieën bovengemiddeld zullen zijn.Tot slot doet ook de vraag naar andere vormen dan het huidige onderwijsmodel - van half negen tot half vier - een beroep op het innovatief vermogen om nieuwe onderwijs- en opvangvormen in bijvoorbeeld dagarrangementen te organiseren, in samenwerking met andere organisaties in de omgeving.

De uitdagingInnovatieve pilots, experimenten en proeftuinen op meerdere beleidsonderwerpen.Oprichting stichtingoverstijgende IKC’s en inzet meerscholige directeuren.

Opdracht 3 Zorgprofilering en samenwerkingDe onderwijsbehoefte in de samenleving is bepalend voor de breedte van de onderwijszorg op de scholen van OPTIMUS. Het uitgangspunt is dat ieder kind telt en welkom is! Passend onderwijs in een school naar keuze is immers een recht.Elke OPTIMUS-school heeft een eigen zorgprofiel opgesteld en werkt met andere scholen in de regio samen om de leerlingen binnen deze regio een passend onderwijsarrangement te kunnen bieden. Daar waar dat niet mogelijk is vanuit eigen inzet, wordt van de scholen verwacht dat zij samenwerken met andere instellingen die dat wel kunnen bieden. De ambitie van OPTIMUS is om zoveel mogelijk kinderen in het werkgebied een passend onderwijszorgarrangement te kunnen aanbieden. De komende jaren zal de zorgcapaciteit van de organisatie worden verbreed door de zorgprofielen van de scholen op elkaar af te stemmen, met name in gemeenten en op plaatsen waar verschillende scholen zich in elkaars nabijheid bevinden.

Tussentijdse evaluatie:OPTIMUS participeert in twee samenwerkingsverbanden namelijk 30.06 (Oss, Uden, Veghel) en Stromenland (Nijmegen, Cuijk, Wijchen). OPTIMUS draagt bij aan de ontwikkeling van de ondersteuningsplannen in beide samenwerkingsverbanden. Deze plannen vormen het kader voor de

8

scholen om hun schoolondersteuningsprofiel vorm te geven. De implicaties van deze plannen worden op OPTIMUS-niveau doordacht. Zowel de projectgroep passend onderwijs als de afdeling Onderwijs ondersteunen de implementatie op schoolniveau.De uitwerking van de zorgarrangementen zal binnen passend onderwijs een invulling krijgen. De doorontwikkeling van zorgarrangementen binnen en buiten de scholen moet leiden tot een dekkend aanbod in de regio. Daarbij is extra aandacht voor de voorzieningen voor hoogbegaafde leerlingen (plusklassen en Leonardo) en de positie van de SBO’s in de samenwerkingsverbanden. Ook de doorgaande lijn tussen voorschool-basisschool-voortgezet onderwijs vraagt om aandacht.

Opdracht 4 Het bijzondere kaderScholen geven een inhoudelijke invulling aan spiritualiteit, solidariteit en subsidiariteit en handelen hier ook zelf naar. Elke OPTIMUS-school beschrijft in de komende periode waar het

‘bijzondere’ in het onderwijs zichtbaar is en hoe de levensbeschouwelijke identiteit wordt vormgegeven.

De vraag van een belanghebbende: “Hoe zie ik nu dat dit een Katholieke of Protestants-Christelijke school is?” kan hierdoor op elke school binnen OPTIMUS helder en herkenbaar beantwoord worden.

De uitdagingDe projectgroep Identiteit en burgerschap geeft de scholen handreikingen om in de volgende planperiode met dit thema aan de slag te gaan. In de uitwerking van de actualisatie van het beleid is op organisatieniveau een invulling gegeven aan de kernwaarden voor de grondslag van OPTIMUS: moed, rechtvaardigheid, verstandigheid en gematigdheid.

Opdracht 5 De ontwikkeling van het beroep leraarScholen hebben de opdracht om te bepalen op welke wijze zij zelf het beroep van leraar zo aantrekkelijk mogelijk kunnen maken. Zij maken hierbij onder andere gebruik van ontwikkelingen op OPTIMUS-niveau, zoals het functiehuis en het werken met de gesprekscyclus. Ook kunnen zij zoeken naar wijzen waarop de talenten binnen de eigen school zo goed mogelijk worden aangesproken. Dit vraagt daadwerkelijke interesse in het ‘zijn en kunnen’ van de personeelsleden en het zoeken naar creatieve manieren om hier meer en beter gebruik van te maken. Op deze manier kunnen scholen hun personeel blijven binden en boeien.

De uitdagingNa de eerste professionaliseringstrajecten en beleidsimplementaties dient nu verder ingezet te worden op het willen ontwikkelen, het continu blijven leren, de aanwezige talenten en expertise benutten. We hebben hierbij de HPO 5 succesfactoren als leidraad.Doelen:

Het ontwikkelen en (op termijn) werven van medewerkers die continu leren als vanzelfsprekend beschouwen;

Onderwijspersoonlijkheden met een beroepshouding waarin het tot ontwikkeling brengen van anderen centraal staat;

Daarnaast op zowel individueel, team als organisatieniveau de continu lerende organisatie gaan inrichten aan de hand van een bovenschools kader.

Hiermee leggen we een solide basis waarop competentiemanagement gebouwd wordt.Een middel is het gaan werken met persoonlijke opleidingsbudgetten.

Opdracht 6 ProfessionaliseringIn de kern ligt de verantwoordelijkheid voor professionalisering bij de leerkrachten zelf. Zij dienen over de houding te beschikken waarbij ze graag willen leren. Vervolgens is het belangrijk dat leraren (en alle overige personeelsleden) de ondersteuning, scholing, coaching en begeleiding krijgen om professioneel te kunnen zijn, worden, blijven en verbeteren. Hierdoor zijn ze in staat het nodige professionelezelfvertrouwen uit te stralen en voelen ze zich gewaardeerd.

9

Het is aan de scholen om enerzijds zelf deze ondersteuning te bieden, dicht op de werkvloer in de nabijheid van de leraar. Anderzijds dienen scholen personeelsleden de ruimte te bieden en te faciliteren om zichzelf te ontwikkelen, onder meer door gebruik te maken van de OPTIMUS-academie.

De uitdagingDe OPTIMUS Academie wordt doorontwikkeld tot de OPTIMUS Academie 2.0. Evidence based wordt bekeken welk theoretisch kader van de lerende organisatie we gaan hanteren. We werken op 3 niveaus het leren van en met elkaar uit: op individueel, team- en organisatieniveau. Daarnaast blijft er bij de OPTIMUS Academie een opleidingsaanbod, gericht op de OPTIMUS-competentieset. Dit blijft flexibel aangezien competenties veranderen en dus ook het opleidingsaanbod.Verder willen we zelf praktijkonderzoeken laten plaatsvinden in onze organisatie en stimuleren we medewerkers om een master te volgen.Ook zal bekeken worden hoe we de opleidingsbudgetten vorm gaan geven, (bijvoorbeeld de persoonlijke opleidingsbudgetten).

Opdracht 7 Verantwoording afleggen over beleid en resultatenScholen hebben de opdracht om te voldoen aan de verwachtingen van de maatschappij en laten dit aantoonbaar zien in de gesprekscyclus met het CvB als het gaat om de kwaliteit van het onderwijs. Dit vraagt van scholen dat zij zich focussen op de opbrengsten en effectief hun eigen onderwijsprocessen vormgeven. Scholen kunnen onderbouwd aangeven wat zij, met welke reden, welk doel en welke opbrengst hebben gedaan. Hierbij verwacht het CvB dat scholen de keuzes, die zij hierbij gemaakt hebben, middels onderzoek en verwachtingen onder belanghebbenden (o.a. ouders) hebben afgewogen.

De uitdagingBasis is het kader van de referentieniveaus taal en rekenen (die staat niet ter discussie)Aangezien opdracht 7 overlap heeft met opdracht 1 verwijzen we naar de inhoud vermeld bij opdracht 1.

Opdracht 8 Flexibiliteit en creativiteit in nieuwe organisatievormenHet besluit tot behoud van de onderwijsvoorzieningen in kleine kernen kan vergaande consequenties hebben voor de inrichting en organisatie van scholen. Met de terugloop van het aantal leerlingen, ontstaat in enkele kernen een situatie waar nog slechts enkele kinderen van een bepaalde leeftijd de school bezoeken. Dit gegeven kan belemmerend zijn voor zowel de cognitieve als de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Door scholen te clusteren, kan er meer gebruik worden gemaakt van mogelijkheden om bepaalde delen van het leerstofaanbod in gezamenlijkheid aan te bieden of activiteiten te organiseren waaraan kinderen van de verschillende scholen kunnen deelnemen. Intensieve samenwerkingsvormen met andere scholen en organisaties zullen ontstaan. OPTIMUS-scholen zullen hier flexibel en creatief mee om moeten gaan, teneinde de uiteindelijke onderwijskwaliteit, zowel ten aanzien van opbrengsten als van de sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen, te waarborgen.

Tussenevaluatie en de uitdagingDe projectgroep Kleine scholen heeft een notitie opgesteld met daarin per gemeente een aantal toekomstscenario’s voor de kleine scholen van OPTIMUS. Toekomstscenario’s die gebaseerd zijn op het belang van het bieden van kwaliteit van onderwijs en op de regionale situatie (de context waarin de school zich bevindt). De voorgestelde toekomstscenario’s zullen meegenomen worden in het beleid ten aanzien van de kleine scholen.

Uitwerking schoolniveauHet meerjarenperspectief en haar actualisatie is een eerste aanzet om de toekomst in beeld te brengen. Op veel onderdelen wordt het de komende tijd samen met de directeuren en personeelsleden verder geconcretiseerd. We luisteren hierbij goed naar de mensen binnen en buiten de organisatie, nemen weloverwogen beslissingen en zorgen voor een juiste informatievoorziening.Een eerste stap in de verdere concretisering ligt in het voorliggende schoolplan.

2. Schoolbeschrijving.

10

2.1 Gegevens schoolDe Bolster staat in het saamhorige dorp Sambeek, dat onderdeel uitmaakt van de gemeente Boxmeer. Het is een karakteristieke dorpsschool. De dorpse activiteiten worden dikwijls betrokken bij het onderwijs en vice versa. Momenteel hebben we 130 leerlingen, verdeeld over 5 groepen. Wij bieden onderwijs aan 4 t/m 12 jarige kinderen.

Per 1 augustus 2014 verhuren wij een vleugel met 3 lokalen aan Stichting Dichterbij. Naast wat financiële speelruimte biedt het de mogelijkheid gebruik te maken van enige wederzijdse dienstverlening waardoor onze leerlingen al vroeg kennis maken met de diversiteit van onze maatschappij.

Per 1 januari 2015 is er geen peuterspeelzaal meer binnen de school vanwege de krimp.Vanaf schooljaar 2015-2016 starten wij met het 5 gelijke dagen model waarbij wij onderwijs verzorgen aan alle groepen, dagelijks van 8.30 tot 14.00 uur

We hebben de beschikking over 11 lokalen, een speelzaal, een IB kantoor, een directiekantoor, een logopedie / GGD ruimte, een personeelsruimte en een ruime gemeenschappelijke hal/aula. De klaslokalen zijn in gebruik genomen door respectievelijk ons multifunctionele open leercentrum, ons technieklokaal, 3 lokalen voor de Stichting Dichterbij en de 5 lokalen voor de huidige groepen.

Adresgegevens:R.K. Basisschool De BolsterGrotestraat 685836 AH SambeekTel: 0485-573330www.debolstersambeek.nl [email protected]

2.2 Kenmerken directie en leerkrachten.De directie van de school bestaat uit een parttime directeur die eveneens directeur is van een andere basisschool binnen Optimus, een leerkracht met profiel zorg (de Intern Begeleider) en een leerkracht met profiel management. Zij vormen het MT (management team). Beide leerkrachten met een specifieke taak zitten in een LB salarisschaal.

Op onze school werken 8 leerkrachten waarvan 2 fulltime met beide een dag ambulante tijd, 1 fulltime met volledige bapo, 1 fulltime en 2 parttime. Verder beschikken we over een conciërge voor 11 uur per week en een administratieve kracht voor 2 uur per week.

Het ziekteverzuim onder de leerkrachten is de afgelopen jaren steeds lager geworden.

De leeftijdsopbouw wordt gegeven in onderstaand schema per 01-08-2014

2.3 Kenmerken leerlingen

11

Per (01-08-2014) MT OP OOP

Ouder dan 50 jaar 1 2

Tussen 40 en 50 jaar Dir 1

Tussen 30 en 40 jaar IB 1Lkr managementtaken

1

2

Tussen 20 en 30 jaar 2

Jonger dan 20 jaar

Totaal 3 5 2

De jaren voor schooljaar 2012/2013 heeft de school nooit leerlinggewichten geregistreerd terwijl deze wel aanwezig waren. In schooljaar 2012/2013 heeft 7% van onze leerlingen een 0.30 gewicht en 0% een 1.20 gewicht. In 2014/2015 heeft nog maar 3% een 0.30 gewicht en 0% een 1.20 gewicht. Al onze leerlingen zijn afkomstig uit autochtone gezinnen met veelal een katholieke achtergrond. Onze leerlingen beschikken niet over een rijke taalomgeving. Het aantal dyslectische leerlingen en leerlingen met hiaten in hun sociale vaardigheden lijken verhoudingsgewijs en schoolbreed gezien hoog. Onze leerlingen zijn meer rekenvaardig dan taalvaardig.

Het leerlingenaantal op de Bolster is de afgelopen jaren fors afgenomen mede door de verdwijning van het voormalige asielzoekerscentrum en de daling van het aantal geboorten in het dorp Sambeek. Deze dalende trend zal de komende jaren heel geleidelijk doorzetten. De Bolster heeft niet veel last van een concurrentie positie. Het is waarschijnlijker dat leerlingen uit de omliggende dorpen zoals Vortum-Mullem en de wijk Luneven in Boxmeer naar de Bolster zullen komen indien de Bolster zich weet te onderscheiden en een gedegen onderwijs kwaliteit neerzet. Voor nadere kentallen verwijzen wij naar het document ‘Prognose 2015-2019 van de Bolster en de Meerjarenbegroting 2015-2019 inclusief de personele uitgaven van de Bolster.

Op dit moment heeft De Bolster 5 groepen. Alle groepen zijn gecombineerd.

2.4 Kenmerken ouders en omgeving

De meeste ouders van de leerlingen zijn betrokken waar het de ontwikkeling en prestaties van hun kinderen betreft. Voor een groep ouders geldt echter de stellingname ‘mijn kind komt er zo ook wel, hij/zij hoeft niet te leren dat hoefden wij vroeger ook niet’. Voor hen is de sociale ontwikkeling meer van belang. Rapportbesprekingen en informatieavonden over de groep worden door bijna alle ouders bezocht. Algemene ouderavonden en thema avonden worden matig tot slecht bezocht. Bijeenkomsten waarin hun kinderen een actieve rol hebben worden druk bezocht.

Ouders behoren over het algemeen tot de gemiddelde inkomensgroep en zijn zelf gemiddeld opgeleid. Ongeveer 80% van de ouders heeft een MBO opleiding. Van oudsher is Sambeek een dorp waarin het agrarische aspect een grote rol speelt en veelal fabriekswerk werd verricht op het nabije Boxmeerse industrieterrein. Het merendeel van de gezinnen heeft een Rooms Katholieke achtergrond maar is niet praktiserend. De meerderheid van de inwoners van Sambeek gebruikt van oudsher een dialect.

Gezinnen wonen op loop- of fietsafstand van de school en 90% van de kinderen wonen ook in Sambeek.

In de nabije toekomst is er geen sprake van nieuwbouw. De geboortecijfers van Sambeek laten een gestage daling zien.

Sambeek is een dorp waarbij de inwoners betrokken zijn met elkaar. Er is o.a. een actieve dorpsraad, een activiteitencentrum, een sporthal, een grote harmonie, een voetbalvereniging, volleybalvereniging en een tennisvereniging.

2.5 Prognoses: interne en externe ontwikkelingen

12

In het kader van ons nieuwe schoolplan zien we voor de komende vier jaren een aantal kansen (intern en extern) en bedreigingen (intern en extern) voor wat betreft de school, het personeel en de leerlingen. We willen hier nadrukkelijk rekening mee houden in ons beleid en onze beleidskeuzen.

KANSEN BEDREIGINGEN

INTERN Onderwijskundig:- voldoende resultaten eindcito- voldoende tussenresultaten- voldoende materialen- veel ruimtes in de school (open leercentrum met bieb, technieklokaal, eigen podium in de hal)- bedreigingen erkennen en aanpakken

Personeel:- kartrekkers met up to date kennis- een gedreven team

Leerlingen:- Potentie van de leerlingen is wel aanwezig- Kwaliteitszorg is in toenemende mate aanwezig

Overig:- Ouders zijn met name betrokken bij de school daar waar het gaat om activiteiten

Onderwijskundig:- financiële haalbaarheid m.b.t. tijdig vervangen methoden - blijven bewaken van doorgaande lijnen in onderwijsaanbod - Wildgroei in aanbod

Personeel:- veelvuldige wisselingen in personeel- weinig specifieke expertise.- hoge werkdruk

Leerlingen:- Krimp leerlingenaantal- toenemende diversiteit bij binnenkomst op gedrags- en leergebied

Overig:- Ouders willen steeds meer inspraak waarbij voorbij gegaan wordt aan de expertise van de leerkracht.

EXTERN Onderwijskundig:- Delen van kennis Optimusbreed - Referentiekaders Taal en Rekenen- aanbieden ander onderwijsarrangement- afstemming V.O. en contacten

Personeel:- meer scholingsmogelijkheden- mobiliteitsbeleid Optimus- gesprekkencyclus

Leerlingen:- passend onderwijs

Overig:- betrokkenheid binnen het dorp- inzet dorpsraad voor de school- verhuur vleugel aan Stichting Dichterbij- Opgeknapt gebouw- Vernieuwd groen speelplein

Onderwijskundig:- bezuinigingen overheid en gemeente

Personeel:- toename werkdruk- teveel onderwijsvernieuwingen overheid

Leerlingen:

Overig:- Verdwijning PspZ per 1 januari 2015

3. Het Onderwijskundig beleid.

13

3.1 De Missie van de school:

De missie van de school is afgeleid van de missie van de stichting Optimus. Deze luidt als volgt:

De missie van OPTIMUSIn de OPTIMUS onderwijsorganisatie wordt professioneel, dynamisch, vol vertrouwen en in gezamenlijkheid gewerkt aan de ontwikkeling en toekomst van allen die bij OPTIMUS betrokken zijn. Alle kwaliteiten van de leerlingen worden aangesproken en met hen tot ontwikkeling gebracht. De leerlingen ontwikkelen zich tot burgers met een waardenoriëntatie, die hen – in zelfverantwoordelijke zelfbepaling – verantwoordelijkheid doet nemen om in betrokkenheid met medeburgers, ook die met oriëntaties op andere bronnen van waarden, de samenleving verder te ontwikkelen, gericht op het welzijn van de samenleving als geheel.

3.1.1 Missie van onze school:

Wat willen wij?

Een school zijn waar ieder kind de moeite waard is. Een school zijn die het kind in een doorgaande lijn begeleidt in het ontwikkelen van

vaardigheden zoals: zelfstandigheid, plannen, analyseren, reflecteren en samenwerken. Een school zijn waar een geheel van kinderen, leerkrachten, ouders en externen

samenkomen en die daarbij van- en met elkaar leren. Een school zijn die uitgaat van de ontwikkelingsbehoeften van kinderen en daar in de praktijk

ook uiting aangeeft. Een school zijn waar kinderen de kans krijgen hun eigen talent/specifieke vaardigheid te

ontdekken.

Voor wie willen we dat zijn?

Voor alle leerlingen, ouders, leerkrachten en overige betrokkenen.

Waarom willen we dat?

We willen kinderen in staat stellen zo veel mogelijk kennis en ervaringen op te doen en vaardigheden te ontwikkelen.

We willen zorgen dat de persoonlijke ontwikkeling van het kind gestimuleerd wordt. We willen dat kinderen zich ontwikkelen tot zelfstandige individuen, die zich bewust zijn van

hun sociale omgeving en daar op een zorgvuldige wijze mee leren omgaan. We willen leerkrachten en kinderen de mogelijkheid geven hun talenten en competenties zo optimaal mogelijk in te zetten, waardoor hun horizon verbreed wordt en zij een functionele rol in de maatschappij kunnen gaan innemen.

3.1.2 Slogan en kernwaarden:

Onze slogan is:

Op de Bolster leert, werkt, viert en speelt ieder kind op zijn eigen manier, maar vooral ook samen, naar optimale

persoonlijke groei!

We willen kinderen naast het zo optimaal mogelijk ontwikkelen van de basisvaardigheden uitdagen hun eigen talenten te ontdekken.Onze Kernwaarden zijn:

14

- Kinderen durven op de Bolster initiatief te nemen. Ze krijgen daarbij het vertrouwen en de ondersteuning van de leerkracht. - Kinderen leren tegelijkertijd dat ze niet alleen verantwoordelijk zijn voor zichzelf, voor hun werk maar ook voor anderen en dus voor de sfeer op onze school. - We streven ernaar om een school te zijn waar kinderen kunnen ervaren hoe leuk het is om nieuwe dingen te ontdekken en te leren, waar ze nieuwsgierig gemaakt worden naar alles wat er nog te leren en te beleven valt, een plek waar ze met veel plezier naar toe gaan.

3.1.3 Streefbeelden

Voor de komende vier jaar zijn de volgende richtinggevende uitspraken van belang voor onze activiteiten en prioritering:

1. Op onze school wordt systematisch (gestructureerd) aandacht geschonken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling.

2. Op onze school is er sprake van passend onderwijs. 3. Alle medewerkers werken (samen) aan hun persoonlijke ontwikkeling gerelateerd aan de

schoolontwikkeling. 4. Op onze school werken we volgens de 1-Zorgroute zodat de zorg voor onze leerlingen binnen

de groep zo optimaal mogelijk is.5. Op onze school wordt opbrengstgericht gewerkt in de breedste zin.6. Onze school wilt zich onderscheidend en excellent ontwikkelen op het gebied van actief

burgerschap en SEO.

3.1.4 Missiebeleid

Beleid om de missie levend te houden:

1. Missie, slogan en kernwaarden komen 2 x per jaar aan bod tijdens de inhoudelijke vergaderingen.2. De visie en haar uitgangspunten zijn opgenomen in de schoolgids.

3.2 De visie van de school.

3.2.1 Algemeen

De Bolster is een R.K. basisschool waar elk kind ongeacht geloof, cultuur, sociale klasse of sociale achtergrond welkom is.Hiermee zijn wij een afspiegeling van de multiculturele maatschappij en daarom willen wij onze kinderen ook maatschappelijk bewustzijn en betrokkenheid bijbrengen. Om straks zo goed mogelijk in de maatschappij te kunnen participeren, leggen wij bij onze kinderen de basis tot respect voor elkaar en de omgeving. Daarom streven wij ernaar om kinderen te leren, op een vreedzame manier, conflicten op te lossen en hebben wij aandacht voor normen en waarden.Wij vergroten hiermee op school een veilige leeromgeving waar de kinderen leren met en door elkaar. Wij zijn een school waar ruimte is voor optimale individuele ontplooiing en ontwikkeling van eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Dit draagt bij tot resultaatgericht leren, zowel op sociaal emotioneel- als cognitief niveau. Omgaan met verschillen tussen kinderen komt tot uiting in onze gedegen zorgstructuur.Het team van leerkrachten ondersteunt en begeleidt de leerlingen daarbij. Zij zorgen voor kwalitatief goed onderwijs, afgestemd op de onderwijsbehoeften van de kinderen en in een uitdagende leeromgeving. Continue professionalisering van het team op onder andere onderwijsinhoudelijk en pedagogisch vlak is de basis voor de ontwikkeling van onze leerlingen. Denken in oplossingen en een open houding bij het team, de kinderen en hun ouders, vinden wij daarbij zeer belangrijk. De betrokkenheid van ouders is onmisbaar. We zien ouders als partners die meedenken over hun kinderen, samen met het team en alle betrokkenen.De Maatschappij verandert continu en vraagt van de school om deelname aan allerlei activiteiten en meegaan in onderwijskundige ontwikkelingen. Wij willen hierin verantwoorde keuzes maken samen

15

met de ouders in het belang van hun kinderen. Wij staan open voor passend onderwijs binnen de grenzen van ons schoolondersteuningsprofiel.

We willen dat De Bolster een belangrijke basis legt in het leven van al onze kinderen, zodat zij er met plezier heen gaan én er ook met plezier op terugkijken!

3.2.2 Specifiek

De uitgangspunten van ons onderwijs:

Zelfstandig werken:

Zelfstandig werken is op onze school zowel een doel als een middel. Het kent twee vormen. Zelfstandig werken door zelfstandige verwerking van de leerstof na instructie én zelfstandig werken aan (van) op maat aangeboden werk; oefenstof en herhalingsstof in de vorm van dagtaken of verbredings- en verrijkingsstof in de vorm van weektaken.Het doel is de leerlingen eerst zelf na te laten denken over oplossingen voor problemen die ze tegenkomen in de verwerking van de leerstof. Dit draagt bij tot de ontwikkeling van zelfstandigheid, zelfredzaamheid, zelfverantwoordelijkheid en zelfsturing. Daarnaast spelen het maken van keuzes (wat doe ik eerst en wat later?), en plannen binnen een bepaalde tijd een grote rol. De leerlingen krijgen zicht op hun eigen leerproces door evaluatie van henzelf en van de leerkracht.Tijdens het zelfstandig werken en het zelfstandig verwerken van leerstof, gebruiken we een stoplicht en timetimer.De kleur van het stoplicht geeft aan of de kinderen hulp mogen vragen aan de leerkracht of medeleerlingen. De timetimer geeft aan hoelang die afspraak geldt. We willen hiermee voorkomen dat kinderen te snel hulp vragen zonder eerst zelf oplossingen te bedenken. We willen de kinderen hiermee ook uitgestelde aandacht bijbrengen.Tijdens het rode stoplicht is de leerkracht bezig met verlengde- of extra instructie aan kinderen die dat nodig hebben.Om deze werkwijze visueel te ondersteunen gebruiken we in de klassen de kleuren van een stoplicht.

Rood betekent dat er volledig zelfstandig en stil wordt gewerkt. Oranje betekent dat de leerlingen elkaar fluisterend leervragen mogen stellen.Groen betekent dat de leerlingen elkaar en de leerkracht leervragen mogen stellen.

De zelfstandig werktijd is opgenomen in het weekrooster. De leerlingen werken dan aan hun dag- of weektaak, individueel afgestemd op hun leerbehoeften.

Samenwerken:

Onze school functioneert als een gemeenschap. Dit blijkt onder meer door onze leerlingenraad. Uit elke groep neemt één leerling deel aan de leerlingenraad. De voorzitter is een kind uit groep 8. Ook worden er van elke vergadering notulen gemaakt en gepubliceerd op de website. Ons onderwijs kent een belangrijke plaats toe aan het samenwerkend leren. Dit leren heeft een positieve invloed op de cognitieve en sociale ontwikkeling van leerlingen, zoals leerprestaties en zelfvertrouwen. Het samenwerkend leren voldoet aan de volgende kenmerken: positieve wederzijdse afhankelijkheid, individuele aanspreekbaarheid, directe interactie en sociale vaardigheden.

Medeverantwoordelijkheid:

Het medeverantwoordelijk maken van de gang van zaken uit zich op verschillende manieren binnen onze school. Enkele voorbeelden hiervan zijn: het opstellen van de groepsregels door de kinderen zelf, de leerlingenraad, de pleinwacht, schoonhouden van het plein en de schooltuin. Deze vormen hebben als doel de leefbaarheid binnen en om de school te delen met elkaar.Daarnaast kennen de leerlingen ook medeverantwoordelijkheid in hun eigen onderwijsleerproces. De leerkrachten van groep 5 t/m 8 bespreken werk en resultaten met de leerlingen en samen met de leerkracht worden nieuwe leerdoelen vastgesteld.

16

Onze onderwijskundige speerpunten

Onze school heeft een aantal principes vastgesteld voor kwalitatief goed onderwijs. Ten aanzien van ons onderwijs (effectief onderwijs) zoeken we naar een goede balans tussen de aandacht voor de cognitieve ontwikkeling en de sociaal/emotionele van de kinderen. Van belang zijn de volgende aspecten:

1. De leertijd wordt effectief besteed 2. Het leren van de leerlingen staat centraal 3. De leerkrachten hebben hoge verwachtingen van de leerlingen en laten dat merken4. Leerlingen die dat nodig hebben krijgen extra aandacht 5. Er wordt gewerkt met het BHV-model (basisstof, herhalingsstof, verrijkingsstof)6. De leraren passen hun onderwijs aan gelet op de kwaliteiten van een kind, een groepje of de

groep als geheel 7. De leraren werken opbrengstgericht (vanuit heldere doelstellingen) 8. Leerkrachten zorgen voor een ordelijk en gestructureerd klimaat dat geschikt is voor leren

en onderwijzen9. De communicatie (interactie) tussen de leerkracht en de leerlingen en de leerlingen

onderling verloopt geordend 10. Het belang van de (bege)leidende en sturende rol van de leerkracht wordt onderkend11. De leraren zetten waar mogelijk aan tot het werken met (behulp van) ICT-middelen12. De zorg en begeleiding is een onderdeel van het handelen van de leraren

3.3 Levensbeschouwelijke identiteit

Onze school is een katholieke basisschool en geeft daar op eigentijdse wijze invulling aan. Waarden en normen vanuit de Christelijke traditie vormen een basis voor ons handelen. De 1e Communie en het Vormsel worden door een werkgroep buiten school georganiseerd en daar waar nodig participeert school hierin.Uiteraard besteden wij ook aandacht aan andere levensbeschouwelijke tradities binnen Nederland. De aandacht voor levensbeschouwelijke vorming is verweven in het onderwijs. Verder besteden we structureel en expliciet aandacht aan geestelijke stromingen. We zien een sterke relatie tussen levensbeschouwelijke vorming, sociaal-emotionele ontwikkeling (o.a. omgaan met de ander en de omgeving – ontwikkeling sociale vaardigheden) en actief burgerschap en sociale cohesie. We vinden het belangrijk, dat leerlingen op een goede wijze met elkaar omgaan en dat ze respect hebben voor de mening en visie van anderen. In relatie met de leerlingenpopulatie besteedt de school beperkt aandacht aan specifieke feesten die gerelateerd kunnen worden aan een niet christelijke levensbeschouwing. Onze ambities zijn: 1. We besteden aandacht aan levensbeschouwing bij andere vakken (integraal)2. We besteden expliciet aandacht aan geestelijke stromingen3. We besteden gericht aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling (waarbij het accent ligt op

omgaan met jezelf, de ander en de omgeving). 4. We besteden gericht aandacht aan actief burgerschap en sociale cohesie 5. We laten leerlingen bewust kennismaken met de verschillen in de samenleving 6. Op school besteden we structureel aandacht aan de Katholieke feesten

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. Hoe?Mondeling in inhoudelijke teamvergadering en aan de hand van een opgestelde kwaliteitskaart.

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

In kaart brengen wat wij op school doen om onze levensbeschouwelijke identiteit uit te dragen in navolging van onderstaande:

17

Optimus stelt nog het volgende voor de komende planperiode:

Kernwaarden fungeren als ethisch kompas van de organisatie en zijn de kern van een organisatiecultuur. Het gaat om zaken die men collectief goed en juist vindt, die men graag wil, en waarnaar men streeft. Waarden zijn dus morele doelen of idealen die mensen nastreven, waarderen en motiveren. De waarden zijn terug te zien in het handelen. Waarden hebben emotionele lading: ‘daar gaan mensen voor’.

Optimus heeft de volgenden kernwaarden gekozen:

Kwaliteit, Ontwikkeling, Resultaat, Verantwoordelijkheid, Verbondenheid, Vertrouwen.

Communicatie een belangrijk middel om tot resultaat te komen.‘Practice what you preach’ en ‘Walk the talk’: Zelf doen wat je anderen opdraagt en de daad bij het woord voegen. Samenhang tussen Kernwaarden en Identiteit

OPTIMUS gaat uit van vier bouwstenen voor identiteit (de kardinale deugden):

VerstandigheidIs inzicht in het menselijk bestaan. Het is mensenkennis, levenswijsheid en inschattingsvermogen, alles ten diensten van het beredeneert maken van (juiste) keuzes.

MoedIs wilskracht, het stelt de mens in staat zijn vrees te overwinnen. Moed leidt tot handelen, tot spreken, tot de waarheid onder ogen te durven zien, tot bekennen.

GematigdheidIn de zin van zelfbeheersing t.a.v. emoties en stemmingen als vreugde, verdriet, medelijden, minachting, trots, woede, afgunst, verveling, eerzucht, hebzucht, haat, verbolgenheid, schaamte, enz.

RechtvaardigheidIs dan de combinatie dan de eerdere drie. Wie er het inzicht, de wilskracht en de zelfdiscipline voor heeft, is in staat en bereid aan ieder het zijne te geven.

Iedere kernwaarde kun je verbinden met de vier genoemde deugden. In samenhang ontstaat het volgende beeld:Ontwikkeling vraagt om moed, onbekende paden bewandelen, je kwetsbaar opstellen, reflecteren op je eigen ontwikkeling. Dit alles in harmonie en balans.Kwaliteit is een combinatie van inzicht (verstandigheid), wilskracht (moed), zelfdiscipline (gematigdheid). Daarbij verantwoording afleggen naar anderen (publiek) om kwaliteit te duiden en verantwoordelijkheid nemen in de gemaakte keuzes (duurzaamheid als criterium).De lat ligt hoog (resultaat) en kan alleen bereikt worden door verbindingen aan te gaan met jezelf en de omgeving en vertrouwen te hebben in het proces.

3.4 Leerstofaanbod

18

Ons leerstofaanbod is gebaseerd op de kerndoelen van het basisonderwijs.We maken gebruik van eigentijdse methodes. We volgen deze op een kritische wijze, zo nodig laten we ze los om ons doel beter te kunnen bereiken.Wij verwachten van onze leerkrachten dat zij een goed beeld hebben van de doorlopende leerlijnen. Op De Bolster werken we met combinatiegroepen. Het biedt de mogelijkheid om het leerstofjaarklassensysteem makkelijker te doorbreken en in elkaar door te laten lopen.Hierdoor kunnen we beter aansluiten op het niveau van de kinderen en zoveel mogelijk onderwijs op maat bieden.Naast de kennisoverdracht van lezen, taal, rekenen, begrijpend lezen, schrijven en wereldoriëntatie, geven wij ook lessen behorend bij kennis van onze multiculturele samenleving, actief burgerschap, sociaal emotionele vorming en omgaan met multimedia. Creativiteit komt vooral tot uiting in vakken als tekenen, handvaardigheid, drama, muziek en techniek. Er is extra en uitdagend materiaal voor meer- en hoogbegaafde leerlingen.

Ten aanzien van leerstofaanbod hebben we de volgende ambities vastgesteld

1. Onze methoden voldoen aan de kerndoelen (zie overzicht) 2. We gebruiken voor Taal en Rekenen methode gebonden toetsen (zie overzicht) 3. Het leerstofaanbod vertoont een doorgaande lijn4. Het leerstofaanbod komt tegemoet aan relevante verschillen 5. Het leerstofaanbod voorziet in de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling6. De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap7. Het leerstofaanbod voorziet in het gebruik leren maken van ICT8. Het leerstofaanbod voorziet in aandacht voor intercultureel onderwijs9. Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team.

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

Ad 5: Het aanbod voor de sociaal emotionele ontwikkeling wordt momenteel nader onderzocht waardoor we gaan komen tot een gedegen aanbod met een doorgaande lijn binnen de school. Het bestaande volgsysteem Scol zal consequent ingevuld en op een en dezelfde wijze door leerkrachten geïnterpreteerd moeten worden. Indien nodig moet er gehandeld worden.

Ad 6: De school besteedt aandacht aan actief burgerschap maar de wijze waarop was niet systematisch genoeg. We werken momenteel aan de systematiek en het opstellen van een kwaliteitskaart passend binnen de visie op actief burgerschap.

Ad 8: Intercultureel onderwijs zal aandacht krijgen binnen levensbeschouwelijke vorming zoals beschreven bij de levensbeschouwelijke identiteit.

Bovenstaande items zijn momenteel in een zich ontwikkelende fase. Sociaal emotionele ontwikkeling, burgerschap en levensbeschouwing zijn opgenomen binnen periodieke projecten voor alle groepen.

Oriëntatie op nieuwe methode W.O. met techniek of projecten voor de zaakvakken Onderzoeken naar mogelijkheden voor groepsdoorbrekend onderwijs bij de basisvakken.

Schema Vakken – Methodes – Toetsinstrumenten

19

Vak Methodes Toetsinstrumenten Vervangen/aangeschaft in:

Taal Kleuters

Groep 3Groep 4 t/m 8

Bron Schatkist en verder uitgewerkte leerlijnen die voldoen aan de kerndoelen.Veilig Leren LezenTaal Actief Taal

Taal Actief Spelling

CITO - Taal voor kleuters Kijk voor gr 1/2Protocol Leesproblemen-dyslexieVoor groep 1/2

Methode gebonden toetsenMethodegebonden toetsen (groep 4 t/m 8)

CITO – entreetoets, CITO – eindtoetsCITO Spelling (groep 3 t/m 8)

LezenAanvankelijk lezen groep 3

Voortgezet lezen groep 4 t/m 8

Veilig Leren LezenNieuwe versie

Estafette

Methode gebonden toetsen, CITO – DMT / AVI

CITO – DMT / AVI (gr 4 t/m 8)

2009-2010 Nieuw Protocol Leesproblemen – Dyslexie voor resp. groep 3, groep 4 en groep 5 t/m 8

Begrijpend LezenGroep 4 t/m 8

Goed gelezen Methodegebonden toetsenCITO Begrijpend Lezen vanaf eind gr 3

SchrijvenGroep 3 t/m 8

Pennenstreken

Rekenen /WiskundeGroep 1 t/m 8 Wizwijs Kijk voor gr 1/2

CITO Rek en Wis voor kleutersCITO Rekenen/Wiskunde groep 3 t/m 8Methode gebonden toetsenCITO Entree en CITO eind.

2013-2014

AardrijkskundeGroep 1 en 2

Groep 3 en 4

Groep 5 t/m 8

Geïntegreerd in thema projecten

Wijzer door de wereld

Gekoppeld aan Schatkist (gr. 1/2 ), Veilig Leren Lezen (gr. 3) en in gr. 3 ‘huisje boompje beestje’

Methode gebonden toetsenCITO Entree en CITO eind.

20

NatuurGroep 1 en 2

Groep 3 en 4

Groep 5 t/m 8

Geïntegreerd in thema projecten

Wijzer door de natuur

IVN, Koekeloere (gr.1/2), Huisje boompje beestje (gr. 3)

Methode gebonden toetsenCITO Entree en CITO eind

GeschiedenisGroep 1 en 2

Groep 3 en 4

Groep 5 t/m 8

Geïntegreerd in thema projecten

Wijzer door de tijd

Koekeloere (gr.1/2), Huisje boompje beestje (gr. 3)

Methode gebonden toetsenCITO Entree en CITO Eind (is optioneel hebben we in 2015 niet gedaan.)

EngelsGroep 7 en 8 Groove Me Methode gebonden

toetsen2015-2016

Wetenschap en TechniekGroep 1 en 2

Groep 3 t/m 8

Projectmatig onderwijs

Ingericht technieklokaal 2015

Geestelijke StromingenGroep 1 t/m 8 Projectmatig

onderwijsVerkeerGroep 1 en 2Groep 3

Groep 4 t/m 8

Geïntegreerd in thema. Via leesmethode en Huisje boompje beestjeBulletins Veilig Verkeer NederlandVerkeerskrant voor schriftelijk verkeersexamen

Toetsen Veilig verkeer NederlandPraktisch en Schriftelijk verkeersexamen groep 7

Sociaal emotionele ontwikkelingGroep 1 t/m 8

Kinderen en hun sociale talentenFidesProjectmatig

Kijk voor gr 1/2Volgsysteem Scol.

2011

2011-2012

Extra 2014-2015

Beeldende Vorming en Muzikale vorming

Projectmatig

BewegingsonderwijsGroep 1/2

Groep 3 t/m 8

In het speellokaal a.d.h.v. bronnenboek.Basislessen bewegingsonderwijs

21

ICTGroep 1 t/m 8

Ontwikkelde ICTleerlijn

Social Media WijsheidVeilig Internet Diploma

StudievaardighedenGroep 5 t/m 8

Blits 2013-2014

Zie verder De Meerjarenplanning Leermiddelen en de Meerjarenbegroting

3.5 Taalleesonderwijs

Het vakgebied Nederlandse taal krijgt –op basis van de leerlingenpopulatie- voldoende aandacht in ons curriculum. De cito toetsen zijn gemiddeld van voldoende niveau maar er zitten nogal wat schommelingen in. Technisch lezen en spelling krijgen steeds extra de aandacht. Beide vakken zijn opgenomen in de 1-Zorgroute.Vanaf 2013-2014 zijn we gestart met groepsdoorbrekend technisch lezen voor de groepen 4 t/m 8. De kinderen krijgen zo nog meer instructie op hun niveau. Voor zowel technisch lezen als spelling is er een werkwijzer opgesteld om de doorgaande leerlijn te bewaken.Het begrijpend leesonderwijs verdient extra aandacht daar waar het gaat om effectief gebruik van de stappenkaart.We leren de kinderen taal om goed met anderen om te kunnen gaan en om effectief te kunnen communiceren. Om de wereld om je heen goed te kunnen begrijpen is het nodig om de taal adequaat te leren gebruiken. Ook bij veel andere vakken heb je taal nodig. Het is belangrijk dat kinderen snel goed kunnen lezen, omdat ze daardoor de informatie bij de andere vakken sneller kunnen begrijpen en gebruiken. Vanaf groep 1 werken we met goede methodes (zie Leerstofaanbod). Het leesplezier van de leerlingen wordt bevorderd door de klassenbibliotheek en het voorlezen. Vanaf groep 5 worden de mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid verder ontwikkeld door het houden van spreekbeurten, boekbesprekingen en het maken van werkstukken. Kleuters en kinderen van groep 3 houden spreekbeurten op vrijwillige basis. In groep 4 begint men met iedereen een spreekbeurt te laten houden.

Onze ambities zijn :

1. Onze school beschikt over een werkwijzer / kwaliteitskaart lezen en spelling2. Onze school beschikt over een gekwalificeerde taalcoördinator 3. De school werkt in de groepen 1 en 2 met leerlijnen die voldoen aan de kerndoelen en als basis

Schatkist. Er wordt extra aandacht besteedt aan letterkennis en analyseren / synthetiseren. 4. De school beschikt over een goede methode voor aanvankelijk leesonderwijs (met veel

differentiatiemogelijkheden)5. De school beschikt over goede (actuele) methodes voor taal, begrijpend lezen en technisch lezen6. De school besteedt voldoende tijd aan taal- en woordenschatonderwijs7. Het rooster verheldert voldoende welke taalonderdelen wanneer aan bod komen8. De school heeft normen vastgesteld voor het leesonderwijs en het spellingonderwijs.9. Kinderen die uitvallen op technisch lezen krijgen extra leertijd d.m.v. extra instructie en meer

oefentijd.10. De school beschikt over een Protocol Dyslexiebeleid.11. In groep 1 worden de kinderen gescreend door de logopediste 12. We laten de kinderen taal beleven door extra activiteiten, zoals de kinderboekenweek, het

voorleesontbijt, projectweken, techniekwedstrijden 13. Leerlingen die het leesniveau hebben bereikt worden ingezet als leescoaches voor

medeleerlingen14. We gebruiken CITO-toetsen om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen15. We willen voor lezen en spelling in elke groep minimaal scoren op het landelijk gemiddelde van de

inspectie van het onderwijs.

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team.

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

Oriëntatie op de referentiekaders Taal

22

Verbeteren van het spelling- en taalonderwijs in een doorgaande lijn. De methode screenen op mankementen in wijze van aanbieding en terminologie.

Verbeteren van het Begrijpend Leesonderwijs. Een eenvoudiger stappenplan. Het groepsdoorbrekend lezen en de inzet van leescoaches evalueren en zo nodig bijstellen.

3.6 Rekenen en Wiskunde

Rekenen en wiskunde vinden we een belangrijk vak. Het rooster borgt dat we voldoende aandacht besteden aan rekenen en wiskunde en aan het automatiseren van het geleerde. We constateren dat rekenen in toenemende mate taliger is geworden, en dat dit bij steeds meer leerlingen leidt tot problemen. Daarom richt het automatiseren zich op kale sommen (om de basisvaardigheden goed in te slijpen). We gebruiken de methode Wizwijs voor de groepen 1 t/m 8. Deze methode beschikt over een hoog ambitieniveau. De Cito-toetsen laten zien dat onze populatie leerlingen in het algemeen voldoende scoren. We werken ook bij het rekenen met de 1-Zorgroute om passend onderwijs te realiseren en om de kwaliteit van ons rekenonderwijs te optimaliseren. De leraren geven hun rekenonderwijs afgestemd op de onderwijsbehoeften van de kinderen.

Onze ambities zijn:

1. We beschikken over een moderne, eigentijdse methode (groep 1 t/m 8) 2. De leraren besteden structureel aandacht aan rekenen en wiskunde (rooster) 3. We besteden extra aandacht aan automatiseren4. We volgen de ontwikkeling van de leerlingen m.b.v. het Cito-LVS 5. Per groep hebben we voor de Cito-toetsen normen vastgesteld 6. We willen voor rekenen en wiskunde binnen elke jaargroep minimaal scoren op het landelijk

gemiddelde van de inspectie van het onderwijs.7. We gebruiken de methode gebonden toetsen systematisch8. De leraren beschikken over voldoende kennis en vaardigheden t.a.v. de moderne rekendidactiek

(ze zijn op de hoogte van de nieuwste inzichten) 9. De leraren stemmen –indien noodzakelijk- de didactiek af op de groep 10. De leraren werken bij rekenen en wiskunde met groepsoverzichten en groepsplannen. 11. De leraren besteden expliciet aandacht aan de talige rekentermen.Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team.

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

Realisatie van een werkwijzer / kwaliteitskaart rekenen om de doorgaande lijn te bewaken. Het inrichten van een rekenkast waar alle materialen nodig voor de visuele lessen in bewaard

worden. Afstemming van de niveaus binnen de methode gebonden toetsen zorg, basis en plus in relatie

met het onderdeel rekenen op het rapport.

3.7 Sociaal-emotionele ontwikkeling

Het sociaal-emotionele welbevinden van de leerlingen heeft veel invloed op hun totale functioneren. Onze school besteedt daarom aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. We doen dit omdat we onze kinderen willen opvoeden tot verantwoorde burgers. Ze moeten goed voor zichzelf kunnen zorgen en goed kunnen omgaan met de mensen en de wereld om hun heen (dichtbij en verder weg). Wij praten met de leerlingen over de school- en klassenregels en over het nut daarvan. We hebben een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling, getiteld: “Kinderen en hun sociale talenten”. De methode van Fides met de daarbij behorende symbolen en gedachtegangen zijn hierin geïntegreerd. We geven deze lessen 2 wekelijks. Daarnaast heeft de sociaal emotionele ontwikkeling volop bewust aandacht binnen elk project waar we 1x per week mee bezig zijn. De thema’s zijn op elkaar afgestemd. De leerlingen van groep 6 t/m 8 en alle leerkrachten van gr 1 t/m 8 vullen 2 keer per jaar de SCOL lijst in. Vanuit de analyse van deze gegevens wordt een sociaal emotioneel groepsplan opgesteld en het

23

onderwijs aangepast naar de gewenste situatie. Wij zijn er van overtuigd dat dit mede de resultaten van het onderwijs ten goede komt.Pesten en onacceptabel gedrag komt helaas voor, ook op De Bolster. Om dit tegen te gaan moet de school beschikken over een pest- en gedragsprotocol. Deze protocollen zijn gericht op sanctionering. Wij geven er echter de voorkeur aan om het moeten gebruiken van deze protocollen vóór te zijn en willen onze kinderen preventief leren hoe met elkaar op een positieve manier om te gaan.De ontwikkeling van de groep en de individuele leerlingen wordt tijdens de groeps (leerling) bespreking besproken (leerkracht en IB’er). In deze gesprekken worden ook mogelijke aanpakken voor een groep of voor een individuele leerling besproken. Onze ambities zijn: 1. Onze school besteedt structureel en systematisch aandacht aan de sociaal-emotionele

ontwikkeling (zie rooster)2. Onze school beschikt over een geïntegreerde methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling 3. Onze school beschikt over een LVS voor sociaal-emotionele ontwikkeling 4. We beschikken over normen: als meer dan 25% van de leerlingen uitvalt op een aspect (D/E), dan

volgt er actie (groepsplan)5. Het rapport geeft waarderingen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling6. De sociaal emotionele ontwikkeling komt aan bod tijdens de leerlingenbespreking 7. De leerlingen en leerkrachten vullen vanaf groep 6 tweejaarlijks een vragenlijst in 8. De leerkrachten vullen tweejaarlijks de SCOL lijst voor de gr 1 t/m 8 in.9. We koppelen de sociaal-emotionele ontwikkeling aan levensbeschouwelijk onderwijs en actief

burgerschap

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team.

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

We hebben onderzocht hoe beide methoden op elkaar afgestemd kunnen worden zodat er een gestructureerd en in doorgaande lijn volgens een geïntegreerde methode onderwijs gegeven kan worden op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling. De evaluatie en bijstelling heeft komende jaren prioriteit.

We besteden na invulling van het leerlingvolgsysteem SCOL structureel en systematisch aandacht aan analyse en eventuele aanpak van de sociaal-emotionele ontwikkeling. SEO wordt opgenomen in de 1-Zorgroute.

We onderzoeken of de methode Zien als LVS een betere optie is vanwege de overschakeling naar Parnassys als ons administratiesysteem waarin Zien al is opgenomen als optie.

Koppeling met de identiteit van Optimus

3.8 Actief Burgerschap en sociale integratie

Leerlingen groeien op in een steeds complexere, pluriforme maatschappij. Onze school vindt het van belang om haar leerlingen op een goede manier hierop voor te bereiden. Leerlingen maken ook nu al deel uit van de samenleving. Allereerst is kennis van belang, maar daar blijft het wat ons betreft niet bij. Vanuit onze christelijke identiteit vinden wij het belangrijk dat leerlingen op een bewuste manier in het leven staan, waarbij ze niet alleen respect hebben voor anderen, maar ook naar anderen omzien. In de school leren wij leerlingen daarom goed samen te leven en samen te werken met anderen. Wij willen leerlingen brede kennis over en verantwoordelijkheidsbesef meegeven voor de samenleving. Onze ambities (doelen) zijn:

1. We voeden onze leerlingen op tot fatsoenlijke evenwichtige mensen die respectvol (vanuit duidelijke waarden en normen) omgaan met zichzelf, de medemens en de omgeving.

2. Wij voeden onze leerlingen op tot personen die weten wat democratie inhoudt en die daar ook naar handelen. Ze leren hun mening over maatschappelijke thema’s te verwoorden

3. We voeden onze leerlingen op tot mensen die “meedoen”, die actief betrokken willen zijn op de samenleving en die gericht zijn op samenwerking.

4. We voeden onze leerlingen op tot personen die kennis hebben van, en respect voor andere opvattingen en overtuigingen (religies).

24

5. We richten ons op de algemene ontwikkeling en we geven onze leerlingen culturele bagage mee voor het leven.

We zijn een document Actief Burgerschap en Sociale Integratie aan het ontwikkelen voor De Bolster. Onze pijlers om de ambities te verwezenlijken zijn de basiswaarden, te weten:

vrijheid van meningsuiting gelijkwaardigheid begrip voor anderen verdraagzaamheid autonomie afwijzen van onverdraagzaamheid afwijzen van discriminatie

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team.

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

Ontwikkeling visie document m.b.t actief burgerschap en sociale integratie gekoppeld aan de identiteit van Optimus.

Bewust actief burgerschap realiseren waarbij de sociaal emotionele ontwikkeling gepraktiseerd kan worden (momenteel doen we dit onder andere middels leerlingenraad, pleinwacht, activiteiten met cliënten van de Stichting Dichterbij)

3.9 ICT

Wij willen dat onze leerlingen voorbereid zijn op een maatschappij, die via de multimedia communiceert en informatie verwerft en verwerkt.Wij vinden het belangrijk dat onze kinderen in staat zijn om leerstof/kennis te vergaren door gebruik te maken van multimedia.

Computers worden bij ons op school gebruikt ten einde informatieve bronnen te kunnen raadplegen, leerstof in te oefenen, werkstukken en presentaties te maken, zoals: PowerPoint presentaties of prezi’s. In de midden- en bovenbouw wordt gebruik gemaakt van skoolmates, dit zijn leerling laptops. Voor de dyslectische leerlingen maken we gebruik van het programma Kurzweil. Ter ondersteuning gebruiken leerlingen en leerkrachten computerprogramma’s op het gebied van rekenen, taal, spelling en lezen. De programma’s sluiten aan bij onze methoden. Het leerkrachtendeel noemen we ook wel de leerkracht assistent. Onze ambities zijn:

1. De leraren maken optimaal gebruik van het digitale bord2. De leerlingen doorlopen een ICT leerlijn van groep 1 t/m 8 3. De leerlingen werken met software bij taal, rekenen, lezen en wereldoriëntatie4. De leerlingen kunnen een werkstuk maken met een verzorgde lay-out5. De leerlingen zijn vertrouwd met Internet 6. De leraren geven opdrachten die het gebruik van het Internet stimuleren7. We beschikken over een Internetprotocol 8. De leraren beschikken over voldoende ICT-kennis en -vaardigheden9. De school beschikt over technisch en inhoudelijk goede (werkende) hard- en software 10. De school beschikt over een open leercentrum.

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team.

25

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

voortdurend blijven inspelen en meegaan met de ICT ontwikkelingen in het onderwijs en de maatschappij waarbij wel verantwoorde keuzes gemaakt blijven worden.

Onderzoeken wat de 21st Century Skills voor een invloed hebben op ons ICT onderwijs Vergroten leerkrachtvaardigheden Onderzoek naar het gebruik van tablets door kinderen op school. Oriëntatie op digitaal onderwijs Evalueren en zo nodig bijstellen van onze doorgaande lijn ICT onderwijs en internetprotocol

3.10 Leertijd

Op onze school willen we de leertijd effectief besteden, omdat we beseffen dat leertijd een belangrijke factor is voor het leren van onze leerlingen. We proberen daarom verlies van leertijd te voorkomen. Ook willen we ze voldoende leertijd geven om zich het leerstofaanbod eigen te maken. In principe trachten we zo alle leerlingen in acht jaar de einddoelen basisonderwijs te laten halen. Onze ambities zijn:

1. Leraren bereiden zich schriftelijk voor: programma en tijd(en) 2. Leraren zorgen voor een effectief klassenmanagement (voorkomen verlies leertijd)3. Op schoolniveau wordt er voldoende onderwijstijd gepland4. Leraren beschikken over een expliciet week- en dagrooster 5. Leraren zorgen voor een zichtbaar dagritme voor de leerlingen.6. Leraren variëren de hoeveelheid leertijd afhankelijk van de onderwijsbehoeften

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team.

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

Bewaken van de start- en eindtijd binnen schooltijden en lestijden. Effectief onderwijzen m.b.v. het Directe Instructie Model

3.11 Pedagogisch Klimaat

Respect voor ieder individu binnen de school maar zeker ook in de maatschappij, nu en in de toekomst, vinden wij van groot belang. We willen dat kinderen zich de algemeen geldende normen en waarden eigen maken. Fysiek en verbaal geweld willen we tegengaan door de kinderen te leren conflicten op een vreedzame en constructieve manier op te lossen. Wij proberen hier preventief in te handelen. Afspraken en regels horen bij het leven en moeten gezamenlijk besproken en gedragen worden. Dit alles samen met een positieve benadering zal bijdragen aan een gevoel van rust, vertrouwen, veiligheid en saamhorigheid binnen de school. Ouders en leerkrachten zullen het goede voorbeeld moeten geven.Alle leerlingen zijn verschillend en mogen er zijn! Met de komst van het passend onderwijs wordt dit nog eens duidelijk benadrukt. Respect en acceptatie van deze verschillen op zowel cognitief, sociaal emotioneel en cultureel vlak, zijn daarom op De Bolster een groot goed!

Onze leraren zijn hierbij van cruciaal belang. Zij hebben (onder meer) een vormende (opvoedende) taak: hun leerlingen op te voeden tot goede burgers. Leraren creëren daartoe een veilig en gestructureerd klimaat waarin kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Kernwoorden zijn: relatie, competentie en autonomie. Wij hechten veel waarde aan een positieve en motiverende leraar,

26

een begeleider die ervoor zorgt, dat de leerlingen het werk zelfstandig (en samen met anderen) kunnen doen.

Daarbij hanteren we duidelijke regels en ambities:

1. De leraren zorgen voor een ordelijke klas 2. De leraren zorgen voor een functionele en uitdagende leeromgeving 3. De leraren gaan positief en belangstellend met de leerlingen om4. De leraren zorgen voor interactie met en tussen de leerlingen5. De leraren bieden de leerlingen structuur 6. De leraren zorgen voor veiligheid 7. De leraren hanteren de afgesproken regels en afspraken 8. De leraren laten de leerlingen zelfstandig (en samen) werken 9. Leerkrachten, leerlingen en ouders zijn bekend met het pest- en gedragsprotocol.10. De leraren voeren de inhoud van het pest- en gedragsprotocol consciëntieus uit.

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door directie en team. Daarnaast nemen wij binnen 4 jaar de sociale veiligheidsvragenlijst en de tevredenheidsvragenlijst af onder personeel, ouders en leerlingen. Verbeterpunten worden opgenomen in het jaarlijkse beleid van WMKpo.

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

Elkaar aanspreken op ongewenst gedrag volgens de 4G’s van feedback geven. (Gebeurtenis, Gevoel, Gedachte, Gedrag). Dit geldt zowel voor leerkrachten als leerlingen.

Ouders krijgen aan de start van het schooljaar een infoboekje van de groep met daarin de belangrijkste regels op school. Ook benoemd in schoolgids en jaarlijkse bijlage.

Onderzoeken hoe te handelen bij ongewenst en onacceptabel gedrag door ouders.

3.12 Didactisch handelen

In het onderwijs op De Bolster maken de leerkrachten gebruik van het D.I.M.( Directe Instructie Model) om kennis en vaardigheden over te brengen. We bieden de kinderen hierbij diverse leerstrategieën aan. De leerkracht is daarnaast ook coach en begeleider. We begeleiden kinderen in de groei naar het eigenaarschap van hun leerproces.Het directe instructie model zorgt ervoor dat we rekening houden met verschillen in leren door onze instructie en verwerking op maat te geven. We onderscheiden hiertoe drie aanpakken. Daarnaast zorgt het systeem van zelfstandig werken ervoor dat de kinderen die dat nodig hebben nog eens extra instructie of begeleiding krijgen. Deze manier van werken is een doorgaande lijn binnen de school. Met genoemde proberen wij zoveel mogelijk aan te sluiten bij het passend onderwijs. Omdat we veel waarde hechten aan de zelfstandigheid van de leerlingen, laten we leerlingen waar mogelijk zelfstandig of in groepjes samenwerken. Onze ambities zijn:

1. Lessen zijn goed opgebouwd volgens het directe instructie model2. De instructie wordt gedifferentieerd aangeboden op drie niveaus3. De leraren zorgen dat er meerdere leerstrategieën aan bod komen4. De leerlingen werken zelfstandig (en samen)5. De leraren geven ondersteuning en hulp (vaste ronde)6. De leraren laten leerlingen hun werk zo veel mogelijk zelf corrigeren 7. De leraren zorgen voor stofdifferentiatie 8. De leraren zorgen voor tempodifferentiatie9. De leraren zorgen voor dag- en weektaken afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen

27

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door directie en team.

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

Het optimaliseren van het directe instructie model en het zelfstandig werken binnen een doorgaande lijn.

Oriëntatie op groepsdoorbrekend onderwijs en kansrijke combinatiegroepen

3.13 Actieve en zelfstandige rol van de leerlingen

Op onze school hechten we veel waarde aan de zelfstandigheid van de leerlingen. Kernwoorden daarbij zijn: zelf (samen) ontdekken, zelf (samen) kiezen, zelf (samen) doen. Naast zelfstandigheid vinden we het belangrijk om de eigen verantwoordelijkheid van onze leerlingen te ontwikkelen. Het is vanzelfsprekend dat autonomie en eigen verantwoordelijkheid niet betekent, dat de leraren de leerlingen te snel en te gemakkelijk loslaten. Leraren begeleiden de leerprocessen en doen dat “op maat”: leerlingen die (wat) meer sturing nodig hebben, krijgen die ook. Onze ambities zijn:

1. De leraren betrekken de leerlingen actief bij de lessen 2. De leerlingen werken met dagtaken en weektaken (herhalingsstof, verrijkings- en verdiepingsstof

en keuzewerk)3. De leerlingen bepalen gedeeltelijk wat zij wanneer doen (en hoe, en met wie)4. De taken bevatten verplichte opdrachten en keuze opdrachten5. De leraren laten de leerlingen -waar mogelijk- samenwerken en elkaar ondersteunen6. De leraren leren de leerlingen doelmatig te plannen

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door directie en team

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

Het blijven bewaken en evalueren van ons document zelfstandig werken in een doorgaande lijn. Leerlingen van groep 5 t/m 8 laten werken volgens eigen Pop na mifu’s (mini

functioneringsgesprekken) met de leerkracht. Zij werken aan eigen leerdoelen. Oriëntatie op portfolio’s

3.14 Zorg en begeleiding

De zorg voor al onze leerlingen is gericht op de cognitieve- en de sociaal emotionele ontwikkeling. We streven er naar dat elk kind zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen.Passend onderwijs betekent dat zoveel mogelijk kinderen een passende plek binnen het reguliere onderwijs krijgen en onze school probeert hier op aan te sluiten. Het schoolondersteuningsprofiel geeft daarbij een indicatie van belemmerende en ondersteunende factoren.In een situatie, waar de leerling specifieke zorg nodig heeft, zullen wij zorgvuldig afwegen of wij deze extra zorg op De Bolster op dàt moment kunnen bieden. De beslissing om een dergelijke leerling te plaatsen wordt altijd genomen in overleg met alle betrokkenen.

Omdat we te maken hebben met verschillen, moet het onderwijsleerproces zo ingericht worden, dat dit ook mogelijk is. In de eerste plaats moeten de leraren daarom de leerlingen goed kennen (wat is hun niveau? Wat zijn de kenmerken van de leerlingenpopulatie?). Daarna moeten de leerlingen goed gevolgd worden: hoe verloopt het ontwikkelproces? Daar waar nodig volgt zorg en begeleiding. Deze

28

zorg kan gericht zijn op leerlingen die wat minder kunnen, maar ook op leerlingen die wat meer kunnen. Om het ontwikkelproces te volgen, hanteren we het CITO-LOVS. Leerlingen met een IV- of V-score, leerlingen die sterk terugvallen en leerlingen met een I-plus-score komen in aanmerking voor extra zorg. De centrale figuur bij zorg en begeleiding is de leraar. De intern begeleider heeft een coördinerende en adviserende taak. Onze ambities zijn:

1. De leraren kennen de leerlingen 2. De leraren signaleren vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben3. De leerkrachten benoemen de onderwijsbehoeftes van de leerlingen en denken hierbij in

mogelijkheden in plaats van beperkingen4. Ouders worden betrokken bij de (extra) zorg voor hun kind5. Externe partners worden -indien noodzakelijk- betrokken bij de zorg voor leerlingen6. De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen

van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen7. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard en de zorg

voor zorgleerlingen volgens de stappen van de 1-Zorgroute en het handelingsgericht werken8. De school voert de zorg planmatig uit9. De school gaat zorgvuldig de effecten van de zorg na10. De intern begeleider coördineert de zorg en begeleiding en adviseert de leerkrachten.

Verder verwijzen wij naar het schoolondersteuningsprofiel van De Bolster

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team.

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

Groepsplannen behorend bij de groepsoverzichten zullen (nog) smarter moeten worden opgesteld, uitgevoerd en geëvalueerd. Dan pas kunnen zij worden afgesloten of vervolgd. De Intern begeleider bewaakt dit proces.

Zoeken naar welk specialisme we op de Bolster kunnen inzetten om nog beter in te kunnen spelen op passend onderwijs.

Alle leerkrachten kunnen de gegevens van hun leerlingen documenteren in ons vernieuwde leerling administratiesysteem Parnassys en hier hun ontwikkeling in volgen.

3.15 Passend onderwijs / Samenwerkingsverband Stromenland

Onze school neemt deel aan het Samenwerkingsverband “Stromenland”. Vanaf 1 augustus 2014 is elke school verplicht elk kind een goede onderwijsplek te bieden. Dat moet goed georganiseerd worden. Daarvoor hebben de schoolbesturen voor basisonderwijs en speciaal (basis)onderwijs regionale samenwerkingsverbanden gevormd. Samenwerkingsverband Stromenland gaat ervoor zorgen dat basisschoolleerlingen in de gemeenten Beuningen, Boxmeer, Cuijk, Druten, Grave, Groesbeek, Heumen, Mill en Sint Hubert, Millingen aan de Rijn, Nijmegen, Sint Anthonis, Ubbergen, West Maas en Waal en Wijchen een passende onderwijsplek krijgen. Dit samenwerkingsverband is onderverdeeld in platforms en De Bolster valt onder ondersteuningsplatform Land van Cuijk.

Passend onderwijs betekent eigenlijk: een passende onderwijsplek voor iedereen. Bijvoorbeeld door extra begeleiding op school, aangepast lesmateriaal, hulpmiddelen of onderwijs op een speciale school. Met het Passend onderwijs is het zogenaamde rugzakje verdwenen.

Passend onderwijs is er voor alle kinderen op de basisschool en in het speciaal (basis) onderwijs. Passend onderwijs is er vooral voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Bepaalde kinderen hebben extra hulp nodig. Omdat ze bijvoorbeeld een chronische ziekte of een verstandelijke beperking hebben. Maar ook als een kind een gedrag- of leerstoornis heeft, is extra hulp belangrijk. Soms weet je al als je kind naar school gaat, dat er extra hulp nodig is. Het kan ook zijn, dat je daar pas later achter komt.

29

Passend onderwijs kijkt naar de mogelijkheden van de kinderen. Wat is er voor een kind nodig? Misschien extra ondersteuning in de klas? Een eigen leerlijn? Of zijn er speciale hulpmiddelen nodig of een aparte voorziening? Of is het kind toch beter op zijn plek in het speciaal onderwijs? Met onderwijs op maat komt elk kind tot zijn recht. Passend onderwijs biedt deze ruimte, ook financieel. Als een school kinderen heeft die extra hulp nodig hebben dan krijgt de school daar extra geld voor. Alleen zijn de middelen hiervoor wel begrensd.In het “Ondersteuningsplatform Land van Cuijk” delen alle basisscholen hun leerlingen in 5 zorgniveaus in. Door de leerlingen in die zorgniveaus in te delen krijgt men zicht op de zwaarte van de problemen op iedere schoolIn het geval dat een kind extra zorg nodig heeft, wordt er contact met de ouders opgenomen.Verder onderzoek behoort dan tot de mogelijkheden. Met de deskundigheid van de medewerkers van het ondersteuningsplatform wordt gekeken naar de ondersteuningsbehoefte van de leerling en of dat realiseerbaar is op de reguliere school. Dit gebeurt volgens een stappenplan.Wanneer alle fases van zorg doorlopen zijn en de resultaten onder het verwachtingsniveau blijven, kan in overleg met de ouders worden besloten tot aanmelding bij het Speciaal (Basis) Onderwijs (SBO) Centraal staat altijd de vraag of de school de mogelijkheden heeft om het ontwikkelingsproces van het kind voldoende positief te kunnen ondersteunen. Dit is beschreven in het schoolondersteuningsprofiel.

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door directie en team

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

Het Samenwerkingsverband Stromenland staat nog in de kinderschoenen. Wij als school zullen goed onze weg binnen dit samenwerkingsverband moeten kunnen vinden en er onze hulpvragen neerleggen.

Beleid meer begaafde leerlingen (hoogbegaafden)

Wanneer van een leerling wordt vastgesteld, dat hij of zij meer- of hoogbegaafd is, zal in overleg met de ouders een aangepaste leerroute worden uitgestippeld.Bij meerbegaafdheid zal de leerling verrijkings-, verdiepings- en uitdagendere opdrachten krijgen aangeboden. Na het vaststellen van hoogbegaafdheid (IQ hoger dan 130) kan er besloten worden tot het aanbieden van een contractbrief (met verrijkings- en verdiepingsopdrachten), versnelling van een leerjaar of gebruik maken van de plusklas binnen de stichting Optimus in de regio.Bij versnelling wordt een kind vervroegd naar een volgend leerjaar geplaatst.Op de eerste plaats kan er aan versnelling gedacht worden, wanneer blijkt dat een leerling een didactische voorsprong heeft van minimaal één jaar op alle basisvaardigheden zoals: taal, lezen en rekenen. Een tweede aanleiding kan de sociaal emotionele ontwikkeling van een kind zijn.In principe kan op elk moment in het jaar tot versnelling worden overgegaan. Mochten er nog hiaten in de leerstof zijn, dan worden deze eerst met behulp van een plan van aanpak opgevangen. De leerling moet dan na een korte gewenningsperiode op groepsniveau mee kunnen komen.

De school heeft een protocol hoogbegaafdheid ontwikkeld. Deze moet nog naar de MR. In schooljaar 2015-2016 zal het worden aangeboden en waar nodig bijgesteld. In de groepen houden de leraren rekening met meer begaafde leerlingen. Op het groepsplan staat vermeld wat deze kinderen aan extra stof aangeboden krijgen. Daarbij gaat het niet zozeer om ’meer van hetzelfde’, als wel om stof met een (uitdagende) meerwaarde voor deze kinderen. Het ontwikkelingsperspectief

Leerlingen waarvan vaststaat dat ze maximaal het eindniveau van groep 7 halen (en dus de doelen van groep 8 niet zullen realiseren) krijgen een ontwikkelingsperspectief (OPP). Het OPP wordt opgesteld na een IQ-test of op basis van drie voorafgaande Cito-toetsuitslagen. We geven een OPP niet te vroeg (vanaf groep 5), maar ook niet te laat. Het OPP bevat de einddoelen en tussendoelen per vak en het VO-perspectief. Daarnaast wordt verwezen naar een handelingsplan waarin concreter staat hoe de leraar de doelen gaat realiseren. Een OPP wordt halfjaarlijks geëvalueerd (IB-er, leraar,

30

ouders). In beginsel proberen we OPP’s te voorkomen door het lesgeven vroegtijdig aan te passen aan de onderwijsbehoeften van het kind. Door het intensiveren van het aanbod, de tijd en/of de instructie proberen we leerlingen bij de groep te houden. Lukt dat niet dan krijgt het kind een OPP en daarmee een eigen leerlijn.

Beleid m.b.t. langdurig zieken

Onze school heeft nog geen beleid geformuleerd voor (langdurig) zieke leerlingen. We willen wel onderscheid maken tussen zieke leerlingen, langdurig zieke leerlingen (meer dan drie weken) en leerlingen die worden (zijn) opgenomen in een ziekenhuis. In het beleidsstuk kunnen worden opgenomen de procedures en verantwoordelijkheden van de school en de individuele leraar.

3.16 Opbrengstgericht werken

We streven er naar dat elk kind zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen, zowel cognitief als sociaal emotioneel, en er daarbij maximale resultaten worden bereikt.We willen dat ouders op de hoogte zijn van de ontwikkeling van hun kind en betrokken zijn bij hun leerproces.

De Bolster wil kwalitatief goed onderwijs geven en het maximale uit kinderen halen. Dit komt tot uiting in de leeropbrengsten van de kinderen. Na elke toetsingsperiode worden de uitslagen op schoolniveau, groepsniveau en op individueel niveau bestudeerd en geanalyseerd. Vervolgens worden nieuwe streefdoelen opgesteld per vakgebied en deze worden vertaald in streefdoelen per kind. We gaan hierbij uit van de vaardigheidsscores die de leerlingen op de Cito toetsen hebben behaald en de uitslagen van de Scol. De leerkrachten vertalen die analyse naar een mogelijk extra leerstofaanbod aan de leerlingen. Op deze manier bewaken we de leeropbrengsten van de kinderen op cognitief en sociaal emotioneel gebied, zodat we minimaal tegemoet komen aan de eisen die schoolinspectie stelt. Daarbij richten we ons minimaal op de landelijk gemiddelde vaardigheidsscore van de Cito-toetsen, afgeleid van de inspectienormen (zie Analyse en waardering van opbrengsten primair onderwijs), en van de voorgaande prestaties van de groep. We beschikken over een overzicht van de toetsen en de gestelde doelen. Bij de bespreking van de groep (leerlingen) wordt de uitslag van de toets (de gehaalde gemiddelde vaardigheidsscore) vergeleken met de norm (de gewenste gemiddelde vaardigheidsscore). Als de gewenste score onder de landelijk gewenste score is, worden er door de IB-er en de leraar interventies afgesproken. De schoolleiding en de IB-er voeren vervolgens klassenconsultaties uit om te observeren of het de leraar lukt om de interventies toe te passen en te bepalen of de interventies effect hebben. Intervisie en collegiale consultatie kunnen worden ingezet. Onze ambities zijn:

1. Er worden streefdoelen opgesteld per vakgebied op school-, groep-, en kindniveau.2. De streefdoelen worden vertaald in praktisch handelen middels uitvoering van de groepsplannen3. Trendanalyses M en E afnames cito, entreetoets en eindcito inclusief interventies4. Analyse op school- en groepsniveau van de Scol5. Plan van Aanpak groep 8 n.a.v. de entreetoets.6. De groepen 3 t/m 8 krijgen wekelijks huiswerk in opbouw van tijd en hoeveelheid. Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

De ambities worden 2 x per jaar beoordeeld door directie en team

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

Oriëntatie op mogelijkheden om de betrokkenheid van ouders bij het leerproces van hun kinderen zo optimaal mogelijk te laten worden.

3.17 Opbrengsten van het onderwijs

31

Ons onderwijs is geen vrijblijvende aangelegenheid. We streven (zo hoog mogelijke) opbrengsten na m.b.t. met name Taal, Rekenen en de sociaal-emotionele ontwikkeling. We achten het van belang, dat de leerlingen presteren naar hun mogelijkheden, en dat ze opbrengsten realiseren die leiden tot passend (en succesvol) vervolgonderwijs.

De ambities van de inspectie van het onderwijs zijn:

1. De leerlingen realiseren aan het eind van de basisschool de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) [m.n. Rekenen en Taal]

2. De leerlingen realiseren tussentijds de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) [m.n. Rekenen en Taal]

3. De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat verwacht mag worden (op grond van hun kenmerken)

4. Leerlingen ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden5. De leerlingen doorlopen de basisschool in acht jaar 6. De leerlingen krijgen de juiste adviezen voor vervolgonderwijs 7. De leerlingen presteren naar verwachting in het vervolgonderwijs

Voor een overzicht van de kengetallen (en de analyse daarvan) verwijzen we naar

a. Overzicht scores eindtoetsen (in de jaarlijkse bijlage schoolgids)b. Overzicht kengetallen sociaal-emotionele ontwikkeling (in de analyse van de Scol)c. Overzicht tussentoetsen (kerntoetsen) (In de Trendanalyses van de M- en E afname Cito)d. Overzicht kengetallen m.b.t. leerlingen met een specifieke behoefte (prognose leerlingaantallen)e. Overzicht kengetallen doorstroming f. Overzicht kengetallen adviezen VO (in de jaarlijkse bijlage schoolgids)g. Overzicht kengetallen leerling aantallen (prognose leerlingaantallen)h. Overzicht kengetallen leerling gewichten (prognose ll aantallen)

Onze kengetallen worden jaarlijks zoveel mogelijk weergegeven in een document van de stichting Optimus m.b.t. de leerling prognoses 2015-2019. Verder hanteert de Bolster een jaarverslag. Deze bevat de evaluatie van ons jaarplan bestaande uit diverse beleidsvoornemens, een diagnose en een analyse van de ontwikkeling van de beleidsvoornemens en een opsomming van de voorgenomen beleidsvoornemens voor het volgende schooljaar.

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

De ambities worden 1 x per jaar beoordeeld door het MT en het team

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

We willen minimaal tegemoet komen aan de landelijke gemiddelden van onderwijsinspectie per vakgebied en per leerjaar.

We willen minimaal op het landelijk gemiddelde van de inspectie zitten bij de entreetoets groep 7 We willen minimaal op het landelijk gemiddelde van de inspectie zitten bij de eindtoets

basisonderwijs.

3.18 Ons Excellentiebeleid

Het Predikaat Excellente scholen dat in 2012 is ingesteld zal naar verwachting deel gaan uitmaken van het nieuwe toezichtskader van de onderwijsinspectie. Optimus heeft als kader gesteld dat elke school behorend bij haar stichting zich gaat richten op dit excellentiebeleid en hiertoe een criterium nader gaat uitwerken.

Voorop gesteld wil de Bolster goede resultaten behalen op de basisvaardigheden technisch lezen, spelling, begrijpend lezen, woordenschat en rekenen. We zijn niet tevreden als de tussenresultaten,

32

de entreetoets in groep 7 en de eindcito niet tenminste op het landelijk gemiddelden liggen! Als deze ambitie incidenteel niet bereikt word, zullen wij dit terdege moeten kunnen onderbouwen.

Uit de criteria en indicatoren excellente scholen hebben wij gekozen voor onderstaande:

Indicator 3De school kan goede resultaten aantonen op leergebieden zoals burgerschap, sociaal-emotionele vorming, culturele vorming, redzaamheid, probleemoplossend vermogen.

- Informatie over de genoemde andere leergebieden: ‘harde’ resultaten (landelijke toetsen) zijn er vaak niet. Er zijn wel schaaltjes om de opbrengsten te bepalen, bijvoorbeeld voor burgerschap (Meetinstrument maatschappelijke aspecten van sociale competentie), volginstrument sociaal-emotionele ontwikkeling (VISEON), redzaamheid. Gebruikt de school deze en wat is het resultaat?

- Vraag aan (diverse!) betrokkenen welke plaats het andere leergebied heeft in het rooster, welke doelen er zijn gesteld (is dit vermeld in het schoolplan, jaarplan, op de website?) en of deze doelen bereikt zijn. Resultaten kunnen worden aangetoond met werkstukken, verslagen en evaluaties.

- Aandacht voor andere leergebieden kan ‘zichtbaar’ zijn in de school (bijvoorbeeld als resultaat van projecten).

- Is het vak breed gedragen, zichtbaar aanwezig in de school en leidt het tot producten die leerlingen gemaakt hebben?

De BolsterEr is een aantal leergebieden die De Bolster kan uitwerken om goede resultaten te tonen. Bij deze leergebieden is het van belang om aan te geven:

- Welke doelen streven we na (kerndoelen)- Wat bieden we aan- Wat levert het op- Hoe waarderen we dat

Actief burgerschap en Sociaal Emotionele OntwikkelingDe Bolster heeft de kerndoelen van Actief Burgerschap en Sociaal Emotionele Ontwikkeling als uitgangspunt genomen om per groep projecten, thema’s en activiteiten in te plannen. Het visie-document dat hieraan ten grondslag ligt is in ontwikkeling evenals de uitwerking van de projecten, thema’s en activiteiten in relatie met Actief Burgerschap en SEO. Actief Burgerschap past bij het profiel en de ontwikkeling van de school (dorpsschool, goede contacten met de dorpsraad, openbaar speelplein, goede contacten met de plaatselijke harmonie, samenwerkings relatie met Stichting Dichterbij).

Sociaal emotionele ontwikkeling (SEO)SEO wordt door middel van het instrument SCOL gevolgd; daarbij wordt de 80% norm gehanteerd. Afgelopen jaar werd het instrument voor de eerste keer gebruikt; schoolbreed werd deze norm behaald maar nog niet in alle groepen. Dit jaar wordt naar verwachting schoolbreed ook boven de norm gescoord maar wederom niet in alle groepen. SEO is gestructureerd aangepakt. De lessen uit ‘Kinderen en hun Sociale Talenten’’ zijn gekoppeld aan de symbolen van Fides. Twee wekelijks krijgen alle kinderen hier les in en elke week gepraktiseerd tijdens de projecten. Er zijn door de school bewuste keuzes gemaakt in thema’s die aan bod moeten komen. Deze thema’s zijn gerelateerd aan de leerlingpopulatie en de school en worden bij uitval per individu of groep gekoppeld aan een groepsplan speciaal voor SEO.

Culturele vorming moet hier zijdelings ook bij genoemd worden omdat dit op diverse momenten voor komt op de Bolster met name bij de projecten. Zang, dans, bezoek aan musea, gebedsruimten, handvaardigheid, tekenen en de Doe De Doedag zijn hier een uiting van.

Wat levert het op?We gaan hierbij inspelen op de levensbeschouwelijke identiteit die Optimus, maar ook De Bolster heeft omschreven in hoofdstuk 3.3. De beschreven kernwaarden en kardinale deugden zijn uiteindelijk wat wij elk kind gunnen in hun ontwikkeling naar volwassenheid en participant in de Maatschappij. We nemen de beschreven verbeterpunten ook hier op in het excellentiebeleid.

33

BewijslastWe moeten er voor zorgen dat de daadwerkelijke uitvoering van de projecten vastgelegd worden in foto’s, filmpjes en productiemateriaal van leerlingen. Dit mag zichtbare plekken krijgen binnen de school en op de website.

Zie voor nadere omschrijving, ambities en verbeterpunten hoofdstuk 3.3, 3.7 en 3.8.

4. Integraal Personeelsbeleid.

4.1. Optimus

Het integraal personeelsbeleid van onze school is afgeleid van het HRM-beleid op bestuurlijk niveau. Hiertoe verwijzen wij naar het HRM strategisch plan inclusief de MJP. Ons schoolbeleid is daarvan afgeleid.

Daarnaast wordt onderstaand document met betrekking tot duurzame inzetbaarheid eveneens in ons personeelsbeleid toegepast de komende jaren:

DUURZAME INZETBAARHEID

Met duurzame inzetbaarheid bedoelt Tinka van Vuren (2012) de mate waarin men zijn of haar huidig en toekomstig werk kan en wil blijven uitvoeren. Volgens de Sociaal Economische Raad (2009) bestaat duurzame inzetbaarheid uit drie elementen: vitaliteit, werkvermogen en employability.

Vitaliteit: staat voor energiek, veerkrachtig, fit en onvermoeibaar door kunnen werken met een groot doorzettingsvermogen.

Werkvermogen: is de mate waarin men fysiek, psychisch en sociaal in staat is om te werken. Employability: is het vermogen om nu en in de toekomst verschillende werkzaamheden en

functies adequaat te blijven vervullen, zowel in eigen bedrijf als in een ander bedrijf of sector.Wil men duurzaam inzetbaar zijn, dan is het nodig om te beschikken over zowel een goed werkvermogen, als een grote employability en een hoge vitaliteit.

OUD ÉN JONGHet gaat erom de vitaliteit, het werkvermogen en de employability van alle medewerkers te versterken. Dat betekent dat men zich dus niet alleen op de ouderen moet richten. Tenslotte gaat het erom dat iedere werkende vitaal de arbeidsmarkt betreedt, vitaal blijft en deze ook weer vitaal verlaat bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.

ARBO en HRMDuurzame inzetbaarheid neemt toe door arbo-, gezondheidsmanagement en door HR-maatregelen. Gezondheids management richt zich op (persoonlijke) gezondheidsbevordering in de vorm van leefstijlmaatregelen (meer bewegen, gezondere voeding, slaap en ontspanning). Ook van belang is de verbetering van de arbeidsomstandigheden op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn. HRM stelt beleid en maakt gebruik van instrumenten als gesprekkencyclus, training en opleiding, functieaanpassing, mobiliteit, etc.

Doelen OPTIMUS

Huis van Werkvermogen Om inzicht te krijgen in belangrijke aangrijpingspunten voor interventies is het ‘Huis van werkvermogen’ ontwikkeld door Ilmarinen (2005). Dit ‘Huis van Werkvermogen’ biedt een kader waarin de factoren die het werkvermogen bepalen zijn opgenomen. OPTIMUS heeft met de directeuren de bovenstaande theorie geïntegreerd en in een handzaam model samengebracht.

34

Alle thema’s op de verdiepingen en de zolder dienen jaarlijks aandacht te krijgen om de duurzame inzetbaarheid optimaal te bevorderen!

Op 3 niveaus kan aandacht worden besteed aan de duurzame inzetbaarheid; op organisatieniveau, teamniveau en individueel niveau. Om te weten waar een team staat, is een check op elke verdieping aan te raden, een 0-meting. Vandaaruit kan het team doelen stellen voor de komende periode; welke

resultaten wil men bereiken: minder verzuim, medewerkers breder inzetbaar maken, begrip creëren en de samenwerking bevorderen binnen de verschillende generaties binnen een team, etc

4.2. Onze organisatorische doelen

We hebben inzichtelijk hoe het personeelsbestand er (kwantitatief en kwalitatief) uit ziet, en wat wenselijk is op een termijn van vier jaar en welke acties er ondernomen worden om het gewenste personeelsbestand dichterbij te brengen. De gewenste situatie is afgeleid van onze missie, visie(s), afspraken en omvang aantal leerlingen

Taken en functies Huidige situatie

2015

Gewenste situatie

2015-2019

1 Aantal personeelsleden 8 8

2 Verhouding man/vrouw 1 – 7 3 – 5

3 LA-leraren 6 6

35

Talenten & Passies

Werk-Privébalans

werkomstandighedendrijfveer

(kern)waarden & cultuurtevredenheid & motivatie

Competentiescholing

loopbaanmobiliteit

Gezondheidvitaliteitleefstijl

4 LB-leraren 2 2

5 Aantal IB-ers 1 1

6 Opleiding schoolleider 1 1

8 ICT-specialist / I-coach 0 1

9 Taalleesspecialisten 1 1

10 Techniekcoördinator 0 1

11 Gedragspecialist 0 1

Beleid m.b.t. LA- en LB-functies [de functiemix]

Hiervoor verwijzen wij naar het “functiegebouw” van OPTIMUS waarin het beleid staat beschreven m.b.t de functiemix.

De Bolster heeft vanaf 2012-2013 twee leerkrachten in LB. De excellente leerkracht met het profiel zorg en de excellente leerkracht met het profiel managementtaken.

4.3 De schoolleiding

De schoolleiding wordt gevormd door de directeur. De directeur vormt samen met de IB-er (excellente leerkracht met het profiel zorg) en de excellente leerkracht met het profiel management het MT. Bij afwezigheid van de directeur is de excellente leerkracht met profiel management het aanspreekpunt. Daarnaast vervult deze excellente leerkracht zowel uitvoerende alsmede ondersteunende taken voor de directeur. De IB-er vervult alle taken die betrekking hebben op de leerlingenzorg. Beide excellente leerkrachten voorzien de directeur van gevraagd en ongevraagd advies. Kenmerkend voor de schoolleiding is, dat ze zich richt op het zorgen voor goede communicatie en op het adequaat organiseren van de gang van zaken op school. Daarnaast vindt de schoolleiding met name het onderwijskundig leiderschap van belang. De directeur wil adaptief leiding geven, wat betekent dat ze daar waar nodig en noodzakelijk rekening houdt met verschillen tussen leraren maar uitgaat van de basiscompetenties waarover elke leerkracht dient te beschikken. Onze ambities zijn:

1. De schoolleiding is deskundig2. De schoolleiding ontwikkelt (innovatief) beleid op grond van strategische keuzes3. De schoolleiding kan onderwijskundig beleid operationaliseren en implementeren4. De schoolleiding respecteert teamleden zoals ze zijn5. De schoolleiding wordt door de teamleden gerespecteerd6. De schoolleiding geeft teamleden voldoende ruimte7. De schoolleiding geeft teamleden het gevoel dat ze iets kunnen8. De schoolleiding communiceert in voldoende mate en op een goede wijze met het team9. De schoolleiding schept voorwaarden voor een functioneel en plezierig werkklimaat10. De schoolleiding stimuleert eigen initiatieven van teamleden11. De schoolleiding ondersteunt teamleden in voldoende mate12. De schoolleiding heeft voldoende delegerend/coördinerend vermogen13. De schoolleiding heeft een doelmatig systeem voor beheer en organisatie opgezet14. De schoolleiding organiseert de dagelijkse gang van zaken adequaat

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)De ambities worden 1 x per jaar beoordeeld door de directeur en de teamleden.

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11) Blijven bewaken van goede transparante communicatie / feedback tussen teamleden en zelf

zorgen voor heldere communicatie naar teamleden.

36

De gesprekkencyclus voor directeuren is in 2013-2014 van start gegaan. De directeur hoort voldoende te scoren op de competentieset voor directeuren, beschikt over een managementcontract en een voldoende beoordeling op de volgende onderdelen:- Opbrengsten van De Bolster m.b.t. cito eindresultaten en tussenresultaten- Aansturing medewerkers- Ziekteverzuim- afspraken persoonlijk ontwikkelplan- Formatie / begroting- Algehele beoordeling

Het bestuur van Optimus stelt budget beschikbaar voor de ontwikkeling van directeuren en zij zullen per 1 januari 2018 RDO geregistreerd staan.

4.4 Beroepshouding – professionele cultuur

Het is voor de kwaliteit van de Bolster van belang, dat de werknemers niet alleen beschikken over lesgevende capaciteiten. Op onze school wordt veel waarde gehecht aan de professionele instelling van de werknemers, aan een juiste beroepshouding. Daarbij gaat het om de volgende ambities:

1. Handelen overeenkomstig de missie en de visie van de school2. Zich collegiaal opstellen 3. Zich medeverantwoordelijk voelen voor de school, de leerlingen en elkaar4. Met anderen kunnen en willen samenwerken5. Hun werk met anderen bespreken6. Zich adequaat voorbereiden op vergaderingen en bijeenkomsten7. Genomen besluiten loyaal uitvoeren 8. Zichzelf en het klaslokaal openstellen voor anderen 9. Aanspreekbaar zijn op resultaten en op het nakomen van afspraken10. Gemotiveerd zijn om zichzelf te ontwikkelen11. Anderen kunnen en willen begeleiden of helpen 12. Beschikken over reflectieve vaardigheden13. Beschikken over communicatieve vaardigheden.

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team.

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

Bovenstaande ambities zullen ook nader aan de orde komen en getoetst worden middels het invullen van de competentieset door de leerkrachten behorend bij de gesprekkencyclus. Dit zal tevens leiden tot verdere ontwikkelingen van leerkrachten en deze worden vastgelegd in persoonlijke POP’s.

360 graden feedback zal binnen de invulling van de competentiesets worden opgenomen.

4.5 Integraal personeelsbeleid (incl. professionalisering)

Het integraal personeelsbeleid van onze school richt zich op de ontwikkeling van de medewerkers. De bedoelde ontwikkeling is gekoppeld aan de missie en de visie(s) van de school, en aan de ambities per beleidsterrein.

In 2013-2014 is de gesprekkencyclus op de Bolster van start gegaan conform het beleid van Optimus. Leerkrachten LA en LB vullen daartoe bijbehorende competentieset in en na een klassenbezoek van directie volgt er een functionerings- of beoordelingsgesprek. Vervolgens stellen de leerkrachten een POP op om hun competenties te verbeteren, zich verder te professionaliseren of om door te groeien naar een specifiekere functie. Het schoolbelang staat echter voorop.

37

Wij hechten grote waarde aan het continu blijven ontwikkelen van leerkrachten. Hiertoe zijn diverse mogelijkheden:- Intervisie- Collegiale consultatie- Uitwisseling collegiale expertise- Teamscholing (intern of extern)- Individuele scholing middels lerarenbeurs of deelname scholing via de Optimusacademie.

Deze vormen van professionalisering / scholing, passen binnen het 70-20-10 concept.

Voor de uitgebreide competentiesets verwijzen wij naar het beleid Gesprekkencyclus van Optimus.

4.6 Instrumenten voor personeelsbeleid

Onze school hanteert diverse instrumenten voor haar (integraal) personeelsbeleid. We zetten deze instrumenten in om de leraren te ontwikkelen (in de gewenste richting). De kernvraag bij ons personeelsbeleid is: hoe zorgen we ervoor, dat de leraren (medewerkers) de geformuleerde ambities steeds beter gaan beheersen. Onze instrumenten zijn:

4.6.1 Beleid m.b.t. stagiaires

Wij vinden het belangrijk om een bijdrage te leveren in de ontwikkeling van aankomende leerkrachten en onderwijsassistenten en bieden daarom aan stagiaires van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen en van de Hogeschool Helmond stageplekken aan. Verder zijn er op onze school onderwijsassistenten van de Gilde opleiding in Venray en van het MBO college De Maasvallei. Jaarlijks wordt binnen het team geïnventariseerd welke leerkracht stagiaires in de klas willen begeleiden. Het aantal plaatsingsmogelijkheden wordt doorgegeven aan de stagescholen. Mogelijke stagiaires worden uitgenodigd voor een gesprek met de stagecoördinator en de betreffende leerkracht. Als na het gesprek alle partijen positief zijn worden nadere afspraken gemaakt. Voor de beoordeling van stagiaires maken wij gebruik van de beoordelingsinstrumenten van de opleidingsschool, met inachtneming van ons eigen competentieprofiel.

4.6.2 Werving en selectie

Ten tijde van dit schoolplan is de werving en selectie van nieuwe medewerkers stop gezet vanwege de krimp van het aantal leerlingen binnen de stichting Optimus. Werving en selectie is voorlopig alleen intern binnen de stichting aan de orde m.b.t. vrijwillige of verplichte mobiliteit van medewerkers. De stichting Optimus beschikt over mobiliteitsbeleid voor alle medewerkers van Optimus. Op elke school is een afgeleid mobiliteitsplan aanwezig met criteria voor gedwongen mobiliteit indien het aantal leerlingen dusdanig is afgenomen dat er sprake is van overbezetting van leerkrachten. Daarnaast is er ruimte voor vrijwillige horizontale en verticale mobiliteit.

Voor nadere informatie verwijzen wij naar het mobiliteitsbeleid van Optimus.

4.6.3 Introductie en begeleiding

De school beschikt over een protocol begeleiding nieuwe leerkrachten.Nieuwe leraren krijgen een mentor (een meer ervaren collega). Deze mentor informeert de nieuwe leerkracht over het reilen en zeilen binnen de school. De directeur heeft regelmatig gesprekken met de nieuwe leerkracht m.b.t. het welzijn en mogelijke knelpunten en geeft informatie over de missie, de visies en de ambities van de school evenals de competentieset. De Intern Begeleider informeert de nieuwe leerkracht over de 1-Zorgroute en de zorg voor de leerlingen. De nieuwe leerkracht kan bij elke leerkracht terecht over de dagelijkse gang van zaken. Na enige tijd gaat de directeur op klassenbezoek en ontwikkelt de nieuwe leerkracht een pop dat zich in eerste instantie richt op de competentieset. Vervolgens gaat de nieuwe leerkracht mee in de gesprekkencyclus.

4.6.4 Taakbeleid

38

Op onze school krijgen alle leerkrachten elk schooljaar taken toebedeeld. De taken zijn onderverdeeld in lesgevende taken, niet lesgebonden taken en deskundigheidsbevordering (zie voor de uitwerking de normjaartaak). Elk jaar wordt er bekeken of de niet lesgebonden taken voor het beheer van de school, werkgroepen en sport en spelactiviteiten goed verdeeld zijn over de verschillende leerkrachten. Daarbij wordt uitgegaan van wensen en sterke kanten van de personeelsleden. Tenslotte worden er jaarlijks afspraken gemaakt over deskundigheidsbevordering.

4.6.5 Collegiale consultatie

Collega’s kunnen bij elkaar in de klas komen om van elkaar te leren. Ook wordt op deze manier gekeken of de opgestelde ambities (c.q. competenties en afspraken) worden waargemaakt. In teamvergaderingen wordt een rooster opgesteld voor deze consultaties. Per jaar wordt beslist welk vakgebied in ieder geval prioriteit krijgt en hoe vaak collegiale consultaties plaatsvinden. Collegiale consultatie kan ook bij collega’s op andere scholen binnen Optimus.

4.6.6 Klassenbezoek

De directeur legt jaarlijks bij ieder teamlid een klassenbezoek af. Bij het klassenbezoek worden criteria die afkomstig zijn van de competentieset geobserveerd. Daarnaast wordt bekeken of de leraar op een correcte wijze uitvoering geeft aan de gemaakte persoonlijke ontwikkelplannen. Na afloop van het klassenbezoek volgt (standaard) een functioneringsgesprek of beoordelingsgesprek. Een nieuw pop wordt opgesteld en tussentijds volgt er nog een voortgangsgesprek m.b.t. het nieuwe pop.Naast de directeur kunnen ook de excellente leerkrachten met het profiel zorg en het profiel management een klassenbezoek afleggen op verzoek van de directeur of de leerkracht. De verslagen hiervan worden meegenomen bij de functionerings- of beoordelingsgesprekken.

4.6.7 Persoonlijke Ontwikkelplannen (POP)

Iedere werknemer stelt jaarlijks een POP op. De inhoud van het POP is deels gebaseerd op onze competentieset. deels op eigen behoeften en eventueel in schoolbelang. Werknemer en directeur scoren de competenties. In overleg met de directeur worden items voor in het POP besproken. De leerkracht vult het format van de POP in. Deze wordt geaccordeerd door de directeur. Tussentijds volgt een voortgangsgesprek.

4.6.8 Het bekwaamheidsdossier

Alle werknemers zullen gaan beschikken over een bekwaamheidsdossier. Deze dossiers worden digitaal opgeslagen door de directeur en de leerkracht. In dit dossier bevinden zich:

- Afschriften van dipoma’s en certificaten- De missie en visie(s) van de school- De competentieset - De gescoorde competentielijstjes - De persoonlijke ontwikkelplannen- De gespreksverslagen

Het is wenselijk het bekwaamheidsdossier uit te breiden met als bijlage een portfolio. In het portfolio verzamelt de werknemer ‘bewijzen’ voor zijn persoonlijke ontwikkeling.

4.6.9 Functionerings- en beoordelingsgesprekken

Functioneringsgesprekken worden gevoerd door de directie en vinden één maal per jaar plaats. Een functioneringsgesprek kenmerkt zich door een gelijkwaardige inbreng van de gesprekspartners en het tweezijdige karakter. Het doel van het gesprek is het optimaliseren van zowel het functioneren van de werknemer, van de omstandigheden waaronder de werkzaamheden worden of zullen worden verricht als van het functioneren van de school. Afspraken hierover worden in een verslag vastgelegd. Hiervoor gebruiken we het formulier functioneringsgesprek. Dit formulier wordt door beide partijen

39

ondertekend. Vóór het daadwerkelijke functioneringsgesprek heeft er in het betreffende schooljaar minimaal één klassenbezoek plaatsgevonden. Dit hoeft overigens niet altijd een gepland bezoek te zijn.Beoordelingsgesprekken worden gevoerd door de directeur en de leerkracht en vinden plaats in het jaar volgend op het functioneringsgesprek. Het heeft een eenzijdig karakter van de kant van de directeur. Er is naderhand wel ruimte voor opmerkingen van de leerkracht. De directeur vult hiervoor het formulier beoordelingsgesprekken in na een klassenbezoek. Dit formulier wordt door beide partijen ondertekend.

4.6.10 Deskundigheidsbevordering (scholing-professionalisering)

Scholing komt aan de orde bij de functionerings- en beoordelingsgesprekken. Medewerkers kunnen voor (persoonlijke) scholing opteren (bij voorkeur in relatie tot de organisatorische doelen –zie hoofdstuk 4.1- en/of de competentieset en/of het opgestelde persoonlijk ontwikkelplan) en daarnaast organiseert en faciliteert de directie teamgerichte scholing. Ook deze scholing richt zich op het versterken van de missie, de visie en de afspraken (doelen) van de school. In de regel volgt het team twee keer per jaar teamgerichte scholing. Iedereen is daarbij aanwezig. Intervisie, collegiale consultatie, van en door elkaar leren en leren door middel van het werk horen allen tot de mogelijkheden. De scholing wordt verwerkt in de normjaartaak onder het kopje deskundigheidsbevordering.

Gevolgde teamscholing 2011-2015

Jaar Thema Organisatie

2011-2012 1-Zorgroute Marant

2012-2013 1-Zorgroute Marant

2013-2014 1-Zorgroute Marant

2014-2015 Parnassys Parnassys

Gevolgde persoonlijke scholing 2011-2015

Thema Organisatie Aantal medewerkers

Taalcoördinator 2 MedewerkersJolanda Rutten-Albers Inge van den Hoven (reeds werkend op Palet)

Leescoordinator Biblioplus 1 MedewerkerJolanda Rutten-Albers

Effectief Woordenschat ECLG 3 MedewerkersJanneke Jans, Nonke Schik,Patricia Martinus.

BHV

Jaarlijks terugkomende scholing

NIBHV 3 MedewerkersJolanda Rutten-Albers, Mercedes Nottet, Patricia Martinus.

Cito LOVS Pierre Wolters 1 MedewerkerJanneke Jans

WMK-po 3 MedewerkersMercedes NottetJanneke JansPatricia Martinus

Prowise Prowise 1 Medewerker

40

Patricia Martinus

Opleiding schoolleider Basisbekwaam Primair onderwijs

Magistrum Patricia Martinus

Rekennetwerk Optimus Patricia Martinus

Specifieke expertise van het team:

Taalleescoördinator: Jolanda Rutten-Albers

4.6.11 Intervisie

Er is een vergaderstructuur waarin ook ruimte opgenomen is voor intervisiemomenten (wenselijk 4 x per jaar). Tijdens de intervisie kunnen de teamleden de dagelijkse praktijk bespreken of hoe om te gaan met gedrag van leerlingen. Ook kan er tijdens de intervisie aandacht besteed worden aan de voortgang van het POP.

4.6.12 Teambuilding

Op onze school organiseren we diverse typen vergaderingen (zie hoofdstuk 5, Interne communicatie) waarin we met elkaar overleggen over themata die inhoudelijk en/of organisatorisch van belang zijn voor de school en de leraren. De eenheid in het team wordt ook versterkt door de gezamenlijke momenten van scholing. Ieder jaar volgt het team –naast de individuele scholing- een scholing of cursus. We hebben ook 2x per jaar een studiedag. We onderscheiden in het kader van teambuilding ook de meer informele communicatiemomenten. We drinken tijdens de ochtendpauze gezamenlijk koffie / thee en we gebruiken door de weeks de lunch zoveel mogelijk gezamenlijk. Ook dan is er tijd voor meer informeel overleg. De school organiseert een gezellig samenzijn met Sinterklaas, Kerst en een afsluiting aan het eind van het schooljaar. We hebben belangstelling voor elkaar en er is aandacht voor verjaardagen, jubilea, geboorten of bij ziekte. Op de Bolster is hiervoor een lief en leed commissie.Daarnaast is er tweejaarlijks een Optimuspersoneelsdag.

4.7 Verzuimbeleid

Een zieke werknemer meldt zich ziek bij de directeur. Deze regelt de vervanging. De werknemer meldt zich ook beter bij de directeur. Bij langduriger verzuim wordt de werknemer opgeroepen bij de Arbo-arts. Bij kort veelvuldig verzuim wordt een verzuimgesprek gehouden door de directeur. Bij vermoeden van oneigenlijk verzuim wordt de Arbo-arts ingeschakeld, in overleg met de personeelsconsulent. Langdurig verzuim wordt afgehandeld conform de Wet Poortwachter. De re-integratie voor wat betreft het functioneren op school valt onder de verantwoordelijkheid van de schooldirecteur. Bij ziekte wordt, naast de informele contacten door de collegae, formeel door de directeur contact onderhouden met de betrokkene. Indien de zieke werknemer daar prijs op stelt, worden er huisbezoeken afgelegd. Regelmatig (eens per 6 weken) wordt een kaart of bloemetje gestuurd namens het team.

Beoordeling Integraal Personeelsbeleid (zie hoofdstuk 7.10)

1 x per vier jaar door directie en leraren

Verbeterpunten Integraal Personeelsbeleid (zie hoofdstuk 7.11)

Het huis van werkvermogen bespreken met het team en indien nodig acties ondernemen.

41

Vaststellen van schoolspecifieke competenties en deze omzetten in criteria zodat er een aangevulde competentielijst ontstaat.

Gesprekkencyclus evalueren en verbeteren. Taakbeleid evalueren en bijstellen Aandacht voor werkdruk: prioriteiten stellen en juiste keuzes maken. Het aanleggen van bekwaamheidsdossiers met portfolio. Evalueren protocol nieuwe leerkracht. Bewust plannen van intervisie.

5. Organisatie en beleid

5.1 Structuur schoolorganisatie + besturingsfilosofie

Onze school is één van de 32 scholen van de stichting Optimus. De directeur geeft - onder eindverantwoordelijkheid van de algemene directie van de stichting Optimus- leiding aan de school. De directeur is een meerscholige directeur van 2 scholen.. De directeur is integraal verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en het (uitvoeren van het) beleid op beide scholen. De directeur wordt bijgestaan door een excellente leerkracht met het profiel management en een IB-er. Samen vormen zij het Management Team (MT). De school heeft de beschikking over een ouderraad en een MR. Op stichtingsniveau is er een GMR. De schoolleiding streeft ernaar de school te ontwikkelen tot een lerende organisatie, tot een school die gekenmerkt wordt door een professionele schoolcultuur. Daarom worden er jaarlijks studiedagen voor het gehele team ingeroosterd. Speerpunt is de ontwikkeling van de leraren tot nog betere leraren. Daartoe legt de directie klassenbezoeken af en worden er nagesprekken gevoerd. Het welzijn van de leerkrachten wordt bewaakt en daartoe zijn er soms ook informele, informerende en coachende gesprekken. Zie verder hoofdstuk 4 integraal personeelsbeleid.

5.2. Structuur (groeperingsvormen)

De school gaat uit van een leerstofjaarklassensysteem. Door de afname van het aantal leerlingen moeten er combinatieklassen gevormd worden. Soms is er dan ook sprake van parallelklassen. De indeling van klassen vindt plaats op basis van de zorgzwaarte in de groepen. De kleutergroepen bestaan steeds uit kinderen van 4 tot 6 jaar; het zijn dus gemengde groepen. De onderbouw (groep 1 t/m 4) is een belangrijke periode waarin we werken aan een goede basis voor de rest van de schoolloopbaan. Binnen de jaargroepen wordt de leerstof per leeftijdsgroep aangeboden. Daarbij wordt er zoveel mogelijk gedifferentieerd naar moeilijkheid en tempo. Het gaan werken volgens de 1-Zorgroute zorgt ervoor dat het onderwijs steeds meer wordt afgestemd op de onderwijsbehoeften van de kinderen. Het gebeurt ook dat leerlingen een eigen leerlijn volgen die afgestemd is op zijn of haar mogelijkheden. De komende periode willen we ons gaan oriënteren op het klassendoorbrekend gaan leren om zo nog meer tegemoet te komen aan de ontwikkeling van de kinderen. We proberen hiermee ook te anticiperen op de problematiek die de krimp van leerlingen met zich mee zal brengen. We zijn inmiddels gestart met het groepsdoorbrekend leesonderwijs.

5.3. Schoolklimaat (inclusief Sociale Veiligheid)

Wij vinden het belangrijk, dat de school een veilige en verzorgde omgeving is voor de leerlingen en de medewerkers. Een omgeving waarin iedereen zich geaccepteerd voelt en waar het plezierig samen-werken is. Onze school is een school die open staat voor ouders. Sterker nog: we proberen ouders optimaal te informeren en te betrekken bij de dagelijkse gang van zaken. Onze ambities zijn:

42

1. De school ziet er verzorgd uit2. De school is een veilige school 3. Leraren (onderling) en leerlingen (onderling) gaan respectvol met elkaar om 4. Ouders ontvangen maandelijks een nieuwsbrief5. De school organiseert jaarlijks 1 informatieavond, 3 ouderavonden, 1 thema-avond, 3

inloopmiddagen. 6. Ouders participeren bij diverse activiteiten7. De school staat altijd open – directeur en leraren zijn bereikbaar 8. De website van de school is up to date en ouders kunnen er de activiteiten van de kinderen op

volgen.

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door directie en team.

Daarnaast is er om de 2 jaar een tevredenheidsvragenlijst die door ouders, teamleden en leerlingen worden ingevuld. Verbeterpunten worden verwerkt in het jaarlijkse beleidsdocument WMKpo en ten uitvoer gebracht.

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

Een nieuw leerlingadministratiesysteem van waaruit algemene info verstuurd kan worden zodat ouders maar 1x de mail ontvangen.

De visie van De Bolster zal centraal in de hal komen te hangen.

5.3.2 Sociale Veiligheid

De Bolster wil zich hard maken om het schoolklimaat en de sociale veiligheid te waarborgen en te optimaliseren. Mede daarom hanteren we op onze school een pestprotocol, gedragsprotocol, internetprotocol, rouwprotocol en luizenprotocol.

De school beschikt over een registratiesysteem: de leraar registreert incidenten. Een incident wordt geregistreerd als de leraar inschat dat het werkelijk een incident is, of na een officiële klacht. De IB-er analyseert jaarlijks de gegevens die aangeleverd worden door de leraren en stelt –in overleg met de directie- op basis daarvan verbeterpunten vast.

De school probeert incidenten te voorkomen. Er zijn school- en klassenregels (w.o. plein-regels; de regels zijn m.n. gedragsregels: hoe ga je met elkaar om). Deze regels worden ook daadwerkelijk gehanteerd. De school beschikt over een methode voor de sociaal-emotionele ontwikkeling, Kinderen en hun sociale talenten, aangevuld met Fides. De school is dagelijks bezig met sociaal-emotionele ontwikkeling en dit staat in het teken van de ontwikkeling van goed (passend) gedrag. De Bolster beschikt over het leerlingvolgsysteem SCOL.

Kleine incidenten worden in eerste instantie afgehandeld door de leraar. Grotere incidenten conform ons gedrags- en pestprotocol. Ouders worden betrokken bij de aanpak van incidenten.

De school beschikt over een externe klachtencommissie, twee interne contactpersonen en een externe vertrouwenspersoon. In de schoolgids worden ouders uitgebreid geïnformeerd over aspecten van sociale veiligheid. De school beschikt over 3 BHV-ers.

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

De school neemt om de 2 jaar een sociale veiligheidsvragenlijst af onder ouders, leerlingen en leraren. De sociaal-emotionele ontwikkeling op groeps- en kindniveau worden 2x per jaar door de IB-er en de leerkrachten besproken tijdens de groeps- en leerlingbesprekingen. Van elke leerling maakt de groepsleerkracht een verslag dat bij de overdracht meegaat naar de volgende groep. Indien nodig wordt er een HP of groepsplan sociaal-emotionele ontwikkeling opgesteld en uitgevoerd.

43

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

Oriëntatie op het leerlingvolgsysteem voor sociaal emotionele ontwikkeling Zien binnen Parnassys.

Waarborgen van de veiligheid voor leerkrachten. Protocol ontwikkelen.

5.3.3 Risico-Inventarisatie (RI&E)

In mei 2014 heeft de afname Risico-Inventarisatie (RI&E) plaatsgevonden. Deze schoolgezond-heidsmeter is uitgevoerd door vba-adviseurs. De directie en een personeelslid van de MR hebben de RI&E-vragenlijst kunnen invullen. Van de inventarisatie is binnen de RI&E een overzicht gemaakt waarin de aandachtspunten en de gekozen verbeterpunten staan aangegeven. Jaarlijks werken we aan een aantal verbeterpunten. Binnen 4 jaar horen alle knelpunten zijn opgelost en volgt er een nieuwe grote inventarisatie. Momenteel is er bij de vba een nieuw systeem waardoor alle gegevens opnieuw moeten worden ingevoerd.

5.3.4 Arbobeleid

Onze school heeft met Human Capital Care een Arbo-contract afgesloten. Het beleid is erop gericht om uitval van leerkrachten te voorkomen. Bij langdurige uitval stelt de arbeidsdeskundige – eventueel in overleg met de bedrijfsarts – een probleemanalyse op. De directeur en de zieke leerkracht stellen vervolgens een plan van aanpak op. Tevens bestaat de mogelijkheid voor overleg met de bedrijfsarts en de personeelsconsulent in het Sociaal Medisch Overleg. Wij hechten veel belang aan een gezond leef- en werkklimaat in en rondom de school. We beschikken over een registratieformulier voor het melden van een ongeval en de oorzaak daarvan. Op die manier kunnen we tekortkomingen aan het gebouw en/of materialen in kaart brengen en acties plannen. Voor de speeltoestellen is een logboek aanwezig voor het bijhouden van onderhoud en het melden van eventuele ongevallen. De brandweer heeft een gebruiksvergunning afgegeven en (daarmee) via de vergunning de school brandveilig verklaard. Op de school is een calamiteitenplan aanwezig.

5.4. De interne communicatie

Op onze school vinden we de interne communicatie van groot belang. Het gaat erom betrokkenheid te creëren van de medewerkers op het werk en op het schoolgebeuren om op die manier de kwaliteit van de school te optimaliseren. Daarom zorgt de schoolleiding voor een heldere vergaderstructuur en worden er effectieve hulpmiddelen gebruikt. Onze ambities zijn:

1. We vergaderen in principe op dinsdag of donderdag o zorgvergadering 3o Projectvoorbereidingen 8 o Plenaire vergaderingen 20o Formatie / mobiliteit 1o Taakbeleid 1

2. Het MT heeft 1x per maand overleg.3. De OR vergadert 8 x per jaar4. De MR vergadert 8 x per jaar5. Studiedagen: onderwijsinhoudelijk / scholing 2x per jaar6. We gebruiken effectieve middelen voor de communicatie: postvakken, memobord, e-mail, bij

aanvang van iedere schoolweek een teammemo van de directeur, groepsapp.

Qua communicatiegedrag vinden we het volgende belangrijk:

1. Zaken worden op de juiste plaats besproken 2. Vergaderingen worden goed voorbereid 3. Op vergaderingen is sprake van actieve deelname

44

4. In beginsel spreekt iedereen namens zichzelf 5. We geven elkaar respectvolle feedback en accepteren ook feedback van anderen

Overige interne overlegvormen:

- Leerlingenraad 1x per maand: voorzitter is de directeur.Leerlingen brengen onderwerpen in die zij graag willen bespreken. Op deze wijze kunnen we volgen wat de leerlingen bezig houdt en wat zij vinden van onze school. De klassenvergaderingen vooraf gaand aan de leerlingenraad in de diverse groepen spelen daarbij overigens ook een belangrijke rol.

- Groepsoverdrachtgesprekken einde schooljaar.

Duidelijke overlegstructuurBij aanvang van het nieuwe schooljaar is er een nieuw vergaderrooster opgesteld met daarin alle overlegdata opgenomen.

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

De ambities worden een 1 x per vier jaar beoordeeld door directie en team

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

Effectief vergaderen Door de intrede van het 5 gelijke dagen model minder vergaderdata maar langere vergadertijd.

5.5. De communicatie met externe instanties

Onze school staat midden in de gemeenschap. Onze school onderhoudt daarom structurele contacten met externe instanties. Hierdoor halen we expertise binnen, waardoor we adequaat samen kunnen werken aan de opvoeding en de ontwikkeling van de kinderen. We dragen daarvoor –als school, ouders en omgeving- een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De externe instanties waarmee we een relatie onderhouden zorgen voor advies, hulp en ondersteuning en dit komt de kwaliteit van het onderwijs en de school als organisatie ten goede. Daarom onderhoudt onze school systematische en gereguleerde contacten met:

Directeur:Directieberaad stichting OptimusRegionaal directieberaad BoxmeerStichting Doe je meeBSO

Directeur en excellente leerkracht met management taken: Stichting DichterbijExcellente leerkracht met management taken: DorpsraadIntern Begeleider

IB-netwerk van WSNS (regio land van Cuijk), vier keer per jaarIB netwerk van de stichting Optimus 8 keer per jaarGGD-verpleegkundige 6x per jaarVVE met gemeente 4x per jaarSchoolmaatschappelijk werkPeuterspeelzaal

ICTerSkool@land van Cuijk

BISC-coördinatorOverleg met Brabants Instituut voor School en Kunst

Taalleescoordinator: Biblio PlusOverige contacten:Diverse ( onderzoeks) bureaus: BCO, OpdidaktHogeschool de Kempel

45

Hogeschool GelderlandGilde opleiding in VenrayMBO college De MaasvalleiLogopedistSchoolartsGGDV.O. scholen

Stichting DichterbijSinds 1 augustus 2014 heeft de Bolster door leegstand van een vleugel 3 lokalen verhuurd aan de Stichting Dichterbij. In deze lokalen vindt de dagbesteding voor Clienten van genoemde Stichting plaats. Voor zowel de Bolster als de Stichting Dichterbij een mooie kans om daar waar mogelijk samen te werken. Voor de clienten van Dichterbij om gerichte taken uit te voeren en daarmee een stukje deel te nemen aan het arbeidsproces. Voor basisschool de Bolster om leerkrachten te verlichten in diverse taken. Naast het doel van samenwerken is er een hoger gelegen doel oftewel visie; we willen dat onze leerlingen bekend zijn met de diversiteit van mensen in de maatschappij en respectvol omgaan met ieder mens in de samenleving, zo ook geestelijk en lichamelijk gehandicapten. Wij geven dit onder andere vorm door gezamenlijke activiteiten te ondernemen maar ook de clienten uit te nodigen en mee te doen bij vieringen en activiteiten. Onze ambities voor wat betreft de relatie met de Stichting Dichterbij:

1. We beschikken over een lijst met hand- en spandiensten voor de cliënten.2. We betrekken elkaar wederzijds bij activiteiten3. Er is respect voor elkaars visie en beleid 4. Onze leerlingen gedragen zich respectvol naar de cliënten. 5. Er is een huurcontract met daarin onder andere de visie van beide organisaties.

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

De ambities worden jaarlijks regelmatig beoordeeld en geëvalueerd door directie van de Bolster en directie van Stichting Dichterbij en de medewerkers van beide organisaties.

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

De communicatie en afstemming tussen de Bolster en Stichting Dichterbij behoeven verbetering. De Bolster zal haar grenzen van in gebruik name gebouw moeten gaan bewaken.

5.6. De communicatie met ouders Goede contacten met ouders vinden wij van groot belang, omdat school en ouders dezelfde doelen nastreven: de algemeen menselijke en de cognitieve ontwikkeling van (hun) kinderen. Ouders zien we daarom als gelijkwaardige gesprekspartners. Voor de leraren zijn de bevindingen van de ouders essentieel om het kind goed te kunnen begeleiden. En voor de ouders is het van belang dat zij goed geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind. Onze ambities zijn:

1. Ouders worden betrokken bij schoolactiviteiten2. Leraren stellen zich op de hoogte van de opvattingen en verwachtingen van de ouders3. Ouders ontvangen informatie over de actuele gang van zaken4. Ouders krijgen informatie over de uitslagen van de tussenresultaten op schoolniveau en de

vragenlijsten5. Ouders worden betrokken bij (extra) zorg6. Ouders (en hun kinderen) worden adequaat voorbereid op het vervolgonderwijs7. Ouders worden adequaat op de hoogte gesteld van de ontwikkeling van hun kind8. Leraren stimuleren ouders tot onderwijsondersteunend gedrag in de thuissituatie

De MR maakt regelmatig een klassenrondje onder ouders en personeel om feedback te ontvangen en te delen met de directie van de school. Jaarlijks houden zij een thema-avond voor ouders.

46

Begeleiding naar V.O. scholen

In groep 8 moet gekozen worden naar welke school voor voortgezet onderwijs een kind zal gaan. De school besteedt een voorlichtende ouderavond aan deze keuze. De meeste kinderen van onze school gaan naar het "Elzendaalcollege" , “Scholengemeenschap Metameer", Jenaplan Metameer of “ Het Praktijk onderwijs (Pro) in Boxmeer. Deze scholen organiseren in het voorjaar een open dag. In de brugklassen van deze scholengemeenschappen wordt de definitieve richting van de kinderen vastgesteld.

Het advies van de basisschool, het cito leerlingvolgsysteem, de uitslag van de entreetoets eind groep 7 en het Drempelonderzoek begin groep 8 zijn mede bepalend voor de keuze in welke brugklas het kind terechtkomt. Na het advies maken de ouders samen met het kind de definitieve schoolkeuze. Voordat het kind daadwerkelijk overgaat naar de brugklas is er al overleg geweest tussen de groepsleraar en brugklasleraar. Er gaat ook een onderwijskundig rapport naar de ontvangende school. Er is een warme overdracht voor de zorgleerlingen door de IB-er en de leerkracht van groep 8 met de zorg coördinator van het VO. Ook naderhand blijven er contacten tussen voortgezet onderwijs en basisschool over de verdere ontwikkelingen van het kind.Als opstapje naar de schoolverlating laten wij in groep 7 de kinderen de zogenaamde entreetoets maken. Deze door het CITO ontwikkelde toets is een schoolvorderingentest waaruit dan alsnog geconstateerde hiaten opgevuld kunnen worden. Dit resulteert in een Plan van Aanpak voor groep 8.

Onze methoden en de uitvoering van ons onderwijs moeten voldoen aan de kerndoelen die de inspectie van het onderwijs heeft voorgeschreven om de aansluiting met het V.O. zoveel mogelijk te kunnen waarborgen.

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

1 x per vier jaar middels een tevredenheidspeiling onder personeel en ouders.

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

Hoge verwachtingen van de opbrengsten uitspreken en realiseren. Minimale score van de cito toetsen op het landelijk gemiddelde.

6. Financieel beleid

6.1 Kaders

Het financieel beleid binnen de organisatie OPTIMUS valt onder de verantwoordelijkheid van het college van bestuur (cvb).

Geheel conform de besturingsfilosofie van OPTIMUS wordt er ook op financieel gebied gestreefd naar maximale beleidsruimte op schoolniveau. Dit betekent dat er jaarlijks op schoolniveau een personele en een materiële begroting worden vastgesteld. Deze schoolbegrotingen voldoen aan de kaders die hiervoor binnen OPTIMUS worden gehanteerd. Via tussenrapportages en uiteindelijk de jaarrekening wordt er zowel op school- als organisatieniveau verantwoording afgelegd over de inzet van de

47

middelen. Tevens heeft de medezeggenschapsraad van elke school een adviesbevoegdheid ten aanzien van het financiële beleid op hoofdlijnen.

Omdat OPTIMUS de financiële, de personele en de salarisadministratie in eigen beheer uitvoert, is er op organisatieniveau veel deskundigheid op financieel gebied aanwezig. Waar nodig is deze expertise beschikbaar voor iedere school.

Belangrijke uitgangspunten voor het te voeren financiële beleid zijn:

- begroting en exploitatie volgen het geformuleerde beleid van doelen en prioriteiten;- financieel beleid binnen OPTIMUS heeft het continuïteitsbeginsel, het voorzichtigheidsbeginsel

en het economische principe als algemene kenmerken;- de financiële beleidsruimte wordt zo min mogelijk beperkt door (langlopende) verplichtingen; - elke school beschikt over een meerjarenbegroting en een actueel inventarisoverzicht;- de directeur van de school is eindverantwoordelijke voor financieel beleid en de uitvoering hiervan

binnen de eigen school;- voor de inzet van personeel wordt een op stichtingsniveau vastgesteld FPE (formatieplaats

eenheid) gehanteerd. Diverse functies zijn afgeleid van het bedrag voor 1 fte leerkracht. Dit bedrag wordt jaarlijks vastgesteld.

6.2 Begrotingen

Hierbij verwijzen wij naar de personele en materiële begrotingen op schoolniveau.

7. Kwaliteitsbeleid

7.1 Kwaliteitszorg

Onze school onderscheidt kwaliteit en kwaliteitszorg. We streven kwaliteit na (zie de ambities bij de verschillende beleidsterreinen) en we zorgen ervoor dat de kwaliteit op peil blijft: we beoordelen de ambities systematisch en cyclisch (zie evaluatieplan, hoofdstuk 7.9) en op basis van de bevindingen verbeteren of borgen we onze kwaliteit. Van belang is ook, dat onze kwaliteitszorg gekoppeld is aan het integraal personeelsbeleid. We streven ernaar, dat onze medewerkers competenties ontwikkelen die gerelateerd zijn aan de beleidsterreinen die we belangrijk vinden. Daardoor borgen we dat de schoolontwikkeling en de ontwikkeling van onze medewerkers parallel verloopt. Onze ambities zijn:

48

1. We hebben inzicht in de kernmerken van onze leerlingenpopulatie 2. We beschikken over ambities bij diverse beleidsterreinen (zie schoolplan) 3. We beschikken over een evaluatieplan waardoor geborgd is, dat de verschillende ambities (zie dit

schoolplan) minstens 1 x per vier jaar beoordeeld worden (zie hoofdstuk 7.9)4. We laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen door ouders, leerlingen en leraren (zie

WMK-po planning en beleid) 5. We werken planmatig aan verbeteringen (vanuit de documenten: schoolplan, jaarplan en

jaarverslag)6. We evalueren stelselmatig of onze verbeterplannen gerealiseerd zijn7. We borgen onze kwaliteit (o.a. door zaken op schrift vast te leggen) 8. We rapporteren aan belanghebbenden (inspectie, bevoegd gezag, MR en ouders)9. We waarborgen de sociale veiligheid van medewerkers en leerlingen

LOVSIn de toetskalender wordt elk schooljaar aangegeven welke toetsen op welke tijd in welke groepen wordt afgenomen. De uitslagen van alle toetsen worden digitaal opgeslagen en zijn individueel, per groep, per leerjaar of per school op te roepen. De uitslagen worden besproken in een teamvergadering. Ze vormen de input voor ons handelen in de groepen.

ZorgstructuurHierin een beschrijving hoe de zorg voor de leerlingen geregeld is. Over leerlingverslagen, groepsbesprekingen, leerlingbesprekingen, de toetskalender, het werken met groepsoverzichten, groepsplannen, de ondersteuning aan de leerkrachten, e.d. Hoe de zorg op de Bolster is ingericht staat volledig beschreven in hoofdstuk 7 van onze schoolgids.

Beoordeling (zie hoofdstuk 7.10)

1 x per vier jaar door directie en leraren

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

Schoolplan, jaarplannen en jaarverslagen behoeven hier en daar nog verbetering. Het schoolplan wordt completer. De jaarplannen meer voorzien van kentallen en smarter geformuleerd. Het jaarverslag zal een doelmatiger geëvalueerd document worden.

7.2 Wet- en regelgeving

Schoolgids 1 x per 2 jaar inspectieBijlage schoolgids 1 x per jaar inspectieSchoolplan 1 x per vier jaar inspectie Voldoende leertijd voor de leerlingenJaarplan inspectie

7.3 Terugblik Schoolplan 2011-2015 en zelfevaluatie

1. KwaliteitszorgOp het gebied van kwaliteitszorg hadden we het INK model maar zijn in 2012-2013 langzaam aan overgestapt op WMK-po. De implementatie hiervan duurde 3 jaar. Net nog tekort om alle beleidsterreinen volgens WMK-po te beoordelen. De planning voor de komende 4 jaar staat echter al.

2. Leerstofaanbod & Toetsinstrumenten- Het bewegingsonderwijs voor groep 3 t/m 8 is geclusterd in blokuren omdat we relatief ver moeten lopen naar de sporthal in het dorp. Hiermee creëren we effectievere gymtijd en verliezen we minder onderwijstijd. De lessen worden gegeven door een vakleerkracht gym, tevens leerkracht, die hiertoe is vrij geroosterd van overige lesgevende taken. Het kleuterbewegingsonderwijs wordt ondersteund door vakleerkrachten van de stichting Doe je mee.

49

- De opbrengsten begrijpend lezen zijn de laatste jaren gedaald. Een nadere analyse zal dan ook moeten worden uitgevoerd. Een eenvoudiger stappenplan voor de aanpak van een begrijpend leestekst is wenselijk.- Taal / Spelling taalactief. De methode is overzichtelijk en goed te volgen maar we hebben toch enige kanttekeningen waarbij we in het gebruik alert moeten zijn en onze aanpak aanpassen. De terminologieën zijn niet eenduidig per jaargroep waardoor herkenbare aansluiting op met name werkwoordspelling en tegenwoordige en verleden tijd niet soepel in elkaar overlopen. Spelling biedt veel categorieën tegelijk aan wat verwarrend is voor de leerlingen. We buigen ons over oplossingen hiervoor. - Voor verkeer maken we sinds 2012 in de groepen 4 t/m 8 gebruik van de verkeersbulletins van Veilig Verkeer Nederland.Groep 1 t/m 3 hebben projectmatig verkeersonderwijs en in groep 3 en 4 wordt dit uitgebreid met Huisje, boompje, beestje. De Bolster is inmiddels een BVL school.- Technisch lezen: Het leesonderwijs is de afgelopen jaren aangepakt en geïntegreerd met de 1-zorgroute technisch lezen. Er wordt veel meer gebruik gemaakt van tempo leesactiviteiten. Ook is er voor de kinderen het programma leesflits waar kinderen thuis als huiswerk mee aan de slag moeten. In schooljaar 2013-2014 hebben we het groeps doorbrekend technisch lezen ingevoerd waarbij leerlingen ingedeeld worden op hun avi-niveau en hier gerichte instructie bij krijgen door een leerkracht.- Het kleuterleerlingvolgsysteem KIJK is in 2013-2014 overgegaan op de digitale versie.- In 2014-2015 zijn we van Dotcom overgestapt op het leerling administratiesysteem Parnassys. Dit behoeft nog verdere implementatie en evaluatie.- Rekenen: in 2013-2014 zijn we overgestapt van Pluspunt naar Wizwijs. Het rekenonderwijs is hiermee qua niveau verhoogd en biedt goede aansluiting met het V.O. Leerlingen en leerkrachten beginnen te wennen aan de methode en de cito toets resultaten worden inmiddels weer beter. - In 2011-2012 zijn we gestart met de 1-Zorgroute. Inmiddels wordt er zo gewerkt bij de vakken Technisch Lezen, Spelling, Rekenen en SEO. We blijven dit proces evalueren en bijstellen zodat het handzame en goed uitvoerbare documenten zijn.

3. Leertijd De leertijd is in totaliteit gelijk gebleven. Per vakgebied en per jaargroep wordt steeds bekeken of de specifieke leertijd moet worden uitgebreid.

4. Pedagogisch klimaatHet pedagogisch klimaat op de Bolster wordt met name gevormd door het naleven van de school- en groepsregels. Inmiddels ziet elk teamlid er ook op toe dat regels en afspraken worden nageleefd. In 2011-2012 is er een gedragsprotocol gemaakt en in 2013-2014 een pestprotocol. De naleving hiervan wordt inmiddels beter maar behoeft nog steeds borging. Er zijn inmiddels tevredenheidvragenlijsten en sociale veiligheidsvragenlijsten voor ouders, leerlingen en team afgenomen. De uitslagen waren in totaliteit voldoende. Bij incidentele onvoldoende items zijn verbeterpunten opgenomen binnen het beleid WMKpo.

5. Didactisch handelenVanaf 2011-2012 zijn we gestart met het onderwijzen middels het Directe Instructie Model. Inmiddels beheersen vrijwel alle leerkrachten dit model. Op het gebied van zelfstandig werken is ervoor gezorgd dat de leerlingen middels dag- en weektaken extra oefening krijgen op de vakgebieden waarbij dit nodig is. Verrijking- en verdieping van leerstof hoort hier ook bij. Zelfstandig werktijd is opgenomen in het weekrooster waarbij de leerkracht extra instructietijd heeft voor de leerlingen die dit nodig hebben.6. Zorg en begeleidingOp het gebied van passend onderwijs heeft de Bolster een schoolondersteuningsprofiel ontwikkeld. Deze moet steeds weer worden geëvalueerd en aangepast. Verder zijn we vanaf 2011-2012 gestart met de 1-Zorgroute. Inmiddels vallen hier de vakken technisch lezen, spelling, rekenen en SEO onder. De uitbreiding wordt begrijpend lezen en woordenschat.

7. Opbrengsten Opbrengsten zijn op De Bolster steeds belangrijker geworden. Tijdens teamvergaderingen m.b.t. vakgebieden komen de methode gebonden toets resultaten ter sprake. Na elke citotoets periode worden er trendanalyses gemaakt en deze worden gezamenlijk besproken. We zoeken naar verklaringen voor de uitslagen en waar nodig worden interventies uitgevoerd. De resultaten van de entreetoets groep 7 worden gebruikt voor een Plan van Aanpak voor groep 8 om eventuele hiaten aan te pakken zodat de leerlingen voldoende toegerust naar het V.O. kunnen uitstromen. Dit Plan van Aanpak wordt bijgesteld na de drempeltoets en de M8 toetsen.

50

We streven ernaar om bij elk vak en in elk leerjaar minimaal op het landelijk gemiddelde te komen conform het document analyse en waardering van opbrengsten van onderwijsinspectie.

8. Professionalisering (Integraal personeelsbeleid)In de periode 2011-2013 is er naast de invoering van de 1-Zorgroute veelvuldig aandacht besteed aan het Directe Instructie Model, zelfstandig werken en het leren kennen van de doorgaande leerlijnen. Naast externe scholing is er hard gewerkt aan interne professionalisering. In de periode 2013-2015 is de gesprekkencyclus van start gegaan en hebben de leerkrachten en de directeur POP’s opgesteld. De methode Wizwijs is geïmplementeerd en we zijn overgestapt van Dotcom naar Parnassys. Leerkrachten zijn er nu meer aan toe om zich buiten de basis te gaan ontwikkelen. Individuele scholing wordt ter sprake gebracht met name gericht op specialisatie.

9. Interne communicatieDe interne communicatie is de afgelopen planperiode flink verbeterd. Leerkrachten zoeken elkaar op, vragen om hulp, spreken elkaar aan en hebben veel meer contact. Er is geen sprake meer van een eilandencultuur. We communiceren naast rechtstreeks veelvuldig per mail en per app. Notulering van vergaderingen is stukken verbeterd.De communicatie met de MR is de afgelopen periode moeizaam verlopen. Dit mag de nodige verbetering. De communicatie met de OR is voldoende en de OR is een bereidwillige en actieve geleding. We waarderen hun initiatieven en plannen binnen de kaders die we als school hanteren.Communicatie met ouders verloopt over het algemeen goed alhoewel we constateren dat ouders in toenemende mate mondiger worden en soms hierbij respectloos en onfatsoenlijk. De communicatie met de Stichting Dichterbij moet goed bewaakt worden. Wederzijdse afspraken moeten worden nagekomen.

10. Externe contactenDe Bolster heeft vooral haar contacten met de dorpsraad en de plaatselijke harmonie. Op onderwijskundig gebied is er contact met de V.O. scholen. De Bolster heeft getracht intensievere samenwerking aan te gaan met het V.O. maar het V.O. heeft na enige tijd te kennen gegeven dit eerst op bestuurlijk niveau op te pikken. Verder hebben we goed contact met de Stichting Doe je Mee die participeert op het gebied van cultuur en bewegen. Biblioplus ondersteunt ons met de bibliotheek. Verder hebben we contacten met de BSO’s en alle externe instanties behorend bij de zorg en begeleiding van onze leerlingen.

11. Schoolklimaat (incl. sociale veiligheid)Het beleidsterrein Schoolklimaat waardeert de school als voldoende. Ook de tevredenheid- en sociale veiligheidsvragenlijsten onder personeel, ouders en leerlingen zijn voldoende. Verbeterpunten worden opgenomen in het jaarlijkse WMKpo beleid. In de komende planperiode hebben we vergelijkingsmateriaal omdat de beleidsterreinen en haar kwaliteitskaarten en vragenlijsten dan weer aan de orde komen.

12. ICT De afgelopen 4 jaar is er geïnvesteerd in het verbeteren van het netwerk. Inmiddels is er een open leercentrum gerealiseerd waarbij er voor iedere leerling een computer is om aan te werken. Kinderen kunnen hier individueel naar toe, met een groepje of klassikaal.Er is een internetprotocol opgesteld en een leerlijn ICT voor groep 1 t/m 8. De leerkrachtvaardigheden zijn groter geworden na het volgen van diverse workshops en onderlinge uitwisseling van kennis.De komende periode gaan we ons verdiepen in verdere digitalisering van het onderwijs. We gaan hierbij hulp vragen bij het iXperium waarin ook Optimus participeert.

13. TaalbeleidIn de planperiode 2007-2011 heeft De Bolster meegedaan aan taalleesverbetertraject maar dit had niet geleid tot het gewenste resultaat. In de planperiode 2011-2015 heeft De Bolster extra ingestoken op het technisch lezen en spelling mede middels de 1-Zorgroute en het Directe Instructie Model. We

51

constateren dat de leesresultaten wel verbeterd zijn maar spelling blijft nog wisselend. Door veranderde citotoetsen en een voortdurend veranderend personeelsbestand was het moeilijk om gerichte oorzaken op te sporen. Deze hopen we nu beter te kunnen gaan vinden. Het groepsdoorbrekend lezen lijkt positievere resultaten op te leveren. Het geven van huiswerk op het gebied van lezen en spelling zal hopelijk op termijn ook resultaat verbeterend zijn. In 2013-2014 heeft een leerkracht de cursus tot taalleescoordinator afgerond. Hier is een taalbeleidsplan uitgekomen. Hier gaan we de komende periode mee aan de slag met name op het gebied van begrijpend lezen en woordenschat.

14. Levensbeschouwelijke identiteitDit was geen item in het voorgaande schoolplan. Optimus heeft echter een kader aangegeven voor de komende planperiode. Zie hiervoor hoofdstuk 3.3 in het schoolplan.Onze levensbeschouwelijke identiteit zal beter in kaart gebracht moeten worden. Wat doen we en hoe vaak? Hoe communiceren we dat naar buiten toe? Welke methode gebruiken we of welke deelelementen? Dit is opgenomen in de planning voor de komende 4 jaar. Het kan eventueel gekoppeld worden aan actief burgerschap en sociaal emotionele ontwikkeling.

7.4 Strategisch beleid

Hiervoor verwijzen wij naar het planningsoverzicht van de gekozen verbeterpunten voor de schooljaren 2015 / 2019. Zie verbeterplan.

7.5 Analyse inspectierapport

Op 25 april 2013 heeft de inspectie van het onderwijs De Bolster bezocht in het kader van een vierjaarlijks stelselonderzoek. Het definitieve rapport dateert van 11 september 2013.

Sterke punten:- De opbrengsten liggen ten minste op het niveau dat van de school verwacht mag worden gezien de leerlingenpopulatie. Dit geldt voor zowel de eind cito, de tussenresultaten en de sociaal emotionele ontwikkeling. - Het leerstofaanbod, de leertijd, het schoolklimaat, het didactisch handelen, begeleiding en wet en regelgeving zijn van voldoende niveau.

Verbeterpunten:- Afstemming: de leraren stemmen de verwerkingsopdrachten onvoldoende af op de verschillen in ontwikkeling van de leerlingen. Inmiddels is er gewerkt aan dit punt. De leerlingen krijgen dag- of weektaken zoveel mogelijk afgestemd op hun onderwijsbehoeften. De verwerkingsstof na instructie moet wel nog beter worden afgestemd. Minder / meer opdrachten, makkelijker / moeilijker, andere opdrachten.- Zorg: op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen onvoldoende en de school voert de zorg onvoldoende planmatig uit.De analyse van problematiek bij leerlingen was niet diepgaand genoeg en stond niet goed beschreven in groepsoverzichten en groepsplannen. Verder was er niet goed terug te vinden wanneer de zorg werd uitgevoerd en de vorderingen. Inmiddels zijn de groepsplannen en groepsoverzichten van een diepgaandere kwaliteit en staat op de weekroosters vermeld wanneer, wat en aan welke leerlingen extra zorg wordt besteedt. - Kwaliteitszorg: De school evalueert onvoldoende regelmatig het onderwijsleerproces.

Inspectie heeft dit onvoldoende beoordeeld op grond van het feit dat we nog te kort met WMKpo gewerkt hadden en de vierjarige cyclus niet hebben kunnen doorlopen daar we pas met dit kwaliteitsinstrument in 2012-2013 van start zijn gegaan. Voor de komende periode is dit geen probleem meer daar we WMKpo stelselmatig doorlopen.

52

De school draagt onvoldoende zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving.Ten tijde van het bezoek van de inspecteur hadden we geen visiestuk m.b.t. actief burgerschap en was het een onsamenhangend geheel. Momenteel hebben we hier stappen in gemaakt en zal dit de komende tijd verder worden uitgewerkt.

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

Bewaken diepgaandere diagnoses bij zorgleerlingen en zichtbare planning ter verbetering van die zorg.

De planning van WMKpo voor de komende vier jaar consequent doorlopen. Afstemming verwerkingsopdrachten ook tijdens directe verwerking van de leerstof na instructie. Visiedocument actief burgerschap afronden en zichtbaarheid in de praktijk.

7.6 Analyse Quick Scans en diagnoses WMK

De school heeft gedurende de afgelopen 3 jaar na aanschaf WMK diverse quickscans en diagnoses afgenomen volgens planning. Wat opvalt is dat beroepshouding en didactisch handelen onder de maat scoorden. Deze zijn in 2012 afgenomen in een periode waarin de schoolcultuur behoorlijk aan het veranderen was en diverse leerkrachten weg zijn gegaan. In de daarop volgende jaren is het team zich behoorlijk gaan professionaliseren en is de cultuur inmiddels veranderd. De eilandencultuur is verdwenen en er wordt onderwijsinhoudelijk gesproken en gezocht naar oplossingen ter verbetering. In de komende planperiode zal er een zichtbare verbetering zijn bij de quickscans en diagnoses en kunnen we de 4 jarige cyclus doorlopen.

7.7 Analyse tevredenheidvragenlijst en sociale veiligheidsvragenlijst ouders

- Tevredenheidvragenlijst:Deze is in maart 2013 afgenomen onder ouders. De ouders waren niet erg tevreden op de onderdelen kwaliteitszorg (gericht op informatieverstrekking), aanbod (gericht op werkstukken, actief burgerschap, activiteiten, projecten), schoolklimaat (gericht op kennis van missie en visie) en algemeen.Heel opvallend is dat de meeste ouders van leerlingen uit de groepen 5 t/m 8 de vragenlijst hebben ingevuld. Vanaf schooljaar 2011-2012 hebben we heel veel verbeterd maar blijkbaar voor deze categorie ouders nog niet zichtbaar genoeg.Naar aanleiding van de uitslag zijn we gerichter aan de slag gegaan en is de schoolgids herschreven, de website aangepast, de nieuwsbrieven verbeterd, projectmatig onderwijs, actief burgerschap, gerichtere info over resultaten, omgekkerde oudergesprekken. De verwachting is dan ook dat deze vragenlijst de volgende keer positiever wordt ingevuld.

- Sociale veiligheidsvragenlijstAfgenomen in februari 2015. Ouders waarderen de sociale veiligheid als totaal met een 3,30 score. Dit is ruim voldoende. Alleen het onderdeel invloed uitoefenen op het beleid scoorde als item een onvoldoende.

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

We hebben na de uitslagen steeds verbeterpunten opgenomen in het jaarlijkse beleid van WMK en deze ook uitgevoerd. Dit blijven we doen.

7.8 Analyse tevredenheidvragenlijst en sociale veiligheidsvragenlijst leerlingen

- Tevredenheidvragenlijst:Afgenomen in maart 2014. De onderdelen kwaliteitszorg (gericht op kennis van verbeterpunten) en aanbod (gericht op het leuk vinden van vakken en methoden) worden als onvoldoende beoordeeld. Binnen de leerlingenraad maar ook binnen de groepen wordt hier nu meer aandacht aan besteed.

53

Met name de onderdelen pedagogisch handelen, didactisch handelen en schoolklimaat laten een hele hoge score zien.

- Sociale veiligheidsvragenlijstAfgenomen in februari 2015. De leerlingen waarderen de sociale veiligheid op de Bolster met een 3,42. Ruim voldoende. Ze geven wel aan te weinig te leren over mensen uit andere culturen en dat de school er onvoldoende voor zorgt dat ze niet worden gepest middels facebook, twitter, whatsapp, social media. Helaas gebeurt dit juist buiten school om. Als wij hiervan af weten wordt er wel over gesproken en worden ouders ingelicht.

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

Indien nodig beschreven in het jaarlijkse beleid van WMK.

7.9 Analyse tevredenheidvragenlijst en sociale veiligheidsvragenlijst leraren

- Tevredenheidvragenlijst:Afgenomen in maart 2014. De onderdelen aanbod (met name gericht op projecten, seo, actief burgerschap) en didactisch handelen (met name gebouw gerelateerd) scoren onvoldoende.We hebben actie ondernomen op aanbod en besteden nu wekelijks aandacht aan projecten gekoppeld aan praktisch seo en actief burgerschap. Daarnaast wordt het open leercentrum meer gebruikt en beschikken we inmiddels over een eigen podium in de hal. Andere items zoals missie en visie zijn voorgaand aan de tot standkoming van dit schoolplan uitgebreid besproken met het team. Procedures voor zittenblijven, doorstroming en verlenging zijn inmiddels ook beschreven.

- Sociale veiligheidsvragenlijst:Afgenomen in februari 2015. Het team beoordeelt de sociale veiligheid met een 3,41. Ruim voldoende. Communicatie behoeft nog verbetering evenals het goed optreden wanneer het gedrags- en pestprotocol gehanteerd moeten worden. Het team geeft aan zich niet prettig te voelen met betrekking tot facebook, twitter, whatsapp, social media. Ouders benaderen teamleden via whatsapp op de meest vreemde tijdstippen over van alles en nog wat.

Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.11)

Zie beleid WMK. Ouders

7.10 Het evaluatieplan

In de schoolplanperiode worden alle beleidsterreinen –zoals aan bod gekomen in dit schoolplan- met een zekere regelmaat geëvalueerd. Welk beleidsterrein wanneer geëvalueerd wordt, staat aangegeven in onderstaand schema. De opbrengsten evalueren we jaarlijks. In onze jaarplannen nemen we steeds op welke beleidsterrein wanneer in het jaar geëvalueerd wordt. Over de uitkomsten van de evaluaties wordt gerapporteerd aan het bevoegd gezag, de MR en de ouders.

7.11 Het verbeterplan.

In onderstaand verbeterplan staat per verbeterpunt, zoals genoemd in dit schoolplan, aangegeven wanneer deze wordt uitgevoerd en geëvalueerd. Het evaluatieplan en het verbeterplan vormen het uitgangspunt voor de jaarplannen in de komende 4 jaar.

54

Planning beleidsvoornemens

Schooljaar: 2015-2016 2016-2017 2017-2018 2018-2019

3 Onderwijskundig beleid:

3.13.2

Missie en Visie van de school levend houden door opname in een vergadering.

Zichtbaar binnen de school (Evaluatie) Evaluatie Evaluatie en

bijstelling X

3.3 Levensbeschouwelijk onderwijs enLevensbeschouwelijke identiteit: inventarisatie,

inventarisatie Koppeling met visiedocument

Actief Burgerschap en SEO

Vastleggen visiedocument en opstellen

Kwaliteitskaart

QuickScan levensbeschouwing

en Evaluatie

55

vastleggen, bijstellen en kwaliteitskaart, evalueren.

3.4 Leerstofaanbod:

QuickScan Wetenschap en

techniek Evaluatie

Implementatie nieuwe methode Engels gr 7/8Groove Me

implementatieImplementatie en werkwijzer opstellen

Implementatie en borging Evaluatie

Oriëntatie nieuwe methode W.O.

Oriëntatie nieuwe methode W.O. en

aanschaf implementatie Implementatie en

opstellen werkwijzerImplementatie,

borging, evaluatie

Groepsdoorbrekend werken bij rekenen, spelling, begrijpend lezen

Onderzoeken haalbaarheid groepsdoorbrekend werken en criteria vaststellen

Invoeren groepsdoorbrekend rekenen en evalueren

Invoeren groepsdoorbrekend begrijpend lezen en

evalueren

Invoeren groepsdoorbrekend

spelling en evalueren

3.5 Taalleesonderwijs: Referentieniveau taal

Uitzoeken wat de referentieniveaus

zijn bij taal en methode screnen

op doorgaande lijn, Schooldiagnose

Taalleesonderwijs

Voldoet de methode taalactief?

Taalleesonderwijs: spelling

Methode screnen op doorgaande lijn qua aanbod en terminologie en effectieve instructie bij leerkrachten checken

Bijstellen werkwijzer en evalueren

Borgen werkwijzer methode spelling Evaluatie

Taalleesonderwijs: technisch lezen

Evalueren groepsdoorbrekend

lezen incl leescoaches

Werkwijzer bijstellen en evalueren

Borgen werkwijzer aanbod technisch

lezenEvaluatie

3.6 Reken / wiskunde onderwijs:

Bijstellen werkwijzer

rekenen, ingerichte materialenkast, afstemming met

rapport

Borging en opbrengsten vanaf aanschaf in kaart

brengen

Schooldiagnose Rek en Wis en

automatiseren RW Evaluatie

3.7

Sociaal emotionele ontwikkeling: doorgaande lijn methoden, koppeling projecten, actief burgerschap, identiteit. Opname 1-Zorgroute. Oriëntatie op Zien.

Evaluatie doorgaande lijn,

opname SEO in 1-Zorgroute

Orientatie op Zien, evaluatie

doorgaande lijn

Evaluatie doorgaande lijn en

Zien of Scol

EvaluatieBorging

3.8 Actief Burgerschap en sociale integratie

Evaluatie huidige visiedocument,

actief burgerschap in de praktijk

Visie document SEO, actief

burgerschap en identiteit

geïntegreerd

QuickScan kwaliteitszorg actief

burgerschap en aanbod actief burgerschap

Evaluatie

3.9

ICT: volgen Mij ontwikkelingen gerelateerd aan onderwijs

Oriëntatie tablets, digitalisering

onderwijs en in kaart brengen 21

Century Skills

Aanschaf van en implementatie van

tablets

Evaluatie en mogelijk uitbreiding Evaluatie

Blijven ontwikkelen ICT vaardigheden Team en leerlingen

Evaluatie doorgaande lijn en competenties team

Evaluatie Evaluatie Evaluatie

Blijven optimaliseren website

Werkvergaderingen inplannen en

evaluatie

Werkvergaderingen inplannen en

evaluatie

Werkvergaderingen inplannen en

evaluatie

Werkvergaderingen inplannen en

EvaluatieInternetprotocol Evalueren Evalueren Evalueren Evalueren

3.10

Leertijd: afhankelijk onderwijsbehoeften en na analyses methodegebonden en Cito toetsen

Vaststellen, bewaking

schooltijden, winst door effectieve

instructie in kaart brengen

Vaststellen Evaluatie

Vaststellen Evaluatie

QuickScan tijd, Vaststellen Evaluatie

56

3.11Pedagogisch handelen: 4 G’s, schoolregels, gedrag ouders

Implementatie feedback 4 G’s,

schoolregels expliciet bij ouders,

hoe handelen ongewenst gedrag

ouders

Evaluatie 4 G’s, protocol ouders,

Quickscan pedagogisch

handelen

Evaluatie 4 G’s, evaluatie protocol

oudersEvaluatie

3.12

Didactisch handelen:DIM, groepsdoorbrekend onderwijs / kansrijke combigroepen

DIM, oriëntatie groepsdoorbrekend

onderwijs / kansrijke

combigroepen, Quickscan Didactisch Handelen

DIM, implementatie groepsdoorbrekend

onderwijs vak.., evaluatie

DIM, implementatie groepsdoorbrekend

onderwijs vak…, evaluatie

DIM, implementatie groepsdoorbrekend

onderwijs vak…, evaluatie

3.13 Actieve en zelfstandige rol leerlingen:

Brainstormen mifu’s en pops leerlingen en

uitvoeren, evaluatie,

QuickScan actieve rol lln

Document zelfstandig werken

bijstellen, evalueren mifu’s / pops, oriëntatie

portfolio’s

Evaluatie Evaluatie

Dagtaken / weektaken Evaluatie borgen borgen Evaluatie

3.14

Zorg en begeleiding: Groepsoverz en groepspl smarter formuleren en evalueren, specialismen team, Parnassys

Implementatie Parnassys, oriëntatie specialisme, evalueren groverz en grpl, QuickScan Zorg en begeleiding

Evalueren Borgen en Evalueren Evalueren

3.15 Passend Onderwijs / 1-Zorgroute

Kansen samenwerkingsverband in kaart brengen, evaluatie protocol meer- en hoogbegaafdheid, evaluatie schoolondersteuningsprofiel,

QuickScan Afstemming,

EvaluatieEvaluatie Evaluatie

3.16Opbrengstgericht werken: relatie 1-Zorgroute zie 3.15

QuickScan HGW in de groep en op schoolniveau,

Analyses Cito’sStreefdoelen per vak en groep en

interventies

Analyses Cito’sStreefdoelen per vak en groep en interventies

Analyses Cito’sStreefdoele

n per vak en groep en

interventies

Analyses Cito’sStreefdoelen per vak en groep en interventies

3.17

Opbrengsten van ons onderwijs:Analyse en waardering opbrengsten: streven minimaal op het LG

Diagnose Opbrengsten WMK, Beleid opstellen en

uitvoeren na elke toetsperiode

Evaluatie

Diagnose Opbrengsten

WMK, UitvoerenEvalueren

Diagnose Opbrengsten

WMK, UitvoerenEvalueren

Diagnose Opbrengsten

WMK, UitvoerenEvalueren

3.18 Excellentie beleidZie 3.3, 3.7 en 3.8

4 Integraal Personeelsbeleid : 4.1 Optimus

4.2Organisatorische doelen: Teamleden en

specialismen: wie wat

4.3

De schoolleiding: Verbetering interne

communicatie en feedback

Opleiding / cursus / RDO

Opleiding / cursus / RDO

QuickScan schoolleiding

4.4

Beroepshouding – professionele cultuur:

GesprekkenCyclus

QuickScan Beroeps houding

Gesprekken cyclus

Gesprekkencyclus Gesprekkencyclus

4.5

Integraal personeelsbeleid Bespreken team huis van

werkvermogen

QuickScan integraal

personeels beleid

4.6 Instrumenten voor Evalueren Evalueren

57

Personeelsbeleid (4.4, 4.6.7, 4.6.8, 4.6.9, 4.6.12) verbeteren verbeteren

4.6.3 Introductie en begeleiding nieuwe leerkrachten:Begeleidingsplan

Evaluatie begeleidingsplan

Evaluatie

4.6.4 Taakbeleid evalueren en bijstellen met aandacht voor werkdruk

Aandacht voor werkdruk

4.6.5 Collegiale consultatie elk jaar en opname met doel in jaarrooster planning planning planning planning en

Evaluatie4.6.8 Bekwaamheidsdossier Aanvoeren team Aanvullen team Aanvullen team Aanvullen team4.6.10 Deskundigheidsbevordering

afhankelijk schoolbeleid en individuele ontwikkeling.

Uren registratie, planning

planning planning planning

4.6.11 Intervisie jaarlijks opnemen in vergaderrooster planning planning planning Planning en

evaluatie

4.6.12 Gesprekkencyclus 360 graden feedback

5 Organisatie en beleid:

5.3 Schoolklimaat (incl Sociale Veiligheid): QuickScan Schoolklimaat

5.3.2

Sociale veiligheid:Tevredenheid

vragenlijst ouders / lln / lkr

Soc Veiligheid vragenlijst ouders / lln / lkr

5.3.3

Risico Inventarisatie (RIE):Zie plan van aanpak. Uitvoeren verbeterpunten jaarlijks

Plan van Aanpak

opstellen, punten

afwerken

Punten afwerken Punten afwerken

Punten afwerken Evaluatie

5.4

Interne communicatie: Effectief vergaderen en

4 G’s

QuickScan Interne

communicatie

5.5

Communicatie externe instellingen: Heldere communicatie en vastleggen

afspraken

QuickScan externe

contactenEvaluatie

5.6

Communicatie met ouders: zie 5.3 en 5.3.2 Visie zichtbaar in school en

infoverstrekking vanuit

Parnassys

QuickScan contacten

met ouders

6 Financiëel Beleid (en huisvesting en inrichting)Aanschaf nieuwe methoden en investeringen ICT

W.O. ICTQuickScan middelen,

TaalBegroting kloppend X X X XAnticiperen op krimp (personeel en materieel) x x x x

7 Kwaliteitsbeleid:

7.1 Kwaliteitszorg

Parnassys verder optimaliseren X X X X

Verder verbeteren en ontwikkelen schoolplan X

Uitbrengen jaarverslag structureel maken, keuzes welke vorm/inhoudt. Verbeteren

EvaluerenVerbeterenEvalueren X X

Jaarplannen smarter en doelmatig evalueren X X X X

WMKPO hele cyclus X X X X en Evaluatie

7.2 Wet en regelgeving X X X QuickScan schooladministratie

58

7.5

Analyse Inspectierapport: Afstemming en

diepgaandere diagnose

7.6 Analyse Quick Scan: Acties Acties Acties Acties7.7 t/m 7.9

Analyse vragenlijsten ouders, lln, lkrUitvoering acties Acties Acties Acties Acties

7.7Analyse leerlingenvragenlijst:Uitvoering acties

Afname leerlingentevredenhei

d

Uitvoeren acties Evaluatie

Overige onderwerpen:Wat is het onderscheidend vermogen van De Bolster? Oriëntatie op

mogelijkheden Evaluatie

Formulier Instemming medezeggenschap en vaststelling bevoegd gezag.

De medezeggenschapsraad van basisschool de Bolster heeft haar instemming verleend aan het schoolplan 2015-2019.

59

Voorzitter MR: Colette Koenen

Handtekening

Secretaris MR: Jolanda Rutten-Albers

Handtekening:

Sambeek, …….. 2015

Het bevoegd gezag van de school heeft het schoolplan 2015-2019 vastgesteld.Namens het college van bestuur van OPTIMUS primair onderwijs,

Naam:

Handtekening:

Directeur Basisschool De BolsterMercedes Nottet

Sambeek, Juli 2015

60