Victor Brunclair Gedichten - lannoo.be · boven lampionluister blank en inkarnaat...
-
Upload
phungquynh -
Category
Documents
-
view
235 -
download
1
Transcript of Victor Brunclair Gedichten - lannoo.be · boven lampionluister blank en inkarnaat...
Bezorgd door Els van Damme en Yves T’Sjoen
Literatuur in Vlaanderen 1900–1950
VictorBrunclair
Gedichten
LiV-brunclair-binnen.indd 3 1/16/17 4:26:08 AM
Uitgeverij Academia PressPrudens Van Duyseplein 89000 GentBelgië
www.academiapress.be
Uitgeverij Academia Press maakt deel uit van Lannoo Uitgeverij, de boeken- en multimediadivisie van Uitgeverij Lannoo nv.
ISBN 978 90 382 2664 4D/2016/4804/194NUR 306
Victor BrunclairEls van Damme & Yves T’Sjoen (red.)GedichtenGent, Academia Press, 2016, 288 p.
Boekverzorging: Stéphane de SchrevelCoverfoto: Letterenhuis
© Uitgeverij Lannoo nv, Tielt© Erven Victor J. Brunclair, Els van Damme & Yves T’Sjoen© Nawoord: Anneleen de Coux
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
I n h ou d sopgave
De dwaze rondschouw — 7Sluiereffekten — 93Camera lucida — 167Openbare spreekcel — 195
Nawoord (Anneleen de Coux) — 267Editieverantwoording — 285
Literatuur in Vlaanderen 1900–1950
Cyriel Buysse Oorlogsverhalen ISBN 978 94 014 2139 3 (2014)Daan Boens Frontpoëzie ISBN 978 94 014 2140 9 (2014)Joris Vriamont Proza ISBN 978 90 382 2579 1 (2016)—
LiV-brunclair-binnen.indd 4 1/16/17 4:26:08 AM
Inho uds o p gave
De dwaze rondschouw — 7Sluiereffekten — 93Camera lucida — 167Openbare spreekcel — 195
Nawoord (Anneleen de Coux) — 267Editieverantwoording — 285
LiV-brunclair-binnen.indd 5 1/16/17 4:26:08 AM
7
de dwaze rondschouw[1926]
LiV-brunclair-binnen.indd 7 1/16/17 4:26:08 AM
9
heT v uuRW e RK
I
Ziener is elk mens onbewust naar ’t wonder van de magiërdaar omheen is de stad wonderenblindGeel ballen lantaarns hun ziek betrachtenhet plein-hart rondHet lach-scherzo allerwegen is een koddige faundie scherp de lilaschemering schond
Ebbe vloed heen en weerkeerzuiver ritme innerlike vreebezielt zich het avendbeeld in kalme handelinghet square vloeit vol agaat: voor stille kinderen het beloofd
godsgebieddat vervroomt al wat genietde warreldans daarrond onthult cherubijnen in hemelwandeling.
In de massa ging ieders identiteit verlorenEén golfslag heeft alle roerselen doorhuiverdtremolo van de trem, grotesk autotoeten, volksfanfare, kinoschel,
slenter over kiezel en asfaltalles tot opperste gemeenschap gezuiverddie boven het plein opgeeft, o raadsel van het ondoorschouwd
sfinxgelaateen onvatbaar stemmingsanonymaatwonderteken niet te lezenveelkleurig in schijn, één in wezen
[
[
[
LiV-brunclair-binnen.indd 9 1/16/17 4:26:08 AM
10
III
Interpenetrantdwars klotsen golven van mensenboven de branding weeft een tremsienjaal door de ontzaggelike
zeekantileneverlangen en belofte: lokzang van sirenen
Niet te vatten nog is de hiërogliefdie houdt het avendlik geheim onbevroed beslotentot bandeloos losgaat onder lichtgloriole en kaos van kadansenhet wilde heir der verlangens, storm over de verraste schansenonvoorbereid maar zegezeker, zonder strategiede zwakke weerstand breekt in de knieGeweldig offensief!
Een langhaar-poëet bedelt om de gunst van zijn muze-midinetteen weeklaagt sentimenteel in ’t enigm van de avond:Lieve, hoor mijn bee wil mijn begeren stillenEen auto burlesk als een clown snuit onverhoeds zijn neus uit op
die idylle
Dwaaltocht der blasés, avontuurlike spekulantenop de dobbelsteen-kans van het toevaloude heren aan lage walrei van snollen, die hengelen naar klantendaaraan scheert behoedzaam de scheepmakelaar voorbij’t Vertrek loopt vlot van stapel maar men arriveert met avarij
Driester de kantoorjochiesbelust op dubbelzinen kitteltast van vingerennog luidt het motto: doorgang verbodenmaar o kamertjeszondeals een burcht van begeren daagt het hotelgodvruchtig verwelkomt de scheldaar viert men het hoogtij der puberteitsperiode.
[
[
II
Plein! Akkumulator van aandriften groots reservoirBegoocheling, hartstocht, hoop, duizenderlei verlangens en wensenvervloeien tot eenheid in wisselstroomieder strand wordt bespoeldde kartelrots van ’t alledaags bestaan, glinsteroevers in droomEr is mengeling van essensen
In die kroes alles kompakt
Iedere zielsgestaltede avend ingedrevenen herrezenna haar valvervluchtigt, niet te tasten, niet te schouwenin een sentraalwezendat nergens is en overal
Zo, uit alle zielen gelegeerdzuiver van gehaltewordt de komplete stemming, 24 karaatdoor de stift van een opperst juweliertot kostbaar kleinood geciseleerdelk mens ten sierboven lampionluister blank en inkarnaat
LiV-brunclair-binnen.indd 10 1/16/17 4:26:08 AM
11
III
Interpenetrantdwars klotsen golven van mensenboven de branding weeft een tremsienjaal door de ontzaggelike
zeekantileneverlangen en belofte: lokzang van sirenen
Niet te vatten nog is de hiërogliefdie houdt het avendlik geheim onbevroed beslotentot bandeloos losgaat onder lichtgloriole en kaos van kadansenhet wilde heir der verlangens, storm over de verraste schansenonvoorbereid maar zegezeker, zonder strategiede zwakke weerstand breekt in de knieGeweldig offensief!
Een langhaar-poëet bedelt om de gunst van zijn muze-midinetteen weeklaagt sentimenteel in ’t enigm van de avond:Lieve, hoor mijn bee wil mijn begeren stillenEen auto burlesk als een clown snuit onverhoeds zijn neus uit op
die idylle
Dwaaltocht der blasés, avontuurlike spekulantenop de dobbelsteen-kans van het toevaloude heren aan lage walrei van snollen, die hengelen naar klantendaaraan scheert behoedzaam de scheepmakelaar voorbij’t Vertrek loopt vlot van stapel maar men arriveert met avarij
Driester de kantoorjochiesbelust op dubbelzinen kitteltast van vingerennog luidt het motto: doorgang verbodenmaar o kamertjeszondeals een burcht van begeren daagt het hotelgodvruchtig verwelkomt de scheldaar viert men het hoogtij der puberteitsperiode.
[
[
II
Plein! Akkumulator van aandriften groots reservoirBegoocheling, hartstocht, hoop, duizenderlei verlangens en wensenvervloeien tot eenheid in wisselstroomieder strand wordt bespoeldde kartelrots van ’t alledaags bestaan, glinsteroevers in droomEr is mengeling van essensen
In die kroes alles kompakt
Iedere zielsgestaltede avend ingedrevenen herrezenna haar valvervluchtigt, niet te tasten, niet te schouwenin een sentraalwezendat nergens is en overal
Zo, uit alle zielen gelegeerdzuiver van gehaltewordt de komplete stemming, 24 karaatdoor de stift van een opperst juweliertot kostbaar kleinood geciseleerdelk mens ten sierboven lampionluister blank en inkarnaat
LiV-brunclair-binnen.indd 11 1/16/17 4:26:08 AM
12
Iv
Raketknetter. Fuseesierlike spiraal naar het hart der stilteknalopenspatten in leliënvalkorrelfonteinenkwistig zaaisel groei tot lichtkelkenras verwelkenLeekt een tuil tuberozenontbloeid uit de wonden van de kruisman op Golgotharouwtrom der salvos alles is volbrachtwonder herrijst dageraad na de doemnachtKoers van kometen wenteling eeuwenoud versneld in momentaanalbestaanplanetenregen in de nacht, broos feeëriek als sagen van de heilige
graalminiatuursterrestelsels kosmos op kleinere schaalMild in lichtrosetten katedraalvreeWeg. Raketknetter. Fusee.Over het plein dwarrelt de vuurmantel van Mefistoen zijn lach schatert na in der losbrandingen tremolo
[
Aldoor klimaks der geruchtendeelachtig zijn alle fragmenten, die op een kruisweg
bondgenootschappelik het polyfonies verdrag onderschrijvendaarop legt als feeëriek stijgt een lichtkegelalle rumoer trekt de staart invoor deze bengaalsvuur-krinoliende stilte haar zegel
[
LiV-brunclair-binnen.indd 12 1/16/17 4:26:08 AM
13
Iv
Raketknetter. Fuseesierlike spiraal naar het hart der stilteknalopenspatten in leliënvalkorrelfonteinenkwistig zaaisel groei tot lichtkelkenras verwelkenLeekt een tuil tuberozenontbloeid uit de wonden van de kruisman op Golgotharouwtrom der salvos alles is volbrachtwonder herrijst dageraad na de doemnachtKoers van kometen wenteling eeuwenoud versneld in momentaanalbestaanplanetenregen in de nacht, broos feeëriek als sagen van de heilige
graalminiatuursterrestelsels kosmos op kleinere schaalMild in lichtrosetten katedraalvreeWeg. Raketknetter. Fusee.Over het plein dwarrelt de vuurmantel van Mefistoen zijn lach schatert na in der losbrandingen tremolo
[
Aldoor klimaks der geruchtendeelachtig zijn alle fragmenten, die op een kruisweg
bondgenootschappelik het polyfonies verdrag onderschrijvendaarop legt als feeëriek stijgt een lichtkegelalle rumoer trekt de staart invoor deze bengaalsvuur-krinoliende stilte haar zegel
[
LiV-brunclair-binnen.indd 13 1/16/17 4:26:08 AM
14
h eT KoMpas
Mijwaarts deint het flux van alle gebeuren
Verworpelingenin stroeve boetpij schamel en melaatsnaar lafenisdronk en nuttiging der blonde broodbetezo zijn getogen naar de peiselike rustplaatsmijn gewetenalle ervaringen
Naar de binnengaardewaar de oerkracht wroet der oude Moeder aardestort zich het woest doorleefde, kaatst het latent ontwaardewant in eenklank met de wemeling van buitenwil ik de wereldbaaierd in mijn open Ik omsluiten
De geest is het richtige kompasdat loodst uit de noodbranding van wat wasnaar de smaragden kustlijnvan wat zal zijn
Kaos ordelik herrezenonder de scheppingsdrang van mijn gelouterd wezenzo is de heilige zending: voor de dorstigen, voor hen die ontberenonzuivere levenswateren tot nektar distilléren
v
Verwachtingen strak gespannenin een reuzenboogtot zich Achillespijl, Hoera! verhiefen trof ginds hoog’t pleinhart dat naar verre stadsbuurten zal verzwervenach, na de roes stuikt de fuifromer aan schervenverknalt als kratereksplosiefde finaalbom
Over mensedromin bont lichtfestoenzoeken zich kinopoorten als monden tot een zoen.
LiV-brunclair-binnen.indd 14 1/16/17 4:26:08 AM
15
heT Ko M pa s
Mijwaarts deint het flux van alle gebeuren
Verworpelingenin stroeve boetpij schamel en melaatsnaar lafenisdronk en nuttiging der blonde broodbetezo zijn getogen naar de peiselike rustplaatsmijn gewetenalle ervaringen
Naar de binnengaardewaar de oerkracht wroet der oude Moeder aardestort zich het woest doorleefde, kaatst het latent ontwaardewant in eenklank met de wemeling van buitenwil ik de wereldbaaierd in mijn open Ik omsluiten
De geest is het richtige kompasdat loodst uit de noodbranding van wat wasnaar de smaragden kustlijnvan wat zal zijn
Kaos ordelik herrezenonder de scheppingsdrang van mijn gelouterd wezenzo is de heilige zending: voor de dorstigen, voor hen die ontberenonzuivere levenswateren tot nektar distilléren
v
Verwachtingen strak gespannenin een reuzenboogtot zich Achillespijl, Hoera! verhiefen trof ginds hoog’t pleinhart dat naar verre stadsbuurten zal verzwervenach, na de roes stuikt de fuifromer aan schervenverknalt als kratereksplosiefde finaalbom
Over mensedromin bont lichtfestoenzoeken zich kinopoorten als monden tot een zoen.
LiV-brunclair-binnen.indd 15 1/16/17 4:26:08 AM
16
BoeT eL Ing vooR de Madonna
In de dorre kelk der handenkorrelen mijn tranen dauw.
Is uw aanschijn overaards?Ik tast vroom naar ’t irreëel wederbeeld in mij
Oh ekstaties tegentredenuw schemer-nispelgrim met in boetpij gegorde ledendoororgeld de ziel: missa solemnis
Mocht ik u aanroeren!Schennis ware de profane tast der handen.
Feesteling bij de dis der brakke gerechtenliet ik ongenuttigd’t opperste manna der ziel.
Doorheen de doemzang der zondenweent een hobo berouw
Tans wordt de vloek op mijn voorhoofdtot elyseiese schijnsels vermilderd
Loutering van het ik: eremijtZo wijdingsvol uw glorie zingenlijfelik temptéren door godsvrucht gekastijdRooster van pijnigingen.
o n Ma C hT
Smaragd is in verre kustlijnde belofte te landenmaar de vloed is zo woesten machtig wervelt een windhoosdie haar furiën uithoestover mijn smartelik hoofd
Uit mijn hemel is de poolster gevallenen vale hoop talmt nain de late schemer der vuursienjalenIllusies waren een vals kompasop deze boot zo broosmet het stuur in de storm verlorenDe randvan het beloofde landdichtbij weten, o pijniging van het niet genakenMaalstroom in de zeeniet te bedarendolen aldoor, zonder koers te drijvenover het bergland der golven, midden tormentende Haven, die daagt een open lach vol vreeals goddelike bestemming op de boeg prentenWee ik kan niet overvaren!
LiV-brunclair-binnen.indd 16 1/16/17 4:26:08 AM
17
Bo eTe L Ing vo o R de M ad onna
In de dorre kelk der handenkorrelen mijn tranen dauw.
Is uw aanschijn overaards?Ik tast vroom naar ’t irreëel wederbeeld in mij
Oh ekstaties tegentredenuw schemer-nispelgrim met in boetpij gegorde ledendoororgeld de ziel: missa solemnis
Mocht ik u aanroeren!Schennis ware de profane tast der handen.
Feesteling bij de dis der brakke gerechtenliet ik ongenuttigd’t opperste manna der ziel.
Doorheen de doemzang der zondenweent een hobo berouw
Tans wordt de vloek op mijn voorhoofdtot elyseiese schijnsels vermilderd
Loutering van het ik: eremijtZo wijdingsvol uw glorie zingenlijfelik temptéren door godsvrucht gekastijdRooster van pijnigingen.
onMa C hT
Smaragd is in verre kustlijnde belofte te landenmaar de vloed is zo woesten machtig wervelt een windhoosdie haar furiën uithoestover mijn smartelik hoofd
Uit mijn hemel is de poolster gevallenen vale hoop talmt nain de late schemer der vuursienjalenIllusies waren een vals kompasop deze boot zo broosmet het stuur in de storm verlorenDe randvan het beloofde landdichtbij weten, o pijniging van het niet genakenMaalstroom in de zeeniet te bedarendolen aldoor, zonder koers te drijvenover het bergland der golven, midden tormentende Haven, die daagt een open lach vol vreeals goddelike bestemming op de boeg prentenWee ik kan niet overvaren!
LiV-brunclair-binnen.indd 17 1/16/17 4:26:08 AM
18
dit is boos bekoren voor de visserbij avendval in late vaartwant waar hij schemeringsadem diep indrinktdie aromen aanwaait van begeerlike lijven, libellen in
spelvermoeide vlucht zo loomdaar glijdt hij ver en laat zijn schamele kluis van leemde golfslag is beeld van zijn bang verlangenmaar dodelik is het schaduwdalen, stilte wurgt alle passiezangenen de nacht houdt intocht, blinde vorstin met een vals diadeemdie rooft hem de vertroosting van een droomonvatbaar en zo zachtde aloude stroom wendt zijn aanschijn af door de maan bezilverd
en schaterlachtGaan wij stroom op?Waar de golvenstem een fluistertoon, innig lied op glimming van
kleurige keienen haar geweld zich tot zoen plooit voor plompe nenufars ze
dwingt tot spelemeienwordt onze yacht gedragen door de tijnaar zonniger landerij?
De duiker vond broze schelpende vaarman ’t begoochelingsland van emeraldde visser haalde zijn netten vol wiergeen van alle werd het kruid gegevenom de geslagen wond te stelpenen de pijn te stillen die een noodschrei golft op loom land
Niet waar de beemden rondeneen bekken van geluid waar het klanklied valtuit wakke mondenniet op plagezandof in weeldetuinen met oasis van verpozenwaar lafenis lokt en dronken praal van rozenNiet in deze regionen zal ik verwijlenen de schaduwen saamweven, mijn kleed ten sier
[
[
[
[
d e have n
I
Wondere deining heeft onze haven aangedaanNog liggen de schepen voor anker maar hoog wast de vloeden wiegelt de ferry-boats loom in rimpelritmus ter spelevaart
In ’t stram gebaar der treurwilgen gebogenhebben we ons wederbeeld gestolen stil uit het watervlaken bleef de spiegel bij deze schouwing grauwToen het licht brakwas in het Oosten een roze lach voor dit prismenspelen borreling der koele welzo was onbegrijpelik leed de tere weldaad aan aller ogentranendauw
Oeverlijn, smaragdrand overzijWij menden onze boot daarheen toen de baren branddenAch, bij de landing was de toverring der horizonnen niet nabij!We waren koene dwazen in onze waan het wezen van de stroom te
vattenHoor door de golvenmuziek onbedaarlik de nimfen schaterenals wij deemoedig de Heer aanroepenZuiver onze tocht in zilvervaart, stil de malle tango onzer sloepenKom over de wateren!
Boven ons op Gods weiden diep in eigen onmetelikheid verloreneen eindelike stal tegemoet, dwalen wolkenlammeren, blond
hemelveezijn wij de hoeders der pastorale kudde, gaan wij stille herder meede schalmei in droeve spelewijs, schalmei uit oeverriet gesnedenzullen wij ’t preludium vol klankenregenhemelzegenmet de schalmei die bazuin werd van aartsengelenparadijsmuziek in de noodzang der aardse koren strengelenin het schemerdal beneden?Loreleyharen van veel vrouwen goudkaskaden druipen in de vloedmet fijne kam van elpenbeen worden alle zonnestralen
daarin gewarreld
[
[
[
LiV-brunclair-binnen.indd 18 1/16/17 4:26:08 AM
19
dit is boos bekoren voor de visserbij avendval in late vaartwant waar hij schemeringsadem diep indrinktdie aromen aanwaait van begeerlike lijven, libellen in
spelvermoeide vlucht zo loomdaar glijdt hij ver en laat zijn schamele kluis van leemde golfslag is beeld van zijn bang verlangenmaar dodelik is het schaduwdalen, stilte wurgt alle passiezangenen de nacht houdt intocht, blinde vorstin met een vals diadeemdie rooft hem de vertroosting van een droomonvatbaar en zo zachtde aloude stroom wendt zijn aanschijn af door de maan bezilverd
en schaterlachtGaan wij stroom op?Waar de golvenstem een fluistertoon, innig lied op glimming van
kleurige keienen haar geweld zich tot zoen plooit voor plompe nenufars ze
dwingt tot spelemeienwordt onze yacht gedragen door de tijnaar zonniger landerij?
De duiker vond broze schelpende vaarman ’t begoochelingsland van emeraldde visser haalde zijn netten vol wiergeen van alle werd het kruid gegevenom de geslagen wond te stelpenen de pijn te stillen die een noodschrei golft op loom land
Niet waar de beemden rondeneen bekken van geluid waar het klanklied valtuit wakke mondenniet op plagezandof in weeldetuinen met oasis van verpozenwaar lafenis lokt en dronken praal van rozenNiet in deze regionen zal ik verwijlenen de schaduwen saamweven, mijn kleed ten sier
[
[
[
[
d e have n
I
Wondere deining heeft onze haven aangedaanNog liggen de schepen voor anker maar hoog wast de vloeden wiegelt de ferry-boats loom in rimpelritmus ter spelevaart
In ’t stram gebaar der treurwilgen gebogenhebben we ons wederbeeld gestolen stil uit het watervlaken bleef de spiegel bij deze schouwing grauwToen het licht brakwas in het Oosten een roze lach voor dit prismenspelen borreling der koele welzo was onbegrijpelik leed de tere weldaad aan aller ogentranendauw
Oeverlijn, smaragdrand overzijWij menden onze boot daarheen toen de baren branddenAch, bij de landing was de toverring der horizonnen niet nabij!We waren koene dwazen in onze waan het wezen van de stroom te
vattenHoor door de golvenmuziek onbedaarlik de nimfen schaterenals wij deemoedig de Heer aanroepenZuiver onze tocht in zilvervaart, stil de malle tango onzer sloepenKom over de wateren!
Boven ons op Gods weiden diep in eigen onmetelikheid verloreneen eindelike stal tegemoet, dwalen wolkenlammeren, blond
hemelveezijn wij de hoeders der pastorale kudde, gaan wij stille herder meede schalmei in droeve spelewijs, schalmei uit oeverriet gesnedenzullen wij ’t preludium vol klankenregenhemelzegenmet de schalmei die bazuin werd van aartsengelenparadijsmuziek in de noodzang der aardse koren strengelenin het schemerdal beneden?Loreleyharen van veel vrouwen goudkaskaden druipen in de vloedmet fijne kam van elpenbeen worden alle zonnestralen
daarin gewarreld
[
[
[
LiV-brunclair-binnen.indd 19 1/16/17 4:26:08 AM
20
II
Haven! smis van impulsen! Reuzenaambeeld voor Thor!O de magere masten, waren het bezems op sabbat, zo koddig
steltenbalBruis op katarakt van geluiden, niagaravalnonsens is de nietige klinkklank aan walmaar godsvrucht de sombere buikspraak van een elevator!
Midden de versleten slenterstappen der matrozeslopde waard streelt zijn ringbaard, dit is donkere tabakheeft het leven tovertintelingen in een glas aquavitMaar dit is niet de tastbare realiteit der dingenBuiten de stemmingzaal waar een droef orkestrion liederen braakt
meditatiefen een bootsmaat gekscheert met zijn aanhalerig liefHurrah! De wereld is één lentelandStrooming op de steiger is samenloopde wereld rijst gelouterd uit de zonnedoop
God lei een lichtzoen op de havenmondToen hebben wij het wezen van de stroom doorgrondNiet dweersen van oever tot oever, lome wiegeling zigzagdoor kleurige druppelwaaiers en zonneragGeen opvaart naar landouwerondingKlief kiel het volle zog ter afreis! Van de bron naar de monding!Ontzet als bij watersnooddeinzen de dijkenAls de straten uit de stille stad doordropen zijn van avondroodStaat stom van aanbidding het Loodswezen na te kijkenOp neer over de baren gaat onze dansde weergalmen van hen die land hielden halen ons in vol feestelike
resonans!
[
[
[
Koen leg ik de lading in mijn bootIk ben passagiero afreis uit het avendlandop de lijn naar de levantde wind oppermachtig goddelike bondgenoot!
LiV-brunclair-binnen.indd 20 1/16/17 4:26:08 AM
21
II
Haven! smis van impulsen! Reuzenaambeeld voor Thor!O de magere masten, waren het bezems op sabbat, zo koddig
steltenbalBruis op katarakt van geluiden, niagaravalnonsens is de nietige klinkklank aan walmaar godsvrucht de sombere buikspraak van een elevator!
Midden de versleten slenterstappen der matrozeslopde waard streelt zijn ringbaard, dit is donkere tabakheeft het leven tovertintelingen in een glas aquavitMaar dit is niet de tastbare realiteit der dingenBuiten de stemmingzaal waar een droef orkestrion liederen braakt
meditatiefen een bootsmaat gekscheert met zijn aanhalerig liefHurrah! De wereld is één lentelandStrooming op de steiger is samenloopde wereld rijst gelouterd uit de zonnedoop
God lei een lichtzoen op de havenmondToen hebben wij het wezen van de stroom doorgrondNiet dweersen van oever tot oever, lome wiegeling zigzagdoor kleurige druppelwaaiers en zonneragGeen opvaart naar landouwerondingKlief kiel het volle zog ter afreis! Van de bron naar de monding!Ontzet als bij watersnooddeinzen de dijkenAls de straten uit de stille stad doordropen zijn van avondroodStaat stom van aanbidding het Loodswezen na te kijkenOp neer over de baren gaat onze dansde weergalmen van hen die land hielden halen ons in vol feestelike
resonans!
[
[
[
Koen leg ik de lading in mijn bootIk ben passagiero afreis uit het avendlandop de lijn naar de levantde wind oppermachtig goddelike bondgenoot!
LiV-brunclair-binnen.indd 21 1/16/17 4:26:08 AM
22
sY Lph endans
Braambos in het boze brandenrimpeling ritselregenrag Kikker kokasrondo
Regen rijgt zijn hemelharpdoor godsvingeren te stemmenwak door wind bespeeldRilde rietsuizendroom van witte waterrozenstille stengels tot lenige lijnen gedeindKelk tot wondergelaat ontplooidsylphen bezilveren nyke naakthet vale voolFlets fosforessens feeënfeestMal mengelenbacchanten gevallen engelenloom lustenspeldroeve droom grot glimworm gloordwaallicht dwaasdwarreldansendraaikolkdansendwaallicht dans tot diadeem dwaas diadeemstille waanzinschijnpaarse pijnflets dwaasHet meer houdt zijn blauwe spiegel voor lood dood angstHeerhelder de bodem van ’t mysteriemeerdat ik uitvaar koen ter mirakuleuze vangst
d e ge L Ie Fde
Waterlelie mijn aanbidding over de laguneals ik je ogen doorschouwde wereld joelt uit zijn venetiaans karnavalo verzinkenovergaveogen zijn bergwellen die de pelgrim laventen zoektocht naar nieuwland schuw na de voorzegging der runen
Ons leven is het grote dubbelspoordoor waaierlandschap naar eindelik stationer is geen wisselbaano saam in horizonnegloorlichtkusterminusvergaan!
Eerst lag je stem vol versleten fluweelen je lied ging daarover zijn slentergangnu staat de beiaard stom voor je zilverzangde nachtegaal dempt zijn valse vokalizeheel de schemerlaan omzwijgt je kralenkeel
Dit verlangen is de shrapnel over stille stadin grandioze lichtknal uitgespatde wolk die nadrijft is een blond engelenhoofdin dit geweld zij de goede god geloofd
Glasrinkeling in een koffiehuis is het eind van onze lachHet geluk is nabij, ik voel het hart van alle dingen bereikbaar op
luttel weg gaansMijn aanloop tegen de gedeukte benzienbusis aanvangsmotief der bruidsmarsj lawaaierig wagneriaanso eenvoud van de senegaalneger die vol godsvrucht tam tam slaatdra is mijn hooglied op alle toonladders koen akrobaat!
[
LiV-brunclair-binnen.indd 22 1/16/17 4:26:09 AM
23
sYLphe n da n s
Braambos in het boze brandenrimpeling ritselregenrag Kikker kokasrondo
Regen rijgt zijn hemelharpdoor godsvingeren te stemmenwak door wind bespeeldRilde rietsuizendroom van witte waterrozenstille stengels tot lenige lijnen gedeindKelk tot wondergelaat ontplooidsylphen bezilveren nyke naakthet vale voolFlets fosforessens feeënfeestMal mengelenbacchanten gevallen engelenloom lustenspeldroeve droom grot glimworm gloordwaallicht dwaasdwarreldansendraaikolkdansendwaallicht dans tot diadeem dwaas diadeemstille waanzinschijnpaarse pijnflets dwaasHet meer houdt zijn blauwe spiegel voor lood dood angstHeerhelder de bodem van ’t mysteriemeerdat ik uitvaar koen ter mirakuleuze vangst
d e g e L IeFde
Waterlelie mijn aanbidding over de laguneals ik je ogen doorschouwde wereld joelt uit zijn venetiaans karnavalo verzinkenovergaveogen zijn bergwellen die de pelgrim laventen zoektocht naar nieuwland schuw na de voorzegging der runen
Ons leven is het grote dubbelspoordoor waaierlandschap naar eindelik stationer is geen wisselbaano saam in horizonnegloorlichtkusterminusvergaan!
Eerst lag je stem vol versleten fluweelen je lied ging daarover zijn slentergangnu staat de beiaard stom voor je zilverzangde nachtegaal dempt zijn valse vokalizeheel de schemerlaan omzwijgt je kralenkeel
Dit verlangen is de shrapnel over stille stadin grandioze lichtknal uitgespatde wolk die nadrijft is een blond engelenhoofdin dit geweld zij de goede god geloofd
Glasrinkeling in een koffiehuis is het eind van onze lachHet geluk is nabij, ik voel het hart van alle dingen bereikbaar op
luttel weg gaansMijn aanloop tegen de gedeukte benzienbusis aanvangsmotief der bruidsmarsj lawaaierig wagneriaanso eenvoud van de senegaalneger die vol godsvrucht tam tam slaatdra is mijn hooglied op alle toonladders koen akrobaat!
[
LiV-brunclair-binnen.indd 23 1/16/17 4:26:09 AM
24
onbegenadigdstolt tot een kroon van diamanteneen godsjuweelzonnezuiver.
Aardse hoon is zalving voor de HeerIk voel me worden vroom en zonder woordenwaar zelfbegeerten welven wijder wijderhet algevoel
Wie zijn leden kastijdt dat het leed hem doorlillein ’t aanschijn der almogendheidhem is het eeuwig heil bereiddat het koortstempo van zijn hart zal verstillenbij diepe aanschouwing van hèt wereldwonder.
veRs
Genietingen staan verstorven buiten mijVer echovlieden is de naklank in de lokstem van de verzoekermidden het wulps heuvellandweeldewelving van passieborstenik was een zeer rustiek dorp, tegen de helling aangevleidDaar énigden nietige kleur en klanktot schamele lofzanghemeldank:goudschemer in ’t woudmysteriedwaze varens, gebeeldhouwd door lichtleeuweriksjubel, windliedtrillers in ’t luchtkonsert der zomervogelen
De grootstad ingetreden:vol lichtschittering hing haar duivels diadeemgeregen uit losse lustlokalenkwaad kleinood op weemoedslapenongebetWoest wisselspel der lichtbatterijenpizzicati van een klein orkest uit de bierhallezoveel stiftprikken van geeseling op mijn broos lijf gevallendraaikolk het animo rond mijn zwak hoofd,mijn gordel is de feeërie der lantaarnrijen
Alle sierselen afgeworpenwaar ik sta, smartgewijd
Wie zijn arme handen doorbeten voelt met nagelwondenna de kruisigingzijn stem, een wekroep midden ontwijdenzal verkondenhet diepe wonder:de barse doornen en hun kruistochtpijnzijn bloeseming van gelukzaligheid,en ’t kleverig kwijl van troebel plebs uit de laaglandende dienstbaren in het veil gareel
LiV-brunclair-binnen.indd 24 1/16/17 4:26:09 AM