Viatele capaciteit 1

66
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip /20030108_ademhaling04 Buikademhaling: Het ademhalingsstelsel Borstademhaling: http://www.youtube.com/watch?v=adiS wtgWiBg

Transcript of Viatele capaciteit 1

Page 2: Viatele capaciteit 1

Het ademhalingsstelselBuikademhaling Borstademhaling

borstbeen

wervelkolom

Page 3: Viatele capaciteit 1
Page 4: Viatele capaciteit 1

Middenrif

Longen Borstholte

Buikholte

Page 6: Viatele capaciteit 1

De vitale capaciteitwb p.141 opdracht 1: bepaal de hoeveelheid in- en uitgeademde lucht

Volume lucht (l)

Diepe inademing

Diepe uitademing

Page 7: Viatele capaciteit 1

De vitale capaciteitwb p.141

de tijdde longinhoud

3,5 l3 l0,5 l

De lijn gaat naar boven en de grootste longinhoud wordt bereikt.

5,8 l1,5 l

4,3 l

Page 8: Viatele capaciteit 1

De vitale capaciteitwb p.143

geslachtgrootte van de persoonconditie

het geslacht, de grootte en de conditie van de persoon.

Page 9: Viatele capaciteit 1

DISSECTIE VAN DE LONGEN

Page 10: Viatele capaciteit 1

Longen

strottenhoofd

slokdarm

luchtpijp

Page 11: Viatele capaciteit 1

Het verschil tussen de linker- en de rechterlong

Page 12: Viatele capaciteit 1

Linkerlong bestaat uit twee longkwabben

Page 13: Viatele capaciteit 1

Rechterlong bestaat uit 3 longkwabben

Page 14: Viatele capaciteit 1

De longen omgeven door een beschermend vlies

Page 15: Viatele capaciteit 1

Longvlies

longweefsel

Page 16: Viatele capaciteit 1

De slokdarm en de luchtpijp:2 verschillende wegen in de kijker

Page 17: Viatele capaciteit 1

De vergelijking

Page 18: Viatele capaciteit 1

luchtpijp

slokdarm

Page 19: Viatele capaciteit 1

De luchtpijp: beter bekeken

Page 20: Viatele capaciteit 1

kraakbeenringen

slokdarm

Page 21: Viatele capaciteit 1

longen

hart

longkwab

Page 22: Viatele capaciteit 1

De longen: beter bekeken

Page 23: Viatele capaciteit 1

hart

longen

Luchtpijp met kraakbeen

Page 24: Viatele capaciteit 1

luchtpijptak

longweefsel

Page 25: Viatele capaciteit 1

De longen: een doorsnede

Page 26: Viatele capaciteit 1

longtak met kraakbeen

longweefsel

longtakje

Page 27: Viatele capaciteit 1

ader

longtakje

Page 28: Viatele capaciteit 1

slagader

longtakjes

Page 29: Viatele capaciteit 1

Spierweefsel en longweefsel: het verschil

Page 30: Viatele capaciteit 1

Spier- en longweefsel: afgewogen

Page 31: Viatele capaciteit 1

weegschaal

longweefsel

100 gram

Page 32: Viatele capaciteit 1

spierweefsel

100 gram

weegschaal

Page 33: Viatele capaciteit 1

Het verschil in volume: beter bekeken

Page 34: Viatele capaciteit 1

100 gram spierweefsel

100 gram longweefsel

Page 35: Viatele capaciteit 1

Een ander, opmerkelijk verschil tussen spier- en longweefsel

Page 36: Viatele capaciteit 1

SPIERWEEFSEL LONGWEEFSEL

Page 37: Viatele capaciteit 1

Dissectie van varkenslongen

Page 38: Viatele capaciteit 1

Dissectie van een varkenslong

Je knipt in de slokdarm dit gaat makkelijk/ moeilijk. (doorstreep wat niet past)

Verklaring:

Schakel een extra hulp in: Denk aan het spijsverteringsstelsel en voorral de functie van de slokdarm.(Het proefje met de nylonkous en het balletje).

De slokdarm is soepel zodat hij kan uitzetten wanneer er een voedselbrok moet verplaatst worden.

Je knipt in de luchtpijp dit gaat makkelijk/ moeilijk. (doorstreep wat niet past)

Verklaring:

Schakel een extra hulp in: Kijk naar de opbouw van de luchtpijp.

Door de wand van de luchtpijp die is opgebouwd uit kraakbeenringen.

Page 39: Viatele capaciteit 1

Dissectie van een varkenslong

Hoeveel longen hebben wij? Zijn de twee longen even groot? Welke is het grootst? Verklaring:

Welke kleur hebben de longen?Verklaring: Dit kan je verklaren door de rijke doorbloeding in de longblaasjes (daarop gaan we later nog dieper op in).

2

Nee

De rechterlong

Het hart bevindt zich meer aan de linkerkant. Hierdoor is de linkerlong kleiner.

Roze

Page 40: Viatele capaciteit 1

Dissectie van een varkenslong

Rond de longen bevindt zich een vlies. Hoe noemen we dat vlies?

Als we de luchtpijp open zouden knippen dan komen we de volgende delen tegen:longtakje, luchtpijptak en longblaasjes. Zet deze in de juiste volgorde beginnend met de grootste diameter.

Als je met een rietje lucht zou blazen in een longtakje waarrond het longweefsel niet beschadigd is. Wat zou je dan opvallen?

Ik leg een stukje longweefsel in het water. Het longweefsel drijft/ zinkt. (doorstreep wat niet past)

Verklaring:

Longvlies

Luchtpijptak Longtak Longblaasjes

De longen vullen zich met lucht. De longinhoud neemt toe in volume.

Er zit veel lucht in een long.

Page 42: Viatele capaciteit 1

Hoe is het ademhalingsstelsel opgebouwd?wb p.144

neusholte

mondholteluchtpijp

kraakbeenringenlinkerlong

rechterlong luchtpijptak

longtakje

longblaasjes

Page 43: Viatele capaciteit 1

neus/ mond

Hoe is het ademhalingsstelsel opgebouwd?wb p.145

De lucht is kouder en je krijgt een droge keel als je via de mond ademt.

warm, stofvrij en bevochtigd

Page 44: Viatele capaciteit 1

Hoe is het ademhalingsstelsel opgebouwd?wb p.145

Openhouden van de luchtpijp.Zuiveren van de lucht.Bevochtigen van de lucht.

Page 45: Viatele capaciteit 1

Hoe is het ademhalingsstelsel opgebouwd?wb p.145

Het longweefsel is elastisch.

de lucht uit de longen verdreven wordt.

700 000 000 0,15 105 000 000 10572,8

Page 47: Viatele capaciteit 1

Quiz

1. Hoe noemt het toestel dat je maximale longinhoud kan bereken?

A Een spirometerB Een spitometerC Een longmeter

Page 48: Viatele capaciteit 1

Quiz

1. Hoe noemt het toestel dat je maximale longinhoud kan bereken?

A Een spirometerB Een spitometerC Een longmeter

Page 49: Viatele capaciteit 1

Quiz

2. De vitale capaciteit is afhankelijk van een aantal factoren, wat zijn die?

A Het geslacht, het gewicht, de conditieB Het geslacht, de grootte, de conditieC De conditie, de grootte, het gewicht

Page 50: Viatele capaciteit 1

Quiz

2. De vitale capaciteit is afhankelijk van een aantal factoren, wat zijn die?

A Het geslacht, het gewicht, de conditieB Het geslacht, de grootte, de conditieC De conditie, de grootte, het gewicht

Page 51: Viatele capaciteit 1

Quiz

3. De restlucht is de lucht die in je longen aanwezig is nadat je volledig hebt uitgeademd. Hoeveel bedraagt die restlucht gemiddeld?

A 0,5 literB 1,5 literC 3 liter

Page 52: Viatele capaciteit 1

Quiz

3. De restlucht is de lucht die in je longen aanwezig is nadat je volledig hebt uitgeademd. Hoeveel bedraagt die restlucht gemiddeld?

A 0,5 literB 1,5 literC 3 liter

Page 53: Viatele capaciteit 1

Quiz

4. Rangschik de volgende organen van kleinste diameter naar de grootste diameter.

A Longblaasjes, longtakjes, luchtpijp, luchtpijptakB Luchtpijp, luchtpijptak, longtakjes, longblaasjesC Longblaasjes, longtakjes, luchtpijptak, luchtpijp

Page 54: Viatele capaciteit 1

Quiz

4. Rangschik de volgende organen van kleinste diameter naar de grootste diameter.

A Longblaasjes, longtakjes, luchtpijp, luchtpijptakB Luchtpijp, luchtpijptak, longtakjes, longblaasjesC Longblaasjes, longtakjes, luchtpijptak, luchtpijp

Page 55: Viatele capaciteit 1

Quiz

5. Waarom is het goed om door je neus te ademen?

A Het is niet beter om door je neus te ademen.B De neus warmt de ingeademde lucht op en dat komt

omdat de neus neusslijmvlies bevat.C De neus bevochtigd de ingeademde lucht en dat komt

omdat de neus neusslijmvlies bevat.

Page 56: Viatele capaciteit 1

Quiz

5. Waarom is het goed om door je neus te ademen?

A Het is niet beter om door je neus te ademen.B De neus warmt de ingeademde lucht op en dat komt

omdat de neus neusslijmvlies bevat.C De neus bevochtigd de ingeademde lucht en dat

komt omdat de neus neusslijmvlies bevat.

Page 57: Viatele capaciteit 1

Quiz

6. Hoeveel luchtpijptakken heeft een mens?

A 1B 2C 3

Page 58: Viatele capaciteit 1

Quiz

6. Hoeveel luchtpijptakken heeft een mens?

A 1B 2C 3

Page 59: Viatele capaciteit 1

Quiz

7. De organen in het ademhalingsstelsel zijn aangepast aan hun functie. De luchtpijp met de luchtpijptakken zijn ook aangepast aan hun functie. Door wat zijn zij aangepast.

A Kraakbeenringen, trilhaartjes, slijmlaag.B Kraakbeenringen, slijmlaag, bloedvaten.C Kraakbeenringen, trilhaartjes, bloedvaten.

Page 60: Viatele capaciteit 1

Quiz

7. De organen in het ademhalingsstelsel zijn aangepast aan hun functie. De luchtpijp met de luchtpijptakken zijn ook aangepast aan hun functie. Door wat zijn zij aangepast.

A Kraakbeenringen, trilhaartjes, slijmlaag.B Kraakbeenringen, slijmlaag, bloedvaten.C Kraakbeenringen, trilhaartjes, bloedvaten.

Page 61: Viatele capaciteit 1

Quiz

8. Wat bedoelen we met vitale organen?

A Belangrijke organen.B De longen en het hart.C Kleine organen.

Page 62: Viatele capaciteit 1

Quiz

8. Wat bedoelen we met vitale organen?

A Belangrijke organen.B De longen en het hart.C Kleine organen.

Page 63: Viatele capaciteit 1

Quiz

9. Hoe noemen we het vlies rond de longen?

A Het longvliesB Het borstvliesC Geen van beide

Page 64: Viatele capaciteit 1

Quiz

9. Hoe noemen we het vlies rond de longen?

A Het longvliesB Het borstvliesC Geen van beide

Page 65: Viatele capaciteit 1

Quiz

10. Waarop wijst nummer 5?

A De slokdarmB De luchtpijpC De ribben

Page 66: Viatele capaciteit 1

Quiz

10. Waarop wijst nummer 5?

A De slokdarmB De luchtpijpC De ribben