Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

192
MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN RIJKSINSTITUUT VOOR OORLOGSDOCUMENTATIE MONOGRAFIEËN NR. 13 VERVOLGING VAN ZIGEUNERS IN NEDERLAND 1940 - 1945 ’S-GRAVENHAGE MARTINUS NIJHOFF 1979

Transcript of Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

Page 1: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

M IN IS T E R IE VAN O N D E R W IJS EN W E T E N S C H A P P E N

RIJKSINSTITUUT VOOR O O RLOGSDOCUM ENTATIE

M O N O G R A F IE Ë N NR. 13

VERVOLGING VAN ZIGEUNERS IN NEDERLAND

1940 - 1945

’S-GRAVENHAGE

M A R T IN U S N IJH O F F

1979

Page 2: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

VERVOLGING VAN ZIGEUNERS IN NEDERLAND

1940 - 1945

DOOR

D R . B . A .S IJE SIN S A M E N W E R K IN G M ET

T H . M. DE G R A A F A. K L O O S T E R M A N

J. F. A. V A N L O E N E N G. J. V A N S E T T E N

A. L. V ISSER

Page 3: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

Copyright 1979 by Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie

P R IN T E D IN T H E N E T H E R L A N D S

S T A A T S D R U K K E R IJ ’S -G R A V E N H A G E

ISBN 90 247 2201 2

Page 4: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

IN H O U D

VOORWOORD ....................................................................................................................................................................... I

H O O F D S T U K ! ZIG EU N ERS. L A N D T R E K K E R S EN W O O N W A G E N B E W O N E R S (TOT 1918) 3

HO OFDST UK 2 Z IG EU N ER S EN G R E N SB EW A K IN G 13

Politie en Burgemeesters ........................................................................................................ 13Zigeuners aan de Nederlands-Belgische g r e n s ................................................................ 17Zigeuners aan de Nederlands-Duitse grens .................................................................... 26Zigeuners en Volkenbond .................................................................................................... 28

H O OFDST UK 3 BESTRIJDING VAN DE 'Z 1GEUNERPL AAG' IN D UITSLAND 33

Vóór 1933. Vervolging; wetgeving in B e i e r e n .................................................................... 331933 - 1940 ............................................................................................................................... 36

Rassenforschung ................................................................................................................ 36Zigeuners als criminologische groep beschouwd ........................................................ 38

H O O F D S T U K 4 VOORTGAANDE V ERVOLGING IN D U ITSLAND( 1938-1940) 41

H O O F D S T U K ? IN T ER N AT IO N A LE BESTRIJDING VAN DE Z IG E U N E R S 48

Internationale Zentralstelle zurB ekam pfungdes Zigeunerunwesens. Oprichting . 48Nederland en de an ti-zigeunercen tra le ................................................................................ 54Een algemene Nederlandse bevolkingsregistratie . - ........................................................ 67

Page 5: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

HOO FD ST UK 6 REGIS TRATIE EN C O NTROLE DOOR N E D E RL A N D S E INSTANTIES 71 TIJDENS DE BEZETTIN G

A lg e m e e n ................................................................................................................................... 71

De Rijksidentificatiedienst ................................................................................................................................... 72

H et Centraal Bevolkingsregister ................................................................................................................... 7 4

HO O FD ST UK 7 N ED E RL A ND S IN ITIATIEF TOT HET IN ST E L L E N VAN BEW AAKTE 77 KAMPEN

H O O F D S T U K 8 M AATREGELEN VAN DE B EZ ET T E N D E MACHT 83

H O O F D S T U K 9 DE V ER ZA M EL K AM PE N 87

De voorbere id ing ............................................................................................................................................................ 87

De uitvoering .................................................................................................................................................................. 93

H O OFDST UK 10 W O ON T O EST A N DE N VAN Z IG E U N E R S (1940-MEI 1944 ) 9 7

H O OFDST UK II D E 'C E N T R A L E A A N H O U D IN G ' 16 MEI 1944) 106

Zigeunertransport op 19 mei ' 4 4 ........................................................................................................................ 120

HO O FD ST UK 12 ONTR ECH TING EN VERNIETIGING (1941 - 1944) 123

Uitzonderingsmaatregelen in D u i t s l a n d ................................................................................................... 123

V ern ie tig in g ....................................................................................................................................................................... 124

De Sowjet-Unie ........................................................................................................................................................ 124

J o e g o s la v ië .................................................................................................................................................................. 126

A u s c h w itz ....................................................................................................................................................................... 128

De experimenten ................................................................................................................................................... 130

N A W O O R D .................................................................................................................................................................................. 135

BIJLAGEN .................................................................................................................................................................................. 141

S U M M A R Y .................................................................................................................................................................................. 167

LIJST VAN V ER M E L D E B R O N N E N ............................................................................................................................. 175

LIJST VAN A F K O R T I N G E N ............................................................................................................................................. 179

REGIS TER .................................................................................................................................................................................. ] 8 3

J

Page 6: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

V O O R W O O R D

Een aantal ja ren geleden begon ik met een onderzoek naar de lotgevallen van de tijdens de T w eede W ereldoorlog in N ederland w onende zigeuners. Door onvoor­ziene om standigheden was ik niet in staat het toen door mij reeds verzam elde bronnenm ateriaal te bewerken. Daarom riep ik met medewerking van prof. dr. M. C. Brands, hoogleraar in de theoretische geschiedenis, de hulp in van vijf- inmiddels afgestudeerde - doctoraals tudenten in de geschiedenis aan de Univer- siteit van A m sterdam . Zij toonden zich bereid het aanwezige bronnenm ateriaal te o rdenen en aan te vullen om vervolgens van hun bevindingen verslag te doen in de vorm van doctoraalscripties.

N a een aantal gezamenlijke besprekingen waarin vooral de methode en de tech­niek van het onderzoek besproken w erden, werd een definitieve werkverdeling gemaakt. We hebben ons hierbij vooral door praktische overwegingen laten lei­den, dat wil zeggen door de om vang van het materiaal en niet door inhoudelijke criteria. Annelies Visser bracht verslag uit over de periode vanaf het eind van de 19e eeuw tot 1930, Annemarie K loosterm an behandelde de periode 1930-1940, Thera de Graaf en Gertjan van Setten beschreven de situatie in 1940-1945. Bo­vengenoem de verslagen betroffen alle de ontwikkelingen in Nederland. De in Duitsland tegen zigeuners genom en maatregelen vorm den het onderw erp voor de scriptie van Jos van Loenen.

Tijdens het onderzoek waren wij ons ervan bew ust, dat een geheel ongewijzig­de publikatie van de gezamenlijke scripties niet mogelijk zou zijn. Bij het sam en­stellen van de definitieve tekst - een taak die mij was toebedeeld - heb ik, na over­leg en in overeenstem m ing met de auteurs van de scripties, wijzigingen aange­brach t die de sam enhang tussen de afzonderlijke studies m eer tot hun recht zou ­den doen komen. De wijzigingen bestonden uit het bekorten , hergroeperen en ge­deeltelijk herschrijven van de scripties. De oorspronkelijke teksten zijn echter voor zover mogelijk intact gelaten.

In deze studie geven wij een beschrijving van de politiek van de Duitse en de N ederlandse autoriteiten tijdens de bezettingsjaren, in het bijzonder van hun poli­tiek met betrekking tot de registratie, vervolging en deportatie van in Nederland vertoevende zigeuners. De periode vóór 1940 werd in het onderzoek betrokken

Page 7: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

2

om na te gaan in hoeverre de vooroorlogse Duitse en N ederlandse maatregelen met betrekking tot zigeuners verband hielden met hetgeen leden van deze groep tijdens de oorlog overkom en is.

Een overzicht van het gebruikte bronnenm ateriaal vindt de lezer achter in het boek. In die gevallen waarin van de gebruikte archiefs tukken in de voetnoten geen vindplaats is vermeld, bevinden de betrokken docum enten of hun afschriften zich in de verzameling van het Rijksinstituut en wel in de 'Collectie onderzoek zigeu­n e rs ’. De s tukken zijn daarin opgenom en in de volgorde van de hoofdstukken. De citaten zijn niet in de m oderne spelling overgebracht maar overgenom en in de spelling waarin zij toentertijd werden geschreven. De nam en van de personen die wij in terviewden zijn, op hun verzoek, alleen aangeduid met de eerste letter van de achternaam . Van de enkelen die geen bezw aren hadden, vermelden wij hun na­men.

Een studie als deze is meer dan het werk van de vijf genoem de personen en ondergetekende geweest. Veel dank zijn wij verschuldigd aan de vele zigeuners die bereid waren ons te ontvangen en naar beste weten in te lichten, alsmede aan de am btenaren van de ministeries van Binnenlandse Zaken , Justitie , Buitenlandse Zaken, Sociale Zaken en van Cultuur, Recreatie en M aatschappelijk Werk. Van de ons ter beschikking gestelde archieven van de procureurs-generaal, van de Konink­lijke M arechaussee en van de Rijksidentificatiedienst hebben wij een ruim gebruik kunnen maken.

Bijzondere vermelding bij de totstandkom ing van dit werk verdient Lau Mazirel, die in 1974 overleed. Met de hulp van haar man, Robert Hartog, was zij door haar grote kennis van de levensomstandigheden van w oonw agenbew oners en van zigeuners in het bijzonder een grote steun bij ons werk. Ook met deze kennisover­dracht hoopte zij de maatschappelijke en culturele situatie van die groepen te ver­beteren. Van vele anderen die ons incidenteel hielpen mogen wij hier noemen Marten W. de Boer, Charles Rom ney en J. E. van W inden, toentertijd studenten in de culturele anthropologie aan de universiteit in Leiden.

B.A. Sijes

Page 8: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

H O O F D S T U K 1

Z IG E U N E R S , L A N D T R E K K E R S EN W O O N W A G E N B E W O N E R S(TOT 1918)

Deze studie handelt over de lotgevallen van twee moeilijk te onderscheiden groepen mensen in N ederland: de 'w oonw agenbew oners’ in het algemeen en de ’z igeuners’ in het bijzonder. 'W oonw agenbew oners’ kan men eenvoudig beschrij­ven als ’mensen die in woonw agens leven’ - hoewel zal blijken dat vóór, tijdens en na de bezettingstijd allerlei onderscheid is gem aakt tussen verschillende ’soor- t e n ’ w oonw agenbew oners .

Een omschrijving van de andere groep, de z igeuners, is nog moeilijker te geven. Al over de herkom st van dit zw ervende volk is weinig met zekerheid te zeggen; al­gemeen wordt nu aangenom en, dat de zigeuners ’ergens uit het noordw esten van India’ afkomstig zijn. 1 In Nederland wordt het eers t melding van hen gem aakt te D eventer in 1420. Op grond van hun verhalen, als zouden zij uit Egypte verdreven christenen zijn, w erden zij ’E gyp tenaren’ of ’E gyp ters’ (vergelijk het Engelse 'g ipsy') genoem d; andere benamingen waren ’H e idens’, ’O ngers’ of ’U ngers’ (Hongaren).

Aanvankelijk schijnen deze vreemdelingen, die men dus een tijdlang voor pel­grims hield, hier en elders niet slecht ontvangen te zijn. De bronnen spreken van keizerlijke en andere hoge aanbevelingen, die zij aan de besturen van de bezochte steden konden overleggen, en van herberging op kosten van die steden. Toen ech ­ter de eerste verwondering over deze exotische trekkers had plaats gem aakt voor ergernis over de talrijke verm ogensdelic ten, waarvan zij - terech t of niet - w er­den beschuldigd, veranderde de houding der overheden.

De landsheerlijke plakkaten , die na ca. 1530 regelmatig tegen de Egypters wer- de uitgevaardigd, w erden allengs grimmiger van toon. Al onder Karei V zijn deze p lakkaten soms niet alleen tegen de Egyptenaren gericht, maar ook tegen 'an d e ­ren volgens heurluyder gese lschap .’2 Dat wijst erop, dat ook andere zwervers zich bij z igeunergroepen aansloten. Daarbij m oeten we - naast ballingen en ge­vluchte misdadigers - wel voornam elijk denken aan dat perm anente element van

1 Vgl. O . van K appen : G eschiedenis der zigeuners in N ederland. De on tw ikke ling van de rech tspositieder H eidens o f E gyp tenaren in de noordelijke N ederlanden (1420-± 1750) (A ssen 1965): (afg. v. K ap ­pen), p. 18e .v . 2 A .v .,p .5 2 9 .

Page 9: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

4

onrust in het Europa van de vroege nieuwe tijd: de afgedankte (of onbetaalde) huursoldaten . Vermenging van deze twee groepen werd zeker ook in de hand ge­werkt door het feit, dat nogal wat zigeuners zelf in krijgsdienst gingen.1

Of de zigeuners door de omgang met deze groep tot s teeds zw aardere misdaden vervielen (zoals van K appen meent) is, door de eenzijdigheid van het b ronnenm a­teriaal nooit met zekerheid te zeggen. Zeker gaat het niet aan om, zoals deze schrijver doet, onderscheid te maken tussen de betrekkelijk onschuldige 'raszu i­v e re ’ zigeuners van de 15e eeuw en de met 'crimineel rapa lje ’ verm engde ’bas- taarden oftewel ha lfb loedzigeuners’ die in de volgende eeuwen op traden .2 Een andere verklaring voor de steeds hardere repressie van de 'E gyp tena ren ' geeft van K appen zelf overigens ook al aan: 'de principiële onverenigbaarheid van nom adi­sche levenswijze en (rechts)opvattingen met die van de sedentaire bevolking’, sa­m enhangend met een ’impulsieve an tipath ie’, vooral van 'm inder ontwikkelden en conserva tieven’ jegens onvertrouw d en afwijkend gedrag.3

H et strengere optreden van de overheden had in elk geval geen a fschrikw ek­kende werking op het gedrag van de zigeuners en hun lotgenoten. Aan het eind van de 17e eeuw is, integendeel, een duidelijke polarisatie opgetreden in hun con­flict met de justitie. Opgejaagd door de steeds meer effectieve plattelandspolitie en tot de moed der w anhoop aangevuurd door de dreiging van wrede straffen , o r ­ganiseerden de zigeuners en de anderen zich in w elbewapende benden , die op het platteland ongetwijfeld ernstig huishielden. Dit op treden van grote roversbenden was overigens een algemeen verbreid verschijnsel in de 18e eeuw, en zeker niet kenm erkend voor de zigeuners. Veeleer w erden zij, door hun precaire rechtsposi­tie, tot dit despera te gedrag gedwongen.

De ernst van de toestand wordt intussen geïllustreerd door de buitengewone maatregelen, waartoe de overheden hun toevlucht namen. Interprovinciale ’con- ven ties’ w erden gesloten, waarbij de justitiële autoriteiten van de betrokken ge­w esten elkaar machtigden, zigeuners op anderm ans grondgebied te achtervolgen. Ook met de Duitse grenslanden Bentheim, K leef en M ünster werd een dergelijke sam enwerking aangegaan. De grootscheepse ’he iden jach ten ' , waarbij vaak ook de militie werd ingeschakeld, maakten in de jaren 1720-1730 een dram atisch einde aan het op treden (en waarschijnlijk grotendeels aan het bestaan) van zigeuners in N ederland. Tegen deze gecoördineerde vervolgingen waren zij niet opgewassen. Zij vluchtten weg en een klein gedeelte schijnt erin geslaagd te zijn een relatief veilig gebied als Elzas-Lotharingen te bereiken. Een ander deel is misschien opge­gaan in inheemse zw erversgroepen. ’Het is niet overdreven te bew eren ’, aldus van K appen, ’dat de overigen in de eerste helft van de 18e eeuw system atisch zijn u itgeroeid .’4

N a ca. 1735 vernem en wij vrij plotseling geen ondubbelzinnige berichten meer

1 A .v . .p . 131, 152, 2 A .v . .p .5 2 9 e .v . 3 A .v .,p .5 3 1 . “ A .v . ,p .9 .

Page 10: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

5

van zigeuners in N ederland. Pas een eeuw later wordt weer sporadisch melding gem aakt van groepjes zigeuners binnen de N ederlandse grenzen, voornamelijk uit Duitsland afkom stig .1 Uit dergelijke immigranten is de N ederlandse zigeunerbe- volking, aan wier lotgevallen deze studie gewijd is, opgebouwd geweest.

Of er enige verw antschap bestaa t tussen deze groep en die, w aarvan de onder­gang in het voorgaande is behandeld, is niet na te gaan. Een poging daartoe zou ook zinloos zijn: de taal, het ’R om ani’, is een onzekere factor; de zgn. raciale cri­teria kunnen hiertoe geen bijdrage leveren. Als er al sprake kan zijn van een ge­m eenschappelijke afkom st, dan m oeten we ons toch realiseren, dat er een voort­durende vermenging is geweest tussen zigeuners en 'inheem se zw ervers’. In de periode vóór ca. 1730 waren dat, zoals we zagen, vooral gewezen huursoldaten, ballingen en andere on theem den. In de tweede periode van zigeuneraanwezigheid in N ederland gingen zij - althans ogenschijnlijk - op in een andere groep: de w oonw agenbew oners .

O m streeks dezelfde tijd w aarop de zigeunervervolgingen hun hoogtepunt von­den, begonnen vanuit W estfalen emigranten het land binnen te trekken , die hun brood verdienden als handw evers , k leerm akers , s trodekkers en scharenslijpers.2 In de regel t rokken zij in kleine groepen van plaats tot plaats. O vernacht werd in boerenstallen. Soms bleven zij lang op dezelfde plaats; zo placht één familiegroep te overw interen in de veenkoloniën. Dergelijke ’land trekkers’ bevonden zich van­ouds ook in het zuiden van het land, met name in N oord-B raban t en in het Rijk van Nijm egen; waarschijnlijk s tamden zij af van vroegere tu rfw inners en afge­dankte huursoldaten (in de Generaliteitslanden waren tijdens de Republiek steeds veel t roepen gelegerd). D aarnaast waren er reizende kooplui: k ram ers en venters.

Van al deze groepen is in de tweede helft van de vorige eeuw een deel geheel of ten dele sedentair gew orden; een ander deel is ’via kruiwagens, hondekarren , met paarden bespannen platte wagens en huifkarren tenslotte overgegaan op een woonwagen, die hun ook in de winterm aanden als woning kon d ien en .’3 De kleine groepen zigeuners, die om streeks dezelfde tijd weer hier te lande verschenen , gin­gen meestal dezelfde beroepen uitoefenen als de landtrekkers (behalve de eerder genoem de waren dat ook: s toelenm atter, ketellapper en seizoenarbeider in de landbouw).

Ook zij gingen steeds meer van woonw agens gebruik maken. In hun dagelijkse bezigheden en behuizing verdw enen uiterlijk de verschillen tussen beide groepen; door bu itenstaanders w erden zij wel aan elkaar gelijk gesteld.

Tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw hebben deze zw ervende groepen, ondanks velerlei wrijvingen, in een zekere mate van harmonie met de sedentaire bevolking geleefd. Als brengers van nieuws en ander vertier verlichtten zij het plattelandse isolement; ook de door hen aangeboden goederen en diensten zullen

1 J. H . A . W ern ink s . j . . W oonw agenbew oners. S ocio log isch onderzoek van een m arginale groep(A ssen 1959). (afg. W ern ink), p. 35. 2 A .v ., p. 3 6 e .v . 3 A .v . ,p . 41.

Page 11: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

6

vaak welkom zijn geweest. Omgekeerd traden de landtrekkers zèlf door deze vreedzam e contacten ook enigszins uit hun isolement: o .m . in Drente blijkt, dat zij 'om streeks het midden van de vorige eeuw enigermate waren binnengetreden in het milieu van de plattelandssamenleving en er een bescheiden functie vervul­d e n . ’1

In de tweede helft van de 19de en het eerste kwart van de 20ste eeuw is echter aan deze geleidelijke integratie een einde gekom en en zijn de landtrekkers-woon- wagenbew oners in een nieuw, volledig isolement teruggedrongen. De oorzaken van deze terugslag moeten gezocht worden in het proces van modernisering, dat de N ederlandse samenleving in die jaren doorm aakte . Om te beginnen nam, door de ontsluiting van het platteland, de econom ische en com m unicatieve functie van de landtrekkers in betekenis af. Bovendien waren zij, voor zover zij hun intrek in woonw agens hadden genomen, niet langer aangew ezen op de gastvrijheid van de boeren; verwijdering onts tond. Maar vooral werd de verhouding tussen de trek ­kers en de sedentaire bevolking beïnvloed door het veranderde sociale klimaat in Nederland.

De na ca. 1870 sterk opkom ende industrialisatie, het groeiende bewustzijn bij de arbeiders en de angst voor een sociale omwenteling, maakten veel politieke lei­ders duidelijk, dat er een andere sociaal-politieke koers m oest w orden ingeslagen. De invloed van de staat op het maatschappelijk leven zou zich m oeten gaan uit­breiden. Behalve de angst voor een opkom ende socialistische beweging waren hierbij nog een aantal andere fac toren in het spel.

Het beginsel van 'la issez fa ire ' begon aan kracht in te boeten. Economische vooruitgang, zo begon men in te zien, kon niet losgekoppeld worden van een mini­mum aan algemeen welzijn voor de gehele bevolking, dus ook voor de minder be­deelde groepen. Eén overweging van belang kwam daar nog bij: de toenem ende industrialisering eiste, dat de arbeiders in een optimale conditie aan het produktie- proces konden deelnemen. Om dit te bereiken waren oplossingen noodzakelijk voor nijpende problemen met betrekking tot de volksgezondheid, de w oonom ­standigheden, bedrijfsongevallen, algemene ontwikkeling en zo meer. Dat het particulier initiatief en de kerkelijke weldadigheidsinstellingen voor deze taken niet meer berekend w aren, was duidelijk. Die bereikten immers slechts een be­perkte groep en beschikten bovendien niet over de noodzakelijke financiële re se r­ves. Alleen de staat met zijn gecentraliseerd am btenarenapparaat zou de gewen­ste oplossingen kunnen bieden.

Op het gebied van de wetgeving kwamen deze nieuwe opvattingen over de rol van de overheid tot uitdrukking in een aantal belangrijke sociale wetten. Vooral het liberale ministerie Pierson-Goem an Borgesius (1897-1901) heeft een belangrij­ke bijdrage tot de to tstandkom ing daarvan gehad. Zo onts tonden de Woningwet, waarbij gem eentebes turen het recht kregen slechte woningen onbew oonbaar te

1 A .v ., p. 64 e .v .

Page 12: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

7

verklaren, en tevens de verplichting bouwverordeningen op te stellen met eisen, waaraan nieuwe woningen m oesten voldoen; de G ezondheidsw et, met voorschrif­ten over drinkwatervoorziening, hygiënische woninginrichting en bestrijding van besmettelijke ziekten; de K inderw etten , ter bescherming van kinderen tegen ver­waarlozing en mishandeling, en de Leerplichtwet.

Een aantal mensen viel ech ter nog buiten deze wetgeving; daartoe behoorden de w oonw agenbew oners . De W oningwet van 1901 was immers niet van toepas­sing op woonw agens en w oonschepen .1

Wel bestond er de mogelijkheid dat de gem eente bij plaatselijke verordening de­ze materie regelde.2 Een door de regering in 1903 ingestelde S taatscommissie, die de regering van advies m oest dienen welke aanvulling in het W etboek van S traf­recht nodig was om bedelarij, landloperij en habituele d ronkenschap doeltreffen­der te bestrijden en te bestra ffen ,3 achtte daarentegen een regeling van rijkswege betreffende het gebruik van w oonwagens niet alleen wenselijk, maar ook nood­zakelijk .4 H et verslag van de commissie - gedateerd 22 juni 1907 - maakte er mel­ding van, dat in het algemeen onder de burgem eesters de opinie heerste , dat men te doen had met een bevolking die ’een groot maatschappelijk gevaa r’ opleverde. H et verslag vervolgt:

’D e in dit m ilieu (de enkele w elingerich te , n iet o v erb ev o lk te k erm isw agens zijn than s bu iten b e sp re ­king) v e rk eeren d e bevo lk ing , die to t de o n d e rs te lagen van de m aatschapp ij b eh o o rt, kan n iet an ders dan een sociale h inder, een e w are p laag zijn . V o o r zo o v er zij eenig b ero ep u ito e fen t, b es taa t d it in sch aren slijpen , stoe len m atten , v en ten , h arm on ica spe len , hard lo o p en , verlo tingen houden van e igen­gem aak te v o o rw erp en ; de hoo fd in k o m sten w orden e ch te r d o o r bed e len , veelal in den verm om den vorm van v en ten m et n ie tsw aard ige a rtik e len , v erk regen en w egens hun d riest en b ru taa l o p tred en , som s m et bedreig ingen gep aard , ge luk t he t den bew o n ers m aar al te wel hierin een bes taansm iddel te v inden . O p het p la tte land b e tred en zij de e rven en dringen de hu izen b innen , plegen kleine d iefsta llen hetgeen vooral vo o r de aan g ro o te v erk eersw eg en gelegen gem een ten een v o o rtd u ren d e e llende is. Zij m aken de w egen onveilig; d o o r het u itsp re id en van beddegoed en k leeren op den w eg en het stoken van v u u rtje s op den berm , ten e inde hun m aal te bere iden doen zij voo rb ijgaande p aard en sch rikken ; zij doen g ev aar van bosch- en h e ideb rand o n ts ta a n . T rek h o n d en w orden des n ach ts losge la ten , om v oedsel te zo ek en ; de p aard en w orden dikw ijls slech t b ew aak t. O n d er e lk aar h ebben de bew o n ers h e r­haaldelijk ruz ie , die n iet ze lden to t g ev ech ten leid t, som s m et d oodelijken afloop . M isbruik van s te r­ken d ran k is schering en inslag en g ro o ten d ee ls w ord t h ieraan het geld b es teed , d a t zij do o r ze lf te be­delen en vooral ook d oor hun k in d eren te la ten bedelen hebben verk reg en . H et kom t n iet ze lden voor, d a t uit é én gezin v ijf o f zes perso n en b edelen . E en van de g ro o tste g rieven tegen de ongenoode gasten is de s tro o p erij; ste len van v e ld v ru ch ten , kappen van hou t, la ten w eiden op een s a n d e rs te rre in ge­sch ied t herhaaldelijk . V oornam elijk zijn de z igeuners te v reezen ; zij zijn de sch rik van de bevo lk ing , d aa r zij, terw ijl zij inkoopen doen in w inkels , z ich handig w eten te verrijken en een treu rig feit is het

1 De w o o n sch ep en la ten wij h ier v erd er bu iten beschouw ing . O p 31 dec . 1899 w a re n e r 10.445 b ew o o n ­de sc h ep en . H ie ro n d e r viel een ca tegorie v aartu igen , die aan boord h ad d en een sc h ip p er, al o f n iet m etgezin , ’die op eerlijke en vo o r n iem and aan sto te lijk e wijze zijn b rood v e rd ie n d e .' M aar er w aren ooksc h ep en , ’d ie , ha lf v ers le ten , v eeleer w rakken m ogen w orden g en o e m d ...... ’ Zie 'V ers lag d er S taa ts­com m iss ie , ingeste ld bij K oninklijk beslu it van 22 sep t. 1903, N o . 51. B edelarij en land loperij; w o o n ­w agens en w oon sch ep en ; hab itue le d ro n k e n sc h a p .’ ( ’s-G ravenhage 1907), (afg. V ersl. S t. C ie 1903),p. 105. 2 A .v .,p . 109. 3 A .v . ,p . 1. 4 A .v . ,p . 112.

Page 13: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

8

d a t hunne nog zee r jeugdige k inderen gew oonlijk reed s eene g roo te behendigheid p legen aan den dag te leggen in het doen van kleine d iefsta llen . O ok kom t het v o o r, da t z igeuners uit h an dw agens, die zij op een za m e w egen a a n tre ffe n , alle w aren w eg n em en .’1

De commissie schijnt met de woonwagenbevolking niet in contac t getreden te zijn2 en zij was zelfs niet in staat ’de ta lrijkheid’ van de woonw agens aan te geven, om dat e r ’geen voldoende cijfers’3 aanwezig waren. Veel w oonwagens kunnen het overigens niet zijn geweest. Volgens de landelijke telling van juli 1911 (de eer­ste op dit gebied) waren er in totaal 584 wagens die door ongeveer 2800 personen w erden bew oond .4 De 'sociale h inder’ door deze ’ten koste der gem eenschap le­vende n ie tsdoenners’5 dient dus wel met een korrel zout genom en te worden. En dit klemt tem eer als men niet uit het oog verliest, dat vechtpartijen, bedelarij en habituele dronkenschap in die dagen (de propaganda voor de geheelonthouding was reeds op gang gekomen) de sedentaire samenleving stellig niet onbekend wa­ren.

Er is geen twijfel aan, dat de commissie van 1903 met groot vooroordeel haar verslag heeft opgesteld. Wij kunnen volkomen instem m en met W ernink, als hij schrijft dat ’in bijna iedere z in ’ de wrevel van de commissie tegen de w oonw agen­bevolking tot uiting komt. ’Van enig m edeleven’ is ’in het gehele verslag’ weinig te bespeuren .6

W oonw agenbew oners s tonden - zo blijkt - bij de rijks- en gemeentelijke over­heid in een kwade reuk. En dat gold in het bijzonder de zigeuners. Zij waren ’voornamelijk . . . te v rezen .’7 Zij waren het woonwagenvolk , dat ’het b ru taa ls t’ in zijn op treden was en ’de grootste las t’ aan de politie gaf. Met het oog daarop, gaf de commissie de regering de suggestie de Vreemdelingenwet van 13 augustus 1849 strenger toe te passen: ’het hoofd van de politie van de grensgem eenten zij niet te gemakkelijk. ’8

N a het bovenstaande zal het weinig verwondering w ekken, dat de commissie tot de conclusie kwam, om de w oonwagens aan een strengere controle te onder­werpen. Deze conclusie werd geformuleerd in het door de commissie in 1907 uit­gebrachte verslag, waarin een 'O n tw erp van Wet op woonw agens en w oonsche­p e n ’ was opgenomen. In haar Algemene Beschouwingen gaf de commissie als haar wens te kennen, dat om bedelarij en landloperij te weren 'noodzakelijkerwij­ze ' een regeling getroffen moest worden, die 'paal en p e rk ’ stelde aan ’het toene­mend euvel, tew eeggebracht door de bewoning van woonw agens en w oonsche­p e n .’9 Zo zou ook een einde gem aakt kunnen worden aan de verspreiding van be­smettelijke ziekten, en kinderen van de 'zw ervende bevolking’ onderwijs dwin­gend kunnen worden voorgeschreven. Maar er is geen twijfel aan, dat het wonen

1 A .v ., p. 106-107. 2 W ern ink , p. 30. 3 V ersl. S t. C ie 1903, p. 104. 4 W ern ink , p. 66. 5 V ersl.S t. C ie 1903, p. 103, 106. 6 W ern ink , p. 70. 7 V ersl. St. C ie 1903, p. 107. 8 A .v ., p. 111. 9 A .v .,p. 103.

Page 14: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

9

in een woonwagen ’bijna uitsluitend gezien (werd) als een dringend te bestrijden vorm van bedelarij en landloperij en van alles wat daarm ee gepaard ging’, aldus W ern ink .1 Hij wijst ook op het feit, dat het trekken de w oonw agenbew oners in staat stelde, zich aan de politiecontrole te onttrekken . De bestrijding hiervan vorm de één der fac toren die er toe bijdroeg dat de wet van 26 juli 1918 een politi­oneel k a rak te r2 kreeg, aldus W ernink, een opvatting die ook in het losbladig boek ­werk ’Zorg voor w oonw agenbew oners’ (voor het eerst in 1968 verschenen) wordt bevestigd. Minister Klompé noemde in de Tweede K am er op 26 sep tem ber 1967 het hoofddoel van de wet van 1918 ’de bescherming van de samenleving tegen de ris ico’s van de aanwezigheid van een trekkende bevolkingsgroep, die in zeer slechte econom ische en milieu-omstandigheden verkeerde, w aardoor zij een be­dreiging betekende voor de openbare orde en de gezondheid .’3 Vanuit deze be­leidslijn: - bescherming van de samenleving tegen één bepaalde bevolkingsgroep - moesten , versterkt door overgeleverde opvattingen en vooroordelen , de sociale a fs tand4 en andere tegenstellingen tussen sedentaire en niet-sedentaire bevolking groter worden.

Volgens de ’W et op W oonwagens en W oonschepen’ van 1918 m ochten in het vervolg w oonwagens alleen bew oond worden indien door de Com m issaris der Koningin een vergunning was verstrekt; deze vergunning werd alleen uitgereikt als de woonwagen ’ter bewoning gesch ik t’ was en de bew oners ’voldoende midde­len van b es taan ’ hadden. H et gunstige gevolg van dit voorschrift was, dat langza­merhand huifkarren en handwagens verdw enen en allengs betere w oonwagens in gebruik genom en w erden ,5 uiteraard slechts door hen, die daarvoor de middelen bezaten. Slechts zelden maakten de Com m issarissen der Koningin echter gebruik van hun bevoegdheid een vergunning te weigeren. Als de aanvrager eenmaal in het bezit van een dergelijke vergunning was, om dat hij bij de aanvraag bewijzen kon over voldoende middelen van bestaan te besch ikken ,6 dan werd daar in het vervolg weinig aandacht aan besteed, om dat de controle van de gemeentepolitie ten aanzien van deze kwestie praktisch achterwege bleef. Een politioneel karakter alleen had deze wet dus niet. We kom en daar nog op terug.

De door de Commissaris der Koningin verstrekte vergunning kreeg een num ­mer (een kenteken voor de wagen) dat ten behoeve van een eventuele opsporings­actie van de politie duidelijk z ichtbaar op de wagen moest zijn aangebracht. Be­paalde wijzigingen in de vergunning, alsmede veroordelingen van een w oonw a­genbew oner m oesten onmiddellijk aan de minister van Justitie worden medege­deeld. De gerapporteerde feiten m oesten worden aangetekend in een algemeen re ­gister en voor zoveel nodig o.m. in het Algem een Politieblad ter algemene kennis gebracht (zie artikel 19). De bedoeling van dit voorschrift komt wel zeer duidelijk

1 W ern ink , p. 70. 2 A .v ., p. 70. 3 M r. J. T h . de Ruw e en m r. L. S. J . Buis: Z o rg voor w oonw agen­bew oners. M et m edew erk ing van m r. J. W . B lankert en M. J. H o y tin k ( ’s-G ravenhage 1968), (afg. Zorgvoor w .w .b .) , IV , p. 10. 4 A .v . , l ,p .2 1 . 5 W ern ink , p. 54. 6 A .v . ,p .7 5 .

Page 15: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

10

tot uiting in een brief van de Com m issaris der Koningin in Gelderland van 25 ok to ­ber 1919 aan de burgem eesters . Hij schreef:

’W at nu b e tre ft h e t geregeld to ez ich t op w oonw agens en w o o n sch ep en , heb ik de e e r U te v e rz o e ­ken , U w d ien aren van politie op te d ragen om in hun zak b o ek n auw keurig aan teek en in g te h ouden van dag , u u r en p laa ts , w aarop ze in de gem een te een w oonw agen o f w o onsch ip aa n tro ffe n m et verm el­d ing van het k enm erk en van den naam van den h o u d er d er vergunning , en zich v o o rts te lkenm ale te verg ew issen , d a t de vergunning aanw ezig is, d a t geen an d ere dan de d aarin aangedu ide p erso n en in w agen o f sch ip verb lijf h o uden en dat het v ere isch te ken m erk aan de ach te rz ijd e van w agen of w oon­sch ip is (-) aan g eb rach t. O ok zag ik gaarne aan teek en in g geh o u d en o f k in d eren van leerp lich tige lee f­tijd w orden aan g e tro ffen en e r op gelet w ord t o f b ijzo n d ere opm erk ingen te m aken zijn m et b e trekk ing to t de behandeling van trek d ie ren . (-) V an g roo t belang ach t ik het ook indien de aan teek en in g en der po litied ienaren in een bepaald reg ister w orden o v erg en o m en , al w are het alleen om op die w ijze den gang van de v ersch illende w oonw agens en -schepen te kunnen volgen. O ok is he t goed , dat de b ew oners gev o e len , da t ze v o o rtd u ren d o n d er nauw le tten d to ez ich t s ta a n .’

Belangrijk in de wet van 1918 was de bepaling, dat alle gemeentelijke, plaatselij­ke en waterschapsverordeningen met betrekking to t woonw agens vervallen wer­den verklaard; het was in de toekom st niet m eer geoorloofd , dat het verblijf van een woonw agen in een gem eente geheel kon w orden verboden. De gem eentera­den bleven alleen bevoegd bepalingen vast te stellen betreffende de plaats van de woonw agens b innen de gem eente (artikel 31). Wettelijk was er dus een einde ge­kom en aan de willekeur van gem eenten - wel o f niet in het bezit van een regle­ment of verordening - ’om de w oonw agenbew oners te verjagen, door te sturen, voor enige uren of dagen te dulden of toe te la ten .’1 Wij schrijven: ’wettelijk’ was er een einde gekom en aan de willekeur, want ook na het in werking treden van arti­kel 31 op 1 januari 1927 bleef de politiek van de gem eentebes turen er vooralsnog op gericht de wagens zo snel mogelijk kwijt te raken zonder zich daarbij al te veel te bekom m eren om naleving van de wet. De burgem eesters voelden er b.v. niets voor om tijdens een verblijf van willekeurige w oonw agenbew oners in de gem een­te uitkeringen te vers trekken binnen het kader van de arm enzorg of kosten te m a­ken voor onderhoud van het woonwagenkam p. Nog in 1929, toen artikel 31 dus al k racht van wet had, schreef de A dm inistrateur voor de G rensbew aking en de Vreemdelingendienst (AGVD) aan de minister van Justitie:

’O v er het a lgem een is m en in de g em een ten n iet erg geste ld o p w o onw agenkam pen ; in som m ige ge­m een ten is he t kam p zodan ig a fgelegen , da t de w oonw agens e r n iet kom en , in an d ere gem een ten zijn de toegangsw egen en h e t te rre in ze lf zo slech t, d a t om deze red en al, de b e tro k k en gem een te w erd g e ­p assee rd . Ik h eb de ind ruk g ek regen , d a t - vooral in k le inere g em een ten , w aar be trek k e lijk w einig po ­litie aanw ezig is - h e t to ez ich t in h e t kam p te w ensen o v e rlaa t; de politie kom t eens een enkele m aal per w eek k ijken , m aar bepaald een geregeld to ez ich t en een b ehoorlijke reg istra tie van de w oonw agens is d a a r n ie t.2

1 Z org v oor w .w .b . I, p. 21. 2 5 m a a r t l9 2 9 .

Page 16: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

Ook aan de bepaling met betrekking tot het keuren van de wagen, waarm ee de gem eentebes turen eveneens belast waren, werd slecht de hand gehouden. Een keuring werkte een langduriger verblijf s lechts in de hand. L iever verstrekte men wat reisgeld en m ondvoorraad of een vergunning om een voorstelling te geven op voorw aarde dat men daarna onmiddellijk uit de gem eente zou verdwijnen.

Nog op andere wijze probeerde men van gemeentewege het verblijf van w oon­w agenbew oners te bemoeilijken. Velen van hen waren volstrekt niet op de hoogte van de talrijke gem eenteverordeningen, volgens welke, ondanks artikel 31, ver­blijf b innen de gemeente verboden werd. In vele verordeningen kwam en nl. s traf­bepalingen voor volgens welke het verboden was langer dan enkele uren te ver­blijven. M aar de w oonw agenbew oners veronderste lden dat ze , eenmaal in het be­zit van een vergunning, in iedere gem eente konden verblijven. In zulk een situatie moet wel bij w oonw agenbew oners het gevoel on ts taan zijn, door de autoriteiten met willekeur behandeld te w o rd en .1

In tegenstelling tot wat de weg beoogde, ( 'inperking van het ’euve l’ der w oon­wagens en van het rondtrekken der Reizigers’2) nam het aantal woonwagens niet af, m aar juist toe. De redenen zijn niet alleen gelegen in het on tbreken van controle op de ’voldoende middelen van b es taan ’ van de w oonw agenbew oner en het toezicht op de 'geschik theid’ van de w oonw agen om te kunnen worden b e ­woond. Door de nijpende woningnood toentertijd hadden veel mensen hun to e ­vlucht genom en tot een w oonwagen of - vooral in Am sterdam - een woonschip. Deze was ’een middel van huisvesting’ geworden voor de sedentaire bevolking.3 Zo groeide reeds in de jaren twintig langzamerhand het besef dat andere voor­schriften gemaakt m oesten worden. Men vroeg zich af of op diegenen, die vanw e­ge de woningnood in woonw agens of -schepen w aren gaan w onen, niet de W o­ningwet van toepassing w as.4 Tegen de overigen m oesten dan nieuwe maatregelen van kracht worden, waarbij vooral de controle een belangrijke plaats zou m oeten innemen.

In dit verband dient gewezen te worden op het in 1918 ingevoerde Vreemdelin- genreglement. Toen na het uitbreken van de Eerste W ereldoorlog veel v reem de­lingen naar N ederland kw am en en hier een toevlucht zochten , bleek het stelsel van informele toelating en verwijdering op den duur niet meer te hanteren. Zo

1 K . N ie land : De wet op w oonw agens en w oonschepen . 1918 (S taa tsb lad N o. 492). M et aan teken ingen uit de gew isse lde s tu k k e n , g evoerde beraadslag ingen , te r u itvoering vas tg este ld e A lgem ene M aatregelvan B estu u r en z . (A lphen aan den Rijn 1920), p. 52. 2 W ern ink , p. 74. 3 N ed erlan d se S taa tsw e tte n .Editie S ch uurm an en Jo rd en s . N o. 94. W oonw agenw et en W et op W oonw agens en W oon sch ep en . B ew erk t d o o r H . J. ten H ou ten (Zw olle 1971), (afg. S chuurm an) p. 89. 4 Z e lfs de regering sc h ree f inde M em orie van A ntw oord aan de T w eed e K am er bij de laa ts te w etsw ijzig ing in 1923 van artike l 35 van de W et op W oonw agens en W o o n sch ep en , d a t ’h e t denk b ee ld zou k u n n en w orden g e to e ts t om het gebru ik van w oonw agens en w oon sch ep en zo n d er m eer te v e rb ie d e n ’, zij h e t, da t zij d aaraan toevo eg d e , da t d it d enkbeeld hun v o o rsh an d s van al te v e rre strekk ing v oorkw am om niet aan s to n d s op o v e rw e­

gende b ezw a ren van p rak tisch e aa rd af te s tu ite n .’ (S ch u u rm an , p. 89).

Page 17: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

12

kw am en naast de bestaande Vreem delingenwet van 1849 aanvullende wetten tot s tand, w aarvan het Vreemdelingenreglement van 1918 een uitvloeisel was. In arti­kel 19 van dit R eglem ent1 staat o .m ., dat verblijf op bepaalde p laatsen in N ed er­land kon worden ontzegd aan personen die gevaarlijk worden geacht voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid. Daar de zigeuners doorgaans niet de N ederlandse nationaliteit hadden of niet in staat waren dit met 'p ap ie ren ’ te bewij­zen - zij konden bovendien niet altijd aan tonen over 'vo ldoende middelen van be­staan te besch ikken’ - was er een mogelijkheid dit artikel op door de overheid on­gewenste zigeuners van toepassing te brengen. Uiteraard begonnen de conflicten aan de grenzen, w anneer zigeuners N ederland wilden binnentrekken.

1 H et lijkt o n s zinvo l dit bew u ste artike l 19, in w erk ing g e tred en 16 se p tem b er 1918, h ier g ro ten d ee ls te v erm elden . A rtikel 19 luidt als volgt: ’D e In sp ec teu r (bedoeld is de In sp ec teu r d er K onink lijke M a­rech au ssee) is bevoegd aan een v reem deling , die gevaarlijk w ord t g each t vo o r de o p en b a re o rd e , ve i­ligheid o f zedelijkheid , o f die zich n iet gedraag t n aar de bepalingen , v as tg este ld bij o f k rach ten s dit reg lem en t, een e bep aa ld e verb lijfp laa ts aan te w ijzen en hem d aa rh een te doen o v erb re n g en , o f wel hem het verb lijf op bep aa ld e p laa tsen van het rijk in E u ro p a te o n tzeggen en hem d aaru it te verw ijd e­ren . A an een v reem deling , die do o r het hoofd van politie ee n e r g em een te v oor de to ep assin g van het e e rs te lid is v o o rg ed rag en , kan dat hoofd van politie, in a fw ach tin g van de beslissing van den In sp ec ­te u r , die gem een te als b epaalde v erb lijfp laa ts aanw ijzen , o f een e verb lijfp laa ts in die gem een te aanw ij­zen en hem d aarh een doen o v e rb re n g en , o f wel he t verb lijf op bep aa ld e p laa tsen van de gem een te o n t­zeggen en hem d aaru it do en verw ijd eren , o n d er v erp lich ting om d aa rv an , o n d e r opgave van red en en , onverw ijld sch rifte lijk m ededeeling te doen aan den In sp ec teu r. O n d er gelijke verp lich ting kan het hoofd van politie den g e tro ffen m aatregel in trek k en of w ijz ig en .’ V reem delin g en reg lem en t, S taa tsb lad 1918, N o . 521. (afg. V r. Rgl. 1918).

Page 18: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

H O O F D S T U K 2

Z IG E U N E R S E N G R E N S B E W A K IN G

Politie en burgemeesters

Met de grensbewaking was vooral de Koninklijke M arechaussee (KM) belast. De problemen waarm ee zij in die functie te maken kreeg waren van verschillende aard. H et nijpend personeels tekort was één der oorzaken w aardoor zigeuners in toenem ende mate kans zagen de grens te overschrijden , al dan niet door de buur­landen daartoe gedrongen. Dit gebrek aan personeel bleek in het bijzonder w an­neer de N ederlandse grensbewaking op haar beurt w eer wilde overgaan tot uitlei­ding - een eufem ism e als men zich realiseert, dat er nogal eens krachtdadig opge­treden werd. De grenspolitie beschouw de de zigeuners als ongew enste vreem de­lingen. N aar haar m aatstaven immers vers toorden de zigeuners de orde en de vei­ligheid en hadden zij geen middelen van bestaan. M aar hoe deze zigeuners met de zwakke personeelsbezetting weer over de grens te krijgen?

W aren de zigeuners s tatenloos of beschikten zij niet over de vereiste papieren - wat vaak het geval was - , dan w erden zij op dezelfde onofficiële wijze als waarop zij in N ederland gekom en waren, weer over de grens gezet. De Duitse en Belgi­sche grenspolitie beschikte ech ter over m eer m anschappen , zodat er veel tijd, in­spanning en vernuft van de N ederlandse g rensbew akers gevraagd werd. Beschik­ten de zigeuners daarentegen over een buitenlands paspoort , dan kon weliswaar officieel to t uitlevering overgegaan worden, m aar gemakkelijk verliep deze p roce­dure meestal niet. De uitleiding werd veelvuldig getraineerd. Dit gebeurde zowel door de zigeuners, die dan op het critieke m om ent hun papieren misten, als door de buitenlandse grensbewaking, met name de Belgische.

Een ander probleem voor de grensbewaking deed zich voor w anneer zigeuners van burgem eesters van grensgem eenten w erkvergunningen of andere papieren (b.v. een bewijs van N ederlanderschap) hadden ontvangen, om b.v. op straat voorstellingen te geven. Eenmaal in het bezit van een w erkvergunning konden de zigeuners niet zonder m eer over de grens gezet worden. Zij voldeden dan aan de eis, dat zij voldoende middelen van bestaan konden verkrijgen.

Deze handelwijze van burgem eesters was een doorn in het oog van de grensbe­waking. O ver dit probleem bestond geen enkele vorm van overleg, hoewel naar

Page 19: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

14

aanleiding van herhaalde klachten van de grenspolitie, het ministerie van B innen­landse Zaken door middel van circulaires de burgem eesters verzocht een einde te maken aan het vers trekken van vergunningen en andere papieren; dit bleef echter zonder het gewenste resultaat. Zonder m edewerking van de burgem eesters en zonder aanvulling van het grote personeels tekort van de grensbewaking was er geen effectieve manier om de zigeuners buiten de grenzen te houden of ze snel uit N ederland te verwijderen. Een 's lagvaardig’ beleid was dus vrijwel onmogelijk.

Dit werd nog verder bemoeilijkt doordat verschillende organen bij deze kwestie betrokken waren. Zo werd ook opgetreden door gemeentepolitie , rijkspolitie, ve ldw achters en ook wel eens door militaire politie, die elk hun instructies v e rk re ­gen van de verschillende overheden waaronder zij ressorteerden . Alle coördinatie ontbrak.

Zigeuners, die al dan niet uit vrije wil in N ederland waren gekom en, beschikten naar de m aats taven van de grenspolitie zelden over voldoende middelen van be­staan; in het buitenland waren zij - vaak onder strenge bewaking - al van her naar der gegaan om een geschikte grensovergang te vinden. Terwijl zij in België, van­waar de m eeste zigeuners over de grens kw am en, m aar m oesten zien hoe ze aan de kost kwam en, bestond in Nederland officieel de mogelijkheid hen enigszins te helpen om in hun levensonderhoud te voorzien. De plaatselijke autoriteiten kon­den dan de gemaakte kosten declareren in Den Haag. H et betekende natuurlijk niet, dat de zigeuners onmiddellijk officieel verzorgd w erden zodra ze de grens gepasseerd waren. Meestal m oesten zij de eers te tijd zelf zien rond te komen.

De g rensbew akers hadden de grootste moeite alle overgangen in de gaten te houden. Zij m oesten dan ook vele overuren maken. Daar personeelsuitbreiding ech ter niet in aanm erking kwam , werd steun van andere corpsen dan de K onink­lijke M arechaussee door de burgem eesters graag aanvaard . Zo werd de g renspo­litie wel ter zijde gestaan door B urgerw achten, in 1918 in het leven geroepen om indien nodig mee te helpen het wettig gezag te handhaven.

Toch bleef het ondanks alle mogelijke inzet vrijwel onmogelijk de grens zoda­nig te bew aken dat er geen ongew enste vreemdelingen over konden komen. De grensbewaking deed haar best hen, w anneer zij eenmaal de grens overschreden hadden , zo snel mogelijk te ’lo zen ’ (deze term werd herhaaldelijk gebruikt als het ging om afval1), maar werd vaak geconfronteerd met de situatie, waarin de zigeu­ners niet meer als ongew enste vreemdelingen beschouw d konden worden. Dit was het gevolg van de handelwijze van de burgem eesters ; wij w ezen er reeds op. Tot goed begrip van zaken willen wij hieraan nog het volgende toevoegen.

De burgem eesters in de grensprovincies verschaf ten de zigeuners behalve w erkvergunningen ook bewijzen van N ederlanderschap en andere identiteitspa­pieren; schriftelijke w erkvergunningen w erden zelfs al vers trek t, als de zigeuners nog in het buitenland waren, zodat de grenspolitie geen recht had hun de toegang

1 Zow el in de am bte lijk e stu k k en als in de p e rso rg an en kom t m en derg e lijk e w oorden tegen.

Page 20: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

15

te weigeren. Dit beleid van sommige grensgem eenten lijkt in tegenspraak m et hun wens dit ’vo lk je ’ zoveel mogelijk buiten de gem eenten te houden. M aar de ge­m eenten voerden deze politiek, om dat zij e r zich van bew ust w aren, da t de g rens­politie de zigeuners toch niet buiten de grens kon houden. Om nu hun eigen ge­m eente zoveel mogelijk te vrijwaren van onru§t die z igeuners zouden kunnen ver­oorzaken , gaf de gem eente al bij voorbaat werkvergunningen af, w aardoor aan één voorw aarde voor verblijf in de gem eente was voldaan, t.w. de mogelijkheid om in eigen onderhoud te kunnen voorzien. Een voorw aarde voor het verkrijgen van een dergelijk papier was daarbij vaak dat de zigeuner beloofde na de door hem gegeven voorstellingen weer verder te trekken. De burgem eesters hadden op deze manier geen rom pslom p met onderhoud, vervoer en declaraties.

Met name kolonel F. C. A. van der Minne, de A dm inistra teur voor de G rensbe­waking en de Vreemdelingendienst (AGVD), bleef tegen een dergelijke gang van zaken pro testeren . Reeds in 1924 had hij hierover aan de inspecteur der Koninklij­ke M arechaussee (IKM) G. J. F. Bauduin en aan de minister van Justitie geschre­v en :1

’H erh aa ld e lijk w orden van M a rec h au ssee , R ijk sv e ld w ach t en P o litie tro ep en in sp an n en d e d ien sten v ere is t, om deze v reem delingen b u iten o n ze g renzen te ho u d en . S ed e rt 1923 z ijn versch illen d e van d e ­ze v reem delingen in het bezit van lta liaan sc h e p asp o o rten w aarv o o r geen v isa in N ed erlan d m eer w o r­den v e re isc h t.2 H et wil mij v o o rk o m en , d a t al dergelijke v reem delingen a ls ong ew en sch t m oeten w orden b esch o u w d , terw ijl de voo rste llingen die zij geven v oor de N ed erlan d sch e bevo lk ing van w einig b e ­lang z ijn te ach ten . D esn ie tteg en staan d e b lijk t, da t tal van b u rg em eeste rs sc h rif te lijk vergunning ge­ven to t h e t h o uden van v erto o n in g en , w elke vergunningen dan w eder a ls rec lam em iddel e lders w orden g eb ez ig d .’

De minister van Justitie in die tijd, mr. Th. H eem skerk , richtte zich naar aanlei­ding van deze brief tot de minister van Binnenlandse Zaken, jhr. mr. Ch. J. M. Ruys de B eerenbrouck. Hij was het met Van der Minne eens, dat dergelijke zigeu- nergezelschappen ongewenst w aren, vooral met het oog op de algemene veilig­heid. Hij merkte op, dat Italianen weliswaar geen visum nodig hadden , m aar dat zij, w anneer zij uit hoofde van de openbare orde of veiligheid ongewenst waren, wel uitgeleid konden w orden .3 H eem skerk verzocht Ruys de B eerenbrouck de burgem eesters op hun onjuiste gedrag te a t tenderen.

In augustus ’244 verwittigde de minister inderdaad de Com m issarissen der K o ­ningin, die op hun beurt de burgem eesters op het hart drukten:

’. . . te r v ergem akkelijk ing van de taak van de politie in d e z e , vergunn ingen als b o v en b ed o e ld n iet m eer te v e rleen en en het v erw ijderen van die z igeuners te b ev o rd e ren . ’5

1 A G V D aan IK M , 25 feb r. 1924. 2 V oor Ita lianen w erd het v isum in 1923, v o o r D u itse rs in 1926 a f ­g esch aft. M eer h ie ro v er bij dr. L. de Jong: H et K on inkrijk der N ederlanden in de Tweede W ereldoorlog( ’s-G ravenhage 1969), (afg. De Jong , G eschiedw erk ), I, p. 493 e .v . 3 Ju s t. aan BZ, 7 m aart 1924.4 C irc. BZ aan C d K , 18 aug. 1924 (aangevuld 16 ok t. 1924). 5 C d K in de p ro v . G ron ingen aan deburg .(s) in die p ro v ., 21 aug. 1924.

Page 21: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

16

De burgem eesters hebben zich, zoals we opgem erkt hebben, veelal niet aan de­ze opdracht gehouden. In de volgende jaren heeft de minister van Binnenlandse Zaken in diverse circulaires zijn verzoek herhaald. Hij deed dit op aandringen van de minister van Justitie, die door de grensautoriteiten overste lpt werd met rappor­ten, waaruit bleek, dat de burgem eesters zich niet s toorden aan het verbod papie­ren af te geven, ook al konden zij verplicht worden de betreffende zigeuners, op grond van artikel 19 van het Vreemdelingenreglement, een verblijfplaats in hun gem eente te geven.

Deze maatregel, de enige die de minister kon hanteren, bracht toch niet de ver­langde verandering in het gedrag van de burgem eesters teweeg. Zij konden zich ook m aar al te vaak beroepen op door hogere instanties getroffen maatregelen, zoals uit het volgende voorbeeld blijkt. De burgem eester van Bergen op Zoom werd in februari ’29 m edegedeeld, dat hij zigeuners aan wie hij ten onrechte pa­pieren verstrekt zou hebben , in zijn gem eente moest opnem en. N aar aanleiding hiervan stuurde de burgem eester aan de minister van Justitie een telegram van de volgende inhoud:

'H ed e n m id d a g 3 uur d eelde com m an d an t K onink lijke M a rec h au ssee mij m ede, d a t hij in o p d rach t kap ite in d is tr ic tsco m m an d a n t te B reda mij m oest b e rich ten dat v o o rnem en besto n d om z igeuners die in bezit van leg itim atiepap ieren a fgegeven te B ergen op Z oom te d irigeeren o f tra n sp o r te e re n naar h ier. Ben van oo rdeel da t deze w ijze van m ededeelen op zijn zach ts t u itgedruk t de g renzen van het ge­m oedelijke o v e rsch rijd t. V o o rts p ro te s te e r ik e rteg en en zal mij b lijven v e rze tten m et alle besch ik b are v e ro o rlo o fd e m iddelen dat van regeeringsw ege z igeuners naar B ergen op Z oom w orden ged irigeerd op grond van h e t v reem delingenreg lem en t uit de c ris is ja ren m aar vooral o m dat de a fg ifte d er pap ie ren te B ergen op Z oom ste u n d e op pap ie ren a fgegeven do o r den b u rg em eeste r van E in dhoven en deze w ed er op pap ie ren afgegeven d o o r den b u rg em eeste r van ’s -G ravenhage en het m in isterie van B uiten land- sche Z a k e n .’1

Van sam enwerking tussen de ministeries was geen sprake. Op het ministerie van Justitie bleef men verre van tevreden om dat het ministerie van Binnenlandse Zaken niet verder ging dan het telkens herhalen van circulaires waarin werd m ee­gedeeld dat de zigeuners in het algemeen als ongewenst te beschouw en w aren .2 Zo b.v. de circulaires van 25 sep tem ber ’30 en van 8 mei ’35. De laatste (inmiddels was mr. J. A. de Wilde minister van Binnenlandse Zaken geworden) was gericht aan de Comm issarissen der Koningin met het verzoek de burgem eesters , die daar­voor in aanmerking kw am en, ervan op de hoogte te stellen, dat aanwezigheid hier te lande van ’dergelijke buitenlandsche zw erv e rs ’ vooral in de huidige tijdsom ­standigheden, zoveel mogelijk moest worden voorkom en. ’De huidige t i jdsom ­standigheden’ zullen toentertijd wel geweest zijn: de slechte econom ische om ­standigheden en niet te vergeten, de eerste vluchtelingen uit Duitsland. Wij ko­men hier nog op terug.

1 Tgm burg . B ergen op Z oom aan Ju s t., 4 feb r. 1929. 2 C irc . o .m . van BZ aan bu rg .(s), 25 sep t. 1930en van 10 m aart 1933. Z ie ook BZ aan C d K , 8 mei 1935.

Page 22: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

17

Zigeuners aan de N ederlands-Belgische grens

Bij hun pogingen de zozeer ongewenste zigeuners buiten N ederland te houden raakte de grensbewaking onvermijdelijk in conflict met de bewaking aan de Belgi­sche kant van de grens, die immers ook opdracht had zigeuners te ’lozen’. Zo o n t­stond een reeks onverkwikkelijke situaties. H oe b.v. zigeuners als p ionnen1 heen en weer werden geschoven blijkt o.m. uit een artikel in De M aasbode van 22 no­vem ber ’28:

’G ro o te b enden Z igeuners p ro b ee ren de N ed erlan d sch e g rens o v e r te trek k en en N ed erlan d b innen te d r in g e n ....W a t een zo rg dit b reng t aan de politie in de g ren ss trek e n , is bij velen o n b ek en d . L uk t het den B elg ischen gend arm es het lastig v o lk je N ederlan d in te jag en , d an z itten w e e r h ier m ee te k ijken en m oeten wij op onze beu rt de w aakzaam heid d er Belgen zien te v e rsch a lk en . In tu ssch en gaan de d a ­m es en h eren van den stam hun gang , rooven en ste len als de rav en en b e ro k k en en den lieden in de d o rp en en op het p la tte lan d z ee r veel sc h a d e ...N ie t alleen op de h o o fdw egen do ch ook op de k le inere w egen sta an w ach tp o s ten , M a réc h au ssées, R ijk sv e ld w ach te rs , k om m iezen , ja c h to p z ie n e rs , alles w at op politioneel geb ied in de g ren sp laa tsen vo o rh an d en is, sinds en kele dagen op p o st. De B elgen z itten m et de onw elkom e g asten leelijk in hun m aag. Ze h ebben ze on tv an g en van F ra n k rijk , d a t dit volk je m aar naar België m eent te m oeten spu ien . M en du rft e r F ra n k rijk n iet te w e e rs tre e v e n , d u rft ze niet te ru g te jagen n aar den g roo ten ’V rie n d ’ en nu m oeten D uitsch land en N ed erlan d h e t m aar on tgelden . Die p assen d aa r na tu u rlijk heerlijk v o o r . . . . ’2

H et geciteerde kranteartikel geeft uitstekend de toestand aan de zuidelijke grens weer. In België was het beleid ten aanzien van deze ongew enste vreem de­lingen verscherp t, hetgeen een toenem ende druk op de N ederlandse grens tot ge­volg had. Bovendien werd het vooroordeel dat zigeuners rovende en stelende ben­den waren door het Belgische beleid versterkt, doordat het de zigeuners in België onmogelijk gem aakt werd om aan de kost te komen. In N ederland was dit voor de zigeuners ook moeilijk vooral als zij met het oog op een eventuele uitwijzing in de grensgem eenten geconcentreerd w erden gehouden.

H et verscherp te beleid van de Belgische regering tegen vreemdelingen was niet alleen tegen de zigeuners gericht. Er waren in België in die tijd veel onlusten tu s ­sen o .m . fascistische en antifascistische Italiaanse arbeiders met als gevolg dat het toezicht op alle vreemdelingen werd verscherpt. De N ieuw e R o tterdam se C ou­rant (a.v.) van 28 mei ’30 verm eldde in dit verband, da t er een speciaal register van de in België verblijvende vreemdelingen zou w orden aangelegd en dat de Bel­gische minister van Justitie een volmacht kreeg om alle preventieve politiemaatre­gelen te treffen , die hij gewenst achtte . Hij zou dus voortaan de uitdrijving of aan­

1 E en o p p e rw a c h tm e e s te r van de KM sp rak van een 's c h a a k s p e l’. De z igeuners w aren ’de stu k k en en wij schu iven z e '. (V an een k ran teartik e l (dd. 10 dec. 1928) dat ond er de kop 'T rag isch zigeuner-leven aan de B elgische g re n s ’ v ersch e en , w as de naam van de k ran t a fgekn ip t). 2 O ch ten d b lad . H et artikelv ersch e en o n d er de kop ’D eZ ig eu n e rp la ag ’ en w as ov ergenom en uit he t blad ’D e G rondw et' (z .d .).

Page 23: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

18

houding aan de grens van ongewenste e lementen mogen bevelen, aldus het arti­k e l .1

De brigadecom m andant van de le divisie der Koninklijke M arechaussee was hiervan reeds op de hoogte. Aan de d istr ic tscom m andant in Breda meldde hij in een brief van 14 februari ’30:

’U it z e e r b e tro u w b are b ron en ook van uitla tingen d er g en d arm es, w eet ik d a t he t bevel van H ooger hand lu id t, da t de z igeuners de g ren s o v e r m oeten op N ed erlan d s geb ied . T er w ering van z igeuners en a n d e re v reem delingen zijn en w orden de B elgische g ren sb rig ad es m et tw ee o f m eer h oo fden v e r­s te rk t’ -

en hij vervolgde:

’Indien g e ru ch ten en co u ran ten b e rich ten ju is t z ijn , dan b es taan e r p lannen om de zigeuners en een aan tal v reem de F asc is ten en C om m unis ten h e t land uit te d r i jv e n .’2

Uitleiding uit N ederland werd vrijwel onmogelijk, toen de Belgische g rensbe­waking versterking kreeg. Van tijd tot tijd kw am en zelfs Belgische gendarm es in burgerkleren zich in N ederland op de hoogte stellen van de plaats waar de zigeu­ners zich bevonden .3

In afwachting van hun al dan niet officiële uitleiding (dat hing van hun papieren af) bevonden de zigeuners zich bij of in een der g rensgem eenten waar de bevol­king dan in angstige spanning verkeerde. De berichtgeving in de pers en het op tre ­den en de maatregelen van de politie droegen daar uiteraard toe bij. De inspecteur der Koninklijke M arechaussee deed daarom de minister van Justitie het voorstel de zigeuners onder te brengen op een rijksterrein in N oord-B rabant of naar de strafkolonie te Veenhuizen te vervoeren. Dit zou wel hoge kosten met zich m ee­brengen - aldus de inspecteur - maar het verdiende de voorkeur ’boven het prijs­geven van de bevolking aan de s trooptochten dezer n o m ad en .’4 De minister van Justitie aanvaardde dit voorstel niet, maar wees (nogmaals) op de mogelijkheid van het indienen van declaraties voor verzorg ingen ve rvoer .5

1 A G V D stu u rt Ju s t. een a fsch rift van dit N R C -artike l. 2 Brig. C ( le d iv . K M ) S ijsterm ans aan deD istr. C te B reda . 14 feb r. 1930. 3 le Div. C .H .L . E .G . J . W ern er aan de IK M . 6 april 1929. De N e ­derlan d se g rensbew ak ing m aak te zich aan d ezelfde p rak tijk en schuldig . H et w as w at d a t be tre ft 'd e pot verw ijt de k e te l’. Z ie b ijv .: D istr. C 2e div. aan Div. C 2e div. (M aastrich t): N ed . m arech au ssees zow elin D uitsland als in België in b u rgerk leren om ’de bew egingen d er z igeuners na te g a a n ’. De D istr. C le div. (A . A. S. van A lphen) te B reda aan offic ier van Ju s titie te B reda , 27 juni 1932. H oew el e r N e d e r­landse m an sch ap p en in b u rg er in België w aren gew eest sc h ree f hij: ’V an B elgische zijde gebeu rd en de gesignaleerde handelingen niet a lleen h e tze lfd e , m aar w erd aan het nasp o ren van z igeuners in ons land ze lfs he t k a ra k te r gegeven van een vas te bew ak in g ’. D eze b rie f d o o r PG te ’s -H erto g en b o sch aan Ju s t. ges tu u rd . 4 IK M aan Ju s t . , 8 april 1929. 5 Ju s t. aan IK M , 17 april 1929. De m in ister noem de hetvoorste l nogal v erstrek k en d en zou er n ie t toe overg aan 'zo o lan g n iet blijkt d a t de to es ta n d ten aanzien van de z igeuners bij v roeger v ergeleken een ern stig er k a rak te r a a n n e e m t’. B ovendien ging hij n iet in op een p ro ced u re-v ersn e lle n d voorste l van de IK M , nl. om d eze laa ts te vo lm ach t te geven gem een ten e tc . u itgaven e tc . te d o en , zo n d e r ee rs t een beslissing van Ju s t. te h o even a fw ach ten .

Page 24: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

19

Zelden of nooit kw am en bij de problemen met betrekking tot de verzorging, be­waking en uitleiding de ellendige omstandigheden van de zigeuners zelf ter spra­ke. Slechts zeer incidenteel trok iemand zich hun lot aan en dan nog waren er vaak niet uitsluitend menselijke overwegingen in het spel zoals uit een brief van de in­specteur der Koninklijke M arechaussee aan de minister van Justitie, mr. J. Don- ner, blijkt. Eerstgenoem de deelde mee, dat de Belgische autoriteiten een aantal zigeuners in een vrachtau to naar de grens hadden gebracht om hen vervolgens N ederland binnen te jagen. De N ederlandse politie wilde deze m ensen, die geen geldige papieren hadden weer te rugsturen maar

’.. . . onm iddellijke u itvoering d aarv an (w as) u itgeslo ten , alleen reed s uit zu iver m en schelijke o v e r­w egingen, in verb an d m et de gew eldige koude en gezien de ten eenen m ale onv o ld o en d e k leed ing of a n d ere b esch u ttin g , zoow el v oo r de o u d e re n , doch ook van ta lrijk e k in d e re n .... B ehalve d eze o v e rw e­ging had m en reken ing te h o uden m et he t fe it, da t de geheele g ren s nach t en dag s tren g bew aak t (w erd) d o o r de B elgische G e n d a rm e rie ’.1

De N ederlandse houding tegenover de zigeuners stak wel gunstig af bij de Bel­gische. Maar ook in Nederland was de situatie niet rooskleurig. Mr. E. Daub, ad ­vocaat en procureur te Venlo richtte zich althans tot de com m andant van de 2e di­visie der Koninklijke M arechaussee, J. Alma, om hem erop te wijzen dat reeds twee en een halve week bij Venlo zigeuners onder strenge bewaking verbleven, zonder dat zij ondersteuning kregen, terwijl ze zelf niet in hun onderhoud konden voorzien. Zij konden, om dat ze niet over de vereiste papieren beschikten , niet in Duitsland toegelaten worden. Daub vroeg

’.. . . een ige v erzach tin g in het lot van deze m ensen te b ren g en , he tz ij d o o r v ers trek k in g van lev en s­o n d e rh o u d , hetzij do o r hen zelf in s ta a t te ste llen daarin te v o o rz ien ’.2

De minister van Justitie (via de procureur-generaal te ’s-H ertogenbosch op de hoogte gesteld) had geen enkele consideratie en liet aan Daub meedelen ’dat zij het ook geheel aan zichzelf te w ij ten ’ hadden, ’dat zij onder strenge bew aking’ s tonden .3 Zij zouden hun Duitse paspoorten verstopt hebben om uitleiding te voo rkom en .4

De moeilijkheden aan de grens leidden tot de opvatting, dat m isschien alleen op internationaal niveau een oplossing zou kunnen w orden gevonden. De inspecteur der Koninklijke M arechaussee verzocht in een schrijven van 22 februari ’30 de minister van Justitie de nodige s tappen te ondernem en .5 Inderdaad drong Donner enkele weken later er bij de minister van Buitenlandse Zaken, jhr. mr. F. Beelaerts

1 19 april 1929. D e IK M c itee rd e uit een b rief a fkom stig van de co m m an d an t d er le d iv . d e rK M . 2 l l f e b r . 1930. 3 Ju s t. aan PG t e ’s-H erto g en b o sc h , 14 feb r. 1930. De co rre sp o n d en tie verliepvrij snel. 4 A .v . U it een b rief van J. A lm a aan de PG en de IK M , 13 feb r. 1930, blijkt da t d oo r de KM’vo o r voed ing vo o r m an en p a a rd ’ w erd gezorgd . Vrij spoed ig (in m ei) w aren de z igeuners in D uitsland.5 IK M a a n J u s t . ,2 2 fe b r . 1930.

Page 25: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

20

van Blokland op aan om de zigeunerkwestie spoedig bij de Belgische regering ter sprake te brengen; hij legde er de nadruk op, dat grensincidenten schering en in­slag waren. Overigens: de minister gebruikte vrijwel dezelfde terminologie t.a .v . de zigeuners als de plaatselijke autoriteiten. Zo verzocht hij het ministerie van Buitenlandse Zaken

’te r zak e m et de B elgische R egeering in overleg te w illen tre d e n , opd a t de verzek erin g verkregen w orde , da t de B e lgische R egeering n iet v erd er zal tra c h te n z igeun erb en d en op ons a f te schu iven ; daarb ij w are e r tev en s op te w ijzen , d a t g e ru ch ten gaan , da t de B e lgische R egeering zooveel m ogelijk de z igeuners uit België wil z e t te n .’

En hij vervolgde:

’lk w ijs e r nog een s m et n ad ruk op , d a t de z igeun erb en d en toch z e e r zek e r n iet uit ons land a fk o m ­stig z ijn en d a t he t mij voo rkom t m et de com itas gen tium en een b eh o o rlijk e houding der b e tro k k en R egeering in strijd te z ijn , a ls , o n d an k s d it, gepoogd zal w orden de in België v erto ev en d e z igeuners, geheel o f ten dee le , naar ons land te loozen . E ene besp rek in g o v e r he t bedoelde o n d erw erp dringt m e­d e, aangez ien te voo rz ien is, d a t, indien inderdaad o rd e r gegeven is o f zal w o rd en , m eerd ere zigeuners n aar ons land uit te z e tte n , dit g ren sin c id en ten en m oeilijkheden to t gevolg zal hebben . ’ 1

Beelaerts van Blokland ondernam via het Nederlands gezantschap in België2 wel pogingen de Belgische regering van haar handelwijze te doen afzien, maar van de kant van het gezantschap werd erop gewezen, dat er herhaaldelijk dergelijke verzoeken tot de Belgische regering gericht waren zonder het gewenste resultaat en dat het daarom zinvoller kon zijn in een concreet geval uit te zoeken of enkele over de grens gezette zigeuners al dan niet gevestigd geweest waren in België. M ocht het antw oord bevestigend luiden, dan zou de Belgische regering genood­zaakt zijn een eind te maken aan de onregelmatigheden van de kant van de Belgi­sche gendarm erie .3 Uit het feit dat eind 1931 hierom trent nog gecorrespondeerd werd, mag men wel concluderen, dat Donner gelijk had toen hij zich afvroeg

'o f m en de zaak van B elgische zijde wel m et eenige e rn st heeft b e sc h o u w d .’4

In tussen bleven de Belgische gendarm en de hand lichten met toezeggingen om niet zonder m eer zigeuners over de grens te zetten. In de elkaar snel opvolgende brieven van Donner aan Beelaerts van Blokland kwam steeds duidelijker zijn op­vatting over de Belgische regering naar voren. In zijn brief van 23 decem ber ’31 verzocht hij Buitenlandse Zaken

1 Ju s t. aan B uZ a, 18 m aart 1930 (vervo lg op sch rijven van 22 m aart 1929). 2 D e gezan t a ld aar is op datm om ent: jh r . m r. O. F. A. M. van N ispen to t S ev en aer (1928-1933). 3 N ed erlan d se gezan t in Belgiëaan B uZ a. 5 juli 1930. 4 Ju s t. aan B uZ a, 12 o k to b e r 1931.

Page 26: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

21

'in deze th an s een krach tige dém arch e bij de B elgische R egeering te o n d e rn e m e n .’1

In februari ’32 meldde de N ederlandse gezant in België, dat van Belgische zijde werd voorgesteld tot een regeling van de grensgeschillen te komen. Dit voorstel hing stellig samen met een in novem ber ’31 tussen België en Frankrijk gesloten verdrag .2 Hierin werd bepaald, dat Franse nom aden (er werd niet van zigeuners gesproken) die zich in België bevonden , naar F rankrijk te ruggestuurd konden worden en andersom . N om aden van een andere nationaliteit zou doorgang ver­leend worden, als België of Frankrijk de enige doorgangsmogelijkheid was. T en ­slotte zouden nom aden, van wie de nationaliteit niet vasts tond , niet zonder toe­stemming over de grens gezet worden. Een gelijksoortig voorstel werd aan N ed e r ­land gedaan .3 Zigeuners in België met de N ederlandse nationaliteit en in N ed er­land met de Belgische nationaliteit zouden in respectievelijk N ederland en België toegelaten mogen worden. E venzo moest aan zigeuners van andere nationaliteiten doorgang naar het land van herkom st verleend worden. Zigeuners van wie de Bel­gische of N ederlandse nationaliteit niet vaststond zouden niet zonder voorafgaan­de kennis en toestem m ing over de grens gezet mogen w orden .4 Het Belgische voorstel werd door Beelaerts van Blokland voor nader advies doorgestuurd naar Donner. Eerstgenoem de was van mening, dat de to tstandkom ing van een regeling een bijdrage zou leveren to t de beëindiging van de grensincidenten, maar hij voeg­de eraan toe, dat

’d it doel in nog s te rk e re m ate zou w orden b ere ik t, indien beide R egeeringen zich tev en s u itd ru k k e ­lijk v erb o n d en om de uit België (N ederland ) kom ende z igeu n ers , van wie du idelijk b lijk t, d a t zij zo n ­d er de u itd ru k k e lijk e toes tem m ing d e r N ed erlan d sch e (B elg ische) bevoegde o v erh ed en N ederlan d (België) tra c h tte n b innen te d ringen , aan s to n d s terug te n e m e n .'5

D onner zond het voorstel om advies aan de procureur-generaal te ’s-H ertogen­bosch en de inspecteur der Koninklijke M arechaussee (Afdeling Grensbewaking en Vreemdelingendienst). H un reactie liet niets aan duidelijkheid te wensen over. De procureur-generaal had een geheel andere beoordeling van het Belgische voor­stel dan Beelaerts van Blokland. N aar de mening van de procureur-generaal zou de voorgestelde regeling ten nadele van N ederland w erken, daar België, nie tte­genstaande on tkennende verklaringen, steeds doorging zigeuners naar Nederland af te schuiven. H et voornaam ste was z.i., dat de m eeste zigeuners niet over een nationaliteit beschikten. Hij consta teerde dan ook:

1 Ju s t. aan B uZ a, 23 d ec . 1931. 2 V erdrag F ra n k rijk -B elg ië en F ra n k rijk -L u x e m b u rg inzake z igeu­ners (resp . 13nov . 1931 en 3 m aart 1932 g eslo ten ). 3 O verigens w erd N ed erlan d n iet d oor België inge­licht o v e r het B e lg isch -F ranse v erd rag . 4 B uZ a België aan B uZa N ed erlan d , 15 feb r. 1932. 5 B uZaaan Ju s t . , 2 6 fe b r. 1932.

Page 27: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

22

’lk zou dus v oorz ien d a t wij een z e e rg ro o t aan ta l z igeuners zullen krijgen , die wij n iet kw ijt w orden . A an het v as tste llen van de n a tionalite it d e r z igeuners is zee r veel v erb o n d en , om dat d ie m ijns inziens doorg aan s niet vas t te ste llen is. H e t o n d e rzo ek naar de nationalite it van de z igeuners zou ik noem en , n iet alleen een z ee r langdurig , m aar ook een hopeloos w erk . O p het oog ziet de v o o rgeste lde o v e re e n ­kom st e r eenv o u d ig en p rac tisch u it, m aar ik voo rz ie e r vo o r ons land , indien zij g eslo ten w erd , nog m eer m oeite en zorg van , d an tegenw oord ig m et de z igeuners reed s w ord t o n d e rv o n d e n .’1

In dezelfde geest antw oordde de Adm inistra teur voor de G rensbew aking en de Vreemdelingendienst, van der Minne. Ook hij was tegen de door België voorge­stelde regeling, want z.i. zou N ederland na het in werking treden ervan

” g ew oon lijk ’ langen tijd m et de z igeuners blijven z itten , voor hen m oeten zo rg en , w ellicht m e tg ro o t- en kans om hen nooit m eer te zien v e r tre k k e n .’2

En van der Minne concludeerde:

’E r is d aaro m alle red en om de v o o rgeste lde regeling aan te d u id en , a ls zijnde n iet do o r onze reg ee­ring te a a n v a a rd e n .’

In de regeling van de Belgische regering werd voorgesteld de maatregelen door de 'Service N éerlandais com pétent' te laten verrichten. De minister van Justi­tie had voor de eventuele uitvoering aan het bureau v oor de Grensbew aking en de Vreemdelingendienst gedacht, m aar van der Minne gaf in dezelfde brief te kennen dat het bureau ’(in casu mijn persoon)’ daarvoor niet in aanm erking kon komen. Hij was reeds ’overladen met w e rk zaam h ed en .’3 Wel was hij bereid de taak over te nem en als het bureau zou worden uitgebreid met een am btenaar, die onder hem zou ressorteren en die alleen voor de behandeling van de zigeunerkwestie aange­steld zou zijn; Van der Minne probeerde nl. in een of andere vorm een aparte ’zi- geunerd iens t’ in het leven te roepen. Donner ging hier niet op in.

In tussen gingen de grensincidenten voort. De Belgische gezant in Nederland rapporteerde weer eens het feit, dat N ederlandse m arechaussees zich in burger op Belgisch grondgebied hadden begeven om de beweging van de zigeuners na te gaan .4 De procureur-generaal in ’s-H ertogenbosch beklaagde zich er bij de minis­ter van Justitie over, dat de Belgische gendarm es zich ook aan dergelijke daden schuldig m aak ten .5

In deze situatie bleef de regeling die België had voorgesteld onderw erp van dis­cussie. In de brief van 7 juli 1932 deelde de procureur-generaal mee, dat er sugges­ties waren gedaan de zigeuners naar een afgelegen eiland of naar Suriname of Hongarije te laten overbrengen. Een ernstig voorstel kon hij dit echter niet noe­men. M et een regeling door de Volkenbond kon hij zich wel verenigen. Een derge­

1 PG te ’s-H erto g en b o sc h aan Ju s t . , 19 m aart 1932. 2 A G V D sc h e ts t aan Ju s t. in deze b rie f hoe dez igeuners tre k k e n , 21 m aart 1932. 3 A .v . 4 B uZa aan Ju s t., 9 juni 1932. 5 P G ’s-H erto g en b o schaan Ju s t., 7 juli 1932.

Page 28: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

23

lijke oplossing bepleitte de procureur-generaal nog eens in een brief van 1 augus­tus ’32 aan het ministerie van Justitie. De Volkenbond zou ’nu m isschien ' (onder­streept door de procureur-generaal) een oplossing kunnen brengen daar nagenoeg alle landen van Europa erbij be trokken waren.

D onner gaf uiteindelijk aan Buitenlandse Zaken te kennen , niets te voelen voor de regeling die door België was voorgesteld. Hij baseerde zijn betoog geheel op het schrijven van de procureur-generaal in ’s-H ertogenbosch .1 De beste oplossing zou zijn w anneer de toestand bevroren zou worden. Zigeuners, die in Nederland en België w aren, m oesten daar blijven. Donner gaf te kennen huiverig te zijn, zich in enig opzicht te binden, om dat men teveel afhankelijk was van een loyale hou ­ding van België. Veel vertrouw en in de medewerking van de Belgische regering had hij kennelijk niet.

’M en ste lle b .v . he t g e v a l’, a ldus D o n n er, ’d a t z ig eu n ers h ier te lande aan g e tro ffen w o rd en , die ons land reed s een e indw eegs zijn b in n engedrongen en h ie r reed s een igen tijd v erb leven h eb b en ; hoe zal dan het bew ijs te leveren zijn , d a t d eze uit België g ekom en zijn? D e z igeuners zelve zu llen - hun b e ­ken d e o n b e tro u w b aarh e id s ta a t d aa rv o o r borg - d it verheim elijk en , en v e rd e r bew ijs zal dikw ijls wel m oeilijk te verk rijgen zijn. En ze lfs als de z igeuners ze lf hun k om st uit België to eg ev en , zal België zelf dan aan deze m ededeeling - te re c h t de w einige b e tro u w b aarh e id d er z igeuners aan v o e ren d - w aarde h e c h te n ? ’2

Donner zag de noodzaak van een verdrag niet in. Hij voerde als argum ent aan, dat met Duitsland aan de grens zoveel minder moeilijkheden waren terwijl er toch geen overeenkom st met dat land bestond; en hij wees erop , dat het wellicht van belang kon zijn te inform eren hoe Duitsland tegen de zigeuners optrad.

De minister van Buitenlandse Zaken vond blijkbaar niet, dat de kwestie urgent was, want hij reageerde pas 2 januari ’33 op het schrijven van Donner van 15 ok to ­ber ’32. Zijn conclusie bleef ech ter , dat, met de redactiewijzigingen en aanvullin­gen, tot een regeling met België gekom en kon en moest worden. De onderhande- lingen hierover bleven ech ter uit en tot een verdrag is het nooit gekomen.

Ook na de kabinetswisseling, die in mei ’33 p laatsvond, kw am er geen oplossing op regeringsniveau tot stand.

Opvallend is vooral het s tar-afwijzende s tandpunt van het ministerie van Justi­tie en in het bijzonder van de organen die waren belast met de grensbewaking. De vrees in deze kringen voor een of andere regeling of verdrag met België (waar vol­gens de veronderstelling meer zigeuners verbleven dan in Nederland) was niet on ­gegrond. M en denke aan het feit, dat België de N ederlandse regering in het onge­wisse had gelaten om tren t het verdrag dat met Frankrijk was gesloten. Bovendien had België zich in het verleden niet aan de - zij het niet officiële - a fsp raken ge­houden. Donner althans had dan ook geen vertrouw en in de loyaliteit van België.

1 D d. 1 aug. 1932. 2 Ju s t. aan B uZ a, 15 o k t. 1932.

Page 29: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

24

K enm erkend voor de geringe verwachtingen die m en bij de grensbewaking (vooral bij de Koninklijke M arechaussee) met betrekking tot internationale ver­dragen tussen regeringen inzake het zigeunervraagstuk koesterde , was het feit, dat de aandacht meer op de In ternationale K rim inalpolizeiliche K om m ission te W enen gericht werd; daar was het zigeunervraagstuk sinds 1931 herhaaldelijk ter sprake gekom en en werd een oplossing gezocht door internationale registratie. Door een dergelijke regeling zouden de moeilijkheden met betrekking to t de natio­naliteit, zo verw achtte men, aanmerkelijk verm inderen. H et ministerie van Bui­tenlandse Zaken werd in die tijd over die contacten betreffende de zigeuners niet op de hoogte gehouden.

Eén aspect vraagt nog onze aandacht. Blijkens de departem entale co rrespon­dentie en andere officiële s tukken, hield men zich niet expliciet bezig met de schrijnende arm oede en de andere slechte levensom standigheden waarin de zigeu­ners verkeerden. H et schriftelijk contact ging voornamelijk over problem en be­treffende het verwijderen en weren van m ensen, het aan tonen dat zij ongewenst waren, dat zij geen N ederlandse nationaliteit hadden en dat het land van herkom st onbekend was. T evens w erden zij, wij gaven hier voorbeelden van, zo ongunstig mogelijk voorgesteld - mensen waren het voor wie men op zijn hoede moest zijn. In de correspondentie schreef men - en ook dat schrikte velen af - van benden, terwijl er in werkelijkheid meestal kleine groepen van 30 a 40 zigeuners waren, dus van enkele gezinnen. Voor de procureur-generaal te ’s-H ertogenbosch was het feit dat er ’thans (1 augustus ’32) voor zooverre mij bekend, weinig of geen Zi­geuners zich in N ederland bev inden’ een reden om de bestaande situatie niet te v e ran d eren .1

H et was stellig niet het aantal, dat zijn stempel d rukte op het ’zigeunerpro- b leem ’. Dit werd voornamelijk bepaald door de afwijkende levensgewoonten en het van plaats tot plaats t rekken w aardoor de gendarmerie of de m arechaussee voortdurend in actie bleven. Dat wekte ergernis, geprikkeldheid en wantrouwen. We kunnen gevoegelijk aannem en, dat het overgrote deel van de N ederlandse b e­volking en van de grensbevolking in het bijzonder ongeveer dezelfde opvattingen had als de grensbew akers zelf.

Ook van elementaire hum ane belangstelling hebben wij weinig gemerkt. Men vond zigeuners zo afwijkend van gedrag dat hun ellende en hun opgejaagd worden weinig medelijden opw ekte en niet tot spontane hulp van enige betekenis leidde. De pers - voorlichter van het grote publiek - vorm de in het algemeen hierop geen uitzondering. Om een indruk te geven van de geest waarin de artikelen geschreven werden, volgen hier enkele citaten uit De Telegraaf uit de periode ok tober tot de­cem ber ’36:

’Wie zullen het w innen? De m arechaussees of de gen d arm es? Als een oogen-

1 PG te ’s-H erto g en b o sc h aan J u s t . , 1 aug . 1932.

Page 30: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

25

blik de bewaking verslapt, is het volkje in het land’1; ’Zigeuners-aanval op onze g rens’2; 'Tientallen zigeuners willen N ederland b innen trekken .’3

’Ja a r in ja a r uit hebben de m arech au ssees aan on ze g rens slag geleverd tegen dit volk van vaderland- loozen . G een pas ov er de g ren s, a n d e rs z ijn ze er en b lijven ze er. België en N ederlan d k aa tsen m et d e ­ze trek k e rs : h e t land u it, zegt de een ; eru it b lijven zeg t de andere .

N een , w elkom zijn ze n iet bep aa ld . En te rech t. W an t laa t ze een s een m ete r o v e r ons grondgebied . E r is geen h ouden m eer aan . D an neste len zich de k e te llap p e rs , de tro g g en h ers te lle rs , de koperslag ers , de m an d en m ak ers, de h an d lezers en k o ffied ik w aa rzeg s te rs in de m oo iste p lek jes van ons la n d .’

En verder:

’N u ru k k en ze w eer op n aar de g ren s. R eiz igers, die uit België p er au to o f p er fie ts b inn en k o m en , signaleeren hen. ’De z igeuners kom en: ze z itten o v e ra l .’ N abij P u tte za ten ze Z a te rd ag av o n d , nabij het g ren ss ta tio n S trijb eek , v ier bij B aarle -H erto g , d rie m eer O o s tw aarts by R ety . H et sch een , d a t zij een g ro o tsch en aanval gingen o p z e tte n .’4

Uit dit kranteartikel valt af te leiden, dat er sprake kan zijn van tenminste negen wagens. Een ’grootschen aanva l’? In hetzelfde artikel werd vermeld, dat de zigeu­nerfamilies zich aaneengesloten hadden. De verslaggever had hen opgezocht en gaf een stereotype beschrijving:

’V ier, v ijf, neen , wel z e s , zev en v ro u w en , jonge en o u d e , m ooie m et ron d e w angen en rom an tisch e oogen , ou d e m et ruw e to o v e rk o lg ez ich ten en ste rren van z ilver in h aar co iffu re , vallen op o n s , sp rin ­gen op de treep lan k , s te k en h aa r a rm en d oor de geo p en d e p o rtie ren , k rijsch en , lach en , vlijen . H a, d aa r z ijn ze dus, de zigeuners. W elk een p e rfe c te b ed e la re ssen . Zij m oeten wel h e t h oogste d ip lom a h ebben in deze k u n s t .’

In dezelfde krant van enkele dagen later is sprake van wel 53 wagens, die bij Leuven waren voor de begrafenis van een zigeuner, die als de aanvoerder gold van alle zigeuners in België. De Belgische autoriteiten aan welke een dergelijke concentratie ongewenst voorkw am , hadden de wagens verspreid, met het gevolg, dat aan de grens met N ederland vele zigeuners rond trokken .5 En dat trok dan w eer de aandacht, hield de angst levendig en bracht de m arechaussee, de gem een­te- en rijkspolitie in actie. En zo w erden zigeuners - door het feit van hun ver­schijnen - nog meer geïsoleerd dan reeds het geval was, en werd het zoeken naar werk bemoeilijkt. Wie vertrouw de iemand uit z o ’n verdachte groep, die als groep al van te voren was veroordeeld? Een ieder die tot die groep behoorde , was bij voorbaat getekend.

1 D e Telegraaf, kop van een artikel van 23 ok t. 1936. 2 A .v ., kop van een artikel van 6 dec.1936. 3 A .v .. kop van een artikel van 7 dec . 1936. 4 A .v .. a rtikel van 7 dec . 1936. 5 G ebaseerdop De Telegraaf, 11 dec . 1936.

Page 31: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

26

Zigeuners aan de N ederlands-D uitse grens

Aan de Duitse grens kwam en incidenten zoals aan de Belgische zelden voor. Moeilijkheden w erden meestal vrij spoedig tot een oplossing gebracht. Maar uit­leidingen - al waren er niet veel - kw am en toch voor. H oe dit gebeurde blijkt uit het vo lgende.1

In een brief van 1 oktober ’29 vers trek te de burgem eester van Rhenen aan de Adm inistra teur voor de G rensbew aking en de Vreemdelingendienst, H. W. B. Croiset van Uchelen, enige gegevens over zigeuners in zijn gemeente. Hij schreef:

’O p V rijdag 27 se p tem b er j.1. des nam iddags o m streek s 7 u u r kw am en in deze g em een te , v anu it de rich ting A m erongen 6 w oonw agens en op h e t w oonw ag en p ark a lh ier, nam en zij een sta n d p la a ts in; de b ew o n ers van d eze w agens hebben het vo o rk o m en , hu idk leu r, k leed ing , taal en m anier van z.g . z igeu­n e r s .’

Vervolgens verm eldde hij op welke wijze hij tegen de zigeuners optrad:

'S lech ts do o r hen v o o rtd u ren d streng te b e w a k e n ’ - a ldus de b u rg em eeste r - 'e n elke poging, zelfs to t de geringste o v ertred in g onm iddellijk te doen oph o u d en kon de politie a lh ier v o orkom en , da t be­doelde p e rso n en zich aan v ersch illende overtred in g en en kleine stro o p e rijen schuldig m a a k te n .’

De zigeuners vertrokken eigener beweging uit Rhenen om dat hun in Wagenin- gen werk verschaft zou worden. De burgem eester van Rhenen stelde toen de poli­tie te Wageningen van de kom st der z igeuners op de hoogte en liet hen onder poli­tiebegeleiding tot Wageningen brengen. De burgem eester schreef hierover aan de Adm inistra teur voor de G rensbew aking en de Vreemdelingendienst,

’op den w eg van R henen n aa r W ageningen m oest de politie geregeld s tro ó p erij van ho u t, g ras o f ooft d o o r genoem de p e rso n en b e le tte n . ’

Daar de zigeuners, na in W ageningen gewerkt te hebben , hun optreden niet wij­zigden, maar volgens de mededelingen een bedreiging van de orde en de veiligheid bleven vormen, werd besloten deze zigeuners door de m arechaussee in Veenen- daal over de grens te laten zetten. De zigeuners waren namelijk in het bezit van Duitse paspoorten . M aar toen zij aan de Duitse grensautoriteiten zouden worden overgedragen, bleek dat deze paspoorten verdw enen waren, zodat van een uitlei­ding m oest worden afgezien. (Meestal w erden die paspoorten en andere papieren door de politie direct in beslag genom en, w anneer tot uitleiding besloten was; maar in dit geval had men verzuimd dit te doen.)

1 Z ie arch . PG L eeu w ard en o v e r de periode I ok t. 1 9 2 9 -I4 d ec . 1929.

Page 32: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

27

Intussen zagen de zigeuners kans het land in te trekken. Zij voegden zich in A m sterdam bij enige andere zigeuners, die, zo bleek bij navraag van Van der Minne, ook veel overlast (in H et Gooi met name) zouden hebben veroorzaakt. Uit A m sterdam kwam en ook klachten. De zigeuners trokken weer weg, naar Friesland. De politie volgde kennelijk nauwlettend hun gangen want Van der Minne stelde de procureur-generaal te Leeuw arden van een en ander in kennis, en deelde hem m ee, dat een snelle verwijdering uit N ederland hem zeer nuttig leek. De uit­leiding zou via N ieuw eschans m oeten p laa tsv inden .1

Bij hun aankom st in Friesland w erden de zigeuners onder politiebegeleiding naar N ieuw eschans vervoerd . T oen de zigeuners daar aangekom en w aren, w er­den zij onverwijld naar de grens gebracht. Daar on tkenden zij tegenover de Duit­se grensautoriteiten, dat zij de Duitse nationaliteit bezaten. E r bleef dus niets an ­ders over, dan hen weer terug te voeren en in afwachting van duidelijker gegevens om tren t hun afkom st, voor hun onderhoud te zorgen. Zij bleven onder politiebe­waking te N ieuw eschans. De grenscommissaris van de Rijkspolitie, tevens burge­m eester van N ieuw eschans, gaf opdracht de wagens te doorzoeken. Enige pas­poorten kw am en te voorschijn . N a enkele gesprekken met de ’in verzekering ge-ste lden’ w erden er meer passen gevonden. ’H et b leek ...... dat de vrouw en ze inhunne kleeren hadden ve rborgen .’2

De zigeuners w erden daarna zonder m eer door de Duitse grensbewaking over­genomen. M aar al waren ze nu wel uit N ederland verdw enen, de burgem eester van N ieuw eschans vroeg zich af of deze zigeuners geweerd konden w orden, w an­neer zij weer aan de grens zouden verschijnen. Hij vond het bedenkelijk hen op­nieuw toe te laten, gezien de last die zij veroorzaakt hadden. Van der Minne, die deze brief toegestuurd kreeg, an tw oordde de burgem eester dat het

’een o e r-rech t is van iederen s ta a t om v reem delingen te w eigeren , die d o o r hem niet g ew en sch t w o r­den , al h ee ft hij nog zulke v o lm aak te p ap ie ren , m aar d an m oet de red en d aa rv o o r ook b lijk en , an ders w ord t de w eigering w illek eu r.’3

Ook verw ees hij naar het verdrag dat tussen N ederland en Duitsland in 1926 ge­sloten was. Hierin werd onder meer bepaald, dat N ederlanders en Duitsers niet m eer verplicht waren een visum te hebben, m aar dat

'a a n D u itsc h ers , die ong ew en sch t o f gevaarlijk w orden g each t m et he t oog op de handhaving van de open b are o rde o f veiligheid in N ed erlan d te allen tijde de toe la ting op het N ed erlan d sch e grondgebied kan w orden gew eigerd , en dat z ij, die z ich d aa r reed s bev in d en om die red en en kunnen w orden u itge­z e t . ’

1 A G V D aan PG te L eeu w ard en , 13 nov. 1929. 2 B urg. N ieu w esch an s aan PG te L eeu w ard en , 18 nov. 1929. H et kw am dikw ijls vo o r d a t p asp o o rten (zow el B elgische als D uitse) verd w en en b lekente zijn . A an de D uitse g rens kw am en ze m eestal na enige tijd wel w eer tev o o rsch ijn . 3 A G V D aanburg . van N ieu w esch an s , 25 nov. 1929.

Page 33: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

28

Dat de burgem eester van deze regeling niet op de hoogte bleek te zijn kan er misschien op wijzen, dat dergelijke grensincidenten in het N oorden van het land niet veelvuldig zijn voorgekom en.

Uit het bovenverm elde blijkt tevens, da t de controle , die in N ederland op zigeu­ners uitoefend werd, niet gering was. Veel van wat zigeuners normaal en noodza­kelijk achtten , zoals het met woonw agens langs de weg staan, het laten grazen van trekdieren, het sprokkelen van hout en het aanleggen van open vuren waren op veel plaatsen niet toegestaan. In vele gebieden was er bovendien maar weinig bos en open grasland, of stond het onder toezicht. Zelfs het gras in de berm was d ik­wijls verpacht. H ierdoor viel de aanwezigheid van zigeuners in de m eeste delen van het land onmiddellijk op en leidde dit al snel tot controle, meestal gevolgd door ingrijpen van politiefunctionarissen.

Zigeuners en Volkenbond

De gangbare praktijk ten aanzien van ongew enste vreemdelingen was in N ed e r ­land geweest hen uit te wijzen naar dat buurland, waar zij bew eerden vandaan ge­kom en te zijn. Deze praktijk werd ten aanzien van al deze vreemdelingen ge­volgd, ongeacht het feit of de nationaliteit bekend was.

Deze handelwijze gaf, zoals bekend, van tijd tot tijd aanleiding tot conflicten. Het lukte namelijk niet altijd de uitleiding onopvallend te doen verlopen. Als het u itzetten door de grensbew aking aan de andere zijde geconstateerd werd, leidde dit tot rapportering en soms tot officiële klachten op diplomatiek niveau. De di­plomatieke afwikkeling bestond meestal uit het stellen van vragen door de N ed e r ­landse gezant, die vervolgens een an tw oord ontving, waarna de briefwisseling verzandde zonder dat er iets gebeurde.

Deze gang van zaken begon tegen het einde van de 20er jaren steeds meer moei­lijkheden op te leveren; dit deed een kapitein van de m arechaussee te M aastricht in een rapport van 31 mei ’28 aan zijn com m andant vragen,

’o f th a n s niet he t m om ent is aan g eb ro k en om d oor in te rn a tio n a le sa m enw erk ing een e inde te m aken aan de z igeunerp laag w elke sinds o nheug lijke tijden (m idde leeuw en) E u ro p a te is te r t en to t vo lkom en o verbod ig arbeids- en d a a rd o o r g e ldverlies leidt. H e t wil mij vo o rk o m en dat een e in te rn a tio n a le u it­w isseling van gedach ten op in itia tie f van N ed erlan d sch -D ip lo m atiek e z ijde ter bevoeg d er p laa tse (ik den k b .v . aan G enève) th an s veel kans van slagen zo ude h eb b en . Indien daarb ij kon w orden bere ik t d a t de regeeringen van ra n d sta te n langs de landen van w aar zw erv en d e tro ep en zich v e rsp re id en (H o n ­garije , Polen , T u rk ije , Ita lië , S p an je , Portugal) o p d rach t zo uden geven aan hunne G en d arm erieën om de aan g e tro ffen z igeuners te ru g te leiden naar hun land van o o rsp ro n g en v o o rts hen to t tran sito -v er- vo er o v e r te nem en van de S ta ten w elke n iet aan die landen van o o rsp ro n g g renzen (c .q . tegen v erg o e­ding van o n d erh o u d s- en v e rv o e rsk o ste n ) en d erd en s de landen w aarv an deze zw erv e rs g eboortig zijn zich genegen v erk laren hen op te n em en , dan w as dit euvel v oo r goed v erho lpen .

G ezien de lijn w elke de tegenw oord ige po litieke le ider van Ita lië (w aaru it al een zee r g roo t deel der ro n d zw erv en d e z ig eu n ers afk o m stig is) tegen de inw oners van d a t land volgt, zal ten aanzien van het

Page 34: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

29

derde pun t a lth an s van Italië v e rm o ed e lijk alle m edew erk ing zijn te v e rw ach ten . M ogelijk ook d a t op het (o fsch o o n ee rs t op het tw eed e p lan) geb ied d e r In te rn a tio n a le politie (W eenen) iets te bere ik en zou z ijn .’1

In het betreffende rapport werd ook verslag gedaan van een geslaagde Belgi­sche poging om een groep zigeuners de grens over te zetten en een al even ge­slaagde poging van de betreffende kapitein, om ze via een andere grensovergang weer terug te voeren, w aarna Nederlands personeel in burger de groep heimelijk volgde, eerst in België, om te zien hoe ze door de G endarm erie over de Duitse grens gezet werd, en vervolgens in Duitsland, waar geconstateerd werd, dat de politie de groep naar elders wegvoerde. Dit rapport en andere bereikten de minis­ter van Justitie en w erden door deze gebruikt om de minister van Buitenlandse Za­ken ervan te overtuigen, dat aan de grens een nijpende toestand heerste en dat de kwestie niet zonder medewerking van zijn departem ent opgelost kon worden. We kom en hier uitvoeriger op terug.

H et idee om tot een internationale oplossing te kom en lag voor de hand om dat van de meeste zigeuners de nationaliteit niet vaststond en vroegere incidenten ge­leerd hadden dat diplomatieke s tappen meestal niet veel opleverden. De zigeuner- kwestie kon alleen afdoende opgelost w orden door een internationale regeling. Bij een dergelijke regeling dacht men in die tijd - tot in het begin van de jaren dertig2 - meestal aan een overleg onder auspiciën van de V olkenbond. Ook in de pers van die dagen vindt men deze suggestie. Zo schreef De M aasbode op 22 novem ber ’28, het blad De G rondw et aanhalend:

’In tu ssc h en . is he t nu niet b espo tte lijk d a t e r z o g e k a a ts tb a ld w ord t m et da t Z igeunervo lk en d a t b u u r­landen e lk an d e r zo o m oeten b ed u v e len ? Is de op lossing van de Z igeunerp laag nu een s niet een mooi ag en d ap u n t vo o r in te rn a tio n a le b esp rek in g en ? K an de V o lkenbond deze kw estie niet een s to t o p lo s­sing b re n g e n ? ’3

H et rapport van de kapite in-distric tscom m andant van de m arechaussee uit Maastricht vond instemming bij de procureur-generaal in ’s-H ertogenbosch, die het doorzond naar de minister van Justitie m et de opmerking: ’De Districts-Com- m andant mag gerust van een Zigeunerplaag sp re k e n .’ Tevens schreef hij:

'H e t w are ze k e r g ew en sch t, indien d eze aangelegenheid even a ls tro u w en s de geheele kw estie van v reem delingen , speciaal uit de landen van O o s t-E u ro p a , do o r den V o lkenbond to t een op lossing kon w orden g eb rach t, w aar deze toch van in te rn a tio n aa l belang i s . ’4

De minister van Justitie vond de suggestie kennelijk van voldoende belang om zich tot de minister van Buitenlandse Zaken te wenden. Bij zijn brief van 25 juli

1 K ap ite in -D istr . C M aastrich t aan C om m . 2e d iv . (M aastrich t), 31 mei 1928. 2 De Jong , G esch ied ­w erk , 1, p. 481 . 3 D e M aasb o d e (o ch ten d b lad ), 22 nov. 1928. 4 PG t e ’s-H erto g en b o sc h aan J u s t.,18 juni 1928.

Page 35: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

30

’28 aan laatstgenoemde voegde hij het schrijven van 18 juni ’28 van de procureur- generaal en het genoem de rapport van 31 mei ’28, s tukken waarin vertrouw en in de Volkenbond werd uitgesproken. De minister van Justitie vroeg de minister van Buitenlandse Zaken om zijn oordeel in dezen.

Aangezien de moeilijkheden aan de grens voortduurden en zelfs toenam en, maar een antwoord van Buitenlandse Zaken uitbleef, herhaalde de minister van Justitie zijn verzoek op 12 novem ber ’28 en op 1 decem ber ’28, steeds onder toe­zending van nog meer rapporten . Bij het toenem en der klachten nam de belang­stelling van de minister van Justitie voor het voorleggen van deze gehele materie aan de Volkenbond echter af. In zijn brief van 26 januari ’29 aan Buitenlandse Z a­ken, w aarvoor het concept reeds geschreven werd op 31 decem ber ’28, lag de na­druk niet meer op stappen bij de Volkenbond, maar op de vele klachten die op zichzelf reeds aanleiding genoeg zouden geven voor s tappen bij de Belgische re­gering, en die

’een s te m eer doen u itk o m en ’, a ldus Ju s titie , ’hoe nuttig w erk de V o lkenbond v errich ten zou d e deze aangelegenheid te r hand te nem en, o f a lth an s hoe n o odzakelijk he t is, in afw ach tin g van eene regeling do o r den V o lkenbond , m et n ab u u rs ta ten langs d ip lom atieken w eg een regeling te r zake te tr e f f e n .’

In het concept was in eerste aanzet de gehele tussenzin over de Volkenbond weggelaten. In de brief zelf verw ees Justitie de minister van Buitenlandse Zaken naar een regeling die tussen Engeland en België zou zijn getroffen na Engelse klachten

'te g e n o v e r België geuit w egens u itleid ing van bede len d e vagebonden uit België naar E ngeland . ’

Toen de minister van Justitie per schrijven van 7 februari ’29 eindelijk an t­woord kreeg op zijn brief van 25 juli ’28, was zijn belangstelling voor de V olken­bond geheel verdw enen. In die brief verklaarde de minister van Buitenlandse Z a­ken zich in beginsel bereid mee te w erken aan een verzoek van de N ederlandse re­gering aan de Volkenbond om een conferentie ter bespreking van het vraagstuk bijeen te roepen. Zijn twijfel aan de mogelijkheid van een oplossing, bracht hij impliciet tot uitdrukking door het aan de minister van Justitie over te laten om met voorstellen te kom en, en niet (rechtstreeks) te voldoen aan het tot hem gerichte verzoek om een oordeel te geven. Dit blijkt wel uit de volgende passage:

'W at nu b e tre ft het denk b ee ld om m et behu lp van den V o lkenbond te trach ten een e op lossing te v er­krijgen v oor de z igeunerp laag ben ik bere id de m ogelijkheid van een voorste l in d ien zin n ad e r te o v e r­w egen . H et kom t mij o n d e rtu ssch en noodig v oor d aa rto e e e rs t zich een du idelijk beeld te vo rm en no ­p en s de w ijze w aarop , n aa r het oo rdeel d er N ed erlan d sch e R egeering aan de b es taan d e m oeilijkheden zooveel m ogelijk een einde w are te m aken . E e rs t aan de hand van een c o n c ree t v o o rste l kan b e o o r­deeld w orden of de N ed . R egeering zich to t den V o lkenbond kan w e n d e n .’

In dezelfde brief van 7 februari ’29 van Buitenlandse Zaken werd nogmaals ge­

Page 36: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

31

w ezen op de moeilijkheid de nationaliteit te bepalen , en de noodzaak andere crite­ria te zoeken, zoals land van herkom st of geboorte. Ook verwierp Buitenlandse Z aken zelfs de mogelijkheid om in overleg te treden met België; dit ministerie wees tevens een klacht langs diplomatieke weg af om dat de N ederlandse g rensbe­waking zich aan dezelfde overtredingen schuldig maakte als de Belgische en aldus een eindeloze gedachtenwisseling zou ontstaan. M aar de minister van Justitie, die gezien de praktijk aan de grens een onmiddellijke, een directe regeling prefereerde , ging in zijn antw oord van 22 maart '29 in het geheel niet m eer in op hetgeen Bui­tenlandse Zaken voorstelde. Hij bleef diplomatieke s tappen bij België bepleiten, en zond nadien aan Buitenlandse Zaken nog vele rapporten betreffende moeilijk­heden aan de grens.

In een brief van 18 m aart ’30, die hij een vervolg op het schrijven van 22 maart '29 noem de, kw am ook de Volkenbond niet meer ter sprake , en wat tot dan toe een 'aanbeveling’ was, nl. het doen van diplomatieke s tappen en het kom en tot een r e ­geling met België werd nu slechts een v erzoek aan Buitenlandse Zaken

'te rz a k e m et de B elgische R egeering in overleg te w illen tre d e n , o p d a t de verzek erin g v erk regen w o rd e , d a t de B elgische R egeering niet v e rd e r zal tra c h te n z ig eu n erb en d en op ons af te s c h u iv e n .’

Al was de discussie om de Volkenbond bij een regeling van de 'z igeunerplaag’ in te schakelen, geheel en al vastgelopen, de gedachte om van dit internationaal orgaan gebruik te m aken, was daarm ee niet geheel en al vergeten - ook niet in p o ­litionele k ringen .1 Incidenten aan de grens kw am en immers nog wel voor, niet al­leen met zigeuners m aar ook tussen de g rensbeam bten onderling.2 De gedachte tot inschakeling van de Volkenbond bleef leven tot ongeveer 1935, toen voor ie­dereen duidelijk was gew orden dat het steeds m eer een machteloos lichaam werd. Ten aanzien van het ’z igeunervraagstuk’ gold dit in het bijzonder toen in 1933 Duitsland en in 1935 Italië uit de Volkenbond traden. Zonder de medewerking van deze twee landen, was elke internationale afsp raak betreffende deze ongewenste vreemdelingen een slag in de lucht. Een internationale regeling kon, onder de

1 PG t e ’s -H erto g en b o sch aan Ju s t . , 1 aug. 1932. 2 ’D e G en d arm en ze iden dan o n o m w o n d en , d a t hetsch an d e w as, da t de M arech au ssee op B elgisch geb ied de z igeuners kw am b e sp io n e e re n .... H et p e rso ­neel w ord t d o o r de G en d arm en van de G ren sb rig ad es m aar al te goed g ek en d , ook al zijn zij in burger- k leed in g .... H e t is dan ook al v o o rg ek o m en , da t de G en d arm en tegen het perso n ee l h eb b en gezegd , da t zij van een en an d e r zo uden ra p p o rte e re n aan hun o v e rh e id .’ Brig. C . S ijs te rm an s, le d iv . d e r KM aan D istr. C te B reda , 14 feb r. 1930. T o t dergelijke r a p p o rte r in g e n tó t k lach ten en in c iden ten kw am het in d erd aad , en daarom w erd op aan d ran g van het m in isterie van B u iten landse Z aken o rd e r gegeven e rv an af te z ien , w ant: ’e r zijn toch nog w el an d ere m iddelen , om als e r z igeuners aan onze g ren s zijn, die m en in België naar ons to ed rijf t, hunne bew egingen te la ten nagaan . ’Z ie B uZa aan Ju s t . , 9 juni 1932 en PG te ’s-H erto g en b o sch aan Ju s t . , 7 juli 1932. Die an d ere m iddelen w aren 'K o n d sc h a p p e rs ’ nl. N ed e rlan d se bu rg ers die tegen betaling in België de bew eging d e r z igeuners en G en d arm en b esp iedden . E r w erd veelvu ld ig gebru ik van gem aak t. C om m . le div. d e r K M aan PG te ’s-H erto g en b o sc h , IK M en A G V D , 2 dec . 1931. L a te r ging m en e rto e o v e r om d aa rv o o r in België ze lf k rach ten te h u ren . N e d e r­landse g ezan t in België aan B uZ a, I8 fe b r . 1932.

Page 37: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

32

toenmalige omstandigheden alleen nog maar ter sprake kom en in organisaties waarin deze landen nog deelnamen. Dit is misschien een verklaring voor de be­langstelling in politiekringen om het ’z igeunervraagstuk’ in de In ternationale Kri- m inalpolizeiliche K om m issio n aan de orde te stellen. Men mag ech ter ook niet uit het oog verliezen dat de zigeuners in deze kringen als criminelen w erden be­schouwd.

Zo kon de opvatting on ts taan dat het juist was om de bestrijding van de ’zigeu- nerplaag’ op dezelfde wijze aan te pakken als de internationale m isdaadbestrij­ding. Dit verklaart tevens voor een deel waarom men er in deze kringen zo op ge­brand was de zigeunerkwestie niet te koppelen aan de problemen met andere sta­tenloze of illegaal w onende vreemdelingen (o.a. vluchtelingen).

Page 38: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

H O O F D S T U K 3

B E ST R IJD IN G V A N DE ’Z IG E U N E R P L A A G ’ IN D U IT S L A N D

V óór 1933. Vervolging; wetgeving in Beieren

Tot effectieve sam enwerking op internationaal niveau ter bestrijding van zigeu­ners is het nooit gekomen. M aar ook zonder deze samenwerking is het de nazi’s tijdens de Tweede W ereldoorlog gelukt tienduizenden zigeuners te verm oorden. Hier mag een kort historisch overzicht volgen van de verschillende wijzen waarop in Duitsland de toenem ende vervolging tegen de zigeuners plaatsvond.

In het Duitsland van de 17e en 18e eeuw golden ten aanzien van zigeuners onge­veer dezelfde bepalingen als in de toenmalige Nederlanden. In 1621 waren de zi­geuners in W ürttem berg vogelvrij. In 1700 was er een wettelijke mogelijkheid w eerstrevende zigeuners tot de brandstapel te veroordelen . In 1716 konden zij zonder enige vorm van rech tspraak geradbraakt worden en sinds 1720 w erden ook vrouwen en kinderen opgehangen .1 Al deze bepalingen waren niet minder gruw­zaam dan in de N ederlanden , w aar o m streeks de eerste helft van de 18e eeuw een groot deel van de zigeuners2 was uitgeroeid. In vele landen hebben ware zigeuner- jach ten plaatsgevonden, die maar al te vaak - vooral in W est- en M idden-Europa- de dood van velen tot gevolg hadden.Volledig is de uitmoording niet geweest. In de 19e eeuw lieten zigeuners zich weer zien. Kennelijk waren zij lange tijd ondergedoken geweest. Plaatselijke en provin­ciale gezagdragers m eenden echter te doen te hebben met nieuwe groepen, die op een of andere heimelijke wijze de grens waren overgestoken. Ter bestrijding van deze ’p laag’ w erden oude anti-zigeuner-maatregelen weer van kracht en werden er nieuwe uitgevaardigd. Deze maatregelen hadden voornamelijk betrekking op vergunningen voor het u itoefenen van bepaalde beroepen (ketellappen, m anden maken) en voor activiteiten als zang, dans, goochelen, paardenhandel etc. Ook w erden regelingen getroffen ter bestrijding van besmettelijke ziekten. Zo zouden zigeuners bij uitstek verbreiders van vlektyphus zijn.

1 H . A rnold : Die Zigeuner. H erku n ft u n d Leben der S ta m m e im d eu tschen Sprachgebie t (O lten undF re ib u rg im B reisgau 1965), (afg. A rno ld), p. 44. 2 Zie p. 3 en 4.

Page 39: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

34

Terwijl in het Duitse keizerrijk de maatregelen tegen de zigeuners niet in alle deelsta ten gelijk waren om dat de wetgeving o .m . ten aanzien van deze kwesties was gedecentraliseerd , kwam hierin tijdens de W eimar-republiek verandering. In 1926 werd een ontwerp-regeling opgesteld betreffende de ’B ekam pfung derZ igeu- nerplage'. Dit on tw erp werd niet door civiele autoriteiten ontw orpen , m aar door de ’K rim inalpolizeiliche K o m m issio n .' Hieruit blijkt reeds uit welke gezichtshoek het z igeuner-’p rob leem ’ benaderd werd. Deze ontwerp-regeling werd geen wet, maar bracht het op 16 april ’29 tot een algemene richtlijn voor het op treden tegen zigeuners; zo was o.m. een bewijs nodig om trekkend zijn brood te verdienen en was verlof vereist tot het laten m eetrekken van schoolplichtige kinderen. H et waren richtlijnen, die - indien effectief uitgevoerd - de zigeuners onder voortdu­rend toezicht van de autoriteiten brachten.

M aatregelen tegen de zigeuners in de twintigste eeuw dateren - zo blijkt - niet vanaf de ' M achtübernahm e' door de nazi’s. Ook de ’raciale’ herkom st van de zi­geuners, naast die van het hun toegeschreven crimineel en afwijkend m aatschap­pelijk gedrag, speelde reeds vóór die tijd een rol. We zullen dit ’ra sbew uste ’ d en ­ken toelichten aan de hand van een beschrijving van de situatie in Beieren.

Juist voor de autoriteiten in Beieren was het ’z igeunerprobleem ’ niet nieuw. Zi­geuners die vanuit de Balkan kwam en en in noordwestelijke richting trokken, concentreerden zich veelal in Beieren. Zodra zigeuners dit land b innenkw am en, m oesten de grensbeam bten zich met de (in 1899 opgerichte) 'N achrich tend ienst in B ezug a u f die Zigeuner' (standplaats M ünchen) telegrafisch of telefonisch in ver­binding stellen om inlichtingen te vers trekken over de betreffende personen , legi­timatie, meegevoerde handelswaar, reisdoel, het aantal paarden en andere dieren, de wagens etc. Nog in hetzelfde jaa r volgde een beschikking van het Beierse mi­nisterie van Binnenlandse Zaken dat men verplicht was alle door ’ W anderzigeu- ner' gepleegde strafbare handelingen door te geven aan genoem de centrale dienst te M ünchen; de gewraakte personen m oesten uitvoerig beschreven worden met het oog op een snel en doeltreffend op treden van de politie. En bovendien moest men in M ünchen bericht ontvangen, indien zigeuners waren veroordeeld wegens het plegen van een s trafbaar feit.

D oor deze stroom van informatie ontstond een omvangrijke carto theek , die in 1905 reeds 3350 namen en gedetailleerde gegevens van zigeuners omvatte. Dit 'Z i- geunerbuch' kw am niet alleen de politie van Beieren zeer van pas maar bewees eveneens ’hervorragende D ienste' aan collega’s uit aangrenzende deelstaten als W ürttem berg en H e sse n .1 Een stap verder in de richting van volledige registratie deed men zes jaar later, toen op grond van een ministeriële beschikking (14 april ’ l 1) de vingerafdrukken van alle in Beieren verblijvende zigeuners m oesten w or­

1 H . J. D öring: D ie Z igeuner im na tiona lsozia lis tischen S ta a t (H am burg 1964), (afg. D öring), p. 28.

Page 40: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

35

den genomen. En op 21 april ’13 maakte het Beierse ministerie van Binnenlandse Zaken bekend , dat am btenaren van de Burgerlijke Stand verplicht waren geboor­te, huwelijk, dood, naam sverandering, erkenning van het vaderschap etc. door te geven aan de centrale. Deze onophoudelijke toevloed van gegevens cum uleerde in 1925 in een namenregister van 14.000 personen - een machtig instrument indien men het ' Z igeunerunw esen' effectief wenste te bestrijden. In Beieren was men daar kennelijk op uit. In navolging van deze deelstaat gingen ook andere Zuidduit- se staten ertoe over z igeuner-identificatiediensten op te richten. Op den duur zul­len er ongetwijfeld in Zuid-Duitsland nog weinig zigeuners zijn geweest die niet in een registratie waren opgenomen.

De voortdurend uitgebreide registratie in Beieren vond haar voltooiing in een zigeunerwet. Op 16 juli ’26 werd deze uitgevaardigd onder de titel 'G esetz zu rB e - kam pfung von Zigeunern, L a n d fa h rem und A rbeitsscheueri’ -1 Hoewel de naam van deze wet een bestrijding van land- en leegloperij suggereert, wordt uit de in- houd duidelijk, dat vooral zigeuners het doelwit van de m aatregelen waren. De be­langrijkste en meest knellende bepalingen waren: de verplichting om in het bezit te zijn van een reis- en trekvergunning voor telkens één jaar; de verplichting om kinderen die de leerplichtige leeftijd hadden naar school te sturen; het verbod om over schietwapens te beschikken; het verbod om in ’H orden ' o f 'B anden ' te rei­zen; het onmiddellijk melden bij aankom st in een gem eente bij de plaatselijke poli­tie aan wie alle legitimatiebewijzen in v erzekerde bewaring m oesten w orden afge­geven; verder golden er vele s tandplaatsbeperkingen; ook de dreiging uitgewezen te kunnen worden was aanwezig, indien men niet in het bezit was van de Beierse nationalite it2; en tenslotte konden zigeuners boven de 16 jaar die niet konden aan­tonen dat zij geregeld werk verrichtten , naar een werkinrichting gestuurd worden. De politie ontving een circulaire met richtlijnen voor de uitvoering van de wet. Een bijgaand formulier diende als voorbeeld voor het ’Personalausw eis fü r Z igeu­ner und L and fahrer' ,3

Een probleem van enige omvang voor de politie was hoe men landlopers van zi­geuners kon onderscheiden. De circulaire gaf aan dat landlopers 'n a ch ihrer R a s ­sen- und Stam m eszugehörigkeit n icht zu den Zigeunern zahlen, aber nach ihrem ganzen A uftre ten und Gebaren, nach ihrer B eschaftigung - den Zigeunern gleich- zustellen s in d .'4 Hier werden landlopers en zigeuners als één groep (zigeuners) aan elkaar gelijk gesteld, voor zover het beroeps- en levensgew oonten betrof, niet naar beider ’raciale’ herkom st. De 'R assenkunde ' zou bew eren uitsluitsel te kun­nen geven hoe men zou kunnen vaststellen wie zigeuner was of niet.

Vermelding verdient het feit, dat het landelijk comité van de ’Krim inalpolizeili-

1 G esetz vom 16. VII. 1926 (B ayr. G V B L ), p. 359. 2 W erner K . H öhne: Die Vereinbarkeit derd eu tschen Z igeunergesetze und -verordnungen m it dem R eichsrech t, inbesondere d er R eichsverfa s-sung (H eidelberg 1929), p. 142 e .v . 3 A rno ld , p. 65. O ok ’in den zw anziger Jahren ' in P ru isen inge­v oerd . 4 D öring , p. 29.

Page 41: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

36

che K om m issio n ' tot het besluit kwam de Beierse zigeunercentrale in 1930 de s ta­tus te verschaffen van 'Zentralstelle fü r die Z igeunerbekam pfung in D eutschland '- teken dat de zigeuners tot nationale ballast waren geworden en op nationaal ni­veau m oesten worden bestreden.

1933-1940

R assenforschung

Behalve een m eer gecentraliseerd op treden van de politie werd na 1933 ook de rassenwetgeving een officieel instrum ent om de zigeuners te bestrijden. Zij was, daaraan is geen twijfel, voornam elijk tegen de Joden gericht, m aar er zijn aanw ij­zingen, dat reeds op grond van de eerste uitvoeringsverordening van de ’B lu t- schu tzgesetz '1 ook huwelijken tussen zigeuners en ’Staatsangehörige deutschen oder artverw andten B lu tes’ verboden w aren .2 Naar analogie van de ' Forschung' naar ’de Jo o d ’ werd met een ’Zigeunerforschung' begonnen. Uiteraard had de Duitse politie grote belangstelling voor de resulta ten die deze ’F orschung ’ zou op ­leveren. Deze zouden immers met betrekking tot deze 'crim inologische’ groep ge­bruikt kunnen worden voor de bestrijding en het ’op lossen ’ van het ’zigeuner- v raagstuk’ op kortere of langere termijn.

De politiek waarbij raciale m aatstaven aangelegd w erden teneinde te bepalen welke plaats een persoon al dan niet in de nationaal-socialistische maatschappij mocht innemen, was sinds de ’M achtergreifung' van Hitler op alle gebieden van het leven aan het licht gekomen. De instelling van een instituut dat zich alleen met 'Z igeunerforschung' zou bezighouden, is één facet hiervan. Een dergelijk insti­tuut werd in 1936 opgericht. Aan het hoofd ervan stond de psychiater en socioloog Robert Ritter. In het begin van de jaren dertig was hij verbonden aan de jeugdpsy­chiatrische afdeling van de neurologische kliniek van de universiteit van Tübin- gen. Hij kwam in aanraking met, wat men noem t, moeilijk opvoedbare kinderen, die hij genealogisch onderzocht. Het resultaat van zijn werk publiceerde hij in een boek3, waarin hij met nadruk wees op het belang van een 'erbgeschichtlich ' onder­zoek. H et instituut heette aanvankelijk ’E rbw issenschaftliche F órschungsstelle ' , vervolgens ’Bevölkerungskundliche Forschungsstelle ' en droeg sinds 1937 de lan­ge en veelzeggende naam ’Rassenhygienische und Bevölkerungsbiologische For­schungsstelle des R eichsgesundheitsam tes'4', de laatste naam duidt aan dat het bu­reau een verlengstuk van het ministerie van Volksgezondheid was.

Het zou ons te ver van ons eigenlijke onderw erp brengen, op deze plaats een

1 'G ese tz zu m S c h u tze des deu tschen B lu tes u n d der d eu tschen E hre ' (15 sep t. 1935). 2 D öring , p. 37.3 R obert R itter. Ein M enschensch lag . A rtzlich e u n d erbgesundheitliche U ntersuchung über die durchzehn G eschlechterfo lgen erforsch ten N a c h ko m m en von 'V agabunden , G aunern u n d R a u bern ' (L eipzig 1937). 4 V oo rtaan a fgekort to t 'F orschungsste lle '

Page 42: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

37

uitvoerige uiteenzetting te geven van Ritters Zigeunerforschung. Wel willen wij er melding van maken, dat Ritters instituut niet alleen de in het Derde Rijk w onende zigeuners naar stam m en indeelde (er zouden er zeven zijn geweest), maar ook de ’zuiverheidsgraad’ van het 'z igeunerb loed’ meende gem eten te hebben. Volgens Ritter hadden de zigeuners zich vroeger veelvuldig 'verm engd ' met de 'onderste lagen’ van de m aatschappij en met andere niet-sedentaire groepen. D aardoor w er­den zij 'zu e inerm eist asozialen rassischen M isch b evö lkeru n g ....'.x W eliswaar w a­ren er volgens Ritter nog ’ra sech te ’ zigeuners, maar de M ischbevölkerung ove r­heerste. Wilde men de getalsverhouding tussen beide groepen leren kennen , dan dienden alle in Duitsland w onende zigeuners te worden opgespoord om vervol­gens aan de hand van bepaalde criteria vast te stellen, wiens bloed ’zu iver’ was. Zulk een werk volgde. Uit het onderzoek , dat in het voorjaar van 1941 werd afge­sloten bleek dat het aantal van de 'w ahrend der letzten Generationen wenig ver- m ischten stam m ech ten Zigeuner' in Duitsland ternauw ernood 100 families be­droeg. Meer dan 90% van de in het A ltreich aanwezige zigeuners waren 'M isch ­linge'.2 Uit het onderzoek zou verder gebleken zijn dat de teruggang in de stamge- bondenheid en de raciale vermenging van veel zigeuners met Duitse ’landlopers- ges lach ten’ geleid had tot het onts taan van een maatschappelijk gesproken uiterst onevenwichtige groep m ensen, wier gedegenereerd biologisch peil groot gevaar voor de toekom st herbergde. Ritter had na drie jaar werk geslachtslijsten van 20.000 (!) zigeuners en ' M ischlinge' samengesteld.

De ’graad van raciale verm enging’ had dus 'on ts te llende ' vorm en aangenom en, zo zeer dat in veel gevallen Ritter tot dan toe als zigeuners bestempelde personen niet langer tot deze groep kon blijven rekenen. Aan het onderzoek bleek nu een onverw achte consequentie verbonden. De vroegere politionele maatregelen ter bestrijding van het ’ Unwesen ’ hadden tot gevolg gehad dat veel zigeuners huw e­lijken waren aangegaan of in concubinaat waren gaan leven met Duitse vrouwen, terwijl z igeunerinnen kinderen hadden gekregen van Duitse landlopers of seden­tair levende Duitsers. Volwassen geworden huw den deze kinderen w eer onder el­kaar ’so dass schliesslich im L a u fe der G eschlechterfolgen ganze M ischlingspopu- lationen entstanden, deren Angehörige rassisch gew isserm assen wild durcheinan- der gewürfelte Erbanteile au fw eisen .'3 Ter aanduiding van deze groep mensen voerde Ritter het begrip ’M ischlingszigeuner' in, m .a .w . ’Sprösslinge ', wier ou­ders en grootouders ook reeds 'M ischlinge' waren. Ritter kwam daarm ee tot de erkenning dat deze mensen in feite niets meer gemeen hadden met een ’Zigeuner' of een ’Zigeunerm ischling '. Dientengevolge kw am en zij, als men zich strikt aan de

1 D öring , p. 70. 2 R obert R itter: Die B esta n d sa u fn a h m e der Z igeuner u n d Z igeunerm ischlinge inD eu tsch land . In: D er ö ffen tliche G esundheitsd ienst 6. Jahrgang (5. F ebr.) H e ft 21 , p. 477-489. E v en ­een s volledig afged ru k t in de In fo rm a tio n sd ien s t des rassenpo litischen A m te s der N S D A P , N r. 111{K rieg sa u sg a b eN r. 18). 20ap ril 1941. (afg. B esta n d sa u fn a h m e) 3 A .v . ,p . 482.

Page 43: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

38

artikelen van de N eurenberger wetten zou houden, in aanmerking voor toeken­ning van het ’Reichsbiirgerrecht' en vorm de ook de inhoud van de ’B lu tschu tzge- setz' geen hinderpaal voor het sluiten van een huwelijk. H et betekende uiteraard een ernstige inbreuk op de bedoelingen van de nationaal-socialistische wetgeving, als deze ’M ischlingzigeuner die hochgradig unausgeglichen, charakterlos, unbere- chenbar, unzuverlassig, sowie trage oder unstet und reizbar, kurz gesagt also ar- beitsscheu und asozial s in d ’, volgens de wet ’als deutschblütig zu bewerten’ w a­r e n .1 In het com m entaar van S tuckart/G lobke op het ’Reichsbürgergesetz' staat over het (Joodse) ’M ischling '-begrip immers te lezen:

’ wer keinen volljüdischen G rosselternteil ha t, wird g rundsa tzlich a ls d eu tschb lü tig behandelt und n ich t m eh r zu den M ischlingen g e za h lt... Die gleichen G rundsa tze , wie sie fü r die rassische E inordnung als jü d isch e r M isch ling geiten , m üssen au ch fü r die E inordnung als so n s t artfrem der M isch ling zugrun- degeleg t werden. ’2

In een ongedateerd ’A rbeitsberich t' b racht Ritter eveneens deze grote groep ’M ischlinge’ ter sprake. Verwijzend naar de voorgenom en wettelijke regeling voor zigeuners w aarvoor het instituut naar zijn zeggen grondig voorw erk had ge­leverd, drong hij aan op spoed. Hij deed zijn aanmaning voor een definitief on t­werp van een ’ rassenhygienische G esetzgebung' vergezeld gaan van twee m acabe­re suggesties, nl. concentratie van ’Zigeunerm ischlinge’ in grote ' W anderarbeits- lagern' alsmede verhindering van voortp lanting.3 De tw eede aanbeveling be teken­de in concre to een massale sterilisatie. We kom en hier nog op terug.

Ritter had, zo bleek ons, van 20.000 zigeuners gegevens over ’bloed en s tam ’ verzameld. Maar reeds in 1940 had de instantie welke de politionele maatregelen tegen de zigeuners moest uitvoeren, de beschikking over meer dan 10.000 van d e r­gelijke rapporten . De definitieve ’Inangriffnahm e' van het probleem was toen reeds aan de gang.

Zigeuners als crim inologische groep beschouw d.

De bron van de 'criminaliteit der z igeuners’, aldus Ritters R assenforschung, was te vinden in de kwaliteit van hun ras. De SS was bij uitstek de ver tegenw oor­diger van deze opvatting. Aan het hoofd stond Heinrich Himmler, sinds 17 juni ’36 hoofd van de Duitse politie; hij was R eichsführer-SS und C hef der deutschen Polizei. Een strenge bestrijding van de criminaliteit en van de zigeuners in het bij­zonder was daarom wel te verw achten. W eliswaar waren de maatregelen, welke vóór 8 decem ber ’38 door hem tegen de zigeuners waren genom en, niet openlijk

1 B esta n d sa u fn a h m e, p. 3. * W. S tu ck art/G lo b k e : K o m m e n ta r zu r d eu tschen R assengesetzgebung .B d. I, R eichsbürgergesetz, B lu tsch u tzg ese tz , E hegesundheitsgesetz (M ü nchen /B erlin , 1936), p. 56.3 D it sc h ree f R itter in de h e rfs t van 1939 in A rb e itsb erich t der rassenhyg ien ischen F orschungstelle. G een v erd ere aanduiding.

Page 44: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

39

racistisch, maar men mag niet uit het oog verliezen, dat de zigeuners wegens hun zgn. uiterst negatieve erfelijke e igenschappen als een bedreiging voor het Derde Rijk w erden beschouwd.

Reeds vóór decem ber ’38 had het ministerie van Binnenlandse Zaken aan alle politie-instanties een circulaire (dd. 14 decem ber ’37) gestuurd , bekend onder de naam ’ Grundlegende Erlass über die vorbeugende V erbrechensbekam pfung durch die Polizei.' De circulaire beoogde de misdaad energiek te bestrijden door de a r­restatie van alle bij de politie bekende beroepsm isdadigers. Als m eest doeltref­fend middel daartoe werd het zgn. preventieve arrest gebruikt. Z o ’n preventief ar­rest kon ech ter ook diegene verw achten , die 'oh n e B erufs-oder G ewohnheitsver- brecher zu sein, durch sein asoziales Verhalten die A llgem einheit' in gevaar b rach t .1 Een omschrijving van het begrip 'asociaal gedrag’ bleef achterwege. Pas vijf m aanden later (in de richtlijnen van 4 april ’38 betreffende de uitvoering van de circulaire) gold volgens het R eichskrim inalpolizeiam t (R K P A ), (de vijfde a fde­ling van het in septem ber ’39 opgerichte R eichssicherheitshauptam t)2 iemand als asociaal, die ’durch gem einschaftsw idriges, wenn auch n ich t verbrecherisches Ver­halten zeigt, dass er sich nicht in die G em einschaft einfügen w ill.'3 Het RKPA noem de een aantal categorieën personen , die gevaar op leverden voor de sam enle­ving en daarom in verzekerde bewaring m oesten worden gesteld. Tot deze groep behoorden o .m . 'B ettler, Landstreicher, (Zigeuner), D irnen, Trunksüchtige, m it ansteckenden K rankheiten , insbesondere m it G eschlechtskrankheiten behaftete Personen, die sich den M assnahm en derG esundheitsbehörden entziehen. ’4

Bij het ten uitvoer brengen van de politiemaatregelen m oest vooral gelet w or­den op ’A so zia leo h n e fe s ten W o h n sitz .'5

De richtlijnen van 4 april ’38 bevatten nog de bepaling dat de gearresteerden tot een ander gedrag m oesten worden opgevoed in ' Besserungs- und A rbeitslagern '; dat bleken o.m. de concentra tiekam pen D achau, R avensbrück en Buchenwald te zijn.6

Circulaire en richtlijnen legden o .m . de grondslag voor het eerste openlijk ge­welddadig optreden sinds de ’K rim inalpolizei' door H im m ler ' reichseinheitlich' georganiseerd was. Wij w ezen er reeds op, dat sinds de M achtübernahm ede Duitse politie steeds s traffer werd gecentraliseerd. Er kw am een R eichskrim inalpolizei­am t to t stand. Aan dit orgaan werd met ingang van 1 ok tober ’38 de ' Zigeunerpoli- zeistelle beim Polizeiprasidium ' van M ünchen toegevoegd, die voortaan de naam zou dragen ' Reichszentrale zur B ekam p fu n g d es Z igeunerunw esens.'1

Reeds in 1936 had in Beieren een actie tegen zigeuners p laatsgevonden. Dit ge­beurde vermoedelijk naar aanleiding van een circulaire van het ministerie van

1 D öring, p. 50 2 H et R S H A kende to en zes afdelingen (A m te r ), w .o . he t belangrijke A m t I V (G eg-ner-E rforschung , o .l.v . H . M üller. O n d er deze afdeling re sso rte e rd e o o k de gehele o rgan isa tie van devervolging en d ep o rta tie d e r Jo d en ) en A m t V, he t R K P A -V erb rech e n sb eka m p fu n g , o .l.v . A . N e-be). 3 D öring , p. 51. 4 A .v ., p. 51-52. 5 A .v ., p. 52. 6 A .v ., p. 53. 7 A .v ., p. 42-43.

Page 45: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

40

Binnenlandse Zaken van 6 juni ’36, be treffende ’B ekam pfung der Z igeunerplage'. Daarin stelde de minister vast dat paal en perk moest worden gesteld aan het zw ervende bestaan en het parasitaire gedrag van zigeuners; derhalve wenste hij 'm it allen gesetzlichen M itteln, insbesondere polizeilichen M itteln dem Ü belstande entgegenzutreten .'1 H e t Beierse op treden is vermeld in een brief van 1 juli ’36 van de ' Bayerische Politische Polizei', die de 'B ettler- und Z igeunerbekam pfung’ tot onderw erp had; de brief was gericht aan de kam pcom m andan t van D achau. Er werd een transport aangekondigd van 100 a 120 personen , die 'h in ter dem D raht' m oesten . Een andere brief kondigde nog eens drie opeenvolgende transporten aan. H et ministerie van Binnenlandse Zaken, dat op 22 juni bevel tot deze d epo r­taties had gegeven, berichtte de kampleiding, dat de gedeporteerden beschouw d dienden te worden als 'Polizeigefangene' en dat het z igeunerbureau in M ünchen de onkosten van hun verblijf in Dachau voor zijn rekening moest nemen. Er waren meer dan 400 gedeporteerden; verreweg de meesten waren z igeuners.2 Volgens onze gegevens is dit de eerste ' E inw eisung' van grotere groepen zigeuners in een concentra tiekam p geweest.

Volgens de 'p reventieve a r re s t ’-circulaire van 14 decem ber ’37 waren 'in ers te r L in ie .... A sozia le ohne festen W ohnsitz zu berücksich tigen '. Wij m oeten wel aannem en, dat het gewenste effect van de actie achterwege is gebleven. Im m ers, in een expresse-brief van 1 juni ’38 beval het R K P A alle Kripo-instanties dat in de week van 13 tot 18 juni in het rayon van elk K ripo-bureau een vastgesteld minimum aantal personen (asocialen) m oest worden opgepakt op grond van de circulaire ' vorbeugende V erbrechensbekam pfung '; de gearresteerde asocialen - mensen die volgens de formulering van de expresse-brief 'keinen Willen zur gere- gelten A rbe it gezeigt haben oder straffa llig geworden sind ' - werden op transport gesteld naar het concentra tiekam p Buchenwald. De formulering geeft voedsel aan de veronderstelling dat zich onder de gearresteerden talrijke zigeuners hebben b e ­v onden3: mensen die nu juist praktisch nooit in vaste arbeidsdienst waren.

Een preventieve hechtenis duurde ten hoogste twee jaar; de m ensen die op grond van de expresse-brief van 1 juni ’38 gevangen gezet waren, m oesten d ien ten­gevolge ongeveer half juni ’40 vrij komen; dit is echter niet gebeurd. Integendeel, op 18 juni ’40 beval het R S H A dat van de asocialen, die in de periode van 13 tot 18 juni ’38 in preventieve hechtenis waren genom en, Joden en zigeuners 'a u fjed em Fall' vastgehouden m oesten w orden .4

1 A .v .. p. 42. 2 M yriam N ov itch : L a terreur nazie. C on tribu tion a l ’é tu d e d u g é n o c id e d e s Tziganesso u s le régim e n a z i(Prague 1963), p. 4 e n 22. 3 D öring , p. 56-57. 4 A .v . ,p . 112.

Page 46: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

H O O F D S T U K 4

V O O R T G A A N D E V E R V O L G IN G IN D U IT S L A N D (1938-1940)

1938 was voor de zigeuners een onheilspellend jaar. In mei van dat jaar bepaal­de Himmler - het leek toen nog niet zo alarm erend - dat Oostenrijkse zigeuners niet naar Duitsland m ochten kom en; ondanks het feit dat O ostenrijk bij Duitsland was ingelijfd. In dezelfde circulaire droeg Him m ler de Oostenrijkse politie-functio- narissen op van alle zigeuners boven de 14 jaar v ingerafdrukken te nemen. Deze maatregelen m oesten onmiddellijk uitgevoerd worden ’unabhangig von derbevor- stehenden einheitlichen Regelung der Zigeunerfrage fü r das ganze R eichsgebiet'1, een zinsnede waarvan de betekenis enkele m aanden later in haar volle omvang duidelijk zou worden.

Tezelfder tijd werd door de K rim inalpolizei de jacht geopend op ’arbeidsschu- w e’ en 'asociale e lem enten’. H et Oostenrijkse Burgenland, een arme streek waar veel werkloosheid heerste , kreeg als traditioneel verblijfsoord van zigeuners bij­zondere aandacht van de politie. Hierbij werd geen onderscheid gem aakt tussen sedentaire en trekkende zigeuners; muzikanten w erden gearresteerd alsmede w aarzegsters die 'd ie augenblickliche Lage dazu benützten durch ihre Prophezei- ungen Unruhe in die Bevölkerung zu tragen .'2 In verschillende plaatsen in Burgen­land (Liebing, Oberw arth , Mörbisch) besloten schoolbesturen leerplichtige zigeu­nerkinderen de toegang tot de school te weigeren. V erder werd in O ostenrijk bij de verkiezingen van 10 april ’38 de zigeuners een s tem verbod opgelegd. Dit schijnt vooral op aandringen te zijn geschied van Dr. Tobias Portschey, toentertijd Landeshaup tm an van N iederdonau . In juni ’38 liet dezelfde Portschey 232 zigeu­ners in preventieve hechtenis nem en. Zij m oesten dwangarbeid in steengroeven verrich ten .3Portschey was één der m eest rabiate zigeunervervolgers in Oostenrijk. ’W illst D u, D eutscher, n icht Totengraber des nordischen B lutes im B urgenland werden, so übersehe n icht die G efahr, die die Zigeuner sind. Jede den Sendlingen des Orients im Reiche des nordischen G edankens erwiesene G unst ist nicht A u sflu ss der N ach- stenliebe, sondern verbrecherischer L e ich ts in n ', aldus Po rtschey .4

1 D öring , p. 58 2 Selm a S te inm etz : Ö sterreichs Z igeuner im N .S .-S ta a t (W ien, F ra n k fu rt, Zürich1966). (afg. S te inm etz), p. 14. 3 D oc. NG-845 (R vO , N 39/1). 4 S te in m e tz , p. 10.

Page 47: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

42

H et aantal maatregelen tegen de zigeuners werd nog verder uitgebreid. In het najaar werd bij Beschikking van 6 ok tober van het R K P A bepaald, dat de naaste familieleden en verw anten van gearresteerde zigeuners uit Oostenrijk beslist niet in aanmerking m ochten kom en voor steunverlening door de N ationalsozia listi- sche Volksw ohlfahrt (N S V ) .1

In decem ber ’38 werd de in het Reich verblijvende zigeuners een zware slag toe­gebracht. Aan alle politie-organen stuurde Himmler een circulaire (dd. 8 decem ­ber ’38), waarin hij mededeelde, dat blijkens bij de bestrijding van zigeuners opge­dane ervaringen en door rassen-biologisch onderzoek verkregen kennis, de ’zi- geunerkw estie ’, ’aus dem W esen dieser R asse heraus ’ behandeld moest worden.’M isch linge’ zouden het grootste aandeel bij de criminaliteit der zigeuners heb­ben. En de pogingen zigeuners sedentair te maken zouden juist bij ' ra szu ive re ’ zi­geuners mislukt zijn vanwege hun sterke ’W andertrieb’. ’E s erweist sich deshalb no tw end ig ’ aldus de circulaire, ’bei der endgültigen L ö su n g der Zigeunerfrage die rassenreinen Zigeuner und die M ischlinge getrennt zu behandeln.2 Wat 'endgültige L ö s u n g ’ precies be tekende kunnen wij ach te ra f wel verm oeden , maar in de p rak ­tijk kw am het er toentertijd op neer - zij het voorlopig - dat zowel de ’zu ivere’ als de 'onzu ive re ’ zigeuners bij de R eichszentrale zur B ekam pfung des Zigeunerunwe- se n sgeregistreerd m oesten worden. V erder bepaalde Himmler, dat

'alte Z igeuner, Z igeuner-M isch linge u n d nach Z igeunerart um herziehenden Personen verpflichtet sind , sich der zu r E rsta ttu n g des Sachversta n d ig en g u ta ch ten s erforderlichen rassenb io log ischen Unter- suchung zu unterziehen u n d die no tw endigen A n g a b en über ihre A b s ta m m u n g beizubringen. D ie D urch- fü h ru n g d ieser A n o rd n u n g is t m it M itteln po lizeilichen Z w a n g es sicherzustellen . '3

De circulaire van Himmler werd ongeveer drie m aanden later gevolgd door de ’A usführungsanw eisung’ van 1 maart '39 van H eydrich , hoofd van de Sicherheits- polizei en van de Sicherheitsdienst. Hierin w erden nog eens de groepen genoemd, die zich m oesten laten registreren. De m eesten waren echter bij de Zentrale ’ak- ten m a ss ig ’ reeds bekend. Een groot deel was ook reeds, zo onthult deze circulai­re, ’rassenbiologisch " o n d e r z o c h t ’. Alle andere uitvoeringsbepalingen waren van m eer administratieve en technische aard. Om dat de gehele operatie een grondige organisatie eiste, beval Heydrich elk K ripo-bureau een ’Sachbearbeiter’ aan te stellen, die alle administratieve handelingen in zijn district in goede banen moest leiden. De verkregen informatie moest hij doorgeven aan zijn ’Krim inalpolizeileit- s te lle ’, welke een aparte ’D ienststelle fü r Z igeunerfragen’ moest inrichten. V an­daar gingen de ingevulde formulieren naar het R eichskrim inalpolizeiam t te Ber­lijn. Op het na alle 'Ü berprüfungen ' nieuw af te geven identiteitsbewijs aan een zi­

1 H . B uchheim : ’Die Z igeunerdeporta tionen vom M a i 1940'. In: G utach ten des In s titu ts fü r Zeitge-sch ich te (M ünchen 1958), p. 57. 2 D öring , p. 197. 3 Z igeuners van andere n a tionalite it ('auslandi-sche Z igeuner’) die in D uitsland w aren m oesten het 'R e ichsgeb ie t’ v e rla ten . ’S ie s in d über die R eichs- grenze abzusch ieben . ’

Page 48: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

43

geuner waren twee kleuren en één kleurschakering mogelijk: werd hij raszuiver bevonden , dan kreeg hij een bruin identiteitsbewijs uitgereikt; behoorde hij tot de ’M ischling-B evölkerung’ dan werd zijn bruin identiteitsbewijs voorzien van blau­we dw arsstrepen; en was hij geen zigeuner, dan kreeg hij een grijs identiteitsbe­wijs. In de circulaire van H eydrich lezen wij:

’W enn einw andfrei fe s ts te h t, wieviele Z igeuner, Z igeuner-M isch linge u n d nach Z igeunerart um herzie- hende M enschen im R eichsgebiet es g ib t, können weitere M a ssn a h m en ergriffen werden. E s ka n n kei- nem Z w eife l unterliegen, d a ss die Polizei m it der früheren B eh and lung der Zigeunerfrage brechen m u ss. S ie la ss t sich n ich t allein d adurch lösen, d a ss die einzelnen G aue des R eiches in fo lge verschieden ausge- fa llen er E inze lbestim m ungen oder infolge ba ld m ehr, ba ld w eniger strenger H a n d h a b u n g der V orschrif- ten durch die einzelnen V ollzugsorgane ihr G ebiet m ö g lichst fre i von Zigeunern halten , da fiir aber a n ­dere G ebiete um so m ehr m it Zigeunern ü b ersch w em m t werden. D as Z igeunerprob lem m u ss vielm ehr im R eich sm a ssta b eg eseh en u n d g e lö s t werden, '(c u rs ie f c irc .),

aldus deze circulaire van 1 maart ’38.

Het zou al vrij spoedig blijken, dat dit geen loze w oorden waren. W elke oplos­sing de functionarissen van het Rasse- und S ied lungshaup tam t van de 5 5 met be­trekking tot de zigeuners voor ogen stond blijkt o .m . uit een brief van 19 decem ­ber ’38 van Pancke, chef van genoemd A m t aan Himmler. ’Z u r Lösung der Z igeu­ner/rage’ beval hij drie wegen aan: ’U nterbindung einer weiteren V erm ischung zwi- schen Zigeunern und D eutschblütigen, Trennung der reinen Zigeuner von den M ischlingen und Sterilisierung und Jsolierung der asozialen M ischlinge. ’

De aanbevelingen waren niet nieuw. H eydrich had in zijn uitvoeringsbesluit reeds in feite de eerstgenoem de aanbeveling van Pancke opgenomen. Voegen wij het drijven van Portschey en de voorstellen van Himmler hieraan to e1 dan tekent zich voor het jaar 1938 een steeds com pleter beeld af met betrekking tot de rich­ting, waarin de oplossing gezocht werd. Van verschillende zijden was er sinds eni­ge tijd op aangedrongen een grondig proces van isolatie op gang te brengen, dat beoogde de gevaren van de kant van de zigeuners voor het Duitse volk ’endgültig ’ op te lossen. Blijkens de circulaires van Himmler en H eydrich leek dit nu gehono­reerd te worden. Er stond krachtens deze circulaires ech ter (nog) niet vast, dat deze ’endgültige L ö su n g ’moord op alle z igeuners inhield.

W at Himmler c.s. met ’endgültige L ö su n g ’ precies bedoelde is dus niet bekend. Wij kunnen slechts vaststellen, dat op 5 juni ’39 in Burgenland opnieuw razz ia ’s plaatsvonden. De m annen w erden naar Dachau getransporteerd , de vrouw en naar Ravensbrück . In dit kamp kwam op 29 juni ’39 een transport van 440 zigeuner- vrouw en met een grote schare kinderen uit Oostenrijk aan. A ndere 're isdoe len ’ waren w erkkam pen, w aarvan er juist in deze tijd veel w aren opgericht.2 'Im Som -

1 Zie p. 41-42. 2 F ra u en -K Z R a ven sb rü ck (A u torenko llek tiv un ter L e itu n g von G. Z örner) (Berlin1971), (afg. F rauen-R avensbrück), p. 46.

Page 49: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

44

m er 1939’, aldus Arnold, ’sah m an in B urgenland K olonnen von Zigeunern die von G endarm en zur Zw angsarbeit gefiihrt w urden.’1

In ok tober van het jaar 1939 waren er ver gevorderde plannen de z igeuners a f te voeren naar het inmiddels in Polen ingestelde G eneralgouvernem ent, dat onder leiding van Hans Frank stond.

Anti-zigeuner acties zouden ook gekoppeld kunnen worden aan de deportatie van Joden naar een onherbergzaam oord in Polen, Nisko geheten. Zigeuners w er­den met deze transporten ech ter niet m eegevoerd. Dat zij toch deel uitmaakten van een breed opgezet deportatieplan voor Joden èn zigeuners mag uit het volgen­de blijken.

Plannen tot de voorbereiding van de deportatie der Joden vinden we in een Schnellbrief van 21 septem ber ’39 van Heydrich aan de chefs van de E insatzgrup- pen van de Sicherheitspolizei. In deze Schnellbrie f (het behandelde ’die Judenfrage in besetzten G eb ie t’; bedoeld is hier Polen) refereert Heydrich aan een op die dag o.a. met deze E insatzgruppenführer p laatsgehad hebbende bespreking en wees hij er nogmaals op ’dass die geplanten G esam tm assnahm en (also das Endziel) streng geheim zu halten s in d .’ O nderscheid m oest worden gem aakt tussen:

dem E ndziel (welches langere F risten b eanspruch t) und 2. den A b sch n itten der E rfü llung des E ndzieles, (welche kurzfris tig durchgefiihrt werden).D ie gep lan ten M assn a h m en erfordern g ründ lichste Vorbereitung so w o h l in technischer, a ls auch in w irtscha ftlicher H in sich t. E s ist se lb stverstand lich , d a ss die heranstehenden A u fg a b en von h ie r in allen E inzelheiten n ich t festge leg t werden können . D ie nachstehenden A nw eisungen u n d R ich tlin ien dienen gleichzeitig dem Zw ecke , die C hefs der E insa tzgruppen zu pra k tischen Ü berlegungen anzuhalten . ’

Als eers te voorw aarde voor dit ’e inddoel’ werd dan aangegeven de concentratie van de Joden van het platteland naar de grote steden - ’sie ist m it Beschleunigung durch zu fü h ren ’, aldus de richtlijn. Als motief voor de concentratie van de Joden moest opgegeven worden: ’dass sich Juden m assgeblichst an den Franktireurüber- fa llen undP lünderungsaktionen beteiligt haben. '2

Uit een ’ Verm erk’ over deze bespreking zes dagen later - dus op 27 septem ber ’39 - leren wij ech ter , dat de bovengenoem de plannen ook op zigeuners van toe­passing waren, al werden ze in de 'S c h n e llb r ie f niet genoemd. De betrokken pas­sage luidde:

’ 1. Juden so schnell wie m öglich in die S ta d te ,2. Juden aus dem R eich nach Polen.3. d ie restlichen 30.000 Z igeuner auch nach Polen,4. sy stem a tisch e A u ssc h icku n g der Juden aus den d eu tschen G ebieten m it G üterziigen .’3

H et is niet bij w oorden en m em oranda gebleven. Er werd bijzonder snel een vre­selijke ’ Völkerwanderung' in gang gezet. Op 30 januari ’40 werd hierover een ver­

1 A rno ld . p. 100. 2 D ocE C -307 /1 . 3 D oc E ichm ann 983.

Page 50: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

45

gadering gehouden op het R S H A , waar Heydrich m ededeelde, dat tot dusverre 87.000 Polen en Joden uit de Arthegau (bestuurscentrum : Posen) naar het Gene- ralgouvernem ent 'v e rp laa ts t’ waren. Tevens werd m edegedeeld, dat nog gere­kend moest worden op de b innenkom st van ongeveer 190.000 mensen die uit an ­dere gebieden 'geëvacueerd ’ zouden worden. Zij zouden kom en in drie grote 'M assenbew egungen ':

'N a c h den beiden M assenbew egungena. von 40.000 Polen und Juden im In teresse der B a ltend eu tsch en undb. von etw a 120.000 Polen im In teresse der W olhyn iendeu tschen .soll als letzte M assenbew egung die A b sch ieb u n g von sa m tlich ten Juden der neuen O stgaue u n d 30.000 Z igeuner aus dem R eich tsgeb ie t in d a s G eneralgouvernem ent erfolgen.N a ch d em festg este llt wurde

aldus het verslag van deze vergadering van 30 januari ’40.

’d a ss d ie R a u m u n g von 120.000 Polen etw a im Mcirz 1940 zu laufen beginnt, m u ss die E vaku ierung von Juden und Zigeunern bis zu r B eendigung der vorgenannten A k tio n e n au fgeschoben w erd en .'1

Deze plannen met betrekking tot de deportatie van zigeuners sloten aan bij een 'S ch n e llb r ie f van Himmler van 27 april ’40, gericht aan de hoofdbureaus van de K rim inalpolizei te H am burg , B rem en, H annover , Düsseldorf, Keulen, Frankfurt a .M . en Stuttgart. 'D er erste Transport von Zigeunern nach dem Generalgouverne­m en t', aldus deze brief, 'w ird M itte M ai in S tarke von 2500 Personen - in geschlos- senen Sippen - in M arsch gesetzt werden.'

Dit bevel werd uitgevoerd. Volgens de ’Richtlinien fü r die U m siedlung von Z i­geunern' (eveneens van 27 april ’40) mocht 'a u fke in en Fall' dit aantal overschreden worden. In die richtlijnen wordt gedetailleerd aangegeven wie gedeporteerd zou worden (er waren ook vrijstellingen) en hoe de behandeling moest zijn: 'A bge- schoben ' m oesten worden die zigeuners en 'Z igeunerm ischlinge' die zich op grond van een Schnellbrief van het R S H A van 17 ok tober ’39 hadden m oeten melden. In die circulaire was als reden voor de registratie aangegeven, dat 'b innen kurzem ' in het gehele Reichsgebiet, 'd ie Zigeunerfrage im R e ichsm asstab ' ’grundsatzlich ' ge­regeld zou w orden .2 De 2.500 zigeuners zouden zo veel mogelijk uit de westelijke en noordwestelijke grensgebieden worden gehaald. Indien men hierin niet zou sla­gen dan m oesten de zigeuners en de ’b as taa rd en ’ uit aangrenzende gebieden op transport gesteld worden. Als uitzonderingen op de 'A bsch iebung ' w erden o.m. genoemd 'n ich t m arschfahige' personen zoals ouderen boven de 70 jaar en hoog­zwangere vrouwen (vanaf de zevende maand), zigeuners wier vader of kinderen de dienstplicht vervulden (ze m oesten immers 'in geschlossenen Sippen ' gedepor­teerd worden), 'Z igeuner m it G rundbesitz' (niet overdraagbaar) en buitenlandse zigeuners 'sow eit (ihre ƒremde Staatsangehörigkeit) einw andfrei nachgewiesen ist.'

1 D ocN O -5322 . 2 D öring , p. 87.

Page 51: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

46

De dag van arrestatie zou door het R SH A bepaald worden; de datum werd af­hankelijk gesteld van de mogelijkheden tot transport. Wanneer de zigeuners in het verzamelkamp aankwamen, moest o.a. genoteerd worden wie er ’arbeitswillig9 was. Vervolgens moesten de kampbeambten zich bezighouden met het aanbren­gen van nummers ('Den Zigeunern über 14 Jahren ist eine laufende Num m er au f den linken Unterarm mittels Farbe anzubringen’), het maken van fotografische op­namen CZigeuner vom 14. Lebensjahr ab werden fotografiert’) en het nemen van vingerafdrukken CDie Zigeuner sind vom 6. Lebensjahr ab zu daktyloskopieren'). Als legitimatiebewijs kregen zigeuners van veertien jaar en ouder de bruine identi­teitskaart uitgereikt, welke krachtens de circulaire van 8 december ’38 vereist werd.

In de paragraaf ’Durchführung des Abtransportes’ staat dat zigeuners, voordat zij op transport werden gesteld, eerst ontluisd dienden te worden.1 Vervolgens werd voor elke wagon een oudere zigeuner verantwoordelijk gesteld ter bevorde­ring van ’Ordnung und Sauberkeit’. Verder zou er voor veertien dagen Cnicht ver­d e r b lic h e '(curs. circ.)) levensmiddelen meegegeven worden. ’ Warme Verpfle­gungkann a u f dem Transport aus technischen Gründen nicht gewahrt werden.’

Omtrent de eigenlijke deportatie en de aankomst in het Generalgouvernement zijn maar weinig gegevens beschikbaar. Er is een rapport dat o.a. op deze ’evacu­atie’ betrekking heeft, getiteld ’Übersicht über die durchgeführthen Evakuierun­gen \ 2 Naast de vermelding dat tot 15 november ’40 bijna 290.000 Polen gedepor­teerd waren naar het Generalgouvernement ('Die Evakuierungen wurden in 303 Sonderzügen durchgeführf) staat terloops geschreven dat uit het westen van het 'Reich' 2.800 zigeuners naar het Generalgouvernement ’evakuiert’ werden. Voor het merendeel zijn zij terechtgekomen in de Poolse getto’s.3 Het is ons onbekend waar de 300 ’ex tra’ zigeuners vandaan kwamen, want meer is ons van deze ’ver­plaatsing’ niet bekend. Wel zijn er nog gegevens van zigeuners die op 23 mei ’40 vanuit Stuttgart werden gedeporteerd, nadat zij op 15 mei gearresteerd waren.

Deze groep werd doorgestuurd en vastgezet in het getto van Radom. Ook uit Keulen werden zigeuners gedeporteerd (op 16 mei) naar Lochitzen en het getto van Kielce. Een gedeelte van hen werd bij de bouw van wegen en vliegvelden in­gezet. Zigeuners uit Hamburg en omgeving, eveneens op 16 mei op transport gesteld, werden naar Belzee gezonden en daarna naar Kriechow. Ze moesten dwangarbeid verrichten. Onderweg schijnen veel zigeuners vluchtpogingen ge­waagd te hebben. De zigeuners die daarin slaagden, vonden ' mit Hilfe ihrer polni­schen Rassengenossen’4 onderdak. Wanneer ze bij razzia’s werden opgepakt,

1 Een hardnekkige m ythe wil nu eenm aal dat zigeuners altijd onder de luizen zitten; volgens dezelfdemythe verspreiden zij luizen zonder er zelf door gehinderd te worden. 2 D oc Eichmann1251. 3 Wij baseren ons hier vnl. op de gegevens van Döring (p. 97 e .v .) en D. Kenrick en G. Puxon:The D estiny o f Europe 's G y p s ie s (Londen 1972), p. 78. 4 Döring, p. 98.

Page 52: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

47

werden ze permanent door de politie bewaakt (gevangenis, kamp, getto) of ter plaatse neergeschoten. G etto’s welke zigeuners onder hun bewoners telden, wa­ren er in Lodz, W arschau, Lublin, Kielce, Bialapodlaska, Sielce, Tschenstochau en andere plaatsen. In de getto’s moesten alle zigeuners een witte mouwband dra­gen, waarop een blauwe ’Z ’ was aangebracht.

Na de deportaties in mei ’40 werden gedurende meer dan twee jaar geen omvang­rijke ’ Umsiedlungeri van zigeuners uitgevoerd. Wel werden van 1940 tot 1942 vele anti-zigeuner maatregelen afgekondigd. We komen hier nog op terug .1

1 z i e p

Page 53: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

H O O F D S T U K 5

IN T E R N A T IO N A L E B E ST R IJD IN G VAN DE Z IG E U N E R S

Internationale Zentralstelle zur B ekam pfung des Z igeunerunw esens

O prichting

Het 'z igeunervraagstuk’ was geen specifiek Duits vraagstuk. Vele landen in E u­ropa achtten zich ermee geconfronteerd en bijna elk land had er afzonderlijke 'o p ­lossingen' voor proberen te vinden. Deze vond men echter niet doeltreffend ge­noeg en internationale sam enwerking werd dan ook door vrijwel alle landen als een noodzaak gevoeld. Dat die sam enwerking door de politie zou moeten worden gerealiseerd, werd meestal als vanzelfsprekend beschouwd.

Uitgangspunt van alle betrokken politionele overheden vormde het niet ge­wenst zijn van de zigeuner. H et internationaal gecoördineerde optreden van de politie zou dan ook gericht zijn op het op allerlei wijzen onder controle houden van de zigeuners, in werkelijkheid op 'indam m ing ' van het zigeunerprobleem.

Het initiatief tot de oprichting van een internationale z igeunercentrale vindt men in een brief van 30 juli '31 van de Oostenrijkse bondskanselier aan de leden van de 'Internationale K rim inalpolizeiliche K om m ission ’ (IKPK), de organisatie die internationale bestrijding van de misdaad beoogde. Reeds voor de Eerste Wereldoorlog waren er enige internationale politiecongressen georganiseerd met het oogmerk tot sam enwerking ter bestrijding van de misdaad te komen. Als ge­volg van de oorlog kwam een stilstand in deze voorbereidende besprekingen; een nieuwe poging die door de toenmalige kapitein der Koninklijke M arechaussee , M. C. van H outen in 1919 ondernom en w erd , m isluk te .1 Een nieuw politiecongres werd pas in 1923 door de toenmalige politiepresident te W enen bijeengeroepen. Ook Nederland was vertegenwoordigd. Eén van de resultaten van dit congres was de oprichting van de 'Internationale K rim inalpolizeiliche K o m m iss io n ’. Jaarlijks zou in een belangrijke stad van Europa een bijeenkomst plaats vinden. H et bureau van de IK P K werd gevestigd bij de ’B undespolizeid irektion’ te W enen. H et doel

1 G egevens on tleen d aan c irc . no. 20 van de D G V P aan o .m . d iv erse po litie -in stan ties (N ijm egenI sep t. 1943).

Page 54: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

49

van de IK P K meende men het best te kunnen verwezenlijken door registratie van internationale misdadigers, internationale opsporingsmogelijkheden en identi- teitsvaststelling van daarvoor in aanmerking kom ende personen. In Nederland werd in dit verband in 1927 de ’N ederlandsche Centrale inzake Internationale M isdadigers’ opgericht. Deze centrale werd gekoppeld aan de ’N ederlandsche Centrale inzake Falsificaten’, beide te Am sterdam en onder leiding van de p rocu­reur-generaal, fungerend directeur van Politie, die voor de dagelijkse gang van za­ken werd bijgestaan door een commissaris van Rijkspolitie.1

Ook met betrekking tot de bestrijding van de zigeuners op internationaal niveau ging Oostenrijk voorop. In de bovengenoem de brief van 30 juli ’31 werd de leden van de IK P K de vraag voorgelegd ’welche M assnahm en sie zur E indam m ung des Zigeunerunw esens em pfieh lt.' 2 Deze brief had een tamelijk urgent karakter; sinds in Beieren (16 juli ’26) en ook in Tsjechoslowakije (14 juli ’27) ’Spezialgesetze ge- gen das Z igeunerunw esen’ van kracht waren geworden, had Oostenrijk een grote toevloed van zigeuners uit die gebieden te verw erken gekregen; daarom zon men nu op een strenge anti-zigeunerwetgeving en wenste men in Oostenrijk via de IK P K aanbevelingen uit andere landen te ontvangen.

De vraag bleek in vruchtbare bodem gevallen te zijn, want de kwestie werd reeds voorgelegd aan het eerstvolgende congres van de IK P K dat van 28-30 sep­tem ber ’31 in Parijs plaatsvond.

Op het congres w erden twee referaten over het probleem gehouden. H et ene was van de ’Polizei-O berkom m issar' der Bundes-Polizeidirektion Wien, Dr. Fritz Unger, die een historisch overzicht van de bestrijding van zigeuners in de D ubbel­monarchie en Oostenrijk gaf. Van meer belang was de voordracht van Dr. Bruno Schultz, 'S tand iger B erichterstatter’ van de IK P K , die met concrete voorstellen kwam. Hij betoogde, dat het zigeunerprobleem een internationaal karakter had, aangezien de zigeuner

'in fo lge des zu seinen typ ischen E igen tüm lichkeiten gehörenden H anges zu ste te r A u fe n th a lts - veranderung und infolge der hieraus resultierenden m ann ig fachen G efahren fü r die B evö lkerung den G egenstand fo rtw a h ren d er Sorge nahezu aller europaischen Regierungen bildet.N atürlich sind m it dem zigeunerproblem n ich t nur Fragen krim ina lpo lizeilicher N a tu r verbunden.

A b e r sie spielen bei der B ehand lung d ieses P roblem s doch eine g a n z hervorragende R olle, weil dieser den Zigeunern eigentiim liche H a n g zu m W anderleben auch alle sonstigen sicherheitsgefahrlichen E rscheinungen m it sich bringt, die der Landstre icherei im m a n en t s ind , w obei allerdings fü r die Z igeuner noch besondere, aus ihrer nationa len E igenart herzuleitende F orm en in B e tra ch t kom m en . ’

Schultz stelde het ’p rob leem ’ dus als een voornamelijk politionele zaak, doch liet daarop ook als zijn mening blijken, dat bepaalde aspecten van deze kwestie

1 T ijdens de oorlog kw am de N ed erlan d sch e C en tra le inzake In te rn a tio n a le M isdadigers o n d er de Re- c h e rch ecen tra le en w isselde regelm atig gegevens uit m et de IK P K . (Toen gevestigd te Berlijn).2 H et g eraadp leegde m ateriaal m .b .t. de bestrijd ing van z igeuners op in te rn a tio n a le basis is aanw ezig op het m in isterie van Ju s titie in D en H aag. O ok dit m ateriaa l bev ind t z ich in fo to k o p ie op het RvO .

Page 55: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

50

met ’E igentüm lichkeiten ' van de zigeuners verbonden zijn - een opvatting met een racistische ondertoon.

Vervolgens zette Schultz uiteen welke doeltreffende maatregelen er genomen konden worden. In de eerste plaats diende elk land afzonderlijk een aparte zigeu- nerwetgeving in het leven te roepen. Dat zou noodzakelijk zijn, aangezien de nati­onale wetgeving van elk land in Europa geënt was op het cultuurpatroon en -ni­veau van de eigen bevolking. Belangrijkste onderdeel van een aparte zigeunerwet- geving zou een zéér nauwgezette omschrijving m oeten zijn van de beoogde perso­nen. In een toelichting verklaarde Schultz: 'Das A usnahm egesetz richtet sich ja gegen gewisse schadliche E igenschaften und B etatigungsform en, n icht aber spe- ziell gegen einen V o lksstam m als solchen. ’ N a kennisname van het bovenstaande kan deze uitspraak stellig in twijfel worden getrokken.

Schultz bracht verder ter sprake het wederzijds vers trekken van gegevens over binnenlandse maatregelen en de noodzaak van een gemeenschappelijk streven naar gelijkluidende wetgeving op dit gebied, ’weil sonst die G efahr besteht, dass die Zigeuner aus diesem Unterschiede N utzen z ieh en ... ’T er coördinering van nati­onale wetgeving en internationale afspraken en ten behoeve van een perm anente gedachtenwisseling over het probleem der zigeuners zou een internationaal 'c en ­t ru m ’ m oeten worden opgericht dat verbonden was aan het In terna tiona le B u ­reau bei der Bundes-Polizeidirektion in W ien ’. Vervolgens zou ook overwogen m oeten worden of een internationale conventie geen middel was om een doeltref­fende bestrijding van het ‘Z igeunerunw esen’te bewerkstelligen.

De belangstelling voor het zigeunervraagstuk was derm ate groot, dat ook de eerstvolgende congressen dit onderw erp op de agenda hadden staan. Op het van 15-20 oktober ’32 in Rome gehouden negende congres van de IK P K kwam de zi- geunerkwestie opnieuw aan de orde. Blijkens Besluit XII van de vergadering had­den de ideeën van Schultz ingang gevonden. Besloten werd de commissie die met de leiding van het 'Internationaal B ureau ’ belast was op te dragen

'e ine in terna tiona le Z en tra lste lle zu r B eka m p fu n g des Z igeunerunw esens zu err ich ten .. . d ie so schnell wie m öglich ins Leben zu treten h a t.'

Voor de verwezenlijking van de oprichting zouden voorlopig de bepalingen van de internationale misdadigerscentrale gelden.

H et tiende congres (1934) werd in W enen gehouden. Bij Besluit IV van de ver­gadering werd officieel bekend gem aakt, dat de op te richten internationale zigeu- nercentrale als nieuwe instelling zou worden toegevoegd aan de ’Einrichtungen die von der gem einsam en B ezeichnung ' In ternationales Bureau ' am S itze der B u n ­des-Polizeidirektion in Wien gedeckt werden.' Dat be tekende dat in feite de cen­trale werd opgericht. M aar deze kon pas in werking treden indien overeenstem ­ming bestond over de vraag wie en wat geregistreerd m oesten worden, d .w .z . er

Page 56: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

51

moest een definiëring kom en van de beoogde personen en een ontw erp van regi- stratieregels.

Een groot gedeelte van het elfde congres (Kopenhagen 1935) was aan deze vra­gen gewijd. Drie referaten werden gehouden, waarvan vooral dat van Dr. Bader, M inisterialrat in K arlsruhe, en van de reeds eerder genoem de Schultz onze aan­dacht verdienen. Eerstgenoem de ging uitvoerig in op de praktijk van een ’goede’ zigeunercontrole, waarbij hij Baden als voorbeeld stelde. In 1934 had daar een grootscheepse ’Z igeunerkontrolle’ p laatsgevonden. De aktie was een succes ge­worden, doordat de politie onverw achts had toegeslagen. Drie doelstellingen h ad­den haar voor ogen gestaan:

a de nauwkeurige vaststelling van het aantal der sedentaire en niet-sedentaire 'Z igeuner und H albzigeuner’ in Baden en hun verblijfplaatsen op dat m om ent ten behoeve v an een complete identificatie;

b een uitgebreide politiecontrole op wapens in kam pen en woonwagens, het on­derzoeken van legitimatiepapieren op hun echtheid;

c 'le tzten Endes sollte das eingehende M aterial dazu dienen, neue Wege in der B ekam pfung des Zigeunerunw esens zu eröffnen. ’

De vroegere regelingen hadden - aldus Bader - alle gem een, dat aangespoord werd de ’S essh a ftm a ch u n g ’ van de zigeuner op een of andere wijze te bevo rde­ren. Dat was volgens hem een foutief uitgangspunt. De mislukking van een zoda­nig beleid verbond hij aan aspecten van raciale aard; tot nu toe hadden volgens hem de overheden nauwelijks aandacht geschonken aan het feit, dat zij te maken hadden met een ander ras; en dientengevolge hadden zij zich ook niet verdiept in de ' E igentüm lichkeiten ' van dat ras.

’D ie Z igeuner s ind , sow eit sie reinbliitig s ind , eine R a sse besonderer A r t, der der W andertrieb b lu tsm a ssig innew ohnt. W ird dieser W andertrieb gew a ltsa m un terdrückt, da n n m u ss m it dem A u ftre ten von E n tartungserscheinungen gerechnet werden, die den Z igeuner erst rech t zu m krim inellen M enschen w erden la sse n .’

Er waren voorbeelden dat sedentair of half-sedentair levende zigeuners, veel gevaarlijker waren dan trekkende, onder wie er zelfs waren met een blanco s traf­blad ! Integratie wees Bader daarom nadrukkelijk van de hand:

'D er Z igeuner als artfrem des E lem en t wird nie ein vollwertiges G tied seines G astvo lkes werden; allein die T a tsache , d a ss eine K on feren z von K rim ina listen sich m it d iesem P roblem befassen m u ss, bew eist, d a ss die Z igeunerfrage vorw iegend eine polizeiliche ist. W er a ls Z igeuner die gu te O rdnung s tö r t und G esetze bricht, d a r fk e in e N a c h sic h t erw arten .'

Bader gaf nu drie mogelijkheden aan welke, tezam en uitgevoerd, de oplossing vormden.

'D ie L ö su n g d ieses P roblem s wird in der R ic h tu n g liegen m üssen , d a ss dem Teil der Z igeuner und H albzigeuner, der sich einordnen u n d der arbeiten will, hierzu G elegenheit gebo ten werden m uss. A lle

Page 57: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

52

übrigen aber m üssen m it rücksich ts lo ser S trenge verfolgt, verw ahrt (A rb e itsh a u s oder S icherheitsverw ahrung), oder ausgew iesen w erden; lediglich angedeu tet sei die (zur Z e it n u r fü r D eu tsch la n d beach tliche) E rw agung, unverbesserliche Z igeuner in die Reihe der un ter das S ter ilisa tio n sg ese tzfa llen d en Personen a u fzu n e h m en .’

En aan het einde van zijn betoog anticipeerde hij op een uniforme z igeunerwet- geving voor het gehele Duitse Rijk.

Op deze bijeenkomst in K openhagen werd dus geheel openlijk het raciale uit­gangspunt voor de bestrijding der zigeuners uitgesproken. Schultz bleef praktisch en bood het congres een ontw erp van richtlijnen aan, w aarvan het belangrijkste voorstel een omschrijving van die groepen personen bevatte die voor registratie in aanmerking zouden moeten komen. Tegelijkertijd diende hij een ontwerp-registra- tieformulier in. Bij de activering van de centrale op 9 maart ’36 - wij lopen hier op de gebeurtenissen vooruit - w erden de volgende te registreren groepen zigeuners genoemd:

’ /. so lche um herziehende Z igeuner u n d sonstige, nach Z igeunerart um herziehende Personen, bezüglich deren n ich t festg este llt werden konn te , d a ss die dem L a n d e , wo sie aufgetreten sind , als S taa tsb iirger angehören.

2. so lche um herziehende Z igeuner u n d sonstige, nach Z igeunerart um herziehende P ersonen, welche ein L a n d , dem sie als S taa tsb iirger angehören, verlassen haben, oder in dasse lbe nachdem sie es zeitw eilig verlassen haben , freiw illig oder zw angsw eise zuriickgekehrt s in d .’

De deelnem ende landen zouden fo to ’s en vingerafdrukken van de geregistreer­de zigeuners toegestuurd krijgen; de afdrukken zouden op lichtbruin papier staan. En van elke persoon zou een ’betrouw bare s tam b o o m ’ vervaardigd worden. Het registratieformulier bevatte 27 vragen (sommige met zeer veel sub-vragen) betref­fende de identiteit van elke zigeuner.

De afgevaardigden op de conferentie te K openhagen werden aangespoord (Be­sluit V) hun resp. regeringen met name de voordrach t van Bader onder ogen te brengen. De ontw orpen richtlijnen van Schultz w erden goedgekeurd. En op 9 maart ’36 werd - zoals reeds vermeld - de centrale officieel ’geac tiveerd ’.

H et totale aantal b innengekom en mededelingen over zigeuners werd in jaa r­overzichten van de In ternationale K rim inalpolizeiliche K om m ission bekendge­maakt. Zo waren er in het eerste jaar dat de internationale zigeunercentrale func­tioneerde (periode: 1 april '36-30 april ’37) berichten binnengekom en uit België (17 personen), het Duitse Rijk (152 personen), Joegoslavië (1 persoon), Letland (1 persoon), Oostenrijk (21 personen) en Tsjechoslowakije (2 personen). Van deze in totaal 194 personen waren 48 ’S ta m m baum bla tter ' aangelegd en 997 carto- theekkaarten (nl. óók van opgegeven familieleden). Een jaar later (periode: 1 april ’37 - 30 april ’38) ontving men in W enen mededelingen uit België (1 persoon), het Duitse Rijk (98 personen) en Tsjechoslowakije (1 persoon), in totaal 100 perso­nen. V oor hun beschrijving waren 13 ' S ta m m b a u m b la tte r en ongeveer I.OOOcarto- theekkaarten nodig, zodat men nu de beschikking had over 61 stam bom en en on­

Page 58: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

53

geveer 2.000 carto theekkaarten .1 Begin ’38 hadden acht Europese landen hun ’zi- geuner-corresponden tieadres’ aan het Internationale Bureau in W enen verstrekt: België, Letland, Portugal, Duitsland, Frankrijk , F inland, Polen en N ederland .2 Daar kw am en nog bij Joegoslavië, Tsjechoslowakije en Oostenrijk.

De internationale centrale was, zo blijkt, tamelijk vlot van stapel gelopen. Im­mers, in het najaar van ’31 werd voor het eers t van deze mogelijkheid gerept en in de zom er van ’35 was het besluit tot oprichting definitief. De snelheid hoeft geen verbazing te wekken, aangezien géén der leden van de In ternationale er blijk van gaf te twijfelen aan de misdadige inborst van de zigeuner. Weinig internationale kwesties gaven in die tijd z o ’n grote mate van overeenstem m ing te zien. De nauw ­gezetheid van de identificatieformulieren, waarm ee de afgevaardigden zich kon­den verenigen, spreekt hier boekdelen, m aar de vele gedetailleerde vragen waren misschien ook een reden, dat betrekkelijk weinig nam en voor de internationale registratie w erden opgegeven.Opvallend is intussen wèl dat - voorzover wij althans hebben kunnen nagaan - al­léén de spreekbuis van de Duitse politie, Bader, het criminele gedrag van de zi­geuner heeft trachten te herleiden tot een doem: de doem te behoren tot een min­derwaardig ras. H et is overigens geen toeval, dat een officiële Duitse afgevaardig­de een dergelijke opvatting te berde bracht. Nu de N az i’s aan het bewind geko­men waren, konden de racistische opvattingen onbelem m erd als s taatsopvatting worden gepropageerd. Ook op het volgende congres van de IK P K in Belgrado (zomer ’36), bracht de Duitse vertegenwoordiger Parey, ’Oberregierungsrat' en hoofd van de ’K ripo ’ in Brem en, de graad van criminaliteit onder de m ensen terug tot de vraag van hun ’R assenzugehörigkeit'. Sprekende over het gevaar van een sterk stijgende criminaliteit bij een grote immigrantenstroom , hield hij zijn colle­ga’s voor:

'E s g ib t R assen m it w eit starkerer krim ineller V eranlagung, a ls sie gem einhin andern Völkern eigen ist. E s seien hier nun fü r E uropa die Z igeuner g en a n n t... u n d fü r A m erika die N eg er.... Beide R assen haben dort, wo sie a ls E inw anderer in grösserer Z a h l aufgetre ten sin d ein A n w a ch sen der K rim in a lita t bew irkt, das eben n u r in der rassischen E igenart seine U rsache haben k a n n .'

P arey ’s verklaring is dus dezelfde als die van Bader.

N a de ’M achtergreifung' in Oostenrijk in m aart ’38 werd de IK P K onder Duits b e ­heer .gesteld. Dit gaf wel enige irritatie doch hiervan was al spoedig weinig m eer te bem erken. K ort na de staatsgreep werd een nieuwe ’Polizeiprasident' \ an W enen benoem d, die daarm ee autom atisch president werd van de IK P K .3 Als

1 'B e r ich t über die Tatigkeit des ’In terna tiona len B u re a u s ’ in der Z e it vom I. april 1937 bis zu m 30. april 1938' (afg. B erich t IB 1937-1938). 2 Zie dit h o o fd stu k , par. 2: N ed erlan d en de an ti-z igeuner- c en tra le . 3 O p de 13e jaa rv e rg ad e rin g in L o n d en in 1937 w as het beslu it genom en de po litiep res id en t van W enen nog voor een p eriode van vijf ja a r m et h e t p resid ium van de IK P K te be lasten .

Page 59: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

54

één der vice-presidenten kreeg hij Heydrich , Chef van de S icherheitspolizeien la­ter hoofd van het R eichssicherheitshauptam t naast zich - evenwel slechts voor de duur van de ’Ü bergangzeit’ (maart-april ’38). Daarna kwam deze functie in han­den van de politiepresident van Stuttgart, Rudolf Klaiber. De geplande jaarverga­dering in B oekarest (1938) kwam aanvankelijk door de staatsgreep wel op losse schroeven te staan, maar vond toch plaats. De officiële Duitse gedelegeerden wa­ren Klaiber en N ebe, hoofd van het Reichskrim inalpolizeiam t en in 1941 één der com m andanten van de E in sa tzkom m andos die massaal Joden en zigeuners in Rusland verm o o rd d en .1 Van de Duitsers waren verder aanwezig Zindel, M iniste- rialrat beim R eichsführer S S und C hef der deutschen Polizei, Himmler. De F rans­man M ondanel, ’C ontroleur Général des Services de Police C rim inelle’, één der vi­ce-presidenten van de IK P K , werd het voornem en toegedicht, dat hij wilde voor­stellen de zetel der Commissie, nu W enen eigenlijk een provinciestad van Duits­land was geworden, te verplaatsen naar een klein, neutraal land. Dit meldde V er­steeg, hoofdcom m issaris van politie te A m sterdam en een van de N ederlandse a f­gevaardigden.2 Een besluit daarover werd echter niet genomen. ’N adat . . . de heer Mondanel, wegens noodzakelijke terugkeer naar Frankrijk , het schip3 ver­liet, scheen de a tm osfeer belangrijk opgeklaard en hadden de zittingen een regel­matig ver loop .’4 Wij komen hierop in het volgende hoofdstuk nog terug.

N ederland en de anti-zigeunercentrale

De internationale anti-zigeunercentrale had in het algemeen weinig invloed op het beleid van de aangesloten regeringen. Dit gold ook voor Nederland. Ofschoon N ederland tot de eerste leden behoorde , was het ook het land, dat, voorzover ons bekend , weer het eerst met die organisatie brak. Dit was overigens zeer ten onge­rieve van enkele invloedrijke politiefunctionarissen, die niet nalieten bij de b e ­trokken minister de voordelen van de ’Zentrale S te lle ’ breed uit te meten. Ver­geefse arbeid bleek het te zijn. Wij willen dit aan de hand van de gevoerde corres­pondentie nader toelichten. H et verdiept ons inzicht in de wijze w aarop zij, die het beleid uitstippelen, door de uitvoerders ervan worden beïnvloed en om ge­keerd.

M. C. van H outen , in juni ’35 luitenant-kolonel der M arechaussee op non-actief

1 A ndere d ee ln em ers v oor D uitsland w aren S te in h au sl, S ch u ltz , P a litzsch ('P ra sid en t der K rim ina l- polizeileitstelle im M in isterium des Innern in D resden '). 2 D eze had een verslag gestu u rd aan de m in ister van Ju s titie . 3 D e b ijeenkom sten w erden g ehouden op het s toom sch ip ’R egale C a ro l’, da t de D onau a fv o e r. 4 Zie v erslag dd . 6 aug. 1938 van V ersteeg ten b ehoeve van Ju s t. K laarb lijkelijk w ilden de an d ere gede leg ee rd en de schijn o p h o u d en (m isschien m eenden som m igen het w erkelijk ) da t politieke g eb eu rten issen van w elke om vang ook n iet van invloed (m ogen) zijn op po litionele ac tiv ite iten op het geb ied van de m isdaadbestrijd ing . N a ïe f o f h y p o crie t? W at im m ers te d enken van H e y d ric h ’s o p m er­king: 'B is zu r endgültigen E n tsch e id u n g durch die M itg lieder der IK P K is t die S icherheitspo lizei die Treuhanderin fü r die G esch a fts fü h ru n g der IK P K gew orden .' Zie: R. H eydrich : A u fb a u und E n tw ick lu n g der S icherheitspo lize i im L a n d e O esterreich (D as Sch w a rze K o rp s, 21 april 1938).

Page 60: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

55

maar één van de N ederlandse leden van de IK P K , stuurde in genoem de maand enkele referaten die op het congres te K openhagen gehouden waren aan de toen­malige Inspecteur der Koninklijke M arechaussee (IKM), J. H. G. K appe lho ff ; de­ze an tw oordde, dat hij er met belangstelling kennis van had g enom en .1 De Adm i­nistra teur voor de G rensbewaking en de Vreemdelingendienst, Croiset van Uche- len (die uit de krant over het onderw erp van het congres vernom en had) vroeg of van H outen hem zou willen inlichten wat er besproken was. In het kader van zijn functie was hij zeer in het z igeunervraagstuk geïn te resseerd .2 Van H outen an t­w oordde reeds de volgende dag:

’G e voo rk o m t in zek e ren zin m ijn w enschen d oor U w belangstelling in het z ig eu n e rv raag stu k ... M ijn p lan w as om te z ijner tijd m et mijn m ed eg ed e leg eerd en 3 en in overleg m et de IK M vo o r te ste llen in ons land een z ig eu n ercen tra le in te rich ten ten U w en B ureele . Ik ga nu e e rs t v oo r een k uur m et v er­lof (de IK M tro u w en s ook) en w ilde een en an d e r in h e t n a ja a r b ehandelen .

H et b es te is d u s , da t gij inm iddels de zaak b e s tu d e e rt, als ge m et m ijn d enkbeeld in stem t. D en In ­sp e c teu r (bedoeld is h ier de In sp ec teu r d er K onink lijke M arech au ssee) zond ik reed s de beide te K o­penhagen geh o u d en re fe ra te n , zo o d a t ge dus slech ts n aar b o ven b eh o e ft te gaan om geheel au fa it te z ijn ... Ik g eef U in overw eging ze lfstan d ig geen stap p en te doen . M issch ien kom ik deze m aand nog in D en H aag en kunnen we dan v ast een s p ra ten . ’

Croiset schreef direct terug het met de gedragslijn van van H outen volkomen eens te zijn en met belangstelling de kom ende besprekingen in het najaar af te w ach ten .4

In het najaar pleegde van H outen overleg over de z igeunercentrale met V er­steeg en Broekhoff. Croiset werd hiervan op de hoogte gesteld. Deze deelde ver­volgens van H outen mee, diens voorstel en dat van Versteeg af te wachten, maar dat hij intussen Justitie ’in die richting’ ging voorbereiden ’en bearbe iden’.5

Intussen was het 1936 geworden. In een brief van de 11e januari s tuurde van H outen aan Broekhoff een ontw erpbrief6 voor het ministerie van Justitie over de oprichting van een N ederlandsche Zigeuner Centrale. In die brief liet hij opze tte ­lijk in het midden wie als zigeuner waren te beschouw en; wel gaf hij aan ook w oonw agenbew oners van vreem de nationaliteit in die categorie op te willen ne­men.

’lk m e e n ', zo sc h ree f hij, ’da t in D uitsland alle w oo n w ag en b ew o n ers als z igeuners w orden b e ­sch o u w d . W e m oeten het m .i. aan het beleid van de C h e f d er op te r ich ten cen tra le o v erla ten gele ide­lijk zulks bij ons ook te d o en , hetgeen z e e r g ew en sch t zou zijn . Ik v rees e c h te r , da t de zaak m isloop t, a ls we dit nu reeds v o o rste llen en d aa rd o o r de zaak te g roo t o p z e tte n .’7

1 27 juni 1935. 2 3 juli 1935. 3 M edegedelegeerden w aren H . J. V ersteeg , hoofd co m m issa ris vanpolitie te A m sterdam en K . H. B ro ek h o ff, co m m issaris van politie te A m sterdam en com m issaris van deR ijkspolitie (als zodan ig v erb o n d en aan de N ed e rlan d sch e C en tra le inzake F alsifica ten ). 4 6 juli 1935.5 7 ja n . 1936. G M et het v erzo ek de b rief aan V e rs te e g te la ten lezen. 7 In d e uite indelijk aan Justitiev erzo n d en b rie f is de regel ’alle w oo n w ag en b ew o n ers van v reem de nationalite it ook als z igeuners teb esc h o u w e n ’, w eggelaten.

Page 61: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

56

B roekhoff reageerde in een brief van 14 januari, dat hij ’u i te raa rd ’ voor een zi­geunercentrale was; Versteeg, de chef van Broekhoff , wilde echter eers t princi­pieel uitgemaakt zien wat onder zigeuners vers taan m oest worden. M aar Broek­hoff achtte zichzelf niet com peten t hierop een an tw oord te g ev en .1 Na enig heen en weer geschrijf stelde Broekhoff toen een formulering op, die Versteeg zeer waarschijnlijk wel zou aanvaarden. Hij schreef aan van Houten:

'W ie als z igeuners zijn te b eschouw en zal u iteraard d ienen te w orden vastgelegd . H et v inden van de ju is te defin itie zal w ellich t he t o n d e rw erp zijn van een e g ed ach tenw isse ling . A ls g rondslag voor deze gedach ten w isse lin g kan - n aa r he t ons wil v o o rkom en - d ienen , h e tgeen D r B. S ch u ltz ... h ie ro m tren t h ee ft a a n g eg e v en .’2

27 januari ’36 werd de bew uste brief (met een afschrift aan de IKM) aan de mi­nister van Justitie, van Schaik, verzonden. De inhoud week niet af van de fo rm u ­lering van Broekhoff , zo zal nog blijken. Van H outen stuurde tegelijkertijd een a f ­schrift aan Croiset, waarbij hij opmerkte:

’de zaak is n iet zoo snel behan d e ld kunnen w o rd en , als ik g ed ach t had , d aa r de H e e r V E R S T E E G er voora l op aan d ro n g , het begrip 'z ig e u n e r ' nader te d e f in ie e re n ,'

en hij besloot:

’ln de co u ran t zag ik, d a t zich aan de B elgische g rens w eer de gebru ikelijke m oeilijkheden m et z i­geu n ers v o o rd o en . D it is w ellich t een m ooi aan k n o p in g sp u n t m et he t D. v .J . ’3

Croiset zou immers de zaak 'voorbere iden en bearbe iden ’.In de brief van 27 januari aan de minister refereerde van H outen aan het in 1935

te K openhagen gehouden congres van de IK P K , waarin definitief tot oprichting van een internationale zigeunercentrale te W enen besloten was. Hij verw ees de minister naar de sinds 1931 hierover aan Justitie toegestuurde rapporten , met de diverse bijgesloten referaten . Mede uit naam van Versteeg en B roekhoff stelde hij nu de minister voor:

’O ok in ons land een z ig eu n ercen tra le op te rich ten , en deze te v erb inden aan het B ureau ’G rensbe wa- kening en V reem d elin g en d ien st’. A an deze C en tra le zo u d en alle g egevens b e tre ffen d e de in ons land aanw ezige z igeuners k unnen w orden v erzam eld , en d aarm ed e vo o r zo o v e r m ogelijk de aan W eenen in te zen d en fo rm u lie ren w orden ingevuld. R eeds zijn in som m ige landen dergelijke cen tra le s o p g e r ic h t.’

1 V an H o u ten aan B ro ek h o ff, 17 jan . 1936. 2 B ro ek h o ff aan van H o u ten , 22 jan . 1936. 3 V an H o u ­ten aan A G V D , 27 jan . 1936. H et k ran tea rtik e l, w aaro p van H o u ten z in sp ee ld e , sto n d in D e N eder­lander van 20 jan . 1936: ’e r is sp rak e van een d re igende invasie van z igeu n ers . A angezien d a t zigeu- n erv o lk je , d o o r hun ro overijen enz . de B elgische au to rite ite n veel last v e ro o rz a a k t, is de B elgische gendarm erie e r s te ed s op uit gew eest deze nom aden o v e r de N ed . g rens te lo o z e n .’ De N ed erlan d e rs h adden de co n tro le om die red en v e rsch e rp t. ’E en en an d e r kost veel inspann ing . U itgeb re ide grens- s tro o k en m oeten bew aak t w orden en m en m aakt daarb ij gebru ik van B elgische v ersp ied e rs , die tegen beloon ing de N ed . au to rite ite n op de hoogte h ouden van de bew egingen d e r z ig eu n ers en van de g en ­d arm en , die hen o p d r ijv e n .’

Page 62: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

57

'U ite ra a rd ’, aldus van H outen , diende te worden vastgelegd wie als zigeuner m oest worden beschouw d; hij stelde de minister voor als grondslag voor gedach­tenwisseling de definities van Schultz te nem en, die deze in 1935 te Kopenhagen had voorgesteld.

Om de ontoereikendheid van het toenmalige Nederlandse optreden aan te tonen, somde van H outen in deze brief nog eens de circulaires op van het ministerie van B innenlandse Zaken aan de burgem eesters be treffende het te lichtvaardig afgeven van papieren; en hij merkte in dit verband op:

’De in d eze stu k k en b esch re v en m oeilijkheden k unnen bij he t b es taan ee n e r na tionale cen tra le , w aar alle in ons land aanw ezige z igeuners zijn g e reg istree rd , g em akkelijker w orden o v e rw o n n en . W ellicht kan m en ook m et an d ere landen to t een doelm atig a cco o rd , op d a t geb ied kom en , doch d aa rto e is het n o odzakelijk , da t m en ee rs t o v e r v o ldoende gegevens b esch ik t, die e c h te r s lech ts do o r het in rich ten een e r cen tra le zijn te v e rk rijg en .’

Van H outen had succes. Nog geen twee w eken later, nl. per brief van 8 feb ru ­ari, berichtte van Schaik de IKM:

’M et he t v o o rste l, da t ook in o n s land een aan Uw B ureau te verb in d en z ig eu n er-cen tra le w orde o p ­g erich t, w elke alle gegevens b e tre ffen d e de in ons land aanw ezige z ig eu n ers, a ls in de b rief (van 27 ja ­nuari) b ed o e ld , zal hebben te v erzam elen en deze vo o r zo o v e r noodig aan de te W eenen op te rich ten in te rn a tio n a le z igeuner-cen tra le zal k unnen o p zen d en , kan ik mij v ereen igen . Ik m oge U v e rzo ek en als C en tra le te w illen o p tred en en v e rd e r a lsdan h e t noodige te w illen v e r r ic h te n .’1

Van Schaik stuurde de IKM ook de brief van 27 januari van van H outen aan de minister. Kennelijk wist de minister niet, dat van H outen reeds een copie aan Croiset had gezonden. Tien dagen later stelde Croiset van H outen in kennis van het ministeriële besluit. De IKM schreef verder, dat de minister ook hem officieel op de hoogte zou brengen. D aarna zou van H outen in zijn functie van vice-presi- dent van de IK P K met W enen kunnen gaan corresponderen .

Alvorens van H outen zijn correspondentie met W enen begon, stelde hij Croiset voor, het adres van de Centrale te laten luiden: 'In spec teu r der Koninklijke M are­chaussee , N ederlandsche Z igeunercentra le’, en de aanduiding 'G rensbew aking en Vreem delingendienst’ weg te laten. Hij gaf hem tevens de raad behalve met Broekhoff ook eens te gaan praten met de vreemdelingendienst van het hoofdbu­reau van politie in A m sterdam met het oog op te treffen maatregelen:

'ongetw ijfe ld zijn reed s vele z igeuners h ier en d aa r gereg istree rd en kom en ook de m eeste reeds v o o r in de ca rto th e k e n van het W apen . ’2

Hij deelde in dezelfde brief mee, nu hij officieel in kennis gesteld was door Ju s­titie, met een brief aan W enen bezig te zijn, maar, zo schreef hij,

1 Ju s t. aan IK M . 8 fe b r . 1936. 2 V an H o u ten aan A G V D , 2 4 feb r. 1936.

Page 63: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

58

’G e m oet U nu geen illusie m aken , d a t een en an d e r nu v erd er zo o snel zal kunnen w orden b eh an ­d eld . Z ooals ik reed s zei, v rees ik, da t w e W eenen een slag v óór z ijn .’

Dat was inderdaad het geval. Men had in N ederland zeer snel gehandeld. In W enen was nog niet tot officiële oprichting overgegaan. Dat gebeurde pas op 9 maart ’36.

In een brief van 25 februari ’36 deelde van H outen aan de G eneralsekretar van de IK P K , Dr. O. Dressler, mee, dat de minister van Justitie besloten had een N e­derlandse zigeunercentrale op te richten. H et adres, waar blijkbaar nog geen eens­gezindheid over bestond, zou later medegedeeld worden. V erder vroeg van H o u ­ten of de definitie van Schultz officiële geldigheid bezat en welk en hoeveel fotom ateriaal aan de internationale Zigeuner-Zentrale gezonden moest worden. H et rondzenden van gegevens, zoals dat gebruikelijk was bij misdadigers, leek hem niet nodig. Alleen voor naburige landen zouden d ia ’s praktisch zijn. Hij vroeg voorts om blanco formulieren (tegen betaling) en enkele andere stukken. Dit alles werd hem direct door Dressler toegestuurd - met felicitaties en dank ­w oorden over het bereikte resu ltaa t.1

Op van H outens vragen om trent de definitie van zigeuners zou Schultz in een brief van 13 maart nader ingaan. Schultz was ook zeer verheugd en wenste dat de Centrale in Nederland ’zum Segen reichen m ö g e '. V erder deelde hij mee, dat de voorbereidingen voor de Internationale Zigeuner Zentrale afgerond waren en dat hierover spoedig aan de leden van de IK P K bericht zou worden gezonden. In dat schrijven zouden de definitie (die niet veranderd was) en de formulieren met op ­gave van kosten weergegeven worden. Wat het fotomateriaal betrof, bedankte Schultz van H outen voor zijn zinvolle suggestie, maar hij, Schultz, was wèl voor het rondzenden en dat zeker wanneer de identiteit niet vaststond. M aar hij zou er voor zorgen dat deze kwestie op de volgende bijeenkomst (in Belgrado) aan de orde gesteld zou worden.

Van H outen legde de IKM dit probleem voor en lichtte zijn opvatting als volgt toe:

'O fsc h o o n zich in N ed erlan d een aan tal z igeuners bev inden en ook nu en dan b enden z igeuners van uit België en D u itsch land trach ten ons land b innen te d ringen , o n d erv in d t m en to ch d oor de o m stan ­digheid , d a t N ed erlan d een ra n d sta a t van E u ro p a is h ie r n ie t zoo veel o v e rla st van deze zw erv e rs , als het geval is in cen traa l gelegen la n d e n .... H et kom t mij daarom voo r, d a t N ed erlan d w einig belang heeft bij een zo o genaam de ’In terna tiona le R u n d a u sse n d u n g '. Z u lks zou de adm in istra tie aan de N e ­d erlan d sch e C en tra le onnoodig belas ten . D eze heeft n aar m ijne m een ing geen belang bij he t opleggen van gegevens b e tre ffen d e de ta llooze in cen traa l en o o st E u ro p a zw erv en d e z igeu n ers; vooral n ie t, nu d o o r de op rich ting van een nationale en een in te rn a tio n a le cen tra le deze plaag m eer a fd o en d e zal w o r­den b e s tre d e n , en d it zw erv en in de to ek o m st w aarsch ijn lijk geleidelijk aan b anden zal w orden ge­le g d .’

1 D ress le r aan van H o u ten , 2 m aart 1936.

Page 64: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

59

Bovendien wees hij in deze brief op de hoge kosten, die een dergelijk rondzen­den met zich mee zou brengen. Hij stelde daarom voor dat de N ederlandsche Zi­geunercentrale zich niet aansluiten zou bij een eventuele 'In ternationale R und- aussendung' van gegevens betreffende zigeuners, doch naar de Internationale Zigeuner Zentrale te W enen slechts de zoveel mogelijk ingevulde formulieren: een vingerafdrukblad en 2 Bertillon-foto’s 1 zou sturen. Voor ons land scheen van H outen een eventuele uitwisseling van gegevens met België en Duitsland vo ldoen­d e .2

Met het oog op de besprekingen in Belgrado wilde van H outen de mening van de IKM vernem en. Croiset, die deze brief (met de bijgevoegde correspondentie) van de IK P K ook onder ogen kreeg, stelde van H outen voor op het rondschrijven van de internationale anti-zigeunercentrale te w achten, a lvorens een Nederlands model vast te stellen.3 W at de 'In ternationale R undaussendung ' betrof deelde hij aan de IKM m ee4, dat hij in het algemeen instemde met de zienswijze van van H outen ; in speciale gevallen - te zijner beoordeling - zou hij willen afwijken, bij voorbeeld in al die gevallen waarin de identiteit van de zigeuners niet kon worden vastgesteld. Hij gaf de IKM voorts de volgende adressering in overweging, zoals hij ook aan van H outen deed w eten5: 'In spec teu r Koninklijke M arechaussee (Grensbewaking en Vreemdelingendienst) Z igeunercentra le .’

Als motivering voegde hij daaraan toe dat onder de naam ’G rensbew aking en V reem delingendienst’ dit bureau sinds een 16-tal ja ren enige bekendheid verw or­ven had; de minister van Justitie had dan ook daarin aanleiding gevonden om de zigeunercentrale aan gemeld bureau te verbinden. De toenmalige IK M , Kappel- hoff, kon zich met deze adressering verenigen. Hij liet dit aan van H outen weten en deelde hem mee, dat W enen op de hoogte gesteld kon w orden .6

Vervolgens stuurde van H outen de minister een schrijven van Dressler (dd. 18 maart), waarin de oprichting van de 'Internationale Zentralstelle zur B ekam pfung des Z igeunerunw esens’ bekend gem aakt werd en waarbij de ' R ich tlin ien ’ ingeslo­ten w aren .7

Op grond van bovengenoem de ontwikkeling was er voor van H outen en voor Croiset alle reden tot tevredenheid . Beiden zullen dan ook wel verrast zijn ge­weest toen zij om streeks midden april plotseling hoorden, dat de minister van Ju s­titie bij nader inzien toch bezw aren had geopperd tegen de oprichting van een c en­trale in Nederland. Deze bezw aren waren van financiële aard , schreef van H o u ­ten aan Croiset:

1 V olgens V an D ale: ’B ertillonnage is een ste lse l van A. B ertillon om een an tro p o lo g isch signalem ent vast te ste llen , inz. van m isdad igers: de b ertillonnage b es taa t in he t nem en van 11 v ersch illende li­c h aam sm aten die bij v o lw assen m ensen o n v eran d erlijk z ijn .’ O p een B ertillon -fo to w ord t de p erso o n in zijn geheel, vo lgens een vas te sch aa l, a fgebeeld . 2 V an H o u ten aan IK M en A G V D , 20 m aart 1936. De c o rre sp o n d en tie van van H o u ten m et de IK P K w erd b ijgevoegd. 3 A G V D aan van H o u ten , 9 april 1936. 4 A G V D aan IK M , 3 april 1936. 5 A G V D aan van H o u ten , 9 april 1936. C iterend zijn b rief aan IK M , van 3 april 1936. 6 15 april 1936. 7 17april 1936. A fsch rift aan de A G V D .

Page 65: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

60

’H et sp ijt m ij’ - a ldus de a fz e n d e r in een b rief van 17 april 1936 - ’d a t e r een k ink in de kabel dreigt te kom en , doch ik voel de b ezw aren van Ju s titie . W e m oeten alles doen om d aa raan tegem oet te ko ­m en en dus trach ten de k osten zoo laag m ogelijk te h ouden . H et fo to g ra fee ren m oet d aarom zooveel m ogelijk b ep erk t w o rd en ... H et v o o rn aam ste ach t ik da t nauw keurig de iden tite it w ord t v astgeste ld m et ju iste nam en, goede signa lem en ten , fam ilie-verhoud ingen , e n z .’

En hij eindigde zijn brief:

’N u de o p rich ting van de N ederl. Z igeunercen tra le w ed er tw ijfe lach tig is g ew o rd en , treed ik n iet na­d er m et W eenen in co rre sp o n d en tie o v e r dit o n d erw erp , doch w ach t het re su ltaa t d e r voorgenom en besp rek in g en a f . ’1

Die besprekingen vonden op 27 april plaats. Deelnem ers waren van H outen, Croiset en enige functionarissen van het ministerie van Justitie, onder wie de late­re secretaris-generaal mr. J. R. M. van Angeren. H et resultaat van de bespreking deelde Croiset dezelfde dag aan de minister mee. De besluiten betreffende een Zi­geunercentrale zullen wij hier onverkort citeren, teneinde een indruk te geven van de grote hoeveelheid arbeid, die bij realisatie van die besluiten, verricht zou moe­ten worden.

’(a )... O nder z igeuners w are te v e rstaan : alle n aa r Z ig euneraa rd ro n d trek k en d e p erso n en - a lzoo d iegenen w elke geen vas te w oon- of verb lijfp laa ts h eb b en - die n iet de N ed erlan d sch e nationalite it bez itten . O pm erking: Dit zijn de v reem delingen , w elke genoem d w orden in pun t 1 d er z .g . ' R ichtli- n ien ' van de In te rn a tio n a le Z igeunercen tra le te W eenen . D aaro n d er vallen a lzoo m ede de land loopers (zw ervers) van v reem de nationalite it. De defin itie is n iet v as tgekoppeld aan w oonw agens o f w o o n ­sch ep en ;

(b )... he t verd ien t aanbeve ling om voorloop ig alleen aan de In te rn a tio n a le C en tra le te W eenen op te geven de gereg istree rd e Z igeuners in engeren zin , a lzoo n iet de zw erv e rs als vo renaan g ed u id ; de c a te ­gorie bedoeld in pun t 2 d er ' R ic h tlin ie n ’ van W eenen n.1. de ’o verkom stige ro n d trek k en d e p e rso n e n ’, w elke het land w aarto e zij a ls o n d e rd an en (staa tsb u rg ers) b eh o o ren , verla ten h eb b en , o f d aarin , nadat zij he t tijde lijk v erla ten h eb b en , al dan n ie t vrijw illig , w eder te ru g g ek eerd z ijn , is vo o r ons land gering. E ene algem eene reg istra tie van alle N ed erlan d sch e w oonw ag en b ew o n ers w ord t voor d it doei niet noodig g each t. T o t reg istra tie w aren van deze ca tego rie alleen in aanm erk ing te b ren g en , d ie N e d e r­landsche w oonw ag en b ew o n ers , van wie m et zekerheid b ekend is, d a t zij N ed erlan d wel een s verlaten hebben o f dit zu llen gaan doen ;

(c )...(d) ... het nem en van de vere isch te fo to ’s w are alleen te doen gesch ied en van alle gehuw den , zo o ­

m ede van alle ongehuw den van beiderlei k unne, w elke den 16 jarigen leeftijd h ebben bere ik t;(e )... aanvulling van het v reem delingenreg lem en t, in d ier voege, d a t o n d er de m aatregelen van to e ­

z ich t do o r de H oo fd en van Politie op v reem delingen uit te o e fen en , in he t b ijzo n d e r w orde genoem d de bevoegdheid om d esg ew en sch t to t he t nem en van v in g era fd ru k k en en p h o to g ra fee ren ov er te gaan , lijk t gew en sch t;

(f) ... h e t nem en van fo to ’s , v in g era fd ru k k en en signa lem en ten zou d ienen te gesch ied en vanu it de g ro o te re w o onw agenkam pen , gelegen in de nab ijhe id van die o rganen van Politie , w elke d aa rto e vo l­d o en d e geoutilleerd z ijn , en wel ge le idelijk , naar m ate die kam pen d o o r de ro n d trek k en d e Z igeuners - als vo rengenoem d - w orden bezo ch t. T ran sp o rten ov er lange a fs tan d d ienen te w orden v o orkom en ;

1 17 april 1936.

Page 66: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

61

(g) ... aan gereg istree rd e Z igeuners w are , ten bew ijze h u n n e r reg istra tie , een k aa rt te v e rs trek k en , w aarop d aarv an aan teek en in g is g este ld . D eze kaart zal o .m . v oo rz ien d ienen te zijn van fo to en een v in g era fd ru k van den gereg istree rd e ;

(h) ... na een z ek e r tijd sv erlo o p , b .v . een ja a r na den d atum van het in w erk ing treden d er Z igeuner cen tra le , zou op bepaalde d a ta , een e algeheele co n tro le in he t land k u nnen w orden geho u d en , teneinde na te gaan w elke Z igeuners nog n iet gereg istree rd zijn . T o t de noodige aanvulling d e r reg istra tie d ient dan geleidelijk te w orden overgegaan d oor deskundig po litiep erso n ee l, he tw elk zich to t da t doel per rijk sau to n aar de in de nab ijhe id d er Z igeuners gelegen po litieb u ree len b e g e e f t.’1

Na de vergadering op 27 april werden op het ministerie van Justitie bovenge­noemde 'bes lu i ten ’ (in feite waren het richtlijnen voor het maken van een ont- werp-reglement en voorschriften voor het praktisch functioneren van de C en tra ­le) in behandeling genomen. Van H outen , die W enen zo snel mogelijk officieel van de toekomstige oprichting van de Centrale wilde berichten , werd ongeduldig. Reeds in mei en juni had hij ge ïnform eerd hoe ver men aan het ministerie gevor­derd w as .2 M aar ook eind augustus kon Croiset hem nog steeds geen concrete m e­dedelingen d oen .3 Wel beloofde hij van H outen om hem , zodra een beslissing ge­nom en was, op de hoogte te stellen.

H et opstellen van een definitieve tekst voor een reglement van de Centrale met de daarbij behorende uitvoeringsbepalingen was geen gemakkelijk karwei. Wat was er zoal niet nodig? N iet alleen m oesten fo to ’s en vingerafdrukken worden ge­maakt maar ook moest een zo gedetailleerd mogelijk signalement opgesteld met zoveel mogelijk gegevens over de be treffende persoon en zijn relaties tot ande­ren. V erder was niet bekend , of het N ederlandse politiekorps over voldoende e r­varing in deze gehele materie beschikte en de goede outillage had. Om enige in­druk h ierom trent te krijgen schreef de secretaris-generaal van Justitie, J. P. de M eyere (namens de minister) de procureurs-generaal4 aan, met het verzoek om opgave te doen van de am btenaren der R ijksveldwacht en van de gemeentelijke politie-instellingen in hun ressort , die geacht w erden te voldoen aan bovenge­noemde eisen. De Koninklijke M arechaussee, zo schreef hij, beschikte reeds over voldoende gegevens.

De procureurs-generaal gingen direkt aan het werk. In het algemeen waren de an tw oorden echter niet optimistisch. De procureur-generaal van Den Haag schreef, dat in sommige gem eenten de ervaring van de betreffende am btenaren gering was. Hij voegde daaraan het volgende merkwaardige com m entaar toe:

’A angezien h e t ech te r , bij h e t m inim aal aan ta l z igeuners da t zich h ie r te lande o p h o u d t, z ee r lang kan d u ren v o o rd a t de b e tro k k en b eam b ten gelegenheid k rijgen to t he t fo to g ra fee ren van een z igeuner, heb ik gem eend , ook deze beam b ten wel als v o ldoende e rv a ren te m ogen a a n m e rk e n .’5

1 A G V D aan Ju s t . , 27 april 1936. In deze b rie f w erd ev en aan de C h in ee zen cen tra le g e re fe ree rd . T e ­gelijk ertijd m et de Z igeunercen tra le w as nl. b es lo te n ook een d ergelijke cen tra le op te rich ten . 2 V an H o u ten aan A G V D , 7 mei en 23 juni 1936. 3 A G V D aan van H o u ten , 25 aug. 1936. 4 P ro cu reu rs- G eneraal w aren e r te L eeu w ard en , A rnhem , A m ste rd am , D en H aag en ’s -H erto g en b o sc h . 5 23 dec . 1936.

Page 67: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

62

De procureur-generaal van A rnhem deelde in een schrijven van 23 januari ’37 mee, dat de politie van slechts enkele gem eenten op het platteland in staat was een dactyloscopisch signalement op te nemen.

Inmiddels was bijna een jaar verstreken sinds de minister in zijn brief van 8 fe ­bruari ’36 zijn fiat gegeven had aan de oprichting van een Zigeunercentrale. Maar eind ’37 was het dan zover: in het Algem een Politieblad van 30 decem ber ’37 werd de oprichting van de Nederlandsche Zigeuner Centrale bekendgem aakt. H et Be­sluit (dd. 23 decem ber ’37) van de minister van Justitie luidde:

’ 1. De in sp ec teu r d er K oninklijke m arech au ssee is be las t m et de reg istra tie van alle h ier te lande v e r­to ev en d e Zigeuners w aaro n d e r in dit v e rb an d z ijn te v e rstaan : w oon w ag en b ew o n ers en an d ere zw er­vende p e rso n en , w elke n aa r Z igeuner-aard ro n d trek k en en a lzoo geen v as te w oon- o f v erb lijfp laa ts h eb b en ; beide d eze ca teg o rieën s lech ts vo o r zo o v erre de d a a ro n d e r va llende perso n en n iet de N e d e r­landsche n a tionalite it bez itten .

D eze reg istra tie zal w orden aangeduid m et den naam :

N E D E R L A N D S C H E Z IG E U N E R C E N T R A L E .

D e aan den in sp e c teu r toegevoegde ad m in is tra teu r vo o r de G rensb ew ak in g en den R ijk sv reem d e lin ­gendienst is bevoegd o n d er diens veran tw o o rd e lijk h e id de leiding te voeren .

2. D e d o cu m en ta tie zal gegevens b ev a tten m et b e trekk ing tot:a. g eb o o rte en afstam m ing;b. b u rgerlijken staa t;c. b eroep ;d. signalem ent;e . p h o to g rap h isch e afbeeld ingen van p erso n en van beiderle i k u n n e , w elke den leeftijd van 16 ja ren

h ebben bere ik t;f. v in g era fd ru k k en ;g. levensloop , w aaro n d e r opgem aak te p ro cessen -v e rb a a l; o n d erg an e v o n n issen , verb lijfp laa ts(en )

e .d .;h. p asp o o rten , leg itim atiepap ieren e .d .;3. A an v erzo ek en om in lichtingen b e tre ffen d e de g e reg istree rd e p e rso n en , afk o m stig van belang­

heb b en d e o ffic iee le in stan tie s , zal do o r de cen tra le , aan de hand van de te r hare r besch ikk ing staande g egevens, w orden gevolg gegeven . Zij is bevoegd re c h ts tre e k s m et b u iten lan d sch e p o litie -au to rite iten te co rre sp o n d ee ren in zake de vo renaan g ed u id e Z igeuners . Zij v e rs trek t de g egevens, v e rv a t in de d o ­cu m en ta tie , aan de 'In te rn a tio n a le Z en tra ls te lle zu r B ekam pfung des Z ig e u n e ru n w e sen s’ te W eenen , zoom ede - bij geb leken w ensch e lijk h e id - aan de overeen k o m stig e landelijke cen tra le s van de d a a r­v oor in aanm erk ing kom ende S ta te n .’

Elf dagen na de afkondiging van het Besluit in het Algem een Politieblad schreef Croiset aan van H outen , dat het ’heel wat voeten in de a a rd e ’ gehad had, ’voor wij konden beginnen. Ik vertel U dat bij gelegenheid mondeling wel eens. Gelukkig zijn we nu z o o v e r . ’1 Op welke redenen met betrekking tot de vertraging hij hier zinspeelde is ons niet bekend. Wij kom en op deze kwestie later in ander verband terug.

1 11 j a n . 1938.

Page 68: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

63

De afkondiging van de officiële oprichting betekende intussen nog niet, dat de politie-ambtenaren ’konden beginnen’. In de eerste week van februari maakte Croiset via het Algem een Politieblad bekend, dat met de daadwerkelijke verzam e­ling der gegevens (signalement, fo to en vingerafdruk) gewacht moest w orden, to t­dat de hoofden van politie rech ts treeks een daartoe s trekkend verzoek van zijn kant ontvangen h a d d en .1

Op 12 maart ’38, ongeveer 2lk maand na de officiële afkondiging van de N ed er­landse Zigeuner Centrale, vielen de Duitse legers O ostenrijk binnen. De inlijving van dit land (nu ’O stm ark' geheten) bij Duitsland verhevigde de politieke span­ning en de vrees voor het oprukkend nationaal-socialisme. Croiset en van H outen gingen de toekom st van de IK P K , die in W enen zetelde, donker inzien. Van H o u ­ten schreef althans in een particulier schrijven aan van Angeren, dat hij na de ’A n sch lu ss ’ de N ederlandse financiële bijdrage aan de IK P K voorlopig onder zijn berusting hield tot in de nieuwe politieke situatie meer klaarheid was gekomen. Hij was zich bewust dat de toekom st van de IK P K enigszins twijfelachtig was ge­worden,

’d a a r ’, zo sc h ree f h ij, ’th an s de cen tra le en h e t p resid ium in D u itsche h an d en z ijn g ekom en en h e t de v raag zal z ijn , o f alle aangeslo ten landen bere id z ijn , o n d er die om stan d ig h ed en de zaak op dezelfde v o e t v o o rt te z e tte n .’

tVersteeg, Broekhoff en van H outen waren als gevolg van de politieke gebeurte­

nissen een paar maal bijeen geweest. E r werd besloten dat van H outen naar Duits­land zou schrijven ’om de kat de bel aan te b in d en ’. Zij s tonden reeds in co rres­pondentie met Londen en Brussel. Ook hadden ze een brief uit Roemenië on tvan ­gen waar men met de voorbereiding van de aanstaande vergadering verlegen w as .2 De ' M achtübernahm e' had ech ter geen d irecte gevolgen voor de sam enw er­king binnen de internationale anti-zigeunercentrale. Wel heerste er aanvankelijk enige irritatie, maar deze was spoedig ve rdw enen .3 H et internationaal politie- overleg ging gewoon door. Op het congres in Boekarest in juni ’38 stelde Nebe voor de vijftiende bijeenkom st van de IK P K in augustus of septem ber ’39 in Ber­lijn te houden. ’N iem and had hiertegen bezw a a r . ’4

Croiset, Versteeg, van H outen en zovele anderen die bij de internationale be­strijding van misdaad betrokken waren, hadden aanvankelijk hun w erkzaam ­heden in alle rust en stilte kunnen verrichten zonder op openlijke kritiek te stui­ten. Hierin kwam na de 'A n sc h lu ss ' verandering. Er w erden vragen in het parle­

1 A P, 3 feb r. 1938. 2 V an H o u ten aan Ju s t . , 7 april 1938. D eze b rie f is een bean tw o o rd in g van een (n iet aanw ezig) sch rijv en van Ju s t. van 26 m aart. V an H o u ten had 2 m aart om een b ijd rage voor de IK P K gev raag d , dus nog vó ó r de situa tie van d a t m om en t. H ij sc h ree f in d eze b rie f van 7 april da t h ij, w an n ee r hij he t gevraagde bedrag zou o n tv an g en , bes lo ten had het voo rlop ig o n d e r zich te h o uden to t 'in den n ieuw en to es ta n d k laarheid isg e k o m e n ’. 3 Z ie p .5 3 . 4 V ersteeg , V erslag 6 aug. 1938.

Page 69: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

64

ment gesteld over de IK P K , die van W enen naar Berlijn zou worden overgeplaatst en daarm ee onder G estapo-invloed zou komen. In een brief van 24 ok tober ’38 vroeg de minister aan van H outen hem nader te in fo rm eren .1 Vier dagen later an t­w oordde hij het ministerie, dat de IK P K naar Berlijn overgebracht was en niet o n ­der invloed van de G estapo stond. De minister kon gerust zijn. In 1920 reeds was van ’sociaal-democratische zijde... in de pers de vrees uitgesproken, dat de inter­nationale samenwerking zich zou begeven op het gebied van de contra-revolutio- naire sp ionage .. .’ ’M aa r’, zo vervolgde van H outen zijn brief:

’v an a f h e t ee rste in te rn a tio n a le po litie -congres te W eenen in 1923 z ijn s te ed s alle v raag stu k k en , die po litieken b ijsm aak h ad d en , angstvallig v e rm e d e n ... Indien de d e sb e tre ffe n d e K am erleden van de veronderste llin g u itgaan , d a t in tern a tio n a le sam enw erk ing op het gebied d er crim ineele politie u itslu i­ten d g esch ied t d oor tu ssch en k o m st van W eenen , o f da t d eze cen tra le eenig gezag op dit geb ied u ito e­fe n t, zoo is d it een m isv a ttin g ... U w e E xcellen tie kan e r van o vertu igd z ijn , da t zij (de N ed erlan d se ge­de legeerden . RvO ) o o k s te ed s elke w erkzaam heid op politiek te rre in m et den m eesten n ad ruk zullen tegengaan en tegen elke b eperk ing van ze lfstand igheid zu llen w a k e n .’

Ieder protest tegen de IK P K werd door van H outen afgewezen. Een aan hem (als één der vice-presidenten van de IK P K ) gerichte pro testbrief van de W o m en ’s In ternational League fo r Peace and Freedom werd niet beantw oord , zoals hij het ministerie van Justitie meedeelde: ’Deze dam es bem oeien zich met zaken, die haar niet aangaan .’2 Ook de sociaal-democraat van der G oes van N aters , die bij de behandeling van de Rijksbegroting voor 1939 opm erkingen inzake de in ternationa­le politieke politie had gem aakt3, werd terecht gewezen. ’De onthullingen van van der G oes van N aters berustten op een m isvers tand ’, of ’op een gebrek aan ken­n is . . . ’.4

Intussen bleef N ederland loyaal lid van de IK P K . De N ederlandse autoriteiten leverden regelmatig gegevens over d iverse misdadigers in,5 maar niet over zigeu­ners, althans blijkens een verslag van de IK P K over de periode 1 april '37-30 april ’38.6 Dit beleid werd zeer tot ongenoegen van Schultz, ook in de maanden daarna gevolgd. Schultz had in verband met het vers trekken van gegevens over zigeu­ners, van Nederland 'nooit an tw oord ... on tvangen’.7 Van H outen weet dit aan het feit, dat het Bureau Vreem delingendienst-Grensbewaking-Zigeunercentrale veel te veel werk had en niet voldoende geoutilleerd w as .8 Zijn indruk van ge­noem d bureau was juist, zoals uit het volgende nog zal blijken. De hoeveelheid werk bij de dienst van Croiset was, sinds februari ’38, op zodanige wijze toegeno­men, dat zeer ernstige stagnatie was ontstaan. Het

1 In het voorlop ig verslag van de T w eede K am er b e tre ffen d e het v ierde h o o fd stu k d e r R ijksbegroting vo o r h e t d ien s tjaa r 1939 kw am een passage vo o r o v e r de IK P K , die van W enen naar B erlijn zou zijn o v e rg ep laa tst en o n d er G estapo -invloed zou staan . 2 28 o k t. 1938. 3 24 nov. 1938. V oor de w o o r­den van V an der G oes van N ate rs : H andelingen, 1938/39, p. 391/2. 4 V an H ou ten aan Ju s t . , 29 nov. 1938. 5 V ersteeg , V erslag 6 aug. 1938. G B erich t IB 1937-1938. 7 V an H ou ten aan B ro ek h o ff, 2 4 jan . 1939. 8 A .v.

Page 70: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

65

'reg is tre ren van D u itsch -Jo o d sch e V luch telingen ... had sinds F eb ru ari jl. n iet m eer k u nnen p laats h eb b en . H et reg istree ren van u itgeleide v reem delingen had sinds Mei 1938 n iet m eer k unnen p laa ts h ebben . Bij de afdeeling R egistra tie b es to n d een a ch te rs tan d in het reg istree ren van 47.300 aangem el­de v reem delingen . A ls gevolg van dezen ach te rs tan d w as het mij korte lings n iet m ogelijk de v raag van het D .v .J . h oudende: 'h o ev ee l vluchtelingen z ich bev o n d en o n d e r de reed s gereg istree rd e v reem delin ­g en ’. te b e a n tw o o rd e n ;’1

Croiset on tbrak alle tijd, doordat hij tezeer in beslag werd genom en door be­sprekingen en behandeling van spoedstukken van principiële betekenis. Als voor­beeld gaf hij ’het organiseeren van een grensbewaking tegen het binnendringen in ons land van ongewenschte vreemdelingen door de daarvoor in aanmerking ko­mende organen van politie en politietroepen op meer of minderen a fstand van de grens (z.g. afsluiting in tweede linie)’. Om zijn werk te kunnen doen m oesten er minstens 11 nieuwe arbeidskrachten aangesteld worden, meende hij. Dat meldde hij ook de minister2, maar deze reageerde met een plan tot werkbesparing, dat dan ook kostenbesparend zou w erken .3 Croiset kreeg ’in verband met de toegenomen w erkzaam heden inzake Joodse v luchtelingen’ vier k rachten toegezegd, maar niet de elf waarom hij had gevraagd. Een aparte registratie van zigeuners moest w or­den stopgezet. Die zigeuners, die voor de politie van belang waren, zouden im­mers vanzelf voorkom en in het door Croiset voorgestelde alfabetisch-lexicogra- fisch overzicht van gesignaleerde vreemdelingen, die gevaarlijk voor openbare or­de, veiligheid, gezondheid en zedelijkheid w erden geacht.

Ook raadde de minister Croiset aan geen formulieren of andere identiteitspapie­ren aan zigeuners uit te reiken, om dat het gevaar bestond, dat door middel van knoeierijen die formulieren (die min of meer als identiteitspapieren waren te be­schouwen) in handen w erden gespeeld aan zigeuners die in het buitenland waren.

De minister vond de registratie van Croiset ook veel te gedetailleerd. Ter illu­stratie noem de hij de on tw orpen form ulieren, w aarop bijvoorbeeld ingevuld moest worden of een zigeuner te voet, per rijwiel, per trein, per auto of per vlieg­tuig etc. de grens was overgekom en. Ten aanzien van de zigeuners stelde de mi­nister de volgende gedragslijn voor:

’lnd ien een h oofd van politie he t g ew en sch t ach t, om in een bepaald geval de id en tite it van een z i­g eu n er vas t te ste llen , zen d t da t hoofd de v in g era fd ru k k en van d ien z igeuner in bij he t C en traa l D epot van s ig n a le m e n tsk aarten , A lex an d e rs traa t 15a, ’s -G ravenhage. D eze C en tra le Id en tifica tied ien st van het D ep artem en t gaat dan na o f an d ere gegevens om tren t d ien z igeuner b ekend z ijn .’4

1 A G V D aan IK M , 29 o k t. 1938. In deze lfd e b rie f ste lt hij de IK M op de hoog te van zijn voorste l aan Ju s t. om een a lfab e tisch -lex ico g rafisch o v erz ich t d er g esignaleerde v reem delingen , die gevaarlijk voor o p en b are o rd e , veiligheid , g ezondheid en zedelijkheid w orden g each t, sam en te ste llen o p d a t zó de d ienst d er g rensb ew ak in g b e te r zou kunnen fu n c tio n e ren , w an n ee r d e sb e tre ffen d p ersonee l ov er een dergelijk b o ek je besch ik te (v oorste l aan Ju s t. 13 nov. 1937), w aarop hij nog geen b erich t had o n tv a n ­gen. 2 D eze b rief niet in het m ateriaal aanw ezig . (A G V D aan Ju s t. 31 ok t. 1938). 3 Ju s t. aan C ro i­se t, 13 jan . 1939. 4 N a de k ab inetsw isse ling van ju li 1937 liet de m in ister van Ju s titie , m r. C. M. J. F. G oseling , al vrij spoed ig de R ijk srecherche u itb re iden en riep hij een R ijk s iden tifica tied ienst in het leven . Zie: De Jong , G esch ied w erk l, p. 571.

Page 71: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

66

Op grond van het resultaat van dit onderzoek zou dan worden besloten of de zi­geuner een voorlopige verblijfsvergunning zou krijgen. H et bewuste hoofd van politie alsmede het Algem een Politieblad zouden van de beslissing op de hoogte worden gebracht. De zigeuner zelf kreeg ech ter geen bewijs van een verblijfsver­gunning in handen!

Ook van die zigeuners die hier te lande een voorlopig verblijf was toegestaan, zou een kaart (’de gewone gegevens’ bevattende) in het alfabetisch-lexicografisch overzicht van gesignaleerde, voor de openbare orde en zedelijkheid gevaarlijk b e ­schouw de, vreemdelingen opgenom en kunnen worden. Aan het hoofd van de A f­deling Rijkspolitie, die leider was van het Centrale Depot van signalementskaar- ten, gaf de minister intussen opdracht er voor zorg te dragen, dat de v ingerafdruk­ken van zigeuners bij het Centraal Depot m oesten worden geïdentificeerd. De mi­nister achtte deze gang van zaken aanmerkelijk tijd- en kostenbesparend , ’lm- m ers ’, zo schreef hij aan Croiset, ’het aantal v ingerafdrukken, dat van zigeuners b innenkom t, zal zo gering zijn dat het niet de moeite loont, dat daarvoor een erva­ren dactyloscoop aan Uw bureau verbonden w o rd t .’1

De initiatieven van de minister waren een streep door de rekening van Croiset. Aan een centrale, die het doen en laten van zigeuners geheel administratief zou kunnen volgen, was nu de bestaansgrond ontnom en. In dezelfde brief van 13 ja ­nuari ’39 trok de minister de consequentie van zijn beleid door zijn beschikking van 23 decem ber ’37 om tren t de oprichting van de zigeunercentrale in te trekken. Bij circulaire eveneens van 13 januari ’39 werd de procureurs-generaal bij de ge­rech tshoven hiervan mededeling gedaan.

Men kan zich afvragen of bij de opheffing van de N ederlandse Zigeunercentrale ook politieke motieven een rol hebben gespeeld. W as er bijvoorbeeld sprake van principiële weigering om zigeuners van vreem de nationaliteit aan Duitsland uit te leveren? In het ons ter beschikking s taande materiaal hebben wij hierom trent geen aanwijzingen gevonden. H et beleid ten aanzien van andere vreemdelingen wijst bovendien niet in die richting: in ’34 liet de minister van Justitie, van Schaik, vier illegaal in N ederland verblijvende Duitse anti-nationaal-socialisten a rresteren en over de Duitse grens ze t ten .2 Zijn opvolger, Goseling, oefende nog na de Reichs- krista llnacht (novem ber ’38) druk uit op het Joodse Vluchtelingencomité om een selectie te maken van vluchtelingen die naar Duitsland teruggestuurd m oesten worden.

De opheffing van de Zigeunercentrale dient ons inziens voornamelijk verklaard te worden uit de hoge kosten die een dergelijke centrale met zich mee zou bren­gen. Dat er geen gegevens naar W enen gestuurd w erden, hield verband met het feit, dat de politie in het algemeen over geringe technische middelen beschikte. M en kon niet voldoen aan de eisen die een Zigeunercentrale stelde, namelijk het

1 13 jan . 1939. U itvoerig kom t het v reem delingen- en v lu ch te lingenvraagstuk aan de o rd e in deze b rief. 2 De Jong , G esch ied w erk l. p. 548.

Page 72: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

67

maken van speciale fo to ’s en v ingerafdrukken. Daarbij kw am , dat de zigeuners in de 30er jaren slechts een klein deel vorm den van de totale groep van niet welkome vreemdelingen. De grensbewaking raakte overbelast door het toenem en van het aantal Joodse vluchtelingen. O nder deze omstandigheden was een apparaa t voor de registratie van zigeuners, zoals Croiset en anderen zich dat hadden voorge­steld, een luxe, die de N ederlandse schatkist zich niet kon permitteren. B oven­dien was er een discussie gaande over een algemene binnenlandse bevolkingsregi­stratie, waarin speciale aandacht aan de zw ervende bevolking zou worden be­steed.

Een algemene N ederlandse bevolkingsregistratie

In dezelfde periode waarin van de zijde van de politie op een uitvoerige regi­stratie van vreemdelingen, i.c. zigeuners en w oonw agenbew oners werd aange­drongen, hield men zich ook bezig met de vraag hoe een voor de overheid beter functionerende algemene bevolkingsregistratie samengesteld kon worden. Reeds in 1928 had de regering onder voorzitterschap van het hoofd der Inspectie van de Bevolkingsregisters, H. W. M ethorst, een commissie voor de Bevolkingsboek­houding ingesteld, die zicht m oest bezighouden met het ontw erpen van nieuwe voorschriften , inzake het aanleggen, inrichten en bijhouden van bevolkingsregis­te rs .1 In januari ’29 werd J. L. Len tz , inspecteur der Bevolkingsregisters, als ad ­viseur aan deze commissie toegevoegd. N a veel voorstellen en proefnemingen kwam pas bij K.B. van 31 maart ’36 (de vertraging had voornamelijk financiële oorzaken) het Besluit Bevolkingsboekhouding tot stand; per 1 juli trad het in w er­king. H et doel van deze bevolkingsboekhouding was volgens Lentz , inmiddels rijksinspecteur van de Bevolkingsregisters, geworden:

’het zoodan ig reg istree ren van den m en sch , d a t de ov erh e id s te ed s de besch ikk ing h ee ft - o f zo n d er veel m oeite kan v erk rijgen - ov er alle d ien m ensch b e tre ffen d e g egevens, w elke bij de vervu lling van de ov e rh e id s taak van belang kunnen z ijn .’2

En even verder schreef hij in zijn boek De Bevolkingsboekhouding:

'T h eo re tisch beschouw d kan de verzam eling van g egevens ten aan z ien van iederen p erso o n to t een zoodanige vo lm aak theid w orden o p g ev o erd , d a t de papieren m ensch een zu iver beeld geeft van den na ­tuurlijken m e n sc h .'3

Desalniettemin eindigde hij zijn eerste hoofdstuk met de waarschuwing: ’Men hoede zich voor overdrijving.’4

1 D .B . G o h res en F. A. H elm strijd geven een o n tstaa n sg esch ied en is van h e t B eslu it, D e B evo lk in g s­boekhoud ing (A lphen aan den R ijn 1936), p. 52. Z ie ook hun e e rs te su p p lem en t op D e B evo lk ingsboek­houding (A lphen aan den Rijn 1939). 2 J. L. L en tz : D e B evo lk ingsboekhoud ing (z .p ., z .j .) , p. 3.3 A .v . ,p .4 . 4 A .v .,p . 12.

Page 73: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

68

Op grond van het Besluit m oest elke gem eente van iedere inwoner een uniforme kaart aanleggen: vorm en inhoud waren tot in details voorgeschreven. Die kaart werd bewaard in het bevolkingsregister van de gem eente , w a a rd e inwoner w oon­achtig was. Bij verhuizing naar een andere gem eente ontving het bevolkingsregis­ter van die andere gem eente de kaart; m aar de eerste gem eente behield wel een a f­schrift.

In tegenstelling tot de Burgerlijke S tand, die L entz als statische registratie be­schouw de, noemde hij de Bevolkingsboekhouding dynamisch:

’Zij reg istree rt de b ew ege lijkheid d e r bevo lk ing en legt de v erm eerd erin g of v erm indering van het aan tal inw oners vas t, zij v e rsc h a ft ad ressen en g egevens b e tre ffen d e de m enschen die te r p laa tse w a­ren , zij v e rb in d t de opvo lgende p laa tsen van den m ensch m et e lk an d er en m aak t d aa rd o o r nasporingen en onderzo ek in g en vo o r velerlei doele in d en m o g e lijk , '1

zo schreef hij. Kaarten van overledenen, van mensen die blijvend het land had­den verlaten en van degenen die geen vaste woonplaats hadden , w erden bewaard in een centraal bevolkingsregister, dat toegevoegd was aan een nieuwe dienst, die tot taak had controle op het gehele systeem uit te oefenen. Deze dienst was de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters in Den H aag (ressorterend onder Bin­nenlandse Zaken). H et hoofd van deze dienst was Lentz. O ver het doel van het centrale bevolkingsregister m erkte Len tz op:

’H et sp reek t in tu ssch en van ze lf, d a t bij de ad m in istra tiev e verdeeling Van de bevolk ing van N eder­land o v e r de g em een ten , w aar de p e rso n en g each t m oeten w orden th u is te b eh o o ren , s te ed s een aan tal p e rso n en zal o v e rb lijv e n , d a t ze lfs m et de m eest s trenge regeling n iet in eenig gem een te lijk b ev o l­k ing sreg is te r is ond er te b rengen . D at zijn o .a . z ij, w ier am bu lan te leven , gevolg van n om ad ische nei­g ingen , van eco n o m isch e om stan d ig h ed en of a n d e rsz in s ,h e t onm ogelijk m aak t een b epaalde gem een te als w o o n p laa ts o f d u u rzam e v e rb lijfp laa ts aan te w ijzen . D eze p e rso n en nu , die wèl in de nationale b e ­v o lk ingsboekhoud ing m oeten v o o rk o m en , do ch n iet in h e t bevo lk in g sreg is te r van een b epaalde g e ­m eente z ijn o n d er te b ren g en , w orden opgenom en in een cen traa l bevolkingsregister, da t als o nderdeel van het nationale reg iste r, w ord t verzorgd d o o r den rijk s in sp ec te u r van de B evo lk ingsreg isters in Den H a a g ... A ldus vorm t de b ev o lk ingsboekhoud ing een slu itend g e h e e l. ’2

In de praktijk leverde deze registratie toch niet de verw achte resultaten op. In het tijdschrift De Bevolkingsboekhouding van Augustus ’40 werd vermeld, dat in het CBR opgenom en waren:

per 1 jan u ari 1937 64 m annen en 26 v rouw en p er 1 jan u ari 1938 349 m annen en 70 v rouw en per 1 jan u ari 1939 560 m annen en 56 v rouw en per 1 jan u ari 1940 698 m annen en 31 v ro u w en 3

1 A .v ., p. 2. 2 A .v ., p. 51 e .v . 3 De B evo lk ingsboekhoud ing , aug u stu s 1940. C ijfers vo lgens de G em eentestem . I m aart 1944, w eken a f, behalve w at 1940 b e tro f: 1 jan . 1938: 314 m annen en 73 v ro u ­w en; 1 jan . 1939: 537 m annen en 56 vrouw en .

Page 74: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

69

H et aantal woonw agens werd in N ederland op 3.000 gescha t .1 Niet ten onrechte kon M ethorst aan de minister van Binnenlandse Zaken in maart ’37 schrijven, dat de registratie van w oonw agenbew oners nog veel te wensen overliet:

’E en b elangrijk deel van de b ew o n ers d e z e r w ag en s’, zo m eldde hij de m in iste r, ’tre k t gedu ren d e het ja a r van de een e gem een te n aar de a n d e re . O m tren t hun opnem ing in een d er b ev o lk ingsreg iste rs b ek o m m eren zij zich m eestal n iet m éér, d an inc iden tee l vo o r hen b elang rijk is te r verkrijg ing van b e ­paalde fa c ilite ite n .’

Om enige verbetering in de registratie van deze groep te bewerkstelligen, stelde M ethorst de minister voor, alle w oonw agenbew oners in het schakelregister2 te verm elden, om dubbele registratie op te heffen en te voorkom en:

’De nasp o rin g van deze p e rso n en zou cen traa l s te ed s m ogelijk z ijn , h e tgeen vo o r veel d oele inden als z ee r b e langrijk kan w orden b e sc h o u w d .’

Via een algemeen schrijven zouden de gem eentebes turen ingeschakeld m oeten worden. Zij zouden op bepaalde kaartjes de nodige gegevens (naam, geboorteda­tum, geboortegem eente , zgn. domicilie en gezinsverband) m oeten invullen.

M ethorst verzocht de minister hem te machtigen de gegevens te verzam elen .3 De minister had geen bezw aar, tenzij het verzam elen een verm eerdering van de administratieve arbeid van enige betekenis zou opleveren. A lvorens M ethorst de gem een tebes turen zou inschakelen, wilde de minister wel graag inzage in het aan hen te sturen schrijven.4 H ieraan voldeed M ethorst. Ook deelde hij mee, dat er aan zijn voorstel nauwelijks uitbreiding van administratieve arbeid verbonden w as .5

Spoedig werd een circulaire6 aan de gem eentebes turen gestuurd met het ver­zoek om op een bijgevoegde staat gegevens te vers trekken over de in hun bevol­kingsregisters opgenom en w oonw agenbew oners (ook w anneer géén w oonw agen­bew oners aanwezig w aren, wilde hij graag hiervan bericht hebben). In het tijd­schrift De B evolkingsboekhouding van septem ber ’39 w erden de gem een tebe­sturen op verzoek van de inspecteur erop gewezen, dat mutaties, die zich voor­deden , ook steeds aan de inspecteur meegedeeld m oesten worden.

H et Besluit Bevolkingsboekhouding had betrekking op de registratie van de ge­hele bevolking. T evens stond echter een wet op stapel, die zich speciaal met de zogenaam de varende en rijdende bevolking zou bezighouden en be te r dan de

1 E r w aren ook an d ere sch a ttin g en . Z ie p. 71. 2 H et sc h ak e lre g is te r , da t d o o r de Insp ec tie b ijgehou­den w ord t ’d ien t in de N ed erlan d sch e b ev o lk ingsboekhoud ing v oornam elijk als verb ind ing tu ssc h e n deb evo lk in g sreg is te rs d e r g em een ten van v e rtre k n aa r , en van vestig ing uit een p laa ts b u iten N ed erlan d gelegen . D oor m iddel van h e t sc h ak e lre g is te r zal he t m ogelijk w orden na te gaan of h ern ieu w d e o p n e ­ming in een d er bevo lk in g sreg is te rs h ee ft p laa tsg eh ad ’. (J. L . L en tz , p. 170, c ite ren d H andleid ing be­vo lkingsboekhouding). 3 M eth o rs t aan B Z, 15 m aart 1937. 4 BZ aan M e th o rs t, 29 april 1937.5 M eth o rs t aan BZ, 13 mei 1937. 6 M e th o rs t aan de gem een teb es tu re n , juli 1937.

Page 75: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

70

gangbare registratie een greep op deze bevolking zou kunnen hebben. Blijkens de M emorie van Toelichting w erden hier de personen bedoeld, ’die d oor de aard van hun beroep, uit nomadische neiging of door sociale oorzaken een zwervend be­staan m oeten of willen le iden .. .’ Op een door M. A. J. Rosm an (hij had deel uitge­maakt van de commissie van 1936) aan Lentz gestelde vraag, welke de verhouding was tussen het in behandeling zijnde ontw erp-varende en rijdende bevolking, en het plan van M ethorst (inschakelen van de gem eenten) antw oordde Lentz:

’T u ssc h en d it plan en het in behandeling z ijnde o n tw erp (zou d aa rv an nog ooit iets te re c h t kom en?) is geen bep aa ld e verhouding . H et voorliggende p lan beoogt s lech ts sum m ier gegevens te verzam elen ten einde te w eten in w elke gem een ten de perso n en in gesch reven z ijn . V anu it he t cen tra le pun t k u n ­nen ze dan s te ed s w orden opgespoord via de ach te reen v o lg en d e in sc h rijv in g sg em ee n ten .’

Lentz had er zelf al eens over gedacht, om ook de schippers erin te betrekken, maar uiteindelijk wilde hij

’ee rs t e en s de p ro e f nem en m et de w o onw agenk lan ten en dat geleidelijk d o e n .’1

De ’Wet op de varende en rijdende bevolking’ kwam niet vóór de bezetting tot stand. Pas door de Beschikking van 27 ok tober ’41 van secretaris-generaal Frede- riks zou Lentz zijn doel bereiken.

H et w etsontw erp ging expliciet uit van het ambulant zijn van deze groep, die volgens de gegevens van de volkstelling van 31 decem ber ’30 bestond uit 54.945 varende en 10.795 rijdende personen.

D e m in isters w aren

’van m eening , da t e lke poging om een uit h aa r aard n ie t-sed en ta ire bevo lk ing in se d en ta ir v erband te w ringen bij v o o rb aa t to t m islukking is v e ro o rd e e ld .’

Er moest daarom z o ’n regeling gem aakt w orden, aldus de ontwerp-M emorie van Toelichting, dat

’de positie van de v aren d e en rijdende bevolk ing ad m in istra tie f kan w orden b eh ee rsch t, terw ijl hare ad m in istra tiev e bew egingsvrijheid is aan g ep ast aan die van h aar w erkelijk leven . ’2

1 L en tz aan R osm an, 6 april 1937. 2 O n tw erp -M em orie van T o elich ting (M aatregelen m et be trek k in g to t de v aren d e en rijdende bevo lk ing), p. 2 en 3.

Page 76: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

H O O F D S T U K 6

R E G IS T R A T IE E N C O N T R O L E DOOR N E D E R L A N D S E IN S T A N T IE S T IJD E N S DE B E Z E T T IN G

Algem een

De W et op woonw agens en woonschepen was ook gedurende de oorlog van kracht. Sedert het in werking treden in 1918 waren er - wij w ezen er reeds op - verschillende bezw aren tegen geopperd. Zo kon volgens de overgangsbepaling a r ­tikel 35, de bew oner van een woonw agen telkens een nieuwe vergunning krijgen, ook al voldeed de wagen niet aan de nieuwe eisen. Deze bepaling werd tot 1 fe ­bruari '25 verlengd. Als bezw aar gold ook, dat het verkrijgen van een vergunning niet alleen afhankelijk werd gesteld van voldoende middelen van bestaan, maar dat de beoordeling hiervan in feite berustte bij de politie-ambtenaar, die de aan­vraag behandelde. Bovendien waren ook velen on tevreden over de slechte toe­stand waarin de lokale kam pen verkeerden en was het aantal woonw agens in te ­genstelling tot de verwachtingen gestegen, nl. van 1.600 in 1918 tot 2.700 in 1938. Men had gehoopt, dat de wet ertoe zou bijdragen, dat de woonw agens op den duur zouden verdw ijnen .1

Bij het uitbreken van de oorlog waren er in ons land tussen de 2 .700en 3.000 wa­gens2, met 11.000 tot 12.000 bew oners .3

Zij bezaten voor het grootste deel de N ederlandse nationaliteit4, wat niet ver­wonderlijk is, gezien het strenge toelatingsbeleid, dat in de jaren dertig ten aan­zien van buitenlandse w oonw agenbew oners werd gevoerd. Een groot deel van de woonw agenbew oners woonde in de provincies N oord-B raban t en Limburg en veelal waren zij venter, handelaar, muzikant of kermisreiziger.

1 V oorgeschiedenis en inhoud van de W oonw agenw et 1968. B ro ch u re van het L an d e lijk K atho liek W o onw agenw erk ( ’s -H erto g en b o sch z .j .) , (afg. L K W ), pp. 3 -7 . L . A. van D oorn : D e w oonw agens m oeten verdwijnen. E en p la n voor de m a a tschappelijke verheffing van de zw ervende w oonw agenbevo l­king (afg. van D oorn). O v erd ru k van artike len in het tijd sch rift S o c ia le Z a ken (1940), no . 29 t/m 32.2 van D oorn . p. 3. Zie ook de no tu len van de vergadering van de p ro cu reu rs-g en e raa l van 4 sep t. 1941.3 a. D e B evo lk ingsboekhoud ing (1938), M aandblad van de verenig ing v oor b evo lk ingsboekhoud ing (afg. De B evo lk ingsboekhoud ing no. 12). b. De sch a ttin g van 30.000 d o o r H . J. R egenboog , com m . van R ijkspolitie en hoofd van de R ID , tijdens de vergadering van de p ro cu reu rs-g en e raa l van 4 sep t. 1941gegeven , is r ijk e lijk h o o g .c . van D oorn , p. 3. d. De B evo lk ingsboekhoud ing (\un \ 1942), no. 54. 4 N o tu ­len vergadering p ro cs-g en ., 4 sep t. 1941.

Page 77: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

72

De R ijksidentificatiedienst

Begin 1941 werd in overeenstem m ing met het algemeen beleid in die dagen ook bij de Rijksidentificatiedienst een aanvang gem aakt met de registratie van alle zich in N ederland bevindende woonwagen- en w oonschipbew oners van N ederlandse na­tionaliteit. De hoofden van de plaatselijke politiecorpsen werd verzocht om op 5 februari een controle onder de betreffende personen te houden en vervolgens één keer per maand eventuele wijzigingen door te geven aan genoem de D ienst.1 De maandelijkse opgave bleek al gauw van weinig nut door de zeer f requente wijzi­gingen in stand- en ligplaatsen. In verband hiermee verscheen in hetzelfde jaar Circulaire no. 2 van 25 juni waarin werd bepaald dat elke verandering onm iddel­lijk aan de RID moest worden doorgegeven. T evens werd voor 2 juli weer een al­gem ene controle bevo len .2 O nder de w oonw agenbew oners van vreem de nationa­liteit had reeds in opdracht van de secretaris-generaal van Justitie, maar op ver­zoek van Duitse zijde in novem ber ’40 een controle plaatsgevonden. Laa ts tge­noemde actie had nog onder de Rijksvreemdelingendienst geressor teerd .3 Met in­gang van 16 maart ’42 golden de bepalingen van Circulaire no. 2 ook voor w oon­w agenbew oners die s tatenloos waren of een andere dan de N ederlandse nationali­teit bezaten. De registratie van alle in N ederland in woonwagens verblijvende per­sonen geschiedde dus vanaf die datum door de R ID .4

De gegevens, die door de plaatselijke politie aan de RID m oesten worden ver­s trekt waren: naam, geboortedatum en -plaats, beroep, godsdienst en ’ras (arisch o f niet-arisch)’ van de woonwagen- of w oonsch ipbew oner5, en stand- of ligplaats en provinciaal kenteken van zijn wagen of schip. Ook de datum van aankom st of vertrek uit een bepaalde gem eente m oest worden gemeld. Verder diende te w or­den gecontroleerd of aan de bepaling van de Wet op w oonwagens en w oonsche­pen van 1918 was voldaan. De gegevens van hen, die in een huis waren gaan w o­nen, werden niet uit het systeem afgevoerd . Hun persoonskaart bleef, met ver­melding van het nieuwe huisadres, in de carto theek s taan .6 Bij de RID werden d e ­ze inlichtingen in twee system en verwerkt: er was een carto theek met persoons­namen en een op naam van de gem eente , waar een betreffende persoon zich met zijn wagen bevond. In de gem een tecarto theek werden de gegevens per familie ge­rangschik t.7

Uit het feit, dat reeds in novem ber ’40 een controle op verzoek van de Duitsers moest worden gehouden, kan niet worden geconcludeerd , dat de bezettende m acht in deze registratie de voorbereiding zag voor toekomstige razz ia ’s en de­portaties. De actie met betrekking tot de w oonw agenbew oners vorm de immers in

1 C irc. no. 2. 1 feb r. 1941, van het D G V P. 2 C irc . no. 2, 25 juni 1941, van het D G V P. 3 C irc. R no. 4145. 22 ok t. 1940, van de R ID . 4 C irc. no. 2A , 27 feb r. 1942, van de R ID . 5 Wij hebben de c a r to ­theek van de R ijk s iden tifica tied ienst ingezien en bij deze gelegenheid g eco n s ta tee rd , dat de erin opg e­nom en z igeuners als ’a r isc h ’ w erden gek en m erk t. 6 In te rv iew G . van P elt, hoofd van de afd . C en tra le P o litie reg isters bij de R ID . 7 N o tu len vergadering p ro cs-g en ., 4 sep t. 1941.

Page 78: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

73

die dagen geen uitzondering op de algemene registratiewoede die zich toen begon af te tekenen. Dit is algemeen bekend. De gehele sedentaire bevolking, om van de Joden niet te spreken, zou aan de beurt komen. Wij herinneren bv. aan de pogin­gen om de gehele w erkende bevolking een arbeidsboekje uit te reiken. De regis­tratie van de zigeuners dient men ongetwijfeld tegen deze algemene achtergrond te beschouw en en moet verklaard w orden uit de voor de oorlog reeds bestaande wens w oonw agenbew oners onder controle te houden. In een toelichting op de no­tulen van een vergadering van procureurs-generaal, gehouden op 4 april ’41, gaf H. Regenboog, toentertijd hoofd van de RID een openhartige verklaring voor de registratie van de woonw agenbew oners . Hij schreef toen:

'H e t bew eeg lijk s te g edeelte van de w oon w ag en b ew o n ers w ord t dan gevorm d d o o r de z igeuners, kerm isre iz ig ers , sc h are n slijp ers , v en te rs e .d . A angezien in h e t b ijzo n d er de laa ts te ca teg o rieën d ik ­w ijls b epaalde voord e len zien in het v erheim elijken van hun verb lijf , v e ro o rz ak en zij, zoow el adm i­n is tra tie f a ls bij de p rac tisch e p o litied ienst de m eeste m o e ite .1

Toch is door de politie in vele gevallen geen gehoor gegeven aan de bevelen van de directeur-generaal van Politie, A. Brants (onder wie de RID ressorteerde) om de richtlijnen uit te voeren , zoals deze waren voorgeschreven. ’Tengevolge hier­v a n ’, zo schreef hij de hoofden van Plaatselijke Politie in een circulaire van 13 au­gustus ’41 , ’w orden bij de registratie grote moeilijkheden ondervonden , w aardoor het niet steeds mogelijk is de verblijfplaats van woonwagen- en woonschipbewo- ners zonder dralen met afdoende zekerheid vast te ste llen’. De bepalingen in circ. no. 2 van 25 juni ’41 m oesten 's tip t worden nageleefd' (onderstr. in circ.). Maar de controles, aldus Regenboog in zijn overzicht, bleven vooral in de kleinere ge­meenten in m eerdere gevallen achterwege. Zij waren het die onvolledige of on­juiste gegevens ve rs trek ten .2 H et is niet bekend wat hiervan de oorzaak was. G e­brek aan personeel en de behoefte om nog meer administratieve rompslomp te vermijden kan misschien gepaard zijn gegaan aan onwil om onder Duitse beze t­ting aan de registratie actief mede te werken.

Met het in werking treden van de reorganisatie van de politie vanaf 1 maart ’43 kw am de controle op de w oonw agenbew oners te berusten bij de gemeentepolitie, de staatspolitie in de grote steden en bij de m arechaussee.

N aarm ate de oorlog vorderde , zouden enkele m edew erkers van de RID zijn gaan beseffen , dat een registratie, zoals bij de Dienst bestond , grote gevaren voor de geadm inistreerden kon opleveren. H et b ijhouden van de carto theek werd toen gesaboteerd . Schouw num m er, geboortedata en verblijfplaatsen w erden verwis­seld, hetgeen tot klachten bij de Duitsers leidde, die soms namen van w oonw agen­bew oners opeisten. G. van Pelt, thans hoofd van de afdeling Centrale Politieregis­

1 O v erz ich t b e tre ffe n d e w erk zaam h ed en van de R ijk s id en tifica tied ien st ten op z ich te van de reg is tra ­tie van w oonw agen- en w o o n sch ip b ew o n ers van N ed e rlan d se nationalite it. O pgesteld do o r H . J. R e­genboog , 4 sep t. 1941 (afg. O verz ich t R egenboog). 2 A .v.

Page 79: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

74

ters verklaarde tegenover ons dat bij de RID verder meestal geen vingerafdrukken van w oonw agenbew oners gem aakt zouden zijn, om dat zij over het algemeen niet als van criminele aard w erden beschouw d .1 De chaos kon worden vergroot doo r­dat de RID herhaaldelijk moest verhuizen, hetgeen mede tot gevolg had dat er, ook na de oorlog, geen juist overzicht van woonwagen- en w oonschipbew oners bestond, noch van de plaats waar deze zich bevonden .2

H et C entraal Bevolkingsregister

Reeds voor het uitbreken van de oorlog had Lentz , hoofd van de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters, geadviseerd de registratie van woonwagen- en w oon­schipbewoners te centraliseren. De directeur-generaal van politie was hem echter vóór gew eest door in de loop van 1941 bij de RID een soortgelijke registratie op te laten zetten. Lentz was van mening, dat de politie hiermee een taak op zich had genom en, die eigenlijk zou m oeten ressorteren onder de officieel met de bevol­kingsboekhouding belaste organen. Hij vroeg zich a f ’o f de officieele bevolkings­boekhouding nu nog langer moe(s)t ach terb lijven’ en stelde dan ook aan de secre- taris-generaal van Binnenlandse Zaken, mr. K. J. Frederiks voor, alle woonwagen- en w oonschipbew oners op te nemen in het Centraal Bevolkingsregister.3 Het CBR had zijn onts taan te danken aan het Besluit Bevolkingsboekhouding van 1 juli ’36. De bedoeling was, dat er personen in zouden worden opgenom en, die om de een of andere reden niet in een gemeentelijk bevolkingsregister konden w orden ingeschreven. Welke personen of groepen van personen al dan niet tijdelijk hier­onder zouden vallen, was ter beoordeling aan de minister van Binnenlandse Za­ken .4 Door opnam e in het CBR wilde Len tz proberen de woonwagen- en woon- schipbe volking ’- zonder aan hun vrijheid te kom en - administratief tot stabiliteit te b rengen .5 Immers ’de adm inistratieve onvindbaarheid is (...) niet te scheiden van de feitelijke onvindbaarhe id .’6 Dat de verblijfplaats van w oonw agenbew oners vaak niet te achterhalen was, kwam doordat velen van hen ingeschreven stonden in het bevolkingsregister van een gem eente , die ze al lang hadden verlaten.

Bij Beschikking van 27 ok tober ’41 kwam Frederiks tegemoet aan het verlangen van Lentz. Bepaald werd, dat bew oners van woonwagens en w oonschepen met ingang van 15 novem ber van dat jaar van de gemeentelijke bevolkingsregisters m oesten worden afgevoerd en opgenom en in het CBR. De burgem eesters zouden deze instelling ook van elke verandering in stand- en ligplaatsen op de hoogte m oeten brengen. Alleen als het verblijf van een woonw agenbew oner in een be­paalde gemeente als van duurzam e aard kon w orden beschouw d, kon hij in het be­volkingsregister van zijn woonplaats ingeschreven blijven. O ver deze u itzonde­

1 In terv iew van Pelt. 2 C irc. no. 6, 25 juni 1946, van de R ID . 3 L en tz aan SG van B Z, 12 sep t. 1941.4 B esluit B evolk ingsboekhoud ing . S ta a tsb la d 1936 no. 342 a rt. 27 en 28. 5 L en tz aan SG van BZ.12 sep t. 1941. G A .v ., 17dec. 1941 (ond ers trep in g in de brief).

Page 80: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

75

ringsgevallen zou Lentz als hoofd van de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters m oeten beslissen. Hij was trouw ens met de uitvoering van de gehele Beschikking be las t .1 Hij verzocht de burgem eesters hem middels speciale kennisgevingen vóór 1 decem ber opgave te doen van de nam en, geboortedata en verblijfplaatsen van de in hun gem eente aanwezige woonwagen- en w oonschipbew oners. Bij deze eer­ste melding m oesten ook de schouw num m ers van de wagens en schepen worden opgegeven .2

Volgens een voorlopige bekendm aking waren er in juni 1942 9.232 woonw agen­bew oners in het CBR opgenom en.3 Aan 225 anderen was ontheffing verleend op grond van langdurig verblijf in een zelfde gem een te .4

Aanvankelijk werden bew oners van wagens en schepen administratief niet ge­scheiden van andere in het CBR opgenom en personen. Wel werd al in novem ber ’41 in het onder redactie van L en tz staande blad D e Bevolkingsboekhouding ge­suggereerd om ’onder de drang der behoefte , doch ook en vooral aangewakkerd door de aantrekkelijkheid van de nieuwe v o rm en ’ (het gebruik van ruiters) bepaal­de bevolkingsgroepen ’zooals vreemdelingen, Joden , w oonw agenbew oners , schip­pers e .d . ’ door een ruiter van de andere te ondersche iden .5 M aar pas in augustus ’44 kon L. H. van Schelt, secretaris van hetzelfde blad, in een artikel, genaamd ’De zw ervers ach te rhaald ’ schrijven: ’De varende en rijdende bevolking is v oort­aan v indbaar’ (cursief in de tekst). Dit was niet het gevolg van het gebruik van rui­ters , m aar van het maken en bijhouden van een apart ’zw erfreg is ter’, dat vooral nut zou m oeten afw erpen bij de uitvoering van de Inentingsw et.6

In 1942 werden de verhoudingen met de RID hersteld en de banden nauw er aan­getrokken. De RID, welke in verband met de criminaliteit meer uitgebreide gege­vens eist dan de Inspectie7 bleek bereid gegevens betreffende w oonw agenbew o­ners, nodig voor het bijhouden van het Centrale Bevolkingsregister, aan de Rijksin­spectie te vers trekken .8 Reeds op 15 juni ’42 kon Len tz aan Frederiks melden, dat intensieve samenwerking tussen beide d iensten ’tot vervolm aking’ van beider re ­gistraties had geleid.9

H et afvoeren uit de gemeentelijke bevolkingsregisters had enkele consequen­ties. H et ingeschreven staan in een gem eente bracht zowel voor de be trokken ge­meente als voor de ingeschrevene bepaalde rechten en plichten met zich m ee .10

1 B esch ikk ing SG van B Z, 27 ok t. 1941. 2 L en tz aan b u rg em eeste rs , 11 nov. 1941. In: De B evo lk ings­boekhoud ing (dec. 1941), no . 48. 3 V oor de oorlog w erden perso n en slech ts bij u itzondering in het C B R opgenom en . V an 1936 to t 1940 w as dit slech ts in 700 gevallen gebeurd . 4 B ew oners van w o o n ­w agens en w oonschepen . In: De B evo lk ingsboekhoud ing (juni 1942), no. 54. 5 R uiters. In: D e Bevol- k in g sb o ekh o u d in g (n o v . 1941),n o .47. 6 L .H . van Schelt: D e zw ervers ach terhaald . In: De B evo lk ings­boekhouding (aug. 1944), no. 80. H et ’z w e rfre g is te r’ w as sa m engeste ld uit k aa rtje s die op g rond van de B esch ikk ing van 27 o k t. 1941 en van het R ondsch rijven van 11 nov. 1941 d oor de b u rg em eeste rs m oes­ten w orden ingezonden . A an de hand van het zw erfreg is te r is he t dus m ogelijk v as t te ste llen in w elke g em een te een bew o n er van een w oonw agen of w o onsch ip zich bev ind t, (p . 597). 7 L en tz aan SG van BZ, 16 feb r. 1942. 8 BZ aan C v P te M a astrich t, 22 juli 1942. 9 L en tz aan SG van B Z , 15 juni 1942. 10 Mr. F . A. H elm strijd : K inderen van het R ijk. In: W eekblad v o o rd en N ederlandschen B o n d van G e­m eenteam btenaren (dec. 1941), no. 2109. (afg. W eekb ladG em . A m b t.)

Page 81: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

76

Voor de in het CBR opgenom en w oonw agenbew oner deed zich het probleem voor, dat aanvankelijk niet was bepaald tot welke instantie hij zich voortaan zou m oeten richten voor het opm aken van akten of het aanvragen van stukken als rij­bewijzen, bewijzen van goed gedrag e.d. In een oplossing hiervoor werd voorzien door uitvaardiging van een 'Besluit uitreiking bescheiden ten behoeve van de in het CBR opgenom en p e rsonen ’ van 26 juli '42 van de secretaris-generaal van Bin­nenlandse Zaken. Bepaald werd, dat aanvragen om uitreiking van stukken konden worden gericht aan de burgem eester van de plaats, waar een w oonw agenbew oner op een bepaald moment verbleef. De burgem eester moest dan op vertoon van het inmiddels u itgereikte persoonsbew ijs de aanvraag in behandeling nem en, alsof het een inwoner van zijn gemeente betrof. Aan Len tz werd de beslissing overgelaten, in welke gevallen bemiddeling van de Inspectie van de Bevolkingsregisters ge­wenst w a s .1

Pas in april ’43 gaf L entz in een rondschrijven nadere richtlijnen voor de u itvoe­ring van dit Besluit. Uitreiking van bewijzen van N ederlanderschap en van pas­poorten dienden via bemiddeling van de Inspectie en, in het geval van paspoorten , ook via de onderafdeling Paspoorten van het directoraat-generaal van politie, dat in Hoog Soeren gevestigd was, te gesch ieden .2

V oor de gem eenten had de afvoering van ingezetenen naar het CBR vooral fi­nancieel nadelige gevolgen. D oordat het officiële inwonertal van de betrokken ge­meente daalde, verm inderden ook de inkom sten .3 De op grond van de Arm enwet bestaande verplichting om in de gemeente verblijvende armlastigen te onders teu­nen bleef ech ter , ook ten aanzien van in het CBR opgenom en personen bestaan. In de strenge winter van 1941/1942 werd door Frederiks met nadruk verzocht, dat de ’z.g. varende en rijdende bevolking... - bij gebreke aan hulp van andere zijde - de noodige ondersteuning van gem eentewege niet zal worden o n th o u d e n .’4 Een in septem ber ’43 door Frederiks ondertekend Ontwerpbesluit ter regeling van de fi­nanciële verhouding tussen rijk en gem eenten op dit punt, is voor zover ons be­kend, nooit in werking ge treden .5

1 B eslu it van de SG van BZ b e tre ffen d e u itre ik ing van b esch e id en van reg istra tieve aard aan in het C B R opgenom en p e rso n en . 26 jun i 1942. In: De B evo lk ingsboekhoud ing {aug. 1942), no. 56. 2 L en tz aan b u rg em eeste rs , 22 april 1943. In: D e B evo lk ingsboekhoud ing (mei 1943), no. 65. 3 L. H . van S chelt: Varende, rijdende en zw ervende bevolking. In: W eekbl. G em . A m b t. (dec. 1941), no. 2106. 4 SG van BZ aan burg(s) 23 jan . 1942. In: Socia le Z a ken (febr. 1942), no. 7. 5 SG van BZ aan SG van A lge­m ene Z ak en , 27 sep t. 1943.

Page 82: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

H O O F D S T U K 7

N E D E R L A N D S IN IT IA T IE F TO T H E T IN S T E L L E N VAN B E W A A K T EK A M P E N

Reeds voor de oorlog had L. A. van Doorn, d irecteur van Maatschappelijk Hulpbetoon te U trecht, zich on tevreden getoond over de ontoereikende controle op de bepalingen van de zijns inziens te milde Wet op woonw agens en w oonsche­pen. In het eerste oorlogsjaar nam hij zijn kans waar. In het tijdschrift Sociale Z a ­ken, w aarvan hij m ederedacteur was en dat tot sep tem ber '44 verscheen, publi­ceerde hij een viertal artikelen onder de titel: ’De woonw agens m oeten verdwij­nen. Een plan voor de maatschappelijke verheffing van de zw ervende w oonw a­genbevolking.’1

Als motto boven het eerste artikel voerde van Doorn de volgende strofen uit de W IL T Z A N G K van Vondel:

Wij zaaien noch wij m aaien niet Wij te ren op de boer A ls ’t k o ren in z ijn aren schiet B este lt al ’t land ons voer.

Hij zag hierin een treffende karakterisering van de w oonw agenbew oner. Im­mers,

'H ij te e r t op den w eldad igheidszin van zijn m ed em en sch , hij tee rt op de gem een sch ap . B edelarij, v e rk ap t en open lijk , s tro o p e rij, lan d lo o p erij, m isbru ik van o p en b a re , kerk e lijk e en p articu lie re a rm en ­zorg . Z ieh ie r in enkele w oorden het b es taan van den w oo n w ag en b ew o n er. De d o orsnee-w oonw agen- b ew o n er beh o o rt to t het a-sociale ty p e . H ij leeft zijn vrij en on g eb o n d en leven . H ij be taa lt geen b e la s­tingen , hij b ekom m ert z ich n iet om lee rp lich tw et, hij a a n v a a rd t geen g em een sch ap sp lich ten . H ij leeft o n d e re n b o ven de w e t.’2

De criminaliteit die deze groep zo vaak w ordt aangew reven, liet van Doorn bui­ten bespreking. De gegevens daarover on tbraken om dat een onderzoek ’d o o re e n sam enloop van om standigheden’ niet was voltooid .3

1 De artik e len van van D oorn w erden als O verd ru k g eb undeld , (augustus 1940). W ij g eb ru ik ten de O verd ru k . 2 A. v ., p. 1. 3 A. v ., p.7

Page 83: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

78

N u de bestaande wetgeving had gefaald, w aren volgens van Doorn ’uit sociaal, zedelijk en hygiënisch oogpun t’ nieuwe maatregelen wenselijk. Daarbij kw am de overweging, dat de om standigheden, waarin N ederland toentertijd verkeerde niet meer toelieten, dat arbeidskrachten onproductief b leven .1 Deze laatste overw e­ging kon men in m eer kringen beluisteren - vooral in het begin van de oorlog en bij diegenen die de ’Nieuwe O rd e ’ propageerden. In het m otto , dat van D oorn boven zijn tweede artikel plaatste, lezen wij :

' . . .a l le s m oet aan h e t w erk vo o r h ers te l, w ed ero p b o u w en u itb re id ing van w erkgelegenheid in stad en la n d e .’2

Om ook de w oonw agenbew oners in ’de landsom standigheden van vandaag’ in te passen stelde hij een plan tot 'm aatschappelijke verheffing’ van deze groep voor. H et doel was hen op te nemen ’in het groote leger van landgenooten, dat met hernieuwde kracht, met nieuwen moed, verfrischt en gesterkt naar lichaam en geest, aan de Nederlandsche g em eenschap ’ zou bouw en .3 Van Doorn vond het gewenst de w oonw agenbew oners onder te brengen in w erkkam pen onder toezicht van een met ruime bevoegdheden beklede rijksdienst. Dat dit voor de betrokken personen een ernstige beperking van hun vrijheid zou be tekenen , zag hij niet als een probleem. Er waren ’in de loop der jaren wel grootere beperkingen opgelegd, indien het algemeen belang dat v o rd e rd e .’4 Van groot belang was, dat de w oonw a­genbew oners , na in de kam pen ontginningswerk te hebben verricht en deelgeno­men te hebben aan de ’beroepsvorm ing’ de kam pen weer zouden verlaten en voor het zgn. normale leven m eer geschikt zouden zijn. Alleen degenen, die v o o rd e uit­oefening van hun beroep hun w oonwagens niet zouden kunnen missen, zouden nog recht hebben op een vergunning voor het bew onen van een wagen.

De geestelijke vader van dit plan gaf blijk van grote afkeer van commissies en rapporten . Hij toonde zich zeer ingenomen m et de om standigheden waarin het land sinds enkele maanden verkeerde en die, aldus van Doorn,

'u ite rm a te gesch ik t (w aren) om th an s een dergelijk plan te p ro p ag eeren . Tal van belem m eringen , die w ellich t a n d e rs zo uden b es taan , gaven nu geen m oeilijkheden . E r kon sne l, d o o rta s ten d en d o e ltre f­fen d w orden gew erk t. ’5

M et klem vroeg hij de N ederlandse en Duitse autoriteiten aandach t voor zijn voorstellen en met grote letters liet hij zijn beschouw ingen eindigen met de w oor­den ’L A A T DIT PL A N W E R K E L IJK H E ID W O R D E N .’6

Een maand later meldde het tijdschrift Sociale Z aken, dat naar aanleiding van de artikelenreeks van van D oorn een sam enw erking was on ts taan tussen de schrijver en pater M ercks die al jaren lang onder de w oonw agenbew oners werkte.

1 A .v . ,p .9 . 2 A .v . ,p .4 . 3 A .v . ,p . 14. 4 A .v .,p . 11. 5 A .v . 6 A .v . ,p . 14

Page 84: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

79

W aaruit deze samenwerking bestond is niet duidelijk. H et blad is de belofte om haar lezers op de hoogte te houden van verdere p lannen aangaande dit onderw erp niet nagekom en .1 In novem ber herinnerde S. C. de H aas van Dorsser, d irecteur van M aatschappelijk Hulpbetoon te Haarlem , in een artikel ’De toekom st van ons w e rk ’, terloops nog eens aan het plan van zijn collega, ’een oplossing... die zeker ernstige overweging ve rd ien t .’2 M aar daar bleef het bij. H oe het plan bij de depar­tem enten is ontvangen en of van Doorn nog pogingen to t realisatie ervan heeft on ­dernom en is ons niet bekend. In het voor dit onderzoek gebruikte materiaal komt zijn naam buiten het blad Sociale Z aken niet voor.

In 1943 richtte het departem ent van Sociale Zaken w erkkam pen voor ’aso- cia len’ op. In deze kam pen bevonden zich 'w e rk sch u w e’ lieden, die op onoirbare wijze in hun levensonderhoud voorzagen’.3 O f ook w oonw agenbew oners naar d e ­ze kam pen w erden gestuurd is niet bekend.

Op 4 sep tem ber ’4 1 vond in het departem ent van Justitie een vergadering plaats van de procureurs-generaal. Aanwezig waren ook het NSB-lid, de secretaris-ge- neraal van Justitie mr. J. J. Schrieke (voorzitter), Croiset, in zijn nieuwe functie van inspecteur-generaal der N ederlandse politie en twee am btenaren van het di- rectoraat-generaal van politie.4 Regenboog, het hoofd van de Rijksidentificatie­dienst, gaf bij deze gelegenheid een uiteenzetting over de w erkzaam heden van de­ze instelling met betrekking tot de registratie van woonwagen- en w oonschipbe­woners. Aanleiding to t deze verhandeling vorm de een voorstel van mr. W. J. de Rijke, procureur-generaal te A rnhem , om de w oonw agenbew oners in een kamp onder te brengen. De Rijke had in augustus een brief on tvangen, getekend door elf inwoners van Zuna in de gem eente W ierden. Ze klaagden hierin hun nood over 'aangelegenheden haast niet in schrift weer te g ev en .’5 H et be tro f het gedrag van de bew oners van het nabij gelegen w oonw agenkam p, dat daar door de gem eente Rijssen was geplaatst. De landerijen van de om w onenden waren

’zo n d e r o n d erb rek in g aan de rooverij en v e rn ie lzu ch t van v o o rn o em d kam p b lo o tg este ld . Z oo w er­den de a a rd ap p e ls uit de g rond g e ro o fd , roggehokken van het land g ehaald o f de aren a fg esn e d en , a f­raste rin g en van w eilanden vern ie ld , de palen d aa rv an u itg e tro k k en o f a fg ek n ap t, boom en a fg e z a a g d .’6

De ondertekenaars verzoch ten de procureur-generaal spoedig een oplossing voor deze problemen te zoeken. De inhoud van hun brief werd nog eens bevestigd in een bijgaand schrijven van twee gem eenteraadsleden van Wierden. Ook de b u r­

1 D ep artem en t van Sociale Z aken : V errichtingen gedurende het ja a r 1940 ( ’s -G ravenhage sep t. 1940), no. 38, (afg. Socia le Z aken), p. 620 en 621. In de d o o r o n s geb ru ik te a rch iev en kom en van D oorn noch M ercks m eer voor. W el deelde G. van P elt. in het g esp rek dat w e m et hem v o e rd en , m ee, da t pa te r M ercks na de oorlog bij de R ID een aan ta l d o o p reg is te rs van z igeuners had g eb rach t. D eze reg isters w aren vo lgens van Pelt v oo r de D ienst n iet b ru ik b aar. 2 S. C . de H aas van D orsser: D e to eko m st van o n s werk III. In: S ocia le Z a ken , (nov. 1940), no. 44. 3 S ocia le Z a ken , (1944), p. 51. 4 N o tu len verg a­dering p ro cs-g en ., 4 se p t. 1941. 5 A .v . 6 A .v .

Page 85: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

80

gem eester, mr. E. D. Maaldrink, beaam de, dat de in de brief w eergegeven situatie niet overdreven was en pleitte voor overplaatsing en intensievere bewaking van het kamp. N adat deze brieven in de vergadering waren voorgelezen, uitte mr. R. van G enechten , NSB-lid en procureur-generaal in Den Haag, zijn instemming met het voorstel van de Rijke:

’A ls ze leven van ro o f en d ie fsta l, k o sten ze w aarsch ijn lijk m eer dan w an n ee r ze in een kam p ge­p laa ts t z ijn . H e t zou in te re ssan t z ijn , indien h ier d o o r jonge socio logen een o n d e rzo ek n aar w ord t in­geste ld in h o ev erre de w oonw ag en b ew o n ers van ro o f leven en in h o ev erre van hun in k o m ste n .’1

De Rijke zei, dat het misschien beter was eens na te gaan in hoeverre onder w oonw agenbew oners criminaliteit heerste; ’crimin^’p ’ en ’asocia le’ elementen zouden dan vervolgens in een kamp sam engebracht kunnen worden. Schrieke stelde voor, de mogelijkheden te onderzoeken voor een arbeidsverdeling met be­trekking tot deze kwestie tussen de departem enten van Binnenlandse Zaken, So­ciale Zaken en Justitie. Ook Regenboog zou dan een deel van de w erkzaam heden op zich kunnen nemen, daar hij al enigszins in de materie thuis was. Regenboog had echter al eerder in de vergadering de bedenking geuit, dat het internering zou be tekenen , w anneer de voor het merendeel N ederlandse w oonw agenbew oners verplicht in een kamp ondergebracht zouden worden. Ook bew eerde hij, dat het ’gehalte’ van de w oonw agenbew oners meeviel. H ierover had hij echter geen c o n ­crete gegevens, zodat hij nauwelijks een tegenwicht tegen de ideeën van de Rijke en van G enechten kon vorm en .2

De vergadering van 4 sep tem ber ’41 had voor de positie van de w oonw agenbe­woners voorlopig geen directe gevolgen. Een jaar later vestigde de Rijke in een brief aan Schrieke weer de aandacht op ’het euvel der w oonw agenbew oners’. Dit­maal had hij klachten ontvangen over het kam p in de gem eente Lienden. Hij schreef:

'D e b ew o n ers van dit kam p s to ren zich vrijw el n ergens aan en v ero o rz ak en den om w o n en d en veel last. Zij la ten hun p aard en in de aan g ren zen d e w eiden loopen en het m elkvee is n iet veilig. H et is in­d erd aad hoog tijd da t tegen deze lieden m aatregelen w o rd en g enom en . H et kan toch n iet goed z ijn , da t norm ale a rb e id e rs veelal g en o o d zaak t w orden bepaald w erk te gaan doen , ook b u iten slan d s en d a t d e ­ze vagebo n d en m aar hun gang k unnen gaan. ’

Hij herinnerde de secretaris-generaal van Justitie nog eens aan zijn voorstel de w oonw agenbew oners in speciale kampen onder te brengen .3

Er werd ook contact gelegd met Duitse instanties. J. B. Gielens, hoofd van de afdeling Organisatie en Uitvoerende Dienst bij het bureau van de gevolmachtigde

1 A .v . 2 A .v . 3 PG de Rijke aan SG van Ju s t., 22 sep t. 1942.

Page 86: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

81

voor de reorganisatie van de N ederlandse politie1, had (waarschijnlijk) op 6 no­vem ber een onderhoud met majoor C. L. Lautenschlager van de O rdnungspolizei. Deze deelde hem mee, dat het verzoek van de Rijke voorlopig niet ingewilligd kon worden. Wel stond er, volgens de Duitser, een verordening tegen asociale e lem en­ten op stapel, die eventueel ook op w oonw agenbew oners toegepast zou kunnen w orden .2 Deze verordening kw am echter niet tot stand.

Ook elders, bv. in N oord-B rabant werd de aanwezigheid van w oonw agenbew o­ners als een last e rvaren en ook hier dook het plan op van een centraal kamp met strenge politiebewaking.3 In januari ’43 richtte M. G. J. Staelenberg zich namens de Boerenleider der provincie N oord-B rabant tot de burgem eester van U den met het verzoek maatregelen te treffen om verdere schade, berokkend door w oonw a­genbew oners, te voo rkom en .4 De burgem eester C. L. Buskens antw oordde hier­toe door onvoldoende politiekrachten niet in staat te zijn. N aar aanleiding hiervan wendde Staelenberg zich met zijn verzoek tot mr. N. J. van Leeuw en, procureur- generaal te ’s -H ertogenbosch .5 Deze gaf de officier van justitie, mr. C. J. van Arkel, de opdracht een onderzoek naar deze kwestie in te stellen. Deze kreeg van de Udense burgem eester de volgende schriftelijke inlichting:

’D at de bew o n ers van het p la tte land de w oonw ag en b ew o n ers als een g roo te plaag b esch o u w en , is van algem eene bek en d h e id ; im m ers de v o o rn aam ste bezigheid van d a t vo lk je is bedelen en gappen . V ooral de lan dbouw ers in den o m trek van een w oonw agenkam p o n d erv in d en d aarv an dagelijks last en sc h a d e ... H et rad icaa lste m iddel om van die m ensen v erlo st te w o rd en , is, ze in een kam p te concen- tree re n en goed te la ten w erken . ’6

Van Arkel voegde deze brief bij zijn advies aan de procureur-generaal en fo r ­muleerde als zijn eigen mening:

1 In juli ’41 w erd m r. L . J . B roersen aangeste ld als gevo lm achtigde vo o r de reo rgan isa tie van de N e­derlan d se politie. D eze nam geleidelijk de taak van de d irec teu r-g en eraa l van politie over. M et ingang van de reo rgan isa tie van de politie in m aart ’43 w erd de fu n c tie van gevo lm achtigde opgeh ev en en kw am er w eer een d irec teu r-g en eraa l als hoofd van het p o litiew ezen . D irec t o n d er hem sto n d en nu vijf gew este lijke p o litiep res id en ten , die de tak en en bevoeg d h ed en h adden van de v roegere p ro cu re u rs -g e ­neraal. De v ijf po litiegew esten w aren;G roningen (o m v atte de p rov incie G ron ingen , F riesland en D ren te)E indhoven (N o o rd -B rab an t, L im burg)A m ste rdam (N o o rd -H o llan d , w este lijk deel van U trech t)A rnhem (G elderland , O v erijsse l, ooste lijk deel van U trech t)R o tte rd am (Z uid-H olland , Z eeland).2 K an ttek en in g bij PG de Rijke aan SG van Ju s t . . 22 sep t. 1942. J. B. G ie lens aan PG de R ijke, 20 okt. 1942; idem 12 nov. 1942. 3 K enrick en P uxon , p. 100. ' I t w as sa id th a t the nu isance they caused had increased en o rm ously a n d th a t a cen tra l caravan ca m p sh o u ld be es tab lished u n d erp o lic e supervision . In the event, th is turned o u t to be a ca m p a t W esterbork used a ls o a s a Jew ish transit centre. ’Zoals v e rd ero p zal blijken is de laa ts te zin o n ju ist. W el kw am e r in de loop van 1943 een cen traa lw oonw agenkam p in W este rb o rk , m aar dit w as niet h e tze lfd e als he t d oo rgangskam p Ju d en d u rch -gangslager (JD L ) W este rb o rk . B ovendien w aren e r behalve in W este rb o rk ook e ld ers in he t land ver-zam elkam pen v oor w oonw agens. 4 21 jan . 1943. 5 17 feb r. 1943. 6 11 m aart 1943.

Page 87: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

82

’H et kom t mij g ew en sch t vo o r d a t, zoo lang er geen v o o rsch rift b es ta a t d a t w o o n w agenbew oners te ­gen hun w il, o n d er v o ldoende bew ak ing , in een kam p k u nnen opgeborgen w o rd en , bedoeld w oonw a­g enkam p (bedoeld is h ie r he t U dense kam p) o n d e r v o o rtd u ren d e co n tro le d e r politie kom t te staan ; z o o d a t w an n ee r de U dense politie d aarto e niet in s ta a t is w egens g eb rek aan m an sch ap p en , deze a ls­nog w orde v e rs te rk t. ’ 1

Van L eeuw en richtte hierop in maart ’43 een schrijven tot de secretaris-gene- raal van Justitie, waarin hij, in overeenstem m ing met het advies van de Udense burgem eester , de wens tot concentratie van de w oonw agenbew oners tot uiting bracht. Op het departem ent van Justitie werd zijn brief gevoegd bij het dossier, dat daar inmiddels al over het betreffende vraagstuk was aangelegd.2

1 V an A rkel aan PG van L eeu w en , 15 m aart 1943. 2 PG van L eeu w en aan SG van Ju s t., 22 m aart 1943.

Page 88: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

H O O F D S T U K 8

M A A T R E G E L E N V A N DE B E Z E T T E N D E M A C H T

De B efehlshaber der O rdnungspolizei (BdO ), O tto Schum ann, had in de herfst van 1942 bij mr. L. J. B roersen, gevolmachtigde v o o rd e reorganisatie van de N e ­derlandse politie, de aandacht gevestigd op het feit, dat in enkele provincies z o ’n groot aantal w oonwagens was - in de provincie Drente m eer dan tweehonderd . Hij zag gegronde aanleiding om aan te nem en, dat zich onder de bew oners hiervan ve­le personen bevonden ’die niet tot de eigenlijke woonwagenbevolking behoorden , doch er om uiteenlopende redenen belang bij hadden zich onder hen verborgen te h o u d en .’1

Ten einde deze onderduikers op te sporen gaf B roersen de vijf procureurs-gene­raal opdracht het toezicht op woonwagen- en w oonschipbew oners te verscher­pen. De eerste landelijke controle zou op 15 novem ber aanvangen. Indien een ge­meente niet over voldoende politiepersoneel zou kunnen beschikken, zou de m e­dewerking van de m arechaussee m oeten worden ingeroepen. Bij deze gelegenheid zouden de persoonsbewijzen van de betrokken bew oners gecontroleerd m oeten worden en vergeleken met de in wagen of schip aanwezige woonvergunning, waarop het officiële aantal bew oners vermeld stond.

Voorts was het de bedoeling, dat bij de controle zou worden gelet op de nale­ving van de circulaire betreffende toezicht op personen zonder geregelde arbeid. Deze, nam ens de secretaris-generaal van Justitie door B roersen opgestelde circu­laire, werd in juni ’42 in het Algem een Politieblad geplaatst. Bepaald werd hierin, dat de politie geregeld personen moest controleren ,

’d ie d o o r z ingen , he t m aken van m uziek , d an sen en an d ere v ertoon ingen op den o p en b a ren w eg, s traa th an d e l o f bedelarij, al o f n iet o n d er he t m om van h e t aan b ied en van k leine k o o p w aar, in hun o n ­d erh o u d tra c h te n te voorz ien . V an b ed e laa rs , s tra a tz a n g e rs , s traa tm u z ik an ten en s tra a ta r tis te n die z o n d e r vergunning o p trad en , a lsm ede van ’n iet bon afid e s tra a th a n d e la a rs ’ m oest de iden tite it w orden v as tg este ld , w aarv an een rap p o rt m oest w orden inged iend bij d en d ire c te u r van het gew estelijk a r ­b e id sb u re a u .’2

1 GR N ed . Pol.aan p roc(s)-gen ., 4 nov. 1942. 2 A P van 25 jun i 1942.

Page 89: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

84

H et was de bedoeling deze personen te werk te stellen, een mogelijkheid, die was geschapen door V erordening 42/1941 van de Rijkscommissaris, o .m . be tre f­fende de verplichting tot het verrichten van d iens ten .1 De controle van 15 novem ­ber werd in elk geval in drie van de vijf politieressorten, nl. ’s-Gravenhage, A rn­hem en L eeuw arden , u itgevoerd .2 Alleen in de gem eente Rheden werd een on­derduiker opgepakt, een scharenslijper die tot voor kort in Den Haag had ge­woond en om wiens aanhouding in het Algem een Politieblad was verzocht nam ens de Sicherheitspolizei.3

In de ressorten A rnhem en L eeuw arden werden negen mensen zonder persoons­bewijs aangetroffen . Tientallen m annen w erden als werkloos bij de gewestelijke a r­beidsbureaus opgegeven .4 De burgem eester van O otm arsum , H .M .T . baron Schim m elpenninck van der Oye, verklaarde in een brief aan de Rijke, da t elke in zijn gem eente arriverende w oonw agenbew oner zich onmiddellijk moest melden bij het arbeidsbureau. Tegen hen die in gebreke bleven, werd een proces-verbaal opge­m aak t.5 Ook vanuit Ede werd melding gem aakt van regelmatige opgave van w erk­loze w oonw agenbew oners .6

Dat het aantal w erklozen onder de woonwagenbevolking tijdens de oorlog groter was dan voor de oorlog kan niet met cijfers worden aangetoond, doch aangenom en kan w orden, dat dit wel het geval was, daar weinigen van hen in vaste loondienst werkten en de m eesten van hen hun brood trach tten te verdienen als scharenslijper, venter, m uzikant of kermisreiziger; laatstgenoemde g roep werd vooral gedupeerd door de beschikking van R auter van half maart ’43, waarbij het houden van ker­missen verboden w erd .7 V oor de overigen, dus voor diegenen die geen geregelde arbeid hadden, werd het door de s traatcontroles en razz ia ’s steeds moeilijker langs de weg hun brood te verdienen.

O m streeks dezelfde tijd was een andere maatregel tegen de zigeuners afgekon- digd: deze was niet afkomstig van de bezettende macht in N ederland maar van het R S H A , dat in een Schnellbrief van 29 januari ’43 (het z.g. A uschw itz-E rlass) be ­paalde, dat alle ’zigeunerische Personen’ naar het concentra tiekam p Auschwitz moesten worden gedeporteerd .8 Deze maatregel zou voor Nederland op 29 maart ’43 van kracht worden, maar werd pas ongeveer een jaar later (mei ’44) uitge­voerd. Volgens het bevel van het R S H A van 29 januari ’43 m ochten o.m . u itzon­deringen w orden gem aakt voor hen, die reeds enige tijd vast werk en een woning

1 B. A . Sijes: De A rbeidsin ze t. ( ’s -G ravenhage 1966), p. 1 19e.v . 2 PG de R ijke aan G R N ed . P o l., 10 dec . 1942. PG van G en ech ten aan ho o fd en p laa tse lijke politie (afg. p l.p o l.) e .a . , 5 nov. 1942. PG Sèm - p lon ius aan G R N ed . P o l.. 17 dec . 1942. 3 PG de Rijke aan GR N ed . P o l., 10 dec . 1942. 4 a. A .v . b. PG S em plon ius aan G R N ed . P o l., 17 dec . 1942. 5 l7 n o v . 1942. 6 R ech e rc h eu r te Ede (naam o n lees­baar) aan C vP te E de, 24 nov. 1942. 7 B roersen aan de G ew este lijke P o litiep res iden ten (afg. G ew . Pol. p res(n)), 17 m aart 1943. 8 H et bevel van 29 jan . 1943 van het R S H A b ev a tte de u itv o erin g s­bepalingen van het bevel van H im m ler van 16 dec . 1942, vo lgens w elke ' Z igeunerm isch linge. R óm - Z igeuner un d n ich t deu tschb liitige A ngehörige zigeunerischer S ippen b a lkan ischer H e rk u n ft'. n aar een c o n c en tra tiek am p m oesten w orden g eb rach t. D öring. p. 214-218. Zie p. 106.

Page 90: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

85

hadden. Bij de beoordeling of iemand ’zigeunerisch' was, m oesten de politie-in- stanties op afstamming, leefwijze, uiterlijk voorkom en, taal en namen letten. Wij kom en op de actie van mei '44 nog uitvoerig terug.

V anaf half april ’43 begon men er van Duitse zijde bij het directoraat-generaal van politie op aan te dringen tegen de w oonw agenbew oners tot handelen over te gaan. N am ens W ehrm achtbefehlshaber F. C. Christiansen verzocht W. H arster , B efehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD (B dS) de secretaris-generaal te ­vens directeur-generaal van politie, Schrieke, om de in de omgeving van H ilver­sum aanwezige w oonwagens te verw ijderen .1 Vermoedelijk hield dit verzoek verband met het feit, dat het hoofdkw artier van de W ehrm acht in H ilversum ge­vestigd w as.2 De verwijdering van de w oonw agenbew oners uit de omgeving van Hilversum was

’aus sicherheitspolizeilichen G rü n d en ... zw ingend notw endig . ’

H et zouden overwegend ’asoziale E lem en te ’ zijn, die zich kennelijk met zwarte handel bezig hielden. De w oonw agens, aldus H ars te r , m oesten nog verder uit de kusts trook verwijderd w orden, naar concentratie-plaatsen gevoerd en onder voortdurende politie-controle staan. V oorzover ’a rbeitsfah ig ’ m oesten de m anne­lijke bew oners aan het werk w orden gezet en - aldus H ars te r -

'Da der W ehrm ach tbe feh lshaber in den N iedertanden auch aus anderen G ründen a u fd ie R ü ck fü h ru n g drangt, h itte ich d a s E rforderliche um gehend zu veranlassen u n d m ir h ierüber M itte ilung zu m achen . ’3

W at H ars te r bedoelde met ’anderen G ründen ’is niet duidelijk.Ook Seyss-Inquart achtte het nodig aan de reeds zo geringe bewegingsvrijheid

van w oonw agenbew oners een eind te maken en gaf voor de uitvoering h iervan op­dracht aan H. A. Rauter, H öherer SS- und Polizeiführer. Deze richtte zich in mei tot de A bteilung Ernahrung und L an d w irtsch a ft met een brief van de volgende in- houd:

'In den vier nördlichen Provinzen g ib t es eine U nm enge ’g erm an ischer Z ig eu n er’, die m it W agen und Pferden durch die G egend brausen. D er H err R e ich sko m m issa r h a t m ir den A u ftra g gegeben. d a fü r zu sorgen. d a s d ieses ’g erm an ische N o m a d e n le b e n ’ endlich e inm a l au fh ö rt. Ich b itte Sie, das P ferdem ateria l d ieser 'germ anischen Z ig eu n er ' en tw eder der W eh rm ach t oder der L a n d w ir tsc h a ft zu r V erfügung zu stellen. Ich werde durch die niederlandische Potizei die A n w eisu n g geben, d a ss diesen 'g erm an ischen N o m a d e n ’ endlich ihr Z igeunerhandw erk gelegt wird, d .h . d a ss sie durch die Polizei e in en fes ten W oh n sitz zugew iesen erhalten, a u fd a s s s ie e in g eo rd n e tes Leben beginnen. ’4

Een exem plaar van deze brief stuurde hij naar Schrieke, met het verzoek er zorg voor te dragen, dat zijn verlangens werden uitgevoerd .5 Inderdaad, eind mei

1 13 april 1943. 2 J. K em p er, hoofd van de h o o fd afd . U itv o eren d e D ienst bij het Dir. G V P aan D G V P te A p eldoorn , 19 juli 1943. 3 13 april 1943. 4 1 3 m eil9 4 3 . 5 A .v.

Page 91: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

86

werd door de Crisiscontroledienst in samenwerking met de N ederlandse politie een razzia gehouden, waarbij 355 paarden in beslag werden genom en, die gro ten­deels via het Vee- en V leesaankoopbureau bij opkopers terecht kw am en .1

Ook Schrieke gaf gehoor aan het verzoek van R auter en zond m ajoor J. Kem- per (w erkzaam aan het directoraat-generaal van politie) naar het bureau van de B d S om nadere instructies in ontvangst te nemen. H et was namelijk de bedoeling, dat de N ederlandse politie de maatregelen tegen de w oonw agenbew oners zou uit­voeren. Ook het hoofd van de R echerchecentrale werd door H auptsturm führer O skar W enzky, hoofd van de K rim inalpolizei bij de B dS , van de te houden acties op de hoogte gesteld. In zijn brief wees W enzky er o.a. op, dat deze ' Angelegen- heit' tot de com petentie van de Sicherheitspolizei behoorde , aangezien ’vielfach ein Z usam m enhang m it den Fragen der B ekam pfung des Zigeunerwesens besteht. ’2

1 B e drijfschap v oor V ee en V leesch aan H aup ta b te ilu n g E rnahrung u n d L a n d w ir tsch a ft, 12 jun i 1943.2 O . W enzky aan hoofd R e ch e rc h ecen tra le , 20 mei 1943.

Page 92: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

H O O F D S T U K 9

DE V E R Z A M E L K A M P E N

De voorbereiding

J. K em per, die - zoals wij schreven - in mei ’43 naar het kantoor van de B d S werd gestuurd om aanwijzingen te ontvangen voor de uitvoering van tegen w oon­w agenbew oners gerichte maatregelen, bleef zich tot zijn ontslag - op 1 augustus ’43 - op intensieve en nauwgezette wijze met deze kwestie bezighouden.

K em per was al voor de oorlog bij de politie in dienst getreden. Hij werd lid van de N SB. In de oorlog maakte hij snel promotie. Hij werd inspecteur van politie in Zaandam en vervolgens, in mei ’42, kreeg hij een aanstelling op het bureau van de gevolmachtigde voor de reorganisatie van de N ederlandse politie, dat met ingang van 1 maart ’43 overging in het directoraat-generaal van politie. K em per bekleed­de er de functie van hoofd van de Hoofdafdeling U itvoerende Dienst en had in­middels de rang van majoor bereikt. Hij was onder meer belast met het onderzoe­ken van misstanden in de verschillende politiekorpsen. T oen hij deze taak naar ei­gen zeggen iets te serieus opvatte en ook andere nationaal-socialistisch gezinde politie-ambtenaren op de vingers t ikte, begon men hem lastig te vinden en werd hij w eggew erk t.1 De voorbereidende m aatregelen, die een aanzienlijk aantal w oon­w agenbew oners in verzam elkam pen zouden doen belanden, had hij toen al afge­rond.

Bij zijn bezoek aan het bureau van de B dS kreeg K em per de instructie om aller­eerst zo snel mogelijk de w oonwagens uit de omgeving van Hilversum te laten verwijderen. Vervolgens zouden vanuit de gem eenten in de provincies N oord- en Zuid-Holland en Zeeland en uit de kusts treek rond het IJsselm eer, de daar aanw e­zige woonw agens geleidelijk naar buiten deze gebieden gelegen verzam elkam pen gevoerd moeten worden. Ook was het de bedoeling om w oonw agenbew oners uit het overige deel van het land op den duur naar dergelijke oorden te dirigeren. Eerst zou echter m oeten worden nagegaan welke p laatsen zich hiertoe het meest zouden lenen.2

1 D oss. RvO J. K em per. 2 O. W enzky aan hoofd R e ch e rc h ecen tra le , 20 mei 1943.

Page 93: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

Voordat K em per van deze opdrachten kennis had kunnen nem en, had H. O. A. E. Sellmer, B eauftragter des R eichskom m issars in de provincie Drente, in sa­menwerking met de plaatselijke m arechaussee al bepaald, dat in Drente de w oon­w agenkam pen in de plaatsen Assen, W esterbork , Meppel, H o o g ev een en Em m en (gezien de goede bereikbaarheid en de voldoende hygiënische voorzieningen) voor dit doel het best in aanmerking kwamen. Eind april waren in deze plaatsen al 62 wagens geconcen tree rd .1 Sellmer verzocht Schrieke zich met deze keus ak­koord te verklaren en ook voor de overige provincies snel een soortgelijke rege­ling te tre ffen .2

Op 22 mei waren de vijf gewestelijke politiepresidenten door het directoraat-ge- neraal voor het eerst in kennis gesteld van de wens van Rauter om de w oonw agen­bew oners vaste w oonplaatsen te geven .3 Enkele dagen later kreeg de gewestelijke politiepresident te Am sterdam de opdracht w oonw agenbew oners uit het Gooi naar het w oonw agenkam p van de stad Utrech t te doen vervoeren. N a aankom st in U trecht moest de politie bijzondere aandacht besteden aan de verplichte melding voor de arbeidsinzet onder de mannelijke woonwagenbevolking.4 Ook aan de reeds geringe bewegingsvrijheid van de bezitters van woonw agens uit de drie kustprovincies en de kuststreek rond het IJsselmeer kwam spoedig een einde. Het werd hun verboden om na 10 juni binnen dit gebied hun wagens te verplaatsen. Door deze maatregelen met aanplakbiljetten in de bestaande gemeentelijke kam ­pen aan te kondigen, hoopte men te bereiken dat de w oonw agenbew oners uit ei­gen beweging voor de 10e juni het betreffende gebied zouden verlaten. Na deze datum zou men met een woonwagen deze streek ook niet meer mogen b innentrek­ken. Op 10 juni moest door de politie een inventaris worden opgem aakt van het aantal in het kustgebied nog aanwezige woonwagens en de plaats waar de wagens zich bevonden .5 H et enige ons bekende protest tegen deze inbreuk op de bew e­gingsvrijheid kwam van de burgem eester van Zwollerkerspel, mr. G. A. Strick van L inschoten, die de gewestelijke politiepresident te A rnhem verzocht hem wel mede te willen delen, w aarop zijn bevoegdheid berustte , de vrijheid van beweging van w oonw agenbew oners in te t rekken .6

Met ingang van 1 juli werd ook voor de rest van het land het trekken met w oon­wagens verboden, terwijl eveneens op die datum een inventaris als in de kus ts tre ­ken werd opgem aak t.7 Inmiddels was door sam enwerking tussen het directoraat- generaal van politie, de lokale en gewestelijke politie-autoriteiten en de Rijksiden­tificatiedienst uitgezocht, welke plaatsen voor de verzam elkam pen het meest ge­schikt zouden zijn en hoeveel wagens deze kampen zouden kunnen bergen .8

1 Sellm er aan S ch riek e , 17 mei 1943. 2 A .v ., 21 juni 1943. 3 G ie lens aan G ew . Pol. P res(n), 22 mei 1943. 4 K em p er aan G ew . Pol. P re s. A m ste rdam , 25 mei 1943. 5 K em per aan G ew . Pol. P res(n), 28 mei 1943. 6 5 juni 1943. 7 K em per aan G ew . Pol. P re s(n )., 25 juni 1943. 8 K em per aan hoofd R e ch e rc h ecen tra le , 27 mei 1943. K em per aan G ew . Pol. P re s(n ).,2 8 mei 1943.

Page 94: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

89

H. A. van Hilten, gewestelijk politiecom m andeur te E indhoven, w achtte een be­slissing van 'hogerhand ' niet af, maar b rach t de politiegezagsdragers in het ge­w est op de hoogte van het voornem en alle w oonwagens in zijn gewest in één groot kamp onder te brengen en de m annen die over het algemeen ’te lui’ waren om te w erken en die leefden van ’bedelarij, diefstal, zwarte handel en andere ongerech­tigheden, en een plaag waren voor de plattelandsbevolking, te werk te s te llen .51

Dit in een op de heide in te richten kamp zou bij de gem eente Best (bij E indho­ven) kom en te liggen. Er zouden ruim 200 woonwagens m oeten s taan .2 Kem per maakte hiertegen bezwaar; het zou immers moeilijk zijn om in z o ’n groot kamp de nodige hygiënische voorzieningen aan te brengen. De majoor gaf er de voorkeur aan om 'm eerdere goed ingerichte kam pen’ in te stellen.3

Verschillende gem eentebes turen gaven er blijk van niet erg ingenomen te zijn met de inrichting van een verzam elkam p in hun gemeente. Dit bleek wel uit som ­mige an tw oorden, die de gewestelijke politiepresident van Groningen kreeg op zijn verzoek om informatie over de verschillende gemeentelijke kampen. Uit deze brieven bleek trouw ens ook in welke slechte staat deze kam pen vaak verkeerden. Zo werd uit Hoogezand bericht:

’De p laa ts w aar de w oonw agens in z ee r bep erk te m ate s tan d p laa ts kunnen krijgen , is in v erband m et he t fe it da t n im m er in deze gem een te w agens o p o n th o u d h eb b en , in vervallen to es ta n d gekom en. De pom p is v eron tre in igd en w aterleid ing is niet te v e rs trek k en . D e b eh o e fte aan een w oonw agenpark o n tb reek t ten eenenm ale . ’4

De burgem eester van Noorddijk maakte melding van een woonwagenstand- plaats van 3 bij 5 meter en merkte ten overvloede op, dat hierop 1 woonwagen kon worden geplaats t .5

Eind juli was bij het directoraat-generaal een landelijk overzicht on ts taan van het aantal w oonw agenbew oners en hun verblijfplaatsen en van de meest geschikte verzam elkam pen.6 K em per gaf nu de politiepresidenten ieder afzonderlijk de op­dracht om in hun gewest een aanvang met de concentratie van w oonw agenbew o­ners te maken. Deze opdrachten waren gedetailleerd en zeer minutieus voorbe­reid: er stond precies in vermeld hoeveel woonw agens uit de verschillende ge­m eenten naar een bepaald verzam elkam p m oesten worden vervoerd .7 Het waren de laatste opdrachten , die Kem per in deze kwestie gaf. Enkele dagen later werd hij overgeplaatst. Zijn taak werd overgenom en door J. B. Gielens.

In juni 1942 waren er in ons land ruim 2.700 w oonw agens.8 Niet al deze wagens m oesten in de kampen worden ondergebracht. De verzam elkam pen waren nam e­

1 V an H ilten aan po litiegezagsd ragers (PG D (S), 5 jun i 1943. 2 V an H ilten aan D G V P te H oog-S o eren , 8 juni 1943. 3 K em per aan G ew . Pol. P res. E in dhoven , 22 juli 1943. 4 PG D H oogezand aanG ew . Pol. P res. G ron ingen , 16 juni 1943. 5 Burg. N oord d ijk aan G ew . Pol. P res. G ron ingen , 4 juni1943. 6 K em per aan D G V P, 19 juli 1943. 7 K em per aan G ew . Pol. P res. G ron ingen , 20 juli 1943;A rnhem , 22 juli 1943; A m ste rd am , 27 juli 1943; R o tte rd am , 29 juli 1943; E in dhoven , 29 juli 1943.8 De B evo lkingsboekhouding , (juni 1942), no. 54.

Page 95: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

90

lijk uitsluitend bestem d voor w oonw agenbew oners die gewoon waren om gere­geld met hun wagen rond te trekken. Aanvankelijk werd dan ook voorgeschreven, dat alleen diegenen die op 1 mei ’43 in het CBR stonden ingeschreven, uit het te ontruimen gebied m oesten worden verwijderd en, in een later stadium, in kampen ondergebracht. Zij, die als gevolg van de slechte staat van hun woonwagen niet meer konden trekken en van wie daarom kon worden aangenom en, dat ze een ge­meente als vaste woonplaats hadden, mochten op hun standplaats blijven.1 Later w erden de maatregelen van toepassing op zw ervende w oonw agenbew oners in het algemeen, dus ook op hen, die om welke reden ook niet in het CBR w aren opgeno­men. Bij het bepalen wie wel en wie niet met zijn woonwagen naar een verzam el­kamp moest, hadden de gem eentebes turen vrij veel invloed. Als een burgem ees­ter kon aantonen dat een w oonw agenbew oner als sedentair beschouw d kon w or­den, m ocht de betreffende persoon met zijn gezin in een gem eente blijven staan, mits hij zijn wagen hierna niet meer zou verplaatsen. Zo konden verschillende van hen aan plaatsing in een van de kampen ontkom en. Anderzijds hadden gem eente­besturen nu ook de gelegenheid zich van de door hen als asociaal en onaangepast beschouw de personen te on tdoen .2 Zo kwamen vanuit Valburg, Tubbergen en Gasselte klachten, dat voor de w oonwagens in deze gem eenten nog geen verza­melkam pen waren aangew ezen .3

A ndere groepen, die van de samentrekking w erden uitgezonderd, waren in w oonwagens wonende directies van bouw ondernem ingen, terwijl ook kermisrei­zigers, die ingeschreven s tonden bij de Vakgroep Kermisinrichtingen, ’gezien hun werkkring en beschavingspeil’ niet tot de zw ervende woonwagenbevolking w er­den gerekend. Ze m ochten, ook al s tonden ze bij het CBR ingeschreven, als uit te zonderen categorie worden beschouw d .4 W erknem ers in voor de oorlogvoering belangrijke bedrijven vielen, mits zij hiertoe een bewijs van hun werkgever kon­den tonen , eveneens buiten de tegen zw ervende w oonw agenbew oners gerichte maatregelen.

Al met al bleven er, volgens de berekeningen van K em per, van de plm. 2.700 wagens 1.163 over, die eind juli naar de verzam elkam pen gebracht m oesten w or­den.

Volgens de opdrachten van K em per zouden er in totaal 27 verzam elkam pen worden ingericht. De grootste kam pen, waar meer dan 50 wagens zouden moeten komen, lagen in de gem eenten Apeldoorn, U trecht, ’s-H ertogenbosch, Tilburg, Groningen, Am ersfoort en W esterbork .

Vanuit een aantal gem eenten werd protest aangetekend tegen de beslissing om daar een verzam elkam p te plaatsen. G esteund door de burgem eester van O mmen

1 K em p er aan G ew . Pol. P res(n ), 28 mei 1943. 2 B urg. V ries aan G ew . Pol. P res. G ron ingen , 12 aug.1943. Burg. T ie tje rk s te rad e e l aan G ew . Pol. P re s. G ron ingen , 20 aug. 1943. 3 L oco-burg . V alburg aan G ew . Pol. P re s. A rnhem , 5 ok t. 1943. Burg. T u b b erg en aan D G V P , 16 aug. 1943. G ew . Pol. P res. G ron ingen aan D G V P, 2 sep t. 1943. 4 K em per aan G ew . Pol. P re s.(n ) A m ste rd am , R o tte rd am , L eeu w ard en en A rnhem , 8 juni 1943. V an H ilten aan P G D (s )e .a ., 7 juli 1943.

Page 96: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

91

diende de Waterleiding Mij ’Overijssel’ N .V . bij de gewestelijke politiepresident C. C. W alraven een verzoek in om van het verzam elkam p in O m m en af te zien. In de loop der ja ren had men van de bew oners van het gemeentelijk w oonw agen­kamp, dat vlak bij het ’prise d 'eau-te rre in ’ van de maatschappij gelegen was ’al heel wat hinder ondervonden. G edurende de oorlogsjaren was de overlast hand over hand toegenom en .’ Men vreesde, dat uitbreiding van het woonw agenkam p tot regionaal verzam elkam p deze situatie nog zou vers lech te ren .1 H et protest had succes: de voor het daar geplande kamp bestem de w agens w erden elders onderge­brach t .2 Ook vanuit Apeldoorn, waar met 97 wagens het grootste kamp van het gehele land zou m oeten kom en, kwam protest. De d irecteur van G em eentew erken schreef met instemming van de wethouder voor O penbare W erken en een kapitein van de gemeentepolitie:

’Bij de tegenw oord ige reed s b es taan d e o verbevo lk ing van A peldoorn ten gevolge van de o v e rb re n ­ging van h e t R eg eerin g sap p araa t, van het R ijk scom m issariaa t en van de z ee r vele ev acu é es en angst- v luch te lingen ach t ik h e t ong ew en sch t om zo n d e r b ijzondere n o o d zaak de bevolk ing te v e rg ro o ten m et een dergelijk aan tal vaak m inder gew en sch te elem en ten . ’3

Deze klacht had weinig succes: het verzam elkam p A peldoorn bleef gehand­haafd.

Er werd ook veel bezw aar gem aakt tegen het feit, dat er aanvankelijk geen en­kele financiële regeling werd getroffen voor de gem eenten waar een verzam el­kamp zou worden ingericht. De kosten, die voor de ondersteuning van armlastige w oonw agenbew oners gem aakt m oesten w orden, waren voorheen over een vrij groot aantal gem eenten verspreid geweest. Als gevolg van de samentrekking werd nu een relatief klein aantal (zo b.v. het Burgerlijk A rm bestuur Maastricht)

'o ffic iee l b e las t m et de zorg vo o r ’b ehoeftigen en a -so c ia len ’, die uit an d ere g em een ten a fkom stig w a re n .’4 ’E en gevolg h iervan is ', a ld u s de b u rg em eeste r van S oest aan de secre ta ris -g en eraa l van B innen landse Z ak en , ’d a t de aan g ew ezen gem een te in de to ek o m st v o o r deze ca tegorie arm lastigen hoogere u itgaven vo o r arm enverzo rg in g zullen m oeten d o en , terw ijl de n ie t-aan g ew ezen g em een ten financiee l voo rdeel h e b b e n . ’5

Behalve uit M aastricht en Soest kwamen dergelijke klachten ook uit Breda, E ind­hoven en O psterland .6 Het protest uit Opsterland werd onder w oorden gebracht door de commissaris van de provincie Friesland, mr. P. A. V. baron van H arinxm a thoe Slooten. Aan de door hem geuite financiële bezw aren voegde hij nog toe:

1 W aterle id ing Mij. 'O v e r ijs se l’ N .V . aan G ew . Pol. P res. A rnhem , 28 juli 1943. B urg. O m m en aan G ew . Pol. P re s. A rnhem , 29 juli 1943. 2 G ew . Pol. P re s. A rnhem aan D G V P N ijm egen , 1 dec.1943. 3 Dir. G em . W erken A peldoorn aan G ew . Pol. P re s. A rnhem , 5 aug. 1943. 4 B urgerlijk A rm ­b es tu u r M aastrich t aan SG van BZ, 4 dec . 1943. 5 24 sep t. 1943. 6 B urg. B reda aan com m issaris d e r P rov ince (C dP) N o o rd -B rab a n t, 7 se p t. 1943. Dir. S oc. Z aken E in dhoven aan burg . E in dhoven , 16 sep t. 1943 en 28 juli 1944; aan G ew . Pol. P re s. E in d h o v en , 30 sep t. 1943; aan SG S oc. Z ak en , 28 juli1944. C d P F rie slan d aan SG van BZ, 9 aug. 1943.

Page 97: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

92

'B o v en d ien ach t ik h e t, m et he t oog op de handhav ing d er o p en b are o rd e en ru s t, o n d er de huidige o m stand igheden zeer o n g ew en sch t, da t co n cen tra tie van a-socia le e lem en ten p laa ts h ee ft. De politie, die to ch al de h an d en vol h ee ft, zal h ie rd o o r nog zw aa rd e r w orden b e las t, terw ijl dergelijke kam pen een in ten siev e bew aking zullen v o rd eren . T en slo tte m oge ik U H o ogedelges trenge e r nog op w ijzen , d a t he t lan d sch ap ssch o o n in de g em een te O pste rland d o o r b o v engenoem de m aatregel z ee r geschaad zal w orden . Ik m oge U derh a lv e d ringend in overw eging g even , bij de b e tre ffen d e au to rite ite n pogin­gen te w illen o n d e rn em en , w elke leiden to t in trekk ing van de aanw ijzing d e r vas te s ta n d p la a ts voor de w o o n w ag en b e w o n ers .’1

N a ontvangst van dit schrijven uit Friesland toog mr. J. H eusdens, hoofd van het bureau Bijzondere Zaken bij het departem ent van Binnenlandse Zaken, aan het werk en schreef hij het concept voor een brief aan de directeur-generaal van politie. Hierin sloot hij zich aan bij de gem aakte financiële bezw aren, maar eindig­de het concept als volgt:

'E v en w e l ach t ik, m et den C dP F rie s lan d , m et he t oog op de h andhav ing d e r o p en b are o rd e , veilig­heid , in he t b ijzonder o n d e r de o n d erhav ige om stan d ig h ed en , een c o n cen tra tie van a-socia le e lem en ­ten zee r ongew en sch t. In v erb an d m et het b o v en s taan d e m oge ik U in overw eging geven de b e tre ffe n ­de m aatregel te doen o p h effen . ’2

H et hoofd van het bureau Financiën, N. A. N ap, wenste dit concept niet van zijn paraaf te voorzien. Met de klacht ten aanzien van de financiële kant van de zaak kon hij zich verenigen. Hij zag ech ter niet het nut in van het verzoek tot vol­ledige opheffing van de concentratiemaatregelen:

'M en m ag veilig a a n n e m e n ’, zo sc h ree f hij, ’da t de o verw eg ingen , w elke to t die m aatregelen hebben geleid , v oor een goed deel een politioneel k a rak te r d ragen . H et ligt to ch voor de han d , da t m en e v e n tu ­ele o rd em aatreg e len t .o .v . de onderh o rig e ca tego rie ingezetenen het g em akkelijk st ten u itv o er kan leg­gen , indien deze p e rso n en op b epaalde p laa tsen g eco n ce n tree rd zijn . Ik m oge U v o o rste llen , goed te v inden , da t de behandeling van den b rie f van den C d P F riesland van 9 a u g u s tu s .... d o o r mijn bureau g e sc h ie d t.’3

H ierm ee was de zaak afgedaan. Vanuit het departem ent van Binnenlandse Za­ken zou alleen op een financiële regeling voor de gem eenten worden aangedron­gen, terwijl over de verzam elkam pen met geen woord werd gerept. Pas begin sep­tem ber '44 ontving het departem ent van Binnenlandse Zaken (na op het schrijven van 18 sep tem ber ’43 acht maal een rappèl te hebben gestuurd) de mededeling dat de kosten van de kam pen en kam pbew oners ten laste van de begroting van het di- rectoraat-generaal van politie konden worden gebrach t .4

1 C dP F rie slan d aan SG van BZ, 9 aug. 1943. 2 C o n cep t J. H eu sd en s , (sep t. 1943), no. 13137. 3 N ap aan H eu sd en s , 20 nov. 1943. 4 SG van BZ aan D G V P, 18 sep t. 1943; 5 nov. 1943; 18 dec . 1943; 9 fe b r. 1944; 2 m aart 1944; 20 april 1944; 30 jun i 1944; 29 juli 1944; 16 aug. 1944.

Page 98: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

93

De uitvoering

De uitvoering van K em pers opdrachten verliep niet volgens de plannen. Een van de oorzaken was, dat een aantal w oonw agenbew oners zich niet aan de voor hen bestem de maatregelen wilde onderw erpen. V oorts werd K em per per 1 augus­tus ’43 van zijn functie on theven , zodat degene die tot dan toe het nauwst bij de voorbereiding van de verzam elkam pen was betrokken , zelf geen toezicht op de naleving van de door hem gegeven opdrachten kon houden. Mogelijk heeft dit op de uitvoering van de maatregelen een nadelige uitwerking gehad.

Toen de w oonw agenbew oners ter ore was gekom en, dat ze niet meer met hun wagens zouden mogen trekken en verplicht op een verzam elkam p standplaats m oesten innemen, slaagde een aantal van hen erin zich aan deze maatregel te on t­trekken. Ze verkochten hun wagens of stalden ze bij boeren. Anderen lieten de wagens wel achter, soms na e r alle kentekenen van te hebben verwijderd. De ge­zinnen trokken in veelal slecht bew oonbare woningen, huurden kam ers of t rok ­ken de vrije na tuur in, waar ze, zoals een burgem eester het uitdrukte, ’als holbe­w o n ers ’ lee fden .1 De gewestelijke politiecommandeur van Hilten drong er bij de hoofden van politie in Brabant en Limburg op aan, van de vaste w oonplaatsen van de betrokken personen op de hoogte te blijven en lijsten met ad ressen en andere gegevens van hen bij te houden. Hij deed een dringend beroep op de medewerking van de geadresseerden ’teneinde deze a-sociale elem enten onder controle te doen h o u d en .’2

Toen K em per van het gedrag van de w oonw agenbew oners kennis had geno­men, stelde hij H ars te r van deze situatie op de hoogte en stelde hem voor ’deze onwilligen naar het kam p Vught te doen overbrengen en hun w oonwagens ver­beurd te ve rk la ren .’3 Of de B dS h ie rm ee akkoord ging en er inderdaad ondergedo­ken w oonw agenbew oners naar Vught werden overgebracht, is ons niet bekend.

De bewaking van de kampen was in sommige gevallen van dien aard , dat w oon­w agenbew oners , al dan niet met hun wagen, met onbekende bestemming weg konden trekken .4 M aar ook kwam het voor dat de politie-autoriteiten wel degelijk op de hoogte waren van het feit dat een kam pbew oner zijn wagen had verkocht of achtergelaten om een huis of woonschip te betrekken. V oorzover ons is gebleken, werd de bew oners dan bij het verlaten van het kamp geen s trobreed in de weg ge­legd. Er bestond zelfs de mogelijkheid om, eenmaal in een huis w onend, uit het C BR te worden afgevoerd en weer in een gemeentelijk bevolkingsregister te w or­den opgenom en .5

1 G ew . Pol. P res. A rnhem aan D G V P, 10 juli 1943. O p perlu it. pol. D ev en te r aan G ew . Pol. P res. A rn ­hem , 10 aug. 1943. K em per aan G ew . Pol. P res. G ron ingen , 22 juli 1943. 2 V an H ilten aan PG D (s) in B raban t en L im burg , 5 jun i 1943. 3 K em p er aan G ew . Pol. P res. G ron ingen , 22 juli 1943. 4 B urger­lijk A rm b estu u r M aastrich t aan SG van BZ, 4 dec . 1943. Burg. A lm elo aan G ew . Pol. P res. A rnhem , 6 o k t. 1943. 5 G ew . Pol. P res. A rn h em aan burg. Z u tp h en , 23 feb r. 1944.

Page 99: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

94

Aanvankelijk was het voor de bew oners van de kam pen soms mogelijk om des­gewenst met hun wagen naar een ander dan het hun toegew ezen kam p te worden overgeplaatst. Zij, die b.v. met het oog op de uitoefening van hun beroep, of om ­dat ze bij hun familie in een kamp wilden staan, een dergelijke overplaatsing wensten , m oesten hiertoe een verzoek indienen bij de gewestelijke politiepresi­dent. Deze was bevoegd hiervoor toestem m ing te geven, als hij de aangevoerde a rgum enten plausibel achtte en er in het gewenste kamp nog ruimte was. H ierover vond dan overleg plaats met de burgem eesters van de betreffende gemeenten. H un oordeel was veelal doorslaggevend. Tot 1 novem ber ’43 w erden verschillen­de van dergelijke verzoeken ingewilligd. N a die datum werd echter elke verplaat­sing van w oonw agens, op straffe van arrestatie van de bew oners en inbeslagname van de wagens, door Duitse autoriteiten ve rb o d en .1

Eveneens in begin novem ber werd in de gewesten A rnhem en G roningen2 op last van de M ajor der Gendarm erie N itsche, B dO -V erbindungsoffizier, een inven­tarisatie gem aakt van de nog voor vervoer geschikte w oonw agens.3 Voor een aan ­tal w oonw agenbew oners vorm de dit het begin van weer nieuwe zorg. In decem ber werd de vordering van nog in goede staat verkerende wagens gelast ’om bij een eventuele ca tastrophe tot onderkom en te dienen voor de bevolking van het getrof­fen geb ied .’4 In het gewest Groningen m oesten ongeveer 200 wagens in beslag worden genomen. H et grootste deel werd vervoerd naar het Judendurchgangsla- ger W esterbork . Ook in de gem eenten Groningen en L eeuw arden werd een aantal wagens opgeslagen. De vroegere bew oners van de wagens m oesten een ander on­derkom en zoeken. De politie kreeg het verzoek bij te houden w aarheen de eigena­ren van de gevorderde w oonwagens verhuisden, dit met het oog op de eventuele schadevergoeding.5 Toen de burgem eester van E nschede, J. J. G. E. R ückert, bij het uitblijven van deze vergoeding hierover om opheldering vroeg bij de wnd. ge­westelijk politiepresident en deze zich tot Nitsche wendde met het verzoek om nadere inlichtingen, werd hem bericht, dat deze kwestie door de B d S in behande­ling was genom en .6 Of er ook vergoedingen zijn vers trek t is ons niet bekend.

De huisvesting van de door de vordering getroffen w oonw agenbew oners lever­de menigmaal problemen op. Voor velen was het moeilijk een woning te vinden. Ze trokken vaak in veel te kleine o f vrijwel onbew oonbare huizen. In Hoogeveen deed zich zelfs een geval voor, waarin een gezin met zes kinderen, van wie de m oeder hoogzwanger was, bij gebrek aan andere w oonruim te in een kippenhok w oonde .7

1 G ew . Pol. P res. G ron ingen aan PG D (s) e .a . , I nov. 1943. 2 M issch ien ook e ld ers , m aar dit blijktniet uit he t ons te r besch ikk ing sta an d e m ateriaa l. 3 G ew . Pol. P res. G ron ingen aan P G D (s), 30 okt.1943. G ew . Pol. P re s. A rnhem aan PG D (s) e .a . , 1 nov. 1943. 4 N itsc h e aan G ew . Pol. P res. G ro n in ­gen , 28 dec . 1943. G ew . Pol. P re s. A rnhem aan PG D (s) e .a . , 15 d ec . 1943. 5 G ew . Pol. P res. G ro n in ­gen aan PG D (s), 31 d ec . 1943. 6 B urg. E nsch ed e aan G ew . Pol. P re s. A rnhem , 18 feb r. 1944. G ew .Pol. P res. A rnhem aan burg . E n sch ed e , 29 feb r. 1944. 7 R apport burg . W ildervank aan G ew . Pol.P res. G ron ingen . 14 juli 1944.

Page 100: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

95

Al deze huisvestingsproblemen leidden tot een aantal verzoeken om de w oon­wagens opnieuw te mogen betrekken, vooral nadat begin '44 door bom bardem en­ten van Enschede, Nijmegen en A rnhem het huizenbestand nog m eer was a ch te r­uitgegaan.1 Lang niet in alle gevallen hadden deze verzoeken succes. Ook de va­der van het bovengenoem de gezin in H oogeveen vroeg via de gewestelijke politie­president van Groningen zijn w oonwagen terug. Toen dit niets opleverde, t rok het gezin in bij een andere familie, die in een kleine w oonboot in W ildervank huisde, zodat in deze kleine boot nu in totaal zeventien mensen een onderdak hadden. Pas toen door een lid van de voogdijraad te W inschoten op de onhoudbaarheid van de­ze situatie was gewezen, kreeg het gezin van de SD in Den Haag toestem m ing om zijn woonwagen weer te be trekken .2

Van de huisvestingsproblemen van de ex-woonw agenbew oners werd melding gem aakt in de landelijke editie van het illegale blad Trouw in januari '44.3 M aar dit vorm de een uitzondering in de landelijke illegale pers.

In juni '44 berichtte de G eneralkom m issar fü r F inanz und W irtschaft dat w oon­wagens die nog niet voor andere doeleinden w erden gebruikt, in geval van drin­gende behoefte aan woonruimte door middel van een aan hem gericht verzoek en na toestem m ing van de Sicherheitspolizei weer aan de eigenaars konden worden teruggegeven.4

H et inrichten van verzam elkam pen had niet tot doel de zw ervende w oonw agen­bew oners van de rest van de bevolking te isoleren, m aar veeleer hen te dwingen een sedentair leven te leiden: R auter had dit reeds in mei '43 als zijn wens te ken­nen gegeven; zulks was ook het verlangen van een aantal Nederlanders . Als rond­trekkende groep waren de w oonw agenbew oners immers vrij oncontro leerbaar en veelal - administratief en feitelijk - onvindbaar. De Duitsers v reesden ook dat on­derduikers zich onder de woonwagenbevolking schuil zouden houden.

Volgens de plannen van m ajoor K em per hadden er in de zom er van 1943 1.163 w oonwagens in de verzam elkam pen ondergebracht m oeten worden. Uit een tel­ling, die in juni ’44 werd gehouden, bleek het aantal wagens op de officiële kam ­pen nog slechts ongeveer 440 te bedragen. Dit relatief lage cijfer had verschillende oorzaken. Reeds w ezen wij erop, dat een aantal w oonw agenbew oners het verblijf op de verzam elkam pen, al dan niet met toestem m ing van de autorite iten , hadden weten te voorkom en of beëindigen. A nderen w erden gedwongen de kam pen te verlaten, doordat hun wagens w erden gevorderd en niet teruggegeven. In mei ’44 werd een aantal als zigeuners beschouw de kam pbew oners bij een razzia opgepakt en naar het concentra tiekam p W esterbork gebracht. H un wagens w erden verze­geld. V erder bleek, dat in het gewest A m sterdam door de politie-autoriteiten niet aan het door K em per gedane bevel tot sam entrekking was voldaan. Een opgave

1 G ew . Pol. P res. A rnhem aan D G V P, 20 m aart 1944. 2 G ew . Pol. P re s. G ron ingen aan burg. W ilder­van k . 4 aug. 1944. 3 Trouw , 2e jrg . no. I (m idden-januari 1944). 4 G ew . Pol. P re s. A rnhem aanP G D (s )e .a . ,2 9 ju n i 1944.

Page 101: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

96

van juli ’44 vermeldde 113 wagens, verspreid over 27 w oonw agenkam pen1, die naar de mening van de directeur-generaal van politie dan ook kwalijk als verza­m elkam pen aangem erkt konden worden. De gewestelijke politiepresident kreeg de opdracht om alsnog de samentrekking uit te laten voeren .2

Inmiddels was na langdurig overleg met de Duitse autorite iten3 aan de instelling van verzam elkam pen voor w oonw agenbew oners een officiële grondslag gegeven door het Besluit van de secretaris-generaal van Justitie van 22 juni ’44 betreffende het aanwijzen van vaste standplaatsen voor w oonw agens.4 De tot dan toe in dit kader genom en maatregelen waren gebaseerd gew eest op ' sicherheitspolizeiliche M assnahm en.'. Op grond van het nu van kracht gew orden besluit ech ter zou de N ederlandse politie voortaan op wettelijke basis kunnen optreden. Bepaald werd, dat de beslissingsbevoegdheid inzake het toewijzen 'an een standplaats zou be­rusten bij de gewestelijke politiepresidenten en dat deze in overleg met de burge­m eesters van de betrokken gem eenten to t een beslissing zouden m oeten komen. Dit besluit bevestigde de situatie, zoals die al sinds het in werking treden van de verzam elkam pen had bestaan.

H et aantal u itgezonderde categorieën werd ech te r beperkt. De directeur-gene- raal van politie beval, op grond van zijn in het hierboven genoem de Besluit ver­melde bevoegdheid, dat ook de categorie personen, die langdurig met hun wagen in één gem eente hadden gestaan, voortaan of in een huis, of in hun wagen op een verzam elkam p zouden m oeten w onen .5 Slechts bij hoge uitzondering mocht voort­aan nog van dit voorschrif t w orden afgew eken , zodat in het laatste oorlogsjaar een groep tot dat m om ent nog onbedreigde w oonw agenbew oners , gedwongen kon worden zich in een van de verzam elkam pen te vestigen.

1 G ew . Pol. P re s. A m ste rd am aan D G V P, 29 juli 1944. 2 D G V P aan G ew . Pol. P re s. A m ste rd am , 18aug. 1944. 3 D G V P aan SG van B Z, 1 sep t. 1944. 4 N ed. S ta a tsco u ra n t, 30 juni 1944. 5 D G V P aanG ew . Pol. P res(n ), 24 ju li 1944.

Page 102: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

H O O F D S T U K 10

W O O N T O E S T A N D E N V A N Z IG E U N E R S (1940 - mei 1944)

In de eerste drie bezettingsjaren (eigenlijk to t mei ’44) werd tussen de zigeuners als groep en de overige w oonw agenbew oners nauwelijks enig onderscheid ge­maakt. Beide groepen w erden, voor zover ze in woonw agens w oonden, door de­zelfde Duitse en N ederlandse maatregelen getroffen: evacuatie uit bepaalde ge­bieden, beperking van de beroepsuitoefening, geleidelijke sam entrekking en op­sluiting in verzam elkam pen. V erder troffen hen alle andere maatregelen die tegen de ’sedenta ire’ bevolking waren gericht. Zo waren zigeuners (anders dan b ijvoor­beeld de Joden) niet uitgesloten van gedwongen tewerkstelling in Duitsland. O f en zo ja , hoeveel zigeuners in het kader van de ’A rbeidseinsa tz' naar Duitsland zijn gevoerd is niet bekend.

Slechts op een drietal plaatsen w erden in de periode tot mei ’44 zigeuners als groep met name genoemd: zo in een circulaire van de B efehlshaber der Sicher­heitspolizei und des S D (ondertekend door de S S-S turm bahn führer Dr. Canaris en gedateerd Den Haag, 6 sept. '401, gericht aan de ’A ussenstellen ' A m sterdam , Den Haag, ’s-H ertogenbosch en Middelburg. H et betreft de door de Duitsers ingestel­de ’Sicherungszone’, een s trook langs de N oordzeekust , die ongeveer van Den H elder via H aarlem , Leiden, D ordrecht en Breda tot de Belgische grens liep, en waaruit buitenlanders, s ta tenlozen, ’Frem denlegiondre , , Duitse emigranten, Ts jechen en Polen dienden te worden verwijderd.

’ In dieser V erordnung sin d n ich t g en a n n t die Z igeuner. D a diese jedoch die g leiche G efa h r bilden wie die vorgenannten Personen ersuche ich. ’ a ldus de B d S , ’um gehend fe s tzu ste llen , ob im Bereich der dortigen A u sse n ste lle sich derartige K a m p e oder andere G ruppen von Z igeunern befinden. B ejahenden fa lts sin d d iese Z igeunergruppen um gehend aus der S icheru n g szo n e auszuw eisen . ( .. .) Die A u sw e isu n g ist bis spa te sten s 10 .9 .40d u rchzu führen . ’

H et hoofd van de A ussenstelle ’s-H ertogenbosch, S S-H aup tstu rm führer K uethe , berichtte daarop (12 septem ber) Canaris per telegram, dat vanuit zijn ge­

1 A rch. H S S u P F , do o s 193 Ja , blz. 22760,22762, 27763. ’Sperrgebiete'

Page 103: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

98

bied in de loop van de negende en tiende sep tem ber alle zigeuners in zuidelijke rich­ting 'in M a rsch g ese tz t’ w erden, evenals de overige w oonw agenbew oners , voorzo­ver die niet 'bodenstaendig ' waren. 'D ie H oll. Polizei ist dem E rsucher der hies. D ienststelle in jeder Weise nachgekom m en .’ Ook in Den Haag bleek de N ederland­se politie tot medewerking bereid. Een hoofd inspecteur en een inspecteur van de gemeentepolitie Den Haag hadden de A ussenstelle Den Haag er op opm erkzaam gem aakt

'd a ss b es tim m te Z igeunergruppen im H aager S ta d tg eb ie t tro tzdem sie in W ohnw agen w ohnen, schon seit Jahren a nsassig sein. E s sei durch a u s m ög lich ’, a ldus de H aagse p o litie -am b ten a ren , 's ie polizeilich einw andfrei zu kontrollieren , da das Lager, in dem sich d iese Z igeuner befinden , von der P olizei so g esch lossen geha lten wird, d a ss die W agen n ich abrücken können . E s ta u c h t der G edankengang au f, d a ss eine perm anen te K on tro lle d ieser L eu te durch die örtliche Polizei m ehr S icherheit bieten dürfte , a ls das W iederverfallen d ieser L e u te in den Z u s ta n d einer gew issen A n o n y m ita t, wenn sie a u s der S icherungszone abgeschoben s in d .’

Aldus werd besloten: de H aagse politie kreeg toestem m ing het kamp bijzonder scherp in de gaten te houden, 'un ter ausschliesslicher Verantw ortung’ van de N e­derlandse politie.

Een tweede plaats waar zigeuners w erden genoem d was de Verordening no. 139, dd. 25 juli ’41, van de Rijkscommissaris be treffende wapens, munitie, spring­stoffen en ontstekingsmiddelen. Artikel 4 1 van deze verordening bepaalde, dat

'w ap e n o n tv an g stv erg u n n in g en , w ap en b ezitve rgunn ingen o f w apenv e rg u n n in g en s lech ts aan die p er­sonen m och ten w orden u itgereik t o m tre n t w ier b e tro u w b aarh e id geen tw ijfel b e s to n d .’ T o t d iegenen aan wie u itre ik ing ’in het b ijzo n d e r’ niet p laa ts m ocht v inden , b eh o o rd en o .m . z ig eu n ers o f 'p e rso n e n , die op de w ijze van z ig eu n ers ro n d zw erv en .

In een zeer pregnante zin vinden we tenslotte zigeuners aangeduid in de eerder aangehaalde brief van 20 mei ’43 aan het hoofd van de Recherchecentra le in Den H aag .2 De brief be trof de ’Rückführung der W ohnwagensiedlungen nach weiter von der K ü ste entfernt liegenden S a m m e lb e z ir k e n In het bijzonder de laatste ali­nea is in dit verband van belang:

’Sch liesslich bem erke ich, d a ss es sich h ier nach d eu tsch erp o lize irech tlich er A u ffa ssu n g um eine zu r Z u sta n d ig ke it der S icherheitspo lize i gehorende A ngelegenheit handelt, wei! vielfach ein Z u sa m m en h a n g m it den Fragen der B eka m p fu n g des Z igeunenvesens b e s te h t.'

H adden de zigeuners zelf er enig verm oeden van dat de samentrekking wellicht deel uitmaakte van de vervolging die hen te w achten stond? Wat wisten zij precies van hetgeen in Duitsland en in de door Duitsland bezette gebieden in O ost-Europa

1 V erordeningenblad voor het beze tte N ederlandse geb ied (1941). p. 593. 2 O. W enzky aan hoofdR e ch e rc h ecen tra le , 20 mei 1943. Z ie ook p. 86.

Page 104: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

99

was geschied? Wij kunnen daarop het antw oord niet geven. Maar veel wijst erop, dat de bekendm aking van de deportatie in mei ’44 voor de m eeste zigeuners even plotseling en als een even grote schok kwam als de aankondiging van de deporta ­tie voor de Joden in juli ’42. Veel zigeuners hebben zich weliswaar aan de sam en­trekking onttrokken , maar of deze handelwijze werd ingegeven door angst voor verdere vrijheidsbeperkingen, is niet te zeggen. D aarvoor zijn hun m otieven te on­duidelijk.

H oe onttrok men zich nu aan de verzam elkam pen? E r waren verschillende m o­gelijkheden, illegale en legale. Illegaal kon men 'o nderdu iken ’, eventueel met w oonwagen en al wat er bij was. Sommigen gingen op een willekeurig maar voor hen geschikt punt staan, in de hoop door de plaatselijke politie met rust te worden gelaten. Een enkele keer lukte dat; soms bleef men op deze wijze wel gevrijwaard voor het zenden naar een verzam elkam p, maar niet voor deportatie . Ontsnapping aan deportatie op deze wijze lukte slechts een enkele keer, b .v . toen een zigeuner kans had gezien met zijn wagen de Belgische grens over te steken. Ook probeerd- de men wel op een andere manier een onderdak te krijgen. In hoofdstuk 9 werd al melding gem aakt van klachten over w oonw agenbew oners , die in vaak onbe­w oonbare woningen onderdak zochten of ’de vrije n a tu u r’ in t rokken; wij brengen in herinnering, dat de m ajoor K em per aan de B dS had voorgesteld deze ’onwilli- g en ’ naar het concentra tiekam p Vught over te doen b rengen .1

Een van deze onwilligen was de zigeuner J. M., die, blijkens een brief van de burgem eester van W esterbork aan de gewestelijke politiepresident G roningen2, op 29 ok tober bij hem ter secretarie was verschenen. Hij verklaarde, met zijn vrouw en een kindje van 11 m aanden , steeds rondgetrokken te hebben in de p ro­vincie U trecht, waar ze in een tentje sliepen of bij een boer in de schuur. Hij ver­zocht nu zijn intrek te mogen nem en in een w oonw agen op het verzam elkam p te W esterbork , samen met zijn gezin en een nicht met haar 6 kinderen, die tot dus­verre in het kamp onder andere woonw agens had geslapen. Dit verzoek werd door de burgem eester ondersteund en de politiepresident had - begrijpelijkerwijs - geen bezwaren. H oeveel zigeuners liever in tentjes of als 'h o lb ew o n er’ leefden dan in hun w oonw agen in een verzam elkam p, valt niet bij benadering te zeggen.

Een legale mogelijkheid om aan de sam entrekking te on tkom en, was de intrek in huizen; een verhoudingsgewijs groot aantal zigeuners nam daartoe zijn to e ­vlucht. Officieel kon daar - mits aan de gebruikelijke voorw aarden werd voldaan- geen bezw aar tegen worden gemaakt. Opmerkelijk is, dat de zigeuners een v oor­keur ver toonden voor Den Haag en (in mindere mate) A m sterdam . De grote stad genoot blijkbaar de voorkeur om dat daar wellicht in het algemeen gemakkelijker woonruim te te krijgen was voor een aantal (vaak grote) gezinnen bij elkaar. Dat de

1 Zie p. 93. 2 2 9 o k t. 1943.

Page 105: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

100

zigeuners eikaars gezelschap zochten in een onbekende omgeving, waar boven ­dien weinig vriendelijkheid verw acht m ocht worden, ligt voor de hand. De 112 zi­geuners die zich in Den Haag gingen vestigen w oonden inderdaad dicht bij elkaar, van de 19 gezinnen w oonden er 16 in de directe omgeving van de Veenkade, de overige 3 w oonden in de buurt van de K em perstraa t. De woonom standigheden waren overigens, naar gangbare m aats taven, slecht. In de regel w oonden 8 tot 10 m ensen op een verdieping waarbij soms ook nog inwonende ’burgergezinnen’. Op een bovenverdieping leefden wel 17 mensen.

Een tweede motief voor de trek naar de grote stad kan geweest zijn, dat men hoopte daar minder aandacht te krijgen van hinderlijke autoriteiten dan dat in een dorp of kleine stad het geval zou zijn - de later te bespreken voorvallen in twee provincieplaatsen geven enige grond aan dit verm oeden. Ook zal de broodwinning een belangrijke rol gespeeld hebben. Door het t rekverbod was de - doorgaans am ­bulante - bedrijvigheid van de w oonw agenbew oners en de zigeuners danig aan banden gelegd. V oor wie econom isch afhankelijk was van een grote, extensief be­zochte klantenkring bleef de grote stad de enig mogelijke woonplaats.

W aardoor oefende juist Den Haag z o ’n grote aan trekkingskracht op de zigeu­ners uit? Misschien berustte dit op toeval (er w oonden een paar zigeunergezinnen, die weer andere aan trokken , enz.). Maar om een of andere reden had Den Haag een goede naam; men werd er misschien minder lastig gevallen door de plaatselij­ke overheid dan elders. Bijna alle Haagse zigeuners w erden ingeschreven in het gemeentelijk bevolkingsregister: hun vestiging in de stad was dus volkomen le­gaal. Uit deze bron weten we ook w anneer zij er in zijn kom en wonen: het over­grote deel werd ingeschreven in de periode 26 juni-31 augustus ’43, dat wil zeggen ten tijde van de sam entrekking of vlak daarna. Aan een oorzakelijk verband be­hoeft dan ook nauwelijks te worden getwijfeld.

Ook in Am sterdam gingen zigeuners wonen, m aar minder dan in Den Haag. Van 33 personen is bekend, dat ze in mei ’44 in A m sterdam w oonden, maar het zijn er zeer waarschijnlijk m eer geweest. In A m sterdam waren slechts 2 gezinnen (in totaal 11 personen) in het bevolkingsregister ingeschreven, en wel op 27 no­vem ber en 7 decem ber ’43.

Een voordeel van vestiging in Am sterdam was dat woonruim te daar niet moei­lijk te krijgen was. Alle 33 ons bekende zigeuners w oonden namelijk in het in die tijd al goeddeels ontru im de en onttakelde joodse 'g e t to ’. Toch leefden ze daar, evenals trouw ens in Den H aag, wellicht veiliger dan in ogenschijnlijk minder ge­vaarlijke oorden, zoals moge blijken uit de volgende twee voorbeelden.

Op 7 februari ’44 zond burgem eester M oot van de U trechtse gem eente IJssel- stein (een alumnus van de bekende spoedcursussen voor ambitieuze NSB-ers) een telegram naar het departem ent van Binnenlandse Zaken , welks inhoud wij le tter­lijk weergeven:

Page 106: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

101

’h ier zijn ong ev eer 80 w o o n w ag en b e w o n ers’ (w aaro n d er naar sc h a ttin g ong ev eer 30 z ig e u n e rs1) ’die zich vestigden in k ro tte n en o n b ew o o n b aa r verk laard e w oningen - uit m edisch en sociaal oogpunt h e ­m eltergende to es ta n d en - kw eek p laa ts vo o r ep idem ieën - h ier h e e rsc h t reed s d ip h te rie - enkele gev a l­len m et do o d e lijk en a flo o p - alle pogingen bij g ew este lijk po litiep res id en t to t a fv o e r faa ld en - v e rz o e ­ke d ringend spoed igst m aatregelen to t a fv o e r van deze aso c ia len naar een kam p in D re n th e .’

De secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken liet een onderzoek instellen door een hoofdinspecteur van de Volksgezondheid (Volkshuisvesting) wiens rap ­port2 wij (terwille van het contrast) vrijwel geheel citeren - al was het alleen m aar om dat dit rapport een van de weinige door ons gevonden docum enten is, waaruit begrip spreekt voor de levensom standigheden van deze in het nauw gedreven groep w oonw agenbew oners .

'O m s tre e k s Jun i 1943 w erden bed o e ld e w oonw ag en b ew o n ers op bevel van de D uitsche au to rite iten g edw ongen hun w agens te verla ten ; zij tro k k en naar IJsse ls te in , w aar zij v e rsch illende panden h u u r­den . T w ee d e r gezinnen b e tro k k en o n b ew o o n b aa r v erk laard e w oningen , die th an s e c h te r d oor tw ee an d ere gez in n en , ev en ee n s uit w oonw agens afko m stig , b ew oond zijn .

U it m edisch en sociaal oogpun t bezien laat de h u isvesting van d eze gezinnen in h e t algem een zeer veel te w en sch en o v e r en b es taa t de m ogelijkheid in d erd aad , da t de w oningen k w eek p laa tsen vo o r ep i­dem ieën w o rd en . E venw el is n iet geb leken , d a t bij een d e r gezinnen d ip h te rie o f een an d ere b e sm e tte ­lijke ziek te is v o o rgekom en .

De aandu id ing a-socia len lijk t mij vo o r deze m enschen m inder gelukkig gek o zen ; d it m oge uit he t o n d e rs taan d e b lijken . Zij z ijn hun leven lang gew end gew eest aan h e t w oonw agen leven en h eb b en ze l­den of noo it een huis bew o o n d . H et lijk t m ij n iet onm ogelijk , da t d eze m en sch en hun b eh o e ften som s op de o p en b are s tra a t d o en , zoo a ls de b u rg em eeste r m ed ed ee ld e , doch zij w aren dit gew end in de vrije n a tu u r; in een sta d je is d it e c h te r n iet to e laa tb aa r en e r zullen dan o o k m aatreg e len g e tro ffe n d ienen te w o rd en , om - w aar dit noodig is - de p riv a ten in hun w oningen ten spoed ig ste in b ru ik b aren s ta a t te brengen .

G een d e r gezinnen kom t ten laste van de g em een sch ap , noch h eb b en zij h u u rsch u ld ; allen hebben een b ed rijf; een igen z ijn h an d e laa r , te rw ijl zij m et hun koo p w aar - g a lan te rieën , relig ieuze a rtik e len , pap ieren b loem en - v en ten , an d eren zijn sto e le n m a tte r o f m u zikan t; één m an w erk t vo o r de D uitsche W eerm ach t h ier te lande , een an d er in D u itsch land .

De b u rg em eeste r deelde m ed e , d a t de politie k lach ten o v e r d eze m ensch en k rijg t; de h o o fd w ach t­m eeste r d e r m arech au ssee v erk laard e e c h te r , da t to t hed en geen en k e le k lach t o v e r deze m enschen is o n tv an g en , noch dat een ig v erbaal tegen hen is opgem aakt.

De b u rg em eeste r e rg ert z ich aan het fe it, d a t en kele d eze r b ew o n ers ie tw at zonderling gek leed op s tra a t loopen , w at een d er red en en sc h ijn t te z ijn , da t hij U H o o gedelges trenge v o o rste ld e allen a f te v o eren naar een kam p in D ren th e ; dit is vo o r den b u rg em eeste r de een v o u d ig ste w eg van deze m en ­sch en a f te kom en .

De h u isvesting van d eze w oo n w ag en b ew o n ers b eh o e ft ze k e r verbete rin g . V ersch illende w oningen v e rk ee ren in z ee r slech ten s ta a t, terw ijl de m eeste gezinnen b elangrijk te klein b ehu isd zijn .

Ik m oge U H o ogedelgestrenge ad v isee re n op grond van het b o v en s taan d e a f te z ien van h e t voo rste l van den b u rg em eeste r van IJsse ls te in b edoelde w oo n w ag en b ew o n ers a f te v oeren n aar een kam p in D ren th e . Z oud t U H o ogedelgestrenge aldus b eslissen dan zal ik den w aarnem end In sp e c te u r v oo r de V olksgezondheid in de p rov incie U trech t van U w b eslissing m ededeeling doen en dezen v e rzo ek en den b u rg em eeste r van IJsse ls te in te rad en aan de hand van de W oningw et en ev en tu ee l van de B ouw ­v ero rd en in g d er gem een te IJsse ls te in te h a n d e le n .’

1 G ew . Pol. P res. U trech t aan D G V P, 14 juli 1943. 2 16 feb r. 1944.

Page 107: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

102

H et departem ent van Binnenlandse Zaken handelde in overeenstem m ing met het advies van de hoofd inspecteur van de Volksgezondheid. H et liet de burge­m eester weten, er niet aan te twijfelen, ’dat een tactisch op treden .. . . eventueele moeilijkheden.... zal kunnen vo o rkom en .’1

Een andere p rovinciestad waar woonw agenbew oners (onder wie, evenals in IJs­selstein, zigeuners) ergernis veroorzaakten , was Zutphen. Ook hier klaagde de burgem eester , die, in tegenstelling tot zijn opvolger geen N SB -er was, over de ’ongew enschte gevolgen’ waartoe de maatregel be treffende de evacuatie en sa­mentrekking van de woonwagenbevolking ten opzichte van zijn gem eente had ge­leid. De burgem eester ging overigens niet zo ver als zijn IJsselsteinse collega. Hij beperk te zich tot de opmerking ’dat deze nederzetting van veelal a-sociale ele­m enten tot hoogst ongew enschte toestanden aanleiding kan geven, zoodat beëin­diging daarvan ten spoedigste dient te worden bevorderd . ’ Over de manier waarop dit z.i. diende te geschieden liet hij zich niet uit.2

Tw ee maanden te v o re n 3 had de kapite in-korpscom m andant der Zutphense ge­meentepolitie zich overigens al met een soortgelijke klacht tot dezelfde instantie gewend, (nl. de gewestelijk politie-president in Arnhem) blijkbaar buiten m ede­weten van de burgem eeste r .4 Beide brieven gingen vergezeld van (deels identieke) bijlagen, t.w. de bevindingen van een opperw ach tm eeste r , uitgezonden ter ver­kenning van suspecte behuizingen van w oonw agenbew oners , en een rapport van de plaatselijke directeur van de Dienst van Sociale Zaken, D. Mulder. Vooral dit laatste is exemplarisch door de toon waarin het gesteld is. H em waren, schreef de d irecteur, de laatste dagen (de nota is gedateerd 11 juni ’43) enige malen

'in lich tingen gevraagd om tren t w oonw ag en b ew o n ers , d ie zich in deze gem een te zo uden w illen v e s­tigen . ( .. .) W aarom de aan d ac h t van deze g roep m en sch en speciaa l op Z u tp h en is gevallen , is ons nog n iet rech t d u idelijk , o fsch o o n wij verm o ed en dat he t verb an d h oud t m et den z .g . zw arten h andel, die h ier voora l ook in de ac h te rb u u rte n welig sch ijn t te t ie re n .’

M ulder w aarschuw t ernstig tegen vestiging van dergelijke lieden in Zutphen:

’O v er h e t a lgem een b e tre ft he t h ier een g roep p au p e rs , die n iet tegen z iekenhu isverp leg ings-, b eg ra ­fen is- en an d ere dergelijke k osten v e rzek erd is. V oor eiken tegenslag w aarm ede m en dus te kam pen k rijg t, w ord t om hulp bij de gem een te aan gek lop t. H ie r kom t nog b ij, da t de m enschen n im m er eenig w erk gedaan h ebben en e r ov er he t a lgem een n iets vo o r voelen om de h anden uit de m ouw en te steken . T han s zullen de m eesten nog wel o v e r eenig geld de b esch ikk ing h eb b en , n .l. van den opbren g st van de v erk o ch te w agens en ev en tu ee le paard en . De o nderv ind ing h ee ft ons e c h te r ge leerd , da t deze m en­schen het geld als w a te r do o r de v ingers la ten g lijden , zo o d a t ze ongetw ijfe ld spoed ig bij ons bureau om o n d ersteu n in g zullen kom en v ragen . E en kleine k an s b es taa t, da t ze vo o r een deel zullen w egblij­ven , om ev en tu ee le u itzend ing n aar D uitsch land te v o o rk o m e n .... W an n ee r de oorlog e c h te r ten einde

1 22 feb r. 1944. 2 B urg. van Z u tp h en aan G ew . Pol. P res. A rn h em , 9 sep t. 1943. 3 16 juli 1943.4 In po tlood is op deze b rief aang e tek en d : ’W eet de B urgem . b lijkbaar n ie ts v a n ’, en d aa rb o v en , in am bte lijke berusting : 'O p leggen , K om t v an ze lf te re c h t . '

Page 108: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

103

is, zal Z u tp h en to ch vo o r de k osten o p d raa ien , o m dat de g ezinnen h ie r dan vo o r een g roo t deel zu llen b lijven hangen .

O ok m erken wij U beleefd op , d a t de m enschen than s in hu izen k ru ip en , die beslis t v o o r hun ta lrijke gezinnen o n gesch ik t z ijn , panden die reed s ja ren leeg h ebben g es taan , o m dat ze eigenlijk n iet m eer b e ­w o o n b aar z ijn , w orden th an s w eer ingehuurd en ze lfs d oor m eer dan één gezin b e tro k k e n .. .’

Met een aantal voorbeelden ondersteunde M ulder dit betoog, dat in zijn be­vooroordeelde harteloosheid niettemin een beeld geeft van de manier w aarop de opgejaagde w oonw agenbew oners zich m oesten zien te redden. Dit laatste blijkt ook uit een verslag van de bovenverm elde opperw ach tm eeste r be treffende een zi- geunergezin, dat zich te Zutphen had gevestigd; nl. het gezin van J. W ., koopm an in m anufacturen:

'H e t gezin van W . b es ta a t uit m an , v rouw en v ier k in d eren , w aarvan de jo n g ste een w eek oud is. O p W oensdag den 9den Jun i 1943 z ijn an d ere w oonw ag en b ew o n ers in genoem d perceel bij de v rouw van W . op b ezoek gew eest terw ijl zij in he t k raam bed lag en W . afw ezig w as. E en van de b ezo ek e rs m o e t... via een v liering in het perceel van (een buurm an) gew eest z ijn . ( .. .) N a dit o n g ew en sch te b e ­zo ek m iste (de b uu rm an) van z ijn z o ld e r een tafe lk leed en een pan ta lo n . W . heeft bij zijn v erh o o r te r ­zake v erk laa rd , niet te w eten , w ie bij hem op den zo lder w as gew eest. V erder v erk laard e h ij, d a t hij vo lgens z ijn m eening d a a r veel te n e tje s w oonde en liever in een g riebus w o o n d e , o m d at, als h ier iets g eb eu rd e , hij daar te rs to n d van w erd v e rd ach t. O verigens m aak t he t gezin W ., (in aan m erk ing gen o ­m en, da t h e t w oonw ag en b ew o n ers zijn) een tam elijk n e tten in d ru k .’

Reeds wezen wij op de mogelijkheid van enkele categorieën w oonw agenbew o­ners om van de samentrekkingsm aatregelen vrijgesteld te w o rd en .1 Zeer weinig zigeuners genoten echter dit voorrecht: wij kennen niet meer dan twee gevallen van zigeuners die buiten een kamp in hun woonwagen mochten blijven wonen. Beiden w erkten voor de W ehrm acht.

A nderen probeerden bij de bevoegde instanties (de gewestelijke politiepresi- denten) met een beroep op hun verloren broodwinning alsnog ontheffing van het trekverbod te krijgen - in vrijwel alle gevallen tevergeefs . H et volgende voor­beeld kan een illustratie zijn van een dergelijke mislukte poging.

Op 12 augustus ’43 meldde de commissaris van politie van de gem eente Rheden aan de gewestelijk politiepresident te A rnhem , dat alle 11 woonwagens op de ge­meentelijke standplaats , bij het dorp Dieren, heimelijk door de bew oners waren verla ten .2 Uit een bijgevoegd ra p p o r t3 blijkt, dat het ging om 54 personen; daarbij waren 45 zigeuners die allen in huizen trokken: 18 in Den Haag, 3 in Oldenzaal en 24 in Arnhem. In deze stad vestigden zich de gezinnen van de gebroeders J. en H. W ., met nog een derde gezin in één niet zeer ruime woning aan de Konings- straat. Dit leidde tot onhoudbare toestanden (er was in het huis maar één kraan en

1 Zie p. 90. 2 De g ead ressee rd e d eelde het berich t op zijn beu rt m ede aan de D G V P (dd. 16 aug.1943), w aarb ij hij aan tek en d e : 'T en e in d e tegen deze onw illige b ew o n ers te kunnen o p tred en , m oge ik U v erzo ek en mij te b erich ten , o f de do o r U v o o rgeste lde s tra fm aa tre g e l spoedig m ag w orden tegem oet gezien . In d a t geval lijkt het mij g ew en sch t d eze w oo n w ag en b ew o n ers voorlop ig o n g esto o rd op hunnieuw e a d ressen te la te n .’ 3 dd. 7 aug. 1943.

Page 109: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

104

één defect toilet) en begin maart ’44 verzochten de broers via een advocaa t de ge­westelijk politiepresident om toestem m ing hun woonwagens te Dieren weer te mogen betrekken. O ndanks een negatief advies van de d irecteur van sociale za ­ken te R heden - de woonw agens zouden zich in een te slechte staat voor bew o­ning bevinden - beschikte de politiepresident goedgunstig op het verzoek van de beide broers, mits zij zich met hun w oonwagens terstond zouden begeven naar het verzam elkam p te Zutphen. M aar dat was natuurlijk niet de bedoeling geweest. Middels dezelfde advocaat dienden zij nieuwe petities in. Een der broers voerde aan, dat hij voor de uitoefening van zijn beroep als reizend musicus telkenmale korte tijd op verschillende plaatsen moest verblijven (’hetgeen bij de huidige w o­ningnood ernstige moeilijkheden op lever t’). De andere voerde tevens aan dat hij - met zijn m uziekgezelschap, dat in dezelfde omstandigheden verkeerde - geënga­geerd was bij het circus-variété Boltini. Beiden lieten hun verzoek vergezeld gaan van verklaringen van het Muziekgilde der N ederlandsche K ultuurkam er. De broers hadden geen succes. De gewestelijk politiepresident besliste kortweg ’dat aan het verzoek ... op grond van de bestaande voorschriften niet kan worden vol­d a a n . ’1 D aarnaast had hij het nodig gevonden de Kultuurkam er in te lichten over de ware aard der requestranten: de families s tonden bij de politie bekend als 'w e rk sch u w ’ en voorzagen grotendeels in hun onderhoud door handel in tw eede­hands violen. De familie W. was wel geëngageerd door de circus-directeur Boltini (4 man zouden muziek maken en 2 behulpzaam zijn bij verschillende w erkzaam ­heden), doch zij zouden liever langs de weg zw erven dan dat zij w erkten - zo zou de circus-directeur Boltini desgevraagd hebben verk laard .2 De beide gezinnen hebben geen gebruik gemaakt van de vergunning om hun woonw agens weer te b e­trekken.

In het voorafgaande hebben wij getracht een indruk te geven hoe een kleine geï­soleerde groep zich staande probeerde te houden, voortdurend opgejaagd (hoewel misschien niet eens zoveel m eer dan in normale tijden), m aar nog niet daadw erke­lijk vervolgd. Overigens, niet veel mensen - afgezien van wat korzelige autorite i­ten - besteedden enige aandacht aan die paar honderd zigeuners; zelf hadden zij er ook allerminst belang bij om de aandach t te trekken: zo onopvallend mogelijk p robeerden zij de gevaarlijke tijd door te komen. Ook de Duitsers en hun N ed er­landse m edestanders deden geen moeite om hierin verandering te brengen: voor­zover wij hebben kunnen nagaan werden geen pogingen ondernom en om de N e ­derlandse bevolking te overtuigen van de ongew enstheid van dit 'r a s ' hier te lan­de. Zelfs in periodieken en kranten als S to rm -S S , De W aag, De Zw arte Soldaat, Volk en Vaderland en de D eutsche Zeitung in den N iederlanden missen wij het soort verhandelingen waarm ee de Jodenvervolging begeleid werd - ook de gelijk­geschakelde pers heeft zich niet voor dit doel ingespannen. Ook tegen de ’zigeu­

1 W nd. G ew . Pol. P res. aan m r. Ph. A. M. H ellen , 21 april 1944. 2 W nd. G ew . Pol. P res. aan N ed.K u ltu u rk am er, 21 april 1944.

Page 110: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

105

nercu ltuur’ werd op geen enkele wijze iets ondernom en. We zagen al dat zigeu- ner-m uzikanten lid konden worden van de N ederlandsche K ultuurkam er, een in­stelling die vanaf de oprichting voor Joden gesloten was. Een Duits operette-ge- zelschap, speciaal opgericht tot vertier van Duitse militairen en am btenaren in N ederland , voerde als eerste stuk ' D er Z igeunerbaron' van Johann S trauss op. De gala-pr^mière van deze operette , waarin het lustige zigeunerleven met sentim ente­le bewondering wordt bezongen, werd door de aanwezigheid van de R ijkscom ­missaris opgelu is terd .1 Deze m uziekminnaar had toen al de nam en van Joodse com ponisten uit het C oncertgebouw laten verwijderen.

A chteraf kunnen wij vaststellen, dat een nationaal-socialistische campagne te ­gen de zigeuners in N ederland overbodig en zinloos zou zijn geweest. Overbodig, om dat uiteindelijk toch vrijwel niemand iets zou m erken van de deportatie van dit 'm arg inale’ groepje; zinloos, om dat in het algemeen het gros van de N ederlandse bevolking toentertijd toch niet voor racistische propaganda vatbaar was - al had men ook in dit geval handig op bestaande vooroordelen kunnen inspelen.

1 D eu tsch eZ e itu n g in den N iederlanden, 30 nov. 1942.

Page 111: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

H O O F D S T U K 11

DE 'C E N T R A L E A A N H O U D IN G ’ (16 mei 1944)

De ’definitieve oplossing’ van het z igeuner-’v raagstuk’ in N ederland werd ingezet met een razzia op 16 mei ’44 over vrijwel het gehele land. Drie dagen later w erden de opgepakten op transport gesteld naar Auschwitz , w aarheen reeds zi­geuners uit andere landen waren gedeporteerd .

De twee belangrijkste circulaires met betrekking tot de moord op de zigeuners en de ’Zigeunerm ischlinge' in Auschwitz waren het geheime bevel van Himmler van 16 decem ber ’42 en de uitwerking hiervan in de 'S c h n e llb r ie f, het zgn. A usch - w itz-Erlass van 29 januari ’43 van het R S H A . De voorafgaande bepalingen had­den voornamelijk het karak ter gehad van uitzonderingsmaatregelen - die van 16 decem ber ’42 en 29 januari ’43 waren direct tegen het lijfelijk bestaan van de zi­geuners gericht. In de bepalingen van het R S H A van 29 januari ’43 w erden de groepen zigeuners genoem d die gedeporteerd m oesten w orden naar Auschwitz en de groepen die van deportatie vrijgesteld w erden - voorlopig althans, zoals wij zullen zien.

W eggevoerd m oesten worden en wel 'fam ilienw eise ' , ’Zigeunerm ischlinge , R öm -Zigeuner und nicht deutschblütige Angehörige zigeunerischer S ippen balka- nischer H erku n ft'. Vrijgesteld waren de ’rassenreinen Sinte- und Lalleri-Zigeuner' en nog negen andere bij name genoemde groepen. Bij enkele groepen vrijgestel­den boven de 12 jaar zou de K rim inalpolizei 'd ie Einwilligung zur U nfruchtbarm a- chung anstreben '-1 Met de voorbereidende maatregelen voor de deportatie moest direct begonnen worden, zodat de actie vanaf 1 maart kon beginnen en in het alge­meen einde maart kon worden afgeslo ten .2

H et A uschw itz-E rlass van 29 januari ’43 bepaalde verder, dat 'ahnliche Rege- lungen' in dit E rlass vervat, met ingang van 29 maart ’43 in N ederland, België, Luxem burg en E lzas-Lotharingen van kracht zouden worden, maar dat de 'H aup taktion ' (vnl. in Duitsland) einde maart ’43 afgesloten zou m oeten zijn. De actie tegen de zigeuners in Nederland (in de zin van het A uschw itz-E rlass) vond echter pas ruim een jaar later plaats. De vraag rijst: wat was de oorzaak van dit

1 D öring, p. 154, 216. 2 A .v ., p. 217.

Page 112: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

107

betrekkelijk lange uitstel, gezien de haast die b.v. met betrekking tot Duitsland uit het A uschw itz-E rlass sprak. D ocum enten hierover hebben wij niet, maar als re ­den dient waarschijnlijk in de eerste plaats genoem d te worden de grote hoeveel­heid arbeid die de organisatie van de deportatie van de Joden naar Polen nog steeds vereiste. In de dagen om streeks maart ’43 en later ondervonden de Duit­sers bovendien steeds meer moeilijkheden bij de gedwongen tewerkstelling van arbeiders in N ederland. Daarbij mag niet uit het oog verloren w orden, dat eind april, begin mei ’43 een stakingsbeweging zoals N ederland in om vang nooit had gekend, het gehele land beroerde. Bij al deze grote acties waren de zigeuners op generlei wijze betrokken. Zij vorm den geen gevaar - ze hadden nooit een gevaar gevormd. Er was, o .i ., dus geen enkele reden om hals over kop een razzia te orga­niseren, terwijl het politie-apparaat (Duitse èn N ederlandse) veel meer dan voor­heen paraat moest blijven voor andere niet te voorziene gebeurtenissen.

Daar kwam bij, dat dit zelfde apparaa t op dat mom ent bijna zeker niet in staat was, om binnen enkele weken alle ’zigeunerische’ personen in Nederland op te pakken: men had dan immers, volgens de letterlijke tekst van het E rlass praktisch alle w oonw agenbew oners m oeten arresteren . M aar de definitieve samentrekking van deze groep (noodzakelijke voorw aarde voor de aanhouding van de zigeuners daaronder) was nog niet eens begonnen. Met de bijzondere omstandigheid, dat in N ederland de overgrote m eerderheid van de w oonwagenbevolking niet tot de zi­geuners gerekend kon w orden, heeft het R eichssicherheitshauptam t vermoedelijk geen rekening gehouden. Dat kort na de uitvoering van het E rlass van 29 januari ’43 samentrekking van de woonwagenbevolking werd bevolen (uit te voeren door de N ederlandse politie)1 kan een aanwijzing zijn, dat toen reeds die sam entrek­king een voorbereiding van de deportatie der zigeuners zou m oeten zijn. Wij b ren­gen de brief van 20 mei ’43 van W entzky aan het hoofd van de Recherchecentrale in herinnering2 waarin de Duitser mededeelde, dat de samentrekking van w oon­w agenbew oners deze ' Angelegenheit' tot de com petentie van de Sicherheitspolizei behoorde, aangezien ’vielfach ein Z usam m enhang m it den Fragen der Bekam p- fu n g des Zigeunerwesens besteht. ’

N adat de vijf gewestelijke politie-presidenten door de directeur-generaal van de voorgenom en samentrekking van w oonw agenbew oners reeds in mei ’43 op de hoogte waren gesteld3, zond laatstgenoemde de vijf gewestelijke politie-presiden- ten een op 14 mei ’44 gedateerd ’zeer d ringend’ en ’geheim ’ te lexbericht, waarvan de inhoud als volgt luidde:

’m et he t doel ee n e r cen tra le aanhoud ing van alle in n ederland v erb lijvende p e rso n en , die he t k en ­m erk d er z igeuners b ez itten , m oeten m et instem m ing van den b e feh lsh ab e r d er o rdnungspolize i op d insdag , 16 mei 1944 te 7.00 uur alle zigeunerfam ilies , alle k inderen in b egrepen , d o o r perso n ee l van de

1 zie p. 87-88. 2 zie p. 86. 3 zie p. 88.

Page 113: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

108

n ed erlan d sc h e politie onverw ijld n aar het kam p w es te rb o rk w orden o v erg eb rach t en wel to t uiterlijk20.00 uur.

o n d e r he t b o v en s taan d e vallen alle p e rso n en , d ie op g rond van hun u iterlijk , hun zed en en g ew o o n ­ten als z igeuners o f a ls z igeunerh a lfb lo ed en kunnen w orden aan g em erk t, zoo m ed e alle p e rso n en , die naar de geaard h e id d e r z igeuners ro n d trek k en .

de op tran sp o rt te ste llen gezinnen m ogen de noodige onder- en b o venk leed ing en m o n d v o o rraad - m its d o o r hen ze lf ged ragen - m edenem en .

id en tite itsp ap ie ren m oeten per gezin w orden ingenom en en m et een lijst van de o v e rg eb rach te p e r­sonen bij de o vergave in het kam p w orden afgegeven.

het ach te rg eb lev en eigendom van boven b ed o e ld e p erso n en w ord t in beslag genom en en m oet - in afw ach tin g van een la tere inv en ta risa tie - voor w egm aking en z . g ev rijw aard w orden , gebouw en , ru im ten en w oonw agens m oeten verzegeld w orden . ’ 1

Aan dit telexbericht voegde de directeur-generaal van politie nog de volgende mededelingen en instructies toe. Van het hoofd van de Recherchecentra le , zo be­richtte hij, verw achtte hij nog dezelfde dag een opgave van de in Nederland ver­blijvende personen, die ’met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid’ als zi­geuners konden worden gekenm erkt. Deze opgave zou hij onverwijld aan de poli- t iepresidenten doorgeven. De politie-instanties die de razzia zouden m oeten uit­voeren dienden instructies te ontvangen, om bijtijds ’een bedektelijk o n d e rzo ek ’ in te stellen naar de aanwezigheid van personen die in woonw agenkam pen w oon­den of op andere plaatsen , w aar zich mogelijk w oonw agens konden bevinden. Dit onderzoek diende zich ook uit te s trekken tot ’woningen, logementen e.d. waar zi­geuners zich, mede in verband met de bijzondere tijdsom standigheden’, plachten op te houden. Men diende daarom tren t inlichtingen in te winnen bij de politie-ge- zagsdragers (de politiep-esidenten van de grote s teden en de burgem eesters der overige gemeenten). ’Wellicht ten overv loede’, aldus de directeur-generaal van politie, werd erop gewezen, dat de zigeuners ’waar het hier om g a a t’ in de regel niet de N ederlandse nationaliteit bezaten. V erder bepaalde hij, dat de actie overal in het land op hetzelfde tijdstip moest beginnen, en wel op dinsdag 16 mei ’44, ’s morgens om vier uur. Met klem verzocht hij zorg te dragen dat overal, waar ’aanhoudingen’ verw acht konden worden, voldoende personeel aanwezig zou zijn voor arrestatie en transport. Voor het laatste diende vooraf een regeling te w or­den getroffen (b.v. gereserveerde ruimten of wagons in de treinen) ’ech ter zonder de geheimhouding schade aan te d o e n .’ Van het resultaat der actie wilde hij per omgaande op de hoogte worden gesteld.

De volgende ochtend , 15 mei kwart over negen, verzond hij dezelfde instanties een aanvullend (’zeer dringend’) telexbericht, waarin hij hen m ededeelde

'd a t he t hoofd van de rech e rch ecen tra le (hem had) b erich t d o o r verhu izing niet aan s to n d s de ge­v raagde opgave van de in N ed erlan d v e rto ev en d e ’z ig eu n e rs’ te k u nnen v e rs trek k en . ’

In verband hiermede diende de actie, zo vervolgde het telexbericht, o na fhanke­

1 D G V P a a n G e w . Pol. P res(n) te lex b e rich t no. 5134.

Page 114: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

109

lijk van de opgave van de Recherchecentra le te gesch ieden .1Deze boodschap verdient nadere toelichting. Volgens een van de toenmalige

ondergeschikten van het hoofd van de R echerchecentra le , de commissaris Regen­boog, had deze een spoedig te verw achten verhuizing van zijn dienst (van Den Haag naar Amsterdam ) gebruikt als een voorw endsel om de verlangde gegevens niet te ve rs trekken .2

H et zou zeker mogelijk zijn geweest uit de bestaande w oonw agencarto theek in betrekkelijk korte tijd de zigeuners te lichten, maar Regenboog had daaraan niet mee willen werken. Regenboog stond zeker niet als ’fo u t ’ bekend, en dat hij, na jarenlange ervaring op deze post tijdens de bezetting, verm oeden kon wat de Duitsers met de zigeuners van plan waren, is niet geheel onwaarschijnlijk .3

N a de instructies van de directeur-generaal van politie aan de vijf gewestelijke politiepresidenten volgden instructies van laatstgenoem den aan de betreffende autoriteiten in het gewest, t.w. het hoofd van de recherchehoofdafdeling , de bur- gemeesters-politiegezagsdragers en de afdelingscom m andanten der m arechaussee in het gewest. De inhoud van de instructies kwam nagenoeg overeen met de beide te lexberichten van de directeur-generaal van politie. Toegevoegd was ech ter de volgende waarschuwing:

'T en e in d e te v o o rk o m en , d a t van d eze ac tie tev o ren ie ts bekend w o rd t, d ien t he t p e rso n ee l, d a t m et de u itvoering van het v o ren staan d e zal w orden belas t, ee rs t op het laa ts te ogenblik volledig te w orden in g e lich t.’

Met niet geheel be trouw bare politiemannen hield men dus wel rekening.De gewestelijke politiepresident verzocht de geadresseerden hem in de loop

van de 16e mei telegrafisch het resultaat van de actie te doen toekom en. Daarbij m oesten naam, voornaam , geboortedatum en -jaar, zo mogelijk geboorteplaats en nationaliteit van de gearresteerde zigeuners worden opgegeven.

Uiteraard had elk gewest zijn eigen aanvullende richtlijnen voor het personeel dat de razzia moest uitvoeren. Dit blijkt uit een telegram van de com m andant der m arechaussee in het gewest A rnhem (de overste Feenstra) aan (o.a.) de c om m an­dant van de afdeling Zevenaar. Deze kreeg het verzoek

'o m tre n t he t tra n sp o r t en de begeleid ing d aarv an o v erleg te p legen m et den po litieco m m an d eu r in m ijn gew est. U ite raard zal n iet ied er tran sp o rt a fzond erlijk m oeten g esch ied en , doch zooveel m ogelijk m et an d e ren (even tu ee l ook tra n sp o rt van gem een tepo litie ) geco m b in eerd w orden . ’4

1 D G V P aan G ew . Pol. P res(n ), 15 Mei 1944, te lex b e rich t no. 5137. 2 In terv iew van P elt. 3 B ehalve d o o r de R ID had een dergelijke opgave overig en s óók v e rs tre k t k u n n en w orden d o o r h e t C B R , datim m ers se d e rt juli 1942 gegevens b e tre ffen d e w oonw agen- en w o o n sch ip b ew o n ers re c h ts tre e k s van deR ID kreeg to eg ezo n d en , w are het n iet, d a t deze c a r to th e e k o n b ru ik b aa r w as g eraak t d o o r het bom bar- dem ent_van het h o o fd k w artie r van de R ijk s inspectie van de B evo lk ingsreg is ters (afg. R IB R ) in het ge­bouw K leykam p te 's -G rav en h ag e , op 1 I april 1944. D e Jon g , G eschiedw erk, 1, p. 797 e .v . en p. 1352.4 Z e v e n a a r, 15 mei 1944.

Page 115: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

110

De Z evenaarse com m andan t voegde daar voor zijn ondergeschikten nog aan toe dat hij van hen dezelfde dag telefonische opgaven verw achtte van de verm oe­delijk te verrichten arrestaties en de hoeveelheid benodigd personeel. V o o rz o v e r dat laatste beschikbaar was, m oesten alle rivierovergangen, 'a lsm ede die punten w aar verw acht (kon) w orden, dat bedoelde personen illegaal de Afdeling (konden) binnendringen vanaf 4.00 tot 8.00 uur worden bewaakt. ’

De vraag wie opgepakt moest worden hoefde voor de politie die de razzia uit­voerde geen bijzondere moeilijkheden op te leveren. In het bevel van 14 mei ’44 stond immers, dat o .m . 'a angehouden’ m oesten worden ook al degenen ’die naar de geaardheid der zigeuners ron d trek k en ’. H iertoe w orden ook wel de w oonw a­genbew oners gerekend, m .a .w . de directe verantwoordelijkheid voor de selectie bij het oppakken van de mensen lag niet bij de directe uitvoerders.

In tegenstelling tot het bevel van mei ’44 gaf het A uschw itz-E rlass uitdrukkelijk aan, wie als ’zigeunerische P erso n ’ moest worden beschouw d en dus gedepor­teerd. In die groep werd de categorie w oonw agenbew oners niet genoem d; er werd ook niet op gezinspeeld. De uitdrukking: ’personen die naar de geaardheid der zi­geuners ron d trek k en ’ werd niet g eb ru ik t1 en evenm in de aanduiding (afkomstig van de directeur-generaal van politie) personen die ’met aan zekerheid grenzende w aarschijn lijkheid’ als zigeuners konden worden gekenm erkt. M aar wie kende hier het A u sch w itz-E rla ss? De uitvoerende politie-ambtenaar handelde volgens het bevel van 14 mei ’44 en dat betekende, dat ook w oonw agenbew oners , landlo­pers en straa tm uzikanten gearresteerd konden worden - hetgeen, zoals we later zullen zien, niet de bedoeling was. Maar er waren ook politie-ambtenaren die een andere interpretatie aan het bevel gaven door geen w oonw agenbew oners op te pakken. Misschien zijn de vele korte telegrafische berichten van de ’gezagsdra- g e rs ’ aan de directeur-generaal van politie, dat in hun ambtsgebied geen zigeuners aanwezig waren, hiervan een voorbeeld. Enkele gevallen van tegenwerking tij­dens de razzia kom en nog ter sprake.

De razzia vond plaats, zoals gezegd, op dinsdag 16 mei en begon ’s morgens om vier uur. Tot kwart voor zes moest verduisterd worden. H et was nog donker toen een begin werd gem aakt met de uitvoering van de eerste e tappe van het A u sc h ­witz-Erlass, d .w .z . van het transport naar het Judendurchgangslager (JDL) W es­terbork , sedert juli ’42 het doorgangskam p voor Joden naar de vernietiging 'imO s te n '. Al een uur eerder, vanaf 3 uur ’s morgens waren op minstens 15 plaatsen in N ederland politie-agenten, m arechaussee en landw achters in touw geweest;

1 D at w as wel het geval in een veel o u d er stuk: het e e rs te d e c ree t van de R e ich sfü h rer-S S u n d C h e f der D eutschen Polizei H im m ler b e tre ffen d e de ’ B eka m p fu n g der Z igeunerp lage ', van 8 dec . 1938, w aarvan a rt. A -l-l(4 ) lu idde: ’Die Polizeibehörden haben d em gem ass alle P ersonen, die nach ihrem A usseh en , ihren S itten u n d G ebrauchen a ls Z igeuner oder Z igeuner-M isch linge angesehen werden, sow ie alle nach Z igeunerart um herziehenden Personen über die zustand igen K rim in a lp o tize iste llen . . . zu m elden .' (zie D öring , p. 197 e .v .) . W aarom d eze te rm , die se d e rtd ien nooit m eer geb ru ik t is in enige D uitse m aa t­regel tegen z ig eu n ers, h ier w eer o p d u ik t, is n iet m et zek erh e id te zeggen.

Page 116: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

111

straten w erden afgezet, woonw agenkam pen omsingeld. Een paar uur later waren honderden veelal niets verm oedende mensen uit hun bed gehaald en naar politie­bureau ’s of stations geleid.

W erden de zigeuners inderdaad door de razz ia ’s verrast? Bij de meesten was dat stellig het geval; in zeer enkele gevallen was er sprake van een vaag voorge­voel: ’Mijn m oeder zei altijd: vandaag gaan de Joden , morgen w ij’, vertelde een vrouw die het ov e r lee fd e .1 Een ander had de dag tevoren zijn zoontje bij familie uitbesteed: ’hij had er als het ware een voorgevoel van dat er iets zou g ebeu ren ’ vertelde zijn zoon la ter.2 In het algemeen, zo is onze indruk, bleef de geheim hou­ding, w aarop de directeur-generaal had aangedrongen, goed bew aard . In een en­kel geval vertelden agenten later aan terugkerende zigeuners, dat zij hen niet had ­den künnen w aarschuw en: tot op de ochtend van de razzia hadden zij zelf van niets gew eten .3

We zagen reeds, dat de richtlijnen voor meer dan één interpretatie vatbaar wa­ren. Wij zullen daarom een aantal plaatsen of gew esten , w aarvan gegevens be­kend zijn, afzonderlijk behandelen.

Om te beginnen dan het gewest van de politiepresident te Groningen, het enige w aarvan de ambtelijke correspondentie ter zake is overgebleven. De dag na de razz ia ’s stelde hij de directeur-generaal per telex in kennis van de resultaten van de zigeuneractie in zijn ressor t .4 Te D rachten (in het verzam elkam p Opsterland)

t w erden aangehouden 7 personen (1 gezin), in de afdeling Beilen 25 (namelijk een gezin van 5 personen op het verzam elkam p te Vledder en twee gezinnen van elk 10 personen op het verzam elkam p te W esterbork). De opdracht tot de aanhouding werd in het noorden in enge zin ge ïnterpreteerd: alle aangehouden personen w a­ren zigeuners. Allen w erden zij ook vanuit W este rbork naar A uschwitz ge trans­porteerd . Slechts twee van hen kw am en terug. Van hen weten we iets over de toedracht van de razzia in W este rbork .5 Het kamp was geheel afgezet door de po­litie en de korte tocht naar het ’D urchgangslager' werd gemaakt op door paarden getrokken wagens.

Het politiegewest Eindhoven besloeg de provincies N oord-B raban t en L im ­burg. Na de stad Den Haag w erden in dit gewest de m eeste zigeuners aangehou­den, in totaal 105, namelijk: in ’s-H ertogenbosch 39 op het verzam elkam p en 7 in woonw agens daarbuiten; in E indhoven 6 in huizen en 21 op het verzam elkam p; in Venlo 22 op het verzam elkam p; in Beek 9 in een w oonw agen en in Susteren een persoon in een huis. Of er niet-zigeuners in dit gewest zijn opgepakt, is onbe­kend .6

H et best zijn we ingelicht over de toedracht van de razzia te Venlo, waar op de ’Kleine H e id e ’ een verzam elkam p was ingericht. Tw ee dagen voor de razzia was

1 In t. R. Z ie ook int. P. en V. 2 Int. J . 3 Int. K . 4 G ew . Pol. P res. G ron ingen aan D G V P, 17 mei1944, te lex b erich t no. 3371, m ap 41 (arch . PG L eeu w ard en ). 5 Int Q . 6 A anta llen on tleend aanZ A -lijst, m ap45 (arch . RK ).

Page 117: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

112

het hoofd van de Venlose politie telegrafisch opgedragen ’bedektelijk .. . een opga­ve samen te stellen en gereed te houden van alle leden der zigeunerfamilies, ook kinderen’ in zijn bewakingsgebied. Hoe dit gebeurde, weten wij van politieman­nen die bij de uitvoering of het t ransport betrokken waren en van zigeuners die het hebben overleefd. M aar wel spreken de verklaringen elkaar op enkele punten tegen. Zo verklaren de z igeuners1 gearresteerd te zijn door N ederlandse agenten, N ederlandse SS-ers en ’N S B -ers ’; de politiebeambten daarentegen herinnerden zich dat dit gebeurde door 'D uitsers in u n ifo rm ’. (Dit lijkt in elk geval onw aar­schijnlijk: in het telexbericht van 15 mei werd opgedragen aanhouding en over­brenging te doen geschieden ’door Uw o.h. politiepersoneel’).

Vervolgens w ordt door de zigeuners verteld, dat ze eers t naar het politiebureau, daarna naar het station w erden gevoerd - de politiemannen menen echter, dat ze direct naar het station gingen; ze hadden dus, om zo te zeggen, niet veel met de hele actie te maken gehad. (Een van hen zou zelfs een zigeunervrouw hebben ge­red door tegenover de Duitsers te verklaren, dat zij met een N ederlander ge­trouwd was. H et is mogelijk.) Zeker is, dat de zigeuners werd verteld waar ze heen gingen: naar W esterbork . De m annen zouden daar gaan w erken, de kinderen zouden naar school gaan en de vrouwen zouden ’thu is’ mogen blijven. Geen w on­der dat zij, naar de agenten die met de begeleiding van het transport waren belast verklaarden, zich tijdens de treinreis in het algemeen ’vrolijk en opgew ekt’ ge­droegen. De begeleiders kenden W esterbork wel als een oord w aarheen Joden (ook vanuit Venlo) werden getransporteerd , maar meer wisten ze ook niet. Vanuit Venlo w erden 22 mensen afgevoerd: 1 gezin van 10 personen - w aaronder een zui­geling van 2 m aanden - 2 gezinnen van 4 en 1 van 3 personen en een alleenstaande vrouw, de enige van deze groep die in W esterbork als niet-zigeuner werd vrijgela­ten.

Aangaande de arrestatie van 39 zigeuners in ’s-Hertogenbosch zijn onze gege­vens meer eenzijdig: we m oeten hier afgaan op de verslagen van vanuit W este r­bork of Auschwitz teruggekeerde z igeuners2, voorzover die in grote lijnen eens­luidend zijn. H et hele kam p, zo vernem en wij, was omsingeld door Nederlandse politie en ’S S ’ (waarschijnlijk w aren dat de - zw art geüniform eerde - leden van de 'L andw ach t N ederland ’), die met een paar overvalwagens gekom en waren. Zij bevalen de zigeuners de paarden voor de wagens te spannen en naar het station te gaan. (Anderen zeggen dat men te voet naar het station moest.) De politiemannen liepen aan weerszijden van de wagens; hun gedrag tegenover de a rrestan ten wordt gekenschetst als ’gew oon’, d .w .z . zij waren wel onvriendelijk maar er werd niet gescholden of geslagen. De zigeuners werd verteld , da t de aanhouding maar van korte duur zou zijn; zelf hadden zij geen enkel verm oeden wat er met hen zou ge­beuren.

Bij het station werden de wagens geparkeerd en moest iedereen uits tappen; wat

1 I n t .F e n P . 2 Int. S. L . M . en D.

Page 118: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

113

beddegoed en kleren mochten worden meegenomen. In een overvolle trein, die uit de richting Eindhoven kwam en waar al zigeuners - geen passagiers, althans niet in hun wagons - inzaten, ging de reis verder. Onderweg werd een aantal keren ge­stopt; dan m oesten de rolluiken omlaag en gingen de bew akers op de treeplanken s taan. O m streeks 3 of 4 uur in de middag kwam de trein in W esterbork aan.

Weinig anders verliepen de gebeurtenissen in Eindhoven; alleen is daar sprake van een politie-agent, die met een lijst rondging door het ve rzam e lk am p -b l i jk b aa r het resultaat van een ’bedektelijk onderzoek ’ - aan de hand w aarvan de zigeuners w erden uitgezocht. Ook hier w ordt het op treden van de politie rustig genoem d .1

In Beek werd een gezin van 9 personen, dat daar op particulier terrein een w oonw agen bew oonde, opgepakt.2 Vanaf hun standplaats gingen ze te voet naar het nabijgelegen politiebureau, waar de arrestatiepapieren klaar lagen. De oudste zoon, die een beetje kon lezen en schrijven, vroeg ze te mogen inzien; dat werd toegestaan. Vanaf het bureau werden ze vervolgens in een gewone lijnbus onder bewaking naar het station Sittard gevoerd, vandaar in een aan een diensttrein aan­gekoppelde wagon naar Zwolle. Daar werd hun wagon aan de trein naar W ester­bork gekoppeld; een vijftigtal andere zigeuners s tapten op dit station in. Drie le­den van dit gezin hebben de verschrikkingen die volgden, overleefd.

Tot zover de gang van zaken in het politiegewest Eindhoven. H et lijkt erop of men hier de opdracht niet ruim heeft opgevat: er zijn geen aanwijzingen dat an ­dere personen dan zigeuners op transport zijn gesteld; het blijft evenwel mogelijk. H etzelfde geldt voor het volgende voorbeeld: de razzia in Den Haag. Ook hier is het materiaal beperk t tot getuigenissen van de vervolgden.3

Zoals eerder vermeld w oonden de Haagse zigeuners voor het merendeel in een klein gedeelte van de binnenstad , in de omgeving van de V eenkade; het werd de politie dus niet moeilijk gem aakt. We zullen ons in hoofdzaak beperken tot het re ­laas van een betrokkene4, die op de Veenkade woonde. Om 4 uur ’s morgens werd daar op de deur gebonsd door N ederlandse agenten. Iedereen werd gesommeerd het huis te verlaten, men kreeg geen tijd om zich goed aan te kleden en reisbeno- digdheden te pakken; het huis werd verzegeld. Op vragen van de zigeuners an t­w oordden de agenten, dat ze even mee m oesten naar het bureau op de Mauritska- de, vanw aar ze doorgestuurd zouden worden naar W este rbork om daar hun papie­ren te laten controleren; na een paar dagen zouden ze weer thuis zijn (de naam W esterbork zei de zigeuners niets). In een ander g eva l5 vertelden de agenten, dat de stad ontruimd werd en dat ze elders nieuwe huizen zouden krijgen. W eer ande­ren waren openhartiger6: iedereen zou op transport naar Duitsland gaan. De m an­nen zouden in de ’ A rbeitse insa tz ' kom en, de kinderen zouden naar school gaan en de vrouw en zouden thuis blijven - hetzelfde beeld als de Venlose zigeuners werd voorgespiegeld. De om w onenden , gewekt door het lawaai, s tonden op straat of keken toe van ach ter de ramen. Sommigen huilden: de verstandhouding met de zi­

1 In t .H . 2 Int. l . e n K . 3 Int. B ., E ., V ., U ., R. en O. 4 Int. B. 5 Int. R. 6 Int. O.

Page 119: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

114

geuners was altijd goed geweest (of dit overal zo was kunnen wij niet bevestigen). De politie gedroeg zich correc t en er werd geen geweld gebruikt. De agenten lieten de zigeuners voorop lopen en volgden zelf. Op het bureau, waar al meer zigeuners aanwezig waren, w erden de papieren ingenomen; er s tonden pakjes brood klaar voor onderweg. Ook hier wekte men de indruk dat alles maar van korte duur zou zijn, en de zigeuners geloofden dat. Een andere ge tu ige1 vertelde, dat onderweg naar het bureau vooral de kinderen alle kans kregen om weg te lopen - zelf ging hij nog even voor zijn vader cigaretten kopen - m aar dat niemand er gebruik van maakte: de kinderen bleven liever bij hun ouders en bovendien had niemand er een verm oeden van wat hun boven het hoofd hing. O m streeks 8 uur w erden allen in met dekzeil afgesloten v rach tau to ’s naar het station S taatsspoor gereden. In aparte wagons, aan een gewone reizigerstrein gekoppeld en elk door vier N ed e r ­landse agenten bew aakt, reisden zij verder. De trein was vol; ram en mochten niet geopend worden en op de stations m oesten de rolgordijnen omlaag. Zo begon voor 109 zigeuners de reis naar het oosten. Of de H aagse politie ook niet-zigeu- ners heeft meegestuurd is niet bekend. Wel weten wij dat vanuit deze stad na de razzia nog 4 zigeuners, die men blijkbaar had vergeten, naar W esterbork zijn ge­bracht - alle 4 zijn om gekomen. De verantwoordelijkheid voor deze nazending - in geen enkele instructie van hogerhand geëist - moet geheel voor rekening van plaatselijke politie-beambten komen.

Op een iets andere manier ontplooiden ook de Zutphense politie-autoriteiten ei­gen initiatief bij de uitvoering van hun opdrachten tegen de zigeuners. O ver de wijze waarop een en ander daar toeging beschikken wij over een toevallig overge­bleven rapport van de locale g roepscom m andant van de Landw acht Nederland, J. Ordelman, aan het d istric tscom m ando Gelderland van deze instelling2, die als volgt berichtte:

’( ...) M aandagavond kreeg ik een te l. o p roep van den B urg em eeste r en den K ap ite in van Politie om v oor een besp rek in g bij hen te w illen kom en. D aar w erd mij m eegedee ld , da t e r een p rach tige gelegen­heid w as om de m en sch en p rac tisch te oefen en . E r zo u d en n.1. in den nach t van 15 op 16 M ei 1944 alle z igeuners en naar z igeuneraard levende perso n en van hun bed gelich t w o rd en , ten einde naar W es te r­bork g e tran sp o rtee rd te w orden . ( .. .) N a overleg m et den A fd .C d t. heb ik 15 m ensch en o p g eroepen v oor d ienst van 3.30-8.30 en 8 voor d ienst van 7.30-20.30. A llen w aren op tijd aanw ezig , en hebben hun w erk beho o rlijk verv u ld . B eide p loegen hebben o n d e r m ijn to ez ich t gew erk t; vooral de m enschen bij he t tra n sp o rt h eb b en bew ezen , hun taak te kunnen vervu llen . G rove fo u ten zijn niet voo rgekom en. De tran sp o rtle id e r, een h o o fd w ach tm ees te r, deelde mij na th u isk o m st m ede, da t hij u ite rst tev red en w as ov er de w ijze , w aaro p de L an d w ach te rs de gegeven aanw ijz ingen u itv o erd en . N og ty p e e re n d e r is he t, d a t tijd en s h e t tran sp o rt en tev en s , toen zij reed s in W este rb o rk w aren a fg e lev erd , de b ew aak te perso n en steeds om raad enz. bij de L an d w ach te rs kw am en en dat zij ze lfs m ededeelden ; ’W ij hadden ju llie zo o n iet v e rw ach t. Ju llie vallen ons reusach tig m ee’. A angez ien het tra n sp o rt te lang van huis w as (m enschen zijn van 4-7 o pgehaald ), heb ik des m iddags c irca half tw ee te B eilen , w aar onze w a­gons een uur b leven sta an , 10 liter m elk g ekoch t bij een Z u ive lfab riek ten b eh o ev e van de vele k in d e­

1 Int. Q . 2 H S S u P F 360a.

Page 120: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

115

ren (ongeveer 65 stuk s);d it voo rb ee ld w erd h ierna d oor de politie opgevolgd . K w art o v e r ach t des av o n d s kw am en wij te Z u tphen te ru g .'

Uit dit docum ent mag wel afgeleid worden, dat in Zutphen veel m eer mensen zijn aangehouden en naar W esterbork zijn gestuurd dan de vijf personen die later (op 19 mei) zijn gedeporteerd .1 Uit de hoeveelheid ingezette m anschappen , uit de duur van de razz ia ’s (3 uur!) en vooral uit de vermelding van 65 kinderen in het transport, kunnen wij afleiden dat het om enige tientallen personen ging, een ve r­onderstelling die bevestigd wordt door een zigeuner, die in W esterbork werd vrij­gelaten .2 Wij behoeven ons verder slechts de klachten van de Z utphense autoritei­ten over de w oonw agenbew oners in hun stad te herinneren om te begrijpen wat hier gebeurd is. De burgem eester , in die tijd een N SB -er, en de politie-kapitein hebben van de actie tegen de zigeuners ongetwijfeld gebruik gemaakt om zich in één keer van al deze zgn. ongewenste burgers te on tdoen .3

In Am sterdam waren in de ochtend van de 16e op de ’gew one’ manier 15 zigeu­ners (2 gezinnen) uit hun huizen gehaald en op transport gesteld. De avond van de­zelfde dag echter, om 21.40 uur werden nog 5 zigeuners, w aaronder een baby van 9 m aanden , aangehouden (vermoedelijk in een café waar ze musiceerden) en o p ­gebracht naar het bureau-J.D . Meyerplein. V andaar werden ze bijna 5 uur later, om 2.30 uur door een opperw ach tm eeste r overgebracht naar het hoofdbureau. De com m andant van de wacht was die nacht een als fout bekend staande recher­cheur, die ditmaal een behulpzam e hand zou bieden.4 De volgende dag om 14.15 uur w erden nog eens 17 zigeuners (10 volwassenen en 7 kinderen) aangehouden en opgebracht naar het hoofdbureau. Zij werden in open cellen geplaatst (de 5 eerder gearresteerden bleven in het dagverblijf); allen werden, naar een van hen vertel­de, zeer goed behandeld. De rechercheur had op dat mom ent geen dienst: hij be­nutte zijn vrije tijd om bij ca féhouders verklaringen op te halen met de strekking, dat de ingesloten zigeuners als m uzikanten bij hen in dienst waren. Dit lukte: toen hij die avond weer dienst had, wist hij van een Duitse politie-officier op het hoofd­bureau gedaan te krijgen, dat de zigeuners m ochten worden vrijgelaten. De ver­klaringen van de kasteleins kunnen hierbij overigens nauwelijks een rol gespeeld hebben: de 17 zigeuners, die die middag waren opgebracht w erden namelijk ook in vrijheid gesteld. W aarschijnlijk wist de Duitser ook niet precies wat hij met de zigeuners doen moest. Toen dezen het bericht hoorden, uitten zij met een spontaan concert in de cellengang hun vreugde. De volgende ochtend , om 8.30 uur, verlie­ten ze het bureau, aldus onze mededelingen.

Soortgelijk, niet geheel te controleren op treden van politiemannen zou ook el­

1 Z A -lijst (arch . R K ). 2 In t. A. 3 Zie p. 102. 4 G egevens aangaan d e het vo lgende zijn on tleendaan a. do cu m en ten uit he t a rch ie f van de A m ste rd am se G em een tep o litie , m ap 38, b. aan In t.C C en c.aan In t. m et J. K. U it deze - niet a ltijd even co n s isten te - gegevens h ebben wij g e trach t he t g ebeurdete reco n stru e ren .

Page 121: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

116

ders hebben plaats gevonden. In Eindhoven zou de politie een paar z igeuners, die in huisjes bij het verzam elkam p woonden, hebben aangeraden zich een dag of drie schuil te h o u d en .1 Twee Haagse agenten, die een ech tpaar m oesten arresteren waarvan de man ziek in bed lag, zouden hem en zijn vrouw met rust gelaten heb­b en .2 Een zigeuner in Soest, die aan de Grebbelinie had gevochten, zou door de politie een paar dagen in de gevangenis zijn opgesloten om zijn deportatie te voor­kom en .3

Dit alles zijn geïsoleerde mededelingen. In het algemeen, zo kunnen wij conclu­deren, zijn ook de Duitsers ’tev red en ’ geweest met de resulta ten van de actie. Nog niet de helft van alle plm. 565 gearresteerde zigeuners en niet-zigeuners (de zgn. asocialen) is gedeporteerd4 en de actie is geheel zonder vervolg gebleven. N a de 17e mei is, voorzover wij weten, niet één zigeuner meer als zodanig aange­houden.

De bezittingen van de weggevoerde zigeuners werden in beslag genomen. Het A uschw itz-E rlass van 29 januari was ’aangevuld’ met een ’G eheim erlass' van 30 januari waarin een beschikking dd. 26 januari van het ministerie van Binnenlandse Zaken was opgenomen. Hierin werd geconsta teerd , dat volgens de wet van 14 juli '33 ’über die E inziehung volks- und staatsfeindlichen V erm ogens’, het s treven en het handelen van de gedeporteerde zigeuners ’ volks- und staatsfeindlich bzw. reichsfeindlich gewesen s in d .’5 Zo werden de zigeuners onteigend en kwamen hun schamele bezittingen zonder meer aan de staat. Op deze inbeslagneming komen wij nog terug.

O ver het korte verblijf in W esterbork van de zigeuners en de andere op 16 mei opgepakte personen (die 'an d e re ' opgepakte personen worden in de kampadm ini­stratie steeds als ’a-socialen’ of ook wel als ’ A rië r’ aangeduid) beschikken wij over tweeërlei bronnen. In de eerste plaats zijn er enkele gegevens uit de (ove­rigens goeddeels vernietigde) administratie van het kamp, en wel van het s tatis­tisch bureau. Dit bureau maakte o.a. dagelijks overzichten van het ’Lagerbe- s ta n d ’, die als zgn. 'M eldezettel' o.m. naar het Centraal Distributie K antoor w er­den gezonden. Verder weten wij uit 18 gesprekken met overlevenden iets over hun behandeling en ervaringen in het Judendurchgangslager W esterbork (sinds enige m aanden officieel een 'w e rk k am p ’). Hun verklaringen stem m en in het alge­meen wel overeen; maar ook dringt zich de veronderstelling op, dat de be trokke­nen hun ervaringen in W esterbork soms verw arren met latere kampervaringen.

Reeds ’s morgens om 7.15 uur werden de eerste opgepakten het kamp b innen­gebracht. De gehele dag kwam en transporten aan. Er waren treinen gevormd w aaraan in verschillende plaatsen wagons w erden aangehaakt met elders opge­pakte mensen. Zo werd b.v. een trein gevorm d, kom ende uit de richting Venlo

1 Int. B. 2 In t. H . 3 In t. B. 4 B ehalve in de gen o em d e p laa tsen w erden nog z igeuners g e a rre s­tee rd in A rnhem (5), O ldenzaal (5) en N ijm egen (2). V an 15 z igeuners is niet bekend w aar ze z ijn a a n ­g eh o u d en . 5 D öring , p. 155.

Page 122: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

117

met aldaar opgepakte zigeuners en andere p e rsonen .1 Deze trein nam o.m. in N ij­megen, A rnhem , Zutphen, Deventer en Zwolle de daar opgepakte personen mee naar A ssen, waar alle gearresteerden , bew aakt door N ederlandse politie, in de trein naar W esterbork m oesten overstappen. H et b innenkom en van de treinen duurde tot om streeks 8 uur ’s avonds. De volgende dag, 13 uur, waren deze trans­porten ’afgew ikkeld’.

O verzicht aan ko m st gearresteerden op 16 mei ’447.15 uur 21 uit W esterbork8 .1 0 uur 5 u itV ledder

14.40uur 134 uit richting Zutphen17.00 uur 169 uit richting M aasbracht20.10uur221 uit richting U tre c h t2

550

Op 17 mei (17.15 uur) kw am en nog 3 zigeuners aan en 6 w oonw agenbew oners (’A rië rs’, die op 18 mei weer werden vrijgelaten). Om 9 uur ’s avonds werd"nog 1 zigeuner b innengebracht uit Den Haag en 18 mei om 13.50 uur, 9 zigeuners, w aar­schijnlijk uit Am sterdam . In totaal waren er volgens deze opgave (uitgezonderd de 6 w oonw agenbew oners , die op 18 mei weer w erden vrijgelaten), 563 zigeuners

t en niet-zigeuners gearres teerd .3Volgens een M eldezettel (no. 443) van 17 mei ’44 w aren op 16 mei niet 550 zigeu­

ners en ’a-socialen’ in het kamp binnengebracht maar 565 (benevens 13 'N e d e r ­landers’ waarm ee Joden bedoeld zijn). Volgens deze opgave no. 443 was de totale kampbevolking nu '3474 plus 565’. Van de 565 personen - wij zullen deze opgave m aar als uitgangspunt blijven nem en - waren 308 personen beneden de leeftijd van 21 jaar , zoals blijkt uit een ’K inderm eldung der am 16.5.44 eingetroffenen Z i­geuner und asozialen E lem en te ’. Van deze kinderen waren er 44 in de leeftijd van 0-2 jaar , 30 van 2-4, 158 van 4-14 en 76 van 14-21 jaar.

Volgens het cahier ’Lagerbew egung'4 waren van de 565 personen 260 ’asoci- a len ’ en 305 zigeuners. H oe het onderscheid tussen zigeuners en 'a soc ia len’ tot s tand kwam , welke m aats taf daarvoor werd genom en, weten wij niet. Stellig zul­len de familienamen een aanwijzing zijn geweest of zullen de zigeuners, om dat hun dit gevraagd w as, hun afkom st niet verzwegen hebben of niet hebben durven verzwijgen. Bovendien, de zigeuners hadden papieren bij zich; ongeveer 75% van de gedeporteerde zigeuners waren, volgens opgaven in W esterbork ve rk re ­gen, s ta ten loos.5

1 Z ie verslag m et 4 leden van de politie te V en lo , 16 april 1959. 2 R a p p o rten IV c (64) 193.1, p. 32-34.A rch . W es te rb o rk . 3 A .v . 4 B ev ind t zich in A rch. W es te rb o rk , a fd . S ta tis tisc h es B iiro. 5 Wijb rengen in h erinnering , da t bij het u itb rek en van de oorlog e r ong ev eer 11.000-12.000 w oon w ag en b e­w oners w aren , die vo o r het g ro o tste deel de N ed erlan d se nationalite it b eza ten . D eze zijn n iet te v e r­w arren m et de z ig eu n ers , w aarvan een g ro o t gedeelte s ta te n lo o s w as (zie p. 71).

Page 123: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

118

Wisten de zigeuners op het mom ent van hun aanhouding en tijdens het t rans­port naar W esterbork in de regel niet wat hun boven het hoofd hing, na aankom st in het kam p werd dat al duidelijker. De aanblik van w achttorens, m achinegew e­ren, prikkeldraad, barakken, geüniform eerde Duitsers en gesterde Joden lieten nauwelijks ruimte meer voor illusies. Een vrouw vertelde dat haar vader, toen hij dit zag, tegen zijn vrouw zei niet te geloven dat ze er levend af zouden k o m en .1 Een ander vertelde dat haar ouders zich op dat m om ent het lot herinnerden van familieleden in Duitsland, die in 1939 in een concentra tiekam p waren opgesloten en van wie men sindsdien niets meer had gehoord .2

Bij aankom st van de trein m oesten de a rrestan ten in een rij gaan staan ter iden­tificatie; later moesten , volgens een getuige, de gezinshoofden nog eens ’vóórko- m e n ’.3 N aar wij aannem en zal dat verband hebben gehouden met de vraag wie zi­geuner was of niet. ’Die A rier' (dat waren de ’asocia len’) werden door de registra­tie ’von den Zigeunern abgesondert’.

N a de eerste controle w erden de m eegenomen 'bez itt ingen’, ook geld en siera­den, afgenom en; alles zou teruggegeven w orden, zo werd verteld. Deze 'reg is tra­tie ’ duurde tot in de avond. D aarna volgde de ’medische keuring’ en de ’ontlui- zing’, een voor de zigeuners bijzonder schokkende en vernederende gebeurtenis. H oe dit in zijn werk ging weten we, behalve van de ondervraagde zigeuners, ook van een Joodse arts , die bij de ’keuring’ betrokken w as.4 Deze herinnerde zich dat op de avond van de 16e, om streeks 8 uur, de kam pcom m andant G em m eker bij hem kwam en zei ’Je tzt kom m en die Z igeuner’. De zigeuners w erden voor een lan­ge tafel geleid, waar zij w erden geregistreerd; er kwamen veel Duitsers kijken, om dat ze het ’machtig in te ressan t’ vonden nu eens zigeuners te zien. Wel waren zij zeer beducht voor enigerlei besmetting: de vloer tussen de tafel en de plaats, waar de zigeuners m oesten staan, was met een onsmettingsmiddel bewerkt, ’da- m i t - zoals de Duitsers zeiden - ’die K rankheitskeim e nicht überhin w eghiip ften’. De zigeuners m oesten zich ontkleden, m annen en vrouw en in verschillende hoe­ken van één vertrek , waar ze werden kaalgeschoren en ’on tlu isd ’.5 Een soort medische keuring die waarschijnlijk tegelijkertijd werd verricht (’de dokter klopte iedereen met een soort glimmende pen, er wel voor oppassend iemand met de handen aan te rak en ’) had niets te betekenen: niemand werd (uiteraard) ’afge- keu rd ’.6

Deze gehele behandeling werd door de zigeuners als uitermate kwetsend en on t­

1 Int. B. 2 In t. I. 3 Int. L. 4 N o tities g esp rek B. A . S ijes m et E . A. M. S peijer, 27 nov. 1958.5 V olgens d r. S peijer w as ’een vrij g roo t aan ta l van de z igeuners inderdaad v e r lu isd .' M w. L. M azirel verte ld e e c h te r , da t hij h aa r na de oorlog had gezegd , d a t de z ig eu n ers géén lu izen h ad d en , m aar da t de D u itse rs d ed en a lso f dit het geval w as, om bij de Joden een zekere w eerz in te b ew erkste lligen . Een van de z ig eu n ers h e rin n erd e z ich , da t een keuring w erd u itgevoerd d o o r tw ee d o k to ren ’d ie d ach tendat he t hele tran sp o rt o n d er de luizen z a t’ (in t. M .). 6 Int. B. V erder o v e r de ’k eu rin g ' e .v .: in t. M. S. P. en K .V .R . U it de no tities van het g esp rek m et S peijer b leek n ie ts o v e r een eigenlijke keuring. O ok een tw eeta l z igeuners (int. A . en I.) ze iden dat geen keuring had p laa tsg ev o n d en .

Page 124: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

119

erend ervaren. H et kaalscheren werkte daarbij als een afbraak van de individuali­teit: van toen af aan, vertelde een ge tu ige1 werd het moeilijk elkaar te herkennen. Zo vroeg hij zich af of hij daardoor enige bekenden , die bij de keuring aanwezig w aren, later niet meer had gezien.

H et ontluizen en het kaalscheren duurden tot de volgende ochtend. O m streeks 7 uur kwam, volgens de arts , de com m andant G em m eker, dronken en begeleid door enkele vrouwen, een kijkje nemen. ’N a , H err D octor, das sind doch g a n z a n ­dere L eu te als Sie und ich, w a s? ’zou hij opgemerkt hebben. H un ’bijna m agische’ angst voor besmetting dreef de Duitsers ertoe ook alle in beslag genom en bagage, zelfs de violen, te laten 'o n tsm etten ’. Sommige getuigen vertelden dat ook hun kleren w erden afgenom en; daarvoor in de plaats kregen ze 'een soort gevangenis­p a k ’.2 Een hondje , dat door de zigeuners was meegenom en, wekte het medelijden van de bewakers: het dier werd in leven gehouden en kreeg zelfs eieren.

O ver de verdere behandeling van de zigeuners valt weinig meer te vermelden dan dat die ook naar W esterborkse maatstaven slecht w as.3 In een overvolle b a ­rak, die zij niet mochten verlaten, w erden zij ondergebracht. Contact met de Joodse kampbevolking was verboden; niettemin hoorden sommige zigeuners van Joden iets over hun verdere bestemming. H et eten was karig en slecht: rotte aard ­appelen, w interpeen en waterige soep worden als belangrijkste gerechten ge­noemd. D esondanks wordt de behandeling meer dan eens als 'redelijk ' geken-

schetst - vergeleken dan met die in Duitse kampen.Drie dagen en nachten bleven de zigeuners in de barak. Op vrijdag 19 mei begon

de deportatie van 40 families en 31 alleenstaanden.

Transport zigeuners op 19 mei naar A u sch w itzIn familieverband: volwassen mannen 29

volwassen vrouw en 38kinderen beneden 16 j. 110kinderen van 16-21 j. 18kinderen boven 21 j. 19

Alleenstaande personen: m annen beneden 21 j. 4mannen 21 j. en ouder 17vrouw en beneden 21 j. 2vrouw en 21 j. en ouder 8

2454

Van de 309 in het kamp geregistreerde zigeuners w erden 64 personen niet gede­porteerd. H et overgrote deel van de vrijgelaten zigeuners behoorde tot twee fam i­lies: 28 tot de familie W ., 29 tot de familie B. Van een tot de familie B. behorend

1 In t.M . 2 I n t .S .e n Q . 3 P re sser: O ndergang. II, p. 330. 4 C(64) 131/91, A rch. W este rb o rk .

Page 125: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

120

gezin vernam en wij dat het door tussenkom st van een plaatsvervangend consul van Italië zou zijn behoed voor transport; een ander lid van de familie, die de Zwitserse nationaliteit bezat, had de com m andant over hem horen zeggen: ’Schw eizer, das sind keine Z igeuner’.1 (6 andere Zwitsers w erden overigens wel op transport gesteld). Ook beschikten een paar leden van de familie W. over Italiaan­se paspoorten (vervalste weliswaar, volgens hun eigen zeggen).2 A ndere leden van de familie W. waren afkomstig uit G uatem ala en hadden ook de nationaliteit van dat land. Zij m aakten eveneens melding van de interventie van een consulaire functionaris. In elk geval w erden op de derde dag van hun verblijf in W esterbork alle leden van deze twee families met nog 7 anderen naar een andere barak over­gebracht. De volgende dag werden zij vrijgelaten. E veneens op 20 mei '44 konden de 'a soc ia len’ vertrekken. O ver de herkom st, de samenstelling en de behandeling van deze groep zijn wij slecht ingelicht. Wij w ezen er reeds op, dat zij gescheiden werden van de zigeuners. Dat zij geregistreerd werden, mogen wij aannem en, maar lijsten met hun namen zijn niet gevonden. Dat zij vrijgelaten zijn, ligt v o o rd e hand. Zij werden in het A uschw itz-E rlass niet genoem d als één der categorieën die vernietigd m oesten worden. Een feit is, dat op 20 mei, ’s morgens om 9 uur, 327 w oonw agenbew oners (w.o personen die door de inbeslagname van hun wa­gens 'seden ta ir ' waren geworden) spoorkaartjes kregen om weer naar hun w oon­plaatsen terug te keren. ’E in M ann erhalt seinen A ffen Z u rü c k ’, zo eindigt een Duits niet-gedateerd rapport over deze 'v r i j la ting '.3

N a deze grote razzia in mei '44 zijn, voorzover wij weten, zigeuners niet meer als 'z igeuner ', of als iemand die 'naar uiterlijk, zeden en gew oon ten ’ als 'z igeu­n e r ’ of ’z igeunerhalfb loed’ kon worden aangem erkt, gearresteerd om naar A usch­witz te worden gedeporteerd .

Zigeunertransport op 19 m ei '44

Tegelijk met de zigeuners in dezelfde trein, m aar gescheiden van hen, vertrok­ken die dag nog 208 N ederlandse Joden naar Auschwitz en 238 naar Bergen-Bel- sen.

In zijn telexbericht van 14 mei ’44 had de B dS besloten dat het ’achtergebleven e igendom ’ van de opgepakte zigeuners in beslag moest worden genom en en in a f­wachting van een inventarisatie - ’voor wegmaking... gevrijw aard ’. Gebouw en, ruimten en w oonwagens m oesten worden verzegeld.

N adere instructies volgden per circulaire van 30 juni ’44 van de directeur-gene­raal van politie aan de gewestelijke politiepresidenten. De B d S had bepaald dat van de in beslag genom en goederen ’gezinsgewijze li js ten’ m oesten worden sa­mengesteld, waaruit overzichtelijk zou moeten blijken wie de eigenaar was, welke de aard van het goed ( 'w oonw agens, paarden, m uziekinstrum enten, sieraden en

1 In t.M . 2 In t .A . 3 R apport IV. C (64) 193.1, p. 32, 33. 34. A rch. W este rb o rk .

Page 126: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

121

waardevolle voorw erpen , contan t geld, beddegoed, kleedingstukken e n z . ’) was en de plaats waar de goederen zich bevonden. Kleine en voor de sloop geschikte wagens konden ter beschikking worden gesteld van de gem eenten; bruikbare wa­gens dienden op één plaats, zo mogelijk bew aakt, te worden opgeborgen, om dienst te doen bij eventuele ram pen. Ook paarden m oesten op een centraal punt worden gestald en zo goed mogelijk verzorgd: zij m ochten ter beschikking w or­den gesteld van ’te goeder naam en faam bekend staande p e rsonen’. M uziekin­strum enten m oesten eveneens ’zoo goed mogelijk opgeslagen en verzorgd w or­d e n ’. W aardevolle voorw erpen en sieraden dienden aangetekend te worden ver­zonden naar de B d S en contant geld moest gestort worden op zijn girorekening, met de vermelding: ’Zigeunererfassung ' . Bruikbaar beddegoed en bruikbare kle­dingstukken konden ’onder het arme deel van de bevolking’ verdeeld worden of ter beschikking gesteld van een ’kledinginzamelingsactie’. De gewestelijke poli­tiepresident te Groningen verlangde vóór 12 juli van zijn ondergeschikten de des­betreffende ’in de Duitse taal ingevulde lijsten in t r ip lo’ te ontvangen.

Laatste woonplaats M. V. K. Holl. Stl. Div. Kath.

A m sterdam 4 5 12 1 20 - 21Arnhem 2 1 2 - 5 - 5C.B .R . 13 7 4 2 19 3 24’s-H ertogenbosch 3 2 3 6 2 - 8Drachten 1 2 4 - 7 - 7Eindhoven 3 6 17 2 24 - 26Den Haag 27 26 36 15 68 6 89IJsselstein 2 3 7 - 11 1 12Nijmegen 1 - - - 1 - 1Oldenzaal 1 2 - - 3 - 3Susteren - - 1 - 1 - 1W esterbork 7 5 9 - 21 - 21Vledder - - 3 - 3 - 3Venlo 6 3 10 14 5 - 19Zutphen 1 1 3 5 - - 5

Totalen 71 63 111 45 190 10* 2451

* Diverse nationaliteiten: Spanjaarden: 1, Zwitsers: 6, Duitsers: 3.

1 E en voora lsnog on o p lo sb a re kw estie is de vraag o f e r vóór dit z ig eu n e rs tran sp o rt nog an d ere hebben p laa tsg ev o n d en . M w. M azirel m eent zek e r te w eten dat in het n a jaar van 1943 z igeuners vanuit W es te r­b o rk op tra n sp o rt zijn gesteld (L . F. M azirel: Die V erfo lgung der ’Z ig eu n er’ im dritten R eich. Vorge- sch ich te ab 1870 und F ortse tzung bis heute. In: E ssa y s über N aziverbrechen . S im on W iesen tha lgew id - m et. (A m sterdam 1973). In geen enkele d o o r ons gevonden b ron w ord t d eze u itsp raak evenw el b e v e s­tigd.

Page 127: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

122

Reeds twee weken Jater, op 15 juli ’4 4 zond de m arechaussee-com m andant van het gewest de gevraagde bescheiden. W aardevolle zaken kon men de B d S (en zelfs de plaatselijke armen) niet aanbieden: 'B ettzeug: wertlose, schm utzige Sa- chen; Verschiedenes: ein wenig teils wertloses K üchengeschirr' heet het in één ge­val; 'ein Tisch, ein Schrank, ein O f en, ein Spiegel, ein B e tt’ was alles wat in een an ­dere woonwagen viel buit te maken. Slechts één paard werd gemeld: ’ wird von ei- nem Bauern versorgt' ; in de woonwagen van dezelfde eigenaar werden nog 13 violen aangetroffen (’zum Teile sehr gut, zum Teile ka p u tt’) en een tafel (’tiberge- geben an einem armen Bürger in Vledder). Alleen de woonwagen kwam indirect het Duitse Rijk ten goede: hij werd 'weggegeven aan iemand die werkte op de L u ftw a ffe -basis te Havelte. In een circulaire gedateerd 12 juli ’44, berichtte de di- recteur-generaal van politie nog dat de voorgeschreven verzegeling van gebou­wen, ruimten en w oonwagens kon worden opgeheven. De woningen mochten worden ’vrijgegeven’.1

Op de terugkeer van de bew oners werd klaarblijkelijk niet meer gerekend.

1 Z ie o .a .: A rch . pol. p res. G ron ingen (U .D .I.V erg . l ,n o . 15520), 27 juli 1 9 4 4 e n 2 4 a u g . 1944.

Page 128: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

H O O F D S T U K 12

O N T R E C H T IN G EN V E R N IE T IG IN G (1941-1944)

U itzonderingsm aatregelen in D uitsland

Terwijl in O ost-Europa op grote schaal zigeuners w erden gedood, w erden in Duitsland tegelijkertijd nog steeds verordeningen uitgevaardigd die tot doel hadden de nog niet gedeporteerde zigeuners te o n t re c h te n 1 en te isoleren. De bepalingen bestreken menig gebied van het maatschappelijk leven; zij hadden b.v. betrekking op de huwelijkssluiting, het verrichten van militaire dienst, het uitsluiten van sociale voorzieningen en het volgen van onderwijs. Hier moge een beknopt over­zicht volgen over de wijze w aarop de zigeuners ten aanzien van huwelijkssluiting en sociale voorzieningen in een uitzonderingspositie w erden geplaatst.

Op 20 juni 1941 werd vanwege het ministerie van Binnenlandse Zaken bepaald, dat huwelijken tussen Duitsers en ’M ischlinge m it einem Viertal oder noch we- niger artfrem den B lu te ' niet meer toegestaan werden. W anneer twee personen aangifte deden van hun voornem en in het huwelijk te treden m oesten de ’Ehege- nehm igungsantrage... einer besonders scharfen Prüfung' onderw orpen worden w anneer bij een of bij beide personen (’ Verlobten') ’zigeunerischer B luteinschlag festgestellt oder begriindet verm utet wird. '2

Op 20 sep tem ber 1941 volgde een nadere bepaling voor de groep der ’niet-Zi- geuners’; op die dag gaf het R S H A aan alle posten van de Krim inalpolizei op ­dracht voortaan ’niet-Zigeuners’, die rechtsgeldig gehuwd waren met zigeuners of 'Z igeunersm ischlinge' en wier kinderen gerekend w erden tot de ’M ischling '-be­volking, als volgt aan te duiden:

'I s t A ngehörige(r) einer Z igeuner-M ischlings-F am ilie . Fallt, o b w o h l N ich t-Z igeuner, un ter die Z igeu- nerbestim m ungen . ’3

Duitsers, die niet rechtsgeldig met zigeuners of 'M isch lin g e’ waren getrouwd, werden een maand later (25 oktober ’41) door een circulaire van het R S H A ge trof­

1 D öring , p. 125-138. 2 M itteilung des R eichsm in isterium s des Innern (I d 239/40-5626 e geh). Zie:A u szu g A k t. V. Z ig. V erf., p. 15. 3 A. v ., p. 18.

Page 129: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

124

fen. Hierin staat, dat de regelingen van de circulaire ’Vorbeugende Verbrechens­bekam pfung durch die P olizei’ (14 decem ber ’37) nu ook op hen van toepassing zijn geworden. De argumentatie was dat zij asociaal handelden door de oogm er­ken van het ’Ehegesundheidsgesetz' te doorkruisen.

Met betrekking tot de sociale voorzieningen w erden de zigeuners ook met de reeds ontrechte Joden gelijkgesteld. Zulks geschiedde b i j ' A nordnung über die Be- schaftigung von Zigeunern’ van 13 maart ’42, van de minister van Arbeid, Seldte, die deze A nordnung uitvaardigde op initiatief van het R S H A :

’D ie fü r Juden erlassenen Sondervorschriften a u f dem G ebiete des S ozia lrech ts fin d en in ihrer jeweili- gen F a ssu n g a u f Z igeuner en tsprechende A n w endung . ’1

Die aparte voorschriften voor de Joodse bevolking op dit gebied dateerden van 3 oktober ’41. In het vervolg konden ook de zigeuners géén aanspraak maken op doorbetaling in geval van ziekte, op vergoeding van z iektekosten , op extra uitke­ringen wegens verrichte arbeid op zon- en feestdagen, op uitbetaling wegens over­werk, op gezinstoeslagen, op kinderbijslag, op kerstgratificaties etc. etc. Deze re­gelingen hadden vanaf 1 april ’42 kracht van wet.

Per regeringsdecreet van 26 maart ’42 w erden de zigeuners ook nog verplicht een extra belasting te betalen; deze bedroeg 15% van het inkomen, waarover al de normale belasting was geheven (een regeling welke sinds decem ber ’40 voor Polen en Joden gold).2 Eind januari ’43 volgde het A uschw itz-E rlass, dat, we verm eld­den het reeds, de deportatie van de nog levende Duitse en niet-Duitse zigeuners zou ’regelen’.3

V E R N IE T IG IN G

De Sow jet-U nie

N aar schatting zouden ongeveer 200.000 zigeuners door de Duitsers zijn ver­moord en wel uit de Sowjet-Unie 30.000, uit Servië en Kroatië resp. 12.000 en 28.000, uit Polen 35.000, uit Roemenië 36.000, in totaal 169.000 mensen. Andere zigeuners, o .m . kom ende uit Oostenrijk (6.500), Tsjechoslowakije (7.500), Duits­land (15.000) en Frankrijk (15.000) w erden op transport naar Auschwitz gesteld, vergast of kwamen op andere wijze om het leven.4 Daar de m eeste niet-Neder- landse zigeuners vóór mei ’44, dus vóór de razzia in N ederland w erden om ge­bracht, zullen wij een schets geven van wat er in O ost-E uropa vóór die tijd ge­schiedde. Als voorbeeld hebben wij de gebeurtenissen in de Sowjet-Unie en Joe ­

1 A .v . .p . 21. 2 D öring, p. 136-137. 3 Zie p. 106-107. 4 K enrick en P uxon , p. 166-167, 183-184.

Page 130: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

125

goslavië genomen. H et zal - bepaald door het doel van dit werk - een globale schets zijn, die gevolgd zal worden door een kort relaas over de deportaties der zi­geuners naar Auschwitz en de zgn. medische experim enten a ldaar, waaraan de ge­vangen zigeuners - evenals andere gevangenen - zich m oesten onderw erpen.

De liquidatie van het ’Zigeunerunw esen' in de Sowjet-Unie, d .w .z . de lijfelijke vernietiging van de zigeuners, begon definitief en vrijwel direct na de overval van de Duitse troepen op de Sowjet-Unie in juni ’41. In ok tober ’40 en zelfs nog in au ­gustus ’41 werd de indruk gewekt dat de ’z igeunerkw estie’ pas na de oorlog zou worden ’geregeld’. In een op 31 ok tober ’40 gedateerd te lexbericht van het Reichs- krim ina lpo lizeiam taan de politie-autoriteiten in d e ’O stm a rk ', heet het:

'Die vorgesehene U m siedlung von 6000 Z igeunern aus der O s tm a rk nach dem G eneralgouvernem ent h a t zu unterbleiben, weil nach dem K riege eine andere Regelung der g em asten zigeunerfrage vorgesehen is t .1

En in een beschikking van 9 augustus ’4I deelde het R K P A aan de hoofdbu­reaus van politie te Brem en, Ham burg, Keulen en Stuttgart mede:

'E ine N achsied lung von A ngehörigen der im M ai 1940 in d a s G eneralgourvernem ent um gesiedelten Z igeuner kann m it R iicksich t a u f dem K rieg im O sten ' (d .w .z . in de S ow jet-U n ie en Joegoslav ië) ' bis a u f weiteres n ich t e r fo lg e n .'

Al waren er z igeuners, die toch probeerden hun gedeporteerde familiegenoten in het G eneralgouvernem ent op te zoeken (wat trouw ens verboden werd)2, de werkelijke reden van het trekverbod naar het G eneralgouvernem ent zal misschien geweest zijn, dat de E in sa tzkom m andos hun liquidaties volkomen geheim wilden houden en in het achterland niet gestoord wilden worden door her en der trekken­de kleinere groepjes zigeuners die te weten zouden kom en wat gaande was en de achtergebleven zigeuners zouden w aarschuw en. In werkelijkheid immers waren in elk geval in augustus ’41 de Einsatzgruppen met de uitvoering van hun taak be­gonnen, t.w. alle ’rassisch und politisch unerw ünschte E lem ente’ uit overwegin­gen van veiligheid te verm oorden ('durch T ö tu n g ’). Eén der leiders van de E in ­satzgruppen, O hlendorf, verklaarde na de oorlog dat hiertoe behoorden 'Juden, kom m unistische Funktionare und A g e n te n ...'3 In deze rij zijn de zigeuners niet genoem d; er bestaa t overigens, voorzover ons bekend , geen schrijven, dat uit­drukkelijk bevel geeft to t het verm oorden van de zigeuners in de Sowjet-Unie. In de ’Ereignism eldungen’ van de Einsatzgruppen wordt wel melding gem aakt van het liquideren van Russische zigeuners, maar de schriftelijke gegevens hierom ­trent zijn verre van volledig. N aar schatting zijn, zoals wij reeds schreven, in de

1 H . B uchheim : Die Zigeuner-deporta tionen vom M ai 1940. in: 'G u ta ch ten des In stitu ts fü r Zeitge-sc h ic h te '. (M ünchen 1958), p. 54. 3 R S H A aan alle K rim ina lbehörden . 28 dec. 1942. 3 NO-2890.

Page 131: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

126

Sowjet-Unie ongeveer 30.000 zigeuners verm oord ; volgens de census waren er in het Europese deel van Rusland 42.000 zigeuners .1

Niet alleen de Einsatzgruppen hebben 'fe s tg en o m m en ’, 'erledigt', ’g este llt’, ’er- schossen ', ’a usgem erzt’, ’exeku tiert’, 'beseitigt' en ’sonderbehandelt’, ook de G en­darmerie nam aan de jacht op zigeuners deel. Dit blijkt o.a. uit een op 21 juni ’42 gedateerde brief van M eister der Gendarmerie Fritz Jacobs (post: K amenez-Po- dolsk in de Oekraïne) aan G eneralleutnant Q uerner, waarin eers tgenoem de o.m. schreef:

’W ir sch la fen h ier nicht. W öchentlich 3 -4 A k tio n en . E in m a l Z igeuner und anderm al Juden , Partisa- n e n u n d sonstiges G esindel. ’2

De zigeuners vorm den wel eens de inzet van een competentiegeschil tussen S icherheitsdienst en W ehrm acht. Volgens een richtlijn van 21 novem ber ’41 moes­ten rondtrekkende zigeuners aan het dichtsbijzijnde E in sa tzkom m ando van de SD overgeleverd worden. Sedentair levende zigeuners - dat waren in dit geval diege- ngn, die gedurende twee jaar ergens ’v a s t ’ hadden gewoond en ’politisch und kri- minell unverdachtig’ waren - konden met rust gelaten worden. 'E ine M itw irkung m ilitarischer D ienstste llen ', zo luidde een bericht van de 281ste Sicherungsdivi- sion, 'bei etwa durch den S D vorzunehm enden Liquidierungen von Zigeunern... als po litische M assnahm e ist nirgends vorgesehen und wird abgelehnt.'3 De liqui­datie van zigeuners door de S D werd dus gezien als een politieke maatregel - een opvatting overeenkom ende met de verklaringen van O h le n d o r f -w e lk e zogenaamd binnen de sfeer van de militaire veiligheid viel, m aar waarvan de uitvoering buiten de bevoegdheid van het militaire apparaat lag.

Joegoslavië

A nders dan in de bezette gebieden van de Sowjet-Unie w erden in Servië vele executies voltrokken door de Duitse W ehrm acht. Op 6 april ’41 werd Joegoslavië door Duitse strijdkrachten aangevallen, op 17 april capituleerde het. Op 20 mei be­val de militaire bevelhebber in Servië, generaal Böhne: 'Z igeuner werden den Ju ­den gleichgestellt.'4 Zigeuners moesten een gele arm band dragen met het op- schrift: Zigeuner. Op 29 augustus ’42 was volgens een rapport van de militaire gouverneur van Servië, Herald Turner, in zijn gebied 'd ie Judenfrage und die Zi- geunerfrage g e lö st.'5 In Servië - zo schreven wij - was de W ehrm acht zeer nauw bij de executies der zigeuners betrokken. De Sicherheitspolizei mocht ’s lech ts’ de

1 K enrick en P uxon . p. 150. V olgens de au teu rs w erden de 30.000 R ussische z igeuners verm o o rd do o rde E insa tzgruppen en in de vern ie tig ingskam pen . In 1959 zo u d en e r in geheel R usland 132.000 zigeunerszijn . 2 N O -5655. 3 N O K W -2022. 4 A rch ives du C entre de D ocum en ta tion Juive C ontem pora ine(Paris), N o. C C C L X I-95a. 5 N O K W -1486.

Page 132: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

127

gevangen zigeuners ter beschikking stellen van de W ehrm acht. De reden hiervan is waarschijnlijk de vrijwel direct na de capitulatie begonnen partisanenstrijd. In ok tober ’4 1 vond reeds een grote opstand plaats in Macedonië.

Een der middelen van de Duitsers om de partisanen te bedwingen, bestond in het van te voren oppakken van m ensen, die als gijzelaars m oesten dienen. Reeds op 28 sep tem ber ’41 had een o rder van veldm aarschalk Keitel, de algemeen bevel­hebber legergroep Zuid-Oost, Wilhelm List, opgedragen in voldoende mate te be­schikken over gijzelaars. Op 10 oktober ’41 volgde het algemene bevel van gene­raal Böhne om de partisanen onschadelijk te maken. Voor elke bij deze actie ge­vallen Duitse soldaat zouden 100 gijzelaars terechtgesteld worden. V oor elke ge­wond geraakte Duitse soldaat werden 50 gijzelaars geëxecuteerd.

H et bevel van 10 ok tober stond in verband met het feit, da t op 2 ok tober in de buurt van het dorpje Topola (ongeveer 80 km ten zuiden van Belgrado) een Duitse patrouille in een hinderlaag van Servische guerrila’s was gelopen, waarbij 21 of 22 Duitsers gedood werden, 3 gewond en 16 vermist. De ’Ereignism eldung U dSSR N o. 108' van 9 oktober ’41 somt onder ’politiek overz ich t’ van de toestand in Ser­vië de tegenmaatregelen na het incident bij Topola bondig op:

'A ls S ü h n em a ssn a h m e fü r die vor einigen Tagen bei Topola erschossenen 21 d eu tschen So ld a ten wer­den 2 .100 Juden u n d Z igeuner exeku tier t... 8 0 5 Juden u n d Z igeuner werden aus dem L ag er in S a b a c , der R e s t a u s dem jüd ischen D urchgangslager B elgrad en tn o m m en . ’J

E r bestaan vrij nauwkeurige verslagen over de voltrekking van deze executies. In het bijzonder wijzen wij in dit verband op de gebeurtenissen in het gijzelaars- interneringskamp Zemun. Daar de m annen als gijzelaars w erden vastgehouden werden vnl. v rouw en, k inderen en oude mensen door vergassing om het leven gebrach t .2 H iervoor waren speciaal mobiele gaswagens gestuurd. Begin augustus ’42 keerden de gaswagens terug naar Berlijn. De ’Zigeunerfrage' in Servië was 'g e lö s t'. Ongeveer 12.000 m ensen waren ve rm oord .3

H et zou buiten het raam van dit werk vallen, beschrijvingen te geven van de wijzen w aarop in andere Oost-Europese landen zigeuners w erden omgebracht. H et lijkt ons ook in dit werk overbodig, om dat er - zo verm oeden wij - nauwelijks een ander beleid werd gevoerd en andere m ethoden zullen zijn gebruikt. Eén voorbeeld mogen wij hiervoor aanvoeren. In een brief van 12 januari ’42 beval de H öhere S S - und Polizeiführer fü r das O stland in Riga, dat de zigeuners ’in der Be- handlung den Juden gleichzustellen s in d .'4 Deze brief doet ons denken aan de brief

1 N O -3156. V oor het v e rzam elen van g ijze laars zijn vele kam pen o p g erich t, o .m . in B elgrado , S abac ,S rem ska-M itrov ica (beide laa ts te p laa tsen liggen aan de S ava), O rveni K rs t (bij N isj). 2 K enrick enP u x o n .p . 118. 3 V olgens N ovitch (p. 2) zijn e r in S erv ië 28. OOOzigeuners v e rm o o rd . 4 D e z e b r ie f is opgenom en in een schrijven van de Zen tra le S telle der L a n desjus tizverw a ltungen aan B. A. S ijes(I4 a u g . 1967).

Page 133: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

128

van 20 mei ’41 van de militaire bevelhebber in Servië, die eveneens kort en bondig sch ree f : ’Zigeuner werden den Juden gleichgestellt. ’1

A uschw itz

In het A uschw itz-E rlass van 29 januari ’43 waren de ’reinrassige Sinte- und Lalleri-Zigeuner' de ’sozia l angepasst lebende zigeunerische Personen' en enkele andere groepen zigeuners van deportatie vrijgesteld .2 Hun toekomstige 'B ehand- lung' - aldus het Erlass - 'b le ib t einer spateren Regelung vorbehalten.' Die regeling kw am nauwelijks drie maanden later. De vrijstellingsbepalingen voor deze groe­pen w erden ingetrokken. Met deze maatregel (het was de 12. Verordnung van het Reichsbürgergesetz van 24 april ’43) was in feite ook het 'z igeunervraagstuk’ opge­heven .3 M ochten er immers nog personen zijn die niei het bevel kregen zich voor deportatie te melden, dan gold nog altijd de bepaling betreffende de sterilisatie.4 Zo gaf het A uschw itz-E rlass de nazi’s een 'zekerhe id ', dat de z igeuners eens ook een uitgestorven 'ra s ' zouden zijn.

H et is niet precies bekend hoeveel zigeuners naar Auschwitz op transport zijn gesteld. Wij mogen aannem en, dat gedurende de transporten velen door honger, koude en andere ontberingen zijn om gekom en, terwijl anderen bij een poging tot vluchten door hun bew akers zijn neergeschoten. N ie ttegenstaande de onverm ij­delijke lacunes willen wij trach ten enige data en cijfers te geven om een indruk van de vernietiging der zigeuners te krijgen.5

Reeds verm eldden wij, dat er voor de zigeuners een apart Lager w as6: het ’S ta m m la g er’ Auschwitz , later Auschwitz I genoemd. Dit kw am in april-mei '40, onder leiding van de latere com m andant H öss , to t stand. In maart '41 beval Himmler uitbreiding van het kamp. V erder beval hij, met het oog op de in het Op- per-Silezische gebied aanwezige bewapeningsfabrieken, een 'N ebenlager' Birke- nau (later A uschwitz II genoemd) te maken. Dit moest een 'capacite it ' hebben voor 100.000 gevangenen. In ok tober '41 werd met de bouw van het Nebenlager- Birkenau begonnen.

In januari ’42 vonden er de eerste vergassingen van Opper-Silezische Joden plaats. In het Stam m lager waren in augustus ’41 en op 3 sep tem ber ’41 reeds m en­

1 Zie p. 126. 2 D öring , p. 215. 3 A .v ., p. 169. 4 A .v ., p. 216. 5 a. R. H öss: K o m m a n d a n t inA u sch w itz . A u to b io g ra fisch e A u fze ich u n g en von R u d o lf H ö ss, (S tu ttg art 1958), p. 105-106; b. D anutaC zech : K alendarium der Ereignisse im K on zen tra tio n sla g er A u sch w itz-B irken a u . In: H e f te von A u s c h ­witz, N o . 4, p. 63 e .v .; c. K en rick en P uxon , p. 152; d. A u s z u g A k t . V .Z ig . V erf., p. 32-87; e . D öring,p. 153. 189; F . H . L angbein : D er A u sc h w itzp ro ze ss . E ine D o ku m en ta tio n , deel 1 en 2 (W ien 1965).6 V oor een u itvoeriger b esch rijv ing van de to es ta n d in het z igeunerkam p in A uschw itz verw ijzen wij n aa r een b esch rijv ing , die m r. A. F. van V elsen d aarv an gaf. V an V elsen , to en te rtijd 2de lu itenan t der m arin ie rs , w erd in feb ru a ri '41 g e a rre s te e rd ond er v erdenk ing van o .m . sp ionage. N a in an d ere co n c e n ­tra tiek am p en te zijn g ew ee st, w erd hij in nov em b er ’42 naar A usch w itz g ed ep o rtee rd . In feb ru a ri ’43 w erd hij ’o v e rg e p la a ts t’ naar het z igeunerkam p . Z ie bijlage A.

Page 134: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

129

sen (’arbeitsunfahige' en zieke gevangenen, alsmede Russische krijgsgevangenen) met gifgas verm oord. De ’ Vernichtungsanlagen' in Birkenau w erden steeds meer uitgebreid, vooral na m aart ’42, toen daar de ’R S H A -T ra n sp o rte ' met Joden aan ­kw am en en na 4 ok tober ’42 Joden uit andere kam pen naar A uschwitz werden overgebracht. O nafhankelijk van deze vernietigingsplaatsen w erden bij Birkenau ook twee ’Sonderlager' gevoegd, nl. een ’Frauenlager' en het reeds eerder ge­noem de kam p voor zigeuners. Toen op 26 februari ’43 het eerste z igeunertrans­port uit Duitsland aankw am , kwam en zij in L agerabschn itt B 11e, het 'Fam ilien- lager', d .w .z . het ’Zigeunerlager'. Dit Zigeunerlager lag dus in Birkenau (A usch­witz II), het beruchte vernietigingskamp; maar hieruit mag niet worden geconsta­teerd , dat alle zigeuners daar ook w erden vergast. N iettemin: er vonden minstens drie ' M assentö tungen ' plaats, nl. in de laatste week van maart ’43, op 25 mei ’43 en 31 juli ’44. Deze massale vergassingen kom en nog later ter sprake.

Op 26 februari ’43 kwam , zo schreven wij, het eerste z igeunertransport uit Duitsland in Birkenau aan. Vanaf deze datum tot en met 25 maart w erden onge­veer 11.000 zigeuners - uit verschillende landen afkomstig - in het ’fam iliekam p’ gevangen gezet. Bij aankom st kreeg elke zigeuner een registra tienum m er, voo r­zien van een ’Z ’. In de periode eind maart-eind april arriveerde een aantal van on ­geveer 4.000 personen en van eind april tot eind mei nog eens bijna 2.200. In drie m aanden waren dus meer dan 17.000 zigeuners naar Birkenau getransporteerd . N a mei ’43 nam, vergeleken met bovenstaande aantallen, het hoge aantal gedepor-

1 teerden af. In Duitsland was ook de jach t geopend op zigeunerkinderen, die in weeshuizen vertoefden. In totaal kw am en vanaf februari ’43 tot en met 21 juli ’44 in B Ile bijna 21.000 zigeuners aan; 11.000 vrouw en en 10.000 mannen.

De levensom standigheden in Auschwitz waren ongeveer gelijk aan die van an ­dere kam pbew oners , d .w .z . erbarmelijk. H öss schreef in zijn herrinneringen ' K o m m a n d a n t in A u s c h w itz '' vollgestopfte W ohnbaracken’, ' vollbelegte K ranken- baracke’, 'die Seuchenkranken ' , 'd ie K inderseuche N o m a ' en de hoge kinder­s terfte in het algemeen. Bijna geen van de in het kam p geboren kinderen heeft de ontberingen overleefd. Duizenden zigeuners zijn aan diarree gestorven en velen kw am en om tengevolge van vlektyphusepidemieën. Van het maximum van ongeveer 21.000 gevangen zigeuners waren er om streeks juli ’44 bij benadering6.000 over, waarvan om streeks die tijd ongeveer de helft werd vergast.

Tw ee massale vergassingen hadden reeds in m aart en mei ’43 plaats gevonden. Bij de eerste stierven 1.700 zigeuners, afkomstig uit het district Bialystok. O nm id­dellijk na hun aankom st in m aart (de exacte datum is niet bekend) werd een 'L a - gersperre' afgekondigd, aangezien de Duitsers verm oedden , da t zij typhus had­den. Zij w erden geïsoleerd in barakken en kort daarop allen vergast. In het ' H a u p tbuch ' staan deze zigeuners niet geregistreerd, daar zij geen num m er had­den gekregen.

De tweede m assa-m oord da teert van 25 mei. W eer waren enkele honderden zi­geuners uit Bialystok (en ook uit Oostenrijk) ' eingeliefert'. De zieken (en de 'T y-

Page 135: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

vi>Te--f\K \V

'X 130

'P*t phusverdachtigen ’) w erden op bevel van de Lagerartz Dr. Mengele vergast, nl. 507

f t l mannelijke en 528 vrouwelijke zigeuners. Zij waren ongeveer twee weken eerder g ' aangekom en. A chter de dag van overlijden (de ’ Todestag') s tonden de letters S.B.

^ ('Sonderbehandlung ').De derde - èn laatste èn grootste - m assam oord geschiedde veertien maanden

later, nl. in juli ’44. Op de laatste dag van die maand werd het laatste appèl gehou­den van de nog overgebleven 6.000 zigeuners, waaronder zich ook bevonden de N ederlandse zigeuners, die bij de razzia van 16 mei ’44 in Nederland waren opge­pakt; deze 6.000 w erden geselecteerd naar hun ' A rbe its fah igke it'. Bij de 'a rbeids­gesch ik te’ groep bevonden zich 72 N ederlandse mannelijke zigeuners, die naar Buchenwald werden gestuurd en vermoedelijk 35 N ederlandse vrouwelijke zigeu­ners, die op transport gesteld w erden naar Ravensbrück . Allen, die in Auschwitz m oesten achterblijven, d .w .z . ongeveer 3.000 mannelijke en vrouwelijke zigeu­ners - onder wie dus ook de N ederlandse zigeuners - werden in de nacht van 31 juli en 1 augustus vergast.1 Sindsdien had ’Lagerabschn itt B Ile ' geen zigeuners meer.

De experimenten

Wij brengen in herinnering, dat om streeks augustus ’41 de Einsatzgruppen reeds bezig waren ’alle rassisch und politisch unerw ünschte E lem enten ' te verm oorden. O m streeks dezelfde tijd w erden voorstellen gedaan zigeuners te gebruiken bij ’p roeven ’ met betrekking tot castratie en sterilisatie. Gerland, de p laatsvervan­gend gouwleider van N ederdonau , wees H im m ler in een brief van 24 augustus ’41 op de 'In sassen des Zigeunerlagers L ackenbach in N iederdonau.' Het ging im­mers, zo schreef hij, om 'd ie Verhinderung der F ortpflanzung E rbuntiichtiger und rassisch M inderwertiger.' Zo was het reeds eerder gezegd en ook op pseudo-we- tenschappelijke basis door Ritter en Eva Justin , naaste m edew erkster van Ritter, reeds eerder verkondigd. En ook daarna zouden die 'resultaten van on d erzo ek ’ nog herhaald worden. H un betoog en dat van vele andere ’an th ropologen’ en ’ras- senbiologen’ luidden altijd hetzelfde. Er zou bij de zigeuners een onverbrekelijke sam enhang zijn tussen primitiviteit en criminaliteit.2 Niet-sedentaire bevolkings-

1 O v er het aan ta l s la ch to ffe rs en ook ov er de d atum van de laa ts te m assam oord lopen de m eningen u iteen . V olgens H efte von A u sch w itz , deel 8, p. 55 w erden op 2 au g u stu s 1944 2.897 z igeuners vergast. D öring, p. 173, schat d a t 2.500 perso n en 'a rb e id sg e sc h ik t' zijn verk laard en dat e r ong ev eer 3.500 zigeu­ners zijn vergast. In een b ijzonder aangrijpend verslag noem t C am bier een aan tal van 4.000 en geeft als d a tum op de nach t van 20 op 21 aug u stu s. (L eo C am bier: R a p p o rt a M . S im on W iesen tha l de V ienne su r / ’ex term ina tion de 4000 G itans en une seule nu it au K L A u sch w itz -B irke n a u ; 20/21 ao ü t 1944 (Paris 1967). Z ie b ijlage B. H e tze lfd e aan tal w ord t d oor H ö ss genoem d (die toen o verigens geen kam p co m ­m andant m eer w as). Z yw ulska (p. 195) noem t een aan ta l van 5.000 v e rg asten . (Z yw ulska: / cam e back) (L o n d o n 1951). “R obert R itter: Prim itiviteit und K rim ina lita t. V olledig a fg ed ru k t in het M o n a tsh e ft fü r K rim ina lb io log ie und S tra frech tsre form . 31. Jahrgang. H eft 9 (M ü n ch en /B erlin 1940). C f. het o n ­g ed a tee rd e A rbeitsberich t.

Page 136: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

131

groepen, aldus Ritter, kenm erkten zich bovenal d o o re e n lage ontwikkelingsgraad en een hinderlijke ongedurigheid. Daarbij was de zigeuner als het 'U rb ild des un- steten M enschen ' te b eschouw en - een onveranderlijk gegeven, waarin geen m aat­regel van politieke aard noch ook een assimilatiemethode ooit verbetering vermag te brengen: 'R asse , A r t und W esen' had h e t ' E rbsch icksa l' reeds vóór de geboorte bepaald.

Ritter deed verschillende suggesties om aan deze situatie1 het hoofd te kunnen bieden. H ieronder vielen rigoureuze scheiding van de geslachten en verplichte sterilisatie. En om de kansen op het begaan van m isdaden te verm inderen, m oes­ten de zigeuners als preventieve maatregel allen ondergebracht worden in arbeids­kam pen of in bew aakte en van de buitenwereld afgesloten vestigingsplaatsen.

De 'suggesties’ tot verplichte sterilisatie hadden - wij w ezen er reeds eerder op- tot doel het ’z igeunerras’ te doen uitsterven. Himmler liet - voorzover hij zelf al niet tot die 'conc lus ie ’ gekom en was - de aanbevelingen werkelijkheid worden. Om dat niet alleen zigeuners, maar ook andere groepen mensen voor sterilisatie in aanmerking zouden kom en ( 'zw akzinnigen ', 'm isdadigers ') werden proeven geno­men om zo onopvallend en zo snel mogelijk grote groepen mensen te steriliseren. Dit geschiedde o.a. door röntgenbestraling, w aardoor zeer veel m ensen stierven. Deze proeven vonden reeds in 1941 plaats. L ater werd een ander voorstel gefor­muleerd in het 'B erich t über die Versuche betr. R ö n tg enkastra tion '. Dit bericht

t was voorzien van een begeleidend schrijven, waarin uiteengezet werd , dat bij de toenmalige stand van de röntgentechniek massale sterilisatie 'ohne weiteres' uitge­voerd kon worden (geschat werd een aantal van 3.000-4.000 per dag. H oofd van d e ­ze serie experim enten in Auschwitz was sinds 1943 Dr. Schum ann. Vermoedelijk heeft hij dergelijke experim enten ook in R avensbrück geleid. Een Poolse vrouw, G ustaw a W inkowska, verhaalt althans dat een arts uit A uschwitz in ok tober '43 zich gedurende een volle week alleen had beziggehouden met het steriliseren van zigeunerkinderen zonder enige verdoving. 'D ie K inder', aldus W inkowska, 'pfleg- ten nach der Sterilisierung weinend herauszukom m en und fragten ihre M utter, was m an ihnen getan ha tte . .. ’2

In de winter van 1944/1945 heeft één der kam partsen van R avensbrück, Dr. Treite , eveneens dergelijke ingrepen verricht. Daarbij werd de valse belofte ge­daan, dat de zigeunervrouwen de vrijheid zouden herkrijgen, indien zij toes tem ­den in de proefnem ingen; velen gingen op de belofte van de SS in en s tierven.3

Tussen 4 en 7 januari ’45 had (in Ravensbrück) nogmaals een massale röntgen- sterilisatie van kinderen plaats. Schum ann was aanwezig. Er w erden ongeveer

1 N l . de bedreig ing w elke m ensen m et zulke raciale en crim inele e igen sch ap p en voor het D uitse volk zo uden vo rm en . 2 NO-865. In: A. M itscherlich und F r. M ielke: W issen sch a ft ohne M enschlichkeit.M edizin ische und eugenetische Irrwege un ter D ikta tur, B ürokra tie und Krieg. (H eidelberg 1949), (afg.M .M . W issen sch a ft) , p. 236. V eel gegevens hebben wij aan dit w erk on tleen d . 3 Frauen R avensbrück , p. 135.

Page 137: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

132

140 zigeunerinnen gesteriliseerd, van wie de m eesten de leeftijd van acht jaa r nog niet hadden bereikt. Bijna alle meisjes stierven na deze afschuwelijke m ishande­ling; van de overlevenden werd een klein gedeelte op transport gesteld, de rest bleef ach ter , opdat men de gevolgen van de operatie kon b es tuderen .1 O ver het aantal op deze wijze gesteriliseerden (gestorvenen en overlevenden) is niets met zekerheid te zeggen.

Ook w erden vele sterilisaties uitgevoerd volgens de methode-Clauberg. Deze arts schreef op 7 juni ’43 aan Himmler, dat hij een s teriliseringsprocédé had uitge­dacht, waarbij operatief ingrijpen overbodig was geworden. Sterilisatie kon nu worden bewerkstelligd 'durch eine einzige E inspritzung vom Eingang der Gebar- m utter' en ofschoon nog enkele ’ Verfeinerungen' m oesten worden aangebracht, kon gerekend worden op een behandeling van 1.000 vrouw en per dag. Door H im m ­ler persoonlijk werd hem precies één maand later Auschwitz als experim en teer­centrum ter beschikking gesteld. Evenzo heeft hij in Ravensbrück zijn methode geprobeerd. Een vrouwelijke arts , Dr. Zdenka N edvedova-N ejed la (zelf gevangene in R avensbrück), is ooggetuige geweest van de injecties, w aaraan voornamelijk zigeunervrouwen zich hebben m oeten onderw erpen . Zij werden vermoedelijk geïnjecteerd met zilvernitraat en een contrasterende vloeistof, zodat onmiddellijk na de ingreep, in de röntgenkam er de uitwerking bestudeerd kon worden. Zij ver­telt de rön tgenfo to ’s gezien te hebben en daarom te kunnen getuigen,

’d a ss bei den m eisten der oben erw ahnten Falie die F üllung bis in d a s E nd e der E ileiter eingedrungen war: in m ehreren Fallen so g a r b is in die B auchhöh le . N u r ungefahr den letzten zehn wurden durch das E ingreifen der S S -S ch w es te r Gerda eine N a rko se gegeben. Ich habe die K in d er die gan ze N a c h t der O peration gepflegt. A lle diese M ad ch en b lu teten a u s den G esch lech tsteilen und h a tten so lche S chm erzen , d a ss ich ihnen h e im lich B eruh igungsm itte ln geben m u s s te . . . . '2

Uit het bovenstaande blijkt wel, dat zeer vele zigeuners door de proeven onder groot lijden om het leven gekom en zijn of er voorgoed zw aar lichamelijk letsel aan hebben overgehouden. H artverscheurende getuigenissen van dit alles geeft het grote Artsenproces .3

’P ro ev en ’ w erden niet alleen genomen met betrekking tot sterilisatie of c as tra ­tie. G evangenen, w.o. z igeuners, werden bij geheel andere 'experim en ten ’ ge­bruikt. Zo b.v. bij experim enten om zeew ater drinkbaar te maken en een serie p roeven met een vaccin tegen vlektyphus. De proeven met het zeew ater werden genom en met het oog op de steeds heviger wordende luchtoorlog, waarbij in zee gestorte Duitse vliegeniers soms dagenlang op redding m oesten w achten; ze leden dan een ondragelijke dorst. N ada t reeds eerder verschillende prepara ten waren

1 L es F rangaises a R a ven sb rü ck (Paris 1965), p. 217-219. 3 N O -875. Zie v e rd e r , u itvoerige r, ov erdit onderd ee l van het zgn. experim en t-C lauberg : De Jon g , G eschiedw erk, 8, p. 849-853. C lauberg w asho o g le raar aan de un iversite it van K on ingsbe rgen , th an s K alin ingrad g eh e ten . 3 Z ie o .a . M. M. W is­sensch a ft.

Page 138: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

133

gem aakt maar niet geheel bleken te voldoen, werden in mei ’44 nieuwe pogingen gedaan het bestaande preparaat volkomen be trouw baar te maken. Besloten werd voor de proeven ’die asozialen Z igeunerm ischlinge im K onzentra tionslager A u sch w itz zu verw enden.'1 Grawitz (Reichsartz SS) maakt m .b .t . het gebruik van zigeuners de tegenwerping

'd a ss die Z igeuner bei ihrer teilweise andersartigen rassischen Z u sa m m en se tzu n g m ögiicherw eise V ersuchsergebn isse bringen, die a u f unsere M anner n ich t ohne weiteres anzuw enden sind. A u s diesem G rund ware es w ünschensw ert. wenn fü r die V ersuche so lche H a ftlinge zu r Verfügung gestellt werden könn ten , die rassisch der europa ïschen B evö lkerung vergleichbar sind. ’

Himmler besliste: 'Z igeuner und zur Ü berprüfung 3 andere'. Vervolgens w er­den in het K L Buchenwald bij een appèl van 1.000 zigeuners vrijwilligers opgeroe­pen om puin te ruimen in Dachau, waar een bom bardem ent zou hebben plaatsge­vonden; de eigenlijke bedoeling van het transport naar Dachau - waar geëxperi­m enteerd zou worden - werd dus niet meegedeeld. Velen hebben zich opgegeven, aangezien hun een 'besseres A rbe itskom m ando ' werd beloofd .2 Uiteindelijk wer­den 44 personen uitgekozen. Bij de proeven welke per persoon 5-7 dagen en op z ’n hoogst 10 dagen duurden , zouden geen mensen om het leven zijn gekomen. Wèl hebben zich ernstige gevallen van koorts en apathie voorgedaan.

De typhus- en v lektyphus-experim enten w erden uitgevoerd in de concentra tie ­kam pen Buchenwald en Natzweiler. H et betrof hier een poging om in de toekom st

1 te voorkom en, dat SS-troepen, uit het Oosten kom end, zouden kunnen sterven aan vlektyphus. Vrij snel is men van dierproeven overgegaan naar proeven op m ensen. Op 14 februari ’44 werd toestemming gegeven experim enten in B uchen­wald uit te voeren op 30 zigeuners met het pas ontwikkelde Deense vaccin 'K o ­penhagen’.3 Op 16 april ’44 w erden 26 personen ingeënt, van wie er na de beëin­diging van de proeven 11 ’m ittelschw er' ziek werden en 15 's ch w e r '. Van hen zijn er zes om het leven gekomen.

N atzw eiler is berucht geweest om zijn typhus-experim enten. In 1944 werden daar 80 zigeuners, die besm et waren met typhus, verdeeld in twee groepen. De ene groep werd ingeënt de andere niet. Vervolgens w erden beide groepen inge­spoten met typhus-bacillen.4 Voor deze serie experim enten kreeg men regelmatig zigeuners toegestuurd , die typhus hadden; zij kw am en veelal uit Auschwitz.

Mengele had zijn ’labora torium ’ in ' Lagerabschn itt B Ile ' d .w .z . in het zigeu­nerkamp. Daar heeft hij p roeven uitgevoerd op invaliden en tweelingen. O ver de proeven op tweelingen schrijft Elisabeth Guttenberger:

1 N O -179. 2 M en m oet e c h te r bed en k en dat uit angst v oor de S S wel n iem and gew eigerd zal hebben .H et begrip vrijw illiger in relatie to t he t co n cen tra tiek am p is u ite raard m isleidend . 3 NO-1188. In:M. M. W issen sch a ft, p. 92. 4 K e n ric k e n P uxon , p. 178.

Page 139: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

134

'N a c h d e m er an ihnen verschiedene M essungen u n d In jektionen vorgenom m en ha tte , w urden sie vergast, als die letzten Z igeuner in d ie G askam m ern gesch ick t w u rd en .1 A u f B efeh l von M engele s in d die L eichen der Zw illingspaare seziert worden, bevor sie verbrannt wurden. E r wollte sehen, wie w eit die inneren O rgane von Zwillingen e inanderahn lich s in d . '2

B ovenstaande opsomming van ’experim enten’ is niet volledig. H et waren voor­beelden om te tonen welke beproevingen de z igeuners ook op dit gebied hadden te doorstaan.

Van de ongeveer 245 gedeporteerde zigeuners uit N ederland afkomstig, keer­den, voor zover bekend, 30 personen naar N ederland terug, vermoedelijk 16 v rou­wen en 14 m annen .3

1 B edoeld is de laa ts te m assale vergassing van z igeuners op 31 juli/1 aug. 1944. 2 E lisabeth G u tten - berger: D as Zigeunerlager. In: A u sch w itz . Z eugnisse und B erich te (u itgegeven do o r H . G. A dler, H er- m ann L angbein , E lla L ingens-R einer). (F ran k fu rt am M ain 1962), p. 161. C f. Z d en ek und Jiri S teiner: Z w illinge in B irkenau , p. 154-156. Speciaal vo o r de u itvoering van m edische ex p e rim en ten w erden op9 nov. 1943 een p aa r h onderd jonge g ezonde z igeuners o v erg eb rach t naar het K L N atzw e iler. (In: H efte von A u sch w itz , N o . 6, p. 75). O p 15 april ’44 w erden 884 z igeuners naar B uchenw ald en 473 zi­g eu nerinnen n aar R a v en sb rü ck gezo n d en . O p 24 mei ’44 zijn 82 z igeuners in de leeftijd van 20-25 jaa r op tran sp o rt geste ld naar het K L F lossenburg . In: H efte von A u sc h w itz , N o. 7, p. 88 ,96). 3 G egevens v e rs trek t d oo r het In fo rm atieb u reau van het N ed erlan d se R ode K ruis.

Page 140: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

N A W O O R D

In tegenste lling to t de d ep o rta tie d er Joden is de w egvoering d er z igeuners tijdens de oorlog vrijw el geheel onop g em erk t geb leven . De ac tie verliep ook g eru isloos o m dat kleine g ro ep jes op g ep ak t w erden die boven d ien m eestal op afgelegen p laa tsen aan de rand van stad o f d o rp w oo n d en . B ovend ien w er­den de m ensen al z e e r v roeg in de m orgen van hun bed gelich t. S lech ts zij, d ie in de d irec te om geving van de z igeuners w oo n d en , zullen op die 16e mei alleen een lege w oonw agen gev o n d en h eb b en . P laa t­selijke politie zou in lichtingen h eb b en k unnen g even , m aar ho ev e len zullen die h eb b en ingew onnen? D e belangstelling v o o r dit ’v o lk je ’ w as m eestal to ch n iet zo g roo t g ew ee st, m issch ien w as zij tw ee ­slach tig ; z igeuners w aren wel g ezien , een 'g ev raagd a rtik e l’ vanw ege hun zgn. ro m an tisch e zigeuner- m uziek , m aar ev en ze e r gev reesd vanw ege een 'd ie fach tig e v ingerv lugheid ’, die hun aangeb o ren zou zijn . Z igeuners en se d en ta ire bevo lk ing leefden naast e lk aar en het w an tro u w en w as w ederz ijd s zo g roo t, d a t in he t algem een co n tac ten w erden v erm eden . V oor zo v e r m en al m et w oonw ag en b ew o n ers in c o n tac t kw am , w as m en e r boven d ien wel aan g ew end , d a t het hun m oeilijk w erd gem aak t. E en d o o r po litie-agen ten op g eb rach te g roep w o o n w agenbew oners tro k v oor de oorlog geen b ijzondere a a n ­d ach t o f w ek te nauw elijks enig p ro te s t. V oor velen w aren ook alle w oonw ag en b ew o n ers z igeuners. Z elfs op hoog am bte lijk n iveau sch ijn t dit on d ersch e id n iet to t de p a ra te kenn is te h ebben b eh o o rd . In de m arge van een co n cep t-b rie f dd. 29 juli '44 van de sec re ta ris-g en eraa l van B innen landse Z aken aan de d irec teu r-g en eraa l van politie (b e tre ffen d e een regeling to t o n d ersteu n in g van w o o n w agenbew o­ners) w as de vo lgende k an tteken ing gem aakt: 'In m id d e ls zijn nagenoeg alle w oonw ag en b ew o n ers via W este rb o rk naar Polen a fg e v o e rd .’

O verigens, ook in de illegale pers w erd nauw elijks aan d ac h t aan de vervolging d er z igeuners ge­schon k en . W el w as m idden januari '44 in het illegale blad Trouw een klein berich tje v ersch en en in d e rub riek ’U m oet w e te n .. .’, nl.:'d a t in den laa ts ten tijd ze lfs w o onw agen-bew oners n iet m eer m et ru s t w orden g e la ten , d a t ze hun w a­gens m oeten v erla ten en o n d erd ak zo ek en in sch u ren en k ippen h o k k en en d a t, w ie e r n iet in slaagt, o v erg eb rach t w ord t n aa r het kam p W este rb o rk . ’ 1

M eer accuraat was een mededeling in het tweede m einum m er van datzelfde jaar van Je M aintiendrai. Daar stond in een soortgelijke rubriek ’Wist U ’:

'd a t de politie alle Z igeuners naar W este rb o rk heeft g e b ra c h t . . .’2

H et heeft nog jaren na de bevrijding geduurd eer de grote moord op de zigeu­ners meer algemene bekendheid zou krijgen. Nog om streeks 1955 was in geen en­kele N ederlandse encyclopedie onder het begrip ’z igeuners’ een woord te lezen over hun vervolging door de naz i’s - in één ervan wel over de hun eigen ’geest van

1 2e jaa rg an g , N o . 1. 2 4e jaargang (58), N o . 18.

Page 141: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

136

list en bedrog’ en hun lage zedelijk peil.1 Niet één N ederlander of Duitser ten­slotte is, voorzover wij konden nagaan, wegens zijn aandeel aan de vernietiging van ongeveer tw eehonderd zigeuners uit N ederland veroordeeld.

Degenen, die in N ederland direct bij de vervolging betrokken waren, hebben zich in het algemeen niet tegen de gang van zaken verzet. De Duitse politie-autori- teiten hebben zich beperkt tot het geven van niet altijd duidelijke opdrachten en de uitvoering daarvan vrijwel geheel aan de N ederlandse politie overgelaten. Dat deze am btenaren de Duitse orders in het algemeen hebben uitgevoerd is evenmin verwonderlijk. Op maatregelen tegen w oonw agenbew oners en ’asocia len’ werd, zo zagen wij in het voorgaande, al sinds lang door allerlei gezagsdragers aange­drongen en voor velen van de met de uitvoering belaste N ederlandse politie-agen- ten zal het aanhouden van w oonw agenbew oners en zigeuners geen ongebruikelijk karwei zijn geweest. U iteraard waren er ook politie-agenten die de Duitse order om de zigeuners op te pakken niet stipt hebben uitgevoerd. Wij w ezen hier reeds op. H oe groot het percentage zigeuners geweest is, dat op deze wijze aan depo rta ­tie kon ontkom en, weten wij niet, daar het aantal zigeuners, dat in mei ’44 in N e ­derland was ons niet bekend is.2

De houding van de N ederlandse overheid ten aanzien van w oonw agenbew oners en zigeuners is door de gebeurtenissen tijdens de bezetting niet wezenlijk veran­derd. De sam entrekking van de woonwagenbevolking werd niet als een wettelijk of moreel ongeoorloofde zaak gezien: niet tijdens de bezetting en evenmin daar­na. V oorzover het de bezetting betreft, wijzen wij e r op, dat op 22 juni ’44, dus on­geveer een maand na de razzia, een besluit van de secretaris-generaal van Justitie, de N SB-er Schrieke, tot stand kwam, waarbij de bew oner van een woonwagen verplicht werd , zich op bevel van de gewestelijke politie-president naar een aan de w oonw agenbew oner aangew ezen vaste standplaats te begeven. Ook werd hem verboden de standplaats met een woonwagen te verlaten. Hierm ee was aan een reeds bestaande praktijk een ’w ettige’ grondslag gegeven. De concentratie van de 'w oonw agenbevolk ing’ was, aldus Schrieke in een circulaire van 30 juni ’44 aan de gewestelijke politie-presidenten, ’in een nieuw stadium gekomen. ’

Drie m aanden later werd aan dit ’nieuwe s tad ium ’ een einde gemaakt. Op 17 sep tem ber ’44 werd nl. vanwege de Nederlandse regering het Besluit Bezettings- maatregelen van kracht. H ierm ee verloor het Besluit van Schrieke van 22 juni ’44 binnen het in sep tem ber ’44 bevrijde gebied zijn rechtsgeldigheid.3 In de plaats van het Besluit van 22 juni ’44 kwam de W oonw agenverordening van de chef van

1 U it he t a rtikel 'Z ig e u n e rs ’ in De K a th o lieke E ncycloped ie (ed . 1955), ge t. v. Son. 2 In 1938 w aren er12.000 w oo n w ag en b ew o n ers en o m streek s 1946 11.200. H oeveel z ig eu n ers hierb ij w aren , w eten wijn iet. In 1959 w aren e r o n g ev eer 500 z igeu n ers , z ijnde V-k% van de w oonw agenbevo lk ing (zie W ern ink , p. 55). A ls m en dit percen tag e als u itgangspunt zou nem en v oor het ruw bepalen van het aan ta l z igeuners in 1940 (hetgeen z ee r w illekeurig is !)dan zo uden e r to en te rtijd (1944) o n g ev eer 300 zigeuners in ons land z ijn g e w e e s t. 3 S ta a tsb la d 1944, N o . E33.

Page 142: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

137

de staf Millitair Gezag; deze verordening zou van 7 novem ber '44 to t 2 juli '45 gel­d e n .1 Op grond van deze w oonw agenverordening werd elke verplaatsing van woonwagens verboden , tenzij hiervoor vanwege het Militair G ezag toestemming was gegeven.2 Met het vervallen van de W oonw agenverordening op 2 juli ’45 vie­len de w oonw agenbew oners weer onder de voorschriften van de wet van 1918, hetgeen een grotere bewegingsvrijheid voor de w oonw agenbew oners betekende.

Met de opheffing van het Besluit van 22 juni ’44 was een aantal gem eentebes tu­ren niet erg gelukkig. Dit blijkt uit klachten, die het ministerie van Binnenlandse Zaken bereikten - klachten waaruit geen enkele consideratie sprak met het lot, dat de w oonw agenbew oners tijdens de bezetting getroffen had. De commissaris van de koningin in de provincie Overijssel ontving van een aantal gem eenten een geza­menlijk schrijven, waarin vanwege 'overlas t van w oonw agenbew oners’ op meer rigoureuze bepalingen tegen hen werd aangedrongen. Hij b racht dit verzoek in ja ­nuari '46 over aan het ministerie, waar de chef van de afdeling O penbare Orde en Veiligheid, mr. F .R . Mijnlieff, deze kwestie in een nota onder de aandacht van minister dr. L .J .M . Beel bracht. Mijnlieff stelde voor

’om de w et op de w oonw agens aan te vullen m et een bepaling d a t de C o m m issaris d er K oning in de gem een ten in zijn gew est kan aan w ijzen , w aar w oonw agens in het geheel niet w orden g e d u ld . '3

Deze materie kwam ook ter sprake op een om streeks 10 februari '46 gehouden vergadering van com m issarissen der koningin. Daar werd de wens van de burge­meesters overgebracht om een wettelijke regeling te scheppen, die overeenkw am met het W oonwagenbesluit van 22 juni '44.

’De b u rg em eeste rs zo u d en het z e e r to e ju ich en , indien w ederom co n cen tra tie van w oonw agens zou p laa ts v inden en de v rijheid van bew eging van w oonw ag en b ew o n ers w erd b e p e rk t.’4

Ongeveer een maand later maakte Mijnlieff voor de minister een on tw erp tot wijziging van de W oonw agenw et van 1918 in de zin van het eerder door hem geda­ne, h ierboven geciteerde voorstel. In de Memorie van Toelichting werd als doel van de wetswijziging onschreven: het scheppen van de mogelijkheid

’de w oonw agenbevo lk ing op b epaalde p laa tsen te c o n cen tree ren om d aa rd o o r het to ez ich t op deze in het a lgem een asocia le bevo lk ingsg roep een voud iger en d o e ltre ffe n d e r te do en z ijn ’.5

Mr. J .M . Kan, hoofd van de afdeling Binnenlands Bestuur, ging met dit ontw erp niet accoord . Hij noemde het een lapmiddel en pleitte voor een verandering van

1 C h e f afdeling O pen b are O rde en V eiligheid (afg. a fd . O .O . en V .) aan BZ, 24 jan . 1946 - Publicatie­b lad N o . 35, 2 juli 1945. 2 V ero rden ing N o . 39 in het P ublica tieb lad van het M ilita ir G ezag, N o . 8,10 nov. 1944. 3 C hef afd . O .O . en V. aan BZ, 24 jan . 1946. 4 SG van BZ aan ch e f afd . O .O . en V .,1 i feb r. 1946. 5 C o n cep t ch e f a fd . 0 . 0 . en V. a a n ju s t . , m aart 1946.

Page 143: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

138

het systeem en niet slechts gedeeltelijke verandering van de wet. Hij meende dat in het on tw erp een groot aantal problem en over het hoofd werd gezien. Hij vroeg zich af, of niet ’de gehele bemoeiing met de w oonw agenkam pen’ naar de provinci­ale besturen moest worden overgeheveld. En hij achtte het bijvoorbeeld voor ge­m eenten een ’twijfelachtige e e r ’ om ’als concen tra t iekam p’ te worden aangew e­z e n ’. (De aanhalingstekens om het woord concentra tiekam p zijn met de hand a an­gebracht, nadat het s tuk al was getypt). Mijnlieff en K an konden het met elkaar niet eens worden; het ontw erp bleef ongebruikt liggen.1

Inmiddels bleef de ontevredenheid over de w oonw agenbew oners voortduren. Zo kw am het onderw erp ook ter sprake tijdens een in februari ’47 gehouden be­spreking van Beel met de burgem eesters van de provincie Limburg. Toen hierbij het probleem van de ’a-sociale e lem en ten ’ (door Beel gekenschetst als ’een van de vele problemen die om een oplossing sch reeuw en’) ter sprake kwam, vestigde de burgem eester van Sittard de aandacht

’op een speciaal soo rt van a-socia le e lem en ten , nl. de w o o n w ag en b ew o n ers , die een w are p laag v o r­m en vo o r de boerenbevo lk ing . 'H ie rb ij valt op te m erk en ’, a ld u s de b u rg em eeste r, ’da t vo o r deze m ensch en geen kam pverb lijv en b eh o ev en te w orden ingerich t. Zij k unnen in hun w oonw agen b lijven w onen , m aar dan op een cen traa l pu n t. ’ ’

Beel deed hierop de toezegging het w oonw agenvraagstuk met zijn am btgenoten te zullen bespreken .2

Ruim twee jaar later, in juni ’49, stelde de minister van Justitie, mr. Th. R. J. W ijers, voor

’om de subcom m issie van de S taa tsco m m issie to t herz ien ing van de A rm enw et, w elke het w oonw a- g enprob leem th an s in stud ie h ee ft, na het u itb rengen van haar rap p o rt aan d eze S taa tsco m m issie , te v e rzo ek en of zij haar w erk zaam h ed en zou w illen v o o r tz e tte n - w ellicht nadat zij enige aanvulling h ee ft o ndergaan - d oor de gehele m aterie van een w ijziging van de W et op de W oonw agens en W oon­sch ep en te bezien en te rzak e een v o o rste l to t w etsw ijzig ing te d o e n .’3

Mr. H. M. de Vries, voorzitter van de door de minister bedoelde subcommissie, w aarvan n.b. ook L. A. van Doorn (zie hoofdstuk 7) lid was, deelde hierop mee, dat dit college het w oonwagen-probleem in al zijn aspecten in studie had en dat ook een eventuele wijziging van de wet op de woonw agens en woonschepen in overweging zou worden genomen. De subcommissie was, aldus de Vries, reeds belangrijk met haar werk gevorderd en hoopte in sep tem ber ’49 haar rapport , ver­gezeld van voorstellen, waarbij in grote lijnen de wetswijzigingen zouden worden gegeven, bij de plenaire commissie in te d ienen .4

1 C hef A fd. B .B . aan ch e f a fd . O .O . en V ., 2 april 1946. 2 V erslag van de vergadering van de m in is­te r van BZ m et de b u rg em eeste rs d er gem een ten in de p rov incie L im burg op 21 en 22 feb r. 1947.3 Ju s t. aan BZ, 14 jun i 1949. 4 De V ries aan B Z, 25 juni 1949.

Page 144: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

139

De wetswijzigingen, die in dit rapport w erden voorgesteld , toonden opvallende gelijkenis met het Besluit van 22 juni ’44: afkondiging van een trekverbod en op ­richting van s treekkam pen. M et de instelling van de commissie-de Vries was de eerste stap gezet op weg naar de W oonw agenw et van 1968.

De W oonw agenw et van 21 februari ’68 knoopte aan bij maatregelen (en gesanc­tioneerd door het Besluit van 22 juni ’44) zoals die tijdens de bezetting waren on t­staan. Dit is de reden w aarom wij - zij het beknopt - enkele opmerkingen over de­ze wet en de wet van 1918 - zij gaf immers de eerste regelingen voor woonwagens en woonschepen - willen maken. Wij brengen dan in herinnering, dat laatstge­noem de wet een einde zou m oeten gaan m aken aan het opjagen van de w oonw a­genbevolking. De gem eenten zouden niet m eer de w oonw agenbew oners binnen hun gem eente kunnen verbieden; wel zouden er s tandplaatsen worden aangew e­zen. Toch bleef de praktijk , dat men 'trach tte de zw ervers zo snel mogelijk uit de gem eenten te lozen en bij de buurm an binnen te loodsen .’ (MW-90).

O ndanks de gunstige bepalingen van deze wet, bleef zij eerder gericht op de be­scherming van de sedentaire bevolking (90) dan op de m aatschappelijke en cultu­rele belangen van de woonwagengroep. (90) Hierin zou de wet van 1968 verande­ring brengen. Volgens de considerans van deze wet was het hoofddoel: ’nieuwe regelen te stellen ter bevordering van het maatschappelijk welzijn van de w oon­w agenbevolking.’ M aar hiermee wordt bedoeld de aanpassing van de w oonw a­genbew oners aan de gevestigde samenleving. (MvA, III, 21. Zorg etc.). E r m oest

l een doelbew ust beleid kom en ’tot een aanpassing van de groep aan de sedentaire m aatschapp ij . . . ’, ’een aanpassing die op haar beurt een overgang naar die sam en­leving zou kunnen m eebrengen .’ (Toelichting bij art. 18, blz. 26) (MvA, a.v. p. 22). Kennelijk beschouw t de wet van 1968 ’een aanpassing aan de gevestigde sa­m enleving’, ’een bevordering van het maatschappelijk welzijn van de w oonw a­genbevolking.’ Wij mogen hier opm erken , dat de wijze w aarop de gevestigde sa­menleving de trekkende bevolking in het verleden heeft bejegend - opjagen en o p ­brengen naar modderige terreinen en nabij vuilnisbelten - voor de wetgever reden had kunnen zijn zich te matigen bij het te stellen doel - een doel dat toch niet vrij is van eenzijdigheid, hovaardij en superioriteitsgevoelens.

Dit wordt nog eens bevestigd door het feit (art. 10, lid 1 van de wet) dat het ver­boden is met een w oonwagen standplaats te hebben buiten het kamp (in de wet ’c e n tru m ’ genoemd). Alhoewel een trekverbod in de wet niet is opgenom en, is door genoem d artikel 10 het trekverbod een feit. Im m ers, alleen Burgem eester en W ethouders kunnen van dit verbod (met een woonw agen buiten het kamp s tand­plaats hebben) ontheffing verlenen. Daarbij mag niet uit het oog worden verloren, dat deze bepaling - in feite deze gehele wet - alleen geldt voor één categorie der w oonw agenbew oners , de categorie der zgn. reizigers, dat zijn de w oonw agenbe­w oners van origine, de ’ec h te ’ w oonw agenbew oners . V oor hen alleen zijn de zgn. cen tra gem aakt, niet voor de reizende kerm isexploitanten en w egwerkers en al die anderen die ambulant zijn en in een w oonw agen m oeten wonen, d .w .z . in een w a­

Page 145: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

140

gen die voortdurend of nagenoeg voortdurend als woning wordt gebezigd en daar­toe is bestemd (art. 1).

N iet alleen gevestigde maar ook nieuwe beroepsbeoefenaren uit deze groep kunnen een vergunning voor een woonw agen krijgen. Een dergelijk vergunnin- gen-stelsel geldt niet voor de ’reiziger’. H em wordt een vergunning verleend als hem, of zijn echtgenote , of één van degenen onder wier gezag zij gestaan hebben, ee rder een vergunning tot het bew onen van een w oonwagen was verleend. Voor de groep reizigers (w aaronder ook de zigeuners te rekenen zijn) geldt met betrek­king tot het vergunningenstelsel dus een afstammingsbeginsel. H et is overbodig erop te wijzen, dat de wetgever mede door deze bepaling de mogelijkheid gescha­pen heeft, een speciale controle op deze categorie w oonw agenbew oners uit te o e ­fenen.

H et is in deze studie niet onze taak de wet van 1968 verder te behandelen. Wij wilden er s lechts op wijzen, dat van een grotere vrijheid van beweging, in de zin van vrij t rekken en een vrije p laatskeuze geen sprake is. In zoverre kan van een verbetering ten aanzien van de Duitse maatregelen niet gesproken worden. H et is o.i. ook niet de bedoeling van de wetgever geweest de zgn. reizigers hun eigen m aatschappelijk welzijn, zoals zij dat zelf zouden kunnen in terpreteren , te laten bepalen. Wij hebben hier reeds op gewezen, maar willen bij het afsluiten van deze studie nog eens aandacht vragen voor de Memorie van A ntw oord, behorende bij de wet van 1968 waarin duidelijk wordt gesteld dat het uiteindelijke doel is tot een ’sedentaire behuizing’ te komen. Daar moest men niet om heen draaien. De geest van de wet is, aldus de M emorie van A ntwoord van 1968, ’dat men in vrijheid de­ze groep naar de sedentaire status wil brengen, niet ge fo rceerd .’ (MvA. E .K . 10 januari ’68, p.2).

Niet geforceerd , maar ’in vrijheid’, verlangend de kampen met hun ontoere i­kende hulpmiddelen te verlaten, zullen de kam pbew oners naar de sedentaire m aatschappij verhuizen. Daar aangekom en zullen zij, zo leert ons de praktijk bij het afsluiten van deze studie, noch door de am btenaren , noch door de bevolking- uitgezonderd een klein deel dat met vooroordeel en discriminatie heeft a fgere­kend - met open armen worden ontvangen. In onze hedendaagse maatschappij zijn wij met betrekking tot de bijzondere categorie w oonw agenbew oners qua w et­geving en mentaliteit niet veel verder gekom en dan datgene wat de Duitsers ons in het Besluit van juni ’44 hebben nagelaten.

Page 146: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

B IJL A G E N

A. Gedeelte uit een rapport, samengesteld door mr. A. F. van Velsen, die, na een verblijf in verschillende kam pen, in 1943 gedeporteerd werd naar het K L Auschwitz-Birkenau, waar hij als B lockalteste in het zgn. 'z igeunerkam p’ werd geplaatst, (p. 142)

B. Léo Cambier: R apport a M . S im on W iesenthal de Vienne sur l ’exterm ination de 4000 gitans en une seule nuit au K L A uschw itz-B irkenau. (20/21 aoü t 1944) (Paris 1967) (p. 151)

C. Organisatie van de N ederlandse Politie vóór en tijdens de Tweede W ereld­oorlog. (p. 157)

D. Centralisatie van de Duitse politie i.v.m. de vervolging van zigeuners.(p. 160)

E. Beknopt overzicht van tegen de zigeuners in Duitsland en N ederland genomen maatregelen sedert het begin van deze eeuw. (p. 161)

Page 147: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

B IJL A G E A

Gedeelte uit een rapport, samengesteld door mr. A. F. van Velsen, die, na een verblijf in verschillende kam pen, in 1943 gedeporteerd werd naar het K L Ausch- witz-Birkenau, waar hij als B lockaltester in het zgn. 'z igeunerkam p’ werd ge­plaatst.

H et Z igeuner-Lager.H et ty p isch e is, d a t m en de zigeuners heel an ders behan d e ld e dan m en to t nu toe de m ensen gedaan

had. Zij m och ten alles b eh o u d en , kregen geen g evangen isk leren , hun h aar w erd n iet af g esn ed en , m aar zij w erden wel als gevangenen besch o u w d . Ze w erden b in n en g eb rach t m et een g roen pap ier, w aarop de red en van de a rre s ta tie s to n d , nam elijk , da t zij ’au f A nordnung des hö h eren R e ic h sfü h re rs d e r SS und Polizei als M ischling zu r B ekam pfung des Z igeuner U n w e se n s’ w erden ingeleverd .

D eze m ensen w erden wel o genb likkelijk g e ta to u eerd op d eze lfd e w ijze als w ij, a lleen k regen zij een ’Z ’ e rv o o r, en begon hun num m ering bij O . D aarb ij kregen m annen en v rouw en een ap arte num m ering en dit h ee ft la te r to t v ersch illende verg issingen aan leid ing gegeven op de ap p è ls , daar je de num m ers op de a rm en niet a ltijd kon zien en dus n iet w ist o f je m et een m an o f m et een v rouw te do en had.

H et ty p isch e w as, da t hun kam p in het begin n iet om geven w as do o r p rikkeld raad en dus helem aal vrij s to n d . E r sto n d en alleen p osten o m heen en het gevolg w as, d a t op dagen , d a t de m ensen b u iten het b lok m och ten kom en , de k inderen d aa r ook gingen spe len en som s k ilom eters v er w eg liepen . H ierbij vond ik het zo e igenaard ig , da t de p o ste n , d ie om het L ager heen s to n d e n , n iet d u rfd en te sch ie ten . Dit w as een heel v reem de g e w aa rw o rd in g en dit bevel m oest beslis t van hogerhand gegeven z ijn . S ch ie ten ded en die kere ls noo it en om die k inderen b innen h e t kam p te h o u d en , sto n d en ze dan te roepen : ’H é, hé , ’G e h ’s w eg, g eh ’s w eg ’. Spoed ig g roeide het kam p aan en het ene tra n sp o rt z igeuners na het an ­d ere ro lde b innen . D e m ensen kw am en uit D uitsland en uit T sjech o -S lo w ak ije . Ze h ebben mij v erte ld , da t zij vo o r hun a rre s ta tie op analoge w ijze w aren b ehandeld als de Jo d en . Zo k regen b ijvoo rbeeld de Z igeuners van H am b u rg ee rs t een ’R e ise sp e rre ’, w aard o o r zij H am b u rg n iet m eer m och ten verla ten . L a te r m och ten zij n iet m eer in th e a te rs , in parken en z . en w eer een tijd je h ierna w erden ze in bepaalde b ed rijv en , zoals de v isa fslag , g eco n ce n tree rd . O ok k regen zij k leinere ran tso en en dan de D uitse b e ­volking en geleidelijk w erd hun het vu u r nad er aan de sch en en gelegd ,w at ten s lo tte geleid h ee ft to t het tra n sp o rte re n naar co n cen tra tiek am p en .

Die Z igeuners w erden dus behan d e ld als de Jo d e n en ook op deze lfd e w ijze g e reg istree rd . Z oals er in alle landen , van w aaru it Jo d en w erden g ed ep o rtee rd , een Jo o d se R aad w as gevorm d , die alle Joden reg is tree rd e , zo w erden bij de Z igeuners de z .g . Z igeunerkon ingen - een begrip d a t nog uit hun prim i­tieve levensw ijze afk o m stig w as - aangew ezen en deze m ensen re isden heel D uitsland do o r om alle Z i­g eu n ers van hun stam op te zo eken : ze sch rev en hun nam en op en gaven d ie aan de D u itse rs . D e D uit­se rs h eb b en m et deze Z igeunerkon ingen an d ers g ehandeld dan m et de Jo o d se R aad , w ant die b leef

Page 148: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

143

hier to t h e t a lle rlaa tste z itten , m aar de zigeunerkon ingen w aren de e e rs te n , die in B irkenau a an k w a­m en.

E én van die stam m en w as de z .g . R om nyzig , die zich H ong aarse Z igeuners noem den en ook als zo ­danig w erden aangedu id . Ze h ad d en e c h te r m et de H ongaren n ie ts gem een , o m dat ze geen H on g aars sp rak en en een d ia lec t h ad d en , d a t de H on g aren ook n iet k enden . Ik verm oed dat zij o o rsp ro n k e lijk uit H on g arije a fkom stig w aren en een eigen d ia lec t h ad d en gevorm d . Zij h adden allen u itg esp ro k en D u it­se nam en als S ch u b ert, W in ter enz .

W ij, a ls politieke gev an g en en , h ebben eigen lijk altijd de indruk g ehad , d a t m en zich bij de G estap o en SS , die d eze ac tie le idden , geen d u idelijke m ening gevorm d h ad , w at m en m et deze m ensen m oest doen . D it b lijk t wel h ie ru it, d a t hogere S S -o ffic ieren herh aa ld e lijk in he t kam p kw am en en zich v o o r­ste llingen lie ten g ev en , d aa r e r veel Z igeuners w aren , die tap d an s ten , m u c iseerd en en z . E r w erd dan oo k al gauw een band o p g erich t, d ie la te r o n d e r leiding kw am van L ou is B annet.

Zij w erden alleen dus g e ta to u ee rd , m aar v erd er m och ten ze alles beho u d en . L ag era ltes te w erd een zek ere T ü m , een D uitse A so , d ie la te r ’g e p la tz t’ is m et de een o f an d e re goud- o f d iam an tsm o k k el. H ij is to en vervangen d o o r de inm iddels uit A u schw itz gekom en B runo B rodnéw itz , H aftling no. 1, die een z e e r b ev o o rre ch te positie bek leed d e . H ij m ocht z ijn haren la ten s ta an , k reeg S S -voed ing , o m dat hij zich in de ogen van de D u itse rs ongelooflijk v erd ienste lijk had gem aak t bij de opbouw van het S tam m lager A u schw itz I. Hij had bijna geen v rien d en , om dat hij z o ’n ongelooflijke b and ie t w as. E r w as bepaald n iem and , w iens v ertrouw en hij had . E en van zijn zogen aam d e v rienden w as de A rbeitsd ienst- fü h re r van het S tam m lager, die e c h te r gev luch t w as. Dit w as de red en , da t B rodnéw itz w as afgelost, d aa r m en hem erv an v e rd ach t de hand in d eze o n tv luch ting te h ebben gehad . Hij heeft e e rs t een tijd in een b u n k er g ezeten en is d aarn a n aa r het Z igeunerlager gegaan , o m dat m en uite indelijk toch niet a a n ­nam , dat hij schuldig w as. Ik voor mij ben h ier ook stellig van o v ertu ig d , w ant zou hij iets van die ont- v luch tingspoging g ew eten h eb b en , dan had hij deze m an vast aan de D u itse rs v e rrad en . B rodnéw itz m eende in mij een gew illig w erk tu ig te z ien en benoem de mij d aa ro p to t L ager cap o . Ik w as dus z o ’n b ee tje S te llv e rtre ten d L ag era ltes te en m oest zo zo rgen vo o r de gang van zak en in het kam p, vo o r het e ten u itde len , v oor de qu estie s van de w aterle id ing , enz . O ok w as ik v oo r het u iterlijk van het kam p v e r­an tw o o rd e lijk , dus h e t bes t te v ergelijken m et een d irec teu r O pen b are W erken .

N u het kam p zo langzam erhand vol liep en d o o r p rikkeld raad om heind w erd , kw am Palisch w eer op de p ro p p en , die R a p p o rtfü h re r w as o n d e r de L ag e rfü h re r H o ffm an n van het B .I .-L ag e r.

E én van de dingen w aaro p de SS nu al d irec t de aan d ac h t w ilde v estigen w as, d a t de po litieke g ev an ­g en en , d ie in h e t kam p w aren w aar zow el m annen als v rouw en v e rb lev en , geen en kele sexuele ge­m een sch ap m ochten h eb b en . D it k o nden ze to ch n iet v o o rkom en in een kam p m et 10.000 z igeuners en slech ts 12 politieke gev an g en en , w ant die h adden volop gelegenheid zich e rgens te v e rsto p p en . In het begin h ee ft m en gew eldig veel m oeite g ed aan om te p ro b ere n de politieke gevangenen te b e trap p en en luk te d it, dan ging je in de S .K . L a te r o n d e r S ch w arzh u b er is deze co n tro le v e rzw ak t, o m dat m en wel zag , d a t dit n iet m eer tegen te gaan w as.

W ij, politieke gev an g en en , w erden in d it kam p g eze t, o m dat ten m in ste 98% van deze m ensen anal- p h ab ee t w as en hun de leiding van het kam p n iet toe te v e rtro u w e n w as. D aarb ij w as het kam pleven hun ook vreem d en dus w erden e r, om deze m assa en igsz ins te le iden , politieke gevangenen neerg eze t. L a te r w erd en d aa r o o k v ro u w en uit he t v ro u w en k am p , nam elijk po litieke Poo lse v rouw en v o o r ge­b ru ik t, d ie n aar he t Z igeunerkam p w erd en o v erg eb rach t. D e d am es van de a rb e id sd ien s t w aren ook Poolse m eisjes uit he t Poo lse kam p en deze z ijn la te r o o k overg ek o m en . H ierb ij w as V era , een L e tse , die B locka ltes te van h e t v rouw enb lok w erd , nl. van B lock 1, w aarin speciaa l de v ro u w en , die in de keuken w erk ten , w aren o n d e rg eb rach t. Z o w as er ook een B lock u itslu itend d o o r m annen bew o o n d , nl. B lock 2. E r w aren 2 k eu k en s , w aarv an e r een m et m annen en m et v ro u w en w erk te en uit een oog­pu n t van hyg iëne hield m en deze m ensen geheel ap a rt. Zij k regen , o m dat zij m et he t voedsel in aa n ra ­king kw am en , in deze B locks ook een b e te re ligging. Al de an d ere B locks van h e t kam p w aren ge­m engd, in tegenste lling m et he t la tere fam ilie lager van de T sjech en , w aar de m annen en v ro u w en ieder aan een kan t van h e t kam p lagen. U b eg rijp t, d a t deze to es ta n d o n tze tten d d em o ra lise ren d w erk te .

Page 149: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

144

vooral vo o r de jeugd , die alles w at de ou d eren ded en m eem aak ten en dat het d aa r een o n tze tten d e rom m el w as. D it kon toch ook n iet u itb lijven .

H ier sto n d en deze lfd e b a rak k en als in he t m an n en k am p en zij w aren gem iddeld bew oond d o o r 500 p e rso n en . D e w a te rto ev o e r w as e r slech t, de voed ing w as natuu rlijk ook n iet prim a en zo o n tsto n d en in ko rte tijd alle m ogelijke z iek ten en een van de z iek ten , die he t kam p o n tze tten d te is te rd e , w as sca- bies.

H et Z igeunerkam p kreeg een eigen K ran k en b au , d ie o o rsp ro n k e lijk bes to n d uit tw ee b a rak k en , één vo o r m annen en één v oor v ro u w en , m aar die la te r w erd u itgebre id to t 6 barak k en .

Ik w as in die tijd nog s te ed s L agercap o en e r w erd een re u z e ja c h t o n tk e ten d op de politieke g ev an ­genen , die p ro b eerd en sexuele gem een sch ap te hebben .

T üm w as afgelost en e r o n tsto n d een intrige om B runo B rodnéw itz w eg te w erken en in het kam p te k rijgen , w ant dit b aan tje bood en o rm e v o o rd e len , vooral om dat er in he t Z igeunerkam p een betere voed ing w as, d o o rd a t e r k indervoed ing (bo ter en m elk) w erd v e rs tre k t, w aarv an natu u rlijk enorm w erd gesto len .

B rodnéw itz had g ed ach t, d a t ik een gesch ik t w erk tu ig v o o r hem zou zijn en p ro b eerd e mij o v e r te ha len T ü m , die in he t m annenkam p w erk te , te n ekken . Ik w eigerde d it, m aar zei he t n iet o pen lijk . H ij had het in de gaten en k reeg to en de pik op mij en p ro b ee rd e mij van m ijn p laa ts te d ru k k en , m aar de enige m ogelijkheid om mij w eg te krijgen w as te b ew ijzen , da t ik g es lach tsg em een sch ap had m et die Z ig e u nerv rouw en . D it is hem natu u rlijk n iet ge luk t, o o k a l, o m dat hij he t ze lf veel te d ru k had m et een v rouw en hij had er wel vo o r gezorgd dat dit een D uitse w as. O p een keer, to en ik m et een D uitse v rouw van de K ran k en b au ov er s tra a t liep en wij sam en een b ee tje liepen te lachen , kw am ik B ro d n é­w itz tegen , die een f ie ts had gekregen om d oor het kam p te gaan en die mij to e riep dat ik, a ls v erdom de H o llan d er, m et m ijn v ingers van D uitse v rouw en a f m oest b lijven . M aar hij kon mij v erd er to ch niets m aken.

O p een gegeven m om ent p la tz te hij en w el, nad a t Palisch w as v erd w en en . Palisch w erd na die tijd in de b u n k er opgeslo ten d oor de G es tap o , om dat hij gem een sch ap had gehad m et die V era en vo o r hem in de p laa ts kw am de R a p p o rtfü h re r Plagge. P alisch sch ijn t w egens dit geval tw aalf ja a r F es tu n g te h ebben gek regen , d a t heeft m en mij ten m in ste verte ld .

Plagge kw am dus in zijn p laa ts en trad al heel spoed ig in zijn v o e tsp o ren , iets w at ook heel m oeilijk uit kon blijven. B runo B rodnéw itz p la tz te dus een tijd je d a a rn a , w erd ook afgelast en verdw een in de bu n k er. Hij sch ijn t e r z ich e c h te r uit te h ebben k u nnen red d en , w ant enkele w eken d aa rn a kw am hij w eer in het Z igeunerlager en w as ze lfs al w eer in een mooi un ifo rm gek leed . Hij is toen naar G leiw itz gegaan , ik m een om d aa r L ag era ltes te te w orden .

Ik w as o n d e rtu ssen afgelost a ls L ag ercap o en B locka ltes te gew o rd en en H erm an D im anski w as in m ijn p laa ts gekom en en m eteen L ag era ltes te gew orden .

In d ie tijd begon de ty p h u s in het Z igeunerkam p sla ch to ffe rs te e isen en ook kw am en er s te ed s m eer gevallen van sc h u rft v oo r die opgenom en m oesten w o rd en , w aard o o r de K rankenbau w eer en igszins uitgebreid w erd.

In de voed in g sto estan d w as v erb e te rin g g ekom en , d o o rd a t m en m elk , ro o m b o te r en w o rst v oor k in ­deren ging aan v o eren en m en hun in p laa ts van soep aard ap p e lp u ree ging geven . E r kw am ze lfs w it­b rood en de leeftijd sg ro ep en van nul to t één , één to t d rie , d rie to t zes , ze s to t veertien en v eertien en o uder kregen elk een bepaalde d istribu tierege ling . U begrijp t w at vo o r m oeilijkheden dit v o o rd e B lock- a lte s te n m et zich m eeb rach t. Dit alles du idde e ro p , d a t m en het n iet d irec t had voorz ien op v e rn ie ti­ging van de Z igeuners.

O n d ertu ssen kw am en die Z igeuners ten laste van de s ta a t, o m dat zij geen w erk v e rrich tten en m en h ee ft d aarom gepro b eerd hen in co m m an d o ’s te la ten u itru k k en , m aar he t enige w at ze d eden w as een bee tje p lan eren , v e rd e r n ie ts. De to es ta n d w erd hoe langer hoe e rg er, ten m in ste op hyg iën isch gebied en het L ager verlu isde helem aal. N ad a t die Z igeuners ee rs t op die kale b ritsen hadden gelegen , kregen ze d ek en s , nl. die oude d ek en s m et fra n je , die m eekw am en m et de G riekse tran sp o rten en d it w erk te de verlu izing nog m eer in de hand . O m dat deze to es ta n d o n h o u d b aa r w as, is m en erto e overgegaan deze m ensen te on tlu izen en hoew el e r in he t F -L ag er een g ro te sau n a sto n d , bouw de m en a c h te raan in het

Page 150: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

145

Z igeunerlager een geheel n ieuw e sauna. M en h ee ft h ierin een ’E n tla u su n g sa n sta lt’ gem aakt en H orst Jo n a s kw am d aa r als enige Jo o d in te z itten als e lek tric iën .

O m streek s die tijd zijn e r ook Jo o d se d o k to ren gekom en in de K ran k en b au . M en heeft toen o n d e r leiding van de dok to ren van het kam p en speciaal van H au p ts tu rm fü h re r dr. H . J. M engelre (bedoeld is M engele.S .) d rager IJzeren K ruis e e rs te k lasse , die on d erzo ek in g en deed op het geb ied van tw ee lin ­gen , h e t hele L ager on tlu isd en zo d o en d e w erd de to es ta n d en igszins draaglijker.

N u kw am er w eer een n ieuw e eigenaard ige bepaling in het Z igeunerkam p: alle tw eelingen m oesten gesp aard w orden . Wij m o esten de tw eelingen op tro m m elen en d aa rn a w erden zij even tu ee l m et hun vad er o f m oeder o n d e rzo ch t en dit w erk w erd in h an d en gelegd van de Jo o d se d o c to re n , o m dat M en- gerle de P oo lse d o c to ren , die e r al ee rd e r w aren gekom en , b lijkbaar n iet v e rtro u w d e . D ie k in d eren k re ­gen een goede behandeling . Zij m oesten de beste ligging h eb b en en k regen e x tra voed ing . O ok had M engerle bij voo rb ee ld een ass is te n te bij z ich , een Poolse tek en a res uit he t v ro u w en k am p , d ie al die m ensen m oest u ittek en en . Die tw eelingen w erden zeer u itgebre id o n d e rzo ch t en le tte rlijk alles w erd nagetekend en m en kan wel zeggen , da t zij een z ee r b ijzondere p laa ts in he t kam p gingen innem en . M engerle m aakte zich bij de k inderen zeer geliefd . H ij p raa tte wel m et hen en het is ze lfs voorg ek o ­m en , d a t zij, als hij aan k w am , de s traa t op s to rm d en en riepen: ‘H a , d aa r is oom M en g erle ’; dan sto p te hij m et z ’n au to en gaf hun choco lade en sn o e p jes.

Inm iddels is Plagge ook gep la tz t m et een v rouw en g esch ied en is; hij m oest dus ook w orden afgelost en in zijn p laa ts kw am de S c h a rfü h re r B onigu t, een V o lk sd u itse r uit S erv ië . S ch w arzh u b er w as in die tijd w eer L agerco m m an d an t.

H et m an nenkam p w as inm iddels verhu isd van het B -I-B -L ager naar he t B -II-D -L ager en ook de K ran k en b au in het B -II-F -L ager w as in gebru ik g enom en , zo d a t in de B -II-A b sch n itt alleen het A -, B- en C -L ager nog leeg s to n d e n . T oen is m en e r in he t Z igeunerlager toe o vergegaan een specia le K ra n ­kenbau in te rich ten o n d er leiding van M engelre . E r w erd een E n tlau su n g sa n sta lt g em aak t en dit is een heel pijnlijke g esch ieden is gew orden . De m ensen w erden d aa r nam elijk in he t bad gedaan in de een of

t an d ere b ijtende v lo e isto f en vergingen dan van de pijn. Zij w erd en zo op kann iba lis tisch e w ijze van hun sc h u rft a fg eho lpen . De s te rf te steeg , voora l o n d e r de bab ies. D aarb ij kw am , d a t e r veel v rouw en zw anger he t kam p w aren b innengekom en en e r dus v o o rtd u ren d k inderen w erden geboren . O ok nadat m en al langer dan 9 m aanden in het kam p w as, gingen deze g eb o o rtes d o o r en ju is t o n d e r d eze k inde­ren w as de s te rf te en o rm g roo t.

Een van de z iek te s , die d o o r v itam inegebrek o n ts to n d , w as nom a en d eze is o n d e r leiding van p ro ­fe sso r E p p ste in , die d aa rv o o r een a p a rt k am ertje k reeg to eg ew ezen , b es tred en . W ij m erk ten h ier al­leen m aar van d a t hij de besch ikk ing k reeg o v e r rauw e g ro en ten , die uit de k euken w erd aan g ev o erd en het is wel ty p isch , da t deze nom a inderd aad is gaan afn em en . Ik heb een geval gezien van nom a bij een jo n g e tje , w iens hele rech te rw an g w as w eggevre ten , zijn kaak lag helem aal open . H et w as een v rese lij­ke z iek te . O nder die Jo o d se d o k to ren b evond zich een v ro u w en arts-ch iru rg . H ugo H eller, die o n tz e t­tend lang w as vrij geb leven . Hij w as een D uitse Jo o d . E en jonge Poolse d o k te r w as speciaa l v oor de bevallingen aan g ew ezen en hij b evond zich altijd in he t hok w aar de v ro u w en b evallen m oesten .

Ik heb in het Z igeunerkam p ook Irm a G reese o n tm o et, een heel k n appe v ro u w , d ie de erg ste w reed ­heden h ee ft u itgehaald . Zo h erin n erd e ik mij he t geval van een v rouw , die b evallen m o est, van wie zij de b enen in o p g e tro k k en houding m et d ik touw heeft la ten v as tb in d e n , m et als gevo lg , d a t d eze v rouw natuu rlijk in he t k raam b ed is o v erled en . De R a p p o rtfü h re rs w isse lden e lk aa r nogal een s a f en ik noem hierbij o n d er m eer de naam van B ug, die la te r com m an d an t is gew orden van C rem ato riu m III. D eze m an h ee ft g ep ro b eerd mij te ro n se len vo o r de SS S tandard -W estlan d .

De L ag e ra lte s te van de K ran k en b au in het Z igeunerkam p w as d o k te r R iem , d ie ook vo o r de illegale ac tie in de b u n k e r g ezeten m oet h ebben .

O p een gegeven m om ent is e r in he t Z igeunerkam p een vrese lijke rel o n ts taa n , d o o rd a t e r een fo to ­g raa f kw am , die van d iverse u itgesp roken Z ig eu n ertro n ies fo to ’s w ilde m aken , w at hem ook w erd to e ­gestaan . D ie fo to ’s sch ijnen la te r g epub liceerd te zijn ó f in D uitsland ó f ze lfs in he t b u iten lan d , da t w eet ik niet p rec ies, m aar een feit is, d a t de H a u p ts tü rm fü h re r M engerle d aa r en o rm kw aad ov er is ge­w eest, d aa r hij een stev ige u itb ra n d e r uit Berlijn h ie ro v er gehad m oet hebben .

Page 151: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

146

H et is h ier ook op zijn p laa ts te w ijzen op de co n s tan te strijd , die ge leverd w erd tu ssen de d o k te r van de S S , die he t to ez ich t had op de g ezo n d h e id s to estan d en de L ag e rfü h re r. Zij h adden vo o rtd u ren d ruzie en dit is een belangrijke tegenste lling , w ant de een p ro b eerd e de patiën ten in de K ran k en b au nog en igszins op peil te b rengen , terw ijl de an d e r zich n iets van d eze m ensen aan tro k . Ze za ten e lkaar v o o rtd u ren d in de h aren en een sp rek en d voorb ee ld h iervan is wel he t fe it, da t ten slo tte in de K ran ­kenbau van het Z igeunerkam p de H au p ts tu rm fü h re r M engerle h ee ft d o o rg ed re v en , da t e r een speciale L ag e ra lte s te -K ran k e n b au w erd benoem d . Dit w as z ee r e igenaard ig , o m dat e r al een K ran k en b au m et een L ag era ltes te in h e t F -L ag e r w as. De L ag era ltes te K ran k en b au in h e t F -L ag er w erd ee rs t een O o s­ten rijk e r, O tto B en jam in , een v rese lijke sch o ft. D eze m an p ro b eerd e do o r m iddel van in triges en d e r­gelijke zijn K ran k en b au zo goed m ogelijk te do en sch ijnen om daarm ee een goed n um m er te m aken teg en o v er M engelre en zo hoe langer hoe m eer m ach t te krijgen. M en is to en b e g o n n e n -o o k d o o r in tri­ges - d eze ven t opzij te ze tten en dit is ten slo tte ge luk t. M en is e r nam elijk in geslaagd om aanw ijz in ­gen te v e rzam elen , d ie deze m an in de b u n k er zo uden b rengen en op dat m om ent h ee ft M engerle hem p ersoon lijk m eegenom en en hem doen opnem en in de K ran k en b au 1 in A u schw itz om hem op die m a­nier uit h anden van de G es tap o te h ouden .

In deze tijd heeft m en een tw eede S ch u tzh a ftlag e rfü h re r ingevoerd , nam elijk Jo c h em , een O ber- sc h a rfü h re r, d ie naar de S S -F ü h rer-S ch u le zou gaan. Jo ch em stond dus o n d e r S ch w arzh u b er. D it had ­den ze speciaal g ed aan , o m d at de S ch u tzh a ftlag e rfü h re r van h e t B -II-L ager vo o r een te g ro te taak kw am te staan . H et B -II-L ager had zich nam elijk eno rm uitgebreid en bes to n d uit: he t A -L ager - Q uaran ta in ek am p het B -L ager - fam iliekam p het C -L ag er - w erkkam p en w everij he t D -L ager - m annenkam p het E -lager - Z igeunerkam p ,terw ijl in he t F -lager de K ran k en b au w as o n d e rg eb rach t, hoew el die n iet o n d er de v eran tw o o rd e lijk ­heid van de S ch u tzh a ftlag e rfü h re r viel. Dit w as na tuurlijk te veel v oor één m an, om dat e r versch illen ­de co n tro les m oesten p laa tsv in d en en daarom h ee ft m en zijn v eran tw oordelijkheid gedeelte lijk o v e r­gedragen aan de S ch u tzh a ftlag e rfü h re r II. D ie Jo ch em kw am v e rsch e id en e m alen in het kam p en daar w as o n d e r an d e ren een z ek e re W anda, een Z igeunerin , die w egens o p lic h te r ij-z i j had zich nam elijk u it­gegeven v oor een g rav in , terw ijl zij he t helem aal n iet w as - in de gevangen is te rech t w as gekom en en to en d o o r d ie actie tegen de Z igeuners w as o n tslagen en n aar h e t co n cen tra tiek am p o v erg eb rach t. Zij had een eigen k am ertje , alle m ogelijke artike len om zich op te m aken , als lippenstift en w at d ies m eer zij en leidde een b etrekkelijk p lezierig leven . H et w as een g ro te , n iet onaard ige v rouw en bij h aa r ging Jo ch em regelm atig op b ezo ek . D ie verhoud ing w erd s te ed s in tiem er en in tiem er en W anda regeerde ei­genlijk he t hele kam p d oor de inv loed , die zij op Jo ch em had . W an n ee r iem and haar ook bepaald o n ­sy m p a th iek w as, m oest die m an erg u itk ijken , w ant a n d e rs w as hij n iet lang m eer zek e r van zijn leven . T ijdens een to esp raak van de R a p p o rtfü h re r , w aarbij wij altijd allerlei opm erk ingen te h o ren k regen , heb ik een stu n t u itgehaald , d oor zoals wij bij de m arine zeggen , op m ijn s tro t te gaan staan en heb te ­gen de R a p p o rtfü h re r gezegd , d a t he t toch eigenlijk schandelijk w as , d a t zu lke w ijven als W anda z o ’n g ro te inv loed h adden en dat d aa r m aar een s een eind aan m oest kom en . Dit w as eigenlijk een v isje , dat ik u itw ierp om een s te kijken hoe hij e ro p zou reageren en ik ben e r ook helem aal n iet kw aad om aan g e ­keken . W anda kon mij niet goed ze tten , m aar kon mij to ch ook niets m aken , om dat ik wel u itk eek , dat ze m e niet kon grijpen op het d rinken van jen ev e r o f ie ts dergelijk s, ik w as altijd reu ze voorzich tig .

Die Jo ch em is u ite indelijk a fg e lo st, ook in v erband m et deze kw estie . Hij is w eggegaan nog v oordat he t Z igeunerkam p vern ietigd w erd en te rech tg ek o m en in W arsch au . N ad erh an d h ebben S S -lieden , die m et lui uit die com pagnie h ebben g e c o rre sp o n d ee rd , mij v e rte ld , da t hij bij he t vern em en van de liqui­datie van het Z igeunerkam p zelfm oord h ee ft gepleegd.

Ik haal dit aan om de viezigheid nog du idelijker aan te to n en , en om te la ten z ien , da t dergelijke m o­tieven bij de SS ook nog een g ro te rol speelden . Dit is een van de gevallen , w aarvan ik het zek e r w eet, m aar Palisch en Plugge zijn om deze lfd e reden v erdw enen . E én van de u itw assen , die h iervan het ge­volg w as, is gew eest een m oord op een Z igeuner. In het E -L ager w aren nam elijk tw ee zu s je s , w aarvan

Page 152: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

147

één een bepaald liederlijk leven leidde en zich d aa rd o o r b rood enz . b ezo rgde. D ie S S -ers w aren m eest P o len , die do o r de D u itse rs d aa r w aren n eerg eze t, om dat zij de taal b e h e e rs te n , speciaa l de S lav ische ta len . E én van die S S -ers ging geregeld op b ezo ek bij da t m eisje en kw am o o k op K erst- o f op O u d e­jaa rsav o n d 1943, d a t w eet ik n iet z ek e r, m et dit doel in he t kam p. H ij ging naar de b a rak , m aar zag haar n ie t. T oen kreeg hij h e t v e rm o ed en , d a t zij bij een Z igeuner, die d aa r B lo ck a ltes te w as, zou zijn en ging d aa rh een . Bij he t o p enen van de d eu r zag hij h aa r m et d ie v en t in b ed ; hij keek alleen m aar, deed de d eu r w eer d ich t, ging n aa r b u iten , nam zijn p istool en sch o o t zo d o o r de w and heen n aa r b innen . Ik heb g eh o o rd , da t die kerel d ro n k en w as, m aar hij h ee ft h e t m eisje p rec ies in h aa r h oo fd g e tro ffen en h o e­wel zij d irec t v e rv o erd is n aa r de K ran k en b au in h e t F -L ag er en g eo p ereerd , is zij to ch na 3 o f 4 dagen o verled en .

N u kom t de g ro te riva lite it te r sp rak e , w ant O tto , de L ag era ltes te van de K ran k en b au , zag h ie rd o o r zijn kans schoon . H erm an D im anski had nam elijk deze sch ie tpartij op een a fs tan d gezien en O tto heeft h ie ro v er een geheim rap p o rt o p g em aak t, w aarin hij v e rk laard e , da t h e t onm ogelijk w as, d a t die SS-er d o o r de g ladheid gevallen w as, w aarbij zijn p istool w as afgegaan , zoals m en deze h isto rie had w illen d raa ien . Hij h ee ft aan g etoond d a t he t inderd aad m oedw il w as gew eest en deze bew ering ges taa fd m et o pm etingen , die hij bij die barak had v errich t. H ij speelde z o ’n b ee tje als d e tec tiv e . E r is h ier een hele kw estie uit gevolgd, w at e r ten slo tte to e geleid h ee ft, d a t O tto verdw ijnen m oest. Al die S S -ers za ten nl. to t hun nek in de sm urrie en v erded igden e lk aar d o o r d ik en dun , m et an d ere w o o rd en , Jo ch em v er­ded igde deze ven t en m en begon to en , aan g eze t d o o r W anda, h e t leven van deze L ag era ltes te zu u r te m aken , m et het gevolg , da t hij e r ten slo tte u itgezet is. D eze m an d ach t e ch te r d a t hij de d o k to ren a c h ­te r z ich had en ging daarom rustig do o r m et zijn o p p o sitie , to t hij ten slo tte m et een zenuw in sto rtin g m oest verdw ijnen . Zij h ebben die Jo ch em nog w at w illen m aken , w ant ze ze iden d a t O tto had d oorge­slagen. D at w as een hele rodd e lk w estie van de L a g e rfü h re r tegen de K ran k en b au . D ie O tto had altijd m iljoenen o b jec ten in zijn hoofd .

H et w as ook in deze tijd , d a t ik co n tac t k reeg m et de nog z ee r p o v ere illegale bew eging o n d er de g e ­v angenen in h e t kam p zelf, een c o n ta c t, da t ik voornam elijk legde d o o r m iddel van H erm an D im anski en H o rs t Jo n a s. Ik duid dit h ier alleen m aar even aan om e r la te r op teru g te kom en , w ant deze g esch ie ­den is w eeft z ich do o r het hele k am pleven heen .

E r w aren in die tu ssen tijd ook H ong aarse Jo d e n in het kam p g ekom en en de bevolk ing van h e t Z i­g eu nerlager w as d erm ate u itgedund , da t er nog s lech ts ong ev eer 6000 m ensen ov er w aren . D eze w er­den aan de ene kan t van het L ager o n d e rg eb rach t en de H on g aren aan de an d ere k an t, nl. in de b a rak ­ken , die tegen het D -L ager aan lagen. V oor deze H ong aarse toegangen w erd een ap arte L agera ltes te ben o em d , een B .V .-er.

D e hele h isto rie van het Z igeunerkam p is een ingew ikkeld sy s teem g ew eest van in triges, die zich d aa r h ebben a fgespeeld . D eze zijn ten slo tte te ru g te v oeren to t een poging van die R ijksdu itse B .V .-e r om H erm an D im anski als L ag e ra lte s te ten val te b ren g en , w aarb ij hij z ich van de hulp van en kele Z i­g euners had v e rzek e rd . D it pas te n a tuu rlijk geheel in de k raam van de SS. D iezelfde ven t is la te r bij de bevrijd ing in E b en see d oor o n s v e rm o o rd . Die Z igeuners in trigeerden tegen H erm an D im anski en zijn g roep om hen weg te krijgen.

D an is e r nog h e t geval B road . B road za t in he t S tad sg eb au d e , op de P o litische A bteilung en to en het Z igeunerkam p w as ge ïn s ta llee rd is een deel van de Po litische A bteilung d aa rh een verh u isd . D eze w erd gevestigd in de B lo ck fü h rers tu b e van h e t Z igeunerkam p . D it w as een p rak tisch e ze t o m dat dit L ager vol za t m et rijkdom m en . D ie m ensen h ad d en im m ers al hun goud en sie rad en m ogen b eh o u d en . E r o n ts to n d h ie rd o o r een enorm e ‘S ch ieb u n g ’ en de zw arte handel b loeide . H et ging zo v e r, d a t B ro ad , die d aa r m et L ach m an n za t, zijn hele aan d ac h t, in v erb an d m et deze zw arte h an d e l, op het Z igeunerkam p ging rich ten . D it kom t o v ereen m et h e tgeen Je n n y S p ritze r h ie ro v er in h aa r bo ek sch rijft.B road m ocht mij, om dat ik o ffic ie r w as en hij m eende zich nogal een s in het E ngels m et mij te kunnen o n d erh o u d en . Hij p ra a tte dan m eestal zo v ee l, da t ik m et h e t do en en la ten van d ie B road vrij goed op de hoogte w as. Hij trad ook op als m en to r van de Z igeunerkape l, die o n d er leiding van L ou is P annet o e fen d e , w at voor mij n ie t ongunstig w as, w ant ik k reeg d aa rd o o r s iga re tten .

O p zek ere av ond w as e r een g ro o t d ra n k fe e s t in he t kam p. D e je n e v e r kw am uit K rak au , w aar een

Page 153: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

148

g ro te sp iritu sfab riek w as en via de civ iele a rb e id ers k onden wij f le ssen van een halve en een hele liter krijgen . E r w as die bew u ste av ond zw aar ged ro n k en in B lock 27 en daarb ij w aren d iverse B lockalte- sten tegenw oord ig , o .a . H erm an D im ansk i, die mij ’s n ach ts om één uur ook uit bed tro m m eld e . V an te ­vo ren h ad d en zij al zw aa r gepim peld en daarb ij w as de R ap p o rtsch re ib e r F ran k iew isz gew eest. In het kam p bev o n d en zich op d it m om ent e c h te r ook tw ee B lo ck fü h rer, die bij tw ee v rouw en in B lock 27 w aren . E én van de v rouw en w as de z u s te r van het d o o d g esch o ten m eisje , d ie rustig op dezelfde voet doorg ing en dan w as e r nog een v ro u w , d ie w eduw e w as en w ier b ro e r, naar ik m een , ridderk ru isd ra - ger w as, in ieder geval een hoge o n d ersch e id in g d roeg . A ls fam ilie lid van een O o s tfro n ts tr ijd e r had d e ­ze v rouw in het kam p een speciale behandeling . B road nu loerde s te ed s op SS-lui, d ie in he t Z ig eu n er­kam p co n tac t h adden m et v rouw en en dit w as de tw eed e red en , w aarom de Politische A bteilung zijn ze te l had in h e t E -L ager. Zo kon zij im m ers co n tro le ren w an n ee r de B lo ck fü h re r ’s av o n d s na S perr- tijd he t kam p b innengingen.

W at e r nu prec ies g ebeu rd is, w eet ik n iet, m aar vas t s ta a t wel - d a t heb ik zelf gezien - da t F ra n k ie ­w isz half d ro n k en heeft gezegd: ‘Ik m oet nog naar B road to e ’ en inderdaad naar v o ren is ge lopen naar de B lo ck fü h rer en B road heeft gehaald . Zij zijn to en sam en het kam p b innengekom en . Enige o genb lik ­ken h ie rv o o r w as H erm an D im anski bij mij gek o m en , w ant ik w as inm iddels naar bed gegaan en zei: ‘Pas op , A n ton , er is vuiligheid aan de luch t. K om m ee, w ant wij p la tzen d irec t a lle m a a l.’ Ik den k dat ik m ee m oest kom en , o m d at hij z ich w ilde voo rz ien van een p e rso o n , die nog n iet in o p sp raak w as ge­w eest, vo o r he t geval hij m idden in de nach t B road tegen m och t kom en. Wij gingen n aa r B lock 27 en w aarsc h u w d en die tw ee B lo ck fü h rer, d a t zij w eg m oesten gaan , om dat B road op kom st w as. Zij h ad ­den zich e c h te r uitgekleed en lagen bij d ie v rouw en in b ed , w aarb ij ze ook hun p istool h ad d en afg e­legd. A ls S S -ers in een co n cen tra tiek am p dit doen , b e tek en t da t gew oon ze lfm oord . D at w as een van de e rgste verg rijpen , die in een co n cen tra tiek am p m ogelijk w aren . De p isto len lagen d aa r op een stoel en die lui w aren half in de lorem en w ilden er niet uit. Wij dach ten : ‘N u vliegt de hele boel z ek e r de lucht in ' en hadden nog het b e se f om te zeggen: ‘D oe dan de deu r d ich t en laat n iem and b in n e n .' Een ogenblik la te r kw am B road eraan m et de d ro n k en F ra n k iew isz en sam en liepen ze het e e rs t n aar de S tube van de B lo ck a ltes te , w aar ze lich t zagen b ran d en en w aar H erm an D im anski en ik o n s b ev o n ­den . H e t w as ong ev eer tw ee uur ’s n ach ts . B road v roeg w at wij e r ded en en ik an tw o o rd d e hem , dat wij gew oon een p raa tje za ten te m aken . ’O p z o ’n laat u u r? ’ ’Ja , w an t ik heb L ag erco n tro le en hij loopt een e ind je m et mij m e e .’ Dit verhaal k lo p te , w ant e r w erd s te ed s een B locka ltes te aan gew ezen , die het L ager m oest co n tro le ren . D aarop v roeg hij: ‘W ie zijn er aan de o v e rk an t in d a t k a m e rtje ? ’ W ij ze iden , da t wij d a t n iet w isten , w ant he t w as erg m oeilijk a ls de SS ruzie m et e lk aar k regen , partij te k iezen . N am je de partij op van de P o litische , dan g reep de B lo ck fü h re r je , koos je de partij van de B lo ck fü h ­re r, dan w erd je gegrepen do o r de SS en kw am je in de bu n k er. W ij ze iden d u s, da t wij he t n iet w isten . B road ging n aa r de d e u r to e , ram m elde e raan , m aar kreeg geen gehoor: D ie lui h ielden zich vo lkom en stil. Hij ram m elde nog m aar een k ee r en o n d e rtu ssen had hij zijn p istoo l uit zijn zak gehaald en hield zijn v inger al aan de trek k e r. W ij d ach ten : ‘D it w ord t een k n o k p artijtje , d a t n iet m ooi m eer is, w an t die SS laat z ich zo m aar n iet ’e rw isc h e n ’. E r geb eu rd e evenw el n ie ts. B road w erd w aarsch ijn lijk bang voor een vuu rg ev ech t en ging m et F ra n k iew isz w eg. D aarna h ebben wij de deu r o p en g em aak t, w at heel m akkelijk ging, w ant h e t raam p je sto n d op en en wij b ru lden : ’E n nou e ru it’ ! ’Wij gaan n ie t .’ ’A ls jullie n iet gaan , sch ie ten wij ju llie m et je eigen p istoo l n e e r .’ Wij d u rfd en d a t to en te zeggen. Ze zijn in d e r­daad gegaan en d oor B road n iet geg repen .

B road beg reep , d a t he t L ager sam en sp an d e en h ee ft g ep ro b eerd dit te o n td ek k en . N u h ad d en zij het g ro te v o o rd ee l, da t e r in dit jen ev e rco m p lo t ook een zek ere B uchdam m z a t, de C apo A ufnahm eschre i- b e r , een m an , die als Pool uit de O ek ra ïn e kw am en in het kam p alleen m aar op de Polen scho ld , om dat hij van de zogenaam de ‘O ek ra ïn se v rijhe idsbew eg ing ’ w as. W aarsch ijn lijk is dit een stu n t gew eest om uit he t L ager te k om en , m aar aan de an d ere k an t w as hij wel zo slim om zich n iet te m elden v oor het ‘V rijw illigerslegioen O e k ra ïn e ’. W aarsch ijn lijk heeft d eze m an B road ook gedeeltelijk kunnen b e p ra ­ten . B road kreeg natuu rlijk ook wel he t een en a n d e r , hoew el hij mij de m inst om k o o p b are scheen van het hele ste l.

Ik haal dit geval van F ran k iew isz aan , om te tonen w at vo o r v erhoud ingen e r o n d e r de SS h eersten .

Page 154: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

149

L ater is hij m eegegaan m et he t E isen b ah n k o m m an d o , da t naar D uitsland ging en w aarb ij een heel stel P olen m et lage num m ers w as. Hij sch ijn t d aa r ook w eer jen ev e r te p akken gekregen te h ebben en is to en d oor een p asse ren d e trein dood g ered en .

N u kw am e r nog een kw estie bij, nl. de positie van H erm an D im anski teg en o v er B oger, d ie z o ’n b ee tje o n d e rch e f van de P o litische A bteilung w as. Die B oger w as een speciale v riend van H erm an Di­m ansk i, om dat zij sam en g ezeten h adden in de P rinz A lb rech ts tra sse in B erlijn , w aar H erm an D im anski zat als R o tsp an ien k am p fer en w aar B oger w as gekom en , nad a t m en hem zijn rang o n tn o m en had . Hij s tond nam elijk b ekend als de ‘H e n k e r’ van O ste rlen k e , een stad bij W arsc h au , w aar hij zich b u iten g e­w oon v erd ienste lijk sch ijn t te h ebben gem aak t, m aar ook een vuile bak u itgehaald m oet h eb b en . Die tw ee k enden e lk aar zod o en d e en noem den e lk aar ook bij de v o o rn aam . H et is van B oger g ew ee st, da t wij de ee rste aanzegging gekregen h eb b en , d a t he t Z igeunerkam p v ergast zou w o rd en . H erm an D i­m anski za t in die tijd nl. ju is t m et he t geval van die R udi, de L ag e ra lte s te van de H o n g aarse Jo d en . Zij h ad d en nl. gezegd , d a t hij geld had v e rs to p t en d oor v e rra ad van de S tu b en d ien st w isten zij een bus te v inden m et 200 R e ichsm ark . D e hele zaak w erd op de S ch re ib stu b e d o o r B road v e rh o o rd ; tegelijker­tijd w as e r in de B lo ck fü h rers tu b e van het D -L ager een intiem fe e s tje , w aarbij S ch w arzh u b er, Polat- ch ek , de R a p p o rtfü h re r van h e t m an nenkam p en ook B oger aanw ezig w aren .

B oger is e r z ich w aarsch ijn lijk die avond b ew u st van g ew o rd en , d a t e r ook nog een Z igeunerkam p w as m et m ensen , die tap d an sen en lied jes zingen k onden en zod o en d e w erden er m ensen gehaald om v o o rd rac h te n te h ouden v oor de h eren . H ie rto e kw am B oger even op zijn m o to r aan g ered en en H e r­m an ging onm iddellijk n aar hem to e , verte ld e zijn m oeilijkheden en v roeg hem , w at hij doen m oest. B oger zei d aarop : ‘H erm an , zorg d a t je h ier w eg kom t. D er G rund w ird h e iss!’ D it had vo o r o n s , d ie al een p aa r jaa r za ten , de betek en is : ‘E r g eb eu rt h ier v andaag o f m orgen w at. ’ B oger had co n tac t m et alle le iders van de P o litische A bteilung en w ist dus alles.

M en had in het Z igeunerkam p ook een can tine ingerich t, nl. a c h te r in B lock 2 en dit w as een d e p en ­dan ce van de can tin e van h e t S tam m lager A uschw itz . M en had d it speciaa l g edaan om de zw arte han-

t, del tegen te gaan en te p ro b ere n die Z igeuners hun geld in de can tine te la ten u itgeven , zod a t he t op die m an ier n iet naar de an d e re gevangenen ging, die e r zw arte handel m ee k o nden d rijven . D ie o m slac h ti­ge m ethode m oest m en wel to e p a sse n , o m dat m en van D uitse zijde inzag , da t he t o n v e rstan d ig w as ge­w eest de Z igeuners hun geld en goud n iet d irec t te la ten in leveren . H et had geen zin d eze m ensen hier nu nog toe te dw ingen , w ant zij k enden het kam pleven veel te goed en zo u d en , als zij van deze in leve­ring de luch t k regen , hun b ezittingen wel zo v ers to p p en , d a t zij noo it gev o n d en zo u d en w orden .

In die can tine w erd en verk o ch t: F ra n se s ig a re tten , m erk G au lo ise , b ie ten sla , zu re bom m en , lim ona- d esap , W .C .-p ap ie r, ta n d p a s ta , m in eraa lw ate r en nog d iverse an d ere dingen en wel tegen een b e h o o r­lijke overp rijs . H e t gevolg w as, d a t de can tine eno rm e w insten m aak te , die u ite indelijk de zak k en van de d iverse S S -m ensen k o nden sp e k k en , o m dat zij h ieru it na tuurlijk alleen m aar sta len .

De can tin e w erd geleid d o o r tw ee P o len , die ten s lo tte ‘h o c h ’ zijn gegaan (gep la tz t z ijn), m et een zo­genaam d geval van een o n tv luch tingspog ing , w aarbij ze d oor een SS-m an zo u d en zijn v e rra d en . Ze w erden naar de b u n k er g eb rach t en h ier b leek wel he t g ro te voordeel van het in co n n ec tie kom en m et de SS op h e t geb ied van zw arte m ark t. Ik ben er nam elijk zelf bij g ew ee st, to en m en h e t hele geval heeft o n d e rzo ch t en m en o n d er an d ere een bus von d , die helem aal vol za t m et d iam an ten . D ie lui h eb ­ben a lleen m aar tw ee m aanden S .K . g ek regen ; zij k o nden nl. n ie t aan de galg, w an t B road en al die an ­d eren za ten veel te veel bij hen in de knoei en w aren veel te bang d a t zij a n d e rs zo u d en gaan p ra ten . U m oet n iet verg e ten , d a t veel van deze SS-lu i, v anu it D uits s ta n d p u n t b ek ek en , n iet te vergelijken w a­ren m et de fan a tiek e lui van de S S -S tan d arte ‘A dolf H itle r’. Zij w erden eigenlijk z o ’n b ee tje als h e t u it­vaagsel b eschouw d .

H et Z igeunerkam p is dus ten s lo tte g e liqu ideerd , nad a t m en e e rs t in h e t begin van 1944 en kele tra n s­p o rten n aar D uitsland had ges tu u rd v oor de A rb e itse in sa tz . D aarn a heeft m en de re s t van het kam p v e rg ast, als ik mij goed herin n er op 26 o f 28 m ei 1944. V ó ó r deze v ergassing heeft m en de S ch a rfü h re r B onigut nog afg e lo st, om dat hij v oo r dit w erk m inder gesch ik t w as en v ervangen d o o r de S c h a rfü h re r B u n tro ck , die reed s een g roo t aandee l had gehad in de vergassing van h e t Joden -fam ilie lag er, w aa r hij d es tijd s ook R a p p o rtfü h re r w as gew eest.

Page 155: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

150

H erm an D im ansk i, H an s K och en ik w erden een p aa r dagen vo o r de vergassing afgelost in he t Z i­g eu n erk am p en wij w erden bij de Po litische A bteilung g e ro ep en , o m dat wij v erd ach t w erden van goudsm okkel en p lannen zo uden h ebben beraam d om de S c h a rfü h re r B onigut uit de w eg te ru im en . D at deze beschu ld ig ing d oor de SS ook n iet au se rieux genom en is, blijkt wel uit he t fe it, da t wij m et b ehoud van on ze fu n c tie s o v e rg ep laa tst zijn n aar een an d e r kam p. H e t is dus kennelijk een v o o rw en d ­sel gew eest om ons v ó ó r de liqu idatie uit he t kam p w eg te krijgen.

Bij de liquidatie zijn on g ev eer v ierdu izend Z igeuners v erg ast en d aa rn a is he t kam p geheel in beslag genom en do o r de H o n g aarse Jo d e n en w erd het u itslu itend m annenkam p.

D e v ergassing speelde zich op norm ale wijze af: nl. do o r h e t gehele geb ied L ager- en B lock sp erre te geven en het kam p zelf o n d e r dubbele bew aking te ste llen . D aarn a kw am en de tru ck s het kam p bin­nenrijden en w erden de m ensen h ie ro p geladen . Zij zijn v ergast in C rem ato riu m I.

V erm eldensw aard is hierbij he t vo lgende geval. Dit b e tre ft nam elijk die tw eelingen van M engerle. W elke red en e r toe geleid h ee ft, w eet ik n iet, m aar he t is een kw estie , d ie z ich a fgespeeld h ee ft tussen M engerle en de Poolse d o k to ren . M engerle heeft v lak vo o r o f d irec t na de liqu idatie de Poolse d o k to ­ren een p ap ie r doen overh an d ig en , d a t zij m o esten tek en en . De inhoud h iervan kw am e ro p n ee r, d a t zij er aan schu ld ig w aren , da t e r zoveel du izen d en d o den w aren gevallen , om dat zij p rov iand hadden ge­sto len en de m ensen een slech te m edische behandeling h adden gegeven . D eze d o k to ren sch ijnen dit gew eigerd te hebben en zijn d aa ro p naar de S .K . v e rv o erd . Ik w eet na tuurlijk n iet ze k e r o f dit w aar is, w ant ik heb e r geen o ffic ië le bew ijzen van en heb d it ook zelf n iet m eegem aak t. D it is een kw estie ge­w eest tu ssen de Poo lse d o k to ren en M engerle en de Jo o d se d o k to ren zijn er onbegrijpelijkerw ijze bij gesp aard . W el m oet M engerle he t vo lgende g rap je u itgehaald h eb b en . D e tw eelingen w erden n iet m eer v e rg ast, m aar sch ijn b aar ap a rt gehou d en . O ok h ierop d u rf ik geen eed te doen . Ik h eb e c h te r geh o o rd , da t d ie k inderen om M engerle gero ep en h ebben . Zij w isten nam elijk w at e r geb eu ren ging, o m dat de ou d eren dit verte ld en . Zij zijn gaan sch reeu w en en h ebben een en o rm kabaal gem aak t. M engerle heeft toen de k inderen eru it gehaald en gezegd , d a t zij n iet v e rg ast, m aar naar he t v ro u w en k am p o v e rg e ­b rach t zo uden w orden . N u b ew ee rt m en, da t deze k inderen wel v erm oord zijn , niet in C rem ato riu m I, m aar in C rem ato riu m IV en dat zij d aa r ó f do o r M engerle p ersoon lijk ó f d o o r een van zijn h e lp ers zijn do o d g esch o ten . N a het v erm o o rd en van de k inderen heeft hij sec tie op de lijk jes la ten v e rrich ten en daarb ij is bij één tw eelingpaar een o f an d e re z iek te o f afw ijk ing g eco n s ta tee rd , w elke de Jo o d se d o k ­to ren hem n iet h adden gem eld . M engerle h ee ft to en een enorm kraw eel gem aak t, o m dat zij d it niet o n td ek t h ad d en , m aar e r is v e rd e r toch n ie ts gebeurd .

Dit is dus in het kort de g esch ieden is van het Z igeunerkam p , v o o rzo v e r he t de Z igeuners b e tre ft.

Page 156: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

B IJL A G E B

L E O C A M B IE R :R A PPO R T A M. S IM O N W IE S E N T H A L D E V IE N N E S U R L 'E X T E R M IN A T IO N D E 4000 G IT A N S EN U N E S E U L E N U IT AU K L A U S C H W IT Z -B IR K E N A U (20/21 A O Ü T 1944). (PA R IS 1976).

I. V IE D E S G IT A N S A A U S C H W IT Z -B IR K E N A U ( M I-J U IL L E T 1944 A U 20.8.44)

Lorsque je suis arrivé au Bl. 18 du Lager F (K rankenbau) a la date du 27.7.44 pour un entrax au pied droit, les gitans étaient déja au K L Birkenau depuis quel- ques jours. Leur nom bre total (environ) 5.800 prisonniers des deux sexes y com- pris les enfants. Provenance: Allemagne et les d ifférents Pays d ’Europe centrale (Hongrie, Pologne, Tchécoslovaquie, Yougoslavie). Ils avaient été mis en quaran­taine dans le cam p mixte am énagé a leur intention, aux limites du nötre.

La fagon dont ils ont été traités est absolum ent inexplicable, sans aucune lo- gique et probablem ent unique dans les annales de la vie concen tra t ionnaire . ..

Les hom m es, les fem m es et les enfants n ’ont pas été séparés mais affec tés dans les blocks divers du camp. Ils avaient pu garder leurs effets personnels. Les enfants au dessous de 15 ans sont restés avec les fem m es et ont bénéficié d ’un régime de faveur (zulag) de deux distributions par jour d ’un 1/3 de pain blanc et d ’un 1/4 de lait. Pour les adultes même régime que nous mais ration double de pain noir. Aucune tenue rayée (pyjama). Les hom m es ont gardé leur habit civil avec seulement une croix peinte au minium jaune dans le dos de la veste. Pour les fem m es, la robe de couleur vive avec 1’écharpe sur la tête. Pas de tatouage a 1’avant bras, ni de marque distinctive triangulaire sur le devant des habits, ni de num éro matricule. Pas de travail en kom m ando pour les gitans, exceptés ceux qui étaient de corvée dans le Lager. Détail incroyable: Ils ont pu conserver leur cheve- lure...

N ous étions ahuris de tra iner notre maigreur squelettique devant ces gens ve- nus d ’un autre monde et traités d ’une fa?on impensable pour un concentrationnai-

Page 157: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

152

re. C ’est en les regardant vivre et s ’ébattre (hommes, fem m es enfants), que nous réalisions ce que nous avions été et ce que nous n ’étions plus avec nos 35 Kgs et nötre crane razé...

J ’ai pu personnellement leur parler assez régulièrement et nous obtenions des m orceaux de pain noir a la limite des barbelés du cam p F dans la mesure oü la sur­veillance le permettait et oü cette nourriture n ’était pas perdue pour tout le m on­de .. . Le moral des gitans n ’était pas mauvais. Ils avaient pu s ’adapter rapidement au camp et s ’organiser une vie communautaire . Un bref apergu de notre aspect physique les avait vite renseigné sur leur situation privilégiée. Cet état de choses devait durer ju sq u ’au 20 aoüt 1944.

Entre Ie 13 et le 16 aoüt, sur décision administrative de la Direction du Camp (ou peut-être sur un ordre de Berlin), une sélection médicale et surtout politique eu lieu par des officiers S/S que nous n ’avions jamais vu dans le camp. U s ’agis- sait de determ iner quels étaient les gitans en mesure de prouver leur origine alle­m ande?

Près de 1.800 gitans sur le chiffre global de 5.800 prisonniers environ ont été of- ficiellement graciés. J ’ai assisté a leur départ. Toutes leurs affaires et leurs valises m éthodiquem ent en treposées leur ont été remises. Ils ont quitté Ie K L Birkenau dans la plus grande joie et en chantan t dans les camions. Nul n ’a jamais raconté ce q u ’ils sont devenus.. . Je suppose personnellem ent, sans la moindre preuve, q u ’ils ont été tout simplement gazés et brülés trois kilomètres plus loin a Auschwitz I.II ne faut pas oublier que c ’est de cette fa?on que les kom m andos travaillant aux cré- matoires devaient être eux-m êm es liquidés ultérieurem ent.. .

Les gitans restés au cam p (environs 4.000) n ’ont pas manifesté d ’inquiétudes et n ’ont pratiquem ent rien eu de changé dans leur mode vie et de nourriture. Cer- tains m ’ont donné des détails sur le travail de la commission politique de sélec­tion: Cela a consisté en des interrogatoires minutieux sur leur province allemande d ’origine, des vérifications sur leur connaissance de la langue allemande avec des d ictées et devoir scolaire primaire. Ont été eliminés les gitans d ’Europe centrale (a savoir Hongrie, Pologne, Tchécoslovaquie e tc .. .) . Je n ’ai pas trouvé malgré mes recherches de gitans venus de France ou des Pays de 1’Ouest.

II. L E S T R A V A U X P R É P A R A T O IR E S D E L ’E X T E R M IN A T I O N.

II est difficile de savoir si ces travaux faits en grand secret par les prisonniers du S onderkom m ando ont été com m encés avant 1’arrivée des gitans au K L Birke-

Page 158: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

153

nau ou après la décision de grace partielles des autorités du camp. J ’aurai pu le sa­voir ultérieurement par mon inform ateur mais je n ’ai pas pensé a poser la question et au jo u rd ’hui je le regrette. Voici quel était le plan et le p rocessus de liquidation:

Ju sq u ’ici le procédé adopté était le passage dans les cham bres gaz suivi de l’in- cinération des corps par petits groupes réguliers de prisonniers mais sans limite impérative de durée de 1’opération dans le tem ps (exemple: la destruction des con- vois de juifs hongrois expédiés par Eichmann). Ici, il s ’agissait de faire disparaïtre en une seule nuit 4000 prisonniers, p robablem ent par ’débrouillage’ local. Com- ment résoudre le problème avec deux fours crém atoires surchargés et en si peu d ’heures?

On eu 1’idée des fosses d ’incinérations géantes.. .

Ces büchers consistaient en deux fosses supplém entaires, beaucoup plus lon- gues (30 a 35m) que larges (8 a 10 m)... Je ne sais plus le chiffre de profondeur, mais des expériences antérieures sur les chiens avaient permis d ’évaluer en surfa- ce la dose de nocivité des ampoules de gaz (zyklon) sans risque de danger pour les opéra teurs agissant a 1’extérieur. (C ’était la une grossière erreur d ’evaluation, car cette exécution ne devait être, en fait, q u ’une très longue et infernale boucherie).

Les ampoules de gaz zyklon étaient entreposées dans des emballages en fer avec des é tiquettes a tête de mort et la mention ironique ’Bon pour la destruction des ennemis du R eich’... Sur le m oment, j ’ai douté de cette affirmation mais je devais consta ter bien plus tard après la libération, que les countainers de gaz zy ­klon en pastilles (régime crématoire) portaient effec tivem ent cette inscription. Mon inform ateur ne m ’avait pas menti.

III. L A F IN D E S G IT A N S

Le jour de l’extermination (très p robablem ent le 20 aoüt 1944) la journée avait com m encé sans fébrilité spéciale.... II y avait eu pourtant vers les dix heuresd is tr i- bution massive de supplém ents (pain noir adulte - pain blanc-lait enfants de moins d eq u inze an s)ce devait être m adern iè re vision des gitans de Birkenau...

C hez nous, au Lager F , la première mesure exceptionelle a été 1’ordre de ren- trée de la totalité des K om m andos extérieurs avant 13 heures et après un court ap ­pel, de regagner les blocks respectifs(B l. 1 5 -K ra n k e n b a u -e n c e owi me concerne). N ous avons dü, valide ou pas regagner les lits que nous ne devions quitter que le lendemain matin. N ous avons tous pensé a une inspection des dignitaires du camp ou a une visite de routine des adjoints du Dr Mengele, mais a aucun m om ent nous n ’avons pu supposer la liquidation physique de nos voisins.

Page 159: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

154

Nous ne pouvions pas voir ce qui se passait a c inquante mètre du camp mais nous pouvions entendre le trafic des camions (opération qui devait durer ju sq u ’au petit jour)... II était 16 heures de l’après-midi quand les premiers gitans furent pris en charge a coup de schlagues.. .mais le vrai signal du dram e.. . . la chose qui devait déclancher la révolte impuissante, les cris, les larmes et les hurlements: ce fut la séparation des petits enfants et des fem m es. II me semble que les gitans ont réali- sé d ’un seul coup par sorte de prémonition collective q u ’ils allaient a la mort. Ils ont tous compris et ils ont hurlés!... (Nous som m es très loin des colonnes silen- cieuses de juifs hongrois partant vers les crém atoires en croyant aller aux dou­ches!...) .

Des hurlem ents que jamais je n ’oublierai. . . . jam ais.. .

En fait pourtant, ces camions n ’allaient pas loin. Ils faisaient la navette entre les Blocks et le W aschraum . La, les prisonniers se sont mis com plètem ent nus et ont été som m és de ranger leurs effets personnels par petit tas, en ordre, dans le local. C ’est cette opération qui pris le plus de tem ps sur 1’horaire total. Plus tard, mon inform ateur du Sonderkom m ando m ’indiqua com m ent il avait pu distribuer quel- ques cuvettes d ’eau a boire m oyennant une broche artistique q u ’il m ’a montré. II m ’a dit: ’De toutes fa?on, ils n ’auraient pu rien garder.. . mais je leur ai donné a boire quand mêm e, sans me douter de ce q u ’il nous restait encore a fa ire . .. ’

En suite, chacun rem onta, enveloppé chaudem ent dans une couverture dans les camions et cette fois ce fut le génocide...

Je ne décrirai pas 1’arrivée du convoi des gitans au crématoire car ces procédés classiques de liquidation sont connus maintenant de tout le monde. Chaque dépor- té politique de retour des camps de concentration a pu le confirm er dès la fin de la guerre. Je ne parlerai donc que de ce qui s ’est passé aux fosses incinératives.

Lorsque les premiers camions apparuren t sur les lieux du supplice avec un chargem ent a partager entre deux fosses additives, il y avait déja beaucoup de re- tard sur le plan prévu. On avait disposé des projecteurs alimentés par un camion a groupe électrogène. C ’est donc de nuit que les gitans furen t liquidés en partie par les S/S (gaz zyklon) et par les hom m es du Sonderkom m ando (complètement ivres de schnaps pour la plupart). Leur röle consistait a précipiter les victimes dans les fosses a coup de baton en évitant les re tours de flam m es et la suffocation par la fum ée. Une vision d ’Enfer!. . . Seuls les premiers gitans eurent la chance de mou- rir vite mais les choses se gatèrent rapidem ent par le trop grand nombre de corps et 1’affo lem ent des victimes. On vit des êtres en flam m es se redresser ju s q u ’a la surface et s ’agripper aux bottes des executants . Les S/S s ’énervèren t et renoncè- rent aux ampoules zyklon. Pour aller plus vite on arrosait de nouveaux les victi-

Page 160: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

155

mes avec de 1’essence, mais chose étrange aucun S/S ne seserv it d ’arm es a feu- .. .Le Sonderkom m ando, épuisé et noirci par les flammes ne tenait plus debout .. .Certa ins vomissaient et les S/S eux-m êm es étaient dépassés par 1’am pleur de 1’exécution et le mauvais rendem ent. L ’opération se poursuivit toute la nuit pour s ’ache ver avec des tom bereaux de cadavres a dem i-calcinés....

Pour nous, ceux du Lager F et moi du K rankenbau , lorsque nous sortimes le matin, une épouvantable odeur de chair brulée et d ’essence avait pénétrée ju sq u ’a 1’intérieur du Block. Dehors, il y avait un brouillard nauséabond et je regardai in- crédule ... le camp limitrophe absolum ent d é s e r t ....

Environ 4.000 personnes venaient de mourir en quelques heures et ce n ’était plus un mystère: Tout Birkenau en parlait ouvertem ent sans en connaitre les d é ­tails!....

IV . L E D E R N IE R D E S D E R N IE R S .

Le 26 aoüt 1944 soit près de six jours après la liquidation totale des gitans, j ’é- tais déclaré valide et quittais le Bl. 15 pour re tourner travailler au Lager D (Bl. 18) . . .L a , une surprise m ’attendait: Un bel enfant gitan de 8 ans était devenu ’aide- s tubed ienst’ auprès du Kapo du Bl. 18! Son prénom ou son surnom était Tiarko.

Je suis absolum ent incapable d ’expliquer par quelles c irconstances providen- tielles, il avait réussi a passer a travers cette extermination massive ou ses parents et son frère n ’avaient pu survivre? D écouvert le lendemain, caché dans le cam p F, il fini par être affecté au Bl. 18 du Lager D, le plus surchargé et le plus même d ’ail- leurs en nationalités diverses. Une autre version, beaucoup plus contestable a mon avis veut q u ’un responsable S/S mis devant le fait accompli, déclara en riant ’Je suis de bonne hum eur au jo u rd ’h u i ... Je te donne ta v ie ! . . . . ’

Considéré comme la mascotte du Block, le K apo lui avait procuré un petit py ja­ma rayé sur mesure ainsi q u ’une mütze a sa taille. II ne semble pas q u ’il ait été l ’objet de sévices quelquonques mais je ne 1’ai jamais revu après mon propre départ du Lager D.

V. Q U E L Q U E S IN V R A IS E M B L A N C E S Q U I N ‘E N S O N T P A S.

J ’ai toujours éprouvé une gêne épouvantable a raconter 1’histoire des gitans a un autre déporté politique ayant fait com m e moi beaucoup de camps de concen- tration, paree que tout dans cette histoire est absolum ent contraire a 1’ordre établi concentrationnaire , mais q u ’y puis-je?

Page 161: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

156

Je sais bien que hom m es, fem m es et enfants groupés dans un même Lager, c ’est a ne pas croire et pourtant c ’est vrai et je 1’ai vu!

Je sais bien que le D octeur Mengele passant en m otocyclette devant les fem m es gitanes nues a 1’entrée du W aschraum et celles-ci dissimulant leur poitrine avec leur longue chevelure , cela ne peut que faire rire un détenu qui a eu com m e nous tous le crane razé depuis le premier jour au camp. Et pourtant c ’est vrai et je 1’ai vu! Q u ’y puis-je?

On peut s ’interroger ju sq u ’a la fin des tem ps sur les motifs obscurs des nazis pour avoir appliqué un traitement de faveur aux gitans et ensuite les exterm iner brutalem ent avec des procédés inhabituels chez des scientifiques de la m o r t . ...

Page 162: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

B IJL A G E C

O rganisatie van de N ederlandse Politie vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog

I . De N ederlandse Politie vóór de oorlogVóór de oorlog was de politie in het algemeen te onderscheiden in:A. RijkspolitieB. Gemeentepolitie en gem eenteveldw acht Ad A: Rijkspolitie

1. Koninklijke M arechaussee2. Rijksveldwacht3. Burgerlijke en militaire korpsen, o.a. resp. Burgerwacht en Politie-

troepen4. Com m issarissen van Rijkspolitie

ad 1. K oninklijke M arechausseeMet betrekking tot materieel en discipline ressorteerde dit wa­pen onder het ministerie van Defensie.Voor het bewaren van de openbare orde en rust onder het mi­nisterie van Justitie.H o o fd was een inspecteur van het W apen (Kolonel) met Staf te Den Haag.Er waren vier divisies met divisie-commandanten en een depot (’s-H ertogenbosch, M aastricht, Arnhem en Groningen). Onder elk divisie-commando vielen drie of vier d is tr ic tscom m ando’s onder leiding van een d is tric tscom m andant. Elk district was verdeeld in 10-20 brigades onder bevel van een opperw ach t­meester. Een brigade om vatte gewoonlijk verscheidene ge­meenten. Alle m anschappen waren korporaal. Sterkte plm. 1.200 man.

ad 2. R ijksveldw achtR essorteerde onder het ministerie van Justitie. O ptreden ten plattelande. Sterkte 1.300 man.H oofd: Inspecteur te ’s-Gravenhage. V erder waren er dis-

Page 163: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

158

tric tscom m andanten , onder wie ook rijksrechercheurs ressor­teerden.D istricten: negen. Ook één te A m sterdam . Districten waren onderverdeeld in bewakingsgebieden. H et personeel der dis­tricten was onderverdeeld in brigades (met een brigadecom ­mandant),

ad 3. PolitietroepenBelast met politiediensten in het leger. Sterkte 1.350 man. H oofd: Inspecteur (Kolonel). Met verdeling in vijf afdelingen. Alle militairen van het korps waren opsporingsam btenaar inge­volge de Dienstplichtwet,

ad 4. C om m issarissen van RijkspolitieZij waren meestal ook com m issarissen van Gemeentepolitie. In 1939 aangesteld bij het ministerie van Justitie, i .v.m. de op­richting van een Rijksrecherchecentrale , die in 1941 tot stand kwam. Een voorloper hiervan was de Rijksvreemdelingen­dienst, opgericht in 1938. Begin 1940 werd ook een Rijksidenti­f icatiedienst opgericht. H et H oofd hiervan werd H. J. Regen­boog.

Ad B: Gem eentepolitiea. R essorteerde onder het ministerie van Binnenlandse Zaken, (wegens

ondergeschiktheid aan de burgemeester).b. R essorteerde ook onder het ministerie van Justitie (wegens d ienst­

baarheid aan de Rijkspolitie).Gemeentepolitie was ondergeschikt aan:a. De burgem eester voor gemeentepolitiezorgb. De procureur-generaal voor rijkspolitiezorgc. De officier van justitie voor justitionele taken.Gemeentepolitie was te onderscheiden in:a. K orpsen onder een hoofdcom m issaris (Am sterdam , R otterdam , Den

H aag, Utrecht en Groningen) en korpsen onder een commissaris.b. Functies: Algemene Dienst (surveillance) en Bijzondere Dienst (re­

cherche, verkeersbrigade).

U. De N ederlandse politie tijdens de bezettingDe N ederlandse politie stond onder toezicht van de staf van de O rdnungspoli- zei, die eerst in Den Haag en sedert mei ’43 in Nijmegen was gevestigd. De N e ­derlandse recherche stond onder controle van en kreeg aanwijzingen van de K rim inalpolizei (A m t V van de Sicherheitspolizei und SD).De politie (politiezorg) werd principieel gem aakt tot aangelegenheid van s taa ts ­zorg, zonder enige beperking. H et zelfstandig karak ter der gemeentepolitie

Page 164: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

159

verviel derhalve. In de acht grootste steden van het land werd de gem eentepoli­tie omgezet in staatspolitie onder leiding van een zgn. politiepresident (in het algemeen waren dat vroegere hoofdcom m issarissen van politie). Vijf van deze acht politiepresidenten waren ook gewestelijk politiepresident, d .w .z . dat ieder van hen tevens de politie in twee of drie provincies controleerden. In de kleine­re steden werd de gemeentepolitie u itvoerend orgaan van de staatspolitiezorg. De staatspolitie bestond ook uit de m arechaussee, die verdeeld was in vijf ge­westen.Aan het hoofd der gehele politieorganisatie werd voor haar uitvoerende taak een inspecteur-generaal gesteld; als zodanig werd aangewezen de inspecteur van het W apen der M arechaussee .1 De departem entale leiding der politie kw am bij een d irecteur-generaal.2 Met ingang van 1 juli ’41 werd benoem d een gevolmachtigde voor de reorganisatie van de N ederlandse Politie (aanvankelijk bij het D irectoraat-Generaal, later bij het departem ent van Justitie, bij besluit van 21/22 april ’42 tevens bij het departem ent van Binnenlandse Zaken) die zijn taak op 1 maart ’43 beëindigde. Hij deed zijn intrede in een nieuwe organisatie als s tafchef van de d irecteur-generaal3 en werd daarm ee feitelijk hoofd van de N ederlandse politie. De secretaris-generaal van Justitie, de directeur-generaal van politie en diens chef-staf behoorden tot de hoogste politie-instanties. Tot de middelbare politie-instanties behoorden de vijf gewestelijke politiepresiden­ten. Deze traden in de taken en bevoegdheden van de procureurs-generaal, fungerend directeuren van politie.4

Met betrekking tot de in 1941 opgerichte Rijksrecherchecentrale kan vermeld w orden, dat deze een hoofdafdeling werd van het Directoraat-Generaal van politie (de hoogste recherche-instantie), dat in augustus ’40 werd opgericht. H aar taak was:a. Diensttoezichtinstantie (controle staats- en gemeentelijke recherche)b. Centraal uitvoerend orgaan voor vreem delingenzaken (toelating, verblijfs-

ontzegging, toezicht) en o .m . grensaangelegenheden. Tevens ressorteerde onder de Rijksrecherchecentrale de Rijksidentificatiedienst (identificatie van personen, personendossiers , opsporingsregister).

B ronnen: Stuk 7 van Doc. II, 21-625. Politie.N. K. C. A. in ’t Veld: De S S in N ederland ( ’s-Gravenhage 1976), pp. 126-137.

1 T o t mei 1941 w as dat de kolonel d er m arech au ssee A. W . de K oningh , nad ien w as dit de o v e rs te derm arech au ssee H . W . B. C ro ise t van U chelen . Dit am b t m oest leiding geven aan de geü n ifo rm eerd e po li­tie . 2 A anvanke lijk w erd dit am b t b ek leed do o r m r. A. B ran ts , voo rh een p ro cu reu r-g en eraa l bijhe t H aagse G erech tsh o f. 3 Die fu n c tie w erd th an s vervu ld d o o r de secre ta ris -g en eraa l van Justitie en had als zodan ig vrijw el n iets te b e tek en en . 4 De p ro cu reu rs-g en e raa l w aren de ho o fd en van de p a rk e tten bij de vijf g e rech tsh o v en . T ev en s v ervu lden zij de fu n c tie van d irec teu re n van politie.

Page 165: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

B I J L A G E D

Centralisatie van de Duitse politie i. v.m. de vervolging van zigeuners1

In herinnering wordt gebracht, dat met het aan de macht komen van de nazi’s een centrali­satie van de politie zich voltrok. In de herfst van 1936 werd het Pruissische Landeskrimi- nalpolizeiamt (Pr. L K P A ) belust met de zakelijke leiding van de Kripo van alle Lander. De Pr. L K P A werd 12 verschillende zaken behandelende Reichszentralen toegevoegd, w.o. de Reichszentrale zur Bekampfung des Zigeunerunwesens behoorde. In juli ’37 kreeg de Pr. LK P A de naam van Reichskriminalpolizeiamt (RKPA). Verdachten werden sedertdien ook in een kartotheek opgenomen, die uit 10 verschillende groepen bestond. Zo was er ook één groep, die de namen van zigeuners bevatte, die een strafbaar feit hadden gepleegd. Bij de­creet van 16 mei ’38 van Himmler werd bepaald, dat de Zigeunerpolizeistelle beim Polizei- presidium in München m.i.v. 1 oktober ’38 toegevoegd werd bij de RK P A in Berlijn als Reichszentrale zur Bekampfung des Zigeunerunwesent.

1 Z ie D öring , p. 42-43.

Page 166: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

1

BIJLAGE E

Beknopt overzicht van tegen de zigeuners in Duitsland en Nederland genomen maatregelensedert het begin van deze eeuw

NederlandVerslag d.d. 22 juni '07 van de in 1903 ingestelde staatscommissie: de woonwagenbewoners kunnen niet anders dan ’een sociale hinder, een ware plaag’ zijn. 'Voornamelijk zijn de zigeuners te vrezen; zij zijn de schrik van de bevo lk ing . . . ’ Om bedelarijen landloperij te weren, al­dus de wens van de staatscommissie, moest 'noodzakelijkerwijze’ een regeling getroffen worden, die 'paal en perk’ zou stellen aan ’het toene­mend euvel, teweeggebracht door de bewoning van woonwagens en woonschepen.’

1899 DuitslandIn München (toentertijd hoofdstad van het Land Bayern) werd bij de daar gevestigde Polizeidirektion een ’Zigeunerpolizeistelle’ met een gecentraliseerde inlichtingendienst ingesteld. (In 1925 waren daar reeds 14.000 zigeunerdossiers uit geheel Duitsland).

17 februari 1906 DuitslandMinisteriële beschikking voor Pruisen betr. ’Bekampfung der Zigeu- nerplage ’.

26 juli 1918 NederlandWoonwagenwet. Door middel van een vergunningenstelsel hoopte men ’het aantal woonwagenbewoners op den duur tot een minimum te kunnen terugbrengen, onmaatschappelijke elementen uit de woonwa­gens te kunnen weren en inferieure woonwagens te kunnen laten ver­dwijnen.’ Maar het aantal woonwagenbewoners nam toe door de heersende woningnood, betere woonwagens en het uitreiken van ver­gunningen aan al diegenen die konden waar maken, dat zij over vol­doende middelen van bestaan beschikten. De wet bracht dan ook een geheel andere uitkomst dan werd beoogd.

Bij de wet van 1918 vervielen alle bestaande verordeningen, ook dus

Page 167: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

162

1918-1940

16 juli 1926

3 november 1927

Na 1933

8 februari 1936

9 maart 1936

31 maart 1936

1 W ern ink , p. 7 4e .v

die van de gemeente die woonwagens in de gemeente konden verbie­den. Daarmee was het ’opjagen’ officieel verdwenen. De gemeenten bleven echter bevoegd standplaatsen aan te wijzen. Door die ontwik­keling werd de grondslag gelegd voor de vele woonwagenkampen en woonwagenstandplaatsen, die overigens meestal aan de grens van de gemeente, met onvoldoende sanitair, licht, water etc. te vinden wa­ren .1

NederlandVoortgaande moeilijkheden aan de grens van 'buitenlandse’ zigeuners die proberen Nederland of één der aangrenzende landen binnen te ko­men. Mislukte pogingen om door tussenkomst van de Volkenbond het 'zigeunervraagstuk’ op te lossen.

DuitslandIn Beieren ’Gesetz zur Bekam pfung von Zigeunern, Landfahrern und Arbeitsscheuen

DuitslandErlass van het Pruisische ministerie van Binnenlandse Zaken schrijft voor, dat van alle ' nichtsesshafte' zigeuners vingerafdrukken moeten worden genomen.

DuitslandDe rassenwetgeving wordt een officieel instrument om de zigeuners te bestrijden. Dr. Phil. Dr. Med. Habil. R. Ritter, Oberarztaan de Uni- versitats-Nervenklinik in Tübingen, wordt door het Reichsgesundheits- a m tbelast m e t 'erbwissenschaftliche Forschungen'

NederlandDe minister van Justitie geeft zijn fiat aan het oprichten van een Ne­derlandse zigeunercentrale.

Duitsland/OostenrijkOp grond van een besluit van de 'Internationale Polizeiliche K om m is­sion' werd 'beim Internationalen Büro am Sitz der Bundespolizeidirek- tion' in Wenen de 'Internationale Zentralstelle zur Bekampfung des Zigeunerunwesens ’opgericht.

NederlandBesluit Bevolkingsboekhouding. Doel: ’het zodanig registreren van de mens, dat de overheid steeds de beschikking heeft ... over alle die mens betreffende gegevens, welke bij de vervulling van de over­

. en Zorg voorw.w.b.

Page 168: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

163

9 juni 1936

14 december 1937

t

30 december 1937

1 oktober 1938

8 december 1938

13 januari 1939

1 maart 1939

heidstaak van belang kunnen zijn.’ Bij de Rijksinspectie van de Be­volkingsregisters worden geregistreerd die personen wier ambulante leven, ’gevolg van nomadische neigingen ... het onmogelijk maakt een bepaalde gemeente als woonplaats of duurzame verblijfplaats aan te wijzen.’

DuitslandRondschrijven van het Reichs- und Preussische Ministerium des In- nern. 'E in energisches Vorgehen gegen die Zigeunerplage' wordt alle politie-instanties verplichtend gesteld.

DuitslandNa de benoeming van Himmler in de zomer van 1936 tot C hef der deut­schen Polizei werden de zigeuners officieel voornamelijk als ’asoci- alen’ beschouwd. 'A ls asozialgilt, wer durch gemeinschaftsniedriges, wenn auch nicht verbrecherisches Verhalten zeigt, dass er sich nicht in die Gemeinschaft einfügen will.' Geciteerd uit Buchheim: Die Zigeu- nerdeportation vom Mai 1940, p. 51.

Duitsland' Grundlegende Erlass über die vorbeugende Verbrechensbekampfung durch die Polizei'. Tot de groepen die in verzekerde bewaring moesten worden gesteld behoorden ook zigeuners.

NederlandIn het Algemeen Politieblad wordt de oprichting van de Nederlandse Zigeunercentrale bekendgemaakt.

DuitslandVanaf die datum ressorteert de ' Zigeunerpolizeistelle' in München als 'Reichszentrale zur Bekam pfung des Zigeunerunwesens' onder het Reichskriminalpolizeiamt in Berlijn.

DuitslandDe ’zigeunerkwestie’ moet 'aus dem Wesen der Rasse heraus' ’gere- geld’ worden. (Runderlass van Himmler zur 'Bekam pfung der Zigeu­nerplage').

NederlandHet Besluit van de minister van Justitie van 23 december '31 (oprich­ting van de Nederlandse Zigeunercentrale) wordt ingetrokken. Bij cir­culaire van 13 januari ’39 wordt de procureurs-generaal van deze op­heffing mededeling gedaan.

DuitslandAusführungsanweisung van Heydrich naar aanleiding van de Runder-

Page 169: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

164

november 1940

begin 1941

27 oktober 1941

1941-1942

lass van Himmler dd. 8 december ’38. Er moeten maatregelen geno­men worden om de zigeuners van het ’deutsche Volkstum ’ te isoleren en ’Rassenmischung' te verhinderen. Deze maatregelen zullen uitge­voerd worden na de registratie en de ’rassische Einordnung' van alle zigeuners, 'Zigeuner Mischlinge' en alle naar de wijze van zigeuners 'umherziehende' personen. Pogingen om zigeuners in groten getale voor het uitbreken van de oorlog naar concentratiekampen te bren­gen, mislukten.

DuitslandAl spoedig na de gevechten in Polen gaf Himmler bovengenoemd plan op en bepaalde (zie Schnellbrief van Reichskriminalpolizeiamt van 17 oktober ’39) dat binnen korte tijd de ’zigeunerkwestie’ 'im Reichs- m asstab grundsatzlich' geregeld moest worden. Alle zigeuners moes­ten ’schnellstens' in de veroverde Poolse gebieden ’abgeschoben' worden. Eerst kwam een verbod om in het 'Reichsgebiet' te trekken.

DuitslandHet ’rassenonderzoek’ ging intussen door. In de loop van mei ’40 wordt de eerste groep zigeuners uit de westelijke en noordwestelijke grensgebieden van Duitsland op grond van een Schnellbrief van Himmler van 27april ’40 naar het Generalgouvernement gedeporteerd.’ 'Die Zahl von 2.500darf a u f keinen Fall überschritten werden. ’

NederlandVerzoek van de bezettende macht aan de secretaris-generaal van Jus­titie, controle onder woonwagenbewoners te houden.

NederlandAanvang gemaakt, ook bij de Rijksidentificatiedienst, met de registra­tie van alle zich in Nederland bevindende woonwagen- en woonschip­bewoners van Nederlandse nationaliteit (en later ook niet-Neder- landse nationaliteit).

Nederland’Wet op de varende en rijdende bevolking’. Met ingang van 15 novem­ber ’4I worden woonwagenbewoners uit de gemeentelijke bevol­kingsregisters afgevoerd en opgenomen in het Centrale Bevolkingsre­gister. Volgens de gegevens van de volkstelling van 31 december ’30 waren er 54.945 varende en 10.795 rijdende personen in de zin van de wet. Omstreeks 1940 waren er tussen de 2.700 en 3.000 wagens met on­geveer 11.000 tot 12.000 bewoners.

DuitslandEinsatzgruppen vermoorden zigeuners inde Sowjet-Unie. In Joegosla­vië is de W ehrmacht nauw betrokken bij de uitroeiing van de zigeu­ners, waaraan de Sicherheitspolizei deelneemt.

Page 170: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

165

28 maart 1942

maart 1942

16 december 1942

29 januari 1943

26 februari 1943

26 februari 1943 -21 juli 1944

1 maart 1943

maart 1943

juni-juli 1943

16 mei 1944

DuitslandUit Erlass van het Reichskriminalpolizeiamt blijkt, dat van de 35.000 tot 40.000 zigeuners, 13.000 ' rassenbiologisch' onderzocht zijn. Voor­lopig geen grote deportaties. Wel werd een aantal Erlasse uitgevaar­digd die op de ’rassische Verfolgung’ van de zigeuners betrekking hebben.

NederlandRegistratie door de Rijksidentificatiedienst van woonwagenbewoners die statenloos waren of een andere dan de Nederlandse nationaliteit bezaten.

DuitslandAuschwitz-Erlass van Himmler.

DuitslandUitvoeringsrichtlijnen van het Reichssicherheitshauptamt. Met de voorbereiding moest direct worden begonnen. Eind maart ’43 zou ’die A k tio n ’ voor het belangrijkste gedeelte voltooid moeten zijn.

DuitslandEerste zigeunertransport komt in Auschwitz aan.

DuitslandBijna 21.000 zigeuners in Auschwitz aangekomen. Eind juli ’44 waren bij benadering nog slechts 6.000 zigeuners in Auschwitz in leven. De anderen waren vergast of door erbarmelijke omstandigheden en zgn. experimenten omgekomen.

NederlandDoor de reorganisatie van de Nederlandse politie komt de controle op de woonwagenbewoners te berusten bij de gemeentepolitie, de staatspolitie en de marechaussee.

NederlandBrief van mr. N. J. van Leeuwen, de procureur-generaal te ’s-Herto­genbosch, aan de secretaris-generaal van Justitie, waarin hij de wens uit tot concentratie van de woonwagenbewoners over te gaan.

NederlandVerbod tot het trekken met woonwagens; voorbereiding om woonwa­genbewoners naar verzamelkampen over te brengen, te 'concentre­ren’. Woonwagenbewoners duiken onder.

NederlandRazzia in Nederland. Ongeveer 250 zigeuners via Westerbork gede­porteerd naar Auschwitz.

Page 171: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

166

30 juni 1944

juni 1944

12 juli 1944

augustus 1944

17 september 1944

zomer 1945

NederlandDe directeur-generaal van politie deelt de gewestelijke politie-presi- denten mede, dat lijsten gemaakt moeten worden van ’in beslag’ ge­nomen goederen. Op 14 mei ’44 was reeds bekendgemaakt, dat o.a. woonwagens ’voor wegmaking......gevrijwaard’ moesten worden.

NederlandOngeveer 440 woonwagens zijn in deze maand in de Nederlandse ver­zamelkampen, terwijl in de zomer van 1943 reeds 1.163 woonwagens in die kampen hadden moeten zijn.

NederlandDe verzegeling van woonwagens e.d. mag worden 'vrijgegeven’.

DuitslandOngeveer 3.000 van de ongeveer 6.000 in Auschwitz nog levende zigeu­ners worden vergast. De anderen (3.000 zigeuners) naar andere con­centratiekampen overgebracht.

NederlandHet Besluit bezettingsmaatregelen vanwege de Nederlandse regering van kracht. Hierdoor verliest het Besluit van 22 juni ’44 betreffende het aanwijzen van vaste standplaatsen voor woonwagens binnen het in september ’44 bevrijde gebied zijn rechtsgeldigheid. In de plaats van het Besluit komt de woonwagenverordening van de chef van de staf Militair Gezag (geldt van 7 november ’44-2 juli ’45). Hierbij wordt elke verplaatsing van woonwagens verboden. De woonwagenbewo­ners vallen weer onder de wet van 1918, hetgeen een grotere bewe­gingsvrijheid betekent.

NederlandOngeveer 30 van de 245 gedeporteerde zigeuners keren in Nederland terug.

Page 172: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

167

SU M M A R Y

This study on the prosecution of gipsies in the Germ an occupied N etherlands was written by Dr. B. A. Sijes, in co-operation with five students of history in the University of Am sterdam , viz. miss Th. M. de G raaf, miss A. K loosterm an, mr. J. F. A. van Loenen , mr. G. J. van Setten and miss A. L. Visser.

*

There exists no clear-cut definition of who is or who is not a gipsy. N or are the gipsies clearly defined in the sources used for this study: they are frequently described as persons who 'p resen t the characteristics of gipsies’. One of the characteristics is allegedly that they form a closed, isolated group, living in caravans in which they trek from town to town. But these characteristics also apply to those who are termed 'reizigers' (trekkers) and 'burgers '. 'Reizigers' are born and bred Dutchm en, living in a caravan, who are regarded as gipsies by the outsider. The group form ed by the 'burgers' is heterogeneous in composition; they include such occupations as fairground showm en and road construction workers. U nder the law, these three groups belong to the 'caravan dw ellers’. For a long time - the present study covers the period elapsed since the turn of the century - these people had been in bad repute with the state and local authorities. As reported by a state com m ittee of 1907, they belonged to ’the lowermost s t ra ta ’ of society, forming ’a genuine plague’, ’a social nu isance’, a ’source of danger’. According to the state commission, ’especially the gipsies were to be fe a re d ’ among the caravan dwellers. They were the ’terror of the population’.

In view of such an opinion of the caravan population, or the gipsies, one cannot but expect that the burgom asters would prevent caravans from occupying a stand in the area under their jurisdiction. C hapter 1 deals with this m atter in detail, also pointing to the Dutch Caravan and H ouseboat Act that materialized in 1918. This Act brought about an improvem ent of the situation in that. restraints were imposed upon arbitrary action on the part of the burgom asters. H enceforth it was to be impossible that the taking up of residence by a caravan dweller in a municipal area could be made entirely impossible. The tow n councils merely kept their authority to lay down regulations regarding the site of the caravan within their area. Yet, the situation of the caravan dwellers continued to be far from satisfactory.

C hapter 2, entitled 'Gipsies and border policing’, deals with the situation of the frontier. A few examples are given of how gipsies (whose nationality was sometimes hard to establish) were chased to and fro across the border by the Royal Constabulary (who were charged, amongst o ther things, with guarding the frontier). This mainly happened on the borderline with Belgium, but also on the

Page 173: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

168

Germ an frontier difficulties arose , although these were of a less serious nature.The border conflicts p rom pted the question w hether co-operation betw een the

countries concerned could put an end to the ’gipsy plague’. A bout 1928-9, proposals were put forward to do so under the aegis of the League of Nations. H ow ever, the idea to arrive at a solution in this way was abandoned about the mid- 1930’s, when it had becom e clear that the League of N ations was becoming an increasingly powerless body. Yet, especially the police authorities remained in favour of solving the ’gipsy prob lem ’ by international consultation.

In chapter 3 we discuss the controlling of gipsies in Germ any because we want to get a be tter insight into the action taken by the G erm an occupying pow ers in the Netherlands.

Already before the ’assum ption of p o w er’ by the N azis, there was a fair deal of race consciousness in Germ any with regard to the gipsies. For exam ple, the ’rac ia l’ origin of the gipsies in relation to the criminal and differing social behaviour attributed to them , plaid an important role with the police, especially in Bavaria. In that s tate, an administrative system was set up to enable the police to take fast and efficient action. In 1925, a register existed holding the names of approx. 14,000 male gipsies. Following B avaria’s sxample, other Germ an states p roceeded to establish a ’gipsy identification se rv ice’. Mention should be made of the fac t that in 1930 the national com m ittee of the 'K rim inalpolizeiliche K o m m issio n ' took the decision to raise the status of a central Bavarian gipsy agency, founded in 1899, to that of 'Zentralstelle fü r die Z igeunerbekam pfung in D eutschland ' - central agency for the controlling of gipsies in Germ any - , indicating that the gipsies were to be coped with on a national scale.

N ot only that the police action was centralized, the racial laws introduced after 1933 becam e the official instrument to deal with the gipsies. The ' Rassenhygienische und Bevölkerungsbiologische Forschungsstelle des R eichsgesundheitsam tes’ (research institute for racial hygiene and population biology of the Public Health Service of the Reich) (1937) was headed by Robert Ritter, a psychiatrist and sociologist who claimed to be able to m easure the ’degree of purity ’ of the gipsy blood and, through the ’quality’ of the race, also the degree of delinquency. In 1938, Heinrich Himmler said: ’The gipsy problem shall be dealt with in accordance with the charac ter of the ra c e .’ Especially those of mixed blood were alleged to account for the largest share in gipsy delinquency.

C hapter 4 gives more details on the action against the gipsies. They were regarded as ’antisocial’, ’sh irkers’, and amongst o ther things, had to do forced labour in quarries. Further , they were obliged to register with the 'Reichszentrale zu r B ekam pfung des Zigeunerunw esens' (central Reichs agency to control the gipsy nuisance). Following the registration, about 2,500 gipsies were deported from the Reich to the Polish territory under G erm an rule.

Because in the various countries of Europe different anti-gipsy regulations were valid, it was mainly the police - chapter 5 - who pressed for international

Page 174: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

169

co-operation. This co-operation materialized within the set-up of the ’In ternationale K rim inalpolizeiliche K om m issio n ' (IK P K ). Following a decision of this IK P K , taken in M arch 1936, the 'In ternationale Zentralstelle zur B ekam pfung des Z igeunerunw esens' (international central agency for controlling the gipsy nuisance) was founded in Vienna. After the 'A n sc h lu s s ', the IK P K (and with it the international anti-gipsy agency was placed under Germ an administration.

At the request of the N etherlands representatives in the IK P K , the N etherlands Minister of Justice gave permission - one m onth before the IK P K was established! - to found a N etherlands gipsy registration agency which became affiliated to the IK P K . Much as the Departm ent of Justice harboured objections due to the financial consequences (there were plans to send finger prints and photographs of gipsies to Vienna), on 30th Decem ber 1937 the founding of the 'N ederlandse Zigeuner Centrale' was announced in the 'A lgem een Politieblad ' , the Police Gazette of Holland.

Due to the influx of large num bers of Jewish and political refugees from Germ any, the governm ent agencies occupying them selves with aliens and border policing did not find time to comply with the wishes o f the IK P K regarding the gipsies. In addition, the 'In ternationale Z en tra lste lle ’ had becom e a Germ an institution. Due to all this, the 'N ederlandse Zigeuner Centrale' was closed down in January 1939. The N etherlands, having been the first country to join the international co-operative body, was also the first to withdraw from it.

The desire to arrive at an accurate registration of the gipsies and other caravan dwellers residing in the Netherlands, continued to exist.

In M arch 1936, the 'B eslu it Bevolkingsboekhouding ' (Decree on Population Records) had come into being (chapter 6). Those who, due to a nomadic urge, lead an am bulatory life and consequently had no fixed residence, had to be taken up in a central civil registry. In addition, legislation was being enacted that especially dealt with persons leading a wandering existence. Before World W ar II, this Dutch ’Act on Population Moving bij Road and B oa t’ did not materialize although in O ctober 1941, the Dutch authorities issued a regulation to the same effect. According to the 1930 census, about 55,000 ’floating’ and 11,000 ’riding’ persons were involved; the persons travelling by road were said to have approx. 3,000 caravans in 1939.

Early in 1941, in keeping with the general policy, the registration was taken in hand by the 'R ijksiden tifica tied ienst', an identification agency established by the Departm ent of Justice. In the long run, this authority would register not only caravan dwellers of Dutch, but also of foreign nationality, in addition to stateless persons. As the Germ an occupation progressed, a few civil servants of the 'R ijksidentifica tied ienst’ becam e more acutely aw are of the consequences of their registration work: the entries in the card index system were sabotaged.

As stated previously, caravan dwellers were not held in great esteem by many.

Page 175: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

170

They were regarded as antisocial elem ents, who had to be ’raised socially’. One of the solutions to this problem was found (chapter 7) in concentrating this population group in labour cam ps which they were not permitted to leave until the caravan dwellers would be fit to take part in the ’norm al’ life. The head of the 'R ijksiden tifica tied ienst'stood aloof of these plans, pointing out that such a m easure would mean internment. H ow ever, that ’so lution’ found a ready ear both with the police and with the officials of the D epartm ent of Social Affairs.

Orders to concentrate the caravan population also came from the side of the G erm ans. Apart from an identity check on caravan dwellers, held in 1940 at the request of the Germ an authorities, the occupying pow er hardly paid any attention to the gipsies. H ow ever, an ambulatory population - and to make matters worse, of ’doub tfu l’ racial origin - was an eye-sore to her. In May 1943, Rauter, the 'H öhere S S - und Polizeiführer’, chief of the SS and of the Germ an police in the Netherlands, directed that the ’germanic nomadic life’ had to be put to an end. T herefore , the horses, owned by the gipsies, were to be taken away from them and placed at the disposal of the Germ an W ehrm acht or Dutch agriculture. And so it happened that a few hundred horses were requisitioned by Netherlands governm ent agencies, and landed with dealers (chapter 8). At the same time, minor round-ups of gipsies were held in several places.

In May 1943, the N etherlands police authorities received orders from the G erm ans to provide a fixed place of residence to the caravan dwellers; in other words, they were to be sent to collective camps. Several town councils objected to this, because no financial a rrangem ent had been made for setting up these cam ps, nor was there any regulation for providing relief to destitute caravan dwellers.

In June 1942, about 2,700 to 3,000 caravans had been counted. N ot all of these caravans had to be accom m odated in camps. The cam ps were intended only for caravan dwellers, used to trek about in their caravans. Those who, for example due to the poor condition of their caravan, could no longer trek and who were therefore assum ed to have a fixed residence in a municipal area, were to be allowed to remain on their site. About 1,150 caravans remained who were to be taken to a collective camp. A total of 27 cam ps were to be ranged (chapter 9).

The implementation did not come up to the plans. W hen the caravan dwellers heard what was going to happen and what was actually happening, many of them sold their caravans. Also, some of them abandoned their caravans, having rem oved the licence plates. Mostly, they moved into poorly kept houses, rented rooms, or made for the countryside, which practically meant that they went to live as cave dwellers (chapter 10). The guarding of the cam ps was not always of a nature to prevent escape.

When a count was made in June 1944, the num ber of caravans in the official cam ps turned out to be only 440 (instead of about 1,150 according to the

Page 176: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

171

estimates). This discrepancy was due to the fact that in May 1944,a big round-up had taken place (which will be discussed later) and the em pty caravans had been locked and sealed. A s ta tem ent of July 1944 shows that the num ber of caravans had diminished even more: there were only 113 then, spread among 27 camps.

In the meantime, af ter the round-up, the setting-up of caravan cam ps had been given official authority: the Decree by the Secretary-General of the Departm ent of Justice dated 22nd June 1944 ruling that the caravan dweller was obliged to proceed to a fixed site and prohibiting him from leaving that site in a caravan.

*

During the time when the concentration of caravans in Holland was prepared and partly implemented, tw o circular letters were despatched in Germ any relating to the extermination of gipsies, viz. a secret order issued by Himmler on 16th D ecem ber 1942 and its implementation instruction, contained in a decree of the ’R eichssicherheitshauptam t' (Reich Security H eadquarters) dated 29th January1943. These two orders specified that specific groups of gipsies were to be deported to Auschwitz (the groups exem pted in those orders were yet deported later); the ’H aup tak tion ' (the main action, predominantly in Germ any) was to be completed by the end of M arch 1943, and for the N etherlands and a few other

t countries it was directed that the decree of 29th January was to be effective on 29th M arch 1943. We wish to point out that in Poland and the Soviet Union, large mass murders of gipsies by ’E insa tzko m m a n d o s' (special comm andos) had taken place as early as 1941. In these actions, almost 170,000 gipsies had been shot. By virtue of the two Germ an orders , at least 21,000 gipsies were locked up in Auschwitz cam p between February 1943 and the end of July, 1944.

Although the decree of 29th January 1943 stipulated that the order would becom e effective for the N etherlands by late M arch 1943, the large scale action there took place only one year a fterw ards, viz. on 16th May 1944. This postponem ent may be explained from the fact that at that time, the deportation of Jews was still at its height, while a great deal of com m otion was caused in the country by a big labour strike in May 1943 and the forced conscription of labour for G erm any increasingly met with difficulties.

H ow ever that may be, the N etherlands police received orders, on 16th May1944, to round up all persons presenting the 'characteristics of gipsies’; they were to be transported to the J e w s’ Transit Camp at W esterbork in the Eastern part of the country . This group involved ’all persons who could be qualified as gipsies on the ground of their ou ter appearance , their m anners, and cu s to m s’, ’in addition to all persons trekking about as is the nature of gipsies’. This information was contained in a circular letter dated 14th May 1944, issued by the Director-General of Police to the five regional chiefs of police. The police authorities who were to carry out the round-up had to receive instructions so that in good time, a 'discrete

Page 177: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

172

investigation’ could be made of the persons involved. The action was to start on 16th May 1 9 4 4 a t4 .0 0 h in th em o rn in g .

Due to the definition of the persons thus to be apprehended , not only gipsies were rounded up, but also caravan dwellers who were no gipsies at all, the total being 565 persons. Among them , 305 persons calling themselves gipsies and 260 so-called ’anti-socials’. The latter group were released.

The round-up took place without a hitch. There were no fights. To the question where they would be sent, the accom panying police replied that it would be W esterbork camp. Since 3.00 h in the morning, in at least 15 places policemen, Constabulary and Dutch Nazi SS-police had been busy blocking streets and surrounding caravan camps. In a few h o u rs ’ time, hundreds of unsuspecting people had been taken away from their beds to be conveyed to police-stations or railway-stations.

On arrival at W esterbork camp, the g ipsies’ heads were shaved (also women) and they were ’de-liced’ which came as a shock and humiliation to the gipsies. M oney and jewels were taken away form them.

On 19th May, 245 out of the 565 people rounded up were sent to Auschwitz where they were locked up in the gipsy cam p (chapter 11).

Three m ass-transports of gipsies arrived at that cam p, on 25th M arch, 25th May and 3 Ist July 1944 respectively; a total of 21,000 gipsies: 11,000 women and 10,000 men. Of these people, 1,700 and 1,035 were asphyxiated in M arch and May respectively. T housands of others succum bed to disease or died due to ’experim ents’. The third and last large-scale m ass-m urder took place on 14th July1944. On 31 st July, there were 6,000 gipsies left, among them the gipsies who had been rounded up in the N etherlands on 16th May 1944. These 6,000 were selected as to their ’ability to w ork ’. The group selected fit for work included 72 men originating from the N etherlands who were sent to Buchenwald, and approx. 35 w omen who were transported to R avensbrück. All those who had to stay behind in Auschwitz, i.e. about 3,000 male and female gipsies, including the gipsies originating from the N etherlands, were asphyxiated during the night of 3 Ist July to Ist August.

Of the approx. 245 gipsies deported from the N etherlands, 30 returned to Holland: 16 wom en and 14 men, as far as we have been able to ascertain.

In the ’Epilogue’ it is, i.a., pointed out that the N etherlands underground press barely paid any attention to the deportation of the gipsies. This is probably due to the fact that this deportation concerned a relatively limited num ber of persons com pared with other round-ups, while it also took place early in the morning or late at night. In addition, it may be assum ed that few people took any interest in gipsies.

Surprizingly enough, a ’Caravan A c t’ was promulgated in the N etherlands in 1968 which, again, directed that gipsies were to be compulsorily concentrated in caravan camps. Therefore it is feit that in relation to this special category of

Page 178: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

173

caravan dwellers, the N etherlands society in their legislation and mentality have not risen very much above the tenor of what the G erm ans imposed on the gipsies in their decree of June , 1944.

Page 179: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

175

Lijst van de in deze publicatie vermelde bronnen

Archieven:

Ministerie van Binnenlandse Zaken

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Ministerie van Justitie

Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Directoraat-generaal van Politie

Procureurs-generaal van Leeuwarden en Arnhem

Gemeentepolitie (Amsterdam, Venlo, Den Haag)

Inspecteur Koninklijke Marechaussee

Rijksidentificatiedienst

Administrateur van de grensbewaking en vreemdelingendienst

Collectie Documentatie van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie

Collectie kranteknipsels van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie

Informatiedienst van het Nederlandse Rode Kruis

Centre de Documentation Juive Contemporaine te Parijs

Institut fürZeitgeschichte, München

Boeken, brochures en periodieken

H. Arnold: Die Zigeuner. Herkunft und Leben der S tam m e im deutschen Sprachgebiet. (Olten und Freiburg im Breisgau 1965).

Bericht über die Tatigkeit des 'Internationalen Bureau' in der Zeit vom 1. April 1937 bis zum 30. April 1938.

De Bevolkingsboekhouding, Maandblad van de vereniging van Bevolkingsboekhouding 1936,1938,1942.

Page 180: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

176

H. Buchheim: Die Verfolgung der Zigeuner aus rassischen Gründen zurZeit der national-so- zialistischen Herrschaft. In: Gutachten des Instituts fürZeitgeschichte. (München 1958).

H. Buchheim: Die Zigeunerdeportationen vom Mai 1940. In: Gutachten des Instituts für Zeitgeschichte (München 1958).

Léo Cambier: Rapport a M. Simon W iesenthal de Vienne sur l ’extermination de 4000 Gi­tans en uneseule nuitau K L Auschw itz-B irkenau;20/21 aoüt 1944. (Paris 1967).

D. Czech: Kalendarium der Ereignisse im Konzentrationslager Auschwitz-Birkenau. In: Hefte von Auschw itz, no. 4.

H. J. Döring: Die Zigeuner im nationalsozialistischen Staat. (Hamburg 1964).

L. A. van Doorn: De woonwagens moeten verdwijnen. Een plan voorde maatschappelijke verheffing van de zwervende woonwagenbevolking. Overdruk van artikelen in het tijd­schrift 'Sociale Zaken', 1940.

Les Frangaises a Ravensbrück. (Paris 1965).

Frauen-KlRavensbrück (Autoren-kollektiv unterLeitung von G. Zörner). (Berlin 1971).

E. Guttenberger: Das Zigeunerlager in Auschw itz, Zeugnisse und Berichte. (Frankfurt am Main 1962). (Uitgegeven door H. G. Adler, Hermann Langbein, Ella Lingens-Reiner).

S. C. de Haas van Dorsser: De toekomst van ons werk. In: 'Sociale Zaken ’.

Hefte von Auschw itz. Vanaf 1959.

F. A. Helmstrijd: 'Kinderen van het Rijk’. In: 'W eekblad voorde Nederlandse Bond van Gemeenteambtenaren’ (december 1941), no. 2109.

R. Heydrich: A ufbau und Entwicklung der Sicherheitspolizei im Lande Osterreich. In: 'Das Schwarze K orps’, 21 april 1938.

W. K. Höhne: Die Vereinbarkeit der deutschen Zigeunergesetze und -Verordnungen m it dem Reichsrecht, insbesondere derReichsverfassung. (Heidelberg 1929).

R. Höss: K om m andant in Auschw itz, Autobiographische Aufzeichnungen von Rudolf Höss. (Stuttgart 1958).

L. de Jong: Het Koninkrijk der Nederlanden inde Tweede Wereldoorlog. (1969) Wetenschap­pelijke editie.

O. van Kappen: Geschiedenis der zigeuners in Nederland. De ontwikkeling van de rechts­positie der Heidens o f Egyptenaren in de Noordelijke Nederlanden. 1420-± 1750. (Assen 1965).

D. Kenrick andG. Puxon: The destiny o f Europe’s Gypsies. (London 1972).

H. Langbein: Der Auschwitzprozess. E ineDokum entation. dl. I en 2. (Wien 1965).

J. L. Lentz: De Bevolkingsboekhouding!,z.pl., z . j .).

J. L. Lentz: Supplement op De Bevolkingsboekhouding. (Zwolle, z.j.).

L. Mazirel: Die Verfolgung der Zigeuner im Dritten Reich. Vorgeschichte ab 1870 und Fort- setzung bis heute. In: Essays über Naziverbrechen. Simon Wiesenthal gewidmet. (Amster­dam 1973).

Page 181: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

177

L. Mazirel: De wet Nieuwe regelen ter bevordering van het maatschappelijk welzijn van de woonwagenbevolking. In: Nederlands Juristenblad, 23 maart 1968, no. 12.

A. Mitscherlich und F. Mielke: W issenschaft ohne Menschlichkeit. Medizinische und euge­netische lrrwege unter Diktatur, Bürokratie und Krieg. (Heidelberg 1949).Medizin ohne M enschlichkeit. Dokumente des Nürnberger Artze-Prozesses. Herausgegeben und kommentiert von A. Mitscherlich und F. Mielke. (Frankfurt am Main 1949).

Nederlandse Staatswetten. Editie Schuurman en Jordens. No. 94. Woonwagenwet en Wet op Woonwagens en Woonschepen. Bewerkt door H. J. ten Houten.

K. Nieland: De wet op woonwagens en -schepen, 1918. (Staatsblad no. 492). M et aanteke­ningen uit de gewisselde stukken, gevoerde beraadslagingen, ter uitvoering vastgestelde A l­gemene Maatregel van Bestuur enz. (Alphen aan den Rijn 1920).

M. Novitch: La terreur nazie. Contribution a l ’etude du genocide des Tziganes sous le régi­me nazi. (Prague 1963).

J. Presser: Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom, 1940-1945. 2 dln. (’s-Gravenhage 1965).

R. Ritter: Die Bestandsaufnahm e der Zigeuner und Zigeunermischlinge in Deutschland. In: Der öffentliche Gesundheitsdienst, 6Jahrg. (5 februari 1941) Heft 21.

Robert Ritter: Ein M enschenschlag. Arztliche und erbgesundheitliche Untersuchung über die durch zehn Geschlechterfolgen erforschten Nachkom m en von ’Vagabunden, Gaunern

v und R aubern '. (Leipzig 1937).

N. Rost: Ook vele tienduizenden zigeuners werden vermoord. In: ’Buiten de perken'. (30 september 1965).

J. Th. de Ruwe en L. S. J. Buis: Zorg voor Woonwagenbewoners. Met medewer­king van J. W. Blankerten M. J. Hoytink. (’s-Gravenhage 1968).

Steiner, Zdenek und Jiri: Zwillinge in Birkenau.

S. Steinmetz: Osterreichs Zigeuner im N .S . Staat. (Wien 1966).

W. Stuckart und W. Globke: Kom m entar zur deutschen Rassengesetzgebung. Bd I. Reichs­bürgergesetz. Blutschutsgesetz. Ehegesundheitsgesetz■ (München/Berlin) 1936).

B. A. Sijes: De arbeidsinzet. (’s-Gravenhage 1966).

Trials o f War Criminals before the Nuernberg Military Tribunals under Control Council Law No. 10. Vol. I 'The medical C ase’. (Niirnberg 1949).

Voorgeschiedenis en inhoud van de Woonwagenwet 1968. Brochure van het Landelijk Ka­tholiek Woonwagenwerk. (’s-Hertogenbosch, z.j.).

J. H. A. Wernink s.j.: Woonwagenbewoners. Sociologisch onderzoek van een marginale groep. (Assen 1959).

Zigeuner und Zigeunermischlinge in Deutschland. In: Der öffentliche Gesundheitsdienst. Zeitschrift des Reichsausschusses für Volksgesundheit E. V. der Staatsakademie des öffent- lichen Gesundheitsdienstes Berlin und der Wissenschaftlichen Gesellschaft der deutschen Arzte des öffentlichen Gesundheitsdienstes. (5 februari 1941).

Page 182: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

179

Lijst van afkortingen

afd. afdeling

AGVD Administrateur voor de Grensbewaking en den Vreemdelingendienst

AP Algemeen Politieblad

Arch. Archief

Arnold H. Arnold: Die Zigeuner. Herkunft und Leben der S tam m e im deut­schen Sprachgebiet(,0\tenund Freiburgim Breisgau 1965).

A uszug A k t V. Zig. A uszug aus einem Aktenvermerk des Staatsanwalts Kleinert vom Verf. 20.4.1943 im Verfahren 24 JS 429/61 d erS t.A . Köln betr. Zigeunerver-

folgung im NS-Regim e , Justizverwaltung des Landes Nordrhein-W est- falen.Zie bijbehorende brief aan B. A. Sijes, dd. 2 november 1971.

A.v. Als voren

B ayr.G V B L BayerischeG esetz-und Verordnungsblatt

B d S Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des Sicherheitsdienstes

Bericht IB ’Bericht über die Tatigkeit des ’Internationalen B ureaux’ in der Zeit1937-1938 vom 1. April 1937bis zum 30. April 1938

Bestandsaufnahm e R. Ritter: Die Bestandsaufnahm e der Zigeuner und Zigeunermisch­linge in Deutschland

Brig.C Brigadecommandant

Burg(s) Burgemeester(s)

BuZa Ministerie van Buitenlandse Zaken

BZ Ministerie (Departement) van Binnenlandse Zaken

CBR Centraal Bevolkingsregister

CdK Commissaris der Koningin

CdP Commissaris der Provincie

Page 183: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

180

circ.

Coll.Zig.

Comm.

Commiss.

corr.

CvP

DGVP

Dir.GVP

Distr.C

Div.C

Doc.

Doc. Eichmann

van Doorn

Döring

Doss. RvO

EC

Forschungsstelle

Gew.Pol.Pres(n)

Gr Ned.Pol.

Hfd Comm.

H SSuPF

IKM

IK PK

Int.

JDL

De Jong, Geschiedwerk

circulaire

Collectie Zigeuners, RvO

Commandant

Commissaris

correspondentie

Commissaris van Politie

Directeur-Generaal van Politie

Directoraat-Generaal van Politie

Districtscommandant

Divisiecommandant

Collectie Documentatie RvO

Documenten gebruikt bij het Eichmann-proces

Zie lijst van bronnen: L. A. van Doorn

H. J. Döring: Die Zigeuner im nationalsozialistischen Staat (Hamburg 1964)

Dossier Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie

Econom ic Case. Stukken overgelegd door het Office o f the Chief o f the Council in Neurenberg

Rassenhygienische und Bevölkerungsbiologische Forschungsstelle des Reichsgesundheitsamtes

Gewestelijk(e) Politiepresident(en)

Gevolmachtigde voor de reorganisatie van de Nederlandse politie

Hoofdcommissaris

Höherer SS- und Polizeiführer

Inspecteur der Koninklijke Marechaussee

Internationale Kriminalpolizeiliche Kom m ission

Interview

Judendurchgangslager

L. de Jong: Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereld- oor/og(Wetensch. uitgave)

Page 184: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

181

Just. Ministerie (Departement) van Justitie

v. Kappen O. van Kappen: Geschiedenis der zigeuners in Nederland. De ontw ik­keling van de rechtspositie der Heidens o f Egyptenaren in de noor­delijke Nederlanden (1420- ± 1750)(Assen 1965)

Kenrick en Puxon D. Kenrick and G. Puxon: The Destiny o f Europe’s Gypsies (London 1972)

KM Koninklijke Marechaussee

LKW Landelijk Katholiek Woonwagenwerk

NG N azi Government. Documenten die betrekking hebben op de Duitseregeringsactiviteiten en overgelegd zijn als bewijsstukken in de Neu- renberg-processen

N O N azi Organisations. Documenten betr. de nazi-organisaties (o.a. deN S D A P )t .b.v. de Neurenberg-processen

N O K W N azi Oberkommando der W ehrmacht. Stukken betr. de Duitse Weer­macht t.b.v. de Neurenberg-processen

N R C Nieuwe Rotterdamse Courant

O.O. en V. Afd. Openbare Orde en Veiligheid van het Min. v. BZ

Overzicht Regen­boog Overzicht betreffende werkzaamheden van de Rijksidentificatie­

dienst ten opzichte van de registratie van woonwagen- en woonschip­bewoners van Nederlandse nationaliteit. Opgesteld door H. J. Regen­boog, 4 september 1941.

PG Procureur-Generaal

PGD(s) Politiegezagsdrager(s)

pl.pol. plaatselijke politie

Pol. Politie

prov. provincie

RIBR Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters

RID Rijksidentificatiedienst

RK PA Reichskriminalpolizeiamt

R SH A Reichssicherheitshauptamt

RvO Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie

SG Secretaris-generaal

Page 185: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

182

Steinmetz

Tgm

Versl.St.Cie 1903

Vr.Rgl. 1918

Weekblad Gem. Am bt.

Wernink

Selma Steinmetz: Österreichs Zigeuner im N .S . Staat (Wien, Frank- furt, Zürich 1966)

Telegram

Verslag der Staatscom m issie, ingesteld bij Koninklijk Besluit van 22 september 1903, No. 51. Bedelarij en landloperij; woonwagens en woonschepen; habituele dronkenschapCs-Gravenhage 1907)

Vreemdelingenreglement Staatsblad 1918, No. 521

Weekblad van den Nederlandschen Bond van Gemeenteambtenaren

J. H. A. Wernink s.j.: Woonwagenbewoners, Sociologisch onderzoek van een marginale groep (Assen 1959)

z.d. zonder datum

Zorg voor w.w.b. zie lijst van bronnen: de Ruwe: Zorg voor Woonwagenbewoners

Page 186: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

183

Register

Samengesteld door L. F. de Jong

Adler, H. G., I34nAlgemeen Politieblad, 9, 62-64, 66, 83, 84 Alma, J., 19 Almelo, 93nAlphen,A. A. S. van ,!8n Amerongen, 26 Amersfoort, 90Amsterdam, 11, 27, 49, 55n, 57, 61 n, 88,

95 ,97,99, 100, 109, 115, 117, 121 Angeren, J. R. M. van, 60, 63 Apeldoorn, 85n, 90, 91 Arbeitseinsatz, 97, 113 Arkel, C. J. van, 81, 82n Armenwet, 76, 138Arnhem, 61n, 84, 88, 94, 95, 103, 109,

116n,117, 121 Arnold, H., 33n, 35n, 44 Artsenproces, 132

1 Assen, 88, 117Auschwitz-Erlass, 84, 106, 107, 110, 116,

120, 121, 124, 128

Baarle-Hertog, 25Baden, 51Bader, Dr., 51-53Balkan, 34Baltendeutsche, 45Bauduin, G. J. F., 15Bayerische Politische Polizei, 40Bedrijfschap voor Vee en Vlees, 86Beek, 111, 113Beel, L. J. M., 137, 138Beelaerts van Blokland, F., 19-21Beieren, 33-35, 39, 40, 49Beilen, 111België, 14, 17, 18n, 20, 21, 23, 25, 30, 31,

52, 53, 56n, 58, 59, 106 Belgrado, 53, 58, 59, 127 Belzee, 46 Bentheim, 4

Bergen op Zoom, 16 Berlijn, 42, 49, 63, 64, 127 Bertillon, A., 59nBesluit Bevolkingsboekhouding (1936),

67, 69, 74Besluit Bezettingsmaatregelen (1944), 136 Besluit Uitreiking bescheiden ten behoe­

ve van de in het CBR opgenomen per­sonen (1942), 76

Best, 89Bevölkerungskundliche Forschungsstelle,

36Bevolkingsboekhouding, De, 67,68,69,

71n, 75, 76n,89n Bialystok, 129, 130 Blankert, J. W., 9n Blutschutzgesetz( 1935), 36, 38 Boekarest, 54, 63 Böhne, General, 126, 127 Boltini (Circus), 104 Brants, A., 73 Breda, 16, 18,31,91,97 Bremen, 45, 53, 125 Broekhoff, K. H., 55-57, 63, 64n Broersen, L. J. , 81n, 83n, 84n Brussel, 63Buchheim, H., 42n, 125 Buis, L. S. J., 9nBundespolizeidirektion Wien, 48,49 Burgenland, 41, 43, 44 Burgerlijk Armbestuur Maastricht, 91 Burgerwachten, 14 Buskens, C. L.. 81

Cambier, L ., 130n Canaris, D r., 97Centraal Bevolkingsregister, 74-76, 90,

93, 109, 121 Chinezencentrale, 61 n Christiansen, F. C., 85

Page 187: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

184

Clauberg (arts), 132 Concentratiekampen:

Auschwitz, 84, 107, 111, 112, 119, 120,124, 125, 128-134Bergen-Belsen, 120Birkenau, 128-134Buchenwald, 39, 40, 130, 133, 134nDachau, 39,40,43, 133Flossenburg, I34nNatzweiler, 133, 134nRavensbrück (Frauen-KL), 39, 42, 131,132 ,134nVught, 93, 99Westerbork, 81n, 88, 90, 94, 95, 99, 110-118, 120,121, 135

Concertgebouw (Amsterdam), 105 Crisiscontroledienst, 86 Croiset van Uchelen, H. W. B., 26, 55-67,

79Czech, Danuta, 128

Daub, E., 19Den Haag, 16, 84,97-100, 109, I I I , 113,

I 17, 121 Den Helder, 97Deutsche Zeitung in den Niederlanden,

104 ,105n Deventer, 3,117Dienststelle für Zigeunerfragen, 42Dieren, 103, 104Donner, J., 19-23Doorn, L. A. van, 71n, 77-79, 138Dordrecht, 97Döring, H. J., 34n-37n, 39n-42n, 45n,

46n, 84n, I06n, llOn, 116, I20n, I23n, 124n,130n

Drachten, 111, 121 Drente, 6, 83,88, 101 Dresden, 54n Dressler, O., 58,59 Düsseldorf, 45

Ede, 84 Egypte, 3

Eichmann, A., 44n, 46nEindhoven, 16,89,91, I I I , 113, 116, 121Einsatzkom m andos, 44, 54, 125, 126, 130Elzas-Lotharingen, 4, 106Emmen, 88Engeland, 30Enschede, 94, 95Erbwissenschaftliche Forschungsstelle, 36 Experimenten

op tweelingen, 133, 134 typhus-, 133sterilisatie-, 38, 128, 130, 132

Feenstra, 109Finland, 53Frank, H .,44Frankfurt/a. M., 45Frankrijk, 17 ,21,23,53,54, 124Frederiks, K. J., 70, 74-76Friesland, 27, 92

Gasselte, 90 Gemeentestem, De, 68n Gemmeker, A. K., 118, 119 Genechten, R. van, 80, 84n Generalgouvernement, 45, 46, 121 Genève, 28n Gerland, 130Gesetz zur Bekampfung von Zigeunern,

Landfahrern und Arbeitsscheuen (1926), 35

Gesetz zum Schutze des deutschen Blutes und der deutschen Ehre(l935), 36

Getto’s;Bialapodlaska, 47 Kielce, 46, 47 Lodz, 47 Lublin, 47 Radom, 46 Sielce, 47 Tschenstochau, 47 Warschau, 47

Gezantschap, Nederlandse, in België, 20, 21

Page 188: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

185

Gezondheidswet, 7, 67 Gielens, J. B., 80, 81 Gipsy, 3Goes van Naters, M. van der, 64 Gohres, D.B., 67n Gooi, Het, 27, 88 Goseling, C. M. J. F., 65n, 66 Grawitz (Reichsartz SS), 132 Grondwet, De, 17, 29 Groningen (provincie), 94,Groningen (stad), 90,94 Grundlegende Erlass über die vorbeugende Verbrechensbekampfung durch die Polizei

(1937), 39 Guatemala, 120,Guttenberger, Elisabeth, 133, 134n

Haarlem, 97Haas van Dorsser, S. C. de, 79 Hamburg, 45, 46, 125 Hannover, 45Harinxma thoe Slooten, P. A. V. baron

v a n ,91 Harster, W., 85, 93 Havelte, 122 Heemskerk, Th., 15 Heidens, 3Hellen, Ph. A. M „ 104n Helmstrijd, F. A., 67n, 75n ’s-Hertogenbosch, 90, 97, 111, 112, 121 Hessen, 34 Heusdens, J., 92 Heydrich, R., 42-45, 54 Hilten, H. A. van, 89, 90n, 93 Hilversum, 85, 87Himmler, H., 38, 39, 41, 42, 43, 45, 54,

8 4 n ,106,l lO n ,128,130-133 Hitler, A., 36 Höhne, W. K .,35n Hongarije, 22, 28 Hoog Soeren, 76, 89n Hoogeveen, 88, 89, 94, 95 Hoogezand, 89n Höss, R., 128, 129, 130n Houten, H. J. ten, I ln

Houten, M. C. van, 48, 54-64 Hoytink, M. J., 9n

India, 3Inentingswet, 75Informationsdienst des rassenpolitischen

A m tes der N SD AP, 37n Internationales Bureau bei der Bundes-

polizeidirektion in Wien, 50 Internationale Kriminalpolizeiliche K o m ­

mission (IKPK), 24, 32, 34, 35, 36. 48-64 passimInternationale Zentralstelle zur Bekam p­

fung des Zigeunerunwesens, 48, 52, 53, 58-63

Interneringskampen:Belgrado, 127 Oweni-Krst (Nisj), 127 Radom, 46 Sabec, 127Sremska-Mitrovica, 127 Zemun, 127

Italië, 28,29, 31, 121

Jacobs, F., 126 Je Maintiendrai, 135Joden, 36, 39, 40, 44, 45, 54, 73, 75, 87, 97,

105, 107, 111, 112, 117-120, 124, 125, 127-129,135

Joegoslavië, 52, 53, 124-126 Jong, L. de, 15n, 29n, 65n, 66n, 132n Justin, Eva, 130.

Kaliningrad, 123n Kamenez-Podolsk, 126 Kan, J. M., 137, 138 Kappelhoff, J. H. G., 55, 59 Kappen, O. van, 3n, 4 Karlsruhe, 51 Keitel, W., 127 Kemper, J., 85-90, 93, 95, 99 Kenrick, D., 46n, 8In, 124n, 126-128n,

133n

Page 189: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

186

Keulen, 45, 46, 125 Kinderwetten, 7 Klaiber, R .,54 Kleef, 4’Kleine Heide’, Venlo, 111 Klompé, M. A. M., 9 Kopenhagen, 51, 52, 55-57 Kriechow, 46 Kroatië, 124Küthe, SS-Hauptsturmführer, 97,

Landelijk Katholiek Woonwagenwerk, 71n

Landtrekkers, 3, 5, 6 Landwacht Nederland, 112, 114 Langbein, F. H., 128n, I34n Lautenschlager, C. L., 81 Leerplichtwet, 7Leeuwarden, 26n, 27, 61n, 84, 94 Leeuwen, N. J. van, 81, 82 Leiden, 97Lentz, J. L., 67-70, 74-76 Letland, 52, 53 L e u v e n ,25 Liebing, 41 Lienden, 80Limburg, 71,93, II, 138 Lingens-Reinert, E., 134n List, W., 127 Lochitzen, 45 Londen, 53n, 63 Luxemburg, 106

Maaldrink, E. D .,80 M aasbode, De, 17, 29 Maastricht, 18n, 28, 29, 91, 93n, 117 Maatschappelijk Hulpbetoon, 77, 79 Macedonië, 127 Mazirel, L., 118n, 121 n Mengele, J., 130, 133 Meppel, 88Mercks, pater, 78, 79n Methorst, H. W., 67, 69, 70 Meyere, J. P. de, 61

Middelburg, 97 Mielke, Fr., 131 n Militair Gezag, 137Ministerie Pierson-Goeman Borgesius, 6 Minne, F. C. A. van der, 15, 22, 27 Mitscherlich, A., 131n Mondanel, 54Moot, (burg. IJsselstein), 100 Mörbisch, 41 Mulder, D., 102, 103 München, 34, 39, 40 Münster, 4Mijnlieff, F. R., 137, 138

Nachrichtendienst in Bez.ug a u f die Zigeuner, 34

Nap, N. A .,92 Nebe, A .,39n, 54,63 Nederlandse Centrale inzake Falsificaten,

49 ,55nNederlandse Centrale inzake Inter­

nationale Misdadigers, 49 Nederlandse Kultuurkamer, 104, 105 Nederlandse Rode Kruis, 134n, Nederlandse Staatswetten, 11 n Nederlandse Zigeunercentrale, 57-66 Nederlander, De, 56n Nedvedova-Nejedla, Zdenka, 132 Neurenberger wetten, 38 Niederdonau, 41, 130 Nieland, K., l lnNieuwe Rotterdamse Courant, 17, 18n Nieuweschans, 27 Nisko, 44Nispen tot Sevenaar, O. F. A. M. van,

30n Nitsche, 94Noord-Brabant, 5, 18,71,81, 111 Noord-Holland, 87, 93 Noorddijk, 89,Noordzeekust, 87, 88 Novitch, Mirjam, 40n, 127n Nijmegen, 48, 95, l l6n, 117, 121

Page 190: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

187

Oberwarth, 41 Oekraine, 126Offentlicher Gesundheitsdienst, 37nOhlendorf, 125, 126Oldenzaal, 103, 116n, 121Ommen, 90, 91’Ongers’ (Hongaren), 3Oostenrijk, 41-43, 49, 52, 53, 63, 124, 130Ootmarsum, 84Opsterland, 91, 111Ordelman, J., 114Ostmark, 45,63, 121, 125Overijssel, 137

Palitzsch, 54n Pancke ,43Parey, Oberregierungsrat, 53 Parijs, 49 Pelgrims, 3Pelt, G. van, 72-74n, 79n Personalausweis fü r Zigeuner und Land-

fahrer, 35 Pierson-Goeman Borgesius,

Ministerie, 6 Polen, 28, 44-46, 53, 97, 107, 124, 135 Portschey, T., 41, 43 Portugal, 28, 53 Posen, 45 Putte, 25Puxon, G., 46n. 81n, 124n-126n, I27n,

128n, 133n

Querner, 126

Rasse- und Siedlungshauptamt, 43 Rassenhygienische und Bevölkerungsbio-

logische Forschungsstelle des Reichs- gesundheitsamtes, 36

Rauter, H. A., 84, 85, 86, 88, 95 ’Regale Carol’, 54n Regenboog, H. J. , 7 In, 73, 79, 80, 109 Reichsbürgergesetz (1936), 38, 128

Reichskriminalpolizeiamt (RK PA), 39,40, 42,54, 125

Reichssicherheitshauptamt (RSH A), 39, 40, 45, 46, 54, 84, 106, 107, 121, 123, 124, 125n

Reichszentrale zur Bekampfung des Zigeu- nerunwesens, 39, 42

Réty, 25Rheden, 84, 103, 104 Rhenen, 26 Riga, 127Ritter, R., 36-38, 43, 130, 131 Roemenië, 63, 124 ’Romani’, 5 Rosman, M. A. J., 70 Rückert, J. J. G. E., 94 Rüwe. J. Th. de, 9n Ruys de Beerenbrouck, Ch. J. M., 15 Rijk van Nijmegen, 5 Rijke, W. J . de, 79, 80, 81, 84 Rijksidentificatiecentrale, 65n, 72-75, 79,

88, 109Rijksinspectie der Bevolkingsregisters,

67,68,74-76, 109n Rijksvreemdelingendienst, 62, 64, 72 Rijssen, 79

Schaik, J . R . H . van, 56,57,66 Schelt, L. H. van, 75, 76n Schimmelpenninck vanderOye, H. M. T.,

84Schrieke, J . J . , 79, 80, 85,88, 136 Schulz, B., 49, 50, 52, 54n, 56-58, 64 Schumann, H., 131 Schumann, O., 83 Schwarze Korps, Das, 54n Seldte, 124Sellmer, H. O. A. E., 88 Semplonius, 84n Servië, 124, 126-128,Seyss-lnquart, A., 85, 105 Sittard, 113, 138 Sociale Zaken, 71n, 76n, 77-79 Soest, 91, 116 Sowjet-Unie, 54, 124-126

Page 191: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

188

Spanje, 28Speyer, E. A. M., 118n Staatscommissie 1903, 7, 8 Staelenberg, M. G. J., 81 Steiner, J., 134n Steinhausl, 54n Steinmetz, S., 41n Sterilisatie, 38, 128, 130, 132 Sterilisationsgesetz, 52 Storm -SS, 104Strick van Linschoten, G. A., 88Strijbeek, 25Stuttgart, 45, 46, 54, 125Suriname, 22Susteren, 111, 121Sijes, B. A .,84n, I18n, 127nSijsterman, 18, 3 1 n

Telegraaf, De, 24, 25 n Tietjerksteradeel, 90n Tilburg, 90,Topela, 127 Treite, Dr., 131 Trouw, 95, 135Tsjechoslowakije, 49, 52, 53, 97, 124Tubbergen, 90Tübingen, 36Turkije, 28Turner, Herald, 126Tweede Kamer der Staten-Generaal, 9,

I ln , 64n

Uden, 81, 82 Unger, F., 49 ’£/ngers’(Hongaren), 3 Utrecht (provincie), 99, 100, 132 Utrecht (stad), 88, 117

Vakgroep Kermisinrichtingen, 90 Valburg, 90Vee- en Vleesaankoopbureau, 86 Veenhuizen, 18 Velsen, A. F. van, I28n

Venlo, 19, 111-113, 116, l l7n, 121 Verordeningen:

V.O. 42/1941,84 V.O. 139/1941,98

Versteeg, H. J . , 54-56, 63 Vledder, 111, 117, 121, 122 Vluchtelingen, Joodse, 65-67 Volken Vaderland, 104 Volkenbond, 22, 23, 28-31 Vreemdelingenreglement, 11, 12, 16 Vreemdelingenwet (1849), 8, 12 Vries, 90nVries, H. M. de, 138, 139

Waag, De, 104 Wageningen, 26 Walraven, C. C., 91 Warthegau, 45Waterleidingmaatschappij 'Overijssel’, 91 Weekblad voor den Bond van Gemeente­

ambtenaren, 65n, 75n, 76n Weimar-Republiek, 34 Wenen, 24, 50, 53, 56-66 passim Wenzky, O., 86, 87n, 98n, 107 Werner, H. L. E. G. J. , I8n Wernink, s.j., J. H. A., 5n, 8, 9, 1 ln, I36n Westfalen, 5Wet op de Varende en Rijdende Bevol­

king (1941), 70 Wet op Woonwagens en Woonsche-

pen-1918, 8-1 ln, 71, 72, 77, 137, 139 Wierden, 79Wiesenthal, S., 121 n, 130 Wilde, J, A. de, 16 Wildervank, 94n, 95 Winkowska, Gustawa, 131 Winschoten, 95 Wolhyniendeutsche, 45 Women ’s International League fo r Peace

and Freedom, 64 Woningwet (1901), 6, 101 Woonwagenbesluit (1944), 136, 137, 139,

140Woonwagenverordening (1945), 136, 137 Woonwagenwet (1918), II

Page 192: Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945

189

Woonwagenwet (1968), 138, 139 Württemberg, 33, 34 Wijers, Th. R. J., 138

IJsselmeer, 87, 88 IJsselstein, 100, 101, 102, 121

Zaandam, 87 Zdenek, D., 134n Zeeland, 87Zentralstelle fü r die Zigeunerbekampfung

in Deutschland, 36

Zevenaar, 109, 110 Zigeunerbuch, 34Zigeunerpolizeistelle beim Polizeiprasi-dium, 39Zindel, 54Zörner, C . , 43nZuid-Holland, 87, 88Zutphen, 93n, 102-104, 114, 115, 117, 121Zwarte Soldaat, De, 104Zwitserland, 120Zwolle, 113, 117Zwollerkerkspel, 88Zywulska, 130