VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met...

91
AAR J VERSLAG 2015

Transcript of VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met...

Page 1: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

AARJVERSLAG2015

Page 2: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

AARJVERSLAG2015

Page 3: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

3

INHOUD

VOORWOORD 5

ORGANISATIE 7Meerjarenoverzicht 9

BESTUURSVERSLAG 2015 11Algemene pensioenontwikkelingen in 2015 13

Nieuwe Financiëel Toetsingskader 15

Fondsspecifieke ontwikkelingen in 2015 17

De financiële positie van ons fonds 24

Verzekerdenbestand 28

Beleggingen 29

Risicoparagraaf 32

Vooruitblik op 2016 34

VISITATIECOMMISSIE 37

VERANTWOORDINGSORGAAN 41

JAARREKENING 47Balans per 31 december 2015 48

Staat van baten en lasten 50

Kasstroomoverzicht 52

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 53

Toelichting op de balans 57

Toelichting op de staat van baten en lasten 62

Risicoparagraaf 69

OVERIGE GEGEVENS 79Resultaatbestemming 79

Gebeurtenissen na balansdatum 79

Actuariële verklaring 81

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 83

Beleggingsoverzicht 89

Page 4: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012
Page 5: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

5

Weer een jaar met veel dynamiek!

De afgelopen jaren verandert het maatschappelijk pensioen-

landschap snel. Daarenboven haalt ons fonds zelf ook nogal

het een en ander overhoop. Dat heeft het afgelopen jaar

weer tot veel werk geleid, maar het fonds is daarbij steeds

’in control’ gebleven.

In 2015 is de nieuwe pensioenregeling zonder noemens-

waardige problemen geïmplementeerd. We hebben nog

maar één pensioenregeling en dat bevordert de communica-

tie enorm en het is daardoor beter mogelijk de uitvoerings-

kosten te beheersen.

De herverzekeringsovereenkomst met Nationale-Nederlan-

den liep eind 2015 af. Daardoor moest het bestuur een aantal

nieuwe contracten afsluiten:

– De administratie en de bestuursondersteuning wordt al

jaren door AZL uitgevoerd en het bestuur is tevreden

over de dienstverlening, na mindere ervaringen eerder bij

andere dienstverleners. Daarom zijn wij met AZL in

gesprek gegaan over een rechtstreeks contract voor de

komende vier jaar. Met ondersteuning van een onafhan-

kelijk adviseur zijn wij een onderhandelingsproces met

AZL ingegaan. Dat heeft geleid tot een nieuw contract,

waarbij wij vastgesteld hebben dat dat gebeurt tegen

marktconforme voorwaarden en tevens zijn de juridische

voorwaarden opnieuw uitonderhandeld. We weten dat

we daardoor kunnen rekenen op goede dienstverlening

tegen acceptabele voorwaarden en vermijden daardoor

een risicovol transitietraject.

– We hebben een uitvoerig selectietraject uitgevoerd voor

het toekomstig vermogensbeheer, eveneens met

ondersteuning van een ( andere) onafhankelijk adviseur.

Dat heeft uiteindelijk geleid tot een andere beleggings-

keuze en een andere vermogensbeheerder, vanaf

1 april 2016.

– Tot slot zijn hebben wij in concurrentie onze herverzeke-

ringen 'aanbesteed' Daardoor zijn we van herverzekeraar

veranderd.

Het voorgaande omvat slechts een deel van wat er allemaal

gewijzigd is en van onze overige bezigheden. In het verslag

hierna vindt u een volledig overzicht van onze activiteiten.

De dekkingsgraad stond in 2015 fors onder druk. Was in 2014

nog sprake van een dekkingsgraad van 126,6%, in het ver-

slagjaar 2015 nam deze af naar 112,7%, waardoor ons fonds

in reserve tekort kwam en begin 2016 een herstelplan heeft

ingediend. Dit herstelplan is inmiddels goedgekeurd door

DNB. Deze sterke afname was vooral het gevolg van twee

wijzigingen in de regels waarmee de dekkingsgraad bere-

kend moet worden. Hoewel wij de wijzigingen zelf logisch

vinden, bevordert het regelmatig wijzigen van de regels het

inzicht en het vertrouwen in pensioenen niet. In verhouding

tot veel andere pensioenfondsen staat ons fonds er wat

beter voor: we zijn wat minder arm en konden nog een

kleine indexatie doorvoeren.

We hopen dat we in 2016 geleidelijk in een wat meer be-

heerste omgeving terecht komen. Bijna alles is de afgelopen

jaren intensief de revue gepasseerd en scherp gezet of ( nog

verder) gedocumenteerd. Het verscherpte toezicht op

pensioenfondsen heeft tot veel formalisering geleid en om

dat allemaal te realiseren moeten ook veel kosten gemaakt

worden. Dat draagt ook niet bij aan een beter pensioen. De

ontwikkeling in de financiële markten zet het 'business-

model' van een pensioenfonds op zichzelf al onder enorme

druk.

Het bestuur is zich bewust van haar verantwoordelijkheid en

spant zich enorm in om er het beste uit te halen wat erin zit,

ook al is dat minder dan wij zelf zouden wensen.

Namens het hele bestuur

Huub van Rozendaal,

voorzitter

VOORWOORD

Page 6: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012
Page 7: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

7

ORGANISATIE PER 1 JANUARI 2016

Bestuur Huub van Rozendaal (1956) voorzitter,

namens werkgever

Anita Cooijmans (1965) secretaris,

namens werknemers

Rob van der Sluijs (1976) plaatsvervangend voorzitter,

namens werkgever

Wilco Jansen (1960) plaatsvervangend secretaris,

namens werknemers

Anske Dijkstra (1946) namens pensioengerechtigden

Visitatiecommissie VCHolland

John Ruben (1946) voorzitter

Herma Polee (1959)

Niek de Jager (1954)

Verantwoordingsorgaan Gerrie van der Veeken (1961) namens werkgever (voorzitter)

Danny van der Does (1969) namens werknemers

Herman Klinge (1945) namens pensioengerechtigden

Page 8: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

Organisatie Communicatiecommissie: Anita Cooijmans, Wilco Jansen, Communicatie/DTP AZL N.V.

Commissie Risicomanagement

en Uitbesteding: Rob van der Sluijs, Anske Dijkstra

Beleggingscommissie: Huub van Rozendaal, Rob van der Sluijs, CVP Advies B.V.

Compliance Officer: Eva Reus

Accountant: KPMG Accountants N.V., Utrecht

Adviserend actuaris: Aon Hewitt Nederland cv, Eindhoven

Waarmerkend actuaris: Willis Towers Watson Netherlands B.V., Purmerend

Administrateur: AZL N.V., Heerlen

Herverzekeraar: Nationale-Nederlanden Levensverzekering Mij. N.V., Rotterdam

(elipsLife, Amstelveen met ingang van 1 januari 2016)

Vermogensbeheerder: NN Investment Partners, Den Haag

(BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016)

Page 9: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

9

Meerjarenoverzicht

bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012 2011

Aantallen

Actieve deelnemers 4.300 4.114 3.945 3.870 3.837

Gewezen deelnemers 3.867 3.463 3.370 3.264 3.183

Pensioengerechtigden 682 644 571 512 458

Totaal 8.849 8.221 7.886 7.646 7.478

Financiële gegevens

(in duizenden euro)

Beleggingen voor risico pensioenfonds

Pensioenvermogen 286.479 274.682 199.834 177.049 143.253

Rendement op basis van total return -0,1% 30,3% 5,1% 15,4% 8,4%

Reserves

Vrije reserve -14.626 28.709 11.733 -6.600 -2.711

Reserve beleggingsrisico's 46.917 28.896 24.624 24.219 6.898

Bestemde premiereserve 346 0 0 0 0

Totaal reserves 32.637 57.605 36.357 17.619 4.187

Technische voorzieningen

Voorziening pensioenverplichtingen

voor risico pensioenfonds 252.665 215.505 161.762 157.674 137.392

Voorziening toekomstige arbeidsongeschikten 715 729 677 634 566

Herverzekeringsdeel technische voorzieningen 808 843 907 984 950

Totaal technische voorzieningen 254.188 217.077 163.346 159.292 138.908

Premiebijdragen van werkgevers

en werknemers (1) 16.332 16.115 16.419 15.631 14.579

Pensioenuitkeringen (2) 2.288 2.687 3.159 3.631 4.628

Dekkingsgraad

Aanwezige dekkingsgraad (3) 112,7% 126,6% 122,4% 111,1% 103,0%

Beleidsdekkingsgraad 117,2% 125,6%

Vereiste dekkingsgraad 118,5% 113,4% 115,2% 115,3% 115,8%

Minimaal vereiste dekkingsgraad 104,5% 104,5% 104,5% 104,6% 104,8%

1 De premiebijdrage in de periode 2011-2013 is inclusief de extra 2%-punt herstelpremie van de werknemers.

2 De pensioenuitkeringen dalen door de afloop van het prepensioen.

3 De dekkingsgraad t/m 2014 is als volgt berekend: (Reserves + Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds) / Voorziening

pensioenverplichtingen voor risico pensioenfond. Ultimo 2015 geldt: Reserves (behalve premiereserve) + totale technische voorzieningen, gedeeld

door de totale technische voorzieningen.

Page 10: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012
Page 11: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

11

BESTUURSVERSLAG 2015

Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group (hierna ons

fonds) is opgericht per notariële akte op 19 juli 2001. Het is

een ondernemingspensioenfonds en voert de pen sioen-

regelingen uit van een deel van de bedrijven van Sligro Food

Group Nederland B.V. (hierna Sligro Food Group).

DoelstellingOns fonds heeft als doel:

• het toekennen van pensioenaanspraken;

• het uitkeren of doen uitkeren van pensioenen;

• het treffen van andere gewenste voorzieningen voor de

(ex-)werknemers en hun nabestaanden;

• het doen van uitkeringen met een ideële of sociale

strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals

nader geregeld in de statuten en de reglementen van

ons fonds.

Sligro Food Group en de werknemers die deelnemer zijn bij

ons fonds financieren de pensioenvoorziening. De afspraken

over de financiering en de uitvoering van de pensioenrege-

ling zijn vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst tussen

ons fonds en de werkgever Sligro Food Group.

Missie en visieDe missie van ons fonds is om zo goed mogelijk invulling te

geven aan de pensioenregeling die Sligro Food Group heeft

afgesloten met haar (gewezen) werknemers. Het pensioen-

en vermogensbeheer van ons fonds moet (kosten)efficiënt,

risicobewust en transparant gebeuren. Bij het bepalen van

beleid wordt gezorgd dat de belangen van de deelnemers,

gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, andere aan-

spraakgerechtigden en de werkgever evenwichtig worden

behartigd. De ambitie is om de koopkracht voor de belang-

hebbenden zo goed mogelijk te handhaven.

Visie: ons fonds streeft naar een goede en duurzame uitvoe-

ring van de pensioenen binnen de mogelijkheden die het

heeft. Daarbij zal ons fonds altijd oog houden voor de doel-

groepen en aandacht hebben voor de omvang van ons fonds.

In het verslagjaar heeft het Bestuur van ons fonds (hierna het

Bestuur) de missie, visie en doelstellingen onder meer inge-

vuld door activiteiten te ontplooien en besluiten te nemen op

het gebied van het vermogensbeheermodel, de integriteits-

risico’s en de risicohouding. In het hoofdstuk Fondsspecifie-

ke ontwikkelingen in 2015 staat welke activiteiten het

Bestuur in het verslagjaar heeft uitgevoerd.

Ontwikkelingen binnen de organisatie van ons fondsHet Bestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van de

pensioenregeling. Het Bestuur bestaat uit twee bestuurders

die worden voorgedragen door de werkgever, twee bestuur-

ders die voorgedragen worden door de Ondernemingsraad

namens de werknemers en uit één bestuurslid dat voor-

gedragen wordt door en uit de pensioengerechtigden. De

bestuursleden namens de werknemers en namens de

pensioengerechtigden vormen samen de werknemers-

bestuursleden. Om de paritaire samenstelling te handhaven,

is het stemgewicht van de drie werknemersbestuursleden

gelijk aan het stemgewicht van de twee werkgeversbe-

stuursleden. De bestuursleden die in dienst zijn van Sligro

Food Group ontvangen voor hun werkzaamheden voor ons

fonds geen vergoeding. De vergoeding van de overige be-

stuursleden wordt besproken in de toelichting op de staat

van baten en lasten.

De benoemingstermijn van de heer Dijkstra verliep per

1  januari 2016. Het Bestuur heeft de heer Dijkstra voor vier

jaar herbenoemd als bestuurslid namens de pen sioen-

gerechtigden.

Het Bestuur heeft in de bestuursvergadering van 6  oktober

besloten de visitatiewerkzaamheden op een andere wijze uit

te besteden. De visitatie over 2015 wordt uitgevoerd door

VCHolland.

Het vermogensbeheer is één van de belangrijkste taken van

het Bestuur. Om hieraan meer en beter aandacht te beste-

den heeft het Bestuur een Beleggingscommissie (hierna BC)

Page 12: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

12 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

ingesteld. Twee bestuursleden hebben zitting in deze com-

missie. De BC adviseert het Bestuur over het te voeren be-

leggingsbeleid. Een onafhankelijke, externe deskundige

staat de commissie hierin bij. De BC zorgt ook voor de uit-

voering van bestuursbesluiten. Bovendien zien de commis-

sieleden erop toe dat NN Investment Partners (hierna NN IP)

het vermogensbeheer goed uitvoert.

De herverzekeringsovereenkomst met Nationale-Nederlan-

den Levensverzekering Mij. N.V. (hierna NN) liep eind 2015

af. Dit is aanleiding voor het Bestuur geweest om het vermo-

gensbeheermodel met NN IP – dat onderdeel is van de

herverzekeringsovereenkomst met NN – te evalueren en de

dienstverlening van NN IP objectief te toetsen in de markt.

De BC heeft een uitgebreid evaluatie- en selectietraject inge-

zet en is daarbij begeleid door Sprenkels & Verschuren. Het

Bestuur heeft eind 2015 besloten de samenwerking met NN

IP niet voort te zetten en te kiezen voor fiduciair vermogens-

beheer dat zal worden uitgevoerd door BMO Global Asset

Management (hierna BMO). Per 1 april 2016 vindt de transi-

tie van het vermogensbeheer plaats van NN IP naar BMO.

Het aflopen van de herverzekeringsovereenkomst met NN is

voor het Bestuur ook aanleiding geweest om het risico op

overlijden en arbeidsongeschiktheid met ingang van

1  januari 2016 onder te brengen bij elipsLife. Daarbij zijn de

nieuwe financiële en juridische voorwaarden met ondersteu-

ning van de adviserend actuaris op marktconformiteit ge-

toetst.

Daarnaast was AZL N.V. (hierna AZL) vanuit het bedienings-

concept van de herverzekeringsovereenkomst met NN het

loket van de werkzaamheden die uit de overeenkomst voort-

vloeiden. Het Bestuur heeft besloten de samen werking met

AZL te continueren en heeft daartoe met AZL een overeen-

komst gesloten voor vier jaar. Ook hier zijn de nieuwe finan-

ciële en juridische voorwaarden met ondersteuning van de

adviserend actuaris op marktconformiteit getoetst.

Ons fonds heeft vanaf 1 januari 2015 een nieuwe pen sioen-

regeling. In de eerste helft van 2015 is deze nieuwe pen-

sioenregeling geïmplementeerd in de administratieve syste-

men van AZL. Dit proces is voorspoedig verlopen.

Het Bestuur kwam in het verslagjaar zeven maal bijeen (op

5 februari, 16 maart, 7 mei, 11 juni, 29 september, 6 oktober

en 3 december). De vergadering op 5 februari is gehouden

bij AZL te Heerlen. Het vergroten van het bewustzijn en de

kennis bij het Bestuur over de complexiteit van de werk-

zaamheden van AZL en NN IP stonden centraal. Op 7 mei is

de vergadering specifiek gewijd aan de thema’s risicohou-

ding en ALM-studie. Het Verantwoordingsorgaan was hierbij

ook aanwezig. Gebleken is dat themavergaderingen als on-

derdeel van bestuurs vergaderingen onvoldoende zijn. Vanaf

2016 houdt het bestuur daarom in het voor- en het najaar

aparte themavergaderingen. Daarenboven is de BC vier keer

bijeen geweest, de Commissie Risicomanagement en Uitbe-

steding (hierna CRMU) vier keer en de Communicatie-

commissie (hierna CC) vijf keer. Uit deze opsomming blijkt

dat de bestuurstaken sterk in omvang toenemen.

De commissies hebben als taak om bestuurlijke onderwer-

pen uit te werken en, voorzien van een advies, voor te leg-

gen aan het Bestuur voor besluitvorming.

In het hoofdstuk Fondsspecifieke ontwikkelingen in 2015

staan de activiteiten die het Bestuur in het verslagjaar heeft

uitgevoerd.

UitbestedingAls pensioenuitvoeringsorganisatie van ons fonds zorgt AZL

onder meer voor de volgende zaken:

• de pensioen- en deelnemersadministratie;

• de financiële administratie;

• deelnemerscommunicatie;

• actuariële rapportage;

• rapportages richting toezichthouders;

• de bestuursondersteuning en advisering.

NN IP beheert het vermogen van ons fonds. NN IP belegt dit

op basis van richtlijnen voor het vermogensbeheer die het

Bestuur heeft vastgesteld. NN IP houdt ons fonds onder

meer met periodieke rapportages op de hoogte van de ver-

mogensontwikkeling. AZL en NN IP beschikken over een

ISAE 3402 (type II) verklaring. Door deze verklaring te over-

leggen tonen AZL en NN IP aan ons fonds en aan de accoun-

tant van ons fonds aan, dat de uitvoering van de pensioenre-

gelingen respectievelijk het beheer van vermogen van ons

fonds ‘in control’ is.

Voor actuariële en overige adviezen doet het Bestuur een

beroep op Aon Hewitt Nederland cv en CVP Advies. Willis

Towers Watson Netherlands B.V. voert de actuariële waar-

merking over het verslagjaar 2015 uit. KPMG Accountants

N.V. controleert de jaarrekening over het verslagjaar 2015.

De verzekeringstechnische risico’s die voortvloeien uit de

regelingen zijn voor het grootste deel herverzekerd bij NN.

Ons fonds loopt uit hoofde van de kapitaalovereenkomst

met NN ook zelf risico. Het contract met NN is eind 2015

beëindigd. Vanaf 1 januari 2016 heeft ons fonds de risco’s

van overlijden en arbeidsongeschiktheid herverzekerd bij

elipsLife.

Page 13: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

13

BeleidIn lijn met artikel 3 lid 2 van de statuten werkt het Bestuur

van ons fonds volgens een Actuariële en bedrijfstechnische

nota (hierna Abtn). Deze geeft integraal inzicht in het functi-

oneren van ons fonds en beschrijft het te voeren beleid, in-

clusief de financiële opzet en de grond slagen waarop het

rust.

De Abtn is vergelijkbaar met een bedrijfsplan. In de Abtn

wordt bijvoorbeeld ingegaan op de organisatiestructuur van

ons fonds en op het interne beheersingssysteem. Ook is er

aandacht voor het beleggingsbeleid van ons fonds en voor

de financiële sturingsmiddelen waarover ons fonds beschikt.

De regeling die ons fonds uitvoert, is op hoofdlijnen beschre-

ven in de Abtn.

PensioenregelingOns fonds voert met ingang van 1 januari 2015 maar één

pensioenregeling uit, waardoor een belangrijke vereenvoudi-

ging is bereikt.

De pensioenregeling betreft een CDC-regeling (Collectieve

Defined Contribution) met een vaste premie voor de periode

van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019.

De pensioenregeling voorziet in de opbouw van een ouder-

domspensioen op basis van middelloon, ingaand op leeftijd

67 jaar. Tijdens de deelname is een eventuele aanspraak op

partner- en wezenpen sioen op risicobasis verzekerd.

www.sligropensioenfonds.nlHet pensioenreglement, de statuten, de Abtn en veel andere

informatie zijn opgenomen op de website van ons fonds:

www.sligropensioenfonds.nl. Daar staan ook dit jaarverslag

en jaarverslagen over eerdere jaren. De ontwikkeling van de

dekkingsgraad wordt op de website gepubliceerd. Deelne-

mers die bij ons fonds betrokken zijn, kunnen online toegang

krijgen tot hun persoonlijke gegevens. Wij nodigen deelne-

mers van harte uit kennis te nemen van alle online beschik-

bare informatie die kan helpen om het pensioeninzicht te

vergroten.

Algemene pensioenontwikkelingen in 2015

Het jaar 2015 kende diverse nieuwe, wettelijke maatregelen,

geen onderdeel van het complexe pensioenbedrijf werd ge-

spaard. Het onderwerp pensioen staat permanent in de be-

langstelling van politiek en maatschappij.

Nieuwe Financieel Toetsingskader en het vervolgHet Financieel Toetsingskader (hierna FTK) is na een lange

voorgeschiedenis in 2015 door ons fonds in twee fasen ge-

implementeerd. Met ingang van 1 juli 2015 werd met name

de Abtn aangepast. Uiterlijk op 1 oktober 2015 moest ons

fonds de risicohouding hebben bepaald en diende de zoge-

naamde aanvangshaalbaarheidstoets te zijn uitgevoerd. De

inhoud hiervan leest u in het hoofdstuk over de Fondsspeci-

fieke ontwikkelingen in 2015.

Primaire doel van het nieuwe FTK (hierna nFTK) is om finan-

ciële schokken beter te kunnen opvangen en te zorgen voor

een stabiele ontwikkeling van de pensioenaanspraken en

-rechten. Desondanks blijft het onrustig op het aanvullende

pensioenterrein en leidt de voortdurende rentegevoeligheid

van het pensioensysteem tot discussies in de media, bij

politieke partijen en belanghebbendenorganisaties.

Deze omstandigheden voeden de opvatting dat het nFTK in

het kader van de hervorming van het Nederlandse pensioen-

stelsel geen eindstation zal kunnen zijn, ook geen voorlopig

eindstation. Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en

Werkgelegenheid (hierna SZW) startte in 2014, onder verwij-

zing naar een aantal maatschappelijke ontwikkelingen, een

discussie over de toekomstbestendigheid van het huidige

stelsel en over de houdbaarheid ervan in de 21e eeuw: de

Nationale Pensioendialoog. Deze werd begin 2015 met con-

clusies afgerond en in het voorjaar 2015 gevolgd door een

SER-advies met enkele alternatieve uitkeringssystemen. De

SER kondigde bovendien nader onderzoek aan naar de mo-

gelijkheden van een pensioenstelsel waarin opbouw van

persoonlijk pensioenvermogen wordt gecombineerd met

collectieve risicodekking. Ondertussen zond het kabinet een

brief naar de Tweede Kamer met de hoofdlijnen van een

nieuw pensioenstelsel.

Wet Pensioencommunicatie onomstredenHet pensioenstelsel is in de loop der jaren bijzonder complex

geworden en het is inmiddels moeilijk uitlegbaar. Er was dan

ook geen noemenswaardige weerstand tegen de wet Pen-

sioencommunicatie, een pakket maatregelen om de pen-

sioencommunicatie te verbeteren. Deze wet is op 1 juli 2015

ingegaan en treedt fasegewijs in werking. Enkele maatrege-

len worden in 2016 opgepakt. De wet beoogt onder meer

een grotere rol voor de werkgever(s), vergemakkelijkt de in-

troductie van digitale communicatie, verlangt een geseg-

menteerde benadering van de doelgroepen en introduceert

de normen ‘evenwichtig’ en ‘correct’ in de manier van com-

municeren over pensioenen. Daarnaast zijn de functionalitei-

Page 14: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

14 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

ten van het Pen sioenregister uitgebreid en worden nog

nieuwe toegevoegd.

In het hoofdstuk Fondsspecifieke ontwikkelingen in 2015

wordt ingegaan op de implementatie van de wet Pen sioen-

communicatie en op de aanpassing van het communicatie-

beleidsplan.

Algemeen pensioenfonds sluit beter aan bij behoeftenHet aantal pensioenfondsen in Nederland neemt nog steeds

af. De toegenomen werkdruk en eisen voor geschiktheid en

betrouwbaarheid van bestuurders maken het pensioenfond-

sen steeds moeilijker om zelfstandig en tegen redelijke uit-

voeringskosten te functioneren. Om samenwerking tussen

pensioenfondsen mogelijk te maken is eind 2015 het alge-

meen pensioenfonds (hierna APF) geïntroduceerd.

De vergunningseisen en -procedure voor APF-en zijn aan het

slot van het verslagjaar door De Nederlandsche Bank (hierna

DNB) gepubliceerd, de vergunningverlening moet begin

2016 nog zijn beslag krijgen. Dan wordt ook nadere wetge-

ving verwacht om verplicht gestelde bedrijfstakpensioenre-

gelingen bij een APF te kunnen onderbrengen, zonder dat de

EU-mededingingsregels in gedrang komen.

Het Bestuur heeft in zijn visie als uitgangspunt opgenomen

dat het fonds vooralsnog als zelfstandig onder-

nemingspensioenfonds verder wil gaan. Dit vanwege de

nauwe verwantschap met Sligro Food Group en het belang

dat de onderneming daaraan hecht.

Systematische aanpak integriteits risico’s, belangenverstrengeling en andere toezichtthema’s Eind 2014 dienden de pensioenfondsen bij DNB de resulta-

ten in van een self-assessment inzake belangenverstrenge-

ling. Vervolgens publiceerde de toezichthouder begin 2015

sectorbreed de resultaten van dit assessment en was er

aanleiding om de toezichteisen te verduidelijken. Heel 2015

bleef dit onderwerp de aandacht vragen van het bestuur.

Uiteindelijk heeft ons fonds de risico’s rond de belangenver-

strengeling systematisch in kaart gebracht en uitgebreid naar

alle integriteitsrisico’s. Deze systematische aanpak leidde

ertoe dat het Bestuur voor zichzelf heeft vastgesteld wat de

betreffende risico’s inhouden, is de kans beoordeeld dat

deze risico’s optreden en is een inschatting gemaakt van de

mogelijke impact van die risico’s. Daarna is in die systema-

tiek de houdbaarheid van de beheersingsmaatregelen onder-

zocht. Dit proces heeft geleid tot een groter bewustzijn van

deze risico’s.

In het hoofdstuk over de Fondsspecifieke ontwikkelingen in

2015 staat meer over de uitgevoerde risicoinventarisatie,

-analyse en -beheersing. De methodiek die gebruikt is, kan

ook gebruikt worden als andere risicocategorieën in kaart

gebracht moeten worden en bij de periodieke evaluatie van

doelstellingen en beleid. In 2015 is besloten om het jaarplan

anders in te vullen. Dit wordt in 2016 verder uitgewerkt. In

het verlengde hiervan is de verslaggevingsrichtlijn RJ 400

gewijzigd en dient ons fonds vanaf 2015 een risicoparagraaf

in het bestuursverslag op te nemen. In het hoofdstuk Risico-

paragraaf wordt hierop nader ingegaan.

Verder heeft DNB in 2015 een aantal pensioenfondsen bena-

derd om hun zelfstandig bestaansrecht en continuïteit nader

te onderzoeken. De groep pensioenfondsen die het betrof,

wordt in 2016 naar verwachting nog verbreed. Ons fonds is

hierover in 2015 door DNB niet benaderd.

Het is inmiddels gebruikelijk dat DNB en de Autoriteit

Financiële Markten (hierna AFM) de speerpunten van hun

toezichtbeleid in enig jaar tijdig aan de sector laten weten.

Van de fondsbesturen verwacht men bijzondere aandacht

voor de speerpunten. In 2015 stonden centraal: integer en

transparant handelen, professionalisering van de governan-

cestructuur en evenwichtige belangenafweging bij de pre-

mievaststelling.

Page 15: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

15

Nieuwe Financiëel Toetsingskader

Het nFTK bevat de financiële eisen waaraan pensioenfond-

sen moeten voldoen. Belangrijkste doel van de regels is een

robuust en toekomstbestendig pensioenstelsel waarin het

pensioenvermogen van deelnemers stabiel wordt beheerd

en waarin lusten en lasten evenwichtig over generaties zijn

verdeeld .

BeleidsdekkingsgraadHet nFTK leidt tot een compleet contract waarin fonds-

beslissingen minder afhangen van dagkoersen. Het eist van

de werkgever en van ons fonds dat we vooraf openlijk

communiceren over de verdeling van financiële risico’s. Het

Bestuur hoort te definiëren boven welke dekkingsgraad vol-

ledige indexatie wordt verleend en ook welke maatregelen

genomen worden bij een te lage dekkingsgraad. Ons fonds

baseert zijn beslissingen op de 12-maands voortschrijdend

gemiddelde dekkingsgraad, de zogenaamde beleidsdek-

kingsgraad. Hierdoor is het fonds minder gevoelig voor dag-

koersen. Mede aan de hand van de beleidsdekkingsgraad

wordt bepaald of ons fonds een tekort heeft, of de pensioe-

nen verlaagd moeten worden en of een toeslag verleend kan

worden. In onze communicatie blijven we ook de actuele

dekkingsgraad publiceren.

De (beleids)dekkingsgraad van ons fonds wordt berekend

door AZL Actuariaat. Het Bestuur is met AZL in gesprek ge-

treden over de manier waarop de beleidsdekkingsgraad tot

stand komt. Naar aanleiding hiervan zijn werkafspraken ge-

maakt over de berekening van de beleidsdekkingsgraad en

de afstemming hiervan met het Bestuur alvorens rapportage

van de beleidsdekkingsgraad aan de toezichthouder plaats-

vindt. AZL heeft naar de mening van het Bestuur voldoende

aangetoond ‘in control’ te zijn waar het de berekening van de

financiële positie van ons fonds betreft. Het Bestuur heeft

het daarom niet nodig geacht aanvullende maatregelen te

nemen om de correcte vaststelling van de beleidsdekkings-

graad te waarborgen.

ToeslagverleningJaarlijks besluit het Bestuur op basis van de geschatte be-

leidsdekkingsgraad (peildatum eind oktober) over het verle-

nen van toeslagen over de aanspraken en rechten per

1  januari van het daaropvolgende jaar. De toeslagverlening is

altijd voorwaardelijk. Daarnaast moet de gegeven toeslag

toekomstbestendig zijn. Dit betekent dat het eigen vermo-

gen boven de beleidsdekkingsgraad hoog genoeg moet zijn

om de toegezegde toeslagverlening ook in de toekomst te

kunnen financieren. Dit houdt voor ons fonds in dat een ge-

deeltelijke toeslagverlening mogelijk is bij een beleidsdek-

kingsgraad tussen 110% en 128,1% (per 31 december 2015).

Dit percentage varieert met de marktrente. Bij een beleids-

dekkingsgraad onder 110% vindt geen toeslagverlening

Page 16: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

16 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

plaats en voor volledige toeslagverlening moet de beleids-

dekkingsgraad minimaal 128,1% zijn.

PremieOm fluctuaties in de premie te voorkomen wordt de kosten-

dekkende premie vastgesteld met een methodiek van pre-

miedemping. Deze demping gebeurt op basis van een ver-

wacht (meerjarig vastgesteld) reëel fondsrendement van

2,4%. Deze methodiek is in 2015 al toegepast.

HerstelplansystematiekOns fonds moet een herstelplan indienen wanneer de be-

leidsdekkingsgraad onder de vereiste dekkingsgraad op ba-

sis van het strategisch beleggingsbeleid ligt. Dit moet binnen

drie maanden na constatering hiervan. Ons fonds contro-

leert dit elk kwartaal.

Door deze systematiek voor herstelplannen vertaalt het

fonds de gevolgen van dalingen in de beleidsdekkingsgraad

direct in maatregelen, zoals het verlagen van de pensioenop-

bouw of de toeslag of in het uiterste geval een verlaging van

de pensioenen. De maatregelen mogen over maximaal tien

jaar worden gespreid, ze moeten generatie-evenwichtig zijn

en ons fonds moet binnen tien jaar weer voldoen aan de

vereiste dekkingsgraad. Elk jaar wordt de financiële situatie

van ons fonds bezien; is de beleidsdekkingsgraad na een jaar

lager dan de vereiste dekkingsgraad, dan dient ons fonds

een herstelplan in waaruit blijkt hoe ons fonds weer binnen

tien jaar herstelt naar de vereiste dekkingsgraad. Het herstel-

plan vervalt zodra de beleidsdekkingsgraad gelijk is aan de

vereiste dekkingsgraad.

PensioenverlagingOm weer financieel solvabel te worden, blijft het verlagen

van de pensioenen het laatste redmiddel. Zijn er geen maat-

regelen meer voorhanden, is de beleidsdekkingsgraad vijf

achtereenvolgende jaren lager dan de minimaal vereiste dek-

kingsgraad én is de actuele dekkingsgraad lager dan de mi-

nimaal vereiste dekkingsgraad dan moet ons fonds de pen-

sioenen verlagen. Dat moet ook als ons fonds in een

herstelsituatie niet binnen tien jaar naar het vereist eigen

vermogen kan toegroeien. De verlaging mag over maximaal

tien jaar worden gespreid en moet ten minste tijdsevenredig

plaatsvinden(1). Zou ons fonds een sterk vergrijsd deelne-

mersbestand hebben, hetgeen nu niet het geval is, en is het

van plan te liquideren of is er een grote waardeoverdracht

aanstaande, dan kan DNB ons fonds verplichten sneller te

herstellen.

1 Bij inwerkingtreding nFTK mocht hier gebruik gemaakt worden van

een overgangstermijn. Voor 2015 twaalf jaar en 2016 elf jaar.

Het inhalen van toeslagverlening en het herstellen van pensioenverlagingenOm in het verleden gemiste toeslagverlening in te halen en

om pensioenverlagingen te herstellen, gelden soortgelijke

voorwaarden. Zo moet er voldoende vermogen aanwezig

zijn om in de toekomst de toeslagambitie waar te kunnen

maken. Volgens de regelgeving mogen in het verleden ge-

miste toeslagen of pensioenverlagingen onder voorwaarden

hersteld worden. Ons fonds maakt geen gebruik van de

mogelijkheid om gemiste toeslagen te herstellen.

HaalbaarheidstoetsDe haalbaarheidstoets toetst de financiële opzet van ons

fonds en toetst in meerdere scenario’s of het verwachte

pensioenresultaat voldoet aan de normen die ons fonds zelf

stelde. Ons fonds definieert zelf hoe ver het pen sioenresultaat

mag dalen. Blijkt uit de haalbaarheidstoets dat het verwach-

te pensioenresultaat niet voldoet aan deze norm, dan wordt

dit gecommuniceerd aan de deelnemers én aan de Onder-

nemingsraad. Eventueel wordt dan ook de uitvoeringsover-

eenkomst met de werkgever Sligro Food Group herzien.

Voor de inhoud van de haalbaarheidstoets verwijzen wij naar

het hoofdstuk Fondsspecifieke ontwikkelingen in 2015.

Vereist eigen vermogen onder het nFTKNu er een nFTK geldt, is het vereist eigen vermogen hoger

dan het was onder het vorig FTK. Er gelden andere reken-

regels. Het vereist eigen vermogen blijft op vele vlakken

belangrijk. Het speelt onder andere een rol bij de premiestel-

Page 17: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

17

ling, bij de beoordeling of ons fonds zich in een herstelplan-

situatie bevindt, of bij de beoordeling of ons fonds de pensi-

oenopbouw respectievelijk de pen sioenen moet verlagen, of

juist kan verhogen.

Fondsspecifieke ontwikkelingen in 2015

De belangrijkste aandachtspunten in het verslagjaar 2015Implementatie nieuwe pensioenregeling per 1 januari 2015In 2015 is de nieuwe pensioenregeling voor ons fonds geïm-

plementeerd. Tijdens dit proces heeft het Bestuur besloten

om aanvullende maatregelen te treffen voor de overgang

naar de nieuwe pensioenregeling. De belangrijkste aanvul-

lende maatregelen zijn:

• De prepensioenregeling kende geen risicopartnerpen-

sioen. Gaat een deelnemer met pensioen of gaat hij uit

dienst, dan wordt nu ook over prepensioen dat in de

nieuwe regeling naar een levenslang ouderdomspen sioen

is omgezet automatisch uitgeruild naar partnerpensioen;

• Er is een overgangsbepaling gekomen voor arbeidsonge-

schikten die op 31 december 2014 premievrij deelnemen

in ons fonds. Op hen blijft de tabel uit de oude pensioen-

regeling van toepassing;

• Kleine pensioenen van voor 2015 die in één keer

uitbetaald zouden worden (afkoop) zijn eerst omgezet

naar de nieuwe pensioenregeling en daarna afgekocht.

Om de implementatie goed te laten verlopen heeft het Be-

stuur besloten voor enkele administratieve processen tijde-

lijk een aangepaste werkwijze te hanteren. Met name de

communicatie met de deelnemers is anders verlopen dan

gebruikelijk. Onder meer zijn er tijdens de implementatiepe-

riode geen pensioenoverzichten verstrekt aan de deel-

nemers. Na afloop van de implementatie hebben deze

deelnemers eind 2015 alsnog een pensioenoverzicht con-

form de nieuwe pensioenregeling nagezonden gekregen. Tot

slot hebben alle (actieve en inactieve) deelnemers in 2015

een Uniform Pensioenoverzicht (hierna UPO) ontvangen,

gebaseerd op de nieuwe regeling. De implementatie is be-

gin 2016 volledig afgerond en zonder incidenten verlopen.

De werkgever Sligro Food Group heeft op 18 december 2014

de nieuwe pensioenregeling ter accordering voorgelegd aan

de Belastingdienst. Deze heeft de nieuwe pensioenregeling

op 24 september 2015 goedgekeurd.

CommunicatieOns fonds vindt effectieve communicatie over pensioen be-

langrijk. Door tijdige, begrijpelijke, correcte en evenwichtige

pensioencommunicatie wil ons fonds de pensioenbewust-

wording stimuleren, de verwachtingen van belanghebben-

den managen en hen motiveren om de eigen verantwoorde-

lijkheden rondom pensioen te kennen en te leren benutten.

Ons fonds communiceert in een directe stijl die past bij de

cultuur van Sligro Food Group.

Nieuwe pensioenregelingDe eerste helft van 2015 stond in het teken van de commu-

nicatie over de nieuwe pensioenregeling. In 2014 is het com-

municatieplan hiervoor uitgewerkt en in 2015 uitgevoerd. De

pensioengerechtigden zijn via de jaaropgave in januari 2015

geïnformeerd over de nieuwe regeling met de boodschap

dat deze voor hen geen gevolgen heeft. Alle andere belang-

hebbenden hebben in januari een persoonlijke brief ontvan-

gen over de voor hen relevante wijzigingen in de pensioen-

regeling. Daarbij hebben de actieve deelnemers als bijlage

bij deze persoonlijke brief een speciale uitgave van de Pensi-

oensliM ontvangen. Hierin werden de belangrijkste kenmer-

ken van de nieuwe pensioenregeling toegelicht met daar-

naast interviews met deelnemers rondom het thema

pensioen. De PensioensliM is een speciale uitgave van het

bedrijfsmagazine sliM voor werknemers van Sligro Food

Group dat volledig gewijd is aan het pensioen van ons fonds.

Een digitale versie is ook beschikbaar via de website van ons

fonds. Ook is in digitale nieuwbrieven en e-mailings aandacht

besteed aan de nieuwe pensioenregeling. Verder organi-

seerde ons fonds in januari 2015 een kennissessie voor

P&O-medewerkers met onder meer informatie over de

nieuwe pensioenregeling. In deze sessie is ook aandacht

geschonken aan de rol voor P&O-medewerkers als interme-

diair bij deelnemersvragen over hun pensioen. Uit het deel-

nemerstevredenheidsonderzoek in 2013 bleek namelijk dat

P&O-medewerkers van Sligro Food Group veel vragen van

werknemers krijgen over pensioen.

Daar waar nodig zijn ook alle communicatiemiddelen aange-

past op de nieuwe regeling, zoals de website, de start-

brochure en diverse standaard correspondentie als start-

brieven, stopbrieven, toekenningsbrieven etc.

In september is het UPO conform de nieuwe pensioen-

regeling verstrekt aan de actieve deelnemers. Ditmaal zon-

der PensioensliM, want deze was al in januari 2015 versche-

nen. In december is het UPO voor slapers verzonden

hetgeen eerder was dan nodig gezien de geldende termijn

van eens in de vijf jaar. Dit is gedaan om ook slapers in 2015

een overzicht te bieden van hun pensioen in de nieuwe

pensioen regeling. Ook zij weten nu precies wat de nieuwe

Page 18: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

18 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

regeling voor hen betekent. Het volgende UPO voor slapers

zal weer over vijf jaar, in 2020, verzonden worden.

Verder heeft ons fonds in 2015 de aanpak van het bestuurs-

verslag gecontinueerd. Aan dit verslag is een uitstraling ge-

geven die goed bij Sligro Food Group past wat betreft tekst

en beeld. Zo wil het Bestuur het verslag toegankelijker en

leesbaarder maken voor alle belanghebbenden.

PensioencommunicatieDe tweede helft van 2015 stond in het teken van de nieuwe

wet Pensioencommunicatie, de ontwikkeling en livegang

van de nieuwe website en de ontwikkeling van een nieuw

communicatiebeleidsplan 2016-2018.

De wet Pensioencommunicatie geldt sinds 1 juli 2015. Deze

wet brengt nieuwe verplichtingen mee voor alle deelnemers-

communicatie van ons fonds en schept ruimte om aan te

sluiten bij alle digitale ontwikkelingen. Het perspectief van

de deelnemer is hierbij steeds het uitgangspunt. In lijn hier-

mee gelden de open normen uit de nieuwe wet (tijdig, be-

grijpelijk, correct, evenwichtig). Alle communicatie moet in-

spelen op de behoefte van de deelnemer en

handelingsperspectief bieden. Dit geldt voor alle informatie

die het pensioenfonds verstuurt of beschikbaar stelt. De

werkgever krijgt in de wet Pensioencommunicatie een pro-

minentere rol toebedeeld in het bereiken en betrekken van

de deelnemer bij pensioen. In 2015 is ons fonds gestart met

de voorbereidingen op de implementatie van deze wet, zoals

de invoering van het Pensioen 1-2-3 voor nieuwe deelnemers

per 1 april 2016. Ook heeft ons fonds de uitgangspunten van

de wet Pensioencommunicatie meegenomen bij de ontwik-

keling van de teksten voor de nieuwe website en bij de pu-

blicatie van informatie die verplicht beschikbaar moet zijn. In

2016 volgen meer wijzigingen: het Pen sioenregister zal

worden uitgebreid en de introductie van de nieuwe open

norm ‘evenwichtig communiceren’ krijgt een nadere uitwer-

king. Voor 2017 wordt bovendien een geheel nieuw UPO-

format verwacht.

Het communicatiebeleidsplan 2016-2018 is in december

2015 in concept vastgesteld door het Bestuur. In 2016 wordt

het plan definitief vastgesteld door het Bestuur. In het be-

leidsplan is de communicatiestrategie opgenomen. Ons

fonds gaat in de basis uit van de informatieverplichtingen uit

de wet Pensioencommunicatie. Sligro Food Group is echter

een ambitieuze onderneming. Daar past een ambitieuze

manier van communiceren bij. Ons fonds gaat in de pen-

sioencommunicatie verder dan de wet Pensioencommunica-

tie voorschrijft.

In december 2015 is de nieuwe website live gegaan. Het

content managementsysteem (CMS) hiervan voldoet aan de

eisen van deze tijd, zodat de website goed te raadplegen is

op verschillende apparaten. De look & feel is aangepast met

eigen Sligro-foto’s, de url is gewijzigd naar www.sligropensi-

oenfonds.nl en de teksten voor actieve deelnemers, gewe-

zen deelnemers en pensioengerechtigden zijn vernieuwd.

Ook de omgeving achter de inlog is vernieuwd. Deze bevei-

ligde omgeving heet Mijn Pen sioencijfers. Alle deelnemers

(dus ook gewezen deel nemers en pensioengerechtigden)

kunnen inloggen met DigiD of klantnummer. Zij kunnen hier

hun eigen pen sioensituatie inzien en administratieve pensi-

oenzaken direct online regelen. Mijn Pensioencijfers wordt in

2016 doorontwikkeld naar hét portaal voor de digitale com-

municatie van ons fonds.

Tot slot heeft ons fonds het hele jaar door actuele informatie

geplaatst op de website. Twee keer is er een digitale nieuws-

brief verzonden en drie keer een e-mailing. We streven er-

naar zoveel mogelijk informatie (ook) toegankelijk te maken

via de website van ons fonds.

BTW-positieOns fonds was tot 2016 vrijgesteld van BTW ten aanzien van

de kosten voor het vermogensbeheer en de pensioen-

administratie. Vanaf 2016 zijn pensioenfondsen in principe

BTW-plichtig. Samen met PWC zoekt ons fonds naar moge-

lijkheden om minder nadelen te ondervinden van deze BTW-

plicht. De BTW (21%) verhoogt de kosten voor ons fonds.

Risicohouding en haalbaarheidstoetsRisicohoudingDe risicohouding van ons fonds is de mate waarin ons fonds,

bereid is beleggingsrisico’s te lopen om de doelstellingen

van ons fonds te realiseren. Dit stelt ons fonds vast na over-

leg met de Ondernemingsraad en het Verantwoordingsor-

gaan. Het profiel van onze deelnemers populatie is kenmer-

kend voor ons fonds en is daarbij bepalend voor de mate

waarin ons fonds beleggings risico’s kan en wil lopen. De

risicohouding is dus een combinatie van de risicobereidheid

- het risico dat men wil lopen - en het risicodraagvlak – het

risico dat men kan lopen.

Het Bestuur heeft een onderzoek laten uitvoeren naar de

risicobereidheid en het risicodraagvlak onder het Bestuur,

het Verantwoordingsorgaan en de Ondernemingsraad. De

standpunten van deze verschillende organen lagen ten aan-

zien van de meeste onderzoeksvragen in lijn met elkaar;

binnen de organen was er wel wat verschil van inzicht. Uit

het onderzoek heeft het Bestuur geconcludeerd dat het be-

leggingsbeleid zoals dat nu geformuleerd is, gegeven de

beperking dat het Bestuur niet in complexe producten wenst

Page 19: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

19

te beleggen, het beste past bij de risicohouding die voort-

vloeit uit het uitgevoerde onderzoek.

De risicohouding voor de lange termijn komt tot uitdrukking

in de ondergrenzen die voor de haalbaarheidstoets gekozen

zijn. De risicohouding op korte termijn wordt vertaald in het

vereist eigen vermogen en in een bandbreedte daar om-

heen. De belangrijkste doelstellingen van ons fonds zijn om

de relatief goede dekkingsgraad op niveau te houden en

daarmee de kans op het verlagen van de opgebouwde pen-

sioenen en pensioenuitkeringen zo klein mogelijk. Daarbij

hoort een beperking van het beleggingsrisico en dat vertaalt

zich in geringe bandbreedtes voor het vereist eigen vermo-

gen. Om te komen tot deze bandbreedtes heeft het Bestuur

het vereist eigen vermogen berekend bij de beleggings-

mixen die horen bij de bandbreedtes rondom de strategische

beleggingsverdeling (70:30 c.q. 60:40). Resultaat was een

percentage vereist eigen vermogen van 16% respectievelijk

20%. Op basis hiervan heeft het Bestuur besloten om 16 tot

20% ook als bandbreedte voor het vereist eigen vermogen

aan te houden. Elk kwartaal wordt het vereist eigen vermo-

gen op basis van het strategische beleggingsbeleid bepaald

en vergeleken met deze grenzen.

HaalbaarheidstoetsDe haalbaarheidstoets geeft inzicht in de samenhang tussen

de financiële opzet, het verwachte pensioenresultaat en de

risico’s die daarbij gelden. De economische scenario’s die

hierbij worden gebruikt zijn voorgeschreven door DNB. De

haalbaarheidstoets vervangt met ingang van 2015 de conti-

nuïteitsanalyse en de consistentietoets.

De haalbaarheidstoets heeft als doel inzicht te geven in:

• de gevolgen van de financiële opzet van het fonds;

• de verwachtingen en risico’s, met name voor koopkracht-

behoud;

• de consistentie en evenwichtigheid van het beleid;

• de haalbaarheid en consistentie van het premiebeleid;

• de herstelkracht van het fonds.

Ons fonds heeft in het verslagjaar een eerste haalbaarheids-

toets uitgevoerd, de aanvangshaalbaarheidstoets. De belang-

rijkste uitkomst, het pensioenresultaat, is een maatstaf voor

koopkrachtbehoud. De resultaten van de aanvangshaalbaar-

heidstoets zijn als volgt:

• ondergrens verwacht pensioenresultaat startend vanuit

de vereiste dekkingsgraad: 80%;

• ondergrens verwacht pensioenresultaat startend vanuit

de feitelijke beleidsdekkingsgraad: 80%;

• bovengrens afwijking pensioenresultaat startend vanuit

de feitelijke beleidsdekkingsgraad: 30%.

Page 20: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

20 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

Het Bestuur heeft de Visitatiecommissie en het Verantwoor-

dingsorgaan geïnformeerd over de uitkomsten van de aan-

vangshaalbaarheidstoets. Vanaf 1 januari 2016 moet jaarlijks

vóór 1 juli een haalbaarheidstoets worden uitgevoerd. Is er

een onder- c.q. overschrijding van de norm(en), dan volgt

overleg met de werkgever Sligro Food Group en met (een

afvaardiging van) de Onder nemingsraad.

Code PensioenfondsenHet Bestuur onderschrijft de uitgangspunten van de Code

Pensioenfondsen. Het Bestuur heeft in 2014 vastgesteld dat

grotendeels werd voldaan aan de normen uit de code. In

2015 is verdere invulling gegeven aan de normen 3 (Missie,

Visie en strategie), 14 (Taken en werkwijze Visitatiecommis-

sie) en 15 (Taken en werkwijze Visitatiecommissie). Voor de

normen 4 (Noodprocedure) en 66 (Diversiteit) geldt dat nog

verdere actie ondernomen moet worden hetgeen op de be-

stuursagenda voor 2016 staat. Van norm 45 (Benoeming,

ontslag en schorsing) wijkt het Bestuur deels af: aan het

Verantwoordingsorgaan zijn niet-bindende adviesrechten

toegekend bij benoeming of ontslag van leden van de Visita-

tiecommissie. De adviesrechten in de Code Pensioenfond-

sen gaan verder dan de wettelijke voorschriften. Het Bestuur

volgt de wettelijke voorschriften en heeft deze ook vastge-

legd in de statuten, het reglement Verantwoordingsorgaan

en het reglement Visitatiecommissie.

Zittingsduur en herbenoemingIn de code staat dat werkgevers- en werknemersleden maxi-

maal 4 jaar zitting nemen in het Bestuur. Het Bestuur heeft

besloten om deze zittingsduur aan te houden. De wijziging is

doorgevoerd in de statuten. Het maximum aantal herbenoe-

mingen neemt het Bestuur niet over uit de code, omdat het

vanwege de vereiste kennis en geschiktheid moeilijk is om

geschikte kandidaten te vinden. De continuïteit van ons

fonds staat voorop.

Geschiktheid bestuur

GeschiktheidsplanOns fonds heeft in 2014 een geschiktheidsplan opgesteld.

Dit geschiktheidsplan is in lijn met de ‘Beleidsregel geschikt-

heid 2012’. Hierin staat aan welke eisen kandidaten moeten

voldoen om door DNB geschikt bevonden te worden voor

een bestuursfunctie. Eind 2014 heeft het Bestuur een intake-

gesprek gevoerd met Stichting Pen sioen Opleidingen (hierna

SPO) voor een traject waarin het geschiktheidsniveau en de

opleidingsbehoefte van de bestuursleden zijn bepaald. Het

Verantwoordingsorgaan heeft in 2015 dezelfde route afge-

legd. Het geschiktheidsplan is op grond hiervan aangevuld

op de onder delen competentiematrix en opleidingsplan.

De heer Dijkstra heeft in 2015 de SPO-module Financiële

aspecten & pensioenbeleid op niveau B met goed gevolg

afgelegd. Om de kennis en geschiktheid actueel te houden

wonen leden van het Bestuur en Verantwoordings orgaan

geregeld lezingen en seminars bij van onder andere de Pen-

sioenfederatie, DNB en AFM.

ZelfevaluatieZoals de Principes voor goed pensioenfondsbestuur aange-

ven, heeft het Bestuur een procedure opgesteld om het

functioneren van het Bestuur als geheel en ook van de indi-

viduele bestuursleden, jaarlijks te evalueren. Op 28 april 2015

heeft het Bestuur voor de vierde maal een zelfevaluatie uit-

gevoerd onder begeleiding van een externe deskundige. Om

hierin meer diepgang en focus aan te brengen gaat het Be-

stuur sinds 2013 uit van een 3-jaars cyclus: per jaar ligt de

focus op één of meer thema’s van de zelfevaluatie, zodat

over een periode van drie jaar een integrale zelfevaluatie

plaatsvindt.

In de zelfevaluatie van 2015 is uitgebreid stilgestaan bij pro-

fessioneel gedrag. Onder andere in de gedragscode van ons

fonds staat beschreven wat hieronder wordt verstaan. De

bespreking van de gedragscode heeft geleid tot een aantal

afspraken, waardoor de gedragscode meer inhoud heeft

gekregen. Daarnaast is de compliance officer gevraagd om

explicieter te beschrijven hoe de gedragscode na te leven.

Tijdens de zelfevaluatie is ook naar deskundigheid en com-

petenties gekeken en zijn de ambities van de bestuursleden

besproken. Om hier verdere invulling aan te geven, volgt het

Bestuur in 2016 een teamassessment. Vanaf 2017 zal de

zelfevaluatie door middel van een 3-jaars cyclus weer worden

opgepakt. Alle aanbevelingen en actiepunten uit de zelfevalu-

atie 2014 zijn in het verslagjaar opgevolgd. Het Bestuur heeft

de actiepunten uit de zelfevaluatie in 2015 opgenomen in de

actielijst van het Bestuur, zodat de voortgang en de afwikke-

ling ervan gemonitord kunnen worden.

Governance

VerantwoordingsorgaanIn lijn met de Wet versterking bestuur pensioenfondsen

(hierna Wvbp) heeft ons fonds sinds 2007 een Verantwoor-

dingsorgaan. Dit bestaat uit een vertegenwoordiger van de

werkgever, een vertegenwoordiger van de (oud-) werkne-

mers en een vertegenwoordiger van de pen sioengerechtigden

(gekozen en benoemd uit de groep van pensioengerechtig-

den). Het Verantwoordingsorgaan is in het verslagjaar drie

maal bijeen gekomen (op 29  januari, 16 april en 5 november).

Het Bestuur legt jaarlijks verantwoording af aan het Verant-

woordingsorgaan. Dit jaarverslag bevat ook een verslag van

Page 21: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

21

de bevindingen van het Verantwoordingsorgaan over het

beleid dat in 2015 gevoerd is en de reactie hierop van het

Bestuur.

Interne beheersingBinnen ons fonds is CRMU verantwoordelijk voor de opzet

en monitoring van het integrale risicomanagement. Daar-

naast beoordeelt en adviseert CRMU sinds 2014 het uit-

bestedingsbeleid van ons fonds. De commissie kijkt daarbij

naar de beheersing van risico’s die samenhangen met uit-

besteding van (delen van) de bedrijfsprocessen.

De commissie heeft in 2015 op verzoek van DNB een inte-

griteitsrisicoanalyse uitgevoerd. De commissie komt tot

twaalf integriteitsrisico’s. Het Bestuur heeft vervolgens vast-

gesteld wat de integriteitsrisico’s inhouden en de kans be-

oordeeld dat deze risico’s optreden, gevolgd door een in-

schatting van de mogelijke impact van die risico’s. Daarna is

in die systematiek de houdbaarheid van de beheersings-

maatregelen onderzocht, eindigend in een goed overzicht

van de integriteitsrisico’s die het Bestuur wel en niet accep-

teert en de beheersingsmaatregelen die het Bestuur hier-

voor heeft getroffen.

In 2016 voert de commissie een integrale risico analyse uit.

Dit is een vervolg op het gelijktijdig genomen besluit van het

Bestuur om in het verslagjaar een Asset  Liability Manage-

ment studie (hierna ALM-studie) te laten uitvoeren vanwege

de komst van de nieuwe pensioenregeling en het nFTK.

Het Bestuur hanteerde in 2015, evenals in voorgaande jaren,

bij de beleids- en controlecyclus een Vergaderjaarplan en een

Jaarplan om de voortgang van de bestuursactiviteiten goed

te kunnen monitoren.

Intern toezichtHet Bestuur besloot in 2007 het interne toezicht in te vullen

met een Visitatiecommissie die jaarlijks het functioneren van

ons fonds evalueert en toetst. De Wvbp biedt onderne-

mingspensioenfondsen de mogelijkheid om het intern toe-

zicht in te richten met een Raad van Toezicht of met een

Visitatiecommissie. Het Bestuur heeft ervoor gekozen om te

blijven werken met een Visitatiecommissie. Deze beoor-

deelt:

• de procedures, processen en de controle-omgeving van

ons fonds;

• de manier waarop ons fonds wordt aangestuurd; en

• de manier waarop het Bestuur omgaat met de risico’s op

de langere termijn.

Het Bestuur heeft besloten om voor de visitatie over het jaar

2015 een nieuwe Visitatiecommissie te benoemen. Na een

selectieprocedure is VCHolland aangesteld. Er wordt ge-

werkt volgens een 3-jaars cyclus, waarbij het eerste jaar een

zogenoemde algehele visitatie wordt uitgevoerd. De twee

jaren daarna is het een (beperkte) jaarlijkse visitatie. De

Visitatiecommissie bestaat uit drie onafhankelijke personen

van VCHolland. Dit jaarverslag bevat een verslag van de be-

vindingen van de Visitatiecommissie over 2015 en de aanbe-

velingen van de Visitatiecommissie aan het Bestuur.

Compliance Ieder pensioenfonds dient zijn organisatie zo in te richten dat

deze een beheerste en integere bedrijfsvoering waarborgt

en dat een goed en integer bestuur is gewaarborgd. Dit

vloeit onder andere voort uit wetgeving, waaronder de Pen-

sioenwet en het Besluit financieel toetsingskader pensioen-

fondsen en overige regelgeving, zoals de Code Pensioen-

fondsen. Daarnaast verwacht De Nederlandsche Bank dat

een pensioenfonds beschikt over een actuele analyse van

zijn integriteitsrisico’s en dat deze analyse de basis vormt

van het integriteitsbeleid van het pensioenfonds.

Ons fonds hecht veel waarde aan een gedegen integriteits-

beleid en heeft daar dit verslagjaar veel aandacht aan be-

steed. Dit komt onder andere tot uiting in een nieuw integri-

teitsbeleid dat dit verslagjaar in werking is getreden, ten

behoeve waarvan de integriteitsrisico’s opnieuw zijn geana-

lyseerd en waarin de integriteitsrisico’s voor ons fonds en de

maatregelen die zijn genomen om deze risico’s te beperken

of te voorkomen zijn benoemd.

De belangrijkste regelingen waarin het integriteitsbeleid is

uitgewerkt zijn de gedragscode, incidentenregeling en klok-

kenluidersregeling. Ons fonds beschikte al over deze regelin-

gen, maar deze zijn door het nieuwe integriteitsbeleid op

onderdelen gewijzigd.

De gedragscode van ons fonds is gebaseerd op de modelge-

dragscode van de Pensioenfederatie. In 2015 is de modelge-

dragscode van de Pensioenfederatie geactualiseerd, wat

voor ons fonds aanleiding was onze gedragscode eveneens

te actualiseren. Het doel van de gedragscode was en is het

waarborgen en handhaven van het vertrouwen in het pensi-

oenfonds door belanghebbenden, door gewenst gedrag te

stimuleren en ongewenst gedrag te voorkomen. Bij het

fonds betrokken personen, waaronder de bestuursleden,

hebben zich aan de naleving van de gedragscode verbonden

door deze te ondertekenen. In de incidentenregeling is opge-

nomen wanneer sprake is van een incident en op welke

wijze gehandeld dient te worden indien een (dreigend)

incident wordt geconstateerd. De klokkenluidersregeling

beschrijft de wijze waarop misstanden binnen het fonds ge-

Page 22: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

22 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

meld kunnen worden en biedt de klokkenluider bescher-

ming.

Verschillende partijen controleren het handelen van ons

fonds, in het bijzonder van het bestuur. Een van die partijen

is de compliance officer. De compliance officer houdt toe-

zicht op een optimale naleving van externe wet- en regelge-

ving en interne regels en waarborgt de integriteit van het

bestuur. De compliance officer rapporteert hierover jaarlijks,

en indien nodig vaker, aan het bestuur.

Ten behoeve van het nieuwe integriteitsbeleid heeft de com-

pliance officer in dit verslagjaar nadere invulling gegeven aan

de wijze waarop de maatregelen –die de integriteitsrisico’s

beogen te beperken en voorkomen– in de toekomst gecon-

troleerd en geborgd zullen worden. De rol van de compliance

officer is daardoor enigszins herijkt en de (nieuwe) taken zijn

vastgelegd.

De eerste twee maanden van dit verslagjaar was de heer

Van der Veeken de compliance officer van ons fonds en in

maart van dit verslagjaar is mevrouw Reus aangesteld als

compliance officer. Zij hebben beiden geen bijzonderheden

op het gebied van de compliance geconstateerd in dit ver-

slagjaar.

Naleving wet- en regelgevingIn het afgelopen jaar heeft DNB geen aanwijzingen aan ons

fonds gegeven. Er is geen bewindvoerder aangesteld en de

bevoegdheidsuitoefening van organen van ons fonds is niet

gebonden aan toestemming van de toezichthouder. Ook zijn

er geen boetes en/of dwangsommen opgelegd.

Klachten en geschillenOns fonds heeft een klachten- en geschillenprocedure. Het

Bestuur heeft in 2015 geen klachten van deelnemers ontvan-

gen.

Aanbevelingen uitvoeringskosten Pensioen-federatieIn november 2011 presenteerde de Pensioenfederatie de

Aanbevelingen uitvoeringskosten. Hierin roept de Pen-

sioenfederatie pensioenfondsen op om de kosten van pen-

sioenbeheer, vermogensbeheer en transacties te publiceren.

Deze kosten moeten volgens de Pensioenfederatie volledig

bekend zijn binnen het pensioenfonds en beschikbaar zijn

voor deelnemers. De aanbevelingen zijn:

• rapporteer de kosten van pensioenbeheer in euro’s per

deelnemer;

• rapporteer de kosten van het vermogensbeheer in % van

het gemiddeld belegd vermogen;

• rapporteer separaat (eventueel geschatte) transactie-

kosten in % van het gemiddeld belegd vermogen.

Ons fonds deelt de mening van de Pensioenfederatie en wil

volledig transparant zijn over deze kosten. Dit gaat niet uit-

sluitend over de kosten die direct in de jaarrekening verant-

woord worden. Het transparant maken van alle kosten en

deze mogelijk afzetten tegen een benchmark helpt ook om

de kosten verder te beheersen.

Met het onderstaande kostenoverzicht volgt ons fonds de

aanbevelingen van de Pensioenfederatie. Om de kosten per

deelnemer te berekenen is conform de aanbeveling van de

Pensioenfederatie het aantal deelnemers gedefinieerd als de

som van het aantal actieve deelnemers en pensioengerech-

tigden. Gewezen deelnemers tellen dus niet mee.

Page 23: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

23

Kostenoverzicht

2015 2014

Pensioenbeheer

Kosten in € per deelnemer 272 263

Vermogensbeheer

Kosten in % van het gemiddeld belegd vermogen (2) 0,32 0,26

Kosten in % binnen beleggingsfondsen (3) 0,09 0,07

Transactiekosten in % van het gemiddeld

belegd vermogen (4) 0,18 0,14

2 De vermogensbeheerkosten worden in rekening gebracht via NN o.b.v. ultimo jaarstanden. De kosten zijn hier weergegeven o.b.v. het

gemiddelde belegde vermogen in het betreffende jaar.

3 Dit zijn de kosten binnen de beleggingsfondsen (berekend over de deelneming van het fonds in het beleggingsfonds).

Denk aan administratiekosten, publicatiekosten, accountantskosten, bewaarloon, etc.

4 Ten aanzien van de hoogte van de transactiekosten:

– Transactiekosten zijn de kosten die gemaakt moeten worden om een (beleggings-)transactie tot stand te brengen en uit te voeren. Dit zijn geen

kosten die aan de vermogensbeheerder worden betaald, maar kosten die bijvoorbeeld aan de beurs of aan een broker moeten worden betaald.

– De transactiekosten van ons fonds betreffen kosten voor het beleggen van de premie, rebalancing van de portefeuille, duratieverlenging

en kosten voor actief beheer.

Page 24: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

24 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

De financiële positie van ons fonds

Rentetermijnstructuur en wijziging actuariële grondslagen

RentetermijnstructuurMet ingang van 1 januari 2015 hanteert ons fonds een rente-

termijnstructuur (hierna RTS) op basis van de Ultimate

Forward Rate systematiek (hierna UFR) zonder driemaands

middeling om de voorziening pensioenverplichtingen en de

kostendekkende premie vast te stellen.

Beoordeling actuariële grondslagenIn het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen

(hierna Besluit FTK) staat dat een pensioenfonds prudente

verzekeringstechnische grondslagen moet hanteren, waar-

onder de voorzienbare trend in de levensverwachting. DNB

wil dat de meest recente prognosetafel gehanteerd wordt.

Vanaf eind 2014 is de nieuwe Prognosetafel AG2014 gehan-

teerd. Verder worden fondsspecifieke schaalfactoren gehan-

teerd om de overlevingskansen van ons fonds vast te stel-

len. De overlevingskansen zijn in 2015 niet gewijzigd. Eind

2015 is de kostenopslag in de voorziening pensioenverplich-

tingen onderzocht. Hieruit blijkt dat deze niet zal wijzigen en

gehandhaafd blijft op 2,5%.

Actuarieel verslagDe actuariële analyse en de uitkomsten van de solvabiliteits-

toets zijn opgenomen in de toelichting van de jaarrekening.

In zijn actuariële verklaring heeft de certificerend actuaris

geoordeeld dat voldaan is aan de artikelen 126 tot en met

140 van de Pensioenwet, met uitzondering van artikel 132.

De financiële positie van ons fonds is naar de mening van de

certificerend actuaris onvoldoende, omdat het aanwezig ei-

gen vermogen lager is dan het vereist eigen vermogen.

De financiële positie van ons fonds is weergegeven in deze

tabel:

Ultimo 2015 Ultimo 2014

Grondslagen voorziening pensioenverplichtingen

Overlevingstafel AG-prognosetafel AG-prognosetafel

2014 2014

Startjaar 2016 2015

Correctiefactor man/vrouw Leeftijdsafhankelijk Leeftijdsafhankelijk

Rente Rentetermijnstructuur Rentetermijnstructuur

31-12-2015 31-12-2014

Vermogen

Belegd vermogen (inclusief liquide middelen) € 287,8 miljoen € 276,1 miljoen

Gemiddelde rendement (o.b.v. Total return) -0,1% 30,3%

Dekkingsgraad

Voorziening Pensioenverplichtingen € 253,4 miljoen € 216,2 miljoen

Reserves € 32,3 miljoen € 57,6 miljoen

Premiereserve € 0,3 miljoen € 0,0 miljoen

Vermogen € 285,7 miljoen € 273,8 miljoen

Aanwezige dekkingsgraad 112,7% 126,6%

Beleidsdekkingsgraad 117,2% n.v.t.

Vereiste Dekkingsgraad 118,5% 113,4%

Minimaal vereiste dekkingsgraad 104,5% 104,5%

Solvabiliteitseisen

Eigen vermogen € 32,3 miljoen € 57,6 miljoen

Minimaal vereist eigen vermogen € 11,4 miljoen € 9,8 miljoen

Vereist eigen vermogen € 46,9 miljoen € 28,9 miljoen

Page 25: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

25

SolvabiliteitseisenEind 2015 was de beleidsdekkingsgraad van ons fonds lager

dan de vereiste dekkingsgraad. Hiermee is ons fonds in

reserve tekort gekomen.

HerstelplanIn 2015 had ons fonds geen herstelplan. Vanwege het reser-

vetekort eind 2015 is een herstelplan ingediend bij DNB.

DNB heeft dit goedgekeurd.

ALM-studieOp grond van het beleggingsbeleid doet ons fonds minimaal

eens per drie jaar een ALM-studie. Dit is een analyse van de

structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende

beleggingsstrategieën. Ook de ontwikkeling daarvan in di-

verse economische scenario’s wordt daarin geanalyseerd.

Vanwege de nieuwe pensioenregeling en het nFTK heeft het

Bestuur met adviseur Aon  Hewitt Nederland cv in het twee-

de kwartaal van 2015 een ALM-studie uitgevoerd. Naar aan-

leiding van deze ALM-studie heeft het Bestuur besloten om

de verhouding vastrentende waarden en zakelijke waarden

aan te passen van 65:35 naar 60:40. Daarnaast gaat de af-

dekking van het renterisico van 70% naar 65%. De wijzigin-

gen worden met stappen van 1%-punt verspreid over vijf

achtereenvolgende kwartalen, waarbij de eerste stap aan-

vangt in het vierde kwartaal van 2015(5).

ToeslagenbeleidOns fonds heeft de ambitie:

• om de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve

deelnemers jaarlijks te verhogen volgens de loonsverho-

ging CAO GIL;

5 Het Bestuur heeft besloten om bij de transitie naar BMO

(1 april 2016) in een keer over te gaan naar de verhouding 60:40 en een

afdekking van het renterisico van 65%.

• om de pensioenrechten en -aanspraken van de pensioen-

gerechtigden en de premievrije aanspraken van de

gewezen deelnemers jaarlijks te verhogen met de

stijging van de consumentenprijsindex, zoals vastgesteld

door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Het Bestuur beslist jaarlijks of en in hoeverre een toeslag

wordt verleend afhankelijk van de financiële positie van ons

fonds. De toeslag voor gewezen deelnemers en pensioenge-

rechtigden mag hierbij niet hoger zijn dan de toeslag voor

actieve deelnemers. Het voorwaardelijke toeslagenbeleid

betreft een voorwaardelijk toeslagenbeleid op basis van een

externe factor met financiering van de toeslagen uit het

eventuele overrendement c.q. het vrije eigen vermogen.

Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve

gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening

wordt uit beleggingsrendement gefinancierd. Aan een toe-

slag in enig jaar kunnen in de toekomst geen rechten worden

ontleend.

Jaarlijks neemt het Bestuur op basis van de geschatte be-

leidsdekkingsgraad (peildatum eind oktober) een besluit over

het wel of niet verlenen van de toeslagen over de aanspra-

ken en rechten per 1 januari van het daaropvolgende jaar.

Het Bestuur heeft 3 december 2015 besloten om per

1  januari 2016 de actieve deelnemers 0,5%-punt toeslag te

verlenen. Dit is gedaan volgens de regels toekomstbesten-

dig indexeren. Aan de gewezen deelnemers en pensioenge-

rechtigden zou 0,2%-punt toeslag toegekend worden. Ech-

ter, deze laatste toeslag wordt in mindering gebracht op de

bijdrage die nog geleverd moet worden aan de extra herstel-

maatregelen uit 2010. Deze toekomstige bijdrage daalt hier-

mee naar 3,8% (4% – 0,2%) vanaf 1 januari 2016.

Page 26: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

26 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

Bijdrage

pensioengerechtigden Restant vermindering

en gewezen deelnemers toekomstige indexatie door

Bestuursbesluit in het kader van de pensioengerechtigden en

Jaar pensioenverhoging extra herstelmaatregel gewezen deelnemers

2014 (over 2013) 1% 1% 5% (6% - 1%)

2015 (over 2014) 1% 1% 4% (5% - 1%)

2016 (over 2015) 0,2% 0,2% 3,8% (4% - 0,2%)

Beleid rond verlagingenDoor de komst van het nFTK is het beleid rond verlagingen

van de (opgebouwde) pensioenen en pensioenuitkeringen in

2015 aangepast. Net als voor het toeslagbeleid geldt ook

voor het beleid rond verlagingen dat deze in het nFTK redelijk

vast ligt. Verlaging van de (opgebouwde) pensioenen en

pensioenuitkeringen is het uiterste middel dat ingezet wordt.

Zo kijkt de wetgever ernaar en zo heeft ons fonds dat in het

verleden ook gehanteerd. Daarom is het beleid rond verla-

gingen conform de minimale richtlijnen van de wetgever

vormgegeven. Met andere woorden, verlaging van aanspra-

ken en rechten vindt niet eerder plaats dan wettelijk gezien

moet en is niet groter van omvang dan wettelijk voorge-

schreven. Twee situaties zijn onderkend waarin verlaging van

pensioenaanspraken plaats heeft:

1. verlaging bij vijf jaar onafgebroken dekkingstekort;

2. verlaging bij onvoldoende herstelkracht.

Dit houdt voor ons fonds in dat het wegwerken van een re-

servetekort maximaal uitgesmeerd mag worden over tien

jaar en dat het bestuur hierbij een evenwichtige belangenbe-

hartiging laat meewegen. Het beleid rond verlagingen is zo

ingericht dat een verlaging van alle opgebouwde en ingega-

ne pensioenen plaatsvindt met eenzelfde percentage wan-

neer vijf onafgebroken jaren de beleidsdekkingsgraad (ge-

middelde dekkingsgraad per achterliggende 12 maandeinden)

lager is dan de minimaal vereiste dekkingsgraad. De onvoor-

waardelijke verlaging wordt uitgesmeerd over tien jaar. Ver-

der is de verlaging in geval van onvoldoende herstelkracht

1/10 van het tekort van alle opgebouwde en ingegane pen-

sioenen. Dit betekent dat de verlaging hiermee gelijkmatig

binnen de wettelijk voorgeschreven maximale termijn wordt

doorgevoerd. In het laatste geval is de verlaging voorwaarde-

lijk en kan dus bij goed herstel in een volgend jaar aangepast

worden.

PremiebeleidVolgens artikel 129 van de Pensioenwet (hierna PW) moet de

ontvangen premie minimaal gelijk zijn aan de (gedempte)

kostendekkende premie die conform de Abtn is vastgesteld.

De premie mag alleen lager zijn als aangetoond kan worden

dat er, naast de onvoorwaardelijke verplichting en het vereist

eigen vermogen, voldoende vermogen is om de voorwaar-

delijke toeslagen te kunnen nakomen.

De PW verplicht pensioenfondsen in beginsel de kostendek-

kende premie in rekening te brengen bij de aangesloten on-

derneming en de deelnemers. Ons fonds heeft echter vanaf

1 januari 2015 een middelloonregeling waarbij gedurende vijf

jaar een vast premiepercentage geldt (CDC-regeling). De eis

van kostendekkendheid heeft geen betrekking meer op de

hoogte van de premie, maar op de mate waarin de geambi-

eerde pensioenopbouw (en risicodekking) toegekend kan

worden. Gezien het voorgaande is het Bestuur van mening

dat de totaal ontvangen premie toereikend is. Het Bestuur

heeft daarom in de vergadering van 3 december 2015 beslo-

ten om volledige opbouw van OP van 2,1% van de pensioen-

grondslag voor 2016 toe te kennen.

Page 27: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

27

(x € 1.000) 2015 2014

Kostendekkende premie 19.249 16.567

Gedempte kostendekkende premie 15.986 13.470

Feitelijke premie 16.332 16.048

De kostendekkende premie is als volgt

samengesteld:

Actuarieel benodigd 14.396 11.641

Opslag in stand houden vereist vermogen 1.880 2.027

Opslag voor uitvoeringskosten 1.300 1.204

Premies risicoverzekering 1.673 1.695

19.249 16.567

De gedempte premie is als volgt samengesteld:

Actuarieel benodigd 7.091 8.953

Opslag in stand houden vereist vermogen 1.025 1.618

Opslag voor uitvoeringskosten 1.300 1.204

Premies risicoverzekering 1.673 1.695

Voorwaardelijke componenten 4.897 0

15.986 13.470

De feitelijke premie is als volgt samengesteld:

Actuarieel benodigd 7.091 8.953

Opslag in stand houden vereist vermogen 1.025 1.618

Opslag voor uitvoeringskosten 1.300 1.204

Premies risicoverzekering 1.673 1.695

Voorwaardelijke componenten 4.897 0

Marge 0 2.578

Premiereserve 346 0

16.332 16.048

BeleggingsbeleidHet beleggingsbeleid van ons fonds ligt vast in de Verklaring

inzake de beleggingsbeginselen. Deze is als bijlage opgeno-

men in de Abtn en in het beleggingsplan van ons fonds. Het

vermogensbeheer van ons fonds is in 2015 ondergebracht bij

NN IP. Voor de inhoud van het beleggingsbeleid verwijzen wij

naar het hoofdstuk Beleggingen.

Informatie aan de deelnemers en pensioengerechtigdenDe deelnemers van ons fonds zijn via de website www.sli-

gropensioenfonds.nl, via de digitale nieuwsbrief en via het

magazine PensioensliM geïnformeerd over de besluiten ten

aanzien van de toeslagverlening per 1  januari  2015 en per

1 januari 2016. Zoals eerder beschreven in dit verslag worden

deze toeslagen aan pensioengerechtigden en gewezen deel-

nemers niet uitgekeerd, dit vanwege de extra herstelmaatre-

gelen waaraan zij nog hun bijdrage moeten leveren. Gepen-

sioneerden ontvangen geen PensioensliM. Zij zijn over de

toeslagverlening geïnformeerd via de digitale nieuwsbrief en

de website. In januari 2016 zijn ze ook geïnformeerd in de

toelichting van de jaaropgave over het toeslagbesluit per

1  januari 2016.

In verband met de implementatie van de nieuwe pen-

sioenregeling is in september 2015 aan alle actieve deelne-

mers een UPO verzonden en in december 2015 aan alle in-

actieve deelnemers. Dit was voor de actieve deelnemers

later dan gebruikelijk maar had te maken met het feit dat

administratieve implementatie van de nieuwe regeling in het

Page 28: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

28 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

tweede kwartaal nog niet afgerond was. Het magazine Pen-

sioensliM kwam al wel in januari 2015 uit in een speciale

uitgave welke geheel in het teken stond van de nieuwe

pensioenregeling. Daarin is ook uitgebreid gecommuniceerd

over latere verstrekking van het UPO 2015. Er is bewust voor

gekozen om alle deelnemers in 2015 een UPO conform de

nieuwe pensioenregeling te verstrekken. Daarmee hadden

zowel actieve als inactieve deelnemers direct inzage in de

impact van de nieuwe regeling op hun pensioen. Komend

jaar zal de verzending van het UPO aan actieve deelnemers

weer plaatsvinden in het tweede kwartaal. Inactieve deel-

nemers krijgen hun volgend UPO in 2020 (eens in de vijf

jaar). Ook is op de website een apart gedeelte ingericht waar

de nieuwe pensioenregeling wordt toegelicht.

Verzekerdenbestand

Actieve Gewezen Pensioen-

deelnemers deelnemers gerechtigden Totaal

Stand per 31 december 2014 4.114 3.463 644 8.221

Mutaties door:

Nieuwe toetredingen 719 719

Ontslag met premievrije aanspraak -507 507 0

Waardeoverdracht -25 -25

Ingang pensioen -28 -18 76 30

Overlijden -15 -5 -16 -36

Afkoop -24 -3 -27

Andere oorzaken 17 -31 -19 -33

Mutaties per saldo 186 404 38 628

Stand per 31 december 2015 4.300 3.867 682 8.849

2015 2014

Specificatie pensioengerechtigden

Ouderdomspensioen 515 499

Partnerpensioen 141 124

Wezenpensioen 26 21

Totaal 682 644

Page 29: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

29

Beleggingen

Kort samengevatOok in 2015 was er turbulentie op de financiële beurzen. Ons

portefeuillerendement over 2015 bedroeg nagenoeg 0%. De

methodiek voor de waardebepaling van de pensioenverplich-

tingen is echter van sterke invloed geweest op onze dek-

kingsgraad. De financiële positie van ons fonds is daardoor

in dekkingsgraadtermen in 2015 verslechterd. Dat is te zien

aan de actuele dekkingsgraad. Die bedroeg eind 2015 113%,

een jaar eerder was dat nog 126%. Financieel was 2015 voor

de meeste pensioenfondsen en ook voor ons fonds een

roerig jaar. De actuele dekkingsgraad van ons fonds bleef

aanvankelijk stabiel, maar in de zomer zette de daling in.

Twee belangrijke oorzaken voor deze daling zijn:

1. DNB paste de rente aan waarmee fondsen hun verplich-

tingen moeten berekenen op de lange termijn. Deze

zogeheten UFR-rekenrente plus 3-maandsmiddeling ging

omlaag van 4,2% naar 3,3% per 15 juli 2015. Doordat

pensioenfondsen verplicht werden te rekenen met een

lagere rente, daalde de actuele dekkingsgraad.

2. Er ontstond onrust op de financiële markten (o.a. door

daling van de grondstoffenprijzen, de sterkere dollar en

ongunstigere vooruitzichten voor opkomende markten).

Daardoor daalde wereldwijd de waarde van veel beleg-

gingen, met name aandelen en werd het behaalde

rendement in de eerste helft van 2015 teniet gedaan.

MarktontwikkelingenNiet alleen politiek, maar ook voor beleggers was 2015 een

onrustig jaar. De beweeglijkheid op beurzen nam toe door

zorgen over de richting van het monetaire beleid in de VS, de

groeivertraging in China, de Griekse crisis, de vluchtelingen-

stroom in Europa, de Britse verkiezingen, de minidevaluatie

van de Chinese yuan in de zomer, het gewapende conflict in

Syrië en de terreuraanslagen in Parijs. De scherpe daling van

de olie- en grondstoffenprijzen had op zijn beurt weerslag op

producenten en zorgde op de financiële markten voor risico-

aversie en beweeglijke koersen.

De aandelenmarkt in de Verenigde Staten is veruit de groot-

ste ter wereld en heeft daarom een groot gewicht in onze

portefeuille. Er is in onze portefeuille een relatief kleine we-

ging in opkomende markten. Onze vermogensbeheerder

heeft in 2015 een groot deel van het jaar de allocatie naar

opkomende markten lager gehouden dan ons strategische

gewicht. Doordat opkomende markten slechter presteerden

dan ontwikkelde markten heeft dit bijgedragen aan ons ren-

dement. Helaas heeft het actief beleid in de aandelenfond-

sen voor ontwikkelde markten niet bijgedragen aan ons

rendement.

Van 2009 tot 2015 leverde onze aandelenportefeuille een

goede bijdrage aan het rendement. Voor valuta-afdekking

was het resultaat van onze aandelenportefeuille in 2015 ook

ruim 8%. Ons fonds dekt echter het valutarisico van de aan-

delenportefeuille af naar de euro, na valuta-afdekking was

ons aandelen rendement in 2015 0%. Voor valutarisico’s

moet een extra buffer worden aangehouden in de vereiste

dekkingsgraad. In verband met de negatieve ontwikkeling

van de dekkingsgraad tijdens de financiële crisis en de extra

buffervereiste voor valuta risico’s, heeft het Bestuur enige

jaren geleden besloten valutarisico’s af te dekken. Valutabe-

wegingen zijn moeilijk te voorspellen en als Bestuur hebben

we hier geen visie op. De rendementen van de verschillende

beleggingscategorieën werden in 2015 wederom sterk beïn-

vloed door schommelingen op de valutamarkten. Ons

aandelen rendement was 0% doordat de euro 10% verloor

versus de dollar, 5% ten opzichte van het Britse pond en 9%

versus de yen. De dollar steeg ook sterk ten opzichte van de

valuta’s van grondstoffen-producerende landen en van de

meeste opkomende landen.

De rentes op langlopende Duitse en Amerikaanse obligaties

bleven in 2015 per saldo nagenoeg onveranderd. Zorgen over

de mondiale economie en opkoopprogramma’s in de euro-

zone en Japan zorgden voor neerwaartse druk op de rentes,

terwijl het sterke economische momentum en de beweging

naar normalisatie van de rente in de VS tegenwicht boden.

De uiteenlopende vooruitzichten voor het monetaire beleid

leidden tot een sterke stijging van het verschil tussen de

korte rentes in de VS en de eurozone. Ons fonds heeft een

breed gespreide obligatieportefeuille, waarbij naast de be-

legging in staatsobligaties met een hoge kredietwaardig-

heid, zoals Nederlandse en Duitse staatsobligaties, ook in

o.a. Spaanse en Italiaanse staatsobligaties wordt belegd.

Staatsleningen uit de periferie van de eurozone (o.a. Spaan-

se en Italiaanse staatsobligaties) deden het beter dan Duitse

Staatsobligaties en droegen wederom bij aan ons resultaat.

Deze landen profiteerden van de overeenkomst in de zomer

tussen Griekenland en haar schuldeisers, sterke economi-

sche cijfers en de verwachting van meer ECB-opkopen.

Naast staatsobligaties belegt ons fonds ook in bedrijfsobliga-

ties, gedekte obligaties en staatsgerelateerde obligaties.

Daarbij bestaat de mogelijkheid, wanneer de vermogensbe-

heerder het opportuun acht, om te beleggen in obligaties

met een mindere kredietwaardigheid (High Yield) en obliga-

ties van opkomende markten. Ook in 2015 zorgde het actief

beheer voor een extra rendement op de vastrentende porte-

feuille.

Page 30: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

30 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

Verantwoord beleggenSligro Food Group kiest voor maatschappelijk verantwoord

ondernemen (hierna MVO) en duurzaamheid. Vanuit ons

fonds is in 2013 gekeken hoe duurzaam onze fondsmiddelen

worden belegd. De vermogensbeheerder van ons fonds

hecht eveneens veel waarde aan het maatschappelijk verant-

woord en duurzaam beleggen van de middelen. Alle beleg-

gingsfondsen van NN IP kennen een strategie voor duur-

zaam beleggen. Deze is gebaseerd op de volgende (gedrags)

richtlijnen:

• NN Group Business Principles;

• NN IP Investment Principles;

• ondertekening van de United Nations Principles for

Responsible Investments (UNPRI);

• een ‘wapenbeleid’ dat van toepassing is op zowel eigen

gelden als gelden van derden dat stelling inneemt tegen

controversiele wapenhandel (zoals antipersoonsmijnen,

clusterbommen, munitie met verarmd uranium en

biologische en chemische wapens);

• een actief stembeleid met aandacht voor milieuproble-

men en maatschappelijke issues;

• voortdurende dialoog met bedrijven waarin wordt

geïnvesteerd.

Het duurzaamheidsbeleid dat NN IP uitvoert voor ons fonds

is getoetst aan de uitgangspunten die wij hanteren voor

MVO binnen Sligro Food Group. We concluderen daarbij dat

het beleggingsbeleid van ons fonds in zijn algemeenheid

goed aansluit op het ondernemingsbeleid ten aanzien van

MVO en duurzaamheid. Vanuit kostenoogpunt is besloten

om niet voor maatwerk op het gebied van duurzaamheid

binnen de beleggingsportefeuille van ons fonds te kiezen.

De impact van een verantwoord en duurzaam beleggingsbe-

leid op het rendement en risico is voor ons fonds een be-

langrijk gegeven voor het vast te stellen duurzaamheidsbe-

leid. Er zijn verschillende manieren om het

duurzaamheidsbeleid te implementeren: dit kan door een

negatieve screening (uitsluiting) of een positieve screening

(best-in-class) op activiteiten en gedrag, een voortdurende

dialoog met bedrijven, het uitoefenen van stemrecht en een

positieve selectie op thema’s. Het beleid dat NN IP voor ons

fonds uitvoert is een combinatie hiervan. MVO/duurzaam-

heid en bedrijfseconomisch rendement, plus mate van risi-

co, gaan ook bij ons fonds hand in hand. Ook in 2015 hebben

wij gesproken over het duurzaamheidsbeleid wat wij willen

voeren voor onze portefeuille. In 2015 is een kleine allocatie

naar een specifiek duurzaam fonds van NN IP gedaan. Het

verschil met de andere fondsen is dat er meer uitsluitingen

zijn en een sterker best-in-class beleid wordt gevoerd. In de

overeenkomst met de nieuwe vermogensbeheerder wordt

alleen nog belegd in een ESG-aandelenfonds(6).

Renteontwikkeling en dekkingsgraadAls de rente verandert, veranderen hierdoor de waarden van

de beschikbare middelen van het pensioenfonds en de (toe-

komstige) pensioenverplichtingen. Dit heeft gevolgen voor

de dekkingsgraad. Om de dekkingsgraad minder gevoelig te

maken voor rentewijzigingen is ons fonds de rentegevoelig-

heid van de vastrentende portefeuille van het fonds de afge-

lopen jaren meer in lijn gebracht met de rentegevoeligheid

van de verplichtingen. Dit is niet gedaan vanuit een rentevi-

sie maar vanuit risico beheer. Ons fonds streeft een ‘stabiel’

pensioen na. Dit houdt in dat kortingen van pensioenen zo-

veel mogelijk worden voorkomen en het in de lijn der ver-

wachting moet blijven om de pensioenen te kunnen verho-

gen. Het verhogen van pensioenen zal dan ook alleen

plaatsvinden als de financiële situatie van ons fonds goed

genoeg is. In 2015 is per saldo de rente niet heel sterk ver-

anderd. De zogeheten UFR-rekenrente werd in 2015 wel

verlaagd van 4,2% naar 3,3% per 15 juli 2015. Doordat pen-

sioenfondsen verplicht werden te rekenen met deze lagere

rente, daalde onze actuele dekkingsgraad. De daling van

onze actuele dekkingsgraad moet dan ook met name wor-

den gezien in relatie tot de aanpassingen van de bereke-

ningsmethodiek.

6 ESG staat voor Environmental, Social en Governance. Het beleid en

de prestaties van een onderneming op sociaal en milieuvlak, alsmede

op het gebied van bestuur worden bekeken.

Page 31: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

31

PerformanceDe tabel toont de resultaten van de portefeuille van ons

fonds versus de benchmark.

Beleggingscategorie Resultaat Benchmark

Vastrentende portefeuille -1,5% -1,9%

Aandelen portefeuille 0,0% 1,2%

Totale portefeuille -0,1% -0,3%

Het resultaat op de vastrentende waarden was negatief door

een lichte stijging van de rente op lange looptijden en de

hoge rentegevoeligheid van onze vastrentende portefeuille.

Ten opzichte van de benchmark was er een positief resultaat

door het positieve selectiebeleid van de vermogensbeheer-

der. De performance voor de aandelenportefeuille werd

sterk negatief beïnvloed door onze lange termijn valuta-af-

dekking naar de euro alsmede het negatieve selectiebeleid

van NN IP. Op totaalniveau heeft ons fonds het 0,2%-punt

beter gedaan dan de benchmark.

Vooruitzichten (7)

EconomieIn 2016 zet het voorzichtige herstel van de economische

groei van de laatste jaren naar verwachting door. Dit vertaalt

zich in een gematigde economische groei, vergelijkbaar met

die in 2015.

Naar verwachting stabiliseert het economische momentum

in opkomende markten in 2016 en zal de binnenlandse vraag

in de ontwikkelde economieën verder herstellen. De groei in

de ontwikkelde markten profiteert daarbij van een sterkere

mondiale consumptie, gedreven door een sterke daling van

de olieprijs en verbeterde arbeidsmarkten. Centrale banken

kunnen door de lage inflatie wereldwijd een soepel beleid

blijven voeren. De inflatie zal in 2016 daardoor waarschijnlijk

gaan stijgen.

Vanwege de hoge schulden blijft China een groot risico voor

de wereldeconomie. Een risico is dat de groeiafzwakking in

7 Deze visie is gebaseerd op de informatie van NN IP die tot

1 april 2016 vermogensbeheerder is van ons fonds.

de opkomende landen doorzet. Voor een duurzamere groei

in deze regio zijn hervormingen nodig. Ook een verdere nor-

malisatie van het monetaire beleid in de Verenigde Staten

van Amerika kan aanleiding geven tot volatiliteit op de mon-

diale kapitaalmarkten. Verder zijn er geopolitieke risico’s.

Naast de spanningen rond vluchtelingen en de Amerikaanse

presidentsverkiezingen is er het EU-referendum in het Ver-

enigd Koninkrijk medio 2016.

Financiële marktenVanwege de grote onzekerheden rond het basisscenario van

voorzichtig herstel, blijft de volatiliteit op financiële markten

in 2016 naar verwachting hoog.

De rente zal, ingegeven door gematigde inflatieverwachtin-

gen en monetaire opkoopprogramma’s, laag blijven. Bij een

verder economisch herstel en verdere renteverhogingen in

de VS is in de komende paar jaar een geleidelijke rentestij-

ging te verwachten. Het per saldo soepel blijvende mone-

taire beleid kan voor producten zoals credits, high yield en

Emerging markets debt leiden tot een instroom van beleg-

gers die op zoek zijn naar rendement. Zwakke grondstoffen-

prijzen, de hoge schuldposities binnen opkomende landen

en een beperkte liquiditeit van spread producten vormen

daarbij wel beperkende factoren.

De vooruitzichten voor aandelen zijn in een omgeving met

een bescheiden cyclisch herstel en lage rentes per saldo

positief, vooral voor bedrijven in Europa en Japan. Ameri-

kaanse bedrijven krijgen te maken met een toe nemende

kostendruk als gevolg van stijgende lonen en een sterkere

dollar.

Page 32: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

32 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

Risicoparagraaf

RisicoprofielDe doelstellingen van ons fonds staan omschreven in de

statuten en de Abtn. Het Bestuur streeft ernaar dat de toe-

gezegde pensioenaanspraken en -rechten, dankzij een pru-

dent beheer, altijd kunnen worden uitbetaald. Dit terwijl ook

zoveel mogelijk op financieel verantwoorde wijze, maar wel

voorwaardelijk, toeslag verleend kan worden om de koop-

kracht van de pensioenen te handhaven. Het Bestuur beslist

jaarlijks of en in hoeverre een toeslag wordt verleend afhan-

kelijk van de financiële positie van ons fonds (op basis van de

geschatte beleidsdekkingsgraad (peildatum eind oktober)).

Het voorwaardelijke toeslagenbeleid betreft een voorwaar-

delijk toeslagenbeleid op basis van een externe factor met

financiering van de toeslagen uit het eventuele overrende-

ment c.q. het vrije eigen vermogen. Het risicomanagement

richt zich daarom op de financiële zekerheid van het pen-

sioen via ons fonds.

Dit impliceert dat het Bestuur prioriteit geeft aan de beheer-

sing van die risico’s die in eerste instantie een grote finan-

ciële impact op ons fonds kunnen hebben. Deze risico’s lig-

gen vooral op het terrein van het vermogensbeheer.

Overigens is in het kader van de implementatie van het nFTK

de risicohouding met betrekking tot het beleggingsbeleid

elders in dit jaarverslag beschreven, terwijl ook in de jaarre-

kening zelf op diverse beleggingsrisico’s nader wordt inge-

gaan.

In het risicomodel van DNB zijn voor een aantal risico-

categorieën scenario’s vastgesteld (‘schokken’). DNB duidt

ze aan met een S-code. Bij de berekening van het vereist

eigen vermogen (buffers) past ons fonds de standaardme-

thode toe op basis van de zogenaamde wortelformule (S1

t/m S10). Kwantitatieve en kwalitatieve toelichtingen van

deze risico’s staan in de ‘Risicoparagraaf’ in de jaarrekening.

Het pensioenbeheer vindt, vanwege de uitbesteding, plaats

in de professionele en ervaren omgeving van AZL, hetgeen

volgens het Bestuur borg staat voor voldoende beheersing

van operationele risico’s die qua omvang een minder groot

effect hebben op de financiële positie van het fonds.

Het beleid en de doelstellingen van het fonds worden perio-

diek door middel van een ALM-studie herijkt en daarnaast

jaarlijks op hun haalbaarheid getoetst. Het risico management

komt bovendien, als onderdeel van het functioneren van het

Bestuur, aan de orde tijdens de zelfevaluatie.

Hierna worden de voornaamste risico’s en onzeker heden

behandeld.

StrategieDeelname aan de pensioenregeling in ons fonds is verplicht.

Ons fonds ondervindt derhalve geen directe gevolgen van de

markt als het om de omvang van het deelnemersbestand

gaat. Dat neemt niet weg dat het Bestuur zich steeds reken-

schap geeft van en verantwoording aflegt voor het gevoerde

beleid en de uitvoeringskosten. Dit kan het Bestuur dankzij

een toenemende transparantie rond de uitvoeringskosten

en, bij uitbesteding, de (kwaliteit- en prijsniveau van) dienst-

verleningsproducten van andere aanbieders op het terrein

van vermogensbeheer en pensioenadministratie. Ook de

maatschappelijke trend naar een effectievere en efficiëntere

uitvoering dwingt het Bestuur de ontwikkelingen inzake con-

solidatie en integratie nauwlettend te volgen.

De complexiteit van de pensioenwetgeving en de frequentie

waarmee wettelijke voorschriften worden gewijzigd verlan-

gen van het bestuur een nauwe samenwerking met AZL en

controle wat betreft de administratieve aanpassingen en

daarmee verband houdende risico’s zoals IT-risico’s. Het Be-

stuur vindt dat het zijn verantwoordelijkheid voor de uitbe-

stede werkzaamheden kan waarmaken, dankzij ISAE-verkla-

ringen, periodieke rapportages, jaarlijkse evaluatie van de

dienstverlening en andere, contractueel vastgelegde midde-

len.

Duurzaamheid staat hoog in het vaandel van het Bestuur,

maar maatschappelijk verantwoord beleggen blijft steeds

een zakelijke afweging tussen kosten en opbrengsten. In het

hoofdstuk Beleggingen wordt hierop verder ingegaan.

Operationele risico’sHet Bestuur vindt dat de uitbesteding van de werkzaam-

heden garant moet staan voor een betere uitvoering van de

pensioenregeling dan wanneer zaken in eigen beheer zou-

den worden gedaan. Het Bestuur heeft een uitbestedings-

beleid geformuleerd. In het hoofdstuk Uitbesteding wordt

ingegaan op de monitoring van dit uitbestedingsbeleid.

Financiële risico’sDeze risico’s worden in de jaarrekening beschreven en be-

handeld. Met name wordt ingegaan op de ontwikkelingen op

de financiële markten (zakelijke waarden risico, valutarisico,

actief beheer risico, matching risico, liquiditeits- en kas-

stroomrisico, kredietrisico), de renteontwikkeling en de ont-

wikkelingen met betrekking tot de levens verwachting (verze-

keringstechnische risico’s).

De gevolgen van de vergrijzing van ons fonds worden jaar

voor jaar opgevangen door aanpassingen aan de meest

Page 33: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

33

actuele gegevens van het Actuarieel Genootschap en het

Centraal Bureau voor de Statistiek voor wat betreft de le-

vensverwachting van mannen en vrouwen. DNB verlangt dat

deze gegevens vóór het einde van het jaar worden verwerkt

in de voorziening pensioenverplichtingen en ons fonds vol-

doet hieraan.

De financiële positie van ons fonds is niet alleen afhankelijk

van de beleggingsresultaten, maar ook van de financiële en

economische ontwikkelingen van Sligro Food Group. Het

Bestuur kan daarop geen directe invloed uitoefenen, maar

door de vaste premie voor de komende jaren zijn de pensi-

oenkosten, als onderdeel van de arbeidskosten, wel duide-

lijk. In het hoofdstuk Fondsspecifieke ontwikkelingen in 2015

wordt op de uitvoeringskosten nader ingegaan.

Financiële verslagleggingOnder financiële verslaglegging vallen de risico’s die van in-

vloed zijn op de betrouwbaarheid van de interne en externe

financiële verslaglegging. Het Bestuur heeft met AZL gede-

tailleerde werkafspraken gemaakt over de tijdige totstandko-

ming van het jaarverslag en de betrokkenheid daarbij van

diverse partijen. De waarderingsmethoden en -grondslagen

die voor de balansposten worden gehanteerd, zijn in de regel

wettelijk voorgeschreven, liggen meestal voor meerdere ja-

ren vast, zijn actuarieel betrouwbaar, worden op hun houd-

baarheid getoetst (een en ander door de certificerend actua-

ris beoordeeld) en/of door DNB opgelegd. Het enige risico

dat ons fonds loopt is de tijdige aanlevering van betrouwbare

en elders gecontroleerde gegevens van beleggingsfondsen

waarin het fonds participeert. Het proces van totstandko-

ming van het jaarverslag wordt elk jaar met alle betrokkenen

geëvalueerd.

Wet- en regelgevingDe praktijk van de afgelopen jaren heeft aangetoond dat het

risico gering is dat ons fonds de wet- en regelgeving over-

treedt of nalatig is in de nakoming. Dit dankzij de juridische

ondersteuning van externe adviseurs, de compliance officer,

dankzij de rol van de certificerend actuaris en de accountant

en ook dankzij de periodieke toetsing door DNB en AFM. In

het afgelopen boekjaar heeft het Bestuur bovendien de inte-

griteitsrisico’s uitgebreid geanalyseerd, waaronder uitdruk-

kelijk de compliance in de brede zin van het woord valt. In

het hoofdstuk over de Fondsspecifieke ontwikkelingen in

2015 wordt hier verder op ingegaan.

RisicomanagementsysteemHet Bestuur is verantwoordelijk voor de risico’s die samen-

hangen met de uitvoering van de pensioenregeling. De risi-

co’s zijn beschreven en geanalyseerd. Het bestuur heeft be-

oordeeld hoe groot de kans is dat deze risico’s optreden. Het

Bestuur heeft voor verschillende risico’s beheersingsmaatre-

gelen getroffen. Voor zover er geen maatregelen zijn getrof-

fen, aanvaardt het Bestuur de desbetreffende risico’s.

Bij het bepalen en wijzigen van het beleid en bij alle beslui-

ten die het Bestuur neemt, worden steeds risico’s en belan-

gen afgewogen. Deze afwegingen liggen vast in de notulen/

besluitenlijst en worden zo nodig met belanghebbenden

gedeeld. Deze werkwijze borgt het scheppen en in stand

houden van een cultuur waarin men zich bewust is van risi-

co’s.

De Commissie Risicomanagement en Uitbesteding onder-

steunt en adviseert het Bestuur in deze. Voor zover werk-

zaamheden aan derden zijn uitbesteed, heeft het Bestuur

zich ervan vergewist dat deze partijen hun eigen risicoma-

nagementsysteem hebben, een en ander periodiek controle-

ren en de risicobeheersing in hun rapportages aan het Be-

stuur meenemen. Het Bestuur heeft met de betrokken

partijen enkele adequate instrumenten contractueel vastge-

legd om zijn verantwoordelijkheid voor wat betreft het risico-

management te kunnen waarmaken.

De Visitatiecommissie ziet toe op een adequate risico-

beheersing door het Bestuur en legt hierover verantwoor-

ding af aan het Verantwoordingsorgaan en in dit jaarverslag.

Het beschreven proces wordt periodiek doorlopen, geëvalu-

eerd en eventueel aangepast.

AZL verzorgt de financiële administratie van het fonds. De

pensioenuitvoerder laat haar ‘in control statement’ volledig

auditen door een externe accountant. Op grond hiervan vol-

doet AZL aan ISAE 3402 en ISAE 3000. Ook de vermogens-

beheerder NN IP is in het bezit van een ISAE 3402 verklaring.

Page 34: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

Vooruitblik op 2016

Het jaar 2015 stond in het teken van implementatie: zo was

er een nieuwe pensioenregeling, hebben we de website van

ons fonds vernieuwd en gold een nFTK.

Ook het jaar 2016 zal weer in het teken staan van vernieu-

wing. Zo heeft het fonds haar risicoherverzekeringen met

ingang van 1 januari 2016 ondergebracht bij een nieuwe

verzekeraar. Het contract met onze pensioenuitvoeringsor-

ganisatie AZL is per 1 januari 2016 voor een periode van vier

jaar verlengd. En ten aanzien van het vermogensbeheer gaat

het fonds in 2016 de samenwerking aan met een nieuwe

vermogensbeheerder. In 2016 start ook de nieuwe (externe)

Visitatiecommissie met haar werkzaamheden in het kader

van toezicht op het Bestuur. Op het gebied van pensioen-

communicatie zal de focus in 2016 liggen op verdere imple-

mentatie van de nieuwe wet Pensioencommunicatie.

Helaas kwam ons fonds aan het einde van 2015 in reserve-

tekort door de aanhoudend lage rente, mineurstemming en

onzekerheid op de financiële markten. Het jaar 2016 zal

daarom ook in het teken staan van het herstelplan waarin het

Bestuur de te nemen maatregelen vastlegt om uit reserve-

tekort te komen. Het herstelplan is in het eerste kwartaal

van 2016 bij DNB ingediend.

Kortom, met vereende kracht gaat het Bestuur verder bou-

wen aan de toekomst van ons fonds. Dit doet zij niet alleen,

maar in samenwerking met de werkgever Sligro Food Group,

de Ondernemingsraad en andere, externe bij ons fonds be-

trokken partijen. Het Bestuur prijst zich gelukkig dat deze

partijen allen blijk geven van een grote betrokkenheid bij ons

fonds. Samen sterk heet dat in het ‘Groen Bloed’ van Sligro.

Daarin zit voor ons als bestuur meer dan voldoende uitda-

ging om in het belang van alle deelnemers de continuïteit

van ons pensioenfonds te waarborgen.

Veghel, 9 juni 2016

Huub van Rozendaal Anita Cooijmans

voorzitter secretaris

Anske Dijkstra Wilco Jansen

Rob van der Sluijs

Page 35: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

35

van links naar rechts:wilco jansenrob van der sluijsanita cooijmanshuub van rozendaalanske dijkstra

Page 36: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012
Page 37: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

37

VISITATIECOMMISSIE

InleidingMet de invoering van de Pensioenwet zijn nadere eisen ge-

steld aan het interne toezicht bij pensioenfondsen. Met de

inwerkingtreding van de Code Pensioenfondsen (1 januari

2014) als vervanging voor de in 2005 geïntroduceerde Princi-

pes voor goed pensioenfondsbestuur en de Wet versterking

bestuur pensioenfondsen (per 1 juli 2014) zijn voornoemde

eisen op een aantal aandachtsgebieden nog nader aange-

scherpt, met name op het gebied van de governance van

pensioenfondsen. De naleving van de Code Pensioenfond-

sen maakt onderdeel uit van de visitatie. Het intern toezicht

heeft betrekking op het beleid van het bestuur en de alge-

mene gang van zaken bij pensioenfondsen. Een adequate

risicobeheersing en een evenwichtige belangenafweging

door het bestuur staan daarbij centraal. Het interne toezicht

door middel van een visitatie dient met de inwerkingtreding

van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen vanaf 2014

jaarlijks plaats te vinden. Het bestuur van de Stichting Pensi-

oenfonds Sligro Food Group ( het Fonds) heeft daaraan invul-

ling te geven door na advies van het Verantwoordingsorgaan

(VO) aan VCHolland de opdracht te verlenen tot de uitvoering

van een visitatie in 2016 over het verslagjaar 2015. De onder-

havige visitatie is de eerste algehele visitatie in een drie-

jaarscyclus waarbij in de jaren daarna een visitatie binnen

deze cyclus zal volgen.

Oordeel/bevindingenDe VC heeft kunnen vaststellen dat het Fonds voldoende

opvolging heeft gegeven aan de aanbevelingen bij de vorige

visitatie in 2014. Waar aanbevelingen niet zijn opgevolgd

heeft het bestuur dit gemotiveerd onderbouwd. Het Fonds

is gedispenseerd van het BPF GIL en toetst periodiek de

vereiste gelijkwaardigheid. De continuïteit van het Fonds is

gewaarborgd. Het Fonds heeft op adequate wijze invulling

gegeven aan de implementatie van het nFTK inclusief de

vaststelling van de risicohouding in overleg met de sociale

partners en het VO. Daarbij doet de VC de aanbevelingen om

de opdrachtaanvaarding van de uit te voeren pensioenrege-

lingen separaat vast te leggen en de beperking van de kans

op korten ad 2% nog eens tegen het licht te houden in rela-

tie tot de huidige financiële mogelijkheden van het Fonds.

De VC is van mening dat het bestuur voldoet aan de wette-

lijke algemene taak en waarborging goed bestuur. De VC

doet daarbij de aanbeveling de ABTN nog te complemente-

ren met alle conform artikel 145 PW verlangde onderwerpen.

Het Fonds heeft in algemene zin op adequate wijze invulling

gegeven aan de missie, visie en strategie van het Fonds. De

VC doet de aanbeveling de strategie in een apart document

vast te leggen ter toetsing van de Code Pensioenfondsen.

De VC komt ook tot het oordeel dat bij de besluitvorming

door het bestuur sprake is van een evenwichtige belangen-

behartiging. Dit aspect kan wel op een wat meer systemati-

scher manier worden vastgelegd. Binnen het Fonds is ook

sprake van een beheerste en integere bedrijfsvoering. De

risk control matrix van het Fonds dient nog te worden aan-

gevuld met het dispensatierisico. Het uitbestedingsbeleid

van het Fonds voldoet aan de wet- en regelgeving. De VC

doet daarbij nog de aanbeveling om beleid te formuleren/

formaliseren met betrekking tot de inhoud en frequentie van

de evaluatie van de uitbestedingspartners. Met betrekking

tot de geschiktheid van het bestuur komt de VC tot het oor-

deel dat het Fonds aan alle eisen van geschiktheid en be-

trouwbaarheid voldoet. De VC doet de aanbeveling om een

apart profiel met kenmerken in het geschiktheidplan op te

nemen van de bestuurders die bij het beleggingsproces zijn

betrokken. Het opleidingsbeleid van het Fonds is van dien

aard dat continuïteit in de geschiktheid gewaarborgd wordt.

Het VO wordt ook in de opleidingsactiviteiten betrokken. Het

Fonds is van mening dat zij in materiële zin voldoet aan de

normen met betrekking tot diversiteit. De VC volgt die me-

ning maar doet de aanbeveling in de ABTN vast te leggen

welke doelstelling het Fonds daarbij heeft. Het Fonds geeft

een goede invulling aan de zelfevaluatie. Het Fonds heeft

begin 2016 een nieuwe vermogensbeheerder aangesteld.

De VC heeft kunnen vaststellen dat het Fonds daarbij een

zorgvuldige selectieprocedure heeft gevolgd waarbij ook re-

kening is gehouden met de gewenste wijze van inrichting

van het vermogensbeheer. In algemene zin komt de VC tot

het oordeel dat de beleggingscyclus van het Fonds voldoet

aan de geldende wet- en regelgeving. Met betrekking tot

Page 38: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

38 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

het karakter van het nieuwe fiduciaire vermogensbeheer

doet de VC de aanbeveling de bestaande governancestruc-

tuur daar nog eens op te toetsen. Tevens kan een benchmar-

king worden uitgevoerd met de performance en ontwikke-

ling dekkingsgraad van andere vergelijkbare pensioenfondsen.

Het Fonds voldoet aan de prudent person regel. Er is met

betrekking tot het maatschappelijk verantwoord beleggen

een goede aansluiting met de door het Fonds overgenomen

visie op MVO van de werkgever. Het Fonds kent een Inte-

graal Risico Management aanpak als onderdeel van de be-

stuurscyclus. Het Fonds werkt met een apart beleidsplan ri-

sicomanagement waar een integrale integriteitsanalyse

onderdeel van uit maakt. Naar het oordeel van de VC voldoet

het Fonds aan de normen met betrekking tot goed bestuur,

beheerste en integere bedrijfsvoering, uitbesteding en inte-

graal risicobeheer. Met betrekking tot de vaststelling van de

risicohouding voldoet het Fonds aan de wettelijke bepalin-

gen en regelgeving.

Het Fonds voldoet aan de wettelijke eisen met betrekking

tot de communicatie/informatieverstrekking. Daarbij heeft

het Fonds aandacht voor het vergroten van het pensioenbe-

wustzijn en inzicht bij de deelnemers. Het Fonds anticipeert

ook op de ontwikkelingen ter zake. De VC doet de aanbeve-

ling de effectiviteit van de communicatie nog eens te toet-

sen.

De visitatiecommissie

J. Ruben (voorzitter)

N. de Jager

H. Polee

Page 39: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

39

Reactie bestuur op het verslag van de VisitatiecommissieHet bestuur bedankt de Visitatiecommissie voor haar rap-

portage over 2015. Na bestudering van de rapportage con-

cluderen wij dat wij ons hierin kunnen vinden. Waar relevant

en passend bij de ambitie van ons fonds zullen wij de aanbe-

velingen prioriteren en opvolgen.

Veghel, 9 juni 2016

Huub van Rozendaal Anita Cooijmans

voorzitter secretaris

Anske Dijkstra Wilco Jansen

Rob van der Sluijs

Page 40: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012
Page 41: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

41

VERANTWOORDINGS- ORGAAN

InleidingHet Verantwoordingsorgaan geeft, conform artikel 115a van

de Pensioenwet, een oordeel over het handelen van het

Bestuur aan de hand van het jaarverslag, de jaarrekening en

andere informatie, waaronder de bevindingen van het intern

toezicht, over het door het Bestuur uitgevoerde beleid, even-

als over beleidskeuzes voor de toekomst.

SAMENSTELLING VERANTWOORDINGSORGAAN

Het Verantwoordingsorgaan bestaat uit drie leden;

• Een vertegenwoordiger namens de werkgever:

de heer G. van der Veeken (voorzitter);

• Een vertegenwoordiger namens de werknemers:

de heer D. van der Does;

• Een vertegenwoordiger namens de pensioen-

gerechtigden: de heer H. Klinge.

Bij de invoering van de Wet versterking Bestuur pensioen-

fondsen zijn de leden per 1 juli 2014 benoemd. In het ver-

slagjaar zijn er geen wijzigingen geweest in de samenstel-

ling van het Verantwoordingsorgaan.

Werkwijze en deskundigheid Verantwoordingsorgaan

Het Verantwoordingsorgaan heeft in 2015 drie maal verga-

derd, op 29 januari, 16 april en 5 november. Daarnaast heeft

een gezamenlijke vergadering van het Verantwoordingsor-

gaan met het Bestuur plaatsgevonden waarin ook het jaar-

werk is besproken. Ook heeft het Verantwoordingsorgaan

twee themabesprekingen van het Bestuur bijgewoond.

Twee leden van het Verantwoordingsorgaan hebben een

verdiepingscursus voor het Verantwoordingsorgaan gevolgd

bij SPO in het verslagjaar. Eén lid heeft de cursus reeds in

2014 gevolgd.

OPVOLGING ADVIEZEN

VERANTWOORDINGSORGAAN 2015

In het verslagjaar heeft het Verantwoordingsorgaan drie ad-

viezen uitgebracht. Het Verantwoordingsorgaan heeft het

Bestuur geadviseerd om de extra herstelmaatregelen te

evalueren en daarbij te kijken naar de belangenafweging en

de effecten hiervan voor de deelnemers ten aanzien van de

oorspronkelijke uitgangspunten. Verder heeft het Verant-

woordingsorgaan positief advies uitgebracht aan het Bestuur

over de vacatievergoeding 2015. Tot slot heeft het Verant-

woordingsorgaan positief geadviseerd ten aanzien van het

voorgenomen Bestuursbesluit tot wijziging van het regle-

ment Visitatiecommissie. Met de aanpassing voldoet het

reglement aan de geldende wet- en regelgeving.

Bevindingen en aanbevelingen Verantwoordingsorgaan 2015

WET- EN REGELGEVING

Het Verantwoordingsorgaan constateert dat het Bestuur

compliant is met wet- en regelgeving. De fondsdocumenten

zijn actueel en voldoen aan de geldende eisen. Hierbij wordt

mede overwogen dat het communicatiebeleidsplan en be-

leggingsbeleidsplan begin 2016 zijn geactualiseerd.

Per 1 januari 2015 heeft het fonds een nieuwe pensioenrege-

ling. Voortaan heeft het fonds een zogenaamde CDC-rege-

ling. Verder is de regeling vereenvoudigd en aangepast aan

het nFTK. Het Verantwoordingsorgaan is door het Bestuur

voorgelicht over de wijzigingen in de pensioenregeling. Het

Bestuur heeft de wijzigingen in de pensioenregeling gecom-

municeerd aan de deelnemers met een speciale uitgave van

de PensioensliM. Het Verantwoordingsorgaan is van oordeel

dat het Bestuur dit zorgvuldig heeft aangepakt.

BESTUURLIJKE ORGANISATIE

In het verslagjaar heeft het Bestuur de voorbereidingen ge-

troffen voor het afsluiten van een contract met AZL voor het

uitvoeren van de pensioenadministratie, Bestuursadvisering

en communicatie per 1 januari 2016 voor een periode van

Page 42: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

42 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

vier jaar. AZL vervulde deze taken al, vanuit het bedienings-

concept van de herverzekeringsovereenkomst met Nationa-

le-Nederlanden (hierna NN). De rol van NN is beëindigd.

Gelet op de minimale rol van NN bij de uitvoering van de

pensioenregeling (door AZL) acht het Verantwoordingsor-

gaan dit een juiste stap.

Het Bestuur heeft besloten om het toezicht in de vorm van

een Visitatiecommissie te behouden en voor de invulling

gebruik te maken van een externe organisatie. Het Verant-

woordingsorgaan heeft het proces met belangstelling ge-

volgd en is van oordeel dat het Bestuur haar besluiten zorg-

vuldig heeft afgewogen.

Naar aanleiding van het onderzoek belangenverstrengeling

van De Nederlandsche Bank (hierna DNB) dat werd opge-

schaald en vervolgens om een strategische risico-integri-

teitsanalyse van pensioenfondsen vroeg, heeft het Bestuur

deze analyse uitgevoerd. Vervolgens zijn de taken van de

compliance-officer herijkt. Het Verantwoordingsorgaan stelt

vast dat het Bestuur hiermee heeft voldaan aan de vereisten.

COMMUNICATIEBELEID

De communicatie door het fonds sluit aan bij de wijze van

communiceren door de werkgever, Sligro Food Group. De

communicatie vindt plaats op het juiste moment, zoals bij de

wijziging van de pensioenregeling. Het Bestuur besteedt

veel aandacht aan communicatie en gaat hierbij verder dan

wettelijk voorgeschreven. Het Verantwoordingsorgaan is van

oordeel dat het Bestuur het communicatiebeleid actueel

houdt en zorgvuldig uitvoert.

Aanbeveling 1: In het verleden is op het gebied van com-

municatie gebruik gemaakt van de Ondernemingsraad bij

wijze van ‘deelnemerspanel’. Het Verantwoordingsorgaan

beveelt het Bestuur aan om te toetsen of de communicatie

zoals door het fonds wordt uitgevoerd toereikend en duide-

lijk is voor de deelnemers, mede gelet op de invoering van

de wet Pensioencommunicatie.

FINANCIËLE POSITIE

De beleidsdekkingsgraad is eind 2015 lager dan de vereiste

dekkingsgraad; het fonds heeft een reservetekort. Conform

de eisen heeft het fonds in 2016 een herstelplan ingediend

bij DNB. Het Verantwoordingsorgaan is op de juiste wijze

geïnformeerd over de noodzaak en inhoud van het herstel-

plan.

Het Verantwoordingsorgaan en de Ondernemingsraad zijn

door het Bestuur meegenomen in het onderzoek naar de ri-

sicobereidheid en het risicodraagvlak binnen het fonds. Het

Verantwoordingsorgaan is van oordeel dat het Bestuur het

beleid zorgvuldig heeft vastgesteld.

PREMIEBELEID

Vanaf 2015 heeft het Verantwoordingsorgaan er wettelijk

gezien een nieuw adviesrecht bij gekregen. Vanaf de premie

2016 heeft het Verantwoordingsorgaan het recht om advies

uit te brengen over de samenstelling van de feitelijke premie

en de hoogte van de premiecomponenten. Het fonds heeft

vanaf 2015 een vast premiepercentage. De premie is voor

vijf jaar vastgesteld. Derhalve zal het Verantwoordingsorgaan

pas in 2020 voor het eerst gebruikmaken van dit adviesrecht.

Het Verantwoordingsorgaan stelt vast dat de premie in 2015

kostendekkend was. Daarmee voldoet het fonds aan de wet-

telijke eisen conform het nFTK.

Aanbeveling 2: Het Verantwoordingsorgaan beveelt het

Bestuur aan om het nieuwe wettelijke adviesrecht op te ne-

men in het Reglement Verantwoordingsorgaan.

TOESLAGENBELEID

Het Bestuur heeft een toeslag verleend per 1 januari 2016

van 0,5%-punt voor actieve deelnemers en 0,2%-punt voor

pensioengerechtigden en slapers. Het laatstgenoemde is

toegekend, maar in mindering gebracht op de bijdrage aan

de herstelmaatregelen uit 2010. Deze bijdrage daalt hiermee

naar 3,8% (4% – 0,2%) vanaf 2016. Het Verantwoordingsor-

gaan heeft in 2015 nadere vragen omtrent de evenwichtige

belangenafweging aan het Bestuur en de actuaris gesteld

ten aanzien van het Bestuursbesluit om de toeslag voor de

pensioengerechtigden en slapers in mindering te brengen

op de bijdrage aan de herstelmaatregelen uit 2010. Op basis

van de ontvangen reactie van het Bestuur en de actuaris

trekt het Verantwoordingsorgaan de conclusie dat de belan-

gen van alle deelnemers bij de besluitvorming zorgvuldig zijn

afgewogen.

BELEGGINGSBELEID

Het Bestuur heeft in het verslagjaar veel aandacht besteed

aan het vermogensbeheer. Er is een Beleggingscommissie

die wordt ondersteund door een onafhankelijk extern advi-

seur. Verder heeft het Bestuur een offertetraject doorlopen

voor de selectie van een vermogensbeheerder naar aanlei-

ding van het einde van de looptijd van het contract met NN

Investment Partners. Vervolgens heeft het Bestuur besloten

om een contract met BMO Global Asset Management af te

sluiten. De transitie heeft reeds plaatsgevonden in 2016.

Aanbeveling 3: Het Verantwoordingsorgaan is door middel

van de notulen van de Bestuursvergadering geïnformeerd

over dit proces. Het Verantwoordingsorgaan beveelt het Be-

Page 43: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

43

stuur aan om te bevorderen dat de organen meer worden

meegenomen in dergelijke trajecten, omdat zij een oordeel

moeten geven over het gevoerde beleid en de processen.

JAARWERK 2015

Het Verantwoordingsorgaan stelt vast dat het Bestuur de

aanbevelingen van de accountant en de certificerend actua-

ris naar aanleiding van het jaarwerk 2014 heeft opgepakt.

Voor 2015 zijn enkele aanbevelingen gedaan door de certifi-

cerend actuaris en accountant. Het Verantwoordingsorgaan

stelt vast dat dit aanscherpingen zijn van het bestaande be-

leid en de vastlegging daarvan.

Reactie verslag VisitatiecommissieHet Verantwoordingsorgaan is tevreden met het proces dat

de Visitatiecommissie heeft doorlopen en de inhoud van de

rapportage. Het Verantwoordingsorgaan is verheugd dat er

een positief beeld van het Bestuur en het fonds aanwezig is

bij de Visitatiecommissie en deelt de visie dat het fonds

kwalitatief op hoog niveau opereert. Het Verantwoordingsor-

gaan hecht veel waarde aan de aanbevelingen van de Visita-

tiecommissie. Zij kan zich vinden in de conclusies van het

rapport.

OORDEEL VERANTWOORDINGSORGAAN OVER 2015

Concluderend oordeelt het Verantwoordingsorgaan dat het

Bestuur in 2015 een verantwoord beleid heeft gevoerd,

waarin de belangen van alle betrokkenen evenwichtig wor-

den afgewogen.

Page 44: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

44 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

Reactie van het bestuur op het oordeel van het Verantwoordingsorgaan 2015Het bestuur bedankt het Verantwoordingsorgaan voor haar

rapportage over 2015. Wij kunnen ons vinden in het oordeel

van het Verantwoordingsorgaan. De aanbevelingen zullen

wij  –passend bij de ambitie van ons fonds– prioriteren en

meenemen in onze werkzaamheden.

Veghel, 9 juni 2016

Huub van Rozendaal Anita Cooijmans

voorzitter secretaris

Anske Dijkstra Wilco Jansen

Rob van der Sluijs

Page 45: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

45

Page 46: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012
Page 47: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

47

JAARREKENING

Page 48: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

48 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

Balans per 31 december 2015(na bestemming saldo)

[..] De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de balans, die een integraal onderdeel

uitmaakt van de jaarrekening.

Activa (x € 1.000) 2015 2014

Beleggingen voor risico pensioenfonds [1]

Zakelijke waarden 108.661 101.933

Vastrentende waarden 179.150 174.519

287.811 276.452

Herverzekeringsdeel technische voorzieningen [2] 808 843

Vorderingen en overlopende activa [3] 983 791

Liquide middelen [4] 989 1.408

Totaal activa 290.591 279.494

Page 49: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

49

[..] De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de balans, die een integraal onderdeel

uitmaakt van de jaarrekening.

Passiva (x € 1.000) 2015 2014

Stichtingskapitalen en reserves

Vrije reserves [5] -14.626 28.709

Reserve beleggingsrisico's [6] 46.917 28.896

32.291 57.605

Bestemde premiereserve [7] 346 0

32.637 57.605

Technische voorzieningen

Voorziening pensioenverplichtingen

voor risico pensioenfonds [8] 252.665 215.505

Voorziening toekomstige arbeidsongeschikten [9] 715 729

Herverzekeringsdeel technische voorzieningen [10] 808 843

254.188 217.077

Kortlopende schulden en overlopende passiva [11] 3.766 4.812

Totaal passiva 290.591 279.494

Page 50: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

50 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

Staat van baten en lasten (over 2015)

[..] De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de staat van baten en lasten, die een

integraal onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.

(x € 1.000) 2015 2014

Beleggingsopbrengsten

voor risico pensioenfonds [12]

Directe beleggingsopbrengsten -420 -242

Indirecte beleggingsopbrengsten -442 62.936

Kosten van vermogensbeheer -704 -611

-1.566 62.083

Beleggingsopbrengsten

voor risico deelnemers [13]

Indirecte beleggingsopbrengsten 0 12

0 12

Premiebijdragen van werkgevers

en werknemers [14] 16.332 16.115

Saldo van overdrachten van rechten [15] 1.123 996

Onttrekking beleggingen

voor risico deelnemers [16] 0 -143

Pensioenuitkeringen [17] -2.288 -2.687

Mutatie voorziening pensioenverplichtingen

voor risico pensioenfonds [18] -37.160 -53.743

Mutatie overige technische voorzieningen [19] 14 -52

Mutatie voorziening pensioenverplichtingen

voor risico deelnemers [20] 0 131

Herverzekering [21] -82 -12

Pensioenuitvoerings- en administratiekosten [22] -1.354 -1.252

Overige baten en lasten [23] 13 -200

Saldo van baten en lasten -24.968 21.248

Page 51: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

51

[..] De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de staat van baten en lasten, die een

integraal onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.

2015 2014

Bestemming van het saldo

Vrije reserve -43.335 16.976

Reserve beleggingsrisico's 18.021 4.272

Bestemde premiereserve 346 0

-24.968 21.248

Page 52: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

52 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

Kasstroomoverzicht

(x € 1.000) 2015 2014

Pensioenactiviteiten

Ontvangsten

Premiebijdragen van werkgevers en werknemers 16.330 16.120

Overgenomen pensioenverplichtingen 1.095 2.076

Herverzekering 0 118

Inkoopsommen 0 11

17.425 18.325

Uitgaven

Uitgekeerde pensioenen -2.283 -2.702

Overgedragen pensioenverplichtingen -427 -611

Herverzekering -13 0

Pensioenuitvoerings- en administratiekosten -1.331 -812

-4.054 -4.125

Beleggingsactiviteiten

Ontvangsten

Directe beleggingsopbrengsten -420 -242

Verkopen en aflossingen beleggingen 83.960 98.879

83.540 98.637

Uitgaven

Aankopen beleggingen -96.629 -110.457

Kosten van vermogensbeheer -701 -484

-97.330 -110.941

Mutatie liquide middelen -419 1.896

Saldo liquide middelen 1 januari 1.408 -488

Saldo liquide middelen 31 december

Waarvan:

Saldo ING Bank 965 1.246

Depotbanken 24 162

989 1.408

Page 53: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

53

AlgemeenOns fonds heeft de jaarrekening opgesteld in overeenstem-

ming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgeno-

men in Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek (BW) en met inacht-

neming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaglegging. De

jaarrekening wordt gepresenteerd in euro (functionele valu-

ta), afgerond op het dichtsbijzijnde duizendtal. De cijfers van

voorgaand jaar zijn op enkele aspecten aangepast voor ver-

gelijkingsdoeleinden.

Waardering

Schattingen en veronderstellingenDe opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met

Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en

schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn

op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde

waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten.

De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen

zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschil-

lende andere factoren die gegeven de omstandigheden als

redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen

de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en

verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bron-

nen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken

van deze schattingen. De schattingen en onderliggende ver-

onderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzienin-

gen van schattingen worden opgenomen in de periode

waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening al-

leen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van

herziening en toekomstige perioden, indien de herziening

gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomsti-

ge perioden.

Opname van een actief of een verplichtingEen actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waar-

schijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar

ons fonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouw-

baar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de

balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwik-

keling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van mid-

delen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan

worden vastgesteld.

Verantwoording van baten en lastenBaten worden in de rekening van baten en lasten opgeno-

men wanneer een vermeerdering van het economisch po-

tentieel, samenhangend met een vermeerdering van een

actief of een vermindering van een verplichting heeft plaats-

gevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden

vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermin-

dering van het economisch potentieel, samenhangend met

een vermindering van een actief of een vermeerdering van

een verplichting heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang

betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie

ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economi-

sche voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrek-

king tot een actief of een verplichting aan een derde zijn

overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer

in de balans opgenomen. Dit betekent dat transacties wor-

den verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsda-

tum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post “nog af

te wikkelen transacties”. Deze post kan zowel een actief als

een passief zijn.

Saldering van een actief en een verplichtingEen financieel actief en een financiële verplichting worden

gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien

sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om

het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te

wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op

deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgeno-

men financiële activa en financiële verplichtingen samenhan-

gende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesal-

deerd opgenomen.

Algemene grondslagenDe activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale

waarde, tenzij hierna een andere grondslag wordt vermeld.

Activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend

tegen de contante koersen per balansdatum. Alle baten en

lasten worden ten gunste of ten laste van het resultaat ge-

bracht, rekening houdend met de overlopende posten per

balansdatum. Baten en lasten voortvloeiend uit transacties in

vreemde valuta worden omgerekend tegen de koersen op

transactiedatum. Waar nodig vindt waardevermindering

plaats voor het risico van onvolwaardigheid van het activum.

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Page 54: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

54 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

Vorderingen en overlopende activaVorderingen en overlopende activa worden bij eerste ver-

werking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste verwer-

king worden vorderingen gewaardeerd op geamortiseerde

kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake

is van transactiekosten) onder aftrek van eventuele bijzon-

dere waardeverminderingen, indien sprake is van oninbaar-

heid.

Overige schulden en overlopende passivaOverige schulden en overlopende passiva worden bij eerste

verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste ver-

werking worden schulden gewaardeerd tegen geamorti-

seerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen

sprake is van transactiekosten).

Beleggingen

Zakelijke waardenDe ter beurze genoteerde aandelen zijn gewaardeerd tegen

reële waarde. Niet ter beurze genoteerde fondsen worden

gewaardeerd tegen de actuele waarde, zijnde het aandeel in

de intrinsieke waarden van de beleggingsfondsen, wat een

afspiegeling van de zakelijke beurswaarde van de beleg-

gingsproducten in het fonds is.

Vastrentende waardenDe obligaties worden gewaardeerd tegen reële waarde.

Beursgenoteerde vastrentende waarden zijn gewaardeerd

tegen de per balansdatum geldende beurskoersen. Indien

vastrentende waarden niet beursgenoteerd zijn, vindt waar-

dering plaats op basis van de geschatte toekomstige kas-

stromen, contant gemaakt tegen de ultimo verslagjaar gel-

dende markten.

De beleggingen zijn ondergebracht in een gesepareerd de-

pot bij de herverzekeraar waarvan het juridisch eigendom bij

de verzekeraar berust.

DerivatenDerivaten worden gewaardeerd op reële waarde, te weten

de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde

die wordt bepaald met behulp van marktconforme waarde-

ringsmodellen.

Reserve beleggingsrisico’sDit betreft het door de actuaris berekende Vereist Eigen Ver-

mogen. Voor het jaar 2015 is dit bepaald op 18,5% van de

voor ziening pensioenverplichtingen voor risico pensioen-

fonds. De jaarlijkse mutatie wordt verwerkt bij de bestem-

ming van het resultaat.

Vrije reserveDe resultaten worden toegevoegd voor zover zij niet beno-

digd zijn voor de vorming of instandhouding van de bestem-

de premiereserve en de reserve beleggingsrisico’s.

Bestemde premiereserveStichting Pensioenfonds Sligro Food Group kent vanaf 1 janu-

ari 2015 een premiereserve, die als bestemmingsreserve

wordt aangehouden. De premiereserve is gevormd om on-

gewenste bewegingen in de gedempte kostendekkende

premie (als gevolg van fluctuaties in uitvoeringskosten en

opbouw van het deelnemersbestand) tegen te gaan.

Aan de premiereserve wordt een positieve premiemarge

toegevoegd. Indien er sprake is van een negatieve premie-

marge, wordt een gedeelte van de bestemde premiereserve

onttrokken. De onttrekking is gelijk aan een evenredig deel

van de bestemde premiereserve doch maximaal gelijk aan

de absolute waarde van de negatieve premiemarge. De ont-

trekking is beschikbaar als premie voor de financiering van

de jaarlijkse pensioenopbouw. Aan de bestemde premiere-

serve wordt jaarlijks (een deel van) het behaalde fondsrende-

ment toegevoegd.

Schattingswijzigingen

Vervallen drie-maandsmiddeling rentePrimo 2015 is de driemaandsmiddeling van de rentetermijn-

structuur vervallen. Dit heeft geleid tot een verhoging van de

voorziening met € 12.278. Het effect van deze schattingswij-

ziging is als mutatie in het resultaat verwerkt.

Wijziging Ultimate Forward RateIn 2015 is de wijze waarop de Ultimate Forward Rate (UFR)

bepaald wordt, aangepast. Dit heeft geleid tot een verhoging

van de de voorziening ultimo 2015 met € 10.900. Het effect

van deze schattingswijziging is als mutatie in het resultaat

verwerkt.

Voorziening pensioenverplichtingenDe voorziening pensioenverplichtingen is gewaardeerd op

basis van actuele waarde. Bij de berekening van de voor-

ziening pensioenverplichtingen is uitgegaan van de op de

balansdatum geldende pensioenreglementen en van de over

de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Er

wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisver-

hogingen en/of toeslagen (tenzij besloten in het boekjaar).

De contante waarde wordt vastgesteld op basis van de door

DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur (RTS) ultimo 2015.

De verwachte kasstromen zijn gebaseerd op prudent ge-

achte verzekeringstechnische grondslagen.

Page 55: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

55

De berekeningen zijn uitgevoerd op de volgende actuariële

grondslagen en veronderstellingen:

IntrestConform de rentetermijnstructuur (RTS) zoals gepubliceerd

door DNB.

SterfteVoor de vaststelling van de voorziening pensioenverplichtin-

gen wordt uitgegaan van de door het Actuarieel Genootschap

vastgestelde AG Prognosetafel AG2014 ultimo 2015, startjaar

2016 (2014: AG Prognosetafel AG2014, startjaar 2015). Voor

mannen is er een leeftijdsafhankelijke ervaringssterfte en

voor alle vrouwen is deze 100%.

Partnerfrequentie/ leeftijdsverschilTen behoeve van de vaststelling van het partnerpensioen

wordt uitgegaan van een partnerfrequentietabel en een ver-

ondersteld leeftijdsverschil van 3 jaar tussen deel nemer en

partner.

UitkeringenDe uitkeringen zijn continu betaalbaar verondersteld.

KostenDe opslag voor excassokosten bedraagt 2,5% van de tech-

nische voorziening voor risico van ons fonds.

Voorziening toekomstig arbeidsongeschiktenAangezien ons fonds voor dit risico is herverzekerd, is voor

hetzelfde bedrag een vordering op de verzekeraar

opgenomen.

Herverzekeringsdeel technische voorzieningenHet herverzekeringsdeel technische voorzieningen is op de-

zelfde grondslagen gebaseerd als de voorziening

pensioen verplichting en komt voor risico van ons fonds.

ResultaatbepalingDe baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop

ze betrekking hebben.

Directe beleggingsopbrengstenOnder directe beleggingsopbrengsten wordt bij vast rentende

waarden verstaan de renteopbrengst verminderd met de

kosten; bij de zakelijke waarden wordt hieronder verstaan

het bruto-dividend, voor aftrek van dividendbelasting, ver-

minderd met de kosten. De intresten van overige activa en

passiva worden opgenomen op basis van nominale bedra-

gen.

Indirecte beleggingsopbrengstenOnder de indirecte beleggingsopbrengsten worden de vol-

gende resultaten opgenomen:

• gerealiseerde koersverschillen bij verkopen van aandelen

en obligaties;

• gerealiseerde koersverschillen bij (af)lossingen van

obligaties;

• valutaverschillen met betrekking tot obligaties en

bankrekeningen in buitenlandse valuta en valutatermijn-

transacties;

• niet-gerealiseerde koersverschillen inzake aandelen en

obligaties.

HerverzekeringOns fonds heeft een herverzekeringsovereenkomst gesloten

met herverzekeraar Nationale-Nederlanden. Uit hoofde hier-

van zijn onder meer de overlijdens- en arbeidsongeschikt-

heidsrisico’s van de deelnemers in ons fonds herverzekerd.

Zo komt het niet gefinancierde partner- en wezenpensioen

bij voortijdig overlijden ten laste van de herverzekeraar. Ook

de reguliere opbouw van ouderdomspensioen en de voort-

zetting van de dekking van het overlijdensrisico voor het niet

gefinancierde partner- en wezenpensioen is herverzekerd.

Bij arbeidsongeschiktheid zal de herverzekeraar de premie-

betaling voor voortzetting van de pensioenopbouw en de ri-

sicodekking voor zijn rekening nemen. Elk jaar wordt door de

herverzekeraar een berekening gemaakt van het technisch

resultaat dat uit hoofde van de herverzekering voortvloeit.

Wanneer de som van de jaarlijkse resultaten aan het einde

van de vijfjarige afreken periode positief is, komt 76% van het

resultaat ten bate van ons fonds en is 24% ten bate van de

herverzekeraar. Een negatief resultaat komt ten laste van de

herverzekeraar. De vijf jarige afrekenperiode is geëindigd op

31 december 2015. Ons fonds blijft uiteindelijk wel nog risico

lopen en er is sprake van een verschil tussen de grondslagen

van NN en ons pensioenfonds. Naast de technische winstde-

ling deelt ons fonds ook in de resultaten op beleggingen. De

beleggingen van het fonds worden geadministreerd in een

gesepareerd depot. Voor zover het rendement op de beleg-

gingen in het depot groter is dan de actuariële rekenrente en

contractueel vastgelegde kosten, komt het meerdere ten

gunste van ons fonds. Een eventueel tekort aan het einde

van de contractperiode is voor rekening van ons pensioen-

fonds.

Page 56: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

56 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

KasstroomoverzichtHet kasstroomoverzicht geeft inzicht in de herkomst en aan-

wending van kasmiddelen. De kasstromen zijn gerubriceerd

naar kasstroom uit pensioenactiviteiten, kasstroom uit be-

leggingsactiviteiten en overige mutaties. Bij het opstellen

van het kasstroomoverzicht is de directe methode gehan-

teerd. Hierin zijn de bankschulden meegenomen.

Page 57: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

57

Toelichting op de balans(per 31 december 2015)

(x € 1.000)

Niet

[1] Beleggingen voor risico Stand Aankopen/ Gerealiseerde gerealiseerde Stand

pensioenfonds ultimo Verstrek- Verkopen koers- koers- ultimo

Categorie 2014 kingen aflossingen verschillen verschillen 2015

Zakelijke waarden

Aandelen beleggingsfondsen 101.933 52.872 -56.025 4.245 5.636 108.661

101.933 52.872 -56.025 4.245 5.636 108.661

Vastrentende waarden

Vastrentende

beleggingsfondsen 174.519 35.305 -27.935 58 -2.797 179.150

174.519 35.305 -27.935 58 -2.797 179.150

Derivaten

Valuta derivaten -1.790 8.452 0 -8.451 867 -922

-1.790 8.452 0 -8.451 867 -922

Totaal beleggingen

voor risico pensioenfonds 274.662 96.629 -83.960 -4.148 3.706 286.889

Derivaten opgenomen onder

Kortlopende schulden en

overige passiva 1.790 922

Totaal beleggingen voor risico

pensioenfonds activa zijde 276.452 287.811

Security lendingBinnen een aantal beleggingsfondsen waarin Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group belegt, worden stukken (aandelen en

obligaties) uitgeleend. Voor het uitlenen van deze stukken ontvangen de betreffende beleggingsfondsen collateral als onderpand.

De opbrengsten van het uitlenen van de stukken worden binnen het beleggingsfonds herbelegd. Deze opbrengsten hebben een

posistief effect op de participatiewaarde van het beleggingsfonds.

Page 58: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

58 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

Directe marktnotering: beursnotering in een actieve markt (waarop geen prijsaanpassingen worden uitgevoerd).

Afgeleide marktnotering (incl. incorporatie van overige waarderingen): geen directe beursnotering, maar andere uit de markt

waarneembare data, danwel een prijs gebaseerd op een transactie in een actieve markt met niet-significante prijsaanpassing

(gebaseerd op aannames en schattingen).

Overige waarderingsmethoden: marktwaarde bepaling niet gebaseerd op marktdata, maar gebaseerd op aannames en schat-

tingen die de prijs significant beïnvloeden.

Directe Afgeleide Overige

markt- markt- waarderings-

Ultimo 2015 notering notering methoden Totaal

Zakelijke waarden 0 108.661 0 108.661

Vastrentende waarden 0 179.150 0 179.150

Derivaten 0 -922 0 -922

0 286.889 0 286.889

Directe Afgeleide Overige

markt- markt- waarderings-

Ultimo 2014 notering notering methoden Totaal

Zakelijke waarden 0 101.933 0 101.933

Vastrentende waarden 0 174.519 0 174.519

Derivaten 0 -1.790 0 -1.790

0 274.662 0 274.662

Page 59: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

59

(x € 1.000) 2015 2014

[2] Herverzekeringsdeel technische voorzieningen 808 843

In deze post herverzekering is de contante

waarde opgenomen van de nog te

ontvangen uitkeringen (op basis van oude

herverzekeringscontracten).

[3] Vorderingen en overlopende activa

Vorderingen op de herverzekeraar (toekomstig AO) 715 729

Vorderingen op aangesloten ondernemingen 47 45

Vorderingen op deelnemers van het pensioenfonds 14 15

Vooruitbetaalde bedragen 207 2

Alle vorderingen en overlopende activa hebben een

looptijd korter dan één jaar.

Totaal vorderingen en overlopende activa 983 791

[4] Liquide middelen

Depotbanken 24 162

ING Bank N.V. 965 1.246

989 1.408

De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het

fonds.

Reserves

[5] Vrije reserve

Stand per 1 januari 28.709 11.733

Saldobestemming verslagjaar -43.335 16.976

Stand per 31 december -14.626 28.709

[6] Reserve beleggingsrisico's

Stand per 1 januari 28.896 24.624

Saldobestemming verslagjaar 18.021 4.272

Stand per 31 december 46.917 28.896

Totaal eigen vermogen 32.291 57.605

[7] Bestemde premiereserve

Stand per 1 januari 0 0

Saldobestemming verslagjaar 346 0

Stand per 31 december 346 0

Page 60: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

60 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

2015 2014

Het pensioenvermogen bedraagt 286.479 274.682

Het minimaal vereist vermogen/dekkingsgraad

bedraagt 264.740 104,5% 226.070 104,5%

Het vereist vermogen/dekkingsgraad bedraagt 300.297 118,5% 245.130 113,4%

De dekkingsgraad is 112,7% 126,6%

De beleidsdekkingsgraad is 117,2% 125,6%

De dekkingsgraad 2014 is vastgesteld als de reserves

plus de voorziening pensioenverplichtingen voor

risico pensioenfonds gedeeld door de voorziening

pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds.

In 2015 is de dekkingsgraad vastgesteld als het totaal

eigen vermogen (exclusief bestemde premiereserve)

plus de totale technische voorziening gedeeld door de

totale technische voorziening.

Technische voorzieningen

[8] Voorziening pensioenverplichtingen

voor risico pensioenfonds

Stand per 1 januari 215.505 161.762

Het verloop van de voorziening is als volgt:

Pensioenopbouw 14.045 11.643

Indexering en overige toeslagen 944 1.479

Rentetoevoeging 388 656

Onttrekking voor pensioenuitkeringen -2.202 -2.588

Toename voorziening toekomstige kosten 351 228

Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten -54 -48

Kanssystemen 1.454 782

Vervallen 3-maandsmiddeling 12.278 0

Wijziging rentetermijnstructuur -3.458 43.185

Wijziging UFR 10.900 0

Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten 1.457 998

Wijziging actuariële grondslagen 0 -820

Overige mutaties voorziening

pensioenverplichtingen 1.057 -1.772

Stand per 31 december 252.665 215.505

De benodigde rentetoevoeging is gebaseerd op de

1-jaars rente van 0,159% zonder 3-maandsmiddeling.

De voorziening pensioenverplichtingen

voor risico pensioenfonds is als volgt opgebouwd

Actieve deelnemers 174.028 148.750

Gewezen deelnemers 43.709 35.808

Pensioengerechtigden 34.928 30.947

252.665 215.505

Page 61: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

61

2015 2014

[9] Voorziening toekomstige arbeidsongeschikten

Stand per 1 januari 729 677

Opvoer risicopremie 337 378

Vrijval risicopremie -351 -326

Stand per 31 december 715 729

[10] Voorziening herverzekerde pensioenverplichtingen

Stand per 1 januari 843 907

Dotatie 36 85

Bestedingen -72 -152

Intrest 1 3

Stand per 31 december 808 843

Totaal technische voorzieningen 254.188 217.077

[11] Kortlopende schulden en overlopende passiva

Derivaten 922 1.790

Accountantkosten 35 20

Actuariskosten 30 48

Schulden uit hoofde van waardeoverdrachten 554 804

Verzekeringsmaatschappijen 692 656

Gecumuleerd technisch resultaat 390 384

Belastingen en sociale premies 56 52

Schulden inzake pensioenuitvoerings-

en administratiekosten 1.084 1.051

Overige 3 7

3.766 4.812

De kortlopende schulden en overlopende passiva hebben een looptijd korter dan één jaar.

Niet in de balans opgenomen verplichtingenEr zijn geen meerjarige contracten afgesloten.

Page 62: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

62 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

Toelichting op de staat van baten en lasten

(x € 1.000) 2015 2014

[12] Beleggingsopbrengsten voor

risico pensioenfonds

Directe beleggingsopbrengsten

Zakelijke waarden 267 0

Vastrentende waarden 0 0

Derivaten -703 -251

Subtotaal -436 -251

Banken -3 -4

Waardeoverdrachten 20 12

Overige -1 1

Totaal directe beleggingsopbrengsten -420 -242

Indirecte beleggingsopbrengsten

Gerealiseerde resultaten

Zakelijke waarden 4.245 1.519

Vastrentende waarden 58 1.488

Derivaten -8.451 0

-4.148 3.007

Ongerealiseerde resultaten

Zakelijke waarden 5.636 12.582

Vastrentende waarden -2.797 54.227

Derivaten 867 -6.880

3.706 59.929

Totaal indirecte beleggingsopbrengsten -442 62.936

Page 63: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

63

2015 2014

Kosten van vermogensbeheer

Beheerloon -15 -15

Beheerloon zakelijke waarden -281 -257

Beheerloon vastrentende waarden -312 -305

Beheerloon derivaten -25 -23

Bewaarloon -3 -3

Beleggingsadvies -68 -8

Totaal kosten vermogensbeheer -704 -611

Totaal beleggingsopbrengsten

voor risico pensioenfonds -1.566 62.083

[13] Beleggingsopbrengsten voor risico deelnemers

Indirecte beleggingsopbrengsten:

Gerealiseerde resultaten 0 12

Ongerealiseerde resultaten 0 0

Totaal indirecte beleggingsopbrengsten 0 12

Totaal beleggingsopbrengsten

voor risico deelnemers 0 12

[14] Premiebijdragen van werkgever en werknemers

Pensioenpremie werkgever 10.888 10.699

Pensioenpremie werknemers 5.444 5.349

Bijdrage FVP regeling 0 56

Inkoopsommen 0 11

16.332 16.115

Page 64: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

64 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

2015 2014

De premiebijdragen van werkgevers en werknemers

bedragen in totaal 24,5% (2014: 24,9%) van de

pensioengrondslag. De aan het boekjaar toe te

rekenen feitelijke premie is als bate verantwoord. De

feitelijke premie is o.b.v. een gedempt premiebeleid

kostendekkend.

De kostendekkende premie over 2015 is vastgesteld

conform de actuariële en bedrijfstechnische nota

(abtn). Dit betekent dat de premie is vastgesteld op

basis van een gedempt premiebeleid. De demping

gebeurt op basis van een verwacht (meerjarig

vastgesteld) reëel fondsrendement van 2,4% per

jaar, zonder solvabiliteitsopslag. De gedempte

kostendekkende premie bedraagt 15.986. De feitelijk

betaalde premie is met 16.332 hoger.

Kostendekkende premie 19.249 16.567

Gedempte kostendekkende premie 15.986 13.470

Feitelijke premie 16.332 16.048

De feitelijke premie bestaat uit een premiebijdrage

van werkgevers en werknemers.

De kostendekkende premie is als volgt

samengesteld:

Actuarieel benodigd 14.396 11.641

Opslag in stand houden vereist vermogen 1.880 2.027

Opslag voor uitvoeringskosten 1.300 1.204

Premies risicoverzekering 1.673 1.695

19.249 16.567

De gedempte premie is als volgt samengesteld:

Actuarieel benodigd 7.091 8.953

Opslag in stand houden vereist vermogen 1.025 1.618

Opslag voor uitvoeringskosten 1.300 1.204

Premies risicoverzekering 1.673 1.695

Voorwaardelijke componenten 4.897 0

15.986 13.470

Page 65: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

65

2015 2014

De feitelijke premie is als volgt samengesteld:

Actuarieel benodigd 7.091 8.953

Opslag in stand houden vereist vermogen 1.025 1.618

Opslag voor uitvoeringskosten 1.300 1.204

Premies risicoverzekering 1.673 1.695

Voorwaardelijke componenten 4.897 0

Marge 0 2.578

Premiereserve 346 0

16.332 16.048

[15] Saldo van overdrachten van rechten

Overgenomen pensioenverplichtingen 1.344 1.607

Overgedragen pensioenverplichtingen -221 -611

1.123 996

[16] Onttrekking beleggingen voor risico deelnemers

Onttrekkingen t.b.v. inkoop rechten 0 -143

0 -143

[17] Pensioenuitkeringen

Pensioenen

Ouderdomspensioen -1.726 -2.087

Partnerpensioen -368 -323

Wezenpensioen -37 -33

Invaliditeitspensioen -34 -43

Subtotaal -2.165 -2.486

Andere uitkeringen

Afkoopsommen -67 -148

Overige uitkeringen -56 -53

Subtotaal -123 -201

Totaal pensioenuitkeringen -2.288 -2.687

Page 66: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

66 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

2015 2014

[18] Mutatie voorziening pensioenverplichtingen

voor risico pensioenfonds

Pensioenopbouw -14.045 -11.643

Indexering en overige toeslagen -944 -1.479

Rentetoevoeging (zonder 3-maandsmiddeling) -388 -656

Onttrekking voor pensioenuitkeringen 2.202 2.588

Toename voorziening toekomstige kosten -351 -228

Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten 54 48

Kanssystemen -1.454 -782

Vervallen 3-maandsmiddeling -12.278 0

Wijziging rentetermijnstructuur 3.458 -43.185

Wijziging UFR -10.900 0

Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten -1.457 -998

Wijziging actuariële grondslagen 0 820

Overige mutaties voorziening

pensioenverplichtingen -1.057 1.772

-37.160 -53.743

[19] Mutatie overige technische voorzieningen 14 -52

[20] Mutatie voorziening pensioenverplichtingen

voor risico deelnemers

Onttrekkingen t.b.v. inkoop rechten 0 143

Rendement 0 -12

0 131

[21] Herverzekering

Winstdeling herverzekering -68 -64

Overige -14 52

-82 -12

[22] Pensioenuitvoerings- en administratiekosten

Administratie -1.061 -984

Accountantscontrole van de jaarrekening(1) -30 -29

Contributies en bijdragen -22 -16

Overige kosten -241 -223

Totaal Pensioenuitvoerings- en administratiekosten -1.354 -1.252

1 Hiernaast heeft er geen andere dienstverlening plaatsgevonden door de accountant.

Page 67: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

67

2015 2014

Bezoldiging bestuursleden

De bestuursleden en leden van het

verantwoordingsorgaan van ons fonds die in

dienst zijn van Sligro Food Group hebben in 2015

geen bezoldiging ontvangen.

Overige bestuursleden 3 3

Leden Verantwoordingsorgaan 3 3

Leden Visitatiecommissie 6 6

12 12

Personeel

Gedurende het verslagjaar 2015 had ons fonds

geen personeelsleden in dienst.

Verbonden partijen

Er is sprake van een relatie tussen de verbonden

partijen, het fonds, de werkgever, de aangesloten

ondernemingen en hun bestuurders.

Er zijn geen leningen verstrekt aan, noch is

er sprake van vorderingen op, (voormalige)

bestuurders. De bestuurders nemen deel aan de

pensioenregeling van het fonds op basis van de

voorwaarden in het pensioenreglement.

[23] Overige baten en lasten

24% van het technisch resultaat -6 -159

Diversen 19 -41

13 -200

Saldo van baten en lasten -24.968 21.248

Page 68: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

68 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

2015 2014

Actuariële analyse van het saldo

Wijziging rentetermijnstructuur (incl. benodigde intrest) -20.108 -43.841

Beleggingsopbrengsten -1.566 62.083

Premies -1.037 1.345

Waardeoverdrachten -334 -2

Uitkeringen -86 -99

Sterfte -140 522

Arbeidsongeschiktheid -367 -44

Reguliere mutaties 215 28

Toeslagverlening -944 -1.479

Wijziging Actuariële grondslagen (2) -1.057 2.592

Overige mutaties 456 143

-24.968 21.248

2 In 2014 betreft dit de wijziging regeling (1.746), wijziging sterftegrondslagen (1.872), wijziging kostenvoorziening (-1.052) en overige (26). In 2015 betreft

dit de wijziging regeling (-1.055) en overige (-2).

Page 69: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

69

Risicoparagraaf

In de risicoparagraaf binnen het bestuursverslag is het beleid

rond risicobeheersing uiteengezet. Hierna worden een aan-

tal specifieke risico’s nader toegelicht en gekwantificeerd.

Conform de berekeningen van het vereist eigen vermogen in

het Actuarieel Rapport is de risicoparagraaf gebaseerd op

basis van het doorkijkbeginsel (lookthrough-principe) en

wordt er rekening gehouden met recente ontwikkelingen

zoals het gebruik van de meest recente UFR en de aange-

paste definitie van de (beleids)dekkingsgraad en vereiste

dekkingsgraad. Laatstgenoemde impliceert dat bij de bere-

kening van de (beleids)dekkingsgraad en vereiste dekkings-

graad vanaf het jaarwerk van 2015 rekening gehouden dient

te worden met het totale vermogen en de totale technische

voorziening. In de risicoparagraaf worden de afzonderlijke

risico's van het vereist eigen vermogen gerelateerd aan de

voorziening voor risico fonds. De impact van de aangepaste

berekeningsmethodiek wordt afzonderlijk getoond. Onder

het nieuwe FTK zijn de voorschriften voor de berekening van

het vereist eigen vermogen aangescherpt en wordt getoetst

op basis van het vereist eigen vermogen gebaseerd op de

strategische verdeling. De impact van de afzonderlijke risi-

co's wordt tevens getoond voor het feitelijk vereist eigen

vermogen omdat de vereiste dekkingsgraad op basis van de

feitelijke verdeling in het nieuwe FTK onder andere een be-

langrijke rol speelt bij de korte termijn risicohouding van het

fonds.

SolvabiliteitsrisicoHet belangrijkste financieel risico voor het Pensioenfonds is

het niet kunnen nakomen van de pensioentoezeggingen.

Een belangrijke maatstaf hiervoor is het aanwezig Eigen

vermogen. Wettelijk is een gestandaardiseerde methode

(standaardmodel) vastgelegd om te kunnen toetsen of het

aanwezig Eigen vermogen voldoende is om een aantal spe-

cifieke financiële risico’s op te kunnen vangen en daarmee of

aan de pensioentoezeggingen kan worden voldaan. De bere-

keningen van het vereist eigen vermogen zijn met name van

belang voor de premiestelling, herstelplan en haalbaarheids-

toets van het fonds. De beleidsdekkingsgraad van het Pensi-

oenfonds is per 31 december 2015 lager dan de vereiste

dekkingsgraad op basis van de strategische verdeling vol-

gens het standaardmodel, waardoor het Pensioenfonds in

een reservetekort verkeert.

Jaarlijks vindt toetsing plaats aan de hand van dit standaard-

model. De verschillende standaard risicofactoren hierin wor-

den benoemd onder de noemer S1 tot en met S6 en de S10.

De S10 betreft het actief beheer risico en is onder het nieu-

we FTK in het standaardmodel van DNB geplaatst. Hierna

zijn de uitkomsten weergegeven voor de verschillende risico-

categorieën op basis van de strategische beleggingsmix ul-

timo 2015 van 118,5% en het maximum van de feitelijke of

strategische mix ultimo 2014. Ultimo 2014 werd getoetst op

het maximum van beiden en niet op het strategisch vereist

eigen vermogen zoals geldt onder het nieuwe FTK. Ultimo

2014 betrof dit het vereist eigen vermogen op basis van de

feitelijke mix van 113,4%. Zoals eerder vermeld worden de

afzonderlijke risico's uitgedrukt ten opzichte van de voorzie-

ning voor risico fonds. Zodoende kunnen de afzonderlijke ri-

sico's van 2015 vergeleken worden met de risico's van 2014.

Page 70: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

70 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

(x € 1.000) 2015 2014

€ % € %

Renterisico (S1) 6.252 1,3% 6.829 2,0%

Zakelijke waarden risico (S2) 33.418 12,0% 22.176 9,0%

Valutarisico (S3) 3.310 0,1% 3.526 0,2%

Grondstoffenrisico (S4) 0 0,0% 0 0,0%

Kredietrisico (S5) 13.570 3,7% 3.353 0,2%

Verzekeringstechnisch risico (S6) 11.850 1,2% 10.158 1,7%

Liquiditeitsrisico (S7) 0 0,0% 0 0,0%

Concentratierisico (S8) 0 0,0% 0 0,0%

Actief beheer risico (S10) 4.618 0,2% 4.270 0,3%

Diversificatie-effect -26.101 -21.416

Totaal Vereist eigen vermogen 46.917 18,5% 28.896 13,4%

Aanwezige dekkingsgraad 112,7% 126,6%

Beleidsdekkingsgraad (2015) 117,2% 125,6%

Minimaal vereiste dekkingsgraad 104,5% 104,5%

Strategisch vereiste dekkingsgraad 118,5% 111,7%

Feitelijk vereiste dekkingsgraad 120,6% 113,4%

De beleidsdekkingsgraad wordt berekend als de 12-maands

voortschrijdende gemiddelde dekkingsgraad. In de bereke-

ning van de beleidsdekkingsgraad is rekening gehouden met

de aangepaste definitie van de becijfering van de dekkings-

graad. Zoals aangegeven dient de dekkingsgraad becijferd te

worden door rekening te houden met het totale vermogen

en de totale technische voorziening. Voor ons fonds betekent

dit dat er een kleine post herverzekerd deel technische voor-

ziening wordt meegenomen. In boekjaar 2014 was de dek-

kingsgraad van 126,6% leidend. Afgezet tegen de beleids-

dekkingsgraad ultimo 2015 van 117,2% is de (beleids)

dekkingsgraad afgenomen met 9,4%-punt.

Renterisico

Het renterisico wordt veroorzaakt, doordat de rentegevoelig-

heid van de verplichtingen afwijkt van de rentegevoeligheid

van de beleggingen. Ons fonds kent een kortere looptijd

voor pensioenverplichtingen dan voor de looptijd van de be-

leggingen. Onderstaande duratie cijfers geven meer inzicht.

Duratie van de vastrentende waarden (inclusief rentederiva-

ten) 25,6

Duratie van de pensioenverplichtingen 24,4

Voor de vaststelling van het renterisico bij het vereist eigen

vermogen worden de kasstromen van de rentegevoelige

beleggingen afgezet tegen de kasstromen van de voorzie-

ning pensioenverplichtingen. Vervolgens worden beide kas-

stromen afgezet tegen door DNB bepaalde renteschokken

die per looptijd verschillen. Op basis van deze renteschokken

kan de impact op de technische voorziening en de impact op

alle rentegevoelige beleggingen worden berekend. Overeen-

komstig kan een afdekkingspercentage worden berekend.

Rentegevoeligheid is één van de belangrijkste factoren bij de

bepaling van de (strategische) assetallocatie van de porte-

feuille.

Page 71: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

71

(x € 1.000) Feitelijke verdeling Strategische verdeling

in € % in € %

Impact op technische voorziening voor risico fonds 29.579 29.579

Impact op de rentegevoelige beleggingen 16.730 23.327

Renterisico 12.849 3,1% 6.252 1,3%

Afdekkingspercentage 56,6% 78,9%

Strategisch beoogt het fonds 68% van het renterisico van de

verplichtingen af te dekken. Doordat voor de berekening van

de vereiste dekkingsgraad andere voorschriften gelden, re-

sulteren bij deze berekening hogere afdekkingspercentages.

Hoogte bufferOp basis van de Vereist Eigen Vermogen berekeningen be-

draagt de buffer voor het feitelijk renterisico 12.849 (3,1%)

en voor het strategisch renterisico 6.252 (1,3%) ultimo 2015.

Rentegevoeligheid op basis van swaprente - Duration

2,5 2,0

6,2 7,25,4

3,1

0,73,5

6,9 7,34,8

2,4

-10,0

-6,0

-2,0

2,0

6,0

10,0

Duration rentegevoelige beleggingen

Duration technische voorziening (swap)

Page 72: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

72 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

Zakelijke waarden risicoOns fonds loopt het risico dat haar beleggingen in aandelen in

waarde dalen. In het beleggingsbeleid wordt met dergelijke ri-

sico’s rekening gehouden door ondermeer een toepassing van

voldoende spreiding in de beleggingsportefeuille naar catego-

rieën, markten en dergelijke. De volatiliteit van de marktwaar-

den (prijsrisico’s) van beleggingen wordt periodiek geëvalueerd

en kan leiden tot bijstellingen in het vermogensbeheer. In on-

derstaande tabel wordt de verdeling naar de verschillende za-

kelijke waarden categorieën getoond.

(x € 1.000) 2015 2014

€ % € %

Verdeling aandelen per categorie:

Ontwikkelde markten (Mature markets) 103.552 95,3% 93.243 91,5%

Opkomende markten (Emerging markets) 2.185 2,0% 2.327 2,3%

Overige 2.924 2,7% 6.363 6,2%

108.661 100,0% 101.933 100,0%

Hoogte bufferBij de berekening van het Vereist Eigen Vermogen wordt voor

het feitelijk en strategisch zakelijke waarden risico rekening

gehouden met de door DNB voorgeschreven schokken die

variëren overeenkomstig de risicograad van het type beleg-

ging. De buffer voor het feitelijk zakelijke waarden risico be-

draagt 33.904 (11,7%) en voor het strategisch zakelijke waar-

den risico 33.418 (12,0%).

ValutarisicoHet valutarisico wordt veroorzaakt, doordat de verplichtingen

van het pensioenfonds in euro's luiden terwijl veel van de be-

leggingen van het pensioenfonds in niet-euro's luiden. Ons

fonds loopt het risico dat haar buitenlandse beleggingen dalen

in waarde als gevolg van valutakoersontwikkelingen. Ons

fonds kiest er daarom voor om een gedeelte van haar buiten-

landse valuta's af te dekken. Zonder afdekking van valutarisico

loopt ons fonds risico bij een daling van vreemde valuta ten

opzichte van de euro. Door meer dan 100% van het risico af te

dekken loopt ons fonds risico bij een stijging van vreemde va-

luta ten opzichte van de euro.

Het valutarisico wordt berekend aan de hand van een scenario

waarbij wordt uitgegaan van een waardedaling van de beleg-

gingen in vreemde valuta van 20%. Het valutarisico is het to-

tale negatieve effect op de waarde van alle beleggingen als

gevolg van dit scenario.

Afdekking van het valutarisico vindt plaats via derivatencon-

tracten.

Page 73: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

73

(x € 1.000) 2015 2014

€ % € %

Zakelijke waarden naar valuta voor

afdekking met derivaten

Euro 9.962 9,2% 7.460 7,3%

Amerikaanse dollar 60.568 55,7% 59.964 58,8%

Britse pound sterling 10.995 10,1% 8.579 8,4%

Japanse yen 7.945 7,3% 5.853 5,7%

Overige 19.191 17,7% 20.077 19,8%

108.661 100,0% 101.933 100,0%

Zakelijke waarden naar valuta na

afdekking met derivaten

Euro 92.518 85,1% 84.364 82,8%

Amerikaanse dollar 2.789 2,6% 6.920 6,8%

Britse pound sterling 3.865 3,6% 1.416 1,4%

Japanse yen -823 -0,8% -1.598 -1,6%

Overige 10.312 9,5% 10.831 10,6%

108.661 100,0% 101.933 100,0%

Vastrentende waarden naar valuta

voor afdekking met derivaten

Euro 161.812 90,3% 150.422 86,2%

Amerikaanse dollar -1.336 -0,7% -1.015 -0,6%

Overige 18.674 10,4% 25.112 14,4%

179.150 100,0% 174.519 100,0%

Vastrentende waarden naar valuta na

afdekking met derivaten

Euro 161.812 90,3% 150.422 86,2%

Amerikaanse dollar -1.336 -0,7% -1.015 -0,6%

Overige 18.674 10,4% 25.112 14,4%

179.150 100,0% 174.519 100,0%

Page 74: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

74 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

(x € 1.000) 2015 2014

€ % € %

Totaal beleggingen naar valuta

voor afdekking met derivaten

Euro 170.852 59,6% 156.092 56,8%

Amerikaanse dollar 59.232 20,6% 58.949 21,5%

Britse pound sterling 10.995 3,8% 8.579 3,1%

Japanse yen 7.945 2,8% 5.853 2,1%

Overige 37.865 13,2% 45.189 16,5%

286.889 100,0% 274.662 100,0%

Totaal beleggingen naar valuta na

afdekking met derivaten

Euro 253.408 88,3% 232.996 84,8%

Amerikaanse dollar 1.453 0,5% 5.905 2,1%

Britse pound sterling 3.865 1,3% 1.416 0,5%

Japanse yen -823 -0,3% -1.598 -0,6%

Overige 28.986 10,2% 35.943 13,2%

286.889 100,0% 274.662 100,0%

Hoogte bufferBij de berekening van het Vereist Eigen Vermogen wordt voor

het feitelijk en strategisch valutarisico rekening gehouden met

een door DNB voorgeschreven schok van 20% voor valuta in

ontwikkelde landen en van 35% voor valuta in opkomende

markten die berekend wordt op de niet-euro beleggingen na

afdekking. De buffer voor het feitelijk valuta risico bedraagt

10.390 (0,8%) en voor het strategisch valuta risico 3.310

(0,1%).

Page 75: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

75

KredietrisicoOns fonds loopt het risico dat één of meerdere van haar te-

genpartijen niet aan de voorafgesproken betalingen kan vol-

doen. Bij de berekening van het kredietrisico dient het effect

van de kredietwaardigheid van de partijen, waarin belegd

wordt, tot uitdrukking te komen. Het kredietrisico komt tot

uitdrukking in de zogenaamde creditspread. Deze credit-

spread is het verschil tussen de uitkering die afhangt van de

kredietwaardigheid van de tegenpartij en een uitkering die

met volledige zekerheid (risicovrij) tot uitkering zal komen.

Het kredietrisico verbonden aan derivatentransacties wordt

beheerst door het afsluiten van standaardovereenkomsten

met tegenpartijen, het beoordelen van de kredietwaardig-

heid van tegenpartijen, het spreiden van het transactievolu-

me over verschillende tegenpartijen, het eisen van voldoen-

de onderpand en een adequate monitoring met betrekking

tot de gestelde eisen inzake het onderpand.

Het kredietrisico binnen de vastrentende waarden porte-

feuille kan naast de creditspread eveneens gemeten worden

aan de hand van de ratingverdeling van de rentegevoelige

beleggingsportefeuille. Deze ratingverdeling wordt afgege-

ven door een kredietbeoordelaar. Een Europese AAA rating

impliceert dat de vastrentende waarden belegging geen

krediterisico loopt. Daarentegen worden beleggingen die

geclassificeerd staan onder 'lager dan BBB' als zeer risicovol

beschouwd. Cash wordt als kredietrisicovrij beschouwd.

Beleggingen die geen rating ontvangen worden als risicovol

beschouwd.

(x € 1.000) 2015 2014

€ % € %

Rating vastrentende waarden:

AAA 35.898 20,0% 46.966 26,9%

AA 29.972 16,7% 29.809 17,1%

A 26.085 14,6% 19.662 11,3%

BBB 56.062 31,3% 53.298 30,5%

Lager dan BBB 9.513 5,3% 1.997 1,1%

Geen rating 21.620 12,1% 22.787 13,1%

179.150 100,0% 174.519 100,0%

(x € 1.000) 2015 2014

€ % € %

Verdeling vastrentende waarden naar looptijd:

Resterende looptijd tot 1 jaar 23.988 13,4% 23.948 13,7%

Resterende looptijd van 1 tot 5 jaar 53.523 29,9% 56.919 32,6%

Resterende looptijd langer dan 5 jaar 101.639 56,7% 93.652 53,7%

179.150 100,0% 174.519 100,0%

Page 76: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

76 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

Hoogte bufferBinnen de berekening van het standaardmodel wordt een

kredietrisico becijferd conform de ratingverdeling van de

vastrentende waardenportefeuille. Naar mate de rating

slechter wordt neemt de te hanteren buffer toe. Afgaande op

de hierboven genoemde ratingverdeling resulteert dit in een

buffer voor het feitelijk kredietrisico van 14.057 (3,8%) en

voor het strategisch kredietrisico van 13.570 (3,7%).

Verzekeringstechnisch risicoBinnen het verzekeringstechnische risico worden in principe

alleen risico’s meegenomen die verband houden met sterfte.

Het omvat de risico’s als gevolg van afwijkingen ten opzichte

van de verwachte sterfte en afwijkingen van de verwachte

sterftetrend (langlevenrisico). Tot het verzekeringstechnische

risico worden gerekend: procesrisico, risico-opslag voor af-

wijkingen ten opzichte van de sterftetrend en negatieve

stochastische afwijkingen van de verwachtingswaarde. Deze

drie risico’s bedragen een percentage van de op actuele

waarde berekende technische voorziening. Het procesrisico

neemt af naarmate het deelnemersbestand toeneemt, om-

dat het sterfte proces dan beter kan worden geschat. De

beide andere risicofactoren houden respectievelijk rekening

met de onzekerheid in de sterftetrend en met de negatieve

stochastische afwijkingen.

In verband met het langlevenrisico wordt aanvullend boven

het hanteren van de prudente grondslagen, de Voorziening

toekomstige sterfteontwikkeling gevormd.

Hoogte bufferDe buffer voor het feitelijk verzekeringstechnisch risico be-

draagt 11.850 (1,1%) en voor het strategisch verzekerings-

technisch risico 11.850 (1,2%).

LiquiditeitsrisicoHet fonds loopt het risico dat het niet over voldoende liquide

financiële middelen beschikt om op het beoogde moment

aan de pensioenuitkeringsverplichtingen te voldoen. Ten be-

hoeve van risicomanagement dient het fonds rekening te

houden met liquiditeitsrisico, wat kan resulteren in het aan-

houden van een reserve in het eigen vermogen. In het stan-

daardmodel is de gevoeligheid van het Vereist eigen vermo-

gen voor het liquiditeitsrisico gelijkgesteld aan 0%.

ConcentratierisicoConcentratierisico’s kunnen optreden bij een concentratie

van de portefeuille in regio’s, economische sectoren of te-

genpartijen.

De spreiding van de portefeuille is in de toelichting op de

balans nader toegelicht. Ook "grote posten" zijn aan te dui-

den als een vorm van concentratierisico. Om te bepalen

welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscate-

gorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden ge-

sommeerd.

Page 77: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

77

Zakelijke waarden (x € 1.000) 2015 2014

€ % € %

Verdeling zakelijke waarden per regio:

Europa 29.734 27,3% 25.363 24,9%

Noord-Amerika 59.283 54,6% 57.373 56,3%

Midden- en Zuid-Amerika 511 0,5% 1.147 1,1%

Azië 13.123 12,1% 10.423 10,2%

Overige 6.010 5,5% 7.627 7,5%

108.661 100,0% 101.933 100,0%

Verdeling zakelijke waarden per sector:

Financiële instellingen 20.444 18,8% 21.709 21,4%

Informatietechnologie 13.594 12,5% 14.396 14,1%

Industriële ondernemingen 11.284 10,4% 9.311 9,1%

Niet-cyclische consumentengoederen 12.765 11,7% 12.328 12,1%

Cyclische consumentengoederen 10.018 9,2% 8.062 7,9%

Farmacie 12.876 11,8% 13.161 12,9%

Energie 6.037 5,6% 6.563 6,4%

Nutsbedrijven 4.441 4,1% 3.252 3,2%

Telecommunicatie 2.790 2,6% 1.782 1,7%

Basisindustrieën 5.623 5,2% 4.584 4,5%

Andere sectoren 8.789 8,1% 6.785 6,7%

108.661 100,0% 101.933 100,0%

Grote posten: zakelijke waarden van

eenzelfde uitgevende instelling groter

dan 5% van de totale beleggingen

NN Global Equity Fund - Z 83.352 29,1% 82.503 30,0%

NN Dividend Aandelen Fund - Z 15.432 5,4% 14.366 5,2%

Vastrentende waarden (x € 1.000) 2015 2014

€ % € %

Verdeling vastrentende waarden per categorie:

Staatsobligaties 69.268 38,6% 78.472 45,0%

Bedrijfsobligaties 15.372 8,6% 14.487 8,3%

Hypotheken / Leningen 8.579 4,8% 9.721 5,6%

Financiële Instellingen 22.203 12,4% 25.534 14,6%

Overige 63.728 35,6% 46.305 26,5%

179.150 100,0% 174.519 100,0%

Verdeling vastrentende waarden per regio:

Europa (1) 119.242 66,6% 139.346 79,9%

Noord-Amerika 33.158 18,5% 4.558 2,6%

Midden- en Zuid-Amerika 1.478 0,8% 2.010 1,2%

Azië 6.521 3,6% 3.919 2,2%

Overige 18.751 10,5% 24.686 14,1%

179.150 100,0% 174.519 100,0%

1 Van de vastrentende portefeuille is 11,8% belegd in Italië en 11,1% in Spanje (marktgewogen). Dit betreft alle obligatiecategorieën.

Page 78: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

78 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

(x € 1.000) 2015 2014

Grote posten: vastrentende waarden van

eenzelfde uitgevende instelling groter dan

5% van de totale beleggingen in

vastrentende waarden

NN Fixed Income All Grade Long Duration Fund - Z 171.301 59,7% 169.621 61,8%

Er zijn geen beleggingen in Sligro Food Group en de aan haar

gelieerde ondernemingen.

Hoogte bufferOns fonds wenst geen additionele buffer voor concentratieri-

sico mee te nemen.

Actief beheer risicoActief beheer risico ontstaat doordat vermogensbeheerders

actief beheer voeren op (delen van) de beleggingsportefeuille.

Onder actief beheer worden afwijkende posities in portefeuil-

les verstaan die worden ingenomen ten opzichte van strategi-

sche benchmarks. De mate van actief beheer wordt bepaald

aan de hand van de tracking error. Een lage tracking error impli-

ceert dat het feitelijke rendement dicht bij de gekozen bench-

mark ligt, terwijl een hoge tracking error aangeeft dat het ren-

dement duidelijk van de benchmark afwijkt. Een hogere

tracking error impliceert een hoger actief beheer risico.

Hoogte bufferBij de berekening van het vereist eigen vermogen wordt alleen

een actief beheer risico becijferd voor de aandelenportefeuille

indien de tracking error groter is dan 1%. Voor het pensioen-

fonds resulteert een buffer voor het feitelijk actief beheer risico

van 4.479 (0,2%) en voor het strategisch actief beheer risico

van 4.618 (0,2%), omdat de tracking error van de totale aande-

lenportefeuille 2,05% bedraagt.

Effect toerekenen naar totale vereiste dekkingsgraadHet fonds heeft een klein herverzekerd deel van de technische

voorziening. Deze post is echter dermate klein dat de feitelijk

en strategisch vereiste dekkingsgraad niet verandert 1 deci-

maal achter de komma, rekening houdend met de nieuwe be-

rekeningsdefinitie.

Veghel, 9 juni 2016

Huub van Rozendaal Anita Cooijmans

voorzitter secretaris

Anske Dijkstra Wilco Jansen

Rob van der Sluijs

Page 79: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

OVERIGE GEGEVENS

79

Resultaatbestemming

Bepalingen omtrent de resultaatbestemmingTen aanzien van de bestemming van het saldo van baten en

lasten is geen bepaling opgenomen in de statuten van ons

fonds. De bestemming is nader uitgewerkt in de Abtn.

ResultaatverdelingHet bestuur heeft besloten het resultaat over het verslagjaar

2015 als volgt te verdelen:

2015

(x € 1.000)

Vrije reserve -43.335

Reserve beleggingsrisico's 18.021

Bestemde premiereserve 346

-24.968

Gebeurtenissen na balans datum

HerstelplanVanwege het reservetekort eind 2015 heeft ons fonds begin

2016 een herstelplan ingediend bij DNB. DNB heeft dit goed-

gekeurd.

Page 80: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

80 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

Page 81: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

81

Actuariële verklaring

OpdrachtDoor Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group te Veghel is

aan Towers Watson Netherlands B.V. de opdracht verleend

tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in

de Pensioenwet over het boekjaar 2015.

OnafhankelijkheidAls waarmerkend actuaris ben ik onafhankelijk van Stichting

Pensioenfonds Sligro Food Group, zoals vereist conform arti-

kel 148 van de Pensioenwet. Ik verricht geen andere werk-

zaamheden voor het pensioenfonds.

GegevensDe gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn ver-

strekt door en tot stand gekomen onder de verantwoorde-

lijkheid van het bestuur van het pensioenfonds.

Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoorde-

ling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de

financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarre-

kening.

Afstemming accountantOp basis van de door mij en de accountant gehanteerde

Handreiking heeft afstemming plaatsgevonden over de

werkzaamheden en de verwachtingen bij de controle van

het boekjaar.

Voor de toetsing van de technische voorzieningen en voor de

beoordeling van de vermogenspositie als geheel heb ik de

materialiteit bepaald op € 2.700.000. Met de accountant ben

ik overeengekomen om geconstateerde afwijkingen boven

€ 135.000 te rapporteren. Deze afspraken zijn vastgelegd en

de uitkomsten van mijn bevindingen zijn met de accountant

besproken.

Ik heb voorts gebruik gemaakt van de door de accountant in

het kader van de jaarrekeningcontrole onderzochte basisge-

gevens. De accountant van het pensioenfonds heeft mij ge-

informeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de be-

trouwbaarheid (materiële juistheid en volledigheid) van de

basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn

oordeel van belang zijn.

WerkzaamhedenTer uitvoering van de opdracht heb ik, conform mijn wettelij-

ke verantwoordelijkheid zoals beschreven in artikel 147 van

de Pensioenwet, onderzocht of is voldaan aan de artikelen

126 tot en met 140 van de Pensioenwet.

De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basis-

gegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt

van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard.

Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht heb

ik onder meer onderzocht of:

• de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen

vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn

vastgesteld;

• de kostendekkende premie voldoet aan de gestelde

wettelijke vereisten;

• het beleggingsbeleid in overeenstemming is met de

prudent-personregel.

Voorts heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogens-

positie van het pensioenfonds. Daarbij heb ik mij gebaseerd

op de tot en met balansdatum aangegane verplichtingen en

de op dat moment aanwezige middelen en is mede het fi-

nancieel beleid van het pensioenfonds in aanmerking geno-

men.

Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke

mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen

onjuistheden van materieel belang bevatten.

De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan

zijn in overeenstemming met de binnen het Koninklijk Actu-

arieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vor-

men naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn

oordeel.

OordeelDe technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de be-

schreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel

bezien, toereikend vastgesteld.

Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balans-

datum lager dan het wettelijk vereist eigen vermogen, maar

niet lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen.

Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan

overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140

van de Pensioenwet, met uitzondering van artikel 132.

Page 82: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

82 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

De beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds op balansda-

tum is lager dan de dekkingsgraad bij het vereist eigen vermo-

gen, doch tenminste gelijk aan de dekkingsgraad bij het mini-

maal vereist eigen vermogen.

Mijn oordeel over de vermogenspositie van Stichting Pensioen-

fonds Sligro Food Group is gebaseerd op de tot en met balans-

datum aangegane verplichtingen en de op dat moment aanwe-

zige middelen. De vermogenspositie is naar mijn mening niet

voldoende, omdat het aanwezig eigen vermogen lager is dan

het vereist eigen vermogen.

Purmerend, 9 juni 2016

drs. R.T. Schilder AAG

Verbonden aan Towers Watson Netherlands B.V.

Page 83: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

83

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan: het Bestuur van Stichting Pensioenfonds Sligro Food

Group

Verklaring over de jaarrekening 2015

OordeelNaar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld

van de grootte en samenstelling van het vermogen van

Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group per 31 december

2015 en van het resultaat over 2015, in overeenstemming

met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk

Wetboek (BW).

Wat we gecontroleerd hebbenWij hebben de jaarrekening 2015 van Stichting Pensioen-

fonds Sligro Food Group (de Stichting) te Veghel gecontro-

leerd.

De jaarrekening bestaat uit:

1 de balans per 31 december 2015;

2 de staat van baten en lasten over 2015; en

3 de toelichting met een overzicht van de belangrijke

grondslagen voor financiële verslaggeving en overige

toelichtingen.

De basis voor ons oordeelWij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Neder-

lands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestan-

daarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hier-

van zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden

voor de controle van de jaarrekening’.

Wij zijn onafhankelijk van de Stichting zoals vereist in de

Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij

assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht rele-

vante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben

wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels

accountants (VGBA).

Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie

voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Controleaanpak

SAMENVATTING

Goedkeurende controleverklaring

Materialiteit

• Materialiteit van EUR 2,7 miljoen

• 1% van het pensioenvermogen

Kernpunten

• Schattingsonzekerheid in de waardering van beleggingen

• Schattingsonzekerheid in de waardering van de techni-

sche voorzieningen

MATERIALITEIT

Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten

en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht

dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn

op de economische beslissingen die gebruikers op basis van

deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de

aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden

en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen

op ons oordeel.

Op basis van onze professionele oordeelsvorming hebben

wij de materialiteit voor de jaarrekening als geheel bepaald

op EUR 2,7 miljoen. Voor de bepaling van de materialiteit

wordt uitgegaan van het pensioenvermogen (stichtingskapi-

taal, reserves en technische voorzieningen) per 31 decem-

ber 2015 (1%). Wij beschouwen het pensioenvermogen als

de meest geschikte benchmark, omdat het pensioenvermo-

gen een bepalende factor is in de berekening van de beleids-

dekkingsgraad die de financiële positie van de Stichting

weergeeft. Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of

mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebrui-

kers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel

zijn.

Wij hebben met het bestuur afgesproken dat wij tijdens

onze controle geconstateerde afwijkingen boven de EUR

135 duizend aan het bestuur rapporteren alsmede kleinere

afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen

relevant zijn.

Page 84: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

84 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

UITBESTEDING VAN

BEDRIJFSPROCESSEN AAN DIENSTVERLENERS

De Stichting heeft het beheer van de beleggingen uitbe-

steed aan Nationale Nederlanden Investment Partners Hol-

dings N.V. De pensioenadministratie is uitbesteed aan AZL

N.V. De jaarrekening wordt opgesteld op basis van informa-

tie over de beleggingen en beleggingsopbrengsten die is

verstrekt door Nationale Nederlanden Investment Partners

Holdings N.V. en informatie over de technische voorzienin-

gen, premiebijdragen en pensioenuitkeringen en overige fi-

nanciële posten die is verstrekt door AZL N.V.

Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel

zijn wij verantwoordelijk voor het verwerven van inzicht in de

aard en de significantie van de door de dienstverleners ver-

leende diensten en in het effect ervan op de voor de con-

trole relevante interne beheersing van de Stichting. Op basis

hiervan identificeren wij de risico’s op een afwijking van

materieel belang en zetten wij controlewerkzaamheden op

en voeren wij deze uit om op deze risico’s in te spelen.

Bij de uitvoering van onze controle maken wij gebruik van de

werkzaamheden en bevindingen die andere onafhankelijke

accountants uitvoeren op de voor de Stichting relevante in-

terne beheersingsmaatregelen van Nationale Nederlanden

Investment Partners Holdings N.V. en AZL N.V. in de speci-

fiek daarvoor opgestelde (ISAE 3402-type II-)rapportages.

Onze controlewerkzaamheden bestaan uit het bepalen van

de minimaal verwachte interne beheersingsmaatregelen.

Op basis daarvan evalueren wij de in de ISAE 3402-rappor-

tage beschreven interne beheersingsmaatregelen, verrichte

werkzaamheden ter toetsing van de effectieve werking ge-

durende 2015 en de uitkomsten daarvan. Ook beoordelen

wij de evaluatie door het bestuur van de kwaliteit van de

uitbesteding aan Nationale Nederlanden Investment Part-

ners Holdings N.V. en AZL N.V.

Wij hebben eigen gegevensgerichte analyses uitgevoerd

waarbij wij de uitkomsten van directe beleggingsopbrengs-

ten, premiebijdragen en uitkeringen hebben getoetst op ba-

sis van verwachtingen die wij zelf hiervoor hebben ontwik-

keld. Wij hebben met deelwaarnemingen beleggingen,

beleggingsstromen, mutaties in de pensioenadministratie,

premiebijdragen en uitkeringen met brondocumentatie bij

de dienstverlener onderzocht.

Door bovengenoemde werkzaamheden op de uitbestede

bedrijfsprocessen en aanvullende eigen werkzaamheden,

hebben wij voldoende en geschikte controle-informatie met

betrekking tot de beleggingen, beleggingsstromen en -op-

brengsten, (mutaties in) deelnemergevens en aanspraken

die resulteren in (wijzigingen in) de technische voorzienin-

gen, premiebijdragen en uitkeringen verkregen.

DE KERNPUNTEN VAN ONZE CONTROLE

In de kernpunten van onze controle beschrijven wij zaken die

naar ons professionele oordeel het belangrijkst waren tij-

dens onze controle van de jaarrekening. De kernpunten van

onze controle hebben wij met het bestuur gecommuniceerd,

maar vormen geen volledige weergave van alles wat is be-

sproken.

Wij hebben onze controlewerkzaamheden met betrekking

tot deze kernpunten bepaald in het kader van de jaarreke-

ningcontrole als geheel. Onze bevindingen ten aanzien van

de individuele kernpunten moeten in dat kader worden be-

zien en niet als afzonderlijke oordelen over deze kernpunten.

Schattingsonzekerheid in de waardering van

beleggingen

Omschrijving

De beleggingen vormen een significante post op de ba-

lans van de Stichting en worden gewaardeerd op markt-

waarde. Uit de toelichting op pagina 58 van de jaarreke-

ning blijkt dat de Stichting voor

EUR 287 miljoen (100%) belegt in beleggingsfondsen

waarbij de waardering gebaseerd is op afgeleide markt-

noteringen. Het bepalen van de marktwaarde voor deze

beleggingen is complex(er) en bevat subjectieve schat-

tingselementen.

Het maken van de schattingen vergt een hogere mate

van oordeelsvorming van het bestuur. Gezien de invloed

hiervan op de waardering van de beleggingen, het saldo

van baten en lasten, het eigen vermogen en de beleids-

dekkingsgraad, vormde de waardering van beleggingen

met behulp van schattingen een kernpunt in onze con-

trole.

In de toelichting op pagina’s 53 tot en met 56 geeft de

Stichting de gehanteerde waarderingsgrondslagen weer.

In toelichting 1 zijn de gehanteerde waarderingsmetho-

den en belangrijke veronderstellingen voor waardering

van de beleggingen uiteengezet, inclusief onzekerheden.

Het evalueren van de waarderingsgrondslagen en het

vaststellen van de juistheid en toereikendheid van de

toelichtingen vormden onderdeel van onze werkzaamhe-

den.

Page 85: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

85

Schattingsonzekerheid in de waardering van

beleggingen

Onze aanpak

Voor individueel significante beleggingen, waarvoor de

waardering tot stand komt met behulp van schattingen,

maken wij gebruik van de beheersmaatregelen die zijn

ingericht bij de

vermogensbeheerder en die onderdeel zijn van de ISAE

3402-type II-rapportage (waarbij een goedkeurend as-

surancerapport van de accountant is afgegeven). Deze

relevante beheersmaatregelen zijn gericht op de aanstel-

ling van betrouwbare fondsmanagers enerzijds en de

betrouwbare aanlevering van, en toereikende beoorde-

ling op, periodieke performancecijfers anderzijds. Daar-

naast hebben wij de aansluiting vastgesteld tussen de

financiële administratie en actuele financiële rapporta-

ges van de vermogensbeheerder.

Vervolgens hebben wij de waardering van beleggingen

gebaseerd op afgeleide marktnoteringen onderzocht.

De waardering van deze beleggingen hebben wij ge-

toetst aan de hand van recente, door een andere onaf-

hankelijke accountant gecontroleerde jaarrekeningen.

Wij hebben hierbij onder meer aandacht besteed aan

consistentie met de waarderingsgrondslagen van de

Stichting ten opzichte van die van het beleggingsfonds

alsmede de strekking van de verklaring van de andere

onafhankelijke accountant. Significante afwijkingen zijn

door ons nader onderzocht. Bovendien hebben wij ook

de monitoring van de uitvoeringsorganisatie op recente

financiële informatie van de beleggingen na balansda-

tum in onze werkzaamheden betrokken.

Onze observatie

Wij hebben vastgesteld dat de gehanteerde waarde-

ringsgrondslagen en gehanteerde waarderingsmetho-

dieken voor de beleggingen in overeenstemming zijn

met de geldende verslaggevingsregels en geschikt zijn

om te kunnen komen tot een marktwaarde van deze

beleggingen. Wij hebben eveneens geconstateerd dat

de toelichtingen op de beleggingen adequaat zijn.

De waardering van beleggingen is op evenwichtige wijze

bepaald overeenkomstig de gehanteerde waarderings-

grondslagen en methodieken.

Schattingsonzekerheid in de waardering van de

technische voorzieningen

Omschrijving

De technische voorzieningen vormen een significante

post op de balans van de Stichting en worden gewaar-

deerd op actuele waarde (marktwaarde). De waardering

van de technische voorzieningen komt tot stand door

middel van een berekening waarin aanspraakgegevens

van deelnemers met behulp van belangrijke schattingen

over levensverwachtingen, kostenniveaus en arbeidson-

geschiktheid worden vertaald naar verwachte toekom-

stige kasstromen (uitkeringen). De kasstromen worden

contant gemaakt tegen de marktrente (rentetermijn-

structuur zoals gepubliceerd door De Nederlandsche

Bank).

Het maken van de schattingen vergt een hoge mate van

oordeelsvorming van het bestuur, waarbij gebruik wordt

gemaakt van actuariële modellen en het bestuur zich laat

adviseren door actuarieel deskundigen. Gezien de com-

plexiteit en de invloed hiervan op de hoogte van de

technische voorzieningen, het saldo van baten en lasten,

het eigen vermogen en de beleidsdekkingsgraad, vorm-

de de waardering van de technische voorzieningen een

kernpunt in onze controle.

Het bestuur heeft in de toelichting op pagina 54 en 55

de waarderingsgrondslagen en veronderstellingen voor

de technische voorzieningen opgenomen. Op pagina 70

van de toelichting (risicoparagraaf) is de gevoeligheid

van de berekening van de technische voorzieningen voor

schattingen uiteengezet, inclusief onzekerheden.

Het evalueren van de waarderingsgrondslagen en het

vaststellen van de juistheid en toereikendheid van de

toelichtingen vormden onderdeel van onze werkzaamhe-

den.

Page 86: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

86 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

Schattingsonzekerheid in de waardering van de

technische voorzieningen

Onze aanpak

Bij onze controle maken wij gebruik van de werkzaamhe-

den van de certificerend actuaris die door van de Stichting

is aangesteld. Wij hebben bij aanvang van de controle en

bij afronding afstemming gehad met de certificerend ac-

tuaris over de te volgen controleaanpak, de attentiepun-

ten bij de controle en de uitkomsten van de controle.

Wij hebben de door het bestuur gehanteerde schattings-

methoden en veronderstellingen geëvalueerd. Hierbij

hebben wij de consistentie, prudentie en actualiteit van

de schattingsmethode en veronderstellingen betrokken.

Wij hebben de onderbouwing van de veronderstellingen

door het bestuur geëvalueerd aan de hand van een toet-

sing van de historische betrouwbaarheid daarvan en alge-

meen geactualiseerde uitgangspunten zoals overlevings-

kansen. De gehanteerde schattingsmethoden en

veronderstellingen hebben wij besproken met de certifi-

cerend actuaris en geëvalueerd.

Onze werkzaamheden omvatten verder het evalueren van

de uitkomst van de actuariële analyse van het resultaat in

relatie tot eerder gemaakte schattingen en kasstroompro-

jecties. Bij de uitvoering van deze werkzaamheden heb-

ben wij gebruik gemaakt van een eigen actuarieel deskun-

dige.

Onze observatie

Wij vinden de waardering van de technische voorzienin-

gen evenwichtig bepaald en de toelichting hierop ade-

quaat.

VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN

HET BESTUUR VOOR DE JAARREKENING

Het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en het

getrouw weergeven van de jaarrekening alsmede voor het

opstellen van bestuursverslag, beide in overeenstemming

met Titel 9 Boek 2 BW. In dit kader is het bestuur verant-

woordelijk voor een zodanige interne beheersing als het be-

stuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening

mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang

als gevolg van fouten of fraude.

Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwe-

gen of de Stichting in staat is om haar werkzaamheden in

continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd verslag-

gevingsstelsels moet het bestuur de jaarrekening opmaken

op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het be-

stuur het voornemen heeft om de Stichting te liquideren of

de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het

enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurte-

nissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou

kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten

in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.

Het bestuur is verantwoordelijk voor het uitoefenen van

toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de

Stichting.

KPMG Accountants N.V., ingeschreven bij het handelsregis-

ter in Nederland onder nummer 33263683, is lid van het

KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbon-

den zijn aan KPMG International Cooperative (‘KPMG Inter-

national’), een Zwitserse entiteit.

ONZE VERANTWOORDELIJKHEDEN VOOR

DE CONTROLE VAN DE JAARREKENING

Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoe-

ren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en

geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af

te geven oordeel.

Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate – maar geen

absolute mate – van zekerheid waardoor het mogelijk is dat

wij tijdens onze controle niet alle fouten en fraude ontdek-

ken.

Voor een nadere beschrijving van onze verantwoordelijkheid

ten aanzien van een controle van de jaarrekening verwijzen

wij naar de website van de Nederlandse Beroepsorganisatie

van Accountants (NBA).

www.nba.nl/standaardteksten-controleverklaring.

Page 87: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

87

Verklaring betreffende overige door wet- of regelgeving gestelde vereisten

Verklaring betreffende het bestuursverslag en de overige gegevensWij vermelden op basis van de wettelijke verplichtingen on-

der Titel 9 Boek 2 BW (betreffende onze verantwoordelijk-

heid om te rapporteren over het bestuursverslag en de ove-

rige gegevens):

• dat wij geen tekortkomingen hebben geconstateerd naar

aanleiding van het onderzoek of het bestuursverslag,

voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig

Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de door Titel 9

Boek 2 BW vereiste overige gegevens zijn toegevoegd;

• dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen

beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.

Utrecht, 9 juni 2016

KPMG Accountants N.V.

J.C. van Kleef RA

Page 88: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

88 | Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group 2015

Page 89: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

89

BeleggingsoverzichtOverzicht beleggingen voor risico pensioenfonds

(x € 1.000) 2015 2014

€ % Norm € % Norm

Zakelijke waarden

Aandelen beleggingsfondsen 108.661 37,8% 35,0% 101.933 36,9% 35,0%

108.661 37,8% 35,0% 101.933 36,9% 35,0%

Vastrentende waarden

Vastrentende

beleggingsfondsen 179.150 62,2% 65,0% 174.519 63,1% 65,0%

179.150 62,2% 65,0% 174.519 63,1% 65,0%

Overige beleggingen

Deposito -922 -0,3% 0,0% -1.790 -0,6% 0,0%

-922 -0,3% 0,0% -1.790 -0,6% 0,0%

Liquide middelen

ING bank 965 0,3% 1.246 0,5%

NN depotbank 24 0,0% 162 0,1%

989 0,3% 0,0% 1.408 0,6% 0,0%

Totaal 287.878 100,0% 100,0% 276.070 100,0% 100,0%

Page 90: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

COLOFON

Dit verslag is geheel in eigen beheer vervaardigd met

medewerking van de volgende afdelingen.

BEGELEIDINGAZL N.V., afdeling IBA

AZL N.V., afdeling DTP

AZL N.V., afdeling FAV

Bestuur Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group

VORMGEVINGStudio Sligro Food Group

FOTOGRAFIEAlain Lemmens

PAPIERDit verslag is geproduceerd met FSC gecertificeerd papier

DRUKSchrijen Lippertz, Voerendaal

Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group

Corridor 11

5466 RB Veghel

Postbus 4471

6401 CZ Heerlen

Page 91: VERSLAG - Sligro Pensioenfonds · 2016. 6. 24. · (BMO Global Asset Management, Amsterdam met ingang van 1 april 2016) 9 Meerjarenoverzicht bedragen x € 1.000 2015 2014 2013 2012

JAARVERSLAG 2015