`̀Verschil tussen Kennissen en vrienden Verschil tussen Kennissen en vrienden

Zelf KlikkenZelf Klikken

KENNISSEN: Raken overstuur als je KENNISSEN: Raken overstuur als je te druk bent en hen daarom een te druk bent en hen daarom een week niet spreekt . week niet spreekt . VRIENDEN: Zijn blij als ze je na VRIENDEN: Zijn blij als ze je na jaren weer zien en gaan vriendelijk jaren weer zien en gaan vriendelijk door met de conversatie die je toen door met de conversatie die je toen met ze had.met ze had.

KENNISSEN: Vragen nooit om eten. KENNISSEN: Vragen nooit om eten. VRIENDEN: Zijn de reden waarom je geen eten in huis hebt. VRIENDEN: Zijn de reden waarom je geen eten in huis hebt.

KENNISSEN: Noemen je ouders, Mijnheer en Mevrouw. KENNISSEN: Noemen je ouders, Mijnheer en Mevrouw. VRIENDEN: Noemen je ouders, Pa en Ma. VRIENDEN: Noemen je ouders, Pa en Ma.

KENNISSEN: Halen je uit de KENNISSEN: Halen je uit de politie cel en vertellen je wat je politie cel en vertellen je wat je gedaan hebt was fout. gedaan hebt was fout. VRIENDEN: Zitten naast je in de VRIENDEN: Zitten naast je in de politie cel en zeggen:, politie cel en zeggen:, “verdomme, nu zijn we de klos “verdomme, nu zijn we de klos ……..Maar wat hadden we een ……..Maar wat hadden we een lol he ? !!!” lol he ? !!!”

KENNISSEN: Hebben je nog KENNISSEN: Hebben je nog nooit zien huilen. nooit zien huilen. VRIENDEN: Huilen samen met VRIENDEN: Huilen samen met je. je.

KENNISSEN: Houden geleende KENNISSEN: Houden geleende spullen zo lang, dat ze denken spullen zo lang, dat ze denken dat ze van hunzelf zijn. dat ze van hunzelf zijn. VRIENDEN: Lenen je spullen en VRIENDEN: Lenen je spullen en geven ze een paar dagen later geven ze een paar dagen later terug. terug.

KENNISSEN: Weten een paar KENNISSEN: Weten een paar dingen van je. dingen van je. VRIENDEN: Kunnen een boek VRIENDEN: Kunnen een boek over je schrijven met je eigen over je schrijven met je eigen citaten. citaten.

KENNISSEN: Zullen je achterlaten KENNISSEN: Zullen je achterlaten als de grote meute dat wil. als de grote meute dat wil. VRIENDEN: Zullen iedereen, in de VRIENDEN: Zullen iedereen, in de meute, die jou achterlaat voor meute, die jou achterlaat voor hun kont schoppen. hun kont schoppen.

KENNISSEN: Bellen netjes aan. KENNISSEN: Bellen netjes aan. VRIENDEN: Stappen gelijk binnen en roepen: ‘Ik ben thuis!' VRIENDEN: Stappen gelijk binnen en roepen: ‘Ik ben thuis!'

KENNISSEN: Zijn even je vriend. KENNISSEN: Zijn even je vriend. VRIENDEN: Zijn vrienden voor het leven. VRIENDEN: Zijn vrienden voor het leven.

KENNISSEN: Delen een paar leuke KENNISSEN: Delen een paar leuke ervaringen met je. ervaringen met je. VRIENDEN: Delen een heel leven VRIENDEN: Delen een heel leven aan ervaringen met je, waar geen aan ervaringen met je, waar geen kennis ooit van had durven kennis ooit van had durven dromen. dromen.

KENNISSEN: Zullen onzin kletsen KENNISSEN: Zullen onzin kletsen tegen personen die onzin over jou tegen personen die onzin over jou kletsen. kletsen. VRIENDEN: Slaan het wit uit de VRIENDEN: Slaan het wit uit de ogen van personen die jouw naam ogen van personen die jouw naam misbruiken misbruiken

KENNISSEN: Doen verder niets met dit berichtje. KENNISSEN: Doen verder niets met dit berichtje. VRIENDEN: Zullen dit doorzenden. VRIENDEN: Zullen dit doorzenden.