Verpleegkundig Magazine Limburg€¦ · -depressieve stoornis genoemd. Patiënten raken ontregeld...
Transcript of Verpleegkundig Magazine Limburg€¦ · -depressieve stoornis genoemd. Patiënten raken ontregeld...
Verpleegkundig
Magazine Limburg
Simpel heeft voorrang boven complex,
complex controleert simpel.
- door - P. Vogelaar Dit zijn de twee hoofdregels uit het biopsychosociaal model van de heer Engel. Kan het biopsychosociaal model van Engel helpen om de huidige problemen in de gezondheidszorg op te lossen? Huidige problemen in de gezondheidszorg staan elke dag in de krant. Ik noem als voorbeeld het beeld van economische neergang, de eindige ver-zorgingsstaat en vergrij-zing en zingeving. Lang geleden heb ik in mijn opleiding tot verpleegkun-dige geleerd om de mens holistisch te benaderen. Hierbij werd het biopsy-chosociaal model van Engel uit 1980 gebruikt. Ik kan mij nog herinneren dat
alleen al het woord biopsychosociaal een zekere gewichtigheid, een zekere waarheid in zich droeg. Holisme was vooral een New Age term; een overblijfsel uit de hippie-tijd, dus vaag. Een vaag, doch gewichtig model. Het biopsychosociaal model van Engel gaat uit van een holistische mensvisie en is bedoeld om tot een beter begrip te komen van gezondheid en ziekte. Het model gaat er vanuit dat het ontstaan, voortbestaan en herstel van een klacht uitkomsten zijn van een samenspel van biologische, psychologi-sche en sociale factoren. Biologische factoren heb-ben betrekking op het functioneren van het lichaam en de mogelijke verstoringen daarvan. Psychologische factoren
Weer een nieuw jaar aan-
gebroken. Een jaar waarin
we nieuwe uitdagingen
moeten realiseren. Meer
met minder. En dat niet
alleen, er moet verant-
woording afgelegd worden.
Werken volgens de nieuw-
ste inzichten. Bewijsbare
zorg, gebaseerd op Eviden-
ce Based Practice. Dat is
een goede zaak, maar kost
ook tijd. En tijd is schaars
en kostbaar. Slim omgaan
met kennis, zoeken naar
mogelijkheden deze te
delen met elkaar, tussen
afdelingen maar ook tussen
instellingen. VAR Limburg
is steeds op zoek naar
mogelijkheden om kennis
te delen. Door het organi-
seren van symposia, dit ma-
gazine en door overleg.
Inbreng van de achterban,
de verpleegkundigen op de
werkvloer, is hierbij noodza-
kelijk. Wat heb je nodig om
je zorg goed te kunnen uit-
voeren? Wat doe je goed en
wil je delen? Laat het ons
weten dan zorgen wij dat
het verspreid wordt.
In dit nummer:
Column Vervolg
Simpel heeft
voorrang boven
complex, complex
controleert simpel
2
2
Voorlichting
‘nieuwe stijl’ voor patiënten chemo–
en immunotherapie
3
Voorkom vallen 5
Slaapapneu en
burn-out, depressie ofosas?
7
Mevrouw Van Lin
bezoekt Atrium
8
Lezers schrijven... 9
Colofon 10
Hoe gedraag ik mij als
professional op sociale
media?
Veel verpleegkundigen
en verzorgenden zijn
actief op Facebook,
Hyves, LinkedIn en
Twitter, op fora of
weblogs. V&VN maakte
een handreiking en
toetste deze bij de
beroepsgroep. Reac-
ties en aanbevelingen
zijn verwerkt in de
definitieve versie van
de handreiking Hoe
gebruik je sociale me-
dia op een verantwoor-
de manier. http://www.venvn.nl/Li
nkClick.aspx?fileticket
=rJp8YFIEZ-
Van de redactieVan de redactieVan de redactieVan de redactie
Een uitgave
van VAR Lim
burg
januari 2013
Jaargang 8 nummer 1
betreffen iemands ervaringen en ideeën. Voorbeelden zijn het idee dat de wereld beheers-baar, begrijpelijk en zin-vol is, alsook motivatie en vertrouwen als het gaat om behandeling, zelf- discipline op het punt van medicatie, dieet, bewegen en middelengebruik. Sociale factoren ten slot-te, zijn de invloeden van-uit de omgeving van de betrokkene die zijn gedrag mede bepalen. Voorbeelden hiervan zijn iemands sociale netwerk, huisvesting en financiële toestand. Al deze facto-ren beïnvloeden elkaar over en weer. Zij spelen mee bij het ontstaan, voortbestaan of herstel van de klacht .
Vervolg op pagina 2
Verpleegkundig Magazine Limburg Pagina 2
De verslavingszorg is bij uit-stek een gebied met veel raakvlakken op biologisch, psychologisch en sociaal niveau. Denk bijvoorbeeld aan een alcoholverslaafde. Biologi-sche ellende door maagbloe-dingen, pancreatitis, vitamine B 1 tekort en onttrekkingver-schijnselen. Psychische ellen-de door irritatie, agressie, schuld- en schaamtegevoe-lens, angst en depressie. Sociale ellende door ruzie thuis, financiële problemen, werkloosheid, etcetera. De ellende loopt door elkaar heen; thuis heeft de alcohol-verslaafde ook lichamelijke en psychische problemen. In het ziekenhuis ook sociale proble-men, niet alleen lichamelijke. Zorg anno 2012 is vooral gericht op één van de drie factoren. Die nadruk op één van de factoren doet af aan
de andere. Fysiek is niet belangrijker dan psyche, niet belangrijker dan sociaal. Het model is circulair, niet lineair. Wat geldt, is dat simpel voor-rang heeft boven complex en dat complex simpel contro-leert. Niet meer, maar ook niet minder. Meer aandacht voor de holistische mens kan de huidige problemen in de gezondheidszorg niet volledig oplossen. Wel verminderen. Paul Vogelaar, IC-verpleegkundige Orbis Medisch Centrum
Vervolg van pagina 1 Het biopsychosociaal model
vindt zijn oorsprong in de
interne geneeskunde en gaat
uit van een continuüm van
niveaus. De niveaus lopen van
molecuul, via cel, orgaan,
zenuwstelsel, persoon, dyade
(tweetal), familie, gemeen-
schap en cultuur naar maat-
schappij. Dit zijn allemaal
verschillende niveaus om te
kijken naar gezondheid. In
zijn model geeft Engel orde-
nende principes aan die hel-
pen bij het ontwikkelen van
zorg en interventies op
grond van ditzelfde model.
Engel omschrijft een proces
van uitwisseling tussen sub-
systemen op de diverse ni-
veaus. Dat proces voldoet
aan twee regels: “Simpel
heeft voorrang boven com-
plex” en “Complex contro-
leert simpel”. Hierbij is het
moleculaire het meest sim-
pele en de maatschappij het
meest complexe niveau. De
redenering is logisch: een
verstoring op celniveau
(bijvoorbeeld een adenocar-
cinoom) beïnvloedt alle bo-
venliggende niveaus, een
maatschappelijke richtlijn
(bijvoorbeeld geen alcohol
onder de 16) heeft gevolgen
voor alle onderliggende ni-
veaus. (In de verslavingszorg
wordt het model van Engel
veelvuldig gebruikt).
De vier jaargetijden…. Ieder jaargetijde heeft zo zijn charmes en is op
de afdeling te volgen middels de opnameredenen
van onze patiënten. De herfst is een zeer turbu-
lente tijd. De blaadjes gaan vallen en de wind
wakkert aan. Dit jaargetijde is een mooie tijd om
een frisse wandeling in de bossen te maken en te
genieten van de vallende blaadjes, de diverse
kleuren en vooral wennen aan de kou. Eenmaal
thuis geniet ik weer van de open haard. Heerlijk
vooruitzicht, maar op de afdeling leidt deze peri-
ode meestal tot veel opnames. Opnames van patiënten met
depressieve klachten en eenzaamheidsproblematiek staan,
als de blaadjes gaan vallen op de voorgrond. Met een goede
behandeling en begeleiding hopen wij, dat patiënten voor
de winter hun leven in een ander perspectief zien en dat
de depressieve klachten grotendeels of in zijn geheel ver-
dwijnen. In de winter zijn er verschillende redenen voor
opname en ontmoeten wij patiënten van verschillende leef-
tijden. Meestal meer jonge mensen die opgenomen worden.
De herfst en winter is een tijd, waarin op de afdeling veel
gebeurt. Werkgroepen gaan intensiever aan de slag met
een bepaald onderwerp. Jaargesprekken staan gepland en
teamvergaderingen staan in het teken van het afgelopen
jaar; hebben wij de doelen die wij hebben gesteld, be-
reikt? En welke doelen hebben wij voor ogen, om in het
komende jaar te bereiken. Goede voornemens, daar star-
ten wij het jaar altijd mee. In de lente lijkt iedereen de
wereld beter aan te kunnen, de zon gaat weer schijnen.
Net als thuis wordt een grote schoonmaak op de afdeling
gehouden, kantoren en bergingen worden opgeruimd, ge-
poetst en de afdeling ziet er niet alleen spik en span uit,
zo ruikt het namelijk ook. In de lente worden patiënten
opgenomen met een diversiteit aan problematiek, van psy-
chotische klachten tot sociale problematiek. Meestal een
periode met veel opnames en ontslagen. Waarom dit altijd
in de lente plaatsvindt, daar ben ik nog niet achter, maar
dat het opvallend is, dat is een ding dat zeker is. De lente
word afgesloten met een goed vooruitzicht, de zomerva-
kantie. Wat in het najaar als wens wordt gezien, in januari
als definitief wordt betiteld, komt nu stilletjes aan dich-
terbij. In de zomer komen er veel patiënten met een bipo-
laire stoornis op de afdeling, vroeger werd dit een manisch
-depressieve stoornis genoemd. Patiënten raken ontregeld
in hun medicijngebruik en de opnamereden luidt dan vaak
herinstellen op medicatie. In de zomer komen er ook meer-
dere ouderen op de afdeling. Dit betekent meer zorg
rondom de ADL en meer fysieke inspanning van de ver-
pleegkundige op de afdeling. Ikzelf neem mijn zomerva-
kantie in september op: eerst een zomerperiode hard wer-
ken om in september mijn energie weer op te laden, voor
een drukke, turbulente herfstperiode, want die zal er
zeker komen, zoals ieder jaar. En zo blijf ik genieten van
het vak van verpleegkundige, het hele jaar door.
Korneel van den Broek, Senior-verpleegkundige
P.A.A.Z., voorzitter VAR. Laurentius ziekenhuis
Column
Jaargang 8 nummer 1 Pagina 3
- Door - C. Claessen In 2011 hadden de verpleegkundig
consulenten oncologie uit het
St. Jans Gasthuis, Orbis MC, het
Atrium MC, het MUMC en het
Laurentius ziekenhuis het voorstel
om het verpleegkundig voorlich-
tingsgesprek bij chemotherapie
regionaal onder de loep te nemen.
Het idee was dat er regionaal grote
verschillen waren tussen de soort
en hoeveelheid informatie die gege-
ven werd. Verder had ieder het idee
dat de patiënt overladen werd met
informatie. Middels een regionale
brainstormsessie werden de
verschillen tussen de ziekenhuizen
en zelfs tussen de diverse afdelin-
gen binnen een ziekenhuis in kaart
gebracht.
In dezelfde periode werden ook de
onderzoeksresultaten gepubliceerd
van het VOICE-project, uitgevoerd
door het NIVEL/KWF. Bij dit
VOICE-project (Verpleegkundige
Ouderen In ChemotherapiE) werd
het ‘oude’ voorlichtingsgesprek on-
der de loep genomen. Doel van dit
project was om te kijken wat de
wijze van voorlichting doet op de
recall (onthouden en reproduceren
van informatie) bij de oudere
patiënt die chemotherapie gaat
krijgen. Kort samengevat bleek uit
dit onderzoek dat maar 25% van
alle gegeven informatie onthouden
werd. En verder bleek, hoe meer
informatie je geeft, hoe minder
informatie er onthouden wordt.
Voorts was er een positief effect
op de recall te meten als de
informatie werd afgestemd op de
behoefte van de patiënt en als de
patiënt zich had kunnen voorberei-
den op het gesprek middels een
folder.
Dit heeft er toe geleid om regionaal
het voorlichtingsgesprek ‘nieuwe
stijl’ te ontwikkelen. Hierbij is het
format van het VOICE-project
gebruikt, met als toevoeging dat
wij niet alleen de oudere patiënt als
doelgroep hebben genomen, maar
alle volwassenen die gaan starten
met chemotherapie. En verder heb-
ben wij ons niet beperkt tot alleen
de chemotherapie, maar ook de
immunotherapie erin meegenomen.
In april 2012 zijn de
oncologie afdelingen van
het Orbis MC en het
Laurentius ziekenhuis als
pilot ziekenhuizen met het
voorlichtingsgesprek
‘nieuwe stijl’ van start ge-
gaan. Ruim een half jaar
wordt deze wijze van voor-
lichten nu toegepast op de
oncologie afdelingen van
deze twee ziekenhuizen.
Bij het ene ziekenhuis ver-
loopt het wat soepeler dan
bij het andere ziekenhuis. Als ver-
pleegkundige ben je gewend om de
patiënt uitgebreid voor te lichten
en dat principe is soms moeilijk los
te laten. Maar we
moeten niet vergeten dat soms
geldt ‘less is more’.
Tijdens het gesprek is er nu veel
meer aandacht voor hobby’s,
psychosociale problemen en de
sociale kaart van de patiënt. Al met
al merken we dat het voorlichtings-
gesprek ‘nieuwe stijl’ nu veel meer
gestructureerd is en er is meer
tweerichtingsverkeer is in de
communicatie met de patiënt.
Een positieve ontwikkeling, hetgeen
ons heeft doen besluiten om dit te
gaan uitrollen naar de andere
ziekenhuizen in de regio.
Chantal Claessen
Verpleegkundig consulent
oncologie/projectleider
voorlichting ‘nieuwe stijl’ Laurentius ziekenhuis
Voorlichting ‘nieuwe stijl’ bij patiënten met
chemo- en/of immunotherapie.
Belangrijkste verschillen met het oude
gesprek zijn dat je nu een top 3-4 van
de belangrijkste bijwerkingen maakt,
die je zeker aan de patiënt wilt vertel-
len. De verdere informatie die je ver-
strekt wordt aangepast aan de behoef-
te van de patiënt. De patiënt krijgt ter
voorbereiding op dit
gesprek via de secretaresse een
folder. In deze folder kan de patiënt
aangeven aan welke informatie hij be-
hoefte heeft. Halverwege het
gesprek is er een pauze moment,
zodat de patiënt de verstrekte
informatie kan laten bezinken en kan
gebruiken om de lijst met gesprekson-
derwerpen nog eens te bekijken.
* Een natte vloer in de douchecel,
* Snoeren en kabels die het vrije
loopvlak hinderen,
* Het niet waarschuwen van de
verpleegkundige door de
patiënt wanneer hulp nodig is.
De folder voor patiënten:
Verpleegkundig Magazine Limburg Pagina 4
- Door - M. Lousberg Allereerst wil ik me voorstellen.
Mijn naam is Margret Lousberg en
ik werk in het Orbis Medisch
Centrum te Sittard-Geleen als
verpleegkundige op een
gecombineerde afdeling
longgeneeskunde en cardiologie.
Ruim 3 jaar geleden verhuisden we
naar een nieuw ziekenhuis. Vanaf
dat moment worden de patiënten
verpleegd op éénpersoonskamers.
Dit zorgt enerzijds voor meer rust
en privacy van de patiënten. An-
derzijds is de sociale controle min-
der dan voorheen. Dit betekent
dat patiënten vaker alleen zijn en
de signaalfunctie van medepatiën-
ten is komen te vervallen.
Als verpleegkundige merk ik dat ik
nu minder vaak door medepatiën-
ten geattendeerd wordt op een
dreigend valincident.
Op onze afdeling is een VIM-
commissie ingesteld, waarvan ik
een van de leden ben. Wij analyse-
ren (bijna)incidentmeldingen waar-
bij handelingen niet juist zijn ver-
lopen of sprake is van incident uit-
lokkende situaties. Na de analyse
worden verbeteracties uitgevoerd
om incidenten te voorkomen.
Uit de analyses van de valinciden-
ten op onze afdeling zijn wij tot de
conclusie gekomen dat de oorzaken
van valincidenten zijn terug te
brengen tot een 6-tal meest voor-
komende oorzaken. Dit betreft:
* Het geen gebruik maken van
loophulpmiddelen,
* Het niet dragen van goed
zittend schoeisel,
* Het niet gebruiken van de
douchestoel,
VOORKOM VALLEN !
Jaargang 8 nummer 1 Pagina 5
Hier zijn we mee aan de slag gegaan. In overleg met de geriater en de geriatrisch
verpleegkundige hebben we besproken hoe deze kennis ingezet kan worden ter voor-
koming van valincidenten.
Een collega en ik kwamen tot
het idee om deze 6 oorzaken
visueel te maken voor patiën-
ten en hun familie, en daar-
mee risicovolle situaties
herkenbaar te maken. Vervol-
gens hebben we foto’s van
bovenstaande oorzaken ge-
maakt. In samenwerking met
een communicatie medewer-
ker, hebben we een affiche
ontwikkeld met deze foto’s
en tevens een korte tekst
met uitleg op de achterkant.
Het resultaat van ons initia-
tief is met enthousiasme ont-
vangen door het
valpreventieteam.
Nadat het affiche werd
gepresenteerd in een
ziekenhuisbrede interne
masterclass waren de eerste
reacties van verpleegkundi-
gen erg positief. Dit heeft
geleid tot een ziekenhuis
brede implementatie.
Inmiddels hangt het affiche
op iedere patiëntenkamer in
het hele verpleegcentrum en
revalidatie.
In de vergadering van de
VIM-commissie wordt
gekeken of de valincidenten
daadwerkelijk verminderen.
We zijn ervan overtuigd dat
dit moet lukken.
Na ongeveer 6 tot 12 maan-
den volgt een evaluatie van
het effect van het affiche op
het aantal valincidenten.
Onze verwachting is positief
en we hopen dat dit initiatief
kan bijdragen aan een
vermindering van
valincidenten, ook buiten ons
ziekenhuis.
Margret Lousberg,
Orbis Medisch Centrum,
Verpleegkundig Magazine Limburg Pagina 6
- Door - Drs. S. Houtepen‐Strong
Veel patiënten en partners hebben
in de aanloop van de diagnose gewor-
steld met de vraag wat hen nu man-
keerde.Daarbij kregen zij vaak, ook
door professionals, verkeerde eti-
ketten opgedrukt. We hebben de
belangrijkste verschijnselen van
burn‐out,depressie en osas in aparte
kadertjes gezet op deze
pagina. Als je ze doorneemt zie je
op het eerste gezicht grote over-
eenkomsten. Dat klopt. Toch zijn
ook de verschillen aanzienlijk. En de
behandeling is een heel andere.
Over Burnout
Burnout betekent letterlijk opge-
brand. Tegenwoordig is het zo geac-
cepteerd dat je van je werk opge-
brand kan raken, dat de diagnose
burn‐out om de haverklap gesteld
wordt. Ook veel van de leden heb-
ben daar mee te maken gehad. Naar
mogelijk andere oorzaken zoals ap-
neu werd in het begin vaak niet ge-
keken. Burnout is een uitputtingsre-
actie op langdurige (soms jarenlan-
ge) stress; lichamelijk en
psychisch.
Het overkomt vaak mensen die zich
erg verantwoordelijk voelen: de
‘ideale’ werknemer; diegene die de
kar trekt en vaak overwerkt (en
daarbij op zijn tenen loopt). Dit
gaat door tot de burnout‐patiënt
zich uitgeput voelt op alle fronten;
er niets meer uit zijn handen komt;
problemen in de relatie en een
voortdurend gevoel van falen. Een
populaire uitdrukking zegt: van hard
werken is nog niemand overspannen
geraakt. En daar zit veel waarheid
in. Burnout heeft alles met spanning
en frustratie te maken die op deze
manier werken met zich meebrengt
En daar zit ook de oplossing. Naast
voldoende rust (op tijd en regelma-
tig naar bed) en voldoende bewegen
( levert positieve energie, gezond
moe) is het zaak een lijst te maken
van irritaties thuis en op het werk.
En te kijken of er per keer een on-
derwerp op te lossen valt, waarover
je piekert en wakker ligt. Vermijd,
zeker in het begin, ook mensen die
teveel energie vragen bijvoorbeeld
door hun gezeur: sommige familiele-
den, bepaalde collega’s of chefs.
Maar als de oorzaak niet in je werk
zit of je sociale omgeving realiseer
dan dat apneu zeker burn‐out ver-
oorzaakt, het is immers je apneu die
je jarenlang lichamelijk sloopt!e
nd overspannen geraakt
Over depressie
Het is tegenwoordig vrij gebruike-
lijk om, als je in een dipje zit, te
zeggen dat je depressief bent.
Maar dat is spraakgebruik. Daarin
staat een depressieve bui gelijk aan
een dipje. Maar ook al komt een
groot aantal van de hier genoemde
verschijnselen bij onbehandelde
osas voor, een depressie is een be-
hoorlijk serieuze psychische klacht.
Die wordt gekenmerkt door langdu-
rige zwaarmoedigheid, tot en met
het gevoel niet meer verder te wil-
len leven. Depressieve klachten ko-
men vaak meer in een familie voor.
We kunnen dan spreken overdepres-
sieve persoonlijkheden. De aanleg
om makkelijk aan depressieve ge-
voelens ten prooi te vallen, draagt
zo iemand permanent met zich mee
en is in de verschillende levensfasen
méér of minder manifest. Naast
medicijnen (anti depressiva) is the-
rapie noodzakelijk om enigszins nor-
maal functioneren mogelijk te
maken.
Vervolg op pagina 7
Slaapapneu en burnSlaapapneu en burnSlaapapneu en burnSlaapapneu en burn‐‐‐‐outoutoutout
BurnBurnBurnBurn‐‐‐‐out, depressie of... osas?out, depressie of... osas?out, depressie of... osas?out, depressie of... osas?
Deel 1Deel 1Deel 1Deel 1
Kenmerken burnout:
* proces verloopt langzaam
* reageert opgejaagd, doet
extra werk.
* neemt zonder reden een
snipperdag.
* komt moe terug van een
uitrustvakantie.
* begint werk uit te stellen
* snel geïrriteerd.
* verminderde concentratie.
* werkt onder of boven zijn niveau.
Kenmerken depressie:
* somber
* lusteloos
* s morgens moeilijk uit bed
komen
* niet meer kunnen genieten
van leuke dingen
* slecht kunnen concentreren
* moe ook als je niets gedaan hebt
* seksuele interesse neemt af
* het idee dat je gevoel “dood” is
* je eetlust neemt af of juist
erg toe
* deze verschijnselen duren
langer dan 1 maand
Jaargang 8 nummer 1 Pagina 7
vinden we natuurlijk in de nacht.
Het kan zijn dat een osaspatiënt
snurkt. Dat is vaak het geval,maar
hoeft niet altijd. Maar hij heeft in
ieder geval ademstilstanden. Als die
langer dan 10 seconden duren noe-
men we ze apneu (a= zonder, pneu=
lucht). Een heel opvallend verschijn-
sel is het nachtplassen. Als je niet
in je diepe slaap komt, wordt geen
anti diuretisch hormoon aange-
maakt. Dit hormoon wordt in de her-
senen aangemaakt geeft het seintje
aan de nieren dat het lichaam in
rust is. Komt dit seintje niet, dan
gaat de vochtproductie gewoon
door. Vandaar de behoefte om te
plassen. Een ander opvallend ver-
schijnsel is het nachttranspireren.
Transpiratiegolven, een soort op-
vliegers, komen ook bij depressie
wel voor. Ze worden dan gezien als
angstaanvallen. Bij osas is nacht-
transpireren vrij stelselmatig.
Dit komt doordat, als je niet in de
diepe slaapfase komt, ook de ther-
mostaat (bij de mens de schildklier)
niet in de nachtstand wordt gezet.
Verder is opvallend voor
osas‐patiënten het voorkomen van
hoofd‐ en spierpijnen, met name in
de ochtend. Dit komt door het
gebrek aan herstelslaap en de veel-
vuldige aanspanning van de spieren
door de wekreacties.H
Verschillen slaapapneu en burn‐‐‐‐out
Snurken is geen kenmerk van
burn‐out, doorgaans wel van
slaapapneu. Het voorkomen van
apneus wijst op slaapapneu; een
heteroanamnese is hiervoor van
Vervolg van pagina 6
Over apneu en het obstructief
slaapapneu syndroom(osas)
Vrijwel alle verschijnselen die hier-
voor in de lijstjes genoemd zijn,
komen ook bij osas patiënten voor.
Door gebrek aan slaap ontstaat con-
centratieverlies, verminderde
seksuele belangstelling, lusteloos-
heid, gebrek aan energie, verhoogde
prikkelbaarheid, slaperigheid over-
dag, etc.. Daardoor ontstaan weer
spanningen in de relatie en op het
werk. Een aantal zaken is heel speci-
fiek voor apneu en osas. Een deel
hiervan heeft te maken met de ge-
volgen van osas voor overdag. Daar-
voor is de Epworth slaperigheids-
chaal ontwikkeld (zie ApneuSite
‘Wat is apneu?’). Het zijn een aantal
eenvoudig te beantwoorden vragen,
om te kijken of er mogelijk sprake
is van een slaapstoornis. Maar de
meest specifieke zaken voor osas
Kenmerken slaapapneu:
* slaperigheid overdag
* prikkelbaar (kort lontje)
* geheugen en concentratie-
problemen
* extreem moe
* s’nachts vaak moeten plassen
* nachtelijk transpireren
* snurken
* ademstilstanden!
* ochtendhoofdpijn
* spierpijn vooral benen nek
en schouders
groot belang (en in mindere mate
ook voor het snurken). Apneupatiën-
ten klagen over slaperigheid over-
dag, terwijl burn‐out patiënten in de
regel meer over vermoeidheid spre-
ken. Mentale vermoeidheid is het
kernsymptoom van burn‐out; bij
slaapapneu staat dit minder op de
voorgrond en de klachten treden
pas later in het beloop op. Lichame-
lijke burn‐out komt voor bij een
volledig tot ontwikkeling gekomen
slaapapneusyndroom. Slaapapneu is
een erfelijke ziekte; voorkomen van
slaapapneu in de fami-
lie moet de onderzoe-
ker alerter maken op
deze diagnose. Nekom-
vang, roken en overge-
wicht hangen samen
met slaapapneu, maar
niet psychische
burn‐out. Het onderscheid zou zo
eenvoudig kunnen zijn. Als iedere
Nederlander van apneu wist, zou hij
bij zijn huisarts kunnen melden dat
hij denkt dat zijn klachten daarmee
samenhangen.
Drs. Sandra Houtepen‐‐‐‐Strong
NVSAP (Nederlandse vereniging
van Apneu patiënten)
Voor huis‐ en arbo‐artsen, psycholo-
gen en psychiaters zouden bij de
gedachte aan burn‐out de volgende
standaardvragen gesteld moeten
worden:
* Snurkt u?
* Heeft uw partner met u wel eens
gesproken over ademstilstanden
tijdens uw slaap?
* Moet u er ‘s nachts vaker dan
twee keer uit om te plassen?
* Heeft u een droge mond en keel
bij het opstaan en last van
ochtendhoofdpijn?
* Bent u slaperig overdag?
* Als deze vragen standaard bij
ieder anamnese gesprek gesteld
zouden worden en de patiënt
antwoord ja, is een slaaponderzoek
de eerste stap naar een diagnose.è
Verpleegkundig Magazine Limburg Pagina 8
- Door - J. Heuts en A. Hazen
In 2005 is in het toenmalige
Maaslandziekenhuis een symposium
georganiseerd voor het afscheid van
Mevrouw Van Lin, Inspecteur voor de
Gezondheidszorg in Limburg. Als voor-
malig verpleegkundige heeft zij de
verpleegkundigen en verzorgenden
altijd sterk gestimuleerd tot verdere
professionalisering.
Eén van haar speerpunten was het
oprichten en vormgeven van de VAR’s
in de Limburgse ziekenhuizen. VAR
Limburg is bij dit afscheidssymposium
aanwezig geweest en heeft, als cadeau
voor haar afscheid, aan mevrouw Van
Lin de eerste editie van dit Verpleeg-
kundig Magazine Limburg overhandigd.
Als afscheidscadeau heeft mevrouw
Van Lin de bezoekers om een bijdrage
gevraagd, waarvan zij een beeldje
heeft laten maken.
Met dit beeld ’de stimuleringsprijs’ heeft zij VAR
Limburg uit-
gedaagd een
vijfjaarlijks
terugkerend
symposium te
organiseren,
met EBP als
rode draad.
Op de dag van
de verpleging
in 2010 heeft
het eerste
symposium “So you think you can nur-
se” plaatsgevonden. Diverse projecten
c.q. zorginstellingen hebben meege-
dongen om de eerste stimuleringsprijs
te mogen ontvangen, het beeldje als
wisseltrofee.
Vanuit het Atrium MC Parkstad heeft
de inzending “Nightingale Indicatoren
naar aanleiding van de Verpleegkundi-
ge Standaard” deze stimuleringsprijs
in het kader van Evidence Based
kwaliteitsverbeteringen in de ver-
pleegkundige zorg mogen ontvangen.
De ‘Nightingale Indicatoren vormen
een meetinstrument van geleverde
verpleegkundige zorg , ontwikkeld
door en bestemd voor
verpleegkundigen.
Nadat de prijs is uitgereikt heeft het
project zich doorontwikkeld.
In januari van 2011 is de database
voor het meetinstrument
Nightingale Indicatoren gerealiseerd
en toegankelijk gemaakt via intranet
voor de kinderafdeling. In deze data-
base zijn diverse modules geplaatst.
Vanaf 2010 is het meetinstrument in
diverse vormen toegepast en heeft
het geleid tot afdelingsspecifieke
verbeteracties.
Momenteel wordt het meetinstrument
aan afdelingen aangeboden als zelf-
check om te gebruiken bij de ver-
pleegkundige visitatie als onderdeel
van de geïntegreerde audit. Hierbij
willen we graag extra benadrukken dat
het meetinstrument een afdelings-
specifieke meting geeft voor eigen
gebruik. Het is geen verantwoordings-
instrument of anderszins.
Daarnaast heeft de koppeling van het
project Meetinstrument Nightingale
Indicatoren aan het Raaksubsidie pro-
ject EBP stimulerend gewerkt. HBO
studenten hebben hierbij in hun rol als
ontwerper gezocht naar de evidence
van de vraagstellingen binnen de
diverse modules, hetgeen van meer-
waarde is geweest voor zowel de
onderwerpen als de vraagstellingen
binnen het meetinstrument.
Begin oktober is mevr. Van Lin de
vorderingen van het project komen
beluisteren. Zij heeft informatie van
de betrokken medewerkers gekregen Foto: Wendy Pachen, Ankie Coenen en
Mevrouw Van. Lin.
over de totstandkoming van het huidi-
ge meetinstrument en de toepassing
hiervan. Ons huidige meetinstrument
is nog steeds aan PDCA cycli
onderhevig en hiervoor afhankelijk
van de input van gebruikers en andere
inhoudsdeskundigen. Input van ver-
pleegkundigen zal voor ons zeer bruik-
baar zijn. Mocht je interesse hebben,
dan gaan we graag hierover met je in
gesprek.
Josta Heuts & AnnaMaria Hazen
Atrium MC Parkstad
Oud inspecteur voor de gezondheidszorg op
bezoek in het Atrium MC Parkstad in het kader
van de stimuleringsprijs
Het (anoniem) invullen en verwerken
van de gegevens binnen deze data-
base toont zijn meerwaarde doordat
er een totaalbeeld gegeven wordt
van de verleende zorg en de
verbeteringen die hierin mogelijk
zijn. Door het invullen van de
gegevens, wordt er bovendien een
bewustwordingsproces ingezet bij
de verpleegkundigen
Je wordt je als verpleegkundige
bewust welke zorg je wel en welke
zorg je nog niet (voldoende) uit-
voert. Daar waar je zorg nalaat
word je dit meer bewust en er kan
daardoor al een kwaliteitsverbete-
ring van je eigen zorgverlening
plaatsvinden door je eigen
aandachtspunten aan te pakken..
Jaargang 8 nummer 1 Pagina 9
Geachte redactie,
In jullie overigens uitstekende Verpleegkundig Magazine Limburg las ik een artikel over literatuuronderzoek naar
het programma Productive Ward van H. Visser. Ik ben zelf betrokken bij de implementatie van Productive Ward in
het Atrium MC. Vanuit die praktijk vind ik het belangrijk om een ander perspectief te geven op dit kwaliteitsver-
beteringsprogramma. Als aanleiding voor het beschreven literatuuronderzoek wordt genoemd dat er “…nog maar
weinig bekend is over de impact van dit programma op de kwaliteit van de gezondheidszorg”. De conclusie van
het stuk is dat “De invloed van het Productive Ward programma op de kwaliteit van de gezondheidszorg
beter aangetoond zal moeten worden”. Wat mij betreft is dit een open deur die de positieve effecten
van het Productive Ward programma in de praktijk onvoldoende recht doet.
Wat zien wij na zesmaanden ervaring met Productive Ward (PW)?
PW is een “Lean” programma voor de Zorg, ontwikkeld door de NHS waarbij er op verpleegafdelingen door het
verpleegkundig team op een gestructureerde wijze aan verbeteringen wordt gewerkt. Het begint met drie basis-
modules. De eerste is inzicht verkrijgen in de kwaliteit van de afdeling met behulp van indicatoren die het team
zelf kiest en een visie op de afdeling die zelf wordt opgesteld. Zo koos de afdeling Orthopedie voor de visie “Zorg
voor bewegen: de afdeling orthopedie staat voor professionele zorg met passie in een veilige en klantvriendelijke
omgeving” en was een van de indicatoren het aantal medicatiefouten, die vervolgens dagelijks werden geturfd en
op de afdeling zichtbaar werden gemaakt. Het aantal fouten nam met 60% af.
De tweede module gaat over een goed georganiseerde afdeling. Door het verbeteren van ruimte-inrichting, beper-
king van assortiment van voorraadgoederen en uniforme inrichting van magazijnruimte is de veiligheid en de logis-
tiek op de afdeling verbeterd en is verspilling verminderd. In hetzelfde Verpleegkundig Magazine staat een toe-
lichting van de 5S methodiek die hiervoor gebruikt is: Scheiden, Schikken, Schoonmaken, Standaardiseren en
Standhouden. De betrokkenheid van medewerkers bij hun afdeling is verbeterd. Er is meer rust gekomen omdat
middelen makkelijk bereikbaar zijn. Ook tijdelijk personeel kan efficiënter werken. Zo heeft de afdeling Neurolo-
gie een nieuwe speerkamer kunnen realiseren voor patiënten met meer privacy.
De derde module is “De patiënt in een oogopslag”. Het aantal gemeten verstoringen van de verpleegkundigen was op
de afdeling gemiddeld 7 tot 16 keer per uur! Er is door verpleegkundigen een nieuw patiëntenbord ontworpen waar-
door collega’s op de afdeling, maar ook bijvoorbeeld artsen en fysiotherapeuten beter geïnformeerd zijn.
Na de eerste drie modules laat de eerste herhaalmeting op de afdeling Heelkunde een lichte stijging zien van
directe tijd voor Patiënten van 36% naar 39%. Medewerkerstevredenheidsonderzoek laat zien dat bijvoorbeeld
“Betrokkenheid” nu 94% Tevreden scoort ten opzichte van 86% bij aanvang. Tevredenheid over kwaliteit laat een
vergelijkbare stijging zien. Verpleegkundige teams krijgen weer meer regie over hun werk en afdeling – en dat
wordt gefaciliteerd door het management. Het stimuleert samenwerking en elkaar aanspreken op gedrag.
Natuurlijk komen we ook knelpunten tegen. Het is bijvoorbeeld in de aanloop arbeidsintensief en het vraagt
training en communicatie. Het vraagt bovendien een lange adem, want de nieuwe werkwijze moet gewoonte worden
en vraagt daarom continu aandacht.
Maar ik verheug me op de verdere implementatie van de andere modules die aspecten van de afdeling zoals opname
en ontslag, overdracht, maaltijden en hygiëne verder uitwerken. Met PW zet een afdeling voor zichzelf een nieuwe
standaard. Ambitieus, maar haalbaar. Daarbij staat het optimaliseren van de zorg voor onze patiënten voorop. Wij
tonen daarmee dagelijks aan dat PW de kwaliteit van de zorg mede verbetert.
Met vriendelijke groet,
Richard Olivier
Zorggroepmanager Electieve Zorg Atrium MC Parkstad
Lezers schrijven
Organisatie Provinciaal Landelijk
Expertise overdragen
(vakinhoudelijk en procesmatig)
Gezamenlijk organiseren van
refereermomenten, symposia, dag
van de verpleging
Invloed uitoefenen op beleid
(politiek en AVVV, curriculum
van de vakinhoud)
VAR Limburg Kwaliteit en veili ghe id van ver plee gkun dige zorg waar borge n en ver betere n.
Interessante websites www.cbo.nl www.bigregister.nl www.Webnurse.nl
www.avvv.nl www.decubitus.nl www.nursing.nl
www.levv.nl www.verpleegkunde.net www.verpleegkunde.startkabel.nl
www.nizw.nl www.verpleegkunde.pagina.nl www.gobnet.nl
www.prismant.nl www.verpleegkundige.goedbegin.nl
20-24 augustus International Continence Society ( Rotterdam )
13 september Symposium V&VN Palliatieve Verpleegkunde Zorgen voor jezelf ( Antwerpen )
14 september 6e Congres Spoedzorg; VWS, Universiteiten van Utrecht en Nijmegen www.integratedcare.nl
14 september Workshop richtlijnen, LEVV, Utrecht
20 – 27 september Cursus Stomazorg ( basisprogramma ), Amsterdam 21 september Overgewicht in de jeugdzorg, Nunspeet
27 september Nurse Practitioner als onderzoeker
28 september Workshop Patiëntveiligheid, LEVV , Utrecht
4 oktober V&VN Netwerkdag VAR ( Ede )
5 oktober Humor in de hulpverlening, Geestelijke Gezondheidszorg Duffel ( België )
8 oktober Refereeravond Wetenschap in Praktijk
11 oktober Jonge drenkelingen, Nijmegen
19 oktober Afasie, Neurologie Duffel ( België )
25-27 oktober 5th European Congress on Violence in Clinical Psychiatry (Amsterdam)
November 2007 Tweedaagse workshop palliatieve zorg Turnhout ( België ) info bij: Felix Punt, telefoon: 06-52087858, e-mail: [email protected]
November 2007 Leerwerkafdelingen: hype of de toekomst?
Vooraankondiging symposium over het project ZIC (samenwerking onderwijs- en zorginstelling).
Plaats: Heerlen. Kosten: niet bekend. Organisatie: Sevagram www.zicsevagram.nl
Voor meer informatie: www.venvn,nl of www.nursing.nl of www.google.nl
Agenda
De redactie van het Verpleegkundig Magazine Limburg is altijd op zoek naar suggesties, reacties en/of artikelen
voor het magazine. Mail naar [email protected]
Géneviève Sprenkels en Marieta Brand redactie.
Met dank aan: Korneel van den Broek, Paul Vogelaar, Chantal Claessen, Margret Lousberg, Sandra Houtepen-Strong, Richard
Olivier, Josta Heuts en AnnaMaria Hazen.
VAR Limburg
Atrium MC Parkstad
Orbis MC, Sittard-Geleen
Maastricht UMC
Laurentius ziekenhuis,
Roermond
VieCuri MC,
Noord-Limburg,
St. Jans Gasthuis, Weert
januari 2013
Jaargang 8
Nummer 1
ISSN 1871-658X
Verenigd sterk!
Redactie:
Telefoon: (045) 5766776
VAR Limburg Kwaliteit en veiligheid van verpleegkundige zorg waarborgen en verbeteren.Kwaliteit en veiligheid van verpleegkundige zorg waarborgen en verbeteren.Kwaliteit en veiligheid van verpleegkundige zorg waarborgen en verbeteren.Kwaliteit en veiligheid van verpleegkundige zorg waarborgen en verbeteren.
Organisatie Provinciaal Landelijk
Expertise overdragen
(vakinhoudelijk en procesmatig)
Gezamenlijk organiseren van
refereermomenten, symposia, dag
van de verpleging
Invloed uitoefenen op beleid
(politiek en AVVV, curriculum
van de vakinhoud)
Interessante websites www.cbo.nl www.bigregister.nl www.zorgportaal.nl
www.venvn.nl www.decubitus.nl www.nursing.nl
www.zorgprotocollen.nl www.verpleegkunde.net www.atriummc.nl/bibliotheek
www.prismant.nl www.verpleegkundige.goedbegin.nl www.verpleegkundigspecialismen.nl
Agenda
Voor de agenda van interessante symposia, lezingen en workshops verwijzen wij U naar de site van
VAR Atrium MC Parkstad:
www.atriummc.nl/var
Andere informatie? Bezoek: www.varlimburg.nl
www.venvn,nl
www.nursing.nl
www.google.nl