VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de...

21
STUDENTENBROCHURE VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Sector Metabole en cardiovasculaire aandoeningen Ingang 12 / route 1442

Transcript of VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de...

Page 1: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

STUDENTENBROCHURE

VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Sector Metabole en cardiovasculaire aandoeningen

Ingang 12 / route 1442

Page 2: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

2

1 INLEIDING

Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename

stageperiode. We doen ons best om je zo goed mogelijk op weg te helpen, te informeren en te

begeleiden. Van jou verwachten we een nieuwsgierige, open houding. Neem zelf je leerproces in

handen.

In deze brochure stellen we de afdeling, het patiëntenprofiel, de verpleegkundige observaties en

zorgen, specifieke onderzoeken en medicatie, en algemene en specifieke gedragsregels voor.

Heb je na het lezen van de brochure vragen? Stel ze gerust tijdens je stage.

Page 3: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

3

2 VOORSTELLING VAN DE AFDELING

2.1 Locatie

De dienst bestaat uit 31 bedden, van kamer 1821 tot en met 1838, waarvan zes eenpersoonskamers

(1822 – 1823 – 1824 - 1825 – 1836 – 1837) en twaalf tweepersoonskamers, decentraal binnen de

afdeling.

Keuken, berging, spoelruimte, onthaal-verpleegpost, artsenbureau, linnenkamer, badkamer, douche

en onderhoudslokaal bevinden zich in de middenruimte van de afdeling. Het staflokaal voor

verpleegkundigen bevindt zich aan de buitenzijde van de verpleegafdeling. De patiëntenkamers liggen

ook decentraal.

De polikliniek Cardiologie bevindt zich op dezelfde verdieping in een andere vleugel (route 1425). De

polikliniek Nierziekten bevindt zich op het gelijkvloers (route 1231).

We werken het meest samen met:

Katheterisatiezaal (ingang 12, route 1351)

Hartbewaking (ingang 12, route 1547)

Nierdialyse (ingang 25, route 283)

Page 4: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

4

2.2 Organisatie

1. Medisch team

Diensthoofd Cardiologie: Dr. Michel De Pauw

Diensthoofd Nefrologie: Prof. dr. Wim Van Biesen

Supervisoren: stafleden

Twee of drie artsen-specialisten in opleiding (ASO’er) volgen de patiënten continu medisch op,

eventueel bijgestaan door artsen-stagiairs.

De taken van de arts-specialist:

Het medisch dossier van de patiënten beheren.

Behandelingen instellen en patiënten opvolgen.

Onderzoeken aanvragen.

Zaalronde met de verpleegkundige.

Een wekelijkse multidisciplinaire patiëntenbespreking met de verpleegkundigen,

hoofdverpleegkundige, sociaal verpleegkundige, diëtiste, verpleegkundige intern

liaisonteam geriatrie, verpleegkundig specialist hartfalen en kinesist.

Patiënten en hun familie medisch informeren, sociale problematiek opvangen.

De werking van de verpleegeenheid optimaliseren, in communicatie en overleg met de

hoofdverpleegkundige.

2. Verpleegkundig team

Hoofdverpleegkundige: Isabel Van Holder

Taken van de hoofdverpleegkundige:

De organisatie van de afdelingswerking.

De organisatie, coördinatie en supervisie van het verpleegkundige team.

De communicatie en het overleg met het medische en verpleegkundige team, andere

zorgverleners en medewerkers.

De communicatie met patiënten en familie.

Kwaliteitszorg bewaken en optimaliseren.

Een toekomstvisie voor de afdeling bepalen.

Het materiaalbeheer op de afdeling.

De afdelingsverpleegkundigen

De verpleegkundigen staan in voor de patiëntenzorg volgens het verpleegmodel van

patiëntentoewijzing: één verpleegkundige is verantwoordelijk voor de integrale zorg van een aantal

patiënten.

Taken:

Totaalzorg plannen, uitvoeren, evalueren en rapporteren.

Verpleegtechnische handelingen uitvoeren.

Medische opdrachten uitvoeren.

Assisteren bij medische handelingen.

Voedingsdistributie.

Page 5: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

5

Medicatiedistributie.

Observatie en communicatie met patiënten en familie.

Patiënten en familie informeren.

Zaalronde en overleg met de behandelende arts.

Patiëntenadministratie bij opname, verblijf, transfer en ontslag.

Begeleiding studenten verpleegkunde volgens het mentorschap:

○ samenwerken met studenten

○ informatie geven

○ feedback geven over kennis, handelen, attitudes

○ de studenten evalueren

Communicatie en overleg met verpleegkundigen, hoofdverpleegkundige en andere

zorgverleners.

Streven naar een optimale kwaliteitszorg.

Materiaalzorg.

Verpleegkundig specialist hartfalen, steunhart en harttransplantatie:

De verpleegkundig specialist begeleidt en coördineert de zorg van patiënten met chronisch hartfalen,

patiënten met een steunhart (in afwachting van een harttransplantatie) en harttransplantpatiënten.

Dat geldt zowel voor de ambulante als gehospitaliseerde patiënten. Ook de patiënt, huisarts,

thuisverpleegkundige enzovoort kunnen van thuis uit de verpleegkundig specialist opbellen bij vragen

of problemen.

De verpleegkundig specialist neemt daarnaast ook deel aan onderzoeksprojecten, implementeert

nieuwe inzichten uit de literatuur in de praktijk, geeft les aan collega’s en studenten verpleging en

geeft advies aan collega’s-zorgverleners.

Verpleegkundig intern liaisonteam geriatrie

De ILT-verpleegkundige screent patiënten met een geriatrisch profiel op lichamelijke en cognitieve

beperkingen/mogelijkheden, brengt de thuissituatie nauwkeurig in kaart en geeft tips over verzorging

van die patiëntenpopulatie. Zij is ook de link met de geriater.

3. Secretariaatsmedewerker

Myriam Goudeseune en Annemie Vervaeke zijn administratieve medewerksters op de afdeling.

Taken:

Ontvangst bij opname van patiënten en begeleiding naar de patiëntenkamer.

Iedereen die zich aanmeldt aan het onthaal gericht verwijzen.

Patiëntenadministratie.

Onderzoeksafspraken maken en vervoer organiseren.

Page 6: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

6

4. Logistiek medewerker

De logistieke medewerkers, Marie-Paule Uittebroeck, Jona Eeckhoudt en Karen Verspille staan in

voor logistieke ondersteuning van het verpleegkundige team in de patiëntenzorg en onderhoudstaken,

zoals maaltijden opdienen en afdienen en de spoelruimte en keuken onderhouden.

5. Onderhoudspersoneel

Het onderhoudspersoneel valt onder de bevoegdheid van Facilitaire dienstverlening.

6. Bloedprikploeg

De Bloedprikploeg is een afzonderlijke afdeling. Verpleegkundigen voeren dagelijks perifere en

centrale bloedafnames uit bij patiënten. Dat gebeurt steeds in de voormiddag. In de namiddag nemen

de verpleegkundigen van de afdeling zelf bloed af.

7. Sociale dienst

Taken van de sociale verpleegkundigen, Véronique Vander Steene (Cardiologie, 22469) en Wim

Moreels (Nefrologie, 24506):

Oplossingen zoeken voor sociale en financiële problemen van patiënten.

Thuishulp organiseren.

Zoeken naar een kortverblijf, hersteloord of woonzorgcentrum afgestemd op de behoeften

van patiënt en familie.

Financiële tegemoetkomingen onderzoeken waar patiënten recht op hebben.

Vervoer regelen bij ontslag.

Vervoersregeling uitwerken voor ambulante hemodialysepatiënten en poliklinische

consultaties.

8. Diëtisten

De diëtiste kan patiënten die dieetvoeding nodig hebben ondersteunen, begeleiden en adviseren. Zij

kan hen infobrochures bezorgen en neemt deel aan het multidisciplinaire overleg.

Page 7: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

7

3 AFDELINGSGEBONDEN INFORMATIE

3.1 Medisch patiëntenprofiel

Observatie, behandeling en verpleging van patiënten met hart- en vaatziekten:

○ angor of retrosternale pijn (RSP)

○ AMI (acuut myocardinfarct)

○ hartfalen of hartdecompensatie

○ ritmestoornissen

○ geleidingsstoornissen

○ kleplijden

○ trombose

○ pacemaker (PM), interne defibrillator (ICD) & TAVI (Transcatheter Aorta Valve

Implantation) plaatsen

Observatie, behandeling en verpleging van medische nierziekten met verschillende

behandelingsmodaliteiten:

○ conservatieve behandeling

○ hemodialysepatiënten met elektrolytenstoornis

○ oud nier-, nier-pancreastransplantatie en nier-levertransplantatie die problemen

stellen

○ acute of chronische nierinsufficiëntie

Observatie, behandeling en verpleging van katheterisatiepatiënten opgenomen voor:

○ coronarografie

○ PTCA (percutane transluminale angioplastie) - ook PCI (percutane coronaire

angioplastie) genoemd - en CTO (chronische totale occlusie)

○ EFO: elektrofysiologisch onderzoek

We beschrijven de meest voorkomende aandoeningen per discipline.

1. Cardiologie

Angor of retrosternale pijn (RSP)

Pijn – meestal achter het borstbeen – door zuurstoftekort van het hart. Typische EKG-wijzigingen.

Onmiddellijk te melden! Bij angor plannen we een coronarografie waarbij de coronairen

(kransslagaders) in beeld worden gebracht. Bij significante stenoses (vernauwingen) wordt een PTCA

uitgevoerd.

AMI (Acuut myocardinfarct)

Ischemie (zuurstofgebrek) van de hartspier door stenose/occlusie van de coronairen. Dat leidt tot

onomkeerbare necrose van de hartspier. Onderscheid in verschillende soorten infarcten naargelang

de plaats van de necrose. Klassiek: hospitalisatie gedurende een week omdat er mogelijk

ritmestoornissen kunnen optreden.

Page 8: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

8

Hartfalen of hartdecompensatie

Toestand waarbij het hart – als pomp – niet meer in staat is de gevraagde arbeid te verrichten.

Oorzaken kunnen zijn: ritmestoornissen, infarct, hypertensie enzovoort.

Links decompensatie (linkerharthelftdeficiënt) geeft een stuwing in de longvenen en longoedeem.

Rechts decompensatie (rechterharthelftdeficiënt) geeft stuwing in de venen en capillaire gebieden van

de grote circulatie en perifere oedemen.

Ritmestoornissen

○ bradycardie: te trage hartslag

○ tachycardie: te snelle hartslag

○ voorkamerfibrillatie (VKF)

○ ventrikeltachycardie (VT)

○ ventrikelfibrillatie (VF)

Meestal plannen we een elektrofysiologisch onderzoek (EFO) voor een behandeling. De behandeling

kan medicamenteus of invasief zijn (zoals een ablatie, cardioversie, ICD of PM implantatie, e.d.).

Kleplijden

○ stenose: vernauwde hartklep

○ insufficiëntie: slecht sluitende, lekkende klep

Geleidingsstoornissen

We plaatsen een pacemaker. Dat is een elektrische batterij, onderhuids geplaatst, die via een

elektrode het hart kunstmatig stimuleert tot contractie of samentrekking. Wordt geplaatst bij bepaalde

stoornissen in prikkelvorming en/of -geleiding.

Trombose

Gedeeltelijke of volledige afsluiting van een bloedvat door een stolsel van bloedlichaampjes en andere

elementen.

2. Nefrologie

Patiënten die een nierdialysebehandeling volgen

Wanneer verblijven patiënten op de afdeling?

- bij aanleg van een arterioveneuze fistel

- bij verwikkelingen tijdens een chronische nierdialysebehandeling

Patiënten met acute nierinsufficiëntie (acute achteruitgang van de nierfunctie).

Dat kan zich manifesteren met oligo-anurie of bewaarde diurese. Prerenale, renale en

postrenale oorzaken. Mogelijke oorzaken: dehydratatie, chemotherapie, stenose …

Patiënten met chronische nierinsufficiëntie

Page 9: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

9

Een chronisch verloop, meestal over jaren, leidt tot de achteruitgang van de nierfunctie tot het stadium

van terminale nierinsufficiëntie. Er zijn zeer veel oorzaken: diabetes, analgetica nefropathie,

chronische glomerulonefritis, polycystische nieren, maligne hypertensie …

Patiënten met nefrotisch syndroom

Een nefrotisch syndroom is een glomerulaire aantasting. Klinisch gekenmerkt door oedeem.

Patiënten met elektrolytenstoornissen

De meest frequente elektrolytenstoornissen zijn hyper- en hypokaliëmie en hyponatriëmie.

3. Katheterisatie

Coronarografie

Bij klachten van angor en een afwijkende inspanningsproef (fietsproef) voeren we een coronarografie

uit. Via katheterisatie worden de coronairen in beeld gebracht. Dat onderzoek gebeurt via de a.

Radialis (arm) of de a. femoralis (lies). Afhankelijk van de insteekplaats moet de patiënt korter of

langer bedrust houden. De insteekplaats wordt regelmatig gecontroleerd op zwelling, nabloeding, e.d.

PTCA

PTCA staat voor Percutane Transluminale Coronaire Angioplastiek. Via katherisatie via de arm of de

lies wordt de vernauwde kransslagader gedilateerd (verwijd) door middel van een ballon. Meestal

wordt ook een stent geplaatst. De kransslagader is nu opnieuw open en het bloed kan vrij stromen.

Ook na die ingreep is het belangrijk dat de patiënt verschillende uren strikte bedrust houdt.

3.2 Dienstgebonden verpleegkundige zorgen

De patiënt observeren en parameters interpreteren zijn de voornaamste activiteiten op onze

verpleegafdeling. Dat moet doordacht en nauwkeurig gebeuren. De patiënt observeren tijdens de

basiszorgen is een belangrijk uitgangspunt.

Niet enkel de parameters van het moment, ook de evolutie van een parameter over 24 tot 48 uur en

hoe de parameters ten opzichte van elkaar evolueren. Rapporteer afwijkende waarden en evoluties

altijd mondeling aan de verantwoordelijke verpleegkundige.

De meeste patiënten hebben een internistische problematiek en worden daarvoor medicamenteus

behandeld. Het is uiterst belangrijk dat medicatie correct (juiste patiënt, juiste dosis, juiste wijze en

juist tijdstip) wordt toegediend. Het is noodzakelijk te weten welke medicatie je geeft. Vb. een patiënt

krijgt een antihypertensivum, maar heeft op dat moment een lage bloeddruk. Wat doe je?

Kritisch reflecteren over waar je mee bezig bent is de rode draad doorheen ons handelen. Dat is meer

dan denken en redeneren, de nadruk ligt op ‘kritisch’. Kritisch reflecteren is denken vanuit

verschillende invalshoeken: het gaat erom datgene dat vanzelfsprekend of logisch lijkt, te analyseren

en in vraag te stellen.

Page 10: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

10

Het is het beoordelen van informatie op relevantie en waarheidsgehalte op basis van weloverwogen

criteria en het aanreiken van weloverwogen alternatieven.

Belangrijke aspecten om goed kritisch te reflecteren zijn:

Analyseren: de essentiële aspecten van informatie formuleren, begrijpen en relateren.

In vraag stellen: zinvolle vragen stellen over informatie om die vanuit verschillende

invalshoeken te belichten.

Beoordelen: een bepaalde waarde hechten aan informatie op basis van weloverwogen

criteria.

Alternatieven formuleren: andere mogelijkheden formuleren dan degene die meestal

gebruikt worden.

Argumenteren: relevante redenen, argumenten of bewijsmateriaal geven om een

bepaalde stellingname te staven.

1. Basiszorgen en observaties

Bedbad: aandacht voor een zorgvuldig en grondig toilet. Dat gebeurt via de techniek van

het verzorgend wassen. Observatie en evaluatie zijn heel belangrijk.

Hulp bij toilet: patiënt zoveel mogelijk stimuleren tot zelfzorg, maar wel toezien of patiënt

dat wel goed kan of doet.

Mondtoilet: zeer belangrijk bij zwaar zieke patiënten, zowel preventief als curatief. In een

mond en tussen de tanden bevinden zich oneindig veel bacteriën, die een bron van infectie

kunnen zijn op andere plaatsen.

Nagelverzorging: moet met zorg gebeuren. Cave diabetespatiënten. Soms is

specialistische voetzorg aangewezen. Vraag daarvoor de pedicure in consult.

Haarverzorging: bij langdurige hospitalisatie bevelen we een regelmatige haarwassing

aan.

Decubituspreventie:

○ start bij een goede voedingstoestand en lichaamsverzorging

○ pas wisselhouding toe en maak waar nodig zoveel mogelijk gebruik van

drukreducerende matrassen en kussens (traagfoam in de zetel, hielkussen in bed)

○ bij risicopatiënten is het gebruik van een aangepast dynamische matras aangewezen

Decubitusbehandeling:

○ zoals voorgeschreven in de medische opdracht en na consult van de

wondzorgconsulenten

○ observatie en evaluatie noteren in het zorgenplan

Houding van patiënt: de patiënt moet een zo comfortabel mogelijke houding krijgen,

aangepast aan zijn algemene toestand.

Urinecollectie: bij sommige patiënten wordt de urine per 24 uur verzameld in een bruine

bidon, al dan niet met zuuroplossing. Hernieuw of verwijder de blaassonde volgens

instructies op het zorgenplan. Zorg dat de patiënt steeds een bedpan en/of urinaal ter

beschikking en binnen bereik heeft.

Stoelgangpatroon: is dikwijls gestoord bij opname doordat patiënten minder bewegen.

Observatie is heel nuttig. Indien een rectaal toucher moet gebeuren staat dat vermeld op

het zorgenplan.

Voeding van patiënt: we besteden veel zorg aan de voeding van de patiënten. Noteer de

hulpbehoefte in het zorgenplan en de observatie van de kwantiteit van de voedselinname

op een voedingslijst.

Page 11: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

11

Vochtinname is heel belangrijk bij nefrologische en cadiologische patiënt. Bij patiënten met

hartfalen en hemodialysepatiënten is een strikte vochtbeperking noodzakelijk. Als

hulpmiddel houden we regelmatig een vochtlijst bij. Bij voorkeur leren we de patiënt aan dat

zelf te doen. Omgekeerd moeten patiënten soms gestimuleerd worden om vocht in te

nemen.

O2-therapie: aandacht voor maximale hoeveelheid bij toediening (belangrijk bij C.O.P.D.-

patiënten), hernieuwen van leiding en respiflow en het goed dragen van masker of bril.

Aerosoltoediening: aandacht voor frequentie toediening, reinigen en vervangen van

leiding.

Wondverzorging: zoals voorgeschreven op zorgenplan.

Insteekplaats van katheters: (centrale katheters, perifere katheters, dialysekatheters). We

moeten veel zorg besteden aan de insteekplaats van katheters. Meld en noteer observaties

van roodheid, zwelling, warmte, pijn en etter.

2. Specifieke zorgen

Naast de basiszorgen zijn er op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie ook heel wat specifieke

zorgen eigen aan de dienst:

Zorgen aan patiënten in isolatie: de verschillende types kennen en de isolatiemaatregelen

correct toepassen om infecties niet over te dragen.

Zorgen aan perifere en centrale katheter: zie standaardbeleid op intranet. Huid scheren

alvorens te prikken, voorkomt pijn bij het verwijderen van het verband. Observaties bij

patiënten met katheter.

Observaties en rapportage bij transfusies.

Verschillende staalafnames.

Zorgen aan patiënten na plaatsen van een A.V.-fistel voor hemodialyse.

Zorgen aan patiënt na plaatsen van een Tesio® katheter voor hemodialyse.

Zorgen aan patiënten na plaatsen pacemaker / ICD / TAVI.

Zorgen aan patiënten na coronarografie via a. femoralis of a. radialis.

Zorgen aan patiënten na plaatsen stent.

Zorgen en observaties bij patiënten met hartfalen.

Observatie van patiënten aan continue monitoring ECG.

3. Belangrijke parameters zijn:

Gewicht: patiënten met hartfalen en hemodialysepatiënten worden dagelijks gewogen.

Vochtbalans: Vocht IN registreren in het kader van vochtbeperking; vocht UIT (diurese)

meten in het kader van ontwatering of nierfunctie.

Bloeddruk en hartfrequentie: manueel en elektronisch. Weet dat je bij elektronische

bepaling van de hartfrequentie,geen idee hebt over het ritme en de sterkte.

Ademhaling: heel wat patiënten zijn kortademig. Kunnen tellen en observeren.

Zuurstofsaturatie

Temperatuur

Algemeen uitzicht van de patiënt

Van al die parameters moet je de normale en afwijkende waarden kennen en herkennen.

Page 12: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

12

4. Meest voorkomende onderzoeken

Je kunt onderzoeken bijwonen in overleg met de mentor.

RX-thorax: een RX gebeurt diagnostisch, evolutief of na het plaatsen van een pacemaker,

ICD of centrale katheter (positie van katheter nagaan of pneumothorax opsporen).

EKG: routinegewijs bij opname, voor en na een coronarografie of PTCA en na een PM of

ICD-implantatie wordt er een EKG afgenomen.

Echografie: echografie van nieren, abdomen, klein bekken, bijschildklieren en hart gebeurt

heel vaak bij de nefrologische patiënt.

Echografie van de nieren wordt vooral aangevraagd voor het opzoeken van de nieromtrek,

of van obstructie van de afvoerwegen met stuwing van de nier. Echografie wordt ook

gevraagd voor het beoordelen van de niergrootte.

Echocardiogram: is een niet-invasief, pijnloos en risicoloos onderzoek. Het maakt gebruik

van hoogfrequente geluidsgolven die terzelfdertijd worden uitgezonden en ontvangen door

een soort kristal. Door verschillen in weerkaatsend vermogen tussen vb. bloed en organen

krijgt men een beeld op de tv-monitor. Dat onderzoek geeft informatie over vorm, structuur,

positie en beweging van het hart en van de kleppen. Het vindt plaats op de poli Cardiologie.

Cyclo-ergometrie (fietsproef, route 1477): een test waarbij de patiënt een inspanning moet

leveren (met name fietsen tegen een progressief verhogende weerstand (hartritme en

zuurstofbehoefte lopen op). Tijdens die inspanning registreren we het EKG om eventuele

zuurstoftekorten ter hoogte van de hartspier op te sporen (route 1477).

Ejectiefractie (route 1477): gaat na in welke mate het hart in staat is het aanwezige bloed

uit te pompen. Na het inspuiten van een bepaalde stof maken we foto’s met de scanner en

berekenen we de samentrekbaarheid van het hart.

Coronarografie (katheterisatiezaal). Er wordt onder RX-begeleiding een katheter

opgeschoven van in de arm of lies tot aan het hart. Na inspuiten van contraststof maakt

men de kransslagaders zichtbaar op een scherm (wordt opgenomen op video). Dat

onderzoek dient dus specifiek om na te gaan of er letsels zijn ter hoogte van de coronairen

(stenosen). Wanneer blijkt dat een kransslagader in belangrijke mate vernauwd is, kan men

overgaan tot een PTCA. Bij een PTCA wordt een stent geplaatst ter hoogte van de

vernauwing. De stent zorgt ervoor dat de kransslagader open blijft en het bloed kan

doorstromen.

Plaatsing pacemaker of interne defibrillator: onder lokale verdoving maakt de cardioloog

een kleine insnede van een 5-tal centimeter in de huid onder het linker- of

rechtersleutelbeen waar het toestel wordt geplaatst. Via de Vena Subclavia worden 1,2 of 3

electroden tot in het hart gebracht.

CT abdomen, nieren: vooral om macroscopische afwijkingen op te sporen ter hoogte van

de nier, vb. cysten of tumoren.

Arteriografie van de nieren om:

○ de macroscopische anatomie van de nier te beoordelen

Page 13: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

13

○ renovasculaire hypertensie op te sporen

Nierbiopsie: om een histologische differentiaaldiagnose te kennen bij nierlijden.

Isotopenscanning: er wordt DMSA of DTPA (isotoop) I.V. ingespoten. De opgestapelde

radioactiviteit wordt kwantitatief gemeten en geeft een goede maat van de individuele

nierfunctie.

Duplexonderzoek: vb. van de carotiden of van een arterioveneuze fistel of de a. renalis na

niertransplantatie.

Oogfundus: belangrijk onderzoek bij de nefrologische en cardiologische patiënt, vooral om

de weerslag van hypertensie op de bloedvaten te beoordelen. Bij diabetespatiënten om de

microangiopathie te volgen.

5. Meest voorkomende geneesmiddelen

Specifieke CARDIALE geneesmiddelen

Digitalis Vb. Lanoxine®, Digoxine, Digitaline®, Lanitop®

Die medicatie wordt o.a. gebruikt bij hartdecompensatie en bepaalde

ritmestoornissen (vb. VKF = voorkamerfibrilatie).

Nitroderivaten Vb. Cedocard®, Corvaton®, Corvatard®

Zetten de vaten uit perifeer en ter hoogte van de coronairen.(meer

zuurstofafgifte aan de hartspier).

Die medicatie wordt gegeven bij angor.

Bètablokkers Vb. Emconcor®, Kredex®, Seloken®

Doen de contractiekracht van het hart dalen (en daardoor de

zuurstofbehoefte).

Die medicatie wordt ook gegeven bij angor.

Calciumantagonisten: Vb. Amlor® (Amlodipine), Progor®, Tildiem®

Doen de spiercontractie verminderen en werken vasodilaterend.

Die medicatie wordt eveneens bij angor toegediend.

ACE-inhibitoren Vb. Zestril® (Lisinopril), Coversyl®, Tritace®

Beletten de omzetting van angiotensine I in Angiotensine II.

Wordt gegeven bij hypertensie, hartfalen.

Anticoagulantia Vb. Heparine®, Marcoumar®, Marevan®, Sintrom®, Clexane®

Geneesmiddelen die de vorming van klonters beletten.

Die medicatie wordt toegediend bij de behandeling van diepe veneuze

trombose, infarct, angor, VKF, gestoorde stollingswaarden, e.d.

Page 14: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

14

Specifieke NEFROLOGISCHE geneesmiddelen

Immunosuppressiva Voor na transplantatie, wordt volgens bepaald schema gegeven, rekening

houdend met de nierfunctie en het bloedbeeld. Bij die medicatie is het belangrijk

het precieze toedieningsuur stipt te respecteren.

Corticoïden Volgens bepaald schema bij systeemaandoeningen.

Maagbeschermers Worden therapeutisch gegeven of preventief bij corticotherapie.

Antihypertensiva Uitgebreid gamma aangepast aan de soort hypertensie.

Cardiotonica Dosis eveneens aan te passen en te volgen met bloedspiegel.

Na- of Ca- Kayaxalaat Is een hars, wordt gegeven bij hyperkaliëmie, doet het kalium dalen, in te nemen

tijdens de maaltijd (in combinatie met movicol®).

Fosfaatbinders Patiënten met verminderde nierfunctie hebben meestal een te hoog fosfor.

Medicatie daarvoor is Ca-carbonaat, Ca-accetaat en aluminiumhydroxide.

Analgetica en

antipyretica

Bij pijn- en koortstoestanden.

Eritropoëtine Bij renale anemie.

Mineralen en vitamines Met welbepaalde indicatiestelling.

Anticoagulantia Preventief bij risicopatiënten.

Geneesmiddelen na KATHETERISATIE

Bloedplaatjesaggregatie-

remmers (anti-

aggregantia)

Vb. Plavix® (Clopidogrel), Brilique®, Efient®, Asaflow®.

Verhinderen het aaneenklitten van de bloedplaatjes =

bloedverdunners

Die medicatie wordt voorgeschreven na een PTCA om

bloedklontering rond de stent te voorkomen.

Cholesterolverlagend

middel

Vb. statines als Lipitor®, Zocor® (Simvastatine), pravastatine

Omdat cholesterolplaques de meest voorkomende oorzaak zijn van

vernauwing van de coronairen, wordt meestal een

cholesterolverlagend middel opgestart.

Andere vaak voorkomende geneesmiddelen

Antidiabetica Per orale antidiabetica

Vb. Glucophage®, Glurenorm®

Die medicatie wordt gegeven bij diabetes type 2

(ouderdomsdiabetes). Bij die patiënten produceert de pancreas nog

insuline, maar onvoldoende.

Insulinetherapie Insuline wordt subcutaan toegediend.

We onderscheiden:

○ kortwerkende insuline (vb. Actrapid®, Humuline Regular®)

○ ultrakortwerkende insuline (vb. Humalog®, Novorapid®)

○ langwerkende insuline (vb. Insulatard®)

○ gecombineerde insuline (vb. Mixtard®, Humuline® 30,

Novomix®)

Page 15: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

15

○ ultralangwerkende insuline (vb. Lantus®, Levemir®)

Afhankelijk van de werkingsduur van de insuline krijgt de patiënt 1 of

meerdere inspuitingen per dag voor de maaltijd. Injectieplaatsen: dijen

en buikwand.

Om complicaties (lipodistrofie) te voorkomen is het nodig regelmatig

van injectieplaats te wisselen (rotatie). Doe dat echter nooit op eigen

houtje! Soms schakelen patiënten over op de S.C.-insulinepomp.

Een diabeteseducator van het ziekenhuis geeft alle nieuwe

diabetespatiënten uitgebreide educatie over hun diabetes. Vb.

glycemie bepalen, insuline spuiten met de pen.

Antibiotica en antivirale

medicatie

Vb. Augmentin®, Tazocin®, Floxapen®…

Die medicatie wordt bij infecties toegediend (vb. endocarditis, infectie

ICD, infectie dialysecatheter, pneumonie …).

Antibiotica kan zowel oraal als intraveneus worden toegediend.

Bij de meeste hemodialysepatiënten moet de dosis aangepast worden

naargelang de nierfunctie.

Analgetica en

antipyretica

Vb. Paracetamol, Dafalgan®.

Page 16: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

16

4 INFORMATIE OVER DE STAGE

4.1 Dienstgebonden stage-informatie

Aanvang stageperiode

We verwachten jou de eerste stagedag om 8 uur aan het Studentenloket (ingang 12, route 1513) en

ten laatste om 9 uur, in UZ-werkkleding, op de afdeling.

Je meldt je aan bij de hoofdverpleegkundige of vervangende verantwoordelijke. Je krijgt een

introductie in het staflokaal en een rondleiding op de verpleegafdeling.

Wat is in orde bij de aanvang van je stage?

○ Je hebt de studentenbrochure gelezen.

○ Je kent de anatomie en fysiologie van het hart en de nieren.

○ Je hebt medisch rekenen geoefend. Dat wordt getest bij aanvang van de stage.

○ Je hebt de vooropgestelde doelstellingen uitgewerkt.

○ Je hebt de EPD-test uitgevoerd en toegang tot het EPD.

○ Je volgt het uurrooster van de mentor die je wordt toegewezen. Stage gaat voor op

privéactiviteiten (vrije tijd, studentenjob). Je kunt slechts bij uitzondering afwijken van

het uurrooster. Bespreek dat indien nodig met de hoofdverpleegkundige.

4.2 Specifieke leerpunten van de afdeling

1. Algemene richtlijnen

De bachelorstudent mag onder begeleiding van een mentor alles uitvoeren, ook wat niet

aan bod kwam in de lessen theorie of praktijk. Student en mentor zijn daarvoor verzekerd.

De HBO5-student daarentegen mag geen handelingen uitvoeren onder begeleiding van de

mentor die nog niet in theorie of praktijklessen werden behandeld. De student is daarvoor

niet verzekerd (ECG afnemen onder toezicht mag wel). Het is dus een must om de

leerdoelstellingen bij aanvang van de stage te overlopen. Je moet die op dag 1 kunnen

voorleggen.

De derdejaarsstudent richt zich niet enkel op technieken, maar vooral op klinisch redeneren

en verbanden leggen, op organisatie en overdracht op een gestructureerde manier

(volgens ISBARR).

We verwachten beleefdheid en respect voor iedereen.

Leef stiptheid na en respecteer begin- en einduur. Je bagdet op de achtste verdieping.

Verwittig altijd de afdeling of hoofdverpleegkundige als je te laat of ziek bent.

In het staflokaal is een gemeenschappelijke kast waar je persoonlijke spullen kan

opbergen, zoals je stagemap. Voor een locker betaal je 20 euro waarborg. Spreek de

hoofdverpleegkundige aan.

Heb aandacht voor persoonlijke hygiëne en leef de uniformvoorschriften na. In het kader

van ziekenhuishygiëne zorg je voor propere, kortgeknipte nagels.

Raadpleeg de patiëntentoewijslijst dagelijks.

Page 17: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

17

Woon overdracht bij en neem notities. Ga daarvoor naast je verpleegkundige/mentor zitten.

We verwachten van jou een aandachtsvolle en actieve participatie bij patiëntenoverdracht.

Overleg over de werkorganisatie met de begeleidende verpleegkundige. Je werkt samen

met de begeleidende verpleegkundige, toch kan bij wederzijds akkoord patiëntentoewijzing

gedelegeerd worden.

Voor en na elk patiëntencontact: was en ontsmet je handen (respecteer contacttijd).

Raadpleeg het elektronische patiëntendossier, ook na mondeling overleg en informeer je bij

onduidelijkheid.

Beantwoord beloproepen steeds zo vlug mogelijk, ook degene die niet tot de eigen

patiëntengroep behoren. Zorg ervoor dat patiënten hun oproepsysteem in hun bereik

hebben.

Streef naar een economisch verantwoord gebruik van materiaal.

Breng gebruikt materiaal na reiniging of ontsmetting ordelijk terug naar de juiste plaats. Vb.:

zitweegschaal, infuuspompen, statieven en wc-stoelen.

Plaats het ECG-toestel en infuuspompen steeds in het stopcontact in de linnenkamer.

Bij het beëindigen van de patiëntenzorg: kijk na of alles opgeruimd is en al het overbodig

materiaal van de kamer is verwijderd.

Heb aandacht voor het aan- en uitdoen van het aanwezigheid- en beletlichtje bij het

betreden van de kamer.

Bij de eerste ingebruikname van waterige en alcoholische ontsmettingsmiddelen wordt de

datum duidelijk op de bus genoteerd. Hou rekening met de houdbaarheid: één week voor

waterige en vier weken voor alcoholische ontsmettingsmiddelen.

Heb aandacht voor correcte afvalverzameling. Resten van alcoholische

ontsmettingsmiddelen en ander chemisch afval worden in een aparte container in de

spoelruimte verzameld.

Verwijder resten van waterige ontsmettingsmiddelen via de afvoer in de spoelruimte.

Na de patiëntenzorg wordt de spoelruimte in orde gebracht. Bind de volle blauwe

vuilzakken dicht en plaats ze in de bergruimte aan de ingang van de verpleegeenheid. We

verwachten dat je daarvoor initiatief neemt.

De linnenwagens worden na gebruik in de linnenkamer teruggeplaatst en ordelijk opnieuw

aangevuld.

Plaats na gebruik te hersteriliseren materiaal in de sterilisatiebak in de spoelruimte.

Noteer patiëntenzorg, observaties en evaluatie in het elektronische verpleegdossier op het

zorgenplan samen met de begeleidende verpleegkundige.

Als het werk in jouw patiëntzone gedaan is, bied je hulp aan de andere verpleegkundigen

aan.

Neem zelf initiatief om bepaalde technieken te oefenen. Kaart dat aan bij je mentor en hou

je ogen en oren open voor wat zich aandient.

Je pauzetijden: van 10 tot 10.15 uur en van 12 tot 12.30 uur. In de laatdienst vallen je

pauzes samen met die van de verpleegkundigen.

Dagelijks kan je een yoghurt gebruiken op de afdeling. Je kunt gebruikmaken van de

koelkast en de microgolfoven in de keuken. Je kunt eten meebrengen. Plaats het in de frigo

in een daarvoor voorziene zak met je naam en datum op.

Stel veel vragen over diagnoses, onderzoeken, medicatie enzovoort. Weet waarmee je

bezig bent. Wat je bijleert, hangt voor een groot deel van jezelf af.

Vul dagelijks de feedbackfiche in en leg die voor aan de begeleidende verpleegkundige. De

feedbackfiche blijft op de afdeling en wordt in het staflokaal bewaard in de map

‘studentenbegeleiding’.

Page 18: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

18

Gebruik enkel je gsm in de pauze (in de keuken)! Zeker nooit in het bijzijn van een patiënt

of op de gang. Voor een dringend telefoontje ga je naar een afgesloten ruimte (vb.

staflokaal).

2. Specifieke richtlijnen

Cardiologische patiënten hebben vaak te kampen met niet direct merkbare

verblijfsproblemen en stressoren (o.a. onzekerheid over de eventuele gevolgen voor de

toekomst). Wat voor de ziekenhuiswerker een vertrouwde wereld is met routineprocedures,

is voor de patiënt en zijn familie een vreemde wereld. Het onthaal is daarom belangrijk. Blijf

ook voortdurend attent voor de problemen van de patiënt en geef hem/haar voldoende

persoonlijke aandacht.

Er zijn hulpmiddelen voor het persoonlijke gesprek, zoals infobrochures over infarct,

elektrofysiologisch onderzoek, implanteerbare defibrillator, coronarografie en PTCA. Neem

de brochures niet mee naar huis.

Neem afdelingsinformatie uit boeken, brochures, mappen en andere niet mee zonder

toestemming van de hoofdverpleegkundige. Je mag ze altijd raadplegen en overnemen. Zet

alles terug op zijn plaats.

Volg de vochtbalans op. Noteer alle ingenomen vocht (per os) op de vochtbalans die aan

de deur van de badkamer is bevestigd.

Patiënten met hemodialyse hebben meestal een arterioveneuze (A.V.)- fistel. Langs die

kant nemen we geen bloeddruk, geen bloed af en draagt de patiënt geen knellend verband

of spannende kleding.

Opvolgen van de isolatiemaatregelen:

○ Meest voorkomende isolatie is de contactisolatie bij besmette patiënten (MRSA,

Clostridium, E. Coli).

○ Respecteer te allen tijde de isolatiemaatregelen: raadpleeg daarvoor de isolatiekaart

die aan de kamerdeur hangt en je op intranet vindt.

Let er altijd op dat de 24 uursdiurese verzameld wordt. De patiënt heeft dan een bedpan of

urinaal. Die blijft op de kamer of badkamer van de patiënt. De urine wordt bewaard in een

afgesloten bokaal in de badkamer. Bedpan, nachtstoel en urinaal worden na elk gebruik

leeggemaakt en gespoeld. Op de urinebokalen wordt er als aandachtspunt een briefje met

start- en einduur van de urinecollectie en de bedpositie van de patiënt aangebracht. We

schrijven niet op bokalen, bedpandeksels of urinalen.

Page 19: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

19

5 CONTACTGEGEVENS

Verwittig bij ziekte altijd de afdeling.

Receptie afdeling: 09 332 46 87

Hoofdverpleegkundige: 09 332 53 57 ([email protected])

Page 20: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

20

Bijlage - Lijst veel voorkomende afkortingen op de afdeling

RSP: restrosternale pijn

AMI: acuut myocardinfarct

STEMI: ST-elevatie myocardinfarct

NSTEMI: niet ST-elevatie myocardinfarct

CTO: chronische totale occlusie

PTCA: percutane transluminale angioplastie

PCI: percutane coronaire interventie

CABG: coronary artery bypass graft

AHT: arteriële hypertensie

PAH: pulmonale arteriële hypertensie

VKF: voorkamerfibrillatie

VT: ventrikeltachycardie

VF: ventrikelfibrillatie

EFO: elektrofysiologisch onderzoek

NSVT: non-sustained ventrikeltachycardie

ICD: interne cardiale defibrillator

PM: pacemaker

CRT-P/ CRT-D: chronische resynchronisatie therapie

ANI: acute nierinsufficiëntie

CNI: chronische nierinsufficiëntie

CCU: coronary care unit

HTx: harttransplantatie

NTx: niertransplantatie

Page 21: VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE EN NEFROLOGIE Opleiding/cardiologie...2 1 INLEIDING Welkom op de verpleegafdeling Cardiologie en Nefrologie. We wensen je een leerrijke en aangename stageperiode.

21

MI: mitralisklepinsufficiëntie

TI: tricuspidalisklepinsufficiëntie

AI: aortaklepinsufficiëntie

AS: aortoklepstenose

TAVI: transluminale aorta valve insurgery

EKG: electrocardiogram