Verkenning methoden huiselijk geweld

77
Verkenning methoden huiselijk geweld Auteur(s) Wilma Schakenraad, Ina van Beek en Marja van Middelaar Datum © MOVISIE Utrecht, 2010

Transcript of Verkenning methoden huiselijk geweld

Page 1: Verkenning methoden huiselijk geweld

Verkenning methoden huiselijk geweld

Auteur(s) Wilma Schakenraad, Ina van Beek en Marja van Middelaar

Datum

© MOVISIE

Utrecht, 2010

Page 2: Verkenning methoden huiselijk geweld

MOVISIE Kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling

MOVISIE is het landelijke kennisinstituut en adviesbureau voor maatschappelijke ontwikkeling. We

bieden toepasbare kennis, adviezen en oplossingen bij de aanpak van sociale vraagstukken op het

terrein van welzijn, participatie, zorg en sociale veiligheid. In ons werk staan vijf actuele thema's

centraal: huiselijk & seksueel geweld, kwetsbare groepen, leefbaarheid, mantelzorg en vrijwillige inzet.

We investeren in de kracht en de onderlinge verbinding van burgers. We doen dit door

maatschappelijke organisaties, overheden, maatschappelijk betrokken bedrijven en burgerinitiatieven

te ondersteunen, te adviseren én met hen samen te werken. Lokaal of landelijk, toegesneden op het

vraagstuk en de organisatie. Zo kunnen deze organisaties en hun professionals hun werk voor de

samenleving zo goed mogelijk doen.

Kijk voor meer informatie op www.movisie.nl.

COLOFON

Auteur(s): Wilma Schakenraad, Ina van Beek en Marja van Middelaar

Projectnummer: P2161

Datum: september 2010

© MOVISIE

Bestellen: www.movisie.nl

Page 3: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 1

Voorwoord

Bij het ministerie van Justitie bestaat de behoefte inzicht te krijgen in de onderbouwing van interventies

op het gebied van huiselijk geweld. Welke interventies werken? En is er bewijs voor hun effectiviteit?

Het ministerie heeft MOVISIE de opdracht gegeven dit voor tien interventies op het gebied van huiselijk

geweld nader te onderzoeken.

In overleg met het ministerie van Justitie en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

(VWS) is besloten dit onderzoek aan te laten sluiten bij de databank Effectieve Sociale Interventies, die

MOVISIE in opdracht van het ministerie van VWS heeft ontwikkeld. Bundeling van methoden op één

plek is gebruiksvriendelijk en voorkomt onnodige overlap.

Verkenningen

In een verkenning worden methoden op een bepaald terrein verzameld. Aan de hand van de

verkenning wordt samen met experts bekeken welke methoden mogelijk in de databank Effectieve

Sociale Interventies opgenomen kunnen worden. Om te worden opgenomen in de databank moet de

methode voldoen aan de volgende criteria.

1. De methode is beschreven, weldoordacht en onderbouwd.

2. De methode wordt ten minste twee jaar in de praktijk toegepast.

3. De methode wordt op meer dan één plek en door meer dan één instelling ingezet.

Voor het begrip ‘methode’ hanteren we de definitie: “Een systematische manier van handelen om een

doel te bereiken.”

Representatief beeld

De verkenning resulteert in een werkdocument dat de zoektocht naar methoden weergeeft. Het

document bevat een groslijst van methoden die in samenspraak met de experts is opgesteld.

Deze lijst wordt voorgelegd aan organisaties en instellingen die actief zijn op het onderzochte terrein.

Hierdoor krijgen we een indicatie hoe vaak geselecteerde methoden in de praktijk worden toegepast en

of er methoden ontbreken op de groslijst. Methoden die aan alle criteria voldoen, worden nader

beschreven en opgenomen in de databank Effectieve Sociale Interventies. Dit gebeurt in overleg met

direct betrokkenen, zoals de ontwikkelaars.

Kort samengevat is de werkwijze:

1. Deskresearch door MOVISIE die resulteert in concept verkenning met een inventarisatie van

methoden.

2. Bespreking van de concept verkenning met een aantal experts.

3. Aanpassing van de verkenning.

4. Enquête bij veldorganisaties.

5. Selectie van methoden die uitgebreid beschreven worden en in de databank geplaatst worden.

Graag bedanken we iedereen die heeft meegewerkt aan de totstandkoming van deze verkenning. In

het bijzonder alle professionals uit de praktijk die ons ruimhartig van informatie hebben voorzien en de

experts die hun kennis en visie met ons willen delen.

Page 4: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 2

Inhoudsopgave

1 Inleiding ............................................................................................................................................. 3 2 Eerste bevindingen ............................................................................................................................ 4 3 Onderzoeksopzet .............................................................................................................................. 7

3.1 Doelstelling ................................................................................................................................ 7 3.2 Afbakening ................................................................................................................................. 7 3.3 Definities .................................................................................................................................... 8 3.4 Werkwijze ................................................................................................................................... 9 3.5 Databank Effectieve Sociale Interventies ................................................................................ 10

4 Methoden ......................................................................................................................................... 11 4.1 Methoden huiselijk geweld ....................................................................................................... 11 4.1.1 Huiselijk geweld – algemeen ............................................................................................... 11 4.1.2 Partnergeweld – dating violence ......................................................................................... 25 4.1.3 Kinderen en jongeren als getuigen ..................................................................................... 39 4.1.4 Ouderenmishandeling ......................................................................................................... 51 4.1.5 Eergerelateerd geweld ........................................................................................................ 52 4.1.6 Huwelijksdwang ................................................................................................................... 53 4.2 Hulpverlening algemeen (niet specifiek huiselijk geweld) ....................................................... 55 4.3 Daders / plegers van huiselijk geweld ..................................................................................... 58 4.3.1 Agressie algemeen .............................................................................................................. 58 4.3.2 Methoden aanpak daders huiselijk geweld ......................................................................... 59

5 Literatuur .......................................................................................................................................... 69 6 Bijlage .............................................................................................................................................. 71

Page 5: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 3

1 Inleiding

Huiselijk geweld is een van de omvangrijkste geweldsvormen in onze samenleving. Het komt voor in

alle lagen van de bevolking en binnen alle culturen in de Nederlandse samenleving. Slachtoffers van

huiselijk geweld zijn vaak vrouwen en kinderen, maar het treft ook mannen, ouders en ouderen1. Een

effectieve aanpak vraagt om een samenhangend beleid, omdat expertise op diverse beleidsterreinen

nodig is. In augustus 2008 verscheen het Plan van Aanpak Huiselijk geweld tot 2011: De volgende

fase. In dit plan ontvouwt het ministerie van Justitie haar plannen in 23 actiepunten. Twee actiepunten

uit dit plan zijn het voorzien in een landelijke modelaanpak huiselijk geweld en het bevorderen van het

werken met evidence based of practice based interventies.

In 2009 is de landelijke Modelaanpak huiselijk geweld, elementen voor lokaal beleid ontwikkeld door

Research voor Beleid. De modelaanpak geeft gemeenten ondersteuning bij de ontwikkeling, inrichting

en uitbouw van het huiselijk geweldbeleid. Het is een brede modelaanpak, die uit acht onderdelen

bestaat. De aanpak geeft weer wat minimaal in iedere gemeente beschikbaar of gerealiseerd moet zijn

aan afspraken, voorzieningen en ondersteunende voorwaarden om een effectieve aanpak van huiselijk

geweld mogelijk te maken.

I. Vaststellen van de politieke agenda

II. Voorlichten algemeen publiek

III. Preventie bij risicogroepen

IV. Signaleren huiselijk geweld

V. Analyseren, beoordelen en opvolgen

VI. Interveniëren

VII. Hulpverlenen

VIII. Nazorg en voorkomen van herhaling

Het ministerie van Justitie wil aan alle onderdelen van de modelaanpak passende interventies

toevoegen, zodat gemeenten zo concreet mogelijk ondersteund worden en niet steeds het wiel

opnieuw hoeven uit te vinden. Twee recente beleidsmaatregelen zijn van belang in dit verband: de in

2008 ingevoerde Wet Huisverbod en de Wet Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling die

naar verwachting medio 2011 van kracht gaat. De praktijk, waaronder de Steunpunten Huiselijk

Geweld en andere partners in preventie en hulpverlening, is ook gebaat bij werkzame methoden om de

maatregelen handen en voeten te geven. Inmiddels zijn veel interventies globaal beschreven en te

vinden op www.huiselijkgeweld.nl. Wat nog ontbreekt is een precieze beschrijving van de interventie,

waarin alle informatie over zowel de werking als het beschikbare bewijs voor effect is samengebracht.

Deze opdracht sluit goed aan bij het project Effectieve sociale interventies dat MOVISIE uitvoert in

opdracht van het ministerie van VWS (Beter in Meedoen: 2008-2013).

Het is belangrijk om een kennisfundament te leggen in de sociale sector. Dat geldt ook voor het terrein

van huiselijk geweld: vasthouden wat haar waarde heeft bewezen en loslaten wat uiteindelijk toch niet

blijkt te werken. De eerste stap die we daarin zetten is het selecteren en beschrijven van goed

onderbouwde methoden en deze opnemen in een openbaar toegankelijke databank. De databanken

die in dit veld aanwezig zijn (Effectieve jeugdinterventies van het NJi, de databank van het Centrum

Gezond Leven e.a.) werken hierbij intensief samen.

1 Zie Factsheet Huiselijk geweld (2009)

Page 6: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 4

2 Eerste bevindingen

De resultaten van de verkenning methoden huiselijk geweld brengen een aantal zaken aan het licht.

Informatie over veel methoden moeilijk toegankelijk

Tijdens ons deskresearch blijkt het regelmatig moeilijk te achterhalen of bepaalde methoden aan de

selectiecriteria voldoen. Het vergt veel zoek- een belwerk van onze kennisspecialisten om de

benodigde informatie boven water te krijgen. Dit zegt wat over de toegankelijkheid van de

desbetreffende methode en onderstreept nut en noodzaak van een toegankelijke databank.

Verdeling methoden over doelgroepen en deelonderwerpen

Uit het overzicht blijkt dat er in de loop der jaren een groot aantal methoden op het gebied van aanpak

en preventie huiselijk geweld is verschenen. Dit geldt echter niet voor alle vormen van huiselijk geweld.

Voor sommige onderwerpen is veel ontwikkeld, vaak als lokale variant op een bestaande methode.

Voor andere onderwerpen is dat (nog) niet het geval. Eergerelateerd geweld, ouderenmishandeling en

huwelijksdwang zijn onderwerpsgebieden waarvoor wel steeds meer maatschappelijke en politieke

aandacht is, maar waarvan de activiteiten die plaatsvinden om deze uitingen van geweld tegen te gaan

nog vaak de vorm van projecten hebben.

Wij hebben geen methoden gevonden die zich specifiek richten op vrouwen als pleger van huiselijk

geweld. Wij hebben maar één methode gevonden die expliciet aangeeft ook toegepast te kunnen

worden in lesbische relaties, met een relatie met zowel een vrouw als pleger als een vrouw als

slachtoffer. We hebben evenmin methoden gevonden die zich expliciet richten op mannen als

slachtoffer van huiselijk geweld. Veel methoden richten zich op vrouwelijke slachtoffers, al dan niet met

hun kinderen.

Veel ontwikkeld, maar niet meer in gebruik

Hoewel we hierover pas een definitieve conclusie kunnen trekken op basis van de resultaten van de

enquête, ziet het er naar uit dat veel van de gevonden methoden niet meer in gebruik zijn. Vaak is

geen contact mogelijk met de ontwikkelaar. Er lijkt veel op projectbasis ontwikkeld te worden, maar

weinig methoden beklijven. Dit is voor een deel te verklaren door gebrekkige implementatie of

middelen daartoe. En deels door het ‘not-invented-here syndroom’ dat maakt dat professionals moeite

hebben door anderen ontwikkelde methoden te adopteren. Mogelijk speelt ook een rol dat een

specifieke problematiek in de belangstelling komt te staan waardoor er veel ontwikkeld wordt, maar

waarna de focus en daarmee ook de middelen verschuiven.

Werkzaamheid gebruikte methoden

Systematisch onderzoek naar de werkzaamheid van de gebruikte methoden ontbreekt en er is meestal

weinig bekend over de effectiviteit. Vaak is er wel sprake van evaluatie van cliëntsatisfactie, maar

zelden is een interventie wetenschappelijk onderzocht.

Relatie met Modelaanpak huiselijk geweld

Het ministerie van Justitie heeft ons gevraagd de elementen van de modelaanpak huiselijk geweld te

koppelen aan de geïnventariseerde methoden. Het gaat om de volgende elementen:

Element I: Vaststellen van de politieke agenda

Element II: Voorlichten algemeen publiek

Element III: Preventie bij risicogroepen

Element IV: Signaleren huiselijk geweld

Page 7: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 5

Element V: Analyseren, beoordelen en opvolgen

Element VI: Interveniëren

Element VII: Hulpverlenen

Element VIII: Nazorg en voorkomen van herhaling.

Kijkend naar de gevonden methoden vanuit het perspectief van de modelaanpak valt het volgende op:

De meeste methoden hebben betrekking op vier van de acht onderdelen, namelijk Preventie,

Interveniëren, Hulpverlenen en Nazorg en voorkomen van herhaling.

1. Element I: Vaststellen van de politieke agenda

Het doel van dit element is te komen tot integraal beleid met betrekking tot de aanpak van huiselijk

geweld. Beleid dat draagvlak geniet bij alle relevante samenwerkingspartners van de gemeente. De

doelgroep van het beleid is de gemeentelijke populatie als geheel.

Veel van de methoden gaan uit van een integrale aanpak met ketensamenwerking tussen de

betrokken partijen en de gemeenten. Daarmee sluiten zij aan bij dit element van de Modelaanpak. Voor

het overige is dit element een beleidsproces en valt het buiten het bestek van deze verkenning.

2. Element II: Voorlichten algemeen publiek

Het doel van dit element is het vergroten van het algemeen bewustzijn over de problematiek rond

huiselijk geweld door het bieden van publieksinformatie. Daarnaast kan kennis worden verspreid over

lokale faciliteiten, zoals het telefoonnummer van een lokaal/regionaal steunpunt. Op deze manier kan

een gemeente vorm geven aan de preventie van huiselijk geweld. Voorlichting helpt ook mensen die

met huiselijk geweld te maken hebben de weg te wijzen naar de hulpverlening. De doelgroep van dit

element is het algemene publiek. Preventie krijgt in dit element dus vooral vorm in voorlichting aan een

zo breed mogelijke doelgroep.

Hoewel er wel door de overheid georganiseerde publiekscampagnes geweest zijn om een zo breed

mogelijke doelgroep te wijzen op huiselijk geweld in al zijn verschijningsvormen, vallen campagnes

buiten het bestek van deze verkenning.

3. Element III: Preventie bij risicogroepen

Het doel van dit element is het voorkomen van huiselijk geweld bij groepen die een verhoogd risico

lopen hiermee in aanraking te komen en het voorlichten van deze groepen over de mogelijkheden die

er zijn om een einde te maken aan bestaand huiselijk geweld. De doelgroep van dit element wordt

gekenmerkt door bepaalde demografische of geografische kenmerken. Het gaat in dit element niet om

individuele gevallen, maar bijvoorbeeld om bepaalde wijken of groepen. Voor deze groepen kan

specifieke voorlichting over huiselijk geweld worden ontwikkeld en kunnen preventieactiviteiten worden

ontplooid.

Veel van de gevonden methoden voldoen aan deze criteria: ze richten zich op een bepaalde

doelgroep, een risicogroep, waar de preventie- en voorlichtingsactiviteiten voor worden ontwikkeld:

bijvoorbeeld vrouwen of allochtone vrouwen, gezinnen, echtparen, kinderen en jongeren, en daders.

4. Element IV: Signaleren huiselijk geweld

Het doel van dit element is het scheppen van de voorwaarden die nodig zijn voor het signaleren van

(een risico op) huiselijk geweld. De doelgroep wordt gevormd door alle personen/gezinnen die te

maken hebben of dreigen te krijgen met huiselijk geweld.

Sommige methoden gaan expliciet in op het signaleren van huiselijk geweld, zoals Handen thuis en

Voor het te laat is.

Page 8: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 6

Dit element is van groot belang voor alle professionals met direct cliëntencontact. In het kader van de

komende Wet Meldcode is er extra noodzaak om professionals goed toe te rusten om huiselijk geweld

te signaleren en vermoedens te toetsen en bespreekbaar te maken.

5. Element V: Analyseren, beoordelen en opvolgen

Het doel van dit element is het verwerken van en actie nemen op de binnengekomen signalen. De

doelgroep wordt gevormd door de mensen/gezinnen waarop de signalen betrekking hebben.

Dit is een apart onderdeel in de modelaanpak, maar is niet als zodanig als aparte methode gevonden.

Dit zijn competenties die professionals bij AMK, Steunpunten Huiselijk Geweld en vervolghulpverlening

inzetten, vaak als onderdeel van andere methoden en interventies. Protocollen en stappenplannen

spelen hier een rol. Door de komende Wet Meldcode zal de ontwikkeling hiervan gestimuleerd worden.

6. Element VI: Interveniëren

Het doel van dit element is het neerleggen van de basis voor een snelle en effectieve interventie op

een signaal van een acute (dreigende) situatie van huiselijk geweld. De doelgroep bij dit element wordt

gevormd door de mensen/gezinnen bij wie de ontvangen signalen om acuut ingrijpen vragen.

De methoden die inspelen op de behoefte aan snel en acuut ingrijpen in crisissituaties zijn over het

algemeen methoden die zich richten op het hele gezin: Families First, Intensieve Ambulante

Gezinsbegeleiding en Intieme Oorlog.

7. Element VII: Hulpverlenen

Dit element heeft als doel het scheppen van de voorwaarden voor het verlenen van hulp aan

slachtoffers, daders en getuigen van huiselijk geweld. Het huiselijk geweld is dan al gediagnosticeerd,

gewogen en geanalyseerd. De doelgroep van dit element wordt gevormd door de mensen/gezinnen

waarover signalen van huiselijk geweld zijn ontvangen en waarbij onderzoek van die signalen de

noodzaak van hulpverlening uitwees.

We hebben veel groepsaanbod gevonden voor hulpverlening aan slachtoffers en plegers. We zien

hierbij een verschuiving van individuele aanpak naar systeemaanpak.

8. Element VIII: Nazorg en voorkomen van herhaling

Het doel van dit element is het scheppen van de voorwaarden voor nazorg en terugvalpreventie.

Doelgroep zijn alle personen/gezinnen aan wie hulp verleend is.

Dit element vinden we terug in de methoden die zich richten op daderaanpak, en op de methoden die

zich richten op het systeem. Ook bijvoorbeeld de methode Begeleide Terugkeer besteedt aandacht

aan nazorg in de vorm van hulpverlening en begeleiding nadat de mishandelde partner is teruggegaan

naar haar partner. Het stoppen van geweld en het bewust worden van alternatieve manieren om

conflicten op te lossen staan hierbij centraal.

Page 9: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 7

3 Onderzoeksopzet

3.1 Doelstelling

De doelstelling van deze verkenning is te komen tot een inventarisatie van methoden op het gebied

van huiselijk geweld en onderliggende thema’s. Uit de verkenning worden op basis van een aantal

criteria vervolgens methoden geselecteerd die worden opgenomen in de databank Effectieve Sociale

Interventies van MOVISIE.

3.2 Afbakening

In deze verkenning beperken wij ons tot methoden op het gebied van huiselijk geweld.

Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke of familiekring van het slachtoffer wordt

gepleegd. Hieronder vallen lichamelijke en seksuele geweldpleging, belaging en bedreiging (al dan niet

door middel van, of gepaard gaand met, beschadiging van goederen in en om het huis).

Methoden en meer

Voor sommige onderwerpen in deze verkenning zijn geen uitgewerkte methoden voorhanden. Ook is

niet altijd precies te bepalen of iets een methode is. Vaak zijn er wel al andere instrumenten die de

professional kunnen ondersteunen in zijn beroepspraktijk, maar die niet onder de definitie van een

methode vallen. We denken hierbij bijvoorbeeld aan protocollen. Waar relevant hebben we deze hier

ook kort opgenomen. Daarbij is het belangrijk te benadrukken dat methoden vaak onderdeel van een

groter geheel zijn. Bij de aanpak van huiselijk geweld is er vaak sprake van ketensamenwerking. Die

context is belangrijk om een methode goed tot zijn recht te laten komen.

Daarnaast is het belangrijk te benadrukken dat, ook als er geen kant-en-klare methoden voorhanden

zijn, in de sector wel vaak methodisch gewerkt wordt, zoals dat gebeurt door de Steunpunten Huiselijk

Geweld en de politie. Bij de beschrijving van de methoden refereren wij zo nu en dan aan het rapport

Wat werkt? Een onderzoek naar de praktische bruikbaarheid van methoden in de vrouwenopvang,

maatschappelijke opvang en opvang voor zwerfjongeren2. Hierin is gepeild hoeveel instellingen melden

dat ze met een bepaalde methode werken. Deze gegevens hebben wij indien relevant opgenomen bij

de beschreven methoden.

Huiselijk geweld

In de verkenning zijn methoden (en zo niet voorhanden: andere instrumenten of activiteiten)

opgenomen op het gebied van huiselijk geweld, waaronder partnergeweld, ouderenmishandeling,

kinderen als getuige van geweld, eergerelateerd geweld, huwelijksdwang en daderaanpak. Wij hebben

op pragmatische gronden gekozen voor een thematische indeling (doelgroep of onderwerp) en niet

voor een indeling in preventie (ook weer onder te verdelen in universele, primaire en secundaire

preventie) en hulpverlening. Dit heeft mede te maken met het feit dat op sommige thema’s weinig

methoden voorhanden zijn.

Enkele vormen die ook beschouwd worden als vormen van huiselijk geweld laten wij hier buiten

beschouwing. Hieronder geven wij aan wat hiervoor de reden is:

2 Rensen, P., S. van Arum & R. Engbersen (2008)

Page 10: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 8

Kindermishandeling

Methoden op het gebied van kindermishandeling worden opgenomen in de databank Effectieve

Jeugdinterventies van het NJi (www.nji.nl/jeugdinterventies). Methoden gericht op kinderen als getuige

van huiselijk geweld nemen wij wel op.

Vrouwelijke genitale verminking

Methoden, projecten en activiteiten met betrekking tot vrouwelijke genitale verminking zijn opgenomen

in de Verkenning Seksueel geweld.3

Daderaanpak seksueel geweld

Wij beperken ons wat betreft de daderaanpak in deze verkenning tot methoden op het gebied van

aanpak van plegers van huiselijk geweld. De methoden betreffende de hulpverlening aan plegers van

seksueel geweld komt aan bod in de Verkenning daderaanpak seksueel geweld, die eind 2010

verschijnt.4

3.3 Definities

Methode

Een systematische manier van handelen om een doel te bereiken (definitie Programma Beter in

Meedoen).

Huiselijk geweld

Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke of familiekring van het slachtoffer wordt

gepleegd. Hieronder vallen lichamelijke en seksuele geweldpleging, belaging en bedreiging (al dan niet

door middel van, of gepaard gaand met, beschadiging van goederen in en om het huis).

Bij huiselijk geweld is er altijd sprake van een machtsverschil tussen de dader en het slachtoffer,

bijvoorbeeld tussen man en vrouw of tussen ouders en kind.

Vormen van huiselijk geweld zijn:

(ex)partnergeweld

seksueel geweld

kindermishandeling

ouderenmishandeling

schadelijke traditionele praktijken

mishandeling van ouders door hun kind(eren)

genitale verminking

mishandeling van pubers en adolescenten door hun ouders of vrienden/vriendinnen

eergerelateerd geweld

kinderen als getuige van huiselijk geweld.

Ouderenmishandeling

Ouderenmishandeling is het handelen of nalaten van handelen waardoor de oudere persoon lijdt. Dit

lijden kan lichamelijk of psychisch zijn maar ook materieel. De pleger heeft een persoonlijke of

3 Schakenraad, W. en I. van Beek (2009).

4 Serkei, B. en L. Brants (2010). Daderaanpak seksueel geweld. Verkenning methoden preventie en aanpak (in ontwikkeling).

Page 11: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 9

professionele relatie met het slachtoffer, bijvoorbeeld een mantelzorger of hulpverlener. (Bron:

MOVISIE).

Eergerelateerd geweld

Eergerelateerd geweld is elke vorm van geestelijk of lichamelijk geweld gepleegd vanuit een collectieve

mentaliteit in een reactie op een (dreiging van) schending van de eer van een man of vrouw en

daarmee van zijn of haar familie waarvan de buitenwereld op de hoogte is of dreigt te raken.

(Bron: Eerwraak of eergerelateerd geweld? Naar een werkdefinitie / Bureau Beke, 2005)

Huwelijksdwang

Een huwelijk waarbij één of beide huwelijkspartner(s) geen zeggenschap heeft (hebben) over de

sluiting van de huwelijksverbintenis en daarmee niet instemmen/instemt. Onder deze situatie wordt

mede begrepen het wel meewerken aan de formele (wettelijke) huwelijkshandelingen, doch onder

lichamelijke of geestelijke bedreiging (Definitie van de Adviescommissie voor de Vreemdelingenzaken).

3.4 Werkwijze

In deze verkenning beginnen we met het in kaart brengen van de methoden en aanpakken

(interventies) die in Nederland gebruikt worden om huiselijk geweld tegen te gaan. Deze inventarisatie

is gebaseerd op een eerdere inventarisatie van methoden voor de website www.huiselijkgeweld.nl.

Deze inventarisatie hebben we geactualiseerd en aangevuld met nieuwe, sindsdien ontwikkelde

methoden.

Dit werkdocument is het resultaat hiervan. Tijdens een expertmeeting nodigden wij experts uit om onze

eerste inventarisatie aan te vullen. Vervolgens legden wij de aangevulde lijst met methoden in een

enquête voor aan de betrokken uitvoerende organisaties om zo de veelgebruikte methoden te

selecteren. In deze verkenning zijn de resultaten van de expertmeeting en van de enquête verwerkt.

De zoektocht naar de interventies is in databases uitgevoerd aan de hand van gerichte zoektermen.

Wij hebben gebruik gemaakt van meerdere Nederlandse databanken: catalogus MOVISIE,

Projectenbank Zorg en Welzijn, website Vilans, website Trimbos en Picarta. Verder is de beschikbare

overzichtsliteratuur geraadpleegd.

Wij hanteren de eerste twee criteria bij het samenstellen van de onderstaande lijst met methoden:

1. De methode is beschreven, weldoordacht en onderbouwd.

2. De methode wordt ten minste twee jaar in de praktijk toegepast.

3. De methode wordt niet slechts op één plek en door meer dan één instelling ingezet

Op basis van het derde criterium gaan we de lijst beperken tot de in Nederland veelgebruikte

methoden. De gegevens voor dit criterium (spreiding) worden verzameld door middel van een enquête

onder verschillende uitvoerende organisaties. Zodoende zal deze verkenning uiteindelijk leiden tot een

overzichtslijst van methoden die veel worden toegepast door professionals in Nederland.

Page 12: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 10

3.5 Databank Effectieve Sociale Interventies

Het eindresultaat van deze fase van het onderzoek is een verkenning, aangevuld met de uitkomsten

van de expertmeeting en gecheckt in een enquête die uitgezet wordt in het veld. Hoewel we grondig te

werk gaan, blijft een verkenning een momentopname. Het veld is immers in beweging, en methodieken

worden ontwikkeld of aangepast, ook in naam.

In de volgende stap wordt een keuze gemaakt voor methoden die opgenomen kunnen worden in de

databank Effectieve Sociale Interventies. Criteria voor opname in de databank zijn het feit dat de

methode op verschillende plekken gebruikt moet worden en het bestaan van een handboek waardoor

de methode overdraagbaar mogelijk is.

Wanneer een methode uitgekozen wordt om opgenomen te worden, wordt deze uitgebreid beschreven

in een door MOVISIE ontwikkeld format. De beschrijving vindt plaats in nauw overleg met de

ontwikkelaar.

Page 13: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 11

4 Methoden

In dit hoofdstuk beschrijven we alle geïnventariseerde methoden. Achtereenvolgens komen aan bod

methoden op het gebied van:

huiselijk geweld algemeen

partnergeweld – dating violence

kinderen als getuige van huiselijk geweld

ouderenmishandeling

eergerelateerd geweld

huwelijksdwang

hulpverlening algemeen (niet specifiek huiselijk geweld).

plegers van huiselijk geweld: agressie algemeen; aanpak plegers huiselijk geweld.

4.1 Methoden huiselijk geweld

4.1.1 Huiselijk geweld – algemeen

Eerste hulp bij een huisverbod

10-daagse crisishulpverlening bij (dreigend) huiselijk geweld

Korte inhoud

Eerste hulp bij een huisverbod is een vorm van crisisinterventie die tien dagen duurt en bestaat uit de

volgende drie fasen.

De methode wordt uitgevoerd door (crisis)interventieteams van drie of meer professionals die hulp

bieden aan de uithuisgeplaatste, de achterblijver en de kinderen als die er zijn. Reclassering is soms

betrokken voor het toezicht op en soms ook hulp aan de uithuisgeplaatste. Ook zijn hulpverleners die

al betrokken waren bij het gezin actief betrokken.

Doel

Doelen van Eerste hulp bij een huisverbod zijn om binnen de eerste tien dagen na het opleggen van

een huisverbod de dreiging van huiselijk geweld weg te nemen, de eerste crisis te stoppen, alle

volwassen betrokkenen te motiveren voor hulp en een goede probleemanalyse te maken voor een

effectieve gezinsaanpak in de vervolghulpverlening.

Doelgroep

De doelgroep van Eerste hulp bij een huisverbod bestaat uit gezinnen die te maken hebben met een

tijdelijk huisverbod voor één van de volwassen gezinsleden. De hulpverleningsaanpak die ten

grondslag ligt aan de methode, kan ook gebruikt worden wanneer er geen huisverbod wordt opgelegd.

Mogelijkheden voor overdracht

Er is een handboek beschikbaar (zie hieronder).

Materialen

Om de methode toe te passen is het volgende handboek beschikbaar:

Eerste hulp bij een huisverbod; 10-daagse crisishulpverlening bij (dreigend) huiselijk geweld,

geschreven door G. de Groot en L. van Eijkern, uitgegeven door MOVISIE en het ASHG Groningen in

2008.

Page 14: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 12

Effectonderzoek

Een tweetal evaluatieonderzoeken heeft plaatsgevonden naar Eerste hulp bij een huisverbod en een

drietal evaluatieonderzoeken naar andere, vergelijkbare hulpverlening bij huisverbod.

Publicaties

Groot, G. de & Eijkern, L. van (2008). Eerste hulp bij een huisverbod. 10-daagse crisishulpverlening bij

(dreigend) huiselijk geweld. Utrecht: MOVISIE.

Biesma, S., Zwieten, M. van & Bieleman, B. (2010). Procesevaluatie Wet Tijdelijk Huisverbod

Drenthe: april tot en met september 2009. Groningen: Intraval.

Ontwikkelaar

Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld Groningen

Geweldloos verzet in gezinnen

Een nieuwe benadering van gewelddadig gedrag

Opmerking: van deze methode is nog geen volledige beschrijving voorhanden.

Korte inhoud

Deze methodiek leert ouders en andere opvoeders om het escalatieproces van steeds strengere

straffen te doorbreken en in plaats daarvan op een rustige, maar volhardende manier ‘aanwezig’ te zijn

in het leven van hun kind en zich vanuit die positie (zonder geweld of dwang) te verzetten tegen de

ernstige gedragsproblemen van hun kind.

Publicaties

Omer, H. (2007). Geweldloos verzet in gezinnen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Omer, H. (2011). Nieuwe autoriteit: samenwerken aan een krachtige opvoedingsstijl thuis, op school en

in de samenleving. Amsterdam: Hogrefe Uitgevers.

Ontwikkelaar:

Haim Omer, Universiteit Tel Aviv.

Voorlichting huiselijk geweld aan Turkse vrouwen

Voorlichtings- en discussiebijeenkomsten met emancipatiewerkster

Visie/uitgangspunten

Door aan te sluiten bij de leefwereld en concrete behoeften van deelnemende vrouwen is het mogelijk

een bewustwordingsproces op gang te brengen over wat huiselijk geweld inhoudt. Vrouwen die zelf

met huiselijk geweld geconfronteerd worden, stappen hierdoor makkelijker met gerichte hulpvragen

naar het reguliere hulpverleningscircuit.

Doel

Voor de initiatiefnemende organisatie:

bewustwordingsproces bij de vrouwen op gang brengen rond huiselijk geweld;

Page 15: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 13

taboe op huiselijk geweld in de Turkse gemeenschap doorbreken en huiselijk geweld bespreekbaar

maken onder Turkse vrouwen; vrouwen leren huiselijk geweld te (h)erkennen en zo bijdragen aan

emancipatie; vrouwen bekendmaken met de sociale kaart; indien nodig vrouwen doorverwijzen.

Voor de deelneemsters:

(h)erkennen van huiselijk geweld en de gevolgen voor zichzelf en voor kinderen;

aanleren van sociale vaardigheden;

empowerment;

doorbreken van isolement.

Voor samenwerkingspartners:

meer instroom van Turkse vrouwen in de reguliere hulpverlening;

deskundigheidsbevordering.

Doelgroep

Turkse vrouwen ouder dan 20 jaar (zowel oud- als nieuwkomers, zowel eerste generatie als tweede of

derde generatie migranten).

Met enige aanpassingen is de aanpak ook geschikt te maken voor andere groepen allochtone

vrouwen.

Toepassingsgebied

Oss (startdatum 2002). Via pilotprojecten in Brabant ( Eindhoven en Tilburg) en Haarlem worden het

programma en het onlangs ontwikkelde draaiboek op hun bruikbaarheid getest.

Het programma is geen onderdeel van het reguliere aanbod. De begeleiders verwijzen door naar

andere organisaties.

Mogelijkheden voor overdracht

Er is een draaiboek ontwikkeld dat door andere organisaties gebruikt kan worden: Voorlichting en

bewustwording over huiselijk geweld voor Turkse vrouwen: draaiboek gebaseerd op de aanpak van het

Internationaal Vrouwencentrum in Oss (Utrecht: Mozaïek, 2003). Dit draaiboek is niet meer te bestellen

bij MOVISIE. Een beschrijving van de aanpak is opgenomen in het Handboek Mozaïek uit 2004.

Materialen

Niet bij ons bekend.

Effectonderzoek

Via pilotprojecten is het programma in 2004 getest.

Publicaties

Zie onder ‘Mogelijkheden voor overdracht’.

Ontwikkelaar

Naam organisatie: Internationaal Vrouwencentrum Oss (IVC)

Samenwerkingspartner: Mozaïek (TransAct – nu MOVISIE)

Tijdens het samenstellen van dit rapport is geen contact mogelijk geweest met het IVC. Het is daarom

niet duidelijk of deze methode nog wordt ingezet en nog opvraagbaar is. Evenmin is bij ons bekend

door wie de methode nog meer wordt gebruikt.

Page 16: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 14

Marietje Kesselsproject

Preventie van machtsmisbruik en grensoverschrijdend gedrag ten opzichte van kinderen

Hoewel deze training niet specifiek gericht is op de preventie van huiselijk geweld, nemen we hem hier

toch op omdat het een van de weinige preventieve methoden is.

Korte inhoud

Het Marietje Kesselsproject is een preventieproject dat zich richt op preventie van machtsmisbruik en

grensoverschrijdend gedrag ten opzichte van kinderen, zowel door leeftijdsgenoten als door

volwassenen. Het aanbod bestaat uit een lessencyclus van tien tot twaalf lessen. De lessen worden

onder schooltijd gegeven door speciaal getrainde preventiemedewerkers in aanwezigheid van de

betrokken leerkracht. De leerlingen leren voor zichzelf opkomen en te vertrouwen op hun eigen kracht,

inventiviteit, gevoelens en intuïtie. Er wordt gewerkt aan een positief zelfbeeld, wilskracht en

doorzettingsvermogen (mentale weerbaarheid).

Visie/uitgangspunten

Het Marietje Kesselsproject is seksespecifiek van opzet: leerlingen krijgen gescheiden les. Meisjes

krijgen les van een vrouwelijke preventiewerker, jongens van een mannelijke preventiewerker. Dit biedt

leerlingen de kans zich positief te identificeren. Daaraan ligt het uitgangspunt ten grondslag dat

weerbaarheid verschillende kanten kent, waarvan de ene kant meer voorkomt bij jongens en de andere

meer bij meisjes. Zo zijn jongens – over het algemeen – meer vaardig in fysiek weerbaar gedrag, maar

zich minder bewust van hun eigen gevoelens en minder vaardig zich in een ander in te leven,

lichaamstaal te herkennen en te praten over eigen en andermans gevoelens. Meisjes zijn – over het

algemeen – juist in deze laatste vaardigheden beter, maar hebben weinig of zelfs geen vertrouwen in

hun eigen (lichaams)kracht. De ervaring leert dat jongens en meisjes zich vrijer voelen in gescheiden

groepen.

Doel

Het vergroten van de weerbaarheid van kinderen, om te voorkomen dat zij slachtoffer worden van

machtsmisbruik en/of zichzelf schuldig (gaan) maken aan (seksueel) intimiderend of

grensoverschrijdend gedrag.

Doelgroep

Het Marietje Kesselsproject is bestemd voor leerlingen van groep 7 en/of 8 van de basisschool; het

richt zich dus op jongens en meisjes in de leeftijd van ongeveer 10 tot 13 jaar.

Toepassingsgebied

Gestart in 1990 als project zelfverdediging voor meisjes van groep 7 en 8 van de basisschool in

Tilburg.

Wordt nu op verschillende scholen in Nederland ingezet onder verschillende namen. Het Marietje

Kesselsproject is (anno 2004) uitgegroeid tot veertig projecten met 1123 groepen (Ince e.a., 2004).

Materialen

K. van Helvoort & Y. Clarijs, Handboek Marietje Kesselsproject. Weerbaarheidsvergroting bij kinderen

van 10 tot 13 jaar. Utrecht: NIZW, 1999.

Een video over de methode is niet meer te bestellen, wel te leen bij een aantal GGD’en, regionale

projectbureaus, etc. Voor adressen kijk op www.weerbaarheid.nu, zoek op Marietje Kessels project.

Page 17: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 15

Effectonderzoek

Ja. Zie http://www.ctcholland.nl/eCache/DEF/38/205.html voor een beschrijving van werking en

effectiviteit.

Publicaties

C. Bun, Evaluatie 'Kom op voor jezelf'. Rapportage van een effectonderzoek en een evaluatie onder

leerkrachten van de scholen. Rotterdam: GGD Rotterdam en omstreken, sector Preventief

Jeugdbeleid, 1998.

D. Ince e.a., Veelbelovend en effectief. Overzicht van preventieprojecten en -programma's in de

domeinen Gezin, School, Kinderen en jongeren, Wijk. Tweede volledig herziene editie CtC-gids.

Utrecht: NIZW, 2004.

A.L. van der Vegt e.a., Je verweren kun je leren. Evaluatie van de Marietje Kesselsprojecten.

Regioplan Onderwijs en Arbeidsmarkt, 2001.

Ontwikkelaar

Een samenwerkingsverband tussen Kompaan, het NIZW (nu MOVISIE en het Nederlands

Jeugdinstituut) en het Landelijk Steunpunt Zelfverdediging van BRES (nu NISB).

Opleidingen voor docenten worden verzorgd door MOVISIE.

Sinds 2005 is het Instituut voor Maatschappelijk Werk Tilburg e.o. eigenaar van het Marietje Kessels

Project.

Website: www.imwtilburg.org

Break Through

Train-de-trainerscursus rondom huiselijk geweld

Visie/uitgangspunten

Train-de-trainerscursus rondom huiselijk geweld, bestaand uit 7 modules gericht op vrouwen en

vrouwenorganisaties. Het trainingstraject omvat een theoretisch en een praktijk gedeelte. Vrouwen die

de training hebben gevolgd, worden ingezet in het kader van het project ‘Veilig Thuis’ als begeleidsters

van workshops, themadagen en/of bij het opzetten en begeleiden van steungroepen.

Doel

Het voorkomen en bespreekbaar maken van huiselijk geweld, in eerste instantie binnen gezinnen en/of

binnen het informeel netwerk van zmv-vrouwen.

Doelgroep

In eerste instantie zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen en hun gezinnen; eventueel kunnen die

slachtoffers zijn van huiselijk geweld. Vervolgens andere vrouwen en hun organisaties in al hun

diversiteit.

Toepassingsgebied

Diverse plaatsen, nationaal en internationaal. Gestart 2002-2003.

Dit nationale en internationale project is in principe doorlopend. In 2004 is het project door de Europese

Commissie gekozen tot één van de 15 good practices in het kader van het Daphne I programma.

Onder het Daphne II programma draait het project tot april 2006 in Barcelona, Spanje.

Page 18: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 16

Aansluiting bij interne activiteiten: de begeleidsterpool is onderdeel van het reguliere aanbod van Tiye

International en past goed in de doelstelling van Tiye International: het bevorderen van effectieve

maatschappelijke participatie en gelijkheid vanuit een gender en etniciteitsperspectief.

Tevens is er een follow-up project getiteld ‘Violence alert’ op het Break Through project. Het

eindresultaat van Violence Alert is een handleiding en een training ter voorkoming van huiselijk geweld.

Tiye International biedt ook andere organisaties kunnen bovendien ondersteuning krijgen bij het

aanvragen van subsidie om een bijeenkomst te organiseren of een steungroep op te zetten in het

project ‘Veilig thuis’. De trainers uit deze pool hebben de training gevolgd Break Through.

Mogelijkheden voor overdracht

De methode staat beschreven in Ann Mannen & Helmut Swart, ‘Break Through, Reader and Manual

for Trainers, breaking the chain of family violence (PROJOB, 2001), en in Ann Mannen & Helmut

Swart, ‘Break Through, Reader en Handleiding voor Trainers (Nederlandse bewerking, uitgave Tiye

International, 2003). Deze reader/handleiding is uitsluitend bedoeld voor degenen die de training

volgen of gevolgd hebben, en is niet los verkrijgbaar. Tevens staat de methode beschreven in Ben

Serkei: Praten doet geen pijn: handboek bespreekbaar maken huiselijk geweld in allochtone kring,

TransAct: Utrecht 2005

Materialen

Newsletter Tiye International, ‘Special Violence Alert’, uitgave Tiye International, 2002

Verslag ‘Conferentie Voorkomen van Huiselijk Geweld’, 26 november 2002, uitgave Tiye International

2002

Folder Veiligheid begint Thuis (Tiye International, 2003);

Brochure Train-de-Trainers (Tiye International, 2003).

Publicaties

Ben Serkei: Praten doet geen pijn: handboek bespreekbaar maken huiselijk geweld in allochtone kring,

TransAct: Utrecht 2005

Ann Mannen & Helmut Swart, ‘Break Through, Reader and Manual for Trainers, breaking the chain of

family violence, PROJOB 2001

Ontwikkelaar

Tiye International

Videovoorlichting: Als ik háár was...

Een docudrama, in het Turks en in het Arabisch.

Korte inhoud

Een gedeeltelijk in Marokko of Turkije opgenomen film waarin een jonge vrouw wordt gevolgd die naar

haar nieuwe echtgenoot in Nederland afreist. Al na korte tijd wordt duidelijk dat het huwelijk en de

relatie met haar schoonfamilie niet harmonieus verlopen en zij zich in een zeer geïsoleerde positie

bevindt. Door de verhaallijn heen vertellen Marokkaanse of Turkse vrouwen hoe zij zelf het slachtoffer

werden van huiselijk geweld.

Het docudrama maakt op een laagdrempelige manier duidelijk dat huiselijk geweld vaker voorkomt dan

veel mensen denken. De voorlichtingsmethode bestaat uit een voorbespreking, vertoning en

nabespreking van het docudrama.

Page 19: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 17

Visie/uitgangspunten

Herkenning en bewustwording.

Marokkaanse en Turkse vrouwen kunnen zich herkennen in deze films. Mannen en andere

familieleden kunnen bewuster worden van de problematiek rond huiselijk geweld. Hulpverleners krijgen

met deze films een beter inzicht in de belevingswereld van hun cliënten en kunnen hiermee makkelijker

het gesprek aangaan.

Doel

Het doorbreken van het taboe op huiselijk geweld door het erkennen en herkennen van geweld.

Aanzet geven tot discussie, standpuntbepaling en gedragsverandering rond het onderwerp huiselijk

geweld.

Bieden van informatie, ondersteuning en hulp aan slachtoffers van huiselijk geweld.

Doelgroep

De voorlichtingsfilm is allereerst gemaakt voor allochtone vrouwen en mannen, vooral nieuwkomers

van Turkse en Marokkaanse afkomst. Het gaat om allochtonen die onvoldoende bereikt worden door

Nederlandstalige voorlichting. Uit pilotbijeenkomsten die gehouden zijn, blijkt dat de film ook goed te

gebruiken is voor oudkomers en voor mensen met een andere etnisch-culturele achtergrond.

Een tweede doelgroep is: hulpverleners, beroepskrachten van de maatschappelijke en publieke sector,

sleutelfiguren, begeleiders en intermediairs (o.m. imams)

Toepassingsgebied

Diverse plaatsen. De film wordt onder meer gebruikt bij inburgeringtrajecten, in buurthuizen en bij

migrantenvrouwenorganisaties. Het voorlichtingsproject is gestart in februari 2005 en beëindigd in

december 2006. De methode (dvd en handboek) blijft echter wel opvraagbaar bij Stichting Kezban.

Deze voorlichtingsmethode kan gemakkelijk worden ingebed en gecombineerd met andere

voorlichtingsmethoden.

Mogelijkheden voor overdracht

Stichting Kezban is in februari 2005 een voorlichtingsproject gestart om huiselijk geweld in allochtone

kring bespreekbaar te maken, aan de hand van de film ‘Als ik haar was’.

Het voorlichtingsproject “Als ik haar was” is in december 2006 geëindigd. Organisaties kunnen echter

nog steeds zelf aan de slag gaan met de voorlichtingsbijeenkomsten. Bij de dvd wordt een handleiding

geleverd in het Nederlands. Hierin worden werkvormen beschreven waarmee deze aan uiteenlopende

groepen gepresenteerd en op een verantwoorde manier ingeleid en besproken kannen worden.

Materialen

dvd: "Als ik háár was". Er zijn vier verschillende versies: Turks, met Turkstalige acteurs; Nederlands,

de Turkse film, ingesproken in het Nederlands; Arabisch, met Arabisch sprekende Marokkaanse

acteurs en Berbers, de Arabische film ingesproken in het Berbers. Alle films zijn Nederlands

ondertiteld.

Effectonderzoek

In het “Eindverslag van het voorlichtingsproject ‘‘Als ik haar was’, februari 2005 t/m december 2006”

zijn de resultaten van de evaluatie van de methode te vinden.

Page 20: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 18

Publicaties

Op de site zijn de volgende publicaties te vinden:

eindverslag van het voorlichtingsproject

aanvulling op het eindverslag van het voorlichtingsproject

verslag slotconferentie

Ontwikkelaar

Stichting Kezban

Samenwerkingspartners: Tot 1 januari 2007 TransAct, na 1 januari 2007 MOVISIE.

http://www.st-kezban.nl

Sleutels voor verandering

Methodes voor bewustwording en gedragsverandering bij geweld in allochtone gezinnen

Doel

Dit handboek is gemaakt voor professionals en vrijwilligers die zich in willen zetten om geweld in de

privé sfeer bespreekbaar te maken en daarmee het taboe rond relationeel geweld binnen de

verschillende migrantengroepen willen doorbreken. In het handboek worden twee methoden

beschreven:

Fempowerment: grenzen herkennen en grenzen aangeven

Razjel Dayeb: een eerzame, goede man

Fempowerment: grenzen herkennen en grenzen aangeven

Fempowerment is speciaal ontwikkeld voor vrouwen met een niet-westerse achtergrond. Doel van

deze methode is bij de deelneemsters een bewustwordingsproces op gang te brengen: mannen en

vrouwen zijn gelijkwaardig en geweld binnen het gezin is niet acceptabel. Door grensoverschrijdende

situaties in de privésfeer met elkaar te bespreken, wordt de schaamte doorbroken en kan er met elkaar

gezocht worden naar oplossingen.

Razjel Dayeb: een eerzame, goede man

De andere methode is vooral ontwikkeld om mannen met elkaar in gesprek te laten gaan over

man/vrouw verhoudingen: de verdeling van arbeid en zorg, verschillen in opvoeding tussen jongens en

meiden en relatievorming.

Materiaal

‘Sleutels voor verandering’ . Methodes voor bewustwording en gedragsverandering bij geweld in

allochtone gezinnen.

Handboek, te downloaden van Internet.

Ontwikkelaar:

Variya Maatschappelijke ontwikkeling en integratie

www.variya.nl

Page 21: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 19

Migratie en relatie

Laagdrempelige voorlichting voor zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen

Korte inhoud

De sectie Seksespecifieke Zorg van Enova (nu STAMM) coördineerde een pool van allochtone

begeleidsters die steungroepen, laagdrempelige koffieochtenden en voorlichtingsbijeenkomsten voor

zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen begeleidden. Dit project is na een succesvol verloop

uiteindelijk beëindigd.

In de bijeenkomsten kunnen vrouwen informatie ontvangen en ervaringen uitwisselen over de gevolgen

die de migratie of cultuurverschillen hebben op de gezinssituatie. De opvoeding van de kinderen, de

relatie met de partner maar ook huiselijk en seksueel geweld en de hulpverleningsmogelijkheden die

daarvoor zijn, zijn vaak de belangrijke thema’s in deze bijeenkomsten.

Visie/uitgangspunten

Om seksueel en huiselijk geweld bespreekbaar te maken, dienen deze kwesties ingebed te worden in

een breder spectrum aan onderwerpen, zoals de invloed van migratie op de relatie of de positie van

allochtone vrouwen.

De steungroepen en voorlichtingsbijeenkomsten zijn gebaseerd op de uitgangspunten van de

vrouwenhulpverlening (bewustwording van het verband tussen problemen en maatschappelijke rollen

en positie) en die van de empowermentbenadering (nadruk op eigen mogelijkheden en kwaliteiten

cliënten).

Doel

Het doel van de methode is het taboe op huiselijk en seksueel geweld te doorbreken en vrouwen te

stimuleren om – indien nodig – (professionele) hulp te zoeken. Ondersteunende doelen zijn het

opheffen van het sociale isolement van de vrouwen, het stimuleren van onderlinge steun en hulp en

het versterken van hun copinggedrag.

Doelgroep

De directe doelgroep bestaat uit zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen en –meisjes (waaronder

ook asielzoeksters). Instellingen en belangenorganisaties als welzijnswerk, maatschappelijk werk,

allochtonenorganisaties, vluchtelingenwerk, asielzoekersopvang e.d. vormen de intermediaire

doelgroep.

Toepassingsgebied

Drenthe (gestart 2000).

De opzet van het opleidingshuis is dat vrouwen trainingen verzorgen en hun verworven kennis

overdragen op andere vrouwen. Het opleidingshuis richt zich nadrukkelijk op vrouwen met diverse

achtergronden. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende methoden om verschillende vrouwen te

bereiken.

Mogelijkheden voor overdracht

De methode is beschreven in Handboek Mozaïek (september 2004) “Preventie en opvang huiselijk en

seksueel geweld allochtone vrouwen”, Deel 3 “Steungroepen”. Ook is de werkwijze beschreven in N.

van Alten et al., “De grenzen overschreden: migratie, relatie en geweld: handleiding voor het

organiseren van steungroepen voor zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen” (Assen: IVOM,

2001).

Overigens is het ons niet duidelijk geworden of deze methode nog wordt ingezet.

Page 22: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 20

Effectonderzoek

De steungroepen worden na afloop geëvalueerd met de deelneemsters en met de organisatie(s).

Publicaties

Zie onder ‘Mogelijkheden voor overdracht’.

Ontwikkelaar

Enova (STAMM, www.stamm.nl)

Het Opleidingshuis Drenthe is per 1 juli 2009 opgeheven.

Contextuele gezinsbehandeling bij huiselijk geweld (oude naam CLAS-H: Contextuele behandeling

en Leergroepen voor Alle Betrokkenen bij Seksueel en Huiselijk geweld)

Korte inhoud

Contextuele gezinsbehandeling bij huiselijk geweld is een vorm van hulpverlening voor iedereen die

binnen een gezin of in andere afhankelijkheidsrelaties te maken heeft met deze problematiek.

Uitgangspunt van de contextuele gezinsbehandeling bij huiselijk geweld is dat er rekening wordt

gehouden met de familiale context van degenen die bij seksueel en/of huiselijk geweld betrokken zijn.

Hoe zij het geweld ervaren en ermee omgaan, hangt onder meer samen met hun familiegeschiedenis,

opvoeding, persoonlijke geschiedenis, relaties en omgeving.

Doelgroep

CLAS-H is bedoeld voor mensen van alle leeftijden, zowel voor slachtoffers als voor plegers, maar ook

voor degenen die bij hen betrokken zijn, bijvoorbeeld niet- mishandelende/misbruikende ouders,

partners van slachtoffers, broers en zussen, nieuwe partners van ouders, grootouders en andere

familieleden.

Visie/uitgangspunten

Contextueel werken betekent dat rekening wordt gehouden met de familiebanden die tussen

verschillende generaties bestaan en de loyaliteiten die daarvan deel uitmaken. Dit is de context

waarvan iemand deel uitmaakt. Ook al zijn familiebanden beschadigd als gevolg van het geweld, ze

blijven hoe dan ook in het leven van de betrokkenen een belangrijke rol spelen. Binnen CLAS-H wordt

daarom belang gehecht aan het werken met de hele context. In het streven naar het doorbreken van

relatiepatronen die tot het geweld hebben geleid, staat het belang van de jongste generatie centraal.

CLAS-H biedt verschillende vormen van behandeling en daarmee kan de hulpverlening afgestemd

worden op de individuele behoeften van de betrokkenen. Er kan gekozen worden tussen individuele

gesprekken en contextgesprekken enerzijds. Anders dan bij CLAS wordt er in deze variant geen

groepsaanbod aangeboden, omdat er niet genoeg cliënten in de regio zijn. De behandelaars werken in

duo’s van man en vrouw. Zodat zowel het mannelijk als het vrouwelijk perspectief binnen de

behandeling aanwezig is.

Toepassingsgebied

Zandbergen in ’t Gooi is in september 2008 via een pilot begonnen met het werken met de CLAS-H

methode. Vanaf 1 januari 2009 is de samenwerking tussen Zandbergen en UJL/OCG (Utrechtse

Jeugdhulpverlening Leger des Heils / Orthopedagogisch Centrum ‘t Gooi) definitief geworden. De

behandelaars werken regio-overstijgend, zowel in de provincie Utrecht als in Noord-Holland. Dit is

Page 23: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 21

uniek en noodzakelijk om snel en flexibel te kunnen anticiperen op de hulpvragen met een relatief klein

team. Bijzonder is dat medewerkers van één team in dienst zijn bij verschillende werkgevers.

Mogelijkheden voor overdracht

De behandelaars maken gebruik van de publicaties over CLAS, zoals:

P.A.C.M. Baeten, M.C. Zwikker, H.E.M. Baartman & C.G.C. Janssen, Verder met CLAS. Resultaten en

overdraagbaarheid van contextuele hulpverlening na seksueel misbruik. Utrecht: NIZW, 2000.

R. Melles, N. Bakhuizen & A. van Montfoort, Contextuele hulpverlening bij seksueel misbruik.

Ontwikkeling en werkwijze van het CLAS-project (Amsterdam, VU Uitgeverij, 1995).

Effectonderzoek

In 2010 wordt de methode beschreven door het NJi om geplaatst te worden in de databank Effectieve

Jeugdinterventies.

Ontwikkelaar

De CLAS-methode is ontwikkeld door Jeugddorp Bethanië, nu onderdeel van Rubicon Jeugdzorg.

Families First

Intensieve hulpverlening in het gezin

Opmerking: deze methode is niet specifiek gericht op interventie bij huiselijk geweld. Dit kan wel een

nevendoel zijn bij toepassing van de methode.

Korte inhoud

Families First is een vorm van intensieve hulpverlening in het gezin, bedoeld voor gezinnen in acute

crisissituaties waarbij uithuisplaatsing van kinderen niet meer te voorkomen lijkt. De hulpverlening start

meestal binnen 24 uur na aanmelding en duurt maximaal vier tot zes weken. De hulp is kortdurend,

planmatig en intensief: de gezinswerker is in principe 24 uur per dag bereikbaar en komt bijna dagelijks

in het gezin. De hulp richt zich nadrukkelijk op het gezin als geheel.

Visie/uitgangspunten

De hulp die geboden wordt is gebaseerd op systeemtheoretische, leertheoretische en cognitief-

gedragstherapeutische principes. Tevens kunnen er de volgende uitgangspunten onderscheiden

worden:

Kinderen kunnen het beste opgroeien in een gezin.

De veiligheid van het kind in het gezin staat voorop.

In ieder gezin zijn mogelijkheden tot verandering.

Families First is gericht op het versterken van de positieve krachten binnen het gezin.

Families First respecteert de normen en waarden van de gezinnen waarmee wordt gewerkt.

Gezinsleden hebben de wil tot verandering.

Een crisis biedt extra mogelijkheden tot verandering.

Doel

Na afsluiting van het contact met de gezinswerker is de crisis bezworen, is er geen dreigende

uithuisplaatsing meer en is passende vervolghulp ingeschakeld.

Page 24: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 22

Doelgroep

Het programma is bedoeld voor gezinnen in crisis, waar de veiligheid van de kinderen zo wordt

bedreigd dat uithuisplaatsing van een of meer kinderen ophanden is.

Toepassingsgebied

Families First maakt deel uit van het hulpverleningsaanbod van jeugdhulpverleningsorganisaties

verspreid over het hele land.

Mogelijkheden voor overdracht

Een hulpverleningsorganisatie kan starten met een implementatietraject in samenwerking met Collegio.

Zij zullen dit hele traject begeleiden. Dit houdt o.a. in dat de gezinsmedewerkers en teamleiders

worden getraind.

Materialen

De handleiding voor gezinsmedewerkers (Spanjaard & Haspels, 2005) is te bestellen bij SWP.

Effectonderzoek

Kemp, R.A.T de, Veerman, J.W. & Brink, L.T. ten (1998). Evaluatieonderzoek Families First Nederland.

Bundeling van de delen 1 t/m 5. Utrecht: NIZW.

Zie ook de databank Effectieve Jeugdinterventies op www.nji.nl

Publicaties

Er zijn verschillende handleidingen. Enkele daarvan zijn:

M. Berger & H. Spanjaard, Families First, Handleiding voor gezinswerkers. Utrecht: NIZW, 1996.

M. Berger, R. Portengen, H. Spanjaard & L. Heuven, Families First, Handleiding voor teamleiders.

Utrecht: NIZW, 1997.

K. Bakker, M. Berger, H. Jagers & W. Slot, Families First. Begin in het gezin. Theorie en praktijk van

crisishulpverlening aan huis. Utrecht: NIZW, 2000.

De belangrijkste organisatorische aspecten van Families First staan beschreven in de notie “Het

starten van een Families-First project (Consortium Families First / NIZW, 1996, Collegio 2005).

H. Damen, Families First kwaliteitstoetsing 2de halfjaar 2005, Collegio 2006. De publicatie is gratis te

downloaden via de site: www.collegio.nl.

Ontwikkelaar

Het programma is ontwikkeld door NIZW Jeugd in Utrecht in samenwerking met PI Research in

Duivendrecht. NIZW Jeugd is met ingang van 1 januari 2007 overgegaan in het Nederlands

Jeugdinstituut (NJi). Het NJi is licentiehouder voor Nederland. Collegio is sublicentiehouder en

verstrekt licenties aan uitvoerende locaties.

Intensieve Ambulante Gezinsbegeleiding (IAG)

Concrete en laagdrempelige hulp in de thuissituatie

Korte inhoud

IAG behelst verschillende vormen van ambulante hulpverlening in het gezin, ofwel hulp in de eigen

omgeving van het gezin, zoals Intensieve Orthopedagogische Gezinsbehandeling (IOG), Intensieve

Psychiatrische Gezinsbehandeling (IPG), Praktische Pedagogische Gezinsbegeleiding (PPG) en Hulp

Page 25: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 23

in de Eigen Omgeving (HEO). De vele varianten onderscheiden zich door een eigen methodiek. De

overeenkomst is dat alle behandel- en begeleidingsvormen concrete en laagdrempelige hulp in de

thuissituatie bieden, zich richten op de volle breedte van de problematiek en de opvoeding en

ontwikkeling van kinderen van 0 tot 18 jaar voorop stellen. In veel gevallen start een hulpverlener in

een crisisachtige situatie. Een belangrijke vorm van therapeutische hulp is het aanleren van sociale en

pedagogische vaardigheden. De gezinsmedewerker doet dit door instructie, rollenspel en het geven

van voorbeelden.

Visie/uitgangspunten

De hulp is gebaseerd op het versterken van positieve krachten, waarbij de mogelijkheden en alle

potentiële hulpbronnen van de gezinsleden benut worden.

Doel

Het bieden van ambulante hulp in de thuisomgeving, gericht op het vergroten van competenties van de

gezinsleden.

Het voorkomen van uithuisplaatsing van de kinderen.

Het creëren van een situatie waarin de kinderen zich veilig kunnen ontwikkelen.

Doelgroep

Vrijwel alle vormen van IAG zijn bedoeld voor multi-probleemgezinnen met chronische en complexe

problematiek. Er zijn vaak problemen op het gebied van opvoeding en gezag, verslaving of psychiatrie

en niet zelden zijn er financiële, sociale of huishoudelijke problemen. Veel vormen van begeleiding in

de eigen omgeving kunnen ook ingezet worden bij opvoedingsmogelijkheden in gezinnen met een

(licht verstandelijk) gehandicapt kind.

Toepassingsgebied

De meeste jeugdhulpverleningsorganisaties bieden een of andere vorm van IAG. Dit is een vast

onderdeel van het aanbod.

Mogelijkheden voor overdracht

Voor de meeste vormen van IAG moeten de gezinsmedewerkers een post-HBO opleiding hebben

gevolgd.

Materialen

Artikelen, onderzoek, boeken.

Effectonderzoek

Ja.

Publicaties

R. Huijsman, Van scepsis naar enthousiasme, onderzoeksresultaten innovatieprogramma Jeugdzorg

Limburg. Limburg, 2003.

M. Loeffen, M. Butselaar & H. Ooms, Intensieve Thuishulp in vogelvlucht. Utrecht: Collegio, 2001.

H. Wijgergangs, Het projectplan Hulp aan Huis West Overijssel. Lichtenvoorde/Zwolle: Uitgeverij Hulp

aan Huis, 2002.

Website: www.hulpaanhuis.nl

Ontwikkelaar

Uiteenlopend.

Page 26: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 24

Samenwerkingspartners: afhankelijk van het ingezette programma is er nauwe samenwerking met

gespecialiseerde gezinsverzorging, consultatiebureaus, GGD’en, schoolbegeleidingsdiensten,

huisartsen, de Raad voor de Kinderbescherming, onderwijsinstellingen, woningbouwverenigingen,

bureaus budgetadvisering en bijvoorbeeld de SPD.

Het Nederlands Jeugdinstituut heeft de variant Intensieve orthopedagogische gezinsbegeleiding (IOG)

omschreven in de databank Effectieve interventies.

Aware: Abused Women’s Active Response Emergency

Alarmsysteem om mishandelde vrouwen beter te beschermen

Korte inhoud

Aware is een in 1991 ontwikkeld Canadees alarmsysteem om mishandelde vrouwen (en hun eventuele

kinderen) die worden lastiggevallen door een ex-partner sneller en beter te beschermen. Bij Aware

staat de installatie van een elektronisch alarmsysteem bij het slachtoffer thuis centraal. Daarnaast krijgt

de vrouw een zender die zij met zich mee kan dragen en die tot op korte afstand van de woning werkt.

Als de ex-partner de vrouw bedreigt of lastigvalt, kan zij met één druk op de knop direct verbinding

maken met de meldkamer van de beveiligingsdienst die het systeem heeft aangelegd.

Na een melding worden verschillende instanties ingeschakeld, waaronder de politie – die direct op pad

gaat –, justitie, reclassering en hulpverlening.

Visie/uitgangspunten

Een integrale aanpak ontwikkelen rondom veiligheid bij huiselijk geweld. Samenwerkingspartners

daarbij zijn gemeente, politie, vrouwenopvang, OM, reclassering, maatschappelijke dienstverlening,

slachtofferhulp en het beveiligingsbedrijf (leverancier Aware-systeem).

Doel

Het doel van Aware is veiligheid voor de betreffende vrouw en haar kinderen en hulpverlening aan de

vrouw, de kinderen en de dader.

Doelgroep

Mishandelde vrouwen en hun kinderen.

Toepassingsgebied

Kennemerland (startdatum 1997 in Nederland). Exacte cijfers zijn niet bekend. Tijdens de twee jaar dat

Aware in Kennemerland op proef draaide hebben 26 vrouwen een alarmkastje in huis gehad. In

Nederland is Aware voor het eerst in Rotterdam toegepast. Aware-projecten zijn er ook in Zwolle,

Utrecht, Zaanstreek/Waterland, Noord-Holland Noord, Kennemerland en sinds kort Zuid-Holland Zuid.

Het is onderdeel van het reguliere aanbod. Een integrale aanpak is een voorwaarde voor het systeem.

Mogelijkheden voor overdracht

De methode is beschreven in R. Keus et al., Draaiboek Aware: instrument tegen belaging (Den Haag:

VNG uitgeverij, 2003). Daarnaast wordt uitgebreid ingegaan op de methode in R. Römkens en S.

Mastenbroek, Dan hoor je de vissen ademen: over belaging en bedreiging van vrouwen door hun ex-

partner en de beveiliging door het Aware-systeem (Utrecht: Universiteit Utrecht, 1999).

Materialen

Folders.

Page 27: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 25

Effectonderzoek

In Kennemerland is Aware geëvalueerd door Geweld in het gezin Haarlem: Aware werkt (Haarlem:

GGD Kennemerland, 2004).

Publicaties

Zie onder ‘Mogelijkheden voor overdracht’.

Ontwikkelaar

De hardware is ontwikkeld door een beveiligingsbedrijf.

Overige betrokken organisaties: o.a. Informatiepunt Lokale Veiligheid (ILV) Den Haag; VNG;

Vrouwenopvang Rotterdam; Blijf van m’n Lijf Haarlem, Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld Stad en

Regio Utrecht.

4.1.2 Partnergeweld – dating violence

Stay in love

Een primair preventieprogramma om partnergeweld onder jongeren van 16 tot 20 jaar te voorkomen

Korte inhoud

Het Trimbos-instituut ontwikkelde samen met TransAct, de Riagg Zwolle en Parnassia in 2005 een

preventieprogramma dat aansluit bij de belevingswereld van mensen tussen de zestien en twintig jaar.

Via een positieve insteek wordt op diverse manieren informatie, tips, en verhalen aangeboden over hoe

je je relatie goed kunt houden, oftewel: How to Stay in Love. Het project bestaat o.a. uit een

lessenserie voor het onderwijs, een website en andere materialen zoals een folder, een poster en een

relatietest die via een breed netwerk zoals jongerenwerk, kerken, imams, sportclubs en kroegbazen

verspreid kunnen worden.

Visie/uitgangspunten

Het uitgangspunt van dit project is dat preventie zich niet alleen bezig moet houden met de vraag hoe

je relatiegeweld kunt voorkomen, maar vooral met de vraag hoe je een partnerrelatie goed houdt. Om

de effectiviteit en het bereik te vergroten is het project niet alleen op het onderwijs gericht maar is

gekozen voor een brede insteek. Zo werden er in de pilot onder meer onder jongerenwerk, kerken,

imams, sportclubs en kroegbazen benaderd.

Doel

Het doel van het project is het vergroten van kennis en bewustwording van jongeren over wat een

“gezonde” relatie is, het beïnvloeden van houding en gedrag van jongeren ten opzichte van relaties en

het voorkomen dat relatieproblemen leiden tot relationeel geweld.

Er is gekozen voor een positieve insteek en de nadruk ligt dan ook op relatievorming.

Ook wordt informatie gegeven op het herkennen van signalen als het mis dreigt te gaan en

mogelijkheden voor hulp.

Doelgroep

Het project is gericht op jongeren en niet op specifieke doelgroepen omdat partnergeweld in alle

maatschappelijke lagen van de bevolking voorkomt. Daarmee is deze methodiek een vorm van

universele preventie. In de pilot was deze methodiek dan ook toegespitst op alle jongeren van 14 tot 20

Page 28: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 26

jaar in de regio Zwolle en Den Haag met uiteenlopende culturele en religieuze achtergronden en

seksuele geaardheid.

Toepassingsgebied

De pilot liep van september 2005 tot juni 2006. Men probeert het project een landelijke dekking te laten

krijgen.

Na een eerste proefpilot van Stay in love+ is een tweede pilot van start gegaan in 2009. Het project

richt zich op het voorkomen van relatiegeweld onder jongeren door het ontwikkelen, het

proefimplementeren en het evalueren van een primair preventieprogramma.

Mogelijkheden voor overdracht

Trimbos-instituut en TransAct zijn momenteel bezig met de acquisitie van een vervolgproject. Uit de

evaluatie bleek dat het materiaal aanpassingen nodig heeft. Als het bijgestelde materiaal klaar is, zal

een werkconferentie worden gehouden. Intussen zijn de samenwerkingspartners bezig met de werving

van nieuwe regio’s. In het vervolgproject zullen in totaal minimaal vijf regio’s gaan participeren. De

regiocoördinatoren volgen een training, waarna zij binnen hun netwerk o.a. docenten van middelbare

scholen en ROC’s zullen gaan trainen. Ook zullen zij een deel van het beheer van de website op zich

gaan nemen.

Materialen

Uit het project zijn de volgende producten voortgekomen:

- een lessenserie/docentenhandleiding;

- de website www.stayinlove.nl;

- een poster;

- een relatietest;

- kaartjes van creditcardformaat met toepasselijke ‘oneliners’ over de time out;

- een draaiboek voor een theaterproductie;

Effectonderzoek

Er is een procesevaluatie gehouden, die omschreven staat dat in: Van den Borne, A. (2006). Uit dit

evaluatieonderzoek blijkt dat het programma een positief effect heeft op houding en gedragsintenties

van jongeren. Ze gaan namelijk bewuster om met hun relatie en hebben meer inzicht gekregen in hoe

ze in hun relatie staan.

Publicaties

Kempes, M.M. [et al.] (2010) Programma-integriteit en effecten van Stay in Love+. Een

preventieprogramma voor 12-15 jarige VMBO scholieren dat partnergeweld beoogt te voorkomen.

Utrecht: Faculteit Sociale Wetenschappen, Vakgroep Ontwikkelingspsychologie Universiteit Utrecht

Borne, A. van den. Stay in love: Primaire preventie van relatiegeweld onder jongeren: Proces evaluatie.

Utrecht, Trimbos-instituut en Transact, 2006.

Van Schaik, E. (2005) Primaire preventie van partnergeweld onder jongeren. Literatuuronderzoek naar

risicofactoren, inventarisatie en analyse van preventieprojecten, evaluatiestudie van Tiran-nie-soe.

Utrecht, TransAct.

Ontwikkelaars

Trimbos Instituut, in samenwerking met MOVISIE.

Page 29: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 27

Begeleide terugkeer Amsterdam

Kortdurende hulpverlening aan cliënten die teruggaan naar hun partner

Korte inhoud

In de module ‘Begeleide terugkeer’ wordt kortdurende hulpverlening geboden aan cliënten die, na

verbreking van de relatie en vertrek uit de woning of na verblijf in een opvangvoorziening, teruggaan

naar hun partner. Daarnaast is het programma ook bedoeld voor slachtoffers of plegers die de relatie

niet willen verbreken, maar wel gemotiveerd zijn het geweld te laten stoppen. Eerst wordt

ondersteuning geboden aan de cliënt en de partner door middel van een individueel gesprek. Als beide

partners gemotiveerd zijn om hulp te accepteren en bereid zijn tot verandering, vinden gesprekken met

beide partners plaats. Het stoppen van het geweld en bewustwording van alternatieve manieren om

conflicten op te lossen staan hierbij centraal. Ook kinderen, familieleden of anderen in de directe

omgeving van beide partners kunnen bij de hulpverlening betrokken worden. Aan het eind van het

hulpverleningstraject wordt gekeken welke ondersteuning nog gewenst is en wordt eventueel

doorverwezen naar vervolghulpverlening.

Visie/uitgangspunten

De aanpak is outreachend, preventief en systeemgericht (de hulp richt zich op beide partners en waar

nodig ook de kinderen)

Inhoudelijk ligt de nadruk op de zelfredzaamheid en het versterken van de weerbaarheid van cliënten:

competentiegericht, doelgericht en toekomstgericht.

Doel

Ondersteunen van slachtoffers van huiselijk geweld die de relatie met de partner willen herstellen c.q.

voortzetten. In een kortdurend en systeemgericht traject wordt gewerkt aan het stoppen van geweld en

voorkomen van herhaling.

Doelgroep

Slachtoffers en plegers van relatiegeweld en hun partners, en waar nodig ook de kinderen.

De methode is ook geschikt voor allochtone doelgroepen. Er is al veel gewerkt met allochtone cliënten

en met cliënten die het Nederlands niet goed beheersen.

Toepassingsgebied

Amsterdam. Door Hera vrouwenopvang Gelderland (Arnhem) is een eenvoudiger variant ontwikkeld,

met gebruikmaking van de Amsterdamse ervaringen. Ook Leeuwarden kent een eigen variant onder

dezelfde noemer (zie volgende methodebeschrijving).

Mogelijkheden voor overdracht

De methode is beschreven in Project Begeleide terugkeer (Amsterdam: Vrouwenopvang Amsterdam,

2004).

Daarnaast ontwikkelt de Centrale RINO Groep samen met Vrouwenopvang Amsterdam een cursus

voor hulpverleners die met de methode Begeleide terugkeer willen werken:

http://www.rinogroep.nl/opleiding/1462/systeemgerichte_hulpverlening_bij_geweld_in_relaties.html

Materialen

Brochure Project Begeleide terugkeer van Vrouwenopvang Amsterdam.

Effectonderzoek

Er is intern geëvalueerd (zie onder ‘Mogelijkheden voor overdracht’).

Page 30: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 28

Publicaties

Publicatie ‘Begeleide terugkeer’, Vrouwenopvang Amsterdam, 2004

Ontwikkelaar

Vrouwenopvang Amsterdam

Begeleide terugkeer Leeuwarden

Vergroten van de weerbaarheid en zelfredzaamheid van vrouwen

‘Begeleide terugkeer Leeuwarden’ richt zich op vrouwen die terugkeren in een relatie waar sprake is of

was van relationeel geweld, en begeleidt hen bij het nemen van verantwoordelijkheid voor de eigen

veiligheid ten aanzien van huidige en/of toekomstige relaties. Na het formuleren van de hulpvraag van

de mishandelde vrouw en haar kinderen, wordt een toekomstplan opgesteld. Dit bestaat naast een

veiligheidsplan en een vluchtplan uit een inventarisatie van sterke en zwakke punten, aandachtspunten

en leerpunten.

Visie/uitgangspunten

Systeemgerichte methode voor vrouwen en kinderen op basis van de methode ‘Toekomstgerichte

begeleiding’. Belangrijk aspect is dat de vrouwen gestimuleerd worden om hun partner te motiveren tot

het zoeken van hulp.

Doel

Vergroten van de weerbaarheid en zelfredzaamheid van vrouwen die teruggaan naar een relatie waar

sprake was of is van relationeel geweld, opdat ze veiligheidsmaatregelen kan treffen voor haar en haar

kinderen wanneer het weer mis dreigt te gaan. Het uiteindelijke doel is een bestaan zonder geweld.

Doelgroep

Vrouwelijke slachtoffers van relationeel geweld in de opvang.

De methode is ook geschikt voor allochtone doelgroepen. Voorafgaand aan het project is er een

onderzoek gedaan naar de behoeften van Turkse vrouwen aan nazorg (Y. van Heerwaarden, De illusie

van het vangnet).

Toepassingsgebied

Bij Hera vrouwenopvang Gelderland (Arnhem) en Vrouwenopvang Amsterdam loopt een eigen variant

onder dezelfde noemer.

Mogelijkheden voor overdracht

Vrouwenopvang Fryslân beschreef de methode in ‘Werken aan de toekomst’.

Materialen

Brochure Nazorg Blijf van mijn lijf, Vrouwenopvang Fryslân

Brochure Nazorg Asja, Vrouwenopvang Fryslân

Effectonderzoek

Het programma is intern geëvalueerd.

Page 31: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 29

Ontwikkelaar

Fier Fryslân

Website: www.fierfryslan.nl

Intieme Oorlog

Instrument om het geweld te de-escaleren

Opmerking: er is discussie over de vraag of de methode nu “Intieme oorlog” is of “Time-out”. De

auteurs van deze verkenning kiezen ervoor de methode als “Intieme oorlog” te laten staan omdat Time-

out meer een bestanddeel van de methode is.

Korte inhoud

In de ‘Intieme Oorlog’-methode staat het ‘Time-out’-programma centraal. Time-out is het belangrijkste

instrument om het geweld te de-escaleren. Cliënten leren zichzelf beheersen in emotionele situaties,

waardoor hun vermogen tot zelfregulering wordt versterkt. Het gaat dus niet om de schuldvraag, maar

om de verantwoordelijkheid die cliënten nemen voor de-escalatie.

Het ‘Time-out’-programma is eigenlijk een gedragstherapeutische interventie, waarbij zowel de

mishandelaar als de mishandelde leren om signalen van psychisch of fysiek geweld serieus te nemen

en tijdig uit de escalatie te stappen. Als zij daarin slagen ontstaat er ruimte voor reflectie, waardoor de

eigenlijke problemen die de achtergrond van het geweld vormen bespreekbaar worden.

Visie/uitgangspunten

Martine Groen en Justine van Lawick, auteurs van het boek Intieme Oorlog, hebben een theorie en een

methode ontwikkeld voor de behandeling van geweld in partner- en familierelaties. Het

systeemtherapeutisch denken vormt de basis van het boek. In de systeemtherapie wordt het individu in

de context van de familie en andere primaire verbanden geplaatst.

Kenmerkend voor het geweld in partnerrelaties is het cyclische karakter: het geweld keert telkens terug

en vormt een spiraal waarin partners elkaar meeslepen. In het boek is deze spiraal nauwgezet

uitgewerkt als een methodisch traject waarlangs de behandeling zich kan voltrekken.

Doel

Beëindigen van het geweld door het ontwikkelen en vergroten van het vermogen van cliënten om

psychische en relationele problemen op een doeltreffende manier op te lossen.

Overdracht en ontwikkeling van theorie en methode ten behoeve van hulpverleners.

Doelgroep

Families, partners en kinderen in verschillende relatievormen waar geweld wordt gebruikt.

In tegenstelling tot de autochtone doelgroep is bij allochtone doelgroepen schaamte een belangrijke

bron van geweld. In het boek Intieme Oorlog wordt de behandelingsmethode voor dit type geweld apart

beschreven.

Toepassingsgebied

Startdatum: drs. Martine Groen werkt sinds 1987 in haar eigen praktijk met gezinnen en families waar

geweld een veelvoorkomend verschijnsel is. Sinds 1995 maakt het werken met geweldsproblematiek in

families deel uit van het reguliere aanbod van het Lorentzhuis.

Page 32: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 30

Mogelijkheden voor overdracht

De methode is overdraagbaar. Daartoe zijn trainingen en opleidingen ontwikkeld door de auteurs van

Intieme oorlog.

In ‘Wat werkt’ komt uit de enquête dat de methode anno 2008 8 keer wordt ingezet.

Materialen

Er is veel cursusmateriaal ontwikkeld in de vorm van videofragmenten, overheadsheets en

PowerPointpresentaties.

Effectonderzoek

Er is voor zover bekend nog geen effectenonderzoek gehouden.

Publicaties

Martine Groen & Justine van Lawick, Intieme oorlog; over de kwetsbaarheid van familierelaties.

Amsterdam: Uitgeverij van Gennep, 2009 5e herziene en uitgebreide druk.

Martine Groen, Geweld en Schaamte: richtlijnen voor de eerstelijnshulpverlening bij relationeel geweld

in gezinnen van migranten en vluchtelingen. Utrecht: Vrouwenopvang Utrecht, 2001.

Ontwikkelaar

Instituut voor Geschillen (IVG); Lorentzhuis Haarlem (Martine Groen; Justine van Lawick).

Website: www.lorentzhuis.nl

Op de rails

Professionele hulp aan gezinnen waarin huiselijk geweld plaatsvindt

Korte inhoud

Op de Rails biedt professionele hulp aan gezinnen waarbinnen huiselijk geweld plaatsvindt. Op de

Rails is een onderdeel van Stichting Perspektief. Gezinnen worden intensief ambulant begeleid door de

gezinsbegeleiders.

Een gezinsbegeleider bezoekt een gezin 1 à 2 keer in de week, per bezoek maximaal twee uren. De

methode richt zich op zowel de pleger als het slachtoffer met het oogmerk verandering aan te brengen

in de dagelijkse handelingen. Geweld is de rode draad in de begeleiding. Vooral aan het begin van het

traject wordt er veel aandacht besteed aan het geweld. Cliënten krijgen handvatten mee om te leren

omgaan met en vroegtijdig herkennen van een oplopende spanningsboog en op een constructieve

wijze om te gaan met frustraties en miscommunicaties.

Visie / uitgangspunten

Het hulpaanbod van “Op de Rails” bestaat uit intensieve begeleiding in de thuissituatie van gezinnen

waar huiselijk geweld een rol speelt. Het uitgangspunt is dat het gezin als geheel hulp dient te krijgen,

omdat de mechanismen die huiselijk geweld veroorzaken door het hele (gezins)systeem in stand

worden gehouden. Voor het doorbreken van de vicieuze cirkel, die zo kenmerkend is voor huiselijk

geweld, is verandering in het gehele gezinssysteem nodig.

De theoretische visie van waaruit gewerkt wordt, is een combinatie van de systeem- en contextuele

benadering en de seksespecifieke analyse van huiselijk geweld. Vanuit deze visie wordt huiselijk

geweld gezien als een gezinsprobleem en een maatschappelijk probleem, dat samenhangt met de

ongelijke machtsverhouding tussen mannen en vrouwen, volwassenen en kinderen.

Page 33: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 31

Doel

Ambulante intensieve gezinsbegeleiding in de thuissituatie, waar Op de Rails een voorbeeld van is,

heeft als doel het stoppen van huiselijk geweld.

De subdoelen zijn:

Doelgroep

Het hulpaanbod “Op de Rails” richt zich op gezinnen/primaire leefeenheden waar, naast andere

problemen, huiselijk geweld een prominente rol speelt. Een voorwaarde voor hulp is, dat alle leden

gemotiveerd zijn om te werken aan gedragsverandering, zodat het geweld stopt.

Er zijn geen contra-indicaties.

Toepassingsgebied

Delft, Westland en Oostland (2003-2007).

Mogelijkheden voor overdracht

De methode is beschreven in de publicatie ‘Op de rails’ (zie hieronder).

Materialen

Geen

Effectonderzoek

Er heeft geen effectonderzoek plaatsgevonden.

Publicaties

De publicatie “Op de Rails. Ambulante hulp aan gezinnen met huiselijk geweldproblematiek 2005”, is

een samenwerkingsproject van de Stichting VOZH en TransAct.

Te bestellen via www.movisie.nl

Ontwikkelaar

Stichting Perspektief

Toekomstgerichte begeleiding

Ondersteunen bij het ontwikkelen van een realistisch toekomstbeeld

Opmerking: deze methode is niet specifiek gericht op interventie bij huiselijk geweld. Dit kan wel een

nevendoel zijn bij toepassing van de methode.

Korte inhoud

Toekomstgerichte begeleiding is een in 1997 door het NIZW ontwikkelde methode die in aangepaste

vorm door verschillende vrouwenopvanginstellingen wordt toegepast. De methode is vooral gericht op

uitstroom en nazorg (‘toekomst’), maar wordt in een vroeg stadium in het opvangtraject ingezet.

Toekomstgerichte begeleiding concentreert zich op het ontwikkelen van toekomstperspectieven door

samen met de cliënt capaciteiten en potenties op te sporen en vaardigheids- en kennistekorten vast te

stellen. Cliënten maken zelf een Toekomstplan tijdens hun verblijf in de opvang. Het uitgangspunt van

het plan is wat cliënten zélf willen bereiken. De hulpverlening is erop gericht de cliënt te ondersteunen

bij het maken en bij het uitvoeren van haar plan.

Page 34: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 32

Toekomstgericht begeleiden wordt toegepast tijdens de intakefase, het voorbereidingstraject en de

overdracht naar het nazorgtraject. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een map met werkbladen waarin

individuele situaties, wensen, behoeften en (on)mogelijkheden worden geanalyseerd en

toekomstperspectieven geformuleerd. Vanuit deze toekomstperspectieven wordt aan de hand van acht

leefgebieden gewerkt naar een zelfstandig bestaan zonder geweld. Daarnaast wordt veel aandacht

besteed aan het in beeld brengen en activeren van het sociale netwerk.

Visie/uitgangspunten

Het uitgangspunt van Toekomstgerichte begeleiding in de vrouwenopvang is de eigen invulling van de

cliënt van haar Toekomstplan. Bij het creëren en bij de uitvoering ervan wordt zij vervolgens

ondersteund. Gerichte voorbereiding op de toekomst en het organiseren van ambulante nazorg kan

terugval in de oude situatie worden voorkomen. Hier liggen een aantal werkprincipes aan ten

grondslag, zoals zorg op maat, het toekomstplan, nadruk op competentievergroting en netwerkvorming

rond de cliënt.

Doel

Cliënten ondersteunen bij het ontwikkelen van een realistisch toekomstbeeld en bij het onderzoeken en

creëren van voorwaarden om dit te verwezenlijken.

Blijf van m’n Lijf Leeuwarden verwoordt het doel als volgt: ‘Vrouwen en hun kinderen in een zodanige

positie brengen dat de kans op terugval in een mishandelingsrelatie zo klein mogelijk wordt. Ze in staat

stellen een veilig, zelfstandig bestaan zonder geweld op te bouwen.’

Doelgroep

Mensen die in de maatschappelijke opvang terechtkomen. De laatste jaren wordt de methode binnen

de vrouwenopvang toegepast bij vrouwen die mishandeld zijn of met mishandeling bedreigd worden. In

Leeuwarden is ook een eigen programma rond toekomstgericht werken met moeders en kinderen

ontwikkeld.

Met extra aandacht voor de bruikbaarheid van de veelal verbale hulpmiddelen en het inzetten van

bijvoorbeeld beeldende hulpmiddelen is de methode ook geschikt voor allochtone cliënten en voor

andere cliënten die eerder met beeldende hulpmiddelen zijn aan te spreken. Hera vrouwenopvang

Gelderland werkt aan de aanpassing van de hulpmiddelen.

Toepassingsgebied

Blijf van m’n Lijf Leeuwarden, Vrouwenopvang Overijssel, Vrouwenopvang Rotterdam, Amersfoort,

Maastricht, Hera vrouwenopvang Gelderland. De methode is in 1997 door het NIZW ontwikkeld. De

daadwerkelijke startdatum (d.w.z. na het implementatietraject) in Leeuwarden was 2002. Sindsdien is

de methode opnieuw opgepakt en wordt zij door diverse instellingen aan de eigen situatie aangepast.

De methode is onderdeel van het reguliere aanbod. De methode biedt tevens een kapstok voor diverse

eigen modules.

In “Wat werkt” (2008) wordt de methode beschreven. In de uitgezette enquête die hierbij behoort wordt

de methode 17 keer genoemd.

Mogelijkheden voor overdracht

De methode wordt in meerdere publicaties beschreven:

A. van Heel & S. Warner, Gericht op de toekomst: Handleiding toekomstgericht begeleiden van

cliënten van opvangvoorzieningen. Utrecht: NIZW, 1997.*

Page 35: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 33

Handboek Toekomstgericht Begeleiden. Hera Vrouwenopvang Gelderland. Arnhem: Hera

Vrouwenopvang

Handleiding Toekomstplan. Blijf van m’n Lijf Leeuwarden, 2002.

‘Draaiboek nazorgtraject Blijf van m’n Lijf Leeuwarden’, in: Handboek Mozaïek. Utrecht: TransAct,

2004.

Veldboer, A. (2009). Het verwijsgedrag van hulpverleners naar de cursus ‘Gericht op de Toekomst’.

Scriptie Universiteit Twente, Enschede.

Huizer, Ch. (2009). Toekomstgericht werken met kinderen. Eindrapportage voor Hogeschool

Rotterdam, opleiding Pedagogiek, in opdracht van Vrouwenopvang Den Haag.

De Centrale Rino Groep biedt trainingen in het werken met de methode waaronder een in company

training.

Materialen

A. van Heel, S. Warmer & M. Busnach (bew.), Gericht op de toekomst. Werkboek Toekomstgericht

begeleiden van cliënten van opvangvoorzieningen. Utrecht: NIZW, 1998, 2e versie met oefeningen,

opdrachten en werkbladen.

Effectonderzoek

Bruikbaarheid wordt in de diverse instellingen voortdurend geëvalueerd. Een algemeen

evaluatieonderzoek is niet gedaan.

Publicaties

Zie onder ‘Mogelijkheden voor overdracht’

Ontwikkelaar

De ontwikkelaar, het NIZW, is opgegaan in MOVISIE.

Methodiek 1e hulp aan vrouwen bij thuisgeweld

Samenhangend hulpaanbod aan vrouw en man

Korte inhoud

Deze methode is met name ontwikkeld voor het Algemeen Maatschappelijk Werk en de

vrouwenopvang. Cruciaal voor de methode is de motivatie van de vrouw om mee te werken aan

verandering (stoppen van geweld) en (het bewerkstelligen van) bereidheid van de kant van de

mishandelende partner om een apart, parallel hulpaanbod te volgen (zie Behandelprotocol AFP

Groningen).

Visie/uitgangspunten

Het preventieprogramma Thuisfront, waar deze methode deel van uitmaakt, is mede gebaseerd op de

volgende uitgangspunten:

De meeste vrouwen en meisjes die binnen hun relatie mishandeld zijn keren terug naar de relatie of

gaan opnieuw een geweldsrelatie aan.

De preventie van thuisgeweld behoeft een aanpak die zich ook met de dader bezighoudt.

Deze uitgangspunten leiden tot een systeemgerichte benadering.

Page 36: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 34

Doel

De belangrijkste doelstelling is stoppen van het huiselijk geweld door een samenhangend hulpaanbod

aan vrouw en man. Daarnaast behoort ook hulp aan vrouwen bij de ontwikkeling van een eigen

veiligheidsplan of vluchtstrategie tot de kerndoelstellingen.

Doelgroep

Mishandelde vrouwen. Een steeds groter deel van de cliënten bestaat uit allochtone vrouwen. Een

aantal zaken is bij allochtone cliënten moeilijker te realiseren dan bij autochtone cliënten, zoals het

ontwikkelen van een sociaal vangnet, steun zoeken bij familie, autonomie bewerkstelligen. Dit vergt

meer aandacht en aanpassing van de hulpverlener.

Toepassingsgebied

De methode wordt (startdatum 2002) toegepast in de drie noordelijke provincies: Groningen, Friesland,

Drenthe (‘Project Thuisfront’).

De methode is geïntegreerd in een protocol van diverse instanties. Dit staat beschreven in het

in ‘Protocol 1e hulp bij huiselijk geweld’ (2003). Daarbinnen heeft de politie een eigen aanpak van

thuisgeweld, en is er een specifiek hulpaanbod voor de mishandelende man.

Mogelijkheden voor overdracht

Thuisfront schreef een conceptversie van Methodiek 1e hulp aan vrouwen bij thuisgeweld (Groningen,

2002).

Materialen

Niet bekend.

Effectonderzoek

Of de methode is geëvalueerd is niet bekend.

Publicaties

Nee.

Ontwikkelaar

Thuisfront

Samenwerkingspartners: o.a. regiopolities, AMW, AFP Noord-Nederland, AMK, Slachtofferhulp,

Openbaar Ministerie, Stichting Reclassering Nederland.

Methodiek Eerste Hulp Light bij huiselijk geweld

Deze methode is ontwikkeld in opdracht van het Maatschappelijk Werk Fryslân en de Vrouwenopvang

Fryslân.

Visie/uitgangspunten

Om te voorkomen dat geweld escaleert moet er zo vroeg mogelijk worden ingegrepen. Met dat voor

ogen is de interventie: "Eerste Hulp bij Huiselijk Geweld" ontwikkeld. Maar niet alle gevallen van

huiselijk geweld zijn even zwaar. Een gedifferentieerd aanbod is wenselijk. Vandaar dat deze Eerste

hulp light is ontwikkeld.

Page 37: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 35

Doel

De belangrijkste doelstelling is stoppen van incidenteel geweld en voorkomen van structureel geweld

door een ambulant hulpaanbod in de vorm van korte, snelle interventies vanuit een systeemgerichte

benadering.

Doelgroep

Mensen die in de relatie met hun ouders, familie, vrienden en/of kinderen te maken hebben met

huiselijk geweld. Mensen die als mantelzorger ervaren dat de zorg ontspoort, waardoor situaties van

geweld (kunnen) ontstaan. Er is structureel aandacht voor kinderen binnen het gezin.

Toepassingsgebied

Friesland

Mogelijkheden voor overdracht

Methodiek Eerste Hulp Light bij huiselijk geweld. (Leeuwarden, 2006).

Publicaties

Methodiek Eerste Hulp Light bij huiselijk geweld. (Leeuwarden, 2006).

Ontwikkelaar

Vrouwenopvang Fryslân en Maatschappelijk Werk Fryslân

Samenwerkingspartners: Politie Provincie Friesland.

Met alle geweld een relatie

Communicatietraining voor (v)echtparen

Korte inhoud

Communicatietraining voor (echt)paren van 20-60 jaar die een gewelddadige relatie hadden. Het doel

is het voorkomen van terugval in de spiraal van geweld en het aanleren van gedragsveranderingen om

gewelddadig handelen om te buigen naar relationeel handelen.

Vier tot zes paren die een relatie hadden die gekenmerkt werd door geweld leren alternatief gedrag

aan in een communicatietraining. Man en vrouw zitten samen in een groep. 10 bijeenkomsten van 2

uur, wekelijks.

Doel

Doorbreken van spiraal van geweld.

Voorkomen van (ernstige) relatieproblemen en psychische problemen.

Doelgroep

(Echt)paren 20-60 jaar die een gewelddadige relatie hadden.

Toepassingsgebied

Het aanbod wordt aangeboden bij:

http://www.ggzleiden.nl/sbeosimages/empowerment.pdf

http://www.riagg-rnw.nl/Portals/0/algfoldermetallegeweld.pdf

Preventie GGZ Leiden en Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Midden Holland, startten in 2008

met de training "Met alle geweld een relatie".

Page 38: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 36

Materialen

Er zijn geen materialen bekend.

Effectonderzoek

Er is geen effectonderzoek bekend.

Publicaties

Niet bekend.

Ontwikkelaar / uitvoerende organisatie

RIAGG Rijnmond

Andere betrokken organisatie(s):

RIAGG Rijnmond Noord-West: afd. Jeugd en zelfstandig gevestigde systeemtherapeut

Uit de schaduw van de ander

Groepshulpverlening aan vrouwen na huiselijk geweld

Korte inhoud

Methodebeschrijving voor veranderingsgerichte groepshulpverlening aan vrouwelijke slachtoffers van

huiselijk geweld. De methode werd ontwikkeld tussen 2003 en 2006 door het

Vrouwengezondheidscentrum (VGC) te Maastricht.

De veranderingsgerichte groepshulpverlening is opgebouwd uit drie elementen: psycho-educatie,

lichaamsgerichte en creatieve oefeningen en groepsdynamische processen.

Hoewel de methodiek in eerste instantie is gericht op vrouwelijke slachtoffers van huiselijk geweld door

mannelijke plegers, achten de samenstellers de methode ook goed toepasbaar op vrouwelijke

slachtoffers van huiselijk geweld door vrouwelijke partners, aangezien de machtsverhoudingen en

interactiepatronen in lesbische relaties in bepaalde opzichten sterk lijken op die in heterorelaties.

Visie / uitgangspunten

Het primaire uitgangspunt van de methode is dat partnergeweld niet normaal en acceptabel is en dat

het moet stoppen. Dit betekent overigens niet automatisch dat de deelneemsters moeten streven naar

beëindiging van de partnerrelatie.

Een ander uitgangspunt is dat groepsgericht gewerkt wordt.

De aanpak is laagdrempelig, niet stigmatiserend en sluit aan bij de hulpvraag van de cliënt.

Doel

Het belangrijkste doel van de methode is het stoppen van partnergeweld en het doorbreken van de

cirkel van geweld die leidt tot sociaal isolement. Opheffing van dit isolement is nodig om te kunnen

komen tot zelfontplooiing en sociaal-maatschappelijke participatie. Het tweede doel is erkenning en

verwerking van de traumatische geweldservaring en de vergroting van de eigen kracht van

deelneemsters. Het laatste doel is het doorbreken van het taboe rond huiselijk geweld. Daarvoor is het

nodig om huiselijk geweld zichtbaar en bespreekbaar te maken, zowel op individueel als op

maatschappelijk niveau.

Doelgroep

Maatschappelijk werkenden en andere hulpverleners die werken met vrouwelijke slachtoffers van

huiselijk geweld door mannelijke partners.

Page 39: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 37

Toepassingsgebied

De methode is ontwikkeld in een specifieke context: Limburgse vrouwen, grotendeels van Nederlandse

afkomst, met een opleiding op lager of MBO-niveau. Hoe de methode aanslaat bij groepen met

overwegend hoger opgeleide en/of allochtone vrouwen is iets dat in de praktijk zal moeten blijken.

Materialen

De methode bestaat uit een theoretische onderbouwing, een draaiboek en werkmaterialen,

gepubliceerd in een uitgebreid handboek.

Effectonderzoek

Winants, Y., E. Slits, M. Vinckenroye en N. Nicolson. Uit de schaduw van een ander. Huiselijk geweld

geen privézaak meer. Evaluatieonderzoek. Maastricht: Universiteit Maastricht, augustus 2007.

Publicaties

Chris Rozeboom en Caroline Martin. Uit de schaduw van een ander: Groepshulpverlening aan

vrouwen na huiselijk geweld. Methodiekbeschrijving. Utrecht: Movisie, 2007.

Een veilig thuis: gespreksgroep voor vrouwen

Laagdrempelig groepsaanbod voor vrouwen

Korte inhoud

Laagdrempelig groepsaanbod voor vrouwen uit verschillende etnische groepen die thuis te maken

hebben met (de dreiging van) partnergeweld. Het aanbod is gericht op het voorkomen of stoppen van

geweld en bestaat uit twaalf bijeenkomsten van elk tweeënhalf uur. De groep bestaat uit zes tot twaalf

vrouwen, de begeleiding is in handen van twee medewerkers van het AMW. Parallel aan deelname

aan de groep krijgen de deelnemers ook individuele hulpverlening.

Visie / uitgangspunten

Het groepsaanbod wordt uitgevoerd vanuit een systeemvisie waarbij het uitgangspunt is dat beide

partners een aandeel hebben in het ontstaan van geweld. Het aanbod is seksespecifiek, intercultureel

en gericht op empowerment.

Doel

Het doel van het groepsaanbod is om vrouwen te leren om hun weerbaarheid te verhogen en meer

regie te krijgen over hun eigen veiligheid en die van hun kinderen bij (dreiging van) geweld door de (ex)

partner.

Doelgroep

Vrouwen uit verschillende etnische groepen die thuis te maken hebben met de (dreiging van)

partnergeweld. De methode is zowel geschikt voor vrouwen die hun partner niet willen verlaten als voor

vrouwen wier ex-partner hen lastigvalt.

Toepassingsgebied

Pilotgroepen in 2003 in Rotterdamse deelgemeenten Charlois en IJsselmonde. Sinds eind 2004

worden de groepen gefaseerd bij alle elf in het SOAR aangesloten AMW’s aangeboden.

Page 40: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 38

De samenwerkende organisaties in Een Veilig Thuis maakten deel uit van de taakgroep die de grote

lijnen van de stedelijke aanpak heeft ontwikkeld. Hierdoor ontstond een inhoudelijke eenheid in het

parallelaanbod dat voor vrouwen, mannen en kinderen is ontwikkeld door verschillende instellingen.

Het aanbod voor vrouwen wordt dan ook bij voorkeur geboden in een omgeving waar ook voor mannen

en kinderen aanpalend aanbod voorhanden is dat methodisch en logistiek op elkaar kan worden

afgestemd.

Mogelijkheden voor overdracht

Er is een methodiekmap getiteld Een veilig thuis: methodiekboek voor begeleiders.

De handleiding is gezamenlijk ontwikkeld door Charlois Welzijn Rotterdam en Scala, expertisecentrum

voor emancipatie en participatie, met financiële middelen van de gemeente Rotterdam en Zorg

Onderzoek Nederland (ZonMw).

Anno 2010 biedt Kwadraad (werkgebied Leiden, Delft, Gouda) de methode aan:

http://www.kwadraad.nl/LinkClick.aspx?fileticket=NnXLlIA34RY%3D&tabid=87&mid=494 Het handboek is medio 2010 verouderd maar wordt op vraag (gratis) digitaal aangeleverd. Scala zoekt naar middelen om de methode te actualiseren en mogelijk een train-de-trainer te ontwikkelen.

Materialen

In de methodiekmap zijn materialen opgenomen: folders, persbericht, mogelijke mailingadressen,

evaluatievragen voor deelnemers. Tevens staan de bijlagen voor de bijeenkomsten op de bijgeleverde

diskette.

Effectonderzoek

Effectonderzoek is niet bij ons bekend.

Publicaties

Zie materialen

Ontwikkelaar

Scala

Samenwerkingspartners: Een Veilig Thuis is een samenwerkingsproject van Scala Rotterdam en

Charlois Welzijn Rotterdam

Geweld in relaties - ondersteuningsgroep

Voor allochtone vrouwen met geweldservaringen

Korte inhoud

Groepen voor allochtone vrouwen met geweldservaringen, met een semi-open opzet. Vrouwen krijgen

de gelegenheid om kennis te maken met de werkwijze en de doelstellingen van de

groepsbijeenkomsten. Na vijf bijeenkomsten wordt de groep gesloten.

Visie/uitgangspunten

De aanpak is erop gericht om vrouwen die slachtoffer zijn (geweest) van relationeel geweld de regie

over hun eigen leven terug te geven en zich minder hulpeloos en machteloos te laten voelen.

Page 41: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 39

Doel

Doorbreking en vermindering van sociaal isolement van de slachtoffers.

Opbouwen van een sociaal netwerk door middel van contacten met familie, buren en instanties.

Verminderen van (gevoelens van) hulpeloosheid en machteloosheid.

Doelgroep

Allochtone vrouwen die langdurig te maken hebben met geweld. Ook vrouwen die tijdelijk uit huis zijn

kunnen aan de groep deelnemen.

Toepassingsgebied

Het draaiboek is ontwikkeld door de projectgroep ‘Stop huiselijk Geweld Eindhoven’ en is een

samenwerkingsverband tussen Shakti, GGZ Eindhoven, Neos en de Vrouwenopvang. Het draaiboek is

een gezamenlijk product met inbreng vanuit ieders ervaring en met hulp van experts op bepaalde

onderwerpen (politie, maatschappelijk werk).

Er vindt doorverwijzing plaats van en naar andere instanties (reguliere hulpverlening, zelforganisaties).

Mogelijkheden voor overdracht

Er is een kort draaiboek getiteld Geweld in relaties. Daarnaast wordt het project beschreven in het

Handboek Mozaïek (2004).

Materialen

Brochure Bescherming tegen geweld – wat je zelf kunt doen (in 10 talen), opgesteld in samenwerking

met TransAct. De brochure is te downloaden via http://www.stichtingshakti.nl/groepsaanbod.html#5:

Effectonderzoek

Nee. Het programma is wel opgegeven voor het project ‘Preventieve effectmeting’.

Publicaties

Er zijn bij ons geen verdere publicaties bekend.

Ontwikkelaar

Shakti vrouwentherapiecentrum

Samenwerkingspartners: GGZ Eindhoven, NEOS, Vrouwenopvang, MOVISIE (voorheen TransAct).

4.1.3 Kinderen en jongeren als getuigen

Als muren kunnen praten

Cursus voor jongeren tussen de 13 en 16 jaar die getuige zijn (geweest) van heftige ruzies/geweld

tussen hun ouders.

Korte inhoud

Draaiboek 'Als muren kunnen praten...' is een draaiboek voor een preventieve cursus voor jongeren

tussen de 13 en 16 jaar, die te maken hebben (gehad) met heftige ruzies/ geweld tussen hun ouders.

In tien bijeenkomsten biedt de cursus aan jongeren handvatten om met deze ervaringen om te gaan.

Geweld tussen ouders is een taboe. Jongeren geven zelf aan dat zij daar veel last van hebben. Zij

hebben behoefte om met anderen over de heftige ruzies te praten. De cursus Als muren kunnen praten

Page 42: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 40

biedt hen die kans. Jongeren kunnen in de cursus met leeftijdsgenoten hun ervaringen delen. De

informatie en werkvormen, die in de cursus geboden worden, geven vervolgens handvatten om er ook

in de thuissituatie en daar buiten mee om te gaan.

De medewerking van de ouders is essentieel voor de cursus: minimaal één ouder moet de deelname

van het kind ondersteunen, en van de ouder(s) wordt deelname verwacht aan het

kennismakingsgesprek, de twee ouderbijeenkomsten en het eindgesprek.

Visie/uitgangspunten

Geweld tussen ouders is voor jongeren een risicofactor in hun psychische, lichamelijke en psycho-

sociale ontwikkeling op korte en lange termijn. Het is een probleem dat vaak van generatie op

generatie wordt overgedragen. Interventie van buitenaf kan dit helpen doorbreken. De cursus Als

muren kunnen praten geeft jongeren de kans de risico’s op gewelddadige relaties te minimaliseren en

geeft handvatten om uit de vicieuze cirkel te stappen.

Het draaiboek is ontwikkeld door RIAGG Zwolle, in samenwerking met RIAGG Amersfoort &

Omstreken. De ontwikkelaars hebben zich laten inspireren door de positieve resultaten van

preventieve groepen als ‘Kind in de knel’ voor kinderen van 4 tot 7 jaar en ‘Let op de kleintjes’ voor

kinderen van 7 tot 12 jaar. Voor de ontwikkeling van het draaiboek is gebruik gemaakt van de

materialen en van de ervaringen met KOPP-groepen, het draaiboek ‘Stay in love’, de jongerentraining

‘Knallende ruzie thuis’ van RIAGG Amersfoort en de cursus ‘Ruzie tussen je ouders’ van RIAGG

Zwolle.

Doel

Het primaire doel van de cursus is het voorkomen van psychische problemen bij jongeren op korte en

langere termijn. Het hoofddoel is om jongeren méér kansen te bieden om zelf gezonde partnerrelaties

aan te gaan: deelnemers verkennen wat wel en niet kan in een relatie, en leren goed voor zichzelf te

zorgen en op te komen.

Doelgroep

Jongeren tussen de 13 en 16 jaar die getuige zijn (geweest) van heftige ruzies/geweld tussen hun

ouders. Ook is voorzien in twee ouderbijeenkomsten en worden de ouders bij de cursus betrokken in

een kennismakings- en een nagesprek.

Overdraagbaarheid

MOVISIE biedt in oktober 2010 cursus aan, verzorgd door de ontwikkelaar. Een draaiboek is

beschikbaar.

Materialen

Cursusmap Draaiboek Als muren kunnen praten...., Roos Neeleman en Aisha Brandon, RIAGGz over

de IJssel, locatie Zwolle en RIAGG Amersfoort & Omstreken, Zwolle, 2007. Bevat tevens materiaal.

Effectonderzoek

Deze methode is ontwikkeld in september 2007. Effectonderzoek heeft voor zover bij ons bekend nog

niet plaatsgevonden.

Publicaties

Er zijn nog geen publicaties over de methode verschenen.

Page 43: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 41

Ontwikkelaar

Sector Preventie RIAGG Zwolle.

Handen thuis

Lespakket over huiselijk geweld

Korte inhoud

Bespreekbaar maken van huiselijk geweld voor jongeren.

Het lespakket ‘Handen Thuis’ omvat 4 basismodules en 3 verdiepingsmodules, die alle volgens

dezelfde structuur zijn opgebouwd. In een training wordt uitleg gegeven over de opbouw van het

lespakket, de werkwijze en de gehanteerde werkvormen. Tijdens de trainingsdag wordt nader

ingegaan op de theorie en wordt er in groepjes geoefend. Dit is een eendaagse training van ongeveer

6 uur, die zowel op het Alfa-college kan worden gegeven als op de locatie van de klant. De training

vindt plaats in groepen van minimaal 8 en maximaal 16 personen.

Visie / Uitgangspunten

Door middel van lessen kan een complex en actueel onderwerp als huiselijk geweld op een veilige en

gedoseerde manier in een groep worden besproken

De lessen zijn opgezet volgens het trechtermodel: van algemeen naar specifiek. Vanuit het brede

thema Rechten en Veiligheid wordt het accent verlegd naar situaties en ervaringen in de eigen

leefsituatie

Het is gericht op preventie en stimuleert actief burgerschap, het bevordert bewustwording en

herkenning en vergroot het signaleringsvermogen.

Doel

Doel van de training die behoort bij het lespakket is overdracht van de methode om met deelnemers /

leerlingen in gesprek te komen over het thema Rechten en Veiligheid en huiselijk geweld.

Overdracht van het lespakket, bestaande uit een cursistenwerkboek en een docentenhandleiding.

Doelgroep

Doelgroep van de eendaagse training zijn beroepsbeoefenaren die met groepen werken in bijvoorbeeld

onderwijs (VO, MBO, Volwasseneneducatie), welzijn of hulpverlening.

Materialen

De materialen bestaan uit basismodules en verdiepingsmodules.

Iedere beroepskracht die aan de training deelneemt krijgt een docentenhandleiding en 10

cursistenwerkboeken.

De training wordt verzorgd door een getrainde docent van het Alfa-college, unit Educatie.

Effectonderzoek

Er is geen effectonderzoek bekend.

Publicaties

Er zijn geen publicaties bekend.

Ontwikkelaar

Alfa-college Groningen, unit Educatie

Page 44: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 42

Workshop "Goede tijden, slechte tijden bij je thuis"

Workshop die aansluit bij de lessenserie “Handen thuis” (zie vorige beschrijving)

Korte omschrijving

In deze workshop wordt aandacht besteed aan het verschijnsel huiselijk geweld. Wat wordt ermee

bedoeld? Aan welke vormen van geweld kun je dan denken? Hoe kun je een situatie van huiselijk

geweld herkennen? En hoe kun je er vervolgens mee omgaan?

De workshop bevat elementen en werkvormen uit les 2 en 3 van de lessenserie ‘Handen thuis’.

Bedoeling is dat deelnemers worden gestimuleerd tot actieve deelname en inbreng.

Afhankelijk van wensen en mogelijkheden duurt een workshop minimaal 1 ½ uur en maximaal 4

klokuur.

Het is ook mogelijk om de beschreven workshop te combineren met oefeningen uit de

weerbaarheidstraining Rots en Water. Dan zal het geheel een combinatie worden van theorie voor de

pauze, met fysieke opdrachten erna. Dit als kennismaking met of introductie op het thema huiselijk

geweld (tijdens een themaweek of introductie aan een team beroepskrachten). De workshop wordt

verzorgd door een getrainde docent van het Alfa-college, unit Educatie.

Doelgroep

Beroepsbeoefenaren (uit onderwijs, jongerenwerk of hulpverlening), leerlingen van het voortgezet

onderwijs, volwassenen (ouders en belangstellenden).

Ontwikkelaar

Alfa-college, Groningen, unit Educatie

Als het misgaat … bel ik jou

Ondersteuningsprogramma voor kinderen (0-18) die getuige zijn geweest van huiselijk geweld

Korte inhoud

Een ondersteuningsprogramma voor kinderen van 0 – 18 jaar, gericht op de hulpverleners van ouders

en/of kinderen. Binnen het programma worden sociale netwerken rond het kind georganiseerd

(grootouders, buren, leerkrachten, etc.) en tegelijkertijd veiligheidsplanning geregeld.

Veiligheidsplanning is een beproefde methode uit Amerika en Canada. Hierbij worden met kinderen en

ouders afspraken gemaakt over hoe te handelen bij een eventueel volgend incident van huiselijk

geweld. Veiligheid en welzijn van het kind staan centraal.

Visie / uitgangspunten

Het uitgangspunt is het gezinssysteem. Een gezamenlijke aanpak waarbij beide ouders betrokken

worden, is effectiever en veiliger en biedt meer perspectief voor het uitblijven van geweld in de

toekomst.

Doel

Het doel van de methode is laagdrempelig hulp bieden en verdere schade voor kinderen te beperken.

Dit wordt bereikt door:

- Versterking van de eigen handelingsmogelijkheden van het kind.

- Ouders medeverantwoordelijk maken voor de veiligheid van het kind.

Page 45: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 43

- Organiseren van steun bij belangrijke personen in de omgeving van het kind.

Doelgroep

Het project richt zich op kinderen die getuige zijn (geweest) van huiselijk geweld. De methode richt zich

op hulpverleners van ouders (zowel slachtoffers als daders) en/of kinderen.

Toepassingsgebied

Zuid-Holland / Haaglanden. In 2006 won 'Als het misgaat..bel ik jou' de Jan Brouwerprijs voor

vernieuwende projecten op het gebied van de preventie van kindermishandeling. De beoogde looptijd

was juli 2003 t/m december 2006.

Mogelijkheden voor overdracht

Het handboek.

Training 'Als het misgaat... bel ik jou', waarin beroepskrachten worden geschoold in het werken met de

gelijknamige methode;

Workshop 'Steun aan kinderen in lastige thuissituaties' voor vrijwilligers die werken met kinderen (bijv.

jeugdwerk van de kerk, sportvereniging, club- en buurthuiswerk);

Train-de-trainer 'Steun aan kinderen in lastige thuissituaties' voor beroepskrachten die

bovengenoemde workshop aan vrijwilligers willen geven.

Materialen

Handboek ‘Als het misgaat……bel ik jou’. Gouda: JSO, 2005.

Effectonderzoek

Deze interventie heeft van het NJi het oordeel ‘theoretisch goed onderbouwd’ gekregen.

In 2010 gaat de Blijf Groep, de organisatie voor preventie, opvang en ambulante hulp bij huiselijk

geweld in Noord-Holland en Flevoland, in een pilot voor alle kinderen in de Amsterdamse

opvanglocaties de methode toepassen.

Publicaties

Handboek

Ontwikkelaar

JSO, expertisecentrum voor Jeugd, Samenleving en Opvoeding

Website: http://www.jso.nl/1/Training-en-coaching/Trainingen-Kindermishandeling/Als-het-misgaat-bel-

ik-jou--training.html

Let op de Kleintjes

Psycho-educatieve cursus voor kinderen die getuige zijn (geweest) van huiselijk geweld

Er zijn verschillende variaties op deze methode, zoals “De Boomhut” en een versie voor kinderen en

ouders met een verstandelijke beperking (“Hé, kijk mij nou”, zie hieronder).

Korte inhoud

Let op de Kleintjes is een psycho-educatieve cursus voor kinderen die getuige zijn (geweest) van

huiselijk geweld. In de praktijk loopt naast de kindergroep vaak een moedergroep. Let op de kleintjes is

in 1999 ontwikkeld en beschreven. De kinderen volgen 9 bijeenkomsten, die een vaste structuur

Page 46: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 44

hebben en waar gewerkt wordt met thema’s en creatieve werkvormen. De cursus beoogt in de eerste

plaats de kinderen bewust te maken van de gevoelens die ze onder druk van de omstandigheden

hebben weggestopt.

In de loop der jaren is Let op de kleintjes verder ontwikkeld en aangepast voor verschillende

doelgroepen, zodat er nu een aantal varianten bestaan, onder andere “En nu ik…!” van

Vrouwenopvang Amsterdam, Raster i.s.m. Bureau Jeugdzorg en GGz Mentrum Jeugd en Kids Club

van Bureau Jeugdzorg Haaglanden i.s.m. Raad voor de Kinderbescherming Den Haag.

Visie / uitgangspunten

Het aanbod bevat elementen uit de traumatheorie, de systeemtheorie van Nagy en de benadering van

Rubin en de ontwikkelingspsychologie. Bovendien wordt rekening gehouden met sekse en culturele

achtergrond.

Doel

Voor de kinderen:

Het beginnen met de verwerking van de concrete ervaringen die het kind heeft.

Het verminderen van de gevolgen van die ervaringen en het opbouwen van bescherming.

Voor de moeders:

Het bieden van ondersteuning bij de opvoeding, gericht op de ouderrol.

Doelgroep

Jongens en meisjes van 6 tot 12 jaar die uit een gezin komen waarin de moeder structureel

mishandeld wordt door haar partner, en daarnaast de moeders zelf.

Toepassingsgebied

Startdatum was 1999. Verschillende organisaties voor vrouwenopvang bieden deze cursus, evenals

sommige AMW- en GGZ-instellingen. In ‘Wat werkt’ komt uit de enquête naar voren dat anno 2008 15

organisaties die werken met kinderen de methode gebruiken, en in totaal 22 organisaties voor

vrouwenopvang.

Er bestaan verschillende varianten, soms onder een andere naam. De cursus vormt een vast

onderdeel van het aanbod.

Mogelijkheden voor overdracht

De methode wordt beschreven in A. de Ruiter, Let op de Kleintjes. Handleiding voor psycho-educatie

aan kinderen die getuige zijn (geweest) van geweld in relaties (Utrecht: TransAct, 1999).

Materialen

Artikelen, effectonderzoek, boeken, video.

Effectonderzoek

F. Lamers-Winkelman, Een huilend huis. Effectmeting ‘Let op de Kleintjes’. Middelburg: Scoop, 2003.

Publicaties

F. Lamers-Winkelman, Een huilend huis. Effectmeting ‘Let op de Kleintjes’. Middelburg: Scoop, 2003.

Vergeten kinderen deel 1. Een korte documentaire over de cursus Let op de Kleintjes. Utrecht: NIZW,

2003.

Page 47: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 45

Blijf op de kleintjes letten: Onderzoek naar de behoefte aan vervolgaanbod op de cursus ‘Let op de

Kleintjes’ in Zeeland. Fieke van Berkel, Hanneke Haazen, Carolien Plasschaert, Maureen Smits en

Joyce Vermue. April 2006. Afstudeerscriptie MWD.

Ontwikkelaar

MOVISIE, (voorheen TransAct).

Hé kijk mij nou!

Handleiding voor psycho-educatie aan LVG-kinderen die getuige zijn (geweest) van geweld in relaties

en hun LVG-moeder.

Korte inhoud

De methodiek is gericht op groepswerk met de kinderen en hun moeders. Delen hiervan kunnen ook

gebruikt worden voor individuele hulp (psycho-educatie, steun) aan LVG kinderen als getuige van

huiselijk geweld.

Visie/ uitgangspunten

De schade voor de kinderen kan enigszins beperkt worden door in een vroeg stadium na het

plaatsvinden van het geweld een cursus aan te bieden aan het kind en haar of zijn

moeder/vader/ouders, om de onveilige hechting teniet te doen, de band tussen hen te verstevigen en

daardoor de vertrouwensrelatie te herstellen. De methodiek Hé kijk mij nou! is ontwikkeld ten behoeve

van deze kinderen en hun (LVG) moeders en is primair gericht op het beperken van de schade bij LVG

kinderen die het getuige zijn geweest van huiselijk geweld.

Doel

Het hoofddoel is te voorkomen dat kinderen die getuige zijn geweest van geweld in hun thuissituatie,

zelf op enig moment als pleger of slachtoffer in een nieuwe geweldsspiraal terechtkomen. De

algemene doelen zijn:

- Kinderen met een verstandelijke beperking, die getuige zijn geweest van huiselijk geweld, helpen

hun ervaringen een plaats te geven waardoor blijvend trauma / psychische problematiek (en hoge

maatschappelijke kosten) worden voorkomen.

- Doorbreken van het isolement van de kinderen en van het gezin, en empowerment van deze

kwetsbare groep kinderen.

- Herstel van het vertrouwen tussen kind en opvoeder(s).

- Opvoeders leren welke gevolgen huiselijk geweld heeft voor kinderen en hoe zij hen kunnen

steunen bij het verwerken van hun ervaringen.

Doelgroep

De methodiek kent als profijtgroep LVG kinderen die getuigen zijn (geweest) van huiselijk geweld en

hun LVG moeder.

Toepassingsgebied

MOVISIE organiseert vier regionale bijeenkomsten voor MEE’s, Zorginstellingen, het Speciaal

Basisonderwijs (SBO) en diverse intermediairs/verwijzers om de methodiek te presenteren en het

belang van een programma voor deze doelgroep toe te lichten.

Om ervaringen met het gebruik van de methodiek te bundelen en uit te wisselen, wordt voor degenen

die met de methodiek (willen) gaan werken, een gebruikersplatform opgericht. Bevindingen en

Page 48: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 46

suggesties voor bijstelling van de methodiek kunnen op deze manier met elkaar en met MOVISIE

worden gedeeld.

Mogelijkheid voor overdracht

De methodiek wordt in conceptvorm – digitaal – ter beschikking gesteld aan het veld, via een

gebruikersplatform op de MOVISIE Academie. Via de MOVISIE Academie zijn alle materialen te

downloaden en kunnen ervaringen worden uitgewisseld.

Materialen

De methodiek bestaat uit:

Deel 1: Hé kijk mij nou! – de methodiek

Deel 2: Draaiboek Moedergroep

Deel 3: Draaiboek Kindergroep

Deel 4: Werkboek moeders

Deel 5: Werkboek kinderen

Deel 6: Wervingsfolders

Deel 7: Fragment ‘Met je vingers in je oren’ van ETV

Effectonderzoek

De methodiek is nog slechts in één pilot uitgevoerd; daarom kan er niet van een uitgeteste methode

worden gesproken.

Ontwikkelaar

MOVISIE, Abrona, MEE Gelderse Poort -regio Tiel, Stichting Blijf van m’n Lijf ZHZ, MEE ZHZ en Aafje

(voorheen De Stromen Opmaat Groep).

Moeder – Kindcursus

Voorkomen van psychische problemen bij kinderen in de leeftijd van anderhalf tot zes jaar.

Korte inhoud

De moeder – kindcursus is een preventieve cursus voor jonge kinderen tot zes jaar die getuige zijn

(geweest) van huiselijk geweld en hun moeders. De kinderen en de moeders volgen acht

bijeenkomsten, deels samen met de kinderen, deels apart. Door samen te spelen en te knutselen,

wordt de band tussen moeder en kind versterkt. In een apart programma krijgen moeders informatie

over de ontwikkeling van kinderen, de gevolgen van huiselijk geweld, steun bij verwerking, veiligheid,

de relatie met de vader en de sociale omgeving.

Visie / uitgangspunten

Het aanbod bevat elementen uit de hechtingstheorie, de traumatheorie en de sociale leertheorie. Deze

drie theoretische invalshoeken bieden elk hun eigen aangrijpingspunten voor interventie en belichten

elk een specifiek domein van resultaten die men zich in een interventie ten doel kan stellen:

- Opbouw/herstel van een veilige (gehechtheids-)relatie tussen ouder en kind en basisvertrouwen van

het kind

- Verwerken van het trauma

- Aanleren van sociale vaardigheden.

De nadruk ligt op het eerste domein: het herstel van de relatie en van het vertrouwen tussen de

moeder en het kind. Dit is de basis voor een gezonde psychische ontwikkeling van het jonge kind.

Page 49: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 47

Doel

Het doel van de preventieve Moeder - Kindcursus is het voorkomen van (verergering) van psychische

problemen bij kinderen in de leeftijd van anderhalf tot zes jaar die getuige zijn (geweest) van huiselijk

geweld.

Doelgroep

De moeder-kindcursus is bedoeld voor kinderen van anderhalf tot zes jaar die getuige zijn (geweest)

van huiselijk geweld en voor hun moeders. Het geweld dient gestopt te zijn. Deze kinderen en hun

moeders kunnen in een vrouwenopvanghuis verblijven of zelfstandig met of zonder de vader wonen.

Ook kan de cursus gegeven worden aan kinderen die (tijdelijk) in een kindertehuis wonen samen met

hun moeders.

De proefuitvoeringen van de cursus zijn gedaan met ouders met een lage SES. Er zitten veel non

verbale elementen in de cursus, evenals ruimte voor moeders om ervaringen uit te wisselen en elkaar

te steunen. Uit de opgedane ervaringen blijkt de cursus ook geschikt voor allochtone moeders en hun

kinderen.

Toepassingsgebied

Verschillende organisaties in den lande bestellen het draaiboek en voeren de cursus ook uit, als

onderdeel van het preventieve aanbod.

Parnassia, afdeling Preventie biedt sinds 2004 deze cursus regulier aan. De cursus past in het

preventieproject ‘Kinderen als getuige van huiselijk geweld’. In Den Haag en omstreken wordt nauw

samengewerkt en geworven bij de Raad voor de Kinderbescherming, het AMK, Bureau Jeugdzorg,

AMW, Vrouwenopvang en de Waag.

Mogelijkheden voor overdracht

De methode is beschreven in: De Moeder – Kindcursus. Een preventieve cursus voor jonge kinderen

tot zes jaar die getuige zijn (geweest) van huiselijk geweld en hun moeders. (Voorburg, Parnassia,

psycho medisch centrum, afdeling Preventie, 2004)

Beschreven in ‘Wat werkt?’. Daaruit bleek dat anno 2008 de methode op 14 plaatsen wordt ingezet.

(bijvoorbeeld: Riagg Amersfoort, Riagg Maastricht, Riagg RNW).

Materialen

Draaiboek van de cursus inclusief handleiding voor het vormgeven en uitvoeren van de Moeder –

Kindcursus.

Effectonderzoek

Wildeman, N.M.G. (2009). Effectiviteit Moeder-kindcursus. Een cursus voor kinderen die getuige zijn

geweest van huiselijk geweld en hun moeders. Universiteit Utrecht.

Verder vindt evaluatie plaats aan het eind van elke cursus door de deelnemers met een uitgebreid

evaluatieformulier.

Publicaties

De methode is beschreven in: Kind tussen twee vuren: preventie- en hulpprogramma's voor kinderen

die getuige zijn (geweest) van huiselijk geweld / W. Wentzel, in samenw. met A. Haalboom, N.

Meintser en A. de Ruiter. Utrecht: TransAct. 2004

Page 50: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 48

Ontwikkelaars

De Jutters, afdeling Preventie, Den Haag

Therapiegroep Geweld in het gezin = Horizonmethode kinderen getuige van geweld

Traumaverwerking voor kinderen

Korte inhoud

Het programma is ontwikkeld door het Kinder- en Jeugdtraumacentrum (KJTC) Haarlem en wordt in de

praktijk verder ontwikkeld. Kinderen volgen in 15 bijeenkomsten een programma op basis van de

cognitieve gedragstherapie. Aan de orde komen de volgende thema’s: gevoelens, ruzies thuis,

boosheid, veiligheid, geheimen, nachtmerries, sterke kinderen, sterke moeders en sterke vaders.

Parallel hieraan volgen ouders of verzorgers ook 15 bijeenkomsten. Zij krijgen informatie waar de

kinderen mee bezig zijn en hoe zij hen verder kunnen ondersteunen.

Visie / uitgangspunten

De therapiegroep is gebaseerd op de Horizonmethodiek, een traumabehandeling voor seksueel

misbruikte kinderen, ontwikkeld door Francien Lamers-Winkelman. In het programma wordt de

cognitieve gedragstherapie gecombineerd met oefeningen en lichaamsbeleving.

Doel

Het doel van de methode is traumaverwerking. Kinderen leren hun ervaringen verwerken, om te gaan

met hun emoties, zich veilig te voelen en sterker te worden. Ouders leren hun kinderen ondersteunen.

Doelgroep

Kinderen van 4 t/m 21 jaar die getuige zijn geweest van huiselijk geweld en hun ouders – in praktijk

vaak de moeder - of verzorgers. Er zijn groepen voor verschillende leeftijdscategorieën. In principe

moet het geweld gestopt zijn voor de behandeling begint.

Toepassingsgebied

Bovenregionaal (startdatum 2001)

Aansluiting bij interne activiteiten: het programma is een vast onderdeel van het hulpaanbod van KJTC.

Het programma wordt 2 á 3 keer per jaar herhaald. Vanuit het KJTC worden ook trainingen verzorgd,

bijvoorbeeld signaleren kindermishandeling.

Mogelijkheden voor overdracht

Er is een draaiboek voor intern gebruik. Overdracht gebeurt via directe contact en desgewenst

ondersteuning

Materialen

Werkbladen, vergelijkbaar met de horizonmethodiek.

Horizon 3A en 3B: Therapeutenhandleiding bij een werkboek voor kinderen die ruzie en geweld in het

gezin hebben meegemaakt. I. Leeuwenburgh, M.M. Visser, F.M. Lamers-Winkelman (Jeugdriagg

Noord Holland Zuid / KJTC). Amsterdam: SWP, 2006.

Page 51: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 49

Effectonderzoek

Er is bij ons geen effectonderzoek bekend.

Publicaties

Huizing, A. (2005). 'Het helpt al dat wij benoemen wat ze hebben meegemaakt': Therapiegroep

'Geweld in het gezin' voor kinderen en hun ouders. Tijdschrift over kindermishandeling 19(4), 3-7

Op ‘Vergeten kinderen, deel 2’ Video uitgegeven door het NIZW) staat een fragment over de

behandelgroep voor 12-15 jarigen en een interview met Francien Lamers-Winkelman

Ontwikkelaar

Kinder- en Jeugdtraumacentrum, Haarlem

Kamil

Therapieprogramma voor jonge kinderen die huiselijk geweld hebben meegemaakt

Korte inhoud

Kamil is een therapieprogramma voor jonge kinderen die huiselijk geweld hebben meegemaakt en die

op het moment van de behandeling in een redelijk veilige situatie zitten. Bij dit programma wordt

gewerkt met het kinderboek Kamil, de groene kameleon (Steggink, 2002). Het gestructureerde

behandelaanbod bestaat uit groepstherapie voor kinderen (15 wekelijkse sessies) met parallel daaraan

een psycho-educatief programma voor de ouders, meestal de moeders (7 tweewekelijkse

bijeenkomsten).

Binnen de therapie wordt uitleg gegeven over verschillende thema’s. Er wordt aandacht besteed aan

het verwoorden van wat is meegemaakt, maar ook wordt er gewerkt met verschillende non-verbale

middelen als tekenen, spelen en bewegen. Ook is er ruimte voor lichaamsgericht werken. Op deze

manier komt een thema vanuit verschillende invalshoeken aan bod, waardoor het beter kan beklijven.

Visie / uitgangspunten

Als kinderen huiselijk geweld meemaken, heeft dat gevolgen voor hun ontwikkeling. Om die effecten te

verklaren, baseert Kamil zich op de sociale leertheorie, de gehechtheidtheorie, de psychobiologische

visie en de traumatheorie. Het meemaken van huiselijk geweld kan op verschillende manieren

traumatiserend werken. Daarom moet de behandeling zich ook op verschillende ontwikkelingsgebieden

richten. Naast een therapieprogramma voor kinderen, bestaat Kamil uit een psycho-educatief

programma voor de ouders. Voor de ontwikkeling van de kinderen is het van belang dat ouders inzicht

krijgen in wat het voor het kind heeft betekend om het geweld mee te maken en op welke manier zij

kunnen bijdragen aan een meer positieve ontwikkeling.

Doel

Het doel van de kindertherapie is hen hun ervaringen te laten verwerken in de hoop dat ze daardoor de

gebeurtenissen een plek kunnen geven, in hun ontwikkeling minder belast worden door de

meegemaakte gebeurtenissen en hun gevoelens meer adequaat kunnen gaan uiten.

Het doel van het educatieve programma's is de ouders te helpen hun kind voldoende steun te bieden

en bepaald gedrag van hun kind beter te begrijpen en daarmee om te gaan, en om eventueel

ongewenst gedrag van het kind te verminderen.

Page 52: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 50

Doelgroep

Jonge kinderen die te maken hebben gehad met huiselijk geweld en die nu in een redelijk veilige

situatie zitten en hun ouders. Het programma wordt ontwikkeld voor twee doelgroepen: kinderen van 4-

6 jaar en kinderen van 6-8 jaar.

Toepassingsgebied

MKD Margriet, Leiderdorp is hiermee in 2002 gestart.

Mogelijkheden voor overdracht

Middels lezingen en workshops over het behandelaanbod ‘Kamil’. Het is niet duidelijk in hoeverre het

behandelaanbod anno 2010 nog wordt ingezet.

Materialen

Artikelen, boek, eindverslag.

Effectonderzoek

Er wordt gebruik gemaakt van gedragsvragenlijsten, die voor en vlak na het beëindigen van therapie

worden ingevuld, zodat een beeld verkregen kan worden van het mogelijke effect van de behandeling.

Publicaties

D. Steggink: Kamil, de groene kameleon, Amsterdam: SWP, 2e druk 2010.

D. Steggink, ‘Het project Kamil. Kindertherapie en ouderprogramma na huiselijk geweld.’ Tijdschrift

over Kindermishandeling, jrg. 17 (2003), nr. 3.

D. Steggink: 'Eindverslag project 'Kamil'', Cardea Jeugdhulpverlening, afdeling M.K.D. 'Margriet', mei

2004

D. Steggink. Geweld tussen ouders: ’Hoe slaat een kind zich er doorheen’? (Verschenen als hoofdstuk

in het boek ‘Jonge risicokinderen’ onder redactie van dr. D. van Aalsvoort (2004))

Ontwikkelaar

Cardea Jeugdhulpverlening Leiden, afdeling Medisch Kleuterdagverblijf Margriet, Leiderdorp.

Spelenderwijs

Activiteitenprogramma voor kinderen van moeders in de vrouwenopvang

Korte inhoud

Spelenderwijs is gericht op jonge kinderen die met hun moeders meekomen naar de vrouwenopvang.

De methode bestaat uit spelactiviteiten. Deze activiteiten spelen in op het leren herkennen en uiten van

gevoelens, het leren omgaan met angsten, het vergroten van de weerbaarheid, het omgaan met

spanningen, het omgaan met pesten en het bevorderen van communicatie.

Visie/uitgangspunten

Tijdens het ontwikkelen van spelactiviteiten voor kinderen in de opvang werd duidelijk dat veel van de

bestaande literatuur over hulpverlening aan kinderen niet toereikend is. Veel methoden zijn namelijk

gebaseerd op gesprekstechnieken, terwijl niet alle kinderen verbaal zijn ingesteld en sommigen slecht

Nederlands spreken. In eerste instantie werd een weerbaarheidsprogramma voor kinderen ontwikkeld,

dat uiteindelijk heeft geresulteerd in een activiteitenprogramma. Het programma bestaat uit recreatieve

activiteiten om het voor kinderen aantrekkelijk te maken en aan te sluiten bij hun belevingswereld.

Page 53: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 51

Doel

Kinderen van vrouwen in de opvang spelenderwijs leren omgaan met zijn of haar gevoelens en

problemen.

Doelgroep

Kinderen in de leeftijd van vier tot twaalf jaar die verblijven binnen (semi-)residentiële

hulpverleningsinstellingen.

De methode is goed bruikbaar voor kinderen van allochtone afkomst.

Toepassingsgebied

Vrouwenopvang Dordrecht (vanaf 2000).

Mogelijkheden voor overdracht

De spelactiviteiten zijn beschreven in M. Riphagen, Spelenderwijs. Activiteitenboek doelgericht spelen

door kinderen in de hulpverlening (Dordrecht: Stichting Blijf van m’n Lijf, 2000).

Materialen

Boek.

Effectonderzoek

Effectonderzoek is niet bekend.

Ontwikkelaar

Stichting Blijf van m'n Lijf Dordrecht.

4.1.4 Ouderenmishandeling

Over ouderenmishandeling hebben wij nauwelijks methoden gevonden. Wel zijn er veel initiatieven om

ouderenmishandeling aan te pakken, bijvoorbeeld in de vorm van trainingen om ouderenmishandeling

te signaleren. Ook zijn er vormen van methodisch werken, zoals respijtzorg, hetgeen preventief werkt

voor huiselijk geweld. Deze hebben wij niet opgenomen in deze verkenning.

Achter gesloten deuren

Ouderenmishandeling in de thuissituatie

De dvd "Achter gesloten deuren" laat met vier casussen een realistisch beeld zien van de verschillende

vormen van ouderenmishandeling in de thuissituatie. Het is een uitstekend hulpmiddel bij voorlichting,

trainingen, themabijeenkomsten en teamgesprekken. Bij de dvd is een beknopte handleiding gevoegd,

bedoeld voor trainers, voorlichters en teamleiders en bevat didactische suggesties voor het gebruik van

de dvd. De film is Engels gesproken en voorzien van Nederlandse ondertiteling. De dvd is niet meer

leverbaar.

Page 54: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 52

Noord-Holland Protocol Ouderenmishandeling

Het Noord-Holland Protocol Ouderenmishandeling is een stappenplan waarin staat hoe professionals

en vrijwilligers in organisaties die met en voor ouderen werken, moeten omgaan met het signaleren en

melden van ouderenmishandeling.

Korte inhoud

Het protocol gaat in op de vraag wat risicofactoren en signalen zijn, wie verantwoordelijk is voor wat,

en hoe de hulpverlening kan verlopen. Ook wordt ingegaan op de rol van Steunpunten Huiselijk

Geweld.

Website: http://www.protocolouderenmishandeling.nl/

Download protocol: http://www.protocolouderenmishandeling.nl/downloads/Protocol_Ouderenmishandeling_NH.pdf

4.1.5 Eergerelateerd geweld

De kennis over eergerelateerd geweld neemt toe, zowel binnen de vrouwenopvang als bij de

ketenpartners. Ook zijn er diverse initiatieven te noemen waarin het probleem wordt aangepakt. Zo

hebben Fier Fryslân (Zahir) en De Bocht (EVA) een ambulant en residentieel aanbod ontwikkeld voor

meisjes en vrouwen van 15 tot 23 jaar die te maken hebben met eerproblematiek. Ook zijn er

trainingen ontwikkeld voor professionals, zoals de training Signaleren van eergerelateerd geweld van

VOCAS.

De Rotterdamse aanpak van eergerelateerd geweld bestaat uit een samenhangende aanpak gericht

op bestrijding. Een belangrijk onderdeel is de actieve betrokkenheid en inzet van

minderhedengemeenschappen. Het Kernteam Eergerelateerd Geweld (KEG) vervult hierin een

spilfunctie.

Het Inspraakorgaan Turken (IOT) heeft een praktische handleiding ontwikkeld voor hulpverleners die

op enigerlei wijze met eergerelateerd geweld in aanraking komen.

MOVISIE organiseerde de campagne RespectEER, gericht op het bespreekbaar maken van eer voor

en door jongeren via onderwijs en (migranten)jongerenorganisaties. Onderdeel van deze campagne is

de website www.watiseer.nl

In 2010 verscheen ‘Met verstand van zaken! Handreiking voor de vrouwenopvang bij de aanpak van

eergerelateerd geweld’. Het doel van de Handreiking is om het methodische handelen in de praktijk

van de vrouwenopvang bij (vermoedens van) eerproblematiek en eergerelateerd geweld te versterken

en ketensamenwerking te verbeteren. De Handreiking is practice based en beoogt

‘methodiekontwikkeling, waarbij er in toenemende mate gedocumenteerde werkwijzen,

stappenplannen, instrumenten, begeleidingsmodules en draaiboeken worden ontwikkeld en er ook

kwantitatieve en kwalitatieve gegevens worden verzameld over de begeleiding en eventuele follow up.’

(Handreiking, p. 7).

Bij dit alles gaat het om activiteiten en initiatieven, maar niet om kant-en-klare methoden.

Page 55: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 53

4.1.6 Huwelijksdwang

Over de aanpak van huwelijksdwang zijn bij ons geen kant-en-klare methoden bekend. Wel zijn er de

laatste jaren initiatieven en projecten op gang gekomen.

Campagne Huwelijksdwang en Achterlating 2010

Onder het motto ‘stop dwang’ is het ministerie van Justitie 12 mei 2010 gestart met de landelijke

campagne ‘Huwelijksdwang en Achterlating’. De campagne richt zich op preventie, vroegsignalering en

afhandelen van huwelijksdwang en achterlating. Het doel is jongeren met verschillende etnische

achtergronden bewust te maken van het feit dat huwelijksdwang niet hoort in onze maatschappij, in

strijd is met de mensenrechten en dus strafbaar is. Jongeren worden geïnformeerd over de

verschillende mogelijkheden die er zijn om over hun problemen te praten of om hulp te vragen.

De campagne richt zich daarnaast op professionals die werken met jongeren met een andere etniciteit

dan de Nederlandse. Zij kunnen signalen van huwelijksdwang, achterlating en mogelijke eerkwesties

opvangen en vertrouwenspersoon voor jongeren zijn. Professionals (beroepskrachten en vrijwilligers)

ontvangen achtergrondinformatie over de thematiek en worden gewezen op instrumenten die speciaal

voor het signaleren en handelen bij mogelijke eerkwesties beschikbaar zijn in een toolkit. Met name

een signalenlijst en een ‘basispakket’ met stappenplan zijn daarin van belang.

Hand in hand tegen huwelijksdwang

Bijeenkomsten ter preventie van gedwongen uithuwelijking

Korte inhoud

Er is gebleken dat in de periode voor de zomervakantie er een toestroom is van islamitische meisjes in

opvanghuizen. Zij geven aan bang te zijn voor gedwongen uithuwelijking in het land van herkomst.

Hierover zijn geen exacte cijfers bekend. Tijdens de uitvoering van het project ‘Het recht van de vrouw

ligt in haar eigen hand’ werd een grote behoefte aan informatie en uitwisseling over het thema

geconstateerd, ook bij groepen die in dat project niet direct werden bediend, zoals moslimjongens en

professionals die in hun werk met de thematiek te maken krijgen. Op basis van die constatering wordt

in het project ‘Hand in hand tegen huwelijksdwang’ een verbreding en verdieping van de activiteiten

geboden.

Visie/uitgangspunten

Het project ‘Hand in hand tegen huwelijksdwang’ biedt een verbreding en verdieping van de activiteiten

in het project ‘Het recht van de vrouw ligt in haar eigen hand’. Er zijn in dit project aparte bijeenkomsten

georganiseerd voor moslimjongens. Imams en geleerden worden bij het project betrokken om de

boodschap over te brengen.

Doel

Een bewustwordingsproces op gang brengen om gedwongen uithuwelijking te voorkomen en

communicatie tussen moslimouders en hun kinderen over partnerkeuze bevorderen.

Doelgroep

Islamitische jongens en meiden, hun ouders (en andere familieleden) uit de doelgroep en professionals

(bijvoorbeeld (school)maatschappelijk werkers) die in hun werk met de thematiek te maken kunnen

krijgen. Het gaat bij de islamitische doelgroep met name om Marokkanen en Turken, maar ook

Page 56: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 54

Somaliërs en Pakistanen. De doelgroep wordt bereikt via de achterban van SPIOR, islamitische

zelforganisaties (o.a. moskeeën) in Rotterdam en omgeving.

Moslimjongens zijn expliciet doelgroep van het project en ook bij de ouders worden vaders er actief bij

betrokken.

Toepassingsgebied

In december 2006 zijn vier informatiebijeenkomsten voor moslimjongens gehouden. Hieraan hebben

ruim 100 jongens deelgenomen. In de eerste helft van 2007 zijn twee uitwisselingsbijeenkomsten voor

jongens en meiden samen gehouden en zes bijeenkomsten met moslimjongeren en ouders samen. In

de tweede helft van 2007 is een publicatie met de resultaten van het project tot stand gebracht, die

tijdens een conferentie op 12 december 2007 is gepresenteerd. Het project had een looptijd van 1

september 2006 – 1 januari 2008.

Mogelijkheden voor overdracht

Deze zijn bij ons niet bekend.

Materialen / publicaties

Vorthoren, M. (2008). Hand in hand tegen huwelijksdwang. Een project van Stichting Platform

Islamitische Organisaties Rijnmond.

Ook verkrijgbaar in Duits, Engels, Frans, Italiaans, Spaans en Turks.

Effectonderzoek

Er is geen effectonderzoek bij ons bekend.

Aan de informatiebijeenkomsten voor jongens hebben ruim 100 jongens deelgenomen.

Ontwikkelaar

SPIOR (Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond).

Yourright2Choose

Over vrije partnerkeuze, gearrangeerde en gedwongen huwelijken.

Opmerking: ten tijde van het verschijnen van deze verkenning was nog geen volledige beschrijving van

deze campagne voorhanden.

Korte inhoud

In 2010 startte MOVISIE in samenwerking met het ministerie van Justitie en migrantenorganisaties met

het project Your Right 2Choose!. MOVISIE organiseerde een succesvolle jongerenbijeenkomst in

Utrecht en ontwikkelde materialen voor beroepskrachten. In 2011 krijgt het project een vervolg met een

bijeenkomst in Amsterdam en een multimediale campagne.

Met de campagne Your Right 2Choose! wil MOVISIE bewustwording over vrije partnerkeuze bij

jongeren, hun ouders en de sociale omgeving bevorderen, empowerment stimuleren en

handelingsperspectieven bij huwelijksdwang aanbieden.

Page 57: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 55

4.2 Hulpverlening algemeen (niet specifiek huiselijk geweld)

Bij de methoden die hier vermeld staan hebben we ervoor gekozen alleen methoden op te nemen die

onder de definitie vallen. Dat betekent dat elementen van methodisch werken, zoals

traumabehandeling, hoe zinvol ook, niet expliciet beschreven worden.

‘10’ voor Toekomst

Samen met het gezin te werken aan het beheersbaar maken en verminderen van de problemen

Hoewel deze methode hier wel opgenomen is, bestaan er twijfels onder experts of deze hier wel

thuishoort. Sommige experts zijn er zelfs van overtuigd dat de methode als die in bepaalde gezinnen

wordt toegepast contraproductief kan uitpakken. Nader onderzoek hiernaar is gewenst.

Korte inhoud

Gezinsondersteunings- en begeleidingsproject opgezet door het Leger des Heils. Werkers (coaches)

worden ingezet om samen met het gezin te werken aan het beheersbaar maken en verminderen van

de problemen. De ondersteuning en begeleiding richten zich op tien leefdomeinen: huishoudelijke

ondersteuning, hulp bij financieel beheer, ondersteuning in kind- en zelfzorg,

opvoedingsondersteuning, educatie, hulp bij vinden van goede daginvulling, (eventuele)

orthopedagogische interventie, aandacht voor psychische en/of verslavingsproblematiek,

netwerkversterking, begeleiding gericht op gedragsverandering.

De functie van gezinscoach, in Nederland geïntroduceerd door dit Leger des Heilsproject, wordt in de

Wet op de Jeugdzorg officieel erkend.

Visie / uitgangspunten

Het achterliggende idee van ‘10’ voor Toekomst is dat er processen doorbroken moeten worden. De

multi-probleemgezinnen zijn in feite multi-probleemfamilies die, van generatie op generatie, steeds

meer geïsoleerd zijn geraakt van de samenleving door hun problemen. In de integrale, outreachende

benadering zitten diverse elementen van thuiszorg, jeugdhulpverlening en opvang verweven. Het gaat

om laagdrempelige hulp in een vrijwillig kader. In de praktijk bevindt de hulpverlening zich nog al eens

op het grensgebied van vrijwillige en onvrijwillige hulpverlening. Het uitgangspunt is die hulp te geven

die het gezin nodig heeft, waarbij de coach zelf zoveel mogelijk van de problemen van de ouders

oppakt. Van de werkers wordt verwacht dat zij een vasthoudende benaderingswijze hanteren bij de

totstandkoming van het contact.

Doel

Behoud van de zelfstandigheid van het gezin als geheel en het zelfstandig blijven wonen binnen

algemeen aanvaarde maatschappelijk grenzen.

Doelgroep

De focus vormen gezinnen met kinderen tot en met 12 jaar, die hun zelfstandigheid dreigen kwijt te

raken door verlies van zelfstandige huisvesting en of verlies van het ouderlijk gezag over de kinderen.

Toepassingsgebied

Het project loopt in zeven regio’s in het land. Het is gestart in 1998 in Groningen en wordt gefinancierd

door het Leger des Heils. Het is onderdeel van een (lokale) afdeling van het Leger des Heils.

Page 58: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 56

Mogelijkheden voor overdracht

Legers des Heils, Centrum voor Wonen, Zorg en Welzijn Noord, Programmabeschrijving ‘10’ voor

Toekomst, 1998 en Methodiekbeschrijving ’10’ voor toekomst, 2002

Materialen

Nee

Effectonderzoek

Bransen, E., Michel Planije en Judith Wolf, ‘10’ voor Toekomst: een project van het Leger des Heils

voor multi-probleemgezinnen. Utrecht: Trimbos-instituut, 2003

Publicaties

Zie eerder

Ontwikkelaar

Leger des Heils, Centra voor Wonen, Zorg en Welzijn – Noord-Nederland

Eigen-Kracht conferenties

Regie over eigen leven krijgen met hulp van de naaste omgeving

Hoewel deze methode hier wel opgenomen is, bestaan er twijfels onder experts of deze hier wel

thuishoort. Sommige experts zijn er zelfs van overtuigd dat de methode als die in bepaalde gezinnen

wordt toegepast contraproductief kan uitpakken. Nader onderzoek hiernaar is gewenst.

Korte inhoud

Eigen Kracht is een beslismodel ontwikkeld door de Eigen Kracht Centrale en St. Op kleine Schaal.

Het is bedoeld voor cliënten met een probleem, die daarbij hun familie willen inschakelen. In een

tweejarig project is de toepasbaarheid van de ‘Eigen Kracht’-methode voor het gebruik bij huiselijk

geweld getoetst.

Tijdens bijeenkomsten maken cliënten met hun eigen netwerk een eigen hulpverleningsplan. Zij laten

zich daarin adviseren door professionals en geven met elkaar aan welke hulp zij vragen van buiten.

Naast een besluitvormingsmodel behelzen Eigen-Kracht conferenties ook een samenwerkingsmodel:

de manier van werken maakt een aaneenschakeling van bronnen van de cliënt mogelijk.

Visie/uitgangspunten

Vraagsturing, cliëntparticipatie en autonomie van de cliënt.

Doel

Doel van de methode is cliënten regie over eigen leven te laten houden of weer terug te geven. De

naaste omgeving van de cliënt werkt mee aan het zoeken van oplossingen en het nemen van

beslissingen.

Doel van het project is te toetsen of de methode toepasbaar is bij slachtoffers, plegers, getuigen en

hulpverleners die te maken hebben met huiselijk geweld.

Doelgroep

Slachtoffers, plegers, getuigen en hulpverleners die te maken hebben met (gevallen van) geestelijk,

lichamelijk en/of seksueel geweld of met dreiging van geweld binnen de relatie.

Page 59: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 57

De methode is ook geschikt voor allochtone doelgroepen.

Toepassingsgebied

Voor het eerst toegepast in Vrouwenopvang Amsterdam (nu: BlijfGroep), daarna overgenomen door tal

van instellingen. Binnen de jeugdzorg wordt in Nederland sinds 2001 met de methode gewerkt.

Mogelijkheden voor overdracht

Er is een beschrijving van de algemene methode en toepassing binnen de jeugdzorg. Daarnaast is in

april 2004 het Concept eindrapport Project Eigen kracht en vrouwenopvang verschenen. Dit bevat een

beschrijving van het proces van de Eigen-krachtconferentie en de organisatie eromheen, een evaluatie

van de opgedane ervaringen en een serie aanbevelingen.

Materialen

Handboek ten behoeve van interne trainingen over huiselijk geweld.

Effectonderzoek

Ervaringen zijn geëvalueerd en beschreven in het Concept eindrapport Project Eigen kracht en

vrouwenopvang (zie boven). Binnen de Jeugdzorg is de methode geëvalueerd (zie ‘Publicaties’).

PI Reseach verrichtte in 2007 evaluatieonderzoek waarmee vastgesteld moest worden of deze in

andere landen zo succesvolle methode ook werkt in de Nederlandse situatie. Dit onderzoek werd in het

voorjaar van 2008 afgerond:

Wijnen-Lunenburg, P., B. Bijl, F. van Beek, P. Gramberg & W. Slot. De familie aan zet. De uitkomsten

van Eigen Kracht-conferenties in de jeugdbescherming met betrekking tot veiligheid, sociale cohesie

en regie. Duivendrecht: PI Research, i.s.m. WESP en Vrije Universiteit Amsterdam.

Publicaties

R. van Pagée (red.), Eigen kracht: Family Group Conference in Nederland: van model naar invoering.

Amsterdam: SWP, 2003.

F. van Beek, Eigen Kracht volgens plan? Onderzoek naar de plannen en follow-up van de Eigen-

Kracht conferenties. Voorhout: Wesp Jeugdzorg, 2003.

J. Pennell & G. Burford, ‘Family Group Decision Making: Protecting Children and Women.’ Child

Welfare, LXXIX (2, March-April 2000), p.131-158.

‘Eigen kracht in de vrouwenopvang’, in: Handboek Mozaïek. Utrecht: TransAct september 2004.

De familie aan zet. De uitkomsten van Eigen Kracht-conferenties in de jeugdbescherming met

betrekking tot veiligheid, sociale cohesie en regie / P. Wijnen-Lunenburg PI Research; WESP

jeugdzorg. - Duivendrecht; Voorhout: PI Research; WESP jeugdzorg, 2008

‘Ik heb nooit eerder een grens durven trekken, maar nu wel.’ Onderzoek naar Eigen Kracht-

conferenties binnen het Steunpunt Huiselijk Geweld Kop van Noord-Holland. (2009, Fiet van Beek)

Ontwikkelaar

Eigen Kracht Centrale en Stichting Op Kleine Schaal.

Page 60: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 58

4.3 Daders / plegers van huiselijk geweld

Voor plegers van partnergeweld is er een aanbod van ambulante hulpverlening in vrijwillig of (semi-)

verplicht/vrijwillig kader. Indien er sprake is van een strafrechtelijke aanpak vindt het aanbod in een

justitieel kader (gedwongen) plaats.

behandeling binnen een vrijwillig kader: op eigen initiatief of op verwijzing van huisarts of

andere hulpverleningsinstantie (aanbieders zijn o.a. GGz, AMW, Leger des Heils en speciale

projecten, bijvoorbeeld daderhulpverlening politie Utrecht).

behandeling binnen semi-vrijwillig kader: aanmelding en aanvang behandeling voordat deze

verplicht is opgelegd (drang), vaak met de reclassering als toezichthouder (aanbod o.a. de

reclassering).

behandeling door de rechter verplicht gesteld (aanbod met name door de FPI’s als De Waag,

De Tender, Kaïros, De Omslag e.d.)

De gedwongen hulpverlening voor plegers van partnergeweld wordt voornamelijk geleverd door de

ambulante forensische psychiatrie. Daarnaast bestaat op diverse plaatsen en vanuit regionale of lokale

samenwerkingsverbanden een aanbod op vrijwillige basis voor plegers van huiselijk geweld. Deze

projecten worden vaak in samenwerking met de ambulante forensische psychiatrie en de reclassering

uitgevoerd. Er is in de afgelopen jaren een groei geweest van het behandelaanbod voor plegers van

huiselijk geweld.

Op enkele plaatsen vindt geprotocolleerde behandeling plaats. In de GGz worden individuele en

systemische behandelingen het meest toegepast. Forensisch psychiatrische instellingen hebben zowel

een groepsgericht als individueel aanbod. Daarbij wordt overwegend cognitieve gedragstherapie

ingezet (Plemper, 2004). Zo behandelt De Waag daders bij voorkeur in groepsbehandeling uitgaande

van cognitief gedragsmatige principes (Horn et al., 2006). (Bron: Factsheet Huiselijk Geweld,

november 2009).

De termen dader en pleger worden in de praktijk vaak door elkaar heen gebruikt.

4.3.1 Agressie algemeen

Held zonder geweld. Behandeling van agressief gedrag

Korte inhoud

De methode “Held zonder geweld” bestaat uit een agressiehanteringstherapie en is gebaseerd op de

Aggression Replacement Training van Arnold P. Goldstein.

Aanpak

Het betreft een groepsbehandeling van achttien bijeenkomsten: vijftien wekelijkse bijeenkomsten en

drie terugkombijeenkomsten. De behandeling kan zowel in ambulante settings als in een residentiële

setting worden gegeven. De groep bestaat uit vijf tot acht deelnemers.

Per bijeenkomst zijn de doelstellingen en de interventies uitgewerkt in voorbeelden en oefeningen.

Geadviseerd wordt zowel de bijeenkomsten als de wekelijkse individuele begeleiding door docenten bij

het maken van huiswerkopdrachten verplicht te stellen.

Doel

Doel van de methode is gedragsverandering bij de deelnemers.

Page 61: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 59

Doelgroep

Het is een handleiding voor professionals die te maken hebben met agressieve en/of gewelddadige

cliënten, mannen en jongens, zoals agressieve leerlingen in het voortgezet onderwijs, daders van

huiselijk geweld en delinquenten met geweldsdelicten. De behandeling kan ook gegeven worden aan

cliënten met agressieproblematiek in het maatschappelijk werk, in de geestelijke gezondheidszorg en

in de verslavingszorg.

Toepassingsgebied

Overdraagbaarheid

De behandeling is zeer geschikt voor de onder “Doelgroep” genoemde cliënten. Ook wordt een aanzet

gegeven tot een (dag)klinisch behandelprogramma.

Materialen

De publicatie bestaat uit een draaiboek voor instructie en ondersteuning van de behandelaars, en een

set separate werkboeken voor gebruik door de deelnemers.

In de methode zijn verder opgenomen: een voorbeeld behandelingsovereenkomst, een verwijzersfolder

en een cliëntenfolder. Daarnaast worden enkele meetinstrumenten genoemd die gebruikt kunnen

worden voor de evaluatie van Held zonder geweld. Ten slotte wordt de opzet van een (dag)klinisch

behandelprogramma Agressief gedrag beschreven.

Effectonderzoek

Omdat per bijeenkomst de doelstellingen en de interventies zijn uitgewerkt in voorbeelden en

oefeningen wordt meer uniformiteit bereikt tussen behandelaars en instellingen, waarmee op de

langere termijn nadere kennis over de effecten van de behandeling zal worden vergaard.

Publicaties

Hornsveld, Ruud (red.); C.M.J. van Dam-Baggen (2004). Held zonder geweld. Behandeling van

agressief gedrag. Amsterdam: Boom.

Ontwikkelaar

FPI De Kijvelanden

4.3.2 Methoden aanpak daders huiselijk geweld

Voor het te laat is. Methodiek voor daders van huiselijk geweld

Korte inhoud

Het Bureau voor samenlevingsopbouw binnen het Nederlands Koninkrijk 'Profor' heeft een methode

ontwikkeld: "Voor het te laat is" (2007), gericht op daders van huiselijk geweld. Met deze methode

willen hulpverleners daders de weg wijzen, alternatieven aanbieden en het geweld bespreekbaar

maken vanuit het gezichtspunt van de dader. Dit is een van de weinige methoden die gericht zijn op

signalering.

Visie / uitgangspunten

De methode geeft inzicht en ondersteuning maar is geen hulpverleningsprogramma. Op een

laagdrempelige manier werken hulpverleners preventief door de deelnemers op een spoor te zetten om

zelf actie te ondernemen. Belangrijk onderdeel van het programma is mannen te laten inzien dat

Page 62: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 60

geweld een uiting is van onmacht en dat ze kunnen veranderen. Ook leren de deelnemers in een vroeg

stadium signalen van conflicten te herkennen.

Doel

"Voor het te laat is" richt zich op het structureel doorbreken van de geweldsspiraal.

Doelgroep

De doelgroep bestaat uit mannelijke Afro-Caribische daders van huiselijk geweld in Amsterdam.

Toepassingsgebied

Binnen Profor is een aantal bezoekvrouwen werkzaam, wier taak het is om potentiële cliënten voor

Profor te zoeken. Met vermeende daders maken de vrouwen afspraken voor een intakegesprek met

een van de trainers van het programma. Zij hebben dus een signalerende en een toeleidende rol.

Met behulp van dit programma krijgen de deelnemers inzicht in de aanleiding tot en de manier waarop

zij zelf ook slachtoffer zijn van huiselijk geweld. Zij worden getraind om de neerwaartse spiraal, die leidt

tot huiselijk geweld, te stoppen en krijgen handvatten aangereikt om huiselijk geweld bespreekbaar te

houden en samen met hun partner te zoeken naar mogelijkheden die hen samen sterker maken en

waarmee zij de kinderen het goede voorbeeld kunnen geven. Een sociale kaart van de hulpverlening is

toegevoegd zodat diegenen die meer hulp nodig hebben, de weg kunnen vinden naar de noodzakelijke

en gespecialiseerde hulpverlening. In het bijbehorende train-de-trainersprogramma krijgen toekomstige

begeleiders van dit programma instructies om de mogelijkheden van het programma te benutten. Dit

zijn begeleiders die ingangen hebben bij de doelgroep en deze gemakkelijk en laagdrempelig aan

kunnen spreken.

Het programma sluit aan bij internationale voorbeelden, zoals het NICRO PDV-programma

(Perpetrators of Domestic Violence. Nicro staat voor National Institute for Crime Prevention and

reintegration of offenders), opgezet voor een veiliger Zuid Afrika. Het is in verschillende delen van dat

land uitgevoerd.

Het programma bestaat uit zes dagdelen.

Materialen

Niet bekend.

Effectonderzoek

Er is geen effectonderzoek bekend.

Publicaties

Er zijn geen publicaties bekend.

Ontwikkelaar

ProFor Amsterdam

De Aanpak: Systeemgerichte Aanpak van Geweld in Relaties (SAGR)

Korte inhoud

Systeemgerichte benadering waarin verschillende hulpinstellingen (zoals vrouwenopvang,

maatschappelijk werk, Fiom, GGZ) kunnen participeren. De Aanpak kent drie fasen: de

Page 63: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 61

motiveringsfase, de individuele hulpverleningsfase en de systeemgerichte hulpverleningsfase. De

methode bevat verschillende onderdelen en modulen, wat hulpverlening op maat mogelijk maakt.

Visie/uitgangspunten

Een seksespecifieke en systeemgerichte aanpak van geweld in relaties. Binnen de uitvoering staat de

veiligheid centraal. Andere uitgangspunten zijn: geweld bespreekbaar maken, eigen

verantwoordelijkheid van de man en de vrouw en motiveren als doorlopend proces.

Doel

Het stoppen van geweld in de relatie en het bevorderen dat beide ouders actief participeren in de

opvoeding en verzorging van hun kinderen. Bovendien heeft De Aanpak als doel te voorkomen dat

beide partners opnieuw in een gewelddadige partnerrelatie terechtkomen.

Doelgroep

Partners: slachtoffers en daders.

Toepassingsgebied

Zwolle. In de pilot (1999-2000) waren er 18 cliënten. Daarna zijn er projecten van start gegaan in

Zwolle (april 2002-april 2003), Den Bosch (april 2003-april 2004) en Amsterdam (september 2003-

oktober 2004).

Aansluiting bij interne activiteiten: het project is geen onderdeel van het reguliere aanbod. In

Amsterdam loopt De Aanpak tot 1 oktober 2004 en wordt systeemgericht werken vervolgens in het

aanbod opgenomen.

Mogelijkheden voor overdracht

De methode wordt beschreven in Ron van Outsem & Nico van Oosten, De Aanpak: systeemgerichte

hulp bij geweld in relaties (Utrecht: TransAct, 2001). Bevat ook kerngegevens over de doorstroom van

het project in Overijssel.

De methode is beschreven in ‘Wat werkt’: daar wordt deze 3 maal genoemd in de enquête.

Materialen

Folders, handboek randvoorwaarden.

Effectonderzoek

De methode is op beperkte schaal geëvalueerd in de pilotgemeenten Zwolle en Den Bosch.

Publicaties

R. van Outsem & m.m.v. N. van Oosten, De Aanpak: systeemgerichte hulp bij geweld in relaties.

Utrrecht: Transact / Movisie, 2001 (pdf, 1Mb)

M. Flikweert & K. Lünneman, Hulp verlenen aan het gezin: literatuurstudie naar systeemgerichte

benadering in geval van huiselijk geweld. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut, 2003.

Ontwikkelaar

MOVISIE (Voorheen TransAct)

Samenwerkingspartners: Stichting Ambulante Fiom, Vrouwenopvang, verslavingszorg, GGZ, AMW

Van De Aanpak is een uitgebreide beschrijving opgenomen in de Databank Effectieve Interventies van

MOVISIE.

Page 64: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 62

Geweld in Relaties Interventie Project (GRIP)

Justitieel georiënteerd educatieprogramma voor daders

Korte inhoud

GRIP is een daderbehandelprogramma voor daders van huiselijk geweld in Amsterdam. Het betreft

een in de Verenigde Staten ontwikkeld justitieel georiënteerd educatieprogramma, waarin daders die

schuldig zijn bevonden aan geweld tegen de partner, gedurende zes á zeven maanden een

gestructureerd groepsprogramma geboden wordt met wekelijkse bijeenkomsten. Om het model toe te

spitsen op de Nederlandse situatie is een klein aantal wijzigingen aangebracht.

De deelnemers worden door reclasseringswerkers aangemeld bij de behandelende instantie.

Na aanmelding volgt een intake van maximaal vier individuele gesprekken, waarmee een beeld wordt

verkregen van de dader en zijn gedrag. Vervolgens worden individuele behandeldoelen opgesteld. De

intake dient tevens ter motivering en oriëntatie op deelname aan de groep. Na de intakefase volgt het

groepsprogramma. De groep bestaat uit maximaal acht deelnemers. In het behandelprogramma wordt

gewerkt met een cyclus van acht modulen van elk drie bijeenkomsten; elke module behandelt een

ander thema. De groep wordt begeleid door twee behandelaars.

Visie/uitgangspunten

GRIP maakt gebruik van een cognitief-gedragsmatige methode met specifieke aandacht voor

machtsverhoudingen in het algemeen en verhoudingen tussen man en vrouw in het bijzonder.

Relationeel geweld wordt in deze methode gezien als aangeleerd gedrag, dat als middel wordt gebruikt

om binnen een relatie macht en controle uit te oefenen. Het behandelprogramma is gebaseerd op het

Duluth Domestic Abuse Intervention Project, dat in de jaren tachtig is ontwikkeld in de Verenigde

Staten.

Doel

Voorkomen van herhaling van gewelddadig gedrag in huidige of volgende relaties.

Doelgroep

Mannen die strafrechtelijk veroordeeld zijn of in afwachting zijn van een veroordeling voor het plegen

van lichamelijk, psychisch en/of seksueel geweld tegen de vrouwelijke partner.

Toepassingsgebied

Amsterdam e.o. Voorbereiding gestart in 1997; behandelingen in 2000. GRIP is op 31 oktober 2002

officieel overgedragen aan De Waag Amsterdam, waar het programma is geïmplementeerd in het

reguliere aanbod.

Mogelijkheden voor overdracht

Er is een Draaiboek behandelprogramma geweld in relatie interventie project (GRIP) (Amsterdam:

Vrouwenopvang Amsterdam / Politie Amsterdam-Amstelland, 2000).

GRIP wordt anno 2008 in ‘Wat werkt’ niet genoemd als ingezette methode.

Materialen

Onbekend.

Effectonderzoek

In Nederland: M. van Hoedt en M. Jansen, Evaluatie geweld in relaties interventie project Amsterdam

(GRIP).Houten: Ipso Facto, 2002.

Page 65: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 63

In Nederland bleek bij het evaluatieonderzoek het aantal deelnemers sterk achter te blijven bij de

verwachting, waardoor een effectmeting niet mogelijk bleek. Er is daarom besloten de oorzaken van de

achterblijvende instroom in het evaluatieonderzoek centraal te stellen.

Publicaties

M. Jansen, ‘Grip op plegers van huiselijk geweld.’ SEC, 2002.

Ontwikkelaar

De Waag Amsterdam

Samenwerkingspartners: De Waag Amsterdam, Vrouwenopvang Amsterdam, Politie Amsterdam-

Amstelland.

Protocol een Veilig Huis: Strafrechtelijke aanpak relationeel geweld arrondissement Utrecht

Korte inhoud

Naast een vrijwillige aanpak daderhulpverlening is er daderhulpverlening in het kader van een

strafrechtelijke aanpak, verzorgd door De Waag. Deze is vastgelegd in een protocol 'VeiligHuis' waarin

de werkwijze van politie, justitie, reclassering en hulpverlening op elkaar is afgestemd. Het protocol

bevat een stroomschema waarin de te volgen route is vastgelegd.

Daderhulpverlening is onderdeel van het protocol en is een module van De Waag, centrum voor

ambulante forensische psychiatrie van de dr. Henri van der Hoeven Stichting in Utrecht. De training

bestaat uit tien wekelijkse bijeenkomsten van anderhalf uur. Daarna wordt samen met de hulpverleners

besproken of een vervolgbehandeling wenselijk is.

Visie/uitgangspunten

Om na een aangifte huiselijk geweld snel te stoppen is het van belang dat de strafrechtelijke reactie

niet te lang op zich laat wachten. Om dit te verwezenlijken is een op elkaar aansluitende aanpak van

politie, justitie, reclassering en hulpverlening nodig.

Doel

Stoppen van relationeel geweld door:

Het bevorderen van een voortvarende en een goed op elkaar aansluitende aanpak bij politie, justitie,

reclassering en hulpverlening

Een aanpak waarbij in een zo vroeg mogelijk stadium daderhulpverlening wordt geïnitieerd, met de

strafrechtelijke afdoening als stok achter de deur

De aangiftebereidheid van slachtoffers van relationeel geweld te vergroten

Doelgroep

Meerderjarige mannen tegen wie vanwege een strafbaar (seksueel) geweldsfeit ten aanzien van de

(ex-)partner, kinderen en/of (overige) gezinsleden, aangifte is gedaan, of ambtshalve vervolging is

ingesteld in het arrondissement Utrecht.

Toepassingsgebied

Arrondissement Utrecht. Startdatum 2001.

Mogelijkheden voor overdracht

Protocol een VeiligHuis: strafrechtelijke aanpak relationeel geweld arrondissement Utrecht.

Page 66: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 64

De Waag participeert in trainingen & cursussen huiselijk geweld georganiseerd door de Centrale Rino

Groep.

Materialen

Folders voor slachtoffer en dader

Effectonderzoek

De inwerkingtreding van het protocol wordt begeleid door wetenschappelijk onderzoek.

Publicaties

Zie materialen

Ontwikkelaar

De Waag

Samenwerkingspartners: Politie regio Utrecht, Reclassering regio Utrecht, De Waag Utrecht en

Openbaar Ministerie arrondissement Utrecht.

Daderhulpverlening Utrecht

Systeemtherapeutische aanpak voor slachtoffer en pleger

Korte inhoud

Daderhulpverlening Utrecht is een module van De Waag, centrum voor ambulante forensische

psychiatrie van de dr. Henri van der Hoeven Stichting in Utrecht, en vormt onderdeel van het

Zorgprogramma Een VeiligHuis Utrecht. Bij de aanpak wordt in de aanmeldings- en motiveringsfase

nauw samengewerkt met de politie Utrecht. De behandeling wordt afgestemd op de cliënt en bestaat

uit intakegesprekken, individuele therapie, groepstherapie en/of partnerrelatietherapie. In de loop van

het project is de aanpak verschoven van een tweesporenbeleid, waarin slachtoffer en pleger een apart

traject volgen, naar een systeemtherapeutische aanpak, waarin vroegtijdig een gezamenlijk traject

wordt ingezet. Motiveringsstrategieën spelen hierin een belangrijke rol.

Visie/uitgangspunten

Om relationeel geweld te stoppen is het noodzakelijk daderhulpverlening aan te bieden, parallel aan

een hulpverleningstraject voor het slachtoffer. De behandeling is gebaseerd op een

systeemtherapeutische aanpak.

Doel

Beëindiging van het geweld door plegers zover te krijgen een hulpaanbod te aanvaarden.

Doelgroep

In eerste instantie plegers van huiselijk geweld en, indien beide partners de relatie in stand willen

houden, hun partners. Het gaat om plegers van zowel autochtone als allochtone afkomst.

Toepassingsgebied

De Waag te Utrecht, Almere, Den Haag en Amsterdam. De methode begon als pilot in 1998. De

methode is onderdeel van een breder aanbod in het kader van Zorgprogramma Een VeiligHuis Utrecht.

Page 67: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 65

Mogelijkheden voor overdracht

De Waag participeert in trainingen & cursussen huiselijk geweld georganiseerd door de Centrale Rino

Groep. Daarnaast is de daderhulpverlening intern beschreven door De Waag & Politie Regio Utrecht,

Pilotproject daderhulpverlening huiselijk geweld, procesevaluatie (Utrecht: Dr. Henri van der

Hoevenkliniek, 1999).

Materialen

Onbekend.

Effectonderzoek

Evaluatie heeft summier plaatsgevonden in de vorm van eerdergenoemde procesevaluatie (zie bij

Mogelijkheden voor overdracht).

Publicaties

H. Kik en J. Baars, ‘Systeemtherapeutisch behandelen van fysiek geweld in partnerrelaties.’ Tijdschrift

voor Systeemtherapie, 12 (2000) 3, p. 162-179.

Ontwikkelaar

Henri van der Hoevenkliniek, De Waag

Samenwerkingspartners: Politie Utrecht

Begeleiding van mannen bij thuisgeweld

Protocol voor individueel aanbod partnermishandelaars

Korte inhoud

In het kader van project Thuisfront is een protocol ontwikkeld waarin politie, justitie, GGz en algemeen

maatschappelijk werk samenwerken. Het protocol voorziet erin dat in een aantal proefregio’s van de

noordelijke provincies Groningen, Friesland en Drenthe de politie na een melding van thuisgeweld met

man en vrouw contact opneemt en hen beiden een eigen hulptraject aanbiedt. Plegers kunnen een kort

individueel traject (7-8 sessies) volgen bij de Ambulante Forensische Psychiatrie (onderdeel van de

GGz). Een geprotocolliseerde werkmethodiek voor het individuele aanbod aan de

partnermishandelaars, ontwikkeld door de Ambulante Forensische Psychiatrie in samenwerking met

Thuisfront, vormt de basis van de geboden hulpverlening. In het behandelprotocol zitten de volgende

onderdelen: time-out, empathietraining, stopmethode, psycho-educatie over de geweldscirkel,

agressiemanagement, cognities en gevoelens, de Smoezenlijst

Visie/uitgangspunten

Zie ook de uitgangspunten van Thuisfront. Huiselijk geweld is een maatschappelijk probleem dat tot

ingrijpen verplicht. Het is structureel van aard en wordt erger naarmate langer niet wordt ingegrepen.

Vroegtijdig ingrijpen is daarom gewenst.

De hulp die wordt aangeboden is niet vrijblijvend. Enige drang is nodig om te voorkomen dat dader en

slachtoffer het geweld blijven toedekken. De hulp is multidisciplinair gericht (ketenaanpak), omdat van

belang is gezamenlijk tot een sluitende aanpak te komen. De hulp is systeemgericht omdat zowel

vrouwen, kinderen als mannen de gevolgen van het geweld ondervinden en allen een rol (kunnen)

spelen in het stoppen van het geweld.

Page 68: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 66

Doel

Het primaire doel is het stoppen van het geweld. Mannen die gewelddadig en bedreigend zijn naar hun

vrouw en/of kinderen leren op een andere manier om te gaan met hun agressie en bijbehorende

gevoelens.

Doelgroep

Mannen die gewelddadig en bedreigend zijn naar hun vrouw en/of kinderen.

Toepassingsgebied

Groningen, Friesland, Drenthe. De methode is onderdeel van 1e hulp bij huiselijk geweld in de

noordelijke provincies. Startdatum 2001.

Mogelijkheden voor overdracht

De methode is te vinden op de website van Thuisfront. De ervaringen van het eerste jaar zijn in 2002

besproken in een landelijke expertmeeting met deskundigen op het gebied van de daderhulpverlening.

Materialen

Zie hierboven

Effectonderzoek

Is niet bij ons bekend. Wel is verslag gedaan van de ervaringen in het eerste projectjaar en van het

tweede projectjaar.

Publicaties

Protocol Thuisgeweld Ambulante Forensische Psychiatrie / AFP, Thuisfront, A. Warnaar, G. Schippers,

M. Wegelin, 2001.

Project Begeleiding van partnermishandelaars: Rapportage over de projectperiode oktober 2001-

oktober 2002 / Margreet Wegelin. Thuisfront, 2003

Warnaar, Bram en Wegelin, Margreet: Behandeling van partnermishandelaars. In: Tijdschrift voor

Directieve Therapie 23, 1 maart 2002, pp. 63-81.

Ontwikkelaar

Toevluchtsoord; Ambulante Forensische Psychiatrie

Website: www.thuisfront.net. Deze website is echter sinds 2004 niet meer bijgewerkt.

Genoeg van Geweld

Online groepscursus

Korte inhoud

Het eerste deel van de cursus gaat in op het voorkomen, de duur, de frequentie en de mate van

agressiviteit. De voor- en nadelen komen aan bod. ‘Bewust worden van agressief gedrag en afspraken

maken met jezelf is een manier om meer grip te krijgen op het ongewenste gedrag.’

Vervolgens wordt geprobeerd door een time-out en anders leren denken tot gedragsverandering te

komen. Ter afsluiting herhaalt de cursist een aantal opdrachten en kijkt hij met de therapeuten hoe hij

verder kan na de cursus.

Page 69: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 67

Visie / uitgangspunten

Online groepscursus gebaseerd op de groepscursus Agressie de baas. De online cursus werd in

eerste instantie aangeboden als pilot in de regio Rijnmond / Nieuwe Waterweg noord.

Doel

Door een laagdrempelig aanbod mannen ertoe bewegen om deel te nemen aan een cursus waarin je

anders leert omgaan met agressie.

Doelgroep

Mannen die last hebben van agressie die voornamelijk thuis tot uiting komt.

Materialen

Online cursus, de deelnemer krijgt een online intake (vragenlijst) en vervolgens een inlogcode om deel

te kunnen nemen aan de 8 wekelijkse chatsessies voor 6 cursisten van 1,5 uur, begeleiding door een

gespecialiseerde Riagg-therapeut.

Effectonderzoek

Voor zover bekend (nog) niet aanwezig.

Publicaties

www.genoegvangeweld.nl

posters en kaarten

Ontwikkelaar

Riagg Rijnmond, Afdeling Aanmelding & Consult

Aanvullende informatie

Naast de e-therapie wordt informatie aangeboden over omgaan met geweld, in de vorm van zelftests,

tips en oplossingen, ervaringen en antwoorden op veelgestelde vragen over omgaan met agressie.

Samen werken tegen agressie

Hulpaanbod voor Marokkaanse en Turkse plegers van huiselijk geweld. Deze methode heeft in 2009

de methodiekprijs van MOVISIE gewonnen.

Korte inhoud

Op basis van een al langer bestaand programma voor autochtone mannen over omgaan met agressie

(‘Niet meer door het lint’), hebben de genoemde auteurs een specifiek op Turkse en Marokkaanse

plegers van huiselijk geweld toegesneden groepsgedragstherapie ontwikkeld. Dit omdat de algemene

methode op vele aspecten niet voldoet als het om Turkse en Marokkaanse mannen gaat. Te verbaal,

te weinig aansluitend bij de leefsituatie van Turkse en Marokkaanse mannen.

Visie / uitgangspunten

De behandelfilosofie van waaruit de groepstherapie opgezet is, is het terugvalpreventiemodel van

Marlatt en Gordon. Dit model wordt veel toegepast in o.a. de forensische psychiatrie en de

verslavingszorg. Het gaat hierbij om een theoretisch goed gefundeerde aanpak die in alle onderdelen –

werving, motiveringstechnieken, oefeningen, inbedding in een meersporenaanpak – afgestemd is op

de doelgroep.

Page 70: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 68

Het betreft een groepsaanbod volgens de zogenoemde carrouselmethode, wat betekent dat cliënten

voortdurend kunnen in- en uitstappen. Dat maakt het tot een doorlopend aanbod waar relatief veel

mannen gebruik van kunnen maken. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de context van de

agressieproblematiek. Er worden bijvoorbeeld periodiek huisbezoeken uitgevoerd, zodat partner en

kinderen van de cliënt ook in beeld komen en hulp kunnen krijgen.

Doel

Het overkoepelende doel van de groepsbehandeling is ervoor zorgen dat:

a: gewelddadig gedrag van de deelnemers op korte termijn stopt.

b: op de langere termijn de kans op terugval zo klein mogelijk is.

c: competenties van de deelnemers toenemen.

Doelgroep

Turkse en Marokkaanse mannen met agressieregulatieproblemen.

Aanpak

Gefaseerde behandeling, waarin technieken en inzichtgevende thema’s aan bod komen, als: time-out,

cirkel van geweld, sociale vaardigheden en ontspanningsoefeningen. Elke drie maanden wordt

geëvalueerd, met de partner erbij, of het geweld ook daadwerkelijk afneemt.

Materialen

Een handboek is aanwezig.

Effectonderzoek

De GGZ Westelijk Noord-Brabant monitort de resultaten van het overkoepelende programma ‘Omgaan

met agressie’ voor onderzoek.

Publicaties

Busto Puertas, A., P. Steenkist en A. Van Dam (2010). Samen werken tegen agressie.

Groepsbehandeling voor Turkse en Marokkaanse mannen met agressieregulatieproblemen. Utrecht:

MOVISIE.

Ontwikkelaar

GGZ Westelijk Noord-Brabant.

Page 71: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 69

5 Literatuur

Brasser, J. & M. de Kinderen. Goed voorbeeld doet goed volgen. 23 good practices om huiselijk geweld te voorkomen. Purmerend: PRIMO nh, 2009.

Competenties ‘Geweld leren signaleren en (be)handelen’. Utrecht: MOVISIE en NJi, 2008.

Expertmeeting daders van jeugdprostitutie.

Utrecht: Informatiepunt Jeugdprostitutie, TransAct, Stade Advies, november 2005.

Factsheet Huiselijk geweld. MOVISIE, januari 2009.

Factsheet Seksueel geweld. MOVISIE, januari 2009.

Höing, M. en N. Van Oosten. Primaire preventie van geweld. In: Handboek Seksuologie, Hfdst. 13,

2009.

Jonker, I., M. van Luijtelaar en J. Wolf. Effectieve interventies voor mishandelde vrouwen in

opvangvoorzieningen. Uitvoering en resultaten van review van internationale literatuur. Nijmegen: UMC

St. Radboud, Academische Werkplaats Opvang x Oggz, Speerpunt Huiselijk geweld, 2008.

Jonker, M. & Y. Ohlrichs. Seksuele moraal en jonge zedendaders: worden grenzen steeds vager? In:

Tijdschrift voor Seksuologie (2009), 33, 121-126.

Lammers, M. & E. Kok. Werkdocument- Overzicht programma’s en materialen relationele & seksuele

vorming en weerbaarheid. Voor leerkrachten SO & VSO en begeleiders van mensen met een

verstandelijke beperking. Utrecht: MOVISIE, augustus 2009.

Linden, P. van der & M. Steketee. Daderhulpverlening in Nederland / MGV 58 (2003) 1, p. 64-77.

Met verstand van zaken! Handreiking voor de vrouwenopvang bij de aanpak van eergerelateerd

geweld. Amersfoort: Federatie Opvang, 2010.

Neeleman, A. & I. Toering. Als de liefde heeft toegeslagen. Groepsbehandeling voor paren met

geweld in hun relatie. In: Tijdschrift voor Psychotherapie; Jrg. 36 nr. 4 (juli 2010) p. 230-245

Rensen, P., S. van Arum & R. Engbersen. Wat werkt? Een onderzoek naar de praktische

bruikbaarheid van methoden in de vrouwenopvang, maatschappelijke opvang en opvang voor

zwerfjongeren. Utrecht: MOVISIE / Trimbos Instituut, 2008.

Rich, C. L., Gidycz, C. A., Warkentin, J. B., Loh, C., & P. Weiland. Child and adolescent abuse and

subsequent victimization: A prospective study. Child Abuse & Neglect, 29, 2005, 1373–1394.

Ruiter, C. de & V. Veen. Terugdringen van recidive bij geweldsdelinquenten: werkzame interventies bij

relationeel, seksueel en algemeen geweld. Utrecht: Trimbos instituut, 2005.

Page 72: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 70

Schakenraad, W. En K. Janssens. M.m.v. M. Lammers en L. Brants. Seks en grenzen. Utrecht:

MOVISIE, 2008.

Update daderhulpverlening in Nederland: inventarisatie van hulpaanbod en preventie voor plegers van

seksueel en huiselijk geweld. Utrecht: TransAct; Verwey-Jonker instituut, 2004.

Vink, R. & M. van Bavel. Naar methodisch handelen bij ouderenmishandeling. Werkdocument. Utrecht:

MOVISIE, 2007.

Page 73: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 71

6 Bijlage

Lijst met beschreven methoden

Voorlichting en preventie

Voorlichting huiselijk geweld aan Turkse vrouwen

Voorlichtings- en discussiebijeenkomsten met emancipatiewerkster

Marietje Kesselsproject

Preventie van machtsmisbruik en grensoverschrijdend gedrag ten opzichte van kinderen

Stay in love

Een primair preventieprogramma om partnergeweld onder jongeren van 16 tot 20 jaar te voorkomen

Break Through

Train-de-trainerscursus rondom huiselijk geweld

Videovoorlichting: Als ik háár was...

Een docudrama, in het Turks en in het Arabisch.

Sleutels voor verandering. Methodes voor bewustwording en gedragsverandering bij geweld in

allochtone gezinnen

Handboek voor professionals en vrijwilligers.

Migratie en relatie

Laagdrempelige voorlichting voor zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen

Het recht om te weten

Voorlichting huiselijk geweld aan deelnemers inburgeringstraject: Handboek voor docenten,

trajectbegeleiders en maatschappelijk werkers

Met alle geweld een relatie

Communicatietraining voor (v)echtparen

Hulpverlening

Eerste hulp bij een huisverbod

10-daagse crisishulpverlening bij (dreigend) huiselijk geweld

Geweldloos verzet in gezinnen

Een nieuwe benadering van gewelddadig gedrag

Families First

Intensieve hulpverlening in het gezin

Intensieve Ambulante Gezinsbegeleiding (IAG)

Concrete en laagdrempelige hulp in de thuissituatie

Contextuele gezinsbehandeling bij huiselijk geweld (voorheen: CLAS –H)

Page 74: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 72

Op de rails

Professionele hulp aan gezinnen waarin huiselijk geweld plaatsvindt

Aware: Abused Women’s Active Response Emergency

Alarmsysteem om mishandelde vrouwen beter te beschermen

Zorgprogramma Een Veilig Huis

Samenhangend hulpaanbod voor cliënten die door hun partner worden mishandeld

Begeleide terugkeer Amsterdam

Kortdurende hulpverlening aan cliënten die teruggaan naar hun partner

Begeleide terugkeer Leeuwarden

Vergroten van de weerbaarheid en zelfredzaamheid van vrouwen

Intieme Oorlog

Instrument om het geweld te de-escaleren

Toekomstgerichte begeleiding

Ondersteunen bij het ontwikkelen van een realistisch toekomstbeeld

Methodiek 1e hulp aan vrouwen bij thuisgeweld

Samenhangend hulpaanbod aan vrouw en man

Methodiek Eerste Hulp Light bij huiselijk geweld

Deze methode is ontwikkeld in opdracht van het Maatschappelijk Werk Fryslân en de

Vrouwenopvang Fryslân

Uit de schaduw van de ander

Groepshulpverlening aan vrouwen na huiselijk geweld

Interculturele groepshulpverlening bij huiselijk geweld

Handleiding Een Veilig Thuis. Praktische handleiding voor Algemeen Maatschappelijk Werkers

Geweld in relaties - ondersteuningsgroep

Voor allochtone vrouwen met geweldservaringen

"Zeg nee tegen agressie en geweld" Achter de voordeur

Kinderen als getuige

Als muren kunnen praten

Cursus voor jongeren tussen de 13 en 16 jaar die getuige zijn (geweest) van heftige ruzies/geweld

tussen hun ouders

Horizonmethodiek

Behandeling van kinderen die geweld in het gezin hebben meegemaakt en van hun ouders.

Handleiding voor een groepstherapie voor kinderen

Page 75: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 73

Handen thuis

Preventie – jongeren

Workshop "Goede tijden, slechte tijden bij je thuis"

Werken aan wendbare weerbaarheid

Jongeren leren zich tijdens conflicten en machtssituaties weerbaar op te stellen

Een VeiligHuis voor kinderen: Kinderen binnen het zorgprogramma relationeel geweld

Multicultureel zorgaanbod voor kinderen – als slachtoffer van kindermishandeling en als getuige van

huiselijk geweld

En als het misgaat … bel ik jou

Ondersteuningsprogramma voor kinderen (0-18) die getuige zijn geweest van huiselijk geweld

Let op de Kleintjes

Psycho-educatieve cursus voor kinderen die getuige zijn (geweest) van huiselijk geweld

Hé kijk mij nou!

Handleiding voor psycho-educatie aan LVG-kinderen die getuige zijn (geweest) van geweld in

relaties en hun LVG-moeder.

Moeder – Kindcursus

Voorkomen van psychische problemen bij kinderen in de leeftijd van anderhalf tot zes jaar

Therapiegroep Geweld in het gezin = Horizonmethode kinderen getuige van geweld

Traumaverwerking voor kinderen

Kamil

Therapieprogramma voor jonge kinderen die huiselijk geweld hebben meegemaakt

Spelenderwijs

Activiteitenprogramma voor kinderen van moeders in de vrouwenopvang

Ouderenmishandeling

Achter gesloten deuren

Ouderenmishandeling in de thuissituatie

Noord-Holland Protocol Ouderenmishandeling

Eergerelateerd geweld - Huwelijksdwang

Campagne Huwelijksdwang en Achterlating 2010

Hand in hand tegen huwelijksdwang

Bijeenkomsten ter preventie van gedwongen uithuwelijking

Page 76: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 74

Yourright2Choose

Over vrije partnerkeuze, gearrangeerde en gedwongen huwelijken

Hulpverlening algemeen – niet specifiek gericht op huiselijk geweld

‘10’ voor Toekomst

Samen met het gezin te werken aan het beheersbaar maken en verminderen van de problemen

Eigen-Kracht conferenties

Regie over eigen leven krijgen met hulp van de naaste omgeving

Agressie algemeen

Held zonder geweld

Behandeling van agressief gedrag

Daders huiselijk geweld

Voor het te laat is

Methode voor daders van huiselijk geweld

De Aanpak

Systeemgerichte Aanpak van Geweld in Relaties (SAGR)

Geweld in Relaties Interventie Project (GRIP)

Justitieel georiënteerd educatieprogramma voor daders

Protocol een Veilig Huis

Strafrechtelijke aanpak relationeel geweld arrondissement Utrecht

Daderhulpverlening Utrecht

Systeemtherapeutische aanpak voor slachtoffer en pleger

Begeleiding van mannen bij thuisgeweld

Protocol voor individueel aanbod partnermishandelaars

Genoeg van Geweld

Online groepscursus

Samen werken tegen agressie

Hulpaanbod voor Marokkaanse en Turkse plegers van huiselijk geweld

Page 77: Verkenning methoden huiselijk geweld

Utrecht, september 2010 * Verkenning methoden huiselijk geweld 75

Expertmeeting huiselijk geweld

7 september 2010

Aanwezig:

Corrie Arts Altrecht

Bram Tuk Pharos

Loes Kersten Indigo

Theo Royers Vilans

Harry Mulder Altrecht

Jozé van Kooten Niekerk MEE UGV

Edith Geurts Nederlands Jeugdinstituut

Annette van Delft (voorzitter) MOVISIE

Wilma Schakenraad MOVISIE

Peter Rensen MOVISIE

Jeske van der Waerden (verslag) MOVISIE

Afwezig met bericht (soms met schriftelijke input):

Jacobien Lugtenborgh Fier Fryslân

Jeroen Broekmeijer De Waag

Jantien van der Meer MOGroep / Federatie Opvang