Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert:...

19
Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VEREN IGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003 In memor iam Gerard van Velzen 3 Uw straatnaam verklaard 4 Uit het archief gelicht 5 Wie weet waar enlof wanneer 6 De 6 De geschiedenis van het bos van Oud Poelgeest 7 Uit het fotoalbum van ... 12 Historie van de Marine in Oegstgeest 13 Karel V in Oegstgeest 17 Geschilderd in Oegstgeest 18

Transcript of Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert:...

Page 1: Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003 In memoriam

Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003

In memoriam Gerard van Velzen 3

Uw straatnaam verklaard 4

Uit het archief gelicht 5

Wie weet waar enlof wanneer 6

De ~Groene Rjng~ 6

De geschiedenis van het bos van Oud Poelgeest 7

Uit het fotoalbum van ... 12

Historie van de Marine in Oegstgeest 13

Karel V in Oegstgeest 17

Geschilderd in Oegstgeest 18

Page 2: Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003 In memoriam

COLOFON

Bijdragen:

Martin Dofferhoff Carla de Glopper-Zuijderland Pieter Hellinga Wout Koppers Klaas Meijer Ineke Oele-Kap Brigitte Rink-Ensink Gerard Schwencke

Foto's/reproducties:

Archief Vereniging Oud Oegstgeest MEOB Brigitte Rink-Ensink Frits Th.M. Spieksma

Eindredactie:

Drs. Marise I.A.Spieksma-Boezeman

Druk : Bemiddelingsbureau T. Blonk, Oegstgeest

BESTUUR VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST

Ir P. Hellinga (voorzitter) Mevr. M. Lugt-Rethans (secretaris) W. van Wauwe r.a. (penningmeester) Mevr. M.E.BW. de Vroomen-den Boer (lid)

Ereleden \1. 0 .0 .:

L. Driessen (1998). MrJ.J.L. de Saeten (1994).

Secretariaat: Nassaulaan 45, 2341 EC Oegstgeest. Tel. 5170302 Contributie € 15,- per jaar bankrekeningnr. 56.69.41.538 losse nummers € 7,50

Foto op de voorkant:

Ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan in 2003 van het Julianapark een prentbriefkaart, waarop de pergola bij de plaquette van Burg . van Griethuysen in volle glorie te bewonderen valt. (Deze ansicht is in 1932 verstuurd door een patiënt van het sanatorium Rhijngeest naar Nieuw-Vennep).

2

Page 3: Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003 In memoriam

IN MEMORIAM GERARD C. VAN VELZEN

Op 4 januari 2003 overteed G.C. (Gerard) van Velzen. Zijn naam is onverbrekelijk verbonden met ons dorp Oegstgeest én met de Vereniging Oud Oegstgeest. Hij was een geboren en getogen Oegstgeestenaar, afkomstig uit een bakkersgeslacht. De bakkerij van zijn ouders en grootouders stond aan de Geversstraat. In het archief van de Vereniging bewaren we foto's van het oude pand, afgebroken in 1963, met op de gevel het bord met de familienaam. In de loop van de tachtiger jaren raakte Gerard betrokken bij de Vereniging Oud Oegstgeest. Hij was een verdienstelijk fotograaf, hetgeen ondermeer uitmondde in een rubriek in de Oegstgeest Courant "Herkent u Oegstgeest". De formule was, dat een detailfoto werd afgedrukt met de vraag waar dat detail in Oegstgeest kon worden gezien. In de volgende aflevering verscheen dan het complete pand. De puzzelredactie was gevestigd op zijn huisadres, waaraan veel werk was verbonden getuige de ringbanden met alle afleveringen, die bewaard zijn gebleven. In het voorjaar van 1995 was Gerard inleider op onze jaarlijkse

3

huishoudelijke vergadering. De SWOO-zaal van het Gemeentecentrum zat meer dan vol voor wat in de uitnodiging werd genoemd 'een rondwandeling door Oegstgeest aan de hand van lichtbeelden'. Hij toonde historische opnamen en zette direct daarna de huidige situatie op het scherm. De volle zaal reageerde heel betrokken. Gerard had zijn tekst in formele volzinnen uitgeschreven, en in het begin hield hij daar ook aan vast. Op een zeker moment nam hij toch de moed om zichzelf te zijn en op een ontspannen manier kuierden we met hem door Oegstgeest. Het werd een topavond. Met deze formule is Gerard doorgegaan met presentaties op scholen en voor verenigingen. Zo gaf hij op een aansprekende wijze invulling aan de belangrijkste taak van de Vereniging Oud Oegstgeest nl. het zorgdragen voor bewustwording van snelle veranderingen in onze omgeving. Het werk van Gerard was gericht op die bewustwording. Hij is er gedreven mee doorgegaan tot het niet meer ging en hij het moest overlaten. De Vereniging Oud Oegstgeest zal zeker blijven voortbouwen op het werk van Gerard van Velzen. Het historisch foto-archief wordt op dit moment gescand en we ovelWegen de aanschaf van laptop en beamer. Op deze wijze worden zijn presentaties ook voor de toekomst veilig gesteld. Verwijzend naar de tekst op de rouwkaart: Gerard's {even en trouw moest ook de Vereniging Oud Oegstgeest loslaten, In ons werken aan bewustwording houden wij hem vast. Wij herdenken hem in dankbaarheid.

P. Hellinga, voorzitter.

Page 4: Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003 In memoriam

UW STRAATNAAM VERKLAARD Noor. IN DEZE RUBRIEK WORDEN ALLEEN DIE STRAATNAMEN BEHANDELD DIE OP EEN OF ANDERE MANIER SAMENHANGEN MET DE GESCHIEDENIS VAN OEGSTGEEST

TOLHUISBRUG Fiets· en voetbrug over de Haarlemmer Trekvaart, genoemd naar het nabij gelegen voormalige Tolhuis aan deze vaart.

TOORENVELTSTRAAT Genoemd naar het 17e-eeuwse huis 'Toorenvelt' (Wijttenbachweg 6).

De eerste bebouwing van deze plaats geschiedde in de 17e eeuw door Jan Cornelisz. van Leeusvelt, korenkoper te Leiden. Deze had bij de verkoop van de landerijen van de Oude Hof door de stad Leiden in 1616 'een campe lants' aan de 'Binnewech' gekocht, waarop hij een huis liet bouwen. In dit huis exploiteerde Jean de Plancke in het midden van de 178 eeuw een herberg 'De Maecht van Gent'. (In 1655 kreeg hij hiervoor vergunning van Burgemeesters en Regeerders van de stad Leiden. op voorwaarde dat hij alleen in Leiden gebrouwen bier zou tappen!) In 1672 verloor het huis de bestemming van herberg. Het werd toen heel deftig een 'hofstede', leenroerig gemaakt aan het huis Adegeest in Voorschoten. 'Leenman' werd prof. ArnOld Sijen, hoogleraar in de Plantkunde aan de Leidse universiteit.

UTENWAERDELAAN

Zo ging het huis van hand tot hand. In 1685 werd het groter herbouwd door de toenmalige eigenaar François d ' Offarell. Daarna kwam 'Toorenvelt' in handen van mr. Willem Paedts en van Willem Juyst (de bakker van de overkant van de weg). Later werd prof. Daniël Wyttenbach de eigenaar. Hij bewoonde de aangrenzende buitenplaats 'De Hooge Boom' op de hoek van de Hofdijck. Diens erven verkochten het huis, dat toen was verhuurd aan de familie Lubbe, in 1957 aan de gemeente Oegstgeest. Het werd ontruimd en dichtgespijkerd, tot in 1960 de heer A. Kret het kocht en door het architectenbureau P. van der Sterre liet restaureren. Het huis 'Toorenvelt' is een Rijksmonument. Uteratuur: W.J. van Varik, Toorenvelt. In: Bijdragen tot de geschiedenis van Oegstgeest. Leiden, 1972.

Straat in 'De Grunerie', genoemd naar Mabelie Utenwaerde, Vrouwe van Oegstgeest en Poelgeest van 1339-1342.

Mabelie Utenwaerde was de dochter van Kerstine van Oegstgeest en haar man Johan uten Waerde. Deze Kerstine, de dochter van Willem van Oegstgeest, werd na de dood van haar vader niet met het erfgoed van Oegstgeest beleend, maar zij moest dat afstaan aan Dirck van Cuyck. Toen deze in 1339 kinderloos was gestorven, ging 'het goed van Oestgeest' alsnog naar

4

Mabelie Utenwaerde. (Kerstine en haar man waren inmiddels overleden.) In 1342 moest zij het echter toch afstaan aan Philips van Wassenaer.

Literatuur: WJ. van Varik, Inleiding in: Bijdragen tot de geschiedenis van Oegstgeest. Leiden, 1972.

G.D.M. Schwencke

Page 5: Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003 In memoriam

UIT HET ARCHIEF GELICHT In het archief van de gemeente Oegstgeest bevinden zich sinds begin februari van dit jaar nog meer archiefstukken dan voorheen die het bestuderen waard zijn. Enkele archieven die aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw aan het Rijk moesten worden afgestaan en die tot voor kort bij het Nationaal Archief (het voormalige Algemeen Rijksarchief) in Den Haag berustten, zijn weer terug bij de gemeente.

Het gaat om: De oud-rechterlijke archieven, 1577-1811 ; De doop-, trouw- en begraafboeken, 1626-1812; Het gaardersarchief, 1696-1805; Het weeskamerarchief, 1607-1835; De registers van eigendomsovergang, 1812-1832; Oe huwelijksbijlagen van de Burgerlijke Stand,1811-1842; Notarieel archief vóór 1843; Notarieel archief, 1906-1915. Deze archieven zijn na telefonische afspraak te raadplegen in het gemeentearchief.

Voor de rubriek "Uit het archief gelicht" heb ik ditmaal natuurlijk iets gekozen uit een van deze nieuwe archieven. Onderstaand verslag van een rechtzitting van de baljuw en de welgeboren mannen van 23 februari 1646 is te vinden in inventarisnummer 70 van het oud~rechterlijk archief.

Rechtdach gehouden bij Anthonij van Dortmont, bai!!iu, ende welge· booren [mannen[ tot Oestgeest op den XXlllen februarii 1646: Jan Verweij, gemachtigde van Dirck Jacobszoon aen de Quaeck, eyser, contra Jacob de Mondt, gedaechde,

Seggende de voornoemde eyser ende de Zegt de genoemde eiser dat waar is, waerheyt es sulcx dat den gedaechde dat de gedaagde het gewaagd heeft hem vervordert ende niet ontsien heeft om de eiser er drie of vier weken den voorseide eyser ontrent drie a vier geleden in aanwezigheid van enige weecken geleden in presentie van personen van te beschuldigen dat verscheyden luyden aen te seggen ende hij de ruiten van de gedaagde

5

heeft nae te geven dat hij des voorseiden gebroken, de deur heeft platgelopen gedaechdens glasen uytgesmeten, de deur en wel honderd bomen van de tuin op de vloer geloopen ende wel hondert van Alkemade (kasteel Oud-Poelgeest) boomen van het hoff van A1ckemade met zijn broer heeft gestolen; en (neffens sijn broeder) gestolen hadde; aangezien dit een forse belediging ende alsoo 'tselve sijn atroce injuriën is, die de genoemde eiser volledig die den voornoemde eyser ad animum es van de hand wijst, revocerende, zo concludeert de genoemde eiser soo concludeert den voorseide eyser dat geoordeeld zal worden dat hij dat hij verclaert sal werden door de gedaechde op grove wijze bij den gedaechde groffelijcken te is beledigd, en dat deze gedaagde wesen geïnjurieert, ende densetven ertoe veroordeeld zal worden de gedaechde gecondemneert d'voorseide genoemde beledigingen goed te injuriën te beteren, honorabelijcken maken, op eervolle wijze door te mits comparerende in de vier· verschijnen voor het gerecht alhier schare alhier, biddende de en door het gerecht en de eiser (als justitie ende den eyser (indien hij daar aanwezig wil zijn) te smeken hij daer present wil wesen) om vergiffenis, en op winstgevende om vergiffenisse, prouffijtelijcken wijze door aan de armen alhier mits betaelende aen den armen een som van honderd· vijftig gulden alhier, een somme van hondert te betalen, of zoveel meer of minder ende vijftich guldens ofte als de welgeboren mannen zullen sooveel min ofte meer als vinden dat behoordt. welgebooren mannen bevinden zullen te behooren.

Carla de Glopper-Zuijderland

Page 6: Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003 In memoriam

A-44

WIE WEET WAAR EN/OF WANNEER Deze drie onbewoonbaar verklaarde woningen (waarschijnlijk uit Oegstgeest) zijn gefotografeerd in 1934. Dat staat te lezen op het passe­partout rond deze foto. De volledige tekst in de rechter onderhoek op het passe-partout luidt Feb. '34 Leiden + onleesbare handtekening die begint met JJB ..... Achter het raam van het

DE "GROENE" RING Schema van de "groene" ring, overgeno­men uit het boekje Endegeest en Rhijn­geest, samengesteld door Wiebe Blauw en Klaas Krijgsheld dd. oktober 19a9.

j ,:. - '0. V[ van E ' gee

Rhijn gees

lendin bo.

.'

6

linkerhuis ziet u mensen staan. Aan het schuurtje zijn reclameborden opgehangen o.a. van Van Nelle gebroken thee en van Douwe Egberts. Uw reacties zijn zeer welkom bij de redactie: Laan van Alkemade 1 , 2341 LJ Oegstgeest tel. 071 /5153889.

In en rond Oegstgeest bevindt zich een "groene" ring van bijna aaneen­gesloten bosperceeltjes en parken, gevormd door de Leidse Hout, het bos van Oud Poelgeest, het Hofbrouckerpark, het bos van Wijckerslooth, het bos van Rhijngeest, het bos van Endegeest en het Hendrik Kraemerpark. Door deze ring ontstaat er een ecologische verbindings­structuur, die van groot belang is voor de diversiteit van planten en dieren in ons dorp. Het periodiek van de Vereniging Oud Oegstgeest wil in de komende nummers aandacht gaan schenken aan de geschiedenis van de schakels in deze groene keten. Na de Leidse Hout komt als tweede aan bod het bos van Oud Poel geest

Page 7: Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003 In memoriam

DE GESCHIEDENIS VAN HET "BOS VAN OUD POELGEEST" De oudste vermelding van bomen op het terrein van het huidige kasteel Oud Poelgeest is te vinden in het huis­archief van de familie Van Alkemade, in het midden van de zestiende eeuw. Binnen de poort van het 'huys van Alckemade in Oestgeest' bevond zich een grote eikenboom (1556), alsmede een 'wagenhuis' en een 'berchhuys' (1554), en tevens een put 'vooraan de brugge'(1560). Waarschijnlijk is tijdens het beleg van Leiden door hertog Jan van Beieren rond 1420, ten tijde van de Hoekse en Kabeljauwse Twisten, het kasteel (gedeeltelijk) afgebroken. Bijna een eeuw later, in een akte van 1644, waarmee Adam van Lachorst het landgoed met ruïne, woonhuizen en omliggende grond verkocht aan Constantin Sohier, vinden we meer gegevens over de beplanting rond de ruïne van Oud Poelgeest. In de tekst staat onder meer dat de woonstede is gelegen in 'de ambagte van Oestgeest omtrent de Stadt Leyden, en is beplant

Afb. 1 Oud Poelgeest op de kaart van Ry'n­land van Johannes Dou en R. van Broek­hoven, 1687, detail.

7

met quantiteit van IJpen, Essen, Unden, Abeelen, Wilgen ende eenige Nootebomen met een meenigte Eist gelegen in sijn vijvers ende cingels, groot vijf morgen en 286 roeden'. Het bijbehorende gebied bestond verder uit warmoesland (groenteakkers), geestgrond, en de hoflaan van 42 roeden. Achter het huis lag nog een elsakker van 69 voeten. Na 1661 werd het kasteel door Constantin Sohier, die inmiddels de erfelijke ridderschaptitel de Vermandois had verkregen, in "Italiaanse" stijl herbouwd. Het centraal gelegen huis met bijbehorende rechthoekige tuin is terug te vinden op de kaart van het Rhijnland van 1687 (afb. 1). De omringende aanplant, vaak met fruitbomen, lag naast het huis: achter het huis, op het Zuidoosten, lag de "parterre met broderie" (= vlak bloemperk afgezet met lage struikjes in geometrische patronen). Deze oriëntatie van de tuin gaf een fraai uitzicht op het stroomgebied van 'de Maren' . Het geheel was omringd door brede singels. In de loop van de achttiende eeuw zijn er een aantal architectonisch juiste tekeningen van het huis gemaakt, onder andere door Kloek in 1700 (afb. 2), J. Lamsvelt in 1712, Comelis Pronk in 1729, A. Rademaker in 1732 en A. de Haan in 1738. Toen Herman Boerhaave (1668-1738) de leegstaande buitenplaats in 1724 kocht van de kleindochter van de

Afb. 2 Oud Poe/geest na de herbouw in de zeventiende eeuw, getekend door Kloek, ca. 1700.

Page 8: Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003 In memoriam

bouwheer Oonkvrouwe Adriana Constantia Sohier de Vermandois), had hij vooral belangstelling voor de tuin, met name om er bomen te gaan kweken die hij niet kwijt kon in de Hortus botanicus van de Leidse Universiteit. Boerhaave was, behalve medicus, immers ook hoogleraar in de botanie en hortulanus. Als hoogleraar in de medicijnen voerde hij een uitgebreide correspondentie, onder andere over het verzamelen van planten, met verschillende hooggeplaatste artsen die bij hem hadden gestudeerd. Aan één van hen, Jean Baptiste Bassand, lijfarts van keizerin Maria Theresia in Wenen, schreef Boerhaave dat hij in zijn tuin allerhande bomen, heesters, struiken, schermbloemigen en bolgewassen wilde laten groeien. Van iedere plant wilde hij twee exemplaren hebben, bij voorkeur kleine stekken, omdat die'des te gelukkiger gaan groeien'. Hij wilde het 'liefst goede zaden, goed gerijpt aan een groenende tak, van een boom geschut en gedroogd aan de lucht in de schaduwen de wind'. In zijn tuin stonden verschillende soorten groenblijvende struiken, gesnoeid in haagvorm, zoals dennen, sparren, zevenbomen (Juniperus sabini) ,

Afb. 3 Gedeelte uit de prekadastrale kaart uit 7818. Oud Poelgeest.

8

hulststruiken en taxussen. Ook correspondeerde hij met Bassand over zijn Alpenrosmarijn (Ledum alpinum), dat hij na twee jaar zorgvuldig opkweken in bloei had gekregen, maar jammer genoeg was dood gegaan, ondanks dat hij het had gepoot op een heuveltje, temidden van andere uit Oostenrijk afkomstige planten. In andere brieven schreef Boerhaave over de in bloei gebrachte mediterrane Pokhoutboom, een dwergamandel, een uit zaad opgekweekte vijfbladige pijnboom (den), en een Terpentijnboom (Terebint). Tevens stond er in zijn tuin een 'Boheemse' linde met grote bladen. In zijn laatste brief uit 1736 prees hij Bassand voor zijn enorme bijdrage aan de tuin. In de "Heden­daagse Historie of tegenwoordige Staat van alle Volkeren" (1746) staat bij Oud Poel geest geschreven dat dit slot staat in een tuin van 8 morgen groot, 'die door zijn laatste bezitter (Boerhaave) met een grote menigte van uitlandse Boomen en vreemde Gewassen en Planten is versierd geworden'. Behalve deze exotische bomen stonden er in de tuin van Oud Poelgeest ook inheemse bomen. In zijn correspondentie met de Schout van Oegstgeest, uit 1729, schreef hij dat hij 250 stuks 'swaare willege boomen en het elsenhout' zou gaan verkopen. In 1761 werd de boerderij "MeIkers­Rust" , gelegen op de hoek van de Kwaaklaan en de WarmondefWeg (thans Laan van Oud Poelgeest), gekocht door de dochter van Boerhaave, waardoor het gehele gebied tussen de Kwaaklaan, de Mare, de Maredijk en de WarmondefWeg in één hand kwam. Niet alleen het kasteel, maar ook de tuinaanleg van Oud Poelgeest werd veranderd toen het in 1774 in handen kwam van Helenus Willem baron van Leyden, echtgenoot van Sybilla Maria de Thoms-Boerhaave, kleindochter van Boerhaave. In 1781 werd voor graaf­en grondwerk een bestek met condities opgemaakt door Teunis van Eyck uit Pijnacker. Behalve het uitdiepen van de omringende grachten, werden ook de singels aan de zijkanten

Page 9: Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003 In memoriam

van de parterretuin uitgediept. De baggerspecie kon worden gestort op de parterretuin en in de oude vijvers. De twee wateringen bij de stallen werden gedempt. De overige baggerspecie kon worden gebruikt om de vijver rond de Tulpenboom te dempen. Tot nu toe was nog niet vermeld dat er op een eilandje in een vijver een Tulpenboom (Uriodendron tulipifera) stond (zie kader) . Door het dempen van het noordwest gedeelte van de singel rond de tuin kon de tuin worden vergroot, zoals te zien is op de kadastrale minuutkaart van Oegstgeest van 1818, dus uit de Franse tijd (afb. 3). De toegangsweg werd verlegd naar de ingang van de boerderij "MeIkers­Rust" op de hoek met de Kwaaklaan, en liep met een boog naar het grote huis (zie de dubbele stippellijn). De oude toegangsweg verdween. Vanaf 1814 is baron van Rhemen door vererving de nieuwe eigenaar. Hij liet de poorttorens uit 1560 en de stenen toegangsbrug afbreken. Ook liet hij het noordelijk deel van de omringende gracht dempen, evenals één van de twee sloten vanaf de parterretuin. Door het dempen van deze verschillende wateringen was er voldoende ruimte ontstaan om een landschapstuin aan te laten leggen. Door deze nazaten van Boerhaave werd in 1835 Oud Poelgeest verkocht, omdat zij zelf in Gelderland woonden. In de verkoopakte staat onder meer een mededeling over de door Boerhaave geplante Tulpenboom en Gouden­regenboom, die 'des verkiezende' gerooid mogen worden op kosten van de verkopers. De volgende eigenaar, Mr. L.C. Luzac, wilde blijkbaar de Tulpenboom toch graag behouden, want hij liet de boom bekleden met geteerd zeildoek ter bescherming tegen verdere "inkankering". In de boomgaard stonden onder andere 'heerlijke vijgperen en mooye Poire Madame'. Daarentegen was het "hout" (de bomen) 'over het algemeen maar zo zo', en van een 'laan met IJpebomen was er geen enkelde goed'. 'De geelgeveride tuinkoepel aan de Vliet'

9

Afb. 4 De (nog steeds bestaande) beukenlaan met enkele eiken in het NO van het park (nr. 9 op afb. 5).

stond op instorten. Luzac heeft in 1837 een platte grond van de tuin laten maken door landmeter W.I. van Campen. De aanleiding hiervoor was vermoedelijk de grote overstroming rond eind 1836, waarbij ook Oud Poelgeest onder water kwam te staan. Op deze kaart zijn de kronkelende paden in de landschapstuin, die waarschijnlijk was aangelegd door de bekende tuinarchitect J.D. Zacher (1763-1817) terug te vinden. De put uit 1550 staat er op aangegeven, evenals de rechthoekige vijver aan de zuidzijde, en de Tulpenboom. Dit padenplan is tot op heden ongeveer hetzelfde gebleven (zie afb. 5). In 1850 kwam Oud Poelgeest in handen van Jhr. Mr.Daniel Theodoor Gevers van Endegeest, die er overigens zelf niet ging wonen. Hij verhuurde de 'Plaats' voor twee jaar aan Mr. Gerrit Willink, in 1854. In het huurcontract is er een vermelding van een 'schulpplein' vóór het huis. Willink kocht Oud Poelgeest in 1856. Uit het kasboek van "de Hofstede" van Oud Poelgeest, dat Willink gedurende ongeveer tien jaar heeft bijgehouden, komt onder meer naar voren dat hij geregeld bomen liet rooien; in 1857 meer dan 65 stuks, en in 1858 langs de Trekvaart 17 populieren. Hij hield 'faizanten', die met beschuit en ossenlongen werden gevoerd. Verder kocht hij schapen: 24 Texelse en 2

Page 10: Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003 In memoriam

Groningse zwarte ooitjes. In 1865 werden 50 wilde rozenstammen aangeschaft. Hoewel de opvolgende eigenaar, Willinks schoonzoon, neef Jacob Hendrik Willink, niet dezelfde belang­stelling had voor de geschiedenis van Oud Poel geest als zijn schoonvader" heeft hij wel een aardig wit tuinhuisje in neoclassicistische stijl laten zetten, aan de Trekvaart temidden van grote rododendronpartijen, evenals een alpenhut je "Alpenfreude" genaamd, dat als speelhuisje voor zijn twee dochters diende. Uit oude foto's is op te maken dat rond het "schulpplein" lage buxus­struikjes stonden die de naam "Oud Poelgeest" vormden, en dat er langs de oever van de gracht in het gras bolvormige perken waren uitgespaard in de vorm van bloembladen, waarin rozenstruiken en andere laagblijvende planten op kleur waren geplant. Ter gelegenheid van het huwelijk van de oudste dochter zijn foto's gemaakt, waarop een gedeelte van de tuinaanleg is te zien. Daaruit blijkt dat van de oude formele aanleg uit de zeventiende eeuw alleen een beukenlaan in het noordoostelijk deel van het bos is overgebleven. (Deze laan bestaat nog steeds, zie afbA) Het grootste gedeelte van het terrein is in de loop van de achttiende en het begin van de negentiende eeuw veranderd in het landschapspark zoals het er heden ten dage nog uitziet. In 1939 schrijft de laatste eigenaresse Mej. Arnoldine Leonie Willink, die zelf verbleef op het Huis te Bennebroek, dat zij tegen haar zin op Oud Poelgeest huisvesting moet verlenen aan militairen, die bovendien sleuven groeven (voor de aanleg van waterleiding en elektriciteit) vlak langs de eeuwenoude beuken ' in plaats van midden op de toegangslaan ' . Na de uiteindelijke verkoop van Oud Poelgeest aan de gemeente Oegstgeest, in 1940, is het huis gebruikt door de Duitsers, vervolgens na de oorlog door Canadezen. Daarna volgde een periode van verwaarlozing, zowel van het huis als van de tuin. Oe boerderij werd aanvankelijk verpacht ,

10

-Afb. 5 Plattegrond van de buitenplaats Oud Poelgeest in de jaren 1959-1964. Het padenplan vertoont veel gellj"kenis met dat op de kaart van WI. van Campen uit 1837.

en later is de grond verkocht; de boerderij werd afgebroken, om plaats te maken voor een villawijkje (Poelgeesterweg). In opdracht van de gemeente Oegstgeest heeft gemeentewerken in de jaren 1959-1964 een plattegrond van het park laten maken. (afb. 5) Na de restauratie van het kasteel en park in de jaren 1986-1989 heeft de gemeente Oegstgeest het huis met bijbehorend koetshuis en bijgebouwde accommodaties in honderdjarig erfpacht gegeven aan de Stichting Beheer en Exploitatie Oud Poelgeest, die het kasteel exploiteert als congreshotel. Het bos wordt sinds 1993 beheerd door de Stichting Het Zuid-Hollands Landschap. In een recent artikel in het Jaarboek 2001-2002 van de Kastelenstichting Holland en Zeeland geeft de botanicus Jaap Mennema een uitgebreid overzicht van het bijzonder grote aantal stinzenplanten, die in het voorjaar op het landgoed Oud Poelgeest bloeien. Een aantal daarvan hebben een natuurlijk verspreidinggebied dat ver buiten Nederland ligt, zoals het Sneeuwklokje, de Bonte krokus, de Winteraconiet, de Sterhyacint en de

Page 11: Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003 In memoriam

Holwortel. Zou het kunnen zijn dat het de nazaten van de bolletjes en knolletjes zijn, die ooit door Boerhaave zijn geplant, waardoor het "Bos van Oud Poelgeest" speciaal in het voorjaar er zo prachtig bij ligt?

Brigitte Rink·Ensink

Bronnen: Deel XVI, vervolgende de Beschrijvinge der Verenigde Nederlanden, en wel in 't byzonder van Holland, zesde deel. Amsterdam by lsaak Tirion in de Kalver· straat, hel negende Huys van de Dam, in Hugo Grotius. 1746, p. 412. Gemeentearchief Leiden; Familiearchief Siegenbeek/Heukelom G 3 E 39 SlZ. 508.

511,512,514,549. • Gemeentearchief Oegstgeest, archief

Oud Poelgeest; Diverse stukken 11, biljet van verkooping, gevoegd bij de acte van Herman Boerhaavevan 14 jun 1729, no. 71.

· Kastelenstichting Holland en Zeeland; Jaarboek 2001·2002: Kastelen en buitenplaatsen in en rond Leiden.

· Prof. Dr. GA Undeboom: Boerhaave's brieven aan Bassand. De Erven, 1957.

· R.D.M.Z .. foto no. 154.535. okt. 69. Tekening in US collectie Bodel Nijenhuis.

- Transporten SXIV 32 , Oegstgeest, 12 sept. 1761, fol. 109.

- Universiteitsbibliotheek Leiden, Collectie Bodel Nijenhuis, inv. nr. P.310-N.37 l.C. Wendel afm. 300x445 mmo

In 1817 werd het bijna honderdjarig (?) bestaan van de Tulpen boom (Uriodendron tulipifera) gevierd met een gedicht dat jarenlang op een bord aan de boom was bevestigd.

Dit Pronkstuk der Natuur. dees v,.ydvermaarde Tulp Is door Boerhavens Telg dees Heuvel toegeweezen, Door kanst en zorg behoed, zinls meer dan dertig jaar Word zyne schoonheid steeds door 'I Nageslagl gepreezen Zyn fiere kruin en vlugt, weleer nog onbeperkt Kon ondanks woeste Orkanen een Eeuw nu byna tieren Hy zal hoe zeer verzwakt zo lang zyn stam nog leeft Boerhavens naam ter eer dit Landverblyf vercieren. den 1 Mey 1817.

Van de boom zijn twee tekeningen gemaakt: één door J.C. Wendel in 1855; de andere door L. Springer in 1857. De boom bestond toen nog uit twee flinke stammen die met ijzeren stangen bij elkaar werden gehouden. Van de oude boom resteren thans slechts enkele jonge stammetjes, verscholen in het bos. Het herinneringsbord bevindt zich nu in de hal van het congreshotel.

v

Boerhaave's tulpenboom in 1855,:t: lOm hoog. Tekening van J. C. Wendel.

11

Boerhaave's tulpenboom in 1998. :t: 3.5 m hoog.

Page 12: Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003 In memoriam

UIT HET FOTOALBUM VAN ..... . . Het Marine Elektronisch en Optisch Bedrijf te Oegstgeest. Een luchtfoto uit 1995 van het terrein aan de Haarlemmerstraatweg 7 te Oegstgeest. (Foto AVDKM)

Niet zichtbaar op de luchtfoto zijn de kantine en de kombuis/petit restaurant aan de overzijde van het hooldlerrein. respectievelijk de gebouwen L en M, Bij Defensie kregen de gebouwen voorheen een letter als benaming. Na de verhuizing in 1989 van het MEOB Wassenaar, voorheen Verificatie van de Rijkszee- en Luchtvaartinstrumenten, naar Oegstgeest kregen de meeste gebouwen de naam van een natuurkundige. De nieuwe gebouwen Huygens en Galvani gebouwd in 1989 kregen direct de nieuwe naam. De onderstaande gebouwen kregen na renovatie de volgende benaming: Gebouw H (1951) werd OHM · Gebouw AB (1956) werd HERTZ · Gebouw AF (1972) werd COULOMB · Gebouw AC (1958) werd PASCAL. voorheen het LEOK, verbouwd in 1985 · Gebouw AM (1985) bleef het ETMAG (Marir.emagazijn). De renovatie vond plaats na 1990. waarbij zeer grote investeringen zijn gedaan. Alle andere gebouwen bleven de letters voeren. Gebouw T. iets zichtbaar op de foto, is het oude wachtgebouw bij de ingang zuid (voorheen de hoofdingang). De gebouwen J, K, l, M. N, 0, Pen C, Een F zijn de gebouwen (magazijnen) waarvoor in november 1939 een bouwvergunning is verleend. Deze boerderijachtige gebouwen waren gereed in 1940 vlak voor het uitbf"eken van de tweede wereldoorlog.

12

Page 13: Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003 In memoriam

HISTORIE VAN DE MARINE IN OEGSTGEEST De rijke historie van het Marine Elektronisch en Optisch Bedrijf, in Oegstgeest; deel 1.

Hoe het begon Waarom werd een Marine bedrijf, zo ver van de vloot gehuisvest in de Morsebelpolder in Oegstgeest? Voor het beantwoorden van deze vraag moeten we teruggaan in de geschiedenis. In de tweede helft van de dertiger jaren ontstonden in Europa hevige internationale spanningen, voornamelijk veroorzaakt door Duitsland. De expansiedrift van Hitler's nazi-regering in dat land veroorzaakte een toenemende oorlogsdreiging tussen de verschillende staten. Deze dreiging bereikte een hoogtepunt toen Duitsland in 1938 de republiek Oostenrijk annexeerde en daarna nog meer territoriale eisen ging stellen. Het gevolg hiervan was dat veel Europese landen hun bewapening drastisch gingen opvoeren en hun krijgsmacht mobiliseerden. De Nederlandse regering voerde bij deze conflicten een strikte neutraliteitspolitiek. Maar om onze neutraliteit te handhaven en om het land te kunnen verdedigen bij een eventuele vijandelijke aanval, moest nu de in de jaren twintig om bezuinigings­redenen sterk verwaarloosde en daarom verzwakte defensie, in korte tijd op voldoende sterkte gebracht worden. Dit resulteerde voor de Koninklijke Marine in onder meer de kiellegging van een tweetal kruisers in 1939. Eerst na de bevrijding werden deze schepen voltooid en in 1953 werden ze als Hr. Ms. de Ruyter en Hr. Ms. De Zeven Provinciën in de vaart genomen. Ook voor de versterking van de Koninklijke Landmacht werd een groot aantal maatregelen getroffen. Hiertoe behoorde o.a. de aanleg en bouw van een aantal complexen van munitiema­gazijnen in verscheidene plaatsen van ons land. Eén zo'n munitiemaga­zijnencomplex werd in 1939 door de Genie te Oegstgeest gebouwd en wel aan de Haarlemmerstraatweg, aan

13

weerszijden van deze weg. Dit complex was toen verdeeld over drie terreinen. Het terrein westelijk van de Haarlemmerstraatweg gekocht van mevr. S.Gevers, een smal terrein oostelijk van de Haarlemmerstraatweg gekocht van J.A. van Eijk Bijleveld, en het terrein Noord waar zich thans de hoofdingang bevindt, gekocht van H.D.M. Knol. Ter camouflage van het werkelijke doel van het complex kregen de lage gebouwtjes een boerderijachtig aanzien. Het landelijk effect hiervan werd nog verstrekt doordat ze, wegens mogelijk explosiegevaar, her en der over het terrein verspreid lagen. Zelfs de toegangspoort bestond uit een eenvoudig houten landhek.

De bezetting De gebouwen waren, op het afschilderen na, voltooid en de oplevering zou weldra plaatsvinden, toen op 10 mei 1940 Duitse troepen ons land binnenvielen en het overweldigden. In de vijf dagen durende strijd liep het complex geen schade door oorlogshandelingen op. Wel werd in de nabije omgeving een bus met Nederlandse militairen door een Duitse vliegtuigbom getroffen, waarbij de voornamelijk uit Friesland afkomstige inzittenden omkwamen. Ter herinnering aan deze gebeurtenis heeft in een weiland, aan de andere zijde van de rijksweg, nog vele jaren een monument gestaan. Het munitiemagazij­nencomplex heeft echter als zodanig nooit dienst gedaan. Na de capitulatie van onze krijgsmacht werd met de ontbinding van de Koninklijke Landmacht ook de Genie opgeheven en kwam het gloednieuwe complex in handen van de bezettende macht. Deze gebruikte het voor diverse doeleinden zoals kazernering en werkplaatsen. De gebouwen werden hiervoor aangepast (er was geen water, toilet of verwarming in) en er werd een

Page 14: Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003 In memoriam

aantal houten barakken bijgeplaatst. Behalve een schietbaan werd er ook nog een aantal schuilkelders tegen luchtaanvallen gebouwd. Omstreeks 1942 werd door de "Organisation Todt", een Duitse semi~overheidsorganisatie die o.a. bouwwerken voor de Wehrrnacht uitvoerde, op het terrein dat grensde aan de zuidzijde van het bestaande complex een groot gebouw opgetrokken. Dit gebouw was bestemd voor het "Marine Artillerie Zeug Amt" en diende om het kustgeschut van de Duitse Kriegsmarine te herstellen. Op een echt "Deutsch gründliche" wijze werd een zwaar en stevig gebouw met dikke muren opgetrokken. (Afb. 1). De architectuur, afmetingen en afwerking hiervan weken sterk af van de reeds bestaande gebouwen. Het kreeg een nogal monumentaal ogende voorgevel met zuilen aan weerszijden van de hoofdingang. Boven deze toegang, waarin een grote kanteldeur de portiek afsloot, werd in het midden van de gevel een grote zandstenen gevelsteen aangebracht, waarin een embleem was gehouwen. Dit embleem bestond uit twee kruislings geplaatste lopen van scheepskanonnen met daaroverheen een tandrad (Afb. 2). Het gebouw was, ondanks zijn indrukwek~ kende voorgevel, in feite een grote werkhal. Rails in de vloer en loopkatten in de hal dienden om de zware stukken

Afb. 1 Het hoofdgebouw, gebouw A met vakwerkmasten in 1978

14

geschut te verplaatsen. Het had echter aan de voorkant een hoger deel met enkele verdiepingen, waarin slaapzalen, een groot waslokaal met douches en enige administratie~ en magazijnruimten waren ondergebracht. De waslokalen en douches in gebouw A, werden de eerste jaren na de oorlog gebruikt om het personeel in de gelegenheid te stellen eens per week, op vrijdag en zaterdag, het "onfrisse" lichaam te wassen. Na de voltooiing van gebouw A werd het terrein met dat van het bestaande complex samengevoegd zodat het een geheel werd. Hiertoe moesten C. of T. Huisman, 108 are weiland, Joh. v. Klaveren 76 are weiland, H.D.M. Knol 97 are weiland, J.A van Eijk Bijleveld 73 are bos en mevr. S. Gevers 69 are weiland afstaan.

Bevrijding Nadat ons land op 5 mei 1945 bevrijd was ontstond er een geschil tussen de Koninklijke Landmacht en de Koninklijke Marine over de vraag wie het complex zou gaan gebruiken. De Commandant der Zeemacht zetelde destijds in het flatgebouw "Dennehove" in Den Haag. Voor verbindingen met de schepen had men zenders nodig, die vanuit Den Haag bediend ofwel gesleuteld moesten worden. Voor zenders was in Oegstgeest een bruikbaar gebouw: het reeds genoemde hoofdgebouwen voor de antennes (masten met antenne~

draden) was voldoende grond in de polder rondom het gebouwencomplex beschikbaar; de afstand Den Haag Oegstgeest was zodanig, dat de sleutellijnen voor de bediening van de zenders een ~ technisch gezien ~

comfortabele lengte hadden. De Marine vond, omdat in bezettingstijd de Kriegsmarine in het complex in Oegstgeest had gezeten, dat het complex nu aan haar toekwam. De Landmacht was echter van mening dat het oorspronkelijk voor haar gebouwd was en dus rechtens aan haar toebe~ hoorde. De Marine maakte aan het geschil al snel een einde door het complex eenvoudig te kraken.

Page 15: Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003 In memoriam

Bij een plaatselijke drukkerij werd een aantal raambiljetten besteld, waarop in het Nederlands en in het Engels stond vermeld, dat het complex door de Koninklijke Marine gevorderd was. Deze biljetten werden veNolgens op atle gebouwen van het complex geplakt.

Marine Radiodienst De Koninklijke Marine werd zo de gebruiker van het complex en bestemde het voor huisvesting van de Marine Radiodienst . De Marine Radiodienst was sinds haar oprichting in 1904 gevestigd geweest op het Marine-etablissement te Amsterdam. Het was dan ook niet vreemd dat een viertal matrozen het consigne kreeg zoveel mogelijk radio- en radarappa­ratuur, die nog op schepen en in bunkers aanwezig was, naar Oegstgeest te transporteren. Het viertal had uiteraard geen vervoer, maar dat probleem werd opgelost met het vorderen van een OKW-tje. Hiermee werd naar Oegstgeest gereden, afslag Vinkeweg. In de voonnalige gebouwen van de Duitse Kriegsmarine trof men een enonne rommel aan. Het eerste wat gedaan moest worden, was schoonmaken. Schoonmakers waren snel gevonden. 's Morgens werden zo'n 20 NSB-ers gehaald uit de gevangenis in Scheveningen. Gewapend met scheppen en bezems werd de rommel te lijf gegaan. Eerst waren de twee kleine gebouwtjes naast de latere kantine aan de beurt. Toen deze schoon waren werd één ervan gebruikt als dagverblijf. Bij de familie de Ruiter werd koffie gedronken. 's Avonds werden de gevangenen weer afgeleverd in Scheveningen. Toen de gebouwen westelijk van de Haarlemmerstraatweg een schoonmaakbeurt hadden gehad, werden de gebouwen op het hoofd­terrein onder handen genomen. Enkele bleken als paardenstal gebruikt te zijn. Inmiddels kreeg men hulp van steeds meer marine collega's. Deze kwamen van Hr. Ms. Tromp die inmiddels in Amsterdam was aangekomen. Toen alles brandschoon was, kon op zondag

15

24 juni 1945, 14 uur 40 min. op de Marine Radiodienst te Oegstgeest officieel de Nederlandse driekleur worden gehesen. Na deze plechtigheid werd door het aanwezige personeel , de sergeant­monteur H. G. v.d. Broek, de monteursmaats J. Vos en W. H. J . van Ockenburg, de monteur 2 G. Graas en een 12-tal N.S.B.-ers een driewerf Hoera uitgeroepen voor "Hare Majesteit de Koningin en voor de wederopbouw van het Vaderland". Aldus een bekendmaking uit 1945.

Oegstgeest Marine zend-ontvang­station Begin 1946 was in het hoofdgebouw de zendhal gereed gekomen in de ruimte links van de hoofdingang. In de zendhaJ stond een Gollins-zender die men met een telefoonschijf op een andere frequentie kon instellen. Verder een in beslag genomen Duitse Lorentz­zender. Aan Nederlands materieel kwam men enkele NSF-zenders tegen en bovendien beschikte men over enkele Amerikaanse TBL.:s. Buiten bevonden zich vier vakwerkmasten (zie Afb. 1 ). Aan deze masten hingen de grote ruitantennes voor verbindingen met Oost en West. Later is het zendstation verplaatst naar Ouddorp op het eiland Goeree-Overflakkee. In de polder, vlak bij Haaswijk, stonden vier houten palen waaraan de ontvangantennes waren bevestigd. Verder een nissenhut voor de dienstdoende telegrafist. Dit ontvang­station is in latere jaren verhuisd naar Noordwijkerhout. Oude gegevens vermelden dat er vanuit Oegstgeest zelfs verbinding werd gemaakt met het toenmalige Nederlands-Oost-Indië. Oe vakwerkmast die daarna nog vele jaren op die plek heeft gestaan, dateerde uit een latere periode; die reeft gediend als collimatietoren voor het LEO.

Het embleem Bij de Marine Radiodienst vond men het grote gebeeldhouwde embleem in de voorgevel van het hoofdgebouw te Duits en niet passend bij het nieuwe

Page 16: Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003 In memoriam

gebruik, want er werd een prijsvraag uitgeschreven voor het ontwerpen van een nieuw embleem. Ofschoon uit de inzendingen een fraai ontwerp werd bekroond, werd het - vermoedelijk vanwege de hoge kosten - niet uitgevoerd. Wel werd het oude embleem uitgebroken en vervangen door een zgn. "hanekam" , een metselwerk van bakstenen.

Afb. 2 Het gebeeldhouwde embleem in een bakstenen vijfhoek

De organisatie De vooroorlogse gebruiker - in het algemeen het dienstvak telegrafist -repareerde, installeerde en ontwierp soms zelf zijn materiaal. Hij had een diepgaande technische kennis, naast zijn bekwaamheden in het gebruik van de apparatuur. Bij de naoorlogse Marine was men van mening, dat gebruikerstaken en tech­nische taken gesplitst moesten worden. Bij beschikking van de Minister van Marine d .d. 27 juli 1946 werden daarom ingesteld: a: de Verbindingsdienst, b: de Elektronische dienst, ressorterend onder de Hoofdafdeling Materieel en belast met het aanschaffen en technisch beheer in algemene zin van het elektronisch materieel. Bij die Hoofdafdeling Materieel was het bureau Elektrotechniek belast met elektronicamarkten. Oe Marine Radiodienst te Oegstgeest ressorteerde dan ook onder het bovengenoemde bureau elektro-techniek van het Departement van Marine. De organisatie van de dienst zelf was zuiver

16

militair: in het hoofdgebouw waren slaap- en douchezalen; aan de NW-zijde van de Haarlemmerstraatweg bevond zich een aantal typisch-Duitse barakken (ze staan er nog!). Daarin waren gevestigd de "Gouden Bal" (onderofficiersverblijf), het korporaals­en manschappenverblijf en het bedrijfs­restaurant (voor burgers). Later werd er ook een longroom (officiersverblijf) ingericht. Dikwijls werd er rond de vlaggenmast parade gehouden, ook voor burgers, bijvoorbeeld bij de jaarlijkse herdenking van de slag in de Javazee, en bij een commando-overdracht. De Marine Radiodienst bezat een beproevingsafdeling. Deze stond onder leiding van Prof. Jhr. Ir. J.L.W.C. Von Weiler. Deze was gehuisvest op de tweede verdieping van het hoofd­gebouw. Op 21 maart 1950 werd deze afdeling zelfstandig onder de naam Laboratorium Elektronische Ontwikkelingen der Koninklijke Marine (LEO).

Bewaking In 1948 werd de houten toegangspoort vervangen door een ijzeren hek (afb. 3). Tegelijkertijd kwam er een gebouwtje voor het Marine Bewakingskorps gereed. Tot 1988, het jaar waarin de huidige ingang in gebruik werd genomen, heeft deze poort haar functie als toegangspoort vervuld.

(wordt vervolgd)

K. Meijer (tekst) en M.J.N. Dofferhot

Afb. 3 Toegangspoort 1955

Page 17: Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003 In memoriam

KAREL V IN OEGSTGEEST

In het jaar 1537, aldus de overtevering, heeft keizer Karel V Oegstgeest aangedaan, getuige een tekst in het boek "Van Eems tot Schelde": "Hoewel in den tijd van Keizer Karel V de macht der abdij reeds verminderde en het gezag der abdissen meer schijn was geworden, toonde toch ook deze vorst nog allen uiterlijken eerbied voor de hooge vrouwe. Toen de Keizer in 1537 van Haarlem naar Den Haag reed, werd hij, volgens een oud verthaal, te Oegstgeest door de abdis Maria van Tautenberg aan het hoofd harer geestelijke dochters opgewacht. Zoodra de vorst haar zag, steeg hij uit den wagen, ging de geestelijke vrouwe tegemoet, viel op zinn knieën ter aarde en noemde haar 'mijn gebiedende vrouwe van Rhijnsburg', waarna de abdis hem ophief, onder de toejuiching der aanschouwers. Potgieter (1808-1875) laat de gebeurtenis door een ooggetuige aldus verhalen:

Heil d 'Abdisse! 'k Ben te Oegstgeest, Toen de Keizer kwam van '[ feest, Bij' d'ontmoeting ben 'k geweest Van die machtigen der aarde! Uit een wolk van stof verscheen Hij - zijn hofstoet om hem heen, Paadjes, Eedlen, Ridders - Neen! Ik zag hem slechts, en nog één,

Zij te paarde.

Buigend trad hij haar te moet Van zijn wagen; - bil zijn groet Wuifde langs haar kleinen voet Oe ee/e, hagelwitte veder. En de wereldheerschappij Boog zich voor de kloosterpij 'Mlln gebiende vrouw! ' sprak hij, Knielend op de slinke; zij

Bukte nedet:

17

'Rijs toch, Heer!' Hij rees niet op; Maar om 's kleppers trotsehen kop Langs den gouden zadelknop Zwierden reeds de zijden toomen; 'Rijs!' herhaalde ze, en haar hand Hief den Keizer uit het zand. 'Leev ' de Abdis!' van allen kant Galmde 't weer, daar 't volk van 't land

Toe kwam stroomen.

'Leve Karel! ' en haar paard, Zulks een meesteresse waard, Strekte ootmoedig zich ter aard; Zij zonk neder in den zadel; 'Steigerde op en brieschde luid. "

Bron: Van Eems tot Schelde, Wandelingen door oud en nieuw Nederland, met kaartjes, gekleurde en ongekleurde platen en gravures. Deel!. Holland langs de duinen. Geschreven door Dr. H. Blink. Uitgegeven bij Van Holkema & Warendorf, Amsterdam , 1902; pag. 155 en 156.

Page 18: Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003 In memoriam

GESCHILDERD IN OEGSTGEEST In deze rubriek aandacht voor kunstenaars die in Oegstgeest hebben gewoond of gewerkt. Deze keer kijken we naar een bijzonder schilderij dat door Jan Toorop werd gemaakt.

Afb.1 Zelfportret. 1903, zwart krijt, Dor­drechts Museum

Opleiding Jan Toorop (afbeelding 1) werd in 1858 geboren in Poerworedjo op Java, waar zijn vader een administratieve functie had. Vader Toorop was Nederlander, moeder half Indonesisch, half Chinees. In 1863 verhuisde het gezin naar het eiland Banka. Toen Jan negen jaar was werd hij naar Batavia gestuurd om er naar school te gaan. In 1872 moest hij naar Nederland om een middelbare school te volgen. Zijn oudere broer Charles was hem al voor gegaan. Jan woonde korte tijd in Leiden en in Den Haag. Het leren ging hem niet gemakkelijk af; hij was nogal dromerig van aard en tekende liever. Hij kreeg toestemming van zijn vader om naar de Polytechnische school in Delft le gaan. In 1880 werd hij loegelaten tot de Rijksacademie in Amsterdam. Hier raakte Jan Toorop bevriend met Jan Veth, Willem Witsen en Antoon der Kinderen. Met de laatste ging hij naar Brussel, in die jaren een belangrijk

18

kunstcentrum, waar zij lessen aan de academie volgden.

Les Vingt Toorop vond in Brussel aansluiting bij een groep jonge kunstenaars die zich Les Vingt noemde. Deze groep, waartoe onder anderen James Ensor behoorde, organiseerde internationale tentoonstellingen van moderne kunst. Hier zag Toorop het werk van onder anderen Van Gogh, Gauguin, Cézanne en Seurat. Georges Seurat werd samen met Paul Signac gezien als de stichter van het Pointillisme. Deze stroming in de schilderkunst zet het streven van het Impressionisme naar weergave van licht en atmosfeer voort en wordt ook wel Neo-impressionisme of Luminisme genoemd. De verf wordt in stippen (vandaar 'point') of strepen op het doek aangebracht. Van een bepaalde afstand gezien versmelten de veristippen met elkaar en krijgen een grotere intensiteit en schittering. Deze schildertechniek begon zich vanaf 1883 te ontwikkelen. Toorop was de eerste Nederlandse schilder die in deze techniek werkte.

Oegstgeest 'Bloembollenvelden bij Oegstgeest', dat ook wel bekend is onder de namen 'Novembermiddag' of 'Wilgen ' , is in de pointillistische stijl geschilderd (afbeelding 2). Op de voorgrond van het schilderij zien we een paar knotwilgen, die bijna kaal zijn, slechts een enkel goudgeel herfstblad is overgebleven. Door de lijnen wordt onze blik getrokken naar de achtergrond, waar we het silhouet van de 'Groene Kerk' zien. Wie goed kijkt ziet tussen de takken van de knotwilgen een man met een bollenmand. Voor het huis, rechts, hangt de was te drogen. Een vrouw is bezig in de moestuin. De kleuren zijn overwegend groen, oranjegeel en

Page 19: Vereniging Oud Oegstgeest presenteertVOOp)_2003...Vereniging Oud Oegstgeest presenteert: HALFJAARLIJKS PERIODIEK VAN DE VERENIGING OUD OEGSTGEEST 15e JAARGANG No. 1 MAART 2003 In memoriam

paars. In tegenstelling tot Seurat en Signac werkte Toorop niet direct op het doek. Hij zette het schilderij, zoals hij het in gedachten had, uit op het canvas, vóór hij met olieverf de stippen aanbracht. Op het originele schilderij is dit nog steeds zichtbaar. Hoewel in de rechterbovenhoek van het schilderij het jaartal 1885 staat, is het werk waarschijnlijk eind jaren tachtig geschilderd. Toorop dateerde zijn werk soms achteraf en was hierin niet bijzonder nauwkeurig.

Katwijk In 1885 leerde Jan Toorop de Engelse Annie Hall kennen. Zij trouwden een jaar later en vestigden zich in Den Haag. In de jaren die volgden reisde het echtpaar veel naar Brussel en Engeland. In 1890 gingen Jan en Annie in Katwijk aan Zee wonen, waar een jaar later hun dochter Charley werd geboren. Zij zou later in haar vaders voetsporen treden en naam maken als kunstschilder. Het gezin verhuisde nog menigmaal, onder andere naar Den Haag, Amsterdam, Nijmegen en Domburg, waar twintig jaar lang de zomers worden doorgebracht. Jan Toorop overlijdt in 1928 in Den Haag. Jan Toorop heeft een veelzijdig oeuvre nagelaten. Hij heeft in verschillende stijlen en

technieken gewerkt, soms na elkaar, soms tegelijkertijd. Van 1889 tot 1894 was zijn werk nogal zwaar en somber, en zat het vol symboliek. Nadien breekt een periode aan waarin hij portretten en landschappen in verschillende stijlen maakt. Hij schildert enkele gepointilleerde duin- en zeegezichten, met intense, heldere kleuren en een krachtigere en bredere penseelstreek dan in zijn vroegere werk. Als Jan Toorop zich in 1905 tot het katholicisme bekeert, breekt weer een nieuwe fase in zijn werk aan. Met name Maria en de geboorte van Jezus hadden zijn belangstelling. Hij zou een belangrijke plaats innemen in de herleving van de kerkelijke kunst in Nederland. Zo zijn bijvoorbeeld de Kruiswegstaties in de St. Bernulphus­kerk in Oosterbeek van zijn hand.

Literatuur: Victorine Hefting, Jan Toorop, Den Haag 1989 Inemie Gerards en Evert van Uitert. Jan Toorop, Symbolisme in de kunst. Openbaar Kunstbezit 2, Den Haag 1994 Richard Bionda en Carel Blotkamp, De schilders van Tachtig, Nederlandse schilderkunst 1880-1895, Van Gogh Museum Amsterdam 1991

Ineke Oele-Kap

Afb.2 Bloembollenvelden bij Oegstgeest of Novembermiddag (wilgen) 1888/9, olieverf op doek, 65 x 77 cm., Haags Gemeentemuseum