Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het...

168
1 Vereniging " De Rotterdamse Montessorischool " Essenburgsingel 25 C 3021 AN Rotterdam 010 - 4775767 [email protected] www.montessoribasisschool.nl

Transcript of Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het...

Page 1: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

1

Vereniging " De Rotterdamse Montessorischool " Essenburgsingel 25 – C

3021 AN Rotterdam 010 - 4775767

[email protected] www.montessoribasisschool.nl

Page 2: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

2

INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 0 Inleiding 004

0.1 Doelen van het plan 0.2 Functies van het plan 0.3 Procedure voor het opstellen en vaststellen van het plan 0.4 Verwijzingen 0.5 Bronnen 0.6 Status van het plan 0.7 Evaluatie van het plan

Hoofdstuk 1 Onze school 006

1.1 Huidige situatie Hoofdstuk 2 De opdracht van de school 007

2.1 De missie van de school, waar staan we voor ? 2.2 De visie van de school 2.3 Wat er op ons afkomt, de externe ontwikkelingen 2.4 Beleidsvoornemens

Hoofdstuk 3 De onderwijskundige vormgeving van onze school 015

3.1 De onderwijskundige doelen 015 3.2 De huidige situatie 017 3.3 Arbeid met ontwikkelingsmateriaal 017 3.4 Nederlandse Taal – leer en ontwikkelingsdoelen 018 3.5 Nederlandse Taal – luisteren en spreken 020 3.6 Nederlandse Taal – taalschatverrijking 021 3.7 Nederlandse Taal – taalvaardigheden 024 3.8 Nederlandse Taal – schrijven en aanvankelijk/voortgezet lezen

3.8.1 Voorbereidend - , aanvankelijk – en voortgezet lezen 3.8.2 Schrijven

3.9 Nederlandse Taal – grammatica 038 3.10 Nederlandse Taal – spelling 040 3.11 Engels 042 3.12 Rekenen / Wiskunde 043 3.13 Wereldverkenning 060 3.14 Beeldende vorming 068 3.15 Muzikale vorming 072 3.16 Dramatische vorming 076 3.17 Bewegingsonderwijs 077 3.18 Computeronderwijs 081 3.19 Filosofie 083 3.20 Techniek 086 3.21 Onze zorg voor de leerlingen 087

Page 3: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

3

Hoofdstuk 4 De inzet en ontwikkeling van ons personeel 105 4.1 Doelen van het personeelsbeleid 4.2 Huidige situatie 4.3 Nascholing 4.4 Begeleiding van het personeel 4.5 Evenredige vertegenwoordiging vrouwen in de schoolleiding 4.6 Beleidsvoornemens

Hoofdstuk 5 Overige beleidsterreinen 108

5.1 Algemeen strategisch beleid 5.2 Ons financieel beleid 5.3 Ons materieel beleid 5.4 Ons relationeel beleid 5.5 Beleidsvoornemens

Hoofdstuk 6 Onze zorg voor kwaliteit 112

6.1 Doelen van kwaliteitszorg 6.2 Inrichting van kwaliteitszorg 6.2.1 Het schoolplan 6.2.2 Het gebouw en het terrein 6.2.3 De leerlingen 6.2.4 De vak - en vormingsgebieden / activiteiten 6.2.5 Instrumenten voor kwaliteitszorg

Hoofdstuk 7 Onze beleidsvoornemens, 117

tabel totaaloverzicht en planning

Bijlagen :

1. Statuten Ver. De Rotterdamse Montessorischool 14-10-2005 121

2. Huishoudelijk reglement 127 3. Managementstatuut 132 4. Treasury statuut 136 5. Beschrijving AO/IC 142 6. Procesbeschrijving loting i.v.m. toelating tot de Rotterdamse Montessorischool 156 7. Zorgprofiel 158 8. Startdocument “Leren Loont “ 163

Page 4: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

4

HOOFDSTUK 0. INLEIDING

0.1 DOELEN VAN HET PLAN De doelen van dit schoolplan zijn : - als school vaststellen wat voor de periode van 1 augustus 2015 tot en met 31 juli 2019 voor de Vereniging "De Rotterdamse Montessorischool" het onderwijskundig beleid, personeelsbeleid, algemeen strategisch beleid, financieel beleid, materieel beleid, relationeel beleid en het beleid ten aanzien van de kwaliteitszorg is en van deze beleidsterreinen een samenhangend geheel maken; - dit beleid zo vast te stellen, dat het gebruikt kan worden voor planmatige school- ontwikkeling; - voldoen aan de wettelijke verplichting te beschikken over een schoolplan.

0.2 FUNCTIES VAN HET PLAN Dit schoolplan zal fungeren als : - uitgangspunt voor de planning per schooljaar; - verantwoordingsdocument in de richting van de landelijke overheid - intern verantwoordingsdocument

0.3 PROCEDURE VOOR HET OPSTELLEN EN VASTSTELLEN VAN HET PLAN De inhoud van het schoolplan is bepaald tijdens studiedagen, teamvergaderingen, vergaderingen van werkgroepen en bijeenkomsten met het bevoegd gezag van de school. Zowel de teamleden als de bestuursleden van de school hebben gegevens aangedragen. Uiteindelijk heeft de schoolleiding er een samenhangend geheel van gemaakt. Het bestuur heeft het plan opgesteld en zal het ter goedkeuring aan de Commissie van Toezicht voorleggen. Het plan wordt voor advies aan de medezeggenschapsraad voorgelegd. Voorzien van een advies van de CvT en MR wordt het plan aan de Algemene Leden Vergadering ( ALV ) ter vaststelling voorgelegd ( januari 2016 ).

Page 5: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

5

0.4 VERWIJZINGEN In dit schoolplan wordt o.m. verwezen naar : - de schoolgids - de klassenmap - werkroosters per groep - de jaarplanning per schooljaar

0.5 BRONNEN Bij het maken van ons schoolplan zijn de navolgende bronnen gebruikt : - Handreiking schoolplan primair onderwijs, Janssen, B. e.a., Utrecht : Sardes - Werken aan een schoolplan primair onderwijs, Hof, L. van 't e.a., Amersfoort : CPS - Voorbeeldschoolplan met voorschriften en aanwijzingen, GCO Fryslân, Leeuwarden - Schoolwerkplan, zorgplan, jaarplannen en schoolgids van onze school - Kerndoelen BaO en het Montessorimateriaal, EDI, Midden-Nederland - Mijn schoolplan.nl

0.6 STATUS VAN HET PLAN Het bestuur heeft het plan opgesteld en zal het ter goedkeuring aan de Commissie van Toezicht voorleggen. Het plan wordt voor advies aan de medezeggenschapsraad voorgelegd. Voorzien van een advies van de CvT en MR wordt het plan aan de Algemene Leden Vergadering ( ALV ) ter vaststelling voorgelegd ( januari 2016 ).

0.7 EVALUATIE VAN HET PLAN Bij het opstellen van het jaarplan zal bekeken worden of de beoogde doelen voor het dan lopende jaar zijn behaald of dat het plan bijstelling behoeft. Op deze wijze zal het schoolplan steeds actueel zijn.

Page 6: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

6

HOOFDSTUK 1 : ONZE SCHOOL

1.1 HUIDIGE SITUATIE Vereniging De Rotterdamse Montessorischool is een school voor algemeen bijzonder onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating van een leerling wordt één ouder ( de ouder, die het inschrijfformulier ondertekend ) lid van de vereniging. Het bestuur wordt gekozen door de leden ( dus ouders van leerlingen van de school ) van de vereniging. Het bestuur moet in meerderheid uit leden van de vereniging bestaan. Vereniging de Rotterdamse Montessorischool geeft actief vorm aan de wezenskenmerken die in de onderwijswetgeving vastliggen. Die kenmerken zijn:

Open toegankelijkheid: de school is voor alle groepen toegankelijk, ongeacht hun godsdienst of levensbeschouwing;

Actieve pluriformiteit: de school geeft in het onderwijs aandacht aan alle levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden in de Nederlandse samenleving, waarbij recht gedaan wordt aan de verscheidenheid van die waarden;

Non-discriminatie: de school eerbiedigt ieders godsdienst of levensbeschouwing, wat ook betekent dat het personeel, zonder op dit punt onderscheid te maken, benoembaar is.

Van de vereniging zijn de statuten als bijlage 1 in dit schoolplan opgenomen. Het leerlingengewicht op onze school is 1. Leerlingen met andere gewichten komen sporadisch voor. Veel ouders hebben een hogere opleiding ( HBO, Universiteit ) gevolgd. Op 1 oktober 2015 bezoeken 336 leerlingen onze school. Ze worden verdeeld over 14 groepen : 4 onderbouwgroepen, 5 middenbouwgroepen en 5 bovenbouwgroepen. Wij streven naar een maximale groepsgrootte van 25 leerlingen in de bovenbouw, 26 leerlingen in de middenbouw en 30 leerlingen in de onderbouw ( door voortdurende instroom gedurende het schooljaar wordt dat aantal relatief laat in het schooljaar bereikt ). Het aantal aanmeldingen overtreft ieder jaar het aantal beschikbare plaatsen. Wij werken daarom met een wachtlijst en een systeem van loting. In een bijlage bij dit plan wordt het proces van toelating uitvoerig beschreven ( bijlage 2 “Procesbeschrijving loting i.v.m. toelating tot de Rotterdamse Montessorischool “ ). De verwachting is dat de school, in ieder geval voor de looptijd van dit schoolplan, in de huidige vorm zal blijven bestaan. De leerling - prognoses van de gemeente Rotterdam zijn voor de komende jaren stabiel.

Page 7: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

7

HOOFDSTUK 2 : DE OPDRACHT VAN ONZE SCHOOL

2.1 DE MISSIE VAN ONZE SCHOOL.

Missie [waar we voor staan] De RMS biedt primair onderwijs vanuit het gedachtengoed van Maria Montessori. Bij ons staat het individuele kind centraal. Dit betekent dat wij het kind observeren, leren en stimuleren om, naar eigen aanleg en tempo, passende leerresultaten te behalen. Wij begeleiden kinderen in de vorming naar evenwichtige, zelfstandige persoonlijkheden die verantwoordelijkheid kunnen dragen voor zichzelf en hun omgeving zodat zij een bijdrage kunnen leveren aan een betere samenleving. Kernwaarden ( waar we in geloven ) Gemeenschapsgevoel: respect, veiligheid, sfeer

Vrijheid in gebondenheid: ruimte/individuele vrijheid binnen kaders

Uitdagende, stimulerende omgeving: sfeer, gezelligheid, voorbereide omgeving

Kind centraal (niet de lesstof): individuele ontwikkeling uitgangspunt

8.2 VISIE VAN DE SCHOOL

Visie ( wat we willen zijn ) De RMS is een school met karakter. Een ontmoetingsplek voor kinderen, leerkrachten en ouders waar onderwijs, spelen, ontspannen en samenzijn gecombineerd worden op één locatie. De school sluit aan bij de samenleving van nu en de toekomst. Bestuur, schoolleiding en leerkrachten zijn omgevingsbewust. In de dagelijkse lessen wordt gebruik gemaakt van nieuwe vormen van communicatie, samenwerken en leren. Er is ruimte voor innovatie. Op de RMS is er aandacht voor elkaar (gemeenschapszin). Kinderen, ouders en leerkrachten kunnen elkaar ontmoeten en (leren) kennen in een sfeervolle, groene en schone omgeving. De RMS onderscheidt zich door: schaalgrootte en sfeer (‘dorpsschool in de grote stad’), kleine klassen

ruimte voor extra’s: zoals (culturele) uitjes, vakdocenten gymnastiek en muziek, interne

begeleiding, uitgebreide bibliotheek, werkweek vanaf groep 4

een deskundig en gemotiveerd team dat zelf ook blijft leren en ontwikkelen

Montessori onderwijs met een twist: kindgerichte aanpak, uitgaan van nieuwsgierigheid

kind, erkenning individualiteit: unieke ervaringswereld levert uniek ontwikkelingsproces,

gevoelige periode van het kind gebruiken om de juiste leerstof aan te bieden

Doelen ( hoe we dat gaan bereiken )

1. In stand houden, verbeteren en verduurzamen van ons gebouw: sfeervol, groen en

schoon.

De aantrekkelijkheid van het plein vergroten (vergroenen, ontmoetingsplek, sfeer

verhogen).

Renovaties en andere investeringen doen die leiden tot een duurzame verbetering

van het gebouw.

2. Optimaliseren van de schaal (verhouding leerkrachten en leerlingen)

Uitgangspunt van 14 klassen behouden.

Page 8: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

8

Indien mogelijk klassen verkleinen; bekijken of dit met de huidige en toekomstige

bekostiging mogelijk is.

3. Aansluiten op maatschappelijke en technologische ontwikkelingen.

Maatschappelijke ontwikkelingen naar binnen halen door ‘veldwerk’.

Periodiek proeftuinen starten voor innovatieve projecten.

Investeren in mediawijsheid, benutten internet en digitale media.

4. Verbredingsfunctie van de school met naschoolse opvang.

Behoefte van leden/ouders t.a.v. dagarrangementen, flexibele schooltijden en andere

vormen van verbreding in beeld brengen.

Experimenteren met ‘vloeiende grenzen’ tussen school en voor- en naschool op basis

van ervaringen in het land.

5. Betrokkenheid omgeving, ouders en kinderen bij de school vergroten

Social community ouders opbouwen en meer stimuleren dat ouders met elkaar in

contact komen o.a. door het organiseren van een jaarlijkse activiteit en benutten

mogelijkheden nieuwe website.

Kinderen stem en invloed geven op keuzes en beslissingen die hun school aangaan.

6. Blijvend ontwikkelen en verbeteren.

Kwaliteit team en schoolleiding passend bij de ambities en visie van de school.

Flexibel en breed inzetbaar team (m.b.v. strategisch personeelsbeleid) dat zich blijft

ontwikkelen en leren.

Open houding en luisterend oor voor suggesties en ideeën van ouders, collega’s,

inspectie, etc. Proactief aan de slag met verbetervoorstellen.

Page 9: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

9

2.3 WAT ER OP ONS AFKOMT, DE EXTERNE ONTWIKKELINGEN Wij weten of verwachten dat de school de komende jaren met de volgende zaken te maken krijgt :

1. Implementatie van ParnasSys, Leerlijnen op maat, ZIEN ( volgsystemen ) 2. Passend onderwijs, handelingsgericht werken, “Leren Loont “, referentieniveaus voor

taal en rekenen, zorgprofiel……. Wat voor school willen we zijn, wat voor school kunnen we zijn ?

3. Aannamebeleid ( óók in het kader van passend onderwijs ) : - wachtlijstproblematiek - groepsgrootte, uitbreiding ?

4. Personeelsbeleid : - pensionering - vervanging - arbeidsvoorwaarden, o.a. functiemix, excellente leerkrachten, enz. - Arbo / werkdruk / enz. - duurzame inzetbaarheid

5. Parttime medewerkers - hoeveel gezichten voor de groep - overdracht van gegevens ( ParnasSys ) - verantwoordelijkheden - vergaderingen - studiedagen

6. Witte – zwarte scholen problematiek 7. Flexibele schooltijden, vakanties, enz. 8. Financieel beleid 9. Toename publieke verantwoordingstaak en bestuurlijke vernieuwing,

( o.a. Commissie van Toezicht ) 1. Implementatie van ParnasSys, Leerlijnen op maat, ZIEN. In de vorige planperiode is, na een zorgvuldig - extern begeleid - traject, het leerlingvolgsysteem ParnasSys in alle bouwen ingevoerd. In deze planperiode worden daaraan ‘leerlijnen op maat ‘ gekoppeld. Uitgangspunt daarbij zijn de doelen, die door de leerlingen worden nagestreefd. Aan ieder doel verbinden we (Montessori) materialen en leermiddelen. Op een vierpuntsschaal valt af te lezen in welke mate de leerling aan het doel voldoet / de stof beheerst / de vaardigheid bezit. De ‘leerlijnen op maat’ voor taal en rekenen worden als eerste ingevoerd. Bij de invoering werken we samen met c.q. worden we begeleid door collega’s van de Montessorischool in Delft. Voor het volgen van de sociaal – emotionele ontwikkeling van onze leerlingen maken we gebruik van de observatielijsten van “ZIEN “. Deze sluiten goed aan bij het nieuwe leerlingvolgsysteem ( ParnasSys ). Inhoudelijk wijken ze nauwelijks af van de lijsten van “SCOL”, die in de vorige planperiode werden gebruikt. 2. Passend Onderwijs, zorgprofiel, Leren loont. Landelijk en gemeentelijk worden aan de school steeds wisselende eisen gesteld. Passend onderwijs, waarvan de feitelijke invoering in augustus 2015 heeft plaatsgevonden, legt het schoolbestuur de verantwoordelijkheid op om elke, schriftelijk, aangemelde leerling een passend onderwijsaanbod te bieden en waar nodig het onderwijs op de (zorg)leerling af te stemmen.

Page 10: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

10

Voor dit ingrijpende vernieuwingsproces is het noodzakelijk dat alle betrokkenen een stem moeten krijgen en in het bijzonder de leerkrachten. Zij moeten immers over de juiste competenties beschikken om passend onderwijs in de eigen onderwijspraktijk vorm te geven. Binnen Rotterdam wordt Passend Onderwijs begeleid door het PPO Er vindt overleg plaats met de scholen, die gezamenlijk een dekkend onderwijsaanbod moeten bieden aan alle leerplichtige leerlingen in de gemeente/ de wijk. Het is van belang dat de afzonderlijke scholen een duidelijk profiel opstellen, zodat hun plaats in het geheel van het aanbod straks helder is. Het zorgprofiel geeft antwoord op de vraag “Wat voor school kunnen we zijn, wat voor school willen we zijn? “ Binnen dit zorgprofiel kiezen wij voor de werkvorm ‘handelingsgericht werken’ ( zie ook ons zorgplan, hfdst 3.21 ) Waar nodig zullen leerkrachten zich extra scholen om kinderen met een bepaalde zorgvraag, die past binnen ons zorgprofiel, adequaat te kunnen begeleiden. Het zorgprofiel is als bijlage aan dit schoolplan toegevoegd ( bijlage 3 ) Leren Loont is een onderwijsbeleidsplan van de gemeente Rotterdam. Iedere Rotterdamse school kan een meerjaren – verbeter - plan indienen en daarvoor een subsidie aanvragen. Onze school heeft een aantal pijlers aangegeven waarop we ons in dit kader de komende jaren vooral willen richten :

1. Vernieuwing van het rekenonderwijs 2. Doorgaande ontwikkelingslijn voor meer – en hoogbegaafde leerlingen 3. Verbetering van de schoolbrede aanpak van leerlingen met dyslexie 4. ICT onderwijs op een hoger plan brengen 5. Filosoferen met kinderen

Er vinden regelmatig evaluaties plaats tussen schoolleiding en gemeente. De onderbouwing van de subsidieaanvraag ( mei 2015 ) wordt als bijlage aan dit plan toegevoegd ( bijlage 4 ) 3. Aannamebeleid, wachtlijst, groepsgrootte,uitbreiding. De invoering van passend onderwijs kan invloed hebben op ons aannamebeleid en de wachtlijstproblematiek. Het is zaak daar de vinger aan de pols te houden en de ( wettelijke ) ontwikkelingen goed te volgen. Er wordt overleg gevoerd met de andere Rotterdamse Algemeen Bijzondere Scholen, die dezelfde problematiek kennen. Wij staan op het standpunt dat de zorgplicht voor een leerling ingaat op het moment dat het kind door loting is geplaatst ( voor de procedure rondom loting zie bijlage 2 ). We houden ons aan de eerder aangegeven maximale groepsgrootte ( 30-26-25 ). Uitbreiding van het aantal groepen behoort, gelet op de gebouwensituatie, niet tot de mogelijkheden. Het blijft spijtig dat we aangemelde kinderen van overtuigde Montessori-ouders geen plaats kunnen bieden wegens ruimtegebrek ( We plaatsen ca. 11 leerlingen per kwartaal. Broertjes, zusjes van al geplaatste leerlingen hebben daarbij voorrang. Gemiddeld moeten we per kwartaal 12 – 14 leerlingen en hun ouders teleurstellen ). Kinderen die zijn uitgeloot komen desgewenst op een wachtlijst. Op het moment dat er een plaats vrijkomt, wordt die, bij voorkeur, opgevuld door een wachtlijst leerling van gelijk geslacht, die geboren is in het kwartaal van de vertrekkende leerling. 4. Personeelsbeleid. De leeftijdsopbouw van ons team is van dien aard dat in deze planperiode, dan wel gedurende de volgende planperiode ( 2019 – 2023 ) een kwart van de leerkrachten wegens

Page 11: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

11

pensionering zal vertrekken. Het is zaak daar tijdig op in te spelen. Daarbij denken we aan scholing en inwerkprocedures. Het vinden van vervangers voor zieke / afwezige leerkrachten blijft een punt van zorg. Daarbij speelt de duur en de intensiteit van de vervanging een belangrijke rol. Wanneer vervanging niet extern geregeld kan worden, worden leerlingen verdeeld over meerdere groepen. Het instrument van de functiemix, waarbij meer leerkrachten in hogere salarisschalen kunnen worden benoemd, is in een vorige planperiode door een werkgroep uitgewerkt. Er zijn nieuwe functieomschrijvingen gemaakt voor bestaande functies ( bijv. bouwcoördinator ) en er zijn nieuwe functies aan de organisatie toegevoegd ( bijv. coördinator taal en lezen ). In de vorige en in deze planperiode volgen leerkrachten scholing en worden de functies ( en de bijpassende salariëring ) effectief. Door zorgvuldig taakbeleid en het inzetten van duurzame inzetbaarheidsuren, door het aanstellen van een ARBO preventiemedewerker, enz. proberen we de werkdruk van onze leerkrachten te beperken. De regeldruk, registratieplicht, prestatiedwang, enz., enz. ,die van buitenaf worden opgelegd ( of sterk worden gevoeld) nemen echter nog steeds toe. 5. Parttime medewerkers. Ons team bestaat voor een deel uit parttime medewerkers. Deze zijn soms belast met taken rondom de groepen, soms ook vormen zij een duo met een andere leerkracht en is het duo verantwoordelijk voor een groep ( parttime groepsleerkrachten ). Het is ons streven nooit meer dan twee gezichten in één groep te plaatsen. Goede gegevensoverdracht is onontbeerlijk en de leerkrachten moeten daarin veel tijd investeren. Door het voeren van taakbeleid worden de rechten en plichten van de parttimer helder in kaart gebracht. 6. Witte – zwarte scholen problematiek ( segregatie ) De problematiek rond de 'witte en zwarte' scholen heeft al geruime tijd onze aandacht. Onze school wordt – in verhouding - nauwelijks door allochtone leerlingen bezocht. Van het aanmeldingstraject wordt door allochtone ouders relatief weinig gebruik gemaakt. De informatiebijeenkomsten voor meerdere geïnteresseerde ouders tegelijkertijd hebben de drempel enigszins verlaagd. De landelijke politiek maakt de problematiek rond de segregatie niet langer tot speerpunt van beleid. Op gemeentelijk niveau hebben we nog geen wijziging in de aanpak opgemerkt. Zoals uit onze doelstelling blijkt staan we als school open voor iedereen. Vanwege de enorme over-inschrijving ( zie hierboven onder 3 ) voeren we geen actief wervingsbeleid. 7. Flexibele schooltijden, flexibele vakanties, vakantiescholen. Op verschillende scholen zijn pilots van start gegaan rond bovenstaande thematiek. Via vakbladen en pers blijven we op de hoogte van de ontwikkelingen. Er zijn geen plannen ons bij een pilot aan te sluiten. 8. Filosofie Filosofie is een relatief nieuw, uitdagend vakgebied, waar we met veel inzet aan werken. Met meer dan gemiddelde belangstelling volgen we de ontwikkelingen op dit terrein. We zoeken ook de raakvlakken met de andere vakgebieden. Het nieuwe vakgebied en de wijze waarop wij het aanbieden past uitstekend bij ons streven mondige leerlingen af te leveren, die respectvol met elkaar en met anderen omgaan ( zie ook “Leren Loont” pijler 5, filosoferen met kinderen ). 9. Financiën. Door goed bestuur beschikken we over een gezonde financiële buffer en zorgen (nood) maatregelen van overheidswege ( landelijk, gemeentelijk, ) niet direct voor ‘paniek’.

Page 12: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

12

De overheid vergoedt de scholen bijvoorbeeld al jaren te weinig voor de materiele kosten ( energie, schoonmaak, enz. ) en sinds enkele jaren ook voor de personele kosten ( 5 % ). De invoering van de functiemix schrijft zij dwingend voor, maar een deel van de rekening wordt bij de school neergelegd. De gemeente kan ‘zomaar’ besluiten bepaalde subsidies niet langer te verstrekken, enz. De financiële positie van de school vraagt o.a. daardoor om voortdurende oplettendheid van het bestuur en de schoolleiding. 10. Toename publieke verantwoordingstaak en bestuurlijke vernieuwing Aan het begin van de vorige planperiode is een nieuw orgaan aan de schoolorganisatie toegevoegd. Het betreft de Commissie van Toezicht, voortvloeiend uit de Code Goed Bestuur, die voorschrijft dat bestuur en toezicht op een school gescheiden moeten zijn. In overleg met de Commissie van Toezicht moeten we een modus vinden om de toegevoegde waarde ook daadwerkelijk te realiseren. De Commissie van Toezicht ( CvT ) bestaat uit minimaal 3 en maximaal 7 leden, die door de Algemene Ledenvergadering worden benoemd en wel zodanig dat de commissie in meerderheid uit leden van vereniging De Rotterdamse Montessorischool (RMS of de Vereniging) bestaat en in minderheid uit personen die geen lid zijn van de vereniging. De CvT heeft tot taak namens de ALV toezicht te houden op de verwezenlijking van de grondslag en de doelstelling van de vereniging. Bij de vervulling van haar taak richt de CvT zich naar het belang van de vereniging en de school. De CvT staat het bestuur met raad en daad terzijde, fungeert als klankbord en kan het bestuur gevraagd en ongevraagd adviseren. De CvT houdt voorts toezicht op het functioneren van het bestuur en het naleven door het bestuur van de voor de vereniging en de school geldende wettelijke verplichtingen Het volledige reglement van de CvT ligt op school ter inzage en /of is te downloaden via de website ( www.montessoribasisschool.nl )

Page 13: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

13

2.4 BELEIDSVOORNEMENS Met de visie, de bijbehorende consequenties en de missie, de komende jaren richting geven aan (nieuwe) activiteiten. De bestaande activiteiten bij de geplande evaluatie aan de visie en missie toetsen ( zie ook hoofdstuk 6 ). Personeelsbeleid : - Integraal Personeelsbeleid ( IPB), een beleid dus in samenhang. IPB draagt ertoe bij dat medewerkers, met behulp van het bestuur en het

schoolmanagement, blijvend zorg en aandacht besteden aan hun professionele ontwikkeling, zodat zij een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan het realiseren van de doelen van de school en het onderwijs. Blijvende aandacht voor kwaliteit en kwaliteitsverbetering en het blijven inspannen om een goed antwoord te vinden op de veranderende omstandigheden is een noodzakelijkheid binnen het onderwijs. Daarnaast levert IPB een bijdrage aan de gewenste ontwikkeling dat het werken in het onderwijs uitdagend, interessant en aantrekkelijk genoeg is om medewerkers aan te trekken en te behouden. Om het aanbod van goed gekwalificeerd en gemotiveerd personeel voor nu en in de toekomst veilig te stellen, zal men dus meer dan voorheen aandacht moeten schenken aan individuele ontplooiingsmogelijkheden en loopbaanwensen. In een platte organisatie, zoals een school nog veelal is, zal het idee van verticale gerichtheid van loopbanen plaats moeten maken voor het gezichtspunt dat een loopbaan een beweging in allerlei richting betekent: verbreding en verdieping. Wellicht binnen, maar ook wel buiten de eigen schoolorganisatie. Zeker nu er op korte termijn weer sprake zal zijn van een krappe arbeidsmarkt, moet optimaal gebruik gemaakt worden van de menselijke factor binnen de totale organisatie en moet de school een aantrekkelijke werkomgeving zijn en blijven. Tenslotte zijn en blijven de mensen in de organisatie het kapitaal van die organisatie.

- Functiemix Het doel van de invoering van de functiemix is:

- het bieden van loopbaanmogelijkheden in het leraarsberoep: je hoeft geen directeur meer te worden om meer te gaan verdienen ( invoering LB en LC functies ) - het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs door het formuleren van zwaardere functie-eisen aan LB-leraren, waarbij onder meer het criterium ‘opleiding’ wordt meegewogen in samenhang met het samenstel van werkzaamheden en verantwoordelijkheden ( zie functieomschrijvingen in onze regeling “Functiemix”, die op school ter inzage ligt ) - het aantrekkelijker maken van het leraarsberoep; hiervoor zijn ook de andere maatregelen in het “Convenant leerkracht” ( OCW, 2008 ), het verkorten van de salarislijnen en de uitloopschaal bedoeld. Op onze school is in januari 2011 daadwerkelijk een begin gemaakt met de invoering van de functiemix, nadat eerder de regeling in team, bestuur en medezeggenschapsraad uitvoerig was besproken en vastgelegd. We streven naar de percentages, zoals die in de regeling van de overheid, zijn voorgesteld. De volledige regeling ligt op school ter inzage.

Page 14: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

14

Schoolorganisatie : De beleidsvoornemens ten aanzien van de schoolorganisatie zijn: - reageren op externe ontwikkelingen ( zie hoofdstuk 2.3. ) - klassenverkleining bestendigen - samenwerking met collega-scholen - implementatie van ParnasSys - implementatie van Montessorileerlijnen voor rekenen en taal binnen ParnasSys Ten aanzien van het onderwijskundig beleid streven wij naar : - uitbreiding van het doelmatig gebruik van de computer in ons onderwijs Zie ook “Leren Loont “, pijler ICT onderwijs op een hoger plan brengen - het doelmatig gebruik van digitale schoolborden/ Touchscreens bevorderen - n.a.v. de activiteiten van de verschillende werkgroepen het onderwijsaanbod verbeteren, vernieuwen ( deze planperiode o.a. rekenen ) - nieuwe methodes en werkvormen doelmatig invoeren ( deze planperiode o.a. taal en wereldverkenning ) - sociaal – emotionele ontwikkeling van leerlingen blijvend in kaart brengen ( ZIEN ) en

planmatig bevorderen ( methode “Kinderen en hun sociale talenten” ) - gebruik remediërende ICT materialen bevorderen - doelmatig onderhouden van het pestprotocol - structureel invoeren van filosofie / filosoferen met kinderen in ons curriculum - aansluiten bij de referentieniveaus, zoals die voor rekenen en taal door de inspectie

zijn vastgelegd - medewerking verlenen aan onderzoeken op allerlei terreinen, indien wij daar als

school, als groep of als leerkracht/leerling beter van worden , dan wel als aannemelijk kan worden gemaakt dat het algemene belang ermee gediend is

- verdere verkenning van de mogelijkheden van opbrengstgericht / handelingsgericht werken binnen de theorie en praktijk van het Montessorionderwijs.

Materieel beleid De Dienst Stadsontwikkeling Rotterdam wil het eigendom van de schoolgebouwen decentraliseren. Dit opent perspectieven, maar vraagt ook om grote nauwkeurigheid en goede planning. Het materieel beleid in de planperiode richt zich op: - Energiebeheer en verduurzaming van de gebouwen ( renovatie ) - Klimaatbeheersing in beide schoolgebouwen. - Vergroening van de pleinen. - Onderhoud gebouwen in eigen beheer.

Page 15: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

15

HOOFDSTUK 3: DE ONDERWIJSKUNDIGE VORMGEVING VAN ONZE SCHOOL

3.1. DE ONDERWIJSKUNDIGE DOELEN Onze onderwijskundige doelen zijn in de eerste plaats de doelstellingen zoals die in artikel 8 van de Wet op het Basisonderwijs zijn omschreven : artikel 8 : 1. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. 2. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling en op het ontwikkelen van de creativiteit, op het verwerven van de noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. 3. Het onderwijs gaat er mede van uit dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving. 4. Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoefte van de leerling. Het basisonderwijs, bestemd voor kinderen vanaf vier jaar, is dus verplicht zich te richten op: - de emotionele ontwikkeling - de verstandelijke ontwikkeling - het ontwikkelen van de creativiteit - het verwerven van de noodzakelijke kennis - het verwerven van sociale vaardigheden - het verwerven van culturele vaardigheden - het verwerven van lichamelijke vaardigheden. De koppeling van de emotionele ontwikkeling aan de sociale vaardigheden levert ons de term sociaal-emotionele ontwikkeling op, waaronder wij verstaan dat de kinderen leren omgaan met elkaar en met anderen. Aspecten van deze sociaal-emotionele ontwikkeling zijn : a. samenwerken, samen spelen, samen kunnen delen en hulpvaardig zijn b. respect hebben voor elkaars mening en inbreng c. elkaar de ruimte geven om zelfontdekkend bezig te zijn d. het kunnen oplossen van conflictsituaties e. het kunnen inleven in gevoelsituaties f. anderen accepteren en respecteren in hun anders zijn g. een gevoel van saamhorigheid. De verstandelijke ontwikkeling. De school tracht vaardigheden als kritisch vermogen, zelfredzaamheid en solidariteit te stimuleren. Kennis is deels resultaat van eigen ervaringen, deels overgedragen. Door het aanbieden van kennis worden de leerlingen voorbereid op de veranderende maatschappij. De school begeleidt de leerprocessen van de kinderen en geeft er vorm aan.

Page 16: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

16

Het ontwikkelen van de creativiteit. Creativiteit is niet alléén aangeboren, het kan ook ontwikkeld en aangeleerd worden. Het ontwikkelen van de creativiteit omvat, in ieder geval, alle vak – en vormingsgebieden. Aspecten verbonden met de ontwikkeling van de creativiteit zijn onder meer het ontwikkelen van de creativiteit in ruimere zin : - zelfontdekkend bezig zijn - komen met eigen oplossingen - verschillende oplossingen vinden voor één probleem - experimenteren - het toepassen van kennis en vaardigheden in uiteenlopende situaties - het ontwikkelen van creativiteit in de zin van de expressievakken. Het verwerven van de noodzakelijke kennis. In de huidige maatschappij veroudert kennis snel. Dit betekent voor de school, dat zij voor de basisleerstof moet uitgaan van de school van nu, mogelijk zelfs die van morgen. De kennis van de leerlingen moet functioneren in de samenleving van morgen. Het verwerven van culturele vaardigheden. Onder culturele vaardigheden wordt verstaan : luisteren, spreken, schrijven, rekenen, gezond gedrag en sociale redzaamheid. Daarnaast vinden wij het van belang, dat leerlingen : - zich oriënteren op de maatschappij - leren omgaan met anderen ( respect kunnen opbrengen voor andermans ideeën, meningen, overtuigingen, levenswijzen en culturen ). Het verwerven van lichamelijke vaardigheden. Het verwerven van lichamelijke vaardigheden is behalve doel op zich ook van belang voor de verstandelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Andere onderwijskundige doelstellingen van onze school zijn : - het leggen van een basis voor een vorm van voortgezet onderwijs, die past bij het niveau en de interesse van het kind; - het betrekken van ouders bij de school. Uiteraard behoren ook de kerndoelen tot de doelen van onze school. Voor wat betreft het realiseren van deze doelen verwijs ik naar de volgende paragrafen.

Page 17: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

17

3.2 DE HUIDIGE SITUATIE In de volgende hoofdstukken wordt de huidige situatie ten aanzien van de vak/vormingsgebieden in relatie met de kerndoelen besproken. We hebben geprobeerd van ieder onderdeel aan te geven welke methode er wordt gebruikt en hoe deze zich in de praktijk verhoudt tot de kerndoelen. In ons onderwijs gebruiken wij naast het traditionele Montessorimateriaal verschillende reguliere methodes. Deze methodes worden meestal gebruikt als aanvulling op het Montessorimateriaal of er worden bepaalde onderdelen gebruikt waarvan wij denken dat zij binnen het Montessorimateriaal niet of onvoldoende aan bod komen. 3.3 ARBEID MET ONTWIKKELINGSMATERIAAL Het belang van het ontwikkelingsmateriaal is in voorgaande hoofdstukken al uitvoerig aan de orde gesteld. Het is zo'n wezenlijk onderdeel van het Montessorionderwijs, dat het te ver zou voeren dit hier uitvoerig te bespreken. In dit verband verwijzen we naar het Montessorimateriaalboek, deel 1. De materialen en de werkwijze worden hierin duidelijk beschreven.

Page 18: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

18

3.4 NEDERLANDSE TAAL LEER – EN ONTWIKKELINGSDOELEN. Kerndoelen Nederlands Mondeling onderwijs

1. De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die

informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. 2. De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen

van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.

3. De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren Kerndoelen Nederlands Schriftelijk onderwijs

4. De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen.

5. De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen.

6. De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen.

7. De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten.

8. De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur.

9. De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten.

Kerndoelen Nederlands Taalbeschouwing waaronder strategieën

10. De leerlingen leren bij de doelen onder “mondeling taalonderwijs” en “schriftelijk taalonderwijs”strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen.

11. De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijke gezegde en delen van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen :

- regels voor het spellen van werkwoorden; - regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden; - regels voor het gebruik van leestekens.

12. De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder “woordenschat” vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.

Algemene doelstelling : Het bevorderen van de taalontwikkeling van het kind, zodat het in staat is gevoelens en gedachten te uiten en te ontvangen, waardoor steeds betere communicatie met anderen mogelijk wordt en zodat het in staat is informatie op te nemen en te reproduceren. Voor het bereiken van het algemene doel is onderwijs nodig in spreken, stellen, luisteren en lezen. Het taalonderwijs wordt in de regel gegeven in samenhang met de volgende nevengebieden: taalschatverrijking, dramatische expressie, aanvankelijk schrijven, spelling en grammatica.

Page 19: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

19

Leermiddelen : Middel tot het bereiken van taaldoelstellingen is het werken met diverse leermiddelen, waaronder het Montessorimateriaal. Een overzicht van die leermiddelen en de werkwijze is te vinden in het Montessorimateriaalboek. We onderscheiden 6 deelgebieden : 3.5 Luisteren en spreken 3.6 Taalschatverrijking 3.7 Taalvaardigheden 3.8 Schrijven en aanvankelijk/voortgezet lezen 3.9 Grammatica 3.10 Spelling

Page 20: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

20

3.5 NEDERLANDSE TAAL LUISTEREN EN SPREKEN Doelstelling : Het kind moet leren en bereid zijn de ander te verstaan wanneer deze zijn gedachten, ervaringen en/of gevoelens sprekend bekend maakt. Het kind moet leren de taal zo te beheersen dat het sprekend de ander kan meedelen wat het denkt, voelt en/of ervaart. Werkvormen en materialen : onder- en middenbouw : klassengesprek kringgesprek leergesprek poppenkast vertellen lk vertellen lln navertellen leeszinnen voorlezen versjes luisteroefeningen dramatische expressie vertel / spreekbeurten filosoferen bovenbouw : klassengesprek kringgesprek leergesprek poppenkast spelen vertellen lk vertellen lln navertellen krantenknipsels spreekbeurten voorlezen gedichten liedjes

luisteroefeningen dramatische expressie filosoferen

Page 21: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

21

3.6 NEDERLANDSE TAAL TAALSCHATVERRIJKING Doelstelling : Het kind moet zich steeds genuanceerder kunnen uitdrukken en steeds beter uitingen van anderen kunnen verstaan. Het kind leert, doordat het zijn woordenschat verrijkt en doordat het denkrelaties in taal leert uitdrukken, problemen op te lossen. Werkvormen en materialen : onderbouw : werkvormen :

alles van luisteren en spreken namenlesjes sorteren rubriceren taalspelletjes liedjes leermiddelen : sorteerwerkjes mozaïek kleurspoelen roze toren gehoorkokers bruine trap bellen rode stokken geometrische figuren cilinders geometrische laatjes logical blocs rubriceerlotto's figura sorteerlotto's poppenkast jaargetijdenlotto's beeldschriftboekjes tijdschriften blokjes kralen platen kralenplankje kleuterboeken tekenmateriaal logisch rangschikken vervoermiddelenpuzzel dierencombinatielotto woningpuzzel associatielotto lijnenspellotto ruw-glad materiaal lapjes wereldspelmateriaal boerderij themahoek(en) biologisch materiaal puzzels miniloco – taal computertaal – ik lees luistervink luisterfoto communicatie druktoetsen oorzaak-gevolg middel-doel leesrups maak je woord wat ontbreekt woordsorteerspel rijmwerkjes letterstempels

Page 22: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

22

middenbouw : werkvormen : alles van luisteren en spreken namenlesjes leeswerkjes sorteren rubriceren leermiddelen : 1. soort vogel zoogdier ( classificatie ) veren haren eieren levend gebaarde jongen 2. activiteit taaldozen van het werkwoord 3. eigenschap proeven bijvoeglijk naamwoord 4. bezit de boer en zijn vee 5. deel-geheel de spaak van het wiel, de toets van de piano 6. oorzaak-gevolg het regent – ik word nat 7. middel-doel taaldozen voorzetsel 'neem de borstel voor de gootsteen', 'neem de borstel voor de handen'. 8. gebeuren, worden, taaldozen werkwoord ontstaan 'bedenk een mooi, lang woord', 'schrijf een mooi, lang woord'. 9. substantie taaldozen voorzetsel 'neem de driehoeken van ijzer', 'neem de driehoeken van hout'. 10. zijn, bestaan mijn vader is tandarts 11. plaats, ruimte in de kamer in de tuin schoolbord skelter poppenhuis zandbak 12. tijd taaldozen voornaamwoord verleden, tegenwoordig, toekomend 13. aantal, maat rekenen zintuiglijk materiaal 14. vergelijking proeven bijvoeglijk naamwoord lichter-zwaarder 15. toestand serie voortgezette ontleding 'het vaasje is kostbaar'. 16. waardering taaldozen voornaamwoord 'de tekening is mooi'. woordenboek alfabetiseren encyclopedie synoniemen taalset – taalspeelwerkjes tegenstellingen homoniemen

Page 23: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

23

bovenbouw : zie middenbouw spreekwoorden en gezegden uitdrukkingen samenstellingen voorvoegsels achtervoegsels voegwoorden voorzetsels afkortingen leermiddelen : Taalset Montessori, groen ( gr. 6 ), blauw ( gr.7 ) en rood ( gr. 8 ) Taalboeken : - Taal Thieme - Taalopdrachten Thieme - Werken met Taal Thieme - Taalschat Thieme - Taalgebruik Thieme - Mijn Woordenschat - Plustaak taal - Taalmeesters

Page 24: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

24

3.7 NEDERLANDSE TAAL TAALVAARDIGHEDEN (STELLEN) Doelstelling : Het kind moet – op niveau – in schrift kunnen weergeven wat gedacht en

gevoeld wordt in een, voor anderen, leesbare en begrijpelijke vorm. Het kind moet leren zich functioneel – d.w.z. op een leespubliek gericht – uit te drukken. Het kind moet in staat zijn een gesproken of geschreven tekst of een beleefde situatie verkort weer te geven.

Werkvormen en materialen : onderbouw : letters ordenen tot woorden* woorden ordenen tot zinnen* zinnen ordenen tot verhalen* vragen beantwoorden* samenspraakjes * overwegend mondeling taalactiveringsprogramma "Wat zeg je ? "

middenbouw : zie onderbouw, maar nu ook schriftelijk stelopdracht n.a.v. plaatjes, gedichtjes, muziek. opstel volgens opdracht opstel zonder opdracht begin, slot, kern bedenken verslag van gebeurtenis - brief interview - dagboek samenvatting - spreekbeurt werkstuk - gedicht bovenbouw : zie middenbouw

Taalset Montessori Groen – Blauw – Rood Serie C

Page 25: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

25

3.8 NEDERLANDSE TAAL SCHRIJVEN, AANVANKELIJK EN VOORTGEZET LEZEN.

Doelstelling : Het leesonderwijs heeft de bedoeling het kind een leeshouding te verschaffen, die het bereid maakt en in staat stelt, verschillende teksten op niveau zelfstan- dig aan te pakken en te verwerken. Dit veronderstelt dat het kind bekend is met het codesysteem taal-in-

schriftvorm en dat het dit systeem kan hanteren, alsmede dat het van de gedachten, die ermee zijn vastgelegd, kennis kan nemen. De genoemde twee aspecten zijn wel te onderscheiden, maar niet te scheiden. Met andere woorden : de leestechniek en begrip voor het gelezene gaan hand in hand. Met aanvankelijk lezen behoort het schrijfonderwijs samen te gaan.

3.8.1 Voorbereidend, aanvankelijk en voortgezet lezen. Voorbereidend lezen. Veel van de activiteiten in de onderbouw dienen direct of indirect als voorbereiding op het latere leesonderwijs. Het zou een beetje kunstmatig zijn om alleen de sterk op taal gerichte spelletjes tot het voorbereidend leesonderwijs te rekenen. Het gaat vooral om de veelsoortige ervaring die het kind opdoet en om zijn totale ontwikkeling. In de voorbereide omgeving van de onderbouw treft men een zeer gevarieerd programma om de ontwikkeling van kleuters te stimuleren. Die variatie betreft zowel de werkwijze (kringgesprek, liedjes zingen, poppenkast, taalspelletjes, toneelspel, plakken en knippen, tekenen, schilderen, gezelschapsspelen, kringspelletjes) als het ontwikkelingsmateriaal. Er zijn allerlei puzzels, lotto’s, sorteer-, rubriceer-, en etiketteerspelletjes, prentenboeken, kleurboeken en voorleesboeken. De lokalen zijn voorzien van een themahoek, een bouwhoek, een ‘natte’ hoek en een leeshoek. Daarnaast wordt in de onderbouw met themakisten gewerkt, die door ouders – in overleg met de leerkrachten – worden samengesteld. In de afgelopen jaren is hierin een grote diversiteit ontstaan. De herfstkist, vakantiekist, toverkist, Kerst - en Sint kist, enz. worden gebruikt bij de inrichting van een themahoek. De onderbouwleerlingen ( groep 2 ) maken kennis met de schoolbibliotheek. Aanvankelijk lezen. Wanneer het kind eenmaal aan lezen toe is, kan het aanvankelijk leesonderwijs beginnen. Hiervoor moet het kind voldoen aan een aantal leesvoorwaarden, te weten: 1. Het kind moet weten wat links is, of vooraan. 2. Klankkennis 3. Lettervormkennis 4. Auditieve sequentie (twee of meer spraakklanken in volgorde kunnen nazeggen) 5. Betekenis geven. Met het aanvankelijk lezen kan al in de onderbouw worden gestart, mits het kind aan de voorwaarden voldoet. Op onze school worden, met betrekking tot het aanvankelijk lezen, de volgende materialen gebruikt:

- schuurpapieren letters (voor het leren van de losse letters) - de letterdoos (voor het leren van de letters en het leggen van woordjes)

Page 26: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

26

- leeswerkjes (voorwerp/woord, plaatje voorwerp/woord, plaatje/zin, haalwoorden, doe-woorden)

- De Leeslijn, methode voor aanvankelijk en technisch lezen. de boerderij

- leesboeken die in de klasse- of schoolbibliotheek te vinden zijn.

Uitgangspunten van de methode De auteurs beschouwen De Leeslijn als een onderwijsleerpakket voor individualiserend leesonderwijs waarbij een doorgaande lijn vanaf groep 1 wordt nagestreefd. De methode bestaat uit een ‘activiteitenlijn voor betekenisvol leren lezen’ voor zelfontdekkend leren lezen. Deze lijn is voor kinderen die grotendeels op eigen kracht leren lezen. Daarnaast is er de gestructureerde leergang De Leesweg. Bovenstaande geeft aan dat de methode zeer geschikt is voor het gebruik in het Montessorionderwijs. De methode hanteert de volgende uitgangspunten voor leesonderwijs: 1. Lezen is geen doel op zich maar een middel om informatie te halen uit geschreven taal. 2. Kinderen leren zichzelf lezen, leerkrachten stellen kinderen op hun eigen niveau in staat tot leren lezen: van ontdekkend tot gestuurd leren. 3. Leren lezen is een vervolg op leren praten: een nieuw communicatiemiddel. 4. Bij leren lezen is sprake van een doorgaande ontwikkeling met een observeerbaar verloop. 5. Leren lezen vraagt zowel kunnen als willen leren lezen. 6. Leren lezen als functionele vaardigheid vraagt om toepassing in betekenisvolle situaties. 7. Bij leren lezen bepalen de individuele mogelijkheden van kinderen het tempo van de vorderingen. 8. Kinderen leren het best en het meest door actief bezig te zijn met hun kennis en vaardigheden in alle mogelijke situaties. 9. Plezier in lezen is voor de motivatie en daarmee het leereffect erg belangrijk. 10. De leesdidactiek dient uit te gaan van de vaste koppeling van fonemen aan grafemen. Kinderen leren hiertoe eerst lezen middels de letter-spellende strategie, vervolgens deze strategie verkorten, versnellen en verinnerlijken en daarna stap voor stap de afwijkingen van het fonetisch principe herkennen. 11. Leren lezen veronderstelt zowel het vlot leren lezen van woorden als van zinnen. 12. Kinderen die moeizaam leren lezen zijn kinderen die moeizaam de spellende leeshandeling verwerven of de spellende leeshandeling niet kunnen loslaten en daardoor niet tot een vlotte woordherkenning komen. 13. Dit moeizaam verwerven van de leeshandeling van sommige kinderen hangt samen met verschillen in denk-, taal- en functionele ontwikkeling. 14. De leesleergang moet dus individualisering bevorderen: differentiatie mogelijk maken, direct aansluitend speciale leerhulp mogelijk maken op grond van observatie en toetsing, onmiddellijke toepassing realiseren van verworven (deel)vaardigheden in betekenisvolle situaties, leesplezier en schrijfplezier bevorderen. 15. Middels observatie en toetsing worden de eigen prestaties, de individuele voortgang van kinderen, gevolgd.

Page 27: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

27

Opbouw van de leergang voor onze school A Leesfasen Niveau 1 voorbereidend lezen Leesfase 1, kennismaken met geschreven taal Leesfase 2, ervaringen opdoen met geschreven taal Leesfase 3, met hulp geschreven taal gebruiken Niveau 2 aanvankelijk lezen Leesfase 4, zelf woorden maken en lezen (basisniveau) Leesfase 5, steeds moeilijker woorden lezen (AVI-niveau 1 tot en met 4) a. Eenlettergrepige woorden zonder medeklinkercombinaties. b. Eenvoudige eenlettergrepige, samengestelde en eenvoudige tweelettergrepige woorden. c. Moeilijker meerlettergrepige woorden. B Opzet per leesfase: doelstelling en instructieopzet Vanaf leesfase 4 worden er twee leergangen aangeboden. De Activiteitenlijn voor kinderen die zelfstandig kunnen leren lezen en De Leesweg, de instructieleergang voor aanvankelijk en voortgezet technisch lezen. De Leesweg is onderverdeeld in 10 instructieblokken. Elk blok wordt afgesloten met tekst- en woordtoetsen zodat het gehele leerproces van elk kind op de voet kan worden gevolgd. Het basisblok valt in twee delen uiteen (a en b). In blok a worden de korte klinkers en de medeklinkers aangeboden, in blok b de lange klinkers en tweetekenklinkers. De instructieblokken 1 tot en met 9 omvatten 90 woord- of tekstspecifieke instructieaspecten. De volgorde daarvan is gekozen op grond van de leerstofordening. Hiernavolgend wordt per leesfase aangegeven de doelstelling en de instructieopzet. Voorbereidend lezen (groep 1-2) Leesfase 1, kennismaken met geschreven taal Doelstelling: • Begrijpen wat de mogelijkheden van geschreven taal zijn, aanvullend op beeldtaal en gesproken taal (betekenisgeving). Kernactiviteiten: • Voorgelezen worden en bezig zijn met prentenboeken met voorleestekst. • Geschreven taal horen en zien gebruiken en daar de betekenis van ervaren. • Activiteiten met beeldverhalen (voorlezen, erover praten). Leesfase 2, ervaringen opdoen met geschreven taal Doelstelling: • Objectivatie van taal. De samenhang begrijpen tussen gesproken woorden en geschreven woorden en daarover kunnen praten (over woorden praten los van de betekenis). Activiteiten: • Meekijken en 'meelezen' bij het voorlezen. • Woorden aan tekeningen toevoegen (nastempelen). • Zinnetjes en woorden leggen bij prenten, plaatjes en objecten. • Rijmactiviteiten met eindrijm. Leesfase 3, met hulp geschreven taal gebruiken Doelstelling: • Ontwikkelen van het fonetisch bewustzijn. Weten dat gesproken woorden zijn samengesteld uit klanken en dat deze klanken kunnen worden losgemaakt en samengevoegd. Activiteiten: • Luisteren naar de vormaspecten van gesproken taal, woorden, klankgroepen (rijmen) en klanken. • Activiteiten met eindrijm en beginrijm. • Sorteren op klank. • Eigen gesproken taal, zoals zinnen en woorden bij tekeningen, met hulp omzetten in

Page 28: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

28

geschreven taal en daarbij ervaringen opdoen met letters, met koppeling tussen klank en teken en met de leesrichting. Aanvankelijk lezen (groep 3) Leesfase 4, zelf woorden maken en lezen Kernactiviteiten: • Zelf zinnen en woorden bedenken en leggen, stempelen (eventueel 'tekenen'). • Lezen van eenvoudige boekjes. • Instructie krijgen met het instructiemateriaal van De Leesweg. Basisblok a Doelstelling: klankzuivere éénlettergrepige woorden bestaande uit korte klinkers (behalve c, q, x, y) en één medeklinker voor- en/of achteraan het woord direct of spellend kunnen lezen. Het woordje 'de' met de onbeklemtoonde /e/ wordt klein gedrukt aangeboden. Afsluiting: proef met zinnetjes en woorden. Basisblok b Doelstelling: klankzuivere éénlettergrepige woorden met een medeklinker voor- en/of achteraan het woord direct of spellend kunnen lezen. De onbeklemtoonde /e/ in 'de' en 'een' wordt nog klein gedrukt aangeboden. Het gaat hier om de lange klinkers, tweetekenklinkers en medeklinkers. Leesfase 5, steeds moeilijker woorden lezen Kernactiviteiten: • Zelf verhaaltjes maken. • Veel stillezen met verwerking van leeservaringen • Instructie krijgen met materiaal van De Leesweg. Instructieblok 1 Doelstelling: éénlettergrepige woorden met één medeklinker voor- en/of achteraan het woord direct of spellend kunnen lezen. Herkennen van de niet-klankzuivere lettergroepen eer, oor en eur; aai, ooi, en oei; de eind -b/-d en de kort geschreven lange eindklank (ha, nu, zo). AVI Afsluiting: tekst- en woordtoets 1. Instructieblok 2 Doelstelling: eenvoudige éénlettergrepige woorden met medeklinkercombinaties voor- en/of achteraan het woord direct kunnen lezen. Herkennen van nieuwe lettergroepen: begingroep sch-; eindlettergroep -uw/-ieuw/-eeuw; lettergroepen eindigend op -ng(t), -nk(t), -ch(t). AVI 2. Afsluiting: tekst- en woordtoets 2. Instructieblok 3 Doelstelling: éénlettergrepige, eenvoudige tweelettergrepige en samengestelde woorden direct of met lettergroep-/lettergreepverdeling lezen. Nieuwe teken-klankkoppeling herkennen: i - ie. Directe rede met aanhalingstekens en dubbele punt herkennen. AVI 3. Instructieblok 4 Doelstelling: tweelettergrepige, samengestelde en eenvoudige drielettergrepige woorden direct, eventueel met lettergreepverdeling, lezen. Nieuwe klanktekenkoppeling herkennen: -ig (aardig), -lijk (heerlijk), 's. AVI 4. Voortgezet lezen. Het aanvankelijk lezen is min of meer afgerond als de kinderen het niveau M3 behaald hebben. Op onze school zijn de volgende materialen aanwezig met betrekking tot het voortgezet lezen: De Leeslijn t/m het oude AVI 4 niveau

de boerderij; Nienhuis Montessori

taaldozen en opdrachten taaldozen; Nienhuis Montessori

Estafette, methode voor voortgezet technisch lezen

Goed Gelezen, methode voor begrijpend en studerend lezen

begrijpend lezen zinnen; Nienhuis Montessori

Page 29: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

29

taal-speelwerkjes; Nienhuis Montessori

drukwerk

boeken: Woordgebruik Taalvaardigheid

informatieve teksten van kennisnet en wereldverkenning.

kinderboeken, bloemlezingen, gedichten en eigen teksten.

Boeken op AVI-niveau i.v.m. voordrachtslezen in kleine niveau-groepjes onder begeleiding van leerkracht, hulpouder of hogere jaars-leerling.

In dienst van andere activiteiten vinden we nog: -taalset -redactiesommen. LEZEN ( Aanvankelijk lezen en voortgezet lezen ) onderbouw : werkvormen en materialen : letters leren schuurpapieren letters letterdoos woordjes leggen met letterstempel doos losse letters leeswerkjes ding/woordje plaatje/woordje woord zin haalwoorden leeszinnen Leeshoek, leerstofpakket 1 t/m 3 middenbouw : woordjes leren letterdoos letters leren (analyse en synthese) leeswerkjes ding/woordje plaatje/woordje woord zin haalwoorden doewoorden boerderij leeszinnen lezen uit boekjes leesboeken – klassenbibliotheek schoolbibliotheek stillezen taaldozen opdrachten taaldozen

Goed Gelezen, methode voor begrijpend en studerend lezen

Page 30: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

30

Estafette* methode voor technisch lezen Ziezo lezen bovenbouw : lezen uit de bibliotheek

boeken klassenbibliotheek stillezen

Drukwerk Goed Gelezen, methode voor begrijpend en studerend lezen

Taalboeken : - woordgebruik - taalvaardigheid studerend lezen Informatieve teksten - wereldverkenning lezen in dienst van andere Taalboeken (taal)activiteiten Taalset Groen, Blauw, Rood. Redactiesommen voordrachtslezen Kinderboeken, gedichten, eigen teksten, bloemlezingen. * In 2006 is in onze middenbouwgroepen de methode “Estafette” van Zwijsen ingevoerd.

Voortgezet lezen m.b.v. de methode Estafette – Technisch lezen 1 Materialisatie van Estafette Estafette in een methode voor voortgezet technisch lezen, die niet gebonden is aan jaargroepen, maar uitgaat van leesniveaus. Estafette is ontwikkeld voor AVI 2 tot en met 9. De methode bestaat uit de volgende materialen: – voor de leerlingen:

13 leesboeken;

13 werkboeken;

Leeslogboek bewaarmap; – voor de leerkracht:

Handleiding Estafette, bestaande uit:

1 gebruikswijzer

13 handleidingen (bij werk- en leesboeken)

Toetsmap; – voor gebruik in de groep:

Doos met leeskaarten;

Opbergdoos met 8 audio-cd’s;

Kopieermap met kopieerbladen;

Set van 16 zandlopers;

Leeslogboek kopieermap.

Wij gebruiken de methode Estafette remediërend voor leerlingen met een leesachterstand. Daarom zijn alleen de voor ons relevante materialen aangeschaft.

Page 31: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

31

2 Doelen van Estafette Kenmerken van een goede technische leesvaardigheid zijn accuratesse (correct lezen) en vlotheid (vlot lezen). Niet alleen correct maar ook vlot kunnen lezen is belangrijk voor begrijpend lezen. Vooral voor de zwakkere lezers blijft dit oefenen, zowel op woord- als op tekstniveau, een belangrijk onderwijsdoel. De differentiatie binnen de methode Estafette heeft daarom het volgende uitgangspunt: zwakke lezers krijgen veel instructie op hun eigen niveau en veel meer leertijd. Dat is precies wat ze nodig hebben om toch binnen een redelijke tijd de operationele doelen voor technisch lezen te halen. 3 Relatie met de vigerende kerndoelen (1 augustus 1998) De methode voldoet aan de huidige kerndoelen voor het basisonderwijs. De relatie met de kerndoelen staat beschreven op blz. 41van de Gebruikswijzer. 4 Uitvoering De leerstof bestaat uit acht leerstofpakketten, geordend van AVI-niveau 2 tot en met 9. De leerlingen kunnen de taken van elk leerstofpakket zelfstandig uitvoeren of met de instructie van de leerkracht als ze daaraan behoefte hebben. Om voor elke leerling te bepalen welk leerstofpakket moet worden uitgevoerd (het niveau) en op welke wijze de leerling daarmee kan werken (de aanpak), wordt gebruik gemaakt van twee toetsen: de AVI-niveau toets en de Drie Minuten Toets (DMT). Voor het werken met Estafette zijn vier verschillende aanpakken ontwikkeld. Binnen twee ervan krijgen de leerlingen veel instructie, terwijl de andere twee vooral zijn gericht op zelfstandig werken. De leerstof van Estafette is niet gekoppeld aan jaargroepen. De leerlingen krijgen een leerstofpakket aangeboden dat bij hun eigen leesniveau past. De verschillen lopen door de jaargroepen heen: het is bijvoorbeeld mogelijk dat er zowel leerlingen in groep 4 als in groep 5 op AVI-niveau 5 lezen. In elk leerstofpakket is steeds een hoeveelheid leerstof van eenzelfde AVI-niveau bij elkaar gebracht en geordend. Dit maakt het mogelijk bepaalde kinderen zelfstandig te laten werken en geven de leerkracht de ruimte om de zwakke lezers de instructie te geven waar zij behoeft aan hebben. Wij gebruiken Estafette voor leerlingen met een leesachterstand ( remediërend ). Er wordt individueel of in kleine groepjes gewerkt. 5 Kwaliteitsbewaking De methode biedt de volgende voorzieningen ten behoeve van de evaluatie en de kwaliteitsbewaking van het onderwijs:

Estafette sluit goed aan bij het aanvankelijk leesonderwijs, doordat de methode start bij AVI 2 niveau of hoger;

Elke leerling krijgt een lespakket dat aansluit bij zijn eigen leerniveau (afhankelijk van AVI-niveau en DMT-resultaten);

Elke leerling krijgt een individuele aanpak die is afgestemd op zijn mogelijkheden (van veel instructie tot compleet zelfstandig werken);

Instructie wordt in kleine groepjes gegeven;

Exacte formulering van de lesdoelen en observatiedoelen in de handleiding;

Systematische evaluatie met behulp van AVI-toetsen, Drie Minuten Toetsen en Estafette-toetsen;

Leeskaarten en kopieerbladen waarin specifieke leesproblemen behandeld worden;

In de handleiding wordt verwezen naar materialen die naast Estafette gebruikt kunnen worden.

Page 32: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

32

Tutor lezen. In het schooljaar 2005 – 2006 zijn we – in de middenbouw – begonnen met het zgn. tutorlezen. Leerlingen met een hoger AVI – leesniveau ( tutoren ) lezen samen met leerlingen met een lager AVI – leesniveau ( tutee ).

Wat zijn de voordelen? - goed voorbeeld doet goed volgen! - doordat het kind van een hoger niveau af en toe ook voorleest, zit er meer vaart in het lezen. Dit komt het begrip van de tekst en het leesplezier ten goede. - de kinderen lezen bij het tutor-lezen in feite vier keer per week tussen de vijftien en twintig minuten hardop voor. Dit zet beslist zoden-aan-de-dijk. - niet alleen het bereiken van een hoger leesniveau is een vooruitgang; vooral de vergroting van het leesplezier is vooruitgang! Lezen leuk gaan vinden is het belangrijkst. - tutor-lezen heeft duidelijk een pedagogische meerwaarde! Het past dus ideaal in onze Montessoriaanpak, waarbij kinderen zich verantwoordelijk leren voelen voor elkaar.

Deze vorm van lezen vindt niet gedurende het gehele schooljaar plaats, maar wordt ingezet naar behoefte.

BEGRIJPEND LEZEN Voor dit specifieke onderdeel van het voorgezet lezen, hebben we in het schooljaar 2010 – 2011 de vernieuwde methode "Goed Gelezen" van Malmberg aangeschaft. Voortgezet lezen m.b.v. de methode Goed Gelezen - Begrijpend en studerend lezen Samenstelling: De methode bestaat voor de leerkracht per leerjaar (groep 4-8) uit een handleiding en een kopieermap. Voor de leerlingen is er een leerlingenboek, bakkaarten met antwoordenboekjes, toetsboekjes (verbruiksmateriaal)en een luister-cd. Daarnaast zijn er additioneel aanvullende leskaarten voor goede en zwakke lezers. Doelstellingen en uitgangspunten In de handleiding wordt vermeld dat Goed Gelezen! BSL zowel voldoet aan de kerndoelen voor Nederlandse Taal van 1998 als de nieuwste kerndoelen van 2005. De auteurs gaan voor Goed Gelezen! BSL uit van de volgende doelstelling: "Het lezen en leesgedrag stimuleren met het oog op meer en beter lezen. Goed lezen is nodig om informatie te kunnen verzamelen en verwerken. Het belangrijkste aspect van goed leren lezen is wel dat kinderen plezier krijgen in het lezen van boeken". De methode kent een aantal hoofddoelen te weten: letterlijk begrip, ordenend begrip, afgeleid begrip en oordelend begrip. Daarnaast zijn er binnen Goed Gelezen! BSL doelen voor samenwerkend leren: kinderen uitdagen tot actief en constructief leren, stimuleren tot onderlinge interactie, verschillen tussen kinderen benutten als kansen om van elkaar te leren en een bijdrage te leveren aan het realiseren van een goed pedagogisch klimaat. In de handleiding wordt van iedere les zowel het hoofddoel als het lesdoel aangegeven. Voorbeelden van lesdoelen zijn: 'leren ordenen en classificeren' en 'het verschil tussen feiten en meningen vaststellen'. In het leerlingenboek staat aan het begin van elk blok een overzicht (OCTO) met de lesdoelen die SLO-analyse Goed gelezen! BSL 3 Titel Goed Gelezen! Begrijpend en studerend lezen in het betreffende blok aan de orde komen. In de methode-infobrochure van Goed Gelezen! BSL worden de belangrijkste kenmerken van de methode geformuleerd: "afwisseling tussen instructielessen (boekles) en verwerkingslessen (bakles), variatie in instructielessen door middel van directie instructie en ontdekkend leren, toepassing van leesstrategieën op teksten uit andere vakken, de toepassing van het drie stappenmodel voor het aanleren en automatiseren van

Page 33: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

33

leesstrategieën, verschillende differentiatiemogelijkheden, gebruik van digitale toetsen, zelfstandig uit te voeren computerlessen en aandacht voor vormgeving". Binnen de methode wordt voor het leesproces gebruik gemaakt van het hierboven genoemde stappenmodel bestaande uit drie fasen: vóór het lezen, lezen en ná het lezen. Deze drie stappen hebben in de lay-out van de leerlingenboeken een specifieke kleur ('voor het lezen' is oranje; 'lezen' is blauw en 'na het lezen' heeft een groene kleur). Ieder blok in het leerlingenboek begint met een soort samenvatting door middel van een figuur met acht armen ('OCTO') met informatie die in het betreffende blok aan de orde komt. Goed Gelezen! BSL heeft aandacht voor het samenwerken tussen leerlingen waarbij deze samenwerken in heterogeen samengestelde groepen. 3. In welke kerninhouden worden de kerndoelen in de methode uitgewerkt? Toelichting Om aan te kunnen geven op welke wijze methoden de kerndoelen concretiseren is door SLO een nadere uitwerking van de kerndoelen in kerninhouden (indicatoren en specificaties) gemaakt. Bij de uitwerking is ook de tekst van de karakteristiek bij het vakgebied meegenomen. De vijf kerndoelen die relevant zijn voor begrijpend en studerend lezen zijn door SLO vertaald in zes indicatoren en vervolgens verder uitgewerkt in (deel)specificaties. Er is getracht deze zo zorgvuldig mogelijk te formuleren. Deze uitwerking is gemaakt in overleg met de Inspectie van het Onderwijs. Overzicht van aangetroffen kerninhouden In de tabel is aangegeven welke specificaties in de methode Goed gelezen BSL aan de orde komen. Legenda: A = analyseresultaat ■ = aanwezig ◘ = gedeeltelijk aanwezig □ = afwezig n.v.t. = niet van toepassing Domein B Schriftelijk taalonderwijs Kerndoel Indicator SLO Specificatie SLO A 4.1.1 Kennis hebben van informatieve teksten en/of bronnen. 4.1.2 Kennis hebben van instructieve teksten en/of bronnen. 4.1.3 Gericht naar informatie zoeken. 4.1.4 Het selecteren van informatie. 4. De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema's, tabellen en digitale bronnen. 4.1 Achterhalen van informatie in informatieve en instructieve teksten. 4.1.5 Gebruik maken van leesstrategieën. 6.1.1 Informatie ordenen bij instructieve teksten. 6.1.2 Informatie ordenen bij systematisch geordende bronnen. 6. De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale. 6.1 Ordenen van informatie en meningen. 6.1.3 Feiten van meningen onderscheiden. 7.1 Informatie en meningen vergelijken. 7.1.1 Kritisch lezen. 7.1.2 Informatie en meningen met elkaar vergelijken. 7.2.1 Teksten op waarde (betrouwbaarheid) beoordelen. 7. De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten. 7.2 Informatie en meningen beoordelen. 7.2.2 Vormen van oordeel.

Page 34: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

34

9. De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten. 9.1 Het ontwikkelen van een positieve leesattitude. 9.1.1 Positieve leesattitude. 10.1.3.1 Herkennen. 10.1.3.2 Verwoorden. 10.1.3.3 Gebruiken. 10. De leerlingen leren bij de doelen onder 'mondeling taalonderwijs' en 'schriftelijk taalonderwijs' strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen. 10.3 Leesstrategieën. 10.1.3.4 Beoordelen. ■ 4. Welke leerinhouden komen aan bod, op welke manier gebeurt dat en is er samenhang? Welke leerlijnen komen aan bod? Goed Gelezen! BSL bevat leerstof voor de domeinen begrijpend en studerend lezen. Volgens de auteurs gaan begrijpend en studerend lezen in de hogere groepen in elkaar over. In groep 4 beginnen de teksten op AVI 2-niveau. In Goed Gelezen! BSL is ook een leerlijn voor begrijpend luisteren te vinden die verweven is met de reguliere lessen. Vanaf groep 6 is er een leerlijn samenwerken in de methode uitgewerkt.

Page 35: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

35

3.8.2 SCHRIJVEN Doelstelling : Onder schrijven verstaan we het vastleggen van gedachten in grafische tekens. Het doel van het schrijfonderwijs is de leerlingen een duidelijk leesbaar, behoorlijk verzorgd en vlot geschreven persoonlijk handschrift mee te geven. Om dit doel te bereiken hebben we in de onderbouw gekozen voor de 'methode' Schrijfdans van R. Oussoren - Voors en in de midden/bovenbouw

voor Pennenstreken, uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg Kleuterschrijven/ : De doelstelling van Schrijfdans ( deel 1 ) is om met behulp van muziek, Voorbereidend rijmpjes, spelletjes en muziek- en fantasietekeningen een vloeiend en schrijven gezond verbonden handschrift voor te bereiden door het combineren

van grofmotorische- en fijnmotorische bewegingen in de lucht en op papier. De ruimtelijke blik op papier wordt geoefend door met beide handen te werken, eventueel het papier te vouwen. De afwisselende ritmes en tempi van muziek stimuleren het kind tot aanpassing van schrijfsnelheden. De bewegingen in de ruimte en op papier worden symmetrisch uitgevoerd, met beide handen. Dit is bevorderlijk voor het evenwichtig functioneren van onder andere oren, ogen en de beide hersenhelften. Schrijfdans beoogt hiermee ook een verbetering van de algehele lichamelijke en geestelijke conditie gedurende de schooldag en het uitblijven van frustraties en krampachtigheid bij het uiteindelijke schrijfproces.

Voor een uitgebreide beschrijving van het programma verwijzen we naar de map "Schrijfdans", die in de onderbouwgroep aanwezig is. Bij het kleuterschrijven wordt tevens gebruik gemaakt van onderstaande materialen. Montessorimateriaal : - cilinderblokken - roze toren - bruine trap - rode stokken - kleurspoelen - gewichtsplankjes - gehoorkokers - bellen - ruw/glad materiaal - stoffendoos - sorteerwerkjes - het geheimzinnige tasje - kastje met geometrische figuren - geometrische lichamen - aankleedrekken - voelzakjes - schuurpapieren schrijfletters - schoenpoets / koperpoets De beschrijving van bovenstaande materialen is te vinden in het boek Montessorimateriaal, deel 1. Overige werkvormen : - schenkwerkjes - schepwerkjes - schrijven in zand - natte kwast - zeefwerkjes - krijtbord(jes)

Page 36: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

36

Aanvankelijk- en Voortgezet Schrijven. Voor het aanvankelijk - en voortgezet schrijfonderwijs maken we gebruik van de methode "Pennenstreken" van Zwijsen. Doelstellingen van Pennenstreken. Groep 3 ( fase 2 = Aanvankelijk schrijven ) - aanleren en inoefenen goede schrijfhouding, papierligging en potloodhantering - bevorderen arm-, hand-, en vingermotoriek - bevorderen oog - handcoördinatie - aanleren en inoefenen schrijfpatronen - aanleren en inoefenen letters - aanleren en inoefenen cijfers - aanleren leestekens - aanleren en inoefenen verbonden schrift - leren schrijven op en tussen liniatuur Groep 4 ( fase 2 = Aanvankelijk schrijven ) - schrijven met goede schrijfhouding, papierligging en potloodhantering - bevorderen arm-, hand-, en vingermotoriek - inoefenen verbonden schrift - aanleren en inoefenen hoofdletters - aanleren en inoefenen hoofdletters in verbonden schrift - cijfers schrijven - leestekens schrijven - leren schrijven tussen liniatuur Groep 5 ( fase 3 = Voortgezet schrijven ) - schrijven met goede schrijfhouding, papierligging en potloodhantering - bevorderen arm-, hand-, en vingermotoriek - automatiseren van omzetting van kleine letters in hoofdletters - schrijven van cijfers en leestekens - schrijven van lange woorden - leren schrijven tussen aangegeven liniatuur Groep 6 ( fase 3 = Voortgezet schrijven ) - schrijven met goede schrijfhouding, papierligging en potloodhantering - automatiseren van het schrift - schrijven tussen aangegeven liniatuur - schrijven tussen liniatuur van 7,5 mm - schrijven van cijfers en leestekens - schrijven van lange woorden - kennismaken met het temposchrijven - kritisch leren beoordelen van eigen handschrift en dat van anderen Groep 7 ( fase 3 = Voortgezet schrijven ) - schrijven met goede schrijfhouding, papierligging en potloodhantering - automatiseren van het schrift - schrijven tussen liniatuur van 7,5 mm

Page 37: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

37

- aanleren en inoefenen van blokschrift - schrijven van cijfers en leestekens - schrijven van lange woorden - schrijven op tempo - kritisch leren beoordelen van eigen handschrift en dat van anderen Groep 8 ( fase 3 = Voortgezet schrijven ) - schrijven met goede schrijfhouding, papierligging en potloodhantering - kunnen schrijven in een goed leesbaar en op tempo geschreven handschrift - schrijven tussen liniatuur van 7,5 mm - schrijven van lange woorden - inoefenen en toepassen van het blokschrift - schrijven op tempo - kritisch leren beoordelen van eigen handschrift en dat van anderen De einddoelstelling van Pennenstreken is : teksten kunnen schrijven in een acceptabel tempo en in een goed leesbaar handschrift. Het is van belang om voor de start van het aanvankelijk schrijfonderwijs zorgvuldig vast te stellen wat de voorkeurshand van de leerling is. Een eventueel hulpmiddel daarbij is het observatieformulier links/rechts. Bij elke Pennenstrekenles zijn aandachts – en observatiepunten aangegeven, om kinderen met schrijfproblemen adequaat hulp te kunnen bieden ( korte-termijnevaluatie ). In de handleidingen van Pennenstreken is bij alle lesbeschrijvingen remediëring opgenomen. De remediëring gaat in op de problemen die bij de observatie zijn gesignaleerd. Voor de beschrijving van de lessen verwijzen we naar de Handleidingen, die in de groepen aanwezig zijn.

Page 38: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

38

3.9 NEDERLANDSE TAAL GRAMMATICA Doelstelling : Het kind moet zich steeds meer bewust worden van een goed mondeling en schriftelijk taalgebruik.

Het grammatica onderwijs dient tevens het spellingonderwijs, daarbij ondersteund door zinsontleding en woordbenoeming.

Werkvormen en materialen : onderbouw : geen activiteiten middenbouw : lidwoord leren met behulp van zelfstandig naamwoord 'de boerderij'. bijvoeglijk naamwoord voegwoord voorzetsel telwoord lidwoord Taaldozen (Montessori) zelfstandig naamwoord Opdrachten bij taaldozen bijvoeglijk naamwoord Proeven telwoord Taalsymbolen werkwoord voorzetsel bijwoord voornaamwoord : persoonlijk aanwijzend bezittelijk voegwoord tussenwerpsel vragenspel Pijlendoosjes Pijlenbord bovenbouw : alle woordsoorten benoemen Taalsymbolen (zie middenbouw) Taaldozen Onderstrepen in taaldooskleuren hulpwerkwoord Taalset Montessori Groen, Blauw, Rood : voltooid deelwoord G.A. kaarten koppelwerkwoord voornaamwoord : Serie ontleedzinnen - onbepaald - vragend - betrekkelijk

Page 39: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

39

abstract/concreet zelfstandig naamwoord zinsontleding : onderwerp Pijlendoosjes gezegde, werkwoordelijk, Pijlenbord naamwoordelijk Ontleedbord persoonsvorm Serie ontleedzinnen lijdend voorwerp Taalset Montessori Groen, Blauw, Rood : meewerkend voorwerp G.B. zinnen bijwoordelijke bepalingen ( + soortnaam) Taalboeken : bijvoeglijke bepaling Eenvoudig Zinsontleden - Thieme bijstelling Zinsontleding - Thieme Taalregelschrift

Page 40: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

40

3.10 NEDERLANDSE TAAL SPELLING Doelstelling : Het doel van het spellingonderwijs is het aanleren van een correct

woordbeeld. Spellingonderwijs heeft een dienende functie t.o.v. het stellen. Voor spelling hanteren we de ‘leerlijn spelling’, die is gebaseerd op de spellingwijzer van het APS en door de 1ste Montessorischool Hoofddorp is bewerkt. Vervolgens hebben twee Rotterdamse montessorischolen – in overleg met het CED – verfijningen aangebracht en zijn er nieuwe materialen ontwikkeld. Het resultaat van al deze inspanningen heeft geleid tot een goed bruikbare ‘spellinglijn’ . Jaarlijks worden kaarten aangepast en, waar nodig, gecorrigeerd. Er zijn 5 blokken, A t/m E. Binnen een blok is geen hiërarchie, een kind kan best iets maken uit een ander blok. Er zijn 45 kaarten ( A/B/C 1 – 30 middenbouw, C/D/E 21 –45 bovenbouw ). De spellinglijn kan de F serie in de bovenbouw helemaal vervangen, maar de F – serie kan er ook naast gebruikt worden. De spelling van de werkwoorden is een aparte lijn, die ook start met een A – blok. Daarin wordt gebruik gemaakt van rode werkwoordendoosjes in de middenbouw en van de E – serie in de bovenbouw. Ieder spellingprobleem heeft een eigen kaart. Het kind maakt een begindictee. Wanneer het kind fouten gemaakt heeft, pakt het kind de eerste opdrachtkaart. Op de voorkant van de kaart staat wat het kind allemaal kan doen, op de achterkant staat een voorbeeld van een lesje. De leerkracht geeft het lesje en het kind maakt een selectie van de oefenstof. Tot slot gaat het kind werken in zijn eigen spellingboek, maakt het kind het einddictee en eventueel herhalingsstof. Iedere 5de kaart is een mixkaart; dit is de herhaling van eerder aangeboden stof en sluit af met een mixdictee. Naast de genoemde spellinglijn gebruiken we onderstaande werkvormen en materialen, waarvan sommige in de spellinglijn zijn geïntegreerd : onderbouw : geen activiteiten middenbouw : verdelen in lettergrepen lettergreep-series hoofdletters leestekens afkortingen spelling onveranderlijke woorden spellingwerkjes taalset ui – eu – oe s – z v – f spellingkaarten spellingschrift twee of meer medeklinkers achter elkaar sch – schr – cht dictee

Page 41: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

41

ng – nk aai – ooi – oei uw – ieuw – eeuw aar – ier – er ver – be – ge ij – au ei – ou ig – lijk – heid verkleinwoorden raam – ramen Rekkenwerkjes taalset stam – stammen Taaljournaal mond – monden fuif – duiven huis – huizen aardrijkskundige namen Ambrasoft : ‘ Woorden totaal’ bovenbouw : herhaling van middenbouw Taalset Montessori, Groen, Blauw, Rood : D – serie F – serie B – werkjes Dictees spelling van werkwoordsvormen in de o.t.t. Taalset Montessori, Groen, Blauw, o.v.t. regelmatig Rood : o.v.t. onregelmatig E - serie v.t.t. E - werkjes v.v.t. Taalregels o.t.t.t. Stencils o.v.t.t. Taalboeken : Werken met het werkwoord, Thieme Taaljournaal Ambrasoft : ‘Woorden totaal’ .

Page 42: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

42

3.11 ENGELS Kerndoelen Engels

13. De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten.

14. De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in die taal.

15. De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden over alledaagse onderwerpen.

16. De leerlingen leren om woordbetekenissen en schrijfwijzen van Engelse woorden op te zoeken met behulp van het woordenboek.

Onderbouw In de onderbouw wordt incidenteel aandacht besteed aan Engels. We doen dit in de vorm van versjes en liedjes. Daarnaast wordt er – omdat er door leerlingen ook nog andere talen worden gesproken - in verschillende talen aandacht besteed aan bijv. tellen, je voorstellen, enz. Middenbouw -De kinderen maken kennis met gesproken Engelse taal. -De leerlingen leren de uitspraak van eenvoudige Engelse woorden. -De leerlingen leren het schrijven van eenvoudige Engelse woorden. -De leerlingen lezen in eenvoudige Engelstalige boekjes. Dit alles over alledaagse onderwerpen, die aansluiten bij de leeftijd van de kinderen in de middenbouw Materiaal dat gebruikt wordt: De uitzendingen van school T.V.: Engels met Raaf. Leeswerkjes behorend bij de thema’s van de school t.v. uitzendingen. Een aantal doosjes van de taalset van Montessori met de Engelse woordjes. Werkwijze: De T.V. Uitzendingen worden klassikaal gekeken. Met de werkjes wordt individueel gewerkt. De uitspraak van de woorden wordt geoefend d.m.v. individuele lesjes. De kinderen maken een “woordenboekje” van de woorden door ze op te schrijven in het Nederlands met de Engelse vertaling erachter. Voor het vakgebied Engels is in de bovenbouw gekozen voor de invoering van de Methode “Take it Easy”. Voor meer informatie over deze methode verwijs ik naar de websites :

http://tule.slo.nl/Engels/F-KDEngels.html http://tule.slo.nl/Engels/F-L13.html http://tule.slo.nl/Engels/F-L14.html http://tule.slo.nl/Engels/F-L15.html http://tule.slo.nl/Engels/F-L16.html

In de groepen 7 en 8 vindt toetsing plaats. Cito Me2 Engels, groep 7 en 8.

Page 43: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

43

3.12 REKENEN EN WISKUNDE

Kerndoelen rekenen/wiskunde Wiskundig inzicht en handelen 23. De leerlingen leren wiskundetaal gebruiken. 24. De leerlingen leren praktische en formele rekenwiskundige problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven 25 De leerlingen leren aanpakken bij het oplossen van reken- wiskundeproblemen te onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen. Getallen en bewerkingen 26. De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen op hoofdlijnen te doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen. 27. De leerlingen leren de basisbewerkingen met gehele getallen in elk geval tot 100 snel uit het hoofd uitvoeren, waarbij optellen en aftrekken tot 20 en de tafels van buiten gekend zijn. 28. De leerlingen leren schattend tellen en rekenen 29. De leerlingen leren handig optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen 30. De leerlingen leren schriftelijk optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen volgens meer of minder verkorte standaardprocedures. 31. De leerlingen leren de rekenmachine met inzicht te gebuiken Meten en meetkunde 32. De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen. 33. De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur. Het doel van ons reken-wiskundeonderwijs is:

functionele gecijferdheid;

afgestemd op de mogelijkheden van iedere individuele leerling;

met bijpassend adequaat handelen in functionele, dagelijkse situaties.

Het landelijk protocol voor het rekenwiskunde-onderwijs biedt richtlijnen en handvatten voor de praktijk om optimaal rekenwiskundeonderwijs te kunnen ontwikkelen voor alle kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar in het basisonderwijs. De komende jaren zullen wij de richtlijnen en handvatten, zoals genoemd in het protocol en via www.materplandyscalculie.nl, implementeren. De leerkracht stemt daarbij het aanbod zo goed mogelijk af op de ontwikkeling van de leerling en zijn of haar onderwijsbehoefte. Dit vraagt om een continu proces van observeren, signaleren, analyseren, registreren en interpreteren. Handelingsgericht werken (HGW) kan hierbij ondersteuning bieden.

Page 44: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

44

De domeinen voor rekenen zijn: 1. Getallen: soorten getallen, samenhang, bewerkingen

2. Verhoudingen: verhoudingen en percentages, begrip, samenhang,

berekeningen w.o. breuken en procenten

3. Meten & meetkunde: maten en de ‘ruimte om ons heen’

4. Verbanden: grafieken en diagrammen, met numerieke gegevens en

verbanden (w.o. grafieken en diagrammen uit tabellen en grafieken)

Om leerlingen te volgen, te stimuleren en te begeleiden bij de reken-wiskundige ontwikkeling, gaan we gebruik maken van het handelingsmodel:

Daarnaast kan het drieslagmodel helpen bij het scherper waarnemen van het leerproces van de leerlingen bij het oplossen van reken-wiskundige

vraagstukken. Daarbij moeten de vier voorwaardelijke hoofdlijnen in het proces van leren rekenen goed in de gaten gehouden:

1. Begripsvorming (conceptontwikkeling en het verlenen van betekenis aan

kennis en vaardigheden

2. Ontwikkelen van oplossingsprocedures

3. Vlot leren rekenen (oefenen, automatiseren, memoriseren)

4. Flexibel toepassen van kennis en vaardigheden

Het is ons streven dat ten minste 80% van de leerlingen aan het eind van de basisschool beheersingsniveau 1S heeft bereikt.

Page 45: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

45

Hierna volgt een beschrijving van de huidige situatie, waarbij achtereenvolgens wordt aangegeven:

Materialen geordend per categorie en per bouw

Montessorimaterialen voor verschillende domeinen:

A. vaardigheden B. cijferen C. verhoudingen en procenten D. breuken en decimale breuken E. meten F. meetkunde

Bijlage onderbouw

Beleidsvoornemens

Page 46: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

46

Materialen geordend per categorie en per bouw.

Categorie Onderbouw Middenbouw Bovenbouw

Oriëntatie in de ruimte

Zintuiglijk materiaal: -roze toren -bruine trap -rode stokken -de gekleurde cilinders - cilinderblokken - binomische kubus - trinomische kubus -geometrische lichamen en platte- grond -sorteerwerkjes - geheimzinnige tasje -geometrische raam - kastje met de geometrische figuren -kaarten met de geometrische figuren - constructieve driehoeken dozen - de twaalf blauwe driehoeken - driehoekenspel Overig materiaal: -logical blocks -mozaïekdoos -eelde set -figura -scope -Eelde set -figura -systeemrijgen -tangram -formogram -ringen en stokjes -begrippendiagram -vertiblocks -Haagse bouwset -plankjes -kleine bouwblokken set -zandbak -zandtafel met materiaal - watertafel

-gouden materiaal -kettingen overige hulpmiddelen: kistkaarten

Page 47: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

47

-bekers met inhoudsmaten -de boerderij -constructie materiaal Overige middelen: -spelletjes -liedjes -vrij spel buiten -vouwlesjes -klim/klauter materiaal -prentenboeken

Tellen -rekenstokken -cijfers en fiches -telbakjes -schuurpapieren Cijfers -gekleurde kralen- staafjes -pindastel -gouden materiaal -kleine getalkaarten -grote getalkaarten -korte kettingen -100 bord -getalrek 1 1 – 19 -getalrek 10 – 99 -vermenigvuldig bordje -100-bord -100-strook -1000-strook -verzamelingen -computer / ik reken overige middelen: -systeemrijgen -figura -cijferpuzzel -Perlo kralenplank -pauwentelspel -cijferstempelspel -domino -boom-appel telspel -dierentelspel -fruit verzamelen -dobbelsteen groot -dobbelsteen klein -stip/cijfer

-getalrek 1 1 – 19 -getalrek 10 – 99 -100 – ketting -kralenbord -100 – bord -gekleurde kralenstaafjes -gouden materiaal overige hulpmiddelen: - kistkaarten -100 – strook -computer -rekenrekje tot 20 -'klassikaal' 100- ketting

Page 48: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

48

-begrippendiagram -kaboutertelspel -diverse zelfgemaakte werkjes

10-talligstelsel -gouden materiaal overige hulpmiddelen: -tel- en rekenwerkjes -tel- en rekenspelle- tjes

-kralenbord -lange en korte ketting van 100 -gouden materiaal overige hulpmiddelen: - kistkaarten -diverse tel- en reken- werkjes

Rekenkundige hoofdbewerking : optellen

-materiaal slangen- som voor optellen -rekenstokken overige hulpmiddelen: -diverse optelwerkjes, o.a. M.I.O.- kaarten -diverse zelfgemaakte werkjes

-gekleurde kralen- staafjes -latjesbord -rekentabel -gouden materiaal -fichesspel -kleine telraam -grote telraam -materiaal slangen- som -100 – bord, twee getallen optellen -gekleurde houten kralenstaafjes -splitsbakje -stippenspel overige hulpmiddelen: -diverse zelfgemaakte werkjes -M.I.O.-rekenkaarten -kistkaarten -oefendoosjes automatiseren CED -computer -splitswerkjes

overige hulpmiddelen: -kistkaarten -Cijferen* -Redactiesommen* -Hoofdrekenen* -Tabellen en grafieken – 1 * Ajodakt 6/7/8

Rekenkundige hoofdbewerking : aftrekken

-rekenstokken -gekleurde kralen- staafjes -gouden materiaal -diverse zelfgemaakte werkjes

-grote telraam -kleine telraam -gekleurde kralen- staafjes -latjesbord -fichesspel -rekentabel -gouden materiaal -gekleurde houten kralenstaafjes -stippenspel

overige hulpmiddelen: -kistkaarten -Cijferen -Redactiesommen -Hoofdrekenen

Page 49: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

49

overige hulpmiddelen: -diverse zelfgemaakte werkjes -M.I.O.-rekenkaarten -kistkaarten -oefendoosjes automatiseren CED -computer

Rekenkundige hoofdbewerking : vermenigvuldigen

-gekleurde kralen- staafjes + tienen staafjes. -vermenigvuldig bord

-x-bordje + tabel -vermenigvuldigbord -vermenigvuldig- kleedje -15x15 kuiltjesbord -kralendecanoom -tafel van Pythagoras -plastic tafel van Pythagoras -gouden materiaal -fichesspel -stippenpel -kralenbord overige hulpmiddelen: -diverse zelfcontro- lerende werkjes -M.I.O.-rekenkaarten -kistkaarten -computer

overige hulpmiddelen: -kistkaarten -Cijferen -Redactiesommen -Hoofdrekenen

Rekenkundige hoofdbewerking : delen

-losse kralen en bakjes (pindastel) -cijfers en fiches

-deelbak -15x15 kuiltjesbord -rekentabel -fichesspel -deelbordje -gouden materiaal overige hulpmiddelen: -M.I.O.-rekenkaarten -kistkaarten -zelfcontrolerende werkjes

overige hulpmiddelen: -M.I.O.-rekenkaarten -kistkaarten -Cijferen -Redactiesommen -Hoofdrekenen

Breuken -doos met verdeelde cirkels

-verdeelde cirkels -verdeelde driehoeken -verdeelde vier- kanten -breukendoos overige hulpmiddelen: -breukenmateriaal middenbouw CED

-honderddelige boog -breukenkegels -breukendoos -verdeelde cirkels overige hulpmiddelen: -Montessorikatern Breuken -M.I.O.-breukenserie

Page 50: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

50

- kistkaarten -Cijferen -Redactiesommen -Hoofdrekenen

Tiendelige breuken en Procenten

-vermenigvuldigbord tiend. breuken -grote en kleine pionnen -100 – delige boog -verdeelde cirkels overige hulpmiddelen: -Montessorikatern tiendelige breuken en % -M.I.O.- procentenserie -M.I.O.-tiendelige breukenserie - kistkaarten -Cijferen -Redactiesommen -Hoofdrekenen

Machtsverheffen en worteltrekken

-kralenbord -plastic tafel van Pythagoras -kralendecanoom -15x15 kuiltjesbord

-rekenkundige kubus -kubus v.d. drieterm -kubus v.d. tweeterm -bak kubussen en kwadraten -knopjesbord overige hulpmiddelen: -M.I.O.-rekenkaarten - kistkaarten

Veelvouden -veelvoudenlijst A/B -veelvoudenblaadjes -lange kettingen

-factorenlijst -knopjesbord -15x15 kuiltjesbord overige hulpmiddelen: - kistkaarten -Cijferen -Redactiesommen -Hoofdrekenen

Verhoudingen -knopjesbord -15x15 kuiltjesbord -geometrisch materiaal overige hulpmiddelen: - kistkaarten -Cijferen

Page 51: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

51

-Redactiesommen -Hoofdrekenen

Grafieken, diagrammen, e.d.

overige hulpmiddelen: - kistkaarten

-100 – delige boog -breukendoos -verdeelde cirkels overige hulpmiddelen: -oefenboek studievaardigheden groep 7/8 - kistkaarten -Cijferen -Redactiesommen

Geometrie -geometrische lichamen en platte- grond -sorteerwerkjes - geheimzinnige tasje -geometrische raam - kastje met de geometrische figuren -kaarten met de geometrische figuren - constructieve driehoeken dozen - de twaalf blauwe driehoeken - driehoekenspel -metalen inlegfiguren -bouwmateriaal

-metalen inlegfiguren -mandje met geome- trische lichamen overige hulpmiddelen: - kistkaarten

-stelling van Pythagoras -figuren met gelijke oppervlakte -gradenboog overige hulpmiddelen: geometriemapjes

Bewerkingen met overwegend andere leermiddelen

Kalender -tijdbalk -week- en weerkalender -verjaardags kalender -seizoenenkleed -Montessori materiaal met reeksen overige hulpmiddelen: -div. werkjes dagen,weken, jaarkleed maanden, jaargetijden

-tijdbalken -week- en weerkalender overige hulpmiddelen: -div. kalenders - kistkaarten

- kistkaarten -Cijferen -Redactiesommen -Hoofdrekenen

Romeinse cijfers -werkbladen Romeinse cijfers

- kistkaarten -Cijferen -Redactiesommen -Hoofdrekenen -computerprogramma

Page 52: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

52

Klok -kookwekker -analoge klok -klok met uitneembare getallen 1 – 12 getallen 13 - 24 -klokstempels -klokwerkje hele en halve uren -kwart voor -kwart over

-klokstempels -klokwerkjes -digitale klokwerkjes -klok met uitneembare getallen 1 – 24 -kleine klokjes -stencils kopieermap -klokkenboekjes ½ - kistkaarten

- kistkaarten -Cijferen -Redactiesommen -Hoofdrekenen

Geld -munten -papieren geld

-munten -muntenstempels -M.I.O.-rekenkaarten -stencils kopieermap - kistkaarten

- kistkaarten -Cijferen -Redactiesommen -Hoofdrekenen

Meten lineair

-groeimeter -blauwe cilinders -rode stokken -cilinderblokken -duizend rol -honderd rol

-meetwiel -meetlint -liniaal -bordliniaal -werkbladen meten -M.I.O.-meetserie - kistkaarten

-herleidingstabel -M.I.O.-metriekserie - kistkaarten -metriekboekje -Cijferen -Redactiesommen -Hoofdrekenen

Meten oppervlakte

-4 dozen met driehoeken -geometrische figuren en kaarten -kubus v.d. drieterm -kubus v.d. tweeterm -gele en groene cilinders -bruine trap -roze toren -cilinderblokken -mozaiek -tangram materiaal -bouwmateriaal -zandbak/tafel

-M.I.O.-rekenkaarten - kistkaarten

-herleidingstabel -stelling van Pythagoras -figuren met gelijke oppervlakte -oppervlaktedoos -verdeelde driehoeken -verdeelde vierkanten - kistkaarten -metriekboekje -Cijferen -Redactiesommen -Hoofdrekenen

Meten inhoud

-binoom -trinoom -gekleurde cilinders -bruine trap -roze toren -cilinderblokken -schenkwerkjes -zand-watertafel + materiaal

-binoom -trinoom - kistkaarten

- kistkaarten -metriekboekje -Cijferen -Redactiesommen -Hoofdrekenen

Meten gewicht

-balans -gewichtsplankjes -sjouw/trekmateriaal -wip

-weegschaal -balans -gewichten -M.I.O.-serie - kistkaarten

- kistkaarten -Cijferen -Redactiesommen -Hoofdrekenen

Page 53: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

53

Meten temperatuur

-weerbord -stoffendoos -kruikjes temperatuur- zin -watertafel -div. werkjes over het weer

-thermometer -opdrachten temperatuur meten -Grote Reis

- kistkaarten - Grote Reis -Cijferen -Redactiesommen -Hoofdrekenen

Page 54: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

54

A. DOMEIN VAARDIGHEDEN

Doel De leerlingen kunnen met verschillende eenheden tellen en terugtellen. Materiaal: Rekenstokken

Telbakjes Kistje met cijfers en fiches Gouden materiaal Gekleurde kralenstaafjes Kralenkettingen Doel De leerlingen kennen uit het hoofd optel- en vermenigvuldigtafels tot tien.

Materiaal

Latjesborden voor optellen en aftrekken en de rekentabellen; +/- tot 20. Vermenigvuldigbordje en de rekentabellen; tafels 1 t/m 10. Met name tabel 3 vraagt het uit het hoofd te werken. Het pythagorasbord De decanoom Doel De leerlingen hebben inzicht in de structuur van de gehele getallen en inzicht in het positiesysteem van de decimale getallen.

Materiaal Gouden materiaal Getalkaarten Fichesspel Telramen Telraamlijsten Latjesborden Decimale breukendoos - de positie van decimalen Decimale breukenbord Doel De leerlingen kunnen een eenvoudige, niet in wiskundige taal aangeboden probleemstelling zelf in wiskundige termen omzetten.

Materiaal

Kist met kuben en kwadraten; Binomische, Trinomische en Rekenkundige kubus. Deze materialen ondersteunen de overstap van het concreet werken naar het abstracte wiskundige begrip en haar formulering. B. DOMEIN CIJFEREN Doel De leerlingen kunnen de bewerkingen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen volgens standaardprocedures of varianten daarvan uitvoeren en deze in eenvoudige situaties toepassen.

Materiaal Telramen Vermenigvuldigbord Deelbak Telraamlijsten

Page 55: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

55

C. DOMEIN VERHOUDINGEN EN PROCENTEN

Doel De leerlingen kunnen verhoudingen vergelijken.

Materiaal Het kuiltjesbord Breukencirkels Decanoom Meertermen en knopjesbord Doel De leerlingen kunnen eenvoudige verhoudingsproblemen oplossen.

Materiaal Het kuiltjesbord; Het knopjesbord. Doel De leerlingen begrijpen het verband tussen verhoudingen, breuken en decimale breuken

Materiaal

De honderddelige boog; Breukencirkels.

D. DOMEIN BREUKEN EN DECIMALE BREUKEN

Doel De leerlingen kunnen breuken en decimale breuken op een getallenlijn plaatsen en breuken in decimale breuken omzetten, ook met een rekenmachine.

Materiaal De honderddelige boog; Decimale breukendoos en –breukenbord. Doel De leerlingen kunnen in eenvoudige toepassingssituaties, met gebruikmaking van modellen eenvoudige breuken en decimale breuken vergelijken, optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen.

Materiaal Breukencirkels en –kegels; Decimale breukendoos, -bord en; Decimale vermenigvuldigbord; De deelbak, decimaal gebruikt; Honderddelige boog.

Page 56: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

56

E. DOMEIN METEN

Doel De leerlingen kunnen klokkijken en tijdsintervallen berekenen, ook met behulp van de kalender.

Materiaal

De klok Doel De leerlingen kennen de gangbare maten van lengte, oppervlakte, inhoud, tijd, snelheid, gewicht en temperatuur en kunnen deze in eenvoudige toepassingssituaties hanteren.

Materiaal Kruikjes voor de temperatuurzin; Gewichtsplankjes; Rode- en rekenstokken en de meetlat. Doel De leerlingen kunnen eenvoudige tabellen en grafieken lezen en deze in eenvoudige situaties op grond van eigen metingen zelf samenstellen.

Materiaal

Rekentabellen als model.

F. DOMEIN MEETKUNDE

Doel De leerlingen beschikken over eenvoudige notities en begrippen, waarmee zij ruimte meetkundig kunnen ordenen en beschrijven.

Materiaal De geometrische lichamen en –figuren; De constructieve driehoeken.

Page 57: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

57

Bijlage onderbouw. Tussendoelen annex leerlijnen Leren tellen Tussendoel 1 De kinderen kennen de telrij tot tenminste tien. Methodiek De kinderen krijgen de gelegenheid dit doel te bereiken doordat er voldoende aandacht besteed wordt aan tel- , zang - en bewegingsspelletjes en aan gevarieerd opzeggen van de telrij middels bijvoorbeeld “aftikkend “ tellen of nummeren. Een en ander gebeurt in natuurlijke en betekenisvolle situaties onder meer gesitueerd in de speelzaal en in de kring.

Leren tellen en rekenen (contextgebonden tellen en rekenen) Tussendoel 2 In voor hen betekenisvolle contextsituaties kinnen de kinderen aantallen tot tenminste tien tellen, ordenen, redelijk schatten en vergelijken op meer, minder en evenveel. Methodiek De verbinding en integratie van de betrekkelijk losstaande kenniselementen, wordt gestimuleerd door diverse thematische activiteiten. Racespel / verjaardag / winkelen / seizoenen etc. daarin krijgt het synchroon tellen, nummeren een betekenisvolle functie bij respectievelijk het eerlijk springen, het een voor een aansteken van de kaarsen op de verjaardagstaart, het kopen van artikelen in de winkelhoek. In dergelijke gevallen wordt , net als bij het nummeren, het synchroon tellen op impliciete en natuurlijke wijze met het bepalen van aantallen verbonden. Het voldoende aandacht besteden aan dit context gebonden tellen en rekenen, via spontane, uitgebuite en vooropgezette activiteiten in de werkjes, kring, themahoek , speellokaal en buitenspel, dient het bovengenoemde doel. Object gebonden tellen en rekenen Tussendoel 3 Kinderen kunnen aantallen objecten tot tien ordenen, vergelijken, schatten en tellen. Ook zijn ze instaat bij eenvoudige erbij- en erafsituaties tot tenminste tien, in de vorm van bedekspelletjes en dergelijke, voor een passende strategie te kiezen. Methodiek Door ruim aandacht te besteden aan schat- , tel- en rekenraadsels met concrete objecten die zichtbaar zijn, of ten dele zichtbaar gemaakt zijn en dus mentaal voorgesteld moeten worden, wordt het bovengenoemde doel behaalt. Er wordt goed in het oog gehouden dat het tellen van geordende en ongeordende aantallen tot vier (vijf) essentieel verschilt van het tellen van grotere aantallen die niet in een oogopslag zijn te vatten. Ook maakt het veel verschil of de te tellen objecten op rij liggen of in een overzichtelijk patroon, of dat ze ongeordend worden aangeboden. De rekenproblemen en raadsels worden spannend ingekleed, verteld en uitgebeeld in diverse vormen. De kinderen krijgen de gelegenheid de verschillende telstrategieën uit te wisselen. Op weg naar puur tellen en rekenen Tussendoel 4 Kinderen kunnen benoemde aantallen tot tien telbaar representeren met bijvoorbeeld vingers, fiches, kralenstaafjes, en deze vaardigheid in toepassingssituaties van “erbij” en “eraf “ benutten. Methodiek Er wordt aandacht geschonken aan de verschillende niveaus waarop elementaire tel- en rekenopdrachten gepresenteerd en opgelost kunnen worden en de leerkracht onderkent het belang van het symboliseren met telbare tekens of cijfers in functie van de niveauverhoging naar de pure tel- en rekensituaties van dit niveau. Het behoort niet tot de doelstelling van groep 2, al zijn er wel kinderen die op dit niveau opereren.

Page 58: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

58

De kinderen krijgen de gelegenheid tot het werken op verschillende niveaus en worden voldoende uitgedaagd om tel- en rekenactiviteiten met hele getallen op een bij hen passend niveau op te lossen. Tevens is er voldoende ruimte voor interactie tussen kinderen onderling en tussen leerkracht en de kinderen, waarbij het taalaspect ruimschoots wordt verzorgd. De geschetste niveaus van tellen en rekenen worden niet door alle kinderen op eenzelfde wijze en in hetzelfde tempo doorlopen. Alle kleuters krijgen de ruimte om op hun eigen manier gaande weg verder te komen. Juist de gezamenlijke uitwisseling en doordrenking van eigen aanpakken kenschetst het Montessori onderwijs. De kinderen hebben de gelegenheid handige aanpakken van elkaar op te pikken, om zich steeds meer bewust te worden van het belang “handig organiseren “ van tellen- en raken steeds meer bedreven in het naar de eigen hand zetten van het tellen. Aan de leerkracht de taak de verschillende niveaus te onderscheiden en handige aanpakken in de aandacht aan te bevelen. Reflectieve vragen geven een extra impuls aan uitwisselingsmomenten. Kinderen kunnen op hun eigen manier steeds meer vertrouwd raken met handig en flexibel tellen. Daarmee is de basis voor het optellen en aftrekken voor een belangrijk deel gelegd. Eind groep 2 moeten de leerlingen tenminste tot tien kunnen tellen en deze vaardigheid toepassen bij het maken van een redelijke schatting, bij ordenen. Vergelijken en bepalen van aantallen, en het opereren ermee. Bijvoorbeeld moeten zij bij een rijmgedichtje, niet alleen rijmend maar ook rekenend tot een oplossing kunnen komen of oplossen of controleren via verschillende telprocedures. Indirecte, contextgebonden hoeveel vragen over kleine aantallen zichtbare objecten die overzichtelijk zijn geordend, worden als eerste begrepen en goed beantwoord. Ook vragen over schatten, ordenen, vergelijken en over “erbij“ en “eraf” die deze kenmerken bezitten zijn op dit niveau betekenisvol. Om de overgang naar objectgebonden kale tellen op niveau 2 te bevorderen, volgen we verschillende didactische paden;

- starten met directe, overzichtelijke hoeveelvragen met kleine aantallen die in een blik gevat kunnen worden, dan het antwoord laten controleren en vervolgens die getallen groter maken

- bij indirecte, contextgebonden hoeveel- vragen met grotere aantallen beginnen en dan de context geleidelijk naar de achtergrond brengen en meer directe hoeveelvragen stellen.

- Hetzelfde geldt ook voor vragen over schatten, ordenen, vergelijken, “erbij “ en “eraf”.

De overgang naar niveau 3 wordt gestimuleerd door vragen over schatten, ordenen, vergelijken , “erbij “ en “eraf” zonder zichtbare voorwerpen te laten beantwoorden en zo te stimuleren dat de kleuters met zelfbedachte representaties gaan opereren. Het levert pure getallen op, die op verschillende wijze concreet zijn voor te stellen en waarmee gevarieerd wordt gewerkt. In groep 1 en 2 wordt de telrij steeds verder uitgebreid. De kinderen ontwikkelen geleidelijk inzicht in de verschillende betekenissen en functies van (kleine) getallen en relaties ertussen, en leren gaande weg cijfersymbolen herkennen. Deze groei in getallenwereld heet “ontluikende gecijferdheid”. Er wordt aandacht geschonken aan de verschillende aspecten van getallen. De leerkracht heeft zicht op de onderscheiden niveaus waarlangs elementair getalbegrip zich ontwikkeld. Deze ontwikkeling wordt gestimuleerd via spontane, uitgebuite en vooropgezette onderwijsactiviteiten. Het reken- en wiskunde onderwijs in groep 1 en 2 heeft een sterk geïntegreerd karakter, wat het attent zijn op geïsoleerde “gouden reken- en wiskunde momneten des te belangrijker maakt. Het voorgaande schets over begin van de leerlijn voor hele getallen is bedoeld om een duidelijk zicht te geven op de ontluikende gecijferdheid, en zodoende de groei van het elementair getalbegrip te helpen bevorderen.

Page 59: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

59

Beleidsvoornemens: De huidige situatie, zoals beschreven onder de kopjes

materialen geordend per categorie en per bouw

montessorimaterialen voor verschillende domeinen en

bijlage onderbouw

worden verweven tot een geïntegreerd geheel, waarbij de referentieniveaus 1S, 1F en 1S+ concreet worden uitgewerkt in de vier hoofdlijnen (getallen, verhoudingen, verbanden, meten en meetkunde), door (tussen)doelen zichtbaar te maken en te benoemen naar de leerlingen toe.

Om dit doel te bereiken gaan we het materiaal ordenen volgens de bovengenoemde hoofdlijnen. Indien nodig worden de hoofdlijnen verder uitgesplitst.

Het protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie wordt als leidraad genomen voor de volgende activiteiten:

Het verder ontwikkelen van goed rekenwiskunde-onderwijs

Het verder afstemmen van het onderwijs op de ontwikkeling van kinderen

Het verder voorkomen van leerlingen met rekenwiskunde-problemen en dyscalculie

Het verder ontwikkelen van rekenbeleid

Het verder ontwikkelen van zorgbeleid op het gebied van rekenwiskunde-onderwijs

Page 60: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

60

3.13 WERELDVERKENNING

Kerndoelen oriëntatie op jezelf en de wereld: Mens en samenleving

34. De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. 35 De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. 36. De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en

de rol van de burger. 37. De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde

waarden en normen. 38. De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse

multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen.

39. De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.

Sociale redzaamheid en veiligheid

Gebruikt onderwijsleerpakket Alle groepen werken ( n.a.v. ZIEN gegevens ) met de methode Kinderen en hun sociale

talenten, Kwintessens (Hilversum). Ter ondersteuning van de leraren staan in de personeelsbibliotheek diverse naslagwerken en

bronnenboeken.

Leer- en ontwikkelingsdoelen We streven er naar dat kinderen na acht jaar basisonderwijs zich de volgende houdingsdoelen hebben verworven: - leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen; - leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument; - hun mening durven geven en openstaan voor meningen van anderen; - contacten kunnen leggen en handhaven; - kunnen functioneren in een groep; - hulp kunnen vragen en kunnen bieden; - kunnen omgaan met eigen gevoelens en rekening kunnen houden met gevoelens van anderen - verantwoordelijkheid kunnen dragen voor eigen en andermans spullen; - kunnen omgaan met regels; - kritisch om kunnen gaan met invloeden van "buiten". - zelfstandig kunnen werken aan opgedragen of zelf gekozen taken; Aan individuele leerlingen bieden we, indien daarvoor redenen aanwezig zijn, een SOVA training aan ( Sociale Vaardigheid ). De trainingen worden door Schoolmaatschappelijk Werk Delfshaven ( SMDD ) verzorgd. Op verzoek van een groepsleerkracht of van de ouders kunnen leerlingen bij de Interne begeleider(s) worden voorgedragen voor deelname aan een training. Alle leerlingen in midden – en bovenbouw werken met het Antipestprotocol ( regels en groepsgesprekken ) en vullen jaarlijks een respectcontract in. Het contract wordt door de schoolleiding, de groepsleerkracht, de leerling en zijn of haar ouder(s) ondertekend. In alle groepslokalen, de vitrines en op de website van de school wordt periodiek een regel uit het antipest – protocol/respectcontract centraal gesteld. De onderbouw maakt gebruik van pictogrammen met hetzelfde doel: de afspraken periodiek bij de leerlingen onder de aandacht brengen.

Page 61: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

61

Leerstofkeuze, omvang en ordening In de groepen 1 en 2 liggen de accenten op zelfstandigheidbevordering, zelfredzaamheid en verantwoordelijkheidsbesef. Er worden lessen gegeven in “de oefeningen van het dagelijks leven”, te weten zorg voor de persoon, zorg voor de omgeving en wellevendheidlesjes (de omgangsvormen). Deze lessen zijn belangrijk voor de gewoontevorming en bevorderen de aanpassing aan de omgeving en het dagelijks leven van de groep. Voorbeelden van deze lessen variëren van ‘hoe draag ik mijn stoel’ tot ‘hoe begroet ik een kennis’. In alle groepen wordt met de methode “Kinderen en hun sociale talenten gewerkt. Er is een digitaal leerlingvolgsysteem (SCOL) dat in alle groepen wordt gebruikt. De lijsten van SCOL worden ieder schooljaar twee keer ingevuld: de eerste keer na zes weken, de tweede keer in januari.

Didactische werkvormen In de groepen 1 en 2 kunnen kinderen zelfstandig aan het werk met de oefeningen van het dagelijks leven. Ook worden groepslessen gegeven. We gebruiken : kringgesprek, de werkles, spelles, dramatische vorming. In de hogere groepen integreren we de bevordering van de sociale redzaamheid in het totaal van het onderwijs door: - voordrachtsvorm, waaronder de instructie en de vertelling; - gespreksvormen, waaronder het kringgesprek, de spreekbeurt, het klassengesprek; - spelvormen, waaronder de dramatische vorming; - zelfstandig werken.

Wij werken volgens de regels die ons opgelegd zijn vanuit de Arbodienst. Een aantal leerkrachten heeft jaarlijks nascholing op het gebied van EHBO of BHV.

Wij werken met een incidentenprotocol. Ernstige zaken die de veiligheid of het welbevinden van betrokkenen op onze school in gevaar brengen worden genoteerd en, waar nodig, wordt actie ondernomen.

Verkeer

Gebruikt onderwijsleerpakket Voor ons verkeersonderwijs gebruiken we het bronnenboek Stoepie ( onderbouw ) en de methode Klaar over ( midden – en bovenbouw ), Wolters-Noordhoff en voor de leerlingen van groep 8 Proefexamens en Verkeersexamens, 3Vo of ThiemeMeulenhoff ‘Oefeningen voor het schoolverkeersexamen.

Leerstofkeuze, omvang en ordening We laten ons in de lessen inspireren door de methode. Het werken buiten op de speelplaats en op straat kan wel eens bemoeilijkt worden door het weer of door verkeersdrukte.

Betrokkenheid van ouders bij het verkeersonderwijs. Verkeersonderwijs heeft hulp van de ouders nodig, wanneer het tenminste meer wil zijn dan alleen maar kennis. Daarom wijzen we de ouders elk jaar aan het begin van het schooljaar tijdens de informatieavonden op hun verantwoordelijkheid voor de begeleiding van hun kind in het verkeer. Ook wordt in nieuwsbrieven en via de website met regelmaat gewezen op verkeersveiligheid, zoals parkeergedrag, gebruik van fietsstoeltjes, gebruik van autogordels, e.d. De leerlingen van groep 8 nemen jaarlijks deel aan het landelijke theoretische verkeersexamen en – indien de gelegenheid zich voordoet – aan een praktische verkeerstest, die in overleg met de wijkagent en met de hulp van enkele ouders wordt georganiseerd.

Page 62: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

62

Staatsinrichting en burgerschap

Ordening inhouden actief burgerschap en sociale integratie Wil een leerling een voor de pluriforme democratische samenleving een gewenste rol vervullen, dan dient deze leerling te beschikken over kennis en inzicht, uiteenlopende vaardigheden en de bereidheid om bepaald gedrag te vertonen. Leerlingen van onze school ontwikkelen dit gedrag gedurende hun leven, waarbij ons onderwijs, met ouders en de omgeving de basis legt. Actief burgerschap en sociale integratie delen wij in drie domeinen, te weten:

Democratie

Participatie

Identiteit. Bij de genoemde leerinhouden (weten, kunnen en willen) en ervaringen (binnen- en buitenschools) worden thema’s genoemd die in de genoemde groepen worden behandeld. De thema’s uit de lagere groepen komen in de regel terug in de hogere groepen; er zit een zekere opbouw in. Sommige inhouden herhalen zich in de diverse domeinen. De inhoud van staatsinrichting en burgerschap is opgenomen in het document “burgerschap”.

Gebruikt onderwijsleerpakket

We maken geen gebruik van een specifiek onderwijsleerpakket. Ter ondersteuning van de leraren staan in het documentatiecentrum diverse naslagwerken en bronnenboeken. Bij een geschikt aanbod gebruiken we de schooltelevisie en maken we gebruik van het Internet.

Leer- en ontwikkelingsdoelen We willen bereiken dat kinderen na acht jaar basisonderwijs: - kennis en inzicht hebben in relaties tussen individuen, in groepen en tussen groepen die van belang zijn in ons staatsbestel; - sociale vaardigheden ontwikkeld hebben, waaronder het voeren van een gesprek of discussie,het leren ontdekken vanuit welk belang iemand zijn of haar standpunt verdedigt;

Leerstofkeuze, omvang en ordening De leerstof bieden we aan bij andere vakgebieden. In alle groepen komen de maatschappelijke verhoudingen op niet geplande momenten aan de orde naar aanleiding van vragen van kinde-ren en van de actualiteit.

Didactische werkvormen

De meest gebruikte didactische werkvormen zijn: - opdrachtvormen, waaronder het maken van een werkstuk, het houden van een spreekbeurt; - voordrachtsvormen, waaronder het aanbieden en lezen van boeken, ook prentenboeken, de vertelling, de instructie; - gespreksvormen, waaronder het kringgesprek; - zelfstandig werken, onder andere in het documentatiecentrum. Differentiatie We houden rekening met verschillen tussen kinderen qua belangstelling en vaardigheidsniveau. Dit komt tot uitdrukking in de inbreng van kinderen bij gesprekken in de groep en bij het maken van werkstukken.

Page 63: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

63

Normen en waarden Gebruikt onderwijsleerpakket

Wij gebruiken geen specifiek onderwijsleerpakket. Ter ondersteuning van de leraren staan er in het documentatiecentrum diverse naslagwerken en bronnenboeken. Bij een geschikt aanbod gebruiken we de schooltelevisie en het Internet.

Leer- en ontwikkelingsdoelen

Na acht jaar basisonderwijs willen we bereikt hebben dat kinderen zich hebben eigengemaakt hoe zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.

Leerstofkeuze, omvang en ordening

Dit vakgebied komt bij andere vakgebieden aan de orde. In alle groepen komen de normen en waarden op niet geplande momenten aan bod naar aanleiding van vragen van kinderen, voorvallen in en buiten de school en de actualiteit. De filosofielessen hebben vaak startvragen, die een relatie hebben met normen en waarden. In groep 1 en 2 worden wellevendheidlesjes gegeven. Voorbeelden van lesjes zijn: dank u zeggen, alstublieft zeggen, met een zachte stem praten, hulp vragen, hulp bieden, iemand groeten, zich excuseren, wachten als iemand in gesprek is, de deur voor iemand openhouden, … In groep 3 tot en met 8 zal een en ander ingebed zitten in het vakgebied taal, burgerschap en de sociale redzaamheid en de kennisgebieden. Kernthema's zijn: - wat kan ik voor de ander betekenen? - wat mag ik van de ander verwachten?

Geestelijke stromingen

Onze school telt verschillende nationaliteiten, al wordt de absolute meerderheid gevormd door de Nederlandse. Wij streven ernaar, dat onze leerlingen kunnen omgaan met en voorbereid zijn op samenwerking met allochtone en autochtone collega's, bazen en ondergeschikten. Het onderwerp "intercultureel samenleven" komt meermalen aan de orde tijdens lessen, maaltijden, vieringen e.d. Culturele verschillen vormen op onze school niet echt een item; er doen zich zelden spanningen voor op dit gebied. Op onze school hebben wij geen problemen met onderlinge discriminatie. Er zijn wél eens problemen met -allochtone- kinderen uit de wijk. Door onze leerlingen wordt over deze kinderen wel eens ongenuanceerd gesproken. Dit wordt door onze leerkrachten niet geaccepteerd.

Gebruikt onderwijsleerpakket Wij gebruiken geen specifiek onderwijsleerpakket. Ter ondersteuning van de leraren wordt er gebruik gemaakt van het internet, SchoolTV en eventueel het documentatiecentrum.

Leer- en ontwikkelingsdoelen Na acht jaar basisonderwijs willen we bereikt hebben dat kinderen kennis hebben gemaakt met culturele verschillen tussen mensen en daarvoor begrip op kunnen brengen. Specifiek bedoelen we dat kinderen op hun niveau iets weten over: christendom, islam, hindoeïsme, boeddhisme, jodendom en humanisme.

Page 64: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

64

Leerstofkeuze, omvang en ordening Dit vakgebied komt bij andere vakgebieden aan de orde. In alle groepen komen de geestelijke stromingen op niet geplande momenten aan bod naar aanleiding van vragen van kinderen en de actualiteit. In groep 3 tot en met 8 zal een en ander ingebed zitten in het vakgebied taal en de kennisgebieden. Kernthema's zijn: - ik en de ander, onder andere buitenlanders, migranten, vluchtelingen; - mensen verschillen, onder andere kleedgewoonten, eetgewoonten, verschillen in taal; - er is altijd wat te vieren, feesten; - wat zullen ze wel denken. In groep 7 en 8 schenken we bij de kennisgebieden uitdrukkelijk aandacht aan de eerder genoemde zeven stromingen, waarbij we ingaan op: ontstaan, belangrijke personen en geschriften, verbreiding, feesten en gedenkdagen.

Didactische werkvormen De meest gebruikte didactische werkvormen zijn: - opdrachtvormen, waaronder het maken van een werkstuk, het houden van een spreekbeurt; - voordrachtsvormen, waaronder het aanbieden en lezen van boeken, bijvoorbeeld prentenboeken, de vertelling, de instructie; - gespreksvormen, waaronder het kringgesprek; - zelfstandig werken, de zelfwerkzaamheid van kinderen waarbij het internet wordt gebruikt.

Differentiatie We houden rekening met verschillen tussen kinderen qua belangstelling en vaardigheidsniveau. Dit komt tot uitdrukking bij gesprekken in de groep en bij het maken van werkstukken.

Omgaan met het milieu Gebruikt onderwijsleerpakket

In de onderbouw (groepen 1 en 2) wordt gebruik gemaakt van bronnenboeken, internet en materialen uit het documentatiecentrum

Voor groep 3 tot en met 8 gebruiken we de methode De Grote Reis ( zie: ‘Kennisgebieden in samenhang’ ). In deze methode komt omgang met het milieu regelmatig ter sprake.

Leerstofkeuze, omvang en ordening Wij volgen het basismodel van de methode en geven algemene lessen. Tevens maken de kinderen gebruik van het internet en het documentatiecentrum.

Page 65: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

65

Kennisgebieden in samenhang Kerndoelen oriëntatie op jezelf en de wereld: Natuur en techniek

40. De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren

onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. 41. De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en

functie van hun onderdelen. 46. De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon, seizoenen

en dag en nacht veroorzaakt. Kerndoelen oriëntatie op jezelf en de wereld: Ruimte

47. De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met

die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.

48. Kinderen leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden/werden om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken.

49. De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren.

50. De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld.

Kerndoelen oriëntatie op jezelf en de wereld: Tijd

51. De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren

aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren. 52. De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers

en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer.

53. De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.

In de groepen 1 en 2 worden de wereldoriënterende vakken aangeboden via algemene lessen, goed ingerichte aandachtstafels en werkjes in de kasten. Het betreft vooral de verkenning van de directe omgeving. Er wordt ook een begin gemaakt met de ontwikkeling van ruimte- en tijdsbesef. Belangrijke leermiddelen hiervoor zijn de tijdlijn van het jaar, dagritmekaarten, seizoenscirkel, globes, werelddelen-inlegkaart en de dieren op de wereld.

Page 66: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

66

1 Materialisatie van De grote reis De grote reis wordt gebruikt voor de groepen 3 t/m 8 van de basisschool. De methode kent de volgende materialen: – voor de leerlingen:

groep 3: leesboek;

groep 4: leesboek;

groep 5 t/m/ 8: drie leesboeken, drie logboeken, drie antwoordenboekjes, een zoekboek en een toetsboek;

– voor de leerkracht:

groep 3 t/m 8: drie reisgidsen (handleidingen); – klassikaal:

groep 3 t/m 8: dvd’s, videoband en cd’s. 2 De doelen van De grote reis De grote reis wil de kennisgebieden aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde en de educaties sociale redzaamheid, bevorderen van gezond gedrag en geestelijke stromingen in samenhang met elkaar presenteren en laten verwerken. Hierbij wil de methode onderwijs op maat bieden op zowel school-, groeps- als klassenniveau. Tevens wil ze het leren leren bevorderen en de vraagstukken uit de kennisgebieden en educaties intercultureel benaderen. 3 Relatie met de vigerende kerndoelen (1 augustus 1998) Bij de ontwikkeling van De grote reis zijn de huidige kerndoelen voor het basisonderwijs mede leidraad geweest. De exacte relatie met de kerndoelen staat beschreven in de methodehandleiding. 4 Uitvoering De grote reis is thematisch van opzet. In groep 3 t/m 5 worden per leerjaar zes thema's aangeboden: twee elk voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuurkunde. Voor de bovenbouw zijn dit twaalf thema's per jaar, evenredig verdeeld over de drie kennisgebieden. Elk thema heeft een vaste opbouw van vier onderdelen: – verhaalles; – studieles; – documentaireles; – keuzetaken. Een thema wordt geacht in drie weken te worden behandeld. De winst zit in de onderlinge samenhang van de verschillende kennisgebieden en educaties. De zaken die bij het ene gebied geleerd zijn, worden toegepast bij het andere vak; de gemeenschappelijke vaardigheden worden zo bij de verschillende vakken en educaties dieper uitgespit en leveren derhalve een groter onderwijsrendement op. 5 Plaats van ICT In de methode wordt, bij verwerking van de opdrachten, regelmatig verwezen naar websites. Tijdens de contacturen wordt veelvuldig gebruik gemaakt van het digitale schoolbord.

Page 67: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

67

6 Kwaliteitsbewaking De grote reis biedt de volgende voorzieningen ten behoeve van de evaluatie en de kwaliteitsbewaking van het onderwijs. – In de handleidingen staan onder de rubriek ‘gesprek’ de begrippen die in de betreffende les worden aangeboden. Voor de leerkracht is dit een instrument om te checken in hoeverre de begrippen bij leerlingen in voldoende mate aanwezig zijn. – Vanaf groep 5 kunnen aan de hand van thematoetsen zowel de kennis, de vaardigheid als de houding getoetst worden. – In de handleidingen staan suggesties die aangeven hoe leerkrachten in de verschillende leerjaren ook procesdoelen kunnen meten. Beleidsvoornemen : In deze planperiode zal een nieuwe methode voor wereldoriëntatie worden ingevoerd. De keuze is daarbij gevallen op de methode “Da Vinci”. Bij invoering van de methode ( vanaf januari 2016 ) zal het schoolplandeel “Kennisgebieden in samenhang “ worden herschreven.

Page 68: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

68

3.14 BEELDENDE VORMING Kerndoelen Kunstzinnige oriëntatie

42. De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er

gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. 43. De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. 44. De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van

cultureel erfgoed. Handvaardigheid. Uitgangspunt bij de lessen handvaardigheid vormen de creatieve leskisten, die door een actieve oudergroep in samenwerking met het team zijn samengesteld. Er is gekozen voor drie doorlopende leerlijnen, te weten - wol - zand / klei - hout De leskisten zijn opgebouwd volgens onderstaand stappenplan : - oriëntatie / onderzoek - techniek aanbieden - uitvoering / verwerking a.h.v. opdrachten / eindproduct Er wordt gebruik gemaakt van lesideeën uit het Praxis – bulletin en we halen regelmatig les- ideeën van het internet, o.a. ’t Kofschip (lesideeën voor tekenen en knutselen) / Tekenen en zo. Het beeldend doel. Als we de leerlingen beter, intensiever en uitgebreider willen laten waarnemen, dan is het eigenlijk vanzelfsprekend dat de leerstof van de handvaardigheidlessen vooral bestaat uit het aanbieden van beeldaspecten. We onderscheiden: 1. vorm: - de geometrische vorm

- de organische vorm - de symmetrische vorm - de massieve vorm en de lineaire vorm - de functionele vorm - de buiten- en binnenvorm - de overlapping van vorm - vormverwantschap - vormvervreemding

2. ritme 3. textuur 4. kleur: - vormversterkende kleur

- vormverzwakkende kleur

Page 69: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

69

- kleur kan decoratiever maken - kleur kan symbolische functie hebben - kleurnuances - transparante kleuren - kleurcontrasten

5. ornament 6. bewegingsrichting 7. constructie Het technisch doel. Om aan al die beeldende doelen een vorm te kunnen geven is het noodzakelijk dat we de leerlingen leren omgaan met materialen en gereedschappen.

Het lesonderwerp. De lesopdrachten worden veelal gekozen vanuit de belevingswereld van het kind. Er is een noodzakelijk nauwe relatie tussen het beeldend doel, het technisch doel en het lesonderwerp. De materialen, gereedschappen en technieken worden zo gekozen dat toepassing van het behandelde beeldaspect mogelijk is. Tekenen. In ons basisonderwijs kunnen we de manieren waarop getekend wordt globaal als volgt aangeven:

tekenen als reactie op een gebeurtenis

tekenen naar (verbaal) onderwerp

tekenen naar gegeven voorbeeld (natekenen)

tekenen naar vrije keuze

tekenen als verwerking van een andere les

tekenen als versiering Om aan de beeldende vorming gericht aandacht te geven, is behoefte aan een methodische aanpak. Wij gebruiken daarbij de volgende websites :

1. Pinterest 2. Montessorinet 3. Tekenen en zo 4. Kofschip

Page 70: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

70

Algemene doelstelling voor tekenonderwijs. Het algemene doel van het tekenonderwijs is het cultiveren van de visuele waarneming om te komen tot een rijkere zingeving van de wereld:

intensiveren van het zien, actiever zien, minder oppervlakkig zien.

nuanceren van het zien, met meer gevoel voor kleine dingen, aandacht voor details, verfijnder zien.

Relativeren van het zien, op verschillende manieren iets bekijken, iets ook anders leren zien, eigen zienswijze in twijfel trekken.

Zien van mogelijkheden, ontdekkend zien, inventief zien, uitbreiding van voorstelling en fantasie.

Leerstof. Dat er oneindig veel leerstof is, zal duidelijk zijn; toch proberen we een overzicht te maken. De leerstof van het tekenen is alles wat te zien is en alles wat zichtbaar te maken is. Ruimte, licht en kleur zijn bij de leerstof onontbeerlijk. Geen van deze drie kan wegvallen. Zou dat gebeuren, dan is er geen werkelijkheid meer over. Wat voor het zien een voorwaarde is, (ruimte, licht, kleur) wordt bij het zichtbaar maken ervan (als we tekenen) tot een probleem. Hierbij doen zich allerlei verschijnselen voor, zoals standpunt, compositie, voorstelling, sfeer e.d. Leerdoelen. A. Leerdoelen die vooral ruimteproblemen onderzoeken:

- het leren ontdekken en gebruiken van standpunten, bijv. hoog, laag, letterlijk, figuurlijk.

- het leren ontdekken en gebruiken van afsnijdingen en overlappingen, bijv. zoekertjes, beeldvlak.

- het leren ontdekken van composities, richtingen, lijnen, diagonalen e.d. - het leren ontdekken en gebruiken van ruimtesuggesties, bijv.

schaalvergroting of –verkleining.

B. Leerdoelen die vooral lichtproblemen onderzoeken: - het leren ontdekken en gebruiken van lichtbronnen, bijv. zonlicht, kunstlicht - het leren ontdekken en gebruiken van lichtrichting, bijv. belichting,

lichtinval - het leren ontdekken en gebruiken van soorten licht, bijv. strijklicht, dimlicht,

gekleurd licht - het leren ontdekken en gebruiken van schaduwen, bijv. eigen schaduw,

slagschaduw - het leren ontdekken en gebruiken van contrast, bijv. felle belichting, clair-

obscur - het leren ontdekken en gebruiken van sfeer en toon, bijv. spookachtig,

romantisch, gevoelig - het leren ontdekken en gebruiken van plasticiteit, bijv. samenhang van licht

en donker - het leren ontdekken en gebruiken van spiegeling, bijv. reflectie

Page 71: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

71

C. Leerdoelen die vooral kleurproblemen onderzoeken: - het leren ontdekken en gebruiken van soorten kleur, bijv. primaire,

secundaire, gemengde - het leren ontdekken en gebruiken van contrasten, bijv. somber- vrolijk,

warm-koud - het leren ontdekken en gebruiken van kleurfamilies en toonwaarden.

Deze leerdoelen zijn de leidraad bij het vaststellen van de lesdoelen. Vormen van tekenen, zoals die in ons basisonderwijs tijdens de lessen tekenen beoefend worden: 1. Schetsen - de notitieschets

- de studieschets - de schetstekening

2. Tekenen - natekenen

- voortekenen - natuurtekenen - fantasietekenen - schilderen

Bij de lessen tekenen worden de volgende materialen gebruikt:

a. papier b. potlood c. kleurpotlood d. houtskool e. Siberisch krijt f. conté g. krijt h. oliepastelkrijt en waskrijt i. bordkrijt j. Oost-Indische inkt en ecoline k. viltstiften l. plakkaatverf m. vingerverf n. website : kofschip tekenlessen o. website : tekenen en zo

Page 72: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

72

3.15 MUZIKALE VORMING Op onze school is een vakleerkracht muziek aanwezig, waarvan alle leerlingen per week 30 minuten muziekles krijgen ( WTF 0,4612 – 2 werkdagen ) Daarnaast besteden ook de groepsleerkrachten regelmatig aandacht en tijd aan de muzikale vorming. Leerlingen vanaf groep 4 kunnen kiezen voor blokfluitles en vanaf groep 6 voor het blokfluitorkest en / of schoolorkest ( o.l.v. de vakleerkracht muziek ). Een jaarlijks muzikaal hoogtepunt vormt het samenzingen ( trapzingen ) tijdens de kerstvieringen. Schoolorkest en de meeste leerlingen ( en ouders ) nemen – op vrijwillige basis - aan deze viering deel.

Leerlijn muziek

De basis van de leerlijn muziek vormt het klank-vorm-betekenis model.

“Klank” omvat het bewust worden en leren gebruiken van muzikale parameters: toonduur,

toonhoogte, sterkte, tempo, en klankkleur.

“Vorm” gaat over samenhang in een muziekstuk, het leren overzien van een groter geheel.

“Betekenis” omvat de functie en zeggingskracht van muziek voor een individu maar ook

binnen een cultuur.

Liedjes vormen de basis van alle activiteiten binnen de muzieklessen door de vakdocent. Het

actief beoefenen (zingen) staat dan ook centraal. De liedjes dienen als uitgangspunt voor

andere activiteiten zoals luisteren, musiceren, bewegen op en vastleggen van muziek.

Teneinde maximaal plezier, motivatie en inspiratie te kunnen overbrengen ontwerpt de

vakdocent muziek zelf het lesprogramma. Daarbij wordt gebruik gemaakt van hedendaags

materiaal als www.muziekopschool.com, “Eigenwijs,” “Moet je Doen” en de liedbundels van

Jeroen Schipper.

Leerdoelen muziek: onderbouw

In de onderbouw ligt de nadruk op het ontwikkelen van grove motoriek (veel bewegingen bij

liedjes) in samenhang met het (muzikaal) geheugen. Daarnaast ontwikkelen de kinderen hun

stemgebruik (zangstem!), uitspraak en woordenschat (taal en articulatie). De fijne motoriek

wordt getraind bij het bespelen van verschillende instrumenten. Spelenderwijs wordt gewerkt

aan muzikale conceptvorming (hoog-laag etc...).

Aan het einde van de onderbouw kan een leerling:

* Aan de hand van beweging laten zien dat hij het verschil binnen een muzikale parameter

hoort (kort-lang, hoog-laag, hard-zacht, snel-langzaam, trompet-viool).

* De maat en het ritme van een liedje mee klappen (of spelen op een ritme instrument).

Page 73: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

73

* De instrumenten die op school aanwezig zijn bij naam noemen, hun klank herkennen en

weten hoe je ze moet bespelen.

* Met de stem een melodie zingen.

* Van tevoren afgesproken woorden of klanken uit een liedje meespelen op een instrument.

Waar mogelijk wordt aangesloten bij de thema’s waar de klassen aan werken.

Kinderboekenweek, Sinterklaas, Kerst en kerst zijn thema’s die vast staan, de rest is variabel

en in overleg met de groepsleerkrachten/onderbouw coördinator.

Leerdoelen muziek: middenbouw

In de middenbouw maken de kinderen een zeer grote ontwikkeling door op

fonetisch/taalkundig en motorisch gebied. Het zingen van liedjes en bespelen van

instrumenten draagt daaraan bij. Het aanleren van liedjes en muziek gebeurt nog steeds op

geheugen, ondersteund door beweging en plaatjes. Het in een groep muziek maken wordt

belangrijker en ook de muzikale omgeving. Muzikale parameters worden steeds vaker

benoemd en soms ook genoteerd.

Aan het einde van de middenbouw kan een leerling:

Liedjes met meerdere coupletten en een refrein uit het hoofd zingen.

Het eigen muzikale handelen aanpassen aan de groep: een eenstemmige melodie of

ritme klinkt gelijk en het volume is in balans, er wordt naar de (gitaar)begeleiding

geluisterd en op tijd begonnen met zingen.

Een eigen tekstvariatie schrijven op een liedje (dus binnen een vooraf gesteld

ritmisch en/of melodisch kader).

Met een groepje een liedje presenteren aan de klas, waarbij uit het hoofd gezongen

wordt.

Slag- blaas- en snaarinstrumenten op klank herkennen en bij naam noemen.

Een korte melodische grafische notatie volgen (genoteerde motieven uit liedjes

herkennen).

Globaal muzieknotatie volgen wat betreft toonhoogte verloop en klankduur (achtste

en kwartnoten).

Leerdoelen muziek: bovenbouw

In de bovenbouw zijn motoriek en taalontwikkeling zo ver dat er meer aandacht komt voor

grotere en complexere muzikale structuren: meerstemmigheid, solo en begeleiding,

vormprincipes, stijlkenmerken. Ook ligt er een nadruk op betekenis geven, opinievorming en

houding ten opzichte van muziek.

Aan het einde van de bovenbouw kan een leerling:

Liedonderdelen benoemen: intro, couplet, refrein, bridge, tussenspel.

Een canon en/of meerstemmig lied zingen met de groep.

Page 74: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

74

Liederen met 3 onderdelen (of meer) uit het hoofd zingen.

In een groepje van 1 of 2 kinderen een zelf gekozen (stukje uit een) lied aan de klas

presenteren.

Zelf een stukje tekst en/of melodie bedenken.

Actief bijdragen aan een beter muzikaal geheel: het eigen handelen aanpassen maar

ook positieve feedback aan groepsgenoten geven.

Een basis liedbegeleiding spelen op een begeleidingsinstrument (trom,

boomwhacker, ukelele of bodysounds).

De belangrijkste stijlkenmerken van grote stromingen binnen de popmuziek

benoemen.

Verdieping:

Blokfluitles groep 4

Voor kinderen die hun muzikale mogelijkheden willen uitbreiden is het mogelijk om in

schoolverband te leren blokfluit spelen. Dit kan vanaf halverwege groep 4. Ouders geven

hun kind hiervoor op. Met behulp van de methode “Blokfluitfeest” deel 1 leren kinderen

blokfluit spelen en het notenschrift lezen. Er wordt wekelijks 20 minuten les gegeven aan een

groepje van maximaal 8 kinderen.

Blokfluitorkest groep 5/6

Na een jaar blokfluitles in kleine groepjes stromen de leerlingen door naar het blokfluitorkest.

Hier leren ze in groter groepsverband verder met behulp van de methode “Blokfluitkoffer”

deel 1 met bijbehorende CD. Ook leren zij zo nu en dan een liedje uit de klassikale

muziekles spelen op hun blokfluit.

Schoolorkest bovenbouw

Het schoolorkest is er voor kinderen die een instrument bespelen en het leuk vinden om in

groepsverband te spelen. Het schoolorkest repeteert onder schooltijd.

Voorwaarden zijn:

- De leerling zit op instrumentaal les (buiten schooltijd) en heeft een docent die evt. kan

helpen met partijen (ofwel het kind speelt al zo lang dat hij zelfstandig een partij kan

instuderen van bladmuziek)

- Het kind kan de lestijd missen. De groepsleerkracht kan dit beoordelen.

Page 75: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

75

- Het instrument is te verplaatsen. Slagwerkers/drummers kunnen cajon spelen of percussie

die op school aanwezig is. Pianisten kunnen op de aanwezige keyboards spelen.

De vakleerkracht arrangeert liedjes die in de lessen voorkomen voor de bezetting van het

schoolorkest. Per blok wordt toegewerkt naar een presentatie.

Blokfluit groep 4 Blokfluit groep 5 Blokfluit groep 6 Orkest

1 Kleine groepsles Blokfluitorkest

filmpje/opname KBW

2 Kleine groepsles Blokfluitorkest

Trapzingen optreden

3 Kleine groepsles Blokfluitorkest

Instrumentenproject MB

4 Kleine groepsles Blokfluitorkest naar orkest > Canonproject BB

5 Kleine groepsles Blokfluitorkest naar orkest > Meezingconcert OB

Page 76: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

76

3.16 DRAMATISCHE VORMING Voor het vakgebied dramatische vorming volgen wij geen specifieke leermethode. In het kader van ons abonnement ( Cultuurtraject ) verzorgt de SKVR regelmatig en in de verschillende bouwen zeer diverse activiteiten. In het kader van de subsidie “versterking cultuureducatie basisonderwijs” kunnen lessen op school worden ingekocht. Door de onvoorspelbaarheid van de subsidieverlener gaan we hier overigens voorzichtig mee om. Tijdens onze project – en werkweken komen andere culturen aan bod en wordt aandacht besteed aan volksdansen. In de groepen worden regelmatig toneelstukjes door de kinderen zelf ingestudeerd en opgevoerd voor de eigen klas of bouw. Het instuderen van poppenkastspelen is eveneens een vast onderdeel van het programma. De door de bovenbouw voorbereide spelen worden in de onderbouw gespeeld. In de onderbouw wordt door één van de leerkrachten met enige regelmaat een poppenkastvoorstelling gegeven. De onderbouwleerlingen spelen zelf poppenkast en rollenspelen in de themahoek én "toneeltje" voor de groep.

Page 77: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

77

3.17 BEWEGINGSONDERWIJS

Kerndoelen Bewegingsonderwijs

40. De leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur en leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren.

41. De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening houden.

Opvatting en visie

Opvatting bewegingsonderwijs/terminologie. Er worden verschillende termen gehanteerd ter aanduiding van het vak dat in deze paragraaf beschreven wordt. De Wet op het Basisonderwijs spreekt over lichamelijke opvoeding. Wij kiezen, als synoniem voor lichamelijke opvoeding, voor de term bewegingsonderwijs. Immers hoe je het ook bekijkt, het bewegen ( en meer in het bijzonder de grovere motoriek ) staat in dit vak centraal. Onze school kiest voor de term bewegingsonderwijs, omdat deze term beter dan lichamelijke oefening aangeeft, dat het bij dit vormingsgebied gaat om onderwijs in bewegen.

Visie op bewegingsonderwijs.

Vanuit de algemene doelstelling van onze school, waarbij o.a. van spelend leren, zelfstandig bezig zijn, het leggen van sociale contacten en de individuele ontwikkeling wordt uitgegaan, komen we tot de beschrijving van wat onze opvatting is over het bewegingsonderwijs. Ervan uitgaande dat bewegen van wezenlijk belang is voor de totale ontwikkeling van het kind en uitgaande van genoemde aspecten, kiezen wij voor een aanpak die uitnodigt tot veelzijdig en intensief bewegen en waarbij eigen initiatief, eigen tempo en eigen vormgeving van het kind leidraad zijn. Het leerstofaanbod dient zo gevarieerd te zijn dat het bovenstaande door de kinderen gerealiseerd kan worden, waarbij het zelfontdekkend leren bevorderd wordt. Deze benadering maakt het voor de leerkracht noodzakelijk om open te staan voor suggesties van leerlingen. Samenwerkend ontstaan zo situaties, waarin het kind in eigen tempo, onderzoekend, experimenterend, lerend en structureel bezig is, vanuit een veilige situatie met begeleiding en hulp van de leerkracht, waarbij het kind tevens samen en rekening houdend met anderen leert bewegen. Doelstellingen en inhoudskeuzen. Algemene doelstellingen. Bewegingsonderwijs is erop gericht dat :

het reeds aanwezige bewegingsgedrag van het kind verder ontwikkeld wordt. De kinderen dienen kennis, inzichten en vaardigheden te verwerven die nodig zijn om deel te nemen aan de bewegingscultuur, nu en later. de kinderen kennis en inzicht verwerven in enige aspecten van waaruit de bewegingscultuur is opgebouwd en daarmee ook ervaring opdoen.

de kinderen hun eigen bewegingsmogelijkheden en die van anderen weten te schatten en te hanteren in verschillende bewegingssituaties.

Page 78: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

78

bij de kinderen een positieve houding bevorderd wordt, dan wel behouden blijft met betrekking tot het bewegen. Consequenties ten aanzien van inhoud en werkwijzen :

- een gevarieerd, breed aanbod ( vooral kennismaken met …..) in plaats van een beperkt programma met duidelijke eindvormen.

- activiteiten waarin vooral pedagogische doelstellingen als bijvoorbeeld samenwerking gerealiseerd kunnen worden.

- een planning van inhouden waarbij ook ruimte wordt gegeven aan meer thematische- en projectactiviteiten.

- een werkwijze waarin kinderen – beperkt - ook eigen initiatieven kunnen ontplooien.

- een organisatie die rekening houdt met verschillen in tempo tussen de leerlingen.

Inhoudskeuzen : Globale beschrijving van de programmaonderdelen.

- Bewegingsonderwijs : balanceren, klimmen, zwaaien over de kop gaan, springen, hardlopen, mikken, jongleren, doelspelen, tikspelen, stoeispelen, bewegen op muziek

- Zwemmen : waterspelen, zwemslagen, overleven, overlevingszwemmen, springen en duiken, glijden, zwemmen onder water, diplomazwemmen.

- Seizoensgebonden en thematische bewegingsactiviteiten : schaatsen, heide-, bos- en strandactiviteiten, pleinspelen, spel- en sportdagen

Enige richtlijnen voor planning van programmaonderdelen : De programmaonderdelen vormen belangrijke bouwstenen bij het samenstellen van het praktijkplan. Een strak planningsschema heeft als nadeel dat er voor initiatieven van kinderen geen plaats is. Daarom kiezen we voor een flexibele planning. Daaronder wordt verstaan dat er vooraf leerstof is gepland, maar er tijdens de les of direct voorafgaande aan de les afgeweken kan worden van die planning op grond van het feit dat, bijv. de sfeer in de groep of een voorval, om een ander aanbod vraagt. Overigens vormen deze ‘afwijkingen’ eerder uitzondering, dan regel. We kiezen voor afwisseling van onderdelen. Bij 1 zaalles per week ( middenbouw ) betekent dat, dat er veelvuldig gekozen wordt voor een zgn. ‘3 – vakkengymnastiekles’, afgewisseld met spellessen. De groepen 3, 4 en 5 hebben wekelijks een zwemles. In de bovenbouw, met twee zaallessen per week, wordt eveneens gekozen voor de ‘3-vakken gymnastiekles’ en de spellessen. In het kader van een vernieuwd ‘sportplan bovenbouw’ worden de spellessen rond één spel in projecten van 6 weken aangeboden. Gedurende de drie jaren bovenbouw maken onze leerlingen dan kennis met 15 verschillende spelen/sporten.

Page 79: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

79

Organisatie en didactische werkwijzen. Schoolorganisatie. De onderbouw gaat voor de lessen bewegingsonderwijs naar het speellokaal. De lessen staan o.l.v. de eigen groepsleerkracht. Bij de samenstelling van de lessen wordt gebruik gemaakt van de lesmethode “Bewegingsonderwijs in het speellokaal” ( incl. cd met dansmuziek ). Didactische werkwijze : - vrij bewegen tijdens uitgezet klim – en klauterparcours - spelles ( zangspel, tikspel, concentratiespel ) - gymles met klein materiaal, bv. loopvormen, gooien en vangen - bewegen op muziek - buitenspel ( vrijspelen, spelletjes, fietsen, karren, speelhuis ). De midden – en bovenbouwgroepen gaan voor de lessen bewegingsonderwijs naar de gymzaal van Recreatiecentrum Oostervant ( op ca. 800 m van de school ). Voor bewegingsonderwijs zijn aan onze school twee vakleerkrachten verbonden, waarvan 1 voor sportplan en 1 voor de reguliere lessen bewegingsonderwijs voor midden – en bovenbouw. De aanstelling omvat in totaal WTF 0,6918, voor 3 werkdagen ( di, do en vr ). Leidraad bij het samenstellen van de lessen vormt de methode “Basislessen Bewegingsonderwijs”. De groepen zijn heterogeen van samenstelling, wat een argument meer vormt voor individualisatie en differentiatie. Extra oplossingen zijn noodzakelijk voor bewegingsactiviteiten die een gezamenlijke bijdrage vragen, zoals bij spel. Dat kan tot consequentie hebben, dat er in twee ( of meer ) groepen wordt gewerkt, of dat met name bij gezamenlijke bewegingsactiviteiten een leerstof wordt gekozen waarbij ieder kind volledig aan zijn trekken kan komen. Sportplan ( bovenbouw ) Het doel van dit sportplan is de leerlingen kennis te laten maken met verschillende sporten uit onze bewegingscultuur. Om dit te bewerkstelligen is er een selectie gemaakt van verschillende sporten die in Rotterdam e.o. in clubverband kunnen worden beoefend. Gedurende drie of vier weken wordt er in de sportplanlessen op de donderdagen 1 sport beoefend. Tijdens deze lessen worden de verschillende technieken van de desbetreffende sport getraind, zodat er uiteindelijk ook een wedstrijdvorm gespeeld kan worden. Verder worden sport-specifieke regels behandeld en in de praktijk toegepast. Op deze manier krijgen de leerlingen een goed beeld van verschillende sporten en leren ze de daarbij horende motorische vaardigheden. Een belangrijk subdoel van het sportplan is het enthousiasmeren van leerlingen voor sportdeelname. Buitenroosteractiviteiten. Er worden regelmatig – via Sport en recreatie Rotterdam – buitenschoolse activiteiten aangeboden ( lessenseries, sport op de stoep, e.a. ). De vakleerkracht bewegingsonderwijs geeft deze informatie door en regelt, waar nodig, de inschrijving. Hier wordt overigens nauwelijks gebruik van gemaakt.

Page 80: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

80

Een gezamenlijke cursus motorische ontwikkeling, die door de onderbouwleerkrachten is gevolgd, zal , naar verwachting, de mogelijkheid van vroegtijdige signalering van motorische problemen bij onze jongste leerlingen versterken. Hygiëne. Na de lessen bewegingsonderwijs stellen wij douchen voor de leerlingen verplicht. Tijdens de les dragen de kinderen aangepaste kleding. Ook stellen wij het dragen van gymschoenen verplicht. In verband met de veiligheid van de kinderen moeten sieraden worden afgedaan ( mede in verband met de aansprakelijkheid gelden hiervoor duidelijke regels ). Didactische werkwijze. In een les bewegingsonderwijs willen we realiseren dat :

- er rekening wordt gehouden met onderlinge verschillen in niveau en belangstelling

- er gelegenheid is om zelfstandig te werken - er voldoende gelegenheid is om intensief bezig te zijn.

Het is van groot belang dat de waardering van de leerkracht vooral uitgaat naar :

- de inzet van ieder kind - de concentratie waarmee elk kind actief is - de sociale vaardigheden die elk kind opbrengt.

We hanteren de volgende didactische werkwijzen :

- individueel werken zonder beperking - afspraak : alle situaties nemen - afspraak : ieder kind komt bij je langs - één groep werkt onder leiding, de rest werkt vrij - werken in groepen - werken met vrije opdracht - werken met opdracht - instructiegroep, één groep onder leiding, de rest werkt zelfstandig - vaste volgorde van situaties is vooraf bepaald ( bewegingsbaan ) - de klas als één groep

Combinaties binnen een les zijn mogelijk en zelfs vaak gewenst.

Page 81: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

81

3.18 DE VAK / VORMINGSGEBIEDEN EN DE COMPUTER Doelstelling : het onderwijs met computers is erop gericht dat de leerlingen : - basisvaardigheden aanleren om een ( multimediale ) computer te bedienen - ondersteuning bij taal- en rekenvaardigheden - via dit medium informatie zoeken en kunnen verwerken - teksten kunnen verwerken in werkstukken - hulp bieden bij het automatiseren van vaardigheden - zelfstandig met softwareprogramma's kunnen werken - kunnen toepassen van Windows office Word en Power Point. - aanleren van zgn. “blind typen”. In iedere onderbouw groep zijn minimaal 2 computers aanwezig, waarmee leerlingen ( veelal volgens rooster ) zelfstandig kunnen werken. In midden- en bovenbouw zijn minimaal 4 computers aanwezig. In midden- en bovenbouw wordt tevens gebruik gemaakt van een digitaal schoolbord De leerlingen werken zelfstandig op de computer. Zij maken gebruik van ; Ik- software, - Ik kijk klok

- Ik lees - Ik reken - Ik keer - Ik speel - Ik tover

Ambrasoft, taal - en rekenonderdelen

- Spelling - Werkwoorden - Woordenschat - Optellen - Aftrekken - Vermenigvuldigen - Delen - Metriek - Procenten - Breuken

Bosatlas Topotaak.

- Topografie Nederland - Topografie Europa - Topografie Wereld.

Leeslijn Leesoefeningen voor de onder- en middenbouw. De leerlingen maken. naast de geïnstalleerde software, veelvuldig gebruik van het internet. De leerlingen leveren geregeld een bijdrage aan de school website.

Page 82: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

82

Beleidsvoornemen : ( In het kader van “Leren Loont” ) ICT onderwijs op een hoger plan brengen Op school is een goed werkend netwerk aanwezig. In alle klassen wordt met computers / laptops gewerkt. De huidige inzet van ICT is nog te weinig structureel en onvoldoende actueel/functioneel. Gezien de ontwikkelingen zijn er op dit gebied grote slagen te maken. Doel : ICT onderwijs maakt structureel deel uit van het curriculum. Het is up-to-date en daagt leerlingen uit. In het geheel van ons onderwijs leidt het tot betere prestaties op velerlei terreinen. Wat gaan we doen ? Een extern lid van de werkgroep ICT krijgt tijd en ruimte om zich te verdiepen in algemene ontwikkelingen en toepassingsvormen van ICT in het huidige onderwijs. Dit gaat resulteren in bruikbare werkvormen voor onze groepen en tot een doorgaande leerlijn ICT voor onze school. Er wordt regelmatig overlegd met werkgroep, schoolleiding en team. De werkgroep stelt – op voorstel van het externe lid - een duidelijke tijdlijn vast met tussen – en einddoelen voor de jaren 2016-2017 / 2017 – 2018 en 2018 – 2019. Het invoerings – en implementatieproces wordt vanuit de werkgroep en schoolleiding gemonitord. Klassenconsultaties maken deel uit van het proces. Naast directe personele kosten ( extern lid ) moet ook rekening worden gehouden met grote(re) investeringen ( software, tablets ).

Page 83: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

83

3.19 FILOSOFIE Wat is filosofie? Het woord filosofie is afgeleid van het Griekse woord “philosophia”. Het betekent liefde tot of streven naar kennis. De westerse wijsbegeerte of filosofie ontstond bij de oude Grieken, rond 600 v. C.In die tijd gingen de eerste mensen zich vragen stellen over het wezen van de mens, de natuur en de wereld. Zij probeerden de aard van de dingen te doorgronden door vragen als: hoe zijn de wereld en de mens ontstaan? Wat is werkelijkheid? Wat is “zijn”? Wat is het doel van het “zijn”? De filosofen probeerden kennis over deze basale vragen te verkrijgen door zuiver theoretisch nadenken. Zij hielden zich ook bezig met vragen over “hoe goed te leven ( ethiek ) en “schoonheid”( esthetiek ). In de loop van de eeuwen heeft filosofie zich over steeds meer onderwerpen uitgestrekt. Er ontstonden allerlei specifieke takken van filosofie zoals de filosofie van de mens, de wetenschapsfilosofie en de taalfilosofie. Filosoferen met kinderen. De kinderen leren op een filosofische manier tegen de wereld en zichzelf aan te kijken. Ze leren hoe ze op een filosofische manier kunnen nadenken over fundamentele levensvragen, maar ook alledaagse onderwerpen. Ze leren argumenteren en een filosofisch gesprek voeren. En wat heel belangrijk is: ze leren naar elkaar te luisteren en zich onafhankelijk ten opzichte van de ander te stellen. Filosoferen met kinderen draagt daarom bij aan het respect dat kinderen voor zichzelf en voor elkaar ontwikkelen. Omdat het hierbij niet gaat om het vinden van de juiste antwoorden, kan er ook met heel jonge kinderen al worden gefilosofeerd. Het gaat er dan vooral om dat de kinderen zich bewust worden van hun eigen gedachten en die leren uit te spreken voor zichzelf en naar elkaar. Kinderen die filosoferen ontwikkelen hun vrije denken. Daarnaast heeft het filosoferen invloed op meer technische leeraspecten, zoals het omgaan met taal, rekenen en zaakvakken als aardrijkskunde en geschiedenis. De kinderen leren beter te combineren en te analyseren. Filosofie heeft dus een brede invloed op de ontwikkeling van het kind.

Vanaf het schooljaar 2010 – 2011 is het vak filosofie in ontwikkeling, vanaf het schooljaar 2011 – 2012 wordt het een vast onderdeel binnen de school, waarbij begeleiding vanuit de SKVR geboden zal worden. De doorlopende lijn in de school ziet er als volgt uit: In de onderbouw staat het vragen stellen en de bijbehorende verwondering centraal. Het materiaal dat gebruikt wordt is het boek “Filosoferen doe je zo”,deel 1 Prentenboeken en verhalen. In de middenbouw staat het ontwikkelen van een dialoog centraal en wordt een start gemaakt met redeneervaardigheden. Het materiaal dat gebruikt wordt is het boek “filosoferen doe je zo”deel 1 met daarnaast startvragen uit de actualiteit. In de bovenbouw worden meerdere thema’s besproken die betrekking hebben op de samenleving. Er wordt aandacht geschonken aan de geschiedenis van de filosofie en er zullen een aantal filosofen met hun denkbeelden aan de orde komen. Daarnaast zal de techniek van het filosoferen verder worden uitgewerkt. Een andere doorlopende lijn is die, die aansluit bij de ontwikkeling van kinderen en hun verschuivende interesses en leefwerelden, Er zal ook aandacht worden geschonken aan de esthetische, ethische, cultuurfilosofische en logische invalshoeken binnen de filosofie. De materialen die gebruikt worden zijn het boek “filosoferen doe je zo “deel 2, er zal meer worden uitgegaan vanuit de actualiteit waarna eventueel een les uit het boek gebruikt kan worden.

Page 84: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

84

In het kader van “Leren loont” wordt een samenwerking gestart met “De Denkschool”. In overleg hebben we voor het schooljaar 2015 – 2016 de volgende jaartaak vastgesteld :

De Denkschool De Denkschool biedt lessen ‘filosoferen’ aan in het basis- en voortgezet onderwijs. Zij leert volwassenen ‘filosoferen’ door middel van workshops, trainingen en cursussen en houden zich bezig met ontwikkelen van passend lesmateriaal en methodes om filosofie aantrekkelijk te maken voor leerlingen. Ideologie Filosoferen verschilt van discussiëren door de nadruk te leggen op ‘samen denken’ in plaats van ‘tegenover elkaar denken’ en is mede daarom een tolerante manier van denken. Daarbij werkt filosoferen antiradicaliserend omdat het aan iedere ideologie fundamentele vragen durft te stellen. Regelmatig filosoferen bevordert het kritisch, analytisch en creatief denkvermogen. De opdracht 14 filosofielessen per maand verzorgd door docenten van De Denkschool. 14 door De Denkschool ontwikkelde lessen per maand, te verzorgen door de groepsleerkrachten van de Rotterdamse Montessorischool. Doel De leerkrachten (nog meer) te bekwamen in het filosoferen met kinderen. De docenten worden getraind op de volgende vaardigheden: - Het stellen van filosofische verduidelijkingsvragen

- Het stellen van filosofische verdiepingsvragen

- Een filosofisch gesprek gaande houden

- Het verschil herkennen tussen een onderwijsleergesprek en een filosofisch gesprek

Plan van aanpak Alle groepen krijgen één keer per maand een filosofieles verzorgd door docenten van De Denkschool. De groepsleerkrachten observeren tijdens deze les. De docenten van De Denkschool ontwikkelen een vervolgles die wordt gegeven door de groepsleerkracht. De leerlingen krijgen zo twee keer per maand een filosofieles. Filosoferen op regelmatige basis zorgt ervoor dat de bekwaamheid van de groepsleerkracht in het filosoferen wordt vergroot. Vervolgles De vervolgles bestaat uit een nieuwe startvraag in navolging van de les die gegeven is door De Denkschool. We streven ernaar zo veel mogelijk aan te sluiten bij de thema’s die op dat moment ‘leven’ in de betreffende groepen. Bij de vervolgles krijgen de groepsleerkrachten een document met daarop de zogenaamde ‘verduidelijkingvragen’ en ‘verdiepingsvragen’ die nodig zijn om een filosofisch gesprek te kunnen voeren (zie bijlage 1). Lesobservaties Om inzicht te krijgen in de vooruitgang van de groepsleerkrachten vindt er twee keer per jaar een lesobservatie plaats door docenten van De Denkschool. De eerste lesobservatie (de zogenaamde 0-meting) vindt plaats voor de kerstvakantie. De eindobservatie vindt

Page 85: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

85

plaats in mei. Bij de lesobservaties wordt gebruik gemaakt van een observatieformulier (zie bijlage 2) volledig gericht op de vaardigheden rondom het filosoferen. Na afloop van de lesobservaties worden de observatieformulieren met de betreffende groepsleerkracht besproken. Bouwoverleg Tussen de lesobservaties zijn er vier evaluatiemomenten gepland in het bouwoverleg. Deze vinden plaats rondom de herfstvakantie, de voorjaarsvakantie, de meivakantie en het einde van het schooljaar (precieze datums in overleg met de bouwcoördinatoren). Deze evaluaties richten zich op de ervaringen van de groepsleerkracht met het filosoferen. Individueel mailcontact Tussen de lessen door kunnen de groepsleerkrachten voor vragen en opmerkingen contact opnemen met de docenten van De Denkschool via [email protected] en [email protected] Workshop De Denkschool verzorgt een workshop: “Hoe maak ik een filosofische vraag?” voor de groepsleerkrachten. Vervolg Schooljaar 2016/2017 Aan het eind van schooljaar 2015/2016 zijn de groepsleerkrachten in staat adequaat een filosofisch gesprek te voeren naar aanleiding van de door De Denkschool ontwikkelde lessen. In het schooljaar 2016/2017 kan De Denkschool zich richten op het ontwikkelen van filosofielessen door de groepsleerkrachten zelf.

Page 86: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

86

3.20 TECHNIEK Kerndoelen oriëntatie op jezelf en de wereld: Natuur en techniek

42. De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur.

43. De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind.

44. De leerlingen leren bij producten hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik.

45. De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren.

Gebruikt onderwijsleerpakket In de groepen 1 en 2 wordt gebruik gemaakt van het bronnenboek “Maak ’t maar!”, Meidenhoff

Educatief, Amsterdam. Daarnaast wordt veel gebruik gemaakt van het internet en de actualiteit.

Leer- en ontwikkelingsdoelen We willen de kinderen

- Laten ontdekken - Laten experimenteren - Laten onderzoeken - Laten maken - Laten denken in oplossingen - eigen ideeën in te brengen - samen tot oplossingen laten komen - leren evalueren

Leerstofkeuze, omvang en ordening

In de groepen 1 en 2 zijn er vaak spontane situaties waarin techniek een plaats heeft. Het werken met constructiemateriaal of de bouwhoek, het knutselen, het buitenspel en de materialen op de aandachtstafel bieden legio momenten waarin techniek onder de aandacht wordt gebracht. Tijdens techniekweken wordt schoolbreed gewerkt aan techniek. In de onderbouw liggen de accenten op de domeinen Constructie, Transport, Communicatie en Productie (klopt dit nog Aberdien?). Deze domeinen komen ieder minstens één keer per jaar aan bod tijdens een techniekweek.

Didactische werkvormen In de groepen 1 en 2 wordt bij technieklessen gebruik gemaakt van de werkvormen: algemene les, kringgesprek, werkles, spelles. Differentiatie We houden rekening met verschillen tussen kinderen qua belangstelling en vaardigheidsniveau. Dit komt tot uitdrukking in de inbreng van kinderen bij gesprekken in de groep en bij het werken met materiaal.

Page 87: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

87

3.21 ZORG ZORGPLAN ROTTERDAMSE MONTESSORISCHOOL Inhoudsopgave 1. Visie op Zorg Doelstelling van de leerlingenzorg 2 . Betrokkenen 2.1 De leerkracht. 2.2 De intern begeleider 2.3 De Remedial Teacher 2.4 De (Rugzak)Leerling Begeleider 2.5 De ouders2.6 De schoolmaatschappelijk werker 2.7 De vertrouwenspersoon 2.8 De schoolleiding 3. Indeling van de zorg 3.1 Zorgverbreding op niveau 1 3.2 Zorgverbreding op niveau 2 3.2.1 Overleg met externen [ niet WSNS ] 3.3 Zorgverbreding op niveau 3 (bovenschools) 3.3.1 LGF of SO 4 . Leerling Dossier 5. Leerling- en groepsbespreking 6. Hoe gaan wij om met leerproblemen, zoals dyslexie, dyscalculie,hoogbegaafdheid en met sociaal – emotionele problemen als pesten en rouwverwerking?

6.1 Dyslexie. 6.2 Dyscalculie 6.3 Hoogbegaafdheid 6.4 Omgaan met pesten 6.5 Rouwverwerking

7. Bijlagen

Page 88: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

88

ZORGPLAN ROTTERDAMSE MONTESSORISCHOOL 1.Visie op Zorg Zoals in de visie van de school [2.2] staat, wordt er gekeken en geluisterd naar het kind zodat bij gesignaleerde problemen “hulp op maat “ gegeven kan worden. Als zorgteam bieden wij hulp op maat wanneer;

- met behulp van het leerlingvolgsysteem , Cito-toetsen of na het invullen van Zien (lijst voor sociaal-emotionele ontwikkeling) een probleem in de ontwikkeling is geconstateerd;

- zichtbaar in het werk van het kind het gekregen signaal wordt bevestigd; - de leerkracht de indruk heeft dat er een structureel probleem aanwezig is; - de leerling een enkelvoudig of een meervoudig probleem heeft op cognitief en/ of

sociaal –emotioneel en/of motorisch gebied; - er sprake is van een vertraagde of versnelde ontwikkeling op een of meerdere

ontwikkelingsgebieden.

Doelstelling van de leerlingenzorg Door het signaleren en het diagnosticeren van problemen in de ontwikkeling van individuele kinderen op sociaal, emotioneel en cognitief gebied kunnen we hen extra zorg geven die moet leiden tot een zo optimaal mogelijke ontwikkeling, gerelateerd aan de mogelijkheden van het betreffende kind. Wat heeft het kind nodig. Hierbij gaan we uit van de uitgangspunten van handelingsgericht werken.

1. Onderwijsbehoeften staan centraal 2. Het gaat om afstemming en wisselwerking 3. De leraar doet ertoe 4. Positieve aspecten zijn van groot belang 5. We werken constructief samen 6. Ons handelen is doelgericht 7. De werkwijze is systematisch en transparant

Page 89: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

89

2 . Betrokkenen Bij de zorg voor de leerlingen spelen de volgende personen een belangrijke rol. - groepsleerkracht - intern begeleider (IB-er) - remedial teacher (RT-er) - schoolcontactpersoon - schoolmaatschappelijk werker - ouders - directeur 2.1 De leerkracht.

werkt vanuit de onderwijsbehoeften van het kind

signaleert en diagnosticeert vanuit een goed klassenmanagement en een leerlingvolgsysteem

werkt samen met collega’s

vraagt om hulp indien nodig

evalueert regelmatig de vorderingen van de leerlingen • Signaleert een leerling die opvalt in zijn ontwikkeling en/of leervorderingen. • Kan de juiste toets- en observatie-instrumenten kiezen en toepassen • De uitkomsten van deze toets en observatie helder kunnen weergeven (verslag doen) • Een diagnose kunnen stellen • Een handelingsplan (betreffende een individueel kind of een groep) kunnen opstellen en uitvoeren. • De uitvoering van dit plan kunnen evalueren. De leerkracht kan bij haar taak ondersteund worden door anderen zoals: 2.2 De intern begeleider De intern begeleider (IB) heeft als taak om leerkrachten te ondersteunen in het bieden van zorg. De taken van de intern begeleider zijn: • het voorbereiden en leiden van de leerling- en groepsbespreking • Het opstellen en bewaken van de jaarlijkse zorgkalender. • collega-leerkrachten te ondersteunen bij het kiezen en toepassen van toets- en observatie instrumenten • het kunnen opzetten en coördineren van het leerlingvolgsysteem • het ondersteunen (begeleiden) van collega-leerkrachten bij het analysen van toets- en observatiegegevens en het maken van een handelingsplan

- Het maken van een OPP [ontwikkelingsperspectief] • het voorbereiden (en eventueel leiden) van pedagogische en didactische teambesprekingen • leerkrachtcoaching • het houden van periodiek overleg met de directie wat betreft bevindingen in het kader van het leerlingvolgsysteem en de individuele leerlingbegeleiding • het ondersteunen van de directie bij het maken van- en de analysering van een trendanalyse uit de gegevens van het leerlingvolgsysteem • zorgdragen voor de archivering van de leerlingdossiers • onderhouden van contacten met ouders en met ouders en externe deskundigen • participeren in het netwerk interne begeleiding van PPO • Het onderhouden van de contacten met collega’s uit het (speciaal) onderwijs, de wijkteams en ambulant begeleiders vanuit PPO. •Het aanvragen van diverse arrangementen die op aanvraag verleend kunnen worden door PPO •Het aanvragen van een onderzoek voor dyslexie of dyscalculie.

Page 90: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

90

2.3 De Remedial Teacher Onze leerlingen worden indien nodig mede ondersteund door de Remedial Teacher. Haar taken zijn:

- Helpt bij het zoeken naar middelen en materialen als de leerkracht met het kind in de klas verder wil

- Maakt in overleg met de IB aan het begin van het jaar een overzicht van de beschikbare tijd en zet dat uit in een weekplanning ( denken aan contacturen, toetsuren, e.d.)

- Onderhoudt zijn / haar specialisme als RT door studie en het lezen van vakliteratuur - Onderhoudt contacten met de IB over de inhoudelijke planning, de voortgang en de

evaluatie van ‘de leerling in behandeling ‘ - Onderhoudt regelmatig contact met de groepsleerkrachten over de voortgang van de

RT leerlingen uit de betrokken groep - Heeft kennis en inzicht in de materialen van de orthotheek Heeft kennis en inzicht in

de gebruikte methoden voor rekenen, lezen, schrijven en spellen van de groep waaruit het kind komt

- Neemt – op verzoek – deel aan gesprekken met ouders of externe deskundigen, waarbij informatie van de RT gewenst is

- Verricht werkzaamheden met individuele of groepjes leerlingen, zowel binnen, als buiten de groep. Alle aanmeldingen lopen via IB

- In overleg met IB het toetsen en het opstellen van rapportage tbv de voortgang van de leerling.

- Neemt deel aan het zorgoverleg ( IB overleg ) - Actualiseren van de orthotheek - Stelt individuele handelingsplannen op en voert deze uit - Neemt toetsen af bij individuele of groepjes leerlingen - Schakelt – in overleg met IB – externe ondersteuning in - Volgt specifiek, relevante, opleidingen ( cursussen ) en houdt de ontwikkelingen op

dit terrein bij.

2.5 De ouders Ouders en school hebben een gemeenschappelijk belang: het kind. De ouders kunnen initiatief nemen en een gesprek aanvragen met de leerkracht, IB en directie wanneer zij een probleem bij hun kind signaleren. De ouders hebben een belangrijke rol in de samenwerking tussen leerkracht, kind, interne en externe begeleiders.

- samen analyseren zij de situatie - formuleren zij doelen en onderwijsbehoeften - zoeken en concretiseren zij oplossingen

2.6 De schoolmaatschappelijk werker

Aan de school is een schoolmaatschappelijk werker verbonden. Zowel ouders, leerkrachten en IB kunnen een beroep op haar doen. Zij verzorgt vanaf groep 4 t/m 7 SOVA training voor kinderen die hulp nodig hebben op sociaal-emotioneel gebied. Dit vindt plaats in kleine groepjes van 3 à 4 kinderen. Zij gaat in gesprek met ouders, die problemen ondervinden met hun kind op sociaal-emotioneel gebied. Zij gaat individueel in gesprek met een kind dat een probleem ondervindt op sociaal-emotioneel gebied. Zij meldt indien nodig een kind aan bij het wijkteam. 2.7 De vertrouwenspersoon Aan de school is een vertrouwenspersoon verbonden, waarop ouders, leerlingen en leerkrachten een beroep kunnen doen. Zij bemiddelt bij problemen en/of klachten.

Page 91: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

91

2.8 De schoolleiding

De schoolleiding heeft als taak om de school zo optimaal mogelijk te houden zodat zorg kan worden voorkomen. Er vindt regelmatig overleg plaats met alle, bij de zorg betrokken, partijen. De schoolleiding faciliteert, evalueert en stelt, in overleg, doelen ( bij ). 3. Indeling van de zorg Zorg zien wij in 3 niveaus binnen ons onderwijs terug: 1 De zorg in de groep (door de leerkracht) 2 De zorg binnen de school( door de intern begeleider en de remedial teacher) 3 De zorg op bovenschools niveau. SCP (schoolcontactpersoon) 3.1 Zorgverbreding op niveau 1 Zorgverbreding op niveau 1 vindt plaats binnen de groep en wordt uitgevoerd door de groepsleerkracht . De leerkracht signaleert de leerlingen die extra zorg nodig hebben naar aanleiding van signaleringen, het gemaakte werk, observaties en de toetsresultaten. De te nemen pedagogisch didactische maatregelen volgen uit de onderwijsbehoeften van het kind . Zie Groslijst, bijlage 1 Dit kan leiden tot het opstellen van een individueel handelingsplan . 3.2 Zorgverbreding op niveau 2 Zorgverbreding op niveau 2 vindt plaats wanneer de leerkracht binnen de groep niet de zorg kan geven, die de leerling nodig heeft. Na evaluatie van de zorgverbreding die op niveau 1 heeft plaats gevonden, kan blijken dat deze zorg voor een leerling binnen de groep niet het gewenste effect heeft opgeleverd. Zorgverbreding op niveau 2 wordt vormgegeven in overleg met de I.B. [Leerlingbespreking] Na bespreking van de leerling wordt besloten welke acties worden ondernomen. Inzet van een remedial teacher behoort op dit niveau tot de mogelijkheden. Over het algemeen beslaat de hulp van de remedial teacher een periode van 4 tot 8 weken. Wanneer na evaluatie de gestelde doelen blijken te zijn behaald gaat de zorg van de leerling terug naar niveau 1 of blijft op niveau 2. Dit is afhankelijk van de aard van de problemen of de grootte van de achterstand. Blijken na evaluatie de gestelde doelen niet behaald te zijn, dan volgt een observatie of aanvullend didactisch onderzoek door de I.B of RT.

- de I.B / RT observeert de leerling in de groep; - de I.B / RT doet aanvullend didactisch onderzoek; - de ouders van de leerling worden uitgenodigd voor een gesprek: - om meer informatie te verzamelen over de leerling - om ouders op de hoogte te stellen van het probleem Na verzameling van voldoende informatie volgt een handelingsadvies . De IB / RT stelt een nieuw of aangepast handelingsplan op, dat wordt uitgevoerd en geëvalueerd . In het geval dat er niet voldoende informatie is om handelingsadviezen te geven, of indien na evaluatie van een handelingsplan onvoldoende resultaten worden behaald, kan worden besloten om de leerling te bespreken met een externe deskundige. Voor alle bovenstaande mogelijke acties worden vervolgafspraken gemaakt. Tijdens die vervolgafspraken worden de uitkomsten van onderzoek en/of observaties besproken, de handelingsadviezen gegeven, het handelingsplan gemaakt/besproken en later geëvalueerd.

Page 92: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

92

3.2.1 Overleg met externen [ niet OPP ] Als een leerling bij de schoolverpleegkundige geweest is en er zijn bijzonderheden die haar zijn opgevallen dan vindt naar aanleiding daarvan een telefonisch gesprek plaats met de IB. Soms volgt er een advies, soms een doorverwijzing naar de schoolarts of naar een andere medewerker van het CJG. Dit contact kan ook plaatsvinden wanneer de school bijzonderheden heeft waargenomen. Regelmatig is er overleg met de schoolmaatschappelijk werkster. Op verzoek kan de SMW een observatie uitvoeren in de groep. Het gaat hier in het algemeen over problemen met een sociaal-maatschappelijk karakter. Dit kan betrekking hebben op alle niveaus binnen de zorg. Op didactisch gebied vindt hetzelfde proces plaats met de SCP. 3.3 Zorgverbreding op niveau 3 (bovenschools) Van zorgverbreding op niveau 3 is sprake wanneer een externe deskundige bij de zorg voor de leerling betrokken wordt. Wij maken deel uit van PPO-Rotterdam. Hier kan de school terecht met zorgvragen waar het zelf geen antwoord op heeft. Wanneer is gebleken dat zorg op niveau 1 en 2 niet toereikend is geweest vraagt de school in samenwerking met de SCP en met toestemming van de ouders een arrangement aan. Ook hier komen weer adviezen , handvatten uit naar voren waar op schoolniveau mee gewerkt kan worden. Blijken er onvoldoende resultaten bereikt te zijn, of kan de school de zorg niet leveren, dan wordt in het samenwerkingsverband naar een oplossing gezocht. Hierover kunt u informatie vinden op de website van PPO-Rotterdam. Wanneer blijkt dat een leerling de leerstof van groep 8 niet kan bereiken, dan wordt er voor dit kind een OPP opgesteld. Dit OPP wordt om de paar maanden geëvalueerd en eventueel bijgesteld. Voor de aanmaak van een OPP zie bijlage 7.8. Het OPP wordt besproken met de ouders, die er hun goedkeuring aan moeten geven. 4. Leerling Dossier Leerling-gegevens worden op school nauwkeurig bijgehouden. Deze worden weggezet in het ParnaSys.. Deze worden 5 jaar na het school verlaten bewaard. Vertrouwelijke gegevens worden volgens het privacy reglement bewaard. De leerkracht kan bij het uitvoeren van haar zorgtaken gebruik maken van: Hulp van collega’s, intern begeleider, interne hulp van gespecialiseerde leerkrachten (RT en ambulante begeleiders via een arrangement van PPO) 5. Leerling- en groepsbespreking Het uitgangspunt van de zorg is de leerling- en groepsbespreking. Deze vindt over het algemeen wekelijks of 2 wekelijks plaats. De besprekingen vinden plaats tussen intern begeleider en leerkracht. Er is een onderscheid tussen de groepsbespreking en de leerlingbespreking. Groepsbesprekingen vinden plaats:

aan het begin van het schooljaar

na het invullen van Zien

na het afnemen van de toetsen Zie bijlage toetskalender. Leerlingbesprekingen. Tijdens de leerlingbespreking wordt er uitvoerig op de individuele zorgleerlingen ingegaan. Een kind kan worden besproken in de leerlingbespreking als: - een leerling onvoldoende profiteert van de hulp op niveau 1 - de onderwijsbehoeften van de leerling onduidelijk blijven

Page 93: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

93

- er vermoedens zijn van een ernstige problematiek of stoornis. 6. Hoe gaan wij om met problemen, zoals dyslexie, dyscalculie, hoogbegaafdheid, pesten en rouwverwerking?

6.1 Dyslexie Bij het vermoeden van dyslexie volgen wij het “protocol dyslexie” van onze school.

6.1.1 Voorschotbenadering Ons uitgangspunt is gebaseerd op onderzoek: Het uitstellen van lezen helpt het kind niet. Fonemisch bewustzijn ontwikkelt zich niet door rijping. Om fonemisch bewustzijn te ontwikkelen zijn instructie en begeleiding nodig. De rijpingsgedachte wordt niet door de wetenschap ondersteund. Onderzoek zegt wel dat het van belang is om kinderen vroegtijdig te helpen. De voorschotbenadering [ Smits en Braams 2006] , is een wetenschappelijk onderbouwd programma. Het programma wordt ingezet in de 2e helft van groep 2. Frequentie in het oefenen van fonemische vaardigheden is belangrijker dan de duur van de activiteiten. Wat wij doen :

stapsgewijs werken uit de Map Fonemisch Bewustzijn. Een programma wat bedoeld

is voor kleuters in het aanleren van klank-letterkoppelingen en fonemisch bewustzijn.

Geletterde activiteiten individueel of in een klein groepje

- maximaal 4 kinderen - aanbieden.

Geen franje in opdrachten [ knippen en plakken] maar gericht op de leestaak zelf.

Er is sprake van een motiverende aanpak waarbij het kind veelvuldige succes

ervaringen opdoet.

Geen tijdsdruk.

Wat is de voorschotbenadering?

Het doel van de voorschotbenadering is om de leesproblemen zoveel mogelijk te voorkomen door de kleuters alvast een voorschot te geven op de leesinstructie in groep 3. Het programma biedt expliciete oefening in het aanleren van klank-letterkoppelingen en fonemisch bewustzijn.

- Daarnaast wordt het kind uitgedaagd gebruik te maken van spontane spelling. - Het aanbieden van een nieuwe letter kan binnen deze fasering structureel

plaatsvinden. Deze activiteiten binnen de voorschotbenadering bieden uitdaging en zijn motiverend voor het kind en leiden altijd tot een succes ervaring. Verschillende fase van de voorschotbenadering bieden we aan in de groepsles. Bij risicoleerlingen wordt dit niet aangeraden daar zij onvoldoende oppikken uit een groepsinstructie, zo is gebleken. De volgorde is van belang, zo wordt voorkomen dat een leerling te snel door de stof heen gaat en de kans op falen toeneemt. Voorschotbenadering in 3 fasen ; Fase 1. Identificatie met klanken / letters Fase 2. Manipulatie van klanken / letters Fase 3. Klank / letterkoppeling aanleren Receptieve letterkennis = genoemde letter kan worden aangewezen Productieve letterkennis = aangewezen letter kan worden benoemd

Page 94: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

94

Afstemming tussen hulp in en buiten de klas. LKR/ IB/ RT biedt extra geletterde activiteiten aan. IB moet duidelijk zicht krijgen op de problemen waar een kind tegenaan loopt zodat hulp meteen aansluit bij de onderwijsbehoeften van een leerling. Afstemming hulp extern. Wanneer er externe hulp wordt ingeschakeld bij een llng die extra hulp nodig heeft is het van essentieel belang dat school, ouders en externe zorg zo goed mogelijk met elkaar samenwerken. Alleen dan kan er sprake zijn van een effectieve leerling begeleiding. Overdracht naar de volgende groep De ontwikkeling van geletterdheid betreffende de leerlingen van gr 1, 2 en 3 , aan de hand van:

- Gegevens Signaleringslijst voor Kleuters - Toetsgegevens - Signaleringen MKVS - Eventueel werk van de leerling om het een en ander te kunnen illustreren. - Indien van toepassing handelingsplan en evaluatieverslag, verslag logopedist - Verslagen van leerlingbesprekingen en oudergesprekken door spreken.

Gegevens worden gedocumenteerd volgens een digitale versie van www.taalonderwijs.nl/dyslexie onder Dossier, welke weer toegevoegd zijn/ worden in een notitie in ParnaSys - Diagnosemiddelen. Niet alleen voor de doorgaande lijn zijn deze gegevens van belang maar ook wanneer een llng door verwezen wordt, bijvoorbeeld in groep 4, voor een diagnostisch onderzoek omdat er vermoedelijk sprake is van dyslexie, zijn deze gegevens van grote waarde. Hierbij wordt de cyclus van Handelings Gericht Werken als leidraad gehanteerd, zodat er een doorgaande lijn in de leerlingbegeleiding binnen de school en in afstemming met externe zorg kan worden gerealiseerd. De stappen uit de cyclus HGW komen overeen met de stappen in Protocollen Leesproblemen en Dyslexie. We werken dus handelingsgericht met dit protocol. Ontwikkelingen rondom Passend Onderwijs, www.passendonderwijs.nl en www.schoolaanzet.nl Om te kijken of er op school sprake is van Continuüm van zorg, www.dyslexiemonitor.nl Documenten voor de leerlingoverdracht

- Volledig ingevulde Signaleringslijst voor Kleuters - Toetsformulieren - Producten van de kleuter om de ontwikkeling te illustreren - Handelingsplannen en Evaluatie verslagen van lkr/IB/extern logopedist,fysiotherapeut - Verslagen leerlingbesprekingen en oudergesprekken MKVS

6.2 Dyscalculie Voor dyscalculie bestaat er nog geen protocol zoals bij dyslexie. Dit is nog in ontwikkeling. Als school proberen wij rekenproblemen in een zo vroeg stadium te ontdekken. In de onderbouw door het waarnemen en registreren van het rekenen/wiskunde in MKVS en in de middenbouw door het afnemen van de rekentoetsen. We volgen de procedure van de zorgverbreding.

Page 95: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

95

6.3 Hoogbegaafdheid Hoogbegaafdheid is bij ons op school een gebied dat in ontwikkeling is. Op een Montessorischool volgt elk kind in principe zijn eigen ontwikkelingslijn. Natuurlijk valt het op wanneer een kind “voorlijk” is. Deze kinderen krijgen in eerste instantie meer aangeboden. Ze krijgen een breder aanbod, dat verdieping in de leerstof geeft. Wanneer het kind erg vooruitloopt kan er besloten worden om te versnellen. Bij deze leerlingen versnellen we en compacten we de leerstof, zodat ze uitgedaagd worden. We passen het zogenaamde top-down leren toe. Zij krijgen een weektaak die volkomen op hen is afgestemd. In deze weektaak wordt het normale werk dat ze “moeten doen” gecompact. Hiernaast krijgen zij een aantal andere opgaven uit de hieronder aangegeven methoden en spellen. We hebben diverse methoden aangeschaft die uitdaging bieden aan deze kinderen. Zo hebben we o.a. Plustaken, rekenmeesters, Wie schrijft die blijft, opdrachten van stichting SLO, Bolleboos, Vooruit, Somplextra. Verder zijn er diverse spellen voor hoogbegaafde kinderen aangeschaft zoals, 3 D.brick, duo 3 D.Brick, hide and seek pirates, camouflage Northpole, Gogetter, Tridio enz. Er zijn nu een aantal kinderen op school die “wel varen” met deze aanpak. In de komende jaren willen we het omgaan met hoogbegaafde kinderen verder ontwikkelen. ( pijler 2 “Leren loont “ ). 6.4 Omgaan met pesten. Zie de schoolgids : de vertrouwenspersoon, het anti pestprotocol, het respect – contract. 6.5 Rouwverwerking In 4 protocollen beschrijven we de procedurele stappen, die in voorkomende gevallen op onze school genomen worden. We realiseren ons dat iedere situatie op zich staat en het handelen nooit in strakke procedures te vatten is, maar vinden het desondanks belangrijk dat er vooraf richtlijnen zijn vastgesteld. Ín alle gevallen is de schoolleiding, in de persoon van de directeur en bij diens afwezigheid de adjunct-directeur / bouwcoördinator, de aanspreekbare persoon voor de collega’s. De te ondernemen acties zullen door de directie altijd in overleg met één van de andere coördinatoren en de betrokken leerkracht(en) genomen worden, maar nooit zonder overleg met de familie, partner en/of andere naaste(n) van de betrokkenen. Van de gevolgde procedure en de onderscheiden stappen daarin wordt een logboek bijgehouden, wat in de map “Dossier Rouwverwerking” in de directiekamer wordt opgeslagen. We onderscheiden 4 protocollen, die als bijlagen aan het zorgplan zijn toegevoegd ( bijlagen 7 – 13 t/m 7 – 16 )

Page 96: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

96

7. Bijlagen 7.1 - Toetskalender onderbouw 7.2 - Toetskalender midden- bovenbouw 7.3 - Dyslexieprotocol 7.4 - Individueel handelingsplan 7.5 - Groepshandelingsplan 7.6 - Formulier leerlingbespreking 7.7 - Kindplan 7.8 - OPP 7.9 - Formulier oudergesprek 7.10 - RT Brief ouders 7.11 - Protocol verlengen en versnellen in een bouw 7.12 - Voorschotbenadering 7.13 - Protocol: Verdriet en rouw bij overlijden van een leerling 7.14 - Protocol: Verdriet en rouw bij overlijden van een ouder, broer of zus van een leerling 7.15 - Protocol: Verdriet en rouw bij overlijden van een personeelslid 7.16 - Protocol: Verdriet en rouw bij overlijden ouders, partner, kind van medewerker

Bijlage 7.1 ( bij Zorgplan ) De toetskalender onderbouw

ontwikkelingsgebied toets tijdvak Taal

voor groep 1 en 2 Signaleringslijst voor Kleuters

Januari ( gr 1-2 ) Juni (gr 1 )

Taal

Toetsen Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor groep 2

Januari Juni

Motoriek

Rotterdamse Motoriek screening

Af te nemen bij 4.6 jaar 5 jaar 6 jaar

Rekenen

Nog in onderzoekende fase

Thans registreren in ParnasSys rekenen/wiskunde ( Harry Janssens )

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Zien

Vanaf 4.6 jaar najaar voorjaar

Page 97: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

97

Bijlage 7.2 ( Bij Zorgplan )

De toetskalender voor midden- en bovenbouw

Januari vanaf 2e week laatste week mei en/of eerste week juni

spelling Cito spelling spelling Technisch lezen toets

Begrijpend lezen PI dictee voor zwakke spellers

Begrijpend lezen PI dictee voor zwakke spellers

Rekenen/wiskunde DMT.test Rekenen/wiskunde DMT.test

Tempotest rekenen AVI.test Tempotest rekenen AVI.test

Bijlage 7.3 ( Bij Zorgplan)

Dyslexie protocol Rotterdamse Montessorischool

Inleiding Bij de Rotterdamse Montessorischool wordt uitgegaan van de definitie van de gezondheidsraad (2004), die verder uitgewerkt is in de brochure van de Stichting Dyslexie Nederland. Definitie van Dyslexie Dyslexie is een stoornis, die gekenmerkt wordt door hardnekkig problemen met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau. automatisering van de woordidentificatie (lezen) en/ of schriftbeeldvorming (spellen) Men schat de grootte van de kinderen die dyslectisch zijn op ongeveer 4%. De definitie nader uitgewerkt De definitie staat in het teken van de onderkenning van de stoornis. Daarmee wordt niets gezegd over de oorzaak of over de belemmeringen die ermee kunnen samenhangen. De definitie beperkt zich tot het technisch lezen en spellen op woordniveau. Dyslexie is hardnekkig en verbonden met individu gebonden factoren, omgevingsfactoren spelen niet mee. De kern van de stoornis betreft de automatisering van de woordidentificatie en schriftbeeldvorming. Men spreekt over automatisering wanneer de uitvoering van het lezen en spellen:

-zonder bewuste controle verloopt -weinig aandacht vraagt -niet ernstig beïnvloed wordt door de moeilijkheid van de taak -kan steunen op kennis in het lange termijn geheugen, die snel en foutloos kan worden opgeroepen Mensen met dyslexie bereiken het stadium van automatisering niet. De uitvoering verloopt moeizaam en traag. Men beschikt niet direct over de kennis uit het lange termijn geheugen, de omzetting kost tijd en lokt fouten uit.

Page 98: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

98

Signalering van dyslexie op de Rotterdamse Montessorischool De Rotterdamse Montessorischool is van mening dat kinderen met dyslexie in een vroeg stadium gesignaleerd moeten worden. Daarom zijn er in alle groepen vanaf groep 1 tot en met groep 8 observatie-, meet- en toetsmomenten tijdens het schooljaar. Deze worden gevolgd door interventieperiodes waarin handelingsgericht gewerkt wordt aan de fonologische- en/of fonemische ontwikkeling of de lees en spellingsproblemen van het kind. Deze toetsmomenten en interventieperiodes staan per groep beschreven in een stappenschema, waarbij als richtlijn de Protocollen “Leesproblemen en dyslexie groep 1-4”en “Leesproblemen en dyslexie groep 5-8”van het Expertisecentrum Nederlands zijn genomen. De stappenschema’s zijn als bijlage opgenomen in dit protocol. (bijlage 1 t/m 5) Om dyslexie te kunnen signaleren worden o.a. de toetsen van het CITO (DMT.toets, AVI.toetsen en het PI.dictee) gebruikt, in navolging van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie(zie toetskalender zorgplan).

Page 99: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

99

Groep 1 en 2 Tijdens de periode van het voorbereidend en aanvankelijk lees- en taalonderwijs is het bijzonder belangrijk om alert te zijn op de kinderen die tot de risico groep dyslexie behoren. In groep 1 en 2 vallen hieronder de kinderen die: 1. over gebrekkige fonologische vaardigheden beschikken (zwakke auditieve

discriminatie en analyse).

2. waarbij in de naaste familie ernstige lees- en spellingsproblemen voorkomen.

3. een complexe ontwikkelingsproblematiek laten zien. Deze kunnen later hand

in hand gaan met lees- en spellingsproblemen.

De volgende signaleringstoetsen worden gebruikt: CITO toetsen: Ordenen en Taal. Bij aanname wordt gevraagd of er dyslexie in de familie zit. Signaleringslijst dyslexie kleuters In het protocol groep 1 en 2 zijn 7 tussendoelen geformuleerd om de ontwikkeling van het voorbereidend lezen goed in de gaten te houden. Belangrijke observatiepunten voor groep 1 zijn: “boekoriëntatie” en “verhaalbegrip”. In groep 2 zijn “taalbewustzijn” en “letterkennis” belangrijke observatiepunten. Groep 3 en 4 In groep 3 en 4 neemt het signaleren van potentieel dyslectische leerlingen een cruciale plaats in bij de Rotterdamse Montessorischool. Voor de leerkrachten van groep 3 ligt er een belangrijke taak om de lees/spellingsproblemen met de herfstsignalering in kaart te hebben. Het signaleren in groep 3 levert een relatief grote groep op die extra aandacht behoeft. Het gaat nl. om potentiële uitvallers. Na de herfst kan dan meteen begonnen worden met de interventie. Daarna zijn er opnieuw meetmomenten (volgens de leesmethode, de Leeslijn) waarna interventies plaatsvinden. Na het 4de meetmoment kan er voor het eerst gesignaleerd worden dat er mogelijk sprake is van dyslexie. Ook in groep 4 vinden toetsmomenten plaats om de zwakke lezers en spellers te signaleren. Aan het einde van groep 4 wordt er gestreefd naar de leesbeheersing van AVI E4. Na ieder meetmoment vinden er interventies plaats. Net als in groep 3 maakt de leerkracht, afhankelijk van de resultaten bij de meetmomenten, een keuze uit het type interventie. Dit kan zijn: nauwlettend in de gaten houden, estafettelezen of individueel handelingsplan. De hulp van ouders en leesouders worden ingeschakeld. Het signaleren in groep 3 en 4 gebeurt via de toetsen: Vaststelling beginsituatie leesvoorwaarden Toetsen uit de leesmethode DMT toets AVI leestoets Begrijpend Lezen

Page 100: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

100

Groep 5, 6, 7, 8 Gerichte instructie en oefening is tevens in groep 5,6,7,8 noodzakelijk, omdat de Rotterdamse Montessorischool een zo hoog mogelijk niveau van lezen en spellen wil bereiken bij zowel de dyslecten als de andere leerlingen. Tevens kan het nog steeds zo zijn dat dyslexie niet is onderkend in de onderbouw. Het is dus van het grootste belang om ook in de bovenbouw te letten op signalen van dyslexie: Het signaleren in groep 5, 6, 7 en 8 gebeurt via de toetsen: DMT AVI Spellingtoetsen van Cito PI.dictee Boven genoemde toetsen van groep 1 tot en met 8 worden afgenomen volgens de toetskalender.. De leerlingen die gesignaleerd worden zijn leerlingen, die op de toetsen een leerrendement van < 80% hebben. Deze leerlingen worden besproken met de Intern Begeleider. Bij bovengenoemde leerlingen worden door de RTer of IB vanaf groep 3 o.a. de volgende aanvullende toetsen afgenomen: Struiksma deelvaardigheden, AVI toetsen, PI dictee. De aanvullende toetsen worden afgenomen om een goed zicht op de proceskenmerken te krijgen. De interventieperiodes, die het Protocol Leesproblemen en Dyslexie voorstellen worden gevolgd. Zie Hoofdstuk 4: Begeleiden en interventies. Leerlingen worden dyslectisch verondersteld, na een intensieve periode van begeleiding ( zie Behandeling) als zij op tenminste 3 opeenvolgende momenten een lage D of E score hebben behaald op de leestoets: DMT en spellingtoets (Cito) Ondanks een half jaar extra begeleiding van door leerkracht of remedial teacher of een andere begeleider. De leerlingen die een C score behalen worden nauwkeurig gevolgd. Wanneer men vermoedt dat er sprake is van dyslexie, stelt men de onderkennende diagnose vast. (zie volgend hoofdstuk) Diagnose Het stellen van de diagnose dyslexie en het afgeven van een dyslexieverklaring is voorbehouden aan een kinderpsycholoog of orthopedagoog, die als GZ (gezondheid zorgpsycholoog) geregistreerd staan. Om aan de criteria te voldoen voor dyslexie (zie onderkennende diagnose hieronder) wil de Rotterdamse Montessorischool een gerichte bijdrage leveren. Drie vormen van diagnose: A. De onderkennende diagnose Om van dyslexie te kunnen spreken moet aan de volgende criteria van de onderkennende diagnose worden voldaan: 1. Criterium van achterstand

Het vaardigheidsniveau van lezen en /of spellen ligt significant onder hetgeen van het individu, gegeven diens leeftijd en omstandigheden gevraagd wordt. De leerling scoort bij de laatste 10% van de groep op een methode onafhankelijke lees- en/of spellingtoets. Denk aan de E score op

Page 101: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

101

de CITO toets. Echter leerlingen die op alle andere toetsen een hoge A score hebben, maar op de DMT of de spellingtoets een uitval ten opzichte van hun andere scores hebben bv een leerrendement <80%, kunnen mogelijk aan dit criterium voldoen. Criterium van didactische resistentie Er is sprake van een toenemende achterstand, ondanks extra instructie. Na een half jaar 3 keer per week 20 minuten oefenen is er niet voldoende vooruitgang. Om dit aan te kunnen tonen zijn er 3 metingen noodzakelijk: een meting vooraf, een meting halverwege en een meting na een half jaar. Tevens is noodzakelijk, op schrift gestelde handelingsplannen, waarvan de doelstelling gericht is geweest op de gesignaleerde problematiek, waarbij de omschreven frequentie van de extra hulp is uitgewerkt, de behandeling is geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.

2. Criterium van tekort in automatisering

Dit blijkt uit een daling van kwaliteit van de taakuitvoering (moeizaam en langzaam decoderen en raden). Er treden problemen op bij tijdsdruk of spanning. De taak wordt uitgevoerd met bewuste controle, het gaat niet vanzelf De taak wordt uitgevoerd met veel aandacht, veel verwerkingscapaciteit Kennis uit het lange termijn geheugen wordt niet snel en foutloos opgeroepen. Ondanks extra training is de automatisering van de letterkennis niet voldoende. Het automatiseringstekort kan ook naar voren komen bij het kennen van de tafels of bij een opstel (de spelling bij dictee gaat beter dan bij een opstel).

1. Criterium van voldoende gelegenheid tot leren

Er wordt voldoende instructie en oefening geboden, die gewoonlijk leiden tot beheersing. Bijvoorbeeld door ziekte van leerling en/of leerkracht. Er is sprake van didactische verwaarlozing, bijvoorbeeld veel leerkrachtwisselingen of schoolwisselingen. 5. Criterium van accuratesse en/of snelheid Dit blijkt uit een traag tempo, met mogelijk (vooral bij spelling)en grote hoeveelheid fouten. Hierbij kan de AVI of DMT een handreiking geven. (Valt de leerling uit op tijd en/of fouten) Er is zowel een kwantitatieve analyse als een kwalitatieve analyse nodig.

De onderkennende diagnostiek is een taak voor de school. In overleg met de ouders wordt besloten welke stappen er daarna plaatsvinden. B. De verklarende diagnostiek

Heeft tot doel om te komen tot een samenhangend beeld van factoren die de stoornis kunnen oproepen of ermee samenhangen (verklaring) en inzicht geven in het voortduren van de stoornis (hardnekkigheid) Stoornissen die kunnen samenhangen zijn: Taalstoornis Informatieverwerkingsstoornis Neurologische stoornis

Page 102: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

102

Erfelijkheid C. Handelingsgerichte diagnostiek

Doel: vaststellen van aangrijpingspunten voor begeleiding, die kan leiden tot oplossing of vermindering van onderwijsbelemmeringen. Het eventueel samengaan van dyslexie met andere leer- en gedragsontwikkeling- stoornissen wordt onderzocht.

Secundaire problemen bij dyslexie: Dyslexie kan gevolgen hebben voor het psychosociaal functioneren van het kind. Het is daarom van belang om in de fase van de diagnose aandacht te besteden aan: Competentie (eigenwaarde) Werkhouding (taakaanpak) Sociaal emotioneel functioneren De verklarende en de handelingsgerichte diagnostiek wordt uitgevoerd door een kinderpsycholoog of orthopedagoog met een GZ registratie. Begeleiding en interventies door de leerkracht De groepsleerkracht is de eerst verantwoordelijke voor het begeleiden van het kind. De extra hulp begint altijd in de klas. Een goed klassenmanagement is essentieel voor het begeleiden van dyslectische leerlingen. De oefeningen zijn taakgericht en sluiten nauw aan bij de methodes: De Leeslijn en de Montessorispellingbak. De leerkracht werkt volgens een handelingsplan, dat op afgesproken momenten in het jaar ( na de meetmomenten) met de intern begeleider wordt geëvalueerd en bijgesteld Begeleiding/Interventie door de Remedial Teacher De deskundigheid van de remedial teacher kan op verschillende momenten ingeschakeld worden. Na de analyse van de toetsresultaten en een goede evaluatie van de begeleiding door de leerkracht neemt de remedial teacher na overleg met de IB aanvullende diagnostische toetsen af. Daarna zijn er 2 keuzes: 1. De remedial teacher stelt samen met de leerkracht een handelingsplan op, dat

nauw is afgestemd op het interventieplan en begeleidt de leerling zelf.

2. De remedial teacher coacht de leerkracht bij de begeleiding van de leerling.

De begeleiding is intensiever dan voorheen.

Page 103: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

103

Bevorderen van de lees- en schrijfmotivatie De volgende aandachtspunten zijn belangrijk: -Op de Montessorischool zorgen we dat er voldoende boeken zijn die aansluiten bij de niveaus en interesses van de leerlingen. Er zijn ook series in de bibliotheek die speciaal geschreven zijn voor zwakke lezers. -Zwakke lezers worden begeleid bij het uitzoeken van een boek. -Dyslectische leerlingen mogen ook boeken met een hoger AVI- niveau lezen als dat hun belangstelling heeft. Boeken met een hoger AVI- niveau hebben vaak een rijk taalgebruik met gevarieerde woordbeelden en de teksten bieden inhoudelijk en orthografisch meer houvast dan boeken met een laag AVI- niveau -We laten zwakke lezers en spellers tijdens lees- en schrijfactiviteiten zoveel mogelijk samenwerken met betere leerlingen, zodat ze goed aanpakgedrag zien, hulp kunnen vragen en taakgericht kunnen blijven werken, ook al is de leerkracht even met iets of iemand anders bezig. Technisch lezen De volgende aandachtspunten zijn belangrijk: -Dyslectische leerlingen krijgen gerichte oefening van technisch lezen (ook in groep 7 en 8) aangeboden tot AVI-+ is bereikt. -Hulp bieden bij de transfer van geoefende vaardigheden naar functionele leesactiviteiten. -Een doorgaande lijn in de ondersteuning van technisch lezen door de leerjaren heen, -In groep 5-8 ligt de nadruk op vloeiend lezen. Een leerling hoeft niet te zwoegen op een moeilijk woord, maar wordt geholpen door het woord visueel te structureren of het eerste woorddeel voor te zeggen. -Zwakke lezers moeten veel “leeskilometers” maken door afwisselend individueel te lezen of met een leesmaatje (mentor) te lezen. Spelling De volgende aandachtspunten zijn belangrijk: -Het vergroten van het inzicht in de logica van geschreven taal, waarbij de structuur van de taal zoveel mogelijk gevisualiseerd wordt . Daarbij wordt nauw aangesloten bij succesvolle denkstappen en ezelsbruggetjes die het dyslectische kind al gebruikt om spellingpatronen te onthouden. -Het geven van expliciete instructie van spellingregels, spellingpatronen en het correct toepassen van interpunctie. -Spellingregels worden bewaard in een map, die de leerling op zijn tafel kan leggen tijdens schrijfactiviteiten -Het gebruik van een woordenboek wordt gestimuleerd.

Page 104: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

104

-Het geven van expliciete instructie en ingeleide inoefening van spellingstrategieën en strategieën voor zelfcorrectie. -Het aanschaffen van extra hulpmiddelen nemen wij als school in overweging. Orthotheekmaterialen op de Rotterdamse Montessorischool Voor diagnostiek: -Diagnostiek van technisch lezen en aanvankelijk spellen, Struiksma en van der Leij -Fik-2, Dyslexieonderzoek -TAK: Taaltoets voor alle kinderen, groep 1 t/m 4 -Protocol Leesproblemen en dyslexie,groep 1 t/m 4, gr. 5 t/m 8 Voor lezen: -Speciale leesbegeleiding, Luc Koning, verbruiksmateriaal -Speciale leesbegeleiding, Luc Koning, een orthodidactisch programma bij het voortgezet technisch lezen -Curriculum Schoolrijpheid, Luc Koning, deel 5: geheugentraining -De Zuid-Vallei, remediërend leespakket -De leeslijn, remediërend computerprogramma lezen -Boekje-cd, diverse exemplaren, verschillende AVI- niveaus Voor spellen: -Spelling in de lift, Bekadidact Baarn -Zelfstandig spellen, Bekadidact Baarn -Voorspel ( Luc Koning) - DMT-map ( Luc Koning) Compensatie bij dyslexie. De entreetoets van groep 7 en de eindtoets van groep 8 vindt voor dyslectische leerlingen plaats in en aparte ruimte onder begeleiding van de IB. Deze leest de teksten voor. NB. De overige bijlagen zijn niet opgenomen in het schoolplan, maar maken onderdeel uit van het document “Zorgplan” , wat op school ter inzage ligt en op de website is opgenomen onder “downloads” .

Page 105: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

105

HOOFDSTUK 4 DE INZET EN ONTWIKKELING VAN ONS PERSONEEL 4.1 DOELEN VAN HET PERSONEELSBELEID 1. Het creëren van goede arbeidsomstandigheden en een duidelijke rechtspositionele

basis die zekerheid biedt en perspectieven geeft. 2. Het bevorderen van een goede werksfeer en een goed werkklimaat waarin het personeel tot zijn recht komt, zich geaccepteerd en veilig voelt en waar samen- werking bevorderd wordt. 3. Komen tot verbetering en optimalisering van de kwaliteit van de arbeid. 4. Het realiseren van een effectieve inzet van mensen ten behoeve van de doel- stelling van de school : het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs. 5. Het aanbieden van goede scholingsmogelijkheden, zodat een bijdrage wordt geleverd

aan de individuele ontwikkeling van leerkrachten en aan de kwaliteit van het onderwijs op school.

6. Het zorgen voor continuïteit in het lerarenteam. De relatief hoge gemiddelde leeftijd van het team is een aandachtspunt. Enerzijds vraagt een gemiddeld ouder personeelsbestand om specifieke maatregelen om de werkomstandigheden daarop aan te passen en zo gemotiveerde medewerkers te houden. Anderzijds streven bestuur en schoolleiding binnen de beperkte mogelijkheden naar een evenwichtige leeftijdsopbouw van het team. Het is belangrijk om in de komende jaren extra aandacht te schenken aan het borgen van kennis en expertise in het team. 4.2 HUIDIGE SITUATIE De Rotterdamse Montessorischool heeft ca. 25 personeelsleden. Allereerst zijn er de personeelsleden met de verantwoordelijkheid voor een eigen groep, aangevuld met overige taken. Het onderwijsondersteunend personeel bestaat uit een administratief medewerker en een conciërge. Daarnaast heeft de school - een intern begeleidster, remedial teacher - een vakleerkracht muziek - een vakleerkracht lichamelijke oefening - invalleerkrachten - een ambulante directeur Uitgangspunt voor de school is dat ieder personeelslid, naast lesgevende taken, ook andere taken voor zijn of haar rekening neemt. De verdeling van die taken gebeurt aan het begin van het schooljaar ( openingsvergadering ). Er wordt getracht een evenredige verdeling te maken tussen de leerkrachten. Bij de evaluatie en planning zal per personeelslid bekeken worden in hoeverre de extra taken de normjaartaak completeren, dan wel overschrijden. Het is voor het personeel vanzelfsprekend dat niet iedereen volledig conform de eigen wensenlijst kan worden ingezet. 4.3 NASCHOLING Nascholing heeft als doel een positieve bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het onderwijs op school. Daarnaast heeft nascholing het doel bij te dragen aan de individuele ontwikkeling van leerkrachten.

Page 106: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

106

Het bepalen van de onderwerpen van de nascholing komt ter sprake tijdens de functioneringsgesprekken waarin alle teamleden hun persoonlijke wensen t.a.v. de nascholing kenbaar kunnen maken. We streven ernaar de nascholing zoveel mogelijk toe te snijden op onze specifieke situatie en proberen dat te bereiken door veelal cursussen met uitsluitend ons eigen team te volgen of op onze school te laten plaatsvinden. Belangrijke onderwerpen die in de komende jaren in het nascholingsprogramma zullen worden opgenomen zijn :

- Filosofie - vervolgcursussen - Handelingsgericht – Opbrengstgericht werken - ParnasSys – invoeren leerlijnen op maat ( voor taal en rekenen ) - Oudercontacten - Vernieuwing rekenonderwijs - Wereldoriëntatie ( Da Vinci ) - Communicatie – gesprekken met ouders, gesprekken met kinderen

In het kader van de functiemix kunnen individuele leerkrachten nascholing volgen die aan een te vervullen functie gerelateerd is ( bijvoorbeeld coördinator rekenen en wiskunde ). In het kader van de wet BIO zijn de competenties van de individuele leerkrachten in kaart gebracht en wordt de gewenste nascholing daarop afgestemd. 4.4 BEGELEIDING VAN HET PERSONEEL De speerpunten van ons beleid op dit onderdeel zullen liggen in het begeleiden en opleiden van nieuwe leerkrachten door of namens de daarvoor aangestelde bouwcoördinatoren. Tevens zullen we door gerichte klassenconsultaties het onderwijs in de groepen meer op elkaar afstemmen en leerkrachten ondersteunen. De klassenconsultaties, waarbij de leerkracht tijdens het werken met de groep wordt geobserveerd, worden uitgevoerd door ( of namens ) de bouwcoördinatoren. Gaat het om specifieke vakgebieden ( taal, rekenen, creatief, techniek ) dan kunnen ook specifieke vakcoördinatoren voor klassenconsultaties worden ingezet. De leerkracht krijgt adviezen en / of verbeterpunten aangereikt. Periodiek vindt een functioneringsgesprek plaats ( minimaal 1 x per 2 jaar bij fulltime-leerkrachten en1 x per jaar bij parttime – of vakleerkrachten ). In de toekomst worden beoordelingsgesprekken ingevoerd, gekoppeld aan de functies ( functiemix ). 4.5 EVENREDIGE VERTEGENWOORDIGING VROUWEN IN DE SCHOOLLEIDING Op 7 maart 1997 is de "Wet evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende functies in het onderwijs" van kracht geworden. Onze directie bestaat uit een mannelijke directeur en een vrouwelijke adjunct directeur. Bij vertrek van één of beide functionarissen streven we ernaar opnieuw tot deze evenredige verdeling te komen. 4.6 BELEIDSVOORNEMEN : In samenwerking met Bestuur en MR inventariseert de directie bij voortduring welke personeelsdocumenten reeds zijn vastgesteld en welke nog aangemaakt moeten worden en /of aanpassing behoeven. Hieronder volgt een opsomming van de diverse documenten personeelsbeleid. In het schema wordt aangegeven welke reeds zijn afgerond.

Page 107: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

107

document personeelsbeleid in voorbereiding vastgesteld

1. Sociale afspraken

1.1 Informatieverschaffing x

1.2 Arbo x

1.3 Roken op school x

1.4 Sexuele intimidatie x

1.5 Anti discriminatie code x

2. Begeleiding

2.1 Nieuwe personeelsleden x

2.2 Klassenconsultatie x

2.3 Mobiliteitsbevordering x

2.4 Scholing x

2.5 Loopbaanbegeleiding x

2.6 Ziekteverzuim x

3. Rechtspositioneel beleid

3.1 Seniorenverlof, Duurzame inzetbaarheid x

3.2 Verlenen van Buitengewoon verlof x

3.3 Promotiecriteria x

3.4 Toelagen en gratificaties x

4. Functies en taken

4.1 Beroepsprofiel leraar x

4.2 Fasen leraarschap x

4.3 Functiemix x

4.4 Taaktoedeling x

4.5 Taakbelasting x

4.6 Directiestatuut x

5. Selectie personeel

5.1 Sollicitatie code x

5.2 Deeltijdbanen x

6. Bestuursaanstellingen

6.1 Afvloeiingsregeling x

6.2 Afvloeiingsvolgorde x

7. Functioneren en beoordelen

7.1 Functioneringsgesprekken x

7.2 Beoordelingsgesprekken x

8. Personeelsformatiebeleid

8.1 Strategisch personeelsplan x

8.2 Meerjaren formatiebeleid x

8.3 Jaarlijks formatieplan x

8.4 Bestuursformatieplan x

9. Medezeggenschap

9.1 Medezeggenschapsraad x

10. Toezicht

10.1 Commissie van Toezicht x

Page 108: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

108

HOOFDSTUK 5 OVERIGE BELEIDSTERREINEN 5.1 ALGEMEEN STRATEGISCH BELEID De Rotterdamse Montessorischool is een school voor algemeen bijzonder onderwijs op Montessoriaanse grondslag. De ouders van de kinderen op de school zijn lid van onze vereniging, de vereniging “De Rotterdamse Montessorischool”. Het bestuur van deze vereniging treedt op als het bevoegd gezag. Het bestuur wordt gekozen door ouders van de school tijdens een algemene ledenvergadering. 5.2. ONS FINANCIEEL BELEID Enkele jaren terug is de besturingsfilosofie van goed bestuur binnen het onderwijs ingevoerd (Educational governance). Goed bestuur gaat er van uit dat de school meer ruimte krijgt om aan te sluiten op de talenten van leerlingen en op wat de samenleving vraagt. Daarbij passen heldere spelregels, zoals de regel om ouders en andere belanghebbenden meer bij het onderwijs te betrekken, duidelijke doelen te stellen, en actief verantwoording af te leggen over de geleverde prestaties van de school. Binnen dit kader is in 2010 de wet ‘Goed Onderwijs/Goed Bestuur’ vastgesteld. De wet geeft een aanzet tot intern toezicht. Binnen de vereniging zijn bestuur en toezicht, de algemene ledenvergadering, feitelijk al gescheiden. Om dit toezicht te structureren en aan te sluiten bij de wet- en regelgeving is in 2011 binnen de vereniging vanuit de ouders een Commissie van Toezicht (CvT) ingesteld. Goed bestuur als besturingsfilosofie sluit uitermate goed aan op de ambities en identiteit van onze school. Naast de Rijksvergoeding, die het overgrote deel van ons budget vormt, verkrijgt de Rotterdamse Montessorischool haar inkomsten uit de vrijwillige ouderbijdrage (reglement in de schoolgids). De ouderbijdrage wordt gebruikt om extra uitgaven te doen, zowel in de personele sfeer als op het gebied van huisvesting. Het aanstellen van vakleerkrachten, een administratief medewerker en een conciërge, maar ook klassenverkleining, remedial teaching en zorgverbreding zijn zaken die door de ouderbijdrage kunnen worden verwezenlijkt. Binnen de post huisvesting is een deel van de ouderbijdrage bestemd voor extra schoonmaakkosten. Het financiële beleid is er op gericht om voor de school een financieel gezonde positie te behouden. Voor een structureel sluitende begroting is het noodzakelijk dat we zorgvuldig omgaan met de aanwezige middelen. Dat vraagt om goede sturing van het financieel beleid in relatie tot onze ambities en doelstellingen, zoals deze in het plan zijn beschreven. Deze ambitie is op financieel gebied ‘het zoveel mogelijk realiseren van de in dit plan beschreven doelstellingen, daarbij uitgaande van een gezonde financiële positie,met andere woorden: het realiseren van een optimaal maatschappelijk rendement. De hoofdlijnen voor de actualisatie van het financiële beleid zijn: -het beheersen van de uitgaven en -het in stand houden van een gezonde financiële positie, dat wil zeggen een sluitende begroting en voldoende eigen vermogen om eventuele fluctuaties in de bedrijfsvoering op te vangen.

Page 109: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

109

Bewaking van de beleidsdoelen en beheersing van de daarbij behorende middelen vindt plaats door middel van de planning en control cyclus, een cyclus van beleidsplannen maken, begroting en meerjarenraming, budgettering, uitvoering en verantwoording. Op basis van de financiële administratie wordt periodiek gerapporteerd, geanalyseerd en vindt zonodig bijsturing van het beleid plaats. Na de actualisering van de beleidsplannen volgt de nieuwe begroting en meerjarenraming en start de cyclus weer van voren af aan. Structureel wordt daarbij verantwoording afgelegd aan de algemene ledenvergadering over de mate waarin de doelen van het onderwijs zijn gerealiseerd. Het bestuur monitoort vanuit haar bestuurlijke eindverantwoordelijkheid of de voornoemde doelstellingen worden gerealiseerd. De cyclus van planning en control vormt, zoals aangegeven, een belangrijk instrument om tot sturing te komen binnen de (school) organisatie. Belangrijk aspect daarbij is ook een goede administratieve organisatie, die de basis vormt waarop verder kan worden gebouwd. In 2010 is de administratieve (financiële) organisatie ten aanzien van deze cyclus en de daarbij behorende processen beschreven. In 2011 heeft het bestuur het treasurystatuut vastgesteld (Beide documenten liggen op school ter inzage). Naast de samenwerking met ons administratiekantoor ( Groenendijk Onderwijsadministratie ) hebben we ervoor gekozen ons op financieel terrein te laten bijstaan door een extern controller ( voorheen via de VBS – nu als zelfstandige werkzaam ). Deze controller adviseert ons bij het samenstellen van de (meerjaren) begroting en voert periodiek actuele controles uit ( baten en lasten in lijn met de begroting ). Onze school voert een terughoudend beleid ten aanzien het verwerven van gelden door middel van sponsoring. Zie : Convenant “Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring” 5.3 ONS MATERIEEL BELEID Het beheer van ons schoolgebouw valt, voor zover dit onze verantwoordelijkheid is, onder het takenpakket van de directie. De directie wordt daarin bijgestaan door het bestuur en speciaal daarvoor geselecteerde ouders met kennis van huisvestingszaken. Wij zijn geen eigenaar van het schoolgebouw. Dat is het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (voorheen Stadsontwikkeling). De decentralisatie is bij het verschijnen van dit plan een urgent punt van aandacht. Wij zijn in gesprek met de gemeente over het juridisch eigendom van het gebouw en de daarbij behorende onderhoudszorgplicht. In deze planperiode worden in dat proces belangrijke stappen verwacht. Zodra een en ander wordt vastgesteld zal het plan op dit punt direct worden aangepast/ herschreven. 5.4 ONS RELATIONEEL BELEID Direct bij het onderwijs betrokken zijn: de kinderen, de ouders/verzorgers, het team, de directie, het bestuur, de MR en de commissie van Toezicht (CvT). Binnen het kader van goed bestuur vormt ouderparticipatie een belangrijk deel van onze schoolorganisatie. Wij zien de opvoeding en ontwikkeling van kinderen als een gezamenlijke taak en proberen een laagdrempelige school te blijven.

Page 110: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

110

Ouders participeren op beleidsniveau – bestuur, MR, Commissie van Toezicht - en op additioneel niveau (operationeel): leesouders, bibliotheekouders, groot-school-dinerouders( incidenteel ), werkweekouders enz. Ouders worden daarnaast betrokken bij de invulling van creatieve vakken en als begeleiders bij uitstapjes. Het bestuur betrekt door algemene ledenvergaderingen de ouders bij het reilen en zeilen van de school. De school onderhoudt gestructureerde contacten met CED (Centrum Educatieve Dienstverlening), PPO – Rotterdam (Passend Primair Onderwijs), SKVR (Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam), VBS (Vereniging Bijzondere Scholen), RABS (Rotterdamse Algemeen Bijzondere Scholen), UWV (Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen), Hogeschool Rotterdam, peuterspeelzalen, gezondheidsdiensten, gemeente, Opzoomerbuurt, Politie, Kinderboerderij, Montessorivereniging, andere Montessorischolen, particuliere hulpverleners, naschoolse opvang en het administratiekantoor Groenendijk. 5.5 BELEIDSVOORNEMENS De doelstelling van ons beleid is de kwaliteit van het onderwijs op de school in stand te houden en waar nodig te verbeteren. Hierbij is het van groot belang zicht te houden op die kwaliteit. Eén van de instrumenten om de kwaliteit te bewaken en te verbeteren is het product “Zelfevaluatie”. De zelfevaluatie wordt steeds belangrijker voor de schoolorganisatie. Verder geven visitatierapporten van de Nederlandse Montessorivereniging (NMV) en de Inspectie van het onderwijs, maar ook de oudertevredenheidenquête inzicht in verbeterpunten. Dit laatste past binnen het gewijzigde inspectiebeleid dat de komende jaren wordt ingevoerd met minder toezicht voor scholen die het goed doen. Om risico’s zoveel mogelijk af te dekken wordt, daar waar mogelijk en daar waar het wenselijk is, met behoud van de eigen identiteit, samenwerking gezocht met andere bijzondere scholen binnen de regio. Daarbij lijken er goede mogelijkheden te bestaan voor samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld op het terrein van professionalisering van de ondersteunende organisaties, inkoop en automatisering. De uitdagingen voor de toekomst zijn er ook onder het kabinet Rutte niet kleiner op geworden. Dat geldt voor de onderwijstechnische, maar vooral ook voor de maatschappelijke, organisatorische en financiële uitdagingen. Het bestuur, maar ook schoolleiding en leerkrachten houden zich bezig met de invulling van ‘passend onderwijs’ op strategisch en operationeel niveau. Uitgangspunt hierin vormt: ‘de beste kansen voor ieder kind’. Schoolbesturen moeten vanaf augustus 2015 passend onderwijs kunnen leveren voor ieder kind en daarvoor regionaal samenwerken. De invoering van een aantal nieuwe coördinatortaken (rekenen, crea, taal) en de herijking van de taakomschrijving van bestaande bouwcoördinatoren, bieden nieuwe kansen. Enerzijds waar het gaat om een kwaliteitsimpuls (decentralisatie van verantwoordelijkheden, verder ontwikkelen van expertise), anderzijds waar het gaat om bijvoorbeeld betrokkenheid en arbeidssatisfactie (beloningsdifferentiatie). De functiemix biedt het bevoegd gezag en de schoolleiding de mogelijkheden voor die kwaliteitsslag.

Page 111: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

111

De school krijgt in de nabije toekomst te maken met de invoering van landelijke toetsmomenten voor de vakken rekenen en taal. Wettelijk gezien moet de school een bepaald niveau halen bij de kinderen, maar het bestuur ziet deze wetgeving als een kans om waar nodig, verbeteringen in de didactiek en dus in de onderwijsroute van ieder individueel kind te verwezenlijken. Het bestuur onderschrijft de doelstellingen van het Rotterdams Onderwijsbeleid zoals verwoord in het programma Leren Loont, waarbij de focus op onze school ligt bij de pijlers rekenen, meer – en hoogbegaafdheid, dyslexie, ICT en filosofie. Ook de analyse van gegevens uit Cito-toetsen kan een kapstok zijn voor verbetering of juist borging van onderwijskwaliteit en vormt daarmee een essentiële schakel in cyclus van kwaliteit. In dit verband kan ook de vierjarige cyclus van de vakgebieden worden genoemd. Deze is in hoofdstuk 7 uitgebreider beschreven. Tot slot worden uiteraard de maatschappelijk ontwikkelingen gevolgd en zal daar zonodig op worden ingespeeld.

Page 112: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

112

HOOFDSTUK 6 ONZE ZORG VOOR KWALITEIT

6.1 DE DOELEN VAN ONZE KWALITEITSZORG 1. Zicht houden op de kwaliteit van wat er gebeurt, waarmee en hoe. 2. Goede kwaliteit behouden. 3. Kwaliteit die onvoldoende is verbeteren. 6.2 DE INRICHTING VAN ONZE KWALITEITSZORG 6.2.1 HET SCHOOLPLAN Ons Schoolplan is in de afgelopen jaren geactualiseerd en na overleg opnieuw voor de duur van 4 jaar ( 2015 - 2019 ) vastgesteld. Ook nu zijn er weer veel beleidsvoornemens geformuleerd en is er een planning gemaakt om deze voornemens in de komende vier jaren te verwezenlijken. De ervaring leert, dat de actualiteit ( de waan van de dag ) inbreuk kan maken op de vooraf vastgestelde planning. Dit is onvermijdelijk maar mag niet leiden tot het uit het oog verliezen van de beleidslijnen en de vaste wil om daar invulling aan te geven. 6.2.2 HET GEBOUW EN HET TERREIN In de komende jaren zullen decentralisatie en klimaatbeheersing een belangrijke rol moeten spelen. Voor wat het eerste betreft zijn er momenteel onderhandelingen gaande tussen bestuur en gemeente en verwachten we daar in deze planperiode concrete afspraken over te kunnen maken. Wat betreft de klimaatbeheersing blijkt uit onderzoek dat de gebouwen niet aan de gestelde normen voldoen. De gemeente, als eigenaar van het gebouw, is daarvan op de hoogte, maar geeft aan niet over middelen te beschikken om de problemen op te lossen. De onderzoeksresultaten zijn daarvoor ook niet urgent genoeg. Enkele jaren geleden is ( intern ) een klimaatcommissie ingesteld, die onderzoek heeft verricht en een aantal bruikbare suggesties ter verbetering heeft gedaan ( waarvan er enkele inmiddels met inzet van eigen middelen konden worden verwezenlijkt ). In een later stadium zullen we opnieuw moeten bezien welke verbeteringen mogelijk en (financieel) haalbaar zijn. Voor het onderhoud van de speeltoestellen heeft de school een overeenkomst met een leverancier, die de jaarlijkse controle uitvoert en adviseert. Van alle toestellen is een logboek op school aanwezig. De zandbakken vallen onder toezicht van de eigenaar van het gebouw ( Dienst Stadsontwikkeling ) De voorzieningen op gebied van elektriciteit vragen, met het oog op toenemend gebruik, onze aandacht. In het bijgebouw is de capaciteit in de afgelopen planperiode al verhoogd, het hoofdgebouw zal wellicht moeten volgen. We beschikken over weinig extra ruimte in onze gebouwen. 15 lokalen zijn permanent bezet door de verschillende groepen ( 14 schoolgroepen, 1 peuterspeelzaal ). Daarnaast zijn er twee ruimtes die flexibel (kunnen/ moeten ) worden gebruikt. De schoolbibliotheek is erin gehuisvest, maar ook de Remedial Teacher, het orkest, toetsgroepen, enz. maken er gebruik van. Met de naschoolse opvang “Activiteiten na schooltijd – Hutspot “vindt regelmatig overleg plaats over het gebruik van de gebouwen en terreinen buiten de reguliere schooltijden ( ná schooltijd en in de schoolvakanties ). De BSO beschikt slechts over één lokaal en één kleine keukenruimte. Voor het overige maken zij gebruik van de faciliteiten van de school.

Page 113: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

113

6.2.3 DE LEERLINGEN We verdelen de leerlingen over 14 groepen : 4 onderbouwgroepen ( groep 0, 1 en 2 ) 5 middenbouwgroepen ( groep 3, 4 en 5 ) 5 bovenbouwgroepen ( groep 6, 7 en 8 ) Dit is conform de wijze van groeperen, zoals dat in de theorie door Maria Montessori is omschreven. Wij streven naar een maximum aantal van 25 leerlingen per bovenbouwgroep, 26 leerlingen in de middenbouwgroepen en 30 in de onderbouw. Onzekere prognoses ( o.a. door ‘verhuisgedrag’) maken een meerjarenplanning vaak lastig, al doen wij daartoe uiteraard wel pogingen. Nieuwe leerlingen - Aanmeldingsprocedure. Ca. 3 maanden voorafgaande aan de derde verjaardag van het kind, kan het worden aangemeld. Geregeld vinden informatiebijeenkomsten plaats, waarvoor men zich telefonisch kan aanmelden.

De gesprekken worden namens de schoolleiding gevoerd door de Intern Begeleider Onderbouw, die over de gang van zaken op school vertelt. Ouders kunnen vragen stellen en even rondkijken. Na deze bijeenkomsten kan een inschrijfformulier worden ingevuld en komt de leerling op de lotinglijst. Helaas kunnen niet alle aangemelde leerlingen worden geplaatst. Al gedurende vele jaren is het aantal inschrijvingen namelijk veel groter dan het aantal beschikbare plaatsen.

Broertjes en zusjes van de kinderen die al op school zitten, worden bij voorrang geplaatst, mits zij op tijd zijn aangemeld. Voor de plaatsen, die dan nog beschikbaar zijn, vindt een kwartaalloting plaats.

In het kwartaal waarin het kind drie jaar wordt, krijgen de ouders bericht of de kleuter wel, dan niet, geplaatst kan worden. Bij plaatsingsmogelijkheid geven de ouders aan ( strookje ) of het kind ook van de beschikbare plaats gebruik gaat maken ( veel ouders staan op meerdere scholen ingeschreven ), bij geen plaatsingsmogelijkheid kunnen de ouders ervoor kiezen het kind op onze wachtlijst te plaatsen.

Omdat een enkele ouder toch geen gebruik maakt van een beschikbare plaats vindt soms een tweede loting plaats. Bij een tweede loting hebben leerlingen uit het postcodegebied van de school voorrang ( 3021, 3022, 3039 )

Voor een uitgebreide beschrijving van de toelatingsprocedure verwijzen we naar bijlage 6.

6.2.4 DE VAK- EN VORMINGSGEBIEDEN / ACTIVITEITEN In tabel E in hoofdstuk 7 staat aangegeven in welke jaren de verschillende vak- en vormingsgebieden worden doorgelicht. Deze interne onderzoeken kunnen leiden tot aanpassing van de leerinhoud of wijziging in de werkwijze.

Page 114: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

114

6.2.5. INSTRUMENTEN VOOR KWALITEITSZORG Als instrumenten van kwaliteitszorg gebruiken ( of beschouwen ) wij : de oudertevredenheidpeiling, verslag van de visitatiecommissie van de Nederlandse Montessorivereniging (NMV), zelfevaluatie NMV, screening leerstofaanbod, verslag van de Inspectie, kwaliteitskaart van de Inspectie, toetsgegevens van het CITO. Oudertevredenheidpeiling In opdracht van het bevoegd gezag wordt driejaarlijks een peiling gehouden naar de tevredenheid van ouders van de leerlingen. De peiling wordt uitgevoerd door het Bureau voor praktijkgericht onderzoek, Groningen. De peiling is onderverdeeld in de categorieën :

- schoolgebouw - omgeving van de school - begeleiding - sfeer - kennisontwikkeling - persoonlijke ontwikkeling - schooltijden - schoolregels, rust en orde - de leerkracht - contact met de school - betrokkenheid - imago - schoolkeuze - algemene tevredenheid

In totaal worden 70 ( standaard)vragen voorgelegd. Aan de peiling kunnen, op voorstel van bestuur, team en / of medezeggenschapsraad, ook schoolgerelateerde vragen worden toegevoegd. Zo krijgen we een nog specifieker beeld van de ervaringen ( wensen, ideeën ) van onze oudergroep. In deze planperiode vindt een peiling plaats in 2018.. Visitatie NMV De Nederlandse Montessorivereniging (NMV) wil de kwaliteit van Montessorischolen in Nederland bewaken en bevorderen door het verlenen van een kwaliteitskeurmerk voor goed Montessorionderwijs. De NMV verleent dit keurmerk als de school tijdens een ( vijfjaarlijkse ) visitatie onder leiding van de Commissie Toelating en Erkenning heeft laten zien een Montessorischool te zijn, die de Montessori uitgangspunten van de NMV in praktijk brengt. Deze uitgangspunten zijn beschreven in ‘De gulden tien’. De werkwijze van de Commissie Toelating en Erkenning is vastgelegd in het ‘Reglement toelating en erkenning primair onderwijs’ van de NMV. Onderstaande ‘gulden tien’ zijn de indicatoren, waarop de school beoordeeld wordt. De gulden tien 1 De werkwijze van de school is gebaseerd op de antropologie en het pedagogisch en didactisch concept van dr. Maria Montessori, waarin kosmisch onderwijs en opvoeding, opvoeding tot onafhankelijkheid en tot sociaal verantwoordelijk gedrag een belangrijke plaats innemen. In de schoolgids beschrijft de school hoe deze werkwijze wordt vormgegeven. 2 De werkwijze en de uitgangspunten van de school (zie 1) worden onderschreven door het bevoegd gezag van de school en alle personeelsleden die aan de school zijn verbonden en deze worden gerespecteerd door de ouders van de kinderen die de school bezoeken.

Page 115: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

115

3 De vastbenoemde onderwijsgevenden hebben naast onderwijsbevoegdheid een door de NMV erkend Montessoridiploma of zijn studerende daarvoor. De school houdt door professionalisering de Montessoribekwaamheid op peil. 4 De functionarissen die verantwoordelijkheid dragen voor het personeelsbeleid of voor het onderwijsinhoudelijk beleid hebben een door de NMV erkend Montessoridiploma of zijn studerende daarvoor. Zij houden door professionalisering hun Montessoribekwaamheid op peil. 5 De school is lid of aspirant lid van de NMV en de school werkt mee aan de kwaliteitstoetsing die leidt tot erkenning door de NMV. Voorafgaand aan deze kwaliteitstoetsing voert de school een zelfevaluatie uit in het kader van hun eigen systeem van kwaliteitszorg. 6 Voldaan wordt aan de eisen ten aanzien van het gebruik van ontwikkelingsmaterialen3 en de inrichting van de klaslokalen als uitgebreide voorbereide en uitnodigende omgeving, zodat kinderen zich zelfstandig en zelfverantwoordelijk kunnen ontwikkelen. 7 De kinderen van 4 t/m 12 jaar worden ingedeeld in heterogene leeftijdsgroepen (bij voorkeur 4-6 jr. / 6-9 jr. / 9-12 jr.). 8 Er is vrije werkkeuze door vrijheid van lesrooster, door het creëren van een ruime vrije werkperiode en door adequaat klassenmanagement, zodat kinderen ruim de gelegenheid krijgen eigen keuzes te maken in hun ontwikkeling en hun eigen ontwikkeling kunnen volgen. 9 De school heeft een adequaat kindvolgsysteem en een adequate groepsadministratie waarin de observatiegegevens van de individuele ontwikkeling van het kind en de groepsactiviteiten geregistreerd staan. Per bouw bestaat uniformiteit, tussen de bouwen is aansluiting zichtbaar. Het kindvolgsysteem bevat in elk geval ook pedagogische en sociale gegevens. 10 Over de ontwikkeling van het kind wordt, op initiatief van de school, regelmatig overleg gevoerd tussen ouders en de leraren. Er wordt zowel schriftelijk als mondeling aan de ouders gerapporteerd. De rapportage bevat in elk geval ook pedagogische en sociale gegevens. Een uitvoerige beschrijving van de totstandkoming van een beoordeling door de visitatiecommissie is vastgelegd in de brochure “Kwaliteit telt “ van de NMV, die als download te vinden is op www.montessori.nl/files/media/brochure De laatste visitatie vond plaats in 2012. In deze planperiode wordt de commissie dus in 2017 verwacht. Zelfevaluatie NMV Met het team staan we regelmatig stil bij de kwaliteit van ons onderwijsaanbod. Het zelfevaluatie – formulier van de NMV is daarbij een goed instrument. De zelfevaluatie richt zich op de volgende categorieën:

- visie - deskundigheid van het team - systeem van kwaliteitszorg - contacten met ouders - de ( voorbereide ) omgeving - heterogeniteit - vrije keuze - kindvolgsysteem en groepsadministratie

Een zelfevaluatie sluiten we af met het aangeven van ontwikkelingsplannen in een plan van aanpak. Screening leerstofaanbod In een cyclus van 4 schooljaren worden alle leerstofgebieden door – vanuit het team samengestelde - werkgroepen gescreend. De werkgroepen kunnen voorstellen doen voor verbetering, verandering, vernieuwing, enz.

Page 116: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

116

Verslag van de Inspectie De Inspectie van het Onderwijs bewaakt de kwaliteit van het onderwijs op individuele scholen in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs. Scholen moeten zich verantwoorden over hun onderwijs, niet alleen over de cognitieve prestaties van de leerlingen, maar ook hoe de school werkt aan burgerschap en sociale veiligheid. De inspectie controleert of scholen zich houden aan wet- en regelgeving en of een school de bedrijfsvoering op orde heeft, bijvoorbeeld of scholen het geld krijgen waar ze recht op hebben en dit uitgeven volgens de regels. Risicogericht toezicht Het toezicht van de inspectie is risicogericht. Dat wil zeggen: scholen met risico's, zoals minder goede leerresultaten, krijgen meer toezicht. Een belangrijk uitgangspunt is voorkomen dat het onderwijs op een school verslechtert. Daarom controleert de inspectie ieder jaar van elke school of er sprake is van risico's. Als er geen aanwijzingen zijn voor belangrijke tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs wordt aan de school het zgn. basisarrangement toegekend voor de duur van één jaar ( in de afgelopen jaren hebben wij telkens een toekenning ontvangen ). De Inspectie kan reden zien om een bestuursgesprek te houden. In de afgelopen jaren is er naast een kennismakingsgesprek voor de Inspectie nooit aanleiding geweest om een dergelijk bestuursgesprek te houden.. Onderzoek op een school ( vierjaren-onderzoek) Bij een onderzoek op een school kijkt de inspecteur in de klas, spreekt leerkrachten en bekijkt de werkwijze van de school. De inspecteur spreekt met de intern begeleiders en de directie van de school. Op basis van dat onderzoek spreekt de inspectie een oordeel uit over de kwaliteit van het onderwijs. Het is belangrijk dat vergelijkbare scholen op dezelfde manier worden beoordeeld. Een objectief waarderingskader, vastgesteld na overleg met het onderwijsveld, zorgt ervoor dat elke inspecteur hetzelfde te werk gaat. In het waarderingskader is vastgelegd waar de inspectie naar kijkt en wanneer de kwaliteit van het onderwijs voldoende is.

De bevindingen van de inspecteur worden vastgelegd op een kwaliteitskaart. Deze kaart is te vinden op de website van de inspectie ( www.onderwijsinspectie.nl ). Op de website van de school wordt het rapport van de inspectie gepubliceerd. Het laatste onderzoek op school heeft in november 2011 plaatsgevonden. De laatste toekenning basisarrangement dateert eveneens van november 2011 ( voor het schooljaar 2011-2012 ). De wijze waarop de Inspectie het toezicht uitoefent is regelmatig onderdeel van politiek debat. Dit jaar zijn weer pilots gestart, waarvan op voorhand niet duidelijk is of dit veranderingen met zich mee gaat brengen. Wij wachten de actuele ontwikkelingen af en verwachten nog in deze planperiode een Inspectiebezoek. Toetsgegevens CITO In groep 7 nemen onze leerlingen deel aan de Entreetoets van CITO, in groep 8 aan de Eindtoets. Op basis van de resultaten maken we ( vanaf 2012 ) een schoolzelfevaluatie Zie handleiding “Schoolzelfevaluatie op basis van resultaten op de Eindtoets Basisonderwijs en / of Entreetoets ( Cito B.V. Arnhem 2011 ) “.

Page 117: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

117

HOOFDSTUK 7 ONZE BELEIDSVOORNEMENS, TOTAALOVERZICHT EN PLANNING A. HET SCHOOLPLAN

Onderwerp schooljaar 2015 - 2016

schooljaar 2016 - 2017

schooljaar 2017 - 2018

schooljaar 2018 - 2019

Opmerkingen

Evaluatie en bijstelling schoolplan

x

x

x

x

directie,team,bestuur,

S/Z analyse zelfevaluatie

x

directie,team

Stroomlijnen personeels-documenten

x

x

x

x

directie, bestuur

wachtlijst- problematiek in samenhang met passend onderwijs

x

x

directie, bestuur, PPO,

B. GEBOUW EN TERREIN

Onderwerp schooljaar 2015 - 2016

schooljaar 2016 - 2017

schooljaar 2017 - 2018

schooljaar 2018 - 2019

Opmerkingen

Nieuwe speel- toestellen

x

directie,team en ouders

beheersing binnenklimaat

x

x

x

x

bestuur, directie, commissie

onderhoud gebouwen, terreinen

x

x

x

x

DSO

C. DE LEERLINGEN

Onderwerp schooljaar 2015 - 2016

schooljaar 2016 - 2017

schooljaar 2017 - 2018

schooljaar 2018 - 2019

Opmerkingen

voortgang invoeren computers

x

x

x

x

Wgr ICT directie, team

nascholing filosofie

x

x

team

Nascholing ParnasSys

x

x

nascholing

x x x x directie, team

Page 118: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

118

D. EVENEMENTEN

Onderwerp schooljaar 2015 - 2016

schooljaar 2016 - 2017

schooljaar 2017 - 2018

schooljaar 2018 - 2019

Opmerkingen

Kinderboekenweek

x x x x commissie

Sinterklaas-viering

x x x x commissie

Kerstviering

x x x x commissie

sportplan bovenbouw

x x x x lkr. lich.oef. directie

schoolreis gr. 2 / 3

x x x x team

werkweek gr, 4 / 8

x x x x team

Sportdag

x x x x commissie

jaarafsluiting

x x x x commissie

E. LEERINHOUDEN

Onderwerp schooljaar 2015 - 2016

schooljaar 2016 - 2017

schooljaar 2017 - 2018

schooljaar 2018 - 2019

Opmerkingen

rekenen x

x

Coördinator rekenen wg.rekenen team

taal x

Coördinator Taal en Lezen wg.taal team

computer x

Coördinator ICT team

voortgezet lezen

x

Coördinator Taal en Lezen wg.lezen team

zorgbreedte x

IB - RT directie, team

wereld verkenning

x

x

Coördinator Kosmisch Onderwijs wg wereld-verkenning

Page 119: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

119

team

Onderwerp schooljaar 2015 - 2016

schooljaar 2016 - 2017

schooljaar 2017 - 2018

schooljaar 2018 - 2019

Opmerkingen

dramatische expressie

x

wg. drama, team

tekenen x

wg. tekenen, team

schrijven x

wg. schrijven, team

handvaardig- heid

x

wg. handvaar- digheid, team

muziek

x

wg. muziek, vakleerkracht muziek, team

bewegings- onderwijs

x

wg. bew. onderwijs, vakleerkracht bew.onderwijs team

aanvankelijk lezen

x

wg.lezen team

engels x

Coördinator Engels wg. engels, team

filosofie

x

x

Coördinator cultuur – en filosofie wg filosofie team

techniek onderwijs

x

Coördinator Wetenschap en Techniek wg techniek team

Page 120: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

120

F. INZET EN ONTWIKKELING PERSONEEL

Onderwerp schooljaar 2015 - 2016

schooljaar 2016 - 2017

schooljaar 2017 - 2018

schooljaar 2018 - 2019

Opmerkingen

klassen- consultatie

x

x

x

x

coördinatoren

functionerings gesprekken/ personeels-gesprekken

x

x

directie

collegiale consultaties

x

x

x

x

coördinatoren

begeleiding nieuwe leerkrachten

x

x

x

x

coördinatoren

taakbeleid

x x x x directie

Invoering / voeren van beoordelings gesprekken in het kader van de functiemix

x

directie

Voor al deze beleidsvoornemens geldt dat er bij aanvang van het schooljaar een planning gemaakt zal worden. In deze planning zal worden aangegeven in welke team (of andere ) vergaderingen bepaalde onderwerpen besproken zullen worden, hoe de voortgang bewaakt wordt en wanneer er geëvalueerd wordt.

Page 121: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

121

Bijlage 1 : Statuten Vereniging De Rotterdamse Montessorischool, 14-10-2005

CN/yf/5111570 DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN ZOALS DEZE ZIJN

KOMEN TE LUIDEN MET INGANG VAN 14 OKTOBER 2005 EN NA STATUTENWIJZIGING VAN 13 OKTOBER 2005

STATUTEN Naam en zetel, duur Artikel 1. 1. De vereniging draagt de naam: Vereniging De Rotterdamse

Montessorischool (VRM) en heeft haar zetel te Rotterdam. 2. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd. Doel. Artikel 2. De vereniging heeft ten doel het bevorderen van onderwijs in hoofdzaak naar de beginselen en werkwijze van Dr Maria Montessori. Middelen. Artikel 3. 1. De vereniging tracht haar doel te bereiken door het oprichten en/of in

stand houden van scholen waarin zulk onderwijs gegeven wordt, het samenwerken met stichtingen, verenigingen en/of publiekrechtelijke lichamen die een gelijk doel nastreven, en door andere wettige middelen die voor het doel bevorderlijk kunnen zijn.

2. De scholen van de vereniging staan open voor alle gezindten en op deze scholen zal geen bepaalde godsdienstige richting worden voorgestaan.

Lidmaatschap. Artikel 4. De vereniging kent: (a) gewone leden; (b) ereleden; (c) donateurs. Artikel 5. 1. Gewone leden zijn zij die als ouder, voogd of verzorger voor één of meer

leerlingen - die een door de vereniging in stand gehouden school bezoekt/bezoeken of daarvoor is/zijn aangemeld -, op hun schriftelijk verzoek als zodanig door het bestuur zijn toegelaten. Slechts één ouder belast met het ouderlijk gezag of slechts één voogd of één verzorger van een leerling of meerdere leerlingen uit hetzelfde gezin wordt als gewoon lid toegelaten.

2. Ereleden zijn zij, die wegens hun buitengewone verdiensten voor de vereniging, als zodanig door de algemene vergadering op voorstel van het bestuur zijn benoemd.

3. Donateurs zijn zij, die een gift ineens geven of een jaarlijkse bijdrage, waarvan de minima bij huishoudelijk reglement worden vastgesteld.

Artikel 6.

Page 122: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

122

1. Gewone leden, ereleden en donateurs hebben toegang tot de algemene vergadering en kunnen daarin het woord voeren, doch uitsluitend aan de gewone leden komt het recht toe te stemmen over zaken en personen de vereniging betreffende.

2. De ouder, voogd of verzorger, die geen lid is van de vereniging kan de algemene vergadering bijwonen en daarin het woord voeren. Ingeval van ontstentenis van diegene van de ouders, (gezamenlijke) voogden of verzorgers, die lid is, kan de andere ouder, voogd of verzorger in diens plaats aan de stemmingen deelnemen.

Artikel 7. 1. Het lidmaatschap eindigt: (a) door de dood van het lid; (b) door opzegging door het lid; (c) door opzegging namens de vereniging. Deze kan geschieden

wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten van het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer het, na daartoe schriftelijk te zijn aangemaand, op de eerste april van enig jaar nog niet ten volle aan zijn geldelijke verplichtingen heeft voldaan, het overigens zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, als ook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet kan worden gevergd om het lidmaatschap te laten voortduren;

(d) door ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglement of besluiten der vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.

2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur. 3. Opzegging door een lid kan slechts geschieden tegen het einde van een

schooljaar door schriftelijke kennisgeving welke voor het einde van het schooljaar in het bezit van het bestuur moet zijn. Opzegging van het lidmaatschap door de vereniging kan eveneens slechts geschieden tegen het eind van een schooljaar, evenwel met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Echter kan het lidmaatschap gedurende een schooljaar onmiddellijk worden beëindigd indien een lid heeft opgehouden te voldoen aan één of meer vereisten bij artikel 5, lid 1 of lid 2 van deze statuten aan het lidmaatschap gesteld, alsmede indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.

4. Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te zijnen opzichte uit te sluiten.

5. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt op voorstel van het bestuur bij besluit van de algemene vergadering, genomen met ten minste twee/derde (2/3) van het aantal uitgebrachte stemmen.

6. Tenzij uitdrukkelijk het tegendeel wordt gesteld, of kennelijk anders is bedoeld, wordt een lid dat aan het bestuur schriftelijk kennis geeft van het feit dat het heeft opgehouden belast te zijn met het gezag over of de verzorging van een leerling en derhalve heeft opgehouden te voldoen aan de desbetreffende vereisten, bij artikel 5, lid 1 van deze statuten aan het lidmaatschap gesteld, geacht door zodanige kennisgeving zijn lidmaatschap op te zeggen.

Artikel 8. 1. De gewone leden betalen een contributie, welke wordt vastgesteld door de

algemene vergadering op voorstel van het bestuur. Zij kunnen daartoe in verschillende categorieën worden ingedeeld, die een verschillend bedrag aan contributie betalen.

Page 123: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

123

Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft desalniettemin de contributie voor het geheel verschuldigd. Het bestuur kan anders beslissen.

Bij aanmelding van een leerling gedurende het schooljaar is contributie verschuldigd over het gehele schooljaar. Het bestuur kan anders beslissen.

2. Ereleden en donateurs zijn van het betalen van contributie vrijgesteld. Bestuur. Artikel 9. 1. De vereniging heeft een bestuur, bestaande uit ten minste vier (4)

personen, van wie drie (3) de functie vervullen van onderscheidenlijk voorzitter, secretaris en penningmeester.

2. De leden van het bestuur regelen onderling de verdeling van hun functies en werkzaamheden.

3. De leden van het bestuur worden op voorstel van het bestuur door de algemene vergadering benoemd.

4. Ten hoogste de helft van de bestuursleden behoeft geen lid van de vereniging te zijn.

5. Een bestuurslid kan te allen tijde worden geschorst of ontslagen door de algemene vergadering.

Artikel 10. 1. Het bestuur is belast met de algemene leiding van de vereniging en

vergadert zo dikwijls het dit wenselijk oordeelt. 2. Indien het aantal bestuursleden beneden vier (4) is gedaald, blijft het

bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen, waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.

3. Ten minste drie (3) bestuursleden kunnen schriftelijk bij de secretaris een verzoek doen tot bijeenroeping van een bestuursvergadering, welke dan binnen veertien (14) dagen daarna moet worden gehouden.

4. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging. Voorts kan de vereniging worden vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende bestuursleden.

Artikel 11. Het bestuur is voorts onder andere belast met: (a) de behartiging van de algemene doelstelling van de vereniging en de

uitvoering van de daartoe nodige maatregelen; (b) de uitvoering van de besluiten van de algemene vergadering en het zo

nodig nemen van voorlopige maatregelen ter verzekering van de belangen van de vereniging, over welke maatregelen nog door de algemene vergadering beslist moet worden;

(c) het beheer van de geldmiddelen van de vereniging waaronder begrepen doch niet beperkt tot bestaande contributies, erfstellingen, schenkingen, gekweekte reserves van de bezittingen van de vereniging, van overheidswege toegekende bedragen, toevallige baten, alsmede bedragen afkomstig van ten laste van de vereniging aangegane geldleningen;

(d) het instandhouden en, voorzover mogelijk, vergroten van het vermogen van de vereniging;

(e) het benoemen, schorsen en ontslaan van de directeur, adjunct-directeur en van het overige personeel en het bepalen van hun salarissen; het benoemen, schorsen en ontslaan van het overige personeel geschiedt in overleg met de directie van de desbetreffende door de vereniging in stand gehouden school;

Page 124: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

124

(f) het aannemen, schorsen of verwijderen, wegens wangedrag of andere redenen, van leerlingen; dit geschiedt in overleg met de directie van de desbetreffende door de vereniging in stand gehouden school.

Artikel 12. Het bestuur behoeft de goedkeuring van de algemene vergadering voor het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden een beroep worden gedaan. Artikel 13. 1. De voorzitter en bij diens ontstentenis één van de andere bestuursleden is

belast met de leiding van de algemene vergaderingen. 2. De secretaris en bij diens ontstentenis één van de andere bestuursleden

houdt aantekening van het verhandelde op de algemene vergaderingen. Algemene Vergadering. Artikel 14. 1. Binnen zes (6) maanden na het einde van elk kalenderjaar wordt een

algemene vergadering, genaamd de jaarvergadering, gehouden. 2. Het bestuur is te allen tijde bevoegd en is verplicht op schriftelijk en

behoorlijk gemotiveerd verzoek van ten minste tien (10) stemgerechtigde leden, die voldoen aan het bepaalde in artikel 5 lid 1, binnen veertien (14) dagen nadat zodanig verzoek het bestuur bereikt, een buitengewone algemene vergadering bijeen te roepen, bij gebreke waarvan de verzoekers het recht hebben zelf tot het beleggen van de verzochte vergadering over te gaan.

Artikel 15. 1. Tot het bijwonen van een algemene vergadering worden alle leden, ten

minste veertien (14) dagen tevoren door een schriftelijke aankondiging van het bestuur opgeroepen met mededeling van plaats en aanvangsuur van de vergadering, alsmede van alle te behandelen onderwerpen.

2. In spoedeisende gevallen, ter uitsluitende beoordeling van het bestuur, kan de in het vorige lid bepaalde termijn tot twee (2) dagen worden teruggebracht.

Artikel 16. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen. Artikel 17. Op de jaarvergadering zullen worden behandeld: (a) het jaarverslag van het bestuur; (b) de rekening en verantwoording van het bestuur en de daarbij overgelegde

bescheiden; (c) het vervullen van vacatures in het bestuur; (d) het verslag door een financiële commissie – waarvan de wijze van

benoeming bij huishoudelijk reglement wordt geregeld – van ten minste twee (2) leden uit te brengen aan de algemene vergadering naar aanleiding van haar onderzoek van de rekening en verantwoording van het bestuur, tenzij aan de algemene vergadering een verklaring omtrent de getrouwheid van de financiële stukken afkomstig van een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt overgelegd.

Artikel 18.

Page 125: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

125

1. Voorzover deze statuten niet anders bepalen, worden besluiten genomen met gewone meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

2. Bij stemming over personen is diegene gekozen, die de gewone meerderheid van de stemmen op zich verenigd heeft. Indien niemand die meerderheid heeft verkregen, wordt een tweede stemming gehouden over de twee personen, die het grootste aantal van de stemmen hebben verkregen, en is diegene gekozen die bij de tweede stemming de gewone meerderheid van de stemmen op zich verenigd heeft. Indien bij de tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot.

3. Stemming over zaken geschiedt mondeling, over personen schriftelijk, tenzij de algemene vergadering anders beslist.

4. Een blanco stem wordt geacht niet te zijn uitgebracht. 5. Ieder gewoon lid is gerechtigd zijn stem te laten uitbrengen door een

schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid. Huishoudelijk reglement. Artikel 19. 1. De algemene vergadering stelt op voorstel van het bestuur een

huishoudelijk reglement vast, dat nadere regels geeft omtrent de gang van zaken in de vereniging. Wijzigingen in of aanvullingen op het huishoudelijk reglement moeten door de algemene vergadering worden goedgekeurd.

2. Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten, die in strijd zijn met deze statuten.

Statutenwijziging. Artikel 20. 1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht

dan door een besluit van de algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.

2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf (5) dagen voor de vergadering een afschrift van dit voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.

3. Het besluit tot wijziging van de statuten kan slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde (2/3) deel van de uitgebrachte stemmen en onder de voorwaarde dat ten minste vijftig procent (50%) van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.

4. Is het vereiste aantal leden niet aanwezig, dan wordt binnen zestien (16) weken, doch niet eerder dan na twee (2) weken, een tweede algemene vergadering gehouden, welke ongeacht het aantal aanwezige en vertegenwoordigde leden, het voorstel kan aannemen met een meerderheid van ten minste twee/derde (2/3) deel van de uitgebrachte stemmen.

5. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is ieder bestuurslid bevoegd.

Ontbinding van de vereniging. Artikel 21. 1. De vereniging kan te allen tijde worden ontbonden, door een besluit van

de algemene vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 3 en 4 van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing.

Page 126: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

126

2. De algemene vergadering die tot ontbinding van de vereniging besluit, regelt tevens de vereffening.

3. Een eventueel batig saldo van de ontbonden vereniging wordt zoveel mogelijk besteed overeenkomstig het doel van de vereniging.

Page 127: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

127

Bijlage 2 Huishoudelijk Reglement Rotterdamse Montessorischool Vereniging, 24-01-1992

Page 128: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

128

Page 129: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

129

Page 130: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

130

Page 131: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

131

Page 132: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

132

Bijlage 3 Managementstatuut, 10-02-2011

Managementstatuut. Artikel 1 Definitiebepaling. In dit managementstatuut wordt verstaan onder :

Bevoegd gezag : Het bestuur van “Vereniging De Rotterdamse Montessorischool”. Directeur : de directeur als bedoeld in art. 29, eerste lid van de wet, die belast is met de leiding van de school. School : de school, die onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag staat. Managementstatuut : het statuut zoals bedoeld in art. 31 van de wet. Wet : de Wet op het primair onderwijs / de Wet op de expertisecentra.

Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het managementstatuut. Lid 1

Het bevoegd gezag stelt de directeur in de gelegenheid advies uit te brengen over de vaststelling en iedere wijziging van het managementstatuut.

Lid 2 De directeur wordt door het bevoegd gezag in de gelegenheid gesteld – voor dat het advies wordt uitgebracht – met het bevoegd gezag overleg te voeren.

Lid 3 Het bevoegd gezag stelt de directeur zo spoedig mogelijk schriftelijk en met redenen omkleed op de hoogte of het aan het uitgebrachte advies gevolg wil geven.

Lid 4 Indien het bevoegd gezag het advies niet of niet geheel wil volgen, stelt het de directeur in de gelegenheid met hem overleg te voeren, alvorens definitief over het advies te besluiten. Het bevoegd gezag brengt het definitieve besluit zo spoedig mogelijk ter kennis aan de directeur.

Artikel 3 Taken en bevoegdheden bevoegd gezag.

Lid 1

a. Het bevoegd gezag heeft de algemene eindverantwoordelijkheid voor de instandhouding van de school, de kwaliteit van het onderwijs en de bedrijfsvoering.

b. Het bevoegd gezag stelt een strategisch beleidsplan vast. Op basis van dit strategisch beleidsplan stelt het bevoegd gezag eens in de twee jaar een plan vast, waarin op hoofdlijnen in ieder geval aandacht besteed wordt aan

Page 133: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

133

de organisatie, het functiebouwwerk, de huisvesting, het onderwijsbeleid, het toelatingsbeleid en het personeelsbeleid van de school.

c. Het bevoegd gezag neemt besluiten met betrekking tot de instandhouding van de school waaronder begrepen is de fusie, de bestuurlijke overdracht en wijziging van de grondslag, de verhuizing en de opheffing van een nevenvestiging of dislocatie van de school.

d. De vaststelling van het (bestuurs)formatieplan. e. Het aangaan van samenwerking met andere instellingen. f. Het verkrijgen, bezwaren en vervreemden van onroerend goed. g. Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat de directeur. h. Het bevoegd gezag stelt de begroting, de jaarrekening en het sociaal

jaarverslag vast. De jaarrekening wordt voor de vaststelling door het bevoegd gezag aan een door het bevoegd gezag benoemde accountant voorgelegd.

i. Het bevoegd gezag voert de functionerings – en beoordelingsgesprekken met de directeur.

j. Het bevoegd gezag stelt het managementstatuut vast. k. Het bevoegd gezag stelt het medezeggenschapsreglement vast.

Lid 2

Het bevoegd gezag verleent ten aanzien van alle taken en bevoegdheden die hem bij of krachtens de wet toekomen en niet in het eerste lid van dit artikel zijn genoemd, mandaat aan de directeur.

Artikel 4 Bevoegdheden directeur.

Lid 1

De directeur oefent de taken en bevoegdheden uit die door het bevoegd gezag overeenkomstig artikel 3 tweede lid van dit statuut aan hem zijn gemandateerd.

Lid 2

De directeur oefent de taken en bevoegdheden uit met betrekking tot de ‘toedeling, bestemming en aanwending van de bekostiging’ zoals deze zijn omschreven in artikel 5 van dit statuut.

Lid 3

De directeur heeft – met inachtneming van de beleids – en financiële uitgangspunten, die door of namens het bevoegd gezag zijn vastgesteld, de volgende taken en bevoegdheden :

a. De directeur is belast met de dagelijkse leiding van de school. b. De directeur is belast met de zorg voor de schoolorganisatie en de

kwaliteit van het onderwijs op school. c. De directeur geeft leiding aan het personeel van de school en draagt er

zorg voor dat met de individuele personeelsleden functionerings – en beoordelingsgesprekken worden gevoerd.

d. De directeur onderhoudt de contacten met de leerlingen en hun ouders van de school.

e. De directeur beheert de door het bevoegd gezag aan de school toegekende formatieve en financiële middelen en doet daartoe uitgaven voor zover deze binnen de goedgekeurde begroting en het vastgestelde beleid zijn toegestaan.

f. De directeur voert namens het bevoegd gezag het overleg met de medezeggenschapsraad.

Page 134: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

134

g. De directeur voert overigens alle taken en verantwoordelijkheden uit die in de bij zijn functie behorende functiebeschrijving zijn opgenomen.

Artikel 5 Regeling toedeling, bestemming en aanwending van de bekostiging.

Lid 1

Het bevoegd gezag stelt de directeur ten minste in de gelegenheid advies uit te brengen over :

a. De vaststelling en wijziging van de (meerjaren)begroting. b. De vaststelling van de jaarrekening.

Lid 2

De directeur wordt door het bevoegd gezag in de gelegenheid gesteld – voor dat het advies wordt uitgebracht – met het bevoegd gezag overleg te voeren.

Lid 3

Het bevoegd gezag stelt de directeur zo spoedig mogelijk schriftelijk en met redenen omkleed op de hoogte of het aan het uitgebrachte advies gevolg wil geven.

Lid 4

Indien het bevoegd gezag het advies niet of niet geheel wil volgen, stelt het de directeur in de gelegenheid met hem overleg te voeren, alvorens definitief over het advies te besluiten. Het bevoegd gezag brengt het definitieve besluit zo spoedig mogelijk ter kennis aan de directeur.

Lid 5

De directeur is bevoegd uitgaven te doen met inachtneming van de door het bevoegd gezag vastgestelde begroting voor de school.

Artikel 6 Rapportage.

De directeur informeert het bevoegd gezag – overeenkomstig de door het bevoegd gezag vastgestelde richtlijnen – over het verloop en de resultaten van het gevoerde beleid van de organisatie.

Artikel 7 Schorsing en vernietiging van besluiten.

Lid 1

Het bevoegd gezag kan maatregelen en/of besluiten van de directeur of derden wegens strijd met enig geldende regeling en/of wegens mogelijke schade aan belangen van de “Vereniging De Rotterdamse Montessorischool”

bij gemotiveerd besluit geheel of gedeeltelijk vernietigen.

Lid 2

De voorzitter van het bevoegd gezag kan een besluit of maatregel van de directeur of derden schorsen, indien het besluit of de maatregel naar zijn oordeel voor vernietiging in aanmerking komt. Ziet het bevoegd gezag binnen twee weken, nadat de voorzitter het schorsingsbesluit heeft genomen, af van vernietiging dan vervalt tegelijkertijd de schorsing.

Artikel 8 Werkingsduur.

Page 135: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

135

Het managementstatuut geldt voor het tijdvak augustus 2006 tot augustus 2008 en wordt vervolgens stilzwijgend verlengd met een periode van twee jaren.

Artikel 9 Slotbepalingen.

Lid 1

Het managementstatuut treedt voor het eerst in werking op de dag volgend op de dag waarop dit statuut door het bevoegd gezag is vastgesteld.

Lid 2

Een tussentijdse wijziging van het managementstatuut dan wel de verlenging treedt in werking op de dag volgend op de dag waarop het bevoegd gezag tot wijziging dan wel verlenging heeft besloten.

Lid 3

In gevallen waarin dit managementstatuut niet voorziet, beslist het bevoegd gezag.

Lid 4

Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat een exemplaar van het managementstatuut in het gebouw van de school ter inzage beschikbaar is op een voor iedereen toegankelijke plaats. Het bevoegd gezag zendt een exemplaar van het managementstatuut, alsmede elke wijziging daarvan, zo spoedig mogelijk na de vaststelling ter kennisneming aan de inspectie.

Page 136: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

136

Bijlage 4 Treasury Statuut, september 2011

TREASURY STATUUT

VAN

Vereniging de Rotterdamse Montessorischool

Gevestigd te Rotterdam Handelsregisternummer 40347583

Page 137: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

137

INHOUDSOPGAVE

1. INLEIDING

2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE

2.1 Liquiditeit

2.2 Financieringskosten

2.3 Beleggingen

2.4 Betalingsverkeer

3. INTERNE ORGANISATIE TREASURYFUNCTIE

3.1 Plaats binnen de organisatie

3.2 Besluitvormingsstructuur

3.3 Uitvoering Beleid

3.5 Evaluatie Treasury Statuut

3.6 Controle accountant

Inleiding Instellingen in het onderwijs zijn in toenemende mate zelf verantwoordelijk voor hun financiën. Scholen krijgen jaarlijks een bedrag waaruit alle kosten moeten worden gedekt en waarmee de waarborgen voor bedrijfsvoering op langere termijn geschapen moeten worden. Op basis van het voor een instelling geldende risicoprofiel ligt het voor de hand dat reserves worden opgebouwd. En afgezien van het feit of de Vereniging beschikbare reserves uit overheidsmiddelen heeft verkregen past het in de eigen verantwoordelijkheid van de Vereniging om de beschikbare middelen risicomijdend te beleggen op basis van het statuut. In de statuten van de Vereniging is geen bepaling opgenomen met betrekking tot het voeren van beleid op dit onderdeel in verband met de wettelijke bepalingen zoals die zijn opgenomen in de OC&W-regelgevingen (1 uitleg, Gele Katern nummer 18a deel 1 van 25 juli 2001). Gezien het bovenstaande is het wenselijk de hierop betrekking hebbende afspraken en het te voeren beleid vast te leggen in een treasury statuut dat door het bestuur moet worden vastgesteld.

1 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 12 juli 2001, nr. FVE

2001/57965N, houdende regels over het beleggen en belenen van publieke middelen.

Page 138: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

138

In dit statuut wordt beschreven welke treasurytaken en -verantwoordelijkheden van toepassing zijn voor het Vereniging. Tevens worden de beleidskaders vastgelegd voor diegenen die bij deze taken en verantwoordelijkheden betrokken zijn. Het bestuur van de Vereniging beoogt met dit treasury statuut aan de genoemde verplichtingen te voldoen. Indeling Treasury Statuut

Hoofdstuk 2 behandelt de doelstellingen van de treasuryfunctie. Vervolgens wordt in

hoofdstuk 3 de interne organisatie van de treasuryfunctie besproken.

2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE

Treasury heeft bij het Vereniging primair als doel het beheren van financiële risico’s en secundair het reduceren van financieringskosten. De primaire doelstelling het Vereniging is het geven van basisonderwijs op algemene grondslag, uitgaande van de gelijkwaardigheid van alle levensbeschouwelijke en maatschappelijke stromingen. Het onderwijsconcept is Montessorionderwijs. Het bestuursbeleid met betrekking tot beleggen en belenen is ondergeschikt aan het in de vorige alinea omschreven doel van de Vereniging. Dat mondt uit in de basisdoelstelling dat de financiële continuïteit van de Vereniging te allen tijde gewaarborgd dient te zijn. De algehele doelstelling voor de treasuryfunctie bij het Vereniging is dat deze de financiële continuïteit van de organisatie waarborgt. Dit wordt in de volgende doelstellingen en voorwaarden gesplitst:

Liquiditeit op korte en lange termijn

Lage financieringskosten

Kosteneffectief betalingsverkeer

2.1 Liquiditeit

De Vereniging zal ervan verzekerd moeten zijn te allen tijde aan haar verplichtingen te kunnen voldoen en zo nodig ook altijd middelen te kunnen aantrekken. Het aantrekken van middelen zal zowel op korte als op lange termijn verzekerd moeten zijn. Voor het plannen van de omvang en het tijdstip waarop middelen benodigd zijn is een goede informatievoorziening vanuit de organisatie noodzakelijk. Het Vereniging zal een zodanige omvang aan liquide middelen c.q. kredietruimte aanhouden dat zij steeds aan haar korte termijn verplichtingen zal kunnen voldoen. Ter financiering van kortstondige liquiditeitsbehoefte (korter dan 1 jaar) zal er een totale kredietfaciliteit van tenminste 10 % van de jaaromzet, circa € 150.000,-- aangehouden worden, voldoende voor 1 maand. In het geval van (tijdelijk) overtollige middelen kan dit aanleiding zijn om een deel van de beschikbare middelen liquide aan te houden en het resterende deel zodanig te beleggen dat dit zonder al te veel kosten snel liquide te maken is.

Page 139: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

139

In principe wordt een zo laag mogelijk saldo van direct beschikbare en dus liquide middelen nagestreefd. Wanneer het saldo structureel te hoog dreigt te worden dient onderzocht te worden hoe dit kan worden weggewerkt. Eventuele beleggingen zullen voldoen aan de criteria van de Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010 (vastgesteld 16 september 2009). De Vereniging zal bij het uitzetten van gelden bij een looptijd van langer dan drie maanden uitsluitend beleggen in een onderneming of instelling: - Gevestigd in een EER (Europese Economische Ruimte)-lidstaat die tenminste beschikt over een AA-rating afgegeven door ten minister twee erkende ratingbureaus. - Voor henzelf of voor de door hen uitgegeven waardepapieren te beschikken over tenminste een AA-rating afgegeven door ten minister twee erkende ratingbureaus. De lange liquiditeit en de mogelijkheid tot het aantrekken van lange financiering zijn (in grote mate) afhankelijk van garantiestellingen door de rijks- en gemeentelijke overheid. Met name bij grote veranderingen in de planning en organisatie met investeringen als gevolg speelt financieringsruimte een rol. Een beoordeling mede op basis van middellange en lange termijnprognoses is dan noodzakelijk.

2.2 Financieringskosten

Het Vereniging wil, indien noodzakelijk, binnen aanvaardbare risico's financiering aantrekken tegen zo laag mogelijke financieringskosten. Hiertoe zal het Vereniging per geval onderzoeken of garantiestelling door rijks- of gemeentelijke overheid mogelijk is. Daarnaast zal het Vereniging vaste afspraken maken met de huisbankier over een overeen te komen kredietlimiet. In dit verband is het uitsluitend toegestaan risicomijdende rente-instrumenten in te zetten.

2.4 Betalingsverkeer

Gezien de omvang van het betalingsverkeer is het van belang dat de financiële logistiek optimaal is ingericht. Het Vereniging zal haar betalingsverkeer zo inrichten dat het kosteneffectief kan worden beheerd. De bankrelaties van Het Vereniging zullen jaarlijks, afhankelijk van de met de bank(en) gemaakte afspraken, worden geëvalueerd.

Page 140: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

140

3. INTERNE ORGANISATIE TREASURY FUNCTIE

Zaken op het gebied van administratieve organisatie en interne controle op het gebied van treasury zijn opgenomen als een aparte paragraaf in de beleidsmap van het Vereniging. Hierin gaat het met name over de uitvoering en delegatie van de treasury taken. In dit hoofdstuk van het treasury statuut wordt een bondige AO-beschrijving gegeven van de treasury functie binnen het Vereniging.

3.1 Plaats binnen de organisatie

- Het treasury statuut wordt vastgesteld door het bestuur. - De uitvoering van de treasury functie wordt opgedragen aan de penningmeester van het Vereniging. - De penningmeester is verantwoordelijk voor de totale uitvoering van het treasurybeleid; - De eindverantwoordelijkheid ligt bij het bestuur van het Vereniging.

3.2 Besluitvorming

- beleid Voorstellen tot beleidswijzigingen worden, voor zover wijzigingen binnen het handelingskader vallen, gedaan door de penningmeester.

- uitzonderingen indien er wijzigingen in de rentestructuur ontstaan, zodanig dat als gevolg hiervan andere beslissingen genomen moeten worden of indien de penningmeester instrumenten in wil zetten die niet zijn aangegeven maakt hij een voordstel ter beoordeling van het bestuur. Het bestuur bespreekt de uitzonderingsrapportage. Slechts na verkregen instemming van het bestuur mag actie worden ondernomen.

3.4 Uitvoering beleid

Het treasurybeleid zal worden uitgevoerd door de directeur van de school.. Voor het aangaan van overeenkomsten van geldlening, zowel van kasgeldleningen als voor onderhandse leningen worden minstens 3 (drie) offertes aangevraagd. Het besluit tot het aangaan van de betreffende overeenkomst van geldlening wordt genomen door het bestuur. Binnen het bestuur is in beginsel de penningmeester verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid met betrekking tot het beleggen en belenen. Dit beleid omvat onder meer de volgende uitgangspunten: Liquiditeit De Vereniging zal een zodanige omvang aan liquide middelen c.q. kredietruimte aanhouden dat zij steeds aan haar korte termijn verplichtingen zal kunnen voldoen. In het geval van (tijdelijk) overtollige middelen kan dit aanleiding zijn om een deel van de beschikbare middelen liquide aan te houden en het resterende deel zodanig te beleggen dat dit deel op een goedkope manier weer snel kan worden omgezet in liquide middelen. In principe wordt een zo laag mogelijk saldo op de rekening courant nagestreefd. Financiering Indien noodzakelijk zal de Vereniging binnen aanvaardbare risico's financiering aantrekken tegen zo laag mogelijke financieringskosten. Hiertoe zal de Vereniging per geval onderzoeken of garantiestelling door de rijksoverheid of gemeentelijke overheid mogelijk is. Daarnaast zal zij vaste afspraken maken met de huisbankier over een overeen te komen kredietlimiet.

Page 141: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

141

Beleggen en belenen

Overtollige liquide middelen zullen op een risicomijdende manier worden belegd en beleend, waarbij het behoud van de hoofdsom door een financiële instelling gegarandeerd is. Uit de beleggingen en beleningen mogen geen nieuwe risico's ontstaan. Er mag niet worden belegd in aandelen of daarvan afgeleide producten, tenzij er sprake is van hoofdsomgarantie. De penningmeester geeft uitvoering aan het hiervoor omschreven beleid door periodiek de bestaande beleggingen en beleningen af te stemmen met de liquiditeitspositie en indien nodig hierin wijzigingen aan te brengen. Wijziging van bestaande bevoegdheden vereist een bestuursbesluit.

Bijbehorende informatievoorziening

De penningmeester rapporteert periodiek aan het bestuur over de uitvoering van het beleid met betrekking tot beleggingen en beleningen. Gelet op de vermogenspositie van de Vereniging over de afgelopen jaren is er tot op heden geen aanleiding geweest voor het opstellen van kasstroomprognoses. Mocht hierin verandering optreden, dan zal alsnog periodiek een dergelijk overzicht worden opgesteld. Het dagelijks beheer van de lopende rekeningen en de spaarrekeningen van de Vereniging is gemandateerd aan de directeur van de school. Het bestuur doet jaarlijks in het jaarverslag van de Vereniging verslag van: het beleid en de uitvoering ten aanzien van het beleggen en belenen; de soorten en omvang van de beleggingen en beleningen; en de looptijden van de beleggingen en beleningen.

3.5 Evaluatie Treasury Statuut

Het statuut wordt uiterlijk na 5 jaar geëvalueerd en eventueel aangepast. Die evaluatie (en het besluit tot eventuele aanpassingen) vindt plaats in een bestuursvergadering.

3.6 Controle accountant

De externe accountant zal in de reguliere controle van de boekhouding op jaarultimo een rapportage opnemen over de financiële positie van het Vereniging, inclusief de aangegane off-balance instrumenten en mogelijk open posities. Impliciet betekent dit dat de accountant controleert in hoeverre het treasury statuut wordt nageleefd.

Page 142: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

142

Bijlage 5 : Beschrijving AO / IC, maart 2010

BESCHRIJVING AO/IC VERENIGING DE ROTTERDAMSE MONTESSORISCHOOL TE ROTTERDAM

Versie 2 Opgesteld maart 2010

Page 143: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

143

Inhoudsopgave INLEIDING .......................................................................................................................... 144

1. ALGEMENE INFORMATIE EN ORGANOGRAM ................................................... 145

2. BANKREKENINGEN .................................................................................................... 146

3. INKOMSTEN .................................................................................................................. 147

3.1 Bekostiging door het Rijk ................................................................................. 147

3.2 Subsidies ................................................................................................................. 147

3.3 Inkomsten uit wederverhuur ..................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

3.4 Ouderbijdragen ..................................................................................................... 148

3.5 Overblijfvergoedingen ........................................................................................ 148

4. BEGROTINGEN ............................................................................................................ 149

5. BESTELLINGEN ............................................................................................................ 150

6. FACTUREN ..................................................................................................................... 151

7. DECLARATIES .............................................................................................................. 152

8. BETALINGEN................................................................................................................. 153

9. PERSONEELSBELEID EN SALARISBETALING ................................................... 154

10. RAPPORTAGES .......................................................................................................... 155

Page 144: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

144

INLEIDING

De Vereniging de Rotterdamse Montessorischool te Rotterdam beschrijft in dit document

hoe de Administratieve Organisatie en de Interen Controle (AO/IC) binnen de organisatie

geregeld is.

Doel van de AO/IC is te beschrijven hoe te komen tot een zodanige inrichting van de

informatievoorziening dat de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie en de

efficiency van de administratieve processen zijn verzekerd.

In dit document beschrijven wij de algemene informatie van de vereniging, organogram,

de bankrekeningen (zowel van de vereniging als van de scholen), de inkomsten, de

begrotingen, bestellingen, facturen, declaraties, betalingen, rapportages (inclusief

jaarrekening) en diversen.

Page 145: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

145

1. ALGEMENE INFORMATIE EN ORGANOGRAM

De Vereniging de Rotterdamse Montessorischool bestuurt één school: de Rotterdamse

Montessorischool.

De Rotterdamse Montessorischool is een basisschool voor algemeen bijzonder onderwijs.

De vereniging kent een bestuur dat volgens de statuten voornamelijk is samengesteld uit

ouders van leerlingen. Statutair is het ook mogelijk dat een bestuurslid geen ouder

(meer) is.

Het bestuur vergadert ongeveer 8 keer per jaar, waarbij ook de schoolleiding (directeur

en adjunct-directeur) aanwezig is. Het bestuur roept twee maal per jaar een

ledenvergadering bijeen. Bestuur, schoolleiding en MR hebben twee maal per jaar een

gezamenlijke vergadering

Het bestuur heeft de directie voor vrijwel alle zaken gemandateerd. Er is nog geen

managementstatuut.

Het organigram van de vereniging ziet er als volgt uit:

Ledenvergadering

Bestuur

D irecteur

Adjunct-d irecteur

O nderw ijzend- en

O nderw ijsondersteunend

personeel

M edezeggenschapsraad

Binnen de Vereniging de Rotterdamse Montessorischool zijn de volgende stukken

beschikbaar:

De statuten

Treasurystatuut (in concept)

Page 146: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

146

2. BANKREKENINGEN

Binnen de vereniging zijn er de volgende rekeningen:

Rekeningnummer Omschrijving Gemachtigden Bevoegdheden Bijzonderheden

24.89.79.361 Bestuur rekening

ABN AMRO

Penningmeester,

directeur,

Administratiekantoor:

B.L. Groenendijk en

H. de Snoo

Onbeperkt

Crediteuren-

betalingen en

salarissen

56.18.20.724 Bestuur

Spaarrekening

ABN AMRO

Penningmeester,

directeur,

Administratiekantoor:

B.L. Groenendijk en

H. de Snoo

Onbeperkt

335146 ING Bank

(Ouderbijdragen

+ contributies)

Directeur en adjunct

directeur

Onbeperkt Administrateur kan

rekening raadplegen,

heeft geen

betalingsbevoegdheid.

335146 ING Bank

Zakelijke

spaarrekening

Directeur en adjunct

directeur

Onbeperkt

Kas Directeur Kleine

uitgaven

Aanvulling vanaf

rekening 335146

Op de 335146 rekening van de ING Bank komen de contributies van de leden en de

ouderbijdragen en de overblijfgelden binnen, evenals de bijdragen voor schoolreis en

werkweek.

De kosten voor genoemde activiteiten worden ook van deze rekening betaald.

Van de rekening bij de ING Bank maakt de directeur maandelijks een vast bedrag over

naar de bestuur rekening bij ABN AMRO.

De dagafschriften van de rekeningen worden naar het administratiekantoor en de school

gestuurd.

De directeur stuurt een geleideformulier en kopieën van de facturen en declaraties die

via deze ING rekening betaald worden naar het administratiekantoor.

De geleidebon bestaat uit een overzicht met bedragen en grootboekrekeningen waarop

deze geboekt moeten worden.

De medezeggenschapsraad heeft geen eigen bankrekening.

De directeur stuurt periodiek een overzicht uit het kasboek met de bijbehorende

declaraties en facturen naar het administratiekantoor. Het administratiekantoor verwerkt

deze gegevens in de boekhouding.

Page 147: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

147

3. INKOMSTEN

De inkomsten van de vereniging zijn afkomstig uit de volgende bronnen:

bekostiging door het Rijk

subsidies van de overheid

ouderbijdragen

overblijfbijdragen

3.1 Bekostiging door het Rijk

Per 1 augustus 2006 is de lumpsumbekostiging ingevoerd. Dit houdt in, dat de

gescheiden besteding per verplichtingcomponent(vergoedingen personeel en materiële

instandhouding) is vervallen.

Wel worden de componentvergoedingen nog apart door het Rijk uitbetaald. Het gaat

hierbij om de volgende componenten:

Lumpsum (vergoeding voor personeelslasten).

Vergoeding per schooljaar volgens vooraf vastgesteld betaalritme.

Personeel- en arbeidsmarktbeleid (PAB).

Vergoeding per schooljaar 1/12 deel per maand.

Bestuur en management (B&M)

Vergoeding per schooljaar 1/12 deel per maand. Deze vergoeding zal per 1

augustus 2010 komen te vervallen

Materiële instandhouding

Gebaseerd op groepsafhankelijk en enleerlingafhankelijk programma van eisen.

Vergoeding per kalenderjaar 1/12 per maand;

Leerlinggebonden financiering. Afhankelijk van indicatiestelling. Bestaat uit een

vergoeding voor personeel en voor materieel.

De beschikkingen van DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs, onderdeel van het Ministerie

van OCW) komen rechtstreeks bij het administratiekantoor aan, omdat het

administratiekantoor tevens postadres is voor DUO. Het administratiekantoor stuurt een

kopie van de beschikking aan de directeur van de school.

De bedragen van de vergoedingen zijn o.a. gebaseerd op het aantal leerlingen.

Voor de vergoedingen per schooljaar geldt het aantal leerlingen op 1 oktober t-1 en voor

de vergoeding per kalenderjaar op 1 oktober.

Ter verduidelijking de vergoedingen voor het schooljaar 2009-2010 zijn gebaseerd op de

leerlingentelling per 1 oktober 2008 en die voor het kalenderjaar 2010 op de telling per

1 oktober 2009. Bij de vergoeding wordt onderscheid gemaakt tussen leerlingen van 4-7

jaar en van 8 jaar en ouder. Voor eerstgenoemde groep is het bedrag van de

vergoedingen hoger.

De telformulieren worden gecontroleerd door de directeur en opgestuurd naar DUO en

het administratiekantoor. Per 4 februari 2010 is de school aangesloten op BRON

(BasisRegistratieONderwijs).

3.2 Subsidies

Subsidies kunnen zowel van Rijk als gemeente afkomstig zijn. Sommigen worden

automatisch verstrekt, andere dient het bestuur aan te vragen.

Tevens is er een onderscheid tussen geoormerkte- en niet-geoormerkte subsidies.

Eerstgenoemde subsidies dienen binnen een bepaalde termijn besteed te zijn en

afzonderlijk te worden verantwoordbesteding. Het niet besteedde deel van deze subsidie

Page 148: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

148

en/of het onrechtmatig besteedde deel dient te worden terugbetaald

Voorbeelden van geoormerkte subsidies zijn: cultuureducatie en subsidie voor scholing

van overblijfmedewerkers.

3.3 Ouderbijdragen (Contributie)

De ouders betalen een jaarlijks vast te stellen bedrag per leerling. Hiermee worden de

volgende activiteiten voor de leerlingen bekostigd die niet uit overheidsmiddelen betaald

kunnen of mogen worden.

Het betreft extra personeelskosten, materiaalkosten, schoonmaakkosten e.d. De hoogte

van de bijdrage is afhankelijk van het belastbaar inkomen van de ouder(s).

3.4 Leerlinggebonden kosten

Scholen zijn verantwoordelijk voor het (laten) organiseren van tussen- en buitenschoolse

opvang (resp. TSO en BSO). Ook de Rotterdamse Montessorischool biedt die

mogelijkheid. Ouders die van deze mogelijkheid gebruik wensen te maken betalen

hiervoor een periodiek, meestal jaarlijks vast te stellen bedrag.

Onder leerlinggebonden kosten vallen ook de kosten van de werkweek en/of schoolreis,

schoolzwemmen en/of sportplan.

Ouders betalen daarnaast een klein bedrag voor diverse uitgaven (Sint, Kerst etc.).

De hoogte van de bijdrage is afhankelijk van de groep waarin de leerling zit en aan welke

activiteiten deze deelneemt.

De administratie van de ouderbijdragen en leerlinggebonden kosten is de taak van 2

administrateurs. Zij administreren de gegevens en versturen de facturen.

Verder voeren zij controle uit op de volledigheid van de administratie en de facturatie.

Indien ouders niet of niet tijdig betalen verzorgen de administrateurs ook de

betalingsherinneringen. Als de ouders na de 3e aanmaning nog niet betalen lichten de

administrateurs de penningmeester in.

Namens het bestuur verzendt de penningmeester een brief naar de desbetreffende

ouders. Daarna volgt eventueel een (telefonisch) gesprek met de ouders. Leidt dit nog

niet tot betaling dan besluit het bestuur tot afboeking van de vordering.

De facturen aan de ouders worden met de dagafschriften en de geleideformulieren naar

het administratiekantoor gestuurd en daar in de totale administratie van de vereniging

verwerkt. Zie hiervoor ook wat in hoofdstuk 2 is vermeld.

De bekostigingsgegevens en de overige inkomsten worden jaarlijks aan een

accountantscontrole onderworpen.

Page 149: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

149

4. BEGROTINGEN

Het administratiekantoor levert een eerste aanzet aan gebaseerd op de

bekostigingsgegevens die op dat moment bekend zijn en de ervaringsgegevens op basis

van het grootboek uit het lopende jaar en voorgaande jaren.

De gegevens voor de personele lasten komen uit een speciale tool uit het Raet, het HR

pakket van het administratiekantoor.

Het administratiekantoor stuurt de conceptbegroting met de bijlagen met de

onderbouwing van de diverse posten ter goedkeuring aan het bestuur.

De ledenvergadering stelt de begroting vast, op voorstel van het bestuur. Een voor

akkoord geparafeerd exemplaar wordt aan het administratiekantoor gezonden, alwaar de

cijfers als budget in de boekhouding worden opgenomen.

De directeur is bevoegd uitgaven doen conform wat in de begroting is opgenomen.

Page 150: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

150

5. BESTELLINGEN

Voor het zelfstandig plaatsen van bestellingen zijn 4 personen bevoegd: de directeur, de

adjunct-directeur en 2 docenten (dhr. K. van Ham en mevr. M. Buijs).

Alle andere personeelsleden kunnen eventueel namens de directeur bestellingen

plaatsen.

De besteller controleert de zending en tekent de pakbon/paklijst af.

De directeur bewaart de geleidebonnen.

Page 151: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

151

6. FACTUREN

De factuur van geleverde goederen en diensten gaan naar de directeur.

Deze controleert de facturen aan de hand van de pakbon of geleidebon.

De directeur voorziet de factuur van een stempel met daarin de code (grootboekrekening

waar de post geboekt moet worden) en zijn paraaf ter goedkeuring.

Eenmaal per week stuurt de directeur de facturen met een begeleidend formulier naar

het administratiekantoor. Het administratiekantoor verzorgt de betaling van de factuur

en de verwerking in de administratie.

De directeur heeft voor fiattering een onbeperkte bevoegdheid. Echter als het bedrag van

een factuur hoger is dan € 10.000,-- ( incl. BTW ), dan moet een akkoord op de

bestelling door het bestuur ( de penningmeester ) bij de factuur worden gevoegd.

Page 152: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

152

7. DECLARATIES

Declaraties worden ingediend door gebuik te maken van het declaratieformulier kleine

uitgaven.

Betalingen gaan vanaf de bestuur rekening (rekening bij ABN AMRO ). In sommige

gevallen gebeurt de betaling van de ING bankrekening 335146 en dan wordt het

geleideformulier gebruikt.

Zowel het declaratieformulier als het geleideformulier wordt geparafeerd door de

directeur.

Declaraties van de directeur autoriseert de penningmeester, datzelfde geldt voor

declaraties van bestuursleden. De declaraties van de penningmeester worden

geautoriseerd door de voorzitter van het bestuur.

Page 153: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

153

8. BETALINGEN

Eén maal per week stuurt de directeur de facturen en declaraties voorzien van een

geleidebon/ -lijst naar het administratiekantoor.

Het administratiekantoor is gemachtigd betalingsopdrachten uit te voeren en te

autoriseren (directeur van het administratiekantoor en het hoofd van de financiële

administratie).

Betaling gebeurt door opsturen van een getekende opdrachtbrief aan ABN AMRO en

Equens.

Betalingen van declaraties en facturen via de rekeningen bij de ING Bank worden

verzorgd door de directeur en de adjunct-directeur via internetbankieren van ING Bank.

Page 154: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

154

9. PERSONEELSBELEID EN SALARISBETALING

De aanstelling van personeel is de verantwoordelijkheid van het bestuur.

De directeur is namens het bestuur gemachtigd de akten van benoeming te

ondertekenen.

Aanstellingen, uit dienstmeldingen, mutaties in werktijdfactoren, vervangingen en andere

mutaties worden doorgegeven via GPB, de online applicatie van Groenendijk

Administratie.

Deze applicatie is afgeschermd via een inlogcode en een wachtwoord die alleen bij de

directeur bekend zijn. De gegevens komen bij het administratiekantoor binnen op de

afdeling PSA (Personeels- en Salaris Administratie), waar zij gecontroleerd en verwerkt

worden.

In geval van een aanstelling, uit dienst melding en mutatie in werktijdfactor zorgt het

administratiekantoor voor een acte. Deze wordt opgestuurd naar de directeur die de acte

vervolgens ondertekend en retour stuurt naar het administratiekantoor.

Vervangingen worden doorgegeven door de directeur of de adjunct-directeur (ook via

GPB). Het administratiekantoor verzorgt de declaratie bij het Vervangingsfonds.

Het administratiekantoor is gemachtigd de salarisbetalingen uit te voeren.

Dit gebeurt door middel van een getekende opdrachtbrief aan ABN AMRO en Equens.

De afdrachten aan belastingdienst, ABP etc. verzorgt het administratiekantoor, op

dezelfde wijze als de salarisbetalingen.

Page 155: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

155

10. RAPPORTAGES

De vereniging kent geen tussentijdse rapportages. De penningmeester kan op de site van

het administratiekantoor de gegevens van de balans en staat van baten en lasten inzien

en uitdraaien. Hij heeft daarvoor van het administratiekantoor een inlogcode en

wachtwoord ontvangen. Deze zijn ook bij de directeur bekend.

Het samenstellen van het jaarverslag is de verantwoordelijkheid van het bestuur.

In overleg met het bestuur en de directeur maakt het administratiekantoor de planning.

Het administratiekantoor stelt de conceptjaarrekening op en stuurt deze ter goedkeuring

aan het bestuur.

Het bestuur controleert de jaarrekening en geeft eventuele correcties en aanpassingen

door aan het administratiekantoor.

Als het bestuur akkoord gaat met de jaarrekening stuurt zij een geparafeerde balans en

staat van baten en lasten naar het administratiekantoor, samen met een aantal

formulieren voor de accountant, die het administratiekantoor tegelijk met de

conceptjaarrekening toestuurt.

Het bestuur stelt vervolgens het bestuursverslag op, dat voldoet aan de eisen van de

Richtlijn Jaarverslag Onderwijs van het Ministerie.

Vervolgens stuurt het bestuur dit verslag naar het administratiekantoor.

Het administratiekantoor voegt bestuursverslag en jaarrekening samen tot een

jaarverslag en levert dit ter controle aan de accountant aan.

De accountant van de Vereniging wordt door tussenkomst van het administratiekantoor

betrokken. Reden hiervan is dat de controle bij het administratiekantoor plaatsvindt. De

penningmeester geeft schriftelijk zijn goedkeuring voor de aangetrokken accountant.

De eindverantwoordelijkheid voor tijdigheid en juistheid van het jaarverslag ligt bij het

bestuur.

Page 156: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

156

Bijlage 6 : Procesbeschrijving loting i.v.m. toelating tot de Rotterdamse Montessorischool.

PROCESBESCHRIJVING VOOR DE TOELATING

TOT DE ROTTERDAMSE MONTESSORISCHOOL

Op de Rotterdamse Montessorischool kunnen per kwartaal elf kinderen worden

toegelaten. Het streven is om per jaar evenveel meisjes als jongens op de school toe te

laten.

Ouders dienen hun kind in het kwartaal voorafgaand aan de derde verjaardag van hun

kind op de school aan te melden. Bij inschrijving wordt het kind op een lijst geplaatst en

krijgt het op die lijst een opvolgend nummer.

Omdat er jaarlijks meer kinderen worden aangemeld dan er daadwerkelijk geplaatst

kunnen worden, zal voor de beschikbare plaatsen een loting plaatsvinden. Om tot een zo

eerlijk mogelijk toelatingsproces te komen zal ieder kwartaal afzonderlijk tussen de

ingeschreven jongens en de ingeschreven meisjes worden geloot.

Ieder ingeschreven kind wordt met naam en nummer vermeld op de lotinglijst voor het

kwartaal waarin het kind vier jaar wordt. Per kwartaal zijn er twee lotinglijsten, één met

jongens en één met meisjes.

Indien een kind voldoet aan de hieronder genoemde voorwaarden, dan hoeft het kind

niet deel te nemen aan de betreffende loting en zal het sowieso worden toegelaten tot de

Rotterdamse Montessorischool.

Om vrijgesteld te worden van loting dient het kind:

1. op tijd te zijn aangemeld; en

2. reeds een broertje en/of zusje op school te hebben; en/of

3. een (groot)ouder te hebben die werkzaam is op school; en/of

4. een ouder te hebben die als medewerker verbonden is aan de Stichting Activiteiten

na schooltijd te Rotterdam.

Voor de overgebleven plaatsen zal worden geloot. Om de onafhankelijkheid en

onpartijdigheid zo goed mogelijk te waarborgen wordt de loting uitbesteed aan een

notaris. De procedure verloopt als volgt:

1. De lotinglijsten worden per kwartaal door de school aangeleverd bij de notaris, met

opgave van het aantal voor dat kwartaal te loten meisjes en jongens.

2. Met gebruik van een speciaal daartoe bestemd computerprogramma, zullen door de

notaris willekeurige nummers worden geloot. Een door de computer gegenereerd

nummer correspondeert met het nummer dat het kind bij inschrijving heeft

gekregen.

Page 157: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

157

3. Op deze wijze zal ieder kwartaal zowel een loting van jongens als van meisjes

plaatsvinden en worden bepaald welke kinderen zullen worden toegelaten tot de

Rotterdamse Montessorischool.

4. Per loting zal tussen alle op de betreffende lotinglijst voorkomende jongens en

meisjes worden geloot. Mocht na loting blijken dat ten aanzien van een ingeloot kind

wordt afgezien van het volgen van onderwijs op de Rotterdamse Montessorischool

(bijvoorbeeld omdat de voorkeur wordt gegeven aan een andere school), dan zal het

eerstvolgende gelote kind (van hetzelfde geslacht als van het kind wiens plaats is

vrijgekomen) alsnog worden toegelaten tot de Rotterdamse Montessorischool.

Voor toelating van een dergelijk, in tweede instantie, ingeloot kind geldt als extra

voorwaarde dat het kind woonachtig is in een gebied met postcode 3021, 3022,

3023 of 3039.

5. Mocht geen van de in tweede instantie voor toelating aan te merken kinderen

woonachtig zijn in een gebied met een van de voornoemde postcodes, dan vervalt

deze extra voorwaarde en wordt het eerstvolgende gelote kind alsnog toegelaten tot

de school.

6. De notaris zal de school schriftelijk in kennis stellen van de namen van de kinderen

die in het betreffende kwartaal voor toelating in aanmerking komen.

7. De school zal vervolgens de ouders van de kinderen over de toelating informeren,

ten minste een jaar voordat hun kind naar scho

Page 158: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

158

Bijlage 7 : Zorgprofiel

School Vereniging de Rotterdamse Montessorischool

BRIN 08CK

Directeur J.G. Dirksen

Adres Essenburgsingel 25 C

Telefoon 0104775767

E-mail [email protected]/ [email protected]

Bestuur 41548

Basisondersteuning Basisondersteuning bevat vier aspecten: basiskwaliteit, preventieve en licht curatieve interventies, onderwijsondersteuningsstructuur en planmatig werken. In het Samenwerkingsverband Passend

Primair Onderwijs Rotterdam is afgesproken dat alle scholen per 01 augustus 2016 voldoen aan het vereiste niveau van basisondersteuning zoals omschreven in het ondersteuningsplan.

Beoordeling inspectie : De beoordeling van de inspectie was voldoende. (groen) Datum van vaststellen : Januari 2012

Bijzonderheden met betrekking tot preventieve en licht curatieve interventies

Interventie In orde ? Toelichting (inclusief ambitie)

Vroegtijdig signaleren van leer-,

opgroei- en opvoedproblemen

☒ Bij ons op school worden leerproblemen

vroegtijdig gesignaleerd (groep 1). Kinderen krijgen in geval van problemen een

“voorschotbehandeling” Bij groei- en opvoedproblemen schakelen we onze SCP, SMW en de ouders in, zodat we tijdig tot een structurele aanpak komen.

De zorg voor een veilig schoolklimaat

☒ Onze school staat bekend als “veilige school”.

Een aanbod voor leerlingen met dyslexie

☒ Al in de onderbouw werken we met een zogenaamd “voorschotprogramma”. Ook in groep drie krijgen deze kinderen extra

aandacht voor hun taalontwikkeling. Er is een specialist op school aanwezig. Het is de ambitie van de school dat de aanpak voor dyslectische kinderen nog verder wordt uitgewerkt, waaronder de aanschaf van

hulpmiddelen voor dyslexie. (Kurzweil of Sprint

plus of L2S.)

Een aanbod voor leerlingen met dyscalculie

☒ Op het gebied van rekenen kan onze school veel extra zorg bieden. Omdat wij over al het Montessorirekenmateriaal beschikken, waarmee kinderen heel concreet hun

rekenvaardigheden kunnen ontwikkelen. Ook andere rekenleermiddelen zijn ruimschoots aanwezig. Er is een rekenspecialist op school aanwezig. Het is de ambitie van de school dat de aanpak

van kinderen met dyscalculie nog verder wordt uitgewerkt.

Een afgestemd aanbod voor leerlingen met meer of minder dan gemiddelde intelligentie

☒ Aangezien wij een Montessorischool zijn is het leeraanbod sowieso afgestemd op de individuele leerling.

Page 159: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

159

Kinderen kunnen de leerstof in hun eigen

tempo verwerken. Het geven van extra instructie is geen probleem. Diverse leerkrachten zijn in het bezit van het diploma voor remedial teacher. Ook zijn er diverse leerkrachten die een specialisatie “Hoogbegaafd” hebben gedaan.

Het is de ambitie van de school om een plan van aanpak voor de hoogbegaafde kinderen te realiseren.

De school stelt voor leerlingen met een zeer specifieke

ondersteuningsbehoefte een ontwikkelingsperspectief (OPP) op

Zeker.

Toegankelijk schoolgebouw met

aangepaste werk- en instructieruimtes en hulpmiddelen

☒ Wij hebben een zeer oud schoolgebouw met

weinig voorzieningen en ook weinig mogelijkheden om deze te creëren. Het gebouw heeft 3 lagen. De tweede en derde

laag is alleen te bereiken via trappen. Er is geen enkele ruimte, die niet dagelijks wordt benut. Er is vrijwel geen extra instructieruimte, behalve de koffiekamer voor het personeel. Er zou zelfs geen ruimte zijn om een

invalidetoilet te maken. De school beschikt wel over veel hulpmiddelen op leergebied.

Aanpak gericht op sociale veiligheid en voorkomen van gedragsproblemen

☒ We zijn een kindvriendelijke school. De ontwikkeling van een kind staat centraal. Het vaststellen van onderwijsbehoeften van het

kind vormt de basis van ons onderwijs. We hebben een “levend” protocol tegen pesten. Het contract hiervan wordt jaarlijks door alle betrokkenen; leerkracht, directie, kind en ouders ondertekend. We werken met ondersteuningskaarten qua gedrag.

Er worden lessen verzorgd: “kinderen en hun sociale competenties. Er wordt sovatraining gegeven door SMW in kleine groepjes. We doen mee aan het project “Jonge Helden”. Dit project wordt aangeboden aan kinderen van

de bovenbouw die met rouw en verlies te maken gehad hebben. (ook scheiding van

ouders.)

Protocol voor medische handelingen

☒ Voor kinderen die een medische handeling nodig hebben volgen de leerkrachten een bepaalde instructie.

Er zijn verschillende teamleden die in het bezit zijn van een “geldig” EHBO-diploma.

Deskundigheid

Onze school beschikt over specifieke deskundigheid op het gebied van :

Onderwijsdomein Toelichting

Leren en ontwikkeling Alle leerkrachten zijn in het bezit van een Montessori-diploma of een dispensatie daarvan.

Dit houdt in dat iedereen ( alle leerkrachten) in

staat is om het leren en de ontwikkeling van een kind te volgen en in kaart te brengen. Iedere leerkracht is in staat om de onderwijsbehoeften

Page 160: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

160

van een kind te achterhalen (eventueel met steun

van IB-’er). Er wordt gewerkt volgens het principe van HGW.

Sociaal en emotioneel gedrag Onze school beschikt over een gedragsspecialist.

Fysiek en medisch Onze school beschikt over mensen met uitgebreide kennis op motorisch gebied.

Werkhouding geen

Thuissituatie geen

Hiervan is (op termijn) inzetbaar voor andere scholen in de wijk : Voorzieningen en materialen

Wij werken met de volgende specifieke concepten, aanpakken, materialen, programma’s, methodieken, protocollen, etc. :

- We zijn een Montessorischool en werken volgens de ideeën van Maria Montessori. - Volgens de ideeën van Maria Montessori staat het kind centraal. Het volgt zijn eigen leerlijn. - We beschikken als school over al het specifieke Montessorimateriaal. Dit moet je zien als

ontwikkelingsmateriaal voor kinderen. Daarnaast beschikken we over veel andere

leermiddelen. - Kinderen leren bij ons al jong dat ze verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. Ze

leren zelf om een planning te maken ten aanzien van de leerstof. Ze stellen zelf hun leerdoelen, vooral in de bovenbouw.

- We werken met een soort “maatjes systeem”. Onze groepen zijn heterogeen (kinderen van verschillende leeftijden zitten in een klas) Het oudste kind in de groep helpt de jongere. Ze dragen verantwoordelijkheid voor elkaar.

- We zijn een zogenaamde “cultuurschool”. Cultuur op school neemt een belangrijke plaats in. We nemen veelvuldig deel aan programma’s van het Rotterdams Philharmonisch orkest,

van musea en andere culturele instellingen. - We gaan jaarlijks met groep vier t/m acht op werkweek. Wij werken dan met elkaar een

thema uit. Kinderen leren tijdens deze week veel op het gebied van sociale vaardigheden. De oudsten leiden groepjes met jongere kinderen enz.

- We hebben een vakleerkracht muziek. Ook het volgen van blokfluitlessen behoort bij ons aanbod.

- We hebben het vak filosofie in ons lespakket opgenomen. Van onderbouw t/m bovenbouw wordt er op diverse niveaus gefilosofeerd.

- Voor de bovenbouwkinderen (groep zes t/m acht) werken we met een sportplan. De kinderen maken tijdens een sportles kennis met diverse sporten.

- Ouderparticipatie is bij ons op school welkom/belangrijk.

We hebben toegewijde ouders, die actief meedenken met de school. Er is onder andere een groep die de website van de school vernieuwt. In de onderbouw helpen ouders regelmatig met het uitwerken van thema's in de vorm van leskisten.

Ouders nemen ook actief deel aan het leesproces van de kinderen. Jaarlijks wordt er een zogenaamde “week van het voortgezet onderwijs” georganiseerd voor de kinderen van groep acht. Ouders van de school geven in deze week een uur les.

Inhoudelijk krijgen de kinderen de beleving van een week zoals ze deze in het voortgezet onderwijs kunnen verwachten.

- Er is weinig verloop van de leerkrachten. - Er is een BSO werkzaam op onze school “Hutspot”.

Bijzonderheden met betrekking tot ons schoolgebouw

Mogelijkheden/bijzonderheden Toelichting

Het is een oud schoolgebouw uit

ongeveer 1900.

Kleine klassen, hoge plafonds. Qua inhoud

voldoen ze, maar qua oppervlakte voor een

Montessorigroep niet. Mooi trappenhuis, maar niet toegankelijk voor fysiek gehandicapten.

Page 161: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

161

Alle ruimtes worden zeer intensief gebruikt.

Mooie speelplaats, zeer veilig doordat het ingebouwd is tussen de huizen. Ingang is een ouderwetse poort.

Geen time-out plek. Wel rondjes rennen over het schoolplein bij teveel aan energie enz.

Geen voorzieningen voor fysiek gehandicapten

Is vrijwel onmogelijk, ook vanwege plaatsgebrek. Er is zelfs geen ruimte voor een invalidetoilet.

Bijzonderheden met betrekking tot de samenwerking met partners/ouders

Partner (o.a. SBO en SO / ouders) Toelichting

De oudergeleding vormt ons bestuur.

De ouders vormen als het ware doordat we een “vereniging” zijn onze school.

De samenwerking met de ouders is goed. Ook doordat we overgegaan zijn om te werken met

HGW, worden de ouders betrokken bij het leer/ontwikkelingsproces van hun kind(eren). Via de algemene ledenvergadering ook met het proces van de school.

We zijn een zogenaamde éénpitter en beschikken niet over partnerscholen.

Er is wel sprake van een overlegstructuur tussen schoolleiding en IB met andere scholen die aangesloten zijn bij de groep “neutraal bijzonder onderwijs” in de regio. Ook is er regelmatig overleg met de schoolleiding van andere Montessorischolen in de regio.

Grenzen aan de mogelijkheden van ons onderwijs ; wat kunnen we (nog) niet ?

Onderwijsdomein Toelichting

Leren en ontwikkeling Wij hebben de ambitie om ons als team te ontwikkelen op het gebied van dyslexie, dyscalculie en hoogbegaafdheid.

Sociaal en emotioneel gedrag Wij zijn tamelijk bedreven in het begeleiden van kinderen met een enkelvoudige stoornis in het autistisch spectrum, ADHD en ADD. Onze grenzen ervaren we op het gebied van ODD

of van meervoudige stoornissen.(Deze kinderen ondervinden te veel prikkels.) Mede doordat we geen time-outplek(ken) hebben, is het begeleiden van deze kinderen in een heterogene groep waar “vrijheid in gebondenheid” hoog in het vaandel staat moeilijk.

Fysiek en medisch Wij kunnen niet omgaan met blinde en dove

kinderen. Deze specifieke hulp kunnen wij niet bieden. Ons gebouw beperkt het opnemen van fysiek gehandicapte kinderen.

Werkhouding Als een kind totaal geen werkhouding heeft (weigert te werken) kunnen we weinig beginnen, net als elke andere school.

Thuissituatie We kunnen de thuissituatie niet veranderen. Wel kunnen we in gesprek gaan met………., om………..

Ambities en (na-)scholingswensen Om vanuit de uitgangspunten van Passend onderwijs zoveel mogelijk kinderen te kunnen

begeleiden, hebben we als school( -team) de volgende ambities :

Page 162: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

162

Onderwijsdomein Toelichting

Leren en ontwikkeling We willen ons als team verder scholen in dyslexie, dyscalculie en hoogbegaafdheid.

Sociaal en emotioneel gedrag We willen ons als team verdiepen in de diverse gedragsproblemen, zoals het begeleiden van kinderen met een stoornis in het autistisch spectrum. ADHD, ADD en ODD.

Fysiek en medisch Op het gebied van de motoriek willen we ons meer specialiseren. Bijv. Braingym. Hoe kan meer bewegen bijdragen tot beter leren.

Werkhouding In augustus 2015 start ons schooljaar met een studiemiddag over werkhouding. Deelname: het

hele schoolteam. We willen ons meer bekwamen in coöperatieve

werkvormen, zodat kinderen goed leren samenwerken.

Thuissituatie Een aantal teamleden neemt deel aan de cursus

“communiceren met ouders”.

Gekoppeld aan de bovenstaande ambities hebben wij als school de volgende nascholingswensen : Hoogbegaafdheid: studiemorgen voor het team in juni 2015

Werkhouding: studiemiddag voor het team in augustus 2015 Dyslexie: eerste aanzet studiemorgen voor het hele team, (was 7 april 2015). Innovatief leren: het moderne leren, hoe geef je dit vorm? Intrinsieke motivatie: Hoe bewerkstellig je dat? Het omgaan met gedragsproblemen in de klas. Wij willen dat meer leerkrachten zich specialiseren door het volgen van een

masteropleiding.

Overige bijzonderheden : Het uitzetten van een rekenlijn, waarin alle specifieke Montessorimiddelen/ kenmerken

zijn opgenomen/geborgen.

Het uitzetten van een taallijn, waarin alle specifieke Montessorimiddelen/kenmerken zijn opgenomen/geborgen

Page 163: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

163

Bijlage 8 Startdocument Leren loont

ALGEMENE ONDERBOUWING STARTDOCUMENT

Naam school: Ver. De Rotterdamse Montessorischool Maximaal beschikbaar schoolontwikkelbudget: 31.493,15 ( 62.986,30 ) Analyse algemene schoolsituatie2 : De Rotterdamse Montessorischool is een basisschool, waar onderwijs wordt gegeven op basis van de methode van Maria Montessori. Onze school geeft onderwijs op algemene grondslag ( Alg. Bijzonder ). Het gaat uit van gelijkwaardige betekenis van levensbeschouwelijke en maatschappelijke stromingen. De normen- en waardenoverdracht is erop gericht dat de leerling een levensbeschouwing kan opbouwen en van daaruit een eigen inbreng kan hebben. Het aantal leerlingen op onze school is al jaren vrij constant. Bij kwartaallotingen moeten wij, vanwege plaatsgebrek, veel potentiele kandidaten afwijzen. Zij-instroom is alleen mogelijk wanneer door vertrek van leerlingen plaatsen vrijkomen. De prognoses van de gemeente Rotterdam laten voor de komende jaren ook een stabiel beeld zien. Het merendeel van onze leerlingen stroomt uit op HAVO en VWO niveau. De gemiddelde score op de eindtoets overstijgt zowel het gemeentelijk ( R’dam ) als landelijk gemiddelde. Cultuuronderwijs maakt structureel deel uit van ons curriculum.. Waar we de cultuur niet in school kunnen halen, wordt deze buiten school opgezocht ( museumbezoek, e.d. ). Er wordt ruim aandacht besteed aan filosoferen met kinderen. Bij het laatste inspectiebezoek ( 2012 ) is het aan de school reeds toegekende basisarrangement gehandhaafd/verlengd. De inspectie heeft geconcludeerd dat de kwaliteit van het onderwijs op onze school op de onderzochte onderdelen grotendeels op orde is en dat de school op die gebieden nauwelijks tekortkomingen kent. Jaarlijks ontvangen wij bericht van verlenging van het basisarrangement. Uit de laatste visitatie van de Nederlandse Montessori Vereniging blijkt de school ruim te voldoen aan de meeste kenmerken die door die Vereniging voor erkenning van montessorischolen worden vereist. Op het gebied van registratie zijn we geadviseerd een duidelijker koers te gaan varen. Dat is inmiddels geëffectueerd. Ouders hebben in een laatste tevredenheidspeiling de school met een 7,9 beoordeeld en geven daarmee aan zeer tevreden te zijn. De vijf belangrijkste aspecten die daarbij worden benoemd zijn de leerkracht, de begeleiding, de sfeer, de kennisontwikkeling en de persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen. Hoewel de drie bovengenoemde bronnen overwegend positief oordelen over de school, blijft een

2 De analyse is in elk geval gebaseerd op het laatste inspectieoordeel en het schoolplan (inclusief addendum

indien van toepassing), evt. op Sterkte –Zwakte analyse of zelfevaluatie, opbrengstenanalyse, tevredenheidsonderzoeken bij leerlingen, ouders en medewerkers, adviezen en evt. klachten van ouders, omgeving(sfactoren), externe relaties.

Page 164: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

164

goed geplande schoolontwikkeling van groot belang. In ons schoolplan en in onze jaarplannen wordt deze duidelijk aangegeven. Er wordt met regelmaat geëvalueerd. In de loop der jaren is ons curriculum met verschillende onderdelen / vakgebieden uitgebreid. Techniekonderwijs, filosoferen met kinderen, cultuuronderwijs, enz., enz. Dergelijke vernieuwingen hebben veel van de inzet van het team gevraagd en dan blijkt bij een screening van bestaande vakgebieden ( bijv. bij rekenen en ICT onderwijs ) dat actualisering van aanbod ( methode ) en aanpassing van didactische werkwijze inmiddels dringend noodzakelijk zijn geworden. Daarnaast valt het op dat onze school veel dyslectische kinderen ‘aantrekt’, die wij momenteel voldoende kunnen opvangen, maar met extra inzet van middelen mogelijk nog beter zouden kunnen begeleiden. En dan worden we nog uitgedaagd door onze talentvolle leerlingen. Om ook hen adequaat te kunnen begeleiden willen we in de komende jaren investeren in kennis en middelen. Zo ontstaan vier pijlers, waarvoor wij de subsidiegelden van “Leren Loont “ willen inzetten. In onderstaand document daarvan een overzicht ( themalijnen ‘De beste leraren voor de klas’, ‘Kwaliteit door schoolontwikkeling’ ).

TEKST: TOELICHTING INDICATOREN

De beste leraren voor de klas: Het percentage leraren met een masteropleiding in het po stijgt.

- Leraar professionaliseert op het gebied van talentontwikkeling ( coördinator )

- Team professionaliseert op het gebied van talentontwikkeling

- Leraar professionaliseert op het gebied van dyslexie ( coördinator )

- Team professionaliseert op het gebied van dyslexie

Zowel op het gebied van talentontwikkeling, als op het gebied van dyslexie wordt een

coördinator benoemd, die zich via een masteropleiding ( master SEN ) op het aangegeven

gebied kan professionaliseren ( schooljaar 2015-2016 / 2016-2017 ). Een vervolgstap is dan

de teamprofessionalisering, waarbij de coördinator een leidende rol vervult ( schooljaar

2016-2017 / 2017-2018 ).

Op dit moment is er reeds een werkgroep meer – en hoogbegaafdheid ingesteld.

De betrokken leerkrachten volgden cursussen op verschillende niveaus.

De komende twee schooljaren ( 2015-2016 / 2016-2017 ) zal één van de leden van de

werkgroep de kans krijgen deel te nemen aan een masteropleiding ( SEN ) om vervolgens

als coördinator te werken aan een goed doordachte doorgaande ontwikkelingslijn voor

onze meer – en hoogbegaafde leerlingen ( 2016-2017 en 2017 – 2018 ). In

teamvergaderingen en op studiedagen zal de coördinator het team meenemen op de weg

naar dit einddoel. We werken met een duidelijke tijdlijn met tussendoelen en schakelen,

waar nodig, externen in om ons van advies te dienen. Schoolleiding en coördinator

Page 165: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

165

bewaken gezamenlijk de voortgang ( onderdeel van de gesprekkencyclus ). In het

schooljaar 2018-2019 zal tijdens klassenconsultaties ( uitgevoerd door de coördinator )

moeten blijken of het einddoel in voldoende mate is bereikt.

NB. Het zal, na toekenning van de subsidie, de eerste taak zijn van de coördinator om de

tijdlijn en de tussendoelen overzichtelijk te formuleren en met team en schoolleiding ( en

andere projecten ) af te stemmen.

Dyslexie en de behandeling ervan zijn aan voortdurende ontwikkeling onderhevig.

We werken op dit moment met een dyslexie-protocol, maar de groepsleerkrachten zijn bij

de invulling ervan nog te sterk afhankelijk van de intern begeleiders van de school.

Een leraar krijgt de komende twee schooljaren ( 2015 – 2016 / 2016 - 2017 ) de kans zich te

professionaliseren op het gebied van dyslexie ( SEN ). Er zal dan ook ruimte zijn om

(internationale) ontwikkelingen te bestuderen, onderzoek te doen in en buiten de eigen

school, enz.

De leraar wordt schoolbreed coördinator op het gebied van dyslexie en de behandeling

ervan en gaat leiding geven aan de professionalisering van het team op dit gebied ( 2016 –

2017 en 2017 – 2018 ).

- Het uiteindelijk doel van deze inzet is de verbetering van de schoolbrede aanpak van

leerlingen met dyslexie.

In teamvergaderingen en op studiedagen zal de coördinator het team meenemen op de

weg naar dit einddoel. We werken met een duidelijke tijdlijn met tussendoelen en

schakelen, waar nodig, externen in om ons van advies te dienen. Schoolleiding en

coördinator bewaken gezamenlijk de voortgang ( onderdeel van de gesprekkencyclus ). In

het schooljaar 2018-2019 zal tijdens klassenconsultaties ( uitgevoerd door de coördinator )

moeten blijken of het einddoel in voldoende mate is bereikt.

NB. Het zal, na toekenning van de subsidie, de eerste taak zijn van de coördinator om de

tijdlijn en de tussendoelen overzichtelijk te formuleren en met team en schoolleiding ( en

andere projecten ) af te stemmen.

NB. In het kader van het project “Vierslagleren” volgen twee collega’s in het lopende en

volgende schooljaar ( 2014-2015 en 2015 – 2016 ) een masteropleiding.

Kwaliteit door schoolontwikkeling Instellingen, scholen en onderwijslocaties behalen de in hun schoolplan verwoorde doelstellingen voor schoolontwikkeling. Vernieuwing rekenonderwijs Schoolanalyse huidige situatie. In onder – en middenbouw staat het montessorimateriaal centraal. Daarnaast is er een veelheid aan extra leerstof om de doelen voor rekenonderwijs te behalen, maar deze zijn inmiddels verouderd en voldoen niet aan de eisen van de tijd. In de bovenbouw ligt het accent op methodisch materiaal. De in gebruik zijnde rekenkaarten ( op basis van de methode “Pluspunt “) zijn inmiddels ook aan vervanging toe. Doel ( eerste jaar ) : Aanwezige en aan te schaffen rekenmaterialen, methodisch rekenmateriaal, montessorirekenmaterialen, enz. in een doorgaande rekenlijn plaatsen, zodat ruim kan worden voldaan aan de referentiekaders rekenen. Wij gaan er dan vanuit dat daarbij S1 ruim gehaald moet kunnen worden ( S1 + ).

Page 166: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

166

Wat gaan we doen ? De reken coördinator wordt op basis van een projectbenoeming ( WTF 0,2 ) in de gelegenheid gesteld bovenstaande doelstelling gedurende het komende schooljaar ( 2015 – 2016 ) vorm te geven. In de volgende jaren wordt de nieuwe rekenlijn geïmplementeerd en zullen ook klassenconsultaties worden gehouden. De coördinator gebruikt daarbij een ‘kijkwijzer rekenonderwijs ‘, waarin tussen – en einddoelen staan geformuleerd. Uiteindelijk zullen de rekenprestaties van onze leerlingen verbeteren en zullen de scores bij tussen – en eindtoetsen significant stijgen. Het aantal leerlingen dat voor rekenen naar Remedial Teaching wordt verwezen zal vanaf 2017 afnemen. De kosten van dit project worden geraamd op WTF 0,2 ( LB – schaal ) en de kosten voor onderzoek, cursussen, enz. Totaal € 15.000,- p.j. CT onderwijs op een hoger plan brengen Op school is een goed werkend netwerk aanwezig. In alle klassen wordt met computers / laptops gewerkt. De huidige inzet van ICT is nog te weinig structureel en onvoldoende actueel/functioneel. Gezien de ontwikkelingen zijn er op dit gebied grote slagen te maken. Doel : ICT onderwijs maakt structureel deel uit van het curriculum. Het is up-to-date en daagt leerlingen uit. In het geheel van ons onderwijs leidt het tot betere prestaties op velerlei terreinen. Wat gaan we doen ? De werkgroep ICT krijgt meer ruimte om zich te verdiepen in algemene ontwikkelingen en toepassingsvormen van ICT in het huidige onderwijs. Dit gaat resulteren in bruikbare werkvormen voor onze groepen en tot een doorgaande leerlijn ICT voor onze school. Een lid ( of leden ) van de werkgroep wordt / worden dit eerste jaar vrijgesteld van lesgevende taken voor het bezoeken van andere scholen, voor e-learning trajecten, voor onderzoek, enz. Er wordt regelmatig overlegd met werkgroep, schoolleiding en team. De werkgroep stelt een duidelijke tijdlijn voor met tussen – en einddoelen voor de jaren 2016-2017 / 2017 – 2018 en 2018 – 2019. Het invoerings – en implementatieproces wordt vanuit de werkgroep en schoolleiding gemonitord. Klassenconsultaties maken deel uit van het proces. Naast directe vervangingskosten moet ook rekening worden gehouden met grote(re) investeringen ( software, tablets ). De kosten van dit project worden het eerste jaar geraamd op WTF 0,1 ( LB – schaal ) en de kosten voor onderzoek, externen, cursussen, enz. Totaal € 10.000,- p.j. Doorgaande Leerlijn Meer – en Hoogbegaafden Voor onze talentvolle leerlingen is veel extra materiaal op school aanwezig. Er is nog geen protocol meer – en hoogbegaafdheid, zodat alleen de toetsgegevens en de direct meetbare onderwijsbehoefte op dit moment bepalen welke leerlingen additioneel materiaal

Page 167: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

167

aangeboden krijgen. Doel : Een protocol meer – en hoogbegaafdheid, waarin tevens de doorgaande lijn wordt vastgelegd. Elk teamlid kan dit protocol in de praktijk toepassen. Wat gaan we doen ? In de twee komende schooljaren ( 2015-2016 / 2016 - 2017 ) zal één van de leden van de werkgroep de kans krijgen deel te nemen aan een masteropleiding ( SEN ) om vervolgens als coördinator te werken aan een goed doordachte doorgaande ontwikkelingslijn voor onze meer – en hoogbegaafde leerlingen ( 2016-2017 en 2017 – 2018 ). De coördinator stelt het protocol op, informeert en begeleidt de teamleden. Er is een nauwe samenwerking vereist met de IB-ers van onze school. Binnen het project zal dus ook structureel moeten worden voorzien in tijd voor overleg. De (meer)kosten worden dit eerste jaar geraamd op € 5000,- Werken met Dyslectische leerlingen. We werken op dit moment met een dyslexie-protocol, maar de groepsleerkrachten zijn bij de invulling ervan nog te sterk afhankelijk van de intern begeleiders van de school. Doel : Een dyslexie-protocol, waarin tevens de behandelwijze wordt vastgelegd, die is ontwikkeld aan de hand van actuele ( internationale ) ontwikkelingen. Ieder teamlid kan dit protocol in de praktijk toepassen. Wat gaan we doen ? Een leraar krijgt in de volgende twee schooljaren ( 2015 – 2016 / 2016 - 2017 ) de kans zich te professionaliseren op het gebied van dyslexie ( SEN ) . Er zal dan ook ruimte zijn om (internationale) ontwikkelingen te bestuderen, onderzoek te doen in en buiten de eigen school, enz. Om invulling te geven aan deze doelstelling zal de betrokken leerkracht met enige regelmaat moeten worden vrijgesteld van lesgevende taken en zal in vervanging moeten worden voorzien. In de vervolgjaren zal de implementatie van protocol en werkwijze en de monitoring daarvan een belangrijke taak zijn voor de coördinator. De (meer)kosten worden in dit eerste jaar geraamd op € 1493,15

TEKST: PLANNING

Planning : Moment van subsidieaanvraag : uiterlijk 1 april 2015 ( startdocument )

Page 168: Vereniging De Rotterdamse Montessorischool...onderwijs. Het bevoegd gezag van onze school is het bestuur van Vereniging de Rotterdamse Montessorischool. Na inschrijving en toelating

168

Mondelinge toelichting subsidieaanvraag : mei 2015 ( startdocument ) Definitieve subsidieaanvraag 2015-2016 : juni 2015 - onderbouwd aan de hand van het schoolplan 2015-2019 Op dit moment is het schoolplan 2015 – 2019 nog niet beschikbaar. We verwachten dit voor de herfstvakantie 2015 te kunnen toevoegen aan de aanvraag. Voortgangsgesprek : maart 2016 Subsidieaanvraag 2016-2017 : uiterlijk 1 april 2016 ( vervolgdocument- jaarplan ) Mondelinge toelichting subsidieaanvraag : mei 2016 ( vervolgdocument - jaarplan ) Subsidieverantwoording 2015-2016 : juni 2016 ( jaarrekening )