Verbreden met behoud van identiteit

13
Verbreden met behoud van identiteit Jaarplan NVMW 2012

description

Jaarplan Nederlandse vereniging van Maatschappelijk Werkers/NVMW 2012

Transcript of Verbreden met behoud van identiteit

Verbreden met behoud van identiteit Jaarplan NVMW 2012

2

Inhoudsopgave 1. Inleiding: Ambitie 2012 Verbreden met behoud van identiteit ............................................ 3 2. Missie en kerntaken NVMW .............................................................................................. 4 3. Speerpunten 2012............................................................................................................. 6 4. Wetenschappelijke onderbouwing ....................................................................................12 5. Interne organisatie............................................................................................................12

3

1. Inleiding: Ambitie 2012 Verbreden met behoud van identiteit Met genoegen presenteert het verenigingsbureau u het jaarplan 2012 van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW). Dit jaar staat de realisering van onze ambitie: ‘ Verbreden met behoud van identiteit’ centraal. In de context van actuele ontwikkelingen wil de NVMW de beroepsidentiteiten van de reeds aangesloten beroepsgroepen versterken, maar tegelijkertijd de krachten bundelen met verwante beroepsgroepen. In 2011 is dit streven in werking gezet in de discussienota ‘Strategiebepaling’ 1 die breed is besproken in diverse geledingen, zoals de Algemene Ledenvergadering, het Algemeen Bestuur en de bureaustaf. De conclusie die hieruit op dat moment werd getrokken, luidde als volgt: “De NVMW staat voor de toekomst en ziet deze in het uitbouwen van de verbreding van de NVMW die al gaande is en ook vorm krijgt binnen de vakgroep Master Social Work (MSW) en het Platform Jeugd (PJ). De NVMW wil met behoud van merk en identiteit van het maatschappelijk werk, de NVMW openstellen voor andere HBO professionals in het welzijnsdomein, in de vorm van een keten -–of federatieve structuur. Hierbij is de financiering van de inhoud voor deze andere beroepsgroepen een punt van aandacht en nadere uitwerking. De NVMW wil de weg van de geleidelijkheid die nu is ingezet vasthouden, maar wil deze beweging wel expliciteren richting haar leden en hierover een open discussie voeren.” Deze discussie zal in 2012 in de regionetwerken en functiegroepen worden voortgezet.

Lies Schilder Directeur, maart 2012

1 Deze nota is voor leden te vinden op http://www.nvmw.nl/professionals/over-nvmw/beleid.html. Andere

belangstellenden kunnen hem bij het bureau bestellen via [email protected].

4

2. Missie en kerntaken NVMW

Het realiseren van voornoemde ambitie is onderdeel van de missie die de NVMW zich stelt. Deze missie luidt: De Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers/NVMW is hét platform en hét netwerk voor ruim 4.100 maatschappelijk werkers, sociaalagogen en andere social professionals. De NVMW is een representatieve beroepsvereniging die zichtbaar is in de maatschappij, die duidelijk maakt waar het beroep voor staat en gaat en met lef de collectieve belangen van maatschappelijk werkers behartigt. De NVMW borgt de kwaliteit van het beroep, maakt kennisoverdracht mogelijk en biedt individuele dienstverlening aan leden. De NVMW vertegenwoordigt het maatschappelijk werk in alle sectoren waar maatschappelijk werkers actief zijn. Leden houden zich aan de beroepscode en zijn toetsbaar volgens het tuchtrecht. Maatschappelijk werkers oefenen hun beroep uit in diverse omgevingen. Bijvoorbeeld in de gezondheidszorg, de jeugdzorg, de overheid, het onderwijs, het welzijnsveld, de maatschappelijke opvang, maar ook in het bedrijfsleven. Elk werkveld kent zijn eigen dynamiek. Naast algemene professionaliseringsvraagstukken zijn er werkveldspecifieke aandachtsgebieden. De NVMW biedt maatschappelijk werkers de mogelijkheid zich te organiseren, elkaar te ontmoeten en de eigen professionaliteit te versterken via functiegroepen en regionetwerken. Op dit moment zijn ruim 4.100 maatschappelijk werkers in Nederland aangesloten bij de NVMW en dit aantal is groeiend. Het streven is in 2012 te groeien met tenminste twee procent. De taken waarmee de NVMW haar missie in 2012 wil realiseren, ontlenen we aan ons beleidskader ‘Op koers 2009-2013’. 2 De drie kerntaken die daarin worden genoemd, staan ook in 2012 op ons programma. Dit zijn de volgende:

1) Strategische positionering waaronder belangenbehartiging - uitdragen van de identiteit van het beroep - verbetering van imago - beroepsbescherming - versterken maatschappelijke waardering voor het beroep - inhoudelijke belangenbehartiging - bijdragen aan kwaliteitszorg in instellingen.

2) Organiseren van het collectief waaronder kennisontwikkeling - bevorderen en handhaven kwaliteit van de beroepsuitoefening op hbo-niveau via

beroepscode, beroepsprofilering, beroepsregistratie - toetsen van de naleving van de beroepscode door middel van tuchtrecht

2 Dit beleidskader kunt u vinden op http://www.nvmw.nl/professionals/over-nvmw/beleid.html. Indien u

geen lid bent, kunt u het document opvragen bij de NVMW via [email protected].

5

- actief bijdragen aan en stimuleren van de beroepsontwikkeling door aansluiting te zoeken bij opleiding, onderzoek en richtlijnontwikkeling.

3) Dienstverlening

- aanbieden van activiteiten en diensten aan de leden van de vereniging, in het bijzonder waar het gaat om het ontwikkelen van kennis en competenties.

Ook in 2012 is het realiseren van deze kerntaken onverminderd belangrijk. Het beroep maatschappelijk werk wordt van meerdere kanten uitgedaagd zijn meerwaarde te bewijzen. De missie van maatschappelijk werkers, bevorderen dat mensen tot hun recht komen in wisselwerking met de samenleving, staat al langere tijd onder druk. De teruggekeerde economische crisis en neoliberaal politiek beleid zorgen voor aantasting van sociale voorzieningen en verharding van de samenleving. Deze ontwikkelingen raken het welzijn van de cliëntengroep van maatschappelijk werkers relatief zwaar. Zij raken ook het bestaansrecht van maatschappelijk werkers en andere sociale professionals die geconfronteerd worden met bezuinigingen op hun werk, uitdaging van hun legitimatiegrond en ingrijpende, geld- en energierovende, stelselwijzigingen. Naast, en verweven met, deze uitdagingen wordt het maatschappelijk werk op de proef gesteld door bepaalde claims uit de directe omgeving. Deze claims zijn op zich al veeleisend, maar daarnaast bevatten ze tegenstellingen die de beantwoording ervan spanningsvol maken. In het kader van de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) wordt van maatschappelijk werkers bijvoorbeeld dringend, en soms zelfs dwingend, gevraagd zich met andere social professionals te verbinden tot een gezamenlijke beroepsgroep van brede, toegankelijke professionals. In het kader van kwaliteitsbewaking daarentegen wordt van maatschappelijk werkers specifieke methodische expertise verwacht, op basis van evidence based richtlijnen en protocollen. Maatschappelijk werkers zelf voelen zich van oudsher in beide bewegingen thuis. De kunst is in balans te blijven, ook nu er van beide kanten hard aan hen wordt getrokken. Met behulp van de drie kerntaken wil de NVMW ook in 2012 krachtig bijdragen aan de stevige beroepsidentiteit die daarvoor nodig is. Met de ambitie ‘verbreden met behoud van identiteit’ als leidraad voert de NVMW dit jaar bovenstaande drie kerntaken uit, met behulp van activiteiten die deels voortbouwen op activiteiten uit eerdere jaren. Sommige daarvan zijn gericht op strategische positionering van de vereniging, andere op gezamenlijke beroepsontwikkeling en kennisdeling. Daarnaast zullen weer veel activiteiten worden ontplooid rond kennisuitwisseling en dienstverlening. Dit doen wij enerzijds omdat wij merken dat daaraan veel behoefte is. Anderzijds beschouwen wij deze activiteiten als basaal voor beroepsversterking en professionalisering. In onze activiteiten willen we nauw aansluiten bij behoeftes en kennis van maatschappelijk werkers en andere social professionals. Aan beleidstafels zullen we stimuleren dat deze behoeftes en kennis worden vertaald in landelijk politiek en organisatorisch beleid. In onze contacten met social professionals bevorderen we dat zij ook zelf krachtig van zich laten horen, zowel in hun eigen organisaties als in politieke en vakinhoudelijke discussies. De bijdrage van maatschappelijk werkers en andere social professionals aan de oplossing van sociale problemen wordt dan beter zichtbaar en bruikbaar voor andere groepen. Bijvoorbeeld (potentiële) cliënten, andere disciplines, wetenschappers, politici en managers. Op basis van voorgaande overwegingen formuleert onze beroepsvereniging voor 2012 vier speerpunten die onze bijzondere aandacht krijgen. Deze speerpunten sluiten elkaar niet uit;

6

activiteiten ten behoeve van het ene speerpunt zijn meestal ook dienstig aan andere speerpunten en speerpunt twee en drie zijn deels een verbijzondering van speerpunt een.

3. Speerpunten 2012

Speerpunt 1. Verenigen en versterken van maatschappelijk werkers door kennisoverdracht, informatie-uitwisseling, dienstverlening en kwaliteitsbewaking. Dit doel zetten we als vereniging in 2012 op nummer een. Het is rechtstreeks verbonden aan onze verenigingsmissie (zie hierboven). Volgens evaluaties van studiedagen, workshops en gastcolleges, hecht u veel waarde aan activiteiten die bij dit speerpunt horen. Daarnaast staan kennisvermeerdering en kwaliteitsbewaking ook in het politiek en publiek debat hoog in het vaandel. Bovendien is informatie-uitwisseling van cruciaal belang voor het onderhouden van open verbindingen met de samenleving. We werken aan dit speerpunt in 2012 met behulp van vier soorten activiteiten: (a) ondersteuning van netwerken; (b) scholing en dienstverlening; (c) tuchtrecht; (d) inzet van (social) media. 1a Ondersteuning van netwerken Het stafbureau van de NVMW ondersteunt netwerken van leden zoals functiegroepen, regionetwerken, werk- en projectgroepen en de vakgroep Master Social Work. Daarnaast biedt het ondersteuning aan het Platform Jeugd dat ook open staat voor niet-leden. Deze netwerken vormen niet alleen platforms voor kennisuitwisseling, maar zijn ook een klankbord voor landelijke projecten waaraan de bureaustaf van de NVMW participeert. Functiegroepen bestaan uit maatschappelijk werkers uit een bepaalde werksector. Deze zijn experts op hun eigen werkterrein. Ze informeren de NVMW over de laatste stand van zaken, onderhouden contacten met verschillende instanties en ontwikkelen diensten en producten waar collega’s graag gebruik van maken. Momenteel zijn er de volgende functiegroepen: ziekenhuis maatschappelijk werk (ZMW), verpleeghuismaatschappelijk werk (VMW), schoolmaatschappelijk werk (SMW), , revalidatie maatschappelijk werk (RMW), bedrijfsmaatschappelijk werk (BMW), maatschappelijk werk in de GGZ (GGZ), Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW), ondernemend maatschappelijk werk (OMW). Regionetwerken bestaan uit actieve leden, studenten en hogeschooldocenten in een bepaalde regio. Doel is de samenwerking met de hogescholen te verstevigen en de bekendheid van de NVMW in de regio’s te vergroten. Dit krijgt in praktijk op verschillende manieren vorm. Vaak gaat het om het organiseren van op professionalisering gerichte bijeenkomsten voor maatschappelijk werkers in de betreffende regio. Momenteel zijn er de volgende regionetwerken: Twente, Noord, Zuyd en Rotterdam. Werk- en projectgroepen. De NVMW-werkgroep Groepsmaatschappelijk Werk is geen functiegroep, omdat deze groep zich niet specifiek richt op een bepaald werksector binnen het maatschappelijk werk maar zich expliciet bezig houdt met de begeleidingsvorm ‘groepsmaatschappelijk werk.’ Vanwege de actualiteit en belangrijkheid van het onderwerp diagnosebehandelingcombinatie (dbc) is de 'projectgroep dbc' opgericht. Deze projectgroep is onderdeel van de functiegroep ZMW. Het doel is om zichtbaarheid binnen de dbc-registratie optimaliseren. Vakgroep Master Social Work is een vereniging van Masters Social Work studenten, alumni, docenten en professionals onder de paraplu van de NVMW. Deze is in 2010 opgericht. Zij onderneemt activiteiten als:

7

- contacten onderhouden met hogescholen die een Master verzorgen en informatie verstrekken over de Vakgroep;

- publiceren van artikelen over de Master voor vakbladen; - in kaart brengen van lectoraten en leerstoelen in het vakgebied van de MSW; - opzet van intervisiegroepen voor Masters; - aanmaken digitaal profiel voor de Masters Social Work; - voorbereiden en organiseren van een congres voor Masters Social Work.

Platform Jeugd is in 2011 ontstaan als deelproject van het Actieplan/Implementatieplan Professionalisering Jeugdzorg (zie speerpunt 3a). Platform Jeugd is opgericht uit een samenwerking tussen de NVMW en de (inmiddels opgeheven) Beroepsvereniging van Sociaal Agogen (Phorza). Het is bedoeld bij te dragen aan de deskundigheid van jeugdzorgwerkers via kennisuitwisseling en netwerken. Voorwaarden voor professionalisering zijn borging van de beroepsidentiteit van jeugdzorgwerkers en een beroepscode voor de jeugdzorgwerker met het daarmee samenhangende tuchtrecht. Het Platform werd tot 1 januari 2012 ondersteund door de NVMW in het kader van een subsidie vanuit het Implementatie Professionalisering Jeugdzorg (zie speerpunt 3a). Vanaf 1 januari wordt het Platform binnen de vereniging beschouwd als vergelijkbaar met een reguliere functiegroep of regionetwerk van de NVMW en zal de ondersteuning daaraan – geleidelijk - worden gelijkgeschakeld. Tweemaal per jaar is er overleg tussen de voorzitters van bovengenoemde netwerken en het landelijk bureau. Tijdens deze bijeenkomsten worden onder andere de verschillende ambities, de diverse jaarplannen, centrale thema’s en resultaten met elkaar besproken. Individuele bestuursleden hebben zich verbonden aan een regionetwerk en treden op als ambassadeur voor dit regionetwerk. Naast deze netwerken is er ook structureel contact met de hogescholen gericht op informatieverstrekking aan studenten. 1b Scholing en dienstverlening Er wordt intensief gebruik gemaakt van het aanbod van gastcolleges, workshops en studiedagen van de NVMW. Uit evaluaties blijkt een hoge waardering voor deze activiteiten. Daarom kiest de NVMW ook voor 2012 voor een goed gevuld aanbod op dit gebied. Daarnaast verleent de NVMW ook in 2012 diensten aan individuele leden, zoals consultatie, advies en een online ledenportaal op www.nvmw.nl met onder andere vakbibliotheek, veelgestelde vragen en online brochures. 1c Tuchtrecht Kwaliteitsbewaking staat al jaren volop in de belangstelling van de NVMW. Deze drukt zich uit in de ontwikkeling en herziening van een beroepsprofiel, een beroepscode en de inrichting en uitvoering van tuchtrecht. Deze onderdelen zijn de afgelopen jaren vernieuwd en up to date voor 2012. Daarbij zal meer dan in het verleden de lerende (naast controlerende) functie van het tuchtrecht worden ingezet, bijvoorbeeld in de vorm van het voeren van een proefproces (zie hieronder 2a). Ook worden in 2012 de beroepscode voor de jeugdzorgwerker en het bijbehorend tuchtrecht geïmplementeerd en geëvalueerd (zie hieronder speerpunt 3). 1d Inzet van (social) media. De afgelopen jaren heeft de NVMW geïnvesteerd in het gebruik van social media als Twitter en Linkedin, ter bevordering van kennisuitwisseling tussen leden onderling en tussen leden en het bureau. Dit blijkt goed aan te slaan gezien het groeiend aantal gebruikers ervan. In

8

2012 zal dit gebruik onverminderd worden ondersteund en waar nodig worden uitgebreid met nieuwe vormen van digitale communicatie. Daarnaast zal blijvend worden geïnvesteerd in de website van de NVMW, de nieuwsbrief en de eigen rubriek in het vakblad Maatwerk. Tevens zal worden onderzocht of een actieve bijdrage aan andere vakbladen, zoals Sozio, wenselijk en mogelijk is. Dit in het kader van de beoogde verbreding van de vereniging. 1e Contact met hogescholen De NVMW onderhoudt in 2012 actief contact met de bacheloropleidingen MWD van de hogescholen. Dit contact is gericht op kennisoverdracht en voorlichting aan studenten over het belang van de NVMW en stimulering van lidmaatschap bij studenten. Daarnaast zal voor het eerst ook contact worden gezocht met een bacheloropleiding SPH. Dit contact zal, afhankelijk van mogelijkheden en middelen, worden uitgebreid naar andere opleidingen.

Speerpunt 2. Positionering en professionalisering van algemeen maatschappelijk werkers De afgelopen jaren is door de invoering van de Wmo (Wet Maatschappelijke Ondersteuning), de context waarbinnen het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) werkt, drastisch veranderd. Beleid en regie van hun werk liggen primair in handen van gemeenten die specifieke voorwaarden stellen. Accent ligt daarbij op de ‘frontoffice’, dat wil zeggen op het actief aanbieden van brede hulp in de directe leefwereld van burgers. Termen als burgerkracht, welzijn nieuwe stijl en participatie begeleiden deze veranderingen. De NVMW wordt zowel door maatschappelijk werkers als wetenschappers en opinieleiders bij deze ontwikkelingen betrokken. Dit vraagt om standpuntbepaling en soms ook acties, namelijk als de beroepsidentiteit van maatschappelijk werkers door deze ontwikkelingen geweld wordt aangedaan. Dit doet zich voor als werkgevers van maatschappelijk werkers die zij in dienst hebben, werkzaamheden eisen die strijdig zijn met de missie van het maatschappelijk werk of beroepscode. In de context van deze ontwikkelingen wil de NVMW in 2012 drie activiteiten ondernemen. 2a Meldactie Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) Bij de NVMW komen de laatste tijd signalen binnen dat AMW’ers in het gedrang komen ten gevolge van de invoering van de Wmo. Bijvoorbeeld:

- Het signaal dat de intake bij het AMW wordt verplaatst naar het ‘één-loket’ van de gemeente, zonder dat daar de vereiste deskundigheid aanwezig is.

- Het signaal dat maatschappelijk werkers persoonsgegevens van cliënten openbaar moeten maken om de hulp aan deze cliënten gefinancierd te krijgen.

- Het gebrek aan kennis over en waardering voor het AMW bij beleidsmakers, managers en landelijke opinieleiders.

- De verwaarlozing van de ‘Backoffice’, dat wil zeggen cliëntengroepen die niet in het oog springen als zorgwekkende ‘zorgmijders’ of andere officieel erkende probleemgroepen.

- De overwaardering van de mogelijkheden van vrijwilligers en kracht van burgers onder elkaar en onderwaardering van de meerwaarde van professionele hulp.

De NVMW biedt in 2012 een meldpunt voor dergelijke signalen en zal samen met betrokken maatschappelijk werkers onderzoeken welke acties wenselijk en realiseerbaar zijn. Daaraan zal het bureau naar vermogen bijdragen. Onderzocht wordt of het ondernemen van een proefproces bij het College van Beroep daarvan onderdeel uitmaakt. Doel van een proefproces zou zijn om, aan de hand van een concrete casus, aan het tuchtrecht van de NVMW te toetsen in hoeverre hier sprake is van verantwoorde beroepsuitoefening. Een dergelijk proefproces draagt bij aan standpuntbepaling en weerbaarheid van maatschappelijk

9

werkers in vergelijkbare situaties. Daarnaast zal actie worden ondernomen om functiegroep AMW nieuw leven in te blazen. Deze lijdt momenteel een slapend bestaan. 2b Beter in Meedoen (BIM). In het kader van het landelijk project Professionaliteit Verankerd / Beter in Meedoen (BIM) zijn instrumenten ontwikkeld voor organisaties en hun professionals om de gevraagde kwaliteit in het kader van de Wmo te kunnen bieden en borgen, denk aan wettelijke erkenning en registratie van het beroep. Implementatie van deze instrumenten moet nog gebeuren. De NVMW participeert in de regiegroep die de voortgang van het project bewaakt en waar nodig bijstuurt. Andere deelnemers zijn de MOgroep WMD, de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, GGZ Nederland en de vakbonden. MOVISIE ondersteunt de regiegroep. Ook hierin zijn wettelijke erkenning en registratie aandachtspunt. Op dat punt is echter nog veel werk aan de winkel, zowel bij werkgevers als onder maatschappelijk werkers. Men loopt nog niet massaal warm voor wettelijke borging van kwaliteitsstandaarden voor professioneel handelen in het kader van de Wmo. Parallel aan dit project loopt een ander project dat zich richt op professionalisering van social professionals in de Wmo, het project Actieplan Professionalisering. Dit project richt zich, onder leiding van de MOgroep, op samenwerking tussen de beroepsverenigingen van deze professionals. De NVMW participeert hieraan ook in 2012. Actieve inbreng wordt geleverd om te komen tot een samenwerkingsverband van de betrokken beroepsverenigingen. Daarnaast wordt verbinding gelegd tussen dit project en het project BIM in 2012. 2c Maatschappelijk werk 2012: Maatschappelijk werk nieuwe stijl? Behalve door bijdragen aan projecten stimuleert de NVMW in 2012 de positionering en profilering van algemeen maatschappelijk werkers in de Wmo door bijdragen op studiedagen en in de vakpers. Een goed begin daarmee werd gemaakt op de nieuwjaarsbijeenkomst waar rond dit thema een debat werd gevoerd tussen landelijke opinieleiders en leden van de NVMW.

Speerpunt 3. Positionering en professionalisering van maatschappelijk en agogisch werkers in de jeugdhulpverlening. De NVMW participeert momenteel aan een tweetal projecten dat betrekking heeft op professionalisering van – maatschappelijk en agogisch - werkers in de jeugdhulpverlening. Dit zijn: ‘Implementatieplan professionalisering in de jeugdzorg (IPJ) en Professionalisering Centra voor Jeugd en Gezin. 3a Implementatieplan professionalisering in de jeugdzorg (IPJ). Het landelijke project ‘Implementatieplan professionalisering in de jeugdzorg (IPJ)’ is een vervolg op het ‘Actieplan professionalisering in de jeugdzorg’ uit 2009. 3Aan dit project participeren tal van landelijke organisaties, waaronder de NVMW. Zij participeren in een projectgroep en een stuurgroep. Versterking van beroepsverenigingen en streven naar wettelijke erkenning van de professional in de jeugdzorg zijn belangrijke onderdelen van dit plan. Inmiddels is er brede steun voor die wettelijke erkenning. Echter, de realisatie daarvan

3 Zie Jaarrapportage 2010 ‘ Gewoon Professioneel’. Deze rapportage is voor leden te vinden op

http://www.nvmw.nl/professionals/over-nvmw/beleid.html. Andere belangstellenden kunnen hem bij het

bureau bestellen.

10

blijkt een moeilijke opgave. Deze neemt al een aantal jaren in beslag, tot nog toe zonder het gewenste effect. De voortgang hiervan stagneert onder meer als gevolg van de wisseling van regering en daarmee gepaard gaande veranderingen in het regeringsbeleid. Daarnaast is het ingewikkeld om tot consensus te komen met uiteenlopende partijen met verschillende inzichten en belangen. Toch zal het streven naar wettelijke erkenning in 2012 onverminderd worden voortgezet. De NVMW ondersteunt dit streven vanuit de opvatting dat wettelijke erkenning van belang is voor bewaking van de zorg aan cliënten en ondersteunend voor de beroepsontwikkeling van maatschappelijk werkers en agogen in de jeugdzorg. In 2012 geeft de NVMW dit streven vorm door actieve participatie aan de stuurgroep en de projectgroep. Daarnaast voert het bureau twee deelprojecten in het IPJ uit. Deze komen voort uit eerdere deelprojecten (zie Jaarrapportage 2010). Zij zijn:

- Inrichting tuchtrecht en beroepscode voor de jeugdzorgwerker. - Ondersteuning Platform Jeugd.

Voor het eerste deelproject wordt subsidie verkregen in het kader van het IPJ. Voor het tweede deelproject, ondersteuning van het Platform Jeugd, zie hierboven bij 1a. 3b Professionalisering Centra voor Jeugd en Gezin. De afgelopen jaren is landelijk het (concept) Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) ontwikkeld. Dit concept is een concrete uitwerking van het recht van kinderen om veilig en evenwichtig op te groeien. Het CJG steunt primair de ouders en vervolgens de sociale omgeving in hun verantwoordelijkheid om daartoe een context te creëren. Ingezet wordt op het bevorderen van de kwaliteit van opvoeden en opgroeien en het bieden van ondersteuning en zorg in de eigen omgeving, zodat de vraag naar intensieve zorg vermindert en effectiviteit en efficiëntie toenemen. Professionals komen in een multidisciplinair team tot een plan met als leidraad: een kind,/ gezin / omgeving - één plan. Casemanagement of casusregie zijn sleutelwoorden die op het lijf geschreven zijn van maatschappelijk werkers die direct of indirect werkzaam zijn in en vanuit een CJG of daarmee verbonden school (in zogenoemde ZorgAdviesTeam (ZAT). Dit casemanagement is van belang als het om complexe problematiek gaat, zoals de 'normale' ontwikkeling gevolgd en bevorderd wordt door de consultatiearts/verpleegkundige, de opvoedondersteuner, ouderbegeleider of orthopedagoog. Deze en andere disciplines, zoals jongerenwerkers en tienerwerkers, hebben zowel hun eigen - te actualiseren - instrumentarium als overstijgende competenties nodig om de samenwerking ten voordele van de cliënt te laten zijn. Om die kwaliteiten te realiseren is er in 2009 binnen het Actieplan Professionalisering jeugdzorg (zie 3a) een project gestart waarin de ontwikkeling van een professioneel CJG wordt beoogd. Een en ander vindt plaats in het kader van de stelselherziening in de jeugdzorg. Ook de voortgang van dit project is belemmerd door de wisseling van de regering. De inspanningen hiertoe zijn nog steeds actueel. In 2012 zal de aandacht worden gericht op het realiseren van voorwaarden om de professionaliteit van de CJG’s te borgen. De NVMW participeert in dit kader aan een klankbordgroep beroepsverenigingen en bepleit hierin een krachtige positie van een geregistreerd jeugdzorgwerker, bijvoorbeeld als casemanager. Ook neemt de NVMW deel aan het Ondersteuningstraject Professionalisering van het CJG’. Daarnaast stimuleert de NVMW dat vanuit dit project verbinding wordt gelegd met project 1a, en vice versa.

11

3c Richtlijntraject jeugdzorg In het kader van de professionalisering van de jeugdzorg heeft het Nederlands Jeugd instituut (NJi) in samenwerking met en op initiatief van de beroepsverenigingen NVMW, NIP, NVO en (de in 2010 opgeheven ) beroepsvereniging voor sociaal agogen PHORZA in 2009 het project Voorbereiding Richtlijnontwikkeling jeugdzorg uitgevoerd. Binnen het project is nagegaan welke richtlijnen moeten en kunnen worden ontwikkeld, hoe het ontwikkelproces eruit gaat zien en hoe resultaten kunnen worden verspreid en geïmplementeerd. Er is met de partijen een lijst samengesteld van onderwerpen waarover op korte en middellange termijn richtlijnen en / of aanverwante producten ten behoeve van de beroepsbeoefenaren in de jeugdzorg zouden moeten worden opgesteld. Het ministerie voor Jeugd en Gezin heeft de beroepsverenigingen gevraagd een voorstel te maken voor de daadwerkelijke ontwikkeling van de richtlijnen. In 2010 is door de betrokken partijen een vijftiental onderwerpen bijeengebracht waarvoor binnen de jeugdzorg een multidisciplinaire richtlijn gewenst is. De beroepsverenigingen willen met dit project in vijf jaar het werken volgens richtlijnen in de jeugdzorgsector breed ingang doen vinden, met als resultaat dat de sector in 2015 beschikt over een set van richtlijnen en relevante afgeleide producten die breed geïmplementeerd is. Intussen is het proces van richtlijnontwikkeling in volle gang. Ook in 2012 zal de NVMW daaraan actief participeren, zowel bestuurlijk in de vorm van vervulling van het voorzitterschap van de stuurgroep, als operationeel in de vorm van bemiddeling door de bureaustaf tussen het NJI en onze leden.

Speerpunt 4. Beroepstrots, financiering en wettelijke erkenning. Hierboven is gesteld dat maatschappelijk werkers en andere social professionals in 2012 van meerdere kanten worden uitgedaagd hun meerwaarde te bewijzen. Hun bestaansrecht staat onder druk als gevolg van de aanhoudende economische crisis en het huidige neoliberale politieke beleid. De NVMW wil maatschappelijk werkers ondersteunen bij deze uitdaging door actief bij te dragen aan verbetering van zowel immateriële als materiële aspecten van hun beroepsuitoefening. Concreet richten we ons daarbij op drie aspecten: beroepstrots, financiering en wettelijke erkenning. Beroepstrots was ook in de voorgaande jaren een belangrijk thema en zal dat in 2012 onverminderd blijven. Beroepstrots is onmisbaar voor maatschappelijk werkers die de meerwaarde van hun werk in de samenleving overtuigend zichtbaar maken. Activiteiten waarmee we beroepstrots in 2012 stimuleren zijn bijvoorbeeld: het vieren van de dag van de maatschappelijk werker, het huldigen van maatschappelijk werkers of anderen die bijzondere bijdragen aan het maatschappelijk werk leveren, het verwoorden van de kracht van maatschappelijk werk in onze berichtgeving naar buiten toe. Daarnaast leveren ook de activiteiten onder de eerder genoemde drie speerpunten direct of indirect een bijdrage aan beroepstrots. Financiering van maatschappelijk werk wordt in 2012 een belangrijk aandachtspunt in de context van de bezuinigingen op sociale voorzieningen. Wij zullen in en met de netwerken onderzoeken welke aanvullende financieringsmogelijkheden er zijn voor het werk van maatschappelijk werkers. Wettelijke erkenning van het beroep van maatschappelijk werkers en andere social professionals is een belangrijke voorwaarde voor de bescherming en borging van de

12

beroepsuitoefening van maatschappelijk werkers. Onder speerpunt drie is beschreven dat de NVMW deze wettelijke erkenning actief stimuleert voor de jeugdzorgwerker. In het verlengde daarvan zullen wij zoveel mogelijk deze erkenning ook stimuleren voor andere groepen maatschappelijk werkers en social professionals.

4. Wetenschappelijke onderbouwing De activiteiten van de staf concentreren zich in 2012 op bovenstaande speerpunten. Dat laat onverlet dat ook andere thema’s onze aandacht vragen. Een daarvan betreft de wetenschappelijke onderbouwing van het sociaal werk, onderdeel van onze tweede kerntaak. Bijdragen aan deze onderbouwing is van belang in het kader van kwaliteitsbewaking en professionalisering van het uitvoerend werk. In dat verband zullen ook in 2012 de nodige activiteiten door de vereniging worden ontplooid. Deze zullen echter niet zozeer door de staf als wel door het bestuur en de directie worden ondernomen – uiteraard in interactie met elkaar. Deze activiteiten zijn bijvoorbeeld:

- voorzitten van de stuurgroep van het landelijk programma Ontwikkeling Richtlijnen Jeugdzorg door een bestuurslid;

- participeren aan bijeenkomsten van de Wetenschappelijke Adviesraad4 (WAR) door de voorzitter en directeur;

- participeren aan de adviesraad van het Lectoraat Innovatieve Maatschappelijke Dienstverlening door de directeur;

- nauw samenwerken met dit lectoraat rond vraagstukken op het gebied van beroepsontwikkeling in het Algemeen Maatschappelijk Werk door de directeur en een stafmedewerker;

- participeren aan op persoonlijke titel aan het bestuur van de Marie Kamphuisstichting door een bestuurslid.

5. Interne organisatie Blijvend aandachtspunt is het vinden van een balans tussen onze ambities enerzijds en de beperkte personele en financiële mogelijkheden van de NVMW anderzijds. Formatie Voor de werkzaamheden van de NVMW in 2012 is 5,5 fte beschikbaar. Op weekbasis gaat het om 28 uur directie 88 uur inhoudelijke staf 28 uur secretariaat en administratie 16 uur congreslogistiek 24 uur PR communicatie en website. Bereikbaarheid Telefonische bereikbaarheid van het bureau is gegarandeerd van 9.00 uur tot 14.15 uur van maandag tot en met vrijdag. In een enkel geval wordt gebruik gemaakt van het antwoordapparaat.

- 4 De raad adviseert de NVMW vraaggericht ten aanzien van complexe vraagstukken waarmee de

NVMW wordt geconfronteerd. Bijvoorbeeld de te volgen strategie in verband met Welzijn Nieuwe Stijl

of het soort professionaliteit dat past bij een generalistische professional.

13

Afhandeling vragen en facturen Brieven, subsidieaanvragen en -verantwoordingen worden binnen de daarvoor gestelde termijnen afgehandeld. Op vragen wordt binnen een termijn van vijf werkdagen gereageerd.