VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige...

74
- 56 87 VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE VOCHTIGE DUINVALLEIEN W. L. HORNSTRA INSTITUUT VOOR OECOLOGISCH ONDERZOEK

Transcript of VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige...

Page 1: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

~~-------------~==============~=====- -

56

87

VEGETATIE EN MILIEU

IN JONGE EN OUDE

VOCHTIGE DUINVALLEIEN

W. L. HORNSTRA

INSTITUUT VOOR OECOLOGISCH ONDERZOEK

Page 2: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

Vegetatie en milieu in jonge

en oude vochtige duinvalleien

W .L. Bornstra

Doctoraalverslag

Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

Rijksuniversiteit Utrecht

Instituut voor Oecologisch Onderzoek afdeling

Duinonderzoek "Weevers' Duin"

Oostvoorne

Overname van gegevens uitsluitend na overleg met

prof. dr. P.J.M. van der Aart enD. van der Laan

Page 3: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

INHOUDSOPGAVE

VOORWOORD

SAMENVATTING

1. INLEIDING 1.1. Het onderzoek 1.2. Locatie 1.3. Het duingebied

2. MATERIAAL EN METHODEN 2.1. Vegetatieopnamen. 2.2. Milieuparameters 2.3; Verwerking 2.4. Lysimachia vulgaris

3. RESULTATEN 3.1. Vegetatieopnamen

3.1.1. DECORANA 3.1.2. TWINSPAN 3.1.3. PCA 3.1.4. Transekten 3.1.5. Variantie-analyse

3.2. Milieuparameters 3.3. Lysimachia vulgaris 3 .4. De valleien

4. DISCUSSIE 4.1. Vegetatie en milieu 4.2. Lysimachia vulgaris 4.3. Beheer

LITERATUUR

BIJLAGE 1 : TWINSPAN-tabel BIJLAGE 2 : Bodemgegevens BIJLAGE 3 : Grondwaterstanden BIJLAGE 4 : Koördinàten van DECORANA BIJLAGE 5 : Lijst van opnamenummers per vallei, met PQ-nummers,

serie en soortsdiversiteit BIJLAGE 6 : Soortenlijst (alfabetisch, met afkortingen) BIJLAGE 7 : Korrelaties tussen milieuparameters

blz.

1

2

3 3 4 6

12 12 13 16 19

19 19 19 26 26 27 27 34 34 38

46 46 47 48

50

Page 4: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 1-

VOORWOORD

Dit verslag is onderdeel van een negenmaands onderwerp bij de vakgroep Botani­

sche Oecologie van de Rijksuniversiteit Utrecht. Het onderzoek werd in de zomer

van 1985 uitgevoerd aan het Instituut voor Oecologisch Onderzoek, afdeling Duin­

onderzoek "Weevers' Duin" in het duingebied van Voorne. Begeleiders waren prof.

dr. Peter van der Aart en Dick van der Laan. Gert-Jan Bloot heeft geholpen

bij de determinatie van de mossen en die van de Bryumsoorten en korstmossen

geheel voor zijn rekening genomen. Leen Sluimer en Roei Wagenaar hebben een

groot deel van de bodembepalingen verricht. Louis Fliervoet heeft gehoipen bij

de computerverwerking van de gegevens. Bianca van Klaveren heeft het manuscript

uitgetypt. Naast bovengenoemden verdient ook Wiecher Smant vermelding vanwege

velerlei hulp. De Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten en Jaap van

Baarsen is dank verschuldigd wegens genoten toestemming om in het terrein

te werken.

Page 5: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 2-

SAMENVATTING

Vochtige duinvalleien behoren tot Nederlands rijkste groeiplaatsen van wilde

planten. Door drinkwaterwinning zijn dergelijke valleien schaars geworden in

ons land. Op Voorne komen ze echter nog in optima forma voor. Al vele jaren

is hier opnamemateriaal verzameld. Bij verwerking daarvan bleken oudere valleien

en het zeer natte en relatief droge milieu ondervertegenwoordigd. Doel van dit

onderzoek was in die leemte te voorzien en de relatie tussen samenstelling en

milieu van duinvalleien te onderzoeken. Daarnaast is aandacht besteed aan

Lysimachia vulgaris, een soort die in oudere valleien soms zeer overheersend

is en zich recent op een aantal plaatsen in relatief jonge valleien heeft gevestigd.

De vraag was welke invloed deze soort heeft op bodem en vegetatie.

Er werden 150 opnamen gemaakt volgens de methode Braun-Blanquet, waaronder

twee transekten. De opnamen werden verwerkt m.b.v. DECORANA (ordinatie)

en TWINSPAN (klassifikatie). Voor elke opname werden bodemmonsters geanaly­

seerd (pH, kalkgehalte, gehalte aan organische stof, totaal stikstof- en totaal

fosfaatgehalte, chloride-gehalte, geleidend vermogen en gehalte aan kationen

(Na, K, Mg en Ca)). Ter karakterisering van het grondwater regime werd een

zestal grondwaterparameters bepaald. Tevens werd voor elke opname het aantal

soorten, het aantal zeldzame soorten en de Shannon-index voor diversiteit bepaald.

De samenstelling van de vegetatie bleek de meeste samenhang te vertonen

met de afstand tussen maaiveld en grondwaterspiegel. In een beperkt aantal

gevallen bleken ook enige andere factoren een rol te spelen. Natte plaatsen waren

significant armer aan soorten en zeldzame soorten en minder divers dan drogere.

Met uitzondering van het Oostvoornse Meer bleken bij DECORAN A en TWINSP AN

jonge valleien er niet zo duidelijk uit te springen als verwacht; blijkbaar is de

overeenkomst in soorten met oudere valleien groter dan het verschil. Jonge valleien

verschilden niet significant van oudere in soortenaantal en_ diversiteit, maar

wel in aantal zeldzame soorten. Waar het verschil tussen jong en oud mee

samenhangt is niet helemaal duidelijk. Jonge valleien zijn meestal armer aan

organische stof dan oudere valleien met eenzelfde grondwaterregime, maar niet

altijd.

Wegens heterogeniteit van het materiaal kon geen invloed van Lysimachia

op de soortenrijkdom aangetoond worden. Een negatieve invloed lijkt bij hoge

bedekking toch wel aannemelijk. Andere soorten komen dan met geringe bedekking

voor en typische duinvalleisoorten ontbreken grotendeels. Er werden aanwijzingen

gevonden dat Lysimachia een verrijkend effect heeft op de bodem. Een verdere

uitbreiding van Lysimachia is niet onwaarschijnlijk en zou nadelige effecten

kunnen hebben. Het verdient aanbeveling om, nu de vestiging nog in een pril

stadium is, te overwegen en te onderzoeken of speciale beheersmaatregelen

nodig zijn.

Page 6: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 3-

1. INLEIDING

1.1. Het onderzoek

Onderzoek naar de vegetatie van vochtige duinvalleien is schaars. Ranwell

(1972) publiceerde een oecologische studie van o.a. duinvalleien, gebaseerd op

onderzoek in-ëEm Engels duingebied. D'Hondt (1979) onderzocht enkele duinpannen

in Zuidwest-België waar verstuiving plaatsvond. Londo (1971) onderzocht

duinvalleivegetaties langs een gegraven meer in de Kennemerduinen. Naast de

vegetatie van dat gebied gaat hij o.a. in op de historie van duinvalleivegetaties

in ons land.

Bakker, Klijn en Zadelhoff brachten in 1979 rapport uit van een grootschalig

landschapsecologisch onderzoek naar het Nederlands duingebied als samenhangend

geheel. Doel van dat rapport was informatie te verzamelen en te bundelen voor

beleid en beheer t.a.v. het duingebied op grotere schaal. Er wordt vrij globaal

ingegaan op o.a. een groot aantal factoren die een rol spelen in het duinlandschap

en op veranderingen in de laatste anderhalve eeuw. Verder wordt (evenals bij

Londo) aandacht besteed aan aspecten van beheer en aan drinkwaterwinning

in de duinen.

Engelmoer en Hendriksrna (1979) bestudeerden de invloed van drinkwaterwinning

in detail. In het Kapenglob, een vochtige duinvallei op Schiermonnikoog, werd

de invloed van grondwaterdaling op de vegetatie onderzocht. Daarnaast werd

gezocht naar de oorzaak van de grondwaterdaling. Drost en Visser (1980) onder­

zochten vegetatie en milieu van de zandplaten die na afsluiting van de Grevelingen

droog vielen. Hier zijn vegetaties ontstaan die sterk vergelijkbaar zijn met die

van vochtige duinvalleien.

Er zijn meer publikaties over vegetaties van vochtige duinvalleien, maar niet

veel. Bovendien houdt alle bovengenoemde literatuur behalve Bakker c.s. zich

bezig met valleien buiten het Nederlandse duindistrict en/ of met jonge tot zeer

jonge vegetaties.

Van der Laan (1978, 1979) bespreekt in een tweetal publikaties aspecten van

eveneens jonge duinvalleien. Deze publikaties zijn gebaseerd op onderzoek in

Voorne's duin waarbij in de loop van jaren een grote hoeveelheid opnamemateriaal

en milieugegevens verzameld is door de afdeling Duinonderzoek "Weevers' Duin"

van het Instituut voor Oecologisch Onderzoek (1.0.0.). Doelstelling van dat vegeta­

tiekundig onderzoek is inzicht te verkrijgen in de relatie tussen het voorkomen

van zowel plantesoorten als korobinaties van plantesoorten en het milieu van

vochtige duinvalleien.

Bij de verwerking van het door Van der Laan verzamelde materiaal is gebleken

dat bepaalde typen van het valleimilieu onvoldoende zijn vertegenwoordigd.

Page 7: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 4-

Het betreft de oudere, humusrijke valleien, die, zoals uit het literatuuroverzicht

bleek, ook in de literatuur weinig aandacht krijgen. Daarnaast zijn valleien uit

het zeer natte en relatief droge milieu ondervertegenwoordigd. Doel van het

in dit verslag beschreven onderzoek was om aanvullend materiaal te verzamelen

voor het gegevensbestand van het I.O.O., op oudere en op natte en relatief droge

plaatsen. Vraagstelling daarbij was: wat is de relatie tussen vegetatie en milieu

in met name oudere vochtige duinvalleien. Er werd ook materiaal verzameld

in jonge valleien om vergelijking mogelijk te maken.

Een tweede vraagstelling hangt samen met het voorkomen van Lysimachia

vulgaris (Gewone wederik). Deze soort komt veel voor in oudere valleien, soms

met zeer hoge bedekking. In dat geval lijkt dit samen te gaan met een geringere

soortenrijkdom en geringere mate van voorkomen van typische duinvalleisoorten.

Tot enkele jaren geleden kwam deze soort op de (jonge) Schapenwei niet voor

en op het (eveneens jonge) Vliegveld op slechts twee plaatsen, sinds ongeveer, ·

20 jaar (mondelinge mededeling D. van der Laan). De laatste jaren breidt deze

soort zich uit. Dit vindt plaats doordat de soort zich ergens vestigt en zich dan

vegetatief uitbreidt. Hierdoor ontstaan plekken van één tot enkele meters of

meer in doorsnede. Op de Schapenwei, het Vliegveld en ook in Kruine's Tuintje

en in de Panwegvallei bevinden zich een aantal van deze plekken. Ook uit de

flora-inventarisatie van Voorne's Duin (Van der Laan 1985) blijkt de uitbreiding

van Lysimachia. In 1960 kwam de soort in 31 hokken voor, in 1980 in 44 (waarvan

28 gemeenschappelijk).

De uitbreiding van Lysimachia vindt ongeveer gelijktijdig plaats met die van

Lythrum saliearia (Kattestaart). Deze soort komt echter zeker in de beginfase

in veel lagere dichtheden en meer verspreid voor. De vestiging van b.eide soorten

lijkt een aanduiding te zijn van een volgende stap in de successie van deze valleive­

getaties. Vraagstelling is waardoor de vestiging van Lysimachia wordt bepaald

en wat de invloed van deze soort is op de bodem en op de vegetatie.

1.2. Locatie

Het onderzoek vond plaats in het duingebied van Voorne (inclusief het Oostvoorn­

se Meer). In figuur 1 is de plaats aangegeven van de valleien waarin gewerkt

is. De nummers staan voor de volgende namen, die in dit verslag aangehouden

zullen worden:

1. Oostvoornse Meer

2. Vliegveld

3. Kruine's Tuintje

4. Schapenwei

Page 8: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

\

' ~.~

"'' r' ,, fi'l

I I I I

- 5-

Fig. 1 A Siuatieschets ligging duingebied Voorne

B Ligging valleien waarin opnamen zijn gemaakt. Zie de tekst voor de verklaring van de nummering.

,-.: •'

Page 9: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 6-

5. Vogelpoel

6. Zanderij

7. Clara Sloetvallei

8. Waterdriebladpoel

9. Reukgrasvallei (Hierochloëvallei)

10. Padderuspoel

11. Galigaanplek

12. Holpijppoel

13. Weitje van Dijkman

14. Wederikvallei

15. Stekelhoekvallei

16. Panwegvallei

17. Padvallei(-en)

18. Trekkerspad

19. Quackjeswater westoever

Alle verdere informatie over elk van deze valleien is opgenomen in een apart

deel van Resultaten (paragraaf 3.4).

1.3. Het duingebied

Het duingebied is van zeer groot belang voor de Nederlandse flora. Veel soorten

komen uitsluitend in de duinen voor of vinden daar hun belangrijkste verspreidings­

gebied. Vooral de vochtige duinvalleien herbergen vele vaak zeldzame soorten

(Londo 1971). De kombinatie van al dan niet kalkrijk zand en grondwater op geringe

diepte zorgt voor zeer specifieke vegetatietypen. Dat milieu is echter door drink­

waterwinning zeldzaam geworden in Nederland en beslaat in de duinen nog hooguit

honderd tot enkele honderden ha (Drost en Visser 1980).

Op Voorne zijn deze valleien nog in optima forma aanwezig. Er wordt geen

drinkwater gewonnen en de oorspronkelijke waterrijke situatie is grotendeels

bewaard gebleven. Daaraan dankt Voorne's Duin voor een groot deel zijn bijzondere

rijkdom aan planten en zijn waarde als uniek natuurreservaat.

In het volgende zal op enkele aspecten van vochtige duinvalleien kort worden

ingegaan.

Geomorfologie

Er worden twee typen duinvalleien onderscheiden, gekenmerkt door een eigen

Page 10: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 7-

ontstaanswijze en daardoor eigen geomorfologie. Primaire duinvalleien kunnen

ontstaan als de kust aangroeit. Ontstaat op het strand op enige afstand van de

buitenste duinenrij een nieuwe duinenrij, dan wordt een stuk strand afgesnoerd

van de zee. Dit ontwikkelt zich na verzoeting tot een vochtige duinvallei. Een

primaire duinvallei loopt ongeveer parallel aan de kustlijn.

Secundaire valleien ontstaan door verstuivingen in al bestaand duingebied.

Krijgt de wind ergens vat op het zand, dan kan een zich steeds verder

ontwikkelende stuifkuil ontstaan. Een vallei die daaruit ontstaat zal vaak een

langgerekte vorm hebben in de richting van de overheersende windrichting. Als

het bodemoppervlak van de vallei zo laag wordt dat het onder invloed komt van

het grondwater dan neemt de uitstuiving af en wordt plantengroei weer mogelijk

(vochtige duinvalleivegetatie). De vallei zal dan niet meer dieper worden, maar

afhankelijk van de omstandigheden, eventueel nog wel in de lengte uitstuiven.

Waterhuishouding

Het duingebied (inclusief de valleien) ligt op aanzienlijke hoogte boven NAP.

Twee factoren zorgen ervoor dat er toch grondwater op geringe diepte of zelfs

boven het maaiveld kan zijn (Bakker c.s. 1979). In de eerste plaats is dat het

neerslagoverschot. Daardoor vindt zijdelingse afstroming van water plaats, richting

zee en polder, en ontstaat een lensvormige grondwaterspiegel, die in het centrum

van het duingebied enkele meters boven NAP kan liggen. In de tweede plaats

is dat de zoetwaterbel die zich door het neerslagoverschot vormt onder het duinge­

bied en het zoute water in de ondergrond verdringt. Het zoete water mengt zich

niet met het zoute water vanwege het verschil in soortelijke gewicht. Door het

gewichtsverschil drijft het zoete op het zoute water. Een schematische weergave

van deze situatie wordt gegeven in figuur 2.

Neerslagoverschot, zoetwaterbel en zijdelingse afstroming bevinden zich in

een ongestoord duingebied in principe in een evenwichtssituatie. Wordt het water

uit de zoetwaterbel gewonnen voor drinkwaterbereiding dan zal het evenwicht

vérstoord worden, de zoetwaterbel in omvang afnemen en de grondwaterstand

dalen. De valleien verdrogen dan uiteraard, wat in grote delen van het duingebied

is gebeurd (Bakker c.s. 197 9 ). Groeit een duingebied aan, dan zal de zoetwaterzak

in omvang groeien en in hoogte boven NAP toenemen. Daardoor kunnen bestaande

valleien een natter karakter krijgen en zelfs veranderen in duinmeren (bijvoorbeeld

het Brede Water op Voorne).

Het grondwaternivo is in de loop van het jaar niet konstant. In de winter en

Page 11: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 8-

NOORDZEE

Fig. 2.

I I I I L I' t, ', I ' ' ·, ', ', I

' ' I l ', ', ZOET GRONDWATER _,."" _, -~ I ' ' / "" _...._... I

' ' / / I ', ', _,"< /ZOUT GRONDWATER \ ' " y~ / ' \ ,/._~~ .... "" ', ', .,."" ~'f.~/ ', '------~\ll ... ~ .,..../ ........... _____ ."..,..".,..

hooggelegen. reliëfrijk. voedselarm

min of meer eigen waterhuishouding gevoed door neerslag

lug gelegen, r1liif1rm, vulll vo1dselrijk

kunstm•tigl watarhuisl>ou-1 ding

geringe invloed VIn de mens : grote invloed van de m~~ts ~~~~~~~~~~-----------------------~~~

Globale dwarsdoorsnede van de duinen en het achterliggend polder­land (uit: Bakker, Klijn en van Zadelhoff, 1979}.

Page 12: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

-9-

het (vroege) voorjaar is de grondwaterstand hoger dan in zomer en najaar. Ook

in de loop van de jaren fluktueren de grondwaterstanden. In figuur 3 is de fluktuatie

van de grondwaterstand gegeven in de loop van ongeveer 2 0 jaar voor twee valleien

(Panpadvalleien en Reukgrasvallei). Verschil tussen hoogste en laagste meting

is 140 cm (Panpad) en 115 cm (Reukgrasvallei); Bakker es. (1979) geven 140 cm

voor een vallei. Verschillen tussen natste en droogste meting in één jaar liggen

meestal tussen 60 en 80 cm. De Panpadvalleien liggen in een smal gedeelte van

het duingebied. Hun grondwaterstand ligt dan ook duidelijk minder hoog boven

NAP dan die van de ReukgrasvalleL

De afstand van de grondwaterspiegel tot het maaiveld is van grote betekenis

voor de samenstelling van de vegetatie. In het droge duin zijn planten afhankelijk

van het hangwater in het bodemprofiel. Bij aanwezigheid van grondwater hoog

genoeg in het profiel vindt door kapillaire opstijging nalevering plaats van water

in droge perioden en kunnen planten dus over meer water beschikken. Dat maakt

de vestiging mogelijk van totaal andere planten dan in het droge duin.

Drost en Visser (1980) vonden voor de zandplaten in het Grevelingenbekken

dat bij een grondwaterstand van minder dan 80 cm beneden maaiveld voldoende

water werd aangevoerd voor de vegetatie. Bij een jaarlijkse laagste grondwater­

stand van 80 cm is de waterbehoefte van de vegetatie dus steeds gedekt.

In navolging van Londo (1971) wordt hier alleen van duinvalleivegetatie gesproken

als de invloed van het grondwater zichtbaar is in de soortensamenstelling van

de kruidlaag. Dat wil zeggen dat daarin soorten voor moeten komen die in het

duingebied gebonden zijn aan de invloedsfeer van grondwater (door Londo freatofy­

ten genoemd).

Londo deelde de duinvegetaties in in vier series, naar gelang van de mate waarin

het grondwater invloed heeft op de vegetatie. Een serie is een successiereeks

van plantengemeenschappen die zich in een bepaald milieutype ontwikkelen.

Alleen de eerste drie series behoren tot de duinvalleivegetaties. Hun begrenzingen

zijn als volgt:

hydroserie. De plantengemeenschappen van plaatsen die geheel onder water staan.

hygroserie. De plantengemeenschappen vanaf de zone die alleen in droge zomers

droog valt tot en met de zone die alleen in natte winters tijdens de hoogste grond­

waterstanden geïnundeerd wordt.

mesoserie. De overgang naar de xeroserie. De invloed van het grondwater is

nog merkbaar in de kruidlaag.

xeroserie. De plantengemeenschappen van plaatsen waar het grondwater geen

invloed meer heeft op de vegetatie.

Page 13: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 10-

crond1ra terstand (cm t.o.v. NAP) buis 42

~50

,300

~00

0\ 0\ C\ ""-l -....1 -...1 -...1 -....1 -...1 -....1 -...1 ......., "'-I ()) en (1) co co

-...1 co \0 0 1\) w +=- I.Jt 0\ -...1 (1) \0 0 ..... 1\) w +=-jaar

--------- ---· ~-

grond1ra terstand (cm t.o.v. NAP) buis

450

400

J50

JOO

Fig. 3. Het verloop van de grondwaterstand in Panpadvalleien (buis 42} en Reukgrasvallei (buis 46) in de periode 1967 - 1985.

•::C I..Jl

46

Page 14: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

-11-

Bodem

De bodem in het duingebied bestaat vrijwel geheel uit zand. Dat brengt uiteraard

een goede doorlatendheid, gering vochtvasthoudend vermogen (behalve bij hoge

organische stofgehaltes) en geringe kapillaire opstijging met zich mee. De twee

belangrijkste bodemvormende processen zijn ontkalking en accumulatie van organi­

sche stof.

Ontkalking speelt in vochtige valleien een veel minder grote rol dan in het

droge duin. De zone waarin regenwater doorsijpelt is kleiner, ook de netto hoeveel­

heid percolerend water is minder. Tot een kalkgehalte van 0,3% is er nog voldoende

kalk aanwezig voor buffering en dus voor een neutraal of basisch karakter, daar

beneden daalt de pH vrij snel (Bakker c.s. 1979).

Accumulatie van organische stof is van groot belang i.v.m. vasthouden van

vocht, adsorptie van kationen en binding van voedingsstoffen (vooral stikstof

en fosfaat). Op natte plaatsen kunnen zeer hoge gehaltes aan organische stof

voorkomen.

!

l

i I l

t [ î I f

Page 15: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 12-

2. MATERIAAL EN METHODEN

2.1. Vegetatie-opnamen

In totaal werden 150 opnamen gemaakt volgens de methode Braun-Blanquet.

Proefvlakgrootte was doorgaans 2 x 3 m 2 • Er werd gebruik gemaakt van een

uitgebreide Braun-Blanquetschaal (Westhoff en Van der Maarel1973):

r 1 of 2 individuen (bedekking minder dan 5%)

+ weinig individuen (bedekking minder dan 5%)

1 veel individuen (20-100; bedekking minder dan 5%)

2m zeer veel individuen (meer dan 100; bedekking minder dan 5%)

2a bedekking 5-12,5%

2b bedekking 12,5-25%

3a bedekking 25-37,5%

3b bedekking 37,5-50%

4a bedekking 50-62,5%

4b bedekking 62,5-75%

5a bedekking 75-87,5%

5b bedekking 87,5-100%

Ook fenologie en sociabiliteit werden opgenomen, volgens de schalen van Den

Held en Den Held (1979). Van elk van de onderscheiden lagen in de vegetatie

werden bedekking en grootste, gemiddelde en laagste hoogte geschat. In de meeste

gevallen werden de proefvlakken aangegeven met 2-4 metalen plaatjes in de

bodem om ze later terug te kunnen vinden.

In Bijlage 5 is een overzicht gegeven van de opnamenummers per vallei. Er

zijn enkele permanente proefvlakken (PQ's) opgenomen. Daarvan worden de num­

mers ook in die bijlage vermeld. In 3.4 worden per vallei bijzonderheden gegeven

over opnamen als dat nodig is. Dit is met name gedaan voor opnamen die gekozen

zijn op plaatsen die afwijken van "het gemiddelde" van een vallei, bijvoorbeeld

op de overgang naar het droge duin.

Er zijn twee relatief grote transekten opgenomen en afzonderlijk verwerkt.

Het transekt in de vallei aan het einde van de Panweg was 26 m lang en bestond

uit 10 aansluitende opnamen. Het liep van het lage deel van de vallei naar het

hoge deel dat vrij recent geschoond is van struweel en nu door konijnen kort

gehouden wordt. Het tweede transekt ligt in het gemaaide gedeelte van de westoe­

ver van het Quackjeswater loodrecht op de oever. Het was 39 m lang en bestond

uit 8 opnamen.

Voor de nomenclatuur is aangehouden de floralijst die op Weevers' Duin in

gebruik is voor het computerbestand. Deze is voor de hogere planten gebaseerd

Page 16: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 13-

op Reukels en Van Ooststroom Ü975) en voor de mossen en korstmossen op diverse

bronnen.

2.2. Milieuparameters

Bepalingen van milieufactoren hebben zich uit praktische overwegingen beperkt

tot abiotische factoren. Voor elk proefvlak werden de lagen 0-10 en 10-20 cm

bemonsterd met behulp van een gutsboor. Tien rondom net buiten de opname

genomen steken vormden samen één monster. De monsters werden gedroogd

in een droogkast en gezeefd (maaswijdte 2 mm). Daarna werden de monsters

gehomogeniseerd en een gedeelte werd gemalen. De volgende parameters werden

bepaald:

PH(H20) en pH(KCl)

lOg niet gemalen grond werd 30 min. geschud met 25 ml demiwater of 25 ml

lM KCl bij 300 RPM. De pH-waarden werden gemeten met een Electrafact 36200

pH-meter.

Kalkgehalte (% CaC03)

Er werd nauwkeurig een hoeveelheid gemalen grond afgewogen (afhankelijk

van de pH 1-12 g). Met behulp van een Scheibierapparaat en 4N HCl werd bepaald

hoeveel C02 uit het monster ontweek na 1-2 uur schudden. Voor elke serie van

7 bepalingen werden tevens een duplo, een blanco (alleen demi-water) en een

standaard (zuiver Caco3r-bepaald. Uit deze gegevens werd het kalkgehalte van

het monster berekend.

Gehalte aan organische stof (%)

Aluminium doosjes en porseleinen gloeischaaltjes werden voor en na vullen

met gemalen grond nauwkeurig gewogen. De doosjes werden 24. uur in een droog­

stoof geplaatst bij 105oc en opnieuw gewogen. Daaruit werd het vochtgehalte

berekend. De gloeischaaltjes werden 24 uur in een oven geplaatst waarvan de

temperatuur geleidelijk opgevoerd werd tot 420oc. Na gedeeltelijk afkoelen

werden de schaaltjes in een desiccator geplaatst en na verdere afkoeling gewogen.

Uit het gewichtsverlies gecorrigeerd voor het vochtgehalte werd het gehalte

aan organische stof berekend.

Totaal stikstof (N)-gehalte en totaal fosfaat(P)-gehalte (mg/lOOg)

Voor destructie van grondmonsters w_erd een oplossing van 3,5 g seleenpoeder

in 11 H2S04 (bij ~ 3 00°C) bereid. Hierin werd 72 g Salicylzuur opgelost. In een

kolfje werd 400 of 800 (indien organische stofgehalte lager was dan 5%) mg gema-

Page 17: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 14-

len grond afgewogen. Daaraan werd 2,5 ml van het destructiemengsel toegevoegd

plus enkele kooksteentjes. Na twee uur werden kolfjes verhit tot circa 1oooc.

Na weer twee uur werden de kolfjes van de kookplaat afgehaald en werd druppels­

gewijs 1 ml H202 (30%) toegevoegd. Als de reaktie had plaatsgevonden werd

nog twee maal 1 ml H2 02 toegevoegd. Hierna werden de kolfjes verhit tot 3 oooc

tot het destruaat helder was (~ twee uur). De kolfjes werden met demiwater

aangevuld tot 50 m en gefiltreerd.

Voor de N-bepaling werden de volgende oplossingen vers bereid:

reagens I 141, 94 g salicylzuur+ 126 ml10 N NaOH

323 mg natrium nitroprusside

1,29 g natrium-EDTA

aangevuld tot 1 1 met demiwater

reagens II 10,68 g Na2HP04.2H20

1,60 g NaOH

40 mlNa-hypochloriet

aangevuld tot 1 1 met demiwater

standaard (ijkserie). Van een 300 ppm N-oplossing (1,4159 g (NH4)2S04 per liter

demiwater) werd 0, 2, 4, 6, 8 en 10 ml gepipetteerd in 100 ml maatkolfjes met

50 ml H20 en 5 ml destructiemengsel, waarna werd aangevuld tot de maatstreep;

dit gaf een reeks van 0, 6, 14, 18, 24 en 30 ppm N.

In maatkolfjes werd 0,5 ml monster, standaard of blanco gebracht, 7,5 ml reagens

I en 12,5 ml reagens II. Deze maatkolfjes waren voor de eerste bepaling gereinigd

door er een blanco bepaling mee uit te voeren en werden daarna alleen met

demiwater gespoeld. Na twee uur werd de kleurintensiteit gemeten bij 660 nm

met een Zeiss spectrofot"ometer PMQII. Was het organische stofgehalte hoger

dan 10% dan werd het destruaat voor deze bepaling 3x verdund, als het hoger

was dan 2 5% dan 5x.

Voor de totaal P-bepaling werden de volgende oplossingen bereid:

reagens A 11 5N H2S04

12 g (NH4)6 Mo7024AH20 in 250 ml demiwater

0,2908 g KSb OC4H406 in 100 ml demiwater

Samengevoegd en aangevuld tot 2 1

reagens B 200 ml van A en 1,056 ascorbinezuur

aerosol 25ml verdunnen tot 11 (met demiwater)

standaard (ijkserie). Van een 125 ppm P-oplossing (0,5493 g KH2P04 per 1

demiwater) werd 0, 2, 4, 6, 8 en 10 ml gepipetteerd in 100 ml maatkolfjes met

5 0 ml H2 0 en 5 ml destructie mengsel waarna werd aangevuld tot de maatstreep;

dit gaf een reeks van 0 2,5 5 7,5 10 en 12,5 ppm P.

In maatkolfjes werd 2 ml monster, standaard of blanco gebracht met 4 ml reagens

Page 18: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 15-

B en 1 ml aerosol en aangevuld tot 25 ml. Na één uur werd de kleurintensiteit

gemeten bij 885 nm met de spectrofotometer.

Deze methode is beschreven door Novozamsky c.s. (1984).

Chloridegehalte (mg/lOOg) en geleidend vermogen (uS.cm-11

Aan 15 g niet gemalen grond werd 75 ml demiwater toegevoegd. Dit mengsel

werd twee uur geschud en vervolgens gefiltreerd (Schleicher & Schüll 597 i). 2,5 ml werd in een kolfje gepipetteerd, aangevuld met wat demiwater en getitreerd

met een automatische titrator met 0,01 N AgN03. De overgebleven oplossing

werd geberuikt om het geleidend vermogen te bepalen met een conductometer

E518 (Metrohm).

Kationen (K, Na, Mg, Ca; me/lOOg)

8 g ongemalen grond werd één uur geschud in lN ammoniumacetaat (pH= 7).

Na filtreren werd 5 ml van de oplossing gebruikt om na toevoeging van 10 ml

0,15% cesium K en Na te bepalen. Voor de bepaling van Ca en Mg werd aan 1

ml extract 9 ml 1,11% lantaan toegevoegd. Voor de meting van de kansentraties

werd een Perkin-Elmer 400 atomaire absorptiespectrofotometer gebruikt. Als

de kansentratie te hoog was om te kl:J.nnen meten werd 5x verdund.

Grondwaterstand

Door het hele duingebied heen bevinden zich grondwaterbuizen waarin elke

14 dagen de grondwaterstand wordt gemeten. Uitgaande van deze buizen, waarvan

de hoogte bekend is, werd van alle proefvlakken de hoogte gemeten t.o.v. NAP.

Van enkele plaatsen was de grondwaterstand te hoog en is volstaan met een schat­

ting. Voor het Oostvoornse Meer waren geen grondwatergegevens beschikbaar.

Daar is volstaan met een uiterst grove schatting van de grondwaterparameters.

Uitgaande van de grondwatergegevens voor 1985 (voor indeling in series is

voor een deel ook gebruik gemaakt van de gegevens van 1984, zie paragraaf 2.3)

zijn de volgende parameters berekend voor elk proefvlak:

gemjar gemiddelde grondwaterstand van een jaar

gemveg gemiddelde grondwaterstand in de vegetatieperiode (28/3-28/9, 13 waar-

nemingen)

maximu hoogste grondwaterstand in een jaar

minimu laagste grondwaterstand in een jaar

gemmax gemiddelde van de drie hoogste grondwaterstanden van een jaar

gemmin gemiddelde van de drie laagste grondwaterstanden van een jaar

j

i.

[ F ' i

Page 19: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 16-

2.3. Verwerking

Klassifikatie en ordinatie

Voor de hand liggende methoden om multivariabele gegevens te verwerken

zijn klassifikatie en ordinatie. Bij klassifikatie worden opnamen in groepen inge­

deeld, bij ordinatie worden opnamen in een assenstelsel geplaatst, zodanig dat

zoveel mogelijk informatie over de onderlinge verwantschap van de opnamen

zichtbaar gemaakt wordt. Vooral de laatste methode wordt gebruikt om hypotheses

op te stellen over de relatie tussen vegetatie en milieu. In dit onderzoek is gebruik

gemaakt van de computerprogramma's TWINSPAN (methode: TWo-way INdicator

SPecies ANalysis) voor klassifikatie en DECORANA (methode: DEtrended

COrrespondence ANAlysis) voor ordinatie (Hill1979a en b).

Gauch (1982) bespreekt deze methoden. In tegenstelling tot PCA (Principal

Component Analysis), een veel gebruikte ordinatietechniek, gaat DECORAN A

niet uit van een lineair verband tussen een milieugradiënt en voorkomen van

soorten. Dat verband is in de praktijk ook niet lineair, waardoor PCA strikt geno­

men niet toegepast zou mogen worden op vegetatiegegevens. Gebeurt dit wel

dan ontstaan soms problemen door vervorming (hoefijzereffect). Een ander model,

dat van Gauss, beschrijft de afhan~elijkheid van een soort van een milieugradiënt

als een min of meer klokvorminge kurve. Probleem bij dat model is dat de

werkelijkheid nogal eens afwijkt van dit ideaalbeeld. Voordeel van DECORANA

is dat het er van uitgaat dat soorten een optimum hebben langs een gradiënt

en naar beide kanten toe afnemen. Er wordt dus uitgegaan van iets dat lijkt op

het model van Gauss, maar dit zo soepel hanteert dat afwijkingen niet snel tot

problemen leiden.

DECORANA is afgeleid van Reciprocal Averaging (RA). Deze methode heeft

de volgende twee belangrijke fouten. Punten aan de uiteinden van de eerste as

liggen relatief dichter bij elkaar dan punten in het midden van de eerste as. Gelijke

afstanden tussen punten betekenen dus niet dat ze evenveel van elkaar verschillen.

Verder geeft RA vaak boogvormige vervormingen. Voorwaarde voor tweede en

hogere assen is bij deze methode alleen dat ze niet gekorreleerd zijn met lagere.

Er kan dan wel een systematische relatie bestaan, zoals bijvoorbeeld bij een

parabool.

In DECORANA zijn deze fouten van RA verbeterd. Voor de hele ordinatie

geldt dat gelijke afstanden korresponderen met gelijke verschillen in soortensamen­

stelling. Daardoor zijn ook assen vergelijkbaar. Is langs de ene as de spreiding

groter dan langs een andere as, dan vertegenwoordigt die as ook een langere

gradiënt. Tevens staan hogere assen niet meer in een systematische relatie tot

lagere assen, doordat "detrending" is toegepast: na segmentering is voor elk seg-

Page 20: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 17-

ment het gemiddelde gelijk gemaakt aan o. Daardoor treedt geen boogeffect

meer op. DECORAN A is daardoor een methode die over een breed gebied toepas­

baar is en, volgens Gauch, minstens zo goed als en doorgaans beter is dan andere

ordinatie technieken.

TWINSP AN is, in tegenstelling tot de meeste andere veel gebruikte klassifikatie­

technieken, divisief in plaats van agglomeratief. Op grond van een redprocal

averaging ordinatie worden opnamen in twee groepen verdeeld. Elk van deze

groepen wordt afzonderlijk opnieuw aan een ordinatie onderworpen en weer in

tweeën gesplitst. Ook de soorten worden geklassificeerd, waardoor uiteindelijk

een geordende tabel geproduceerd wordt.

Bij de verwerking van de vegetatiegegevens zijn sociabiliteit en fenologie buiten

beschouwing gelaten. Ook is geen rekening gehouden met gelaagdheid in de

vegetatie, daar deze doorgaans onduidelijk was. Kwam een soort voor in meer

dan één laag dan is alleen de hoogste bedekking/abundantiewaarde gebruikt.

De gebruikte schaal werd als volgt getransformeerd (Van der Maarel1979):

r + 1 2m 2a 2b 3a en 3b 4a en 4b 5a en 5b

1 2 3 4 5 6 7 8 9

De twee transekten zijn ook a~;>art verwerkt m.b.v. TWINSPAN.

Ook de milieugegevens zijn verwerkt m.b.v. ordinatie, in dit geval met Principal

Component Analysis (PCA)

Korrelaties

Voor alle milieuparameters zijn de onderlinge korrelaties berekend (bodemgege­

vens alleen van de bovenste 10 cm). Voor de koördinaten van opnamen in de

DECORANA-ordinatie werden de korrelaties met de milieuparameters berekend.

Hierbij werd de product-moment korrelatiekoëfficiënt gebruikt (Sokal en Rohlf

1969, hoofdstuk 15). Tevens werden enkele plots gemaakt vari. het verband tussen

spreiding langs een DECORANA-as en een milieuparameter. Ook werd het gehalte

aan organische stof uitgezet tegen de gemiddelde grondwaterstand in de vegetatie­

periode.

Soortsdiversi te i t

Van elke opname werd het aantal soorten en het aantal zeldzame soorten be­

paald. Zeldzame soorten zijn hier gedefinieerd als die soorten die door Mennema

c.s. (1980, 1985) als vrij zeldzaam of zeldzamer vermeld worden. In bijlage 6

is aangegeven om welke soorten het gaat. Dit zijn voor het grootste deel soorten

die kenmerkend zijn voor vochtige duinvalleien. Ook werd voor elke opname

de Shannon-index voor diversiteit berekend:

H= - (ni/n) log (ni/n)

Page 21: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 18-

waarin voor ni de getransformeerde Braun-Blanquet waarde (1 t/m 9) is genomen

voor soort i en voorn de som van alle getransformeerde Braun-Blanquet waarden.

Indeling in series en leeftijdsgroepen

De opnamen werden verdeeld in vier groepen op grond van hun grondwaterhuis­

houding. De begrenzing van deze groepen kwam ruwweg overeen met die van

de series van Londo (1971). Er zijn slechts gegevens van één jaar gebruikt (1985,

voor Schapenwei en Vliegveld 1984). Tot de hydraserie werden de opnamen gere­

kend waarvan alleen de minimum en gemiddelde minimum grondwaterstand beneden

maaiveld lagen. Strikt genomen is dit dus natte hygroserie, maar om tot een

indeling in vier groepen te komen is toch deze grens aangehouden. Deze opnamen

vallen pas tegen het eind van of na de vegetatieperiode droog. Bovendien wijken

ze duidelijk af van de overige hygroserie, o.a. door in de hydraserie thuishorende.

waterplanten als Chara, Ranunculus aguatilis en Potamogeton natans.

Tot de hygroserie werden die opnamen gerekend die een deel van het jaar onder

water stonden, dus met een maximum grondwaterstand groter dan 0. Dit komt

neer op een gemiddelde grondwaterstand in de vegetatieperiode van -2 0 cm of

meer en een minimum van ruwweg -50 tot -60 of meer (Drost en Visser 1980

hielden aan minimum van -50 cm).

De mesoserie omvat alle opnamen waar het grondwater het gehele jaar onder

het maaiveld stond, maar nooit dieper dan -100 cm. Dat komt overeen met een

gemiddelde in de vegetatieperiode van -67 tot -2 0 cm. Drost en Visser (198 0)

legden hun ondergrens voor de mesoserie bij een minimum grondwaterstand van

-90 cm, Londo (1971) bij een zomergrondwaterstand van -60 tot -80 cm, Van

der Maarel (Drost en Visser 1980) bij -75 tot -100 cm. In Bijlage 5 is aangegeven

tot welke serie de opnamen werden gerekend.

Op grond van de ouderdom van de betrokken valleien werden de opnamen ver­

deeld in jong en oud. Tot de jonge opnamen werden gerekend 2, 28 (recent begroei.:.. ·

de verstuiving), 36 (rand van nieuw gegraven poel) en die van de Stekelhoekvallei,

Schapenwei, Oostvoornse Meer en Vliegveld.

C /N -verhouding

Voor alle valleien werd de C/N-verhouding berekend en voor een aantal valleien

verder verwerkt. Dit omdat van de andere valleien te weinig opnamen gemaakt

waren of de C/N-verhoudingen te variabel waren voor variantie-analyse. Gebruikt

werden opnamen uit: Panpad- en Panwegvalleien, Quackjeswater, Holpijppoel,

Schapenwei, Waterdriebladpoel, Vliegveld, Oostvoornse Meer en Weitje van

Dijkman; aan de laatste werden de opnamen van Wederikvallei en Kruine's Tuintje

toegevoegd wegens grote overeenkomsten in het milieu. Er werd uitgegaan van

Page 22: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 19-

een C-gehalte van het organische materiaal van 58% (Scheffer en Schachtschabel

1984).

Variantieanalyse

Met behulp van variantieanalyse en de Student-N ewman-Keuls-test (Sokal

en Rohlf 1969, hoofdstuk 9) is voor jonge en oude opname afzonderlijk getoetst

of er verschillen waren in aantal soorten, aantal zeldzame soorten en diversiteit

tussen meso-, hygro- en hydroserie. Tevens is getoetst of er verschillen waren

voor bovengenoemde grootheden tussen jonge en oude opnamen voor elk van

de drie series. Homogeniteit van varianties werd getoetst met Bartlett's test

(Sokal en Rohlf 1969, hoofdstuk 13). Bij toetsing van aantallen zeldzame soorten

bleek dat varianties heterogeen waren. Daarom is worteltransformatie toegepast,

wat niet altijd afdoende was. Wegens beperkingen in de beschikbare programmatuur

is geen two-way variantieanalyse uitgevoerd.

Ook de verschillen in C/N-verhoudingen tussen de genoemde valleien werden

getoetst op significantie met behulp van variantieanalyse en de SNK-test. Hierbij

werd een logaritmische transformatie toegepast.

2 .4. Lysimachia vulgaris

Om meer over de invloed van Lysimachia vulgaris te weten te komen is gebruik

gemaakt van de parameters aantal soorten, aantal zeldzame soorten en Shannon­

index voor diversiteit uit paragraaf 2.3. Met behulp van variantieanalyse is ge­

toetst of er in deze parameters verschillen bestonden tussen groepen van alle

opnamen waarin Lysimachia vulgaris met dezelfde getransformeerde Braun­

Blanquet waarde (1 t/m 9) voorkomt. De groep opnamen waarin Lysimachia niet

voorkwam is buiten beschouwing gelaten.

Verder zijn een aantal vestigingsplaatsen van Lysimachia bestudeerd. Voor

enkele recente vestingsplaatsen werd een opname in deze plek gemaakt en één

er net buiten. Voor de twee oudere plekken op het Vliegveld en de plek in Kruine's

Tuintje werden opnamen gemaakt in het centrum, aan de rand en er net buiten.

Van deze opnamen werden de bodemgegevens en de soortsdiversiteit vergeleken.

3. RESULTATEN

3.1. Vegetatie-opnamen

3.1.1 DECORANA

In Bijlage 4 zijn de koördinaten opgenomen van zowel soorten als opnamen

langs de eerste vier assen bij DECORAN A. Figuur 4 geeft de positie van de opna­

men t.o.v. de eerste twee assen. De meeste opnamen liggen in een vrij smalle

Page 23: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

Fig. 4. Positie van de

Fig. 5. Positie van de .....

opnamen

- 20-

.. • . . . : ... ·.! : . . . . . . ..

··~ .. . . . : .... •• \ •• -1' • .. ....

: . " .. ,.

t.o.v. de assen 1 en 2

opnamen t.o.v. de assen 1 en 2 . - - .

·. . . .. I

~ .

4GC

(DECORANA).

(D~C~~AN~)_,

. .

.. I~ ;

500 as 1

I I

i

I I I

I i I I I I

I I I I

6CO

met d~ar.bij

aangegeven de extreme opnamen (genummerd). De cpnamen van de transek-ten van Panwegvallei (links) en Quackjeswater (rechts) zijn d.m.v.

een lijn met elkaar verbonden. De van het

patroon afwijke~de opnamen zijn omcir­keld; hierop wordt in de tekst verder ingegaan.

5001

~ ,J f

30G r

l I I I I I

~ 1i.<1 • •• \~0 7'-1

"CO L ~6 ~~'-1 • •' • • • • • n.3, '.', 7,4 •'Jl ... I ·"~ ~...... . . . . . . . . . . . . ~ . . . . .!,'j T->

fs 2

-~· • : ·.~ ~-': : ~Gu

[~~ I ' • • • ' • :·~ ~~ 1(-~ • • • •• , ...... ~· 1";.";:1

7 .. :'. . • .

lC: L.~· a__L____!__.._...:..· ~~ 0 !CO~ 2CG 3CO 500 .:cc 6CC

as 1

Page 24: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 21-

band evenwijdig aan as 1. Deze as vertegenwoordigt blijkbaar verreweg de langste

en meest bepalende gradiënt. Afgezien van enkele uitschieters is de spreiding

langs as 2 veel geringer en waarschijnlijk voornamelijk een gevolg van ruis.

Figuur 5 is identiek aan figuur 4, alleen zijn nu de extreme opnamen aangegeven.

Langs as 1 gaat het rechts om de zeer natte opnamen uit Holpijppoel en Waterdrie­

bladpoel en links om een aantal zeer droge opnamen, voornamelijk uit de Pan.

Tevens blijkt dat de twee transekten die aangegeven zijn (Panwegvallei en

Quackjeswater) ongeveer evenwijdig lopen aan as 1. Deze transekten zijn gekozen

langs een gradiënt hoog-laag, dus droog-nat. Dit alles maakt het aannemelijk

dat as 1 een gradiënt vertegenwoordigt in grondwaterstand. In figuur 6 is het

verband weergegeven tussen de koördinaten langs as 1 en de gemiddelde grondwa­

terstand in de vegetatieperiode. Deze figuur bevestigt dat de spreiding langs

as 1 samenhangt met de grondwaterstand en dat dat dus de belangrijkste factor

in het abiotische duinvalleimilieu zou kunnen zijn. Opnamen die er in deze figuur

uitspringen zijn 86 (Galigaanplek) en 117 en 150 (plaatsen met hoge Wederikbedek­

king).

Figuur 7 geeft de gehaltes aan organische stof in de bovenste 10 cm uitgezet

tegen de koördinaten van de opnamen langs as 1. Ook deze figuur toont een verband

aan, maar aanzienlijk minder duidelijk dan de vorige. Dit hangt samen met het

leeftijdsaspect: jonge opnamen hebben vaak een laag gehalte aan organische

stof, onafhankelijk van de grondwaterstand. Bovendien is de spreiding in het

organische stofgehalte in homogeen lijkende delen van valleien veel groter dan

die in grondwaterstand. Het gehalte aan organische stof zou dus ook een rol kunnen

spelen bij de interpretatie van as 1. Maar mede gezien het feit dat bij de

soortenordinatie zich aan beide uitersten van as 1 de drogere resp. nattere soorten

bevinden (Bijlage 4) is in het hier verzamelde materiaal de factor grondwaterstand

toch van groter belang.

Langs as 2 springen de opnamen 86, 110, 107, 114 en 123 t/m 128 er duidelijk

uit. 123 t/m 128 zijn de opnamen langs het Oostvoornse Meer, die ook in milieu

sterk afwijken van de overige opnameplaatsen: weinig organische stof en stikstof,

hoge pH en bij 125 hoog geleidend vermogen. Het gaat hier om zeer jonge duinval­

lei-vegetatie, die een duidelijk afwijkende samenstelling heeft. Opname 107

bevindt zich op een paadje op de Schapenwei, waar Centunculus minimus en Cen­

tauriurn pulchellum groeien, het milieu is daar afwijkend als gevolg van de sterke

betreding. Opname 86 en 110 zijn deel van de enige twee plaatsen op Voorne

waar Cladium mariscus groeit, met hoge bedekking. De pH is hier laag, het gehalte

aan organische stof hoog. Opname 114 is in een afgraving waar zich jonge duinval­

lei-vegetatie heeft ontwikkeld.

In figuur 8 is as 3 uitgezet tegen as 1. Deze as geeft weinig informatie, behalve

Page 25: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

~0

......... 20 1-E ()

'0 r:: d OI-~ Ol 1-< G1 ~ d ) -20 ~ '0 s:: 0 1-< ~

-40 I-

-60 I-

-so -

-lOOI-'

. . ..

~· . .. . . . . .

. •,

- 22-

' ., .. . : ., . • • I • •.

. . . . \ .

.. . .. . \ .. ..

. . .

. . , .. ..

:· I

-120~--~--~~~~'--_J--~---~---~--~--~--~--~ 0 100 200 300 400 5CO 600

as 1

Fig. 6. De gemiddelde grondwaterstand in de vegetatieperiode in cm. t.o.v. het maaiveld uitgezet tegen de koördinaten van de opnamen langs

as 1 ( DECORANA).

40r---------------------------------------------~

«l ~ .-i al .t:: G1

~ 30-0 ~ lll

G1 .c () lil

..-! r:: al

t' 0 20 I-

10 f-

. . :..

. : .

t

. . . . . . . '\ ... : . :. .

.. ··. -. .. . .. ..... . .

. .

..

0 L---'~--''------'-----.:.~ __ __l,. __ __;_,·_ ...___,! __ ___;_ ___ ...~.._ '--.1.-----'

600 0 100 200 200 400 500 as 1

Fig. 7. Gehalte aan organische stof van de opnamen in de bovenste 10 cm (%) uitgezet tegen de koördinaten langs as 1 (DECORANA).

Page 26: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 23-

voor de natste opnamen. Deze worden gescheiden in opnamen van het Quackjeswa­

ter en opnamen uit Holpijppoel en WaterdriebladpoeL Die verschillen dan ook

in enkele soorten, wat ook uit de soortenordinatie blijkt (Bijlage 4, as 3). Het

Quackjeswater heeft bijvoorbeeld Iris pseudacorus, Sium erectum en S.latifolium,

Lysimachia nummularia en Oenanthe fistulosa, de andere twee hebben o.a. Veronica

scutellata, Carex pseudocyperus, Polygonum amphibium en Scirpus lacilstris

ssp. glaucus. Zoals figuur 8 aangeeft is er een duidelijk verschil in organische

stofgehalte tussen deze twee groepen en naar verwacht ook met de daarmee

samenhangende factoren. Belangrijker is wellicht dat het Quackjeswater een

duinplas is, waar de fluctuatie in grondwaterstand veel geringer is dan iri een

vallei. Dit blijkt uit de grondwatergegevens (Bijlage 3). Het Quackjeswater wordt

daarom gekenmerkt door soorten die meer een echt waterplant- of waterkantkarak­

ter hebben.

As 4 is uitgezet tegen as 1 in figuur 9. Duidelijk is het afwijkende karakter

van 44 t/m 47. Dit zijn de opnamen van het hoge, droge, recent geschoonde deel

va.n de Panwegvallei. Ze hebben enigszins een storingskarakter .. Soorten die hier

voorkomen zijn o.a. Sambucus nigra, Gentianella amarella, Centauriurn littorale

en zeer veel Euphrasia stricta en Mnium affine. Opname 2 is een Kruipwilgbosje

met Pyrola rotundifolia en enkele eigen soorten, evenals 28. 56 is een zeer droge

opname aan de rand van de Hierochloëvallei met zeer veel Hypnum cupressiforme

en Cladonia rangiformis. In tegenstelling tot andere droge plaatsen in oud duinge­

bied heeft deze opname een hoge pH en kalkgehalte. Opname 104 is een natte

opname van de Schapenwei met veel Sium erectum en Juncus gerardii.

Opvallend is dat jonge opnamen van Schapenwei en Vliegveld er in figuur 4

niet uitspringen. Er liggen zelfs oudere opnamen van Wederikvallei en Weitje

van Dijkman tussen op geringe afstand. Toch heeft de vegetatie van jonge valleien

wel een eigen karakter, met bijvoorbeeld veel Parnassia palustris. Blijkbaar weegt

de overeenkomst in soorten toch zwaarder. Langs as 3 en 4 ·worden opnamen

uit bovengenoemde valleien wel enigszins uit elkaar gehaald.

In tabel 1 worden de korrelaties gegeven tussen de DECORANA-assen en de

milieuparameters. Korrelaties groter dan 0,159 of kleiner dan -0,159 zijn signifi­

cant groter of kleiner dan 0 met p= 0,05. Voor as 1 is de korrelatie met de grondwa­

terparameters het grootst, hiermee wordt het belang van deze factor nog eens

bevestigd. Daarna volgt de korrelatie met organische stof, totaal stikstof en

totaal fosfaat. De relatief hoge korrelaties tussen as 2 en pH en kalkgehalte

worden bijna geheel veroorzaakt door de hoge pH bij het Oostvoornse Meer en

de lage pH van de Galigaanplekken (86 en 11 0). Dat de overige korrelaties laag

zijn bevestigt dat de spreiding langs as 2 grotendeels een gevolg is van ruis, of

in ieder geval niet samenhangt met één duidelijke gradiënt. Bij as 3 springen

Page 27: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

4CO

320

240

160

SCJ

.. . . .

- 24-

.. .. • I I I . . . .

('-1(1~) Ó(S)•

t~c ... 1 · • - )OL\61.))

.~·(11} . . ·. ··~ · ... :· • \1,)1(\S")

- ·. .. . . . ... . ... · . . . . . :

...

• .Sj(z.c)

o.o~--~--------~------~--------~----·-~~-2'~1·~\--~ : 120 240 360 480

as 1

Fig. 8. Positie van de opnamen t.o.v. de assen 1 en 3 (DECORANA). Aangegeven zijn de opnamen die langs as 3 gescheiden lijken te worden. Tussen haakjes is het percentage organische stof aangegeven.

3"'"' wu Ié ..:r lil CIS w 2LO 8 -:-_:.:_,

.. . . . '~.

ISO i .. .. .'

~

... 120

0 0 '-d I~,,

-~

as 1

Fig. 9. Positie van de opnamen t.o.v. de assen 1 en 4 (DECORANA). De afwijkende opnamen waarop in de tekst wordt ingegaan, zijn omcirkeld.

Page 28: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 25-

Tabell. Korrelaties tussen koördinaten van opnamen langs de assen bij

DECORANA en eigenschappen van het milieu. Een 2 achter de parameter

geeft aan dat het de laag 10-20 cm betreft. De laatste zes zijn de

grondw a terparameters.

pH(H20) pH(KCl) kalk org. stof chforide geleid. verm. tot. stikstof tot. fosfaat kalium natrium magnesium pH(H20) laag 2 pH(KCl) 2 I<álk 2 org. stof 2 chloride 2 geleid. verm. 2 tot. stikstof 2 tot. fosfaat 2 kalium 2 natrium 2 magnesium 2 gem. jaar gem. veg. per. maximum minimum gem. maximum gem. minimum

as 1

-0.06 -0.06 0.40 0.66 0.48 0.59 0.68 0.68 0.36 0.57 0.53

-0.05 -0.10

0.44 0.43 0.36 0.58 0.45 0.30

-0.15 0.21 0.28 0.79 0.87 0.89 0.75 0.89 0.76

as 2

0.57 0.55 0.45

-0.08 0.32 0.16

-0.07 0.07 0.07 0.22 0.11 0.43 0.41

. 0.26 -0.05

0.47 0.28

-0.19 -0.00

0.08 0.56 0.35 0.23 o. 24 0.18 0.24 0. 20 0.23

as 3

0.15 0.16

-0.17 -0.36 -0.04 -0.19 -0.46 -0.37 -0.05 -0.27 -0.22

0.26 0.30

-0.39 -0.37 -0.02 -0.14 -0.56 -0.50

0.21 -0.06 -0.09 -0.04 -0.15 -0.30

0.08 -0.28

0.07

as 4

0.21 0.25 0.10

-0.14 0.11 0.02

-0.21 -0.13

0.06 -0.05 -0.05

0.28 0.38

-0.13 -0.20

0.09 0.00

-0.36 -0.38 -0.24 -0.06 -0.26

0.29 0.23 0.18 0.33 0.20 0.32

Page 29: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 26-

organische stof, stikstof en fosfaat in het oog hoewel de korrelaties niet hoog

zijn. Deze korrelaties hangen samen met de verschillen tussen Holpijppoel en

Waterdriebladpoel enerzijds en het Quackjeswater anderzijds.

3.1.2. TWINSPAN

In Bijlage 1 is de tabel opgenomen die het resultaat is van TWINSP AN. Ook

hier is de rangschikking van de opnamen vooral met grondwaterstand gekorreleerd.

De verdeling in twee groepen op het hoogste nivo scheidt de meeste natte opnamen

(hydroserie) af van de rest. Op het tweede nivo worden de zeer natte opnamen

van Holpijp- en Waterdriebladpoel afgescheiden van de rest van groep 1 en worden

de droge opnamen (alle opnamen van de xeroserie en een aantal van de mesoserie)

afgescheiden in groep 0. Ook in de rangschikking van de soorten is deze

grondwaterinvloed terug te vinden.

Op lagere nivo's treedt een tendens op dat opnamen uit dezelfde vallei bij elkaar

geplaatst worden. Opvallend is dat afwijkende opnamen er pas op laag nivo, of

zelfs niet, uitvallen, bijvoorbeeld 86, 110, 90, 2, 28 en de opnamen van het Oost­

voornse Meer. Vermeldenswaard is dat op nivo 4 de grote midder[groep gesplitst

wordt in jonge en oude opnameplaatsen (resp. vooral Schapenwei en Vliegveld,

en Panweg-, Reukgras- en W~derikvallei en Kruine's Tuintje en Weitje van

Dijkman). Dit toont aan dat de jonge en oude opnamen toch in soortensamenstelling

verschillen. Welke milieufactor daarbij een rol speelt is onduidelijk; het gehalte

aan organische stof van Vliegveld en Schapenwei is niet altijd laag.

3.1.3 Principal Component Analysis

Op basis van de verzamelde milieugegevens is een Principal Component Analysis

uitgevoerd, voor alle bodemparameters van de laag 0-10 cm en de gemiddelde ..

grondwaterstand in dë vegetatieperiode en het gemiddelde per jaar. In onderstaande

tabel is de hoeveelheid door de berekende assen (faktoren) verklaarde variantie

gegeven.

assen

1

2

3

4

verklaarde

variantie

6.7810

2.2734

.9826

. 7212

cumulatief gedeelte

van de verklaarde

variantie

.6303

.8416

.9330

1.0000

Page 30: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 27-

Figuur 10 geeft de rangschikking van de milieuparameters langs de eerste twee

assen. pH en kalkgehalte wijken duidelijk af van de overige parameters, de andere

liggen dichter bij elkaar, wat wijst op een sterkere korrelatie. Figuur 11 geeft

de rangschikking van de opnamen langs de eerste twee assen. Het beeld komt

ruwweg overeen met dat van de ordinatie (DECORANA) op grond van

vegetatiegegevens: links de droge opnamen, rechts de natte en boven de zeer

jonge plaatsen. Deze overeenkomst met de PCA-ordinatie die is verricht op grond

van milieugegevens duidt erop dat de spreiding van de opnamen bij DECORANA

(op grond van de vegetatiesamenstelling) een zekere samenhang vertoont met

de meeste milieuparameters en, althans voor wat de grove lijnen betreft, niet

alleen_ of hoofdzakelijk aan de grondwaterstand. Er is sprake van een belangrijke

korrelatie tussen milieuparameters. Daardoor vertonen de meeste parameters

een samenhang met de vegetatiesamenstelling. Waarschijnlijk is wel dat het

grondwater de voornaamste causale faktor is achter de korrelatie tussen de

bodempara meters.

3.1.4. Transekten

Het resultaat van de TWINSPAN-verwerking van het transekt in de Panwegvallei

wordt gegeven in tabel 2. Het eerste transekt vertegenwoordigt een duidelijke

nat-droog gradiënt. De laatste vier opnamen verschillen sterk van de overige.

Dit wordt niet alleen veroorzaakt door het droge karakter, maar ook door het

effect van het verwijderen van het oorspronkelijke struweel en door het effekt

van konijnenvraat. Deze opnamen hebben enigszins een storingskarakter. (tab~

Het tweede transeffyvertegenwoordigt een droog-nat gradiënt; de droogste

opname is echter veel vochtiger dan die van het eerste transekt. Tevens speelt

een rol dat opname 48 dicht tegen een bosrand aan ligt (zie bijvoorbeeld Pulicaria

dysenterica en Symphytum officinale) en dat 65 in een dichte rietvegetatie ligt.

Een aantal soorten uit de andere natte opnamen van het· transekt ontbreken

daardoor in 6 5.

3.1.5 Variantie-analyse

In tabel 4 worden de resultaten gegeven van de variantieanalyse van soorten­

aantal, aantal zeldzame soorten en diversiteit. Voor jonge opnameplaatsen is

er bij geen van de 3 parameters significant verschil tussen ineso- en hygroserie,

wel tussen die twee en de hydroserie. Voor de oude opnamen verschillen alle

drie series van elkaar voor elk van de drie parameters. De hydraserie is dus duide­

lijk armer aan soorten en minder divers dan de andere series.

Interessant is dat jonge en oude plaatsen weinig verschillen in soortenaantal

en diversiteit, en oude plaatsen ten dele zelfs rijker zijn. Wel is er een duidelijk

. ., I --r

I

Page 31: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 28-

as 2

5 Ll<; .. 6 .

1· "? 0

S· •\0

•11 •12.

"\1 -5

-8 -4 0 '

4 8 as 1

Fig. 10. Milieuparameters gerangschikt langs de eerste twee assen van de PCA.

1= pH (H20); 3= Caco3; 4= gem. gr~dwaterstand van een heel jaar; 5= idem van vegetatieperiode; 6= chloride; 7= Na; 8= K; 9= gel. verm. 10= totaal fosfaat; 11= Mg; 12= org. stof; 13= totaal stikstof.

as 2

2

0

_,

-2

-2

..... s

.... • +

'7'-" • ·79 • ""

'rf ''!" + •'2 • • • •

"·~' . ? • •

_,

• • + •• t- + +. + •• + • + + ~

+

• ·24

+

. . ..

I o

0

..

,a._. .

''!

lu

. . ""

Jl

2

llf'l"

?o

~'I - ... _·,::.:..... F

'''i "'ll

1~2

,. ....

as 1

Fig. 11. Rangschikking van de opnamen langs de eerste twee assen van de PCA. Een + duidt overlap aan. De extreme opnamen zijn genummerd.

Page 32: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 29-

Tabel 2. TWINSPAN-tabel van het transekt in de Panwegvallei. De betekenis van de afkortingen is te vinden in bijlage 6. De eerste twee regels geven (verticaal) de opnamenummers. De kolom rechts geeft de indeling in groepen van de soorten, de eerste kolom voor: het hoogste nivo (twee groepen, 0 en 1), de tweede voor het tweede nivo (4 groepen, 00, 01, 10 en 11) enz. De rij getallen onder de tabel doet hetzelfde voor de opnamen.

3344444444 8901234567

ACH MIL --2------- 0000 BRA SAL 2--------- 0000 CAL CUS 331-1----- 0000 CAM STE 2--------- 0000 EPI PAL 22---1---- 0000 EQU ARV 212------- 0000 EQU VAR 2222------ 0000 FES ARU 2--------- 0000 .. HYD VUL 3333------ 0000 JUN ART 2222------ 0000 LYC EUR -2-------- 0000 POT ANS 22-------- 0000 RAN FLA -1-------- 0000 CAR PAN 322222---- 00010 CAR TRI 333322---- 00010 LOT COR 222222---- 00010 MNI UND -222------ 00010 PAR PAL --11------ 00010 TRI REP 2222221--- 00010 RAN REP --2221---- 00011 ANT ODO -----2---- 00100 POA PRA ---112---- 00100 SAL CIN ----1----- 00100 TAR OFF ---1-1---- 00100 GAL VER ---222---1 00101 LUZ CAM ----221--- 00101 BRA RUT --22222--- 00110 CIR ARV 22222--2-1 00110 PSE PUR 223222-2-- 00110 SIE DEC --12221--- 00110 CAR FLA 2333223--- 00111 FES RUB -222222--- 00111 POT ERE 22233322-- 00111 SAL REP 23333322-- 00111 FIS ADI --2-222--- 01000 GAL ULI 22222222-- 01000 MEN AQU 332222222- 01000 AGR STO 2222222222 01001 CAL EPI 3333333233 01001 POT REP 221222-222 01001 PRU VUL 223332333- 01001 RUB CAE 2212221222 01001 FRA VES ---22---2- 0101 LON PER ----12--2- 0101 VIC CRA 22----22-- 011

Page 33: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

HOL LAN EUP STR GEN AMA LIG VUL POL VUL RHA CAT SON ARV HYP CUP HYP PER LIN CAT SEN JAC VlO HIR CAR ARE CRA MON MNI AFF ROS CAN ASP OFF BET PEN BRY DIO CAR VUL CEN LIT CER HOL CIR VUL EUP CAN GLE HED LEO NUD LIT OFF LOP BID SAM NIG SED ACR SYM OFF URT DIO VAL OFF VER OFF VlO CAN

- 30-

2222323332 --22233322 --22222222 --12222222 -222222222 ----1---1-1-1223222 ----2--22------2-21--1--222222 ----222222 ---2222222 12--112233 -111--1112 --1-223333 ----11-122 ---------1 ------1----------111 -----22222 -------122 --------12 -------2--------222-------2222 -------1----------1--------2----------22 ---------1 ---------2 ---------1 ------22---------223 ------2222

0000001111 000111

100 101 101 101 101 101 101 1100 1100 1100 1100 1100 1101

. 1101 1101 1101 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111

Page 34: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 31-

Tabel3. TWINSPAN-tabel van het transekt aan het Quackjeswater. Zie tabel 2 voor verdere uitleg.

44666666 89012345

ANA TEN 493----- 000 BRA RUT 4------- 000 BRA SAL -3------ 000 BRO MOL -2------ 000 CAR FLA -33----- 000 CAR HIR 33------ 000 CAR PAN -32----- 000 CER HOL 33------ 000 CIR ARV 32------ 000 CIR PAL 22------ 000 EUP CAN 33------ 000 GAL ULI 443----- 000 GLE HED 6------- 000 HOL LAN 43------ 000 HYP PER 3------- 000 HYP TET -3------ 000 LIP LOE -2-2---- 000 MYO CAE 3------- 000 ORC INC -3------ 000 POA TRI 3------- 000 POT ANS -3------- 000 POT REP 3332---- 000 PRU VUL 333----- 000 PUL DYS 8------- 000 RAN REP 4344---- 000 RHA CAT 4------- 000 scu GAL 3------- 000 SYM OFF 3------- 000 VIC CRA 34------ 000 CAL CUS 668754-- 001 EQU ARV 33333--- 001 CAR TRI -48453-- 010 HYD VUL 8677653- 010 AGR STO 6544443- 011 CAL PAL --332-3- 011 JUN ART -33233-- 011 JUN SUB 6766667- 011 LUS NUM 433333-4 011 LYS VUL 78886644 011 LYT SAL 3333-34- 011 CAR DIS 4547764- 10 GAL PAL 33655643 10 MEN AQU 43333443 10 MYO PAL 343--343 10 RAN FLA -344443- 10 CAR PRA --3-2222 110 ELE PAL --32333- 110 IRI PSE 3--24646 110 OEN FIS --23343- 110 PHR AUS 33334679 110

Page 35: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

CAR ACU CHA RAS EQU FLU POT NAT RAN LIN RUM HYD SIU ERE SIU LAT TYP ANG

- 32-

-------3 -----44----2333------46------343 ----232-------36 -----23--------2

00001111

111 111 111 111 111 111 111 111 111

Page 36: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 33-

Tabel 4. Resultaten van variantieanalyse van soortenaantal (srt), aantal zeldzame

soorten (zzs) en Shannon-index voor diversiteit (div) voor resp. jonge

(j) en oude (o) meso- (m), hygro- (hg) en hydraserie (hd) en voor jonge

en oude plaatsen in resp. meso-, hygro- en hydroserie. Gegeven worden

de significantie van heterogeniteit van varianties volgens Bartlett's

test, gemiddelden van elke kategorie en de significantie van verschillen

(*,ns) met x= 0,01 tenzij anders vermeld. Aangegeven is waar Bartlett's

test significante heterogeniteit aantoonde en waar variantieanalyse

dus strikt genomen niet toegepast mag worden.

Bart m hg hd· Bart m hg hd

srt l .07 28.9 28.0 13.8 0 • 36 35.2 25.1 15.5

zzs l • 03 5.72 4.59 1.61 0 .17 3.64 2.06 0.62

ns * * *

div j_ .40 1.37 1.36 1. 07 0 .00 1.48 1.32 1. 09

ns * * *

---------------------------------------------------------------------------Bart s 0 Bart j 0 Bart j 0

srt m 28.9 35.2 hg 28.0 25.1 hd 13.8 15.5

niet getoetst niet getoetst niet getoetst

zzs .19 5.72 3.64 . 02 4.59 2.06 .68 1.61 0.62

* * *

div .36 1.37 1.48 .18 1.36 1.32 .05 1. 07 1. 09

* (0.05) ns ns

Page 37: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 34-

verschil in aantal zeldzame soorten per opname. Oude plaatsen zijn daarin armer.

Jonge valleien zijn blijkbaar de belangrijkste groeiplaatsen van de typische duinval­

leisoorten.

3.2. Milieuparameters

In Bijlage 2 en 3 zijn resp. de bodem- en de grondwatergegevens opgenomen.

Bijzonderheden worden in paragraaf 3.4 per vallei besproken.

Korrelaties tussen milieuparameters

In Bijlage 7 zijn de berekende korrelatiekoëfficiënten opgenomen. Korrelaties

groter dan 0,159 of kleiner dan -0,159, en dat zijn de meeste, zijn significant

groter of kleiner dan 0 met p= 0,05. Erg veel waarden liggen vrij dicht bij 0,5.

Duidelijk hoger zijn de korrelaties tussen pH (H20) en pH (KCl) en tussen organi­

sche stof, totaal stikstof- en totaal fosfaatgehalte (alle rond 0,9). Ook hoog zijn

de korrelaties tussen de grondwaterparameters onderling. Ten dele wordt dit

echter veroorzaakt doordat slechts een beperkt aantal grondwaterbuizen is ge­

bruikt. Voor alle opnamen waarvoor de gegevens van dezelfde buis gebruikt zijn

is de korrelatie tussen de grondwaterparameters uiteraard 1.

In figuur 12 is de relatie geplot tussen gemiddelde grondwaterstand in de vegeta­

tieperiode en het gehalte aan organische stof. Deze figuur toont aan dat de relatie

sterker is dan de korrelatiekoëfficiënt doet vermoeden. De opnamen van jonge

valleien verstoren het beeld, doordat ze in de 0-10 cm laag vaak weinig organische

stof bevatten. Bovendien is het gehalte aan organische stof een tamelijk variabele

grootheid, ook in ogenschijnlijk homogeen terrein. Nattere plaatsen hebben over

het algemeen een hoger organische stofgehalte dan drogere.

C IN -verhouding

De valleien bleken significant te verschillen in hun C/N-verhoudingen. In de

jonge valleien werden hogere waarden gevonden dan in de oudere. Wellicht dat

dit de verschillen in vegetatie tussen jonge en oude vaÜeien mede bepaalt, hoewel

de verschillen in C/N verhouding klein zijn. In tabel 5 worden de resultaten gege­

ven.

3.3. Lysimachia vulgaris

In tabel 6 zijn de gemiddelde waarden voor soortenaantal, aantal zeldzame

soorten en diversiteit gegeven voor elk van de bedekkingskiassen van Lysimachia

vulgaris. Geen van de parameters gaf significante verschillen te zien. Wel lijkt

er bij zeer hoge bedekking van Lysimachia (8 en 9) toch sprake van een lagere

soortsdiversiteit. Een belangrijke factor waardoor geen significantie aangetoond

Page 38: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 35-40

...... 0 ...., IJ

~ J.. 0

"iJJ..

30

20

10

. . .

·.·

. . .... . . . . . .. :· ..

. . .. . ...

,•

.· . .. . . . .

. . . ....

..

grondwaterstand {cm)

Fig. 12. Het gehalte aan organische stof (%) uitgezet tegen de gemiddelde grondwaterstand in de vegetatieperiride (cm t.o.v. maaiveld).

39. o-...... 0 ..., IJ

~ J.. 0 31. 2

x

"'#- + x

+ x x

x

x I

® @ +

+ (@

23. 4 "'*

# +

OI

I i

x! 15.6

+; .._ I

.:..../

x

X I :o \ 0

x x x

Fig. 13. Percentage org. stof van de laag 0-10 cm van de opnamen gerangschikt per vallei.1= Panpadvallei, 2= Weitje van Dijkman, 3= Wederikvallei, 4= Kruine's Tuintje, 5= Reukgrasvallei, 6= Panpadval leien, 7= Stekel­hoek, 8= Zanderij, 9=0ostvoornse meer, 10= Schapenwei, 11=Vliegveld, 12= Vogelpoel, 13=Quack, 14=Padderuspoel, 15= Waterdriebladpoel, 16=

Holpijppoel, 17=Galigaanplek, 18= Trekkerspad, 19= Sloetvallei.

I

Page 39: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 36-

Tabel 5. Resultaten van variantieanalyse en Student-Newman-Keuls-test van

C/N-verhoudingen van een aantal valleien. Aangegeven is welke valleien

significant van elkaar verschilden. Verschillen zijn meestal significant

met x= 0.01, soms x= 0.05.

Vallei

Waterdriebladpoel 1

Weitje vàn Dijkman 2

Ho 1 pijppoe 1 3

Panpadvallei 4

Quackjeswater 5

Panwegvallei 6

Oostvoornse Meer 7

Schapenwei 8

Vliegveld 9

(Stekelhoekvallei)*

significantie 1 2 3 4 5 6 7 8 9

x x x x x x

x x x x x x

x x x x

x x x

x x x

• x x x

gem.

12,7

13,4

13,8

14,9

14,9

15,3

16,7

16,8

17,4

(18,1)

* voldeed niet aan de voorwaarden van de variantieanalyse, is buiten beschouwing

gelaten

Page 40: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 37-

Tabel 6. Het gemiddelde aantal soorten (srt), aantal zeldzame soorten (zzs) en

diversiteit (div) voor elke bedekkingsklasse (bed) van Lysimachia vulgaris

met standaarddeviaties (dev).

bed srt dev zzs dev div dev

0 29,3 4,4 1,36

1 28,5 10,6 4,5 2,1 1,36 0,96

2 21,1 10,6 2,4 2,1 1 '20 1,49

3 21,6 10,7 1,4 2,3 1,22 1,21

4

5 26,3 10,2 2,2 2.0 1,33 0,99

6 26,2 10,7 2,6 2,2 1,31 1,21

7 27,5 7,0 2,9 2,0 1,35 0,59

8 19,5 5,2 1,0 0,8 1,22 0,60

9 22,5 3,3 2.0 0,8 1,26 0,38

Page 41: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 38-

kon worden is het feit dat al het (heterogene) opnamemateriaal gebruikt werd

(behalve opnamen zonder Lysimachia). De variantie is daardoor erg groot. Dat

de gebruikte parameters bij bedekking 2 en 3 zulke lage waarden aannemen hangt

samen met het feit dat natte opnamen veelal een lage Lysimachia· bedekking

hebben en dus in deze klassen terecht komen. Natte opnamen hebben, onafhankelijk

van Lysimachia, vrijwel altijd al een lagere soortenrijkdom.

In tabel 7 worden voor een aantal recente vestigingsplaatsen van Lysimachia

vulgaris en aangrenzende opnamen de waarden van soortsdiversiteit, Shannon

en enkele bodemparameters aangegeven. Andere parameters gaven geen verband

te zien.

Op de oudere plaatsen (135 t/m 140) lijkt een tendens te bestaan van toename

van organische stofgehalte, totaal stikstof en fosfaat en kationen. Op de jongere

vestigingsplaatsen is dat niet het geval. De parameters voor soortenrijkdom en

diversiteit gegeven geen lagere waarden te zien voor de plaatsen met Lysimachia.

De vraag is natuurlijk, als de vermoede tendentie al juist is, wat oorzaak en

wat gevolg is. Vestigt Lysimachia zich op rijkere plaatsen, of is de hogere voedsel­

rijkdom een gevolg van de hoge biomassaproduktie van Lysimachia? Aangezien

Lysimachia zich ook weet te vestigen op armere plaatsen en vooral omdat voor

de jongere plekken niet blijkt. dat deze rijker zijn dan hun direkte omgeving,

ligt het meest voor de hand dat er sprake is van verrijking door Lysimachia.

Wat betreft de vestiging van Lysimachia is van belang dat nergens kiemplanten

van deze soort zijn aangetroffen. Blijkbaar komt kieming niet vaak voor en is

vegetatieve vermeerdering, nadat vestiging heeft plaatsgevonden, de voornaamste

wijze van uitbreiding. Er zijn geen vestigingsplaatsen gevonden met een lager

gehalte aan organische stof en stikstof dan resp. 7,7% en 292 mg/100g. Door

vegetatieve uitbreiding vanuit plaatsen waar de soort zich gevestigd heeft kan

de soort echter wei voorkomen op plaatsen met lagere gehaltes en op plaatsen

die erg droog lijken voor Lysimachia (bijvoorbeeld in het Weitje van Dijkman).

3.4. De valleien

.In figuur 13 wordt een overzicht gegeven van de gehaltes aan organische stof

van de opnamen gerangschikt per vallei. Daarin vallen de hoge waarden van

Holpijp-, Waterdrieblad- en Vogelpoel op en de relatief lage waarden van het

even natte Quackjeswater. De jonge valleien Stekelhoek, Zanderij en Oostvoornse

Meer worden gekenmerkt door lage waarden. Opvallend zijn de voor jonge valleien

hoge waarden op Vliegveld en Schapenwei.

In het volgende zal elke vallei afzonderlijk besproken worden. Daarbij worden

steeds de zeldzame soorten vermeld die in een vallei aangetroffen zijn. De soort

Carex trinervis (Drienervige zegge) is wel een zeldzame soort (in de zin van

Page 42: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 39-

Tabel 7. Soortsdiversi teit, Shannon diversiteit en bodemgegevens van enkele

plaatsen met Lysimachia vulgaris in de beginfase en opnamen daar net

buiten. 135 t/m 137 en 138 t/m 140 vertegenwoordigen de oudere plekken

op het Vliegveld (resp. erbuiten, rand en centrum). De bedekking (bed)

van Lysimachia is gegeven als Braun-Blanquetwaarde. srt, zzs en div

als in Tabel 4.

opn. bed srt zzs div org.stof N p K Na Mg % mg/lOOg me I lOOg

135 30 7 1,41 17,9 566 41 0,52 0,92 1,20 136 2a 39 8 1,52 23,9 726 48 0,87 0,97 1,44 137 3a 31 8 1,42 ~4,2 810 58 1,15 1,11 1,55

138 36 6 1,49 13,0 396 31 0,36 0,59 1,06 139 2b 36 6 1,48 13,5 440 34 0,48 0,75 1,04 140 3b 30 6 1,40 18,4 693 45 0,75 1,16 1,48

142 36 7 1,48 8,3 310 26 0,25 0,42 0,82 141 2b 33 5 1,43 8,6 292 26 0,26 0,46 0,86

144 32 6 1,43 10,0 352 26 0,17 0,63 0,79 143 3a 31 5 1,41 8,2 371 27 0,13 0,95 0,83

146 41 9 1,54 21,6 678 28 1,13 0,71 2,09 145 1 36 9 1,49 ? 703 51 1,31 1,01 2,38

132 20 3 1,24 7,9 350 30 0,13 0,21 0,91 131 3a 20 1 1,24 8,0 340 26 o, 11 0,21 0,87 129 4a 17 1 1,16 7,7 334 27 o, 11 0' 20 0,67

111 17 5 1,14 10,4 366 32 0,44 0,69 1,56 116 2a 24 3 1,28 16,4 518 46 0,61 0,62 1,94

14 29 4 1,39 9,8 375 33 0,33 o, 25 0,99 15 3a 32 4 1,45 8,4 304 24 0,35 0,26 0,87

Page 43: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 40-

paragraaf 2.3), maar wordt, gezien het algemene voorkomen in de valleien, nergens

vermeld.

Oostvoornse Meer

Het betreft hier een kunstmatige vochtige "duinvallei". Geschikte omstandighe­

den voor duinvalleivegetaties ontstonden na afdamming van wat nu het Oo~tvoornse

Meer is in 1966. Er wordt hier gedeeltelijk gemaaid. Probleem is de uitbreiding

van de Duindoorn, die hier bijzonder vitaal is.

De bodem is nog zeer arm aan organische stof en stikstof en in mindere mate

aan fosfaat. De pH-waarden zijn bijzonder hoog, de kalkrijkdom is groot en in

één opname (125) is sprake van -een zeer hoog chloride-gehalte en geleidend

vermogen. Alle opnamen behalve 125 zijn tot de mesoserie gerekend.

Onder bovenvermelde omstandigheden heeft zich een schitterende jonge duinval­

leivegetatie ontwikl<eld met een schraal en open karakter. Vrij zeldzame tot

zeer zeldzame soorten als Parnassia palustris, Centauriurn littorale en

C.pulchellum, Blackstonia perfoliata ssp. serotina, Orchis incarnata, Centunculus

minimus en Triglochin palustris komen er voor, de meeste in grote of zeer grote

aantallen.

Opname 125 ligt in het laag:;;te deel naast de dam en is zeer soortenarm, 126

is één van de bultjes die in dit gebied voorkomen en wat weelderiger begroeid

zijn.

Vliegveld

Het Vliegveld is een jonge primaire duinvallei gelegen tussen de zeereep van

1910 en 1926 (Van der Maarel 1964, Van der Maarel c.s. 1985). De vallei wordt

elk jaar gemaaid. Alle opnamen zijn tot de hygroserie gerekend. Het organische

stofgehalte is, zeker-voor een jonge vallei, soms erg hoog. De-pH en het kalkgehalte­

zijn ook hoog.

De vegetatie is erg soortenrijk en ook rijk aan typische duinvalleisoorten als

Parnassia palustris, Anagallis tenella, Ophioglossum vulgatum, Epipactis palustris,

Liparis loeselii, Gentianella amarella, Eguisetum variegatum, Orchis incarnata,

Sagina nodosa en Triglochin palustris. Opmerkelijk is de recente uitbreiding van

Lysimachia vulgaris, een aanduiding van een volgende stap in de successie. Dit

is de enige vallei waar Oenanthe lachenallii in de opnamen voorkwam.

Een vrij groot aantal opnamen is gekozen in of net buiten een plaats waar Lysi­

machia vulgaris zich recent heeft gevestigd (zie paragraaf 3.3). Opname 143

en 144 bevinden zich aan de noordwestelijke (bos-)rand van het Vliegveld. Opname

147 bevindt zich op een sterk venig deel van de vallei (de zuidoostelijke hoek;

36% organische stof), de enige plaats waar hier Juncus subnodulosus (Padderus)

Page 44: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 41-

groeit.

Kruine's Tuintje

Het betreft hier een klein valleitje, omgeven door bos, dat aan het eind van

de vorige eeuw als moestuintje in gebruik is geweest. Op één na (13 0) zijn de

opnamen tot de hygroserie gerekend. De vallei lijkt in historie, omgeving (bos),

grondwaterstand en vegetatie sterk op het Weitje van Dijkman, een vallei die

inmiddels geheel is begroeid met Lysimachia vulgaris. Dat deze soort zich recent

ook in dit valleitje heeft gevestigd (opname 129 en 131) zou in het beheer bijzonde­

re aandB;cht kunnen vrage!J. De boomrijke omgeving ~eeft een nadelige invloed

op de vegetatie (bladval, beschaduwi!lg; Van der Laan en Smant 1985). De vegetatie

is duidelijk achteruitgegaan vergeleken bij wat ik me van 8 jaar geleden herinner

(zie ook Van der Laan en Smant 1985).

Belangrijk is het voorkomen van Teucrium scordium vooral in de rand van het

valleitje (opname 130). Het is aan te bevelen deze rand in de gaten te houden

en overwoekering van Teucrium te voorkomen. Deze soort komt slechts in twee

andere valleitjes voor (Van der Laan en Smant 1985). Verder komen hier Epipactis

palustris en Triglochin palustris voor.

Schapenwei

De Schapenwei is_ een fraai ontwikkelde jonge primaire duinvalleL Als ontstaans­

periode wordt 1926-1936 aangehouden. Vanaf 1953 werd de Schapenwei weer

regelmatig door de zee overstroomd, omdat de duinrij doorbroken was (Van der

Laan 1985). Toen de duinenrij door toedoen van Rijkswaterstaat weer gesloten

was, werd de Schapenwei te nat en is een pomp geïnstalleerd. Daarmee wordt

vooral in het voorjaar overtollig water afgevoerd. De Schapenwei wordt elk jaar

voor zover mogelijk gemaaid.

De pH en het kalkgehalte zijn hoog, behalve op de groeiplaats van Galigaan

(11 0). Het organische stofgehalte is voor een jonge vallei, op de meeste plaatsen

vrij hoog. Behalve 104 en 110 (hydroserie) zijn alle opnamen tot de hygroserie

gerekend.

Behalve Ophioglossum vulgatum, Oenanthe lachenallii en Sagina nodosa zijn

alle bij het Vliegveld genoemde soorten ook hier aangetroffen. Bovendien komen

hier voor: Pedicularis palustris, Centunculus minimus, Centauriurn pulchellum,

Echinodorus ranunculoides, Schoenus nigricans en Cladium mariscus. Opname

107 ligt op een paadje en opname 110 op de groeiplaats van Galigaan. Opname

112, 113 en 115 liggen in Wilgenstruweel.

Page 45: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 42-

Vogelpoel

Er zijn enkele aanwijzingen dat ook de Vogelpoel een primaire vallei is: de

relatief grote omvang, de lengterichting ongeveer evenwijdig aan de kust en

het feit dat de vallei iets afloopt richting zee. Het kalkgehalte en de pH zijn

op de meeste plaatsen vrij hoog. Het gehalte aan organische stof is vaak erg

hoog.

Veel opnamen zijn tot de hydraserie gerekend, maar ook meso- en hygroserie

komen voor. De vallei bestaat namelijk uit een laag, nat gedeelte en een hoger,

wat droger deel. Dit hoger~ deel is potentieel voor de zeldzame planten het meest

van be~ang. Voorheen waren dergelijke soorten wellicht algemener in deze vallei.

Aangetroffen werden Orchis incarnata, Orchis praetermissa var. junialis en Epipac­

tis palustris, de eerste twee met slechts enkele exemplaren. Verder zijn in het

lage deel aangetroffen Anagallis tenella (enkele plukjes onder water) en Echinodo­

rus ranunculoides. Opname 82 ligt in een niet gemaaid deel van de vallei met

een zeer hoge dichtheid van Juncus subnodulosus. Opname 85, 88 en 150 liggen

op het hogere deel van de vallei. 150 vertegenwoordigt een plek met zeer hoge

Lysimachia vulgaris-bedekking.

Zanderij

De Zanderij is ontstaan als afgraving ten behoeve van duinversteviging. Daarbij

is gezorgd voor een optimale afstand tussen maaiveld en grondwaterspiegel. Hier­

door is in deze kunstmatige vallei een goed ontwikkelde jonge duinvalleivegetatie

ontstaan. Uiteraard is deze vallei nog voedselarm (laag gehalte aan organische

stof en stikstof) en heeft hij een hoge pH.

Opname 114 ligt op een relatief hoog deel van de vallei en is tot de mesoserie

gerekend. Het is een rijke opname met Triglochin palustris, Orchis incarnata,

Epipactis palustris, Pyrola rotundifolia, Parnassia palustris en Liparis loeselii.

Sloetvallei

De Sloetvallei is een secundaire vallei. De vallei is erg jong, nog niet geheel

dichtgegroeid en heeft een zeer langgerekte vorm. De vallei is niet zo diep uitge­

stoven en daardoor tamelijk droog: droge mesoserie. Bij achterwege blijven van

beheersmaatregelen zou hij snel dichtgroeien met Berk, Duindoorn en Kruipwilg

en dan één van de zeer vele meer of minder vochtige berkenbosjes worden zoals

er op dergelijke plaatsen al zoveel zijn ontstaan. De bodem is vrij arm aan anorga­

nische stof.

Vermeldenswaard is het voorkomen van Orchis maculata ssp. fuchsii; daarnaast

komt Centauriurn littorale veel voor.

Page 46: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

-43-

Waterdriebladpoel

De Waterdriebladpoel is waarschijnlijk een secundaire vallei, met een zeer

nat karakter. Alle opnamen behalve 117 zijn dan ook tot de hydraserie gerekend.

De vallei is zeer rijk aan organische stof, stikstof en kalk, de pH is echter niet

hoog. Deze vallei lijkt op de Holpijppoel maar is minder verruigd van karakter.

Er wordt wel gemaaid. Zoals de naam aangeeft komt er veel Waterdrieblad (Meny­

nanthes trifoliata) voor. Verder zijn Ranunculus lingua en Echinodorus

ranunculoides (1 maal) aangetroffen. Ook Sparganium erectum en Scirpus lacustris

ssp. glaucus komen voor. Opname 117 is genomen aan de rand van de vallei, bij

hoge Wederik bedekking.

Reukgrasvallei

De Reukgrasvallei is waarschijnlijk een secundaire vallei en is zeer oud, uit

de 15e tot 16e eeuw. De vallei wordt jaarlijks gemaaid. Het gehalte aan organische

, ·stof is matig hoog, behalve aan de hogere randen (laag).- Daar speelt ontkalking

~- een rol. Opname 56 is wel kalkrijk. Deze opname is gerekend tot de xeroserie,

·-de overige opnamen in deze vallei tot de hygro- of mesoserie.

Zoals de-naam aangeeft is de vallei groeiplaats van Hierochloë odoratum. Verder

komen voor Orchis incarnata, Orchis maculata ssp. fuchsii, Liparis loeselii, Ophio­

glossum vulgatum, Epipactis paiustris (weinig), Scirpus setaceus en Juncus alpino­

articulatus ssp. atricapillus. Anagallis tenella is ook gevonden, maar recent sterk

achteruit gegaan. Opname 50, 51, 52 en 56 en opname 53 t/m 55 vormen transekten

naar de rand van de vallei en zijn dus ten dele hoog gelegen.

P adderuspoel

De padderuspoel is waarschijnlijk een secundaire vallei, met een tamelijk nat

karakter. Het organische stofgehalte is hoog, het kalkgehalte in het lagere deel

ook. De opnamen zijn tot de hygroserie gerekend. De vegetatie is vrij arm aan

soorten. Bijzonderheden zijn Ophioglossum vulgatum, Echinodorus ranunculoides

en Juncus alpino-articulatus ssp. atricapillus. Opname 57 ligt op een hoger deel

van de vallei dat dichtgegroeid is met Lysimachia vulgaris.

Galigaanplek

Dit is één van de twee groeiplaatsen van Cladium mariscus op Voorne. In tegen­

stelling tot de plek op de Schapenwei (11 0) is deze plaats (86) min of meer in

(open) bos gelegen. Er dient voor gewaakt te worden dat dit teveel dichtgroeit.

Holpijppoel

Deze vallei is vergelijkbaar met de Waterdriebladpoel, alleen heeft de vegetatie

een meer verruigd karakter met veel Carex pseudocyperus. Waterdrieblad komt

Page 47: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

-44-

aanzienlijk minder voor, de Grote boterbloem niet en Echinodorus ranunculoides

is één maal waargenomen. Op het pad (opname 66 en 67) groeien Scirpus setaceus,

Scirpus planifolius, Eleocharis quingueflora en Triglochin palustris.

Weitje van Dijkman

Deze vallei heeft in het verleden een agrarische functie gehad. _Het is niet

duidelijk of dit een primaire of secundaire vallei is. De vallei grenst aan bos

en is niet bijzonder rijk aan organische stof, maar heeft wel een vrij lage C/N­

verhouding. Alleen de hogere rand is ontkalkt._ De meeste opnamen zijn tot de

hygroserie gerekend. In deze vallei _komt Lysimachia vulgaris met hoge bedekking

voor. Elk jaar wordt de vallei gemaaid. Er komt Echinodorus ranunculoides en

Ophioglossum vulgaturn voor. Op het pad rond het poeltje groeien Scirpus setaceus,

Scirpus planifolius en Eleocharis guingueflora (opname 19 en 21). Opname 24

t/m 2 6 liggen op de hogere rand van de vallei.

Wederikvallei

Ook van de Wederikvallei is het niet duidelijk of het een primaire of secundaire

vallei betreft. Kwa milieu is deze vallei tamelijk vergelijkbaar met het Weitje

van Dijkman, hoewel Lysimachia vulgaris hier niet overheersend is en de vegetatie

er daardoor veel beter uitziet. Deze vallei is recent ontdaan van bosopslag. Alle

opnamen zijn tot de hygroserie gerekend. Triglochin palustris komt hier voor.

Stekelhoekvallei

De Stekelhoekvallei is een fraaie . diep uitgestoven jonge secundaire vallei,

ontstaan in de jaren 3 0 door opzettelijk kaal maken van een stuk duinterrein

(Sipkes 1953). Daarmee hangt samen het voedsel- en humusarme karakter en,,.~

de nog hoge pH en kalkrijkdom. Opnamen behoren tot zowel meso- als hygro-

en hydroserie. De rand van de vallei heeft de neiging overwoekerd te raken met

Salix repens en Salix pupurea. Deze rand herbergt Pyrola rotundifolia en zeer

veel Listera ovata. Lager in de vallei groeit Epipactis palustris met plaatselijk

zeer hoge bedekking. Verder komen voor Centauriurn littorale, Liparis loeselii

en Parnassia palustris (weinig). Het laagste deel van de vallei is begroeid met

riet (opname 94 t/m 96). Opname 93, 94, 100 en 101 liggen op de rand van de

vallei.

Panwegvallei

De Panwegvallei. is waarschijnlijk secundair. Hij is niet echt jong of echt oud

·en kwa vegetatie nog zeer waardevol. Alle vier series zijn vertegenwoordigd.

Gehaltes aan organisch stof zijn niet zo hoog, de pH is meestal ongeveer neutraal.

Page 48: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 45-

Er wordt jaarlijks gemaaid. Het hoge deel is recent geschoond van ligusterstruweel;

hier komen Centauriurn littorale en Gentianella amarella voor. Dit hoge deel

wordt erg kort gehouden door konijnenvraat. Lager groeit erg veel Eguisetum

variegatum, en verder Parnassia palustris (enkele exemplaren), Epipactis palustris

en Orchis incarnata (enkele exemplaren). Opname 38 t/m 47 vormen het transekt

naar het hoge--deel toe, opname 36 is de rand van een recent gegraven poeltje.

Panpadvalleien

Het gaat hier om een complex van uitgestoven valleitjes. Eén daarvan is een

speelweitje. Deze valleitjes en hun omgeving zijn grotendeels vrij droog, niet

basiscli en niet rijk aan organische-stof. De vegetatie is zeer soortenrijk en rijk

aan grassen. Er komt Anagallis tenella voor, maar niet veel, één exemplaar van

Parnassia 12a1ustris en twee pollen Schoenus nigricans. Er is één exemplaar van

Carex caryophillea gevonden. Pyrola rotundifolia kwam voor in opname 2 en

28 (Kruipwilg- en Ratelpopulierbosjes). Op het speelweitje (opname 4 en 5) werden

Scirpus setaceus en Eleocharis guingueflora gevonden. In één van de valleitjes

bevindt zich ook de laatste groeiplaats van Herminiurn menorchis op Voorne.

Er zijn dit jaar echter geen exemplaren van deze soort aangetroffen. Probleem

is een verder dichtgroeien van het gebied waardoor konijnen invloed afneemt.

Trekkerspad

Langs het Trekkerspad is een kleine open plek waar Parnassia waargenomen

is, hoewel niet door mij. Hier is één opname gemaakt.

Quackjeswater

Het Quackjeswater is volgens één van de theorieën een overblijfsel van de

uitmonding in zee van de Goote, een rivierarm. Een deel van de Westoever wordt

ell< jaar gemaaid en bestaat daar uit een lage kruidenvegetatie met een aantal

karakteristieke valleisoorten. Verder is de Westoever begroeid met hoge natte

duinvalleivegetatie en een rietkraag. Opnamen behoren tot hygro- en hydroserie.

De grondwaterstand fluktueert hier minder dan in valleien. pH en kalkgehalte

zijn vrij laag, het gehalte aan organische stof is vrij hoog, maar laag t.o.v. andere

natte valleien. Opname 48 en 49 vertegenwoordigen het hogere jaarlijks gemaaide

deel, waar Anagallis tenella zeer veel voorkomt. Verder groeien hier enkele exem­

plaren van Liparis loeselii en Orchis incarnata. Opname 65 ligt in de rietkraag;

hier groeit Rannunculus lingua.

Page 49: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 46-

4. DISCUSSIE

4.1. Vegetatie en milieu

In overeenstemming met de verwachting op grond van Bakker c.s. (1979) speelt

ontkalking slechts een geringe rol in duinvalleien, met uitzondering van drogere

plaatsen. Een deel van de kalkgehaltes in Holpijppoel en Waterdriebladpoel is

onwaarschijnlijk hoog. Waarden boven ruwweg 10% zijn zeer ongebruikelijk en

betekenen dat een monster voor een groot deel uit schelpfragmenten moet bestaan.

Dit was op bovengenoemde plaatsen niet het geval en toch werden ook bij herhaling

zeer hoge waarden gemeten. ·

Humusaccumulatie bleek op Vliegveld en Schapenwei al tot hoge gehaltes aan

organische stof te hebben geleid. In een transekt op de Schapenwei vond Van

der Laan (1979) veellagere gehaltes (2,3-4,5% in de A-horizont). Jongere valleien

(Zanderij, Stekelhoek en Oostvoornse Meer) werden gekenmerkt door lage organi­

sche stofgehaltes. Accumulatie verloopt sneller onder natte omstandig!1eden.

Daar zijn in ieder geval de hoogste waarden gevonden. Mede omdat het

leeftijdseffect ook meespeelt is niet zo'n hoge korrelatie gevonden tussen grondwa­

terstand en gehalte aan organische stof (0,43-0,58; Van der Laan (1979) vond

0,51).

Stikstof en fosfaatgehaltes bleken sterk gekorreleerd met het gehalte aan

organische stof, zoals ook Bakker c.s. (1979) vonden. C/N-verhoudingen lagen,

net als bij Bakker c.s., tussen 10 en 2 0.

DECORANA en TWINSPAN gaven goed interpreteerbare resultaten. De spreiding

van opnamen langs as 1 van de ordinatie bleek het duidelijkst samen te hangen

met de diepte van het grondwater. De korrelatie tussen de koördinaten langs

as 1 en de grondwaterstand bedroeg 0,75-0,89. Van der Laan (1979) vond voor

zijn transekt 0,83. Ooi< de indeling in groepen door TWINSPAN bleek duidelijk

samen te hangen met grondwaterstand. Ook Londo (1971), Bakker c.s. (1979) en

Ranwell (1972) geven aan dat de grondwaterstand een bepalende factor is voor

de vegetatie. D'Hondt (1979) geeft naast successiestadium en overstuiving even­

eens _grondwaterstand als bepalende factor. Volgens het Jaarverslag 1980 (I.O.O.)

is de grondwaterstand de sterkst met de ruimtelijke variatie in de vegetatie

binnen een vallei gekarreleerde faktor en is het gehalte aan organische stof het

sterkst gekorreleerd met de ruimtelijke variatie in de vegetatie binnen het totaal

van de valleien op Voorne. Dat stemt dus niet helemaal overeen met de hier

gevonden resultaten. Van der Maarel c.s. (1985) vonden dat bij ordinatie van

al hun materiaal vochtigheid de voornaamste faktor was langs as 1, zonatie voor

as 2 en nutriëntenstatus voor as 3. Hun onderzoek vond plaats in een duidelijk

gezoneerd deel van het duingebied (vandaar as 2) en omvatte ook bos en droge

Page 50: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 47-

graslanden (vandaar as 3). Bij ordinatie van alleen het materiaal uit duinvalleien

bleek progressie de voornaamste faktor te zijn, hoewel ook vochtigheid en zonatie

een rol speelden.

Ook andere factoren spelen, op kleinere schaal, een rol. Langs as 2 springen

twee groepen opnamen er duidelijk uit. Die van het Oostvoornse Meer vertegen­

woordigen een duidelijk afwijkende vegetatie met een eigen milieu (hoge pH,

lage organische stofgehaltes en stikstof gehaltes). Opnamen 86 en 110

vertegenwoordigen de twee groeiplaatsen van Galigaan op Voorne, die ook duidelijk

afwijken in vegetatie en milieu (lage pH, hoog gehalte aan organische stof). Langs

as 3 blijken natte opnamen in twee groepen uiteen te vallen. Dit zou samen kunnen

hangen met ri]kdom aan organische stof en stikstof, maar waarschijnlijk is dat

vooral de geringere fluctuatie in het Quackjeswater een rol speelt. Langs as

4 worden enkele droge opnamen uit elkaar gehaald. Dit betreft plaatsen die

dichtgroeien met Kruipwilg en Haterpopulier bij laag organische stofgehalte

en plaatsen die recent geschoond zijn van Ligusterstruweel (44 t/m 47).

Wat betreft de faktor leeftijd, een faktor die duidelijk samenhangt met het

organische stofgehalte, geldt dat deze niet zo duidelijk een rol speelt in de onder...,

zochte vegetaties als verwacht. Bij DECORANA liggen de jonge valleien niet

echt gescheiden van de overige, bij TWINSP AN worden ze op nivo 4 wel gescheiden

van de oudere opnamen. Blijkbaar zijn overeenkomsten in soortensamenstelling

groter dan verschillen. Onduidelijk is welke milieuparameters een rol spelen

bij de splitsing zoals deze bij TWINSPAN naar voren komt; het organische

stofgehalte op Schapenwei en Vliegveld is niet altijd laag. Wel is de C/N-verhouding

van jonge valleien significant hoger dan die van oudere, maar de verschillen zijn

klein. Een factor die ook een rol zou kunnen spelen is het poriënvolume dat in

oudere valleien kleiner is dan in jongere en een sterk beperkende factor kan zijn

voor veel planten (Bakker c.s. 1979). Wat ook mogelijk is is dat de vegetatie

niet in evenwicht is niet de huidige omstandigheden en een afspiegeling is van

vroegere omstandigheden.

Jongere valleien verschillen binnen elke serie niet duidelijk van oudere in

soortsdiversiteit en diversiteit. Wel is er een duidelijk significant verschil in

aantal zeldzame soorten per opname. Dat illustreert het verschil dat er is in

de vegetatie van jonge en oude valleien. Natte opnamen zijn significant armer

in soortenaan tal, aantal zeldzame soorten en diversiteit. In jonge valleien verschilt

de hygroserie van de meso- en hydroserie, in oude valleien zijn alle drie series

verschillend van elkaar.

4.2. Lysimachia vulgaris

Tijdens het onderzoek zijn nergens kiemplanten gevonden van deze soort; Lysi-

Page 51: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 48-

machia kan zich waarschijnlijk niet gemakkelijk ergens vestigen. Plaatsen waar

recent vestiging plaatsgevonden heeft bleken een organische stofgehalte hoger

dan 7, 7% en stikstofgehaltes hoger dan 2 92 mg/1 0 Og te hebben. Na vestiging

kan de soort zich wel goed uitbreiden door vegetatieve vermeerdering. Op sommige

plaatsen komt de soort voor met zeer hoge bedekking. Door heterogeniteit van

het materiaal kon niet worden aangetoond dat soortenrijkdom en diversiteit op

dergelijke plaatsen significant lager zijn dan op plaatsen met minder of geen

Lysimachia. Toch lijkt het aannemeijk dat er toch zo'n effect is.

Op recente vestigingspiekken bleek geen verschil in bodemeigenschappen binnen

de plek en er net buiten. Een dergelijk verschil was er wel op de twee oudere

vestigingspiekken op het Vliegveld. Deze waren rijker aan organische stof, stikstof,

fosfaat, kalium, natrium en magnesium dan hun direkte omgeving.

Als dit, wat het meest aannemelijk is, een gevolg is van het voorkomen van

de Wederik, dan heeft deze soort waarschijnlijk effect op de successie. Aanrijkin~(

verloopt dan sneller- en de ontwikkeling tot een vegetatie met minder van de

typische zeldzame valleisoorten wordt versneld. Uiteraard moeten deze konklusies

met de nodige voorzichtigheid benaderd worden, alleen al gezien de geringe hoe­

veelheid materiaal waar ze op gebaseerd zijn.

4.3. Beheer

De ontwikkelingen rond Lysimachia vulgaris geven aanleiding om er bij het

beheer aandacht aan te besteden. Er lijken aanwijzingen te bestaan dat uitbreiding

van Wederik ongewenste effecten tot gevolg heeft (aanrijking van de bodem,

bij hoge dichtheid achteruitgang in soortenrijkdom door overschaduwing).

Nu de soort op de recente vestigingsplaatsen nog beperkt voorkomt, kan er

nog vrij eenvoudig ingegrepen worden. Te denken valt aan een keer extra maaien

van een aantal plekken in de voorzomer, bij wijze van experiment.

Vooral voor Kruine's Tuintje zou een dergelijke ingreep van belang kunnen

zijn. Dit valleitje lijkt in alles zo sterk op het Weitje van Dijkman (zie paragraaf

3.4), dat overwoekering door Lysimachia hier zeker niet ondenkbaar is.

Wat betreft verdere voorspellingen over successie moet waarschijnlijk op lange

termijn rekening worden gehouden met achteruitgang van de zeldzame typische

duinvalleisoorten. Deze komen in oudere valleien duidelijk minder voor. Afplaggen

is een mogelijkheid het milieu te verjongen.

Gezien de grote invloed van de grondwaterstand op de vegetatie is het van

belang deze voorzover mogelijk goed te beheren. De mooiste en meest typische

duinvalleivegetaties behoren tot wat hier tot de hygroserie en de natte helft

van de mesoserie is gerekend. Nattere vegetaties zijn relatief arm aan soorten,

drogere zijn arm aan de typische valleisoorten.

Page 52: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

-49-

Een belangrijke ontwikkeling in het het duingebied is het steeds verder dicht­

groeien met struweel en bos ten koste van meer open habitats en het verdwijnen

van verstuivingen (Van der Laan 1985, Westhoff 1985, Van Dorp es. 1985, Van

der Maarel es. 1985, Jungerius en van der Meulen 1985). Het duingebied verliest

daardoor een deel van zijn dynamische karakter en diversiteit. Nieuwe valleien

ontstaan niet meer, bestaande valleien raken omgeven door bos. Dat kan, met

name bij het Weitje van Dijkman en Kruine's Tuintje, een negatieve invloed op

de vegetatie zijn (beschaduwing, bladval). Van der Laan en Smant (1985) tonen

dit aan voor de valleien waar Teucrium scordium voorkomt. Valleien moeten

beheerd worden in samenwerking met hun omgeving.

In navolging van Westhoff en Jungerius en Van der Meulen zou ik er ook voor

willen pleiten om waar mogelijk op kontroleerbare wijze meer dynamiek in het

landschap te brengen. Te denken valt bijvoorbeeld aan bevorderingen van verstui­

ving, wat in de Sleetvallei wellicht mogelijk is. Sipkes heeft iets der~elijks al

in-het begin van de dertiger jaren gedaan met goed resultaat (Sipkes 1953). Naast

verstuiving vormen konijnen een potentiële bondgenoot. In de Panwegvallei zijn

de "konijnen er na verwijdering van struweel tot nu toe goed ingeslaagd de vegetatie

kort te houden. Slanke duingentiaan en Strandduizendguldenkruid I profiteren

daarvan. Belangrijk daarbij is dat konijnen een niet te klein open gebied nodig

hebben om zich te kunnen handhaven. Een derde mogelijkheid om meer dynamiek

in het landschap te brengen is begrazing door grotere viervoeters. Tot 1910 was

de begrazing van Voorne's Duin plaatselijk zo intensief dat grote delen zelfs

bijna kaal waren (Van der Maarel es. 1985). Ook door begrazing kan bosvorming

tegengegaan worden en kunnen dichtgroeiende vochtige plaatsen (zoals in de

Pan voorkomen) weer "teruggewonnen" worden. De vraag is echter in hoeverre

opruimen van bos zonder iets te doen aan de verrijkte bovengrond zal leiden

tot terugkeer van duinvalleivegetaties.

Voorwaarden voor en konsequenties van dergelijke maatregelen vragen uiteraard

wel verdere doordenking voordat tot daden wordt overgegaan. Dit is slechts een

eerste poging ideëen te formuleren. Te hopen valt dat de beheerders van Voorne's

Duin erin zullen slagen uit alle ideëen die aangedragen worden de goede te kiezen

en deze succesvol uit te voeren, om Voorne's Duin ook in de toekomst mooi te

houden.

Page 53: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 50..,.

LITERATUUR

Bakker, T. W .M., Klijn, J.A., Zadelhoff, F .J. van (1979)- Duinen en duin valleien.

Een landschapsecologische studie van het Nederlandse duingebied.

Pudoc, Wageningen.

D'Hondt, A. (1979- Vegetatieanalyse van enkele duinpannen, gelegen aan de Belgische

Westkust. Licentiaatsthesis, Gent.

Dorp, D. van, Boot, R. & Maarel, E van der (1985)- Vegetation succession on the

dunes near Oostvoorne, The Netherlands, since 1934, interpreted from air

photographs and vegetation maps. Vegetatio 58: 123-136.

Drost; H.J. & Visser, J. (1980)- Het grondwaterregime als structurerende factor

voor de begroeiing in afgesloten estuaria, met een toepassing in het Grevelingen­

bekken. Werkdocument 1980-190 Abw. Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders,

Lelystad.

Engelmoer, M. & Hendriksma, P. (1979)- Grondwaterstandsdaling en vegetatie in

een vochtige duinvalleL Onderzoek in het Kapenglop op Schiermonnikoog.

Doctoraalverslag, Haren.

Gauch, H.G. (1982)- Multivariate analysis in community ecology. Cambridge

University Press.

Held, J.J. den & Held, A.J. den (1979)- Beknopte handleiding voor vegetatiekundig

onderzoek. Wetenschappelijke Mededelingen K.N.N.V. 97.

Hill, M.O. (1979a)- DECORAN A. A Fortran program for detrended correspondence

analysis and redprocal averaging. Cornell University, New York.

Hill, M.O. (1979b)- TWINSPAN. A Fortran program for arranging multivariate data

in an ordered two-way table by classification of the individuals and attributes.

Cornell University, New York.

Heukels, H. & Ooststroom, S.J. (1975)- Flora van Nederland. 17e druk, Wolters­

N oordhoff NV, Groningen.

Jaarverslag 1980; afdeling duinonderzoek "Weevers' Duin". Instituut voor Oecologisch

Onderzoek.

Jungerius, P.D. & Meulen, F. van der (1985)- De ontwikkeling van stuifkuilen in

het duinterrein MeijendeL Landschap 2: 143-151.

Laan, D. van der (1978)- Fluctuations and successional changes in the vegetation of

wet dune slacks on Voorne. Phytocoenosis 7: 105-117.

Laan, D. van der (1979)- Spatial and temporal variation in the vegetation of dune

slacks in relation to the ground water régime. Vegetatie 39: 43-51.

Page 54: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- 51 --,

Laan, D. van der (1985)- Changes in the flora and vegetation of the coastal dunes

of Voorne (The Netherlands) in relation to environmental changes. Vegetatio 61: 87-95.

Laan, D. van der & Smant, W. (1985)- Waarnemingen aan Teucrium scordium L. in

het duingebied van Voorne. Gorteria 12: 255-267.

Londo, G. (1971)- Patroon en proces in duinvalleivegetaties langs een gegraven

meer in de Kennemerduinen. Drukkerij J.A. Derks, Cuyk.

Maarel, E. van der (1961) - De zonering van het landschap en plantengroei van de

duinen bij Oostvoorne. De Levende Natuur 64: 223-233.

Maarel, E. van der (1979)- Transformation of cover-abundance values in phytosociology

a~d its effects on community si~ilarity. Vegetatio 39: 97-114.

Maarel, E. van der, Boot, R., Dorp, D. van & Rijntjes, J. (1985)- Vegetation succession

on the dunes near Oostvoorne, The Netherlands; a comparison of the vegetation in

1959 and 1980. Vegetation 58: 137-187.

Mennema, J., Quené-Boterenbrood, A.J. & Plate, C.L. (1980)- Atlas van de Nederlandse

flora. Deel 1: Uitgestorven en zeer zeldzame planten. Uitgeverij Kosmos, Amsterdam.

Mennema, J. Quené-Boterenbrood, A.J. & Plate, C.L. (1985)- Atlas van de Nederlandse

flora. Deel 2: zeldzame en vrij zeldzame planten. Bohn, Scheltema & Holkema,

Utrecht.

Novozamski, I., Houba, V.J.G., ·Temminghoff, E. & Lee, J.J. van der (1984)- Determi­

nation of "total" N and "total" P in a single soil digest. Netherlands Journal of

Agricultural science 32: 322-324.

Ranwell, D. (1972)- Ecology of salt marches. Chapman and Hall, London.

Scheffer, F. & Schachtschabel, P. (1984) - Lehrbuch der Bodemkunde. 11 e druk,

. Ferdinand Enke Verlag1 Stuttgart.

Sipkes, C. (1953)- Beredeneerde terreinbehandeling in de duinen. Tijds. Ned. Heidemij.

64: 101-106.

Sokal, R.R. & Rohlf, F.J. (1969)- Biometry. The principles and practice of statistics

in biologica! research. W .H. freeman and Company, San Francisco.

Westhoff, V. (1985)- Nature management in coastal areasof Western Europe.

Vegetatio 62: 523-532.

Westhoff, V. & Maarel, E. van der (1973)- The Braun-Blanquet Approach. In:

Whittaker, R.H. Handbook of vegetation science. Part V: Ordination and classifi­

cation of communities. Junk, The Hague.

Page 55: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

BIJLAGE 1

Deze bijlage bestaat uit de geordende tabel die het

resultaat is van TW'INSPAN. De bovenste drie regels

geven (verticaal) het opnamenummer. De betekenis van

de afkortingen is te vinden in Bijlage 6. De getrans-

1'ormeerde Braun-Blanquet-waarden worden in drie klas­

sen samengevat (1 = 1 t/m 3, 2 = 4 t/m 6, 3 = 7 t/m

9). De kolom rechts geeft het resultaat weer van de

~ndeling in groepen van de soorten. De eerste kolom

geeft aan welke soorten op het hoogste nivo tot groep

0 zijn gerekend en welke tot groep 1, de tweede kolom

geeft aa,n hoè_beide groepen weer zijn opgesplitst enz.

De rij getallen onder de tabel doet hetzelfde voor de

opnamen.

Page 56: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

mA MA UH EO CSAM QN 6AL'I ER HYPC UP L!6V UL

! LUZC AK 1 POL'i UL , SENJ AC , VERD FF VIOH1R A~r:-o ~o

FETP EN BRIM EO i'ESR UB LOTC CR Km ND PLAL qN PCriP F.'A SIED EC TAf:O '"F cm DL CIRA nV C!RP AL HOLL AN LEON UD FSEP UR CARA RE EUPS ":'R L:NC AT MNIA FF SONA RV CALE PI FESA HU HA~ UT Fn• ... er

UNI ·'•

POTE RE SHAC AT cm AN FISA DI mu u PRUV UL P.USC AE CAFF LA

· EUPC AN SAL' EP if;IR EP H!ED "0 \1I CC ~.A

PASF AL GL~.~ A' PELE ND CA~S TE

11 1!1!1 111!11111!11111 11[1: !11 !11!111111 1 11111 11111 0053414 444 12 111 ~4 °2:2:!:911!!! 3!!333S5~~E !222:~23344~6 777: :3:453333::~ 4 ~ '444 44689!·00 11 ~ 9~00! 99! 111 i22Z22556 77889898991 ~950004 666666 72211277776 Ol642:.456j:99:5~51 36 703301 3~SS250 145~ 75739~30 134SYO 1 i3790189766 73901 ~163456 7390 !234568736~8916 7316 7~ 24·J235347B56S93! 901234 79 i 7 650234 70123 4551~8900234 9

---222::22-----:--------2 2------------1 --------------------------------------------:2-------------1- -------------------------------------------------- 000000 -- =~ --2.i22 --------------------:3----1-----1 --1---------22-3-----------2----------------------------- ---- ---------------------------------------------- 0000!)0 ! 11---! 1! 22! 2 12--1---;:-! 1 ! -----1---------l---------------------------------------------------------- ------------------------------------------------:- oocoo 1 --2-22---1 ::~2~-- ~ 1-2--2-2--22---------------------------------------------------------------------- ------------------------------------------------- 000001 --3-2--22--222 2----!- ---------" --------------------------------------------------------------------- -------------------------------------------------- 000001 --3-222222-:z: l----1--21112----2-1----1----------------------------3--------------------------------- -----2------------------------------------------- O!~~!'l)!

-2--221---: ~~2 2-122:2-------:22--------------------------------------------------------------------- -------------------------------------------------- ~~~(l!) 1 -!-222222:12222--2-22-1-222-------1--2--2---------------------------------------------------------- -------------------------------------------------- 000001 1112:222222222223122~--2 --1222--1----1--------------22--:---1--------------------------------------1 ------22------------------------------------------ 000001 -------223-2i2---2----------~22~ -------------------------------------------------------------------- ------------------------------------------------- 0(!000 1 ---1222 ~222i2 2---12212-2-:---22--------------------------------------------------------------------- -------------------------------------------------- 00000 1 -----2---------2-2-2--:.z ---222-2-----------------------2 -------------------------------------------- -------------------------------------------------- 000010 12----1----2::2---::2~2:~2--2:2::2~:----1----1--2--1---~----------------------------l--------------1--2 --2-:2------------------------------------------- 000010 -----------212~2-22::-2~------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ 0000!0 -22-222---22122222:22 3222222332-2---2----2---2-~2------------------ ------------------------------2-z -----2-2------------------------------------------ 0000 1 0 ---- 2~-- -- :2:~2-2~::22-2-22:-2212-2------22------2----------------------1---------12-------------2--1:-------------------------------------------------- OOOÖ 1 0 ---:-------2-2---! 21122-2:-: 322.~2 -----22-.22--2 ! 22---------------------2-----------------------------;------------------------------------------------- co co 10 -----------3:.2.2~~3 ~2::~~---------1 ------------------------------------------------------------------ ------1------------------------------------------ OOüO 10 222-1 ~-----1 :~ 1:2-12~~22:-- 13--12-~! --2-----------:------------2-------------------1-2-----------231 ~2 ---2---2----------------------------------------- 000010 ----221 ----2-2-:1::22- ~~! 2-------~ -----------1-------------------------------------------------------------------------------------------------------- 000010 ! 1---1----! :2-:-2:11-1---! ----1-----! ---------------------------------------11---------2------! -1---------2---------------------1--------------------- 000011 -.2------! 2-~~2-222-2 2-.2---222~ 2-2---2-----2--2-2------! 2--22---------------------------------------- -------2-----------------------------___________ :_ 0001 00 --! :2--2-1--! ----------- ~~2--! ~2~---12-222---: 12-----1----21---~------------------------------------ ------2------------------------------------------- 000100 ---2----------11--c 12213---1 ----21---èl---1 1111 12-------11 1 1-------------------------------------1--------------1------------------------------------- ooo 1 oo -::.:3:~3!2-3::~~!32:323322~~332:-2-:22-22~2-22233---22222-2~ 1 ~--- ~ 2-------------------- --------121-~ -------------------------------------------------- 000100 -c -----1----2-::-----2-------:---------------------2-1 ------------------1------22--------------------------------------------------------------------- 000100 ---272-2----- ~ --- 22~2 :2::2-~2 3-2-! 22-2-222-----2-------2--------------------------------------------------------------------------------------------- 000 1 QO -2:21122:;.-2-::.------2----2------311222 -l '22-2!.1------------------------------------------------------------------------------------------------------- O(lO! 01 22--2:::2:-1::2---:::22---:~3---222----22---2-~2-22-------------------2-------------! 11----222-----::22------221----------------------------------------- ouo 1 o 1 ---122222~-22-1--:-2-2- ~- -2-------11-! ---1--------------------------2-------------------------ll-22-------222-- t -------------------------------------- 000101 ---:2~ 3 33:---------1 ----1 ------2---2-2-------2-2------------2--------------------------------------- -------------------------------------------------- OOQ 1 01 22-2~32'2.:~----!. --------- t 2 t -------1-1:!.-21-------------------------------------------------------1---------221----------------------------------------- 000! 01 333 ~ 33 3i332322: --2 3333~3 332---3-~2!3333i33----------------- --2-----2---22221 i2-2 ~2---2-----2--2 ~22-2-112223------------------------------------------- 00011 ---------------22222222----2-2------2--22-----22-------------2--------------21---::-1 ----------------------------------------------------------------- 01)0 11 ---222:!----- --2--12--2--~ 2- 332~2:22323 ~: --2----:2-2-----2-2-----------2----------------------------2------2------------------------------------------- 00 1 000 --------- -----12i. ----------:21 ------------2---------221-:-2-2-----------------------------------------------------------------------------------------.. 00 100 0 ---23322---2-~-2-:333:::2:-:~~n-:~~:2:22i:~n~22-2i2:2-~z--1-2--22~:2------------1----2-------------------------------------------------------------- oot ooo -1--1---1-2---21--1-------------------------:------------12------------------------21-----:------------1---------------------------------------------- 001000 ---:~2 _______ ..:_: 232 3 J2 3222----- ! :2:2123::2 22::1 ~j -----2--:-:-2:2---22----2322----::::--2-------2-2-----------------------------------1 ---------------- oo 1 oe 1 ---:~:2-----------------z--- --------1322--l---2-----------------------------2222-z------2-------------------------------------------------------------- oo 1 oo 1 -2-:2ii:----1-!Z3222:i2:22-:~ 1-:3222:222::2-23222----22---22---------------------2222:----12-1-2-2-----222---------------------------2---------------- 00! 001 ---:313}3-- :~323-33::22:!2331 :2!2-::::-:;:~~22--21:12-3-2- ~--::2-3---122:---~---12:!-2-2-1-2----2--:!--3:2------2--------------------------2---------------- 00100 i t23I 22 I ::22:::3-1 ~~:3322122i~-3: 1:2:221-~2~222-22 1 2~2::.~22--2223:~32332---t-----12~-Il-2------ ~ 22---21-! --1-----2------------------------------------- oe 1 co 1 23-2223----1-:-~:~:::-~:3:3-----22:~:.:.::3:33:2-223----------2------------2---2--2:!--22--.2---2--21 n22------------ 3-------------1------~---------------- oot c 1 231---222-----------------2:1: :23----3! 2--1-2:~22----: 1---2222-22-1-- i --------------2--------- 2:~--2--! 2222i22----1------12--------------------------- 00101 23--; ~22--333:::--3.:.3~3:3:.3:.3 :22-2~332-2 32 3~::3:::::2 3:2~2 :--3----3333::.:::.~~333232:!3:::.33 --33 ~ 3333:3 3:::7.3333 333-2----------:. ___ :-22 2! 2!-~----------------- 00 t (! 1 --2- :~ 1-----::-::---3---- :2~2:.:2~--212--22222i:323--2--------12--- ~-I---2:::~~:2! 2:22~~2---::-2----:----2--2:2-:---------------------------------------- 001: 00 ------------------------------ é2 ---------731233---------2-------------------------------------------------------------------------------------------- Oû 11 01 ---2--~~-- ~ ------! -::-::----------2-:~n:::! ~--:22 -----:--::2-----:::2-2---------------=~---------2------------------------------1--------------------- oe 11 o 1 -----------------------:!! 2-------------------- -------------------------1-1--------1:-----::z-----:: :---2--:::.::---------------------------------------- 0011! 0 -----------------------------------------------------------------------!! ---! 1-------"-----1--------------:::232-------------------------------------- 001111 -------------------------------------------------------------------------: 2~2:2-- --! ~2 --------------------- 333---------------------------------------- 001 ! t 1 -------------------.: --------------! -----:-3----::2--:----------------------------12--------2-----:---------------------------------------------------- 0 10000

Page 57: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

EPJP AL DPHV UL Of-Cl NC &RA3 AL CAP.S !::R l!Pl OE MlAT EN ECUV AR LYCE UR TRIP AL POTR EP CART :~r PULD YS SALP UR JWlé ER SALC !.~

ECUA RV JUNA RT PCTA NS S~U6 AL CKC US i1~~R E? AERS TO HYD'I ~L

HENA t;:;U DREA DU ED~P ~L

GALP AL L ~E 1J UL CALP AL CA.1P RA OE:NF IS PHRA US PA~lF LA CARD !S ELEP AL LYTS AL ALIP LA CAF.~ s= CHAR AS EGUF LU POLA ~p

POTN AT ECHR A~

~YOC AE SA~'/ Al JUNS US

11 1111! 111111111111111 11111 111 11!111!111 I 11111 11111 0053m444 12 1114492225591 1 1113333335~5S9122222233445677723334833333334444444~68900011999001 99111122222255677e8BSBBB9139500046666667221 1277776 0164:3456 72892545136 7038013456250 1456 75789230 134590! 237901 B97667B9û 12963456799012345687965891 ó 78967 4 240235347856898190\234 7917 h5023470 1234551289002349

-:-! -1--------------------3------- 22-2-22~------2--------t----------1---1122-22-12122--2--:2--2332-3 ---1 --------------------------------------------- 01 co! I) --------------------1------c-----1--------2--1-------1-i---1----------22-222------1---------------- -------------------------------------------------- 010011 --------------------------------------2----2---- 2----------2-----------11-22-~112-! 2i 1---1111----2-2 ------1-----------··------------------------------- 010011 ----------1-----------------------------2----2--2---132-2--2--32-- ~ --- ----2~~2322 --!-2-----:)--2-- ~2~ 3--2---2----32------------------------------------ 01 01 0 ---------------------------------~---222---z--2---22-----2--:-22-----:--1-1-11--1---:------2--z--222 ------3222--2------------------------------------~ 01 o 1 o ---------------------------------------------------------2-1-------------l-l--1------------21-227--12-----------------------------1---1--------------- 01010 -------------------2-------------2------------------------23-----------322 2 z ~2 22222222-----1-----3-----------------------2-----------2---------------- 010 11 ------------------------22--------2111-2::2-------------------------------22222-22--22--------------- --------------------------------2----------------- 01011 ------------------------------1 ~2--22222-:2-2-22---2---2-1--22--2----2--~222--~1-----~-1-12222-2212-212222---------------1111----11------------------- 01011 -------------------------------------------------------------32-----~--22~--2-2-~22-~22--22221---2-2---------2--------------------112---------------- 0 1011 ---!22-2Z2------2---2---12-1--2-22~2-22222-2322-22~322-22222-232232222------------------3----------------------------------322-------21--------------- 01100 22-322-----2-2-:.::.3333333322---323 333232333::2233~2222-2--3- 2~3 2~ 2i~2~2-3332i33333:333323.32323333-2- )32-~222 ---------3--------22223-233222------------- 01101 ---------------22--------------32------3---2----3---------3-------2-------1-21-------2----2--------------11----------------------221------------------ 01101 31 ------------------------2---------------------2-----.------------------------------------------~---·--22-3----------------22------------------------- 01101 -----------------------------------------------------------------------22---22122-1223.----2-------------1-------------------------22------------------ 0111 00 ---- ~ -------------------------------------222-i1-----------------------1-22:21211---21----2--1-- ---- ---133--1--------------1-1---! 2------------------- 011100 ---l--------------------2---------1--11221221122---------222-2-----------222-1222-:------2-------2-------------------------------2---222-------------- 011101 ---2-----------2-----1:-22-2---2-2:2~3 3 32~~222~222232~2--2-2132-2----~-2222 222-221222 ~~-2222 2232122 2 22-1222i32-------12-22112-22Z22222122------------- 0111 01 ---------------------3-----1-----332--2222-------32~2----1-2-211-.3-32::-22-2----2--1--2:2--! -------3----1-------------2---12------------------2-------- 011101 ---------------------------:~~2----22~-2--122122--2-3:~2222---222----:t::! 2222-1-1----2-2--------------22-2-------~2-------2222--1--------------------- 011101 -2-21----------2-----2--l-3-1--t-::322J-33233:332232:3333333J3-3~33333-3333333333333332333333333:33333-333-22---23233223--n3333Z.33-23322--3-2-------- ot 111 ----21-----------~22-2! -2:2:.3~2:2--2------32223323~3:3~2222~23223 -1~12-2:?22-2212222~1 :~2-----1----2----------------12222-222-1----2--22--------------- 100 -22:::: ~i2- !Z-22-2:2-2::2 2:3-2-::2 22 222~~~::3:~3Z23!33!~ ~:2 32~-233333333-~i22 2~2 2 2 2 33 22 ~22-!: 32222~: 22 22-22233333322~ 23322222: 13~22322222~22-2-2--2----- 1010 ---:-----------33-2--322:3:3:~33-3333333:.33333~3323~2333-3332333323332-2233~2:~2:22:~23~2:232~::2~-2 32-322 t -----222~222222233233-221233322-222211-----' 10 l 0 ---: ::::~2 ----2-~:-~ :22 ~: ~ 2 2 ~:.222 3:3::::3:::7 33: ~: 32::::3322 2223332 ~2~~:-2222 2~2 2 2 222:22 ~2: 2: :n2222 22 332i22-22---22: 32222233~222~222122222222221-:----- 1 o 1 o ------------------------------------------------213233--2----- 2-----------2----------------------2 3-2----2--2------3:!:22-- 3 3---2----2---------------- 10 11 00 ------------------------------------------------2----------------2222--1 :--------------------------~ ----------------22-21-2-----2-------------------- ! 011 00 -----------------------------! -2-2--------222~~2-~222223-2~2~222 ---2-2-222222i1~:2222..: 12222:222222-2-3-222------222 2 22 22--2222 -22222232~322~-2-------- 1011 00 --l------------------------:3332---3------133:::~.23233333333333333-3-23---331333-3-2--:3-3~--3-----------------333-3~233-2323--3-3--33332~313~~2233=2 101100 -------------------------------------------------------------------------221---1---22! ---------------------------------!-----1------1221-2------------ 10! 101 ---------------------------221-------1-----------2222~2~2---2------1---1122:222-111-1-1---i2~ 12----2----2-~--------2~1-----2-1-2-222--2-1111----------- 101101 -----------------------------------------------------------------------221 ~22~222 ---1----------------------------------------2-------1222 2---212------ 1 0 11 0 1 --------------------------------------22------: -----------~2-----------12-----2212-! --~-32-121---Z ---33222-------2-------~-----3-22~221~333----------2 ! 01 I 01 ---------------------------------Z ----2-- t-I 1----2----22-1-22-22-! --11-2:22222:222~2~2~-222! -:2----1----11-------~:2 1! ~-21222212-2i21 :222222-----2------ 101101 ----------~------ -----------------------------222--------221--2--------333 3:33 3:333232:3-2~232-- ---2--2322-------2-----2-2------233332 3332------------ l 0111 ----------------2------------------2--22---:-----222-----2----2'3i----2-22 2:~222! ~~-22:-2222--1 -----2:3--2-------22-2233i22 333233i222 22! 22 2-223332-2-2- 11 0 -----------------------------------------------1------3---22222:2------222-----! -----------2---------------------3~2~2-11-1--~2---211-2:-22-2--22~222:~ ! 1100 ------------------------------------------------------2-----1---------------------------------:-----------------2122! 22-222212-21----------1-~22::2221 1 ~ l 01 0 ------------------------------- ___________ _: _____________________________________ ----------------------------------23--. -- ~ --~2- ------------~-: 1 ---3332 ! 1 1 010 -------------------------------------------------.---------------------------------------------------------------------2 --2---: -----3~---22--222-~ ----- 1110 1 0 --------------------------------------------------------------------------------------22-------------------------- ~3:2~~ 2~22----2 -----12~2-3-----33~33 1110 10 ---------------------------------------------------------------1-----1----------------2~--------------------------2-322~21222~-------------33~i~:i-222 ! 110 10 ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------~-23--3222-1----------~3-3 2~22:-33-: 111 0 10 --------------------------------------------------21-------------------------------------------------------------1-2~221 1--22-:::----2----------1------- 111 011 ---------------------------------------------------------2-12-----------11--1----2--1---2---1--- ·---------------122222i~22~2----22Z------------------ 1! 1011 ---------------1----------------------------------------------21-------1-------------------------------------2------123-2222--2--2-------------------- 111011 ---------------1:-----------------2-----------------------33:--1--2--------------------------------------------33-----J ------------333333------------ 11110

00000000000tl0ü00000000000Cû00000t:OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOûOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOûOOOOOOOO:l0000000000000000000!!1 1 111:11111! 111111! 1! 111111111111111 000CO<l0000û•jûû0üû01J000000000000001!! 11! 11!! 1111! !! 1! !! I!! 11! !lil!!! 1! 1111 !11! 1!! 1! 1! !! ! 11! 111!! !11! 1111111111111000ûû0000000000C00000000000111111!1111 000000000011! 1! 11111 !11!! I!!! 1!! 10000000000000000000000000000000000000000000000001)0000,)0000•)1)000(•000 00000011111100000000000000000111!!! 111100000011111 i;IJ1!! ~::! !(1CCCC!:!:!! I!!!! 1 !:! ! ! :COl<COOOü0000%00000ûOOOOOOOOOü000000001: 1!:!!!! I!!!!!! l! 1! !! ! ! 1! 11111111101111 !001111 !1111!1! 11 !000000! 111ü0011!00001

0111! I! 10111! OOOOOOûü•J00011111: 0000000000000000! 11! ~ 111 11! 11111! 111! 100000•)0000000000(1')(10(:0(1 11:1! 1 ! ! 1! 11 00011 0001)00000011111000011 0000111 ·)I)!: !1!!! 1!: OOOO·lle00û00ü001!!! 1 1100000000000000000000010000000000(:(1(!0(!1! 1! 111IOCnOOO 111111 00111! 111 !00111

Page 58: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

l ' I [

In het onderstaande \'lorden de 1reinig aangetroffen soorten [ <

vermeld .. ! per opname. I' ~

f \.

1 achmil 2, agrten 3, carvul 1 ' cynof'f' 1 ' hyprad 1 ' roscan 1 ' schnig 2, thypul 2, viotri 1

2 hiepil 1 ' hieumb 2, onoi1 ep 2, pyrrot 2, roscan 1 ' silnut 2, thypul 2, trapra 2

3 achmil 2, hieumb 1 ' viotri 2, phlber 2 4 elequi 2, hiprha 1 ' humlup 2, hyprad 1 ' juninf' 1 '

junt:an 1 ' plamaj 2' poaann 2, ranacr 2, sagpro 2' sciset 3, brypse 2

5_hiprha 1 ' jup.inf 2, ranacr 2 6 achmil 2, hieumb 2, hyprad 2, hyptet 1 1 schnig 2,

valof'f' 2 7 achmil 2, ranacr 2

' 8 achmil 2, carvul 2, clapyx 2, claran 2, hiepil 2, ~ poaann 1 ' poptre 21 thypul 2 r

9 ambser 2, claf'ur 2, claran 1 ' cynof'f 2, thypul 3 ~ ~

10 hyptet 1 1 phlber 2, poptre 2 11 elequi 2, poaann 2 12 agrten J, care ar 1 ' carvul 2, claran 2, cynof'f' 2,

hiepil 2, roscan 1 ' thypul 2, viotri 2 13 hiepil 2, hyprad 1 ' ranacr 2, viotri 2 15 aspof':f 2 16 poaann 1 17 aspof:f 1 ' hyptet 2, juninf' 3, valof'f' 1 18 ranacr 1 ' viotri 2 19 plamaj 1 ' poaann 1 ' scipla 3, carhir 3 21 carhir J, elequi 2, scipla 2, sciset 2 23 moetri 1 , myoram 1 ' hyptet 2 ;

i 24 moetri 1 , myoram 2, rumsan 1 ' i 25 achmil 1 ' agrten 31 lopbid 2, myoram 2, poljun 2, L

sagpro 2 [-

26 agrten 3, ajurep 1 ' cenlit 1 ' claf'ur 21 claran 2' t lopbid 21 myoram 2, poljun 2, sagpro 2, thypul 2, i

tridub 2, urtdio 2, cirvul 1 27 seis et 2 l

:-~1

28 achmil·2; aspof'f' 2, carvul 1 ' claran 2, eriace 1 , ' '" hiepil 2, hiewnb 2, Ionper 2, moetri 2, poiodo 2, l L

poptre 3, privui 3, pyrrot 2, senvul 2' thypul 2 ! 29 roscan 1 JO al.ngiu 1 ' brypse 2, myoram 1 31 valdio 1 , vibopu 1 32 hyptet 1 ' sagpro 2, valof'f' 2 JJ valdio 2' valoff 2

' J4 hypper 2, Iisova 2, roscan 1 ' urtdio 1 ' dryfil 1

;_·

J6 vercat 2 40 achmil 2 41 fraves 2 42 fraves 2, Ionper 1 ' roscan 1 4J carvul 2, hypper 2, Ionper 2, roscan 1 44 carvul 2, cirvui 2, vaiof'f' 2, viocan 2 45 brydio 2, carvul 2, cenlit 1 ' hypper 2, I op bid 2,

roscan 1 , vaioff 2' viocan 2

46 brydio 2, carvul 2, cenlit 2' fraves 2, hypper 1 ' litof'f 1 1 Ionper 2, roscan 2' sanmig 2, viocan 2

Page 59: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

47 aspoff 1 , brydie 2, cenlit 2, roscan 2, sanmig 2, sedacr 1 ' symeff 2, viocan 2, carvul 2, urtdio 1

48 carhir 2, hypper 2, iripse 2, lysnum 2, myepal 2, symeff 2 49 bramol 1., carhir 2, hyptet 2, lysnum 2, myepal 2 .50 lycfle 2, valoff 1 .51 ajurep 2, atrund 2, bragla 2, oirvul 1 , fraves 1 ,

lepbid 2, valdia 2, hyptet 2 .52 agrten 3, ajurep 2, atrund 2, cirvul 2, hyptet 1 '

lenper 2, lepbid 2, re scan 1 ' viocan 2 .53 f'raves 1 ' junalp 2, seis et 2, valoff 2 .54 :Çraves· 1 ' junalp 2, sagpro 1 1 seis et 2' valdio 2,

valoff 2 .5.5 lopbid 2, plaple 1 ' valoff 2 .56 areser 2, J_ycarv 1 ' torrur 2. claran 3 57 junbuf 1 .58 junalp 2, junbuf 2 60 lysnum 2, myopal 2 61 iripse 1 ' lysnum 2 62 iripse 2, lysnum 2, rumhyd 2 63 iripse 3, lysnum 2, inyopal 2, ranlin 2, rumhyd 2,

siulat 1 64 iripse 2, myopal 2, ranlin 2, rumhyd 1 ' siuere 2' siulat 2 6.5 caracu 2, iripse 3, lysnum 2 J myopal 2, ranlin 2,

siuere 3, typang 1 66 belper 2, plamaj 3, seis et 2 67 elequi 2, plamaj 2, scipla 3, seis et 2 68 scilac 2, verscu 1 70 spaere 2 71 scilac:?, mentri 2, typang 2, typlat 2, verscu 1 73 spaere 3 74 mentri 2, spaere 3 '7.5 scilac 3 77 polper 1 81 scilac 2 82 rumcon 1 , verse u 1 83 scilac 2, siuere 2 84 myopal 2, scilac 2 8.5 ambser 2, brypse 1 ' orcpra 1 ' rhycur 2 86 clamar -3, humlup 1 ' lonper 2' poptre J, querob 3,

seldul 2 87 epipar 1 ' scilac 1 ' scimar 3, siuere 1 ' verscu 2

89 lysnum 2, plaple 1 90 bragla 2, carvul 2, cenlit 2, fraves J, hiprha J,

ercmac 1 , polode 1 ' privul 1 1 urtdio 2, vercha 1 , epihel 1 91 mentri 2, verscu 1 ' symeff 1 93 fraves 1 ' hiprha J, cenlit 2 9.5 nasmic 2 96 scimar 2 99 polode 2, pyrrot 2, vibopu 1

100 fraves 1 ' hieumb 1 ' pyrrot 1 , re scan 1 101 agrten 2, brycae 2, brycap 2, cenlit 1 ' clafol 2,

epihel 2' fraves 2, hiprha 2 ' privul 1 ' pyrret 2, querob 1

104 siuere J, scilac 2 10.5 epipar 2, jtmbuf 2, lotten 2, odever 2 ' trifra 2 106 bryalg 2, junbuf 2' schnig 2, sciset 2, lotten 2 107 blaper 1 ' bryalg 2' brY'var 2' eenmin 2, eenpul 2 '

Page 60: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

107 junbuf 3, odover 2, sagpro 1 108 odover 2, pedpal 2 109 blaper 1 ' elequi 2, lotten 2, pedpal 3· trifra 1 110 clamar 3t soldul 2 1 1 1 pedpal 2 112 aegpod 1 I iripse 1 ' pedpal 2 113 epilpa 2, iripse 1 114 bryalg 31 hyptet 2, lapbid 2, pyrrot 2' riccha 2 115 aegpod 1 I epilpa 1 ' epipar 2' hiprha 3, pedpal 2,

poaann 1 116 epilpa 2, epilpp 2, pedpal 1 117 junbu:f 2, mentri 3 118 mentri 3t ranlin 1 119 mentri 2, ranlin 2, rumhyd 1 ' spaere 2 1_20 mentri 2, ranaqu 2., rumh.yd 1 ' scilac 3, spaere 3 122 mentri 3t spaere 2 123 barcon 2, blaper 2, bryalg 2' cenlit 2, eenpul 1 '

hiprha 2' placor 2, plaple 2, poaann 2, riccha 3 124 barcon 2, blaper 2, bryalg 2, cenlit 2, eenmin 2,

eenpul 1 ' epipar 2, hiprha 2, junbuf 2, leoaut 2, placor 2, plaple J, sagpro 2, cherub 1

126 eenpul 2, junbuf 2, placor 3, plaple 3 127 barcon 2., blaper 2' bryalg 2, cenlit 2, eenpul 2,

epipar 2, junbuf 2, placor 3, plaple 2, sagpro 2, spemed 2

128 blaper 2, bryalg 2, cenlit 2, eenpul 2' placor 3, plaple 3t spemed 2

130 teusco 2 133 hiepil 1 ' lèoaut 2 134 alnglu 1 ' lotten 2, sagnod 1 135 sagnod 2 136 brypse 1 ' sagnod 2 137 sae,nod 1 138 sagnod 1 139 plaple 2, sagnod 1 141 fespra 1 ' sagnod 1 142 fespra 1 ' lotten 1 ' sagnod 1 143 alnglu 1 ' rumsan 1 ' sagnod 2 144 lotten 2, rumsan 1 ' sagnod 2 145 sagnod 2' scipla 2' trifra 1 146 brypse 2, hyptet 2, lotten 1.,._sagnod 2, scipla 2, trifra 1 148 oenlac 2, siuere 2

Page 61: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

BIJLAGE 2

Bijlage 2 bevat de bodemgegevens van alle opnamen.

Uaardcn bij Ca van 0.00 betekenen dat deze niet be­

paald is.

X mg./100 g. NR pH :caco3:0..-g. Tot :Tot :cl

:mS/cm: :Gel. : K

m.e./100g. : Na : Mg Ca

H::CO: KCL: :stof N : P

PANF'ADVALLE !EN

1.1 6.56 6.::::3 1.2 7.81 7.57 :.1 7.:4 7.~5

8. 16 8. 3-1 3.1 6.88 6.75 3.2 7.73 7.7•1 4.1 6.88 6.44 4.::' 8.0::: 7.79 5.1 6.48 6.13 5.2 7.98 7.77 6. 1 6. 74 6. 64 6.2 7. 7<) 7.66 7.1 6 • .34 6.05 7.: 7.66 7.66 a. 1 6.91 6.86 s.: 7.4~ 7.58 8.3 7.97 7.99 9.1 6.78 6.70 9. 2 7. 6(1 7. 9 1

1 (I. 1 6. 91 6. 86 1 1) .. : 7.61 7.69 10 .. :. 8.07 8.(18 1 1 . 1 6. 56 6. 38 11.:2 7.45 7.49 1::'.1 6.79 6.68 1::'.::' 7.58 7.7•) 13.1 7.10 6.69 13.: 7.98 7.69 18. 1 6. 9·) 6. 7·) !3.:::: 7.14 7.9\ ::'8. 1 7.:4 7. 1::. 28.2 8.48 8.51

.::::9 6.48 ::::.51 1.86 1.79 2.60 3.41 .44 1.44 6.81 4.53 1.61

.01 10.40 :. 68 1. 4<) .151~-~6

::::.::.3 1. 72 .48

:2.8::' .. 21

:. 7(1

l. 1 (I 3.05 3.30 1. 11 3.69 t. 44

6.92 1 .. 51 7.55 1. 82 3.94 1. 74

. 77 4.90

.94 8.26

::: .. 03 2 .. 04 3.36 .. 70

.42 12.37 2.75 2.85 1.24 5 .. 75 ::;.96 1.65

.45 9.13 3 .. 55 1.94

.98 7.79

. 86 1. 38

.55 ::. .. 59

.87 .28

258.86 78. ·)(1

90.79 13.26

.275.~3

78.50 4•)7.14

65.79 485.::'8

75 .. 91 :26i) .. ï7

67.•14 2!31. (18 75. !6

155 .. ':6 79.57 31. 10

190.:23 36.43

.3•:>:::. 91 84.45 :23. 11

510.49 115.94 231.87

64 .. 5(1 :.:t-5. ·:A 89.90

3::'0.67 t.L\.6:2 81- •+7 1'.:1 .. •.) 1

21.58 15.:22 14.33 11.36 ....... ..; .. ..;..;.

17.32 ::- .T~ 1 1. 31 27. ~I) 12.ü5 19. El (I 13.::'4 ::'1. 73 15 .. 55 16.08 16.9:2 11.26 21.~6

13.<P :2~.64

14.51 9.61

32.41 16.51 :'1.88 17. 16 "2::.. '::4 !4. 4 ::':'. 1 14. 8

10.61 7 .. :::~

3.21 1 .. 2:2 1. 36 .67

2.87 1. 36 4.31

.90 7.37 1.88 3.90 1.15 3.H 1 .. :::2 1. 91 1. 08

• 74 1. 84 .87

3.97 1. 63 1. 36 7 .(lf) L. .. ::. . .::.

2.53 1. (11 4 .. ü3 1. 39 4.73 ::-... (16

~ .. 3:: 1. 18

:verm.:

105 98

101 6:2

167 102 121 78

189 95

162 93

152 96

117 90 69

117 76

19•1 104

134 ~6-3

136 151 85

130 87

191 103 116 63

.• 15 .02 .06 .03 .1'2 .03 .36 .09

.01 .1:::: :.02 .13 .o:: .08 .. (13

.01 • 11 • t)•1-

• 14 .0~ .o~

.• U3 • (1.3

.16

.(I~

. :.t

.. (••s

.12

.01 t:2

.,(17

.13

.09 • 11 .11 .. :2(1

.17

. :'8

.1?

. 31

.1::'

.19 • 13 .17 .13 "1~ .13 .(19 .1'1 • 1 '1 . 18 . 14 • 13 .21 "15 .15 . 1:. .26 . 18 .n:::: • (11 . 1 t:,t

.UB

1. 21 13. 1')

.39 0.00

.41 0 .. 00

.24 0.00

.. 97 l).,r)(l

.LJ3 o .. nn 1.21. 18.~9

• 4:2 1)., (1(1

1.41 15.3'1 • ::.6 •). (=11)

.97 (1 .. (_1(1

.?.3 (l.t)(l

1.0'1 10.9.:: .LJ4 0.(10 .. 62 1). •)0 .38 (1.0(1 .:s• t).OO . 70 (1., (10

.. :::::: ') .. (11)

.87 •) .. (lf)

. 36 0.(1(1 . ~7 (1 .. i)(>

. -;·~ 19.•19 • ::;8 o. (lf)

1- 1 7 0 .. 1)(1

.. 5(1 0. (10

1 .. /[~""' 17 .'73 .. 57 1).1)1)

1. <J1 16. CO(I

. 41 •:1., 1)0 • •17 1 !.9'5 .. '2l t). ·~11)

X m~./100 g. NR pH :caCD3:o..-g. Tot :Tot :er

H20: KCL: :stof N : P

WEDER H:VALLE I

76.1 7.61 7.34 76.2 8.23 8.02 77.1 7.84 7.52 77.2 8.19 7.95 78.1 7.74 7.41 78.2 7.89 7.57

149.1 7.81 7.49 149.2 8.03 7.67

KRUINE'S TUINTJE

8.13 8.06 7.66 2.00 9.36 8.76 8.83 3.05 9. 49 11.30 3.41 7.45

1.0.81 10.98 10.39 5.62

343.80 96.60 383.~7

128.41 516.36 346.94 446.56 275.99

28.69 17. 17 31. 4(1

19.48 48.::.2 36.63 35.81 ::'3.08

129.1 7.76 7.42 .90 129.2 8.28 7.99 3.95 130.1 7.57 7.17 .76 130.2 8.36 8.13 2 .. 94 131.1 7.61 7.25 2.48 131.2 8.36 8.~) 3.71 132.1 7.58 7.20 2.47 13~.2 8.19 8.02 3.02

7.67 334.23 27.03 1.78 78.83 17.99 6.75 289.37 20.39 1.17 51.59 14.65 7.98 340.35 25.66 1.44 68.17 19.57 7.92 ~49 .. 64 30.25 1 .. 51 70. 23· 17. 09

REUKGRASVALLEI

31.1 7.37 7.20 31.2 7. 86 7. 65 32.1 7 .. 1~ 6.82 32.2 7.80 7 .. 40 33.1 7.36 7.13 33.:2 8.04 7.82 50.1 7.14 6.90 50.2 8.04 7.81 51.1 6.55 6.11 51.2 7.94 7.61 52.1 7.~.: 6.87 52.2 7.75 7.41 53.1 6.84 6.55 53.~ s.c):;: 7.66 54.1 6.48 6.07 54.:::: 7.-61 7.37 55.1 6 .. 28 5.87 55.2 7.68 7.46 56.1 7.63 7.4:2 56.2 8.14 7.98

PANWEGW\LLE I

14.1 6.84 6.55 14.2 7.87 7.71 14.3 8.18 8.07 15.1 6 .. 95 6.66 15.2 7.91 7.75 16.1 6.94 6.59 16 . .2 8 .. (15 7.75 17.1 7.10 6.78 17.2 8.00 7.73 34. 1 -7. t 2 6. 87 34.::' 7.96 7.94 34.3 8.24 8.<)4

5.50 12.38 6.48 3.80 1.03 16.45 3.44 3 .. 03 2.63 15.73 5.02 3.29 1. 27 12.79 4.63 2.70

• 16 12. 11 2 .. 56 2.57 1.03 6.54 '2.15 2.94

.46 13.59 3.57 ~-84

.11 15.32 2.74 3.80 o.oo 10.79 1. 75 2. 77 ~~88 2.52 4.70 1.05

.66 3.96 4.83 1. 0'7 4.18 1.:29 4.50 1. 01 3.9:::: 1. 79 :..79 5.09

9.79 1.63

.83 8.42 1.57 9.54 1.51 9.01 1. 44 6.47 1 .. 5(1

.84

521.::.2 3:3 .. 91 169.04 19.96 646.35 51.82 196.68 26.38 663 .. 70 52 .. ~: 137.03 21.30 590.71 34.05 1:28.97 16.74 565.18.30.71 107.96 12.48 291.94 144.34 589.88 115.38 622.83 161.53 471.::'9 136.23 119.39 57.08

:.74. 67 7ü.18 33.16

3(14. 3(1

77.36 ::73.2'7

73. Ci5 :::42.71

63.7::'_ 267.47

7(1 •• ~7 39.8'1

~5.~8 16.70 39.84 18.87 3'7.01 17.43 26.:6 13.50 18. 3•1 17.75

:.::.68 14.64 1::. ::.t :::..~:A

15.b3 ~5.51

14.89 ~6 .. .22 13.91 22.8(1 13.81 14 .. 75

.&1-.55 1.49 ~ ...... ;:, 1.98 7.47 3.~8

6.43 3.02

3.44 1.58 3.69 1. 72 3.97 1. :::o 3.69 1. 58

7.34 3 .. 20

1::::. 11 2.85

11.48 3.13 8.42

.1·9L 6.82 1.39 3.51 1. (14 6.82 1.88 8.56 1. 98 4.11 1. 46

.84

.56

6.78 2.09 1. 60 7.78 1 .. 95 7.99 1.67 6.74 ::'.09 4.38 1 .. 53 1 .. :::~

mS/cm Gel. : K ver-m.

m.e./100o. : Na : Mg Ca

206 96

203

236 187 245 166

147 81

142 73

171 77

154 83

27::: 156 245 151 3::::: 137 249

95 19:2 99

158 90

218 115 221 133 138 10::

77 63

241 121

99 :255 118 281 105 221 107 2(17 114

9(1

.10

.01

.12

.. (I:'

.10

.02

.10

.02

• 11 .01 .06

0.0(1 .11

0.00 .13

0.00

• 19 .10 .27 .07 .~0

.06 • 14 .04 .24 .,(l5

.OG

.os

.13

.(13 • 11 .(14 .11 .03 .(18 .05

.. (17

.(15

.12

.·12

.l)7 _., . ·~·..:..

. 1:.

.27

.87 -1~

.19

.. 13

.24

.1(,

.27

.26

.::::6

.19

-~0

• 13 • 18 .13 .21 .. 14 • 21 .13

. 18

.1)7

.::::7

.12

.::::4

.11

.14

.06

.13

.03

.08

.(14 • 14 . (•5 • 13 .(14 .os .1::: • 1 '=' • 1 (I

~f":'" • ..:..-..1

.. ::1)

1"' .:::6

.39

.:o

.26 .. 1~ .36

.64

.36

.67

.:.6

.60

.4::

.58

.37

(l. (1~)

(1 .. 0•) (1. (H)

O.üO 0.(11)

0 .. i)(l Ó.üO (!. (lf)

. 66 (1. (11)

0 .. ~)(1 . 63 (I. ~:11)

. 38 0.0•)

. 87 (1 .. (l(l

• 4(1 0 .. (1•)

.91 0. 1:11)

.. 36 0. r:11)

.. 7-:

.38 1. t)6

~~ • ..J..:..

.61

. 45

.:Jt

1. 1 t, .48

l) .. •)1)

•) .. •)U (I_ (ll)

0. i)(J

0 .. (1•)

0 .. f)l")

(I - (I t~l (\_(1(1

(1 .. (lt)

0 .. :1(1

.. 91 (1 .. (I•)

• ; 1 1). 1).-~

.82 :'::;.ss • ..J...:.

• 8·+ .'I:.

1. 18 .3'1· • :.7 .::'7

.SJ'?

.51

.6~

.87

.. -:.:: 1.1)~

.67

.8:::

.. 1_,·1 o~

• J

• ·>i . ·15

1). (IC)

1'".83 1). ,)'-,

1.:. .. 44 (l., t)l_l

0 .. 00 0. (H)

19.~(1

<).•)\)

n .. 1:'()

r}. r'1•)

0 .. !)•:1

IJ.,t)l:l

0 .. •)(1

1) .. •:10 1:1 .. 0•:1 (I. (11~1

n .. <'·~~ ,-1 1.-\f:\

Page 62: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

X mg./1~) g. NR pH : CaC03: Org. Tot :Tot ! Cl

mS/cm Gel. : K verm .. H20: ~~CL: !stof N : P

PANoi:OG'JALLE I <VER\IOLGl

35. 1 7. 10 6. 76 :.5.2 8.07 7.88 ::.6.1 7.91 7.75 :.6.2 8.49 8.4,) 37.1 6.84 6.58 37.2 7.99 7.70 38. 1 7. (13 6. 71 38.2 7.9::. 7.68 39.1 6.97 6.70 39~2 8.0 1) 7 .. 75 4<).1 7.07 6.87 40.2 8.00 7.74 41.1 7.00 6.7: 41.2 7.93 7.72 4':. 1 7.04 6.83 4':.2 7.98 7.84 43.1 6.88 6.58 43.2 7.99 7.84 44.1 6.88 6.66 44.2 7.91 7.76 45.1 6.97 6.77 45.: 7.89 7.67 46.1 7.1': 6.89 46.: 7.9(l 7.75 47.1 7.1~ 6.93 47.2 7.96 7.9::.

STD ELHOEI~'JALLE I

92.1 7.99 7.8:. 9':.2 8.66 8.79 93.1 7.69 7.49 93.: 8.37 8.27 94.1 7.44 7.':6 94 .. 2 8 .. 4\) 8.59 95.1 7.43 7.37 95 .. :: 8.3~ 8 .. 58 96.1 7.63 7.47 '16 .. : :::;_:(::r 8.~8 97.1 7.77 7.59 97.: 8.:::9 8.7(1 98.1 7.39 7.04 98.: 2.57 8.64 99 . 1 7 . 4 ~ 7 • 29 99.2 8.48 8.58

100.1 7.46 7.::4 l(H) .. _: 8.51 8 .. 49 101.1 7.83 7.60 lül.~ 8.4? 8.5:

DE z,;NDERIJ

1.50 7.67 3.80 1 .. 31 3.68 1. 36 4.58 .35

• 48 11. OB 3.73 1.83

.93 10.31 4.16 1.58

.81

1. 12 4.38 1. 14 4.06 1.36 5.12 1. 03 4.87 1 .. 22 4.63 1. 18 4.1:: 2 .. 0:;

.74

.09

.67

:.67 2 .. on

.08

.74

.:6 5 .. 92 ::; • (H)

5.90 :;.95 2.73 2. 7_9 L68 3. 11 1. 87 3.79 2.64 2.99 ::.07 ::: .. <)6

9.65 1.66 8.95 1.56 8.29 1. 6(1 7.26 1 .. 15 7.89

.96 9.70 1. 19 7.46 1. 17 5.80 1. 01 5.::0

.73

2 .. 59 .23

3.30 .57

7.04 .41

8.34 .43

7.07 .61

5.03

5.70

4 .. 0:: .41

2.76 .44

2.42 .42

114.1 8.!:\~ 7.9: 3.7:: :.14 114.: 8.7: 8.74 4.64 .o:

309.60 62.(1(1

57.96 14. ':8

4:C5.83 82.86

341.65 67.68

365.-:.5 73.83

316.5•1 67.03

331.43 68.66

2ï0.(18 53.77

309.68 42. •11

2139.60 54. 1)4

320 .. ::8 50.56

:::::L't. 70 40.69

:215.'24 31.78

96.65 8.93

109. 16 23.36

228.36 14.55

264.37 17.93

267 .. ::1)

':4.27 159.64

9.2(1 155. (J(l

1•). 46 1(19 .. 07

14.77 87.57 16.00 8.3. 38 13.4(1

2:::.oo 14.40 10.65 9.20

2~.84

14.8 t 23.85 13.29 24.(1(1 13.2'2 24 .. 13 15.01 24.95 15.87 23.39 15.76 :25.15 15.39 :'5.51 16.53 22.94 15.69 :'4.:"::5 14.71 :1.01 12.71

11.62 6.48

11. 11 6.8(1

15.08 6. 14

34 .. 32 6.68

19.45 8.31

12.59 5.76

14.87 7.7:

11. 5::i 8.5:;

11.75 11.36 12.07

8.::.9

66.1': 13.84 6.89 11.79

8.06 1. 81 5.63 2 .. 22 7.44 2 .. 02 9. 17 2 .. 22 7. 14 1. 67 5 .. ::5 1. 53 5 .. 28 l. 43 4.24 1. 32 5 .. 91 1. 32 5.91 l. 32 4.31 1. 18 4.24 1. ~5 3.<)6 1. 32

~-92 1. 67 l. 88 1. 04 6.89 l. 74

16.32 : .. 57 8.63 2 .. 09 3.97 2.(15 4.38 1. 42 ::'.94 1. 56 2.59 !. ':2 2.46 ..., t=""":" <1-oo..J·";,·

270 111 179 96

267 114 271 114 240 115 211 104 219 101 184 97

196 98

99 189 99

180 97

165 93

119 7(1

91 59

240 80

574 t"":'~

312 109 189 111 161 78

128 8(1

1::'1 65 99 82

3 .. (12 115 1.36 69

1T1 .. !::! .. I l 1)(1q ..

: Na : 11g Ca

.19

.10

.27

.18

.31 • (•9 ~· ·-'"'

. ')9

.'38

.12

.39

.21

.28

.1:2

.27

. 16

.26

.09 •. 3<)

.(18

.:::.4 ~~ . ..;_ _,

.. 31)

.13

.3::

.13

.07 • I) 1 .. 06 .. o: .17 .0~

.36

.I):?

. 13

.. 0:2

.. 1(1

.01 • 14 .02 .13 .. 0'2 • 12 .02 .. (17

.. (1::

• 11 .o::

• 18 .. 26 .L\5 .36 . 41 • 1 l ~~ .. -~'·-'

.. 3r)

.::'6

.45

.36

.28

.17

.28

.:;:.')

.27 ~~

• .;...J

. 17

.21

.37 .'11 . 18

.. 15

. 2'7

.. 15

. 12

.11 • 11 .24 • 11 • 5r-f .. 15 .30 . 14 ..,~

• 1::: . 16 .1: . 16 • 1 ':' .14 .10 • 1 •1 .13

• 16 . 17

.. 70 0 .. (1(1

.. 42 '),. (H)

. ::-1- (l. ')(1

.. ~9 0. ()1)

.. 59 21). :?6

.. ::0:8 (\,. (11)

.98 21.76

.. '11 ö .. (11')

.. 91 '2 1) .. 1(1

.. [,r) (),. 1)1)

.91 0.00

. 47 1),. f)l)

1. 14 r). (J(l

. 49 (1. (1(1

1.12 0.(11) .4B (1.00

1 .. (16 o .. (11)

. 46 (1. (11)

1.r)9 (l,.(H)

.. :::;:; 1),. t)r)

1 .. ( 16 0 .. (l(l .. 0:: r),. •)r)

1,. 1)6 r). (11)

.. 119 (•. 1)1)

.65 (1.00

.. 3J 1). l)(l

.34 (1.1)0 .. :4 0. 1)0 .. ~7 O.Qt)

.=4 0.00

.. 64 (1.00 0.00

.. 9B (1.')0

.~6 0.1)(1

.69 O.t)(l

. 34 t)., (H)

.51 O.(H)

.:5 O .. üO

. 48 •).1)(1

. ~:. 0. 1)1)

.~19 (1.(1(1

.. 25 (1.,1)()

.. 51 (1. 0(1

.24 I),.(H)

.. :.6 t) .. t)(l

. 19 0. (l(l

.36 0.00

.~5 c) .. I)·J

% mg~/1(1(1 g. NR pH :caC03:0rg. Tot :Tot !Cl

H2C: KCLl !stof N : .p

mS/cm Gel. : K

OOSTVOORNSE MEER

123.1 8.4'7' 8.24 123.2 8.90 8.76 124.1 8.32 8.(19 124:2 8.7: 8.62 125.1 8.38 8.20 125.2 9.0(1 8.89 126. 1 8. 7~. 8. 16 126.2 8.73 8.44 127.1 8.51 8.34 127.2 8.82 8.74 128. 1 8. 7:3 8. 40 128.2 9.03 8.85

SCHAPENWEI

102.1 7.85 7.50 102.2 8.61 8.44 103.1 7.13 6.79 103.2 8.46 8.34 104.1 7.73 7.57 104.:2 8.54 8.40 105.1 7.59 7.41 105.2 8.:::.4 8.37 106.1 7.75 7.50 106.2 8.47 8.51 107.1 7.89 7.64 107.2 8.54 8.37 108.1 7.19 6.90 108.2 8.42 8.29 109.1 7.91 7.61 109.2 8.48 8.54 110.1 6.60 6.33 110.2 8.31 8.16 111.1 7.67 7.51 111.2 8. 26 8. 37 112.1 7.54 7.37 112.2 8.41 8.31 113. 1 7. 4 3 7. 29 113.2 8.32 8.3(1 115. 1 7. 34 7. 12 115.2 7.98 7.95 116.1 7.37 7.22 116.2 8.37 8.36

VLIEGVELD

133.1 7.56 7.32 133.2 7.44 7.28 134.1 7.58 7.18 134.:2 7.84 7.69 135.1 6.54 6.13 1:::.5.2 8.14 7.98 136.1 6.68 ~:>.:.o

136.2 7.98 7.89 137.1 "6.84 6.:::13 137.2 7.78 7.5(1 138.1 7.:::.6 7.07

5.51 6.17 5.71 6.66 7.83 4.88 7.04 6 .. 53 7.75 7.20 7.00 7.67

9.03 3.06 3.40 4. 18

12.73 5.45 7-6'2 4.94 4.43 4. 16 5 ... 30 4.96 1.63 4.85 8.73

1.40 .2::

1.59 ..,~ .-...:.

1.88 . ....;.~ 2. 14

.71

.98

.25 1.03 .22

7.60 .43

14.99 .64

9.68 .64

11.35 .69

6.5: . --~..:... 3.61

.72 12.50

.86 7.8:

5.16 .4:::; .37 22.09

5.63 7.80 6.64 6.28 5.15

1.43 10.41

.91 21.94

.76 5.85 18.01 6.~7 1.0:: 4. 15 15.99 6.42 2.07 4.76 16.36 5 .. 7'2 .. 63

3.93 9.19 3.40 6.48 1. 99 11.55 5.26 4.79

. 46 17. 8'5 2.9:5 1.8-S

.. 5::: ::3 .. 89 2.79 1.92 1.45 ::4.15 3 .. 1:: 3 .. 11)

1. 4<) c:. (13

47.19 ~ ~..,

.,J • ..J~

53.18 7.39

72 .. 57 6.42

82.43 22.09 32.17 4.67

33.07 4.63

281.91 12.64

484.88 21.60.

358.87 19. 14

L\63.84 23 .. 53

232.29 9.93

152.26 26.23

408.32 31.39

265 .. 90 14.76-

944.72 57.10

365.74 30.58

491.5(1 ::6 .. ::3

545.84 36.üJ

556.96 87.82

517 .. 58 18.97

305 .. 78 2::'1. 32 426.79 léA. 66 565 .. 5:

55.74 726.37

60.31 81<). 37 100 .. S'3 :::.95.58

verm.

14.65 2.56 85 12.27 2.21 73 17.61 4.21 112 14.22 3.19 10(1 27.76 123.68 1117 22.05 45.39 46C) 21.17 14.78 267 17.64 11.62 :229 15.95 6.42 143 12.83 4.46 93 15.80 4.81 115 13.72 2.70 7::

26.':8 13.10 373 7.88 3.51 112 33.1~ ·23.11 476 9.5~ 4.14 124

47.30 18.':4 564 13.14 3-51 11:. 53.71 18.87 169 12.17 3.02 160 19.88 11.50 272 8.9: 3.58 129

:1. 5 7 6. 36 155 10.61 3.58 96 36.1'~ 20.40 447 11.(19 3.86 130 26.83 17.55 342 9.89 4.14 151

58.55 58.83 1073 14.61 3!.89 13. 6cS 36.92 1!. 71 45 .. 30 13.94 46.48 17.93 45.71 14.07

28.38 ::t. 59 3::'.41 17.26 41. 19 11.21 48. 1-'l 11.49 57.53 15.':!3 ::::0.83

c ~~ .J .. -..J

21.30 5 .. 04

::2 .. 00

131) 551 201 7:26

5. 59 182 29.16 261 4.34 187

23.87 803 8.13 ::65

27.77 1243 3. 79 168

9.56 7.(16

12.08 c -.., ....J. I..:..

17.03 3.::'6

15.06 3.76

27.4:.:: 4.74

11.6::

:275 :::;87 336 269 461 125 369 136 7:21 185 344

m.e./100ÇJ. : Na : Mg

.(IJl.

.02

.08

.03

.28

.10

.18 • 11 .10 .06 .15 .09

.27

.05

.52

.04

.:::2

.(16

.37

.04

.16

.04 • 1 ::' .(13 .54 .0':3 .:A .(15 .59 .04 .44 .10 .. 59 • (18

.28

.07

.~8

.')8

.61

.05

.'2.7 • 13

.OG

.04

.87 .. (l'Y

1. 15 .')8 _,.36

-~1 • 17 .:8 .. 24

1. 08 1. (I (I .96 .93

.:8

.:4

.56

.81

.94

.19 .. 61)

. 19

.2(1

.::'6

. 17

.62 . ~·)

.59

.:1

.68

.::6

.69

.:7

.6: • 2•t .63

.78

.31

.. 6~

.21

.43 • •11 • 5·1 .26 o~ . ,_

. 16

.97

!. 11

.. ~;q

.49 • 'ló .49 .49

2.59 .88

!. :: 1. o: .64

1.06 • 8t)

1. o: .36

!. 67 .~2

1. 19 • ·11

1.16 • lj.l)

• 77 .. 41)

. 56 • ·1~

1.40 .57 .96 • "-16

: .. 4•1 .53

1.36 .58

'2. .. ::.1)

.39 1. 93 .4:

1.89 .59

1. 9·1 .. _.,'";)

.70

. /t)

.85 • "-lt.?

1 .. :_"~r)

. 31 1. ·14 .4:

1. ::J5

1 .. (lb

Ca

Ü. (H)

0 .. !)(1

O.t)(l

0. (11)

0. OCl (I. (11)

(L 00 0. (11)

(1. 1)!)

O.üO (1., Ijl)

o.oo

0. (ll) t).(l(l

t). O•J 0.1)(1

(r .. ~~~~)

1). (1(1

O.,l•) (l .. (I(J

(I. (11)

0. f:ll) 0. l)fJ

(' .. (l(! 1) .. t)l)

0. (Jt"l

(!. •:1(1

0. 1)1)

(1 .. (H)

(I. t)O

0. ()t)

(I. (11)

'). (l(J

(1 .. ')t)

(I. 1:1("1

•) • (H)

r). 1)1)

t). n(l

1.). (J!)

(I.(!!)

(1.1)(_1

(1. I H)

1). 1:u:1

1). (1(1

r). ( ,-1

(I. '.1

(\ 'I ,., '.l

<)f:l • .:111

Page 63: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

X mg./100 g. NR pH :caco:::o..-g. Tot· :Tot :cl

f-CO: I<CL: :stof N : F'

VLIEGVELD <VERVOLG>

138.2 8.03 7.91 1 :::-9. 1 7. 22 7. <)1

139.2 8.17 8.00 1-10.1 6.92 6.69 140.2 7.87 7.T3 141.1 7.3.4 7.19 141.2 8.16 8.09 1·1:. I 7 • 30 7 . 1 1 142.2 8.04 7.89 14-:::.t 6.97 6.76 1-43 .. ~ 8.5·1 8.55 144.1 7.08 6.89 1.;4 .. ~ 8.51 8.:9 145.1 7.1-:::6.84 1L"t5.2 7,.78 7,.60 146. 1 7. 2~. 6. 94 1'\ 6. 2 7. 80 7. 57 1.::7.1 7.31 7.12 147.2 8.18 8.18 148.1 7.64 7.31 143.2 8.17 7.97

VOGELPOEL

79.1 6.21 6.52 79.2 8. ;1', 7.76 8<). 1 7. 4 3 7. 17 8t~l. 2 8. ::: 1 8 .. 00 81.1 7 .. 84 7 .. 59 Bt.: 8.54 8.44 8:2.1 7.':14 <>.81 a::.:: a.1-::: 7.ss 83.1 7.30 6.98 a:::.:: s.:-::: 8.13 8~.1 7.48 7.26 84.:::: 8.43 8.30 35.1 7 .. :::3 7.07 65.:::: 7.99 7.78 87. I 7.67 7.-:::4

.87 .. :: El .. !5 8 .. (15 88 .. 1 7.00 6.71 63.: 8.0:3 7.7~ 89.1 7.37 7.51 8'7.'2 8.6:::: 8.48

15•). I 6.63 6.18 1 S() .. ~ 7 ... :.6 7. 35

3.39 1 .. 8.~ 3.38 1. 2:: 3.74 1.36 3.65 1.28 3.72

.44 4. 16

.87 4.05 1 .. 52

1. 95 13.54

1. 88 18.37

1. 11 8.64 1. 78 8.27 2.68 8.21

.64 9.95

.77

.94 3.81 1.31 21 .. 58 2.82 3.88

23.72 36.84 5.08 19.93 7.08 17.63 3.75 ::? .. 50

:;.62 :::1.43 :;.68 2.24

10 .. 53 28 .. 30 5.75 2.88 4.93 4.63 ~-:J~ .58 1.06 12.99 4.69 1.51 5.~6 12.43 5.11 1.15 5.21 6 .. 1\) 1. 47 4.38

20.61 1. 41 8.33 1.93

8.45 18.62 5.73 2 .. 48

:64 12.31. 3.:.4 :.:.2 2.74 6.30· 6.04 .76

.37 17.00 ~.02 3.52

QUAC~JESWATER WESTOEVER

48.1 6.87 6.65 4 s .. :: 7. 8 .. 1 7 .. 55 49 .. 1 6 .. 66 o .. 4: 49.:::: 7.69 7.:::.9 6r).l. 6 .. 74 6.55 ó•).:: .7 .. 4 .. 1 7 .. :".L'r 6t.l 6.75 6.51 0 l.: 7. 48 7. 31

.41 1.84

1:2.59 - ~~ ·-·--J .:s 14.:5

1.57 3. ::.+ .64 16.<)(1

1.5:. 3.48 .85 17.19

1.~1 3.1(1

57.30 440.23 61.66

692.63 99.53

292.48 61.08

309.65 8·~. 18

:::.71. 28 18.4(,

35~.:.9

22.28 703.41 1:::.:::;.94 677.99 131.84

1038.90 24.87

654.90 8El.32

102~.20

89.54 12~6.11)

100.96 19~.56

21.60 sa:.c)~

65.04 58~.~5

r.--. ,...,~

..J_ ...... __,

1:"•)7. 80 52.3-::

351. 17 •'ft. ·13

758.13 98. 11

512.61 99.72

248.79 ,7.62

17:8.:-.:-.o 129.61

1:2.58 34.19 1(1.85 44.68 14.31 ~5.80 12.20 7.6.03 12.4'1 :27 .. 20 11. 19 28.14 9.72

51.23 14.25 46.25 15.30 78.0:::. 11.51) 62.20 14.78

6:2. •)7 16.36 79.51 20.57 :2(1. 36 14.32 37.49 14.81 38.71 14.29 76.77 1 '?. 11 :::6 .. 73 15.71 77.70 ::5.60 3:..05 18.76 :26 .. 54 14 .. ::3:2 "15 .. tO 19. (17

4.:1 16.04 4.53

18.78 4.74

12.67 4.42 8 .. 6(1 4.6(1

22. 15 6.21

14. 15 4.60

18. EIS

3.97 17.73 4.70

15.34 3.41

27.91 5 .. 79

32.07 3.72

26.93 3.:::.7 5. 13 2. 12

11.92 2.88. ~-14-2.61

16.16 ~.40

6.01 1. 7(1

10.88 2. 12 7.75 2.85 4.55 1. 84

13.66 2.95

577 .. (14 30.7q 11.62 152.11 16.16 4.::'·4 613.87 33.91 19.48 145.20 15.93 3.48 6::.4.q4 36.55 16.77 1~~-=3 16.88 4.66 717.1'7 39.84 20.14 t:(J,.c)4 16.~5 4.59

mS/cm Gel. : K verm.

m.e~. /l(l•)g. : Na : Mg Ca

165 411 144 494 194 326 140 254 172 347 124 269 135 469 192 239 2(16

2125

489 168

449 166 800 133 165 78

300 101 38(1 105 444 104 185

9:3 366 114 244 1~~

17(1 78

388 167

3::r) 132 ::45 157 415 :::04 437 164

.05 • 48 .06 .75 .07

.. 26 '.06

"1)5

• 13 • (l4

• 17 .03

1. ::.5 .(19

1. 13 • 1 (1

1. 14 .05 .50 .05

.50 • (l5

.. 59

.06 • (l6

.(!2

.27

.o.::: .. 3:2 .05 • 27 .. 03 . 16 .0:2

.03

.31

.. 06 • 1 <)

.0'1

.::::8 • t)4

.1:::;

.07

.21 • 00 , .19 .11 • :1)

.08

• 1 '7 • 76 .21

1. 16 .24 .46 .::::4 .42 .21 .96 .26 .62 .::::1

LOl .23 . 71 .22

1. 31 • 19

1 .. '22 .27

.81

.:4

.93 • 24 . ...::..:.• .14 .65 .18 .. 54 • 18 .58 .13

1'? .. 12 .41 . 15 .. :.6 . 18

.19

.6(1

.:2(1

• 4(1

.1:::

.~ó

.09

.7ü • ·~6

.70

.09

.38 1. 05

~I;:' ··-·-' 1. 48

.'16 .• El6 .::.:s . a~; .4'2 .83 .39 .79 .36

2.38 .49

2 .. •)9 • ,j .:~

~.90

.44 ~- •)1

.. 46

1. 75 -~7

....... .... I::'

..;;.._..J

.58

.58

.4(1 1.2:

-·­_.,_, 1 .. ::2

• c1'\ t.::;-:::

. 37 -,.~

.38

.91

.::;e 1. (I~

.48

.'17

.87

.4::::

0.00 O~c)O

0.()0 0.00 0.00 0.00 0.0~)

0.00 0.00 0,.(10 0.•)0 0 .. 00 0.1)0 0.(11)

0.00 0.00 O.Oc) 0.00 0.1)0 0.00 0.01)

0.00 O.t)O 0. 1)0 1).,1:10

0.00 O .. c),:l

0.01) 0.1)1)

0.00 1).,1)1)

0 .. (11)

Q,.I)Q

0 .. 00 0.1)')

0.00 1).(!0

0.00 0.00 0.01)

~~.•:1c)

0.•)0 0.00

t.q'2 21.65 .. 5·1 O.(H)

1 .. :':? (l. (H)

.... 11~1 0 .. (ll) t .. -::o ü. ()I)

• .'16 (l. (l(t

t. :tt 1) .. (ll)

• •lt o·. (H)

X mg./100 g. NR pH : CaC03: 0..-g. Tot :Tot :Cl

mS/cm Gel. : K verm. H20: KCL: :staf N : P

QUACKJESWATER WESTOEVER

62.1 6.35 6.09 .24 14,89 571.~9 62.2 7.38 7.28 1.48 3.43 1~5.33

63.1 6.84 6.63 .54 8.21 301.33 63,.2 7.79 7.69 2.14 2.08 77.(12 64.1 6.68 6.36 .35 13.23 483.17 64.27.807.73 2.13 1.88' 65.07 65.1 6.45 6.14 .16 7.00 287.53 65.2 7.91 7.82 2.2~ 1.71 59.73

F'ADDJ:::RUSPOEL

33.9(1 14.50 21.60 13.36 3(1.07 11.80 21.27 1~.33

57.1 6.13 5.78 57.2 6.84 6.76 58.1 7.13 6.83 58.2 7.85 7.58 59.1 7.25 6.94 59.2 7.80 7.52

.04 12.22 0.(1(1 3.99 2.48 20.48 3.24 4.67 6.24 20.13 5.32 5.42

523.30• 24.41 181.05 13.16 91~ .. 84 5~.14

2:3.58 21.68 783.71 46.'14 :249.34 19.88

WATERDRIEBLADPOEL

117 .. 1 5.86 5.54 117.2 6.04 5.66 118. 1 6. 61 6. 40 118.2 8.04 7.84 119. 1 6. 92 6. 71 119.2 8.•)2 7.80 120.1 7.05 6.94 120.~ 7.94 7.76 121.1 6.93 6.69 121.2 EJ.:o 7.96 122.1 6.5:::: 6.29 122 .. 2 a.:1 a.o5

HOLPIJPPOEL

.16

.03 2.81 5.37

26.07 6.11

24.89 3.18

7.86 29.09 13 .. 05 3.98 6.'/5 21.44

19.45 4.62 7.87 26.59

11.37 2.77

1051.:20 275.:::4

1134.80 173.51

1~-4<).9(1

'185. '36 942.79 ~38.24

1:57.00 146.43

10.28 36.03 1523.40 9.89 2.90 139.60

66.1 7.14 7.29 1.51 4.(18 149.55 66.2 7.28 7.36 1.85 3.84 170.07 67.1 6.94 7.05 1.71 4.89 166.17 67.2 7.~2 7.24 1.67 4.72 189.75

-68.1 6.69 6.36 2.24 28.16 1112.3(1 68.2 7.21 7.26 3.71 6.96 290.88 69.1 6.9:; 6.85 7.44 22.(19 870.39 69.~ 7.51 7.78 15.70 4.:4 ~(12.95

70.1 7.o4 6.81 11.15 3o.:o 13o9.3o 70.2 7.89 7.76 25.10 5.95 :267.28 71.1 6.26 5.89 .3'7 22.15 957 .. 15 71.2 6.82 6.47 .26 8.28 357.89 72.1 6.97 6.65 9-42 34.57 1452.90 72.2 7.80 7.65 28.84 6.89 342.30 73.1 6.87 6.54 8.55 36.01 1637.10 73.2 7.87 7.64 L1.45 27.94 256.78 74.1 6.41 6.11 1.03 38.57 1574.10 74.2 7.89 7.61 4.63 5.13 :70.~9

75.1 5.98 5.60 .10 16.51 7(15.56 75.2 6.68 6.23 .26 8.76 193.64 91.1 7.:;6 7.10 6.14 4.22 598.16 91.~ 7 .. q2 7 .. 74 9.55 5.54 ::5.~5

46.45 18.05 56.39 18. 15 63.94 18.81 47.59 17.74 57.~9

1:5.'59 70.03 16.25

18 .. 5<1 18.93 21.20 19.73 6o.:::.8 29.95 5t). 97 18. 9•) 68.55 23.04 49.55 25 .. (16 68.5<) ::3.9:: I..:,, •. _ . ._,

~2.::.4

75 .. 91 23.63 :::;9.32 17. 6.':o 4(1. 76 -:-.::::. 15

(VEF:VOLGl

14.68 ~ ~..,

-.J.·..:...-

11.55 5.29

17.3:2 5.64

15.45 4.94

5.66 1. 29

16.51 4.9(1

11.92 5.87

315 240 257 156 313 152 250 132

166 69

429 191 391 245

15.:::.9 487 4 .. 07 192

22.>1 997 3.51 183

31.24 1208 4.76 219

25.75 1073 5.73 :::tl

2:2.69 1037 3.65 164

35.06 1319 3. 86 180

4 .. 55 1::::: 1.91 121 4.62 143 2.19 119

38.82 887 10 .. 11 250 24.15 824

7.40 249 49.24 1358 15.53 397 26.38 644 9.21 203

34.9:: 1~5:::

11.78 375 39.72 1254 11. 16 345 27.7<) 116 7.26 205

15.:::;-::: 399 5 .. 73 159

12.61 356 7.05 :256

• 11 .08 .CJ4 .03 .os .03 .05 .(12

.15

.01

.21

.02

.13

.02

.39

.os ~.., . ._ . ..;_

.02

.~6

.04

.::.o

. <)4

.45 • t)'3

.86

.03

.10 . ~ 02 .17 .. 02 .65 .06 -~~

.04

.60

.(15 • 74 .05 .6:2 • 10 .56 .06 ~.., . ._•.;..

.04

.43

.02

.:22

.05

m .. e. /10 1)g. : Nc!1 : Mg C«

.43 • 11 .4(1 .09 .'11 • 1 <)

.OB

• 17 . 64 • :::1)

.59

.92

.::::

.<>t

.17 1. 07 .27 .93 . :s

1. (13 .21 .98 .21

.19

.14

.::o "l~r

1. 57 .31

4 .. 70 .28

1. El<) • 4<)

4.21 .29

1. 4:2 .::.8

1. 24 4:

1. 17 .27 .. 78 .21 .6~

1. (ló :: .. -::6 .. 47 t). (10 8: 17.:::

0.00 1. 0(1 15. <J!

• 37 (i. 1:1•)

.89 1:2.18 • G~ r_1,. (u)

1. 19 :o. 1)-:;

."::-4 8.13 1. 44 (J. (•\)

. :.a o .. 01)

1 .. :~ ('. c)t)

.58 (l. 0(1

: .. 59 •).(•1)

.8'1 t:::. 70 : .. :7 (1,.(11)

• 4 (1. (11)

3,. 1 (),. t)l') • 6 (1. i)C)

1. 95 •). (,,-, .. 67 tJ. (11)

::.. (•,2 1) .. (1(1

• ":i4 1) .. (ll)

2. 76 I).•.IO

,. 5(1 !),. (H)

• 44 t) ~ l~lf:l

.. 34 (1 .. (p")

,. 6::: IJ. 1:1!)

.. 44 t). ,·,(\

:. 4\) t.-:-... ·:: .. 57 n. !)

~-~6 66. t")

.ó-:': :2. -::(l

• 6\)

....:: .. .:..,:, .. 5t)

·:.69 • EJ.s

..... ,...., .-~ --C.tJ

.8"': ~-Sb

. ,S~!

1. 5•) • <17

1. 16

(l_i·,,·,

7t. l·' (!. 1·1·)

47. ::·::; 1)- (h:l

1:\ • I ~11)

n .•. ~ •. ~ <l. ,_,1) •) .. (1()

l.l ~ •:ll)

(1. ,-,,)

=·~-· .. .)9 8. ;r7 I _1 • I ~)I I

•_1. (11.)

Page 64: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

X mg:/100 g. NR pH :caCD31Drg. Tot :Tot :cl

H:20: KCU /stof N I P

GALIGAANPLEK

mS/cm Gel. : f(

verm.

86.1 6.39 6.11 1.20 24.79 922.39 22.25 13.08 437 86.2 7.49 7.23 1.78 4.24 18L~.62 18.25 3.55 152

TRH~KERSF'AD

29.1 6.74 6.0::2 29.2 7.60 7.29

SLOETVALLEI

.10 8.67 324.~5 21.38

.43 2.79 1:4. 1)2 13.94

90.1 7.7: 7.52 3.07 4.21 154.11 18.70 90.2 8.53 8.39 6.77 .64 18.21 14.12

~lEITJ1:: VAN DIJI,:MI'IN

!9.1 7.57 7.:9 19.2 7.93 7.76 20.1 7.48 7.09 20.: 7.93 7.68 : 1. 1 7. 53 7. 27 21.2 8.12 7.91 22.1 7.06 6.84 22.2 7.87 7.63 23.1 6.58 6.13 ~3 .. :: 7 .. 2:2 6 .. 99 24.1 6.113 5.68 24.2 6.93 6 .. 6:2 25. 1 5. 66 5 .. (i8 25.2 6.98 6.62 :26 .. 1 5.9(.1 5 .. :::8 26.2 7.16 6.'14 27.1 7.35 7.06 27.2 7.68 7.62 30.1 7.07 6.79 30.2 7.71 7.42

::: .. 30 7.04 ~ ~~ ..:... .. ..J.L.

6.53 3.50 ... 83

9.66 4.88

10.34 4.02 9.76 3.41

1. 07 10. 43 3.08 4.44

.06 11.85

.46 3.72 I).(H) 9.95

2.8:. 0.00 7.79

.42 :.63 I).,(H) 6.98 '.71 2.70 1.90 10.72 4.49 4.32 1.03 8.(18 2 .. 78 4 .. 57

3'i'4. (1/3

~30.70

43<) . .\(1

212. '18 395.31 166. 13 47?.23 238.23 5:36 .. 56 18!. 53 4:34.80 136.1:. 324.18 124.81 295.41 13~.39

477.54 2-:-:0. 5(1 ::,L15.,58 226.37

24.78 20.55. 27.10 19.88 :7 .. 22 16.30 ::6.71 19.70 ::9. ')4 14.24 .':5.02 11.76 '::S. FJ6 15.]6 ~·:: .. 71 17.55 34.48 2~.63

:25.80 19.97

5.91 147 1. 39 78

3.20 124 .80 67

6.38 4. 14 4.31 2.53 7.34 ~ ~­..:... -1·-~

4.42 2. 11 4.38 1. 49 3.76 1. 49 ~.::.J . ...:.

.74 3.21

• 74 6.58 1. 29 2.3? 1. 29

208 157 176 135 2::2 121 177 1 :2') 134 68

113 76 86 62 96 75

211 lt2 1:.6 98

m.e./100g. : Na : Mg Ca

.2(1

.05

. 14

.,05

.13

.01

• 19 .02 . 11 .03 .15 .o::: .1S .(I:; • 14 .. (12

.1::' .. 03 .12 .04 . 11 • (1'3

• 17 .02 .os .03

-~~ 1.7~ 0.(10 .19 .42 (1.00

.1'?

.12 .75 1~.31

.37 9.73

.. 18 • 78 (I. ('(I

.. 15 __ .:J(l ~)_.~)9

. 26

.21

.1"

.15

.22

.17

.1<? • l9 .13 . 17 . 13 .15 . 14 .18 • 12 .21 • 11 .12 .12

.52 (1.1:1()

0.0(1 .60 1).,!)0

.4~ 0.0')

.46 Q.r)O

.:4 0.(:10

.. GS .•:1

. '16 .')

.87 1 .1

.8(")

• ~7 . Î7

.~8

.7:: • :09 .61

.63

.36

8.~:3

l 1. :r) 6.4~

'.•.''5 8.5•")

~(1.55

(1.(1(1

0.r:l!)

0.(10 ("J.,I)r)

0.01)

Page 65: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

BIJk'\.GE 3

Bijlage 3 geeft de hoogte van de proefvlakken (in cm t.o.v.

NAP) en de waarden van de zes grondwaterparameters voor elk proef­

vlak (in cm t.o.v. maaiveld) in 1985. Waarden tussen haakjes zijn

schattineen, voor die opnamen die te diep onder water stonden om

te meten. De waarden voor het Oostvoornee ~leer zijn niet geba­

seerd op metingen, maar op een zeer grove schatting. Aan het eind

van de tabel worden de gegevens van 1984 ~egeven voor Schapenwei

en Vliegveld.

o~n hoo gem gem max min gem gem opn hoo gem gem max min gem gem opn hoo gem gem max min gem gem nr. gte jar verr imu imu max min nr • .<:>-te jar ve.a- irnu j mu max min nr. gte jar ve{i irr:u imu max min

1 320 -5ó -56 2 340 -7ó -7ó

J J27 -6J -ÓJ 4 J1J -49 -119

5 J1J -49 -49

ó 315 -51 -51

7 J29 -65 -65 8 352 -88 -88

9.357 -9J -93 10 J20 -56 -56 11 288 -24 -24

12 351 -87 -87

13 J20 -56 -56 14 286 -42 -112

15 284 -40 -40

1Ó 294 -50 -50

17 295 -51 -51

18 J23 -59 -59

19 421 -JJ -J5

20 419 -J1 -JJ

21 424 -35 -37

22 42J -J4 -JÓ

-27 -90

-47 -110

-J4 -97 -20 -83

-20 -SJ -22 -85

-Jó -99 -59 -122

-64 -127

-27 -90

+5 -58 -58 -121

-27 -90

-22 -73

-20 -71

-JO -81

-31 -82

-JO -9J +2 -80

+4 -78

-1 -83 0 -82

-JO -8ó -- •-- '- •- ' 23 4.<::;

24 444

25 454 26 4ó2

27 426

28 JJ8

29 J05

JO 428

31 407 32 424

33 411

34 300

-40 -42 -ó -88 -50 -10Ó

-J7 -9J -23 -79

-23 -79

-25 -81

-39 -95 -ó2 -118

-67 -123

-JO -86

+2 -54

-51 -117

-30 -86 -24 -ó8

-22 -óó

-J2 -76

-JJ -77 -JJ -89 -2 -76

0 -74

. -5 -79

-4 -78

-55 -57

-ó5 -ó7

-73 -75

-37 -39 -74 -74

-41 -41

-39 -41

-14 -17

-31 -34 -18 -21

-56 -56 35 28/.1. -Lib. -40

JÓ 237 +7 +7

37 295 -51 -51 J8 28ó

39 289

40 293

41 J0-1 42 310

4J J21

44 326

-42

-45

-49

-57 -66

-77 -82

-42

-45

-49

-57 -66

-77 -82

-21 -10J -31 _, 13

-39 -121

-3 -85

-45 -108

-12 -75

-5 -87

+12 -54

-5 -71

+8 -58

-JÓ -87

-20 -71

+27 -24

-31 -82

-22 -73

-25 -7ó

-29 -80

-37 -88

-46 -97 -57 -108

-62 -11J

-10 -84

-25 -99

-J5 -119 -43 -127

-7 -81

-48 -104

-15 -71

-9 -83

+9 -50

-8 -67

+1 -58

-38 -82

-22 -66

+25 -19

-JJ -77 -24 -68

-27 -71

-31 -75

-39 -83

-48 -92

-59 -10J -6lf -108

45 JJ4 4ó 342

47 J56 48 295

49 293

50 412

51 422

52 442

53 417 54 427

55 449

-90 -90

-98 -98 -112 -112

-14 -1Ó

-12 -14

-19 -19 -29 -29

-49 -49 -24 -24

-34 -34

-56 -56 56 500 -107 -107

57(4oo) -16 -1ó

58(385) -2 -2

59(382) +1 +1

60 286 -5 61 281 0

62 274 +7

63 2Ó9 +12

64 26~ +17 65 265 +16

6ó ( 418) -J5

-7 -2

+5 +10

+15 +14

-J5

-70 -121

-78 -129

-92 -143

-J -32 -1 -JO

+7 -58

-J -68

-2J -88

+2 -63

-8 -73

-JO -95 -82 -14ó

+14 -6J

+28 -49 +J1 -46

+6 +11

+18

+2J +28

+27

-5

-23

-18

-11

·--6 -1

0

-82

-72 -11Ó

-80 -124

-94 -138

-4 -29

-2 -27

+4 -55

--6 -65 -26 -85

-1 -óo

-11 -70

-JJ -92 -84 -14J

+10 -58

+24 -44

+27 -41

+5 +10

+17

+22

+27 +26

-9

-20

-15

-8

-J +2

+1

-77

Page 66: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

- .'. __ _,_...;..:11 ..... --..... '~.t.-~-- '" .. . -. ___ ,.....;....,.J~_.,..,, ___ ,~-'·~-~- ·'-·

(1984)

opn hoo gem gem max m:in gem gem op11 hoo gcm gem max m in gem gem opn hoo gec gem max min gem gem opn gem gem max min nr. gte jo.r ve,') imu imu max min nr. gte jar veg imu i mu max min nr. ete jar veç imu imu max min nr. jar vee; imu imu

67{417) -J4

68(J75) +8

69(J65) +18

70(J55) +28

71 (J75) +8 72(J60) +18

·. 7J(J60) +2J

74(J55) +28

75(J70) +1J

76 406 -17

77411 -22

78 422 -JJ

79 J57 +12

80(J47) +22

81(342) +27

82(J47) +22

8J(J47) +22

84(J57) +11

85 399 -41

86 J9J -10

87 J6J -5 88 J85 -27

89 J67 -9

90 J65 -56

91 (J75) +8 92(245) +14

9J 296 -J7 94 261

-95 249 96 252

97 269 98 288

99 294

100 J28

-2

+10

+7 -10

-29

-J5

-69

-J4 +8

+18

+28

+8

+18

+2J +28

+1J

-19 -24

-J5 +12

+22

+27 +22

+22

+11

-41

-10

-5 -27

-9

-55 +8

+15 -JÓ

-4 -81

+38 -J9 +48 -29

+58 -19

+J8 -J9

+48 -29

+5J -24

+58 -19

+4J -J4

+17 -65

+12 -70

+1 -81

+J2 -19

+42 -9

+47 -4

+42 -9

+42 -9 +29 -18

-2J -70 +20 -57

+1J -J4

-9 -56 +9 ·_J8

-J5 -97

+J8 -J9 +JO -10

-21 -6 i

-8 -76

+34 -34

+44 -24

+54 -14

+J4 -J4 +44 -24

+49 -19

+54 -14

+39 -29 +1J -61

+8 -66

-3 -77

+29 -14

+J9 -4 +44 +1

+J9 -4

+J9 -4

+27 -15

-25 . -67

+16 -52

+11 -J1

-11 -5J

·+7 -J5

-J6 -92

+J4 -J4

+JO -6

-21 -57 -1 +14 -26 +14 _22

-10 +11 +26

+8 +2J

-9 +6

-28 -1J

-J4 -19

-68 -5J

-14 +26

-17 +2J -J4 +6

-5J -13

-59 -19

-9J -5J

-13

-JO

-49

-55

-89

101 J1J -511

102 25)6 +12

10J 266 -1

104 240 +25

105 242 +23

106 259 +9.

107 275 -26

108 ?63 +5

109 267. +1

110 255 +18

11 L266 +7

112 269 +4

11J262 +11

114 J68 -24

115 270 +J 116 266 ·1-7

117 415 -22

118(375) +18

119(370) +23

120(365) +28

121(365) +28

122(375) +23

12J ? -JO

124 7 -22

125 ? -7 126 ? -17

127 ? -25 128 ?

129 386

130 395

131 386

132 J89

13J 212

134 219

-20

-JJ -L>2

-33

-J6 +l>S

+41

-5J -38 -.78 +4 +15 -1

-6 +5 - 11

+20 +J1 + 15

+18 +29 +.1J +1 . +12 -4

-34 0 - 65 +1 +10 -1

-3· +6 -5 +15 +22 + 12

+4 +11 +1

+ 1 +8 -2

+8 +15 +5 -25 -5 - J7

0 +7 -J +4 +11 .+1

-25 +4 - 62

+15 +44 - 22

+20 +49 - 17

+25 +54 - 12

+25 +54 - 12

+20 +49 - 17

-JO -15 - 60

-22 --8 - 53

-7 +8 - J7 -17 -2 - 47

-25 -10 - 55

_J8

+14

+4

+JO +28

+11

-2

+8

+4 +21

+10

.+7

+14 -12

+6

+10

+1

+41

+46

+51

+51

+46

-15

-8

+8

-2

-10

-20

-32 -5 -6

50 -5

- 67 -7

-41

-J2

-J5

+14

+7

-15

-6

-9 +J8

+J1

76 -16

- 67, -7

- 70 -10

- 11 +J5 - 18 +28

-74 +1

+9

+17

+15 -2

-5J -1

-5 +1J

+2

-1

+6

-J5 -.2

+2

-58

-18

-13 -8

-8

-1J

-60

-5J

-37 -47

-55

-50

-65

-74

-65

-68

-7 -14

135 226 +J4

136 223 +J7

1J7 222 +J8

1J8 220 +40

1J9 220 +40

140 221 +J9

141 218 +42

142 219 . +41

14J 214 +41

144 214 +41

145 2JO +J2

146 2JO +J2

147 2J4 +JO

148 216 +JO

149 421 -J2

150 JSJ -19

0

+J +4

+6

+6

+5 +8

+7

+5

+5 0

0

-1

-6

-J4

-2J

+24

+27

+28

+JO

+JO +29

+J2

+31

+J5

+J5 +20

+20

+14

+Jl +2

+2

-25 +21

-22 +24

-21 +25

-19 +27

-19 +27 -20 +26

-17 +29 -18 . +28

-27 +Jl>

-27 +J4

-15 +18

-15 +18

-1J +12

-21 +JO

-80 -2

-69 +1

-21

-18

-17

-15

-15 -16

-1J -14

-2J

-2J

-1J

-1J

-10

-20

-76

-54

102 -1 -8 +21 -49

10J -11 -18 +11 -59

104 +15 +8 +J7 -JJ

105 +1J +6 +J5 -J5 106 -4 -11 +18 -52

107 -31 -41 . +4 -79

108 -4 -12 +18 -55 109 -8 -16 +14 -59 110 +10 +4 +25 -JO

11 1 -1 -7 + 14 -41

112 -L> -1C +11 -44

113 +J -J +18 -J7

115 -5-11 +10-45

116 -1 -15 +14 -41

13J +17 +8 +42 -J6

134 +10 +1 +35 -43

135 +J 1J6 +6

1J7 +7

1J8 +9

1J9 +9

-6 +28 -50

-J +J1 -47

-2 +J2 -46

0 +J4 -44

0 +J4 -44

140 +8 -1 +JJ -45

141 +11 +2 +J6 -32

142 +10 +1 +35 -JJ 143 +4 -9 +J7 -60

144 +4 -9 +J7 -60

145 +2 -5 +18 -J5 146

147

148

+2 -5 +18 ..,. -_,::;

-2 -7 +13 -41

-2 -17 +J7 -62

Page 67: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

BIJLAGE 4

In deze bijlage worden

de koördinaten gegeven

van opnamen (eerste

pagina) en soorten

langs de eer~e vier

assen bij DECORANA.

opn as1 as2 asJ as4 opn as1 as2 asJ as4

44 132 127 212

2 J7 187 175 297

J 74 118 134 201

4 135 131 118 200

5 128 114 146 180

6 75 134 142 196

7 63 109 130 187

8 15 164 1J1 190

9 18 194 1J1 204

1 0 1 08 11 6 1 31 1 81

11 172 129 127 157

12 6 151 132 17J

13 ss 102 127 199

14 181 116 142 155

15 188 118 1J7 140

16 155 126 150 149

17 136 127 16J 102

18 84 115 137 190

19 273 151 72 153

20 277 172 83 135

21 250 162 74 149

22 257 164 90 1J6

23 234 163 98 1J3

24 156 121 114 1J8

25 109 120 105 159

26 70 153 112 165

27 253 151 116 144

28 4 134 140 241

29 240 146 122 116

JO 240 157 101 119

J1 24J 121 1JO 156

32 170 116 147 122

JJ 225 126 1J7 134

34 116 124 172 85

JS 187 128 156 140

36 J08 188 85 18J

J7 180 118 160 13J

J8 175 120 148 167

39 160 121 147 154

40 124 127 155 145

41 100 142 155 14J

42 70 157 160 122

43 61 165 163 123

44 60 166 178 64

45 51 184 180 J2

46 '24 210 200 4

47 15 219 208 0

48 241 129 190 93

49 268 142 19J 142

50 218 131 1JO 118

51 151 1J3 140 110

52 83 140 136 99

SJ 214 1JO 141 121

54 179 119 139 118

55 137 124 163 92

56 0 164 1J9 101

opn ·as1 as2 as3 as4

57 270 179 1J4 110

58 J09 171 149 136

59 JSO 171 151 1J8

60 J07 145 184 144

61 J38 153 191 146

62 251 158 211 157

6J 391 184 225 155

64 421 167 2J9 153

65 424 1J2 J26 167

66 228 148 117 159

67 283 146 71 185

68 403 188 35 11J

69 498 186 58 107

70 5J9 206 J2 124

71 427 198 J8 120

72 514 200 0 9J

7J 544 207 24 119

74 552 214 J9 1JO

75 420 195 JS 1J2

76 271 178 111 161

77 271 160 115 1J8

78 252 156 102 1J1

79 J67 198 62 145

80 J86 221 JO 146

81 J94 226 41 159

82 J66 17J 116 129

8J 422 214 J5 158

84 J9J 201 100 158

85 170 127 149 172

86 125 0 146 176

87 J58 211 54 153

88 267 1J8 1J1 169

89 340 197 74 1J8

90 91 182 184 115

91 J67 174 69 121

92 258 169 128 194

93 107 197 180 169

opn as1 as2 asJ as4

94 286 159 15J 182

95 J33 187 132 164

_96 293 14J 1J2 167

97 223 185 150 189

98 196 137 171 191

99 152 156 176 217

100 81 191 224 217

101 74 198 197 207

102 J07 179 162 174

10J J27 182 163 164

104 J83 211 206 228

105 296 222 169 186

106 189 185 18J 205

107 202 27J 150 157

108 263 20J 186 197

109 226 206 192 22J

110 220 55 208 196

111 279 182 186 206

112 2J6 173 194 207

11J 269 179 189 184

114 156 109 i82 200

115 214 188 204 201

,116 287 176 162 178

• 117 269 193 101 132

:118 471 203 65 140

119 48J 202 115 147

120 501 219

121 442 189

122 441 204

123 130 315

124 150 J68

72 184

60 153

83 146

179 172

187 165 125 209 427 203 222

126 179 445 166 136

127 176 J92 185 161

128 199 412 171 172

129 239 1JO 95 1J4

130 176 130 128 124

opn as1 as2 as3 as4

131 234 128 103 147

132 207 142 114 155

1J3 .281 196 177 195

1J4 274 187 179 201

135 266 182 188 196

1J6 .268 180 17J 180

1J7 287 180 181 182

138 257 189 189 195

139 .268 196 18J 186

140 288 184 i93 189

141 275 172 191 19J

142 256 184 195 202

14J 245 155 165 198

144 224 16J 171 208

145 246 180 185 198

146 235 1.84 194 .20J

147 327 190 190 188

148 267 .205 186 191

149 250 157 101 145

150 327 179 121 16.2

Page 68: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

soort as 1 as 2 as J as 4

achmil - 49 aegpod 22J agrsto 241 agrten - 42 ajurep 21 alipla 509 alnglu 278 ambser 5 anaten 286 antodo 22

aresar -155 aspof'f' - J atrund 44 barcon 108 belper 2J4 betpen 2J blaper 145 bragla 62

brarut SJ brasal 247 brimed - 59 bromol J18

bryalg 128 brycae - 26

brycap - 26

brydio -103 brypse 18S brywar 180 calcus J05 calep:i. 6J calpal J82 camste 180 caracu 504 carare - 6 carcar -14J cardis J48 carf'la 117

115 7J J4S 197 J28 JJ2 JJ1 101 111 164 4o 292

58 61 - 37 2J7 - J2 116 179 135 189 22 107 JJ1

219 299 259 9J 59 279

184 66 - 94 13 188 208

9 SJ - 49 473 179 181

19 - 7 199 218 19J 280 478 195 204

4J 194 - JO 27 142 48

288 188 J01 116 60 J48

84 JJ9 99 445 253 307 J26 J1S ~54

J26 J1S 354 JJ2 JOJ -204 10J 91 264 412 278 136 179 119 170 163 222 161 2J1 J26 220

10 162 272 SJ 473 203 94 200 - 39

141 50 290 196 J08 280 so 198 192

soort as 1 as 2 as J as 4

carhir 295 carpan 134 carpra J45 carpse S99 carser 207

114 - ·1s SJ 24 145 200

2J2 16,) 174 216 - 70 41 374 119 15J

eartri 209 10J earvul - 88 279 cenlit 31 4J6

190 220 234 - 58 2S9 - 41

eenmin 140 44S 240 164

eenpul 147 491 19J 1J7 eerhol 40 186 17J 106 eharas 507 226 cherub 1ÖS 470 cirarv 79 1S9 cirpal 87 JO eirvul - 10 1S2

elaf'ol - 26 J26 elaf'ur - 88 273

314 289 179 191 21J - 24 159 140 106 - ss J1S JS4

44 JJ4 elamar 14J -11S 177 169 c,lapyx -128 184 44 JJ7 claran -126 176 49 296 cramon - 60 197 21J 296 eynof'f' -122 201 S9 JJ7 dreadu J77 354 - JJ 150 dryf'il 42 61 255 - 8J echran 454

elepal 425 elequi 228 epihel - 17 e"pilpa J04

epilpp J47 epipal 168 epipar 267 equarv 249 equflu 5S4 equpal JJ4 equvar 215

244 - 84 184 220 46 184

82 - JJ J01 JJO J07 ;129 183 JOO 247 172 14J 119 77 248 JOO

427 2J5 296 49 280' 10J

214 -0?7 104

117 5 245 109 259 202

soort as 1 as 2 as J as 4

er:i.ace -147 54 eupcan 130 J06 eupstr 39 295 f'esaru 102 JS f'espra J04 187 f'esrub 8 1SO f':i.sad:i. 160 67 f'raves 9 26S galpal J6S 16S galuli 116 J6 galver - 76 190 ge~ama 21 261 glamar 188 486 glehed 48 69 h:i.eodo 150 20 hiepil

hieumb

hiprha

hollan

- 62 149 - 70 177

69 376 J8 76

humlup 74 - S1

hydvul 275 84 hypcup -117' 212 hypper 29 202 hyprad - 12 106 hyptet 126 41 .tr:i.pse 449 106 junalp 2S2 8 junart

junbuf'

junger

juninf'

junsub

junten

261 270 252 4J6

JSJ 302 76 - s

J96 106 78 6

leoaut 209 4JJ leonud 84 183 ligvul - 20 1S2 lincat 18 J84

85 J91 199 29 222 J 12J J05 JOJ 287 129 J01 ~J6 22 274 - 13 2J4 163 225 150

89 J27 26J - 66 266 291 267 - 85 101 22

97 J62 198 390 289 26J

135 JJ 46 J24

99 1J6 118 0

JOJ - 92 S9 J46

2S2 165 394 156

93 - 19 126 177

194 1 J 1 320 298 178 81 JJS 61

16 J4J 2J4 232 112 J24

178 - 39 215 - 20

soort as 1 as 2 as J as 4

liploe 25S 1J1 lisova 42 61 litof'f -114 JJ8

lonper - SO 12 lopbid 23 224 lotcor 8 105 lotten 261 270

luzcam - S9 179 lycarv -15S 184 lyceur 242 85 lycf'lo 209 - J lysnum 419 1 W

lysvul J86 125 lytsal 4SS 166 menaqu 26J 121

mentri 559 2J9 mniaf'f 5 197

2S4 J12

2S5 - SJ J14 -209

19J - 9

19J - 1 J 1J6 JJ5 292 J26

9J J4J 66 - 94

182 141

45 - 18 J75 68

72 67 152 61 84 96 22 119

256 -107 mniund 44 2 107 118 moetri 12 21 25 J59 myocae 429 246 - 10 171 myopal 440 116 _J70 S9

myoram 88 50 0 2JO nasmic 411 228 155 S7 odover

oenfis

oenlac

onorep

ophvul

orcinc

orcmac

orcpra

297 J66 420 244

J18 J64 - 89 241

268 197 252 249

0 JJ6 1JO - 40

279 279 JJ 1 218 JJ1 2J9 24J 467 162 119 284 280

28J - 21 1 J 1 JO?

parpal 155 pedpal 254 pelend 211

phlber - 5 phraus 40J placor 142

429 262 286

284 J1J JJ8 452 245 200

85 89 J26

92 J55 212 511 164 129

Page 69: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

soort as 1 as 2 as J as 4

plalan - 53 plamaj 241

plaple 155 poaann 100

poapra 50 poatrj_ 149 polamp 522

poljun - 10

polodo - 17 polper JJJ polvul - J4 poptre - 48 potans 254 potere 91 potnat 552 potrep 204 prj_vul - 80 pruvul 85 psepur J8 puldys 191 pyrrot - 16

158 67 J43 36 - 55 278

485 166 119

381 39 284 218 192 305

34 48 154

225 - 72 133 172 6 302 54 206 364

i61 - 11

171 193 '77 48 108 357 94 19 174 31 59 146

232 -61

228

14]

34 70

211 querob 51 - 97 ranacr 17 24 ranaqu 657 260

ranf'la J90 202 ranlin 534 151 ranrep 242 115 rhacat 116 166 riccha 81 4J6 roscan - 29 252 rubcae 95 67 rumcon 4J8 180 rumhyd 517 165

rwnsan 163 57 ryncur 1 JO - 40 saenod 285 252 sagpro 90 421

7 142

38 - 5 2J8 J63 1J6 102 108 iOJ 284 41

27J 387 220 271

79 JJ2 100 JJ3 236 182

388 117 45 82

283 338 226 294

262 - 25 69 192

35 13 368 2J2

147 31J 131 J07 280 281

140 137

soort as 1 as 2 as 3 as 4

254 144

147

3J9

282 199 292 345 162 294

J17 -166

salcin 278 salpur 142 salrep 168

sanmig - 75 samval 4J3

schnig 35 scj_lac 529 scimar 416 scipla ]21 scj_set 185

scugal 269

354 -î02 141 180

250 -129

215 - 29 141 - 91

222

346 262 224 126

238 12 8

79 46 59 sedacr -129 J45 324 -247 senjac 3 288

senvul -147 54 sj_edec - 22 sj_lnut - 89 sj_uere 466

109 241

243

i42 129

85 391 85 292

24J 467 384 "]16

sj_ulat 493 1J8 J80 117 soldul

sonarv

spaere

spemed

symof'f

taroff

teusco

126 -116

15 365 685 234 158 502 154 224

41 269

139 - J9 thypul -112 199 torrur -155 182 trapra - 89 241 trj.dub - 36 262

176 171 247 - 12

225 257 157 131 315 -121 14J 344

70 - 6 80 372

66 - 94 243 467

7 303 trj_fra 295 324 296 319 trj_pal 289 339 249 292 trj_rep 151 258 169 165

typang 528 171 365 51 typlat 522 207 -27J 2 urtdio - 26 2~7 zi -_51 valdj_o 166 - 27 86 - 17

valoff 84 19 162 - 47

soort as 1 as 2 as J as 4

vercat 391 vercha 0

veroff' - 81 verscu 467 vibopu 172 -

viccra 139 -viocan - 78 viohj_r - 56

viatri - 51

210 -141 216 J36 28J - 21 262 224 - 76 2]2 -139 68

5 144 J37 2

309 221

110

128 284 164

72

1P5 -161

55 330

Page 70: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

BIJLAGE 5

In deze bijlage worden per vallei de opnamenummers

gegeven met eventueel het PQ-nummer. Tevens wordt aan­

gegeven tot welke serie de opname gerekend. is (x = xe­

roserie, m = mesoserie, hg = hygroserie, hd = hydro­

serie, of eigenlijk: natte hygroserie), het aantal

soorten (srt), het aantal zeldzame soorten (zzs) en de

Shannonindex voor diversiteit (div); zie parag~aaf 2.J.

oen PQ serie srt zzs div

(Oostvoornse Heer)

123 124 125 126 127 128

(Vliegveld)

133 134 135 1J6 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148

m 35 m JJ hg 2 m 7 m 25 m 18

hg J2 hg 37 hg JO hg 39 hg J1 hg 36 hg J6 hg JO hg JJ hg 36 hg 31 hg J2 hg 36 hg 41 hg 18 hg 31

(Kruine's Tuintje)

129 1 JO 102 1J1 132

hg 17 m 20 he 20 hg 20

8 1, 47 7 1,46 0 0,29 1 0,76 5 1 ,J5 5 1,22

5 1,42 8 1,49 7 1, 41 8 1,52 S 1, Lf2 6 1 ,49 6 1 ~ 48 6 1,40 5 1 ,4J 7 1,48 5 1,41 6 1 ,4J 9 1,49 9 1,54 J 1,22 5 1,42

1 1 '16 2 1,23 1 1 ,24 J 1,24

opn PQ serie srt zzs div

( Schapem1ei)

102 40 103 104 105 106 107 108 109 110 52 111 53 112 55 11 J 54 115 56 116

(-yogelpoel)

79 80 81 82 8] 84 85 87 88 89

150

(Zanderij)

114

hg 20 hg 22 hd 19 hg 25 hg J7 hg 29 he 29 ht; JJ hd 11 hg 17 hg J1 hg 20 hg 27 hg 24

hd hd hd hd hd hd m hg m hg hg

m

21 19 20 ..,. ~· 17 24 42 29 25 26 19

37

'l ,25 2 1 ,27 J 1 '21 3 1 ,J4 8 1. 51 5 1,40 6 1 ,J9

10 1. 44 1 0,95 5 1, 14 4 1 ,J9

'l '21 2 1,J8 J 1,28

2 1 ,25 1 ,2J 1,26 1 '21 1 '19

1 1 'J4 4 1,57 0 1139 2 1 I JJ

11J4 1.~7

8 1 '51

opn PQ serie srt zzs div opn PQ serie srt zzs div

(Sloetvallei)

90 127 m J9

(waterdriebladpoel)

117 i 18 119 120 121 122

hg 24 hd 14 hd 13 hd 15 hd 7 hd 16

(Hierochlo~vallei)

)1 J2 3J 50 J97 51 396 52 J95 53 J93 54 J92 55 J91 56 394

hg JO m J9 h(;' JO hg 31 m 42 m 41 m J9 m 44 m J5 x 21

(.Padderuspoel)

'57 58 59

hg 27 hg 18 hg 17

(Galigaanplek)

86 174 hg 15

(Holpijppoel)

66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 91

m 28 m 22 hd 20 hd 8 hd 6 hd 20 hd 7 hd 8 hd 9 hd 14 hg 22

(Weitje van Dijkman)

19 20 .21 2.2

hg 2J hg 21 hg 27 hg 22

6 1,52

1 1,30 2 1,08 1 1. 06 0 1,14 0 0,8J 0 1 '16

4 1 ,J8 2 1152 4 1,42 2 1,42 2 1,56 2 1,56 5 1,52 4 1 159 2 1,49 J 1,24

J 1133 1 1 1 17 1 1, 17

1 1,10

J 1 '41 4 1 ,29 0 1,22 0 0,85 0 0,69 1 1 '24 0 0,79 0 0,87 0 0,90 0 1 ,09

1,26

1 ,JO 2 1 ,27 4 1,J9 .2 1,28

23 hg 26 24 m J2 .?5 x JJ 26 x 46 27 hg 27 JO hg 22

(Wederikvallei)

76 hg 24 77 hg 25 78 hg 15

149 hg 21

(Stekelhoek~allei)

92 hg 1 J 93 m J1 94 hg 1J 95 hd 14 96 hd 12 97 hg 20 98 m 20 99 m 25

100 m 18 "101 lll J7

(Panwegvallei)

14 15 16 17 J4 .35 ,36 J7 J8 J9 40 41 42 43 44 45 46 47

hg 29 hg J.2 m J1 m 41 m JS hg JJ hd 1J li! J4 hg JO rn JJ m J7 m J7 m 42 x 41 x 35 x J7 x J4 x J1

(Panpadvalleien)

1 128 2 3 4 5 6

m

x x m m m

45 24 J9 42 27 44

1 1 1 J2 2 1145 2 1,43 4 1,59 J 11J6 2 1,25

2 1,34 1 1, JJ

1, 12 1 ,26

2 1 ,06 6 11 4J

1 ,03 1 1 109 1 1, 06 J 1 1 21t J 1 ,22 5 1 ,J2 4 1' 1 J 7 1,49

4 1 ,J9 4 1,45 J 1,42 6 1, 55 6 1 150 J 1 ,45 2 1 ,03 4 1,49 4 1 , L~2 J 1,45 5 1,50 7 1152 6 1,53 7 1 '56 4 1 ,49 5 1,52 5 1,47 7 1, 4J

6 1,58 5 11.32 5 1. 53 5 1 '57 2 1,)6

5 1 '59

Page 71: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

opn PQ serie srt zzs div

7 x J4 5 1,47 8 x J8 4 1,54 9 x J5 J 1,49

10 m J7 2 1, 51 . 11 hg J2 4 1,45 12 x 40 6 1,5.5 13 m J6 2 1,50 18 m JJ 6 1,46 28 x 42 7 1 ,56

(Trelr..k.erspad)

29 m 20 0 1,22

(Quackjeswater)

48 he J5 1 1,49 49 hg J6 4 1 ,48 60 hg 27 2 j 'J6 61 hg 2J 2 1,28 62 hg 21 1 1,27 6J hd 25 2 1 ,J6 6.:.. hd 2J 1 1 ,J2 65 hd 12 1 0,99

BIJLAGE 6

Deze bijlage bestaat uit een alfabetische lijst van de

zes letters l~~ge afkortingen van de wetenschappelijke

soortsnamen die gebruikt zijn. Achter de afkorting

staat de volledige naam en de Nederlandse naam. Soorten

wa~rvan de afkorting is onderstreept zijn volgens Menna­

ma c.s. (1980, 1985) vrij zeldzaam of zeldzamer.

achmil Achillea millefolium aegpod Aegopodium podagraria agrsto Agrostis stolonifera agrten Agrostis tenuis ajurep Ajuga reptans alipla Alisma plantago-aquatica alnglu Ahms glutinosa ambser Amblystegium serpens anaten Anagallis tenalla antodo Anthoxanthum odoratum a.reser Arenaria serpyllifolia aspoff Asparagus officinalis atr~d Atrichum undulatum barcon Barbula convaluta belper Bellis perennis betpen Betula pendula blaDer Blackstonia perfoliata bragla Brachythecium glareosurn brarut ErachytheciUQ rutabulum brasal Brachythecium salebrosum

var. palustre brimed Briza media bramol Bramus mollis bryalg Eryum angustirete brfcae Eryum caespititium brycap E~~m capillare brydio Eryonia dioica brypse Bryum pseudotriquetrum brywar Bryum warneum calcus Calliergonella cuspidata calepi Calamagrostis epigejos calpal Caltha palustris camste Campylium stellaturn caracu Carex acutiformis carare Carex arenaria carcar Carex caryophyllea cardis Carex disticha carfla Carex flacca carhir Carex hirta carpan Carex panicea carser Carex serotina ssp. pul­

chella

Gewoon duizendblad Zevenblad Fioringras Kruipend struisgras fur~ipend zenegroen Grote wate~eegbree Z~1arte els Pluisdraadmos Teer guichelheil Reu_lcgras Zandmuur Asperge Rimpelmos Schroefta..."ldmos Madelie.fje Zachtë berk Bitterling Dikleepmos Dikkopmos Dikkopmos

Bevertjes Zachte dravik

Heggerank

Puntmos Duinriet Dotterbloem Sterregoudmos Hoeraszegge Zandzegge Voorjaarszegge Tweerijge zegge Zeegroene zegge Rui~;e zer;ge Blauwe zegge Late zegge

Page 72: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

cartri Carex trinervis carvul Ca~lina vulgaris cenlit Centauriurn littorale

ceJL~in Centunculus minimus eenpul Centauriurn pulchellum

eerhol Cerastium holestooides charas Chara spec. cherub Chenopodium rubrum cirarv C~sium arvense ci~pal Cirsium palustre cirv~l Cirsium •~lgare clafol Cladonia foliacea clafur Cladonia furcata clamar Cladium znariscus clapyx Cladonia pyxidata claran Cladonia r~<giformis cramon Crataegus monogyna cynoff Cynoglossuc officinale dreadu Drepanocladus ad~<cus dryfil Dryopteris filix-mas echran Echinodorus ranunculoides elepal Eleocharis palustris ssp.

palustris elenui Eleocharis quinqueflora epihel Epipactis helleborine

epilpa Epilobium palustre epilpp Epilobium parviflorum x

palustre eoipal Epipactis palustris epipar Epilobiuc parviflorum

equarv equflu equpal equvar eriace eupcan eupstr

:fesaru fespra I'esrub fisadi fraves galpal galuli c;alver r~na.ma

glamar glehed hieodo hiepiJ. hieumb hip:;:ha hollan

Equisetum arvense Equisetum fluviatile Equisetum palustre Equ:is'etum variegatum Erigeron acer ~upatori~~ c~~abinum

Euphrasia stricta {offici­nalis) Festuca arundinacea Festuca pratensis }'estuca r.J.bra Fissidens adianthoides Fragaria vesca Gali~"ll palustre Galilli"ll uliginosum Galium verurn Gentianella amarella Glaux maritima Glcchoma hederacea H~erochloe oderata Hierac~um pilosella Hieracium umbellaturn Hippophaë rha"~oides Holcus lar..atus

Drienervige zegge Driedistol Strandduizeadguld.en­kruid Dwergbloem Fraai duizendgul~en­kruid Gewone hoornbloem Kranswier Rode ganzevoet Akkerdistel Kale jonker Speerdistel Gekruld bekermos

Gal~gaan

Eenstijlige meidoorn Hondstong Sikkelmos Han...TJ.e tj esvaren Kleine wate~1eegbree Gewone \1aterbies

Armbloemige waterbies Breedblad~ge ••espen­orchis Moerasbasterdwederik

Moeraswespenorchis Kleinbloemige basterd­''ederik Hee::-moes Holpijp Lidrus Bonte paardestaart Scherpe fijnstraal Koninginnekruid Stijve ogentroost

Hietzwenkt;ras Beemdlangbloem Rood zwenkgras Hoe rasvedermos Bosaardbei Neeraswalstro Ruw walstro Echt v1alstro Slanke dui~gentia~• Helkkruid HondsdraÎ Vecnreuk~ras

Huizeoor SchermhavH~skru::c.d

Duindoorn Echte witbol

humlup Humulus lupulus hydvul Hydrocotyle vulgaris hypcup Hypnum cupressiforme var.

lacunesurn hypper Hypericum perforaturn hyprad Hypochaeris radicata hyptct Hyperiourn tetrapterum iripse Iris pseudacorus ju..>alp Ju.•cus alpino-articulatus

ssp. atricapillus junart Juncus articulatus junbuf Juncus bufonius juneer Juncus ge~ardii juninf Juncus inflexus junsub Juncus subnodulosus junten Ju.ncus tenuis leoaut Leontodon autumnalis leonud Leonto~on nudicaulis ligvul Ligustrum vulgare lincat Linum cathartic~~ liplee Liparis loeselii liseva Listera ovata lito:ff Lithosper:ntJ.m officinale lonper Lonicera periclymenlli~ lepbid Lophocclea bictentata lotcor Lotus corr~culatus lotten Lotus tenuis luzcam Luzula campestr~s l.ycarv Lycopsis arvensis lyceur Lycopus europaeus lycflo Lychnis flos-cuculi lysnum Lysimachia nummularia lysvul Lysimachia vulgaris lytsal Lythrum saliearia menaqu }lentha aquatica mentri Henyanthes trifoliata mniaff' Hn~um affine

Hop Waternavel Klauwtjesmos

Sintjanskruid Gewoon biggekruid Gevleugeld hertshooi Gele lis Duinrus

Zomprus Greppelrus Zilte rus Zeegroene rus Padderus Tengere rus Herfstleeuwstand Thrincia Wilde liguster Geelhartje Sturmia Grote keverorchis Glad parelzaad Wilde kamperfoelie Ge\o,·oon kan tüLOS

Gewone rolklaver Smalbladige rolklaver Ge·..:one veldbies Krom.h.als Wolfspoot Echte koekoeksbloem Penningkruid Gewone vlederik Gewone kattestaart '\-ia termunt Waterdrieblad Rondbladsterremos

mniund Hnium u.•·1.dulatum Gerimpeld starremos moetri Noehringia trinervia Drienerf'muuzo myocae Hyosotis caespitosa Zompvergeetmijnietje myopal Hyosotus palustris HoerasvergeetGl.ijnietje myoram Myosotus ramosissima Ruw vergeetmijnietje nasmic Nasturtium microphylllli"ll SlruL~e waterkers odever Odontitis verna Rode ogentroost oenfis Oenanthe fistulosa Pijptorkruid oenlac Oenanthe lachenali~ Zilt torkruid onorep Ononis repens Kruipend stalkruid ophvul OphioglossuGl. vulgaturn Addertong orcinc Orchis incarnata Vleeskleurige orchis orcmac Orchis maculata ssp. f'uchciiGevl~kte o~chis

orcpra• Orchis praetermissa var. Gevlekte rietorchis

Darpal Dednal pelend phlber

ju..<ialis Parnassia palustris Pedicularis palustris Pellis endiviaefolia lJhleum bertolonii

phraus 1-'hragmi"!::es australis placer Plantage coronapus plalan Pl~~tago lanceolata

l'arnassia Hoeraskartelblad t-Ioeraslever~os

Klein timotheegras Riet Hertshoornweeebree Smalle weegbree

Page 73: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

plamaj Plantage major ssp. major plaple Plantago major ssp. plei-

osperma poaann Poa annua poapra Poa pratensis poatri Poa trivialis polamp Polygonum amphibium poljun Polytrichum juniperinum polodo Polygonatum odoratum polper Polygonlli~ persicaria polvul Polygala vulgaris poptre Populus trernula potans Potentilla anserina potere Potentilla erecta potnat Potamogeton n~tans potrep Potentilla rept~~s nrivul Primula vulgaris

pruvul P~•ella vulgaris psep~r Pseudoscloropodium pur~ puldys Pulicaria dysenterica pvrrot Pyrola rotundifolia quarob Quercus robur ranacr R~~lliïculus acris ranaqu Ranunculus aquatilis ranfla Ranunculus fla~ula ranlin Ran~~culus lingua ranrep R~•~•culus repens rhacat Rhamnus catharticus riccha Riccardia chamaedrifolia roscan Rosa canina rubcae Rubus caesius rumcon R~mex conglomeratus rumhyd Rumex hydrolapathum rumsan Rumex sanguineus rhycur Rhynchostegiella curviseta sa~od Sagin~ nodosa sagpro Sagina procumbens salcin Salix cinerea salpur Salix purpurea salrep Salix repens samn~g Sambucus nigra santval Samolus valerandi schnif; Schoenus_.nigricans scilac Scirpus lacustris ssp

CJ10.I..I.CUS sci~ar ~c~rpus maritimus scipla Scirpus planifolius ~ciset Scirpus setaceus scugal Scutellaria galericulata sedacr Sed-~ acre seniac Senecio jacobea senvul Senecio vulgaris sicdec Sicglingia decumbens silnut Silene nutans siuere Sium erectlli~ siulat Sium latifoliQ~ soldul Sol2~um dulcamara

Grote weegbree Grote "-eegbree

Straatgras Veldbeemdgras Ruw beemdgras Veenwortel Zandhaarmos Duinsalomonszegel Perzikkruid Vleugeltjesbloem Ratelpopulier Zilverschoon­Tormentil Drijvend fonteiilkruid Vijfvinger}:.ruid Stengelloze sle~tel­bloem Bru.:1.el Groot 1·addermos Heelblaadjes Rondbladig vintergroen Zomereik Scherpe boterbloem Wa terranonlcel Egelboterbloem Grote boterbloem Kruipende boterbloem liegedoorn

Hondsroos Dauwbraam Kluwenzuring Waterzuring Bloedzuring

Sierlijke vetmuur Liggende vetmuur Grauwe wilg Bittere wilg Kruipwilg Ge>;one vlier Waterpunge Knopbies !-lat tenbies

Zeebies Platte bies lr..;ergbies Blauw glidkruid Huurpeper Jacabskruiskruid Klein kruiskruid Tandjesgras Nachtsilene Kleine watereppe Grote \'latereppe Bitterzoet

son;,.rv Sonchus arvensis ssp. mari- Zeeakkermelkdistel timus

spaere Sparganium ercctum spemed Spergularia media symoff Symphyt~~ officinale taroff Taraxacum div. spec. teusco Teucrium scordium thypul Thymus pule. gioides torrur Tortula ruralis trapra Tragapogen pratensis tridub Trifolium dubium trifra Trifolium fragiferum tripal Triglochin palustris tripra Trifolium pratense trirep Trifolium repens typang Typha aneustifolia typlat Typha latifolia urtdio Urtica dioica vald:io Valeriana dioica valof'f Yaleriana officinalis vercat Veronica catenata vercha Veronica chamaedrys veroff Veronica officinalis verscu Veronica scutellata vibopu Viburnum opulus viccra Vicia cracca viocan Viola canina viohir Viola hirta viatri Viola tricolor ssp. cur­

tisii

carpse c.o.r-p:-ot

Carex pseudocyperus Co.rdc.,....,;"' ~•.:...'ce'<\<.Î') S<,('.

f>o"\ ~ c.l; \Î li.

Grote egelskop Gerande schijnspurrie Smeerwortel Paardebloem Hoerasgamander Grote wilde tijm Duinsterretje Gele moreenster Kleine klaver Aardbeiklaver Hoeras zoutgras Rode klaver Witte klaver Kleine lisdodde Grote l:isdodde Grote brandnetel Kleine valeriaan Echte valeriaan Rode waterereprijs Gewone ereprijs Ha1u1etjesereprijs Schildereprijs Gelderse roos Vogelwi!<:ke Hondsviooltje Ruig viooltje Duinviooltje

Cyperzegcçe r , ..... ,\.<.\ \;:;~ç\J...,~w.

Page 74: VEGETATIE EN MILIEU IN JONGE EN OUDE …...Vegetatie en milieu in jonge en oude vochtige duinvalleien W .L. Bornstra Doctoraalverslag Vakgroep Botanische Oecologie. no. B0/30/7 .86/86.107

BIJLAGE 7

Deze b~jlage bevat de produkt-moment korrelatiekoëffici­

enten van alle bodemparameters van laae 1 en de grond­

waterstandparameters.

Ehh2o j2hkcl c::lcar ore-st chlcr c,:elve totnn

phkcll 0.98

cacarl 0.50 .. 0.:50

orgst1 -0.41 '-0.41 -0.2J

chlor1 -0.01 -0.00 0.25 0.50

gelvel -0.09 -0.07 0.50 0.72 0.69

totnnl -0.42 -0.4J 0.18 0.92 0.47 0.67

totpp1 -9.21 -0.22 O.J8 0.87 0-55 0.71 0.88

J-,:aliu1 -0.18 -0.18 0.20 0.60 0.45 o.6J 0.5J

natril -0.14 -0.1J 0.22 0.55 0.51 0.58 0.52

magnel -O.J2 -O.Jl 0.26 0.80 0.71 0.78 0.77 gemjar 0. 11 0.10 O.JJ 0.51 0.49 0.52 0.47

eemveg 0. 11 0. 11 O.J6 0.5J 0.52 0.54 0.51

maximu O.OJ 0.02 O.JJ 0.58 0.49 0.5J 0.58

minimu o. 18 o. ï8 O.J7 0.4J 0.51 0.51 O.J7

gemmax 0.05 0.04 O.J4 0.57 0.50 0.5J 0.57

gemmin O.l8 o. 18 O.J7 0.44 0.51 0.51 O.J9

tot EO kal iu natriu. mae:!?:e aem.jar B:emvep; maximu minimu e;:enuna~

0.62

0.54 0. 56

0.76 o. 69 0.61

0.55 o. 46 0.49 0.45

0.56 0.,'38 0.50 o.48 0.96

0.60 o. J5 0.52 0.48 0.94 0.97

0.48 o. 40 0.42 0.44 0.9J 0-95 0.85

0.59 o. J5 0._52 0.48 0.95 0.98 1.00 0.<17

0.49 o. 41 0.4J 0.44 0.94 0.95 9.86 1.00 0.88