Vastgoed in Retail Jaarboek

144
vastgoed in retail Jaarboek over winkelonroerend goed & locaties

description

Jaarboek over winkelonroerend goed & locaties

Transcript of Vastgoed in Retail Jaarboek

Page 1: Vastgoed in Retail Jaarboek

vastgoed in retail

Jaarboek over winkelonroerend goed & locaties

Page 2: Vastgoed in Retail Jaarboek
Page 3: Vastgoed in Retail Jaarboek

vastgoed in retail Jaarboek over winkelonroerend goed & locaties

Page 4: Vastgoed in Retail Jaarboek
Page 5: Vastgoed in Retail Jaarboek

Hoewel we elkaar – anno 2009 - vanzelfsprekend betere tijden toewensen – met wat meer financiële zeker-

heid en wat minder economische stress – kunnen we toch ook niet ontkennen dat juist deze tijden soms

het beste in ons omhoog brengen. Het is de conclusie die onze redacteuren bijna eensluidend trokken na

alle gesprekken die we hadden voor dit nieuwe Retailjaarboek.

We constateerden bij de diverse interviews – verspreid over het hele land - zo af en toe wat peinzende

blikken, maar er was toch ook een zichtbare drive om verder te willen. Creativiteit en flexibiliteit zijn in dit

unieke tijdperk een must geworden en onze competenties daarin worden goed op de proef gesteld. Maar

dat geeft niet – zo vond men in het algemeen – omdat dipjes vaak weer tot verrassende toppen kunnen

leiden. Na regen komt…..?

Juist ja, het is even doorbijten.

Maar… laten we vooral niet vergeten dat er nog steeds reuring is. De dynamiek in de markt is – zo con-

stateerden wij - niet compleet tot stilstand gekomen. Er wordt nog steeds gehandeld, er komen nog steeds

projecten van de grond en nog steeds worden er aanbestedingen uitgeschreven. We hoorden het diverse

keren: voor elk goed project is absoluut nog geld beschikbaar.

De vraag is dan ook waar een goed project aan dient te voldoen. Misschien dat we u het antwoord op die

vraag geven in dit Jaarboek. Het is aan u om uw conclusies te trekken. We zijn er echter wel van overtuigd,

dat u nieuwe ideeën opdoet door deze uitgave te bestuderen.

Veel inspiratie toegewenst!

Jerry HelmersEindredacteur Vastgoed in Retail

vastgoed in retail Jaarboek over winkelonroerend goed & locaties

Een representatief overzicht

Page 6: Vastgoed in Retail Jaarboek

12 18 30

12 ‘nrW kan de kennisregisseur van winkelomgevingen worden’

14 ‘Het gaat meer dan ooit weer helemaal om de stenen’

18 ‘We moeten redeneren vanuit een gezamelijk belang’

22 Binnensteden aan vooravond andere wereld

26 Kroonenberg groep houdt feeling met consument

30 sns Bank introduceert nieuwe winkelformule in nederland

34 ‘interieur bepaalt mede het imago’

38 ‘er is geen blauwdruk voor het winkelcentrum van de toekomst’

40 de winkelmakelaars van rsP retail

42 Centrumontwikkeling vraagt om doorpakken. Juist nu!

46 ‘Functionele duurzaamheid is de succesfactor voor de toekomst’

vastgoed in retailJaarboek over winkelonroerend goed, locaties & winkelcentra

Uitgave 2009Verschijnt 1 x per jaar

Schatbeurderlaan 6Postbus 249

6000 AE WeertT +31 (0)495 450095

E [email protected] www.louwersuitgevers.nl

eindredactieJerry Helmers

redactieRuben Esteban

Henk GeistJerry HelmersAnk van Lier Thijs Pubben

Jan-Kees VerschuureAnnemarie van Zierikzee

ProjectmanagementThorold Wevers

advertentiesPostbus 249, 6000 AE Weert,

NederlandT +31 (0)495 450095F +31 (0)495 521335

secretariaatManuela Depenbrock

vormgevingLogo Reclame- Ontwerpbureau BV

Postbus 631, 6000 AE Weert T +31 (0)495 450065F +31 (0)495 546978

E [email protected]

druk Drukkerij Offset Service, Valkenswaard, Nederland

Niets uit deze uitgave mag worden over genomen

of ver menig vuldigd zonder uitdruk kelijke toestem-

ming van de uitgever en zon der bronvermelding.

Hoewel dit blad op zorg vuldige wijze en naar beste

weten is samen gesteld kunnen uitgever en auteurs

op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of

volledig heid van de informatie. Zij aan vaar den dan

ook geen enkele aansprake lijkheid voor schade,

van wel ke aard ook, die het gevolg is van

hande lingen en/of beslis singen die gebaseerd zijn

op deze informatie.

Page 7: Vastgoed in Retail Jaarboek

56 64 78

50 ‘de winkelier van de toekomst moet zich sneller kunnen aanpassen’

56 ‘duurzame inpassing is de sleutel voor de komende jaren’

58 nrW nederlandse raad van winkelcentra 60 ‘Het eigene van een stad laten zien’

64 ellerman lucas van vugt na 25 jaar opnieuw bezig met winkelcentrum zaailand in leeuwarden’

68 ‘slimme ontwikkeling van retailvastgoed in binnenstedelijk gebied brengt de waardecreatie’

73 ‘Meer retaildynamiek door kennisuitwisseling en betere samenwerking’

76 ‘sCM europe, de combinatie van specialismen’

78 ‘ontwikkelingen rond de rijnhaven geven nieuwe impuls aan maasstad’

Page 8: Vastgoed in Retail Jaarboek

9280 98 104

80 ‘toenemend aantal huurprijstoetsingen voor retailers’

84 Hoogvliet Beheer is altijd op zoek naar locaties en samenwerkingsverbanden

88 onderzoeksbedrijf locatus verwacht de komende jaren winkelkrimp

92 ‘We moeten het eerlijkheidgevoel rond parkeren vergroten’

94 ‘Parkeerproblematiek vereist visie’

98 “PCH staat voor innovatieve parkeerhandhaving”

104 ‘tijdelijke parkeeroplossing voorkomt terugloop van bezoekersaantallen’

108 “Parkeren hoort bij de gebiedsontwikkeling, daar moet je vooraf over nadenken”

112 ‘Het oplossen van het parkeerprobleem behoort geen sluitpost te zijn’

Page 9: Vastgoed in Retail Jaarboek

116 122 128 134

116 ‘eerst de klant, dan het pand’

118 ‘nu onbezorgd winkelen zonder parkeerirritatie’

122 ‘om consumenten te plezieren moeten we meer vanuit concepten gaan denken’

124 ‘terug naar een leefbare binnenstad’ 128 ‘Kennis retailer juist nu cruciaal bij ontwikkeling van winkelcentra’

132 atoP snel en efficiënt (ver)bouwen

134 ‘Winkelcentrum moet ‘feel-good-gevoel’ geven’

138 vastgoed in retail Jaarboek is niet meer weg te denken

140 instore tijdschrift over winkelinrichting & instoremarketing 141 advertentie index

Page 10: Vastgoed in Retail Jaarboek

Bakstenen of bouwstenen?

Het is maar hoe je het bekijkt; waar anderen bakstenen zien, ziet

FGH Bank bouwstenen. Want daarmee leggen we altijd een solide

basis voor de financiering van uw commercieel vastgoedproject.

Gebaseerd op lokale marktkennis, relevante ervaring en een landelijk

dekkend netwerk. Als de écht onafhankelijke vastgoedbank, kunnen

we ons bovendien als partner opstellen. Een partner waarvan u mag

verwachten dat hij groot genoeg is om alle expertise in eigen huis

te hebben. En genoegzaam bescheiden om u niet te laten vallen.

www.fghbank.nl

A m s t e r d A m , A r n h e m , d e n h A A g , e i n d h o v e n , g r o n i n g e n , m A A s t r i c h t, r o t t e r d A m , U t r e c h t, F r A n K F U rt.

Adv NRW Jaarboek Bakst 230x297.indd 1 14-08-2009 16:18:32

Page 11: Vastgoed in Retail Jaarboek

Volker Wessels Vastgoed streeft ernaar een balans te creëren tussen sociale verantwoordelijkheid (People), milieu

(Planet) en rendement (Profit). Wij zien het als taak om vooruitstrevend om te gaan met de ruimtelijke vraagstellingen

van Nederland en een bijdrage te leveren aan de verrijking van de samenleving.

Daarom ontwikkelt Volker Wessels Vastgoed exclusief woon-, werk- en winkelomgevingen die voorzien in de behoefte

van de huidige en de toekomstige generatie.

Volker Wessels VastgoedPostbus 7317 | 2701 AH Zoetermeer

T +31 (0) 79 368 06 80

I www.vwvastgoed.nl

U vraagt om een bouwwerk,u krijgt een kunstwerk

9260

20 a

mai

amai

.nl

Volk Wess adv 230x297 :Layout 1 24-04-2009 09:57 Pagina 1

Page 12: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ HooFdstuK ]

vast

goed

in re

tail

12

Jan-Willem Weissink is nieuWe voorzitter van nrW:

‘nrW kan de kennis-regisseur van Winkel-omgevingen Worden’

vast

goed

in re

tail

12

Page 13: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ HooFdstuK ]

vast

goed

in re

tail

13

[ Jan-WilleM WeissinK ]

vast

goed

in re

tail

13

om tot voorzitter te worden benoemd van de nederlandse raad van Winkelcentra in een periode van economische

twijfel en teruggang van de bedrijvig-heid in alle branches – en dus ook in de retail – maakt het werk meteen zeer interessant. nrW-voorzitter Jan-Willem Weissink erkent dat hij een ‘flinke uit-daging’ voor de boeg heeft. Hij sluit zich meteen aan bij zijn voorganger gerard groener, die vorig jaar nog stelde dat ‘de mening van de nrW er meer toe moet gaan doen’. “veel van wat we deden en doen, blijft uiteraard in tact – primair zijn we natuurlijk een netwerkorganisa-tie – maar een strategische heroriëntatie is wel een feit. de ambitie is om meer opinievormend te worden. de nrW kan dé kennisregisseur worden op het gebied van winkelomgevingen.”

Weissink vertelt dat de NRW de komende jaren invulling wil geven aan haar expertrol door zich op vooraf geselecteerde thema’s te richten. “We moeten niet ad hoc reageren op incidenten. Het is echter de kunst om die belangrijke thema’s te gaan kiezen. We zullen moeten bekijken op welke wijze wij de exper-trol invulling kunnen gaan geven. Bovendien willen we door de hele keten vertegenwoordigd raken. Juist omdat de NRW alle disciplines in de winkelvastgoedsector vertegenwoordigt, is zij in staat om met autoriteit te spreken. Tegelijkertijd is dit vaak ook een knelpunt: er zijn natuurlijk óók tegenstrijdige belangen.”

Toch is Weissink ervan overtuigd dat je een grote gemene deler kunt vinden. “Dat is uiter-aard de behoefte van de consument, want dát is waar elke partij naar op zoek is. Een ander gemeenschappelijk thema is duurzaamheid. Dit raakt bij iedereen steeds meer in zwang, hoewel we het nu wel meer dienen te gaan vertalen naar bedrijfseconomische gronden. Kortom, we zijn op zoek naar meerwaarde door samenwerking.”

Hoewel Weissink pas in april is aangetreden, kan hij al wel stellen dat de start van de samenwerking met zijn bestuursleden prima is geweest. “We hebben snel consensus gevon-den over onze belangrijkste uitdagingen. Zo willen we het beleidsplan vernieuwen, maar tegelijkertijd het schip op vaste koers houden. De tijden zijn immers onrustig en in de laat-ste jaren was de groei van ons ledenbestand onstuimig. Daarnaast willen we de kwaliteit van onze dienstverlening bestendig houden.”

Weissink wijt de gestage groei van het aantal leden van de NRW aan het feit dat er veel meer activiteiten worden ontplooid. “Was de NRW voorheen vooral gericht op het organi-seren van vier lunchbijeenkomsten en een jaarvergadering, de laatste jaren is er een dui-delijke kentering richting inhoud merkbaar. De verschillende taskforces en initiatieven als de New Generation zijn hier goede voorbeelden van. Daarnaast zoeken mensen elkaar in eco-nomisch zwaardere tijden wellicht ook eerder op om te netwerken en op zoek te gaan naar nieuwe kansen. Het gaat om het inspireren van elkaar.”

“Maar er is ook veel zorg: vooral over de projec-ten die vertraging oplopen,” vervolgt Weissink.

“Men wil verder, maar dat lukt niet altijd omdat men afhankelijk is van financieringen. Zelfs een goed plan is niet meer verzekerd van middelen. Precies dáár kan een grote rol voor ons zijn weggelegd. Wij dienen op te komen voor het belang van de sector. We zullen ons ook breder moeten gaan oriënteren. Een kop-peling met woningbouw bijvoorbeeld. Ik denk bovendien dat we af moeten van het begrip

‘winkelcentrum’. We zullen het meer moeten gaan hebben over ‘winkelomgevingen’, daar waar multifunctionaliteit uiteindelijk de suc-cesfactor zal blijken te zijn.”

“Met samenspel kun je meer bereiken,” zegt hij. “De retailer, de belegger, de ontwik-kelaar en de overheid zullen de confrontatie met elkaar moeten aangaan. Want laten we eerlijk zijn: we zijn in Nederland nog wel wat behoudend, misschien zelfs wel wat conservatief. Zo durven we niet al te snel afscheid te nemen van slecht functionerende winkelcentra. Realiseren we ons wel dat er in centra andere loopstromen zijn ontstaan door allerlei externe ontwikkelingen die het koopge-drag van de consument hebben beïnvloed? Ik denk dat we ons vooral moeten gaan richten op het opnieuw leven inblazen van bestaand vastgoed. We zullen moeten bekijken op welke wijze we levenscycli van winkelomgevingen kunnen verlengen. Maar dat is wel lastig. Vooral naar de overheid toe. Ook daar hebben we te maken met gevestigde belangen. Er is in ons land sprake van een starre houding: de doorlooptijden van vastgoedprojecten zijn véél te lang in relatie tot veranderende consumen-tenbehoeften en technologische veranderin-gen die plaatsvinden.”

De ingestelde taskforces zijn volgens Weissink in ieder geval een eerste stap om het denkpro-ces goed op gang te krijgen.

“De thema’s zullen we continu moeten voeden. Dit is een doorlopend proces. Gelukkig heb-ben we een hoge participatiegraad. Er bleek veel belangstelling onder de leden om deel te nemen aan deze werkgroepen.”

Weissink vertelt dat hij daarnaast veel contact wil houden met The New Generation. “Dat zijn de jonge NRW-leden. Dat is de broedmachine van nieuwe initiatieven. Zij zien eerder de trends, zijn nauwer verbonden met de tech-nologische ontwikkelingen. Er zijn thema’s die we voor de toekomst moeten adresseren. Ja natuurlijk; dan heb ik het over winkelen via internet. Dat is echt een aanvullend distribu-tiekanaal geworden. Daar moeten we binnen de NRW wel wat van gaan vinden, en iets mee doen. Zo ook het thema ‘duurzaamheid’. ‘Dit is absoluut geen hype meer. Het gaat er nu om dat we het fenomeen ‘duurzaamheid’ daad-werkelijk duurzaam kunnen gaan maken.”

Hoe het winkellandschap in Nederland er over tien jaar uitziet, vindt Weissink moeilijk te beoordelen. “Ik denk wel dat het contrast tussen goed en slecht duidelijker zal worden. Goede plekken behouden hun functie, de slechte plekken gaan omvallen. We zullen nog meer dan ooit tevoren vraaggestuurd in plaats van aanbodgedreven moeten gaan denken. Maar… dat is tegelijkertijd makkelijker gezegd dan gedaan. Want de consument is nog nooit zo grillig geweest. Het is ook heilloos om de consument te vragen wat die wil, want die redeneert vanuit het bestaande. De impulsen moeten dus echt vanuit onszelf komen. Om dat bij de leden, de taskforces en het bestuur te bewerkstellingen, zie ik als de uitdaging van de komende jaren. In die zin sluit ik me dus volledig aan bij mijn voorganger: onze mening moet er veel meer toe gaan doen. De NRW kan de kennisregisseur van winkelomgevingen in Nederland worden.” ❚

Page 14: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ FgH BanK ]

Page 15: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

15

Peter Keur, FgH Bank:

‘Het gaat meer dan ooit Weer Helemaal om de stenen’

In de afgelopen jaren is de onderliggende waarde van de fysieke stenen nogal eens uit het oog verloren. Volgens Peter Keur, directievoorzitter bij FGH Bank in Utrecht,

gaat er nu weer een periode aanbreken waarin we teruggaan naar de essentie van vastgoed.

“De stenen gaan bepalen voor de financier of hij zijn geïnvesteerde geld terug zal krijgen,” zegt Keur. “Risico krijgt weer een prijs. We zijn in een periode aanbeland waarin we op een andere manier gaan denken want we hebben in de laatste acht, negen maanden

met z’n allen geleerd dat ontwikkelingen op de financiële markten wel degelijk de andere kant – de verkeerde kant – op kunnen gaan.” Keur onderschrijft dat door de razendsnelle ontwikkelingen de hele markt plots in een ander daglicht is komen te staan. “Natuurlijk zagen we al wel symptomen in de laatste jaren. Deals hadden een enorme omvang, er was een ‘overdynamiek’ en voor taxa-teurs was het werk bijna niet meer te doen. En natuurlijk zagen ook wij transac-

ties waarvan we ons afvroegen hoe daar ooit rendement op te halen was. Meer dan ooit hebben we geleerd dat dicht bij de stenen blijven de basis is.

De focus lag te veel op snelle winsten. We zijn nu – en tot mijn tevredenheid zou ik bijna willen zeggen – eindelijk aanbeland bij de oude wijsheden. Hoe actief beheer je je portefeuille, hoe ga je om met de courant-heid van de eigen vastgoedportefeuille en op welke wijze kijk je naar de huurders.” >

[ FgH BanK ]

Page 16: Vastgoed in Retail Jaarboek

FGH Vastgoedprijs

[ FgH BanK ]

Page 17: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

17

[ FgH BanK ]

Keur zegt niet dat het beleid bij FGH Bank meteen radicaal is omgegooid. “Ik denk dat we altijd al heel zorgvuldig met die aspecten zijn omgegaan. We houden dan ook vast aan de visie waarbij we ons comfortabel voelen. Deze schoenmaker blijft bij zijn leest. We laten ons niet door de markt meevoeren.”

Keur stelt dat FGH Bank de crisis realistisch tegemoet treedt. “Het zijn zware tijden voor het vastgoed, en het kan best zo zijn dat we de hoogtijdagen van weleer niet meer mee gaan maken. Althans, niet zo extreem als we gewend waren de afgelopen jaren. Maar we hebben er vertrouwen in dat de markt zich zal herstellen. We hebben de ervaring in vast-goed en het financieren ervan, we hebben het vertrouwen in onze klanten en niet in de laat-ste plaats, hebben we vertrouwen in de stenen.

Want het moge wel duidelijk zijn dat stenen nog steeds een goede belegging zijn in tijden van recessie. Zorg ervoor dat je attractief blijft, niet alleen voor de partijen waar je op dit moment zaken mee doet, maar ook voor opvolgende kopers, huurders of financiers.”

Hoewel Keur de crisis absoluut niet wenst te bagatelliseren en ook niet ontkent dat een groot deel van de dynamiek weg is, dienen we met z’n allen – volgens Keur – ook niet te ver-geten dat 90% van de gebouwen nog steeds bezet is. “In Nederland moeten ontwikkelaars, beleggers, financiers en gebruikers nu vooral kijken naar flexibiliteit en multifunctionaliteit. Menging is de essentie. Retail moet in de buurt zijn van kantoorfuncties.

De consument wil gemak en comfort; ze willen alles voor ‘het grijpen’ hebben.” Wat Keur betreft wordt de retailsector dus nu uitgedaagd. “Zijn we creatief genoeg?” vraagt hij zich af. “Want dat is wel nodig nu. Aan de andere kant: ‘Nood breekt wet’. Dus wie weet wat we nog met elkaar verzinnen in de nabije toekomst.”

En dan toch ook maar even de onvermijde-lijke vergelijking met die andere crisis, uit de jaren tachtig. “In vergelijking met de crisis van toen, lijkt deze crisis meer op een sluipmoordenaar. Je weet dat het eraan zit te komen, maar je weet niet waar en je weet niet wanneer hij toeslaat. Dat maakt dat we natuurlijk anders tegen risico’s aankijken, maar dat heeft ook te maken met het feit dat naast de drastische veranderingen in de marktomstandigheden ook de kostprijs van geld omhoog is gegaan. Dat betekent dat we goed moeten kijken naar de financieringsaan-vragen, maar ook dat we nog steeds vol in de markt staan, en oog hebben voor elke reële vastgoedpropositie. En laten we niet vergeten dat we tot en met eind juli van dit jaar nog gewoon een miljard aan financieringen heb-ben verstrekt. We zijn echter niet in staat om de hele vastgoedbranche te bedienen. Zelfs niet samen met de Rabobanken. Het finan-cieren van nieuwe proposities, voor nieuwe klanten is wel moeilijker geworden. Eerlijk is eerlijk. Maar niets is onmogelijk, ook voor de retail niet. Ik zei het al eerder: de retail-sector wordt uitgedaagd om creatief te zijn en niet meer vanuit bestaande structuren te denken.”

Keur moet lachen als hem wordt gevraagd ‘of het vak nog wel leuk is’. “Ja natuurlijk. We gaan nog steeds met plezier met onze klanten om en het is fantastisch om mee te werken aan proposities die een meerwaarde voor de maatschappij in zich hebben. We zijn bovendien niet de financier die heel klinisch naar de cijfers kijkt. Vastgoed is beleven, de eindgebruikers, de mensen moeten zich er prettig in voelen Of het nu gaat om wonen, winkelen, werken of recreëren. Maar het spreekt wel voor zich dat een propositie aan een aantal voorwaarden moet voldoen: allereerst moet het begrijpelijk zijn – in een kwartiertje tijd moet ik wel in grote lijnen kunnen begrijpen waar het over gaat – en bij de stenen moet ik een beleving krijgen.”

Keur vindt het lastig om een voorspelling te doen. “Ik denk dat aan het eind van het jaar de storm nog niet over is en dat 2010 een

moeilijk jaar wordt voor de vastgoedmarkt. In de komende periode zullen we simpelweg moeten blijven proberen om goed te monito-ren. Verslapping en gemakzucht moeten we voorkomen. Op de middellange termijn zie ik echt wel weer herstel. Ik adviseer iedereen actief te blijven en vooral niet te zeggen dat het ‘je overkomen is’. Zie niet alles als een probleem, maar pak het aan. Trek niet die muts over je hoofd, want dan zie je niets meer. Dat moet de wijze les zijn van de peri-ode waarin we nu zitten. Terug naar de basis. Naar de stenen dus.” ❚

FgH vastgoedprijs 2010 Eens in de twee jaar wordt de FGH Vastgoedprijs uitgereikt. Deze erkenning voor onderscheidend ondernemerschap in het vastgoed is ingesteld in 1989 en wordt in 2010 door een onafhankelijke vakjury voor de elfde keer uitgereikt. De inschrijving staat open voor in Nederland gelegen vastgoedpro-jecten die nieuw gebouwd, getransformeerd, dan wel ingrijpend gerenoveerd zijn, in de twee jaar voorafgaand aan het jaar van de prijsuitreiking opgeleverd, en met een vast-staande ingebruikname.

Meedoen? Dat kan! De inschrijving voor de FGH Vastgoedprijs sluit op 31 december 2009. De prijs wordt uitgereikt tijdens een feestelijke bijeenkomst in november 2010.(Kijk voor het volledige reglement en inschrijf-formulier op www.fghbank.nl).

Page 18: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ HooFdstuK ]

JoHn van Haaren, Ceo biJ Corio nederland:

‘We moeten redeneren vanuit een

gezamenliJk belang’

vast

goed

in re

tail

18

Page 19: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ HooFdstuK ]

vast

goed

in re

tail

19

[ Corio ]

Misschien moeten we veel meer hardop tegen elkaar zeggen dat we een gemeenschappelijke vijand

hebben.” John van Haaren, Ceo bij Corio nederland, vraagt het zich hardop af. “en die vijand is op dit moment natuurlijk de economische crisis. Juist in deze tijd wordt duidelijk dat we een uitdaging hebben om hier gezamenlijk op te trek-ken in de driehoek eigenaar, huurder en overheid. We hebben namelijk ook één grote gemene deler: het instandhouden van een optimaal retailklimaat.”

Van Haaren, die eind vorig jaar terugkwam naar Nederland na 8 jaar te hebben gewerkt voor Corio in Spanje, gelooft dat het geheel meer is dan de som der delen. Het functio-neren van een winkelcentrum is gebaat bij een optimale branchering, het mengen van anchor tenants, (inter-)nationale retailers, maar ook couleur locale. “Hier hebben we het in Nederland lastiger mee dan in andere landen. Als we hier bereid zijn een lagere huur te accepteren in een contract omdat we juist díe retailer willen hebben, dan lopen we het risico dat door een ‘indeplaatsstel-ling’ dit contract wordt doorverkocht en we de controle verliezen over de kwaliteit van de retailer en daarmee het winkelcentrum. Het Kalverstraat-effect. Uiteindelijk is hier niemand bij gebaat, ook de retailsector niet.” Het is een direct appèl aan de politici om deze wetgeving te veranderen gaat wellicht nog wat te ver op dit moment. Liever kiest Van Haaren ervoor om eerst het bewustzijn bij partijen te creëren. En van daaruit verder.

Een ander wettelijk begrip waar Van Haaren – na zijn terugkeer naar Nederland - aan moest wennen is de ‘huurprijsherziening’. Ook hier treedt de overheid op als regule-rend. “Op basis van de contracten die de laatste vijf jaar in de omgeving zijn gesloten,

gaan wij nu bij huurders een huurverhoging doorvoeren. Iedereen voelt aan dat dit op z´n minst ‘raar’ is als je kijkt naar de huidige crisis. Maar doen we het niet, dan zijn we een dief van onze eigen portemonnee. In de voorgaande jaren hebben wij als investeer-der beduidend minder geprofiteerd van de economische vooruitgang. En dat zouden we nu volgens de wetgever moeten gaan inhalen. Wat ons betreft mag ook deze wetgeving die zijn logica en oorsprong decennia geleden voor traditionele retailpanden had, in ieder geval worden afgeschaft voor planmatige winkelcentra.”

Van Haaren is overigens zeker positief over onze overheid. Bijvoorbeeld omdat sinds 1 januari 2008 fiscale beleggingsinstellingen mogen ontwikkelen in een daartoe op te richten fiscaal belaste dochtermaatschappij. Sinds die datum heeft Corio Nederland zijn eigen ontwikkelingsbedrijf, Corio Vastgoed Ontwikkeling BV. “Voorheen mochten we van-uit fiscale overwegingen niet ontwikkelen,” zegt hij. “Nu wel. We kunnen nu onze eigen retail-expertise vanuit deze constructie opti-maal inzetten. En het spreekt voor zich dat er een goede aansluiting is met de bestaande organisatie als het winkelcentrum in gebruik wordt genomen door de beheersorganisatie, Corio Nederland. De afstemming ligt in één hand.”

“We merken de laatste maanden dat ook gemeentes bijzonder geïnteresseerd zijn in ons model en daarmee Corio als contractpar-tij. Als kapitaalkrachtige ontwikkelaar met een meer dan voldoende bewezen trackrecord in de succesvolle exploitatie van winkelcen-tra door ons unieke centermanagementmodel, hebben we duidelijk een aantal extra´s en zekerheid te bieden. Uiteindelijk (her-)ontwikkelen we winkelcen-tra voor een succesvolle exploitatie en daar-mee het lange termijn functioneren” >

Page 20: Vastgoed in Retail Jaarboek

www.corio-eu.com

Corio is één van de grootste beursgenoteerde beleggers in vastgoed, met een foCus op retail in europa. de porte­feuille van € 6,0 miljard bestaat voor 92% uit winkel­Centra in nederland, frankrijk, italië, spanje en turkije. Het aCtieve Hands­on management van Corio’s lokale management organisaties levert een toegevoegde waarde op voor Consumenten, Huurders en uiteindelijk de aandeelHouders.

Corio Nederland heeft een belegd ver­mogen van € 1,9 miljard en een vaste pijplijn van € 377,5 miljoen. Corio Nederland beheert en ontwik kelt haar eigen portefeuille. Spraak makende projecten zijn Hoog Catharijne in Utrecht, Alexandrium Shopping Center in Rotterdam en Villa ArenA in Amsterdam.

Page 21: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ Corio ]

Dit vormt voor Van Haaren haast een natuurlijke overgang naar het praten over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, MVO. “Als één van de founding members van de Dutch Green Building Council onder-schrijven we de importantie van MVO. Het is een ‘mindset’, maar zeer zeker ook een struggle om de voor(ui)tgang inzichtelijk te maken. Maar juist bij vastgoed ontkom je er niet aan om nu reeds na te denken hoe over 20-30 jaar onze maatschappij zou kunnen zijn veranderd en wat er wordt verlangd door de consument en retailer; hier moet je bij ontwikkelingen en investeringen in centra nu al proberen rekening mee te houden.”

Van Haaren wil in zijn slot toch nog even terug naar de retailer. En waar mogelijk nog meer vooruitgang geboekt kan worden in de relatie richting elkaar. “Het mag voor nie-mand een verrassing zijn dat de woonbranche het reeds zwaar heeft, dus ook onze Villa ArenA. Diverse contracten worden openge-broken en opnieuw onderhandeld, waarbij we ook een ‘omzetgerelateerde huurcomponent’ toevoegen. Dit wordt door de retailers heel goed geaccepteerd, omdat men inziet dat we een gezamenlijke doelstelling hebben. Indien wij als Corio ervoor zorgen dat onze huurder extra omzet haalt, profiteren we mee. Win-win situatie, ik kan het niet anders zien. Daarnaast kunnen we omzetcijfers ver-

gelijken, afwijkingen signaleren en hier de retailers over informeren. Het blijft dan wel merkwaardig dat ook hier blijkbaar de econo-mische crisis voor nodig is om partijen dit in te kunnen laten zien.”

Uiteindelijk is Corio´s enige belang om op de lange termijn de totale omzet van de retailers in een winkelcentrum te maximaliseren en optimaliseren. Door het creëren van favourite meeting places waar de consument graag komt. ¨En ach, dan romen we gemiddeld over alle sectoren zo´n 10% van die omzet af en noemen we het ‘huur’,” besluit van Haaren.

“Wie zegt dat we geen omzetgerelateerde huur hebben in Nederland?” ❚

vast

goed

in re

tail

21

Page 22: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ ing ]

vast

goed

in re

tail

22

xx”

Page 23: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

23

Webshop tweede etalage

Binnensteden aan vooravond andere wereldWelke gevolgen heeft de groei van online shoppen voor onze winkelcentra? Jeansspecialist Jan Peters (score) is van mening dat een retailer niet meer zonder internet kan. annet elzenaar (ing real estate development) houdt vertrouwen in de aanwezigheid van een gevarieerd winkelaanbod in de binnenstad. over één ding zijn ze het eens: binnensteden staan aan de vooravond van een andere wereld. en de ver-anderingen gaan wellicht sneller dan we ooit kunnen vermoeden.’

Annet Elzenaar is adjunct-directeur bij ING Real Estate Development en gespecialiseerd in winkels. Zij werkt aan de ontwikkeling van levendige

stadscentra met een goede mix van winkels, horeca en andere voorzieningen. Jan Peters heeft begin jaren tachtig de jeansketen Score opgericht, een van de succesvolste retailor-ganisaties in Nederland Met ruim 80 win-kels op A1-locaties in Nederland, België en Duitsland is Score een internationale multi-branded jeans retailer. Score staat voor stoer en no-nonsense met als core business jeans voor mannen tussen de vijftien en veertig jaar. Het eigen jeansmerk Chasin’ heeft op dit moment 32 mono brand stores op A1-locaties.

Zij filosoferen samen over de toekomst van onze binnensteden. Voor Elzenaar staat vast dat binnensteden aantrekkelijk blijven voor onder-nemers: ”Binnensteden blijven de belangrijkste

ontmoetingsplek voor heel veel mensen. Zien en gezien worden, ervaren en beleven. Online shoppen leidt wellicht tot minder winkelme-ters van eenzelfde keten. Daartegenover staat dat weer nieuwe winkels opkomen en ook meer vraag is naar horeca en vermaak. Met vrijere openingstijden en een bredere functie-mix worden binnensteden steeds levendiger.”Peters plaatst bij dit optimisme wel wat vraag-tekens. “Vroeger gingen mensen de stad in om zich uitvoerig te oriënteren op het aanbod. Pas daarna werd een keuze gemaakt. Dat verandert heel snel. Wij zien het aantal bezoe-kers aan de stad duidelijk afnemen. Vooral de jongere generatie kijkt eerst op internet. Ik merk het aan mijn eigen dochter. Als zij gaat shoppen, dan weet ze al precies wat ze gaat kopen. Het internet is een tweede etalage.”Voor Score betekent toenemende concurrentie dat de formule zich voortdurend moet ontwikke-len. >

[ ing real estate develoPMent ]

Page 24: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ HooFdstuK ]

Mariënburg in Nijmegen is één van Europa’s mooiste winkelstraten. Maar dat is niet altijd zo geweest. Ruim tien jaar geleden trok het oude Nijmeegse stadscentrum maar weinig bezoekers. Gemeente en ING Real Estate Development vonden de oplossing. Het vervallen gebied werd omgetoverd tot een trendy stadshart waar vele mensen heerlijk wonen, winkelen en uitgaan. Kijk voor meer informatie op www.ingrealestate.com

Kansenzien benutten

09.0619_Adv_CorpRetail_WT.indd 1 25-08-2009 15:31:06

Page 25: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ HooFdstuK ]

vast

goed

in re

tail

25

maar de verkoop grotendeels via het net gaat.”Wat betekent dit voor het strategisch den-ken van ontwikkelaars? Elzenaar: “We gaan naar een grotere diversiteit. Als het voor retai-lers sterker uitmaakt hoe zij ergens aanwe-zig zijn, dan moeten ontwikkelaar en onder-nemer nauwer samenwerken. Wij moeten het podium creëren waarop de ondernemer een goede performance kan neerzetten.” ❚

“Nog dit najaar gaat een vernieuwde www.score.nl de lucht in. Opnieuw in de tijd gezet, nog gebruiksvriendelijker, meer informatie, service en inspiratie. In september openen we een nieuw Score filiaal in Groningen waar onze vir-tuele Score wereld geïntegreerd is in de fysieke winkel. Tussen de fysieke en virtuele winkel mag echt geen verschil meer bestaan. Hierdoor zijn we in staat om een nog betere service aan te bieden. Is een bepaald artikel niet in de winkel aanwezig, dan is het niet meer: kom over enkele dagen maar terug. Het gevraagde artikel wordt de volgende dag via de webshop aan huis bezorgd. Ook bieden we in die winkel meer infor-matie. Via beeldschermen laten we zien hoe zo’n jeans zit. Dat doen we via het web immers ook.”Leidt dat tot minder winkels en lagere huren? Peters verwacht het wel. “Over tien jaar willen mensen echt nog wel winkelen, maar we staan wel aan de vooravond van een andere wereld. Vijftig jaar lang hebben we economische groei gehad. Door hogere welvaart en simpelweg meer inwoners. Nu staan we voor een omslag. We zien onder meer krimp. In tal van gebieden daalt het aantal jongeren. Dat is van invloed op onze vestigingsplaatsen. Bovendien stijgt de omzet via het web. Dat gaat echt gebeuren. Het kan wel eens harder gaan dan we vermoeden.” Hij sluit niet uit dat een winkelier helemaal zonder winkels kan. “Bol.com heeft geen winkels, maar groeit snel. De betrouwbaarheid van het web groeit bovendien sterk. Vandaag kan men zonder zorgen online betalen. Online shoppen zal de winkelhuren onherroepelijk onder druk zetten.”Elzenaar ziet fysieke winkels niet verdwijnen.

“Een winkel biedt wat het web niet kan bieden: je stapt naar binnen en je hebt het. Ik ben ervan overtuigd dat er een grote groep is die persoonlijk wil worden geholpen. Verder speelt marketing een grote rol. Winkels, noem ze showrooms, zijn een geweldige plek om mensen enthousiast te maken voor een bepaalde life-style of een merk. Waarom zou je wel betalen voor tweedimensionale reclame en niet voor reclame met een ‘real life experience’ en directe verkoopmogelijkheid? Als je in een bepaalde straat als merk niet vertegenwoordigd bent, kan dat ook effect hebben op de omzet in je webwinkel. Het is een multichannelstrategie.”Opkomst van nieuwe winkels en ketens is voor Elzenaar nu ook al zichtbaar. “Neem al die telefoonwinkels. Of de koffiewinkels, koffie in tien smaken en een leuke plek om een kopje te drinken. Dat kenden we tien jaar geleden niet. Sommige winkels zullen met minder ruimte toe-kunnen. Andere winkels nemen juist de ruimte voor het presenteren van hun merk. Ook nu al kennen we showroomachtige winkels, neem de Applestore, waar de complete collectie te zien is,

[ ing real estate develoPMent ]

Page 26: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

26

[ KroonenBerg groeP ]

Page 27: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

27

[ KroonenBerg groeP ]

Feeling houden met de consument en zorgen voor een plezierige winkelbeleving. Het zijn belangrijke uitgangspunten voor Kroonenberg groep bij het beheer van haar com-mercieel vastgoed, stelt Paul Bremmer, hoofd commercieel beheer vastgoed bij deze belegger, gevestigd op de hoogste verdiepingen van het WtC-schiphol’.

kroonenberg groep Houdt Feeling met Consument

Neem het winkelcentrum Groot Gelderlandplein in Amsterdam. Kroonenberg Groep wist het vorig jaar te verwerven als onderdeel

van de overname van het retailgedeelte van het Philips Pensioenfonds. Bremmer: “Dat was een zeer omvangrijke overname van ongeveer 400 miljoen euro. Die overname is het afgelopen jaar goed in onze organi-satie opgenomen. We kijken nu wat we aan dit bezit kunnen verbeteren. Bij het Groot Gelderlandplein zijn we gelijk begonnen met het aanpassen van een aantal zaken. Zo hebben we achterstallig onderhoud weg-gewerkt, we hebben lekkages verholpen en

alles geschilderd. Op het plein heeft de Coffee Company een vestiging gekregen.”

Het resultaat is een veel plezieriger winkel-beleving voor de consument, stelt Bremmer vast. “Door sfeer en beleving aan te passen kun je de consumentenstroom beter benut-ten. Hoe meer mensen er door een winkel-centrum lopen hoe beter. Wij zijn natuurlijk wel vastgoedbelegger en willen daar ons rendement op halen. Wij zijn volop bezig om er voor te zorgen dat alles wat wij in onze portefeuille hebben er goed bij staat.” Het aloude adagium schoon, heel en veilig vormt voor Kroonenberg Groep dan ook de

basis voor het beheer van haar commercieel vastgoed.

Maar Kroonenberg Groep doet meer met haar bezit. “Het gaat dan om kleinschalige heront-wikkeling van verschillende panden die we in eigendom hebben. We kijken hoe we het functioneren van een winkelcentrum kunnen optimaliseren. Bijvoorbeeld door het toevoe-gen van vierkante meters of door functies te wijzigen. We zijn daar continu mee bezig.”

Winkelcentrum Hilvertshof in Hilversum vormt daarvan een goed voorbeeld. Het eer-ste overdekte winkelcentrum van Nederland werd in 2001 verworven. Sindsdien is er een aantal wijzigingen doorgevoerd. Zo zijn recent alle gevels van het winkel-centrum vernieuwd, de entree aan de Kerkstraat werd vernieuwd en verbreed. >

Hilvertshof

Page 28: Vastgoed in Retail Jaarboek

Van bank-kantoor naar

winkel

De SNS Winkel wijkt qua inrichting en concept sterk af van het traditionele bankkantoor

Het is een plek waar iedereen gemakkelijk binnenloopt voor

het inwinnen van informatie, het afsluiten van producten en

voor hulp bij het bankieren via internet. In de winkel staat een

verkoopadviseur die de klant helpt. Ook de openingstijden

zijn anders: de winkel is open tijdens winkeltijden, dus ook op

koopavond en op zaterdag. Een SNS Winkel heeft geen balie

om geld op te nemen of te storten.

SNS Bank is op zoek naar nieuwe locaties van 100 tot 150 m2

gelegen in A2 tot B2 winkelgebieden met een winkel-

bestemming en een open uitstraling. Denkt u een interessant

aanbod voor SNS Bank te hebben, neem dan contact

op met Afdeling Vastgoed 030 - 21 96 704

SNS Bank, onderdeel van SNS REAAL, vernieuwt haar dienstverlening en versterkt

daarmee haar distributie kracht. SNS Bank opent landelijk meer dan 300 SNS Winkels.

Deels eigen en deels franchise.

MGS91353-SNS_Adv_Vastgoed_in_Retail.indd 1 09-09-09 16:27

Page 29: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

29

[ KroonenBerg groeP ]

“Daarmee hebben we Hilvertshof een promi-nentere plek in de winkelstraat gegeven. We hebben een aantal winkelunits samenge-voegd en er zijn een aantal trekkers geves-tigd, zoals Zara, WE, Hennes & Mauritz. Club Sportive is er ook bij gekomen, een huurder voor de moderne en jonge bezoe-ker. Dat heeft spin-off voor het hele win-kelcentrum, de doorbloeding is verbeterd. De kracht is de diversiteit aan winkels. Het is weer helemaal van deze tijd, het voldoet aan de ‘look and feel’ eisen van de hedendaagse consument. Feeling met de consument is heel belangrijk voor ons.”

Hilvertshof heeft twee parkeerlagen en vormt daarmee een belangrijk bronpunt voor de binnenstad van Hilversum. Om die reden onderzoekt Kroonenberg Groep of een derde parkeerlaag hier mogelijk is. “We kijken kritisch naar het bezit dat we in portefeuille hebben. Dat kun je een vorm van duurzaamheid noemen. We herontwikkelen bestaande gebouwen met waar mogelijk behoud van de bestaande bebouwing.

Prowinko een geheel nieuw winkelblok aan de Kruisweg, Marktlaan en Marktplein over twee lagen, met daar bovenop parkeren en 49 appartementen. De nieuwe winkels zijn naar buiten gekeerd, de passages zijn verdwenen. De puihoogte wordt 4,5 meter, want het winkelend publiek vindt het nu plezieriger om te winkelen in hoge ruim-tes. Vanuit de retailers was er ook vraag naar meer vierkante meters. Het nieuwe Markthof krijgt een totaaloppervlak van circa 13.000 vierkante meter. Een aantal huurders komt terug, maar we hebben ook nieuwe huurders gecontracteerd zoals The Sting en Hennes & Mauritz.” Volgens de prognoses wordt De Markthof in het derde kwartaal van 2010 opgeleverd.

“We zijn een lange termijn belegger,” bena-drukt Bremmer. “Onze ambitie is om ons bezit te optimaliseren. We zorgen er voor dat hetgeen we hebben er goed bij staat. Goed contact met huurders is voor ons belangrijk. We willen ons vastgoed tot in lengte van jaren behouden, en op die manier behandelen we het ook.” ❚

We implementeren daarbij natuurlijk de technologie die nu beschikbaar is, de gebouwen gebruiken daardoor minder energie. Maar de meeste winkelruimtes leveren we casco op. Dat betekent dat we de inrichting overlaten aan de huurders, die zijn zelf verantwoordelijk voor zaken als verlichting en verwarming. Bij ons project The Bank aan het Rembrandtplein in Amsterdam zijn we verder gegaan. In de plint van het voormalige ABN AMRO gebouw komen multifunctionele ruimtes. Voor de herontwikkeling hebben we bron-nen geslagen voor warmte- en koudeopslag. Dat levert de huurders straks een aanzien-lijke besparing van het energieverbruik op.”

Het project De Markthof in het centrum van Hoofddorp maakt duidelijk dat, indien noodzakelijk, soms kan worden besloten tot sloop van een complex. “Dit winkel-centrum voldeed niet meer aan de huidige eisen. De winkelruimtes waren relatief laag, je moest naar binnen door een aantal passages. We ontwikkelen nu met

‘Gelderlandplein’ beleeft upgrading

vast

goed

in re

tail

29

Rembrandtsplein

Page 30: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

30

[sns BanK ]

in juli van dit jaar werd de eerste vestiging geopend – om precies te zijn in Haarlem – en er zullen nog honderden in het hele land volgen. sns Bank timmert hard aan de weg met een nieuwe winkelformule; alle vestigingen van de financieel dienstverlener zullen een metamorfose ondergaan. Het is een interessante strategie. de bank realiseert zich dat het bedrijf geen retailer pur sang is, maar toch is bij het herinrichten en aankleden van alle vestigingen van de retailgedachte uitgegaan. “in de combinatie met de verkoop van onze producten via internet, zullen de nieuwe fysieke outlets een nieuwe rol gaan spelen. Het doel is voornamelijk om ons merk steviger in de markt te kunnen zetten,” zeggen Herke douw en Matthieu abrahams, beiden vanuit de marketing en communicatie ver-antwoordelijk bij sns Bank voor de implementatie van het project.

sns bank introduCeert nieuWe WinkelFormule in nederland

Page 31: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

31

[ sns BanK ]

plementair aan elkaar moesten zijn. We wilden dat de winkels een meeting point voor de klant zouden worden maar wel dusdanig dat de klant – in een open en transparante omgeving

– eigenlijk zelf zijn oplossingen kon vinden. De medewerkers in de winkels van SNS zouden louter ondersteunend zijn. In de winkels kun-nen potentiële klanten hun informatie verkrij-gen; de winkel heeft acquisitiekracht en dient mee te werken aan de opbouw van het merk.”

Het in Amsterdam gevestigde ontwerpburo VBAT kreeg de opdracht om de nieuwe retail-formule op basis van de strategie te ontwik-kelen. Andy Palmer Smith van VBAT erkent dat het een niet alledaagse vraag was, die aan hem werd voorgelegd. “Feitelijk moest ik een winkel ontwerpen van een bedrijf, dat geen tastbare producten heeft,” zegt hij. “Daarnaast was duidelijk dat de klanten zowel van de site als van de winkel ‘een zelfde gevoel’ moest ervaren. Het moest vooral anders dan anders. In die zin is het dus essen-tieel dat je de consument goed begrijpt. In de financiële dienstverlening gaat het tegenwoor-dig bij de consument om een zoektocht naar betrouwbaarheid. Alles moest dus functioneel zijn.” Volgens Palmer Smith is er daarom gekozen voor een brede ingang, die bijna de gehele breedte van het pand beslaat met aan beide zijden grote billboards. Veel aandacht is er gecreëerd voor de wisselingen van de com-municatie. Daarmee kunnen we de dynamiek van de producten laten zien. Maar daarbij is ook aandacht voor producten van derden. SNS Bank verkoopt immers niet meer alleen haar eigen producten. Daarom heb ik er voor gekozen om elke productgroep op te bouwen op een eigen deel. Voor de informatiezoe-kende consument dus veel gemak.”De eerste proefopstelling van het nieuwe SNS werd achter gesloten deuren in Amersfoort getest.

“Dat hebben we met klanten en medewerkers gedaan,” vertelt Abrahams. “Dit was voor de medewerkers natuurlijk een omslag, hoewel men wel absoluut positief was. Men had het gevoel gekregen dat men nu ‘eindelijk’ de juiste rol kon gaan vervullen die men bij SNS Bank voor ogen had.”

Image Builders uit Apeldoorn werd gevraagd voor de praktische uitvoering. Commercieel

directeur Jan Berends bevestigt – net als Andy Palmer Smith – dat het om een uniek project ging. “Toen we de schetsen voorgelegd kregen en we bekeken hoe we de klus zouden aanpak-ken, werd al heel snel duidelijk dat SNS Bank wilde dat de informatiezoekende consument nadrukkelijk niet het gevoel moest hebben dat ze een bank zou binnenstappen. Een echte winkelformule dus. De uitstraling was nieuws-gierigheid opwekkend.” Volgens Berends zie je in het concept duidelijk een stuk professi-onalisering, maar ook een hele andere insteek ten opzichte van de traditionele bankgedachte.

“Ik denk dat ze met deze visie andere banken intussen een stapje voor zijn.”

Douw en Abrahams verwachten nog voor het einde van dit jaar ongeveer 40 shops op deze wijze te hebben ingericht. Opvallend is de flexibiliteit van het systeem: “De consument is immers grillig. We constateerden dit al eer-der. Niemand weet hoe deze over een jaar, of over twee jaar tegen ‘het bankwezen’ aankijkt. De inrichting van de winkels is daarom modu-lair van opbouw. En de ontwikkeling van de dynamische communicatie is uiteraard nauw verbonden aan het voortschrijdend inzicht dat we in de komende jaren met deze formule ontwikkelen.”

Toch moet de ‘buitenwereld’ nog steeds wen-nen aan de visie dat een bank ook een winkel kan of wil zijn. Abrahams en Douw tot slot: “In onze zoektocht naar nieuwe locaties, merken we nogal eens dat gemeenten soms huiverig zijn om ons een plek te gunnen op traditionele winkellocaties. Men ziet ons niet altijd als

‘winkel’. Pas als we het uitleggen en de visie nader verklaren, dan komt de overtuiging. Wij denken dat dit concept een verrijking is voor elk winkelcentrum. Wij hopen daarom ook dat in de toekomst dit concept in aanmerking mag komen voor bijvoorbeeld de Retail Jaarprijs. Nu vallen we nog niet in de criteria die de Jaarprijs hanteert. Wij zijn er echter van over-tuigd dat we met dit concept wel degelijk met retail bezig zijn. Dat heeft de eerste vestiging in Haarlem in deze korte tijd al bewezen en zullen alle nog om te bouwen vestigingen in de komende tijd ook zeker gaan aantonen. SNS Bank profileert zich dus met een retailcon-cept.” ❚

Het is allemaal een uitvloeisel van een heroriëntatie van de eigen stra-tegie. “We gaan in onze winkels ook producten van andere finan-

cieel dienstverleners verkopen en we richten ons op het lanceren van een ander distributie-concept. Hoewel de website www.snsbank.nl feitelijk de primaire winkel is, zijn de fysieke outlets essentieel geworden om onszelf – als bedrijf, als merk – tastbaar te maken naar de consument. We hebben een gezicht als we met onze winkels in de centra zitten. Het is een ondersteuning aan de opbouw van ons merk.” Volgens het tweetal is het de ambitie om op deze wijze in geheel Nederland het con-cept uit te rollen. “We hebben nu 140 winkels, maar we ambiëren in Nederland uiteindelijk op een totaal aantal van ongeveer 300 winkels uit te komen.”

Nadat enkele jaren geleden intern de nieuwe strategie was gedefinieerd, ontstond concreet de opgave om een winkelformule te bedenken die bij SNS past. Met andere woorden: hoe gaat de winkel er uit zien? “We realiseerden ons dat het internet en de fysieke shop com-

plementair aan elkaar moesten zijn. We wilden dat de winkels een meeting point voor de klant zouden worden maar wel dusdanig dat de klant – in een open en transparante omgeving

– eigenlijk zelf zijn oplossingen kon vinden. De medewerkers in de winkels van SNS zouden louter ondersteunend zijn. In de winkels kun-nen potentiële klanten hun informatie verkrij-gen; de winkel heeft acquisitiekracht en dient mee te werken aan de opbouw van het merk.”

Het in Amsterdam gevestigde ontwerpburo VBAT kreeg de opdracht om de nieuwe retail-formule op basis van de strategie te ontwik-kelen. Andy Palmer Smith van VBAT erkent dat het een niet alledaagse vraag was, die aan hem werd voorgelegd. “Feitelijk moest ik een winkel ontwerpen van een bedrijf, dat geen tastbare producten heeft,” zegt hij. “Daarnaast was duidelijk dat de klanten zowel van de site als van de winkel ‘een zelfde gevoel’ moest ervaren. Het moest vooral anders dan anders. In die zin is het dus essen-tieel dat je de consument goed begrijpt. In de financiële dienstverlening gaat het tegenwoor-dig bij de consument om een zoektocht naar betrouwbaarheid. Alles moest dus functioneel zijn.” Volgens Palmer Smith is er daarom gekozen voor een brede ingang, die bijna de gehele breedte van het pand beslaat met aan beide zijden grote billboards. Veel aandacht is er gecreëerd voor de wisselingen van de com-municatie. Daarmee kunnen we de dynamiek van de producten laten zien. Maar daarbij is ook aandacht voor producten van derden. SNS Bank verkoopt immers niet meer alleen haar eigen producten. Daarom heb ik er voor gekozen om elke productgroep op te bouwen op een eigen deel. Voor de informatiezoe-kende consument dus veel gemak.”De eerste proefopstelling van het nieuwe SNS werd achter gesloten deuren in Amersfoort getest.

“Dat hebben we met klanten en medewerkers gedaan,” vertelt Abrahams. “Dit was voor de medewerkers natuurlijk een omslag, hoewel men wel absoluut positief was. Men had het gevoel gekregen dat men nu ‘eindelijk’ de juiste rol kon gaan vervullen die men bij SNS Bank voor ogen had.”

Image Builders uit Apeldoorn werd gevraagd voor de praktische uitvoering. Commercieel

directeur Jan Berends bevestigt – net als Andy Palmer Smith – dat het om een uniek project ging. “Toen we de schetsen voorgelegd kregen en we bekeken hoe we de klus zouden aanpak-ken, werd al heel snel duidelijk dat SNS Bank wilde dat de informatiezoekende consument nadrukkelijk niet het gevoel moest hebben dat ze een bank zou binnenstappen. Een echte winkelformule dus. De uitstraling was nieuws-gierigheid opwekkend.” Volgens Berends zie je in het concept duidelijk een stuk professi-onalisering, maar ook een hele andere insteek ten opzichte van de traditionele bankgedachte.

“Ik denk dat ze met deze visie andere banken intussen een stapje voor zijn.”

Douw en Abrahams verwachten nog voor het einde van dit jaar ongeveer 40 shops op deze wijze te hebben ingericht. Opvallend is de flexibiliteit van het systeem: “De consument is immers grillig. We constateerden dit al eer-der. Niemand weet hoe deze over een jaar, of over twee jaar tegen ‘het bankwezen’ aankijkt. De inrichting van de winkels is daarom modu-lair van opbouw. En de ontwikkeling van de dynamische communicatie is uiteraard nauw verbonden aan het voortschrijdend inzicht dat we in de komende jaren met deze formule ontwikkelen.”

Toch moet de ‘buitenwereld’ nog steeds wen-nen aan de visie dat een bank ook een winkel kan of wil zijn. Abrahams en Douw tot slot: “In onze zoektocht naar nieuwe locaties, merken we nogal eens dat gemeenten soms huiverig zijn om ons een plek te gunnen op traditionele winkellocaties. Men ziet ons niet altijd als

‘winkel’. Pas als we het uitleggen en de visie nader verklaren, dan komt de overtuiging. Wij denken dat dit concept een verrijking is voor elk winkelcentrum. Wij hopen daarom ook dat in de toekomst dit concept in aanmerking mag komen voor bijvoorbeeld de Retail Jaarprijs. Nu vallen we nog niet in de criteria die de Jaarprijs hanteert. Wij zijn er echter van over-tuigd dat we met dit concept wel degelijk met retail bezig zijn. Dat heeft de eerste vestiging in Haarlem in deze korte tijd al bewezen en zullen alle nog om te bouwen vestigingen in de komende tijd ook zeker gaan aantonen. SNS Bank profileert zich dus met een retailcon-cept.” ❚

Het is allemaal een uitvloeisel van een heroriëntatie van de eigen stra-tegie. “We gaan in onze winkels ook producten van andere finan-

cieel dienstverleners verkopen en we richten ons op het lanceren van een ander distributie-concept. Hoewel de website www.snsbank.nl feitelijk de primaire winkel is, zijn de fysieke outlets essentieel geworden om onszelf – als bedrijf, als merk – tastbaar te maken naar de consument. We hebben een gezicht als we met onze winkels in de centra zitten. Het is een ondersteuning aan de opbouw van ons merk.” Volgens het tweetal is het de ambitie om op deze wijze in geheel Nederland het con-cept uit te rollen. “We hebben nu 140 winkels, maar we ambiëren in Nederland uiteindelijk op een totaal aantal van ongeveer 300 winkels uit te komen.”

Nadat enkele jaren geleden intern de nieuwe strategie was gedefinieerd, ontstond concreet de opgave om een winkelformule te bedenken die bij SNS past. Met andere woorden: hoe gaat de winkel er uit zien? “We realiseerden ons dat het internet en de fysieke shop com-

plementair aan elkaar moesten zijn. We wilden dat de winkels een meeting point voor de klant zouden worden maar wel dusdanig dat de klant – in een open en transparante omgeving

– eigenlijk zelf zijn oplossingen kon vinden. De medewerkers in de winkels van SNS zouden louter ondersteunend zijn. In de winkels kun-nen potentiële klanten hun informatie verkrij-gen; de winkel heeft acquisitiekracht en dient mee te werken aan de opbouw van het merk.”

Het in Amsterdam gevestigde ontwerpburo VBAT kreeg de opdracht om de nieuwe retail-formule op basis van de strategie te ontwik-kelen. Andy Palmer Smith van VBAT erkent dat het een niet alledaagse vraag was, die aan hem werd voorgelegd. “Feitelijk moest ik een winkel ontwerpen van een bedrijf, dat geen tastbare producten heeft,” zegt hij. “Daarnaast was duidelijk dat de klanten zowel van de site als van de winkel ‘een zelfde gevoel’ moest ervaren. Het moest vooral anders dan anders. In die zin is het dus essen-tieel dat je de consument goed begrijpt. In de financiële dienstverlening gaat het tegenwoor-dig bij de consument om een zoektocht naar betrouwbaarheid. Alles moest dus functioneel zijn.” Volgens Palmer Smith is er daarom gekozen voor een brede ingang, die bijna de gehele breedte van het pand beslaat met aan beide zijden grote billboards. Veel aandacht is er gecreëerd voor de wisselingen van de com-municatie. Daarmee kunnen we de dynamiek van de producten laten zien. Maar daarbij is ook aandacht voor producten van derden. SNS Bank verkoopt immers niet meer alleen haar eigen producten. Daarom heb ik er voor gekozen om elke productgroep op te bouwen op een eigen deel. Voor de informatiezoe-kende consument dus veel gemak.”De eerste proefopstelling van het nieuwe SNS werd achter gesloten deuren in Amersfoort getest.

“Dat hebben we met klanten en medewerkers gedaan,” vertelt Abrahams. “Dit was voor de medewerkers natuurlijk een omslag, hoewel men wel absoluut positief was. Men had het gevoel gekregen dat men nu ‘eindelijk’ de juiste rol kon gaan vervullen die men bij SNS Bank voor ogen had.”

Image Builders uit Apeldoorn werd gevraagd voor de praktische uitvoering. Commercieel

directeur Jan Berends bevestigt – net als Andy Palmer Smith – dat het om een uniek project ging. “Toen we de schetsen voorgelegd kregen en we bekeken hoe we de klus zouden aanpak-ken, werd al heel snel duidelijk dat SNS Bank wilde dat de informatiezoekende consument nadrukkelijk niet het gevoel moest hebben dat ze een bank zou binnenstappen. Een echte winkelformule dus. De uitstraling was nieuws-gierigheid opwekkend.” Volgens Berends zie je in het concept duidelijk een stuk professi-onalisering, maar ook een hele andere insteek ten opzichte van de traditionele bankgedachte.

“Ik denk dat ze met deze visie andere banken intussen een stapje voor zijn.”

Douw en Abrahams verwachten nog voor het einde van dit jaar ongeveer 40 shops op deze wijze te hebben ingericht. Opvallend is de flexibiliteit van het systeem: “De consument is immers grillig. We constateerden dit al eer-der. Niemand weet hoe deze over een jaar, of over twee jaar tegen ‘het bankwezen’ aankijkt. De inrichting van de winkels is daarom modu-lair van opbouw. En de ontwikkeling van de dynamische communicatie is uiteraard nauw verbonden aan het voortschrijdend inzicht dat we in de komende jaren met deze formule ontwikkelen.”

Toch moet de ‘buitenwereld’ nog steeds wen-nen aan de visie dat een bank ook een winkel kan of wil zijn. Abrahams en Douw tot slot: “In onze zoektocht naar nieuwe locaties, merken we nogal eens dat gemeenten soms huiverig zijn om ons een plek te gunnen op traditionele winkellocaties. Men ziet ons niet altijd als

‘winkel’. Pas als we het uitleggen en de visie nader verklaren, dan komt de overtuiging. Wij denken dat dit concept een verrijking is voor elk winkelcentrum. Wij hopen daarom ook dat in de toekomst dit concept in aanmerking mag komen voor bijvoorbeeld de Retail Jaarprijs. Nu vallen we nog niet in de criteria die de Jaarprijs hanteert. Wij zijn er echter van over-tuigd dat we met dit concept wel degelijk met retail bezig zijn. Dat heeft de eerste vestiging in Haarlem in deze korte tijd al bewezen en zullen alle nog om te bouwen vestigingen in de komende tijd ook zeker gaan aantonen. SNS Bank profileert zich dus met een retailcon-cept.” ❚

Het is allemaal een uitvloeisel van een heroriëntatie van de eigen stra-tegie. “We gaan in onze winkels ook producten van andere finan-

cieel dienstverleners verkopen en we richten ons op het lanceren van een ander distributie-concept. Hoewel de website www.snsbank.nl feitelijk de primaire winkel is, zijn de fysieke outlets essentieel geworden om onszelf – als bedrijf, als merk – tastbaar te maken naar de consument. We hebben een gezicht als we met onze winkels in de centra zitten. Het is een ondersteuning aan de opbouw van ons merk.” Volgens het tweetal is het de ambitie om op deze wijze in geheel Nederland het con-cept uit te rollen. “We hebben nu 140 winkels, maar we ambiëren in Nederland uiteindelijk op een totaal aantal van ongeveer 300 winkels uit te komen.”

Nadat enkele jaren geleden intern de nieuwe strategie was gedefinieerd, ontstond concreet de opgave om een winkelformule te bedenken die bij SNS past. Met andere woorden: hoe gaat de winkel er uit zien? “We realiseerden ons dat het internet en de fysieke shop com-

Page 32: Vastgoed in Retail Jaarboek

www.wpmgroep.nl

Meer dan ooit verandert de vastgoedmarkt. Meer dan ooit eist u betrouwbaarheid, expertise en vooral resultaat. WPM Groep kent u als onafhankelijke dienstverlener vooral als toonaangevend op het gebied van management van kantoor- en winkel- vastgoed en als specialist op het gebied van herontwikkeling van winkelgebieden.

Wij leveren onderscheidende en specialistische producten, die samen de totale levens- cyclus van commercieel onroerend goed omvatten.

Ons doel is altijd duidelijk: samen met u meerwaarde creëren. Want wie vandaag optimaal wil presteren moet durven anticiperen op veranderingen in de markt. Met WPM Groep staat u er niet alleen voor. Meer weten? Kijk op onze website.

advies, management, verhuur, (her)ontwikkeling, taxaties en bemiddeling

Page 33: Vastgoed in Retail Jaarboek

Winkelcentrum Zaailand Leeuwarden

Doorsnede Winkelcentrum Zaailand

Page 34: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

34

[ HooFdstuK ]

vast

goed

in re

tail

34

[ iMage Builders ]

Page 35: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ HooFdstuK ]

vast

goed

in re

tail

35

[ iMage Builders ]

vast

goed

in re

tail

35

Met eind vorig jaar de opening van een vestiging in de russische hoofdstad Moskou en de al bestaande en goed draaiende vestiging in China, heeft het in apeldoorns gezetelde image Builders niets te klagen. Het bedrijf wordt steeds vaker gevraagd om retail interieurs te ontwikkelen, te bouwen en te onderhou-den. volgens commercieel directeur Jan Berends wil image Builders de komen-de jaren zich dan ook verder focussen op de europese roll-out van formules. “onze uitdaging is om in een relatief korte tijd die winkel neer te zetten, die de klant wil,” zegt hij. “Wij maken voor onze opdrachtgevers de hardware bij het merkconcept, waardoor de klant zich overal herkenbaar op de kaart kan zet-ten.”

Berends vertelt dat de input van de interieurbouwers steeds belangrijker wordt in de vraag hoe een zaak in te richten.

“Opdrachtgevers zoeken op dit moment vooral, buiten de bevestiging van de ‘bran-didentiteit’, naar de minste belasting voor het milieu, ze willen goede materiaalkeuze, wensen flexibiliteit en bestuderen altijd de meest economische opties. En dat laatste betekent vooral ‘snel en goedkoop’. Hoe snel snel is, verschilt echter per product. Voor de ontwikkeling en de engineering van het compleet concept, heeft men soms wel een paar maanden nodig. Het hangt er ook vanaf in hoeverre de klant wil meebepalen en hoe groot zijn technische kennis is.” Volgens Berends is de opdracht die het bedrijf verkreeg van SNS Bank een goed voorbeeld van hoe je snel kunt bouwen. “De complete formule dient in rap tempo te worden uitgerold over heel Nederland,” zegt hij. “SNS Bank zocht een nieuwe herkenbare identiteit met een unieke win-kelformule.”

Specifieke trends in de interieurbouw zijn moeilijk te definiëren, meent Berends. “Op dit moment echter staat ‘vintage’ wel veel in de belangstelling. Men maakt dan in het interieur gebruik van een min of meer beschadigd uiterlijk. Net zoals je dat bij jeans ziet, die opzettelijke scheuren in de stof hebben. Het is lastig om te zeggen waar trends vandaan komen. In de kle-dingbranche zie je vaak dat tegengestelde trends elkaar opvolgen. In het interieur lijkt er nu meer behoefte aan huiselijkheid. >

Jan Berends van Image Builders ‘Interieur bepaalt mede het imago’

Met eind vorig jaar de opening van een vestiging in de russische hoofdstad Moskou en de al bestaande en goed draaiende vestiging in China, heeft het in apeldoorns gezetelde image Builders niets te klagen. Het bedrijf wordt steeds vaker gevraagd om retail interieurs te ontwikkelen, te bouwen en te onderhou-den. volgens commercieel directeur Jan Berends wil image Builders de komen-de jaren zich dan ook verder focussen op de europese roll-out van formules. “onze uitdaging is om in een relatief korte tijd die winkel neer te zetten, die de klant wil,” zegt hij. “Wij maken voor onze opdrachtgevers de hardware bij het merkconcept, waardoor de klant zich overal herkenbaar op de kaart kan zet-ten.”

Berends vertelt dat de input van de interieurbouwers steeds belangrijker wordt in de vraag hoe een zaak in te richten.

“Opdrachtgevers zoeken op dit moment vooral, buiten de bevestiging van de ‘bran-didentiteit’, naar de minste belasting voor het milieu, ze willen goede materiaalkeuze, wensen flexibiliteit en bestuderen altijd de meest economische opties. En dat laatste betekent vooral ‘snel en goedkoop’. Hoe snel snel is, verschilt echter per product. Voor de ontwikkeling en de engineering van het compleet concept, heeft men soms wel een paar maanden nodig. Het hangt er ook vanaf in hoeverre de klant wil meebepalen en hoe groot zijn technische kennis is.” Volgens Berends is de opdracht die het bedrijf verkreeg van SNS Bank een goed voorbeeld van hoe je snel kunt bouwen. “De complete formule dient in rap tempo te worden uitgerold over heel Nederland,” zegt hij. “SNS Bank zocht een nieuwe herkenbare identiteit met een unieke win-kelformule.”

Specifieke trends in de interieurbouw zijn moeilijk te definiëren, meent Berends. “Op dit moment echter staat ‘vintage’ wel veel in de belangstelling. Men maakt dan in het interieur gebruik van een min of meer beschadigd uiterlijk. Net zoals je dat bij jeans ziet, die opzettelijke scheuren in de stof hebben. Het is lastig om te zeggen waar trends vandaan komen. In de kle-dingbranche zie je vaak dat tegengestelde trends elkaar opvolgen. In het interieur lijkt er nu meer behoefte aan huiselijkheid. >

Page 36: Vastgoed in Retail Jaarboek

A tribute to the partners we

recently worked for…

on tour

Creation in your own image

ToursChedule 2009(shorTened overview)

sns BAnK6 CiTies, The neTherlAndsAugust 2009

ToMMY hilFiGerisTAnBul/izMir/AnKArA, TurKeYAugust 2009

AdidAs AGMonTreAl/ToronTo/vAnCouver, CAnAdAAugust 2009

villA hAPPwinsChoTen, The neTherlAndsAugust 2009

levi’s sTrAussCisTernA di lATinA/nAPoli, iTAlYAugust 2009

levi’s sTrAussPAris/GrenoBle, FrAnCeAugust 2009

levi’s sTrAussAndorrAAugust 2009

devereAuXAPeldoorn, The neTherlAndsAugust 2009

AuPinGArnheM, The neTherlAndsAugust 2009

AuPinGluMMen, BelGiuMAugust 2009

roY roBsonwArsAw, PolAndAugust 2009

roY roBsonosnABrÜCK/BoChuM, GerMAnYAugust 2009

CKsTurnhouT/BrAssChAAT, BelGiuMAugust 2009

www.imagebuilders.nl

[email protected]

T 0031 55 53 93 810

090997 Adv On Tour-Instore.indd 1 11-09-2009 11:16:36

Page 37: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

37

vast

goed

in re

tail

37

De gemoedelijkheid dient aanwezig te zijn. Een aantal concepten die we nu uitrol-len, zoals bijvoorbeeld Adidas Originals en Levi’s Revolution 2 zijn hiervan fraaie voorbeelden.” Imagebuilders en haar medewerkers zijn vol vertrouwen voor de komende jaren. “De start in Moskou geeft ons nieuwe mogelijk-heden om de Russische markt te bewerken. Zo zijn we onder andere bezig met het inrichten van de Levi’s Shops in Moskou zelf, Sint-Petersburg en Jekatarinaburg. We kennen de Russische regelgeving goed; onze opdrachtgevers hoeven zich geen zor-gen te maken over alle benodigde invoer-rechten en douaneprocedures. Dat doen wij voor hen. Verder concentreren we ons voortdurend op het verbeteren van onze dienstverlening. We willen bovengemiddeld bedienen. Van de site survey helemaal bij aanvang van het traject tot aan de defi-nitieve oplevering of het reguliere onder-houd. Wij zijn er van overtuigd dat alleen op deze wijze het gekozen concept de

meeste toegevoegde waarde blijft leveren aan de ambities van onze opdrachtgevers. En die ambities vallen of staan immers bij het eigen imago. En precies dáár zit onze kracht; het bouwen. ❚

[ iMage Builders ]

Page 38: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

38

[ delta lloyd vastgoed ]

Van Hagen zit al ruim 21 jaar bij Delta Lloyd maar ook vóór dat ze bij de Amsterdamse verzekeraar startte, was ze al 15 jaar actief in het

retailvastgoed. De periode zoals die zich nu heeft aangediend, heeft ze niet eerder zo zwaar meegemaakt, maar het is voor haar wel te verklaren. “Je ziet het vooral bij de perifere grootschalige detailhandellocaties. Die blijken nu merendeels toch geen goede trekkracht te hebben om te kunnen overle-ven. Ze zijn vaak te klein. Nieuwe plannen stranden daarom nu. Maar ik snap de wens om buiten bestaande centra te ontwikkelen wel. Het is immers heel lastig om een win-kelcentrum te herontwikkelen. Er is daar een relatief grote kans op bezwaren van

burgers en andere stakeholders terwijl ‘in het weiland’ de knelpunten minder promi-nent aanwezig zijn. Maar door het ontbreken van gemeentelijke of regionale afstemming ontstond er toch scheefgroei door die peri-fere detailhandel. Er hoeft maar één sterke gemeente in de regio te zijn, die overstemt. In tijden van economische voorspoed maakt dat allemaal niet zo veel uit. Alles blijft goed lopen. Maar nu er een correctie is, zie je centra in problemen komen. Er is een tijd van nadere beschouwing aangebroken.”

Volgens Mastop is de ondergrens van de buurtwinkelcentra omhoog gegaan. “Je moet dus een grotere minimale omvang hebben om succesvol te kunnen opereren,” zegt ze.

ook aan delta lloyd vastgoed gaan de economische perikelen van dit moment niet ongemerkt voorbij. Maar op het kantoor in amsterdam blijft men positief. sterker nog: de time out van dit moment levert genoeg leermomenten op. volgens Marianne van Hagen, portfoliomanager winkels en rianne Mastop, accountmanager winkels bij delta lloyd, heeft de crisis ook veel goeds opgeleverd. “Het was de dwaasheid voorbij en dat is nu over,” zegt het tweetal. “in het verleden kon alles terwijl nu blijkt dat niet alles kon. gevolg: simpelweg ‘terug naar de basis’. Het is een pas op de plaats, een her-schikking. We realiseren ons meer dan ooit dat de te maken plannen écht toekomst-waarde moeten hebben.”

Delta Lloyd Vastgoed handelt op basis van voortschrijdend inzicht…

‘Er is geen blauwdruk voor

het winkel- centrum van de

toekomst’

“Bovendien dient er een grote diversiteit aan winkels aanwezig te zijn om het verzorgings-gebied optimaal te kunnen bedienen. Noem het maar ‘Boodschappen-Plus’. Vanuit onze visie zitten wij daarom ook het liefst in winkel-centra vanaf 10.000m2. Wij denken dat dáár het begin van de potentie zit. Kleiner dan die 10.000m2 wordt in de toekomst moeilijker.”

Maar daarnaast gaat het natuurlijk ook om de kwaliteit van het ondernemerschap van de retailers. “We hebben vanuit onze rol van Delta Lloyd regelmatig gesprekken daarover met onze huurders,” zeggen Van Hagen en Mastop. “Er liggen nog zo veel kansen, maar de retailers moeten zich realiseren dat de consument tevreden gesteld wil worden. Een mens wil zichzelf nog steeds

‘uitlaten’. Ondanks het toenemende gebruik van internet koopt men écht niet alles van achter toetsenbord en monitor en gaat dat ook niet doen. Je dient je er van bewust te zijn dat het niet meer zo eenvoudig is om je vaste klanten te behouden. De consument is mobieler geworden. Ze willen meer en meer. Als je als betere boekhandel bijvoorbeeld nog steeds niet begrijpt, dat je een kop koffie moet schenken voor je klanten, dan zul je op een gegeven moment de slag gaan missen.”

Maar ook gemeenten dienen volgens Van Hagen te weten dat er in een woongebied rondom een winkelcentrum altijd cyclische veranderingen zijn. “Er wordt eigenlijk nog te veel op het ‘nu’ gepland terwijl men meer naar de toekomst moet kijken. Je ziet het regelmatig bij stedenbouwkundigen: die beredeneren te veel vanuit de vaste normen die altijd golden. Resultaat: te kleine woonwijken met te kleine buurtwin-kelcentra. Maar de tijden zijn veranderd en blijven veranderen. Je moet dynamischer plannen en dat kan absoluut. Zo dien je bij de ontwikkeling van een woonwijk en een winkelcentrum al van meet af aan ruimte vrij te houden om in de toekomst meer woningen in de wijk te kunnen rea-liseren en het winkelcentrum te kunnen uitbreiden. Anticiperen is het sleutelwoord.” En verder, vult Mastop aan, mag de colour local niet vergeten worden. “Natuurlijk heeft de consument behoefte aan de grote jongens

Page 39: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ delta lloyd vastgoed ]

vast

goed

in re

tail

39

in de straat, maar de kleine zelfstandigen bepalen mede de kracht van een winkel-centrum. Maar juist dáár is wel écht onder-nemerschap noodzakelijk.” Mastop en Van Hagen menen dan ook dat deze ondernemers niet altijd alles zelf moeten willen doen. We adviseren deze winkels om samenwerking te zoeken met inkoop en marketingorganisaties en acties op elkaar af te stemmen met de collega ondernemers. Praat meer met je buren. Ken je klanten, ken je markt, weet wat er in de omgeving gebeurt en speel daar op in. Waarom niet een thuisbrengservice? Werk aan een ‘totaalconcept’ maar… ga er nooit van uit dat je eigen concept altijd het beste is. Wees kritisch op jezelf en blijf vernieuwen. En dat geldt ook voor de

service die je verleent. De consument wil aandacht. Daar zit enorm veel potentie. Wij vrezen echter dat kleine retailers niet elke dag met dit soort zaken bezig zijn, maar het is wel de basis voor blijvend succes.”

Toch zeggen Mastop en Van Hagen dat ze bewust niet op de stoel van de ondernemer willen zitten. “We hebben het er vaak over met onze huurders, maar uiteindelijk moet iedereen wel zijn eigen rol weten. Wij zijn belegger en daar ligt ons belang. Maar je kunt alleen maar goed beleggen als je weet hoe het speelveld in elkaar zit. We willen als een bondgenoot optrekken met onze huurders. Het is onze prioriteit om te faciliteren zodat winkeliers goed hun geld kunnen verdienen.”

Hoe het winkelcentrum van de toekomst eruit ziet, weet het tweetal niet. “Om daar nu al uitspraken over te doen, zou com-pleet in tegenspraak zijn met onze visie op dynamische winkelplanning,” besluit Van Hagen. “Er zijn geen zekerheden meer. Er is geen blauwdruk. We handelen naar bevind van zaken en op basis van voortschrijdend inzicht. Één aspect zal echter nooit ver-anderen: de consument wil kijken, voelen, proeven en ruiken. Dan kan de opkomst van het internet nog zo groot zijn, de consument wil naar buiten toe en heeft behoefte aan aandacht. Juist op dat vlak liggen de kansen voor de retail. Dat geldt dus ook voor de plan-vorming: die moet dynamisch en flexibel zijn én een toekomstwaarde in zich hebben.” ❚

Page 40: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ rsP retail ]

de winkelmakelaarsvan rsP retail

vast

goed

in re

tail

40

Naast de reguliere aan-/verhuur en aan-/ver-koop van solitaire winkelpanden is RSP Retail tevens actief op de ‘winkelbeleggingsmarkt’en met de projectmatige verhuur van winkelcen-tra. RSP Retail draagt vanaf de planfase (lay-out, branchering, huurprijsadvies etc) tot en met de uiteindelijke verhuur zorg voor de tota-le invulling van betreffende winkelprojecten.

Ervaring en expertise zijn hierbij noodzakelijk waarbij de vier winkelmakelaars van RSP Makelaars: Ronald Borrenbergs, Philibert Bluijssen, Dirk van Beurden en Mark van Zwam garant staan voor jarenlange ervaring binnen de winkelvastgoed wereld. Het kan-toor van RSP Makelaars telt in totaal 14 makelaars-/taxateurs waarbij de 4 winkelma-kelaars actief zijn in Zuid Nederland.

“Mede vanwege ons dagelijks contact met de landelijke winkelketens én de contacten metde lokale winkeliers hebben wij zicht op devraag vanuit de detaillisten. Uiteindelijk is het ons specialisme om deze kennis aan te wenden in onze advisering aan de ontwikkelaar met het uiteindelijke doel om bestaande winkelstructuren te versterken welke een dusdanige toekomstwaarde krij-gen, dat er een duurzame ontwikkeling ont-staat, allen op een dusdanige wijze dat de consument zich makkelijk kan identi-ficeren met de uiteindelijke ontwikkeling.”

“Namens verscheidene vooraanstaande ont-wikkelaars zoals ING Vastgoedontwikkeling, Heijmans, Bouwfonds Ontwikkeling, Unibail-Rodamco en Foruminvest hebben wij reeds

mogen zorgdragen voor de gehele commer-ciële begeleiding van diverse winkelcen-tra. Op dit moment zijn wij druk doende met de voorbereidingen en verhuur van onder andere de centrumprojecten te Mierlo, Boxtel, Terneuzen en Sint- Michielsgestel. Onderstaand lichten wij een aantal (nage-noeg) gerealiseerde projecten eruit.”

“Eén van de gerealiseerde projecten is gele-gen te Eindhoven en betreft de uitbreiding van het stadsdeelcentrum WC Woensel. De uitbreiding omvatte circa 15.000 m² nieuw-bouw winkelruimte en is gericht op de ver-sterking van de bestaande winkelstructuur. Met de komst van H&M, Esprit, MEXX, Ici Paris, Open 32, EDC Esprit, Xenos en La Place zijn wij hier namens verhuurder ruim-

Page 41: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ rsP retail ]

vast

goed

in re

tail

41

schoots in geslaagd. Het grote verzorgings-gebied alsmede de passantenstromen recht-vaardigen het huurprijsniveau welke varieert van €350,00tot €675,00 per m² per jaar.”

“Overige ontwikkelingen die gericht zijn op de versterking van de bestaande winkel-structuur betreffen de door RSP Retail uit-gevoerde winkelprojecten te Valkenswaard alwaar de Corridor West (ca. 2.500 m²) door ons kantoor is verhuurd aan partijen zoals Hunkemöller, De Tuinen, Bakker Bart, AktieSport, My Way en Trekpleister. Met de reali-satie van Corridor West is de winkelstructuur dusdanig versterkt en geconcentreerd op de Corridor waar huurprijzen worden gerealiseerd van €350,00 tot €425,00 per m² per jaar. Een ander voorbeeld uit de regio betreft het

winkelcentrum ‘Het Kompas’ te Asten waar wij namens de ontwikkelaar hebben mogen zorgdragen voor de verhuur van ruim 5.600 m² waarbij is verhuurd aan EDAH, Kruidvat, Bakker Bart, Zeeman TextielSupers, Shoeby Fashion, Shoetime en Dobey. Het uiteindelijk gerealiseerde huurprijsniveau komt overeen met vergelijkbare winkelkernen en bedraagt circa €150,00 tot €170,00 per m² per jaar. Tot slot berichten wij u over het nieuwbouw project Rond de Admirant in het centrum van Eindhoven waar wij namens Heijmans/NIB Capital doende zijn om invulling te geven aan een nieuwe winkelgebied van in totaal ruim12.000 m². De oplevering nadert zijn voltooiing waarbij aan één van entrees aan de zijde van V& D inmiddels is opgeleverd aan Geox en Purdey mode.”

“Aan de zijde van het 18 Septemberplein krijgt direct tegenover het Piazza Center het entree gebouw reeds vorm en is het hoogste punt van het grote winkelblok bereikt. De routing, uitstraling alsmede de mix van huurders zoals boekhandel Selexyz Van Piere, Triumph, Tamaris, Airforce, Van Bommel, Douwe Egberts café/geschenkenwinkel, Prénatal, Bruna, La Ligna, The Company, Halfords etc maakt daarmee het bestaande kernwinkelgebied van Eindhoven als winkel-stad compleet." ❚

RSP Makelaars ‘s-Hertogenbosch C.V.Koningsweg 66 (“Het Koningshuis”)

5211 BN ‘s-HertogenboschTel. 073 - 64 88 750www.rspmakelaars.nl

Page 42: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ MetruM ]

Centrum- ontwikkeling

vraagt om door-pakken. Juist nu!

vastgoedontwikkelingen worden stilgelegd, investeerders haperen, ontwikkelaars krijgen de financiering lastig rond, plannen ver-schralen en gemeentelijke verkiezingen zorgen mogelijk voor uitstel van besluiten. dit zijn knelpunten waarmee de vastgoedsector en in het bijzonder die van het winkelvastgoed momenteel te maken hebben. Juist nu ligt de sleutel tot succes bij gezamenlijke urgentie. een integrale visie op de opgave, gedragen door marktpartijen en overheid, het versnellen van de ontwikkelprocessen op basis van innovatieve en solide financiële afspraken en risicomanagement zijn sleutelbegrippen. Metrum adviseert al meer dan 20 jaar overheden en marktpartijen over ontwikkeling en herstructurering van winkelvastgoed en centrumgebieden. doorpakken is het advies. Juist nu.

De Nederlandse winkelvast-goedmarkt verschuift van een uitbreidingsmarkt naar een vervangings- of verdringings-

markt. Vinex-locaties zijn zo goed als afgerond en nieuwe uitbreidingslocatie ontbreken. Samen met afvlakking van

draagvlak zijn dit belangrijke oorzaken voor het agenderen van herstructurering van bestaande winkelgebieden bij beleg-gers, ontwikkelaars en overheden. Dat is maar goed ook. Of het nu gaat om een historisch stad- of dorpscentrum of een buurt- of wijkwinkelcentrum: dit zijn en

blijven logische plekken om te winkelen. Deze winkelgebieden moeten voldoende aantrekkingskracht hebben op de consument die steeds hogere eisen stelt. Dit heeft ook weer effect op nabijgelegen winkelgebieden. Geen eenvoudige opgave dus, die vraagt om doortastendheid en lef om door te pakken.

vast

goed

in re

tail

42

Page 43: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ MetruM ]

verbindenMetrum adviseert ontwikkelaars, beleggers en gemeenten bij deze opgave. Metrum brengt niet alleen inhoudelijke kennis en ervaring mee, maar is vooral ervaren in het verbinden van partijen met uiteenlopende belangen. Overheden en marktpartijen

spreken vaak een andere taal als het om centrumontwikkeling gaat. De bekende vooroordelen spelen een rol. De gemeente zou niet op tijd haar planologische mede-werking verlenen, en de ontwikkelaar zou teveel denken en handelen vanuit com-merciële belangen. >

vast

goed

in re

tail

43

procesmanagement spuikwartier den HaagIn opdracht van gemeente Den Haag ver-zorgt Metrum het procesmanagement voor de gebiedsontwikkeling Spuikwartier. Dit betreft de herstructurering van het gebied rondom de Grote Markstraat waar onder andere nu gewerkt wordt aan de ontwikkeling van de Nieuwe Haagse Passage. Onderdeel van dit project is het vorig jaar opgeleverde Spuimarkt complex dat dit jaar de NRW jaar-prijs in de wacht sleepte.

Page 44: Vastgoed in Retail Jaarboek

Postbus 6645

6503 GC Nijmegen

info metrum.nl

www.metrum.nl

Papendorpseweg 93

3528 BJ Utrecht

T (088) 265 82 56

F (024) 360 60 13

Wijchenseweg 102

6538 SX Nijmegen

T (024) 388 85 05

F (024) 360 60 13

Op grond van kennis

Kennis van CentrumontwikkelingMetrum kent haar opdrachtgevers en de processen die voor hen van

belang zijn. We hebben oog voor de belangen van de verschillende

betrokken partijen en we kennen de politieke en bestuurlijke omgeving

van de vraagstukken als geen ander. Managen en adviseren doen we

vanuit een uitgebreide kennis van centrumontwikkelingen en met behulp

van eigen praktijkervaringen.

De kracht van MetrumEen ervaren adviesbureau met de focus op integrale dienstverlening binnen

de gebiedsontwikkeling, vastgoedeconomie en in toenemende mate op de

snijvlakken daarvan. Onze onafhankelijke, deskundige en resultaatgerichte

adviseurs vormen een goede mix van hoog gekwalificeerde professionals

op inhoudelijk, financieel, organisatorisch en procesmatig gebied. Ambities

vertalen naar haalbare, uitvoerbare centrumplannen en kansen verzilveren...

daar ligt onze kracht!

Integrale aanpak Onze adviseurs hanteren een integrale aanpak door de volgende werkvelden

samen te brengen:

• Plan- en vastgoedeconomie

• Grondbeleid

• Project- en procesmanagement

• Managementadvies

• Interim Projectmanagement

29149B - Metrum - Advertentie Vastgoed in Retail (NRW) - 230 x 297mm - V01.indd 1 27-08-2009 09:52:16

Page 45: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

45

Maar waar het eigenlijk om draait, is het bepalen van de gezamenlijke urgentie van vernieuwing. Dit is niet altijd een gemak-kelijke opgave. Ontwikkelaars hebben vaak ‘hun huiswerk gedaan’ en weten wat ze willen met een locatie. Gemeenten moeten die plannen inpassen en wegen voorstellen van marktpartijen in een breder kader af. Hierdoor sluiten tempo, randvoorwaarden en te volgen koers niet altijd op elkaar aan. Vertrouwen, integraal denken en samen-werking, daar draait het dan om. Metrum begeleidt het samen in gesprek gaan om iets van ‘wij’ en ‘samen’ creëren, in plaats van ‘zij’ en ‘die ander’.

momentumVanuit deze onafhankelijke rol én met ken-nis van het krachtenveld in de ontwikke-ling van centrumgebieden, brengt Metrum overheden en marktpartijen bij elkaar. Om vervolgens tot actie over te gaan. Toetsen van financiële en operationele haalbaar-heid van het plan, draagvlak creëren bij betrokken partijen en het tijdig nemen van actie zijn onderdelen van de inzet van Metrum. Vooral het creëren en benutten van het momentum bepaalt het succes van de gebiedsontwikkeling. De betrok-ken marktpartijen en overheden moeten allereerst nut en noodzaak van de ontwik-keling delen, samen een realistisch plan maken en daarmee aan de slag gaan. Niets doen is geen optie. Er zijn grote slagen te slaan, er zijn veel centra die dringend aan herstructurering toe zijn. Juist nu. De recessie kan een omslag betekenen in het denken over duurzame herstructurering. Een goed doordachte, realistische en inte-grale planvorming is nodig. Het uitstellen van herontwikkeling kan fataal zijn voor de concurrentiepositie.

Duurzame planvorming nu zorgt voor suc-ces in de toekomst.

HaalbaarheidDoorpakken is nodig, maar wie betaalt? Project- en procesmanagers van Metrum werken nauw samen met de plan- en vastgoedeconomen om tot een finan-cieel haalbaar plan te komen. Nieuwe financieringsvormen zijn nodig want her-structurering kost geld. De traditionele financieringsvormen zijn niet altijd meer voldoende. De nieuwe Wet ruimtelijke ordening zorgt ervoor dat bij herstructu-rering van bestaande centrumgebieden vrijwel altijd een nieuw bestemmingsplan volgt. Tevens verplicht de Wro gemeenten om daarbij ook een exploitatieplan op te stellen, of door middel van zogeheten anterieure overeenkomsten het kosten-

verhaal te borgen. Daarin kan antwoord gegeven worden op de vraag ‘wie betaalt?’. Metrum begeleidt deze gezamenlijke zoektocht naar het beperken van risico’s en het gezamenlijk verhalen van kosten.

de kracht van metrumNatuurlijk, hobbels zullen er zijn, maar er zijn veel winkelgebieden die vragen om herstructurering. Doorpakken, in gesprek blijven en openstaan voor nieuwe visies, financieringsvormen en kansen benutten. Metrum is ervan overtuigd dat we juist nu moeten inzetten op het bij elkaar brengen van partijen, het maximaal benutten van de potentie van de plek en het borgen van de financiële, operationele en maat-schappelijke haalbaarheid. Een heldere procesaanpak, waarbij gestuurd wordt op grond van kennis is essentieel. ❚

Centrumvisie zundertVoor de gemeente Zundert heeft Metrum naast het procesmanagement onder andere ook de retailvisie en de gebiedsexploitatie opgesteld. Matthé Rijs,procesmanager Metrum over de totstandkoming van de visie: “De kracht van het proces zit in het vanaf de start constructief betrekken van disciplines en belanghebbende partijen. Het Masterplan heeft zich op die manier ontwikkeld tot een breed gedragen visie en is een solide basis voor verdere planvorming.” De wethouder bouwen en ruimtelijke ontwik-keling bij de gemeente Zundert: “In het proces om te komen tot een nieuw centrum staan kwaliteit en leefbaarheid centraal. Ze vormen het fundament voor een centrum dat klaar is voor de toekomst. Die basis hebben we samen met Metrum gelegd.,” aldus Mr. H.J.M. Bonenkamp.

[ MetruM ]

Procesmanagement Metrum: Masterplan Centrumvisie Zundert

Joost Kamps en Patrick Gering, senior adviseurs centrumontwikkeling bij Metrum

Page 46: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

46

Volgens Plate verliezen winkelgebie-den steeds vaker hun klanten. Er lijkt dan ook een groeiende behoefte aan het creëren van een eigen iden-

titeit in een winkelgebied – om die klanten te behouden - maar die eigen identiteit lijkt op de een of andere manier zeer lastig te definiëren, zo constateert Plate. “Van Den Helder tot aan Weert, het is overal hetzelfde, vindt de consument. Tegelijkertijd meent die zelfde consument dat een winkelgebied wel de grote jongens moet bevatten. Want anders is het voor hem niet interessant om daar te winkelen. Winkelgebieden zijn eigenlijke gewone merken. Klanten zoeken de combinatie van herkenning en verrassing. Die aparte schoenenzaak en even verderop

de Hema. De waarheid ligt in het midden?”Plate zegt dat uit onderzoek is gebleken dat er vooral veel mismatch is tussen de winkel-gebieden en de daaromheen gelegen woon-gebieden. “Elk woongebied heeft namelijk wél zijn eigen identiteit maar die ontwikkelt zich. De gemiddelde consument bestaat niet en een gemiddeld woongebied al helemaal niet. Bovendien verandert zo’n gebied con-tinu. Winkelgebieden vergeten daarin mee te evolueren en op een gegeven moment is die ‘match’ er niet meer, zo blijkt bijvoorbeeld telkens uit onze lifestyle monitor. Dat is vaak het begin van het einde. Ook dienen we ons te realiseren dat bepaalde groepen uit een voorzieningengebied per definitie niet naar het nabijgelegen winkelgebied komen. >

dat er behoefte was aan een goed gesprek over, het opstarten van een debat of een gedegen onderzoek naar werkelijke duurzaamheid in retailvastgoed, was vorig jaar al duidelijk bij diverse bijeenkomsten van de nrW. Het was dan ook niet verwonderlijk dat begin dit jaar de taskforce duurzaamheid officieel van start ging. eduard Plate van het utrechtse adviesburo extenzio werd benoemd tot voorzitter. “Het vervullen van deze job spreekt me aan,” zegt hij. “duurzaamheid gaat in mijn beleving namelijk nog te vaak alleen maar over milieu-achtige aspecten. dat zijn overigens essentiële knelpunten, maar échte duurzaamheid komt ook voort uit de kracht om te kunnen inspelen op de behoefte van de consumenten.”

Eduard Plate, voorzitter van Taskforce Duurzaamheid bij NRW

‘Functionele duurzaamheid is de succes-factor voor de toekomst’

[ nrW tasKForCe duurZaaMHeid ]

Page 47: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ nrW tasKForCe duurZaaMHeid ]

Page 48: Vastgoed in Retail Jaarboek

VGSA is een zelfstandig bureau voor (her)ontwikkeling van onroerend goed in bestaand stedelijk gebied. Juist in bestaand bebouwd gebied liggen opgaven die kunnen bijdragen aan de aantrekkelijkheid en diversiteit van (binnen)steden. Wij streven in onze projecten daarom altijd naar één samenhangend geheel en geen afzondelijke plannen. Met onze focus op de lange termijn dragen we in onze projecten bij aan de duurzaamheid van degebouwde omgeving.

VGSA staat voor het analyseren, organiseren en uitvoeren van vastgoedprojecten. Met producten als projectleiding, procesmanagement en analyse & adviesdragen wij bij aan (her)ontwikkeling in steden in heel Nederland. Wij richten ons daarbij op stedelijke functies als winkelen, wonen, werken, recreëren en parkeren.

Ons werk kenmerkt zich door een analytische, integrale en doelgerichte aanpak. Opdracht gevers kunnen rekenen op innovatieve oplossingen, maatwerk, kwaliteit èn een goed resultaat.

De Passage 57a 2511 AC Den HaagT : (070) - 36 27 363 F : (070) - 36 3 0 383E : [email protected] I : www.vgsa.nl

urban development

Rotterdam, Hufgebouw

Leiden, Nieuwe Energie

Rotterdam, Groene Passage

Duu

rzaa

m o

ntw

ikke

len

266.9302:Opmaak 1 12-08-09 11:56 Pagina 1

Page 49: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

49

[ nrW tasKForCe duurZaaMHeid ]

Consumenten maken keuzes waar ze gaan winkelen. Ze zoeken winkels en winkelgebie-den die aansluiten bij hun behoeften. En die keuzes verschillen sterk per consumenten-groep. Daar kun je op bijsturen, maar de juis-te kennis ontbreekt meestal. Ondernemers weten ook vaak niet hoe het zit bij hun cen-trum, maar daar zit juist wel de sleutelfactor. Je moet als ondernemer, als winkelier en als ontwikkelaar of belegger in een winkelgebied, goed bepalen hoe het aanbod tot stand komt. Wat de vraag is. Welke marktpositie je wilt innemen. En daarbij dient men zich niet louter te concentreren op de grote lan-delijke ketens die je in je winkelgebied wilt hebben, maar ook op de colour local. Die wordt te vaak vergeten. Ik begrijp best wel dat ontwikkelaars vooral zekerheid naar zich toe trekken door het afsluiten van langdurige huurcontracten met de grote ketens, maar de kleine ondernemers krijgen daardoor haast niet de kans zich voor gunstige en voor hen betaalbare prijzen te ontwikkelen. De smaak van de buurt moet wel aanwezig zijn. Want juist daar zit een stuk duurzaamheid in.”

Volgens Plate is het van belang om de stap te maken van aanbodgericht naar vraaggericht ontwikkelen. Consumenten bepalen de waarde van een winkelgebied. “We denken dat we dit al jaren deden, maar het was meer een con-tainerbegrip. Er werd nog te veel beredeneerd vanuit ‘de rolodex’ en vanuit direct rendement met schijnbare zekerheden. Echte duurzaam-heid is dat we de markt kennen en dat we begrijpen dat we er iets mee moeten doen.

Omzetgebonden huren kunnen ook een belangrijk rol spelen. “Op Schiphol merkte ik als directeur van de AKO boekenwin-kels dat omzetgebonden huur tot een heel andere relatie leidt tussen ondernemer en eigenaresse. Met veel betere informatie uit-wisseling. Al was het alleen maar waar over waar de chartervluchten en waar de zakenvluchten vertrekken. Of over het effect van een extra horecazaak tegenover je boe-kenwinkel. Daar kun je met je winkel op inspelen. Vastgoedpartij en retailer worden zo allebei afhankelijk van een zo hoog mogelijke omzet. Het leidde op Schiphol elk jaar tot een omzet impuls die veel sterker was dan in andere winkelgebieden. Met omzethuur zou-den we veel meer kunnen doen, ook in andere winkelgebieden. Daarmee kun je inspelen op verandering. Er is nog een te grote focus op stenen en op architectuur maar weten we zo langzamerhand niet dat win-kelen slechts een kwestie van verleiden is?”

Met de Taskforce Duurzaamheid hoopt Plate het nieuwe debat op gang te krijgen. “We inventariseren, signaleren, informeren en jagen aan. Laten we vooropstellen dat we geen standpunt innemen. Ik denk echter wel dat het de hoogste tijd is geworden, dat we iedereen weten te mobiliseren. Van de gebruikers tot aan de beleggers die zich met herontwikkeling bezig houden en van de sta-keholders bij de overheid tot aan nieuwbouw-projecten. De succesfactor is dat we niet van-uit bestaande structuren moeten denken. We zullen – willen we werkelijke duurzaamheid nastreven – veel meer moeten inspelen op de diversiteit van ondernemers en consumenten.”

Volgens Plate is de focus ook nog veel te veel gericht op de gedachte dat we uitgaan van een traditionele binnenstad waar alles ‘moet’ gebeuren, met daar omheen de traditionele indeling van wijk- en buurtcentra. “De bin-nenstad wordt door iedereen hoog gewaar-deerd, maar tegelijk komen de mobiele huishoudens met kinderen er helemaal niet zo vaak. Ze hebben simpelweg de tijd niet.

Die zoeken andere aantrekkelijke centra. Vergeet niet dat op andere plekken in de stad ook winkelgebieden ontstaan. De dienstver-lening van winkels verandert ook. De over-heid dient zich dat met het formuleren van flexibelere wet- en regelgeving te realiseren.” Plate noemt een ‘schrijnend voorbeeld’ op de Amsterdamsestraatweg in . “Een Marokkaans echtpaar runt daar een prima patisserie. De twee doen het goed; ze draaien uitstekend en hebben een goede reputatie in de buurt opge-bouwd. Maar de twee zijn ook echte onderne-mers. Ze willen hun producten ook op kleine schaal aan tafeltjes uitserveren in de zaak. Alleen krijgt men daar geen vergunning voor omdat er op die plek alleen ‘detailhandel’ – dus rechtstreekse verkoop – mag worden bedreven. Daar zie je een rigide branchering, die geen rekening houdt met winkeltrends en consumentenvraag. In zo’n kwestie zit de overheid dus duurzaamheid in de weg en legt onnodige barrières neer. Men gaat uit van de visie dat er louter in het centrum terrasjes mogen zijn. Of dat dáár alleen de plekken zijn, waar terrasjes passen. Die starre gedachte zal uiteindelijk als gevolg hebben dat dit hard-werkende en hoogopgeleide Marokkaanse echtpaar, dat écht als ambitieuze onderne-mers kan worden gezien, op een gegeven moment zegt: ‘Bekijk het maar. We stoppen er mee.’ En dan kun je je afvragen of de zo gewenste duurzaamheid in tact kan blijven. In mijn optiek is dit echtpaar – deze winkel

– een enorme aanwinst voor de buurt. Ze kun-nen zorgen voor een ‘Notting Hill’ effect Dat wil je toch niet zo maar laten verdwijnen? En zo zijn er in Nederland talloze vergelijkbare situaties. Ondernemers willen ondernemen. Consumenten willen graag plezierig win-kelen, maar dat lukt niet altijd vanwege storende belemmeringen. Winkelplanning is vaak nog te star en teveel aanbod gericht.”

Plate zegt dat dit jaar vooral wordt gebruikt om een inventarisatie te maken en proces-sen in kaart te brengen. “Uiteindelijk hopen we antwoorden op de vraag te hebben wat duurzame centrumontwikkeling feitelijk is,” zegt hij. “Ontwikkelaars en beleggers zullen dan, samen met de overheid, echt de stap moeten maken door op een andere manier te gaan nadenken hoe ze flexibel op de colour local kunnen inspelen. We kijken naar nieuwbouw, herontwikkeling en gebruikers. En naast fysieke duurzaamheid pakken we de andere twee pijlers, economische en sociale duurzaamheid, op. People, planet, profit. En de overheid dient daarbij dus ook haar verantwoordelijkheid te nemen.”

Plate hoopt in 2010 – op de Algemene Ledenvergadering van de NRW – een infor-matie pakket te kunnen presenteren dat ont-wikkelaars, eigenaren, beheerders en retailers prikkelt en helpt om werkelijk duurzaam te kunnen ondernemen. “Het feit dat we nu in een enorme economische crisis zitten, moet dan ook als dé kans worden gezien om een grote slag te maken. Functionele duurzaam-heid is de succesfactor voor de toekomst. Dat voorschot wil ik nu al wel nemen.” ❚

Eduard Plate is sinds 2 jaar directeur van het door hem gestarte adviesburo Extenzio, dat is gevestigd in Utrecht. Extenzio houdt zich bezig onderzoek en advies over winkelgebie-den en retail management en wil kennis en praktijk samenbrengen. Er is ook veel kennis over de allochtone markt. Voordat hij, samen met Labyrinth Onderzoek, Extenzio startte, zat hij al enige jaren als zelfstandig onderne-mer in het retailmanagement, gericht op cus-tomer loyalty. Hij werkte na een studie pla-nologie bij Wehkamp, Experian en Sanoma en was als directeur van de AKO boeken-winkels verantwoordelijk voor de bedrijfsvoe-ring van de AKO-zaken op o.a. Luchthaven Schiphol en de NS stations. ❚

Page 50: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

50

in een sterk veranderende tijd waarin zekerheden van vandaag, de onzekerheden van morgen kunnen zijn heeft Heijmans nv dit jaar zijn eigen vermogen versterkt en snel en adequaat ingegrepen in z’n organisatie. Max schep, directeur commercieel vast-goed, zegt dat dit nodig was omdat het nieuw commercieel vastgoed in algemene zin te lijden heeft onder de terughoudendheid bij het besluitvormen van zowel gebruikers, afnemers en financiers ten aanzien van het aangaan van verplichtingen. “de consu-mentenmarkt ervaart daar de gevolgen van door het ingezakte consumentenvertrou-wen en het groeien van de spaarquote.”

Schep zegt dat de eigen medewerkers echter niet negatief gestemd zijn over alle berichtgeving in de media.

“Natuurlijk is er wel zorg, noem het maar een scherpe alertheid, op alles wat er omheen gebeurt,” zegt hij. “Maar we zijn zeker niet platge-slagen. Sterker nog: er heerst absoluut een gevoel dat we onze schouders er onder moeten zetten.” >

max sCHep van HeiJmans:

‘de Winkelier van de toekomst moet ziCH sneller kunnen aanpassen’

[ HeiJMans vastgoed ]

Page 51: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

51

[ HeiJMans vastgoed ]

Page 52: Vastgoed in Retail Jaarboek

Winkelen, werken en recreëren.

De integrale aanpak van

commercieel vastgoed.

Het is een uitdaging verder te gaan dan een

opdracht vraagt. Heijmans Vastgoed stelt

de wensen van opdrachtgevers en eind-

gebruikers altijd centraal. We benaderen

vastgoedontwikkeling integraal. Met als

doel het creëren van aantrekkelijke plekken

waar mensen zich thuisvoelen. Of het nu

gaat om een nieuw winkel- of werkgebied of

om binnenstedelijke herstructurering.

Heijmans is van de initiatieffase tot en met

de oplevering als regisseur betrokken.

We combineren niet alleen functies als

wonen, werken of winkelen. We denken

ook mee over parkeren, recreëren en

infrastructuur. De totaalbeleving van de

plek staat centraal. Dat leidt tot hoogwaar-

dige eindresultaten voor onze klanten in

Nederland en België. Gebieden met een

grote aantrekkingskracht. Onderscheidend

in vormgeving, afwerking, gebruikswaarde

en rendement.

Heijmans Vastgoed, Max Schep, Directeur Commercieel Vastgoed, Postbus 2, 5240 BB Rosmalen, tel. +31 73 – 543 58 18, www.heijmans.nl

ONTWIKKELEN

IS BELEVEN

Page 53: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ HeiJMans vastgoed ]

vast

goed

in re

tail

53

Volgens Schep is er binnen het commer-cieel vastgoedbedrijf altijd al een reële koers gevaren. “In het jaar 2007 – dus ver voor de huidige crisis – werden we echter al gecon-fronteerd met knelpunten die er ontstonden in de markt op het gebied van financiering en de kansen die er zijn op het gebied van vastgoedprojecten. Tot op heden hebben we daarentegen diverse transacties nog prima kunnen afronden waardoor onze portefeuille op orde is. Toch realiseren we ons dat de crisis ook voor ons een boodschap heeft ach-tergelaten: creativiteit, flexibiliteit en mis-schien wel een nieuwe – andere? – manier kijken naar het vastgoed en haar gebruikers voor 2010 en later. We zitten op dit moment met onze organisatie in een fase waarin we veel nieuwe dingen kunnen ontwikkelen. Er is op dit moment bovendien een goede verdeling qua projectomvang. Op de lange termijn zullen we ook in staat moeten zijn om ons blijvend aan te passen aan steeds weer

nieuwe omstandigheden. Flexibiliteit is dus een groot goed.

Het Commercieel Vastgoed bedrijf houdt zich naast kantoorhuisvesting ook bezig met winkel-vastgoed waarbij de wijze van samenwerking met Verenigingen van Eigenaren een belang-rijke rol speelt. “Ontwikkelwerkzaamheden doen wij in opdracht voor klanten, zowel intern als extern, alsmede volledig op eigen risico.”

“Zo ontwikkelen wij het winkelcentrum voor de wijk De Groote Wielen in Rosmalen – een winkelcentrum gecombineerd met wonen en parkeren - voor een opdracht van Delta Lloyd. De succesfactor hier is dat de partijen al heel vroeg het vertrouwen in elkaar hebben uitge-sproken. En dat past ook bij ons. We zijn een teamspeler, we werken hier nauw samen met de medewerkers van Delta Lloyd en met het samenwerkingsverband Hertogbouw voor de

woningen. Daarbij kijken we heel goed naar wat de consument wil, nu en mogelijk in de toekomst. Dat is het perspectief van waaruit we dienen te opereren. Wij vinden het van groot belang of een nieuw winkelgebied bij-draagt aan een duurzame herkenbaarheid van het gebied. Tevens vragen we ons af of je het allemaal in één keer wilt doen of dat gezien de huidige omstandigheden we de ontwikke-ling zo nodig in fases moeten opdelen, met behoud van kwaliteit. Om die flexibiliteit er in te houden.” In de Biezenkamp in Leusden wordt door Heijmans samengewerkt met Proper Stok.

“De eerste fase starten we begin 2010,” legt Schep uit. “We gaan het winkelcentrum in fases revitaliseren. Het succes van dit soort projecten staat of valt met een goede com-municatie tussen ontwikkelaar en winkelier.” Zij gaan een lange periode in van verbouwin-gen. >

Page 54: Vastgoed in Retail Jaarboek

Utrechtseweg 8a, 1213 TS Hilversum, T 035 623 24 25, F 035 621 16 45,

info burovandergoes.nl, www.burovandergoes.nl

cent

rum

plan

, Voo

rsch

oten

win

kelc

entr

um O

oste

inde

, Aal

smee

r

advertentie vastgoed in retail.indd 1 13-08-2009 8:56:21

Page 55: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

55

[ HeiJMans vastgoed ]

“Het is daarbij van belang om de emotionele omslag te filteren. Je ziet vaak dat winke-liers op korte termijn denken. En dat het bij hen ook uit de lengte of uit de breedte moet komen. Essentieel is dat zij uiteindelijke kunnen blijven inspelen op de, en niet ten onrechte, wensen van de consument in die grillige markt. Tegelijkertijd weten we dat, voor de winkelier, zijn risicoprofiel daardoor moeilijk wordt in te schatten.”

Schep vertelt dat er in Berkel Enschot een concessieovereenkomst is getekend met de gemeente Tilburg aangaande de verplaatsing van het bestaande winkelgebied. De totale omvang – maximaal 13.000m2 – hangt samen met de ontwikkeling van Berkel Enschot en de positie van de detailhandel daarin. “Het gaat in dit project ook om 300 huurappartementen. We werken daarbij nauw samen met een aantal Verenigingen van Eigenaren.

Er zit potentie voor de detailhandel, mede ook omdat het al een bestaand gebied is. Toch praten we hier natuurlijk ook in ver-

schillende scenario’s. Wat er precies gaat gebeuren is simpelweg afhankelijk van de marktontwikkelingen en van de uitbereiding van de woningbouw.”

Ook op het voormalig terrein van het Groot ZiekenGasthuis in Den Bosch is Heijmans actief. Deze binnenstedelijke herontwik-keling is van een geheel andere orde en dynamiek. “Het is feitelijk de laatste grote stedenbouwkundige invulling van het cen-trum,” zegt Schep.

“We ontwikkelen hier in combinatie met andere marktpartijen, zoals BAM. We heb-ben op de Provada onze plannen gepresen-teerd. Het Masterplan is nu gereed en we kunnen de volgende stap zetten. Het gaat hier om het ontwikkelen van 450 woningen en een parkeerplaats waar ongeveer 1.400 auto’s kwijt kunnen. En in de maximum-variant hebben we het hier over 29.000m2 detailhandel. Het is ons vak om die gevoe-lens van de uiteindelijke winkelier zodanig te managen dat deze vertrouwen krijgt in het proces en het eindproduct.”

De huidige omstandigheden en de verdere inschatting van het effect van de huidige crisis op de consument maken het moeilijker dan ooit om te kunnen inschatten hoe Het Winkelgebied van de toekomst er uit ziet.

“Er zijn immers veel bewegingen gaande,” zegt Schep. “Internet en duurzaamheid zijn daarbij vanzelfsprekend ook een factor van betekenis geworden. Maar we dienen ons vooral te realiseren dat het om Winkelen met een hoofdletter W gaat. Daarnaast zie je dat de omloopsnelheid van modellen van producten sterk toegenomen is. Een winke-lier zal zich dus sneller aan moeten blijven passen aan continu veranderende omstan-digheden. De consument zit niet meer in een vast patroon.”

Al deze factoren maken dat de expertise van de winkelontwikkelaar, zoals Heijmans die als dienstverlener met een visie en met een luisterend oor is, onmisbaar is bij de ontwik-keling van winkelgebieden met een grote W. Het gaat om het leveren van de goede randvoorwaarden voor de detaillist. ❚

Page 56: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ Buro van der goes ]

56va

stgo

ed in

reta

il

Met de opening van winkelcentrum de Hovel kan in goirle met recht gespro-ken worden van een ware impuls. Het winkelcentrum is vorig jaar geopend en beslaat een oppervlakte van ruim 12.000 vierkante meter aan winkels. Buro van der goes architectuur en stedenbouw uit Hilversum is vanaf dag één betrok-ken geweest bij het project. “ik denk dat we de ontwerpprijsvraag hebben gewonnen omdat onze visie verder ging dan puur het stedenbouwkundige,” zegt algemeen directeur Cees van der goes. “Het ging om een optimale inpassing in de bestaande structuren terwijl er tege-lijkertijd uitgebreid moest worden. en daarmee voldeden we meteen aan een criterium dat nu door iedereen wordt gedragen: duurzaamheid.”

tementen worden gebouwd.” Volgens architect Pieter Soetaert, werkzaam bij Buro van der Goes, is er daarom een goed onderzoek van de omgeving geweest. “Zo kwamen we er achter dat je bijvoorbeeld kleine restaurants kunt verweven met de omgeving. Ook creëer je een stuk duurzaamheid door het inbedden van bijvoorbeeld een postagentschap en wat kleine winkeltjes, in plaats van een groter PTT distributiekantoor. Meerdere en kleinere winkels scheppen continuïteit, een stukje levensvatbaarheid. Natuurlijk hebben we bij voorbaat al veel overleg met omwonenden gehad. Vooral de winkeliers hebben hierdoor het gevoel gekregen dat ze konden meedenken en –bestemmen.”

De Hovel in Goirle was daarom ook niet voor niets genomineerd voor de NRW jaarprijs. “Ik denk dat we weer in de race waren voor een prijs omdat het bij de ontwikkeling van dit winkelcentrum ging om het inpassen in een bestaande structuur. Dat is gelukt, maar dat is tegelijkertijd niet eenvoudig. Verder denk ik dat de jury ook de vermenging van functies zeer heeft gewaardeerd. De diversiteit van woningen was heel groot en bovendien scoor-den we goed door in het ontwerp een parkeer-garage met 300 plaatsen op te nemen.”“Achteraf kunnen we stellen dat het alle-maal prima functioneert, maar de eerlijk-heid gebiedt natuurlijk wel te zeggen dat er oorspronkelijk toch wel wat vrees was voor de mix. Toch is gelukt om juist die sociale duurzaamheid op een hoog niveau te zetten. Ik denk dat het meer een vrees was voor het onbekende.”

Hoe lang het winkelcentrum weer kan mee-gaan, vindt het tweetal moeilijk te zeggen. “Natuurlijk hoop je dat het 50 jaar overleeft.

Volgens Van der Goes kun je twee soorten duurzaamheid ervaren. “Als eerste is het natuurlijk de energetische duurzaamheid. Met andere woorden: wat voor materialen gebruik je? Hoe ga je om met de klimaatvoorziening en het milieu? Daarnaast is het begrip ‘sociale duurzaamheid’ in de laatste jaren veel meer een item geworden. Het gaat er daarbij om dat je structuren overeind houdt en bij heront-wikkelingen tracht om bijvoorbeeld niet goed functionerende straten weer een doel te geven. Sociale duurzaamheid heeft met mensen te maken. Het gaat om het gebruik van de ruimte en functie, de acceptatie en de opname in de sociale structuur.”

Van der Goes denkt dat er in zijn algemeen-heid nog te weinig aandacht aan sociale duurzaamheid wordt besteed. “Wij proberen daarom hiermee onze grenzen te verleggen. Wij zijn er namelijk van overtuigd dat bij binnenstedelijke ontwikkelingen alles moet kloppen. Als concepten niet worden begrepen, dan levert dit aversie op. Alle partijen, die invloed hebben op de sociale duurzaamheid, dienen daarom vanaf dag één aan tafel te zit-ten. Van de architect tot aan de constructeur en stedenbouwkundige. We dienen ons goed te realiseren dat we met een dynamische samenleving te maken hebben en dus moet je kritisch zijn op de wijze waarop je herontwik-kelingen van retail vorm geeft.”

In Goirle bleek winkelcentrum De Hovel in ieder geval een succesfactor te hebben. “We zagen het in ons ontwerp meer als een gebied waar je doorheen zou moeten kunnen lopen. Het was de uitdaging om de verschillende stedenbouwkundige ruimtes goed op elkaar te laten aansluiten. Bovendien zou er sprake zijn van menging: in De Hovel zouden ook appar-

Buro van der goes over genomineerd winkelcentrum de Hovel:

‘duurzame inpassing is de sleutel voor de komende jaren’

Page 57: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ Buro van der goes ]

vast

goed

in re

tail

57

Maar feitelijk hebben we al in het ontwerp geprobeerd om zo veel mogelijk blokkades tegen te gaan. De bouw is flexibel. Op termijn kunnen we de appartementen aanpassen. Deze kunnen in grootte veranderd worden door bijvoorbeeld eenvoudig tussenmuren weg te halen. Technisch is dus veel mogelijk en daarmee kun je dus ook wat doen aan de fysieke duurzaamheid. Want uiteindelijk zal de marktvraag wel weer veranderen.”

Van der Goes en Soetaert zeggen dat de nomi-natie begin dit jaar uiteraard met veel vreug-de is ontvangen op het kantoor in Hilversum. “Natuurlijk hadden we willen winnen, maar de andere projecten zagen er ook stuk voor

stuk prachtig uit. En het is altijd leuk om een beoordeling te krijgen van een vakjury. Daarin zoek je ook een stuk bevestiging van je eigen visie.Maar we hebben in het verleden al niets te klagen gehad over de NRW Jaarprijs. In 1991, 1996 en 2004 vielen we in de prijzen.”

Toch zien Van der Goes en Soetaert het in de toekomst opnieuw genomineerd zijn voor de NRW Jaarprijs niet als een vanzelfsprekend-heid. “De ontwikkelingen in de markt gaan door en het is de kunst – ook voor ons als architectenbureau – om die ontwikkelingen elke keer te kunnen blijven vertalen naar de juiste ontwerpen. We kunnen het ons niet ver-

oorloven door in bestaande structuren te blij-ven denken. De tijden veranderen. Daar is het begrip ‘sociale duurzaamheid’ in de laatste jaren al het grootste bewijs van.” ❚

Foto’s: www.sjaakhenselmans.nl

Page 58: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

58

[ nrW ]

de nederlandse raad van Winkelcentra is hét platform in de winkelvastgoedsector. de meer dan 650 leden van de nrW leden komen uit de disciplines retail, overheid, vastgoed en consultancy. sinds de oprichting in 1986 richt de nrW zich hoofdzakelijk op het plan-matige winkelcentrum, maar de laatste jaren is echter ook het stedelijke gebied met al zijn voorzieningen meer en meer concreet aandachtsveld geworden.

Een belangrijke taak van de NRW is de ontwik-kelingen in de sector op de voet te volgen en zo veel mogelijk kennis over te dragen en kennis uit te wisselen op het vakgebied om bij te dragen aan het maken van de juiste keuzes voor de toe-komst. De NRW organiseert daarom het gehele jaar activiteiten waar leden elkaar ontmoeten, informatie uitwisselen, discussiëren en kennis nemen van zowel nationale als internationale nieuwe ontwikkelingen.

Een uitbreiding van zuiver netwerkfunctie naar een expertise centrum is inmiddels ook door de NRW ingezet. strategische thema’s / aandachtsgebieden De NRW zal zich in de komende jaren focus-sen op drie aandachtsgebieden. Dit zijn: • Deoverheidenhaarrolbijeninvloedopde

winkelvoorzieningenstructuur • Desamenwerkingmetalleonderliggendepar-

tijen in het Nederlandse Winkellandschap• Deconsumentenzijngedrag

nederlandse raad van WinkelCentra

marktontwikkelingenDe markt kent op dit moment en de komende jaren, en zeker nu in tijden van financiële crisis, een geweldige dynamiek en turbulen-tie. Consumenten vertonen een koopgedrag dat moeilijker is te voorspellen dan in het verleden. Er worden steeds hogere eisen gesteld aan win-kelcentra, waarbij de consument zich in sterkere mate gevoelig toont voor de kwaliteit en het com-fort van het voorzieningenapparaat. De complexi-teit van (stedelijke) ontwikkelingen, de omvang van het voorzieningenareaal, de functionele mix van voorzieningen en de internationalisering van de markt betekenen voor veel leden een verdere intensivering van activiteiten. Ondanks de crisis lijkt het erop dat de consumptieve bestedingen in Nederland nog overeind blijven. Voor goed gesitueerde centra en winkelgebieden geldt nog steeds dat de leegstand laag is. In beleggersland neemt de deal flow momenteel sterk af. Dat leidt ertoe dat rendementen als gevolg van deze verschuiving in de vraagaanbod verhouding oplopen en daarmee de waarde van vastgoed afneemt.

In de komende jaren zal de NRW zich dus steeds meer profileren als kenniscentrum en eerste bron van informatie voor leden en vakgenoten. Daarnaast zal een aantal kernactiviteiten van de NRW, die hun bestaansrecht meer dan bewezen hebben, blijven bestaan, zoals de organisatie van:

lunchbijeenkomstenCirca vier keer per jaar worden deze bijeen-komsten, veelal op locatie, georganiseerd waar deskundige en projectbetrokken sprekers wor-den uitgenodigd. Deze worden goed bezocht door telkens meer dan 200 leden. Actuele onderwerpen komen aan bod en vaak wordt dit gecombineerd met een bezoek aan een recent nieuw ontwikkeld of gerenoveerd winkelcentrum.

nrW Jaarprijs en marketingprijsElk jaar kent een deskundige jury de NRW Jaarprijs toe aan een winkelcentrum dat in het voorafgaande jaar is geopend. Het doel van deze NRW Jaarprijs is een impuls te

Page 59: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

59

[ nrW ]

de nrW is het platform met een signalerend en opiniërend karakter waar de disciplines retail, vastgoed en ruimtelijke ordening tezamen komen, met als doel de kwaliteit van de sector te verhogen en de ontwikkeling daarvan te stimuleren teneinde de attrac-tiewaarde voor de consument te verhogen.

geven aan het denken over, het ontwikkelen en realiseren van geplande winkelvoorzienin-gen in relatie tot omgeving en marktgebied. In 2010 zal voor het eerst een prijs uitgereikt worden voor de beste winkelcentrummarketing.

expertmeetingsOok wordt met regelmaat een aantal kleinere inhoudelijke bijeenkomsten georganiseerd. Deze bijeenkomsten -expertmeetings, work-shops, thema- en kennisbijeenkomsten- rich-ten zich op verdieping van eerder genoemde aandachtsgebieden en actuele onderwerpen zoals bijvoorbeeld de kredietcrisis, duurzaam-heid, publiek-private samenwerkingsproces-sen, consumententrends of de dynamiek van de winkelplanning in Nederland.

new generation Verder heeft de NRW een enthousiaste groep van meer dan 80 jonge professionals onder haar vleugels. Doel van deze NRW New Generation is de verbondenheid tussen hen onderling en hun relatie tot de andere NRW

leden te vergroten. Naast het netwerken vormt interactieve kennisoverdracht één van de pijlers. Om dit te kunnen bereiken orga-niseert de New Generation naast het regu-liere programma van de NRW haar eigen bijeenkomsten, zoals ontbijtsessies, en een Masterclass.

taskforcesIn 2009 zijn drie taskforces van start gegaan: duurzaamheid, consumentenbeleving en dynamische winkelplanning. Doel van de taskforces is een verdiepingsslag te geven aan bovengenoemde onderwerpen. Centraal staat het ontsluiten van beschikbare informatie via het digitale NRW kenniscentrum, artikelen, lezingen en/of expertmeetings, al dan niet op locatie. Het beoogde resultaat is de branche te stimuleren in het lange termijn denken over vastgoedontwikkelingen met de consument in de hoofdrol tijdens het ontwikkelingsproces.

Bouwstenen die NRW leden van belang achten voor dynamische winkelplanning zijn:

• gezamenlijk door retailers, vastgoed enoverheid gedragen beleid dat kan inspe-len op veranderende omstandigheden en inzichten

• beleiddatverderreiktdaneigengemeen-tegrens

• openheidenoverlegtussenretailers,vast-goed en overheid met als doel te komen tot samenwerking,

• enlastbutnotleastdienenallepartijeninde sector -overheid, retail en vastgoed- hun maatschappelijke verantwoordelijkheden te nemen, met de consument in de hoofdrol.

De NRW groeit tegen de stroom in; niet in de laatste plaats door haar grote ledental, uitstekende netwerk, kwaliteit én spilfunctie in de sector.

meer informatie over de nrW is te vinden op www.nrw.nl ❚

Page 60: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

60

[ dHv ]

‘Het eigene van een stad laten zien’

Binnensteden moeten op zoek naar hun eigenheid en bijzonderheid. de vanouds gebeitelde positie van binnensteden als hét belangrijkste winkeldomein is niet langer vanzelfsprekend. door de opkomst van grootschalige winkelcentra in de periferie en het internetwinke-len verandert het perspectief voor bin-nensteden. gemeenten moeten daarom nadenken over hoe ze met deze ontwik-kelingen willen omgaan en hoe ze de sterke positie van binnensteden kunnen behouden.

Die waarschuwing laten drie deskun-digen van het ingenieurs- en advies-bureau DHV horen. Tegelijkertijd reiken Jan Oosterman, Caroline

Rindertsma en Titia Koningen, adviseurs retail, leisure en gebiedsontwikkelingeen oplossingsrichting aan. “Als je iets met je binnenstad wil moet je je onderscheiden van anderen,” stelt Koningen. “Je moet de kracht halen uit de stad zelf, je moet op zoek gaan naar de peilers die je stad uniek maken, je moet kijken naar het onderscheidend vermogen. Neem bijvoorbeeld Enschede.

Van links naar rechts: Jan Oosterman, Titia Koningen en Caroline Rindertsma

Page 61: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

61

[ dHv ]

Dat ligt dicht bij de grens, de Duitse doel-groep is dominant in de binnenstad aanwezig. Daar kun je als stad iets mee doen.”

Door de aanwezigheid van de bekende grote winkelketens gaan binnensteden steeds meer op elkaar lijken, meent Rindertsma. “Een stad kan zich dan onderscheiden met haar dwaalmilieus, de leuke zijstraatjes waar het midden- en kleinbedrijf het eigene van een stad kan laten zien.”

Winkelen is in de binnenstad al jaren de meest populaire vorm van vrijetijdsbesteding. Dat zal het volgens Oosterman nog lang blij-ven, maar: “Andere functies zoals cultuur en leisure of karakteristieke gebouwen kunnen daar dan mee worden verbonden. Je moet kijken naar de binnenstad als totaalproduct. Hoe beleeft de consument een binnenstad? Die wil gewoon een leuke dag. Voor de dage-lijkse producten gaat hij wel naar een groot-schalig winkelcentrum. De binnenstad is echt voor de belevenis. De trend is dat mensen langer in de binnenstad blijven, maar minder besteden in winkels. Vermaak wordt steeds belangrijker, ook in de winkels. De winkels zijn er vooral om producten te presenteren,

die je dan bijvoorbeeld later ook via internet kunt bestellen. De binnenstad wordt meer en meer een showroom.”

Het gaat volgens Oosterman niet alleen meer om de winkels die je in een binnenstad kunt vinden. “Het gaat om de hele keten van acti-viteiten die een bezoek aan de binnenstad tot een belevenis maken. Dat begint eigenlijk al op internet, waar de consument informatie en routes moet kunnen vinden. De bereikbaar-heid moet goed zijn, de gastvrijheid in orde en de openbare ruimte mooi ingericht.”

Dan kom je op het terrein van citybranding, wat meer is dan alleen maar een communi-catiestrategie, meent Koningen. “Je richt je op de sterke punten van je stad, die ga je bundelen en als een merk op de markt zetten. Maar je bent er niet met een slogan. Je moet weten wie je doelgroep is en hoe je daar het beste op kunt inspelen.” Alles moet dan wel kloppen, stelt Oosterman. “Als er verwach-tingen worden gewekt moeten ze ook worden waargemaakt.”

De adviseurs van DHV zijn in een groot aantal steden betrokken bij de diverse stadia van

planontwikkeling. Rindertsma: “In Enschede zijn we bijvoorbeeld gevraagd om een rol te spelen bij het visietraject. De stad kwam met een hele brede vraag: wij willen meer met de vrijetijdseconomie doen, hoe moeten we dat doen? We doen daarnaast effectstudies. Zo onderzochten we in Tilburg wat voor gevolgen de plannen voor een nieuwe Shopping Mall zouden hebben voor de bestedingen in de binnenstad. We begeleiden centrumontwik-kelingen, als adviseur of als projectleider. Wat moet er gebeuren om een stad zo goed mogelijk op de kaart te krijgen. Welke partijen heb je daar bij nodig? We proberen zoveel mogelijk betrokken mee te krijgen bij een planontwikkeling, ook de freeriders. Want als collectief sta je sterker om dingen voor elkaar te krijgen. De nieuwe wetgeving voor Bedrijven Investeringszones (BIZ) kan daarbij een handje helpen, ook in winkelgebieden.”

Bij die aanpak staat duurzaamheid hoog in het vaandel van DHV. Oosterman: “We letten in het planproces op verschillende vormen van duurzaamheid. We willen daarbij duurzaamheid vooral verbinden met kwaliteit. Dan gaat het niet alleen om bouwmaterialen die worden toegepast. We kijken hoe er in

een project bijvoorbeeld wordt omgegaan met afval of hoe het zit met openbaar vervoer. Maar ook in het winkelaanbod kun je je richten op winkels die duurzaamheid nastreven, zoals Fair Trade, Starbucks of Marqt, dat streekproduc-ten aanbiedt. Winkels die hip, trendy en ook duurzaam zijn. Ze moeten een project leuk maken, het gaat om de meerwaarde die ze leveren. Maar eigenlijk is ons hele planproces gericht op duur-zaamheid. Het gaat er om dat er een concept wordt ontwik-keld dat niet na een paar jaar al weer is achterhaald. Dan kun je denken aan de ontwikkeling van flexibele panden, die van functie kun-nen veranderen. Dan gaat het om de economische levens-vatbaarheid van een project, waardoor het 20 jaar overeind kan blijven staan. We willen zo zorgen voor een besten-dige ontwikkeling en een beter leefmilieu.” ❚

Page 62: Vastgoed in Retail Jaarboek

Het RSP Retailteam,bestaande uit vierwinkelspecialisten, verzorgt voor u:

RSP Makelaars ’s-Hertogenbosch C.V. • Koningsweg 66 • Postbus 375, 5201 AJ ’s-HertogenboschTel. (073) 64 88 750 • fax (073) 64 88 755 • [email protected] • www.rspmakelaars.nl

• Aanhuur/verhuur van winkelruimten

• Aankoop/verkoop van winkelpanden

• Beleggingen

• Huurprijsadvisering en 303 procedures

• Gehele commerciële begeleiding van nieuwbouwontwikkelingen c.q

renovaties en uitbreidingen van zowel binnenstedelijke locaties,

vinexlocaties, wijk- en buurtcentra en PDV/GDV locaties

RSP2009_2.indd 1 02-06-2009 16:23:46

Page 63: Vastgoed in Retail Jaarboek

N Architecten | Koningsplein 16 | 6224 EC Maastricht | Nederland | T +31 (0)43 408 18 27 | F +31 (0)43 362 87 90 | E [email protected]

Heiloo | Het Hoekstuk

Zoetermeer | Stadshart passage

Page 64: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ HooFdstuK ]

vast

goed

in re

tail

64

[ HooFdstuK ]

vast

goed

in re

tail

64

ellerman luCas van vugt na 25 Jaar opnieuW bezig met Winkel- Centrum zaailand in leeuWarden

1. Studieschets gevel Ruiterskwartier

2. Studieschets hoek Zaailand - Wilhelminaplein

12

Page 65: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ HooFdstuK ] [ HooFdstuK ]

vast

goed

in re

tail

65

[ ellerMan luCas van vugt ]

vast

goed

in re

tail

65

Het gebeurt niet vaak dat een kwart eeuw na afronding van het ontwerp, de

zelfde architect in de gelegenheid wordt gesteld om een nieuwe

impuls te geven aan zijn project.

aan het project mag werken. Het grote voordeel is natuurlijk dat je alle in’s en out’s goed kent. Want als de complexe omge-ving ingrijpend is veranderd, dan is het minder moeilijk om je eigen ontwerp ook drastisch te kunnen veranderen.”Handel in vastgoed kan soms snel lopen. “Binnen een week kunnen panden verkocht zijn met als logisch gevolg, dat de nieuwe eigenaar dan snel aan de slag gaat,” zegt Birkhoff. “dat betekent dus dat er een behoefte is aan een installateur die rap kan schakelen. logisch ook, de opdracht-gever is immers elke dag op zoek naar het meest optimale rendement van zijn vastgoed. Het lang wachten op bijvoor-beeld de installateur is voor hem funest. Het traject van offertes maken tot aan de feitelijke uitvoering is behoorlijk ver-kort.” >

Het overkwam niek van vugt van het in rijswijk gevestigde architectenbureau ellerman, lucas en van vugt. vijfentwintig jaar geleden was het zijn eerste klus – het ontwerp van winkelcentrum Zaailand in leeuwarden – en nu – anno 2009 – heeft hij het (ver)nieuw(d)e ontwerp net afge-rond en kan de volgende fase van start. “Het was mijn eerste opdracht bij dit architectenbureau waarbij ik vanaf het eerste begin aan tafel heb gezeten,” ver-

telt van vugt. “Zaailand heeft daarom een bijzonder plekje in mijn hart

verworven. en ja, het is bij-zonder dat ik nu – een

kwart eeuw later – opnieuw

Page 66: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ ellerMan luCas van vugt ]

Van Vugt houdt een korte terugblik.

“Het was midden jaren tachtig voor-al een stedenbouwkundige opgave.

“Men was toen in Leeuwarden onte-vreden over de invulling van de ruimte in het centrum van de stad. Er werd gezocht naar een gebouw met retailfuncties, dat het plein beter tot zijn recht zou laten komen. Bovendien was er toen behoefte aan het toevoegen van winkeloppervlakte aan de binnenstad. Feitelijk zijn we toen met een nieuw concept voor Leeuwarden gekomen. Het werd een verzameling van winkels over drie verdiepingen verdeeld. De ruimte-lijke relatie tussen de verdiepingen moest optimaal zijn en er zou een verbinding worden gemaakt met het ernaast gelegen V&D. Door dit concept ontstond er loop van de parkeergarage via het winkelcentrum Zaailand naar V&D.”

Maar de tijden veranderen. En ook de tijd-geest. “Eigenlijk functioneerde het gebouw vijf jaar geleden nog steeds goed. Alleen was de corridor met V&D in de loop der jaren minder succesvol geworden. Het winkelcentrum Zaailand was meer op zichzelf komen te staan. Bovendien was één ingang van Zaailand niet zichtbaar genoeg. Ik ben toen gevraagd om mee te denken aan de ontwikkeling van een nieuw plan, dat uiteindelijk meer dan ‘slechts’ een winkelcentrum zou gaan beslaan. Zo had de stad Leeuwarden een legaat voor het Friesch Museum, dat op, in, rond of in de buurt van Zaailand kon worden ontwik-keld. Een ware impuls dus voor het plein.”

Van Vugt zegt dat de drie lagen woningen, boven het winkelcentrum, aangepast moes-ten worden. “We wilden de straten ook wat intiemer maken om meer sfeer te krijgen.

Ook zagen we dat we een gedeelte van het interieur moesten aanpassen. Het begon met een likje verf, het werden uiteindelijk zelfs ook nieuwe plafonds van hout en een nieuwe natuurstenen vloer.” Van Vugt erkent het project wel een beetje als het herscheppen van een eigen kindje. “Aan de andere kant ben ik ook een vrij nuchter persoon. Desalniettemin ken ik het gebouw natuurlijk als geen ander en ik denk dat dit ook de reden is dat ING en Achmea ons bureau de opdracht gunden.”

Intussen begint het op de locatie bij het plein in Leeuwarden een aardige bouwput te worden. “Leeuwarden kan zich opmaken voor flink wat werkzaamheden,” zegt Van Vugt. “Het centrum krijgt een behoorlijke upgrading want Zaailand is een onderdeel van het totale plan waarin de winkels, hore-ca en woningen goed op de schop worden genomen. Bovendien komt er een compleet nieuwe parkeergarage en een nieuw Friesch Museum. De snelheid zit er in ieder geval goed in. Eind 2011, uiterlijk begin 2012, moet Zaailand opgeleverd worden.”

Van Vugt ziet overigens wel grote verschil-len in de wijze van ontwerpen en ontwik-kelen ten opzichte van 25 jaar gelden. “De opgaven zijn anders geworden. Vroeger zag je een gebouw of een complex meer als een object in de ruimte. In de huidige tijdgeest wordt veel meer integraal gedacht; het gaat om de ruimte er omheen. De functie van de stad is in de loop der jaren veranderd. Nu maken we straten en pleinen, de gebouwen passen zich daar op aan.”

Hoe het ontwerpen en ontwikkelen van winkelcentra zich in de komende 25 jaar zal ontwikkelen, durft Van Vugt echter niet

Axonometrie bestaande situatie

Aanzicht hoek Wirdumerdijk - Ruiterskwartier

Page 67: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ ellerMan luCas van vugt ]

vast

goed

in re

tail

67

te zeggen. “Ik denk wel dat we ons moeten realiseren bij het ontwerp dat gebouwen andere bestemmingen moeten kunnen krij-gen. Bovendien is duurzaamheid een niet meer weg te denken factor geworden. Maar het blijft moeilijk om te zeggen wat de toekomst ons brengt. Winkelen krijgt in ieder geval een hele andere dimensie. Maar eigenlijk zou je me die vraag over 25 jaar opnieuw moeten stellen. Misschien bij de volgende upgrading van Zaailand?”

25 jaar architect Niek van Vugt zit dit jaar precies 25 jaar bij Ellerman, Lucas en Van Vugt in Rijswijk. Hij is begonnen als medewerker, nu is hij directeur. In al die jaren heeft hij zich ont-wikkeld tot een specialist in het ontwerpen van winkelcentra. Volgens Van Vugt dient een goed winkelcentrum vooral te voldoen aan een goede routing, het naar buiten gekeerd willen zijn en het scheppen van een hoge ver-blijfskwaliteit. “Verder is er veel behoefte aan een warme aangename sfeer,” zegt hij. Op de vraag welk winkelcentrum hij beschouwt als highlight in zijn carrière, moet hij even nadenken. “Ik denk dat dit de Oranjerie in Apeldoorn is. We hebben dat op een dusda-nige wijze kunnen ontwerpen, dat er altijd een warme sfeer hangt in de Oranjerie, zelfs als het buiten somber en slecht weer is. Ook hier geldt dat de verblijfskwaliteit van een hoog niveau is.”

Niek van Vugt

Axonometrie nieuwe situatie

Hoek Wilhelminaplein - Ruiterskwartier

Hoek Zaailand - Wilhelminaplein

Page 68: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

68

[ asr vastgoed ontWiKKeling ]

asr vastgoed ontWikkeling is nederlandse retailontWikkelaar 2009:

‘slimme ontWikkeling van retailvastgoed in binnen-stedeliJk gebied brengt dé WaardeCreatie’

Page 69: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

69

[ asr vastgoed ontWiKKeling ]

trots en tevredenheid overheersten vanzelfsprekend bij asr vastgoed ontwikkeling, nadat in juni bekend werd dat de ontwikkelaar was uitgeroepen tot nederlandse retailontwikkelaar van het jaar 2009. de andere genomineerden waren toP vastgoed en next real estate. asr vastgoed ontwikkeling won de prijs omdat het bedrijf vanaf maart 2008 het grootste aantal vierkante meters winkeloppervlak in ontwikkeling en in aanbouw heeft genomen. “Het is een bevestiging en een compliment voor de koers die we sinds 2006 hebben ingezet,” zegt gert-Jan veldkamp, directeur commercieel vastgoed bij asr vastgoed ontwikkeling nv. “onze doelstelling was om ‘full-scale’ te opereren. naast gebieds-, kantoor en woningontwikkeling, is onze focus in belangrijke mate op retail gericht. Full-scale handelen is volgens ons de voorwaarde om winkelge-bieden multifunctioneel en succesvol te kunnen ontwikkelen.”

Veldkamp vertelt dat vanuit ASR Vastgoed Ontwikkeling NV de focus van retail voornamelijk gericht is op het binnenstedelijk ontwikkelen. “In

die gebieden kun je veel tot stand brengen. De mogelijkheden van waardecreatie zijn daar prominent aanwezig. Schaalgrootte is niet primair van belang. Natuurlijk heb je wel met veel stakeholders te maken en dien je voor het succesvol ontwikkelen van vastgoed politiek- en maatschappe-lijk draagvlak te vinden. De kansen liggen daar in het oplossen van de complexiteit.” Zijn collega Bram Loggers, hoofd van het winkelteam bij ASR, vertelt dat die aspecten juist de Unique Selling Points vormen voor ASR Vastgoed Ontwikkeling.

“Duidelijk is dat je bij ontwikkelingen in retailvastgoed een lange adem moet heb-ben en die hebben we. Daarbij hebben we ook een speciale afdeling Research, Acquisitions & Concepts in huis, die geheel is ingericht op complexe projecten.”Albert Eijkelhoff, hoofd Leasing, Marketing & Investor Relations bij ASR, zegt dan ook dat het winnen van de prijs iets wezenlijks zegt over de pregnante rol die ASR in de markt speelt. “We ervaren dat we bij aanbestedin-gen vaak de shortlist halen. Ook ontvangen we regelmatig uitnodigingen van gemeenten, die ons vragen mee te denken over toekom-stige uitdagingen. Ik denk dat dit iets zegt over onze professionaliteit. Het is een waar-dering voor het feit, dat we in Nederland fors aanwezig zijn. Zo hebben we niet voor niets hard gewerkt om bijvoorbeeld een te ontwikkelen winkelproject als Leidsche Rijn Centrum naar ons toe te trekken.”In december vorig jaar werd ASR Vastgoed

Ontwikkeling NV namelijk, samen met part-nerontwikkelaar Vesteda voor de woningen, de ontwikkeling van het kernwinkelgebied bij Utrecht gegund door de gemeente. Dit gebied is een van de eerste delen van Leidsche Rijn Centrum, dat gerealiseerd gaat worden en beslaat circa 150.000m2 aan functies. Ook de Neude, nu nog hoofdpostkantoor en tele-fooncentrale van KPN in de stad Utrecht, is in 2008 verworven in samenwerking met ASR Vastgoed Vermogensbeheer. Het doel is hier een winkelcentrum en hotel te ont-wikkelen en daarbij de kwaliteiten van het Rijksmomument, destijds ontworpen door architect J. Crouwel, optimaal te benutten.

“In Leidsche Rijn zullen de elementen van klassieke stedenbouw terugkomen,” legt Veldkamp uit. “Dit zijn belangrijke uitgangs-punten voor het succesvol ontwikkelingen van vastgoed. Gesloten bouwblokken, met klassieke maatvoering en een oplopende boulevard met aan beide zijden retail worden van een heel ander karakter dan de traditi-onele winkelstraat. Er komt een schakering in het stelsel van straten met steegjes die met elkaar verbonden zijn. Noem het maar een stad op een voormalig weiland.” Volgens Veldkamp komt men in Leidsche Rijn dicht-bij de essentiële voorwaarden voor succes.

“Retail moet aan de ene kant verrassend zijn en tegelijkertijd moeten winkelstructuren logisch en voorspelbaar zijn; de consument moet geprikkeld worden door goede archi-tectuur, logische bouw, met een dito routing en structuur en een optimale winkelinvulling. Alles moet vindbaar blijven voor de consu-ment. Het is voor ons als ontwikkelaars de uitdaging om deze interne strijdigheid toch met elkaar in evenwicht te laten komen.” >

Page 70: Vastgoed in Retail Jaarboek

Het totale beheer van uw winkel-

centrum kunt u vol vertrouwen aan

SCM overlaten. SCM kan zowel de

commercie, de fi nanciën, de techniek,

de marketing als het dagelijks beheer

verzorgen. Het analyseren, beheren

en beïnvloeden van retail life cycles

zit in onze genen. Al jaren verstaan

we als geen ander de wens van

de consument. Daardoor komen

nieuwe retail-ontwikkelingen sneller

tot wasdom en worden bestaande

winkelcentra commercieel tot het

uiterste benut. De bundeling van

ieders belang vertaald naar de

ideale winkelbeleving voor

consumenten, daar draait het om.

Serving Consumer Motivation is

onze keiharde belofte. Zodat u met

SCM het maximale rendement uit

retail real estate kunt halen.

www.scmeurope.com

Serving Consumer Motivation

Page 71: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

71

[ asr vastgoed ontWiKKeling ]

over leidsche rijnHet kernwinkelgebied is het eerste deel van Leidsche Rijn Centrum dat gerealiseerd gaat worden en beslaat circa 150.000m2 aan func-ties. Dit gebied wordt het ‘hart’ van het cen-trum met winkels, terrassen, horeca en andere commerciële voorzieningen. Daarnaast worden in dit gebied circa 800 woningen gerealiseerd en komt er ongeveer 13.000m2 kantoorfunctie. Door het hoogteverschil, dat veroorzaakt wordt doordat Leidsche Rijn Centrum deels op de helling naar de overkapte A2 wordt gebouwd, ontstaat een afwisselend winkelgebied. Een belangrijke winkelstraat wordt gevormd door een circa 12 meter brede voetgangerszone die oploopt van de Grauwaartsingel naar de over-kapping over de snelweg. Dwars hierop liggen brede winkelstraten waarvan een aantal uit-komt op het stadsplein; een ruimte voor onder meer terrassen en entree naar parkeergarage. Het overgrote deel van het parkeren wordt opgelost in parkeergarages onder het verhoog-de maaiveld. Het laden en lossen vindt plaats in een grote, niet-openbare, ondergrondse laad- en losstraat onder het kernwinkelgebied. In totaal komt er circa 26.500m2 detailhandel.De plannen kenmerken zich verder door geslo-ten bouwblokken van vijf tot acht lagen hoog met op de begane grond ruimte voor winkels, horeca, commerciële voorzieningen en kantoren. Op de bovengelegen verdie-pingen worden voornamelijk appartementen gerealiseerd, die uitkijken op groene bin-nenterreinen. De bouwblokken worden archi-tectonisch ‘opgeknipt’ in kleinere panden zodat een centrumstedelijke uitstraling met aandacht voor de menselijke maat ontstaat. Conform de Visie ‘Het Levende Centrum’ en het Masterplan ‘Leidsche Rijn Centrum’ worden de ingangen van de woningen tussen de winkelpuien opgenomen. Op deze manier houdt het gebied ook buiten winkeltijden een levendige uitstraling. De architectuur van de gebouwen is redelijk klassiek met hoogwaardi-ge materialen en aandacht voor detaillering. ❚

Het drietal erkent dat het wel steeds lasti-ger wordt om de consument goed te kun-nen begrijpen. “Hij wil een zekere mate van voorspelbaarheid. Een HEMA, een Blokker of MediaMarkt mogen tegenwoordig niet meer ontbreken. Aan de andere kant ‘klaagt’ de con-sument dat het overal zo veel van hetzelfde is. Een centrum dient dus een optimale mix te bevatten in een aantrekkelijke setting, waar het dus goed toeven is tijdens en na het win-kelen. Een centrum dient de consu-ment aan zich te binden. Dat moet de basis zijn van je retailconcept.”

Toch is een stuk fysieke duur-zaamheid ook van groot belang.

“Gebouwen dienen zich er voor te lenen dat herindeling en –gebruik wordt toegestaan. Veranderingen moeten uiteindelijk kunnen worden aangebracht om aan de behoef-ten van de retailer die inspeelt op de veranderende consu-ment te kunnen blijven voldoen.”Veldkamp is overigens van mening dat de aspecten locatie, locatie en locatie nog steeds dé bepa-lende factoren zijn of een winkel-gebied werkelijk succesvol kan wor-den. “Voor goede retaillocaties is er ondanks de economische dip van dit moment nog steeds een gevecht om de meters. Er zijn nog steeds volop kansen waar waardevermeerdering door herontwikkeling kan plaats-vinden. Daar zijn wij vanuit ASR Vastgoed Ontwikkeling ook altijd naar op zoek. Dat proberen we voor-al door het vinden van samenwer-king met gemeenten, ondernemers, eigenaren en gebruikers. Het is een continu zoektocht naar het meest duurzame vastgoedconcept dat ook werkelijk een bijdrage levert aan de omgeving. En we zijn er vanzelf-sprekend uitermate tevreden mee, dat de jury van de Verkiezing tot Nederlandse Retailontwikkelaar van het Jaar dit ook heeft ingezien. ❚

Page 72: Vastgoed in Retail Jaarboek

Zoekt data?

Meer informatie Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen: Postbus 139 • 3440 AC Woerden

0348-490290 • [email protected]

www.locatus.nl

Of bent u juist op zoek naar een landelijk beeld van alle kleding-zaken? Beiden kunnen wij voor u (ook letterlijk) in kaart brengen.Wilt u meer weten over de mogelijk-heden van de Locatus database? Bel ons voor een afspraak.

De ‘beroepswinkelaars’ van Locatus lopen dagelijks in het veld de verkoop-punten langs, en zijn daarmee uw ogen. Winkels en winkelgebieden veranderen doorlopend, vaak meer en sneller dan u denkt. Er zijn 15% mutaties per jaar.

Bent u op zoek naar actuele gegevens ter ondersteuning van uw beleidsbeslissingen? Dan bent u bij ons aan het juiste adres. Wilt u bijvoorbeeld weten welke verkooppunten in een bepaalde gemeente aanwezig zijn?

Alle 441.215 verkooppunten in de Benelux

Uitgebreide database • Actueel overzicht winkels en winkelgebieden • Registratie door professionele buitendienst • Vaste methodiek, dus onderling vergelijkbaar • Visualisatie data via kaarten en grafieken

NAW - formules - branchering - winkelpassanten - verkoopvloeroppervlakte

Page 73: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

73

[ tasKForCe dynaMisCHe retailontWiKKeling ]

taskForCe dynamisCHe retailontWikkeling:

‘meer retaildynamiek door kennisuitWisseling en betere samenWerking’

de deelnemers van de taskforce dynamische retailontwikkeling (dro) van de nrW hebben het zichzelf al bij voorbaat niet makkelijk gemaakt. Het vertalen van consumentengedrag in beleid dat dyna-misch inspeelt op vraag en aanbod in de toekomst is geen sinecure. Pieter affourtit, algemeen directeur van de WPM groep, was de initiatiefnemer en Marcel reinartz, directeur van rMa Bv, is de huidige voor-zitter de taskforce. “de roep om meer ver-rassing en vernieuwing in het winkelaan-bod in nederland wordt steeds luider de consument is weerbarstiger en wispelturi-ger dan ooit. Winkelplanning in nederland vraagt om een meer dynamische bena-dering die stimulerend is en bijdraagt aan een duurzame retailontwikkeling. Het gaat om winkels als onderdeel van een aantrekkelijke stad, een samenspel van verrassende functies in een attrac-tieve omgeving; het zijn meer dan vroeger bepalende factoren. dynamiek moet weer meer de ruimte krijgen. in de sturing van winkelontwikkeling speelden vaak angst en bescherming de hoofdrol terwijl ruimte voor gedurfd en creatief ondernemerschap juist consumenten uitdaagt en aantrekt.”

Volgens het tweetal bepalen de voorzie-ningen om een winkelcentrum heen mede het onderscheidend vermogen.

“Het stimuleren van dynamische en duurzame retailontwikkeling moet je dan ook zien in de context van een veranderende stad,” zegt Pieter. “En daar zit een spagaat: aan de ene kant vindt de consument dat ze in de verschillende winkelgebieden te veel van hetzelfde ziet. Aan de andere kant mop-pert men meteen als bepaalde winkelformules ontbreken. Wie het weet, mag het zeggen, maar voor de retail en het vastgoed moet in het antwoord op die vraag juist dé oplossing worden gevonden. We moeten dus beter luis-teren naar de consument, maar vooral ook pro-beren om alle stakeholders – uit het vastgoed, uit de retailsector en de overheid - op één lijn te krijgen. Je ziet namelijk dat het korte termijn denken en eigen belang nog te veel prevaleert. Bovendien ontbreekt vaak aan de inhoudelijke aan kennis. Precies daarom nam de NRW, samen met VNG, MKB en HBD, het initiatief in 2008 met een startcongres over dit onderwerp voor alle vertegenwoordigers vanuit sector en werd besloten om letterlijk meer de regio in te gaan om informatie te verzamelen.” Hoewel in eerste instantie nog werd gesproken over de Taskforce Dynamische Winkelplanning,

werd al snel besloten om te spreken van Dynamische Retailontwikkeling. “Retail is immers breder dan winkels. Wat ons betreft horen hier ook dienstverlening, horeca en leisu-re bij. Die voorzieningen raken namelijk steeds meer vervlochten met winkels. En daarnaast is het begrip ‘ontwikkeling’ veel beter dan planning. Planning impliceert toch een zekere starheid en juist vanwege die snel veranderende markt, heb je het over ontwikkelingen,” zegt Marcel

De eerste conclusies na een ronde door het land waren duidelijk. Men vindt dat er nog steeds te stringente regelgeving is om werke-lijk dynamisch te kunnen zijn. Uit de evalu-atie van de regiobijeenkomsten, gehouden in februari van dit jaar, bleek dat er met name behoefte is aan het bespreken en bezoeken van geslaagde en minder geslaagde praktijk-voorbeelden. Ook is er behoefte aan het inzich-telijk maken van instrumenten die ingezet kunnen worden om de dynamiek in de retail te bevorderen. “De retailers stellen boven-dien dat er te veel oneerlijke concurrentie is, maar tegelijkertijd ziet iedereen wel kansen om een verbeterslag te maken. We zijn dus op zoek naar een werkelijke win-winsituatie.”Volgens Pieter hebben in het verleden de ambte-lijke en politieke top te weinig belangstelling >

Page 74: Vastgoed in Retail Jaarboek

Advies- en ingenieursbureau

Altijd een oplossing verder

Laat het hart van uw stad

sneller kloppen

Retail- en leisurevoorzieningen zijn belangrijk en gezichtsbepalend voor uw stad. Goed geplande voor-zieningen versterken het woon- en leefklimaat en zorgen voor extra werkgelegenheid. De ontwikkeling ervan is een boeiende, maar complexe opgave. Een opgave waarin verschillende ambities en belangen samenkomen. DHV vertaalt deze ambities in een concreet, realistisch en duurzaam plan. Dat doen wij met behulp van gedegen marktkennis,

een gedurfde visie en creativiteit. Wij bieden de opdrachtgever advies en begeleiding op maat: van onderzoek en visievorming tot en met de realisatie. Wilt u ook het hart van uw stad sneller laten kloppen, bel dan met een van onze adviseurs. Een afspraak is zo gemaakt!

Meer weten? DHV B.V.Ruimte en MobiliteitRetail en LeisureLaan 1914 nr. 353818 EX Amersfoortwww.dhv.nl/rov

Tel (033) 468 36 66

Page 75: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

75

[ tasKForCe dynaMisCHe retailontWiKKeling ]

getoond voor het onderwerp en werd het belang van samenwerking onvoldoende onderkend. “Maar daarover moeten we eerlijk zijn: mis-schien hebben wij dat vanuit de NRW ook niet goed op de agenda gezet. Met andere woorden: we zullen dit meer onder de aandacht moeten gaan brengen. We moeten een slag maken met het helder stellen van de problematiek in de retail en de te weinig aanwezige dyna-miekmogelijkheden. We dienen ons zeer goed te realiseren dat winkels en voorzieningen het imago van de stad bepalen en als dat niet op orde is, dan heeft een winkelgebied – of een stad – een achterstand op zijn concurrentie.” Marcel vult daar op aan dat het daarbij primair gaat om het verbeteren van de kwaliteit van de meters. Dit is meer dan alleen het toevoegen van nieuw metrage. De uitdaging ligt nadruk-kelijk in het transformeren van bestaande, slechte winkelmeters in kwalitatief beter winke-laanbod of in het kiezen voor functiewijziging. Juist ook deze transformatie vergt een verbe-terde samenwerking tussen overheid, retail en vastgoedsector een meer kennisuitwisseling. Dan alleen kan de attractiviteit van de bin-nensteden en winkelcentra vergroot worden.”

Vanuit de NRW moet er dus meer op de inhoud worden gestuurd. “We zullen belangstelling

moeten opwekken voor het onderwerp,” ver-volgt Pieter. “Een eerste opgave ligt wellicht in het tot stand laten komen van een convenant tussen de stakeholders retail, vastgoedsector en overheid. Met de ondertekening ervan –door en met het platform Detailhandel – conformeren we ons aan de ambitie dat we de bestaande win-kelvoorraad moeten herzien en dat we erkennen dat bestaande structuren van de winkelvoorraad zullen moeten worden aangepakt. En dat deze vooral meer concurrentie gestuurd moet zijn. We zien dat retailers nog veel te veel in bedrei-gingen denken. Je zag het bij de opkomst van de warenhuizen, de supermarkten en nu het internet. En we hebben allemaal ervaren, dat juist die nieuwe afzetkanalen ook zeer aanvul-lend kunnen zijn op het succes van een winkel-gebied of -formule. Dé uitdaging zit hem in het leren beredeneren van kansen. En die kansen zitten in de veranderende stad aldus Pieter.”

Een convenant is natuurlijk een prachtige eerste stap (“Het zou mooi zijn als we dit kunnen onder-tekenen op de Algemene Ledenvergadering van de NRW in 2010”), maar de vraag is of echt de juiste snaar kan worden geraakt. “Daarom moe-ten we gaan knetteren, we zullen de discussie stevig op de agenda zetten. Je kunt alleen stap-pen maken als je het goed kunt benoemen.”

“Winkelgebieden kunnen uitsluitend functio-neren als we dit op basis van de consumenten-behoefte inrichten. Maar de stuurbaarheid van de consument wordt steeds moeilijker. Er zijn echter veel indirecte – emotionele – factoren die de keuzes van de consument bepalen en precies dáár moet je vanuit de retail op inspe-len. Immers, daar is geld mee te verdienen. Een impuls aan de retailvernieuwing is dus grote noodzaak, maar dat vraagt om meer en intensievere samenwerking tussen de partijen. Want… nogmaals: de consument is minder stuurbaar geworden. Maar daarom is de uitda-ging wel groter geworden. Ja, we weten dat we het onszelf niet makkelijk hebben gemaakt.” ❚

over de geïnterviewdenMarcel Reinartz is directeur van RMA BV, dat zich bezighoudt met de (interim)projectma-nagement en advisering bij commercieel vast-goedprojecten en gebiedsontwikkelingen. en dat voor zowel marktpartijen als de overheid. Pieter Affourtit is algemeen directeur en van de WPM Groep, dat zich bezighoudt met advies ,ontwikke-ling en beheer van vastgoed ( ca. 3 miljoen m2).

Page 76: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

76

[ sCM euroPe ]

Geheel ongemerkt gaat de crisis natuurlijk niet voorbij. “Je ziet dat als gevolg van de crisis beleg-gers vooral de oudere delen van

hun portefeuille niet meer kunnen verkopen aan ontwikkelaars,” stelt Michon, “Want die doen geen risicovolle investeringen meer. Vroeger verkochten beleggers hun oude bezittingen en investeerden vervolgens in nieuwe projecten. Maar die markt is opge-droogd. Het geld en het vertrouwen is er niet. Dus besluiten beleggers om hun bezit te behouden en een goed plan te maken om het nieuw leven in te blazen. Dan halen ze ons er bij. Wij worden dan benaderd met de vraag: het gaat wat minder met ons winkel-centrum, kunnen jullie in beeld brengen wat

er kan en moet gebeuren om het tij te keren. Ontwikkelaars haken in deze tijd regelmatig af en in die leemte zijn wij gesprongen. Dat verklaart waarom wij het niet echt rusti-ger hebben gekregen het afgelopen jaar.”

SCM Europe begon 17 jaar geleden als specialist in winkelvastgoedmanagement. Inmiddels is het bedrijf uitgebreid met een adviesafdeling die zich richt op planont-wikkeling en onderzoek. Het bedrijf mag beleggers, projectontwikkelaar, overheden, corporaties en retailers die een vastgoed-portefeuille hebben tot zijn klanten rekenen. En met haar afdeling SCM Leasing weet SCM in deze markt nog steeds goede deals te maken met retailers. Met haar specialisti-

retailers, groot of klein, willen en durven ondanks de economische crisis nog steeds te investeren, stellen Job Michon en tim remmers, de twee directeuren development services bij sCM europe, eendrachtig vast. dat blijkt alleen al uit het feit dat de mede-werkers van sCM europe nog elke dag in gesprek zijn met retailers over hun mogelijkheden en kansen. “de retailers zijn kritischer en handelen voorzichtiger, maar het valt niet stil.”

‘SCM Europe, de combinatie van specialismen’

Page 77: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

77

[ sCM euroPe ]

sche kennis wordt SCM ook steeds meer een speler op de internationale markt, vandaar de toevoeging Europe in de bedrijfsnaam.

“Links of rechts zie je nu toch wel een winkelcentrum afglijden,” merkt Remmers.

“Dat is niet alleen een gevolg van de crisis, waardoor soms een ondernemer omvalt. Veel winkelcentra die 20 of 30 jaar geleden werden ontwikkeld zijn inmiddels afge-schreven. In het verleden kenden die centra weinig leegstand en was er geen reden tot vernieuwen. Maar na 20 jaar moet er toch wat gebeuren, alleen al omdat de overheid nu andere eisen stelt. Als je niks doet dan komt een dergelijk winkelcentrum in een negatieve spiraal terecht. Er moet funda-menteel worden ingegrepen. Beleggers heb-ben niet alles in huis om die kar te trekken. Zij zijn gespecialiseerd in het beleggen, wij in het beheer en de ontwikkeling van vastgoed. De planvorming en planuitwer-king laten ze dan door onze adviseurs doen. We komen met een eigentijds concept om het winkelcentrum te moderniseren en brengen goede nieuwe huurders in.”

Het Miro Center in Enschede vormt daar-van een goed voorbeeld. Michon: “Dat is een compleet versleten winkelcentrum. Sloop en nieuwbouw is uiteindelijk de beste oplossing. Natuurlijk kun je dan let-terlijk hetzelfde terugbouwen, maar er is een goed concept uitgewerkt, commercieel

sterk, passend in deze tijd, met goede parkeervoorzieningen en volstrekt duur-zaam. Dat gaan we nu in fasen realiseren.”

Bij de herontwikkeling van het meubelplein Ekkersrijt bij Eindhoven haakte de ontwik-kelaar af vanwege de economische crisis. Michon: “De belegger had de ambitie toch nog iets doen met het meubelplein en heeft ons er bij gehaald. Wij steken daar onze nek uit, maar ik heb er alle vertrouwen in dat we het voor elkaar krijgen. Het oude meu-belplein wordt deels gesloopt en er wordt zo’n 20.000 vierkante meter nieuwbouw toegevoegd. Maar het gaat niet altijd om rigoureuze ingrepen. Wij leveren maatwerk, zoals bij de Parel van Panningen. Dat is echt een parel geworden, waarbij de winkelruim-tes goed zijn verhuurd. Niet iedere situatie vraagt om dezelfde oplossing, want iedere locatie is uniek. Daarvoor kunnen wij haal-bare oplossingen verzinnen en realiseren.”

Bij haar aanpak richt SCM Europe zich vooral op de wensen van de retailers. Remmers: “Het gaat dan om zowel de professionele landelijke partijen als het midden- en kleinbedrijf. Wat zij belangrijk vinden staat bij ons centraal. We kennen de retailers goed, we gaan met ze in gesprek. Die informatie koppelen we terug en we kijken hoe we dat kunnen oppakken. Dat spel zit in de genen van SCM. Het gaat de retailers uiteindelijk om de consument.

Wij kijken wat een consument drijft om een winkelcentrum te bezoeken, wat verleidt hem om daar naar toe te komen. Het gaat dan niet alleen om schoon, heel en veilig. De goede formules moeten aanwezig zijn in een winkelcentrum en de ondernemers moeten de gelegenheid krijgen om zich goed te manifesteren. Als de consument eenmaal binnen is moet je hem ook zolang mogelijk zien vast te houden. Dat kan door te zorgen voor een gevarieerd branchepatroon en door dynamiek in het winkelcentrum te brengen, zoals het wisselen van etalages en promoti-onele acties. Want het is wel de bedoeling dat de consument daar zoveel mogelijk geld achter laat. Hoe dat uiteindelijk in de winkel gaat, daar hebben wij geen invloed op. Het laatste stapje moet de retailer zelf doen.”Remmers: “Ondanks drie aparte discipli-nes bij SCM, beheer, advies en verhuur, is in het geval van een opdracht het hele bedrijf in de weer om van een project een zo goed mogelijk succes te maken.

Zo beoordelen wij regelmatig elkaars projec-ten en gaan met elkaar om tafel om oplos-singen te bedenken. Vervolgens presenteren wij dit aan onze klant, de eigenaar van het winkelcentrum of de ontwikkelaar van een nieuw te bouwen winkelcentrum. Goede voor-beelden hiervan zijn Zoetermeer Stadshart, Almere Promenade en De Kalvertoren in Amsterdam. SCM Europe is een com-binatie van specialismen die werkt!” ❚

Page 78: Vastgoed in Retail Jaarboek
Page 79: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ volKer Wessels vastgoed ]

tegenover de Kop van Zuid in rotterdam vindt er de komende jaren een flinke metamorfose plaats. rond de rijnhaven zal namelijk niet alleen het european China Center verrijzen – waarvan een groot aantal vierkante meters bestemd is voor retail – maar ook zal het House of design worden ontwikkeld. Hans Borsje, regiomanager Zuidwest Holland bij volker Wessels vastgoed is er nauw bij betrokken. samen met mede-ontwikkelaar synchroon, onderdeel van de tBi groep, wordt opgetrokken om in dit gedeelte van rotterdam een nieuwe impuls tot stand te brengen. over de kredietcrisis wil Borsje niet spreken. “voor goede projecten is immers altijd geld beschikbaar.”

Hans borsJe van volker Wessels vastgoed:

‘ontWikkelingen rond de riJnHaven geven nieuWe

impuls aan maasstad’

zitten om te kijken of we tot elkaar konden komen. Je moet van elkaars krachten uitgaan en ervoor waken dat er een allegaartje gaat ontstaan. Bovendien moest het stedenbouw-kundig bij elkaar passen. In het te ontwikkelen gebied moeten passanten en bezoekers op z’n minst twee uur kunnen vertoeven. En dus is het nodig om een stuk coördinatie te scheppen met mede-ontwikkelaars. In die gesprekken kregen we ook het gevoel dat we het concept moesten vergroten. Het geheel kon completer worden. We hebben daarom gepraat met pro-fessor Kossak, Urban Planner uit Duitsland. Daar hebben we visie mee ontwikkeld. Prof. Kossak was onder andere de stadsbouwmeester van Hamburg. Hij zag de ruwheid van de plek aan de Rijnhaven, zoals die ook ooit in het havengebied van Hamburg was. Daarom heeft hij ons geïntroduceerd bij Stilwerk, een maat-schappij, die meerdere design-winkelcentra heeft ontwikkeld, onder andere al in Stuttgart, Berlijn en Düsseldorf. Wenen en Zürich worden nu vormgegeven en Rotterdam komt daar dus achteraan. Het criterium voor dit concept was dat je wel een verzorgingsgebied nodig hebt van ongeveer 1,2 miljoen mensen. Wel, dat is er in Rotterdam. En er moest een inzet komen op

‘brandstores’. Noem het maar toonzaalachtige detailhandel. Het Rotterdam House Of Design krijgt langzamerhand vorm.”

Volgens Borsje is het bijzondere van het project dat het uit drie lagen winkels zal bestaan. “De ervaringen in Duitsland zijn dat een dergelijk complex in de weekends helemaal vol zit.

Voor het European China Center was vorig jaar al de ECCR BV opgericht, die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van de eerste fase. “We zitten nu in het

stadium van het ‘final design’,” vertelt Borsje. “We zijn nu voor de huurders en kopers aan het kijken hoe we concrete invulling kunnen geven aan het interieur. Daarbij houden we scherp in de gaten dat de uitwerking China-georiënteerd moet blijven. Sterker nog: als een soort China-Desk moet dit dé wegwijzer zijn voor Chinese bedrijven, die zich in Nederland willen vesti-gen. Het ECCR richt zich op zakenmensen, op Nederlanders die naar China willen en zich voor een eerste keer goed willen oriënteren én Chinezen, die in Nederland wonen. Maar door deze combinatie van doelgroepen, creëren we tegelijkertijd een ware toeristische attractie. Een modern Chinees businesscentrum, naar model van het huidige Sjanghai, dus in hartje Rotterdam.” Borsje zegt dat hij hoopt dat nog dit jaar daadwerkelijk kan worden begonnen met de bouw. “Er zijn geen procedures aan-gespannen. Dat heeft natuurlijk te maken met het goede overleg dat wij vooraf hebben gevoerd maar tegelijkertijd is het ook zo dat omwonenden, zowel zakelijk als particulier, er belang bij hebben dat dit project goed tot ontwikkeling komt.”

In 2007 was men – náást de planvorming over het ECCR –gestart met de verdere ontwikke-ling van het Rondje Rijnhaven. “Wij hadden al posities in het gebied. Maar dat gold ook voor ontwikkelaar TBI. We zijn om de tafel gaan

Met loopbruggen wordt het complex handig verbonden met het ernaast gelegen ECCR. Maar daar houdt het niet bij op. In Stilwerk ambiëren we ook de vestiging van educatieve instellingen, die zich bezig houden met design. Dat geeft reuring en cachet aan het totale concept. Er komen expositieruimtes en we zijn al in gesprek met kandidaat-supermarkten. De twee projecten – het House of Design en het European China Centre Rotterdam – leggen dus een logisch verband met elkaar.”

Borsje zegt dat de bouw van het ECCR – wat hem betreft – al in 2012 kan worden afgerond. “Dan kunnen we starten met Stilwerk, het Rotterdam House of Design. Op dit moment kijken we sterk naar de fasering. Misschien moeten we het pro-ces in drie of vier delen knippen. De tijden zijn natuurlijk veranderd. Aan de andere kant weten we zeker dat de Rijnhaven Rotterdam nog meer op de kaart kan zetten met nieuwe architectuur. Rotterdam kan met dit concept groeien tot de designstad van Nederland.” Een inschatting wanneer de gehele Rijnhaven is uitontwik-keld, vindt Borsje moeilijk te maken. “Het zou mooi zijn als het in 2018 gereed is,” besluit hij. “Maar eerder mag ook. En die kans acht ik niet uitgesloten, want er is veel interesse voor. Natuurlijk behoren we de ontwikkelingen in de economie goed te blijven monitoren, maar voor een goed project is altijd geld te vinden. Dat heeft de stand van zaken tot nu toe rond de Rijnhaven al volop bewezen; als je over een paar jaar op de Kop van Zuid staat, dan zie je een compleet nieuw stukje Rotterdam.” ❚

vast

goed

in re

tail

79

Page 80: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

80

[ retail ProPerty ManageMent ]

vast

goed

in re

tail

80

dat omzetten, marges en investeringen in de retail onder druk staan is feitelijk geen nieuws meer. “ van onze eigen accounts horen we niet anders,” vertelt Joop van der steuijt, directeur van het in delft gevestigde retail Property Management. “Maar het is wat ons betreft niet meteen de reden om in een negatieve teneur te belanden. integendeel. Zonder de time out van de economie te willen bagatelliseren, liggen er volop kansen en dienen we te anticiperen op veranderingen. Wij zien onze huidige rol dan ook verschuiven: er is meer behoefte ontstaan aan onze adviesfunctie op het gebied van huurprijsherzieningen ex 7:303 BW. in de nederlandse retail is op dit moment namelijk sprake van een merkwaardig fenomeen….”

Joop van der Steuijt van Retail Property Management:

‘Toenemend aantal huurprijs- toetsingen voor retailers’

Perry Sport Eindhoven

Page 81: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ retail ProPerty ManageMent ]

vast

goed

in re

tail

81

Joop van der Steuijt,

directeur

Van der Steuijt doelt daarmee op de noodzaak voor de retailers om in het licht van de huidige tijden de huurprijzen van de door hen

gehuurde winkelpanden te verlagen terwijl dit haaks staat op wat de wetgever –op dit moment ten gunste van de beleggers - heeft bepaald. “Er is dus een ongezond spanningsveld in de markt. Beleggers en ontwikkelaars zijn soms te snel geneigd om te veel naar de financiële aspecten te kij-ken en daarbij hand-in-hand de letter van de wet te volgen. Begrijp me niet verkeerd: vanuit juridisch oogpunt is er geen steek tussen te krijgen, maar ik ben er wel van overtuigd dat er in de huidige discussie bij de toetsing van de huurprijzen – niet uitsluitend naar direct rendement gekeken moet worden. Volgens mij moeten we pro-beren een consensus te bereiken waarbij op de lange termijn alleen maar winnaars uit de strijd stappen. Beleggers zouden niet per definitie verzoeken om huurverlagingen naast zich neer moeten leggen. Het eerste bewijs dat institutionele beleggers daar oog voor hebben is geleverd door Corio met haar initiatief om de ondernemers in Villa Arena tegemoet te komen gezien de

verslechterde economische omstandighe-den. Ook Redevco heeft inmiddels erkend dat het komende jaar in het teken zal komen te staan van aanpassingen van huur-contracten en huurprijsaanpassingen als gevolg van de dreigende leegstand in bin-nensteden. Dit getuigt van marktrealisme hetgeen helaas bij te veel beleggers (nog) ontbreekt. Begrijp me goed: in tijden van economische groei klopt een huurder ook niet bij een belegger aan met het verzoek om meer huur te mogen betalen. Maar in deze tijd…..”

Van der Steuijt zegt daar vanuit Retail Property Management pro-actief op te wil-len reageren. “Zo produceren wij rapporten

– noem het maar ‘deskundigenadviezen’ – waarin we conform de wettelijke criteria de huurprijzen toetsen. Daarvoor hebben wij met een externe partner geavanceerd software ontwikkeld, op basis van onze database met referentiepanden. Deze rap-porten zijn ‘kantonrechter-proof’. Eén van de grootste retailers in Nederland heeft RPM onlangs opdracht verstrekt tot het uitbrengen van een advies en haar te bege-leiden in de huurprijsonderhandelingen van een omvangrijk aantal winkelpanden.” Volgens Van der Steuijt geeft zo’n advies een veel beter inzicht in de werkelijke situ-atie waardoor het een transparant handvat wordt voor mogelijke onderhandelingen.

“Wij durven in alle bescheidenheid te stel-len dat wij die specifieke kennis in huis hebben. We voeren immers het manage-ment van ruim 650 winkels in Nederland met een huurstroom van ruim 52 miljoen euro op jaarbasis. We weten dus waar we het over hebben als de discussie over huur-prijstoetsing wordt gevoerd.”

Het komt dus op creatief ondernemer-schap aan, wat Van der Steuijt betreft. “We moeten met z’n allen terug naar de onder-handelingstafel. Het is de hoogste tijd om face-to-face tot consensus te komen. Het gaat om de onderlinge Body Language. Op cruciale momenten nemen wij ook onze opdrachtgevers mee naar de gesprekken. Het kan toch niet zo zijn dat er sec naar het rendement van de belegger wordt geke-ken? Je ziet bij beleggers nu bovendien een nieuwe generatie die vasthoudt aan wat wetgeving hen voor mogelijkheden biedt. >

Page 82: Vastgoed in Retail Jaarboek

Vastgoedmanagement vanuit de optiek van de retailer

met het oog op het beste resultaat.

Retail Property Management waakt over uw belangen,

zodat u zich geheel kunt richten op de core business.

Retail Property Management geeft ‘retail de ruimte’,

voor meer informatie zie www.ruimtevoorretail.nl

R u i m t ev o o r r e t a i l

Retail Property Management werkt o.a. voor:

Kleveringweg 4

2616 LZ Delft

www.ruimtevoorretail.nl

Telefoon (015) 215 30 30

Fax (015) 215 30 31

[email protected]

Page 83: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

83

Maar als huurders daardoor uiteindelijk afhaken omdat er een te starre houding wordt aangenomen, dan is de belegger veel verder van huis. Bovendien ben ik er van overtuigd dat je door op deze wijze te handelen – met of zonder onze bemiddeling

– tegelijkertijd een duurzame relatie opbouwt. Samen maakt sterk.”

samenwerkingEen goed voorbeeld is het oprichten van de werkgroep Utrecht-Hoog Catharijne. Het initi-

atief kwam van Retail Property Management. “Ik denk dat we er hier in zijn geslaagd om een lans te breken om weer naast en met elkaar te kunnen optrekken,” stelt Van der Steuijt. “Het plan is om de winkelcapaciteit van het gebied in en rondom het NS-station substantieel uit te breiden en de routing te wijzigen. Je kunt zeggen dat hier sprake is van de grootste herontwikkeling van een winkelcentrum in Nederland, maar de zit-tende retailers kregen het gevoel dat hun belangen onderbelicht bleven. Door met elkaar letterlijk face-to-face in gesprek te gaan, konden de scherpe kantjes er worden afgehaald. Niemand zit toch te wachten op een gang naar de (kanton)rechter? Ik erken dat alle aanwezige problemen en knelpunten in Utrecht nog niet zijn opgelost, maar ik zie wel openingen, net als de aanwezige partijen. En daar is op lange termijn een zin-volle (her)ontwikkeling van Hoog Catharijne alleen maar bij gebaat.”

Toch kan ook Van der Steuijt het niet laten om een appel te doen op de politiek.

“Natuurlijk is hier een mooie taak voor onder andere de RND weggelegd om te lobbyen voor flexibelere wetgeving op het gebied van de vijfjaarlijkse toetsing van huurprijzen. retail managementVan der Steuijt en zijn medewerkers voelen zich dan ook de ‘belangenbehartigers voor de retail pur sang’. “Maar dat doen we wel zonder het belang van de belegger uit het oog te verliezen,” benadrukt hij. “En dat zal ook niet veranderen. Want dáár ligt juist de basis van de consensus. Wij verwachten de komende jaren dan ook vooral groei in onze adviezen voor huurprijstoetsingen. Daar kun-nen de krachten worden gebundeld. En dat is geen overbodige luxe in een periode zoals we nu beleven: creatief ondernemerschap is nu ook in de retail een absolute must gewor-den.” ❚

[ retail ProPerty ManageMent ]

Page 84: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

84

[ Hoogvliet BeHeer ]

vlak voor de zomervakantie is in veenendaal de 59e vestiging geopend en de 60e vestiging zal niet lang op zich laten wachten. de groei zit er dus goed in bij supermarktketen Hoogvliet dat samen met Hoogvliet Beheer tot het Hoogvliet concern behoort. Cor-Jan schreuder, directeur van Hoogvliet Beheer, en arno van Beek, binnen deze organisatie verantwoordelijk voor het vinden van nieuwe locaties voor Hoogvliet supermarkten,, zijn tevreden over de gestage toename van activitei-ten. “Het supermarktbezoek van de con-sument begint niet tussen de schappen, maar al op de parkeerplaats, de fietsen-stalling of bij de dichtstbijzijnde bushal-te,” zegt schreuder met overtuiging. “Wij vinden daarom dat je in de ontwikkeling en bouw van een supermarkt er altijd van moet uitgaan dat de rode loper uit moet voor die consument. die moet je in de watten willen leggen. dus ook al op de parkeerplaats. de wijze waarop je de supermarkt in de omgeving plaatst is essentieel voor het succes..”

Hoogvliet Beheer is altijd op zoek naar locaties en samenwerkingsverbanden

We zijn de enige supermarktketen in Nederland die het predikaat ‘warme bakker’ mag voeren. We weten door de succes-volle combinatie van al die factoren – van het beheer van het vastgoed tot aan het inrichten van de winkel - als geen ander dat er dus wel degelijk rendement zit op het exploiteren van een supermarkt. En dat is precies de reden dat we voortdurend op zoek zijn naar nieuwe locaties. We ambiëren – in het westen en midden van het land - een afgewogen groei van minimaal 3 nieuwe vestigingen per jaar.”

Wat Schreuder betreft gaat het dus om een goede zichtbaarheid van de winkel. “Het is het uitgangs-punt bij onze zoektocht naar

locaties, waar we denken dat we iets kunnen doen,” vervolgt hij. “We ambiëren altijd grip te hebben op de locatie, zoals bijvoorbeeld de vierkante meters náást de supermarkt, de parkeerplaats of zelfs de woningen op, naast of bij de supermarkt. We streven naar veel eigendom om efficiënt en met rendement een locatie te kunnen ontwikkelen. Maar het is vanzelfsprekend ook de formule van de winkel die je moet optimaliseren. En ik denk dat wij daar met onze Hoogvliet super-markten sterk in scoren. We zijn prijsagres-sief, maar tegelijkertijd full-service. In het zomerrapport van GFK zijn we met stip naar plaats vier gestegen.. Consumenten gaan ons dus steeds meer waarderen. Uit recente metingen van de consumentenbond blijkt daarnaast dat we ons terecht ‘bewezen de goedkoopste’ kunnen noemen. We scoren bovendien goed op aspecten als de versheid van producten, de gevarieerdheid van het assortiment en de vriendelijkheid van het personeel. Ook kunnen we in enige beschei-denheid zeggen, dat brood ons speerpunt is.

Page 85: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

85

[ Hoogvliet BeHeer ]

Hoogvliet Beheer is altijd op zoek naar locaties en samenwerkingsverbanden

“Vanuit Hoogvliet Beheer werken we aan onze eigen ontwikkelportefeuille,” vervolgt Van Beek. “We durven locaties (bestaande gebou-wen of grond) op risico te kopen. Daarna zoe-ken we net zo lang naar de optimale modus tot er een volwassen project ontstaat. We kunnen dit doen omdat we binnen de holding inten-sief contact hebben met ons zusje Hoogvliet Super. We kunnen tijdens het ontwikkelings-proces bij elkaar in de keuken kijken en dat staat garant voor goede eindproducten.”

Schreuder zegt dat Hoogvliet Beheer in haar ori-entatie op potentiële nieuwe locaties altijd op zoek is naar nieuwe samenwerkingsverbanden.

“Wat ons betreft zijn er allerlei variaties mogelijk. We kunnen de locatie zelf gaan ontwikkelen – eventueel in combinatie met woningbouw - maar we zien ook dat andere partijen dat soms veel beter kunnen omdat ze bijvoorbeeld meer zijn ingevoerd in de betreffende locatie of over de juiste expertise beschikken. We willen altijd eindigen bij de meest efficiënte wijze van samenwerking.” Schreuder doet daarbij meteen een appel op de overheid. “Eigenlijk verwacht ik van gemeenten meer inspanning op dit vlak.

Natuurlijk dienen we met z’n allen in het hele proces van ontwikkelen grote zorgvul-digheid naar de omgeving te betrachten, maar de overheid is wel verantwoordelijk voor het in stand houden of het bevorderen van de snelheid van planvorming. Ik wil dat ze ons – als ontwikkelaars – door de fases heen loodst. >

Cor Jan Schreuder en Arno van Beek

Page 86: Vastgoed in Retail Jaarboek

GoedkoopBij Hoogvliet bent u écht goedkoop uit!‘Bewezen de goedkoopste’... En dat niet alleen door onze vaste lage prijzen. In onze reclamefolder vindt u wekelijks ruim tachtig zeer scherpe aanbiedingen. De elektronische prijslabels op de schappen tonen u continu de meest actuele lage prijs. Daarnaast spaart u met de zegels achterop de kassabon voor een gratis product. Kortom: bij ons weet u zeker dat u écht goedkoop uit bent. KwaliteitBij Hoogvliet staat kwaliteit altijd voorop!Bij Hoogvliet gaan de laagste prijzen hand in hand met een uitstekende kwaliteit. Of het nu gaat om versgebakken brood, dagverse groente- en vleesproducten, bekende kwaliteitsmerken of ons extra voordelige Hoogvliet merk: bij al onze producten staat de kwaliteit voorop. VriendelijkBij Hoogvliet zijn vriendelijke medewerkers de gewoonste zaak van de wereld!Een gastvrij onthaal, behulpzaamheid en een glimlach? Voor onze medewerkers de gewoonste zaak van de wereld. Kunt u een product niet vinden, dan wijzen zij u graag de weg. Wilt u een kleiner of juist groter stuk kaas? Geen probleem! Dit zijn enkele voorbeelden van het servicegevoel dat onze medewerkers met de paplepel krijgen ingegoten, mede dankzij interne opleidingen en de juiste begeleiding. GemakBij Hoogvliet winkelen is gemakkelijk én snel!Van kant-en-klaar maaltijden tot voorgesneden groente en fruit, van samengestelde barbecue- of fondueschotels tot ons zelfgebakken brood dat tot sluitingstijd verkrijgbaar is. Ons assortiment is ruim, maar overzichtelijk. De schappen zijn logisch ingedeeld, zodat u niet lang hoeft te zoeken. Ook staat u niet onnodig in de rij dankzij onze kortste-wachttijden-garantie en onze zelfbedieningskassa’s. In uw eigen tempo scant u zelf de boodschappen en rekent af met uw pinpas. Bij ons winkelen doet u dus gemakkelijk én snel.

De sterke punten van Hoogvliet

VerantwoordHoogvliet is goed voor mens en milieu!Dat doen wij onder meer door de selectie van verantwoorde producten, bijvoorbeeld met het ‘Ik Kies Bewust’-logo. Bovendien zijn onze voorverpakte maaltijden, salades en fruit gebaseerd op de stelregel ‘eet per dag twee ons groente en twee stuks fruit’. Verantwoorde keuzes maken wij ook voor het milieu. Voorbeelden? Wij scheiden ons bedrijfsafval op een groene manier en ons assortiment kent steeds meer diervriendelijke producten. Wij blijven zoeken naar manieren waarop wij kunnen bijdragen aan het welzijn van mens en milieu.

Persoonlijke aandachtDe winkels van Hoogvliet zijn ingericht met moderne, levendige kleuren en gezellige poppentheaters die de kinderen vermaken tijdens het boodschappen doen. Bij binnenkomst komt de geur van vers brood de klant tegemoet uit de oven waar gedurende de gehele dag broden worden afgebakken. De werkruimte voor de slager is zo ingericht dat klanten hem kunnen zien werken: een soort podium waarop hij zijn kunsten kan laten zien. Vlees van Hoogvliet is echt vers en ambachtelijk bereid! Naast het ruime assortiment is de persoonlijke aandacht van onze deskundige medewerkers een belangrijke reden waarom veel klanten Hoogvliet niet meer kunnen missen voor de dagelijkse boodschappen!

De ideale locatie voor een Hoogvliet winkel voldoet aan de

volgende voorwaarden:

- De winkel ligt in het marktgebied en heeft een goede bereikbaarheid.

- Een goede zichtbaarheid.

- Biedt ruime parkeergelegenheid.

- Is een herkenbare winkel en biedt ruimte om een opstelplaats

ten behoeve van de wisselbakken te creëren.

57190346_Advertentie Beheer_230x297_v2.indd 1 21-08-2009 11:09:37

Page 87: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

87

[ Hoogvliet BeHeer ]

Als ontwikkelaar moet je heel wat schoteltjes in de lucht houden om te kunnen presteren. Helaas ontbreekt het vanuit de overheid nog wel eens aan dat committment, zo heb ik het gevoel. Ik mis soms wat invoelingsver-mogen. Wij als ondernemers liggen ’s nachts nog wel eens te tobben hoe we knelpunten moeten oplossen, terwijl een ambtenaar, die toch een wezenlijk onderdeel vormt van de samenwerking, in mijn beleving die zorg en betrokkenheid wat minder voelt. Men kan vanuit de overheid veel meer uitstralen dat het ‘leuk’ is om de knelpunten op te lossen, om de vaart erin te houden. Zeker in de huidige economische situatie is het van groot belang dat ondernemers die nog kunnen en durven investeren goed gefacili-teerd worden..In dat ingewikkelde proces van ontwikkelen hebben we elkaar hard nodig.”

Toch laten Schreuder en Van Beek zich niet uit het veld slaan. “Want we hebben ook goede voorbeelden van gemeenten waar we uitste-kende samenwerking mee hebben en waar er wel degelijk wordt geprobeerd de snelheid er in te houden. Het is soms heel erg afhan-kelijk van de betrokkenheid en inzet van één

of enkele personen. Maar feit blijft wel dat wij – als ondernemers – voortdurend op zoek zijn naar kansen. En als die kansen zich aan-dienen, dan willen we ze met beide handen aangrijpen. En daarom zijn we steeds op zoek naar nieuwe locaties en samenwerkingsver-banden. De zestige Hoogvliet supermarkt is daarom zeker niet het eindstation.” ❚

Page 88: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ loCatus ]

vast

goed

in re

tail

88

Onderzoeksbedrijf Locatus verwacht de komende jaren winkelkrimp

Page 89: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

89

[ loCatus ]

vast

goed

in re

tail

89

op het hoofdkantoor van onderzoeks-bedrijf locatus in Woerden weten ze het zeker: er gebeurt in de retailwereld veel meer dan men op het eerste gezicht denkt. sterker nog: als je elke dag naar de winkels in het land kijkt, dan zou je denken dat er geen enkele verandering plaatsvindt. “Maar schijn bedriegt,” zegt algemeen directeur gerard Zandbergen.

“Je ziet pas de verschillen als je van tijd tot tijd de ontwikkelingen gestructureerd bekijkt en registreert. en dan is het soms schrikken. Het is absoluut geen over-bodige luxe om niet alleen vinger aan de pols te houden, maar vooral ook de vinger te durven leggen op de zere plek.”

Zandbergen noemt een voorbeeld. “Voor een belegger – een relatie van ons

– onderzochten wij het aantal meubel-winkels in binnensteden en hoofd-

winkelgebieden. Hoewel bij hem wel bekend was, dat er zo af en toe eens een meubelzaak verdween, schrok hij toen uit onderzoek bleek, dat in de loop der jaren op deze plek-

ken maar liefst 30% daling was gesignaleerd van meubelzaken. Met die informatie kon hij kwalitatief betere managementbeslissingen nemen. Want ontwikkelingen – trends – kun je met die kennis in een perspectief plaatsen.”

Commercieel directeur Peter Nieland zegt dat er landelijk in ieder geval een trend-matige daling van het aantal bezoekers in winkelgebieden wordt geconstateerd. “En eigenlijk ontstaat er dan een Pavlov-reactie: we willen het niet geloven. Zelfs ook de retailers niet. Want natuurlijk is het mogelijk dat een individuele retailer nog steeds goede omzetten draait en tevreden is, maar als er negatieve ontwikkelingen zijn in de omge-ving, dan zal dat uiteindelijk ook invloed hebben op zijn eigen zaak, op termijn. En regeren is vooruitzien, zo lijkt ons.”

Zandbergen en Nieland benadrukken dat ze vanuit Locatus absoluut onafhankelijk opereren. “We hebben er geen enkel belang bij om cijfers anders voor te stellen dan ze zijn. We verzamelen gegevens uit de retail,

Onderzoeksbedrijf Locatus verwacht de komende jaren winkelkrimp

we verwerken ze, we analyseren en kunnen iedere opdrachtgever – met welke vraag dan ook – van informatie voorzien. Het werk voor ons is in de loop der jaren niet specifiek ver-anderd – de meettechnieken zijn hetzelfde gebleven – maar we zien wel dat het hele aankoopgedrag van de grillige consument is veranderd. De markt is transparanter – met dank aan internet – en de zoektocht naar een product of dienst ontstaat op een andere manier. En dat heeft uiteindelijk invloed op het aantal vierkante meters winkelopper-vlak. Wij durven zelfs te voorspellen dat er in Nederland uiteindelijk een winkelkrimp gaat ontstaan. Langzamerhand zitten we aan het maximaal aantal vierkante meters. In combinatie met de vergrijzing en de afne-mende bevolking, zullen afzetkanalen dus moeten gaan nadenken over hun strategie op de toekomst. En dat nadenken vindt de basis in goede informatie en statistieken.” Volgens Zandbergen worden winkels veel meer een etalage. “Vooral de producten die merkgebonden zijn zullen dit gaan merken.” >

Page 90: Vastgoed in Retail Jaarboek

Vastgoed

Postbus 1000, 1000 BA Amsterdam

Telefoon: (020) 594 35 01

Fax: (020) 594 38 15

www.deltalloyd.nl/vastgoed

Brusselse Poort, MaastrichtEind 2006 verworven in Maastricht, overdekt stads-deelcentrum met 2 full-service supermarkten en ruim 50 speciaalzaken. Zeer actieve ondernemers zorgen voor couleur locale, met aan-trekkingskracht op klanten uit de regio inclusief België. Wij zijn bezig met plannen voor herontwikkeling.

Diemerplein, DiemenWij starten in september 2009, i.s.m. 3W Vastgoed, met de herontwikkeling van Diemerplein. Na verdubbeling van het winkelareaal en aanleg van een 2-laagse ondergrondse parkeergarage zal Diemerplein weer geheel voldoen aan de eisen van de consument.

Piazza Center, GorinchemSuccesvolle herontwikkeling (i.s.m. WPM Planontwikkeling), bekroond met de NRW Jaarprijs 2004. Dit overdekte winkelcentrum met een ruim aanbod van 40 speciaalzaken en 2 grote full-service supermarkten heeft een warme, verzorgde uitstraling.

Delta Lloyd Vastgoed, een onderdeel van Delta Lloyd Groep, belegt in

vastgoed als zekerheid voor verzekeringsverplichtingen op lange termijn.

De portefeuille omvat ca. € 2,3 miljard, verdeeld over woningen, kantoren

en winkels. Bij de exploitatie, verwerving, ontwikkeling en realisatie van

projecten werken wij samen met vele marktpartijen, een succesfactor die

wij aanduiden als 'De Kunst van Samenwerken'.

De strategie voor de winkelportefeuille is een sterke uitbreiding door projecten die

anticiperen op wensen en behoeften van ondernemers en consumenten en passen

binnen de maatschappelijke en economische ruimte. Wij bereiken dit door verwerving

en ontwikkeling van nieuwe projecten en uitbreiding en verbetering van onze

portefeuille.

Door de restyling in 2005 van het interieur naar design van Buhren & Van Deventer heeft Ridderhof zijn toonaangevende positie in het groeiende en vernieuwende stadshart behouden. Ridderhof

huisvest 70 speciaalzaken, 2 grote full-service supermarkten en een parkeergarage.

Ridderhof, Ridderkerkde Kunstvan Samenwerken

CYAN MAGENTA YELLOW BLACK

Page 91: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

91

[ loCatus ]

Zijn er dan alleen maar bedreigingen? “Nee absoluut niet. Er liggen volop kansen. Alleen zie je dat in de retail nog te veel vanuit bestaande structuren wordt gedacht. Het gaat om het uitvinden van een nieuw con-cept. Een goed voorbeeld is bol.com. Deze grootste boekensite van Nederland is echt niet ontstaan uit een boekwinkel. Bovendien zie je dat de fabrikant steeds vaker con-current wordt van zijn eigen retailer. En zo werkt de groothandel bijvoorbeeld nu eigenlijk nog slechts voor de kleine retai-ler omdat die fabrikant simpelweg recht-streeks zaken doet met de grote ketens.”

De werkwijze van Locatus is eenvoudig. “We kunnen praktisch alles uit onze bestaande database halen,” legt Nieland uit. “We hoeven daar geen dikke rapporten van te maken. We leveren een rapport op hooguit twee of drie A4-tjes en de opdrachtgever kan verder. Een voorbeeldvraag? Hoeveel marktruimte is er nog voor meer winkel-oppervlak in Appingedam? Wij weten het antwoord.” Zandbergen voegt hier aan toe dat de vraag naar historische data toe-

neemt. “En daarmee zie je een groeiende behoefte in de retail om structuur aan te brengen in het kijken naar trends. En dat is een goede zaak, want met alle beschik-bare informatie kun je je strategie veel beter bepalen.” Zandbergen benadrukt dat er vanuit Locatus geen advies wordt gegeven.

“We verstrekken louter de informatie. De opdrachtgever moet zelf bepalen wat hij wil met die informatie. Onze onderzoeksresul-taten zijn simpelweg de antwoorden op de vragen. Het is een houvast voor de toekomst.”

Locatus heeft in ruim twee jaar tijd een gelijke database van retailgegevens in België opgebouwd. “Verder ambiëren we om op korte termijn ook de tien belangrijkste Europese hoofdsteden in kaart te hebben. In enkele jaren hopen we te groeien naar een database met alle relevante retailont-wikkelingen in 50 hoofdsteden in Europa. Uiteindelijk zal dit ook een mooi vergelij-kingsbeeld opleveren van de stand van zaken in Nederland ten opzichte van wat er elders gebeurt.” Zandbergen wil daar overigens al wel een voorschot op nemen.

Volgens hem is men in Nederland vrij behou-dend in de retail. “We slagen er hier altijd goed in om nieuwe initiatieven (politiek) om zeep te helpen. Misschien komt dit wel een beetje door onze cultuur om niet echt de kop boven het maaiveld te willen uitsteken, maar we wijten deze behoudendheid toch ook aan de sterke detailhandelslobby. Deze houdt vernieuwing te veel tegen. Bovendien mist de politiek het lef om vernieuwing toe te staan. Het is voor de kwaliteit en het ren-dement van retail in Nederland te hopen, dat hier een verbeterslag in kan worden gemaakt. Want alle ontwikkelingen die op ons af zullen komen in de loop der jaren, vragen om meer innovatie. En dat is geen loze aanbeveling. Er gebeurt echt veel meer op retailgebied dan men zo op het eerste gezicht zou den-ken.” ❚

Page 92: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ HooFdstuK ]

vast

goed

in re

tail

92va

stgo

ed in

reta

il92

Page 93: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ HooFdstuK ]

vast

goed

in re

tail

93

[ veXPan ]

Hans brugmans, voorzitter vexpan

‘We moeten Het eerliJkHeidsgevoelrond parkeren vergroten’

vast

goed

in re

tail

93

de belangrijkste opgave waar vexpan, als platform voor parkeren, zich voor gesteld ziet, is de wereld uit te leg-gen wat parkeren precies inhoudt. Hoe komen we tot prijzen, tot een visie/beleid, etc? Parkeren wordt nog te veel gezien als een product. Parkeren is ech-ter een dienst,” aldus Hans Brugmans, voorzitter van de vexpan.

In 2011 bestaat de Vexpan 25 jaar. Het is tevens de datum waarop Brugmans heeft aangekondigd na tien jaar zijn voorzitters-hamer neer te leggen. “Het bestuur wilde

destijds een overeenkomst aangaan voor onbe-paalde tijd. Zelf ben ik daar geen voorstander van. Alles is eindig. Ook de houdbaarheid van een voorzitter. Ik denk dat het goed is als er straks een andere stem, andere gedachte komt. Want de parkeerbranche evolueert sterk, alleen al daarom is het misschien zelfs nood-zakelijk straks te kiezen voor een ander type voorzitter,” aldus Brugmans.

gedragscodeIntern binnen de vereniging ziet Brugmans een groeiende behoefte aan het opstellen van een gedragscode. “Ik hecht er heel sterk aan om dingen vast te leggen, zodat iedereen weet wat wij van elkaar kunnen verwachten, maar tevens ook hoe je met elkaar omgaat. Die gedragscode geldt intern. Extern hebben we allerlei publicaties en normen vastgelegd in het Handboek Parkeren. Het voordeel is dat je minder adhoc beslissingen hoeft te nemen en je een document hebt waar je altijd naar terug kunt grijpen,” aldus Brugmans.

De parkeerbranche heeft zich de laatste jaren sterk ontwikkeld. Inherent daaraan is ook de vereniging Vexpan gegroeid. Niet alleen in uitstraling, in kenniscentrum, in vraagbaak en in adviesorganisatie, maar ook het ledenaantal nam met liefst 30% toe sedert begin 2001. Ook de bekendheid van de Vexpan is gegroeid, Brugmans illustreert dat met een voorbeeld:

“Tien jaar geleden haalden we heel sporadisch het Reformatorisch Dagblad.

Nu zijn we met zeer grote regelmaat te vin-den in landelijke dagbladen als de Telegraaf, Volkskrant, etc, maar ook op tv, radio, noem maar op. De interesse van de media bewijst dat parkeren steeds meer in het brandpunt van de belangstelling staat. De problematiek, de vraagstukken worden complexer. In die con-text is het belangrijk dat we de burgers vertel-len dat parkeren meer is dan een sluitpost van een begroting, maar een professionele dienst met veel verschillende invalshoeken, van tech-niek, beleid, tot politiek. Zeker ook in winkel-centra staat parkeren in het middelpunt van de belangstelling. Goede parkeervoorzieningen dragen bij aan de belangstelling voor een cen-trum,” aldus Brugmans. “Parkeren maakt een essentieel onderdeel uit van de bereikbaarheid en daarmee van de bezoekersaantallen. Vanuit die complexiteit groeit vanuit de politiek, maar ook vanuit instanties als CROW en KPVV, de behoefte aan een kenniscentrum parkeren. We zien, dat vooral ook bij de overheid, de behoefte aan kennis toeneemt. Binnensteden worden steeds nadrukkelijker geconfronteerd met de parkeerproblematieken, maar hebben niet altijd een adequaat antwoordt. Wij willen graag uitleggen hoe parkeren werkt. Hoe kan men parkeren reguleren?,” aldus Brugmans. Vanuit die groeiende behoefte aan informatie ontstond binnen de Vexpan een eigen commis-sie gemeentes, die elkaar treffen om kennis en ervaring uit te wisselen. Inmiddels hebben zich liefst 70 gemeenten en vooral degenen die parkeren serieus nemen, aangesloten bij de Vexpan.

oneerlijkheidsgevoelDe Vexpan wil graag het oneerlijkheidgevoel rond parkeren wegnemen onder de bevolking.

“Vragen die spelen zijn o.a. moeten wij toe naar kleinere tijdseenheden hoe verhoudt zich beleid t.o.v. uitvoering? Wanneer een parkeer-der nu een minuut te laat is, moet hij toch een vol uur bijbetalen. Dat moet anders kunnen. Net zo goed als we nadenken over de vraag of het eerste half uur of het eerste uur gratis dient te zijn. Maar dat soort antwoorden heb-ben ook financiële consequenties, vandaar dat

we heel goed kijken of het überhaupt kan en wie het dan gaat betalen,” aldus Brugmans.

onderzoekAfgelopen periode deed Vexpan een onder-zoek naar de parkeerbeleving bij het publiek. De belangrijkste conclusie daarin was, dat mensen in veel situaties moeite hebben om te betalen voor parkeren. Toch gaf men ook nadrukkelijk aan dat je niet moet proberen mensen uit de auto te krijgen. Je moet parkeren reguleren en faciliteren. Maar wel op dusdanige manier dat het voor de burger acceptabel is. Wanneer je duidelijk maakt wat de waarde van iets is, zijn mensen eerder genegen er voor te betalen,” zegt Brugmans. Meer bekendheid geven en meer aandacht geven, doe je ook door waarde toe te ken-nen aan iets. We kennen al diverse jaren de Europese ESPA Award voor parkeergarages. Die ESPA Award wordt herzien, omdat hij in het verleden volledig was afgestemd op de NEN 2443, een richtlijn voor parkeerga-rages, die al bijna tot norm is verheven. Nu willen we Europees toe naar een beoorde-ling van parkeergarages die veel breder gaat. Er bestaat sinds kort ook een award voor straatparkeren. Breda was de eerste stad die trots deze award mocht ontvangen. Die Award voor straatparkeren is daarom zo belangrijk, omdat we niet mogen vergeten dat meer dan 90 procent van alle parkeeractivitei-ten nog steeds op straatniveau plaatsvinden. Overdektparkeren krijgt weliswaar veel meer aandacht, mede omdat het veel complexer is en meer uitstraling geniet, maar het straatpar-keren heeft met voorsprong de overhand.” Al die zaken geven aan dat de Vexpan, vooral in haar adviesfunctie sterk is gegroeid. “De vragen zijn complexer geworden, maar geluk-kig is navenant ook de kennis over parkeren toegenomen. Waarbij kennisoverdracht via een interactieve website, via lunchbijeenkomsten, via congressen al die zaken, nog steeds heel belangrijk zijn. Want er is nog heel veel uit te leggen,” besluit Brugmans. ❚

Page 94: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ HooFdstuK ]

vast

goed

in re

tail

94

John Bongarts van Parkking: vastgoed uit amersfoort

‘parkeerproblematiek vereist visie’

er zijn nu 7 miljoen auto’s in nederland. van dat enorme aantal worden we ons met name bewust als we in de file staan. Waar we ons minder mee bezig houden is dat al die auto’s als ze niet rijden – en dat is het grootste deel van de tijd – ergens moeten staan.

Parkeren is voor nu en voor de toekomst een belangrijk probleem, zowel in woongebieden als in bin-nensteden en winkelgebieden. John

Bongarts, directeur van het in Oisterwijk gevestigde parkeerbedrijf Parkking, consta-teert dat parkeerproblemen vaak nog onvol-doende onderkend worden en noemt het oplossen ervan ‘één van de grootste uitdagin-gen van de komende decennia’. Het aantal auto’s in Nederland stijgt naar verwachting namelijk nog tot 9 miljoen, waardoor de druk op de openbare ruimte alleen maar zal toenemen.

rol van de politiekDe politiek onderkent de problemen – onbe-wust of bewust – onvoldoende. Dat heeft vooral te maken met kosten omdat veel parkeervoorzieningen in de toekomst onver-mijdelijk en tegen hoge kosten ondergronds gerealiseerd moeten worden. Of dat ren-dabel kan is de vraag. Een ondergrondse parkeerplaats kost van € 20.000 tot wel € 100.000. Uitgaande van een gemiddelde bezetting van 1.000 tot 1.400 uur per parkeerplaats per jaar tegen een gangbaar parkeertarief is het makkelijk inzichtelijk te maken dat investeringen in ondergrondse parkeervoorzieningen vaak maar moeilijk of helemaal niet terugverdiend kunnen worden. De uitdaging voor de toekomst is dan ook om het parkeren ondanks alles aantrekkelijk te

[ ParKKing ]

houden. “Daarbij moeten we ons realiseren dat oplossingen hoe dan ook betaald moeten worden,” aldus John Bongarts.

Parkeerbedrijven zoals Parkking kunnen niet alles oplossen. Ze hebben het voordeel dat ze betrekkelijk zekere rendementen hebben omdat parkeren altijd nodig blijft, ook in economisch minder goede tijden. Daar staat echter tegenover dat die rendementen niet uitgesproken hoog zijn, vaak niet meer dan enkele procenten. >

Page 95: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ HooFdstuK ]

vast

goed

in re

tail

95

[ ParKKing ]

Page 96: Vastgoed in Retail Jaarboek

T 013 52 34 290 < [email protected] < www.parkking.nl

Vernieuwend parkeren voorwaarde voor succesvolle winkelcentraUw oplossing begintbij Parkking

Parkking. Vaste waarden in vernieuwend parkeren

Page 97: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

97

[ ParKKing ]

John Bongarts: “Bovendien hebben deze bedrijven vrijwel alleen ‘dure’ plaatsen in parkeergarages die veel investeringen vragen, terwijl de lokale overheid het parkeren op de openbare weg exploiteert dat relatief weinig kost en dus een hoger rendement biedt.”

samenwerking noodzaakJohn Bongarts denkt dat de oplossing voor de parkeerproblematiek moet worden gezocht in een beter samenspel tussen overheden, exploitanten van parkeervoorzie-ningen – zoals Parkking – en retailers. “Die partijen hebben elkaar nodig. Ze moeten consensus berei-ken en een goed programma neerleggen. Helaas zijn daar tot op heden nog (te) wei-nig concrete voorbeelden van.” Doorslaggevend is dat over-heden zaken minder op hun beloop laten en druk zetten om een optimaal gebruik van de openbare ruimte te berei-ken. “Een parkeerbeleidsplan waarin alle belanghebbende partijen participeren zou een oplossing kunnen zijn.”

Retailers – en dan vooral de kleinere – zouden veel meer naar de lange termijn moeten kijken. “Vanuit hun standpunt is het misschien wel begrijpe-lijk dat ze alleen naar marges en opbrengsten nu kijken, maar dat is niet verstandig. Door in winkelgebieden Bedrijven Investerings Zones (BIZ) in te stellen kan worden bereikt dat ondernemers in kosten en anderszins gaan participeren in gezamenlij-ke parkeeroplossingen voor de korte, maar ook voor de lange termijn.”

Parkeerbedrijven zoals Parkking kunnen een bijdrage leveren aan een oplossing van de parkeerproblematiek door de bezetting van bestaande parkeerplaatsen te verbete-ren. Die is nu vaak niet optimaal, waardoor inkomsten worden gemist die hard nodig zijn voor nieuwe investeringen in parkeren. John Bongarts vertelt over een initiatief dat in Antwerpen aanstaande is. “Parkking is met Antwerpen in gesprek om per 1 januari 2010 op te gaan treden als parkeermakelaar. Doelstelling is om de bestaande parkeer-plaatsen optimaler te benutten. Enerzijds stijgt daardoor de parkeercapaciteit in de

stad, anderzijds het rendement van de parkeervoorzieningen, waardoor er meer inkomsten worden gegenereerd die weer in het parkeren kunnen worden geïnvesteerd.” Het initiatief om een private partij met een dergelijke taak te belasten is nieuw.

vraagkantOverigens is het ook belangrijk om te kijken naar de vraagkant van het parkeren: wat wil de consument? Uit onderzoeken blijkt dat gebruikers van parkeervoorzieningen vooral ruime parkeervakken en een makkelijke bereikbaarheid en goede toegankelijkheid van een parkeergarage belangrijk vinden. Zeker voor kort parkeren blijken dit soort aspecten belangrijker dan het parkeer-tarief. Parkeergarages moeten daarnaast veilig, voldoende verlicht en schoon zijn. Exploitanten hebben daar de laatste jaren

veel in geïnvesteerd, waardoor de veiligheid in parkeergarages enorm is toegenomen. John Bongarts verzet zich dan ook hevig tegen het fenomeen ‘vrouwenparkeerplaats’ waarover regelmatig wordt gesproken. “Het impliceert dat andere delen van garages onveilig zouden zijn, maar dat is niet zo. Er gaat een volledig verkeerd signaal van uit.” Om garages publieksvriendelijk te maken is in de ontwerpfase overigens al veel te win-nen, bijvoorbeeld met schuin gesitueerde parkeervakken voor makkelijker in en uitrij-den. Die komen de gebruiksvriendelijkheid ten goede. Maar het ontwerp is slechts een onderdeel van het geheel. Het belangrijkste is dat er zo snel mogelijk een totaalvisie wordt ontwikkeld op de parkeerproblema-tiek in Nederland. ❚

Page 98: Vastgoed in Retail Jaarboek

PCH verzorgt het totale beheer van de openbare ruimten

“PCH staat voor

innovatieve

parkeerhandhaving”

vast

goed

in re

tail

98

[ PCH ]

Medio augustus start in het amsterdamse stadsdeel Bos & lommer een pilot ‘inno-vatief handhaven’. Hierbij wordt de con-trole op het betaald parkeren uitgevoerd door middel van een geavanceerde scanscooter. PCH Parkeerservices, markt-leider binnen het segment on-street parkeren, ontwikkelde deze scanscooter in samenwerking met simac Business applications b.v. doel is te komen tot een hogere betalingsbereidheid en een ver-hoging van de parkeerinkomsten.

Page 99: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

99

PCH Scanscooter

De ontwikkeling van de scanscooter benadrukt het innovatieve karak-ter van PCH Parkeerservices als totaalaanbieder op het gebied van

parkeerbeheer, zowel van parkeergarages als ook straatparkeren. Niek Schonewille, mana-ger sales & marketing: “PCH beschikt over een zeer ruime ervaring op het gebied van het beheren van parkeergarages en parkeerhand-having, inning naheffingsaanslagen, afhande-ling van bezwaren en beroepen, vergunningen-beheer, inrichting van parkeerservicebureau’s. In totaal voert PCH het beheer uit over in totaal 75.000 parkeerplaatsen. Tevens verzorgen wij voor verschillende opdrachtgevers het operati-oneel beheer, het management, de administra-tie en het commerciële en financiële beheer.”

Schonewille: “Ik denk dat het juist in deze tijd belangrijk is om de prijs/kwaliteitverhouding van het parkeren binnen een winkel- of stads-centrum nadrukkelijk onder de loep te nemen. Veel eigenaren van parkeerlocaties beschikken nog over oude contractvormen, in een tijd waarin het belangrijk is de prijs/kwaliteitver-

houding te optimaliseren. Het is de kracht van PCH om te zorgen voor het juiste advies, maar om ook uitvoerend taken over te nemen. De juiste prijs/kwaliteitverhouding leidt tot een optimalisatie van het rendement van het par-keren als ook tot een verhoging van het gebrui-kersaantal. Als partner in dat proces kijken wij verder dan enkel naar het parkeren. Wij kijken ook naar de omgeving, in dit geval naar de winkelcentra. Want juist door de totale dienst-verlening van centrum en parkeren op elkaar af te stemmen komt men tot een verhoging van de bezoekersaantallen. Daarbij zetten we o.a. het parkeren in als marketinginstrument.” Schonewille denkt aan het houden van acties, waar het parkeren onderdeel van uitmaakt.

totaaloplossingEen meerwaarde van PCH is ook het bieden van een totaaloplossing. PCH verzorgt zowel het garageparkeren als het straatparkeren. Voorbeelden zijn steden als Den Bosch en Heerenveen, waar de gemeentelijke overheid het totale beheer in één professionele hand legde. >

Page 100: Vastgoed in Retail Jaarboek

MEER OPBRENGSTMINDER KOSTEN

PCH-007

0

• Dienstverlener op gebied van straatparkeren

• Beheer of exploitatie van parkeergarages en -terreinen

• Voor zowel private als publieke opdrachtgevers

• Innovatieve dienstverlening, zoals het gsm-parkeren

en de digitale vergunning

• Een 24-uurs meldkamer uitgerust met de

modernste technologie

• ISO-gecertificeerd

Kijk voormeer informatie opwww.pch-parkeerservices.nl

D e Pa r kee r P ro f s

Parkeer Combinatie HollandBothaplein 96814 AJ Arnhem026-3529780

[email protected]

Vakkundigeparkeercontroleursen BOA's

Page 101: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

101

[ PCH ]

“Wij beheersen alle facetten van het parkeren van advies tot uitvoering, tot beheer en exploi-tatie. Maar ook zowel het garageparkeren als het straatparkeren. Daardoor communiceert men slechts met een partij en kan men zaken op elkaar afstemmen, waardoor straatparkeren en parkeergarages niet langer concurrenten van elkaar zijn, maar elkaar versterken. Kom je op de ene locatie plaatsen te kort, dan los je dat op met een andere locatie. Daarnaast beschikken we ook over een eigen waarde-transport: Munt Centrale Holland en over een eigen geavanceerde meldkamer, zodat we ook tijdens de rustige uren op afstand controle kunnen uitoefenen. Met deze vorm van con-trole op afstand kan men de exploitatiekosten sterk positief beïnvloeden. En omdat je als opdrachtgever slechts met één professionele partij werkt, zorgt dit voor korte communica-tielijnen, een transparanter beleid, een snelle en efficiënte uitvoering en een optimalisatie

van de resultaten. Zeker ook in de populaire DBFMO-constructies kan PCH als risicodra-gende partij een interessante rol vertegen-woordigen en een brede toegevoegde waarde leveren,” aldus Schonewille. >

PCH Scanscooter

Page 102: Vastgoed in Retail Jaarboek
Page 103: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

103

[ PCH ]

toepassingsgebied“Ons uiteindelijke doel is er op gericht een bijdrage te leveren aan de verbetering van de parkeercapaciteit, de bereikbaarheid en de doorstroming in gemeenten en het leveren van een positieve bijdrage aan het parkeer-beleid, door het bieden van een gedegen kennis over alle parkeerzaken, aandacht voor rendement en een persoonlijke aanpak. PCH verzorgt de gehele exploitatie op basis van een huurovereenkomst en neemt de volledige zorg op zich voor eventuele beheersrisico’s op het vlak van technisch onderhoud, abonnemen-ten, management en administratie. Voor de opdrachtgever een gegarandeerde stroom van inkomsten en een hele zorg minder.”

maatwerk“Leefbaarheid is in de meeste gemeenten een actueel item en het goed reguleren van parke-ren is een belangrijk middel om daaraan bij te dragen,” aldus Schonewille. “Samenwerking met PCH zorgt ervoor dat de leefbaarheid op verschillende terreinen verbetert.

Door de praktische verbetering van de ver-keersdoorstroming en de financiële voordelen daarvan, wordt actief geïnvesteerd in een uiteindelijk beter imago van bijvoorbeeld het winkelcentrum. PCH zorgt voor verbeteringen op het gebied van de bereikbaarheid, de ver-keersdoorstroming op belangrijke routes, het optimaliseren van de toedeling van beschik-bare parkeercapaciteit en het verbeteren van de verkeersveiligheid.”

innovatief handhavenPCH wordt gekenmerkt door een sterk inno-vatief karakter. De op de beurs Parkeervak gepresenteerde scanscooter is daar opnieuw een voorbeeld van. De scanscooter rijdt langs de geparkeerde auto’s en scant (met 20 scans per seconde) alle kentekens. De infor-matie wordt verzonden en vergeleken met een parkeerdatabase. Vervolgens ontvangt de parkeercontroleur op zijn handcomputer de lijst van kentekens waarvoor geen parkeerrecht is gevonden. Op die manier kan hij direct een naheffing uitschrijven.

Parkeercontroleurs hoeven niet meer alle voer-tuigen handmatig te controleren. Schonewille:

“Deze gerichte vorm van handhaven betekent, naast een verhoging van de pakkans, tevens een toename van de parkeerinkomsten.”

De scanscooter is tijdens de beurs Parkeervak met veel enthousiasme ontvangen. Medio augustus wordt in Bos & Lommer in Amsterdam de eerste pilot gehouden. ❚

Page 104: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

104

[ Ballast nedaM ]

de afgelopen maand werd de tijdelijke parkeergarage in nieuwegein ‘afgebroken’ om straks te worden opgebouwd bij een twinkelcentrum in eindhoven. datzelfde gebeurt in 2010 met de tijdelijke parkeergarage bij een winkelcentrum in Zaandam. daarmee zorgt Ballast nedam, die dit modulaire parkeersysteem ontwikkelden in nauwe samenwerking met grontmij ParkConsult in de Bilt, dat gemeenten, beleggers, winkelcentra, etc. de bereikbaarheid of terugloop van bezoekersaantallen niet zien stagneren tijdens bouw- en renovatiewerkzaamheden.

Ballast nedam biedt totaaloplossing in parkeren

tiJdeliJke parkeeroplos-sing voorkomt terugloop van bezoekersaantallen

Page 105: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

105

[ Ballast nedaM ]

No parking. No business! Een goede bereikbaarheid van een centrum en voldoende parkeerfaciliteiten zijn essentieel om een winkel-

centrum economisch rendabel te maken en te houden. “Parkeren is één van de manie-ren om je als centrum te onderscheiden,” weet Jaap Schreiber, manager Business Development bij Ballast Nedam. Vanuit die visie ontwikkelde het Nieuwegeinse concern een modulaire parkeergarage, die de moge-lijkheid biedt om een tijdelijk probleem op te lossen. Bijvoorbeeld tijdens bouwwerkzaam-heden rond een centrum of bij een plotseling

capaciteitsgebrek. “Vooral bij renovatie of de bouw van een nieuw winkelcentrum biedt dit systeem een perfecte oplossing. Het is snel te bouwen, zonder lange vergunning-procedures. Het is financieel gemakkelijker haalbaar, omdat Ballast Nedam de garage ook kan aanbieden met terugkoopgarantie of op huurbasis. Ballast Nedam ziet een grote toekomst voor de modulaire garage, ook als permanente parkeeroplossing. “Dit bouw-systeem is aanzienlijk goedkoper,” aldus Schreiber: “Waar een conventionele parkeer-oplossing al gauw € 10.000,- kost per par-keerplek, worden met dit systeem de kosten beperkt tot slechts € 6.000,- per parkeerplek, excl. fundering. Dat levert een aanzienlijke besparing op. De modulaire parkeergarage kan zowel gekocht als gehuurd worden of gekocht met terugkoopgarantie. En hij wordt volledig turnkey opgeleverd. Naast de lichte vergunningsaanvraagprocedure (artikel 3.22 Wro Tijdelijke Ontheffing) waardoor snel een bouwvergunning wordt verkregen, biedt ook de korte bouwtijd een extra groot voordeel.”

totaaloplossing in parkerenDit modulaire parkeersysteem is slechts één van de oplossingen die Ballast Nedam biedt.

“Wij willen af van het imago dat we alleen maar een bouwer zijn,” aldus Schreiber. “Wij hebben ons de laatste jaren steeds meer ont-wikkeld als een partij die de klant helpt aan oplossingen binnen het vastgoed. Wij bieden totaaloplossingen, ook in parkeren, waarbij we de partner zijn van vastgoedontwikke-laars, beleggers, gemeenten, architecten, etc, van ontwikkeling en ontwerp tot uitvoering, onderhoud en exploitatie. Het volledige vast-goed in één professionele hand. Van het verzorgen van een haalbaarheidsonderzoek rond vastgoedontwikkelingen tot de realisatie, exploitatie en uitvoering, nemen wij alle zor-gen van hen over,” aldus Schreiber, die er aan toevoegt: “We willen luisteren naar de vragen en de wensen van de klant en daar passende oplossingen voor bieden. Wij willen de markt bieden, wat de markt wenst en dat tijdens het volledige leven van een gebouw. Om daar optimaal invulling aan te geven en voor de opdrachtgever transparant en duidelijk te maken, hebben we alle activiteiten rond par-keren gebundeld binnen de divisie: Parking.

12 miljoen auto’sCijfers geven aan dat Nederland de komende jaren wordt geconfronteerd met een enorm mobiliteitsprobleem. Het aantal van 8 mil-joen auto’s nu, zal tot 2040 stijgen naar liefst 12 miljoen auto’s. >

Page 106: Vastgoed in Retail Jaarboek

Ringwade 713439 LM NieuwegeinPostbus 15053430 BM Nieuwegein

Telefoon (030) 2 85 37 46Fax (030) 2 85 37 45E-mail [email protected] www.bnparking.nl

Hoge investeringen en de extra inspanningen rond ontwikkeling en beheer, zorgen er voor dat u liever afziet van de bouw van nieuwe parkeerfaciliteiten. Terwijl die wel nodig zijn!Want goede parkeerfaciliteiten verhogen uw omzet.

Daarom biedt Ballast Nedam u de oplossing met het CONCESSIE CONTRACT. Wij organiseren de financiering, bouw, exploitatie en beheer. U komt in het bezit van een up-to-date parkeergarage die de waarde van uw vastgoed verhoogt! Bel ons voor een afspraak hoe u, zonder investering, meer uit uw vastgoed haalt!

STOP met investeren in parkeergarages

...laat ons dat voor u doen.

Page 107: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

107

vast

goed

in re

tail

107

[ Ballast nedaM ]

onderhoud en de uitstraling van de garage. Hiermee slaat de klant twee vliegen in één klap: Hij hoeft geen investering te doen en heeft de garantie dat de garage gedurende de contractperiode een goede uitstraling heeft, zonder dat hij er naar om hoeft te kijken. Wanneer bijvoorbeeld de exploitatie gezamenlijk wordt gedaan, zal de synergie van een lange termijn samenwerking haar vruchten afwerpen tijdens exploitatie en onderhoudsfase en zorgt voor een verbete-ring van de kwaliteit van dienstverlening en tevens zorgt voor een hoger rendement. Samen zorgen zij voor een optimalisatie van de bezoekersaantallen en dus voor een beter economisch rendement van het cen-trum. En daar gaat het uiteindelijk om,” besluit Schreiber. ❚

Daarmee wordt niet alleen een extra druk gelegd op het wegennet, maar zeker ook op de benodigde parkeerfaciliteiten o.a. rond centra en winkelcentra. Een goede bereik-baarheid en voldoende parkeermogelijkhe-den zullen meer dan ooit belangrijk zijn om een centrum economisch rendabel te houden. “Zoals we al eerder zeiden: No Parking, No Business, want uit onderzoek blijkt dat de automobilist de meeste omzet in de winkels genereert,” aldus Schreiber.

“Bij de invulling van dit mobiliteitsvraag-stuk willen wij als Ballast Nedam meeden-ken in het zoeken naar passende oplossin-gen. De overheid kan sturen op capaciteit, wij kunnen sturen op kwaliteit en geven van A tot Z invulling aan de marktvraag.”

bouwen zonder investeringBij die ontwikkelingen denkt Ballast Nedam ook mee over de financiering van deze pro-jecten. “Wij beschikken over concessiecon-tracten. Hierbij doen wij, samen met een financier, de investering. Vervolgens betaalt de klant ons de garage over een periode van bijvoorbeeld 20 jaar. Hij betaalt echter niet alleen voor de garage maar hij betaalt voor de beschikbaarheid van de garage. We maken hierbij afspraken over de dienstverlening, het

Ringwade 713439 LM NieuwegeinPostbus 15053430 BM Nieuwegein

Telefoon (030) 2 85 37 46Fax (030) 2 85 37 45E-mail [email protected] www.bnparking.nl

Hoge investeringen en de extra inspanningen rond ontwikkeling en beheer, zorgen er voor dat u liever afziet van de bouw van nieuwe parkeerfaciliteiten. Terwijl die wel nodig zijn!Want goede parkeerfaciliteiten verhogen uw omzet.

Daarom biedt Ballast Nedam u de oplossing met het CONCESSIE CONTRACT. Wij organiseren de financiering, bouw, exploitatie en beheer. U komt in het bezit van een up-to-date parkeergarage die de waarde van uw vastgoed verhoogt! Bel ons voor een afspraak hoe u, zonder investering, meer uit uw vastgoed haalt!

STOP met investeren in parkeergarages

...laat ons dat voor u doen.

Page 108: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ HooFdstuK ]

vast

goed

in re

tail

108va

stgo

ed in

reta

il108

grontmiJ parkConsult ‘partner in parkeren’ vanontWikkelings- tot exploitatieFase

“parkeren Hoort biJ de gebiedsontWikkeling,daar moet Je vooraF over nadenken”

[ HooFdstuK ]

vast

goed

in re

tail

108

Page 109: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ HooFdstuK ]

vast

goed

in re

tail

109

om de parkeerproblematiek in binnensteden en rond winkelcentra optimaal te facili-teren, zullen we af moeten van het denken in gebouwontwikkelingen, maar dienen we breder te kijken naar de ontwikkeling van een totaal gebied,” zeggen Jeroen Quee en sjoerd stienstra van Parkconsult, onderdeel van grontmij

Parkconsult helpt gemeenten, ontwik-kelaars, beleggers en uitvoerende partijen, van ontwerp- tot uitvoe-rings- en exploitatiefase om optimaal

invulling te geven aan hun parkeervraag-stukken. Een problematiek waarbij de juiste oplossing vaak zit opgesloten in het verder kijken dan het eigen gebouw. Door te kijken naar de omgeving, maar vooral ook te kijken naar de totale mobiliteit en die in te bedden in parkeeroplossingen die gebiedsbreed zijn bekeken.

beperkte ruimte“Toen ik 12 jaar geleden in Canada ken-nismaakte met de parkeerwereld in Noord-Amerika bleek, dat men daar een parkeerpro-bleem meestal heel simpel oplost. Men haalde de asfaltmachine en het parkeerprobleem bestond niet meer. In Nederland is dat niet de oplossing. Vanwege de beperkte ruimte is de parkeerproblematiek hier veel complexer en dienen we er anders mee om te gaan,” aldus Stienstra. “Juist vanuit die complexiteit is het verstandig voor opdrachtgevers, overheden, architecten om al bij de planontwikkeling na te denken over parkeren. Nog te vaak zien we, dat parkeren pas veel later, te laat vaak, aan de orde komt. Met als gevolg dat oplos-singen dan extra geld kosten en eigenlijk geen oplossingen zijn, maar lapmiddelen.”

eigen gebouwTe vaak ook wordt slechts gekeken naar het eigen gebruik en het eigen gebouw en te wei-nig naar de mogelijkheden die er verder in de omgeving zijn. Maar vooral ook wordt vergeten te kijken naar de functie van die gebouwen. Want een kantoor heeft zijn parkeerpiek op een ander moment dan een woning of een win-kel. Ook het bezoekersgedrag is van belang: Komt het merendeel wel met de auto? Of komen bezoekers veelal per fiets? Of kan het openbaar vervoer een deel van de parkeer-problematiek oplossen? Allemaal vragen die

parkeervraagstukken zo complex maken en aangeven dat over parkeren al in een vroegtij-dig stadium dient te worden nagedacht.”

degelijk onderzoekAl die zaken vragen om een gedegen vooraf-gaand onderzoek,” aldus Quee: “Want daaruit kan blijken dat het geraamde aantal parkeer-plaatsen misschien helemaal niet nodig is. Of wellicht is voor een optimaal gebruik van de garage een andere locatie beter geschikt? Of kan men volstaan met het upgraden van bestaande parkeerfaciliteiten? Allemaal vragen die het meer dan rechtvaardigen al in een vroegtijdig stadium een bureau als Parkconsult bij het proces te betrekken.”

parkeervraag analyse modelParkconsult ontwikkelde o.a. het Parkeervraag Analyse Model, waarmee berekeningen wor-den gemaakt rond de optimalisatie van par-keeroplossingen. Wat is de capaciteit die men nodig heeft? Gekeken naar de locatie, gebouwfunctie, maar tevens met inachtne-ming van de totale mobiliteit en de bestaande parkeerfaciliteiten? Maar als men vervolgens weet hoe groot die capaciteit dient te zijn, is de vraag: Wil men deze oplossing wel en is ze financieel haalbaar? En wie draagt dan de kos-ten? Hoe krijg ik mijn begroting sluitend? Bij al die vragen kan Parkconsult ondersteuning bieden. Stienstra: “De moeilijkste vraag die zich aandient is, hoe te komen tot een juiste balans tussen een gezonde exploitatie en de parkeerbehoefte?“

ConcurrentieDat men het parkeren dient te reguleren en te faciliteren, staat buiten kijf, weet Stienstra.

“Doet men dat niet, dan is de concurrent niet ver weg. Een winkelcentrum waar de par-keerplaatsen bijna allemaal zijn gevuld en de bezoeker moet zoeken naar een plek, wordt al snel als (te) vol ervaren. De bezoeker zal er niet meer snel terugkomen. >

[ eliZen vastgoed groeP ][ grontMiJ ParKConsult ]

vast

goed

in re

tail

109

Parkconsult helpt gemeenten, ontwik-kelaars, beleggers en uitvoerende partijen, van ontwerp- tot uitvoe-rings- en exploitatiefase om optimaal

invulling te geven aan hun parkeervraag-stukken. Een problematiek waarbij de juiste oplossing vaak zit opgesloten in het verder kijken dan het eigen gebouw. Door te kijken naar de omgeving, maar vooral ook te kijken naar de totale mobiliteit en die in te bedden in parkeeroplossingen die gebiedsbreed zijn bekeken.

beperkte ruimte“Toen ik 12 jaar geleden in Canada ken-nismaakte met de parkeerwereld in Noord-Amerika bleek, dat men daar een parkeerpro-bleem meestal heel simpel oplost. Men haalde de asfaltmachine en het parkeerprobleem bestond niet meer. In Nederland is dat niet de oplossing. Vanwege de beperkte ruimte is de parkeerproblematiek hier veel complexer en dienen we er anders mee om te gaan,” aldus Stienstra. “Juist vanuit die complexiteit is het verstandig voor opdrachtgevers, overheden, architecten om al bij de planontwikkeling na te denken over parkeren. Nog te vaak zien we, dat parkeren pas veel later, te laat vaak, aan de orde komt. Met als gevolg dat oplos-singen dan extra geld kosten en eigenlijk geen oplossingen zijn, maar lapmiddelen.”

eigen gebouwTe vaak ook wordt slechts gekeken naar het eigen gebruik en het eigen gebouw en te wei-nig naar de mogelijkheden die er verder in de omgeving zijn. Maar vooral ook wordt vergeten te kijken naar de functie van die gebouwen. Want een kantoor heeft zijn parkeerpiek op een ander moment dan een woning of een win-kel. Ook het bezoekersgedrag is van belang: Komt het merendeel wel met de auto? Of komen bezoekers veelal per fiets? Of kan het openbaar vervoer een deel van de parkeer-problematiek oplossen? Allemaal vragen die

parkeervraagstukken zo complex maken en aangeven dat over parkeren al in een vroegtij-dig stadium dient te worden nagedacht.”

degelijk onderzoekAl die zaken vragen om een gedegen vooraf-gaand onderzoek,” aldus Quee: “Want daaruit kan blijken dat het geraamde aantal parkeer-plaatsen misschien helemaal niet nodig is. Of wellicht is voor een optimaal gebruik van de garage een andere locatie beter geschikt? Of kan men volstaan met het upgraden van bestaande parkeerfaciliteiten? Allemaal vragen die het meer dan rechtvaardigen al in een vroegtijdig stadium een bureau als Parkconsult bij het proces te betrekken.”

parkeervraag analyse modelParkconsult ontwikkelde o.a. het Parkeervraag Analyse Model, waarmee berekeningen wor-den gemaakt rond de optimalisatie van par-keeroplossingen. Wat is de capaciteit die men nodig heeft? Gekeken naar de locatie, gebouwfunctie, maar tevens met inachtne-ming van de totale mobiliteit en de bestaande parkeerfaciliteiten? Maar als men vervolgens weet hoe groot die capaciteit dient te zijn, is de vraag: Wil men deze oplossing wel en is ze financieel haalbaar? En wie draagt dan de kos-ten? Hoe krijg ik mijn begroting sluitend? Bij al die vragen kan Parkconsult ondersteuning bieden. Stienstra: “De moeilijkste vraag die zich aandient is, hoe te komen tot een juiste balans tussen een gezonde exploitatie en de parkeerbehoefte?“

ConcurrentieDat men het parkeren dient te reguleren en te faciliteren, staat buiten kijf, weet Stienstra.

“Doet men dat niet, dan is de concurrent niet ver weg. Een winkelcentrum waar de par-keerplaatsen bijna allemaal zijn gevuld en de bezoeker moet zoeken naar een plek, wordt al snel als (te) vol ervaren. De bezoeker zal er niet meer snel terugkomen. >

Page 110: Vastgoed in Retail Jaarboek

Grontmij | Parkconsult...

...is uw...

...partner in parkeren.

Grontmij is een internationaal advies- en ingenieursbureau. Met ruim 8.000 professionals actief op het gebied van milieu, water, energie, bouw, industrie en infrastruc-tuur. Grontmij | Parkconsult brengt (strategische) parkeeradviezen uit als onderdeel van de stedelijke gebiedsontwikkeling en organisatieontwikkeling. Samen met onze collega professionals ontwerpen en realiseren wij parkeervoorzieningen. Wij doen dit met respect voor de omgeving, voor onze klanten en elkaar.

www.grontmij.nl

Page 111: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

111

[ eliZen vastgoed groeP ]

Vandaar ook dat het belangrijk is inzicht te houden in de mogelijkheden van parkeren in de omgeving.En als we parkeren uit-breiden, wie gaat het dan betalen? Is dat de locale overheid, die vaak zegt, dat de bezoekers de financieringen voor parkeren dienen op te brengen? Zijn dat de onder-nemers, die immers baat hebben bij een goede parkeersituatie? Of zijn dat inderdaad de gebruikers van de parkeerplaatsen? Ik denk dat het heel belangrijk is om samen met alle betrokken partijen te kijken hoe te komen tot een juiste oplossing en een goede kostenverdeling. Ook de gemeente heeft daarin een belangrijke rol, want het is ook in het belang van de stad dat men beschikt over een economisch gezond centrum.”

achterafNog te vaak blijkt parkeren het stiefkind te zijn binnen een nieuwe ontwikkeling en wordt pas achteraf nagedacht over parkeren. “Het gevolg is, dat een dergelijke visie het altijd extra kosten met zich meebrengt. Repareren kost geld en alvorens men gerepareerd heeft, zijn er meestal al veel kosten gemaakt,” aldus Quee. Parkconsult, als onderdeel van Grontmij, is een adviesbureau dat van het begin tot in de exploitatiefase ondersteuning biedt bij alle parkeervraagstukken, met oog voor de totale mobiliteit. Van advies en onderzoek in een ontwikkel- en ontwerpfase tot optimalisatie van de uitvoering. “Omdat Grontmij over ingenieurs beschikt met kennis van het bouwen van garages, houdt men als opdrachtgever alles in één professionele hand. Die synergie zorgt voor snelle, efficiënte en professionele oplossingen. Waardoor men zo weinig mogelijk partijen aan tafel heeft en snel en transparant tot realisatie komt. De opdrachtgever heeft de zekerheid dat over alle facetten is nagedacht en het adviesbu-reau verdient zichzelf terug door optimalisatie van het gebruik van de parkeergarage en een hogere efficiency in ontwerp en uitvoering.

meerwaardeParkeren vraagt meer dan het aanleggen van een parkeerplek. Parkeren vraagt om nadrukkelijk na te denken of de parkeer-locatie er wel dient te komen. En zo ja, of hij dan wel op deze locatie moet komen. ❚

[ grontMiJ ParKConsult ]

vast

goed

in re

tail

111

Vandaar ook dat het belangrijk is inzicht te houden in de mogelijkheden van parkeren in de omgeving.En als we parkeren uit-breiden, wie gaat het dan betalen? Is dat de locale overheid, die vaak zegt, dat de bezoekers de financieringen voor parkeren dienen op te brengen? Zijn dat de onder-nemers, die immers baat hebben bij een goede parkeersituatie? Of zijn dat inderdaad de gebruikers van de parkeerplaatsen? Ik denk dat het heel belangrijk is om samen met alle betrokken partijen te kijken hoe te komen tot een juiste oplossing en een goede kostenverdeling. Ook de gemeente heeft daarin een belangrijke rol, want het is ook in het belang van de stad dat men beschikt over een economisch gezond centrum.”

achterafNog te vaak blijkt parkeren het stiefkind te zijn binnen een nieuwe ontwikkeling en wordt pas achteraf nagedacht over parkeren. “Het gevolg is, dat een dergelijke visie het altijd extra kosten met zich meebrengt. Repareren kost geld en alvorens men gerepareerd heeft, zijn er meestal al veel kosten gemaakt,” aldus Quee. Parkconsult, als onderdeel van Grontmij, is een adviesbureau dat van het begin tot in de exploitatiefase ondersteuning biedt bij alle parkeervraagstukken, met oog voor de totale mobiliteit. Van advies en onderzoek in een ontwikkel- en ontwerpfase tot optimalisatie van de uitvoering. “Omdat Grontmij over ingenieurs beschikt met kennis van het bouwen van garages, houdt men als opdrachtgever alles in één professionele hand. Die synergie zorgt voor snelle, efficiënte en professionele oplossingen. Waardoor men zo weinig mogelijk partijen aan tafel heeft en snel en transparant tot realisatie komt. De opdrachtgever heeft de zekerheid dat over alle facetten is nagedacht en het adviesbu-reau verdient zichzelf terug door optimalisatie van het gebruik van de parkeergarage en een hogere efficiency in ontwerp en uitvoering.

meerwaardeParkeren vraagt meer dan het aanleggen van een parkeerplek. Parkeren vraagt om nadrukkelijk na te denken of de parkeer-locatie er wel dient te komen. En zo ja, of hij dan wel op deze locatie moet komen. ❚

Page 112: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

112

[ ontWerPBuro Pilon ]

van huis uit was hij tekenleraar en eigenlijk door groot toeval belandde hij in het ont-werpvak. van parkeergarages, wel te verstaan. inmiddels heeft zijn in Haarlem gevestigd ontwerpburo al 230 garages ontworpen. dat zijn er gemiddeld 10 per jaar. Hans Pilon vertelt bevlogen over het vak, maar heeft wel een aantal dringende aanbevelingen aan al die betrokkenen die meedenken, -praten en –beslissen over de inrichting van parkeer-garages, waar dan ook in nederland. “Zorg er voor dat alle partijen werkelijk vanaf de start aan tafel zitten,” zegt hij. “Parkeren behoort geen sluitpost te zijn. daarvoor is het te belangrijk.”

Hans noemt een voorbeeld van een garage die prachtig wit geschilderd was. “Maar logisch was het niet. Had niemand kunnen beden-ken dat een witte kleur een hoog risico van besmettelijkheid heeft? Mensen zitten met hun handen aan de muren, een zwarte streep is zo gezet. Het deed en doet geen goed aan de sociale veiligheid. Gelukkig kan ik me vanuit mijn discipline veel vaker bemoeien met de opzet ervan. Want naast de pragma-tische kant is het natuurlijk ook nog zo, dat elke garage zijn eigen ‘gezicht’ wil hebben. Iedereen is altijd op zoek naar iets unieks.”

Hans erkent dat het aspect van sociale veilig-heid een grote rol speelt in de discussie over hoe deze in te richten. “Een parkeergarage heeft namelijk per definitie iets engs, of iets dreigends. Kijk maar naar de spannende films. Bloedstollende scènes spelen zich vaak af in …. parkeergarages!” Toch vindt Hans het grote onzin om de discussie over bijvoorbeeld ‘vrouwvriendelijke’ parkeerplaatsen weer op te rakelen. “Mannen kunnen zich net zo goed onveilig voelen. Het gaat om mensvriendelijke parkeergarages. En dat kun je bereiken door veel aandacht te besteden aan de kleur, de logische indeling van een garage en uiteraard heldere en eenduidige bewegwijzering. En ja, natuurlijk dienen parkeerplaatsen zo breed mogelijk te zijn. Ik begrijp best dat je hier dan meteen over een kostenaspect praat. Alleen al in Amsterdam kost een parkeerplaats gemid-deld 30.000 á 40.000 euro. Maar er valt wel degelijk een goede middenweg te vinden zodat er toch nog kan worden terugverdiend.” >

‘Het oplossen van het parkeerprobleem behoort geen sluitpost te zijn’

Volgens Hans worden parkeergarages nog veel te veel gezien als ‘restgebruik’. “Op de een of andere manier is er nog geen omslag in denken: bij het ontwerpen van

een parkeergarage wordt er te weinig gedacht vanuit de eindgebruikers. Je ziet het vaak bij architecten. Soms is het bij hen ‘hoe gekker, hoe beter’. Maar je moet wel vanuit pragma-tisch oogpunt de uitdaging gestalte geven. Het is meer dan alleen maar het volbouwen van een betonnen bak, strepen op de grond en klaar.”

Hét grote probleem in parkeergarages is dat gebruikers de weg vaak niet kunnen vinden. Waar is de uitgang? Waar is de ingang? Waar moet ik betalen? En waar ben ik aanbeland als ik (weer) buiten ben, met of zonder auto? Voor Pilon is het dagelijkse kost. Met meer dan 20 jaar ervaring denkt Pilon de sleutel te hebben gevonden om goede – en vooral effi-ciënte - parkeergarages vorm te geven. “Wat mij betreft is het sleutelwoord ‘procescoör-dinatie’. En precies daarbij willen wij graag vinger aan de pols houden. De belangrijke stadia zijn het opstellen van het Programma van Eisen, het planologisch ontwerp, de lay-out, de constructie en materiaalkeuze, de type en plaats van de installaties, de bewegwijzering, het voorlopig ontwerp, het toetsen aan het Programma van Eisen en NEN-normen, het definitief ontwerp en het consequent toe-zicht op de uitvoering van het bouwproces. Het lijkt vaak zo vanzelfsprekend, maar is het niet. In de praktijk is er meestal geen helicopter view en ontbreekt het aan afstem-ming tussen de verschillende disciplines.”

Hans Pilon van ontwerpburo Pilon uit Haarlem:

Page 113: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ ontWerPBuro Pilon ]

vast

goed

in re

tail

113

Page 114: Vastgoed in Retail Jaarboek

on t w e r p b u ro hans pilonKampersingel 68 zwart2012 dm Haarlem

T 023 531 34 77M 06 54 63 44 77F 023 531 86 42E [email protected] ontwerpburohanspilon.com

vormgeving en kleurontwerpen

Vormgeving in parkeergaragesAdvieswerk

Kleurprojecten

Bewegwijzering

Huisstijl

Verlichting

Vloerafwerking

In samenwerking met

Admirant Eindhoven

Cronjé Haarlem

Page 115: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

115

[ ontWerPBuro Pilon ]

Volgens Hans dient het aspect parkeren in allerlei bouwontwikkelingen dan ook geen restruimte meer zijn. “De veiligheid voor voet-gangers, met name in het trappenhuis, dient een volwaardige entree te zijn met voldoende ruimte om privacy te waarborgen. Veiligheid, duurzaamheid en milieu staan daarom bij ons hoog in het vaandel. Maar daarnaast verzor-gen wij ook de gehele uitvoering in de ontwik-keling. Onze opdrachtgevers kunnen daarbij denken aan advieswerk, huisstijlen, kleuront-werpen, schilderwerk, tegelwerk, verlichting, vloerafwerking, bewegwijzering, parkeerappa-ratuur, videobewaking en eventueel beheer.”

Over de toekomst van de parkeergarages is Hans helder. “Ze zullen altijd blijven bestaan, maar wat mij betreft gaan ze wel allemaal ondergronds. Bovengronds is echt een ver-schrikking. Weg met het blik. Daarnaast zie ik in diverse steden nog volop mogelijkhe-den om onder de grachten te bouwen. En ik denk dat parkeergarages steeds meer rechttoe-rechtaan zullen worden. Dat schept duidelijkheid en efficiency voor de gebruikers. Ik verwacht geen extreme toename van de automatisering in parkeergarages.

Bovendien ben ik er van overtuigd geraakt, dat de Transferia ook geen ultieme oplos-sing voor het parkeerprobleem in Nederland zullen bieden. Een automobilist wil name-lijk zo dicht mogelijk bij zijn eindbestem-ming zijn. Mensen hebben geen zin om verder met trein, tram of bus te reizen.

Juist daarom zullen er in stedelijke gebieden meer parkeergarages komen. Maar bij die ontwikkelingen moeten we niet vergeten dat we continu aandacht blijven schen-ken aan de wijze waarop die parkeerga-rages worden ingericht. Procescoördinatie is inderdaad de succesfactor.” ❚

top 5 van parkeergarages in nederland – volgens Hans pilon1. Cronjégarage in Haarlem Deze heeft een zeer goed verlichtingssyteem, er zijn weinig kolommen en er is een goede vloer aangelegd.

Bovendien zijn de vakken breed. Helaas wordt de garage nog niet veel gebruikt, maar dat komt met name door de bouwwerkzaamheden in de omgeving van de garage ,waardoor deze nog niet optimaal bereikbaar is.

2. Paleiskwartier in Den Bosch Dit is een grote rechte bak. Deze garage is qua bouw en structuur helemaal top. Bijna niks op aan te merken.3. Zuidpoort in Delft Prima garage, wordt ook goed gebruikt. Er is alleen één aandachtspunt. De afrit naar –2 is niet optimaal te vinden.

Daar gaat de automobilist nogal eens aan voorbij.4. De Admirant in Eindhoven Hier is het vooral de beleving die aanspreekt. Er is veel met zilververf gewerkt. Bovendien zijn ook hier de rijbanen

heel duidelijk herkenbaar.5. Hermitage in Almere. Eindelijk een parkeergarage waar de kolommen prefab ontworpen zijn met de schuinte van de parkeerplaatsen zodat er

beter geparkeerd kan worden. Tevens zijn bijna alle leidingen ingestort. Helaas de verlichting in midden van de rijbanen.

Page 116: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

116

[ P-good ]

“tevreden bezoekers en retailers bepalen het succes van een parkeergarage, niet de cijfers. een positief bedrijfsresultaat is namelijk vooral het gevolg van die tevredenheid. Wie stuurt op consumentenbeleving, stuurt bijna automatisch ook op bedrijfsresultaat.” Zo verwoordt Hugo de groot zijn visie op effectief parkeerbeheer.

P-good, specialist in consumentgericht parkeerbeheer

‘eerst de Klant, dan Het Pand’

Hugo de Groot is oprichter en directeur van P-good. Zijn onder-neming zet een nieuwe trend in parkeerbeheer. Waar veel onder-

nemers in de parkeersector de parkeergarage als ijkpunt in hun bedrijfsvoering zien, richt P-good zich primair op de doelgroep: consu-ment en retailer. Anders gezegd, voor P-good geldt: eerst de klant, dan het pand. De Groot:

“Om effectief een parkeergarage te kunnen runnen, is het vinden van de balans tussen klantgerichtheid en efficiency een vereiste. Sturen op bezettingsgraad of bijvoorbeeld alleen parkeertarieven is een doodlopende weg. De kwaliteit van de dienstverlening bepaalt het exploitatieresultaat, naast de status van het object en de lokale omstan-digheden.” Als bewijs voor zijn gelijk noemt De Groot de ABC-garage in Schiedam waar P-good ruim een jaar geleden het beheer

van in handen nam. In samenwerking met beveiligingsbedrijf Trigion maakte P-good de exploitatie van deze garage snel tot een succes. De ABC-garage floreert als nooit te voren: sinds de overstap is het parkeertarief naar beneden bijgesteld en het aantal bezoe-kers aanzienlijk gestegen. Ondanks het goed-kopere (en consumentvriendelijke) tarief is het rendement gelijk gebleven. Minstens zo belangrijk is het afgeleide effect: het aantal bezoekers stijgt met als gevolg meer traffic voor de retailers.

partners in de exploitatieP-good is een echte netwerkorganisatie en manifesteert zich als een flexibele en mee-denkende dienstverlener, gespecialiseerd in het juridisch, administratief, technisch en financieel beheer van parkeergarages. Groei is niet de ambitie van De Groot, juist

de geringe omvang van zijn onderneming garandeert een hoge mate van flexibiliteit.

De Groot heeft uiterst professionele partijen om zich heen verzameld en weet door slim uit te besteden en nauwgezet te coördine-ren altijd marktconform te werken. Trigion bijvoorbeeld is één van de grootste particu-liere beveiligingsorganisaties van Nederland. De parkeergarages die P-good in beheer neemt zijn met het parkeersysteem, de inter-com-faciliteit en camerabeveiliging op de AlarmServiceCentrale van Trigion aangeslo-ten. P-good zorgt 24/7 voor de afhandeling van alle oproepen. De Groot: “We wer-ken met vaste protocollen en handboeken. Daardoor liggen de procedures vast en berei-ken we maximale efficiency in het operati-onele stuk. De rapportages verwerken we in managementoverzichten voor de eigenaar van de garage zodat hij gericht kan bijsturen in zijn beheersbeleid.”Een andere partner van P-good is accoun-tantskantoor Horlings. Beleggers in, en eige-naren van parkeergarages zijn gebaat bij financieel inzicht.

Hugo de Groot van P-good (rechts) en Richard Franken van Trigion: “Tevreden

klanten zijn de best denkbare ambassadeurs.”

Page 117: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

117

[ P-good ]

Dankzij dit partnership kan P-good klanten à la minute actueel inzicht in de financiële situatie verschaffen.

denken vanuit de consumentWat is het geheim van het succes van P-good? Een uitgekiende combinatie van kwaliteit, kwantiteit en flexibiliteit. Solide effectiviteit in de bedrijfsvoering van een garage zal er toe leiden dat men tegen minimale kosten optimale service kan bieden. “Het is de kunst de balans te vinden tussen klantgerichte dienstverlening en efficiënte bedrijfsvoering,” aldus De Groot. “Hoe compacter en inzich-telijker de operationele kant van het beheer is ingericht, des te scherper kan - zonder verlies van consumentgerichtheid - op kos-ten worden gestuurd. Op die manier is het mogelijk om met betaalbare parkeertarieven, bijvoorbeeld via betaling per minuut of door het eerste uur parkeren gratis aan te bie-den, toch meer omzet worden gegenereerd.”

Maar, benadrukt De Groot, vóór alles gaat het om het ‘denken vanuit de consument.’ Dat

is bepalend voor het goede gevoel, voor de perceptie van klanten: “En dan gaat het niet alleen om de eerste indruk in de garage, hoe-wel die natuurlijk erg belangrijk is. Het gaat vooral ook om de algehele perceptie van de service en van het bezoek aan het winkelcen-trum. Klanten verbinden die twee aspecten met elkaar: prettig parkeren betekent prettig winkelen en dus herhalingsbezoeken. En hoe hoger de bezettingsgraad, des te populairder het winkelcentrum. Tevreden klanten zijn de best denkbare ambassadeurs.”

parkeren = belevenP-good gebruikt ‘Parkeren voor de consu-ment’ vol overtuiging als bedrijfsslogan. De Groot: “Effectief parkeerbeheer is synoniem voor op de klant afgestemde service. Wij benadrukken in ons advies aan gemeenten, retailers, eigenaren en exploitanten altijd het belevingselement: zorg ervoor dat de consument tevreden is. Als dat bijvoorbeeld betekent dat de garage 24 uur per dag open moet zijn, dan moet je aan die behoef-te gehoor geven, want de klant is koning.

Natuurlijk gaat het de eigenaar en beheerder van een parkeergarage om meer dan alleen dat goede gevoel, maar het is wel het begin van een succesvolle exploitatie. Zaken als kosten-effectiviteit, snelheid van handelen, de fysie-ke kwaliteiten van het pand en het onderhoud van de garage zijn in feite slechts instrumen-ten om de klanttevredenheid te vergroten.”

De Groot presenteert het bijna als een simpel abc’tje: tevreden bezoekers komen terug, generen daardoor meer omzet, waardoor de waarde van het vastgoed toeneemt: “Wie de software en de hardware van een garage goed op elkaar afstemt, voegt waarde toe. Vaak zien beheerders in het steeds verder opvoeren van de tarieven de enige weg naar een gezonde exploitatie. Uiteindelijk gaan die hoge tarieven juist tegen je werken en zal de consument zich nadrukkelijker afkeren van de betreffende stadsregio of het winkel-centrum. Wij zien bezoekers liever als gasten, zoals ook de retailer zijn klanten als gasten ziet. En gasten hoor je in de watten te leg-gen.” ❚

Page 118: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

118

[ eMPaCtion ]

als het aan empaction, bureau voor par-keerstrategie en marketing advies uit eindhoven ligt, behoort binnenkort de parkeerstress en de irritatie rond het vooraf betalen van straatparkeren in winkelcentra tot de verleden tijd. in samenwerking met diverse partners in parkeren adviseert empaction gemeen-ten, projectontwikkelaars en vastgoed-eigenaren over hoe men er voor kan zor-gen dat bezoekers langer in een winkel-centrum verblijven, waarbij het moeten bijvullen van de parkeerautomaat en het voortdurend bewaken van het einde van de parkeertijd tot het verleden behoren. een prettiger verblijfsklimaat betekent een langer verblijf en daarmee kans op meer omzet voor de winkeliers.

mogelijk gewerkt wordt met open structuren, zodat in principe iedere marktpartij kan aan-haken en de opdrachtgever niet afhankelijk wordt van één partij” Eén van de zaken die bij opdrachten vaak naar voren komt betreft het voorkomen van onrust en irritatie die bij veel bezoekers van winkelcentra bestaat rond het vooraf moeten betalen voor parkeren en de bijbehorende kans op een bekeuring.

onthaastenDirk Moorees van Empaction ziet niet het betalen voor parkeren zelf of het tarief als voornaamste oorzaak van de irritatie, maar de ongemakken die dit met zich brengt. En daarvan is het vooraf moeten betalen bij straatparkeren een heel belangrijke: “Vooraf moeten betalen is een duidelijke belem-mering om onbezorgd te kunnen winkelen. De aandacht tijdens het winkelen ligt dan te nadrukkelijk op de eindtijd van parkeren (lees: vertrekken) en dat dient vermeden te worden. Vandaar dat we hebben gezocht naar klantvriendelijke en betaalbare oplossingen voor het achteraf kunnen betalen van de par-keeractie,” aldus Moorees. “Parkeerruimte is een schaars goed en het instrument betaald parkeren is meestal onontkoombaar om de schaarste eerlijk te verdelen. >

vooraF betalen voor parkeren belemmert een onbezorgd verbliJF in WinkelCentra

‘nu onbezorgd Winkelen zonder parkeerirritatie’

De gemeente Deurne profiteert al volop van de voordelen van ach-teraf betalen voor parkeren met de eigen stadspas. In deze Brabantse

gemeente vond de introductie plaats van de nieuwe manier van ‘omgaan’ met betaald parkeren op straat en in de parkeerga-rage. Half september zal het gerenoveerde en uitgebreide winkelcentrum WoensXL in Eindhoven het tweede centrum zijn, waar dit systeem wordt geïntroduceerd. En als het aan Empaction ligt, zal een groot aantal centra in rap tempo volgen.

open structuurEven voor alle duidelijkheid, Empaction is niet de uitvinder en ook niet de uitvoerende partij, die het nieuwe systeem van achteraf betaald parkeren in de markt zet. Empaction is een adviesbureau, dat in opdracht van gemeenten, projectontwikkelaars en vast-goedeigenaren, zoekt naar klantvriendelijke oplossingen binnen de steeds complexer wor-dende parkeerproblematiek. Rob Werkhoven van Empaction: “Op basis van praktische kennis van wat de verschillende marktpar-tijen te bieden hebben, adviseren wij onze klanten over de meest geschikte oplossingen voor hun problemen. Voorwaarde is dat waar

Page 119: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

119

[ eMPaCtion ]

Page 120: Vastgoed in Retail Jaarboek

Laat u winkeliers klagen over te hoge parkeertarieven of reikt u ze de hand?

Betaald parkeren wordt door bewoners,

bezoekers en ondernemers beschouwd

als een gemeentelijke melkkoe. Toch

staat de regulerende werking niet ter

discussie. Het is de meest adequate en

effectieve maatregel voor het bereikbaar

en leefbaar houden van binnensteden.

Maar hoe regel je het zo dat het element

‘betalen’ door iedereen geaccepteerd

wordt als nuttig en noodzakelijk?

Parkeren 2.0 zorgt voor optimale inzet

van betaald parkeren en creëert

tegelijkertijd een breed draagvlak.

> www.empaction.nl

Nederland vraagt omparkeren 2.o

Page 121: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

121

[ eMPaCtion ]

Maar in onze visie dient bij parkeren de betaalactie in de beleving van de klant naar de achtergrond verplaatst te worden en dus altijd achteraf te gebeuren. Daardoor zal het accent tijdens het verblijf meer op het win-kelen liggen en heeft de bezoeker de vrijheid te blijven zolang hij dat wenst. Een vorm van onthaasten, wat prettig is voor de klant maar ook kan leiden tot een economisch voordeel voor de winkeliers.”

pasparkerenEr bestaan al systemen, zoals belparkeren, om achteraf parkeergeld te betalen, bijvoor-beeld via een factuur die de gebruiker een-maal per maand thuis ontvangt. De uitgangs-punten van zo’n systeem zijn goed, maar het gebruik is buiten de grote steden nog niet breed genoeg. Daarom is nu een vervolgstap gemaakt. De dienstverlening moet nog dich-ter bij de klant staan om een groter en ook niet zakelijk publiek te bereiken. Naast de telefoon is het nu ook mogelijk om met een (stads)pas parkeertransacties te starten en te stoppen. Tevens is straat- en garageparkeren gekoppeld en kan er met dezelfde (stads)pas worden geparkeerd en afgerekend. Rob Werkhoven: “Neem de gemeente Deurne als voorbeeld.

Alle inwoners hebben hun persoonlijke Deu rnepas , w a a r m e e ze toegang hebben tot verschillende gemeentelijke en aanverwante diensten, zoals de milieustraat, de onder-grondse afvalcontainers en selectieve toe-gang tot het centrum. En daarbij hoort nu ook achteraf betaald parkeren. Met de Deurnepas, kan men na aanmelding op alle parkeerloca-ties, ook in de parkeergarage, achteraf en op rekening betalen.”

Werking Bij de entree van een parkeergebied staat een paslezer opgesteld. Bij aankomst houd je de pas voor de paslezer en een parkeeractie wordt gestart. Bij vertrek scan je opnieuw je pas en de parkeeractie wordt beëindigd. Vervolgens krijg je de rekening één keer per maand thuis gestuurd. Het verschuldigde parkeergeld wordt via automatische incasso geïnd. Net als bij belparkeren geen problemen meer met vooraf betalen, géén parkeerbonnen, géén bijvullen en niet meer de parkeertijd in de gaten houden.

Het accent kan nu volledig liggen op het verblijf bij de winkels. Voor de parkeergarage geldt hetzelfde. En als gebruik wordt gemaakt van kentekenherkenning leest een camera het kenteken van de auto en kan zo worden vastgesteld of iemand op rekening parkeert of niet. Dus nog meer gebruikersgemak.”

verbetering verblijfsklimaat“Een ongestoord verblijf komt de vitaliteit van de stad ten goede. Winkeliers juichen de introductie van een dergelijk systeem dan ook toe,” aldus Werkhoven. Binnen de gemeente Deurne is het nieuwe betaalsysteem met groot enthousiasme ontvangen. Wanneer straks ook bij winkelcentrum WoensXL met de Eindhovense Stadspas kan worden gepar-keerd, zal nogmaals worden bevestigd dat het systeem van achteraf op rekening betalen snel navolging verdient. Want wanneer parke-ren vriendelijker en comfortabel geregeld is, wordt het gehele winkelcentrum voor zowel bezoekers als ondernemers aantrekkelijker. ❚

Page 122: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ nrW tasKForCe ConsuMentenBeleving ]

122va

stgo

ed in

reta

il

voor de voorzitter van de taskforce Consumentenbeleving van de nrW, die zich verdiept in de vraag ‘Consumentgericht ontwikkelen kan dat?’, is er al meteen in het eerste jaar van het bestaan van deze werkgroep een interessante uitdaging geformuleerd. imke van deventer, in het dagelijks leven directeur van Buhren en van deventer uit Blaricum, onderschrijft de opdracht van de commissie research & educatie van de nrW dat er een verdiepingsslag gegeven moet worden aan het begrip consumentenbeleving.

Winkelcentra - en winkelgebied-ontwikkelaars, die druk doende zijn met het ontwikkelen van nieuwe plannen, dienen zich af

te vragen waar die verdieping kan worden gevonden,” zegt ze. “De consument wordt ongrijpbaar genoemd maar de vraag is of de aanbieders wel de taal van de consument spreken en in plaats van voor de consument te denken vanuit de consument te denken. Ik denk dat veel van de activiteiten, met de beste bedoelingen, los van elkaar worden ondernomen en niet vanuit een duidelijk omkaderd totaal concept dat sturend is op de behoefte en het plezier van de consument. De consument wil Value For Money. Én een extra plakje worst van de slager.”

Volgens Van Deventer staat de Taskforce Consumentenbeleving, met een trein als metafoor, voor ontdekken en ontmoeten. Het beoogde resultaat is de NRW leden te laten

‘Een ontwikkelaar is een ondernemer. Hij is echter op de eerste plaats verantwoordelijk voor het welslagen van de visie van de over-heid op consumentgerichte ontwikkeling.” Van Deventer legt uit dat groep 2 de opdracht heeft om trends en ontwikkelingen te traceren en te analyseren uit binnen- en buitenland, die toepasbaar kunnen zijn bij het consument-gericht ontwikkelen in Nederland. “Op zich is het overigens niet zo heel ingewik-keld wat de consument in eerste instantie alle-maal wil,” vervolgt ze. “Maar als de basisbe-hoeften zijn vervuld, dan is de vraag: wat dan? Dat wordt vaak al aangereikt vanuit de context van het te ontwikkelen winkelgebied. Van belang is die inventarisatie te hebben gemaakt aan de start van de ontwikkeling. Dat kan het landschap zijn, de recreatiemogelijkheden of de aanwezigheid van overige factoren zodat alles conceptmatig ineen sluit. Een burger, in zijn rol van consument/gebruiker, wil zijn omgeving kunnen lezen, begrijpen verkennen en vertrouwen. Alleen dan kan men een band krijgen met die omgeving, denk ik.”

“Dit betekent dat de focus van alle betrokken bouwers consequent op de consument/ gebrui-ker moet zijn gericht,” vervolgt ze. “Niet voor maar vanuit de wensen van de consument/gebruiker denken en vooral handelen. Stel: je stelt de consument centraal, dan vult de plezierige leefomgeving een groot deel van de cirkel. De technische kant van duurzaamheid, zoals de bouw en de voorzieningen, is slechts een dunne schil eromheen. Architectuur is slechts onderdeel van het grotere geheel. De gebouwen en de aanleg van het landschap

meedelen in prikkelende informatie over win-kelgebiedontwikkelingen met de consument in de hoofdrol tijdens het gehele proces. Van Deventer is voor de eervolle taak van voorzitter gevraagd. “Ik vind het erg leuk om te doen. Het voelt als de sparringpartnerpositie die ik vaak vervul voor professionals op het gebied van urban development.”

“Vanuit Buhren & Van Deventer hebben we al jarenlang ervaring met het ontwikkelen van concepten voor winkelgebieden waarbij we regelmatig mensen van buiten de bran-che betrekken zoals gedragspsychologen. Zij hebben wel een raakvlak met consumenten-beleving maar geen vastgeroeste bagage met betrekking tot de materie. Het is dan ook interessant voor mij om deze manier van wer-ken binnen de taskforce groep te stimuleren. Out-of-the-box denken en het ter discussie stellen van gangbare ideeën en beleidsstruc-turen is wel noodzakelijk om een verbeterslag te maken in de ontwikkeling van winkelcentra en winkelgebieden. Door dit te initiëren en gedachten uit te wisselen met de taskforcele-den en onze gasten, boeit me enorm.”

Binnen de Taskforce zijn twee groepen samen-gesteld. Groep 1 houdt zich bezig met twee stellingen. De eerste is al meteen prikke-lend: ‘Consumentgericht ontwikkelen is alleen mogelijk als de overheid sturend is aan de basis van de ontwikkeling. Men dient over een lange termijnvisie en kennis van een bre-dere context te beschikken voordat er grond verkocht wordt aan een ontwikkelaar’. “De tweede stelling waarover we discussiëren is:

imke van deventer, voorzitter nrW taskforce Consumentenbeleving

‘om consumenten te plezieren moeten we meer vanuit concepten gaan denken’

Page 123: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

123

[ nrW tasKForCe ConsuMentenBeleving ]

vast

goed

in re

tail

123

kunnen best technisch duurzaam tot stand zijn gekomen maar dat zegt niets over de belevingswaarde voor de gebruiker. Duurzaam bouwen op zich is geen medicijn tegen ‘ver-rommeling’ van de openbare ruimte.”

Om dat voor elkaar te gaan krijgen, pleit Van Deventer vurig voor het in gang zetten van de discussie over conceptmatig ontwikkelen. “In het woord ontwikkelen zit de dynamiek van het proces. Dat heeft steeds sturing nodig om consument gericht te blijven: Dat kan alleen als er wordt samengewerkt door partijen: de overheid, de ontwikkelaars, de beleggers en architecten. Daarom pleit ik voor het door de overheid in dienst nemen van mensen, die alleen maar bezig zijn met het hebben van een helikopterview over dit proces van het

consumentgericht ontwikkelen. Daarmee zeg ik niet dat er nu geen deskundigheid aanwezig is, maar het ontbreekt aan het totaaloverzicht. Voor het aansturen en bewaken van consu-mentgericht ontwikkelen heb je een getalen-teerde professional extra nodig.”

Eind dit jaar wil Van Deventer de output van beide groepen in kaart hebben. “We zijn nu goed aan het inventariseren. Ik hoop dat we samen met de NRW leden uiteindelijk tot de conclusie komen dat consequent consument-gericht denken en handelen op de lange ter-mijn ook het zakelijk succes waarborgt. Een consument/gebruiker gefocust beleid van alle aanbieders is hard nodig.” ❚

Imke van Deventer is mede/eigenaar en consultant City Shaping® bij Buhren en Van Deventer in Blaricum. Het bureau houdt zich bezig met Emotional marketing®, Design, City shaping® voor een keur aan opdrachtgevers variërend van overheid tot aan bedrijfsleven en zorg.

Ciska Buhren en Imke van Deventer zijn sinds 1989 bezig de wensen van de consument conceptmatig te vervullen.

Page 124: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ ags arCHiteKten & Planners ]

natuurlijk, de kredietcrisis laat ook ags architekten & Planners niet ongemoeid. Maar het effect is niet louter negatief. er wordt nog kritischer gekeken naar de uitvoering van retailprojecten en er is meer tijd om duurzame kwaliteit gestal-te te geven. dat resulteert onder meer in moderne combinatiegebouwen met meerdere functies bij stationsgebieden en in de herontdekking van de oude stadscentra. “intensiveer de binnenstad..”

De hedendae retailer is uiterst kri-tisch. Hij Eigenlijk is er niets nieuws onder de zon. “Het interes-sante aan het realiseren van retail-

projecten is dat het patroon van stedenbouw-kundige voorzieningen altijd onderhevig is aan dynamiek en verandering. Deze sector is niet star en altijd in beweging. Tegenwoordig is er meer tijd voor kwaliteit,” vertelt Jo Scheffer, architect bij AGS Architekten & Planners. Daarmee wil hij maar gezegd hebben dat de kredietcrisis de zoveelste ontwikkeling op rij is die invloed heeft op hoe wij denken over de inrichting van onze leefomgeving.

Het was al gezegd: het landelijk opererende adviesbureau voor ruimtelijke ordening en architectuur voelt de malaise ook. Opgericht in 1960, inmiddels met ongeveer 90 mede-werkers, met de hoofdzetel in Heerlen en kantoren in Amsterdam en Arnhem, viert AGS volgend jaar haar 50-jarig bestaan. “Een direct gevolg van de huidige kredietcrisis is dat ontwikkeltrajecten nu trager verlopen,” analyseert Paul Timmermans, ook architect bij AGS, de huidige situatie. “Er is een langere doorlooptijd, omdat beleggers en ontwikkelaars kritischer kijken naar investe-ringen. Maar retailprojecten zijn langlopende

AGS Architekten & Planners ziet kwaliteitsimpuls in retailprojecten

‘Terug naar een leefbare binnenstad’

projecten. Op de langere termijn gaan plan-nen wel gewoon door.”

De huidige crisis vraagt om een andere vorm van financieel denken, gaat Timmermans verder. “Opdrachtgevers in de retailsector zijn bij uitstek afhankelijk van hoe de eco-nomische wind waait, vooral wat betreft de financiering van projecten. Ontwikkelaars moeten op de lange termijn durven denken.” AGS levert daar de diensten bij. Het bureau ontwikkelt visie voor retailvoorzieningen, ver-taalt die visie naar stedenbouwkundige plan-nen, verzorgt de architectonische uitwerking van die plannen en coördineert de uitvoering ervan. Timmermans: “Door deze integrale aanpak kunnen we slimmer accenten leggen door functies te combineren.”

De kwaliteitsimpuls als gevolg van trager verlopende ontwikkeltrajecten komt vooral tot uiting in duurzamer ontwerpen, in het beter verhandelbaar en levensbestendiger maken van gebouwen en in de milieuvrien-delijkere exploitatie van gebouwen. Kritisch wordt ook gekeken naar de fasering van plannen. “Wat is in deze tijd de juiste volg-orde in afzet? Huur gaat nu bijvoorbeeld voor koop. Essentieel daarbij is dat retailpro-jecten tegenwoordig niet meer bestaan uit louter de bouw van winkels. Duurzaamheid speelt een steeds grotere rol,” zegt Scheffer.

“Niet alleen de gebouwstructuur, het ener-gieverbruik en een milieuvriendelijke mate-riaalkeuze, maar vooral het combineren van verschillende functies in gebouwen is van belang. Winkels worden gecombineerd met wonen, horeca en culturele voorzieningen. >

vast

goed

in re

tail

124

Page 125: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

125

[ ags arCHiteKten & Planners ]

vast

goed

in re

tail

125

vast

goed

in re

tail

125

‘Elzas Passage’, Helmond

Page 126: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

126

AGSAGS Architekten & Planners bvOliemolenstraat 60 Kroonpark 10 Weesperstraat 616416 CB HEERLEN 6831 GV ARNHEM 1018 VN AMSTERDAMPostbus 2656 Postbus 5044 (gebouw Metropool)6401 DD HEERLEN 6802 EA ARNHEMT 045-571 28 41 T 026-353 71 60 T 020-344 93 00F 045-571 60 93 F 026-353 71 61 F 020-627 31 26E [email protected] E [email protected] E [email protected] www.ags.nl www.ags.nl

Stedenbouw

Architectuur

Interieur

Cen

trum

plan

Bar

neve

ld

Cen

trum

plan

IJss

elm

onde

, Rot

terd

am

‘De

Ste

enen

Tra

ppen

’, R

oerm

ond

‘Elz

as P

assa

ge’,

Hel

mon

d

Winkelcentrum ‘De Meent’, Papendrecht

Pap

endr

echt

, Mar

kt

Page 127: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

127

Soms worden retailvoorzie-ningen gecombineerd met reconstructie activiteiten in een wijk. Zoals bij win-kelcentrum Kanaleneiland in Utrecht. Dat winkelcen-trum hebben we begin jaren negentig gerenoveerd en nu volgt de reconstructie van het hele wijkgebied en het winkelgebied.”

In de halve eeuw van haar bestaan, heeft AGS alle ontwikkelingen op retailgebied voorbij zien komen. Vroeger werden voornamelijk buurtwinkels en wijkwinkelcentra met een monofunctie gebouwd. Weer later kwamen er winkelpassages als verbinding door stadsblok-ken heen en stadsdeelcentra, met een meer open structuur van stedelijke functies als win-kelen en wonen. Daar zijn de laatste jaren de outletcentra nog bijgekomen. Scheffer: “Waar en wanneer we gaan bouwen is nu actueler dan ooit. Er is een tendens gaande om terug te keren naar de binnenstad. Ga een stad niet eindeloos uit elkaar trekken door te bouwen in de wei, maar intensiveer de binnenstad. Dat komt de leefbaarheid in de oude stadskernen ten goede. Oude winkelpanden en winkelpas-sages worden weer in ere hersteld, evenals het wonen boven winkels. Die oude winkelpanden kunnen ook een culturele bestemming krijgen. Het gaat om de beleving van een binnenstad.”

Die ontwikkeling wordt steeds vaker gecom-bineerd met een concentratie van bebouwing rond stationsgebieden. Timmermans: “In een modern combinatiegebouw is winkelen maar één van de functies. Ook wonen en werken, een fitnesscentrum, een bioscoop, een medisch centrum, een avondfunctie en horeca, behoren tot de mogelijkheden. Dit komt de leefbaarheid en veiligheid in de stadscentra ten goede.”

Het intensiveren van binnensteden met com-binatiegebouwen, maakt het ontwikkeltraject complexer. Timmermans: “Daarin participe-ren wij als AGS graag met onze expertise. We brengen alle partijen bij elkaar, zoals bewo-ners, ondernemers, de politiek, projectont-wikkelaars en beleggers. Al die verschillende belangen vertalen we naar een uitvoerbaar plan.” Scheffer vult aan: “Dat maakt ons vak zo boeiend en creatief. We zitten altijd mid-den in een ontwikkelproces en we trachten structureel te ontwikkelen en te ontwerpen voor de lange termijn.” ❚

[ ags arCHiteKten & Planners ]

‘De Steenen Trappen’ (Neerstraat), Roermond

Centrumplan Barneveld

Page 128: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

128

Johan Weeber en Peter ter Hark van retail Prospect uit gouda:

‘kennis retailer Juist nu CruCiaal biJ ontWikkeling van WinkelCentra’

Page 129: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

129

[ retail ProsPeCt ]

de herontwikkeling van winkelcentra gebeurt nog te veel vanuit de centraal aan-gestuurde productiegedachte terwijl de huidige markt – mede ingegeven door de kredietcrisis – juist vraagt om winkelcentra die vanuit de kennis en gedachten van de retailer zijn ontwikkeld. Johan Weeber en Peter ter Hark van het in gouda gevestigde retail Prospect zijn er van overtuigd dat de huidige periode dan ook gebruikt moet worden om meer bottom-up te ontwikkelen. “er zijn nu te veel kwetsbare winkelcen-tra top-down ontwikkeld door gemeenten en ontwikkelaars. We moeten de wensen van de retailers eerder bij de plannen betrekken. retailkennis is sterk nodig om uitein-delijk leegstand en verpaupering van winkelcentra te voorkomen.”

Volgens het tweetal is het vaak een gemeentelijke detailhandelsvisie die ten grondslag ligt aan het besluit of er een winkelcentrum moet worden

ontwikkeld, dan wel uitgebreid of herontwik-keld. Daarna volgt vaak een stedenbouw-kundige visie waarbij helaas nog veel te weinig wordt gekeken naar aspecten als de aanrijroutes, de modal split, de ligging, de uitstraling of de gewenste oppervlakte vanuit de retailformule. “In die fase worden vaak al cruciale beslissingen genomen, die lastig omkeerbaar zijn en uiteindelijk sterk van invloed zijn op het succes van de winkeliers. We maken nog te vaak mee dat we achteraf van de rtetailers horen ‘waarom de uitwerking van een plan toch zo is gegaan. Wie heeft dit in vredesnaam bedacht?’ De verwondering betreft dan vaak bijvoorbeeld ondergrondse bevoorrading, verdiepingen, kelders, parkeer-situatie of het feit dat een winkelcentrum te veel in zichzelf is gekeerd. Je maakt op die manier geen vrienden met de retailers, die juist heel erg gebaat zijn bij de optimali-sering van al die aspecten. Retail is detail. Retailers dienen het immers uiteindelijk op die plek te doen en daar hun geld te verdie-nen. En, als een retailer geld kan verdienen doordat consumenten daar hun geld beste-den, is dat uiteindelijk ook goed voor de ont-

wikkelaar, eindbelegger en de gemeenschap.” Toch werd in het verleden de ontwikkelde planvorming uiteindelijk wel geaccepteerd, volgens Weeber en Ter Hark. Door de stij-gende consumentenbestedingen en relatieve schaarste aan winkelruimte moesten retailers wel, om mee te kunnen blijven doen. “Maar nu zijn de tijden veranderd. Er heerst reces-sie en dat betekent dat zoals nooit tevoren écht goed moet worden nagedacht over hoe nieuwe ontwikkelingen vorm te geven. De consument heeft meer keuze dan ooit en er is feitelijk geen schaarste aan winkelruimte meer. Wij zijn daarom van mening dat je veel meer moet doen dan voorheen om tevreden consumenten en winkeliers te verkrijgen en behouden. De huidige crisis is wat ons betreft met zekerheid de aanzet om bottom-up te gaan (her)ontwikkelen. Laten we nu eindelijk eens de retailer écht centraal zetten en hem niet opzadelen met alles wat anderen vanuit ivoren torens hebben bedacht. Want het zijn de retailers die nog steeds voldoende expansie- en verbeteringsdrift hebben in tegenstelling tot ontwikkelaars die door de kredietcrisis zijn getroffen. Er zijn dus volop kansen.” Ook sanering en herontwikkeling van winkelcentra door de crisis zien Weeber en Ter Hark als een kans, omdat hierdoor een beter winkellandschap kan ontstaan. >

Page 130: Vastgoed in Retail Jaarboek

Bruggenbouwertussenretailenvastgoed

Retail Prospect werkt voor projectontwikkelaars, beleggers, corpora9es, retailers en gemeenten om de (her)

ontwikkelingvaneenwinkelgebiedhaalbaarenrendabeltekrijgen.

Marktonderzoek,conceptontwikkeling,planontwikkelingenverhuurwordt professioneelènbetrokkenuitgevoerdop

basisvanlangjarigeervaring.No‐cure‐no‐payisvooronseenuitdaging.

Graagbesprekenwemetudespecifiekemogelijkhedenvooruwproject. Ditkanvia06‐22933687(JohanWeeber)of

06‐51617883(PeterterHark)

RetailProspect•Regentesseplantsoen18•2801CKGouda•0182‐751178•retailprospect.nl

Page 131: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ retail ProsPeCt ]

vast

goed

in re

tail

131

Weeber en Ter Hark spreken vanwege hun achtergrond zowel de taal van de retailer als die van de ontwikkelaar en belegger. “Daar kunnen wij de ‘match’ in vinden. Wij zijn in staat om twee werelden, vaak met schijn-baar tegengestelde belangen, met elkaar te verenigen.” Het tweetal zegt dat ze momen-teel vooral wordt ingeschakeld door profes-sionele winkelontwikkelaars aan de ene kant en retailpartijen aan de andere kant, die hebben ingezien dat je met kennis van de eindgebruiker een flinke meerwaarde kunt creëren. Wij verwachten dat ook de partijen die slechts af en toe een winkelcentrum (her)ontwikkelen zoals bijvoorbeeld de cor-poraties, woningontwikkelaars en beleggers, dit gaan inzien. Bovenal denken wij voor de gemeentelijke overheden van grote toege-voegde waarde kunnen zijn. Precies dáár ligt ook onze missie: wij willen juist die partijen helpen, die het ontwikkelen en/of saneren van winkels niet als kernactiviteit kunnen of willen zien.” De winkelprojecten komen in ieder geval bij Retail Prospect in goede handen terecht. Zowel Weeber als Ter Hark hebben volop ervaring in de winkelbranche vanuit hun supermarktachtergrond. “Wij denken als een retailer en kunnen heel snel haalbaarheden inschatten en alternatieven aandragen,” zegt Ter Hark.

“Verder zijn wij vanuit onze retailachter-grond in staat om vanuit omzet te redene-ren. De opbrengst van een retailontwikkeling is gekoppeld aan de te behalen omzet. Dit betekent dat wij heel nauwkeurig de (huur)opbrengst van een winkelcentrum of

-unit moeten èn kunnen inschatten en deze opbrengst ook kunnen realiseren.” Hiermee neemt Retail Prospect een zorg uit handen voor ontwikkelaar en belegger terwijl een optimale opbrengst gegarandeerd is. Weeber en Ter Hark zijn dermate overtuigd van hun visie dat zij zelfs een deel van het risico willen nemen in de beloningswijze. “Wij wor-den pas beloond als wij een resultaat berei-ken voor onze opdrachtgevers, dat zij zonder ons niet zouden hebben bereikt. Uiteraard kunnen we ook wel op urenbasis werken als de opdrachtgever dat wil, maar wij vinden dat eigenlijk niet passen bij onze moderne aanpak van winkelcentra. Wij zijn er van overtuigd dat je de bevolking comfortabel en efficiënt winkelen niet mag onthouden. Hoe vaak maak je bijvoorbeeld niet mee dat een opgeleverde supermarkt of zelfs een compleet

winkelcentrum al te klein is bij de oplevering? Daar kennen we diverse voorbeelden van.” Weeber en Ter Hark werken al jaren samen maar hebben dit jaar hun samenwerking offi-cieel bekrachtigd door de opstart van Retail Prospect. Beiden hebben hun oorsprong bij Ahold Vastgoed. Daar was Ter Hark bezig met marktonderzoek en conceptontwikkeling, Weeber werkte aan de commerciële trajecten.

“Vanuit deze posities hebben wij retailbloed in onze aderen gekregen, maar ook begrip voor hoe de vastgoedmarkt werkt” zegt het tweetal.

“En precies daar zit dan ook de kern van onze ambities. Vanuit Retail Prospect willen we klein en gespecialiseerd blijven om de ondersteuning zo optimaal mogelijk te kunnen uitvoeren. Vanuit onze visie zijn we er van overtuigd dat er in het retaillandschap in Nederland een verandering in denken nodig is: de eindge-bruiker moet centraal. Daarom willen we graag alle partijen ondersteunen die professioneel of incidenteel met winkelprojecten bezig zijn. Die kunnen dan een eindproduct afleveren dat de maximale opbrengst genereert voor consument, retailer, ontwikkelaar en belegger.” ❚

Page 132: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

132

[ atoP ]

Aals geen ander is atoP in staat om in recordtijd een winkelruimte snel en efficiënt te (ver)bouwen. “anders denken en plannen is de basis van het technische concept dat we hiervoor hebben ontwikkeld,” stelt directeur edwin soetens van het bedrijf dat van functionele ruimte inrichting zijn specialiteit heeft gemaakt. “Het betekent voor retai-lers dat hun omzetderving zo beperkt mogelijk wordt gehouden.”

ATOP snel en efficiënt (ver)bouwenASoetens verruilde een paar jaar

geleden zijn baan als hoofd pro-jectontwikkeling bij Rodamco Retail voor het directeurschap

bij ATOP in Waalwijk. “Ik trof toen een bedrijf aan dat één grote retailklant had, Albert Heijn. Daarvoor was het vwo-con-cept ontwikkeld, volgende week open. ATOP was in staat om in een week tijd een winkel van Albert Heijn te verbouwen.

Page 133: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

133A[ atoP ]

AOp zaterdagmiddag om 16.00 uur kregen we de sleutel en begonnen we met slopen, vanaf maandag gingen we de nieuwe winkel opbouwen en op vrijdagmiddag droegen we de sleutel van de vernieuwde winkel weer over. Dat alles vanuit het oogpunt om geen klanten te verliezen. Want AH verloor veel klanten tijdens verbouwingen, waarvoor in het verleden zes tot tien weken werden uitge-trokken. Dat is vervelend voor een klant, die gaat dan op zoek naar een andere winkel om zijn boodschappen te doen. Wij hebben toen bekeken of het ook binnen een week kon en daarvoor dat vwo-concept ontwikkeld.”

“Met dat gedachtegoed werden ook andere retailers benaderd. Er werd een technisch concept uitgewerkt waarmee ATOP in staat is een winkelruimte snel en efficiënt te (ver)bouwen. Dat is in het belang van steeds meer winkelketens die voorzien in de dage-lijkse behoefte van een klant, maar ook in de non food sector. Want het gaat er om dat je de klanten weet binnen te houden.”

De door ATOP ontwikkelde bouwmethode is gebaseerd op het gebruik van moderne en lichte bouwmaterialen. “Elke winkelketen heeft zijn eigen architect en designers. Die zijn gespecialiseerd in het presenteren van de producten. Het zijn creatieve mensen die mooie schetsen maken. Maar dan moet er nog worden gebouwd. Wij maken gebruik van moderne methodes waardoor er snel kan worden gebouwd. Zo passen we bijvoorbeeld geen kalkzandsteen toe bij het maken van muren, wij kiezen voor metal stud. Dat is een stalen framework waar gipsplaten tegenaan worden geschroefd. We werken met droge materialen, want hoe meer vocht er wordt gebruikt hoe langer je nodig hebt. Veel interieuronderdelen worden door ons geprefabriceerd en in de winkel gemonteerd. We hebben een eigen interieurarchitect in dienst, waardoor we ook zelf ontwerpen kun-nen maken. Maar we richten ons vooral op het uitvoerende, technische werk, van casco tot turn-key oplevering. Wij beheersen alle disciplines die bij afbouw en interieurbouw komen kijken. De gehele directievoering van een project kan de klant aan ons over laten.”

Voor de werkwijze van ATOP krijgt Soetens in de traditionele bouwwereld niet altijd de handen op elkaar. “We moeten ons best doen om mensen te overtuigen dat onze methode wel degelijk werkt. Daarom hebben wij het zogeheten lean-bouwen in het leven geroepen en geven we ook een lean-training aan onze klanten. >

Page 134: Vastgoed in Retail Jaarboek

Winkelpand, kantoorunit, zorgcentrum of theater. Elke binnenruimte kent specifieke eisen voor gebruik. ATOP creëert voor iedere ruimte de optimale omstandig heden. Dat doen we met systeemplafonds en -wanden, verlichting, timmerwerk en interieurbouw. Van concept tot oplevering.

Maak nu kennis met ATOP, sterk in functionele ruimte inrichting.

ATOPTelefoon 0416 33 75 47 E-mail [email protected] www.atop.nl

ATOP... als het gaat om omzet per m

2

1030_9007_Atop adv.indd 1 15-09-2009 09:12:56

Page 135: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

135

[ atoP ]

Het lean-bouwen is er op gericht om in de hele keten van het bouwproces, van de start tot de oplevering, niets te verspillen. Ons doel is vanaf het begin alle neuzen van alle betrokkenen dezelfde kant op te krijgen. In een traditioneel bouwproces kan er veel fout gaan. De opdrachtgever weet bijvoorbeeld niet precies wat hij wil, dat maakt het voor een architect niet makkelijker. Of het bestek gaat naar verschillende aannemers, die het verschillend interpreteren en daardoor met verschillende prijzen komen. Je wordt geconfronteerd met meerwerk, waardoor je maanden na de oplevering nog aan het steggelen bent over de eindprijs. Bij lean-bouwen gaan we vanuit een gemeenschap-pelijk belang om tafel zitten, namelijk het belang om zo snel en efficiënt mogelijk te bouwen. Door vanaf het begin gezamenlijk op te trekken valt er veel te winnen. Bij de lean-training wordt de betrokken par-tijen in spelvorm duidelijk gemaakt dat je veel geld en energie kunt besparen door vooraf alles goed op elkaar af te stemmen.”

De ervaring die ATOP met deze werkwijze bij winkelketens als MediaMarkt, McDonalds of Brainwash heeft opgedaan past het nu ook toe bij de renovatie van complete win-kelcentra, zoals de Ridderhof in Ridderkerk, de Hoofdpoort in Kaatsheuvel of de Elzas in Helmond. Soetens: “Die renovaties zullen steeds meer voorkomen, want de komende jaren worden veel verouderde winkelcentra aangepakt. Het probleem bij dergelijke reno-vaties is dat de winkeliers hun brood moeten verdienen, maar dat de omzet tijdens de ver-bouwing terugloopt. Die omzetderving valt binnen de perken te houden door vroegtijdig in overleg te treden met de winkeliers, door na te denken over zaken als de routing en het materiaalgebruik. Je moet de overlast in een passage zo beperkt mogelijk houden omdat er tegelijkertijd wordt gewinkeld. Dat is een kunst apart.” ❚

Page 136: Vastgoed in Retail Jaarboek
Page 137: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ n arCHiteCten ]

vast

goed

in re

tail

137

N Architecten BV in Maastricht werd in 2000 opgericht door Peter Claassens. Na vijftien jaar kennis en ervaring te hebben opgedaan

bij andere bureaus besloot hij voor zichzelf te beginnen. Van dit besluit heeft Claassens tot op heden geen moment spijt gehad; het eigen baas zijn en vooral de vrijheid van het onder-nemerschap bevallen hem prima. Daarbij heeft N Architecten de afgelopen jaren een gestage groei doorgemaakt - inmiddels werken er zeven mensen bij het bureau- en een stevige positie verworven in de markt. “We zijn heel breed georiënteerd. Architectuur is weliswaar onze core business, maar we houden ons daarnaast ook bezig met stedenbouw en het ontwerpen van interieurs. Door deze disciplines te combineren, krijg je een betere ‘doorbloeding’ van projecten en worden deze op een hoger plan getild.”

In de architectuur richt N Architecten zich met name op individuele en projectmatige woningbouw en op de ontwikkeling van win-kelpanden en winkelcentra. “Wij benaderen het ontwerp van een winkelcentrum echter niet puur vanuit de architectuur, maar kijken ook naar zaken als de beleving en het gevoel van consumenten. Dat de consument zich op zijn gemak voelt in een winkelcentrum is minstens nét zo essentieel als een mooie gevel. We mer-ken dat onze opdrachtgevers deze werkwijze als prettig ervaren, vooral nu we hiermee aan-sluiten op een algemene trend. Het ‘feel good-gevoel’ en hoe mensen een winkelomgeving ervaren, worden namelijk steeds belangrijker.”Volgens Claassens heeft de consument van vandaag een grote hang naar geborgenheid

en naar warmte. Kortom; naar een goed ver-blijfklimaat. “Dat zie je bijvoorbeeld ook terug in het interieur van woningen, een warme uitstraling is heel belangrijk. Thuis is het al jaren heel gewoon om mensen die bij je op visite komen op hun gemak te stellen en sfeer te bieden. In winkelcentra mani-festeert deze trend zich pas de laatste jaren. De winkelende consument wordt steeds meer beschouwd als gast. Dit vanuit de gedachte dat hij langer zal blijven als hij zich prettig voelt en dus waarschijnlijk ook meer zal besteden.”

De vraag is natuurlijk hoe je ervoor zorgt dat een winkelcentrum de consument een goed en warm gevoel geeft. Volgens Peter Claassens is een eenduidig recept niet te formuleren, maar spelen hoe dan ook meerdere factoren een rol. “Onder meer de gebruikte materialen zijn van belang - natuurlijke materialen als hout en natuursteen doen over het algemeen warmer aan -, maar ook de kleuren zijn essentieel. Momenteel zijn vooral aardkleuren in trek. Verder is ook de verhouding tus-sen daglicht en kunstlicht van belang. De verlichting moet sfeervol zijn, daarbij dient het contrast tussen binnen en buiten niet te groot zijn. En: het winkelend publiek moet altijd de relatie met buiten blijven ervaren.”

De architect geeft aan dat, naast de archi-tectonische elementen, ook andere factoren belangrijk zijn voor de beleving in een winkel-centrum. Bijvoorbeeld het winkelaanbod en de positie van de winkels ten opzichte van elkaar. “Beschikt een winkelcentrum bijvoor-beeld over een supermarkt of over een andere

‘trekker’, dan is het belangrijk dat deze op de juiste plek in het winkelcentrum ligt. Consumenten moeten hier op een natuurlijke manier naartoe worden geleid, maar toch ook langs de andere winkels komen. Als bureau willen wij graag meedenken met onze opdrachtgevers,” zegt Claassens. “In ieder geval vergt de toenemende aandacht voor beleving, voor het gevoel van een con-sument, wel meer van een architect. Je moet je nόg meer inleven in de consument. Maar dat zien wij vooral als een uitdaging.”

De geschetste trend is volgens Claassens zowel waarneembaar bij revitalisering van bestaande winkelcentra als bij nieuwbouw.

“Wat revitalisering betreft loopt het aardig door, ook in deze tijd van recessie. Zo waren wij als N Architecten verantwoordelijk voor de upgra-ding van het stadshart Zoetermeer en gaan we binnenkort aan de slag met de revitalisering van winkelcentrum ‘Het Hoekstuk’ in Heiloo.”

Claassens geeft tot slot nog aan dat de ‘feel good-tendens’ zich ook dient uit te strekken tot de parkeervoorziening bij winkelcentra. “Er moeten niet alleen voldoende parkeerplekken zijn in de nabijheid van een winkelcentrum, ook de route vanaf het parkeerterrein naar de winkels wordt belangrijk geacht. Deze dient er vriendelijk en netjes uit te zien, mensen behoren zich veilig te voelen en de route moet

‘hufterproof’ zijn. Hier kan onder meer de keuze voor bepaalde materialen aan bijdragen. Eigenlijk begint sfeervol winkelen al wanneer mensen de parkeerplaats oprijden. Daar gaan ze zich in hun element voelen.” ❚

de beleving van de consument speelt in toenemende mate een belangrijke rol bij de ont-wikkeling en revitalisering van winkelcentra: de shopomgeving moet consumenten vol-gens Peter Claassens van n architecten Bv in de eerste plaats een goed gevoel geven. “in huiselijke kring is het al jaren heel gewoon om bezoekers sfeer te bieden en op hun gemak te stellen. deze tendens wordt steeds meer doorgetrokken naar winkelcentra. een archi-tect moet zich daarom nog meer dan voorheen kunnen verplaatsen in de consument.”

‘Winkelcentrum moet ‘feel-good-gevoel’geven’

Peter Claassens van N Architecten bv:

Page 138: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

138

[ teaM JaarBoeK vastgoed retail ]

vastgoed in retail Jaarboek is niet meer weg te denken

Jerry Helmers

Page 139: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

139

[ teaM JaarBoeK vastgoed retail ]

Met het Jaarboek vastgoed in retail heeft louwers uitgeversorganisatie zich verder in nederland goed op de kaart gezet. Het nieuwe, deskundige en prachtig vormgegeven vakboek, waar – in dit geval – iedere vaktechneut uit de retail en vastgoed zijn inspiratie uit kan halen, biedt een gedetailleerd overzicht van de stand van zaken in het vakgebied in nederland. Knelpunten, uitda-gingen, de meest interessante projecten, prikkelende interviews en nieuwe visies: het passeert de geïnteresseerde lezer allemaal.

Dat retail sinds de opkomst van het internet aan ongekende ontwikke-lingen onderhevig is, is intussen wel duidelijk. Dáár hoeven we

feitelijk niet meer over te discussiëren. Het traditionele landschap zoals we dat kenden voor de eeuwwisseling, zal nooit meer terug-komen. Als er één industrie in Nederland is, die last heeft van de onwaarschijnlijke dynamiek en onvoorspelbare grilligheid van de eindgebruiker – de consument – dan is het de retail wel. En laten we daarbij vooral niet vergeten dat de impact van het internet enorm bleek. In eerste instantie werd de digitale snelweg nog als een grote bedreiging gezien, maar langzamerhand ontdekte en concludeerde men dat men vooral niet meer in bestaande structuren moest denken. Sterker nog: die bestaande structuren komen nooit meer terug. Het winkellandschap is definitief veranderd. Internet zou wel eens de kansrijke aanvul-ling kunnen zijn op het vastgoedlandschap binnen de retail. Nee, internet is de kans-rijke aanvulling op het vastgoedlandschap.

Die ongekende ommezwaai heeft in de laatste jaren een nieuwe discussie aange-zwengeld. De centrale vraag is hoe we dus eigenlijk met het retail en het daaraan zo nauw verbonden vastgoed moeten omgaan? Want één aspect is niet veranderd: iedere stakeholder wil immers zijn geld blijven ver-dienen en staat elke keer voor de keuze op welke wijze zijn investeringen vorm te geven.

Het Vastgoed in Retail Jaarboek kan daarop nooit het unieke, eensluidende en passende antwoord geven. Laten we dat maar meteen

benadrukken. Maar inspiratie, het delen van kennis, het continu met elkaar in gesprek zijn over die ontwikkelingen en het elkaar helpen een stapje verder te komen, zijn wel de sleutel- en succesfactoren van deze jaarlijks terugkerende uitgave.

Het redactieteam verheugt zich dan ook iedere keer weer op de productie van het jaarboek. Met kritische passie doen we de interviews, we laten ons graag informeren over de prachtige uitdagingen waar de commerciële partijen voor staan en vanzelf-sprekend besteden we veel aandacht aan de wijze waarop al die informatie – zowel in woord als beeld – wordt gebundeld. In een glossy-achtige setting verleiden we de lezer om het jaarboek niet één, niet twee, maar meerdere malen door te bla-deren en het boek op de stapel te laten belanden van ‘interessante vakliteratuur’. Al meteen na de eerste uitgave in 2008 was dat de belangrijkste terugkoppeling die we kregen vanuit de markt en daar zijn we uiteraard zeer content mee. Want we maken het boek uiteraard voor de markt, die continu op zoek is naar informatie.

In de schrijfstijl doen we het niet te tech-nisch. De interviews zijn luchtig, wel gedetailleerd en inhoudelijk sterk, maar zwaar geformuleerde en formele citaten proberen we zo veel mogelijk te vermijden. Inspireren op een toegankelijke wijze is namelijk onze prioriteit. Onze antennes staan elke keer wijd uit om alle ontwikke-lingen binnen de retail te vangen en voor de lezer zo gemakkelijk mogelijk te verwoorden.

Dat gebeurt door een gemotiveerd team van redactiemedewerkers. Eindredacteur is Jerry Helmers, die al bijna een decennium lang actief en deskundig bezig is met het schrijven van journalistieke verhalen en commerciële stukken, waarbij het hem regelmatig lukt nét die andere vraag te stellen en de geïnterview-den soms op een ander spoor te brengen. Iwan Haex is de ervaren vormgever van het jaarboek en in wisselwerking en goede samenwerking met Jerry wordt elke keer goed gekeken naar de wijze waarop de Feel and Look van het Jaarboek moet worden ingevuld. Iwan is cre-atief, heeft oog voor detail en de impact van beeldmateriaal en slaagt er altijd prima in om woord en beeld op een goede manier in elkaar te laten samenvloeien. Manuela Depenbrock is administrateur, Daniël Heijmans heeft een deel van de commerciële taken op zich genomen en Thorold Wevers treedt vanuit uitgeverij Louwers op als algeheel coördinator.

Dit team, waarvan de leden dus vanuit elke eigen discipline zijn of haar bijdrage levert, werkt graag aan het Jaarboek. Het enthou-siasme, de interesse en de zorg om er iets moois van te maken, dient in hun optiek elke keer goed zichtbaar te zijn in het eind-resultaat. Daar doen we elk jaar onze uiterste best voor en het voor u liggende exemplaar is daar wederom het praktische bewijs van.

‘Vastgoed in Retail’ is in onze visie dus niet meer weg te denken van de jaarlijkse agenda. Maar dat weten we eigenlijk al – gezien de reacties – sinds de lancering van het eerste succesvolle exemplaar in 2008. Wij zijn er van overtuigd, dat er – met uw mede-werking – nog velen zullen volgen. ❚

Page 140: Vastgoed in Retail Jaarboek

[ instore ]

de tweede editie van het unieke jaarboek ‘vastgoed in retail’ ligt thans voor u. Het is een jaarlijks terugkerend vakmedium van formaat en fungeert als een nuttig en buitengemeen handzaam naslagwerk .

Tijdschrift over winkelinrichting & InStoremarketing

Naast Vastgoed in Retail geeft Louwers Uitgeversorganisatie B.V. al ruim 15 jaar het vaktijdschrift InStore uit. Zoals de naam al

doet vermoeden, staat InStore van A tot Z in het teken van winkelconcepten, vormge-ving, instore marketing, winkelinrichting, ICT, visual merchandising en alles wat hier zowel rechtstreeks als zijdelings mee te maken heeft. Als enige vaktijdschrift in Nederland.

Tijd

sc

hri

ft o

ver

win

ke

linri

ch

tin

g &

insto

rem

ark

eti

ng

jaa

rga

ng

14

■ n

um

me

r 1

■ 2

00

8

100% Holland AmsterdamInTervIewLars Nielsen

CEO Hindsgaul, DenemarkenwereldwInkel

betreedt franchisepadthema ICT

Insto

re ■ T

ijdsch

rift over w

inkelin

richtin

g &

insto

remarketin

g w

ww

.insto

reon

line.n

l

jaargan

g 15 ■ n

um

mer 1 ■ 2009

Tijd

sc

hri

ft o

ver

win

ke

linri

ch

tin

g &

insto

rem

ark

eti

ng

jaa

rga

ng

15

■ n

um

me

r 1

■ 2

00

9

INTERVIEWJohan van Heesalgemeen directeur Free Record Shop

VilaSofa nieuwe meubelketen

themaICT

Nieuwe showroom voor Van Bommel

We werken voor ketens met 100 vestigingen en voor retailers met één of twee winkels. Als wij iets geleerd hebben is dat budget niets zegt over creativiteit. Sterker nog, uit eigen ervaring weten wij dat wanneer budgetten kleiner worden het belang van creativiteit toeneemt. En als we daar dan prijzen mee winnen is dat mooi meegenomen, maar nooit ons doel. Want wij laten ons uitsluitend leiden door onderscheidend vermogen en rendement van het retailconcept. Kijk op www.benschop.nl of bel 079 - 3300123 voor meer informatie.

M I N D E R B U D G E T V E R E I S T M E E R C R E A T I V I T E I T

2008014_INS_0608_COVER.indd 1

03-03-2009 13:53:50

Als u kiest voor Benschop dan kiest u een veelzijdige en betrokken partner die u kunt inschakelen voor onderzoek, ontwerp en realisatie. En dan maakt het niet uit of u voor één of voor 100 winkels verantwoordelijk bent. Bovendien is Benschop een partij die de kennis en ervaring in huis heeft om het totale project voor u te realiseren. Van bouwvergunningen tot en met oplevering. Op die manier zijn we in staat om veel tijd voor u te besparen. En tijd is pure winst. Kijk op www.benschop.nl of bel 079 - 3300123 voor meer informatie.

S N E L L E R O P E N I S E E R D E R W I N S T M A K E N

Insto

re ■ T

ijdsch

rift over w

inkelin

richtin

g &

insto

remarketin

g w

ww

.insto

reon

line.n

l

jaargan

g 15 ■ n

um

mer 2 ■ 2009

Tijd

sc

hri

ft o

ver

win

ke

linri

ch

tin

g &

insto

rem

ark

eti

ng

jaa

rga

ng

15

■ n

um

me

r 2

■ 2

00

9

O'ModaBreda

INTERVIEWIngrid Plugdirecteur M. van Houten Display B.V.

V!ZZ!Tnieuw concept op Schiphol

themaKLIMAATBEHEERSING

2009010_instore0209_cover.indd 1

04-05-2009 15:59:14

V di VenturaGenk

V di VenturaGenk

VVV di Venturadi Venturadi VenturaGenkGenkGenkGenkGenkGenk

V di VenturaGenk

Insto

re ■ T

ijdsch

rift over w

inkelin

richtin

g &

insto

remarketin

g w

ww

.insto

re-on

line.n

l

jaargan

g 15

■ nu

mm

er 3 ■ 2009

Tijd

sc

hri

ft o

ver

win

ke

linri

ch

tin

g &

insto

rem

ark

eti

ng

jaa

rga

ng

15

■ n

um

me

r 3

■ 2

00

9

Tijd

sc

hri

ft o

ver

win

ke

linri

ch

tin

g &

insto

rem

ark

eti

ng

jaa

rga

ng

15

■ n

um

me

r 3

■ 2

00

9

Café Chocolat Schiphol Airport

Café Chocolat Schiphol Airport

Café Chocolat Café Chocolat Café Chocolat Schiphol AirportSchiphol AirportSchiphol Airport

Café Chocolat Schiphol Airport

INTERVIEWMarcel WolthersMetrique Survey & Advies

INTERVIEWMarcel WolthersMetrique Survey & Advies

INTERVIEWINTERVIEWINTERVIEWMarcel WolthersMarcel WolthersMarcel WolthersMetrique Survey & Advies

Metrique Survey & Advies

Metrique Survey & Advies

Metrique Survey & Advies

Metrique Survey & Advies

Metrique Survey & Advies

INTERVIEWMarcel WolthersMetrique Survey & Advies

themaVERLICHTINGthemaVERLICHTINGthemathemathemaVERLICHTING

VERLICHTINGVERLICHTING

themaVERLICHTING

Benschop werkt voor ketens met 100 vestigingen en voor retailers met één of twee winkels. Als wij iets geleerd hebben is dat budget niets zegt over creativiteit. Sterker nog, uit eigen ervaring weten wij dat wanneer budgetten kleiner worden, het belang van creativiteit toeneemt. En als wij daar dan prijzen mee winnen is dat mooi meegenomen, maar nooit ons doel. Want wij laten ons uitsluitend leiden door onderscheidend vermogen en rendement van het retailconcept. Kijk op www.benschop.nl of bel079 - 3300123 voor meer informatie.

M I N D E R B U D G E T V E R E I S T M E E R C R E A T I V I T E I T

2009011_Cover_INS_0309.indd 1

10-07-2009 16:32:57

We hebben met InStore een breed doel voor ogen. Allereerst willen we een steun zijn voor de detaillist die met verbouwingsplannen rond-loopt. Tegelijkertijd is het blad een platform voor al diegenen die zich professioneel met win-kelinrichting, verlichting, visual merchandising, beveiliging, preventie, etalages, vloerbedekking, klimaatbeheersing, automatisering enzovoorts bezighouden. InStore is behalve een puur retail-vakblad een vademecum geworden, waar ook de interieurbranche informatie uit kan putten. Kortom: een modern vakblad dat met z’n tijd meegaat en inhaakt op huidige en toekomstige wensen van de lezersdoelgroep. kijkt u voor meer informatie eens op: www.instore-online.nl of bel de uitgeverij voor een gratis proefnummer: 0495-450095. ❚

vast

goed

in re

tail

140

Page 141: Vastgoed in Retail Jaarboek

vast

goed

in re

tail

141

advertentie index

[ advertentie indeX ]

10/14 FgH Bank

11/78 volker Wessels vastgroep

18/20 Corio nederland Bv

22/24 ing real estate development

26/144 Kroonenberg groep

28/30 sns reaal

32/73 WPM groep

33/64 ellerman lucas van vugt

34/36 imagebuilders

38/90 delta lloyd vastgoed

40/62 rsP Makelaars

42/44 Metrum Bv

48 vgsa

50/52 Heijmans vastgoed

54/56 Buro van der goes Bv

60/74 dHv B.v.

63/136 n architecten

68 asr vastgoed ontwikkeling

70/76 sCM europe

72/88 locatus Bv

80/82 retail Property Management

84/86 Hoogvliet Beheer Bv

92 vexpan

94/96 Parkking

98/100 PCH Parkeerservices

102/116 P-good

104/106 Ballast nedam Parking

108/110 grontmij Parkconsult

112/114 ontwerpburo Hans Pilon

118/120 empaction Bv

124/126 ags architekten en planners Bv

128/130 retail Prospect

132/134 atoP afbouw B.v.

Page 142: Vastgoed in Retail Jaarboek
Page 143: Vastgoed in Retail Jaarboek
Page 144: Vastgoed in Retail Jaarboek

Kroonenberg Groep stree� naar het

leveren van toegevoegde waarde aan

de kwaliteit van winkelen, werken en

wonen. We stemmen functionaliteit en

architectuur af op de lokale situatie.

Waarbij we werken en winkelen

combineren met representativiteit,

bereikbaarheid en een goed voorzieningen-

niveau. Economische aspecten worden

ingebed in de bestaande infrastructuur

en mede afgestemd op de wensen van

de gebruikers.

Onze kernactiviteiten vastgoed-

beleggingen en projectontwikkeling zijn

� exibel en doelgericht inzetbaar, dankzij

onze compacte organisatie en onze

expertise. Besluitvaardigheid, � nanciële

daadkracht en creativiteit kenmerken

het handelen van Kroonenberg Groep.

Onze strategie is om door aankoop

van individueel vastgoed, overname

van bestaande portefeuilles, of het

nemen van grondposities, onze groei

zeker te stellen.

Mensen maken het moment. De omgeving schept de randvoorwaarde.

Postbus 7538 1118 ZG Schiphol Tel. 020 5 788 788 Fax 020 6 750 430 [email protected] www.kroonenberg.nl

R E A L E S T A T E I N V E S T M E N T & D E V E L O P M E N T