Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is...

67
Academiejaar 2015-2016 Tweedesemesterexamenperiode Variabelen van de liefde De relae tussen behoeſten, relaonele tevredenheid en geluk Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science in de Psychologie, afstudeerrichng Klinische Psychologie Door Anaïs Ledure (01103707) Promotor: Lesley Verhofstadt Begeleider: Gaëlle Vanhee

Transcript of Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is...

Page 1: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

Academiejaar 2015-2016

Tweedesemesterexamenperiode

Variabelen van de liefde

De relatie tussen behoeften, relationele tevredenheid en geluk

Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van

Master of Science in de Psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie

Door Anaïs Ledure (01103707)

Promotor: Lesley Verhofstadt

Begeleider: Gaëlle Vanhee

Page 2: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

Woord vooraf

Vooraleer van start te gaan met de uiteenzetting van deze scriptie, zou ik graag nog een

woordje van dank richten aan de mensen die mij gesteund en geholpen hebben bij het

vervolmaken van deze masterproef.

Vooreerst wil ik mijn promotor Prof. Lesley Verhofstadt bedanken om mij de kans te

bieden dit boeiende onderwerp te bestuderen. Verder wil ik ook graag speciale dank richten

naar mijn begeleidster Gaëlle Vanhee voor de moeite en tijd die ze genomen heeft om

feedback te geven en steeds met advies en optimisme klaar te staan.

Vervolgens wil ik ook alle mensen bedanken die de tijd hebben genomen om alle

vragenlijsten in te vullen, want zonder hen was het onmogelijk geweest dit onderzoek uit te

voeren.

Daarnaast wil ik nog mijn ouders bedanken voor de mogelijkheid die ze me gaven om

verder te studeren, maar ook voor de motivatie en het corrigeren van mijn teksten. Ook mijn

beste vriendin verdient een woordje van dank, omdat ze altijd vol interesse luisterde naar mijn

redeneringen en deze steeds beantwoordde met eigen boeiende visies en gedachten. Tot slot

wil ik nog bijzondere dank richten aan mijn vriend. Hij gaf mij steeds de steun en motivatie om

te blijven verder werken. De toewijding en passie die hij zelf toont in zijn leven, zijn een ware

bron van inspiratie.

Page 3: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

Abstract

In deze scriptie werden de onderlinge associaties tussen behoeften, geluk en relationele

tevredenheid onderzocht, binnen het perspectief van de Zelf-Determinatie Theorie. In eerste

instantie werd het verband tussen behoeften en relatietevredenheid nagegaan. Vervolgens

werd ook het verband tussen behoeften en geluk onderzocht. Met betrekking tot de behoeften

werd steeds een onderscheid gemaakt tussen bevrediging en –frustratie van de behoefte aan

verbondenheid, autonomie en competentie. Tot slot werd nagegaan hoe zowel

behoeftebevrediging, geluk en relationele tevredenheid zich binnen één model tot elkaar

verhouden. Geslachtsverschillen werden binnen deze verbanden ook steeds nagegaan. De

steekproef (N = 200) omvat individuen tussen 19 en 76 jaar die zich in een vaste partnerrelatie

bevinden. De gegevens werden verzameld aan de hand van zelf-rapportage onderzoek.

Vooreerst toonden de resultaten een positieve samenhang tussen behoeftebevrediging en

relatietevredenheid en een negatief verband tussen behoeftefrustratie en relatietevredenheid.

Verder werd ook een positieve samenhang gevonden tussen behoeftebevrediging en geluk,

maar dit resultaat bleek enkel significant voor vrouwen. Voor het verband tussen

behoeftefrustratie en geluk werd een negatieve associatie bevestigd. Tot slot gaven de

resultaten aan dat geluk niet fungeert als moderator tussen behoeftebevrediging en geluk.

Relationele tevredenheid modereerde wel het verband tussen behoeftebevrediging en geluk,

maar enkel bij mannen. Ter afsluiting werden de theoretische en praktische implicaties van

deze bevindingen besproken.

Page 4: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

Inhoudstafel

Inleiding ......................................................................................................................................... 1

Behoeften ................................................................................................................................ 2

Relationele tevredenheid ........................................................................................................ 5

Geluk ....................................................................................................................................... 6

Het Verband Tussen Behoeftebevrediging/Frustratie en Relationele Tevredenheid.............. 8

Het Verband Tussen Behoeftebevrediging/Frustratie en Geluk ............................................. 9

Geluk en Relationele Tevredenheid als Moderators ............................................................. 10

Conclusie en Hypothesen ..................................................................................................... 12

Methode ...................................................................................................................................... 16

Steekproef ............................................................................................................................. 16

Materiaal ................................................................................................................................ 17

Behoeftebevrediging/behoeftefrustratie ....................................................................... 17

Relationele tevredenheid ............................................................................................... 18

Geluk ............................................................................................................................... 18

Procedure .............................................................................................................................. 18

Resultaten.................................................................................................................................... 20

Overzicht van de Analyses ..................................................................................................... 20

Beschrijvende Statistiek ........................................................................................................ 20

Gemiddelden en standaarddeviaties .............................................................................. 20

Correlationele analyses .................................................................................................. 21

Verklarende Statistiek ........................................................................................................... 24

Het verband tussen behoeftebevrediging en relatietevredenheid ................................ 24

Het verband tussen behoeftebevrediging en geluk ........................................................ 25

Het verband tussen behoeftefrustratie en relatietevredenheid .................................... 27

Het verband tussen behoeftefrustratie en geluk ............................................................ 28

De modererende rol van geluk ....................................................................................... 30

De modererende rol van relationele tevredenheid ........................................................ 31

Bespreking ................................................................................................................................... 33

Bespreking van de Onderzoeksresultaten............................................................................. 34

Page 5: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

Het verband tussen behoeften en relationele tevredenheid ......................................... 34

Het verband tussen behoeften en geluk ........................................................................ 35

Geluk als moderator binnen de relatie van behoeftebevrediging en relationele

tevredenheid .................................................................................................................. 38

Relatietevredenheid als moderator binnen de relatie van behoeftebevrediging

en geluk .......................................................................................................................... 39

Sterktes, Beperkingen en Indicaties voor Toekomstig Onderzoek ........................................ 40

Theoretische en Praktische Implicaties ................................................................................. 43

Conclusie ..................................................................................................................................... 44

Referenties .................................................................................................................................. 46

Page 6: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

Lijst met tabellen

Tabel 1. Gemiddelden, standaarddeviaties en T-statistieken voor mannen en vrouwen

voor geluk, relationele tevredenheid,behoeftebevrediging en -frustratie van

autonomie, verbondenheid en competentie en behoeftebevrediging en –

frustratie totaal…………………………………………………………………………………..………...21

Tabel 2. Pearson correlaties tussen relatietevredenheid, geluk, behoeftebevrediging en

–frustratie van autonomie, competentie en verbondenheid en

behoeftebevrediging en –frustratie totaal, voor mannen en

vrouwen…………………………………………………………………………………………………………23

Tabel 3. Resultaten meervoudige resgressie-analyse: bijdrage van behoeftebevrediging

tot de predictie van relationele tevredenheid…………………………………….………...25

Tabel 4. Resultaten meervoudige resgressie-analyse: bijdrage van behoeftebevrediging

tot de predictie van geluk………………………………………………….…………………………..26

Tabel 5. Resultaten meervoudige regressie-analyse: bijdrage van behoeftefrustratie tot

de predictie van relationele tevredenheid…………………………………………………….28

Tabel 6. Resultaten meervoudige resgressie-analyse: bijdrage van behoeftefrustratie tot

de predictie van geluk……………………………………………………………………………………29

Tabel 7. Resultaten meervoudige resgressie-analyse: geluk als moderator van het

verband tussen behoeftebevrediging en relatietevredenheid…………………….…30

Tabel 8. Resultaten meervoudige resgressie-analyse: relatietevredenheid als moderator

van het verband tussen behoeftebevrediging en geluk……………………….………..32

Page 7: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

Lijst met figuren

Figuur 1. Hypothese 1a. Verband tussen behoeftebevrediging en relationele

tevredenheid……………………………………………………………………………………………….…13

Figuur 2. Hypothese 2a. Verband tussen behoeftebevrediging en geluk……………………...13

Figuur 3. Hypothese 3. Verband tussen behoeftefrustratie en relationele

tevredenheid.....................................................................................................14

Figuur 4. Hypothese 4. Verband tussen behoeftefrustratie en geluk…………………..…....…14

Figuur 5. Hypothese 5. Geluk als moderator van het verband tussen behoeftebevrediging

en relationele tevredenheid…………………………………………………………………..….....15

Figuur 6. Hypothese 6. Relationele tevredenheid als moderator van het verband tussen

behoeftebevrediging en geluk…………………………….….…………………..…..…………...15

Figuur 7. Relationele tevredenheid als moderator van het verband tussen

behoeftebevrediging en geluk………………………………………………………………….…….32

Page 8: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

1

Inleiding

‘Zoals een bloem de zon nodig heeft om bloem te worden, zo heeft een mens de liefde nodig

om mens te worden.’ (Phil Bosmans, Belgische pater en schrijver, 1922-2012). Het is dan ook

niet verwonderlijk dat een partner vinden en een goede relatie opbouwen doelen zijn die

centraal staan in het leven, althans in Westerse en andere moderne culturen (Fletcher,

Simpson, Campbell, & Overall, 2015). Er zijn heel wat diverse redenen die het belang aanwijzen

van een stabiele en gelukkige partnerrelatie, zoals een betere gezondheid (Barr & Simons,

2014; Burke & Segrin, 2014), het hebben van meer energie (Stanton, Campbell, & Loving,

2014), en een beter subjectief welzijn (Gere & Schimmack, 2013). Aangezien het uit elkaar

vallen van relaties de fysieke en psychologische gezondheid in gevaar brengt, is het belangrijk

om factoren te identificeren die ervoor zorgen dat de relatietevredenheid op peil blijft (Karney

& Bradbury, 1995).

Ook het bereiken van geluk is een belangrijk doel in het leven en volgens het werk van

Aristoteles (Nicomachean Ethics, 1947) is het zelfs het hoogste goed dat je kan bemachtigen.

Quasi iedereen, ongeacht de nationaliteit, wil gelukkig zijn (Diener, Saptya, & Suh, 1998). Sinds

de opkomst van de positieve psychologie, is er ook steeds meer onderzoek naar concepten

zoals geluk (Zhuravlev & Yurevich, 2014). Daaruit is gebleken dat ‘gelukkig zijn’ gunstig is voor

zowel de mentale als fysieke gezondheid (Steptoe, Dockray, & Wardle, 2009). De positieve

emoties die eigen zijn aan geluk, voorspellen ondermeer een hogere relatiekwaliteit, betere

werkprestaties en een langer leven (Lyubomirsky, King, & Diener, 2005).

Nu het belang van zowel relatietevredenheid als geluk is aangehaald, kan men zich

afvragen welke variabelen een invloed uitoefenen op deze concepten. Zoals verder zal

verduidelijkt worden, is er een enorme variëteit aan predictoren. In deze scriptie wordt

toegespitst op één van de mogelijke predictoren, met name behoeften.

De verbanden die in deze thesis zullen onderzocht worden zijn bijgevolg deze tussen

behoeften en relationele tevredenheid enerzijds en tussen behoeften en geluk anderzijds. Het

eerste verband geeft ons inzicht in de betekenisvolle aspecten van relaties zodat er bruikbare

handvaten kunnen geboden worden aan koppels. Het tweede verband is meer gesitueerd op

het individueel niveau, wat uiteraard onrechtstreeks ook gevolgen heeft voor de partnerrelatie.

Ter afsluiting zal ook beschouwd worden welke invloed geluk en relationele tevredenheid

mogelijks uitoefenen in elkaars verband met behoeften. Dit kan duiding geven over de meer

indirecte effecten die deze variabelen kunnen teweegbrengen.

Page 9: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

2

Behoeften

Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen fysiologische en psychologische behoeften.

Het was Hull (1943) die in zijn ‘drive theorie’ fysiologische behoeften beschreef als inherent en

noodzakelijk voor een optimale ontwikkeling. Daartegenover staat het perspectief van Murray

(1938) die meer focuste op psychologische noden, en deze beschreef als alles wat een individu

tot actie drijft en aangeleerd is. Als integratie van deze twee visies is er de Zelf-Determinatie

Theorie (ZDT, Deci & Ryan, 2000). Hierin legt men zich toe op psychologische behoeften die

gekarakteriseerd worden als aangeboren en universeel. Die universaliteit houdt in dat elk

individu, onafhankelijk van culturele achtergronden, positieve effecten ervaart van

behoeftebevrediging en negatieve effecten van behoeftefrustratie (Chen et al., 2015). Meer

specifiek definieert ZDT psychologische behoeften als ‘voedingsstoffen die essentieel zijn voor

psychologische groei, integriteit, en welzijn’ (Deci & Ryan, 2000, p. 229). Daaruit kan men

afleiden dat de bevrediging van de basisbehoeften zal leiden tot een meer optimaal

functioneren, waaronder een vlottere identiteitsontwikkeling (Luyckx, Vansteenkiste,

Goossens, & Duriez, 2009), een versterkte werking van de hersenen (Domenico, Fournier, Ayaz,

& Ruocco, 2012) en meer veerkracht (Vansteenkiste & Ryan, 2013). Het is zelfs zo dat dagelijkse

schommelingen in de bevrediging van de basisbehoeften samengaan met fluctuaties in het

welzijn (Ryan, Bernstein, & Brown, 2010). Behoeftebevrediging is echter niet enkel van belang

voor het individuele welzijn, ook voor het optimaal functioneren van partnerrelaties speelt het

een belangrijke rol (Patrick et al., 2007). Meer behoeftebevrediging leidt namelijk tot allerlei

positieve relatie-uitkomsten (Agnew & Vanderdrift, 2012), waar later nog uitgebreider zal

worden op ingegaan. Wanneer het vervolgens gaat over de frustratie van behoeften geldt de

omgekeerde situatie. Het is namelijk zo dat frustratie van de behoeften zal resulteren in

negatieve uitkomsten, zoals minder zelfcontrole (Knee & Neighbors, 2002; Schüler & Kuster,

2011; Williams, Niemiec, Patrick, Ryan, & Deci, 2009), meer externaliserende problemen

(Vansteenkiste & Ryan, 2013) en minder energie (Moller, Deci, & Ryan, 2006).

Om de effecten van behoeftefrustratie nauwkeurig te bekijken is het belangrijk om een

onderscheid te maken tussen een gebrek aan de ervaring van behoeftebevrediging enerzijds en

de frustratie van behoeften anderzijds. Terwijl het ervaren van behoeftefrustratie enorm

schadelijk kan zijn, is een gebrek aan bevrediging vaak minder sterk verbonden met

disfunctioneren (Bartholomew, Ntourmanis, Ryan, Bosch, & Thøgersen-Ntoumani, 2011). Zo zal

een persoon die een tekort aan verbondenheid met de omgeving ervaart (lage

Page 10: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

3

behoeftebevrediging) zich minder slecht voelen dan een persoon die actief wordt uitgesloten

door de omgeving (behoeftefrustratie). Terwijl mensen die behoeftebevrediging ervaren vaak

een veerkracht opbouwen tegen negatieve ervaringen (Vansteenkiste & Ryan, 2013), komen

mensen die behoeftefrustratie beleven vaak terecht in een negatieve spiraal. Deze onstaat

doordat ze alternatieve manieren ontwikkelen om te compenseren voor de behoeftefrustratie.

Die gedragingen zijn vaak defensief, zoals het loslaten van zelfcontrole, het ontwikkelen van

rigide gedragspatronen, oppositionele opstandigheid (Bartholomew et al., 2011) en het

nastreven van extrinsieke doelen zoals rijkdom, populariteit of schoonheid (Kasser & Ryan,

1996).

De basisbehoeften die volgens de ZDT cruciaal zijn, voor zowel individuen als relaties, en hier

verder besproken zullen worden, zijn competentie, verbondenheid en autonomie

(Vansteenkiste & Ryan, 2013). Competentie is de nood om zich bekwaam te voelen, het gevoel

hebben dat je goed bent in wat je doet. Men wil effectief zijn in het ondernemen van pogingen

en vooropgestelde doelen kunnen bereiken (Patrick et al., 2007). Deze behoefte is gefrustreerd

wanneer gevoelens van falen en onbekwaamheid opdagen (Vansteenkiste, Niemiec, &

Soenens, 2010). Toegepast op vlak van relaties zal het stellen van duidelijke, realistische

verwachtingen ten opzichte van elkaar leiden tot bevrediging van deze behoefte (La Guardia &

Patrick, 2008). Autonomie is de nood om zich vrij te voelen in eigen acties en keuzes. Men wil

zelf beslissingen kunnen maken op basis van wat men als waardevol of interessant ervaart.

Wanneer mensen zich gedwongen voelen om iets te doen, dan is deze behoefte gefrustreerd of

niet ondersteund (Deci & Vansteenkiste, 2004). De druk die ze daardoor voelen kan komen

vanuit de omgeving, maar kan ook zelfopgelegd zijn (Deci & Ryan, 1985). Deze behoefte mag

wel niet verward worden met onafhankelijkheid o.a. omdat van autonomie aangetoond is dat

het leidt tot beter persoonlijk en relationeel welzijn, maar van onafhankelijkheid niet (Van

Petegem, Beyers, Vansteenkiste, & Soenens, 2012). In romantische relaties zal deze behoefte

bevredigd worden wanneer partners elkaars interesses, perspectieven en beslissingen

proberen te begrijpen (La Guardia & Patrick, 2008). Als derde en laatste heb je de nood aan

verbondenheid. Men wil de warmte en betrokkenheid van anderen voelen, het gevoel hebben

dat men ergens bijhoort. Graag zien en gezien worden is een inherent streven van mensen wat

zich uit in het leggen van diepgaande connecties met betekenisvolle anderen (Deci &

Vansteenkiste, 2004). Partners die interesse tonen en zorg dragen voor elkaar, zeggen dat ze

van elkaar houden en dat de ander belangrijk voor hen is, leidt tot het wederzijds

ondersteunen van elkaars behoefte aan verbondenheid (La Guardia & Patrick, 2008). Deze

Page 11: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

4

behoefte is gefrustreerd wanneer relationele spanningen en gevoelens van eenzaamheid de

bovenhand krijgen (Chen, Vansteenkiste, & Byers, 2012).

ZDT stelt dus dat de bevrediging van elk van deze drie behoeften noodzakelijk is voor een

optimaal functioneren en welzijn. Als gevolg van die conclusie kan men zich afvragen of elk van

deze behoeften ook even sterk doorweegt in hun invloed op het welzijn. Het is in ieder geval zo

dat ze elk een verschillende rol spelen. Onderzoek naar partnerrelaties heeft al uitgewezen dat

de bevrediging van zowel de behoefte aan competentie als autonomie sterker bijdraagt aan

het zelfvertrouwen dan verbondenheid. Meer verbondenheid in de relatie is dan weer een

sterkere predictor van positief affect, hechting, en relationele tevredenheid (Patrick et al.,

2007). Alles bekeken lijkt verbondenheid de sterkste unieke predictor te zijn van zowel relatie-

als welzijnsuitkomsten (Patrick et al., 2007). Het gaat bij deze behoeften ook niet enkel over de

mate waarin een individu de bevrediging ervan ervaart. Ook de perceptie van diegene die de

behoeftes helpt te ondersteunen, speelt een rol. Zo zal het geven van die ondersteuning ook

een positieve impact hebben op de relatie (Deci, La Guardia, Moller, Scheiner, & Ryan, 2006).

Dit is hoofdzakelijk het geval bij de behoefte aan verbondenheid, voor autonomie en

competentie zijn vooral de percepties van het individu zelf, en minder die van de partner van

belang (Patrick et al., 2007).

Het is zo dat relatieonderzoek vaak hoofdzakelijk kijkt naar hoe individuele

persoonlijkheidsfactoren en/of situationele factoren inwerken op belangrijke relationele

processen (La Guardia & Patrick, 2008). De bijdrage die de ZDT kan leveren is dat het een kader

biedt voor het begrijpen van zowel persoonlijkheid als context (La Guardia & Patrick, 2008). Die

context kan zowel een positieve als negatieve invloed uitoefenen op de psychologische

ontwikkeling van een individu. De ZDT hanteert m.a.w. een dialectische visie, er is interactie

tussen een individu en zijn sociale omgeving (Deci & Vansteenkiste, 2004). Buiten een

dialectische visie, heeft de ZDT ook een organismische opvatting. Dit wil zeggen dat mensen,

zowel op intra- als interpersoonlijk vlak, een meer coherente vorm van functioneren

ontwikkelen. Op die manier worden interesses, preferenties, waarden en persoonlijke

contacten geïntegreerd en in balans gebracht (Ryan, 1995).

Page 12: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

5

Relationele Tevredenheid

Relatietevredenheid kan men definiëren als ‘hoe gelukkig individuen zijn met verschillende

facetten van hun relatie zoals intimiteit, conflict en gelijkheid’ (Amato, Booth, Johnson, &

Rogers, 2007). Het is een begrip dat vaak gelinkt wordt aan het bredere concept relatiekwaliteit

(Shafer, Jensen, & Larson, 2014). De definitie verwijst naar hoe gelukkig iemand is,

relatietevredenheid is dus niet enkel te karakteriseren door de afwezigheid van

ontevredenheid, zoals in vroegere literatuur wel vaak gedacht werd (Bradbury, Fincham, &

Beach, 2000). Factoren die bijdragen aan tevredenheid in relaties zijn dus niet simpelweg het

tegenovergestelde van diegene die leiden tot ontevredenheid (Bradbury et al., 2000) en

kunnen beter gekarakteriseerd worden als twee aparte, maar wel gerelateerde dimensies

(Fincham, Beach, & Kemp-Fincham, 1997).

Relatietevredenheid is ook geen statisch concept, het varieert en evolueert doorheen

de tijd (Glenn, 1998). Vroeger dacht men dat relatietevredenheid een curvilineair verloop had,

wat visueel voor te stellen is als een omgekeerde U (Rollins & Feldman, 1970). Dit betekent dus

dat men veronderstelde dat relatietevredenheid relatief sterk daalde doorheen de eerste jaren

van de relatie en later opnieuw een stijging kende. Later onderzoek vond meer ondersteuning

voor een lineaire daling, waarbij de daling minder sterk wordt met de tijd (Glenn, 1998; Karney

& Bradbury, 1995; Karney & Bradbury, 1997).

Aangezien relatietevredenheid belangrijk is voor het behoud van relaties (Murray,

Holmes, Griffin, & Derrick, 2015), is er al veel onderzoek gedaan naar mogelijke voorspellers

van relationele tevredenheid. Om een meer gestructureerd overzicht te bieden kan er een

onderscheid gemaakt worden tussen predictoren op intra- en interpersoonlijk niveau. Enkele

predictoren op intrapersoonlijk niveau zijn: de mate waarin men zich aangetrokken voelt tot de

partner (Mark & Herbenick, 2013), overtuigingen die men heeft over het huwelijk (Willoughby,

2014), de mate van dankbaarheid tegenover de partner (Gordon, Oveis, Impett, Kogan, &

Keltner, 2012), het vermogen om fouten te vergeven (Braithwaite, Selby, & Fincham, 2011) en

optimisme van het individu (Murray, Griffin, Derrick, Harris, Aloni, & Leder, 2010; Strivastava,

Richards, McGonigal, Butler, & Gross, 2006). De interpersoonlijke factoren houden verband

met de onderlinge relatie tussen de partners en hun interacties. Enkele predictoren op

interpersoonlijk niveau die van belang zijn voor relationele tevredenheid zijn: communicatie

(Olson & DeFrain, 2000), conflictstijl (Cramer, 2000) en hechting (Butzer & Campbell, 2008).

Buiten de invloed die partners op elkaar uitoefenen, speelt ook de omgeving een rol. Het

hebben van kinderen zal de tevredenheid doen dalen, ook al neemt de stabiliteit toe (Waite &

Page 13: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

6

Lilliard, 1991) en ook stressoren zoals financiële problemen of moeilijkheden op het werk

kunnen een negatieve invloed hebben op de relatietevredenheid. Het is wel zo dat, in

tegenstelling tot wat vaak gedacht werd, traumatische gebeurtenissen en moeilijke situaties

niet steeds een daling van de relatietevredenheid teweegbrengen. Het kan ook leiden tot de

vorming van sterkere banden en meer adaptatie (Bradbury et al., 2000).

Geluk

Veel van de literatuur over geluk wordt nog steeds beïnvloed door twee stromingen uit de

filosofie namelijk hedonia en eudaimonia, die teruggaat op Aristoteles. In onderzoek naar geluk

wordt vaak gefocust op slechts één van beide begrippen, voornamelijk omdat ze aanzien

worden als schijnbaar verschillende conceptualisaties van geluk (Delle Fave, Drdar, Freire, Vella-

Brodrick, & Wissing, 2011), maar die visie wordt steeds meer bekritiseerd (Waterman, 2008).

Ze hoeven namelijk niet beschouwd te worden als twee verschillende types van geluk, maar

eerder als perspectieven met een verschillend doel (Ryan, Huta, & Deci, 2008) en elk met hun

eigen significante bijdrage aan geluk (Vella-Brodrick, Park, & Peterson, 2009). Terwijl hedonia

meer focust op de uitkomsten van geluk, zoals het ervaren van plezier, ligt bij eudaimonia de

nadruk op de inhoud en processen van geluk (Ryan et al., 2008). De hedonistische kijk op geluk

omvat voornamelijk positieve emoties en levenstevredenheid (Pavot & Diener, 2008).

Levenstevredenheid wordt gedefinieerd als ‘een individu zijn cognitieve waardering van de

positiviteit in z’n leven, gebaseerd op eigen maatstaven’ (Shin & Johnson, 1978). Zowel de term

geluk als levenstevredenheid worden gebruikt om positief psychologisch functioneren aan te

duiden (Ryff, 1989). Als gevolg daarvan worden beide concepten vaak door elkaar gebruikt

(Delle Fave et al., 2011; Zhuravlev & Yurevich, 2014). In de literatuur zie je dit ook terug

aangezien er in titels vaak gesproken wordt over geluk en verder doorheen het artikel wordt

dan meestal (levens)tevredenheid gebruikt als term (Murray et al., 2010; Dyrdal, Roysamb,

Nes, & Vitterso, 2011). Met betrekking tot de definiëring van geluk, lijken positieve emoties

(hedonia) alvast een cruciaal element te zijn. Het begrip eudaimonia omvat een individueel en

sociaal niveau. Betekenis, zelf-actualisatie en persoonlijke groei maken deel uit van het eerste

niveau (Ryff, 1989). Betrokkenheid in sociaal gedeelde doelen en waarden behoren tot het

tweede niveau (Massimini & Delle Fave, 2000). Deze doelen verschillen naargelang de cultuur

(Grouzet et al., 2005), en ook het begrip geluk heeft niet in elke cultuur dezelfde betekenis

(Argyle, 2003). Uit onderzoek is wel gebleken dat familie en sociale relaties, net als een balans

Page 14: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

7

vinden in het leven, over verschillende landen heen een grote rol spelen in de zoektocht naar

geluk (Delle Fave et al., 2011). Plezier en positieve emoties, zoals beschreven in de

hedonistische stroming, zijn ook uiterst belangrijke ervaringen in een mensenleven (King,

Hicks, Krull, & Del Gaiso, 2006). Toch dragen de componenten van eudaimonia meer bij aan het

algemene geluk (Delle Fave et al., 2011). Een avond uitgaan, dansen, en drinken (hedonistisch

doel) zal dus vaak wel leiden tot tijdelijke positieve emoties, maar het behalen van een diploma

(eudaimonisch doel) zal ook op lange termijn voordelen met zich meebrengen. Het is zelfs zo

dat wie zich enkel focust op het bereiken van hedonistische uitkomsten, vaak terechtkomt in

een leven zonder betekenis (Delle Fave et al., 2011). Het proberen bereiken van eudaimonische

doelen leidt daarentegen niet alleen tot een meer compleet en betekenisvol leven, maar ook

tot meer stabiele en langdurige positieve emoties (Ryan et al., 2008). Je kan met andere

woorden hedonia bereiken aan de hand van een eudaimonisch leven, maar dit verband geldt

alvast niet in de omgekeerde richting.

Andere predictoren van geluk zijn o.a. zelfcontrole (Hofmann, Luhmann, Fisher, Vohs, &

Baumeister, 2014), inkomen (Zhuravlev & Yurevich, 2014), intelligentie (Kanazawa, 2014) en het

hebben van een goede relatie (Dyrdal, et al., 2011). Wat ook in belangrijke mate bijdraagt tot

geluk is de genetica. Iemands geluk is namelijk voor 35-50 procent genetisch bepaald (Farhud,

Malmir, & Khanahmadi, 2014). Dit heeft op zijn beurt een aanzienlijke invloed op de stabiliteit

van geluk. Zo vond men bij tweelingen een correlatie van .50 tussen geluk gemeten op 20-

jarige en 30-jarige leeftijd (Lykken & Tellegen, 1996). Deels als gevolg daarvan is het ook zo dat

mensen een bepaald basisniveau hebben van geluk waar ze na zowel positieve als negatieve

life-events naar terugkeren (Diener, Lucas, & Scollon, 2006). Ze kwamen tot deze conclusie naar

aanleiding van onderzoek waaruit bleek dat, gemiddeld gezien, de levenstevredenheid van

mensen die de lotto wonnen niet verschillend was van die van mensen die een auto-ongeluk

hadden (Brickman, Coates, & Janoff-Bulman, 1978). Alhoewel er heel wat ondersteuning is

voor de stabiliteit van geluk, zijn er wel bepaalde levensgebeurtenissen die permanente

veranderingen kunnen aanbrengen in het basisniveau, waaronder het doormaken van een

scheiding (Lucas, 2005). Deze verandering kan ook in de positieve richting gebeuren. Alhoewel

het nastreven van hedonistische doelen enkel tijdelijke voordelen met zich meebrengt, kunnen

eudaimonische activiteiten het baseline niveau van geluk definitief verhogen (Ryan et al.,

2008).

Page 15: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

8

Het Verband Tussen Behoeftebevrediging/Frustratie en Relationele Tevredenheid

Er zijn een heel aantal positieve relatie-uitkomsten verbonden aan behoeftebevrediging

(VanderDrift & Agnew, 2012). Zo kan behoeftebevrediging leiden tot meer toewijding aan de

relatie (Drigotas & Rusbult, 1992), meer emotioneel steunen op de partner (Ryan, La Guardia,

Solky-Butzel, Chirkov, & Kim, 2005) en meer veilige hechting binnen de relatie (La Guardia,

Ryan, Couchman & Deci, 2000). Verder zal het ook leiden tot een hogere kwaliteit van de

relatie (Rodriguez, Hadden, & Knee, 2015) en meer relationele tevredenenheid (Patrick et al.,

2007). Het is zelfs zo dat de bevrediging van behoeftes in een relatie een directe impact heeft

op de beslissing om al dan niet in de relatie te blijven (VanderDrift & Agnew, 2012).

Aangezien ook de percepties van de partner kunnen beïnvloeden hoe men zichzelf in

de relatie voelt, is de meest ideale situatie diegene waarin beide partners het gevoel hebben

dat er aandacht is voor hun noden en verlangens (Patrick et al., 2007). Een situatie waarin

beide partners hoge behoeftebevrediging ervaren, is vooral van belang als het gaat over de

behoefte aan verbondenheid (Hadden, Smith, & Knee, 2014). Partners zullen namelijk meer

relatietevredenheid ervaren wanneer ze ook beiden meer verbondenheid voelen (Hadden et

al., 2013). Verbondenheid heeft m.a.w. niet enkel positieve gevolgen voor de eigen ervaring

van relatietevredenheid, het heeft ook een significante impact op de relatietevredenheid van

de partner (La Guardia, 2007). Het is dan ook niet verwonderlijk dat verbondenheid de

belangrijkste rol speelt bij relationeel functioneren. Tot slot zal deze behoefte ook het meest

bijdragen aan relationele tevredenheid (Patrick et al., 2007). Dit wil echter niet zeggen dat

autonomie en competentie geen beduidende rol spelen in het voorspellen van relationele

tevredenheid. Autonomie in de relatie is namelijk gerelateerd aan meer adaptieve

gedragingen, een betere samenwerking en ook meer relationele tevredenheid (Blais, Sabourin,

Boucher, & Vallerand, 1990). Gevoelens van competentie leiden ook tot meer adaptieve

reacties, meer relationele tevredenheid en uiteindelijk succesvollere relaties (Riggio, Weiser,

Valenzuela, Lui, & Heuer, 2015).

Het is ondertussen wel duidelijk dat er een enorme variëteit is aan onderzoek over het

verband tussen behoeftebevrediging en relatietevredenheid. Als men echter kijkt naar de link

tussen behoeftefrustratie en relatietevredenheid is er geen literatuur terug te vinden. Het lijkt

erop dat deze onderzoekslijn nog volledig onbevraagd is. Dit zou voornamelijk te wijten kunnen

zijn aan het feit dat nog maar recent het onderscheid is gemaakt tussen lage

behoeftebevrediging en –frustratie (Bartholomew et al., 2011).

Page 16: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

9

Het Verband Tussen Behoeftebevrediging/Frustratie en Geluk

Zoals hiervoor al vermeld werd, brengt de bevrediging van de behoeften autonomie,

competentie en verbondenheid een groot aantal voordelen met zich mee. Die voordelen

hebben betrekking op zowel het relationele als individuele welzijn (Patrick et al., 2007).

Daarom focust deze scriptie naast een relationele uitkomst ook op een uitkomst op individueel

niveau: geluk. Het is reeds aangetoond dat behoeftebevrediging leidt tot het ervaren van meer

geluk (Ryan et al., 2008). Het was Maslow die zelfs in 1954 al aangaf dat behoeftebevrediging

essentieel is voor geluk. Behoeftebevrediging is positief gerelateerd aan elke component van

geluk, zowel aan de eudaimonische als de hedonistische dimensie. Zo vindt men voor het

hedonistische aspect terug dat meer behoeftebevrediging leidt tot meer positief affect (Reis,

Sheldon, Gable, Roscoe, & Ryan, 2000) en meer levenstevredenheid (Deci et al., 2001). Ook de

aspecten van eudaimonia helpen behoeftebevrediging positief te ondersteunen (Ryan et al.,

2008). Bevrediging van de basisbehoeften vormt namelijk de fundering voor persoonlijke groei

(Deci & Ryan, 2000) en dat is op zijn beurt een belangrijk element van eudaimonia (Ryff, 1989).

Ook het reflecteren over een betekenisvol leven en daarnaar streven draagt bij tot een hoger

eudaimonisch welzijn, wat opnieuw bevorderd wordt door behoeftebevrediging (Ryan et al.,

2008). Naast deze bevindingen op individueel niveau is er geen directe evidentie voor de link

tussen behoeftebevrediging en het sociale niveau van eudaimonia. Er zijn wel indirecte

aanwijzingen voor dit verband, aangezien zowel behoeftebevrediging als relationele connecties

van prominent belang zijn voor geluk (Delle Fave et al., 2011; Ryan et al., 2008). Het verband

tussen behoeftebevrediging en geluk is, buiten dagelijkse metingen, ook terug te vinden via

uurlijkse metingen. Stijgingen, uur per uur gemeten, in autonomie en verbondenheid gaan

namelijk samen met stijgingen in geluk en dalingen in stress. Voor competentie ligt dit anders

aangezien stijgingen in competentie, op korte termijn, geassocieerd worden met dalingen in

geluk en stijgingen in stress (Howell, Chenot, Hill, & Howell, 2011). Behoeftebevrediging hangt

verder niet enkel samen met meer geluk en positieve emoties, maar heeft ook een omgekeerd

verband met negatieve emoties (Howell et al., 2011). Deze bevinding is van belang vermits de

hedonistische traditie geluk niet enkel definieert als de aanwezigheid van positieve emoties,

maar ook als de afwezigheid van negatieve emoties (Kahneman, Diener, & Schwarz, 1999).

Er werd eerder al aangehaald dat verbondenheid de sterkste voorspeller is voor relatie

gerelateerde uitkomsten zoals relatiekwaliteit, -tevredenheid en hechting (Patrick et al., 2007).

Met betrekking tot geluk bestaat er literatuur die de behoefte aan autonomie en competentie

voorop stellen als belangrijkste voorspellers (Reis et al., 2000). De reden waarom de

Page 17: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

10

importantie van de verschillende behoeften verschuift is mogelijks omdat het type uitkomst

(geluk vs relatietevredenheid) en de context waarin de beoordeling van de behoeften gebeurt

(romantische relatie vs dagelijkse leven), beiden een beduidende rol spelen (Sheldon & Tan,

2007). Geluk is namelijk een meer individuele uitkomst dan relatietevredenheid, en wordt niet

enkel bepaald in de context van de partnerrelatie, maar ook in het dagelijkse leven (Demir &

Davidson, 2013). Hierbij moet wel benadrukt worden dat verbondenheid, met betrekking tot

geluk, zeker zijn waarde als voorspeller niet verliest. Verbondenheid blijft een zeer significante

positieve samenhang vertonen met geluk en aanverwanten (Howell et al., 2011).

Tot slot is er nog de link tussen behoeftefrustratie en geluk. Alhoewel er geen directe

literatuur is terug te vinden over dit verband, is er wel voldoende onderzoek ter beschikking

over de relatie tussen behoeftefrustratie en (een gebrek aan) welzijn. Aangezien geluk en

welzijn vaak als verwisselbare termen gebruikt worden (Seligman, 2011), kan deze literatuur

een indicatie vormen voor het verband tussen behoeftefrustratie en geluk. Zo is

behoeftefrustratie positief gecorreleerd met een tekort aan welzijn (Bartholomew et al., 2011),

meer depressieve symptomen (Soenens et al., 2008), en een aanwakkering van

kwetsbaarheden (Unanue, Dittmar, Vignoles, & Vansteenkiste, 2014). De compensatoire

gedragingen, die vaak het gevolg zijn van behoeftefrustratie, leiden ook tot meer

vermoeidheid, minder vitaliteit en een slechtere gezondheid (Bartholomew et al., 2011).

Geluk en Relationele Tevredenheid Als Moderatoren

Aansluitend op de bespreking van vorige verbanden, is een logische stap om ook na te gaan

hoe behoeften, geluk en relationele tevredenheid zich tot elkaar verhouden. Om alles

overzichtelijk te houden is het beter om eerst te kijken naar het verband tussen geluk en

relationele tevredenheid op zich, vermits dit verband nog niet aan bod is gekomen. In het licht

van een vorige opmerking over de inwisselbaarheid van de termen geluk en welzijn, kan men

bij deze vermelden dat de kwaliteit van iemands romantische relatie een van de sterkste

voorspellers van subjectief welzijn is (Heller, Watson, & Ilies, 2004). Dit duidt erop dat er een

link is tussen relatietevredenheid en geluk, waarschijnlijk voortvloeiend uit het feit dat

romantische relaties mogelijks het meeste invloed hebben op iemands leven en welzijn

(Slotter, Duffy, & Gardner, 2014). Het is zelfs zo dat longitudinale data aantoonden dat

veranderingen in relaties samengaan met veranderingen in welzijn (Gere & Schimmack, 2013).

Buiten onderzoek omtrent welzijn, is er ook literatuur rond de twee aspecten van hedonia,

Page 18: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

11

zijnde levenstevredenheid en positief affect. Het lijkt zo te zijn dat relatietevredenheid niet

enkel positieve effecten heeft op welzijn, maar ook op de meer hedonistische aspecten van

geluk. Zo vond men dat relationele tevredenheid positief geassocieerd is met positief affect

(Stanton et al., 2014). De biologische responsen die op hun beurt gepaard gaan met positief

affect, zoals stijgende glucoselevels, zorgen ook voor een bescherming tegen ziektes (Loving &

Wright, 2012), depressie en angst (Traupmann & Hatfield, 1981). Voor levenstevredenheid is er

ook evidentie dat relatietevredenheid er een positief effect op uitoefent (Lance, Mallard, &

Michalos, 1995). Samengevat, relatietevredenheid blijkt dus een zeer significante positieve

invloed op geluk uit te oefenen.

Men kan zich vervolgens afvragen of dit verband ook in de omgekeerde richting geldt.

En inderdaad Headey, Veenhoven en Wearing (1991) vonden reeds dat er een bidirectioneel

verband is tussen relatietevredenheid en geluk. Het is zelfs zo dat de sterkte van dit

bidirectioneel verband vergroot naarmate men ouder wordt (Dyrdal et al., 2011). De

bevestiging hiervan impliceert logischerwijs dat ook geluk een invloed heeft op

relatietevredenheid. Veranderingen in levenstevredenheid gaan zelfs systematisch samen met

wisselingen in relatietevredenheid (Heller, Watson, & Ilies, 2006). Er is dus voldoende evidentie

om te besluiten dat ook geluk een impact heeft op relatietevredenheid. Dan rest enkel nog de

vraag in welke richting dit bidirectioneel verband het sterkst is. De literatuur hieromtrent geeft

als antwoord dat relatietevredenheid belangrijker is voor het algemene en toekomstig welzijn

dan welzijn is voor latere relatietevredenheid (Dyrdal et al., 2011). Een goede en sterke relatie

opbouwen, en in staat zijn deze te behouden, blijkt dus van doorslaggevend belang te zijn voor

een gelukkig leven.

Aangezien geluk en relationele tevredenheid gerelateerd blijken te zijn aan elkaar, kan

het interessant zijn om de rol van elk concept binnen het andere concept z’n relatie met

behoeften na te gaan. Onderzoek dat de drie concepten rechtstreeks met elkaar in verband

brengt is echter niet voorhanden. Als volgende optie kan men overgaan naar de rol die geluk

binnen andere verbanden kan spelen. Het interactie-effect dat geluk kan teweegbrengen, heeft

steeds een positieve invloed. Zo zorgt een hoger niveau van geluk ervoor dat de relatie tussen

chronische medische problemen en angst, negatief wordt (Hirsch, Duberstein, & Unützer,

2009). Aangezien de literatuur omtrent geluk als moderator zeer gelimiteerd is, kan men ook

breder kijken naar de afzonderlijke componenten van geluk, zoals welzijn, positief affect en

levenstevredenheid. Zo zal een hoge rating op levenstevredenheid ervoor zorgen dat het

verband tussen stressvolle levensgebeurtenissen en de ontwikkeling van externaliserende

Page 19: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

12

problemen teniet wordt gedaan (Suldo & Huebner, 2004). Welzijn maakt de relatie tussen de

intensiteit van een event en het vertellen daarover sterker. Dit heeft opnieuw positieve

gevolgen omdat het vertellen over die gebeurtenissen tegen de sociale omgeving ervoor zorgt

dat men minder depressie, meer welzijn en meer levenstevredenheid ervaart (Ryan & Kahn,

2015). Het lijkt vrij duidelijk dat geluk en aanverwanten positieve verbanden sterker maken en

negatieve verbanden verzwakken. Een onderzoek die deze bevinding ook ondersteunt is die

van Reis et al. (2000). Daaruit blijkt dat het verband tussen dagelijkse behoeftebevrediging en

dagelijks welzijn versterkt wordt wanneer men in het algemeen hogere niveaus heeft van

welzijn. M.a.w. wie al start met een hoog niveau van welzijn, zal nog grotere positieve effecten

ervaren van dagelijkse behoeftebevrediging.

Ook relatietevredenheid brengt gunstige resultaten met zich mee. De enigste studie die

relatietevredenheid onderzocht als moderator is die van Wang, Xing, & Zhao (2014). Daaruit

blijkt dat relatietevredenheid een bufferend effect heeft op de transmissie van fysieke straffen

van de ene op de andere generatie. Aangezien net zoals bij geluk de literatuur hier zeer

beperkt is, kan men opnieuw de blik verruimen naar aansluitende concepten om toch een

beter beeld te krijgen van wat relationele tevredenheid kan teweegbrengen als moderator. De

kwaliteit van de relatie, en dan vooral het hebben van minder relationele onenigheid, zorgt

ervoor dat het hebben van een fysieke beperking minder leidt tot depressieve gevoelens

(Bookwala & Franks, 2005). Verder is er ook nog onderzoek naar tevredenheid die koppels

ervaren met de steun die ze krijgen van hun partner. Aangezien dit een belangrijke component

is van relatietevredenheid (Pasch, Bradbury, & Sullivan, 1997), is ook dit onderdeel relevant

voor het onderwerp. Zowel de relatie tussen conflict en negatief affect, als de relatie tussen

stress en welzijn, wordt gemodereerd door de tevredenheid met steun van de partner (Heffner,

Kiecolt-Glaser, Loving, Glaser, & Malarkey, 2004; Burke & Weir, 1997). Dit interactie-effect zorgt

ervoor dat conflict in mindere mate leidt tot negatief affect en dat stress het welzijn niet

schaadt.

Conclusie en Hypothesen

We kunnen concluderen dat, alhoewel er al heel wat literatuur is omtrent de concepten in deze

scriptie, er ook nog een aantal leemtes zijn. De literatuur omtrent behoeftefrustratie is nog

zeer beperkt. In dit onderzoek zal eerst gekeken worden of de bevindingen omtrent

behoeftebevrediging gerepliceerd kunnen worden, om dan over te gaan tot behoeftefrustratie.

Page 20: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

13

Verder zijn de meeste onderdelen van geluk op zich wel onderzocht, maar is er nog een gebrek

aan onderzoek naar geluk als omvattend concept. Ook zijn de concepten behoeften, relationele

tevredenheid en geluk nog nooit allemaal tegelijk met elkaar in verband gebracht.

De essentie van deze thesis is om te kijken hoe behoeftevrediging en -frustratie, geluk en

relatietevredenheid zich tot elkaar verhouden. Behoeftebevrediging heeft zich in de literatuur

al vaak bewezen als voorspeller van positieve uitkomsten (Vansteenkiste & Ryan, 2013),

waaronder ook geluk (Ryan et al., 2008) en relationele tevredenheid (Patrick et al., 2007).

Patrick et al. (2007) vonden ook dat verbondenheid de sterkste voorspeller is van

relatietevredenheid. Voor het voorspellen van geluk kwamen autonomie en competentie dan

weer naar voor als meest significante voorspellers (Sheldon & Tan, 2007). Deze bevindingen

zijn steeds relatief ten opzichte van de andere behoeften en sluiten het belang van de overige

niet uit. Als gevolg daarvan kan men deze hypothesen vooropstellen:

1) a. Er wordt verwacht dat hoe meer de drie behoeften bevredigd zijn, hoe hoger de

relationele tevredenheid zal zijn.

+

Figuur 1. Hypothese 1a. Verband tussen behoeftebevrediging en relatietevredenheid.

b. Er wordt verwacht dat verbondheid de sterkste voorspeller zal zijn van relationele

tevredenheid, relatief ten opzichte van autonomie en competentie.

2) a. Er wordt verwacht dat hoe meer de drie behoeften bevredigd zijn, hoe gelukkiger

iemand zich zal voelen.

+

Figuur 2. Hypothese 2a. Verband tussen behoeftebevrediging en geluk.

b. Er wordt verwacht dat competentie en/of autonomie de sterkste voorspeller(s)

zal/zullen zijn, relatief ten opzichte van verbondenheid.

Behoeftebevrediging Relatietevredenheid

Behoeftebevrediging Geluk

Page 21: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

14

Behoeftefrustratie is dan weer gekend als voorspeller van negatieve uitkomsten (Vansteenkiste

& Ryan, 2013). Onderzoek omtrent het verband tussen behoeftefrustratie en

relatietevredenheid is echter niet voorhanden. Men kan (de aard van) dit verband wel

voorspellen aan de hand van de relatie die behoeftefrustratie algemeen heeft met negatieve

uitkomsten. En alhoewel de exacte link met geluk ook niet gekend is, is de negatieve relatie

met welzijn wel duidelijk gedocumenteerd (Bartholomew et al., 2011).

3) Er wordt verwacht dat hoe meer de 3 behoeften gefrustreerd zijn, hoe lager de

relationele tevredenheid zal zijn.

_

Figuur 3. Hypothese 3. Verband tussen behoeftefrustratie en relatietevredenheid.

4) Er wordt verwacht dat hoe meer de 3 behoeften gefrustreerd zijn, hoe minder gelukkig

iemand zich zal voelen.

_

Figuur 4. Hypothese 4. Verband tussen behoeftefrustratie en geluk.

Vervolgens kan men ook interacties gaan bekijken. Aangezien de literatuur hier tekortschiet,

kan deze scriptie meer duiding geven omtrent geluk en relationele tevredenheid als

moderatoren. Uit voorgaand onderzoek weet men wel dat zowel geluk als relatietevredenheid

steevast een positieve invloed uitoefenen bij de verbanden waar ze op inspelen (Hirsch et al.,

2009; Bookwala & Franks, 2005). Daaruit kunnen we hypothetiseren dat:

Behoeftefrustratie Relatietevredenheid

Behoeftefrustratie Geluk

Page 22: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

15

5) Er wordt verwacht dat geluk een modererende invloed heeft op het verband tussen

behoeftebevrediging en relatietevredenheid, en dat die moderatie het verband zal

versterken.

+

Figuur 5. Hypothese 5. Geluk als moderator van het verband tussen behoeftebevrediging en

relatietevredenheid.

6) Er wordt verwacht dat relatietevredenheid een modererende invloed heeft op het

verband tussen behoeftebevrediging en geluk, en dat die moderatie het verband zal

versterken.

+

Figuur 6. Hypothese 6. Relatietevredenheid als moderator van het verband tussen

behoeftebevrediging en geluk.

Behoeftebevrediging Relatietevredenheid

Geluk

Behoeftebevrediging Geluk

Relatietevredenheid

Page 23: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

16

Methode

Steekproef

Onze steekproef omvat 100 (50%) mannen en 100 (50%) vrouwen. De gemiddelde leeftijd van

de mannelijke deelnemers bedroeg 37,3 jaar (SD = 14.88; range 19-76) en van de vrouwelijke

deelnemers 35,6 jaar (SD = 14.23; range 19-71). Mannen en vrouwen hadden gemiddeld

respectievelijk reeds 11,9 jaar (SD = 12.3; range 0-47) en 11,8 jaar (SD = 12.3; range 0-47) een

relatie. Het grootste deel van de mannen was getrouwd/samenwonend zonder kinderen (35%)

of getrouwd/samenwonend met inwonend(e) kind(eren) (33%). Verder was 16% in een relatie

maar niet getrouwd/samenwonend, 11% samenwonend/getrouwd met kind(eren) die niet

meer thuis woont/wonen en 5% nieuw samengestelde gezinnen. Van de vrouwelijke

deelnemers was eveneens het merendeel getrouwd/samenwonend zonder kinderen (40%) en

getrouwd/samenwonend met inwonend(e) kind(eren) (34%). Verder is 11%

getrouwd/samenwonend met kind(eren) die niet meer thuis woont/wonen, 10% in een relatie

maar niet getrouwd/samenwonend en 5% had een nieuw samengesteld gezin. Bij het

mannelijke gedeelte van de steekproef is 89% nog niet met hun partner uiteen geweest (breuk

of echtscheiding) en 11% wel, ook is 92% van de mannen nog nooit (wettelijk) gescheiden

geweest (van een ex-partner), en 8% wel. Bij de vrouwelijke deelnemers geeft 91% aan nog

nooit uiteen te zijn geweest met hun huidige partner (breuk of echtscheiding) en 9% geeft aan

wel al uiteen te zijn geweest. Het is ook zo dat 88% van deze groep nog nooit (wettelijk)

gescheiden is geweest, en 12% wel.

Wanneer men kijkt naar het hoogst behaalde diploma van het mannelijke gedeelte van de

steekproef, heeft het merendeel een diploma hoger secundair onderwijs (39%), gevolgd door

27% met een diploma hoger onderwijs 2-cycli, 20% met een diploma hoger onderwijs 1-cyclus

en 14% met een diploma lager secundair onderwijs. Voor het vrouwelijk gedeelte van de

steekproef ligt dit op 38% voor een diploma hoger onderwijs 1 cyclus, gevolgd door 36% met

een diploma hoger secundair onderwijs, 16% met een diploma hoger onderwijs 2-cycli, 9% met

een diploma lager secundair onderwijs en tot slot 1% met een diploma lager onderwijs. Voor

wat betreft de huidige beroepssituatie bij de mannen was 41% bediende, 17% arbeider, 15%

student, 8% gepensioneerd, 6% zelfstandig, 5% werkloos/werkzoekend, 5% midden kaderlid,

2% arbeidsongeschikt en 1% hoger kaderlid. De beroepstoestand voor de vrouwen ziet er als

volgt uit: 51% is bediende, 22% is student, 9% is arbeider, 6% is gepensioneerd, 4% is

Page 24: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

17

zelfstandige, 3% is arbeidsongeschikt, 2% is werkloos/werkzoekend en tot slot is er nog 1

iemand huisvrouw (1%), 1 iemand midden - (1%), en 1 iemand hoger kaderlid (1%).

Tot slot werd er ook nog bevraagd of men al dan niet last had van psychiatrische problemen.

Voor wat betreft het mannelijke gedeelte van de steekproef gaf 95% aan hieromtrent geen

klachten te ervaren en 5% ervaarde dit wel. Bij het vrouwelijke gedeelte van de steekproef was

92% vrij van psychiatrische klachten en 8% niet.

Materiaal

Behoeftebevrediging/behoeftefrustratie. De Basic Psychological Need Satisfaction and

Frustration Scale (BPNSFS; Chen et al., 2015) wordt gebruikt om bevrediging en frustratie van

behoeften te meten. Voor onze studie werd de schaal aangepast voor intieme relaties. De

vragenlijst bevat 24 vragen en bestaat uit 3 subschalen die elk een verschillende behoefte

bevragen zijnde autonomie, competentie en verbondenheid. Elke subschaal bestaat uit 8

vragen, waarvan er 4 peilen naar de bevrediging van de behoefte en 4 naar de frustratie. De

scores van deze 3 subschalen kunnen zowel voor frustratie als bevrediging variëren tussen 4 en

20. Enkele voorbeelditems die de mate van bevrediging bevragen zijn “In de relatie met mijn

partner voel ik dat hij/zij om mij geeft” (verbondenheid), “In de relatie met mijn partner voel ik

dat mijn beslissingen weerspiegelen wat ik echt wil” (autonomie), “In de relatie met mijn

partner voel ik me bekwaam in wat ik doe” (competentie). Daartegenover staan de items die

de mate van frustratie nagaan: “In de relatie met mijn partner voel ik dat hij/zij afstandelijk is

tegen mij” (verbondenheid), “In de relatie met mijn partner voel ik me verplicht om te veel

dingen te doen” (autonomie), “In de relatie met mijn partner voel ik me onzeker over mijn

vaardigheden” (competentie). Aan de hand van een 5-punts Likert schaal moet elk item

beoordeeld worden gaande van “helemaal niet” (=1) tot “helemaal wel” (=5). De totaalscores

van behoeftebevrediging en -frustratie variëren van 12 tot 60. De BPNSFS is een gevalideerd

instrument in verschillende landen (Chen et al., 2015). In deze steekproef bedragen de

samengestelde betrouwbaarheidsscores van de bevredigingsitems en de omgekeerd gescoorde

frustratie-items .78, .83 en .80, achtereenvolgend voor autonomie, verbondenheid en

competentie. De betrouwbaarheid afzonderlijk bedraagt voor bevrediging .65, .78 en .62 en

voor frustratie .73, .71 en .73, opnieuw achtereenvolgend voor autonomie, verbondenheid en

competentie. Men kan opmerken dat twee van de scores onder de .70 vallen, maar dit is nog

Page 25: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

18

binnen de aanvaardbare range, zeker gezien het beperkte aantal items per subschaal

(Loewenthal, 2004).

Relationele tevredenheid. Relationele tevredenheid werd in deze studie gemeten aan

de hand van de Quality of Marriage Index (QMI; Norton, 1983). De QMI exploreert de

relationele tevredenheid. Deze vragenlijst bestaat uit 5 vragen waaronder “Wij hebben een

goede relatie”, waarbij er op een 7-punts Likert schaal moet worden aangeduid of men

hiermee het “helemaal oneens” (=1) tot “helemaal eens” (=7) is. Er wordt ook nog één

algemene vraag gesteld namelijk “Hoe gelukkig bent u - alles in acht genomen - met uw

relatie?”, waarop je moet antwoorden aan de hand van een 10-punts schaal gaande van “zeer

ongelukkig” (=1) tot “perfect gelukkig” (=10). De totaalscore kan variëren van 6 tot 45, waarbij

een hogere score een aanduiding is van meer relationele tevredenheid. Voor deze steekproef

heeft het instrument een Cronbach’s alpha van .94, de 6 items zijn dus intern consistent

(Denton, Nakonezny & Burwell, 2010).

Geluk. Geluk wordt in deze studie gemeten aan de hand van de Subjective Happiness

Scale (SHS; Lyubomirsky & Lepper, 1999). Deze vragenlijst omvat 4 items die men aan de hand

van een 7-punts Likert schaal kan beantwoorden. Een voorbeelditem is “Over het algemeen

beschouw ik mijzelf als..” en dan kan je bij deze stelling aangeven of je een “niet zo’n gelukkig

persoon” (=1) tot “een heel gelukkig persoon” (=7) bent. De minimumscore is 7 en de

maximumscore is 28, waarbij hogere scores groter geluk reflecteren. Voor deze steekproef

heeft de vragenlijst een Cronbach’s alpha van .86.

Procedure

Koppels werden persoonlijk gerekruteerd door alle thesisstudenten. Voor de rekrutering

werden een aantal inclusie -en exclusiecriteria gehanteerd. Enkel Vlaamse heteroseksuele

koppels die getrouwd en/of samenwonend waren voor minstens 6 maanden en een

relatieduur van minstens 1 jaar hadden, mochten deelnemen. Koppels die niet voldeden aan

de inclusiecriteria, het Nederlands onvoldoende beheersten of een psychiatrische diagnose

hadden, mochten niet deelnemen aan de studie. De studie bestond uit 2 delen, een online

vragenlijstgedeelte en een observationeel gedeelte. Voor het vragenlijstgedeelte werd aan hen

Page 26: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

19

gevraagd om thuis, via persoonlijke codes per individu, online vragenlijsten in te vullen. Deze

vragenlijsten peilden naar de relatie, het individu zelf en zijn welzijn. Ook werden hier enkele

demografische gegevens bevraagd. In de informatiebrief die ze meekregen werd vermeld dat

dit deel ongeveer 45 à 60 minuten in beslag zou nemen en het tweede gedeelte 2u30 à 3 uren.

Bij het observatiegedeelte konden de koppels kiezen voor een thuisafname of om zelf naar de

faculteit te komen. In het eerste deel van de afname moesten ze elk apart een conflicttopic

kiezen uit een lijst, waarna een van hun beide onderwerpen per toeval werd gekozen en ze

daarover 11 minuten mochten discussiëren. Dit werd gefilmd zonder de aanwezigheid van de

onderzoekers. Daaropvolgend werd hen gevraagd om, opnieuw elk apart, hun eigen filmpje te

bekijken en hierover enkele vragen te beantwoorden. In het laatste onderdeel werden de

koppels verzocht om te kijken naar een filmpje van een onbekend koppel, waarover ze opnieuw

enkele vragenlijsten moesten invullen. Er werd een vergoeding voorzien van 40 euro per

koppel, 20 euro na het voltooien van de vragenlijsten en 20 euro na het voltooien van het

observationeel gedeelte. Doorheen de volledige studie werd aan de deelnemers verzekerd dat

de data strikt vertrouwelijk verzameld, verwerkt en opgeslagen zou worden. Ook werd

regelmatig goedkeuring gevraagd aan de hand van een informed consent, zowel online als op

papier. De deelname aan de studie was uiteraard volledig vrijwillig en koppels konden die op

gelijk welk moment stopzetten. Het onderzoek verliep conform de ethische en

wetenschappelijke standaarden en is goedgekeurd door de ethische commissie van de Faculteit

Psychologie en Pedagogische Wetenschappen.

Page 27: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

20

Resultaten

Overzicht van de Analyses

Vooreerst worden descriptieve karakteristieken van de studievariabelen voorgesteld, waarbij

geslachtsverschillen worden bekeken aan de hand van gepaarde t-testen. Deze resultaten

worden aangevuld door de berekening van Pearson-correlaties tussen de uitkomstvariabelen.

Aansluitend worden de eerste vier hypothesen, waaronder ook de onderverdelingen

1a, 1b, 2a en 2b, bekeken en beantwoord aan de hand van meervoudige lineaire regressie.

Daaropvolgend komen ook de twee moderatorverbanden aan bod, zijnde hypothese 5 en 6,

die na een standaardisering van alle studievariabelen, ook geanalyseerd kunnen worden aan de

hand van meervoudige lineaire regressie.

Voor de analyse van al deze data wordt gebruik gemaakt van het statistisch

verwerkingsprogramma SPSS (versie 23).

Beschrijvende Statisitiek

Gemiddelden en standaarddeviaties. In Tabel 1 kan men de gemiddelden en

standaarddeviaties terugvinden van de studievariabelen, afzonderlijk voor mannen en

vrouwen. Geslachtsverschillen worden nagegaan aan de hand van gepaarde t-testen.

Uit de analyses kunnen we opmaken dat er slechts één resultaat is waaruit een

geslachtsverschil naar voor komt, zijnde dat vrouwen significant hoger scoren dan mannen op

vlak van autonomie bevrediging (t(1,99) = -2.16, p < .05). Relationele tevredenheid vervolgt de

resultaten wel met een marginaal significante uitkomst (t(1,99) = -1.69, p = .09), waaruit men

kan besluiten dat vrouwen ook ietwat hoger scoren op relatietevredenheid dan mannen.

Alhoewel er verder geen verschillen significant zijn, kunnen we aan de hand van de analyses

wel nog besluiten dat de scores voor zowel mannen als vrouwen vrij hoog liggen voor geluk,

relationele tevredenheid en behoeftebevrediging en vrij laag voor behoeftefrustratie.

Page 28: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

21

Tabel 1.

Gemiddelden, standaarddeviaties en T-statistieken voor mannen en vrouwen voor geluk,

relationele tevredenheid,behoeftebevrediging en -frustratie van autonomie, verbondenheid en

competentie en behoeftebevrediging en –frustratie totaal.

Mannen (n = 100) Vrouwen (n = 100)

Variabelen M SD M SD t (1, 99)

Geluk 5.51 1.11 5.30 1.17 1.45

Relationele tevredenheid 39.20 5.88 40.14 4.80 1.69

Bevrediging autonomie 3.99 0.62 4.14 0.54 2.16*

Bevrediging verbondenheid 4.54 0.51 4.60 0.52 .95

Bevrediging competentie 4.05 0.57 4.06 0.58 .10

Bevrediging behoeften – totaal 4.19 0.48 4.26 0.43 1.41

Frustratie autonomie 1.93 0.70 1.83 0.71 1.17

Frustratie verbondenheid 1.38 0.52 1.33 0.46 .86

Frustratie competentie 1.81 0.70 1.83 0.77 -.20

Frustratie behoeften – totaal 1.71 0.53 1.66 0.51 .73

Noot: M = gemiddelde; SD = standaarddeviatie; n = aantal deelnemers binnen de steekproef, t

= t-toetsstatistiek

*p < .05

Correlationele analyses. De correlaties tussen de variabelen worden gesepareerd

weergegeven voor mannen en vrouwen in Tabel 2.

In lijn met de verwachtingen zien we dat er steeds een positieve samenhang is tussen

de bevrediging van de behoeftes enerzijds en geluk en relatietevredenheid anderzijds, terwijl

deze correlaties negatief zijn als men kijkt naar de frustratie van de behoeftes. Uit de

correlaties wordt het ook duidelijk dat de samenhang van verbondenheid met

Page 29: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

22

relatietevredenheid veel sterker is dan deze met geluk, dit voor zowel mannen als vrouwen

(resp. r = .62, p < .01 en r = .28, p < .01, voor vrouwen en resp. r = .68, p < .01 en r = .38, p < .01,

voor mannen). De samenhang van relatietevredenheid met verbondenheid is ook veel sterker

in vergelijking met autonomie (r = .45, p < .01 en r = .41, p < .01, resp. voor mannen en

vrouwen) en competentie (r = .38, p < .01 en r = .32, p < .01, resp. voor mannen en vrouwen).

We zien ook dat bij de correlatie met geluk, de sterkste samenhang bij vrouwen deze is met de

behoefte aan competentie (r = .47, p < .01), gevolgd door autonomie (r = .39, p < .01) en dan

pas met verbondenheid (r = .28, p < .01). Bij mannen ligt dit omgekeerd en is de sterkste

samenhang met geluk deze met de behoefte aan verbondenheid (r = .38, p < .01), gevolgd door

competentie (r = .36, p < .01) en dan pas autonomie (r = .32, p < .01). Verder is er ook een

positief verband terug te vinden tussen geluk en relatietevredenheid (r = .46, p < .01 en r = .43,

p < .01, resp. voor vrouwen en mannen). Tot slot zijn er nog twee correlaties ietwat minder

significant dan alle andere (p < .05), zijnde de twee negatieve verbanden tussen competentie

frustratie en relatietevredenheid bij vrouwen enerzijds (r = -.23, p < .05) en tussen

verbondenheid frustratie en geluk bij mannen anderzijds (r = -.24, p < .05). Alle andere

verbanden hebben een significantie van kleiner dan .01.

Page 30: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

23

Tabel 2.

Pearson correlaties tussen relatietevredenheid, geluk, behoeftebevrediging en –frustratie van autonomie, competentie en verbondenheid en

behoeftebevrediging en –frustratie totaal, voor mannen (boven de diagonaal) en vrouwen (onder de diagonaal).

Variabelen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

1. Relatietevredenheid .43** -.44** .45** -.37** .38** -.48** .68** -.52** .59**

2. Geluk .46** -.36** .32** -.32** .36** -.24* .38** -.38** .41**

3. Frustratie autonomie -.42** -.45** -.55** .46** -.40** .48** -.57** .81** .60**

4. Bevrediging autonomie .41** .39** -.49** -.56** .60** -.48** .60** -.65** .88**

5. Frustratie competentie -.23* -.40** .47** -.35** -.62** .60** -.51** .85** .66**

6. Bevrediging competentie .32** .47** -.51** .47** -.63** -.48** .53** -.61** .84**

7. Frustratie verbondenheid -.49** -.39** .41** -.36** .37** -.40** -.70** .81** .64**

8. Bevrediging verbondenheid .62** .28** -.26** .42** -.14 .38** -.53** -.71** .82**

9. Frustratie – totaal -.46** -.53** .82** -.51** .83** -.67** .68** -.35** .77**

10. Bevrediging – totaal .57** .49** -.54** .80** -.48** .80** -.54** .75** -.66**

Noot: **p < .01; *p < .05

Page 31: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

24

Verklarende Statistiek: Toetsing van de Hypothesen en Onderzoeksvragen

Het verband tussen behoeftebevrediging en relationele tevredenheid. Om de eerste

hypothese te toetsen werd een meervoudige lineaire regressie uitgevoerd met

relatietevredenheid als afhankelijke variabele en de bevrediging van de behoeftes autonomie,

competentie en verbondenheid als onafhankelijke variabelen. Vooraleer de resultaten te

interpreteren, wordt gecontroleerd voor multicollineariteit tussen de predictoren aan de hand

van Variantie-Inflatie Factoren (VIF). De VIF-coëfficiënten variëren tussen 1.28 en 1.89 en tonen

hiermee aan dat er geen te sterke interafhankelijkheid is tussen de predictoren, wat als gevolg

heeft dat regressie statistisch verantwoord blijkt.

Uit de resultaten blijkt dat bevrediging van verbondenheid, zowel voor mannen (β =

.64, p < .001) als voor vrouwen (β = .54, p < .001), een significante voorspeller is van

relatietevredenheid. Een hogere bevrediging van de behoefte aan verbondenheid voorspelt

dus een hogere relatietevredenheid. Verder ziet men dat de bevrediging van competentie en

autonomie, zowel voor mannen (β = .01, p = .93; β = .06, p = .54) als voor vrouwen (β = .04, p =

.63; β = .16, p = .09), geen significante voorspellers zijn van relatietevredenheid. Een hogere

bevrediging van de behoefte aan competentie en aan autonomie voorspelt dus geen hogere

mate van relatietevredenheid.

Aan de hand van deze resultaten kan men besluiten dat hypothese 1a slechts partieel

bevestigd wordt, aangezien enkel de behoefte verbondenheid een significante voorspeller blijkt

te zijn van relatietevredenheid. Met betrekking tot hypothese 1b, die vooropstelde dat

verbondenheid de sterkste voorspeller zou zijn, kunnen we besluiten dat de analyses dit

bevestigen.

Page 32: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

25

Tabel 3.

Resultaten meervoudige resgressie-analyse: bijdrage van behoeftebevrediging tot de predictie

van relationele tevredenheid

Mannen Vrouwen

Variabelen β t β t

Bevrediging verbondenheid .64 6.56*** .54 6.09***

Bevrediging autonomie .06 .61 .16 1.70

Bevrediging competentie .01 .09 .04 .48

R² = .46 R² = .41

F (3, 96) = 27.76*** F (3, 96) = 22.57***

Noot: β = gestandaardiseerd regressiegewicht; t = t-toetsstatistiek; R² = verklaarde variantie van

predictoren; F = F-statistiek

*** p < .001

Het verband tussen behoeftebevrediging en geluk. Om deze tweede hypothese te

toetsen kan men dezelfde methode gebruiken als bij hypothese één, zijnde meervoudige

lineaire regressie. Hierbij functioneert geluk nu als afhankelijke variabele en is de bevrediging

van de behoeftes autonomie, competentie en verbondenheid de onafhankelijke variabelen.

Ook hier wordt opnieuw gecontroleerd voor multicollineariteit tussen de predictoren. De VIF-

coëfficiënten variëren hier ook tussen 1.28 en 1.89, wat regressie opnieuw statistisch

verantwoord.

Uit de resultaten blijkt er slechts één significante voorspeller van geluk te zijn, namelijk

bevrediging van competentie bij vrouwen (β = .35, p < .01). Een hogere bevrediging van de

behoefte competentie leidt dus, althans bij vrouwen, tot een hoger niveau van geluk. Voor

mannen is dit resultaat niet significant (β = .21, p = .09). Tot slot zijn de behoeftes aan

Page 33: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

26

verbondenheid en autonomie ook geen significante voorspellers van geluk, bij zowel vrouwen

(resp. β = .06, p = .56; β = .20, p = .05), als mannen (resp. β = .23, p = .06; β = .06, p = .65). Wel

moet er opgemerkt worden dat bevrediging van autonomie bij vrouwen (p = .05),

verbondenheid bij mannen (p = .06) en competentie bij mannen (p = .09), wel marginaal

significant zijn in het voorspellen van geluk.

Hieruit kan men besluiten dat hypothese 2a slechts minimaal bevestigd werd,

aangezien enkel de behoefte aan competentie voor vrouwen een significante voorspeller blijkt

te zijn van geluk. Als men kijkt naar hypothese 2b, die vooropstelde dat autonomie en/of

competentie de sterkste voorspeller(s) zou(den) zijn van geluk, kunnen we aan de hand van de

analyses besluiten dat dit enkel voor vrouwen bevestigd wordt.

Tabel 4.

Resultaten meervoudige resgressie-analyse: bijdrage van behoeftebevrediging tot de predictie

van geluk

Mannen Vrouwen

Variabelen β t β t

Bevrediging verbondenheid .23 1.92 .06 .58

Bevrediging autonomie .06 .45 .20 1.97

Bevrediging competentie .21 1.74 .35 3.49**

R² = .18 R² = .26

F (3, 96) = 7.06*** F (3, 96) = 11.44***

Noot: β = gestandaardiseerd regressiegewicht; t = t-toetsstatistiek; R² = verklaarde variantie van

predictoren; F = F-statistiek

*** p < .001; **p < .01

Page 34: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

27

Het verband tussen behoeftefrustratie en relationele tevredenheid. Om deze

hypothese te toetsen werd opnieuw dezelfde methode toegepast als bij de twee voorgaande.

Deze keer functioneert relationele tevredenheid opnieuw als afhankelijke variabele en zijn de

frustratie van de behoeftes autonomie, competentie en verbondenheid de onafhankelijke

variabelen. De VIF-coëfficiënten liggen hier tussen 1.26 en 1.71, wat betekent dat er geen te

grote interafhankelijkheid is tussen de predictoren en de analyses op een correcte manier

kunnen uitgevoerd worden.

Als resultaat uit deze analyses ziet men dat zowel autonomie frustratie als

verbondenheid frustratie, bij mannen (β = -.26, p < .05; β = -.32, p < .01) en vrouwen (β = -.27, p

< .01; β = -.40, p < .001), significante voorspellers zijn van relationele tevredenheid. Meer

bepaald, meer frustratie van de behoeftes aan autonomie en verbondenheid leidt tot minder

relationele tevredenheid. Als men vervolgens kijkt naar competentie frustratie, is dit resultaat

zowel voor mannen (β = -.06, p = .58) als voor vrouwen (β = .04, p = .67) niet significant.

Men kan dus besluiten dat hypothese 3 voor de frustratie van de behoeftes autonomie

en verbondenheid bevestigd wordt, en dit voor beide sekses. Voor competentie frustratie is dit

resultaat echter niet significant en men kan deze dus ook niet als voorspeller beschouwen.

Page 35: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

28

Tabel 5.

Resultaten meervoudige regressie-analyse: bijdrage van behoeftefrustratie tot de predictie van

relationele tevredenheid

Mannen Vrouwen

Variabelen β t β t

Frustratie verbondenheid -.32 -2.81** -.40 -4.16***

Frustratie autonomie -.26 -2.59* -.27 -2.72**

Frustratie competentie -.06 -.06 .04 .42

R² = .29 R² = .30

F (3, 96) = 13.07*** F (3, 96) = 13.73***

Noot: β = gestandaardiseerd regressiegewicht; t = t-toetsstatistiek; R² = verklaarde variantie van

predictoren; F = F-statistiek

*** p < .001; **p < .01; *p < .05

Het verband tussen behoeftefrustratie en geluk. Bij deze vierde hypothese kan men

opnieuw meervoudige lineaire regressie analyse toepassen. Hier functioneert geluk als

afhankelijke variabele en de frustratie van de behoeften autonomie, competentie en

verbondenheid als onafhankelijke variabelen. De VIF-coëfficiënten variëren ook hier tussen

1.26 en 1.71 waardoor men de analyses verder kan bekijken.

Voor zowel mannen als vrouwen vinden we een positief verband tussen autonomie

frustratie en geluk (β = -.28, p < .05 voor mannen en β = -.27, p < .01 voor vrouwen). Dit wil

zeggen dat een hogere frustratie van de behoefte aan autonomie, bij mannen en vrouwen, zal

leiden tot minder geluk. Verbondenheid frustratie is bij mannen (β = .02, p = .88) niet

significant, maar bij vrouwen wel (β = -.21, p < .05). M.a.w. hogere frustratie van de behoefte

aan verbondenheid leidt bij vrouwen tot minder geluk, maar bij mannen geeft dit geen

significante effecten. Competentie frustratie is zowel voor mannen (β = -.20, p = .10) als

Page 36: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

29

vrouwen (β = -.20, p = .05) geen significante voorspeller van geluk. Let wel dat de p-waarde

voor de vrouwen net onder het significantieniveau valt (p = .05).

Met betrekking tot de vierde hypothese kan men het volgende besluiten: deze

hypothese wordt op zijn beurt gedeeltelijk bevestigd. Voor zowel mannen als vrouwen is

autonomie frustratie een significante voorspeller van geluk. Voor vrouwen is ook frustratie van

de behoefte aan verbondenheid een significante voorspeller. Tot slot is competentie frustratie

voor geen van beide sekses een significante voorspeller van geluk.

Tabel 6.

Resultaten meervoudige resgressie-analyse: bijdrage van behoeftefrustratie tot de predictie van

geluk

Mannen Vrouwen

Variabelen β t β t

Frustratie verbondenheid -.02 .15 -.21 -2.12*

Frustratie autonomie -.28 -2.54* -.27 -2.68**

Frustratie competentie -.20 -1.67 -.20 -1.96

R² = .16 R² = .28

F (3, 96) = 6.12** F (3, 96) = 12.51***

Noot: β = gestandaardiseerd regressiegewicht; t = t-toetsstatistiek; R² = verklaarde variantie van

predictoren; F = F-statistiek

*** p < .001; **p < .01; *p < .05

Page 37: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

30

De modererende rol van geluk. Vooreerst werden de variabelen gestandaardiseerd,

zodat de resultaten gemakkelijker te interpreteren zijn. Vervolgens werd opnieuw een

meervoudige lineaire regressie uitgevoerd met relationele tevredenheid als afhankelijke

variabele en behoeftebevrediging, geluk en de interactie tussen beide als onafhankelijke

variabelen. Verder werd nog gecontroleerd voor multicollineariteit tussen de predictoren. De

VIF-coëfficiënten varieerden tussen 1.18 en 1.44, wat regressie statistisch verantwoord.

Wanneer men kijkt naar de resultaten van deze regressie, ziet men dat, voor zowel

vrouwen als mannen, de interactie niet significant is (β = -.10, p = .27; β = -.01, p = .95, resp.

voor mannen en vrouwen). Geluk zal het verband tussen behoeftevrediging en geluk dus niet

veranderen. De hoofdeffecten zijn wel voor beide sekses significant. Zowel hoge scores op

behoeftebevrediging en geluk hangen samen met hogere scores voor relatietevredenheid

(resp. β = .47, p < .001; β = .20, p < .05 voor mannen en resp. β = .45, p < .001; β = .24, p < .05

voor vrouwen).

Hieruit kan men concluderen dat, zowel voor mannen als vrouwen, de interactieterm

niet significant is. De hoofdeffecten zijn wel significant voor beide sekses. Bijgevolg kan

hypothese 5 verworpen worden.

Tabel 7.

Resultaten meervoudige resgressie-analyse: geluk als moderator van het verband tussen

behoeftebevrediging en relatietevredenheid

Mannen Vrouwen

Onafhankelijke variabelen β t β t

Totaalscore behoeftebevrediging .47 5.31*** .45

4.78***

Mate van subjectief geluk .20 2.19* .24

2.42*

Interactie -.10 -1.11 -.01 -.06

Noot: β = gestandaardiseerd regressiegewicht; t = t-toetsstatistiek

***p < .001; *p < .05

Page 38: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

31

De modererende rol van relatietevredenheid. Vooreerst werden ook hier de

variabelen gestandaardiseerd. Vervolgens werd een meervoudige lineaire regressie-analyse

uitgevoerd met geluk als afhankelijke variabele en behoeftebevrediging, relationele

tevredenheid en de interactie tussen beide als onafhankelijke variabelen. Bij deze analyse werd

opnieuw gecontroleerd voor multicollineariteit. De VIF-coëfficiënten lagen tussen 1.30 en 1.67,

de analyses konden dus op een correcte manier uitgevoerd worden.

Na het uitvoeren van de regressie, konden we voor mannen en vrouwen verschillende

conclusies trekken. Bij vrouwen is het interactie-effect niet significant (β = -.02, p = .89), maar

de hoofdeffecten wel (β = .34, p < .01; β = .26, p < .05, resp. voor behoeftebevrediging en

relatietevredenheid). M.a.w. zowel behoeftebevrediging als relatietevredenheid hebben een

significante invloed op geluk, waarbij hogere scores op elk van deze onafhankelijke variabelen

afzonderlijk zal leiden tot een hogere mate van geluk. Echter, het interactie-effect is niet

significant, wat op zijn beurt wil zeggen dat relatietevredenheid het verband tussen

behoeftebevrediging en geluk niet zal beïnvloeden. Voor mannen liggen de resultaten volledig

omgekeerd. Hier zijn de hoofdeffecten niet significant (β = .21, p = .07; β = .20, p = .08, resp.

voor behoeftebevrediging en relatietevredenheid) en het interactie-effect net wel (β = -.23, p <

.05). De interactie is hier significant, wat wil zeggen dat relatietevredenheid wel degelijk een

invloed uitoefent op het verband tussen behoeftebevrediging en geluk. Meer bepaald konden

we afleiden, aan de hand van figuur 7, dat wanneer relatietevredenheid laag is, geluk stijgt

naarmate ook behoeftebevrediging stijgt. Wanneer relatietevredenheid hoog is, stijgt geluk,

ondanks een gelijke mate van behoeftebevrediging.

We kunnen dus concluderen dat voor vrouwen de interactie niet significant is en de

hoofdeffecten wel en dat we voor mannen een omgekeerd patroon vinden waarbij de

interactie wel significant is, maar de hoofdeffecten niet. Voor vrouwen kan hypothese 6

bijgevolg verworpen worden. Voor mannen is de interactie wel significant, wat de hypothese

deels bevestigd. Er werd hierbij ook vooropgesteld dat de moderator, hier relatietevredenheid,

het verband tussen behoeftebevrediging en geluk zou versterken. Dit is echter niet het geval,

want wanneer relatietevredenheid hoog is, stijgt geluk sowieso, ook al blijft

behoeftebevrediging gelijk.

Page 39: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

32

Tabel 8.

Resultaten meervoudige resgressie-analyse: relatietevredenheid als moderator van het verband

tussen behoeftebevrediging en geluk

Mannen Vrouwen

Onafhankelijke variabelen β t β t

Totaalscore behoeftebevrediging .21 1.87 .34

3.24**

Mate relatietevredenheid .20 1.79 .26 2.06*

Interactie -.23 -2.29* -.02 -.14

β = gestandaardiseerd regressiegewicht; t = t-toetsstatistiek

Noot: **p < .01; *p < .05

Figuur 7: Relationele tevredenheid als moderator van het verband tussen behoeftebevrediging

en geluk bij mannen.

Page 40: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

33

Bespreking

Ondertussen is het belang aangehaald van zowel een stabiele en gelukkige partnerrelatie, als

een gelukkig leven, voor zowel de mentale als fysieke gezondheid van de mens (zie o.a. Gere &

Schimmack, 2013; Steptoe et al., 2009). Het is dan ook omwille van die bevinding dat het

relevant is om dit onderzoeksdomein verder te exploreren. De volgende stap was om te kijken

welke predictoren gewichtigheid hebben in het voorspellen van relatietevredenheid en geluk.

Van een van deze predictoren was het belang reeds aangetoond in de literatuur, zijnde

behoeften (Agnew & Vanderdrift, 2012; Ryan et al., 2008), met als theoretisch kader de Zelf-

Determinatie Theorie (ZDT, Deci & Ryan, 2000), dewelke dan ook een centrale rol kreeg als

predictor in deze scriptie. Na een grondige literatuurstudie, bleken er enkele hiaten te zijn in

het onderzoek naar deze drie concepten, zijnde onderzoek naar behoeftefrustratie en ook het

tegelijkertijd in verband brengen van relationele tevredenheid, geluk en behoeften. Om

tegemoet te komen aan waar de literatuur momenteel nog tekortschiet, kan dit onderzoek een

meerwaarde bieden.

Het eerste streven van dit onderzoek was om het verband tussen behoeftebevrediging

en relatietevredenheid na te gaan en vervolgens ook de connectie tussen behoeftebevrediging

en geluk. In de eerste hypothese werd vooropgesteld dat verbondenheid de sterkste

voorspeller zou zijn, terwijl voor de tweede hypothese autonomie en/of competentie als

belangrijkste predictor(en) werd(en) beschouwd. Daaropvolgend werden dezelfde twee

verbanden onderzocht, maar dan met behoeftefrustratie als voorspeller in de plaats van

behoeftebevrediging. Tot slot werden er ook nog twee moderatorverbanden vooropgesteld

met de samenhang tussen behoeftebevrediging, relatietevredenheid en geluk. In de eerste

interactie fungeert geluk als moderator en in de tweede relatietevredenheid. Bovendien werd

er binnen al deze hypothesen nagegaan of de bekomen resultaten verschilden voor mannen en

vrouwen.

De aspiraties van dit onderzoek werden bereikt door middel van online zelfrapportage-

onderzoek bij 100 koppels van 19 tot 76 jaar, die zich in een vaste relatie bevonden. Aangezien

onderzoek naar relaties zich vaak focust op gehuwde koppels, kan deze steekproef bevindingen

uitbreiden naar andere relatietypes.

Page 41: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

34

Bespreking van de Onderzoeksresultaten

Alvorens de hypothesen worden doorgenomen, behandelen we de beschrijvende gegevens

omtrent de mate waarin mannen en vrouwen relationeel tevreden zijn, gelukkig zijn en

behoeftebevrediging/frustratie ervaren. Op vlak van relationele tevredenheid scoren de

deelnemers algemeen vrij hoog, een trend die we ook zien voor de scores van geluk. De

deelnemers ervaren eveneens hoge niveaus van behoeftebevrediging en in lijn daarmee, lage

niveaus van behoeftefrustratie. Bij deze positieve uitkomsten kan men echter de kanttekening

maken dat in studies rond relationeel onderzoek mogelijks een selectiebias optreedt, waarbij

individuen met lage relatietevredenheid of lage behoeftebevrediging minder waarschijnlijk

worden opgenomen omwille van hun verhoogd risico op reeds beëindigde relaties (Murray et

al., 2015; VanderDrift & Agnew, 2012).

Het verband tussen behoeften en relationele tevredenheid. De eerste hypothese die

werd vooropgesteld was dat er een positieve samenhang is tussen behoeftebevrediging en

relatietevredenheid. Aan deze hypothese werd als addendum toegevoegd dat verbondenheid

de sterkste voorspeller zou zijn van relatietevredenheid. Uit de analyses bleek dat wanneer

individuen meer verbondenheid ervoeren in de relatie, ook de relationele tevredenheid hoger

lag. De behoeftes autonomie en competentie kwamen niet naar voor als significante

voorspellers. Deze besluiten kunnen we trekken voor zowel de mannelijke als vrouwelijke

deelnemers. Er is dus enkel bevestiging voor het addendum van de hypothese, zijnde dat

verbondenheid de sterkste voorspeller is van relatietevredenheid.

Aangezien competentie en autonomie geen significante voorspellers blijken te zijn in

dit onderzoek, liggen de bekomen resultaten niet volledig in lijn met de literatuurstudie

waaruit men kon besluiten dat de drie behoeftes elk unieke predictoren zijn van relationele

tevredenheid (zie o.a. Blais et al., 1990; Riggio et al., 2015). Het is echter wel in overeenkomst

met onderzoek waarin verbondenheid naar voor komt als sterkst bepalende factor (Patrick et

al., 2007). Deze bevinding kan men o.a. verklaren via de definitie van verbondenheid.

Verbondenheid houdt in dat men de warmte en betrokkenheid van anderen wil voelen en dat

men ook diepgaande connecties maakt met betekenisvolle anderen (Deci & Vansteenkiste,

2014). Deze behoefte situeert zich m.a.w. op relationeel vlak en sluit dichter aan bij relationele

waarden, terwijl autonomie en competentie zich meer op individueel vlak bevinden. Het is dan

ook mogelijks daarom dat verbondenheid in het voorspellen van relatietevredenheid, een

relationele uitkomst, de grootste impact heeft. Er zijn ook andere perspectieven, naast de Zelf-

Page 42: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

35

Determinatie Theorie (ZDT, Deci & Ryan, 2000), die ook onderzoek hebben verricht naar de

bijdrage van behoeftebevrediging aan relatietevredenheid. Hierin werd vaak enkel gefocust op

de behoefte aan verbondenheid, waardoor het belang opnieuw geaccentueerd en

onderbouwd werd in de literatuur (Drigotas & Rusbult, 1992; Le & Agnew, 2001).

Aansluitend hierbij kijken we eerst naar de derde hypothese m.b.t. het verband tussen

behoeftefrustratie en relatietevredenheid, waarbij werd vooropgesteld dat er tussen beide een

negatieve samenhang zou zijn. De resultaten toonden aan dat enkel frustratie van de behoefte

aan autonomie en de behoefte aan verbondenheid leidden tot lagere niveaus van

relatietevredenheid. Analoog aan voorgaande hypothese was ook hier verbondenheid de

sterkst verklarende factor. Deze besluitvormingen waren geldig voor zowel de vrouwelijke als

mannelijke sekse. De hypothese die we hadden vooropgesteld werd dus grotendeels bevestigd,

aangezien enkel competentie hier geen significante voorspeller was.

Dit verband kon, in tegenstelling tot het voorgaande, niet even grondig worden

gestaafd door bestaande literatuur. Dit komt mogelijks door het feit dat er nog maar recentelijk

een onderscheid is gemaakt tussen lage behoeftebevrediging en behoeftefrustratie

(Bartholomew et al., 2011). Wanneer men kijkt naar de reeds bestaande literatuur, lijkt het

echter niet verwonderlijk dat behoeftefrustratie samenhangt met lagere niveaus van

relationele tevredenheid. Het is namelijk wel al gestaafd dat behoeftefrustratie gecorreleerd is

met andere negatieve consequenties zoals minder zelfcontrole (Schüler & Kuster, 2011) en

meer externaliserende problemen (Vansteenkiste & Ryan, 2013). De resultaten die we hier

terugvinden, liggen dus in lijn met de literatuur die reeds voorhanden is.

Men kan tot de constatering komen dat er wel degelijk een significante samenhang is

tussen behoeften en relationele tevredenheid. De kanttekening die men hierbij echter moet

maken is dat die samenhang voornamelijk verklaard wordt door de behoefte aan

verbondenheid, zowel op vlak van behoeftebevrediging als -frustratie.

Het verband tussen behoeften en geluk. In de tweede hypothese werd een positief

verband tussen behoeftebevrediging en geluk verondersteld. Aansluitend bij deze hypothese

werd ook de uitbreiding toegevoegd dat autonomie en/of competentie de sterkste

voorspeller(s) zou(den) zijn. Uit de analyses bleek er maar één resultaat significant te zijn,

namelijk dat bevrediging van de behoefte aan competentie leidde tot meer geluk, althans bij

vrouwen. De hypothese werd slechts minimaal bevestigd, aangezien enkel competentie bij

Page 43: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

36

vrouwen een significante voorspeller is. Voor mannen vond men dus geen confirmatie van de

hypothese. De uitbreiding van de hypothese werd wel bevestigd, maar ook enkel voor

vrouwen.

De bekomen resultaten liggen slechts gedeeltelijk in lijn met reeds bestaand

onderzoek, aangezien de literatuur een positief verband veronderstelt tussen de drie

behoeften en geluk (zie o.a. Deci et al., 2001; Reis et al., 2000; Ryan et al., 2008) en uit de

resultaten slechts één behoefte naar voor komt als significante voorspeller. Betreffende het

addendum van de hypothese, kan men wel besluiten dat de resultaten in lijn liggen met

bestaand onderzoek. De huidige literatuur stelt namelijk dat bij het voorspellen van individuele

uitkomsten, autonomie en/of competentie de belangrijkste voorspellers zijn (Sheldon & Tan,

2007). Er is zelfs minimale evidentie die aangeeft dat bevrediging van de behoefte aan

competentie de belangrijkste rol speelt in het voorspellen van geluk (Demir & Davidson, 2013).

Competentie wordt gedefinieerd als de nood om zich bekwaam te voelen en succesvol in wat

men onderneemt (Patrick et al., 2007). Competentie heeft dus, net zoals autonomie, een meer

individuele invulling, zeker in tegenstelling tot de behoefte aan verbondenheid die

onlosmakelijk gekoppeld is aan een relationeel element. Geluk is, in tegenstelling tot

relatietevredenheid, ook een meer individuele uitkomst. Deze uitkomst wordt voornamelijk

gemeten op basis van het dagelijkse leven en beperkt zich dus niet tot de romantische relatie.

De behoefte aan competentie wordt ook vaak vervuld buiten de partnerrelatie, zoals in de

school- of werkcontext (La Guardia & Patrick, 2008).

De vraag die dan nog rest is waarom competentie enkel bij vrouwen een significante

voorspeller is van geluk. Deze vraag noopte tot een diepere verkenning van de literatuur, wat

vervolgens leidde tot deze opbouwende uiteenzetting van een mogelijke verklaring: In de

traditionele culturele waarden, worden mannen nog steeds aanzien als het dominante

geslacht. Vrouwen worden daarentegen vaak beschouwd als het ‘zwakkere geslacht’ (Glick et

al., 2004). Deze heersende stereotypes uitten zich vaak in een patroon waarin de man een

helpende rol aanneemt t.a.v. de vrouw (Overall, Sibley, & Tan, 2011). Dit patroon die meestal

onder de naam zachtmoedig seksisme valt, houdt in dat, hoewel er hulp en zorg wordt

geboden aan de vrouw, de capaciteiten van de vrouw zelf vaak niet gezien worden. Dit patroon

zorgt vaak voor een ondermijning van het competentiegevoel bij vrouwen (Hammond &

Overall, 2015). In de huidige maatschappij, verandert de vroegere sociale rol van huisvrouw

steeds meer naar die van werknemer. De behoefte aan competentie krijgt dus een belangrijke

Page 44: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

37

functie in deze verschuivende rol, aangezien vrouwen nog steeds aanzien worden als minder

competent dan mannen (Ebert, Steffens & Kroth, 2014).

Hieropvolgend kan men overgaan tot de bespreking van de vierde hypothese die de link bekeek

tussen behoeftefrustratie en geluk. Bij deze hypothese werd vooropgesteld dat meer

behoeftefrustratie samenhing met lagere niveaus van geluk. Uit de resultaten kwam naar voor

dat bij mannen enkel frustratie van de behoefte aan autonomie samenhing met minder geluk.

Frustratie van de behoefte aan verbondenheid was enkel bij vrouwen een significante

voorspeller. Tot slot was frustratie van de behoefte aan competentie bij geen van de sekses een

significante voorspeller. De hypothese werd dus niet volledig bevestigd door de resultaten,

aangezien ook hier het belang van alle drie de behoeftes werd vooropgesteld.

Deze hypothese werd afgeleid uit onderzoek naar het verband tussen

behoeftefrustratie en welzijn, aangezien er geen onderzoek voorhanden is over de samenhang

tussen behoeftefrustratie en geluk, en welzijn en geluk vaak als verwisselbare termen gebruikt

worden (Seligman, 2011). In de literatuur komt duidelijk naar voor dat behoeftefrustratie

gecorreleerd is met allerlei negatieve uitkomsten, waaronder een gebrek aan welzijn (zie o.a.

Bartholomew et al., 2011; Soenens et al., 2008). In verband met behoeftefrustratie, net zoals

bij –bevrediging, wordt gesteld dat zowel autonomie, verbondenheid als competentie een rol

spelen met betrekking tot welzijn (Vansteenkiste & Ryan, 2013). De resultaten die in deze

thesis naar voor komen liggen niet volledig in lijn met bestaand onderzoek vermits niet alle

behoeften naar voor komen als significant en er ook een verschil is voor mannen en vrouwen.

De resultaten die we bekomen kunnen mogelijks verklaard worden aan de hand van de

heersende stereotypes omtrent sekseverschillen. Mannen worden vaak aanzien als

onafhankelijk, assertief en zelf-efficiënt (Glick & Fiske, 2001), terwijl vrouwen eerder

geassocieerd worden met trekken zoals warm, vriendelijk en georiënteerd naar anderen toe

(Glick et al., 2004). Deze genderstereotypes kunnen een belangrijke invloed hebben op een

persoon zijn preferenties, aspiraties, emoties, .. (Castillo-Mayén & Montes-Berges, 2014).

Hieruit volgend is het mogelijk dat wanneer vrouwen frustratie ervaren van de behoefte aan

verbondenheid dit leidt tot een sterkere daling van hun geluk, relatief t.o.v. de andere

behoeften en in vergelijking met mannen. Verbondenheid is namelijk een behoefte die dichter

aansluit bij het relationele aspect (zie eerder), wat ook sterk vervat zit in het stereotype. Voor

mannen kan men een gelijkaardige redenering opbouwen met betrekking tot de behoefte aan

autonomie. Autonomie gaat erover dat iemand zijn eigen weg kan kiezen in het leven (Unanue

Page 45: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

38

et al., 2014). Deze behoefte heeft dus een meer individuele invulling in vergelijking met

verbondenheid, en sluit ook dichter aan bij het mannelijke stereotype. Het is dan ook plausibel

om te stellen dat wanneer mannen frustratie ervaren van de behoefte aan autonomie, dit leidt

tot lagere niveaus van geluk, relatief t.o.v. de andere behoeften.

Men kan concluderen dat i.v.m. behoeftebevrediging competentie een rol lijkt te

spelen in het voorspellen van geluk, maar dit enkel voor vrouwen. Bij behoeftefrustratie ligt dit

nog anders aangezien voor mannen enkel autonomie naar voor komt als predictor en de

behoefte aan verbondenheid alleen voor vrouwen significant is. Er bestaat m.a.w. wel degelijk

een samenhang tussen behoeften en geluk, maar die blijkt verschillend te zijn voor mannen en

vrouwen, en ook voor behoeftebevrediging en -frustratie.

Geluk als moderator binnen de relatie van behoeftebevrediging en relationele

tevredenheid. In deze voorlaatste hypothese verwachtten we dat geluk zou fungeren als

moderator in het verband tussen behoeftebevrediging en relatietevredenheid. Net zoals bij

bovenstaande hypothesen werd ook hier nagegaan of de moderatie geldig was voor zowel

mannen als vrouwen. In deze studie vonden we geen bevestiging voor de interactie, bij zowel

mannen als vrouwen. De hoofdeffecten waren wel voor beide sekses significant, wat

betekende dat zowel behoeftebevrediging als geluk een voorspellende waarde hadden voor

relationele tevredenheid.

Het onderzoek waarmee deze hypothese werd gefundeerd, gaf enkel indirecte

ondersteuning voor het moderatorverband. Men kon wel besluiten dat geluk positieve

verbanden versterkte en negatieve verbanden afzwakte of teniet deed (zie o.a. Hirsch et al.,

2009; Suldo & Huebner, 2004). Het huidige onderzoek geeft echter geen bevestiging van geluk

als moderator, wat concreet wil zeggen dat geluk geen invloed heeft op het verband tussen

behoeftebevrediging en relationele tevredenheid. De hoofdeffecten zijn wel significant, en daar

kan men vervolgens twee conclusies uit trekken. Het eerste besluit is een bevestiging van wat

in deze scriptie al meerdere malen werd aangehaald, zijnde dat behoeftebevrediging een

postieve samenhang heeft met relatietevredenheid. Deze bevinding geeft dus ondersteuning

voor reeds bestaande literatuur (Riggio et al., 2015). Als tweede conclusie kan men stellen dat

geluk een postief verband heeft met relationele tevredenheid. Dit verband werd doorheen

deze scriptie al gefundeerd (Headey et al., 1991; Heller et al., 2006) en ligt dus in lijn met

bestaand onderzoek.

Page 46: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

39

Met betrekking tot deze hypothese kan men samenvattend stellen dat er

ondersteuning wordt gevonden voor het positieve verband tussen behoeftebevrediging en

geluk enerzijds en geluk en relationele tevredenheid anderzijds. Het moderatorverband is

echter niet significant, geluk heeft dus m.a.w. geen invloed op het verband tussen

behoeftebevrediging en relatietevredenheid.

Relationele tevredenheid als moderator binnen de relatie van behoeftebevrediging

en geluk. Deze laatste hypothese stelde voorop dat relatietevredenheid zou fungeren als

moderator in het verband tussen behoeftebevrediging en geluk, wat ook ditmaal afzonderlijk

werd bekeken voor mannen en vrouwen. Uit de resultaten kwamen tegenovergestelde

bevindingen voor mannen en vrouwen. Bij vrouwen was de interactie niet significant, maar de

hoofdeffecten wel, wat inhoudt dat zowel behoeftebevrediging als relatietevredenheid

samenhing met geluk, maar dat relatietevredenheid geen invloed had op het verband tussen

behoeftebevrediging en geluk. Voor mannen lag deze situatie volledig omgekeerd, want hier

was de interactie wel significant, wat concreet betekent dat relatietevredenheid een invloed

had op de relatie tussen behoeftebevrediging en geluk.

Deze hypothese werd, net zoals voorgaande, opgesteld aan de hand van literatuur die

indirecte evidentie gaf voor het moderatieverband. Aan de ene kant was er onderzoek die het

verband tussen behoeftebevrediging en geluk ondersteunt (zie o.a. Deci et al., 2001; Reis et al.,

2000; Ryan et al., 2008), een verband die ook in eerdere hypotheses al aan bod kwam. Aan de

andere kant was er onderzoek die bevestiging gaf voor het verband tussen relationele

tevredenheid en geluk (zie o.a. Heller et al., 2004; Slotter et al., 2014). Als men kijkt naar de

resultaten, is wat we bekomen voor het vrouwelijke gedeelte van de steekproef een

bevestiging van voorgenoemde literatuur. De interactie daarentegen is bij vrouwen niet

significant. Relatietevredenheid en aanverwanten werden eerder in de literatuur al geverifieerd

als moderatoren in andere verbanden (zie o.a. Bookwala & Franks, 2005; Wang et al., 2014),

maar in het verband tussen behoeftebevrediging en geluk werd dit niet bevestigd, althans voor

vrouwen.

Wanneer men kijkt naar de resultaten voor mannen, zien we dat de hoofdeffecten niet

significant zijn. Hier was er dus geen bevestiging voor de link tussen behoeftebevrediging en

relatietevredenheid met geluk. De interactie was wel significant en kan men als volgend

interpreteren: wanneer het niveau van relatietevredenheid laag is, dan stijgt de mate van geluk

naarmate ook het niveau van behoeftebevrediging stijgt. Wanneer het niveau van

Page 47: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

40

relatietevredenheid hoog ligt, neemt de mate van geluk toe, ondanks een stabiel niveau van

behoeftebevrediging. Deze bevinding ligt wel in lijn met onderzoek die relatietevredenheid en

aanverwanten bevestigen als moderatoren in andere verbanden (zie eerder). Er werd echter

vooropgesteld dat relatietevredenheid het positieve verband tussen behoeftebevrediging en

geluk zou versterken. Dit is hier niet het geval aangezien bij een hoge mate van

relatietevredenheid, geluk stijgt, ondanks een gelijke mate van behoeftebevrediging. Dit wil

echter niet zeggen dat behoeftebevrediging hier geen rol meer speelt, want de hoeveelheid

blijft wel stabiel en positief. Eerder werd al besproken dat relationele tevredenheid een zeer

belangrijke impact heeft op geluk (Dyrdal et al., 2011). Voor mannen is die impact zelfs nog

groter, vermits hun mate van geluk meer afhankelijk is van hun relatie dan bij vrouwen.

Vrouwen hebben vaak nog andere sociale connecties die ook als zeer steunend ervaren

worden en hun mate van welzijn bevorderen (Dykstra & Gierveld, 2004). Het is dus mogelijk

dat de mate van relatietevredenheid zo’n danig belangrijke invloed heeft op geluk voor

mannen, dat hun geluk in grotere mate daardoor bepaald wordt dan door hun

behoeftebevrediging.

Sterktes, Beperkingen en Indicaties voor Toekomstig Onderzoek

Een belangrijke sterkte van deze studie is de steekproef. De steekproef omvat een groot aantal

deelnemers die zich situeren in een ruime leeftijdscategorie, met een relatief lange relatieduur

en ook werden beide individuen van het koppel geïncludeerd. De literatuur die momenteel al

voorhanden is met betrekking tot de concepten en verbanden in deze studie, focuste zich

voornamelijk op adolescenten (Soenens et al., 2008; Suldo & Huebner, 2004; Van Petegem et

al., 2012) en gehuwde koppels (Bookwala & Franks, 2005; Patrick et al., 2007; Wang et al.,

2014). Adolescenten hebben vaak nog geen langdurige en toegewijde partnerrelatie kunnen

opbouwen. Daarnaast is de focus op getrouwde koppels minder relevant in de huidige

samenleving, aangezien koppels vaak niet of veel later trouwen en kiezen voor andere

samenlevingsvormen (Liefbroer, Poortman, & Seltzer, 2015). De beschouwing van de concepten

en verbanden in deze studie aan de hand van een oudere populatie, die naast gehuwde

koppels ook samenwonende koppels betrekt, betekent dus een uitbreiding en meerwaarde

voor reeds bestaand onderzoek. Tot slot, zoals hierboven reeds aangehaald, werd zowel de

man als de vrouw van elk koppel opgenomen in de studie. Aangezien relaties plaatsvinden in

een dyadische context, zorgt het opnemen van de partner voor een beter begrip van

Page 48: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

41

relationele variabelen (Vedes et al., 2016) en geeft dit vervolgens ook een meerwaarde aan

deze studie.

Een tweede sterkte is het gebruik van de Zelf-Determinatie Theorie als invalshoek. Dit

theoretisch kader werd tot op heden, bij de bestudering van de relaties tussen behoeften,

geluk en relationele tevredenheid zelden gebruikt. Deze theoretische fundering kan in dit

onderzoek ook als meerwaarde aanzien worden. Verder is het zo dat, alhoewel er over deze

concepten afzonderlijk al redelijk wat onderzoek ter beschikking is, ze nog nooit allen

tegelijkertijd met elkaar in verband werden gebracht. Ook het in verband brengen van

behoeftebevrediging binnen de context van partnerrelaties (Patrick et al., 2007), is in de

literatuur nog zeer beperkt, wat ook geldt voor behoeftefrustratie. In deze studie werd dit

tekort gedeeltelijk opgevangen aan de hand van twee moderatie-analyses, en het in verband

brengen van zowel behoeftebevrediging als –frustratie met relatietevredenheid. Deze

tegemoetkomingen kunnen ook als een meerwaarde worden beschouwd.

Naast de sterktes van deze studie, moeten we ook enkele beperkingen erkennen. Een eerste

beperking is dat de deelnemers in de steekproef niet op toevallige wijze geselecteerd werden

voor deelname. De koppels werden gerecruteerd via de thesisstudenten en mensen uit hun

omgeving hadden dus meer kans om opgenomen te worden. Dit wil zeggen dat de resultaten

niet zomaar veralgemeend kunnen worden naar de populatie van 19 t.e.m. 76-jarigen met een

vaste relatie.

Een tweede belangrijke beperking is de cross-sectionele opzet van de studie. Deze

opzet maakt het onmogelijk om uitspraken te doen over de causaliteit en de richting van de

gevonden verbanden. Zo werd er bijvoorbeeld een positieve associatie gevonden tussen

behoeftebevrediging en relatietevredenheid. We kunnen echter niet weten of het

behoeftebevrediging is die relatietevredenheid in de hand werkt of dat het net

relatietevredenheid is die behoeftebevrediging bewerkstelligt of dat we eventueel zelfs kunnen

spreken over een bidirectioneel verband. Deze opmerking geldt voor alle onderzochte

verbanden. Longitudinaal onderzoek is noodzakelijk om conclusies omtrent de huidige

bevindingen sterker te maken en te specificeren.

Ten slotte vormt het uitsluitend gebruiken van zelfrapportage de derde en laatste

zwakte van deze studie. Alhoewel deze methode kan peilen naar gedachten, gevoelens en

gedragingen, is er enkel toegang tot diegene waarvan individuen zich bewust zijn (Dewitte,

2012). Verder is deze methode ook gevoelig voor positieve of negatieve responstendenties en

Page 49: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

42

sociale wenselijkheid. De sociale wenselijkheid kan men wel enigszins inperken door de

deelnemers volledige anonimiteit te garanderen, wat in dit onderzoek ook steeds benadrukt

werd naar de participanten toe. Het combineren van zelfrapportage met andere methodes

zoals observationele of experimentele designs, zou hier een oplossing kunnen bieden,

aangezien de verklaarde variantie door de methode op die manier ingeperkt wordt.

Naast het adresseren van de sterktes en beperkingen van deze studie, kunnen nog enkele

suggesties gegeven worden voor toekomstig onderzoek. Eerst en vooral kan worden nagegaan

of er nog andere mogelijke moderatoren zijn binnen de verbanden die hier aan bod kwamen.

Het onderzoek naar onderliggende mechanismen van de relaties die hier werden onderzocht,

is ook zeer beperkt. Zo zou het interessant zijn om te kijken welke verschillen naar voor komen

in het bestuderen van deze tussenliggende processen, afzonderlijk voor mannen en vrouwen,

aangezien de resultaten vaak verschilden voor beide sekses.

Verder kan dit onderzoek ook uitgebreid worden naar concepten die gerelateerd zijn

aan relatietevredenheid, dit concept is namelijk een onderdeel van het ruimere begrip

relatiekwaliteit wat ook nog andere elementen omvat zoals stabiliteit (Shafer et al., 2014),

mate van onenigheid en de tijd die partners samen spenderen (Bookwala & Franks, 2005). Als

meerdere aspecten onderzocht worden, kunnen nuances aangebracht worden in de resultaten,

zoals bekijken welke factoren het meeste doorwegen, wat op zijn beurt mogelijke implicaties

kan hebben voor de klinische praktijk.

Tot slot zou het interessant zijn om enkele van de bekomen resultaten te repliceren,

zeker diegene die in de bestaande literatuur nog niet of nauwelijks onderbouwd zijn.

Bijvoorbeeld de opmerkelijke bevinding dat bij het voorspellen van geluk er een zeer

verschillend patroon ontstaat voor behoeftebevrediging en –frustratie. Resultaten zoals deze

hebben zeker verdere ondersteuning nodig. Verder zou het ook boeiend kunnen zijn om de

verbanden te bekijken bij andere doelgroepen, zoals een klinische populatie, koppels met een

niet-heteroseksuele oriëntatie, andere samenlevingsvormen (LAT-relaties,

langeafstandsrelaties, ..), verschillende culturele achtergronden, .. Op die manier kan verder

geëxploreerd worden of de verbanden bij deze verschillende doelgroepen op een analoge

manier verloopt, of dat er verschillen optreden met betrekking tot het verloop of sterkte van

een verband.

Page 50: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

43

Theoretische en Praktische Implicaties

De Zelf-Determinatie Theorie blijkt naast de contexten waarin eerder al onderzoek werd

gedaan, zoals vriendschap (Deci et al., 2006; Demir & Davidson, 2013), familie, cultuur

(Kagitcibasi, 2013) en werk (Deci et al., 2001; Ryan et al., 2010), ook een meerwaarde te bieden

in de context van romantische relaties (Patrick et al., 2007). De Zelf-Determinatie beperkt zich

dus niet tot het bestuderen van individueel welzijn (zie o.a. Deci & Ryan, 2000; Vansteenkiste &

Ryan, 2013), maar geeft ook de nodige achtergrond om relationeel welzijn nader te

onderzoeken. In deze studie werd een verschillend patroon gevonden m.b.t. de bijdrage van

behoeftebevrediging tot geluk en relatietevredenheid. Voor relatietevredenheid was

voornamelijk verbondenheid van belang, terwijl voor geluk enkel competentie bij vrouwen

significant was. Als implicatie voor de ZDT betekent dit dus dat niet elke behoefte steeds

hetzelfde belang heeft, maar kan variëren naargelang de context, uitkomst en zelfs gender.

Wanneer replicaties van deze studie gelijkaardige resultaten geven, kan in de toekomst meer

aandacht besteed worden aan deze verschillen. Verder gaf dit onderzoek bevestiging voor de

link tussen behoeftefrustratie en relatietevredenheid, een bevinding die in bestaand onderzoek

nog niet werd onderzocht. Dit impliceert de noodzaak om in toekomstig onderzoek aangaande

relationele uitkomsten ook behoeftefrustratie op te nemen en niet enkel –bevrediging.

Naast deze theoretische implicaties, kan er ook een praktische implicatie geduid worden. Uit de

resultaten komt sterk naar voor dat voornamelijk verbondenheid een rol speelt in verband met

relatietevredenheid. Een bevinding die ook door eerder onderzoek al bevestigd werd (Patrick et

al., 2007). Met betrekking tot relatietherapie kan verbondenheid dus een centrale factor

worden, aangezien een stijging van de bevrediging ervan of een daling van de frustratie

mogelijks het meest zal zorgen voor een positieve vooruitgang van de relatietevredenheid.

Wanneer we meer kijken op individueel vlak, zien we dat op basis van huidige

onderzoeksresultaten best een onderscheid gemaakt wordt voor mannen en vrouwen,

aangezien zowel op vlak van behoeftebevrediging als –frustratie een verschillend patroon naar

voor komt m.b.t. geluk. Kort samengevat kan dit onderzoek bijdragen aan het afstellen van de

therapie op maat van het individu of het koppel. Onderzoeksresultaten bekomen aan de hand

van koppels met relatieproblemen zou wel meer aansluiting bieden bij de klinische praktijk.

Page 51: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

44

Conclusie

In deze scriptie werd gefocust op de onderlinge samenhang tussen

behoeftebevrediging/behoeftefrustratie, relationele tevredenheid en geluk. Tevens werd bij elk

verband gekeken naar eventuele verschillen tussen mannen en vrouwen. Het achterliggende

theoretische kader was de Zelf-Determinatie Theorie. Vooreerst vonden we evidentie voor een

positieve samenhang tussen behoeftebevrediging en relatietevredenheid en een negatief

verband tussen behoeftefrustratie en relatietevredenheid. De positieve samenhang was enkel

van toepassing voor de behoefte aan verbondenheid. Het negatieve verband werd

teruggevonden voor zowel autonomie als verbondenheid, waarbij verbondenheid wel de

sterkste voorspeller was. Deze resultaten waren gelijk voor beide sekses. Vervolgens vonden

we ook ondersteuning voor een positieve samenhang tussen behoeftebevrediging en geluk en

een negatieve samenhang tussen behoeftefrustratie en geluk. Bij deze individuele uitkomst

waren de resultaten voor vrouwen en mannen vrij verschillend. Voor vrouwen was enkel

bevrediging van de behoefte aan competentie significant in de voorspelling van geluk, voor

mannen kwam geen enkele behoefte naar voor als significant. In verband met

behoeftefrustratie lagen de resultaten nog anders, aangezien hier voor mannen enkel

autonomie een rol speelde, verbondenheid enkel voor vrouwen een voorspeller was en

competentie voor zowel mannen als vrouwen niet significant was. Tot slot werden nog twee

moderatieverbanden bekeken tussen behoeftebevrediging, geluk en relationele tevredenheid,

waarbij geluk fungeerde als moderator in het eerste verband en relationele tevredenheid in het

tweede. Bij de eerste moderatie was de interactie niet significant, maar de hoofdeffecten wel,

voor zowel mannen als vrouwen. Dit resultaat gaf dus additionele bevestiging voor het verband

tussen behoeftebevrediging en relatietevredenheid enerzijds en gaf ook evidentie voor de

positieve samenhang tussen geluk en relatietevredenheid anderzijds. Bij het tweede

moderatieverband, waar relationele tevredenheid de plaats in nam als moderator, kregen we

omgekeerde resultaten voor mannen en vrouwen. Voor vrouwen waren enkel de hoofdeffecten

significant, wat additionele bevestiging gaf voor het verband tussen behoeftebevrediging en

geluk, en ook het verband tussen relatietevredenheid en geluk ondersteunde. Voor mannen

was enkel de interactie significant, waaruit we konden afleiden dat wanneer de

relatietevredenheid laag was, geluk steeg naarmate ook behoeftebevrediging steeg. Wanneer

relatietevredenheid hoog was, bleef geluk stijgen, ondanks het gelijk blijven van de mate van

behoeftebevrediging. Al deze bevindingen kunnen mogelijks een invloed uitoefenen op zowel

Page 52: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

45

de theorie als de praktijk. We hopen dat deze scriptie een inspiratie mag zijn voor verder

onderzoek omtrent deze concepten en dat eventueel op suggesties die hiervoor gedaan

werden wordt voortgebouwd.

Page 53: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

46

Referenties

Amato, P. R., Booth, A., Johnson, D. R., & Rogers, S. J. (2007). Alone together: How marriage in

America is changing. Retrieved from

http://samples.sainsburysebooks.co.uk/9780674020184_sample_911426.pdf

Argyle, M. (2003). The psychology of happiness. Retrieved from

https://books.google.be/books?hl=nl&lr=&id=tVWzAQAAQBAJ&oi=fnd&pg=PP1&dq=A

rgyle+The+psychology+of+happiness+boek&ots=9X1v3alEBU&sig=E6oApq3KcfHht17C

Hmy9u1aQ_T0#v=onepage&q=Argyle%20The%20psychology%20of%20happiness%20b

oek&f=false

Barr, A. B., & Simons, R. L. (2014). A dyadic analysis of relationships and health: Does couple-

level context condition partner effects? Journal of Family Psychology, 25(4), 448-459.

doi:10.1037/a0037310

Bartholomew, K. J., Ntoumanis, N., Ryan, R. M., & Thøgersen-Ntoumani, C. (2011).

Psychological need thwarting in the sport context: Assessing the darker sides of

athletic experience. Journal of Sport & Exercise Psychology, 33, 75–102.

Retrieved from http://journals.humankinetics.com/jsep-current-issue/jsep-volume-33-

issue-1-february/Psychological-Need-Thwarting-in-the-Sport-Context-Assessing-the-

Darker-Side-of-Athletic-Experience

Blais, R. K., & Renshaw, K. D. (2014). Perceptions of partners’ attributions for depression in

relation to perceptions of support and conflict in romantic relationships. Journal of

marital and family therapy, 40(4), 498-508. doi:10.1111/jmft. 12055

Blais, M. R., Sabourin, S., Boucher, C., & Vallerand, R. (1990). Toward a motivational model of

couple happiness. Journal of Personality and Social Psychology, 59, 1021–1031.

doi:10.1037/0022-3514.59.5.1021

Bradburn, N. M. (1969). The structure of psychological well-being. Chicago: Aldine.

Page 54: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

47

Bradbury, T. N., Fincham, F. D., & Beach, S. R. H. (2000). Research on the nature and

determinants of marital satisfaction: A decade in review. Journal of Marriage and

Family, 62, 964-980. doi:10.1111/j.1741-3737.2000.00964.x

Braithwaite, S. R., Selby, E. A., & Fincham, F. D. (2011). Forgiveness and relationship

satisfaction: Mediating mechanisms. Journal of Family Psychology, 25(4), 551-559.

doi:10.1037/a0024526

Brickman, P., Coates, D., & Janoff-Bulman, R. (1978). Lottery winners and accident victims: Is

happiness relative? Journal of Personality and Social Psychology, 36, 917–927.

doi:10.1037/0022-3514.36.8.917

Burke, T. J., & Segrin, C. (2014). Examining diet- and exercise-related communication in

romantic relationships: Associations with health behaviors. Health Communication, 29,

877-887. doi:10.1080/10410236.2013.811625

Burke, R. J., & Weir, T. (1977). Marital helping relationships: The moderators between stress

and well-being. The Journal of Psychology, 95, 121-130.

doi:10.1080/00223980.1977.9915868

Butzer, B., & Campbell, L. (2008). Adult attachment, sexual satisfaction, and relationship

satisfaction: A study of married couples. Personal Relationships, 15, 141-154.

doi:10.1111/j.1475-6811.2007.00189.x

Castillo-Mayén, R., & Montes-Berges, B. (2014). Analysis of current gender stereotypes. Anales

de Psicologia, 30(3), 1044-1060. doi:10.6018/analesps.30.2.138981

Chen, B., Vansteenkiste, M., & Byers, W. (2012). Psychological need satisfaction and desire for

need satisfaction across four cultures. Manuscript submitted for publication.

Chen, B., Vansteenkiste, M., Beyers, W., Boone, L., Deci, E. L., Van der Kaap-Deeder, J., . . .

Verstuyf, J. (2015). Basic psychological need satisfaction, need frustration, and need

strength across four cultures. Motivation and Emotion, 39(2), 216-236.

doi:10.1007/s11031-014-9450-1

Cramer, D. (2000). Relationship satisfaction and conflict style in romantic relationships. The

Journal of Psychology, 134(3), 337-341. doi:10.1080/00223980009600873

Page 55: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

48

Deci, E. L., La Guardia, J. G., Moller, A. C., Scheiner, M. J., & Ryan, R. M. (2006). On the benefits

of giving as well as receiving autonomy support: Mutuality in close friendships.

Personality and Social Psychology Bulletin, 32, 313-327.

doi:10.1177/0146167205282148

Deci, E. L., & Ryan, R. M. (1985). The General Causality Orientations Scale: Selfdetermination in

personality. Journal of Research in Personality, 19, 109-134. doi:10.1016/0092-

6566(85)90023-6

Deci, E. L., Ryan, R. M., Gagne, M., Leone, D. R., Usunov, J., & Kornazheva, B. P. (2001). Need

satisfaction, motivation, and well-being in the work organizations of a former Eastern Bloc

country: A cross-cultural study of self-determination. Personality and Social Psychology

Bulletin, 27, 930–942. doi:10.1177/0146167201278002

Deci, E. L., & Vansteenkiste, M. (2004). Self-determination theory and basic need satisfaction:

understanding human development in positive psychology. Richerche di Psicologia, 1,

23-40. Retrieved from http://psycnet.apa.org/psycinfo/2004-19493-002

Delle Fave, A., Brdar, I., Freire, T., Vella-Brodrick, D., & Wissing, M. P. (2011). The eudaimonic

and hedonic components of happiness: Qualitative and quantitative findings. Social

Indicators Research, 100, 185-207. doi:10.1007/s11205-010-9632-5

Demir, M. & Davidson, I. (2013). Toward a better understanding of the relationship between

friendship and happiness: perceived responses to capitalization attempts, feelings of

mattering, and satisfaction of basic psychological needs in same-sex best friendships as

predictors of happiness. Journal of Happiness Studies, 14, 525-550. doi:10.1007/

s10902-012-9341-7

Denton, W. H., Nakonezny, P. A., & Burwell, S. R. (2010). Reliability and validity of the global

assessment of relational functioning (GARF) in a psychiatric family therapy clinic.

Journal of Marital and Family Therapy, 36(3), 376-387. doi:10.1111/j.1752-

0606.2009.00144.x

Page 56: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

49

Dewitte, M. (2012). Different perspectives on the sex-attachment link: Towards an emotion-

motivational account. Annual Review of Sex Research,105-124. doi:10.1080/

00224499.2011.576351

Di Domenico, S. I., Fournier, M. A., Ayaz, H., & Ruocco, A. C. (2012, October 15). In search of

integrative processes: Basic psychological need satisfaction predicts medial prefrontal

activation during decisional conflict. Journal of Experimental Psychology: General.

Advance online publication. doi:10.1037/a0030257

Diener, E., Lucas, R. E., & Scollon, C. N. (2006). Beyond the hedonic treadmill: Revising the

adaptation theory of well-being. American Psychologist, 61, 305–314.

doi:10.1037/0003-066X.61.4.305

Diener, E., Saptya, J. J., & Suh, E. M. (1998). Subjective well-being is essential to well-being.

Psychological Inquiry, 9, 33–37. doi:10.1207/s15327965pli0901_3

Drigotas, S. M., & Rusbult, C. E. (1992). Should I stay or should I go? A dependence model of

breakups. Journal of Personality and Social Psychology, 62, 62-87. doi:10.1037//0022-

3514.62.1.62

Dykstra, P. A., & Gierveld, J. D. (2004). Gender and marital-history differences in emotional and

social loneliness among Dutch older adults. Canadien Journal on Aging, 23(2), 141-155.

doi:10.1353/cja.2004.0018

Dyrdal, G. M., Røysamb, E., Nes, R. B., Vittersø, J. (2011). Can a happy relationship predict a

happy life? A population-based study of maternal well-being during the life transition

of pregnancy, infancy, and toddlerhood. Journal of Happiness Studies, 12, 947–962.

doi:10.1007/s10902-010-9238-2

Ebert, I. D., Steffens, M. C., & Kroth, A. (2014). Warm, but maybe not so competent? –

Contemporary implicit stereotypes of women and men in Germany. Sex Roles, 70, 359-

375. doi:10.1007/s11199-014-0369-5

Page 57: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

50

Farhud, D. D., Malmir, M., & Khanahmadi, M. (2014). Happiness & health: The biological

factors- Systematic review article. Iranian Journal of Public Health, 43(11), 1468-1477.

Retrieved from http://ijph.turns.ac.ir

Fincham, F. D., Beach, S. R. H., & Kemp-Fincham, S. (1997). Marital quality: A new theoretical

perspective. In R. J. Sternberg & M. Hojjat (Eds.), Satisfaction in close relationships (pp.

275-304). New York: Guilford Press.

Fletcher, G. J. O., Simpson, J. A., Campbell, L., & Overall, N. C. (2015). Pair-bonding, romantic

love, and evolution: The curious case of Homo sapiens. Perspectives on Psychological

Science, 10(1), 20-36. doi:10.1177/1745691614561683

Gere, J. & Schimmack, U. (2013). When romantic partners’ goals conflict: Effects on relationship

quality and subjective well-being. Journal of Happiness Studies, 14, 37-49.

doi:10.1007/s10902-011-9314-2

Glenn, N. D. (1998). The course of marital success and failure in five American 10-year marriage

cohorts. Journal of Marriage and the Family, 60, 569-576. doi:10.2307/353529

Glick, P., & Fiske, S. T. (2001). An ambivalent alliance: Hostile and benevolent sexism as

complementary justifications for gender inequality. American Psychologist, 56, 109-

118. doi:10.1037//0003-066X.56.2.109

Glick, P., Lameiras, M., Fiske, S. T., Eckes, T., Masser, B., Volpato, C., Wells, R., . . . Wells, R.

(2004). Bad but bold: Ambivalent attitudes toward men predict gender inequality in 16

nations. Journal of Personality and Social Psychology, 86(15), 713-728. doi:

10.1037/0022-3514.86.5.713

Gordon, A. M., Oveis, C., Impett, E. A., Kogan, A., Keltner, D. (2012). To have and to hold:

Gratitude promotes relationship maintenance in intimate bonds. Journal of Personality

and Social Psychology, 103(2), 257-274. doi:10.1037/u0028723

Grouzet, F. M. E., Kasser, T. Ahuvia, A., Fernandez-Dols, J. M., Kim, Y., Lau, S., . . . Sheldon, K. M.

(2005). The structure of goal content across 15 cultures. Journal of Personality and

Social Psychology, 89, 800-816. doi:10.1037/0022-3514.89.5.800

Page 58: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

51

Hadden, B. W., Smith, C. V., & Knee, C. R. (2014). The way I make you feel: How relatedness and

compassionate goals promote partner’s relationship satisfaction. The Journal of

Positive Psychology, 9(2), 155-162. doi:10.1080/17439760.2013.858272

Hammond, M. D., & Overall, N. C. (2015). Benevolent sexism and support of romantic

partner’s goals: Undermining women’s competence while fulfilling men’s intimacy

needs. Personality and Social Psychology Bulletin, 41(9), 1180-1194. doi: 10.1177/

0146167215593492

Headey, B., Veenhoven, R., & Wearing, A. (1991). Top-down versus bottom-up theories of

subjective wellbeing. Social Indicators Research, 24, 81–100. Retrieved from

http://www.eur.nl/zoeken/?q=Top-down+versus+bottom-

up+theories+of+subjective+wellbeing&site=default_collection&client=default_collecti

on

Heffner, K. L., Kiecolt-Glaser, J. K., Loving, T. J., Glaser, R., & Malarkey, W. B. (2004). Spousal

support satisfaction as a modifier of physiological responses to marital conflict in

younger and older couples. Journal of Behavioral Medicine, 27(3), 233-254. doi:0160-

7715/04/0600-0233/0

Heller, D., Watson, D., & Ilies, R. (2004). The role of person versus situation in life satisfaction: A

critical examination. Psychological Bulletin, 130(4), 574-600. doi:10.1037/0033-

2909.130.4.574

Heller, D., Watson, D., & Ilies, R. (2006). The dynamic process of life satisfaction. Journal of

Personality, 74, 1421–1450. doi:10.1111/j.1467-6494.2006.00415.x

Hirsch, J. K., Duberstein, P. R., & Unützer, J. (2009). Chronic medical problems and distressful

thoughts of suicide in primary care patients: mitigating role of happiness. International

Journal of Geriatric Psychiatry, 24, 671-679. doi:10.1002/gps.2174

Hofmann, W., Luhmann, M., Fisher, R. R., Vohs, K. D., & Baumeister, R. F. (2014). Yes, but are

they happy? Effects of trait self-control on affective well-being and life satisfaction.

Journal of Personality, 82(4), 265-277. doi:10.1111/jopy.12050

Page 59: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

52

Howell, R. T., Chenot, D., Hill, G., Howell, C. J. (2011). Momentary happiness: The role of

psychological need satisfaction. Journal of Happiness Studies, 12, 1-15.

doi:10.1007/s10902-009-9166-1

Kagitcibasi, C. (2013). Adolescent autonomy-relatedness and the family in cultural context:

What is optimal? Journal of Research on Adolescence, 23(2), 223-235. doi:

10.1111/jora.12041

Kahneman, D., E. Diener and N. Schwarz: 1999, Well-Being: The Foundations of Hedonic

Psychology (Russell Sage Foundation, New York).

Kanazawa, S. (2014). Why is intelligence associated with stability of happiness? British Journal

of Psychology, 105, 316-337. doi:10.1111/bjop.12039

Karney, B. R. & Bradbury, T. N. (1995). The longitudinal course of marital quality and stability: A

review of theory, method, and research. Psychological bulletin, 118, 3-34.

doi:10.1037/0033-2909.118.1.3

Karney, B. R. & Bradbury, T. N. (1997). Neuroticism, marital interaction, and the trajectory of

marital satisfaction. Journal of Personality and Social Psychology, 72(5), 1075-1092.

doi:10.1037/0022-3514.72.5.1075

Kasser, T., & Ryan, R. M. (1996). Further examining the American dream: Differential correlates

of intrinsic and extrinsic goals. Personality and Social

Psychology Bulletin, 22, 280–287. doi:10.1177/0146167296223006

King, L.A., J.A. Hicks, J.L. Krull and A.K. Baker: 2006, ‘Positive affect and the experience of

meaning in life’. Journal of Personality and Social Psychology, 90, 179–196.

doi:10.1037/0022-3514.90.1.179

Knee, C. R., & Neighbors, C. (2002). Self-determination, perception of peer pressure, and

drinking among college students. Journal of applied social psychology, 32, 522-543.

doi:10.1111/j.1559-1816.2002.tb00228.x

La Guardia, J. G. (2007). On the role of psychological needs in healthy functioning: Integrating a

Self-determination theory perspective with traditional relationship theories. In J. V.

Page 60: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

53

Wood, A. Tesser, & J. Holmes (Eds.), Self and relationships (pp. 27–48). New York, NY:

Psychology Press.

La Guardia, J. G., Patrick, H. (2008). Self-Determination Theory as a fundamental theory of

close relationships. Canadian Psychology, 49(3), 201-209. doi:10.1037/a0012760

La Guardia, J., Ryan, R. M., Couchman, C., & Deci, E. L. (2000). Within-person variation in

security of attachment : A self-determination theory perspective on attachment, need

fulfillment, and well-being. Journal of Personality and Social and Social Psychology, 79,

367-384. doi:10.1037//0022-3514.79.3.367

Lance, C. E., Mallard, A. G., & Michalos, A. C. (1995). Tests of the causal directions of global-life

facet satisfaction relationships. Social Indicators Research, 34, 69-92.

doi:10.1007/BF01078968

Le, B. & Agnew, C. R. (2001). Need fulfillment and emotional experience in interdependent

romantic relationships. Journal of Social and Personal Relationships, 18(3), 423-440.

doi:10.1177/0265407501183007

Levenson, R. W., & Gottman, J. M. (1985). Physiological and affective predictors of change in

relationship satisfaction. Journal of Personality and Social Psychology, 49(1), 85-94.

doi:10.1037/0022-3514.49

Lewandowski, G. W., Nardone, N., & Raines, A. J. (2010). The role of self-concept clarity in

relationship quality. Self and Identity, 9, 416-433. doi:10.1080/15298860903332191

Liefbroer, A. C., Poortman, A. R., & Seltzer, J. A. (2015). Why do intimate partners live apart?

Evidence on LAT relationships across Europe. Demographic Research, 32, 251-286. doi:

10.4054/DemRes.2015.32.8

Loewenthal, K. M. (2004). An introduction to psychological tests and scales (2 ed.).

Hove, UK: Psychology Press.

Loving, T. J. & Wright, B. L. (2012). The science of the couple: The Ontario Symposium. Retrieved

from

https://books.google.be/books?hl=nl&lr=&id=iFA3HZtCFM4C&oi=fnd&pg=PA169&dq=

Eustress+in+romantic+relationships+Loving&ots=Y1hNqQdNwh&sig=ikdVw33rsTI5MfC

Page 61: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

54

TsQ1_iIzjsEA#v=onepage&q=Eustress%20in%20romantic%20relationships%20Loving&f

=false

Lucas, R. E. (2005). Time does not heal all wounds: A longitudinal study of reaction and

adaptation to divorce. Psychological Science, 16, 945–950. doi:10.1111/j.1467-

9280.2005.01642.x

Luyckx, K., Vansteenkiste, M. Goossens, L., & Duriez, B. (2009). Basic need satisfaction and

identity formation: Bridging self-determination theory and process-oriented identity

research. Journal of Counseling Psychology, 56, 276-288. doi:10.1037/a0015349

Lykken, D., & Tellegen, A. (1996). Happiness is a stochastic phenomenon. Psychological science,

7, 186-189. doi:10.1111/j.1467-9280.1996.tb00355.x

Lyubomirsky, S., King, L. A., & Diener, E. (2005). The benefits of frequent positive affect.

Psychological Bulletin, 131, 803–855. doi:10.1037/0033-2909.131.6.803

Lyubomirsky, S., & Lepper, H. S. (1999). A measure of subjective happiness: Preliminary

reliability and construct validation. Social Indicators Research, 46(2), 137-155.

doi:10.1023/A:1006824100041

Mark, K. M. & Herbenick, D. (2013). The influence of attraction to partner on heterosexual

women’s sexual and relationship satisfaction in long-term relationships. Archives of

Sexual Behavior, 43, 563-570. doi:10.1007/s10508-013-0184-z

Maslow, A. (1954). Motivation and personality. New York: Harper.

Massimini, F., & Della Fave, D. A. (2000). Individual development in a bio-cultural perspective.

American Psychologist, 55(1), 24-33. doi:10.1037/0003-066X.55.1.24

Moller, A. C., Deci, E. L., & Ryan, R. M. (2006). Choice and ego-depletion: The moderating role

of autonomy. Personality and Social Psychology Bulletin, 32, 1024 –1036.

doi:10.1177/0146167206288008

Murray, S. L., Griffin, D. W., Derrick, J. L., Harris, B., Aloni, M., & Leder, S. (2010). Tempting fate

or inviting happiness? Unrealistic idealization prevents the decline of marital

satisfaction. Psychological Science, 22(5), 619-626. doi:10.1177/0956797611403155

Page 62: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

55

Murray, S. L., Holmes, J. G., Griffin, D. W., & Derrick, J. L. (2015). The equilibrium model of

relationship maintenance. Journal of Personality and Social Psychology, 108, 93-113.

doi:10.1037/pspi0000004

Norton, R. (1983). Measuring marital quality: A critical look at the dependent variable. Journal

of Marriage and Family, 45(1), 141-151. doi:10.2307/351302

Olson, D. H., & DeFrain, J. (2000). Marriage and the Family: Diversity and strengths (3rd ed.).

Mountain View, CA, US: Mayfield Publishing Co.

Overall, N. C., Sibley, C. G., & Tan, R. (2011). The costs and benefits of sexism: Resistance to

influence during relationship conflict. Journal of Personality and Social Psychology,

101, 271-290. doi:10.1037/a0022727

Pasch, L. A., Bradbury, T. N., and Sullivan, K. T. (1997). Social support in marriage: An analysis

of intraindividual and interpersonal components. In Pierce, G. R., Lakey, B., et al. (Eds.),

Sourcebook of Social Support and Personality, Plenum, New York, pp. 229–256

Patrick, H., Knee, C. R., Canevello, A., & Lonsbary, C. (2007). The role of need fulfillment in

relationship functioning and well-being: A Self-Determination Theory perspective.

Journal of Personality and Social Psychology, 92(3), 434-457.

doi:10.1037/0022.351492.3434

Pavot, W., & Diener, E. (2008). The satisfaction with life scale and the emerging construct of life

satisfaction. The journal of Positive Psychology, 3(2), 137-152.

doi:10.1080/17439760701756946

Reis, H. T., Sheldon, K. M., Gable, S. L., Roscoe, J., & Ryan, R. M. (2000). Daily well-being: The

role of autonomy, competence, and relatedness. Personality and Social Psychology

Bulletin, 26, 419-435. doi:10.1177/0146167200266002

Riggio, H. R., Weiser, D. A., Valenzuela, A. M., Lui, P. P., & Heuer, R. M. J. (2015). Self-efficacy in

romantic relationships: Prediction of relationship attitudes and outcomes. The Journal

of Social Psychology, 153(6), 629-650. doi:10.1080/00224545.2013.801826

Page 63: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

56

Rodriguez, L. M., Hadden, B. W., & Knee, C. R. (2015). Not all ideals are aqual: Intrinsic and

extrinsic ideals in relationships. Personal Relationships, 22, 138-152.

doi:10.1111/pere.12068

Rollins, B. C., & Feldman, H. (1970). Marital satisfaction over the family life cycle. Journal of

Marriage and the Family, 32, 20-28. doi:10.2307/349967

Ryan, R. M. (1995). Psychological needs and the facilitation of integrative processes. Journal of

Personality, 63, 397– 427. doi:10.1111/j.1467-6494.1995.tb00501.x

Ryan, R. M., Bernstein, J. H., & Brown, K. W. (2010). Weekends, work, and well-being:

Psychological need satisfactions and day of the week effects on mood, vitality, and

physical symptoms. Journal of Social and Clinical Psychology, 29, 95–122.

doi:10.1521/jscp.2010.29.1.95

Ryan, R. M., Huta, V., & Deci, E. L. (2008). Living well: A self-determination theory perspective

on eudaimonia. Journal of Happiness Studies, 9, 139–170. doi:10.1007/s10902-006-

9023-4

Ryan, M. B., & Kahn, J. H. (2015). Talking about daily emotional events: Psychological well-

being moderates the intensity–disclosure link. Personality and Individual Differences,

83, 223-227. doi:10.1016/j.paid.2015.04.027

Ryan, R. M., La Guardia, J. G., Solky-Butzel, J., Chirkov, V., & Kim, Y. (2005). On the

interpersonal regulation of emotions: Emotional reliance across gender, relationships,

and cultures. Personal Relationships, 12, 145-163. doi:10.1111/j.1350-

4126.2005.00106.x

Ryff, C. D. (1989). Happiness is everything, or is it? Explorations on the meaning of

psychological well-being. Journal of Personality and Social Psychology, 57(6), 1069-

1081. doi:10.1037/0022-3514.57.6.1069

Schüler, J., & Kuster, M. (2011). Binge eating as a consequence of unfulfilled basic needs: The

moderating role of implicit achievement motivation. Motivation and Emotion, 35, 89–

97. doi:10.1007/s11031-010-9200-y

Page 64: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

57

Seligman, M. (2011). Flourish: A visionary New Understanding of Happiness and Well-Being.

Retrieved from

https://books.google.be/books?hl=nl&lr=&id=YVAQVa0dAE8C&oi=fnd&pg=PA1&dq=fl

ourish+seligman&ots=dc6LIkC__W&sig=yVIujxahe6cb0J900WR7juurBxk#v=onepage&q

=flourish%20seligman&f=false

Shafer, K., Jensen, T. M., & Larson, J. H. (2014). Relationship effort, satisfaction, and stability:

Differences across union type. Journal of Marital and Family Therapy, 40(2), 212-232.

doi:10.1111/jmft.12007

Sheldon, K. M., Ryan, R. M., & Reis, H. T. (1996). What makes for a good day? Competence

and autonomy in the day and in the person. Personality and Social Psychology

Bulletin, 22, 1270-1279. doi:10.1177/01461672962212007

Sheldon, K. M., & Tan, H. (2007). The multiple determination of well-being: Independent

effects of positive needs, traits, goals, selves, social supports, and cultural contexts.

Journal of Happiness Studies, 8, 565–592. doi:10.1007/978-94-007-5702-8_8

Shin, D. C., & Johnson, D. M. (1978). Avowed happiness as an overall assessment of the quality

of life. Social Indicators Research, 5, 475–492. Retrieved from

http://link.springer.com/article/10.1007/BF00352944

Slotter, E. B., Duffy, C. W., & Gardner, W. L. (2014). Balancing the need to be “me” with the

need to be “we”: Applying Optimal Distinctiveness Theory to the understanding of

multiple motives within romantic relationships. Journal of Experimental Social

Psychology, 52, 71-81. doi:10.1016/j.jesp.2014.01.001

Soenens, B., Luyckx, K., Vansteenkiste, M., Luyten, P., Duriez, B., & Goossens, L. (2008).

Maladaptive perfectionism as an intervening variable between psychological control

and adolescent depressive symptoms: A three-wave longitudinal study. Journal of

Family Psychology, 22, 465–474. doi:10.1037/0893-3200.22.3.465

Page 65: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

58

Spanier, G. B. (1976). Measuring dyadic adjustment: New scales for assessing the quality of

marriage and similar dyads. Journal of Marriage and the Family, 38, 15-28.

doi:10.2307/350547

Srivastava, S., Richards, J. M., McGonigal, K. M., Butler, E. A., & Gross, J. J. (2006). Optimism in

close relationships: How seeing things in a positive light makes them so. Journal of

Personality and Social Psychology, 91, 143-153. doi:10.1037/0022-3514.91.1.143

Stanton, S. C. E., Campbell, L., & Loving T. J. (2014). Energized by love: Thinking about romantic

relationships increases positive affect and blood glucose levels. Psychophysiology, 51,

990-995. doi:10.1111/psyp.12249

Steptoe, A., Dockray, S., & Wardle, J. (2009). Positive affect and psychobiological processes

relevant to health. Journal of Personality, 77, 1747–1776. doi:10.1111/j.1467-

6494.2009.00599.x

Suldo, S. M., & Huebner, E. S. (2004). Does life satisfaction moderate the effects

of stressful life events on psychopathological behavior during adolescence? School

Psychology Quarterly, 19(2), 93-105. doi:10.1521/scpq.19.2.93.33313

Traupmann, J., & Hatfield, E. (1981). Love and its effect on mental and physical health. In J.

March, S. Kiesler, R. Fogel, E. Hatfield, & E. Shana (Eds.), Aging: Stability and change in

the family (pp. 253-274). New York, NY: Academic Press

Unanue, W., Dittmar, H., Vignoles, V. L., & Vansteenkiste, M. (2014). Materialism and well-

being in the UK and Chile: Basic need satisfaction and basic need frustration as

underlying psychological processes. European Journal of Personality, 28, 569-585.

doi:10.1002/per.1954

VanderDrift, L. E., & Agnew, C. R. (2012). Need fulfillment and stay-leave behavior: On the

diagnosticity of personal and relational needs. Journal of Social and Personal

Relationships, 29(2), 228-245. doi:10.1177/0265407511431057

Page 66: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

59

Vansteenkiste, M., Niemiec, C., & Soenens, B. (2010). The development of the five mini-

theories of self-determination theory: An historical overview, emerging trends, and

future directions. In T. Urdan & S. Karabenick (Eds.). Advances in Motivation and

Achievement, vol. 16: The decade ahead (pp. 105-166). UK: Emerald Publishing.

Van Petegem, S., Beyers, W., Vansteenkiste, M., & Soenens, B. (2012). On the association

between adolescent autonomy and psychosocial functioning: Examining decisional

independence from a self-determination theory perspective. Developmental

Psychology, 48, 76 – 88. doi:10.1037/a0025307

Vansteenkiste, M., & Ryan, R. M. (2013). On psychological growth and vulnerability: Basic

psychological need satisfaction and need frustration as a unifying principle. Journal of

Psychotherapy Integration, 23(3), 263-280. doi:10.1037/a0032359

Vedes, A., Hilpert, P., Nussbeck, F. W., Randall, A. K., Bodenmann, G., & Lind, W. R. (2016).

Love styles, coping, and relationship satisfaction: A dyadic approach. Personal

Relationships, 23, 84-97. doi:10.1111/pere.12112

Vella-Brodrick, D. A., Park, N., & Peterson, C. (2009). Three ways to be happy: Pleasure,

engagement, and meaning: Findings from Australian and US samples. Social

Indicators Research, 90, 165–179. doi:10.1007/s11205-008-9251-6

Waite, L. J., & Lillard, L. A. (1991). Children and marital disruption. American Journal of

Sociology, 96, 930-953. doi:10.1086/229613

Waterman, A. S., Schwartz, S. J., & Conti, R. (2008). The implications of two conceptions of

happiness (hedonic enjoyment and eudaimonia) for the understanding of intrinsic

motivation. Journal of Happiness Studies, 9(1), 41–79. doi:10.1007/s10902-006-

9020-7

Werner, P. D., Green, R. J., Greenberg, J., Browne, T. L., & McKenna, T. E. (2001). Beyond

enmeshment: Evidence for the independence of intrusiveness and closeness-caregiving

in married couples. Journal of Marital & Family Therapy, 27, 459-472.

doi:10.1111/j.1752-0606.2001.tb00340.x

Williams, G. C., Niemiec, C. P., Patrick, H., Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2009). The importance of

Page 67: Variaelen van de liefde De relatie tussen ehoeften, relationele … · Ook het ereiken van geluk is een elangrijk doel in het leven en volgens het werk van Aristoteles (Niomahean

60

supporting autonomy and perceived competence in facilitating long-term tobacco

abstinence. Annals of Behavioral Medicine, 37, 315–324. doi:10.1007/s12160-009-

9090-y

Willoughby, B. J. (2014). The role of marital beliefs as a component of positive relationship

functioning. Journal of Adult Development, 22, 76-89. doi:10.1007/s10804-014-9202-1

Zhuravlev, A. L., & Yurevich, A. V. (2014). Happiness as a scientific category. Herald of the

Russian Academy of Sciences, 84(4), 292-299. doi:10.1134/S1019331614040091