Variabele Variabele schokdemping schokdemping

CSSCSS

Variabele-schokdem-

pingscomputer

CSS

BHICAN I/S

Uitwisseling van gegevens met de andere computers

C

A

P

T

E

U

R

S

Regeling van de hoogte

Regeling van de stugheid

Regeling van de schokdemping

Regeling van de VSB

Referentiewaarde koplampenregeling

CSS-computer

Veercilinder links voor en zijn

AMVAR-actuator

Veercilinder rechts voor en zijn

AMVAR-actuator

Veercilinder rechts achter en zijn

AMVAR-actuator

Veercilinder links achter en zijn

AMVAR-actuator

Druksensor V

Veercilinder rechts achter

AMVAR-actuator rechts

achter

Wieluitslag-sensor rechts

achter

Druksensor achterwiel-ophanging

Veercilinder links achter

AMVAR-actuator

links achter

Wieluitslag-sensor links

achter

CSS-computerCSS-computerCSS-computerCSS-computer

wielslag LV

wielslag RV

wielslag LA

wielslag RA

Motortoerental

Gevraagd motorkoppel

Motortempera-tuur

CMM

Stuurhoek

Stuurdraai-snelheid

STUUR-HOEK-

SENSORVersnelling lengterichting

ABS/ESP

Versnelling dwarsrichting

Voertuigsnelheid

Rempedaal-schakelaar

Remdruk-regeling

Druk van de hoofdcilinder

ABS/ESP in regeling

CAN

Correctie bezig

Stugheidstoe-stand V en A

BHI

Selectie van de modus

Buitentempe-ratuur

Positie windafleider A

BSI

Motorolietem-peratuur

Veer-druk V

Veer-druk ACAN

CANCANCAN

Draad

CSS-computerCSS-computerCSS-computerCSS-computerwielslag

BHI

Referentie-waarde kop-lampenregeling

Koplamp LDiagnose-gegevens

Diagnose-gereedschap

CAN

CAN

DAV-storing

BSI

Storing veersysteem

Sportiviteits-lampje

DiagOn CAN

AMVAR-actuator LV

AMVAR-actuator RV

AMVAR-actuator LA

AMVAR-actuator RA

DAV-actuator

CAN I/S als voertuig uitgerust met azimutcorrectie, anders draadverbinding

Draad

ROLROL

Meten van de veerdruk voor en achter voor:

- meten van de verdeling van de massa's over de assen

- berekenen van de traagheden van het voertuig bij pompen, stampen, rollen

WerkingWerking

5V-voeding door de CSS-computer

Nuttig werkingsbereik tussen 0.4V en 4.6V (8% tot 92%)

Spanning evenredig met de drukwaarde

Veerdruksensor:

Feedback van de storingenFeedback van de storingen

Voedingsstoring: spanning > 5.25V of < 4.75V

Kortsluiting: 1) aan de massa als U < 0.4V gedurende meer dan 200 ms, 2) aan de pluspool als U > 4.6V gedurende meer dan 200 ms

Sensor verstopt: constant signaal gedurende meer dan 3s, voertuigsnelheid < 5m/s (18 km/h)

Incoherentie: de druk hangt af van het gewicht van het voertuig, begrepen tussen het leeggewicht en het totaal gewicht. Overeenkomstig deze gegevens moet de gemiddelde spanning op 5s binnen een bepaald bereik blijven.

Korte spanningsvallen: spanningsvariatie > 300V/s op 0.1s.

Veerdruksensor:

DoelDoel

Meten van de wieluitslagen van elk van de wielen.

Het wiel-per-wiel-beheer van de AMVAR vereist de aanwezigheid van 4 sensoren

WerkingWerking

5V-voeding door de CSS-computer

Nuttig werkingsbereik tussen 0,3V en 4,7V (6% tot 94%)

Wieluitslagsensor:

Voor

Achter

-50° -45° 0° +45° +50°

7%

7.7%

92.2%

93%

50%

0,5 %

Angle (°)6.3%

93.8%

-50° -45° 0° +45° +50°

7%

7.7%

92.2%

93%

50%

0,5 %

Angle (°)6.3%

93.8%

Wieluitslagsensor:

Naar gelang van zijn kleur heeft elk van de 4 sensoren een specifieke positie op het voertuig. Iedere verwisseling leidt tot een storing.

Feedback van de storingenFeedback van de storingen

Voedingsstoring: spanning > 5.25V of < 4.75V

Kortsluiting: 1) aan de massa als U < 0.4V gedurende meer dan 200 ms, 2) aan de pluspool als U > 4.6V gedurende meer dan 200 ms

Sensorhouder vervormd: voertuigsnelheid > drempel, vergelijking van de gemiddelde spanningswaarde op 4s van de sensors van eenzelfde as. Als het verschil groter is dan een bepaalde limietwaarde en er een groot verschil is in vergelijking met de gemiddelde waarden van de andere as, wordt er een code doorgegeven.

Incoherentie: bij het uitlichten van een stang, het breken van een houder. Voertuigsnelheid < 18 km/h, het is niet mogelijk een constante snelheid te hebben gedurende een bepaalde tijd op een sensor in verhouding tot de andere.

Korte spanningsvallen, verkeerde montage: spanningsvariatie.

Wieluitslagsensor:

Feedback van de storingenFeedback van de storingen

Uitvallen van een wieluitslagsensor:

Feedback van een storing zonder bestuurderswaarschuwing. De verloren waarde wordt herberekend met de 3 andere waarden. Het systeem werkt correct.

Wieluitslagsensor:

Uitvallen van twee wieluitslagsensoren:

Het systeem gaat in noodloop. Het verklikkerlampje gaat aan.

AMVAR-actuators: plaatsing

Stofhoes

Stang van de veercilinder

Plaats van veerbol

AMVAR-actuator

ACHTERVOOR

Als reserveonderdelen kunnen de AMVAR-actuators niet worden gescheiden van de veercilinders

AMVAR-actuatoren: Beschrijving, werking

Klassieke vaste schokdemping

Gestuurde variabele schokdemping

Stappen-motor

Maximale schokdempingsregeling nr.16

Minimale schokdempingsregeling nr.1

SAMENDRUK-KING

ONTSPANNING

Debiet

Opbrengst

druk (belasting)

druk (belasting)

A+ (klem 1) 0V 0V 0V 0V

B+ (klem 5) 0V 0V 0V 0V

A- (klem 4) 0V 0V 0V 0V

B- (klem 3) 0V 0V 0V 0V

COM (klem 2) +12V +12V +12V +12V

Verhoging van de schokdemping

Vermindering van de schokdemping

AMVAR-actuatoren: Bediening

Kenmerken :Kenmerken :

Tweerichtingsstappenmotor met permanente magneet

Weerstand van een spoel = 13 ohm bij 20°C

16 posities, allemaal stabiel

Er moet een specifieke fasebekrachtigingsvolg-orde worden gerespec-teerd voor een draaiing in de ene of de andere richting

AMVAR-actuatoren: Bediening

Bedieningsvoorbeeld voor een omschakeling van regeling nr. 4 naar regeling nr. 7

regreg

nr.4nr.4

regreg

nr.5nr.5

regreg

nr.6nr.6

regreg

nr.7nr.7

regreg

nr.7nr.7

regreg

nr.7nr.7

regreg

nr.7nr.7

regreg

nr.4nr.4

COM

b -

A -

A+

Rust Stabili-satie

Passeren van de regelingen 5, 6 en 7

Handhaving van de eindstatus

Einde van de sturing

B+

AMVAR-actuatoren: herinitialisatie

AMVAR-actuatoren: diagnose, noodloop

Een nauwkeurige bediening van de actuatoren vereist de kennis van hun actuele stand.

Werking in open loop, geen informatie over de exacte stand

Er worden herinitialisaties uitgevoerd door de CSS tijdens zijn werking en onder bepaalde voorwaarden. Hij bedient de actuatoren van aanslag tot aanslag en keert vervolgens terug naar de actuele stand.

Storing op een actuator

De storing wordt doorgegeven, maar geen bestuurderswaarschuwing. Het effect voor de klant is gering.

Storing op minstens twee actuatoren

Het systeem wordt in noodloop geschakeld (indien mogelijk schokdempingsregeling nr. 13), de actuatoren worden niet langer aangestuurd, het storingslampje gaat branden.

Bescherming van de actuatoren

Als T° > 120 °C ? Beperking van de bedieningssnelheid van de actuatoren

Als T° > 180°C ? Inhibitie van de aansturing van de actuatoren

Koelwatertemperatuur

Motorolietemperatuur

Buitentemperatuur

Omgevingstemperatuur voor

Omgevingstemperatuur achter

Wieluitslag

Buitentemperatuur

Temperatuur voorwielophanging

Temperatuur achterwielophanging

Heractivering en activering gekoppeld aan die van de BHI

Activering, Heractivering