Van Yab Yum naar Dim Sum

236
van yab yum naar dim sum Uitdagende visies op de bouw-, installatie- en vastgoedsector in 2025 Marjet Rutten

description

Boek van Marjet Rutten over ontwikkelingen in de bouw-, installatie- en vastgoedsector. Vind je het goed dat deze publicatie online staat? Het delen door het te 'liken', te (re)tweeten of in een statusupdate op LinkedIn te plaatsen wordt zeer gewaardeerd.

Transcript of Van Yab Yum naar Dim Sum

  • hoe we wonen & werken

    1

    van yab yumnaar dim sum

    Uitdagende visies op de bouw-, installatie- en vastgoedsector in 2025

    Marjet Rutten

    De bouw-, installatie- en vastgoedsector staat aan de vooravond van hele grote veranderingen. Wat kunt u verwachten en wat moet u doen om goed toegerust de toekomst tegemoet te treden? Van Yab Yum tot Dim Sum geeft antwoord op die twee vragen.

    Ontwikkelingen op het gebied van economie, demografie, sociale za-ken, technologie en natuur en milieu zorgen ervoor dat de sector er in 2025 definitief anders uitziet. Van Yab Yum naar Dim Sum licht de ont-wikkelingen toe en geeft voorbeelden hoe andere organisaties op die ontwikkelingen inspelen. Het is geen wetenschappelijk betoog, maar een praktisch, luchtig boek.

    Aan dit boek werkten honderden mensen mee. Zij gaven hun visie, droegen ideen aan en deelden hun verwachtingen. Jonge, aanstor-mende talenten net zo goed als oude rotten in het vak. Doel is om u te inspireren. U als overheid, ontwikkelaar, corporatie, bouwer, branche-vereniging, adviseur, toeleverancier en alle andere partijen voor wie het nu van cruciaal belang is om verder vooruit te kijken dan naar de dag van morgen

    De auteur

    Marjet Rutten begon haar carrire in de bouw in 1998 als marketingmanager voor de bouw-toelevering. Eind 2001 was zij mede-oprichter van BouwKennis en in 2006 zette zij het Duitse BauInfoConsult op. Sinds 2009 werkt zij als zelf-standig adviseur en ondersteunt ze organisaties in de bouw-, installatie- en vastgoedsector bij hun marketing- en innovatiebeleid en treedt zij op als spreker en begeleidt management work-shops.

    vanya

    by

    umnaar

    dim

    sum

    uitd

    agende visie

    s op d

    e b

    ouw

    -, installatie

    - en vastg

    oedse

    ctor in

    20

    25

    CONSTRUCT EFDIRECT INZETBARE MARKETING- EN MANAGEMENTEXPERTISE

    CONSTRUCT EFDIRECT INZETBARE MARKETING- EN MANAGEMENTEXPERTISE

  • 2

  • van yab yumnaar dim sum

  • Yab YumDe bouw-, installatie- en vastgoedsector was vroe-

    ger n van de graag geziene gasten in de in 2008

    gesloten Yab Yum, ook wel s werelds meest exclu-

    sieve herenclub genoemd. Deals werden daar gevierd

    en relaties werden gefteerd. Natuurlijk kwam slechts

    een handvol bedrijven daadwerkelijk in de Yab Yum,

    maar de link werd door velen gekscherend gelegd.

    Hoewel de Yab Yum al langere tijd iets van het verle-

    den is, symboliseert het een bagage uit het verleden die de sector nu nog

    met zich meedraagt. Het beeld van wantrouwen dat toen is ontstaan probe-

    ren partijen vandaag de dag met man en macht van zich af te schudden.

    Dim SumDim Sum is een gestoomd Chinees hapje. In de titel verwijst het naar het

    oprukkende Oosten. In de toekomst krijgen de Chinezen in toenemende

    mate invloed op onze economie. China is momenteel al n van de belang-

    rijkste mineraalproducerende landen van de wereld en trekt steeds meer

    grondstoffen naar zich toe. Momenteel wordt er nog veel aan het buiten-

    land verkocht, maar als de binnenlandse consumptie in China op het peil

    komt van de westerse landen is het nog maar de vraag in hoeverre en

    tegen welke prijs wij nog toegang hebben tot grondstoffen. Dat heeft

    voor de Nederlandse bouw-, installatie- en vastgoedsector grote gevolgen.

    Bijvoorbeeld voor de manier waarop we bouwen en welke materialen we

    gebruiken. Willen we als land politiek en economisch onafhankelijk blijven,

    dan hebben wij nog grote stappen te maken. Onze sector vervult daarin een

    belangrijke rol.

    De cartoonOp de springplank staan een aantal mensen die het nu in de sector in

    Nederland maken. Zij kunnen het succes (de trofee) bereiken, maar moeten

    daarvoor wel een sprong maken. Een sprong waar ze zich samen aan moe-

    ten wagen. Want samenwerking is noodzakelijk om als sector een belang-

    rijke bijdrage te leveren aan de BV Nederland. Niet hirarchisch, maar op

    gelijk niveau met elkaar. Met respect voor elkaars bijdragen en talenten.

    De Yab Yum tijden hebben we achter ons gelaten. Daar keren we ook niet

    meer naar terug. In de cartoon is dat gesymboliseerd door de man en

    vrouw in sepia kleur. De Chinezen kijken toe. Ze kunnen ons nog inhalen.

    Als we niet uitkijken bereiken zij de trofee eerder en hebben wij het nakij-

    ken. Overigens zijn de Chinezen niet de enige kapers op de kust...

  • van yab yumnaar dim sum

    uitdagende visies op de bouw-, installatie- en vastgoedsector in 2025

    Marjet Rutten

  • 5VoorwoordTijd om te resetten

    Er gebeuren fantastische dingen in de bouw-, installatie- en vastgoedsector. En toch

    is er ook nog heel veel verbetering mogelijk. We hebben Nederland nog lang niet

    laten zien waar we als sector toe in staat zijn. Door beter met elkaar samen te werken

    en het voortouw te nemen ten aanzien van de ontwikkelingsopgave voor Nederland

    kunnen we nog veel meer bereiken. En niet onbelangrijk, met meer fun en een beter

    rendement voor iedereen.

    De sector zoals deze nu is, is een opeenstapeling van ontwikkeling op ontwikkeling.

    Waar nodig wordt steeds iets aangepast, valt er iets weg of komt er iets bij. Het is net

    een softwarepakket dat al honderden jaren bestaat en nu het beste omschreven kan

    worden als een aaneenrijging van losse componenten. Dat kan beter! We moeten van-

    uit de doelstellingen en vertrouwen met elkaar een nieuw pakket gaan bouwen waar

    weer samenhang in te vinden is.

    De middelen zijn er. De kennis is er ook. En er zijn al vele koplopers die het goede

    voorbeeld geven. Maar de massa laat nog op zich wachten. En door te wachten wordt

    de achterstand groter. Door te wachten kun je geen invloed uitoefenen en laat je je

    organisatie in een afhankelijke positie komen.

    Met dit boek wil ik organisaties stimuleren om in actie te komen. Om een visie te ont-

    wikkelen op de toekomst van de eigen organisatie. Dit boek biedt handvatten door de

    ontwikkelingen in de sector en de maatschappij op een rij te zetten en voorbeelden te

    geven van hoe andere organisaties hierop inspringen.

    Ik wens u veel leesplezier!

  • 7InleidingWelke ontwikkelingen komen op mijn organisatie af en hoe speel ik daarop in? Op die vraag wil dit boek antwoord geven. Door ontwikkelingen in de maatschappij en

    meer specifiek in onze eigen branche toe te lichten en voorbeelden te geven van hoe

    andere organisaties met die ontwikkelingen omgaan. Van Yab Yum naar Dim Sum is

    geen wetenschappelijk betoog, maar een praktisch, luchtig boek en het belangrijkste

    doel is om u te inspireren.

    In onze soms conservatieve sector zijn regelmatig geluiden te horen dat er al jaren

    nauwelijks iets verandert en dat dit de komende jaren vast niet anders is. Maar ont-

    wikkelingen volgen elkaar nu in een hoog tempo op en veranderingen worden steeds

    vaker door opdrachtgevers en gebruikers afgedwongen. Tot op heden heeft de sector

    in zijn eigen cocon kunnen wegkruipen, maar daar komt verandering in. Want als het

    niet de organisaties binnen de sector zelf zijn die innovatie in een stroomversnelling

    brengen, dan zijn het wel nieuwe toetreders van buiten de sector. Tijd voor actie dus

    Dit boek is tot stand gekomen via co-creatie. Honderden mensen hebben een bijdrage

    geleverd. Door tijd vrij te maken voor een uitgebreid interview of door te reageren via

    Linkedin. Allemaal gaven zij hun visie op de toekomst van de sector of droegen zij bij

    door interessante voorbeelden aan te dragen. Daarnaast is er met jongeren gediscus-

    sieerd over hoe zij de toekomst zien. Als basis voor dit boek dienden bovendien tien-

    tallen publicaties waarin een beeld is geschetst van de toekomst. Allerlei interessante,

    praktische zaken die belangrijk zijn voor een willekeurige organisatie in de sector,

    hebben een plekje gekregen.

    De opbouw van het boekDit boek is opgebouwd uit drie delen. Deel I schetst de ontwikkelingen waar wij als

    sector mee te maken hebben en waar we mee te maken krijgen. Krimp en vergrijzing,

    een toenemend tekort aan fossiele brandstoffen, nieuwe manieren van werken en

    nieuwe manieren van leven. Al deze ontwikkelingen hebben invloed op de bouwop-

    gave van de toekomst.

    Deel II gaat in op de invloed van die ontwikkelingen op onze sector. We gaan anders

    werken, duurzamer bouwen, meer rekening houden met onze klant en door technolo-

    gische ontwikkelingen gaan we andere bouwmethoden gebruiken.

    Deel III laat vervolgens concreet zien wat al het voorgaande betekent voor uw organi-

    satie. Want mensen en organisaties veranderen, de rollen van alle betrokken partijen

    in het proces veranderen en innovatie gaat een centrale plek in nemen in de bedrijfs-

    voering.

  • 8Concrete voorbeelden laten zien dat verandering dichtbij isVeel van de ontwikkelingen in dit boek zijn nu al gaande. Dat is onder meer te zien

    aan het grote aantal voorbeelden dat is gegeven. Van Yab Yum naar Dim Sum is dus

    niet futuristisch. Het is een praktisch boek dat ontwikkelingen die nu nog in de kinder-

    schoenen staan inzichtelijk maakt voor hen die zelf naast hun dagelijkse werk geen

    tijd hebben om zich erin te verdiepen. Het gaat daarbij om ontwikkelingen die in 2025

    of vaak zelfs nog eerder zijn ingebed.

    De voorbeelden in dit boek geven zeker geen volledig beeld van de vele goede dingen

    die in de sector gebeuren. En ongetwijfeld zijn er nog betere voorbeelden te vinden.

    Het is een selectie van alle mensen die een bijdrage hebben geleverd. Als sector moe-

    ten wij deze innovatieve witte raven eren. Ze niet beoordelen op wat niet goed is aan

    wat zij doen, maar ze loven om het feit dat ze het proberen. Innovatie ontwikkelt zich

    geleidelijk en is een kwestie van vallen en opstaan. Als er dan dus iemand valt zeg je

    niet: Zie je wel, maar bewonder je diegene om zijn moed en hoop je dat hij daarna

    dapper doorgaat.

  • 9InhoudDeel I Hoe ziet Nederland eruit

    in 2025 ........................................................................111 De bouwopgave van de

    toekomst .......................................................................13

    1.1 De samenleving verandert ............................... 14

    1.2 De vraag naar woningen verandert ................ 25

    1.3 De vraag naar utiliteitsbouw verandert ... 35

    1.4 De infrastructuur verandert ........................... 40

    Deel II welke invloed heeft dat op de sector ..........................................................................47

    2 Duurzaamheid benvloedt wat, hoe en

    waar we bouwen .....................................................49

    2.1 Verandering is noodzaak ......................................50

    2.2 Kansen voor de sector ........................................... 55

    2.3 Nieuwe manieren van duurzaam bouwen .. 63

    2.4 Duurzame oplossingen op gebieds-

    niveau ..............................................................................70

    2.5 Technieken met toekomstpotentie ................ 72

    3 Samenwerking staat centraal in

    een nieuw bouwproces .......................................79

    3.1 Het bouwproces........................................................ 80

    3.2 Samenwerking en techniek ................................ 90

    3.3 Opdrachtverstrekking .............................................97

    4 Nieuwe bouwmethoden maken

    veel meer mogelijk ...............................................103

    4.1 Naar standaardisatie met individuali-

    satie ...............................................................................104

    4.2 Conceptueel bouwen ............................................110

    4.3 Andere bouwmethoden ...................................... 113

    5 De klant weet wat hij wil en zegt

    dat ook .........................................................................119

    5.1 De klant krijgt het voor het zeggen ............120

    5.2 Samen met de klant ontwikkelen ................ 124

    5.3 Denk met de klant mee .......................................127

    Deel III en welke invloed heeft dat op organisaties? ......................................................... 133

    6 Mensen en organisaties zijn in

    2025 niet meer hetzelfde ................................ 135

    6.1 Nieuwe manieren van werken .........................136

    6.2 Ondernemerschap staat weer centraal .....145

    De visie van jongeren ..................................................154

    7 Rollen veranderen voor alle

    partijen.........................................................................159

    7.1 Veranderende rollen voor bedrijven ...........160

    7.2 Een veranderende rol voor de overheid .... 173

    8 Innovatie .....................................................................183

    8.1 Waarom innoveren? ............................................. 184

    8.2 Innovatie: het hoe en wat .................................191

    Samenvatting ......................................................................201

    Checklist: Hoe bereid ik mijn bedrijf voor

    op 2025 ........................................................................208

    Nabeschouwing .................................................................211

    Wie is wie: de quotes .....................................................212

    Deze mensen geloven in vernieuwing ................ 224

    Aan dit boek werkten mee .........................................225

    Speciaal woord van dank .............................................227

    Sponsors ...............................................................................228

    En nu? Workshops en discussies ............................ 231

    Colofon ...................................................................................232

  • Deel I

    Hoe ziet Nederland eruit in 2025

  • 13

    1 De bouwopgave van de toekomst

    Door bevolkingskrimp en vergrijzing neemt de beroepsbevolking af en loopt de vraag naar zorg sterk op. Er is minder behoefte aan nieuwbouw en meer behoefte aan (duurzame) renovatie. De sector staat voor de uitdaging om met minder mensen aan een geheel andere vraag naar woningen en gebouwen te voldoen. Nieuwe eisen en wensen staan centraal en nieuwe concepten, technieken en werkwijzen bieden uitkomst. Hoe ziet de bouwopgave van de toekomst eruit?

  • 14

    In 2025Is in steeds meer regios sprake van bevolkingskrimp. Ook de samenstelling van de be-

    volking is dan veranderd. Met meer ouderen en minder jongeren hebben we een sterk

    vergrijzende samenleving. Vanaf 2025 bouwen we niet veel meer dan 20.000 nieuw-

    bouwwoningen per jaar. Ter vergelijking: de afgelopen 60 jaar bouwden we gemiddeld

    100.000 nieuwe woningen per jaar. Nieuwe manieren van werken en leven verande-

    ren bovendien onze behoefte aan een werkplek. We zijn meer thuis en minder op

    kantoor. Op de weg zijn we daardoor ook minder te vinden en de techniek stelt hele

    andere eisen aan onze infrastructuur. Door al deze ontwikkelingen bouwen we minder

    nieuw en hebben we ons volledig toegelegd op (duurzame) renovatie. We weten wat

    de eindgebruiker wil, maar denken ook vooruit. De toekomst kan immers weer iets

    geheel nieuws voor ons in petto hebben.

    1.1 De samenleving verandert

    De samenleving verandert, dat is al lang geen nieuws meer. We krijgen te maken met

    vergrijzing en krimp en andere wensen en eisen. Dat heeft invloed op de arbeids-

    markt, maar ook op onze afzetmarkt. We gaan bijvoorbeeld anders werken. Omdat we

    daartoe de mogelijkheden hebben, maar ook omdat we dat willen. En door verande-

    rende (hogere) eisen van de klant en van de samenleving, bijvoorbeeld op het gebied

    van duurzaamheid en ruimte, bedenken we steeds technisch geavanceerdere oplos-

    singen. Deze paragraaf gaat in op deze ontwikkelingen. De volgende paragrafen laten

    zien wat ze betekenen voor onze bouwopgave.

    BevolkingssamenstellingIn 2010 waren 2,5 miljoen mensen ouder dan 65 jaar. In 2035 is dit aantal gestegen tot

    maar liefst 4,3 miljoen. Omdat het aantal inwoners van Nederland nauwelijks toe-

    neemt betekent dit dat een kleiner deel van de bevolking werkt. Van ruim 10 miljoen

    mensen in de leeftijd van 20 tot 65 jaar in 2010 neemt de beroepsbevolking in 2035

    af naar 9,3 miljoen. Omdat het aandeel mensen dat kan werken daalt en we ook nog

    eens ouder worden en de zorg duurder, moeten we met minder mensen meer geld

    verdienen om onze welvaart te behouden.

    Peter BoNgers: De welvaartsgroei in het Westen komt langzaam tot een einde. Sinds

    de jaren zestig hebben we een aantal dipjes daargelaten alleen maar economische

    vooruitgang gekend. Die groei stopt. Met efficiency moeten we nu een samenleving houden

    (of krijgen) waar iedereen het goed heeft.

    ArbeidstekortOok in onze sector zijn we straks met minder en hebben we minder handen om het

    werk te verzetten. Die arbeid wordt ook nog eens duurder, terwijl de kwaliteit in de

    bouw-, installatie- en vastgoedsector omhoog gaat zonder dat daar meerkosten voor

  • de bouwopgave van de toekomst

    15

    0

    5

    10

    15

    20

    203520302025202020152010

    > 65 jaar

    20-65 jaar

    0-20 jaar

    gerekend worden. Nieuwe bouwmethoden en verdergaande industrialisatie bieden

    uitkomst (zie hoofdstuk 4). Om dat te realiseren moeten we echter wel onze proces-

    sen anders inrichten (zie hoofdstuk 3) en is een cultuuromslag nodig (zie hoofdstuk

    6). Vanuit onze geschiedenis vertrouwen wij nog graag op het vakmanschap van onze

    mensen. In landen als Japan is dat heel anders. Daar vertrouwen ze veel meer op de

    techniek. Mensen maken fouten terwijl machines of robotten veel nauwkeuriger en

    betrouwbaarder werk leveren, zo is hun visie.

    De technologische ontwikkelingen gaan snel en innovaties waar

    wij ons vooralsnog geen voorstelling van kunnen maken zijn

    straks misschien wel de normaalste zaak van de wereld. Zo is in

    Japan een robotpak ontwikkeld dat de fysieke kracht van mensen

    verhoogt. Het Robotpak speelt in op de vergrijzing. Het stelt de

    steeds groter wordende groep hoogbejaarde mensen in staat om

    langer normaal te kunnen bewegen (en werken). Het pak ver-

    snelt en versterkt spierbewegingen. Met de extra spierkracht

    die door de robotjas geleverd wordt, kan een persoon eenvou-

    dig 40 kilo meer tillen dan normaal. Over een aantal jaren zijn

    de robotpakken zelfs zo dun dat ze niet meer te onderscheiden

    zijn van gewone kleding. De robotjas wordt op maat gemaakt

    op basis van de specifieke behoeften en de fysieke kenmerken

    van de koper en kost nu nog tussen de 3.000 en 50.000.

    Is het niet ook iets voor onze sector, dit pak? Stel je voor, zonder moeite 40 kilo meer tillen, je lijf

    sparen en langer door kunnen werken. Dat biedt perspectief bij een afnemende beroepsbevolking.

    Zonder moeite langer doorwerken

    Inwoneraantallen in Nederland naar leeftijd (bron: cbs)

  • 16

    JoeP JaNseN: Als het echt krap wordt om personeel te vinden dan is dat ook een

    stimulans voor innovatie.

    Anders werkenNaast zogenaamde demografische ontwikkelingen spelen ook sociale ontwikkelin-

    gen een rol. Steeds meer mensen hechten aan vrijheid. In werk en in vrije tijd. Vooral

    nieuwe generaties willen voldoening halen uit wat ze doen en niet afgerekend worden

    op het aantal uren dat ze ergens aanwezig zijn, maar op resultaat. Waarvoor we iets

    doen is in de toekomst minstens zo belangrijk als wat we doen. De sector is nu niet

    ingericht op een dergelijke instelling. Regelmatig zijn geluiden te horen dat we heel

    sterk ons eigen ding doen, zonder dat we weten van welk proces we nu eigenlijk deel

    uitmaken. Als we in de heel nabije toekomst met de komst van een nieuwe generatie

    ook anders gaan werken heeft dat grote gevolgen voor de manier waarop we organi-

    saties inrichten (zie hoofdstuk 6). Bovendien heeft het niet tijd- en plaatsgebonden

    werken ook invloed op de inrichting van woningen (bijvoorbeeld een thuiskantoor) en

    kantoren (bijvoorbeeld minder m2 per medewerker en meer flexplekken).

    Maatschappij stelt hogere eisenOrganisaties worden in de toekomst meer afgerekend op hun maatschappelijke

    bijdrage en de gebruiker krijgt een belangrijke rol in het proces. De belangen van

    een bouwer of ontwikkelaar liggen vooralsnog vaak ver weg van de belangen van de

    gebruiker. Het comfort van de uiteindelijke gebruiker en de maatschappelijke gevolgen

    van het gebouw staan voor de bouwer n de ontwikkelaar niet bovenaan de lijst. Daar

    draait het in eerste instantie om een goede marge. Dat is ook nodig, want zonder

    goede marge geen gezonde bedrijven en zonder gezonde bedrijven geen garanties

    en geen verbetering van de producten en diensten. Maar willen we onze producten of

    diensten voor een goede marge kunnen (blijven) verkopen, dan moeten we in een

    steeds transparanter wordende markt optimaal inspelen op de behoeften van de

    koper en de maatschappij en zorgen dat zij tevreden zijn (zie hoofdstuk 5).

    HeNNes De rIDDer: De bouwsector blijft achter bij de zich snel ontwikkelende rest van

    de wereld. De diverse kwalificaties van deze sector liegen er niet om: weinig orintatie op

    de eindgebruiker, weinig innovatie, weinig rendement, niet transparant, onbetrouwbaar,

    prijsvechten

    GreenFox bouwt bestaande TL armaturen om,

    zodat er energiezuinige lampen in passen. Het

    ombouwen van bestaande armaturen gebeurt in

    sociale werkplaatsen, waardoor ook mensen met

    afstand tot de arbeidsmarkt worden betrokken.

    Er wordt gewerkt volgens het cradle to cradle

    principe en de nieuwe lampen en elektronica

    gaan twee tot drie keer langer mee en kunnen

    meer dan 50% energie be-

    sparen. (www.green-fox.nl)

    Maatschappelijk Verantwoorden Ondernemen als business case

  • de bouwopgave van de toekomst

    17

    Alleen gebouwen die 100% aansluiten op de vraag zijn verkoop- of verhuurbaar

    De invloed van techniekOok technologische ontwikkelingen hebben invloed op de samenleving. Consumenten

    weten niet alleen steeds beter wat ze willen, maar ook wat mogelijk is. Internet maakt

    het mogelijk allerlei informatie te vergaren over organisaties en kennis op te doen van

    de meest uiteenlopende onderwerpen. De rol van de eindgebruiker wordt dan ook

    steeds belangrijker in het bouwproces. Maar ook met elkaar gaan wij als partijen bin-

    nen de sector meer en anders samenwerken. De veranderde samenleving maakt dat

    noodzakelijk en de techniek maakt het mogelijk (zie paragraaf 3.2).

    Alternatieve energieNaast de reeds genoemde demografische, sociale en technologische ontwikkelin-

    gen spelen ook ecologische ontwikkelingen een belangrijke rol. Als het gaat om de

    verduurzaming van de energievoorziening dan is de Nederlandse overheid n van de

    traagste leerlingen in de Europese klas. Die houding staat echter haaks op de ambiti-

    euze doelstellingen van het Convenant Energiebesparing bestaande gebouwen. Hierin

    staat onder meer dat men tot en met 2020 jaarlijks 300.000 bestaande woningen

    en gebouwen wil voorzien van duurzame energiemaatregelen. Het Rijk, de energie-

    bedrijven, de bouwsector en de installatiesector hebben afgesproken dat in 2020 2,4

    miljoen bestaande gebouwen 30% energiezuiniger moeten zijn. Hiertoe hebben zij in

    2008 het convenant Meer Met Minder getekend.

  • 18

    In minder dan 100 jaar zijn al onze fossiele brandstoffen zoals gas en olie op. Al op

    kortere termijn krijgen we schaarste. Dat betekent dat de prijzen omhoog gaan. En de

    kosten van huisvesting worden steeds meer bepaald door energiekosten. Dat heeft

    grote veranderingen tot gevolg voor bouwen en mobiliteit. In de eerste plaats groeit

    het belang van beheer. In het begin investeren we meer, maar dit betaalt zich in de

    jaren daarna uit in de vorm van een veilige en gezonde omgeving, een laag energiege-

    bruik - waarvan een belangrijk deel duurzaam wordt opgewekt - en lage onderhouds-

    kosten. Daarnaast gaan we steeds meer gebruik maken van de duurzame energie die

    we bijvoorbeeld op kunnen wekken uit zon, wind, warmte en biomassa (zie hoofdstuk

    2). Bovendien gaan we gebruik maken van reststromen en intelligente energiesyste-

    men. Dit betekent dat gebouwen anders worden gebouwd. Ook infrastructuur gaat in

    de duurzame maatschappij een centrale rol spelen.

    tom VaN Der Horst: Als we als Nederland niet vol gas aan de slag gaan met duurzame

    energie worden we misschien wel een deelstaat van een ander land. Stel dat 60% van de

    bedrijven in de markt die slag in 2025 nog niet gemaakt heeft omdat dat tot dan toe niet

    hoefde, dan wordt de droom dat in 2025 alles energieneutraal is, een nachtmerrie

    Ook grondstoffen raken opHet probleem van het grondstoffentekort is groter en dringender dan (h)erkend wordt.

    Sinds 1986 halen we meer grondstoffen uit de aarde dan de aarde kan herstellen. In

    2009 hebben we zelfs maar liefst 40% meer grondstoffen aan de aarde onttrokken

    dan de aarde kan herstellen. Het is duidelijk dat dit probleem snel op ons afkomt en

    vergaande gevolgen heeft voor onze maatschappij.

    De Duurzame Weg Movares heeft een glazen overkapping voor

    snelwegen bedacht die zowel de geluidsoverlast

    als de luchtvervuiling vermindert en bovendien

    energie opwekt. De glazen kap werkt als broei-

    kas en vangt de warmte op die de autos uitsto-

    ten. Om te voorkomen dat het te warm wordt,

    wordt die warmte opgeslagen in de bodem.

    Deze warmte voorziet de omliggende bebou-

    wing in zijn energiebehoefte. Bovendien wordt

    zo de temperatuur van het wegdek gereguleerd.

    Een constante temperatuur voorkomt extreme

    spoorvorming waardoor het wegdek minder snel

    slijt. Juist doordat de weg overkapt is, is het re-

    latief eenvoudig om de lucht te zuiveren. De kap

    wordt dan ook voorzien van emissiefilters waar-

    door schadelijke stoffen worden

    afgevangen. (www.movares.nl)

  • Nickel 16%CUBA

    Copper 38%CHILE

    Aluminium 8%JAMAICA

    Aluminium 27%GUINEA

    Copper 7%Hafnium 9%Lead 14%Phosphorus 7%Silver 14%Zinc 20%Uranium 10%

    US

    Indium 33%Lead 6%Nickel 10%Silver 6%Uranium 10%Zinc 7%

    CANADA

    Copper 6%Gold 5%Silver 7%Tin 9%

    PERU

    Antimony 8%Tin 8%

    BOLIVIA

    Aluminium 8%Hafnium 8%Nickel 6%Tantalum 48%Tin 22%Uranium 5%

    BRAZIL

    Silver 7%Zinc 5%

    MEXICO

    Copper 5%Silver 25%

    POLAND

    Chromium 60%Lead 5%Uranium 16%Zinc 8%

    KAZAKHSTAN

    Indium 5%Nickel 6%Platinum/Rhodium 8%Antimony(recoverable) 10%

    RUSSIA

    Aluminium 7%Antimony 62%Copper 7%Gold 5%Indium 22%Lead 25%Nickel 5%Phosphorus 26%Silver 21%Tin 31%Zinc 20%

    CHINA

    Aluminium 24%Copper 5%Gold 7%Hafnium 53%Lead 19%Nickel 19%Silver 7%Tantalum 52%Uranium 23%Zinc 20%

    AUSTRALIA

    Antimony 5%Chromium 35%Gold 40%Hafnium 26%Lead 19%Nickel 8%Phosphorus 5%Platinum/Rhodium 88%Uranium 8%

    SOUTH AFRICA

    Uranium 6%NIGER

    Uranium 6%NAMIBIA

    Chromium 7%INDIA

    Tin 11%MALAYSIA

    Nickel 9%Tin 8%

    INDONESIA

    Phosphorus 42%

    MOROCCO &WESTERN SAHARA

    Nickel 8%

    NEWCALEDONIA

    NickelPhosphorusPlatinum/RhodiumSilverTantalumTinUraniumZinc

    AluminiumAntimonyChromiumCopperGoldHafniumIndiumLead

    Hoeveel jaar nog te gaanAls de wereld in het huidige tempo blijft consumeren

    Basis reserveJaarlijkse wereldconsumptie

    58

    Hoeveel jaar nog te gaanAls de wereld in de helft van het tempo van de VS blijft consumeren

    28

    (wereldconsumptie = wereldproductie)

    Basis reserve1/2 consumptie 06 ingezetene VS

    x wereldbevolking

    Deze cijfers houden geen rekening met veranderingen als gevolg van nieuwe technologien

    Nikkel (batterijen, turbinebladen)

    Fosfor (kunstmest, dierenvoeders)

    Platinum (juwelen, katalysatoren, brandstofcellen)

    n/a Rodium (rntgenstraling, katalysatoren)Lood

    (loden pijpen

    , batterijen)

    Indium

    (LCDs)

    Goud

    (juwe

    len)

    n/a H

    afnium

    (co

    mpute

    r chip

    s)

    n/a

    Germ

    anium

    (na

    chtk

    ijker

    s, ha

    lfgele

    iders

    )n/a

    Gall

    ium

    (

    LEDs

    , zon

    nece

    llen,

    lasers

    )

    Koper (draad, munten, waterleiding)Chroom (verchroomwerk, verf)

    Antimoon (medicijnen)

    Aluminium (vervoer, electra,

    witgoed)

    Zink (gal

    vaniseer

    werk)

    Uraniu

    m (wa

    pens,

    energ

    iecent

    rales)

    Tin (b

    lik, s

    oldee

    rwerk

    )

    Tant

    alum

    (mob

    ieltje

    s, ca

    mer

    alenz

    en)

    Zilver (juwelen, converters)

    6138

    143

    40

    3013

    1027 510

    4634

    59

    19

    4017

    116

    20

    299

    3645

    4

    13

    8

    42

    57 90

    142345

    42

    360

    de bouwopgave van de toekomst

    19

    Grondstoffen raken op (bron: new scientist

    magazine # 2605, bewerking constructief)

    Grondstoffen per continent (bron:new scientist magazine # 2605, bewerking constructief)

  • 20

    In 2025 is een deel van onze grondstoffen zelfs uitgeput. Andere grondstoffen zijn

    voor ons mogelijk niet meer toegankelijk. Daar komt ook China om de hoek kijken.

    China heeft veel belangrijke grondstoffen in eigen grond, maar trekt ook steeds meer

    grondstoffen naar zich toe (met name uit Afrika). Gezien de economische groei van

    China en de sterk stijgende behoefte aan grondstoffen in China zelf, is het de vraag of

    het land deze grondstoffen wil delen met andere landen en zo ja, tegen welke prijs.

    CHINa HaNDelt met afrIka om groNDstoffeNDe Afrikanen verkiezen de Chinezen steeds vaker als zakenpartner boven westerse in-

    stituties als het IMF en de Wereldbank. Een belangrijke reden daarvoor is dat de Chine-

    zen de Afrikanen veel meer als gelijkwaardige handelspartners beschouwen en zich niet

    bemoeien met de politiek in het land. China zorgt voor een compleet nieuwe infrastruc-

    tuur in Angola. Ze steken 300.000 dollar in het herstel van de Benguela spoorlijn, 450

    miljoen dollar in een nieuw vliegveld in Luanda en 3 miljard dollar om de vervallen raffi-

    naderij van Lobito op te knappen. Ten zuiden van Nova Luanda wordt zelfs een compleet

    nieuwe stad uit de grond gestampt voor 120.000 inwoners, voorzien van onder meer

    parken en scholen. Maar de Chinezen bouwen niet voor niets. Op het hele Afrikaanse

    continent werken Chinese arbeiders aan de aanleg van nieuwe wegen, spoorlijnen en

    huizen in ruil voor grondstoffen.

    Onafhankelijkheid van NederlandSchaarste van materialen in combinatie met een sterk stijgende wereldbevolking en

    welvaart is een gevaarlijke combinatie. Want bij een afhankelijkheid van grondstoffen

    ontstaat ook een afhankelijkheidspositie van de landen die deze grondstoffen nog wel

    hebben, zoals China. Het probleem met het tekort aan grondstoffen (waarvan fos-

    siele brandstoffen een belangrijke is), is daarmee niet alleen een economisch en luxe

    probleem (omdat we bepaalde producten niet meer kunnen maken), maar zet ook de

    stabiliteit van Nederland onder druk. Het is daarom extra belangrijk dat we zo veel

    mogelijk onafhankelijk zijn van grondstoffen van andere landen.

    WaterOp watergebied spelen in Nederland verschillende ontwikkelingen een rol. We zijn

    allemaal bekend met het risico van overstromingen dat wordt vergroot door bodem-

    daling, een stijgende zeespiegel en extremere weersomstandigheden. Maar we krijgen

    ook een groter tekort aan zoetwater. Door de stijging van het zeewater en de lage

    rivierafvoer verzilten steeds meer binnenrivieren. Voor de gehele sector ligt een grote

    uitdaging in hoe om te gaan met water.

    De effecten van de waterproblematiek op ruimtelijke processen zijn vermoedelijk

    groot. In negatieve zin, in termen van bedreigingen, waarvoor miljarden aan publieke

    middelen moeten worden gereserveerd. Maar zeker ook in positieve zin, omdat het

    kansen biedt. Denk bijvoorbeeld aan zaken als mobiliteit, energieopwekking, agricul-

    tuur en duurzaamheid (zie paragraaf 2.2).

  • Minder dan -10%

    -10 tot 0%

    0 tot 10%

    10 tot 20%

    20% of meer

    de bouwopgave van de toekomst

    21

    aNDy VaN DeN DoBBelsteeN: Naar verwachting kan het in 2050 s zomers in het

    centrum van Londen 9 graden warmer zijn dan op het platteland. Dat leidt tot meer

    onnatuurlijke sterfte. Ook in Nederlandse steden met weinig water en groen krijgen we

    dergelijke scenarios.

    Terug naar de stadWereldwijd trekken mensen steeds meer naar de stad. Een eeuw geleden woonde

    minder dan 5% van de wereldbevolking in de stad, in 2008 was dit meer dan 50%.

    Naar verwachting is dit in 2050 70%. Vooral in ontwikkelingslanden zoeken steeds

    meer mensen hun geluk in de stad, maar ook in Nederland vindt de grootste bevol-

    kingsgroei in de Randstad plaats.

    Bevolkingsgroei 2007-2025 in de Randstad (bron: cbs)

  • 22

    WIllem VerBaaN: In 2025 is 40% van de bouw in binnenstedelijk gebied. In het tijdperk

    na de Vinex wordt de stad opnieuw gezien als een belangrijk focuspunt in het ruimtelijk

    denken.

    Doordat de aantrekkingskracht van de stad blijft groeien moeten er meer systemen

    komen om de stad efficint en milieuvriendelijk in te richten. Daarvoor is het nodig dat

    we meer naar het gebied als geheel kijken in plaats van naar een gebouw alleen (zie

    paragraaf 2.4). Voor steden ligt hier een grote uitdaging. Daar ontstaat een snellere

    samenleving vol dynamiek en interactie. Doordat ook andere landen kampen met een

    sterke verstedelijking en de problematiek die daarbij komt kijken, worden steeds meer

    nieuwe manieren bedacht om hiermee om te gaan. Als wij in Nederland met creatieve,

    integrale oplossingen komen, kunnen wij met onze ervaring een sterke internationale

    rol spelen.

    Kleinschaliger en competitieverAls in 2025 40% van de bouw in binnenstedelijk gebied plaatsvindt, betekent dat,

    dat de projecten kleinschaliger zijn en de concurrentie tussen de diverse ruimteclaims

    toeneemt. En binnenstedelijk neemt de mobiliteit van personen en goederen toe,

    terwijl we tegelijkertijd het groen willen behouden of zelfs willen uitbreiden. Meervou-

    dig ruimtegebruik speelt in op deze ontwikkelingen. Daar is in de toekomst dan ook

    steeds meer aandacht voor.

    Meervoudig ruimtegebruik Het R&D project De Zuidkas van Ar-

    chitectenbureau Paul de Ruiter is een

    mooi voorbeeld van meervoudig ruim-

    tegebruik. In de Zuidkas zijn wonen,

    werken, school, parkeren, retail, res-

    taurants, park en een biogas-electrici-

    teitscentrale gecombineerd. Dat alles

    verbonden door een glazen gevel die

    bestaat uit diverse kassen: CO2 kas-

    sen, hybride kassen, een bufferzone en

    atria. Juist door de functiemenging kan

    de energievraag over de loop van de

    dag beter worden uitgebalanceerd. Zo

    ontstaat een autarkisch gebouw waar-

    in energie- en CO2-stromen worden

    uitgewisseld en afvalstromen worden

    omgezet in warmte en energie.

    Een zelfvoorzienende ministad in

    de stad dus. (www.dezuidkas.nl)

  • de bouwopgave van de toekomst

    23

    Peter VaN rooy: Het werk en je inspiratie haal je over 15 jaar uit de stad. Mensen gaan

    dus ook steeds meer in steden wonen.

    Door de concurrentie tussen de diverse ruimteclaims ontstaat ook meer aandacht

    voor braakliggende terreinen. Er zijn veel gebieden, bijvoorbeeld gebieden met

    bodemverontreiniging, die we nu links laten liggen. Vaak zit de vervuiling niet in de

    eerste grondlagen maar diep en is niet bekend of het op lange termijn gevolgen heeft.

    Op dit moment kunnen we dergelijke vervuiling niet eens oplossen. Dat betekent ech-

    ter niet dat we het gebied per definitie helemaal braak moeten laten liggen. Veel van

    deze gebieden kunnen prima een bestemming krijgen, waardoor ze maatschappelijk

    ook weer waarde hebben.

    Gelijkgestemden trekken naar elkaar toeWe gaan ook anders met elkaar om. Ver weg en dichtbij spelen allebei een rol. Aan de

    ene kant ligt de wereld voor ons open door internet. Met gemak vinden we gelijkge-

    stemden zonder dat afstand of landsgrenzen ertoe doen. Tegelijkertijd groeit onze be-

    trokkenheid bij onze directe leefomgeving. Zowel in de virtuele wereld als in de fysieke

    wereld komen we steeds meer in contact met mensen met dezelfde (deel)interesse.

    Dit heeft gevolgen voor de gebiedsontwikkeling.

    aDJIeDJ Bakas: Gelijkgestemden trekken steeds meer naar elkaar toe en wijken waarin

    mensen met dezelfde overtuigingen wonen, groeien in aantal. Het verhaal dat je als

    vastgoedaanbieder vertelt (storytelling) wordt daardoor heel belangrijk. Mensen zoeken

    meer echt contact en willen zich graag herkennen in je belofte.

  • 24

    GlobaliseringDe wereld wordt steeds kleiner. Dankzij onder meer telecommunicatie en toegeno-

    men mobiliteit kunnen we bijna overal ter wereld eenvoudig zaken doen. Maar ook

    economisch, politiek en cultureel groeien landen steeds meer naar elkaar toe. Waar

    het vroeger internationaal vooral ging om handelen, worden nu ook vaker producten

    en diensten rechtstreeks aan de markt in andere landen aangeboden.

    ruBeN VrIJHoef: De afgelopen jaren is een aantal bedrijven met hun exportplannen

    van de koude kermis thuisgekomen. In de toekomst ligt dit anders. Er komen steeds meer

    kansen en qua ontwikkelingen wordt het internationaal aanbesteden makkelijker en

    gebruikelijker. BAM bijvoorbeeld, is nu al heel succesvol in Belgi.

    Samenwerking tussen Nederlandse en Chinese bedrijven Grontmij en Shanghai Xian Dai hebben een in-

    tentieverklaring ondertekend voor een strate-

    gisch samenwerkingsverband dat voornamelijk is

    gericht op eco-city en bouwkundige ontwerpen.

    Xian Dai is n van de grootste en meest invloed-

    rijke bouwkundige en technische ontwerpbureaus

    in China. Het bedrijf is bekend met de Chinese

    bouwsector en de geldende regelgeving en heeft

    ruime ervaring met eco-bouwen en eco-ontwerp.

    Grontmij heeft daarentegen conceptuele en tech-

    nologische kennis met betrekking tot eco-city en

    bouwkundige ontwerpen. Grontmij werkt al ruim

    15 jaar in China en vergroot door deze samenwer-

    king haar mogelijkheden op de Chinese markt.

    (www.grontmij.nl)

    Wat biedt Nederland internationaal?

  • de bouwopgave van de toekomst

    25

    De belangrijkste effecten van de globalisering en internationalisering voor de bouw zijn:

    De bouw is internationaal (nu al zijn buitenlandse partijen (zichtbaar en onzichtbaar) actief als Dragados, Vinci, Bouygues, Skanska, Saint Gobain, CRH, Balfour Beatty en

    Fluor).

    De bouwsector wordt meer en meer kennisgedreven; en kennis is mobiel en interna-tionaal.

    De financiering van grote bouwprojecten is soms ten dele, soms al volledig gegloba-liseerd. Ook bij projectfinanciering (pps) rukt de globalisering (wederom zichtbaar en

    onzichtbaar) op.

    Relatief goedkope arbeid stroomt binnen uit Oost-Europa. Engineering en design worden steeds meer uitgevoerd in lagelonenlanden. De effecten van Europese regelgeving over bijvoorbeeld luchtkwaliteit, bodem en

    water nemen toe.

    De competitie in het verkrijgen van mineralen, bouwstoffen en metalen is in de wereldmarkt inmiddels zo sterk, dat de prijzen hiervan enorm zijn gestegen. De op-

    komst van de Aziatische landen maakt die competitie nog sterker.

    geert DeWulf: Voor een paar grote spelers liggen er kansen op de internationale markt.

    Omvang en solvabiliteit zijn daarin heel belangrijk. In Nederland is dat maar voor een stuk

    of vier bedrijven weggelegd.

    1.2 De vraag naar woningen verandert

    Door de veranderende samenleving verandert ook de vraag naar woningen. De toe-

    nemende behoefte aan zorg en de wens van mensen om in hun eigen, vertrouwde

    omgeving te zijn, stellen hoge eisen aan woningen. Veranderingen zijn nodig om aan

    die eisen te voldoen. Het vergrijzingeffect genereert een (wellicht tijdelijk) tekort aan

    woningen omdat er meer kleinere huishoudens komen. Veelal gaat het hier om klei-

    nere (nultreden) woningen met goede voorzieningen op het gebied van bijvoorbeeld

    sanitair en domotica.

    marCel BullINga: Krimp en vergrijzing onderscheiden Europa van de rest van de

    wereld. De kern is niet bouwen, maar ombouwen. Renoveren en innoveren dus. Krimp kan

    zelfs worden gebruikt als positionering voor die partijen die ervoor kunnen zorgen dat in

    gebieden die krimpen de kwaliteit van leven behouden blijft of zelfs verbeterd wordt.

    BevolkingskrimpVanaf 2038 gaat het aantal inwoners van Nederland dalen. Dat lijkt nog ver weg, maar

    er zijn regios die nu al te maken hebben met bevolkingskrimp. In Noord-Groningen

    en Zuid-Limburg bijvoorbeeld, loopt het aantal inwoners al jaren terug. Gemeenten en

    organisaties uit de bouw-, installatie- en vastgoedsector zijn doorgaans niet blij met

    krimp. Het betekent voor alle partijen minder inkomsten. Bovendien kan het conse-

  • Minder dan 4,0%

    4,0 tot 5,8%

    5,8 tot 7,0%

    7,0 tot 10,0%

    10,0% en meer

    Bron: CBS

    Minder dan -10%

    -10 tot 0%

    0 tot 10%

    10 tot 20%

    20% of meer

    Bron: CBS

    26

    gerarD marlet: Steden die hoog scoren op woonaantrekkelijkheid en daarmee het

    minste risico lopen op bevolkingskrimp zijn doorgaans historische steden. Niet alleen

    grenssteden zoals Emmen, Almelo en Heerlen, maar ook groeisteden zoals Almere en

    Spijkenisse moeten zich daarom zorgen maken over krimp.

    krImP BestrIJDeN of krImP BegeleIDeN?Bevolkingskrimp kan worden bestreden door nieuwe inwoners aan te trekken. Bijvoor-

    beeld door de bouw van nieuwe woningen. Veel succesverhalen zijn er echter niet van

    dergelijke krimpbestrijding. Vaker gaat het mis. Zoals bij Blauwe Stad in Groningen.

    Doorgaans worden de bewoners ook niet aangetrokken uit overbevolkte regios. Inte-

    gendeel. Het veroorzaakt eerder een uitstroom in buurgemeenten. De winst van de ene

    gemeente betekent dan het verlies van de andere. Bevolkingskrimp kan ook worden

    begeleidt. De omvang en de kwaliteit van de woningvoorraad worden dan aangepast

    aan de demografische ontwikkelingen. Sloop en/of herstructurering spelen hierbij een

    belangrijke rol. Een voorbeeld is de krimpstad Delfzijl, waar het sloopbeleid deel uit-

    maakt van het woningbouwbeleid.

    Bevolkingsgroei per gemeente 2007-2025 Leegstand per gemeente in 2008 (bron: cbs)

    (bron: cbs)

    quenties hebben voor het imago, de werkgelegenheid en leegstand. Op lange termijn

    krijgen meer regios te maken met krimp. Voor zowel de landelijke als de regionale

    overheid is krimp dan ook een belangrijk thema.

  • de bouwopgave van de toekomst

    27

    fraNk VaN Dam: Het denken van bestuurders en de beschikbare (financile) beleids-

    instrumenten zijn tot nog toe volledig op groei gericht. De komende jaren moet voor krimp

    beleid worden ontwikkeld.

    Levensloopbestendig bouwenOm een antwoord te geven op de veranderende vraag uit de samenleving is het be-

    langrijk dat woningen aanpasbaar zijn. Het zogenaamde levensloopbestendig bouwen

    is niet nieuw en diverse partijen bieden daar al oplossingen voor. Een levensloopbe-

    stendige woning is letterlijk een woning voor het leven. Dat betekent dat alles zo is

    ingericht dat iedereen er kan (blijven) wonen. Jong of oud, alleen of samen, hulpbe-

    hoevend of niet hulpbehoevend.

    aDJIeDJ Bakas: Mensen worden door betere zorg veel ouder en gaan hun levensfases

    anders plannen en beleven. Dat heeft gevolgen voor de inrichting van woningen. Rekening

    houden met een langere levensloop en duurzaamheid wordt belangrijker.

    Het uitgangspunt van een levensloopbesten-

    dige woning is een zo groot mogelijke zelfred-

    zaamheid. Flexibele bouw maakt het mogelijk

    om de woning heel eenvoudig aan te passen

    aan nieuwe omstandigheden. Als je in een

    rolstoel terecht komt zijn slechts een paar

    ingrepen nodig. Maar ook als de kinderen het

    huis uit gaan is het een kleine moeite om de

    ouderlijke slaapkamer uit te breiden. Wonen

    en zorg zijn in levensloopbestendige woningen

    volledig gesplitst. Als bewoner blijf je baas in

    eigen huis, ook als het gewenst of noodzake-

    lijk is om 100% verpleging te ontvangen.

    Levensloopbestendig bouwen met Mind Building Veranderende behoeften vragen om flexibiliteit. Een ma-

    nier om aanpassingen in de tijd mogelijk te maken is Mind

    Building van Plegt-Vos. Dit is een industrieel, demonta-

    bel, duurzaam en flexibel bouwconcept. Het maakt exacte

    maatvoering mogelijk, waarmee vloerplaten rechtstreeks

    op de heipalen kunnen liggen. Het casco wordt in anderhal-

    ve dag geplaatst en de verhoogde vloer biedt flexibiliteit en

    leidingvrijheid. Het gebouw kan worden uitgebreid en ver-

    kleind en op allerlei manieren worden ingedeeld. De archi-

    tect is daarbij vrij om het ontwerp

    te bepalen. (www.mindbuilding.nl)

    Zorg op afstand wordt geavanceerder.

  • 28

    Wel Thuis De voorbeeldwoning Wel Thuis in Delft laat be-

    langstellenden en betrokkenen zien en beleven

    hoe eenvoudig het is om een bestaande woning

    met bewezen en duurzame oplossingen geschikt

    te maken voor bewoning tot op hoge leeftijd.

    Ook wanneer er sprake is van een fysieke be-

    perking of chronische ziekte. Het project Wel

    Thuis is een initiatief van UNETO-VNI, OTIB, Ves-

    tia, Vidomes, Pieter van Foreest en de gemeente

    Delft. Er is een digitaal stappenplan opgesteld

    dat voor iedereen beschikbaar is en onder ande-

    re opdrachtgevers en bouwpartijen handvatten

    biedt voor het installatietechnisch ontwerp van

    aangepaste woningen in de bestaande bouw.

    (www.welthuis.net)

    Techniek in woningenTechniek speelt in levensloopbestendige woningen een belangrijke rol. Door een

    groot aantal voorzieningen te automatiseren en op afstand bedienbaar te maken is

    het minder belangrijk dat de bewoner mobiel is en in staat om te reiken en te bukken.

    Voorbeelden zijn het automatiseren van ventilatie, verwarming, verlichting, beveiliging,

    energiebesparing en zonwering. Deze domotica toepassingen maken het mogelijk om

    langer zelfstandig te blijven wonen en vergroten ook voor niet-hulpbehoevenden het

    woongenot.

    Niet alleen in levensloopbestendige woningen, maar in alle woningen neemt dan ook

    de techniek toe. Techniek heeft een grote invloed op het wooncomfort, maar stelt

    ook hoge eisen aan installaties. In de toekomst ontwerpen we woningen dan ook niet

    meer, zoals dat nu vaak gaat, zonder direct te kijken naar de installaties. Al vanaf het

    allereerste begin in de ontwerpfase maken de installaties in de toekomst een heel

    belangrijk onderdeel uit van het ontwerp.

    Alle praktische zaken via een beeld-scherm in de keuken geregeld.

  • de bouwopgave van de toekomst

    29

    HuBert sIstermaNs: We gaan naar virtual reality @home. Nu moet je daar nog een

    helm en bril voor opzetten. Maar wat betekent het voor mijn woning als dat allemaal niet

    meer nodig is? Ik kan dan een zonnige omgeving creren met techniek. De bouw gaat daar

    kansen missen: anderen kunnen betere leefomgevingen neerzetten dan wij tot nu toe

    hebben laten zien.

    Techniek is niet meer uit ons leven weg te denken

    Robotmens helpt in de huishouding Nu nog richten domotica toepassingen zich op aspecten als venti-

    latie, verwarming en verlichting. Maar in toekomst kunnen wij heel

    andere technische toepassingen verwachten die ons leven makkelij-

    ker maken. Drie technische universiteiten in Delft, Twente en Eind-

    hoven hebben samen met Philips een 1,20 meter lange robot ontwik-

    keld, TUlip, die over 40 jaar bejaarden kan verplegen en ook in de

    huishouding zijn werk kan doen. Sinds 2008 werken alle partijen aan

    software zodat de robot kan lopen, denken en communiceren. Voor

    2020 zijn er robots beschikbaar die onder andere bier kunnen halen.

    Het productiedoel van de robot is vooralsnog niet commercieel. De

    prijs hangt af van hoeveel er geproduceerd kan worden. Voor een

    complexe robot die helpt in het huishouden moet vooralsnog wor-

    den gedacht aan de prijs van een auto, maar toekomstige massapro-

    ductie maakt ze veel goedkoper.

  • 2000

    3000

    4000

    5000

    6000

    7000

    8000

    2010200520001995199019851980197519701965196019551950

    0

    2000

    4000

    6000

    8000

    10000

    >5

    4

    3

    2

    1

    2035203020252020201520102,0

    2,5

    gemiddeldehuishoudengrootte

    7.3557.619 7.860

    8.061 8.196 8.260

    30

    erWIN VaN luN: In huizen krijgen we immens grote beeldschermen. Ramen worden

    displays die je met n touch kunt blinderen. En op die displays gaan we werken en

    winkelen. Zie je een leuke jas, dan kun je gelijk kijken hoe die jas je staat. Wil je een andere

    kleur, dan vraag je dat en krijg je een andere kleur. Het is zo kinderlijk eenvoudig dat ook

    bejaarden en babys het kunnen.

    Bouwen voor meer en kleinere huishoudensHet aantal huishoudens blijft in Nederland de komende jaren nog flink stijgen. Van

    circa 7,4 miljoen nu, tot 8,3 miljoen in het jaar 2035. De oorzaak is vooral te vinden in

    de groei van het aantal eenpersoonshuishoudens (met n jongere, maar steeds meer

    ook met n oudere). Goed nieuws voor de sector? Zeker. Zolang het aantal huishou-

    dens stijgt moet er ook gebouwd of verbouwd worden. Kleinere en oudere huishou-

    dens hebben wel andere behoeften. Het gaat om een ander type woningen dan we nu

    Aantal huishoudens in Nederland (x 1.000) en gemiddelde grootte (bron: cbs)

    Woningvoorraad ontwikkeling (x 1.000) (bron: cbs)

  • de bouwopgave van de toekomst

    31

    bouwen en aanpassingen in de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad zijn nodig.

    Daarbij moet zeker ook rekening gehouden worden met de bevolkingskrimp, die de

    vraag naar woningen op de langere termijn doet dalen. Flexibel bouwen dus.

    Minder nieuwbouwIn 1950 telde Nederland nog maar 2,2 miljoen woningen. De afgelopen 60 jaar heb-

    ben we aan deze voorraad 5 miljoen woningen toegevoegd. Gemiddeld zijn dat ruim

    83.000 woningen per jaar. Voor de komende jaren staat ons wat dat betreft heel wat

    anders te wachten.

    Wanneer we tot 2025 gemiddeld 50.000 nieuwe woningen per jaar aan de voorraad

    toevoegen, bouwen we meer dan de stijging van het aantal huishoudens. Na 2025 is

    het aantal benodigde nieuwe woningen nog veel kleiner. In de periode 2025 2035

    voegen we met 20.000 woningen per jaar voldoende toe om aan de stijging van het

    aantal huishoudens te voldoen.

    of toch niet?20.000 woningen per jaar is onvergelijkbaar met de volumes die we de afgelopen

    jaren haalden. De behoefte aan nieuwe woningen kan echter hoger komen te liggen.

    Allereerst is het mogelijk dat het aantal tweede huizen in Nederland (van Nederlan-

    ders en/of buitenlanders) stijgt. Veel belangrijker is echter dat veel bestaande wonin-

    gen worden gesloopt omdat ze niet meer voldoen aan onze huidige wensen en eisen,

    met name op het gebied van duurzaamheid en wooncomfort. De vraag is alleen waar

    de balans komt te liggen in sloop en nieuwbouw versus renovatie. Want we hebben

    andere eisen, maar wat is duurzamer, slopen en zeer duurzaam nieuw bouwen of

    duurzaam renoveren? En we willen natuurlijk ook ons cultureel erfgoed behouden.

    ruDy stroINk: Wat we nu hebben staan, daar moeten we het mee doen. Geen

    nieuwbouw meer, maar herontwikkeling. Veranderen en aanpassen van de bestaande

    voorraad vergt een compleet andere manier van denken en dat is nu meer dan ooit nodig.

    Er wordt nu in Nederland nog altijd gesproken van een woningtekort. Dit is echter

    meer een kwalitatief woningtekort dan een kwantitatief woningtekort. Er staan im-

    mers voldoende woningen te koop, deze voldoen echter niet aan de wensen of (vaak

    belangrijker) het budget van de woningzoekenden. Als we meer woningen bouwen om

    het kwalitatieve woningtekort te lijf te gaan, dan bestaat het risico dat er een (groter)

    overschot ontstaat in andere marktsegmenten, met grote economische gevolgen.

    De sector moet vooral zorgen dat nieuwe woningen worden gebouwd in die marktseg-

    menten en regios waar de spanning op de woningmarkt (gemeente-overschrijdend) het

    grootst is. Het type woningen dat we dan bouwen is niet per definitie het type waar de

    marges nu het beste zijn. Maar door voldoende waarde toe te voegen en het proces

    efficinter te organiseren wordt ook bij bijvoorbeeld kleine woningen een goede marge

    gerealiseerd.

  • 32

    RenovatieGemiddeld gaat een woning in Nederland 120 jaar mee, maar naar verwachting halen

    de meeste naoorlogse woningen dit niet eens. In 1948 stond vermeld in het Bouw-

    kundig Weekblad: Er is geen enkele reden om aan te nemen dat woningen en wijken

    die aan de gestelde eisen voldoen, in de komende honderd jaar hun bruikbaarheid

    verliezen... Niets blijkt nu minder waar. Binnen nog geen honderd jaar is de eco-

    nomische levensduur van de Nederlandse woningvoorraad van toen bijna verlopen.

    Renovatie is de komende jaren onvermijdelijk. Als er niets gebeurt, wordt het verhuren

    en verkopen van miljoenen bestaande woningen door de snel stijgende energielasten

    zeer moeilijk omdat bewoners de woonlasten niet meer kunnen en willen betalen. Het

    nieuwe Woningwaarderingsstelsel is de eerste stap.

    Wat Is Het WoNINgWaarDerINgsstelsel?Met het Woningwaarderingsstelsel (wws) wordt de kwaliteit van een huurwoning in

    punten uitgedrukt. Het wws wordt ook wel puntenstelsel of puntensysteem ge-

    noemd. Met behulp van dit puntenaantal wordt bepaald wat de maximale huurprijs

    van de woning mag zijn. Ook woonomgeving wordt daarin meegenomen. In het nieuwe

    Woningwaarderingsstelsel weegt de energiezuinigheid van een woning zwaarder mee

    dan tot nu toe. Een groener energielabel levert meer punten en daarmee hogere huren

    op. Verhuurders worden zo beloond voor energetische investeringen. De invoeringsda-

    tum was gepland op 1 juli 2010. Het voorstel liep vertraging op door de val van het kabi-

    net. Het nieuwe wws gaat nu pas een rol spelen bij de huuraanpassingen in 2011.

    JaCk De leeuW: Hoe de woning van 2025 eruit ziet? Kijk maar om je heen, dan weet

    je het. Meer dan 90% van de gebouwde omgeving van 2025 staat er nu al. De grootste

    uitdaging is dan ook het toekomstgericht maken van bestaande woningen.

    Renovatie van naoorlogse rijtjeswoningen Bij SlimRenoveren Schilrenovatie wordt de be-

    staande schil volledig vervangen door een goed

    isolerende schil, met een vrije keuze in de gevel-

    afwerking. Nieuwe daken en gevelelementen

    worden kant-en-klaar geplaatst, zodat de wo-

    ningen na renovatie een veel lager energiever-

    bruik hebben en zelfs energielabel A kunnen

    behalen. Dit levert de bewoner een lagere ener-

    gierekening en tegelijk meer wooncomfort op. In

    overleg met de woningcorporatie kan de bewo-

    ner ook kiezen voor uitbreiding van de woning

    over twee verdiepingen. Dankzij de vergaande

    prefabricage kunnen de bewoners tijdens de re-

    novatie thuis blijven en worden verhuisvergoe-

    dingen bespaard. (www.slimrenoveren.nl)

  • de bouwopgave van de toekomst

    33

    tom VaN Der Horst: In 2025 heeft renovatie een enorme professionaliseringsslag

    gemaakt. Dan lopen we met een scanner door een gebouw en weten we direct wat, waar

    en hoe kan. Om vervolgens de complete, nieuw benodigde gevel door een vrachtwagen te

    laten aanleveren om te worden ingehangen.

    Van bouwen in het weiland naar bouwen in de stadDe afgelopen jaren hebben we vooral in het weiland gebouwd. De afname van nieuw-

    bouw, de toename van renovatie en onderhoud en de toename van sloop/nieuwbouw

    in combinatie met de trek van mensen naar de stad, maakt dat bouwen in de toe-

    komst veel meer binnenstedelijk plaatsvindt. Dat wordt nog versterkt door het einde

    van de Vinex-locaties en de afname in grondposities bij ontwikkelaars. Andere zaken

    worden daardoor belangrijker. Binnenstedelijk bouwen vraagt veel meer van de com-

    municatie met omwonenden en bewoners. Het vraagt ook meer van de logistiek. Dat

    zijn uitdagingen waar de sector een passend antwoord op moet vinden.

    De eindgebruiker centraalDe eindgebruiker weet steeds beter wat hij wil en zegt dat ook. De tijd dat we wonin-

    gen bouwden voor bewoners die we nog niet kenden is voorbij. Voor de bouwsector

    wordt het nog belangrijker om rekening te houden met de wensen van de uiteindelijke

    eindgebruiker (zie hoofdstuk 5). Waar de seniore bewoner bijvoorbeeld waarde hecht

    aan goede sanitaire voorzieningen en zelfredzaamheid heeft de niet-seniore eindge-

    bruiker weer een heel ander wensenpakket. Aan die individuele wensen geven we in

    2025 veel meer invulling. En dankzij de techniek zonder meerkosten.

    Jos koNINkx: Het is van de gekke dat je nu als consument moet aanbetalen op grond

    en twee jaar later gratis 200 bouwfouten krijgt meegeleverd bij je huis. Mensen die een

    huis kopen willen dat huis zo snel mogelijk hebben. In 2025 bouwen we daarom casco op

    voorraad met een afwerking op maat. Onafhankelijke ontwikkelaars hebben we niet meer

    en de ontwikkelende bouwer gaat op voorraad bouwen.

    n blok stad Vijftig vooroorlogse panden ondergingen een grondige re-

    novatie. Fundering, gevels en het dak zijn vernieuwd, maar

    het karakter en de sfeer van de straten bleven behouden.

    De panden worden casco opgeleverd. Daardoor zijn de wo-

    ningen betaalbaar voor een grote groep en het betekent

    dat de koper het huis naar eigen inzicht en budget kan

    (laten) afbouwen. Er is tijdens dit project veel aandacht

    besteed aan communicatie. Zo is er, om bewoners te in-

    formeren, een modelwoning gebouwd en is al in een heel

    vroeg stadium een klantgerichte web-

    site gelanceerd. (www.eenblokstad.nl)

  • 34

    Woning krijgt meer functiesWe zijn steeds meer online en gaan ook

    steeds meer online doen. Door technologi-

    sche ontwikkelingen wordt het steeds mak-

    kelijker om (gedeeltelijk) thuis te werken, elke

    winkelketen heeft een webshop en om contact

    te houden zijn fysieke ontmoetingen niet per

    se meer nodig. De behoeften van waaruit de

    nieuwbouwwijk aan de rand van de stad is

    ontstaan vallen weg. Makkelijk woon-werk

    verkeer is minder relevant als je thuis werkt en

    fysiek winkelen wordt weer een gezellig uit-

    stapje in plaats van een rit naar de XL super-

    markt. Mensen zijn meer thuis en de woning

    krijgt daardoor meer functies.

    Werkplek aan huis Het aantal ZZPers en ook het aantal mensen dat (gedeeltelijk) thuis werkt neemt de komende jaren toe.

    De ontwerpers van de Hubbel spelen op deze ontwikkeling in met het ontwerp van een mobiele, multi-

    functionele unit, speciaal voor wie een extra kamer of professionele werkplek bij zijn eigen woning wil

    creren. Het voordeel van de Hubbel is dat er geen vergunning voor hoeft te worden aangevraagd. De

    Hubbel is een soort bouwpakket, waarbij allerlei mogelijkheden worden geboden voor een eigen inde-

    ling van ramen en deuren en een eigen keuze in materialen en kleuren. En dankzij uitklapbare meubelele-

    menten kan de Hubbel ook dienst doen als slaapkamer, speelruimte of gastenverblijf. (www.hubbels.eu)

  • de bouwopgave van de toekomst

    35

    Peter VaN rooy: De woning wordt steeds belangrijker, het middelpunt van ons

    leven. De plek waar we werken, winkelen en leven. In 2025 heeft iedere woning dan

    ook een kantoorkamer. Hooguit een kwart van de beroepsbevolking werkt dan nog in

    kantoorgebouwen.

    marCel BullINga: Het huis is in 2025 een gamezone waarin je kan werken en leren

    en kan overleggen met de rest van de wereld. De woning wordt een soort iPod, een

    interactief geheel, dat zo aantrekkelijk wordt om in te verblijven dat we er steeds meer tijd

    doorbrengen.

    1.3 De vraag naar utiliteitsbouw verandert

    De utiliteitsbouw is zeer divers. Ontwikkelingen die voor de kantorenbouw van belang

    zijn, zijn dat niet automatisch ook voor de bouw van ziekenhuizen of winkels. Toch

    kan een aantal algemene trends een goed beeld geven van de verwachtingen voor de

    toekomst.

    HaNs segers: Het duurt niet lang meer voordat de constructie een kleiner deel van

    het gebouw uitmaakt dan de installaties. Elektriciteit, klimaat, beveiliging, ICT. Het wordt

    steeds belangrijker en complexer. Het gehele gebouw wordt regelbaar en per werkplek zijn

    persoonlijke wensen invulbaar.

    De installatiecomponent neemt toeVroeger bouwden we een gebouw en zetten we er later de benodigde installaties in.

    Die aanpak schiet vandaag de dag tekort en is in de heel nabije toekomst simpelweg

    onbruikbaar. Want het aandeel van installaties in gebouwen neemt nog steeds toe. In

    een bepaald type gebouwen zoals bijvoorbeeld ziekenhuizen is de installatiecom-

    ponent zelfs groter dan de bouwcomponent. Welk van die twee ook groter is, dat bei-

    den zo sterk zijn vertegenwoordigd betekent dat er van begin af aan samenhang moet

    zijn. Dat betekent overigens niet dat ze ook vast met elkaar verbonden moeten zijn.

    Integendeel. Door snelle ontwikkelingen en een kortere economische levensduur van

    installaties is flexibiliteit heel belangrijk (zie paragraaf 4.1). Het betekent wel dat meer

    samenwerking nodig is tussen de verschillende betrokken partijen in een bouwproces.

    De toekomstig zeer hoge duurzaamheiddoelstellingen versterken dit.

    marCel eNgels: De installatiequote neemt al jaren toe door energiebesparing en

    comfort. Om dat op een goede manier te kunnen doen moet je daar vanaf het begin

    rekening mee houden.

    Het mengen van functiesWe nemen langzaam afscheid van het scheiden van functies. Voor wonen, werken,

    winkelen en recreren is lange tijd apart gebouwd, op eigen locaties en afgestemd op

    de behoeften voor die specifieke functies. Wonen, werken en recreren gaan echter

  • 36

    in de toekomst weer meer door elkaar lopen. Enerzijds dwingt het mobiliteitspro-

    bleem ons om naar andere oplossingen te zoeken. Anderzijds blijkt dat gebieden met

    gemengde functies een veel duurzamere waarde hebben. Bedrijventerreinen bijvoor-

    beeld, zijn s nachts vaak gruwelzones waardoor gebouwen daar voor niets anders

    kunnen worden gebruikt. Dat is bijzonder inflexibel. De oplossing is daarom te vinden

    in de herontdekking van een mix van gebouwfuncties, zoals dat nog steeds bestaat in

    de oude stadskernen.

    fraNk BIJDeNDIJk: Het voorbestemmen van gebouwen is volledig uit de tijd.

    Nabestemmen en ombouwen hebben de toekomst.

    Om gemixte bestemmingen mogelijk te maken, moeten gebouwen schoonheid uitstra-

    len en voor meerdere toepassingen bruikbaar zijn. Dat betekent ook dat de overheid

    zich moet terugtrekken en de burger meer vrijheid moet geven om te kunnen nabe-

    stemmen. Er moet tevens meer organische groei zijn. Geen grote gebieden ontwikke-

    len, maar winkel voor winkel (of straat voor straat) toevoegen, zoals dat vroeger ook

    in de steden gebeurde.

    Peter fraaNJe: In 2025 is meervoudig ruimtegebruik en multifunctioneel en flexibel

    bouwen vanzelfsprekend. Wonen, werken, zorg, recreatie, productie, waterberging en

    andere functies worden zoveel mogelijk gemengd. Daardoor wordt de hardware (gebouwen,

    infrastructuur) intensiever benut en neemt de reistijd van gebruikers af.

    Jos koNINkx: In 2025 zijn we in allerlei opzichten veel meer met elkaar verbonden. Er

    ontstaat daardoor een rijkere variatie aan functies in de gebouwde omgeving. Een paar

    jaar terug kon je in Nederland nergens bij de bakker of slijter zitten en wat eten en drinken.

    Dat zie je steeds meer. Mensen en functies blenden en zo ontstaat weer een levendige

    gebouwde omgeving.

    Solids the Floor is yours! Solids zijn gebouwen waar de huurder zelf bepaalt hoe

    groot de ruimte wordt, hoe deze wordt ingedeeld, maar

    bovenal, waar deze voor wordt gebruikt. Bijvoorbeeld als

    horecabestemming, als woonruimte of als winkel. Solids

    is een initiatief van Stadgenoot en de eerste gebouwen

    die volgens dit concept zijn gebouwd staan op IJburg en in

    Oud West. Meer Solids staan op de rol. Door samenwer-

    king met de gemeente is het bestemmingsplan voor deze

    gebouwen neutraal. (www.solids.nl)

  • de bouwopgave van de toekomst

    37

    Leegstand versus gronduitgifteOp de Nederlandse markt voor kantoor- en bedrijfs-

    ruimte is structurele leegstand een toenemend

    probleem. De laatste jaren zijn nieuwe gebouwen te

    gemakkelijk ontwikkeld en de overheid is, zonder te

    kijken naar de werkelijke toekomstige behoefte, grond

    voor nieuwbouwlocaties blijven uitgeven. Op korte

    termijn worden nieuwe bedrijventerreinen alleen nog

    onder bepaalde voorwaarden uitgegeven en ook het

    aantal nieuw te bouwen kantoren neemt sterk af. Voor

    de lange termijn ontwikkelt de overheid meer instru-

    menten om leegstand te voorkomen en bestrijden.

    tIe lIeBe: Het enige dat ontwikkelaars doen is bouwen, bouwen en bouwen. Het maakt

    niet uit wat, waarom en waar, als er maar gebouwd wordt. De vastgoedbranche verzaakt

    daarmee zijn verantwoordelijkheden en lijkt niet in staat om zaken goed te reguleren. Als

    dat zo doorgaat is de overheid genoodzaakt in te grijpen.

    Maatregelen van de overheid zijn nodig, maar gemeenten kampen met tegenstrijdige

    belangen. Aan de ene kant willen zij de leegstand zo veel mogelijk beperken. Aan de

    andere kant is gronduitgifte een belangrijke inkomstenbron en kan met nieuwbouw

    werkgelegenheid worden gecreerd. Ondanks de groeiende leegstand wordt daardoor

    nog steeds nieuwe grond uitgegeven. Dat komt ook doordat gemeenten vaak van de

    opbrengst van gronduitgiftes afhankelijk zijn om ontwikkelingen als sociale woning-

    bouw en sportfaciliteiten te financieren.

    Het probleem van leegstand is niet makkelijk op te lossen. Naast gemeenten kampen

    ook beleggers met tegenstrijdige belangen. Natuurlijk willen zij liever niet dat hun

    gebouwen leeg staan, maar ze hebben liever leegstand dan een lagere huurprijs. Als

    de huurprijs wordt verlaagd, moeten bij hertaxaties de hoger liggende huurbedragen

    namelijk worden afgewaardeerd. Dat is duurder dan leegstand. Een belemmering om

    over te gaan tot renovatie ligt vaak in een te hoge huurprijs ten opzichte van andere,

    concurrerende gebouwen. Dan blijven er in principe nog twee opties over. Herbestem-

    men of sloop. En daarbij speelt het bestemmingsplan een belangrijke rol. Herbestem-

    ming vraagt immers vaak om een wijziging van het bestemmingsplan en sloop is alleen

    aantrekkelijk als de grond van hoge waarde is. En dat laatste, dat ligt vaak weer aan

    de bestemming die op de grond zit en de omgevingsfactoren. Bovendien komt ook

    daarbij het risico van afwaardering van de boekwaarde weer om de hoek kijken.

    WIllem VerBaaN: De financierbaarheid van ruimtelijke inrichting is een grote uitdaging

    in de toekomst. We hebben een stelsel gemaakt dat alleen bestaat bij de gratie van groei.

    Er komt een moment waarbij we afstand doen van dit traditionele model. Dat betekent

    afboeken! Mensen moeten hun verlies nemen. Gemeenten, ontwikkelaars, maar ook de

    woningeigenaren.

  • 38

    BedrijventerreinenNederland telt ongeveer 3.600 bedrijventerreinen. Er wordt wel eens gezegd dat

    1.000 van deze bedrijventerreinen zijn verouderd. Anderen houden het op 18.000

    hectare. Hoe dan ook ligt hier een enorme opgave. Voor een deel heeft de leeg-

    stand te maken met de economische crisis waardoor bedrijven failliet zijn gegaan of

    genoodzaakt waren het bedrijf te verkopen of verschillende vestigingen samen te

    voegen. Een groot deel van de leegstand is echter structureel van aard en vraagt om

    stevig ingrijpen. Sloop of herbestemming is dan een logische stap, maar beiden kosten

    veel geld.

    KantorenIn 2010 hebben we circa 6,2 miljoen vierkante

    meter kantoorruimte te huur of te koop staan. Dat

    komt omgerekend neer op iets meer dan 13% van

    de totale voorraad. De vrees bestaat dat bij onge-

    wijzigd beleid een leegstandspercentage van rond

    de 25% ontstaat. Actie is nodig om de leegstand

    aan te pakken, want in de toekomst hebben we

    alleen nog maar minder kantoorruimte nodig. We

    werken steeds vaker thuis en steeds meer delen

    we onze eigen uren in (zie hoofdstuk 6). Door het

    zogenaamde Nieuwe Werken halveert het gemid-

    delde aantal vierkante meter per werknemer tot

    minder dan 10 m2 in 2025. Nieuwe manieren om

    door middel van renovatie bestaande kantoren en werkplekken opnieuw in te richten

    zijn in opkomst en zetten zich door. En daar waar mogelijk worden kantoorgebouwen

    getransformeerd tot bijvoorbeeld woningen. Bovendien neemt ook de overheid de

    eerste stappen om de bouw van nieuwe kantoren te beperken.

    Efficint kantoorgebruik in de praktijk Spaces verhuurt kantoorruimte aan bedrijven die daar hun eigen

    kantoor met hun eigen identiteit kunnen houden. Daarnaast voor-

    ziet Spaces in een ruim aanbod van werkplekken voor bijvoorbeeld

    freelancers. De Spaces Business Club, met multifunctionele meeting-

    rooms, biedt bijvoorbeeld ruimte voor vergaderingen en presentaties.

    Spaces biedt alles onder n dak om samen te komen, klanten te

    ontvangen, om te werken en om met anderen in contact te komen.

    Kantoorruimten, flexibele werk- en ontmoetingsplekken, parkeer-

    plaatsen, meetingrooms en eventruimte, maar ook een copycenter

    en een eigen caf voor lunches. Meet, Work & Connect is de

    gedachte. (www.officespaces.nl).

  • de bouwopgave van de toekomst

    39

    HuIzINga BestrIJDt leegstaND kaNtoreNDemissionair minister Tineke Huizinga van VROM heeft eind april 2010 maatregelen

    genomen om de leegstand van kantoren aan te pakken. Er mogen alleen nog nieuwe

    kantoren worden gebouwd als is aangetoond dat er geen alternatieven zijn binnen be-

    staande kantorenparken. Ook moeten leegstaande kantoren voor minimaal tien jaar

    een woonbestemming kunnen krijgen (dit was voorheen vijf jaar).

    fraNk VaN BloklaND: Echt duurzaam is het verduurzamen van bestaand vastgoed. De

    nieuwbouw van kantoren moet worden tegengegaan. Door herontwikkeling en sloop van

    leegstaande kantoren moet de leegstand worden aangepakt. De vraag naar kantoorruimte

    neemt af, los van de huidige recessie. Beleggers hebben de financile kracht hiervoor,

    maar dan moet wel een groot aantal partijen huurders, ontwikkelaars, eigenaren, Rijk,

    gemeenten en provincies samen de verantwoordelijkheid nemen om naar een duurzaam

    kantorenbeleid over te stappen.

    FlexibiliteitHoe dan ook dwingen de ontwikkelingen in de utiliteitsbouw ons om op een andere

    manier te kijken. Het is duidelijk dat oneindig doorbouwen negatieve gevolgen heeft

    zoals leegstand en verloedering. Bovendien heeft het economisch enorme impact

    doordat beleggers hun vastgoed niet meer kunnen verhuren of verkopen. Daarmee

    tasten we het vertrouwen in de branche (verder) aan. En van de oplossingen is

    flexibeler bouwen. Gebouwen die makkelijk van functie kunnen veranderen bieden (in

    ieder geval gedeeltelijk) uitkomst (zie hoofdstuk 4).

    Bouwen voor de zorgDe behoefte aan zorg stijgt, maar de manier waarop we die zorg hebben georgani-

    seerd verandert. De patint wordt steeds meer een klant en gaat zich ook als zodanig

    gedragen. (Private) partijen spelen hierop in door totaaloplossingen te bieden waarbij

    de service centraal staat. Met name voor grote ingrepen gaan we in de toekomst voor

    kwaliteit en niet voor dat ziekenhuis op de hoek.

    Kennis delen Dome160 is in 2009 ontstaan uit een middelgroot multidisciplinair tech-

    nisch installatiebedrijf en is opgericht als Coperatieve Vereniging om

    kennis te delen. De leden bestaan onder meer uit installateurs, leve-

    ranciers, zorginstellingen, woningcorporaties, adviseurs, kenniscentra

    en instellingen uit het onderwijs. Gezamenlijk vertalen deze partijen de

    behoefte van de zorg naar techniek, processen en organisatie. Een van

    de voorbeelden is de gezamenlijk ontwikkelde beeldtelefoon Touch. Dit

    is een eenvoudige en prijsaantrekkelijke oplossing voor gratis beeldte-

    lefonie via Skype voor de bewoners en zorgverleners in

    zorgcentra. (www.dome160.nl)

  • 40

    Zorg verschuift ook van genezen naar preventie. Als door goede sanitaire voorzienin-

    gen en het gebruik van domotica kan worden voorkomen dat senioren vallen en hun

    heup breken is dat vele malen goedkoper (en natuurlijk minder pijnlijk) dan de, in het

    andere geval, benodigde heupoperatie.

    geert DeWulf: In 2025 is de fysieke locatie van zorg minder relevant, het gaat om

    de keten. Kleinere gezondheidscentra die lokaal de zaken opvangen en wereldwijd de

    specialismen. Voor de vastgoedsector heeft dit drastische gevolgen.

    1.4 De infrastructuur verandert

    Het wegennet dat we in de zestiger en zeventiger jaren hebben aangelegd heeft er

    jarenlang grotendeels hetzelfde bijgelegen. En dat terwijl het aantal voertuigen van 0,7

    miljoen in 1960 naar 10 miljoen in 2009 is gestegen. Het is verbazingwekkend dat er pas

    sinds het begin van deze eeuw een structurele start is gemaakt met de aanpak ervan.

    Paul oortWIJN: Infrastructuur werd altijd gezien als iets dat overlast geeft. Maar we

    erkennen steeds meer dat economie zonder goede infrastructuur onmogelijk is. Hierdoor

    is een positievere houding ontstaan. Infrastructuur wordt meer als maatschappelijk goed

    gezien dan als een maatschappelijk kwaad.

    Hoewel we nu aan een flinke inhaalslag bezig zijn, blijven we in de toekomst zeker niet

    verbreden, uitbreiden en vernieuwen. Het totale wagenpark in Nederland neemt nog

    licht toe, maar de belasting op het wegennet doet dat niet. Dat heeft twee oorzaken.

    Aan de ene kant gaan we variabeler werken en daardoor meer verspreid over de dag de

    weg op. Bovendien werken we ook vaker vanuit huis. Aan de andere kant worden steeds

    meer functies teruggebracht naar de regio. Doordat de kosten per gereden kilometer

    duurder worden en duurzaamheidsaspecten belangrijker, neemt dit verder toe.

    Openbaar vervoer versus de autoNu nog is het gat tussen het openbaar vervoer en de auto groot. Mensen die een auto

    hebben reizen nauwelijks met de trein en mensen met een treinabonnement reizen

    nauwelijks met de auto. Door de financiering van die systemen te veranderen wordt

    dat meer in balans gebracht. Bijvoorbeeld door de variabele lasten van het autoge-

    bruik te verhogen, de vaste lasten te verlagen en het gebruik van het OV goedkoper

    te maken. Dan wordt het ook aantrekkelijker om de auto eens te laten staan en de

    trein te nemen. Leasemaatschappijen spelen hier nu al op in met een mobiliteitspas in

    plaats van een leaseauto, waarmee je ook gebruik kunt maken van het OV.

    marCo JuNgBeker: In 2039 heeft Nederland vijftig Go en Flowcentres, waar reizigers

    kunnen overstappen op tram, trein en deelauto. Het openbaar vervoer rijdt in de

    steden zonder dienstregeling en hoogfrequent. De reiziger bepaalt zijn vraag door een

    spraakgestuurde reisplanner, die is gentegreerd in de mobiliteitspas.

  • de bouwopgave van de toekomst

    41

    Elektrisch rijdenFossiele brandstoffen worden in de

    toekomst vreselijk duur en zijn daarna

    al heel snel zelfs niet meer verkrijgbaar.

    Duurzame energie uit alternatieve bron-

    nen daarentegen, komt steeds mak-

    kelijker beschikbaar. Daardoor wint het

    elektrisch rijden steeds meer terrein. Nu

    al zijn de eerste elektrische autos be-

    schikbaar, motoren en bromfietsen zijn

    al een paar jaar op de markt. Voor de

    infrastructuur heeft dit ook consequen-

    ties, zeker wanneer we voertuigen gaan

    opladen terwijl ze rijden (zie kader).

    elektrIsCHe autos IN 2025De Nederlandse overheid wil in 2025 1,3 miljoen elektrische autos op de weg hebben.

    Het Platform Elektrische Mobiliteit (PEM) denkt dat het er maar 400.000 zijn. Essent is

    optimistisch en gaat voor ruim 700.000 elektrische autos in 2020. Er is op elektroautos

    vooralsnog geen aanschafbelasting (BPM) en geen wegenbelasting verschuldigd. Op een

    kilowattuur, ter waarde van 20 eurocent, kan zes kilometer gereden worden. Ter verge-

    lijking: een liter diesel kost 1,40 euro en is goed voor zestien kilometer. In aanschaf gaan

    de elektrisch aangedreven voertuigen in de prijscategorie van kleine middenklassers

    vallen. Essent werkt met moederbedrijf RWE aan een internationaal netwerk van laad-

    palen dat opladen van elektrische autos in principe overal in Europa mogelijk maakt.

    Ook wordt er gewerkt aan een systeem dat het opladen eenvoudig maakt. Wanneer in

    een willekeurige laadpaal in Nederland de accu van een elektrische auto is opgeladen,

    krijgt de afnemer vanzelf de rekening thuis gestuurd.

    mobiliteitsleasing

    Mobiliteitsleasing Bij mobiliteitsleasing spreekt de werkgever met

    de werknemer een vast kilometrage af voor

    woon-werk verkeer en privkilometers en betaalt

    de werknemer voor iedere kilometer het kilome-

    ternormbedrag van de leaseauto (bijv 0,32/km).

    Voor iedere zakelijk te reizen kilometer keert de

    werkgever hetzelfde kilometernormbedrag uit.

    Het is echter aan de werknemer om te kiezen hoe

    hij reist. Indien hij zijn reisgedrag niet aanpast en

    alle ritten met de auto blijft maken, put hij zijn

    mobiliteitsbudget volledig uit. Maar als hij reist

    met een goedkoper alternatief voor de leaseau-

    to, geeft de werknemer minder uit aan een reis

    dan de werkgever vergoedt (het kilometernorm-

    bedrag). Zo krijgt de werknemer een financile

    stimulans om voor alternatief vervoer te kiezen.

    En dat is goed voor de werkgever (maatschap-

    pelijk verantwoord ondernemen, werknemerte-

    vredenheid), de werknemer (financile bonus),

    leasemaatschappijen (productvernieuwing) en

    overheden (betere bereikbaar-

    heid). (www.mobiliteitsleasing.com)

  • Primary Coil Secondary Coil

    Rectifier

    BatteryBattery Powersupply

    To rectifier onvehicle side Magnetic fluxMagnetic flux

    Secondary coil

    Primary coil

    AC power source/1AC power source/1 Power panelSupply power fromthe inverterV2 = M

    d/1

    dt

    42

    Stroom uit de snelweg Met behulp van inductie is het mogelijk

    elektrische autos op de laden terwijl ze

    over de snelweg rijden of voor een stop-

    licht staan. De techniek van stroom uit

    de straat biedt uiteraard enorme voor-

    delen, omdat elektrische autos een on-

    beperkte actieradius krijgen. Nu is de

    rijafstand nog beperkt tot maximaal

    200 kilometer. Diverse organisaties zijn

    bezig met de voorbereidingen om dit in

    Nederland te introduceren. Overigens is

    die techniek van inductie ook op andere

    gebieden in te zetten. Bijvoorbeeld een

    gangtafel die automatisch je telefoon of

    mp3 speler oplaadt.

    BeN sPIerINg: Installaties worden steeds belangrijker en de installatiesector speelt dan

    ook een steeds belangrijkere rol. Installaties zijn een echte performance killer. Dat geldt

    ook op de weg. Werkt de software niet, dan wordt het immers onveilig.

    Zelfsturende autosAutos worden elektrisch in de toekomst, maar ze worden dan ook nauwelijks nog

    bestuurd door mensen. Nu al kunnen autonoom aangedreven voertuigen navigeren

    in drukke stadsstraten zonder ongelukken te veroorzaken. Deze voertuigen zijn nog

    in de ontwikkelfase en voor de gewone burger praktisch onbetaalbaar. Maar dankzij

    de steun van overheden (die erbij gebaat zijn bijvoorbeeld het aantal verkeersdoden

    Automatische autos

    bron: www.nissan-global.com

  • 43

    Zelfsturende shuttlebus

  • 44

    terug te brengen) gaan ontwikkelingen snel. Bovendien zien we de beginselen van

    deze nieuwe technieken al terugkomen in autos die nu te koop zijn. Zoals systemen

    in koplampen die voorwerpen kunnen herkennen.

    In de toekomst kunnen we invoegen en achter elkaar rijden met wiskundige preci-

    sie, waardoor we optimaal gebruik maken van het beschikbare wegdek en het aantal

    ongelukken drastisch wordt verminderd. Verkeersborden en andere informatie langs

    de weg wordt afgeschaft. Alles wat je moet weten verschijnt op het display voor je

    neus. Boetes bij overtreding worden real time afgeschreven. En is het niet fantastisch

    dat deze auto straks precies weet waar parkeerplaatsen vrij zijn op het moment dat je

    arriveert?

    marCo JuNgBeker: Reistijden worden korter dankzij zelfsturende autos, die als een

    auto-trein dicht op elkaar rijden zonder de veiligheid in gevaar te brengen. De reistijd

    wordt effectiever en productiever gebruikt doordat je ook in de auto ander werk kunt doen.

    Van asfalt naar techniekOntwikkelingen als elektrisch rijden en

    zelfsturende autos moeten uiteraard

    wel gefaciliteerd worden. Dat betekent

    dat aanpassingen aan onze infrastruc-

    tuur noodzakelijk zijn. We krijgen min-

    der behoefte aan meters asfalt, maar

    we gaan het allemaal wel veel geavan-

    ceerder organiseren. De bedrijven die

    nu vooral leven van het aanleggen van

    meters asfalt staan voor de uitdaging

    om over een paar jaar compleet andere

    activiteiten te hebben ontwikkeld. Om-

    dat we het wegennet momenteel flink

    Nooit meer parkeerproblemen De speciaal ontwikkelde CityCar is klein, schoon,

    veilig en heel flexibel. Hij kan om zijn eigen as

    draaien en zijwaarts bochten maken. Omdat er

    geen aandrijflijn is, kan de CityCar gevouwen

    worden tot de helft van de lengte tot net onder

    de breedte van een traditionele parkeerplaats.

    Daardoor passen er drie CityCars in een tradi-

    tionele parkeerplaats. Mensen kunnen aan de

    voorkant van het voertuig eenvoudig en veilig

    in- en uitstappen op de stoep in plaats van op

    de straat. (cities.media.mit.edu)

  • uitbereiden is uiteraard meer onderhoudswerk nodig. Maar de toekomst ligt vooral bij

    de ontwikkeling van (de implementatie van) ingenieuze systemen.

    Paul oortWIJN: We gaan de komende jaren anders kijken naar vervoer. Innovaties

    zoals zelfsturende autos zijn dichtbij. Over een langere periode hebben we verschillende

    systemen naast elkaar. Dan mag je met je oldtimer alleen nog op B wegen rijden en zijn alle

    doorgaande routes geleide systemen

    de bouwopgave van de toekomst

    45

    Transport wordt flexibeler en geautomatiseerd

  • 47

    Deel II

    welke invloed heeft dat op de sector

  • 49

    2 Duurzaamheid benvloedt wat, hoe en waar we bouwen

    40% van de totale CO2 uitstoot

    komt uit de gebouwde omgeving. 35% van het afval op de afvalberg is afkomstig uit de bouw en de sector is verantwoordelijk voor 25% van het wegtransport. Willen we in Nederland werk maken van duurzaamheid, dan moeten we in onze sector beginnen. De omslag naar het gebruik van duurzame materialen en duurzame energie is al ingezet, maar hoe komen we tot die ingrijpende verandering die nodig is?

  • 50

    In 2025Is duurzaamheid geen luxe meer, maar noodzaak. De overheid dwingt ons met wet-

    en regelgeving om energiezuiniger en duurzamer te werken en leven, maar dat willen

    we ook. Want wat nu nog een positief onderscheidend vermogen is voor de voorlo-

    pers, wordt een negatief effect voor degenen die niet mee doen. Samenwerking, slim-

    me oplossingen en technologische innovaties maken ons steeds minder afhankelijk

    van fossiele brandstoffen als olie en gas. We bouwen duurzaam, renoveren duurzaam

    en we slopen duurzaam. De sector heeft de sprong gemaakt naar integrale gebieds-

    ontwikkeling. Energievoorziening, schoon water, groenbeheer, logistiek, service het

    wordt allemaal op gebiedsniveau geregeld. Hergebruik van materialen is vanzelfspre-

    kend. En met onze kennis van en ervaring met het leven met water staat Nederland

    internationaal op de kaart.

    CHINa Is koPloPer IN Duurzame eNergIeDe afgelopen jaren heeft China al veel records gebroken in investeringen in duurzame

    energie. Zo besteedden de Chinezen $34,6 miljard aan duurzame energietechnologie in

    2009. Ter vergelijking, voor de Verenigde Staten lag dat totaal op $18,6 miljard. Waar

    tot voor kort de Verenigde Staten, Spanje, Denemarken en Duitsland koplopers waren,

    produceert China sinds 2007 de meeste zonnecellen en sinds 2009 de meeste windturbi-

    nes. C.H. Tung, de politiek leider van Hong Kong gaf in de volgende woorden aan hoe hij

    de participatie van China in deze revolutie ziet: China was asleep during the Industrial

    Revolution. She was just waking during the Information Technology Revolution. She

    intends to participate fully in the Green Revolution. Need we say more?

    Peter fraaNJe: De bouw levert in 2025 per saldo energie. Duurzame energie wel te ver-

    staan. Zonnecellen op daken, boven (spoor)weg