Van Meerle tot Veerle najaar 2010

40
Van Meerle tot Veerle najaar 2010 halaarlijks magazine over verfrissend vormingswerk in de Kempen

description

de proefversie

Transcript of Van Meerle tot Veerle najaar 2010

Page 1: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

| 1

Van Meerle tot Veerlenajaar 2010halfjaarlijks magazine over verfrissend vormingswerk in de Kempen

Page 2: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

2 |

De banale constructieDe banale constructie is de val waarin je kan trappen als je een tekst schrijft: steek

al je zinnen in dezelfde stereotiepe volgorde van zinsdelen, en je lezer valt in slaap.

Niet met ons deze keer.

Al besteden we een flinke brok van dit magazine aan één thema: participatie.

Daar lokt de sirene al boven de klippen die ‘Bewoners’ of ‘Wijk & Buurt’ heten. Laat

het ook net een thema zijn waarrond we de laatste jaren op verschillende plekken

in de Kempen werkten met verschillende partners en invalshoeken.

Of het nu gaat om een sociaal-artistiek project voor mensen die hun woningen

noodgedwongen moeten verlaten of hun wijk helemaal kunnen restylen, om

mensen die samen hun voortuintjes opfrissen of voortaan goedkoper aan cultuur

kunnen doen. Vele invalshoeken die een ding gemeen hebben: mensen geven

samen vorm aan het plaatselijk samenleven.

Ingrijpend en vlakbij. Met zichtbare partners en concrete stappen.

Genoeg avontuur om de banaliteit te omzeilen.

Martine Coppieters

coördinator Vormingplus

vooraf

Inhoud

© B

Art V

AN D

er M

Oere

BAr

t VAN

Der

MOe

reN

cover: Speeltuin. Dessel. (Bart Van der Moeren)

Participatie

Interview: Filip De rynck over het belang van participatie 3

Interview: Jim Baeten over de dooddoeners bij participatie 7

De Braselwijk in Dessel: Bewoners inspireren architecten 11

turnhout: Gebiedsgerichte werking 15

Geel: Facelift voor Den Drijhoek 15

Wijk Diependaal, Herentals: een voortuinproject met bewoners 16

Steenweg op Beerse, Merkpslas: Buurtbank bezorgt buurt boost 20

onze projecten

Lekker en gezond koken 23

Kansarm en cultuur: Studenten ontwikkelen Balense vrijetijdspas 24

ecocyclo 27

Vrouwenkracht: tentoonstelling verwent vrijwilligers 28

Nieuwe Praatpunten 30

Over de muren 800 jaar Hoogstrten vieren met strafinrichtingen 31

vrijwilligers

Francis Deckx 35

Ann Daems 36

over de grens

De hele wereld in Genève 38

Colofon

Colofon 39

Page 3: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

| 3

PartiCiPatie

Filip De Rynck“De politieke zuilen hebben afgedaan”

i nte r v i e w r o e l S e l s | fo to’s An Ne l i s s e n

“De nood om burgers te betrekken bij het beleid

is nu groter dan ooit.”

Page 4: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

4 |

kemPen

GENT - Filip De Rynck is een autoriteit op het vlak van burgerparticipatie. Hij is hoogleraar Bestuurskunde aan de Hogeschool van Gent,

departement Handelswetenschappen en bestuurskunde. “In die hoedanigheid volg ik de

werking van de overheid op de voet”, zegt De Rynck. Participatie is zijn stokpaardje.

“Het belang van participatie mag je niet onderschatten,” opent Filip De Rynck het

gesprek. “Het is de manier om de representatieve democratie een nieuw elan te geven, het is

het ideale middel om de kloof tussen burgers en politiek te dichten, het is de belangrijkste

voorwaarde voor politici om vertrouwen te kunnen kweken bij hun achterban,... En zo kan ik nog wel even doorgaan.”

Dicht bij de deur

Is participatie voor alle politici even belangrijk? Of hebben alleen de lokale overheden er baat bij?Het is niet uitsluitend voor lokale overheden belangrijk. Maar voor lokale overheden is het wel veel gemakkelijker dan voor een Vlaamse of federale overheid om gebruik te maken van participatieve processen. Op organisatorisch vlak is het veel handiger om een wijkvergadering te beleggen dan iets gelijkaardigs op landelijk niveau te doen. Maar er is meer dan dat. Ook lokale thema’s lenen zich beter tot participatieve processen dan Vlaamse of landelijke items.

Participatie gaat immers over herkenbare dingen: de heraanleg van een kruispunt, de aanleg van een groenplantsoen, kleinschalige initiatieven op vlak van duurzaamheid, ... dat zijn allemaal zaken waarover je de mening kan vragen bij de rechtstreeks betrokkenen, de buurtbewoners dus. De burgerbetrokkenheid bij zulke zaken is erg groot. Het wordt veel moeilijker als je mensen wil gaan bevragen over, ik noem maar wat, het structuurplan Vlaanderen. Ze staan daar verder af, of dat gevoel hebben

Filip De Rynck: Onze lokale besturen krijgen veel te weinig geld en veel te weinig bevoegdheden.

FIlIP DE RyNck over PartiCiPatie

Page 5: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

| 5

ze toch. Bij zo’n onderwerp voelen burgers zich minder betrokken.

Dat werkt wel het idee in de hand dat de mening van burgers gevraagd wordt als het over kleine projectjes gaat, maar dat niemand iets gevraagd wordt als in Brussel de grote lijnen worden uitgetekend.Daar zit ons politieke systeem voor iets tussen. Onze lokale besturen krijgen veel te weinig geld en veel te weinig bevoegdheden. Het hoeft immers helemaal niet zo te zijn dat wat op gemeentelijk vlak wordt beslist kleiner of onbeduidender is dan wat op nationaal niveau wordt beslist.

Lokale besturen in België -de gemeenteraad en de provincieraad- krijgen maar 7% van het geld dat alle staatsbesturen van ons land samen ter beschikking hebben. Dat is echt heel weinig.

De macht van de gemeente

Hoe is die verhouding in andere landen?Je kan gerust stellen dat we op dat vlak bij de zwakke leerlingen van de klas zitten. De Scandinavische landen geven het goede voorbeeld. In Denemarken gaat 35% van het geld voor staatsbesturen naar lokale overheden. Je kan zelf ook rekenen: dat is zo maar even het vijfvoudige van wat onze lokale besturen krijgen.

Heeft dat ook gevolgen voor de burgerbetrokkenheid? Ik bedoel: de lokale overheden in Denemarken mogen dan veel geld en veel bevoegdheden hebben. Dat wil nog niet zeggen dat ze ook op vlak van participatie het goede voorbeeld geven.toch wel. De twee hangen heel nauw samen. Als bewoners van een gemeente weten dat hun gemeentelijke overheid veel macht heeft en veel beslissingsrecht bevordert dat automatisch de participatie. Burgers worden dan spontaan gemotiveerd om mee te denken en initiatieven te ontwikkelen.

Bij ons zie je vaak het omgekeerde. Hier wordt participatie op lokaal niveau vaak bemoeilijkt omdat er uiteindelijk voorstellen uit de bus komen waarvoor de gemeente niet bevoegd is en waarvoor uiteindelijk gewoon een handtekening van een minister in Brussel nodig is. Het is natuurlijk nefast om eerst aan inwoners te vragen wat hun wensen zijn en daarna te moeten zeggen: “We zullen jullie wensen overmaken aan de bevoegde overheid en dan weten we zelf ook niet hoe het verder zal aflopen.”

Participatie moet gaan over dingen die mensen rechtstreeks aanbelangen. Maar de lokale overheid moet dan ook voldoende bevoegdheden hebben om voorstellen te kunnen verwezenlijken. Dat is op dit moment lang niet altijd het geval in België. er is een decentralisatie van geld en macht

nodig naar de lokale besturen. Hoe voller de tank van een gemeentebestuur zit, hoe verder haar auto kan rijden.

iedereen wint bij participatie

Zijn het de sterke lokale besturen die participatieve processen durven invoeren of zijn het juist de zwakkere? Het verlenen van medebeslissingsrecht aan alle belanghebbenden kan immers ook een manier zijn om de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen. De dooddoener “Jullie hebben het zelf gewild” is snel bovengehaald.Alle partijen hebben belang bij participatie. Iedereen wint erbij omdat het een vicieuze cirkel is. Hoe sterker een lokaal bestuur is, hoe makkelijker zij haar burgers kan raadplegen. en hoe vaker de meningen van de inwoners gevraagd wordt, hoe groter de betrokkenheid van de burgers wordt. en hoe groter de betrokkenheid is, hoe beter de besluitvorming zal zijn. en hoe beter de besluitvorming is, hoe beter de politici zullen scoren bij de burgers. Zie je? Het houdt nooit op. Alles blijft op mekaar inwerken en mekaar verstevigen. Hoe sterker een lokaal bestuur, hoe meer kansen op een goed participatief beleid.

Maar ik wil ook even terugkomen op het tweede facet van je vraag. Je omschrijft “Jullie hebben het zelf gewild” als een dooddoener. Dat is niet correct, want voor een groot deel klópt het natuurlijk ook wel. Ook dat is een wezenlijk onderdeel van participatie. Belanghebbenden die de gelegenheid hebben gekregen om mee te belissen, moeten inderdaad de gevolgen kunnen dragen van de voorstellen die ze hebben gedaan of de beslissingen die ze hebben genomen. Participatie heeft ook te maken met het durven erkennen van verantwoordelijkheden.

Een goed participatieverhaal kan maar geschreven worden als ‘de ideale burger’ eraan deelneemt: iemand die goed geïnformeerd is, die verstandig is, die mondig is, die verantwoordelijkheden durft opnemen, die zin heeft voor initiatief ... Is dat niet wat te hoog gegrepen?‘De burger’ bestaat al niet, laat staan dat ‘de ideale burger’ zou bestaan. Iedere mens heeft zijn eigenheid en dat kan je nooit veralgemenen tot ‘de burger’. Feit is wel -dat zijn gewoon statistische gegevens- dat de maatschappij steeds ‘slimmer’ wordt. er komen elk jaar meer hooggeschoolden bij. De bevolking wordt elk jaar mondiger.

PartiCiPatie

Participatie moet gaan over dingen die mensen rechtstreeks

aanbelangen. Maar de lokale overheid moet

dan ook voldoende bevoegdhe-den hebben om voorstellen te

kunnen verwezenlijken.

Page 6: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

6 |

In elke buurt of wijk of organisatie zitten genoeg capabele mensen die de kar kunnen trekken. Natuurlijk heb je altijd leiders en volgers, mensen die meer initiatief nemen dan andere. Dat is normaal. Maar dat is absoluut geen reden om te denken dat participatie geen kans op slagen zou hebben.

Bovendien is het ook de taak van de overheid om ervoor te zorgen dat participatie kan slagen. Als bewoners niet goed genoeg geïnformeerd zijn over een dossier, of als ze apathisch zijn voor wat er op lokaal vlak gebeurt, dan is dat in de eerste plaats de schuld van de overheid zélf.

Toch komt er weinig initiatief van onderuit. Participatie is vooral een ‘top-downverhaal’. Een overheid werkt aan een dossier en op een bepaald ogenblik wordt daarbij de mening van de achterban gevraagd. Participatie vertrekt bijna altijd bij de beleidsmensen, zelden vanuit de basis. En als dat toch gebeurt, is het als een reactie op iets. Dan gaat het om een protestorganisatie. Tegen de komst van een voetbalstadion, een centrum voor illegalen of een brug over de stad.een angst of een bedreiging is inderdaad vaak de grootste reden voor mensen om zich te gaan verenigen en hun stem te laten horen. en op zich is dat wel jammer. Participatie moet altijd en overal mogelijk zijn, niet alleen als er ergens problemen opduiken. Ik heb ook nooit geroepen dat het participatieverhaal een hoera-verhaal is. er is altijd ruimte voor verbetering.

toch wil ik het niet afdoen als een top-downverhaal. er komen echt wel initiatieven en voorstellen van onderuit. Alleen komt het niet altijd zo over.

Meer lezen van Filip?Filip De rynck schreef mee aan het rapport ‘Burgerparticipatie in Vlaamse Steden - Naar een innoverend participatiebeleid’ . In alle steden zoekt men immers naar nieuwe participatiepraktijken die inspelen op veranderingen in de stedelijke samenleving. De volledige of de beknopte versie van dat rapport kan je downloaden op de site van Demos vzw, onderaan dit scherm: http://bit.ly/97ec1b

Het is niet omdat een politicus met een plan op de proppen komt, dat hij dat per se zelf verzonnen heeft, hé. Vaak is hem dat ingefluisterd door zijn achterban.

nood aan participatie groter dan ooit

Gemeentelijke overheden zijn gebonden aan een legislatuur van zes jaar. Zie jij dat niet als een belemmering voor een goed participatief beleid?Neen. Ik vind zes jaar eigenlijk zelfs een heel mooie periode. Zes jaar is zeker lang genoeg om zaken te verwezenlijken en anderzijds is het toch kort genoeg om alles concreet te houden en ervoor te zorgen dat de druk op de ketel blijft. Al zegt niemand natuurlijk dat moeilijke dossiers niet over meerdere legislaturen zouden kunnen lopen.

Daarnaast heb je nog de partijpolitiek die een goed participatief beleid bemoeilijkt. Politici worden verondersteld binnen de lijntjes te kleuren. De mening vragen van de achterban is pas gewenst als de politicus op voorhand weet dat de achterban hetzelfde denkt als de partij.Die stelling is helemaal achterhaald. enkele decennia geleden was wat je beweert nog een waarheid als een koe. Maar ondertussen leven we in een totaal andere politieke wereld. Mensen hebben haast geen partijkaarten meer. Burgers wisselen sneller van politieke voorkeur dan van ondergoed. De politicus die in deze tijd nog durft denken dat hij alles weet en dat al zijn kiezers voor hem hebben gekozen omdat hij net hetzelfde denkt als zij allemaal, maakt zichzelf wat wijs.

Mensen denken al lang niet meer in termen van de grote politieke stromingen. Vroeger was er geen gegronde reden nodig om voor een bepaalde politieke strekking te kiezen. Maar de tijd dat je socialist, liberaal of katholiek was omdat je dat nu eenmaal was en omdat je vader en je grootvader dat ook waren, is voorgoed voorbij. Die zuilen bestaan nog wel, maar ze werken niet meer. Ze hebben afgedaan. Juist daarom is de nood aan participatie, de nood om burgers te betrekken bij het beleid en om te weten wat de basis wil, nu groter dan ooit.

Filip De Rynck: Participatie moet altijd en overal

mogelijk zijn, niet alleen als er ergens problemen

opduiken.

FIlIP DE RyNck over PartiCiPatie

Page 7: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

| 7

kemPen©

BAr

t VAN

Der

MOe

reN

i nte r v i e w r o e l S e l s | fo to’s B a r t Va n d e r M o e re n

“Je buurvrouw helpen oversteken, is ook een vorm van participatie”

Jim Baetenzaakvoerster van tri.zone:

PartiCiPatie

Page 8: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

8 | © B

Art V

AN D

er M

Oere

N

WESTERlO - Jim Baeten is zaakvoerster van tri.zone, een bedrijfje dat verenigingen, organisaties en bedrijven helpt om dromen te verwezenlijken. Alles draait bij tri.zone rond de kernbegrippen dromen, durven en doen. Participatie speelt daarbij een zeer belangrijke rol: het is de rode draad die doorheen dat proces loopt. En dus ook door de carrière van Jim Baeten. “klopt,” beaamt ze volmondig. “Ik werk eigenlijk al heel mijn carrière rond en met participatie.”

een bedrijf dat helpt om dromen te verwezenlijken: het lijkt te gek voor woorden, maar dat is het niet. Dromen realiseren, heeft immers te maken met procedures die je kan volgen en middelen die je kan hanteren: het bepalen van een doel,

het durven loslaten van de bestaande denkpatronen, het aanvaarden van nieuwe ideeën, en uiteindelijk het samen-werken: nadenken, plannen, handelen, dragen, ... Heel dat proces heeft pas écht kans

op slagen als er een breed draagvlak voor is. Als iedereen die met het proces te maken heeft, zijn zeg heeft kunnen doen en inspraak heeft gehad. Dat is waar ‘participatie’ in het verhaal komt. Of zoals Jim Baeten het samenvat: “er is pas een draagvlak voor eender welk besluit als het van onderuit komt. een bedrijfsleider die op z’n eentje beslist waar hij met zijn bedrijf naartoe wil en hoe hij dat wil bereiken, zal bij zijn werknemers nooit dezelfde motivatie vinden dan de bedrijfsleider die zijn werknemers raadpleegt bij het opstellen en het verwezenlijken van de doelstellingen.”

“Ik heb nu het bedrijfsleven als voorbeeld aangehaald, maar net hetzelfde geldt voor verenigingen, organisaties en overheden. Ook zij zijn, om dezelfde reden, gebaat bij participatie.”

Die theorie klinkt heel mooi en ook heel aannemelijk. Maar ze vertrekt wel vanuit de veronderstelling dat de werknemers, burgers of leden die worden geraadpleegd voldoende kennis hebben, mondig zijn, creatief zijn, ....

Is dat in de praktijk wel het geval?“een van de dooddoeners om geen participatiebeleid te voeren, is: “Ik hoef mijn mensen niks te vragen, want ze weten toch niet waarover het gaat.” Maar dat is een drogreden. Je kan mensen niet om een mening vragen als je ze niet op voorhand voldoende hebt geïnformeerd. Met andere woorden: een bedrijfsleider, voorzitter of burgemeester die vindt dat zijn mensen geen kennis van zaken hebben, moet eerst eens bij zichzelf te rade gaan en zich afvragen hoe dat komt. Zorgen dat de basis kan meepraten, is iets dat je zelf in de hand hebt. Dat vergt natuurlijk wel enige inspanning. Want laten we wel wezen: participatie is geen eenvoudige zaak. Je mag er niet licht overheen gaan. een goeie participatieve vergadering die amper twee uur duurt, kan gemakkelijk twee weken voorbereiding vragen. er zijn immers een hoop zaken die je je op voorhand moet afvragen: wat wil je bereiken, welke vragen ga je stellen, hoe ga je ze stellen, hoe informeer je iedereen, hoe gaat de vergadering opgevolgd worden? Het welslagen van een participatiebeleid hangt af van al die zaken. Niets mag over het hoofd worden gezien. Als je bijvoorbeeld de informatie op een foute manier geeft en je slaat iedereen dood met een overvloed aan wetenschappelijke theorieën, is alles om zeep. Dan dreig je zelfs het tegenovergestelde effect te bereiken: een desinteresse. Als je de bewoners van een sociale woonwijk wil betrekken bij de besluitvorming over groenvoorzieningen in hun wijk, moet je niet met ingewikkelde rapporten afkomen. Je moet de taal van de mensen spreken.”

“Om terug te komen op je vraag: er zijn binnen een organisatie altijd mensen genoeg te vinden die mee kunnen brainstormen over het beleid. Ze moeten er alleen de kans toe krijgen. Dat kan alleen maar als je iedereen op de juiste manier de info geeft die hij nodig heeft.”

En toch zien we heel vaak dat bedrijven en organisaties net de omgekeerde redenering maken. Zelden worden oplossingen voor problemen intern gezocht. Meestal worden daarvoor externe bedrijfsrevisoren, denktanken of expertisebureaus aangesproken.“Dat is toch buitengewoon merkwaardig? Niemand kent een gemeente beter dan de mensen die er wonen. Niemand kent een bedrijf beter dan de mensen die er werken. De meeste en de beste ervaringsdeskundigen zitten bijna per definitie gebundeld in de organisatie zelf. en toch wordt vaak de hulp van buitenstaanders gevraagd om visies uit te stippelen of problemen op te lossen. Beleidsverantwoordelijken raadplegen nog liever dure externe expertisebureaus dan

Beleidsverantwoordelijken raadplegen nog liever dure externe expertisebureaus dan

dat ze de mening vragen van alle ervarings-deskundigen die in hun gemeente wonen.

Ik begrijp dat niet.”

JIM BAETEN over PartiCiPatie

Page 9: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

| 9

dat ze -volledig gratis bovendien- de mening vragen van alle ervaringsdeskundigen die in hun bedrijf werken of in hun gemeente wonen. Ik begrijp dat niet.”

Wordt het begrip ‘participatie’ niet vaak misbruikt? Een burger de kans geven om tijdens een vragenkwartiertje na afloop van de gemeenteraad zijn vinger op te steken en een vraag te stellen, wordt onder het mom van ‘iedereen heeft zijn zeg kunnen doen’ ook beschouwd als inspraak of participatie.“Participatie is een heel breed begrip. Samen-leven en mekaar helpen, is ook een vorm van participatie. De buurvrouw de straat helpen oversteken, is participatie. Ik maak confituur voor de hele straat en een buurtbewoner met een groentetuin voorziet anderen van verse groenten.

en zo helpen we mekaar. We komen bij mekaar over de vloer, terwijl we mekaar anders één keer per week in de Colruyt zouden tegenkomen. Dat valt allemaal onder de noemer participatie.”

“Ik zou dus het woord ‘misbruik’ niet te snel in de mond nemen. Vergeet niet dat een gemeentebestuur niet verplicht is om een vragenkwartiertje te organiseren. Dat ze het toch doen, toont al enige goedwil. Maar het dient natuurlijk te worden gezegd dat er verschillende niveaus van inspraak en participatie zijn. er is niks mis met het organiseren van een bijeenkomst om mensen te informeren over een heraanleg van een kruispunt. Informeren maakt trouwens ook deel uit van het participatieproces. Maar het is wel een ander en dieper niveau om mensen op voorhand te bevragen: hoe zouden zij het kruispunt heraanleggen; wat zijn hun wensen?”

Het moment waarop beleidsverantwoordelijken inspraak verlenen of het participatieproces in gang zetten, is belangrijk. Veel beleidsverantwoordelijken bepalen eerst zelf het beleid en verlenen de basis nadien inspraak over de punten en de komma’s. Om bij het voorbeeld van daarnet te blijven: het schepencollege bepaalt of een

kruispunt wordt heraangelegd en de buurtbewoners mogen nadien de kleur van het fietspad kiezen.“De hoogste vorm van participatie bereik je door de basis al van bij het begin te betrekken: bij het uitstippelen van het beleid zelf en dus niet alleen bij het invullen van een beleid dat al uitgestippeld is. Ideaal is het als burgers of personeelsleden mee de agenda mogen bepalen en mee een langetermijnvisie mogen opstellen. Nogal wat beleidsverantwoordelijken zijn daar bang voor. Ze vrezen dat de mensen een berg voorstellen of wensen zullen lanceren die niet realiseerbaar zijn. Maar ook over de haalbaarheid van de plannen kun je openlijk praten.”

PartiCiPatie

Jim Baeten: Waarom organiseert een gemeente niet af en toe een grootschalig event met alle inwoners om in overleg een visie op lange termijn te ontwikkelen?

Page 10: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

1 0 |

Participatie onder de knieeind vorig jaar ging Netwerk Participatie van start. Dat netwerk wil in Vlaanderen en in Nederland

de kwaliteit van participatieve projecten verhogen. In het voorjaar ging zo het leertraject Participatiekunde van start: een zesdaagse opleiding over het opzetten, vormgeven en

begeleiden van participatieve processen. Door een mix van nieuwe inhoud en eigen leerervaringen, leer je er snel en praktijkgericht. Jim Baeten is één van de coaches. Christa volgt er voor Vormingplus Kempen die opleiding.

www.netwerkparticipatie.be

i nte r v i e w Pi e te r M e i re l e i re | fo to’s M a rc Ve r vo o r t

“Waarom organiseert een gemeente-bestuur niet af en toe een grootschalig event, waarop alle inwoners uitgenodigd worden en waarop in overleg een visie op lange termijn wordt ontwikkeld: waar willen we de komende twintig jaar naartoe met onze gemeente, wat willen we bereiken, welke zijn de prioriteiten en vooral ook: wie kan wat doen? Wat kunnen we zelf doen om onze doelstellingen te verwezenlijken? Ik ben er van overtuigd dat zo’n event de gemeente een nooit geziene boost zou geven op vlak van motivatie, betrokkenheid, solidariteit, creativiteit, ...”

De reden waarom dit niet gebeurt, is dat er om de zes jaar verkiezingen zijn. Je kan moeilijk een toekomstvisie voor de komende twintig jaar ontwikkelen als je maar een mandaat hebt dat zes jaar loopt.“Niet akkoord. Het is perfect mogelijk om verder vooruit te plannen dan één legislatuur. Daar zijn voorbeelden van. In Gent heeft men in 2000 een plan opgesteld waarin duidelijk is omschreven waar men tegen 2020 wil staan en welke koers men wil varen. Dat plan overkoepelt dus vier legislaturen. Okee, het plan is niet op een participatieve manier tot stand gekomen. Op dat vlak had het beter gekund. Maar feit blijft: de relatief korte duur van een legislatuur hoeft niet in de weg te staan dat er visies op lange termijn kunnen worden uitgestippeld. Gent bewijst dat. Na tien jaar is dat beleidsplan nog altijd overeind gebleven.”

“Ook in het bedrijfsleven is dat mogelijk. Ik heb een bedrijf ooit een tienjarenplan helpen opstellen op basis van participatie. De CeO was iemand die rotsvast geloofde in het bouwen aan een toekomst op lange termijn én in het participatieprincipe. Hij ging ervan uit dat alle expertise die hij nodig had aanwezig was in zijn bedrijf. Hij beschouwde zijn werknemers dus als experts. en dan sta je sterk. echte participatie is pas mogelijk als er wederzijds vertrouwen is. Als burgers of werknemers het gevoel hebben dat hun mening maar pro forma wordt gevraagd en dat er voor de rest geen rekening mee wordt gehouden, is het gedoemd te mislukken.”

Tot slot: duidt de nood aan participatie in onze maatschappij niet op het falen van onze politieke structuren? Onze politici worden immers verkozen door het volk en het is hun taak om het volk te vertegenwoordigen. Als ze dat goed zouden doen, zou participatie overbodig zijn.“Dat is een beetje te kort door de bocht. Zet tien mensen op een rij: allemaal mannen, die allemaal in dezelfde straat wonen, blank en welgesteld zijn en dezelfde leeftijd hebben: dan nog zal je constateren dat ze, ondanks het feit dat ze dezelfde achtergrond hebben, heel verschillende wensen en ideeën hebben. Wij gaan er te gemakkelijk vanuit dat wie door ons verkozen is, hetzelfde denkt als wij. Dat is niet zo. en dat heeft niet eens te maken met het falen van de politiek. een politicus

Meer over Jim?www.trizone.bewww.netwerkparticipatie.be

kan wel het vertrouwen gekregen hebben van duizenden kiezers, maar hij kan de meningen van al die kiezers onmogelijk vertegenwoordigen, want daarvoor is de diversiteit veel te groot. een participatief beleid voeren is het ideale middel om de kloof te dichten die er zelfs in een representatieve democratie bestaat tussen de verkozenen en hun kiezers.”

Page 11: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

| 1 1

De bewoners van de sociale woonwijk Brasel in Dessel nauw betrekken bij de heraanleg van hun wijk: dat was de opdracht die Vormingplus kempen in het voorjaar van de sociale huisvestingsmaatschappij De Ark voorgeschoteld kreeg. Onder impuls van educatief medewerkster kristel Vanhulle begon de buurt gelijk te dromen over hoe dé ideale woonwijk er dan wel moet uitzien.

Brasel is een woonwijk die dateert van de jaren ’70 uit de vorige eeuw. Hoewel de buurt vrij dicht bij het centrum van Dessel gelegen is, lijkt ze toch wat geïsoleerd. Dat komt omdat de straten van de rest van het centrum zijn afgescheiden door een bos. Vroeger was Brasel dan ook een echte wooncommune naar Scandinavisch model. De buurt ligt er vandaag de dag nog altijd bij zoals in de beginjaren, al kwamen er ondertussen talrijke koterijen achteraan de tuintjes bij.

Bewoners inspireren architecten

Dessel

i nte r v i e w Pi e te r M e i re l e i re | fo to’s M a rc Ve r vo o r t

Als ervaringsdeskundigen kunnen bewoners best de ontwerpers op ideeën brengen

PartiCiPatie

Page 12: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

1 2 |

Het geheel geeft dan ook een vrij troosteloze aanblik. tot die conclusie kwamen ook het gemeentebestuur en OCMW van Dessel en huisvestingsmaatschappij De Ark (de fusiemaatschappij van wat vroeger de turnhoutse Maatschappij voor de Huisvesting en de Gewestelijke Maatschappij voor de Kleine Landeigendom was). De sociale woonwijk – de buurt wordt vooral bewoond door mensen met een laag inkomen – kan een fikse opknapbeurt dan ook goed gebruiken.

Het aanvankelijke plan om enkel wat kleinschalige en los van elkaar staande renovaties uit te voeren, werd al vlug naar de prullenbak verwezen.

Het besef groeide dat wat Brasel écht nodig had, een allesomvattend project was, waarin zowel de openbare ruimte als de woningen werden betrokken. “Dessel wilde het grondig aanpakken en de buurt een heel nieuw elan geven”, legt educatief medewerkster Kristel Vanhulle van Vormingplus Kempen uit. “Maar de buurtbewoners moesten bij dat totaalproject van zeer nabij betrokken worden. Om die samenwerking met de buurt te realiseren, kwamen de verschillende instanties bij ons aankloppen. Zulke inspraakprojecten kunnen wij bij Vormingplus alleen maar toejuichen, uiteraard.”

Dromen bewoners als blauwdrukVormingplus Kempen kwam vervolgens met het participatieproject ‘Brasel inspireert’ op de proppen. “Wij laten de bewoners dromen over hoe de wijk er idealiter moet gaan uitzien en hopen dat die dromen inspirerend werken voor de architecten, die daarna aan het werk gaan. Daar komt het concept in het kort op neer”, vat Kristel mooi samen. “Vandaar ook de naam ‘Brasel inspireert’. Als ervaringsdeskundigen zijn de bewoners de beste keuze om de ontwerpers op ideeën te brengen.”

eerst werden de bewoners aangeschreven met de vraag deel te nemen aan het project. Bij de eerste sessie kwamen een tiental nieuwsgierigen opdagen. “Dat is geen massale opkomst voor een wijk van ongeveer 250 mensen, maar het project ligt dan ook niet voor de hand”, weet Kristel. “Het gaat om een langetermijnvisie die we met hen willen ontwikkelen. Dat duidelijk maken, vraagt tijd voor de mensen. We lieten hen eerst in een ongedwongen sfeer nadenken over wat er beter kan in de buurt. Daar kwamen zeer uiteenlopende dingen uit voort. Gaande van de straatstenen die in slechte staat zijn tot het ontbreken van een speelpleintje. We letten er daarbij in de eerste plaats op dat het niet alleen een opsomming was van alle negatieve punten. Uiteraard heeft de buurt haar tekortkomingen, maar wij wilden de mensen toch duidelijk maken dat ze constructief te werk moesten gaan.”

In totaal kwamen de bewoners drie keer samen verspreid over een aantal maanden. Daarbij werden ze telkens begeleid door medewerkers van

Page 13: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

| 1 3

Kristel Vanhulle: We hoorden zeer boeiende wensen waar de architecten zeker mee aan de slag kunnen

Vormingplus, het OCMW en de sociale huisvestingsmaatschappij. “Naarmate de sessies vorderden, kwam er steeds meer volk op af. tijdens de laatste bijeenkomst namen uiteindelijk een dertigtal buurtbewoners deel. Blijkbaar boeide het project toch wel veel mensen.”

Bewoners houden van groentijdens de bijeenkomsten mochten de bewoners luidop dromen over hoe hun wijk er zou moeten uitzien. “Wij hadden heel wat onrealistische dingen verwacht, zoals een zwembad in de wijk bijvoorbeeld. Maar de bewoners beseften blijkbaar heel goed wat haalbaar is en wat niet”, zegt Kristel. “Zo hebben we een aantal zeer boeiende wensen gehoord waar de architecten zeker mee aan de slag kunnen. Het werd snel duidelijk dat groen erg belangrijk is voor de bewoners van Brasel. een mooi pleintje met een stel banken om te rusten, kwam bijna op ieders verlanglijstje terug. een sport- en speelterrein is ook iets dat vaak terugkwam. Heel mooi daarbij is dat de bewoners onmiddellijk voorstelden om het pleintje zowel voor jongeren als voor ouderen te gebruiken. Voor de allerkleinsten zouden er een aantal speeltuigen moeten worden voorzien, voor de tieners dachten de bewoners aan een skateramp of iets dergelijks en voor de ouderen zou een petanqueplein niet misstaan. Verschillende Braselbewoners stelden ook voor om enkele woningen vlot toegankelijk te maken voor rolstoelgebruikers. Ook de straat zou zo moeten worden aangelegd dat mindermobielen er gemakkelijk kunnen manoeuvreren, vinden ze.

Dat zijn zeer mooie en bovendien ook haalbare voorstellen waar de architecten zeker iets aan hebben.”

Alle ideeën, dromen en wensen werden verzameld en bezorgd bij de architecten. “Héél belangrijk daarbij is dat de bewoners van nabij betrokken blijven bij het hele project. Dit is een renovatie van een erg grote omvang. De realisatie wordt waarschijnlijk gespreid over een tiental jaar. toch willen wij erop toezien dat er wel degelijk rekening wordt gehouden met de ideeën van de bewoners.”

ontwerpers aan het werkeind juni kwam een afvaardiging van de Braselbewoners samen met de ontwerpers die het project concreet zullen vormgeven. “Bij die eerste ontmoeting met de architecten legden de bewoners zelf hun voornaamste bekommernissen voor”, zegt Kristel. “Omdat de meeste buurtbewoners van Brasel niet gewend zijn om zulke presentaties te geven, hebben we hen daarin de voorbije weken begeleid. We hielden het wel zo informeel mogelijk. Geen schoolse toestanden dus, maar rustig en in alle vrijheid.”

Na die eerste bijeenkomst kunnen de ontwerpers aan het werk. “Het is de bedoeling dat zij een meerjarenplan uittekenen voor de wijk, waarin ze hopelijk zoveel mogelijk noden en wensen van de bewoners zelf kunnen implementeren. Dat alles moet uiteraard passen binnen het financiële plaatje. Wij, en ook de bewoners, beseffen dus maar al te goed dat niet alles zal zijn zoals zij het hebben voorgesteld.”

Na de zomervakantie volgt dan een tweede terugkoppelmoment waarbij de architecten nogmaals gaan samenzitten met de buurtbewoners. “De betrokkenheid van de bewoners is van cruciaal belang. Het uitgangspunt van het project is dan ook: wie beter dan de bewoners zelf weten wat er beter kan in de wijk?

Vormingplus vindt het belangrijk dat daar op wordt toegezien.”

PartiCiPatie

Page 14: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

1 4 |

De 112 appartementen in de vier torens van Den Drijhoek voldoen niet meer qua wooncomfort. De huidige blokken van de Geelse huisvestingsmaatschappij worden afgebroken en er komen nieuwe ‘urban villa’s’ in de plaats. Het ontwerp van het architectenbureau is verrassend.

Voor veel bewoners van Den Drijhoek betekent dat niet alleen uitkijken naar iets nieuws, maar ook afscheid nemen van hun vertrouwde stekje. De geplande afbraak is hoe dan ook een emotionele gebeurtenis.

Cultuurcentrum de Werft, de Geelse huisvestingsmaatschappij, Vormingplus Kempen en Dienst Samenlevingsopbouw stad Geel startten het proces van afscheid nemen via een sociaal-artistiek project met drie choreografen.

Facelift voor Den Drijhoek

Geel

Wijkgevoel versterkenOm die betrokkenheid bij de bewoners in de verf te zetten, werd een speciale kalender gemaakt die alle bewoners hebben gekregen. “een dertigtal mensen kwamen naar de bijeenkomsten, maar natuurlijk wilden we heel de wijk – zo’n 250 mensen – op de hoogte houden van het project”, legt Kristel uit. “De kalender geeft een overzicht van wat er nog te gebeuren staat. Bijvoorbeeld wanneer de volgende bijeenkomst plaatsvindt. De mensen doen inzien waar het project uiteindelijk om draait, is dan ook erg belangrijk. Ze moeten de achterliggende filosofie begrijpen.”

“Maar met de kalender wilden we ook het groepsgevoel binnen de wijk versterken. Daarom zijn we bij de verschillende bewoners gaan aankloppen om foto’s van vroeger en nu van de wijk te verzamelen. Die beelden fleuren het geheel op. Voor

de bewoners is het een leuke manier om zich betrokken te voelen bij het project.”

De kalender bevat ook een aantal feestdagen uit vreemde culturen. “Daarmee trachten we in te spelen op het multiculturele aspect van de wijk. Door naast Kerstmis ook het Chinese Nieuwjaar, het Offerfeest of joodse Jom Kippoer te vermelden, brengen we de verschillende culturen binnen de wijk hopelijk wat dichter bij elkaar.”

Zoals gezegd, is het project ‘Brasel inspireert’ een werk van lange adem. Maar dankzij de deskundigheid van Vormingplus Kempen is het alvast goed ingezet.

DESSEl BeWoners insPireren arChiteCten VerVOLG

Partners Lore (OCMW Dessel), Dien (De Ark), Leen en Kristel (Vormingplus)

Page 15: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

| 1 5

De stad turnhout wil meer gebiedsgericht werken: ze wil meer aanwezig zijn in de wijk, bewoners activeren en betrekken bij het stadsbeleid en de werking van de verschil-lende stadsdiensten stroomlijnen op maat van de wijk.

In 2006 startte de stad met een eerste stadsdeel, Schorvoort. Vormingplus Kempen begeleidde het participatieproces. Om de buurtbewoners warm te maken om mee te werken aan een leefbare wijk, trokken de dienst communicatie en Vormingplus naar Griffelkermis, het jaarlijkse feest in Schorvoort.

Nadien volgden drie ‘Doe-mee-avonden’. Daarop zetten de buurtbewoners de kansen en de problemen van de wijk op een rij. Met de top vijf daaruit gingen ze aan de slag: fiets- en voetpaden, zwerfvuil, sluikstort en hondenpoep, verkeersveiligheid, de voetgangerstunnel, onderhoud en beplanting. elk thema werd door een aantal buurtbewoners onder de loep genomen. Zo ontstonden er projectfiches met concrete voorstellen. Daarna gingen de bewoners in gesprek met de stadsdiensten.

Zichtbare planningOp de laatste buurtavond stelde het college haar beleidsplanning voor. Op elk item werd een timing geplakt. Die planning komt op panelen in de wijk. Gebiedsgerichte werking is zeker niet alleen een zaak van het stadsbestuur. Ook bewoners kunnen problemen oplossen: door hun snelheid te beperken bijvoorbeeld, of te parkeren op de voorziene plekken, of door hun honden niet op de stoep te laten poepen ...

Dit vond een bewoonster“Ik vond het leuk om aanwezig te zijn. De stad legde uit welke stappen ze onderneemt als ze een project opstart en opvolgt. Ze moet rekening houden met veel factoren, zoals de wetgeving, geld, de standpunten van de bewoners, enz. Soms verliep het gesprek erg geanimeerd. Dat is goed, zolang iedereen respect heeft voor elkaar. Het is goed dat dan de leiding van zo’n vergadering genomen wordt door ‘een buitenstaander’.”

TurnhoutDe stad in de wijkGebiedsgerichte werking

Facelift voor Den DrijhoekChoreografen maken het verhaal van de wijkBlauwe Plekken is een project van Stof vzw dat drie choreografen samenbrengt rond de thema’s stedenbouw en architectuur. Ze ontwikkelen een eigen, nieuwe manier van stadsonderzoek, waarbij ze op zoek gaan naar gevoelige plekken. Door hun kunsten laten ze deze plekken hun verhaal vertellen om zo het verhaal van de stad te vertellen. Die plekken noemen ze ‘Blauwe Plekken’.

Lu Marivoet, Wim Mertens en eric raeves werken zo aan de leefbaarheid van de stad. Ze reageren tegen het veronachtzamen van plekken en willen mensen wakker schudden, blikken openen, beroeren en ontvankelijk maken. Ze proberen mensen te raken en daarmee iets te laten doen.

PartiCiPatie

Page 16: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

1 6 |

De voortuintjes in de Herentalse sociale woonwijk Diependaal zagen er nog nooit zo netjes uit. Vormingplus kempen organiseerde er samen met Buurtcontactpunt De klink, Natuurpunt, sociale woonmaatschappij Eigen Haard en de Stad Herentals een project om de voortuintjes op te frissen.

De voortuintjes van Diependaal

De voortuin als kapstok“Het idee ontstond door een vraag van de sociale huisvestings-maatschappij eigen Haard”, vertelt Pol Goris van buurtcontactpunt de Klink in Herentals. “eigen Haard wilde haar huurders aanporren om hun voortuintje te verzorgen. Daarvoor zouden ze een brief schrijven aan de bewoners. toen ik dat hoorde, dacht ik: daar kan je meer mee doen dan een brief schrijven. Laat ons er een project van maken waarbij de bewoners samen aan die tuin bezig zijn. Laat ons de

voortuin als kapstok gebruiken om rond ontmoeting en vorming te werken. We polsten wat bewoners en maakten zelf plannen. Zo zijn we vertrokken.”

op zoek naar vrijwilligersOm te starten, zocht buurtwerker Pol een aantal vrijwilligers in de wijk die het project mee zouden dragen. “De eerste vrijwilliger kwam op mijn bureau aan en zei: ‘geef me iets te doen of ik word zot’. Ik stelde haar het project voor. Dat interesseerde haar wel. Met haar ben ik door de wijk gewandeld. We keken wat rond om te zien wie er

Janna Janssens begeleidde dit project voor Vormingplus

Page 17: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

| 1 7

De voortuintjes van Diependaaleen verzorgde voortuin had. Daar belden we telkens aan. Zo hebben we een aantal mensen bijeengebracht.”

Zij werden de vrijwilligers van het project: ze verspreidden de folders en dienden als aanspreekpunt in de buurt. begeleidde het project.

ecologisch aspect belangrijkUiteindelijk organiseerde Vormingplus in maart vier gratis vormingen in het buurthuis rond ecologisch tuinieren. “Die cursussen werden gegeven door VeLt”, vertelt Janna Janssens van Vormingplus Kempen. “Voor mij was dat ecologisch aspect wel belangrijk.”

Voor Pol was dat aspect minder van tel. “Het was geen must, al vind ik het gebruik van streekeigen planten belangrijk. een onderhoudsvriendelijke tuin moet bijna ecologisch zijn omdat het beestjes aantrekt die hier wonen. Daarnaast wilden we geen pesticiden gebruiken omdat je in een woonwijk zit. Automatisch kom je dan bij een ecologische tuin terecht. en daar hebben we geen negatieve reacties op gekregen.”

In de eerste vorming leerde je de basisprincipes van een ecologische tuin. De bewoners leerden er welk type grond Diependaal heeft en welke planten of bloemen je daarop kan zetten. De tweede vorming ging over geveltuintjes. Daar kwamen de bloembakken aan bod en de misverstanden en voorwaarden voor gevelgroen. De week daarop ging het over ongedierte en eind maart kon je samen met de lesgevers een plan opmaken voor je eigen voortuin. “Het woord ‘vorming’ hebben zo weinig mogelijk in de mond genomen, omdat het mensen soms afschrikt. De mensen hoefden ook niet alle sessies te volgen. Ze konden zelf kiezen.”

Goedkoop plantgoedOp die avonden konden ze ook planten bestellen. Via een tuincentrum en dankzij subsidies konden we met het project planten aanbieden aan vijftig tot zeventig procent van de winkelprijs.

“Dat was ook heel belangrijk omdat het project in Diependaal plaatsvindt. De mensen zijn hier minder kapitaalkrachtig”, gaat Pol verder. “De grote kost en de angst voor het onbekende zijn dikwijls een reden om niet mee te doen aan een project. Maar daar hebben we op ingespeeld. We hebben de prijs zo laag mogelijk gehouden.”

tuinklusdagenOp twee zaterdagen in april volgden dan de tuinklusdagen om de theorie van de vormingen in de praktijk om te zetten. De bewoners konden hun plantjes afhalen aan het buurthuis

en samen in hun tuintjes werken. Natuurpunt zorgde voor werkmateriaal en de stad voor een grote groencontainer, zodat de bewoners hun afval gratis kwijt konden. “We hadden veel geluk met het weer. Op het pleintje voor het buurthuis hadden we alle plantjes uitgestald. Het had een zeker marktkarakter. De schoppen en de aanhangwagen vol potgrond, visueel had het wel iets. We hadden de tafels en stoelen uit het buurthuis gehaald om een terrasje te maken. Je kon er soep, fruit en koeken krijgen. Mensen liepen er af en aan, gingen dan even zitten en begonnen spontaan wat te babbelen. Ze hielpen elkaar met het snoeiafval. Het was heel knap wat daar ontstond. en de bewoners hadden meteen een onderwerp om over te praten. Dat gemeenschappelijk uitgangspunt is belangrijk. De buurman is ook aan het werk, dus dan wordt er al eens wat gebabbeld over de tuin, de plantjes en het weer. We wilden ook andere culturen betrekken. Dankzij het project is er communicatie over de tuin, en niet over de verschillen tussen de mensen. Al snel zat het project in de goede sfeer. Zeker op de tweede tuinklusdag. toen scheen de zon voor het eerst sinds lang. Iedereen had er blijkbaar op zitten wachten en kwam naar buiten.”

i nte r v i e w M a r i a n e M i c h i e l s e n | fo to’s G e e r t M a e s

Buurt & Wijk

Page 18: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

1 8 |

stilaan winterklaar makenHet project is nu afgerond voor het voorjaar. In het najaar wordt het nog eens herhaald. “We hebben ons in de lente gericht op bloemen en zaden. In het najaar zal het meer gaan om het winterklaar maken van de tuin.

We hopen dat het enthousiasme van het voorjaar mee wordt genomen in het najaar.”

meer dan geslaagdVan de 400 gezinnen die in Diependaal wonen, deden er dertig mee met het project. Dat lijkt op het eerste zicht misschien weinig, maar als je vijf procent van het doelpubliek kan bereiken, is dat goed. Ook was er een goede mix: zo deden er zowel huurders als eigenaars mee. “Huurders staan vaak anders tegenover hun voortuin. Als zij er iets planten en later verhuizen, gaat het groen niet mee. toch hebben we redelijk wat huurders kunnen bereiken die belang hechten aan een groene tuin.”

Bovendien heeft het project het imago van de buurt wat opgekrikt.

“De mensen zelf kijken niet zo positief naar hun wijk”, vertelt Janna. “Het is moeilijk om van die slechte naam af te raken. Met dit project kwam de buurt op een positieve manier op de regionale televisie en stond ze met een optimistisch verhaal in de kranten. Dat is niet onbelangrijk.”

“Mijn eerste indruk van Diependaal was: het is een mooie wijk, met veel groen en veel dezelfde huisjes. Maar het is een wijk aan de rand van de stad. Als je er niet moet zijn, kom je er ook niet”, vult Pol aan. “Uiteraard heeft de wijk haar problemen. Maar er leeft wat. er is een vriendengroep actief. Met dit project wilden we wel bewust mer mensen bereiken dan die groep. Daar zijn we in geslaagd.”

Daarnaast zijn ook de doelstellingen bereikt. “tijdens een evaluatieavond bleek dat de bewoners zelf onze vooropgestelde doelen konden achterhalen. Ze vertelden dat mensen geïnformeerd werden en dat de bewoners elkaar ontmoet hadden.”

BuuRtweRkeR Pol:

Samenwerken loont!Voor Pol was de samenwerking met

Vormingplus kempen heel tof en nuttig. “Vormingplus was de enige juiste partner om dit project op te starten. Ook persoonlijk klikte het, waardoor het project

goed liep. Ik kan met Janna veel plezier maken, maar we kunnen ook goed doorwerken. Als buurtwerker ben je

maar alleen. Dankzij het project werd het personeel plots verdubbeld. Dat bewijst dat organisaties of overheden

niet altijd personeel moeten zoeken. Het is leuk om zo’n project ook vanuit een samenwerking te realiseren met

een expert.”

Want Vormingplus en buurtwerker Pol zijn inderdaad elk expert op hun eigen gebied. “Dat is de manier waarop wij werken”, vertelt Janna. “We zoeken een partner die expert

is in een bepaalde doelgroep. Wij kunnen dan methodieken aanbieden en de juiste mensen zoeken voor vormingen.”

HERENTAlS De voortuintjes van DiePenDaal VerVOLG

Page 19: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

| 1 9

BewoonSteR clauDIne:

Ik heb er zeker wat van opgestoken!

“We hadden vorig jaar in augustus ons hofke al heraangelegd. Ik zie graag bloemen en planten. Daarom deed ik mee aan het project. Ik heb alle vier de infovergaderingen meegedaan. De nadruk lag op de tuin. Dat zie ik wel graag, zo’n tuin die wat verwilderd is. Maar mijn man houdt niet zo van de biekes en de bijtjes die daarbij komen kijken. Dus hadden wij onze tuin al vol steentjes gelegd. tijdens het project had ik dus maar een aantal plantenbakken om te vullen. Als ik de informatie vóór onze heraanleg had gekregen, had ik het wellicht wat anders aangepakt. Ja, ik heb er zeker wat van opgestoken. Ook over het nut van die tuintjes voor de natuur. Maar eigenlijk was de vorming te kort. Misschien moet ik me er nu wat meer in verdiepen.”

verafOp 24 april deden Claudine en haar man mee aan de tuinklusdag. “Het was heel goed georganiseerd. Aan het buurthuis werd het heel gezellig gemaakt. Alleen jammer dat het voor ons al 10 minuten stappen is. Wij zijn er achteraf niet meer naartoe gegaan.” Claudine woont in de uithoek van de wijk. “Bij ons in de buurt waren niet zoveel mensen bezig met de heraanleg. tja, je bent toch wel bezig met je eigen ding. tijdens de vormingen heb ik wel mensen leren kennen, maar die heb ik eigenlijk niet meer terug gezien.”

tevredenMaar Claudine is wel tevreden met het resultaat. “Het is nog wat afwachten voordat je er echt een resultaat van zal zien.

Maar van bepaalde dingen ben ik zeker al tevreden. Andere dingen zou ik dan weer anders aanpakken. We zijn in ieder geval heel goed op weg gezet met de vormingen. De rest moet je zelf doen natuurlijk. Bij ons is er alleen één grote spelbreker: onze kat. Die plast dan eens in die plantenbak, en in de andere gaat-ie weer languit liggen. Ik zou me eens goed moeten informeren over wat ik daaraan kan doen.”

Of ze een volgende keer weer mee zou doen? “Ik zal wel eens horen wat er besproken gaat worden. We hebben geen grote hof, dus je kan er ook niet heel veel mee doen. Maar ik kan altijd wel advies gebruiken. en de vorige keer was het zeker ook oké. Het was heel gezellig.”

Buurt & Wijk

Claudine (r.) laadt haar bestelling in

Page 20: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

2 0 |

De simpelste ideeën zijn vaak de beste. Wat moet je doen om het sociaal contact tussen buurtbewoners te bevorderen? Je kan daar dure theorieën over verkopen of er een hoop activiteiten voor organiseren. Maar je kan ook naar de basis gaan: als je wil dat buurtbewoners af en toe eens de tijd nemen om samen te zitten, moet je iets maken waarop ze samen kúnnen zitten. Zo eenvoudig is het idee van de ‘buurtbank’. Op initiatief van Vormingplus kempen werd in enkele kempische gemeentes zo’n buurtbank opgetrokken. Dat gebeurde bijvoorbeeld langs de Steenweg op Beerse in Merksplas. We peilden er naar reacties en stelden vast dat het buurtbankproject er een succes werd over de hele lijn.

te k s t r o e l S e l s | fo to’s G e e r t M a e s

Buurtbank bezorgt buurt boost

Animatie bij de inhuldiging van de buurtbank in Merksplas

Page 21: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

| 2 1

Van in het begin was het voor Vormingplus Kempen duidelijk dat de verwezenlijking van een buurtbank een participatief project moest zijn. Anders gezegd: het waren de buurtbewoners zelf die in dit proces centraal moesten staan.

een schitterend ideeIn het najaar van 2008 lanceerde de gemeente Merksplas een oproep aan alle dorpsbewoners. een oproep om een voorstel in te dienen om in de buurt of wijk een ontmoetingsplek in te richten: een buurtbank. “We vonden het idee van Vormingplus Kempen om een buurtbank te realiseren erg waardevol,” zegt Kristien Mangelschots, cultuurbeleids-coördinator van Merksplas. “Het is inderdaad zo dat buurtbewoners mekaar minder zien dan vroeger. Het sociaal contact is de jongste jaren zwaar onder druk komen te staan. Ik geloof niet dat dat aan de mensen zélf ligt. Is er een gebrek aan sociale activiteiten? Volgens mij niet. Zijn mensen gewoon asocialer geworden? Ook niet, denk ik. een samenleving verandert nu eenmaal, en een gemeente dus ook. Om die veranderende sfeer en mentaliteit toch een beetje te kunnen counteren, vond ik het idee van de buurtbank schitterend. Het schaart een aantal buurtbewoners rond een concreet project. Dat alleen al bevorderde het contact tussen de buurtbewoners. De buurt die uiteindelijk als winnaar uit de bus kwam en de buurtbank mocht realiseren, kreeg er bovendien nog een mooi en blijvend cadeau bij: de bank zelf.

De oproep vanuit het gemeentebestuur om een buurtbank te ‘bouwen’ in een Merksplasse wijk viel niet in dovemansoren. “In het begin kwamen de reacties vanuit straten, buurten en wijken maar mondjesmaat binnen,” herinnert Kristien zich. “We merkten dat inwoners wel enthousiast waren. We kregen zelfs schouderklopjes voor het initiatief. Maar voor veel inwoners bleek de stap om met een voorstel en een plan naar het gemeentehuis te komen blijkbaar toch nog te groot. We hebben dan een extra poging gedaan om mensen aan te spreken en te motiveren.”

Dat lukte wonderwel. Uiteindelijk kwamen op het gemeentehuis 27 voorstellen binnen voor het plaatsen

van een buurtbank. Slechts één voorstel kon worden verwezenlijkt. een messcherpe selectie drong zich op.

“We hielden elk dossier onder een vergrootglas en testten het op haalbaarheid, originaliteit en noodzakelijkheid. Zo was er een voorstel om een buurtbank te installeren op het taxandriaplein. een mooi voorstel, dat wel. Maar het taxandriaplein beschikt al over een speelplein met een bank. De buurtbewoners hebben de mogelijkheid al om mekaar daar te ontmoeten. en het voorstel om er ook nog een buurtbank op te trekken, heeft het dus niet gehaald. Nog een voorbeeld van een voorstel dat het niet haalde, is het Vennengebied. Daar kwam een heel origineel plan voor binnen. Maar bij nader inzien bleek dat het moeilijk was om rond een buurtbank op die locatie een actieve buurtwerking te gaan organiseren, terwijl dat toch ook de bedoeling was. Zo viel het Vennengebied af.”

Uiteindelijk werden drie mogelijke locaties overgehouden: de Looiweg, het Hazepad en de Steenweg op Beerse. Cultuurschepen Monique Quirynen, cultuurbeleidscoördinator Kristien Mangelschots, voorzitter van de cultuurraad Herman Coosemans en Christa truyen van Vormingplus Kempen kozen de Steenweg op Beerse als locatie voor de buurtbank. “De twee andere voorstellen waren zeker ook interessant. Details hebben beslist over de uiteindelijke keuze. Zo kenden de bewoners van de Looiweg mekaar al goed of waren ze zelfs familie van mekaar. Dat maakte een buurtbank enigszins overbodig. In het Hazepad daarentegen kenden de bewoners mekaar nauwelijks. Ze hadden er ook geen ontmoetingsplek. Maar het nadeel was daar dan weer dat het slechts om twaalf huizen ging. Dat was wat weinig om er een buurtbank te plaatsen. Maar de gemeente Merksplas heeft wel ingezien dat het toch wenselijk is dat er een bank komt en zal die nu zelf, op eigen initiatief, plaatsen.”

De winnaar werd dus de Steenweg op Beerse. “Het dossier kwam tegemoet aan alle voorwaarden. De mensen kenden er mekaar niet goed. een buurtbank was er wenselijk. Het ingediende voorstel was ook leuk, origineel en haalbaar.”

Tromgeroffel en trompetgeschal voor ‘t Halfrond

Animatie bij de inhuldiging van de buurtbank in Merksplas

Buurt & Wijk

Page 22: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

2 2 |

het ontwerpDe bewoners van de Steenweg op Beerse hadden zelf bedacht hoe de buurtbank eruit moest zien. Ze trokken met hun idee naar Peter Jacobs. “Ik woon zelf ook in die buurt,” zegt Peter. “toch was ik in eerste instantie maar onrechtstreeks bij het project betrokken. Ik vond het een leuk project en stond er wel achter. enkele kartrekkers zijn beginnen brainstormen over de buurtbank. Ik liet weten dat ze het me maar moesten vragen als ze dachten dat mijn hulp welkom zou zijn. Ik ben immers schrijnwerker van opleiding en werk als bediende bij een schrijnwerkerij. Bovendien volg ik in de avondschool een cursus bouwkundig tekenen. Voor mij was het een leuke uitdaging om een echt ontwerp uit te tekenen. Het was een mooie praktijkervaring.”

Het oorspronkelijke idee waarmee de buurtbewoners aanklopten bij Peter Jacobs moest om financiële redenen wel wat aangepast worden. “Ze hadden een bloem op papier getekend. De kelk was een tafel, de blaadjes eromheen waren de stoelen en de stengel was

het pad dat naar de stoelen en de tafel liep. Om praktische redenen hebben we dat idee inderdaad moeten laten varen. Het ontwerp werd aangepast. De bank kreeg de vorm van een hoefijzer. Ook leuk. en iedereen kon er zich in vinden. Iedereen kon zich probleemloos verzoenen met het alternatief.”

Peter Jacobs bewaart alleen maar goede herinneringen aan het buurtbankproject. “Het was leerrijk voor mij om zo’n ontwerp te mogen tekenen. Maar nog veel leuker was het feit dat ik dankzij dit project mijn buurtbewoners beter heb leren kennen. Je weet immers hoe dat gaat, tegenwoordig. Je dichtste buren ken je vrij goed. Maar ga enkele huizen verder en je kent de mensen alleen nog maar oppervlakkig. een goeie band heb je niet met hen. Je herkent mekaar als je mekaar passeert en je steekt beleefd je hand op. Maar daar blijft het bij. Dankzij de buurtbank is dat veranderd. Ik heb nu echt kennisgemaakt met mijn buren. Dat gebeurde niet zozeer dankzij de buurtbank zélf, want vaak heb ik er nog niet op kunnen zitten. Maar door er samen aan te werken heb

ik contacten gelegd die anders nooit tot stand zouden zijn gekomen.”Of de buurtbank ook goed gebruikt wordt? “Zeker wel. Als ik ‘s avonds terugkeer van mijn werk, zie ik regelmatig dat er iemand op zit. Leuk!”

het werkNiet alleen de buurtbewoners en de gemeente Merksplas waren actief betrokken bij de realisatie van de buurtbank. Ook VtSt (Vrije technische Scholen turnhout) kreeg een -niet onbelangrijke- rol toebedeeld. en ook bij VtSt werd het project bijzonder goed onthaald. “Ik had alleen een coördinerende rol,” is Leon Smets van VtSt bescheiden. “De afdelingen hout en metaal hebben het werk gedaan. Ik heb er alleen maar voor gezorgd dat alle noodzakelijke materialen voorhanden waren, ik heb de besprekingen gevoerd, contacten gelegd, vergaderingen bijgewoond en een beetje administratief werk verricht.”

De leerlingen van VtSt hebben er een half jaar aan gewerkt. Dat lijkt lang, maar dat is het niet.

de buurtbank van ‘t Halfrond

Page 23: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

| 2 3

In 2009 organiseerden 13 OCMW’s en verenigingen waar armen het woord nemen de cursusreeks ‘Lekker en gezond koken’ van LOGO Kempen. In die reeks konden de deelnemers ervaren dat gezond koken heel wat voordelen biedt.

eind november nodigden Vormingplus Kempen en LOGO Kempen alle deelnemers uit voor een feestelijke afsluiter van deze cursusreeks.

Als start gingen de deelnemers op pad om alle ingrediënten voor de receptie te vinden. In kleine groepjes bezochten ze onder meer de Wereldwinkel en de tuinbouwafdeling van een school.

Nadien bereidden ze een uitgebreide receptie voor. tijd dus om hun praktijk-ervaring uit de cursus te tonen.

Het resultaat was een kleurrijk en lekker palet van gezonde hapjes.

Ondanks het slechte weer waren alle deelnemers zeer enthousiast over deze feestelijke afsluiter. Marina, een van de deelneemsters sloeg de nagel op de kop door te zeggen dat de sprekers en de ‘belangrijke mensen’ niet de enige zijn die het applaus en de cadeautjes in ontvangst mogen nemen. Ook de deelnemers bedanken en waarderen voor hun deelname is belangrijk.

In de brochure over deze cursussen beschrijven we stap voor stap hoe organisaties concreet aan de slag kunnen gaan met dit thema.

Vormingplus Kempen werkt nauw samen met Suiker, de toonaangevende Kempense cultuurkrant. We verzorgen voor hen de maandelijkse vormingskalender met alle cursussen, lezingen en workshops in de regio. Ook van jullie activiteiten.

Jouw activiteiten in Suiker? Voer ze snel in op www.uitdatabank.be. Vink ze aan als ‘cursus of workshop’.

Meer weten? Bel of mail [email protected] (014 41 15 65)

Meer over Buurtbank Merksplas

vind je op www.buurtbank.be/merksplas

een rtV-clipje over de inhuldiging van de bank vind je op http://bit.ly/bLxvF1

een interview met drijvende kracht Ann Daems lees je verder in dit magazine op pag. 28

“Je mag zo’n prestatie in een school nooit vergelijken met een gelijkaardig werk in het professionele circuit,” zegt Leon. “Leerlingen werken natuurlijk geen acht uur per dag aan zo’n bank. er zijn een hoop andere lessen die ze moeten volgen. Het werk gebeurt dus altijd maar in stapjes. Bovendien zijn leerlingen geen ervaren professionals én moeten ze worden gestuurd, begeleid. en hun werk moet worden beoordeeld. Dat zijn nu eenmaal schoolse taken die ook moeten gebeuren en die tijd vergen.”

“Voor VtSt was dit op alle vlakken een leuke opdracht,” zegt Leon. “We krijgen wel vaker opdrachten van bedrijven en particulieren. Dat zijn we dus gewend. Maar dit was toch iets speciaals. Ik heb veel plezier beleefd en goede contacten overgehouden aan de samenwerkingen met de buurtbewoners, met Vormingplus Kempen en met de gemeente Merksplas. Ik heb mij persoonlijk goed geamuseerd. Maar ook de leerlingen hebben graag aan die bank gewerkt. en zelfs VtSt heeft er als school zijn voordeel mee gedaan. Want op een bepaald moment is er een kijkmoment geweest. Buurtbewoners werden in onze lokalen uitgenodigd. Zo konden ze met eigen ogen zien hoe de buurtbank vorm kreeg. extra interessant was het omdat nogal wat buurtbewoners bejaarden waren. Zij trokken grote ogen toen ze zagen hoe ‘de vakschool’ in de loop der jaren geëvolueerd is. Velen waren verbaasd toen ze zagen hoe modern en goed uitgerust deze school nu is. Die gratis promotie heeft VtSt er dus zomaar bij gekregen.”

De buurtbank heeft ondertussen zijn nut al bewezen. De bewoners van de Steenweg op Beerse maken dankbaar gebruik van de bank en hebben er een buurtwerking aan gekoppeld. eind goed, al goed. Iedereen gelukkig. In een stripverhaal zouden er nu wafels worden gebakken.

lekker en gezond kokenAFSluITER VAN GESlAAGDE SAMENWERkING

Page 24: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

2 4 |

Studenten ontwikkelen Balense Vrijetijdscheque

Met die vrijetijdscheque kan je betalen bij verenigingen, organisaties en diensten in Balen die ingeschreven zijn op het systeem. Je kan de cheque gebruiken om lidgeld bij een club te betalen als om een toegangsticket of een uniform bij een jeugdvereniging te kopen. Bij de cheque zit een lijstje met deelnemende verenigingen. Die lijst groeit elke dag aan.

De vrijetijdscheque kan je beschouwen als een cadeaubon. Iedereen kan de cheque kopen en al dan niet schenken aan iemand anders. Zo werkt die niet stigmatiserend voor mensen in armoede. De cheques zijn nu te koop in vrijetijdscentrum De Kruierie en in het OCMW van Balen en kosten 2,5 euro of 5 euro. Mensen met beperkte financiële middelen krijgen korting op de aankoop van de cheque.

het oCmWeén van de vele partners in het project is het OCMW van Balen. “Waarom we zoiets wilden? We zien dat mensen die het moeilijker hebben, minder deelnemen aan sport, cultuur en vrije tijd. De drempel ligt niet alleen financieel. Het gaat ook om mobiliteit, kennis, vooroordelen en onzekerheid over hoe je je moet gedragen. toch is het belangrijk voor iedereen om te kunnen ontspannen. Om uit je omgeving te komen en je zinnen te verzetten.”, vertellen Ine Noukens en Ann Maes.

“Het OCMW krijgt bovendien subsidies voor socioculturele participatie. Maar het is niet altijd even duidelijk waarvoor je die kan gebruiken. We wilden iets structureler bieden dan bijvoorbeeld een daguitstap naar Plopsaland. Dus zijn we op zoek gegaan

naar een partner. Dat is Vormingplus geworden. Samen hebben we Club Actief opgestart, een groep volwassenen in een financieel moeilijkere situatie die we laten kennis maken met cultuur.”

“We begonnen met activiteiten, en gingen bijvoorbeeld naar een cultureel centrum. We zagen wat een vestiaire is en hoe je die gebruikt. er volgden sinterklaasfeesten, daguitstappen, paasfeesten en een boottocht. Ze krijgen ook vorming rond discussiëren en spreken in groep. De bedoeling is dat de club uiteindelijk een adviesraad wordt van de gemeente. Kristel Vanhulle van Vormingplus bereidt de vergaderingen mee voor. Zij reikt ons verschillende methodieken aan om te vergaderen. We zeggen bijvoorbeeld nooit expliciet dat we een gaan vergaderen, want dan hebben de deelnemers er meestal geen zin meer in. We proberen daar creatief mee om te gaan. We kunnen ons de werking

kansarmen en cultuur: het is een moeilijke combinatie. Als mensen het financieel moeilijk krijgen, wordt cultuur

meestal als eerste geschrapt. Nochtans hebben ook mensen met beperkte middelen recht op ontspanning. Daarom ontwikkelden zes studenten van de katholieke Hogeschool kempen, op vraag van de gemeente en het

OcMW Balen, en in samenwerking met Vormingplus kempen, de vrijetijdscheque.

Page 25: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

| 2 5

niet meer voorstellen zonder Kristel. Ik ben blij dat we de kans gekregen hebben en dat we de expertise van Vormingplus zo lang mogen gebruiken.”

In het voorjaar van 2009 vroeg het OCMW aan de Katholieke Hogeschool Kempen om een eindwerk uit te laten werken over een betaalmiddel voor financieel zwakkeren, zonder dat er een stempel op hen wordt gedrukt.

De studenten“Het was een heel leuke ervaring”, vertellen Lore Vandeperre, Lies ruelens en Wout Vangeel, drie van de zes studenten aan de Katholieke Hogeschool Kempen die meewerkten aan het project. “We zijn in het echte leven gestapt en konden een degelijk resultaat voorleggen.”

Vooral de samenwerking met Club Actief vonden de studenten heel bijzonder. “Je kan je onderzoek doen via boeken, maar wij kregen de kans om echt in dialoog te gaan met mensen en hen mee te laten bepalen wat we zouden doen. Dat is de top van participatie.”

De studenten startten met een vergadering. “We tastten af wat de leden van Club Actief verwachten. Ze gaven telkens zo’n

antwoorden die er ‘boenk op’ waren, waar wij zoveel langer over zouden moeten nadenken. een vraag was bijvoorbeeld: ‘Wat krijg je bij Club Actief?’ ‘een glimlach’, antwoordde er iemand. Dat was zo eenvoudig en toch zo mooi. Het is leuk om te zien welke steun de mensen van Club Actief aan elkaar geven.”

De bijdrage van Club Actief aan de cheque is niet min. “Zij zijn de deskundigen. Ze wilden een betaalmiddel dat niet stigmatiserend werkt, dat duurzaam is en niet op één dag zou verdwijnen. Daarmee zijn we aan de slag gegaan. Weet je, mensen met een lager inkomen worden vaak onderschat. Maar je moet kijken naar wat je gemeenschappelijk hebt. Door de stempel van armoede wordt hen veel ontzegd.”

Na een lange tijd van literatuur bestuderen, werd het ook voor de jongeren concreet. “We hebben verschillende systemen vergeleken. We kozen niet voor een pasje dat alleen mensen die het financieel minder hebben, kunnen gebruiken. De mensen mogen het verschil niet zien tussen iemand die het moeilijk heeft en een gewone betaler. Daarom kozen we voor het systeem van een cheque.”

“We hopen nu dat we de cheque universeel kunnen maken. We hebben echt wel een leemte aangevoeld en dat was voor ons een reden om er iets aan te doen. We hopen dat de cheque slaagt in het opzet.”

CoporeDe cheque is het afgelopen jaar al buiten de grenzen van Balen voorgesteld. De studenten verdedigden hun project op Copore, dat staat voor Competences for Poverty reduction, een europese wedstrijd voor studentenprojecten die armoede uitsluiten. Ze werden geselecteerd bij de beste vijf. “Helaas hebben we geen overwinning behaald. Maar het was toch een hele ervaring om op een europese conferentie te kunnen spreken.”

vormingplus“De samenwerking met de studenten was heel intensief”, vertellen Kristel Vanhulle van Vormingplus en Ine Noukens van OCMW. “We hadden niet verwacht dat ze op die korte tijd al zo’n resultaat zouden boeken. We dachten dat we enkel wat aanbevelingen zouden krijgen. Maar nee, er ligt een prachtig afgewerkt product.

Studenten ontwikkelen Balense Vrijetijdscheque

ProjeCten

De KHK-studenten samen met de winnaars van de logowedstrijd

Page 26: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

2 6 |

Voor de leden van Club Actief was het soms wel heel druk. Ook omdat ze ook nog eigen projecten hebben. We hebben rond de vrijetijdscheques een aantal info-avonden georganiseerd en daarvoor leden opgeroepen. eén of twee mensen wilden wel meewerken. Maar meteen vroegen er een aantal of ze ook mochten komen kijken. Ze zijn fier om te laten zien waar ze voor staan.”

Hoewel de cheque er nu is, is het werk nog niet af. “Het project moet nu verder uitgedragen worden. Zowel de gemeente als het OCMW zullen de cheque mee verdedigen”, gaan Ine en Kristel verder. “We hopen dat de verenigingen er ook hun voordeel in zullen zien. We hebben ook een stuurgroep opgericht met de gemeente, het OCMW en Vormingplus om de cheque verder uit te werken en de boodschap over te dragen naar de omliggende gemeenten. Nu al krijgen we positieve reacties. We hopen dat ook zij op de kar zullen springen. Zo heeft ‘t Getouw in Mol bijvoorbeeld al toegezegd om samen te werken.”

“Verder hopen we ook de doelgroep uit te kunnen breiden. Nu zijn we nog beperkt, maar we hopen extra subsidies los te krijgen zodat we de korting op de vrijetijdscheque nog aan meer mensen kunnen schenken. We zullen het project zeker verder uitbreiden en evalueren.”

Club actiefFilomena Geerts is lid van Club Actief. “Bij Club Actief is het altijd heel tof geweest. Je leert er andere mensen kennen. Ik heb ook meegewerkt aan de vrijetijdscheque. Het is heel goed omdat die niet alleen door arme mensen gebruikt kan worden. Je kan hem ook afgeven als cadeaucheque. en de tekening op de cheque hebben we zelf gekozen. er was een wedstrijd uitgeschreven voor kinderen om de vrijetijdscheque te ontwerpen. Ik vind het eendje met de raket heel speciaal.” en dat ontwerp van toke Staes van basisschool De Bosmier heeft het uiteindelijk ook gehaald.

Said Dilsaad van Club Actief vindt het vooral belangrijk dat je de cheque kan gebruiken voor sport. “Ik sport en zwem heel graag en ga graag op reis. Dan kan ik de cheque ook gebruiken.”

De cultuurbeleidscoördinatorIgor Geubbelmans is cultuurbeleids-coördinator, diensthoofd vrije tijd én peter van de cultuurcheque. “Bij het opmaken van de cultuurcheque hebben we in de eerste plaats altijd aan de kansarmen gedacht. Maar ik heb wel de verenigingen in het achterhoofd gehouden. Ook zij hebben profijt bij de cultuurcheque. Zo zit er bij elke cheque een mapje waarin de verenigingen worden voorgesteld. Ze komen ook in

de folder en op de website. Dat is voor hen een publicitair voordeel. We willen ook een soort logo maken waardoor het direct duidelijk is dat die verenigingen de cheque ontvangen. Daarnaast zorgen we ervoor dat de verenigingen direct hun geld terugkrijgen. Ze moeten gewoon met de cheque naar de Kruierie komen. Daar krijgen ze het cash in handen.”

“De studenten hebben de basis gelegd. Met veel verbazing heb ik ze in dat proces gevolgd. Ze zijn er op gevlogen. De samenwerking was heel positief. Maar hier stopt het verhaal niet. Club Actief en wij moeten nu blijven verder bouwen en contacten blijven leggen met het verenigingsleven. totnogtoe heeft éénvijfde van de verenigingen op de cheque ingetekend. Die vind je hieronder opgelijst.

Om te weten of je in aanmerking komt voor de korting, kan je contact opnemen met Ine Noukens van het OCMW Balen.

De lijst met deelnemende organisaties mag nog langer worden. Daarom roepen de organisatoren verenigingen, bedrijven en instanties die vrijetijdsbesteding aanbieden in en rond Balen op, om de Vrijetijdscheque ook te aanvaarden als betaalmiddel. Meer info kan je krijgen bij Igor Geubbelmans of op http://bit.ly/cua9X0.

Johan Leysen, burgemeester over de vrijetijdscheque:

“Het verbaast me hoeveel leden van Club Actief hier vanavond aanwezig zijn. Ze zijn duidelijk zeer fier op hun Club Actief. Terecht trouwens. Zij hebben samen met de studenten de vrijetijdscheque bedacht, een origineel concept dat ik zeer geschikt vind om zo veel mogelijk mensen op weg te helpen naar deelname aan sport en cultuur in Balen.”

BAlEN De vrijetijDsPas VerVOLG

Page 27: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

| 2 7

In 2005 lanceerde Vormingplus het concept Ecocyclo: educatieve fiets-tochten waarbij ontspanning hand in hand gaat met ‘leren over duurzame ontwikkeling’. Het concept sloeg aan en werd een succes. In 2010 was ecocyclo daarom klaar om verzelfstandigd te worden. Vormingplus zocht en vond partners die met dit boeiende concept aan de slag wilden. AtB De Natuurvrienden namen de bestaande ecocyclotochten in Herentals en Westerlo over en werken ondertussen aan nieuwe tochten in Antwerpen. De gemeente Hoogstraten inspireerde zich op de bestaande tochten om 5 eigen tochten uit te werken in de omgeving. Daarbij focussen ze op fairtrade en duurzame landbouw, in Hoogstraten en in de wereld.

nu bij atB De natuurvriendenOp een ontspannen en sportieve manier leer je bij De Natuurvrienden wat duurzaamheid is en hoe je zelf het milieu een handje kan helpen.

er zijn twee tochten voor handen: een fietslus langs Herentals, Olen, Herenthout en Grobbendonk en een lus langs Westerlo, Herselt en Hulshout. De tochten kunnen zowel individueel als in groep afgelegd worden. Je kan ook boeken voor een volledig dagarrangement waarbij je onder begeleiding van een gids tal van bezienswaardigheden bezoekt. een ideale uitstap voor het gezin of voor jouw vereniging of groep vrienden.

Beide ecocyclotochten zijn zowel in groep als individueel af te leggen. Wie alleen op stap wil, kan het bijhorende gidsje bestellen aan 3 euro per boekje (2 euro voor leden De Natuurvrienden). Voor elke tocht bestaat een apart boekje waarin je de juiste route en alle bezienswaardigheden terugvindt. er staan ook tal van tips in vermeld om zelf je steentje bij te dragen tot een meer duurzame wereld. De lengte van de tochten varieert tussen de 30 en 46 kilometer.

Op 19 september kan je in Herentals of op 5 oktober in Westerlo meefietsen met de Natuurvrienden. Boekingen en informatie: De Natuurvrienden, Provinciestraat 53, 2018 Antwerpen, 03 270 02 80, [email protected] www.natuurvrienden.be

ecocyclo in hoogstratenecocyclo Hoogstraten is een uitgebreide fietsroute met maar liefst 5 deellussen (tussen 12 en 20 km) waarin telkens aspecten van fairtrade en duurzame landbouw worden toegelicht. Je kan de fietslussen individueel of in groep fietsen. Als je de tocht in groep wil fietsen met een begeleider of een groepsbezoek wil brengen aan de plaatsen en bedrijven die je op de route tegenkomt, kan je die reserveren bij de Hoogstraatse dienst voor toerisme (http://bit.ly/8ZaflN). De brochure ecocyclo Hoogstraten is er gratis te verkrijgen.

Meer info en de volledige fietsroutes kan je ook vinden (en downloaden) op http://bit.ly/9nGJPY

ecocycloDuurzame fietstochten voor gezin, groep of vereniging

Waar kan je de vrijetijdscheque gebruiken? KVLV Balen Centrum • Sinfonia (Olmen/Hulsen) • Cultuurraad Balen • Cultuurdienst Balen • Zilvermeer Mol • Chiro Albatros Wezel • Speelpleinen Malpertuus Olmen • CC ‘t Getouw Mol • ArcadeCenter Balen • Fiesta Mundial • Jeugd rode Kruis Balen-Olmen • Bert Leysenkring vzw • Jeugdcentrum Biesakker vzw • Sportdienst Balen • Derdewereldraad Balen-Olmen • Chiro rosselaar • Bibliotheek Balen • Jeugdraad Balen • recreatiedomein Keiheuvel • Chiro Balen Centrum • Fairtrade Lokale trekkersgroep Balen • KSJ’t Stotertke • VVV Balen vzw • Seniorenraad Balen • Olmense Zoo • KWB Balen Centrum • Vrijetijdscentrum De Kruierie • Cel gezondheid Balen • Jeugddienst Balen • Balense Scherpschutters • BIG-club • Gezinsbond Balen en Olmen • KWB Hulsen • St.-Jan Gerheide

ProjeCten

Het winnende logo (fragment)

Page 28: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

2 8 |

even het geheugen opfrissen. Op de Vrouwendag van 8 maart 2009 lanceerde het Platform Vrouwenkracht Kempen samen met Vormingplus een tentoonstelling over Kempense Vrouwenkracht. Iris Baetens zocht toen eenentwintig vrouwen op die vrijwilliger zijn op verschillende plaatsen en rond verschillende thema’s. Ze staan allemaal anders in het vrijwilligersschap: de ene gaat ervoor en doet het voor de rest van haar leven, bij de andere overheerst het vrijwilligerswerk niet, maar is het afgelijnd. Fotografe An Nelissen portretteerde die vrouwen en daarvan werd een tentoonstelling gemaakt. Ze bestaat uit twaalf panelen met foto’s met telkens een citaat van de vrouwelijke vrijwilliger.

De expo wordt opgedragen aan Judith Hiwat, een Vosselaarse die medestichtster was van de vrouwenvereniging eVA. Ze ging over de hele Kempen koken op multiculturele

kemPen

Vrouwenkracht eerste vrijwilligster verwend op tentoonstelling

Bij de opening van de tentoonstelling Vrouwenkracht in het Geelse rust- en verzorgingstehuis laarsveld kreeg een eerste vrijwilliger een verwenpakket voor haar vereniging.

evenementen. Judith werd ziek en is in 2007 gestorven. Haar man Louis vertelt haar verhaal in het boek.

rondreizende tentoonstelling“We hebben veel goede reacties gekregen”, vertellen Viviane Schuer en Leen de Nijs van Vormingplus Kempen. “Daarom wilden we de tentoonstelling verspreiden over de regio. Dat hoefde niet alleen in bibliotheken te zijn, maar liefst ook op niet-evidente plaatsen. We hebben daarom gericht mensen aangeschreven. De locaties zijn liefst zo verschillend mogelijk. Om een voorbeeld te geven: de tentoonstelling stond al in het bedrijf Nike en in het gemeentehuis van Westerlo. rust- en verzorgingstehuis Laarsveld is de derde locatie. tot juni 2011 zijn we al volgeboekt.”

te k s t M a r i a n M i c h i e l s e n | fo to’s M a rc Ve r vo o r t

Tilly Thim kaapt de eerste vrijwilligersprijs weg voor Viva-SVV

Page 29: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

| 2 9

vrouwenkracht bij nikeHeidi Gillemot coördineert de sociale projecten bij Nike in Laakdal. Zij haalde op de Vrouwendag 2010 de tentoonstelling naar het bedrijf. 65 procent van de werknemers van Nike zijn vrouwen. Daarvan zijn er heel wat die vrijwilligerswerk verrichten. “Om eerlijk te zijn, kende ik de tentoonstelling niet. Op onze Ladies Night vertelde de burgemeester dat ze graag de expo van Vormingplus naar Laakdal wilde halen. Mij leek het wel iets tof. Uiteindelijk hebben we de tentoonstelling een week lang bij ons gehouden.”

Nike organiseerde er nog enkele activiteiten rond. “Zo hebben we een lunch gehouden die wat langer duurde dan normaal. Nike heeft dat extra kwartier betaald. Bij vrijwilligerswerk is ons principe: 50 procent eigen tijd, 50 procent Nike-tijd. Dat wil zeggen dat wij wel willen investeren in vrijwilligers, maar alleen als zij er

zelf ook tijd in steken. Ze mogen het niet doen omdat ze dan eens niet moeten werken”, gaat Heidi verder. “Op die lunch hebben we enkele Nike-vrijwilligers aan het woord gelaten. Daarnaast hebben we de vrouwen uit het boek uitgenodigd. Zij kregen uitleg over wat Nike allemaal rond vrijwilligerswerk doet.”

De mensen die kwamen kijken, waren heel enthousiast over de tentoonstelling. “Jammer genoeg waren dat er niet zo heel veel. De meeste vrouwen die kwamen kijken, deden al vrijwilligerswerk. Om hen een keer in de bloemetjes te zetten, is de expo zeker geslaagd.”

De tentoonstelling blijft in roulatie tot eind 2011. “2010 is het jaar van de Wereldvrouwenmars, volgend jaar is het europees jaar van de vrijwilliger. De tentoonstelling kadert in beide thema’s”, gaan Viviane Schuer en Leen De Nijs verder.

jeanneke en jeanineMet de expo wil Vormingplus vooral laten zien dat er veel vrouwen vrijwilligerswerk doen. Zo ook in het Geelse rust- en verzorgingstehuis Laarsveld. tijdens de opening van de tentoonstelling krijgen de vrijwilligers dan ook een daverend applaus.

Jeanneke Princen en Jeannine Heiremans zijn er daar twee van. Jeannekes schoonmoeder zit in het rusthuis, en de moeder van Jeannine ook. Zij ondersteunen het animatieteam enkele dagen per week als dat nodig is. “We gaan al eens naar de markt of knutselen, kienen, organiseren verjaardagsfeestjes en gaan bewoners halen en terugbrengen. Op vrijdagnamiddag gaan we ook wandelen met de bewoners als het weer goed is.” Jeanneke en Jeannine halen er veel voldoening uit. “Je krijgt veel vriendschap van de mensen. De meesten zijn heel lief. We doen het heel graag.”

ProjeCten

Lachende gezichten bij de overhandiging

Onze reporter Marian (l.) in Laarsveld

Page 30: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

3 0 |

Na de succesreeksen in Geel en Turnhout starten we dit najaar ook in Mol en Hoogstraten met Praatpunt:

conversatietafels voor anderstaligen. Anderstaligen kunnen er Nederlands oefenen. Nederlandstalige vrijwilligers helpen hen om hun spreekangst te overwinnen en om correcter te spreken. Voor de vrijwilligers is het een mooie kans om vanop die plek de hele wereld te leren kennen.

Praatpunt wordt wekelijks georganiseerd. er wordt gepraat over de meest uiteenlopende thema’s: school, kinderen, werk, vrije tijd, ...

Praatpunt is gratis.

Wil je graag als vrijwilliger meewerken aan Praatpunt? Neem dan contact op met het Praatpunt waaraan je wil meewerken.

PraatPunt Hoogstratenvanaf woensdag 13 oktober, iedere woensdagavond van 19 tot 21 uur. Meer info: [email protected] of 03 340 19 59. refter Gemeenteschool, Gravin elisabethlei, 21.

PraatPunt molvanaf donderdag 13 januari 2011, iedere donderdagavond van 19 tot 21uur. Meer info: [email protected] of 014 31 69 18. Kreatief vzw, Jacob Smitslaan, 67.

PraatPunt geelvanaf 30 september, iedere donderdagnamiddag van 13.30 tot 15.30 uur. Meer info bij Chris op 014 56 05 95 of [email protected]. Huis van de Dialoog, Logen 104.

PraatPunt turnHoutvanaf 4 oktober, iedere maandagavond van 19 tot 21 uur. In het keldercafé van de Warande, Warandestraat 42. Meer info bij Nic op 014 47 21 62 of [email protected]

nieuwe Praatpunten in mol en Hoogstraten vrouWenkraCht VerVOLG

Als vrijwilligers worden de vrouwen goed in de watten gelegd. “Ze hebben hier wel oog voor de vrijwilligers. Dat merk je ook aan de tentoonstelling. We krijgen af en toe eens een etentje. Of ze bakken kaastaart. Ja, ons werk wordt hier geapprecieerd.”

WedstrijdNaast vrijwillige vrouwen in de kijker zetten, wil de expo ook andere vrouwen aanzetten om vrijwilligerswerk te doen. “Daarom hangt er een wedstrijd aan vast. Als je vrijwilligerswerk doet, kan je je naam en organisatie op het wedstrijdformulier invullen. Zo kan je een prijs winnen”, vertellen Viviane en Leen.

tilly wintBij de opening van de tentoonstelling in Laarsveld, wordt de eerste gelukkige getrokken. en het is… tilly thimm van Viva-SVV. “Ik kreeg kippenvel toen ze mijn naam afriepen”, vertelt tilly. “Ik vind het geweldig! er zitten zoveel briefjes in en toch hebben ze mij er meteen uitgekozen.”

tilly is toevallig ook één van de eenentwintig vrouwen die in het boek aan het woord komt. “In het begin vond ik dat eerlijk gezegd vervelend en onwennig. Ik doe vrijwilligerswerk in rusthuis Den Hove in Mol, maar ik wil daar niet mee te koop lopen. Intussen ben ik het al een beetje gewoon. en ik vind het wel belangrijk dat mensen beseffen dat je nog nuttig kan zijn, ook al werk je niet meer.”

tilly weet nog niet wat ze gewonnen heeft. “We geven uiteenlopende prijzen, afhankelijk van het aantal bestuursleden. Dat zijn er tien in Viva-SVV”, vertelt Viviane Schuer nog. “Alleszins zijn het prijzen om te genieten. Werken doen de vrijwilligers al genoeg.”

“Zo’n prijs kan zijn: een proefavond van Kempense streekbieren, of een ijskar die langskomt, een wandeling of initiatie Salsa of iemand die hapjes komt maken tijdens een vergadering. We proberen iets op maat aan te bieden. We houden de ingevulde formuliertjes bij na elke tentoonstelling. Win je niet, dan krijg je toch nog een troostprijs: een latje waarop staat ‘onmetelijke vrouwenkracht’.”

meer over de tentoonstellingvind je op www.vrouwenkracht.org/tentoonstellingDe fotoreeks van Marc Vervoort over de tentoostelling in het Laarsveld vind je op http://bit.ly/bM5Nkp

een rtV-clipje over de tentoonstelling bij Nike vind je op http://bit.ly/9tleGs

De data en plaatsen waar en wanneer de tentoonstelling in je buurt staat, vind je op http://bit.ly/b4oncl

Page 31: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

| 3 1

© B

Art V

AN D

er M

Oere

N

Over de muren verenigde de vrije en de niet-vrije wereld

De reis was belangrijker dan de bestemming

HOOGSTRATEN - “De strafinrichtingen die hier gevestigd zijn, maken onmiskenbaar deel uit van onze stad. Ze hebben mee kleur gegeven aan onze geschiedenis. Daarom kunnen we de verjaardag van

Hoogstraten niet vieren zonder er het Penitentiair Schoolcentrum van Hoogstraten en de strafinrichting van Wortel bij te betrekken. Het feestjaar zou niet compleet zijn zonder hen.” Aan het woord is Jan

Martens, feestcoördinator van 800 jaar Hoogstraten. Het voornemen om de beide strafinrichtingen deel te laten uitmaken van de viering zorgde voor het unieke concept ‘Over de muren’: een multi-disciplinair

project dat op een nooit geziene manier de brug slaat tussen de vrije en de niet-vrije wereld.

ProjeCten

te k s t r o e l S e l s | fo to’s K a ro l i e n , Lu c M e e u we s, eva

Page 32: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

3 2 |

ProjeCt

Het is sowieso niet eenvoudig evenementen in een strafinrichting te organiseren. en het wordt nog veel moeilijker als die evenementen samenwerkingen met de ‘vrije wereld’ vereisen. “tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren”, schreef Willem elsschot ooit. Dat klopt ook. Maar waar een wil is, is een weg. Wetten en bezwaren -muren en prikkeldraad in dit geval- kunnen overwonnen worden als de neuzen van alle betrokken instanties in dezelfde richting wijzen.

Dankzij de steun van Vormingplus Kempen, en de bereidwillige medewerking van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, afdeling Welzijn en Samenleving), het Centrum Algemeen Welzijnswerk De Kempen (afdeling justitieel welzijnswerk), de stad Hoogstraten, de strafinrichting van Wortel, het penitentiair schoolcentrum van Hoogstraten en de sport- en vriendenkring van S.I. Wortel groeide het project ‘Over de muren’ uit tot een succes.

fotografieHet was het stadsbestuur van Hoogstraten dat vorig jaar bij Vormingplus Kempen aanklopte met de prangende vraag: “Hoe kunnen we als stad het Penitentiair Schoolcentrum van Hoogstraten en de strafinstelling in Wortel betrekken bij de festiviteiten rond 800 jaar Hoogstraten?

“De vraag overviel ons”, herinnert Christa truyen zich. “We hebben er even over moeten nadenken. Na wat brainstormwerk kwamen we tot het besluit dat een kunstproject wel zou kunnen aanslaan. De bedoeling was wel om er niet alleen gedetineerden aan deel te laten nemen, maar ook jongeren uit Hoogstraten. Meer

zelfs: op de ene of andere manier zouden ze samen tot een resultaat moeten komen.” Daarmee lagen de contouren vast, maar het project moest inhoudelijk nog ingevuld worden.

De volgende stap die gezet werd, was een logische. Als je een kunstproject wil realiseren, kom je immers al snel bij de academie terecht. Bij IKO (de Academie voor Beeldende Kunsten in Hoogstraten) werd lerares ‘Fotokunst’ Sofie Nagels al snel bereid gevonden om haar schouders onder het initiatief te zetten. “een project zoals ‘Over de muren’ spreekt natuurlijk tot de verbeelding,” zegt ze. “Ik was er meteen enthousiast over. Het project was gedurfd, origineel en grensverleggend. Dat sprak me aan. Ik vond het ook een mooie uitdaging voor mezelf. een gevangenis in gaan en gedetineerden leren omgaan met een camera -uitgeleend door penitentiair vormingswerk De rode Antraciet en Digidak- en met beeldmateriaal is toch nog net iets anders dan lesgeven aan een academie. Wat dat betreft was het voor mezelf ook een leerrijke ervaring.” Ongetwijfeld was het dat ook voor

de Hoogstraatse jongeren die samen met Sofie toegelaten werden binnen de gevangenismuren. De confrontatie met het leven achter tralies en de tegenstellingen tussen de vrije en de niet-vrije wereld zorgde ook bij hen voor een schokeffect.

muziekFotografie was één pijler van ‘Over de muren’, muziek was een andere. De organisatie trok naar muzikant Flor Verschueren om het muzikale luik vorm te geven. Flor is pianist, accordeonist en percussionist en daarnaast ook componist. Beroepshalve was hij leraar in het bijzonder onderwijs. In die functie probeerde hij de creativiteit bij zijn leerlingen aan te zwengelen.

Was het vooral omwille van zijn ervaringen als muzikant of omwille van zijn ervaringen in het onderwijs dat de organisatoren van ‘Over de muren’ terechtkwamen bij Flor Verschueren? “Geen van beide, denk ik,” antwoordt Flor bescheiden. “Ik was links en rechts al betrokken bij de viering van 800 jaar Hoogstraten. Ze hadden daar dus mijn adres en telefoonnummer

HOOGSTRATEN over De muren VerVOLG

Page 33: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

| 3 3

al. Ik reageerde meteen enthousiast toen ik gepolst werd. In het begin was alles nogal vaag. Wat zouden we precies gaan doen? Met wie? en hoe? Wellicht heeft die onduidelijkheid andere kandidaat-begeleiders afgeschrikt, maar ik werd er juist door aangetrokken.”

techniekeen derde en laatste pijler waarop ‘Over de muren’ steunde, was een technisch luik. De instrumenten die door de muzikanten gebruikt zouden worden, moesten zelf gebouwd worden. “Het was voor ons al snel duidelijk dat we voor het muzikale luik percussie-instrumenten zouden gebruiken”, legt Flor Verschueren uit. “Slaginstrumenten zijn voor niet-muzikanten immers iets makkelijker te bespelen dan andere instrumenten. en bovendien kun je ze zelf in mekaar knutselen en timmeren. Je kan in principe slaan op alles wat je vindt. Dat idee leidde me naar Stef Van eyck, een kunstenaar die werkt met vindmaterialen. Hij zag het wel zitten om samen met een aantal gedetineerden een instrument te

bouwen. Dat resulteerde uiteindelijk in een ‘slagwerkmuur’.

Organisatorisch had een en ander wel wat voeten in de aarde. Het is niet voor de hand liggend om gedetineerden hamers, slijpschijven en lastoestellen in de handen te stoppen. Veiligheid is van het grootste belang in strafinstellingen. Maar die kwam nooit in het gedrang, zegt Steven Van Campfort, beleidsmedewerker van de strafinrichting van Wortel: “Alle werksessies vonden plaats in Wortel. We hebben met geen enkele deelnemer problemen gehad.”

Problemen waren er misschien niet op het vlak van veiligheid, wel op het vlak van discipline. Al viel ook dat al bij al goed mee. Flor Verschueren haalt een leuke anekdote op. “Gedetineerden mogen alleen roken als ze buiten zijn. Die regel zorgde ervoor dat er aanvankelijk tijdens de repetities meer gerookt dan gedrumd werd,” lacht hij. “Met één hand stonden de deelnemers een beetje apathisch tegen een slaginstrument te tikken, terwijl ze de andere hand enthousiast gebruikten om te roken. Maar zoiets kan je natuurlijk niet laten gebeuren. Ik heb de deelnemers diets kunnen maken dat we wel degelijk aan een project aan het werken waren, dat er een resultaat verwacht werd en dat er serieus geoefend moest worden. echte moeilijkheden zijn er uiteindelijk niet geweest. Je moet ook weten hoe je zo’n groep moet aanpakken. Als je dictator gaat spelen, ben je op voorhand verloren. Je moet je opstellen tussen de gedetineerden, niet boven hen. Dat wordt geapprecieerd en gerespecteerd.”

samen-werkenOm het project te laten slagen, moesten in de strafinstellingen drie groepen vrijwilligers gevonden worden: mensen die de percussiemuur wilden bouwen, drummers en

geïnteresseerden in de fotografie. toch was het bij dit driedubbele kunstproject niet in de eerste plaats te doen om de artistieke prestaties zelf. De reis was belangrijker dan de bestemming. Het samen werken aan een project primeerde boven het eindresultaat. Of zoals Flor Verschueren het samenvat: “Het bouwen, het drummen en het fotograferen waren maar kapstokken om een verhaal aan op te hangen: een verhaal van samen-werken, mekaar respecteren en verantwoordelijkheid dragen, over de gevangenismuren heen. ‘Over de muren’ was veel meer een sociaal dan een artistiek project. Dat maakte het zo waardevol.”

De resultatenDe percussiemuur werd op een week tijd in mekaar geknutseld. Flor Verschueren kon dus al snel beginnen met de repetities. “Vier gedetineerden werden geselecteerd en vier Hoogstraatse jongeren. een muzikale opleiding was niet nodig om deel te kunnen nemen, maar wie meedeed moest natuurlijk wel enig gevoel voor ritme hebben. Dat hebben we wel getest. We zijn aanvankelijk beginnen jammen. Ik drumde een bepaald ritme en de anderen moesten dat nadrummen. Al improviserend drumden we zo een voorstelling van een uur bij mekaar. Daar hebben we de twintig sterkste minuten uit geselecteerd en overgehouden voor de uiteindelijke voorstelling.

Sofie Nagels liet gedetineerden en Hoogstraatse jongeren ondertussen foto’s maken in de gevangenis. Voor de ‘vrije’ jongeren was het al een hele ervaring om de binnenkant van een gevangenis te zien. en ook voor de gedetineerden was het interessant om de intens gehate gebouwen voor de verandering eens te bekijken met een artistiek oog, lettend op kleur en compositie.

ProjeCten

Page 34: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

3 4 |

“Het project liep maar zes weken. Ik heb me bij het begeleiden vooral gericht op het inhoudelijke en niet op het technische aspect van de fotogafie,” zegt Sofie. Uiteindelijk werden 7.000 (!) foto’s genomen. Aartsmoeilijk om daar een selectie uit te maken. We mochten zelfs in de cellen fotograferen, zolang we de anonimiteit van de gedetineerden maar garandeerden.”

le moment suprêmeHet moment van glorie voor alle deelnemers brak aan op maandag 24 mei, tijdens de jaarlijkse rommelmarkt in Wortel-Kolonie. een strategisch goed gekozen moment. “Die dag is het een drukte van jewelste in de Kolonie,” zegt Christa truyen van Vormingplus Kempen. “De rommelmarkt was een unieke gelegenheid om duizenden toevallige passanten te laten kennismaken met ons project.” De percussionisten hebben die dag vier keer opgetreden, gekleed als spoken in een wit gewaad met kap. De toeschouwers konden hen zien

drummen op het binnenplein. Buiten werden de beste foto’s geprojecteerd op een aantal schermen. Het was een vreemd gezicht: toeschouwers die door het hekwerk stonden te kijken om te zien wat er zich op het binnenplein afspeelde. De wereld op zijn kop, als het ware. Normaal zijn het de gedetineerden die naar buiten staren.”

‘Over de muren’ mag dan zijn piekmoment hebben beleefd op 24 mei, het kreeg een blijvend karakter mee. Zo zullen de foto’s wellicht nog gebruikt worden voor een tentoonstelling, of misschien voor een fotoboek. Het volledige project werd ook opgenomen op dvd. Aanvankelijk werd ook met het idee gespeeld om de slagwerkmuur ergens in Hoogstraten een vaste plaats te geven als kunstwerk, maar dat leek om een aantal praktische redenen nogal moeilijk realiseerbaar te zijn.

Christa truyen blikt tevreden terug op ‘Over de muren’. “Het was waardevol voor alle betrokkenen. Hoogstraatse jongeren hebben kennisgemaakt met

het leven binnen gevangenismuren en gedetineerden hebben hun dagelijks leefpatroon doorbroken door actief deel te nemen aan een feest dat in heel Hoogstraten wordt gevierd. er werden verbindingen gemaakt tussen klank en beeld. tussen binnen en buiten. Maar nog belangrijker: er werden grenzen weggenomen. Handen gereikt over metershoge muren heen.” Flor Verschueren denk er net zo over. “er is niet veel nodig om aan de verkeerde kant van een gevangenismuur terecht te komen. Domme pech. een woedeuitbarsting. Onbezonnenheid. Armoede. radeloosheid... Noem het maar op. Laat dit maar de belangrijkste les zijn die dit project ons geleerd heeft: mensen zijn mensen, aan welke kant van de tralies ze ook staan.”

Meervind je op www.overdemuren.be

een rtV-clip over het evenement vind je op http://bit.ly/c9KFnr

HOOGSTRATEN over De muren VerVOLG

Page 35: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

| 3 5

Naam: Françis DeckxLeeftijd: 51

Beroep: werkzoekendeWoont in: turnhout

Vereniging: KWB Sint-PieterMeer hierover: http://bit.ly/b4ecOJ

Françis Deckxverzamelt buurtverhalen

Françis kreeg in het najaar van 2009 een idee: “Ik wilde de verhalen uit de Turnhoutse buurt Wobeg verzamelen, nu het nog kan. Er wonen nog mensen die hier al generaties wonen en nog veel weten over de buurt.”

Met dat idee stapte Françis Deckx naar een aantal partners. “De erfgoedcel en het stads-archief hebben me heel goed voortgeholpen. De turnhoutse stadsgidsen hebben de tekst gecontroleerd. Digid@k scande de foto’s in en Vormingplus reikte wat werkinstrumenten aan en volgde het project goed op.”Voor hij met het buurtboekje begon, zat Françis al twintig jaar bij KWB Sint-Pieter. “eerst als wijkmeester”, legt hij uit. “Ik merkte dat veel mensen niet meer verder kwamen dan hun eigen voordeur. Iedereen zit op zijn eigen eiland. Mijn drijfveer is om dat sociaal weefsel te herstellen en mensen terug naar buiten te lokken. Ik kan de wereld niet veranderen, maar ik kan er wel mijn steentje toe bijdragen.”Die drijfveer was dezelfde voor het buurt-boekje. “Om het buurtboekje te maken, hebben we ook buurtborrels georganiseerd. Daarop kwamen mensen bijeen om herinne-ringen en verhalen uit te wisselen. Zo konden

we jong en oud terug in contact brengen en de KWB promoten als gezinsbeweging, in plaats van als arbeidersbeweging.”

ode aan de wijkUiteindelijk stroomden de verhalen toe en werd het boekje in april uitgebracht. “Het is geen historisch boek geworden, maar eerder een ode aan de wijk. er staan geschiedkun-dige fouten in omdat ik de verhalen heb van horen zeggen. Maar dat is niet zo erg. Het gaat er meer om hoe de mensen de geschie-denis beleefd hebben. Sinds de uitgave vind ik nog af en toe foto’s of cd-roms in mijn brievenbus. Die verwerk ik in een tweede druk die in 2012 zal uitkomen.”Wat Françis nog mist in de Kempen, is meer openheid en vertrouwen. “Oud staat terug-houdend en wantrouwig tegenover jong, en jong tegenover oud. Of Belgen tegenover andere nationaliteiten. Dat moeten we proberen weg te vlakken.”

handleidingOndanks die terughoudendheid van sommige mensen kent het project van Françis succes. “De turnhoutse wijken Molen-Oost, Winkel en Gulden Vellekens zijn ook al met het project gestart. Daarnaast zijn er ook mensen in Hoogstraten en Deinze mee bezig. Om hen op weg te helpen, heb ik een handleiding gemaakt om een buurtboekje te schrijven. toen ik hieraan begon, had ik niet durven denken dat het zo groots zou worden. Maar ik heb het niet alleen gedaan. Het is dankzij het werk van de vele partners.”

te k s t M a r i a n M i c h i e l s e n | fo to’s B a r t Va n d e r M o e re n

vrijwilligers

Page 36: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

3 6 |

Buurtbank ’t Halfrond staat te pronken aan de Steenweg op Beerse 83. Maar daar is een heel proces aan vooraf gegaan. “Ik had het formulier ingevuld omdat we aan een drukke baan wonen. De buren kennen elkaar daardoor niet”, vertelt Ann Daems. “Met een klein comité, Vormingplus en de gemeente Merksplas hebben we een aantal vergaderingen gehouden. Daar is dan een winterwensenfeest uit voortgekomen en een zomerse barbecue. Het enthousiasme was heel groot. Veel mensen kwamen zeggen hoe geweldig ze het vonden. Na vier jaar konden ze eindelijk op straat komen en goedendag tegen iemand zeggen.”

Spontaan boden er zich mensen aan. “Op de feesten kwam er iemand zeggen dat hij traiteur is en altijd aan

kookmateriaal kan geraken. Iemand anders vertelde dat we voor een feest ook zijn schuur mogen gebruiken.”

Ook buurman Peter sprong zo mee op de kar. Hij heeft de bank ontworpen. “Daarna hebben we scholen aangeschreven om ze te maken. De VtSt in turnhout heeft dat willen doen. toen we daar aankwamen om ze te bekijken, waren we allemaal zo trots! Het is zo’n mooie bank geworden. en ze zit nog goed ook!”

Op 17 april is de bank uiteindelijk onthuld. “We hadden vooraf een ooievaar op de plek gezet om de mensen nieuwsgierig te maken. Op de dag zelf, hebben we de bank ingepakt in een partytent. en het straattheater deed er een sketch bij. Zij zouden een bankoverval doen. Dat was allemaal heel leuk.”

ann Daems brengt buren bijeen

Ann Daems vulde voor oktober 2008 een formulier van Vormingplus kempen in om een buurtbank te winnen. Nog geen twee jaar later is ze een bank én een buurtcomité rijker.

leeftijd: 50-plus

woont in: Merksplas

beroep: opvoedster

vereniging: buurtwerk ‘t Halfrond

De buurt heeft zelfs een banklied gemaakt.

Ann kijkt heel positief terug op het proces. “Het is een heel boeiende ervaring geweest. We hebben heel veel aan Vormingplus gehad. De organisatie heeft ons echt opgeleid in het vergaderen en heeft ons ook veel ideeën aangereikt. Ook de gemeente Merksplas heeft ons goed ondersteund. Het is de bedoeling dat we nu alleen verder gaan.”

Hoe ze dat gaat doen? “We behouden het buurtcomité ’t Halfrond. elk jaar willen we minstens twee activiteiten organiseren. teveel willen we ook niet doen, want dat houden we niet vol. Maar alles wat er nog bijkomt, is wel mooi meegenomen. en vergaderen, dat doen we bij mooi weer op de bank natuurlijk!”

te k s t M a r i a n M i c h i e l s e n | fo to’s G e e r t M a e s

vrijwilligers

Page 37: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

| 3 7

Bij Vormingplus Kempen kan je terecht als je in de regio een activiteit voor je groep, buurt of vereniging wil organiseren. Wij hebben een grote vergaarbak activiteiten.

Nóg belangrijker misschien: we hebben dan ook vaak een toelage voor jullie.

Dit voorjaar bieden we een pakketje activiteiten aan met onze streek, de Kempen, als thema. Kempense liederen en dansen, begrafenisritu-elen, ons landschap, de Kempen achter tralies, Kempense gerechten,... : een selectie eigenzinnige workshops, interes-sante mensen, weetjes en tips over het leven hier.

en we doen een flink stuk van de prijs.

Kijk gauw op www.vormingpluskempen.be/kempenkoorts

kemPenkoortseen pakketje Kempen-activiteiten voor je vereniging. Nu aan promotieprijs!

leerdeUiTdatabankkennen!vormingplus kempen heeft twee getrainde begeleiders om mensen uit verenigingen te leren werken met de uitdatabank.

De uitdatabank is een uiterst krachtig middel om promotie te maken voor je activiteiten. Kranten, magazines en websites maken gebruik van de gegevens die jij invoert.

Onze begeleiders werken graag met groepen van een tiental personen in een lokaal waar per twee mensen een computer staat.

Zin om zo’n introsessie mee te maken? Vraag het even na bij de cultuurdienst van je gemeente. Die kan zo’n sessie gratis bij ons aanvragen. Meer weten?Mail [email protected]

Page 38: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

3 8 |

De hele wereld in Genève AcV Geel en Vormingplus kempen naar de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) van de Verenigde Naties

Voor de ACV-wedstrijd “Morgen Mee Maken” konden vakbondskernen initiatieven indienen waarbij de solidariteit met werknemers uit andere landen werd versterkt. De ACV-Vrouwengroep van Geel werd met hun project ‘Oost europa pakt uit’ één van de twee winnaars. Dat initiatief van ACV-Geel en Vormingplus Kempen was een kleurrijk ontmoetingsfeest voor mensen uit alle culturen. Oost-europa stond daarbij centraal.

Daarmee wonnen ze een bezoek aan de IAO (Internationale ArbeidsOrganisatie) in het spoor van Luc Cortebeeck, voorzitter van het ACV.

Viviane Schuer, educatief medewerkster bij Vormingplus en actief bij ACV-vrouwen Geel trok samen met twee Kempense vrouwen en drie andere winnende ACV-militanten voor twee dagen naar Genève. Daar had van 2 tot 18 juni de jaarlijkse internationale Arbeidsconferentie plaats. Vertegenwoordigers van regeringen, vakbonden en werkgevers uit de hele wereld waren er drie weken samen.

Gilbert De Swert en Luc Cortebeeck maakten de zes winnaars eerst wegwijs in de werking van de IAO. Het belang van dergelijke internationale bijeenkomsten voor werknemers en werkneemsters overal in de wereld werd snel duidelijk.

Na de lunch trok de delegatie naar het Paleis van de Verenigde Naties. Daar woonden ze een bijeenkomst bij over het thema ‘Waardig werk voor huispersoneel’. In de delegatie van het ACV zat ook zuster Jeanne Devos, bekend van haar strijd voor een menswaardig leven voor huispersoneel in India.

Later volgde nog een rondleiding in de gebouwen van de Verenigde Naties

’s Avonds dineerde de delegatie met zuster Jeanne Devos. Die was in de wolken want de stemming in de commissie leidde

na heel wat lobbywerk tot een conventie. Die zal de situatie van dienstmeisjes in India en elders ingrijpend verbeteren.

Het werd een gezellige avond aan het meer van Genève, met verhalen van India tot de Kempen. Het klikte meteen tussen Jeanne Devos en Viviane. Ze hebben maar één oogopslag nodig om te weten dat ze op dezelfde golflengte zitten. Zuster Jeanne geeft Viviane een boekje met 25 getuigenissen van huisarbeidsters. Viviane belooft zuster Jeanne een exemplaar te bezorgen van het ‘Vrouwenkrachtboek’ dat in 2009 bij Vormingplus werd gemaakt en waarin 21 vrouwen getuigen over hun vrijwillig maatschappelijk engagement in de Kempen.

De volgende dag trekken ze terug naar het Paleis van de VN. Daar verzamelen alle delegaties van de werknemers, van Afghanistan tot Zimbabwe. tot hun verbazing worden de zes er door de dagvoorzitster welkom geheten en getrakteerd op een groot applaus. een kippenvelmoment. Dan gaat het opnieuw naar de IAO voor een belangrijke zitting over de wantoestanden van werknemers in Birma.

De zes winnaars zijn meer dan ooit overtuigd van het belang van solidariteit en samenwerking over de grenzen heen. Of zoals zuster Jeanne Devos zegt: “Niets is onmogelijk als we het samen doen”.

Ook voor Vormingplus Kempen betekende de aanwezigheid van Viviane op de IAO bijeenkomst van 2010 een boeiende meerwaarde. Via haar verhalen, ervaringen en netwerk krijgen we meer zicht op hoe constructief kan worden gewerkt aan een meer rechtvaardige mondiale samenleving. Gemeenschapsvorming en educatie stopt niet aan de grenzen van de Kempen.

Voor meer informatie: www.ilo.org

overdegrens

Viviane (l.) naast Jeanne Devos

Page 39: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

| 3 9

colofonDit is een uitgave van Vormingplus Kempen vzw

vormingplusKempen• is een pluralistische organisatie• is erkend door het Ministerie van Cultuur als Volkshogeschool

voor het turnhoutse arrondissement• wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Cultuur• is lid van de Federatie van Organisaties van Volksontwikkelingswerk.

HetteamvanvormingplusKempenCoördinator Martine Coppieters ([email protected])Adjunct-coördinator Jan Van Hout ([email protected])Communicatiemedewerker Dirk raeymaekers ([email protected])Administratie en logistiek Lieve Decoster ([email protected])educatieve medewerkers regio oost: Kristel Vanhulle ([email protected]) regio noord: Christa truyen ([email protected]) regio west: Janna Janssens ([email protected]) regio zuid: Viviane Schuer ([email protected]) educatie-ondersteuner: Jef Van eyck ([email protected]) dienstverlening: Leen de Nijs ([email protected])

PrAKtISCHWil je dit tijdschrift voortaan gratis thuis ontvangen? Iets niet duidelijk? Op zoek naar vorming? een leuk project in gedachten? Meer info nodig over een activiteit?

vormingplusKempenvzw Graatakker 4 2300 turnhout

Openingsurenelke werkdag van 9 tot 17 uur

telefoon 014 41 15 65 fax 014 41 05 77 e-mail [email protected] web www.vormingpluskempen.be bank 646-0124040-88

Zelf iets organiseren?

Bekijk ons activiteitenaanbod op www.vormingpluskempen.be, onze website. Daar vind je cursussen, workshops en voordrachten. een flink aantal daarvan betoelagen we zelfs. Lees meer daarover op onze website www.vormingpluskempen.be of bel 014 41 15 65

AdresgegevensGegevens die we noteren als je je inschrijft of als je informatie aanvraagt, komen in het adressenbestand van Vormingplus Kempen. Ze worden gebruikt om je op de hoogte te houden van ons programma en je te verwittigen als er iets wijzigt. We kunnen ze ook doorgeven aan anderen die interessante informatie voor je hebben. Als je dat liever niet wil, laat het ons even weten (wet van 8 december 1992 op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer).

opmaakeindredactie en opmaak: Vormingplus Kempen fotografie: o.a. Bart Van der Moeren, An Nelissen, Marc Vervoort, Geert Maesdruk: drukkerijmaes.be verantwoordelijke uitgever: Martine Coppieters, p/a Graatakker 4, 2300 turnhout

Page 40: Van Meerle tot Veerle najaar 2010

L AAt M e N S e N S C H I tt e

reN

rOND eeN tAFeLSAMeN PrAteN

V r I e N D e N!