VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… ·...

29
Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s 1 THEMA HOOFDSTUK 1 VAN MAMMOET TOT PLOEG A VERWERKINGSVRAGEN 1 a Antwoord gebaseerd op meningen. Geloven is een belangrijk onderdeel van het gedachtegoed van mensen. Aangezien hiervan niets op papier is gezet, baseren we onze kennis hierover op meningen van archeologen. b Antwoord gebaseerd op feiten. Archeologische opgravingen hebben bewezen dat jagen en verzamelen en landbouw behoorden tot de middelen van bestaan. c Antwoord gebaseerd op meningen. Er zijn geen kledingstukken gevonden van mensen uit de Nederlandse prehistorie, evenmin van skeletten. 2 a Je kunt allerlei soorten vragen bedenken, bijvoorbeeld: Waarom zijn jullie overgeschakeld op de landbouw? Hoe wisten jullie op welke manier je het land moest bewerken? b Eigen antwoord. 3 Eigen antwoord. 4 De landbouw zorgde ervoor dat de opbrengst van de grond vaak groter was dan de mensen konden opeten, zodat men voedselreserves aanlegde. Niet langer was iedereen nodig om het voedsel te verzorgen. Vandaar dat er specialisatie in arbeid en verschil in rijkdom ontstonden. Mensen met meer bezit zullen waarschijnlijk ook meer invloed hebben gehad. 5 Op de bron zie je een stevige boerderij. Deze stond hier voor langere tijd. Rechts op de afbeelding is een akker van de boer zichtbaar. Het verbouwen van gewassen kost tijd. Een boer moest dan ook langere tijd op één plek blijven wonen. 6 Een overeenkomst tussen de bronnen is dat beide potten gemaakt zijn van klei en versierd zijn met verschillende motieven. Een verschil is dat de bandkeramieke beker gebruikt werd om voedsel in op te slaan en de trechterbeker mee werd gegeven in het graf. Ook de periode waarin beide potten zijn gemaakt, verschillen van elkaar. 7 Jan Evert Musch kan geen gelijk hebben. Een varkenstrog duidt namelijk op het bedrijven van landbouw. Landbouw ontstond in Nederland echter pas rond 4000 v.C. De boot van Pesse is gemaakt tussen 7800 en 7700 v.C. Toen leefde men in Nederland alleen nog van jagen, verzamelen en visserij. 8 Het paar van Weerdinge stierf waarschijnlijk een onnatuurlijke dood. Dit maakt men op uit het gat in de borst bij één van de mannen. Dit kan erop duiden dat deze mensen zijn geofferd aan de goden om deze gunstig te stemmen. 9 Trijntje leefde van verzamelen. Ze was immers een vrouw. Haar man of andere mannen leefden van de jacht. Dat weten we, omdat het gebit van Trijntje versleten was door het eten van ruw voedsel. Hieruit kun je opmaken dat ze vlees at: de opbrengst van de jacht. Trijntje moet dan ook geleefd hebben voordat landbouw het belangrijkste middel van bestaan werd.

Transcript of VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… ·...

Page 1: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s 1

THEMA HOOFDSTUK 1

VAN MAMMOET

TOT PLOEG

A VERWERKINGSVRAGEN

1 a Antwoord gebaseerd op meningen.

Geloven is een belangrijk onderdeel van

het gedachtegoed van mensen. Aangezien

hiervan niets op papier is gezet, baseren

we onze kennis hierover op meningen van

archeologen.

b Antwoord gebaseerd op feiten.

Archeologische opgravingen hebben

bewezen dat jagen en verzamelen en

landbouw behoorden tot de middelen van

bestaan.

c Antwoord gebaseerd op meningen. Er zijn

geen kledingstukken gevonden van

mensen uit de Nederlandse prehistorie,

evenmin van skeletten.

2 a Je kunt allerlei soorten vragen bedenken,

bijvoorbeeld:

Waarom zijn jullie overgeschakeld op de

landbouw?

Hoe wisten jullie op welke manier je het

land moest bewerken?

b Eigen antwoord.

3 Eigen antwoord.

4 De landbouw zorgde ervoor dat de

opbrengst van de grond vaak groter was

dan de mensen konden opeten, zodat

men voedselreserves aanlegde. Niet langer

was iedereen nodig om het voedsel te

verzorgen. Vandaar dat er specialisatie in

arbeid en verschil in rijkdom ontstonden.

Mensen met meer bezit zullen

waarschijnlijk ook meer invloed hebben

gehad.

5 Op de bron zie je een stevige boerderij.

Deze stond hier voor langere tijd. Rechts

op de afbeelding is een akker van de boer

zichtbaar. Het verbouwen van gewassen

kost tijd. Een boer moest dan ook langere

tijd op één plek blijven wonen.

6 Een overeenkomst tussen de bronnen is

dat beide potten gemaakt zijn van klei en

versierd zijn met verschillende motieven.

Een verschil is dat de bandkeramieke

beker gebruikt werd om voedsel in op te

slaan en de trechterbeker mee werd

gegeven in het graf. Ook de periode

waarin beide potten zijn gemaakt,

verschillen van elkaar.

7 Jan Evert Musch kan geen gelijk hebben.

Een varkenstrog duidt namelijk op het

bedrijven van landbouw. Landbouw

ontstond in Nederland echter pas rond

4000 v.C. De boot van Pesse is gemaakt

tussen 7800 en 7700 v.C. Toen leefde

men in Nederland alleen nog van jagen,

verzamelen en visserij.

8 Het paar van Weerdinge stierf

waarschijnlijk een onnatuurlijke dood. Dit

maakt men op uit het gat in de borst bij

één van de mannen. Dit kan erop duiden

dat deze mensen zijn geofferd aan de

goden om deze gunstig te stemmen.

9 Trijntje leefde van verzamelen. Ze was

immers een vrouw. Haar man of andere

mannen leefden van de jacht. Dat weten

we, omdat het gebit van Trijntje versleten

was door het eten van ruw voedsel. Hieruit

kun je opmaken dat ze vlees at: de

opbrengst van de jacht. Trijntje moet dan

ook geleefd hebben voordat landbouw het

belangrijkste middel van bestaan werd.

Page 2: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

2 Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s

Dat gebeurde in Limburg rond 5500 v.C.

en op andere plaatsen pas rond 4000 v.C.

10 Een oorzaak was dat de bevolking te snel

groeide om de mensen te blijven voeden

met het jagen, verzamelen en vissen. Een

gevolg was dat mensen op één plek

gingen wonen.

11 Hunebedden bestaan uit enorm zware

keien van duizenden kilo’s. In de

zeventiende eeuw dachten mensen dat

deze keien door reuzen (huynen) op hun

plaats moesten zijn gezet. Vandaar de

naam hunebed.

12 F – E – D – C – A - B

B THEMAOPDRACHT

Het leven van de hunebedbouwers

Beschrijving van de bronnen

WB bron 4

De bouw van een hunebed gebeurde door een

kleine groep mannen, waarbij de stenen op

houten rollers werden vervoerd en met

hefbomen op hun plaats werden gezet.

WB bron 5

Bij de bouw van een hunebed werden dieren

ingezet. De bouw begon met het plaatsen van

de draagstenen. Daarvoor werd eerst een

zandheuvel aangelegd. De draagstenen werden

vervolgens in kuilen tegen deze dam geplaatst,

met de vlakke zijde naar binnen. Zoals de

tekening laat zien, zullen hierbij ongetwijfeld

hefbomen en touwen zijn gebruikt. Nadat de

draagstenen waren geplaatst, werd tegen het

hunebed in aanbouw een helling opgeworpen

waarover de zware dekstenen konden worden

getrokken. Daarna werd het zand in de 'kelder'

verwijderd en vulde men de openingen tussen

de stenen met kleinere stopstenen op.

Daarmee was het geraamte van het hunebed

gereed.

WB bron 6

Deze bron laat zien dat de hunebedden zijn

gebouwd door reuzen die de stenen van de

hunebedden makkelijk konden oppakken en

op hun plaats konden zetten. In de

zeventiende eeuw werd deze theorie door de

Nederlandse dominee Johan Pickardt bedacht.

WB bron 7

Op de bron zie je het zij- en bovenaangezicht

van een hunebed. Duidelijk zijn de

verschillende soorten stenen te zien, waaruit

het hunebed bestaat. Kransstenen, dekstenen,

poortstenen en stopstenen zijn daar slechts

enkele voorbeelden van.

WB bron 8

Een schoolplaat van Isings uit 1959 waarop het

dagelijkse leven van de hunebedbouwers is

afgebeeld. Het hunebed staat onopvallend op

de achtergrond tussen de schuur en de

boerderij. Eén van de mannen komt met zijn

zoon terug van de jacht en heeft een wolf

geschoten. De andere draagt een ploeg op zijn

schouder. Ze worden opgewacht door een

oudere man met een in een houten steel

gevatte stenen bijl in zijn hand. De gevelde

bomen op de voorgrond laten het resultaat van

zijn arbeid zien. Eén vrouw spint wol terwijl de

andere bezig is versieringen op een

trechterbeker te graveren. Om haar heen zie je

andere pottenbakkersproducten.

WB bron 9

Op de bron zijn verschillende hunebedbouwers

afgebeeld. Te zien zijn een jongen en een

volwassen man, die beiden een pijl en boog in

hun handen houden en zijn gekleed in

dierenvellen.

Page 3: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s 3

WB bron 10

De bron beschrijft de vondst van resten van de

Trechterbekercultuur in Friesland. Op basis van

de aanwezigheid van verschillende

aardewerken potten met hun karakteristieke

vorm, denken archeologen dat hier dezelfde

cultuur als van de hunebedbouwers bestond.

WB bron 11

De bron beschrijft een onderzoek van de

archeologe Anna Brindley. Brindley beweert dat

hunebedden begraafplaatsen waren voor

belangrijke personen. Zij komt tot deze

conclusie na een jarenlange studie van

honderdduizenden scherven van aardewerk.

Mogelijke antwoorden op de vragen

Afgaande op de voorbeeldvragen, kunnen de

volgende antwoorden gegeven worden.

Hoe werden de hunebedden gebouwd?

Sommige wetenschappers denken dat de

hunebedden gebouwd zijn door een kleine

groep mannen die met behulp van rollende

boomstammen de stenen op hun plaats zetten

(WB bron 4). Andere wetenschappers denken

dat de hunebedbouwers daarbij ook geholpen

werden door tamme runderen (WB bron 5). In

de zeventiende eeuw dachten deskundigen dat

de bouw van hunebedden geen mensenwerk

was, maar was gedaan door reuzen (WB bron

6).

Waarvoor dienden de hunebedden?

Hunebedden, zo stellen veel wetenschappers

vast, zijn gebruikt als begraafplaats.

Onduidelijk is echter of iedereen uit de

gemeenschap in een hunebed werd begraven.

De archeologe Anna Brindley is bijvoorbeeld

van mening dat alleen belangrijke personen in

de hunebedden werden begraven. De

hunebedden werden volgens haar slechts één

keer in de tien of vijftien jaar gebruikt (WB

bron 11).

Hoe zagen de hunebedbouwers eruit?

Het is voor ons moeilijk na te gaan hoe de

hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat

er geen restanten van kleding of skeletten zijn

teruggevonden. Archeologen kunnen dan ook

alleen maar gissen. Zoals op de bronnen 8 en 9

te zien is, waren de hunebedbouwers niet echt

groot en droegen ze rendiervellen als kleding.

Page 4: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

4 Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s

THEMA HOOFDSTUK 2

CLAUDIUS CIVILIS

A VERWERKINGSVRAGEN

1 C – A – B – D – F – E

2 Oorzaak: De Romeinen wilden een

wereldrijk stichten en hun gebied zo groot

mogelijk maken. Nederland was daar

slechts een onderdeel van.

Gevolg: De Romeinse cultuur werd hier op

allerlei mogelijke manieren

geïntroduceerd en verspreid.

3 Er zijn meer redenen te geven. Een reden

zou kunnen zijn dat Civilis niet een echte

Bataaf was, maar een Romeinse

staatsburger.

4 Het opgegraven altaar van de Germaanse

vruchtbaarheidsgodin Nehalennia toont

aan dat de Germanen hun goden konden

vereren. Verder is er een Romeinse

inscriptie te lezen op het altaar, wat

bovendien duidt op het toestaan van de

verering van Germaanse goden.

5 De Bataven en Cananefaten leefden allebei

in het gebied dat we tegenwoordig

Nederland noemen. Ze leefden ook allebei

van landbouw, veeteelt en visserij. De

Bataven hadden echter voorrechten van de

Romeinen gekregen. Omdat zij hielpen bij

de verdediging van de grenzen, hoefden

ze vaak geen belasting te betalen en

kregen sommigen, waaronder Civilis,

Romeins burgerrecht. Dat hadden de

Cananefaten niet.

6 In de zeventiende eeuw stichtten de

Nederlanders een handelsnederzetting van

de VOC in het huidige Indonesië. Die

noemden ze Batavia, verwijzend naar de

Bataven. Later zou deze handelspost

worden omgevormd tot de hoofdstad van

de Nederlandse kolonie Nederlands-Indië.

Men was trots op de Bataven, anders

vernoem je dit volk niet.

7 Tacitus spreekt over het samenroepen van

de stamleiders in de nacht. Op het

schilderij wordt dit uitgebeeld. De donkere

kleuren van het schilderij laten zien dat de

bijeenkomst ’s nachts was.

8 a Bijvoorbeeld:

Hoe zag jullie dagindeling eruit?

Hoe kwamen jullie in contact met de

mensen die in Nederland woonden?

b Eigen antwoord.

9 a Op de bron wordt er druk handel gedreven

in de Romeinse nederzetting. Er is sprake

van welvaart. Bovendien hebben de

mensen verzorgde kleding aan.

b De vondst van schrijfgerei, badhuizen,

munten wijst op een samenleving die het

bestaansminimum voorbij is.

10 A Romeinen hoort er niet in thuis, omdat

de andere woorden Germaanse stammen

zijn die in Nederland leefden.

B Amsterdam hoort er niet in thuis, omdat

het geen Romeinse stad was en de andere

plaatsen wel.

C Civilis hoort er niet in thuis, omdat de

andere drie in de Bataafse opstand

tegenstanders waren van Civilis.

11 De Bataven werden vaak gezien als een

heldhaftig en moedig volk. Daar wilde

iedereen natuurlijk wel van afstammen.

Page 5: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s 5

12 De Romeinen respecteerden de

Germaanse cultuur. Hierdoor hoopten ze

de rust in het Romeinse Rijk te bewaren.

Dat is ze ook eeuwenlang gelukt, dus

heeft deze politiek succes gehad.

B THEMAOPDRACHT

Het leven in een Romeinse stad in

Nederland

Je kunt op basis van de gegeven categorieën

de volgende bronnen gebruiken.

Godsdienst: WB bron 3, 4, 7 en 8, HB bron 5.

Leger: WB bron 9.

Vervoer: WB bron 6.

Een mogelijke vierde categorie kan cultuur

zijn, waarbij dan HB bron 4 en WB bron 5 en 10

kunnen worden geraadpleegd. Uit de tekst

kunnen de categorieën dan worden aangevuld.

Het is handig om per duo de zestien

benodigde (blanco) kaartjes te maken of aan je

docent te vragen.

Page 6: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

6 Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s

THEMA HOOFDSTUK 3

DORESTAD EN

UTRECHT

A VERWERKINGSVRAGEN

1 De overgebleven Romeinse

nederzettingen, zoals bij Trecht en het

fort Levefanum, vormden als versterkte

plaatsen de basis voor de ontwikkeling

van Dorestad, waar handel gedreven werd,

en Utrecht, dat een bestuurlijk en

geestelijk centrum werd.

2 Bron 1: handel.

Bron 2: dagelijks leven en handel in

aardewerk.

Bron 3: nijverheid in huis,

ambachtelijkheid.

Bron 4: handel in sarcofagen en iets over

rituelen rond de dood.

3 Dorestad dankte haar succes aan haar

ligging op een kruispunt van rivieren. Ook

zonder Dorestad zou Utrecht nog steeds

slechts aan het zwakke stroompje van de

Kromme Rijn liggen en de voorwaarde

ontberen om tot een handelscentrum uit

te groeien.

4 Het bestaan van Dorestad was

waarschijnlijk de uitzondering die de regel

bevestigde. Het was vrijwel de enige plek

in Nederland waar van handel sprake was.

Ook moet de omvang niet overdreven

worden.

5 In de tekst staat dat de aanvallen niet de

enige oorzaak waren van de ondergang

van de stad. Ook de machtspolitieke

situatie met Utrecht speelde een rol. Het is

dus lang niet zeker dat Dorestad overleeft

zou hebben.

6 In Dorestad waren stad en platteland niet

duidelijk van elkaar gescheiden. Een deel

van Dorestad was ingericht voor de

landbouw en de visserij. Daarnaast werd

er ook handel gedreven en woonden er

gespecialiseerde ambachtslieden.

7 a De vondst wijst op het feit dat Dorestad

een eigen muntmeester had die voor de

stad munten sloeg.

b Historici hebben daaruit de conclusie

getrokken dat Dorestad een belangrijk

handelscentrum was omdat een eigen

munt heel bijzonders was in de 7e eeuw.

8 In luxegoederen. De meeste goederen

waren kostbaar. Lokaal en regionaal werd

in grondstoffen en voedsel gehandeld.

9 Dorestad lag aan een kruispunt van

vaarwegen. Van alle kanten was Dorestad

bereikbaar: Friesland in het noorden,

Duitsland in het oosten en Noord-

Frankrijk in het zuiden.

10 De bron laat zien dat de huizen zo veel

mogelijk zijn ingericht op zelfvoorziening.

Dus de stelling bevat zeker waarheid,

maar de bewoners verbouwden niet al hun

voedsel zelf. Daarin wijkt de stelling af.

Page 7: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s 7

11 Voor de inwoners van Dorestad was hun

stad naar alle waarschijnlijkheid een plaats

om trots op te zijn. In de verre omgeving

was haar gelijke niet te vinden in de

negende eeuw. Er was handel lokaal en

interegionaal, er was nijverheid en men

beschikte over luxegoederen. Dat alles

vond je elders niet gemakkelijk.

Vergelijkingsmateriaal hadden alleen de

handelaren die verre reizen maakten naar

handelssteden. Die zagen waarschijnlijk

wel dat de houten huizen van Dorestad

met de koe en de geit op het erf, minder

mooi waren dan steden in Frankrijk en

Duitsland.

12 Utrecht was in die tijd voornamelijk een

wereldlijk en geestelijk centrum met zijn

bisschopzetel. Een monnik voelde zich

waarschijnlijk meer op zijn gemak bij

geestelijken dan bij kooplui.

B THEMAOPDRACHT

Noormannen plunderen Dorestad

Eigen antwoorden.

Page 8: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

8 Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s

THEMA HOOFDSTUK 4

HANZESTAD

ZUTPHEN

A VERWERKINGSVRAGEN

1 De reis van Denemarken duurde drie

weken. Om de haringen eetbaar op de

Zutphense markt te brengen, moesten ze

geconserveerd worden. Vanaf 1350 lukte

dat met zout.

2 Door de bewaard gebleven middeleeuwse

stadskern, de vele overgeleverde bronnen

en de bloeiende handelsperiode in 13e en

14e eeuw.

3 Zutphen kende vier jaarmarkten van twee

weken, maar daarnaast waren er

weekmarkten en dagmarkten. Een

Zutphenaar kon dus altijd een markt

bezoeken.

4 Vanaf het jaar 950 werden er steeds meer

producten verhandeld van groot volume

en gewicht. Dat kon alleen over water. Dus

alleen in steden aan goed bevaarbare

rivieren ontstonden markten.

5 De middeleeuwers hadden geen badkamer

en toilet in huis. Voor een bad ging men

naar het badhuis. Zijn behoeften deed

men in een soort keet op het achtererf of

gewoon buiten.

6 De kerk legde in de Middeleeuwen nogal

wat vastendagen op. Dan was vlees eten

verboden. Men at dan vis of een

eiergerecht.

7 a Men was in de Middeleeuwen niet erg

preuts. In de badhuizen werd er door

mannen en vrouwen gezamenlijk in één

tobbe gebaad. En het bleef waarschijnlijk

niet alleen bij baden.

b Eigen antwoord.

8 a In de Middeleeuwen kende men geen vork

of borden. Men at dus met de handen en

gebruikte een stuk brood of een plankje

als bord. Tegenwoordig is met de handen

eten onfatsoenlijk.

b De Middeleeuwen worden als onfatsoenlijk

en minder beschaafd aangemerkt, terwijl

dat niet het geval hoeft te zijn. Men

maakte immers veel uitbundiger gebruik

van servetten!

9 a Het menu van de middeleeuwer ziet er

niet echt gezond uit. Hij drinkt veel, te

veel. Hij eet of erg eenzijdig (pap en brij)

of als hij het zich kan veroorloven, veel

vlees en weinig groente. Gelukkig waren

er veel vastendagen waarop hij vis moest

eten. Vis is gezond en was er in overvloed.

b Eigen antwoord.

10 De heren van Zutphen verleenden

privileges als een tol en een munt om de

handel te bevorderen. Daar werden ze zelf

rijker van. De landsheren waren er met het

verlenen van stadsrechten en privileges

niet per se op uit hun onderdanen

zelfstandig te maken. Tegen betaling

deden ze het toch. Dit is een aanwijzing

dat ze het geld hard nodig hadden.

11 Zutphense handelaren waren verplicht lid

van het schippersgilde. Dat betekent dat

Godric dat ook geweest zou zijn. Ook

genoot hij verplicht tegen betaling

rechtsbescherming.

Page 9: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s 9

12 a Op de belangrijkste markten, de

jaarmarkten, werden grote partijen

goederen verhandeld, die per schip in

Zutphen arriveerden. Die handel liep terug

vanaf 1500 en daarmee ook de bloei en

welvaart van het stadje aan de IJssel. De

dag- en weekmarkten hadden vooral een

regionale en lokale functie. De IJssel was

voor die markten minder belangrijk, maar

deze markten droegen in geringere mate

bij aan de bloei van Zutphen.

b In beide gevallen is er sprake van een

traag, natuurlijk proces dat het menselijk

welzijn van toekomstige generaties

bedreigt. De stijging van de zeespiegel

bedreigt niet alleen de handel, maar

brengt ook mensenlevens in gevaar.

B THEMAOPDRACHT

Stadsleven

Eigen ontwerp van een website.

Page 10: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

10 Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s

THEMA HOOFDSTUK 6

DE

BEELDENSTORM

A VERWERKINGSVRAGEN

1 A en F horen er niet bij. A is na de

Beeldenstorm, F heeft ruim voor de

Beeldenstorm plaatsgevonden.

2 a Lid van de hoge adel en aanbieder van het

Smeekschrift aan Margaretha van Parma.

b Landvoogdes van de Nederlanden en

plaatsvervanger van koning Philips II.

c Deelnemer aan het beeldenstormen in

Gent.

d Katholieke adviseur van Margaretha van

Parma, die als eerste het woord ´geux´

gebruikte om de aanbieders van het

Smeekschrift mee aan te duiden.

3 Eigen antwoord.

4 Beelden pasten niet in de protestantse leer

en moesten worden vernietigd. Dat blijkt

hier uit het gezicht van Maria dat is

weggeslagen en het hoofd van Johannes

dat geheel is verdwenen.

5 De hoge adel was door Filips II naar de

achtergrond gedrongen, maar wilde wel

weer zijn aanspraken op het bestuur laten

gelden. Zij waren van mening dat zij veel

beter in staat waren hun gebieden te

besturen dan vanuit Brussel gebeurde. Zij

verzetten zich tegen de voortschrijdende

centralisatie van het bestuur en zagen in

de Beeldenstorm een mogelijkheid hun

oude privileges te herstellen.

6 Uit het feit dat het drieluik de

Beeldenstorm heeft overleefd, kun je

opmaken dat het advies is geweest om de

inboedels op voorhand te verwijderen en

te verbergen.

7 Haar rol als landvoogdes maakte dat zij

midden in de ontwikkelingen in de

Nederlanden stond en veel beter op de

hoogte was en werd gehouden van wat er

gaande was. Filips II ontving in Madrid

altijd pas weken later de berichten uit de

Nederlanden. Margaretha van Parma was

echter met handen en voeten gebonden

aan de instructies van Filips II, die

uitdrukkelijk had verboden toezeggingen

aan ketters te doen.

8 Het lijkt erop dat de Taliban vooral om

religieuze motieven de Boeddhabeelden

heeft opgeblazen, terwijl bij de

Beeldenstorm ook andere, politieke

motieven een rol speelden.

9 Het religieuze element is het sterkst bij

Van Vaernewyck. Daar begint hij mee,

terwijl hij de vernielingen niet ziet als

verspilling ten koste van de armen.

Page 11: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s 11

10 De persoonlijke en familiebanden.

11 Margaretha zou in schijn concessies

moeten doen aan de beeldenstormers,

maar zo snel mogelijk met harde hand een

einde maken aan het stormen.

12 In heel Europa was een strijd gaande over

de mate van godsdienstvrijheid, die in

1555 door de Vrede van Augsburg was

vastgelegd, maar die in de Nederlanden

nog niet beslist was. Wat dat betreft, komt

in de Beeldenstorm de voortzetting van

deze strijd om godsdienstvrijheid tot

uiting.

B THEMAOPDRACHT

Wie waren zij?

1 Gelet op de welstand en de leeftijd van de

lieden die in bron 6 en 7 worden

verzameld, lijkt de verklaring van de

Beeldenstorm om economische motieven

niet op te gaan in Amsterdam.

2 Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: De strijd om

religieuze vrijheid is een verkapte vorm

van strijd om politieke invloed. Of: In de

Beeldenstorm in Amsterdam waren de

Amsterdammers slechts meelopers en

geen aanstichters.

3 Getuigenverklaringen, scheepsjournalen

van de schepen die Amsterdam aandeden

in die tijd, plakkaten uitgevaardigd door

de burgemeesters.

Page 12: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

12 Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s

THEMA HOOFDSTUK 6

OP WEG NAAR DE

OOST

A VERWERKINGSVRAGEN

1 Hij zorgde ervoor dat er een vaste plek

kwam van waaruit de VOC kon opereren

en hij zorgde ervoor dat de VOC het

monopolie op de handel in specerijen

verwierf.

2 1587: geboorte in Hoorn

1600: naar Italië

1602: VOC opgericht

1607: Coen onderkoopman

1612: Coen opperkoopman

1618: Coen gouverneur-generaal

1623 Coen terug naar Republiek; trouwt

met Eva Ment

1627: Coen weer gouverneur-generaal;

beleg Batavia

1629 Coen sterft

3 a De VOC was een bedrijf dat zich als enige

in de Republiek met de handel in

specerijen bezig mocht houden. Het

bedrijf werd gefinancierd door aandelen.

b De bewindvoerders benoemen de Raad

van Indië, het belangrijkste lid daarvan is

de gouverneur-generaal.

De bemanning van de schepen bestaat uit:

schipper, opperkoopman en

onderkoopman.

4 Ziektes door gebrek aan gezond voedsel.

Extreme weersomstandigheden.

Onveilige situaties aan boord (uit de mast

vallen bijvoorbeeld).

Vijandige schepen.

Vijandige bevolkingen van gebieden waar

men wilde aanleggen.

Ruzies onderling.

Strenge straffen.

5 Eigen antwoord. Coen zal zeker het advies

gegeven hebben voortaan voorzichtiger te

zijn om brand te voorkomen en voldoende

limoenen en pruimen mee te nemen. Hij

zal God geprezen hebben vanwege het feit

dat Bontekoe zulke moeilijke

omstandigheden heeft overleefd, maar zal

ook zeggen dat hij voortaan korter aan

land moet blijven als er scheurbuiklijders

zijn.

6 a Hij lette heel goed op de kosten en

uiteindelijk was het de VOC te doen om

zoveel mogelijk winst.

b Bedoeld gevolg was dat de inkomsten

stegen door doelmatiger organisatie en

het verwerven van de monopoliepositie.

Een onbedoeld gevolg was dat het imago

van de VOC werd aangetast en de relatie

met buitenlandse mogendheden

verslechterde.

7 Coen speelde op zeker. Hij kwam in beide

gevallen (uiteindelijk) met een overmacht

aan mensen en liet de ingenomen

gebieden helemaal met de grond gelijk

maken, zodat hij er de zaken volledig naar

zijn eigen zin kon inrichten.

8 De bron ondersteunt vooral de opvatting

dat Coen een groot staatsman en

krijgsman was, want het gaat uiteindelijk

om de eer van de natie, het volk dus, en

daarvoor moet je je leven willen geven.

Page 13: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s 13

9 Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Coen

handelt duidelijk vanuit de opdracht die

hij gekregen heeft van de Heren XVII en is

als zodanig een man van zijn tijd. Hij wist

met weinig middelen de Portugese macht

te breken en de VOC vaste voet aan de

grond te geven.

10 Eigen antwoord.

11 a Doortastend, kritisch, geen blad voor de

mond nemend, vol zelfvertrouwen,

beslisvaardig, gericht op winst maken in

internationale handel, strevend naar

monopoliepositie voor een bedrijf, doel

willen bereiken met grove middelen als

geweld en bloedvergieten.

b Eigen antwoord.

12 a Coen koos er uiteindelijk voor Chinezen te

ronselen, zelfs haast te ontvoeren.

b Te denken valt aan slaven, of opleidingen

opzetten voor de inheemse bevolking om

ze op te leiden tot volwaardige

ambachtslieden.

B THEMAOPDRACHT

Coen en China: Gemiste kans of

succesvolle actie?

1 In het hele systeem van inter-Aziatische

handel was China onmisbaar. Er is

kennelijk veel aan gelegen om de

belangrijke Chinese waren te

bemachtigen. Daarnaast moeten de

Portugezen dwarsgezeten worden. Zij

hebben namelijk al een handelspost in

Macao. Als derde reden zijn Chinezen

goede werklieden en die zijn nodig in

Batavia.

2 De Chinezen wilden graag zelf bepalen

met wie en onder welke voorwaarden zij

handelden. Zij vonden de Hollanders

arrogant, brutaal en zelfs gevaarlijk.

Bontekoe denkt dat Chinezen de komst

van de Hollanders al voorspeld hadden,

maar waarschijnlijk is hier de wens de

vader van de gedachte.

3 De Hollanders verloren eerst van de

Portugezen en daarna probeerden ze een

fort te bouwen op een eilandengroep dicht

bij de kust. Zij probeerden met geweld de

Chinezen aan de kust te dwingen tot

handel. Dat vond de keizer niet bepaald

leuk, dus stuurde hij een overmacht aan

schepen en manschappen om de

Hollanders naar Taiwan te verjagen. Daar

mochten ze wel handel drijven. Ze deden

dat met succes, vooral door het slimme

optreden van gouverneur Putmans van

Taiwan.

4 Coen wilde eerst met ‘maght ende

ontsagh’ de Chinezen zijn wil opleggen

om op zijn voorwaarden handel te drijven.

Toen dat mislukte, probeerde hij het

uiteindelijk op een akkoordje te (laten)

gooien met de Chinese overheid. Daarin

slaagde hij min of meer, maar of dat zijn

verdienste was, is de vraag. Hij gaf wel de

opdrachten, maar was niet bij de

uitvoering aanwezig. Het succes van

Taiwan is bijvoorbeeld meer te danken aan

gouverneur Putmans.

Page 14: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

14 Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s

THEMA HOOFDSTUK 8

DE ZWARTE

DOMINEE

A VERWERKINGSVRAGEN

1 a Jacobus zou vermoord kunnen zijn door

Afrikanen, omdat hij bij de blanken

hoorde, of door Europeanen die het niet

konden verkroppen dat een Afrikaan bij de

blanken hoorde en een blanke vrouw

trouwde.

b Jacobus zou ongelukkig geweest kunnen

zijn door zijn positie. Hij hoorde niet meer

bij de Afrikanen, maar door zijn

huidskleur ook niet bij de Europeanen.

c Veel Europeanen stierven aan tropische

Afrikaanse ziektes in die tijd.

2 Hoe gezonder de slaven in Amerika

aankwamen, hoe meer de

slavenhandelaren aan hen verdienden.

3 Gomperts en Jacot zien slaven als

koopwaar, niet als mensen. (Ook lijken zij

de slaven zelfs minder belangrijk te

vinden dan het vlees en de saucijsjes. Het

slavenmeisje wordt namelijk in kleinere

letters vermeld.)

4 a Er is sprake van continuïteit omdat de

handelaren meer dan 600 slaven bleven

vervoeren.

b Er is sprake van verandering omdat er een

nieuwe wet over het vervoeren van slaven

is aangenomen.

5 Mogelijke argumenten zijn:

Er waren ook zwarten die slaven in hun

bezit hadden.

De Afrikaan Jacobus Capitein verdedigde

de slavernij.

In Afrika was slavernij een veel

voorkomend verschijnsel.

Het waren Afrikanen die de slaven aan de

Europeanen leverden.

6 Sommige christenen verdedigden de

slavernij aan de hand van een passage uit

de Bijbel waarin de Afrikanen

(nakomelingen van Cham) vervloekt

worden tot slaven.

Andere christenen bekritiseerden de

slavernij door te wijzen op de

naastenliefde, ook voor Afrikanen.

7 Ja, dit was gebruikelijk. Op deze manier

creëerde de slavenhouder verdeeldheid

onder slaven. Dit was voor hem gunstig,

omdat de slaven dan minder snel in

opstand zouden komen.

8 Pas wanneer je de omstandigheden

waaronder Europeanen reisden, vergelijkt

met die waaronder de slaven vervoerd

werden, kun je zien in hoeverre de

slavenhandelaren de slaven slecht

behandelden omdat zij slaven of

Afrikanen waren.

9 Bijvoorbeeld: In hoeverre (of op welke

manier) zijn de nakomelingen van slaven

nu nog bezig met hun slavernijverleden?

10 a Omdat de slaven en plantagesproducten

over de Atlantische Oceaan vervoerd

werden.

b Omdat de handelswegen in de vorm van

een driehoek verlopen. (Vanuit Europa

naar Afrika, vanuit Afrika naar Amerika,

vanuit Amerika terug naar Europa.)

Page 15: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s 15

11 Afrika stond al eeuwenlang in contact met

Europa. Hierdoor waren de Afrikanen

bestand tegen Europese ziektes.

De Portugezen hadden in eigen land,

tijdens de islamitische overheersing, al

kennis gemaakt met Afrikaanse slaven. Op

hun koloniën voor de Afrikaanse kust

hadden de Portugezen, naar dit voorbeeld,

Afrikaanse slaven ingezet.

De Afrikanen bleken fysiek goed in staat

in de hete zon de landerijen te bewerken.

12 1492: Columbus ontdekt Amerika

Begin 16e eeuw: eerste slaven naar

Amerika vervoerd

1747: Jacobus Capitein sterft

Eind 18e eeuw: De eerste abolitionisten

worden actief

1804: vrijgevochten slaven roepen het

onafhankelijke Haïti uit

1808: afschaffing slavenhandel door

Engeland

1833: afschaffing slavernij door Engeland

1852: publicatie van De negerhut van

Oom Tom

1863: afschaffing slavernij door Nederland

B THEMAOPDRACHT

Brief aan de Surinaamse nieuwsverteller

De brief moet in je eigen woorden alle

argumenten bevatten die in bron 4, 5, 8 en 10

staan. De argumenten uit WB bron 6, 7 en 9

moet je in de brief weerleggen.

Bron 4 (verdediging)

Sommige slaven verkiezen slavernij boven

vrijheid.

Bron 5 (verdediging)

Mensen hebben geen vrijheid nodig. Wanneer

zij geloven, zijn zij vrij.

Bron 6 (kritiek)

Zwarten zijn ook mensen en broeders van de

blanken.

Bron 7 (kritiek)

Slavernij is niet goed voor mensen. Zij kwijnen

weg, worden ziek en lijden.

Bron 8 (verdediging)

Afrikanen hebben als slaaf een beter leven dan

in Afrika.

Door de slavernij wordt Afrika van haar

misdadigers verlost (slaven zijn toch maar

misdadigers).

De slavernij is erg voordelig voor de koloniën.

Bron 9 (kritiek)

Slavernij gaat gepaard met onmenselijke

straffen voor de slaven.

Bron 10 (verdediging)

Afrikanen hebben een harde hand nodig,

anders zijn ze niets waard (tot niets in staat).

Page 16: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

16 Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s

THEMA HOOFDSTUK 10

WILLEM I,

DE KOOPMAN-

KONING

A VERWERKINGSVRAGEN

1 Willems ambitie was: koning worden van

alle Nederlanden, net als zijn voorvader

Willem de Zwijger. Hij maakte deze waar

door contacten te onderhouden met

mensen op het Congres van Wenen, waar

over landsgrenzen en vorsten werd

beslist.

2 a Ook al was de uitspraak niet positief,

hij zal zich wel herkend hebben in de

rusteloosheid en het streven naar machts-

uitbreiding.

b De rusteloosheid is bijvoorbeeld terug te

vinden in zijn bemoeienis met de NHM na

het verlies van België: hij stelde een

invoerverbod in op Belgische katoentjes

en stampte de Twentse textielindustrie uit

de grond. Willems verlangen naar eerste-

rangs macht is terug te vinden in de

manier waarop hij ervoor zorgde alle

Nederlanden te besturen en in zijn

bestuur via Koninklijke Besluiten.

3 Waarschijnlijk niet, want Willem I was een

stugge, gesloten man. Hij zat het liefst

alleen in zijn werkkamer stukken door te

lezen. Hij hield niet van pracht en praal en

al helemaal niet van grote mensen-

menigtes.

4 Voor het gewone volk: de roep om een

Oranje als leider na een tijd van Franse

bezetting.

Voor de elite: Willem I zorgde ervoor dat

de elite haar macht kon houden door in te

stemmen met zekere vrijheden als een

constitutie.

5 Willem I wilde gekroond zijn vóór alles

misschien vergeefs was omdat Napoleon

weer optrok. Hij nam daarmee een voor-

schot op de besluiten van het Congres van

Wenen.

6 Voor: via Koninklijke Besluiten kon

Willem I lange trajecten in het parlement

omzeilen en snel besluiten nemen.

Tegen: met een goed functionerend

parlement was dit ongetwijfeld ook

mogelijk geweest. Het paste veel meer bij

de aard van Willem I om op deze manier te

regeren.

7 Willem I wilde scoren als koning.

Het muntrecht was van oudsher het recht

van de landsheer of koning. Willems

voorvader, stadhouder-koning Willem III,

had hiermee goede resultaten bereikt in

Engeland. In dat opzicht was het dus

trotse Oranje-symboliek.

8 Het koningschap van Willem I was een

verlicht absolutisme, hij regeerde vooral

per Koninklijk Besluit. Willem gebruikte

zijn macht vooral om de economie te

ontwikkelen. Hij was de motor achter het

graven van kanalen en het aanleggen van

wegen. Ook de NHM is door hem in gang

gezet. Andere vorsten lieten economische

en handelsbelangen over aan hun

ministers. Willem nam juist het voortouw.

Page 17: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s 17

9 Eerst het leggen van een solide basis door

de Nederlandsche Bank en de Nederlandse

munt in te stellen. Vervolgens het

aanleggen van een goede infrastructuur

(kanalen, wegen en spoorwegen om het

land te ontsluiten). Daarna – bijvoorbeeld

via de NHM – het stimuleren van de

industriële ontwikkeling en de handel.

Kort samengevat: onderaan beginnen en

dan stapje voor stapje uitbouwen.

10 a De Belgische opstand, augustus 1830.

b In augustus 1830 kwamen de Belgen in

opstand tegen Willem I. Vanwege het

aarzelend optreden van leger en politie

(en dus van Willem I) richtten de Belgen

burgermilities op om hun eigen veilig-

heid te garanderen. Daarmee was de

onafhankelijkheidsstrijd een feit.

11 De Noord-Nederlandse textielindustrie

moest het wegvallen van de Belgische

textielproducten opvangen. De NHM

stimuleerde daarvoor de textielindustrie in

Twente. In Nederlands-Indië werd het

cultuurstelsel ingevoerd, waardoor de

NHM veel winst kon maken op producten

die op de wereldmarkt goed te verkopen

waren.

12 B – D – C – A – F – E

B THEMAOPDRACHT

BRON KONING KOOPMAN EIGENBELANG OF ALGEMEEN BELANG?

A WB bron 3 X Algemeen belang want hij is gevraagd terug te

komen.

B WB bron 1 X Eigenbelang want zo is zijn karakter.

C WB bron 4 X Ook eigenbelang want Willem trekt de macht naar

zichzelf toe.

D WB bron 5 X Voornamelijk eigenbelang want Willem was de

grootste aandeelhouder in de fabriek.

E WB bron 6 X X Voornamelijk eigenbelang, want Willem benoemde

en ontsloeg de bewindhebbers.

F WB bron 7 X Eigenbelang want Willem trok zich terug toen het

verliesgevend bleek.

Je moet goed beargumenteerd kunnen aangeven waarom de bijnaam koopman-koning (g)een

goede typering is voor Willem I.

Page 18: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

18 Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s

THEMA HOOFDSTUK 11

DE BELGEN

KOMEN!

A VERWERKINGSVRAGEN

1 a De Duitsers wilden de Franse hoofdstad

omsingelen vanuit het noorden en het

oosten. Zij vielen België binnen om zo

vanuit het noorden Frankrijk aan te vallen.

b De Duitse opmars vanuit het noorden had

ook via Nederlands grondgebied kunnen

plaatsvinden.

2 Tijdens de Eerste Wereldoorlog ging de

overheid zich actief bemoeien met de

voedseldistributie, door de grote

schaarste. Zij beëindigde hiermee haar

passieve houding en daarmee de

nachtwakerstaat.

3 Door de oorlog was er grote voedsel-

schaarste. Tijdens de oorlog zou de

overheid daarom niet zoveel tegen de

armoede (de sociale kwestie) kunnen

doen.

4 H – E – L – G – A – J – K – C – D – B – F – I

5 Veel mannen waren van huis door de

mobilisatie. Zij waren niet in staat mee te

helpen met de voedselverbouwing.

De handel was vrijwel stil komen te liggen

door de onveilige situatie op zee en

doordat de buurlanden in oorlog waren.

Nederland had overeenkomsten gesloten

met buurlanden. Zij leverden steenkolen,

Nederland leverde voedsel.

6 a De overheid kocht voedingsmiddelen in en

verkocht deze aan de burgers voor een

lagere prijs. Er werd een bonnensysteem

ingevoerd om ervoor te zorgen dat

iedereen evenveel kon kopen.

b Om het schaarse voedsel zo eerlijk

mogelijk te verdelen.

7 a Positief: via smokkel konden schaarse

producten toch in Nederland verkocht

worden.

Negatief: via smokkel konden schaarse

producten Nederland verlaten. Hierdoor

werden de prijzen nog hoger.

b Jullie eigen antwoord.

8 a Zowel tijdens de Eerste Wereldoorlog als

tegenwoordig worden er vluchtelingen-

kampen (asielzoekerscentra) opgericht.

b Voorbeelden van verschillen:

– tegenwoordig wordt de opvang van

vluchtelingen vrijwel niet meer door

particulieren georganiseerd. Tijdens de

Eerste Wereldoorlog was dit wel het geval.

– wanneer een land ‘veilig’ bevonden

wordt, worden vluchtelingen verplicht om

te vertrekken.

9 a Treub stond negatief tegenover de koop-

lieden die de smokkel leidden. Hij stond

minder negatief tegenover de smokkelaars

zelf.

b Persoonlijke reden: hij vond het oneerlijk

dat de leiders geen gevaar liepen en de

dragers van de smokkelwaar wel. Het

frustreerde hem dat hij daarom weinig

tegen smokkel kon uitrichten.

Maatschappelijke reden: de voedselvoor-

ziening van Nederland werd in gevaar

gebracht.

Page 19: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s 19

10 a Nederlandse mannen dienen zich op te

geven als vrijwilliger bij de landmacht.

b De manier waarop de mannen zijn

afgebeeld moet de boodschap meer kracht

bijzetten. De rechter figuur wordt ‘slap’

afgebeeld, met een sok en breinaalden in

de hand, door zijn knieën gezakt en bij de

kachel. De linker figuur wordt ‘sterk’

afgebeeld, met een uniform aan, een

rechte houding, de Nederlandse vlag op

de achtergrond en het geweer.

11a De hulp die Nederland biedt, bijvoorbeeld

aan de Belgen, zorgt voor de schaarste

van voedsel in Nederland.

b Mobilisatie van het Nederlandse leger,

waardoor de voedselproductie stagneer-

de, en de leveringscontracten aan leger en

buitenland.

12 De mobilisatie zorgt in Nederland voor

honger. De minister van Oorlog zal pas

besluiten tot een demobilisatie wanneer

het Nederlandse volk gestorven is aan de

honger.

B THEMAOPDRACHT

2 WB bron 4

a Ooggetuige, een kind. Haar eigen familie

deed niet mee, vader wilde dat niet.

b Het oproer werd uitgevoerd door

onschuldige vrouwen, die niet anders

konden. De gewone politie wilde niet

ingrijpen. De marechaussee trad hard op

en schoot zelfs op de dokter.

c Er was honger onder de bevolking. De

vrouwen moesten wel in actie komen om

hun kinderen te kunnen voeden.

WB bron 5

a De bron is uitgegeven door de hoofd-

commissaris van de politie. De politie had

als taak het oproer te stoppen.

b Het oproer werd veroorzaakt door jonge-

ren. Zij gooiden met stenen.

c De kinderen zijn baldadig en willen een

tegenreactie uitlokken bij de politie.

WB bron 6

a Een ooggetuige, een kind. Haar vader

hielp een neergeschoten vrouw.

b Mensen kwamen in opstand omdat ze

honger hadden. De bereden politie trad

hard op en schoot daarbij zelfs een oude,

onschuldige vrouw dood.

c De mensen werden door honger gedreven.

WB bron 7

a Hij was wethouder in Amsterdam en ver-

antwoordelijk voor de voedselvoorziening.

b Vrouwen roofden aardappelen. De politie

heeft geen geweld gebruikt.

c De reden voor het uitbreken van de

opstand wordt niet beschreven, maar er

zou geen sprake zijn van honger.

WB bron 8

b De tekenaar wil laten zien dat de Amster-

dammers buitensporig veel geweld

hebben gebruikt, terwijl ze de aardappe-

len zo zouden hebben kunnen krijgen.

c Het lijkt erop dat de Amsterdammers

graag geweld gebruiken. Het geweld was

niet nodig geweest. Honger was er

volgens de tekenaar niet, dat kan dus niet

de oorzaak van het oproer zijn.

HB bron 9

b Er is te zien dat vrouwen aardappelen

hebben geroofd. Ze kijken hierbij vrolijk

en strijdlustig (met de armen omhoog).

c De oorzaak wordt niet duidelijk.

Page 20: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

20 Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s

3 Je eigen antwoord. Redenen voor je keuze

kunnen zijn: ooggetuigen, objectief of

feitelijk verslag, verslag met details die te

controleren zijn, standplaatsgebonden-

heid van auteur of tekenaar.

4 Je eigen antwoord, met onderbouwing.

5 Je eigen antwoord, met onderbouwing.

6 Je eigen antwoord.

Page 21: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s 21

THEMA HOOFDSTUK 12

DAGBOEKEN IN

BEZETTINGSTIJD

A VERWERKINGSVRAGEN

1 a Vanwege verzetsactiviteiten.

b Vanwege hun kinderen.

c Je eigen antwoord.

2 a De Haarlemse scholier geeft weer hoe het

weer was, dat er te weinig voedsel in de

stad was en dat mensen dat gingen halen

op het platteland. Dat ze daarbij vaak heel

ver weg moesten (‘de Noord’), welk

voedsel er nog beschikbaar was. Dat zijn

feiten, weergegeven door een ooggetuige.

Zijn mededeling over de opmars van de

Russen en vooral dat er nu wel snel een

einde aan de oorlog zal komen, berust

misschien op feiten, maar zijn vooral een

verwachting en mening.

b De foto (HB bron 1) geeft weer hoe

kinderen actief waren om houtblokjes

tussen de tramrails vandaan te halen. De

foto vertelt dus ook over het gebrek aan

brandstof toen. Kennelijk was het heel

gewoon, want op het trottoir lopen de

volwassenen gewoon door. Je zou nog

kunnen zeggen dat ook de kleding, de

fietsen enzovoort feitelijkheden zijn die je

uit de foto kunt halen.

c Lastig. Aan de ene kant is het gewoon een

foto, op straat genomen en aan de

voorbijgangers kun je zien dat het een

‘normaal’ beeld was toen. Aan de andere

kant kun je ook zeggen dat de fotograaf

dit juist heeft willen vastleggen om zijn

opvatting over de Hongerwinter en over

hoe kinderen het toen hadden, vast te

leggen.

3 a Feiten zijn hoe het kennelijk toeging, zo’n

serie executies van joden in Rusland.

En ook dat de SS-Standartenführer was

doodgeschoten. Meningen zijn de koele

manier waarop de moord op de ‘partiza-

nen’ wordt beschreven (dat doet hem

kennelijk niets), dat joden als tegenstan-

ders van de Duitsers werden gezien die

verzet pleegden, het verdriet over de dood

van de SS’er en dat deze ‘als soldaat’

gestorven was.

b Van de dood van de SS-officier.

c Hij is als vrijwilliger aan het Oostfront,

dus een verklaard medestander van de

Duitsers en een aanhanger van de nazi-

ideologie.

d Je krijgt een indringend beeld van hoe het

toeging, maar ook van de opvattingen van

deze ‘foute’ Nederlander toen. Ook geeft

het weer dat een al te glorieus beeld van

Nederland massaal in verzet behoorlijk

getemperd moet worden.

4 Het belang van de egodocumenten in

bezettingstijd is dat je tot in details en op

heel lokaal niveau kunt meeleven met de

mensen die deze tijd meemaakten. Ook

hun eigen ervaringen, indrukken en

meningen komen er duidelijk uit naar

voren.

5 a Je kunt zeggen dat veel Nederlanders toen

zich niet erg druk maakten over wat er

gebeurde met de joden uit hun midden.

Ook nu zie je onverschilligheid ten

opzichte van mensen met een apart geloof

of uiterlijk. Maar je kunt het ook wat

nuchterder bekijken en aangeven dat

iedereen nu eenmaal geneigd is om in de

eerste plaats voor zichzelf te zorgen, te

‘overleven’ en pas daarna iets voor een

ander overheeft. In de bezettingstijd

pasten velen zich aan (accommodatie).

Page 22: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

22 Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s

b Anne Frank was geen vreemdelinge in ons

land vanwege haar joodse achtergrond,

maar haar ouders waren wel uit Duitsland

gevlucht in de jaren dertig. In die zin zou

je kunnen zeggen dat ze een kind is van

‘vreemdelingen’.

6 Voor: inderdaad geven de dagboeken veel

informatie die je anders niet aan de

openbaarheid prijs zou geven. Dus je

moet er erg op letten wat je wel en wat je

niet publiceert.

Tegen: je kunt redeneren dat het weten-

schappelijk belang, juist vanwege de grote

waarde van dit soort bronnen, boven dat

van de individuen gaat.

7 a Mogelijke onderzoeksvragen zijn:

– waarom stuurden de ouders van deze

kinderen hun kroost naar dergelijke

vakanties? Was dat uit naïviteit of wisten

ze wel beter?

– hoe vonden de kinderen het, die

vakanties, en hoe kijken ze er achteraf op

terug?

– op welke manieren wilden de Duitsers

de Nederlanders voor zich winnen? (Deze

vakantie is dan een van die manieren.)

b Je ziet iemand met een gele ster (links op

de foto). Misschien is dit een registratie

(gezien de typemachine op de tafel tussen

de drie mensen achter de tafel en ‘het

publiek’ van joden).

De foto past in deze serie bronnen, omdat

eruit blijkt hoe het leven voor joden

tijdens de bezetting in Amsterdam was.

8 Dat zou door de Duitsers verboden

worden gezien de censuur en het thema.

Onderduik zou erdoor aangemoedigd

worden en het boek zou medeleven

opwekken met het lot van de joden.

9 a Heel lastig. Je kunt met je antwoord twee

kanten op. De ene kant is: ze kijken erg

vrolijk en genieten kennelijk van het Duit-

se gezelschap. De andere is: ze waren ook

op het strand en moesten noodgedwon-

gen poseren. Je kunt niet iedereen die

samen met de bezetter op een foto staat

zomaar als ‘fout’ kwalificeren.

b Mensen die zich aanpasten, die accom-

modeerden, de grote meerderheid van de

Nederlanders. Deze vrouwen zou je daar

onder kunnen laten vallen.

10 Omdat ze graag wilden laten vastleggen

hoe de oorlog was geweest.

Om hun omgekomen man, vrouw of kind

te eren.

Uit ijdelheid of omdat het zo interessant

stond?

11 a De geallieerden hadden al een behoorlijk

deel van Nederland heroverd en waren ook

al in Duitsland doorgedrongen.

b Die luchtoorlog was onderdeel van de

bevrijding van Nederland.

c Nog enkele weken.

12 a Palen waaraan elektriciteitsdraden hingen

die het dorp energie gaven. Dus een

bovengronds leidingnet voor elektra.

b Hij scheurt NSB-affiches af, die op de

palen zijn geplakt.

Het eerste zinnetje zou ook erop kunnen

duiden dat de schrijver de ‘NSB-plakate’

zelf aanplakt. Uit de rest van de tekst kun

je echter afleiden dat dit niet het geval is.

c Als een soort verzetsdaad.

d Een verzetsdaad.

Page 23: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s 23

B THEMAOPDRACHT

1 Dagboekfragmenten en foto’s geven veel

informatie over de bezetting op lokaal

niveau. Dus ook over de geschiedenis van

de bezetting in je eigen plaats of streek.

2, 3 en 4 Je eigen invulling.

Page 24: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

24 Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s

THEMA HOOFDSTUK 13

MOLUKKERS

TUSSEN BATAVIA

EN DEN HAAG

A VERWERKINGSVRAGEN

1 a Uit de bron valt op te maken dat de

Molukkers in kampen woonden. Ook valt

op te maken dat ze niet in Nederland

willen blijven en de wens hebben om een

onafhankelijke Molukse staat te vestigen

(wapperen van de RMS-vlag).

b De Molukkers waren ondergeschikt aan

een Nederlandse kampbeheerder. Er was

geen sprake van zelfstandig wonen.

2 a Deze bron geeft duidelijk aan dat de

Molukkers geen zin hadden om naar

Nederland te vertrekken en dat ze zich

verraden en bedrogen voelden.

b Hieruit kan een historicus opmerken dat

het er blijkbaar in Indonesië erg ‘warm’

aan toeging en dat er sprake was van

strijdende partijen die voor een poos uit

elkaar gehaald dienden te worden.

3 Je eigen antwoord.

4 a Gebeurtenis IV (Nederlandse soldaten

raken op de Molukken in gevecht met ex-

KNIL-militairen).

b V – III – VI – I – II – VII.

5 a Ze voelden zich in de steek gelaten en

leden psychisch onder de Nederlandse

afwijzing van hun verdiensten voor

Nederland.

b Ze spanden een proces aan om op juridi-

sche gronden genoegdoening te krijgen.

c De tweede generatie Molukkers werd door

deze als oneerlijk ervaren behandeling

gemotiveerd tot de radicale acties

halverwege de jaren zeventig.

6 a In Nederland heerste woningnood.

De Molukkers mochten niet in ‘gewone’

huizen tussen de Nederlanders wonen,

vanwege de kans op contact. Dat was

ongewenst.

De Molukkers hadden een voorkeur voor

de kampen. Die leken op hun vroegere

behuizing in Indonesië en lagen ver van de

bewoonde (Nederlandse) wereld.

b Vanaf 1959 vond de regering dat er iets

gedaan moest worden aan de nood-

opvang in de kampen. Het was duidelijk

dat de Molukkers niet meer zouden

vertrekken. Daarom moesten zij in betere

huizen tussen de Nederlanders gehuisvest

worden.

7 De Nederlandse overheid is niet schuldig

maar had de acties misschien kunnen

voorkomen door meer aandacht aan de

Molukse jongeren te schenken. Jarenlang

werden de jongeren verwaarloosd; zo

werden ze tot een sociaaleconomisch

kansarme groep, die kon radicaliseren.

8 Deze uitspraak was de mening van de

Nederlandse regering en de minister.

Het was de enige oplossing vanuit

Nederlands perspectief, niet vanuit Moluks

perspectief. De Molukkers meenden dat

het best mogelijk was naar de Molukken

te reizen en daar te demobiliseren.

Nederland moest rekening houden met de

internationale politiek en de opstelling van

Indonesië.

Page 25: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s 25

9 Je eigen antwoord. In je overwegingen

moet je ingaan op de vergelijking tussen

de omstandigheden waaronder Neder-

landers en Molukkers leefden in de jaren

vijftig. Verder kun je in je beschouwing

opmerkingen opnemen over de rol van de

Nederlandse overheid die de Molukkers

naar Nederland heeft gehaald.

10 Bij de herovering van haar voormalige

kolonie werd Nederland teruggefloten

door de internationale politiek, met name

door de Amerikanen. Bovendien moest het

onder druk van de internationale politiek

een oplossing vinden voor de Molukse

KNIL-militairen.

11 a De Molukkers zaten met veel mensen in

de kampen de hele dag met de handen

over elkaar. Het is niet raar dat dat tot

spanningen en gewelddadigheden

onderling leidde en dat de politie op

moest treden.

b Door te werken zouden de Molukkers in

contact komen met de Nederlanders en de

Nederlandse samenleving leren kennen.

Door het isolement en het gebrek aan

bezigheden kon de droom van een eigen

land ver weg gemakkelijk levend worden

gehouden.

12 a Je eigen antwoord, waarin je ingaat op de

specifieke verantwoordelijkheid van de

Nederlandse regering voor de Molukse

gemeenschap.

b Je eigen antwoord, waarin je een afweging

kunt maken tussen het gelijkheidsbeginsel

en de tijdelijke bevoorrechting van

achtergestelde groepen.

B THEMAOPDRACHT

Je eigen voorstel. Voorwaarden waaraan dit

voorstel moet voldoen:

– je hebt een kort verslag van de trein-

kapingen en de gebeurtenissen in de school

van Bovensmilde opgenomen;

– je hebt aandacht besteed aan de drie

benaderingen (journalistiek, gegijzelden,

Molukse samenleving);

– je hebt een gemotiveerde aanbeveling

gedaan voor de benadering die jouw voorkeur

heeft.

Page 26: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

26 Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s

THEMA HOOFDSTUK 13

SURINAMERS

TUSSEN

PARAMARIBO

EN AMSTERDAM

A VERWERKINGSVRAGEN

1 Hij vindt dat Nederland Suriname te lang

aan het handje heeft gehouden. Suriname

baalt hiervan. Het is tijd om Suriname echt

onafhankelijk te laten worden.

2 a Dat zal economisch voordeliger zijn (of je

eigen antwoord).

b Curaçaoënaars zullen zich een eigen volk

voelen en zullen daarom ook helemaal

onafhankelijk willen zijn.

3 a In dit geval zou Curaçao tegenover de

andere Antilliaanse eilanden een grote

mate van zelfstandigheid verwerven

binnen het verband van het koninkrijk.

b Met keuze C zou Curaçao zich moeten

schikken naar de beslissingen die binnen

het koninkrijk over de Antillen worden

genomen en dus veel minder zelfstandig-

heid hebben.

4 a De Kom wordt als onbeschaafd afgebeeld,

hij is bijna naakt. Sommige Surinamers

vinden dat zij te weinig inspraak hebben

gehad over het beeld.

b Je eigen antwoord. Een voorbeeld: Anton

de Kom streed voor afschaffing van het

kolonialisme en de onderdrukking van

Surinamers. Hij is daarom een belangrijke

persoon voor Surinamers.

5 a Bijvoorbeeld: binnen een kapitalistische

samenleving streeft men naar zoveel

mogelijk rijkdom. Een belangrijke drijfveer

voor kolonialisme is verrijking.

b Bijvoorbeeld: het kolonialisme op het

Amerikaanse continent ontstond in de 16e

eeuw. In die eeuw was er in Europa nog

geen sprake van kolonialisme.

6 a Surinamers spreken goed Nederlands en

hebben kennis van de Nederlandse

cultuur.

b Men gaat er blijkbaar vanuit dat de lange

geschiedenis van contact met Nederland

in taal, onderwijs en wet- en regelgeving

het onnodig maakt de immigranten uit de

ex-koloniën te onderwerpen aan het

inburgeringsbeleid.

c Nog steeds emigreren er Surinamers naar

Nederland. Voor hen is dit nieuws van

belang.

7 a Je eigen antwoord.

b Je eigen antwoord.

8 In Suriname leven veel verschillende

bevolkingsgroepen en culturen naast

elkaar, maar dat wil nog niet zeggen dat

er geen etnische of religieuze spanningen

zijn binnen de Surinaamse gemeenschap.

Het is meer een salad bowl dan een

melting pot.

9 a Ja, hij heeft op grond van het ras van de

Surinamer een negatieve verwachting van

zijn gedrag.

b Je kunt de term ‘racisme’ toepassen op

het oordeel van de journalist, omdat het

juist de stereotypering van de Surinamer

laat zien.

Page 27: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s 27

10 a Motief van Surinamers: de wens van zelf-

bestuur.

Motieven van de Nederlandse regering:

het indammen van de massale migratie

vanuit Suriname. Dekolonisatie was ‘in de

mode’ en Nederland wilde haar voortrek-

kersrol als moreel geweten handhaven.

b Er werden demonstraties gehouden en

comités opgericht tegen de naderende

onafhankelijkheid.

11 a De massale emigratie van hoogopgelei-

den.

b Vooral hoogopgeleiden trokken vanuit

Suriname naar Nederland om te studeren

en bleven er vaak wonen. Ook de coup van

Bouterse droeg hieraan bij.

c Wanneer veel hoogopgeleiden vertrekken

heeft dit nadelige gevolgen voor de

economie en ontwikkeling van een land.

12 a De journalist beredeneert dat er veel geld

en pakketten naar Suriname gestuurd

worden, maar dat dit niet zorgt voor een

betere economische situatie. Dit wordt

ondersteund door het feit dat het

momenteel nog niet goed gaat met de

Surinaamse economie.

b De hulp wordt niet in structurele

ontwikkeling gestoken.

B THEMAOPDRACHT

2a Bron 7: om medische redenen.

Bron 8: geen vertrouwen in Suriname na

de onafhankelijkheid.

Bron 9: uit nieuwsgierigheid en vanwege

betere perspectieven.

Bron 10: daar geeft de bron geen

antwoord op.

Bron 11: door de coup was de verhouding

tussen Suriname en Nederland niet meer

goed. Als militair moest zijn vader naar

Nederland terugkeren.

b Bron 7: Polanen was liever in Suriname

gebleven. Hij houdt niet van het woord

‘allochtoon’. Hij vindt het prettig dat er

veel andere Surinamers in Amsterdam

wonen.

Bron 8: mevrouw Dwarka moet zich

aanpassen, maar dat lukt. Het leven is

duur.

Bron 9: hij houdt niet van het individu-

alisme dat in Nederland heerst.

Bron 10: het culturele leven in Nederland

biedt veel mogelijkheden. Ze is erg

gelukkig in Nederland.

Bron 11: in het begin vond hij het moeilijk

om zich aan de Nederlandse cultuur aan te

passen. Later ging dat beter, toen hij veel

Nederlandse jongeren leerde kennen. Hij

is teruggekeerd naar Suriname.

3 De bronnen zijn ooggetuigenverslagen.

De mensen hebben het zelf meegemaakt.

Dat maakt de bronnen voor dit onderzoek

redelijk betrouwbaar.

4 Je eigen antwoord. Voorbeeld: de resul-

taten van een onderzoek onder een grote

groep Surinamers naar hun redenen voor

vertrek en hun welbevinden in Nederland.

Page 28: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

28 Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s

THEMA HOOFDSTUK 14

EUROPA,

IDEAAL EN

WERKELIJKHEID

A VERWERKINGSVRAGEN

1 a De Verenigde Staten vormen samen een

politieke en economische eenheid en zijn

samen één land. De Europese Unie is

voornamelijk een economische eenheid en

daar blijft het voorlopig bij.

b De meeste Europese landen zaten tot de

val van de Muur in 1989 achter het

‘ijzeren gordijn’. Tegenwoordig zouden

alle staten zich kunnen verenigen, als ze

dat willen.

2 a De afzonderlijke Europese landen speel-

den na de Tweede Wereldoorlog geen rol

van betekenis meer in de internationale

politiek. De twee machtsblokken, de

Verenigde Staten en de Sovjet-Unie,

beheersten de wereldpolitiek. Alleen door

een samenwerking zouden landen nog een

vuist kunnen maken.

b De oprichting van de EDG mislukte, maar

op economisch gebied (EGKS, EEG) was de

samenwerking meer dan succesvol.

Europa kreeg gezamenlijke economische

grenzen voor de buitenmarkt en een vrije

binnenmarkt.

3 Je eigen antwoord. Voorbeeldargumenten

vóór: we hebben het dankzij Europa en de

Europese samenleving nog nooit zo goed

gehad in Nederland. Als klein landje is het

juist prima om samen te werken in een

groter geheel, ook op het wereldtoneel.

Tegen: we betalen ons blauw aan ‘Brussel’

en zien er bitter weinig voor terug. Er blijft

veel te veel geld aan de bureaucratische

strijkstok hangen. De regelgeving is zo

ingewikkeld, dat dat allemaal extra tijd en

moeite kost. De invoering van de euro

heeft het leven in Nederland extra duur

gemaakt, dat zie je aan de prijs van het

bier: twee euro, zeg maar vier en een

halve gulden, terwijl ik me de tijd nog

goed kan heugen waarin een pilsje een

daalder kostte!

4 Zonder grondwet wordt een politieke

samenwerking waarschijnlijk nog

moeilijker dan die al is. Als ieder land

bovendien het vetorecht behoudt op alle

beslissingen in Europees verband, zal

nooit iets veranderen want er is altijd wel

een dwarsligger.

5 Ten eerste deelde Engeland niet in de

economische voorspoed waarmee de

oprichting van de EGKS en de EEG gepaard

ging.

Ten tweede: toen Engeland wel mee wilde

doen, bleef de deur nog lang gesloten

door de tegenwerking van De Gaulle.

6 Je eigen antwoord, waarin je aan elk

onderdeel aandacht besteedt.

7 EGKS – 1951

EDG – 1952

EEG – 1957

EG – eind jaren ’70

EU – 1992

EURO – 2002

Page 29: VAN MAMMOET TOT PLOEG - Malmbergmemo.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/62869/antwoord… · hunebedbouwers eruit hebben gezien, omdat er geen restanten van kleding of skeletten

Memo bovenbouw havo antwoorden thema’s 29

8 Voor: de oprichting van de EGKS is

voornamelijk een Frans initiatief geweest

met Schuman en Monet. De krachtige

Franse Jacques Delors blies de EU nieuw

leven in vanaf halverwege de jaren tachtig.

Tegen: de Franse De Gaulle heeft jaren-

lang een uitbreiding van de lidstaten

tegengehouden en de Fransen stemden

tegen de grondwet in 2005.

9 Een organisatie van samenwerkende

landen is een organisatie waarin de

vertegenwoordigers van bijvoorbeeld een

regering samenwerken. Er zijn veel van dit

soort samenwerkingsverbanden. Bij een

supranationale organisatie is er sprake

van een hogere autoriteit, die boven de

nationale regeringen staat en de macht

heeft plichten op te leggen aan de

aangesloten nationale staten. Zo’n

organisatie is de EU.

10 Vanaf haar ontstaan is elke vernieuwing

binnen Europa met vallen en opstaan

bereikt. Telkens zijn er wel uitvallers

(Engeland), dwarsliggers (Frankrijk) of

landen die op de rem trappen bij

vernieuwingen (Nederland en Frankrijk in

2005). Engeland en Denemarken doen

bijvoorbeeld weer niet mee met de euro.

11 a Meer dan 85% van het Europese budget

ging in 1970 naar de landbouw.

b Waarschijnlijk niet in grote mate. De

Nederlandse economie kreeg vooral een

sterke impuls door het wegvallen van de

tariefmuren, omdat Nederland van

oudsher een doorvoer- en exportland is.

12 a Feit: Brussel is verre van een gemakke-

lijke werkplek. Mening: de benodigde

eigenschappen en vaardigheden om daar

te slagen zijn nauwelijks positief te

noemen.

b Je eigen antwoord, bijvoorbeeld: het is een

wereld van diplomaten, waarin dit soort

optreden soms noodzakelijk is.

B THEMAOPDRACHT

Je eigen antwoord, waarin je:

– in steekwoorden je eigen visie op Europa en

de Europese samenwerking hebt weergegeven;

– een beeldmerk of affiche hebt ontworpen

waarin die visie tot uiting komt.