Van geïntegreerd naar gedifferentieerdbosbeheer
-
Upload
buiting-advies -
Category
Documents
-
view
233 -
download
1
description
Transcript of Van geïntegreerd naar gedifferentieerdbosbeheer
Van geïntegreerd naar gedifferentieerd
bosbeheer
Uitgebreide samenvatting van het Bosbeheerplan 2008-2012
Stichting IJssellandschap is een particuliere beheerder van landgoederen en landerijen in de
omgeving van Deventer. De stichting bezit circa 3.600 hectare grond en circa 75 panden en beheert
tevens 500 hectare voor Stichting Burgerweeshuis en Kinderhuis te Deventer.
Stichting IJssellandschap bezit 1.197 ha bos. IJssellandschap streeft met het beheer van haar bossen verschillende doelen na. Het beheer richt zich op het realiseren van mooie bosbeelden, met aantrekkelijke wandel- en fietsroutes, tot het ontwikkelen van natuurbossen met hoge natuur-waarden. Daarnaast probeert IJssellandschap land-schappelijke waarden te versterken en historische parken in oude glorie te herstellen. Tenslotte is bos-beheer voor IJssellandschap (via de verkoop van hout) een belangrijke bron van inkomsten.
Om zo’n grote oppervlakte bos goed te beheren is een gestructureerde planmatige aanpak noodzake-lijk. Vandaar dat de Stichting elke 5 jaar een nieuw bosbeheerplan opstelt. Het nieuwe beheerplan is geschreven door Buiting Advies en is begin 2008 gereed gekomen. Het plan heeft een looptijd tot 2012. Dit boekje geeft inzicht van de belangrijkste aspecten van het nieuwe bosbeheerplan.
Aanleiding
De opbouw van het nieuwe beheerplan is eenvoudig. Gestart is met het doorontwikkelen van de bestaande bosbeheervisie. In de afgelopen 10 jaar is het totale bezit (de gehele 1.197 ha) beheerd volgens de principes van geïntegreerd bosbeheer. In de nieuwe bosbeheervisie komt daar veran-dering in. De nieuwe visie gaat uit van de introductie van functiezones. De zones zijn ingedeeld op basis van huidige kwaliteiten van het bos en de door IJssellandschap gewenste beheerdoelen. Er zijn vijf functiezones onderscheiden: Natuurbos, Parkbos, Productiebos, Landschappelijk bos en Recrea-tiebos.
Opbouw van het beheerplan
Binnen een zone richt het beheer zich op het op-timaliseren van de betreffende functie. Binnen de functiezone natuur gaat het om het (uiteindelijk) realiseren van de Potentieel Natuurlijke Vegetatie, binnen Parkbos om behoud van cultuurhistorie. Alleen binnen de functiezone recreatiebos is nog sprake van een geïntegreerde aanpak: hier spelen zowel bosbeleving, natuurontwikkeling als geld verdienen (door de oogst van hout) een even belangrijke rol.
Op basis van de visie is een set met beheermaat-regelen ontwikkeld. De maatregelenset kan worden gezien als de gereedschapskist waarmee de in de visie verwoorde doelen in de bospraktijk kunnen worden gerealiseerd. Feitelijk is de maat-
regelset een vertaling van de visie naar hande-lingsmogelijkheden in de praktijk.
Om het beheer te vereenvoudigen zijn de func-tiezones verfijnd tot Behandelingseenheden. Behandelingseenheden zijn samenvoegingen van afdelingen met gelijke kenmerken. Zo is binnen de functiezone Productiebos onder andere de Behandelingseenheid ‘Donker naaldbos’ onder-scheiden. Hierbinnen vallen alle productiebos-sen die als hoofdboomsoort douglas, fijnspar of Abies (alba & grandis) hebben. Voor de Behande-lingseenheid ‘Donker naaldbos’ is vervolgens een concreet beheer geformuleerd. Dit beheer is na te lezen op het Werkblad ‘Donker naaldbos’. Het werkblad start met een beschrijving van de hui-
dige situatie. Vervolgens worden de doelen voor de komende vijf jaar gepresenteerd. De doelen zijn een concretisering van de visie. Het werk-blad wordt besloten met een opsomming van de maatregelen die kunnen worden ingezet om de korte termijn doelen te realiseren. Welke van deze maatregelen in een specifieke afdeling worden uitgevoerd is naar aanleiding van een terreinbe-zoek vastgelegd in een tabel. Alle informatie is ingebracht in een Geografisch Informatie Systeem (GIS). Hierdoor is het mogelijk om (in het veld) direct te zien welke maatregelen waar moeten worden uitgevoerd.
Opbouw van het beheerplan
Tijdens het toekennen van maatregelen zijn af-delingen die nu al aan de doelstelling voldoen, gemarkeerd. Deze afdelingen hebben het stem-pel ‘Bos van de Toekomst’ gekregen. Door het ‘Bos van de Toekomst’ te bezoeken wordt duidelijk welke bosbeelden binnen een bepaalde func-tiezone in de toekomst te verwachten zijn. Het ‘Bos van de Toekomst’ is ook een manier om de veranderingen met gebruikers van de bossen te communiceren.
Bos van de Toekomst
Beheer 2008-2012: Gedifferentieerd bosbeheer
Euro’s
Natuurontwikkeling Bosbeleving
Recreatiebos
NatuurbosParkbos & land-
schappelijk bos
Productiebos
Huidige beheer: Geïntegreerd bosbeheer
Euro’s
Natuurontwikkeling Bosbeleving
Alle bossen
naar gedifferentieerd Van geïntegreerd
bosbeheerIn de afgelopen beheerperiode heeft IJssellandschap het beheer op geïntegreerde wijze vormgegeven. Dat wil zeggen dat IJssellandschap in haar hele bezit alle bosfuncties gemengd heeft proberen te realise-ren. Analyse van de bereikte resultaten laat zien dat bepaalde functies door de keuze voor geïntegreerd bosbeheer niet voldoende tot hun recht zijn gekomen. Binnen het nieuwe bosbeheerplan komt daar verandering in. IJssellandschap heeft afhankelijk van de boslocatie en het ontwikkelingspotentieel functiezones toegewezen. Zodoende is er bij de introductie van het nieuwe bosbeheerplan sprake van een overgang van een geïntegreerd naar gedifferentieerd bosbeheer. Hierbij zijn de volgende functiezones te onderscheiden: Natuurbos, Parkbos, Recreatiebos, Productiebos en Landschappelijk bos.
Bos van de Toekomst
Binnen de functiezone Natuurbos richt het beheer zich voor de volle 100% op het maximaliseren van natuurwaarden. In totaal is deze functie aan 8% van het bezit van IJssellandschap toegekend (92 ha).
Referentie binnen deze functiezone is de Po-tentieel Natuurlijke Vegetatie (PNV). PNV staat daarbij voor de vegetatie die zich van nature (dus
De kenmerken van een functiezone zijn binnen de bosbeheervisie telkens op dezelfde manier gedefi ni-eerd. Hierdoor komen de verschillen duidelijk naar voren. De defi niëring is opgebouwd uit de volgende onderdelen:
Kenmerk Functiezone Omschrijving
Beheer Welke beheervorm wordt nagestreefd?
Boomsoortensamenstelling Welke boomsoorten zijn gewenst, welke ongewenst (%-verdeling)?
Structuur Welke bosstructuur wordt nagestreefd?
Natuurdoelen Welke natuurwaarden worden nagestreefd?
Recreatie en cultuur Welke recreatieve en cultuurdoelen worden nagestreefd?
Houtoogstoogst Wat is het gewenste houtoogstniveau?
PSN-subsidie Welke pakketten uit de PSN kunnen worden aangevraagd?
Maatregelen Wat is het niveau van ingrijpen?
Tabel 1: kenmerken van de verschillende functiezones
zonder invloed van de mens) op een bepaalde locatie zal ontwikkelen. De ontwikkeling van een PNV-bos met het bijbehorende bosmozaïek duurt echter tientallen tot honderden jaren. Om deze ontwikkeling goed te laten verlopen moet een natuurbos altijd een behoorlijke omvang hebben (minimum structuurareaal). Daarom is de functie Natuurbos alleen aan grotere boskernen toekent.
Functiezone Natuur bos
Binnen Natuurbos speelt de productie van hout in de toekomst geen rol meer. De natuurlijke dyna-miek bepaald uiteindelijk welke bomen blijven en welke sterven. Waarschijnlijk zal in de eerste jaren juist extra worden geoogst. Deze oogst wordt in-gezet om ongewenste boomsoorten te verwijde-ren en om structuur te creëren. De kap van exoten is noodzakelijk omdat anders de kans bestaat dat ze PNV-soorten gaan overheersen.In de Natuurbossen blijft een groot deel van het huidige padenpatroon gehandhaafd, waardoor wandelen en fi etsen mogelijk blijft. Op kwetsbare locaties wordt het padenpatroon verdund om de ontwikkeling van natuurkwaliteit meer kansen te geven.
Kenmerken Natuurbos
Beheer gericht op realisatie PNV
Boomsoorten 100% inheems, geen exoten en op termijn ook geen groeiplaatsexoten
Structuur object-oppervlakte (zo mogelijk) uitgaan van het minimum structuurareaal
bosmozaïek schaal conform PNV
open ruimte tijdelijke ‘zwervende’ open ruimte overeenkomstig de PNV; 8-12% van de oppervlakte
verjongingsoppervlakte (zo mogelijk) uitgaan van tenminste het minimum structuurareaal
bosrand natuurlijke bosrand, ook binnen het bos langs open ruimten
Natuur dood hout natuurlijke, hoge dood-houtvoorraad, kwijnde bomen worden nooit geoogst
Recreatie en cultuur schoonheid geen aandacht
paden minimalisering van de hoeveelheid paden tot de NSW-norm
cultuurhistorie geen aandacht, cultuurhistorische elementen verdwijnen op termijn
Houtoogstoogst eerst extra oogst (ruimen exoten), uiteindelijk geen oogst
PSN-subsidie doelpakket natuurbos
Maatregelen na omvormingsperiode geen beheer
Tabel 2: kenmerken van de functiezone Natuurbos
Functiezone Natuur bos
Functiezone ParkbosHet beheer van de Parkbossen is gericht op behoud en ontwikkeling van schoonheid en het accentueren van de cultuurhistorische kwaliteit. Deze functie is binnen het nieuwe bosbeheerplan toegewezen aan 7% van het bosbezit (82 ha).
Binnen de Parkbossen gaat het om het behou-den en ontwikkelen van mooie landgoedbossen. Daarbinnen spelen lanen, houtwallen en andere cultuurhistorische elementen zoals grenswallen, zichtassen en historische dijklichamen een zeer belangrijke rol. Parkbossen bestaan voornamelijk uit inheemse bomen, maar anders dan binnen Natuurbos worden markante exoten gehand-haafd en van tijd tot tijd op een bijzondere locatie ingebracht.
De recreatieve en belevingswaarde is binnen Parkbos de belangrijkste kwaliteit. Wandelpaden worden optimaal onderhouden. Houtoogst vindt alleen in de verzorgende sfeer plaats en heeft tot doel statige lanen, mooie individuele bomen en boomgroepen met mooie laag betakte kronen te ontwikkelen. Volwassen bomen worden alleen
geveld indien de vitaliteit slecht is of als de veilig-heid van bezoekers in gevaar komt. Zware dode bomen worden alleen op unieke locaties gehand-haafd.
Kenmerken ParkbosBeheer gericht op historische/esthetische relatie tussen bos en wonen/recreërenBoomsoorten >80% inheemse loofbomen, groeiplaatsexoten zeker toegestaan, ook is er plaats voor (groepen) markante exoten
Structuur object-oppervlakte op basis van historische opbouw/ontwerpbosmozaïek/verjonging op basis van historische opbouw, opbouw kleinschalig groepsgewijsopen ruimte permanente open ruimte op basis van historische opbouwbosrand scherpe bosranden, geen aandacht voor mantel en zoomNatuur dood hout geen dood-houtvoorraad, wel plaatselijk markante boomlijken handhaven voor arcadische sfeer, kwijnende bomen worden geoogst (veiligheid)
Recreatie en cultuur schoonheid maximale aandacht op basis van (historisch) bosontwerp in combinatie met bijzondere elementenpaden hoog aandeel, goed onderhouden, paden op basis van historisch patrooncultuurhistorie maximale aandacht, ook herintroductie van verdwenen en introductie van nieuwe elementen (anno 2009)Houtoogst alleen in de verzorgde sfeer, geen prioriteit, meestal via dunningen, wel eindvelling op basis van veiligheid, voornamelijk zaag- & brandhout (bu/ei)
PSN-subsidie doelpakket basis bos (aandeel dood hout voldoet niet)Maatregelen intensief beheer, met name gericht op lanen, boomgroepen en parkdelen
Tabel 3: kenmerken van de functiezone Parkbos
Functiezone Parkbos
Door het inrichten van Productiebossen en de oogst van hout wil de Stichting op duurzame wijze voldoende inkomsten genereren. Met deze inkom-sten worden andere functies gefi nancierd. In totaal is bijna de helft van het bos (48%, 575 ha) aange-wezen als Productiebos.
Binnen Productiebos is het beheer gericht op het oogsten van zoveel mogelijk kwaliteitshout. Daarbij verliest IJssellandschap het duurzaamheidsbeginsel niet uit het oog: gemiddeld wordt ongeveer 90% van de bijgroei geoogst.
Functiezone Productiebos
Kenmerken Productiebos
Beheer gericht op de maximalisatie van de opbrengst van kwaliteitshout
Boomsoorten maximaal 50% inheems
Structuur object-oppervlakte minimale oppervlakte van een object is 25 ha, geen maximum
bosmozaïek/verjonging effi ciënt exploitatiemozaïek o.b.v. maximale verjongingsoppervlakte per boomsoort
open ruimte tijdelijke open ruimte (‘verjongingsgaten’), schaal op basis van exploitatiemozaïek, permanente open ruimte ontbreekt
bosrand geen aandacht voor natuurlijke bosranden
Natuur dood hout minimale aandacht, kwijnende bomen worden geoogst, alleen onverkoopbare bomen blijven in het bos achter
Recreatie en cultuur schoonheid weinig aandacht, langs paden enkele karakteristieke bomen (tot 3 per ha)
paden alleen bewegwijzerde routes worden onderhouden
cultuurhistorie alleen aandacht voor speciale elementen
Houtoogst via dunningen, doeldiameter en groepsgewijze uitkap, 70-80% naaldhout, 85-90% van de bijgroei
PSN-subsidie doelpakket basis bos
Maatregelen gemiddeld intensief, gericht op constante hoge opbrengst van kwaliteitshout
Tabel 4: kenmerken functiezone Productiebos
IJssellandschap maakt binnen de Productiebossen gebruik van natuurvolgende methoden (Pro Silva), zoals natuurlijke verjonging en natuurlijke selectie. Binnen de Productiebossen spelen exoten een be-langrijke rol. Het gaat daarbij vooral om snelgroei-ende soorten die waardevol hout leveren zoals douglas, Japanse lariks en -in mindere mate- Ameri-kaanse eik. Maar op de armere bodems blijft grove den een belangrijke productiesoort.
De houtoogst wordt gerealiseerd door het uitvoe-ren van dunningen (selectie), de kap van bomen die de ‘doeldiameter’ (zie kader) hebben bereikt en door groepsgewijze velling. Bij groepsgewijze vel-ling wordt gewerkt richting een zogenaamd exploi-tatiemozaïek (zie kader) . Binnen de Productiebossen worden geen aanvul-lende maatregelen genomen gericht op het verho-gen van natuurwaarden. De oogst vindt zodanig plaats, dat er weinig dood hout ontstaat. Recreatief gebruik in de vorm van bijvoorbeeld wandelen en fi etsen is overal toegestaan, al worden alleen doorgaande routes goed onderhouden. Langs paden wordt slechts een gering aantal markante
bomen vrijgesteld. Belangrijke cultuurhistorische elementen worden binnen het Productiebos zoveel mogelijk behouden, maar niet vernieuwd.
Exploitatiemozaïek Een � ploitatiemozaïek is een door de mens ingericht bosmozaïek, m als doel h realiseren van een kosteneffi ciënt bosbeheer. Op h moment dat houtproductie h belangrijkste doel is, wordt bij h uitz� en van verjongingsgroepen rekening gehouden m toekomstig beheer. Uit oogpunt van effi ciëntie wordt altijd voor de maximale groepsgro� e per boomsoort gekozen (0,5-1,2 ha): h � ploitatiemozaïek.
Doeldiam erEen oogstm hode gericht op de oogst van indi-
viduele bomen. H kapmoment wordt bepaald
door h moment waarop een boom een bepaalde
diam er hee� bereikt (=doeldiam er).
Functiezone Productiebos
Recreatiebos is het meest multifunctionele bos binnen de bezittingen van IJssellandschap. Het beheer is sterk te vergelijken met geïntegreerd bosbeheer. De Recreatiebossen zijn gesitueerd in de nabijheid van Deventer en de omliggende dor-pen. In totaal is 31% van het bos als Recreatiebos aangewezen (370 ha).
Binnen de Recreatiebossen richt het beheer zich op het optimaliseren van het recreatieve gebruik in combinatie met de ontwikkeling van natuur-waarden en de productie van kwaliteitshout. Ook het behouden van cultuurhistorische elementen, zoals lanen en singels speelt binnen Recreatiebos een belangrijke rol.
Recreatiebossen bezitten meestal goed toegan-kelijke parkeerfaciliteiten in combinatie met een optimaal onderhouden, intensief padenpatroon. Niet alleen langs de paden is veel aandacht voor schoonheid in de vorm van een hoog aandeel mooie (dikke!) bomen en aantrekkelijke bosbeel-den, maar ook wat dieper het bos in. Daarnaast speelt de aanwezigheid van permanente open
ruimten, in de vorm van heidevelden, schraalgras-landen of stuifzanden een belangrijke rol.
In Recreatiebos is de productiefactor dienend aan de andere functieaccenten. De houtoogst vindt plaats via dunningen en de uitkap van groepen. Hierbij wordt gewerkt met een mix van inheemse boomsoorten en exoten. Dat betekent dat naast PNV-soorten en andere inheemse boomsoorten in mindere mate exoten (mits ze gezond oud kun-nen worden) voorkomen. Ook struikvormers spe-len een belangrijke rol. Exoten worden niet actief bestreden, maar bij dunningen wordt altijd voor inheems gekozen. Daarnaast wordt ten behoeve van de natuurwaarde gestreefd naar een klein-schalig bosmozaïek en de aanwezigheid van veel dood hout, mits veiligheid niet in het geding is.
Functiezone Recreatiebos
Kenmerken Recreatiebos
Beheer gericht op de integratie van bosbeleving, natuurontwikkeling en productie
Boomsoorten uiteindelijk maximaal 20% exoten
Structuur object-oppervlakte van heel klein tot heel groot
bosmozaïek/verjonging schaal zo fi jnmazig mogelijk, op basis van eigenschappen van de boomsoorten
open ruimte permanente open ruimten tot 15%
bosrand veel aandacht voor bosranden, ook intern
Natuur dood hout dood-houtvoorraad groter dan binnen PSN noodzakelijk, kwijnende bomen worden niet geoogst
Recreatie en cultuur schoonheid veel aandacht langs paden, maar ook voor schoonheid in de rest van de opstanden (‘mooie bosbeelden’)
paden hoge intensiteit, goed onderhouden, routes in het bos, veel parkeervoorzieningen
cultuurhistorie aandacht voor de belangrijkste elementen, ook worden elementen vernieuwd
Houtoogst oogst is dienend, via dunningen, groepsgewijze uitkap en de oogst van doeldiameters
PSN-subsidie doelpakket afhankelijk van de situatie basis bos of bos met verhoogde natuurwaarden
Maatregelen gemiddeld intensief, gericht op integratie van beleving, natuurontwikkeling en productie
Tabel 5: kenmerken van de functiezone Recreatiebos
Functiezone Recreatiebos
Functiezone Landschappelijk bosEen klein deel van de bezittingen van IJssellandschap bestaat uit verspreid in het agrarische landschap lig-gende bosjes, houtwallen en singels. Deze elementen zijn in het nieuwe beheerplan samengevoegd tot de functiezone Landschappelijk bos. Het Landschappelijk bos heeft een oppervlakteaandeel van 7% (78 ha).
Kenmerken Landschappelijk bosBeheer gericht visuele kwaliteit van de randen in combinatie met periodieke opbrengstBoomsoorten >90% inheemsStructuur object-oppervlakte meestal beperkt
bosmozaïek/verjonging n.v.t., meestal één bosfaseopen ruimte afwezigbosrand extra aandacht voor individuele bomen in de rand, plaatselijk ook bosrand ontwikkelingNatuur dood hout geen aandacht, kwijnende bomen oogsten
Recreatie en cultuur schoonheid bos als contour/derde dimensie in het landschappaden n.v.t., bos is niet toegankelijkcultuurhistorie wel aandacht voor speciale elementen
Houtoogst via dunningen, geen doeldiametervelling, 70 – 80% van de bijgroeiPSN-subsidie doelpakket basis bosMaatregelen gericht op constante opbrengst van kwaliteitshout
Tabel 6 kenmerken van de functiezone Landschappelijk bos
Landschappelijk bos is in de meeste situaties niet toegankelijk voor publiek, maar wel van groot belang voor de beleving van het landschap. De bossen hebben vaak een historie als geriefbos, bijvoorbeeld in de vorm van hakhout. Houtoogst heeft binnen het Landschappelijk bos geen prioriteit. De oogst is louter verzorgend. Doel is het Landschappelijk bos zo oud mogelijk te laten worden. Op die manier leveren deze bossen de grootste bijdrage aan een aantrekkelijk landschappelijk decor.
Functiezone Landschappelijk bos
Behandelingseenheden
De ligging van de verschillende behandelingseenheden is weergegeven op Kaart Behandelingseenheden.
Binnen het beheerplan wordt de hoofdstructuur gevormd door de functiezonering. Per functie zijn ver-schillende behandelingseenheden onderscheiden. Een behandelingseenheid heeft als kenmerk dat de afdelingen die ertoe behoren ongeveer in dezelfde ontwikkelingsfase verkeren, meestal dezelfde hoofd-boomsoort bevatten en grotendeels op dezelfde manier beheerd zullen worden. Per behandelingseen-heid wordt in een werkblad een beschrijving gegeven van de huidige situatie, de korte-termijndoelen en de uit te voeren maatregelen. Per functiezone zijn de volgende behandelingseenheden onderscheiden:
Productiebos:1. Grove den2. Japanse lariks3. Donker naaldbos (douglas, fijnspar, Abies
grandis en alba)4. Inlandse eik5. Overig loofhout6. Jong bos7. Cultuurhistorische elementen
Parkbos:8. Gemengd bos9. Ongemengd bos10. Cultuurhistorische elementen
Recreatiebos:11. Gemengd bos met structuur12. Bos zonder structuur of menging13. Cultuurhistorische elementen
Landschappelijk bos:14. Compacte boskernen15. Cultuurhistorische elementen
Natuurbos:16. Bos met gering aandeel exoten17. Bos met groot aandeel exoten die niet sterk
uitzaaien18. Bos met exoten die sterk uitzaaien
524l
524a
525c
523a
520e
524c
522c
521j
521n
522g
525g
524g
207m
520k
521a
520g
522e
521m
521d
520l
524f
525l
521k
520h
524e
525b
521f
521h
522a
520f
522f
524d
520m
522b
524b
520c
525d
520j
525h
524j
522d
207n207o
520d
525m
524p
525q
525r
207l
521o525p
524o
525k
Kaart 6 Blok 2 Behandelingseenheden1 Productie - Groveden
2 Productie - Jap. lariks
3 Productie - douglas
4 Productie - Inl. eik
5 Productie - Overig loofhout
6 Productie - jong bos
7 Productie - cultuurhist. elementen
8 Park - gemengd
9 Park - ongemengd
10 Park - cultuurhist. elementen
11 Recreatie - gemengd
12 Recreatie - ongemengd
13 Recreatie - cultuurhist. elementen
14 Landschap - compacte boskernen
15 Landschap - cultuurhist. elementen
16 Natuur - weinig exoten
17 Natuur - veel exoten
18 Natuur - sterk zaaiend
19 Natuur - cultuurhist. elementen
Overig terrein
Buiting AdviesIn opdracht van Stichting IJssellandschap
Dieren december 2007Bron: Topografische Dienst Kadaster0 60 120 180 24030
Meters
Behandelingseenheden
Zone: Natuurbos
Behandelingseenheid 16: Bos met gering aandeel exoten Totale oppervlakte: 14,4 ha
Afdelingen: 116
Huidige situatieBos dat behoort tot deze behandelingseenheid wordt in de meeste gevallen gedomineerd door inlandse eik of groveden. De meeste afdelingen zijn ongemengd. Er is redelijk veel ondergroei aanwezig, voornamelijk lijsterbes en berk. Voor de natuurwaarde is het gunstig dat het bos nauwelijks exoten bevat, maar het veelal ontbreken van menging, structuur, dood hout en een natuurlijke bosrand is ongunstig. Aangezien deze kenmerken ook van belang zijn voor de recreatie, is ook de recreatieve waarde van het bos niet optimaal.
Gewenst resultaat (2007-2012)Een bos met veel structuur, menging, gevarieerde bosranden, dood hout en een natuurlijk bosmozaïek. Uitheemse bomen en groeiplaatsexoten die eerst nog op bescheiden schaal aanwezig waren, zijn geheel verwijderd. Alleen in de opstanden die nog niet aan dunning toe waren, zijn de exoten voorlopig blijven staan. Amerikaanse vogelkers is ook bestreden.
Keuzemaatregelen4. Inheemse boomsoorten vrijstellen 5. Inheemse loofbomen vrijstellen 9. Hakhout afzetten10. Structuurverbetering aanbrengen 11. Verjongingsgaten creëren12. Groepsgewijs niets doen13. Bosranden ontwikkelen14. Niet-vitale bomen sparen
16. Natuurlijke doodhout-voorraad ontwikkelen17. Groepsgewijs inheemse bomen inbrengen18. Groepsgewijs inheemse struiken inbrengen20. Laan verjongen22. Onderhoudssnoei/doodhout-snoei uitvoeren23. Amerikaanse vogelkers bestrijden24. Exoten en groeiplaatsexoten bestrijden27. Niets doen
Voorbeeld van een werkblad
MaatregelenOm de verschillende doelstellingen in de vijf func-tiezones te realiseren heeft IJssellandschap een set met beheermaatregelen ontwikkeld. Hieronder wordt een aantal van deze maatregelen nader toegelicht. De beschreven maatregelen kun-nen in verschillende functiezones worden ingezet.
Aanwijzen toekomstbomenDe belangrijkste stap bij het sturen van de bosont-wikkeling is het bepalen van de bomen of boom-groepen die uit het oogpunt van de doelstelling extra bevoordeeld moeten worden. Dit zijn bomen die door hun betekenis voor natuur, houtpro-ductie en/of beleving voorbestemd zijn om een
lange tijd een rol in het bos te spelen. Dit zijn de zogenaamde toekomstbomen: bomen die uitein-delijk deel gaan uitmaken van het eindbosbeeld. Om de gemaakte keuzes in het veld vast te leggen worden deze bomen soms met een blauwe stip gemarkeerd. In oudere bossen heeft het weinig zin om deze toekomstbomen te markeren. De blesser selecteert hier tijdens het uitzetten van de maatre-gelen echter wel in gedachten toekomstbomen. In de regel zal voor bos binnen de functiezone natuur gelden dat inheemse bomen worden vrijgesteld en dat de structuur verbeterd wordt. In productiebos daarentegen zullen juist de rechte en productieve bomen vrijgesteld worden. Dit zijn meestal exoten.
groepenkap
gewoon dunnen
groepsgewijs niets doen
Hoeveel procent van de kroon van een boom vrij mo staan om te garanderen dat de kroon zich goed kan ontwikkelen is afhankelijk van de soort en varieert tu� en 15 en 75% van de levende kroon.
25% 25%
20%
25% 25%
25% 20%
20%
25%
20%
Huidige situatieBos dat behoort tot deze behandelingseenheid wordt in de meeste gevallen gedomineerd door inlandse eik of groveden. De meeste afdelingen zijn ongemengd. Er is redelijk veel ondergroei aanwezig, voornamelijk lijsterbes en berk. Voor de natuurwaarde is het gunstig dat het bos nauwelijks exoten bevat, maar het veelal ontbreken van menging, structuur, dood hout en een natuurlijke bosrand is ongunstig. Aangezien deze kenmerken ook van belang zijn voor de recreatie, is ook de recreatieve waarde van het bos niet optimaal.
Gewenst resultaat (2007-2012)Een bos met veel structuur, menging, gevarieerde bosranden, dood hout en een natuurlijk bosmozaïek. Uitheemse bomen en groeiplaatsexoten die eerst nog op bescheiden schaal aanwezig waren, zijn geheel verwijderd. Alleen in de opstanden die nog niet aan dunning toe waren, zijn de exoten voorlopig blijven staan. Amerikaanse vogelkers is ook bestreden.
Keuzemaatregelen4. Inheemse boomsoorten vrijstellen 5. Inheemse loofbomen vrijstellen 9. Hakhout afzetten10. Structuurverbetering aanbrengen 11. Verjongingsgaten creëren12. Groepsgewijs niets doen13. Bosranden ontwikkelen14. Niet-vitale bomen sparen
16. Natuurlijke doodhout-voorraad ontwikkelen17. Groepsgewijs inheemse bomen inbrengen18. Groepsgewijs inheemse struiken inbrengen20. Laan verjongen22. Onderhoudssnoei/doodhout-snoei uitvoeren23. Amerikaanse vogelkers bestrijden24. Exoten en groeiplaatsexoten bestrijden27. Niets doen
Dunnen: vrijstellen van toekomstbomenEen toekomstboom (al dan niet met blauwe verf gemarkeerd) moet regelmatig, meestal om de vijf jaar, worden vrijgesteld, zodat de kroon ruimte krijgt om zich verder te ontwikkelen. Deze ingreep wordt ‘dun-nen’ genoemd. Tijdens een dunning worden de dunningsbomen (de te verwijderen bomen) met een fel-gekleurde oranje streep op ooghoogte gemarkeerd. Deze bomen worden vervolgens ‘op stam’ (=staande in het bos) verkocht. De opbrengsten van de verkoop worden door IJssellandschap gebruikt om andere doelen (natuurontwikkeling of bijvoorbeeld restauratie van gebouwen) te financieren.
Uitkap van groepenOm de ingroei van jonge bomen te organiseren wor-den regelmatig verspreid over het bezit van IJsselland-schap ‘groepen’ uitgekapt. De open ruimte die hierdoor ontstaat zorgt ervoor dat spreiding in leeftijd ontstaat, waardoor ook in de (verre) toekomst regelmatig bo-men kunnen worden verkocht. In het algemeen vari-eert de oppervlakte van een te kappen groep tussen de 500 m2 en maximaal 1 ha (10.000 m2).
Groepsgewijs niets doenMeestal is ingrijpen in bos noodzakelijk om bepaalde doelen te bereiken. Een goed voorbeeld is het peri-odiek geven van ruimte aan toekomstbomen. Het is echter nog vrij onbekend dat ook ‘groepsgewijs niets doen’, dus bewust niet ingrijpen, tot goede resultaten kan leiden. Door in een bos bepaalde delen groeps-gewijs niet te dunnen neemt de variatie toe. Dat kan bijvoorbeeld als de ondergroei overal even hoog is. Door groepsgewijs delen sterk te dunnen (ondergroei groeit versnelt door) en delen niet te behandelen (ont-wikkeling van de ondergroei wordt onderdrukt) wordt afwisseling gerealiseerd. Deze maatregel geldt voor delen van één afdeling en is dus duidelijk een andere maatregel dan in de gehele afdeling ‘niets doen’. De
het grote aantal bloeiende struiken. Bosranden kun-nen ontwikkeld worden waar bos grenst aan wegen, korte vegetaties (heide, schraalgrasland), vennen of landbouwpercelen. De strakke bosrand wordt doorbroken door op een strook variërend in breedte tussen 5 en 25m in stappen de kroonbedekking te verlagen tot 20 á 40%. Hierdoor krijgen lichtminnen-de struiken en kruiden de kans zich te vestigen.
Bestrijden van woekerende soortenIn het verleden zijn verschillende boom- en struiksoor-ten vanuit alle delen van de wereld naar Nederland gehaald. Bepaalde soorten, zoals bijvoorbeeld Ameri-kaanse vogelkers en Amerikaanse eik, doen het hier zo goed dat ze de neiging hebben te gaan woekeren. In bosdelen waar dat het geval is, worden deze soorten door IJssellandschap systematisch bestreden. Toch ge-beurd dat niet overal: binnen het Productiebos heeft Amerikaanse eik wel een belangrijke rol. Amerikaanse vogelkers wordt overigens wel overal bestreden.
Opbouw dood-houtvoorraadDe aanwezigheid van voldoende dood hout is ecolo-gische van groot belang. Vandaar dat IJssellandschap de dood-houtvoorraad in een gedeelte van haar be-zit wil verhogen. Dode en kwijnende bomen blijven daarom zoveel mogelijk in het bos staan. Daar waar voldoende dode en kwijnende bomen ontbreken, wordt de voorraad actief verhoogd door bomen te ringen, waarna ze op stam zullen sterven.
Inbrengen van bomen en struikenAls op een locatie bepaalde belangrijke boom- of struiksoorten ontbreken, zal IJssellandschap ze introduceren.
maatregel is plaatselijk nodig, omdat met afdelings-gewijs niets doen de bestaande structuur nauwelijks wordt verbeterd.
Bosrand ontwikkelenBosranden zijn met name van groot belang voor de natuurwaarden. Daarnaast zijn bosranden recrea-tief aantrekkelijk vanwege de visuele afwisseling en
WerkplanningPer boscomplex wordt door IJssellandschap in het kader van het nieuwe bosbeheerplan een mix van de bovenbeschreven maatregelen uitgevoerd. De praktische invulling wordt daarbij afgestemd op het betreffende functieaccent. Zo zal een dunning in een Natuurbos er duidelijk anders uitzien dan een dunning in een Productiebos.
Voor een efficiënte uitvoering van het beheerplan is het eigendom van de Stichting in 5 werkblok-ken verdeeld. Elk jaar worden de noodzakelijk beheermaatregelen binnen één werkblok uitge-voerd. In de andere werkblokken voert IJsselland-schap, afgezien van werkzaamheden in verband met calamiteiten (storm), voorbereiding of nazorg, geen ingrepen uit. Elke afdeling wordt zo dus maximaal één maal per 5 jaar gedund.
In een werkblok wordt in augustus/september gestart met het verwijderen van de ongewenste boom- en struiksoorten in de struiklaag. Het gaat dan bijvoorbeeld om de bestrijding van Ameri-kaanse vogelkers. Vervolgens worden in de winter de bomen gemarkeerd die moeten verdwijnen (bleswerk). Het echte oogsten vindt plaats tussen
half juli en half maart. Tussen half maart en half juli wordt in principe niet geoogst, omdat dan de meeste vogels broeden. Verstoring van (zeldzame) planten- en diersoorten moet te allen tijde worden voorkomen.
In principe kan IJssellandschap jaarlijks net zoveel hout oogsten als er op het totale bezit bijgroeit. In de praktijk ligt dat niveau door natuurlijke sterfte, stormschade en het achterblijven van boomtoppen iets lager. Bovendien is het plaat-selijk gewenst om een voorraad dood hout op te bouwen, waarvoor ook bijgroei moet worden ingezet. Vandaar dat het oogstniveau per functie-zone verschilt.
FSC-certificeringDe bossen van Stichting IJssellandschap zijn FSC-gecertificeerd. Het FSC-keurmerk is ontwikkeld door de Forest Stewardship Council (Raad voor Goed Bosbeheer) en staat voor hout(producten) afkomstig uit gegarandeerd duurzaam beheerde bossen. Het FSC-keurmerk staat tevens voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Door de FSC-standaard toe te passen laat IJsselland-schap zien dat de Stichting meer doet dan tech-nisch goed bosbeheer.
GroepscertificeringDe certificering binnen IJssellandschap maakt deel uit van het zogenaamde groepcertificaat binnen de Nederlandse FSC-standaard. Groepcer-tificering heeft voor boseigenaren veel voordelen ten opzichte van individuele certificering. Ten eerste zijn de kosten lager en ten tweede kunnen enkele FSC-criteria op groepsniveau worden inge-vuld. Boseigenaren binnen de FSC-groep moeten aan de 10 principes van goed bosbeheer voldoen. Deze principes hebben niet alleen betrekking op ecologische aspecten. Naast aandacht voor soor-tenbescherming komen ook de sociale aspecten van bosbeheer, zoals de omgang met publiek,
nadrukkelijk aan de orde. Het nieuwe beheerplan voldoet aan de FSC-criteria.
De introductie van gedifferentieerd bosbeheer kan gevolgen voor de groepscertificering hebben. Per functiezone zijn de volgende verschuiving te verwachten:
Natuurbos, 92 ha• meer menging, meer inheemse bomen en
minder naaldhout.• op korte termijn relatief veel oogst als gevolg
van het omvormen van uitheems naar in-heems en het verbeteren van de structuur.
• op lange termijn zullen de ecologische func-ties en biodiversiteit van het bos verbeteren.
Parkbos, 82 ha• geen grote veranderingen ten opzichte van
het tot op heden gevoerde beheer.
Productiebos, 575 ha• aandeel exoten neemt toe. • toename aandeel naaldhout en (groepsgewij-
ze) menging.
• op korte termijn relatief veel oogst als ge-volg van het omvormen van improductieve opstandsdelen. Op lange termijn komen de ecologische functies en biodiversiteit van het bos meer onder druk te staan;
Recreatiebos, 370 ha• aandeel exoten neemt (iets) af.• op korte termijn relatief veel oogst als gevolg
van het verbeteren van de bosstructuur.• op lange termijn zullen de ecologische func-
ties en biodiversiteit van het bos verbeteren.
Landschappelijk bos, 78 ha• geen grote veranderingen ten opzichte van
het tot op heden gevoerde beheer.
Per saldo zullen de geschetste effecten elkaar opheffen. Wel zal meer menging ontstaan en is er sprake van het –tijdelijk- vrijkomen van meer dunningshout. Op basis van de uitgangspunten van het nieuwe be-heerplan is de tijdelijke verhoging van het oogstvolume op eenvoudige wijze aan de certificerende orga-nisatie te verantwoorden. Er zijn dan ook geen problemen te verwachten in relatie tot het FSC-certificaat.
Colofon
Een uitgave van Stichting IJssellandschap
In samenwerking metBuiting Advies
TekstIr. ing. Ronald Buiting
Ing. Erik Roest
VormgevingEsther Nijhuis
Stichting IJssellandschapHaereweg 48121 PJ Olst
www.ijssellandschap.nl
Buiting AdviesWilhelminaweg 646951 BP Dierenwww.buiting.nl
Van geïntegreerd naar gedifferentieerd gedifferentieerd
Van
gedifferentieerd Van geïntegreerd gedifferentieerd
geïntegreerd bosbeheer
gedifferentieerd bosbeheer
gedifferentieerd gedifferentieerd bosbeheer
gedifferentieerd