Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

21
Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool November 2012 Deelcommissie VKO Prof. dr. P.L. (Pauline) Meurs (voorzitter); Drs. B. (Bart) van Bergen Drs. P.M.M. (Paul) Rullmann Prof. dr. H.W. (Henk) Volberda Drs. E.C. (Emiel) de Groot (secretaris)

Transcript of Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

Page 1: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

Validatierapport

Kwaliteitszorg

Onderzoek

Stenden Hogeschool

November 2012

Deelcommissie VKO

Prof. dr. P.L. (Pauline) Meurs (voorzitter);

Drs. B. (Bart) van Bergen

Drs. P.M.M. (Paul) Rullmann

Prof. dr. H.W. (Henk) Volberda

Drs. E.C. (Emiel) de Groot (secretaris)

Page 2: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

2

INHOUDSOPGAVE

Inleiding ..................................................................................................................................... 3 1. Schets van de hogeschool ................................................................................................... 4 2. Bevindingen ........................................................................................................................ 6

2.1. Structuur en samenhang ............................................................................................... 6 2.2. Randvoorwaarden ........................................................................................................ 9

2.3. Evaluaties van onderzoekseenheden.......................................................................... 10 2.4 Verbeterbeleid ........................................................................................................... 11

Conclusie en aanbeveling ......................................................................................................... 13 Bijlage 1 Instellingsbesluit VKO ............................................................................................ 15 Bijlage 2 Overzicht bestudeerd materiaal ............................................................................... 18

Bijlage 3 Bezoekprogramma ................................................................................................... 19 Bijlage 4 Korte beschrijving van de VKO deelcommissieleden ............................................. 21

Page 3: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

3

Inleiding

De validatiecommissie kwaliteitszorg onderzoek (VKO) is begin 2009 door de

voorzitter van de HBO-raad geïnstalleerd (zie instellingsbesluit, bijlage 1). De VKO maakt

als onafhankelijke commissie deel uit van het per 1 januari 2009 ingevoerde

kwaliteitszorgstelsel voor onderzoek aan hogescholen, gebaseerd op het brancheprotocol

kwaliteitszorg onderzoek (BKO). De taak van de VKO is het valideren van de

kwaliteitszorgsystemen van de hogescholen, voor zover de kwaliteitszorg betrekking

heeft op onderzoek. Kwaliteitszorg wordt daarbij gedefinieerd als "het systematische en

dynamische geheel van beleid, organisatie, procedures, processen en middelen, gericht

op het permanent handhaven en verhogen van de kwaliteit van het onderzoek binnen de

hogeschool, door middel van cyclisch evalueren en verbeteren".

Bij de installatie van de VKO is voor elke hogeschool - op basis van eigen voorkeuren –

door de HBO-raad vastgelegd in welk jaar de validatie plaatsvindt. In de zo tot stand

gekomen planning voor 2009-2015 stond Stenden Hogeschool ingeroosterd voor de

periode oktober 2012. De VKO ontving daartoe op 10 september 2012 het

zelfevaluatierapport van de hogeschool met uitgebreide documentatie (zie overzicht in

bijlage 2) ter bestudering en bespreking. Het validatiebezoek vond vervolgens plaats op

4 oktober 2012. Een deelcommissie vanuit de VKO sprak op die dag met het College van

Bestuur, Heads of Schools, staf, academic deans, lectoren, onderzoekers/docenten en

stakeholders vanuit twee lectoraten binnen de hogeschool (zie het volledige

bezoekprogramma en de antecedenten van de deelcommissie vanuit de VKO in bijlage 3

en 4).

Aan het eind van het bezoek is door de voorzitter van de deelcommissie VKO een

voorlopige mondelinge terugkoppeling gegeven. Daarna heeft de VKO zich intern beraden

op de definitieve rapportage. Van de VKO wordt verwacht dat zij bij elke hogeschool tot

een op ontwikkeling en verbetering gerichte rapportage komt. Het gaat daarbij om een

onderbouwde en genuanceerde kwalitatieve conclusie ten aanzien van het functioneren

van het kwaliteitszorgsysteem in verschillende opzichten en op verschillende dimensies,

alsmede de hierop gebaseerde aanbevelingen tot verbetering.

Op basis van haar bevindingen heeft de VKO de kwaliteitszorg met betrekking tot het

onderzoek van de hogeschool gevalideerd. Deze rapportage geeft een nadere

onderbouwing. In hoofdstuk 1 wordt een schets gegeven van de hogeschool, in

algemene zin en meer toegespitst op de missie, organisatie en omvang van het

onderzoek. Hoofdstuk 2 beschrijft de bevindingen en beoordelingen van de VKO aan de

hand van de vier validatievragen zoals deze zijn vastgelegd in het basisdocument

kwaliteitszorg onderzoek 2009-2015 (zie www.vkohogescholen.nl). In hoofdstuk 3 sluit

de VKO af met haar conclusie en aanbevelingen.

Page 4: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

4

1. Schets van de hogeschool

Stenden Hogeschool (hierna: Stenden) is in 2008 gevormd uit de Christelijke Hogeschool

Nederland (CHN) en Hogeschool Drenthe (HD). Stenden biedt onderwijs aan vanuit vijf

vestigingen in Nederland en vestigingen in Qatar, Thailand, Zuid-Afrika en Indonesië.

Stenden heeft als missie ‘unleashing potential in our students, staff and surrounding

community’ en als visie ‘serving to make it a better world’. De hogeschool wil moderne,

kritische professionals afleveren, die ondernemend, innovatief en nieuwsgierig

zijn, zelfstandig handelen en denken vanuit persoonlijk leiderschap. Stenden stimuleert

studeren in het buitenland met het eigen Grand Tourconcept en deelname aan

exchangeprogramma’s.

Aan de hogeschool studeren circa 11.000 studenten en werken bijna 1.000 medewerkers

(750 FTE). Door de groei van het aantal opleidingen, mede vanwege de fusie, is de

hogeschool in 2011 overgegaan tot de inrichting van 'Schools' door diverse verwante

opleidingen samen te bundelen. Het aanbod aan opleidingen bestaat uit tien Associate

Degree programma’s, negentien bachelor opleidingen en vijf masteropleidingen in de

sectoren economie, techniek, pedagogisch en sociaal-agogisch. De 28 opleidingen zijn

ondergebracht bij zeven afzonderlijke Schools:

1. School of Leisure and Tourism (1480 studenten)

2. School of Media & Entertainment and Technology (1249 studenten)

3. School of Social Work and Arts Therapy (925 studenten)

4. School of Business and Economics (1000 studenten)

5. School of Education (1700 studenten)

6. School of Hospitality (2323 studenten)

7. School of Commerce (1507 studenten)

In deze eerste fase van de ontwikkeling van onderzoek (2008) is gekozen voor de

positionering van de lectoraten in het Institute for Applied Research (IAR). Het IAR was

direct gekoppeld aan het College van Bestuur. In de huidige fase (2012) zijn de

lectoraten direct gekoppeld aan de Schools. Het koppelen van de lectoren aan Schools

moet leiden tot meer focus in de diversiteit aan onderzoeksactiviteiten en gelijktijdig

wordt de verbinding tussen onderzoek en onderwijs versterkt. De directe aansturing van

de lectoraten is hiermee verschoven van het college van bestuur naar de Heads of

School.

Er zijn momenteel achttien lectoraten actief (21 lectoren met een gemiddelde

betrekkingsomvang van 0,36 FTE), welke zijn verdeeld over de zeven Schools. De Heads

of School zijn verantwoordelijk voor het onderzoeksbeleid en dienen zich te

verantwoorden voor de PDCA cyclus. Naast de Heads of School worden er Academic

Deans ingesteld die als inhoudelijk directeur functioneren. De Head of School,

academische directeur en de lectoren behorend bij een School zijn samen

verantwoordelijk voor de onderzoekskwaliteit, inclusief de verbinding met onderwijs en

Page 5: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

5

partijen uit het werkveld. Het aantal docenten en onderzoekers verbonden aan de

lectoraten is 4,29 FTE (25 personen). Daarnaast zijn er eenentwintig promovendi. In

2011 realiseerde Stenden in totaal €4.2 miljoen euro voor haar praktijkgerichte

onderzoek.

Hoofdlijn in het onderzoeksbeleid 2012-2016 is de verdergaande academisering en

vergroting van de rol van onderzoek binnen de activiteiten van Stenden. Onderzoek is

binnen Stenden gelijkwaardig aan onderwijs. Het onderzoeksprofiel van Stenden in de

periode 2012-2016 zal in het teken staan van ‘betekenisgeving aan systemen’. Het

onderzoek van Stenden dient direct bij te dragen aan de kwaliteit van het onderwijs en

aan innovaties en verbeterde werkwijzen in het werkveld. Praktijkgericht onderzoek is

niet alleen van de lectoraten, maar steeds meer van de gehele hogeschool, van docenten

en studenten. Het onderzoek moet een onderzoekende en reflectieve houding van

studenten en docenten stimuleren. Inhoudelijk ontwikkelt Stenden specifieke ambities op

de verbindingen rond Tourism & Hospitality, rond Educatie (gedrag en maatschappij) en

rond Techniek & Duurzaamheid.

In 2012 is het kwaliteitszorgsysteem met betrekking tot onderzoek aangepast, onder

meer op basis van de uitkomsten van twee externe evaluaties en de

organisatieverandering van begin dit jaar. Het kwaliteitszorgsysteem ‘onderzoek’ vindt

zijn oorsprong in het kwaliteitsmanagementsysteem van Stenden en heeft een nauwe

relatie met het kwaliteitszorgsysteem van onderwijs. Kwaliteitszorg ‘onderzoek’ is

separaat gepositioneerd ten opzichte van kwaliteitszorg ‘onderwijs’. De instrumenten zijn

de visitatie (opleiding) c.q. evaluatie (onderzoekseenheid), de midterm audit en een

voorbereidende zelfevaluatie. De resultaten van deze onderzoeken worden opgenomen in

de PDCA cyclus en leiden door hernieuwde reflectie tot een aanpassing van de

jaarplannen en meerjarenplanning.

De lectoraten zijn sinds begin 2012 per School gebundeld tot onderzoekseenheden die

als zodanig worden onderworpen aan de onafhankelijke externe evaluaties. Er zijn nog

géén onderzoekseenheden “nieuwe” stijl geëvalueerd (conform het BKO). Wel zijn er in

2011/2012 drie evaluaties van onderzoekseenheden uitgevoerd met als eenheid het

niveau van het lectoraat. In het voorjaar van 2012 heeft Stenden een proef VKO

uitgevoerd. De uitkomst van de evaluatie heeft geresulteerd in een verbeterplan.

Page 6: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

6

2. Bevindingen

De VKO kon beschikken over een uitgebreide documentatie in de vorm van het

zelfevaluatierapport met diverse relevante bijlagen (zie bijlage 2 voor het overzicht van

de bestudeerde documenten). Vanwege de kwaliteit van deze informatie kon de VKO in

het weergeven van haar bevindingen veelvuldig gebruik maken van dit

zelfevaluatierapport. De commissie concludeert dat Stenden een toegankelijke,

toegewijde, transparante hogeschool is. De gesprekken tijdens haar bezoek heeft de VKO

ervaren als gastvrij en informatief.

Conform het basisdocument dient de VKO de volgende vier validatievragen te

beantwoorden:

1. Is er sprake van voldoende structuur en samenhang in de kwaliteitszorg

van de hogeschool (ten aanzien van onderzoek)?

2. Zijn er voldoende randvoorwaarden voor de uitvoering van de

kwaliteitszorg (ten aanzien van onderzoek)?

3. Worden de onderzoekevaluaties op deskundige en onafhankelijke wijze

uitgevoerd en conform de brancheafspraken hierover?

4. Worden evaluaties gebruikt voor de handhaving en verbetering van de

kwaliteit van het onderzoek en de organisatie?

Hieronder structureert de commissie haar bevindingen aan de hand van deze vier vragen

in respectievelijk de paragrafen 2.1, 2.2, 2.3 en 2.4. Elk van deze vier paragrafen wordt

afgesloten met mogelijkheden voor verbetering op de voor de validatievraag relevante

onderwerpen.

2.1. Structuur en samenhang

Stenden verkeert in een transitie naar een nieuwe verwevenheid van onderzoek en

onderwijs. Sinds begin dit jaar zijn de lectoraten niet meer zoals voorheen centraal

gepositioneerd maar direct aan de Schools verbonden. De onderzoekseenheid is

verschoven van het lectoraat naar een cluster van lectoraten binnen een school. Als

gevolg van deze transitie is het kwaliteitszorgsysteem recentelijk bijgesteld. Stenden

geeft aan dat een aantal kwaliteitsinstrumenten nog in ontwikkeling is waaronder de

tevredenheidsmetingen onder stakeholders en het jaarplan met kwaliteitsindicatoren.

De kwaliteitszorg is qua structuur dezelfde als voor het onderwijs en kent zowel een

meerjarige als een jaarlijkse cyclus. Het systeem sluit aan bij de brancheafspraken over

zelfevaluatie en externe evaluatie. Het kwaliteitszorgplan met betrekking tot onderzoek

staat beschreven in het Kader Kwaliteitszorg Onderzoek (2010). De Planning & Control

Cyclus van Stenden is systematisch op deze wijze georganiseerd voor alle Schools en

afdelingen. Een onderzoekseenheid kent een jaarlijkse PDCA-cyclus en zesjaarlijkse

kwaliteitscyclus. De laatste cyclus is gerelateerd aan de audit door een externe,

Page 7: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

7

onafhankelijke commissie. In het derde jaar van de cyclus vindt een midterm audit

plaats. Deze wordt in de periode tussen twee (BKO) evaluaties uitgevoerd door interne

auditoren van Stenden. De resultaten van deze onderzoeken worden opgenomen in de

PDCA cyclus en leiden door hernieuwde reflectie tot aanpassing van de jaarplannen en de

meerjarenplanning.

De jaarcyclus is gebaseerd op door lectoraten en onderzoekseenheden op te stellen

jaarplannen. Het jaarlijkse plan is op zijn beurt gebaseerd op het meerjarenplan van een

lectoraat. Het meerjarenplan is opgesteld door de lector bij zijn of haar aantreden. In elk

jaarplan evalueert de onderzoekseenheid de voortgang en resultaten uit het voorgaande

jaar. Vervolgens formuleert de onderzoekseenheid (op basis van die evaluatie) de doelen

en activiteiten voor het komende jaar. De bij de onderzoekseenheid aangesloten

lectoraten maken tevens een eigen jaarplan. De jaarplannen worden getoetst en

geaccordeerd door het College van Bestuur. De Heads of School zijn verantwoordelijk

voor de uitvoering.

De lectoren leggen verantwoording af aan de Heads of School op basis van een aantal

specifieke, meetbare en concrete doelstellingen per taakgebied. De afspraken worden

concreet gemaakt in de vorm van ‘streefdoelen’ en ‘prestatieindicatoren met

streefwaarden’. De vaststelling van de inhoudelijke indicatoren geschiedt decentraal per

school en per lectoraat. Lectoren leggen verantwoording af aan de hand van een Jaarplan

in het SKO-kader. Vanaf 2013 wordt gewerkt met meetbare kengetallen voor de

prestaties van lectoren. Hiertoe is een matrix ontwikkeld met een aantal indicatoren op

het gebied van kennisontwikkeling, beroepspraktijk en onderwijs. Er bestaat een

gemeenschappelijk en flexibel kader voor alle onderzoekseenheden met (een beperkt

aantal) indicatoren. Dit kader biedt ruimte om accentverschillen aan te brengen die

binnen een onderzoekseenheid van lector tot lector kunnen verschillen. De voortgang

wordt iedere vier maanden vastgesteld.

Met het oog op een goede verbinding tussen het Stendenbeleid en de diverse lectoraten

(horizontaal) heeft de hogeschool er voor gekozen om een Projectbureau Academisering

(PA) in te stellen. Het PA vervult een dienstverlenende en faciliterende rol. Het is de taak

van het PA om het gezamelijk optrekken van lectoraten te stimuleren en gelijktijdig het

onderlinge leerproces te bevorderen. Dit leerproces kan betrekking hebben op

uiteenlopende zaken zoals kwaliteitszorg onderzoek, sturing kenniskring en het

aanvragen van subsidies. Ook organiseert het bureau elk kwartaal een lectoren overleg

waar aandacht wordt besteed aan operationele en strategische zaken. Tijdens de

gesprekken met de VKO is aangeven dat ter ondersteuning van het PA en om de

inhoudelijke oriëntatie te bewaken er een Adviesraad voor Onderzoek en Academisering

is geïnstalleerd. Hierin zijn kritische (externe) vrienden verbonden die reflecteren op het

praktijkgericht onderzoek van de hogeschool.

Page 8: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

8

Oordeel en mogelijkheden voor verbetering

De VKO oordeelt positief over de structuur en samenhang van het kwaliteitszorgsysteem.

Het gekozen kwaliteitszorgsysteem past bij de transitie waarin het onderzoek van

Stenden zich bevindt. Het kader is helder hoewel het systeem op onderdelen nog in

ontwikkeling is. Dit kader en de eerste ervaringen geven vertrouwen in de verdere

ontwikkeling naar een goed functionerend systeem. De commissie heeft waardering voor

de keuze die Stenden heeft gemaakt voor het vormen van zeven Schools en de plaatsing

van de onderzoekseenheden daarbinnen. Stenden maakt bewust een keuze om

onderzoek nadrukkelijker in het onderwijs te integreren. De gekozen organisatievorm en

de driehoek Head of School, Lectoren en Academic Deans acht de commissie passend.

Wel ziet de VKO op een aantal aspecten ruimte voor verbetering:

Het begrip van de onderzoekseenheid is nog onvoldoende uitgekristalliseerd. In de

nieuwe organisatievorm dragen de Heads of School de eindverantwoordelijkheid

voor het onderzoeksbeleid. Zij zullen dus soms impopulaire maatregelen moeten

nemen (bijvoorbeeld om meer focus en massa te bewerkstelligen), die strijdig

kunnen zijn met de wensen van individuele lectoren. De VKO benadrukt dat het

van groot belang is dat de Head of School en de Academic Dean een zekere

autonomie aan de lectoren blijven geven. Met name bij de ontwikkeling van een

eigen onderzoeksprogramma.

In het verlengde hiervan is een aandachtspunt de samenhang tussen de

lectoraten binnen een school. Hoe komen de lectoren gezamenlijk tot een gedeeld

onderzoeksprogramma zodat er samenhang en synergie tussen de verschillende

onderzoeksthema’s kan worden gerealiseerd?

De VKO beveelt aan te overwegen om de epistemologische en fundamenteel

methodologische keuzes van de lectoraten een plek te geven in het

kwaliteitszorgsysteem. Belangrijk is dat de lectoren op gezette tijden de dialoog

met elkaar aan gaan over deze keuzes. In het huidige systeem ontbreekt dit

aspect; nu is het aan elke lector voor zich om dergelijke keuzes te maken. Tussen

lectoraten zijn dwarsverbindingen nodig om verder te werken aan de samenhang

en nadere profilering van de te hanteren onderzoeksmethodologie welke de

kwaliteit en kwaliteitsborging van het onderzoek ten goede komen. Het

projectbureau academisering (PA) kan hier een faciliterende en dienstverlenende

rol vervullen.

De vaststelling van de inhoudelijke indicatoren geschiedt decentraal per school en

per lectoraat. Op centraal niveau zijn een aantal kwantitatieve indicatoren

ontwikkeld voor het genereren van hogeschool brede sturingsinformatie. De VKO

juicht het ontwikkelen van zowel decentrale als centrale indicatoren toe. Wel

adviseert de commissie om naast de kwantitatieve ook een aantal kwalitatieve

indicatoren te ontwikkelen die expliciet en zichtbaar zijn afgeleid van de missie en

het profiel van Stenden.

De betrokkenheid van de externe ‘stakeholders’ bij de kwaliteitszorg van het

onderzoek binnen de lectoraten is nog uiteenlopend georganiseerd. In dit

kwaliteitssysteem zou het oordeel van de beroepspraktijk een belangrijke rol

Page 9: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

9

kunnen krijgen. Met het onderzoek beoogd Stenden voedend te zijn voor het

onderwijs als het werkveld. Dit vraagt om een sterkere betrokkenheid van

stakeholders in het kwaliteitszorgsysteem. De VKO is verheugd om te vernemen

dat Stenden de gesprekken met stakeholders vanaf volgend jaar zal gaan

systematiseren.

De VKO heeft geconstateerd dat Stenden kwaliteitszorg serieus neemt en in BKO-

rapporten wordt de kwaliteit van het onderzoek positief beoordeeld. De afgelopen

periode heet Stenden veel tijd geïnvesteerd in het opzetten van het

kwaliteitszorgsysteem. Er is samenhang tussen de instrumenten maar het

systeem oogt nog procedureel. De hogeschool moet er blijvend voor waken dat de

kwaliteitszorg in verhouding staat tot het primaire (onderzoeks)proces. De

commissie adviseert om maat te houden en het huidige kwaliteitszorg na

bijvoorbeeld twee jaar te evalueren.

2.2. Randvoorwaarden

Zowel op centraal als op decentraal niveau wordt gewerkt aan het vergroten van de

bereidheid en betrokkenheid bij kwaliteitsbewaking. Op decentraal niveau behoort

kwaliteitszorg onderzoek tot het takenpakket van de lectoren, kenniskringleden en Heads

of School. De dienstverlening ten behoeve van de lectoraten wordt op centraal niveau

verzorgd vanuit de afdelingen binnen het Corporate Office (CO) en de Educational

Support Organisation (ESO).

De afdeling Quality Assurance (QA) (onderdeel van het CO) is verantwoordelijk voor de

ontwikkeling van het systeem van kwaliteitszorg voor onderzoek. Deze stelt hiertoe

kaders, procedures en richtlijnen op. Tevens is QA verantwoordelijk voor de borging van

het evaluatie-c.q. validatieproces. De afdeling Quality Center (QC) (onderdeel van ESO)

biedt ondersteuning bij de concretisering van het kwaliteitsbeleid (uitwerking) en

uitvoering binnen de opleidingen. Zij ondersteunt de diverse evaluatieonderzoeken,

waaronder de midterm reviews en de evaluaties in het kader van BKO en VKO.

De FTE’s voor kwaliteitszorg onderzoek zijn in de FTE’s van lectoraten opgenomen. Op

centraal niveau is er binnen de afdelingen QC en QA in totaal 1 FTE structureel

beschikbaar om de lectoraten en schools te ondersteunen bij de uitvoering van

kwaliteitszorg- en evaluatieactiviteiten. Daarnaast besteedt het Projectbureau

Academisering eveneens de helft van de tijd aan kwaliteitszorg (totaal 0,8 FTE).

Oordeel en mogelijkheden voor verbetering

De VKO oordeelt positief over de randvoorwaarden die het mogelijk maken om de

kwaliteitszorg voor onderzoek (door) te ontwikkelen en uit te voeren. Er lijkt in

kwantitatief opzicht voldoende tijd voor te worden vrijgemaakt. Ter voorbereiding op de

externe audits is zichtbaar dat er extra aandacht besteed is aan de kwaliteitszorg. De

commissie oordeelt eveneens positief over de aangetroffen onderzoekcultuur. Er wordt

Page 10: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

10

voldoende ingezet op het creëren van draagvlak en het vergroten van betrokkenheid bij

onderzoek en kwaliteitszorg. Binnen Stenden kijkt men kritisch naar zichzelf en gaat men

op een nuchtere en voortvarende manier om met geconstateerde tekortkomingen. De

VKO wil Stenden meegeven om te waken voor overdaad. Er is een zekere neiging tot

perfectionisme waarbij het 'betere' de vijand van het goede zou kunnen worden. De

bureaucratische lasten zouden niet hoger moeten komen te liggen dan nu het geval is.

2.3. Evaluaties van onderzoekseenheden

De lectoraten zijn sinds dit jaar per School gebundeld tot onderzoekseenheden die als

zodanig worden onderworpen aan de onafhankelijke externe evaluaties. Voorafgaand aan

het bezoek van de VKO waren er nog géén onderzoekseenheden “nieuwe” stijl

geëvalueerd. In het tijdvak 2012 tot en met 2014 zullen alle zeven onderzoekseenheden

door een externe organisatie worden geëvalueerd. Stenden heeft hier een herziende

planning voor opgesteld.

De afgelopen periode (2011/2012 ) zijn er drie evaluaties op onderzoekseenheden

uitgevoerd, met als eenheid: een lectoraat. Aan deze externe evaluaties ging een

zelfevaluatie vooraf. Voor het schrijven van de zelfevaluatie heeft de hogeschool een

format opgesteld (omschreven in “Wijzer kwaliteitszorg onderzoek”). Het

zelfevaluatierapport wordt gestaafd met enkele achterliggende documenten

(kwaliteitskast) die aanwezig dienen te zijn voor het beantwoorden van de vijf BKO

vragen. Naast het zelfevaluatierapport wordt ter voorbereiding op het bezoek van de

externe commissie een proefevaluatie georganiseerd. De daadwerkelijke evaluatie van de

onderzoekseenheden wordt uitgevoerd door een externe organisatie (een VBI met

expertise op het gebied van onderzoeksevaluaties). De samenstelling van de commissie

is op voorspraak van de betrokken lector en bevat in ieder geval twee

domeindeskundigen en één interne auditor van Stenden. De evaluatierapporten bevatten

naast opmerkingen over de zelfevaluatierapporten van de lectoraten een samenvatting

van de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen.

Om ervoor te zorgen dat het bewustzijn binnen de onderzoekseenheid aanwezig blijft

wordt er tussen twee evaluaties in een midterm audit uitgevoerd. Het doel van de audit

is meerledig: een helder inzicht verkrijgen in de mate waarin (meerjaren) doelstellingen

gerealiseerd zijn (evaluatie), de mate waarin ontwikkelingen plaats hebben gevonden die

voort zijn gekomen uit eerdere audits of evaluaties (monitoring) en een vooruitblik naar

toekomstige evaluaties (agendasetting). In het gesprek met de afgevaardigden van

kwaliteitszorg heeft het VKO vernomen dat de eerste midterm audit afgelopen september

heeft plaatsgevonden.

Oordeel en mogelijkheden voor verbetering

De VKO heeft kunnen vaststellen dat de externe evaluatie van de lectoraten op

deskundige en voldoende onafhankelijke wijze heeft plaatsgevonden. De commissie heeft

Page 11: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

11

een duidelijke opdracht meegekregen, namelijk het beantwoorden van de vijf

evaluatievragen zoals geformuleerd in het BKO. De VKO verwacht dat de clustervorming

(Schools worden geëvalueerd in plaats van lectoraten) ervoor zal zorgen dat de belasting

voor de lectoraten zal verminderen. De VKO adviseert om daar waar mogelijk “de

organisatie van de evaluaties” intern te organiseren en niet uit te besteden. Op deze

wijze blijft de expertise binnen de Stenden geborgd en worden de leermogelijkheden van

de organisatie vergroot. Verbetering is volgens de commissie vooral mogelijk in de mate

waarin en wijze waarop de stakeholders in het proces worden betrokken. Stenden beoogt

met het onderzoek zowel het onderzoeksdomein, het werkveld als het onderwijs te

bedienen.

2.4 Verbeterbeleid

Met het uitvoeren van de zelfevaluatie (inclusief de proef VKO validatie) en de externe

audits heeft Stenden stappen gezet om de interne kwaliteitszorg van haar onderzoek

verder te systematiseren. De onderzoekseenheden SW&AT, Services Studies en

Leadership and Change Management zijn positief beoordeeld door een externe

onafhankelijke commissie. Op basis van de evaluatie hebben Heads of School en lectoren

een verbeterplan opgesteld. De verbeteracties worden in de gewone hogeschoolcyclus

(PDCA) voor kwaliteitszorg opgenomen. Het monitoren van de verbeteracties vindt plaats

via de planning & control cyclus.

Naast de verbeteracties op decentraal niveau wordt er Stenden breed naar de resultaten

van de externe evaluatiecommissies gekeken. Een analyse van de resultaten van de

externe onafhankelijke evaluaties wordt jaarlijks samengesteld door Quality Assurance

en opgenomen in De Kwestie. Aandachtspunten die Stenden breed (Projectbureau

Academisering i.s.m. Schools) dienen te worden opgepakt, zijn de (minimale) capaciteit

van onderzoekseenheden teneinde de doelen te kunnen bereiken, communicatie (intern

en extern) en het publicatiebeleid.

Oordeel en mogelijkheden voor verbetering

De VKO oordeelt positief over het verbeterbeleid van Stenden. De externe evaluaties zijn

aantoonbaar gericht op verbetering van het onderzoek. De commissie stelt vast dat de

evaluaties en andere elementen uit de kwaliteitszorg zoals (meer) jarenplannen en

verslagen doorwerken op het niveau van de lectoraten en de Schools. Hierover is de

commissie positief gestemd. De rapportages leveren goede aanknopingspunten op voor

herziening en zijn opgevolgd door verbeterplannen. Op centraal niveau is er eveneens

een aantal mogelijkheden ter verbetering af te leiden.

Het functioneren van kwaliteitszorg kan niet los worden gezien van de missie, het beleid

en de organisatie van onderzoek binnen de instelling. Tijdens het bezoek zijn er

verschillende begrippen en termen de revue gepasseerd. Het ontbrak aan een eenduidig

begrippenkader. De VKO heeft geconcludeerd dat de focus van de hogeschool nog niet

Page 12: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

12

scherp is en dat deze nog onvoldoende is geoperationaliseerd in indicatoren ten behoeve

van betere sturingsmogelijkheden. De commissie heeft zich onvoldoende een beeld

kunnen vormen waar de hogeschool (en het onderzoeksbeleid) naartoe gaat. Het op

korte termijn tot stand brengen van een programmering van het onderzoek is gezien de

beperkte onderzoeksmiddelen noodzakelijk en vereist een meer centrale regierol van het

CvB.

Door het praktijkgericht onderzoek decentraal te positioneren wordt beoogd het

onderzoek dichter bij het onderwijs te brengen. Het onderwijs is gebaat bij het integreren

van een onderzoekhouding en onderzoekvaardigheden in het curriculum. De VKO ziet dit

als een positieve ontwikkeling. Een consequentie van de nieuwe strategie is dat de

verbondenheid tussen de lectoraten onderling een expliciet aandachtspunt wordt. De

keus om het projectbureau academisering (PA) een meer faciliterende en

dienstverlenende rol te laten vervullen juicht de commissie toe. Het PA kan bijvoorbeeld

ondersteuning bieden op de volgende terreinen: het acquisitievermogen van de

lectoraten en discussies over de epistemologische en methodologische keuzes van de

lectoren (zie 2.1).

Page 13: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

13

Conclusies en aanbevelingen

De commissie is van mening dat Stenden een toegankelijke, toegewijde en transparante

hogeschool is. De VKO is gastvrij ontvangen en de gesprekken heeft zij als zeer open en

informatief ervaren. De commissie is positief over de wijze waarop Stenden aansluiting

vindt bij de vragen uit het werkveld. Het is de VKO duidelijk geworden dat Stenden zich

serieus opstelt ten aanzien van haar onderzoek. Het vergroten van de rol van onderzoek

binnen de activiteiten van Stenden (de academisering) is één van de speerpunten van

het beleid van de hogeschool.

Stenden verkeert in een transitie naar een nieuwe verwevenheid van onderzoek en

onderwijs. Sinds begin dit jaar zijn de lectoraten niet meer centraal gepositioneerd maar

zijn zij verbonden aan de Schools. Het praktijkgerichte onderzoek dient voedend te zijn

voor onderwijs en werkveld. De commissie heeft veel enthousiasme en draagvlak bij de

Heads of School, de Academic Deans en de lectoren waargenomen over de nieuwe

organisatie en samenwerking. Niet alleen de hogeschool maar ook de stakeholders van

Stenden waren zeer lovend over de maatregelen die worden getroffen om de verbinding

met het werkveld te versterken. De VKO is positief over de transitie en het beoogde doel:

meer synergie tussen de opleidingen en een efficiëntere aansturing van zowel

onderwijsontwikkeling als kwaliteitsborging.

Zoals de hogeschool aangeeft is een voorwaarde voor het slagen van de transitie dat het

onderzoek in de genen van de hogeschool komt te zitten. Stenden geeft hierbij (terecht)

aan dat niet alleen de structuur, maar ook de hogeschoolcultuur dient te veranderen, en

meer op onderzoek gericht te zijn. Stenden doet dit onder andere door het aanstellen

van Academic Deans en Heads of School met onderzoeksaffiniteit. Daarnaast investeert

de hogeschool fors in het stimuleren van het aantal masters en promovendi onder de

medewerkers. De VKO onderschrijft ten zeerste dat verdere ontwikkeling van zaken als

loopbaanpaden, functiedifferentiatie en deskundigheidsbevordering (scholing in

onderzoek) noodzakelijk is en complimenteert Stenden met haar HRM beleid.

Het kwaliteitszorgsysteem bestaande uit (interne) kwaliteitsmetingen, midterm reviews,

proef evaluaties en externe beoordelingen, functioneert en wordt op adequate wijze

verbonden met de reeds bestaande kwaliteitszorg van het onderwijs en de planning &

control cyclus. De VKO oordeelt positief over het verbeterbeleid van de hogeschool.

Binnen Stenden kijkt men kritisch naar zichzelf en gaat men op een nuchtere en

voortvarende manier om met geconstateerde tekortkomingen. Wel adviseert de VKO

Stenden om te waken voor overdaad. Er is een zekere neiging tot perfectionisme waarbij

het 'betere' de vijand van het ‘goede’ zou kunnen worden. De commissie adviseert om

maat te houden en de huidige kwaliteitszorg na bijvoorbeeld twee jaar, op metaniveau,

nogmaals te evalueren.

Page 14: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

14

De bevindingen van de externe evaluatiecommissie geven een positief beeld van het

onderzoek. De commissie heeft een duidelijke opdracht meegekregen, namelijk het

beantwoorden van de vijf evaluatievragen zoals geformuleerd in het BKO. De VKO

oordeelt dat de evaluaties onafhankelijk, zorgvuldig en deskundig zijn uitgevoerd. Het

externe advies biedt heldere analyses en aanbevelingen die behulpzaam zijn bij de

verdere ontwikkeling van beleid, organisatie en kwaliteitszorg van het onderzoek van

Stenden.

De VKO verwacht dat de clustervorming (Schools worden geëvalueerd in plaats van

lectoraten) ervoor zal zorgen dat de belasting voor de lectoraten zal verminderen. Op

deze wijze blijft de expertise binnen de Stenden geborgd en worden de

leermogelijkheden van de organisatie vergroot.

Een belangrijk knelpunt is de spanning tussen de ambities en de daadwerkelijke

onderzoekscapaciteit van de hogeschool. Stenden lost de beperkte capaciteit enigszins op

door slim en goed gebruik te maken van partnerships en netwerken (het sectorplan voor

het noordelijk hbo). Maar het aanboren van extra financiële middelen lijkt in deze

kwetsbare situatie noodzakelijk. De commissie adviseert om de goede reputatie en de

kwaliteit van haar onderzoek nog beter te benutten om op deze manier externe middelen

voor haar onderzoek te verwerven. Het PA kan hierbij ondersteuning verlenen.

Extra financiële middelen zullen echter niet alle knelpunten kunnen oplossen. Er dienen

op korte termijn nog verdergaande en scherpere keuzes gemaakt te worden ten aanzien

van missie, onderzoekprofiel en de onderzoeksprogramma’s van de schools. De focus van

de hogeschool is momenteel nog onvoldoende scherp en nog niet alle Schools hebben

een meerjarig onderzoeksprogramma geformuleerd. De VKO is van oordeel dat er door

de hogeschool nog onvoldoende geredeneerd wordt vanuit een centrale programmalijn

die sturend kan zijn op selectie en afbakening van onderzoeksthema's binnen de Schools

en de daaraan verbonden lectoraten. Teveel verschillende begrippen en termen passeren

de revue. Voor een deel valt het verschillende begrippenkader terug te voeren op de

fusie, tussen de CHN en de HD. De commissie adviseert om een punt achter het verleden

te zetten en op korte termijn de onderzoeksmissie verder te concretiseren en te

operationaliseren.

Op basis van het bovenstaande komt de VKO tot de conclusie dat er voldoende

vertrouwen is dat het door de Stenden gehanteerde kwaliteitszorgsysteem in algemene

zin leidt tot het permanente bewaken en verbeteren van het onderzoek en de organisatie

van dat onderzoek. De VKO complimenteert de hogeschool voor hetgeen is bereikt en

moedigt haar aan om met dezelfde inzet en hetzelfde enthousiasme op de ingeslagen

weg verder te gaan. Ten slotte spreekt de VKO de hoop uit dat deze rapportage daarbij

van waarde kan zijn.

Page 15: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

15

Bijlage 1 Instellingsbesluit VKO

Het bestuur van de HBO-raad, vereniging van hogescholen,

gelet op het door de vereniging in 2008 vastgestelde basisdocument kwaliteitszorgstelsel

ten aanzien van het onderzoek aan hogescholen (hieronder verder aangeduid als

basisdocument) als nadere uitwerking van het in 2007 vastgestelde brancheprotocol

kwaliteitszorg onderzoek.

BESLUIT

Artikel 1: Instelling

1. Er is met ingang van 23 maart 2009 een validatiecommissie kwaliteitszorg

onderzoek, hierna te noemen VKO.

2. De VKO is ingesteld voor de periode 2009-2015.

Artikel 2: Samenstelling

1. De VKO bestaat uit zeven leden, waaronder de voorzitter en de vicevoorzitter.

2. De volgende leden zijn door de HBO-raad benoemd:

- Prof. dr. P.L. (Pauline) Meurs (voorzitter);

- Prof. dr. F.A. (Frans) van Vught (vicevoorzitter);

- Drs. B. (Bart) van Bergen (lid);

- Dr. C.M. (Tini) Hooymans (lid);

- Drs. P.M. (Paul) van Roon (lid);

- Drs. P.M.M. (Paul) Rullmann (lid);

- Prof. dr. H.W. (Henk) Volberda (lid).

3. De HBO-raad voorziet in het secretariaat van de VKO.

Artikel 3: Taak en werkwijze

1. De taak van de VKO is het zesjaarlijkse evalueren en valideren van de

kwaliteitszorgsystemen van hogescholen op het aggregatieniveau van de

instelling, voor zover de kwaliteitszorg betrekking heeft op het (praktijkgerichte)

onderzoek van de hogeschool.

2. De VKO hanteert het in het basisdocument beschreven validatiekader bij het

valideren van de kwaliteitszorg van elke hogeschool en komt onafhankelijk en

objectief tot een validatiebesluit.

3. De VKO komt op basis van haar evaluerende activiteiten tevens tot analyses en

aanbevelingen voor verdere verbetering van het kwaliteitszorgsysteem van de

hogeschool.

4. De VKO baseert haar validatiebezoek op een door de hogeschool uitgevoerde

zelfevaluatie. Het basisdocument specificeert de eisen die aan zelfevaluatie en

validatiebezoek inclusief de op te leveren rapportages worden gesteld.

Page 16: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

16

5. De VKO bepaalt haar eigen procedures en werkwijze ten aanzien van het

validatiebezoek, de validatie en de oplevering van de rapportages binnen de

kaders van het basisdocument.

6. De VKO brengt op basis van elk validatiebezoek een openbaar validatierapport uit

zoals bedoeld in het basisdocument, nadat hoor en wederhoor heeft

plaatsgevonden.

7. Indien de VKO tot een voorwaardelijke validatie heeft geoordeeld worden

afspraken gemaakt voor een vervolgvalidatie binnen een termijn van twee jaar.

Daarop baseert de VKO of sprake is van onvoorwaardelijke validatie of dat geen

validatie wordt verleend.

Artikel 4: Rapportage en informatievoorziening

1. De besturen van de hogescholen dragen er zorg voor dat elk rapport van een

externe evaluatiecommissie als bedoeld in het bovengenoemde basisdocument,

vergezeld van het eventuele bestuursstandpunt over dat rapport, binnen een

maand na het openbaar maken van het rapport ter kennis van de VKO wordt

gebracht.

2. De besturen van de hogescholen dragen er zorg voor dat een gedocumenteerd

zelfevaluatierapport tijdig ter beschikking wordt gesteld aan de VKO en dat een

validatiebezoek kan plaatsvinden, beide conform de kaders die daaraan door

middel van het basisdocument zijn gesteld en de procedures die binnen die kaders

door de VKO worden opgesteld.

3. De VKO draagt er zorg voor dat elk validatierapport ter beschikking wordt gesteld

aan de HBO-raad en de Minister van OCW.

4. De VKO draagt er zorg voor dat de door haar ontvangen externe

evaluatierapporten vanuit de hogescholen alsmede de door haar zelf

gepubliceerde validatierapporten vrij verkrijgbaar zijn via de website van de VKO.

Artikel 5: Geldmiddelen

1. De basisinfrastructuur van de VKO (t.b.v. secretariaat, communicatie en algemene

vergaderingen) wordt gefinancierd met de jaarlijks te indexeren doelcontributie

van de hogescholen.

2. De reëel gemaakte kosten (honoraria en reiskosten van de betreffende

deelcommissie VKO) per validatie worden via de HBO-raad bij de betreffende

hogeschool in rekening gebracht.

3. De VKO-leden ontvangen via de HBO-raad een jaarlijkse vergoeding op basis van

het aantal verrichte validaties en bijgewoonde VKO vergaderingen.

Artikel 6: Planning

1. De validaties door de VKO vinden plaats in de volgende vastgestelde volgorde:

2009: Hogeschool Utrecht, Gerrit Rietveld Academie, Hogeschool Zuyd;

2010: Hogeschool van Beeldende Kunsten Muziek en Dans, Hogeschool van

Amsterdam,

Page 17: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

17

De Haagse Hogeschool, Hogeschool INHOLLAND, Hogeschool voor de

Kunsten Utrecht, Hanzehogeschool Groningen;

2011: Fontys Hogescholen, Hogeschool Leiden, Aeres Groep, Gereformeerde

Hogeschool Zwolle, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Saxion

Hogescholen;

2012: Hogeschool Zeeland, Interactum (Hogeschool IPABO, Marnix Academie,

Hogeschool Domstad, Iselinge Hogeschool, Hogeschool De Kempel en

Katholieke PABO Zwolle; Hogeschool Edith Stein separaat), Noordelijke

Hogeschool Leeuwarden, Stenden Hogeschool, Hogeschool Helicon,

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten;

2013: Codarts Hogeschool voor de Kunsten, Van Hall Larenstein, Hogeschool

Rotterdam, NHTV internationale hogeschool Breda, ArtEZ hogeschool voor

de kunsten, Windesheim;

2014: Avans Hogeschool, Design Academy Eindhoven, Driestar educatief, HAS

Den Bosch, Christelijke Hogeschool Ede, Hotelschool Den Haag.

2. Van deze planning kan alleen worden afgeweken in uitzonderlijke situaties. VKO,

HBO-raad en betreffende hogescho(o)l(en) treden met elkaar in overleg indien

volgens een van deze partijen sprake is van een situatie die wijziging in de

planning noodzakelijk maakt. Het bestuur van de HBO-raad stelt de gewijzigde

planning vast en communiceert deze via de geëigende kanalen.

3. De specifieke planning per validatietraject wordt in overleg tussen VKO en

hogeschool gemaakt, e.e.a. conform de procedures van de VKO.

Artikel 7: Evaluatie

1. Na twee jaar (gerekend vanaf de eerste validatie) zal het overkoepelende

kwaliteitszorgstelsel -en daarbinnen de rol en het functioneren van de VKO-

worden geëvalueerd op basis van de opgedane ervaringen. Hierop wordt mede

gebaseerd of en welke eventuele tussentijdse aanpassingen in samenstelling,

organisatie en werkwijzen nodig zijn.

2. Ruim voor het aflopen van de periode waarop dit instellingsbesluit betrekking

heeft zal het stelsel -en daarbinnen de rol en het functioneren van de VKO -

worden geëvalueerd met het oog op de vormgeving en invulling van de

kwaliteitzorg t.a.v. onderzoek in de erop volgende periode.

Den Haag, 23 maart 2009

D. Terpstra,

voorzitter HBO-raad

Page 18: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

18

Bijlage 2 Overzicht bestudeerd materiaal

1. Zelfevaluatie Stenden Hogeschool

2. Handboek Management en Organisatie ESO (2007/2008).

3. New University 2007-2012. Een sterk merk in hoger onderwijs. Strategieplan 2008-2012

(2008).

4. Control in Quality & Quality in Control, Nota P&C en kwaliteitsmanagement (2007).

5. Wereldwijs Onderwijs. Leven, leren, leiden. Stenden Onderwijsvisie (2009).

6. Uitgangspunten herinrichting Stenden Hogeschool met betrekking tot lectoraten (2010).

7. Stenden als academische werkplaats. De positionering van lectoren, kwaliteit en onderzoek

(2010).

8. Onderzoek en kennisvalorisatie als fundament. Stenden als werkplaats voor

praktijkonderzoek.

9. Notitie Onderzoeksbeleid 2011-2016 (2010).

10. Uitgangspunten Projectbureau Academisering (2011).

11. Dummy aanvraag/verlenging lectoraten (2012).

12. Beoordelingskader aanvraag/verlenging lectoraten (2012).

13. Sectorplan HBO Noord Nederland “Met Vereende Krachten op Koers 2010-2015”.

14. Sollicitatiecode Stenden Hogeschool (2010).

15. Van Promovendus naar Doctor, Stenden Hogeschool HRM (2010).

16. Journey to global succes, Educational Quality Plan, CHN 2007 - 2012 (2009).

17. Wijzer Kwaliteitszorg Onderzoek (2012).

18. Kader Kwaliteitszorg Onderzoek (2010).

19. Kader Midterm Audit (2011).

20. Handreiking ERiC (Evaluating Research in Context RiC, projctgroep van de Nederlandse

Organisatie

21. De Kwestie 2012 (2012).

22. Profiel Lector

Page 19: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

19

Bijlage 3 Bezoekprogramma

Tijd Activiteit en deelnemers Locatie

09.00 – 09.45

Groep 1: Welkom en presentatie

Dhr. mr. L. J. (Leendert) Klaassen, voorzitter College van Bestuur

Dhr. drs. K.W. (Klaas Wybo) van der Hoek, lid College van Bestuur

Dhr. dr. H. (Herman) Blom, directeur Academische Zaken/Projectbureau Academisering

Dhr. dr. F. (Falco) de Klerk Wolters, Head of School of Tourism & Leisure (T&L)

Mevr. D. (Dorien) Riedstra, MBA, directeur a.i. Quality Assurance

Zaal 9

09.45 – 10.30 Besloten vergadering Commissie Validatie Kwaliteitszorgsysteem

10.30 – 11.20

Groep 2: Vraaggesprek onderzoeksorganisatie en strategie

• Dhr. mr. L.J. (Leendert) Klaassen, voorzitter College van Bestuur

• Dhr. drs. K.W. (Klaas Wybo) van der Hoek, lid College van Bestuur

• Dhr. dr. H. (Herman Blom), directeur Academische Zaken/Projectbureau Academisering

• Dhr. dr. F. (Falco) de Klerk Wolters, Head of School of Tourism & Leisure (T&L)

• Mevr. D. (Dorien) Riedstra, MBA, directeur a.i. Quality Assurance

Zaal 9

11.25 – 12.15

Groep 3: Vraaggesprek Lectoraat Social Work & Arts Therapies(SW&AT)

• Dhr. dr. M. (Marinus) Spreen, lector

• Mevr. drs. A. (Alie) Schokker, Head of School of Social Work and Arts Therapies (SW&AT)

• Dhr. R.J. (Roland Jan) Kuipers, Academic Dean of School of Social Work and Arts Therapies (SW&AT)

• Mevr. drs. R.N. (Rommy) Schaap, lid kenniskring en senior docent School of Social Work and Arts Therapies (SW&AT)

• Mevr. drs. M.L. (Martine) Bootsma, lid kenniskring en docent School of Social Work and Arts Therapies (SW&AT)

Zaal 9

12.15 – 13.00 Besloten vergadering en lunch Commissie Validatie Kwaliteitszorgsysteem

13.00 – 13.50

Groep 4: Vraaggesprek Lectoraat Service Studies (interview in English/gesprek in het Engels)

• Mevr. dr. E. (Elena) Cavagnaro, lector

• Dhr. mr. S. (Sjoerd) van der Galiën, Head of School of Hospitality Management(HM)

• Dhr. dr. C. (Craig) Thompson, Academic Dean, School of Hospitality Management (HM)

• Mevr. drs. D. (Deike) Schulz, lid kenniskring en docent School of Media & Entertainment Management (MEM)

• Mevr. F. (Femke) Vrenegoor, MA, lid kenniskring en docent School of Hospitality Management (HM)

Groep 5: Vraaggesprek Externe stakeholders

Zaal 9

Page 20: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

20

13.55 – 14.40

• Dhr. F. (Fredie) de Mooy, eigenaar Ekoplaza Leeuwarden / Lectoraat Service Studies

• Dhr. dr. Frans Stokman, hoogleraar Rijksuniversiteit Groningen (RuG) / Lectoraat Service Studies

• Mevr. drs. J. (Jolande) van Joolingen, senior onderzoeker Jeugdhulp Friesland / Lectoraat Social Work and Arts Therapies

• Dhr. P.J. (Peter) van der Heijden, stafdirecteur Friesland College/ Lectoraat Social Work and Arts Therapies

Zaal 9

14.50 – 15.35

Groep 6: Vraaggesprek Kwaliteitszorg (centrale staf)

• Dhr. Dr. H. (Herman) Blom, directeur Academische Zaken, Projectbureau Academisering

• Mevr. D. (Dorien) Riedstra, directeur a.i. Quality Assurance

• Mevr. N. (Nienke) Ketelaar, MSc, beleidsmedewerker Quality Assurance

• Dhr. Henk van der Meulen, adviseur onderwijskwaliteit Quality Center

• Dhr. Drs. A.K. (Anne Klaas) Schilder, research lecturer, School of Tourism & Leisure (T&L)

Zaal 9

15.35 – 16.30 Besloten vergadering en lunch Commissie Validatie Kwaliteitszorgsysteem

16.30 – 17.00

Mondelinge terugkoppeling Commissie Validatie Kwaliteitszorgsysteem

Zaal 9

Page 21: Validatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Stenden Hogeschool

21

Bijlage 4 Korte beschrijving van de VKO deelcommissieleden

Prof. dr. P.L. (Pauline) Meurs (voorzitter);

Hoogleraar Bestuur van de Gezondheidszorg, Erasmus Universiteit. Voorzitter ZonMW. Lid eerste

kamer voor de PvdA.

Drs. B. (Bart) van Bergen (lid);

Technisch adviseur medische universiteiten Vietnam inzake de ontwikkeling van Centers of

Excellence. Oud-faculteitsdirecteur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Oud-voorzitter sectoraal

adviescollege hgzo.

Drs. P.M.M. (Paul) Rullmann (lid);

Lid CvB TU Delft. Lid Commissie tussentijdse evaluatie lectoren en kenniskringen. Oud lid CvB

Hogeschool Haarlem.

Prof. dr. H.W. (Henk) Volberda (lid);

Hoogleraar Strategic Management and Business Policy en Director Knowledge Transfer aan de

Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit. Wetenschappelijk directeur INSCOPE:

Research for Innovation. Directeur Erasmus Strategic Renewal Center. Commissaris NXP

Netherlands BV.

Drs. E.C. (Emiel) de Groot (secretaris)

Beleidsadviseur internationalisering en onderzoek HBO-raad.