Vakwerkplan PJ Duits 2015-2016 - De Foorakker...

21
1 VAKWERKPLAN *DUITS* Schooljaar 20152016 In het vakwerkplan is onderstaande vastgelegd: We hebben voor Duits als moderne vreemde taal een doorlopende leerlijn Deze leerlijn is verschillend voor onze 3 opleidingen: VMBO TL, HAVO, VWO Vanuit de gewenste inhoud en de leerdoelen maken we een bewuste keuze voor lesmethode en/of andere leermiddelen. We maken een bewuste keuze voor de manier en het tijdstip waarop we leerdoelen evalueren of toetsen Visie Algemeen Het VMBO leidt over het algemeen op tot uitvoerend, producerend werk. De havo leidt op naar kaderfuncties: de schakel tussen beleidsmakers en uitvoerders. Het VWO leidt op tot werk op academisch niveau: onderzoek en beleidsontwikkeling. Dit betekent voor onze leerlingen: VMBO TL: sterk geleide, gestructureerde opdrachten die vooral op (re-)productie gericht zijn. Instructie bevat een beperkt aantal stappen. Duur van opdrachten is niet te lang, de feedback komt zo snel mogelijk na het werk. HAVO: opdrachten deels op (re-)productie gericht, maar ook op interpretatie van bronnen en het toepassen van kennis en vaardigheden op nieuw materiaal. De leerling is gebaat bij concreet resultaat op korte termijn en theorie die duidelijk toe te passen is. VWO: naast (re-) productie en analyse van bronnen is onderzoek en ontwerpen iets wat deze leerling zou moeten leren. De leerling is, naast een kant- en klare uitleg van de theorie, ook gebaat bij opdrachten die hem uitdagen zelf verbanden en theoretische achtergronden te ontdekken. Opdrachten kunnen langer duren. Bovenstaande zijn generaliseringen. Ze kunnen echter goed dienen als leidraad bij het nadenken over ons (vak)onderwijs. Op alle niveaus kunnen verschillende werkvormen worden ingezet. Zowel een vmbo leerling als een gymnasiast kan groepsopdrachten of individuele verwerkingsopdrachten krijgen. Het verschil zit in de mate van structurering en de inhoud van de opdracht. Methode In alle leerjaren wordt de methode Neue Kontakte (vierde editie) gebruikt: Leerjaar 2: Neue Kontakte 1-2 VMBO-T HAVO VWO Leerjaar 3: Neue Kontakte 3 VMBO-(B)KGT Neue Kontakte 3 HAVO VWO

Transcript of Vakwerkplan PJ Duits 2015-2016 - De Foorakker...

 1  

 

 

VAKWERKPLAN    

*DUITS*  Schooljaar  2015-­‐2016  

In het vakwerkplan is onderstaande vastgelegd:

-­‐ We hebben voor Duits als moderne vreemde taal een doorlopende leerlijn -­‐ Deze leerlijn is verschillend voor onze 3 opleidingen: VMBO TL, HAVO, VWO -­‐ Vanuit de gewenste inhoud en de leerdoelen maken we een bewuste keuze voor lesmethode

en/of andere leermiddelen. -­‐ We maken een bewuste keuze voor de manier en het tijdstip waarop we leerdoelen evalueren

of toetsen -­‐

Visie Algemeen Het VMBO leidt over het algemeen op tot uitvoerend, producerend werk. De havo leidt op naar kaderfuncties: de schakel tussen beleidsmakers en uitvoerders. Het VWO leidt op tot werk op academisch niveau: onderzoek en beleidsontwikkeling. Dit betekent voor onze leerlingen: VMBO TL: sterk geleide, gestructureerde opdrachten die vooral op (re-)productie gericht zijn. Instructie bevat een beperkt aantal stappen. Duur van opdrachten is niet te lang, de feedback komt zo snel mogelijk na het werk. HAVO: opdrachten deels op (re-)productie gericht, maar ook op interpretatie van bronnen en het toepassen van kennis en vaardigheden op nieuw materiaal. De leerling is gebaat bij concreet resultaat op korte termijn en theorie die duidelijk toe te passen is. VWO: naast (re-) productie en analyse van bronnen is onderzoek en ontwerpen iets wat deze leerling zou moeten leren. De leerling is, naast een kant- en klare uitleg van de theorie, ook gebaat bij opdrachten die hem uitdagen zelf verbanden en theoretische achtergronden te ontdekken. Opdrachten kunnen langer duren. Bovenstaande zijn generaliseringen. Ze kunnen echter goed dienen als leidraad bij het nadenken over ons (vak)onderwijs. Op alle niveaus kunnen verschillende werkvormen worden ingezet. Zowel een vmbo leerling als een gymnasiast kan groepsopdrachten of individuele verwerkingsopdrachten krijgen. Het verschil zit in de mate van structurering en de inhoud van de opdracht. Methode In alle leerjaren wordt de methode Neue Kontakte (vierde editie) gebruikt: Leerjaar 2: Neue Kontakte 1-2 VMBO-T HAVO VWO Leerjaar 3: Neue Kontakte 3 VMBO-(B)KGT Neue Kontakte 3 HAVO VWO

 2  

 

Leerjaar 4: Neue kontakte 4 VMBO Abschluss

In de loop van dit schooljaar wordt de overstap naar de 6e Editie van Neue Kontakte voorbereid.

Duits en ICT

Het digitale deel van het lesprogramma Duits wordt aangeboden via DefoorakkerDeutsch.

Het keuze-programma Duits, E-WERK®, is daar ook ondergebracht en is gekoppeld aan het keuze-programma Aardrijkskunde en Wereldoriëntatie en idem beschikbaar op http://www.geographixs.com.

 3  

 

Einddoelen

Vak: Duits Vmbo TL

A2/B1 HAVO B1/B2

VWO B1/B2

Vaardig-heden

A2 Kan zinnen en regelmatig voorkomende uitdrukkingen begrijpen die verband hebben met zaken van direct belang (bijvoorbeeld persoonsgegevens, familie, winkelen, plaatselijke geografie, werk). Kan communiceren in simpele en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling over vertrouwde en alledaagse kwesties vereisen. Kan in eenvoudige bewoordingen aspecten van de eigen achtergrond, de onmiddellijke omgeving en kwesties op het gebied van directe behoeften beschrijven. B1 Kan de belangrijkste punten begrijpen uit duidelijke standaardteksten over vertrouwde zaken die regelmatig voorkomen op het werk, op school en in de vrije tijd. Kan zich redden in de meeste situaties die kunnen optreden tijdens reizen in gebieden waar de taal wordt gesproken. Kan een eenvoudige lopende tekst produceren over onderwerpen die vertrouwd of die van persoonlijk belang zijn. Kan een beschrijving geven van ervaringen en gebeurtenissen, dromen, verwachtingen en ambities en kan kort redenen en verklaringen geven voor meningen en plannen.

B1 Kan de belangrijkste punten begrijpen uit duidelijke standaardteksten over vertrouwde zaken die regelmatig voorkomen op het werk, op school en in de vrije tijd. Kan zich redden in de meeste situaties die kunnen optreden tijdens het reizen in gebieden waar de betreffende taal wordt gesproken. Kan een eenvoudige lopende tekst produceren over onderwerpen die vertrouwd of die van persoonlijk belang zijn. Kan een beschrijving geven van ervaringen en gebeurtenissen, dromen, verwachtingen en ambities en kan kort redenen en verklaringen geven voor meningen en plannen. B2 Kan de hoofdgedachte van een ingewikkelde tekst begrijpen, zowel over concrete als over abstracte onderwerpen, met inbegrip van technische besprekingen in het eigen vakgebied. Kan zo vloeiend en spontaan reageren dat een normale uitwisseling met moedertaalsprekers mogelijk is zonder dat dit voor een van de partijen inspanning met zich meebrengt. Kan duidelijke, gedetailleerde tekst produceren over een breed scala van onderwerpen; kan een standpunt over een actuele kwestie uiteenzetten en daarbij ingaan op de voor- en nadelen van diverse opties.

B1 Kan een eenvoudige lopende tekst produceren over onderwerpen die vertrouwd of die van persoonlijk belang zijn. Kan een beschrijving geven van ervaringen en gebeurtenissen, dromen, verwachtingen en ambities en kan kort redenen en verklaringen geven voor meningen en plannen. B2 Kan de hoofdgedachte van een ingewikkelde tekst begrijpen, zowel over concrete als over abstracte onderwerpen, met inbegrip van technische besprekingen in het eigen vakgebied. Kan zo vloeiend en spontaan reageren dat een normale uitwisseling met moedertaalsprekers mogelijk is zonder dat dit voor een van de partijen inspanning met zich meebrengt. Kan duidelijke, gedetailleerde tekst produceren over een breed scala van onderwerpen; kan een standpunt over een actuele kwestie uiteenzetten en daarbij ingaan op de voor- en nadelen van diverse opties.

 4  

 

Kennis De leerling kan: Domein A: Leesvaardigheid - aangeven of een tekst, gegeven een bepaalde informatiebehoefte, relevante informatie bevat. - de hoofdgedachte van een tekst/tekstdelen aangeven. - de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven. - gegevens uit één of meer teksten met elkaar vergelijken en daaruit conclusies trekken. Domein B: Kijk- en luistervaardigheid - alle punten onder Domein A. - op basis van het gehoorde anticiperen op het vervolg van een gesprek. Domein C: Spreken/ Gespreksvaardigheid - veel voorkomende mondelinge sociale omgangsvormen (begroeten, bedanken etc.) juist interpreteren en zelf toepassen. - informatie vragen en verstrekken - naar een mening/oordeel vragen en een mening/oordeel geven. - een persoon, object of gebeurtenis beschrijven. - een gebeurtenis uit het verleden of in de toekomst vertellen of beschrijven. - persoonlijke gevoelens en uiten en ernaar vragen. - een voorkeur uitspreken of naar een voorkeur vragen. - instemmen of weigeren - een (telefoon)gesprek beginnen of eindigen. - gebruik maken van compensatiestrategieën.

De leerling kan: Domein A: Leesvaardigheid - aangeven welke informatie relevant is, gegeven een vaststaande behoefte; - de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven; - de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven; - relaties tussen delen van een tekst aangeven; - conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur. Domein B: Kijk- en luistervaardigheid - alle punten onder Domein A; - anticiperen op het meest waarschijnlijke vervolg van een gesprek; - aantekeningen maken als strategie om een tekst aan te pakken. Domein C: Spreken/ Gespreksvaardigheid - adequaat reageren in sociale contacten met doeltaalgebruikers; - informatie vragen en verstrekken - uitdrukking geven aan gevoelens - zaken of personen beschrijven en standpunten en argumenten verwoorden; - strategieën toepassen om een gesprek voortgang te doen vinden - De leerling kan verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en standpunten en argumenten verwoorden.

De leerling kan: Domein A: Leesvaardigheid - aangeven of een tekst, gegeven een bepaalde informatie-behoefte, relevante informatie bevat en, zo ja, welke; - kan de hoofdgedachte van een tekst dan wel delen van een tekst aangeven en de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven. - kan onderdelen van een tekst benoemen en het verband tussen delen van een tekst aangeven; - kan op grond van de tekst conclusies trekken met betrekking tot beoogd publiek, taalgebruik en schrijfdoel(en), als ook opvattingen en gevoelens van de auteur. Domein B: Kijk- en luistervaardigheid - alle punten onder Domein A; - een langer betoog en lezingen begrijpen en zelfs complexe redeneringen volgen, wanneer het onderwerp redelijk vertrouwd is; - de meeste nieuws- en actualiteitenprogramma’s op de tv begrijpen; - het grootste deel van films in standaardtaal begrijpen. Domein C: Spreken/ Gespreksvaardigheid - duidelijke, gedetailleerde beschrijvingen presenteren over een breed scala van onderwerpen die betrekking hebben op zijn/haar interessegebied. - een standpunt over een actueel onderwerp verklaren en de voor- en nadelen van diverse opties uiteenzetten; - zodanig deelnemen aan een vloeiend gesprek, dat normale uitwisseling met moedertaalsprekers redelijk mogelijk is; - binnen een vertrouwde context actief deelnemen aan een discussie en hierin standpunten uitleggen en ondersteunen.

 5  

 

Domein D: Schrijfvaardigheid - (persoonlijke) gegevens verstrekken - een korte schriftelijke mededeling doen - een briefje schrijven - op eenvoudig niveau briefconventies gebruiken. - omgaan met naslagwerken. - zowel persoonlijke als semi-formele brieven ook via elektronische weg versturen. Domein E: Oriëntatie op studie en beroep De leerling kan zich oriënteren op de eigen loopbaan. Hij is zich bewust geworden van de eigen achtergrond, interesses en sterke/zwakke punten. Hij ziet het belang van Duits voor een evt. verdere loopbaan. Algemeen: - zelfstandig leren en werken - werken met informatie- en communicatietechnologie -de Nederlandse taal functioneel gebruiken - vaardig omgaan met verbale en cijfermatige informatie -in het leer- en werkproces adequaat omgaan met zichzelf en anderen.

Domein D: Schrijfvaardigheid - adequaat reageren in schriftelijke contacten met doeltaalgebruikers; - informatie vragen en verstrekken; - verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en uitdrukking geven aan gevoelens en standpunten verwoorden; met behulp van: - een tekstverwerkings-programma een tekst schrijven; - (elektronisch) naslag-materiaal teksten opstellen. Domein E: Literatuur - beargumenteerd verslag uitbrengen van zijn leeservaringen met ten minste drie literaire werken. Domein F: Oriëntatie op studie en beroep De leerling kan zich oriënteren op de eigen loopbaan. Hij is zich bewust geworden van de eigen achtergrond, interesses en sterke/zwakke punten. Hij ziet het belang van Duits voor een evt. verdere loopbaan. Algemeen: - De leerlingen beheerst een algemeen en meer abstract vocabulaire. - De leerling heeft kennis van lees-, luister- en communicatiestrategieën.

Domein D: Schrijfvaardigheid - adequaat reageren in schriftelijke contacten met doeltaalgebruikers; - informatie vragen en verstrekken; - verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en uitdrukking geven aan gevoelens en standpunten verwoorden; met behulp van: - een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over onderwerpen die vertrouwd of van persoonlijk belang zijn; - persoonlijke en formele brieven schrijven waarin ervaringen en indrukken beschreven worden. Domein E: Literatuur - beargumenteerd verslag uitbrengen van zijn leeservaringen met ten minste drie literaire werken; - literaire tekstsoorten herkennen en onderscheiden, en literaire begrippen hanteren in de interpretatie van literaire teksten; - een overzicht geven van de hoofdlijnen van de literatuurgeschiedenis en de gelezen literaire werken plaatsen in dit historisch perspectief. Domein F: Oriëntatie op studie en beroep De leerling kan zich oriënteren op de eigen loopbaan. Hij is zich bewust geworden van de eigen achtergrond, interesses en sterke/zwakke punten. Hij ziet het belang van Duits voor een evt. verdere loopbaan. Algemeen: - De leerling beheerst een algemeen en meer abstract vocabulaire. - De leerling heeft kennis van lees-, luister- en communicatiestrategieën; - De leerling heeft een gedetailleerde kennis van de Duitse literatuurgeschiedenis en land- en volkenkunde.

 6  

 

Einddoel onderbouw Geef aan welke kennis en vaardigheden je leerlingen voor je vak moeten hebben verworven aan het eind van leerjaar 3. Maak duidelijk waar de verschillen tussen de drie opleidingen zitten. Vmbo TL

A1/A2 HAVO A1/A2

VWO

Vaardigheden Luisteren A1/A2 A1 = De leerling kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die zichzelf, zijn/haar familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken. A2 = De leerling kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn (bijvoorbeeld basisinformatie over zichzelf en zijn/haar familie, winkelen, plaatselijke omgeving, werk). Kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke, eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen. Lezen A1/A2 A1 = De leerling kan vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in mededelingen, op posters en in catalogi. A2 = De leerling kan korte, eenvoudige teksten lezen. Hij kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, menu's en dienstregelingen. Hij kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen. Gesprekken voeren A1 De leerling kan deelnemen aan een eenvoudig gesprek, wanneer de gesprekspartner bereid is om zaken in een langzamer spreektempo te herhalen of opnieuw te formuleren en helpt bij het formuleren van wat de spreker probeert te

Luisteren A2 De leerling kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn (bijvoorbeeld basisinformatie over zichzelf en zijn/haar familie, winkelen, plaatselijke omgeving, werk). Hij kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke, eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen. Lezen A2 De leerling kan korte, eenvoudige teksten lezen. Hij kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, menu’s en dienstregelingen. Hij kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen. Gesprekken voeren A1/A2 De leerling kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. Hij kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel Hij gewoonlijk niet voldoende begrijpt om het gesprek zelfstandig gaande te houden. Spreken A1/A2 De leerling kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen familie en andere mensen, leefomstandigheden, opleiding en huidige of meest recente baan te beschrijven.

Luisteren A2 De leerling kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn (bijvoorbeeld basisinformatie over zichzelf en zijn/haar familie, winkelen, plaatselijke omgeving, werk). Hij kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke, eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen. Lezen A2 De leerling kan korte, eenvoudige teksten lezen. Hij kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, menu’s en dienstregelingen. Hij kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen. Gesprekken voeren A1/A2 De leerling kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. Hij kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel Hij gewoonlijk niet voldoende begrijpt om het gesprek zelfstandig gaande te houden. Spreken A1/A2 De leerling kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen familie en andere mensen, leefomstandigheden, opleiding en huidige of meest recente baan te beschrijven.

 7  

 

zeggen. Kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen. Spreken A1 De leerling kan eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om de eigen woonomgeving en de mensen in de naaste omgeving te beschrijven. Schrijven A1 Kan een korte, eenvoudige mededeling doen, bijvoorbeeld voor het zenden van vakantiegroeten. Kan op formulieren persoonlijke details invullen, bijvoorbeeld naam, nationaliteit en adres op een inschrijvingsformulier noteren.

Schrijven A1/A2 De leerling kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. Hij kan een eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken.

Schrijven A1/A2 De leerling kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. Hij kan een eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken.

Kennis Luisteren De leerling bezit kennis over zinnen en de meest frequente woorden die betrekking hebben op vertrouwde, concrete onderwerpen die van persoonlijk belang zijn. Hij begrijpt de belangrijkste punten om korte, duidelijke en eenvoudige boodschappen of aankondigingen te kunnen volgen. Lezen De leerling kan zeer korte en eenvoudige teksten lezen. Hij kan specifieke en voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu’s en dienstregelingen. Ook kan hij korte, eenvoudige en persoonlijke brieven begrijpen. Spreken De leerling kan over eenvoudige en alledaagse onderwerpen

Luisteren De leerling bezit kennis over zinnen en de meest frequente woorden die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn. Hij begrijpt de belangrijkste punten om korte, duidelijke eenvoudige boodschappen en aankondigingen te kunnen volgen. Lezen De leerling kan zeer korte eenvoudige teksten lezen. Hij kan specifieke voorspelbare informatie vinden en hij kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen. Spreken De leerling kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten

Luisteren De leerling bezit kennis over zinnen en de meest frequente woorden die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn. Hij begrijpt de belangrijkste punten om korte, duidelijke eenvoudige boodschappen en aankondigingen te kunnen volgen. Lezen De leerling kan zeer korte eenvoudige teksten lezen. Hij kan specifieke voorspelbare informatie vinden en hij kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen. Spreken De leerling kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten

 8  

 

communiceren. Hij kan directe en eenvoudige informatie uitwisselen over concrete en vertrouwde onderwerpen. Hij kan korte sociale gesprekken voeren, hoewel het begrip gewoonlijk te gering is om zelf een gesprek gaande te houden. Schrijven De leerling kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. Hij kan een zeer eenvoudige persoonlijke brief schrijven over vertrouwde onderwerpen. Algemeen De leerling moet kennis hebben van: - zinsbouw - basisgrammatica - receptieve en productieve compensatiestrategieën - basiswoordenschat - Duitstalige gebieden en cultuur (Landeskunde)

betreffen. De leerling kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel hij gewoonlijk niet voldoende begrijpt om het gesprek zelfstandig gaande te houden. Schrijven De leerling kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. Hij kan een zeer eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken. Algemeen: De leerling moet kennis hebben van: - Zinsbouw - Basis grammatica - receptieve strategieën, lees- en luisterstrategieën als het raden van woorden uit de context en het gebruik maken van voorkennis; - productieve strategieën, compensatie- en communicatiestrategieën die hem/haar kunnen helpen de boodschap, ondanks leemten in je kennis, toch te laten overkomen. - Uitgebreidere woordenschat - Duitstalige gebieden en cultuur (Landeskunde)

betreffen. De leerling kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel hij gewoonlijk niet voldoende begrijpt om het gesprek zelfstandig gaande te houden. Schrijven De leerling kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. Hij kan een zeer eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken. Algemeen: De leerling moet kennis hebben van: - Zinsbouw - Basis grammatica - receptieve strategieën, lees- en luisterstrategieën als het raden van woorden uit de context en het gebruik maken van voorkennis; - productieve strategieën, compensatie- en communicatiestrategieën die hem/haar kunnen helpen de boodschap, ondanks leemten in je kennis, toch te laten overkomen. - Uitgebreidere woordenschat - Duitstalige gebieden en cultuur (Landeskunde)

Verschillen / typisch voor een bepaalde opleiding

Praktisch Direct toepasbaar Voornamelijk reproductie Korte teksten en artikelen Laag tempo met veel herhaling

Praktisch Direct toepasbaar Meer reproduceren Gemiddelde lengte teksten en artikelen t.o.v. vmbo-tl Hoger tempo

Praktisch Direct toepasbaar Meer reproduceren Gemiddelde lengte teksten en artikelen t.o.v. havo Hoger tempo Meer eigen studie

 9  

 

Aansluiting onderbouw-bovenbouw Welke kennis en vaardigheden zijn essentieel voor de leerlingen om een goede aansluiting op het programma voor de bovenbouw te waarborgen. Geef aan wat specifiek is voor de drie verschillende opleidingen.

Vmbo TL HAVO VWO

Vaardigheden In het VBMO is een doorlopende leerlijn van 1 naar 4. Het wordt over het algemeen toegewerkt naar de ERK niveaus A2 en soms B1. In het derde leerjaar wordt gestreefd naar tenminste A2 voor de meeste vaardigheden.

In het havo is een doorlopende leerlijn van 1 naar 4. In leerjaar 5 wordt de nadruk gelegd op de vaardigheden, die tijdens de tentamens en het examen aan bod komen. Het wordt over het algemeen toegewerkt naar de ERK niveaus B1/B2. In het derde leerjaar wordt gestreefd naar tenminste A2 voor de meeste vaardigheden. In het havo eind klas 3 zal de leerling ervaring hebben opgedaan met de teksten uit de Cito eindexamenbundel vmbo. In klas 3 zal de nadruk liggen op het gaan toepassen van de vaardigheden om tot eindproducten te komen, zoals in projecten. De basis-grammatica wordt afgesloten in klas 3. Daarna wordt de grammatica verdiept en herhaald om beter in te slijpen. De grammatica wordt functioneel benaderd. In de bovenbouw zal de leerling vanuit een aangeleerde basis moeten gaan toepassen en de nadruk komt te liggen op het afleveren van producten door de 5 vaardigheden, te weten lezen, luisteren, schrijven, spreken en gespreksvaardigheid. Hiaten in de basis belemmeren een leerling in de bovenbouw. Het aanleren van woordenschat blijft een belangrijk aandachtspunt in alle leerjaren.

In het vwo is een doorlopende leerlijn van 1 naar 5. In leerjaar 6 wordt de nadruk gelegd op de vaardigheden, die tijdens de tentamens en het examen aan bod komen. Het wordt toegewerkt naar het ERK niveau B2 (Schrijven B1). In het derde leerjaar wordt gestreefd naar tenminste A2 voor de meeste vaardigheden. In het vwo eind klas 3 zal de leerling ervaring hebben opgedaan met de teksten uit de Cito eindexamenbundel vmbo. In klas 3 zal de nadruk liggen op het gaan toepassen van de vaardigheden om tot eindproducten te komen, zoals in projecten. De basis-grammatica wordt afgesloten in klas 3. Daarna wordt de grammatica verdiept en herhaald om beter in te slijpen. De grammatica wordt functioneel benaderd. In de bovenbouw zal de leerling vanuit een aangeleerde basis moeten gaan toepassen en de nadruk komt te liggen op het afleveren van producten door de 5 vaardigheden, te weten lezen, luisteren, schrijven, spreken en gespreksvaardigheid. Hiaten in de basis belemmeren een leerling in de bovenbouw. Het aanleren van woordenschat blijft een belangrijk aandachtspunt in alle leerjaren.

 10  

 

Verschillen / typisch voor een bepaalde opleiding

Studievaardigheden zijn steeds in ontwikkeling. Een leerling kan taakgericht werken als deze goed en gestructureerd is. De leerlingen gaan weinig creatief met de stof om en oefeningen zijn voornamelijk gericht op reproductie. De leerlingen hebben behoefte aan afwisseling in opdrachten en werkvormen. Leerlingen zijn slechts matig in staat zelfstandig en verantwoordelijk te werken. Wenselijk: Doeltaal = voertaal

Studievaardigheden zijn beter ontwikkeld Een leerling is geïnteresseerd in de leerstof waarvan het praktische nut duidelijk is. Leerlingen gaan creatiever met de stof om en oefeningen zijn meer gericht op eigen productie. De leerlingen gaan aan het werk als de docent daarvoor opdracht geeft. Hij werkt met korte termijnplanning. Leerlingen kunnen onder begeleiding zelfstandig en verantwoordelijk werken. Algemeen: Doeltaal = voertaal

Studievaardigheden zijn goed ontwikkeld. Een leerling is geïnteresseerd in de leerstof en toont betrokkenheid bij het lesgebeuren. Leerlingen kunnen ook zonder begeleiding zelfstandig en verantwoordelijk werken. Algemeen: Doeltaal = voertaal

 11  

 

Leerdoelen per leerjaar: Hier wordt de verticale leerlijn per opleiding duidelijk gemaakt. Er is per opleiding een apart schema. Het geeft aan welke leerdoelen er aan het eind van ieder leerjaar behaald moeten worden, welke hulpmiddelen daarvoor ingezet worden en hoe gemeten wordt of (in welke mate) de doelen behaald zijn. Vak: Duits Opleiding/niveau: VMBO TL leerjaar leerdoelen Methode en/of

overige middelen Toets/evaluatie vorm

Toets/evaluatie frequentie

1

2 A1 Neue Kontakte 4e editie -Film/video -Projecten - ICT middelen leesboekjes en extra artikelen

SO en PW (boek)verslag

min. 1 PW per periode, weging 2 voorafgaand aan een PW min. 2 SO’s, weging 1

3 A1/A2 Neue Kontakte 4e editie -Film/video -Projecten - ICT middelen - VMBO Cito kijk-luistertoets en vmbo leesexamens leesboekjes en extra artikelen.

SO en PW Presentaties boekverslagen

Zie PTA

4 A2/B1 Neue Kontakte 4e editie - Film/video - Projecten - ICT middelen -­‐ Oefenexamens en artikelen

SO en PW Presentaties Boek- en fillmverslagen

Zie PTA

 12  

 

Studiewijzer Duits Leerjaar: 2 Opleiding/niveau: VMBO TL leerstof Methode en/of

overige middelen Toets/evaluatie vorm

Toets/evaluatie weging

Periode 1 Kapitel 1 Kennismaking met het boek en de taal, zich/jemand voorstellen, getallen,werkwoorden, vragen stellen Kapitel 2 Familie, uitnodigen, verdere getallen, lidwoorden, werkwoorden, bezittelijk voornaamwoorden

Neue Kontakte 4e editie

PW 1 2x SO PW 2 2x SO

2 1 2 1

Periode 2 Kapitel 3 Alles wat met school te maken heeft, klok en tijd, de weg vragen en wijzen, werkwoorden, meervoud van een woord, lidwoorden. Kapitel 4 Eten en drinken, in een restaurant bestellen en eten, werkwoorden, onderwerp en lijd. Voorwerp (1e/4e naamval).

Neue Kontakte 4e editie

PW 3 2x SO PW 4 2x SO

2 1 2 1

Periode 3 Kapitel 5 Vrije tijd, winkelen, de weg vragen werkwoorden, 4e naamval, voorzetsels 3e naamval; persoonlijke voornaamwoorden Kapitel 6 Vrije tijd en media, computer en internet, volt. Deelwoord, trappen van vergelijking.

Neue Kontakte 4e editie

PW 5 2x SO PW 6 2x SO

2 1 2 1

 13  

 

Periode 4 Kapitel 7 Media, muziek Voltooid deelwoord Gebruik voorzetsels 3e/4e naamval Rangtelwoord Kapitel 8 Op reis, literatuur Voltooid deelwoord

Neue kontakte 4e editie

PW 7 2xSO (PW.8)

2 1 (2)

Studiewijzer Duits Leerjaar: 3 Opleiding/niveau: vmbo leerstof Methode en/of

overige middelen Toets/evaluatie vorm

Toets/evaluatie weging

Periode 1 Kapitel 1 Praten over de vakantie, een vakantiekaartje sturen, informatie uit radioberichten over sport halen, voltooide tijd van sterke/zwakke werkwoorden, zelfst. naamwoorden en pers. voornaamwoorden Kapitel 2 Sport en spel; vrije tijd verleden tijd van haben/sein, bezittelijk voornaamwoorden, uitgangen van bez. Voornaamwoord Sterke werkwoorden

Neue Kontakte 4e editie Leesboekjes ICT-middelen

PW 1 2x SO PW 2 2x SO

2 1 2 1

Periode 2 Kapitel 3 Oriëntatie op arbeid en beroep, W-vragen stellen en beantwoorden, een formulier met persoonsgegevens invullen, werden, meewerkend voorwerp, woorden/begrippen

Neue Kontakte 4e editie Leesboekjes ICT-middelen Landeskunde: Bezoek kerstmarkt in Oldenburg of een andere Duitse stad

PW 3 2x SO

2 1

 14  

 

Kapitel 4 Informatie van Duitstalige sites halen, reclameposter/-spotje presenteren in het Duits, wissen/mögen/dürfen, vaste voorzetsels 3e naamval, getallen schrijven; Weg wijzen /vragen

PW 4 2x SO

2 1

Periode 3 Kapitel 5 Vakantie en vrije tijd eigenschappen benoemen, zeggen welk beroep je wilt uitoefenen, können/ wollen/müssen, voorzetsels 4e naamval Kapitel 6 Oriëntatie op arbeid en beroep; sterke werkwoorden met a/e vervoegen

Neue Kontakte 4e editie Leesboeken Artikelen ICT-middelen Landeskunde: Voorbereiding stedenreis Hamburg

PW 5 2x SO PW 6 2x SO

2 1 2 1

Periode 4 Kapitel 7 Gezondheid, ziekte en ongevallen; beschrijven/verwoorden van pijnklachten e.d. Werkwoorden van modaliteit Kapitel 8 Wonen in een grote stad; beschrijven van woonomgeving; kleuren Oriëntatie in een stad o.v.t.

Neue Kontakte 4e editie Landeskunde: Voorbereiding stedenreis Hamburg

PW 7 1x SO PW 8

2 1 2

 15  

 

Studiewijzer Duits Leerjaar: 4 / zie PTA Opleiding/niveau: VMBO leerstof Methode en/of

overige middelen Toets/evaluatie vorm

Toets/evaluatie weging

Periode 1 per week: 1 uur examentraining 1 uur Neue Kontakte 1 uur schrijven, luisteren en/of leesdossier

vmbo leesexamens Neue Kontakte Schrijfopdrachten, vmbo cito kijk-luistertoetsen ICT middelen

zie PTA zie PTA

Periode 2 per week: 1 uur examentraining 1 uur Neue Kontakte 1 uur schrijven, luisteren en/of leesdossier

vmbo leesexamens Neue Kontakte Schrijfopdrachten, vmbo cito kijk-luistertoetsen ICT middelen

zie PTA zie PTA

Periode 3 per week: 1 uur examentraining 1 uur Neue Kontakte 1 uur mondeling, luisteren en/of leesdossier

vmbo leesexamens Neue Kontakte vmbo cito kijk-luistertoetsen ICT middelen

zie PTA zie PTA

 16  

 

Leerdoelen per leerjaar: Hier wordt de verticale leerlijn per opleiding duidelijk gemaakt. Er is dus per opleiding een apart schema. Er is aangegeven welke leerdoelen er aan het eind van ieder leerjaar behaald moeten worden, welke hulpmiddelen daarvoor ingezet worden en hoe gemeten wordt of (in welke mate) de doelen behaald zijn. Vak: Duits Opleiding/niveau: HAVO leerjaar Leerdoelen

ERK-niveaus Methode en/of overige middelen

Toets/evaluatie vorm

Toets/evaluatie frequentie

1

2 A1 Neue Kontakte 4e editie -Film -Projecten - ICT middelen leesboekjes en extra artikelen.

SO en PW (boek)verslag

min. 1 á 2 PW’s per periode, weging 2 voorafgaand aan een PW min. 2 á 3 SO’s, weging 1 50

3 A1/A2 Neue Kontakte 4e editie -Film -Projecten - ICT middelen - VMBO Cito kijk-luistertoets en vmbo leesexamens leesboekjes en extra artikelen.

SO en PW Presentaties boekverslagen

min. 2 PW’s per periode, weging 2 voorafgaand aan een PW min. 3 SO, weging 1. min. 2 boekverslagen en 2 presentaties over het hele schooljaar; weging 50

 17  

 

Studiewijzer Duits Leerjaar: 2 Opleiding/niveau: HAVO leerstof Methode en/of

overige middelen Toets/evaluatie vorm

Toets/evaluatie weging

Periode 1 Kapitel 1 Kennismaking met het boek en de taal, zich/jemanden voorstellen, getallen,werkwoorden, Kapitel 2 Familie, verdere getallen, lidwoorden, werkwoorden

Neue Kontakte 4e editie

PW 1 2x SO PW 2 2x SO

2 1 2 1

Periode 2 Kapitel 3 Alles wat met school te maken heeft, klok en tijd, werkwoorden, meervoud van een woord. Kapitel 4 Vrije tijd, hobby’s, sport, werkwoorden, 4e naamval persoonlijk voornaamwoord

Neue Kontakte 4e editie

PW 3 2x SO PW 4 2x SO

2 1 2 1

Periode 3 Kapitel 5 Eten en drinken, in een restaurant bestellen en eten, werkwoorden, onderwerp en lijd. voorwerp. Kapitel 6 Vrije tijd en media, computer en internet, volt. Deelwoord, trappen van vergelijking.

Neue Kontakte 4e editie

PW 5 2x SO PW 6 2x SO

2 1 2 1

 18  

 

Studiewijzer Duits Leerjaar: 3 Opleiding/niveau: HAVO leerstof Methode en/of

overige middelen Toets/evaluatie vorm

Toets/evaluatie weging

Periode 1 Kapitel 1+2 Herhaling belangrijke stof klas 2, reizen, hobby’s, vakantie Herhaling gramm. – 3/4de nv, Landeskunde Berlin, inrichting wonen- op kamers

Neue Kontakte 4e editie

PW 1+2 2x SO Presentatie

2 1 1

Periode 2 Kapitel 3+4 Op reis met letsels, verleden tijd, volt. tijd, weerinformatie, reizen, e-mail, kaart en brief, Persoon- en voorwerpbeschrijving, gesprekken in winkels, dokter enz. herh. 3de en ¾ de, komperativ/superlativ

Neue Kontakte 4e editie

PW 1+2 2x SO

2 1

Periode 3 Kapitel 5+6 Op de weg, pech onderweg, verl. tijd, volt. deelwoord, weg wijzen en vragen/plattegrond, horeca-gesprekken, enz. korte brief, interview, zakgeld, baantje, beroepswensen. Project Landeskunde Leesboek

Neue Kontakte 4e editie Goethe certificaat A2 Project Landeskunde Leesboek

PW 1+2 2x SO Presentatie Boekverslag

2 1 2 1

 19  

 

Leerdoelen per leerjaar: Hier wordt de verticale leerlijn per opleiding duidelijk gemaakt. Er is dus per opleiding een apart schema. Het geeft aan welke leerdoelen er aan het eind van ieder leerjaar behaald moeten worden, welke hulpmiddelen daarvoor ingezet worden en hoe gemeten wordt of (in welke mate) de doelen behaald zijn. Vak: Duits Opleiding/niveau: VWO leerjaar Leerdoelen

ERK-niveaus Methode en/of overige middelen

Toets/evaluatie vorm

Toets/evaluatie frequentie

1

2 A1/A2 Neue Kontakte 4e editie - alle vaardigheden -Film -Projecten - ICT middelen leesboekjes en extra artikelen.

SO en PW (boek)verslag

min. 1 á 2 PW’s per periode, weging 2 voorafgaand aan een PW min. 2 á 3 SO’s, weging 1 (indien overwegend/ uitsluitend grammatica) 50

3 A1/A2 (!) Neue Kontakte 4e editie - alle vaardigheden - Film -Projecten - ICT middelen - VMBO Cito kijk-luistertoets en vmbo leesexamens leesboekjes en extra artikelen.

SO en PW Presentaties boekverslagen

min. 2 PW’s per periode, weging 2 voorafgaand aan een PW min. 3 SO, weging 1. min. 2 boekverslagen en 2 presentaties over het hele schooljaar; weging 50

4 A2/B1 Neue Kontakte 4e editie - alle vaardigheden - Film - Projecten - ICT middelen - Havo 4 cito kijk-luistertoets en vmbo/havo leesexamens -­‐ 2 leesboeken

SO en PW Presentaties boekverslagen

min. 2 PW per periode, weging 2 voorafgaand aan een PW min. 3 SO, weging 1. 2 x PW leesvaardigheid en 2x PW kijk- en luistervaardigheid in het hele schooljaar, weging 2. Min. 2 boekverslag en 2 presentaties over het hele schooljaar, weging 50

 20  

 

Studiewijzer Duits Leerjaar: 2 Opleiding/niveau: VWO leerstof Methode en/of

overige middelen Toets/evaluatie vorm

Toets/evaluatie weging

Periode 1 Kapitel 1 Kennismaking met het boek en de taal, zich/iemand voorstellen, getallen, werkwoorden Kapitel 2 Familie, verdere getallen, lidwoorden, werkwoorden

Neue Kontakte 4e editie

PW 1 2-3x SO PW 2 2x SO

2 1 2 1

Periode 2 Kapitel 3 Alles wat met school te maken heeft, klok en tijd, werkwoorden, meervoud van een woord. Kapitel 4 Vrije tijd, hobby’s, sport, werkwoorden, 4e naamval persoonlijk

Neue Kontakte 4e editie

PW 3 2x SO PW 4 2x SO

2 1 2 1

Periode 3 Kapitel 5 Eten en drinken, in een restaurant bestellen en eten, werkwoorden, onderwerp en lijd. voorwerp. Kapitel 6 Vrije tijd en media, computer en internet, volt. Deelwoord, trappen van vergelijking.

Neue Kontakte 4e editie

PW 5 2x SO PW 6 2x SO

2 1 2 1

 21  

 

Studiewijzer Duits Leerjaar: 3 Opleiding/niveau: havo leerstof Methode en/of

overige middelen Toets/evaluatie vorm

Toets/evaluatie weging

Periode 1 Kapitel 1+2 Herhaling belangrijke stof klas 2, reizen, vakantie, eten en drinken, Herhaling gramm. Verleden tijd 3e /4e nv, Landeskunde o.a. Oktoberfest Fragment uit boek “Fette Ferien” lezen Leesboek Project: briefkart schrijven

Neue Kontakte 4e editie - youtube filmjes - muziek Project: (brief)kaart/e-mail schrijven

PW 1+2 2x SO Presentatie

2 1 1

Periode 2 Kapitel 3+4 (droom)beroepen; vrije tijd; verleden tijd, volt. tijd, pers. voornaamwoord, modalverben in verleden tijd, derde naamval Filmfestival “Berlinale” VMBO leesexamen Leesboek Projecten: - Sollicitatiegesprek - filmposter

Neue Kontakte 4e editie Landeskunde: Bezoek kerstmarkt Oldenburg of een andere Duitse stad vmbo leesexamen Leesboek Projecten: - Sollicitatiegesprek - filmposter

PW 1+2 4x SO PW Boekverslag

2 1 2 1

Periode 3 Kapitel 5+6 Stad, land, rivieren; Zwitserland, Media; vooroordelen verl. tijd, 4e naamval. Sterke werkwoorden met ‘a’, keuzevoorzetsels Leesboek

Neue Kontakte 4e editie Goethe certificaat A2 Leesboek

PW 1+2 4x SO Boekverslag

2 1 1