Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen...

20
Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw HIC & regulier Schooljaar 2018/2019

Transcript of Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen...

Page 1: Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te

Vakkenboekje keuzevakken

HAVO bovenbouw HIC & regulier

Schooljaar 2018/2019

Page 2: Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te

1

Inhoudsopgave Inleiding ......................................................................................................... 2 Aardrijkskunde .................................................................................................. 3 Art & Design (A&D) ............................................................................................. 5 Bedrijfseconomie ............................................................................................... 6 Bewegen, Sport & Maatschappij (BSM) ...................................................................... 8 Biologie .......................................................................................................... 9 Duits ............................................................................................................. 10 Economie ....................................................................................................... 11 Frans ............................................................................................................ 12 Geschiedenis ................................................................................................... 13 Music & Sound Design (MSD), inclusief kunst algemeen (KUA) .......................................... 14 Natuurkunde ................................................................................................... 16 Scheikunde ..................................................................................................... 17 Spaans (HIC) .................................................................................................... 18 Wiskunde ....................................................................................................... 19

Page 3: Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te

2

Inleiding Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te schetsen van alle keuzevakken in de bovenbouw in de vorm van een vakkenboekje. In dit boekje geven alle keuzevakken uit de bovenbouw havo toelichting op hun vak in de bovenbouw. Als je wilt weten welke inhoud er behandeld wordt of waar de nadruk op ligt in de bovenbouw, dan kun je dat allemaal vinden in de beschrijving van het vak in dit boekje. De vakken staan op alfabetische volgorde. De teksten zijn opgesteld door de vaksecties zelf en er is hen gevraagd een zo betrouwbaar mogelijk beeld te schetsen van de vakken in de bovenbouw. De redactie stelt zichzelf echter niet aansprakelijk voor onvolledige of onjuiste informatie. Voor specifieke vragen: neem contact op met de vakdocenten of met de decaan.

Page 4: Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te

3

Hoe ziet aardrijkskunde er in de bovenbouw van het havo uit? Er zijn geen opleidingen of beroepen waarvoor je verplicht aardrijkskunde moet hebben gehad*. Daarmee is aardrijkskunde voor velen van jullie ‘nice to know’ in plaats van ‘need to know’.

‘Nice to know’ in plaats van ‘need to know’

Aardrijkskunde is echt een vak voor jou als je een brede interesse in de wereld om je heen hebt. Het vak komt niet alleen van pas in het dagelijks leven, maar zorgt er ook voor dat je de wereld om je heen beter begrijpt en daardoor ook inziet dat je veel opleidingen en beroepen in kunt zetten voor deze wereld.

In de bovenbouw aardrijkskunde komen uiteenlopende onderwerpen aan bod.

Deze onderwerpen worden verspreid aangeboden over twee leerjaren. Stof die in havo 4 wordt behandeld en tevens eindexamenstof is, zal in havo 5 worden herhaald.

Wereld • Grensgebied tussen Mexico en de VS • Globalisering

Aarde • Natuur en landschap • Endogene en exogene krachten

Brazilië • Brazilië als ontwikkelingsland • Actuele vraagstukken, zoals ontbossing, armoede, economie.

Leefomgeving • Overstromingen en wateroverlast • Steden en stedelijke gebieden

Vaardigheden • Atlas, bronnen • onderzoek doen, artikel schrijven

Aardrijkskunde

*Voor de pabo heb je wel aardrijkskunde nodig. Als je geen aardrijkskunde gehad hebt, dan moet je een toelatingstoets aardrijkskunde maken. Als je die niet haalt, dan mag je niet starten met de opleiding. Hetzelfde geldt voor geschiedenis en “natuur” (natuurkunde óf biologie). Voor meer informatie, zie www.goedvoorbereidnaardepabo.nl

Page 5: Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te

4

Aardrijkskunde een talig vak

Aardrijkskunde is en blijft een talig vak. Centraal staat het opbouwen van een begrippenapparaat en ontwikkelen van geografische vaardigheden. Bij deze vaardigheden kun je denken aan:

geografische informatie selecteren, verwerken en weergeven (bijv. relevante kaarten selecteren m.b.v. de atlas en het leggen van verbanden tussen elementen op één of meerdere kaarten en het verklaren daarvan)

geografische vragen herkennen en formuleren (bijv. beschrijvende, verklarende, voorspellende en waarderende vragen)

geografische werkwijzen toepassen bij het formuleren en beantwoorden van geografische vragen (bijv. verschijnselen beschrijven vanuit verschillende dimensies, zoals natuur, economie, politiek en cultuur)

In de bovenbouw staat het paraat hebben van kennis centraal. Zonder die kennis kun je geen verbanden leggen tussen verschillende verschijnselen, kun je geen voorspellingen doen of gevolgen uitwerken. De stof wordt aangeboden en verwerkt met behulp van een boek, digitaal materiaal zoals foto’s, filmpjes, interactieve kaarten, de Grote Bosatlas en praktische opdrachten.

Jouw kennis, het kunnen toepassen ervan en laten zien dat je inzicht hebt in de verschillende processen worden getoetst door middel van schriftelijke toetsen en met behulp van het maken van opdrachten. Deze opdrachten gaan vaak in op een actueel vraagstuk, waarbij zowel de stof als vaardigheden centraal kunnen staan.

Page 6: Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te

5

Wat leer je met het vak Art & Design?

Je leert conceptueel denken. Oftewel je leert oplossingen te bedenken voor een “probleem”. Dit doe je aan de hand van opdrachten vanuit verschillende disciplines:

Art Graphic Design Industrial Design Architecture

We proberen zoveel mogelijk de regio te betrekken bij de opdrachten. Dit wil zeggen dat je soms bij een bedrijf of opleiding op bezoek gaat waar je de opdracht van krijgt. Denk aan een architect, een designbureau, een bedrijf als Philips. Maar ook samenwerken met Avans, Fontys, TU Bouwkunde, TU Industrial Design etc. Het is fijn om eens een kijkje te nemen bij opleidingen en bedrijven, hierdoor krijg je een beter beeld van wat je later zou kunnen met een creatief vak als Art & Design. Er zijn talloze opleidingen die je zou kunnen kiezen. Hieronder een paar voorbeelden:

• Industrial design • Interaction design • Web design • Creatieve therapie

• International Lifestyle studies • Communication & Multimedia

Design • Design Academy • Kunstacademie

• Werktuigbouwkunde • Planologie • Fashion Design • ICT en lifestyle

Binnen het vak leer je op verschillende manieren brainstormen om tot een idee te komen, je leert moodboards maken, je leert presenteren/pitchen en je leert werken met verschillende computerprogramma’s om je ideeën te kunnen visualiseren. Denk aan Illustrator, Photoshop, Sketch-up, Wordpress. We maken gebruik van de nieuwste technieken zoals lasersnijden en 3D printen. Wat ook heel belangrijk is dat je leert feedback te verwerken. Hierdoor kan je laten zien dat je verder kan komen dan je eerste idee en dat je open staat voor input van anderen. Je werkt bij verschillende opdrachten afwisselend individueel of in groepsverband.

Naast alle nieuwe technieken en computerprogramma’s is er ook ruimte voor het maken van prototypen, maquettes e.d. met de hand. Dus met materialen zoals karton, klei, foam en dergelijke. Dus mocht je juist minder interesse hebben in de computer en ligt je kracht in tekenen en handvaardigheid, dan heb je in een heel aantal opdrachten ook de keuze om het te doen zoals je zelf wilt. En uiteraard bij de discipline “Art” kunnen ook allerlei schildertechnieken aan bod komen.

Even een paar opdrachten als voorbeeld per discipline:

Discipline Opdracht Materiaal/techniek Art Een kunstwerk maken voor een bedrijf/

instelling Een schilderij, beeldhouwwerk, installatie, fotografie, animatie

Graphic Design

Ontwerp een logo, website, poster, app, etc.

Illustrator, photoshop, Wix

Industrial Design

Ontwerp een product voor een bepaalde doelgroep

Prototype, Lasersnijden, Klei, hout, karton etc

Architecture Ontwerp een ontspanningsruimte/verbouwing/ woning

Sketch-up, Maquette

Als laatste maar niet geheel onbelangrijk: Je doet in de derde periode van je examenjaar een schoolexamen d.m.v. een praktijkopdracht. Hierdoor is dit vak eerder afgesloten dan je andere vakken.

Art & Design

Page 7: Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te

6

Bedrijfseconomie, Ondernemerschap en Financiële Zelfredzaamheid (in het kort: “Bedrijfseconomie”) is een algemeen vormend vak dat vanaf het schooljaar 2018/2019 kan worden gekozen in verschillende profielen van de bovenbouw van Havo en VWO. Het is een herziening van het vak Management & Organisatie.

Vakomschrijving Het nieuwe vak Bedrijfseconomie is een algemeen vormend vak, waarbij het perspectief van jou als leerling voorop staat: als toekomstige werknemer of zzp’er, maar ook als aspirant-ondernemer of als privépersoon die staat voor belangrijke financiële beslissingen in jouw verdere loopbaan.

De privépersoon Als privépersoon sta je vaak voor keuzes met financiële gevolgen. Zal ik verder gaan studeren of gaan werken? Huur of koop ik een huis? Als ik ga samenwonen, hoe regel ik dat dan? Bij Bedrijfseconomie leer je de financiële consequenties van die keuzes te overzien. Ze noemen dat financieel zelfbewustzijn. En dit kan je ook weer helpen bij het functioneren in organisaties waar je later als klant, werknemer of ondernemer mee te maken hebt.

De onderneming Bedrijfseconomie kijkt naar ondernemingen die goederen en/of diensten leveren. Hoe functioneren ondernemingen en welke keuzes moeten worden gemaakt? Met de volgende vragen houdt Bedrijfseconomie zich bezig:

• Hoe zet je een bedrijf op en hoe maak je het groter? Ondernemingen zullen willen investeren maar deze investering moet gefinancierd worden: Hoe doe je dat? Ga je naar de bank of organiseer je dat op een andere manier? En is dit voor een startende onderneming anders dan voor een groter bestaand bedrijf?

• Hoe organiseer je de organisatie van binnenuit? Hoe geef je leiding en hoe ga je om met personeelsbeleid?

• Wie zijn je potentiële klanten en hoe trek je klanten aan? Wat hebben je klanten nodig en hoe weten ze jouw onderneming te vinden? Hoe organiseer je alle marketingactiviteiten daaromheen?

• Is de onderneming financieel gezond: wordt er winst gemaakt? Hoe houd je alle kosten en opbrengsten bij? En als het niet gaat zoals gepland, hoe kan een organisatie dit dan bijsturen?

• Hoe organiseert een onderneming de financiële verslaglegging, zodat ook de buitenwereld kan zien hoe het met de onderneming gaat? Hoeveel winst maakt de onderneming, en hoeveel vermogen heeft ze? Je moet immers verantwoording afleggen aan bijvoorbeeld de overheid en je aandeelhouders.

Kortom: bedrijfseconomie is een vak dat je leert hoe je de economie in praktijk brengt. Waarbij je leert over ondernemen, werken binnen een onderneming en het organiseren van je eigen financiële huishouden. Er is ook nog ruimte voor een keuze-onderwerp. Het vak Bedrijfseconomie is uiterst geschikt voor een economische vervolgopleiding, maar ook als je straks ondernemend wilt zijn.

Moeilijkheidsgraad Om het vak Bedrijfseconomie goed te kunnen volgen moet je regelmatig aan de slag met cijferwerk en de rekenmachine. Je moet nauwkeurig kunnen werken omdat je opdrachten krijgt waarbij alle cijfers moeten kloppen, bijvoorbeeld bij het maken of controleren van een begroting, balans en winst-en-verliesrekening of renteberekeningen.

Maar je moet ook goed informatie en feiten kunnen combineren om vervolgens conclusies te kunnen trekken. Soms moet je begrippen uit je

Bedrijfseconomie

Page 8: Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te

7

hoofd leren bijvoorbeeld als je onderwerpen krijgt die met wetten en regelgeving te maken hebben. Daarnaast is er ruimte voor eigen initiatief en creativiteit, zoals bij het onderdeel ondernemerschap en het keuze-onderwerp.

Praktijkopdracht Leerlingen die het vak Bedrijfseconomie hebben kunnen in plaats van het profielwerkstuk meedoen aan de Jonge ondernemer. In havo 4 of vwo 5 ga je dan met een aantal leerlingen daadwerkelijk een bedrijf opzetten en proberen winst te maken voor een eigen gekozen goed doel.

Centraal Schriftelijk Eindexamen Het examen wordt afgesloten met een landelijke schriftelijke toets.

Page 9: Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te

8

Insteek van het vak:

Het vak BSM is een verdieping en verbreding op het vak Lichamelijk Opvoeding. Verdieping houdt in dat je dieper ingaat op verschillende onderwerpen die te maken hebben met de wereld van sport, bewegen en onze maatschappij. Bij verbreding kun je denken aan meerdere of andere onderwerpen die aan bod komen dan bij Lichamelijke Opvoeding.

Theorie en praktijk:

Het vak BSM bestaat uit theorielessen en praktijklessen. Waar mogelijk wordt de theorie met de praktijk gekoppeld. In onderstaande tabel kun je zien wat de verhouding is in iedere periode.

Havo Leerjaar 4 Theorie Praktijk Havo Leerjaar 5 Theorie Praktijk Periode 1 1 2 Periode 1 1 2 Periode 2 1 2 Periode 2 1 2 Periode 3 1 4 Periode 3 0 2 Periode 4 3 0 Periode 4 0 0

Onderwerpen en thema’s. Wat ga je leren bij BSM?

Bij BSM ga je je bezig houden met trainingsleer, fysiologie, anatomie, EHBO, voeding, organiseren van beweegactiviteiten, lesgeven, wandklimmen, golf, atletiek, presenteren en nog veel meer. BSM is een mooie opstap voor studies die met gezondheid te maken hebben. Als je een sportopleiding wil volgen is BSM natuurlijk een echte pré. Maar ook voor andere studies is BSM een erg nuttig vak. Je leert veel over jezelf en je werkt aan 21st century skills waar je de rest van je leven profijt van zult hebben.

Mythes vs feiten, wat is waar??

Er wordt ten onrechte gedacht dat je super goed moet kunnen sporten om BSM te kunnen. Dat is onjuist. BSM is voor iedereen. We verwachten wél dat je gemotiveerd bent om te bewegen en dat je jezelf graag op dat vlak wil verbeteren. Het is ook niet zo dat BSM hetzelfde is als L.O. of H.P.E. en dat je niet hoeft te leren of geen huiswerk hebt. Bij de theorielessen hoort ook het maken van huiswerk en het leren voor toetsen. De toetsen worden in verschillende vormen afgenomen. Zo zijn er echte leertoetsen, werkstukken, schrijfopdrachten en praktijktoetsen. Over het algemeen is een goede inzet voldoende voor een prima cijfer. Het is niet zo dat je cijfers krijgt voor sportonderdelen, waarmee je je theorie kunt compenseren. Het is óók niet zo dat je als BSM leerling heel veel activiteiten buiten schooltijd hebt. Uiteraard zijn er een aantal activiteiten buiten schooltijd, vanwege de verbreding van het vak. Mocht je van sport houden, zijn het zeker activiteiten die hartstikke leuk zijn om te doen. Tips:

- Als je langdurig geblesseerd bent, is het verstandig om je af te vragen of BSM bij je past. Uiteraard kun je de theorie volgen, maar tijdens de praktijkonderdelen kun je niet mee doen en zal je vervangende opdrachten moeten maken om aan je cijfers te komen.

- Bespreek met je docent L.O. of hij/zij denkt dat BSM een interessant vak voor jou is. - Bij alle BSM lessen wordt een bepaalde mate van zelfstandigheid van je verwacht, waarbij je

graag initiatief neemt tijdens de lessen. Bedenk goed of dit bij jou persoonlijkheid aansluit!

BSM is een hartstikke leuk vak, waar je veel gaat leren over jezelf, de wereld van sport en de plaats daarvan in de maatschappij. Met plezier leren en bewegen staat voorop!

Bewegen Sport en Maatschappij (BSM)

Page 10: Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te

9

Biologie is een vak waarvoor elke leerling een voldoende moet kunnen halen, wanneer deze een serieuze en goede werkhouding heeft.

Naast klassikale uitleg wordt er veel zelfstandig gewerkt (vanuit het boek en digitaal), waardoor elke leerling in zijn eigen tempo een hoofdstuk kan doorwerken. Daar waar nodig wordt er nog extra individuele uitleg gegeven. De meeste leerlingen kunnen wanneer ze de tijd in de les goed benutten, alle stof op school verwerken. De tijd die thuis besteed moet worden aan het vak is vooral het voorbereiden van toetsen en het schrijven van verslagen. Elk thema wordt afgesloten met een proefwerk en aan het eind van het schooljaar wordt de complete jaarstof getoetst. Voor het examen geldt dat zowel de stof uit havo 4 als havo 5 gekend moet worden.

Biologie is een vak waar naast theorie ook veel practica gegeven worden. Hierdoor wordt de theorie nog beter te begrijpen.

Voorbeelden van practicumonderdelen zijn:

- uitvoeren van een klein onderzoekje en het schrijven van een verslag volgens de natuurwetenschappelijke methode (bij osmose, ecologie en voeding)

- werken met de microscoop - DNA onderzoek begeleid door studenten Verder wordt er in klas 5 een excursie georganiseerd naar het grootste natuurhistorische museum in Nederland nl. Naturalis in Leiden.

In de bovenbouw komen dezelfde onderwerpen aan bod als in de onderbouw, alleen wordt er nu dieper op in gegaan.

Onderdelen die in havo 4 worden behandeld, zijn: cellen, voortplanting, evolutie, genetica, ecologie & milieu, waarneming & gedrag en regeling.

In havo 5 wordt ingegaan op de volgende onderwerpen: stofwisseling, DNA, , voeding, gaswisseling, transport en bescherming.

De sectie biologie wil met haar onderwijs bereiken dat leerlingen gaan inzien dat om het voortbestaan van al het leven op aarde te waarborgen, het belangrijk is dat er op een verantwoorde manier met de wereld wordt omgegaan. Daarbij dienen we respectvol te handelen naar alle soorten organismen inclusief de mens zelf. Om een dergelijke samenleving te bereiken is het van belang dat leerlingen kennis van het leven bijgebracht wordt. In het vak biologie staat de samenhang tussen al het leven en het milieu op aarde centraal. Verder willen we leerlingen voorbereiden op leven en werken in een duurzame samenleving, leerlingen laten zien dat al het leven verwant is aan elkaar en ontstaan is uit één gemeenschappelijk begin en leerlingen leren dat de verschillende onderdelen van het leven alle met elkaar samenhangen. Tenslotte is een belangrijk doel om leerlingen bewust te maken van een gezonde levensstijl.

Waarvoor heb je biologie nodig?

Voor studies die te maken hebben met o.a. gezondheidszorg, voeding en natuur(beheer), zoals fysiotherapie, verpleegkunde, applied science en toegepaste biologie.

Biologie

Page 11: Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te

10

In de bovenbouw kun je kiezen voor het vak Duits. Een taal waarvan je nog veel plezier zult hebben. Er is namelijk een hele grote kans dat je in je (nabije) toekomst met deze taal te maken krijgt. Duits is de meest gesproken moedertaal binnen de EU en daarnaast in veel landen een populaire tweede taal. Of het nu gaat om handel en economie (Duitsland is immers onze grootste handelspartner), toerisme, innovatie, techniek, wetenschap of de culturele sector, met Duits kun je overal terecht en vergroot je dus je arbeidsmarkt!

De bovenbouw sluit goed aan op de onderbouw. De basis is gelegd en we gaan verder met het uitbreiden van woordenschat, grammatica en Landeskunde (kennis van land & volk). Vervolgens gaan we deze kennis toepassen bij de vaardigheden lezen, luisteren, schrijven en spreken om zo stapje voor stapje op een hoger niveau te komen.

We gebruiken hierbij net als in de onderbouw de lesmethode TrabiTour, aangevuld met extra (authentiek) materiaal om met de verschillende vaardigheden te oefenen. Binnen het HIC wordt hierbij vanzelfsprekend ook de link gelegd met de HIC-pijlers en -werkvormen.

In de bovenbouw is ook aandacht voor literatuur. Minimaal 1 keer per jaar wordt dit verwerkt in een creatieve verwerkingsopdracht of toets.

In de bovenbouw is naast de “hoofdstuktoetsen” van TrabiTour (woordenschat, grammatica, Plauderecke, Schreibecke) steeds meer aandacht voor kleine en grote vaardighedentoetsen.

Er is veel aandacht voor leesvaardigheid omdat dit uiteindelijk tijdens het Centrale Eindexamen wordt getoetst. Dit wil overigens niet zeggen dat alleen een voldoende voor lezen genoeg is om uiteindelijk je examen te halen. In de schoolexamens worden de andere onderdelen uitgebreid getoetst. Het spreken, schrijven en luisteren wordt daarom ook regelmatig geoefend.

Daarnaast is er nog steeds aandacht voor het uitbreiden van de (examen)woordenschat. Met het vergroten van je woordenschat, kennis van grammaticale structuren en kennis van land &volk zorg je voor een steeds bredere basis en verhoog je het vaardighedenniveau. Op Havo behalen we bij schrijven het A2/B1-niveau, bij spreken en luisteren minimaal het B1/B2-niveau en het examen leesvaardigheid bestaat uit teksten op B1- en op B2-niveau.

Wij bieden leerlingen overigens ook de mogelijkheid om een internationaal erkend ERK-diploma aan het “Goethe Institut” te behalen.

In Havo5 staat er dagexcursie naar Duitsland op het programma waar we het geleerde kunnen toepassen in de praktijk en we nieuwe dingen leren over Duitsland.

Tot slot nog een tip voor de Havoleerling die later de overstap naar het Vwo wil maken: Houd bij de profielkeuze op Havo in het achterhoofd dat op het Vwo een tweede vreemde taal verplicht is.

Als je meer wilt weten over het vak of als je specifieke vragen hebt, stel ze dan aan de vakdocenten!

Vielleicht sehen wir uns nächstes Jahr! Bis dann!

Duits

Page 12: Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te

11

Economie Bij het vak economie verplaats je je in de rol die de verschillende hoofdrolspelers in de economie spelen. Je moet allerlei mogelijke beslissingen onderzoeken. Je leert aan de hand van informatie economische zaken te benaderen vanuit de consumenten, producenten, banken, overheid en het buitenland.

Bedrijfseconomie Zie beschrijving van dit vak op pagina 6 en 7.

Economie vs. bedrijfseconomie Economie (mavo, havo, vwo) en bedrijfseconomie (havo, vwo) zijn beide economische vakken. Het belangrijk verschil tussen het vak economie en bedrijfseconomie zit in het niveau waarop de vakken naar de werkelijkheid kijken. De economische werkelijkheid kun je verdelen in vijf hoofdspelers: - consumenten; - overheid; - banken; - bedrijven; - buitenland Het vak economie kijkt voornamelijk op macroniveau, dat wil zeggen naar de samenhang tussen de verschillende economische hoofdspelers. Bij het vak bedrijfseconomie wordt voornamelijk ingezoomd op de hoofdspeler bedrijven. Op microniveau wordt gekeken naar wat er moet worden gedaan om een organisatie draaiende te houden. Bedrijfseconomie is een specifieker vak dan economie.

Economie

Page 13: Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te

12

Wanneer heb je met Frans te maken? Frans spreken begint al direct over de grens in België. Je hebt er bijvoorbeeld mee te maken in de toeristische sector: Frankrijk is nog steeds vakantieland nummer 1 voor de Nederlanders. Ook op economisch gebied is het Frans van belang: Frankrijk is namelijk onze 2e belangrijkste handelspartner. Veel Franse bedrijven hebben dan ook een filiaal in Nederland of andersom. Denk bijvoorbeeld aan KLM-Air France. Verder hebben veel opkomende Afrikaanse economiën Frans als 2e taal. Ook bij internationale organisaties kom je Frans tegen: het is de communicatietaal bij het Rode Kruis, de Olympische Spelen, bij Artsen zonder grenzen en bij het postwezen. Bovendien is het, naast Engels, de voertaal van de Europese Unie. Je kunt in de toekomst dus zeker met de Franse taal te maken krijgen. Sommige vervolgopleidingen, zoals de Hogere Hotelschool in Maastricht geven dan ook aan dat je veel voordeel hebt bij het studeren als je de Franse taal beheerst.

Wat leer je als je Frans kiest in de bovenbouw? Het belangrijkste doel is dat je jezelf in het dagelijks leven goed leert redden in Franssprekende landen. Je kunt je straks goed uitdrukken in het dagelijks leven, bijvoorbeeld als je uitgaat, boodschappen gaat doen, een bezoek brengt aan een festival of aan een dokter…kortom, veel situaties waarmee je in je dagelijkse leven te maken kunt krijgen. De Hic-pijlers techniek, ondernemerschap, design en met name internationale gewaarwording komen aan bod bij de diverse vaardigheden en tijdens verwerkingsopdrachten.

Hoe leer je dat dan? We maken hierbij gebruik van alle vaardigheden: spreek-, luister-, schrijf- en leesvaardigheid. Met spreekvaardigheid spelen we dagelijkse situaties na in de klas, bijv: je zit op een terrasje in Parijs maar hoe bestel je nu precies iets te drinken en te eten? Met luistervaardigheid oefenen we dagelijkse situaties waarmee je nog beter leert wennen aan klanken en zinnen en op het gebied van schrijfvaardigheid ben je straks in staat om een goedlopende email te schrijven. Leesvaardigheid is een belangrijk onderdeel bij de moderne vreemde talen; we oefenen dit uitgebreid in de klas met behulp van actuele teksten in jongerenbladen, kranten en literatuur. We ondersteunen al deze vaardigheden met grammatica; je hebt echter de belangrijkste basis in de onderbouw al gehad. In de bovenbouw wordt veel herhaald en / of verdiept.

Methode De onderbouwmethode sluit goed aan bij de bovenbouw. We gaan werken met de nieuwste versie van Grandes Lignes. In deze werkboeken kun je gewoon schrijven.

Toetsen We maken gebruik van kleinere toetsen bij alle vaardigheden. We besteden veel aandacht aan woordenschat zoals examenidioom omdat je dat goed kan helpen bij het maken van je eindexamen. Voor meer informatie raden we je aan om het PTA te bekijken.

Eindexamen Je sluit de vaardigheden spreken, luisteren en schrijven af op A2-B1 niveau en het lezen op B1 niveau met een enkele tekst op B2. Voor het schriftelijk eindexamen oefenen we met oude examens en leren we je veel strategieën.

Activiteiten In schooljaar 2017-2018 gaan we een dag naar Lille waar ieder jaar een taaldorp wordt georganiseerd voor leerlingen van Europese scholen. Hier ga je met je klasgenoten dagelijkse situaties naspelen met Franse acteurs. Hiervoor krijg je een heus certificaat.

Heb je nog vragen? Spreek gerust een docent Frans aan, we kunnen je informeren door uitleg te geven maar ook om je alvast de boeken te laten zien die gebruikt worden in de bovenbouw. Zo weet je waar je aan begint.

Frans

Au revoir! Sectie Frans Heerbeeck College

Page 14: Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te

13

Geschiedenis in de bovenbouw van Havo en HIC Havo

Beste leerlingen, in de onderbouw van het Havo zijn de 10 tijdvakken behandeld. Deze tijdvakken vormen ook de basis voor het geschiedenisonderwijs in de bovenbouw. In leerjaar 4 starten we dus met tijdvak 1: de tijd van Jagers en boeren.

In dat leerjaar zitten ook de tijdvakken 2 t/m 6, te weten: de tijd van Grieken en Romeinen, monniken en ridders, steden en staten, ontdekkers en hervormers en de tijd van regenten en vorsten.. Bovendien behandelen we in leerjaar 4 de tijdvakken 6 t/m 10. De tijd van pruiken en revoluties, burgers en stoommachines, de tijd van wereldoorlogen en als laatste de tijd van televisie en computer. Het gaat hierbij dus om de vroegmoderne tijd en de moderne tijd. Dit lijkt een vol programma maar je hebt 3 lesuren per week geschiedenis.

Je gaat ook werken aan allerlei opdrachten zoals het lezen van een historische roman, het beoordelen van een historische film en portfolio-opdrachten. Je hebt hierbij een grote keuzevrijheid, wel in overleg met de docent natuurlijk.

Laatstgenoemde onderdelen komen ook terug in leerjaar 5.

In leerjaar 5 komen de 3 Historische Contexten aan bod. Deze 3 onderwerpen bepalen 60 procent van het Centraal Schriftelijk Examen.

Het betreft:

1. De Republiek der zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 2. Duitsland 1871-1945 3. Koude Oorlog 1945-1991

Voorwaar een boeiend programma.

Uiteraard blijft er aandacht voor de 10 tijdvakken.

Tijdens de lessen zal je docent allerlei verhalen vertellen over de geschiedenis, maar je gaat ook zelfstandig met opdrachten aan de slag.

Geschiedenis

Page 15: Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te

14

MSD en KuA:

Bij het vak MSD (‘Music and Sound Design’) hoort het vaak KuA (‘Kunst Algemeen’). Als je MSD kiest, kies je automatisch ook voor KuA. Je volgt 2 uur in de week MSD (muziek) en 1 uur KuA.

50% van het vak (Schoolexamen): musiceren & muziekkennis (MSD)

50% van het vak (Centraal examen): kunstkennis (KuA)

MSD (‘Music and Sound Design’)

MSD heeft 3 pijlers: Music - Sound Design – Omgeving

Music: Je leert zo snel mogelijk op verschillende instrumenten spelen. In de les wordt gedifferentieerd, zodat je je niet hoeft te vervelen in de les en uitgedaagd wordt. In ieder jaar in de bovenbouw doe je mee met het eindexamenconcert in De Enck in Oirschot.

Sound Design: Je leert wat Sound Design is, waar het wordt toegepast en gaat hier ook zelf mee aan de slag. Je leert opnametechnieken, je leert werken met bijvoorbeeld Audacity. Je leert creatief denken.

Omgeving: Je leert welke beroepen/opleidingen gebruik maken van Muziek en/of Sound Design. Je gaat een muziekles geven op een basisschool. Je leert hiervoor een begeleidingstrack maken voor een kinderlied en je leert de beginselen van vakdidactiek (hoe je les moet geven). Je gaat een bezoek brengen aan een concert en/of het conservatorium en/of concertzaal.

KuA (‘Kunst Algemeen’) Kunst Algemeen behandelt de algemene theorie (cultuurgeschiedenis) van beeldende kunst en vormgeving, muziek, dans en theater. Aan de hand van zes invalshoeken worden zes onderwerpen bestudeerd.

Werkvormen in de bovenbouw In de bovenbouw zullen we werken zoals we in de onderbouw al veel werken, namelijk vaak zelfstandig in groepjes. Uiteraard wordt er gedifferentieerd op (speel)niveau.

Manier van toetsen in de bovenbouw Bij KuA maak je toetsen/schoolexamens en het vak sluit je af met een centraal examen. Bij Music and Sound Design krijg je cijfers voor de muziektheorietoetsen en voor de speelstukken en andere praktische opdrachten.

Music and Sound Design (MSD)

Page 16: Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te

15

Mythen versus feiten over het vak in de bovenbouw

- Je hoeft geen instrument te kunnen bespelen. Dit ga je namelijk leren.

- Tijdens MSD worden de leerlingen havo en vwo gemengd. Havo en vwo volgen op hun eigen niveau KuA.

- KuA is een vak waar je voor kunt leren. Je krijgt je diploma niet cadeau, dus voor KuA zul je wel doorzettingsvermogen moeten tonen.

Onderbouw - bovenbouw

Verschillen:

- In de bovenbouw heb je het vak KuA erbij.

- In de bovenbouw zijn de leerlingen (nog) fanatieker en enthousiaster, omdat je les hebt met leerlingen die het vak gekozen hebben. Je kunt op muzikaal gebied veel leren van je medeleerlingen.

- In de bovenbouw moeten de leerlingen in het begin even wennen. Het duurt een paar weken/lessen voordat leerlingen met ideeën durven te komen, goed kunnen samenwerken, meteen aan de slag gaan en zichzelf durven te laten zien/horen. Dit is niet erg, de docenten helpen de leerlingen hierbij.

Overeenkomsten:

- We spelen vaak in bandjes.

- Je leert verschillende instrumenten bespelen.

- We maken gebruik van multimedia.

- Muziek draagt bij aan je sociaal - emotionele ontwikkeling, creatieve ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling.

Page 17: Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te

16

Bij het vak natuurkunde ben je bezig de wereld om je heen te vangen in formules en wetten. Dat kunnen kleine dingen zijn zoals elektronen, maar ook mensen , auto’s of planeten. Je bent dus veel bezig met waarnemen, meten, formules en logisch redeneren. Natuurkunde past als een experimenteel vak goed binnen de NG en NT profielen.

Onderwerpen die aan de orde komen zijn:

• Medische beeldvorming (denk aan MRI-scan, CT-scan, röntgenfotografie etc.); • Mobiele communicatie (GSM); • Beweging, krachten en energie; • Eigenschappen van materialen; • Zonnestelsel en heelal; • Weer en klimaat (keuzemodule); • Technische automatisering (o.a. werking van sensoren, keuzemodule); • Trillingen en golven (o.a. muziekinstrumenten); • Elektriciteit;

Daarnaast komen onderzoekvaardigheden en technische ontwerpvaardigheden aan de orde. Houd er rekening mee dat je veel wiskunde gaat gebruiken, het is handig als je wiskunde B in je pakket hebt, maar met wiskunde A kun je het vak ook doen. Een belangrijk verschil met wiskunde is dat je deze vaardigheden ook gebruikt in practica, zowel als oefening als voor een cijfer (praktische toets). De theorie wordt getoetst middels proefwerken en schriftelijke overhoringen. Er wordt per hoofdstuk een SO gegeven en daarnaast gaan de proefwerken over meerdere hoofdstukken. Proefwerken vinden plaats in de toetsweken.

Een belangrijk verschil met de onderbouw is het tempo. In de bovenbouw is het tempo hoger dan in de onderbouw. Er is een afwisseling in theorie leren door experimenten te doen en klassikale instructie. Er wordt dus zowel klassikaal als in groepen gewerkt, afhankelijk van het onderwerp.

Natuurkunde

Page 18: Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te

17

In de bovenbouw komen bij scheikunde onder andere de onderwerpen atoombouw, chemisch rekenen, chemie van het leven en koolstofchemie aan bod.

In de onderbouw wordt de basis voor scheikunde in de bovenbouw gelegd. Het accent in de onderbouw ligt op algemeen vormend. In de bovenbouw gaan we specifieker naar chemische verschijnselen kijken. De nadruk komt steeds meer te liggen op het (ontwikkelen van) inzicht.

Leerlingen moeten in een gegeven context, die vaak wordt aangeboden in de vorm van (kranten)artikelen, chemische vakkennis gaan gebruiken. Kleine weetjes moeten op een slimme manier gecombineerd worden. Dat vereist inzicht in de samenhang van geleerde onderwerpen. Daarnaast is en blijft (chemisch) rekenen een belangrijk onderdeel binnen de scheikunde.

Als havo 5 leerlingen gevraagd wordt wat belangrijk is voor scheikunde in de bovenbouw van de havo dan zijn de antwoorden:

• De basis uit de onderbouw is belangrijk. Kom je in 4 havo zonder basis voor scheikunde, dan is het raadzaam die basisbegrippen op tijd bij te werken.

• In de bovenbouw komt er nog heel veel nieuwe stof aan bod. • We gaan sneller door de stof heen, de leerling moet meer zelf(standig) doen. • Inzicht is heel erg belangrijk.

Scheikunde

Page 19: Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te

18

Doelen In de bovenbouw is het doel de kennis en vaardigheden die je in de onderbouw hebt geleerd verder uit te breiden en toe te passen. Daarbij ligt de nadruk op het oefenen van de vaardigheden: spreken, schrijven, lezen en luisteren. Ter ondersteuning breid je je kennis van grammatica behoorlijk uit en blijf je woordjes leren. We besteden aandacht aan cultuur (film en muziek) en literatuur van Spanje en Spaans-Amerika: Spaans wordt immers over de hele wereld gesproken. Waar mogelijk betrekken we de actualiteit in de les en hebben we contact met Spaanssprekenden.

We vinden het erg belangrijk dat je veel taal produceert, dus in de les proberen we altijd zo veel mogelijk Spaans te spreken en je Spaans te laten spreken. We oefenen gesprekjes, geven presentaties, schrijven mails, kleine teksten, etc. We lezen verhalen, artikelen uit tijdschriften en kranten, boeken en oefenen voor het eindexamen leesvaardigheid. We kijken het nieuws, films (of fragmenten daarvan) en video’s van Youtube. Allemaal met het doel om je een inkijkje in het leven van een Spaanstalige te geven en je te leren nog beter Spaans te spreken, schrijven, verstaan en begrijpen.

Methode We gaan verder met de methode Paso Adelante, maar die vullen we aan met andere bronnen, zoals materiaal van DELE (officieel Spaans examen van het Instituto Cervantes), artikelen uit kranten of tijdschriften, nieuwsfragmenten, leesboekjes op niveau, extra oefeningen, etc.

Toetsen We toetsen de vier vaardigheden (spreken, schrijven, luisteren en lezen) gedurende de gehele bovenbouw. Apart of in combinatie met grammatica en/of woordenschat. Je krijgt ook grammaticatoetsen. Vooral in het vierde leerjaar leer je behoorlijk wat nieuwe grammatica, waar je in het vijfde leerjaar verder mee aan de slag gaat. We toetsen ook, in beperkte mate, vocabulaire in de vorm van SO’s en gaan met literatuur/cultuur aan de slag.

Eindexamen Het centraal schriftelijk examen Spaans is leesvaardigheid (ERK-niveau B1/B2) en in de vierde en vijfde oefenen we daar veel mee. Daar hoort ook het leren van (examen)vocabulaire bij en het aanleren van strategieën, zoals woordraadstrategieën.

Mocht je nog meer willen weten, vraag het je vakdocent!

Saludos,

De docenten Spaans

Spaans

Page 20: Vakkenboekje keuzevakken HAVO bovenbouw...Het decanaat en de vaksecties hebben dit jaar de handen ineen geslagen om voor alle havoleerlingen uit leerjaar 3 een betrouwbaar beeld te

19

Wiskunde is een vak dat in de bovenbouw een grote verandering ondergaat.

In HAVO 3 heeft elke leerling wiskunde. Bij de overgang naar HAVO 4 moet er een keuze gemaakt worden: Wiskunde A of wiskunde B. Verder kan een leerling met wiskunde B ook wiskunde D kiezen. (Een profiel zonder wiskunde is ook een optie). De keuze voor een wiskundevariant is afhankelijk van het profiel en heeft invloed op de mogelijkheden voor vervolgstudies. Er zijn studies die een bepaalde wiskundevariant verplicht stellen. De inhoud van de varianten zijn dan ook daarop gericht. Wil een leerling een technisch studie volgen, dan is ook wiskunde D een goede keuze. Vervolgstudies kunnen deze keuze niet verplichten, want niet elke school biedt de optie wiskunde D aan, maar geven wel aan dat het een pré is. Een fabel is dat wiskunde D heel moeilijk is. Wiskunde D is een verbreding en verzwaring. Dus niet alle onderdelen van wiskunde D zijn per definitie lastiger. Je moet echter wiskunde wel “leuk” vinden, want je bent natuurlijk veel tijd met wiskunde bezig als je twee varianten hebt.

Een groot verschil is het tempo, vooral bij wiskunde B. Zoals voor veel vakken geldt, maar zeker voor wiskunde is “oefening baart kunst”. Door veel te oefenen kun je -vooral je vaardigheden- verbeteren. Voor een uitgebreider uitleg over de wiskunde in de bovenbouw is een PowerPointpresentatie die op de intranet voor ouders (via de website van de school) staat. (https://vobo.mwp.nl/IntranetoudersHeerbeeck/Communicatie)

De manier van toetsen blijft schriftelijk. De hoeveelheid toetsen wordt minder, de hoeveelheid stof per toets wordt meer. Er is een PO (praktische opdracht) in HAVO 5.

Wiskunde is een ondersteunend vak, d.w.z dat veel andere vakken gebruik maken van de onderwerpen en vaardigheden waarin een leerling bij de verschillende varianten onderwezen wordt.

Wiskunde A: Rekenregels en verhoudingen – Verwerken van data – Tabellen en grafieken – Handig tellen – Lineaire verbanden – Statistiek en beslissingen – Veranderingen – Statistiek met de computer - Exponentiele verbanden – Statistische verbanden – Formules en variabelen.

Wiskunde B: Formules, grafieken en vergelijkingen – Veranderingen – Hoeken en afstanden – Werken met formules – Machten, exponenten en logaritmen - De afgeleide functie – Lijnen en cirkels – Goniometrie – Exponentiële verbanden – Meetkundige berekeningen.

Wiskunde D: Combinatoriek – Oppervlakte en inhoud – Kansrekening – Aanzichten en doorsneden – Kansverdelingen – Vectormeetkunde – Normale verdeling – Groeiprocessen – Afgeleide en tweede afgeleide – Toetsen van hypothesen – Periodieke functies – Functies met e-machten en natuurlijke logaritmen.

Verder wordt er in HAVO 4 en/of 5 een rekentoets afgenomen. De rekentoets is echter geen onderdeel van het wiskundecurriculum, maar een apart `vak`.

Wiskunde