Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2013
-
Upload
fps-social-security -
Category
Documents
-
view
218 -
download
3
description
Transcript of Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2013
ISSN: 1781-0663
Vade Mecumvan de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België
Periode 2007-2013
Vade
Mec
um v
an d
e fin
anci
ële
en s
tatis
tisch
e ge
geve
ns o
ver
de s
ocia
le b
esch
erm
ing
in B
elgi
ë P
erio
de 2
007-
2013
Brussel 2013
2013
Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België Periode 2007-2013
Uitgever: Directie-generaal Sociaal Beleid - Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Wettelijk depot: D/2013/10.528/1 © 2013, Directie-generaal Sociaal Beleid, Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, Brussel Behalve voor commerciële doeleinden is alle reproductie toegelaten, mits de bron uitdrukkelijk wordt vermeld.
WOORD VOORAF De doelstelling De sociale zekerheid ondergaat voortdurend veranderingen. Sommige moeten de burgers meer welzijn verschaffen, terwijl andere in de eerste plaats de financiële duurzaamheid van het stelsel voor ogen hebben. Hieruit volgt een snelle evolutie die vanuit verschillende invalshoeken kan benaderd worden. Hoe kan men dit echter beter illustreren dan met cijfers? De ontvangsten, de uitgaven, het aantal personen die bijdragen betalen en die uitkeringen ontvangen zijn kenmerkend voor de omvang van de bestaande voorzieningen van sociale bescherming en geven in zekere mate ook een beeld van deze voorzieningen weer. De evolutie van deze gegevens is dan ook de weerspiegeling van verschillende bewegingen, op gang gebracht door drie soorten drijfkrachten: de wijzigingen aangebracht door de wetgever om het toepassingsgebied van de verschillende voorzieningen aan te passen, de inwendige krachten binnen de deelsectoren van de sociale bescherming zelf, die het resultaat zijn van bijvoorbeeld veranderingen in de leeftijdsstructuur van de rechthebbenden, en ten slotte de externe invloedfactoren zoals de economische achtergrond. De cijfers zijn de weerspiegeling van de evolutie van het systeem waaruit ze voortkomen. Deze publicatie heeft tot doel enkele beelden te tonen, die gekozen zijn uit al degene die weergegeven zouden kunnen worden, die dan een draagbaar (vandaar de benaming “vade mecum") panoramisch overzicht van de sociale bescherming in België geven. Ze is niet enkel bedoeld voor beleidsverantwoordelijken en de intelligentsia van het land, maar ook voor iedereen die geïnteresseerd is in het onderwerp en die op zoek is naar globale of op één sector gerichte informatie. De gegevens Zoals in de vorige edities zijn de gepubliceerde cijfers beheersgegevens die de evolutie van ontvangsten en uitgaven beschrijven. De kennis ervan is onontbeerlijk voor het nemen van beslissingen en voor de goede werking van de instellingen van sociale zekerheid. We publiceren deze gegevens in een onbewerkte vorm, waarbij de lezer ze zelf op een weldoordachte manier kan gebruiken. Om hem hierbij te helpen worden de meeste tabellen vergezeld met korte methodologische nota's. Vermits het aantal bladzijden van een publicatie hoe dan ook beperkt is, terwijl het aantal statistische gegevens die de instellingen van sociale zekerheid kunnen verstrekken enorm is, moesten bepaalde keuzes gemaakt worden. Meestal hebben we gekozen voor uitsplitsingen naar geslacht, leeftijdsklasse, statuut of type van prestatie. Alle gegevens betreffende de jaren 2012 en 2013, zijn ramingen opgemaakt in november 2012, tenzij anders vermeld, en die later nog kunnen gewijzigd worden. De geconsolideerde economische rekeningen over de periode 2007-2011 en de gegevens in de andere hoofdstukken met een grijze achtergrond zijn nog niet definitief vastgesteld, maar het zijn wel de meest betrouwbare gegevens die beschikbaar zijn. De structuur De informatie in dit Vade Mecum werd als volgt gestructureerd. In het eerste deel geven we een actualisatie van de begroting 2012 en de initiële begroting 2013. Het tweede deel handelt over het stelsel van de werknemers met historische gegevens over de periode 2007-2011. Het bevat de voorlopige geconsolideerde economische rekeningen, de begrotingsrekeningen van het globaal beheer en een reeks statistische gegevens voor de bijdragen en voor elke soort prestaties. Het derde deel volgt hetzelfde stramien als het tweede en behandelt het stelsel van de zelfstandigen. Het vierde hoofdstuk is aan de geneeskundige verzorging gewijd, die sinds 2008 een eenheidsstelsel is. In dit afzonderlijk deel komen de economische rekeningen, de begrotingstabel en de statistieken geneeskundige verzorging aan bod. Om de vergelijking met gegevens van 2008 - 2011 te vergemakkelijken, werden de gegevens 2007 teruggebracht of herrekend op basis van Algemene Regeling + Regeling der Zelfstandigen. Het vijfde en het zesde hoofdstuk zijn een samenvatting van historische gegevens over het socialebijstandsstelsel en over het stelsel der overzeese sociale zekerheid.
i
De lezer vindt ook een methodologische nota over het onderscheid tussen de economische en begrotingsrekeningen. In de bijlagen is aanvullende informatie opgenomen over de indexering, de alternatieve financiering, de sociale correcties, de openbare sector en het financieringssaldo dat verschijnt in de nationale rekeningen. De realisatie Deze publicatie werd gerealiseerd door het domein ”Kerngegevens” van de DG Sociaal Beleid. De Dienst Communicatie zorgde voor het plaatsen van de elektronische versie van het Vade Mecum op de website. Opmerkingen over de inhoud kunnen gericht worden aan: FOD Sociale Zekerheid Directie-generaal Sociaal Beleid Domein Kerngegevens Administratief Centrum Kruidtuin – Finance Tower Kruidtuinlaan 50 bus 115 1000 BRUSSEL e-mail: [email protected] De personen die belangstelling hebben voor andere informatie, kunnen de portaalsite van de sociale zekerheid raadplegen: http://www.socialsecurity.fgov.be. Zij zullen er met name de links terugvinden naar de sites van de openbare instellingen van sociale zekerheid, die een rijke bron vormen aan statistische en financiële informatie. Andere inlichtingen over de publicaties van de FOD Sociale Zekerheid kunnen op het volgende adres verkregen worden: FOD Sociale Zekerheid Dienst Publicaties Administratief Centrum Kruidtuin – Finance Tower Kruidtuinlaan 50 bus 135 1000 Brussel Tel.: 02 – 509.85.52 e-mail: [email protected]
ii
Inhoudstafel Woord vooraf i Inhoudstafel iii
Methodologische nota betreffende de economische en de budgettaire rekeningen 1
I. Algemene toelichting bij de begroting 2013 – herziening van de begroting 2012 5
II. Het stelsel van de werknemers 2007-2011 87
A. Geconsolideerde economische rekeningen 89 1. Economische rekeningen 2007 2. Economische rekeningen 2008 3. Economische rekeningen 2009 4. Economische rekeningen 2010 5. Economische rekeningen 2011
B. Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer 101
1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2007-2011 3. Definitieve rekeningen 2007 4. Definitieve rekeningen 2008 5. Definitieve rekeningen 2009 6. Voorlopige rekeningen 2010 7. Voorlopige rekeningen 2011
C. Statistieken 129
1. Sociale bijdragen 133 2. Uitkeringen (RIZIV) 147 3. Pensioenen (RVP) 159 4. Gezinsbijslag (RKW) 167 5. Arbeidsongevallen (FAO) 177 6. Beroepsziekten (FBZ) 183 7. Werkloosheid, activering van de werkloosheid, brugpensioen,
loopbaanonderbreking en tijdskrediet (RVA) 189 8. Mijnwerkersinvaliditeitspensioenen (RIZIV) 205 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ) 207
III. Het stelsel van de zelfstandigen 2007-2011 217
A. Geconsolideerde economische rekeningen 219 1. Economische rekeningen 2007 2. Economische rekeningen 2008 3. Economische rekeningen 2009 4. Economische rekeningen 2010 5. Economische rekeningen 2011
B. Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer 231
1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2007-2011 3. Definitieve rekeningen 2007 4. Definitieve rekeningen 2008 5. Definitieve rekeningen 2009 6. Voorlopige rekeningen 2010 7. Voorlopige rekeningen 2011
iii
C. Statistieken 253
1. Sociaal statuut (RSVZ) 255 2. Uitkeringen (RIZIV) 261 3. Pensioenen (RVP) 271 4. Gezinsbijslag (RSVZ) 277 5. Faillissementsverzekering (RSVZ) 285
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging 2007-2011 287
A. Economische rekeningen 289
B. Begrotingstabel 293 1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2007-2011
C. Statistieken 311
V. Sociale bijstand 2007-2011 329
1. Dienstverlening van de OCMW’s 2. Inkomensgarantie voor ouderen – Gewaarborgd inkomen voor bejaarden 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
VI. DOSZ 2007-2011 343
A. Beschrijving van het stelsel B. Lopende rekeningen (budgettair concept) C. Statistieken
VII. Bijlagen 357
1. Indexering 2. Alternatieve financiering
2.1 Periode 2007-2011 2.2 Periode 2012-2013
3. Sociale correcties 4. Openbare sector 5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid
Lijst van de afkortingen 401
iv
Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen A. Algemeenheden Hoe groot is het bedrag aan bijdragen van het werknemersstelsel? Op deze eenvoudige vraag kunnen verscheidene antwoorden gegeven worden. Alles hangt ervan af wat men verstaat onder “bedrag”, “bijdragen” en “werknemersstelsel”. Onder “bedrag” kan men verstaan de geïnde sommen in de loop van het jaar (geïnde bedragen) of de sommen die men zou moeten geïnd hebben, omdat de betaaldatum vervallen is in het beschouwde jaar (vervallen bedragen) of nog de sommen die verschuldigd zijn voor het betreffende jaar wat ook de betaaldatum ervan weze (gelopen bedragen). Onder “bijdragen” kan men de gewone bijdragen verstaan die berekend worden op de lonen of andere bijdragen berekend op andere basissen eraan toevoegen, zoals de bijdrage op bedrijfswagens of de forfaitaire bijdrage verschuldigd per bruggepensioneerde. De sociale zekerheid loopt inderdaad over van een veelheid aan ontvangsten die terecht of ten onrechte “bijdragen” genoemd worden. Het “werknemersstelsel” kan beperkt worden tot de takken waarvan de ontvangsten door de RSZ globaal beheerd worden of integendeel ook takken opnemen die hun eigen financiering bezitten, zoals het kapitalisatiestelsel van het FAO of de gezinsbijslagen en de uitkeringen voor beroepsziekten voor de ambtenaren van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten. Kortom, er zijn zoveel antwoorden als gezichtspunten mogelijk. Voor het werknemersstelsel, het stelsel van de zelfstandigen en het stelsel geneeskundige verzorging (RIZIV) hebben we ervoor gekozen twee reeksen financiële gegevens voor te stellen: de “economische rekeningen” van de takken gesitueerd binnen de ruime perimeter, die hieronder gepreciseerd wordt en de “budgettaire rekeningen” van de takken die behoren bij het Globaal beheer van de ontvangsten, ingericht in 1995 bij de RSZ en in 1997 bij het RSVZ. De budgettaire boekhouding is gebaseerd op de notie “verworven recht” en de economische boekhouding op deze van “vastgesteld recht”. Een recht kan beschouwd worden als zijnde verworven, wanneer de drie volgende voorwaarden vervuld zijn:
1° het bedrag kan exact bepaald worden; 2° de identiteit van de schuldenaar of van de schul deiser is wel gekend; 3° de betaling is in de loop van het beschouwde jaa r vervallen.
Een vastgesteld recht is een recht dat voldoet aan de eerste twee voorwaarden, maar niet noodzakelijk aan de derde. De verplichting tot betalen moet evenwel bestaan. Bovendien is de budgettaire boekhouding beperkt tot de verrichtingen die volgen uit relaties met derden terwijl de economische boekhouding, samengesteld uit balans en resultatenrekening (lasten en opbrengsten) ook de interne bewegingen zoals afschrijvingen en provisies incorporeert. Ten slotte en in tegenstelling tot de resultatenrekening, die slechts de lopende verrichtingen bevat, worden in de budgettaire rekening ook de kapitaalverrichtingen opgenomen. De drie volgende tabellen tonen de verschillen in perimeter tussen de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen. Gelieve op te merken dat de situatie zoals die wordt weergegeven de situatie op 1 januari 2011 is.
1
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
ECONOMISCHE REKENINGEN BUDGETTAIRE REKENINGEN
Geneeskundige verzorging - Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
Uitkeringen - Algemene regeling (RIZIV + ziekenfondsen) - Stelsel van de zeelieden (HVKZ) - Invaliditeitspensioenen van mijnwerkers
Uitkeringen - Algemene regeling (RIZIV + ziekenfondsen)
Pensioenen - Repartitiestelsel (RVP)
Pensioenen - Repartitiestelsel (RVP)
Gezinsbijslagen - RKW + private kassen
- Fonds voor Collectieve Uitrusting en Diensten --(RKW) - RSZPPO
Gezinsbijslagen - RKW + private kassen
Werkloosheid - RVA + uitbetalingsinstellingen: werkloosheid, -----brugpensioenen, loopbaanonderbrekingen en ----tijdskrediet, PWA, TWW, gesubsidieerde -----------contractuelen - Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
Werkloosheid - RVA + uitbetalingsinstellingen: werkloosheid, -----brugpensioenen, loopbaanonderbrekingen en ----tijdskrediet
Arbeidsongevallen - Repartitiestelsel (FAO) - Kapitalisatiestelsel (FAO)
Arbeidsongevallen - Repartitiestelsel (FAO)
Beroepsziekten - FBZ: sectoren Globaal beheer en provinciale en --lokale besturen - Asbestfonds
Beroepsziekten - FBZ: sector Globaal beheer - Asbestfonds
Invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers
Stelsel van de zeelieden - Geneeskundige verzorging (HVKZ) - Uitkeringen (HVKZ) - Werkloosheid (HVKZ)
Globaal beheer - RSZ, RSZPPO, HVKZ-geconsolideerd
Globaal beheer - RSZ
2
STELSEL VAN DE ZELFSTANDIGEN
ECONOMISCHE REKENINGEN BUDGETTAIRE REKENINGEN
Uitkeringen - (RIZIV + ziekenfondsen)
Uitkeringen - (RIZIV + ziekenfondsen)
RSVZ - Pensioenen - Gezinsbijslagen - Faillissementsverzekering - Palliatieve zorgen - Globaal beheer
Pensioenen (RSVZ)
Gezinsbijslagen (RSVZ)
Faillissementsverzekering (RSVZ)
Palliatieve zorgen (RSVZ)
Globaal beheer (RSVZ)
Socialeverzekeringsfondsen (beheer)
STELSEL GENEESKUNDIGE VERZORGING (RIZIV)
ECONOMISCHE REKENINGEN BUDGETTAIRE REKENINGEN
Geneeskundige verzorging - RIZIV + ziekenfondsen
Geneeskundige verzorging - RIZIV + ziekenfondsen
B. De economische rekeningen De hier voorgestelde economische rekeningen hernemen de rekeningen van lasten en opbrengsten van de openbare instellingen van sociale zekerheid op een synoptische wijze, door ze eerst tak per tak te consolideren en vervolgens per stelsel. Wel dient opgemerkt te worden dat de in de economische rekeningen voorgestelde cijfers slechts ramingen zijn. In de rekeningen van lasten en opbrengsten worden de gelopen bedragen geregistreerd of ze nu in het beschouwde jaar op vervaldag gekomen zijn of niet. Ze beantwoorden aldus volkomen aan de Europese methodologie “ESR 95” die eist dat de flux ingeboekt wordt op basis van verrichtingen, d.w.z. op het ogenblik van het ontstaan, de omvorming of het verdwijnen van rechten. Vermits het boekhoudplan van de instellingen van openbaar nut van de sociale zekerheid een uitsplitsing oplegt naar sociale zekerheidstak is het mogelijk vanuit deze uitsplitsing een representatieve consolidatie op te stellen van elke tak en elk stelsel. Deze geconsolideerde rekeningen dienen als basis voor de rekening “S1314” van de sociale zekerheid, welke voorkomt in de nationale rekeningen. Het resultaat van de economische rekeningen, zijnde het verschil tussen opbrengsten en lasten, wordt ”besparing” genoemd en wordt op de balans toegewezen aan de rubriek ”reserves”. Het past de lezer te melden dat de som van de besparing bij het werknemersstelsel, bij het stelsel van de zelfstandigen en bij het stelsel geneeskundige verzorging (RIZIV) verschilt van het financieringssaldo (“behoefte of capaciteit tot financiering”) van de ondersector sociale zekerheid, die men terugvindt in de nationale rekeningen en dit om verschillende redenen: • De sociale zekerheid omvat in de nationale rekeningen niet alleen de stelsels van de
werknemers, van de zelfstandigen en van de geneeskundige verzorging (RIZIV) zoals hier weergegeven, maar tevens het gedeelte van de pensioenen van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, dat beheerd wordt door de RSZPPO, de overzeese sociale zekerheid beheerd door de DOSZ, alle fondsen van bestaanszekerheid en het “Zorgfonds” ingesteld door de Vlaamse Gemeenschap.
3
• Volgens de “ESR 95” methodologie moeten de sociale bijdragen die verschuldigd zijn, maar die nooit geïnd kunnen worden, afgetrokken worden van de ontvangsten van de inningsinstellingen. Daarom wordt het bedrag dat geboekt is in provisies en kwade posten in de rekeningen van deze laatste geannuleerd en vervangen door een raming van sociale bijdragen die nooit ontvangen zullen worden. Een ander verschil in de inhoud van de rekeningen is de inboeking van gerealiseerde investeringen in de plaats van kosten voor afschrijvingen.
• Bovendien worden in de nationale rekeningen nog andere correcties aangebracht, hetzij om de vastgestelde rechten geboekt per instelling beter te doen aansluiten bij de economische realiteit en bij de verschillende statistieken van deze, hetzij met de bedoeling dat de consolidatie van de ondersector van de sociale zekerheid met het geheel van de overheidssector correct uitgevoerd wordt.
De lezer zal als bijlage (VII, 5) het verband terugvinden dat er bestaat tussen de ‘besparing’ van de hier voorgestelde’ geconsolideerde economische rekeningen en het resultaat (genaamd “financieringssaldo”) van de rekening van de sociale zekerheid voorgesteld in de “Rekeningen van de overheid”, gepubliceerd door het Instituut voor de nationale rekeningen. C. De budgettaire rekeningen De geconsolideerde budgettaire rekeningen hernemen de budgettaire rekeningen van de openbare instellingen van sociale zekerheid op synoptische wijze voorgesteld om ze vlugger begrijpelijk te maken. Nochtans zijn hier alleen betrokken de takken die vallen onder het Globaal beheer van de werknemers of dat van de zelfstandigen of onder het stelsel van de geneeskundige verzorging (RIZIV). Deze rekeningen registreren de vervallen bedragen. In tegenspraak met de regel van universaliteit (of van totaliteit) worden sommige samentrekkingen tussen ontvangsten en uitgaven in onze tabellen doorgevoerd om te komen tot netto-bedragen. Bovendien werden bepaalde ontvangsten en uitgaven vrijwillig verwijderd: de aan- en verkopen van aandelen en vastrentende waarden en de vastgoedbeleggingen. Deze verrichtingen beïnvloeden de samenstelling van het patrimonium maar hebben geen invloed op de eigenlijke activiteit van de instellingen. Voor elke tak afzonderlijk genomen heeft het totaal van de lopende ontvangsten en het totaal van de lopende uitgaven een betekenis. Daarentegen zijn op geconsolideerd niveau de betekenisvolle bedragen enerzijds het totaal van eigen ontvangsten en anderzijds het totaal van de uitgaven vóór transfers. Daarom worden de transfers tussen takken geïsoleerd in het geheel van het Globaal beheer om te vermijden een ontvangst tweemaal te boeken in het geconsolideerd totaal. Hoewel zekere rubrieken een zelfde titel dragen in de economische rekeningen, moet de lezer ten slotte verwittigd worden dat hun inhoud verschillend kan zijn.
4
I
Algemene toelichting bij de begroting 2013 –
herziening van de begroting 2012
Algemene toelichting
Begroting van de ontvangsten en de uitgaven voor het begrotingsjaar 2013
Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers, doc. 53 2520/001, p.161-225, 19 december 2012
LES REGIMES DE PROTECTION SOCIALE
DE STELSELS VAN SOCIALE BESCHERMING
TABLE DES MATIERES INHOUDSTAFEL
Introduction 11 Inleiding 11
CHAPITRE I. Tableaux récapitulatifs 13 HOOFDSTUK I. Samenvattende tabellen 13
TABLEAU I.1 Tableau récapitulatif: 2012 TABEL I.1 Samenvattende tabel: 2012
TABLEAU I.2 Tableau récapitulatif: 2013 TABEL I.2 Samenvattende tabel: 2013
TABLEAU I.3.1 Evolution des transferts à charge du budget de l’Etat fédéral destinés à la sécurité sociale 2012-2013
TABEL I.3.1 Evolutie van de overdrachten ten laste van de begroting van de federale overheid aan de sociale zekerheid: 2012-2013
TABLEAU I.3.2 Evolution des transferts aux ménages à charge du budget de l’Etat fédéral: 2012-2013
TABEL I.3.2 Evolutie van de overdrachten aan de gezinnen ten laste van de begroting van de federale overheid: 2012-2013
CHAPITRE II. La gestion globale des travailleurs salariés
21 HOOFDSTUK II. Het globaal beheer voor werknemers
21
1 Tableaux de 2012 et 2013 21 1 Tabellen voor 2012 en 2013 21
TABLEAU II.1 Budget de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2012
TABEL II.1 Begroting van het globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2012
TABLEAU II.2 Budget de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2013
TABEL II.2 Begroting van het globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2013
2 Commentaire sur la situation finan-cière de 2012 et 2013
26 2 Commentaar bij de financiële toestand van 2012 en 2013
26
TABLEAU II.3 Réductions de cotisations sociales: 2012-2013
TABEL II.3 Sociale bijdragenverminde-ringen: 2012-2013
3 Evolution des prestations 2012-2013 33 3 Evolutie van de prestaties 2012-2013 33
TABLEAU II.4 Prestations du régime de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2012-2013
TABEL II.4 Prestaties van het stelsel globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2012-2013
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
7
TABLEAU II.5 Facteurs de volume des prestations du régime de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2012-2013
TABEL II.5 Volumefactoren van de prestaties van het stelsel globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2012-2013
TABLEAU II.6 Indexation des prestations: 2012-2013
TABEL II.6 Indexering van de prestaties: 2012-2013
TABLEAU II.7 Estimations budgétaires des corrections sociales: 2012-2013
TABEL II.7 Budgettaire ramingen van de sociale correcties: 2012-2013
CHAPITRE III. La gestion globale des travailleurs indépendants
43 HOOFDSTUK III. Het Globaal beheer voor zelfstandigen
43
1 Tableaux de 2012 et 2013 43 1 Tabellen voor 2012 en 2013 43
TABLEAU III.1 Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2012
TABEL III.1 Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2012
TABLEAU III.2 Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2013
TABEL III.2 Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2013
2 Commentaire sur la situation finan-cière de 2012 et 2013
48 2 Commentaar bij de financiële toestand van 2012 en 2013
48
3 Evolution des prestations 2012-2013 52 3 Evolutie van de prestaties 2012-2013 52
TABLEAU III.3 Prestations du régime de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2012-2013
TABEL III.3 Prestaties van het stelsel globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2012-2013
TABLEAU III.4 Facteurs de volume des prestations du régime de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2012-2013
TABEL III.4 Volumefactoren van de prestaties van het stelsel globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige ver-zorging uitgezonderd): 2012-2013
TABLEAU III.5 Estimations budgétaires des corrections sociales: 2012-2013
TABEL III.5 Budgettaire ramingen van de sociale correcties: 2012-2013
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
8
CHAPITRE IV. INAMI-Soins de santé 59 HOOFDSTUK IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging
59
1 Tableaux de 2012 et 2013 59 1 Tabellen voor 2012 en 2013 59
TABLEAU IV.1 Budget de l’INAMI-Soins de santé: 2012-2013
TABEL IV.1 Begroting van het RIZIV-Geneeskundige verzorging: 2012-2013
2 Commentaire sur la situation finan-cière de 2012 et 2013
63 2 Commentaar bij de financiële toestand van 2012 en 2013
63
CHAPITRE V. Les autres régimes de sécurité sociale
67 HOOFDSTUK V. De andere regelingen van de sociale zekerheid
67
TABLEAU V.1 Budget de l’OSSOM: 2012-2013
TABEL V.1 Begroting van de DOSZ: 2012-2013
TABLEAU V.2 Budget des autres régimes de sécurité sociale: 2012
TABEL V.2 Begroting van de andere regelingen van sociale zekerheid: 2012
TABLEAU V.3 Budget des autres régimes de sécurité sociale: 2013
TABEL V.3 Begroting van de andere regelingen van sociale zekerheid: 2013
CHAPITRE VI. L’assistance sociale 71 HOOFDSTUK VI. De sociale bijstand 71
TABLEAU VI.1 Prestations des régimes d’assistance sociale: 2012-2013
TABEL VI.1 Prestaties van de stelsels sociale bijstand: 2012-2013
TABLEAU VI.2 Facteurs de volume des régimes d’assistance sociale: 2012-2013
TABEL VI.2 Volumefactoren van de stelsels sociale bijstand: 2012-2013
TABLEAU VI.3 Estimations budgétaires des corrections sociales: 2012-2013
TABEL VI.3 Budgettaire ramingen van de sociale correcties: 2012-2013
HOOFDSTUK VII. De pensioenen van de overheidssector
77 CHAPITRE VII. Les pensions du secteur public
77
TABEL VII.1 Pensioenen van de over-heidssector 2012-2013
TABLEAU VII.1 Pensions du secteur public 2012-2013
HOOFDSTUK VIII. De tewerkstellings-programma’s
83 CHAPITRE VIII. Les programmes d’emploi
83
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
9
INTRODUCTION INLEIDING
Les chapitres II et III présentent les chiffres des gestions globales des salariés et des indépendants. Dans le chapitre IV, la branche INAMI-Soins de santé est traitée séparément.
In de hoofdstukken II en III komen de cijfers van de globale beheren van de werknemers en de zelfstandigen aan bod. In hoofdstuk IV wordt de tak RIZIV-Geneeskundige verzorging afzonderlijk besproken.
En outre, une attention particulière a été portée aux branches hors gestion globale dans le chapitre V. Le régime « Hors gestion globale » comprend les branches suivantes : le régime de capitalisation accidents du travail, le Fonds Amiante créé au FMP, les secteurs emploi et travail gérés par l’ONEm, le régime des administrations provinciales et locales (prestations familiales, pensions du personnel statutaire et maladies professionnelles), les fonds de sécurité d’existence, le fonds des équipements et services collectifs. La sécurité sociale d’Outre-mer est présentée dans un tableau séparé.
Daarnaast wordt er in hoofdstuk V aandacht besteed aan de takken buiten globaal beheer. Het stelsel “Buiten globaal beheer” omvat volgende takken: het kapitalisatiestelsel arbeidsongevallen, het Asbestfonds ingericht bij het FBZ, de sectoren tewerkstelling en arbeid beheerd door de RVA, het stelsel van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten (gezinsbijslag, pensioenen van het statutair personeel en beroepsziekten), de fondsen voor bestaanszekerheid, het fonds voor collectieve uitrustingen en diensten. De overzeese sociale zekerheid komt aan bod in een afzonderlijke tabel.
À côté des régimes de sécurité sociale, les régimes de protection sociale comprennent les prestations d’assistance sociale (garantie de revenus aux personnes âgées, revenu d’intégration, aide sociale et allocations aux personnes handicapées), les pensions publiques (à charge du Service des Pensions du Secteur Public) et enfin, les prestations familiales à charge du budget général des Dépenses (transferts aux ménages).
Naast de stelsels van sociale zekerheid bevatten de stelsels van sociale bescherming de prestaties van sociale bijstand (inkomensgarantie voor ouderen, leefloon, maatschappelijke dienstverlening en tegemoetkomingen aan personen met een handicap), de overheidspensioenen (ten laste van de Pensioendienst voor de overheidssector) en ten slotte de gezinsbijslag ten laste van de Algemene Uitgavenbegroting (overdrachten aan gezinnen).
Le chapitre I présente une consolidation de tous ces différents budgets, ainsi qu’un tableau avec le total des transferts à charge du budget de l’État fédéral.
In hoofdstuk I wordt een consolidatie van al die verschillende begrotingen voorgesteld alsook een tabel met de totale overdrachten ten laste van de begroting van de federale overheid.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
11
CHAPITRE I HOOFDSTUK I
TABLEAUX RÉCAPITULATIFS SAMENVATTENDE TABELLEN
Méthodologie Methodologie
Les tableaux I.1 et I.2 sont une consolidation des tableaux détaillés qui figurent aux chapitres II à VI, ainsi que les prestations d’assistance sociale, les pensions secteur public et les autres transferts aux ménages.
De tabellen I.1 en I.2 zijn een consolidatie van de gedetailleerde tabellen in de hoofdstukken II tot VI, alsook van de prestaties van sociale bijstand, de pensioenen overheidssector en de andere overdrachten naar de gezinnen.
Dans ces tableaux consolidés, les transferts entre les différents régimes sont isolés des recettes et des dépenses et repris dans la rubrique « transferts entre régimes ». Ainsi, la colonne total ne contient pas de doubles comptages.
De overdrachten tussen de verschillende stelsels worden in deze geconsolideerde tabellen uit de ontvangsten en uit de uitgaven gehaald en worden afzonderlijk vermeld in de rubriek “overdrachten tussen stelsels”. Zo bevat de kolom totaal geen dubbeltelling.
Les tableaux I.3.1 et I.3.2 reprennent les montants des transferts à charge du budget général des Dépenses (subventions) et des recettes générales de l’État fédéral (il s’agit principalement du financement alternatif) destinés à la protection sociale.
De tabellen I.3.1 en I.3.2. bevatten de bedragen van de overdrachten ten laste van de Algemene Uitgavenbegroting (staatstoelagen) en van de algemene ontvangsten van de federale overheid (het gaat hier voornamelijk om de alternatieve financiering) die voor de sociale bescherming bestemd zijn.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
13
Rec
ette
s co
ura
nte
s
Ges
tio
n g
lob
ale
sala
riés
/ G
lob
aal b
ehee
r w
erkn
emer
s
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts /
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en
INA
MI-
So
ins
de
san
té /
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
/ B
uit
en g
lob
aal
beh
eer
OS
SO
M /
DO
SZ
S
ou
s-to
tal /
S
ub
tota
al
Ass
ista
nce
so
cial
e /
So
cial
e b
ijsta
nd
Pen
sio
ns
pu
bliq
ues
/ O
verh
eid
s-p
ensi
oen
en (
a)
Tra
nsf
erts
au
x m
énag
es /
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
TO
TA
L
GÉ
NÉ
RA
L /
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L
Lo
pen
de
on
tvan
gst
en
Co
tisa
tio
ns
43.3
01.9
683.
761.
113
963.
196
4.19
6.36
866
.495
52.2
89.1
39
3.95
1.52
4
56.2
40.6
63B
ijdra
gen
Su
bve
nti
on
s d
e l'É
tat
9.86
2.45
61.
757.
341
321.
605
11.9
41.4
023.
484.
398
9.02
0.82
540
.395
24.4
87.0
20S
taat
sto
elag
en
Dan
s le
s pr
esta
tions
6.
225.
238
1.35
3.20
6
32
1.60
57.
900.
049
3.48
4.39
88.
981.
663
40.3
9520
.406
.505
In d
e pr
esta
ties
Sub
vent
ion
de l'
Éta
t spé
cifiq
ue (1
)3.
637.
218
404.
135
4.
041.
353
4.
041.
353
Bijz
onde
re s
taat
stoe
lage
(1)
Aut
res
39
.162
39
.162
And
ere
Fin
ance
men
t al
tern
atif
11
.382
.333
954.
530
2.72
0.26
511
6.30
1
15.1
73.4
29
15.1
73.4
29A
lter
nat
ieve
fin
anci
erin
g
Rec
ette
s af
fect
ées
1.37
5.24
918
.683
1.07
1.46
224
7.26
41.
806
2.71
4.46
4
2.71
4.46
4T
oeg
ewez
en o
ntv
ang
sten
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
553.
724
01.
047
149.
304
1.50
070
5.57
5
705.
575
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
Rev
enu
s d
e p
lace
men
ts
220.
531
32.4
274.
217
60.9
711.
989
320.
135
32
0.13
5O
pb
ren
gst
en b
eleg
gin
gen
Div
ers
667.
217
2.29
240
8.16
310
.768
4.01
11.
092.
451
18
.847
1.
111.
298
Div
erse
n
Rec
ette
s p
rop
res
67.3
63.4
776.
526.
386
5.16
8.35
04.
780.
976
397.
407
84.2
36.5
963.
484.
398
12.9
91.1
9640
.395
100.
752.
585
Eig
en o
ntv
ang
sten
Tra
nsfe
rts
entr
e ré
gim
es
11.7
5350
023
.898
.895
70.4
04
23.9
81.5
52
23.9
81.5
52O
verd
rach
ten
tuss
en s
tels
els
To
tal r
ecet
tes
cou
ran
tes
67.3
75.2
306.
526.
886
29.0
67.2
454.
851.
380
397.
407
108.
218.
148
3.48
4.39
812
.991
.196
40.3
9512
4.73
4.13
7T
ota
al lo
pen
de
on
tvan
gst
en
(a)
Bud
get d
u S
ervi
ce d
es P
ensi
ons
du S
ecte
ur P
ublic
. (a
) B
egro
ting
van
de P
ensi
oend
iens
t voo
r de
ove
rhei
dsse
ctor
.
(1)
AR
du
26 m
ai 2
012.
(1
) K
B v
an 2
6 m
ei 2
012.
(E
n m
illie
rs E
UR
) (a
dapt
atio
n no
vem
bre
2012
) (
In d
uize
nd E
UR
) (a
anpa
ssin
g no
vem
ber
2012
)
TA
BLE
AU
I.1
TA
BE
L I.1
Tab
leau
réc
apit
ula
tif
2012
S
amen
vatt
end
e ta
bel
201
2
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
14
Dép
ense
s co
ura
nte
s
Ges
tio
n g
lob
ale
sala
riés
/ G
lob
aal b
ehee
r w
erkn
emer
s
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts /
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en
INA
MI-
So
ins
de
san
té /
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
/ B
uit
en g
lob
aal
beh
eer
OS
SO
M /
DO
SZ
S
ou
s-to
tal /
S
ub
tota
al
Ass
ista
nce
so
cial
e /
So
cial
e b
ijsta
nd
Pen
sio
ns
pu
bliq
ues
/ O
verh
eid
s-p
ensi
oen
en (
a)
Tra
nsf
erts
au
x m
énag
es /
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
TO
TA
L
GÉ
NÉ
RA
L /
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L
Lo
pen
de
uit
gav
en
Pre
stat
ion
s 41
.401
.945
3.86
4.45
525
.627
.379
4.67
8.29
637
4.06
775
.946
.143
3.48
4.39
812
.951
.700
40.3
9592
.422
.636
Pre
stat
ies
Fra
is d
e p
aiem
ent
4.14
967
5
530
4.87
7
4.87
7B
etal
ing
sko
sten
Fra
is d
'ad
min
istr
atio
n
1.20
7.25
991
.468
989.
116
77.9
9812
.918
2.37
8.75
9
39.4
96
2.41
8.25
5B
ehee
rsko
sten
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
936.
161
01.
838.
606
371.
746
1.38
43.
147.
897
3.
147.
897
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
Ch
arg
es d
'inté
rêts
6.
616
35
16.
967
6.
967
Intr
estl
aste
n
Div
ers
2.13
4.02
75.
448
592.
144
301
41.2
702.
773.
190
2.
773.
190
Div
erse
n
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts
45.6
90.1
583.
962.
046
29.0
47.2
455.
128.
394
429.
991
84.2
57.8
333.
484.
398
12.9
91.1
9640
.395
100.
773.
822
Uit
gav
en v
óó
r o
verd
rach
ten
Tra
nsfe
rts
entr
e ré
gim
es
21.6
78.9
002.
293.
152
5.00
04.
500
23
.981
.552
23
.981
.552
Ove
rdra
chte
n tu
ssen
ste
lsel
s
To
tal d
épen
ses
cou
ran
tes
67.3
69.0
586.
255.
198
29.0
52.2
455.
132.
894
429.
991
108.
239.
385
3.48
4.39
812
.991
.196
40.3
9512
4.75
5.37
4T
ota
al lo
pen
de
uit
gav
en
So
lde
com
pte
s co
ura
nts
6.
172
271.
688
15.0
00-2
81.5
13-3
2.58
4-2
1.23
80
00
-21.
238
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
Co
mp
tes
de
cap
ital
Ges
tio
n g
lob
ale
sala
riés
/ G
lob
aal
beh
eer
wer
knem
ers
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts /
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en
INA
MI-
So
ins
de
san
té /
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
/ B
uit
en g
lob
aal
beh
eer
OS
SO
M /
DO
SZ
S
ou
s-to
tal /
S
ub
tota
al
Ass
ista
nce
so
cial
e /
So
cial
e b
ijsta
nd
Pen
sio
ns
pu
bliq
ues
/ O
verh
eid
s-p
ensi
oen
en (
a)
Tra
nsf
erts
au
x m
énag
es /
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
TO
TA
L
GÉ
NÉ
RA
L /
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L
Kap
itaa
lrek
enin
gen
Rec
ette
s 0
00
00
00
0O
ntv
ang
sten
Dép
ense
s 62
.921
00
62.9
210
00
62.9
21U
itg
aven
So
lde
com
pte
s d
e ca
pit
al
-62.
921
00
-62.
921
00
0-6
2.92
1S
ald
o k
apit
aalr
eken
ing
en
Rés
ult
at b
ud
gét
aire
-5
6.74
927
1.68
815
.000
-281
.513
-32.
584
-84.
159
00
0-8
4.15
9B
ud
get
tair
res
ult
aat
Tab
leau
réc
apit
ula
tif
2012
S
amen
vatt
end
e ta
bel
201
2
TA
BLE
AU
I.1
TA
BE
L I.1
(E
n m
illie
rs E
UR
) (a
dapt
atio
n no
vem
bre
2012
) (s
uite
) (
In d
uize
nd E
UR
) (a
anpa
ssin
g no
vem
ber
2012
) (v
ervo
lg)
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
15
Rec
ette
s co
ura
nte
s
Ges
tio
n g
lob
ale
sala
riés
/ G
lob
aal b
ehee
r w
erkn
emer
s
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts /
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en
INA
MI-
So
ins
de
san
té /
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
/ B
uit
en g
lob
aal
beh
eer
OS
SO
M /
DO
SZ
S
ou
s-to
tal /
S
ub
tota
al
Ass
ista
nce
so
cial
e /
So
cial
e b
ijsta
nd
Pen
sio
ns
pu
bliq
ues
/ O
verh
eid
s-p
ensi
oen
en (
a)
Tra
nsf
erts
au
x m
énag
es /
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
TO
TA
L
GÉ
NÉ
RA
L /
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L
Lo
pen
de
on
tvan
gst
en
Co
tisa
tio
ns
44.0
87.9
803.
756.
643
982.
467
4.59
9.16
767
.825
53.4
94.0
82
4.07
3.03
1
57.5
67.1
13B
ijdra
gen
Su
bve
nti
on
s d
e l'É
tat
10.7
26.7
281.
865.
637
324.
157
12.9
16.5
223.
595.
869
9.50
8.04
942
.542
26.0
62.9
82S
taat
sto
elag
en
Dan
s le
s pr
esta
tions
6.
338.
841
1.37
8.13
7
32
4.15
78.
041.
135
3.59
5.86
99.
469.
900
42.5
4221
.149
.446
In d
e pr
esta
ties
Équ
ilibr
e sé
curit
é so
cial
e (1
)4.
387.
887
487.
500
4.
875.
387
4.
875.
387
Eve
nwic
ht s
ocia
le z
eker
heid
(1)
Aut
res
38
.149
38
.149
And
ere
Fin
ance
men
t al
tern
atif
11
.767
.753
974.
737
2.79
7.26
314
2.56
2
15.6
82.3
15
15.6
82.3
15A
lter
nat
ieve
fin
anci
erin
g
Rec
ette
s af
fect
ées
1.39
7.70
118
.942
1.11
0.47
825
4.00
01.
806
2.78
2.92
7
2.78
2.92
7T
oeg
ewez
en o
ntv
ang
sten
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
530.
643
01.
088
149.
515
1.50
068
2.74
6
682.
746
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
Rev
enu
s d
e p
lace
men
ts
234.
413
21.8
193.
808
57.7
711.
489
319.
300
31
9.30
0O
pb
ren
gst
en b
eleg
gin
gen
Div
ers
659.
245
1.74
841
7.68
910
.786
4.00
61.
093.
474
3.
240
1.
096.
714
Div
erse
n
Fra
ud
e so
cial
e 62
.258
10.9
69
73.2
27
73.2
27S
oci
ale
frau
de
Rec
ette
s p
rop
res
69.4
66.7
226.
650.
495
5.31
2.79
35.
213.
800
400.
784
87.0
44.5
943.
595.
869
13.5
84.3
2042
.542
104.
267.
325
Eig
en o
ntv
ang
sten
Tra
nsfe
rts
entr
e ré
gim
es
10.9
0340
024
.718
.652
59.5
56
24.7
89.5
12
24.7
89.5
12O
verd
rach
ten
tuss
en s
tels
els
To
tal r
ecet
tes
cou
ran
tes
69.4
77.6
256.
650.
895
30.0
31.4
455.
273.
357
400.
784
111.
834.
105
3.59
5.86
913
.584
.320
42.5
4212
9.05
6.83
6T
ota
al lo
pen
de
on
tvan
gst
en
(a)
Bud
get d
u S
ervi
ce d
es P
ensi
ons
du S
ecte
ur P
ublic
. (E
n m
illie
rs E
UR
) (
In d
uize
nd E
UR
)
TA
BLE
AU
I.2
TA
BE
L I.2
Tab
leau
réc
apit
ula
tif
2013
S
amen
vatt
end
e ta
bel
201
3
(a)
Beg
rotin
g va
n de
Pen
sioe
ndie
nst v
oor
de o
verh
eids
sect
or.
(1)
Dot
atio
n vi
sant
à a
ssur
er l'
équi
libre
en
term
es S
EC
. (1
) D
otat
ie m
et h
et o
og o
p he
t ver
zeke
ren
van
het e
venw
icht
in E
SR
-ter
men
.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
16
Dép
ense
s co
ura
nte
s
Ges
tio
n g
lob
ale
sala
riés
/ G
lob
aal b
ehee
r w
erkn
emer
s
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts /
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en
INA
MI-
So
ins
de
san
té /
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
/ B
uit
en g
lob
aal
beh
eer
OS
SO
M /
DO
SZ
S
ou
s-to
tal /
S
ub
tota
al
Ass
ista
nce
so
cial
e /
So
cial
e b
ijsta
nd
Pen
sio
ns
pu
bliq
ues
/ O
verh
eid
s-p
ensi
oen
en (
a)
Tra
nsf
erts
au
x m
énag
es /
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
TO
TA
L
GÉ
NÉ
RA
L /
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L
Lo
pen
de
uit
gav
en
Pre
stat
ion
s 42
.864
.342
3.99
7.22
026
.676
.586
4.94
0.27
338
2.09
378
.860
.514
3.57
6.86
913
.545
.671
42.5
4296
.025
.596
Pre
stat
ies
En
velo
pp
e b
ien
-êtr
e 17
1.35
221
.782
19
3.13
419
.000
212.
134
Wel
vaar
tsen
velo
pp
e
Fra
is d
e p
aiem
ent
4.15
766
7
530
4.87
7
4.87
7B
etal
ing
sko
sten
Fra
is d
'ad
min
istr
atio
n, d
on
t:
1.24
5.13
110
2.81
899
2.74
880
.734
13.0
832.
434.
513
38
.649
2.
473.
162
Beh
eers
kost
en, w
aarv
an:
Org
anis
mes
cen
trau
x 74
7.45
478
.682
108.
985
81.1
9813
.329
1.02
9.64
8
1.02
9.64
8C
entr
ale
inst
ellin
gen
Ser
vice
s tie
rs
513.
416
25.4
6888
6.19
2
1.
425.
076
1.
425.
076
Die
nste
n de
rden
Éco
nom
ies
-15.
739
-1.3
32-2
.429
-464
-246
-20.
210
-2
0.21
0B
espa
ringe
n
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
993.
339
01.
900.
799
377.
402
1.38
53.
272.
925
3.
272.
925
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
Ch
arg
es d
'inté
rêts
6.
163
35
16.
514
6.
514
Intr
estl
aste
n
Div
ers
2.14
6.89
05.
935
457.
312
302
3.62
62.
614.
065
2.
614.
065
Div
erse
n
Fra
ud
e so
cial
e -8
.370
-15.
930
-2
4.30
0
-24.
300
So
cial
e fr
aud
e
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts
47.4
23.0
044.
112.
492
30.0
27.4
455.
398.
765
400.
538
87.3
62.2
433.
595.
869
13.5
84.3
2042
.542
104.
584.
974
Uit
gav
en v
óó
r o
verd
rach
ten
Tra
nsfe
rts
entr
e ré
gim
es
22.4
13.2
082.
367.
803
4.00
04.
500
24
.789
.512
24
.789
.512
Ove
rdra
chte
n tu
ssen
ste
lsel
s
To
tal d
épen
ses
cou
ran
tes
69.8
36.2
126.
480.
295
30.0
31.4
455.
403.
265
400.
538
112.
151.
754
3.59
5.86
913
.584
.320
42.5
4212
9.37
4.48
5T
ota
al lo
pen
de
uit
gav
en
So
lde
com
pte
s co
ura
nts
-3
58.5
8717
0.60
00
-129
.908
246
-317
.649
00
0-3
17.6
49S
ald
o lo
pen
de
reke
nin
gen
Co
mp
tes
de
cap
ital
G
esti
on
glo
bal
e sa
lari
és /
Glo
baa
l b
ehee
r w
erkn
emer
s
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts /
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en
INA
MI-
So
ins
de
san
té /
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
/ B
uit
en g
lob
aal
beh
eer
OS
SO
M /
DO
SZ
S
ou
s-to
tal /
S
ub
tota
al
Ass
ista
nce
so
cial
e /
So
cial
e b
ijsta
nd
Pen
sio
ns
pu
bliq
ues
/ O
verh
eid
s-p
ensi
oen
en (
a)
Tra
nsf
erts
au
x m
énag
es /
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
TO
TA
L
GÉ
NÉ
RA
L /
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L
Kap
itaa
lrek
enin
gen
Rec
ette
s 0
00
00
00
0O
ntv
ang
sten
Dép
ense
s 62
.944
00
62.9
440
00
62.9
44U
itg
aven
So
lde
com
pte
s d
e ca
pit
al
-62.
944
00
-62.
944
00
0-6
2.94
4S
ald
o k
apit
aalr
eken
ing
en
Rés
ult
at b
ud
gét
aire
-4
21.5
3117
0.60
00
-129
.908
246
-380
.593
00
0-3
80.5
93B
ud
get
tair
res
ult
aat
TA
BLE
AU
I.2
TA
BE
L I.2
(E
n m
illie
rs E
UR
) (s
uite
) (
In d
uize
nd E
UR
) (v
ervo
lg)
Tab
leau
réc
apit
ula
tif
2013
S
amen
vatt
end
e ta
bel
201
3
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
17
2012 2013
Gestion globale - Salariés 21.470.299 22.716.479 Globaal beheer - Werknemers
Budget général des Dépenses 9.864.397 10.728.511 Algemene Uitgavenbegroting
Subventions gestion globale 6.225.238 6.338.841 Toelagen globaal beheer
Subvention de l'État spécifique (1) 3.637.218 4.387.887 Bijzondere staatstoelage (1)
Prépension spéciale - ONP 1.941 1.783 Bijzonder brugpensioen - RVP
À charge des recettes générales de l'État fédéral
11.605.902 11.987.968Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid
Financement alternatif 11.382.333 11.767.753 Alternatieve financiering TVA - Précompte professionnel 9.102.346 9.489.352 Btw - Bedrijfsvoorheffing Précompte mobilier 511.356 617.119 Roerende voorheffing Stock options 93.215 98.584 Stock options Accises tabac 61.829 62.960 Accijnzen tabak Soins de santé 1.435.207 1.319.837 Geneeskundige verzorging Autres 178.381 179.901 Andere
Cotisation spéciale de sécurité sociale 223.568 220.215 Bijzondere bijdrage sociale zekerheid
Gestion globale - Indépendants 2.711.871 2.840.374 Globaal beheer - Zelfstandigen
Budget général des Dépenses 1.757.341 1.865.637 Algemene Uitgavenbegroting
Subvention globale de l'État 1.353.206 1.378.137 Globale staatstoelage
Subvention de l'État spécifique (1) 404.135 487.500 Bijzondere staatstoelage (1)
À charge des recettes générales de l'État fédéral
954.530 974.737Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid
Financement alternatif 954.530 974.737 Alternatieve financiering TVA - Précompte professionnel 729.865 749.598 Btw - Bedrijfsvoorheffing Précompte mobilier 56.817 68.569 Roerende voorheffing Stock options 4.117 4.354 Stock options Accises tabac 15.457 15.740 Accijnzen tabak Soins de santé 143.701 131.933 Geneeskundige verzorging Autres 4.572 4.543 Andere
INAMI - Soins de santé 2.720.265 2.797.263 RIZIV - Geneeskundige verzorging
À charge des recettes générales de l'État fédéral
2.720.265 2.797.263Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid
Financement alternatif 2.720.265 2.797.263 Alternatieve financiering TVA - Précompte professionnel 1.824.842 1.887.833 Btw - Bedrijfsvoorheffing Accises tabac 895.423 909.430 Accijnzen tabak Autres Andere
Hors gestion globale et OSSOM 437.906 466.719 Buiten globaal beheer en DOSZ
Budget général des Dépenses 321.605 324.157 Algemene Uitgavenbegroting Subvention OSSOM 321.605 324.157 Staatstoelage DOSZ
À charge des recettes générales de l'État fédéral
116.301 142.562Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid
Financement alternatif 116.301 142.562 Alternatieve financiering TVA 116.301 142.562 Btw
Total des transferts à la sécurité sociale
27.340.341 28.820.835Totaal overdrachten aan de sociale zekerheid
TABLEAU I.3.1
(En milliers EUR)
(1) 2012: AR du 26 mai 2012.
TABEL I.3.1
Evolutie van de overdrachten ten laste vande begroting van de federale overheid aan
de sociale zekerheid 2012-2013 (In duizend EUR)
Évolution des transferts à charge du budget de l'État fédéral destinés à la
sécurité sociale 2012-2013
(1) 2012: KB van 26 mei 2012.
2013: Dotation visant à assurer l'équilibre en termes SEC. 2013: Dotatie met het oog op het verzekeren van het evenwicht in ESR-termen.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
18
2012 2013
Budget général des Dépenses Algemene Uitgavenbegroting
Assistance sociale (1) 3.484.398 3.595.869 Sociale bijstand (1)
Garantie de revenus aux personnes âgées 456.373 446.846 Inkomensgarantie voor ouderenAllocations aux personnes handicapées
1.870.761 1.892.940 Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
Revenu d'intégration 727.680 752.262 LeefloonSubsides CPAS - loi du 2 avril 1965 429.584 484.821 Toelagen OCMW's - wet van 2 april 1965Enveloppe bien-être 19.000 Welvaartsenveloppe
Pensions secteur public 9.020.825 9.508.049 Pensioenen overheidssector
Autres transferts aux ménages 40.395 42.542 Andere overdrachten aan gezinnen
Prestations familiales 40.395 42.542 Gezinsbijslag
Total autres transferts 12.545.618 13.146.460 Totaal andere overdrachten
Total général transferts 39.885.959 41.967.295 Algemeen totaal overdrachten
(1) De gewaarborgde gezinsbijslag wordt gefinancierd door het globaal beheer voor werknemers.
(1) Les prestations familiales garanties sont financées par la gestion globale des travailleurs salariés.
TABLEAU I.3.2
Évolution des transferts aux ménages à charge du budget
de l'État fédéral 2012-2013 (En milliers EUR)
TABEL I.3.2
Evolutie van de overdrachten aan degezinnen ten laste van de begroting van
de federale overheid 2012-2013 (In duizend EUR)
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
19
CHAPITRE II HOOFDSTUK II
LA GESTION GLOBALE DES TRAVAILLEURS SALARIES
HET GLOBAAL BEHEER VOOR WERKNEMERS
1 Tableaux de 2012 et 2013 1 Tabellen voor 2012 en 2013
Méthodologie Methodologie
Les tableaux de la sécurité sociale des travailleurs salariés reprennent les branches du régime général des travailleurs salariés, des mineurs et des marins qui sont financées par la gestion globale.
De tabellen van de sociale zekerheid voor werknemers behelzen de takken van het algemene stelsel voor werknemers, mijnwerkers en zeelieden, die gefinancierd worden door het globaal beheer.
Les tableaux II.1 et II.2 présentent une consolidation des recettes et des dépenses des organismes prestataires (hormis INAMI-Soins de santé) et de l’ONSS-Gestion globale.
In tabellen II.1 en II.2 wordt een consolidatie van de ontvangsten en uitgaven van de uitkeringsinstellingen (RIZIV-Geneeskundige verzorging uitgezonderd) en van het RSZ-Globaal beheer voorgesteld.
Dans la colonne ONSS-Gestion globale, on retrouve, en plus des recettes propres de l’ONSS, les recettes qui sont transférées par la CSPM et l’ONSSAPL à la gestion globale.
De kolom RSZ-Globaal beheer vermeldt bovenop de eigen ontvangsten van de RSZ ook de ontvangsten die door de HVKZ en de RSZPPO worden overgedragen aan het globaal beheer.
Le total des recettes courantes et le total des dépenses courantes sont significatifs pour chaque branche prise séparément. Par contre, au niveau consolidé, les montants significatifs sont ceux du total des recettes propres et du total des dépenses avant transferts. C’est pourquoi, on a isolé les transferts entre branches au sein de la gestion globale afin d’éviter de comptabiliser deux fois une recette dans le total consolidé.
De totale lopende ontvangsten en de totale lopende uitgaven zijn kenmerkend voor elke tak apart. Op het geconsolideerde niveau daarentegen zijn de kenmerkende bedragen de totale eigen ontvangsten en de totale uitgaven vóór de overdrachten. De overdrachten tussen de takken binnen het globaal beheer werden aldus afzonderlijk beschouwd om te voorkomen dat een ontvangst tweemaal in het geconsolideerde totaal zou worden geboekt.
Le transfert de l’ONSS-gestion globale vers les organismes prestataires représente les besoins à financer des branches. Le financement des soins de santé à charge du régime des travailleurs salariés apparaît dans la rubrique « Transferts externes » de l’ONSS-Gestion globale.
De overdracht van het RSZ-Globaal beheer naar de uitkeringsinstellingen vertegenwoordigt de te financieren behoeften van de takken. De financiering van de geneeskundige verzorging ten laste van het stelsel van de werknemers komt tevoorschijn in de rubriek “Externe overdrachten” van het RSZ-Globaal beheer.
Les réductions de cotisations sociales (ONSS) sont reprises dans le tableau II.3.
De socialebijdrageverminderingen (RSZ) worden opgenomen in tabel II.3.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
21
Re
ce
tte
s c
ou
ran
tes
INA
MI-
Ind
/ R
IZIV
-Uit
O
NP
/R
VP
O
NA
FT
S /
RK
W
FA
T /
FA
O
FM
P /
FB
Z
ON
Em
/R
VA
M
in-I
nv
/M
ijnw
-In
v M
arin
s /
Zee
lied
en
So
us-
tota
l /S
ub
tota
al
ON
SS
-GF
G /
RS
Z-G
FB
T
OT
AL
/T
OT
AA
LL
op
en
de
on
tva
ng
ste
n
Co
tisa
tio
ns
400
32.6
3466
.861
12.8
72
230
112.
997
43.1
88.9
7143
.301
.968
Bijd
rag
en
Cot
isat
ions
ord
inai
res
(1)(
2)
19
5
19
541
.017
.066
41.0
17.2
61G
ewon
e bi
jdra
gen
(1)(
2)
Cot
isat
ions
spé
cifiq
ues
(2)
400
32.6
3466
.861
12.6
77
230
112.
802
2.05
8.70
12.
171.
503
Spe
cifie
ke b
ijdra
gen
(2)
Mes
ures
de
gouv
erne
men
t
113.
204
113.
204
Reg
erin
gsm
aatr
egel
en
Su
bve
nti
on
s d
e l'É
tat
21
3
21
39.
862.
243
9.86
2.45
6S
taat
sto
elag
en
Dan
s le
s pr
esta
tions
213
213
6.22
5.02
56.
225.
238
In d
e pr
esta
ties
Équ
ilibr
e sé
curit
é so
cial
e (3
)
3.63
7.21
83.
637.
218
Eve
nwic
ht s
ocia
le z
eker
heid
(3)
Fin
ance
men
t al
tern
atif
2.77
8
2.
778
11.3
79.5
5511
.382
.333
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
TV
A
2.
778
2.77
89.
099.
568
9.10
2.34
6B
tw
Pré
com
pte
mob
ilier
511.
356
511.
356
Roe
rend
e vo
orhe
ffing
Sto
ck o
ptio
ns
93
.215
93.2
15S
tock
opt
ions
Acc
ises
taba
c
61.8
2961
.829
Acc
ijnze
n ta
bak
Soi
ns d
e sa
nté
1.
435.
207
1.43
5.20
7G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
Aut
res
17
8.38
117
8.38
1A
nder
e
Rec
ette
s af
fect
ées
130.
844
52.1
00
200
48
183.
192
1.19
2.05
81.
375.
249
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
1.
924
31
5.51
3
236.
667
77
255
4.87
710
.600
565.
477
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
Fon
ds p
our
l'ave
nir
4.
500
4.50
0T
oeko
mst
fond
s
Aut
res
1.92
431
5.51
323
6.66
777
255
4.87
76.
100
560.
977
And
ere
Rev
enu
s d
e p
lace
men
ts
120
1.69
220
3669
01.
000
77
3.63
521
6.89
622
0.53
1O
pb
ren
gst
en b
eleg
gin
gen
Div
ers
7.94
716
.002
416.
429
10.0
48
140.
265
2551
359
1.22
975
.988
667.
217
Div
erse
n
Rec
ette
s p
rop
res
139.
311
104.
565
483.
310
338.
469
690
380.
910
251.
640
1.44
8.92
065
.926
.310
67.3
75.2
30E
igen
on
tvan
gst
en
ON
SS
-GF
G
6.03
6.32
520
.759
.854
4.63
6.61
720
9.36
232
2.26
211
.634
.534
2.65
812
.471
43.6
14.0
83
43.6
14.0
83R
SZ
-GF
B
Aut
res
bran
ches
31
31
286.
073
286.
104
And
ere
takk
en
Tra
nsf
erts
inte
rnes
6.
036.
325
20.7
59.8
854.
636.
617
209.
362
322.
262
11.6
34.5
342.
658
12.4
7143
.614
.114
286.
073
43.9
00.1
87In
tern
e o
verd
rach
ten
To
tal r
ecet
tes
cou
ran
tes
6.17
5.63
620
.864
.450
5.11
9.92
754
7.83
232
2.95
212
.015
.444
2.68
314
.111
45.0
63.0
3466
.212
.383
111.
275.
417
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
(1)
Y c
ompr
is,
mod
érat
ion
sala
riale
. (1
) Lo
onm
atig
ing
inbe
gre
pen.
(3)
KB
van
26
mei
201
2.
TA
BLE
AU
II.1
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eu
rs s
alar
iés
2012
(h
orm
is s
oin
s d
e sa
nté
) (
En
mill
iers
EU
R)
(ada
ptat
ion
nove
mbr
e 20
12)
(2)
Y c
ompr
is m
esur
es d
u g
ouve
rnem
ent
"bud
get
initi
al".
(3)
AR
du
26 m
ai 2
012.
TA
BE
L II
.1
(In
dui
zend
EU
R)
(aan
pass
ing
nove
mbe
r 20
12)
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r w
erkn
emer
s 20
12(g
en
ee
sk
un
dig
e v
erzo
rgin
g u
itg
ezo
nd
erd
)
(2)
Reg
erin
gsm
aatr
egel
en "
initi
ële
beg
rotin
g"
inbe
gre
pen.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
22
Dé
pe
ns
es
co
ura
nte
s IN
AM
I-In
d /
RIZ
IV-U
it
ON
P /
RV
P
ON
AF
TS
/R
KW
F
AT
/F
AO
F
MP
/F
BZ
O
NE
m /
RV
A
Min
-In
v /
Mijn
w-I
nv
Mar
ins
/Z
eelie
den
S
ou
s-to
tal /
Su
bto
taal
O
NS
S-G
FG
/ R
SZ
-GF
B
TO
TA
L /
TO
TA
AL
Lo
pe
nd
e u
itg
ave
n
Pre
stat
ion
s 5.
927.
419
20.5
89.2
044.
534.
901
200.
280
284.
733
9.85
2.27
72.
019
11.1
1341
.401
.945
41
.401
.945
Pre
stat
ies
Fra
is d
e p
aiem
ent
3.
354
758
028
8
14.
149
4.
149
Bet
alin
gsk
ost
en
Fra
is d
'ad
min
istr
atio
n
216.
762
142.
207
169.
139
20.1
3929
.599
465.
606
613
2.24
61.
046.
311
160.
948
1.20
7.25
9B
ehee
rsko
sten
Org
anis
mes
cen
trau
x 19
.240
137.
081
67.9
4320
.139
29.5
9926
8.92
261
32.
246
545.
783
160.
948
706.
731
Cen
tral
e in
stel
linge
n
Ser
vice
s tie
rs
197.
522
5.12
610
1.19
6
19
6.68
4
50
0.52
8
500.
528
Die
nste
n de
rden
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
12
0.95
096
130
.787
36
.882
33
189.
613
22.4
25.4
4822
.615
.061
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
INA
MI-
Soi
ns d
e sa
nté
21
.608
.515
21.6
08.5
15R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
Aut
res
12
0.95
096
130
.787
36
.882
33
189.
613
816.
933
1.00
6.54
6A
nder
e
Ch
arg
es d
'inté
rêts
61
61
6.55
56.
616
Intr
estl
aste
n
Div
ers
(4)
31.4
558.
700
414.
168
10.5
528.
592
1.65
9.83
012
718
2.13
4.02
7
2.13
4.02
7D
iver
sen
(4)
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts
inte
rnes
6.
175.
636
20.8
64.4
155.
119.
927
261.
759
322.
952
12.0
14.6
562.
652
14.1
1144
.776
.107
22.5
92.9
5167
.369
.058
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
ON
SS
-GF
G
28
6.07
3
28
6.07
3
286.
073
RS
Z-G
FB
A
utre
s br
anch
es
31
3143
.614
.083
43.6
14.1
14A
nder
e ta
kken
Tra
nsf
erts
inte
rnes
286.
073
31
286.
104
43.6
14.0
8343
.900
.187
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
To
tal d
épen
ses
cou
ran
tes
6.17
5.63
620
.864
.415
5.11
9.92
754
7.83
232
2.95
212
.014
.656
2.68
314
.111
45.0
62.2
1166
.207
.034
111.
269.
245
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
So
lde
com
pte
s co
ura
nts
0
350
00
788
00
823
5.34
96.
172
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
Co
mp
tes
de
ca
pit
al
INA
MI-
Ind
/ R
IZIV
-Uit
O
NP
/R
VP
O
NA
FT
S /
RK
W
FA
T /
FA
O
FM
P /
FB
Z
ON
Em
/R
VA
M
in-I
nv
/M
ijnw
-In
v M
arin
s /
Zee
lied
en
So
us-
tota
l /S
ub
tota
al
ON
SS
-GF
G /
RS
Z-G
FB
T
OT
AL
/T
OT
AA
LK
ap
ita
alr
ek
en
ing
en
Rec
ette
s
00
On
tvan
gst
en
Dép
ense
s
788
788
62.1
3362
.921
Uit
gav
en
So
lde
com
pte
s d
e ca
pit
al
-7
88
-7
88-6
2.13
3-6
2.92
1S
ald
o k
apit
aalr
eken
ing
en
Rés
ult
at b
ud
gét
aire
0
350
00
00
035
-56.
784
-56.
749
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t
(4)
Don
t 1
615
233
mill
iers
EU
R d
e dé
pens
es t
itres
-ser
vice
s.
(4)
Waa
rvan
1 6
15 2
33 d
uize
nd E
UR
uitg
aven
die
nste
nche
que
s. T
AB
EL
II.1
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r w
erkn
emer
s 20
12(g
en
ee
sk
un
dig
e v
erzo
rgin
g u
itg
ezo
nd
erd
)
TA
BLE
AU
II.1
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eu
rs s
alar
iés
2012
(h
orm
is s
oin
s d
e sa
nté
) (
In d
uize
nd E
UR
) (a
anpa
ssin
g no
vem
ber
2012
) (v
ervo
lg)
(E
n m
illie
rs E
UR
) (a
dapt
atio
n no
vem
bre
2012
) (s
uite
)
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
23
Re
ce
tte
s c
ou
ran
tes
INA
MI-
Ind
/ R
IZIV
-Uit
O
NP
/R
VP
O
NA
FT
S /
RK
W
FA
T /
FA
O
FM
P /
FB
Z
ON
Em
/R
VA
M
in-I
nv
/M
ijnw
-In
v M
arin
s /
Zee
lied
en
So
us-
tota
l /S
ub
tota
al
ON
SS
-GF
G /
RS
Z-G
FB
T
OT
AL
/T
OT
AA
LL
op
en
de
on
tva
ng
ste
n
Co
tisa
tio
ns
400
31.0
8548
.434
13.2
85
230
93.4
3443
.994
.546
44.0
87.9
80B
ijdra
gen
Cot
isat
ions
ord
inai
res (
1)(
2)
18
5
18
541
.796
.635
41.7
96.8
20G
ewon
e bi
jdra
gen
(1)(
2)
Cot
isat
ions
spé
cifiq
ues
(2)
400
31.0
8548
.434
13.1
00
230
93.2
492.
046.
973
2.14
0.22
2S
peci
fieke
bijd
rage
n (2
)
Mes
ures
de
gouv
erne
men
t
150.
938
150.
938
Reg
erin
gsm
aatr
egel
en
Su
bve
nti
on
s d
e l'É
tat
17
2
17
210
.726
.556
10.7
26.7
28S
taat
sto
elag
en
Dan
s le
s pr
esta
tions
172
172
6.33
8.66
96.
338.
841
In d
e pr
esta
ties
Équ
ilibr
e sé
curit
é so
cial
e (3
)
4.38
7.88
74.
387.
887
Eve
nwic
ht s
ocia
le z
eker
heid
(3)
Fin
ance
men
t al
tern
atif
2.82
9
2.
829
11.7
64.9
2411
.767
.753
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
TV
A
2.
829
2.82
99.
486.
523
9.48
9.35
2B
tw
Pré
com
pte
mob
ilier
617.
119
617.
119
Roe
rend
e vo
orhe
ffing
Sto
ck o
ptio
ns
98
.584
98.5
84S
tock
opt
ions
Acc
ises
taba
c
62.9
6062
.960
Acc
ijnze
n ta
bak
Soi
ns d
e sa
nté
1.
319.
837
1.31
9.83
7G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
Aut
res
17
9.90
117
9.90
1A
nder
e
Rec
ette
s af
fect
ées
133.
759
53.8
45
200
48
187.
852
1.20
9.84
91.
397.
701
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
1.
783
29
9.93
4
235.
441
78
853
7.94
63.
600
541.
546
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
Fon
ds p
our
l'ave
nir
3.
600
3.60
0T
oeko
mst
fond
s
Aut
res
1.78
329
9.93
423
5.44
178
853
7.94
653
7.94
6A
nder
e
Rev
enu
s d
e p
lace
men
ts
120
1.52
820
169
01.
000
33
3.39
223
1.02
123
4.41
3O
pb
ren
gst
en b
eleg
gin
gen
Div
ers
8.53
82
428.
041
7.39
5
137.
884
2342
958
2.31
376
.933
659.
245
Div
erse
n
Fra
ud
e so
cial
e
62
.258
So
cial
e fr
aud
e
Rec
ette
s p
rop
res
142.
817
88.4
1547
6.49
532
0.61
669
037
7.35
423
1.52
81.
407.
937
68.0
07.4
3069
.477
.625
Eig
en o
ntv
ang
sten
ON
SS
-GF
G
6.39
9.27
321
.786
.738
4.80
4.20
024
1.95
830
4.43
911
.671
.144
2.48
121
.470
45.2
31.7
02
45.1
45.3
35R
SZ
-GF
B
Aut
res
bran
ches
29
29
295.
011
295.
040
And
ere
takk
en
Tra
nsf
erts
inte
rnes
6.
399.
273
21.7
86.7
674.
804.
200
241.
958
304.
439
11.6
71.1
442.
481
21.4
7045
.231
.731
295.
011
45.4
40.3
75In
tern
e o
verd
rach
ten
To
tal r
ecet
tes
cou
ran
tes
6.54
2.09
021
.875
.182
5.28
0.69
556
2.57
330
5.12
812
.048
.498
2.50
422
.998
46.6
39.6
6868
.302
.441
114.
918.
000
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
(1)
Y c
ompr
is,
mod
érat
ion
sala
riale
. (1
) Lo
onm
atig
ing
inbe
gre
pen.
TA
BE
L II
.2
(In
dui
zend
EU
R)
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r w
erkn
emer
s 20
13(g
en
ee
sk
un
dig
e v
erzo
rgin
g u
itg
ezo
nd
erd
)
(2)
Reg
erin
gsm
aatr
egel
en "
initi
ële
beg
rotin
g"
inbe
gre
pen.
TA
BLE
AU
II.2
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eu
rs s
alar
iés
2013
(h
orm
is s
oin
s d
e sa
nté
) (
En
mill
iers
EU
R)
(2)
Y c
ompr
is m
esur
es d
u g
ouve
rnem
ent
"bud
get
initi
al".
(3)
Mon
tant
pro
viso
ire e
n at
tend
ant
une
déci
sion
déf
initi
ve s
ur le
fin
ance
men
t al
tern
atif
du b
onus
à l'
empl
oi.
(3
) V
oorlo
pig
bed
rag
in a
fwac
htin
g v
an e
en d
efin
itiev
e be
slis
sing
ove
r de
alte
rnat
ieve
fin
anci
erin
g v
an d
e w
erkb
onus
.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
24
Dé
pe
ns
es
co
ura
nte
s IN
AM
I-In
d /
RIZ
IV-U
it
ON
P /
RV
P
ON
AF
TS
/R
KW
F
AT
/F
AO
F
MP
/F
BZ
O
NE
m /
RV
A
Min
-In
v /
Mijn
w-I
nv
Mar
ins
/Z
eelie
den
S
ou
s-to
tal /
Su
bto
taal
O
NS
S-G
FG
/ R
SZ
-GF
B
TO
TA
L /
TO
TA
AL
Lo
pe
nd
e u
itg
ave
n
Pre
stat
ion
s 6.
291.
609
21.5
61.0
314.
684.
275
204.
762
266.
490
9.84
2.68
41.
868
11.6
2442
.864
.342
42
.864
.342
Pre
stat
ies
En
velo
pp
e b
ien
-êtr
e
10.8
70
10
.870
160.
482
171.
352
Wel
vaar
tsen
velo
pp
e
Fra
is d
e p
aiem
ent
3.
363
758
028
7
14.
157
4.
157
Bet
alin
gsk
ost
en
Fra
is d
'ad
min
istr
atio
n
218.
063
147.
723
168.
159
20.6
5730
.491
498.
344
589
10.6
081.
094.
634
166.
236
1.24
5.13
1B
ehee
rsko
sten
Org
anis
mes
cen
trau
x 20
.490
142.
597
66.0
1620
.657
30.4
9128
9.77
058
910
.608
581.
218
166.
236
747.
454
Cen
tral
e in
stel
linge
n
Ser
vice
s tie
rs
197.
573
5.12
610
2.14
3
20
8.57
4
51
3.41
6
513.
416
Die
nste
n de
rden
Éco
nom
ies
-15.
739
Bes
parin
gen
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
14
2.46
096
734
.810
44
.581
33
222.
851
23.1
83.6
9623
.406
.547
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
INA
MI-
Soi
ns d
e sa
nté
22
.353
.723
22.3
53.7
23R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
Aut
res
14
2.46
096
734
.810
44
.581
33
222.
851
829.
973
1.05
2.82
4A
nder
e
Ch
arg
es d
'inté
rêts
38
38
6.12
56.
163
Intr
estl
aste
n
Div
ers
(4)
32.4
189.
700
426.
536
7.33
28.
120
1.66
2.04
011
733
2.14
6.89
0
2.14
6.89
0D
iver
sen
(4)
Fra
ud
e so
cial
e
-8
.370
So
cial
e fr
aud
e
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts
inte
rnes
6.
542.
090
21.8
75.1
475.
280.
695
267.
562
305.
128
12.0
47.6
872.
475
22.9
9846
.343
.782
23.5
16.5
3969
.836
.212
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
ON
SS
-GF
G
29
5.01
1
29
5.01
1
295.
011
RS
Z-G
FB
A
utre
s br
anch
es
29
2945
.145
.335
45.1
45.3
64A
nder
e ta
kken
Tra
nsf
erts
inte
rnes
295.
011
29
295.
040
45.1
45.3
3545
.440
.375
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
To
tal d
épen
ses
cou
ran
tes
6.54
2.09
021
.875
.147
5.28
0.69
556
2.57
330
5.12
812
.047
.687
2.50
422
.998
46.6
38.8
2268
.661
.874
115.
276.
587
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
So
lde
com
pte
s co
ura
nts
0
350
00
811
00
846
-359
.433
-358
.587
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
Co
mp
tes
de
ca
pit
al
INA
MI-
Ind
/ R
IZIV
-Uit
O
NP
/R
VP
O
NA
FT
S /
RK
W
FA
T /
FA
O
FM
P /
FB
Z
ON
Em
/R
VA
M
in-I
nv
/M
ijnw
-In
v M
arin
s /
Zee
lied
en
So
us-
tota
l /S
ub
tota
al
ON
SS
-GF
G /
RS
Z-G
FB
T
OT
AL
/T
OT
AA
LK
ap
ita
alr
ek
en
ing
en
Rec
ette
s
00
On
tvan
gst
en
Dép
ense
s
811
811
62.1
3362
.944
Uit
gav
en
So
lde
com
pte
s d
e ca
pit
al
-8
11
-8
11-6
2.13
3-6
2.94
4S
ald
o k
apit
aalr
eken
ing
en
Rés
ult
at b
ud
gét
aire
0
350
00
00
035
-421
.566
-421
.531
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t
(4)
Don
t 1
615
309
mill
iers
EU
R d
e dé
pens
es t
itres
-ser
vice
s.
(4)
Waa
rvan
1 6
15 3
09 d
uize
nd E
UR
uitg
aven
die
nste
nche
que
s. T
AB
EL
II.2
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r w
erkn
emer
s 20
13(g
en
ee
sk
un
dig
e v
erzo
rgin
g u
itg
ezo
nd
erd
)
TA
BLE
AU
II.2
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eu
rs s
alar
iés
2013
(h
orm
is s
oin
s d
e sa
nté
) (
In d
uize
nd E
UR
) (v
ervo
lg)
(E
n m
illie
rs E
UR
) (s
uite
)
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
25
2 Commentaire sur la situation financière de 2012 et 2013
2 Commentaar bij de financiële toestand van 2012 en 2013
Selon le budget économique de l’ICN de septembre 2012, la croissance du PIB en termes réels atteignait -0,1 % pour 2012. Pour 2013, le taux de croissance du PIB est estimé à 0,7 %.
Volgens de economische begroting van het INR van september 2012 werd de groei van het bbp in 2012 in reële termen op -0,1 % geraamd. Voor 2013 wordt de groei van het bbp op 0,7 % geraamd.
Le taux de croissance de l’indice santé diminuerait de 2,7 % en 2012 à 1,9 % en 2013. L'indice pivot (119,62) a été atteint en janvier 2012 (adaptation des prestations sociales en février 2012 et des traitements en mars 2012). L’indice pivot suivant (120,01) a été dépassé en novembre 2012 (adaptation des prestations sociales en décembre 2012 et des traitements en janvier 2013).
De groeivoet van de gezondheidsindex zou verzwakken van 2,7 % in 2012 tot 1,9 % in 2013. De spilindex (119,62) werd bereikt in januari 2012 (aanpassing sociale prestaties in februari 2012 en wedden in maart 2012). De volgende spilindex (120,01) werd in november 2012 overschreden (aanpassing sociale prestaties in december 2012 en wedden in januari 2013).
Dans le rapport au gouvernement, l’ONSS est parti des hypothèses suivantes pour la masse salariale du secteur privé :
De RSZ is in het verslag aan de regering uitgegaan van de volgende hypothesen voor de loonmassa van de privésector:
2013
Contrôlebudgétaire /Begrotings-
controle
Adaptation novembre 2012 /
Aanpassing november 2012
(*)
Budget initial /Initiële
begroting (*)
PIB en volume 0,10 % -0,10 % 0,70 % Bbp in volume
Masse salariale 3,05 % 2,82 % 3,08 % Loonmassa
Indexation Indexering
Hausse réelle des salaires Reële loonstijging
Emploi (ETP) -0,35 % -0,16 % 0,53 % Tewerkstelling (VTE)
Extension champ d'application Uitbreiding toepassingsgebied
Source: ONSS Bron: RSZ
2012
(*) Les chiffres sont basés sur le budget économique de septembre 2012.
(*) De cijfers zijn gebaseerd op de economische begroting van september 2012.
3,40 % 2,98 % 2,55 %
2012 2012
Le solde global s’élève à -56.749 milliers EUR par rapport à -217.072 milliers EUR lors de la dernière estimation en mars 2012. Cette augmentation est le résultat d’une augmentation des recettes de 436.962 milliers EUR, et d’une augmentation des dépenses de 276.639 milliers EUR.
Het globale saldo bedraagt -56.749 duizend EUR in vergelijking met -217.072 duizend EUR bij de laatste raming in maart 2012. Deze stijging is het resultaat van een stijging van de ontvangsten met 436.962 duizend EUR en een stijging van de uitgaven met 276.639 duizend EUR.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
26
Recettes Ontvangsten
Le total des cotisations à l’ONSS augmente de 379.634 milliers EUR par rapport à la dernière estimation en mars 2012.
Het totaal van de bijdragen voor de RSZ stijgt met 379.634 duizend EUR ten opzichte van de laatste raming in maart 2012.
La subvention ordinaire de l’État s’élève à 6.225.238 milliers EUR. La dotation d’équilibre a été fixée à 3.637.218 milliers EUR.
De gewone staatstoelage bedraagt 6.225.238 duizend EUR. De evenwichtsdotatie werd bepaald op 3.637.218 duizend EUR.
Le financement alternatif augmente de 43.120 milliers EUR par rapport à la dernière estimation en mars 2012, et ce pour les raisons principales suivantes:
De alternatieve financiering stijgt met 43.120 duizend EUR ten opzichte van de laatste raming in maart 2012 omwille van voornamelijk de volgende redenen:
le montant de base des recettes de TVA affecté aux travailleurs salariés diminue de 28.505 milliers EUR suite à une révision à la baisse des recettes de TVA ;
het basisbedrag van de btw-ontvangsten toegewezen aan de werknemers daalt met 28.505 duizend EUR ten gevolge van een neerwaartse herziening van de btw-ontvangsten;
le montant destiné au financement des soins de santé augmente de 109.509 milliers EUR, principalement suite au règlement d’un contentieux en biologie clinique.
het bedrag bestemd voor de financiering van de geneeskundige verzorging stijgt met 109.509 duizend EUR, voornamelijk ten gevolge van een geschil binnen de klinische biologie.
Les recettes affectées à l’ONSS sont inférieures de 10.805 milliers EUR par rapport à la dernière estimation.
De toegewezen ontvangsten binnen de RSZ liggen 10.805 duizend EUR lager dan bij de laatste raming.
Un versement de 5.000 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé a eu lieu en 2012. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.
Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging is een storting van 5.000 duizend EUR gebeurd in 2012. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.
Les revenus de placement de l’ONSS atteignent 216.896 milliers EUR.
De opbrengsten uit beleggingen binnen de RSZ bedragen 216.896 duizend EUR.
Dépenses Uitgaven
Les prestations sociales augmentent de 168.046 milliers EUR par rapport à la dernière estimation en mars 2012 pour atteindre 41.401.945 milliers EUR.
De sociale prestaties stijgen met 168.046 duizend EUR ten opzichte van de laatste raming in maart 2012 tot 41.401.945 duizend EUR.
Par rapport à la dernière estimation, le transfert vers les soins de santé augmente de 74.304 milliers EUR pour atteindre 21.608.515 milliers EUR.
De overdracht naar de geneeskundige verzorging stijgt met 74.304 duizend EUR ten opzichte van de laatste raming tot 21.608.515 duizend EUR.
Les dépenses diverses s’élèvent à 2.134.027 milliers EUR.
De diverse uitgaven bedragen 2.134.027 duizend EUR.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
27
Résultat Resultaat
Les transferts aux branches, à l’exclusion des soins de santé, s’élèvent pour 2012 à 43.614.083 milliers EUR. Comme les recettes nettes de l’ONSS-Gestion globale (déduction faite des dépenses propres de l’ONSS et du transfert vers les soins de santé) s’élèvent 43.619.432 milliers EUR, le solde de l’ONSS-Gestion globale est de 5.349 milliers EUR en 2012.
De overdrachten naar de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, bedragen voor 2012 43.614.083 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdracht naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 43.619.432 duizend EUR bedragen, is het saldo van het RSZ-Globaal beheer 5.349 duizend EUR in 2012.
2013 2013
Recettes Ontvangsten
Le total des recettes courantes propres s’élève à 69.477.625 milliers EUR, soit une augmentation de 3,12 % par rapport à 2012.
De eigen lopende ontvangsten bedragen 69.477.625 duizend EUR, hetzij een stijging van 3,12 % ten opzichte van 2012.
Outre l’évolution de la masse salariale, les cotisations sociales sont influencées par les décisions suivantes :
Behalve door de evolutie van de loonmassa, worden de bijdragenontvangsten beïnvloed door volgende beslissingen:
En concertation avec les secteurs concernés, l’ONSS percevra désormais les primes et les cotisations de sécurité sociale de 8,86 % pour la pension complémentaire sectorielle au nom de l’organisateur sectoriel. Le produit de cette mesure se chiffre à 1.000 milliers EUR à partir de 2013 ;
In overleg met de betrokken sectoren, zal de RSZ voortaan de premies en de 8,86 % socialezekerheidsbijdragen voor het sectoraal aanvullend pensioen innen namens de sectorale inrichter. De opbrengst van deze maatregel bedraagt 1.000 duizend EUR vanaf 2013;
À partir du 1er janvier 2013, le plafond du montant pouvant être assimilé à des avantages non-récurrents liés aux résultats sera relevé à 3.100 EUR et ces avantages feront désormais l’objet d’une cotisation personnelle de solidarité de 13,07 %. Le rendement de cette mesure est de 53.300 milliers EUR à partir de 2013 ;
Het maximumbedrag dat als niet-recurrent resultaatsgebonden voordeel kan worden toegekend, wordt opgetrokken tot 3.100 EUR en dit voordeel zal vanaf 1 januari 2013 het voorwerp uitmaken van een persoonlijke solidariteitsbijdrage van 13,07 %. De opbrengst van deze maatregel bedraagt 53.300 duizend EUR vanaf 2013;
Dans le cadre de la régularisation sociale (législation sur le blanchiment), une recette supplémentaire de 25.000 milliers EUR de cotisations sociales est attendue. Celle-ci a provisoirement été comptabilisée dans les corrections SEC ;
In het kader van de sociale regularisatie (wetgeving tegen het witwassen), is een bijkomende ontvangst van 25.000 duizend EUR aan bijdragen verwacht. Dit is voorlopig geboekt als een ESR-correctie;
Dans le cadre de la relance économique et de l’accord interprofessionnel, une réduction des charges sociales pour un montant total de 300.000 milliers EUR est prévue en 2013 (de ce montant, 225.000 milliers EUR ont été impactés dans les recettes de cotisations de l’ONSS échues en 2013 et 75.000 milliers EUR ont été impactés dans les corrections SEC).
In het kader van de economische relance en het interprofessioneel akkoord is een vermindering van de sociale lasten ten belope van 300.000 duizend EUR voorzien in 2013 (van dit bedrag heeft 225.000 duizend EUR een impact op de bijdragenontvangsten van 2013 en 75.000 duizend EUR zijn opgenomen als ESR-correcties).
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
28
Le relèvement du précompte mobilier à 25 % entraine une augmentation du financement alternatif versé à l’ONSS de 72.757 milliers EUR.
De verhoging van de roerende voorheffing naar 25% leidt tot een verhoging van de alternatieve financiering doorgestort naar de RSZ met 72.757 duizend EUR.
Afin d’assurer l’équilibre financier de la sécurité sociale et garantir la continuité des paiements des prestations sociales, outre les réformes structurelles initiées dans les différents secteurs, on prévoit aussi le versement d’une dotation complémentaire aux financements existants (comme en 2011 et en 2012). Cette dotation est calculée de telle sorte que la sécurité sociale n’ait ni surplus ni déficit au total de ses comptes SEC. Celle-ci n’affecte pas le solde SEC de l’entité I pris dans son ensemble. Elle est répartie entre l’ONSS-Gestion globale et l’INASTI selon une clef 90-10. Pour 2013, le montant attribué à l’ONSS-Gestion globale s’élève à 4.387.900 milliers EUR.
Teneinde het financiële evenwicht van de sociale zekerheid te verzekeren en de continuïteit van de betalingen van de sociale prestaties te garanderen, zijn verschillende structurele hervormingen binnen verschillende takken geïnitieerd, maar is er (zoals in 2011 en 2012) ook in een bijkomende dotatie voor de bestaande financiering voorzien. Deze dotatie is op die manier berekend zodat de sociale zekerheid geen overschotten of tekorten op het totaal van haar ESR-rekeningen zou hebben. Dit tast het ESR-saldo van de in zijn geheel genomen entiteit I niet aan. Deze dotatie is verdeeld over het RSZ-Globaal beheer en het RSVZ-Globaal beheer volgens een 90-10-verdeelsleutel. Het aan de RSZ-Globaal beheer toegekende bedrag bedraagt 4.387.900 duizend EUR in 2013.
Une série de mesures visant à lutter contre la fraude sociale a été décidée. L’impact global en sécurité sociale se chiffre pour 2013 à 97.527 milliers EUR. On estime provisoirement à 70.628 milliers EUR le montant qui relève du régime des travailleurs salariés. Il a été impacté dans les tableaux, d’une part, en recettes (cotisations et récupérations de prestations indues) pour 62.528 milliers EUR et, d’autre part, en diminution des dépenses pour 8.370 milliers EUR. Les mesures portent sur :
In de strijd tegen de sociale fraude zijn een reeks maatregelen genomen. De globale impact op de sociale zekerheid bedraagt in 2013 97.527 duizend EUR. Het bedrag voor het stelsel van de werknemers wordt voorlopig geraamd op 70.628 duizend EUR. Dit werd opgenomen in de tabellen, enerzijds bij de ontvangsten (bijdragen en terugvorderingen onterecht toegekende prestaties) voor 62.528 duizend EUR en anderzijds als een vermindering van de uitgaven met 8.370 duizend EUR. De maatregelen hebben betrekking op:
La responsabilisation des organismes assureurs en matière de récupération de montants indus ;
De responsabilisering van de verzekerings-instellingen voor de terugvordering van onverschuldigde bedragen;
L’échange de données entre l’ONEm et l’INASTI ;
De gegevensuitwisseling tussen RVA en RSVZ;
Le contrôle à postériori des fluctuations anormales de rémunérations par l’ONSS ;
Een a posteriori controle door de RSZ van abnormale schommelingen van het loon;
La mise en œuvre des responsabilités solidaires au sein de l’ONSS et l’enregistrement des présences sur chantier ;
De implementatie van de hoofdelijke aansprakelijkheid bij de RSZ en de aanwezigheidsregistratie op werven;
Une meilleure perception par l’ONSS auprès des sociétés titres-services via la contrainte ;
Een betere inning door de RSZ bij dienstencheque-ondernemingen via een dwangbevel;
Le respect des délais de traitement des rapports des inspections sociales ;
Het respecteren van de behandelingstermijnen van de verslagen van de sociale inspectiediensten;
Le renforcement de la Direction des Amendes administratives ;
De versterking van de Directie administratieve geldboeten;
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
29
L’extension de l’inspection de l’ONEm;
Een uitbreiding van de inspectie van de RVA;
La lutte contre les adresses fictives ; De strijd tegen fictieve adressen;
La transposition du principe de prescription de la récupération d’allocations reçues indûment ;
Transponering van het verjaringsprincipe van de terugvordering van onterecht ontvangen uitkeringen;
La lutte contre le cumul illégitime d’une allocation de chômage et d’une allocation maladie-invalidité ;
De strijd tegen de illegale cumul van een werkloosheidsuitkering en een ziekte- en invaliditeitsuitkering;
La lutte contre la fraude au détachement ; Bestrijding van detacheringsfraude ;
L’extension de la troisième voie au sein de l’ONSS ;
De uitbreiding van de derde weg bij RSZ ;
Des mesures visant à lutter contre le contournement de la loi et contre la fraude à la loi en droit social ;
Maatregelen ter bestrijding van wetsontwijking en –ontduiking in het sociaal recht ;
La responsabilité des médecins traitants et des médecins conseils ;
Responsabilisering behandelende en adviserend geneesheren;
La lutte contre la fraude aux allocations et aux cotisations via les indemnités de rupture ;
Bestrijding van uitkerings- en bijdragefraude met beëindingsvergoedingen;
Un bonus octroyé aux organismes de paiement de l’assurance chômage pour la recherche et la détection de cas de fraude.
Een bonus voor de opsporing en detectie van fraude door de uitbetalingsinstellingen van de werkloosheidsverzekering.
Dépenses Uitgaven
Le total des dépenses courantes avant transferts internes s’élève à 69.836.212 milliers EUR, soit une augmentation de 3,68 % par rapport à 2012.
Het totaal van de lopende uitgaven vóór interne overdrachten bedraagt 69.836.212 duizend EUR, hetzij een verhoging van 3,68 % ten opzichte van 2012.
L’évolution des prestations sociales des différentes branches est commentée en détail dans la partie « Prestations » ci-dessous.
De evolutie van de prestaties van de verschillende takken wordt in detail becommentarieerd in het gedeelte “Prestaties” hieronder.
Afin de maîtriser les autres dépenses, les mesures suivantes ont été prises :
Om de overige uitgaven te beheersen, zijn volgende maatregelen genomen:
En matière de titres-services (dépenses diverses de l’ONEm), la décision prise pendant le contrôle budgétaire 2012 d’augmenter le prix d’acquisition de 1 EUR à partir du 1er janvier 2013 à partir du 401ème titre, représente une réduction de dépense de 2.000 milliers EUR en 2013 pour l’ONEm.
In het kader van de dienstencheques (diverse uitgaven van de RVA), betekent de beslissing tijdens de begrotingscontrole 2012 om vanaf 1 januari 2013 de aanschafprijs met 1 EUR te verhogen vanaf de 401ste cheque, een minderuitgave voor de RVA van 2.000 duizend EUR in 2013.
Sur base des mesures prises en 2012 et qui entreront pleinement en vigueur à partir de 2013 (il s’agit notamment de l’augmentation du prix d’acquisition pour les utilisateurs, les conditions renforcées pour une reconnaissance en tant qu’entreprise titres-services et l’obligation pour les entreprises d’engager au moins 60 % de chômeurs et de bénéficiaires du
Op basis van de maatregelen genomen in 2012 en die ten volle in werking gaan treden vanaf 2013 (het gaat onder meer om de verhoging van de aanschafprijs voor de gebruikers, de verstrengde voorwaarden voor een erkenning als dienstencheque-onderneming en de verplichting voor de ondernemingen om bij de nieuwe aanwervingen tenminste 60 %
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
30
revenu d’intégration lors des nouveaux recrutements), la croissance du système sera moins élevée que ce qui peut être estimé à partir des tendances passées. Il s’agit d’une réduction de dépense de 80.000 milliers EUR en 2013.
werklozen en leefloners aan te werven), zal de groei van het stelsel minder bedragen dan wat op basis van de trend uit het verleden geraamd kan worden. Het gaat om een minderuitgave van 80.000 duizend EUR in 2013.
En matière de frais de gestion, d’une part, les crédits de fonctionnement des IPSS pour l’année 2013 sont réduits à concurrence de 3.700 milliers EUR et, d’autre part, les crédits supplémentaires pour les projets liés aux nouveaux contrats d’administration sont réduits à concurrence de 17.000 milliers EUR. Enfin, dans le cadre de la lutte contre la fraude sociale, l’ONEm et l’ONSS se voient attribuer des moyens supplémentaires.
In het kader van de beheerskosten, zullen enerzijds de werkingskredieten van de OISZ voor 2013 met 3.700 duizend EUR worden verminderd. Anderzijds zullen de bijkomende kredieten voor de projecten die met de nieuwe bestuursovereenkomsten gepaard gaan, verminderd worden met 17.000 duizend EUR. Tenslotte zullen de RVA en de RSZ bijkomende kredieten ontvangen in het kader van de strijd tegen de sociale fraude.
Par ailleurs, la sous-utilisation prévue de 103 millions EUR est augmentée de 7,2 millions EUR. Elle sera appliquée de la même manière qu’en 2012.
Anderzijds is een onderbenutting voorzien van 103 miljoen EUR verhoogd met 7,2 miljoen EUR. Dit zal op dezelfde wijze toegepast worden in 2012.
Des économies de 10.000 milliers EUR seront aussi appliquées aux organismes tiers qui exécutent des missions pour le compte de la Sécurité sociale à savoir les organismes assureurs (8.000 milliers EUR), les caisses de chômage (1.000 milliers EUR) et d’allocations familiales (500 milliers EUR) et les secrétariats sociaux (500 milliers EUR).
Besparingen van 10.000 duizend EUR zullen ook worden toegepast op de derden-instanties die opdrachten voor rekening van de Sociale zekerheid uitvoeren, te weten de verzekeringsinstellingen (8.000 duizend EUR), de werkloosheidskassen (1.000 duizend EUR) en de kinderbijslagkassen (500 duizend EUR) en de sociale secretariaten (500 duizend EUR).
Résultat Resultaat
Les besoins des branches, à l’exception des soins de santé, sont estimés à 45.145.335 milliers EUR pour 2013. Vu que les recettes nettes de l’ONSS-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et des transferts vers les soins de santé) s’élèvent à 44.785.902milliers EUR, le solde des comptes courants de l’ONSS-Gestion globale est de -359.433 milliers EUR en 2013.
De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2013 geraamd op 45.145.335 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdrachten naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 44.785.902 duizend EUR bedragen, is het saldo van de lopende rekeningen van het RSZ-Globaal beheer -359.433 duizend EUR in 2013.
En outre, l’ONP a un solde positif de 35 milliers EUR. Ce montant correspond aux revenus de placements que l’ONP réalise avec les fonds qu’il a reçus de l’INAMI pour le deuxième pilier de pension destiné entre autres aux infirmières à domicile.
Daarnaast heeft de RVP een positief saldo van 35 duizend EUR. Dit bedrag stemt overeen met de opbrengsten uit de beleggingen die de RVP verricht met de fondsen die ze heeft ontvangen van het RIZIV voor de tweede pensioenpijler voor onder meer thuisverpleegkundigen.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
31
2013
Contrôlebudgétaire /Begrotings-
controle
Adaptation novembre
2012 /Aanpassing november
2012
Budgetinitial /Initiële
begroting
Affectations spéciales 600.345 606.327 636.954 Bijzondere toewijzingen
Maribel social 555.118 561.100 583.545 Sociale Maribel
Maribel scientifique 34.227 34.227 35.609 Wetenschappelijke Maribel
Bonus jeunes (non-marchand) 11.000 11.000 17.800 Jongerenbonus (non-profit)
Réductions cotisations patronales 5.523.298 5.483.907 5.660.776 Vermindering patronale bijdragen
Jeunes en difficulté de réinsertion 1.464 1.356 1.317 Inschakeling moeilijk te plaatsen jongeren
Recherche scientifique 21.080 22.538 23.217 Wetenschappelijk onderzoek
Contractuels subventionnés 288.398 303.181 312.324 Gesubsidieerde contractuelen
Dragueurs, remorquage 4.290 4.163 4.289 Baggeraars, sleepvaart
Modération salariale universités 68.996 69.749 71.860 Loonmatiging universiteiten
Statut artistes 13.689 15.869 16.348 Statuut kunstenaars
Gardiennes d'enfants 13.859 13.807 14.224 Onthaalmoeders
Groupes-cibles 207.722 152.149 212.792 Doelgroepen
Restructuration 13.518 11.978 13.373 Herstructurering
Formation Vorming
Réduction du temps de travail 9.637 7.536 7.909 Arbeidsduurvermindering
Premiers engagements 96.484 97.448 134.558 Eerste aanwervingen
Groupes risque 48.513 Risicogroepen
Activation 205 204 206 Activering
WEP/DSP 12.268 8.602 11.264 WEP/DSP
SINE 26.944 26.141 27.765 SINE
Tuteurs 153 240 1.067 Mentors
Horeca 16.650 Horeca
Groupes-cibles "période de transition" 663.448 708.315 714.644 Doelgroepen "overgangsperiode"
Jeunes travailleurs 110.850 150.022 136.576 Jonge werknemers
Chômeurs de longue durée 204.879 204.523 220.853 Langdurig werkzoekenden
Bonus travailleurs âgés 160.258 164.917 40.383 Ouderenbonus
Travailleurs âgés 187.461 188.853 316.832 Oudere werknemers
Réductions structurelles cotisations 4.240.122 4.192.563 4.289.538 Structurele bijdragenverminderingen
Hauts salaires 514.649 500.051 531.915 Hoge lonen
Bas salaires 208.086 242.931 219.947 Lage lonen
Forfait 3.517.387 3.449.581 3.537.676 Forfait
Divers 230 217 223 Diversen
Réductions cotisations personnelles 701.515 721.474 787.922 Vermindering persoonlijke bijdragen
Ordinaire (y compris bonus-emploi) 698.516 719.019 785.367 Algemeen (werkbonus inbegrepen)
Dragueurs, remorquage 222 241 251 Baggeraars, sleepvaart
Restructuration 2.777 2.214 2.304 Herstructurering
TOTAL 6.825.158 6.811.708 7.085.652 TOTAAL
2012
Socialebijdragenverminderingen - RSZ 2012-2013
TABLEAU II.3
Réductions de cotisations sociales - ONSS2012-2013
(En milliers EUR)
TABEL II.3
(In duizend EUR)
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
32
3 Évolution des prestations 2012-2013 3 Evolutie van de prestaties 2012-2013
Un aperçu de l’évolution annuelle des dépenses par branche et des facteurs de volume figure dans les tableaux II.4 et II.5. L’évolution de l’indexation des prestations apparaît au tableau II.6. Le détail et le coût des corrections sociales figurent dans le tableau II.7.
Een overzicht van de jaarlijkse evolutie van de uitgaven per tak en van de volumefactoren is opgenomen in tabellen II.4 en II.5. De evolutie van de indexering van de prestaties wordt in tabel II.6 voorgesteld. De details en de kosten van de sociale correcties zijn opgenomen in tabel II.7.
En 2013, le total des prestations sociales atteindra 42.876.922 milliers EUR, soit 3,56 % de plus qu’en 2012. Cette augmentation est due à l’actualisation des facteurs de volume et à l’indexation des prestations en décembre 2012.
In 2013 zal het totaal van de sociale prestaties 42.876.922 duizend EUR bedragen, hetzij 3,56 % meer dan in 2012. Deze stijging wordt veroorzaakt door een actualisering van de volumefactoren en een indexering van de prestaties in december 2012.
En ce qui concerne les paramètres macro-économiques, le gouvernement a tenu compte d’une croissance réelle du PIB de 0,7 % en 2013. Aucun dépassement de l’indice pivot n’est prévu en 2013.
Met betrekking tot de macro-economische parameters wordt er door de regering rekening gehouden met een reële groei van het bbp van 0,7 % in 2013. Er is geen overschrijding van de spilindex in 2013 voorzien.
Indemnités Uitkeringen
Dans le secteur de l’invalidité, le projet « back to work » sera renforcé via une réforme des processus d’évaluation et de décision de l’incapacité de travail en vue d'obtenir à la fois :
In de sector van de invaliditeit zal het project “Back to work” worden versterkt via een hervorming van de evaluatie- en beslissings-processen bij arbeidsongeschiktheid. Dit met de bedoeling tegelijkertijd te zorgen voor :
une complémentarité accrue des missions des OA et de l’INAMI ;
een verhoogde complementariteit tussen de verzekeringsinstellingen en het RIZIV;
un meilleur contrôle par l’INAMI de l’activité des OA en incapacité primaire ;
een betere controle van het RIZIV op de activiteiten van de verzekeringsinstellingen bij primaire arbeidsongeschiktheid;
un processus de décisions plus efficace en invalidité.
een meer efficiënt beslissingsproces bij invaliditeit.
Le rendement de cette mesure s’élève à 25.000 milliers EUR en 2013, dont 23.510 milliers EUR attribués au régime des salariés.
De opbrengst van deze maatregel bedraagt 25.000 duizend EUR in 2013, waarvan 23.510 duizend EUR wordt toegewezen aan het werknemersstelsel.
Dans le secteur de l’invalidité, une économie de 25.000 milliers EUR sera en outre réalisée par le biais de :
In de sector van de invaliditeit zal er een besparing van 25.000 duizend EUR worden gerealiseerd onder meer via:
la suppression de l’indemnité pour frais funéraires (6.576 milliers EUR) ;
de afschaffing van de tegemoetkoming in de begrafeniskosten (6.576 duizend EUR);
la réévaluation du coût du congé de maternité pour l’année 2013 ;
de herevaluatie van de kost van het moederschapsverlof voor 2013;
l’amélioration de la prévention et de een verbetering van de preventie en
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
33
l’évaluation de l’incapacité primaire : les études internationales et les données dans notre pays le démontrent, la meilleure manière d’appréhender le phénomène de l’incapacité primaire est de s’attaquer à sa prévention.
evaluatie van primaire arbeidsongeschiktheid: internationale studies en gegevens uit ons land tonen aan dat de beste manier om primaire ongeschiktheid te vermijden, inzetten op preventie is.
Ces deux dernières mesures sont estimées à 18.424 milliers EUR, dont 17.383 milliers EUR attribués au régime des salariés.
Deze laatste twee maatregelen hebben een geraamde impact van 18.424 duizend EUR, waarvan 17.383 duizend EUR is toegewezen aan het werknemersstelsel.
Chômage Werkloosheid
Le taux d’indemnisation en cas de chômage temporaire et en cas de formation pendant une période de chômage temporaire est modifié.
Het vergoedingspercentage bij tijdelijke werkloosheid en bij opleiding tijdens tijdelijke werkloosheid is gewijzigd.
Le taux d’indemnisation de base pour le chômage temporaire est porté à 70 % pour les chefs de famille et les isolés et à 65 % pour les cohabitants.
Het basisvergoedingspercentage voor tijdelijke werkloosheid wordt gebracht naar 70 % voor gezinshoofden en alleenstaanden en 65 % voor samenwonenden.
Pour chaque travailleur qui suit une formation dans le cadre d’un plan de formation pendant des périodes de chômage temporaires, le taux d’indemnisation est porté à 75 % pendant ces périodes de formation.
Voor elke werknemer die een opleiding volgt in het kader van een opleidingsplan tijdens periodes van tijdelijke werkloosheid, wordt het vergoedingspercentage opgetrokken tot 75 % tijdens de periodes van opleiding.
En l’absence d’offre formations, le complément journalier visé aux articles 9 et 21 de la loi du 12 avril 2011 est doublé, et ce pour les jours de chômage où le travailleur ne peut pas suivre de formation.
Bij gebrek aan opleidingsvoorzieningen wordt de dagtoeslag bedoeld in de artikelen 9 en 21 van de wet van 12 april 2011 verdubbeld, en dit voor de werkloosheidsdagen waarop de werknemer geen opleiding kan volgen.
Le rendement de cette mesure est estimé à 50.000 milliers EUR.
De opbrengst van deze maatregel wordt op 50.000 duizend EUR geraamd.
À partir du 1er janvier 2013, la limite d’âge pour pouvoir prétendre à un complément de reprise du travail passera de 50 à 55 ans. La mesure concerne uniquement les nouveaux entrants.
Vanaf 1 januari 2013 wordt de leeftijdsgrens om aanspraak te kunnen maken op een werkhervattingstoeslag opgetrokken van 50 naar 55 jaar. De maatregel betreft alleen de nieuwe instromers.
Impact budgétaire: 6.200 milliers EUR en 2013. Begrotingsimpact: 6.200 duizend EUR in 2013.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
34
Crédits-temps et interruption de carrière Tijdskrediet en loopbaanonderbreking
À partir du 1/1/2013, la possibilité de 60 mois d’interruption de carrière sera divisée en 12 mois d’interruption sans motivation et 48 mois d’interruption avec motivation. Les modalités de la motivation de l’interruption de carrière sont assimilées à celles du crédit-temps. Pour les membres du personnel qui ont déjà une interruption de carrière, la période avant le 1/1/2013 sera considérée comme une interruption de carrière motivée. Ceci concerne les nouveaux cas et les demandes de prolongation. En 2013, l’avantage budgétaire est estimé à 1.000 milliers EUR.
Vanaf 1/1/2013 wordt de mogelijkheid tot 60 maanden loopbaanonderbreking opgesplitst in 12 maanden niet-gemotiveerde en 48 maanden gemotiveerde loopbaanonderbreking. De modaliteiten van de motivering van de loopbaanonderbreking zijn gelijkgesteld met deze van het tijdskrediet. Voor de personeelsleden die reeds in de loopbaanonderbreking zitten wordt de periode die is opgenomen vòòr 1/1/2013 als gemotiveerde loopbaanonderbreking beschouwd. Het betreft hier de nieuwe gevallen en de aanvragen tot verlenging. In 2013 wordt de budgettaire opbrengst geraamd op 1.000 duizend EUR.
Pensions Pensioenen
La cotisation de solidarité sera perçue à partir de 2013 selon les recommandations formulées par la Commission européenne. Le produit de cette mesure se chiffre à 677 milliers EUR à partir de 2013.
De solidariteitsbijdrage zal vanaf 2013 geïnd worden volgens de aanbevelingen geformuleerd door de Europese Commissie. De opbrengst van deze maatregel bedraagt 677 duizend EUR vanaf 2013.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
35
201
3
Co
ntr
ôle
bu
dg
étai
re /
Beg
roti
ng
s-co
ntr
ole
(I)
Ad
apta
tio
n
no
vem
bre
201
2 /
Aan
pas
sin
g
no
vem
ber
201
2
(II)
Bu
dg
etin
itia
l /
Init
iële
beg
roti
ng
En
ch
iffr
es
abso
lus
/ In
ab
solu
te
cijf
ers
/
En
% /
In %
En
ch
iffr
es
abso
lus
/ In
ab
solu
te
cijf
ers
/
En
% /
In %
INA
MI-
Inde
mni
tés
5.90
6.83
65.
927.
419
6.29
1.60
920
.583
0,35
%36
4.19
06,
14 %
RIZ
IV-U
itker
inge
n
ON
P (1
) 20
.555
.481
20.5
89.2
0421
.561
.031
33.7
230,
16 %
971.
827
4,72
%R
VP
(1)
ON
AF
TS
4.
541.
423
4.53
4.90
14.
684.
275
-6.5
22-0
,14
%14
9.37
43,
29 %
RK
W
FA
T
204.
278
200.
280
204.
762
-3.9
98-1
,96
%4.
482
2,24
%F
AO
FM
P
284.
259
284.
733
266.
490
474
0,17
%-1
8.24
3-6
,41
%F
BZ
ON
Em
-Chô
mag
e 7.
285.
926
7.38
5.63
37.
376.
764
99.7
071,
37 %
-8.8
69-0
,12
%R
VA
-Wer
kloo
shei
d
ON
Em
-Pré
pens
ions
1.
644.
724
1.63
1.39
81.
633.
051
-13.
326
-0,8
1 %
1.65
30,
10 %
RV
A-B
rugp
ensi
oene
n
ON
Em
-Int
erru
ptio
n de
car
rière
79
5.99
283
5.24
683
2.86
939
.254
4,93
%-2
.377
-0,2
8 %
RV
A-L
oopb
aano
nder
brek
ing
So
us-
tota
l 41
.218
.919
41.3
88.8
1442
.850
.851
169.
895
0,41
%1.
462.
037
3,53
%S
ub
tota
al
Min
eurs
-Inv
alid
ité
2.02
52.
019
1.86
8-6
-0,3
0 %
-151
-7,4
8 %
Mijn
wer
kers
-Inv
alid
iteit
CS
PM
-AM
I 10
.420
9.68
99.
842
-732
-7,0
2 %
153
1,58
%H
VK
Z-Z
IV
Poo
l des
Mar
ins-
Chô
mag
e 2.
535
1.42
41.
782
-1.1
11-4
3,83
%35
825
,14
%P
ool d
er Z
eelie
den-
Wer
kloo
shei
d
TO
TA
L
41.2
33.8
9941
.401
.945
42.8
64.3
4216
8.04
60,
41 %
1.46
2.39
73,
53 %
TO
TA
AL
Env
elop
pe b
ien-
être
17
1.35
2
17
1.35
2
Wel
vaar
tsen
velo
ppe
TO
TA
L A
JUS
TÉ
41
.233
.899
41.4
01.9
4543
.035
.694
168.
046
0,41
%1.
633.
749
3,95
%A
AN
GE
PA
ST
TO
TA
AL
(1)
À p
artir
de
2008
: y
com
pris
, O
NP
-Cap
italis
atio
n.
(1)
Van
af 2
008:
RV
P-K
apita
lisat
ie in
begr
epen
.
TA
BLE
AU
II.4
Pre
stat
ion
s d
u r
égim
e d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
trav
aille
urs
sal
arié
s 20
12-2
013
(*)
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
(
En
mill
iers
EU
R)
TA
BE
L II.
4
Pre
stat
ies
van
het
ste
lsel
glo
baa
l beh
eer
voo
r w
erkn
emer
s 20
12-2
013
(*)
(gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g u
itg
ezo
nd
erd
)
(In
dui
zend
EU
R)
2012
(II
) /
(I)
(*)
L’in
dice
piv
ot (
117,
27)
a ét
é at
tein
t en
janv
ier
2012
(ad
apta
tion
des
pres
tatio
ns s
ocia
les
en f
évrie
r 20
12 e
t de
s tr
aite
men
ts e
n m
ars
2012
). L
'indi
ce p
ivot
sui
vant
(11
9,62
) a
été
dépa
ssé
en n
ovem
bre
2012
(a
dapt
atio
n de
s pr
esta
tions
soc
iale
s en
déc
embr
e 20
12 e
t de
s tr
aite
men
ts e
n ja
nvie
r 20
13).
(*)
De
spili
ndex
(11
7,27
) w
erd
bere
ikt
in ja
nuar
i 201
2 (a
anpa
ssin
g va
n de
soc
iale
pre
stat
ies
in f
ebru
ari 2
012
en v
an
de w
edde
n in
maa
rt 2
012)
. D
e vo
lgen
de s
pilin
dex
(119
,62)
wer
d be
reik
t in
nov
embe
r 20
12 (
aanp
assi
ng v
an d
e so
cial
e pr
esta
ties
in d
ecem
ber
2012
en
van
de w
edde
n in
janu
ari 2
013)
.
201
3 /
2012
2
012
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
36
2013
Contrôlebudgétaire /Begrotings-
controle
(I)
Adaptation novembre 2012 /
Aanpassing november 2012
(II)
Budgetinitial /Initiële
begroting
En chiffres absolus /
In absolute cijfers /
En % /In %
En chiffres absolus /
In absolute cijfers /
En % /In %
INAMI-Indemnités (jours indemnisés) 131.989.179 134.870.395 141.503.468 2.881.216 2,18 % 6.633.073 4,92 % RIZIV-Uitkeringen (vergoede dagen)
Incapacité primaire 33.645.749 35.019.219 36.870.547 1.373.470 4,08 % 1.851.328 5,29 % Primaire arbeidsongeschiktheid
Invalidité 87.795.323 89.162.650 94.006.369 1.367.327 1,56 % 4.843.719 5,43 % Invaliditeit
Maternité 10.126.959 10.258.462 10.190.709 131.503 1,30 % -67.753 -0,66 % Moederschap
Paternité+adoption 421.148 430.064 435.843 8.916 2,12 % 5.779 1,34 % Vaderschap+adoptie
ONP (moyenne annuelle) 4.305.730 4.306.660 4.354.855 930 0,02 % 48.195 1,12 % RVP (jaargemiddelde)
Pensions de retraite 1.513.055 1.520.560 1.553.525 7.505 0,50 % 32.965 2,17 % Rustpensioenen
Pensions de survie 472.835 472.295 465.810 -540 -0,11 % -6.485 -1,37 % Overlevingspensioenen
Pécule de vacances 1.723.535 1.716.545 1.755.175 -6.990 -0,41 % 38.630 2,25 % Vakantiegeld
Allocation de chauffage 53.390 53.115 50.665 -275 -0,52 % -2.450 -4,61 % Verwarmingstoelage
Rentes (capitalisation) 542.915 544.145 529.680 1.230 0,23 % -14.465 -2,66 % Renten (kapitalisatie)
ONAFTS (enfants bénéficiaires) 2.153.895 2.167.939 2.187.222 14.044 0,65 % 19.283 0,89 % RKW (rechtgevende kinderen)
Répartition nationale 2.014.760 2.028.605 2.047.309 13.845 0,69 % 18.704 0,92 % Nationale verdeling
Prestations familiales garanties 17.747 18.402 18.641 655 3,69 % 239 1,30 % Gewaarborgde gezinsbijslag
Enseignants temporaires 16.077 16.650 16.650 573 3,56 % 0 0,00 % Tijdelijke leerkrachten
Allocations de naissance 104.938 103.965 104.305 -973 -0,93 % 340 0,33 % Kraamgeld
Primes d'adoption 373 317 317 -56 -15,01 % 0 0,00 % Adoptiepremie
Supplément annuel 0-5a. 586.670 590.860 597.220 4.190 0,71 % 6.360 1,08 % Jaarlijkse toeslag 0-5j.
Supplément annuel 6-11a. 537.220 545.073 550.132 7.853 1,46 % 5.059 0,93 % Jaarlijkse toeslag 6-11j.
Supplément annuel 12-17a. 528.450 531.735 535.439 3.285 0,62 % 3.704 0,70 % Jaarlijkse toeslag 12-17j.
Supplément annuel 18-24a. 346.367 344.819 348.846 -1.548 -0,45 % 4.027 1,17 % Jaarlijkse toeslag 18-24j.
+ 25 ans 14.729 14.796 14.350 67 0,45 % -446 -3,01 % + 25-jarigen
FAT (bénéficiaires) 145.352 153.916 158.648 8.564 5,89 % 4.732 3,07 % FAO (gerechtigden)
FMP (nombre d'indemnités) 67.401 68.648 68.169 1.247 1,85 % -479 -0,70 % FBZ (aantal uitkeringen)
ONEm (moyenne annuelle des unités physiques) 1.281.268 1.289.002 1.277.934 7.734 0,60 % -11.068 -0,86 %
RVA (jaargemiddelde fysieke eenheden)
Chômage 905.268 900.302 897.934 -4.966 -0,55 % -2.368 -0,26 % Werkloosheid
Chômage complet 630.899 626.360 637.660 -4.539 -0,72 % 11.300 1,80 % Volledige werkloosheid
Chômage temporaire 173.689 163.212 159.964 -10.477 -6,03 % -3.248 -1,99 % Tijdelijke werkloosheid
Programmes d'activation 89.900 100.720 90.720 10.820 12,04 % -10.000 -9,93 % Activeringsprogramma's
Vacances des jeunes 2.500 2.800 2.800 300 12,00 % 0 0,00 % Jeugdvakantie
Vacances des séniors 400 200 200 -200 -50,00 % 0 0,00 % Seniorvakantie
Gardiennes d'enfants 3.170 2.900 1.880 -270 -8,52 % -1.020 -35,17 % Onthaalouders
Conversion de travail lourd à léger 10 10 10 0 0,00 % 0 0,00 % Overgang zwaar naar licht werk
Prime de crise 3.400 2.800 3.400 -600 -17,65 % 600 21,43 % Crisispremie
Supplément accueil enfants 1.300 1.300 1.300 0 0,00 % 0 0,00 % Toeslag kinderopvang
Prépensions 116.800 115.700 113.300 -1.100 -0,94 % -2.400 -2,07 % Brugpensioenen
Interruption de carrière 136.000 136.100 132.800 100 0,07 % -3.300 -2,42 % Loopbaanonderbreking
Crédit-temps 123.200 136.900 133.900 13.700 11,12 % -3.000 -2,19 % Tijdskredieten
Mineurs-Invalidité (cas) Mijnwerkers-Invaliditeit (gevallen)
Pension d'invalidité 131 131 118 0 0,00 % -13 -9,92 % Invaliditeitspensioen
Complément de pension 131 131 118 0 0,00 % -13 -9,92 % Pensioencomplement
Allocation de chauffage 131 131 118 0 0,00 % -13 -9,92 % Verwarmingstoelage
CSPM-AMI (jours indemnisés en incapacité primaire et invalidité)
47.120 31.952 31.952 -15.168 -32,19 % 0 0,00 %HVKZ-ZIV (vergoede dagen in primaire ongeschiktheid en invaliditeit)
Pool des Marins-Chômage (1)
(jours indemnisés en chômage, prépensions, plan d'accompagnement et formation professionnelle)
49.198 24.672 34.828 -24.526 -49,85 % 10.156 41,16 %
Pool der Zeelieden-Werkloosheid (1)
(vergoede dagen voor werkloosheid, brugpensioenen, begeleidingsplan en beroepsopleiding)
(1) Non compris, le chômage temporaire. (1) Tijdelijke werkloosheid niet inbegrepen.
2013 / 2012 2012 (II) / (I) 2012
TABEL II.5
Volumefactoren van de prestaties van het stelsel globaal beheer voor werknemers 2012-2013
(geneeskundige verzorging uitgezonderd)
TABLEAU II.5
Facteurs de volume des prestations du régime de la gestion globale des travailleurs salariés 2012-2013
(hormis soins de santé)
Indice pivot /Spilindex
(2004 = 100)
Indice pivot moyen /
Gemiddelde spilindex /
(2004 = 100)
Accroissementannuel /
Jaarlijkse toename
(*)
2012: février 117,27 2012: februari
décembre 119,62 december
2013: - 119,62 119,62 2,00 % 2013: -
TABLEAU II.6
Indexation des prestations 2012-2013
TABEL II.6
Indexering van de prestaties 2012-2013
117,27 2,67 %
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
37
2012 2013
1. Indemnités 100,34 107,92 1. Uitkeringen
- relèvement du plafond de revenu des nouvelles entrées de 0,7 %
1.1.2011 0,43 0,62 0,62 - optrekken van ZIV-loonplafond nieuwe intredes met 0,7 %
- octroi d'une prime annuelle de rattrapage de 200 EUR pour les invalides
1.5.2011 41,42 43,65 43,65 - toekenning van een jaarlijkse inhaalpremie van 200 EUR voor de invaliden
- augmentation des indemnités minimales liées à la pension minimum pour les isolés et avec charge: +2 %
1.9.2011 13,67 15,18 15,18 - verhoging van de minimumuitkeringen voor alleenstaanden en met gezinslast vanwege koppeling minimumpensioen: +2 %
- augmentation de 2 % des indemnités minimales des travailleurs réguliers
1.9.2011 9,01 10,01 10,01 - verhoging met 2 % van de minimumuitkeringen voor regelmatige werknemers
- liaison automatique au revenu d'intégration du montant journalier des indemnités minimums des travailleurs non-réguliers: augmentation de 2 %
1.9.2011 5,41 6,00 6,00 - automatische koppeling van het dagelijkse bedrag van de minimumuitkeringen voor de niet-regelmatige werknemers aan het leefloon: verhoging van 2 %
- augmentation du forfait "Aide d'une tierce personne" de 12 à 15 EUR
1.9.2011 11,55 12,41 12,41 - verhoging van het forfait "Hulp van derden" van 12 naar 15 EUR
- augmentation plafond revenus avec charge (jusque 707,07 EUR) et plafond revenus de placement isolés: +2 %
1.9.2011 5,13 5,69 5,69 - verhoging inkomensdrempels met gezinslast (tot 707,07 EUR) en vervangingsinkomens alleenstaanden: +2 %
- récurrence de 6 ans: +2 % 1.9.2011 (**) (**) (**) - recurrentie 6 jaar: +2 %
- readaptation professionnelle : augmentation de l'indemnité par heure/formation et de la prime en cas de réussite d'une formation terminée
1.9.2011 5,13 5,13 5,13 - herscholing: verhoging van de vergoeding per uur/opleiding en van de premie in geval van succesvolle beëindigde opleiding
- adaptation des tranches de revenus art. 230: suppression tranche 75 %
1.1.2012 8,58 9,23 9,23 - aanpassing van de inkomensschijven art. 230: afschaffing schijf 75 %
- augmentation des indemnités ayant pris cours il y a 6 ans
1.9.2012 (**) (**) (**) - verhoging van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
(**) Coût inclu dans la base.
Prise decours /
Vankracht
(**) Kost reeds mee in basis.
(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
TABLEAU II.7
Estimations budgétaires des corrections sociales 2012-2013 (*)
(En millions EUR)
Estimation des dépenses / Raming
van de uitgaven
TABEL II.7
Coût annuel /
Jaarlijkse kost
Sociale correcties - Stelsel van de werknemers
Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2012-2013 (*)
(In miljoen EUR)
Corrections sociales - Régime des travailleurs salariés
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
38
2012 2013
2. Chômage 209,75 53,54 2. Werkloosheid
- augmentation de 1,25 % des montants des plafonds de rémunération pour chômeurs temps plein
1.3.2011 11,45 13,74 - verhoging met 1,25 % van de bedragen van de loonplafonds voor volledige werklozen
- augmentation de 1,25 % des montants des plafonds de rémunération pour chômeurs temps partiel
1.3.2011 5,37 6,44 - verhoging met 1,25 % van de bedragen van de loonplafonds voor tijdelijk werklozen
- augmentation du taux des isolés de 53,8 % à 55 % pour la deuxième période
1.3.2011 12,58 15,10 - verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstaanden van 53,8 % naar 55 % voor de tweede periode
- augmentation de 2 % des allocations minimales (forfaits inclus)
1.9.2011 50,28 150,85 - verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen)
- organisation d'un système définitif de chômage économique pour les employés
1,56 - regeling van een definitief systeem voor economische werkloosheid voor bedienden
- augmentation des allocations de chômage économique pour les ouvriers et les employés
80,73 - verhoging van de uitkeringen voor economische werkloosheid voor de arbeiders en de bedienden
• de 60 à 70 % du dernier revenu pour les cohabitants;
• van 60 naar 70 % van het laatste loon voor samenwonenden;
• de 65 à 75 % du dernier revenu pour isolés et chefs de famille
• van 65 naar 75 % van het laatste loon voor alleenstaanden en gezinshoofden
- organisation définitive d'une prime de licenciement pour les ouvriers licenciés
42,99 - definitieve regeling van een ontslag-premie voor ontslagen arbeiders
- prolongement du congé parental plein temps de 3 à 4 mois
1.6.2012 5,54 8,89 - verlenging van het voltijds ouderschapsverlof van 3 naar 4 maand
- octroi des avantages ACTIVA pour les personnes avec une aptitude réduite au travail
1.10.2012 4,80 4,80 4,80 - toekenning van voordelen ACTIVA voor personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid
- congé parental mi-temps 0,15 - halftijds ouderschapsverlof
- plan de relance : accès chômage jeunes en formation profesionnelle
1.1.2013 1,40 1,40 - relanceplan: toegang tot werkloosheid voor jongeren in beroepsopleiding
- plan de relance : 10 000 stages de transition sous forme d'activation de l'allocation de transition
1.1.2013 41,80 41,80 - relanceplan: 10 000 instapstages onder de vorm van een activering van de inschakelingsvergoeding
TABEL II.7 TABLEAU II.7
Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2012-2013 (*)
(En millions EUR) (suite) (In miljoen EUR) (vervolg)
Estimations budgétaires des corrections sociales 2012-2013 (*)
Corrections sociales - Régime des travailleurs salariés
Prise decours /
Vankracht
Estimation des dépenses / Raming
van de uitgaven
Coût annuel /
Jaarlijkse kost
(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
Sociale correcties - Stelsel van de werknemers
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
39
2012 2013
3. Pensions 286,19 300,10 3. Pensioenen
- adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2005
1.9.2010 14,04 14,11 14,11 - welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2005
- augmentation de 2 % du minimum garanti de pension
1.9.2011 51,58 52,61 52,61 - verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen met 2 %
- adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2006
1.9.2011 12,03 12,09 12,09 - welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2006
- augmentation de 0,25 % des pensions minimales de plus de 15 ans
1.9.2011 3,60 3,67 3,67 - verhoging met 0,25 % van de minimumpensioenen van 15 jaar en ouder
- augmentation de 1% des pensions non minimales de plus de 15 ans
1.9.2011 44,32 43,85 43,85 - verhoging met 1 % van de niet-minimumpensioenen van 15 jaar en ouder
- augmentation de 1,25 % des pensions non minimales de plus de 15 ans
1.9.2011 55,40 54,82 54,82 - verhoging met 1,25 % van de niet-minimumpensioenen van 15 jaar en ouder
- augmentation du droit minimum par année de carrière
1.9.2011 1,44 2,48 2,48 - verhoging van het gewaarborgd jaarbedrag
- carrière mixte : 1ère adaptation des petits minima et de l'unité de carrière
1.9.2011 15,24 15,55 15,55 - gemengde loopbanen: eerste fase aanpassing van de kleine minima en eenheid van loopbaan
- augmentation de 0,7 % du plafond pour les revenus de 2011
1.9.2011 0,01 0,06 0,06 - verhoging van het loonplafond voor 2011 met 0,7 %
- augmentation de 1,25 % des pensions non minimales de moins de 15 ans
1.11.2011 128,23 128,18 128,18 - verhoging met 1,25 % van de niet-minimumpensioenen van minder dan 15 jaar
- carrière mixte : 2ème adaptation des petits minima et de l'unité de carrière
1.9.2012 9,93 10,13 10,13 - gemengde loopbanen: tweede aanpassing van de kleine minima en eenheid van loopbaan
- adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2007
1.9.2012 5,77 17,38 17,38 - welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2007
(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
Estimation des dépenses / Raming
van de uitgaven
Coût annuel /
Jaarlijkse kost
Estimations budgétaires des corrections sociales 2012-2013 (*)
Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2012-2013 (*)
(En millions EUR) (suite)
TABLEAU II.7 TABEL II.7
(In miljoen EUR) (vervolg)
Sociale correcties - Stelsel van de werknemers
Corrections sociales - Régime des travailleurs salariés
Prise decours /
Vankracht
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
40
2012 2013
4. Prestations familiales 26,40 27,17 4. Gezinsbijslag
- supplément d'âge annuel : augmentation de 51 à 75 EUR pour les 18-24 ans
1.1.2011 9,51 9,81 9,81 - jaarlijks leeftijdssupplement : verhoging met 51 tot 75 EUR voor de 18-24-jarigen
- augmentation du supplément annuel pour les 18-24 ans de 75 en 2011 à 100 EUR en 2012
1.1.2012 9,70 10,01 10,01 - verhoging jaarlijkse bijslag voor 18-24-jarigen van 75 EUR in 2011 naar 100 EUR in 2012
- mesure étudiants pas de perte automatique au troisième trimestre en cas de perte du droit au deuxième trimestre
1.1.2012 0,65 0,67 0,67 - maatregel studenten geen automatisch verlies in het derde trimester bij verlies van recht in tweede trimester
- prolongation de la stage d'attente max. de 9 à 12 mois pour les allocations familiales aux chercheurs d'emploi après études
1.1.2012 6,54 6,68 6,68 - verlenging van de max. wachttijd van 9 naar 12 maanden voor de kinderbijslag aan de werkzoekenden na studies
5. Accidents du travail 1,69 4,62 5. Arbeidsongevallen
- augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans
1.9.2010 0,13 0,14 0,12 - verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
- augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans
1.9.2011 p.m. p.m. - verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
- relèvement du plafond de revenu de 0,7 %
1.1.2012 0,10 0,10 0,10 - optrekken van het loonplafond met 0,7 %
- augmentation de 2 % des minima et des forfaits
1.9.2012 0,75 2,25 2,25 - verhoging van 2 % van de minima en forfaits
- augmentation de 0,7 % des indemnités
1.9.2012 0,62 1,85 1,85 - verhoging met 0,7 % van de uitkeringen
- augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans
1.9.2012 0,09 0,28 0,28 - verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
6. Maladies professionnelles 21,46 18,15 6. Beroepsziekten
- maintien des facteurs socio-économiques
1.1.2010 17,28 14,10 14,10 - behoud van de socio-economische factoren
- augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans
1.9.2010 0,07 0,06 0,07 - verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
- relèvement du plafond de revenu de 0,7 %
1.1.2011 0,08 0,06 0,06 - optrekken van het loonplafond met 0,7 %
- augmentation de 2 % des minimas et des forfaits
1.9.2011 3,30 3,20 3,20 - verhoging met 2 % van de minima en de forfaits
- augmentation de 0,7 % des indemnités
1.9.2011 0,65 0,63 0,63 - verhoging met 0,7 % van de uitkeringen
- augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans
1.9.2011 0,06 0,05 0,05 - verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
- augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans
1.9.2012 0,02 0,05 0,05 - verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
TOTAL 645,84 511,50 TOTAAL
Corrections sociales - Régime des travailleurs salariés
Prise decours /
Vankracht
Estimation des dépenses / Raming
van de uitgaven
Coût annuel /
Jaarlijkse kost
Sociale correcties - Stelsel van de werknemers
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.
(En millions EUR) (suite) (In miljoen EUR) (vervolg)
TABLEAU II.7 TABEL II.7
Estimations budgétaires des corrections sociales 2012-2013 (*)
Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2012-2013 (*)
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
41
CHAPITRE III HOOFDSTUK III
LA GESTION GLOBALE DES TRAVAILLEURS INDEPENDANTS
HET GLOBAAL BEHEER VOOR ZELFSTANDIGEN
1 Tableaux de 2012 et 2013 1 Tabellen voor 2012 en 2013
Méthodologie Methodologie
La forme des tableaux est similaire à celle des travailleurs salariés.
De tabellen hebben dezelfde opmaak als deze voor de werknemers.
Les tableaux III.1 et III.2 présentent une consolidation des recettes et des dépenses des organismes prestataires (hormis INAMI-Soins de santé) et de l’INASTI-Gestion globale.
In tabellen III.1 en III.2 wordt een consolidatie van de ontvangsten en uitgaven van de uitkeringsinstellingen (RIZIV-Geneeskundige verzorging uitgezonderd) en van het RSVZ-Globaal beheer voorgesteld.
Le total des recettes courantes et le total des dépenses courantes sont significatifs pour chaque branche prise séparément. Par contre, au niveau consolidé, les montants significatifs sont ceux du total des recettes propres et du total des dépenses avant transferts. C’est pourquoi on a isolé les transferts entre branches au sein de la gestion globale afin d’éviter de comptabiliser deux fois une recette ou une dépense dans le total consolidé.
De totale lopende ontvangsten en de totale lopende uitgaven zijn kenmerkend voor elke tak apart. Op het geconsolideerde niveau daarentegen zijn de kenmerkende bedragen de totale eigen ontvangsten en de totale uitgaven vóór overdrachten. De overdrachten tussen de takken binnen het globaal beheer werden aldus afzonderlijk beschouwd om te voorkomen dat een ontvangst of een uitgave tweemaal in het geconsolideerde totaal zou worden geboekt.
Le transfert de l’INASTI-Gestion globale vers les organismes prestataires représente les besoins à financer des branches. Le financement des soins de santé à charge du régime des travailleurs indépendants apparaît dans la rubrique « Transferts externes » de l’INASTI-Gestion globale.
De overdracht van het RSVZ-Globaal beheer naar de uitkeringsinstellingen vertegenwoordigt de te financieren behoeften van de takken. De financiering van de geneeskundige verzorging ten laste van het stelsel van de zelfstandigen komt te voorschijn in de rubriek externe overdrachten van RSVZ-Globaal beheer.
Le montant des frais d’administration de l’INASTI inclut non seulement les frais d’administration relatifs à la perception et à la gestion des recettes, mais aussi ceux relatifs aux prestations familiales, à l’assurance-faillite et aux soins palliatifs.
Het bedrag voor de beheerskosten van het RSVZ omvat niet alleen de beheerskosten met betrekking tot de inning en tot het beheer van de ontvangsten, maar ook deze met betrekking tot de gezinsbijslag, tot de faillissements-verzekering en tot de palliatieve verzorging.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
43
Rec
ette
s co
ura
nte
s
INA
MI-
Ind
emn
ités
/R
IZIV
-U
itke
rin
gen
INA
ST
I-P
ensi
on
s /
RS
VZ
-P
ensi
oen
en
INA
ST
I-P
rest
atio
ns
fam
ilial
es /
RS
VZ
-G
ezin
sbijs
lag
INA
ST
I-A
ssu
ran
ce f
ailli
te /
RS
VZ
-F
ailli
ssem
ents
-ve
rzek
erin
g
INA
ST
I-S
oin
s p
allia
tifs
/ R
SV
Z-
Pal
liati
eve
verz
org
ing
So
us-
tota
l /S
ub
tota
al
INA
ST
I-G
FG
/ R
SV
Z-G
FB
TO
TA
L /
TO
TA
AL
Lo
pen
de
on
tvan
gst
en
Co
tisa
tio
ns
3.76
1.11
33.
761.
113
Bijd
rag
en
Cot
isat
ions
ord
inai
res
3.55
2.43
53.
552.
435
Gew
one
bijd
rage
n
Cot
isat
ions
man
data
ires
publ
ics
10.0
0010
.000
Pub
lieke
man
data
risse
n-bi
jdra
gen
Cot
isat
ions
des
soc
iété
s
19
8.17
819
8.17
8V
enno
otsc
haps
bijd
rage
n
Su
bve
nti
on
s d
e l'É
tat
1.75
7.34
11.
757.
341
Sta
atst
oel
agen
Dan
s le
s pr
esta
tions
1.
353.
206
1.35
3.20
6In
de
pres
tatie
s
Équ
ilibr
e sé
curit
é so
cial
e (1)
404.
135
404.
135
Eve
nwic
ht s
ocia
le z
eker
heid
(1)
Fin
ance
men
t al
tern
atif
95
4.53
095
4.53
0A
lter
nat
ieve
fin
anci
erin
g
TV
A
729.
865
729.
865
Btw
Pré
com
pte
mob
ilier
56
.817
56.8
17R
oere
nde
voor
heffi
ng
Sto
ck o
ptio
ns
4.11
74.
117
Sto
ck o
ptio
ns
Acc
ises
taba
c
15
.457
15.4
57A
ccijn
zen
taba
k
Soi
ns d
e sa
nté
143.
701
143.
701
Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
Aut
res
4.57
24.
572
And
ere
Rec
ette
s af
fect
ées
18.6
83
18
.683
18
.683
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
500
500
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
Fon
ds p
our
l'ave
nir
500
500
Toe
kom
stfo
nds
Rev
enu
s d
e p
lace
men
ts
10
10
32.4
1732
.427
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
Div
ers
110
1.44
6
1.55
673
52.
292
Div
erse
n
Rec
ette
s p
rop
res
18.8
031.
446
20
.249
6.50
6.63
66.
526.
886
Eig
en o
ntv
ang
sten
INA
ST
I-G
FG
35
8.36
93.
057.
026
438.
809
14.5
181.
230
3.86
9.95
2
3.86
9.95
2R
SV
Z-G
FB
A
utre
s br
anch
es
And
ere
takk
en
Tra
nsf
erts
inte
rnes
35
8.36
93.
057.
026
438.
809
14.5
181.
230
3.86
9.95
2
3.86
9.95
2In
tern
e o
verd
rach
ten
To
tal r
ecet
tes
cou
ran
tes
377.
172
3.05
8.47
243
8.80
914
.518
1.23
03.
890.
201
6.50
6.63
610
.396
.838
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
TA
BLE
AU
III.1
T
AB
EL
III.1
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r ze
lfst
and
igen
201
2 (g
enee
sku
nd
ige
verz
org
ing
uit
gez
on
der
d)
(In
dui
zend
EU
R)
(aan
pass
ing
nove
mbe
r 20
12)
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
ind
épen
dan
ts 2
012
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
(
En
mill
iers
EU
R)
(ada
ptat
ion
nove
mbr
e 20
12)
(1)
AR
du
26 m
ai 2
012.
(1)
KB
van
26
mei
201
2.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
44
Dép
ense
s co
ura
nte
s
INA
MI-
Ind
emn
ités
/R
IZIV
-U
itke
rin
gen
INA
ST
I-P
ensi
on
s /
RS
VZ
-P
ensi
oen
en
INA
ST
I-P
rest
atio
ns
fam
ilial
es /
RS
VZ
-G
ezin
sbijs
lag
INA
ST
I-A
ssu
ran
ce f
ailli
te /
RS
VZ
-F
ailli
ssem
ents
-ve
rzek
erin
g
INA
ST
I-S
oin
s p
allia
tifs
/ R
SV
Z-
Pal
liati
eve
verz
org
ing
So
us-
tota
l /S
ub
tota
al
INA
ST
I-G
FG
/ R
SV
Z-G
FB
TO
TA
L /
TO
TA
AL
Lo
pen
de
uit
gav
en
Pre
stat
ion
s 36
3.14
43.
046.
754
438.
809
14.5
181.
230
3.86
4.45
5
3.86
4.45
5P
rest
atie
s
Fra
is d
e p
aiem
ent
67
5
675
67
5B
etal
ing
sko
sten
Fra
is d
'ad
min
istr
atio
n
13.4
5711
.043
24
.500
66.9
6891
.468
Beh
eers
kost
en
Org
anis
mes
cen
trau
x 1.
248
1.24
865
.183
66.4
31C
entr
ale
inst
ellin
gen
Ser
vice
s tie
rs
12.2
0911
.043
23
.252
1.78
525
.037
Die
nste
n de
rden
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
2.29
3.15
22.
293.
152
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
INA
MI-
Soi
ns d
e sa
nté
2.29
0.38
02.
290.
380
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
Aut
res
2.77
22.
772
And
ere
Ch
arg
es d
'inté
rêts
In
tres
tlas
ten
Div
ers
571
571
4.87
75.
448
Div
erse
n
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts
inte
rnes
37
7.17
23.
058.
472
438.
809
14.5
181.
230
3.89
0.20
12.
364.
996
6.25
5.19
8U
itg
aven
vó
ór
inte
rne
ove
rdra
chte
n
INA
ST
I-G
FG
R
SV
Z-G
FB
Aut
res
bran
ches
3.
869.
952
3.86
9.95
2A
nder
e ta
kken
Tra
nsf
erts
inte
rnes
3.
869.
952
3.86
9.95
2In
tern
e o
verd
rach
ten
To
tal d
épen
ses
cou
ran
tes
377.
172
3.05
8.47
243
8.80
914
.518
1.23
03.
890.
201
6.23
4.94
810
.125
.150
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
So
lde
com
pte
s co
ura
nts
0
00
00
027
1.68
827
1.68
8S
ald
o lo
pen
de
reke
nin
gen
Co
mp
tes
de
cap
ital
INA
MI-
Ind
emn
ités
/R
IZIV
-U
itke
rin
gen
INA
ST
I-P
ensi
on
s /
RS
VZ
-P
ensi
oen
en
INA
ST
I-P
rest
atio
ns
fam
ilial
es /
RS
VZ
-G
ezin
sbijs
lag
INA
ST
I-A
ssu
ran
ce f
ailli
te /
RS
VZ
-F
ailli
ssem
ents
-ve
rzek
erin
g
INA
ST
I-S
oin
s p
allia
tifs
/ R
SV
Z-
Pal
liati
eve
verz
org
ing
So
us-
tota
l /S
ub
tota
al
INA
ST
I-G
FG
/ R
SV
Z-G
FB
TO
TA
L /
TO
TA
AL
Kap
itaa
lrek
enin
gen
Rec
ette
s
O
ntv
ang
sten
Dép
ense
s
U
itg
aven
So
lde
com
pte
s d
e ca
pit
al
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
Rés
ult
at b
ud
gét
aire
0
00
00
027
1.68
827
1.68
8B
ud
get
tair
res
ult
aat
TA
BE
L III
.1
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r ze
lfst
and
igen
201
2 (g
enee
sku
nd
ige
verz
org
ing
uit
gez
on
der
d)
(In
dui
zend
EU
R)
(aan
pass
ing
nove
mbe
r 20
12)
(ver
volg
) (
En
mill
iers
EU
R)
(ada
ptat
ion
nove
mbr
e 20
12)
(sui
te)
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
ind
épen
dan
ts 2
012
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
TA
BLE
AU
III.1
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
45
Rec
ette
s co
ura
nte
s
INA
MI-
Ind
emn
ités
/R
IZIV
-U
itke
rin
gen
INA
ST
I-P
ensi
on
s /
RS
VZ
-P
ensi
oen
en
INA
ST
I-P
rest
atio
ns
fam
ilial
es /
RS
VZ
-G
ezin
sbijs
lag
INA
ST
I-A
ssu
ran
ce f
ailli
te /
RS
VZ
-F
ailli
ssem
ents
-ve
rzek
erin
g
INA
ST
I-S
oin
s p
allia
tifs
/ R
SV
Z-
Pal
liati
eve
verz
org
ing
So
us-
tota
l /S
ub
tota
al
INA
ST
I-G
FG
/ R
SV
Z-G
FB
TO
TA
L /
TO
TA
AL
Lo
pen
de
on
tvan
gst
en
Co
tisa
tio
ns
3.75
6.64
33.
756.
643
Bijd
rag
en
Cot
isat
ions
ord
inai
res
3.54
7.96
53.
547.
965
Gew
one
bijd
rage
n
Cot
isat
ions
man
data
ires
publ
ics
10.0
0010
.000
Pub
lieke
man
data
risse
n-bi
jdra
gen
Cot
isat
ions
des
soc
iété
s
19
8.17
819
8.17
8V
enno
otsc
haps
bijd
rage
n
Su
bve
nti
on
s d
e l'É
tat
1.86
5.63
71.
865.
637
Sta
atst
oel
agen
Dan
s le
s pr
esta
tions
1.
378.
137
1.37
8.13
7In
de
pres
tatie
s
Équ
ilibr
e sé
curit
é so
cial
e (1
)
48
7.50
048
7.50
0E
venw
icht
soc
iale
zek
erhe
id (1
)
Fin
ance
men
t al
tern
atif
97
4.73
797
4.73
7A
lter
nat
ieve
fin
anci
erin
g
TV
A
749.
598
749.
598
Btw
Pré
com
pte
mob
ilier
68
.569
68.5
69R
oere
nde
voor
heffi
ng
Sto
ck o
ptio
ns
4.35
44.
354
Sto
ck o
ptio
ns
Acc
ises
taba
c
15
.740
15.7
40A
ccijn
zen
taba
k
Soi
ns d
e sa
nté
131.
933
131.
933
Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
Aut
res
4.54
34.
543
And
ere
Rec
ette
s af
fect
ées
18.9
42
18
.942
18
.942
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
400
400
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
Fon
ds p
our
l'ave
nir
400
400
Toe
kom
stfo
nds
Rev
enu
s d
e p
lace
men
ts
10
10
21.8
0921
.819
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
Div
ers
110
902
1.
012
735
1.74
8D
iver
sen
Fra
ud
e so
cial
e
10.9
69S
oci
ale
frau
de
Rec
ette
s p
rop
res
19.0
6290
20
0
19.9
646.
619.
961
6.65
0.89
5E
igen
on
tvan
gst
en
INA
ST
I-G
FG
37
2.00
63.
168.
190
449.
034
14.5
681.
259
4.00
5.05
6
3.97
6.82
5R
SV
Z-G
FB
A
utre
s br
anch
es
And
ere
takk
en
Tra
nsf
erts
inte
rnes
37
2.00
63.
168.
190
449.
034
14.5
681.
259
4.00
5.05
6
3.97
6.82
5In
tern
e o
verd
rach
ten
To
tal r
ecet
tes
cou
ran
tes
391.
068
3.16
9.09
244
9.03
414
.568
1.25
94.
025.
021
6.61
9.96
110
.627
.720
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
TA
BE
L III
.2
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r ze
lfst
and
igen
201
3 (g
enee
sku
nd
ige
verz
org
ing
uit
gez
on
der
d)
(In
dui
zend
EU
R)
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
ind
épen
dan
ts 2
013
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
(
En
mill
iers
EU
R)
(1)
Mon
tant
pro
viso
ire e
n at
tend
ant u
ne d
écis
ion
défin
itive
sur
le fi
nanc
emen
t alte
rnat
if du
bon
us à
l'em
ploi
. (1
) V
oorlo
pig
bed
rag
in a
fwac
htin
g va
n ee
n de
finiti
eve
besl
issi
ng o
ver
de a
ltern
atie
ve fi
nanc
ierin
g va
n de
wer
kbon
us.
TA
BLE
AU
III.2
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
46
Dép
ense
s co
ura
nte
s
INA
MI-
Ind
emn
ités
/R
IZIV
-U
itke
rin
gen
INA
ST
I-P
ensi
on
s /
RS
VZ
-P
ensi
oen
en
INA
ST
I-P
rest
atio
ns
fam
ilial
es /
RS
VZ
-G
ezin
sbijs
lag
INA
ST
I-A
ssu
ran
ce f
ailli
te /
RS
VZ
-F
ailli
ssem
ents
-ve
rzek
erin
g
INA
ST
I-S
oin
s p
allia
tifs
/ R
SV
Z-
Pal
liati
eve
verz
org
ing
So
us-
tota
l /S
ub
tota
al
INA
ST
I-G
FG
/ R
SV
Z-G
FB
TO
TA
L /
TO
TA
AL
Lo
pen
de
uit
gav
en
Pre
stat
ion
s 37
6.83
13.
155.
528
449.
034
14.5
681.
259
3.99
7.22
0
3.99
7.22
0P
rest
atie
s
En
velo
pp
e b
ien
-êtr
e
1.52
0
1.52
020
.262
21.7
82W
elva
arts
enve
lop
pe
Fra
is d
e p
aiem
ent
66
7
667
66
7B
etal
ing
sko
sten
Fra
is d
'ad
min
istr
atio
n
13.6
2211
.377
24
.999
79.1
5110
2.81
8B
ehee
rsko
sten
Org
anis
mes
cen
trau
x 1.
329
1.32
977
.353
78.6
82C
entr
ale
inst
ellin
gen
Ser
vice
s tie
rs
12.2
9311
.377
23
.670
1.79
825
.468
Die
nste
n de
rden
Eco
nom
ies
-1
.332
Bes
parin
gen
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
2.36
7.80
32.
367.
803
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
INA
MI-
Soi
ns d
e sa
nté
2.36
4.92
92.
364.
929
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
Aut
res
2.87
52.
875
And
ere
Ch
arg
es d
'inté
rêts
In
tres
tlas
ten
Div
ers
615
615
5.32
05.
935
Div
erse
n
Fra
ud
e so
cial
e
-15.
930
So
cial
e fr
aud
e
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts
inte
rnes
39
1.06
83.
169.
092
449.
034
14.5
681.
259
4.02
5.02
12.
472.
536
6.48
0.29
5U
itg
aven
vó
ór
inte
rne
ove
rdra
chte
n
INA
ST
I-G
FG
R
SV
Z-G
FB
Aut
res
bran
ches
3.
976.
825
3.97
6.82
5A
nder
e ta
kken
Tra
nsf
erts
inte
rnes
3.
976.
825
3.97
6.82
5In
tern
e o
verd
rach
ten
To
tal d
épen
ses
cou
ran
tes
391.
068
3.16
9.09
244
9.03
414
.568
1.25
94.
025.
021
6.44
9.36
210
.457
.120
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
So
lde
com
pte
s co
ura
nts
0
00
00
017
0.60
017
0.60
0S
ald
o lo
pen
de
reke
nin
gen
Co
mp
tes
de
cap
ital
INA
MI-
Ind
emn
ités
/R
IZIV
-U
itke
rin
gen
INA
ST
I-P
ensi
on
s /
RS
VZ
-P
ensi
oen
en
INA
ST
I-P
rest
atio
ns
fam
ilial
es /
RS
VZ
-G
ezin
sbijs
lag
INA
ST
I-A
ssu
ran
ce f
ailli
te /
RS
VZ
-F
ailli
ssem
ents
-ve
rzek
erin
g
INA
ST
I-S
oin
s p
allia
tifs
/ R
SV
Z-
Pal
liati
eve
verz
org
ing
So
us-
tota
l /S
ub
tota
al
INA
ST
I-G
FG
/ R
SV
Z-G
FB
TO
TA
L /
TO
TA
AL
Kap
itaa
lrek
enin
gen
Rec
ette
s
O
ntv
ang
sten
Dép
ense
s
U
itg
aven
So
lde
com
pte
s d
e ca
pit
al
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
Rés
ult
at b
ud
gét
aire
0
00
00
017
0.60
017
0.60
0B
ud
get
tair
res
ult
aat
(E
n m
illie
rs E
UR
) (s
uite
)
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
ind
épen
dan
ts 2
013
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
TA
BLE
AU
III.2
T
AB
EL
III.2
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r ze
lfst
and
igen
201
3 (g
enee
sku
nd
ige
verz
org
ing
uit
gez
on
der
d)
(In
dui
zend
EU
R)
(ver
volg
)
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
47
2 Commentaire sur la situation financière de 2012 et 2013
2 Commentaar bij de financiële toestand van 2012 en 2013
2012 2012
Le résultat budgétaire de 2012 s’élève à 271.688 milliers EUR, tandis que lors de la dernière estimation en mars 2012, il s’élevait à 271.880 milliers EUR.
Het begrotingsresultaat voor 2012 bedraagt 271.688 duizend EUR, terwijl dit bij de laatste raming in maart 2012 271.880 duizend EUR bedroeg.
La diminution du résultat est la conséquence d’une augmentation des dépenses de 26.996 milliers EUR et d’une augmentation des recettes de 26.803 milliers EUR, en particulier les cotisations.
De vermindering van het resultaat is het gevolg van een stijging van de uitgaven met 26.996 duizend EUR en een stijging van de ontvangsten met 26.803 duizend EUR, in het bijzonder door de bijdragen.
Recettes Ontvangsten
Les cotisations sociales augmentent de 24.990 milliers EUR par rapport à la dernière estimation en mars 2012, pour atteindre un niveau de 3.761.113 milliers EUR. Ces cotisations se composent essentiellement des cotisations ordinaires (3.552.435 milliers EUR) et des cotisations des sociétés (198.178 milliers EUR).
De sociale bijdragen stijgen met 24.990 duizend EUR ten opzichte van de laatste raming in maart 2012 tot op een niveau van 3.761.113 duizend EUR. Deze bijdragen bestaan voornamelijk uit de gewone bijdragen (3.552.435 duizend EUR) en de vennootschapsbijdragen (198.178 duizend EUR).
La subvention de l’État ordinaire s’élève à 1.353.206 milliers EUR. La dotation d’équilibre a été fixée à 404.135 milliers EUR.
De gewone staatstoelage bedraagt 1.353.206 duizend EUR. De evenwichtsdotatie werd bepaald op 404.135 duizend EUR.
Le montant total du financement alternatif diminue de 3.206 milliers EUR par rapport à la dernière estimation en mars 2012. Le montant de base des recettes de TVA affectées aux indépendants diminue de 2.817 milliers EUR. C’est la conséquence d’une diminution des recettes de TVA de 283.197 milliers EUR. Le montant destiné au financement des soins de santé augmente de 12.923 milliers EUR.
Het totaalbedrag aan alternatieve financiering daalt met 3.206 duizend EUR ten opzichte van de laatste raming in maart 2012. Het basisbedrag van de btw-ontvangsten toegewezen aan de zelfstandigen daalt met 2.817 duizend EUR. Dit is het gevolg van een daling van de btw-ontvangsten met 283.197 duizend EUR. Het bedrag bestemd voor de financiering van de geneeskundige verzorging stijgt met 12.923 duizend EUR.
Un versement de 5.000 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé a eu lieu en 2012. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.
Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging is een storting van 5.000 duizend EUR gebeurd in 2012. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.
Les revenus de placements s’élèvent à 32.427 milliers EUR.
De opbrengst van de beleggingen bedraagt 32.427 duizend EUR.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
48
Dépenses Uitgaven
Les prestations sociales diminuent d’un montant de 14.993 milliers EUR par rapport à la dernière estimation en mars 2012 pour atteindre 3.864.455 milliers EUR.
Er is een vermindering van de sociale prestaties met een bedrag van 14.993 duizend EUR ten opzichte van de laatste raming in maart 2012 tot 3.864.455 duizend EUR.
Par rapport à la dernière estimation en mars 2012, le transfert vers les soins de santé augmente de 39.244 milliers EUR, pour atteindre 2.290.380 milliers EUR.
De overdracht naar de geneeskundige verzorging stijgt met 39.244 duizend EUR ten opzichte van de laatste raming in maart 2012 tot 2.290.380 duizend EUR.
Résultat Resultaat
Les transferts aux branches, à l’exclusion des soins de santé, sont estimés pour 2012 à 3.869.952 milliers EUR. Puisque les recettes nettes de l’INASTI-Gestion globale (déduction faite des dépenses propres et du transfert vers les soins de santé) s’élèvent à 4.141.640 milliers EUR, le solde de l’INASTI-Gestion globale est de 271.688 milliers EUR en 2012.
De overdrachten naar de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2012 geraamd op 3.869.952 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdracht naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 4.141.640 duizend EUR bedragen, is het saldo van het RSVZ-Globaal beheer 271.688 duizend EUR in 2012.
2013 2013
Recettes Ontvangsten
Les recettes courantes propres s’élèvent à 6.650.895 milliers EUR, soit une augmentation de 1,90 % par rapport à 2012.
De eigen lopende ontvangsten bedragen 6.650.895 duizend EUR, hetzij een stijging van 1,90 % ten opzichte van 2012.
Afin d’assurer l’équilibre financier de la sécurité sociale et garantir la continuité des paiements des prestations sociales, outre les réformes structurelles initiées dans les différents secteurs, on prévoit aussi le versement d’une dotation complémentaire aux financements existants (comme en 2011 et 2012). Cette dotation est calculée de telle sorte que la sécurité sociale n’ait ni surplus ni déficit au total de ses comptes SEC. Celle-ci n’affecte pas le solde SEC de l’entité I pris dans son ensemble. Elle est répartie entre l’ONSS-Gestion globale et l’INASTI selon une clef 90-10. Pour 2013, le montant attribué à l’INASTI s’élève à 487.500 milliers EUR.
Teneinde het financiële evenwicht van de sociale zekerheid te verzekeren en de continuïteit van de betalingen van de sociale prestaties te garanderen, zijn verschillende structurele hervormingen binnen verschillende takken geïnitieerd, maar is er (zoals in 2011 en 2012) ook in een bijkomende dotatie voor de bestaande financiering voorzien. Deze dotatie is op die manier berekend zodat de sociale zekerheid geen overschotten of tekorten op het totaal van haar ESR-rekeningen zou hebben. Dit tast het ESR-saldo van de in zijn geheel genomen entiteit I niet aan. Deze dotatie is verdeeld over het RSZ-Globaal beheer en het RSVZ-Globaal beheer volgens een 90-10-verdeelsleutel. Voor 2013 bedraagt het bedrag toegewezen aan het RSVZ 487.500 duizend EUR.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
49
Le relèvement du précompte mobilier à 25 % entraine une augmentation du financement alternatif versé à l’INASTI de 8.084 milliers EUR.
Het verhogen van de roerende voorheffing tot 25 % leidt tot een stijging van de alternatieve financiering gestort aan het RSVZ van 8.084 duizend EUR.
Une série de mesures visant à lutter contre la fraude sociale a été décidée. L’impact global en sécurité sociale se chiffre pour 2013 à 97.527 milliers EUR. On estime provisoirement à 26.899 milliers EUR le montant qui relève du régime des travailleurs indépendants. Il a été impacté dans les tableaux, d’une part, en recettes (cotisations et récupérations de prestations indues) pour 10.969 milliers EUR et, d’autre part, en diminution des dépenses pour 15.930 milliers EUR. Les mesures qui impactent le régime des indépendants portent entre autres sur :
Een reeks van maatregelen ter bestrijding van de sociale fraude werden genomen. De totale impact op de sociale zekerheid bedraagt 97.527 duizend in 2013. Het bedrag voor het stelsel van de zelfstandigen wordt voorlopig geraamd op 26.899 duizend EUR. Dit werd in de tabellen aan de ene kant beïnvloed bij de inkomsten (bijdragen en terugvorderingen onterecht toegekende prestaties) voor 10.969 duizend EUR en aan de andere kant door een vermindering van de uitgaven voor 15.930 duizend EUR. Maatregelen die een invloed hebben op het stelsel van de zelfstandigen hebben onder meer betrekking op:
la responsabilisation des organismes assureurs en matière de récupération de montants indus ;
de responsabilisering van de verzekeringsinstellingen voor terugvordering van onverschuldigde bedragen ;
la lutte contre les adresses fictives ; de strijd tegen fictieve adressen;
la responsabilisation des médecins traitant et des médecins conseil ;
de responsabilisering van de behandelende en adviserende geneesheren;
l’échange de données entre l’ONEm et l’INASTI ;
Gegevensuitwisseling tussen RVA en RSVZ;
la transposition du principe de prescription de la récupération d’allocations reçues indûment ;
de toepassing van het principe van verjaring van de terugvordering van onterecht ontvangen uitkeringen;
la lutte contre la fraude au détachement ; de bestrijding van de fraude met detachering;
des mesures visant à lutter contre l’évitement de la loi et le détournement de la loi ;
maatregelen om te vechten tegen de wet en het vermijden van misbruik van de wet;
le contrôle sur les affiliations fictives dans le cadre de l’octroi du permis de séjour ;
de controle op fictieve aansluitingen voor aflevering van een verblijfsvergunning;
le paiement de la première cotisation et l’octroi de certaines allocations.
de betaling van de eerste bijdrage en de toekenning van bepaalde uitkeringen.
Dépenses Uitgaven
Le total des dépenses courantes avant transferts internes s’élève à 6.447.101 milliers EUR. Les dépenses courantes sont supérieures de 212.152 milliers EUR par rapport à 2012.
Het totaal van de lopende uitgaven vóór interne overdrachten bedraagt 6.447.101 duizend EUR. De lopende uitgaven liggen 212.152 duizend EUR hoger dan in 2012.
L’évolution des prestations sociales des différentes branches est commentée en détail dans la partie « Prestations » ci-dessous.
De evolutie van de prestaties van de verschillende takken wordt in detail becommentarieerd in het gedeelte “Prestaties” hieronder.
En outre, les crédits de fonctionnement des IPSS pour l’année 2013 sont réduits à concurrence de 3.700 milliers EUR et les crédits
Bovendien zullen de werkingskredieten van de OISZ voor 2013 met 3.700 duizend EUR verminderen, en de extra kredieten voor de
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
50
supplémentaires pour les projets liés aux nouveaux contrats d’administration sont eux aussi réduits à concurrence de 17 millions EUR. Un montant de 1.301 milliers EUR a été impacté sur l’INASTI.
projecten die met de nieuwe bestuursovereenkomsten gepaard gaan zullen ook met 17 miljoen EUR worden verminderd. Een bedrag van 1.301 duizend EUR werd toegewezen aan het RSVZ.
Pour réaliser les mesures liées à la fraude sociale (cf. recettes), l’INASTI se voit néanmoins octroyer des moyens supplémentaires en personnel.
Om deze maatregel (sociale fraude) te realiseren, (cf. ontvangsten), wordt het RSVZ echter een aanvullend bedrag toegekend voor personeel.
Par rapport à 2012, le transfert vers les soins de santé augmente de 74.549 milliers EUR, pour atteindre 2.364.929 milliers EUR (voir chapitre IV).
De overdracht naar de geneeskundige verzorging stijgt met 74.549 duizend EUR ten opzichte van 2012 tot 2.364.929 duizend EUR (zie hoofdstuk IV).
Résultat Resultaat
Les besoins des branches, à l’exclusion des soins de santé, sont estimés à 3.976.825 milliers EUR pour 2013. Vu que les recettes nettes de l’INASTI-Gestion globale (déduction faite des dépenses propres et des transferts vers les soins de santé) s’élèvent à 4.147.425 milliers EUR, le solde de l’INASTI-Gestion globale est de 170.600 milliers EUR en 2013.
De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2013 geraamd op 3.976.825 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdrachten naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 4.147.425 duizend EUR bedragen, is het saldo van het RSVZ-Globaal beheer 170.600 duizend EUR in 2013.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
51
3 Évolution des prestations 2012-2013 3 Evolutie van de prestaties 2012-2013
Un aperçu de l’évolution annuelle des dépenses par branche et des facteurs de volume figure dans les tableaux III.3 et III.4. Le détail et le coût des corrections sociales figurent dans le tableau III.5.
Een overzicht van de jaarlijkse evolutie van de uitgaven per tak en van de volumefactoren is opgenomen in tabellen III.3 en III.4. De details en de kosten van de sociale correcties zijn opgenomen in tabel III.5.
En 2013, le total des prestations sociales atteindra 3.984.677 milliers EUR, soit 3,11 % de plus que 2012.
In 2013 zal het totaal van de sociale prestaties 3.984.677 duizend EUR bedragen, hetzij 3,11 % hoger dan 2012.
En ce qui concerne les paramètres macro-économique, le gouvernement a tenu compte d’une croissance réelle du PIB de 0,7 % en 2013. Aucun dépassement de l’indice pivot n’est prévu en 2013.
Wat de macro-economische parameters betreft, heeft de regering rekening gehouden met een reële groei van het bbp van 0,7 % in 2013. Er wordt geen overschrijding van de spilindex voorzien in 2013.
Indemnités Uitkeringen
Le projet « back to work » sera renforcé via une réforme des processus d’évaluation et de décision de l’incapacité de travail en vue d'obtenir à la fois une complémentarité accrue des missions des OA et de l’INAMI ; un meilleur contrôle par l’INAMI de l’activité des OA en incapacité primaire et un processus de décisions plus efficace en invalidité.
Het project “Back to work” zal worden versterkt via een hervorming van de evaluatie- en beslissingsprocessen bij arbeidsongeschiktheid. Dit met de bedoeling tegelijkertijd te zorgen voor een verhoogde complementariteit tussen de verzekeringsinstellingen en het RIZIV; een betere controle van het RIZIV op de activiteiten van de verzekeringsinstellingen bij primaire arbeidsongeschiktheid en een meer efficiënt beslissingsproces bij invaliditeit.
Le rendement de cette mesure s’élève à 25.000 milliers EUR en 2013, dont 1.490 milliers EUR pour le régime des indépendants.
De opbrengst bedraagt 25.000 duizend EUR in 2013, waarvan 1.490 duizend EUR voor het stelsel van de zelfstandigen.
Dans le secteur invalidité (contrôle, recalcul et harmonisation régimes d’allocations spéciales), une économie de 25.000 milliers EUR sera en outre réalisée par le biais de :
In de sector van de invaliditeit (controle, herberekening en harmonisering van bijzondere uitkeringsstelsels),zal een besparing van 25.000 duizend EUR ook gerealiseerd worden door middel van:
la réévaluation du coût de congé de maternité pour l’année 2013 ;
de herevaluatie van de kostprijs van het moederschapsverlof voor het jaar 2013 ;
l’amélioration de la prévention et de l’évaluation de l’incapacité primaire.
een verbetering van de preventie en de evaluatie van de primaire arbeidsongeschiktheid.
De cette mesure, un montant de 1.041 milliers EUR a été attribué au régime des indépendants.
Van deze maatregel werd een bedrag van 1.041 duizend EUR toegekend aan het stelsel van de zelfstandigen.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
52
Pension Pensioen
Une enveloppe pour les mesures du plan de relance concernant la pension minimum des indépendants a été prévu par le gouvernement.
Een enveloppe voor de maatregelen van het relanceplan betreffende het minimumpensioen van de zelfstandigen werd voorzien door de regering.
En vue de l’égalisation au 1er janvier 2013 de la pension ménage des travailleurs indépendants sur les travailleurs salariés, 12.000 milliers EUR ont été prévus lors du Conseil des ministres du 20 juillet 2012.
Met het oog op het gelijkschakeling vanaf 1 januari 2013 van het gezinspensioen van de zelfstandigen met die van de loontrekkenden, werd 12.000 duizend EUR voorzien door de Ministerraad van 20 juli 2012.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
53
201
3
Co
ntr
ôle
bu
dg
étai
re /
Beg
roti
ng
s-co
ntr
ole
(I)
Ad
apta
tio
n
no
vem
bre
201
2 /
Aan
pas
sin
g
no
vem
ber
201
2
(II)
Bu
dg
etin
itia
l /
Init
iële
beg
roti
ng
En
ch
iffr
es
abso
lus
/ In
ab
solu
te
cijf
ers
/
En
% /
In %
En
ch
iffr
es
abso
lus
/ In
ab
solu
te
cijf
ers
/
En
% /
In %
INA
MI-
Inde
mni
tés
372.
581
363.
144
376.
831
-9.4
37-2
,53
%13
.687
3,77
%R
IZIV
-Uitk
erin
gen
INA
ST
I-P
ensi
ons
3.05
6.06
03.
046.
754
3.15
5.52
8-9
.306
-0,3
0 %
108.
774
3,57
%R
SV
Z-P
ensi
oene
n
INA
ST
I-P
rest
atio
ns f
amili
ales
43
5.00
443
8.80
944
9.03
43.
805
0,87
%10
.224
2,33
%R
SV
Z-G
ezin
sbijs
lag
INA
ST
I-A
ssur
ance
fai
llite
14
.571
14.5
1814
.568
-53
-0,3
7 %
500,
35 %
RS
VZ
-Fai
lliss
emen
tsve
rzek
erin
g
INA
ST
I-S
oins
pal
liatif
s 1.
232
1.23
01.
259
-2-0
,17
%29
2,33
%R
SV
Z-P
allia
tieve
ver
zorg
ing
TO
TA
L
3.87
9.44
83.
864.
455
3.99
7.22
0-1
4.99
3-0
,39
%13
2.76
43,
44 %
TO
TA
AL
Env
elop
pe b
ien-
être
0
021
.782
0
21.7
82
Wel
vaar
tsen
velo
ppe
TO
TA
L A
JUS
TÉ
3.
879.
448
3.86
4.45
54.
019.
002
-14.
993
-0,3
9 %
154.
546
4,00
%A
AN
GE
PA
ST
TO
TA
AL
2012
(II
) /
(I)
201
3 /
2012
(*)
L’in
dice
piv
ot (
117,
27)
a ét
é at
tein
t en
janv
ier
2012
(ad
apta
tion
des
pres
tatio
ns s
ocia
les
en f
évrie
r 20
12 e
t de
s tr
aite
men
ts e
n m
ars
2012
). L
'indi
ce p
ivot
sui
vant
(11
9,62
) a
été
dépa
ssé
en n
ovem
bre
2012
(a
dapt
atio
n de
s pr
esta
tions
soc
iale
s en
déc
embr
e 20
12 e
t de
s tr
aite
men
ts e
n ja
nvie
r 20
13).
(*)
De
spili
ndex
(11
7,27
) w
erd
bere
ikt
in ja
nuar
i 201
2 (a
anpa
ssin
g va
n de
soc
iale
pre
stat
ies
in f
ebru
ari 2
012
en v
an
de w
edde
n in
maa
rt 2
012)
. D
e vo
lgen
de s
pilin
dex
(119
,62)
wer
d be
reik
t in
nov
embe
r 20
12 (
aanp
assi
ng v
an d
e so
cial
e pr
esta
ties
in d
ecem
ber
2012
en
van
de w
edde
n in
janu
ari 2
013)
.
201
2
TA
BLE
AU
III.3
Pre
stat
ion
s d
u r
égim
e d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
trav
aille
urs
ind
épen
dan
ts 2
012-
2013
(*)
(h
orm
is s
oin
s d
e sa
nté
) (
En
mill
iers
EU
R)
TA
BE
L III
.3
Pre
stat
ies
van
het
ste
lsel
glo
baa
l beh
eer
voo
r ze
lfst
and
igen
201
2-20
13 (
*)
(gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g u
itg
ezo
nd
erd
) (
In d
uize
nd E
UR
)
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
54
201
3
Co
ntr
ôle
bu
dg
étai
re /
Beg
roti
ng
s-co
ntr
ole
(I)
Ad
apta
tio
n
no
vem
bre
201
2 /
Aan
pas
sin
g
no
vem
ber
201
2
(II)
Bu
dg
etin
itia
l /
Init
iële
beg
roti
ng
En
ch
iffr
es
abso
lus
/ In
ab
solu
te
cijf
ers
/
En
% /
In %
En
ch
iffr
es
abso
lus
/ In
ab
solu
te
cijf
ers
/
En
% /
In %
INA
MI-
Ind
emn
ités
((j)
ours
inde
mni
sés
ou n
ombr
e de
(c)
as)
RIZ
IV-U
itke
rin
gen
(ve
rgoe
de (
d)ag
en
of a
anta
l (g)
eval
len)
Inca
paci
té p
rimai
re (
j)1.
998.
520
2.07
9.72
72.
143.
394
81.2
074,
06 %
63.6
673,
06 %
Prim
aire
arb
eids
onge
schi
kthe
id (
d)
Inva
lidité
(j)
6.92
9.26
46.
731.
505
6.86
6.25
6-1
97.7
59-2
,85
%13
4.75
12,
00 %
Inva
lidite
it (d
)
Mat
erni
té (
c)5.
306
5.44
35.
578
137
2,58
%13
52,
48 %
Moe
ders
chap
(g)
INA
ST
I-P
ensi
on
s (m
oyen
ne a
nnue
lle)
529.
665
529.
065
535.
300
-600
-0,1
1 %
6.23
51,
18 %
RS
VZ
-Pen
sio
enen
(ja
arge
mid
deld
e)
Pen
sion
s de
ret
raite
411.
185
411.
015
418.
755
-170
-0,0
4 %
7.74
01,
88 %
Rus
tpen
sioe
nen
Pen
sion
s de
sur
vie
118.
480
118.
050
116.
545
-430
-0,3
6 %
-1.5
05-1
,27
%O
verle
ving
spen
sioe
nen
TA
BLE
AU
III
.4
Fa
cte
urs
de
vo
lum
e d
es
pre
sta
tio
ns
du
ré
gim
ed
e l
a g
es
tio
n g
lob
ale
de
s t
rava
ille
urs
in
dé
pe
nd
an
ts 2
01
2-2
01
3(h
orm
is s
oin
s d
e s
an
té)
201
3 /
2012
20
12 (
II)
/ (I
)
TA
BE
L II
I.4
Vo
lum
efa
cto
ren
va
n d
e p
res
tati
es
va
n h
et
ste
lse
lg
lob
aa
l b
eh
ee
r vo
or
zelf
sta
nd
ige
n 2
01
2-2
01
3(g
en
ee
sk
un
dig
e v
erz
org
ing
uit
ge
zon
de
rd)
201
2
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
55
2012 2013
1. Indemnités 17,46 18,50 1. Uitkeringen
- augmentation de 2 % du forfait cohabitant pour invalidité avec cessation
1.1.2010 1,19 1,21 1,21 - verhoging met 2 % van het forfait samenwonende voor invaliditeit met stopzetting
- prolongation du congé de maternité en cas d'hospitalisation de l'enfant
1.1.2010 0,29 0,28 0,28 - verlenging van het moederschaps-verlof in geval van hospitalisatie van het kind
- adaptation de la définition "charge de famille" pour les partenaires bénéficiant d'un revenu de remplacement (invalides + primaires)
1.1.2010 0,72 0,73 0,73 - aanpassing van de definitie "gezinslast" voor de partners die genieten van een vervangingsinkomen (invaliden + primairen)
- augmentation des indemnités pour incapacité de travail primaire:
1.8.2010 0,82 0,85 0,85 - verhoging van de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid:
• de 0,77 EUR par jour avec charge de famille;
• met 0,77 EUR per dag met gezinslast;
• de 0,96 EUR par jour pour isolés • met 0,96 EUR per dag voor alleenstaanden
- augmentation des indemnités pour invalidité sans cessation:
1.8.2010 0,84 0,87 0,87 - verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit zonder stopzetting:
• de 0,77 EUR par jour avec charge de famille;
• met 0,77 EUR per dag met gezinslast;
• de 0,96 EUR par jour pour isolés • met 0,96 EUR per dag voor alleenstaanden
- octroi d'une prime annuelle de rattrapage de 200 EUR pour les invalides
1.5.2011 4,21 4,34 4,34 - toekenning van een jaarlijkse inhaalpremie van 200 EUR voor de invaliden
- augmentation du forfait "Aide d'une tierce personne" avec 3 EUR
1.9.2011 1,25 1,31 1,31 - verhoging van het forfait "Hulp van derden" met 3 EUR
- augmentation de l'indemnité readaptation professionnelle en cas de réussite d'une formation terminée
0,05 0,05 0,05 - verhoging vergoeding herscholing bij succesvolle beëindiging opleidingsprogramma
- augmentation des forfaits octroyés aux titulaires en incapacité primaire suite à la revalorisation des pensions minimales des travailleurs indépendants: avec charge +2,11 % et isolés +2,37 %
1.9.2011 0,87 0,92 0,92 - verhoging van forfaits voor personen in primaire uitkeringsgerechtigdheid vanwege de revalorisatie van de minimumpensioenen: personen ten laste +2,11 % en alleenstaanden +2,37 %
- augmentation des indemnités d'invalidité sans arrêt de l'entreprise de 2,11 % pour le forfait avec charge et de 2,37 % pour le forfait isolé suite à l'augmentation des minima pensions du régime des indépendants
1.9.2011 0,92 0,97 0,97 - verhoging van invaliditeitsuitkeringen zonder stopzetting met 2,11 % voor het forfait met gezinslast en 2,37 % voor het forfait voor alleenstaanden vanwege de verhoging van het minimumpensioen binnen het stelsel van de zelfstandigen
- augmentation des indemnités d'invalidité avec arrêt de l'entreprise de 2 % pour les forfaits avec charge et isolés suite à l'augmentation des minima pensions du régime général
1.9.2011 2,30 2,42 2,42 - verhoging van de invaliditeitsuitkering met stopzetting met 2 % voor de forfaits met personen ten laste en alleenstaanden vanwege de verhoging van de minimumpensioenen van het algemeen stelsel
TABLEAU III.5
Estimations budgétaires des corrections sociales 2012-2013 (*)
(En millions EUR)
(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.
Estimation des dépenses / Raming
van de uitgaven
TABEL III.5
Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2012-2013 (*)
Prise decours /
Vankracht
Sociale correcties - Stelsel van de zelfstandigen
(In miljoen EUR)
Corrections sociales - Régime des travailleurs indépendants
Coût annuel /
Jaarlijkse kost
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel inge-voerd is, de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
56
2012 2013
1. Indemnités (suite) 1. Uitkeringen (vervolg)
- augmentation du forfait octroyé aux titulaires en incapacité primaire: cohabitants + 2 %
1.9.2011 0,70 0,74 0,74 - verhoging van forfait voor primaire uitkeringsgerechtigden: samenwonenden + 2 %
- augmentation des indemnités d'invalidité avec arrêt de l'entreprise pour les cohabitants: +2 %
1.9.2011 1,25 1,31 1,31 - verhoging van forfait invaliditeitsuitkering met stopzetting voor samenwonenden: +2 %
- augmentation des indemnités d'invalidité sans arrêt de l'entreprise pour les cohabitants: +2 %
1.9.2011 0,64 0,67 0,67 - verhoging van forfait invaliditeitsuitkering zonder stopzetting voor samenwonenden: +2 %
- augmentation du plafond de revenu avec charge de famille (jusqu'au montant de base de 707,7 EUR) et du plafond isolés pour l'invalidité- revenus de remplacement: +2 %
1.9.2011 0,80 0,84 0,84 - verhoging van het inkomensplafond binnen de invaliditeitsverzekering met personen ten laste (tot een bedrag van 707,7 EUR) en het plafond voor de alleenstaanden - vervangingsuitkering: +2 %
- augmentation du plafond de revenu avec charge de famille (jusqu'au montant de base de 707,7 EUR) et du plafond isolés pour l'incapacité primaire - revenus de remplacement: +2 %
1.9.2011 0,27 0,28 0,28 - verhoging van het inkomensplafond voor de primaire uitkerings-gerechtigden met personen ten laste (tot een bedrag van 707,7 EUR) en het plafond voor de alleenstaanden - vervangingsuitkering: +2 %
- augmentation des allocations hebdomadaires de maternité et d'adoption (+33,15 EUR)
1.7.2012 0,35 0,71 0,71 - verhoging van het wekelijkse bedrag voor moederschaspsuitkering en voor adoptieuitkering (+33,15 EUR)
2. Pensions 121,67 124,25 2. Pensioenen
- augmentation de la pension 1.8.2010 58,75 58,75 58,75 - verhoging van het minimumpensioen:• de 20 EUR par mois pour la pension ménage;
• met 20 EUR per maand voor het gezinspensioen;
• de 25 EUR par mois pour les pensions pour isolés et pensions de survie
• met 25 EUR per maand voor pensioenen voor alleenstaanden en overlevingspensioenen
- adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2005
1.9.2010 1,56 1,56 1,56 - welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2005
- augmentation de la pension minimum: 1.9.2011 52,33 53,54 53,54 - verhoging van het minimumpensioen:• de 2,11 % pour la pension ménage; • met 2,11 % voor het
gezinspensioen;• de 2,37 % pour les pensions pour isolés et pensions de survie;
• met 2,37 % voor pensioenen voor alleenstaanden en overlevings-pensioenen;
• de 2,25 % pour la pension ménage de plus de 15 ans
• met 2,25 % voor het gezinspensioen ouder dan 15 jaar
- augmentation des pensions non minimales de plus de 15 ans de 2,25 %
1.9.2011 3,21 3,18 3,18 - verhoging van de niet-minimum-pensioenen ouder dan 15 jaar met 2,25 %
- augmentation de 2 % des pensions de 5 ans
1.9.2011 1,63 1,64 1,64 - verhoging met 2 % van de pensioenen van 5 jaar
- augmentation des pensions non minimales de moins de 15 ans de 1,25 %
1.11.2011 3,54 3,54 3,54 - verhoging van de niet-minimum-pensioenen minder dan 15 jaar met 1,25 %
- augmentation de 2 % des pensions de 2007
1.9.2012 0,68 2,04 2,04 - verhoging met 2 % van de pensioenen uit 2007
Corrections sociales - Régime des travailleurs indépendants
Prise decours /
Vankracht
Coût annuel /
Jaarlijkse kost
Sociale correcties - Stelsel van de zelfstandigen
Estimation des dépenses / Raming
van de uitgaven
(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel inge-voerd is, de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
(En millions EUR) (suite) (In miljoen EUR) (vervolg)
TABLEAU III.5 TABEL III.5
Estimations budgétaires des corrections sociales 2012-2013 (*)
Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2012-2013 (*)
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
57
2012 2013
3. Prestations familiales 2,47 1,25 3. Gezinsbijslag
- supplément d'âge annuel : augmentation de 51 à 75 EUR pour les 18-24 ans
1.1.2011 1,22 - - - jaarlijks leeftijdssupplement : verhoging van 51 tot 75 EUR voor de 18-24-jarigen
- augmentation du supplément annuel pour les 18-24 ans de 75 EUR en 2011 à 100 EUR en 2012
1.1.2012 1,25 1,25 1,25 - verhoging jaarlijkse bijslag voor 18-24-jarigen van 75 EUR in 2011 naar 100 EUR in 2012
4. Assurance faillite 1,68 4,42 4. Faillissementsverzekering
- augmentation de l'indemnité en cas de faillite:
1.8.2010 0,28 - - - verhoging van de uitkering in geval van faillissement:
• de 20 EUR avec charge de famille; • met 20 EUR met gezinslast;• de 25 EUR sans charge de famille • met 25 EUR zonder gezinslast
- augmentation des indemnités en cas de faillite liée à l'augmentation des pensions minimales
1.9.2011 0,30 - - - verhoging van de uitkeringen in geval van faillissement, gekoppeld aan de verhoging van de minimumpensioenen
-extension des indemnités de l'assurance faillite vers les cas de cessation forcée de l'activité
1.10.2012 0,88 3,53 3,53 - uitbreiding van de uitkeringen in geval van faillissement naar gevallen van stopzetting van de activiteit
- possibilité de demander des prestations de l'assurance faillite plusieurs fois pendant la carrière pour au maximum 12 mois
1.10.2012 0,22 0,89 0,89 -mogelijkheid om de uitkering gedurende de volledige loopbaan meerdere keren aan te vragen voor in totaal maximum 12 maanden
TOTAL 143,28 148,42 TOTAAL
(En millions EUR) (suite) (In miljoen EUR) (vervolg)
TABLEAU III.5 TABEL III.5
Estimations budgétaires des corrections sociales 2012-2013 (*)
Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2012-2013 (*)
Corrections sociales - Régime des travailleurs indépendants
Prise decours /
Vankracht
Estimation des dépenses / Raming
van de uitgaven
Coût annuel /
Jaarlijkse kost
Sociale correcties - Stelsel van de zelfstandigen
(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel inge-voerd is, de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
58
CHAPITRE IV HOOFDSTUK IV
INAMI-SOINS DE SANTE RIZIV-GENEESKUNDIGE VERZORGING
1 Tableaux de 2012 et 2013 1 Tabellen voor 2012 en 2013
Méthodologie Methodologie
En vertu de la loi du 31 janvier 2007 qui introduit un nouveau financement de l’assurance maladie et de la loi du 26 mars 2007 qui réalise l’intégration des petits risques dans l’assurance maladie obligatoire des indépendants, il n’est plus fait de distinction, dans la branche INAMI-Soins de santé, entre le régime des travailleurs salariés et celui des indépendants à partir de 2008.
Door de wet van 31 januari 2007 die een nieuwe financiering van de ziekteverzekering invoert en de wet van 26 maart 2007 waarmee de integratie van de kleine risico’s in de verplichte ziekteverzekering voor zelfstandigen wordt gerealiseerd, wordt er vanaf 2008 in de tak RIZIV-Geneeskundige verzorging geen onderscheid meer gemaakt tussen het stelsel van de werknemers en het stelsel van de zelfstandigen.
Jusqu’en 2007, les transferts des deux gestions globales à la branche des soins de santé représentaient les besoins de trésorerie à financer. Ces besoins résultaient des avances (calculées en fonction de l’objectif budgétaire) qui étaient versées par l’INAMI aux OA dans le courant de l’année, ainsi que des soldes des années précédentes que l’INAMI devait régulariser envers les OA et qui ont été établis en fonction des dépenses réelles et des règles relatives à la responsabilité financière des OA.
Tot en met 2007 vertegenwoordigden de overdrachten van beide globale beheren naar de tak geneeskundige verzorging de te financieren thesauriebehoeften. Deze behoeften vloeiden voort uit de voorschotten (berekend in functie van de begrotingsdoelstelling) die in de loop van het jaar door het RIZIV gestort werden aan de VI’s, alsook uit de saldi van de voorgaande jaren die het RIZIV moest regulariseren tegenover de VI’s. Deze saldi werden opgemaakt in functie van de reële uitgaven en de regels met betrekking tot de financiële verantwoordelijkheid van de VI’s.
À partir de 2008, le financement de la branche des soins de santé comprend trois parties :
Vanaf 2008 bestaat de financiering van de tak geneeskundige verzorging uit drie delen:
1. Un montant de base par gestion globale égal au montant de l’année précédente (*) majoré du taux de croissance des recettes effectives disponibles de cotisations entre les exercices N-1 et N-2.
1. Een basisbedrag per globaal beheer gelijk aan het bedrag van het voorgaande jaar (*) verhoogd met het groeipercentage van de beschikbare effectieve inkomsten uit bijdragen tussen de jaren N-1 en N-2.
2. Un montant complémentaire provenant des deux gestions globales pour lequel celles-ci reçoivent un financement alternatif. Ce montant complémentaire est obtenu en diminuant les dépenses de la branche soins de santé des deux montants de base reçus et des recettes propres de la branche. Il est ensuite réparti entre les gestions globales avec une clef de répartition.
2. Een bijkomend bedrag vanuit beide globale beheren waarvoor deze een alternatieve financiering bekomen. Dit bijkomende bedrag wordt bekomen door de uitgaven van de tak geneeskundige verzorging te verminderen met de twee basisbedragen en met de eigen ontvangsten van de tak geneeskundige verzorging en vervolgens via een verdeelsleutel te verdelen over de globale beheren.
(*) Pour déterminer les montants de base de 2008, il fallait corriger les moyens transférés par les gestions globales en 2007 des dépassements de l’objectif budgétaire des années antérieures qui ont été pris en compte en 2007. (*) Voor het bepalen van de basisbedragen 2008 dienden er op de geldmiddelen overgedragen door de globale beheren in 2007 een aantal correcties uitgevoerd te worden in verband met de overschrijdingen van de begrotingsdoelstelling voorgaande jaren die in 2007 werden verrekend.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
59
3. Si à l’expiration de l’exercice budgétaire, il apparaît que les dépenses en soins de santé dépassent l’objectif budgétaire global, ce dépassement est à charge des deux gestions globales selon une clef de répartition.
3. Indien na afloop van het begrotingsjaar blijkt dat de uitgaven voor geneeskundige verzorging hoger lagen dan de globale begrotingsdoelstelling, wordt deze overschrijding ten laste gelegd van de globale beheren volgens een bepaalde verdeelsleutel.
Du fait qu’à côté de l’introduction d’un nouveau financement, l’intégration des petits risques dans l’assurance obligatoire était aussi réalisée, les montants de base décrits ci-dessus devaient encore être corrigés. Auparavant, les indépendants qui avaient aussi une carrière de salarié ou qui avaient un partenaire relevant du régime des salariés, pouvaient s’assurer contre les soins de santé dans le régime des salariés. Le montant de base à charge de la gestion globale des indépendants doit être augmenté de 182.060 milliers EUR(**) et celui à charge de la gestion globale des salariés doit être diminué du même montant.
Doordat naast de invoering van een nieuwe financiering ook de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering werden doorgevoerd, dienden de hierboven beschreven basisbedragen nog gecorrigeerd te worden. Voordien konden zelfstandigen met ook een carrière als werknemer of met een partner die onder de werknemersregeling viel, zich verzekeren tegen geneeskundige verzorging onder de werknemersregeling. Het basisbedrag ten laste van het globaal beheer van de zelfstandigen dient met 182.060 duizend EUR(**) verhoogd te worden en het basisbedrag ten laste van het globaal beheer van de werknemers met eenzelfde bedrag verlaagd.
Le montant de base à charge de la gestion globale des travailleurs indépendants pour 2008 comprend un montant de 442.222 milliers EUR résultant de l’intégration des petits risques. Il a été augmenté des 182.060 milliers EUR suite à la suppression du régime le plus favorable ainsi que de 11.410 milliers EUR pour financer la hausse des frais d’administration des OA.
Het basisbedrag ten laste van het globaal beheer van de zelfstandigen bevat voor 2008 ook een bedrag van 442.222 duizend EUR tengevolge van de integratie van de kleine risico’s. Het werd verder verhoogd met 182.060 duizend EUR ten gevolge van de afschaffing van de meest gunstige regel alsook met 11.410 duizend EUR ter financiering van de verhoging van de beheerskosten van de VI’s.
Les transferts de et vers les deux gestions globales ont été isolés dans le tableau. En outre, un tableau supplémentaire montre l’affectation du solde des comptes courants.
De overdrachten van en naar de twee globale beheren worden in de tabel afgezonderd. Bovendien toont een bijkomende tabel de toewijzing van het saldo van de lopende rekeningen.
Lorsque les recettes et les dépenses réalisées seront connues et remplaceront les prévisions budgétaires, un solde non affecté apparaîtra, qui représentera le résultat des opérations propres à l’exercice considéré.
Op het moment dat de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven gekend zijn en de begrotingsramingen zullen vervangen, zal er een niet-toegewezen saldo verschijnen dat het resultaat van de verrichtingen eigen aan het beschouwde begrotingsjaar zal voorstellen.
(**) Après 2008, ce montant est indexé. (**) Na 2008 wordt dit bedrag geïndexeerd.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
60
Cotisations 963.196 982.467 Bijdragen Cotisations ordinaires Gewone bijdragen Modération salariale Loonmatiging Cotisations spécifiques 963.196 982.467 Specifieke bijdragen
Financement alternatif 2.720.265 2.797.263 Alternatieve financiering TVA 1.824.842 1.887.833 Btw Accises tabac 895.423 909.430 Accijnzen tabak Autres Andere
Recettes affectées 1.071.462 1.110.478 Toegewezen ontvangsten
Transferts externes 1.047 1.088 Externe overdrachten
Revenus de placements 4.217 3.808 Opbrengsten beleggingen
Divers 408.163 417.689 Diversen
Recettes propres 5.168.350 5.312.793 Eigen ontvangsten
ONSS - Gestion globale 21.608.515 22.353.723 RSZ - Globaal beheer Montant de base 20.173.308 21.033.886 Basisbedrag Financement alternatif complémentaire 1.435.207 1.319.837 Bijkomende alternatieve financiering Décompte années antérieures Afrekening voorgaande jaren
INASTI - Gestion globale 2.163.567 2.234.519 RSVZ - Globaal beheer Montant de base 2.019.866 2.102.586 Basisbedrag Financement alternatif complémentaire 143.701 131.933 Bijkomende alternatieve financiering Décompte années antérieures Afrekening voorgaande jaren
INASTI - Carrières mixtes 126.813 130.409 RSVZ - Gemengde loopbanen
Transferts - GFG 23.898.895 24.718.652 Overdrachten - GFB
Total recettes courantes 29.067.245 30.031.445 Totaal lopende ontvangsten
2012 Lopende ontvangsten 2013
Budget de l'INAMI-Soins de santé 2012-2013
(En milliers EUR)
TABLEAU IV.1
Recettes courantes
TABEL IV.1
Begroting van het RIZIV-Geneeskundige verzorging 2012-2013
(In duizend EUR)
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
61
Prestations 25.627.379 26.676.586 Prestaties
Frais de paiement Betalingskosten
Frais d'administration 989.116 992.748 Beheerskosten Organismes centraux 102.368 108.985 Centrale instellingen Services tiers 886.748 886.192 Diensten derden Économies -2.429 Besparingen
Transferts externes 1.838.606 1.900.799 Externe overdrachten
Charges d'intérêts Intrestlasten
Divers 592.144 457.312 Diversen
Dépenses avant transferts GFG 29.047.245 30.027.445 Uitgaven vóór overdrachten GFB
ONSS - Gestion globale 4.500 3.600 RSZ - Globaal beheer Fonds pour l'avenir soins de santé 4.500 3.600 Toekomstfonds geneeskundige verzorging Contribution objectif budgétaire SS 0 0 Bijdrage begrotingsdoelstelling SZ
INASTI - Gestion globale 500 400 RSVZ - Globaal beheer Fonds pour l'avenir soins de santé 500 400 Toekomstfonds geneeskundige verzorging Contribution objectif budgétaire SS 0 0 Bijdrage begrotingsdoelstelling SZ
Transferts - GFG 5.000 4.000 Overdrachten - GFB
Total dépenses courantes 29.052.245 30.031.445 Totaal lopende uitgaven
Solde comptes courants 15.000 0 Saldo lopende rekeningen
Recettes Ontvangsten
Dépenses Uitgaven
Solde comptes de capital 0 0 Saldo kapitaalrekeningen
Résultat budgétaire 15.000 0 Budgettair resultaat
Comptes de capital Kapitaalrekeningen 2012 2013
2013
Begroting van het RIZIV-Geneeskundige verzorging 2012-2013
TABLEAU IV.1
Budget de l'INAMI-Soins de santé 2012-2013
(En milliers EUR) (suite) (In duizend EUR) (vervolg)
Dépenses courantes Lopende uitgaven 2012
TABEL IV.1
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
62
2 Commentaire sur la situation financière de 2012 et 2013
2 Commentaar bij de financiële toestand van 2012 en 2013
2012 2012
Le solde total de 2012 s’élève à 15.000 milliers EUR. Ce montant est la conséquence d’une adaptation des dépenses de conventions internationales.
Het totale saldo voor 2012 bedraagt 15.000 duizend EUR. Dit bedrag is het gevolg van een aanpassing voor de internationale verdragen.
En 2012, le Fonds pour l’avenir des soins de santé a été alimenté par les deux gestions globales à concurrence d’un montant total de 5.000 milliers EUR. Ce montant se retrouve à l’ONSS et l’INASTI.
In 2012 werd het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging gestijfd door de twee globaal beheren voor een totaal bedrag van 5.000 duizend EUR. Dit bedrag bevindt zich bij de RSZ en het RSVZ.
2013 2013
L’objectif budgétaire des soins de santé a été fixé à 26.676.586 milliers EUR, comme suit:
De begrotingsdoelstelling voor geneeskundige verzorging werd als volgt vastgesteld op 26.676.586duizend EUR:
(En milliers EUR) (In duizend EUR)
Objectif budgétaire 2012 25 627 379 Begrotingsdoelstelling 2012
Norme légale 2% 512 548 Wettelijke norm 2%
Sous total 26 139 927 Subtotaal
Indice-santé 1,9% 496 659 Gezondheidsindex 1,9%
Sous-total 26 636 586 Subtotaal
Accord social 40 000 Sociaal akkoord
Objectif budgétaire global 2013 26 676 586 Globale begrotingsdoelstelling 2013
Les estimations techniques de l’INAMI pour 2013 (26.672.010 milliers EUR) indiquent une marge de 4.576 milliers EUR par rapport à l’objectif budgétaire global normé.
De technische ramingen van het RIZIV voor 2013 (26.672.010 duizend EUR) geven een marge aan van 4.576 duizend EUR ten aanzien van de genormeerde globale begrotingsdoelstelling.
Ces estimations techniques doivent par ailleurs être corrigées d’un montant total de – 72.436 milliers EUR suite à :
Deze technische ramingen dienen daarenboven gecorrigeerd te worden voor een totaal van -72.436 duizend EUR omwille van :
des économies qui n’avaient pas été prises en compte (-8.916 milliers EUR) ;
besparingen die niet in rekening werden gebracht (-8.916 duizend EUR);
le report de l’exécution de mesures initialement prévues en 2013 (-57.520 milliers EUR) ;
de overdracht van de uitvoering van maatregelen die initieel voorzien waren in 2013 (-57.520 duizend EUR);
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
63
une diminution des besoins à financer du Fonds des accidents médicaux. (- 10.000 milliers EUR) ;
een vermindering van de financieringsbehoeften van het Fonds voor medische ongevallen (-10.000 duizend EUR) ;
un retard dans l’entrée en vigueur d’une mesure relative aux médicaments (+ 4.000 milliers EUR).
een vertraging van het in voege treden van een maatregel inzake medicatie (+4.000 duizend EUR);
Des économies pour un montant total de 271.955 milliers EUR (effet 2013, soit 297.090 milliers EUR en année pleine) seront réalisées. Elles portent principalement sur :
Besparingen voor een totaal van 271.955 duizend EUR (effect in 2013, ofwel 297.090 duizend EUR in een volledig jaar) zullen worden gerealiseerd. Ze hebben voornamelijk betrekking op:
Économies Besparingen
(En milliers EUR) (In duizend EUR)
Honoraires médicaux 106.272 Geneeskundige honoraria
Spécialités pharmaceutiques 84.805 Farmaceutische specialiteiten
Implants 19.439 Implantaten
Sang 4.742 Bloed
Hôpitaux 25.000 Ziekenhuizen
Report de mesures 31.697 Overdracht van maatregelen
TOTAL 271.955 TOTAAL
Deux initiatives, d’un montant total de 696 milliers EUR, seront prises pour, d’une part, conclure des conventions avec les centres qui accompagnent les femmes victimes de mutilations génitales et, d’autre part, pour le renforcement du suivi épidémiologique dans le domaine du SIDA.
Twee initiatieven, voor een totaalbedrag van 696 duizend EUR, zullen worden genomen voor enerzijds overeenkomsten te sluiten met centra die vrouwen begeleiden die slachtoffer zijn van genitale verminking en anderzijds voor een versterking van de epidemiologische opvolging in het domein van aids.
Ce qui précède a pour conséquence que l’estimation des dépenses 2013 est inférieure de 346.132 milliers EUR à l’objectif budgétaire global normé. En conséquence de cette sous-utilisation, enregistrée comme une dépense négative dans la rubrique des dépenses diverses, l'INAMI diminuera le montant des douzièmes budgétaires des organismes assureurs. Comme cela a été le cas dans le budget 2012, le financement alternatif des soins de santé est diminué à due concurrence. La répartition de ce financement alternatif entre les gestions globales des salariés et des indépendants a été faite selon les dispositions légales actuellement en vigueur.
Het voorgaande heeft als gevolg dat de raming van de uitgaven voor 2013 346.132 duizend EUR lager zijn dan in het globaal begrotingsobjectief. Als gevolg van deze onderbenutting, geboekt als een negatieve uitgave binnen de diverse uitgaven, zal het RIZIV het bedrag van de begrotingstwaalfden aan de verzekeringsinstellingen verlagen. Zoals dit het geval was in de begroting 2012, is de alternatieve financiering van de geneeskundige verzorging verlaagd. De verdeling van deze alternatieve financiering tussen het globaal beheer voor werknemers en het globaal beheer voor zelfstandigen is gebeurd volgens de op dit moment in voege zijnde wetgeving.
En outre, de ce qui précède, un montant de 2.139 milliers EUR est impacté sur le budget des moyens financiers des hôpitaux.
Bovenop het voorgaande heeft een bedrag van 2.139 duizend EUR impact op het budget financiële middelen van de hospitalen.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
64
En tant que soutien à l’usage rationnel des moyens de l’assurance maladie, une nouvelle recette pour l’État sera engendrée par la création d’une cotisation sur les dépenses de marketing et promotion des firmes commercialisant des produits pharmaceutiques ou des dispositifs médicaux. Elle rapportera 7.730 milliers EUR en 2013 et sur la base annuelle.
Het invoeren van een heffing op de uitgaven voor marketing en promotie door firma's die farmaceutische producten of medische hulpmiddelen verhandelen, zal het rationeel gebruik van de middelen van de ziekteverzekering ondersteunen. Het zal in 2013 en op jaarbasis 7.730 duizend EUR opbrengen.
La cotisation des pensionnés sera perçue à partir de 2013 selon les recommandations formulées par la Commission européenne. Le produit de cette mesure se chiffre à 7.609 milliers EUR à partir de 2013. En outre, dans le cadre de la reprise du cadastre des pensions, il n’y aura dorénavant plus de remboursement de la cotisation AMI sur les capitaux de pension avant que l’ayant droit n’ait atteint l’âge légal de la pension. Par conséquent, les exonérations partielles avant l’âge légal de la pension sont abrogées. Le produit de cette mesure se chiffre à 500 milliers EUR en 2013.
De bijdrage van de gepensioneerden zal vanaf 2013 geïnd worden volgens de aanbevelingen geformuleerd door de Europese Commissie. De opbrengst van deze maatregel bedraagt 7.609 duizend EUR vanaf 2013.Daarenboven zal in het kader van de overname van het pensioenkadaster voortaan geen terugbetaling van de ZIV op pensioenkapitalen meer gebeuren vooraleer de gerechtigde de wettelijke pensioenleeftijd heeft bereikt. Dit heeft voor gevolg dat de gedeeltelijke vrijstellingen van de ZIV voor de wettelijke pensioenleeftijd vervalt. De opbrengst van deze maatregel bedraagt 500 duizend EUR in 2013.
En outre, les mesures d’économies concernant les budgets de gestion des IPSS ont été impactées à concurrence de 2.027 milliers EUR dans le budget des soins de santé.
De besparingsmaatregelen betreffende de beheersbegrotingen van de OISZ hebben een impact van 2.027 duizend EUR binnen de begroting van de geneeskundige verzorging..
Les montants de base financés par les gestions globales s’élèvent à (voir méthodologie):
De basisbedragen gefinancierd door de globale beheren (zie uitleg in het deel methodologie) bedragen:
pour l’ONSS: 21.033.886 milliers EUR ; voor RSZ: 21.033.886 duizend EUR;
pour l’INASTI: 2.102.586 milliers EUR. voor RSVZ: 2.102.586 duizend EUR.
Le financement alternatif complémentaire nécessaire pour équilibrer le budget s’élève à 1.451.771 milliers EUR et est attribué pour 1.319.837 milliers EUR à l’ONSS et pour 131.933 milliers EUR à l’INASTI.
De bijkomende alternatieve financiering nodig om de begroting in evenwicht te brengen bedraagt 1.451.771 duizend EUR en wordt voor 1.319.837 duizend EUR toegekend aan de RSZ en voor 131.933 duizend EUR aan het RSVZ.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
65
CHAPITRE V HOOFDSTUK V
LES AUTRES REGIMES DE SECURITE SOCIALE
DE ANDERE REGELINGEN VAN SOCIALE ZEKERHEID
La sécurité sociale d’Outre-mer De overzeese sociale zekerheid
L’OSSOM gère deux régimes de sécurité so-ciale: le régime de la loi du 16 juin 1960 et le régime de la loi du 17 juillet 1963. Le budget de l’OSSOM est présenté dans le tableau V.1.
De DOSZ beheert twee regelingen van sociale zekerheid: de regeling van de wet van 16 juni 1960 en de regeling van de wet van 17 juli 1963. De begroting van de DOSZ wordt voorge-steld in tabel V.1.
En 2012, l’OSSOM perçoit 66.495 milliers EUR de cotisations. Les prestations atteignent 374.067 milliers EUR. La subvention de l’État est fixée à 321.605 milliers EUR.
In 2012 ontvangt de DOSZ 66.495 duizend EUR aan bijdragen. De prestaties bedragen 374.067 duizend EUR. De staatstoelage wordt vastge-steld op 321.605 duizend EUR.
En 2013, l’OSSOM percevra 67.825 milliers EUR de cotisations. Les prestations atteignent 382.093 milliers EUR. Le montant de la subven-tion de l’État après déduction du solde de 2011 est de 324.157 milliers EUR.
In 2013 zal de DOSZ 67.825 duizend EUR aan bijdragen ontvangen. De prestaties bedragen 382.093 duizend EUR. Het bedrag van de staatstoelage na aftrek van het saldo 2011 be-draagt 324.157 duizend EUR.
Autres régimes de sécurité sociale Andere regelingen van sociale zekerheid
Les tableaux V.2 jusque V.3 présentent les budgets des branches et des organismes de sécurité sociale qui ne font pas partie des ges-tions globales mais qui, dans les comptes na-tionaux, sont comptés dans la sécurité sociale.
In de tabellen V.2 tot V.3 worden de begrotin-gen van de takken en instellingen van de socia-le zekerheid besproken die niet behoren tot bei-de globale beheren maar die in de nationale rekeningen wel tot de sector sociale zekerheid worden gerekend.
Pour l’ONSSAPL, il s’agit du budget des presta-tions familiales, des différents pools de pen-sions1, des contractuels subventionnés, des contrats de sécurités, des primes syndicales et des revenus de placements.
Voor de RSZPPO gaat het over de begroting van de gezinsbijslag, de verschillende pools voor pensioenen1, de geco’s, de veiligheidscon-tracten, de syndicale premies en de beleggings-inkomsten.
1 Fusionnés à partir de 2012. 1 Gefusioneerd vanaf 2012.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
67
2013 2012 (II)-(I) 2013 / 2012
Contrôlebudgétaire /Begrotings-
controle
(I)
Adaptation novembre 2012 /
Aanpassing november 2012
(II)
Budgetinitial /Initiële
begroting
En chiffres absolus /
In absolute cijfers
En chiffres absolus /
In absolute cijfers
Cotisations 66.495 66.495 67.825 0 1.329 Bijdragen
Subventions de l'État 306.277 321.605 324.157 15.328 2.552 Staatstoelagen
Financement alternatif Alternatieve financiering
Recettes affectées 1.809 1.806 1.806 -3 0 Toegewezen ontvangsten
Transferts externes 2.121 1.500 1.500 -621 0 Externe overdrachten
Revenus de placements 2.433 1.989 1.489 -444 -500 Opbrengsten beleggingen
Divers 3.542 4.011 4.006 469 -5 Diversen
Total recettes courantes 382.677 397.407 400.784 14.730 3.377 Totaal lopende ontvangsten
2013 2012 (II)-(I) 2013 / 2012
Contrôlebudgétaire /Begrotings-
controle
(I)
Adaptation novembre 2012 /
Aanpassing november 2012
(II)
Initial /Initieel
En chiffres absolus /
In absolute cijfers
En chiffres absolus /
In absolute cijfers
Prestations 379.266 374.067 382.093 -5.199 8.026 Prestaties
Frais de paiement 1 0 0 -1 0 Betalingskosten
Frais d'administration 13.038 12.918 13.083 -119 165 Beheerskosten
Organismes centraux 13.038 12.918 13.329 -119 411 Centrale instellingen
Services tiers Diensten derden
Économies -246 -246 Besparingen
Transferts externes 2.186 1.384 1.385 -801 1 Externe overdrachten
Intérêts sur emprunts 356 351 351 -5 0 Intresten op leningen
Divers 3.197 41.270 3.626 38.073 -37.644 Diversen
Total dépenses courantes 398.043 429.991 400.538 31.948 -29.453 Totaal lopende uitgaven
Solde comptes courants -15.366 -32.584 246 -17.218 32.830 Saldo lopende rekeningen
Lopende uitgavenDépenses courantes
Lopende ontvangstenRecettes courantes
2012
2012
TABLEAU V.1
(En milliers EUR)
Budget de l'OSSOM 2012-2013
TABEL V.1
Begroting van de DOSZ 2012-2013 (In duizend EUR)
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
68
Re
ce
tte
s c
ou
ran
tes
FA
TC
apit
alis
atio
n /
FA
OK
apit
alis
atie
FM
PF
on
ds
amia
nte
/F
BZ
Asb
estf
on
ds
FM
PS
ecte
ur
AP
L /
FB
ZS
ecto
r P
PO
O
NS
SA
PL
/R
SZ
PP
O
ON
Em
-
Ho
rs g
esti
on
glo
bal
e /
RV
A -
B
uit
en g
lob
aal
beh
eer
FE
SC
/F
CU
D
Fo
nd
s d
e sé
curi
té
d'e
xist
ence
-S
old
e O
NS
S /
Fo
nd
s vo
or
Bes
taan
s-ze
kerh
eid
- S
ald
o R
SZ
Fo
nd
s d
es A
ccid
ents
M
édic
aux
/ F
on
ds
voo
r M
edis
che
On
gev
alle
n
TO
TA
L /
TO
TA
AL
L
op
en
de
on
tva
ng
ste
n
Co
tisa
tio
ns
1.22
46.
726
14.0
942.
363.
858
45.8
6960
.883
1.70
3.71
3
4.19
6.36
8B
ijd
rag
en
Su
bve
nti
on
s d
e l'É
tat
S
taat
sto
elag
en
Fin
ance
men
t al
tern
atif
5.00
0
40.9
0270
.399
11
6.30
1A
lter
nat
ieve
fin
anci
erin
g
Rec
ette
s af
fect
ées
24
7.26
4
24
7.26
4T
oeg
ewez
en o
ntv
ang
sten
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
1619
12
3.73
583
.431
0
12.5
0821
9.70
9E
xter
ne
ove
rdra
chte
n
Rev
enu
s d
e p
lace
men
ts
35.0
7061
081
25.0
6030
121
60.9
71O
pb
ren
gst
en b
eleg
gin
gen
Div
ers
54
7.60
0
3.11
4
10.7
68D
iver
sen
Rec
ette
s p
rop
res
36.3
6412
.355
14.1
752.
800.
819
207.
329
61.0
041.
706.
827
12.5
084.
851.
380
Eig
en o
ntv
ang
sten
Tra
nsfe
rts
inte
rnes
24.0
83
24
.083
Inte
rne
over
drac
hten
To
tal
rece
ttes
co
ura
nte
s 36
.364
12.3
5514
.175
2.82
4.90
220
7.32
961
.004
1.70
6.82
712
.508
4.87
5.46
3T
ota
al l
op
end
e o
ntv
ang
sten
Dé
pe
nse
s c
ou
ran
tes
FA
TC
apit
alis
atio
n /
FA
OK
apit
alis
atie
FM
PF
on
ds
amia
nte
/F
BZ
Asb
estf
on
ds
FM
PS
ecte
ur
AP
L /
FB
ZS
ecto
r P
PO
O
NS
SA
PL
/R
SZ
PP
O
ON
Em
-
Ho
rs g
esti
on
glo
bal
e /
RV
A -
B
uit
en g
lob
aal
beh
eer
FE
SC
/F
CU
D
Fo
nd
s d
e sé
curi
té
d'e
xist
ence
-S
old
e O
NS
S /
Fo
nd
s vo
or
Bes
taan
s-ze
kerh
eid
- S
ald
o R
SZ
Fo
nd
s d
es A
ccid
ents
M
édic
aux
/ F
on
ds
voo
r M
edis
che
On
gev
alle
n
TO
TA
L /
TO
TA
AL
L
op
en
de
uit
ga
ven
Pre
stat
ion
s 22
.513
12.3
5011
.667
2.63
5.44
822
7.40
359
.854
1.70
0.24
58.
816
4.67
8.29
6P
rest
atie
s
Fra
is d
e p
aiem
ent
0
251
53B
etal
ing
sko
sten
Fra
is d
'ad
min
istr
atio
n
7.87
9
2.22
823
.903
32.6
431.
071
6.58
23.
692
77.9
98B
ehee
rsko
sten
Org
anis
mes
cen
trau
x 7.
879
2.
228
23.9
0332
.643
1.07
16.
582
3.69
277
.998
Cen
tral
e in
stel
linge
n
Ser
vice
s tie
rs
0
0D
iens
ten
derd
en
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
69
37
1.67
74.
500
37
6.24
6E
xter
ne
ove
rdra
chte
n
Ch
arg
es d
'inté
rêts
Intr
estl
aste
n
Div
ers
23
278
0
30
1D
iver
sen
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts i
nte
rnes
30
.484
12.3
5014
.175
3.03
1.07
926
4.54
660
.925
1.70
6.82
712
.508
5.13
2.89
4U
itg
aven
vó
ór
inte
rne
ove
rdra
chte
n
Tra
nsfe
rts
inte
rnes
24.0
83
24
.083
Inte
rne
over
drac
hten
To
tal
dép
ense
s co
ura
nte
s 30
.484
12.3
5014
.175
3.05
5.16
226
4.54
660
.925
1.70
6.82
712
.508
5.15
6.97
7T
ota
al l
op
end
e u
itg
aven
So
lde
com
pte
s co
ura
nts
5.
880
50
-230
.260
-57.
217
780
0-2
81.5
13S
ald
o l
op
end
e re
ken
ing
en
Co
mp
tes
de
ca
pit
al
FA
TC
apit
alis
atio
n /
FA
OK
apit
alis
atie
FM
PF
on
ds
amia
nte
/F
BZ
Asb
estf
on
ds
FM
PS
ecte
ur
AP
L /
FB
ZS
ecto
r P
PO
O
NS
SA
PL
/R
SZ
PP
O
ON
Em
-
Ho
rs g
esti
on
glo
bal
e /
RV
A -
B
uit
en g
lob
aal
beh
eer
FE
SC
/F
CU
D
Fo
nd
s d
e sé
curi
té
d'e
xist
ence
-S
old
e O
NS
S /
Fo
nd
s vo
or
Bes
taan
s-ze
kerh
eid
- S
ald
o R
SZ
Fo
nd
s d
es A
ccid
ents
M
édic
aux
/ F
on
ds
voo
r M
edis
che
On
gev
alle
n
TO
TA
L /
TO
TA
AL
K
ap
ita
alr
ek
en
ing
en
Rec
ette
s 0
00
00
00
00
On
tvan
gst
en
Dép
ense
s 0
00
00
00
00
Uit
gav
en
So
lde
com
pte
de
cap
ital
0
00
00
00
00
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
Rés
ult
at
5.88
05
0-2
30.2
60-5
7.21
778
00
-281
.513
Res
ult
aat
TA
BL
EA
U V
.2
Bu
dg
et
de
s a
utr
es
ré
gim
es
de
la
sé
cu
rité
so
cia
le 2
01
2
(E
n m
illie
rs E
UR
) (a
dapt
atio
n no
vem
bre
2012
)
TA
BE
L V
.2
Be
gro
tin
g v
an
de
an
de
re r
eg
eli
ng
en
va
n s
oc
iale
ze
ke
rhe
id 2
01
2
(In
dui
zend
EU
R)
(aan
pass
ing
nove
mbe
r 20
12)
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
69
Re
ce
tte
s c
ou
ran
tes
FA
TC
apit
alis
atio
n /
FA
OK
apit
alis
atie
FM
PF
on
ds
amia
nte
/F
BZ
Asb
estf
on
ds
FM
PS
ecte
ur
AP
L /
FB
ZS
ecto
r P
PO
O
NS
SA
PL
/R
SZ
PP
O
ON
Em
-
Ho
rs g
esti
on
glo
bal
e /
RV
A -
B
uit
en g
lob
aal
beh
eer
FE
SC
/F
CU
D
Fo
nd
s d
e sé
curi
té
d'e
xist
ence
-S
old
e O
NS
S /
Fo
nd
s vo
or
Bes
taan
s-ze
kerh
eid
- S
ald
o R
SZ
Fo
nd
s d
es A
ccid
ents
M
édic
aux
/ F
on
ds
voo
r M
edis
che
On
gev
alle
n
TO
TA
L /
TO
TA
AL
L
op
en
de
on
tva
ng
ste
n
Co
tisa
tio
ns
1.23
811
.783
13.7
632.
739.
549
47.0
0062
.514
1.72
3.32
0
4.59
9.16
7B
ijd
rag
en
Su
bve
nti
on
s d
e l'É
tat
S
taat
sto
elag
en
Fin
ance
men
t al
tern
atif
10.0
00
40.9
0291
.660
14
2.56
2A
lter
nat
ieve
fin
anci
erin
g
Rec
ette
s af
fect
ées
25
4.00
0
25
4.00
0T
oeg
ewez
en o
ntv
ang
sten
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
1671
12
3.33
673
.338
0
12.3
1020
9.07
2E
xter
ne
ove
rdra
chte
n
Rev
enu
s d
e p
lace
men
ts
35.0
7061
081
21.7
5530
225
57.7
71O
pb
ren
gst
en b
eleg
gin
gen
Div
ers
40
7.60
0
3.14
6
10.7
86D
iver
sen
Rec
ette
s p
rop
res
36.3
6422
.464
13.8
443.
179.
542
219.
628
62.7
391.
726.
466
12.3
105.
273.
357
Eig
en o
ntv
ang
sten
Tra
nsfe
rts
inte
rnes
32.4
52
32
.452
Inte
rne
over
drac
hten
To
tal
rece
ttes
co
ura
nte
s 36
.364
22.4
6413
.844
3.21
1.99
321
9.62
862
.739
1.72
6.46
612
.310
5.30
5.80
8T
ota
al l
op
end
e o
ntv
ang
sten
Dé
pe
nse
s c
ou
ran
tes
FA
TC
apit
alis
atio
n /
FA
OK
apit
alis
atie
FM
PF
on
ds
amia
nte
/F
BZ
Asb
estf
on
ds
FM
PS
ecte
ur
AP
L /
FB
ZS
ecto
r P
PO
O
NS
SA
PL
/R
SZ
PP
O
ON
Em
-
Ho
rs g
esti
on
glo
bal
e /
RV
A -
B
uit
en g
lob
aal
beh
eer
FE
SC
/F
CU
D
Fo
nd
s d
e sé
curi
té
d'e
xist
ence
-S
old
e O
NS
S /
Fo
nd
s vo
or
Bes
taan
s-ze
kerh
eid
- S
ald
o R
SZ
Fo
nd
s d
es A
ccid
ents
M
édic
aux
/ F
on
ds
voo
r M
edis
che
On
gev
alle
n
TO
TA
L /
TO
TA
AL
L
op
en
de
uit
ga
ven
Pre
stat
ion
s 21
.778
12.3
5011
.267
2.89
8.59
520
7.12
759
.648
1.71
9.66
89.
840
4.94
0.27
3P
rest
atie
s
Fra
is d
e p
aiem
ent
0
251
53B
etal
ing
sko
sten
Fra
is d
'ad
min
istr
atio
n
9.88
6
2.29
525
.336
32.8
791.
071
6.79
72.
470
80.7
34B
ehee
rsko
sten
Org
anis
mes
cen
trau
x 9.
886
2.
295
25.8
0032
.879
1.07
16.
797
2.47
081
.198
Cen
tral
e in
stel
linge
n
Ser
vice
s tie
rs
D
iens
ten
derd
en
Éco
nom
ies
-4
64
-4
64B
espa
ring
en
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
69
37
7.33
34.
500
38
1.90
2E
xter
ne
ove
rdra
chte
n
Ch
arg
es d
'inté
rêts
Intr
estl
aste
n
Div
ers
22
280
30
2D
iver
sen
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts i
nte
rnes
31
.755
12.3
5013
.844
3.30
1.31
524
4.50
660
.719
1.72
6.46
612
.310
5.40
3.26
5U
itg
aven
vó
ór
inte
rne
ove
rdra
chte
n
Tra
nsfe
rts
inte
rnes
32.4
52
32
.452
Inte
rne
over
drac
hten
To
tal
dép
ense
s co
ura
nte
s 31
.755
12.3
5013
.844
3.33
3.76
624
4.50
660
.719
1.72
6.46
612
.310
5.43
5.71
6T
ota
al l
op
end
e u
itg
aven
So
lde
com
pte
s co
ura
nts
4.
609
10.1
140
-121
.773
-24.
878
2.02
00
0-1
29.9
08S
ald
o l
op
end
e re
ken
ing
en
Co
mp
tes
de
ca
pit
al
FA
TC
apit
alis
atio
n /
FA
OK
apit
alis
atie
FM
PF
on
ds
amia
nte
/F
BZ
Asb
estf
on
ds
FM
PS
ecte
ur
AP
L /
FB
ZS
ecto
r P
PO
O
NS
SA
PL
/R
SZ
PP
O
ON
Em
-
Ho
rs g
esti
on
glo
bal
e /
RV
A -
B
uit
en g
lob
aal
beh
eer
FE
SC
/F
CU
D
Fo
nd
s d
e sé
curi
té
d'e
xist
ence
-S
old
e O
NS
S /
Fo
nd
s vo
or
Bes
taan
s-ze
kerh
eid
- S
ald
o R
SZ
Fo
nd
s d
es A
ccid
ents
M
édic
aux
/ F
on
ds
voo
r M
edis
che
On
gev
alle
n
TO
TA
L /
TO
TA
AL
K
ap
ita
alr
ek
en
ing
en
Rec
ette
s 0
00
00
00
00
On
tvan
gst
en
Dép
ense
s 0
00
00
00
00
Uit
gav
en
So
lde
com
pte
de
cap
ital
0
00
00
00
00
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
Rés
ult
at
4.60
910
.114
0-1
21.7
73-2
4.87
82.
020
00
-129
.908
Res
ult
aat
TA
BL
EA
U V
.3
Bu
dg
et
de
s a
utr
es
ré
gim
es
de
la
sé
cu
rité
so
cia
le 2
01
3
(E
n m
illie
rs E
UR
)
TA
BE
L V
.3
Be
gro
tin
g v
an
de
an
de
re r
eg
eli
ng
en
va
n s
oc
iale
ze
ke
rhe
id 2
01
3
(In
dui
zend
EU
R)
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
70
CHAPITRE VI HOOFDSTUK VI
L’ASSISTANCE SOCIALE DE SOCIALE BIJSTAND
Cette partie traite des régimes d’assistance fi-nancés par des moyens généraux, à savoir la garantie de revenus aux personnes âgées, le revenu minimum d’intégration et les allocations aux personnes handicapées. L’aide sociale ac-cordée aux demandeurs d’asile par les CPAS a également été intégrée dans ce chapitre, sauf pour ce qui a trait aux initiatives d’accueil. Le régime résiduaire des prestations familiales ga-ranties, entièrement à charge du régime d’allocations familiales des travailleurs salariés, n’est donc pas repris ici mais bien dans la partie relative à la sécurité sociale des travailleurs sa-lariés.
Dit gedeelte behandelt de bijstandsregelingen die met algemene middelen worden gefinan-cierd, namelijk de inkomensgarantie voor oude-ren, het leefloon en de tegemoetkomingen aan personen met een handicap. De maatschappe-lijke dienstverlening die door de OCMW's aan asielzoekers wordt toegekend, is eveneens op-genomen in dit hoofdstuk, uitgezonderd wat de opvanginitiatieven aangaat. Het residueel stel-sel van de gewaarborgde gezinsbijslag, dat vol-ledig ten laste is van de kinderbijslagregeling voor werknemers, komt hier dus niet aan bod, maar wel in het gedeelte betreffende de sociale zekerheid voor werknemers.
L’enveloppe d’adaptation au bien-être assis-tance sociale 2013 – 2014 a été fixé à 19 mil-lions EUR et n’est pas encore répartie dans les allocations de base.
De welvaartsenveloppe sociale bijstand 2013 – 2014 werd vastgelegd op 19 miljoen EUR en is tot op heden niet verdeeld over de basisalloca-ties.
La Garantie de revenus aux personnes âgées (GRAPA)
De inkomensgarantie voor ouderen (IGO)
Cette rubrique couvre la garantie de revenu, le revenu garanti et l’allocation de chauffage.
Deze rubriek dekt de inkomensgarantie, het gewaarborgd inkomen en de verwarmings-toelage.
Au 1er septembre 2011, la garantie de revenu aux personnes âgées a reçu une adaptation au bien-être de 2 %. Le coût de cette mesure s’élève à 21.380 milliers EUR en 2012 et à 23.140 milliers EUR en 2013.
Op 1 september 2011 heeft de inkomensgaran-tie voor ouderen een welvaartaanpassing van 2 % gekregen. De kostprijs van deze maatregel bedraagt 21.380 duizend EUR in 2012 en 23.140 duizend EUR in 2013.
En ce qui concerne la GRAPA et la fraude so-ciale, l’ONP sera informé de toute modification dans la situation patrimoniale (héritage, etc.) d’un ayant droit à la GRAPA ou de personnes partageant avec lui le même lieu de résidence, de l’existence d’un compte bancaire et/ou d’un coffre et de l’identité du notaire en cas de décès d’un ayant droit à la GRAPA. On examinera si les services fiscaux peuvent fournir ces informa-tions sur base des législations actuelles sur l’échange de données et sur le secret bancaire. L’ONP aura la possibilité d’établir une dette éventuelle et de la récupérer. Le produit de cette mesure se chiffre à 11.970 milliers EUR en 2013.
Met betrekking tot IGO en sociale fraude, zal de RVP geïnformeerd worden over iedere wijziging in de vermogenstoestand (erfenis e.a.) van een IGO-gerechtigde of van de personen die met hem dezelfde verblijfplaats delen en van het bestaan van een bankrekening en/of kluis en van de identiteit van de notaris in geval van overlijden van een IGO-gerechtigde. Er zal be-keken worden of de belastingdiensten deze in-formatie kunnen aanleveren in functie van de huidige wetgevingen betreffende gegevensuit-wisseling en bankgeheim. De RVP zal in de mogelijkheid gesteld worden om een eventuele schuld vast te stellen en te recupereren. De op-brengst van deze maatregel bedraagt 11.970 duizend EUR in 2013.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
71
Le droit à l’intégration sociale et l’aide sociale
Het recht op maatschappelijke integratie en de maatschappelijke dienstverlening
Il s’agit, pour l’année budgétaire en cours, du montant de la subvention accordée par l’État fédéral qui rembourse une partie du revenu d’intégration (ancien minimex) et de l’aide sociale octroyés par les centres publics d’action sociale.
Het betreft, voor het lopende begrotingsjaar, het bedrag van de toelage toegewezen door de federale overheid, waarbij een deel van het leefloon (het vroegere bestaansminimum) en de maatschappelijke dienstverlening toegekend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt terugbetaald.
Allocations aux personnes handicapées Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
Le régime des allocations aux personnes handi-capées a pour but de venir en aide aux plus démunis d’entre eux. C’est un régime résiduaire de protection sociale non contributif, dont les prestations sont financées par l’État.
De bedoeling van het stelsel van de tegemoet-komingen aan personen met een handicap is de minstbedeelden onder hen ter hulp te komen. Het is een residueel stelsel van sociale be-scherming, waarvoor geen bijdragen worden gevraagd en waarvan de prestaties door de Staat gefinancierd worden.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
72
201
3
Co
ntr
ôle
bu
dg
étai
re /
Beg
roti
ng
s-co
ntr
ole
(I)
Ad
apta
tio
n
no
vem
bre
201
2 /
Aan
pas
sin
g
no
vem
ber
201
2
(II)
Bu
dg
etin
itia
l /In
itië
leb
egro
tin
g
En
ch
iffr
es
abso
lus
/ In
ab
solu
te
cijf
ers
/
En
% /
In %
En
ch
iffr
es
abso
lus
/ In
ab
solu
te
cijf
ers
/
En
% /
In %
Gar
antie
de
reve
nus
aux
pers
onne
s âg
ées
456.
373
456.
373
446.
846
00,
00 %
-9.5
27-2
,09
%In
kom
ensg
aran
tie v
oor
oude
ren
Rev
enu
d'in
tégr
atio
n 72
7.68
072
7.68
075
2.26
20
0,00
%24
.582
3,38
%Le
eflo
on
Aid
e so
cial
e /
Sub
side
s C
PA
S -
loi d
u 2
avril
196
5 42
9.58
442
9.58
448
4.82
10
0,00
%55
.237
12,8
6 %
Maa
tsch
appe
lijke
die
nstv
erle
ning
/ T
oela
gen
OC
MW
's -
wet
van
2 a
pril
1965
Allo
catio
ns a
ux p
erso
nnes
ha
ndic
apée
s 1.
870.
761
1.87
0.76
11.
892.
940
00,
00 %
22.1
791,
19 %
Teg
emoe
tkom
inge
n aa
n pe
rson
en
met
een
han
dica
p
TO
TA
L
3.48
4.39
83.
484.
398
3.57
6.86
90
0,00
%92
.471
2,65
%T
OT
AL
Env
elop
pe b
ien-
être
19
.000
19.0
00
Wel
vaar
tsen
velo
ppe
TO
TA
L A
JUS
TÉ
3.
484.
398
3.48
4.39
83.
595.
869
00,
00 %
111.
471
3,20
%A
AN
GE
PA
ST
TO
TA
AL
(In
dui
zend
EU
R)
2012
(II)
/ (I
) 2
013
/ 201
2 2
012
TA
BLE
AU
VI.1
Pre
stat
ion
s d
es r
égim
es d
'ass
ista
nce
so
cial
e 20
12-2
013
(E
n m
illie
rs E
UR
)
TA
BE
L V
I.1
Pre
stat
ies
van
de
stel
sels
so
cial
e b
ijsta
nd
201
2-20
13
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
73
201
3
Co
ntr
ôle
bu
dg
étai
re /
Beg
roti
ng
s-co
ntr
ole
(I
)
Ad
apta
tio
n
no
vem
bre
201
2 /
Aan
pas
sin
g
no
vem
ber
201
2 (I
I)
Bu
dg
etin
itia
l /In
itië
leb
egro
tin
g
En
ch
iffr
es
abso
lus
/ In
ab
solu
te
cijf
ers
/
En
% /
In %
En
ch
iffr
es
abso
lus
/ In
ab
solu
te
cijf
ers
/
En
% /
In %
Gar
antie
de
reve
nus
aux
pers
onne
s âg
ées
112.
270
114.
865
114.
015
2.59
52,
31 %
-850
-0,7
4 %
Inko
men
sgar
antie
voo
r ou
dere
n
Rev
enu
d'in
tégr
atio
n 11
7.16
511
7.16
511
0.74
50
0,00
%-6
.420
-5,4
8 %
Leef
loon
Aid
e so
cial
e /
Sub
side
s C
PA
S -
loi d
u 2
avril
196
5 48
.850
48.8
5047
.228
00,
00 %
-1.6
22-3
,32
%M
aats
chap
pelij
ke d
iens
tver
leni
ng /
Toe
lage
n O
CM
W's
- w
et v
an 2
apr
il 19
65
Allo
catio
ns a
ux p
erso
nnes
ha
ndic
apée
s 31
9.02
531
5.87
332
0.41
3-3
.152
-0,9
9 %
4.54
01,
44 %
Teg
emoe
tkom
inge
n aa
n pe
rson
en
met
een
han
dica
p
TO
TA
L59
7.31
059
6.75
359
2.40
1-5
57-0
,09
%-4
.352
-0,7
3 %
TO
TA
AL
TA
BLE
AU
VI.2
TA
BE
L V
I.2
Vo
lum
efac
tore
n v
an d
e p
rest
atie
s va
n d
e st
else
ls
soci
ale
bijs
tan
d 2
012-
2013
201
3 / 2
012
2012
(II)
/ (I
)
Fac
teu
rs d
e vo
lum
e d
es p
rest
atio
ns
des
rég
imes
d
'ass
ista
nce
so
cial
e 20
12-2
013
201
2
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
74
2012 2013
1. GRAPA 21,38 23,14 1. IGO
- augmentation de 2 % de la GRAPA 1.9.2011 21,38 23,14 23,14 - verhoging met 2 % van de IGO
2. Allocations aux personnes handicapées 18,49 18,49
2. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
- adaptation au bien-être: augmentation des indemnités avec 2 %
1.9.2011 18,49 18,49 18,49 - welvaartsaanpassing: verhoging met 2 % van de inkomensvervangende uitkering
3. Revenu d'intégration sociale 19,52 19,52 3. Leefloon
- augmentation de 2 % du revenu d'intégration
1.9.2011 19,52 19,52 19,52 - verhoging met 2 % van het leefloon
4. Aide sociale 7,85 9,50 4. Maatschappelijke dienstverlening
(loi 1965) (wet 1965 )
- augmentation de 2 % de l'aide sociale équivalente
1.9.2011 7,85 9,50 9,50 - verhoging met 2 % van de gelijk-gestelde maatschappelijke dienst-verlening
TOTAL 67,24 70,65 TOTAAL
TABEL VI.3
(In miljoen EUR)
Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2012-2013 (*)
TABLEAU VI.3
Estimations budgétaires des corrections sociales 2012-2013 (*)
(En millions EUR)
(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.(**) Inclus dans le chiffre pour le revenu d'intégration sociale.
Sociale correcties - Sociale bijstand
Corrections sociales - Assistance sociale
Prise de cours /
Vankracht
Estimation des dépenses /
Raming van de uitgaven
Coût annuel /
Jaarlijkse kost
(**) Inbegrepen in het cijfer voor het leefloon.
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel inge-voerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
75
CHAPITRE VII HOOFDSTUK VII
LES PENSIONS DU SECTEUR PUBLIC DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDS-SECTOR
Le secteur public ne constitue pas un ensemble homogène. Il existe différentes catégories d’employeurs publics se situant à des niveaux différents de pouvoir : l’État fédéral, les Com-munautés et Régions, les provinces, les com-munes, les organismes d’intérêt public, les en-treprises publiques autonomes, … Chacune de ces autorités a élaboré un statut propre pour son personnel définitif.
De overheidssector vormt geen homogeen ge-heel. Er bestaan verschillende categorieën van openbare werkgevers op de verschillende machtsniveaus: de Federale Staat, de Ge-meenschappen en Gewesten, de provincies, de gemeenten, de instellingen van openbaar nut, autonome overheidsinstellingen,... Elk van deze overheden heeft voor haar vastbenoemde per-soneelsleden een eigen statuut uitgewerkt.
Le régime de pension constituant un des as-pects de la situation statutaire de l’agent, cha-cune de ces autorités est compétente pour fixer le régime de pension de son personnel définitif.
Het pensioenstelsel vormt een onderdeel van het statuut van het personeelslid, zodat elk van deze overheden bevoegd is om het pensioen-stelsel van haar vastbenoemde personeelsle-den vast te stellen.
Il faut distinguer tois sortes de pensions du sec-teur public.
Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen drie soorten van pensioenen van de overheidssector.
La première catégorie est formée par les pen-sions à charge du Trésor public. Il s’agit des pensions des agents définitifs des services pu-blics fédéraux et des ministères des Commu-nautés et Régions, de l’enseignement, de La Poste, de Belgacom, … Les pensions à charge du Trésor public sont financées par des dota-tions inscrites dans la division 55 (voir plus loin). Les pensions de survie sont financées par le produit de la retenue d’une cotisation person-nelle de 7,5 % sur le traitement des agents défi-nitifs, versée au Service des Pensions du Sec-teur Public (qui reprend le rôle du Fonds des pensions de survie).
De eerste categorie zijn de pensioenen ten laste van de staatskas. Het betreft de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de federale overheidsdiensten en de ministeries van Gemeenschappen en Gewesten, van het onderwijs, van De Post, Belgacom, … De rust-pensioenen ten laste van de staatskas worden gefinancierd door dotaties die ingeschreven zijn in afdeling 55 (zie verder). De overlevingspensi-oenen worden gefinancierd door de opbrengst van een persoonlijke bijdrage van 7,5 % op de wedde van de vastbenoemde personeelsleden die wordt gestort aan de Pensioendienst voor de overheidssector (die de rol van het vroegere Fonds voor overlevingspensioenen overneemt).
La deuxième catégorie est formée par les pen-sions qui ne sont pas à charge du Trésor public, mais qui sont calculées comme de telles pen-sions. Il s’agit des pensions des agents définitifs des organismes d’intérêt public qui sont affiliés au régime de pension de la loi du 28 avril 1958 (le ex-Pool des Parastataux)1. Il s’agit égale-
De tweede categorie zijn de pensioenen die niet ten laste zijn van de staatskas maar die wel zo-als deze pensioenen worden berekend. Het be-treft de rustpensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de instellingen van open-baar nut die aangesloten zijn bij het pensioen-stelsel van de wet van 28 april 1958 (de gewe-
1 Un nombre d’organismes d’intérêt public de l’État fédéral et des Communautés et Régions sont affiliés au Régime des pensions de retraite parastatales (environ 100 au total). Les organismes affi-liés versent une cotisation patronale pour le financement des pensions de retraite. La retenue per-sonnelle de 7,5 % est versée pour le financement des pensions de survie, qui sont donc à charge du Trésor public.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
77
ment des agents définitifs des administrations locales qui, en matière de pensions, sont affi-liées à l’Office national de sécurité sociale des administrations provinciales et locales (ONSSAPL)2.
zen Pool der Parastatalen)1. Het betreft tevens de personeelsleden van de plaatselijke besturen die inzake pensioenen aangesloten zijn bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de pro-vinciale en plaatselijke overheidsdiensten (RSZPPO)2.
La troisième catégorie est formée par les pen-sions qui ne sont pas à charge du Trésor public et qui sont, en tout ou en partie, calculées diffé-remment de celles à charge du Trésor public. Il s’agit des pensions des agents définitifs des provinces et des administrations locales qui en matière de pensions ne sont pas affiliées à l’ONSSAPL et des organismes d’intérêt public qui ne sont pas affilés au régime de pension de la loi du 28 avril 1958. Ces institutions sont te-nues à financer et à payer elles-mêmes leurs pensions. Elles sont néanmoins tenues de res-pecter les normes qui ont étés rendues appli-cables à tous les pouvoirs publics (maximum absolu de pension, maximum relatif de pension, cumul d’une pension de survie avec une pen-sion de retraite, les montants minimums garan-tis de pension, la contribution personnelle pour le financement des pensions de survie d’au moins 7,5 % du traitement, ...).
De derde categorie zijn de pensioenen die niet ten laste zijn van de staatskas en die bovendien geheel of gedeeltelijk anders worden berekend dan de pensioenen ten laste van de staatskas. Het betreft hier de pensioenen van de vastbe-noemde personeelsleden van de provincies en de plaatselijke besturen die inzake pensioenen niet aangesloten zijn bij de RSZPPO en de in-stellingen van openbaar nut die niet aangeslo-ten zijn bij het pensioenstelsel van de wet van 28 april 1958. Deze instellingen dienen zelf in te staan voor de financiering en de uitbetaling van hun pensioenen. Zij dienen niettemin de bepa-lingen te eerbiedigen die toepasselijk werden gemaakt op alle openbare overheden (absoluut pensioenmaximum, relatief pensioenmaximum, cumulatie van een overlevingspensioen met een rustpensioen, de gewaarborgde minimumbe-dragen, de persoonlijke bijdrage voor de finan-ciering van de overlevingspensioenen van min-stens 7,5 % van de wedde).
Le Service des Pensions du Secteur Public3 est chargé de l’attribution et de la gestion des pen-sions de la première et deuxième catégories. Le paiement est exécuté par le Service Central des Dépenses Fixes du Service Public Fédéral Fi-nances.
De Pensioendienst voor de overheidssector3 is belast met de toekenning en het beheer van de pensioenen van de eerste en tweede categorie. De uitbetaling gebeurt door de Centrale Dienst der Vaste Uitgaven van de Federale Overheids-dienst Financiën.
Jusqu’à l’année budgétaire 2005, les pensions à charge du Trésor public étaient regroupées dans le département 21 – section 51 du budget
Tot aan het begrotingsjaar 2005 werden de pensioenen ten laste van de staatskas onder-gebracht in departement 21 – afdeling 51 van
1 Bij het Stelsel van de parastatale rustpensioenen zijn een aantal instellingen van openbaar nut van de Federale Staat en van Gemeenschappen en Gewesten aangesloten (ongeveer 100 in aantal). De aangesloten instelling stort een patronale bijdrage voor de financiering van de rustpensioenen. De persoonlijke bijdrage van 7,5 % wordt gestort voor de financiering van de overlevingspensioenen, die dus ten laste van de staatskas zijn. 2 Un nombre d’administrations locales (provinces, communes, CPAS et intercommunales) sont affi-liées à l’ONSSAPL (environ 1 400 au total). Ces administrations affiliées versent à l’ONSSAPL une cotisation patronale pour le financement des pensions de retraite et une cotisation personnelle de 7,5 % pour le financement des pensions de survie. 2 Bij de RSZPPO zijn een aantal plaatselijke besturen (provincies, gemeenten, OCMW’s en inter-communales) aangesloten (ongeveer 1 400 in aantal). Deze storten een patronale bijdrage voor de financiering van de rustpensioenen en een persoonlijke bijdrage van 7,5 % voor de financiering van de overlevingspensioenen. 3 À partir du 1er janvier 2006, le Service des Pensions du Secteur Public – une institution parastatale fédérale A – reprend les compétences de l’Administration des Pensions (loi du 12 janvier 2006). 3 Vanaf 1 januari 2006 neemt de Pensioendienst voor de overheidssector – een federale parastatale instelling A – de bevoegdheden van de administratie der Pensioenen over (wet van 12 januari 2006).
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
78
fédéral. Il s’agissait des crédits fixes et des cré-dits variables provenant des fonds organiques (le Fonds des pensions de survie, le Pool des parastataux, le Fonds pour l’équilibre des ré-gimes de pensions). À partir de l’année budgé-taire 2006, les crédits fixes et variables sont remplacés par un système de dotations et de recettes et dépenses affectées.
de federale begroting. Het betrof hier zowel de vaste kredieten als de variabele kredieten die afkomstig zijn van de organieke fondsen (Fonds voor overlevingspensioenen, Pool der Parasta-talen, Fonds voor het evenwicht van de pensi-oenstelsels). Vanaf het begrotingsjaar 2006 werden de vaste en variabele kredieten vervan-gen door een systeem van dotaties en toege-wezen ontvangsten en uitgaven.
Les dotations concernant les pensions à charge du Trésor public sont rassemblées sous la divi-sion 55. Les recettes et dépenses des trois ex-fonds organiques sont incorporées dans le bud-get parastatal du Service des Pensions du Sec-teur Public comme recettes et dépenses avec affectation spéciale. Il s’agit du Fonds des pen-sions de survie (perception de la cotisation per-sonnelle de 7,5 % et financement des pensions à charge du Trésor public), le Pool des parasta-taux (perception de la cotisation patronale des organismes affiliés et financement des pensions de retraites) et du Fonds pour l’équilibre des régimes de pensions (perception de la retenue de solidarité sur les pensions du secteur public et financement des pensions à charge du Tré-sor public).
De dotaties die betrekking hebben op de pensi-oenen ten laste van de staatskas, zijn gegroe-peerd onder afdeling 55. De ontvangsten en uitgaven van drie gewezen fondsen, namelijk het Fonds voor overlevingspensioenen (inning van de persoonlijke bijdrage van 7,5 % en fi-nanciering van de pensioenen ten laste van de staatskas), de Pool der Parastatalen (inning van de patronale bijdrage van de aangesloten openbare instellingen en financiering van de rustpensioenen) en het Fonds voor het even-wicht van de pensioenstelsels (inning van de solidariteitsbijdrage op de pensioenen van de overheidssector en financiering van de pensi-oenen ten laste van de staatskas) zijn vanaf 1 januari 2006 ondergebracht in de parastatale begroting van de Pensioendienst voor de over-heidssector als ontvangsten en uitgaven met bijzondere aanwending.
Pour la division 55, le montant des dotations s’élève à 9 469 900 milliers EUR pour 2013, soit une augmentation de 5,44 % par rapport aux propositions adaptées de 2012 (8 981 663 milliers EUR).
Voor afdeling 55 beloopt het bedrag van de do-taties 9 469 900 duizend EUR voor 2013, hetzij een stijging met 5,44 % ten opzichte van de aangepaste voorstellen 2012 (8 981 663 dui-zend EUR).
Pour 2013, les dépenses en matière de pen-sions de survie s’élèvent à 1 560 513 milliers EUR, soit une augmentation de 1,98 % par rap-port aux propositions adaptées de 2012 (1 530 267 milliers EUR).
Voor 2013 bedragen de uitgaven inzake de overlevingspensioenen 1 560 513 duizend EUR, hetzij een stijging met 1,98 % ten opzichte van de aangepaste voorstellen 2012 (1 530 267 dui-zend EUR).
Les dépenses en matière de pensions de re-traite parastatales s’élèvent à 411 610 milliers EUR en 2013, soit une augmentation de 8,17 % par rapport aux propositions adaptées de 2012 (380 525 milliers EUR).
De uitgaven inzake parastatale rustpensioenen bedragen 411 610 duizend EUR in 2013, hetzij een stijging van 8,17 % ten opzichte van de aangepaste voorstellen 2012 (380 525 duizend EUR).
En 2013, un montant de 231 030 milliers EUR en matière de pensions à charge du Trésor pu-blic sera payé par les recettes pour le finance-ment de l’équilibre des régimes de pensions.
De pensioenen ten laste van de staatskas kun-nen in 2013 voor een bedrag van 231 030 dui-zend EUR betaald worden door de ontvangsten voor de financiering van het evenwicht der pen-sioenstelsels.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
79
Fonds des pensions de la police fédé-rale
Fonds voor de pensioenen van de fede-rale politie
Par la loi du 24 octobre 20114, le Fonds des pensions de la police intégrée a été transformé en un Fonds de la police fédérale auquel sont de plein droit et irrévocablement affiliées la po-lice fédérale et l’inspection générale de la po-lice.
Door de wet van 24 oktober 20114 werd het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreer-de politie vanaf 1 januari 2012 omgezet in het Fonds voor de pensioenen van de federale poli-tie, waarbij de federale politie en de algemene inspectie van de politie van rechtswege en on-herroepelijk aangesloten zijn.
Les pensions des anciens gendarmes et des membres de la police judiciaire en cours au 1er avril 2001 sont également reprises dans ce fonds.
De op 1 april 2001 lopende pensioenen van de gewezen rijkswachters en van de leden van de gerechtelijke politie werden eveneens in dit Fonds ondergebracht.
Les zones de police locale sont à partir du 1er janvier 2012 de plein droit et irrévocablement affiliées au Fonds de pension solidarisé de l’ONSSAPL.
De lokale politiezones werden vanaf 1 januari 2012 van rechtswege en onherroepelijk aange-sloten bij het Gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO.
Les dépenses de pensions de retraite et de sur-vie et de l’indemnité de funérailles du Fonds de la police fédérale sont budgétées pour 280 490 milliers EUR en 2013 (138 490 milliers EUR pour les pensions de la police fédérale et 142 000 milliers EUR pour les pensions des anciens gendarmes et des membres de la police judi-ciaire).
De uitgaven voor rust- en overlevingspensioe-nen en de tegemoetkomingen in de begrafenis-kosten van het Fonds voor de pensioenen van de federale politie worden in 2013 begroot op 280 490 duizend EUR (138 490 duizend EUR voor de pensioenen van de federale politie en 142 000 duizend EUR voor de pensioenen van de gewezen rijkswachters en van de leden van de gerechtelijke politie).
Cette charge de pensions est supportée par une coti-sation patronale de 20 % qui est actuellement sup-portée par l’État fédérale et une cotisation person-nelle de 7,5 %. Ces cotisations sont versées au Ser-vice des Pensions du Secteur Public qui gère le Fonds des pensions de la police fédérale. Les pen-sions des anciens gendarmes et des membres de la police judiciaire sont actuellement encore financées par la dotation que le SdPSP reçoit pour l’exercice de ses missions légales concernant les pensions à charge du secteur public.
Deze pensioenlast wordt gedragen door een patronale bijdrage van 20 % die momenteel ge-dragen wordt door de federale overheid, een persoonlijke bijdrage van 7,5 %. Deze bijdragen worden overgemaakt aan de Pensioendienst voor de overheidssector als beheerder van het Fonds voor de pensioenen van de federale poli-tie. De pensioenen van de gewezen rijkswach-ters en van de leden van de gerechtelijke politie worden momenteel nog gefinancierd door de dotatie die de PDOS ten laste van de staatskas bekomt voor de uitoefening van haar wettelijke opdrachten inzake pensioenen ten laste van de openbare sector.
4 La loi du 24 octobre 2011 assurant un financement pérenne des pensions des membres du per-sonnel nommé à titre définitif des administrations provinciales et locales et des zones de police lo-cale et modifiant la loi du 6 mai 2002 portant création du fonds des pensions de la police intégrée et portant des dispositions particulières en matière de sécurité sociale et contenant diverses disposi-tions modificatives. 4 Wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame financiering van de vastbenoemde per-soneelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot de oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
80
Pensions SNCB Pensions SNCB
Concernant les obligations de pensions de la SNCB, un montant global de 992 450 milliers EUR est prévu en 2013, dont 748 865 EUR sont repris dans la dotation ‘pensions SNCB’.
Met betrekking tot de pensioenverplichtingen van de NMBS worden hiervoor in 2013 uitgaven voorzien ten bedrage van 992 450 duizend EUR, waarvan 748 865 duizend EUR opgeno-men is in de dotatie ‘pensioenen NMBS’.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
81
201
3
Co
ntr
ôle
bu
dg
étai
re /
Beg
roti
ng
s-co
ntr
ole
(I)
Ad
apta
tio
n
no
vem
bre
201
2 /
Aan
pas
sin
g
no
vem
ber
201
2
(II)
Init
ial /
Init
ieel
En
ch
iffr
es
abso
lus
/ In
ab
solu
te
cijf
ers
/
En
% /
In %
En
ch
iffr
es
abso
lus
/ In
ab
solu
te
cijf
ers
/
En
% /
In %
1. D
ivis
ion
55
1. A
fdel
ing
55
Ser
vice
des
Pen
sio
ns
du
Sec
teu
r P
ub
licP
ensi
oen
die
nst
vo
or
de
Ove
rhei
dss
ecto
r
A c
harg
e:T
en la
ste
van:
de la
dot
atio
n pe
nsio
ns d
u se
cteu
r pu
blic
8.10
0.75
88.
100.
758
8.55
6.04
50
0,00
%45
5.28
75,
62 %
dota
tie p
ensi
oene
n va
n de
ope
nbar
e se
ctor
de la
dot
atio
n pe
nsio
ns d
e ré
part
ion
et d
e gu
erre
129.
545
129.
545
123.
310
00,
00 %
-6.2
35-4
,81
%do
tatie
ver
goed
ings
- en
oor
logs
pens
ioen
en
de la
dot
atio
n re
ntes
acc
iden
ts d
u tr
avai
l39
.370
39.3
7041
.680
00,
00 %
2.31
05,
87 %
dota
tie r
ente
n ar
beid
song
eval
len
de la
dot
atio
n pe
nsio
ns S
NC
B71
1.99
071
1.99
074
8.86
50
0,00
%36
.875
5,18
%do
tatie
pen
sioe
nen
NM
BS
To
tal à
ch
arg
e d
es d
ota
tio
ns
8.98
1.66
38.
981.
663
9.46
9.90
00
0,00
%48
8.23
75,
44 %
To
taal
ten
last
e va
n d
e d
ota
ties
2. D
épen
ses
sur
rece
ttes
aff
ecté
es p
ou
r le
fi
nan
cem
ent:
2. U
itg
aven
op
gea
ffec
teer
de
on
tvan
gst
en
bes
tem
d v
oo
r d
e fi
nan
cier
ing
van
:
des
pens
ions
de
surv
ie d
e l'E
tat
1.53
0.26
71.
530.
267
1.56
0.51
30
0,00
%30
.246
1,98
%de
ove
rlevi
ngsp
ensi
oene
n te
n la
ste
van
de
Sta
atde
s pe
nsio
ns d
e re
trai
tes
para
stat
ales
380.
525
380.
525
411.
610
00,
00 %
31.0
858,
17 %
de p
aras
tata
le r
ustp
ensi
oene
nde
s pe
nsio
ns d
e re
trai
te d
e l'E
tat
219.
210
219.
210
231.
030
00,
00 %
11.8
205,
39 %
de r
ustp
ensi
oene
n te
n la
ste
van
de S
taat
des
pens
ions
de
la p
olic
e in
tégr
ée43
.152
43.1
520
00,
00 %
-43.
152
-100
,00
%de
pen
sioe
nen
van
de g
eïnt
egre
erde
pol
itie
des
pens
ions
de
la p
olic
e fé
déra
le
129.
730
129.
730
138.
490
00,
00 %
8.76
06,
75 %
de p
ensi
oene
n va
n de
fede
rale
pol
itie
des
pens
ions
de
la S
NC
B23
7.68
023
7.68
024
3.58
50
0,0
0 %
5.90
52,
48 %
de p
ensi
oene
n va
n de
NM
BS
To
tal à
ch
arg
e d
es r
ecet
tes
affe
ctée
s2.
540.
564
2.54
0.56
42.
585.
228
00,
00 %
44.6
641,
76 %
To
taal
ten
last
e va
n d
e to
egew
ezen
o
ntv
ang
sten
DE
PE
NS
ES
TO
TA
LE
S11
.522
.227
11.5
22.2
2712
.055
.128
00,
00 %
532.
901
4,62
%T
OT
AL
E U
ITG
AV
EN
201
3 / 2
012
2012
(II)
/ (I
)
TA
BE
L V
II.1
Pen
sio
ns
du
sec
teu
r p
ub
lic 2
012-
2013
(E
n m
illie
rs E
UR
)
TA
BLE
AU
VII.
1
Pen
sio
enen
van
de
ove
rhei
dss
ecto
r 20
12-2
013
(In
duiz
end
EU
R)
201
2
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
82
CHAPITRE VIII HOOFDSTUK VIII
LES PROGRAMMES D’EMPLOI DE TEWERKSTELLINGSPROGRAMMA’S
La Belgique a une longue tradition de soutien des embauches par le biais de mesures qui di-minuent le coût salarial pour l’employeur. À côté des réductions structurelles de charges qui s’adressent de façon inconditionnelle à chaque travailleur, on retrouve principalement des me-sures qui sont ciblées sur certaines catégories spécifiques de travailleurs qui ont des difficultés particulières d’insertion sur le marché du travail. À cette fin, on a recours à trois techniques dif-férentes : une diminution de cotisations patro-nales de sécurité sociale, une dispense partielle de versement au fisc du précompte profession-nel retenu et une activation des allocations dont le travailleur bénéficiait avant de retrouver du travail (principalement une allocation de chô-mage ou le revenu d’intégration sociale). Une partie de cette allocation est alors utilisée comme une composante du salaire, ce qui con-tribue à diminuer le coût salarial qui reste à charge de l’employeur sans entraîner pour au-tant une baisse du salaire net du travailleur. La Belgique a consacré beaucoup de moyens à cette forme de politique active du marché du travail et ces moyens ont encore augmenté au cours des années de crise entre autres afin de promouvoir l’engagement de chômeurs âgés et de jeunes peu qualifiés.
België heeft een lange traditie van ondersteu-nen van aanwervingen via maatregelen die de loonkost voor de werkgever verlagen. Naast de structurele lastenverlaging die onvoorwaardelijk geldt voor elke werknemer, gaat het daarbij meestal om maatregelen die gecibleerd worden op specifieke doelgroepen van werknemers, die het extra moeilijk hebben om hun plaats op de arbeidsmarkt te veroveren. Daarbij wordt ge-werkt met drie technieken: een vermindering van de patronale socialezekerheidsbijdragen, een gedeeltelijke niet-doorstorting aan de fiscus van de ingehouden bedrijfsvoorheffing en een activering van de uitkering die de werknemer genoot vooraleer hij aan het werk ging (meestal een werkloosheidsuitkering of het leefloon). Een deel van die uitkering wordt daarbij gebruikt als een bestanddeel van het loon, waardoor de res-terende loonkost voor de werkgever daalt, zon-der dat dit leidt tot een daling van het nettoloon van de werknemer. België besteedt veel midde-len aan deze vorm van actief arbeidsmarktbe-leid en tijdens de crisisjaren nam dit nog toe, onder andere om de aanwerving aan te moedi-gen van oudere werklozen en van laagge-schoolde jongeren.
Réductions des coûts salariaux par des diminutions des cotisations patronales de sécurité sociale
Loonlastenverlaging via vermindering van de werkgeversbijdragen voor de so-ciale zekerheid
La réduction structurelle des cotisations patro-nales de sécurité sociale, qui s’applique de fa-çon inconditionnelle à tous les employeurs et pour tous les travailleurs qu’ils occupent, com-prend trois parties : une réduction forfaitaire de 400 EUR par trimestre par travailleur à temps plein, avec un complément pour les bas reve-nus d’une part et un complément pour les hauts revenus d’autre part. Cette réduction structurelle représente 75 % du montant total des réduc-tions de cotisations sociales patronales. Pour l’année 2012, il s’agit d’un montant de plus de 4,3 milliards EUR.
De structurele vermindering van de socialeze-kerheidsbijdragen, die onvoorwaardelijk geldt voor alle werkgevers en hun in dienst zijnde werknemers, bestaat uit drie delen: een forfaitai-re vermindering van 400 EUR per kwartaal per voltijdse werknemer, met enerzijds een surplus voor de lagere inkomens en anderzijds een sur-plus voor de hogere inkomens. Deze structure-le vermindering is goed voor meer dan 75 % van het totaal pakket aan verminderingen van patronale socialezekerheidsbijdragen. Voor 2012 gaat het om een bedrag van meer dan 4,3 miljard EUR.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
83
Cette réduction structurelle peut être cumulée avec une réduction groupe-cible, qui est oc-troyée pendant une durée limitée à l’employeur qui engage un travailleur appartenant à un groupe cible. Il s’agit notamment des jeunes peu qualifiés, des chômeurs de longue durée, des travailleurs âgés, des travailleurs devenus chômeurs suite à une restructuration, …. . L’importance de la réduction ainsi que la durée pendant laquelle elle est octroyée, varie en fonction de la distance du travailleur par rapport au marché de l’emploi, cadre dans lequel le ni-veau de qualification, la durée d’inactivité et l’âge jouent un rôle. Pour l’année 2012, le mon-tant total des réductions groupe-cible octroyées est estimé à 857 millions EUR.
Deze structurele lastenverlaging is cumuleer-baar met een doelgroepvermindering, die tijde-lijk toegekend wordt indien de werkgever een werknemer aanwerft die tot een dergelijke doel-groep behoort. Het gaat onder andere om laaggeschoolde jongeren, langdurig werklozen, ouderen, werknemers die werkloos zijn gewor-den ten gevolge van een herstructurering, … De hoogte van de vermindering en de duur tij-dens dewelke deze wordt toegekend, varieert naargelang de afstand tussen de werknemer en de arbeidsmarkt, waarbij criteria als opleidings-niveau, inactiviteitsduur, en leeftijd een rol spe-len. Voor 2012 is het totaal aan doelgroepver-minderingen geraamd op 857 miljoen EUR.
En outre, il existe des réductions spécifiques par exemple pour la recherche scientifique.
Daarnaast zijn er nog specifieke verminderin-gen, bijvoorbeeld voor wetenschappelijk onder-zoek.
Réductions des coûts salariaux par une activation de l’allocation du chômage et du revenu d’intégration
Loonlastenverlaging via een activering van werkloosheidsuitkeringen en leef-loon
Outre ces réductions de cotisations dues à la sécurité sociale pour différents groupes-cibles, il existe différents régimes d’activation des alloca-tions. Ces activations des allocations de chô-mage (sans l’activation du revenu d’intégration), représentaient au niveau du budget de l’ONEm de 2011, un montant total de 714,2 millions EUR pour 112 018 travailleurs. Il s’agissait d’une augmentation importante vis-à-vis de 2010 (79 746 travailleurs et une dépense totale de 430,7 millions EUR). Cette augmentation est quasi intégralement due au renforcement et élargissement de la mesure Activa, ce qui constituait une réponse à la crise (le plan d’engagement win-win). Étant donné que cette mesure de crise est arrivée à échéance, une baisse est attendue pour l’année 2012 : 96 135 travailleurs ce qui correspond à une dépense totale de 535,7 millions EUR. Une diminution qui se manifesterait également en 2013 : on compte sur 79 644 travailleurs et un budget de 414 millions EUR.
Bovenop de verminderingen aan te betalen so-cialezekerheidsbijdragen voor bepaalde doel-groepwerknemers, zijn er ook nog stelsels van activering van uitkeringen. Globaal gezien ging het binnen de RVA-begroting (dus activering van werkloosheidsuitkeringen, niet van leefloon) in het jaar 2011 om 112 018 werknemers, goed voor een totaal bedrag aan activering van 714,2 miljoen EUR. Dit was een belangrijke stijging t.o.v. 2010 (79 746 werknemers en een totale uitgave van 430,7 miljoen EUR). Deze stijging is quasi volledig toe te schrijven aan de verster-king en verruiming van het Activa-stelsel, als antwoord op de crisis (het win-win aanwer-vingsplan). Nu deze crisismaatregelen zijn af-gelopen, wordt globaal voor 2012 een daling verwacht: 96 135 werknemers, goed voor een totale uitgave van 535,7 miljoen EUR. Een da-ling die zich ook in 2013 zal doorzetten: er wordt gerekend op 79 644 werknemers en een budget van 414 miljoen EUR.
Le plan d’embauche win-win était une forme d’Activa renforcée en faveur des groupes de demandeurs d’emploi qui connaissaient des difficultés particulières à trouver un emploi pen-dant cette période de crise, et s’adressait aux employeurs du secteur privé. Il s’agissait no-tamment des jeunes travailleurs de moins de 26
Het win-winplan was een versterkte vorm van activa voor groepen van werkzoekenden die het bijzonder moeilijk hadden een job te vinden tij-dens deze crisisperiode, en richtte zich tot de werkgevers in de private sector. Het ging o.a. om erg laaggeschoolde werknemers jonger dan 26 jaar en om werknemers ouder dan 50 jaar en
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
84
ans à qualification très basse et des travailleurs d’au moins 50 ans, qui étaient chômeurs depuis minimum 6 mois. Les dépenses pour le Plan Activa (y compris le plan d’embauche win-win) au sein du budget affecté aux allocations de chômage sont passées de 287,5 millions EUR en 2010 (pour 45 781 travailleurs) à 564 millions EUR en 2011 (pour 74 201 travailleurs), ce qui correspond à un quasi doublement du budget et à une augmentation du nombre de travailleurs de 62 %. Ce plan win-win, qui est lié à la crise, ne s’applique qu’aux engagements qui ont lieu jusqu’au 31 décembre 2011, ce qui explique la baisse à partir de 2012 (estimation : 56 035 bé-néficiaires et une dépense totale de 381,6 mil-lions EUR), diminution qui doit s’intensifier en-core en 2013, au moment où les effets du plan win-win seront totalement éteints : pour 2013, on compte sur 37 244 travailleurs et un budget de 253,6 millions EUR.
minstens 6 maanden werkloos. De uitgaven voor activa (met inbegrip van win-win) stegen van 287,5 miljoen EUR in 2010 (45 781 werk-nemers) naar 564 miljoen EUR in 2011 (74 201 werknemers), quasi een verdubbeling in budget en een stijging van het aantal werknemers met 62 %. Dit aan de crisis verbonden win-win plan liep slechts voor aanwervingen tot en met 31.12.2011, wat de daling verklaart vanaf 2012 (geraamd op 56 035 rechthebbenden en een totale uitgave van 381,6 miljoen EUR), daling die zich nog zal doorzetten in 2013, als de ef-fecten van het win-win plan volledig uitgedoofd zijn: voor 2013 wordt gerekend op 37 244 werk-nemers en een budget van 253,6 miljoen EUR.
À coté du plan Activa (y compris le plan d’embauche win-win), les programmes d’activation des allocations suivants peuvent être mentionnés :
Naast activa (met inbegrip van win-win) kunnen ook nog de volgende activeringsprogramma’s vermeld worden:
le programme de transition profession-nelle, une variante du Plan Activa, est orienté spécifiquement vers les asbl et les employeurs du secteur public. Ce régime est cofinancé par les Régions, qui accordent un subside salarial complémentaire et équivalent. Pour 2013, on prévoit 4 800 emplois et un coût de 23,7 millions EUR, donc une stabilisation par rapport à l’année 2012 ;
de doorstromingsprogramma’s, een soort variante op het activastelsel specifiek voor vzw’s en werkgevers uit de overheidssector. Dit stelsel wordt mede gefinancierd door de Ge-westen, die bovenop de federale activering een evenwaardige bijkomende loonkostsubsidie toekennen. Voor 2013 wordt gerekend op 4 800 eenheden en een kost van eveneens 23,7 mil-joen EUR, een stabilisatie ten opzichte van 2012;
le complément de reprise du travail qui est octroyé aux chômeurs âgés (50 ans au moins) qui reprennent le travail. Grâce à ce complé-ment, qui revient à une allocation de chômage forfaitaire cumulable avec le salaire pour le nouvel emploi, les travailleurs âgés sont encou-ragés à reprendre le travail, même à un niveau de salaire inférieur à celui d’avant leur période de chômage. Si le chômeur âgé peut justifier d’un passé professionnel d’au moins 20 ans, l’octroi de ce complément de reprise de travail de 194,04 EUR par mois est illimité dans le temps. Depuis mi- 2009, les chômeurs âgés ayant un passé professionnel moins long, ont également droit à un complément, dont le mon-tant est moins élevé et dont la durée d’octroi est limitée à trois années au maximum. Pour 2012, on s’attend à 20 300 bénéficiaires, ce qui cor-respond à une dépense de 44,5 millions EUR. En 2013, l’augmentation du nombre de bénéfi-ciaires serait limitée : dans le cadre des déci-sions budgétaires pour l’année 2013, il a été décidé d’augmenter l’âge minimal pour ce com-
de werkhervattingstoeslag die toegekend wordt aan oudere werklozen (50-plussers) die het werk hervatten. Door die toeslag, een soort forfaitaire werkloosheidsuitkering die cumuleer-baar is met het loon in de nieuwe job, worden oudere werklozen aangezet om terug aan het werk te gaan, zelfs aan een lager loon dan dat wat ze voor hun werkloosheid genoten. Heeft de oudere werkloze in het verleden minstens 20 jaar gewerkt, dan is die werkhervattingstoeslag 194,04 EUR per maand en dat onbeperkt in de tijd. Sinds midden 2009 komen ook oudere werklozen met minder beroepsverleden in aan-merking, zij het aan een beperkter bedrag en beperkt tot maximaal 3 jaar. Voor 2012 wordt gerekend op 20 300 eenheden, goed voor 44,5 miljoen EUR. In 2013 zal de toename van het aantal gerechtigden beperkt zijn, omdat in het kader van de begrotingsbeslissingen voor 2013 de minimale leeftijd voor de toeslag werd opge-trokken van 50 naar 55 jaar;
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
85
plément de 50 ans à 55 ans ;
le plan Sine, qui s’adresse spécifiquement aux employeurs du secteur de l’économie so-ciale. Ce régime a connu une forte croissance pendant la période 2008-2010 ce qui est partiel-lement dû à la croissance du régime des titres-services, régime auquel nombre d’entreprises du secteur de l’économie sociale (y compris les ALE, les CPAS et les entreprises de travail adapté) participent. Pour 2012, on s’attend à 11 100 travailleurs Sine (contre 11 400 en 2011), soit un budget d’allocations activées de 60,9 millions EUR. Pour 2013, une stabilisation est attendue (11 000 travailleurs et un budget de 60,4 millions EUR.
het Sineplan, dat zich specifiek richt tot de werkgevers uit de sociale-economie-sector. Dit stelsel kende een sterke groei in de periode 2008-2010, mede onder invloed van de groei van het stelsel van de dienstencheques waarop een aantal van de ondernemingen uit de socia-le-economie-sector (met inbegrip van PWA’s, OCMW’s en beschutte werkplaatsen) inteken-den. Voor 2012 wordt rekening gehouden met 11 100 Sinewerknemers (tegenover 11 400 in 2011), goed voor een totaal budget aan geacti-veerde uitkering van 60,9 miljoen EUR. Voor 2013 wordt een stabilisatie verwacht (11 000 werknemers en een budget van 60,4 miljoen EUR).
Pour la plupart de ces programmes d’activation, l’équivalent existe pour les demandeurs d’emploi qui bénéficient d’un revenu d’intégration. Dans ces cas, c’est le revenu d’intégration qui est activé.
Van de meeste van deze activeringsprogram-ma’s bestaat het equivalent voor de werkzoe-kenden die genieten van het leefloon. Hier is het dan het leefloon dat geactiveerd wordt.
I. Les régimes de protection sociale I. De stelsels van sociale bescherming
86
1. Economische rekeningen 2007 2. Economische rekeningen 2008 3. Economische rekeningen 2009
4. Economische rekeningen 2010
5. Economische rekeningen 2011
A.
Geconsolideerde economische rekeningen
1. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
007
(milj
oen
eu
ro)
Las
ten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
G
ezin
sbijs
lag
A
rbei
ds-
on
gev
alle
n
Ber
oep
s-zi
ekte
n
Glo
baa
l b
ehee
r T
ota
al
To
egek
end
e so
cial
e p
rest
atie
s 3.
898,
58.
821,
015
.950
,74.
234,
018
7,0
334,
9-
33.4
26,1
Ver
stre
kkin
gen
of u
itker
inge
n 3.
898,
58.
821,
015
.943
,84.
232,
218
6,5
334,
4-
33.4
16,4
Bet
alin
gson
kost
en
- -
6,9
1,8
0,5
0,5
- 9,
7
On
invo
rder
bar
e so
cial
e p
rest
atie
s -
5,1
0,3
0,2
2,2
- -
7,8
Lo
pen
de
wer
kin
gsk
ost
en
167,
942
6,1
141,
114
1,4
70,7
24,3
122,
91.
094,
4C
entr
ale
inst
ellin
gen
20,5
254,
014
1,1
57,2
70,7
24,3
122,
969
0,7
Prim
aire
inst
ellin
gen
147,
417
2,1
- 84
,2-
- -
403,
7
Div
erse
fin
anci
ële
last
en
- 0,
212
,0-
0,3
- 49
,361
,8
Las
ten
die
een
ver
min
der
ing
zijn
van
o
pb
ren
gst
en a
nd
ere
dan
fin
anci
ële
- -
- 1,
43,
3-
231,
223
5,9
Div
erse
ove
rdra
chte
n n
aar
der
den
16
,122
,172
,155
,325
,03,
448
7,3
681,
3
Bes
par
ing
-0
,34,
5-3
69,8
3,3
-5,1
1,2
1.06
4,5
698,
3
Su
bto
taal
4.
082,
29.
279,
015
.806
,44.
435,
628
3,4
363,
81.
955,
236
.205
,6
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
0,1
- 27
0,5
- 82
,4-
32.8
57,7
33.2
10,7
Naa
r de
zie
kte-
inva
lidite
it -
- -
- -
- 3.
961,
13.
961,
1N
aar
de w
erkl
oosh
eid
- -
- -
- -
8.98
3,4
8.98
3,4
Naa
r de
pen
sioe
nen
0,1
- -
- -
- 15
.751
,915
.752
,0N
aar
de g
ezin
sbijs
lag
- -
- -
- -
3.79
8,3
3.79
8,3
Naa
r de
arb
eids
onge
valle
n -
- -
- -
- 36
,736
,7N
aar
de b
eroe
pszi
ekte
n -
- -
- -
- 32
6,3
326,
3N
aar
het G
loba
al b
ehee
r -
-
270,
5-
82,4
- -
352,
9
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
- -
- -
- 16
.806
,016
.806
,0N
aar
de z
elfs
tand
igen
-
- -
- -
- -
- N
aar
het R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g -
-
-
-
-
-
16
.806
,016
.806
,0
To
taal
4.
082,
39.
279,
016
.076
,94.
435,
636
5,8
363,
851
.618
,986
.222
,3
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
90
1. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
007
(milj
oen
eu
ro)
(ver
volg
)
Op
bre
ng
sten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
G
ezin
sbijs
lag
A
rbei
ds-
on
gev
alle
n
Ber
oep
s-zi
ekte
n
Glo
baa
l b
ehee
r T
ota
al
Ver
sch
uld
igd
e so
cial
e b
ijdra
gen
11
6,2
0,3
230,
855
0,3
15,1
27,5
35.9
90,5
36.9
30,7
Ten
last
e va
n de
wer
knem
ers
- -
12,5
- -
- 12
.132
,112
.144
,6T
en la
ste
van
de w
erkg
ever
s -
-
25,7
550,
315
,127
,523
.750
,224
.368
,8T
en la
ste
van
de g
enie
ters
van
s
ocia
le p
rest
atie
s -
- 19
2,6
- -
- 10
8,2
300,
8
And
ere
bijd
rage
n 11
6,2
0,3
- -
-
-
- 11
6,5
Tak
sen
en
bel
asti
ng
en a
ang
ewen
d
vo
or
de
soci
ale
zeke
rhei
d
- 69
,0-
- -
7,9
9.61
5,3
9.69
2,2
Nie
t-te
rug
vord
erb
are
teg
emo
etko
- m
ing
en v
an d
e o
pen
bar
e m
ach
ten
0,
4-
3,1
- -
- 5.
522,
15.
525,
6
Op
bre
ng
sten
van
eig
end
om
men
e
n b
edri
jven
0,
31,
712
,05,
564
,51,
413
8,1
223,
5
Div
erse
op
bre
ng
sten
vo
ort
kom
end
v
an d
erd
en
4,3
129,
72,
9-
248,
9-
- 38
5,8
Ter
ug
te
vord
eren
, ten
on
rech
te u
itb
etaa
lde
soci
ale
pre
stat
ies
- 94
,069
,481
,50,
6-
- 24
5,5
Su
bto
taal
12
1,2
294,
731
8,2
637,
332
9,1
36,8
51.2
66,0
53.0
03,3
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
3.96
1,1
8.98
3,4
15.7
52,0
3.79
8,3
36,7
326,
335
2,9
33.2
10,7
Van
de
ziek
te-in
valid
iteit
- -
0,1
- -
- -
0,1
Van
de
wer
kloo
shei
d -
- -
- -
- -
- V
an d
e pe
nsio
enen
-
- -
- -
- 27
0,5
270,
5V
an d
e ge
zins
bijs
lag
- -
- -
- -
- -
Van
de
arbe
idso
ngev
alle
n -
- -
- -
- 82
,482
,4V
an d
e be
roep
szie
kten
-
- -
- -
- -
- V
an h
et G
loba
al b
ehee
r 3.
961,
18.
983,
415
.751
,93.
798,
336
,732
6,3
- 32
.857
,7
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
- 0,
96,
7-
- 0,
7-
8,3
Van
de
zelfs
tand
igen
-
0,9
- -
- 0,
7-
1,6
Van
het
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
-
-
6,7
-
-
-
-
6,7
To
taal
4.
082,
39.
279,
016
.076
,94.
435,
636
5,8
363,
851
.618
,986
.222
,3
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
91
2. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
008
(milj
oen
eu
ro)
Las
ten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
G
ezin
sbijs
lag
A
rbei
ds-
on
gev
alle
n
Ber
oep
s-zi
ekte
n
Glo
baa
l b
ehee
r T
ota
al
To
egek
end
e so
cial
e p
rest
atie
s 4.
281,
89.
310,
017
.091
,94.
511,
319
8,2
350,
0-
35.7
43,2
Ver
stre
kkin
gen
of u
itker
inge
n 4.
281,
89.
310,
017
.085
,44.
509,
619
7,7
349,
7-
35.7
34,2
Bet
alin
gson
kost
en
- -
6,5
1,7
0,5
0,3
- 9,
0
On
invo
rder
bar
e so
cial
e p
rest
atie
s -
7,1
0,2
0,4
0,9
- -
8,6
Lo
pen
de
wer
kin
gsk
ost
en
171,
443
3,7
146,
114
6,8
47,3
23,3
346,
71.
315,
3C
entr
ale
inst
ellin
gen
19,6
250,
014
6,1
58,8
47,3
23,3
346,
789
1,8
Prim
aire
inst
ellin
gen
151,
818
3,7
- 88
,0-
- -
423,
5
Div
erse
fin
anci
ële
last
en
- 0,
27,
40,
1-
- 16
3,3
171,
0
Las
ten
die
een
ver
min
der
ing
zijn
van
o
pb
ren
gst
en a
nd
ere
dan
fin
anci
ële
- -
- 1,
06,
7-
105,
611
3,3
Div
erse
ove
rdra
chte
n n
aar
der
den
17
,320
,914
9,3
18,5
21,8
3,8
236,
546
8,1
Bes
par
ing
-3
1,8
28,2
-50,
059
,313
,714
,860
5,4
639,
6
Su
bto
taal
4.
438,
79.
800,
117
.344
,94.
737,
428
8,6
391,
91.
457,
538
.459
,1
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n0,
1-
5,0
- 95
,3-
35.1
18,7
35.2
19,1
Naa
r de
zie
kte-
inva
lidite
it -
- -
- -
- 4.
320,
94.
320,
9N
aar
de w
erkl
oosh
eid
- -
- -
- -
9.43
6,4
9.43
6,4
Naa
r de
pen
sioe
nen
0,1
- -
- -
- 16
.990
,416
.990
,5N
aar
de g
ezin
sbijs
lag
- -
- -
- -
4.00
8,4
4.00
8,4
Naa
r de
arb
eids
onge
valle
n -
- -
- -
- 27
,027
,0N
aar
de b
eroe
pszi
ekte
n -
- -
- -
- 33
5,6
335,
6N
aar
het G
loba
al b
ehee
r -
- 5,
0-
95,3
- -
100,
3
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
- -
- -
- 18
.574
,818
.574
,8N
aar
de z
elfs
tand
igen
-
- -
- -
- -
- N
aar
het R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g -
- -
- -
- 18
.574
,818
.574
,8
To
taal
4.
438,
89.
800,
117
.349
,94.
737,
438
3,9
391,
955
.151
,092
.253
,0
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
92
2. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
008
(milj
oen
eu
ro)
(ver
volg
)
Op
bre
ng
sten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
G
ezin
sbijs
lag
A
rbei
ds-
on
gev
alle
n
Ber
oep
s-zi
ekte
n
Glo
baa
l b
ehee
r T
ota
al
Ver
sch
uld
igd
e so
cial
e b
ijdra
gen
11
2,6
0,3
270,
556
1,3
13,8
44,6
37.8
38,4
38.8
41,5
Ten
last
e va
n de
wer
knem
ers
- -
16,3
- -
- 12
.675
,012
.691
,3T
en la
ste
van
de w
erkg
ever
s -
-
31,5
561,
313
,844
,625
.046
,625
.697
,8T
en la
ste
van
de g
enie
ters
van
s
ocia
le p
rest
atie
s 0,
3-
222,
7-
- -
116,
833
9,8
And
ere
bijd
rage
n 11
2,3
0,3
- -
-
-
- 11
2,6
Tak
sen
en
bel
asti
ng
en a
ang
ewen
d
vo
or
de
soci
ale
zeke
rhei
d
0,1
104,
5-
- -
10,0
10.5
30,3
10.6
44,9
Nie
t-te
rug
vord
erb
are
teg
emo
etko
- m
ing
en v
an d
e o
pen
bar
e m
ach
ten
0,
54,
42,
9-
- -
5.74
5,2
5.75
3,0
Op
bre
ng
sten
van
eig
end
om
men
e
n b
edri
jven
0,
30,
69,
82,
461
,11,
638
3,0
458,
8
Div
erse
op
bre
ng
sten
vo
ort
kom
end
v
an d
erd
en
4,3
127,
2-
- 27
7,3
- -
408,
8
Ter
ug
te
vord
eren
, ten
on
rech
te
uit
bet
aald
e so
cial
e p
rest
atie
s 0,
112
5,5
76,2
165,
34,
7-
- 37
1,8
Su
bto
taal
11
7,9
362,
535
9,4
729,
035
6,9
56,2
54.4
96,9
56.4
78,8
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
4.32
0,9
9.43
6,4
16.9
90,5
4.00
8,4
27,0
335,
610
0,3
35.2
19,1
Van
de
ziek
te-in
valid
iteit
- -
0,1
- -
- -
0,1
Van
de
wer
kloo
shei
d -
- -
- -
- -
- V
an d
e pe
nsio
enen
-
- -
- -
- 5,
05,
0V
an d
e ge
zins
bijs
lag
- -
- -
- -
- -
Van
de
arbe
idso
ngev
alle
n -
- -
- -
- 95
,395
,3V
an d
e be
roep
szie
kten
-
- -
- -
- -
- V
an h
et G
loba
al b
ehee
r 4.
320,
99.
436,
416
.990
,44.
008,
427
,033
5,6
- 35
.118
,7
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
1,2
- -
- 0,
155
3,8
555,
1V
an d
e ze
lfsta
ndig
en
- 1,
2-
- -
0,1
- 1,
3V
an h
et R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g -
- -
- -
- 55
3,8
553,
8
To
taal
4.
438,
89.
800,
117
.349
,94.
737,
438
3,9
391,
955
.151
,092
.253
,0
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
93
3. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
009
(milj
oen
eu
ro)
Las
ten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
G
ezin
sbijs
lag
A
rbei
ds-
on
gev
alle
n
Ber
oep
s-zi
ekte
n
Glo
baa
l b
ehee
r T
ota
al
To
egek
end
e so
cial
e p
rest
atie
s 4.
629,
810
.792
,117
.975
,34.
737,
820
5,5
340,
1 -
38
.680
,6V
erst
rekk
inge
n of
uitk
erin
gen
4.62
9,8
10.7
92,1
17.9
69,1
4.73
6,2
205,
133
9,8
-
38.6
72,1
Bet
alin
gson
kost
en
-
-
6,2
1,6
0,4
0,3
-
8,5
On
invo
rder
bar
e so
cial
e p
rest
atie
s -
6,
30,
30,
33,
4 -
-
10
,3
Lo
pen
de
wer
kin
gsk
ost
en
178,
146
8,3
150,
416
5,5
30,3
23,9
140,
71.
157,
2C
entr
ale
inst
ellin
gen
18,7
268,
415
0,4
73,8
30,3
23,9
140,
770
6,2
Prim
aire
inst
ellin
gen
159,
419
9,9
- 91
,7 -
-
-
45
1,0
Div
erse
fin
anci
ële
last
en
-
0,2
6,9
0,1
-
-
103,
211
0,4
Las
ten
die
een
ver
min
der
ing
zijn
van
o
pb
ren
gst
en a
nd
ere
dan
fin
anci
ële
-
-
-
1,1
7,0
-
70,4
78,5
Div
erse
ove
rdra
chte
n n
aar
der
den
20
,728
,114
1,0
47,3
41,4
2,3
243,
952
4,7
Bes
par
ing
-3
,494
,615
,333
,810
,826
,3-2
.165
,2-1
.987
,8
Su
bto
taal
4.
825,
211
.389
,618
.289
,24.
985,
929
8,4
392,
6-
1.60
7,0
38.5
73,9
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n0,
1 -
-
-
91
,6 -
37
.938
,338
.030
,0N
aar
de z
iekt
e-in
valid
iteit
-
-
-
-
-
-
4.69
9,7
4.69
9,7
Naa
r de
wer
kloo
shei
d -
-
-
-
-
-
10
.742
,010
.742
,0N
aar
de p
ensi
oene
n 0,
1 -
-
-
-
-
17
.919
,017
.919
,1N
aar
de g
ezin
sbijs
lag
-
-
-
-
-
-
4.20
1,3
4.20
1,3
Naa
r de
arb
eids
onge
valle
n -
-
-
-
-
-
37
,037
,0N
aar
de b
eroe
pszi
ekte
n -
-
-
-
-
-
33
9,3
339,
3N
aar
het G
loba
al b
ehee
r -
-
-
-
91
,6 -
-
91
,6
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
-
-
-
-
-
19
.264
,419
.264
,4N
aar
de z
elfs
tand
igen
-
-
-
-
-
-
-
-
N
aar
het R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g -
-
-
-
-
-
19
.264
,419
.264
,4
To
taal
4.
825,
311
.389
,618
.289
,24.
985,
939
0,0
392,
655
.595
,795
.868
,3
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
94
3. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
009
(milj
oen
eu
ro)
(ver
volg
)
Op
bre
ng
sten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
G
ezin
sbijs
lag
A
rbei
ds-
on
gev
alle
n
Ber
oep
s-zi
ekte
n
Glo
baa
l b
ehee
r T
ota
al
Ver
sch
uld
igd
e so
cial
e b
ijdra
gen
11
5,3
40,9
282,
760
1,0
11,2
41,8
38.3
94,7
39.4
87,6
Ten
last
e va
n de
wer
knem
ers
-
-
17,6
-
-
-
12.8
46,9
12.8
64,5
Ten
last
e va
n de
wer
kgev
ers
-
40,7
30,7
601,
011
,241
,825
.453
,426
.178
,8T
en la
ste
van
de g
enie
ters
van
s
ocia
le p
rest
atie
s 0,
2 -
23
4,4
-
-
-
94,4
329,
0
And
ere
bijd
rage
n 11
5,1
0,2
-
-
-
-
-
115,
3
Tak
sen
en
bel
asti
ng
en a
ang
ewen
d
vo
or
de
soci
ale
zeke
rhei
d
- 14
8,5
- -
-
10
,010
.554
,410
.712
,9
Nie
t-te
rug
vord
erb
are
teg
emo
etko
- m
ing
en v
an d
e o
pen
bar
e m
ach
ten
0,
7 -
2,
7 -
-
-
5.
849,
75.
853,
1
Op
bre
ng
sten
van
eig
end
om
men
e
n b
edri
jven
0,
40,
711
,20,
564
,11,
441
0,7
489,
0
Div
erse
op
bre
ng
sten
vo
ort
kom
end
v
an d
erd
en
9,2
339,
2-
- 26
8,8
-
294,
691
1,8
Ter
ug
te
vord
eren
, ten
on
rech
te
uit
bet
aald
e so
cial
e p
rest
atie
s -
116,
673
,518
3,1
8,9
-
-
382,
1
Su
bto
taal
12
5,6
645,
937
0,1
784,
635
3,0
53,2
55.5
04,1
57.8
36,5
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
4.69
9,7
10.7
42,0
17.9
19,1
4.20
1,3
37,0
339,
391
,638
.030
,0V
an d
e zi
ekte
-inva
lidite
it -
-
0,
1 -
-
-
-
0,
1V
an d
e w
erkl
oosh
eid
-
-
-
-
-
-
-
-
Van
de
pens
ioen
en
-
-
-
-
-
-
-
-
Van
de
gezi
nsbi
jsla
g -
-
-
-
-
-
-
-
V
an d
e ar
beid
song
eval
len
-
-
-
-
-
-
91,6
91,6
Van
de
bero
epsz
iekt
en
-
-
-
-
-
-
-
-
Van
het
Glo
baal
beh
eer
4.69
9,7
10.7
42,0
17.9
19,0
4.20
1,3
37,0
339,
3 -
37
.938
,3
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
1,
7 -
-
-
0,
1 -
1,
8V
an d
e ze
lfsta
ndig
en
-
1,7
-
-
-
0,1
-
1,8
Van
het
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
-
-
-
-
-
-
-
-
To
taal
4.
825,
311
.389
,618
.289
,24.
985,
939
0,0
392,
655
.595
,795
.868
,3
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
95
4. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
010
(milj
oen
eu
ro)
Las
ten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
G
ezin
sbijs
lag
A
rbei
ds-
on
gev
alle
n
Ber
oep
s-zi
ekte
n
Glo
baa
l b
ehee
r T
ota
al
To
egek
end
e so
cial
e p
rest
atie
s 5.
021,
811
.136
,518
.487
,84.
821,
520
6,0
335,
9 -
40
.009
,5V
erst
rekk
inge
n of
uitk
erin
gen
5.02
1,8
11.1
36,5
18.4
84,9
4.82
0,4
206,
033
5,8
-
40.0
05,4
Bet
alin
gson
kost
en
-
-
2,9
1,1
- 0,
1 -
4,
1
On
invo
rder
bar
e so
cial
e p
rest
atie
s -
9,
10,
30,
43,
5 -
-
13
,3
Lo
pen
de
wer
kin
gsk
ost
en
195,
149
1,6
139,
916
4,8
29,1
24,6
130,
41.
175,
5C
entr
ale
inst
ellin
gen
21,8
273,
813
9,9
71,3
29,1
24,6
130,
469
0,9
Prim
aire
inst
ellin
gen
173,
321
7,8
- 93
,5 -
-
-
48
4,6
Div
erse
fin
anci
ële
last
en
-
0,1
7,9
- -
-
17
2,1
180,
1
Las
ten
die
een
ver
min
der
ing
zijn
van
o
pb
ren
gst
en a
nd
ere
dan
fin
anci
ële
-
-
-
1,1
11,9
-
163,
017
6,0
Div
erse
ove
rdra
chte
n n
aar
der
den
24
,360
,311
2,6
21,2
47,0
5,4
235,
650
6,4
Bes
par
ing
-3
,94,
1-2
9,0
28,3
-0,2
14,1
-831
,9-8
18,5
Su
bto
taal
5.
237,
311
.701
,718
.719
,55.
037,
329
7,3
380,
0-
130,
841
.242
,3
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n-
-
-
-
110,
5 -
39
.413
,039
.523
,5N
aar
de z
iekt
e-in
valid
iteit
-
-
-
-
-
-
5.10
9,3
5.10
9,3
Naa
r de
wer
kloo
shei
d -
-
-
-
-
-
11
.181
,111
.181
,1N
aar
de p
ensi
oene
n -
-
-
-
-
-
18.4
44,2
18.4
44,2
Naa
r de
gez
insb
ijsla
g -
-
-
-
-
-
4.
305,
24.
305,
2N
aar
de a
rbei
dson
geva
llen
-
-
-
-
-
-
40,0
40,0
Naa
r de
ber
oeps
ziek
ten
-
-
-
-
-
-
333,
233
3,2
Naa
r he
t Glo
baal
beh
eer
-
-
-
-
110,
5 -
-
11
0,5
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
-
-
-
-
-
20
.979
,220
.979
,2N
aar
de z
elfs
tand
igen
-
-
-
-
-
-
-
-
N
aar
het R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g -
-
-
-
-
-
20
.979
,220
.979
,2
To
taal
5.
237,
311
.701
,718
.719
,55.
037,
340
7,8
380,
060
.261
,410
1.74
5,0
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
96
4. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
010
(milj
oen
eu
ro)
(ver
volg
)
Op
bre
ng
sten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
G
ezin
sbijs
lag
A
rbei
ds-
on
gev
alle
n
Ber
oep
s-zi
ekte
n
Glo
baa
l b
ehee
r T
ota
al
Ver
sch
uld
igd
e so
cial
e b
ijdra
gen
11
7,5
41,0
195,
755
5,5
12,8
35,8
39.1
11,7
40.0
70,0
Ten
last
e va
n de
wer
knem
ers
-
-
23,6
-
-
-
13.1
58,9
13.1
82,5
Ten
last
e va
n de
wer
kgev
ers
-
40,9
17,6
555,
512
,835
,825
.851
,126
.513
,7T
en la
ste
van
de g
enie
ters
van
s
ocia
le p
rest
atie
s 0,
2 -
15
4,5
-
-
-
101,
725
6,4
And
ere
bijd
rage
n 11
7,3
0,1
-
-
-
-
-
117,
4
Tak
sen
en
bel
asti
ng
en a
ang
ewen
d
vo
or
de
soci
ale
zeke
rhei
d
- 87
,0-
-
-
10,0
11.8
78,7
11.9
75,7
Nie
t-te
rug
vord
erb
are
teg
emo
etko
- m
ing
en v
an d
e o
pen
bar
e m
ach
ten
0,
8 -
2,
8 -
-
-
8.
108,
78.
112,
3
Op
bre
ng
sten
van
eig
end
om
men
e
n b
edri
jven
0,
40,
22,
70,
353
,90,
944
9,9
508,
3
Div
erse
op
bre
ng
sten
vo
ort
kom
end
v
an d
erd
en
9,3
256,
2-
- 29
4,0
-
17,6
577,
1
Ter
ug
te
vord
eren
, ten
on
rech
te
uit
bet
aald
e so
cial
e p
rest
atie
s -
134,
574
,117
6,3
7,1
-
-
392,
0
Su
bto
taal
12
8,0
518,
927
5,3
732,
136
7,8
46,7
59.5
66,6
61.6
35,4
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
5.10
9,3
11.1
81,1
18.4
44,2
4.30
5,2
40,0
333,
211
0,5
39.5
23,5
Van
de
ziek
te-in
valid
iteit
-
-
- -
-
-
-
-
Van
de
wer
kloo
shei
d -
-
-
-
-
-
-
-
V
an d
e pe
nsio
enen
-
-
-
-
-
-
-
-
V
an d
e ge
zins
bijs
lag
-
-
-
-
-
-
-
-
Van
de
arbe
idso
ngev
alle
n -
-
-
-
-
-
11
0,5
110,
5V
an d
e be
roep
szie
kten
-
-
-
-
-
-
-
-
V
an h
et G
loba
al b
ehee
r 5.
109,
311
.181
,118
.444
,24.
305,
240
,033
3,2
-
39.4
13,0
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
1,
7 -
-
-
0,
158
4,3
586,
1V
an d
e ze
lfsta
ndig
en
-
1,7
-
-
-
0,1
-
1,8
Van
het
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
-
-
-
-
-
-
584,
358
4,3
To
taal
5.
237,
311
.701
,718
.719
,55.
037,
340
7,8
380,
060
.261
,410
1.74
5,0
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
97
5. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
011
(milj
oen
eu
ro)
Las
ten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
G
ezin
sbijs
lag
A
rbei
ds-
on
gev
alle
n
Ber
oep
s-zi
ekte
n
Glo
baa
l b
ehee
r T
ota
al
To
egek
end
e so
cial
e p
rest
atie
s 5.
479,
711
.462
,819
.542
,15.
025,
421
1,3
290,
3 -
42
.011
,6V
erst
rekk
inge
n of
uitk
erin
gen
5.47
9,7
11.4
62,8
19.5
39,4
5.02
4,3
211,
329
0,3
-
42.0
07,8
Bet
alin
gson
kost
en
-
-
2,7
1,1
- -
-
3,8
On
invo
rder
bar
e so
cial
e p
rest
atie
s -
9,
10,
30,
43,
5 -
-
13
,3
Lo
pen
de
wer
kin
gsk
ost
en
198,
750
6,2
146,
219
5,7
31,8
25,1
154,
21.
257,
9C
entr
ale
inst
ellin
gen
21,5
287,
114
6,2
97,3
31,8
25,1
154,
276
3,2
Prim
aire
inst
ellin
gen
177,
221
9,1
- 98
,4 -
-
-
49
4,7
Div
erse
fin
anci
ële
last
en
-
0,1
9,7
-
-
-
17,6
27,4
Las
ten
die
een
ver
min
der
ing
zijn
van
o
pb
ren
gst
en a
nd
ere
dan
fin
anci
ële
-
-
-
1,2
10,3
-
-
11,5
Div
erse
ove
rdra
chte
n n
aar
der
den
36
,650
,688
,342
,452
,68,
726
7,6
546,
8
Bes
par
ing
-1
,337
,0-5
2,0
-10,
0-1
8,1
9,9
-516
,3-5
50,8
Su
bto
taal
5.
713,
712
.065
,819
.734
,65.
255,
129
1,4
334,
0-
76,9
43.3
17,7
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n-
-
-
-
99,2
-
41.4
33,2
41.5
32,4
Naa
r de
zie
kte-
inva
lidite
it -
-
-
-
-
-
5.
580,
05.
580,
0N
aar
de w
erkl
oosh
eid
-
-
-
-
-
-
11.5
53,4
11.5
53,4
Naa
r de
pen
sioe
nen
- -
-
-
-
-
19
.512
,019
.512
,0N
aar
de g
ezin
sbijs
lag
-
-
-
-
-
-
4.43
9,9
4.43
9,9
Naa
r de
arb
eids
onge
valle
n -
-
-
-
-
-
50
,050
,0N
aar
de b
eroe
pszi
ekte
n -
-
-
-
-
-
29
7,9
297,
9N
aar
het G
loba
al b
ehee
r -
-
-
-
99
,2 -
-
99
,2
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
-
-
-
-
-
22
.136
,122
.136
,1N
aar
de z
elfs
tand
igen
-
-
-
-
-
-
-
-
N
aar
het R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g -
-
-
-
-
-
22
.136
,122
.136
,1
To
taal
5.
713,
712
.065
,819
.734
,65.
255,
139
0,6
334,
063
.492
,410
6.98
6,2
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
98
5. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
011
(milj
oen
eu
ro)
(ver
volg
)
Op
bre
ng
sten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
G
ezin
sbijs
lag
A
rbei
ds-
on
gev
alle
n
Ber
oep
s-zi
ekte
n
Glo
baa
l b
ehee
r T
ota
al
Ver
sch
uld
igd
e so
cial
e b
ijdra
gen
12
4,4
46,4
144,
063
0,4
15,2
24,6
40.9
28,9
41.9
13,9
Ten
last
e va
n de
wer
knem
ers
-
-
24,4
-
-
-
13.7
62,7
13.7
87,1
Ten
last
e va
n de
wer
kgev
ers
-
46,2
- 63
0,4
15,2
24,6
27.0
59,6
27.7
76,0
Ten
last
e va
n de
gen
iete
rs v
an
soc
iale
pre
stat
ies
0,2
-
119,
6 -
-
-
10
6,6
226,
4
And
ere
bijd
rage
n 12
4,2
0,2
-
-
-
-
-
124,
4
Tak
sen
en
bel
asti
ng
en a
ang
ewen
d
vo
or
de
soci
ale
zeke
rhei
d
- 76
,0-
-
-
10,0
14.1
42,1
14.2
28,1
Nie
t-te
rug
vord
erb
are
teg
emo
etko
- m
ing
en v
an d
e o
pen
bar
e m
ach
ten
0,
8 -
2,
3 -
-
-
7.
067,
27.
070,
3
Op
bre
ng
sten
van
eig
end
om
men
e
n b
edri
jven
0,
20,
62,
20,
640
,71,
521
9,9
265,
7
Div
erse
op
bre
ng
sten
vo
ort
kom
end
v
an d
erd
en
8,3
267,
4-
7,5
279,
2 -
46
,560
8,9
Ter
ug
te
vord
eren
, ten
on
rech
te
uit
bet
aald
e so
cial
e p
rest
atie
s -
120,
374
,117
6,7
5,5
-
-
376,
6
Su
bto
taal
13
3,7
510,
722
2,6
815,
234
0,6
36,1
62.4
04,6
64.4
63,5
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
5.58
0,0
11.5
53,4
19.5
12,0
4.43
9,9
50,0
297,
999
,241
.532
,4V
an d
e zi
ekte
-inva
lidite
it -
-
-
-
-
-
-
- V
an d
e w
erkl
oosh
eid
-
-
-
-
-
-
-
-
Van
de
pens
ioen
en
-
-
-
-
-
-
-
-
Van
de
gezi
nsbi
jsla
g -
-
-
-
-
-
-
-
V
an d
e ar
beid
song
eval
len
-
-
-
-
-
-
99,2
99,2
Van
de
bero
epsz
iekt
en
-
-
-
-
-
-
-
-
Van
het
Glo
baal
beh
eer
5.58
0,0
11.5
53,4
19.5
12,0
4.43
9,9
50,0
297,
9 -
41
.433
,2
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
1,
7 -
-
-
-
988,
699
0,3
Van
de
zelfs
tand
igen
-
1,
7 -
-
-
-
-
1,7
Van
het
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
-
-
-
-
-
-
988,
698
8,6
To
taal
5.
713,
712
.065
,819
.734
,65.
255,
139
0,6
334,
063
.492
,410
6.98
6,2
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
99
1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2007-2011 3. Definitieve rekeningen 2007
4. Definitieve rekeningen 2008
5. Definitieve rekeningen 2009
6. Voorlopige rekeningen 2010
7. Voorlopige rekeningen 2011
B.
Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer
1. Commentaar A. Evolutie van de macro-economische omgeving De evolutie van de macro-economische parameters die door de socialezekerheidsinstellingen in de loop van de periode 2007-2011 werden gebruikt, is als volgt:
2007 2008 2009 2010 2011
2,8 % 1,2 % -3,0 % 2,2 % 1,9 %
1,8 % 4,2 % 0,6 % 1,7 % 3,1 %
6,1 % 5,4 % -0,5 % 0,0 % 1,6 %
Lonen / Tewerkstelling 3,1 % 3,5 % 2,6 % -1,0 % -0,7 %
Tewerkstelling (1) 3,0 % 1,9 % -3,1 % 1,0 % 2,3 %
Volledig werklozen (2) 663.702 629.229 657.144 659.380 634.626
(1) Voltijds equivalenten.(2) Cf. definitie van het concept in het statistisch gedeelte.
Loonmassa van de privé-sector
Bruto Binnenlands Product
Gezondheidsindex
In 2007 bedroeg de groei 2,8%. In 2008 is er voornamelijk door het laatste kwartaal een terugval van de groei. In 2009 is er zelfs een negatieve groei van -3,0%. Deze negatieve groei wordt in 2010 omgebogen in een groei van 2,2%. Het jaar 2011 kent een lichte terugval wat betreft de groei tot 1,9%. Het inflatiepercentage, hier gemeten door de gezondheidsindex was 1,8% in 2007. In 2008 piekte het inflatiepercentage met 4,2%, om in 2009 en 2010 op een lager niveau uit te komen. In 2011 piekte het inflatiepercentage weer tot 3,1%. De groei van de loonmassa, onderworpen aan RSZ-bijdragen kent een daling over de periode 2007-2010. Aan de daling van het aantal volledig werklozen kwam in 2008 een einde. In 2011 was er weer een daling sinds 2008. B. Evolutie van het begrotingsresultaat
2007 2008 2009 2010 2011
51.494.056 55.080.309 55.766.753 60.021.652 63.408.088
1.132.701 1.258.336 1.493.693 1.427.823 1.427.448
Kapitaalontvangsten 336.714 4.138 0 952.658 290.000
Sociale prestaties 31.887.444 33.876.807 36.538.330 37.743.452 39.481.619
Andere lopende uitgaven (2) 19.810.954 21.740.883 23.457.350 24.748.651 26.241.035
Kapitaaluitgaven (3) 1.211 415.321 1.158 744 766
Begrotingsresultaat 1.263.863 309.772 -2.736.392 -90.714 -597.883
(1) Zonder de interne overdrachten.
(2) Zonder de interne overdrachten, maar met de externe overdracht naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging.(3) Gedekt door een Staatstussenkomst.
Lopende ontvangsten
van het RSZ-Globaal beheer (1)
Lopende ontvangsten
van de uitkeringsinstellingen (1)
(duizend euro)
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
102
Het verschil tussen de stijging van de ontvangsten en de stijging van de uitgaven verklaart de evolutie van het resultaat. Behalve door de macro-economische omgeving, toegelicht in punt A, worden de ontvangsten en de uitgaven ook door de genomen beleidsmaatregelen beïnvloed. De sociale prestaties ondergaan bovendien ook de invloed van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen, …), die in het statistische gedeelte worden besproken. Hieronder komt de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven aan bod en gaan we in op de belangrijkste beleidsmaatregelen die genomen werden. C. Evolutie van de ontvangsten De lopende ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer In de periode 2007-2011 zijn de jaarlijkse variaties van de lopende ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer de volgende (elk percentage in onderstaande tabel drukt de toename of afname uit ten opzichte van het voorgaande jaar; zie ook de tabellen met absolute cijfers onder punt 2 pagina 120):
2007 2008 2009 2010 2011
Globale middelen 6,56 % 6,99 % 1,23 % 7,65 % 5,61 %
Waarvan: - gewone bijdragen (1) 5,51 % 5,54 % 1,82 % 0,75 % 4,61 %
- Staatstoelagen 1,68 % 4,04 % 1,82 % 38,62 % -12,85 %
- alternatieve financiering(stock options inbegrepen)
9,71 % 9,83 % -0,55 % 13,79 % 20,87 %
(1) Loonmatiging inbegrepen.
Een tabel die de berekening van de alternatieve financiering voor de jaren 2007 tot 2013 in detail weergeeft, volgt in bijlage. Hierna volgt jaar per jaar een overzicht van de voornaamste maatregelen die de evolutie van de RSZ-ontvangsten hebben beïnvloed. In 2007 zijn volgende belangrijke maatregelen inzake bijdragen en bijdragenverminderingen genomen: Na kennisname van het strategische plan 2007 van SIOD (Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst), kaderend in de strijd tegen sociale fraude, werd er een bijkomende ontvangst van 40.875 duizend euro aan sociale bijdragen voorzien. Daarnaast werd ook de strijd tegen zwartwerk in bepaalde sectoren, onder andere de bouw- en schoonmaaksector, verder opgevoerd wat resulteerde in extra bijdragenontvangsten. Vanaf 1 januari 2007 wordt het gewone vakantiegeld dat betaald wordt door de werkgever bij het einde van een arbeidsovereenkomst belast met werknemers- en werkgeversbijdragen. Deze aanpassing resulteerde voor 2007 in 176.625 duizend euro te ontvangen sociale bijdragen. De maatregel is niet van toepassing op de bedragen betaald aan de bedienden die worden tewerkgesteld via een tijdelijke arbeidsovereenkomst in de zin van de wet van 24 juli 1987. Bij de alternatieve financiering werden volgende bijkomende ontvangsten voorzien: Een verhoging van de fiscaliteit op tabaksproducten, waardoor het deel dat toekomt aan het
RIZIV-geneeskundige verzorging gestegen is voor de werknemers; In het generatiepact werd bepaald dat vanaf 2007 een gedeelte van de personen- en
vennootschapsbelasting toegewezen wordt aan de sociale zekerheid. In dit kader werd er een bijkomende alternatieve financiering voorzien ter compensatie van de bijdragenverminderingen voor jongere en oudere werknemers en van de maatregelen uit het sociaal akkoord. Bovendien
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
103
werd er 13.500 duizend euro toegekend aan het globaal beheer voor werknemers, afkomstig van de geïnde bijdrage op de herwaardering van de diamantvoorraad;
Via een bijzondere toewijzing van de RSZ (Wetenschappelijke Maribel) wordt de tewerkstelling in de sector van het fundamenteel onderzoek aangemoedigd. Ter compensatie werd in 2007 een alternatieve financiering van 31.000 duizend euro toegekend;
Ten slotte werd beslist dat voor de financiering van de veiligheidscontracten door de RSZPPO slechts 20.902 duizend euro werd afgenomen van het bedrag aan btw-ontvangsten bestemd voor de sociale zekerheid. Hierdoor steeg het bedrag dat aan het werknemersstelsel toekomt met 19.154 duizend euro.
In 2008 werden volgende maatregelen inzake bijdragen en bijdrageverminderingen genomen: Een nieuw plan in het kader van de strijd tegen de sociale fraude zorgde voor 50.000 duizend
euro aan bijkomende ontvangen sociale bijdragen; Tengevolge de activeringspolitiek van de regering werd er een terugverdieneffect budgettair
ingeschreven van 89.890 duizend euro aan sociale bijdragen; Het beperken van het aantal dienstencheques tot 750 per persoon per jaar had een vermindering
van de ontvangen bijdragen van 2.642 duizend euro tot gevolg; Door een versterking van de controle op de bedrijven die dienstencheques aanvaarden, werd het
bedrag van de terugvorderingen van bijdragen verhoogd met 10.000 duizend euro. Bij de alternatieve financiering werden volgende wijzigingen in de ontvangsten voorzien: De nieuwe alternatieve financiering betreffende artikel 91quater van de wet van 31 januari 2007
“Wet tot wijziging van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact met het oog op de invoering van een nieuw systeem voor de financiering van de ziekteverzekering”. Dit artikel regelt de bijkomende alternatieve financiering ten behoeve van de geneeskundige verzorging en volgt uit de creatie van het eenheidsstelsel voor de geneeskundige verzorging waarbij geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen de werknemers en de zelfstandigen;
De alternatieve financiering gestort aan de RSZPPO voor de financiering van veiligheidscontracten wordt beperkt tot 5.000 duizend euro. De hierdoor vrijgemaakte middelen, werden echter niet toegekend aan de sociale zekerheid, maar werden gereserveerd binnen de rijksmiddelenbegroting;
De maatregelen genomen voor de dienstencheques (cf. de prestaties) hadden tevens een indirect effect op de alternatieve financiering.
Vanaf 2008 wordt het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging (306.279 duizend euro) opgenomen bij de externe overdrachten in plaats van bij de kapitaalontvangsten. Ook geldt er vanaf 2008 een 90-10 verdeling voor dit fonds tussen het werknemersstelsel en het stelsel van de zelfstandigen. Bovendien is er in 2008, krachtens de programmawet van 22 december 2008, een overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007 (309.000 duizend euro) naar de beide globaal beheren volgens de aangehaalde verdeelsleutel. In 2009 zijn volgende belangrijke maatregelen inzake bijdragen en bijdragenverminderingen genomen: Een bedrag van 48.350 duizend euro werd toegevoegd aan de sociale bijdragen tengevolge van
het plan in de strijd tegen de sociale fraude; Het huidige systeem van studentenarbeid werd in samenspraak met de sociale partners vanaf 1
januari 2009 vereenvoudigd. Dit zorgde voor een verhoging van de bijdrageontvangsten met 10.000 duizend euro;
De sociale partners werden verzocht om de loongrenzen (bijdragenvermindering) aan te passen, teneinde een aanvullende inkomst voor de sociale zekerheid van 30 miljoen euro in 2009 te creëren;
De beslissing genomen door de regering betreffende de versterking van de controle op de ondernemingen die werken via dienstencheques had een meerontvangst aan bijdragen voor een bedrag van 10.000 duizend euro tot gevolg;
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
104
De activeringspolitiek van de regering leidde tot een terugverdieneffect op de geraamde sociale bijdragen, in budgettaire termen 75.430 duizend euro;
Door de afwikkeling van dossiers naar aanleiding van achterstallige en onverschuldigde bijdragen was er een bijkomende ontvangst aan bijdragen van 111.000 duizend euro.
De alternatieve financiering van het globaal beheer voor werknemers werd vanaf 2009 verhoogd met 47.000 duizend euro via een voorafname op de opbrengsten van de personenbelasting ter financiering van de meerkost van de maatregel met betrekking tot de verhoging van de minimumpensioenen, ingegaan op 1 juli 2008. De beslissingen genomen betreffende de begroting van de geneeskundige verzorging verminderen voorlopig de alternatieve financiering toegekend aan de RSZ krachtens artikel 24, § 1quater van de wet van 29 juni 1981. Deze bedroegen 949.063 duizend euro in 2009. Het toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging genereerde in 2009 19.250 duizend euro aan interesten, hiervan wordt 90 % toegewezen aan de RSZ. Bij het toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging werd een bijkomende storting van 306.652 duizend euro voorzien in 2009. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen. In 2010 zijn volgende belangrijke maatregelen inzake bijdragen en bijdragenverminderingen genomen: Een bijkomend bedrag van 20.950 duizend euro aan sociale bijdragen werd gegenereerd door de
door de regering genomen maatregelen in de strijd tegen de sociale fraude. Deze genomen maatregelen bestonden uit: de verhoging van het aantal controles door de arrondissementscellen, een wijziging van art. 22 quater van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders waardoor de politie ook zwartwerk kan constateren, een wetswijziging in het kader van het E-PV, een wettelijke verankering van het document F33, de uitvoering van de maatregelen genomen in het Actieplan 2009-2010 voor de fraudebestrijding (“plan-Devlies”), het oprichten van een gemengde ondersteuningscel bestaande uit de politie en de sociale inspectiediensten;
Voor de dekking van de uitgaven ingevolge het verschijnsel dat te weinig arbeidsongevallen worden aangegeven, wat lasten ten onrechte overdraagt naar de sector ziekte-invaliditeit, en dus naar het globaal beheer, terwijl deze lasten door de sector arbeidsongevallen zou moeten worden gedragen, werd een specifieke bijdrage van 0,02 % ten laste van de werkgevers ingevoerd. Deze bijdrage bracht 15.000 duizend euro op;
In 2010 was er een stijging van de bijdragen met 3.900 duizend euro ten gevolge van het project DECAVA ter harmonisering van de sociale zekerheids-bijdragen en inhoudingen op brugpensioenen. Deze bijdragen werden nu geïnd door de RSZ ipv door de RVP;
Naast de hiervoor afgaande verhogingen van de sociale bijdragen, kenden deze ook een verlaging van 63.625 duizend euro. Dit tengevolge van de verlenging van de drie genomen crisismaatregelen (vermindering van de werktijd, tijdskrediet en tijdelijke opschorting van de uitvoering van het arbeidscontract), de vermindering van de bijdragen voor werknemers jonger dan 19 jaar, de versterking van de structurele bijdragevermindering op de lage lonen afgezien van het voorstel van de sociale partners, de vermindering van de bijdragen voor de mentoren in bedrijven en een vermindering van de sociale bijdragen in het kader van opleidingen voor werknemers of toekomstige werknemers.
Een bijkomende staatstoelage van 2.297.142 duizend euro werd toegekend in 2010. Dit om tot een evenwicht te komen binnen de sociale zekerheid in ESR-termen. Rekening houdende met de begroting van de geneeskundige verzorging, bedroeg de alternatieve financiering toegekend aan de RSZ krachtens artikel 24, § 1quater van de wet van 29 juni 1981 1.776.451 duizend euro in 2010. Het toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging genereerde in 2010 24.980 duizend euro aan interesten, hiervan wordt 90 % toegewezen aan de RSZ. Bij het Toekomstfonds voor de
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
105
geneeskundige verzorging werd een bijkomende storting van 299.689 duizend euro gedaan in 2010. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen. Binnen de begrotingsdoelstelling 2010 van de gezondheidszorg die vastgesteld was op 24.249.164 duizend euro, is in 2010 een bedrag van 350.000 duizend euro ter beschikking gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld: 90% voor het stelsel van de loontrekkenden en 10% voor het stelsel van de zelfstandigen. De maatregelen inzake bijdragen en bijdrageverminderingen die in 2010 werden genomen: 115.150 duizend euro in het kader van de strijd tegen de sociale fraude; 12.000 duizend euro voor de nieuwe bruggepensioneerden en “pseudo-bruggepensioneerden“; 15.000 duizend euro voor de specifieke bijdrage van 0,02% ten laste van de werkgevers; 54.000 duizend euro voor de verminderingen van de bijdragen. Een bijkomende staatstoelage van 1.007.640 duizend euro werd toegekend in 2011. Dit om tot een evenwicht te komen binnen de sociale zekerheid in ESR-termen. Bij de alternatieve financiering werden volgende wijzigingen in de ontvangsten aangebracht: De alternatieve financiering van het globaal beheer voor werknemers werd ten gevolge van
genomen beslissingen in het kader van de dienstencheques en de PWA’s, verminderd met 55.700 duizend euro;
Van de reserves voor betaald educatief verlof in de RVA-begroting, werd 30 miljoen euro afgenomen in 2011 en dit door een vermindering van de alternatieve financiering betaald educatief verlof 2011 van 45.992 duizend euro naar 15.992 duizend euro;
Rekening houdende met de begroting van de geneeskundige verzorging, bedroeg de alternatieve financiering toegekend aan de RSZ krachtens artikel 24, § 1quater van de wet van 29 juni 1981 2.912.369 duizend euro.
Het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging genereerde in 2011 39.450 duizend euro aan interesten, hiervan wordt 90 % toegewezen aan het globaal beheer voor werknemers. Voor het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging werd een bijkomende storting van 5.000 duizend euro gedaan in 2011. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen. Binnen de begrotingsdoelstelling 2011 die is vastgesteld overeenkomstig de in artikel 40 § 1 van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verzekering voor geneeskundige verzorging vervatte bepalingen, werd in 2011 een bedrag van 1.093.460 duizend euro ter beschikking gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld: 90 % voor het stelsel van de loontrekkenden en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen. De lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen
2007 2008 2009 2010 2011
Lopende ontvangsten uitkeringsinstellingen (1) -0,36 % 11,09 % 18,70 % -4,41 % -0,03 %
(1) Zonder de interne overdrachten.
Het jaar 2007 kende een beperkte daling van de lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen. Terwijl de bijdragenontvangsten (-3.008 duizend euro) en de externe overdrachten (-18.658 duizend euro) daalden, was er een stijging van de diverse ontvangsten (17.897 duizend euro). In 2008 werd de tak “RVP-kapitalisatie” opgenomen binnen het globaal beheer van de werknemers. Daarnaast stegen de ontvangsten vanuit externe overdrachten van het FAO met
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
106
33.534 duizend euro. De diverse ontvangsten van de RKW en de RVA kenden een gelijkaardige stijging. Sinds het begin van het jaar 2008, kunnen de werkgevers en de werknemers het eens worden om zogenaamde niet- terugkerende voordelen toe te staan in verband met de resultaten. De RSZ had hiervoor een inkomst voorzien van 21 miljoen euro in 2008 en 25 miljoen euro in 2009. Een bijkomend bedrag van 46.800 duizend euro werd ingeschreven. Bij de RVP was er in 2010 een daling met 27.921 duizend euro van de ontvangen bijdragen op brugpensioenen en invaliditeitsuitkeringen. Ook daalden de toegewezen ontvangsten bij de RVP met 16.950 duizend euro ten opzichte van de initiële begroting 2010 van september 2009. Het betrof een daling van de ontvangen werkgeversbijdragen op brugpensioenen. Dit ten gevolge van het project DECAVA ter harmonisering van de sociale zekerheidsbijdragen en inhoudingen op brugpensioenen. De verlenging van de drie genomen crisismaatregelen (vermindering van de werktijd, tijdskrediet en tijdelijke opschorting van de uitvoering van het arbeidscontract) had tot gevolg dat de overdracht van het FSO naar de RVA werd verhoogd met 22.900 duizend euro. De kapitaalontvangsten De regering besliste om vanaf 2007 een Toekomstfonds voor de de gezondheidszorg op te richten met als doel de toekomstige kost van de gezondheidszorgen als gevolg van de vergrijzing op te vangen. In 2007 werd dit fonds gestijfd met 309.000 duizend euro (288.600 duizend euro ten laste van de werknemersregeling). Dit bedrag van 309.000 duizend euro is geboekt bij de kapitaalontvangsten van het RSZ-Globaal beheer vermits het door het RIZIV wordt uitgeleend aan de RSZ die de beleggingen beheert. In 2008 wordt dit bedrag ten gevolge van de programmawet van 22 december 2008 definitief overgedragen naar de beide globaal beheren, dit volgens een 90-10 verdeling. Tevens wordt het vanaf 2008 opgenomen onder de lopende ontvangten van het RSZ-globaal beheer. De Federale Staat leende -zonder interest- in 2010 een bedrag van 952.658 duizend euro aan de sociale zekerheid voor werknemers. Het geleende kapitaal wordt terugbetaald door de sociale zekerheid voor werknemers op 20 jaar, in gelijke jaarlijkse schijven, vanaf 2012. In 2011 leende -zonder interest- de federale Staat een bedrag van 290.000 duizend euro aan de sociale zekerheid voor werknemers. Het geleende kapitaal wordt terugbetaald door de sociale zekerheid voor werknemers op 20 jaar, in gelijke jaarlijkse schijven, vanaf 2012.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
107
D. Evolutie van de uitgaven De sociale prestaties
2007 2008 2009 2010 2011 Gemiddelde
jaarlijkse aangroei
RIZIV-Uitkeringen 3.886.674 4.270.714 4.616.703 5.008.965 5.454.784 8,84 %
RVP 15.671.486 16.865.215 17.787.182 18.328.663 19.374.971 5,45 %
RKW 3.735.752 3.922.728 4.104.666 4.199.638 4.359.868 3,94 %
FAO 163.954 174.516 185.037 186.375 192.366 4,08 %
FBZ 306.360 311.385 304.777 303.845 268.172 -3,27 %
RVA-Werkloosheid 6.088.379 6.179.715 7.269.642 7.352.850 7.350.716 4,82 %
RVA-Brugpensioenen 1.374.426 1.435.299 1.507.251 1.565.059 1.653.211 4,73 %
RVA-Loopbaanonderbreking 645.900 703.674 747.423 782.223 814.137 5,96 %
Mijnwerkers-Invaliditeit 4.054 3.555 2.916 2.577 2.233 -13,85 %
HVKZ-ZIV 7.671 7.496 10.134 10.195 9.565 5,67 %
Pool der Zeelieden-Werkloosheid 2.788 2.509 2.600 3.063 1.595 -13,03 %
Totaal 31.887.444 33.876.807 36.538.330 37.743.452 39.481.619 5,49 %
(duizend euro)
Vanaf 2001 is het indexeringsmechanisme van de sociale prestaties als volgt gewijzigd: enerzijds wordt de in rekening genomen gezondheidsindex nog slechts eenmaal afgevlakt (voortschrijdend gemiddelde van de laatste vier maanden) en anderzijds heeft de aanpassing van de sociale prestaties plaats in de eerste maand die volgt op de maand waarin de spilindex wordt bereikt. Behalve de automatische aanpassing van de sociale prestaties aan de evolutie van de gezondheidsindex, is hun toename ook het gevolg van de genomen beleidsmaatregelen en van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen,…). Het gedeelte "C. Statistieken" bevat informatie met betrekking tot deze volumefactoren. Hieronder bespreken wij per jaar hoofdzakelijk de evolutie van de verschillende takken en de belangrijkste beleidsmaatregelen die werden genomen. Uitkeringen Een uitkering kan gecumuleerd worden met een activiteit waaruit inkomsten worden verkregen, indien er een voorafgaande toestemming is van de adviserend geneesheer. In 2006 werd het bedrag van de inkomensschijven verhoogd. Vanaf 01.01.2007 werd een forfaitaire tegemoetkoming van 12 euro voor hulp van derden toegekend. Op 01.09.2007 werden de minima betreffende de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en de invaliditeitsuitkeringen verhoogd met 2 %. Vanaf 01.09.2007 werden de invaliditeitsuitkeringen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan verhoogd met 2 %. Bovendien zijn in 2007 de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en de invaliditeitsuitkeringen aangepast aan de welvaart en werd gelijktijdig de inkomensgrens voor het WIGW-statuut en voor de uitkering die toelaat ten laste te blijven als partner van een invalide gezinshoofd eveneens verhoogd met 2 %.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
108
Bij de uitkeringen werd een bedrag van 64.695 duizend euro voorzien voor de welvaartsenveloppe 2009. Dit bedrag werd als volgt aangewend: Verhoging met 2 % van de minima toegekend aan de regelmatige werknemers; Verhoging met 0,8 % van alle uitkeringen ingegaan vóór 2008; Verhoging met 2 % van alle uitkeringen ingegaan tussen 1994 en 2002; Verhoging van het berekeningsplafond voor nieuwe intredingen met 0,8 %; Verhoging met 2 % van alle uitkeringen ingegaan in 2003; Wegwerken van de historische anomalie ten gevolge van de verhoging van het
vervangingspercentage samenwonenden in de eerste werkloosheidsperiode (van 55 % naar 58 %);
Samenwonenden primaire arbeidsongeschiktheid (van 58 % naar 60 %); Verhoging van het berekeningspercentage voor alleenstaande invaliden (van 53 % naar 55 %); Gelijkschakelen van de ingangsdata van de cohorten voor partners met een
vervangingsinkomen. Op 01.09.2011 zijn een aantal maatregelen ten voordele van de beroepsherinschakeling van de invalide werknemers ingegaan: De inhoudingen op de uitkering in geval van deeltijdse werkhervatting werd aangepast zodat men een uitkering en een werkhervatting gemakkelijker kan combineren. In de praktijk werd de inhoudingsschijf van 75 % afgeschaft, en werd de schijf van 50 % tijdens de eerste 6 maanden van de werkhervatting geneutraliseerd. Om de procedures van de toegestane werkhervatting te vereenvoudigen, werd artikel 102 van de wet van 14 juli 1994 aangepast met het oog op het schrappen van het voorafgaand karakter van de toelating om het werk te hervatten en deze te vervangen door een toelating a posteriori. De regering heeft de werking van de voorzieningen van de wet van 13 juli 2006 voor de beroepsherinschakeling verbeterd. Enerzijds trok de regering de uitkering per opleidingsuur tot 5 euro en de premie bij het "slagen" tot 500 euro op, en anderzijds worf de regering 15 disability managers aan (elke disability manager kan jaarlijks 50 gevallen opvolgen) om de sociaal verzekerden waarvan de medische toestand het toelaat, in hun vrijwillige terugkeer naar de arbeidsmarkt te begeleiden. De regering verberterde de kwaliteit en de samenhang van de medische evaluatie van de arbeidsongeschiktheid. Ze gaf het RIZIV het mandaat om de verschillende voorstellen uit het rapport van de taskforce, dat het beheerscomité op 16 maart 2010 goedkeurde, uit te voeren. Deze maatregelen werden binnen een enveloppe van 13.578 duizend euro uitgevoerd. Naast deze maatregelen werden vanaf 01.09.2011 ook nog in het kader van de verdeling van de welvaartsenveloppe maatregelen voorzien met betrekking tot: Een verhoging van de uitkeringen gekoppeld aan het minimumpensioen; Een automatische koppeling aan het leefloon van het dagelijkse bedrag van de
minimumuitkeringen voor de niet-regelmatige werknemers; Een verhoging met 2 % van de uitkeringen voor regelmatige en onregelmatige werknemers; Een verhoging van het forfait "Hulp van derden" van 12 naar 15 euro; Een verhoging van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn; Het optrekken van de loonplafonds "alleenstaande" (van 948 euro naar 967 euro) en
"gezinshoofd" (van 821 euro naar 878 euro). Pensioenen De pensioenhervorming vanaf 01.07.1997 heeft een besparingseffect op de uitgaven. De pensioenleeftijd voor vrouwen werd opgetrokken: vanaf 01.07.1997 tot 61 jaar, van 01.01.2000 tot 31.12.2002 tot 62 jaar, van 01.01.2003 tot 31.12.2005 tot 63 jaar, van 01.01.2006 tot 31.12.2008 tot 64 jaar en vanaf 01.01.2009 tot 65 jaar. Enerzijds wordt de stijging van het aantal rustpensioenen voor vrouwen vertraagd. Anderzijds behouden de vrouwen langer hun statuut van
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
109
gerechtigde in andere sectoren van de sociale zekerheid, voornamelijk inzake werkloosheid, brugpensioen, ziekte- en invaliditeitsuitkeringen. In 2007 werd het systeem van toegelaten arbeid voor de begunstigden van een overlevingspensioen aangepast. De maxima voor toegelaten arbeid werden verhoogd. Vóór 2007 was er een wettelijke bepaling die stipuleerde dat pensioenen waarvan het bedrag kleiner is dan 97,21 euro niet werden uitbetaald. Vanaf 01.01.2007 zullen alle pensioenbedragen uitbetaald worden. Vanaf 2008 wordt de welvaartsbonus met betrekking tot de pensioenen niet meer uitbetaald als een jaarlijkse bonus, maar als een procentuele verhoging van de pensioenen vanaf 01.03.2008 met een retroactief effect tot 01.01.2008. Deze beslissing werd genomen in overleg met de verschillende sociale partners. Een tweede wijziging betrof een verhoging met 2 % van het minimumpensioen op 01.07.2008. Tevens werd de solidariteitsbijdrage op de pensioenen verminderd vanaf 01.07.2008 Nog steeds in het kader van de pensioenen, werd vanaf 01.01.2008 de limiet met betrekking tot de toegestane arbeid met 25 % verhoogd voor personen die reeds de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt. Voor personen die genieten van een overlevingspensioen en die nog niet de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt, is er een procentuele verhoging van de toegestane arbeid vanaf 2008. Alle pensioenen van de werknemers werden met 1,5 % verhoogd vanaf 1 juni 2009. Daarbij kwam nog een extra inspanning voor de oudste pensioenen (meer dan 15 jaar) die met 2 % op diezelfde datum zullen verhoogd worden. Een bijzondere inspanning betreft de minimumpensioenen die met 3 % op diezelfde datum verhoogd werden. Het minimumrecht per loopbaanjaar werd derhalve ook met 3 % verhoogd voor de pensioenen die ten vroegste op 1 september 2009 aanvangen. De budgettaire impact van deze maatregel bedroeg 122.170 duizend euro in 2009. Voor de aanpassing van de pensioenen aan de welvaart in 2009 werd 56.849 duizend euro vrijgemaakt. Dit bedrag werd als volgt aangewend: Verhoging van alle minima met 2 %; Verhoging van het minimumrecht per loopbaanjaar met 2 %; Verhoging van alle niet-minima ingegaan vóór 2008 met 0,8 %; Verhoging van alle uitkeringen ingegaan in 2004 met 2 %. Vanaf 01.09.2011 werden voor de aanpassing van de pensioenen aan de welvaart in 2011 volgende maatregelen genomen: Verhoging van het minimumpensioen met 2 %; Welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2006; Verhoging met 2,25 % van de minimum- en niet-minimumpensioenen van 15 jaar en ouder; Gemengde loopbaan: 1ste aanpassing van de kleine minima + loopbaaneenheid; Verhoging met 2 % van het minimumrecht per loopbaanjaar; Verhoging van het loonplafond voor 2011 met 0,7 %. Gezinsbijslag Voor kinderen geboren tussen 01.01.1989 en 30.06.1994 werd eind augustus 2006 een schoolpremie van 70 euro betaald. Voor kinderen geboren tussen 01.07.1994 en 30.06.2000 bedroeg deze premie 50 euro. Voor kinderen geboren tussen 01.07.2000 en 31.12.2000 is de schoolpremie van 50 euro in de tweede maand na hun verjaardag betaald. Deze schoolpremie is een aanvulling op de kinderbijslag maar wordt afzonderlijk betaald. Sinds 01.01.2007 werden de verhoogde kinderbijslagen voor invaliden en werklozen behouden gedurende 2 jaar in plaats van 6 maanden indien men opnieuw begint te werken.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
110
Eénoudergezinnen met een bruto-maandelijks inkomen lager dan 1.740,15 euro ontvangen in 2007 een bijkomende maandelijkse kinderbijslag van 20 euro. De enveloppe voor de schoolpremie in 2007 bedroeg 65,3 miljoen euro. Vanaf 01.08.2008 wordt een leeftijdstoeslag toegekend aan alle kinderen. Voor de leeftijdscategorieën 6-11 jarigen en 12-17 jarigen worden de huidige jaarlijkse toeslagen van 53,06 euro en 74,29 euro behouden. De leeftijdscategorie 18 tot 25 jarigen zal in 2008 een toeslag van 25 euro ontvangen. Deze zal stijgen in 2010 naar 50 euro, in 2011 naar 75 euro en in 2012 naar 100 euro. De leeftijdscategorie 0 tot 5-jarigen zal vanaf 2009 een toeslag van 25 euro ontvangen. De nieuwe regelgeving betreffende de verhoogde kinderbijslag voor kinderen met een handicap werd vanaf 1 mei 2009 uitgebreid tot de kinderen met een handicap geboren vóór 1993 zodat alle rechthebbenden onderworpen zijn aan hetzelfde onderzoekssysteem. Wat betreft de kinderbijslag, werd de verhoging van de jaarlijkse leeftijdstoeslag van 25 tot 50 euro voor de categorie 18- tot 25-jarigen reeds ingevoerd in 2009. Beroepsziekten De uitkeringen voor beroepsziekten werden vanaf 01.09.2007 aangepast aan de welvaart. De minima werden verhoogd met 2 %, wat neerkomt op een meeruitgave van 0,96 miljoen euro. De uitkeringen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan, werden eveneens verhoogd met 2 %, wat resulteert in een kost van 0,14 miljoen euro. Wat betreft de beroepsziekten werd een enveloppe van 1.716 duizend euro voorzien voor de aanpassing aan de welvaart in 2009. De volgende maatregelen waren binnen deze enveloppe opgenomen: Verhoging met 2 % van de minima en de forfaits; Verhoging met 0,8 % van alle uitkeringen ingegaan vóór 2008; Verhoging van alle uitkeringen ingegaan tussen 1994 en 2002 met 2 %; Verhoging van het berekeningsplafond voor nieuwe intredingen met 0,8 %; Verhoging van de uitkeringen voor beroepsziekten ingegaan in 2003 met 2 %. Vanaf 01.01.2010 werd de rente van de personen getroffen door een beroepsziekte opnieuw verhoogd met het percentage dat overeenstemt met hun sociaaleconomische factoren (economisch vermogen, leeftijd, onderwijsniveau, ...) die ze thans op 65-jarige leeftijd verliezen. Kostprijs van de maatregel vanaf 2010: 13.000 duizend euro. Binnen de welvaartsenveloppe 2011 werden volgende maatregelen voorzien: Optrekken van het loonplafond met 0,7 %; Verhoging met 2 % van de minima en de forfaits; Verhoging met 0,7 % van de andere uitkeringen; Verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn. Arbeidsongevallen De uitkeringen arbeidsongevallen werden vanaf 01.09.2007 aangepast aan de welvaart. De minima werden verhoogd met 2 %, wat neerkomt op een meeruitgave van 0,66 miljoen euro. De uitkeringen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan, werden eveneens verhoogd met 2 %, wat resulteert in een kost van 0,55 miljoen euro. Het bedrag voorzien voor de welvaartsenveloppe 2009 bedroeg 1.500 duizend euro voor de prestaties inzake arbeidsongevallen. Dit bedrag werd als volgt besteed: Verhoging met 2 % van de minima en de forfaits;
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
111
Verhoging met 0,8 % van alle niet-forfaitaire uitkeringen; Verhoging van alle uitkeringen ingegaan tussen 1994 en 2002 met 2 %; Verhoging van de uitkeringen voor arbeidsongevallen ingegaan in 1993 en in 2003 met 2 %. Werkloosheid Vanaf 01.01.2007 werd de actveringsmaatregel om langdurig werklozen aan werk te helpen versoepeld. Activa-plus en activa-sluiting werden afgeschaft en activa-stadswachten werd versoepeld. De gevoerde activeringspolitiek bracht in 2008 een daling van de werkloosheidsuitkeringen met 81.180 duizend euro met zich mee. Vervolgens waren er maatregelen genomen betreffende de problematiek van de werkloosheidsval en mobiliteit. Deze vinden hun ingang vanaf 01.07.2008. De uitgaven met betrekking tot de werkloosheidsuitkeringen daalden hierdoor met 13.365 duizend euro. Door het feit dat er beslist werd dat de huishoudelijke taken voor tewerkgestelden binnen het PWA-statuut jonger dan 50 jaar die geen werkonbekwaamheid kennen van 33 % worden geschrapt, was er in 2008 een besparing voor de werkloosheidsuitkeringen voor de PWA’ers voor een bedrag van 15.000 duizend euro. In 2009 zijn er volgende maatregelen genomen ter vermindering van de werkloosheidsuitkeringen: Voor de activeringspolitiek voorzag men een daling van de werkloosheidsuitkeringen met 58.570
duizend euro; De maatregelen genomen in de strijd tegen de fraude bestonden eveneens uit een versterking
van de strijd tegen het cumuleren van werkloosheidsuitkeringen en loonontvangsten. Hierdoor daalden de uitgaven voor de werkloosheidsprestaties met 17.900 duizend euro;
Mits een overgangsfase werd door de regering beslist dat de huishoudelijke taken voor tewerkgestelden binnen het PWA-statuut jonger dan 50 jaar en die geen werkonbekwaamheid kennen van 33 % worden afgeschaft vanaf 1 juli 2009. Deze maatregel leverde een besparing van 15.000 duizend euro op.
Daarnaast voorzag het relanceplan 2009 volgende maatregelen in het kader van de werkloosheid: Verhoging van de werkloosheidsuitkeringen voor tijdelijke werkloosheid (151.266 duizend euro):
Vanaf 01.01.2009 tot 31.12.2010 wordt enerzijds het uitkeringspercentage voor samenwonende tijdelijk werklozen opgetrokken van 60 % naar 70 % en anderzijds het uitkeringspercentage voor alleenstaande tijdelijk werklozen en gezinshoofden gebracht van 65 % naar 75 %. Bovendien zullen werknemers met een tijdelijk of interimcontract, die behoren tot een departement van de onderneming waarbinnen het economisch werkloosheidsstelsel van toepassing is en van wie het contract werd verlengd, eveneens kunnen genieten van het tijdelijk werkloosheidsstelsel als zij ten minste 3 maanden in de onderneming zijn tewerkgesteld en actief zijn in een sector die geconfronteerd wordt met gebrek aan werk wegens economische redenen;
Betere begeleiding van ontslagen werknemers bij herstructureringen (6.000 duizend euro in uitgaven en 8.800 duizend euro in bijdrageverminderingen). Ondernemingen met meer dan 20 werknemers zullen voortaan verplicht worden om een tewerkstellingscel te creëren van zodra een collectief ontslag wordt aangekondigd. Verder wordt het stelsel van de tewerkstellingscel uitgebreid naar alle werknemers van alle ondernemingen in herstructurering en geldt het dus niet langer alleen voor werknemers ouder dan 45 jaar, maar ook voor deze jonger dan 45 jaar. Bovendien wordt het bedrag van de terugbetaling van de outplacementkosten aan de werkgever verhoogd. De ontslagen werknemer die gedurende 6 maanden in een tewerkstellingscel zit en tijdens deze periode een job vindt, behoudt het recht op de reclasseringsvergoeding zodat hij aangespoord wordt om zo snel mogelijk terug aan de slag te gaan (met vermindering van de persoonlijke en de patronale RSZ-bijdragen);
Activering van personen met een handicap (5.000 duizend euro): in het luik “vereenvoudiging banenplannen” van het recentste inter-professioneel akkoord van 18.12.2008 is voorzien dat het budget voor activering van werkloosheidsuitkeringen nog zal worden versterkt door het budget van het Fonds voor gehandicapten opgericht in uitvoering van het IPA 2005-2006, dit bestemd voor acties ten behoeve van werkzoekenden met een verminderde arbeidsgeschiktheid.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
112
Tenslotte bedroeg de kostprijs van de maatregelen die genomen worden voor de aanpassing aan de welvaart van de werkloosheidsuitkeringen en de brugpensioenen in 2009 70.759 duizend euro. Dit bedrag werd als volgt gebruikt: Verhoging van de minimum-uitkeringen (inclusief forfaits) met 2 % voor de volledig werklozen, de
tijdelijk werklozen, de jeugd-en seniorvakantie, de onthaalouders en de bruggepensioneerden; Anciënniteitstoeslag voor ontslagen personen op 56 en 57 jaar; Verhoging van de uitkeringsgraad voor samenwonende werklozen voor het eerste jaar (van 58 %
naar 60 %); Verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstaande werklozen voor de tweede periode (van 53
% naar 55 %); Verhoging van de loonplafonds. In 2010 zijn er volgende maatregelen genomen in het kader van de werkloosheidsuitkeringen: De verlenging van de anti-crisismaatregelen bracht binnen het kader van de tijdelijke
werkloosheid een extra uitgave van 75.025 duizend euro met zich mee in 2010; Door de maatregelen in het kader van de activering van jongere en werklozen ouder dan 45
jaar stegen de uitgaven met betrekking tot de werkloosheid met 24.000 duizend euro. De regering heeft in 2011 beslist om bepaalde crisismaatregelen een structureel karakter te geven: Een regeling van een definitief systeem voor economische werkloosheid voor bedienden; Een verhoging van de uitkeringen voor economische werkloosheid voor de arbeiders en de
bedienden: van 60 % naar 70 % van het laatste loon voor samenwonendenen van 65 % naar 75 % van het laatste loon voor alleenstaanden en gezinshoofden.
Bovendien werden de volgende maatregelen die ten doel hebben de uitkeringen aan de welvaart aan te passen beslist: Een verhoging met 1,25 % van de bedragen van de loonplafonds (voor volledige en tijdelijke
werklozen); Een verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstaanden van 53,8 % naar 55 % voor de
tweede periode; Een verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen); Een verhoging met 1 % van de wachtuitkeringen (samenwonenden). Loopbaanonderbreking en tijdskrediet De stijging van de uitgaven is gekoppeld aan de invoering van het tijdskrediet. Bij uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2001-2002 van 22.12.2000, hebben de sociale partners binnen de Nationale Arbeidsraad op 14.02.2001 conventie nr. 77 gesloten, die een systeem invoert van tijdskrediet, loopbaanverkorting en vermindering van de prestaties tot halftijdse arbeid. Vanaf 01.01.2002 vervangt dit systeem in de privésector de loopbaanonder-breking zoals ze bij de herstelwet van 22.12.1985 werd geregeld (zie ook het statistisch gedeelte). De werknemers ontvangen hogere uitkeringen dan in het kader van de loopbaanonderbreking. De mogelijkheden voor ouderschapsverlof werden sinds 01.02.2002 uitgebreid en dit verlof kan nu worden opgenomen in de vorm van een onderbreking van de prestaties met 1/5 gedurende 15 maanden. Op 01.07.2005 werden de toekenningsvoorwaarden aangepast en werd het bedrag van de uitkering verhoogd. In 2007 voorzag maatregel 47 uit het generatiepact voor het tijdskrediet: Een absoluut recht op 1/5-tijdskrediet voor de 55-jarigen en ouder; voor de 55-jarigen en ouder
geldt de maximumlimiet van 5 % van het personeel niet; De werknemers van 50 jaar en ouder moeten slechts twee jaar in plaats van vijf jaar
anciënniteit hebben; de werknemers van 55 jaar en ouder moeten slechts één jaar anciënniteit hebben;
Beperking van de toekenning van het gewoon tijdskrediet tot 1 jaar.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
113
In het kader van loopbaanonderbreking en tijdskrediet werden in 2010 volgende maatregelen genomen: De kruising van de Dimona databank met de databank tijdskrediet zorgde voor 10.000 duizend
euro aan minder prestaties in 2010; Met ingang van 01.01 2010 werd in het kader van het deeltijds tijdskrediet (1/5 of 1/2) de
leeftijd waarop men recht heeft op verhoogde uitkeringen verhoogd van 50 jaar tot 51 jaar; Met ingang van 01.01.2010 werd de anciënniteitvoorwaarde om toegang te hebben tot het
tijdskrediet (private sector), met uitzondering voor de thematische verloven, verhoogd met 1 jaar tot 2 jaar bij de werkgever van de betrokken werknemer;
De verlenging van de anti-crisismaatregelen bracht binnen het kader van het tijdskrediet een extra uitgave van 18.250 duizend euro met zich mee in 2010.
De andere lopende uitgaven Vanaf 01.01.2007 zal de overdracht van kapitalen tussen de RVP en andere overheidsinstellingen plaatsvinden op het moment van effectieve pensionering van de werknemer waarvoor de overdracht gevraagd wordt. Deze wijziging resulteert in een vermindering van de overdrachtuitgaven voor de RVP. De waarde van de dienstencheques werd op 1 januari 2007 verminderd met 1 euro. Hierdoor daalden de diverse uitgaven bij de RVA. Van deze besparing wordt 7.000 duizend euro gebruikt om een Opleidingsfonds op te richten bij de RVA. De werkgevers uit de sector van de dienstencheques kunnen beroep doen op dit fonds om bijkomende opleidingsinspanningen te financieren. De bijzondere toewijzing Sociale Maribel werd verminderd met 7.200 duizend euro. Vanuit het RSZ-Globaal beheer vindt er een overdracht plaats van 10.000 duizend euro naar het FBZ ten voordele van het Asbestfonds. Wat betreft de dienstencheques zijn in 2008 volgende beslissingen genomen: Vanaf 01.04.2008 wordt het aandeel van de gebruiker verhoogd met 30 cent waarvan 8 cent
wordt toegewezen ter vermindering van de staatstussenkomst in de onderneming; Het aantal dienstencheques die jaarlijks kunnen aangekocht worden door een persoon, wordt
vanaf 01.01.2008 beperkt tot 750. Dit plafond is niet van toepassing op eenoudergezinnen, personen met een handicap en ouderen die genieten van een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden;
Daarenboven werd de controle op de bedrijven die dienstencheques aanvaarden versterkt. Dit door het opzetten van een informatie-uitwisselingssysteem tussen de RSZ en de RVA. Dit zal terugvorderingen van bijdragen voor 10.000 duizend euro met zich meebrengen.
De regering stelt vast dat de in 2008 uitgevoerde inhaalbeweging in het kader van de overdrachten tussen de pensioeninstellingen het mogelijk gemaakt heeft de situatie te saneren. Daarom werd de begroting 2009 tot een beter niveau teruggeschroefd, wat een besparing van 60.000 duizend euro in de begroting van de RVP betekende. Wat betreft de dienstencheques zijn in 2009 volgende beslissingen genomen: Een verhoging van de prijzen van de dienstencheques tot 7,5 euro en een verhoging van de
minimumprijs van de PWA-cheques tot 5,95 euro genereerde 38.600 duizend euro aan minderuitgaven;
De Ministerraad besliste dat vanaf 1 november 2008 het gedeelte dat de dienstenchequebedrijven ontvangen steeg met 0,3 euro ter garandering van de derde indexering van de lonen van de personen tewerkgesteld via dienstencheques. In 2009 heeft er een gelijkaardige verhoging plaatsgevonden in de 2de maand volgend op de overschrijding van de spilindex. Deze maatregelen brachten een extra kostprijs van 20.200 duizend euro met zich mee;
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
114
De problematiek van de toegankelijkheid van de dienstencheques voor de laagste inkomens werd, met een inzet van maximum 1.700 duizend euro, aangepakt.
De vermindering van de werkgeversbijdragen “Sociale Maribel”, momenteel op 365 euro/trimester/werknemer, werd vanaf 01.01.2010 verhoogd tot 374 euro/trimester/werknemer. Deze maatregel kostte 42.660 duizend euro in 2010. Bij de externe overdrachten van de RSZ is er nieuwe uitgaven voor de fiscale Maribel (60.000 duizend euro) en het Fonds voor vorming en werkgelegenheid (6.000 duizend euro). Voor de fiscale Maribel is deze uitgave gedekt door een ontvangst. De regering besliste om in 2010 de huidige financiering van het samenwerkingsakkoord te verhogen van 24.790 duizend euro (basisbedrag van het samenwerkingsakkoord van 30.04.2004) tot 34.790 duizend euro en dat met het oog op een ten laste name van de bijkomende begeleidingsinspanningen van de gewesten die noodzakelijk geworden zijn met het nieuwe voorstel van hervorming van de DISPO-procedure. Deze middelen zullen prioritair toegewezen moeten worden aan het Brussels Gewest, gezien zijn werkloosheidsgraad en sociologische samenstelling. Deze maatregel bracht een stijging van de diverse uitgaven van de RVA met zich mee. Met ingang van 01.01.2010 werd het maximaal aantal dienstencheques per gebruiker per jaar vastgelegd op 500 cheques. Deze maatregel betrof niet de huidige uitzonderingen voorzien in het KB waarvan het plafond 2.000 cheques per gebruiker per jaar blijft. Deze maatregel leverde een besparing op van 33.000 duizend euro in 2010. De regering besliste in 2011 om de erkenningsvoorwaarden te verstrengen en een reeks maatregelen te nemen in de strijd tegen inbreuken en fraude in het dienstencheque-stelsel. Zo werden, onder andere, volgende maatregelen genomen: de erkenningsvoorwaarden verstrengen voor beheerders die reeds verwikkeld waren in een faillissement; de ondernemingen verplichten deel te nemen aan een informatiesessie om erkend te worden; in de wet de mogelijkheid invoeren voor het uitgiftebedrijf om de tussenkomst van de gebruiker niet te betalen aan een onderneming in overtreding; het gebruik van elektronische dienstencheques algemeen uitbreiden naar alle ondernemingen (in parallel met het papieren systeem); de gebruiker sanctioneren die heeft deelgenomen aan frauduleuze constructies (verbod om gedurende een jaar cheques te bestellen); de betaling van federale tussenkomsten staken voor ondernemingen waartegen een onderzoek loopt en waar duidelijk wordt gefraudeerd. Zonder te raken aan het bedrag beschikbaar voor opleidingen in 2011 en de daaropvolgende jaren, heeft de regering beslist om de specifieke toekenning van de RSZ-Globaal beheer aan de RVA te verminderen, alsook de alternatieve financiering van 5.416 duizend EUR in 2011 voor het opleidingsfonds dienstencheques. De kapitaaluitgaven Het Toekomstfonds voor de de gezondheidszorg, gecreëerd in 2007, werd in 2008 overgedragen aan de twee globale beheren: het RIZIV kreeg allereerst het geld (309.000 duizend euro) terug dat geleend werd aan het RSZ (kapitaaluitgave bij de RSZ en kapitaalontvangst bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging) en droeg het vervolgens over aan de twee globaal beheren. Tenslotte vroeg het RIZIV-Geneeskundige verzorging in 2008 aan het RSZ-Globaal beheer een bedrag van 105.011 duizend euro op afkomstig van het provisiefonds geneesmiddelen.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
115
2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2007-2011 (duizend euro)
Lopende Ontvangsten 2007 2008 2009 2010 2011
Bijdragen 36.322.216 38.408.244 39.194.223 39.510.843 41.387.871
Staatstoelagen 5.522.075 5.745.555 5.850.002 8.109.213 7.067.195
Alternatieve financiering 8.465.052 9.297.116 9.246.431 10.520.805 12.715.988
Toegewezen ontvangsten 1.112.795 1.187.042 1.227.390 1.282.874 1.324.491
Externe overdrachten 649.157 956.340 898.419 1.143.388 1.573.388
Opbrengsten beleggingen 70.555 195.457 268.878 258.744 151.206
Diversen 484.907 548.892 575.103 623.608 615.396
Totaal lopende ontvangsten 52.626.757 56.338.645 57.260.446 61.449.475 64.835.536
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
116
2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2007-2011 (duizend euro) (vervolg)
Lopende Uitgaven 2007 2008 2009 2010 2011
Prestaties 31.887.444 33.876.807 36.538.330 37.743.452 39.481.619
RIZIV-Uitkeringen 3.886.674 4.270.714 4.616.703 5.008.965 5.454.784RVP 15.671.486 16.865.215 17.787.182 18.328.663 19.374.971RKW 3.735.752 3.922.728 4.104.666 4.199.638 4.359.868FAO 163.954 174.516 185.037 186.375 192.366FBZ 306.360 311.385 304.777 303.845 268.172RVA 8.108.705 8.318.688 9.524.316 9.700.132 9.818.064Mijnwerkers-Invaliditeitspensioenen 4.054 3.555 2.916 2.577 2.233HVKZ-ZIV 7.671 7.496 10.134 10.195 9.565Pool der Zeelieden-Wachtgeld 2.788 2.509 2.600 3.063 1.595
Betalingskosten 9.594 8.877 8.417 4.028 3.559
Beheerskosten 970.642 1.018.051 1.085.109 1.111.527 1.154.285
Externe overdrachten 17.787.506 19.410.906 20.853.106 21.893.558 23.155.536
Intresten op leningen 8.482 1.505 2.391 8.583 14.971
Diversen 1.034.731 1.301.545 1.508.328 1.730.955 1.912.683
Totaal lopende uitgaven 51.698.397 55.617.690 59.995.681 62.492.103 65.722.653
Saldo lopende rekeningen 928.361 720.955 -2.735.234 -1.042.628 -887.117
Kapitaalrekeningen 2007 2008 2009 2010 2011
Ontvangsten 336.714 4.138 0 952.658 290.000
Uitgaven 1.211 415.321 1.158 744 766
Saldo kapitaalrekeningen 335.503 -411.183 -1.158 951.914 289.234
Budgettair resultaat 1.263.863 309.772 -2.736.392 -90.714 -597.883
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
117
3. D
efin
itiev
e re
keni
ngen
200
7 (d
uize
nd e
uro)
Lope
nde
Ont
vang
sten
R
IZIV
-Uit
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
liede
n S
UB
TO
TA
AL
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Bijd
rage
n 65
075
.609
53.1
2312
.973
0
142.
355
36.1
79.8
6136
.322
.216
Gew
one
bijd
rage
n (1
)
34.7
71.0
7034
.771
.070
Spe
cifie
ke b
ijdra
gen
650
75.6
0953
.123
12.9
73
014
2.35
51.
408.
792
1.55
1.14
7
Sta
atst
oela
gen
5.
522.
075
5.52
2.07
5
Alte
rnat
ieve
fina
ncie
ring
2.
446
2.44
68.
462.
606
8.46
5.05
2
Btw
2.44
6
2.
446
7.78
8.78
17.
791.
227
Roe
rend
e vo
orhe
ffin
g
441.
382
441.
382
Sto
ck o
ptio
ns
35
.380
35.3
80A
ccijn
zen
taba
k
0
53.7
0953
.709
And
ere
14
3.35
414
3.35
4
Toe
gew
ezen
ont
vang
sten
11
5.48
374
.099
0
27
1
118
9.85
492
2.94
11.
112.
795
Ext
erne
ove
rdra
chte
n
12.2
84
243.
659
12
2.04
3
442
378.
428
270.
729
649.
157
Opb
reng
sten
bel
eggi
ngen
20
01.
373
768
155
980
1.69
20
125
5.29
365
.262
70.5
55
Div
erse
n 3.
850
331
1.61
75.
588
92
.853
4936
641
4.32
570
.582
484.
907
Eig
en o
ntva
ngst
en
120.
183
163.
368
365.
508
262.
375
980
219.
305
4993
31.
132.
701
51.4
94.0
5652
.626
.757
RS
Z-G
FB
3.
947.
734
15.7
51.9
433.
798.
281
36.7
5032
6.27
88.
980.
216
4.04
112
.466
32.8
57.7
09
32.8
57.7
09A
nder
e ta
kken
100
100
82.3
5082
.450
Inte
rne
over
drac
hten
3.
947.
734
15.7
52.0
433.
798.
281
36.7
5032
6.27
88.
980.
216
4.04
112
.466
32.8
57.8
0982
.350
32.9
40.1
59
Tot
aal l
open
de o
ntva
ngst
en
4.06
7.91
715
.915
.411
4.16
3.78
929
9.12
532
7.25
89.
199.
521
4.09
013
.399
33.9
90.5
1051
.576
.406
85.5
66.9
16
(1)
Loon
mat
igin
g in
begr
epen
.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
118
3. D
efin
itiev
e re
keni
ngen
200
7 (d
uize
nd e
uro)
(ve
rvol
g)
Lope
nde
Uitg
aven
R
IZIV
-Uit
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
liede
n S
UB
TO
TA
AL
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Pre
sta
ties
3.88
6.67
415
.671
.486
3.73
5.75
216
3.95
430
6.36
08.
108.
705
4.05
410
.459
31.8
87.4
44
31.8
87.4
44
Bet
alin
gsko
sten
6.93
31.
715
488
440
017
19.
594
9.
594
Beh
eers
kost
en
165.
948
129.
905
128.
672
15.9
4121
.757
382.
564
870
1.58
084
7.23
712
3.40
597
0.64
2
Ext
erne
ove
rdra
chte
n
117.
477
926
24.8
89
22.0
99
016
5.39
117
.622
.115
17.7
87.5
06
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
16
.806
.026
16.8
06.0
26A
nder
e
117.
477
926
24.8
89
22.0
99
016
5.39
181
6.08
998
1.48
0
Intr
este
n op
leni
ngen
0
218
25
243
8.23
98.
482
Div
erse
n 15
.295
12.0
1931
1.41
93.
274
3.13
268
8.77
640
776
1.03
4.73
1
1.03
4.73
1
Uitg
aven
vóó
r in
tern
e ov
erdr
acht
en
4.06
7.91
715
.937
.820
4.17
8.48
420
8.54
533
1.68
99.
202.
362
4.98
112
.841
33.9
44.6
3817
.753
.759
51.6
98.3
97
RS
Z-G
FB
82.3
50
82
.350
82
.350
And
ere
takk
en
10
0
100
32.8
57.7
0932
.857
.809
Inte
rne
over
drac
hten
82.3
50
10
0
82.4
5032
.857
.709
32.9
40.1
59
Tot
aal l
open
de u
itgav
en
4.06
7.91
715
.937
.820
4.17
8.48
429
0.89
533
1.68
99.
202.
362
5.08
112
.841
34.0
27.0
8850
.611
.468
84.6
38.5
56
Sal
do lo
pend
e re
keni
ngen
0
-22.
409
-14.
695
8.23
0-4
.431
-2.8
41-9
9155
9-3
6.57
896
4.93
992
8.36
1
Kap
itaal
reke
ning
en
RIZ
IV-U
it R
VP
R
KW
F
AO
F
BZ
R
VA
M
ijnw
-Inv
Z
eelie
den
SU
BT
OT
AA
L R
SZ
-GF
B
TO
TA
AL
Ont
vang
sten
40
40
336.
674
336.
714
Uitg
aven
0
851
36
01.
211
1.
211
Sal
do k
apita
alre
keni
ngen
40
-851
-3
60-1
.171
336.
674
335.
503
Bud
getta
ir re
sulta
at
0-2
2.36
9-1
4.69
58.
230
-4.4
31-3
.692
-991
198
-37.
750
1.30
1.61
31.
263.
863
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
119
4. D
efin
itiev
e re
keni
ngen
200
8 (d
uize
nd e
uro)
Lope
nde
Ont
vang
sten
R
IZIV
-Uit
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
liede
n S
UB
TO
TA
AL
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Bijd
rage
n 65
095
.414
51.3
9911
.978
25
715
9.69
938
.248
.545
38.4
08.2
44
Gew
one
bijd
rage
n (1
)
36.6
98.8
7436
.698
.874
Spe
cifie
ke b
ijdra
gen
650
95.4
1451
.399
11.9
78
257
159.
699
1.54
9.67
11.
709.
370
Sta
atst
oela
gen
39
8
39
85.
745.
157
5.74
5.55
5
Alte
rnat
ieve
fina
ncie
ring
2.
560
2.56
09.
294.
556
9.29
7.11
6
Btw
2.56
0
2.
560
8.03
1.78
98.
034.
349
Roe
rend
e vo
orhe
ffin
g
444.
792
444.
792
Sto
ck o
ptio
ns
50
.389
50.3
89A
ccijn
zen
taba
k
56.0
0056
.000
Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
575.
310
575.
310
And
ere
13
6.27
613
6.27
6
Toe
gew
ezen
ont
vang
sten
11
1.59
788
.702
26
6
109
200.
674
986.
368
1.18
7.04
2
Ext
erne
ove
rdra
chte
n
2.52
1
277.
193
12
2.16
5
509
402.
388
553.
952
956.
340
Opb
reng
sten
bel
eggi
ngen
20
09.
803
386
406
1.05
959
40
134
12.5
8218
2.87
519
5.45
7
Div
erse
n 3.
850
234
7.42
54.
562
12
3.64
264
491
480.
035
68.8
5754
8.89
2
Eig
en o
ntva
ngst
en
116.
297
196.
840
399.
210
294.
139
1.05
924
9.22
764
1.50
01.
258.
336
55.0
80.3
0956
.338
.645
RS
Z-G
FB
4.
309.
247
16.9
90.3
714.
008.
399
27.0
0033
5.60
29.
433.
445
3.32
311
.441
35.1
18.8
28
35.1
18.8
28A
nder
e ta
kken
86
86
100.
250
100.
336
Inte
rne
over
drac
hten
4.
309.
247
16.9
90.4
574.
008.
399
27.0
0033
5.60
29.
433.
445
3.32
311
.441
35.1
18.9
1410
0.25
035
.219
.164
Tot
aal l
open
de o
ntva
ngst
en
4.42
5.54
417
.187
.297
4.40
7.60
932
1.13
933
6.66
19.
682.
672
3.38
712
.941
36.3
77.2
5055
.180
.559
91.5
57.8
09
(1)
Loon
mat
igin
g in
begr
epen
.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
120
4. D
efin
itiev
e re
keni
ngen
200
8 (d
uize
nd e
uro)
(ve
rvol
g)
Lope
nde
Uitg
aven
R
IZIV
-Uit
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
liede
n S
UB
TO
TA
AL
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Pre
stat
ies
4.27
0.71
416
.865
.215
3.92
2.72
817
4.51
631
1.38
58.
318.
688
3.55
510
.006
33.8
76.8
07
33.8
76.8
07
Bet
alin
gsko
sten
6.53
01.
585
476
270
15
18.
877
8.
877
Beh
eers
kost
en
169.
351
146.
110
132.
641
16.2
9620
.746
391.
612
820
1.80
987
9.38
513
8.66
61.
018.
051
Ext
erne
ove
rdra
chte
n
207.
064
892
21.6
68
20.9
05
025
0.52
919
.160
.377
19.4
10.9
06
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
18
.585
.553
18.5
85.5
53A
nder
e
207.
064
892
21.6
68
20.9
05
025
0.52
957
4.82
482
5.35
3
Intr
este
n op
leni
ngen
184
184
1.32
11.
505
Div
erse
n 16
.369
7.41
234
6.90
06.
727
3.69
391
9.44
530
969
1.30
1.54
5
1.30
1.54
5
Uitg
aven
vóó
r in
tern
e ov
erdr
acht
en
4.45
6.43
417
.232
.331
4.40
4.74
621
9.68
333
6.09
49.
650.
834
4.42
012
.784
36.3
17.3
2619
.300
.364
55.6
17.6
90
RS
Z-G
FB
5.00
0
95.2
50
10
0.25
0
100.
250
And
ere
takk
en
86
86
35.1
18.8
2835
.118
.914
Inte
rne
over
drac
hten
5.00
0
95.2
50
86
10
0.33
635
.118
.828
35.2
19.1
64
Tot
aal l
open
de u
itgav
en
4.45
6.43
417
.237
.331
4.40
4.74
631
4.93
333
6.09
49.
650.
834
4.50
612
.784
36.4
17.6
6254
.419
.192
90.8
36.8
54
Sal
do lo
pend
e re
keni
ngen
-3
0.89
0-5
0.03
42.
863
6.20
656
731
.838
-1.1
1915
6-4
0.41
276
1.36
772
0.95
5
Kap
itaal
reke
ning
en
RIZ
IV-U
it R
VP
R
KW
F
AO
F
BZ
R
VA
M
ijnw
-Inv
Z
eelie
den
SU
BT
OT
AA
L R
SZ
-GF
B
TO
TA
AL
Ont
van
gste
n
1
1
4.13
74.
138
Uitg
aven
66
884
36
01.
310
414.
011
415.
321
Sal
do k
apita
alre
keni
ngen
-65
-8
84
-360
-1.3
09-4
09.8
74-4
11.1
83
Bud
getta
ir re
sulta
at
-30.
890
-50.
099
2.86
36.
206
567
30.9
54-1
.119
-204
-41.
721
351.
493
309.
772
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
121
5. D
efin
itiev
e re
keni
ngen
200
9 (d
uize
nd e
uro)
Lope
nde
Ont
vang
sten
R
IZIV
-Uit
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
liede
n S
UB
TO
TA
AL
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Bijd
rage
n 70
010
1.91
550
.164
9.57
7
230
162.
586
39.0
31.6
3739
.194
.223
Gew
one
bijd
rage
n (1
)
37.3
68.4
4737
.368
.447
Spe
cifie
ke b
ijdra
gen
700
101.
915
50.1
649.
577
23
016
2.58
61.
663.
190
1.82
5.77
6
Sta
atst
oela
gen
34
6
34
65.
849.
656
5.85
0.00
2
Alte
rnat
ieve
fina
ncie
ring
2.
595
2.59
59.
243.
836
9.24
6.43
1
Btw
2.59
5
2.
595
7.57
3.21
27.
575.
807
Roe
rend
e vo
orhe
ffin
g
411.
906
411.
906
Sto
ck o
ptio
ns
68
.537
68.5
37A
ccijn
zen
taba
k
59.3
2259
.322
Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
949.
063
949.
063
And
ere
18
1.79
618
1.79
6
Toe
gew
ezen
ont
vang
sten
11
4.40
888
.534
22
8
4820
3.21
81.
024.
173
1.22
7.39
0
Ext
erne
ove
rdra
chte
n
2.44
0
268.
688
33
1.95
2
747
603.
827
294.
592
898.
419
Opb
reng
sten
bel
eggi
ngen
25
011
.180
159
7665
566
4
141
13.1
2525
5.75
326
8.87
8
Div
erse
n 8.
725
637
4.98
18.
754
11
4.94
832
550
507.
996
67.1
0757
5.10
3
Eig
en o
ntva
ngst
en
124.
083
204.
421
425.
304
287.
095
655
450.
387
321.
716
1.49
3.69
355
.766
.753
57.2
60.4
46
RS
Z-G
FB
4.
688.
482
17.9
19.0
724.
201.
270
37.0
0033
9.28
210
.739
.471
2.84
510
.909
37.9
38.3
31
37.9
38.3
31A
nder
e ta
kken
70
70
91.6
0091
.670
Inte
rne
over
drac
hten
4.
688.
482
17.9
19.1
424.
201.
270
37.0
0033
9.28
210
.739
.471
2.84
510
.909
37.9
38.4
0191
.600
38.0
30.0
01
Tot
aal l
open
de o
ntva
ngst
en
4.81
2.56
518
.123
.563
4.62
6.57
432
4.09
533
9.93
711
.189
.858
2.87
712
.625
39.4
32.0
9455
.858
.353
95.2
90.4
47
(1)
Loon
mat
igin
g in
begr
epen
.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
122
5. D
efin
itiev
e re
keni
ngen
200
9 (d
uize
nd e
uro)
(ve
rvol
g)
Lope
nde
Uitg
aven
R
IZIV
-Uit
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
liede
n S
UB
TO
TA
AL
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Pre
stat
ies
4.61
6.70
317
.787
.182
4.10
4.66
618
5.03
730
4.77
79.
524.
316
2.91
612
.733
36.5
38.3
30
36.5
38.3
30
Bet
alin
gsko
sten
6.23
41.
461
441
267
12
18.
417
8.
417
Beh
eers
kost
en
175.
829
150.
392
150.
323
17.3
1621
.027
426.
589
800
2.09
694
4.37
214
0.73
71.
085.
109
Ext
erne
ove
rdra
chte
n
157.
508
886
22.9
67
23.8
31
3120
5.22
420
.647
.882
20.8
53.1
06
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
20
.049
.087
20.0
49.0
87A
nder
e
157.
508
886
22.9
67
23.8
31
3120
5.22
459
8.79
680
4.01
9
Intr
este
n op
leni
ngen
150
150
2.24
12.
391
Div
erse
n 20
.033
6.85
537
3.31
96.
963
2.03
41.
098.
418
2468
21.
508.
328
1.
508.
328
Uitg
aven
vóó
r in
tern
e ov
erdr
acht
en
4.81
2.56
518
.108
.171
4.63
0.65
523
2.72
432
8.10
511
.073
.304
3.75
215
.544
39.2
04.8
2120
.790
.860
59.9
95.6
81
RS
Z-G
FB
91.6
00
91
.600
91
.600
And
ere
takk
en
70
70
37.9
38.3
3137
.938
.401
Inte
rne
over
drac
hten
91.6
00
70
91
.670
37.9
38.3
3138
.030
.001
Tot
aal l
open
de u
itgav
en
4.81
2.56
518
.108
.171
4.63
0.65
532
4.32
432
8.10
511
.073
.304
3.82
215
.544
39.2
96.4
9158
.729
.191
98.0
25.6
82
Sal
do lo
pend
e re
keni
ngen
0
15.3
92-4
.081
-229
11.8
3211
6.55
4-9
45-2
.919
135.
604
-2.8
70.8
38-2
.735
.234
Kap
itaal
reke
ning
en
RIZ
IV-U
it R
VP
R
KW
F
AO
F
BZ
R
VA
M
ijnw
-Inv
Z
eelie
den
SU
BT
OT
AA
L R
SZ
-GF
B
TO
TA
AL
Ont
van
gste
n
0
0
0
Uitg
aven
711
711
447
1.15
8
Sal
do k
apita
alre
keni
ngen
0
-711
-711
-447
-1.1
58
Bud
getta
ir re
sulta
at
015
.392
-4.0
81-2
2911
.832
115.
843
-945
-2.9
1913
4.89
3-2
.871
.285
-2.7
36.3
92
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
123
6. V
oorlo
pige
rek
enin
gen
2010
(du
izen
d eu
ro)
Lope
nde
Ont
vang
sten
R
IZIV
-Uit
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
liede
n S
UB
TO
TA
AL
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Bijd
rage
n 70
048
.438
11.1
79
230
140.
422
39.3
70.4
2039
.510
.843
Gew
one
bijd
rage
n (1
)
18
8
18
837
.648
.572
37.6
48.7
60S
peci
fieke
bijd
rage
n 70
048
.438
10.9
91
230
140.
234
1.72
1.84
91.
862.
083
Sta
atst
oela
gen
49
78.
108.
716
8.10
9.21
3
Alte
rnat
ieve
fina
ncie
ring
2.60
8
2.
608
10.5
18.1
9710
.520
.805
Btw
2.
608
2.60
88.
014.
523
8.01
7.13
1R
oere
nde
voor
heff
ing
418.
085
418.
085
Sto
ck o
ptio
ns
77.1
9677
.196
Acc
ijnze
n ta
bak
55.9
8055
.980
Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
1.
776.
451
1.77
6.45
1A
nder
e
17
5.96
217
5.96
2
Toe
gew
ezen
ont
vang
sten
11
6.61
0
144
48
185.
257
1.09
7.61
71.
282.
874
Ext
erne
ove
rdra
chte
n
29
3.98
6
244.
314
75
654
1.38
560
2.00
31.
143.
388
Opb
reng
sten
bel
eggi
ngen
25
010
980
560
155
76
3.95
125
4.79
425
8.74
4
Div
erse
n 8.
750
404.
438
6.78
6
133.
184
3251
155
3.70
469
.905
623.
608
Eig
en o
ntva
ngst
en
126.
310
452.
985
312.
032
560
380.
405
321.
621
1.42
7.82
360
.021
.652
61.4
49.4
75
RS
Z-G
FB
5.
098.
113
4.30
5.23
539
.950
333.
165
11.1
19.5
913.
232
9.96
639
.353
.423
39
.353
.423
And
ere
takk
en
40
110.
500
110.
540
Inte
rne
over
drac
hten
5.
098.
113
4.30
5.23
539
.950
333.
165
11.1
19.5
913.
232
9.96
639
.353
.463
110.
500
39.4
63.9
63
Tot
aal l
open
de o
ntva
ngst
en
5.22
4.42
34.
758.
220
351.
982
333.
725
11.4
99.9
963.
264
11.5
8740
.781
.286
60.1
32.1
5210
0.91
3.43
8
(1)
Loon
mat
igin
g in
begr
epen
.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
124
6. V
oorlo
pige
rek
enin
gen
2010
(du
izen
d eu
ro)
(ver
volg
)
Lope
nde
Uitg
aven
R
IZIV
-Uit
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
liede
n S
UB
TO
TA
AL
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Pre
stat
ies
5.00
8.96
54.
199.
638
186.
375
303.
845
9.70
0.13
22.
577
13.2
5837
.743
.452
37
.743
.452
Bet
alin
gsko
sten
1.02
00
53
101
4.02
8
4.02
8
Beh
eers
kost
en
192.
117
151.
757
18.9
9122
.390
449.
666
710
3.40
297
8.95
613
2.57
21.
111.
527
Ext
erne
ove
rdra
chte
n
918
29.4
71
60.2
68
3223
8.44
121
.655
.116
21.8
93.5
58
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
20.9
79.1
5820
.979
.158
And
ere
91
829
.471
60
.268
32
238.
441
675.
958
914.
400
Intr
este
n op
leni
ngen
10
4
10
48.
479
8.58
3
Div
erse
n 23
.341
402.
442
11.9
485.
106
1.27
9.53
016
692
1.73
0.95
5
1.73
0.95
5
Uitg
aven
vóó
r in
tern
e ov
erdr
acht
en
5.22
4.42
34.
755.
775
246.
785
331.
394
11.4
89.7
003.
313
17.3
8540
.695
.936
21.7
96.1
6762
.492
.103
RS
Z-G
FB
11
0.50
0
11
0.50
0
110.
500
And
ere
takk
en
40
4039
.353
.423
39.3
53.4
63
Inte
rne
over
drac
hten
11
0.50
0
40
11
0.54
039
.353
.423
39.4
63.9
63
Tot
aal l
open
de u
itgav
en
5.22
4.42
34.
755.
775
357.
285
331.
394
11.4
89.7
003.
353
17.3
8540
.806
.476
61.1
49.5
9010
1.95
6.06
6
Sal
do lo
pend
e re
keni
ngen
0
2.44
5-5
.303
2.33
110
.296
-89
-5.7
98-2
5.19
0-1
.017
.439
-1.0
42.6
28
Kap
itaal
reke
ning
en
RIZ
IV-U
it R
VP
R
KW
F
AO
F
BZ
R
VA
M
ijnw
-Inv
Z
eelie
den
SU
BT
OT
AA
L R
SZ
-GF
B
TO
TA
AL
Ont
van
gste
n
95
2.65
895
2.65
8
Uitg
aven
74
4
74
4
744
Sal
do k
apita
alre
keni
ngen
-7
44
-7
4495
2.65
895
1.91
4
Bud
getta
ir re
sulta
at
02.
445
-5.3
032.
331
9.55
2-8
9-5
.798
-25.
934
-64.
781
-90.
714
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
125
7. V
oorlo
pige
rek
enin
gen
2011
(du
izen
d eu
ro)
Lope
nde
Ont
vang
sten
R
IZIV
-Uit
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
liede
n S
UB
TO
TA
AL
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Bijd
rage
n 40
051
.709
91.4
7213
.595
23
015
7.40
641
.230
.465
41.3
87.8
71
Gew
one
bijd
rage
n (1
)
247
247
39.3
85.2
5839
.385
.505
Spe
cifie
ke b
ijdra
gen
400
51.7
0991
.472
13.3
48
230
157.
159
1.84
5.20
72.
002.
366
Sta
atst
oela
gen
21
2
21
27.
066.
983
7.06
7.19
5
Alte
rnat
ieve
fina
ncie
ring
2.
700
2.70
012
.713
.288
12.7
15.9
88
Btw
2.70
0
2.
700
9.05
4.97
39.
057.
673
Roe
rend
e vo
orhe
ffin
g
434.
294
434.
294
Sto
ck o
ptio
ns
74
.500
74.5
00A
ccijn
zen
taba
k
58.6
0058
.600
Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
2.91
2.36
92.
912.
369
And
ere
17
8.55
217
8.55
2
Toe
gew
ezen
ont
vang
sten
12
5.14
354
.411
17
6
4817
9.77
81.
144.
714
1.32
4.49
1
Ext
erne
ove
rdra
chte
n
2.10
8
280.
589
25
8.16
2
770
541.
629
1.03
1.75
91.
573.
388
Opb
reng
sten
bel
eggi
ngen
12
03.
579
6974
564
643
74
5.12
314
6.08
315
1.20
6
Div
erse
n 7.
810
139
7.39
55.
549
12
9.30
428
513
540.
600
74.7
9661
5.39
6
Eig
en o
ntva
ngst
en
133.
473
112.
020
488.
936
299.
807
564
390.
985
281.
635
1.42
7.44
863
.408
.088
64.8
35.5
36
RS
Z-G
FB
5.
534.
311
19.5
11.9
754.
439.
944
50.0
0029
7.86
211
.452
.196
2.76
812
.009
41.3
01.0
65
41.3
01.0
65A
nder
e ta
kken
35
35
99.2
2599
.260
Inte
rne
over
drac
hten
5.
534.
311
19.5
12.0
104.
439.
944
50.0
0029
7.86
211
.452
.196
2.76
812
.009
41.3
01.1
0099
.225
41.4
00.3
25
Tot
aal l
open
de o
ntva
ngst
en
5.66
7.78
419
.624
.030
4.92
8.88
034
9.80
729
8.42
611
.843
.181
2.79
613
.644
42.7
28.5
4863
.507
.313
106.
235.
861
(1)
Loon
mat
igin
g in
begr
epen
.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
126
7. V
oorlo
pige
rek
enin
gen
2011
(du
izen
d eu
ro)
(ver
volg
)
Lope
nde
Uitg
aven
R
IZIV
-Uit
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
liede
n S
UB
TO
TA
AL
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Pre
stat
ies
5.45
4.78
419
.374
.971
4.35
9.86
819
2.36
626
8.17
29.
818.
064
2.23
311
.160
39.4
81.6
19
39.4
81.6
19
Bet
alin
gsko
sten
2.70
484
40
2
91
3.55
9
3.55
9
Beh
eers
kost
en
196.
166
139.
498
159.
660
18.2
0723
.488
464.
967
712
2.85
91.
005.
558
148.
727
1.15
4.28
5
Ext
erne
ove
rdra
chte
n
133.
177
928
32.2
85
50.6
00
3321
7.02
322
.938
.514
23.1
55.5
36
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
22
.136
.037
22.1
36.0
37A
nder
e
133.
177
928
32.2
85
50.6
00
3321
7.02
380
2.47
71.
019.
499
Intr
este
n op
leni
ngen
82
82
14.8
8914
.971
Div
erse
n 16
.834
8.80
939
5.51
210
.298
8.38
71.
472.
112
1471
61.
912.
683
1.
912.
683
Uitg
aven
vóó
r in
tern
e ov
erdr
acht
en
5.66
7.78
419
.659
.159
4.91
6.81
225
3.15
730
0.04
911
.805
.825
2.96
814
.769
42.6
20.5
2323
.102
.130
65.7
22.6
53
RS
Z-G
FB
99.2
25
99
.225
99
.225
And
ere
takk
en
35
35
41.3
01.0
6541
.301
.100
Inte
rne
over
drac
hten
99.2
25
35
99
.260
41.3
01.0
6541
.400
.325
Tot
aal l
open
de u
itgav
en
5.66
7.78
419
.659
.159
4.91
6.81
235
2.38
230
0.04
911
.805
.825
3.00
314
.769
42.7
19.7
8364
.403
.195
107.
122.
978
Sal
do lo
pend
e re
keni
ngen
0
-35.
129
12.0
68-2
.574
-1.6
2337
.356
-207
-1.1
258.
765
-895
.882
-887
.117
Kap
itaal
reke
ning
en
RIZ
IV-U
it R
VP
R
KW
F
AO
F
BZ
R
VA
M
ijnw
-Inv
Z
eelie
den
SU
BT
OT
AA
L R
SZ
-GF
B
TO
TA
AL
Ont
van
gste
n
290.
000
290.
000
Uitg
aven
766
766
076
6
Sal
do k
apita
alre
keni
ngen
-766
-766
290.
000
289.
234
Bud
getta
ir re
sulta
at
0-3
5.12
912
.068
-2.5
74-1
.623
36.5
90-2
07-1
.125
7.99
9-6
05.8
82-5
97.8
83
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
127
1. Sociale bijdragen 133
1.0 Methodologische nota 1.1 Aantal werknemers naar statuut (RSZ, concept: arbeidsposten) 1.2 Aantal werknemers (RSZ, concept: fysieke personen) per sector en naar leeftijdsklasse en geslacht 1.3 Aantal arbeidsdagen (privé-sector, RSZ, HVKZ) 1.4 Aantal arbeidsdagen (openbare sector, RSZ, RSZPPO) 1.5 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (privé-sector) 1.6 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (openbare sector) 1.7 Aantal onder de RSZ, RSZPPO en HVKZ ressorterende werkenden naar statuut en geslacht 1.8 Globaal financieel beheer (concept: budgettaire rekeningen) 1.9 Globaal financieel beheer (concept: economische rekeningen) 1.10 RSZ - Sociale bijdrageverminderingen
1.11 RSZ - Aan bijdragen onderworpen loonmassa (kwartaalresultaten, concept: economisch)
C.
Statistieken
2. Uitkeringen (RIZIV) 147
2.0 Methodologische nota 2.1 Verzekerde bevolking naar statuut, leeftijdsklasse en geslacht (ledentallen) 2.2 Aantal invaliden naar leeftijdsklasse en geslacht 2.3 Evolutie van het ledental 2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid: ziektecijfer 2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid: aantal vergoede dagen 2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid: gemiddelde daguitkering 2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid: totaal bedrag van de basisuitgaven 2.8 Invaliditeit: aantal gevallen 2.9 Invaliditeit: aantal vergoede dagen 2.10 Invaliditeit: gemiddelde daguitkering 2.11 Invaliditeit: totaal bedrag van de basisuitgaven 2.12 Moederschap: verzekerde bevolking 2.13 Moederschap: aantal vergoede dagen 2.14 Moederschap: gemiddelde daguitkering 2.15 Moederschap: totaal bedrag van de basisuitgaven 2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering
3. Pensioenen (RVP) 159
3.0 Methodologische nota 3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt
betaald 3.2 Aantal begunstigden van een ouderdoms- en/of weduwerente dat in januari wordt
betaald 3.3 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden
betaald 3.4 Rechthebbenden naar pensioensoort, leeftijdsklasse en geslacht 3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen
4. Gezinsbijslag (RKW) 167
4.0 Methodologische nota 4.1 Aantal rechtgevende kinderen, geboorten en adopties (per deelsector) 4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte 4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op
bijslag, inclusief kinderen met een handicap 4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang 4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (aantal uitkeringen) 4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse 4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang 4.8 Synthesetabel: uitgaven voor de gezinsbijslagen
5. Arbeidsongevallen (FAO) 177
5.0 Methodologische nota 5.1 Aantal gerechtigden - repartitiestelsel 5.2 Gemiddelde vergoeding - repartitiestelsel 5.3 Uitgaven - repartitiestelsel 5.4 Aantal slachtoffers en rechtverkrijgenden (per 31.12) - beide stelsels
6. Beroepsziekten (FBZ) 183
6.0 Methodologische nota 6.1 Aantal vergoedingen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid (december) 6.2 Aantal rechthebbenden op een jaarlijkse vergoeding ingevolge het overlijden van
het slachtoffer (december) 6.3 Gemiddeld maandbedrag van de uitkeringen (december) 6.4 Jaarlijkse uitgaven per schadepost (globaal) 6.5 Aantal vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid volgens de
invaliditeitsgraad
7. Werkloosheid, activering van werkloosheid, brugpensioen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet (RVA) 189
7.0 Methodologische nota 7.1 Aantal werklozen naar groep en categorie (fysieke eenheden) 7.2 Effectieven, UVW-WZ naar vijfjarige leeftijdsklassen (fysieke eenheden) 7.3 Volledige - en tijdelijke werkloosheid: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde
daguitkering, uitgaven 7.4 Werkloosheid - Andere uitkeringen 7.5 Activering van de werkloosheid 7.6 Brugpensioen: effectieven (fysieke eenheden) 7.7 Brugpensioen: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven 7.8 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: effectieven (fysieke eenheden) 7.9 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde
maanduitkering, uitgaven 7.10 Synthesetabel: uitgaven voor werkloosheid, brugpensioen, loopbaanonderbreking
en tijdskrediet
8. Mijnwerkersinvaliditeitspensioenen (RIZIV) 205
8.0 Methodologische nota 8.1 Invaliditeitspensioenen 8.2 Pensioenaanvulling 8.3 Verwarmingstoelage
9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ) 207
9.0 Methodologische nota 9.1 Synthesetabel: uitgaven voor de geneeskundige verzorging, uitkeringen,
wachtgeld en brugpensioenen
geneeskundige verzorging 9.2 Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen) 9.3 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende 9.4 Aantal gevallen of dagen naar hoofdrubriek 9.5 Gemiddelde geïndexeerde kost naar hoofdrubriek 9.6 Uitgaven naar hoofdrubriek
uitkeringen
9.7 Primaire arbeidsongeschiktheid 9.8 Invaliditeit
wachtgeld en brugpensioenen
9.9 Wachtgeld 9.10 Brugpensioenen
1. Sociale bijdragen 1.0 Methodologische nota Het stelsel van de sociale zekerheid geldt in beginsel voor alle werkgevers en werknemers die door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden. Met die werknemers worden gelijkgesteld:
de leerlingen (onder leercontract); het vastbenoemd personeel van de NMBS dat sinds 1991, zoals dat reeds het geval was
voor de vastbenoemde ambtenaren uit de openbare sector, onderworpen is aan de sector geneeskundige verzorging van het algemeen stelsel van de sociale zekerheid;
de personen die zonder door een arbeidsovereenkomst te zijn verbonden, krachtens KB van 28.11.1969 toch verzekeringsplichtig zijn;
de personen die beperkt verzekeringsplichtig zijn (gelegenheidsarbeiders in de tuinbouwsector) krachtens KB 21.06.1994;
de beroepsrenners en de andere betaalde sportbeoefenaars.
Effectieven De gegevens in tabel 1.1 met het jaaroverzicht zijn jaargemiddelden. Deze gegevens zijn gebaseerd op de vastgestelde toestanden in de werkgeversaangiften op het einde van elk kwartaal; het hoger vermelde jaargemiddelde is dus het gemiddelde van die vier kwartaalgegevens. De tellingsmethoden die volgen uit de wijze waarop de werkgever de aangifte dient in te vullen, leiden ertoe dat deze gegevens geen telling van het aantal ingevulde betrekkingen vormen, maar wel de telling van het aantal arbeidsposten. Personen die bvb. tegelijkertijd verschillende deeltijdse jobs uitoefenen, kunnen dus dubbel geteld worden. Tabel 1.2 geeft het aantal werknemers per sector, leeftijdsklasse en geslacht en tabel 1.7 geeft het overzicht van de loontrekkende beroepsbevolking naar statuut, geslacht en inningsinstelling waaronder ze ressorteren. In 2004 heeft de RSZ een vernieuwing doorgevoerd in zijn statistische informatie. Vanaf de gegevens per 31.12.2004 is het mogelijk coherente statistieken te publiceren over effectieven volgens de drie hieronder opgesomde concepten:
arbeidsposten; natuurlijke personen (werknemers); voltijdse equivalenten.
We stellen in het Vade Mecum de voornaamste statistieken, vanaf gegevens 2005, voor volgens de twee eerstgenoemde concepten1. Loonmassa
De loonmassa die in de tabellen 1.5 en 1.6 is opgenomen is de totale loonmassa die voor het betreffende jaar door de werkgevers werd aangegeven voor onderwerping aan bijdragen, respectievelijk voor de privésector en voor de openbare sector. We dienen op te merken dat de geraamde loonmassa voor de (hand)arbeiders voor de “begrotingsjaren” overeenkomt met een loonmassa van 108 %. Tabel 1.11 geeft de aan bijdragen onderworpen RSZ – loonmassa weer volgens het economisch concept op kwartaalbasis.
1 Voor statistische gegevens 2005-2006 cf. Vade Mecum, ed.2011
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
133
Aantal gepresteerde dagen De aantallen gepresteerde dagen zijn deze welke in de kwartaalaangiften van de werkgevers voorkomen. Het is zo dat de opgenomen aantallen overeenstemmen met het aantal begonnen arbeidsdagen, ook wanneer zij onvolledig zouden zijn, of slechts een beperkt aantal uren zouden beslaan. De tabellen 1.3 en 1.4 geven het overzicht van het aantal gepresteerde arbeidsdagen, respectievelijk voor de privé-sector en voor de openbare sector per inningsinstelling (RSZ, HVKZ en RSZPPO). Bijdragen De tabel 1.8 herneemt de ontvangsten van het Globaal Financieel Beheer die voorkomen in de budgettaire rekeningen van de RSZ en tabel 1.9 herneemt de ontvangsten van het Globaal Financieel Beheer van de drie inningsinstellingen (RSZ, RSZPPO en HVKZ) die geconsolideerd worden in de economische rekeningen van de sociale zekerheid. Ten slotte geeft tabel 1.10 het overzicht weer van de verschillende vormen van bijdrageverminderingen weergegeven met bijhorende bedragen op jaarbasis volgens het budgettair concept. Voor meer details over de financiering van de Sociale Zekerheid verwijzen we naar het Beknopt Overzicht van de Sociale Zekerheid. Bijkomende statistische gegevens vindt U op de website van de inningsinstellingen: RSZ: www.rsz.fgov.be ; RSZPPO: www.rszppo.fgov.be en HVKZ: www.hvkz-cspm.fgov.be .
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
134
Bron: RSZ
2007 2008 2009 2010 2011
Privé-sector 2.634.775 2.697.024 2.668.000 2.700.740 2.750.042
Arbeiders (1) 1.223.595 1.243.786 1.216.712 1.235.371 1.255.192Bedienden 1.411.180 1.453.238 1.451.288 1.465.369 1.494.850
Openbare sector 742.978 744.665 750.430 752.022 744.320
Arbeiders 52.140 51.317 51.461 51.221 51.137Bedienden 232.066 236.283 241.808 245.900 244.536
Ambtenaren (2) 458.772 457.065 457.161 454.901 448.647
Algemeen totaal 3.377.753 3.441.689 3.418.430 3.452.762 3.494.362
(1) Arbeiders in de privé-sector = handarbeiders + leerlingen + dienstboden.(2) Ambtenaren met inbegrip van het statutair personeel van de NMBS.
1.1 Aantal werknemers naar statuut (RSZ, concept: arbeidsposten) (jaargemiddelden)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
135
1.2
Aan
tal w
erkn
emer
s (R
SZ
, co
nce
pt:
fys
ieke
per
son
en)
per
sec
tor
en n
aar
leef
tijd
skla
sse
en g
esla
cht
Bro
n: R
SZ
- L
AT
G (
*)
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
alM
ann
enV
rou
wen
To
taal
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
al
Min
der
dan
25 ja
ar17
5.50
1
13
0.80
9
30
6.31
013
.529
20
.472
34
.001
189.
030
151.
281
340.
311
25 -
39
jaar
618.
293
481.
921
1.10
0.21
410
0.22
0
14
4.30
1
24
4.52
171
8.51
362
6.22
21.
344.
735
40 -
49
jaar
405.
539
311.
308
716.
847
106.
087
113.
456
219.
543
511.
626
424.
764
936.
390
50 -
64
jaar
282.
846
177.
192
460.
038
122.
446
99.9
71
222.
417
405.
292
277.
163
682.
455
65 ja
ar e
n m
eer
of o
nbek
end
8.93
2
3.
781
12.7
13
1.93
1
33
7
2.26
8
10
.863
4.11
814
.981
To
taal
1.49
1.11
11.
105.
011
2.59
6.12
234
4.21
337
8.53
772
2.75
01.
835.
324
1.48
3.54
83.
318.
872
Bro
n: R
SZ
- L
AT
G (
*)
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
alM
ann
enV
rou
wen
To
taal
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
al
Min
der
dan
25 ja
ar17
7.40
0
13
2.33
2
30
9.73
213
.187
20
.791
33
.978
190.
587
153.
123
343.
710
25 -
39
jaar
619.
124
492.
616
1.11
1.74
099
.575
14
6.76
5
24
6.34
071
8.69
963
9.38
11.
358.
080
40 -
49
jaar
413.
794
326.
254
740.
048
101.
371
112.
530
213.
901
515.
165
438.
784
953.
949
50 -
64
jaar
295.
819
195.
179
490.
998
124.
219
103.
055
227.
274
420.
038
298.
234
718.
272
65 ja
ar e
n m
eer
of o
nbek
end
9.69
9
4.
240
13.9
39
1.80
3
38
2
2.18
5
11
.502
4.62
216
.124
To
taal
1.51
5.83
61.
150.
621
2.66
6.45
734
0.15
538
3.52
372
3.67
81.
855.
991
1.53
4.14
43.
390.
135
Bro
n: R
SZ
- L
AT
G (
*)
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
alM
ann
enV
rou
wen
To
taal
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
al
Min
der
dan
25 ja
ar15
8.72
8
12
3.39
5
28
2.12
313
.427
20
.442
33
.869
172.
155
143.
837
315.
992
25 -
39
jaar
592.
740
484.
414
1.07
7.15
410
0.35
3
14
9.62
6
24
9.97
969
3.09
363
4.04
01.
327.
133
40 -
49
jaar
406.
004
328.
703
734.
707
96.9
64
111.
317
208.
281
502.
968
440.
020
942.
988
50 -
64
jaar
301.
862
211.
968
513.
830
126.
851
106.
850
233.
701
428.
713
318.
818
747.
531
65 ja
ar e
n m
eer
of o
nbek
end
10.1
03
4.49
9
14
.602
1.
824
396
2.
220
11.9
27
4.89
5
16
.822
To
taal
1.46
9.43
71.
152.
979
2.62
2.41
633
9.41
938
8.63
172
8.05
01.
808.
856
1.54
1.61
03.
350.
466
(*)
LAT
G: l
oon-
en
arbe
idst
ijdge
geve
ns.
Pri
vé -
sec
tor
Op
enb
are
sect
or
Alg
emee
n t
ota
al
Toe
stan
d op
30
sept
embe
r 20
07
Toe
stan
d op
30
sept
embe
r 20
08
Pri
vé -
sec
tor
Op
enb
are
sect
or
Alg
emee
n t
ota
al
Toe
stan
d op
30
sept
embe
r 20
09
Pri
vé -
sec
tor
Op
enb
are
sect
or
Alg
emee
n t
ota
al
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
136
1.2
Aan
tal w
erkn
emer
s (R
SZ
, co
nce
pt:
fys
ieke
per
son
en)
per
sec
tor
en n
aar
leef
tijd
skla
sse
en g
esla
cht
(ver
volg
)
Bro
n: R
SZ
- L
AT
G (
*)
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
alM
ann
enV
rou
wen
To
taal
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
al
Min
der
dan
25 ja
ar16
1.97
9
12
4.36
4
28
6.34
312
.914
19
.302
32
.216
174.
893
143.
666
318.
559
25 -
39
jaar
592.
830
487.
621
1.08
0.45
110
0.62
3
15
1.18
9
25
1.81
269
3.45
363
8.81
01.
332.
263
40 -
49
jaar
408.
059
335.
155
743.
214
92.8
01
110.
772
203.
573
500.
860
445.
927
946.
787
50 -
64
jaar
311.
722
229.
078
540.
800
128.
684
110.
249
238.
933
440.
406
339.
327
779.
733
65 ja
ar e
n m
eer
of o
nbek
end
10.4
96
4.95
0
15
.446
1.
804
409
2.
213
12.3
00
5.35
9
17
.659
To
taal
1.48
5.08
61.
181.
168
2.66
6.25
433
6.82
639
1.92
172
8.74
71.
821.
912
1.57
3.08
93.
395.
001
Bro
n: R
SZ
- L
AT
G (
*)
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
alM
ann
enV
rou
wen
To
taal
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
al
Min
der
dan
25 ja
ar16
4.01
5
12
4.39
5
28
8.41
012
.348
17
.326
29
.674
176.
363
141.
721
318.
084
25 -
39
jaar
595.
458
489.
345
1.08
4.80
398
.991
15
0.47
8
24
9.46
969
4.44
963
9.82
31.
334.
272
40 -
49
jaar
410.
855
340.
355
751.
210
89.2
01
110.
211
199.
412
500.
056
450.
566
950.
622
50 -
64
jaar
324.
206
246.
128
570.
334
128.
235
113.
594
241.
829
452.
441
359.
722
812.
163
65 ja
ar e
n m
eer
of o
nbek
end
10.5
76
5.40
4
15
.980
1.
897
438
2.
335
12.4
73
5.84
2
18
.315
To
taal
1.50
5.11
01.
205.
627
2.71
0.73
733
0.67
239
2.04
772
2.71
91.
835.
782
1.59
7.67
43.
433.
456
(*)
LAT
G: l
oon-
en
arbe
idst
ijdge
geve
ns.
Pri
vé -
sec
tor
Op
enb
are
sect
or
Alg
emee
n t
ota
al
Pri
vé -
sec
tor
Op
enb
are
sect
or
Alg
emee
n t
ota
al
Toe
stan
d op
30
sept
embe
r 20
10
Toe
stan
d op
30
sept
embe
r 20
11
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
137
1.3 Aantal arbeidsdagen (privé-sector, RSZ, HVKZ) (duizendtallen)
Bron: RSZ en HVKZ
2007 2008 2009 2010 2011
Ressorterend onder RSZ 542.980 555.512 536.466 542.650 556.572
Arbeiders 230.571 232.288 215.825 220.825 228.419 Bedienden 312.409 323.224 320.641 321.825 328.153
Ressorterend onder HVKZ 164 177 175 185 177
Zeelieden 164 177 175 185 177
Totaal 543.144 555.689 536.641 542.835 556.749
1.4 Aantal arbeidsdagen (openbare sector (1), RSZ, RSZPPO) (duizendtallen)
Bron: RSZ en RSZPPO
2007 2008 2009 2010 2011
Ressorterend onder RSZ 162.646 162.410 162.336 162.454 159.221
Arbeiders 9.515 9.467 9.366 9.275 9.191 Bedienden 45.635 46.283 46.854 47.801 47.372 Ambtenaren 107.496 106.660 106.116 105.378 102.658
Ressorterend onder RSZPPO 91.361 92.566 93.584 94.598 95.111
Arbeiders 24.759 25.012 24.472 24.647 24.908Bedienden 29.655 30.866 32.966 33.986 34.962Ambtenaren 36.947 36.688 36.146 35.965 35.241
Totaal 254.007 254.976 255.920 257.052 254.332
(1) Statutairen en contractuelen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
138
1.5 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (privé-sector)(miljoen euro) (jaargegevens, economisch concept)
Bron: RSZ en HVKZ
2007 2008 2009 2010 2011
Ressorterend onder RSZ 72.916,7 76.749,9 76.215,2 77.299,8 81.006,0
Arbeiders 24.024,9 24.733,4 23.439,7 24.244,7 25.472,4Bedienden 48.891,8 52.016,5 52.775,5 53.055,1 55.533,6
Ressorterend onder HVKZ 19,8 21,5 22,5 24,2 24,0
Zeelieden 19,8 21,5 22,5 24,2 24,0
Totaal 72.936,5 76.771,4 76.237,7 77.324,0 81.030,0
1.6 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (openbare sector (1))(miljoen euro) (jaargegevens, economisch concept)
Bron: RSZ en RSZPPO
2007 2008 2009 2010 2011
Ressorterend onder RSZ 23.057,3 24.116,3 24.993,6 25.358,9 26.039,8
Arbeiders 927,9 966,2 994,5 993,3 1.014,5Bedienden 6.262,9 6.637,2 6.938,2 7.214,8 7.453,5Ambtenaren 15.866,5 16.512,9 17.060,9 17.150,8 17.571,8
Ressorterend onder RSZPPO 8.640,4 9.140,6 9.652,1 9.874,8 10.289,5
Arbeiders 1.522,7 1.613,7 1.682,6 1.721,5 1.799,1Bedienden 2.520,0 2.755,7 3.038,7 3.201,6 3.425,0Ambtenaren 4.597,7 4.771,2 4.930,8 4.951,7 5.065,5
Totaal 31.697,7 33.256,9 34.645,7 35.233,7 36.329,3
(1) Statutairen en contractuelen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
139
Bron: RSZ, RSZPPO en HVKZ
RSZPPO
Privé-sectorOverheids-
sectorSubtotaal
Overheids- sector
Arbeiders 1.200.269 51.101 1.251.370 90.326 - 1.341.696Mannen 827.030 24.763 851.793 39.734 - 891.527Vrouwen 373.239 26.338 399.577 50.592 - 450.169
Bedienden 1.461.097 236.765 1.697.862 127.821 - 1.825.683Mannen 642.983 90.866 733.849 28.198 - 762.047Vrouwen 818.114 145.899 964.013 99.623 - 1.063.636
Zeelieden - - - - 1.165 1.165Mannen - - - - 1.075 1.075Vrouwen - - - - 90 90
Ambtenaren 83 454.421 454.504 139.133 - 593.637Mannen 69 232.487 232.556 74.188 - 306.744Vrouwen 14 221.934 221.948 64.945 - 286.893
Totaal 2.661.449 742.287 3.403.736 357.280 1.165 3.762.181
Bron: RSZ, RSZPPO en HVKZ
RSZPPO
Privé-sectorOverheids-
sectorSubtotaal
Overheids- sector
Arbeiders 1.224.066 50.845 1.274.911 91.689 - 1.366.600Mannen 840.520 24.709 865.229 40.937 - 906.166Vrouwen 383.546 26.136 409.682 50.752 - 460.434
Bedienden 1.487.677 238.629 1.726.306 133.573 - 1.859.879Mannen 651.398 92.175 743.573 30.691 - 774.264Vrouwen 836.279 146.454 982.733 102.882 - 1.085.615
Zeelieden - - - - 1.269 1.269Mannen - - - - 1.184 1.184Vrouwen - - - - 85 85
Ambtenaren 451.540 451.540 138.416 - 589.956Mannen 227.325 227.325 73.509 - 300.834Vrouwen 224.215 224.215 64.907 - 289.122
Totaal 2.711.743 741.014 3.452.757 363.678 1.269 3.817.704
RSZ
HVKZ Totaal
Toestand op 31 december 2010
1.7 Aantal onder de RSZ, RSZPPO en HVKZ ressorterende werkenden naar statuut en geslacht
Toestand op 31 december 2009
RSZ
HVKZ Totaal
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
140
1.8 Globaal financieel beheer (concept: budgettaire rekeningen) (duizend euro)
Bron: RSZ
2007 2008 2009 2010 2011
Bijdragen 36.179.861 38.248.545 39.031.637 39.370.420 41.230.465
Gewone bijdragen (1) 34.771.070 36.698.874 37.368.447 37.648.572 39.385.258RSZ 33.314.689 35.273.282 35.784.681 35.941.898 37.550.810RSZPPO 1.451.990 1.421.937 1.580.024 1.702.977 1.830.363HVKZ 4.391 3.655 3.742 3.697 4.085
Specifieke bijdragen 1.408.792 1.549.671 1.663.190 1.721.849 1.845.207Inhouding dubbel vakantiegeld 684.753 742.226 765.948 763.702 796.219Bijdrage jobstudenten 37.977 43.296 41.352 46.538 50.362Bijdrage op premies groepsverzekeringen 247.107 261.615 317.579 279.569 280.940Werkgeversbijdrage tijdelijke werklozen + anciënniteitstoeslag oudere werklozen
74.590 78.821 79.521 80.102 83.706
Werkgeversbijdrage bruggepensioneerden + oudere werklozen
- - - 72.332 126.291
Compenserende bijdrage werkgevers brugpensioenen
3.775 3.672 4.196 3.886 1.153
Heffing op privé-gebruik bedrijfswagens 229.655 249.385 271.254 262.846 256.775Bijdrage deeltijdse arbeid 2 5 7 5 0Bijdrage op deelname in de winst 15.483 22.493 8.162 4.591 11.994Tewerkstellingsfonds 44.523 43.951 45.521 46.986 49.176Canada Dry 3.281 4.228 5.018 6.836 7.248Bijzondere werkgeversbijdragen brugpensioen
67.644 84.390 71.854 68.307 69.928
Solidariteitsbijdrage 33 % 'verkeersboeten'
- - 17 50 39
Solidariteitsbijdrage voor nalatigheid aangifte DIMONA
- - 0 2.818 4.695
Bijdrage "Niet recurrente resultaats- gebonden voordelen"
- 15.589 52.761 83.281 106.682
Staatstoelagen 5.522.075 5.745.157 5.849.656 8.108.716 7.066.983
In de prestaties 5.522.075 5.745.157 5.849.656 5.811.574 6.059.343Globale staatstoelagen 5.507.909 5.730.361 5.836.265 5.799.467 6.047.241Mijnwerkers - Invaliditeitspensioenen 4.508 4.530 3.725 3.321 2.814HVKZ - Ziekte-Invaliditeit 5.358 6.535 6.659 5.723 6.746Pool der zeelieden - Wachtgeld 4.300 3.731 3.007 3.063 2.542
Bijzondere staatstoelage - - - 2.297.142 1.007.640
Alternatieve financiering 8.462.606 9.294.556 9.243.836 10.518.197 12.713.288Aandeel in de BTW-ontvangsten 7.788.781 8.031.789 7.573.212 8.014.523 9.054.973Roerende voorheffing 441.382 444.792 411.906 418.085 434.294'Stock options' 35.380 50.389 68.537 77.196 74.500Accijnzen tabak 53.709 56.000 59.322 55.980 58.600Riziv-Geneeskundige verzorging (artikel 24 §1 quater)
- 575.310 949.063 1.776.451 2.912.369
Belasting op werknemersparticipatie 17.054 10.208 7.562 4.410 6.415Personenbelasting en vennootschapsbelasting
126.300 126.068 174.234 171.552 172.137
Toegewezen ontvangsten 922.941 986.368 1.024.173 1.097.617 1.144.714Bijzondere bijdrage sociale zekerheid 922.941 986.368 1.009.202 1.023.838 1.063.045Bedrijfsvoorheffing Maribelfondsen - - 14.971 73.779 81.669
Externe overdrachten 270.729 553.952 294.592 602.003 1.031.759
Opbrengsten van beleggingen 65.262 182.875 255.753 254.794 146.083
Diversen 70.582 68.857 67.107 69.905 74.796
Eigen ontvangsten 51.494.056 55.080.309 55.766.753 60.021.652 63.408.088
Interne overdrachten 82.350 100.250 91.600 110.500 99.225
Totaal lopende ontvangsten 51.576.406 55.180.559 55.858.353 60.132.152 63.507.313
(1) Loonmatiging inbegrepen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
141
1.9
Glo
baa
l fin
anci
eel b
ehee
r (c
on
cep
t: e
con
om
isch
e re
ken
ing
en)
(milj
oen
eu
ro)
Bro
n: F
OD
Soc
iale
Zek
erhe
id
2007
2008
200
9 2
010
201
1
Ver
sch
uld
igd
e so
cial
e b
ijdra
gen
35.9
90,5
37.8
38,4
38.3
94,7
39.1
11,7
40.9
28,9
Ten
last
e va
n de
wer
knem
ers
12.1
32,1
12.6
75,0
12.8
46,9
13.1
58,9
13.7
62,7
Gew
one
bijd
rage
n op
de
bezo
ldig
inge
n11
.432
,3
11
.920
,3
12
.072
,8
12
.305
,7
12
.828
,3
In
houd
ing
op h
et d
ubbe
l vak
antie
geld
686,
3
73
8,4
758,
5
76
3,3
791,
1
B
ijdra
gen
op d
e jo
bstu
dent
en13
,6
16,3
15
,6
17,6
18
,9
Bijd
rage
n (h
oofd
elijk
) op
de
conv
entio
nele
bru
gpen
sioe
nen
--
-72
,3
124,
4
Ten
last
e va
n de
wer
kgev
ers
23.7
11,4
25.0
00,0
25.3
87,5
25.8
12,7
27.0
18,2
Gew
one
bijd
rage
n op
de
bezo
ldig
inge
n19
.850
,2
20
.920
,2
21
.245
,3
21
.544
,7
22
.579
,4
Lo
onm
atig
ings
bijd
rage
3.28
4,6
3.
459,
6
3.48
3,9
3.
551,
2
3.69
4,2
B
ijdra
gen
best
emd
voor
I.B
.F. (
ziek
enhu
izen
)11
1,3
116,
5
10
8,9
115,
9
10
9,0
Bijd
rage
n op
de
jobs
tude
nten
24,4
27
,0
25,7
29
,0
31,2
B
ijdra
gen
brug
pens
ioen
en e
n in
valid
iteits
uitk
erin
gen
--
-68
,3
68,0
B
ijdra
gen
(hoo
fdel
ijk)
op d
e co
nven
tione
le b
rugp
ensi
oene
n71
,4
88,1
76
,1
3,9
1,
3
Bijd
rage
n C
anad
a dr
y3,
3
4,2
5,
0
6,8
7,
3
Bijd
rage
n op
de
aanv
ulle
nde
pens
ioen
en24
7,1
261,
6
31
7,6
279,
6
28
6,5
Bijd
rage
n op
de
onvr
ijwill
ige
deel
tijds
e ar
beid
en
op d
e tij
delij
ke
wer
kloo
shei
d74
,6
78,8
79
,5
80,1
83
,4
Tew
erks
telli
ngsf
onds
44,5
44
,0
45,5
47
,0
48,8
S
olid
arite
itsbi
jdra
gen
33%
ver
keer
sboe
ten
--
-
0,1
-
S
olid
arite
itsbi
jdra
gen
DIM
ON
A
--
-
2,8
3,
8
Bijd
rage
"N
iet r
ecur
rent
e re
sulta
atsg
ebon
den
voor
dele
n"
--
-83
,3
105,
3
Ten
last
e va
n de
gen
iete
rs v
an s
ocia
le p
rest
atie
s10
8,2
11
6,8
94
,4
10
1,7
10
6,6
B
ijdra
gen
op d
e pr
esta
ties
arbe
idso
ngev
alle
n en
b
eroe
pszi
ekte
n10
8,2
116,
8
94
,4
101,
7
10
6,6
And
ere
bijd
rage
n-
-
-
Bijd
rage
opsl
agen
en
boet
en38
,8
46
,6
65
,9
38
,4
41
,4
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
142
(ver
volg
)
2007
2008
200
9 2
010
201
1
Tak
sen
en
bel
asti
ng
en a
ang
ewen
d v
oo
r d
e so
cial
e ze
kerh
eid
9.61
5,3
10.5
30,3
10.5
54,4
11.8
78,7
14.1
42,1
Bijz
onde
re b
ijdra
ge v
oor
de s
ocia
le z
eker
heid
922,
9
986,
3
1.00
9,2
1.02
3,8
1.05
9,9
Voo
rhef
fing
gest
ort d
oor
de w
erkg
ever
695,
3
76
1,5
785,
8
79
9,5
838,
9
S
aldo
ges
tort
doo
r de
sch
atki
st22
7,6
224,
8
22
3,4
224,
3
22
1,0
BT
W7.
788,
8
8.
042,
6
7.
573,
2
8.
014,
5
9.
080,
1
S
tock
opt
ions
35,4
50,4
68,5
77,2
74,5
Nie
uwe
finan
cier
ing
gene
esku
ndig
e ve
rzor
ging
-
56
4,5
96
4,3
1.
776,
5
2.
912,
4
R
oere
nde
voor
heffi
ng44
1,4
44
4,8
41
1,9
41
8,1
43
5,7
B
elas
ting
op w
erkn
emer
spar
ticip
atie
143,
4
136,
3
181,
8
176,
0
178,
4
Bijd
rage
n op
de
bedr
ijfsv
oert
uige
n22
9,7
24
9,4
27
1,2
26
2,8
25
9,3
A
ccijn
zen
op ta
bak
53,7
56,0
59,3
56,0
60,1
Rea
ffect
atie
fond
s S
ocia
le M
arib
el
15,0
73,8
81,7
Nie
t-te
rug
vord
erb
are
teg
emo
etko
min
gen
van
de
op
enb
are
mac
hte
n5.
522,
1
5.
745,
2
5.
849,
7
8.
108,
7
7.
067,
2
N
iet-
teru
gvor
derb
are
tege
moe
tkom
inge
n va
n de
cen
tral
e ov
erhe
id5.
522,
1
5.
745,
2
5.
849,
7
8.
108,
7
7.
067,
2
T
usse
nkom
st in
de
last
en v
an le
ning
en-
-
-
--
Op
bre
ng
sten
van
eig
end
om
men
en
bed
rijv
en13
8,1
38
3,0
41
0,7
44
9,9
21
9,9
Div
erse
op
bre
ng
sten
vo
ort
kom
end
van
der
den
-
-
294,
6
17,6
46,5
Nie
t m
eer
te b
etal
en, t
oeg
eken
de
soci
ale
pre
stat
ies
-
-
-
Ter
ug
te
vord
eren
, ten
on
rech
te u
itb
etaa
lde
soci
ale
pre
stat
ies
-
-
--
-
Su
bto
taal
51.2
66,0
54.4
96,9
55.5
04,1
59.5
66,6
62.4
04,6
On
tvan
gst
en u
it o
verd
rach
ten
352,
9
654,
1
91,6
694,
8
1.08
7,8
Tus
sen
takk
en v
an e
enze
lfde
rege
ling
352,
9
100,
3
91,6
110,
5
99,2
Van
de
ziek
te e
n in
valid
iteit
-
-
--
-V
an d
e w
erkl
oosh
eid
-
-
--
-V
an d
e pe
nsio
enen
270,
5
5,
0
--
-V
an d
e ge
zins
bijs
lag
-
-
--
-V
an d
e ar
beid
song
eval
len
82,4
95
,3
91,6
11
0,5
99,2
V
an d
e be
roep
szie
kten
-
-
--
-V
an h
et G
loba
al b
ehee
r-
-
-
--
Van
een
and
ere
rege
ling
-
55
3,8
-
584,
3
988,
6
Van
de
zelfs
tand
igen
-
-
--
-V
an h
et R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g-
55
3,8
-58
4,3
988,
6
Alg
emee
n t
ota
al51
.618
,9
55
.151
,0
55
.595
,7
60
.261
,4
63
.492
,4
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
143
1.10 RSZ - Sociale bijdrageverminderingen (duizend euro)
Bron: RSZ
2007 2008 2009 2010 2011
Bijzondere toewijzingen 469.427 485.746 524.329 543.194 546.151
Sociale Maribel 438.427 454.127 463.823 496.697 496.698
Wetenschappelijke Maribel 31.000 31.619 32.897 32.897 36.453
Jongerenbonus (non profit) - - 27.609 13.600 13.000
Vermindering patronale bijdragen 5.002.796 5.270.672 5.129.954 5.213.644 5.390.039
In uitdoving (1): 12.647 3.826 - - -
Plannen +1, +2, +3 367 - - - -
Activaplan 5.828 2.450 - - -
Collectieve arbeidsduurvermindering 5.503 706 - - -
Startbanen 949 670 - - -
Inschakeling moeilijk te plaatsen jongeren 1.686 1.682 1.647 1.696 1.510
Wetenschappelijk onderzoek 8.238 9.964 16.707 18.405 20.851
Gesubsidieerde contractuelen 233.991 248.331 266.866 285.800 295.969
Baggeraars en sleepvaart 3.392 2.582 2.670 3.624 4.206
Loonmatiging universiteiten 33.311 67.305 66.692 66.317 68.248
Podiumkunstenaars 11.932 12.847 13.195 14.143 14.808
Onthaalmoeders 13.269 13.957 13.820 13.950 13.870
Structurele bijdrageverminderingen (2) 3.997.605 4.109.698 3.974.594 4.012.370 4.107.770
Doelgroepen - totaal 686.453 800.273 773.544 797.113 862.582
Doelgroepen: 170.763 193.661 195.819 203.058 204.332
Herstructurering 2.471 6.649 4.857 10.395 12.833
Eerste aanwervingen 106.212 113.225 108.223 99.391 97.915
Arbeidsduurvermindering 16.140 9.272 8.658 15.481 8.919
Mentors - - - 30 148
Risicogroepen 23.070 36.834 41.098 43.286 49.012
Activering 188 201 202 211 205
WEP/DSP 8.794 9.536 10.593 10.438 10.291
SINE 13.888 17.945 22.188 23.826 25.009
Doelgroepen "overgangsperiode": 515.690 606.612 577.725 594.055 658.250
Jonge werknemers - 142.195 114.290 116.023 113.144
Langdurig werkzoekenden (3) - 165.229 153.258 153.089 200.328
Ouderenbonus - 137.048 137.480 141.390 146.752
Oudere werknemers (4) - 162.140 172.697 183.553 198.026Diversen 272 208 219 226 225
Vermindering persoonlijkebijdragen 656.968 666.558 712.615 695.687 735.558
Algemeen (werkbonus inbegrepen) 655.798 665.008 711.554 692.864 732.677
Baggeraars, sleepvaart 143 131 140 228 213
Herstructurering 1.027 1.419 921 2.595 2.668
TOTAAL 6.129.191 6.422.976 6.366.898 6.452.525 6.671.748
(1) Wordt vanaf 01.01.2004 vervangen door doelgroepen.
(3) Ondernemingen in herstructurering inbegrepen.(4) Vanaf 1ste kwartaal 2004.
(2) Vanaf 01.04.1999: de lastenverlaging in het kader van het meerjarenplan en de vroegere bijdrageverminderingen voor Maribel en lage lonen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
144
Bro
n: R
SZ
Arb
eid
ers
P
rivé
-sec
tor
(2)
Bed
ien
den
P
rivé
-sec
tor
To
taal
P
rivé
-sec
tor
Arb
eid
ers
Op
enb
are
sect
or
(3)
Bed
ien
den
O
pen
bar
e se
cto
r (3
)
Am
bte
nar
en
(3
)
To
taal
O
pen
bar
e se
cto
r (3
)T
ota
al
2007
23.5
87.6
5548
.254
.312
71.8
41.9
6793
2.55
46.
276.
516
15.8
72.0
0023
.081
.070
94.9
23.0
371s
te k
war
taal
5.63
8.40
711
.491
.044
17.1
29.4
5122
0.36
51.
584.
005
3.95
2.25
25.
756.
622
22.8
86.0
732d
e kw
arta
al6.
062.
457
11.5
34.8
5217
.597
.309
228.
450
1.62
7.27
03.
973.
085
5.82
8.80
523
.426
.114
3de
kwar
taal
5.14
6.29
710
.961
.967
16.1
08.2
6420
2.32
81.
237.
892
3.97
9.23
25.
419.
452
21.5
27.7
164d
e kw
arta
al6.
740.
494
14.2
66.4
4921
.006
.943
281.
411
1.82
7.34
93.
967.
431
6.07
6.19
127
.083
.134
2008
24.3
24.5
4651
.313
.079
75.6
37.6
2596
6.30
06.
611.
055
16.5
12.6
8924
.090
.044
99.7
27.6
691s
te k
war
taal
5.93
2.72
312
.260
.020
18.1
92.7
4322
6.84
71.
608.
075
4.01
4.37
25.
849.
294
24.0
42.0
372d
e kw
arta
al6.
216.
445
12.1
47.8
9718
.364
.342
231.
807
1.69
2.21
94.
070.
596
5.99
4.62
224
.358
.964
3de
kwar
taal
5.42
8.87
911
.752
.265
17.1
81.1
4421
0.52
81.
313.
089
4.16
8.54
25.
692.
159
22.8
73.3
034d
e kw
arta
al6.
746.
499
15.1
52.8
9721
.899
.396
297.
118
1.99
7.67
24.
259.
179
6.55
3.96
928
.453
.365
2009
23.0
02.7
9452
.654
.553
75.6
57.3
4799
4.83
56.
938.
404
17.0
60.9
3224
.994
.171
100.
651.
518
1ste
kw
arta
al5.
580.
472
12.8
68.3
3318
.448
.805
238.
692
1.73
3.34
94.
249.
399
6.22
1.44
024
.670
.245
2de
kwar
taal
5.75
4.92
812
.519
.121
18.2
74.0
4924
0.59
31.
783.
457
4.23
1.05
86.
255.
108
24.5
29.1
573d
e kw
arta
al5.
125.
898
11.9
47.4
3817
.073
.336
215.
179
1.36
7.85
24.
269.
636
5.85
2.66
722
.926
.003
4de
kwar
taal
6.54
1.49
615
.319
.661
21.8
61.1
5730
0.37
12.
053.
746
4.31
0.83
96.
664.
956
28.5
26.1
13
2010
23.8
06.1
3852
.923
.997
76.7
30.1
3599
3.32
77.
214.
774
17.1
50.8
5725
.358
.958
102.
089.
093
1ste
kw
arta
al5.
570.
464
12.6
93.3
7018
.263
.834
237.
159
1.80
7.30
74.
241.
608
6.28
6.07
424
.549
.908
2de
kwar
taal
6.05
0.87
412
.467
.743
18.5
18.6
1723
8.54
11.
840.
776
4.23
8.37
66.
317.
693
24.8
36.3
103d
e kw
arta
al5.
316.
520
12.1
07.5
1817
.424
.038
213.
284
1.42
3.51
34.
277.
007
5.91
3.80
423
.337
.842
4de
kwar
taal
6.86
8.28
015
.655
.366
22.5
23.6
4630
4.34
32.
143.
178
4.39
3.86
66.
841.
387
29.3
65.0
33
2011
25.0
10.8
3055
.388
.996
80.3
99.8
261.
014.
506
7.45
3.48
617
.567
.726
26.0
35.7
1810
6.43
5.54
41s
te k
war
taal
6.01
8.28
313
.230
.109
19.2
48.3
9223
8.34
41.
849.
298
4.31
0.78
56.
398.
427
25.6
46.8
192d
e kw
arta
al6.
297.
655
13.0
04.0
9219
.301
.747
244.
323
1.91
6.65
04.
330.
308
6.49
1.28
125
.793
.028
3de
kwar
taal
5.61
6.33
612
.717
.996
18.3
34.3
3222
2.87
61.
485.
911
4.44
5.84
46.
154.
631
24.4
88.9
634d
e kw
arta
al7.
078.
556
16.4
36.7
9923
.515
.355
308.
963
2.20
1.62
74.
480.
789
6.99
1.37
930
.506
.734
(1)
Bez
oldi
ging
van
de
arbe
ider
s aa
n 10
0 %
.(2
) A
rbei
ders
priv
é-se
ctor
= h
anda
rbei
ders
+ le
erlin
gen
+ d
iens
tbod
en.
(3)
NM
BS
inbe
grep
en.
1.11
RS
Z -
Aan
bijd
rag
en o
nd
erw
orp
en lo
on
mas
sa (
kwar
taal
resu
ltat
en, c
on
cep
t: e
con
om
isch
) (d
uiz
end
eu
ro)
(1)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
145
2. Uitkeringen 2.0 Methodologische nota In de uitkeringsverzekering onderscheidt men vier prestaties, deelsectoren genoemd, met name de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid, invaliditeitsuitkeringen, moederschapsuitkeringen en de uitkeringen voor begrafeniskosten. Voor deze laatste worden hier geen statistische gegevens opgenomen; het bedrag van de uitgaven hiervoor wordt vermeld in de synthesetabel. Het recht op uitkeringen bestaat uitsluitend voor werknemers die voor de sector uitkeringen bijdrageplichtig zijn. Met hen worden gelijkgesteld de werknemers die gewoonlijk de hoedanigheid van werknemer hebben of onlangs hebben gehad, zoals: • de werknemers in gecontroleerde werkloosheid; • de werkneemsters die vanaf de vijfde maand van de zwangerschap de arbeid onderbreken; • de personen die tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid hun hoedanigheid van
werknemer verliezen; • de gerechtigden aan wie de voortgezette verzekering was toegestaan bij het verstrijken van
deze periode van voortgezette verzekering. De werkneemsters die gerechtigd zijn op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zijn gerechtigd op moederschapsuitkeringen. De moederschapsuitkering wordt ook verleend aan de gerechtigden voor wie de moederschapsrust een aanvang neemt in een tijdvak van primaire arbeidsongeschiktheid of invaliditeit. Rechthebbenden op de uitkering voor begrafeniskosten zijn de natuurlijke of rechtspersonen, die, in geval van overlijden van een gerechtigde op uitkeringen - ook als hij gepensioneerd is - de begrafenis werkelijk hebben bekostigd. Primaire arbeidsongeschiktheid (tabellen 2.4 – 2.7) Gedurende het eerste jaar van de arbeidsongeschiktheid (voor de mijnwerkers die recht hebben op een invaliditeitspensioen, wordt deze periode gelimiteerd tot zes maanden), ontvangt de gerechtigde een primaire ongeschiktheidsuitkering die niet lager mag zijn dan 60 % van het gederfde loon. Vanaf eind 1996 wordt de primaire ongeschiktheidsuitkering van samenwonenden vanaf de 31e dag arbeidsongeschiktheid beperkt tot 55 % van het gederfde loon. Dit loon is geplafonneerd en gekoppeld aan het indexcijfer der consumptieprijzen. Voor de werkloze mag deze uitkering gedurende de eerste zes maanden van de arbeidsongeschiktheid het bedrag van zijn werkloosheidsuitkering niet overschrijden. Invaliditeit (tabellen 2.8 – 2.11) Indien de arbeidsongeschiktheid langer duurt dan één jaar ontvangt een gerechtigde met personen ten laste een invaliditeitsuitkering die 65 % van het geplafonneerde loon bedraagt. Dit bedrag wordt verminderd tot 45 of 40 % van hetzelfde loon voor de gerechtigde zonder gezinslast, naargelang het al dan niet om verlies van een enig inkomen gaat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen invaliden een forfaitaire uitkering voor hulp van derden ontvangen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
147
Moederschap (tabellen 2.12 – 2.15) De moederschapsuitkering wordt gedurende een periode van 15 weken uitbetaald. Vanaf 1999 wordt de periode van bevallingsrust met 2 weken verlengd in geval van zwangerschap van een meerling. Het bedrag van de moederschapsuitkering wordt vastgesteld op een percentage van het geplafonneerde loon dat geldt voor de berekening van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. In principe ontvangt de gerechtigde gedurende de eerste dertig dagen 79,5 % (82 % voor de gerechtigden met een lopende arbeidsovereenkomst) van dit loon, vanaf de eenendertigste dag 75 % en indien het tijdvak van moederschapsrust verder zou reiken dan 15 weken 60 % na de 15de week. Het tijdvak van arbeidsverwijdering van de zwangere of bevallen werkneemster en van de werkneemster die borstvoeding geeft wordt ingevolge de wet van 04.08.1996 (art. 8) eveneens als een tijdvak van moederschapsbescherming beschouwd. Gedurende deze periode ontvangt de gerechtigde 60 % van het begrensde loon. In de tabellen wordt een opsplitsing gemaakt tussen de gegevens betreffende de eigenlijke moederschapsrust en deze betreffende de arbeidsverwijdering (met inbegrip van het borstvoedingsverlof). Beschrijving van de kenmerken Voor elk van de drie vermelde deelsectoren: primaire arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en moederschapsuitkering wordt in principe eenzelfde structuur voor de statistieken aangehouden. Vooreerst is er het begrip verzekerde bevolking, waarvoor gegeven wordt: • De uitsplitsing naar statuut, leeftijdsklasse en geslacht (tab. 2.1 en 2.12); • De evolutie van het totaal (tab. 2.3). Voor de invaliden is er de verdeling van het effectief naar leeftijdsklasse en geslacht (tab. 2.2). Voor elke deelsector is er een notie van volume: het aantal vergoede dagen (tab. 2.5, 2.9 en 2.13) en tevens het aantal gevallen (enkel voor invaliditeit) (tab. 2.8). Verder zijn er voor elke deelsector gegevens over de basisuitgaven (tab. 2.7, 2.11 en 2.15 respectievelijk). Voor de primaire arbeidsongeschiktheid geeft de tabel 2.4 het ziektecijfer, welk getal de uitdrukking is van de verhouding van het aantal vergoede dagen tot de verzekerde bevolking. De gemiddelde daguitkering is het resultaat van de deling van het totaalbedrag der uitkeringen door het aantal vergoede dagen (tab. 2.6, 2.10 en 2.14). Tabel 2.16 ten slotte is een synthesetabel met de uitgaven voor de vier deelsectoren (inclusief de deelsector van de begrafenisuitkeringen). Aanvullende informatie over de uitkeringsverzekering vindt u op de website van het RIZIV: www.riziv.fgov.be en in de publicaties van deze instelling.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
148
2.1
Ver
zeke
rde
bevo
lkin
g na
ar s
tatu
ut, l
eefti
jdsk
lass
e en
ges
lach
t (le
dent
alle
n)
Bro
n: R
IZIV
Min
der
dan
20
jaar
20-2
4 ja
ar25
-29
jaar
30-3
4 ja
ar35
-39
jaar
40-4
4 ja
ar45
-49
jaar
50-5
4 ja
ar55
-59
jaar
60-6
4 ja
ar65
jaar
en
mee
rT
otaa
l
Arb
eide
rs
(1)
15.6
9617
9.48
624
9.30
325
9.31
027
4.10
628
8.51
128
6.61
325
4.21
821
4.67
714
7.60
14.
261
2.17
3.78
2M
anne
n10
.577
118.
768
158.
572
160.
701
168.
318
180.
156
177.
503
157.
137
136.
420
100.
625
2.98
31.
371.
760
Vro
uwen
5.11
960
.718
90.7
3198
.609
105.
788
108.
355
109.
110
97.0
8178
.257
46.9
761.
278
802.
022
Bed
iend
en5.
224
128.
439
285.
631
271.
128
253.
764
250.
958
247.
216
206.
721
165.
537
99.1
133.
144
1.91
6.87
5M
anne
n1.
701
43.0
2610
7.95
410
6.54
298
.822
95.3
3797
.397
84.1
5974
.497
50.7
811.
837
762.
053
Vro
uwen
3.52
385
.413
177.
677
164.
586
154.
942
155.
621
149.
819
122.
562
91.0
4048
.332
1.30
71.
154.
822
Tot
aal
20.9
2030
7.92
553
4.93
453
0.43
852
7.87
053
9.46
953
3.82
946
0.93
938
0.21
424
6.71
47.
405
4.09
0.65
7
Bro
n: R
IZIV
Min
der
dan
20
jaar
20-2
4 ja
ar25
-29
jaar
30-3
4 ja
ar35
-39
jaar
40-4
4 ja
ar45
-49
jaar
50-5
4 ja
ar55
-59
jaar
60-6
4 ja
ar65
jaar
en
mee
rT
otaa
l
Arb
eide
rs
(1)
15.3
5117
8.97
024
6.53
726
3.03
626
9.36
628
9.62
729
3.57
126
0.30
322
2.87
915
2.95
25.
102
2.19
7.69
4M
anne
n10
.546
118.
268
156.
339
162.
745
163.
802
179.
424
181.
029
159.
698
139.
918
103.
007
3.42
01.
378.
196
Vro
uwen
4.80
560
.702
90.1
9810
0.29
110
5.56
411
0.20
311
2.54
210
0.60
582
.961
49.9
451.
682
819.
498
Bed
iend
en5.
124
126.
775
283.
946
277.
077
249.
179
249.
652
249.
609
213.
476
170.
560
100.
720
3.70
91.
929.
827
Man
nen
1.68
442
.795
107.
406
108.
931
98.3
7395
.058
98.1
0886
.281
74.8
9150
.230
2.10
576
5.86
2V
rouw
en3.
440
83.9
8017
6.54
016
8.14
615
0.80
615
4.59
415
1.50
112
7.19
595
.669
50.4
901.
604
1.16
3.96
5
Tot
aal
20.4
7530
5.74
553
0.48
354
0.11
351
8.54
553
9.27
954
3.18
047
3.77
939
3.43
925
3.67
28.
811
4.12
7.52
1
(1)
Met
inbe
grip
van
de
mijn
wer
kers
.
Toe
stan
d op
30
juni
201
1
Toe
stan
d op
30
juni
201
0
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
149
2.2
Aan
tal i
nval
iden
naa
r le
eftij
dskl
asse
en
gesl
acht
Bro
n: R
IZIV
Min
der
dan
20
jaar
20-2
4 ja
ar25
-29
jaar
30-3
4 ja
ar35
-39
jaar
40-4
4 ja
ar45
-49
jaar
50-5
4 ja
ar55
-59
jaar
60-6
4 ja
ar65
jaar
en
oude
rT
otaa
l
Arb
eide
rs Z
IV
(1)
51.
017
3.78
07.
554
12.9
3520
.264
29.3
6136
.998
40.6
3033
.786
460
186.
790
Man
nen
554
21.
954
3.68
76.
229
9.87
914
.980
19.7
9223
.682
21.4
5430
510
2.50
9V
rouw
en0
475
1.82
63.
867
6.70
610
.385
14.3
8117
.206
16.9
4812
.332
155
84.2
81
Bed
iend
en1
246
1.21
82.
885
4.98
47.
586
10.7
4712
.704
13.8
2610
.857
131
65.1
85M
anne
n0
5129
065
11.
163
1.59
92.
461
3.25
74.
449
4.38
854
18.3
63V
rouw
en1
195
928
2.23
43.
821
5.98
78.
286
9.44
79.
377
6.46
977
46.8
22
Tot
aal
61.
263
4.99
810
.439
17.9
1927
.850
40.1
0849
.702
54.4
5644
.643
591
251.
975
Bro
n: R
IZIV
Min
der
dan
20
jaar
20-2
4 ja
ar25
-29
jaar
30-3
4 ja
ar35
-39
jaar
40-4
4 ja
ar45
-49
jaar
50-5
4 ja
ar55
-59
jaar
60-6
4 ja
ar65
jaar
en
oude
rT
otaa
l
Arb
eide
rs Z
IV
(1)
81.
033
3.97
37.
992
13.1
1120
.777
30.8
4138
.464
42.9
6135
.046
496
194.
702
Man
nen
753
51.
975
3.93
26.
192
10.0
6315
.554
20.2
7024
.554
21.9
0330
910
5.29
4V
rouw
en1
498
1.99
84.
060
6.91
910
.714
15.2
8718
.194
18.4
0713
.143
187
89.4
08
Bed
iend
en2
289
1.32
33.
186
5.35
77.
895
11.4
1413
.484
14.9
8811
.485
195
69.6
18M
anne
n0
6629
470
61.
192
1.63
62.
554
3.47
24.
599
4.48
099
19.0
98V
rouw
en2
223
1.02
92.
480
4.16
56.
259
8.86
010
.012
10.3
897.
005
9650
.520
Tot
aal
101.
322
5.29
611
.178
18.4
6828
.672
42.2
5551
.948
57.9
4946
.531
691
264.
320
(1)
Met
inbe
grip
van
de
mijn
wer
kers
.
Toe
stan
d op
30
juni
201
0
Toe
stan
d op
30
juni
201
1
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
150
2.3 Evolutie van het ledental (1)
Bron: RIZIV
06.2007 06.2008 06.2009 06.2010 06.2011
Arbeiders 1.876.211 1.897.113 1.901.754 1.909.778 1.926.963Mannen 1.195.857 1.207.458 1.205.435 1.203.175 1.208.620Vrouwen 680.354 689.655 696.319 706.603 718.343
Bedienden 1.730.269 1.765.409 1.790.695 1.808.487 1.817.326Mannen 693.965 706.067 713.549 718.135 722.423
Vrouwen 1.036.304 1.059.342 1.077.146 1.090.352 1.094.903
Totaal 3.606.480 3.662.522 3.692.449 3.718.265 3.744.289
(1) Primaire uitkeringsgerechtigden, exclusief bruggepensioneerden.
2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid: ziektecijfer (2)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Arbeiders 10,05 10,57 10,76 11,20 11,74Mannen 8,50 8,89 8,98 9,31 9,74Vrouwen 12,79 13,52 13,85 14,42 15,10
Bedienden 4,63 4,83 5,01 5,26 5,54Mannen 3,10 3,19 3,35 3,48 3,66
Vrouwen 5,66 5,92 6,11 6,44 6,79
Totaal 7,45 7,80 7,97 8,31 8,73
(2) Aantal vergoede dagen/ledental.
2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid: aantal vergoede dagen
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Arbeiders 18.862.630 20.053.616 20.462.553 21.384.468 22.620.901Mannen 10.160.383 10.730.133 10.821.165 11.197.170 11.773.897Vrouwen 8.702.247 9.323.483 9.641.388 10.187.298 10.847.004
Bedienden 8.012.462 8.526.485 8.970.743 9.519.927 10.075.193Mannen 2.152.072 2.253.520 2.388.073 2.497.433 2.642.949
Vrouwen 5.860.390 6.272.965 6.582.670 7.022.494 7.432.244
Totaal 26.875.092 28.580.101 29.433.296 30.904.395 32.696.094
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
151
2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid: gemiddelde daguitkering (euro)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Arbeiders
Mannen 42,88 44,57 46,89 47,28 48,57Vrouwen 30,77 32,17 34,10 34,54 35,55
BediendenMannen 46,28 48,28 52,05 52,38 53,42
Vrouwen 37,14 38,84 42,05 42,73 43,82
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Arbeiders 687.663 761.431 816.880 862.744 938.273Mannen 435.698 478.217 507.365 529.433 571.876Vrouwen 267.731 299.982 328.812 351.830 385.580Regularisaties -15.766 -16.768 -19.297 -18.519 -19.183
Bedienden 311.012 346.219 393.343 422.639 458.510Mannen 99.609 108.796 124.300 130.828 141.181Vrouwen 217.663 243.632 276.831 300.072 325.647Regularisaties -6.260 -6.209 -7.788 -8.261 -8.318
Hulp van derden 598 897 1.004 1.007 1.135
Totaal 999.273 1.108.547 1.211.227 1.286.390 1.397.918
2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid: totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
152
2.8 Invaliditeit: aantal gevallen
Bron: RIZIV
12.2007 12.2008 12.2009 12.2010 12.2011
Arbeiders 166.525 172.565 181.989 190.316 198.095Mannen 96.394 98.100 100.645 103.876 106.438Vrouwen 70.131 74.465 81.344 86.440 91.657
Bedienden 57.159 59.588 63.220 67.619 71.404Mannen 17.767 17.821 18.061 18.846 19.370Vrouwen 39.392 41.767 45.159 48.773 52.034
Totaal 223.684 232.153 245.209 257.935 269.499
2.9 Invaliditeit: aantal vergoede dagen
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Arbeiders 49.145.496 50.862.715 53.121.541 55.827.927 58.375.288Mannen 28.922.727 29.420.252 30.037.940 31.044.599 31.986.089Vrouwen 20.222.769 21.442.463 23.083.601 24.783.328 26.389.199
Bedienden 17.964.781 18.856.438 20.111.421 21.528.643 22.836.363Mannen 5.625.278 5.750.455 5.882.786 6.095.702 6.301.860Vrouwen 12.339.503 13.105.983 14.228.635 15.432.941 16.534.503
Totaal 67.110.277 69.719.153 73.232.962 77.356.570 81.211.651
2.10 Invaliditeit: gemiddelde daguitkering (euro)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Arbeiders
Mannen 38,85 41,01 42,39 43,81 45,30Vrouwen 31,00 33,03 34,31 35,62 37,19
BediendenMannen 41,02 42,86 44,31 46,06 47,37Vrouwen 33,07 35,15 36,55 38,12 39,72
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
153
2.11 Invaliditeit: totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Arbeiders 1.750.604 1.914.635 2.065.212 2.243.061 2.430.377Mannen 1.123.700 1.206.447 1.273.292 1.360.191 1.448.912Vrouwen 626.904 708.188 791.920 882.870 981.465
Bedienden 638.815 707.159 780.752 869.095 955.235Mannen 230.750 246.495 260.684 280.751 298.540Vrouwen 408.065 460.664 520.068 588.344 656.695
Regularisaties -1.823 -896 -1.225 -1.030 -1.828
Hulp van derden 34.551 38.470 41.556 45.634 52.918
Totaal 2.422.147 2.659.368 2.886.295 3.156.760 3.436.702
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
154
2.12 Moederschap: verzekerde bevolking (1)
Bron: RIZIV
06.2007 06.2008 06.2009 06.2010 06.2011
Arbeidsters 451.302 451.196 447.245 446.061 447.573
Bedienden 725.383 732.351 731.919 728.596 723.348
Totaal 1.176.685 1.183.547 1.179.164 1.174.657 1.170.921
(1) Primaire uitkeringsgerechtigden jonger dan 45 jaar.
2.13 Moederschap: aantal vergoede dagen
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Moederschap 7.031.324 7.265.790 7.279.302 7.355.302 7.307.229
Arbeidsters 2.599.608 2.670.647 2.653.338 2.616.754 2.577.144Bedienden 4.353.750 4.512.084 4.533.643 4.633.219 4.612.876Invaliden 77.966 83.059 92.321 105.329 117.209
Werkverwijdering 1.919.878 1.946.101 1.942.649 2.335.545 2.648.702Arbeidsters 548.251 542.159 534.097 618.112 729.386Bedienden 1.371.627 1.403.942 1.408.552 1.717.433 1.919.316
Vaderschap + adoptie 395.357 421.363 403.937 414.848 422.561Arbeiders 238.595 255.948 238.186 239.908 249.575Bedienden 156.762 165.415 165.751 174.940 172.986
2.14 Moederschap: gemiddelde daguitkering (euro)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
MoederschapArbeidsters 42,22 44,00 45,60 45,52 46,19Bedienden 57,58 60,24 62,41 63,06 64,99Invaliden 43,58 45,26 47,12 48,41 49,99
WerkverwijderingArbeidsters 37,39 38,69 39,13 46,11 48,93Bedienden 46,23 48,22 49,06 57,25 60,40
Vaderschap + adoptieArbeiders 79,83 82,43 84,54 85,12 87,31Bedienden 92,39 95,57 98,38 98,60 101,12
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
155
2.15 Moederschap: totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Moederschap 365.278 394.630 410.165 418.485 425.097
Arbeidsters 110.282 117.906 121.441 119.777 119.139 Bedienden 251.598 272.964 284.374 293.609 300.099 Invaliden 3.398 3.760 4.350 5.099 5.859
Werkverwijdering 59.762 64.332 65.600 102.857 148.792Arbeidsters 15.646 16.450 15.934 23.990 35.017 Bedienden 44.116 47.882 49.666 78.867 113.775
Vaderschap en adoptie 33.582 36.961 36.480 37.710 39.334Arbeiders 19.079 21.130 20.163 20.441 21.827 Bedienden 14.503 15.831 16.317 17.269 17.507
Borstvoeding 224 255 295 307 380
Totaal 458.846 496.178 512.540 559.359 613.603
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
156
2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering (duizend euro)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Primaire arbeidsongeschiktheid 999.272 1.108.548 1.211.228 1.286.390 1.397.919Invaliditeit 2.422.147 2.659.368 2.886.295 3.156.760 3.436.702Moederschapsuitkeringen 458.850 496.169 512.546 559.335 613.602Begrafenisuitkeringen 6.405 6.629 6.634 6.480 6.561
Totaal 3.886.674 4.270.714 4.616.703 5.008.965 5.454.784
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
157
3. Pensioenen 3.0 Methodologische nota In het werknemerspensioenstelsel (repartitiesysteem) worden de eigenlijke pensioenen en de afgeleide voordelen toegekend met toepassing van KB nr. 50 van 24.10.1967 betreffende de rust- en overlevingspensioenen van werknemers en met toepassing van de vroegere afzonderlijke bepalingen over het pensioen van arbeiders, bedienden, mijnwerkers en zeelieden. Het oude kapitalisatiestelsel van de werknemersrenten (dat sinds 31.12.1967 residueel is geworden) bestaat slechts in zoverre de verworven rechten op rustrenten en/of overlevingsrenten werden gehandhaafd. Sinds 31.12.2007 werden de technische reserves van dit oude stelsel overgenomen door de RSZ – Globaal beheer werknemers, ingevolge het K.B. van 21.04.2007 houdende uitvoering van het artikel 289 van de programmawet (I) van 27.12.2006. Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen (tabel 3.1) Het aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt betaald, is gelijk aan het aantal personen dat op 1 januari is vastgelegd en voor wie het uitkeringsrecht in betaling is gesteld. Personen voor wie het recht is ingegaan, maar op die datum nog niet in betaling is gesteld, komen niet in de statistiek voor. Het aantal begunstigden wordt onderverdeeld in de volgende categorieën: • gehuwden die een rustpensioen tegen “gezinsbedrag” genieten in het werknemersstelsel; • gehuwden die een rustpensioen tegen “bedrag alleenstaanden” genieten in het
werknemersstelsel; • niet gehuwden die een rustpensioen tegen “bedrag alleenstaanden” genieten in het
werknemersstelsel; • personen die een (of meer) rustpensioen(en) en een (of meer) overlevingspensioen(en)
genieten, waarbij minstens een van die pensioenen ten laste komt van het werknemersstelsel: � personen met een rustpensioen ten laste van het werknemersstelsel; � personen met een overlevingspensioen ten laste van het werknemersstelsel;
• personen die een overlevingspensioen genieten in het werknemersstelsel. Dubbeltellingen zijn het gevolg van mensen die een rust- en een overlevingspensioen cumuleren in het werknemersstelsel. Aantal begunstigden van een ouderdoms- en/of weduwerente (tabel 3.2) Het aantal gerechtigden is opgedeeld in verscheidene categorieën: • De personen die een ouderdomsrente genieten; • De vrouwen (en enkel zij) die een weduwerente genieten; • De vrouwen die een ouderdomsrente en een weduwerente genieten. De dubbeltellingen zijn een gevolg van vrouwelijke gerechtigden die een ouderdomsrente en een weduwerente cumuleren. De renten kunnen gecumuleerd worden met een (of meerdere) pensioen(en) van het repartitiestelsel hierboven vermeld. De berekening van dubbeltellingen werd niet uitgevoerd omdat er ook geen totaal wordt gemaakt.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
159
Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen (tabel 3.3) Het gemiddelde bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari zijn betaald, wordt verkregen door de maandelijkse bruto-uitgaven van januari (nog vóór de afhouding van de bedrijfsvoorheffing, de ZIV-bijdrage, de solidariteitsbijdrage en de terug te vorderen bedragen) te delen door het aantal begunstigden op 1 januari. Rechthebbenden naar pensioensoort, leeftijdsklasse en geslacht (tabel 3.4) De rechthebbenden (op 01.01.2011) worden opgesplitst naar pensioenregeling (rust- en/of overlevingspensioen, gezinspensioen of pensioen voor een alleenstaande), alsook naar geslacht en naar leeftijdsklasse per vijf jaar. Synthesetabel (tabel 3.5) In de synthesetabel van de pensioenuitgaven wordt de evolutie van de uitgaven voor de verschillende pensioenvoordelen samengevat. Enkele van de rubrieken uit deze tabel worden hieronder nader toegelicht: Vakantiegeld
Het aantal begunstigden is hier het aantal begunstigden van een rust- of overlevingspensioen dat in mei wordt betaald. Het vakantiegeld en het bijkomend vakantiegeld worden niet toegekend in de loop van het jaar waarin het pensioen ingaat. Het jaar nadien staat het toegekende bedrag in verhouding tot het aantal maanden waarin de rechthebbende tijdens het eerste jaar pensioen heeft ontvangen. Niettemin worden, in afwijking van deze bepaling, de bovenvermelde voordelen volledig toegekend vanaf het jaar waarin het rustpensioen ingaat, indien gedurende het hele jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het pensioen ingaat, de begunstigde al een uitkering voor brugpensioen of voor ziekte, invaliditeit of onvrijwillige werkloosheid ontving. Analoog worden de bovenvermelde voordelen ook volledig toegekend vanaf het burgerlijk jaar waarin het overlevingspensioen ingaat, indien de overleden echtgenoot aan dezelfde voorwaarde voldeed of een rustpensioen ontving gedurende het hele jaar dat voorafgaat aan het burgerlijke jaar waarin hij overleed. Verwarmingstoelage De verwarmingstoelage wordt toegekend aan mijnwerkers die gerechtigd zijn op een rustpensioen of aan hun overlevende echtgenoot die gerechtigd is op een overlevingspensioen. De gegevens worden verstrekt volgens dezelfde methodologie als die voor de rust- en overlevingspensioenen. Tussenkomst van het repartitiestelsel in de renten Het repartitiestelsel betaalt sinds 2008 het totaal van de sociale prestaties van het oude kapitalisatiestelsel. Niettemin tot 2007 inbegrepen kwam het repartitiestelsel tussen in de sociale prestaties betreffende de rijksbijdrage en de indexering van de lopende renten die vóór 1994 zijn ingegaan. De indexeringscoëfficiënt zelf van die renten was reeds geblokkeerd op het niveau van de spilindex van 1986.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
160
Aanvullende informatie omtrent de werknemerspensioenen kan u vinden in de volgende publicaties van de RVP: • jaarlijkse statistiek van de pensioengerechtigden; • jaarverslag van de RVP. In de genoemde publicaties staan gegevens over het aantal gevallen van cumul van werknemers-, zelfstandigen- en overheidspensioenen, wat toelaat informatie te bekomen over aantallen gepensioneerden (i.p.v. enkel over aantallen pensioenvoordelen). De jaarlijkse statistiek van de pensioengerechtigden omvat ook een tabel werknemersrenten. U kan ook terecht op de website van de RVP: http://www.onprvp.fgov.be/.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
161
Bron: RVP
01.2007 01.2008 01.2009 01.2010 01.2011
Mannen 756.422 765.404 779.668 794.469 808.840Rustpensioenen 753.523 762.413 776.501 791.141 805.437
Gehuwden, gezin 310.178 307.352 304.847 303.687 300.212Gehuwden, alleenstaand 264.102 271.846 282.767 292.370 304.083Niet-gehuwd 169.615 173.476 178.937 184.819 190.609Rust & overleving, gedeelte rust 9.628 9.739 9.950 10.265 10.533
Overlevingspensioenen 12.244 12.456 12.833 13.315 13.659Rust & overleving, gedeelte overleving 10.059 10.142 10.311 10.599 10.856Overleving 2.185 2.314 2.522 2.716 2.803
Dubbeltellingen -9.345 -9.465 -9.666 -9.987 -10.256
Vrouwen 862.716 871.048 882.906 876.297 888.915Rustpensioenen 614.620 628.454 644.392 638.941 656.428
Gehuwden, gezin 858 864 889 876 926Gehuwden, alleenstaand 227.460 234.670 242.794 239.096 248.630Niet-gehuwd 142.853 148.979 155.351 156.036 162.918Rust & overleving, gedeelte rust 243.449 243.941 245.358 242.933 243.954
Overlevingspensioenen 482.005 477.118 474.486 471.034 467.193Rust & overleving, gedeelte overleving 255.033 255.267 256.366 253.625 254.264Overleving 226.972 221.851 218.120 217.409 212.929
Dubbeltellingen -233.909 -234.524 -235.972 -233.678 -234.706
Totaal rust 1.368.143 1.390.867 1.420.893 1.430.082 1.461.865
Totaal overleving 494.249 489.574 487.319 484.349 480.852
Totaal pensioenen 1.862.392 1.880.441 1.908.212 1.914.431 1.942.717
Totaal dubbeltellingen -243.254 -243.989 -245.638 -243.665 -244.962
Totaal rechthebbenden 1.619.138 1.636.452 1.662.574 1.670.766 1.697.755
3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt betaald
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
162
Bron: RVP
01.2008 01.2009 01.2010 01.2011
Mannen 284.990 264.791 245.332 226.435Ouderdomsrente 284.990 264.791 245.332 226.435
Vrouwen 397.868 376.959 356.540 336.421
Ouderdomsrente 317.073 301.760 286.633 271.366 Ouderdomsrente 270.588 258.813 246.916 234.962
Ouderdoms- en weduwerente 46.485 42.947 39.717 36.404
Weduwerente 127.280 118.146 109.624 101.459 Weduwerente 80.795 75.199 69.907 65.055
Ouderdoms- en weduwerente 46.485 42.947 39.717 36.404
Dubbeltellingen -46.485 -42.947 -39.717 -36.404
Totaal ouderdomsrenten 602.063 566.551 531.965 497.801
Totaal weduwerenten 127.280 118.146 109.624 101.459
Totaal renten 729.343 684.697 641.589 599.260
Totaal dubbeltellingen -46.485 -42.947 -39.717 -36.404
Totaal rechthebbenden 682.858 641.750 601.872 562.856
3.2 Aantal begunstigden van een ouderdoms- en/of weduwerente dat in januari wordt betaald
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
163
Bron: RVP
01.2007 01.2008 01.2009 01.2010 01.2011
Mannen 858,70 882,04 937,76 956,85 979,88Rustpensioenen 858,05 881,39 937,08 956,16 979,14
Gehuwden, gezin 1.042,19 1.071,97 1.142,25 1.166,04 1.197,05Gehuwden, alleenstaand 713,86 738,07 788,94 810,83 836,91Niet-gehuwd 758,83 780,91 833,67 852,32 873,55Rust & overleving, gedeelte rust 629,24 657,30 721,00 755,50 785,11
Overlevingspensioenen 243,17 251,84 272,35 280,34 287,94Rust & overleving, gedeelte overleving 149,83 151,47 162,67 166,32 169,08Overleving 672,85 691,72 721,44 725,31 748,30
Vrouwen 664,29 682,66 730,57 751,44 770,62Rustpensioenen 423,02 440,14 477,00 492,24 511,25
Gehuwden, gezin 564,11 642,05 712,94 744,74 771,76Gehuwden, alleenstaand 492,82 515,70 560,32 582,03 604,40Niet-gehuwd 543,06 560,26 601,86 614,50 633,33Rust & overleving, gedeelte rust 286,87 293,39 314,64 324,44 333,80
Overlevingspensioenen 649,56 666,54 711,63 730,24 747,91Rust & overleving, gedeelte overleving 611,99 631,70 678,47 695,88 715,78Overleving 691,78 706,63 750,61 770,32 786,28
Totaal / rustpensioen 662,62 682,02 728,42 748,89 769,04
Totaal / overlevingspensioen 639,49 655,99 700,04 717,87 734,85
Totaal / pensioen 656,48 675,24 721,17 727,73 760,58
Totaal / rechthebbende 755,11 775,92 827,73 849,11 870,32
3.3 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden betaald (euro)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
164
3.4
Rec
hth
ebb
end
en n
aar
pen
sio
enso
ort
, lee
ftijd
skla
sse
en g
esla
cht
Bro
n: R
VP
Min
der
dan
60
jaar
60-6
4 ja
ar65
-69
jaar
70-7
4 ja
ar75
-79
jaar
80-8
4 ja
ar
85 ja
ar e
n
ou
der
To
taal
Man
nen
8.84
681
.645
207.
899
187.
497
155.
395
102.
754
64.8
0480
8.84
0G
ehuw
den,
gez
in (
rust
pens
ioen
)4.
182
24.7
0072
.121
74.0
4364
.591
40.5
1120
.064
300.
212
Geh
uwde
n, a
lleen
staa
nd (
rust
pens
ioen
)1.
937
40.3
3289
.330
72.6
6553
.122
31.1
2315
.574
304.
083
Nie
t geh
uwd
(rus
tpen
sioe
n)99
615
.570
44.7
5238
.737
35.1
9928
.691
26.6
6419
0.60
9R
ust &
ove
rlevi
ng4
428
1.61
01.
956
2.38
52.
342
2.40
811
.133
Ove
rlevi
ngsp
ensi
oen
1.72
761
586
9698
8794
2.80
3
Vro
uw
en41
.560
75.2
8716
2.73
215
4.14
716
1.03
814
6.19
014
7.96
188
8.91
5G
ehuw
den,
gez
in (
rust
pens
ioen
)3
208
432
175
7322
1392
6G
ehuw
den,
alle
enst
aand
(ru
stpe
nsio
en)
703
34.2
4581
.307
58.8
2542
.123
21.5
989.
829
248.
630
Nie
t geh
uwd
(rus
tpen
sioe
n)15
811
.422
41.2
4933
.583
29.6
4224
.150
22.7
1416
2.91
8R
ust &
ove
rlevi
ng2
2.85
630
.090
40.5
3758
.575
61.4
3470
.018
263.
512
Ove
rlevi
ngsp
ensi
oen
40.6
9426
.556
9.65
421
.027
30.6
2538
.986
45.3
8721
2.92
9
To
taal
rec
hth
ebb
end
en50
.406
156.
932
370.
631
341.
644
316.
433
248.
944
212.
765
1.69
7.75
5
Toe
stan
d op
1 ja
nuar
i 201
1
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
165
Bron: RVP
2007 2008 2009 2010 2011
Pensioenen 14.820.486 15.911.159 16.827.129 17.369.771 18.383.196Rustpensioenen (1), waarvan 11.049.927 11.934.816 12.689.705 13.183.415 14.077.595
Algemene regeling 11.037.320 11.922.617 12.678.308 13.173.097 14.068.095Bijzonder brugpensioen werklozen 12.607 12.199 11.397 10.318 9.500
Overlevingspensioenen 3.830.372 4.025.079 4.174.312 4.226.950 4.350.461Herwaarderingspremie 18.419 17.713 17.051 16.142 15.581Solidariteitsbijdrage -78.232 -66.449 -53.939 -56.736 -60.441
Vakantiegeld 685.942 721.628 745.163 753.820 795.309
Verwarmingstoelage 50.020 50.135 49.119 47.549 46.854
Renten (2) 115.038 182.293 165.771 157.523 149.612Zuivere renten +Indexeringslasten +Tussenkomsten van de Staat
114.069 182.186 165.769 157.491 149.581
Zuivere renten 0 71.680 61.173 60.138 - Indexeringslasten 106.559 103.231 97.709 90.944 - Tussenkomsten van de Staat 7.510 7.275 6.887 6.409 -
Renten en complementen 2 2 2 2 0Vrij verzekerden 967 105 0 30 31
Totaal 15.671.486 16.865.215 17.787.182 18.328.663 19.374.971
(1) Rustpensioenen: de algemene regeling bevat het bedrag "Nationale erkentelijkheid".(2) Vanaf 2008: Kapitalisatiestelsel inbegrepen.
3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen (duizend euro)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
166
4. Gezinsbijslag 4.0 Methodologische nota De rubriek sociale prestaties voor gezinsbijslag in de werknemersregeling omvat vier deelrubrieken, welke in de synthesetabel (4.8) worden weergegeven: het algemeen stelsel der werknemers - in de begrotingstabel aangeduid als “Nationale Verdeling” (sensu stricto) -, het gewaarborgd stelsel, de tijdelijke leerkrachten en de speciale categorieën. Al deze prestaties zijn ten laste van de Nationale Verdeling. De term “Nationale Verdeling” verwijst naar de gezinsbijslag waarvan de betaling wordt verzekerd door de opbrengst van de sociale-zekerheidsbijdragen voor de onder de sociale zekerheid vallende werknemers en van de hoofdelijke bijdragen voor de niet onder de sociale zekerheid vallende werknemers. De gewaarborgde gezinsbijslag is het residuair stelsel van gezinsbijslag, voorbehouden aan de gezinnen welke in geen enkel stelsel van gezinsbijslagen rechthebbend zijn, en waarvan de inkomens bepaalde plafonds niet overschrijden. In zekere zin behoort de gewaarborgde gezinsbijslag bij de sociale bijstandsregeling. Niettemin wordt de gewaarborgde gezinsbijslag beheerd door de RKW en zijn de uitgaven ermee verbonden ten laste van het werknemersstelsel. De rubriek “tijdelijke leerkrachten” betreft de gezinsbijslag uitgekeerd aan de tijdelijke leerkrachten van het door de Gemeenschappen ingericht of gesubsidieerd onderwijs. Het laatste kwartaal valt ten laste van de Nationale Verdeling. De speciale categorieën betreffen de categorieën personen die aandacht verdienen en waarvoor geen enkel ander recht op kinderbijslag bestond. Vóór 1997 werden aan deze personen extralegale uitkeringen gestort door de Rijksdienst, ten laste van zijn Reservefonds. Sinds 01.01.1997 werd hen echter een wettelijk recht toegekend krachtens artikel 102 van de samengeordende wetten. De Rijksdienst is rechtstreeks belast met het uitbetalen aan deze categorieën van de kinderbijslag, ten laste van het globaal beheer. Het gaat hier hoofdzakelijk om huispersoneel, verdwenen kinderen en grensarbeiders. Aantal rechtgevende kinderen, geboorten en adopties (tabel 4.1) Deze tabel geeft een overzicht van het aantal rechtgevende kinderen volgens de deelsectoren: algemeen stelsel, gewaarborgde gezinsbijslag, tijdelijke leerkrachten en speciale categorieën en dit opgesplitst naar kinderbijslag, kraamgeld of adoptiepremie. Het betreft rechtgevende kinderen op 30 juni en geboorten/adopties in de loop van het kalenderjaar. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte (tabel 4.2) In deze tabel vindt men, enkel voor de twee budgettair belangrijkste rubrieken, met name het algemeen stelsel (inclusief de tijdelijke leerkrachten ten laste van de Nationale Verdeling) en de gewaarborgde gezinsbijslag, de gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind en geboorte. De kinderbijslagbedragen omvatten de leeftijdsbijslag en (voor het algemeen stelsel) het supplement voor gehandicapte kinderen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
167
Kraamgeld en adoptiepremie (tabel 4.5) Deze tabel geeft het aantal geboorten weer dat aanleiding heeft gegeven tot het uitbetalen van kraamgeld en het aantal adopties dat aanleiding heeft gegeven tot het uitbetalen van een adoptiepremie (totalen in de loop van het jaar). Rechtgevende kinderen (tabellen 4.3, 4.4, 4.6 en 4.7) Voor het algemeen stelsel, het gewaarborgd stelsel en de tijdelijke leerkrachten volgen tabellen met meer gedetailleerde gegevens over de rechtgevende kinderen/geboorten/adopties. Het gaat telkens om tabellen die evoluties weergeven van aantallen rechtgevende kinderen opgesplitst volgens verschillende kenmerken. Het gaat om volgende verdelingen van de rechtgevende kinderen: naar leeftijdsklasse en recht op bijslag (statuut van het rechtgevende kind) (tab. 4.3); naar rang (evolutie) (tab. 4.4); naar schaal en leeftijdsklasse (toestand 30.6.2007,… tot 30.6.2011) (tab. 4.6); naar schaal en rang (toestand 30.6.2007,… tot 30.6.2011) (tab. 4.7).
Synthesetabel (tabel 4.8) Deze tabel geeft ten slotte een overzicht van de evolutie van de sociale prestaties gezinsbijslagen per deelsector. Aanvullende informatie over de gezinsbijslagen kan u vinden in de publicaties van de RKW (bvb. de halfjaarlijkse mededeling) of op de website van de RKW : www.rkw.fgov.be .
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
168
4.1 Aantal rechtgevende kinderen, geboorten en adopties (per deelsector) (1)
Bron: RKW
2007 2008 2009 2010 2011
Algem een stelsel
Kinderbijslag 1.899.549 1.917.576 1.939.953 1.962.612 1.987.380Gewone schaal 1.585.988 1.607.569 1.632.384 1.645.112 1.675.879Invalidenschaal 68.216 72.488 77.339 83.520 85.771Wezenschaal 32.242 32.010 32.202 32.266 32.201Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) 213.103 205.509 198.028 201.714 193.529
waarvan: Gehandicapten jonger dan 21 jaar 31.887 34.373 36.258 38.711 41.937Gehandicapten ouder dan 21 jaar 17.450 16.636 16.343 15.886 15.441
Kraamgeld 96.825 100.585 100.558 101.663 100.424Adoptiepremie 328 288 346 373 317
Gewaarborgde gezinsbijslag
Kinderbijslag 15.541 14.675 14.326 15.875 18.029Kraamgeld 1.271 1.249 1.333 1.607 1.759
Tijdelijke leerkrachten (2)
Kinderbijslag 15.598 15.105 16.267 16.077 16.650Kraamgeld 209 225 273 228 215
Speciale categorieën (art. 102)
Kinderbijslag 691 691 649 677 1.249Kraamgeld 599 589 627 634 674
(1) Rechtgevende kinderen op 30 juni, geboorten en adopties in de loop van het kalenderjaar.
(2) Rechtgevende kinderen in december van tijdelijke leerkrachten van het door de Gemeenschappen ingericht of gesubsidieerd onderwijs. Het laatste kwartaal valt ten laste van de Nationale Verdeling.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
169
4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte (euro)
Bron: RKW
2007 2008 2009 2010 2011
Algem een stelsel (1)
Kinderbijslag (2)1.927,30 2.026,18 2.094,58 2.118,76 2.167,28
Kraamgeld 941,02 965,54 994,42 1.005,56 1.024,82
Gewaarborgde gezinsbijslag
Kinderbijslag (3) 2.153,80 2.391,24 2.515,15 2.815,35 2.873,71Kraamgeld 906,70 954,22 976,03 965,50 982,25
(2) Inclusief leeftijdsbijslag en supplement voor gehandicapte kinderen.(3) Inclusief leeftijdsbijslag.
(1) Inclusief gegevens betreffende het laatste kwartaal voor de tijdelijke leerkrachten van het door de Gemeenschappen ingericht of gesubsidieerd onderwijs.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
170
Bron: RKW
06.2007 06.2008 06.2009 06.2010 06.2011
0 - 5 jaar 538.601 550.065 557.352 567.828 576.977
6 - 11 jaar 525.142 526.341 524.557 527.024 533.955
12 - 15 jaar 355.300 350.620 348.807 348.185 351.043
16 - 17 jaar 179.416 183.547 182.647 178.601 174.988
18 - 20 jaar 192.773 197.997 207.696 215.291 217.965Studenten 176.826 182.077 191.134 196.438 198.076Leerlingen (1) 2.947 3.092 2.935 3.132 3.095Werkzoekenden (2) 8.604 8.173 8.801 10.507 10.949Gehandicapten 4.396 4.655 4.826 5.214 5.845
21 - 24 jaar 90.867 92.370 102.551 109.797 117.011Studenten 84.045 85.754 94.752 100.118 106.347Leerlingen (1) 617 645 716 725 806
Werkzoekenden (2) 6.205 5.971 7.083 8.954 9.858
25 jaar en ouder 17.450 16.636 16.343 15.886 15.441Volledig ongeschikten 12.766 12.305 11.990 11.590 11.201In beschutte werkplaats 4.684 4.331 4.353 4.296 4.240
Totaal 1.899.549 1.917.576 1.939.953 1.962.612 1.987.380
Kinderen met een handicap 49.337 51.009 52.601 54.597 57.378Jonger dan 21 jaar 31.887 34.373 36.258 38.711 41.93725 jaar en ouder 17.450 16.636 16.343 15.886 15.441
(2) Er wordt kinderbijslag toegekend gedurende een periode van 270 of 180 kalenderdagen, naargelang het geval, ten behoeve van bepaalde kinderen die werkzoekend zijn (KB van 05.12.1983 en KB van 15.09.1994).
4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op bijslag, inclusief kinderen met een handicap
(1) In het kader van de Wet van 19.07.1983 op het leerlingwezen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
171
4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang
Bron: RKW
06.2007 06.2008 06.2009 06.2010 06.2011
Eerste kind 1.075.977 1.083.926 1.099.948 1.114.388 1.129.122Tweede kind 579.586 588.356 594.165 600.495 608.156
Derde kind en volgende 243.986 245.294 245.840 247.729 250.102
Totaal 1.899.549 1.917.576 1.939.953 1.962.612 1.987.380
4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (aantal uitkeringen)
Bron: RKW
2007 2008 2009 2010 2011
Kraamgeld 96.825 100.585 100.558 101.663 100.424Eerste geboorte 48.822 51.193 51.455 51.396 50.247Volgende geboorten 48.003 49.392 49.103 50.267 50.177
Adoptiepremie 328 288 346 373 317
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
172
4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse
Bron: RKW
0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 467.188 440.257 433.098 227.995 17.450 1.585.988Invalidenschaal 12.096 17.920 24.942 13.258 - 68.216Wezenschaal 1.558 5.854 13.319 11.511 - 32.242Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) (1) 57.759 61.111 63.357 30.876 - 213.103
Totaal 538.601 525.142 534.716 283.640 17.450 1.899.549
Bron: RKW
0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 478.228 442.491 435.407 234.807 16.636 1.607.569Invalidenschaal 13.215 19.193 26.204 13.876 - 72.488Wezenschaal 1.550 5.719 13.011 11.730 - 32.010Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) (1) 57.072 58.938 59.545 29.954 - 205.509
Totaal 550.065 526.341 534.167 290.367 16.636 1.917.576
Bron: RKW
0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 485.974 442.883 434.586 252.598 16.343 1.632.384Invalidenschaal 14.477 20.358 27.505 14.999 - 77.339Wezenschaal 1.517 5.657 12.698 12.330 - 32.202Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) (1) 55.384 55.659 56.665 30.320 - 198.028
Totaal 557.352 524.557 531.454 310.247 16.343 1.939.953
Bron: RKW
0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 491.181 443.681 429.656 264.708 15.886 1.645.112Invalidenschaal 16.392 21.936 29.008 16.184 - 83.520Wezenschaal 1.517 5.557 12.431 12.761 - 32.266Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) (1) 58.738 55.850 55.691 31.435 - 201.714
Totaal 567.828 527.024 526.786 325.088 15.886 1.962.612
Bron: RKW
0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 502.191 452.299 431.633 274.315 15.441 1.675.879Invalidenschaal 16.979 22.644 29.521 16.627 - 85.771Wezenschaal 1.527 5.454 12.213 13.007 - 32.201Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) (1) 56.280 53.558 52.664 31.027 - 193.529
Totaal 576.977 533.955 526.031 334.976 15.441 1.987.380
(1) Vanaf de zevende maand werkloosheid.
Toestand op 30 juni 2009
Toestand op 30 juni 2011
Toestand op 30 juni 2007
Toestand op 30 juni 2008
Toestand op 30 juni 2010
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
173
4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang
Bron: RKW
1ste kind 2 de kind 3 de kind 4 de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 900.973 495.246 143.513 34.293 11.963 1.585.988Invalidenschaal 37.182 18.244 7.798 3.158 1.834 68.216Wezenschaal 22.461 7.159 1.940 507 175 32.242Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) (1) 115.361 58.937 24.280 9.286 5.239 213.103
Totaal 1.075.977 579.586 177.531 47.244 19.211 1.899.549
Bron: RKW
1ste kind 2 de kind 3 de kind 4 de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 911.377 504.590 144.818 34.628 12.156 1.607.569Invalidenschaal 39.218 19.641 8.384 3.306 1.939 72.488Wezenschaal 22.459 7.078 1.833 482 158 32.010Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) (1) 110.872 57.047 23.638 8.939 5.013 205.509
Totaal 1.083.926 588.356 178.673 47.355 19.266 1.917.576
Bron: RKW
1ste kind 2 de kind 3 de kind 4 de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 927.418 511.507 146.482 34.764 12.213 1.632.384Invalidenschaal 42.393 20.778 8.792 3.438 1.938 77.339Wezenschaal 22.948 6.938 1.761 431 124 32.202Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) (1) 107.189 54.942 22.656 8.545 4.696 198.028
Totaal 1.099.948 594.165 179.691 47.178 18.971 1.939.953
Bron: RKW
1ste kind 2 de kind 3 de kind 4 de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 936.589 515.198 146.421 34.914 11.990 1.645.112Invalidenschaal 45.741 22.491 9.470 3.717 2.101 83.520Wezenschaal 23.138 6.844 1.729 414 141 32.266Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) (1) 108.920 55.962 23.421 8.760 4.651 201.714
Totaal 1.114.388 600.495 181.041 47.805 18.883 1.962.612
Bron: RKW
1ste kind 2 de kind 3 de kind 4 de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 954.787 524.633 148.602 35.616 12.241 1.675.879Invalidenschaal 47.066 23.100 9.665 3.809 2.131 85.771Wezenschaal 23.140 6.802 1.685 434 140 32.201Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) (1) 104.129 53.621 22.740 8.598 4.441 193.529
Totaal 1.129.122 608.156 182.692 48.457 18.953 1.987.380
(1) Vanaf de zevende maand werkloosheid
Toestand op 30 juni 2008
Toestand op 30 juni 2010
Toestand op 30 juni 2009
Toestand op 30 juni 2011
Toestand op 30 juni 2007
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
174
4.8 Synthesetabel: uitgaven voor de gezinsbijslagen (duizend euro)
Bron: RKW
2007 2008 2009 2010 2011
Nationale verdeling 3.693.798 3.879.640 4.056.680 4.143.011 4.297.714Speciale categorieën (1) 1.733 1.891 1.925 2.079 3.291Gewaarborgde gezinsbijslag 32.842 35.232 37.489 46.152 50.643Tijdelijke leerkrachten 7.379 5.965 8.572 8.396 8.220
Totaal 3.735.752 3.922.728 4.104.666 4.199.638 4.359.868
(1) In het verleden werden “speciale categorieën” aangeduid als “ten laste van het Reservefonds”. Sedert de invoering van het Globaal beheer worden deze echter eveneens gefinancierd door het RSZ-Globaal beheer.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
175
5. Arbeidsongevallen 5.0 Methodologische nota De tak arbeidsongevallen omvat twee stelsels (van financiering): het kapitalisatiestelsel en het repartitiestelsel. Enkel het repartitiestelsel behoort tot het globaal financieel beheer. Een slachtoffer van een arbeidsongeval met blijvende arbeidsongeschiktheid, ontvangt ter vergoeding van zijn/haar verminderd economisch verdienvermogen een levenslange rente. Deze rente is onder meer in functie van de opgelopen graad van arbeidsongeschiktheid. Deze rente wordt in principe – wanneer de ongeschiktheid meer dan 19 % beloopt – uitbetaald via het kapitalisatiestelsel. De renten voor arbeidsongevallen tot en met 19% worden uitbetaald via het repartitiestelsel, evenals alle aanvullende, speciale en aanpassingsbijslagen1. De in dit Vade Mecum opgenomen tabellen betreffen uitsluitend het repartitiestelsel met uitzondering van tabel 5.4. Hierna vindt u een toelichting betreffende enkele rubrieken en tabellen. De effectieven (tabel 5.1) De opgenomen gegevens zijn een momentopname per 31 december van het beschouwde jaar, zonder onderscheid naar eventuele periodiciteit van de genoten uitkeringen. In het stelsel van de arbeidsongevallen kunnen uitkeringen zowel maandelijks als trimestrieel als jaarlijks zijn qua periodiciteit. Hierdoor kan de toestand per 31 december niet als maatstaf genomen worden voor elke individuele maand. De gemiddelde vergoedingen (tabel 5.2) Het spreekt dan ook vanzelf dat berekeningen van de gemiddelde vergoedingen zeer voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden, juist omwille van de verschillende periodiciteiten. De aangegeven gemiddelde uitkering stemt geenszins overeen met de gemiddelde vergoeding van een gerechtigde op een maandelijkse, een trimestriële of een semestriële vergoeding wegens arbeidsongeval. De uitgaven (tabel 5.3) Zorgen Het gaat om geneeskundige, heelkundige, farmaceutische en verpleegkundige zorgen die door het ongeval noodzakelijk kunnen worden, zoals volgt uit de toepassing van de wet van 10.04.1971, art. 28, 28 bis en 58. Verzekeringsoperaties De verzekeringsoperaties zijn verrichtingen die het FAO dient te stellen ten laste van het repartitiestelsel, zoals beschreven in art. 58 en 58bis van de wet van 10.04.1971. Het betreft verzekeringsverrichtingen voor dodelijke ongevallen (renten), vergoedingen voor begrafeniskosten en overbrenging naar de begraafplaats, arbeidsongeschiktheid, uitkeringen in kapitaal, vergoedingen voor tijdelijke verergering en dagelijkse en jaarlijkse vergoedingen en toelagen. 1 De aanvullende en speciale bijslagen worden samengevat onder de term “forfaitair stelsel”, waartoe ook de overlevingsbijslagen en de verergeringsbijslagen behoren.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)
177
Renten en vergoedingen < 20 % Krachtens de wet van 30.03.1994 houdende sociale bepalingen, wordt voor de ongevallen overkomen vanaf 01.01.1988 en waarvoor de vaststelling van de graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 10 % is geschied, de waarde van de jaarlijkse vergoeding en van de rente als kapitaal gestort bij het FAO. De vaststelling van genoemde graad kan gebeurd zijn bij een bekrachtiging van de overeenkomst met datum vanaf 01.01.1994 hetzij door een gerechtelijke beslissing die op een datum vanaf 01.01.1994 van kracht van gewijsde treedt. Het FAO betaalt jaarlijks aan de slachtoffers de jaarvergoeding en de niet-geïndexeerde renten. Hetzelfde principe van kapitaaloverdracht werd uitgebreid tot de betaling van de vergoedingen en renten verbonden aan een blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 16 % voor de ongevallen waarvoor de definitieve regeling heeft plaatsgevonden vanaf 01.01.1997 (KB van 16.12.1996). Later volgde op dezelfde wijze de uitbreiding voor blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 20 % voor de ongevallen waarvoor de definitieve regeling heeft plaatsgevonden vanaf 01.12.2003 (wet van 22.12.2003). De renten en vergoedingen verbonden aan een blijvende arbeidsongeschiktheid van 10 % tot en met 19 % worden maandelijks uitbetaald aan de rechthebbende (per kwartaal indien het ongeval dateert van vóór 01.01.1988) volgens art. 45 quater, derde tot en met zesde lid van de arbeidsongevallenwet, KB van 24.12.1987 en KB van 12.08.1994. Aantal slachtoffers en rechtverkrijgenden (tabel 5.4) Deze tabel herneemt de statistiek van het aantal rechthebbenden, maar in tegenstelling tot de tabel 5.1 gaat het hier over personen met een blijvende arbeidsongeschiktheid of de rechtverkrijgenden van overleden slachtoffers. Zij ontvangen een rente. Het zijn de effectieven voor beide stelsels samen. Zoals hoger in deze nota uiteengezet, bepaalt de arbeidsongeschiktheidsgraad of het kapitalisatiestelsel dan wel het repartitiestelsel de uitgaven, verbonden aan de te betalen rente, ten laste neemt. De effectieven worden uitgesplitst naar statuut (gerechtigde of één van de deelcategorieën van de rechtverkrijgenden) en naar betalingsinstelling (een verzekeringsmaatschappij, een eigen verzekeraar of het FAO). Voor aanvullende informatie en bijkomende statistieken over de arbeidsongevallenverzekering kunt u terecht op de website van het Fonds voor Arbeidsongevallen: www.faofat.fgov.be
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)
178
5.1 Aantal gerechtigden - repartitiestelsel (1)
Bron: FAO
2007 2008 2009 2010 2011
Forfaitair stelsel
Uitkeringen aan slachtoffersSpeciale bijslag 31 26 25 25 22Aanvullende bijslag 15.937 14.903 14.002 12.966 12.037
< 10 % 4.131 3.808 3.516 3.199 2.927van 10 % tot 35 % 10.007 9.385 8.859 8.229 7.660van 36 % tot 65 % 1.249 1.185 1.126 1.056 992> 65 % 550 525 501 482 458
Verergeringsvergoeding 1.661 1.636 1.611 1.578 1.556
Uitkeringen aan rechthebbendenSpeciale bijslag 64 64 63 61 59Aanvullende bijslag 3.502 3.262 3.041 2.837 2.629Overlijdensvergoeding 96 96 96 93 92
Aanpassingsvergoedingen
Uitkeringen aan slachtoffers 75.047 73.463 71.567 69.474 67.623< 10 % voor 1982 1.153 1.090 1.001 900 845
< 10 % vanaf 1982 en voor 1988 (2) 52.471 51.464 50.437 49.365 48.318> 10 % 21.423 20.909 20.129 19.209 18.460
Uitkeringen aan rechthebbenden 4.158 4.107 3.977 3.810 3.697
Renten en vergoedingen < 20 % 83.094 89.850 96.763 103.602 109.720< 10 % vanaf 1994 74.472 80.222 86.106 91.834 96.91110 % tot minder dan 16 % 7.998 8.863 9.765 10.750 11.63016 % tot minder dan 20 % 624 765 892 1.018 1.179
Totaal (3) 131.119 135.943 140.708 145.081 149.117
(1) Op 31 december (kapitalisatiestelsel niet inbegrepen).(2) Omvat meer dan de helft van de slachtoffers die niet uitkeringsgerechtigd zijn.
(3) Dit totaal omvat de som van de rubrieken aanvullende bijslag, overlijdensvergoeding, verergeringsvergoeding en aanpassingsvergoeding (behalve <10 % vanaf 1982 en voor 1988) en renten en vergoedingen < 20 %.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)
179
5.2 Gemiddelde vergoeding - repartitiestelsel (euro)
Bron: FAO
2007 2008 2009 2010 2011
Forfaitair stelsel
Uitkeringen aan slachtoffersSpeciale bijslag 2.161 2.269 2.440 2.360 2.636Aanvullende bijslag 1.788 1.907 1.965 2.051 2.127
< 10 % 398 431 452 480 505van 10 % tot 35 % 1.310 1.393 1.429 1.487 1.537van 36 % tot 65 % 5.179 5.445 5.548 5.718 5.859> 65 % 13.220 13.815 14.018 14.081 14.264
Verergeringsvergoeding 3.543 3.711 3.809 3.716 3.896
Uitkeringen aan rechthebbendenSpeciale bijslag 2.125 2.234 2.254 2.295 2.407Aanvullende bijslag 2.839 3.029 3.121 3.189 3.324Overlijdensvergoeding 3.604 3.854 3.833 3.978 4.130
Aanpassingsvergoedingen
Uitkeringen aan slachtoffers 623 552 561 549 680< 10 % voor 1982 323 305 303 320 333< 10 % vanaf 1982 en voor 1988 13 14 14 13 14> 10 % 1.761 1.890 1.945 1.936 2.015
Uitkeringen aan rechthebbenden 1.907 1.996 2.031 2.080 2.126
Renten en vergoedingen < 20 % 806 842 858 891 909< 10 % vanaf 1994 602 615 628 646 64910 % tot minder dan 16 % 2.462 2.600 2.564 2.641 2.69316 % tot minder dan 20 % 3.917 4.252 4.381 4.525 4.640
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)
180
5.3 Uitgaven - repartitiestelsel (duizend euro)
Bron: FAO
2007 2008 2009 2010 2011
Zorgen 3.702 3.801 3.979 3.438 3.310
Ongeschiktheid 1.700 1.364 5.776 5.424 5.843
Forfaitair stelsel 44.865 44.944 43.714 42.075 40.979
Uitkeringen aan slachtoffers 34.441 34.549 33.713 32.518 31.718Speciale bijslag 67 59 61 59 58Aanvullende bijslag 28.489 28.419 27.516 26.595 25.598
< 10 % 1.645 1.641 1.589 1.536 1.478van 10 % tot 35 % 13.105 13.073 12.658 12.234 11.775van 36 % tot 65 % 6.468 6.452 6.247 6.038 5.812> 65 % 7.271 7.253 7.023 6.787 6.533
Verergeringsvergoeding 5.885 6.071 6.136 5.864 6.062
Uitkeringen aan rechthebbenden 10.424 10.395 10.001 9.557 9.261Speciale bijslag 136 143 142 140 142Aanvullende bijslag 9.942 9.882 9.491 9.047 8.739Overlijdensvergoeding 346 370 368 370 380
Aanpassingsvergoedingen 46.735 48.766 48.232 46.053 45.993
Uitkeringen aan slachtoffers 38.807 40.568 40.154 38.129 38.132< 10 % voor 1982 372 332 303 288 281< 10 % vanaf 1982 en voor 1988 703 724 691 656 658> 10 % 37.732 39.512 39.160 37.185 37.193
Uitkeringen aan rechthebbenden 7.928 8.198 8.078 7.924 7.861
Renten en vergoedingen < 20 % 66.953 75.640 83.052 92.335 99.700< 10 % vanaf 1994 44.819 49.347 54.110 59.335 62.91010 % tot minder dan 16 % 19.690 23.040 25.034 28.394 31.32016 % tot minder dan 20 % 2.444 3.253 3.908 4.606 5.470
Totaal 163.955 174.516 184.753 189.325 195.825
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)
181
5.4 Aantal slachtoffers en rechtverkrijgenden (per 31.12) - beide stelsels (1)
Bron: FAO
Echtgenoten AscendentenDescen-
denten (3) Subtotaal
2007 53.855 8.881 1.298 2.429 12.608 66.4632008 53.122 8.670 1.240 2.447 12.357 65.4792009 52.203 8.409 1.159 2.427 11.995 64.1982010 52.401 8.192 1.095 2.388 11.675 64.0762011 50.739 7.945 956 2.071 10.972 61.711
2007 175 31 1 1 33 2082008 170 30 1 1 32 2022009 165 30 1 1 32 1972010 148 29 1 1 31 1792011 130 29 1 1 31 161
2007 123.299 6.600 997 223 7.820 131.1192008 128.414 6.360 976 193 7.529 135.9432009 133.531 6.093 920 164 7.177 140.7082010 138.280 5.819 839 143 6.801 145.0812011 142.640 5.564 781 132 6.477 149.117
2007 123 38 14 1 53 1762008 119 35 14 1 50 1692009 109 36 14 1 51 1602010 105 32 12 1 45 1502011 98 31 12 1 44 142
2007 112 67 14 24 105 2172008 109 65 14 23 102 2112009 103 63 13 18 94 1972010 100 63 12 13 88 1882011 95 61 11 11 83 178
2007 177.564 15.617 2.324 2.678 20.619 198.1832008 181.934 15.160 2.245 2.665 20.070 202.0042009 186.111 14.631 2.107 2.611 19.349 205.4602010 191.034 14.135 1.959 2.546 18.640 209.6742011 193.702 13.630 1.761 2.216 17.607 211.309
(2) Met blijvende arbeidsongeschiktheid.
(4) Met inbegrip van het aantal slachtoffers met een blijvende arbeidsongeschiktheid tot en met 19 %.
Slachtoffers (2)
RechtverkrijgendenAlgemeen
totaal
Verzekeringsmaatschappijen en Gemeenschappelijke kassen
FAO - Dienst voor de koopvaardij
FAO - Dienst voor de zeevisserij
Eigen verzekeraars
Fonds voor Arbeidsongevallen (4)
Totaal
(3) Descendenten: wil hier zeggen kinderen, kleinkinderen, broers en zussen (tijdelijke renten en gehandicapten).
(1) De renten voor de arbeidsongeschiktheden tot en met 19 % zijn ten laste van het repartitiestelsel, de overige renten zijn ten laste van het kapitalisatiestelsel.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)
182
6. Beroepsziekten 6.0 Methodologische nota De tak beroepsziekten wordt wat de werknemers uit de privésector betreft beheerst door de wet van 24.12.1963, gecoördineerd bij KB van 03.06.1970. Voor de overheidssector is er een aparte regeling voorzien in de wet van 03.07.1967. Het Fonds voor de Beroepsziekten treedt ook op als verzekeraar van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten. Aantal vergoedingen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid (tabel 6.1) Deze statistiek geeft telkens het aantal vergoedingen per categorie voor de maand december van het betrokken jaar. Voor de gepensioneerden moet men rekening houden met het KB van 13.01.1983 dat de vergoedingen beperkt in geval van cumul met een rust- of overlevingspensioen. Voor de personen die vóór 01.01.1983 genoten van een vergoeding gecumuleerd met een pensioen werd de indexering tijdelijk opgeschort en in het geval van herziening van een beroepsziekte wordt de vergoeding verdeeld in een geïndexeerd en een niet-geïndexeerd gedeelte. Voor de deelcategorieën, waarvan de definitie volgt, is het niet mogelijk op jaarbasis het detail te geven: • beperkte vergoeding: voor de gerechtigden op een rust- of overlevingspensioen; • niet-geïndexeerde vergoeding: voor getroffenen met een rustpensioen dat is ingegaan vóór
01.01.1983. De betrokkenen kunnen genieten van de verworven rechten; • gemengde vergoeding: gepensioneerden van vóór 01.01.1983 bij wie het bedrag van de
vergoeding na deze datum verhoogd werd ingevolge een herzieningsbeslissing. Aantal rechthebbenden op een jaarlijkse vergoeding ingevolge overlijden van het slachtoffer (tabel 6.2) Deze statistiek geeft het aantal basisvergoedingen per categorie voor de maand december van het betrokken jaar. Het aantal begrafenisvergoedingen slaat op het volledige jaar. Gemiddeld maandbedrag van de uitkeringen (tabel 6.3) Het gemiddelde maandbedrag voor december is berekend als de totale uitgaven per categorie telkens gedeeld door het overeenkomstige aantal vergoedingen opgenomen in de tabellen 6.1 en 6.2. De jaarlijkse uitgaven per schadepost (tabel 6.4) In de tabel zijn de globale jaarlijkse bedragen in duizenden euro opgesplitst volgens de voornaamste uitgavenposten. Het betreft hier dus zowel de privé als de RSZPPO - sector. Met ingang van 01.01.2010 worden krachtens het KB van 18.04.2010 tot wijziging van het KB van 03.07.1996 de uitkeringen voor werkverwijdering voor zwangere werkneemsters opgenomen bij de tak RIZIV-uitkeringen (cf. tabel 2.13).
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)
183
Aantal vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid volgens invaliditeitsgraad (tabel 6.5) De aantallen rechthebbenden met blijvende arbeidsongeschiktheid worden in deze tabel verdeeld volgens de graad van arbeidsongeschiktheid. Deze arbeidsongeschiktheidsgraad of invaliditeitsgraad is samen met het basisloon bepalend voor de rente welke het slachtoffer ontvangt. De tabel geeft tevens de uitsplitsing van de uitkeringen naar mijnwerkerspneumoconiose enerzijds en het geheel van de andere ziekten anderzijds. Aanvullende informatie over de verzekering voor beroepsziekten kunt u vinden in het jaarverslag van het FBZ of op de website: http://www.fbz.fgov.be.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)
184
Bron: FBZ
2007 2008 2009 2010 2011
Pneumoconiosis 11.662 10.624 9.677 8.796 7.958Niet-gepensioneerden 145 119 106 93 79Gepensioneerden 11.517 10.505 9.571 8.703 7.879
Andere ziekten 49.771 49.254 48.767 48.296 47.834Niet-gepensioneerden 22.148 21.307 20.527 19.763 18.987Gepensioneerden 27.623 27.947 28.240 28.533 28.847
Bron: FBZ
2007 2008 2009 2010 2011
Pneumoconiosis
Basisvergoeding 10.240 9.869 9.482 9.102 8.680Niet-gepensioneerden 302 297 289 279 261Gepensioneerden 9.938 9.572 9.193 8.823 8.419
Begrafenisvergoeding (1) 386 386 399 321
Andere ziekten
Basisvergoeding 3.222 3.293 3.416 3.438 3.505Niet-gepensioneerden 229 228 224 211 205Gepensioneerden 2.993 3.065 3.192 3.227 3.300
Begrafenisvergoeding (1) 284 284 301 213 258
(1) Aantal vergoedingen tijdens het volledige jaar.
6.1 Aantal vergoedingen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid (december)Privésector - Lijstsysteem en open systeem
6.2 Aantal rechthebbenden op een jaarlijkse vergoeding ingevolge het overlijden van het slachtoffer (december)Privésector - Lijstsysteem en open systeem
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)
185
Bron: FBZ
2007 2008 2009 2010 2011
Blijvende arbeidsongeschiktheid
Pneumoconiosis 303 312 309 353 358Niet-gepensioneerden 425 457 409 446 454Gepensioneerden 302 310 308 352 357
Andere ziekten 215 224 226 253 258Niet-gepensioneerden 308 322 327 328 332Gepensioneerden 140 149 152 202 209
Vergoeding ingevolge overlijden
Pneumoconiosis 357 376 382 389 403Niet-gepensioneerden 300 320 326 332 344Gepensioneerden 359 378 384 390 404
Andere ziekten 329 348 355 361 375Niet-gepensioneerden 441 482 490 504 524Gepensioneerden 320 339 346 352 366
6.3 Gemiddeld maandbedrag van de uitkeringen (euro) (december)Privésector - Lijstsysteem en open systeem
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)
186
6.4 Jaarlijkse uitgaven per schadepost (globaal) (duizend euro)
Bron: FBZ
2007 2008 2009 2010 2011
Blijvende arbeidsongeschiktheid 189.650 190.904 187.706 204.839 201.198
Pneumoconiosis 46.518 43.123 39.605 41.629 37.848Andere ziekten 143.132 147.781 148.101 163.210 163.350
Rechthebbenden ingevolge overlijden
60.332 62.209 62.049 61.242 61.587
Pneumoconiosis 46.409 46.929 45.873 44.838 43.995waarvan begrafenisvergoeding 610 743 656 586 485
Andere ziekten 13.922 15.280 16.177 16.404 17.592waarvan begrafenisvergoeding 584 626 688 518 679
Tijdelijke arbeidsongeschiktheid 5.000 4.767 4.938 5.630 9.146Pneumoconiosis 0 0 0 0 0Andere ziekten 5.000 4.767 4.938 5.630 9.146
Werkverwijdering (1) 70.963 74.176 69.056 49.774 2.548Pneumoconiosis 0 0 0 0 0Andere ziekten 70.963 74.176 69.056 49.774 2.548
Geneeskundige verzorging 6.700 6.490 6.184 5.687 5.169Pneumoconiosis 1.678 1.540 1.141 1.145 876Andere ziekten 5.022 4.950 5.044 4.542 4.292
Totaal 332.645 338.546 329.933 327.172 279.647
(1) Last overgedragen naar het RIZIV vanaf 2010.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)
187
Bron: FBZ Toestand december 2011
Mijnwerkers- pneumoconiose
Andere ziekten
Minder dan 5 % 1.568 5.846 7.4145 - 9 % 1.511 14.442 15.95310 - 14 % 917 10.179 11.09615 - 19 % 215 2.840 3.05520 - 24 % 354 3.713 4.06725 - 29 % 397 2.571 2.96830 - 34 % 439 2.423 2.86235 - 39 % 220 1.359 1.57940 - 44 % 395 1.341 1.73645 - 49 % 295 709 1.00450 - 54 % 315 475 79055 - 59 % 246 277 52360 - 64 % 247 227 47465 - 69 % 167 163 33070 - 74 % 149 140 28975 - 79 % 123 123 24680 - 84 % 93 121 21485 - 89 % 79 119 19890 - 94 % 47 62 10995 - 99 % 28 35 63100 % 153 669 822
- waarvan hulp van derden 50 89 139
Totaal 7.958 47.834 55.792
6.5 Aantal vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid volgens de invaliditeitsgraad Privésector - Lijstsysteem en open systeem
Percentage van de blijvende arbeidsongeschiktheid
Aantal uitkeringen voor
Totaal
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)
188
7. Werkloosheid, activering van de werkloosheid, brugpensioen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet 7.0 Methodologische nota De voornaamste voorwaarden om van werkloosheidsvergoedingen te kunnen genieten zijn: zonder loon zijn, dus geen arbeid verrichten (behoudens de gevallen van activering van
werkloosheidsuitkeringen); werkloos zijn ingevolge omstandigheden die onafhankelijk zijn van zijn wil; beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, wat o.m. wil zeggen ingeschreven zijn als
werkzoekende bij het subregionale arbeidsbureau, afhangend van VDAB, FOREM, Actiris of Arbeitsamt.
De statistische gegevens De RVA baseert zich voor zijn statistieken enerzijds op de door de uitbetalingsinstellingen uitgevoerde betalingen inzake werkloosheid, brugpensioen en activering en, anderzijds, op de door de RVA zelf uitgevoerde betalingen: de loopbaanonderbreking en het tijdskrediet. Fysieke eenheden Het aantal betalingen dat werd verricht tijdens de maand wordt gebruikt als maat voor het aantal fysieke eenheden. De maand waarin de betaling uitgevoerd wordt is de indieningsmaand. De refertemaand is de maand waarop de betaling betrekking heeft. De keuze van de indieningsmaand wordt vooral ingegeven door pragmatische redenen: het aantal betalingen tijdens de indieningsmaand staat vast en wijzigt niet meer, terwijl het aantal betalingen van een bepaalde refertemaand door de indiening van achterstallige betalingen voortdurend wijzigt. Het aantal betalingen stemt niet overeen met het aantal personen die tijdens de indieningsmaand betaald worden: een persoon kan immers begunstigde zijn van meerdere betalingen. Gemiddeld aantal Stemt overeen met het gemiddeld aantal uitkeringsgerechtigden betaald per vergoedbare dag in de loop van de beschouwde maand. Het gemiddeld aantal wordt berekend door het aantal ingediende dagen te delen door het aantal vergoedbare dagen van de betreffende refertemaand. Dagen Het totaal aantal dagen waarvoor de uitkeringsgerechtigden uitkeringen hebben ontvangen. Het maximum aantal dagen per maand en per uitkeringsgerechtigde is het totaal aantal kalenderdagen verminderd met het aantal zondagen in de maand (de vergoedbare dagen). Gemiddelde daguitkering (per vergoede dag) De som van de bedragen gedeeld door het aantal vergoede dagen. Uitgaven Het bedrag aan uitkeringen die tijdens de maand of het jaar werd betaald.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
189
WERKLOOSHEID (tabellen 7.1 - 7.5 en 7.10) De werkloosheidsreglementering maakt een onderscheid tussen volledige werklozen en tijdelijke werklozen. Een volledig werkloze is ofwel een werkloze die niet verbonden is door een arbeidsovereenkomst1 ofwel een deeltijdse werknemer voor de uren waarop hij gewoonlijk niet werkt. Een tijdelijk werkloze is een werkloze die door een arbeidsovereenkomst verbonden is en waarvan de uitvoering tijdelijk, geheel of gedeeltelijk, geschorst is. De rubriek "volledige werkloosheid" gaat over de situatie van de voltijdse werknemer die volledig werkloos is. Voor de werkloosheidsverzekering is een betrekking voltijds wanneer de werknemer tegelijkertijd aan volgende voorwaarden voldoet: de gemiddelde en normale duur van het werk moet minstens 35 uren per week bedragen; het weekloon moet overeenstemmen met het loon voor een volledige werkweek in het bedrijf. Elke werknemer die niet voldoet aan bovenvermelde voorwaarden, is een deeltijdse werknemer. Volledige werkloosheid Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen - werkzoekenden (UVW – WZ)
Na een voltijdse tewerkstelling De niet werkende volledig werklozen die zijn ingeschreven als werkzoekende op basis van arbeidsprestaties omvatten: de volledig werklozen die uitkeringen genieten op basis van arbeidsprestaties; de volledig werklozen die uitkeringen genieten op basis van arbeidsprestaties verricht bij
het OCMW; de volledig werklozen afkomstig uit een andere EU-lidstaat die zich naar België begeven
(uitvoer van rechten naar België); de werklozen die uitkeringen genieten op basis van arbeidsprestaties in een beschutte
werkplaats.
Na studies Het betreft: de jongeren die aan de deeltijdse leerplicht voldoen en die aanspraak maken op
overbruggingsuitkeringen; de niet werkende volledig werklozen die ingeschreven zijn als werkzoekende en die
wachtuitkeringen ontvangen op basis van studies of van een leertijd.
Tewerkgestelden in een beschutte werkplaats Volledig werklozen die zijn tewerkgesteld in een beschutte werkplaats. De mindervalide werknemer behoudt het recht op uitkeringen tijdens zijn/haar tewerkstelling indien hij/zij door de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling wordt beschouwd als moeilijk te plaatsen en voor zover hij/zij er is tewerkgesteld door toedoen van die gewestelijke dienst.
1 Voor een definitie van dit begrip cf. Beknopt Overzicht van de Sociale Zekerheid in België.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
190
Oudere werklozen
Sinds 01.07.2002 moeten werklozen die nog geen 58 jaar zijn in principe ingeschreven zijn als werkzoekende. Na 312 uitkeringen zullen deze werklozen (van 50 tot 57 jaar) een mini-vrijstelling kunnen bekomen (aanmelding ter gemeentelijke controle)2. Enkel de werklozen van 50 tot 57 jaar die een omvangrijk beroepsverleden kunnen aantonen, zullen de maxi-vrijstelling kunnen bekomen (beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt). De werklozen die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt, kunnen, vanaf hun eerste werkloosheidsdag, de maxi-vrijstelling bekomen. Enkel de gerechtigden op een maxi-vrijstelling worden in dit statuut opgenomen.
Andere
Volledig werklozen met vrijstelling wegens beroepsopleiding Het gaat hier om een beroepsopleiding georganiseerd of gesubsidieerd door de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding, alsmede om de individuele opleiding in een onderneming of in een onderwijsinstelling erkend door die gewestelijke dienst. Begeleidingsuitkering Wie tijdens de wachttijd een opleiding volgt ter voorbereiding van een startbaanovereenkomst kan genieten van een begeleidingsuitkering. Na een vrijwillig deeltijdse tewerkstelling De werklozen die gerechtigd zijn op werkloosheidsuitkeringen na een vrijwillig deeltijdse tewerkstelling (zij ontvangen halve uitkeringen in verhouding tot het gewerkte uurrooster tijdens de deeltijdse betrekking).
Studies en andere vrijstellingen Het betreft: de vrijgestelden van inschrijving als werkzoekende om studies, cursussen of een opleiding
te volgen; de werklozen van 50 jaar en ouder die zich naar het buitenland begeven om hun
beroepservaring gratis en vrijwillig ten dienste van een vreemd land te stellen; de jonge werklozen die als coöperant werken; de werklozen die deelnemen aan een humanitaire actie in het buitenland; de leerkrachten die zijn vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende in juli en augustus. Deeltijdse werknemers met behoud van rechten en een inkomensgarantie-uitkering Vanaf 01.06.1993 werd een nieuwe categorie deeltijdse werknemers gecreëerd: de deeltijdse werknemers met behoud van rechten. Een deeltijds werknemer met behoud van rechten kan tijdens zijn/haar deeltijdse tewerkstelling en onder bijzondere voorwaarden een inkomensgarantie-uitkering genieten. Het nettobedrag van de inkomensgarantie-uitkering komt overeen met het verschil tussen de referte-uitkering van de betrokken persoon, vermeerderd met een toeslag, en de nettobezoldiging die werd ontvangen voor de betrokken maand. Vrijgestelden wegens sociale en familiale moeilijkheden Het gaat om volledig werklozen die tijdelijk zijn vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende wegens moeilijkheden op sociaal en familiaal vlak. Die vrijstelling wordt toegekend voor een periode van 6 maanden, met een maximum van 12 maanden (de mogelijkheid bestaat om die periode te verlengen). Tijdens de eerste 24 maanden krijgt de werkloze 260,26 euro per maand. Vanaf de 25ste maand is dat 211,38 euro per maand. Die bedragen worden niet geïndexeerd.
2 Het betreft de toestand voor de periode 2001-2005. Vanaf 15.12.2005 werd de gemeentelijke stempelcontrole afgeschaft.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
191
Tijdelijke werkloosheid
De tijdelijk werklozen zijn werknemers van wie de arbeidsovereenkomst tijdelijk is geschorst (voor de redenen overmacht, technische stoornis, slecht weer, economische redenen, jaarlijkse vakantie, staking / lock-out).
Andere uitkeringen Onthaalouders
In het ad-hoc sociaal statuut van de onthaalouders wordt voorzien in een vergoeding voor onvolledige bezetting omwille van redenen onafhankelijk van de wil van de onthaalouder.
Jeugdvakantie
De jongere die afstudeert, jonger is dan 25 jaar en ten minste één maand werkt als loontrekkende gedurende het jaar waarin hij zijn studies heeft beëindigd, kan het daaropvolgende jaar jeugdvakantie nemen ter aanvulling van zijn onvolledig recht op vakantie (zodat de totale vakantieperiode 4 weken bedraagt).
Seniorvakantie De uitkeringsgerechtigde volledige werkloze van 50 jaar of ouder, die na een inactiviteitsperiode terug aan het werk gaat, kan het daarop volgende jaar seniorvakantie nemen ter aanvulling van zijn onvolledig recht op vakantie (zodat de totale vakantieperiode 4 weken bedraagt).
Overgang van zwaar naar licht werk (Overstappremie) Oudere werknemers die overschakelen van zwaar naar lichter werk en daardoor een inkomensverlies lijden, kunnen, volgens de leeftijd, voor een bepaalde periode een tegemoetkoming krijgen uit het Ervaringsfonds.
Crisispremie (vanaf 2012 ontslagpremie)
In uitvoering van de Ministerraad van 15.12.2009 werd naast de verlenging van de anticrisismaatregelen beslist om tijdens de crisis een forfaitaire crisispremie toe te kennen aan de arbeiders bij ontslag. Deze maatregel werd meermaals verlengd en loopt nu tot 31.12.2011.
Kinderopvangtoeslag
Alleenstaande ouders met kinderen die ten minste 3 maanden vergoed werkloos zijn en het werk hervatten, kunnen van een premie per maand genieten. Deze vergoeding bestaat uit een maandelijkse kinderopvangtoeslag vanaf 01.02.2009 en dit gedurende maximaal 12 maanden.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
192
Activering van de werkloosheid
De activering van de werkloosheidsuitkeringen is de laatste jaren zeer belangrijk geworden. Door de activering van de uitkering subsidieert de RVA het nettoloon van de werknemer, zodat de loonkost voor de werkgever vermindert. De loonkost wordt verminderd door een gelijktijdige vermindering van de werkgeversbijdragen. Op deze wijze moet het aantrekkelijker worden voor de werkgevers om bepaalde doelgroepen van werklozen aan te werven, die anders minder kans zouden maken zich in het arbeidscircuit in te schakelen. Het uiteindelijke doel is dat de werknemer door inschakeling en opleiding zijn betrekking kan behouden, ook nadat de voordelen voor de werkgever beëindigd zijn.
De activering van de werkloosheidsuitkeringen bevat de volgende uitkeringsstatuten:
Volledig werklozen met PWA-vrijstelling
Volledig werklozen die als stadswacht of na prestaties in een PWA zijn vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende. De vrijstelling wegens prestaties in een PWA geldt voor een periode van 6 maanden indien in de 6 voorafgaande maanden minstens 180 arbeidsuren in een PWA kunnen worden bewezen.
Doorstromingsprogramma's (integratieuitkeringen)
De werknemers die zijn tewerkgesteld in een doorstromingsprogramma (van toepassing in de openbare sector) om te voldoen aan collectieve maatschappelijke noden waaraan niet of onvoldoende wordt tegemoetgekomen via de reguliere arbeidscircuits.
Dienstenbanen
Is gerechtigd op een herinschakelingsuitkering, de werknemer die is tewerkgesteld in een dienstenbaan (van toepassing in de private sector) met het oog op de creatie van bijkomende tewerkstelling in taken die in het algemeen niet of niet meer worden verricht en die de kwaliteit van de diensten aan een klant verhogen, de arbeidsomstandigheden verbeteren voor het geheel van de werknemers in dienst van die werkgever of die betrekking hebben op het leefmilieu van de betrokken onderneming of van de gemeente, met inbegrip van de verbetering van de reinheid of van de veiligheid in de wijken.
Banenplanuitkering
Deze komt toe aan de werknemer die op het ogenblik van de indiensttreding langdurig werkloos is in de zin van de regeling van de sociale inschakelingseconomie. De werkgever is gerechtigd op vrijstelling van werkgeversbijdragen in het kader van het voordeelbanenplan.
Invoeginterim
Sedert 01.10.2000 kunnen werkgeversgroeperingen en uitzendkantoren langdurig niet werkende werkzoekenden, gerechtigden op het leefloon en rechthebbenden op OCMW-steun aanwerven en ze ter beschikking stellen van één of meerdere gebruikers. Indien de werknemer een uitkeringsgerechtigde volledig werkloze is, kan hij/zij tijdens de tewerkstelling een invoeguitkering krijgen.
Sociale Inschakelingseconomie (SINE) (herinschakelingsuitkering)
Ook in de sociale-economiesector is een activering van de werkloosheidsuitkering mogelijk voor zeer moeilijk te plaatsen werklozen. De betrokken werknemers moeten minstens 60 maanden ononderbroken werkloosheids- of wachtuitkeringen genieten. De werkgever betaalt het volledige nettoloon aan de werknemer maar ontvangt van de RVA een loonsubsidie. De werkgever ontvangt elke maand een herinschakelingsuitkering van de RVA.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
193
Activa (werkuitkering) Activa is het nieuwe stelsel van de activering van de werkloosheidsuitkeringen (vanaf 01.01.2002) en streeft naar het op termijn oprichten van één enkel systeem voor de activering van de werkloosheid. De maatregel is een middel om de tewerkstellingsgraad in het algemeen, en deze van de oudere werknemers (meer dan 45 jaar) in het bijzonder te verhogen. Het plan Activa omvat: Plan Activa Plus (strijd tegen de armoede)
Er zijn vanaf 01.01.2003 enige wijzigingen aangebracht in het plan Activa. Deze wijzigingen hebben betrekking op de indienstneming van werknemers die gewoonlijk verblijven in een gemeente met verhoogde werkloosheids- of armoedegraad door gemeenten, OCMW’s, VZW’s, sociale huisvestingsmaatschappijen en vennootschappen met een sociaal oogmerk.
Plan Activa PVP (preventie- en veiligheidspersoneel) Het betreft hier eveneens een wijziging van het plan Activa vanaf 01.01.2003. Deze wijziging heeft betrekking op de indienstneming van preventie- of veiligheidspersoneel door gemeenten die een veiligheidscontract hebben afgesloten.
WIN-WIN aanwervingsplan Dit aanwervingsplan biedt uitzonderlijke voordelen in de huidige crisisperiode vanaf 01.01.2010. Het WIN-WIN aanwervingsplan is vooral gericht op 3 doelgroepen: de werkzoekenden jonger dan 26 jaar, de uitkeringsgerechtigde werklozen die minimum 50 jaar oud zijn en de uitkeringsgerechtigde werklozen die minimum 1 tot maximum 2 jaar werkzoekend zijn.
Startbanen
Het betreft een nieuwe deelcategorie van de activering van de werkloosheid, die werd ingevoerd vanaf 01.04.2006. Deze maatregel steunt op de beslissing van de Ministerraad van 02.12.2005 ter bevordering van de tewerkstelling van jonge laaggeschoolde of zeer laaggeschoolde jongeren. Deze jongeren zijn gerechtigd op een wachtuitkering van ten hoogste 350 euro per kalendermaand als ze worden aangeworven met een voltijdse startbaanovereenkomst.
Opleidingsmaatregelen
Het betreft een nieuwe deelcategorie van de activering van de werkloosheid, die ingevolge het Generatiepact werd ingevoerd vanaf 01.04.2006 om de mogelijkheid tot het opdoen van werkervaring uit te breiden. Deze opleidingsmaatregelen omvatten: De opleidingsuitkering is een uitkering die gegeven wordt aan niet-uitkeringsgerechtigde
werklozen die een individuele beroepsopleiding in een onderneming volgen. Deze maatregel vervangt het jongerenactiva plan. Het bedrag van de opleidingsuitkering stemt overeen met het bedrag van de wachtuitkering.
De stage-uitkering is een uitkering die gegeven wordt aan schoolverlaters die tijdens de wachttijd een instapstage van 2 maanden volgen in een onderneming. Het bedrag van de stage-uitkering stemt overeen met het bedrag van de wachtuitkering.
De vestigingsuitkering is een uitkering die gegeven wordt gedurende ten hoogste 6 maanden aan de niet-uitkeringsgerechtigde werklozen die zich onder begeleiding van het Participatiefonds voorbereiden op een vestiging als zelfstandige. Deze maatregel is dus vooral gericht op schoolverlaters in wachttijd. Het bedrag van de vestigingsuitkering stemt overeen met het bedrag van de wachtuitkering.
Werkhervattingstoeslag voor oudere werklozen
Sommige uitkeringsgerechtigde volledig werklozen van 50 jaar en ouder krijgen van de RVA een forfaitaire maandelijkse uitkering in geval van werkhervatting in loondienst (of in overheidsdienst) vanaf 30.06.2002.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
194
BRUGPENSIOEN (tabellen 7.6 - 7.7 en 7.10) Voltijds (conventioneel) brugpensioen (de voltijdse oudere grensarbeiders inbegrepen) Regeling die sommige oudere werknemers, in geval van ontslag, het voordeel biedt om, naast de werkloosheidsuitkering, een aanvullende vergoeding te genieten ten laste van de werkgever of van een in de plaats tredend fonds (bijvoorbeeld een Fonds voor Bestaanszekerheid). Het conventioneel brugpensioen is dus geen vervroegd pensioen maar het gaat om volledige werkloosheid gepaard gaande met een aanvullende vergoeding. Het conventioneel brugpensioen heeft enkel betrekking op de werknemers uit de privé-sector. Halftijds (conventioneel) brugpensioen De werknemers kunnen halftijds brugpensioen genieten indien zij: een beroepsloopbaan van 25 jaar als werknemer kunnen bewijzen; recht hebben op werkloosheidsuitkeringen; tijdens de laatste 12 maanden voltijds hebben gewerkt; halftijds gaan werken; een bepaalde leeftijd hebben bereikt. Het te waarborgen inkomen in geval van halftijds brugpensioen ligt halverwege tussen het voltijds nettoloon en het voltijds brugpensioen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
195
LOOPBAANONDERBREKING EN TIJDSKREDIET (tabellen 7.8 - 7.9 en 7.10) De loopbaanonderbreking is een stelsel dat werknemers de mogelijkheid biedt hun beroepsloopbaan volledig of gedeeltelijk te onderbreken met toekenning van een uitkering. De toegekende uitkering is afhankelijk van de aard van de loopbaanonderbreking (volledig, halftijds,...) en het arbeidsstelsel (voltijds of halftijds). Sedert 01.07.2002 is een nieuw stelsel in werking getreden voor de autonome overheidsbedrijven: die gegevens worden opgenomen bij de loopbaanonderbreking. De specifieke vormen van loopbaanonderbreking gelden voor alle werknemers: Het ouderschapsverlof biedt de mogelijkheid ofwel zijn arbeidsprestaties gedurende 3
opeenvolgende maanden volledig te onderbreken, ofwel, in geval van een voltijdse betrekking, de arbeidsprestaties gedurende 6 opeenvolgende maanden tot een halftijdse betrekking te verminderen om te zorgen voor jonge kinderen.
Het palliatief verlof biedt de mogelijkheid zijn arbeidsprestaties volledig te onderbreken of te verminderen gedurende een periode van één maand, eventueel verlengbaar met één maand, om palliatieve zorgen te verstrekken aan een ongeneeslijk ziek persoon.
Medische bijstand biedt de mogelijkheid de loopbaan volledig te onderbreken of de arbeidsprestaties te verminderen om een ernstig ziek gezinslid of familielid tot de tweede graad (broer, zus, ouders, grootouders...) bijstand te verlenen of te verzorgen.
Sedert 01.01.2002 is de loopbaanonderbreking uit de privé-sector vervangen door het “tijdskrediet”. Het tijdskrediet maakt het mogelijk de beroepsloopbaan tijdelijk volledig of gedeeltelijk te onderbreken. Tijdens de periode van schorsing van de arbeidsovereenkomst of van de vermindering van prestaties wordt de uitkering door de RVA betaald. Er zijn 3 formules: de volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst en de vermindering tot een halftijdse
betrekking; de vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5; voor de werknemers van minstens 50 jaar, de vermindering van de arbeidsprestaties tot een
halftijdse betrekking of de vermindering met 1/5. Aanvullende informatie over de werkloosheidsverzekering kan u in de volgende publicaties van de RVA vinden: Jaarverslag (financiële gegevens);- Statistisch Jaarboek (betaalstatistieken) en op de website van de RVA: www.rva.fgov.be.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
196
Bron: RVA
2007 2008 2009 2010 2011
Volledige werkloosheid 663.702 629.229 657.144 659.380 634.626UVW-WZ 429.576 404.316 434.598 438.845 422.199Oudere werklozen 107.939 100.844 94.801 89.193 83.077Anderen 126.187 124.070 127.745 131.341 129.350
Tijdelijke werkloosheid 119.949 134.737 210.864 173.286 140.847
Globale werkloosheid 783.651 763.966 868.008 832.666 775.473
Bron: RVA
2007 2008 2009 2010 2011
jonger dan 20 jaar 5.714 5.223 5.870 5.725 4.95620 - 25 jaar 57.069 53.227 59.666 58.266 53.63825 - 30 jaar 64.247 59.876 65.308 65.197 61.10630 - 35 jaar 53.414 49.989 54.512 55.736 54.09135 - 40 jaar 51.569 48.348 51.192 50.773 48.12340 - 45 jaar 52.178 47.117 49.307 49.017 47.13345 - 50 jaar 52.417 46.026 47.472 47.531 46.10250 - 55 jaar 62.284 58.904 58.178 56.632 53.58455 - 60 jaar 27.329 32.731 40.262 46.613 49.43460 jaar en ouder 3.355 2.874 2.829 3.356 4.033
Totaal 429.576 404.316 434.598 438.845 422.199
7.1 Aantal werklozen naar groep en categorie (fysieke eenheden) (jaargemiddelden)
7.2 Effectieven, UVW-WZ naar vijfjarige leeftijdsklassen (fysieke eenheden) (jaargemiddelden)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
197
Bron: RVA
2007 2008 2009 2010 2011
Volledige werkloosheid Gemiddeld aantal 572.002 538.853 562.566 562.770 537.431Dagen 179.019.237 169.127.791 176.047.947 176.057.164 168.162.238Gemiddelde daguitkering (euro) 29,97 31,75 33,29 33,71 34,74Uitgaven (duizend euro) 5.366.351 5.372.792 5.861.674 5.938.265 5.843.136
Tijdelijke werkloosheid Gemiddeld aantal 29.963 32.381 60.566 49.507 35.895Dagen 9.365.304 10.132.569 18.905.837 15.389.969 11.245.277Gemiddelde daguitkering (euro) 40,67 42,35 55,55 56,32 57,63Uitgaven (duizend euro) 381.410 430.637 1.052.999 872.802 647.474
Globale werkloosheid Gemiddeld aantal 601.965 571.233 623.132 612.278 573.326Dagen 188.384.541 179.260.360 194.953.783 191.447.133 179.407.515Gemiddelde daguitkering (euro) 30,51 32,36 35,45 35,54 36,17Uitgaven (duizend euro) 5.747.762 5.803.429 6.914.673 6.811.067 6.490.610
7.3 Volledige - en tijdelijke werkloosheid: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
198
7.4 Werkloosheid - Andere uitkeringen
Bron: RVA
2007 2008 2009 2010 2011
Onthaalouders Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 4.087 3.898 3.742 3.636 3.484Gemiddelde maanduitkering (euro) 91,55 94,49 99,77 102,70 105,08Uitgaven (duizend euro) 4.490 4.420 4.481 4.480 4.393
Jeugdvakantie Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 3.085 3.209 2.872 2.574 2.725Gemiddeld aantal 584 581 532 472 487Dagen 183.390 182.964 168.711 149.726 154.309Gemiddelde daguitkering (euro) 42,90 44,57 46,26 46,68 48,01Uitgaven (duizend euro) 7.847 8.128 7.703 6.903 7.313
Seniorvakantie Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 123 160 113 151 230Gemiddeld aantal 27 33 24 31 46Dagen 8.621 10.496 7.580 9.827 14.681Gemiddelde daguitkering (euro) 41,44 43,26 43,52 45,40 46,75Uitgaven (duizend euro) 355 452 327 442 678
Overstappremie Fysieke eenheden (jaargemiddelde) - - - 5 9Gemiddelde maanduitkering (euro) - - - 85,28 96,70Uitgaven (duizend euro) - - - 5 11
Crisispremie Fysieke eenheden (jaargemiddelde) - - - 2.274 3.524Gemiddelde maanduitkering (euro) - - - 1.135,39 1.123,31Uitgaven (duizend euro) - - - 30.985 47.506
Kinderopvangtoeslag Fysieke eenheden (jaargemiddelde) - - 409 1.341 1.236Gemiddelde maanduitkering (euro) - - 74,87 75,57 77,79Uitgaven (duizend euro) - - 368 1.216 1.154
Totaal andere uitkeringen Fysieke eenheden (jaargemid.) 7.295 7.267 7.137 9.981 11.208Uitgaven (duizend euro) 12.692 12.999 12.878 44.032 61.054
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
199
7.5 Activering van de werkloosheid
Bron: RVA
2007 2008 2009 2010 2011
PWA Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 1.328 1.431 1.465 1.425 1.361Gemiddeld aantal 1.309 1.412 1.442 1.407 1.342Dagen 410.250 443.775 451.897 440.862 420.509Gemiddelde daguitkering (euro) 27,96 29,66 30,54 30,93 32,15Uitgaven (duizend euro) 11.454 13.149 13.785 13.624 13.507
Doorstromingsprogramma Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 5.748 5.756 5.693 5.213 4.900Gemiddelde maanduitkering (euro) 405,34 406,92 413,88 415,56 410,42Uitgaven (duizend euro) 27.959 28.106 28.275 25.994 24.132
SINE-contracten Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 8.713 10.212 11.093 11.626 11.400Gemiddelde maanduitkering (euro) 456,69 455,20 455,49 456,15 457,54Uitgaven (duizend euro) 47.749 55.780 60.632 63.641 62.591
Activa-plan (1)
Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 38.257 39.674 34.252 45.781 74.215Gemiddelde maanduitkering (euro) 385,49 387,46 384,93 523,25 633,32Uitgaven (duizend euro) 176.972 184.465 158.215 287.457 564.023
Startbanen (2)
Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 729 506 439 251 216Gemiddelde maanduitkering (euro) 336,33 346,71 348,49 358,42 351,25Uitgaven (duizend euro) 2.940 2.105 1.835 1.078 911
Opleidingsmaatregelen (3)
Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 2.705 2.644 2.163 2.390 2.531Gemiddeld aantal 2.232 2.143 1.750 1.910 1.989Dagen 698.317 671.676 547.294 597.305 622.675Gemiddelde daguitkering (euro) 15,75 16,50 16,73 17,10 17,51Uitgaven (duizend euro) 11.004 11.105 9.164 10.221 10.901
Werkhervattingstoeslag Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 4.605 7.192 9.029 13.060 17.396Gemiddelde maanduitkering (euro) 172,18 178,94 182,75 183,04 182,80Uitgaven (duizend euro) 9.515 15.444 19.802 28.685 38.161
Totaal activering v/d werkloosheid Fysieke eenheden (jaargemid.) 62.084 67.415 64.134 79.746 112.019Gemid. maanduitkering (euro) 386,03 383,39 379,03 450,08 531,33Uitgaven (duizend euro) 287.593 310.153 291.707 430.699 714.227
(2) Het jongeren-activa plan inbegrepen. (3) Het betreft een groepering van de opleidingsuitkering, de stage-uitkering en de vestigingsuitkering.
(1) Het betreft een groepering van het oorspronkelijke Plan Activa, het Plan Activa Plus (strijd tegen de armoede), het Plan Activa PVP (preventie- en veiligheidspersoneel) en het WIN-WIN aanwervingsplan (KB van 21.12.2009).
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
200
7.6 Brugpensioen: effectieven (fysieke eenheden) (jaargemiddelden)
Bron: RVA
2007 2008 2009 2010 2011
Voltijds brugpensioen 113.618 115.347 117.529 120.322 119.218Halftijds brugpensioen 702 617 582 624 663
Totaal brugpensioen 114.320 115.964 118.111 120.946 119.881
7.7 Brugpensioen: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven
Bron: RVA
2007 2008 2009 2010 2011
Voltijds brugpensioen Gemiddeld aantal 111.267 112.703 114.747 117.334 116.181Dagen 34.826.456 35.385.253 35.913.059 36.720.582 36.355.391Gemiddelde daguitkering (euro) 38,94 40,69 41,75 43,26 44,94Uitgaven (duizend euro) 1.356.298 1.440.014 1.499.323 1.588.732 1.634.240
Halftijds brugpensioen Gemiddeld aantal 695 612 576 618 654Dagen 217.577 192.226 180.216 193.517 204.546Gemiddelde daguitkering (euro) 13,39 13,90 14,22 14,39 14,79Uitgaven (duizend euro) 2.915 2.674 2.564 2.784 3.027
Totaal brugpensioen Gemiddeld aantal 111.962 113.316 115.324 117.953 116.835Dagen 35.044.033 35.577.479 36.093.274 36.914.099 36.559.937Gemiddelde daguitkering (euro) 38,79 40,55 41,61 43,11 44,77Uitgaven (duizend euro) 1.359.213 1.442.688 1.501.887 1.591.516 1.637.267
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
201
Bron: RVA
2007 2008 2009 2010 2011
Volledige onderbreking 28.070 27.040 25.353 24.685 24.280Loopbaanonderbreking 16.618 16.708 16.347 16.288 16.486Tijdskrediet 11.452 10.332 9.006 8.397 7.794
Vermindering van prestaties 195.249 208.639 227.075 240.890 247.009Loopbaanonderbreking 95.033 100.113 108.336 116.968 119.017Tijdskrediet 100.216 108.526 118.740 123.922 127.992
Totaal loopbaanonderbreking en tijdskrediet
223.319 235.679 252.429 265.575 271.290
Bron: RVA
2007 2008 2009 2010 2011
Volledige onderbreking Gemiddeld aantal 26.175 25.004 23.198 22.382 21.942Dagen 8.166.512 7.801.171 7.237.746 6.983.280 6.845.809Gemiddelde maanduitkering (euro) 428,43 444,33 448,19 448,42 461,41Uitgaven (duizend euro) 144.310 144.177 136.357 132.833 134.438
Vermindering van prestaties Gemiddeld aantal 193.855 207.052 225.311 238.965 244.923Dagen 60.482.854 64.600.270 70.297.093 74.556.937 76.416.109Gemiddelde maanduitkering (euro) 214,35 221,97 225,00 224,83 229,38Uitgaven (duizend euro) 502.221 555.737 613.094 649.899 679.898
Totaal loopbaanonderbreking en tijdskrediet
Gemiddeld aantal 220.030 232.056 248.509 261.347 266.865Dagen 68.649.366 72.401.441 77.534.839 81.540.217 83.261.918Gemid. maanduitkering (euro) 241,26 247,48 247,41 245,61 250,14Uitgaven (duizend euro) 646.531 699.914 749.452 782.731 814.336
7.9 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde maanduitkering, uitgaven
7.8 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: effectieven (fysieke eenheden) (jaargemiddelden)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
202
Bron: RVA
2007 2008 2009 2010 2011
Werkloosheid 6.088.379 6.179.715 7.269.642 7.352.850 7.350.716Volledige werkloosheid 5.406.684 5.425.924 5.912.425 6.005.408 5.927.961Tijdelijke werkloosheid 381.410 430.638 1.052.999 872.801 647.474
Voorschotten UI, deel RVA 261.838 299.896 733.309 608.848 452.105Voorschotten UI, deel FSO 119.572 130.742 319.690 263.953 195.369
Andere uitkeringen 12.692 13.000 12.511 43.942 61.054Onthaalouders 4.490 4.420 4.481 4.480 4.393Jeugdvakantie 7.847 8.128 7.703 6.818 7.313Seniorvakantie 355 452 327 438 678Overstappremie - - 0 5 11Crisispremie - - - 30.985 47.506Kinderopvangtoeslag - - - 1.216 1.154
Activering van de werkloosheid 287.593 310.153 291.707 430.699 714.227
Brugpensioen (2) 1.374.426 1.435.299 1.507.251 1.565.059 1.653.211
Loopbaanonderbreking en tijdskrediet
645.900 703.674 747.423 782.223 814.137
Totaal 8.108.705 8.318.688 9.524.316 9.700.132 9.818.064
7.10 Synthesetabel: uitgaven voor werkloosheid, brugpensioen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet (duizend euro) (1)
(2) De inhouding op de conventionele brugpensioenen en op de verhoogde werkloosheidsuitkeringen toegestaan aan de oudere ontslagen of volledig werkloze grensarbeiders (wet van 30.3.1994 en wet van 21.12.1994) wordt afgetrokken van de uitgaven voor brugpensioenen. Vanaf 1997 wordt deze inhouding verhoogd tot 3 %.
(1) Voorschotten aan de uitkeringsinstellingen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
203
8. Mijnwerkersinvaliditeitspensioenen 8.0 Methodologische nota Een invaliditeitspensioen wordt toegekend aan mijnwerkers die, ingevolge ziekte, arbeidsongeschikt zijn. De aanvraag voor een invaliditeitspensioen dient in principe binnen de twee jaar na effectieve stopzetting van het werk in de mijn ingediend te zijn. Er dient een zekere voorwaarde inzake anciënniteit vervuld te zijn om recht te hebben op een invaliditeitspensioen. In principe betreft dit voor tewerkstelling in de ondergrond minimum vijf effectieve dienstjaren en voor bovengrondse tewerkstelling minimum tien jaren dienst. Het invaliditeitspensioen kan verkregen worden na een periode van primaire arbeidsongeschiktheid van zes maanden. Het bedrag van het invaliditeitspensioen wordt bepaald op basis van de hoedanigheid van de werknemer (ondergrondse of bovengrondse mijnwerker) en het aantal personen ten laste. Het betreft een vastgesteld jaarbedrag dat gekoppeld is aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het invaliditeitspensioen wordt maandelijks uitbetaald. De gerechtigden op een invaliditeitspensioen ontvangen eveneens een verwarmingstoelage. Deze wordt toegekend per maandelijkse fracties van één twaalfde van het jaarbedrag. Deze toelage is eveneens gebonden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. De wegens invaliditeit gepensioneerden hebben bovendien recht op een vakantiegeld en een aanvullend vakantiegeld dat jaarlijks uitbetaald wordt. Het invaliditeitspensioen is niet meer verschuldigd wanneer de mijnwerker in rustpensioen treedt of de leeftijd van 65 jaar bereikt. Het invaliditeitspensioen wordt niet meer uitgekeerd wanneer de arbeidsongeschiktheid in de mijn niet meer bewezen is. Door de sluiting van de mijnen in België is het stelsel van de invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers een uitdovend stelsel. Sinds de afschaffing van het NPM, op 01.01.1999, wordt de uitbetaling van de invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers verzekerd door het RIZIV. De opgenomen tabellen geven telkens het aantal gerechtigden – het betreft in feite driemaal dezelfde reeks –, de gemiddelde jaarlijkse uitkering per gerechtigde en de uitgaven voor sociale prestaties. En dit voor: invaliditeitspensioenen (tab. 8.1), pensioenaanvulling (tab. 8.2) en verwarmingstoelage (tab. 8.3)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 8. Mijnwerkers (RIZIV)
205
8.1 Invaliditeitspensioenen
Bron: RIZIV (cel Mijnwerkers)
2007 2008 2009 2010 2011
Aantal gevallen 328 264 209 170 144Gemiddelde jaarlijkse uitkering (euro) 12.152 12.208 12.962 13.318 14.306
Uitgaven (duizend euro) (1) 3.986 3.223 2.709 2.264 2.060
8.2 Pensioenaanvulling
Bron: RIZIV (cel Mijnwerkers)
2007 2008 2009 2010 2011
Aantal gerechtigden 328 264 209 170 144Gemiddelde jaarlijkse uitkering (euro) 622 750 641 647 701
Uitgaven (duizend euro) (1) 204 198 134 110 101
8.3 Verwarmingstoelage
Bron: RIZIV (cel Mijnwerkers)
2007 2008 2009 2010 2011
Aantal gerechtigden 328 264 209 170 144Gemiddelde jaarlijkse uitkering (euro) 741 629 785 812 903
Uitgaven (duizend euro) (1) 243 166 164 138 130
(1) Brutobedragen (jaargegevens).
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 8. Mijnwerkers (RIZIV)
206
9. Stelsel van de Zeelieden 9.0 Methodologische nota Geneeskundige verzorging De sociale zekerheid van de zeelieden ter koopvaardij wordt geregeld door de besluitwet van 07.02.1945, welke een afzonderlijke regeling voor de zeelieden ter koopvaardij heeft ingesteld. De Hulp- en Voorzorgskas staat in voor de betaling van de prestaties van de ziekte- en invaliditeitsverzekering voor zeelieden. Inzake geneeskundige verzorging bestaan dezelfde tegemoetkomingen als in de algemene regeling voor werknemers met uitbreiding tot enkele bijkomende verstrekkingen verbonden aan de bijzondere risico’s van het zeemansberoep. Voorbeelden hiervan zijn inentingen tegen tropische ziekten en gevallen van repatriëring bij ziekte in het buitenland. Een verschil ten opzichte van de algemene regeling is ook dat de geneeskundige verzorging van de zeeman tijdens de zeereis ten laste is van de reder. Uitkeringen In de uitkeringsverzekering van de zeelieden onderscheidt men drie prestaties, met name de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid, de invaliditeitsvergoedingen en de begrafenisuitkeringen. De uitkering voor primaire arbeidsongeschiktheid wordt gedurende het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid uitgekeerd en bedraagt 60 % van de per bezoldigingscategorie vastgestelde éénvormige dagbezoldigingen. Duurt de arbeidsongeschiktheid langer dan een jaar, dan wordt aan de verzekerde een invaliditeitsvergoeding toegekend. Deze vergoeding is gelijk aan 65 % van de vastgestelde éénvormige dagbezoldigingen voor werknemers met gezinslast. Voor de verzekerde zonder gezinslast bedraagt de invaliditeitsvergoeding 43,5 % van de éénvormige dagbezoldiging. Wachtgeld en brugpensioenen De Pool der Zeelieden ter koopvaardij werd in 1945 opgericht als bijzonder werkloosheidsorgaan voor de werknemers tewerkgesteld in de koopvaardij (Besluitwet van 12.05.1945). Aldus werd door België tegemoet gekomen aan de wens uitgedrukt in artikel 34 van het “Internationaal Charter der zeelieden” om de precaire arbeidssituatie van de zeelieden te stabiliseren als tegenprestatie voor de bewezen diensten in de oorlog. De basisreglementering van de Pool werd herzien bij de wet van 25.02.1964 houdende inrichting van een Pool van de Zeelieden ter koopvaardij. De inschrijving in de Pool is een primaire vereiste om aan boord van een schip arbeidsprestaties te kunnen leveren. De inschrijving van een zeeman die een andere nationaliteit bezit dan de Belgische, wordt gelijkgesteld met een arbeidsvergunning. De ingeschrevenen hebben recht op wachtgeld indien zij “ingevolge omstandigheden onafhankelijk van hun wil van werk verstoken zijn”. Het dagelijks uitkeringsbedrag (bij KB vastgesteld) verschilt naargelang de categorie van rang waarin de gerechtigde op wachtgeld is ingedeeld. De uitbetaling ervan geschiedt door de representatieve organisaties van de zeelieden.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
207
Het werkloosheidsregime is bijzonder in deze zin dat aan de werknemers in de koopvaardij een ruime vastheid van betrekking wordt gegarandeerd: tussen de reizen in worden aan de niet aangeworven zeelieden - met uitzondering van de officieren in vast dienstverband - wachtgelden door de Pool verleend. De zeevaartindustrie en het specifieke karakter van het zeemanschap vergen een bijzondere professionele vorming. Cursussen worden georganiseerd voor de scheepsofficieren en scheepsgezellen afzonderlijk, of voor beiden gezamenlijk. De opleiding heeft plaats aan boord van het schip, hetzij rechtstreeks onder gezag van de Pool hetzij in samenwerking met de rederijen. Ook dagcursussen kunnen aan een technische school gevolgd worden. Het recht op wachtgeld wordt behouden tijdens de opleidings- en vervolmakingscycli. Voor de beschrijving van de tabellen wordt, wat de geneeskundige verzorging betreft, verwezen naar de methodologische nota bij het gedeelte geneeskundige verzorging. Vanaf 2009 (Programmawet van 17.06.2009) werd de Pool der zeelieden geïntegreerd in de Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden. De HVKZ is vanaf dat jaar bevoegd voor de toepassing van de reglementering werkloosheidsverzekering van de zeelieden. Synthesetabel (tabel 9.1) Deze tabel geeft het overzicht van de uitgaven voor sociale prestaties voor de takken waaraan de zeelieden onderworpen zijn: geneeskundige verzorging, uitkeringen, werkloosheid en brugpensioenen. Daarnaast zijn tevens posten voorzien voor het begeleidingsplan en de beroepsopleiding, die in feite een detail zijn van de deelsector wachtgeld en brugpensioenen. Geneeskundige verzorging (tabellen 9.2-9.6) Tabel 9.2 geeft het ledental per categorie uitkeringsgerechtigden op 30 juni weer. In tabel 9.3 vindt u de gemiddelde jaarlijkse kost per gerechtigde uitgesplitst naar PUG en WIGW. Tabellen 9.4-9.6 geven respectievelijk het aantal gevallen of dagen, de gemiddelde geïndexeerde kost en de uitgaven steeds voor alle categorieën van gerechtigden samen (PUG + WIGW) en volgens hoofdrubriek. Uitkeringen (tabellen 9.7 en 9.8) Tabel 9.7 geeft het ledental, d.w.z. de verzekerde bevolking voor primaire arbeidsongeschiktheid en tabel 9.8 geeft het aantal gerechtigden op een invaliditeitsuitkering. In beide tabellen worden ook het aantal vergoede dagen, de gemiddelde daguitkering en de uitgaven opgenomen voor respectievelijk primaire arbeidsongeschiktheid en invaliditeit. Wachtgeld en brugpensioenen (tabellen 9.9 en 9.10) Tabellen 9.9 en 9.10 geven het aantal rechthebbenden, het aantal vergoede dagen, de gemiddelde daguitkering en de uitgaven voor respectievelijk wachtgeld en brugpensioenen. Voor wachtgeld en brugpensioenen is er een opsplitsing zeevarenden – shoregangers, voor de beroepsopleiding wordt er een onderscheid gemaakt tussen officieren en scheepsgezellen. Voor algemene aanvullende informatie over het Stelsel der Zeelieden verwijzen we naar de website van de HVKZ: www.hvkz-cspm.fgov.be.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
208
Bron: HVKZ
2007 2008 2009 2010 2011
Geneeskundige verzorging 5.956 5.792 7.464 7.502 8.011Uitkeringen 1.715 1.704 2.670 2.693 1.554
Primaire arbeidsongeschiktheid 304 259 606 606 416Invaliditeit 1.409 1.442 2.057 2.080 1.135Begrafenisuitkeringen 3 3 7 7 2
Wachtgeld 1.698 1.695 1.919 2.446 1.427Brugpensioenen 1.046 782 589 470 168Beroepsopleiding 44 32 92 147 0
Totaal 10.459 10.006 12.733 13.258 11.160
9.1 Synthesetabel: uitgaven voor de geneeskundige verzorging, uitkeringen, wachtgeld en brugpensioenen (duizend euro)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
209
Bron: HVKZ
2007 2008 2009 2010 2011
Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG)
1.307 1.355 1.450 1.509 1.398
Weduwen, invaliden, gepensioneerden, wezen (WIGW)
1.240 1.214 1.211 1.179 1.142
waarvan "75 %" 967 951 952 939 914
waarvan "100 %" 273 263 259 240 228
Invaliden 125 119 102 88 75
waarvan "75 %" 99 98 84 74 63
waarvan "100 %" 26 21 18 14 12
Gepensioneerden 876 863 891 890 869
waarvan "75 %" 704 699 720 729 719
waarvan "100 %" 172 164 171 161 150
Weduwen en wezen 239 232 218 201 198
waarvan "75 %" 164 154 148 136 132
waarvan "100 %" 75 78 70 65 66
Totaal 2.547 2.569 2.661 2.688 2.540
Bron: HVKZ
2007 2008 2009 2010 2011
Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG)
833 788 619 592 690
Weduwen, invaliden, gepensioneerden, wezen (WIGW)
3.884 4.884 3.948 3.469 6.130
Toestand op 30 juni
9.2 Geneeskundige verzorging : ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen)
9.3 Geneeskundige verzorging: gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende (euro)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
210
9.4 Geneeskundige verzorging: aantal gevallen (g) of dagen (d) naar hoofdrubriek
Bron: HVKZ
2007 2008 2009 2010 2011
Geneesheren en klinische biologie 132.880 129.278 112.829 99.210 150.548Huisartsen en specialisten (g) 15.142 14.446 14.297 13.522 13.867Medische beeldvorming (g) 6.748 6.091 5.390 4.694 8.214Klinische biologie (g) 90.850 88.915 75.618 66.491 101.990Andere bijzondere prestaties (g) 8.890 8.602 7.905 6.704 11.474Chirurgie en anesthesiologie (g) 4.332 3.397 3.489 3.291 4.822Bevall. en verlosk. door artsen (g) 29 14 22 17 75Toezicht en permanentie (g) 6.889 7.813 6.108 4.491 10.106
Farmaceutische verstrekkingen (g) (1) 51.602 45.507 40.828 35.672 42.193
Ziekenhuizen (d) 14.540 14.634 10.700 10.420 20.038
Verpleegkundige zorgen 29.712 27.093 29.019 31.389 37.753Verpleegkundigen (thuiszorgen) (g) 21.394 20.350 22.268 25.101 28.499Rustoorden bejaarde personen (g) 7.181 6.276 6.282 5.891 8.848Andere (g) 1.137 467 469 397 406
Tandartsen (g) 3.086 3.287 3.883 3.473 3.676
Kinesitherapeuten (g) 7.176 7.519 5.471 5.992 5.953
Andere verstrekkingen (g) 24.911 23.758 21.759 21.813 34.428
(1) Vanaf 2005 gebruikt de HVKZ in zijn statistieken dezelfde berekening als het RIZIV.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
211
Bron : HVKZ
2007 2008 2009 2010 2011
Geneesheren en klinische biologie Huisartsen en specialisten 18,14 19,20 19,29 20,26 20,41 Medische beeldvorming 32,26 33,79 35,07 36,22 35,79 Klinische biologie 2,80 2,74 2,76 2,89 3,19 Andere bijzondere prestaties 40,07 41,14 44,40 47,29 45,76 Chirurgie en anesthesiologie 57,62 72,90 56,46 56,82 64,70 Bevall. en verlosk. door artsen 53,63 89,20 90,91 58,82 93,33 Toezicht en permanentie 9,40 10,81 12,28 13,36 11,38
Farmaceutische verstrekkingen (1) 23,43 28,08 30,59 30,69 43,02
Ziekenhuizen 120,70 129,50 150,28 123,80 123,89
Verpleegkundige zorgen Verpleegkundigen (thuiszorgen) 10,63 11,71 10,64 9,20 8,81 Rustoorden bejaarde personen 29,24 34,05 34,54 34,63 25,43 Andere 47,81 79,30 76,75 88,16 100,98
Tandartsen 30,39 27,64 28,59 28,79 29,65
Kinesitherapeuten 11,71 11,81 14,26 15,02 14,78
Andere verstrekkingen 34,23 33,67 38,28 33,74 31,72
(1) Vanaf 2005 gebruikt de HVKZ in zijn statistieken dezelfde berekening als het RIZIV.
9.5 Geneeskundige verzorging : gemiddelde geïndexeerde kost naar hoofdrubriek (euro)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
212
9.6 Geneeskundige verzorging: uitgaven naar hoofdrubriek (duizend euro)
Bron: HVKZ
2007 2008 2009 2010 2011
Geneesheren en klinische biologie 1.416 1.414 1.306 1.201 1.861Huisartsen en specialisten 274 277 283 274 283Medische beeldvorming 217 206 189 170 294Klinische biologie 255 244 209 192 325Andere bijzondere prestaties 356 354 351 317 525Chirurgie en anesthesiologie 249 248 197 187 312Bevall. en verlos. door artsen 1 1 2 1 7Toezicht en permanentie 64 84 75 60 115
Farmaceutische verstrekkingen 1.209 1.278 1.249 1.095 1.815
Ziekenhuizen 1.754 1.895 1.608 1.290 2.483
Verpleegkundige zorgen 490 489 490 470 517Verpleegkundigen (thuiszorgen) 227 238 237 231 251Rustoorden bejaarde personen 209 214 217 204 225Andere 54 37 36 35 41
Tandartsen 93 91 111 100 109
Kinesitherapeuten 84 89 78 90 88
Andere verstrekkingen 854 800 833 736 1.092
Totaal 5.900 6.056 5.675 4.982 7.965
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
213
Bron: HVKZ
2007 2008 2009 2010 2011
MannenLedental (1) 732 968 998 1.066 959Aantal vergoede dagen 4.596 3.732 3.773 4.363 5.292Gemiddelde daguitkering (euro) 61,71 64,00 66,00 65,55 72,82Uitgaven (duizend euro) 283 239 249 286 385
VrouwenLedental (1) 47 59 58 56 52Aantal vergoede dagen 326 384 644 926 484Gemiddelde daguitkering (euro) 60,03 52,08 68,32 69,11 69,43Uitgaven (duizend euro) 19 20 44 64 34
TotaalLedental (1) 779 1.027 1.056 1.122 1.011Aantal vergoede dagen 4.922 4.116 4.417 5.289 5.776Gemiddelde daguitkering (euro) 61,62 62,93 66,51 66,18 72,54Uitgaven (duizend euro) 302 259 293 350 419
(1) Primaire uitkeringsgerechtigden.
Bron: HVKZ
2007 2008 2009 2010 2011
MannenAantal gevallen 77 75 67 58 52Aantal vergoede dagen 23.949 24.113 21.157 18.542 17.554Gemiddelde daguitkering (euro) 54,72 55,82 58,70 59,43 60,74Uitgaven (duizend euro) 1.310 1.346 1.242 1.102 1.066
VrouwenAantal gevallen 6 5 5 4 4Aantal vergoede dagen 1.999 1.570 1.451 1.267 1.252Gemiddelde daguitkering (euro) 48,21 45,86 46,18 48,93 48,93Uitgaven (duizend euro) 96 72 67 62 67
TotaalAantal gevallen 83 80 72 62 56Aantal vergoede dagen 25.948 25.683 22.608 19.809 18.806Gemiddelde daguitkering (euro) 54,22 55,21 57,90 58,76 60,25Uitgaven (duizend euro) 1.406 1.418 1.309 1.164 1.133
9.7 Primaire arbeidsongeschiktheid: ledental, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven
9.8 Invaliditeit: aantal gevallen, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
214
Bron: HVKZ
2007 2008 2009 2010 2011
ZeevarendenAantal rechthebbenden 18 15 11 13 24Aantal vergoede dagen 4.294 3.713 2.743 1.567 2.317Gemiddelde daguitkering (euro) 44,47 46,79 47,44 47,22 48,77Uitgaven (duizend euro) 191 174 130 74 113
ShoregangersAantal rechthebbenden 39 35 24 23 17Aantal vergoede dagen 10.003 9.034 8.603 4.977 4.098Gemiddelde daguitkering (euro) 55,68 57,90 59,08 59,47 61,01Uitgaven (duizend euro) 557 523 508 296 250
Programmawet 8.4.2003Aantal rechthebbenden 35 32 32 36 35Aantal vergoede dagen 10.111 9.192 9.139 9.350 9.095Gemiddelde daguitkering (euro) 39,93 41,50 42,32 42,57 43,76Uitgaven (duizend euro) 404 381 387 398 398
Vrijstelling stempelcontroleAantal rechthebbenden 39 42 38 39 52Aantal vergoede dagen 11.618 12.221 11.042 12.304 7.353Gemiddelde daguitkering (euro) 47,06 50,43 52,05 54,21 61,06Uitgaven (duizend euro) 547 616 575 667 666
BeroepsopleidingAantal rechthebbenden 10 7 25 0 0Aantal vergoede dagen 1.765 1.266 1.666 0 0Gemiddelde daguitkering (euro) 24,75 25,61 39,99 - - Uitgaven (duizend euro) 44 33 67 0 0
Totaal
Uitgaven (duizend euro) 1.743 1.727 1.667 1.435 1.427
Bron: HVKZ
2007 2008 2009 2010 2011
ZeevarendenAantal rechthebbenden 73 53 40 31 17Aantal vergoede dagen 22.820 16.755 12.434 7.894 3.300Gemiddelde daguitkering (euro) 42,38 43,90 44,91 44,72 46,06Uitgaven (duizend euro) 967 736 558 353 152
ShoregangersAantal rechthebbenden 5 3 2 1 1Aantal vergoede dagen 1.414 809 389 261 260Gemiddelde daguitkering (euro) 55,68 57,90 59,08 59,48 61,54Uitgaven (duizend euro) 79 47 23 15 16
Totaal
Uitgaven (duizend euro) 1.046 783 581 368 168
9.9 Wachtgeld: aantal rechthebbenden, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven
9.10 Brugpensioenen: aantal rechthebbenden, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
215
1. Economische rekeningen 2007 2. Economische rekeningen 2008 3. Economische rekeningen 2009
4. Economische rekeningen 2010
5. Economische rekeningen 2011
A.
Geconsolideerde economische rekeningen
1. Economische rekeningen 2007 (miljoen euro) (1)
Lasten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Toegekende sociale prestaties 251,9 2.668,7 0,1 2.920,7Verstrekkingen of uitkeringen 251,9 2.667,3 0,1 2.919,3Betalingsonkosten - 1,4 - 1,4
Oninvorderbare sociale prestaties - - - -
Lopende werkingskosten 10,1 64,5 119,6 194,2Centrale instellingen 1,1 64,5 - 65,6Primaire instellingen 9,0 - 119,6 128,6
Diverse financiële lasten - - 1,0 1,0Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 4,7 4,7
Diverse overdrachten naar derden 0,3 25,0 0,5 25,8
Besparing - 6,5 274,9 10,1 278,5
Subtotaal 255,8 3.033,1 136,0 3.424,9
Interne overdrachten - 239,8 - 239,8Naar het RIZIV-Uitkeringen - 239,8 - 239,8Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 1.229,4 - 1.229,4Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 1.121,1 - 1.121,1Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 106,7 - 106,7Naar de RVA - 0,9 - 0,9Naar het Asbestfonds (FBZ) - 0,7 - 0,7
Totaal 255,8 4.502,3 136,0 4.894,1
(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
220
1. Economische rekeningen 2007 (miljoen euro) (vervolg)
Opbrengsten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Verschuldigde sociale bijdragen 15,9 2.846,0 113,9 2.975,8Bijdragen op inkomsten - 2.678,0 105,5 2.783,5Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden
- - - -
Bijdragen van vennootschappen - 162,4 6,0 168,4Andere bijdragen 15,9 5,6
2,423,9
Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 484,6 - 484,6
Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten
- 1.123,8 - 1.123,8
Opbrengsten van eigendommen en bedrijven
- 24,5 4,4 28,9
Diverse opbrengsten voorkomend van derden
0,1 23,4 17,7 41,2
Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties
- - - -
Subtotaal 16,0 4.502,3 136,0 4.654,3
Interne overdrachten 239,8 - - 239,8Van het RIZIV-Uitkeringen - - - - Van het RSVZ 239,8 - - 239,8Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - - - - Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - - - -
Totaal 255,8 4.502,3 136,0 4.894,1
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
221
2. Economische rekeningen 2008 (miljoen euro) (1)
Lasten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Toegekende sociale prestaties 278,2 2.933,2 0,1 3.211,5Verstrekkingen of uitkeringen 278,2 2.931,8 0,1 3.210,1Betalingsonkosten - 1,4 - 1,4
Oninvorderbare sociale prestaties - - - -
Lopende werkingskosten 11,3 57,8 127,7 196,8Centrale instellingen 1,2 57,8 - 59,0Primaire instellingen 10,1 - 127,7 137,8
Diverse financiële lasten - - 7,4 7,4Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 4,8 4,8
Diverse overdrachten naar derden 0,3 15,6 0,7 16,6
Besparing 0,2 214,2 - 1,8 212,6
Subtotaal 290,0 3.220,8 138,9 3.649,7
Interne overdrachten - 273,7 - 273,7Naar het RIZIV-Uitkeringen - 273,7 - 273,7Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 1.906,1 - 1.906,1Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 1.793,5 - 1.793,5Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 111,3 - 111,3Naar de RVA - 1,2 - 1,2Naar het Asbestfonds (FBZ) - 0,1 - 0,1
Totaal 290,0 5.400,6 138,9 5.829,5
(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
222
2. Economische rekeningen 2008 (miljoen euro) (vervolg)
Opbrengsten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Verschuldigde sociale bijdragen 16,2 3.245,0 120,7 3.381,9Bijdragen op inkomsten - 3.067,2 111,9 3.179,1Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden
- - - -
Bijdragen van vennootschappen - 172,1 6,3 178,4Andere bijdragen 16,2 5,7 2,5 24,4
Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 803,0 - 803,0
Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten
- 1.248,2 - 1.248,2
Opbrengsten van eigendommen en bedrijven
- 34,7 3,6 38,3
Diverse opbrengsten voorkomend van derden
0,1 8,2 14,6 22,9
Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties
- - - -
Subtotaal 16,3 5.339,1 138,9 5.494,3
Interne overdrachten 273,7 - - 273,7Van het RIZIV-Uitkeringen - - - - Van het RSVZ 273,7 - - 273,7Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 61,5 - 61,5Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 61,5 - 61,5
Totaal 290,0 5.400,6 138,9 5.829,5
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
223
3. Economische rekeningen 2009 (miljoen euro) (1)
Lasten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Toegekende sociale prestaties 300,3 3.118,9 0,1 3.419,3Verstrekkingen of uitkeringen 300,3 3.117,6 0,1 3.418,0Betalingsonkosten - 1,3 - 1,3
Oninvorderbare sociale prestaties - - - -
Lopende werkingskosten 11,6 57,8 133,7 203,1Centrale instellingen 1,1 57,8 - 58,9Primaire instellingen 10,5 - 133,7 144,2
Diverse financiële lasten - - - 0,8 - 0,8Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 5,7 5,7
Diverse overdrachten naar derden 0,4 15,6 1,5 17,5
Besparing - 0,1 117,0 6,4 123,3
Subtotaal 312,2 3.309,3 146,6 3.768,1
Interne overdrachten - 295,4 - 295,4Naar het RIZIV-Uitkeringen - 295,4 - 295,4Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 1.979,1 - 1.979,1Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 1.861,0 - 1.861,0Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 116,3 - 116,3Naar de RVA - 1,7 - 1,7Naar het Asbestfonds (FBZ) - 0,1 - 0,1
Totaal 312,2 5.583,8 146,6 6.042,6
(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
224
3. Economische rekeningen 2009 (miljoen euro) (vervolg)
Opbrengsten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Verschuldigde sociale bijdragen 16,7 3.415,3 127,6 3.559,6Bijdragen op inkomsten - 3.236,3 118,3 3.354,6Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden
- - - -
Bijdragen van vennootschappen - 173,0 6,6 179,6Andere bijdragen 16,7 6,0 2,7 25,4
Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 850,1 - 850,1
Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten
- 1.270,9 - 1.270,9
Opbrengsten van eigendommen en bedrijven
- 13,5 2,8 16,3
Diverse opbrengsten voorkomend van derden
0,1 34,0 16,2 50,3
Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties
- - - -
Subtotaal 16,8 5.583,8 146,6 5.747,2
Interne overdrachten 295,4 - - 295,4Van het RIZIV-Uitkeringen - - - - Van het RSVZ 295,4 - - 295,4Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - - - - Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - - - -
Totaal 312,2 5.583,8 146,6 6.042,6
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
225
4. Economische rekeningen 2010 (miljoen euro) (1)
Lasten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Toegekende sociale prestaties 321,2 3.237,6 - 3.558,8Verstrekkingen of uitkeringen 321,2 3.236,9 - 3.558,1Betalingsonkosten - 0,7 - 0,7
Oninvorderbare sociale prestaties - - - -
Lopende werkingskosten 12,3 55,1 137,2 204,5Centrale instellingen 1,2 55,1 - 56,3Primaire instellingen 11,1 - 137,2 148,2
Diverse financiële lasten - - 0,1 0,1Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 6,6 6,6
Diverse overdrachten naar derden 0,4 16,5 3,7 20,7
Besparing - 247,9 2,7 250,6
Subtotaal 333,9 3.557,1 150,3 4.041,3
Interne overdrachten - 316,7 - 316,7Naar het RIZIV-Uitkeringen - 316,7 - 316,7Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 2.213,2 - 2.213,2Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 2.091,3 - 2.091,3Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 120,1 - 120,1Naar de RVA - 1,7 - 1,7Naar het Asbestfonds (FBZ) - 0,1 - 0,1
Totaal 333,9 6.087,0 150,3 6.571,2
(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering, palliatieve zorgen en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
226
4. Economische rekeningen 2010 (miljoen euro) (vervolg)
Opbrengsten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Verschuldigde sociale bijdragen 17,1 3.535,0 130,7 3.682,8Bijdragen op inkomsten - 3.343,0 120,4 3.463,4Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden
- - - -
Bijdragen van vennootschappen - 185,1 7,1 192,2Andere bijdragen 17,1 6,9 3,2 27,2
Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 952,3 - 952,3
Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten
- 1.518,3 - 1.518,3
Opbrengsten van eigendommen en bedrijven
- 13,6 2,4 16,0
Diverse opbrengsten voorkomend van derden
0,1 2,9 17,2 20,2
Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties
- - - -
Subtotaal 17,2 6.022,1 150,3 6.189,6
Interne overdrachten 316,7 - - 316,7Van het RIZIV-Uitkeringen - - - - Van het RSVZ 316,7 - - 316,7Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 64,9 - 64,9Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 64,9 - 64,9
Totaal 333,9 6.087,0 150,3 6.571,2
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
227
5. Economische rekeningen 2011 (miljoen euro) (1)
Lasten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Toegekende sociale prestaties 350,2 3.395,7 - 3.745,9Verstrekkingen of uitkeringen 350,2 3.395,0 - 3.745,2Betalingsonkosten - 0,7 - 0,7
Oninvorderbare sociale prestaties - - - -
Lopende werkingskosten 12,6 58,7 136,9 208,1Centrale instellingen 1,2 58,7 - 59,9Primaire instellingen 11,4 - 136,9 148,2
Diverse financiële lasten - - 1,2 1,2Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 6,6 6,6
Diverse overdrachten naar derden 0,5 17,4 1,9 19,9
Besparing - 0,1 89,4 - 5,3 84,0
Subtotaal 363,2 3.561,2 141,3 4.065,7
Interne overdrachten - 344,9 - 344,9Naar het RIZIV-Uitkeringen - 344,9 - 344,9Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 2.356,2 - 2.356,2Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 2.231,1 - 2.231,1Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 123,4 - 123,4Naar de RVA - 1,7 - 1,7Naar het Asbestfonds (FBZ) - - - -
Totaal 363,2 6.262,3 141,3 6.766,8
(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering, palliatieve zorgen en globaal beheer; Sociale verzekerings
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
228
5. Economische rekeningen 2011 (miljoen euro) (vervolg)
Opbrengsten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Verschuldigde sociale bijdragen 18,2 3.603,1 134,8 3.756,1Bijdragen op inkomsten - 3.400,8 125,6 3.526,4Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden
- - - -
Bijdragen van vennootschappen - 193,7 7,0 200,7Andere bijdragen 18,2 8,6 2,2 29,0
Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 1.105,8 - 1.105,8
Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten
- 1.429,0 - 1.429,0
Opbrengsten van eigendommen en bedrijven
- 11,8 2,2 14,0
Diverse opbrengsten voorkomend van derden
0,1 2,8 4,3 7,2
Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties
- - - -
Subtotaal 18,3 6.152,5 141,3 6.312,1
Interne overdrachten 344,9 - - 344,9Van het RIZIV-Uitkeringen - - - - Van het RSVZ 344,9 - - 344,9Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 109,8 - 109,8Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 109,8 - 109,8
Totaal 363,2 6.262,3 141,3 6.766,8
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
229
1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2007-2011 3. Definitieve rekeningen 2007
4. Definitieve rekeningen 2008
5. Definitieve rekeningen 2009
6. Voorlopige rekeningen 2010
7. Voorlopige rekeningen 2011
B.
Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer
1. Commentaar A. Evolutie van het begrotingsresultaat
2007 2008 2009 2010 2011
4.498.981 5.397.383 5.580.215 6.084.760 6.270.069
19.374 19.507 19.693 19.566 19.879
Kapitaalontvangsten 1.042 180 12 0 0
Sociale prestaties 2.919.293 3.209.993 3.417.902 3.558.090 3.731.500
Andere lopende uitgaven (2) 1.330.678 1.993.514 2.132.534 2.298.077 115.115
Kapitaaluitgaven 0 4.299 12 0 0
Begrotingsresultaat 269.426 209.264 49.472 248.159 115.115
(1) Zonder de interne overdrachten.(2) Zonder de interne overdrachten, maar met de externe overdracht naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging.
Lopende ontvangsten
van het RSVZ-Globaal beheer (1)
Lopende ontvangsten
van de uitkeringsinstellingen (1)
(duizend euro)
Het verschil tussen de stijging van de ontvangsten en de stijging van de uitgaven verklaart de evolutie van het resultaat. Behalve door de evolutie van het aantal zelfstandigen en hun inkomens, die in het statistische gedeelte gedetailleerd worden beschreven, worden de ontvangsten en de uitgaven door de genomen beleidsmaatregelen beïnvloed. De sociale prestaties ondergaan bovendien de invloed van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen, …) die in het statistisch gedeelte in detail worden voorgesteld. Hieronder geven wij commentaar op de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven. We merken op dat het begrotingsresultaat van het stelsel van de zelfstandigen de som is van de resultaten van het RIZIV tak uitkeringen en het RSVZ en dat deze niet noodzakelijk hetzelfde teken hebben. Het positief begrotingsresultaat dat vanaf 2006 behaald wordt door het RSVZ-Globaal Beheer wordt toegewezen aan het ‘Fonds voor de Welvaart der Zelfstandigen’. De middelen van dit fonds dienen om toekomstige uitdagingen inzake financiering van het sociaal statuut van de zelfstandigen aan te pakken. B. Evolutie van de ontvangsten De lopende ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer In de periode 2007-2011 zijn de jaarlijkse variaties van de lopende ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer de volgende (elk percentage in volgende tabel drukt de toename of afname uit ten opzichte van het voorgaande jaar; zie ook de tabellen met absolute cijfers onder punt 2 pagina 244):
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
232
2007 2008 2009 2010 2011
Globale middelen 8,46 % 19,97 % 3,39 % 9,04 % 3,05 %
Waarvan: - gewone bijdragen 4,22 % 14,54 % 5,51 % 3,30 % 1,73 %- Staatstoelagen 1,85 % 11,07 % 1,82 % 19,46 % -5,88 %- alternatieve financiering 63,94 % 65,68 % 5,77 % 12,13 % 17,15 %
Een tabel met het detail van de alternatieve financiering voor de jaren 2007 tot 2013 bevindt zich in bijlage. We geven een overzicht per jaar van de grote maatregelen die de evolutie van de RSVZ-ontvangsten hebben beïnvloed. Het bedrag van de Staatstussenkomst werd in 1998 op 958 miljoen euro vastgelegd. Sindsdien werd het aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex. Vanaf 2008 wordt aan dit basisbedrag een bedrag van 77.779 duizend euro toegevoegd als gevolg van de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging van de zelfstandigen. In 2007 werden 4 bijkomende ontvangsten voorzien voor de alternatieve financiering: Door de verhoging van de fiscaliteit op tabaksproducten, steeg het deel dat toekomt aan het
RIZIV-geneeskundige verzorging met 8.900 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel; Bovendien werd er 1.500 duizend euro toegekend aan het globaal beheer van de zelfstandigen,
afkomstig van de geïnde bijdrage op de herwaardering van de diamantvoorraad; In uitvoering van een beslissing van de Ministerraad van 20 juli 2006 werd er vervolgens een
krediet van 50.000 duizend euro ingeschreven ten behoeve van de inkomensgarantie voor ouderen. De besparing van 6.000 duizend euro die gerealiseerd werd, komt deels ten goede aan de alternatieve financiering voor zelfstandigen, met name 2.000 duizend euro. Dit bedrag werd gebruikt voor de financiering van de verhoging van de minimumpensioenen;
Ten slotte werd voor de financiering van de veiligheidscontracten door de RSZPPO slechts 20.902 duizend euro afgenomen van het bedrag aan BTW-ontvangsten bestemd voor de sociale zekerheid. Hierdoor steeg het bedrag dat aan het zelfstandigenstelsel toekomt met 864 duizend euro.
Tot 2007 konden de levensverzekeringsmaatschappijen zich bevrijden van verplichte betaling aan het RSVZ van hun vastgestelde rente (onvoorwaardelijke pensioenen) indien ze de gekapitaliseerde waarde van hun rente overmaken aan het RSVZ. Voortaan worden de levensverzekeringsmaatschappijen verplicht hun portefeuille aan het RSVZ over te dragen. Dit resulteert in een ontvangst van 10.000 duizend euro voor het RSVZ in 2007. De aanpassing van de sociale bijdragen ingesteld door de wet van 21 december 2007, wijzigende de wet van 26 maart 2007, ter dekking van een gedeelte van de kost van de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering geneeskundige verzorging leidde tot een stijging van de ontvangen bijdragen in 2008 met 12 % ten opzichte van de bijdragen van 2007. Tevens is er een stijging van de ontvangen bijdragen van 5.000 duizend euro komende van een nieuw plan in de strijd tegen de sociale fraude. In feite bevat dit bedrag ook de verminderingen van de uitgaven. De alternatieve financiering werd beïnvloed door volgende maatregelen in 2008: De nieuwe alternatieve financiering betreffende artikel 91quater van de wet van 31 januari 2007
“Wet tot wijziging van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact met het oog op de invoering van een nieuw systeem voor de financiering van de ziekteverzekering”. Dit artikel regelt de bijkomende alternatieve financiering ten behoeve van de geneeskundige verzorging en volgt uit de creatie van het eenheidsstelsel voor de geneeskundige verzorging waarbij geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen de werknemers en de zelfstandigen;
De alternatieve financiering gestort aan de RSZPPO voor de financiering van veiligheidscontracten wordt beperkt tot 5.000 duizend euro. De hierdoor vrijgemaakte middelen,
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
233
werden echter niet toegekend aan de sociale zekerheid, maar gereserveerd binnen de rijksmiddelenbegroting;
De maatregelen genomen voor de dienstencheques (cf. de prestaties) hadden tevens een indirect effect op de alternatieve financiering.
Vanaf 2008 wordt het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2008 (306.279 duizend euro) opgenomen bij de externe overdrachten in plaats van bij de kapitaalontvangsten. Er is nu een 90-10 verdeling van dit fonds tussen het werknemersstelsel en het stelsel van de zelfstandigen. Bovendien is er in 2008, krachtens de programmawet van 22 december 2008, volgens dezelfde verdeelsleutel een overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007 (309.000 duizend euro) naar de beide globale beheren. Binnen het kader van de strijd tegen fraude binnen het actieplan van het RIZIV was er een stijging met 1.000 duizend euro van de terugvordering van ten onrechte uitgekeerde prestaties. Dit bedrag kwam bovenop het bedrag van 5.500 duizend euro aan sociale fraude, dat reeds voorzien is in de bijdragenontvangsten van het RSVZ in 2009. De beslissingen genomen betreffende de begroting van de geneeskundige verzorging verminderen voorlopig de alternatieve financiering toegekend aan het RSVZ krachtens artikel 24, § 1quater van de wet van 29 juni 1981. Deze bedroegen 92.524 duizend euro in 2009. Het toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging genereerde in 2009 19.250 duizend euro aan interesten, hiervan wordt 10 % toegewezen aan het RSVZ. Bij het toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging werd een bijkomende storting van 306.652 duizend euro uitgevoerd in 2009. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen. In 2010 werd een bijkomend bedrag van 9.170 duizend euro aan sociale bijdragen gegenereerd door de door de regering genomen maatregelen in de strijd tegen de sociale fraude. Deze genomen maatregelen bestonden uit: de verhoging van het aantal controles door de arrondissementscellen, de uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies, de invoering van de wettelijke bepaling van ligging van bewijslast bij de zelfstandige bij een aanvraag tot vrijstelling van sociale bijdragen, een verhoging van de strijd met betrekking tot de fiscale fraude (zorgt voor een hogere bijdragenmassa) en de schrapping van de 90 dagenregel voor aansluiting bij het statuut der zelfstandigen. De opbrengsten verbonden aan een betere invordering van de sociale bijdragen (vierde weg), werden in het sociaal statuut der zelfstandigen geraamd op 11.000 duizend euro in 2010. Een bijkomende staatstoelage van 255.238 duizend euro werd gestort in 2010. Dit om tot een evenwicht te komen binnen de sociale zekerheid in ESR-termen. Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging werd een bijkomende storting van 299.689 duizend euro uitgevoerd in 2010. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen. Binnen de begrotingsdoelstelling 2010 van de gezondheidszorg die vastgesteld was op 24.249.164 duizend euro, is in 2010 een bedrag van 350.000 duizend euro ter beschikking gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en die als volgt verdeeld worden: 90% voor het stelsel van de loontrekkenden en 10% voor het stelsel van de zelfstandigen. Een bijkomende staatstoelage van 111.960 duizend euro werd gestort in 2011. Dit om tot een evenwicht te komen binnen de sociale zekerheid in ESR-termen. Het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging genereerde in 2011 39.450 duizend euro aan interesten, hiervan werd 10 % toegewezen aan het globaal beheer voor zelfstandigen. Voor het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging werd een bijkomende storting van 5.000 duizend euro uitgevoerd in 2011. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
234
Binnen de begrotingsdoelstelling 2011 die is vastgesteld overeenkomstig de in artikel 40 § 1 van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verzekering voor geneeskundige verzorging vervatte bepalingen, werd in 2011 een bedrag van 1.093.460 duizend euro ter beschikking gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld: 90 % voor het stelsel van de loontrekkenden en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen. De lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen
2007 2008 2009 2010 2011
Lopende ontvangsten uitkeringsinstellingen (1) -14,15 % 0,69 % 0,95 % -0,64 % 1,60 %
(1) Zonder de interne overdrachten.
De lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen betreffen hoofdzakelijk toegewezen ontvangsten van het RIZIV-uitkeringen. In de periode 2007-2011 liggen deze ontvangsten nagenoeg op hetzelfde niveau. De kapitaalontvangsten In 2007 werd een bedrag van 1.042 duizend euro toegevoegd aan het provisiefonds geneesmiddelen. In 2008 betrof de toevoeging aan dit fonds slechts 180 duizend euro. C. Evolutie van de uitgaven De sociale prestaties
2007 2008 2009 2010 2011Gemiddelde
jaarlijkse aangroei
RIZIV-Uitkeringen 251.877 278.244 300.232 321.183 343.269 8,05 %
RSVZ-Pensioenen 2.310.722 2.537.189 2.693.691 2.805.403 2.952.059 6,31 %
RSVZ-Gezinsbijslag 355.031 390.459 415.233 413.164 422.851 4,47 %
RSVZ-Faillissementverzekering 1.664 4.102 8.746 18.337 13.303 68,15 %
RSVZ-Palliatieve verzorging 0 0 0 4 18 387,41 %
Totaal 2.919.293 3.209.993 3.417.902 3.558.090 3.731.500 6,33 %
(duizend euro)
Vanaf 2001 is het indexeringsmechanisme van de sociale prestaties als volgt gewijzigd: enerzijds wordt de in rekening genomen gezondheidsindex nog slechts eenmaal afgevlakt (voortschrijdend gemiddelde van de laatste vier maanden) en anderzijds heeft de aanpassing van de sociale prestaties plaats in de eerste maand die volgt op de maand waarin de spilindex wordt bereikt. Behalve van de automatische aanpassing van de sociale prestaties aan de evolutie van de gezondheidsindex, is hun toename ook het gevolg van de beleidsmaatregelen die genomen werden en van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen, …). Het gedeelte “C. Statistieken” bevat informatie met betrekking tot deze volumefactoren. Hieronder geven wij hoofdzakelijk commentaar op de verschillende takken, jaar per jaar, en op de belangrijkste maatregelen die werden genomen.
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
235
Uitkeringen Vanaf 01.01.2007: Wordt een forfait van 12 euro toegekend voor de hulp van derden; Worden de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen aangepast aan het minimumpensioen
voor zelfstandigen met toevoeging van de categorie “samenwonende”; Worden de invaliditeitsuitkeringen (met stopzetting van de activiteit) aangepast aan het
minimumpensioen voor zelfstandigen met toevoeging van de categorie “samenwonende”; Worden de invaliditeitsuitkeringen (zonder stopzetting van de activiteit) aangepast aan de
primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen met toevoeging van de categorie “samenwonende”.
Op 01.09.2007 vond er een aanpassing aan de welvaart plaats. Ze bestaat uit een verhoging met 2 % van de minima voor de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Voor de aanpassing van de uitkeringen aan de welvaart werd een bedrag van 4.577 duizend euro toegekend in 2009. Dit bedrag werd als volgt aangewend: Buiten het generatiepact: Verhoging met 2,5 % van het forfait voor primaire arbeidsongeschiktheid vanaf 1 augustus
2009; Verhoging met 2,5 % van het forfait voor invaliditeit zonder stopzetting vanaf 1 augustus 2009; Verhoging met 2 % van het forfait voor invaliditeit met stopzetting vanaf 1 augustus 2009; Verhoging met 2 % van het forfait voor moederschapsverlof vanaf 1 augustus 2009. Niet ten laste van het generatiepact: Verhoging met 20 euro per maand van het forfait voor primaire arbeidsongeschiktheid vanaf 1
mei 2009 (alleenstaande en met gezinslast); Verhoging met 2,5 % op de 20 euro per maand voor primaire arbeidsongeschiktheid vanaf 1
augustus 2009 (alleenstaande en met gezinslast); Verhoging met 0,5 % van het forfait voor primaire arbeidsongeschiktheid vanaf 1 augustus
2009 (alleenstaande en met gezinslast); Verhoging met 20 euro per maand van het forfait voor invaliditeit zonder stopzetting vanaf 1
mei 2009 (alleenstaande en met gezinslast); Verhoging met 2,5 % op de 20 euro per maand voor invaliditeit zonder stopzetting vanaf 1
augustus 2009 (alleenstaande en met gezinslast); Verhoging met 0,5 % van het forfait voor invaliditeit zonder stopzetting vanaf 1 augustus 2009
(alleenstaande en met gezinslast); Verhoging met 3 % van het forfait voor de invaliditeit met stopzetting vanaf 1 juni 2009
(alleenstaande en met gezinslast). Bij de uitkeringen wordt vanaf 01.01.2010 een bedrag van 265 duizend euro toegekend ter verbetering van de situatie ten voordele van zelfstandigen die met familiale problemen worden geconfronteerd. Vanaf 01.01.2011 werd een jaarlijkse inhaalpremie van 200 euro, die wordt betaald met de uitkeringen van mei, voorzien voor de rechthebbenden op invaliditeitsuitkeringen. Naast deze maatregel werden vanaf 01.09.2011 ook nog maatregelen voorzien in het kader van de walvaart: Verhoging met 2 % van de uitkeringen voor invaliditeit met stopzetting (alleenstaanden, met
gezinslast en samenwonenden) en alle andere uitkeringen als samenwonenden; Verhoging van het forfait "Hulp van derden"; Verhoging van de uitkeringen in geval van faillissement, van de arbeids-
ongeschiktheidsuitkeringen en van de invaliditeitsuitkeringen zonder stopzetting (alleenstaanden en met gezinslast) gekoppeld aan de verhoging van de minimumpensioenen.
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
236
Pensioenen In 2007 werd het systeem van toegelaten arbeid voor de begunstigden van een overlevingspensioen aangepast. De maxima voor toegelaten arbeid werden verhoogd. De meeruitgave bedraagt 1,2 miljoen euro. Volgens de huidige wetgeving worden pensioenen waarvan het bedrag kleiner is dan 97,21 euro niet uitbetaald. De pensioenbedragen uitbetaald in de verschillende stelsels worden niet opgeteld om dit minimumbedrag te bereiken. Vanaf 2007 zullen alle pensioenbedragen uitbetaald worden. Vanaf 2008 wordt de welvaartsbonus met betrekking tot de pensioenen niet meer uitbetaald als een jaarlijkse bonus, maar als een procentuele verhoging van de pensioenen. Deze verhoging is ingegaan vanaf maart 2008 met een retroactief effect tot 01.01.2008. Deze beslissing werd genomen in overleg met de verschillende sociale partners. Een tweede wijziging betrof een verhoging met 2 % van het minimumpensioen op 01.07.2008. Ook werd de solidariteitsbijdrage op de pensioenen verminderd. Voor dit laatste werd een budget van 400 duizend euro uitgetrokken voor het stelsel van de zelfstandigen. Vanaf 01.01.2008 is er geen bestraffing meer van de anticipatie voor de zelfstandigen die hun pensionering wensen te vervroegen tot 60 jaar. Voorwaarde is wel dat ze een loopbaan van 43 jaar hebben. Nog steeds in het kader van de pensioenen, wordt vanaf 01.01.2008 de limiet met betrekking tot de toegestane arbeid met 25 % verhoogd voor personen die reeds de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt. Voor personen die genieten van een overlevingspensioen en die nog niet de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt, is er eveneens een procentuele verhoging van de toegestane arbeid vanaf 2008. De minimum rust- en overlevingspensioenen voor de zelfstandigen werden vanaf 1 mei 2009 verhoogd met 20 euro. Dit ter verkleining van het verschil met deze van de werknemers. Hiervoor werd een kost van 31.020 duizend euro voorzien. Daarenboven werden de pensioenen nogmaals verhoogd vanaf 1 augustus 2009 met 0,5 % voor de minimumpensioenen en met 0,7 % voor de andere pensioenen. De kost hiervan bedroeg 5.100 duizend euro. Een laatste maatregel betreffende pensioenen van de zelfstandigen betrof de verzwakking van de malus in het geval van vervroegde pensionering na een carrière van 42 jaar als zelfstandige. Deze maatregel is ingegaan vanaf 1 januari 2009 en heeft 600 duizend euro gekost. Voor de aanpassing van de pensioenen aan de welvaart in 2009 werd 23.722 duizend euro toegekend. Dit bedrag werd als volgt aangewend: Aanpassing aan de welvaart van de pensioenen ouder dan 5 jaar, vanaf 1 september 2009; Verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen met 2,5 % vanaf 1 augustus 2009; Verhoging van de niet-minimumpensioenen met 0,8 % vanaf 1 augustus 2009. De bedragen van het maandelijks minimum rust- en overlevingspensioen voor zelfstandigen werden vanaf 01.08.2010 verhoogd met 20 euro voor het gezinspensioen en 25 euro voor de pensioenen voor alleenstaanden en de overlevingspensioenen (waarvan de brutokosten 25.339 duizend euro bedragen). Deze verhoging leverde een besparing van 2.263 duizend euro op voor de IGO.
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
237
Vanaf 01.09.2011 werden voor de aanpassing van de pensioenen aan de welvaart in 2011 volgende maatregelen genomen: Verhoging van het minimumpensioen: met 2,11 % voor het gezinspensioen, met 2,37 % voor
pensioenen voor alleenstaanden en overlevingspensioenen en met 2,25 % voor het gezinspensioen ouder dan 15 jaar;
Verhoging van de niet-minimumpensioenen ouder dan 15 jaar met 2,25 % en verhoging van de recentere niet-minimumpensioenen met 1,25 %;
Verhoging met 2 % van de pensioenen van 5 jaar. Gezinsbijslag Het stelsel van de verhoogde kinderbijslag voor kinderen met een handicap en ernstig zieke kinderen werd in het begin van 2003 gewijzigd. De hervorming is van toepassing op kinderen die na 01.01.1997 geboren zijn. Wanneer een kind geplaatst wordt in een onthaalgezin krijgt de persoon die tot dan gezinsbijslag ontving in het oorspronkelijke gezin, een forfaitaire bijslag, op voorwaarde dat hij contact blijft onderhouden met het kind. In het werknemersstelsel bestond die bijslag al. In 2007 werd de hervorming van het systeem van verhoogde kinderbijslag voor personen met een handicap uitgebreid naar kinderen geboren na 01.01.1993. De meeruitgave wordt geraamd op 0,36 miljoen euro. De verhoogde kinderbijslag voor wezen wordt vanaf 2007 toegekend aan het weeskind waarvan de rechthebbende ouder overleden is indien de loopbaanvoorwaarden vervuld zijn door een aannemer die geen ouder is van het kind (kost: 0,71 miljoen euro). De enveloppe voor de schoolpremie 2007 bedroeg 7,44 miljoen euro. Vanaf 01.08.2008 wordt een leeftijdstoeslag toegekend aan alle kinderen. Voor de leeftijdscategorieën 6-11 jarigen en 12-17 jarigen worden de huidige jaarlijkse toeslagen van 53,06 euro en 74,29 euro behouden. De leeftijdscategorie 18 tot 25 jarigen heeft in 2008 een toeslag van 25 euro ontvangen. Deze is gestegen in 2009 naar 50 euro, in 2011 naar 75 euro en in 2012 naar 100 euro. De leeftijdscategorie 0 tot 5-jarigen ontvangt vanaf 2009 een toeslag van 25 euro. Ter harmonisering van de kinderbijslagen tussen het stelsel van de zelfstandigen en het stelsel van de werknemers werd de kinderbijslag voor het eerste kind met 10 euro verhoogd vanaf 01.04.2008. De nieuwe regelgeving betreffende de verhoogde kinderbijslag voor kinderen met een handicap werd vanaf 1 mei 2009 uitgebreid tot de categorie kinderen met een handicap geboren vóór 1993 zodat alle rechthebbenden onderworpen zijn aan het zelfde onderzoekssysteem. De kinderbijslag voor het eerste kind binnen het stelsel van de zelfstandigen zal met 3,93 euro worden opgetrokken. Faillissementsverzekering Vanaf 01.07.2001 heeft de zelfstandige in faillissement recht op de uitkering gedurende zes maanden (in plaats van twee). De uitkering wordt bovendien betaald vanaf de maand volgend op die van het faillissement (en niet langer vanaf het daaropvolgende kwartaal). Het bedrag van de welvaartsenveloppe dat in 2009 werd toegekend bedroeg 119 duizend euro voor de prestaties inzake de faillissementsverzekering. Dit bedrag werd als volgt besteed: Verhoging van de uitkering met 20 euro vanaf 1 mei 2009; Verhoging met 2,5 % van de faillissementsuitkering vanaf 1 augustus 2009 (welvaart); Verhoging met 0,5 % van de faillissementsuitkering vanaf 1 augustus 2009 (relance). Gedurende de periode van 01.01.2010 tot en met 30.06.2010 werd er voor de zelfstandigen in moeilijkheden een uitbreiding van de sociale verzekering in geval van faillissement voorzien (crisismaatregel). Deze uitbreiding bracht een extra kost van 3.400 duizend euro met zich mee.
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
238
De andere lopende uitgaven Sinds 01.01.2006 krijgt elke vrouwelijke zelfstandige die bevallen is na 31.12.2005, onder bepaalde voorwaarden, gratis 70 dienstencheques voor het betalen van gezinshulp. Dit om een betere combinatie tussen werk en gezin mogelijk te maken. Het sociaal akkoord voor de federale gezondheidssectoren voorziet in de oprichting van een tweede pensioenpijler voor onder meer verpleegkundigen en zelfstandige verpleegkundigen uit de sector thuiszorg. Hiertoe gebeurt er een storting van het RIZIV naar de RVP. De externe overdracht naar de geneeskundige verzorging wordt vanaf 2008 volgens de nieuwe regels berekend: de stijging van 677.052 duizend euro ten opzichte van 2007 wordt onder andere veroorzaakt door de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering. De kapitaaluitgaven Ten slotte vroeg het RIZIV-Geneeskundige verzorging in 2008 aan het RSVZ-Globaal beheer een bedrag van 4.299 duizend euro op afkomstig van het provisiefonds geneesmiddelen.
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
239
2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2007-2011 (duizend euro)
Lopende Ontvangsten 2007 2008 2009 2010 2011
Bijdragen 2.845.980 3.244.981 3.415.331 3.535.058 3.602.228
Staatstoelagen 1.123.834 1.248.199 1.270.904 1.518.274 1.428.957
Alternatieve financiering 484.646 802.976 849.272 952.306 1.115.615
Toegewezen ontvangsten 15.900 16.194 16.728 17.116 18.017
Externe overdrachten 15.402 61.528 30.665 64.969 109.846
Opbrengsten beleggingen 24.511 34.673 13.531 13.566 12.697
Diversen 8.081 8.339 3.476 3.037 2.587
Totaal lopende ontvangsten 4.518.355 5.416.890 5.599.907 6.104.326 6.289.947
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
240
2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2007-2011 (duizend euro) (vervolg)
Lopende Uitgaven 2007 2008 2009 2010 2011
Prestaties 2.919.293 3.209.993 3.417.902 3.558.090 3.731.500
RIZIV-Uitkeringen 251.877 278.244 300.232 321.183 343.269RSVZ-Pensioenen 2.310.722 2.537.189 2.693.691 2.805.403 2.952.059RSVZ-Gezinsbijslag 355.031 390.459 415.233 413.164 422.851RSVZ-Faillissemenstverzekering 1.664 4.102 8.746 18.337 13.303RSVZ-Palliatieve verzorging 4 18
Betalingskosten 1.477 1.364 1.299 686 549
Beheerskosten 76.193 80.871 80.873 79.764 81.464
Externe overdrachten 1.249.768 1.907.231 2.045.784 2.213.185 2.356.228
Intresten op leningen 0
Diversen 3.240 4.048 4.577 4.442 5.092
Totaal lopende uitgaven 4.249.971 5.203.507 5.550.436 5.856.167 6.174.832
Saldo lopende rekeningen 268.384 213.382 49.472 248.159 115.115
Kapitaalrekeningen 2007 2008 2009 2010 2011
Ontvangsten 1.042 180 12
Uitgaven 0 4.299 12
Saldo kapitaalrekeningen 1.042 -4.118 0
Budgettair resultaat 269.426 209.264 49.472 248.159 115.115
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
241
3. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
007
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Bijd
rag
en
02.
845.
980
2.84
5.98
0G
ewon
e bi
jdra
gen
2.
677.
901
2.67
7.90
1P
ublie
ke m
anda
taris
sen-
bijd
rage
n
5.60
35.
603
Con
solid
atie
bijd
rage
n
4343
Ven
noot
scha
psbi
jdra
gen
16
2.43
316
2.43
3
Sta
atst
oel
agen
1.12
3.83
41.
123.
834
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
0
484.
646
484.
646
Btw
0
421.
070
421.
070
Roe
rend
e vo
orhe
ffing
44.7
4244
.742
Sto
ck o
ptio
ns
1.
639
1.63
9A
ccijn
zen
taba
k
0
13.5
9513
.595
And
ere
3.
600
3.60
0
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
15.9
00
15.9
00
15.9
00
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
15.4
0215
.402
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
10
1024
.501
24.5
11
Div
erse
n
803.
384
3.46
44.
617
8.08
1
Eig
en o
ntv
ang
sten
15
.990
3.38
4
19
.374
4.49
8.98
14.
518.
355
RS
VZ
-GF
B
239.
755
2.31
8.79
235
5.03
11.
664
2.91
5.24
2
2.91
5.24
2A
nder
e ta
kken
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
239.
755
2.31
8.79
235
5.03
11.
664
2.91
5.24
2
2.91
5.24
2
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
25
5.74
52.
322.
176
355.
031
1.66
42.
934.
616
4.49
8.98
17.
433.
596
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
242
3. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
007
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Pre
stat
ies
251.
877
2.31
0.72
235
5.03
11.
664
2.91
9.29
3
2.91
9.29
3
Bet
alin
gsk
ost
en
1.
477
1.47
7
1.47
7
Beh
eers
kost
en
10.1
309.
977
20.1
0756
.086
76.1
93
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
1.24
9.76
81.
249.
768
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
1.
227.
757
1.22
7.75
7A
nder
e
0
22.0
1022
.010
Intr
este
n o
p le
nin
gen
0
00
Div
erse
n
267
26
72.
973
3.24
0
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
26
2.27
42.
322.
176
355.
031
1.66
42.
941.
144
1.30
8.82
64.
249.
971
RS
VZ
-GF
B
A
nder
e ta
kken
2.91
5.24
22.
915.
242
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
2.
915.
242
2.91
5.24
2
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
26
2.27
42.
322.
176
355.
031
1.66
42.
941.
144
4.22
4.06
87.
165.
212
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
-6.5
290
00
-6.5
2927
4.91
326
8.38
4
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
SV
Z-P
en
RS
VZ
-Gez
insb
. R
SV
Z-F
ailli
s. v
erz.
S
UB
TO
TA
AL
R
SV
Z-G
FB
T
OT
AA
L
On
tvan
gst
en
01.
042
1.04
2
Uit
gav
en
0
0
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
1.04
21.
042
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t -6
.529
00
0-6
.529
275.
955
269.
426
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
243
4. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
008
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Bijd
rag
en
3.
244.
981
3.24
4.98
1G
ewon
e bi
jdra
gen
3.
067.
203
3.06
7.20
3P
ublie
ke m
anda
taris
sen-
bijd
rage
n
5.68
05.
680
Con
solid
atie
bijd
rage
n
3030
Ven
noot
scha
psbi
jdra
gen
17
2.06
817
2.06
8
Sta
atst
oel
agen
1.24
8.19
91.
248.
199
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
802.
976
802.
976
Btw
675.
415
675.
415
Roe
rend
e vo
orhe
ffing
49.4
2149
.421
Sto
ck o
ptio
ns
2.
193
2.19
3A
ccijn
zen
taba
k
14.0
0014
.000
Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
57.8
4557
.845
And
ere
4.
101
4.10
1
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
16.1
94
16.1
94
16.1
94
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
61.5
2861
.528
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
10
1034
.663
34.6
73
Div
erse
n
803.
223
3.30
35.
036
8.33
9
Eig
en o
ntv
ang
sten
16
.284
3.22
3
19
.507
5.39
7.38
35.
416.
890
RS
VZ
-GF
B
273.
689
2.54
5.54
839
0.45
94.
102
3.21
3.79
7
3.21
3.79
7A
nder
e ta
kken
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
273.
689
2.54
5.54
839
0.45
94.
102
3.21
3.79
7
3.21
3.79
7
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
28
9.97
32.
548.
771
390.
459
4.10
23.
233.
304
5.39
7.38
38.
630.
687
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
244
4. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
008
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Pre
stat
ies
278.
244
2.53
7.18
939
0.45
94.
102
3.20
9.99
3
3.20
9.99
3
Bet
alin
gsk
ost
en
1.
364
1.36
4
1.36
4
Beh
eers
kost
en
11.3
0310
.218
21.5
2159
.350
80.8
71
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
1.90
7.23
11.
907.
231
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
1.
905.
891
1.90
5.89
1A
nder
e
1.34
01.
340
Intr
este
n o
p le
nin
gen
Div
erse
n
267
26
73.
781
4.04
8
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
28
9.81
42.
548.
771
390.
459
4.10
23.
233.
145
1.97
0.36
25.
203.
507
RS
VZ
-GF
B
A
nder
e ta
kken
3.21
3.79
73.
213.
797
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
3.
213.
797
3.21
3.79
7
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
28
9.81
42.
548.
771
390.
459
4.10
23.
233.
145
5.18
4.16
08.
417.
304
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
159
00
015
921
3.22
321
3.38
2
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
SV
Z-P
en
RS
VZ
-Gez
insb
. R
SV
Z-F
ailli
s. v
erz.
S
UB
TO
TA
AL
R
SV
Z-G
FB
T
OT
AA
L
On
tvan
gst
en
18
018
0
Uit
gav
en
4.
299
4.29
9
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
-4.1
18-4
.118
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 15
90
00
159
209.
105
209.
264
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
245
5. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
009
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Bijd
rag
en
3.
415.
331
3.41
5.33
1G
ewon
e bi
jdra
gen
3.
236.
344
3.23
6.34
4P
ublie
ke m
anda
taris
sen-
bijd
rage
n
5.97
15.
971
Con
solid
atie
bijd
rage
n
1212
Ven
noot
scha
psbi
jdra
gen
17
3.00
417
3.00
4
Sta
atst
oel
agen
1.27
0.90
41.
270.
904
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
849.
272
849.
272
Btw
685.
559
685.
559
Roe
rend
e vo
orhe
ffing
45.7
6245
.762
Sto
ck o
ptio
ns
6.
925
6.92
5A
ccijn
zen
taba
k
14.4
0414
.404
Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
92.5
2492
.524
And
ere
4.
098
4.09
8
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
16.7
28
16.7
28
16.7
28
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
30.6
6530
.665
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
10
1013
.521
13.5
31
Div
erse
n
110
2.84
5
2.
955
521
3.47
6
Eig
en o
ntv
ang
sten
16
.848
2.84
5
19
.693
5.58
0.21
55.
599.
907
RS
VZ
-GF
B
295.
378
2.70
2.77
841
5.23
38.
746
3.42
2.13
6
3.42
2.13
6A
nder
e ta
kken
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
295.
378
2.70
2.77
841
5.23
38.
746
3.42
2.13
60
3.42
2.13
6
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
31
2.22
62.
705.
623
415.
233
8.74
63.
441.
828
5.58
0.21
59.
022.
043
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
246
5. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
009
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Pre
stat
ies
300.
232
2.69
3.69
141
5.23
38.
746
3.41
7.90
2
3.41
7.90
2
Bet
alin
gsk
ost
en
1.
299
1.29
9
1.29
9
Beh
eers
kost
en
11.6
0310
.633
22.2
3658
.637
80.8
73
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
2.04
5.78
42.
045.
784
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
2.
043.
985
2.04
3.98
5A
nder
e
1.79
91.
799
Intr
este
n o
p le
nin
gen
Div
erse
n
391
39
14.
186
4.57
7
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
31
2.22
62.
705.
623
415.
233
8.74
63.
441.
828
2.10
8.60
75.
550.
436
RS
VZ
-GF
B
A
nder
e ta
kken
3.42
2.13
63.
422.
136
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
3.
422.
136
3.42
2.13
6
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
31
2.22
62.
705.
623
415.
233
8.74
63.
441.
828
5.53
0.74
38.
972.
571
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
00
00
049
.472
49.4
72
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
SV
Z-P
en
RS
VZ
-Gez
insb
. R
SV
Z-F
ailli
s. v
erz.
S
UB
TO
TA
AL
R
SV
Z-G
FB
T
OT
AA
L
On
tvan
gst
en
12
12
Uit
gav
en
12
12
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
00
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 0
00
00
49.4
7249
.472
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
247
6. V
oo
rlo
pig
e re
ken
ing
en 2
010
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z. R
SV
Z-P
allia
t. v
erz.
S
UB
TO
TA
AL
R
SV
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Bijd
rag
en
3.53
5.05
83.
535.
058
Gew
one
bijd
rage
n
3.
343.
015
3.34
3.01
5P
ublie
ke m
anda
taris
sen-
bijd
rage
n
6.
946
6.94
6C
onso
lidat
iebi
jdra
gen
88
Ven
noot
scha
psbi
jdra
gen
185.
088
185.
088
Sta
atst
oel
agen
1.
518.
274
1.51
8.27
4
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
95
2.30
695
2.30
6
Btw
70
7.11
070
7.11
0R
oere
nde
voor
heffi
ng
46.4
5446
.454
Sto
ck o
ptio
ns
3.35
83.
358
Acc
ijnze
n ta
bak
14.0
1914
.019
Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
17
7.13
217
7.13
2A
nder
e
4.
233
4.23
3
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
17.1
16
17
.116
17
.116
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
64
.969
64.9
69
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
10
10
13.5
5613
.566
Div
erse
n
110
2.33
0
2.44
059
73.
037
Eig
en o
ntv
ang
sten
17
.236
2.33
0
19.5
666.
084.
760
6.10
4.32
6
RS
VZ
-GF
B
316.
664
2.81
4.41
141
3.16
418
.337
43.
562.
580
3.
562.
580
And
ere
takk
en
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
316.
664
2.81
4.41
141
3.16
418
.337
43.
562.
580
3.
562.
580
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
33
3.90
02.
816.
741
413.
164
18.3
374
3.58
2.14
66.
084.
760
9.66
6.90
6
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
248
6. V
oo
rlo
pig
e re
ken
ing
en 2
010
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z. R
SV
Z-P
allia
t. v
erz.
S
UB
TO
TA
AL
R
SV
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Pre
stat
ies
321.
183
2.80
5.40
341
3.16
418
.337
43.
558.
090
3.
558.
090
Bet
alin
gsk
ost
en
68
6
686
68
6
Beh
eers
kost
en
12.2
8510
.652
22
.937
56.8
2779
.764
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
2.
213.
185
2.21
3.18
5
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
2.21
1.41
42.
211.
414
And
ere
1.77
11.
771
Intr
este
n o
p le
nin
gen
Div
erse
n
432
432
4.01
04.
442
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
33
3.90
02.
816.
741
413.
164
18.3
374
3.58
2.14
62.
274.
022
5.85
6.16
7
RS
VZ
-GF
B
And
ere
takk
en
3.56
2.58
03.
562.
580
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
3.56
2.58
03.
562.
580
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
33
3.90
02.
816.
741
413.
164
18.3
374
3.58
2.14
65.
836.
602
9.41
8.74
7
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
00
00
00
248.
159
248.
159
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
SV
Z-P
en
RS
VZ
-Gez
insb
. R
SV
Z-F
ailli
s. v
erz.
RS
VZ
-Pal
liat.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
Uit
gav
en
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 0
00
00
024
8.15
924
8.15
9
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
249
7. V
oo
rlo
pig
e re
ken
ing
en 2
011
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z. R
SV
Z-P
allia
t. v
erz.
S
UB
TO
TA
AL
R
SV
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Bijd
rag
en
3.60
2.22
83.
602.
228
Gew
one
bijd
rage
n
3.
400.
758
3.40
0.75
8P
ublie
ke m
anda
taris
sen-
bijd
rage
n
8.
455
8.45
5C
onso
lidat
iebi
jdra
gen
88
Ven
noot
scha
psbi
jdra
gen
193.
007
193.
007
Sta
atst
oel
agen
1.
428.
957
1.42
8.95
7
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
1.
115.
615
1.11
5.61
5
Btw
75
0.86
875
0.86
8R
oere
nde
voor
heffi
ng
48.2
5548
.255
Sto
ck o
ptio
ns
3.89
33.
893
Acc
ijnze
n ta
bak
14.7
0014
.700
Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
29
3.54
229
3.54
2A
nder
e
4.
357
4.35
7
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
18.0
17
18
.017
18
.017
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
10
9.84
610
9.84
6
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
10
10
12.6
8712
.697
Div
erse
n
110
1.74
2
1.85
273
52.
587
Eig
en o
ntv
ang
sten
18
.137
1.74
2
19.8
796.
270.
069
6.28
9.94
7
RS
VZ
-GF
B
338.
161
2.96
1.83
342
2.85
113
.303
183.
736.
166
3.
736.
166
And
ere
takk
en
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
338.
161
2.96
1.83
342
2.85
113
.303
183.
736.
166
3.
736.
166
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
35
6.29
82.
963.
575
422.
851
13.3
0318
3.75
6.04
56.
270.
069
10.0
26.1
14
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
250
7. V
oo
rlo
pig
e re
ken
ing
en 2
011
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z. R
SV
Z-P
allia
t. v
erz.
S
UB
TO
TA
AL
R
SV
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Pre
stat
ies
343.
269
2.95
2.05
942
2.85
113
.303
183.
731.
500
3.
731.
500
Bet
alin
gsk
ost
en
54
9
549
54
9
Beh
eers
kost
en
12.5
4510
.967
23
.512
57.9
5281
.464
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
2.
356.
228
2.35
6.22
8
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
2.35
4.49
22.
354.
492
And
ere
1.73
51.
735
Intr
este
n o
p le
nin
gen
Div
erse
n
484
484
4.60
85.
092
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
35
6.29
82.
963.
575
422.
851
13.3
0318
3.75
6.04
52.
418.
788
6.17
4.83
2
RS
VZ
-GF
B
And
ere
takk
en
3.73
6.16
63.
736.
166
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
3.73
6.16
63.
736.
166
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
35
6.29
82.
963.
575
422.
851
13.3
0318
3.75
6.04
56.
154.
954
9.91
0.99
9
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
00
00
00
115.
115
115.
115
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
SV
Z-P
en
RS
VZ
-Gez
insb
. R
SV
Z-F
ailli
s. v
erz.
RS
VZ
-Pal
liat.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
Uit
gav
en
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 0
00
00
011
5.11
511
5.11
5
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
251
1. Sociaal statuut (RSVZ) 255
1.0 Methodologische nota 1.1 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar leeftijdsklasse 1.2 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar bijdragecategorie en
geslacht 1.3 Vergelijkende tabel tussen de effectieven sociaal statuut en de in de ZIV-
verzekerde gerechtigden (zelfstandigen / enige activiteit) 1.4 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen geherwaardeerde inkomsten van de zelfstandigen 1.5 Herwaarderingscoëfficiënt voor de bijdrageberekening
2. Uitkeringen (RIZIV) 261
2.0 Methodologische nota 2.1 Verzekerde bevolking naar statuut, leeftijdsklasse en geslacht (ledentallen) 2.2 Aantal invaliden naar leeftijdsklasse en geslacht 2.3 Evolutie van het ledental 2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid: ziektecijfer 2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid: aantal vergoede dagen 2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid: gemiddelde daguitkering 2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid: totaal bedrag van de basisuitgaven 2.8 Invaliditeit: aantal gevallen 2.9 Invaliditeit: aantal vergoede dagen 2.10 Invaliditeit: gemiddelde daguitkering 2.11 Invaliditeit: totaal bedrag van de basisuitgaven 2.12 Moederschap: verzekerde bevolking 2.13 Moederschap en adoptie: aantal gevallen 2.14 Moederschap en adoptie: gemiddelde uitkering per geval 2.15 Moederschap en adoptie: totaal bedrag van de uitgaven 2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering
C.
Statistieken
3. Pensioenen (RVP) 271
3.0 Methodologische nota 3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt
betaald 3.2 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden
betaald 3.3 Pensioenuitgaven per categorie (voorwaardelijk of onvoorwaardelijk pensioen) 3.4 Rechthebbenden naar pensioensoort, leeftijdsklasse en geslacht 3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen
4. Gezinsbijslag (RSVZ) 277
4.0 Methodologische nota 4.1 Aantal rechtgevende kinderen naar type van prestatie en naar schaal 4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte 4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op
bijslag, inclusief kinderen met een handicap 4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang 4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (aantal uitkeringen) 4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse 4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang 4.8 Synthesetabel: uitgaven voor de gezinsbijslagen
5. Faillissementsverzekering (RSVZ) 285
5.0 Methodologische nota 5.1 Evolutie van het aantal gevallen en van de uitgaven
1. Sociaal statuut 1.0 Methodologische nota De weergegeven statistieken bieden een overzicht van de voornaamste bepalende factoren met betrekking tot de heffing van sociale bijdragen voor het sociaal statuut van zelfstandigen. We vermelden hierbij dat de geheven bijdragen voor de sociale verzekering van de zelfstandigen berekend worden in functie van het belastbaar inkomen van deze zelfstandigen drie jaar voordien. Ten titel van voorbeeld is het zo dat de sociale bijdragen voor een zelfstandige, verschuldigd voor 2010, berekend zullen worden op basis van zijn (of haar) belastbaar inkomen van 2007. Effectieven (tabellen 1.1 en 1.2) Voor de effectieven werden twee tabellen opgenomen. De eerste heeft betrekking op de verzekeringsplichtigen (zelfstandigen en helpers) voor het sociaal statuut opgesplitst per leeftijdsklasse. De tweede tabel splitst hetzelfde totaal op naar het onderscheid zelfstandige of helper. Vervolgens worden de subtotalen verder onderverdeeld volgens het criterium hoofdbezigheid, nevenbezigheid of activiteit na pensioenleeftijd. Coherentie van de effectieven (tabel 1.3) Het doel van tabel 1.3 is het verschil tussen het begrip verzekeringsplichtige voor het sociaal statuut en het gerechtigd zijn als zelfstandige in de ziekteverzekering te illustreren. We hebben in deze tabel de RIZIV-cijfers over ledentallen zelfstandigen geplaatst naast de RSVZ-cijfers voor de variabele die het meest nauw aansluit met het begrip “gerechtigde zelfstandige”, zoals dat bij het RIZIV gehanteerd wordt. De voornaamste verklaring voor het vastgestelde verschil ligt bij de “starters” die in het algemeen een stage doen van zes maanden alvorens toegelaten te worden als gerechtigde in het zelfstandigenstatuut voor de ziekteverzekering. Onder ‘hoofdbezigheid’ wordt verstaan hoofdberoep, ‘nevenbezigheid’ wordt vaak ook aangeduid als bijberoep. Aan bijdragen onderworpen inkomsten van zelfstandigen (tabel 1.4) Hierin wordt de evolutie getoond van de inkomsten van de zelfstandigen, waarop de bijdragen voor het sociaal statuut berekend worden. De inkomsten van zelfstandigen, actief na de pensioenleeftijd worden in een aparte rubriek vermeld. Aangezien in 2003 de zogenaamde “brutering” van de aan sociale zekerheidsbijdragen onderworpen inkomens van de zelfstandigen werd afgeschaft, werd deze tabel herzien vanaf het jaar 2000. De vermelde inkomens stemmen overeen met de geïndexeerde inkomens (Cf. tabel 1.5 voor de indexeringswijze). Herwaarderingscoëfficiënten (tabel 1.5) Deze tabel laat toe de omrekening te doen naar geïndexeerde inkomsten. Deze laatste vormen de grondslag om de bijdragen te berekenen. Aanvullende informatie kan u vinden in het jaarverslag van de RSVZ en op de website www.rsvz.be .
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)
255
Bron: RSVZ
12.2007 12.2008 12.2009 12.2010 12.2011
Minder dan 30 jaar 92.497 98.260 97.484 96.644 98.69930 - 39 jaar 217.507 220.996 219.634 218.699 220.03240 - 49 jaar 270.186 274.502 276.310 279.742 282.25750 - 59 jaar 201.887 205.097 210.516 218.356 225.13360 - 64 jaar 63.281 65.222 68.133 71.462 72.15465 - 69 jaar 26.219 26.458 27.912 31.337 34.54270 - 79 jaar 26.086 26.177 27.029 27.788 28.21680 jaar en meer 7.291 7.234 7.624 8.557 8.863
Totaal 904.954 923.946 934.642 952.585 969.896
1.1 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar leeftijdsklasse
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)
256
Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2007
Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen
Zelfstandigen 567.540 249.951 817.491Hoofdbezigheid 393.971 179.358 573.329Nevenbezigheid 128.626 55.253 183.879Activiteiten na pensioenleeftijd 44.943 15.340 60.283
Helpers 35.214 52.249 87.463Hoofdbezigheid 29.616 49.055 78.671Nevenbezigheid 3.822 2.567 6.389Activiteiten na pensioenleeftijd 1.776 627 2.403
Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)
602.754 302.200 904.954
Toestand op 31 december 2007
Detail: Mannen+Vrouwen
Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)
652.000
Zelfstandigen en help(st)ers (excl. meewerkende echtgenoten)
605.624
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)
17.556
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)
28.820
Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2008
Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen
Zelfstandigen 579.868 259.420 839.288Hoofdbezigheid 401.397 183.439 584.836Nevenbezigheid 132.188 60.285 192.473Activiteiten na pensioenleeftijd 46.283 15.696 61.979
Helpers 34.622 50.036 84.658Hoofdbezigheid 28.598 46.473 75.071Nevenbezigheid 4.243 2.934 7.177Activiteiten na pensioenleeftijd 1.781 629 2.410
Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)
614.490 309.456 923.946
Toestand op 31 december 2008
Detail: Mannen+Vrouwen
Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)
659.907
Zelfstandigen en help(st)ers (excl. meewerkende echtgenoten)
615.765
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)
15.649
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)
28.493
1.2 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar bijdragecategorie en geslacht
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)
257
(vervolg)
Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2009
Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen
Zelfstandigen 590.259 267.650 857.909Hoofdbezigheid 407.599 187.412 595.011Nevenbezigheid 134.082 64.345 198.427Activiteiten na pensioenleeftijd 48.578 15.893 64.471
Helpers 30.184 46.549 76.733Hoofdbezigheid 24.269 42.759 67.028Nevenbezigheid 4.263 3.172 7.435Activiteiten na pensioenleeftijd 1.652 618 2.270
Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)
620.443 314.199 934.642
Toestand op 31 december 2009
Detail: Mannen+Vrouwen
Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)
662.039
Zelfstandigen en help(st)ers (excl. meewerkende echtgenoten)
620.839
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)
13.918
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)
27.282
Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2010
Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen
Zelfstandigen 600.948 276.916 877.864Hoofdbezigheid 414.105 190.875 604.980Nevenbezigheid 135.784 69.300 205.084Activiteiten na pensioenleeftijd 51.059 16.741 67.800
Helpers 30.073 44.648 74.721Hoofdbezigheid 24.068 40.678 64.746Nevenbezigheid 4.275 3.306 7.581Activiteiten na pensioenleeftijd 1.730 664 2.394
Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)
631.021 321.564 952.585
Toestand op 31 december 2010
Detail: Mannen+Vrouwen
Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)
669.726
Zelfstandigen en help(st)ers (excl. meewerkende echtgenoten)
631.606
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)
12.001
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)
26.119
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)
258
(vervolg)
Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2011
Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen
Zelfstandigen 611.847 285.070 896.917Hoofdbezigheid 420.045 193.444 613.489Nevenbezigheid 137.721 73.800 211.521Activiteiten na pensioenleeftijd 54.081 17.826 71.907
Helpers 30.006 42.973 72.979Hoofdbezigheid 23.970 38.691 62.661Nevenbezigheid 4.275 3.573 7.848Activiteiten na pensioenleeftijd 1.761 709 2.470
Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)
641.853 328.043 969.896
Toestand op 31 december 2011
Detail: Mannen+Vrouwen
Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)
676.150
Zelfstandigen en help(st)ers (excl. meewerkende echtgenoten)
640.169
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)
10.476
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)
25.505
Bron: RIZIV en RSVZ
"In regel" "Niet-verzekerd" Totaal
30 juni 2007 537.297 27.238 564.535 546.33730 juni 2008 553.240 26.937 580.177 558.18630 juni 2009 561.740 565.37130 juni 2010 566.225 572.32230 juni 2011 567.671 579.533
Teldatum
ZIV-statuut van gerechtigde als zelfstandige RSVZ - verzekerings-plichtige voor sociaal statuut
1.3 Vergelijkende tabel tussen de effectieven sociaal statuut en de in de ZIV-verzekerde gerechtigden (zelfstandigen / enige activiteit)
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)
259
Bron: RSVZ
2007 2008 2009 2010 2011(refertejaar
2004)(refertejaar
2005)(refertejaar
2006)(refertejaar
2007)(refertejaar
2008)
Zelfstandigen 13.639.448 14.286.472 15.214.005 15.770.949 15.424.106Hoofdbezigheid 13.138.599 13.720.325 14.644.712 15.143.340 14.863.295Nevenbezigheid 500.849 566.147 569.293 627.609 560.811
Zelfstandigen, actief na de pensioenleeftijd
618.672 661.359 740.514 804.783 823.268
Anderen 0 0 0 0 0
Totaal 14.258.120 14.947.831 15.954.519 16.575.732 16.247.374
1.5 Herwaarderingscoëfficiënt voor de bijdrageberekening (1)
Bron: RSVZ
2007 2008 2009 2010 2011
Herwaarderingscoëfficiënt434,00 402,62
448,68 413,83
460,41 421,24
460,41 428,90
472,30 448,19
(1) Index basis 1971
1.4 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen geherwaardeerde inkomsten van de zelfstandigen (duizend euro)
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)
260
2. Uitkeringen 2.0 Methodologische nota In tegenstelling met de geneeskundige verzorging is de uitkeringsverzekering bij de hervorming van 2008 (wet van 31 januari 2007 en wet van 26 maart 2007) geen eenheidsstelsel geworden. Niettemin mag de sector uitkeringen voor zelfstandigen niet als een op zichzelf staande regeling beschouwd worden. De bestaande wetgeving voor de werknemers werd via het K.B. van 20.07.1971, betreffende de uitkeringen arbeidsongeschiktheid en moederschapsuitkeringen uitgebreid tot de zelfstandigen. De hiernavolgende statistische tabellen zijn daarom zowel vormelijk als inhoudelijk identiek aan deze van de werknemers. Primaire arbeidsongeschiktheid / Invaliditeit De reglementering maakt een drievoudig onderscheid tussen de perioden van arbeidsongeschiktheid: • de periode van primaire ongeschiktheid, zonder uitkeringen, die de eerste maand omvat; • de periode van primaire ongeschiktheid, met uitkeringen, gedurende de volgende elf maanden; • de invaliditeitsperiode die vanaf het tweede jaar van de arbeidsongeschiktheid aanvangt. De gerechtigde bekomt in de periode van primaire ongeschiktheid met uitkeringen en tijdens de invaliditeitsperiode een forfaitair bedrag waarbij een onderscheid wordt gemaakt naar het al dan niet hebben van personen ten laste. Onder bepaalde voorwaarden kunnen invaliden een forfaitaire uitkering voor hulp van derden ontvangen. Moederschap De moederschapsuitkering wordt uitbetaald voor een periode van zes weken (sinds 2003) onmiddellijk na de bevalling. Deze uitkering bestaat uit een forfaitair bedrag.
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
261
2.1
Ver
zeke
rde
bev
olk
ing
naa
r st
atu
ut,
leef
tijd
skla
sse
en g
esla
cht
(led
enta
llen
)
Bro
n: R
IZIV
Min
der
d
an 2
0 ja
ar20
-24
jaar
25-2
9 ja
ar30
-34
jaar
35-3
9 ja
ar40
-44
jaar
45-4
9 ja
ar50
-54
jaar
55-5
9 ja
ar60
-64
jaar
65 ja
ar e
n
mee
rT
ota
al
Zel
fsta
nd
igen
-
en
ige
acti
vite
itM
anne
n41
99.
829
26.8
6840
.640
54.6
7763
.478
65.9
6457
.278
46.7
7431
.587
4.30
040
1.81
4V
rouw
en17
25.
425
14.8
2319
.476
24.1
3225
.874
24.8
5019
.671
14.2
588.
783
2.04
215
9.50
6
Mee
hel
pen
de
ech
tgen
ote
nM
anne
n0
1069
200
384
576
613
521
405
242
263.
046
Vro
uwen
015
060
31.
464
3.03
74.
556
5.67
85.
675
5.09
02.
793
442
29.4
88
To
taal
591
15.4
1442
.363
61.7
8082
.230
94.4
8497
.105
83.1
4566
.527
43.4
056.
810
593.
854
Bro
n: R
IZIV
Min
der
d
an 2
0 ja
ar20
-24
jaar
25-2
9 ja
ar30
-34
jaar
35-3
9 ja
ar40
-44
jaar
45-4
9 ja
ar50
-54
jaar
55-5
9 ja
ar60
-64
jaar
65 ja
ar e
n
mee
rT
ota
al
Zel
fsta
nd
igen
-
en
ige
acti
vite
itM
anne
n41
89.
738
26.4
0240
.682
52.9
0662
.944
66.3
3458
.814
47.7
5131
.921
4.12
140
2.03
1V
rouw
en14
65.
375
14.9
7519
.439
23.4
3926
.193
25.2
7920
.451
14.8
199.
146
2.05
216
1.31
4
Mee
hel
pen
de
ech
tgen
ote
nM
anne
n0
974
189
352
531
645
542
434
234
313.
041
Vro
uwen
010
957
61.
319
2.66
04.
171
5.46
15.
544
4.84
92.
707
461
27.8
57
To
taal
564
15.2
3142
.027
61.6
2979
.357
93.8
3997
.719
85.3
5167
.853
44.0
086.
665
594.
243
Toe
stan
d op
30
juni
201
0
Toe
stan
d op
30
juni
201
1
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
262
2.2
Aan
tal i
nva
liden
naa
r le
efti
jdsk
lass
e en
ges
lach
t
Bro
n: R
IZIV
Min
der
d
an 2
0 ja
ar20
-24
jaar
25-2
9 ja
ar30
-34
jaar
35-3
9 ja
ar40
-44
jaar
45-4
9 ja
ar50
-54
jaar
55-5
9 ja
ar60
-64
jaar
65 ja
ar e
n
mee
rT
ota
al
Man
nen
011
6815
332
961
11.
143
1.87
53.
284
5.18
886
12.7
48V
rouw
en0
1045
127
266
494
814
1.14
01.
742
2.39
933
7.07
0
To
taal
021
113
280
595
1.10
51.
957
3.01
55.
026
7.58
711
919
.818
Bro
n: R
IZIV
Min
der
d
an 2
0 ja
ar20
-24
jaar
25-2
9 ja
ar30
-34
jaar
35-3
9 ja
ar40
-44
jaar
45-4
9 ja
ar50
-54
jaar
55-5
9 ja
ar60
-64
jaar
65 ja
ar e
n
mee
rT
ota
al
Man
nen
018
7614
534
267
11.
182
1.94
93.
344
5.06
889
12.8
84V
rouw
en0
543
123
284
508
840
1.21
51.
816
2.45
755
7.34
6
To
taal
023
119
268
626
1.17
92.
022
3.16
45.
160
7.52
514
420
.230
Toe
stan
d op
30
juni
201
0
Toe
stan
d op
30
juni
201
1
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
263
2.3 Evolutie van het ledental
Bron: RIZIV
06.2007 06.2008 06.2009 06.2010 06.2011
Zelfstandigen 506.723 530.975 540.835 542.735 544.347Mannen 367.077 383.182 387.745 389.156 389.246Vrouwen 139.646 147.793 153.090 153.579 155.101
Meehelpende echtgenoten 40.098 34.141 32.183 31.301 29.666
Totaal 546.821 565.116 573.018 574.036 574.013
2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid: ziektecijfer (1)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Zelfstandigen 3,13 3,10 3,29 3,36 3,46Mannen 3,06 3,06 3,23 3,28 3,35Vrouwen 3,32 3,18 3,43 3,57 3,72
Meehelpende echtgenoten 3,24 3,59 3,67 3,74 4,08
Totaal 3,14 3,13 3,31 3,38 3,49
(1) Aantal vergoede dagen / ledental.
2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid: aantal vergoede dagen
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Zelfstandigen 1.587.435 1.644.862 1.778.291 1.823.674 1.881.217Mannen 1.123.774 1.174.228 1.253.443 1.275.608 1.304.727Vrouwen 463.661 470.634 524.848 548.066 576.490
Meehelpende echtgenoten 130.050 122.580 118.101 117.192 120.945
Totaal 1.717.485 1.767.442 1.896.392 1.940.866 2.002.162
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
264
2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid: gemiddelde daguitkering (euro)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Zelfstandigen 29,81 32,66 34,12 35,28 36,57Mannen 30,62 33,51 34,98 36,10 37,38Vrouwen 27,86 30,51 32,09 33,37 34,74
Meehelpende echtgenoten 27,41 29,88 31,13 32,30 33,89
2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid: totaal bedrag van de basisuitgaven(duizend euro)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Zelfstandigen 46.829 52.929 60.040 63.655 68.222Mannen 34.406 39.352 43.841 46.050 48.771Vrouwen 12.920 14.361 16.842 18.288 20.027Regularisaties -497 -784 -643 -683 -576
Meehelpende echtgenoten 3.565 3.644 3.663 3.814 4.138
Hulp van derden 101 143 135 128 118
Totaal 50.495 56.716 63.838 67.597 72.478
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
265
2.8 Invaliditeit: aantal gevallen
Bron: RIZIV
12.2007 12.2008 12.2009 12.2010 12.2011
Zelfstandigen 17.447 17.479 18.219 18.964 19.015Mannen 12.279 12.249 12.438 12.845 12.782Vrouwen 5.168 5.230 5.781 6.119 6.233
< 60 jaar 3.618 3.661 3.794 4.014 4.194>= 60 jaar 1.550 1.569 1.987 2.105 2.039
Meehelpende echtgenoten 955 1.073 1.240 1.172 1.300Mannen 79 93 97 95 114Vrouwen 876 980 1.143 1.077 1.186
< 60 jaar 612 683 746 665 735>= 60 jaar 264 297 397 412 451
Totaal 18.402 18.552 19.459 20.136 20.315
2.9 Invaliditeit: aantal vergoede dagen
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Zelfstandigen 5.308.197 5.365.888 5.534.503 5.742.250 5.873.487Mannen 3.728.876 3.751.589 3.815.876 3.900.580 3.963.498
Vrouwen 1.579.321 1.614.299 1.718.627 1.841.670 1.909.989
Meehelpende echtgenoten 253.535 307.159 352.519 386.024 399.642
Totaal 5.561.732 5.673.047 5.887.022 6.128.274 6.273.129
2.10 Invaliditeit: gemiddelde daguitkering (euro)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Zelfstandigen 33,35 35,84 37,09 38,39 40,05Mannen 34,72 37,06 38,37 39,54 41,21Vrouwen 30,83 33,00 34,25 35,97 37,65
Meehelpende echtgenoten 28,95 31,40 32,14 33,12 35,56
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
266
2.11 Invaliditeit: totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Zelfstandigen 178.163 192.314 205.295 220.472 235.237Mannen 129.467 139.037 146.425 154.224 163.327Vrouwen 48.696 53.277 58.870 66.248 71.910
Meehelpende echtgenoten 7.340 9.644 11.330 12.786 14.213MannenVrouwen
Regularisaties -160 -124 -131 -224 -329
Hulp van derden 4.247 4.674 4.599 4.649 5.245
Totaal 189.590 206.508 221.093 237.683 254.366
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
267
2.12 Moederschap: verzekerde bevolking (1)
Bron: RIZIV
06.2007 06.2008 06.2009 06.2010 06.2011
Zelfstandigen 85.911 88.475 90.267 89.058 88.696
Meehelpende echtgenotes 12.650 11.102 9.724 9.712 8.743
Totaal 98.561 99.577 99.991 98.770 97.439
(1) Primaire uitkeringsgerechtigden jonger dan 45 jaar.
2.13 Moederschap en adoptie: aantal gevallen
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Zelfstandigen 5.050 5.172 5.242 5.256 5.287
Meehelpende echtgenotes 240 250 199 220 192
Adoptie (zelfst. + meeh. echtg.) 25 47 33 53 34
Totaal 5.315 5.469 5.474 5.529 5.513
2.14 Moederschap en adoptie: gemiddelde uitkering per geval (euro)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Zelfstandigen 2.215,82 2.747,49 2.797,10 2.878,94 2.974,25
Meehelpende echtgenotes 2.241,95 2.705,44 2.801,71 2.851,28 3.030,59
Adoptie (zelfst. + meeh. echtg.) 1.981,42 1.915,98 1.922,49 1.845,74 2.072,14
2.15 Moederschap en adoptie: totaal bedrag van de uitgaven(duizend euro)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Zelfstandigen 11.190 14.210 14.662 15.132 15.725
Meehelpende echtgenotes 538 676 558 627 583
Adoptie ( zelfst. + meeh. echtg.) 48 90 63 98 70Invaliden 16 41 18 46 48
Regularisaties - 3 - - -
Totaal 11.792 15.020 15.301 15.903 16.426
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
268
2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering (duizend euro)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Primaire arbeidsongeschiktheid 50.495 56.716 63.838 67.597 72.476Invaliditeit 189.590 206.508 221.093 237.683 254.366Moederschapsuitkering 11.792 15.020 15.301 15.903 16.427
Totaal 251.877 278.244 300.232 321.183 343.269
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
269
3. Pensioenen 3.0 Methodologische nota Voorwaardelijke rust- en overlevingspensioenen In de ontwikkeling van de pensioenregeling voor zelfstandigen zijn drie fasen te onderscheiden. Tot voor de wet van 30.06.1956 ging het om een vrijwillig stelsel. De wet van 30.06.1956 introduceerde het stelsel van individuele kapitalisatie. Door de wet van 06.02.1976 werd de kapitalisatie als wijze van beheer afgeschaft. De wet van 15.05.1984 betreffende de harmonisatie van de verschillende pensioenregelingen is de meest belangrijke wet van de jongste jaren. Deze wet berust op vier grote basisbeginselen, met name: het behoud van rechten uit loopbaanjaren in de verschillende regelingen, gelijkheid van man en vrouw, uniformisering van termijnen voor indiening van aanvragen en vooral, de instelling van een pensioen in verhouding tot de door de zelfstandigen voor de loopbaanjaren na 1983 gestorte bijdragen. De rustpensioenen worden vanaf 1984 toegekend in functie van de beroepsinkomsten die als basis voor de berekening van de bijdragen gediend hebben. Op grond van de door de overleden echtgenoot uitgeoefende activiteit als zelfstandige kan de langstlevende echtgenoot, man of vrouw, een overlevingspensioen genieten. De statistische tabellen met betrekking tot de zogenaamde voorwaardelijke pensioenen (aantal begunstigden op 1 januari, indeling naar pensioensoort, geslacht en leeftijdsklasse, evenals het gemiddeld maandbedrag van het pensioenvoordeel) zijn op gelijkaardige wijze samengesteld als bij de werknemers. Specifiek voor het pensioenstelsel der zelfstandigen zijn de onvoorwaardelijke pensioenen, waarover hieronder meer. Onvoorwaardelijke pensioenen Het onvoorwaardelijk pensioen wordt toegekend aan de volgende categorieën van personen: • degenen die geen aanvraag hebben ingediend voor een voorwaardelijk pensioen als
zelfstandige; • degenen die geen aanspraak kunnen maken op de toekenning of de uitbetaling van een
voorwaardelijk rust- of overlevingspensioen als zelfstandige; • zij voor wie het globaal bedrag van de rust- of overlevingsuitkeringen als zelfstandige lager ligt
dan het bedrag van het onvoorwaardelijk pensioen. De statistische gegevens i.v.m. de onvoorwaardelijke pensioenen werden beperkt tot de uitgaven op jaarbasis (cf. tabel 3.3). Synthesetabel (tabel 3.5) In de synthesetabel van de pensioenuitgaven wordt de evolutie van de uitgaven voor de verschillende pensioenvoordelen samengevat. Voor informatie over de aantallen cumulaties van pensioenvoordelen voor zelfstandigen met voordelen uit andere pensioenstelsels, inzonderheid dat der werknemers of dat van de overheid verwijzen we naar het jaarverslag van de RVP (website : http://www.onprvp.fgov.be/).
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
271
Bron: RVP
01.2007 01.2008 01.2009 01.2010 01.2011
Mannen 226.216 226.323 228.466 231.795 234.818Rustpensioenen 225.841 225.935 228.057 231.344 234.371
Gehuwden, gezin 112.396 110.552 108.976 108.344 107.212Gehuwden, alleenstaand 55.999 57.360 59.746 61.965 64.642Niet-gehuwden 52.545 53.281 54.696 56.493 58.034Rust & overleving, gedeelte rust 4.901 4.742 4.639 4.542 4.483
Overlevingspensioenen 995 977 1.002 1.033 990Rust & overleving, gedeelte overleving 756 725 735 730 691Overleving 239 252 267 303 299
Dubbeltellingen -620 -589 -593 -582 -543
Vrouwen 260.171 260.466 262.058 258.114 259.355Rustpensioenen 161.033 163.376 166.305 163.503 166.440
Gehuwden, gezin 290 307 323 294 306Gehuwden, alleenstaand 55.888 57.259 58.761 57.048 58.598Niet-gehuwden 38.191 39.447 40.746 40.533 41.954Rust & overleving, gedeelte rust 66.664 66.363 66.475 65.628 65.582
Overlevingspensioenen 126.119 124.279 123.229 121.990 120.538Rust & overleving, gedeelte overleving 57.855 58.049 58.509 57.981 58.256Overleving 68.264 66.230 64.720 64.009 62.282
Dubbeltellingen -26.981 -27.189 -27.476 -27.379 -27.623
Totaal rust 386.874 389.311 394.362 394.847 400.811
Totaal overleving 127.114 125.256 124.231 123.023 121.528
Totaal pensioenen 513.988 514.567 518.593 517.870 522.339
Totaal dubbeltellingen -27.601 -27.778 -28.069 -27.961 -28.166
Totaal rechthebbenden 486.387 486.789 490.524 489.909 494.173
3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt betaald
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
272
Bron: RVP
01.2007 01.2008 01.2009 01.2010 01.2011
Mannen 441,06 466,14 506,33 524,62 542,43Rustpensioenen 441,19 466,29 506,52 524,88 542,63
Gehuwden, gezin 558,87 597,13 655,67 684,21 711,64Gehuwden, alleenstaand 285,90 301,62 330,06 344,31 360,08Niet-gehuwden 361,86 379,79 411,20 426,90 443,55Rust & overleving, gedeelte rust 367,09 379,61 399,61 405,91 415,59
Overlevingspensioenen 137,95 150,46 163,54 172,08 196,97Rust & overleving, gedeelte overleving 120,55 131,84 145,63 153,00 172,11Overleving 192,96 204,02 213,02 218,02 254,41
Vrouwen 329,10 343,02 369,67 387,22 399,54Rustpensioenen 193,79 199,02 212,53 219,10 224,11
Gehuwden, gezin 284,37 305,86 336,45 361,88 381,75Gehuwden, alleenstaand 202,91 208,79 224,20 233,73 240,38Niet-gehuwden 226,21 231,46 245,85 253,03 256,99Rust & overleving, gedeelte rust 167,18 170,82 181,18 184,79 187,81
Overlevingspensioenen 431,46 457,28 499,31 525,64 550,20Rust & overleving, gedeelte overleving 398,12 423,90 464,53 491,26 515,94Overleving 479,71 486,54 530,75 556,78 582,49
Totaal / rustpensioen 338,21 354,13 382,54 398,26 410,36
Totaal / overlevingspensioen 429,16 454,89 496,59 522,67 547,32
Totaal / pensioen 360,70 378,66 409,86 427,81 442,23
Totaal / rechthebbende 381,17 400,26 433,32 452,23 467,43
3.2 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden betaald (euro)
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
273
Bron: RVP
2007 2008 2009 2010 2011
Voorwaardelijke pensioenen
Rustpensioenen
Gemiddeld aantal gerechtigden 388.152 391.889 394.319 397.389 404.658Gemiddeld jaarbedrag (euro) 4.112,79 4.488,03 4.754,93 4.940,56 5.144,29Uitgaven (duizend euro) 1.596.390 1.758.809 1.874.959 1.963.325 2.081.677
Overlevingspensioenen
Gemiddeld aantal gerechtigden 126.499 124.930 123.751 122.400 120.584Gemiddeld jaarbedrag (euro) 5.225,56 5.788,03 6.177,65 6.445,69 6.773,33Uitgaven (duizend euro) 661.029 723.098 764.493 788.952 816.756
Totale uitgaven (duizend euro) 2.257.418 2.481.906 2.639.452 2.752.277 2.898.433
Onvoorwaardelijke pensioenen (duizend euro)
Uitbetaald door de sociale verzekeringsfondsen
4.666 4.761 - - -
Uitbetaald door RVP 34.706 36.277 40.108 39.812 40.712
Totaal 39.372 41.038 40.108 39.812 40.712
3.3 Pensioenuitgaven per categorie (voorwaardelijk of onvoorwaardelijk pensioen)
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
274
3.4
Rec
hth
ebb
end
en n
aar
pen
sio
enso
ort
, lee
ftijd
skla
sse
en g
esla
cht
Bro
n: R
VP
Min
der
dan
60
jaar
60-6
4 ja
ar
65-6
9 ja
ar70
-74
jaar
75-7
9 ja
ar80
-84
jaar
85 ja
ar e
n
ou
der
To
taal
Man
nen
185
17.8
3055
.267
52.1
9048
.892
36.2
3524
.219
234.
818
Geh
uwde
n, g
ezin
16.
991
23.3
8625
.561
24.7
8317
.472
9.01
810
7.21
2G
ehuw
den,
alle
enst
aand
47.
226
18.8
0714
.907
12.0
207.
731
3.94
764
.642
Nie
t geh
uwd
33.
371
12.3
7710
.971
11.0
7210
.007
10.2
3358
.034
Rus
t & o
verle
ving
015
769
074
41.
006
1.01
61.
018
4.63
1O
verle
ving
spen
sioe
nen
177
857
711
93
299
Vro
uw
en7.
766
11.4
0643
.747
42.7
7950
.306
48.7
5154
.600
259.
355
Geh
uwde
n, g
ezin
056
156
6123
73
306
Geh
uwde
n, a
lleen
staa
nd88
3.38
220
.154
14.4
6611
.667
6.22
52.
616
58.5
98N
iet g
ehuw
d2
1.44
711
.100
8.92
87.
988
6.47
56.
014
41.9
54R
ust &
ove
rlevi
ng0
347
10.3
3914
.064
21.2
9922
.808
27.3
5896
.215
Ove
rlevi
ngsp
ensi
oene
n7.
676
6.17
41.
998
5.26
09.
329
13.2
3618
.609
62.2
82
To
taal
rec
hth
ebb
end
en7.
951
29.2
3699
.014
94.9
6999
.198
84.9
8678
.819
494.
173
Toe
stan
d op
1 ja
nuar
i 201
1
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
275
3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen (duizend euro)
Bron: RVP
2007 2008 2009 2010 2011
Pensioenen RVP 2.306.056 2.532.423 2.693.682 2.805.427 2.952.058
Rustpensioenen 1.596.410 1.758.828 1.874.957 1.963.325 2.081.704Overlevingspensioenen 661.004 723.081 764.461 788.952 816.732Bijzondere toelage 1.198 1.300 1.366 1.389 1.588Onvoorwaardelijke pensioenen RVP 34.706 36.277 40.108 39.812 40.712Vervroegde uittredingstoelage landbouw 3.385 3.225 2.847 2.344 1.746Pensioenbijslag (art. 5, KB 25.4.1997) 4.658 5.206 5.526 5.430 5.526Welvaartsaanpassing 4.695 4.508 4.368 4.175 4.051Stijging van de limieten toegelaten arbeid - 0 49 - -
Onvoorwaardelijke pensioenen SVF 4.666 4.761 9 -24 1
Tussenkomst van het repartitiestelsel in de renten
0 5 - - -
Indexeringen 0 5 - - -
Totaal 2.310.722 2.537.189 2.693.691 2.805.403 2.952.059
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
276
4. Gezinsbijslag 4.0 Methodologische nota De RSVZ verzekert de betaling van de gezinsbijslag voor de rechtgevende kinderen, waarvan de gerechtigden vallen onder het sociaal statuut van de zelfstandigen. Voor de samenstelling van de tabellen verwijzen we naar de methodologische nota gezinsbijslag bij de werknemers. Qua structuur zijn de tabellen voor de gezinsbijslag in de regeling van de zelfstandigen identiek aan die voor de werknemers. In de tabel 4.8 (synthesetabel) werd door middel van een raming een uitsplitsing gemaakt naar schaal. Deze raming is gebaseerd op aantallen. We hebben een rubriek statistische correctie toegevoegd, die zorgt voor de overeenstemming met het totaal van de prestaties gezinsbijslag in de geconsolideerde tabellen. Aanvullende informatie over de gezinsbijslag voor zelfstandigen kan u vinden in het Statistisch Jaarboek van de RSVZ of op de website: www.rsvz.be .
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
277
4.1 Aantal rechtgevende kinderen naar type van prestatie en naar schaal (1)
Bron: RSVZ
2007 2008 2009 2010 2011
Kinderbijslag 205.900 204.024 211.386 210.254 209.930Gewone schaal 194.169 192.662 199.932 198.829 198.545Invalidenschaal 1.926 1.922 2.010 2.164 2.333Wezenschaal 9.805 9.440 9.444 9.261 9.052
Kraamgeld 5.680 5.782 5.599 5.956 5.651
Adoptiepremie 31 28 33 43 31
(1) Rechtgevende kinderen op 30 juni, geboorten en adopties in de loop van het kalenderjaar.
4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte (euro)
Bron: RSVZ
2007 2008 2009 2010 2011
Kinderbijslag (2)1.733,25 1.802,14 1.884,48 1.904,97 1.954,90
Gewone schaal 1.636,39 1.711,89 1.815,43 1.828,88 1.875,84Invalidenschaal 3.549,59 3.457,46 3.499,82 3.715,23 3.862,71Wezenschaal 3.326,05 3.381,28 2.995,37 3.097,14 3.215,91
Kraamgeld (3) 915,15 963,97 991,08 916,66 990,63
(2) Inclusief leeftijdsbijslag en supplement voor gehandicapte kinderen.(3) De adoptiepremies zijn inbegrepen bij het kraamgeld.
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
278
Bron: RSVZ
06.2007 06.2008 06.2009 06.2010 06.2011
0 - 5 jaar 36.879 37.841 43.269 43.765 44.137
6 - 11 jaar 52.708 51.932 54.097 52.933 52.320
12 - 15 jaar 42.049 41.010 42.415 41.835 41.562
16 - 17 jaar 22.722 22.751 23.438 22.670 21.999
18 - 20 jaar 29.701 29.338 28.352 28.829 29.048Studenten 29.193 28.897 28.058 28.534 28.739Leerlingen (1) 284 253 273 276 287Gehandicapten 224 188 21 19 22
21 - 24 jaar 17.471 17.073 15.820 16.386 17.198Studenten 17.404 17.025 15.760 16.315 17.116
Leerlingen (1) 67 48 60 71 82
25 jaar en ouder 4.370 4.079 3.995 3.836 3.666
Totaal 205.900 204.024 211.386 210.254 209.930
Kinderen met een handicap 6.286 6.054 6.000 5.948 5.895
Jonger dan 21 jaar 1.916 1.975 2.005 2.112 2.22925 jaar en ouder 4.370 4.079 3.995 3.836 3.666
(1) In het kader van de Wet van 19.07.1983 op het leerlingwezen.
4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op bijslag, inclusief kinderen met een handicap
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
279
4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang
Bron: RSVZ
06.2007 06.2008 06.2009 06.2010 06.2011
Eerste kind 109.098 108.098 110.644 110.843 110.610Tweede kind 65.591 64.998 67.862 67.220 67.129Derde kind en volgende 31.211 30.928 32.880 32.191 32.191
Totaal 205.900 204.024 211.386 210.254 209.930
4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (aantal uitkeringen) (1)
Bron: RSVZ
2007 2008 2009 2010 2011
Kraamgeld 5.680 5.782 5.599 5.956 5.651Eerste geboorte 2.586 2.566 2.587 2.664 2.536Volgende geboorten 3.094 3.216 3.012 3.292 3.115
Adoptiepremie 31 28 33 43 31
(1) Aantal gevallen in de loop van het jaar.
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
280
4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse
Bron: RSVZ
0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 36.503 51.421 61.744 43.907 594 194.169Invalidenschaal 185 356 674 644 67 1.926Wezenschaal 191 931 2.353 2.621 3.709 9.805
Totaal 36.879 52.708 64.771 47.172 4.370 205.900
Bron: RSVZ
0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 37.446 50.678 60.864 43.096 578 192.662Invalidenschaal 182 359 675 640 66 1.922Wezenschaal 213 895 2.222 2.675 3.435 9.440
Totaal 37.841 51.932 63.761 46.411 4.079 204.024
Bron: RSVZ
0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 42.784 52.764 62.861 41.050 473 199.932Invalidenschaal 225 394 737 589 65 2.010Wezenschaal 260 939 2.255 2.533 3.457 9.444
Totaal 43.269 54.097 65.853 44.172 3.995 211.386
Bron: RSVZ
0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 43.245 51.570 61.531 42.036 447 198.829Invalidenschaal 248 443 805 605 63 2.164Wezenschaal 272 920 2.169 2.574 3.326 9.261
Totaal 43.765 52.933 64.505 45.215 3.836 210.254
Bron: RSVZ
0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 43.590 50.952 60.612 42.983 408 198.545Invalidenschaal 289 472 854 665 53 2.333Wezenschaal 258 896 2.095 2.598 3.205 9.052
Totaal 44.137 52.320 63.561 46.246 3.666 209.930
Toestand op 30 juni 2008
Toestand op 30 juni 2007
Toestand op 30 juni 2011
Toestand op 30 juni 2009
Toestand op 30 juni 2010
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
281
4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang
Bron: RSVZ
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 100.406 63.410 22.335 5.650 2.368 194.169Invalidenschaal (1) 1.237 441 151 60 37 1.926Wezenschaal (1) 7.455 1.740 464 113 33 9.805
Totaal 109.098 65.591 22.950 5.823 2.438 205.900
Bron: RSVZ
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 99.696 62.823 22.251 5.542 2.350 192.662Invalidenschaal (1) 1.237 458 146 51 30 1.922Wezenschaal (1) 7.165 1.717 426 102 30 9.440
Totaal 108.098 64.998 22.823 5.695 2.410 204.024
Bron: RSVZ
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 102.227 65.613 23.164 6.149 2.779 199.932Invalidenschaal (1) 1.272 489 151 59 39 2.010Wezenschaal (1) 7.145 1.760 409 98 32 9.444
Totaal 110.644 67.862 23.724 6.306 2.850 211.386
Bron: RSVZ
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 102.460 64.980 22.645 6.047 2.697 198.829Invalidenschaal (1) 1.344 532 181 66 41 2.164Wezenschaal (1) 7.039 1.708 391 89 34 9.261
Totaal 110.843 67.220 23.217 6.202 2.772 210.254
Bron: RSVZ
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 102.312 64.885 22.828 5.825 2.695 198.545Invalidenschaal (1) 1.419 588 211 71 44 2.333Wezenschaal (1) 6.879 1.656 397 87 33 9.052
Totaal 110.610 67.129 23.436 5.983 2.772 209.930
(1) Inbegrepen de gehandicapten die geen aanspraak kunnen maken op de bijkomende bijslag voor gehandicapten.
Toestand op 30 juni 2007
Toestand op 30 juni 2009
Toestand op 30 juni 2008
Toestand op 30 juni 2011
Toestand op 30 juni 2010
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
282
4.8 Synthesetabel: uitgaven voor de gezinsbijslagen (duizend euro)
Bron: RSVZ
2007 2008 2009 2010 2011
Gewone schaal 315.200 348.300 388.100 379.000 389.700Invalidenschaal 6.400 6.600 7.800 8.600 9.400Wezenschaal 31.100 31.900 29.600 28.700 29.200Andere Prestaties 16.100 18.200 23.600 22.800 23.400
Statistische correctie -13.769 -18.060 -33.867 -25.936 -28.849
Totaal 355.031 386.940 415.233 413.164 422.851
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
283
5. Faillissementsverzekering 5.0 Methodologische nota De opgenomen tabel over de faillissementsverzekering omvat het aantal rechthebbenden (aantal toekenningen), het aantal vergoede maanden, de gemiddelde maanduitkering en de uitgaven aan sociale prestaties voor de faillissementsverzekering op jaarbasis. De gemiddelde maanduitkering wordt berekend, rekening houdend met het feit dat een toekenning op meerdere maanden betrekking kan hebben. Krachtens het K.B. van 26.04.2007 werd de periode gedurende dewelke men een uitkering van de faillissementsverzekering kan genieten verlengd tot ten hoogste 12 maanden. Aanvullende informatie over de faillissementsverzekering vindt u op de website van de RSVZ: www.rsvz.be. Algemene informatie over de evolutie van het aantal faillissementen en hun omvang vindt u op de website van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie: http://statbel.fgov.be bij de rubriek Economie, ondernemingen... (faillissementsstatistieken).
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 5. Faillissementsverzekering (RSVZ)
285
5.1 Evolutie van het aantal gevallen en van de uitgaven
Bron: RSVZ
2007 2008 2009 2010 2011
Aantal gevallen (toekenningen) 443 474 768 834 817Aantal vergoede maanden 2.598 4.197 6.564 5.822 6.037Gemiddelde maanduitkering (euro) 676,84 903,25 942,51 968,38 580,43
Totale uitgaven (euro) 1.758.417 3.790.950 6.186.636 5.637.920 3.504.073
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 5. Faillissementsverzekering (RSVZ)
286
A. E
cono
mis
che
reke
ning
en 2
007-
2011
(m
iljoe
n eu
ro)
Wer
knem
ers
Zel
fsta
ndig
en
Tot
aal
Toe
geke
nde
soci
ale
pres
tatie
s 19
.510
,21.
317,
620
.827
,822
.817
,024
.308
,025
.061
,426
.512
,2V
erst
rekk
inge
n of
uitk
erin
gen
19.5
10,2
1.31
7,6
20.8
27,8
22.8
17,0
24.3
08,0
25.0
61,4
26.5
12,2
Bet
alin
gson
kost
en
- -
- -
- -
-
Oni
nvor
derb
are
soci
ale
pres
tatie
s -
- -
- -
- -
Lope
nde
wer
king
skos
ten
813,
056
,786
9,7
913,
994
1,5
976,
099
8,2
Cen
tral
e in
stel
linge
n 83
,16,
689
,710
1,3
92,0
100,
010
2,8
Prim
aire
inst
ellin
gen
729,
950
,178
0,0
812,
684
9,5
876,
089
5,4
Div
erse
fina
ncië
le la
sten
-
- -
- -
- -
Last
en d
ie e
en v
erm
inde
ring
zijn
van
opb
reng
sten
and
ere
dan
finan
ciël
e -
- -
- -
- -
Div
erse
ove
rdra
chte
n na
ar d
erde
n 33
6,2
18,9
355,
175
3,6
548,
950
1,5
469,
5
Bes
parin
g 17
0,5
17,6
188,
1-
226,
918
8,3
758,
340
0,8
Sub
tota
al
20.8
29,9
1.41
0,8
22.2
40,7
24.2
57,6
25.9
86,7
27.2
97,2
28.3
80,7
Ove
rdra
chte
n bi
nnen
de
tak
- -
- -
Ext
erne
ove
rdra
chte
n 6,
7-
6,7
615,
3-
649,
21.
098,
4N
aar
de w
erkn
emer
s (t
ak p
ensi
oene
n)
6,7
- 6,
7-
Naa
r he
t RS
Z-G
loba
al b
ehee
r -
- -
553,
8-
584,
398
8,6
Naa
r he
t RS
VZ
-Glo
baal
beh
eer
- -
- 61
,5-
64,9
109,
8
Tot
aal
20.8
36,6
1.41
0,8
22.2
47,4
24.8
72,9
25.9
86,7
27.9
46,4
29.4
79,1
201
0 La
sten
2
007
201
1 2
008
200
9
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging A. Economische rekeningen
290
A. E
cono
mis
che
reke
ning
en 2
007-
2011
(m
iljoe
n eu
ro)
(ver
volg
)
Wer
knem
ers
Zel
fsta
ndig
en
Tot
aal
Ver
schu
ldig
de s
ocia
le b
ijdra
gen
1.62
9,5
105,
41.
734,
91.
758,
01.
958,
91.
910,
41.
944,
1
Tak
sen
en b
elas
tinge
n aa
ngew
end
voo
r de
soc
iale
zek
erhe
id
2.01
2,9
180,
42.
193,
32.
325,
72.
448,
32.
461,
82.
634,
9
Nie
t-te
rugv
orde
rbar
e te
gem
oetk
o- m
inge
n va
n de
ope
nbar
e m
acht
en
- -
- -
- -
-
Opb
reng
sten
van
eig
endo
mm
en
en
bedr
ijven
2,
90,
33,
24,
94,
94,
14,
1
Div
erse
opb
reng
sten
voo
rtko
men
d
van
der
den
278,
63,
628
2,2
304,
733
2,9
379,
540
5,4
Ter
ug te
vor
dere
n, te
n on
rech
te
uitb
etaa
lde
soci
ale
pres
tatie
s -
- -
- -
- -
Sub
tota
al
3.92
3,9
289,
74.
213,
64.
393,
34.
745,
04.
755,
84.
988,
5
Ove
rdra
chte
n bi
nnen
de
tak
- -
- -
Ext
erne
ove
rdra
chte
n 16
.912
,71.
121,
118
.033
,820
.479
,621
.241
,723
.190
,624
.490
,6V
an h
et R
SZ
-Glo
baal
beh
eer
16
.806
,0-
16.8
06,0
18.5
74,8
19.2
64,4
20.9
79,2
22.1
36,1
Van
het
RS
VZ
-Glo
baal
beh
eer
- 1.
121,
11.
121,
11.
793,
51.
861,
02.
091,
32.
231,
1V
an h
et R
SV
Z-G
emen
gde
loop
bane
n 10
6,7
- 10
6,7
111,
311
6,3
120,
112
3,4
Tot
aal
20.8
36,6
1.41
0,8
22.2
47,4
24.8
72,9
25.9
86,7
27.9
46,4
29.4
79,1
201
0 2
007
200
9 O
pbre
ngst
en
201
1 2
008
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging A. Economische rekeningen
291
1. Commentaar A. Evolutie van het begrotingsresultaat
2007 2008 2009 2010 2011
Lopende ontvangsten 22.250.685 24.884.747 26.838.049 27.946.411 29.479.123Kapitaalontvangsten 0 418.310 459 0 0
Sociale prestaties 18.873.406 20.704.056 22.128.162 23.108.706 24.084.200
Andere lopende uitgaven 3.185.809 4.395.696 3.976.883 4.365.146 4.983.394
Kapitaaluitgaven 337.716 4.317 12 0 0
Begrotingsresultaat -146.246 198.987 733.451 472.559 411.529
(duizend euro)
Het verschil tussen de stijging van de ontvangsten en de stijging van de uitgaven verklaart de evolutie van het resultaat. Behalve door de evolutie van het aantal werknemers, het aantal zelfstandigen en de aan beide groepen gerelateerde inkomens, die in het statistische gedeelte gedetailleerd worden beschreven, worden de ontvangsten en de uitgaven door de genomen beleidsmaatregelen beïnvloed. De sociale prestaties ondergaan bovendien ook de invloed van de evolutie van de volumefactoren (aantal rechthebbenden, aantal intramurale dagen, aantal verstrekkingen, …), die in het statistische gedeelte worden besproken. Hieronder komt de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven aan bod en gaan we in op de belangrijkste beleidsmaatregelen die genomen werden. B. Evolutie van de ontvangsten De lopende ontvangsten
2007 2008 2009 2010 2011
Lopende ontvangsten 3,32 % 4,18 % 8,00 % 0,23 % 4,89 %
In 2007 zette de dalende trend van de inkomsten uit de bijdragen op het omzetcijfer van de vergoedbare geneesmiddelen ten laste van de farmaceutische bedrijven zich verder. Dit was voornamelijk het gevolg van een sterke onderschrijding van de begroting in 2006. Aan het provisiefonds geneesmiddelen werd in 2007 een bedrag van 28.716 duizend euro toegevoegd, waarvan 27.674 duizend euro voor de werknemersregeling en 1.042 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. In 2007 heeft het RIZIV-geneeskundige verzorging 1.386.841 duizend euro aan BTW-inkomsten ontvangen (waarvan 1.272.434 voor de werknemersregeling en 114.407 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel). Met deze ontvangst stond het RIZIV in voor: De betaling van de schadeloosstelling voor de kosten die gepaard gaan met de sluiting of het
niet in gebruik nemen van een ziekenhuis(dienst) of het beëindigen van het gebruik van zware medische apparatuur;
De betaling van het gedeelte van de begroting voor de financiële middelen van de ziekenhuizen dat ten laste genomen wordt door de Staat;
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
294
De betaling van het gedeelte van de uitgaven “psychiatrische verzorgingstehuizen PVT” dat ten laste genomen wordt door de Staat;
De betaling van het gedeelte van de uitgaven “beschut wonen” dat ten laste genomen wordt door de Staat;
De facturen voor ziekenhuisopname van gevangenen en de kosten van geneesmiddelen in de gevangenis;
Financiële middelen voor de financiering van de geïnterneerden. Vanaf 01.01.2006 wordt 32,5% van de opbrengst van de accijnzen op de verkoop van tabaksproducten toegewezen aan het RIZIV. Bovendien mag dit bedrag niet lager zijn dan 555.685 duizend euro en wordt het jaarlijks aangepast aan de evolutie van de gemiddelde consumptieprijsindex. Een schijf van 299.300 duizend euro wordt verdeeld tussen de werknemers- en zelfstandigenregeling volgens de verdeelsleutel van de reële uitgaven van de geneeskundige verzorging. Van het saldo wordt 90% toegewezen aan de werknemersregeling en 10% aan het zelfstandigenstelsel. Vanaf 01.01.2008 zijn er 2 belangrijke wetten in voege gegaan: de “wet van 31 januari 2007 tot wijziging van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact met het oog op de invoering van een nieuw systeem voor de financiering van de ziekteverzekering” en de “wet van 26 maart 2007 houdende diverse bepalingen met het oog op de integratie van de kleine risico's in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor de zelfstandigen”. Het doel van deze wetten is enerzijds tegemoet te komen aan de toekomstige financieringsuitdagingen van de geneeskundige verzorging en anderzijds te komen tot een gelijkschakeling in sociale bescherming op het vlak van de geneeskundige verzorging tussen werknemers en zelfstandigen. Tot en met 2007 was de financiering van de tak geneeskundige verzorging vanuit beide globale beheren gebaseerd op de thesauriebehoeften. Vanaf 2008 echter, bestaat de financiering uit twee delen: Een basisbedrag per globaal beheer gelijk aan het bedrag van het voorgaande jaar verhoogd
met het groeipercentage van de beschikbare effectieve inkomsten uit bijdragen tussen de jaren N-1 en N-2;
Een bijkomend bedrag vanuit beide globale beheren waarvoor deze een alternatieve financiering bekomen. Dit bijkomend bedrag wordt bekomen door de uitgaven van de tak geneeskundige verzorging te verminderen met de twee basisbedragen en met de eigen ontvangsten van de tak geneeskundige verzorging en vervolgens via een verdeelsleutel te verdelen over de globale beheren;
Doordat naast de invoering van een nieuwe financiering ook de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering wordt doorgevoerd, dienen de hierboven beschreven basisbedragen nog gecorrigeerd te worden. Tot op heden konden zelfstandigen met ook een loopbaan als werknemer of met een partner die onder de werknemersregeling viel, zich verzekeren tegen geneeskundige verzorging onder de werknemersregeling. Het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-zelfstandigen dient met 182.060 duizend euro verhoogd te worden en het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-werknemers met eenzelfde bedrag verlaagd. Na 2008 wordt dit bedrag geïndexeerd. Het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-zelfstandigen dient voor 2008 ook een bedrag van 442.222 duizend euro te bevatten tengevolge van de integratie van de kleine risico’s. Het dient verder verhoogd te worden met 182.060 duizend euro ten gevolge van de afschaffing van de meest gunstige regel alsook met 11.410 duizend euro ter financiering van de verhoging van de beheerskosten van de VI’s.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
295
Voor 2008 kwam dit neer op: Een bedrag van 18.585.553 duizend euro ontvangen van de RSZ (een basisbedrag van
17.791.267 duizend euro, bijkomende alternatieve financiering ten bedrage van 575.310 duizend euro en 218.976 duizend euro tengevolge van afsluitingen lopende rekeningen 2004, 2005 en 2007);
Een bedrag van 1.794.619 duizend euro ontvangen van het RSVZ (een basisbedrag van 1.788.850 duizend euro, bijkomende alternatieve financiering ten bedrage van 57.845 duizend euro en -52.076 duizend euro tengevolge van afsluitingen lopende rekeningen 2004, 2005 en 2007);
In het kader van de gemengde loopbanen ontving het RIZIV 111.272 duizend euro van het RVSZ.
De bedragen gefinancierd in 2009 bedroegen: 20.049.087 duizend euro (een basisbedrag van 18.829.269 duizend euro, bijkomende
alternatieve financiering ten bedrage van 949.063 duizend euro en 270.755 duizend euro tengevolge van afsluitingen lopende rekeningen 2006 en 2007) ontvangen van de RSZ;
1.927.701 duizend euro (een basisbedrag van 1.823.645 duizend euro, bijkomende alternatieve financiering ten bedrage van 92.524 duizend euro en 11.532 duizend euro tengevolge van afsluitingen lopende rekeningen 2006 en 2007) ontvangen van het RSVZ ;
116.284 duizend euro in het kader van de gemengde loopbanen ontvangen van het RVSZ. In 2010 werd er: Een bedrag ontvangen van de RSZ van 20.979.158 duizend euro (een basisbedrag van
19.202.707 duizend euro en bijkomende alternatieve financiering ten bedrage van 1.776.451 duizend euro);
Een bedrag ontvangen van het RSVZ van 2.091.296 duizend euro (een basisbedrag van 1.914.164 duizend euro en bijkomende alternatieve financiering ten bedrage van 177.132 duizend euro);
In het kader van de gemengde loopbanen ontving het RIZIV 120.119 duizend euro van het RVSZ.
De bedragen gefinancierd in 2011 bedroegen: 22.136.037 duizend euro (een basisbedrag van 19.223.668 duizend euro en bijkomende
alternatieve financiering ten bedrage van 2.912.369 duizend euro) ontvangen van de RSZ; 2.231.121 duizend euro (een basisbedrag van 1.937.579 duizend euro en bijkomende
alternatieve financiering ten bedrage van 293.542 duizend euro) ontvangen van het RSVZ; 123.371 duizend euro in het kader van de gemengde loopbanen ontvangen van het RVSZ. De kapitaalontvangsten Vanuit het provisiefonds geneesmiddelen, dat in 2006 gecreëerd werd bij het RIZIV, werd in 2008 een bedrag van 109.310 duizend euro opgevraagd. Dit bedrag vertegenwoordigde een kapitaaluitgave bij de RSZ en het RSVZ. Bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging betrof deze opneming een kapitaalontvangst afkomstig van de globale beheren, gevolgd door een aanwending als lopende uitgave. Ten slotte was er in 2008, krachtens de programmawet van 22 december 2008, een overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007 (309.000 duizend euro) naar de beide globaal beheren. Het RIZIV kreeg allereerst het geld terug dat in 2007 geleend werd aan het RSZ (kapitaaluitgave bij de RSZ en kapitaalontvangst bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging) en droeg het vervolgens over aan de twee globaal beheren (lopende uitgave externe overdracht bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging en lopende ontvangst externe overdracht bij de RSZ en het RSVZ).
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
296
C. Evolutie van de uitgaven De sociale prestaties
2007 2008 2009 2010 2011Gemiddelde
jaarlijkse aangroei
Sociale prestaties 18.873.406 20.704.056 22.128.162 23.108.706 24.084.200 6,28 %
(duizend euro)
Het indexeringsmechanisme van de sociale prestaties kent 3 mogelijke systemen: De indexering van de honoraria van het jaar N gebeurt op basis van de vergelijking van de
gezondheidsindex van juni van het jaar N-2 en de gezondheidsindex van juni van het jaar N-1; Voor de prestaties geleverd binnen de verblijfsectoren vindt de indexaanpassing plaats in de
eerste maand die volgt op de maand waarin de spilindex wordt bereikt. Een grotere vertragingsfactor dan één maand is echter ook mogelijk;
Ten slotte zijn er prestaties waarvoor geen indexeringmechanisme voorzien is in de regelementering.
Bij de berekening van de globale begrotingsdoelstelling wordt er echter een theoretische indexmassa berekend die losstaat van de daadwerkelijk in de praktijk toegepaste indexeringssystemen. Behalve van de automatische aanpassing van de sociale prestaties aan de evolutie van de gezondheidsindex, is hun toename ook het gevolg van de beleidsmaatregelen die genomen werden en van de evolutie van de volumefactoren (medisch verbruik, aantal begunstigden, aantal intra-murale dagen, …). Het gedeelte “C. Statistieken” bevat informatie met betrekking tot deze volumefactoren. Hieronder geven wij hoofdzakelijk commentaar op de verschillende takken, jaar per jaar, en op de belangrijkste maatregelen die werden genomen. Om aan nieuwe behoeften tegemoet te komen, heeft de Regering beslist om vanaf 2004 een reële groeinorm van 4,5 % toe te passen op de begrotingsdoelstelling van de geneeskundige verzorging. Dat maakt het mogelijk om rekening te houden met een aantal nieuwe initiatieven, met het oog op de verbetering van de toegankelijkheid van de verzorging, het garanderen van een correcte financiering van de zorgverstrekkers en de indijking van het structureel tekort van de ziekenhuizen, waarbij nog andere besparingsmaatregelen nodig zijn. Dit laatste in het bijzonder in de sector van de geneesmiddelen. De globale begrotingsdoelstelling voor 2007 was vastgesteld op 19.618.653 duizend euro (waarvan 18.322.646 duizend euro voor de werknemersregeling en 1.296.007 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel), rekeninghoudende met de norm van 4,5 % reële groei toegepast sinds 2004 en met de exogene uitgaven, hetzij een verhoging van 6,14 % ten opzichte van de doelstelling voor 2006. Volgende maatregelen werden opgenomen in 2007: De voorkeursregeling werd op 1 april 2007 uitgebreid naar alle huishoudens waarvan de
inkomens zich onder een bepaald niveau bevinden; Chronisch zieken: om de gezondheidsuitgaven ten laste van de chronisch zieken te
verminderen, werden de kosten die worden opgenomen in hun “MAF-teller” uitgebreid en/of de rechtstreekse tegemoetkoming in bepaalde kosten verbeterd;
Verbetering van de geriatrische en palliatieve zorgprogramma’s; Nieuw financieringssysteem en nieuwe prijsbepaling voor implantaten; Vervroegde structurele herfinanciering voor de ziekenhuizen die geen honorariasupplement
aanrekenen voor een tweepersoonskamer; Herinvoering van de terugbetaling van tandextracties; Terugbetaling van het jaarlijkse mondonderzoek voor de personen tussen 54 en 56 jaar oud;
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
297
Vermindering van het remgeld voor de eerste 18 zittingen kinesitherapie (courante aandoeningen);
Daling van het remgeld voor de forfaits thuiszorg; Geneesmiddelen: om prijsdalingen aan te moedigen werd het remgeldplafond verminderd met
50 % voor de minst dure specialiteiten indien er een generiek bestaat. Voorts werd het beleid van herwaardering van de huisartsengeneeskunde en de gerichte herwaardering van de nomenclatuur van welbepaalde specialiteiten verdergezet. De rekeningen 2007 voorzien 17.677.092 duizend euro voor de werknemersregeling of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 645.554 duizend euro en 1.196.315 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 99.692 duizend euro. De begrotingsdoelstelling voor 2008 werd vastgesteld op 21.433.957 duizend euro. Ten opzichte van de globale begrotingsdoelstelling 2007, die 19.618.653 duizend euro bedroeg, betekent dit een verhoging met 9,25 %. Indien men geen rekening houdt met de invloed van de integratie van de kleine risico’s zelfstandigen bedraagt het groeipercentage 6,84 %. Een aantal nieuwe initiatieven werden weerhouden: De financiering van af te sluiten tariefakkoorden met artsen en bandagisten en de financiering
van al afgesloten akkoorden voor tandartsen en kinesitherapeuten; De financiering van akkoorden met de rusthuizen voor het begeleid wonen; Een betere terugbetaling van implantaten; Een betere bescherming van chronische zieken; Een uitbreiding van de maximumfactuur. De regering besliste tevens om een bedrag van 380.000 duizend euro voorlopig onverdeeld te laten en als reserve opzij te zetten. De regering heeft echter beslist 73.721 duizend euro van dit bedrag aan te wenden om een gedeelte van de inhaalbedragen ziekenhuizen aan te zuiveren. Het ingeschreven bedrag in de prestaties bedraagt hierdoor 21.360.236 duizend euro en de externe overdrachten naar de ziekenhuizen stijgen met 73.721 duizend euro. Het gereserveerde bedrag is hierdoor beperkt tot 306.279 duizend euro en moet dienen om aan toekomstige behoeften, meer bepaald in het kader van de strijd tegen kanker (kankerplan), tegemoet te komen. De rekeningen 2008 voorzien 20.704.056 duizend euro voor het eenheidsstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 729.901 duizend euro. De begrotingsdoelstelling voor 2009 werd vastgesteld op 23.084.470 duizend euro. Ten opzichte van de globale begrotingsdoelstelling 2008, die 21.433.957 duizend euro bedroeg, betekent dit een verhoging met 7,70 %. Een aantal maatregelen werden weerhouden: De wetgeving ter precisering van het feit dat de er op de bijkomende vrije pensioenen van de
zelfstandigen een inhouding zal zijn voor het RIZIV werd aangepast; Gezien de ziekenhuisbegroting van het RIZIV (77,23 %) ook de verblijven betreffende
internationale conventies bevat, liggen de voorschotten betaald aan de verzekerings-instellingen voor de verblijven van buitenlandse patiënten te hoog. Ter correctie werd de financiering van het RIZIV verminderd met 30.000 duizend euro, aangezien ook de uitgaven lager zijn;
Teneinde de gangbare prijzen binnen de sector van de implantaten te beheersen en 39.430 duizend euro te besparen heeft de regering een taks van 7 % op het zakencijfer van de terugbetaalbare producten geheft.
Binnen de globale begrotingsdoelstelling wordt een bedrag van 299.852 duizend euro toegewezen aan het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging. Tevens werd een bijkomend bedrag van 6.800 duizend euro buiten de globale begrotingsdoelstelling voorzien.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
298
De voorlopige rekeningen 2009 voorzien 22.128.162 duizend euro voor het eenheidsstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 956.308 duizend euro. De begrotingsdoelstelling voor 2010 werd vastgesteld op 24.249.164 duizend euro. Ten opzichte van de globale begrotingsdoelstelling 2009, die 23.084.470 duizend euro bedroeg, betekent dit een verhoging met 5,05 %. Een aantal nieuwe initiatieven werden weerhouden: De omkadering voor de verzorging van chronisch zieken werd verbeterd; De inspanningen in het kader van de strijd tegen kanker werden verhoogd; Een verhoogde strijd tegen zeldzame ziektes; Een betere toegang tot tandverzorging en geneeskunde betreffende gezichtsproblemen. De regering besliste tevens om binnen de globale begrotingsdoelstelling een bedrag van 294.189 duizend euro te voorzien voor het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging. Voor dit Fonds is er nog een bijkomend bedrag van 5.500 duizend euro buiten de globale begrotingsdoelstelling voorzien. Tevens werd binnen de begrotingsdoelstelling 2010 een bedrag van 350.000 duizend euro ter beschikking gesteld van de globale beheren van sociale zekerheid. Dit bedrag werd als volgt verdeeld: 90 % voor het stelsel van de werknemers en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen. De voorlopige rekeningen 2010 voorzien 23.108.706 duizend euro voor het eenheidsstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 1.140.458 duizend euro. De begrotingsdoelstelling voor 2011 werd vastgesteld op 25.798.853 duizend euro. Ten opzichte van de globale begrotingsdoelstelling 2010, die 24.249.164 duizend euro bedroeg, betekent dit een verhoging met 6,39%. Een aantal nieuwe initiatieven werden weerhouden en dit voor uitgaven betreffende : Het sociaal akkoord; De chronisch zieken; Kanker; Zeldzame ziekten; Een betere toegankelijkheid van de sociale verzorging. Volgende uitgavenbesparingen werden binnen de begrotingtingsdoelstelling opgenomen: Een vermindering van de uitgaven m.b.t. het daghospitaal; Een vermindering van de uitgaven m.b.t. de medicijnen; Een vermindering van de uitgaven m.b.t. specilaist geneesheren. De regering besliste tevens om binnen de globale begrotingsdoelstelling een bedrag van 1.093.460 duizend euro ter beschikking te stellen van de globale beheren van sociale zekerheid. Dit bedrag werd als volgt verdeeld : 90 % voor het stelsel van de werknemers en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen. De rekeningen 2011 voorzien 24.084.200 duizend euro voor het eenheidsstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 1.714.653 duizend euro. De andere lopende uitgaven In 2008 werd het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging gestijfd door de twee globaal beheren voor een totaal bedrag van 306.279 duizend euro. Dit bedrag bevindt zich bij de overdrachten naar de RSZ en het RSVZ, evenals het bedrag van de overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007 (309.000 duizend euro). Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging werd een bijkomende storting van 306.652 duizend euro uitgevoerd in 2009. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
299
Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging werd een storting van 299.689 duizend euro uitgevoerd in 2010. Tevens werd er een bedrag van 350.000 duizend euro uitgevoerd in 2010 als bijdrage aan de begrotingsdoelstelling van de Sociale Zekerheid. Beide bedragen behoren voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen. Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging werd een storting van 5.000 duizend euro uitgevoerd in 2011. Tevens werd er een bedrag van 1.093.460 duizend euro uitgevoerd in 2011 als bijdrage aan de begrotingsdoelstelling van de Sociale Zekerheid. Beide bedragen behoren voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen. De kapitaaluitgaven Bij het RIZIV werd begin 2006 een provisiefonds ingesteld om eventuele overschrijdingen van het deelbudget voor geneesmiddelen te dekken. In de Programmawet van 20.07.2006 werd bepaald dat dit fonds wordt overgeheveld naar de globale beheren werknemers en zelfstandigen. Wanneer het fonds zou worden aangesproken, moet het opnieuw gespijsd worden met de nodige middelen. In 2007 werd een bedrag van 27.674 duizend euro voor het werknemersstelsel en 1.042 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen toegevoegd aan dit fonds. In 2008 betrof de toevoeging aan dit fonds slechts 4.137 duizend euro voor het werknemersstelsel en 180 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen. De regering besliste om vanaf 2007 een Toekomstfonds voor de gezondheidszorg op te richten met als doel de toekomstige kost van de gezondheidszorgen als gevolg van de vergrijzing op te vangen. In 2007 werd dit fonds gestijfd met 309.000 duizend euro (288.600 duizend euro ten laste van de werknemersregeling en 20.400 duizend euro ten laste van het zelfstandigenstelsel). Dit bedrag van 309.000 duizend euro is geboekt bij de kapitaalontvangsten van het RSZ-Globaal beheer, vermits het door het RIZIV wordt uitgeleend aan de RSZ die de beleggingen beheert. In 2008 werd door de regering beslist het Toekomstfonds voor de gezondheidszorg over te dragen naar de globale beheren. Dit Fonds behoort vanaf 2009 voor 90% toe aan het stelsel van de werknemers en voor 10% aan het stelsel van de zelfstandigen.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
300
D. Bijlage De financiële verantwoordelijkheid van de VI’s Van 1995 tot 1999 heeft de Algemene Raad van het RIZIV rekening moeten houden met een reële groeinorm van 1,5 % voor het bepalen van de begrotingsdoelstelling van de uitgaven voor gezondheidszorg. Door middel van een koninklijk besluit mogen uitzonderlijke of specifieke uitgaven de reële groeinorm evenwel overschrijden. De Regering heeft beslist de reële groeinorm vanaf 2001 te verhogen tot 2,5 %. Deze norm wordt vanaf 2004 naar 4,5 % opgetrokken. De “begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid" is de doelstelling waarin de buiten-gewone en/of specifieke factoren werden opgenomen. Van deze doelstelling moeten bovendien bepaalde uitgaven worden afgetrokken die onmiddellijk door het RIZIV worden verrekend en die geen deel uitmaken van de prestaties geleverd door de verzekeringsinstellingen: het betreft de uitgaven voor accreditering (geneesheren en tandartsen), het forfait voor het globaal medisch dossier, de uitgaven voor expertise, … Indien een overschot (een tekort) wordt gerealiseerd ten opzichte van de “begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid”, verwerven (dekken) de verzekeringsinstellingen een deel van dit overschot (tekort). Dit deel vertegenwoordigt2: Voor de jaren 1995, 1996, 1997: 15 %; Voor de jaren 1998, 1999, 2000: 20 %; Vanaf 2001: 25 %. In geval van overschrijding van de begrotingsdoelstelling is de financiële verantwoordelijkheid van de verzekeringsinstellingen evenwel gelijk aan het hierboven vermelde deel van het tekort, beperkt tot een maximum dat gelijk is aan 2% van hun aandeel in de begrotingsdoelstelling. Na afsluiting van de rekeningen (in t+2), wordt het aandeel van het overschot (tekort) dat niet verworven (gedekt) wordt door de verzekeringsinstellingen, gerecupereerd (gefinancierd) door het RSZ-Globaal beheer. Vanaf 2001 stort het RIZIV, indien de voorlopige uitgaven van het jaar t groter zijn dan de begrotingsdoelstelling, in de loop van het jaar t+1, aan iedere verzekeringsinstelling een voorschot op de definitieve afsluiting. Dit voorschot komt overeen met het verschil tussen het bedrag van de begrotingsdoelstelling en het bedrag van de voorlopige uitgaven, verminderd met 25 % van dit verschil beperkt tot 2 % van de begrotingsdoelstelling. Het saldo zal worden gefinancierd (of teruggevorderd) door het globaal beheer in t+2, na de definitieve afsluiting van de rekeningen. Bij het afsluiten van de rekeningen wordt een rekening-courant tussen de VI’s en het RIZIV opgesteld per stelsel en per sector: de rekening-courant vertegenwoordigt het verschil tussen de voorschotten die het RIZIV in de loop van het jaar aan de VI’s heeft gestort, en hun vastgestelde rechten overeenkomstig de wetgeving en in het bijzonder overeenkomstig de principes van de financiële verantwoordelijkheid. De onderstaande tabel toont de weerslag van de jaarlijkse aanzuivering van deze rekeningen-courant op de door het globaal beheer van de werknemers en door het globaal beheer van de zelfstandigen te financieren behoeften van het RIZIV, dit wil zeggen op de overdracht van het RSZ-Globaal beheer aan het RIZIV en de overdracht van de RSVZ naar het RIZIV: de positieve bedragen, die het geld voorstellen dat het RIZIV verschuldigd is aan de VI’s, worden in meerdering gebracht van de te financieren behoeften, terwijl de negatieve bedragen, die het geld voorstellen dat de VI’s verschuldigd zijn aan het RIZIV, de te financieren behoeften verminderen.
2 K.B. van 10.04.2000 tot verlenging van de tijdschema's bedoeld in artikel 196, § 1, en in artikel 198, § 2 en §3, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14.07.1994.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
301
ST
EL
SE
L V
AN
DE
WE
RK
NE
ME
RS
EN
DE
ZE
LF
ST
AN
DIG
EN
AF
SL
UIT
ING
VA
N D
E R
EK
EN
ING
EN
VA
N D
E Z
IEK
TE
- E
N I
NV
AL
IDIT
EIT
SV
ER
ZEK
ER
ING
(du
ize
nd
eu
ro)
\
Te
fin
an
cie
ren
be
ho
eft
en
in
…20
1020
11
ing
evo
lge
… \
We
rkn
em
ers
Ze
lfs
tan
dig
en
We
rkn
em
ers
Ze
lfs
tan
dig
en
We
rkn
em
ers
zelf
sta
nd
ige
nW
erk
ne
me
rs
zelf
sta
nd
ige
nW
erk
ne
me
rs
zelf
sta
nd
ige
nG
en
ee
sk
un
dig
e v
erz
org
ing
- d
efi
nit
ieve
a
fslu
itin
g1
4.1
40
3.6
67
29
.44
6-1
0.5
96
-53
1.7
41
-33
.01
9-3
28
.23
7-6
06
.89
0
Re
ken
ing
-co
ura
nt n
-34
06
.11
03
2.8
08
-34
.56
1-3
1.2
58
-37
1.0
55
-98
.43
1-
-
Re
ken
ing
-co
ura
nt n
-2-
- -
- -
- -1
97
.99
3-3
12
.99
3
Vo
ors
cho
t op
re
ken
ing
-co
ura
nt
-39
1.9
70
-29
.14
16
4.0
07
20
.66
2-1
60
.68
66
5.4
12
-13
0.2
44
-29
3.8
97
Uit
ke
rin
ge
n -
de
fin
itie
ve a
fslu
itin
g-9
.50
5-6
.52
94
.15
11
59
8.7
24
-1.0
95
53
.90
5-1
0.9
76
Re
ken
ing
-co
ura
nt n
-3-
- -
- -
- -
-
Re
ken
ing
-co
ura
nt n
-2-9
.50
5-6
.52
94
.15
11
59
8.7
24
-1.0
95
53
.90
5-1
0.9
76
Vo
ors
cho
t op
re
ken
ing
-co
ura
nt
- -
- -
- -
- -
Ge
ne
es
ku
nd
ige
ve
rzo
rgin
g -
aa
nzu
ive
rin
g
van
de
re
ke
nin
g-c
ou
ran
t 1
99
40
00
00
00
0
Su
bto
taa
l4
.63
5-2
.86
23
3.5
97
-10
.43
7-5
23
.01
7-3
4.1
14
-27
4.3
32
-61
7.8
65
Ge
ne
es
ku
nd
ige
ve
rzo
rgin
g -
vo
orl
op
ige
a
fslu
itin
g1
60
.68
6-6
5.4
12
17
5.3
91
-45
.14
72
67
.77
12
6.1
26
49
0.6
97
43
5.0
88
Vo
ors
cho
t op
re
ken
ing
-co
ura
nt n
-2-
- -
- -
- -
-
Vo
ors
cho
t op
re
ken
ing
-co
ura
nt n
-11
60
.68
6-6
5.4
12
17
5.3
91
-45
.14
72
67
.77
12
6.1
26
49
0.6
97
43
5.0
88
Vo
ors
cho
t op
re
ken
ing
-co
ura
nt n
- -
- -
- -
- -
Re
gu
lari
se
rin
g o
nve
rsch
uld
igd
e b
ed
rag
en
--
--
--
- -
Ove
rsc
ho
t a
an
liq
uid
ite
ite
n-5
54
.44
2-3
7.1
05
-52
4.4
04
-51
.58
9-7
80
.42
5-7
2.3
47
-1.0
32
.10
4-7
38
.85
8
TO
TA
AL
-38
9.1
21
-10
5.3
79
-31
5.4
16
-10
7.1
73
-1.0
35
.67
1-8
0.3
35
-81
5.7
39
-92
1.6
35
20
07
20
08
20
09
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
302
Hieronder verklaren we hoe de toepassing van het mechanisme van de financiële verantwoorde-lijkheid van de VI's op de rekeningen van een jaar t de kasbehoeften van het RIZIV in de jaren t+1 en t+2 heeft beïnvloed: Sinds 01.01.2008 is het eenheidsstelsel voor de geneeskundige verzorging van toepassing, wat als gevolg heeft dat de uitgaven niet meer uitgesplitst zijn per stelsel. Vanaf de datum van de definitieve afsluiting van de rekeningen 2008 is het detail gegeven van de uitgaven geneeskundige verzorging niet meer opgedeeld naar werknemers en zelfstandigen. a. Behoeften voor het jaar 2007 – Definitieve rekeningen 2004 en voorlopige rekeningen
2006 Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2004 liggen, na correctie, niet 659.119,0 duizend euro maar 469.973,9
duizend euro boven de begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een tekort van 471.703,0 duizend euro en één VI had een overschot van 1.729,0 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 164.892,4 duizend euro. De VI die een overschot had, mag 25% van het overschot behouden, hetzij 432,2 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 494.339,3 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2005 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2004, bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2004 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 14.140 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 9.905 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV. In totaal moet het Globaal beheer in 2007 dus nog 4.635 duizend euro financieren.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2006 een overschot van 546.043,7 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 160.685,7 duizend euro storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 554.442,3 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
Stelsel zelfstandigen De reële gecorrigeerde uitgaven voor 2004 liggen 44.196,3 duizend euro boven de
begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid. Vijf VI's hadden een tekort van 44.311,8 duizend euro en één VI had een overschot van 115,5 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 11.077,9 duizend euro. De VI die een overschot had, mag 25% van het overschot behouden, hetzij 28,8 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 33.147,2 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2005 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2004, bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2004 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 3.667 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 6.529 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV, ingevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen voor 2004 en een voorschot op de rekening-courant 2005. In totaal betalen de VI's dus 2.862 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2006 een overschot van 103.970,25 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25 % van dit overschot en storten 75 % terug aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
303
in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 65.412,2 duizend euro te storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 37.105,3 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
b. Behoeften voor het jaar 2008 – Definitieve rekeningen 2005 en voorlopige rekeningen
2007 Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2005 liggen 105.839,1 duizend euro onder de begrotingsdoelstelling
voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een overschot van 111.547,9 duizend euro en één VI had een tekort van 5.708,9 duizend euro. De VI's mogen 25% van de overschotten behouden, hetzij 27.886,9 duizend euro. De VI die een tekort had, moet hiervan 25% dragen, hetzij 1.427,2 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI’s een bedrag van 26.459,7 duizend euro moet betalen. Dit bedrag wordt geboekt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2006 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2005, bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2005 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 29.446 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 4.151 duizend euro dat door het RIZIV is aan de VI's verschuldigd. In totaal moet het Globaal beheer in 2008 dus nog 33.597 duizend euro financieren.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2007 een overschot van 379.051,7 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 175.390,5 duizend euro te storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 524.404,2 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
Stelsel zelfstandigen De reële uitgaven voor 2005 liggen 7.051,7 duizend euro boven de begrotingsdoelstelling voor
financiële verantwoordelijkheid. Drie VI's hadden een tekort van 2.984,2 duizend euro en drie VI's hadden een overschot van 10.035,9 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 745,9 duizend euro. De VI's die een overschot hadden, mogen 25% van het overschot behouden, hetzij 2.508,8 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 1.762,9 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdend met wat voorafgaat en de bedragen gestort door de VI’s aan het RIZIV in 2006 ingevolge de voorlopige afsluiting van 2005, beloopt de rekening-courant eind 2005 voor de sector gezondheidszorgen globaal genomen 10.596 duizend euro, verschuldigd door de VI’s aan het RIZIV. Overigens vertoont de rekening-courant voor de sector uitkeringen een saldo van 159 duizend euro, dat ingevolge de definitieve afsluiting van 2005 door het RIZIV is aan de VI’s verschuldigd. In totaal betalen de VI's dus 10.437 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2007 een overschot van 37.105,3 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75%, hetzij 45.147,5 duizend euro, terug aan het RIZIV. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 51.589,3 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
304
c. Behoeften voor het jaar 2009 – Definitieve rekeningen 2006 en voorlopige rekeningen 2008
Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2006 liggen 534.356 duizend euro onder de begrotingsdoelstelling
voor financiële verantwoordelijkheid. Alle VI's hadden een overschot. De VI's mogen 25% van de overschotten behouden, hetzij 133.589 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI’s dit bedrag van 133.589 duizend euro moet betalen. Dit bedrag wordt geboekt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2007 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2006 (cf. a), bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2006 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 531.741 duizend euro, door de VI's aan het RIZIV verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 8.724 duizend euro dat door het RIZIV is aan de VI's verschuldigd. In totaal betalen de VI's dus 523.017 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer in 2009 beperkt.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2008 een overschot van 524.404,2 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25 % van dit overschot en storten 75% aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 267.771,6 duizend euro te storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 780.425 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
Stelsel zelfstandigen De reële uitgaven voor 2006 liggen 35.293 duizend euro onder de begrotingsdoelstelling voor
financiële verantwoordelijkheid. Alle VI's hadden een overschot. De VI's mogen 25 % van de overschotten behouden, hetzij 8.823,2 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 8.823,2 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdend met wat voorafgaat en de bedragen gestort door de VI’s aan het RIZIV in 2007 ingevolge de voorlopige afsluiting van 2006 (cf. a), beloopt de rekening-courant eind 2006 voor de sector gezondheidszorgen globaal genomen 33.019 duizend euro, verschuldigd door de VI’s aan het RIZIV. Overigens vertoont de rekening-courant voor de sector uitkeringen een saldo van 1.095 duizend euro, dat ingevolge de definitieve afsluiting van 2006 door de VI’s is aan het RIZIV verschuldigd. In totaal betalen de VI's dus 34.114 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2008 een overschot van 51.589 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25 % van dit overschot en storten 75 %, hetzij 26.125,6 duizend euro, terug aan het RIZIV. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 72.347,7 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
305
d. Behoeften voor het jaar 2010 – Definitieve rekeningen 2007 en voorlopige rekeningen 2009
Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2007 liggen 432.413 duizend euro onder de begrotingsdoelstelling
voor financiële verantwoordelijkheid. Alle VI's hadden een overschot. De VI's mogen 25% van de overschotten behouden, hetzij 108.035 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI’s dit bedrag van 108.035 duizend euro moet betalen. Dit bedrag wordt geboekt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2008 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2007 (cf. b), bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2007 voor het eenheidsstelsel, voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 328.237 duizend euro, door de VI's aan het RIZIV verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 53.671 duizend euro dat door het RIZIV is aan de VI's verschuldigd. In totaal voor de twee stelsels betalen de VI's dus 274.332 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer in 2010 beperkt.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2009 een overschot van 330.735,1 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 449.689 duizend euro storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 1.032.104 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
Stelsel zelfstandigen De reële uitgaven voor 2007 liggen 29.161,1 duizend euro onder de begrotingsdoelstelling
voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een overschot van 29.507,6 duizend euro en één VI had een tekort van 346,7 duizend euro. De VI's mogen 25% van de overschotten behouden, hetzij 7.373,7 duizend euro. De VI die een tekort had, moet hiervan 25% dragen, hetzij 86,6 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 7.287,1 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdend met wat voorafgaat en de bedragen gestort door de VI’s aan het RIZIV in 2008 ingevolge de voorlopige afsluiting van 2007 (cf. b), beloopt de rekening-courant eind 2007 voor het eenheidsstelsel voor de sector gezondheidszorgen globaal genomen 328.237 duizend euro, verschuldigd door de VI’s aan het RIZIV. Overigens vertoont de rekening-courant voor de sector uitkeringen een saldo van 234 duizend euro, dat ingevolge de definitieve afsluiting van 2007 door het RIZIV verschuldigd is aan de VI’s. In totaal voor de twee stelsels betalen de VI's dus 274.332 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2009 een overschot van 31.340,1 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% terug aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 41.007 duizend euro te storten naar de VI’s.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
306
e. Behoeften voor het jaar 2011 – Definitieve rekeningen 2008 en voorlopige rekeningen 2010
Eenheidsstelsel en stelsel zelfstandigen De reële uitgaven voor 2008 voor het eenheidsstelsel liggen 282.029,8 duizend euro onder de
begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid. Alle VI's hadden een overschot. De VI's mogen 25 % van de overschotten behouden, hetzij 70.507,4 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI’s dit bedrag van 70.507,4 duizend euro moet betalen. Dit bedrag wordt geboekt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdend met wat voorafgaat en de bedragen gestort door de VI’s aan het RIZIV in 2009 ingevolge de voorlopige afsluiting van 2008 (cf. c), beloopt de rekening-courant eind 2008 voor het eenheidsstelsel voor de sector gezondheidszorgen globaal genomen 606.890 duizend euro, verschuldigd door de VI’s aan het RIZIV. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen, voor het stelsel werknemers, een saldo van 11.406 duizend euro dat door de VI’s verschuldigd is aan het RIZIV. En voor het stelsel zelfstandigen, vertoont het een saldo van 430 duizend euro dat door het RIZIV verschuldigd is aan de VI’s. In totaal voor de twee stelsels betalen de VI's dus 617.865 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt in 2011.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2010 een overschot van 597.015,7 duizend euro op de begrotingsdoelstelling, voor de twee stelsels. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% terug aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 435.088,2 duizend euro te storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 738.858 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
307
2. E
volu
tie
van
de
on
tvan
gst
en e
n u
itg
aven
- 2
007-
2011
(d
uiz
end
eu
ro)
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Bijd
rag
en
710.
605
8.59
671
9.20
178
9.79
583
7.04
286
5.09
391
9.58
1
Sta
atst
oel
agen
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
2.
009.
981
180.
075
2.19
0.05
62.
322.
366
2.44
4.61
22.
457.
801
2.63
0.83
6
Btw
1.
272.
434
114.
407
1.38
6.84
11.
487.
241
1.58
0.24
71.
609.
313
1.75
6.98
5A
ccijn
zen
taba
k 73
7.54
765
.668
803.
215
835.
125
864.
365
848.
488
873.
851
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
925.
042
97.1
071.
022.
149
971.
546
1.12
5.55
91.
049.
323
1.02
8.66
3
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
5.
292
535
5.82
737
237
290
01.
000
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
2.92
925
13.
180
4.89
44.
894
4.13
04.
130
Div
erse
n
273.
343
3.14
627
6.48
930
4.33
033
2.49
937
8.59
240
4.38
4
Eig
en o
ntv
ang
sten
3.
927.
192
289.
710
4.21
6.90
24.
393.
303
4.74
4.97
84.
755.
839
4.98
8.59
4
RS
Z-G
loba
al b
ehee
r 16
.806
.026
16
.806
.026
18.5
85.5
5320
.049
.087
20.9
79.1
5822
.136
.037
RS
VZ
-Glo
baal
beh
eer
1.
121.
053
1.12
1.05
31.
794.
619
1.92
7.70
12.
091.
296
2.23
1.12
1
RS
VZ
-Gem
engd
e lo
opba
nen
106.
704
10
6.70
411
1.27
211
6.28
412
0.11
912
3.37
1
Ove
rdra
chte
n -
GF
B
16.9
12.7
301.
121.
053
18.0
33.7
8320
.491
.444
22.0
93.0
7123
.190
.572
24.4
90.5
29
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
20
.839
.922
1.41
0.76
322
.250
.685
24.8
84.7
4726
.838
.049
27.9
46.4
1129
.479
.123
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
200
7 2
008
201
1 2
009
2010
IV. RIZIV-geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
308
2. E
volu
tie
van
de
on
tvan
gst
en e
n u
itg
aven
- 2
007-
2011
(d
uiz
end
eu
ro)
(ver
volg
)
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Pre
stat
ies
17.6
77.0
921.
196.
315
18.8
73.4
0620
.704
.056
22.1
28.1
6223
.108
.706
24.0
84.2
00
Bet
alin
gsk
ost
en
Beh
eers
kost
en
813.
015
56.6
2686
9.64
192
1.71
594
8.54
598
3.21
91.
005.
192
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
1.
287.
407
115.
126
1.40
2.53
31.
691.
823
1.67
2.90
31.
610.
513
1.75
9.97
9
Intr
este
n o
p le
nin
gen
0
00
Div
erse
n
888.
576
25.0
5991
3.63
51.
166.
879
1.04
8.78
31.
121.
725
1.11
9.76
3
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
GF
B
20.6
66.0
901.
393.
126
22.0
59.2
1524
.484
.473
25.7
98.3
9326
.824
.163
27.9
69.1
34
RS
Z-G
loba
al b
ehee
r
553.
751
275.
987
584.
720
988.
614
RS
VZ
-Glo
baal
beh
eer
61
.528
30.6
6564
.969
109.
846
Ove
rdra
chte
n -
GF
B
61
5.27
930
6.65
264
9.68
91.
098.
460
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
20
.666
.090
1.39
3.12
622
.059
.215
25.0
99.7
5226
.105
.045
27.4
73.8
5229
.067
.594
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
173.
833
17.6
3719
1.47
0-2
15.0
0673
3.00
447
2.55
941
1.52
9
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
On
tvan
gst
en
00
041
8.31
045
9
Uit
gav
en
316.
274
21.4
4233
7.71
64.
317
12
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
-3
16.2
74-2
1.44
2-3
37.7
1641
3.99
344
7
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t -1
42.4
41-3
.805
-146
.246
198.
987
733.
451
472.
559
411.
529
200
7
200
7
Kap
itaa
lrek
enin
gen
Lo
pen
de
Uit
gav
en
201
0
201
0
200
8 2
011
200
8 2
011
200
9
200
9
IV. RIZIV-geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
309
1. Methodologische nota 2. Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen) 3. Ledental naar onderscheid van het recht op de verhoogde tegemoetkoming (personen ten
laste inbegrepen) 4. Ledental naar statuut en verwantschap 5. Vrije verzekering voor de kleine risico’s voor zelfstandigen: ledental naar statuut en
verzekeringsinstelling 6. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar voorkeurregeling (gerechtigden en
personen ten laste) 7. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2010) – Algemene
regeling 8. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2010) – Regeling der
zelfstandigen 9. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende volgens prestatierubrieken – vrije
verzekering kleine risico’s zelfstandigen 10. Aantal gevallen of dagen naar groeperingen van de nomenclatuur (Totaal) 11. Gemiddelde geïndexeerde kost naar groeperingen van de nomenclatuur (Totaal) 12. Vrije verzekering kleine risico’s zelfstandigen: ontvangsten en uitgaven 13. Geaggregeerde tabel van de uitgaven 14. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur – Deel ten laste van de V.I.’s 15. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur – Deel ten laste van het RIZIV 16. Uitgaven naar betalende instelling 17. Ledental per verzekeringsinstelling 18. Uitgaven per verzekeringsinstelling 19. Detail van de diverse uitgaven in de rekeningen van het RIZIV
C.
Statistieken
Geneeskundige verzorging 1. Methodologische nota Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (tabellen 2 – 5) Deze statistiek betreft de aantallen regelmatig bij een ziekenfonds ingeschreven gerechtigden met hun personen ten laste voor het gehele stelsel. Krachtens de wet van 31 januari 2007, houdende een nieuwe financiering van de verzekering voor geneeskundige verzorging, is er op 01.01.2008 een eenheidsstelsel geneeskundige verzorging ontstaan, die de werknemers, de zelfstandigen en het personeel van de openbare sector omvat. Niettemin wordt in de tabel 2 nog steeds het onderscheid werknemers, inclusief openbare sector tegenover zelfstandigen gemaakt. Dit is van belang voor het jaar 2007, maar de uitsplitsing wordt ook verder gezet voor de jaren 2008 tot 2011. De statistiek wordt jaarlijks opgemaakt op 30 juni en 31 december door het RIZIV. Bij de primaire uitkeringsgerechtigden zijn de studenten hoger onderwijs inbegrepen. Vanaf 30.06.1998 is er een verruiming van de categorieën “voorkeurregeling 100 %” en “ingeschrevenen in het Rijksregister” (die niet onder een andere categorie zijn opgenomen).
De gerechtigden, wier toestand onregelmatig is en die bijgevolg niet meer verzekerd zijn, zijn niet inbegrepen in de tabellen. Tabel 2 geeft de ledentallen naar statuut, inclusief de personen ten laste, op jaarbasis met als teldatum 30 juni. Tabel 3 geeft globaal de verdeling tussen de personen rechthebbenden voor de verhoogde tegemoetkoming en degenen die daar geen recht op hebben. Tabel 4 geeft voor de periode 2009 – 2011 het ledental naar statuut (actieven, invaliden, personen met een handicap, gepensioneerden enz…) en naar verwantschap (gerechtigde of een van de subcategorieën van de personen ten laste). Tabel 5 geeft ons het ledental voor de vrije verzekering voor kleine risico’s der zelfstandigen (2007). Ingevolge de wet van 26 maart 2007 is de vrije verzekering voor kleine risico’s voor zelfstandigen op 01.01.2008 geïntegreerd in de algemene verzekering voor geneeskundige verzorging. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar statuut (tabellen 6 en 9) Deze statistiek geeft de verhouding weer tussen de uitgaven van de betrokken categorie van rechthebbenden en hun aantal (gerechtigden en personen ten laste). Tabel 6 behandelt de gegevens voor het eenheidsstelsel (werknemers + zelfstandigen in de periode 2007 – 2011). De specifieke gemiddelden zonder en met verhoogde tegemoetkoming zijn gebaseerd op de tussenkomsten ten laste van de V.I.. In 2009 werd voor de berekening van de algemene gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende geen rekening gehouden met de boekhoudkundige uitgave voor het Toekomstfonds. Tabel 9 geeft de gemiddelde jaarlijkse kost voor de prestaties van de verzekering voor kleine risico’s bij de zelfstandigen (2007). Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar geslacht en leeftijdsklasse (2010) (tabellen 7 en 8) In deze tabellen wordt de jaarlijkse kost per rechthebbende ingedeeld naar geslacht en leeftijdsklasse. Bovendien zijn de gegevens uitgesplitst naar het onderscheid met of zonder voorkeurregeling, wat het algemeen stelsel betreft. In de tabellen 7 en 8 wordt geen rekening gehouden met de uitgaven rechtstreeks ten laste van het RIZIV.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
313
Aantal gevallen of dagen (tabel 10) en gemiddelde geïndexeerde kost (tabel 11) Het KB van 14.09.1984 stelt de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen vast. Onder een groepering van verstrekkingen wordt verstaan een aantal verstrekkingen die vanwege hun aard bij elkaar geplaatst worden en waarover statistische gegevens beschikbaar zijn. De tabel 10 geeft volgens groepering van verstrekkingen het volume (= aantal gevallen of aantal dagen) weer. De verhoging van het aantal gevallen farmaceutische verstrekkingen in de officina’s en de daarbij horende vermindering van de gemiddelde geïndexeerde kost vindt zijn oorsprong in de toepassing van het KB van 16.03.2010 tot vaststelling van het honorarium voor de aflevering van een vergoedbare farmaceutische specialiteit. De gemiddelde geïndexeerde kost wordt berekend aan de hand van het aantal gevallen, behalve voor de verpleegdagprijs, forfaitaire dagprijs en militair hospitaal (tabel 11). De uitgaventabellen (tabellen 12 – 16) Tabel 12 heeft de ontvangsten en uitgaven voor de kleine risico’s voor 2007 als onderwerp. Tabel 13 geeft op geaggregeerde wijze de evolutie van de uitgaven naar hoofdrubrieken (C1-C10) van de nomenclatuur (2007 – 2011). Ten gevolge van onze keuze van samennemingen zijn bepaalde afwijkingen mogelijk ten opzichte van andere geaggregeerde tabellen over hetzelfde onderwerp. In de tabellen 14 en 15 geven we de gedetailleerde RIZIV-rubrieken, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen de uitgaven welke via tussenkomst van de V.I. worden betaald en de rechtstreekse uitgaven van het RIZIV. Tabel 14 geeft de uitgaven betaald via de V.I., tabel 15 deze die rechtstreeks door het RIZIV betaald worden en tabel 16 is de synthesetabel. De tabellen 14 tot 16 bestrijken de boekjaren 2007 - 2011. Ledental en uitgaven per verzekeringsinstelling (tabellen 17 - 18) In tabel 17 worden de ledentallen op 30 juni per verzekeringsinstelling (landsbond of kas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering) gegeven. Volledigheidshalve geven we hieronder de officiële benamingen van de verzekeringsinstellingen: • Landsbond der Christelijke Mutualiteiten; • Nationaal Verbond van Neutrale Mutualiteitsverbonden; • Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten; • Landsbond van Liberale Mutualiteiten; • Landsbond van Onafhankelijke Ziekenfondsen; • Hulpkas voor Ziekte- en invaliditeitsverzekering; • Kas der geneeskundige verzorging van de NMBS. De uitgaven van de verzekeringsinstellingen zijn beschikbaar op jaarbasis (tabel 18). Tabel 18 (uitgaven uitgesplitst per V.I.) is voor het totaal te vergelijken met tabel 14 (uitgaven naar rubriek, betaald via de V.I.).
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
314
Detail van de diverse uitgaven in de rekeningen van het RIZIV (tabel 19) Tabel 19 geeft het detail van de diverse uitgaven. Voor details over de verzekerbaarheid verwijzen we naar de RIZIV publicaties “Statistieken van de ledentallen – sociaal verzekerden’ die beschikbaar zijn op de website van het RIZIV. (http://www.riziv.fgov.be/information/nl/statistics/#3). Vragen over ledentallenbestanden, kunt u richten aan [email protected] overige informatie over de geneeskundige verzorging, kan u ook terecht op de website van het RIZIV.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
315
Bron: RIZIV - Dienst voor administratieve controle - Directie controle en beheer van toegankelijkheidsgegevens en archivering van gegevens
06.2007 06.2008 06.2009 06.2010 06.2011
Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG) - werknemers
6.700.641 6.734.800 6.758.868 6.785.249 6.800.023
Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG) - zelfstandigen
803.432 844.602 869.217 882.500 888.249
Weduwen, invaliden, gepen- sioneerden, wezen (WIGW)
2.564.824 2.634.419 2.671.377 2.708.965 2.756.554
waarvan werknemers "tarief 75 %" 1.644.425 1.675.566 1.707.177 1.738.231 1.773.943waarvan werknemers "tarief 100 %" 779.350 784.438 787.779 795.184 807.793waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 73.601 82.858 86.676 89.718 92.172waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 67.448 91.557 89.745 85.832 82.646
Invaliden, gehandicapten, 424.325 438.594 455.408 476.901 495.960waarvan werknemers "tarief 75 %" 166.753 172.209 179.573 188.281 194.738waarvan werknemers "tarief 100 %" 233.671 242.155 251.211 263.026 275.183waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 13.811 14.457 14.989 15.837 16.170waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 10.090 9.773 9.635 9.757 9.869
Gepensioneerden 1.729.180 1.783.320 1.808.586 1.833.231 1.870.781waarvan werknemers "tarief 75 %" 1.262.165 1.288.058 1.313.892 1.338.005 1.371.205waarvan werknemers "tarief 100 %" 373.109 375.289 374.299 374.683 379.576waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 51.562 59.004 61.508 64.261 66.267waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 42.344 60.969 58.887 56.282 53.733
Weduwen en wezen 411.319 412.505 407.383 398.833 389.813waarvan werknemers "tarief 75 %" 215.507 215.299 213.712 211.945 208.000waarvan werknemers "tarief 100 %" 172.570 166.994 162.269 157.475 153.034waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 8.228 9.397 10.179 9.620 9.735waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 15.014 20.815 21.223 19.793 19.044
Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR)
262.131 248.713 239.240 246.271 261.389
Kloostergemeenschappen 1.118 3.009 2.726 2.459 1.993
Totaal 10.332.146 10.465.543 10.541.428 10.625.444 10.708.208
Bron: RIZIV - Dienst voor administratieve controle - Directie controle en beheer van toegankelijkheidsgegevens en archivering van gegevens
06.2007 06.2008 06.2009 06.2010 06.2011
Rechthebbenden op het gewone tarief ( "75%" )
9.040.956 9.002.148 9.003.362 9.021.479 8.992.414
waarvan werknemers "tarief 75 %" 8.161.206 8.081.250 8.058.783 8.063.097 8.028.511waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 879.750 920.898 944.579 958.382 963.903
Rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming ( "100%" )
1.291.190 1.463.395 1.538.066 1.603.965 1.715.794
waarvan werknemers "tarief 100 %" 1.225.341 1.362.267 1.434.281 1.501.838 1.614.637waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 65.849 101.128 103.785 102.127 101.157
Totaal 10.332.146 10.465.543 10.541.428 10.625.444 10.708.208
2. Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen)
3. Ledental naar onderscheid van het recht op de verhoogde tegemoetkoming (personen ten laste inbegrepen)
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
316
4. Ledental naar statuut en verwantschap
Toestand op 30 juni 2009
Echt- genoten
Ascen- denten
Descen- denten
Subtotaal
Actieven (1) 4.828.687 350.863 13.237 2.435.298 2.799.398 7.628.085Invaliden 253.289 28.730 763 88.167 117.660 370.949Mindervaliden 72.381 3.349 200 8.529 12.078 84.459Gepensioneerden 1.408.331 366.064 333 33.858 400.255 1.808.586Weduwen en wezen 380.753 2.162 153 24.315 26.630 407.383Kloostergemeenschappen 2.726 0 0 0 0 2.726Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR) 155.199 18.802 688 64.551 84.041 239.240
Totaal 7.101.366 769.970 15.374 2.654.718 3.440.062 10.541.428
Toestand op 30 juni 2010
Echt- genoten
Ascen- denten
Descen- denten
Subtotaal
Actieven (1) 4.851.741 340.371 14.440 2.461.197 2.816.008 7.667.749Invaliden 267.457 28.242 793 95.469 124.504 391.961Mindervaliden 72.598 3.290 199 8.853 12.342 84.940Gepensioneerden 1.438.434 360.554 368 33.875 394.797 1.833.231Weduwen en wezen 372.590 2.113 161 23.969 26.243 398.833Kloostergemeenschappen 2.459 0 0 0 0 2.459Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR) 158.051 19.500 697 68.023 88.220 246.271
Totaal 7.163.330 754.070 16.658 2.691.386 3.462.114 10.625.444
Toestand op 30 juni 2011
Echt- genoten
Ascen- denten
Descen- denten
Subtotaal
Actieven (1) 4.870.107 326.893 15.408 2.475.864 2.818.165 7.688.272Invaliden 279.684 27.618 856 102.136 130.610 410.294Mindervaliden 72.872 3.285 201 9.308 12.794 85.666Gepensioneerden 1.482.576 353.850 384 33.971 388.205 1.870.781Weduwen en wezen 364.029 2.102 161 23.521 25.784 389.813Kloostergemeenschappen 1.993 0 0 0 0 1.993Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR) 166.317 20.614 723 73.735 95.072 261.389
Totaal 7.237.578 734.362 17.733 2.718.535 3.470.630 10.708.208
(1) Werkenden, UVW-werkzoekenden, UVW-niet-werkzoekenden en bruggepensioneerden.
Gerech- tigden
Personen ten lasteTotaal
Gerech- tigden
Personen ten lasteTotaal
Gerech- tigden
Personen ten lasteTotaal
Bron: RIZIV - Dienst voor administratieve controle - Directie controle en beheer van toegankelijkheidsgegevens en archivering van gegevens
Bron: RIZIV - Dienst voor administratieve controle - Directie controle en beheer van toegankelijkheidsgegevens en archivering van gegevens
Bron: RIZIV - Dienst voor administratieve controle - Directie controle en beheer van toegankelijkheidsgegevens en archivering van gegevens
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
317
Bron: RIZIV en Controledienst voor de Ziekenfondsen
06.2007
Christelijke Mutualiteiten 321.081Neutrale Mutualiteitsverbonden 33.385Socialistische Mutualiteiten 82.657Liberale Mutualiteiten 46.964Onafhankelijke Ziekenfondsen 181.787
Totaal 665.874
5. Vrije verzekering voor de kleine risico's voor zelfstandigen: ledental naar verzekeringsinstelling
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
318
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Rechthebbenden zonder verhoogde tegemoetkoming
1.391 1.526 1.633 1.666 -
Rechthebbenden met verhoogde tegemoetkoming
4.514 4.358 4.487 4.504 -
Totaal 1.827 1.976 2.099 2.148 2.249
Bron: RIZIV
Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
0 - 1 jaar 2.271,30 1.973,60 3.241,85 2.930,82 2.238,33 1 - 4 jaar 837,32 693,39 1.778,44 1.484,32 879,12 5 - 9 jaar 640,92 490,88 1.774,49 1.251,67 698,9710 - 14 jaar 566,79 543,69 1.625,07 1.266,80 688,3415 - 19 jaar 572,10 697,10 1.537,91 1.500,37 776,1320 - 24 jaar 527,48 810,67 1.724,07 1.915,66 822,0025 - 29 jaar 602,98 1.238,90 3.342,15 2.805,80 1.100,7030 - 34 jaar 687,35 1.390,01 3.781,94 2.990,21 1.242,9835 - 39 jaar 800,54 1.245,17 3.711,48 3.189,58 1.261,0640 - 44 jaar 933,64 1.222,73 3.989,63 3.543,69 1.358,5745 - 49 jaar 1.133,58 1.363,29 4.960,79 4.064,68 1.591,6550 - 54 jaar 1.464,35 1.636,70 5.006,53 4.305,38 1.933,6255 - 59 jaar 1.893,65 1.855,41 5.371,16 4.408,20 2.315,3860 - 64 jaar 2.379,74 2.124,97 5.455,15 4.540,85 2.726,2365 - 69 jaar 3.048,79 2.621,12 5.886,64 4.975,90 3.324,2170 - 74 jaar 3.830,57 3.300,89 6.581,21 5.635,10 4.139,8475 - 79 jaar 4.819,77 4.356,42 7.588,18 6.963,13 5.341,3380 - 84 jaar 5.936,90 5.903,26 8.741,42 8.851,80 6.967,3285 - 89 jaar 7.602,16 8.421,95 10.447,14 11.506,18 9.460,0790 jaar en meer 9.661,19 11.564,71 12.890,28 14.784,58 12.788,13
Totaal 1.508,94 1.757,56 4.529,38 5.085,40 2.135,91
6. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar voorkeurregeling (gerechtigden en personen ten laste) (euro)
7. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2010) (euro) - Algemene regeling
TotaalZonder voorkeurregeling Met voorkeurregeling
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
319
Bron: RIZIV
Mannen Vrouwen Totaal
0 - 1 jaar 2.117,06 1.948,48 2.034,94 1 - 4 jaar 790,52 676,63 735,28 5 - 9 jaar 709,78 478,89 597,5910 - 14 jaar 616,71 574,40 595,9915 - 19 jaar 600,99 682,53 640,6820 - 24 jaar 488,91 667,23 574,3625 - 29 jaar 512,93 1.093,26 753,1330 - 34 jaar 569,85 1.255,68 829,1535 - 39 jaar 665,07 1.096,44 825,3040 - 44 jaar 797,09 1.032,84 884,5145 - 49 jaar 999,37 1.170,07 1.063,3850 - 54 jaar 1.318,74 1.462,18 1.373,1755 - 59 jaar 1.808,74 1.815,17 1.811,2560 - 64 jaar 2.367,23 2.279,17 2.331,2765 - 69 jaar 3.362,31 2.900,29 3.126,4370 - 74 jaar 4.332,21 3.612,69 3.941,8175 - 79 jaar 5.346,47 4.960,73 5.133,7780 - 84 jaar 6.549,45 6.785,12 6.684,4685 - 89 jaar 8.360,54 9.700,34 9.203,0990 jaar en meer 10.935,25 13.492,97 12.793,60
Totaal 1.489,43 1.990,11 1.706,93
Bron: Controledienst voor de Ziekenfondsen
2007
Geneesheren 123,23Verpleegkundigen en vroedvrouwen 20,21Tandartsen 59,16Farmaceutische verstrekkingen 192,23Paramedische verstrekkingen 29,55Ziekenhuisverpleging, verblijf in een rust- en verzorgingstehuis of een rustoord voor bejaarde personen 15,82Overige verstrekkingen -3,68
Totaal 436,52
9. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende volgens prestatierubrieken (euro) - vrije verzekering kleine risico's zelfstandigen
8. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2010) (euro) - Regeling der zelfstandigen
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
320
Totaal (PUG +WIGW + IRR)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Raadplegingen, bezoeken en adviezen (g) 79.780 85.175 89.443 87.140 89.940Medische beeldvorming (g) 30.767 31.755 32.767 32.924 33.551Klinische biologie (g) 348.643 369.891 382.987 385.428 374.786Speciale verstrekkingen (g) 21.674 22.290 22.614 22.415 23.116Heelkunde en anesthesiologie (g) 16.080 16.568 17.585 17.783 18.333Gynaecologie (g) 1.218 1.210 1.263 1.202 1.223Toezicht en permanentie (g) 20.627 24.219 24.813 24.872 25.073
Totaal geneesheren 518.788 551.108 571.472 571.764 566.021
Erelonen tandartsen (g) 20.316 24.200 26.984 27.844 28.521
De officina's (g) 105.191 114.875 119.155 183.119 221.029Specialiteiten afkomstig van ziekenhuisofficina's, en afgeleverd aan niet ter verpleging opgenomen rechthebbenden (g) - - 10 16 19Specialiteiten afgeleverd aan gehospitaliseerde rechthebbenden (g) 1.651 1.705 1.698 1.705 1.729Magistrale bereidingen (g) 20.719 22.426 22.817 23.498 23.314Wachthonorarium (g) 1.107 1.106 1.110 1.067 1.064Overige farmaceutische verstrekkingen (g) 8.555 8.981 8.638 7.438
Totaal farmaceutische verstrekkingen 128.668 148.668 153.772 218.044 254.593
Honoraria van verpleegkundigen (g) 112.066 105.895 123.621 129.899 136.581Kinesitherapeuten (g) 36.996 37.151 37.481 37.765 38.436Bandagisten + orthopedisten (g) 10.114 10.984 11.412 11.855 12.112Implantaten + implanteerbare hartdefibrilatoren (g) 2.930 3.056 3.162 3.291 3.397Opticiens (g) 171 239 400 401 414Gehoorprothesisten (g) 35 37 40 44 47Vroedvrouwen (g) 389 417 467 529 559
Verpleegdagprijs (d) 19.772 19.800 19.701 19.389 19.258Forfaitaire dagprijzen in algemene ziekenhuizen (d) 1.639 1.884 2.029 2.015 2.191
Totaal verpleegdagprijs 21.411 21.683 21.730 21.403 21.449
Militair hospitaal (all-in-prijs) 3 4 5 4 6
Dialyse - geneesheren (g) 641 671 693 704 730Dialyse - forfait nierdialyse (d) 656 671 683 693 725Dialyse - thuis of in een centrum (g) 280 285 298 311 322
Totaal dialyse (g) 921 956 991 1.015 1.051
Rust- en verzorgingstehuizen (d) 19.482 19.839 21.400 23.033 24.223Rustoorden voor bejaarden (d) 25.686 24.415 23.363 22.789 21.741Dagverzorgingscentra (d) 99 320 298 322 348
Totaal RVT/ROB/Dagverzorgingscentra 45.267 44.573 45.061 46.144 46.312
Psychiatrische verzorgingstehuizen (d) 1.403 1.371 1.517 2.266 2.336Initiatieven voor beschut wonen (d) 1.220 1.247 1.262 1.283 1.306Forfaitaire dagprijzen in psychiatrische ziekenhuizen (d) 109 130 148 167 196
Totaal geestelijke gezondheidszorg 2.733 2.748 2.926 3.716 3.839
Revalidatie en herscholing (g) 21.643 27.948 29.555 31.483 33.833Bijzonder Fonds (g) 16 8 9 8 17Logopedie (g) 3.572 3.644 3.738 3.881 4.029Medisch-pediatrische centra (g) 3 1 0 - - Andere kosten van verblijf en reiskosten (g) 268 1.475 4.009 5.669 6.062Regularisatie en herfacturatie (g) -10 -22 -1 - - Chronische patiënten (g) 207 241 227 235 238Palliatieve zorgen (g) 7 7 7 7 8Palliatieve zorgen (patiënt) (g) 19 20 20 21 21Menselijke weefsels (g) 156 133 85 166 210Multidisciplinaire teams rolwagens (g) 12 2 2 - 2Multidisciplinaire eerstelijnszorg (g) 2 21 24 19 20Tabaksontwenning 0 - 2 26 35Medische huizen (g) - 5.619 6.439 7.023 8.025
10. Aantal gevallen (g) of dagen (d) naar groeperingen van de nomenclatuur (duizendtallen)
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
321
Totaal (PUG +WIGW + IRR)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Raadplegingen, bezoeken en adviezen (g) 17,76 18,73 19,17 19,66 20,04Medische beeldvorming (g) 29,84 31,38 32,75 32,48 33,49Klinische biologie (g) 2,80 2,91 3,13 3,02 3,15Speciale verstrekkingen (g) 47,80 48,38 50,51 52,33 52,14Heelkunde en anesthesiologie (g) 54,81 56,92 56,80 57,96 58,42Gynaecologie (g) 61,17 68,10 71,36 75,23 76,47Toezicht en permanentie (g) 12,66 12,46 13,84 14,32 14,66
Geneesheren 10,73 11,02 11,48 11,54 12,09
Erelonen tandartsen (g) 28,32 27,33 27,20 27,17 27,19
De officina's (g) 21,76 22,36 22,41 14,82 13Specialiteiten afkomstig van ziekenhuisofficina's, en afgeleverd aan niet ter verpleging opgenomen rechthebbenden (g) - - - - - Specialiteiten afgeleverd aan gehospitaliseerde rechthebbenden (g) 304,22 299,16 292,99 284,04 277Magistrale bereidingen (g) 2,13 2,17 2,26 2,26 2Wachthonorarium (g) 4,10 4,52 4,70 4,66 5Bloed- en bloedplasma (g) - - - - - Overige farmaceutische verstrekkingen (g) - 7,09 7,57 8,94 12
Farmaceutische verstrekkingen - - - - -
Honoraria van verpleegkundigen (g) 7,37 8,63 8,03 8,04 8Kinesitherapeuten (g) 11,84 13,35 14,47 15,18 16Bandagisten + orthopedisten (g) 18,91 18,53 19,32 20,05 21Implantaten + implanteerbare hartdefibrilatoren (g) 143,26 151,83 153,73 156,95 162Opticiens (g) 67,11 61,08 56,45 56,90 57Gehoorprothesisten (g) 702,01 786,04 964,67 983,89 998Vroedvrouwen (g) 27,76 28,51 28,71 27,13 28
Verpleegdagprijs (d) 199,16 212,40 228,70 238,62 258Forfaitaire dagprijzen in algemene ziekenhuizen (d) 85,85 92,46 97,15 99,65 100
Verpleegdagprijs 190,49 201,98 216,41 225,54 242
Militair hospitaal (all-in-prijs) 1.333,33 1.472,74 1.532,68 1.554,88 1.603
Dialyse - geneesheren (g) 185,78 188,82 196,40 198,90 202Dialyse - forfait nierdialyse (d) 168,83 177,10 185,16 186,01 189Dialyse - thuis of in een centrum (g) 319,33 320,58 325,80 328,51 333
Dialyse (g) 346,63 352,43 362,92 365,51 372
Rust- en verzorgingstehuizen (d) 39,65 41,65 39,83 41,28 45Rustoorden voor bejaarden (d) 31,66 33,25 - - - Dagverzorgingscentra (d) 70,73 32,84 42,79 42,99 47
RVT/ROB/Dagverzorgingscentra 35,18 36,98 39,85 41,29 45
Psychiatrische verzorgingstehuizen (d) 54,23 58,36 56,63 38,33 41Initiatieven voor beschut wonen (d) 22,57 26,59 28,31 28,42 30Forfaitaire dagprijzen in psychiatrische ziekenhuizen (d) 13,29 13,14 13,45 13,79 13
Geestelijke gezondheidszorg 38,46 41,81 42,24 33,79 36
Revalidatie en herscholing (g) 18,14 14,89 15,10 15,08 15Bijzonder Fonds (g) 734,11 1.148,98 1.197,98 2.251,93 697Logopedie (g) 14,53 16,14 17,41 18,05 19Medisch-pediatrische centra (g) 189,87 193,97 187,50 - - Andere kosten van verblijf en reiskosten (g) 41,54 8,85 4,70 4,63 5Chronische patiënten (g) 286,47 320,59 352,41 363,07 361Palliatieve zorgen (g) 1.359,50 1.419,40 1.471,59 1.463,57 1.418Palliatieve zorgen (patiënt) (g) 483,32 490,94 573,20 594,61 603Menselijke weefsels (g) 38,49 52,60 68,23 33,63 26Multidisciplinaire teams rolwagens (g) 36,68 201,83 207,74 - 217Multidisciplinaire eerstelijnszorg (g) 347,93 66,57 69,82 72,04 71Medische huizen (g) - 9,74 10,24 10,44 11
11. Gemiddelde geïndexeerde kost naar groeperingen van de nomenclatuur (euro)
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
322
Bron: RIZIV en Controledienst voor de Ziekenfondsen
2007
Uitgaven 321.978Prestaties aan leden 296.466Beheerskosten 22.861Andere uitgaven 2.651
Ontvangsten 329.192Bijdragen 262.161Rijkstoelage 59.892Beleggingsinkomsten 2.908Andere ontvangsten 4.231
Wijziging van de technische voorzieningen
2.311
Saldo 4.902
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Geneesheren en klinische biologie 5.608.139 6.135.935 6.637.649 6.665.919 6.956.580Tandartsen 585.283 671.825 733.995 756.408 775.564Farmaceutische verstrekkingen 3.550.294 3.955.511 4.120.388 4.249.222 4.395.249Verpleegkundigen 836.892 930.674 1.001.744 1.063.302 1.122.136Kinesitherapeuten 445.990 503.183 549.049 580.007 606.694Paramedische verstrekkingen 657.865 723.249 781.548 834.888 889.167Ziekenhuisopname 4.082.249 4.460.061 4.709.407 4.833.779 5.204.533Andere verblijven 1.720.138 1.785.765 1.943.604 2.069.503 2.243.070Maximumfactuur 286.576 277.153 304.212 326.335 329.653Toekomstfonds 0 0 299.852 0 0Overige verstrekkingen 1.102.062 1.233.834 1.340.352 1.447.056 1.555.231
Totaal 18.875.488 20.677.190 22.421.800 22.826.419 24.077.877
13. Geaggregeerde tabel van de uitgaven (C1-C10) (duizend euro)
12. Vrije verzekering kleine risico's zelfstandigen: ontvangsten en uitgaven (duizend euro)
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
323
Deel ten laste van de V.I.'s
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Raadplegingen, bezoeken en adviezen 1.417.244 1.595.113 1.714.677 1.713.184 1.802.427Medische beeldvorming 918.236 996.548 1.073.158 1.069.431 1.123.492Klinische biologie 976.735 1.076.441 1.198.372 1.163.106 1.179.266Speciale verstrekkingen 1.036.104 1.078.374 1.142.193 1.172.884 1.205.161Heelkunde en anesthesiologie 881.328 943.072 998.898 1.030.698 1.071.069Gynaecologie 74.490 82.379 90.146 90.437 93.536Toezicht en permanentie 261.043 301.862 343.449 356.260 367.681
Subtotaal_1 geneesheren 5.565.180 6.073.789 6.560.893 6.596.000 6.842.632
Erelonen tandartsen 575.350 661.455 733.995 756.408 775.564
De officina's 2.288.825 2.568.897 2.670.053 2.714.258 2.774.486Specialiteiten afkomstig van ziekenhuisofficina's, en afgeleverd aan niet ter verpleging opgenomen rechthebbenden 570.011 671.790 736.346 814.063 889.391Specialiteiten afgeleverd aan gehospitaliseerde rechthebbenden 502.334 510.158 497.419 484.382 479.538Magistrale bereidingen 44.080 48.657 51.455 53.187 55.530Wachthonorarium 4.544 5.005 5.223 4.973 5.132Bloed- en bloedplasma 71.399 75.456 78.849 88.150 87.663Overige farmaceutische verstrekkingen 53.020 60.697 68.010 77.230 87.585
Subtotaal_1 farmaceutische verstrekkingen 3.534.213 3.940.660 4.107.355 4.236.243 4.379.325
Honoraria van verpleegkundigen (deel V.I.) 820.829 911.012 984.311 1.044.646 1.102.413Kinesitherapeuten 438.103 495.871 542.351 573.389 599.882Bandagisten + orthopedisten 191.202 203.491 220.507 237.662 252.176Implantaten + implanteerbare hartdefibrilatoren 419.787 464.065 486.150 516.489 551.283Opticiens 11.500 14.621 22.586 22.834 23.445Gehoorprothesisten 24.569 29.195 38.904 43.539 46.819Vroedvrouwen 10.807 11.877 13.401 14.364 15.444
Verpleegdagprijs 3.937.782 4.205.575 4.505.495 4.626.385 4.975.697Forfaitaire dagprijzen in algemene ziekenhuizen 140.707 174.173 195.657 200.764 219.409
Totaal verpleegdagprijs 4.078.489 4.379.748 4.701.152 4.827.149 5.195.106
Militair hospitaal (all-in-prijs) 3.760 6.592 8.255 6.630 9.427
Dialyse - geneesheren 119.039 126.704 136.162 139.930 147.383Dialyse - forfait nierdialyse 110.723 118.847 126.502 128.831 137.130Dialyse - thuis of in een centrum 89.533 91.231 97.055 102.052 106.963
Totaal dialyse 319.295 336.782 359.719 370.813 391.476
Rust- en verzorgingstehuizen 772.512 826.304 1.782.857 1.891.439 2.047.643Rustoorden voor bejaarden 813.132 811.687 - - - Dagverzorgingscentra 6.999 10.500 12.772 13.843 16.394
Subtotaal_1 RVT/ROB/Dagverzorgingscentra 1.592.643 1.648.491 1.795.629 1.905.282 2.064.037
Psychiatrische verzorgingstehuizen 76.102 80.037 85.882 86.870 95.699Initiatieven voor beschut wonen 27.545 33.163 35.732 36.464 38.550Forfaitaire dagprijzen in psychiatrische ziekenhuizen 1.451 1.709 1.986 2.247 2.575
Totaal geestelijke gezondheidszorg 105.098 114.909 123.600 125.581 136.824
Revalidatie en herscholing (deel V.I.) 390.947 415.196 444.540 474.632 499.945Bijzonder Fonds 11.662 8.692 11.255 18.995 12.118Logopedie 51.913 58.795 65.076 70.045 74.519Medisch-pediatrische centra 622 238 3 0 0Andere kosten van verblijf en reiskosten 11.131 13.063 18.839 26.247 28.774Regularisatie en herfacturatie -173.111 -117.525 -104.458 -125.452 -99.826Sociale maximumfactuur (MAF) 286.576 277.153 304.212 326.335 329.653Chronische patiënten 59.382 77.307 80.159 85.298 85.823Palliatieve zorgen 10.063 9.879 10.154 10.466 11.460Palliatieve zorgen (patiënt) 9.043 9.697 11.730 12.325 12.705Menselijke weefsels 6.017 7.002 5.801 5.592 5.537Multidisciplinaire teams rolwagens 422 440 467 518 535Multidisciplinaire eerstelijnszorg 755 1.369 1.677 1.403 1.424Medische huizen 44.106 54.739 65.931 73.335 84.834
Totaal 18.400.353 20.108.603 21.614.194 22.256.768 23.433.354
14. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur (duizend euro)
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
324
Deel ten laste van het RIZIV
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Forfait accreditatie artsen 13.202 13.334 16.852 14.072 10.611Forfait medisch dossier 2.436 0 0 0 0Forfait telematica v. geneesheren 5.400 5.736 5.980 6.372 6.550Kwaliteitscontrole Pasteur 1.912 2.058 0 0 9.075Forfait georganiseerd wachtdiensten + zorgtrajecten 16.922 30.079 35.646 29.899 64.251Impulsfonds groepspraktijken 3.087 2.752 8.848 7.657 7.519Praktijkondersteuning huisartsengeneeskunde 0 8.187 9.430 11.919 15.942
Subtotaal_2 geneesheren 42.959 62.146 76.756 69.919 113.948
Forfait accreditatie tandartsen 9.933 10.370 0 0 0
Terugbetaling herceptine (art. 56) 9.601 1.262 54 0 0Terugbetaling pneumokokkenvaccin (art. 56) 6.480 13.589 12.979 12.979 15.924Telematica apothekers 0 0 0 0 0
Subtotaal_2 farmaceutische verstrekkingen 16.081 14.851 13.033 12.979 15.924
Honoraria van verpleegkundigen (eigen uitgave van het RIZIV) 4.642 3.194 - - - Forfait telematica kinesitherapeuten 7.887 7.312 6.698 6.618 6.812
Specifieke kosten diensten thuisverpleging 11.421 16.468 17.433 18.656 19.723
Loonharmonisering personeel RVT 256.584 256.039 264.298 281.847 284.128Syndicale premie 2.163 2.206 2.295 2.295 4.293Zorgvernieuwing (art.56) 0 85 193 13.012 13.474Palliatieve dagcentra (art. 56) 506 260 0 542 277
Subtotaal_2 RVT/ROB/Dagverzorgingscentra 259.253 258.590 266.786 297.696 302.172
Einde loopbaan 52.475 71.369 78.936 91.956 98.023Revalidatie en herscholing (eigen uitgave van het RIZIV) 1.625 1.071 - - - Geïnterneerden 38.609 29.401 26.468 36.379 30.863Tabaksontwenning 99 2 50 611 837Psychiatrisch verzorgingscircuit (art. 56) 1.915 1.602 2.016 1.954 1.774Sociaal akkoord (provisioneel bedrag) 6.717 0 0 - 18.076Fonds verslaving 3.000 3.000 676 3.000 3.000Inhaalbedragen ziekenhuizen 0 73.721 - - MS - ALS - Huntington 0 0 1.416 5.117 6.432Toekomstfonds 0 0 299.852 0 0Diversen 18.519 15.490 17.486 24.766 26.939
Totaal 475.135 568.587 807.606 569.651 644.523
16. Uitgaven naar betalende instelling (duizend euro)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Deel ten laste van de V.I.'s 18.400.353 20.108.603 21.614.194 22.256.768 23.433.354
Deel ten laste van het RIZIV 475.135 568.587 807.606 569.651 644.523
Algemeen totaal 18.875.488 20.677.190 22.421.800 22.826.419 24.077.877
15. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur (duizend euro)
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
325
17. L
eden
tal p
er v
erze
kerin
gsin
stel
ling
Bro
n: R
IZIV
- D
iens
t voo
r ad
min
istr
atie
ve c
ontr
ole
- D
irect
ie c
ontr
ole
en b
ehee
r va
n to
egan
kelij
khei
dsge
geve
ns e
n ar
chiv
erin
g va
n ge
geve
ns
Chr
iste
lijke
M
utua
litei
ten
Neu
tral
e M
utua
litei
ts-
verb
onde
n
Soc
ialis
-tis
che
Mut
ualit
eite
n
Libe
rale
M
utua
litei
ten
Ona
fhan
ke-
lijke
Zie
ken-
fond
sen
Hul
pkas
voo
r Z
IV N
MB
S T
otaa
l
06.2
007
4.40
4.55
142
7.33
72.
895.
743
576.
001
1.83
1.72
575
.377
121.
412
10.3
32.1
4606
.200
84.
450.
953
441.
070
2.92
4.37
157
7.93
61.
878.
953
73.4
8211
8.77
810
.465
.543
06.2
009
4.45
9.77
945
1.53
02.
953.
278
575.
830
1.91
0.69
073
.773
116.
548
10.5
41.4
2806
.201
04.
472.
954
459.
243
2.97
9.46
257
6.87
61.
947.
578
75.0
1111
4.32
010
.625
.444
06.2
011
4.48
9.15
346
8.69
43.
004.
768
576.
914
1.98
0.79
975
.658
112.
222
10.7
08.2
08
18. U
itgav
en p
er v
erze
kerin
gsin
stel
ling
(dui
zend
eur
o) (
1)
Bro
n: R
IZIV
Chr
iste
lijke
M
utua
litei
ten
Neu
tral
e M
utua
litei
ts-
verb
onde
n
Soc
ialis
-tis
che
Mut
ualit
eite
n
Libe
rale
M
utua
litei
ten
Ona
fhan
ke-
lijke
Zie
ken-
fond
sen
Hul
pkas
voo
r Z
IV N
MB
S T
otaa
l
2007
7.95
0.14
672
8.99
05.
416.
687
1.14
5.05
12.
721.
252
116.
922
329.
332
18.4
08.3
8020
088.
694.
697
816.
359
5.86
7.34
01.
247.
431
3.01
4.18
212
6.61
834
7.42
320
.114
.050
2009
9.31
8.63
388
3.77
96.
302.
516
1.33
4.55
83.
275.
883
131.
155
359.
661
21.6
06.1
8520
109.
571.
765
908.
455
6.49
8.32
91.
368.
957
3.40
5.63
113
6.09
636
1.53
022
.250
.764
2011
10.0
60.7
8696
0.40
06.
861.
263
1.43
8.62
23.
592.
918
141.
080
372.
266
23.4
27.3
34
(1)
De
soci
ale
pres
tatie
s di
e on
mid
delli
jk d
oor
het R
IZIV
bet
aald
wor
den
zijn
nie
t inb
egre
pen.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
326
19. Detail van de diverse uitgaven in de rekeningen van het RIZIV (duizend euro)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009 2010 2011
Verzekeringsinstellingen 579.330 641.232 613.429 643.550 685.876Internationale verdragen 565.188 625.743 599.621 628.647 670.973Aandeel intresten op beleggingen VI 1.649 4.891 2.450 3.572 3.572Aandeel terugvorderingen prest. VI 12.469 10.520 10.520 10.520 10.520Gerechtelijke intresten 24 78 78 78 78SIS-kaarten 0 - 760 733 733
RIZIV - Andere 334.305 525.647 435.354 472.675 433.887Sociaal statuut 122.563 136.726 155.303 162.674 164.993Stagemeesters 10.526 12.947 14.387 18.452 19.375Art. 56 - 22 59.009 61.678 66.361 86.269 89.704Art. 56 - 22 moleculaire biologie 13.088 17.996 - - - Sociaal akkoord 71.056 105.683 127.355 132.987 82.010IMA - Permanente steekproef - 275 53 117 119Fiscaal plafond remgeld - - - - - Positieve maatregelen - - - - - Sociaal plan kinesitherapeuten 0 100 89 100 100Expertise 1.283 1.411 796 1.622 1.695Terugbetaling recuperatie geneesmiddelen
- 19.179 13.223 - -
Heffing zakencijfer - Afrekening 2006
10.479 - - - -
Bestrijding tabaksgebruik 2.000 2.000 2.000 2.000 2.000Campagnes 2.000 2.000 446 2.000 2.000Verhoogde kosten tarificatiediensten
3.927 3.991 4.163 4.202 4.250
Autoverzekering (HVKZ) 65 5 5 5 5Informatisering - 11.000 12.200 17.733 17.973Kinesitherapeuten opleiding verpleger
- - - - -
Terugbetaling generieken 3.309 - - - - Terugbetaling heffing zakencijfer
35.000 41.346 36.500 36.500 36.500
Provisiefonds geneesmiddelen (overschrijding)
- 109.310 459 - -
Subsidie GDT - - 2.014 2.014 2.014Syndicale premie depositokas - - - 4.000 4.000Participatiefonds - - - 2.000 - Fiscale Maribel - - - - 6.314Adviserend geneesheren accreditering - - - - 835
Toekomstfonds - 0 - 5.500 -
Totaal 913.635 1.166.879 1.048.783 1.121.725 1.119.763
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
327
1. Dienstverlening van de OCMW’s 1.0 Methodologische nota A. Het Recht op Maatschappelijke Integratie De nieuwe wet van 26.05.2002 aangaande het recht op maatschappelijke integratie is van toepassing vanaf 01.10.2002. Zij vervangt de oude wet van 1974 met betrekking tot het bestaansminimum. De nieuwe reglementering voorziet, behalve een tegemoetkoming voor onbemiddelde personen (“het leefloon” genoemd), de mogelijkheid om een opleiding te volgen, om een baan te vinden en om door een maatschappelijk assistent begeleid te worden. Het leefloon wordt toegekend en uitbetaald door de gemeentelijke openbare centra voor maatschappelijk welzijn. De federale Staat betaalt een gedeelte van de uitgekeerde bedragen terug. Het saldo is ten laste van de OCMW's en dus onrechtstreeks van de gemeenten, die wettelijk verplicht zijn het eventuele tekort op de rekening van het OCMW bij te passen (Cf. art. 106 OCMW-wet). In tabel 1.1 vindt men de evolutie van het aantal rechthebbenden op het leefloon naar gezinstype. De opgenomen categorieën zijn: • samenwonende met één of meerdere personen • alleenstaande • samenwonende met personen ten laste Op 1 februari 2012 zijn de jaarlijkse bedragen die kunnen worden toegekend de volgende (aan spilindex 117,27 basis 2004=100):
- samenwonende met één of meerdere personen: 6.284,87 euro - alleenstaande: 9.427,30 euro - samenwonende met personen ten laste: 12.569,74 euro
Tabel 1.2 toont een aantal jaargegevens met betrekking tot het Recht op Maatschappelijke Integratie: het gemiddeld aantal gerechtigden, een gemiddeld jaarbedrag en de uitgaven Recht op Maatschappelijke Integratie (uitgedrukt in duizend euro).
V. Sociale bijstand 1. Dienstverlening van de OCMW's
331
B. Recht op Maatschappelijke Hulp Het Recht op Maatschappelijke Hulp (ingesteld door de wet van 2 april 1965) heeft als doel eenieder een menswaardig bestaan te verzekeren. De maatschappelijke hulp wordt toegekend door het OCMW en kan een aanvulling zijn op het recht op maatschappelijke integratie of een vervanging ervan, wanneer de belanghebbende de voorwaarden niet vervuld van gezegd recht. De maatschappelijke hulp kan verschillende vormen aannemen: ze kan materieel zijn (financieel of in natura) of immaterieel (raad, begeleiding, hulp bij het vinden van een job,…) De voornaamste aspecten van deze hulp zijn: de financiële hulp (equivalent leefloon), een tewerkstelling en/of een tussenkomst in de (dringende) medische hulp. De rechthebbenden van het Recht op Maatschappelijke Hulp zijn voornamelijk asielzoekers (recht op opvang, tussenkomst in de medische onkosten, gezinsbijslag,..), de vreemdelingen, ingeschreven in het vreemdelingenregister (equivalente financiële hulp) en de personen die illegaal op het grondgebied verblijven (dringende medische hulp). De federale Staat stort een belangrijk deel terug van de bedragen uitgegeven in het kader van het Recht op Maatschappelijke Hulp. Het saldo is ten laste van de OCMW’s. Tabel 1.3 geeft de evolutie weer van de rechthebbenden op financiële hulp (equivalent leefloon), toegekend in het kader van de maatschappelijke hulp, volgens gezinstypologie. De verschillende categorieën en bedragen die toegekend kunnen worden zijn dezelfde als deze voor het leefloon. Tabel 1.4 omvat een aantal jaarlijkse gegevens met betrekking tot het Recht op Maatschappelijke Hulp: het gemiddelde aantal rechthebbenden, het gemiddeld jaarlijks bedrag per rechthebbende, de totale uitgaven voor het Recht op Maatschappelijke Hulp (wet van 2 april 1965). C. De activering van de financiële dienstverleningen van de OCMW’s Sinds 01.01.1998 krijgen de gerechtigden op bestaansminimum (vanaf 01.10.2002: leefloon) toegang tot de volgende tewerkstellingsinitiatieven: • de doorstromingsprogramma's; • de arbeidsplaatsen erkend in het kader van de professionele reïntegratie van langdurig
werklozen (dienstenbanen); • de banenplannen; • de initiatieven voor sociale inschakeling … 1 In 2000 werd het "Lenteprogramma" van kracht. Het betreft een actieplan dat gericht is op de vermindering van het aantal gerechtigden op het bestaansminimum. Hiertoe werden bepaalde tewerkstellingsmodaliteiten versterkt, onder andere de sociale tewerkstelling binnen de OCMW's in het kader van art. 60, § 7 en art. 61 van de organieke wet van 08.07.1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn2. Meer bepaald gebeurt dit door de verhoging van de Staatstoelage, de uitbreiding van de mogelijkheden tot terbeschikkingstelling (eveneens voor de privé-sector) en de mogelijkheid tot tijdelijke deeltijdse tewerkstelling. Verder werden nieuwe tewerkstellingskansen gecreëerd, zoals de invoeginterim en de tewerkstelling in het kader van de sociale economie.
1 Vanaf 01.01.2002 vervangt de veralgemeende activering (activa) de vroegere maatregelen: de --------------------dienstenbanen, de invoeginterim en het banenplan. 2 Zie art. 6-9 van de wet van 26.05.2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.
V. Sociale bijstand 1. Dienstverlening van de OCMW's
332
De uitgaven gekoppeld aan de activering maken integraal deel uit van de begroting die voorbehouden is aan het recht op maatschappelijke integratie en op maatschappelijke dienstverlening. Er bestaan evenwel twee specifieke toelagen: • De ene moedigt de tewerkstelling aan in de sector van de sociale economie en omvat:
� De verhoogde Staatstoelage: in de sociale economie neemt de begroting van maatschappelijke integratie het verschil tussen het leefloon en de regelmatige tussenkomst toegekend aan de personen die tewerkgesteld zijn in het kader van de toepassing van artikel 60, § 7 ten laste;
� De activering van het leefloon voor de begunstigden tewerkgesteld via de invoeginitiatieven in de sociale economie (SINE);
• De andere werd toegekend aan de OCMW’s in het kader van de activering zoals voorzien in het “Lenteprogramma”. Dit omvat: � De met 25 % verhoogde Staatstoelage voor diegenen die tewerkgesteld worden in het
kader van artikel 60, § 7; � De monitoring van het "Lenteprogramma".
In de tabel 1.5 hernemen we het aantal tewerkgestelde personen in het kader van de maatschappelijke integratie en in het kader van de maatschappelijke hulp. Het gaat voornamelijk om tewerkstellingen in toepassing van artikelen 60, §7 en 61 van de organieke wet van 08.07.1976 op de openbare centra van maatschappelijk welzijn en om activeringsmaatregelen. U vindt aanvullende informatie over de maatschappelijke integratie en de maatschappelijke hulp op de website van de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie bevoegd voor Grootstedenbeleid: www.mi-is.be.
V. Sociale bijstand 1. Dienstverlening van de OCMW's
333
1.1 Aantal rechthebbenden op leefloon naar gezinstype
Bron: POD Maatschappelijke Integratie
01.2007 01.2008 01.2009 01.2010 01.2011
Samenwonenden met één of meerdere personen 22.092 23.030 24.922 28.030 28.751Alleenstaanden 37.804 37.732 39.019 42.149 40.902Samenwonenden met personen ten laste
20.679 21.571 23.477 25.850 26.473
Totaal 80.575 82.333 87.418 96.029 96.126
1.2 Totale uitgaven voor het Recht op Maatschappelij k Integratie (RMI)
Bron: POD Maatschappelijke Integratie
2007 2008 2009 2010 2011
Gemiddeld aantal rechthebbenden 89.991 92.347 100.659 105.457 104.178Gem. aantal rechthebbenden leefloon 80.476 83.037 91.128 95.475 94.505
Gem. aantal overige rechthebbenden, niet inbegrepen hierboven
9.515 9.310 9.531 9.982 9.673
Gemiddeld jaarbedrag (euro) 5.837 5.536 5.567 5.868 6.204Totaal uitgaven (duizend euro) 525.310 511.267 560.400 618.820 646.343
1.3 Aantal rechthebbenden op maatschappelijke hulp (f inanciële hulp) naar gezinstype
Bron: POD Maatschappelijke Integratie
01.2007 01.2008 01.2009 01.2010 01.2011
Samenwonenden met één of meerdere personen 5.560 4.644 4.759 6.053 7.702Alleenstaanden 14.780 10.572 7.952 9.806 11.889Samenwonenden met personen ten laste
7.860 6.536 5.661 6.882 7.979
Onbekend - 28 37 62 90
Totaal 28.200 21.780 18.409 22.803 27.660
1.4 Totale uitgaven voor het Recht op Maatschappelij ke Hulp (RMH)
Bron: POD Maatschappelijke Integratie
2007 2008 2009 2010 2011
Gemiddeld aantal rechthebbenden 37.441 31.815 32.884 38.105 42.226Gem. aantal rechthebbenden equival. leefloon 25.840 19.570 19.649 24.416 28.032
Gem. aantal overige rechthebbenden, niet inbegrepen hierboven
11.601 12.245 13.235 13.689 14.194
Gemiddeld jaarbedrag (euro) 7.827 9.263 7.320 8.099 8.371Totaal uitgaven (duizend euro) 293.069 294.698 240.714 308.612 353.462
1.5 Aantal tewerkgestelde rechthebbenden
Bron: POD Maatschappelijke Integratie
01.2007 01.2008 01.2009 01.2010 01.2011
Art60§7 8.811 10.503 10.202 11.056 11.763Andere tewerkstellingsmaatregelen 1.180 1.294 1.256 1.147 1.176
V. Sociale bijstand 1. Dienstverlening van de OCMW's
334
2. Inkomensgarantie voor ouderen - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden
2.0 Methodologische nota A. De inkomensgarantie voor ouderen (IGO) Vanaf 01.06.2001 wordt een nieuwe uitkering, ingevoerd door de wet van 22.03.2001, toegekend: de inkomensgarantie voor ouderen (IGO). Degenen die genoten van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden vóór 01.06.2001 kunnen ervan blijven genieten, indien dit voordeliger is dan de nieuwe uitkering. De IGO verschilt van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden hoofdzakelijk door de volgende eigenschappen: • de leeftijd van dewelke men recht kan hebben op de IGO is dezelfde voor de mannen als voor
de vrouwen: 62 jaar in 2002; 63 jaar vanaf 2003; 64 jaar vanaf 2006 en 65 jaar vanaf 2009. • de IGO is een individueel recht (er is geen “gezinsbedrag”); • het totale bedrag van de inkomsten en pensioenen in aanmerking genomen bij de berekening
wordt gedeeld door het aantal personen die dezelfde hoofdverblijfplaats delen, de betrokkene inbegrepen.
In de nieuwe wet, spreekt men niet meer van bedrag “samenwonende “ of bedrag “alleenstaande”, maar van personen die dezelfde hoofdverblijfplaats delen of niet delen. Het toegekende bedrag is afhankelijk of de aanvrager zijn hoofdverblijfplaats deelt met één of meerdere personen of niet. Het basisbedrag wordt met 50% verhoogd als de aanvrager zijn hoofdverblijfplaats niet deelt met één of meerdere personen. Dit heeft tot gevolg dat twee personen die samenwonen recht hebben op het basisbedrag, onafhankelijk van het feit ze getrouwd zijn of niet. De wet maakt een uitzondering voor bepaalde categorieën van personen die niet verondersteld worden dezelfde hoofdverblijfplaats te delen als de aanvrager, niettegenstaande ze op hetzelfde adres ingeschreven zijn in het Rijksregister. Deze zijn : de minderjarige kinderen, de meerderjarige kinderen waarvoor gezinsbijslag ontvangen wordt, de bloed- of aanverwanten in dalende lijn, de personen die in hetzelfde rustoord, hetzelfde rust- en verzorgingstehuis of hetzelfde psychiatrisch centrum verblijven. Als de rechthebbende zijn hoofdverblijfplaats enkel deelt met personen van deze categorieën, dan heeft deze recht op de verhoogde uitkering. Op 1 februari 2012 zijn de bedragen die kunnen toegekend worden de volgende (aan spilindex 117,27 basis 2004=100): • het bedrag “hoofdverblijfplaats delend”: 7.779,12 euro per jaar; • het bedrag “hoofdverblijfplaats niet delend”: 11.668,68 euro per jaar. We stellen een belangrijke stijging vast van het bedrag van de jaarlijkse uitgaven, dit is hoofdzakelijk het gevolg van een stijging buiten index van het basisbedrag met 60 euro per maand op 01.12.2006 B. Het gewaarborgd inkomen voor bejaarden Het gewaarborgd inkomen voor bejaarden is een volledig kosteloos voordeel, wat wil zeggen dat geen enkele tegenoverstaande bijdrage vereist is. Het wordt toegekend na een onderzoek naar de bestaansmiddelen, wanneer deze een bepaald forfaitair jaarbedrag niet overschrijden. Op 1 februari 2012 zijn de bedragen die kunnen toegekend worden de volgende (aan spilindex 117,27 basis 2004=100): • het "gezinsbedrag": 11.460,42 euro per jaar; • het bedrag “alleenstaande”: 8.595,47 euro per jaar.
V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden
335
Het toegekende bedrag wordt met 90 % van de pensioenvoordelen die de aanvrager/aanvraagster of zijn/haar echtgeno(o)t(e) ontvangt verminderd. De RVP geeft in zijn statistieken dezelfde opsplitsing als voor de pensioenen, zodat het bedrag "alleenstaande" onderverdeeld is in drie categorieën: gehuwden, niet gehuwden en weduwnaars (of weduwen). Vanaf 1999 werd jaarlijks een forfaitaire bijzondere verwarmingstoelage toegekend aan alle gerechtigden. Deze toelage werd vanaf 2002 opnieuw afgeschaft, ze blijft evenwel gelden voor de toegekende prestaties die dateren van voor juni 2001. Voor de IGO en voor het gewaarborgd inkomen voor bejaarden geven we het aantal rechthebbenden (resp. tab. 2.1 en 2.2) en het totaal der uitgaven (tab. 2.3).
V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden
336
2.1
Aan
tal r
ech
theb
ben
den
IGO
vo
lgen
s le
efti
jdsk
lass
e en
ges
lach
t
Bro
n: R
VP
60-6
4 ja
ar65
-69
jaar
70-7
4 ja
ar75
-79
jaar
80-8
4 ja
ar85
jaar
en
+T
ota
al
Man
nen
- 8.
033
7.91
46.
613
5.23
43.
954
31.7
48
Zij
die
hun
hoof
dver
blijf
plaa
ts d
elen
- 3.
877
4.12
13.
471
2.73
31.
552
15.7
54Z
ij di
e hu
n ho
ofdv
erbl
ijfpl
aats
nie
t del
en-
4.15
53.
787
3.13
92.
499
2.40
115
.981
Nie
t ver
deel
de g
eval
len
- 1
63
21
13
Vro
uw
en-
14.1
3513
.594
12.7
0810
.817
9.99
761
.251
Zij
die
hun
hoof
dver
blijf
plaa
ts d
elen
- 3.
319
3.27
32.
964
1.81
579
812
.169
Zij
die
hun
hoof
dver
blijf
plaa
ts n
iet d
elen
- 10
.806
10.3
089.
742
8.99
89.
196
49.0
50N
iet v
erde
elde
gev
alle
n-
1013
24
332
To
taal
rec
hth
ebb
end
en-
22.1
6821
.508
19.3
2116
.051
13.9
5192
.999
2.2
Aan
tal r
ech
theb
ben
den
gew
aarb
org
d in
kom
en v
oo
r b
ejaa
rden
vo
lgen
s le
efti
jdsk
lass
e en
ges
lach
t
Bro
n: R
VP
Min
der
dan
60
jaar
60-6
4 ja
ar65
-69
jaar
70-7
4 ja
ar75
-79
jaar
80-8
4 ja
ar85
jaar
en
+T
ota
al
Man
nen
10
054
742
527
350
1.67
4
Geh
uwde
n, g
ezin
(ru
stpe
nsio
en)
00
025
360
164
6761
6G
ehuw
den,
alle
enst
aand
en (
rust
pens
ioen
)1
00
139
268
75N
iet g
ehuw
den
(rus
tpen
sioe
n)0
00
2733
933
326
996
8R
ust &
ove
rlevi
ng0
00
14
46
15
Vro
uw
en7
41.
272
2.22
32.
136
2.23
77.
879
Geh
uwde
n, g
ezin
(ru
stpe
nsio
en)
00
019
173
140
Geh
uwde
n, a
lleen
staa
nden
(ru
stpe
nsio
en)
74
060
8770
3125
9N
iet g
ehuw
den
(rus
tpen
sioe
n)0
00
1.10
31.
922
1.87
92.
044
6.94
8R
ust &
ove
rlevi
ng0
00
9019
718
416
163
2
To
taal
rec
hth
ebb
end
en8
41.
326
2.96
52.
663
2.58
79.
553
Toe
stan
d op
1 ja
nuar
i 201
1
Toe
stan
d op
1 ja
nuar
i 201
1
V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden
337
Bron: RVP
2007 2008 2009 2010 2011
IGO 287.750 336.138 356.019 371.127 398.388 Gewaarborgd inkomen 66.913 55.447 51.089 43.995 38.735 Verwarmingstoelage 781 693 595 523 459
Totaal 355.444 392.278 407.703 415.645 437.582
2.3 Jaarlijkse uitgaven (duizend euro)
V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden
338
3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap 3.0 Methodologische nota De bedoeling van het stelsel van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap is de minstbedeelden onder hen ter hulp te komen. Het is een residueel stelsel van sociale bescherming, waarvoor geen bijdragen worden gevraagd en waarvan de prestaties steeds door de Staat gefinancierd worden. In 1969 ontstaan de gewone tegemoetkoming, bestemd voor de personen met een fysische handicap en de bijzondere tegemoetkoming, bestemd voor de andere personen met een handicap. In 1973 worden het verhoogd gewaarborgd inkomen en de tegemoetkoming voor hulp van derde ingesteld, en in 1976 de tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden. In 1974 worden de bedragen van de gewone en de bijzondere tegemoetkomingen verhoogd en gediversifieerd naargelang van de gezinstoestand, en het onderzoek naar de bestaansmiddelen wordt verscherpt. Tenslotte heeft de wet van 27.02.1987 de regeling grondig hervormd: • de inkomensvervangende tegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon wiens
verdienvermogen, ingevolge zijn handicap, verminderd is tot een derde of minder van wat een valide persoon op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen. De integratietegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon met een handicap met een verminderde zelfredzaamheid, die aldus moeilijkheden ondervindt om zich in het maatschappelijk leven te integreren;
• de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden wordt eveneens toegekend wegens gebrek aan en of vermindering van zelfredzaamheid.
In geval van herziening van hun dossier, kunnen de “niet-bejaarde” rechthebbenden aanspraak maken op verworven rechten, indien hun recht vóór 31.12.1974 is ingegaan. De “bejaarde” rechthebbenden kunnen verworven rechten laten gelden, ongeacht de datum waarop hun tegemoetkoming is ingegaan. Er zijn twee tabellen, welke ingedeeld werden volgens soort tegemoetkoming. Het betreft het aantal rechthebbenden naar type tegemoetkoming (tabel 3.1) en de totale uitgaven per type tegemoetkoming (tabel 3.2).
V. Sociale bijstand 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
339
3.1 Aantal rechthebbenden naar type tegemoetkoming (jaargemiddelden)
Bron: FOD Sociale Zekerheid
2007 2008 2009 2010 2011
Inkomensvervangende en integratietegemoetkoming
135.552 139.233 147.563 157.170 159.246
Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden
125.958 126.816 133.368 142.818 148.531
Gewone en bijzondere tegemoetkoming
KB 1969 en KB 1974 2.559 2.297 2.024 1.770 1.567
Aanvullende tegemoetkoming 3.055 2.699 2.366 2.041 1.767
Tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen
1.540 1.233 975 748 580
Tegemoetkoming voor hulp van derde (uitsluitend)
401 320 245 186 143
Totaal rechthebbenden 269.065 272.598 286.541 304.733 311.834
Tegemoetkoming voor hulp van
derde (totaal der voordelen) (1) 2.393 1.980 1.639 1.342 1.103
(1) Dit totaal omvat diegenen die uitsluitend recht hebben op deze tegemoetkoming en diegenen die ze cumuleren met een aanvullende tegemoetkoming of een tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen.
V. Sociale bijstand 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
340
Bron: FOD Sociale Zekerheid
2007 2008 2009 2010 2011
Inkomensvervangende en integratietegemoetkoming
934.388 1.013.536 1.082.310 1.136.571 1.179.212
Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden
393.120 416.412 431.599 454.163 477.566
Gewone en bijzondere tegemoetkoming
KB 1969 en KB 1974 14.989 14.108 12.685 11.252 10.319
Aanvullende tegemoetkoming 11.641 10.892 9.925 8.669 7.708
Tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen
2.282 1.894 1.536 1.192 961
Tegemoetkoming voor hulp van derde (uitsluitend) 4.102 3.617 3.089 2.557 2.164
Totaal maandelijkse termijnen 1.360.522 1.460.459 1.541.144 1.614.404 1.677.930
Achterstallen 124.354 150.618 157.490 137.336 102.436
Totaal 1.484.876 1.611.077 1.698.634 1.751.740 1.780.366
3.2 Totale uitgaven tegemoetkomingen aan personen met een handicap naar type tegemoetkoming (duizend euro)
V. Sociale bijstand 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
341
A. Beschrijving van het stelsel Elke analyse van de overzeese sociale zekerheid vereist een verwijzing naar de wet van 16.06.1960. Deze wet belast de organismen met het beheer van de sociale zekerheid van de werknemers van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi onder de controle en met de waarborg van de Belgische Staat. Verzekeringen De sociale zekerheidsregeling van koloniaal recht bevatte de volgende sectoren: • ouderdom en vroegtijdige dood; • kinderbijslag; • ziekte en invaliditeit; • geneeskundige verzorging; • vergoeding van de schade voortspruitende uit arbeidsongevallen en beroepsziekten. De onafhankelijkheid van de eertijds door België bestuurde gebieden heeft de opheffing van deze wetgevingen van koloniaal recht wat betreft de bijdragebetalingen tot gevolg gehad. De regeling voor overzeese sociale zekerheid die nadien ontstond, werd ingesteld door de wet van 17.07.1963, welke meermaals gewijzigd werd. Het huidige toepassingsgebied van deze wet is het geheel van personen, die hun beroepsactiviteit in het buitenland verrichten en die niet vallen onder de Verordening (EEG) n°1408 / 71, betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen. Het grondgebied waarop de Verordening (EEG) n°1408 / 71 van toepassing is, is dat van de Europese Unie, verruimd met IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland. Volgens de huidige wetgeving omvat de regeling de volgende takken: • de ouderdoms- en overlevingsverzekering; • ziekte- en invaliditeitsverzekering; • de verzekering voor geneeskundige verzorging; • de mogelijkheid om bijzondere aanvullende contracten aan te gaan. De DOSZ stelt drie
aanvullende contracten voor: “arbeidsongevallen”, “ongevallen in het privé-leven” en “geneeskundige verzorging”.
Het is een wettelijke regeling door de Belgische Staat ingesteld en gewaarborgd. De aansluiting bij de overzeese sociale zekerheid is niet verplicht. Iedere belanghebbende kan vrij over zijn aansluiting bij deze regeling beslissen. Kunnen erbij aansluiten: de personen die onderdanen zijn van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte of van Zwitserland of, wat hun nationaliteit ook zij, de personen die aangesteld zijn door de Belgische Staat, de Gemeenschappen of Gewesten of tewerkgesteld zijn door een onderneming waarvan de maatschappelijke zetel in België gelegen is en die bovendien werken buiten de Europese Economische Ruimte of Zwitserland. De regeling voor overzeese sociale zekerheid bevat geen enkele verwijzing naar de voorwaarden waarin de aangeslotenen hun overzeese beroepsactiviteit uitoefenen. Zowel de personen, die door een contract hun diensten verhuren als zelfstandigen kunnen zich aansluiten. Sociale bijdragen De financiering van de takken ouderdom en vroegtijdige dood, ziekte en invaliditeit en geneeskundige verzorging in de huidige wetgeving wordt gespijsd door bijdragen die door de verzekerde vrij tussen een bodem- en grensbedrag worden bepaald en die de kostprijs voor levensonderhoud volgen (spilindexcijfers).
VI. DOSZ A. Beschrijving van het regime
345
Het minimum basisbedrag van de maandelijkse bijdrage bedraagt 37,18 euro, wat overeenkomt met een geïndexeerd bedrag van 239,92 euro (spilindex 117,27 basis 2004). Het maximum basisbedrag bedraagt 148,74 euro, wat overeenkomt met een geïndexeerd bedrag van 959,82 euro (spilindex 117,27 basis 2004). De storting evenwel van het minimumbedrag van de bijdrage opent slechts een recht op pensioen en op de terugbetaling van de geneeskundige verzorging. De uitkeringen van ziekengeld en invaliditeitsuitkeringen worden slechts toegekend indien de gemiddelde maandbijdrage het minimum (geïndexeerd) basisbedrag bereikt. De tussenkomst van de werkgever is niet vereist voor de betaling van de bijdragen: de wet of haar uitvoeringsbesluiten bepalen geen enkele nadere verdelingsregeling van de bijdragen tussen werkgever en de verzekerde; een verdeling kan enkel voortvloeien uit een overeenkomst tussen partijen. De wet van 17.07.1963 heeft drie Fondsen opgericht, elk met een eigen vermogen, namelijk • het pensioenfonds1 • het invaliditeitsfonds2 • het solidariteits- en perequatiefonds3
Onverminderd de bijzondere bepalingen die gelden voor verzekerden van niet E.U.-nationaliteiten4 worden de bijdragen tussen de drie Fondsen zo verdeeld: • Pensioenfonds: ............................................ 70,0% • Invaliditeitsfonds: ........................................... 9,5% • Solidariteits- en perequatiefonds: ................ 20,5% Geneeskundige verzorging Het betreft een uitgestelde verzekering, wat betekent dat de terugbetaling van de kosten van de geneeskundige verzorging aan de verzekerde en zijn rechthebbenden enkel wordt verkregen, indien aan bepaalde voorwaarden inzake verzekeringsduur (minstens 16 jaar deelname) en leeftijd (het in genot treden van de voordelen kan ten vroegste vanaf 50 jaar) is voldaan of wanneer de verzekerde arbeidsongeschikt is bevonden overeenkomstig de bepalingen van de wet van 17.07.1963 (hoofdstuk IV). Uitkeringen Voor de verzekerde zijn uitkeringen voorzien in geval hij niet in staat is door zijn werk in zijn levensonderhoud te voorzien ten gevolge van een ziekte die zich manifesteert of van een ongeval5 dat zich voordoet tijdens de verzekeringsperiode. Ook de verzekerde vrouw die haar beroepsactiviteit staakt wegens zwangerschap, is erkend als zijnde niet in staat om door haar werk in haar levensonderhoud te voorzien.
1 Beheer van de uitkeringen van de ouderdoms- en overlevingsverzekering verzekerd in individuele kapitalisatie. 2 Beheer van de ziekte en invaliditeitsverzekering, van de verzekering geneeskundige verzorging en van de contracten voor bijkomende verzekeringen. 3 Beheer van de prestaties van de ouderdoms- en overlevingsverzekering gefinancierd door de repartitieregeling. 4 In feite: E.U. + IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland. 5 Uitgezonderd een arbeidsongeval.
VI. DOSZ A. Beschrijving van het regime
346
Pensioenen De ouderdoms- en overlevingsverzekering, ten laste van het Fonds voor pensioenen, voorziet in de toekenning van ouderdoms- en weduwenrenten. We beperken ons in deze nota tot de bespreking van de ouderdomsrenten. Voor de weduwenrenten, pensioen van de uit de echt gescheiden echtgenoot en de indexering van de uitkeringen verwijzen we de lezer naar de website van de DOSZ: www.dosz.be . De normale leeftijd waarop het pensioen kan worden opgenomen is 65 jaar, zowel voor de mannen als voor de vrouwen. Er bestaat evenwel een mogelijkheid om het pensioen vanaf de leeftijd van 60 jaar op te nemen, mits een vermindering van het pensioenbedrag. Bij overlijden is het overdraagbaar gedeelte van het pensioenkapitaal bestemd voor een eventueel overlevingspensioen en /of wezenuitkering. Het bedrag van de ouderdomsrente wordt bepaald door toepassing van de regels van de individuele kapitalisatie. Het is bijgevolg rechtstreeks afhankelijk van het bedrag van de gestorte bedragen, evenals van de leeftijd van de verzekerde op het ogenblik van de storting van de bijdragen en van de ingangsdatum van het pensioen. Gezinsbijslag De wetten van 16.06.1960 en 17.07.1963 garanderen ten gunste van de rechtgevende kinderen, onderdanen van een der landen, die lid zijn van de Europese Unie6, kinderbijslag: • aan de gepensioneerde koloniale werknemers die een loopbaan van tenminste 16 jaar
hebben; • aan de slachtoffers van een arbeidsongeval overkomen vóór 01.07.1960 en aan de personen
met een beroepsziekte die na die datum niet meer aan het risico blootgesteld waren; • aan de verzekerden die een uitkering trekken krachtens de verzekering geneeskundige
verzorging. Arbeidsongevallen en beroepsziekten De wetgeving voor sociale zekerheid naar koloniaal recht voorzag in de verzekering tegen arbeidsongevallen en beroepsziekten. Die uitkeringen worden door de wet van 16.06.1960 gewaarborgd. Het bij de wet van 17.07.1963 opgerichte stelsel voorziet niet in deze takken van sociale zekerheid in het kader van de algemene regeling. Nochtans verschaft de wet de mogelijkheid van een aanvullende verzekering inzake arbeidsongevallen.
6 In feite: E.U. + IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland.
VI. DOSZ A. Beschrijving van het regime
347
B. Lopende rekeningen (budgettair concept) (duizend euro)
Bron: DOSZ
2007 2008 2009 2010 2011
Ontvangsten
Bijdragen 54.195 62.564 65.818 64.429 65.645Staatstoelagen 284.559 310.496 308.848 309.899 294.585Alternatieve financiering Toegewezen ontvangsten 1.395 2.344 1.594 1.594 1.721Externe overdrachten 0 1.973 2.132 1.521 0Opbrengsten beleggingen 1.512 2.835 2.440 2.198 2.323Diversen 3.442 3.742 3.420 3.188 4.090
Totaal lopende ontvangsten 345.104 383.954 384.252 382.831 368.364
Uitgaven
Sociale prestaties 339.720 355.461 357.714 355.219 364.451Betalingskosten 14 11 10 1 0Beheerskosten 8.953 9.328 10.521 10.052 10.200Externe overdrachten 2.160 3.087 1.815 2.083 1.074Intresten op leningen 22 805 260 284 700Diversen 3.091 4.306 3.042 3.204 3.479
Totaal lopende uitgaven 353.961 372.998 373.363 370.843 379.906
Saldo lopende rekeningen -8.857 10.956 10.889 11.987 -11.542
VI. DOSZ B. Lopende rekeningen
348
C. Statistieken
1. Aantal bijdragebetalenden naar geslacht (Wet van 17.07.1963)
Bron: DOSZ
2007 2008 2009 2010 2011
Mannen 7.301 7.768 7.519 7.320 7.463
Vrouwen 1.771 1.903 1.815 1.843 1.888
Totaal 9.072 9.671 9.334 9.163 9.351
2. Bijdragen volgens wetgeving en verzekering (duizend euro)
Bron: DOSZ
2007 2008 2009 2010 2011
Uitvoering van de voormalige sociale wetgeving (1)
Ouderdom en vroegtijdige dood 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Arbeidsongevallen 0,5 0,4 0,2 0,0 0,0Beroepsziekten 0,3 0,4 0,4 0,4 0,2
Stelsel van overzeese sociale zekerheid
Ouderdom en vroegtijdige dood 38.970,3 44.953,2 47.438,3 46.169,1 47.144,6Ziekte-invaliditeit (geneeskundige verzorging) 4.065,1 4.692,5 4.937,1 4.833,2 4.906,2
Aanvullende verzekeringen (2)
Ziekte-invaliditeit (geneeskundige verzorging)
9.167,1 10.703,2 11.140,2 10.817,0 11.341,0
Arbeidsongevallen 1.317,9 1.052,2 1.693,6 1.531,1 1.440,0
Uitvoering van de wet van 05.08.1968 (3)
Ouderdom en vroegtijdige dood 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
(2) Het gaat om de verzekeringen bepaald in artikels 57 en 57bis van de wet van 17.07.1963.
(1) De van kracht zijnde sociale wetgeving van Belgisch-Kongo, Rwanda en Burundi voor de toetreding van deze landen tot de onafhankelijkheid.
(3) Uitvoering van de wet tot vaststelling van een zeker verband tussen de pensioenstelsels van de openbare sector en die van de privé-sector.
VI. DOSZ C. Statistieken
349
3. Aantal rechthebbenden geneeskundige verzorging naar categorie (1) (2)
Bron: DOSZ
2007 2008 2009 2010 2011
Gewezen werknemers 4.389 4.312 3.165 2.862 2.766Werknemers die uitkeringen wegens ziekte of invaliditeit genieten 103 101 58 56 57Slachtoffers van een arbeidsongeval 1 1 0 0 0Personen met een beroepsziekte
0 0 0 0 0
Weduwen van
Gewezen werknemers 2.027 2.057 1.438 1.384 1.381Werknemers die uitkeringen wegens ziekte of invaliditeit genoten 96 96 48 47 47Slachtoffers van een arbeidsongeval 13 13 3 3 3Personen met een beroepsziekte
7 7 7 6 6
(2) Voor 2008 bedragen het aantal dubbeltellingen met de verplichte verzekering ziekte-invaliditeit van het RIZIV voor de gewezen werknemers 1.177 en voor de weduwen 720. Het betreft de opgeschorte rechten.
Toestand op 31 december
(1) Er wordt geen rekening gehouden met de titularissen van een aanvullend contract inzake geneeskundige verzorging.
VI. DOSZ C. Statistieken
350
Bron: DOSZ Toestand 2010
Verzeker-den (1)
Gepensio-neerden
Weduwen Invaliden
Wet van 16.06.1960 0 27 1.045 1Geneesheren 0 4 102 0Farmaceutische verstrekkingen 0 7 95 1Ziekenhuisverpleging 0 0 167 0Verpleegkundige zorgen 0 8 119 0Kinesitherapeuten 0 5 30 0Andere verstrekkingen 0 3 532 0
Wet van 17.07.1963 7.497 13.112 5.001 432
Geneesheren 2.498 2.074 583 65Farmaceutische verstrekkingen 1.825 8 488 92Ziekenhuisverpleging 1.366 3.519 1.384 146Verpleegkundige zorgen 20 519 300 17Kinesitherapeuten 78 272 119 12Andere verstrekkingen 1.710 6.720 2.127 100
Totaal 7.497 13.139 6.046 433
Bron: DOSZ Toestand 2011
Verzeker-den (1)
Gepensio-neerden
Weduwen Invaliden
Wet van 16.06.1960 0 27 1.010 0Geneesheren 0 3 78 0Farmaceutische verstrekkingen 0 0 71 0Ziekenhuisverpleging 0 3 229 0Verpleegkundige zorgen 0 0 132 0Kinesitherapeuten 0 1 23 0Andere verstrekkingen 0 20 477 0
Wet van 17.07.1963 8.211 13.803 5.839 729
Geneesheren 2.654 2.109 603 116Farmaceutische verstrekkingen 1.968 7 414 152Ziekenhuisverpleging 1.753 4.146 1.857 259Verpleegkundige zorgen 17 554 332 17Kinesitherapeuten 95 271 132 10Andere verstrekkingen 1.724 6.716 2.501 175
Totaal 8.211 13.830 6.849 729
(1) Bijkomende verzekering (art. 57 van de wet van 17.07.1963).
4. Uitgaven voor geneeskundige verzorging volgens hoofdrubriek en toepasselijke wetgeving (duizend euro)
VI. DOSZ C. Statistieken
351
5. Aantal rechthebbenden uitkeringsverzekering
Bron: DOSZ
2007 2008 2009 2010 2011
Invaliden 102 92 110 95 107Weduwen 36 36 36 35 33Wezen 2 1 1 1 1
Totaal 140 129 147 131 141
6. Uitgaven voor de uitkeringsverzekering volgens wetgeving en categorie(duizend euro)
Bron: DOSZ
2007 2008 2009 2010 2011
Wet van 16.06.1960 30 27 27 27 29Invaliden 15 12 12 12 13Weduwen 15 15 15 15 16Wezen 0 0 0 0 0
Wet van 17.07.1963 620 674 692 770 797Invaliden 559 611 627 706 732Weduwen 60 62 64 63 64Wezen 1 1 1 1 1
Totaal 650 701 719 797 826
Toestand op 31 december
VI. DOSZ C. Statistieken
352
7. Aantal rechthebbenden renten en toelagen volgens wetgeving en categorie (1)
Bron: DOSZ
2007 2008 2009 2010 2011
Wet van 16.06.1960 26.589 25.495 24.463 23.404 22.304Rustpensioenen 15.903 14.934 14.010 13.068 12.205Overlevingspensioenen 10.686 10.561 10.453 10.336 10.099
Wet van 17.07.1963 27.239 28.134 28.890 29.431 29.871Rustpensioenen 19.162 19.886 20.476 20.892 21.266Overlevingspensioenen 8.077 8.248 8.414 8.539 8.605
8. Uitgaven voor de renten en toelagen (duizend euro)
Bron: DOSZ
2007 2008 2009 2010 2011
Rust 239.183 250.473 251.711 249.701 253.948Weduwen 68.449 72.090 78.197 74.982 76.952Wezen 1.061 1.105 1.212 1.163 1.137
Totaal 308.693 323.668 331.120 325.846 332.037
Toestand op 31 december
(1) De pensioengerechtigden gewaarborgd door de wet van 16.06.1960 die genoten hebben van de regeling ingesteld door de wet van 17.07.1963 zijn onder beide wetgevingen opgenomen.
VI. DOSZ C. Statistieken
353
9. Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse
Bron: DOSZ
2007 2008 2009 2010 2011
0 - 6 jaar 0 0 1 1 1 6 - 12 jaar 7 6 7 2 112 - 16 jaar 11 12 10 8 816 - 25 jaar 34 34 23 24 1625 jaar en ouder 8 7 5 7 4
Totaal 60 59 46 42 30
10. Uitgaven voor gezinsbijslag (duizend euro)
Bron: DOSZ
2007 2008 2009 2010 2011
Gezinsbijslag 144 121 95 84 58
Toestand op 31 december
VI. DOSZ C. Statistieken
354
11. Aantal rechthebbenden arbeidsongevallen volgens wetgeving en categorie
Bron: DOSZ
2007 2008 2009 2010 2011
Wet van 16.06.1960 201 179 161 146 132Invaliden 154 137 120 109 99Weduwen 47 42 41 37 33
Wet van 17.07.1963 (contracten) 325 307 300 292 286Invaliden 260 245 239 232 230Weduwen 56 55 55 54 52Wezen 9 7 6 6 4
Totaal 526 486 461 438 418
12. Uitgaven arbeidsongevallen volgens wetgeving (duizend euro)
Bron: DOSZ
2007 2008 2009 2010 2011
Wet van 16.06.1960 (art. 4)Algemene regeling 441 395 366 327 326
Wet van 17.07.1963 (art. 57)Aanvullende verzekering 1.722 1.527 1.655 1.471 1.447
Totaal 2.163 1.922 2.021 1.798 1.773
Toestand op 31 december
VI. DOSZ C. Statistieken
355
13. Aantal rechthebbenden beroepsziekten
Bron: DOSZ
2007 2008 2009 2010 2011
Wet van 16.06.1960 17 16 15 14 10
Blijvende arbeidsongeschiktheid 11 10 9 8 4Weduwen 6 6 6 6 6
14. Uitgaven voor beroepsziekten (duizend euro)
Bron: DOSZ
2007 2008 2009 2010 2011
Beroepsziekten 99 97 87 88 76
Toestand op 31 december
VI. DOSZ C. Statistieken
356
1. Indexering 1.0 Methodologische nota De basisreglementering voor de indexering van de uitkeringen van de sociale zekerheid (privé-sector) en de sociale bijstand ligt vervat in de wet van 02.08.1971. Deze wet werd sinds het begin van de jaren zeventig meermaals aangepast. Zo onttrok een wet van 01.03.1977 een aantal uitgaven in de overheidssector, waaronder de wedden, lonen en pensioenen van de ambtenaren, aan het toepassingsgebied van de wet van 02.08.1971 en paste er een ander, voordeliger, indexeringsmechanisme op toe. De wetgever wenste dat deze uitgaven de evolutie van de levensduurte sneller zouden volgen. In de jaren tachtig en negentig vielen drie belangrijke wijzigingen te noteren: • in 1983 werd het zogenaamde 'afgevlakte indexcijfer' ingevoerd (KB's nr. 156 en 178 van
30.12.1982); • KB nr. 281 van 31.03.1984, gewijzigd door het KB nr. 420 van 18.07.1986, voorzag dat voor een
aantal sociale uitkeringen drie indexaanpassingen niet werden doorgevoerd (indexsprongen); • een KB van 24.12.1993, ter uitvoering van de wet van 06.01.1989 tot vrijwaring van ‘s lands
concurrentievermogen, verving voor de toepassing van de wet van 02.08.1971 het ‘gewone’ indexcijfer der consumptieprijzen door de ‘gezondheidsindex’ (officieuze benaming).
De wet van 02.01.2001 (BS 03.01.2001, erratum 13.01.2001) en de wet van 19.07.2001 hebben het indexmechanisme opnieuw gewijzigd, ditmaal met het oog op een snellere aanpassing van de uitkeringen aan de evolutie van de gezondheidsindex. De wet past daartoe zowel de bepalingen met betrekking tot de vaststelling van het tijdstip van de indexering (wet van 02.08.1971) als de bepalingen met betrekking tot de toepassingsdatum van de indexering (wet van 02.08.1971 en (gedeeltelijk) wet van 01.03.1977) aan. Kort samengevat ziet het indexeringsmechanisme vervat in de wet van 02.08.1971 (sociale zekerheid in de privésector en sociale bijstand) er als volgt uit: Het tijdstip van indexering De aanzet tot het indexeren van de uitkeringen wordt gegeven telkens wanneer de zogenaamde afgevlakte (gezondheids)index de spilindex bereikt. De afgevlakte (gezondheids)index is het rekenkundig gemiddelde van de (gezondheids)indexcijfers van de betrokken maand en van de drie voorafgaande maanden. Spilindexcijfers zijn getallen die behoren tot een reeks waarvan het eerste 114,20 is (basis 1966) en elk van de volgende bekomen wordt door het voorgaande te vermenigvuldigen met 1,02. Ze fungeren in feite als aanpassingsdrempels. De conversiecoëfficiënten laten toe van de indexcijfers van een vroegere basis naar een meer recente basis om te rekenen.
VII. Bijlagen 1. Indexering
359
De toepassingsdatum De maandelijks te vereffenen bedragen worden dan aangepast met ingang van de maand die volgt op de maand waarin de spilindex werd bereikt1. De per kwartaal vereffende bedragen worden aangepast met ingang van het kalenderkwartaal dat volgt op de maand waarin de spilindex werd bereikt. De indexaanpassing van de uitgaven die per jaar worden vereffend, wordt doorgevoerd met ingang van het burgerlijke jaar dat volgt op het jaar waarin de spilindex werd bereikt. De aanpassing van de bedragen Voor het aanpassen van de bedragen moet steeds teruggegrepen worden naar de basisbedragen die in de reglementering zijn opgenomen. Deze basisbedragen werden naar aanleiding van de invoering van de euro, opnieuw vastgesteld, uitgedrukt in euro en gekoppeld aan de spilindex van kracht op 01.01.2000: 103,14 (basis 1996). In geval van indexaanpassing worden de bedragen opnieuw berekend door op het basisbedrag de coëfficiënt 1,02n toe te passen, waarbij n de rang van de bereikte spilindex vertegenwoordigt. Daartoe wordt ieder spilindexcijfer aangeduid met een volgnummer dat zijn rang aangeeft. De spilindex van rang 1 duidt de spilindex aan die volgt op 103,14 (basis 1996), dit wil zeggen, 103,14 x 1,021 = spilindex 105,20. In juli 2005 werd spilindex 116,15 (basis 1996) bereikt. Dit is het spilindexcijfer met rang 6. De basisbedragen werden dus vermenigvuldigd met 1,026 of 1,1262. De sociale prestaties werden aangepast op 01.08.2005. Vanaf 01.01.2006 is de basis 2004 van toepassing. Om een indexcijfer van de consumptieprijzen met basis 1996 om te zetten naar basis 2004 moet men met 0,8701 vermenigvuldigen. Om een gezondheidsindex met basis 1996 om te zetten naar basis 2004 moet men met 0,8790 vermenigvuldigen. De spilindex 116,15 wordt dus 102,10 in de basis 2004. In december 2007 werd de spilindex 106,22 bereikt. De sociale prestaties werden aangepast op 01.01.2008. Op 01.05.2008 en 01.09.2008 werden de sociale prestaties opnieuw verhoogd met 2 % naar aanleiding van het bereiken van de spilindexen 108,34 in april en 110,51 in augustus 2008. In 2009 was er geen overschrijding van de spilindex. In augustus 2010 werd de spilindex 112,72 overschreden. Als gevolg daarvan werden de sociale uitkeringen in september 2010 en de wedden van het overheidspersoneel in oktober 2010 met 2 % aangepast aan de gestegen levensduurte. In april 2011 werd de spilindex 114,97 overschreden. De sociale prestaties werden aangepast op 1 mei 2011. In januari 2012 werd de spilindex 117,27 overschreden. De sociale prestaties werden op 1 februari 2012 met 2% aangepast aan de gestegen levensduurte. Overeenkomstig de maandvooruitzichten van het Federaal Planbureau (coherent met de Economische begroting van 13.09.2012) zou de volgende overschrijding van de spilindex (momenteel 119,62) plaatsvinden in november 2012. Geen enkele overschrijding is voorzien in 2013.
1 Omdat de toepassing van de indexaanpassing vanaf de eerste maand na het bereiken van de spilindex vooral voor uitkeringen die in het begin van de maand uitbetaald worden (d.w.z. slechts enkele werkdagen nadat het indexcijfer van de vorige maand werd gepubliceerd) problemen kan stellen, kan de Koning in dit geval bijzondere uitvoeringsmodaliteiten vaststellen.
VII. Bijlagen 1. Indexering
360
Reële evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen Op de volgende bladzijde vindt u een tabel met het overzicht van de reële evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen en de gezondheidsindex (basis 2004) van 2007 tot eind 2011. Voor een uitgebreidere reeks van indexcijfers verwijzen we naar de website van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, Dienst Indexcijfer der prijzen: http://economie.fgov.be. Vooruitzichten voor de te verwachten evolutie van het indexcijfer kan u vinden op de website van het Federaal Planbureau: http://www.plan.be. Meer bepaald vindt u daar bij “Vooruitzichten en macro-economische analyses” de publicatie “Economische begroting 2012 – Economische vooruitzichten”, welke een hoofdstuk wijdt aan de inflatieverwachtingen.
VII. Bijlagen 1. Indexering
361
1.1
Ove
rzic
ht v
an d
e re
ële
evol
utie
van
het
inde
xcijf
er v
an d
e co
nsum
ptie
prijz
en e
n va
n de
gez
ondh
eids
inde
x (b
asis
200
4)(1
)
Bro
n: F
OD
Eco
nom
ie, K
.M.O
., M
idde
nsta
nd e
n E
nerg
ie
2007
2008
2009
2010
2011
Inde
xG
ezon
dhei
ds-
inde
xIn
dex
Gez
ondh
eids
- in
dex
Inde
xG
ezon
dhei
ds-
inde
xIn
dex
Gez
ondh
eids
- in
dex
Inde
xG
ezon
dhei
ds-
inde
x
Janu
ari
105,
2010
4,92
108,
8410
7,85
111,
3611
1,45
112,
0511
1,36
115,
6611
4,38
Feb
ruar
i10
5,77
105,
4610
9,62
108,
7111
1,74
111,
7511
2,52
111,
9011
6,33
115,
05M
aart
105,
7810
5,23
110,
4210
9,32
111,
1011
1,07
112,
9411
2,11
116,
9111
5,39
Apr
il10
6,26
105,
5811
0,67
109,
4911
1,33
111,
1711
3,33
112,
3411
7,20
115,
57M
ei10
6,13
105,
3411
1,66
110,
2011
1,25
110,
9611
3,78
112,
7211
7,59
115,
98Ju
ni10
6,12
105,
2811
2,28
110,
6211
1,04
110,
5011
3,77
112,
7411
7,95
116,
43Ju
li10
6,57
105,
7011
2,87
111,
2211
0,97
110,
4811
3,82
112,
8611
8,09
116,
61A
ugus
tus
106,
4410
5,67
112,
1811
0,88
111,
3111
0,66
113,
8911
2,94
117,
9911
6,49
Sep
tem
ber
106,
5410
5,71
112,
3611
1,15
111,
0211
0,46
114,
2511
3,29
118,
3111
6,73
Okt
ober
107,
1010
6,19
112,
1611
1,29
111,
0711
0,64
114,
4111
3,46
118,
4911
6,96
Nov
embe
r10
8,10
106,
9311
1,49
111,
0911
1,36
110,
7511
4,55
113,
5511
8,96
117,
40D
ecem
ber
108,
4010
7,44
111,
2511
1,24
111,
5411
0,96
115,
0011
3,84
119,
0111
7,52
Gem
idde
lde
106,
5310
5,79
111,
3211
0,26
111,
2611
0,90
113,
6911
2,76
117,
7111
6,21
Toe
nam
e
in %
1,82
%1,
77 %
4,50
%4,
23 %
-0,0
5 %
0,58
%2,
18 %
1,68
%3,
54 %
3,06
%
(1)
Inge
volg
e he
t K.B
. van
24.
12.1
993
ter
uitv
oerin
g va
n de
wet
van
06.
01.1
989
tot v
rijw
arin
g va
n 's
land
s co
ncur
rent
ieve
rmog
en w
ordt
van
af ja
nuar
i 199
4 de
zog
enaa
mde
ge
zond
heid
sind
ex g
ebru
ikt a
ls b
asis
voo
r de
inde
xerin
g va
n de
soc
iale
uitk
erin
gen.
VII. Bijlagen 1. Indexering
362
Bron: Federaal Planbureau
2012 2013
IndexGezondheids-
indexIndex
Gezondheids- index
Januari 119,88 118,25 122,54 120,62Februari 120,59 118,97 123,01 121,14Maart 120,85 119,01 123,02 121,14April 120,93 118,99 123,07 121,19Mei 120,89 119,15 123,32 121,49Juni 120,61 119,00 123,31 121,47Juli 120,83 119,21 123,44 121,63Augustus 121,36 119,47 123,49 121,68September 121,63 119,59 123,42 121,63Oktober 121,76 119,76 123,62 121,86November 121,95 119,97 123,81 122,07December 122,08 120,11 123,90 122,19
Gemiddelde 121,11 119,29 123,33 121,51
Toename in %
2,89 % 2,65 % 1,83 % 1,86 %
1.2 Vooruitzichten van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen en van de gezondheidsindex (basis 2004)(Economische begroting 2013 van 13 september 2012)
VII. Bijlagen 1. Indexering
363
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
Basis 1981 Basis 1988 Basis 1996 Basis 2004
1.02.1990 140,771.11.1990 143,591.03.1991 146,45 108,261.12.1991 149,39 110,431.11.1992 152,38 112,641.07.1993 155,42 114,891.12.1994 158,53 117,191.05.1996 161,70 119,531.10.1997 164,93 121,921.06.1999 168,23 124,36 103,141.09.2000 171,59 126,84 105,201.06.2001 175,01 129,37 107,301.02.2002 178,52 131,96 109,451.06.2003 182,09 134,60 111,641.10.2004 185,73 137,29 113,871.08.2005 189,45 140,04 116,151.10.2006 193,25 142,85 118,48 104,141.01.2008 197,10 145,70 120,85 106,221.05.2008 201,04 148,61 123,26 108,341.09.2008 205,07 151,59 125,73 110,511.09.2010 209,17 154,62 128,24 112,721.05.2011 213,34 157,70 130,80 114,971.02.2012 217,61 160,86 133,42 117,27
Conversiecoëfficiënten
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie (Dienst indexcijfer der prijzen)
1971
Omzetting naar basis …
-
x 1,4105x 1,9082x 2,9388x 4,0261
198819811974-1975
1.3 Toepassingsdatum voor de aanpassing van de sociale prestaties ten gevolge van de overschrijding van de spilindex
Toegepaste spilindexen afgeleid uit de evolutie van de gezondheidsindex(vóór 1995: indexcijfer van de consumptieprijzen)
1996
Indexcijfer van deconsumptieprijzen
2004
x 1,1493
Gezondheidsindex
2004
x 1,1377x 1,3717
--
VII. Bijlagen 1. Indexering
364
2. Alternatieve financiering 2.0 Methodologische nota De alternatieve financiering heeft gelijktijdig tot doel de beperking van de staatstoelagen aan de sociale zekerheid te compenseren en de bijdrageverminderingen van de persoonlijke en patronale bijdragen te compenseren. Deze bijdrageverminderingen nemen sinds 1995 steeds toe. Dit dubbel doel impliceert dat de vaststellingswijze voor de bedragen van elk doel verschillend is. De alternatieve financiering is gebaseerd op een andere berekeningswijze dan de lonen en dat maakt het aldus mogelijk de kosten te beperken die wegen op de factor arbeid en die het concurrentievermogen van de ondernemingen aantasten. Hiertoe wordt alternatieve financiering toegekend aan de globale beheren der werknemers, zelfstandigen, de RSZPPO, het stelsel van de geneeskundige verzorging alsmede een aantal takken die buiten globaal beheer zijn. De alternatieve financiering vormt naast de bijdragen en de staatstoelagen de derde pijler van de financiering van de sociale zekerheid. De alternatieve financiering bestaat voor een deel uit fiscale middelen die naar de sociale zekerheid worden doorgestort. De aangeboorde fiscale middelen bestaan voornamelijk uit de btw, roerende voorheffing en accijnzen op de verkoop van tabaksfabrikanten. Andere bronnen zijn taksen op verzekeringsverrichtingen, de toekenning van aandelenopties, belastingen op werknemersparticipaties, personenbelasting en vennootschapsbelasting. De regelgeving i.v.m. de alternatieve financiering is opgenomen in de artikels 65 tot en met 67quinquies van de Programmawet van 2 januari 2001 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen. Sindsdien zijn deze artikelen aangepast en uitgebreid. De alternatieve financiering van de sociale zekerheid bestaat enerzijds voor een deel uit een vast percentage of een vast, al dan niet geïndexeerd, bedrag uit de btw. Dit wordt aangevuld met kleinere bedragen uit andere fiscale bronnen die op eenzelfde wijze worden vastgesteld. Deze percentages of bedragen zijn wettelijk vastgesteld. Voor een aantal artikelen is een bepaald percentage van de fiscale opbrengst bepaald met een gegarandeerd geïndexeerd minimumbedrag waar de sociale zekerheid recht op heeft. Beide bedragen zijn opgenomen in de hierna volgende tabel. Anderzijds wordt alternatieve financiering toegekend ter financiering van een aantal vastgestelde doelen, bijvoorbeeld de compensatie voor het verlies aan bijdragen ten gevolge van het stelsel van de dienstencheques. Deze bedragen worden om die reden jaarlijks bepaald op basis van de gebudgetteerde behoeften. Na vaststelling van de behoeften voor dit doel, worden deze bedragen per koninklijk besluit aan de sociale zekerheid toegekend, waarna betaling kan geschieden.
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
365
2. Alternatieve financiering
2.1 Periode 2007-2011
BTW (met uitzondering van de alternatieve financiering van de geneeskundige verzorging)
a. Berekening van de toe te wijzen bedragen (duizend euro)
2007 2008 2009 2010 2011
Index van de consumptieprijzen 1,82 % 4,49 % -0,05 % 2,19 % 3,53 %
Netto BTW-ontvangsten 23.764.101 24.017.645 23.497.762 25.041.830 26.181.939
Toewijzing aan de sociale zekerheid (23,514 %) 5.587.891 5.647.509 5.525.264 5.888.336 6.156.421
Wettelijk minimum 5.007.461 5.232.296 5.229.680 5.344.210 5.532.860Wettelijk geïndexeerd minimum 4.961.792 5.184.577 5.181.984 5.295.470 5.482.400Verhoging wettelijk minimum vanaf 2002 45.669 47.719 47.696 48.740 50.461
Basisbedrag 5.587.891 5.647.509 5.525.264 5.888.336 6.156.421
Verhogingen bestemd voor: 257.158 360.062 327.857 281.055 653.799Dienstencheques 218.740 332.907 263.134 181.871 537.332Startbaanovereenkomsten (openbare sector) 4.720 4.720 4.720 4.720 4.720Tijdelijke werkloosheid (toeslag van 5 %) 31.788 30.911 36.573 70.666 83.371Sociale economie (samenwerkingsakkoord) 0 16.945 14.332 14.471 13.646FSO 1.910 3.400 2.017 2.246 2.649Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap"
0 0 - 0 5.000
Fonds "Tewerkstellingscellen" 0 7.081 7.081 7.081 7.081
Artikel 2 van de programmawet van 8 juni 2008 - -35.902 - - -
Bedrag toe te kennen aan de sociale zekerheid (A) 5.845.049 6.007.571 5.853.121 6.169.391 6.810.221
Heffingen (B) 336.214 456.618 424.413 377.611 737.671RSZPPO 20.902 5.000 40.902 40.902 40.902RVA - PWA 22.310 19.810 19.810 19.810 19.810RVA - Betaald educatief verlof 25.384 25.384 25.384 25.384 12.700RSZ - Compensatie - Politiezones 10.460 10.460 10.460 10.460 10.460RVA - Dienstencheques 218.740 332.907 263.134 181.871 537.332RVA - Startbaanovereenkomsten 4.720 4.720 4.720 4.720 4.720RVA - Tijdelijke werkloosheid 31.788 30.911 36.573 70.666 83.371RVA - Sociale economie 0 16.945 14.332 14.471 13.646FSO 1.910 3.400 2.017 2.246 2.649Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap"
0 0 - 0 5.000
Fonds "Tewerkstellingscellen" 0 7.081 7.081 7.081 7.081
Te verdelen tussen de 2 globale beheren (A)-(B) 5.508.835 5.550.953 5.428.708 5.791.780 6.072.549
Bedrag toegewezen aan de werknemers (W) 7.588.349 8.022.944 8.494.955 9.651.332 11.050.425Basisbedrag toegewezen a/d werknemers (95,77 %) 5.275.811 5.316.148 5.199.073 5.546.788 5.815.680Verhoging (art. 66, § 3 bis, 1ste lid) 1.551.887 1.551.887 1.551.887 1.551.887 1.551.887Verhoging (art. 66, § 3 bis, 4de lid) 738.200 738.200 938.200 938.200 938.200
Werkbonus 534.200 534.200 534.200 534.200 534.200
Voorschot dienstencheques 200.000 200.000 400.000 400.000 400.000
Verhoging 2007 4.000 4.000 4.000 4.000 4.000
Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) - -182.060 -181.969 -185.954 -192.518Verhoging (art. 66, § 11) 22.451 23.459 23.447 23.961 24.807Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) - 575.310 964.316 1.776.451 2.912.369
Bedrag toegewezen aan de zelfstandigen (Z) 423.192 729.378 782.747 885.826 1.020.677Basisbedrag toegewezen a/d zelfstandigen (4,23 %) 233.024 234.805 229.634 244.992 256.869Verhoging (art. 66, § 3 bis, 3de lid) 190.168 254.668 277.748 277.748 277.748Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) - 182.060 181.969 185.954 192.518Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) - 57.845 93.396 177.132 293.542
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
366
b. RSZ - en RSVZ - Globaal beheer (duizend euro)
2007 2008 2009 2010 2011
RSZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (W) 7.849.337 8.404.303 8.812.203 9.921.411 11.693.669Bedrag toegewezen aan de werknemers 7.588.349 8.022.944 8.494.955 9.651.332 11.050.425Bijzondere bedragen: 260.988 381.359 317.248 270.078 643.244
Compensatie - Politiezones 10.460 10.460 10.460 10.460 10.460
Dienstencheques (1) 218.740 332.907 263.134 181.871 537.332
Tijdelijke werkloosheid (2) 31.788 30.911 36.573 70.666 83.371
Fonds "Tewerkstellingscellen" 0 7.081 7.081 7.081 7.081Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap" - - - 0 5.000
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - -166.253 - -25.172
Achterstallen 44.526 105.082 -108.422 -130.437 298.845
Totaal geboekt bedrag 7.893.864 8.509.385 8.537.528 9.790.974 11.967.342
RSVZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (Z) 423.192 729.378 782.747 885.826 1.020.677
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - - - 10.300
Achterstallen -949 - -3.791 -1.584 13.433
Totaal geboekt bedrag 422.243 729.378 778.955 884.242 1.044.410
(1) Op basis van wetteksten, zijn deze bedragen vanaf 2004 bestemd voor de RSZ.
(2) Op basis van wetteksten, zijn deze bedragen vanaf 2005 bestemd voor de RSZ.
c. RVA - Globaal beheer (duizend euro)
2007 2008 2009 2010 2011
Totaal toegekend bedrag 2.444 2.560 2.595 2.608 2.700Dienstencheques (zelfstandige werkneemsters) 2.444 2.560 2.595 2.608 2.700
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - - - -
Achterstallen - - - - -
Totaal geboekt bedrag 2.444 2.560 2.595 2.608 2.700
d. RVA - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2007 2008 2009 2010 2011
TOTAAL 111.390 100.264 64.246 84.389 67.618PWA 22.310 19.810 19.810 19.810 19.810Betaald educatief verlof 25.384 25.384 25.384 25.384 16.742Betaald educatief verlof - aanvulling 58.976 33.405 0 20.004 12.700Startbaanovereenkomsten 4.720 4.720 4.720 4.720 4.720Sociale economie 0 16.945 14.332 14.471 13.646
e. FBZ Asbestfonds - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2007 2008 2009 2010 2011
TOTAAL - 10.000 10.000 10.000 10.000FBZ Asbestfonds - 10.000 10.000 10.000 10.000
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
367
f. RSZPPO - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2007 2008 2009 2010 2011
TOTAAL 20.902 5.000 40.902 40.902 40.902RSZPPO (art. 66, § 2, 1°) 20.902 5.000 40.902 40.902 40.902
g. FSO - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2007 2008 2009 2010 2011
TOTAAL 1.910 3.400 2.017 2.246 2.649FSO 1.910 3.400 2.017 2.246 2.649
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
368
ACCIJNZEN TABAK - GLOBALE BEHEREN (duizend euro)
2007 2008 2009 2010 2011
RSZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (80 %) 54.380 56.822 56.794 58.037 60.086
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - 2.528 -2.057 -1.486
Achterstallen -672 - - - -
Totaal geboekt bedrag 53.709 56.822 59.322 55.980 58.600
RSVZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (20 %) 13.595 14.206 14.198 14.509 15.022
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - - -490 -322
Achterstallen -168 -5 206 - -
Totaal geboekt bedrag 13.427 14.201 14.404 14.019 14.700
ROERENDE VOORHEFFING (duizend euro)
2007 2008 2009 2010 2011
RSZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (90 %) 402.674 444.792 411.865 420.885 435.742
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - 41 -2.800 -1.448
Achterstallen 38.709 - - - -
Totaal geboekt bedrag 441.382 444.792 411.906 418.085 434.294
RSVZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (10 %) 44.742 49.421 45.763 46.765 48.416
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - - -311 -161
Achterstallen - - - - -
Totaal geboekt bedrag 44.742 49.421 45.763 46.454 48.255
STOCK OPTIONS (duizend euro)
2007 2008 2009 2010 2011
TOTAAL 36.937 51.580 75.462 80.555 78.393
RSZ - Globaal beheer (95,77 %) 35.380 50.389 68.537 77.196 74.500
RSVZ - Globaal beheer (4,23 %) 1.557 1.191 6.925 3.358 3.893
BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE (duizend euro)
2007 2008 2009 2010 2011
RSZ - GLOBAAL BEHEER 17.054 10.208 7.562 4.410 6.415
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
369
TAKS OP DE VERZEKERINGEN (duizend euro)
2007 2008 2009 2010 2011
RSVZ - GLOBAAL BEHEER 2.100 2.530 2.531 2.642 2.700
PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING (duizend euro)
2007 2008 2009 2010 2011
TOTAAL 127.800 127.514 175.800 173.142 173.794
Artikel 66, § 7 (Fiscaal terugverdieneffect bijdragenverminderingen) 46.800 46.800 46.800 46.800 46.800
RSZ - Globaal beheer 46.800 46.800 46.800 46.800 46.800
Artikel 66, § 8 (Wetenschappelijk onderzoek) 31.000 32.897 32.897 32.897 33.555RSZ - Globaal beheer 31.000 32.897 32.897 32.897 33.555
Artikel 66, § 8 (Fiscaal terugverdieneffect wetenschappelijk onderzoek) - -4.428 -4.563 -6.663 -8.925
RSZ - Globaal beheer - -4.428 -4.563 -6.663 -8.925
Artikel 66, § 9 (Maatregel diamant) 15.000 15.674 15.666 16.009 16.574RSZ - Globaal beheer (90 %) 13.500 14.106 14.099 14.408 14.916RSVZ - Globaal beheer (10 %) 1.500 1.567 1.567 1.601 1.657
Artikel 66, § 10 (Fiscaal terugverdieneffect sociaal akkoord - gezondheidssector) 5.000 5.225 5.222 5.336 5.525
RSZ - Globaal beheer 5.000 5.225 5.222 5.336 5.525
Artikel 66, § 12 30.000 31.347 31.331 32.017 33.148RSZ - Globaal beheer 30.000 31.347 31.331 32.017 33.148
Artikel 66, § 14 (Minimumpensioenen) - - 47.000 47.000 47.000RSZ - Globaal beheer - - 47.000 47.000 47.000
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - 1.447 -255 118
RSZ - Globaal beheer - - 1.447 -244 118RSVZ - Globaal beheer - - 0 -11 0
DE ALTERNATIEVE FINANCIERING VAN DE GENEESKUNDIGE VERZORGING (duizend euro)
2007 2008 2009 2010 2011
BTW 1.386.841 1.487.241 1.580.247 1.609.313 1.756.985
Artikel 67 bis (Ziekenhuizen) 1.386.841 1.487.241 1.580.247 1.609.313 1.756.985Werknemers (voorlopige verdeling) 1.272.434 - - - - Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 114.407 - - - -
ACCIJNZEN 803.215 833.442 833.091 848.488 873.851
Artikel 67 ter 673.215 703.442 703.091 718.488 743.851
Basisbedrag 299.800 299.800 299.800 299.800 299.800Werknemers (voorlopige verdeling) 279.996 - - - - Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 19.805 - - - -
Saldo 373.415 403.642 403.291 418.688 444.051Werknemers (90 %) 336.074 - - - - Zelfstandigen (10 %) 37.342 - - - -
Artikel 67 quinquies 130.000 130.000 130.000 130.000 130.000Werknemers (voorlopige verdeling) 121.478 - - - - Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 8.522 - - - -
Totaal verschuldigd aan het RIZIV 2.190.056 2.320.683 2.413.338 2.457.801 2.630.836
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
370
ALGEMEEN TOTAAL (duizend euro)
2007 2008 2009 2010 2011
BTW 9.839.593 10.847.228 11.016.490 12.424.674 14.892.606RSZ - Globaal beheer 7.893.864 8.509.385 8.537.528 9.790.974 11.967.342RSVZ - Globaal beheer 422.243 729.378 778.955 884.242 1.044.410RVA - Globaal beheer 2.444 2.560 2.595 2.608 2.700RVA - Buiten globaal beheer 111.390 100.264 64.246 84.389 67.618RIZIV - Geneeskundige verzorging 1.386.841 1.487.241 1.580.247 1.609.313 1.756.985FBZ - Asbestfonds - 10.000 10.000 10.000 10.000RSZPPO 20.902 5.000 40.902 40.902 40.902FSO 1.910 3.400 2.017 2.246 2.649
ACCIJNZEN 870.351 904.465 906.817 918.488 947.151RSZ - Globaal beheer 53.709 56.822 59.322 55.980 58.600RSVZ - Globaal beheer 13.427 14.201 14.404 14.019 14.700RIZIV - Geneeskundige verzorging 803.215 833.442 833.091 848.488 873.851
ROERENDE VOORHEFFING 486.124 494.214 457.669 464.539 482.549RSZ - Globaal beheer 441.382 444.792 411.906 418.085 434.294RSVZ - Globaal beheer 44.742 49.421 45.763 46.454 48.255
STOCK OPTIONS 36.937 51.580 75.462 80.555 78.393RSZ - Globaal beheer 35.380 50.389 68.537 77.196 74.500RSVZ - Globaal beheer 1.557 1.191 6.925 3.358 3.893
BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE 17.054 10.208 7.562 4.410 6.415RSZ - Globaal beheer 17.054 10.208 7.562 4.410 6.415
TAKS OP DE VERZEKERINGEN 2.100 2.530 2.531 2.642 2.700
RSVZ - Globaal beheer 2.100 2.530 2.531 2.642 2.700
PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING 127.800 127.514 175.800 173.142 173.794
RSZ - Globaal beheer 126.300 125.947 174.233 171.552 172.137RSVZ - Globaal beheer 1.500 1.567 1.567 1.590 1.657
ALGEMEEN TOTAAL 11.379.960 12.437.739 12.642.330 14.068.450 16.583.609
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
371
2.2 Periode 2012-2013
BTW (met uitzondering van de alternatieve financiering van de geneeskundige verzorging)
a. Berekening van de toe te wijzen bedragen (duizend euro)
2012 2013
Index van de consumptieprijzen 2,90 % 1,83 %
Netto BTW-ontvangsten 26.989.800 27.568.480
Toewijzing aan de sociale zekerheid (23,514 %) 6.346.382 6.482.452
Wettelijk minimum 5.693.313 5.797.501Wettelijk geïndexeerd minimum 5.641.389 5.744.627Verhoging wettelijk minimum vanaf 2002 51.924 52.874
Basisbedrag 6.346.382 6.482.452
Verhogingen bestemd voor: 769.221 1.038.405Dienstencheques 668.788 619.935Startbaanovereenkomsten (openbare sector) 4.720 4.720Tijdelijke werkloosheid (toeslag van 5 %) 69.902 110.472Kostprijs van de werkbonus - 251.167Sociale economie (samenwerkingsakkoord) - 20.130FSO 2.649 4.900Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap"
- 5.000
Fonds "Tewerkstellingscellen" 7.081 7.081
Compensatie bijdrage burgerluchtvaart 16.080 15.000
Bedrag toe te kennen aan de sociale zekerheid (A) 7.115.602 7.520.858
Heffingen (B) 865.777 1.134.961RSZPPO 40.902 40.902RVA - PWA 19.810 19.810RVA - Betaald educatief verlof 25.384 25.384RSZ - Compensatie - Politiezones 10.460 10.460RVA - Dienstencheques 668.788 619.935RVA - Startbaanovereenkomsten 4.720 4.720RVA - Tijdelijke werkloosheid 69.902 110.472RSZ - Kostprijs werkbonus - 251.167RVA - Sociale economie - 20.130FSO 2.649 4.900Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap"
- 5.000
Fonds "Tewerkstellingscellen" 7.081 7.081
Compensatie bijdrage burgerluchtvaart 16.080 15.000
Te verdelen tussen de 2 globale beheren (A)-(B) 6.249.826 6.385.896
Bedrag toegewezen aan de werknemers (W) 9.738.177 9.787.244Basisbedrag toegewezen a/d werknemers (95,77 %) 5.985.458 6.115.773Verhoging (art. 66, § 3 bis, 1ste lid) 1.551.887 1.551.887Verhoging (art. 66, § 3 bis, 4de lid) 938.200 975.480
Werkbonus 534.200 534.200
Werkbonus (fiscaal terugverdieneffect) - 37.280
Voorschot dienstencheques 400.000 400.000
Verhoging 2007 4.000 4.000
Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) -198.101 -201.727Verhoging (art. 66, § 11) 25.526 25.993Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) 1.435.207 1.319.837
Bedrag toegewezen aan de zelfstandigen (Z) 883.918 881.531Basisbedrag toegewezen a/d zelfstandigen (4,23 %) 264.368 270.123Verhoging (art. 66, § 3 bis, 3de lid) 277.748 277.748Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) 198.101 201.727Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) 143.701 131.933
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
372
b. RSZ - en RSVZ - Globaal beheer (duizend euro)
2012 2013
RSZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (W) 10.510.489 10.806.359Bedrag toegewezen aan de werknemers 9.738.177 9.787.244Bijzondere bedragen: 772.312 1.019.115
Compensatie - Politiezones 10.460 10.460
Kostprijs van de werkbonus - 251.167Dienstencheques 668.788 619.935
Tijdelijke werkloosheid 69.902 110.472
Fonds "Tewerkstellingscellen" 7.081 7.081Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap"
- 5.000
Compensatie bijdrage burgerluchtvaart 16.080 15.000
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - -
Achterstallen 24.287 -
Totaal geboekt bedrag 10.534.776 10.806.359
RSVZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (Z) 883.918 881.531
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen -10.352 -
Achterstallen - -
Totaal geboekt bedrag 873.566 881.531
c. RVA - Globaal beheer (duizend euro)
2012 2013
Totaal toegekend bedrag 2.778 2.829Dienstencheques (zelfstandige werkneemsters) 2.778 2.829
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - -
Achterstallen - -
Totaal geboekt bedrag 2.778 2.829
d. RVA - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2012 2013
TOTAAL 70.399 91.660PWA 19.810 19.810Betaald educatief verlof 25.384 25.384Betaald educatief verlof - aanvulling 20.485 21.616Startbaanovereenkomsten 4.720 4.720Sociale economie - 20.130
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
373
e. FBZ Asbestfonds - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2012 2013
TOTAAL 5.000 10.000FBZ Asbestfonds 5.000 10.000
f. RSZPPO - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2012 2013
TOTAAL 40.902 40.902RSZPPO (art. 66, § 2, 1°) 40.902 40.902
g. FSO - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2012 2013
TOTAAL 2.649 4.900FSO 2.649 4.900
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
374
ACCIJNZEN TABAK - GLOBALE BEHEREN (duizend euro)
2012 2013
RSZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (80 %) 61.829 62.960
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - -
Achterstallen - -
Totaal geboekt bedrag 61.829 62.960
RSVZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (20 %) 15.457 15.740
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - -
Achterstallen - -
Totaal geboekt bedrag 15.457 15.740
ROERENDE VOORHEFFING (duizend euro)
2012 2013
RSZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (90 %) 511.356 617.119
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - -
Achterstallen - -
Totaal geboekt bedrag 511.356 617.119
RSVZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (10 %) 56.817 68.569
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - -
Achterstallen - -
Totaal geboekt bedrag 56.817 68.569
STOCK OPTIONS (duizend euro)
2012 2013
TOTAAL 97.332 102.938
RSZ - Globaal beheer (95,77 %) 93.215 98.584
RSVZ - Globaal beheer (4,23 %) 4.117 4.354
BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE (duizend euro)
2012 2013
RSZ - GLOBAAL BEHEER 4.421 4.421
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
375
TAKS OP DE VERZEKERINGEN (duizend euro)
2012 2013
RSVZ - GLOBAAL BEHEER 2.867 2.806
PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING (duizend euro)
2012 2013
TOTAAL 175.665 177.217
Artikel 66, § 7 (Fiscaal terugverdieneffect bijdragenverminderingen) 46.800 46.800
RSZ - Globaal beheer 46.800 46.800
Artikel 66, § 8 (Wetenschappelijk onderzoek) 34.227 35.609RSZ - Globaal beheer 34.227 35.609
Artikel 66, § 8 (Fiscaal terugverdieneffect wetenschappelijk onderzoek) -9.210 -10.081
RSZ - Globaal beheer -9.210 -10.081
Artikel 66, § 9 (Maatregel diamant) 17.054 17.367RSZ - Globaal beheer (90 %) 15.349 15.630RSVZ - Globaal beheer (10 %) 1.705 1.737
Artikel 66, § 10 (Fiscaal terugverdieneffect sociaal akkoord - gezondheidssector) 5.685 5.789
RSZ - Globaal beheer 5.685 5.789
Artikel 66, § 12 34.109 34.733RSZ - Globaal beheer 34.109 34.733
Artikel 66, § 14 (Minimumpensioenen) 47.000 47.000RSZ - Globaal beheer 47.000 47.000
DE ALTERNATIEVE FINANCIERING VAN DE GENEESKUNDIGE VERZORGING (duizend euro)
2012 2013
BTW 1.824.842 1.887.833
Artikel 67 bis (Ziekenhuizen) 1.824.842 1.887.833
Artikel 67 quater (Bestrijding tabaksgebruik) - -
Inhaalbedragen ziekenhuizen - -
ACCIJNZEN 895.423 909.430
Artikel 67 ter 765.423 779.430
Basisbedrag 299.800 299.800
Saldo 465.623 479.630
Artikel 67 quinquies 130.000 130.000
Totaal verschuldigd aan het RIZIV 2.720.265 2.797.263
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
376
ALGEMEEN TOTAAL (duizend euro)
2012 2013
BTW 13.354.912 13.726.015RSZ - Globaal beheer 10.534.776 10.806.359RSVZ - Globaal beheer 873.566 881.531RVA - Globaal beheer 2.778 2.829RVA - Buiten globaal beheer 70.399 91.660RIZIV - Geneeskundige verzorging 1.824.842 1.887.833FBZ - Asbestfonds 5.000 10.000RSZPPO 40.902 40.902FSO 2.649 4.900
ACCIJNZEN 972.709 988.130RSZ - Globaal beheer 61.829 62.960RSVZ - Globaal beheer 15.457 15.740RIZIV - Geneeskundige verzorging 895.423 909.430
ROERENDE VOORHEFFING 568.174 685.688RSZ - Globaal beheer 511.356 617.119RSVZ - Globaal beheer 56.817 68.569
STOCK OPTIONS 97.332 102.938RSZ - Globaal beheer 93.215 98.584RSVZ - Globaal beheer 4.117 4.354
BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE 4.421 4.421RSZ - Globaal beheer 4.421 4.421
TAKS OP DE VERZEKERINGEN 2.867 2.806
RSVZ - Globaal beheer 2.867 2.806
PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING 175.665 177.217
RSZ - Globaal beheer 173.959 175.480RSVZ - Globaal beheer 1.705 1.737
ALGEMEEN TOTAAL 15.176.080 15.687.215
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
377
3. Sociale correcties 3.0 Methodologische nota De regering heeft in de loop der jaren steeds haar socialezekerheidsbeleid aangevuld met specifieke maatregelen die erop gericht zijn zekere modaliteiten in de wetgeving van de sociale bescherming te verbeteren voor de sociaal zwakkeren. Het gaat dan meestal om maatregelen die een bepaalde doelgroep voor ogen hebben: bijvoorbeeld personen die voor een bepaalde tak van de sociale bescherming een minimumuitkering genieten. Het geheel van de maatregelen die met dit doel genomen werden duiden we aan met de term “sociale correcties”. Wat de geneeskundige verzorging betreft, worden buiten de verbetering van de sociale uitkeringen aan personen, ook initiatieven opgenomen die zorgverstrekkers en de ziekenhuizen beogen. De opgenomen tabel geeft een overzicht van de sociale correcties die voor de beschouwde periode van belang zijn. Deze tabel is als volgt opgebouwd: in de eerste kolom vindt men een korte omschrijving van de maatregel (aangeduid met de doelstelling ervan). Daarnaast wordt bij elke maatregel de datum van inwerkingtreding vermeld (tweede kolom). Verder vindt men de geraamde budgettaire kost (in de kolom corresponderend met het jaar waarin de maatregel in werking is getreden). Ten slotte geeft de meest rechtse kolom de kostprijs die berekend werd op jaarbasis1 en dit in de veronderstelling dat de maatregel op kruissnelheid is gekomen in constante prijzen en volume.
1 Het gaat steeds om ex-ante berekeningen: er wordt dus geen rekening gehouden met eventuele terugverdieneffecten.
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
379
3.1 Het stelsel van de werknemers (miljoen euro) (*)
2008 2009 2010 2011
1. Uitkeringen
- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstaanden van 50 % naar 53 %
1.1.2008 11,62
- automatische koppeling aan het leefloon van het dagelijkse bedrag van de invaliditeitsuitkeringen voor de niet regelmatige werknemers
1.1.2008 5,29
- herwaardering met 2 % voor oude invaliden (6 jaar ongeschiktheid)
1.9.2008 2,86
- verhoging met 2 % (uitgezonderd minima) voor de invaliden waarvan de arbeidsongeschiktheidsduur ligt tussen 15 en 20 jaar (inbegrepen)
1.9.2008 0,81
- verhoging van de invaliditeitsuitkeringen verbonden aan het minimumpensioen
1.7.2008 6,63
- verhoging van de uitkeringsgraad voor samenwonenden voor primaire ongeschiktheid (van 55 % naar 60 %)
1.1.2009 43,06 44,83 47,01
- verhoging van het ZIV plafond met 0,8 % waarmee rekening moet gehouden worden voor primaire ongeschiktheid, voor moederschap en voor invaliditeit die ten vroegste ingegaan zijn op 1 januari 2009
1.1.2009 1,03 1,48 1,68
- aanpassing cumulregel vakantiedagen 1.1.2009 4,68 4,70 4,81
- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstanden voor invaliditeit (van 53 % naar 55 %)
1.5.2009 5,35 8,60 9,27
- verhoging van de uitkeringen verbonden aan het minimumpensioen
1.6.2009 12,57 22,03 23,27
- automatische koppeling aan het leefloon van het dagelijkse bedrag van de minimumuitkeringen voor de niet-regelmatige werknemers
1.6.2009 3,51 6,21 6,53 6,53
- verhoging van de minima voor regelmatige werknemers met 2 % (samenwonend)
1.9.2009 3,30 10,15 10,47 10,47
- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit die ingegaan zijn vóór 2008 met 0,8 % (met uitzondering van de minima)
1.9.2009 3,08 8,49 7,93
- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit die ingegaan zijn vanaf 1994 en tot en met 2002 met 2 % (met uitzondering van de minima)
1.9.2009 3,20 8,77 8,00
- verhoging van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2009 0,60 1,63 1,51
- gelijktrekken ingangsdata van de cohorten van het RIZIV met deze van de RVP
1.9.2009 0,27 0,73 0,66
- verhoging van de minimumuitkering voor primaire ongeschiktheid voor regelmatige samenwonende werknemers met 2%
1.1.2010 0,20 0,21 0,22
- verhoging van maxima van de langdurige invaliden van vóór april 2004
1.1.2010 14,00 13,20 12,46
- verhoging van de minimum-invaliditeitsuitkering voor regelmatige samenwonende werknemers met 2%
1.1.2010 10,18 10,61 11,00
Jaarlijkse kost
Van kracht
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is, de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
380
(vervolg)
2008 2009 2010 2011
- bij invaliditeit, aanpassing van de definitie "gezinslast" voor de partners die genieten van een vervangingsinkomen
1.1.2010 8,55 9,08 9,64
- werkverwijdering van de zwangere vrouwen - harmonisering
1.1.2010 11,50 12,02 12,02
- inhaaloperatie voor de langdurig invaliden
1.5.2010 11,18 11,70 12,14
- verhoging van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2010 0,62 1,70 1,58
- optrekken van ZIV loonplafond nieuwe intredes met 0,7 %
1.1.2011 0,92 1,45
- toekenning van een jaarlijkse inhaalpremie van 200 EUR voor de invaliden
1.5.2011 38,99 41,42
- verhoging van de minimumuitkeringen voor alleenstaanden en met gezinslast vanwege koppeling minimumpensioen: +2 %
1.9.2011 6,33 20,03
- verhoging met 2 % van de minimumuitkeringen voor regelmatige werknemers - "gezinshoofd"
1.9.2011 4,18 13,22
- automatische koppeling van het dagelijkse bedrag van de minimumuitkeringen voor de niet-regelmatige werknemers aan het leefloon: verhoging van 2 %
1.9.2011 2,50 7,92
- verhoging van het forfait "Hulp van derden" van 12 naar 15 EUR
1.9.2011 3,74 11,80
- verhoging inkomensdrempels met gezinslast (tot 707,07 EUR) en ver-vangingsinkomens alleenstaanden: + 2 %
1.9.2011 2,38 7,52
-Recurrentie 6 jaar: +2 % 1.9.2011 (**) (**)
- verhoging vergoeding herscholing bij succesvolle beëindiging opleidingsprogramma
1.9.2011 1,71 5,13
- maatregelen ten voordele van de beroepsherinschakeling van de invalide werknemers
p.m. (***) (***)
2. Werkloosheid
- verhoging met 2 % van de minima en forfaits inzake werkloosheidsuitkeringen
1.1.2008 p.m.
- verhoging met 3 % van het vervangingspercentage ten gunste van alleenstaande werklozen (vanaf de tweede periode) (53 % in plaats van 50 %) zowel voor de gerechtigden als voor de nieuwe werklozen
1.1.2008 p.m.
- verhoging van het vervangings-percentage ten gunste van samenwonende werklozen gedurende de eerste periode (58 % in plaats van 55 %) zowel voor de gerechtigden als voor de nieuwkomers
1.1.2008 p.m.
Van kracht
Jaarlijkse kost
(***) Deze maatregel werd aangepast. De kostprijs van de aangepaste maatregel zit vervat in de maatregel " aanpassing van de inkomensschijven art. 230: afschaffing schijf 75%"
(**) Kost reeds mee in basis
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
381
(vervolg)
2008 2009 2010 2011
- maatregelen ter bestrijding van werkloosheidsvallen
1.7.2008 18,00
- maatregelen ter bevordering van de mobiliteit van werkzoekenden
1.7.2008 5,00
- verhoging van de uitkeringsgraden voor de tijdelijke werklozen
1.1.2009 151,27
- de werkhervattingstoeslag voor oudere werknemers wordt uitgebreid naar werknemers van 50 jaar en ouder die geen 20 jaar anciënniteit hebben voor een periode die beperkt is tot 36 maanden en met een degressieve uitkering
1.5.2009 3,00
- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstaanden van 53 % naar 55 % voor de tweede periode
1.5.2009 5,48 8,76
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de volledig werklozen
1.9.2009 15,87 48,38 50,51
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de tijdelijke werklozen
1.9.2009 0,03 0,06 0,05
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de bruggepensioneerden
1.9.2009 0,03 0,09 0,08
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de jeugdvakantie en de seniorvakantie
1.9.2009 0,00 0,00 0,00
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de onthaalouders
1.9.2009 0,03 0,09 0,10
- anciënniteitstoeslag voor de op 56 of 57 jaar ontslagen personen
1.1.2009 0,06 0,06 0,07
- verhoging van de uitkeringsgraad voor samenwonenden van 58 % naar 60 % voor het eerste jaar
1.1.2009 15,39 15,64 16,33
- verhoging van het loonplafond met 300 EUR gedurende de eerste 6 maanden werkloosheid voor de nieuwkomers
1.1.2009 24,83 24,78 25,45
- verhoging van het loonplafond voor diegenen die werkloos geworden zijn vanaf 1.10.2008
1.1.2009 5,94
- verhoging met 0,8 % voor de anderen die niet genieten van de verhogingen van het plafond hierboven genoemd
1.1.2009 0,50 0,51 0,54
- aanpassing van het statuut "gezinshoofd" 1.1.2010 4,00 4,00 4,00
- verlenging tot 31 december 2010 van 3 crisismaatregelen
1.1.2010 54,96 p.m.
- activering van de jongeren van minder dan 26 jaar met ten hoogste een diploma van het secundair onderwijs en van de werknemers ouder dan 45 jaar (voor de aanwervingen tussen 1 januari 2010 en 31 december 2011)
1.1.2010 107,60 356,21 356,21
- uitbreiding van de stagebonus na de schoolplichtige leeftijd en verhoging van het bedrag
1.1.2010 10,00 10,00
Van kracht
Jaarlijkse kost
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
382
(vervolg)
2008 2009 2010 2011
- versoepeling van de reglementering voor de invoegstages
1.1.2010 0,50 0,50
- uitbreiding van de terugbetaling van medische onderzoeken
1.1.2010 2,00 2,00
- definitie van risicogroepen en oprichting van een tewerkstellings-fonds voor de opleidingen voor risicogroepen
1.1.2010 6,00 6,00
- verhoging met 1,25 % van de bedragen van de loonplafonds voor volledige werklozen
1.3.2011 9,54 11,45
- verhoging met 1,25 % van de bedragen van de loonplafonds voor tijdelijk werklozen
1.3.2011 4,47 5,37
- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstaanden van 53,8 % naar 55 % voor de tweede periode
1.3.2011 10,48 12,58
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen)
1.9.2011 16,76 50,28
- regeling van een definitief systeem voor economische werkloosheid voor bedienden
1.9.2011 4,35 1,56
- verhoging van de uitkeringen voor economische werkloosheid voor de arbeiders en de bedienden
1.9.2011 62,85 80,73
• van 60 naar 70 % van het laatste loon voor samenwonenden;• van 65 naar 75 % van het laatste loon voor alleenstaanden en gezinshoofden
- definitieve regeling van een ontslag-premie voor ontslagen arbeiders
1.9.2011 43,82 42,99
- toekenning van voordelen ACTIVA voor personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid
1.9.2011 5,00 4,80
3. Pensioenen
- integratie in de maandelijkse betaling van de pensioenbonus, alsook van de procentuele stijgingen en verhogingen van de gewaarborgde minimumpensioenen die ingang vonden in 2007
1.1.2008 154,50
- procentuele verhoging van de grenzen voor toegelaten arbeid gecumuleerd met een overlevingspensioen vóór de wettelijke pensioenleeftijd, en verhoging met 25 % van de grenzen voor toegelaten arbeid na de wettelijke pensioenleeftijd
1.1.2008 8,18
- vermindering van de solidariteitsbijdrage 1.7.2008 17,15
- verhoging van de minimumpensioenen met 2 %
1.7.2008 30,00
- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2003 met 2 %
1.9.2008 3,64 10,92
Van kracht
Jaarlijkse kost
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
383
(vervolg)
2008 2009 2010 2011
- verhoging van het minimumpensioen met 3 %
1.6.2009 41,10 70,52 73,34
- verhoging van de pensioenen die ten laatste 15 jaar geleden ingegaan zijn met 2 %
1.6.2009 55,42 95,00 91,68
- verhoging van de andere pensioenen met 1,5 % (waarop de maatregelen hierboven niet van toepassing zijn)
1.6.2009 77,10 132,21 127,59
- verhoging van het minimumrecht per loopbaanjaar met 5,05 % voor de pensioenen die ten vroegste ingaan op 1 september 2009
1.6.2009 0,92 2,68 5,89
- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2004 met 2 %
1.9.2009 4,80 14,18 13,97
- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2005
1.9.2010 4,82 14,26 14,28
- verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen met 2 %
1.9.2011 17,64 51,58
- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2006
1.9.2011 4,07 12,03
- verhoging met 0,25 % van de minimumpensioenen van 15 jaar en ouder
1.9.2011 1,20 3,60
- verhoging met 1 % van de niet-minimumpensioenen van 15 jaar en ouder
1.9.2011 15,23 44,32
- verhoging met 1,25 % van de niet-minimumpensioenen van 15 jaar en ouder
1.9.2011 19,04 55,40
- verhoging van het gewaarborgd jaarbedrag
1.9.2011 0,23 1,44
- gemengde loopbanen: 1ste fase aanpassing van de kleine minima en eenheid van loopbaan
1.9.2011 5,08 15,24
- verhoging van het loonplafond voor 2011 met 0,7 %
1.9.2011 0,01
- verhoging met 1,25 % van de niet-minimumpensioenen van minder dan 15 jaar
1.9.2011 21,81 128,23
4. Gezinsbijslag
- jaarlijks leeftijdssupplement voor kinderbijslag
1.8.2008 9,32
- verhoging van het sociaal supplement eenoudergezinnen
1.10.2008 3,48 20,90
- jaarlijks leeftijdssupplement van 25 EUR voor de leeftijdscategorie van 0-5 jaar en verhoging van 25 tot 50 EUR voor de 18- tot 24-jarigen
1.1.2009 25,44 30,53
- uitbreiding van de nieuwe regelgeving inzake verhoogde bijslag tot de kinderen met een handicap geboren vóór 1993
1.5.2009 0,54 p.m.
- jaarlijks leeftijdssupplement : verhoging van 51 tot 75 EUR voor de 18-24-jarigen
1.1.2011 8,97 9,38
Jaarlijkse kost
Van kracht
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
384
(vervolg)
2008 2009 2010 2011
5. Arbeidsongevallen
- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor arbeidsongevallen die 6 jaar geleden zijn ingegaan
1.9.2008 0,04
- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor arbeidsongevallen voor de ongevallen voorgevallen tussen 1988 en 1992
1.9.2008 0,07
- welvaartsaanpassing 1.9.2009 1,50
- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2010 0,04 0,12
- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2011 p.m. p.m.
6. Beroepsziekten
- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor beroepsziekten die 6 jaar geleden zijn ingegaan
1.9.2008 0,03
- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor beroepsziekten voor de ziekten voorgevallen tussen 1987 en 1992
1.9.2008 0,27
- verhoging met 2 % van de minima en forfaits
1.9.2009 1,08 3,21 3,18
- verhoging met 0,8 % van alle uitkeringen ingegaan vóór 2008
1.9.2009 0,08 0,21 0,19
- verhoging met 2 % van alle uitkeringen ingegaan vanaf 1994 tot en met 2002
1.9.2009 0,40 1,19 1,17
- verhoging met 0,8 % van het berekeningsplafond voor nieuwe intredingen
1.9.2009 0,13 0,10 0,97
- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2009 0,02 0,08 0,08
- behoud van de socio-economische factoren
1.1.2010 13,00 13,00
- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2010 0,02 0,07 0,07
- optrekken van het loonplafond met 0,7 % 1.1.2011 0,02 0,02
- verhoging met 2 % van de minima en de forfaits
1.9.2011 1,03 3,00
- verhoging met 0,7 % van de uitkeringen 1.9.2011 0,22 0,65
- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2011 0,09
Van kracht
Jaarlijkse kost
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
385
3.2 Het stelsel van de zelfstandigen (miljoen euro) (*)
2008 2009 2010 2011
1. Uitkeringen
- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit verbonden aan het minimumpensioen
1.7.2008 1,67
- verhoging van het forfait voor primaire arbeidsongeschiktheid:
• met 20 EUR voor alleenstaanden en met gezinslast;
1.5.2009 0,41 0,63 0,66
• met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast en met 2,5 % voor samenwonenden
1.8.2009 0,72 1,76 1,83
- verhoging van het forfait voor invaliditeit zonder stopzetting
• met 20 EUR voor alleenstaanden en met gezinslast;
1.5.2009 0,45 0,69 0,72
• met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast en met 2,5 % voor samenwonenden
1.8.2009 0,70 1,73 1,81
- verhoging van het forfait voor invaliditeit met stopzetting
• met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast;
1.6.2009 1,85 3,25 3,36
• met 2 % voor samenwonenden 1.9.2009 0,35 1,07 1,12
- verhoging van de moederschaps-uitkering met 2 %
1.8.2009 0,13 0,31 0,32
- verhoging met 2 % van het forfait samenwonende voor invaliditeit met stopzetting
1.1.2010 1,10 1,16 1,22
- verlenging van het moederschapsverlof in geval van hospitalisatie van het kind
1.1.2010 0,27 0,28 0,29
- aanpassing van de definitie "gezinslast" voor de partners die genieten van een vervangingsinkomen (invaliden + primairen)
1.1.2010 0,68 0,72 0,75
- verhoging van de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid:
1.8.2010 0,30 0,78 0,83
• met 0,77 EUR per dag met gezinslast• met 0,96 EUR per dag voor alleenstaanden
- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit zonder stopzetting:
1.8.2010 0,32 0,81 0,85
• met 0,77 EUR per dag met gezinslast• met 0,96 EUR per dag voor alleenstaanden
- toekenning van een jaarlijkse inhaalpremie van 200 EUR voor de invaliden
1.5.2011 4,05 4,21
- verhoging van het forfait "Hulp van derden" met 3 EUR
1.9.2011 0,40 1,25
- verhoging vergoeding herscholing bij succesvolle beëindiging opleidingsprogramma
0,02 0,05
Jaarlijkse kost
Van kracht
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
386
(vervolg)
2008 2009 2010 2011
- verhoging van forfaits voor personen in primaire uitkeringsgerechtigdheid vanwege de revalorisatie van de minimumpensioenen: personen ten laste +2,11 % en alleenstaanden +2,37 %
1.9.2011 0,28 0,87
- verhoging van invaliditeitsuitkeringen zonder stopzetting met 2,11 % voor het forfait met gezinslast en 2,37 % voor het forfait voor alleenstaanden vanwege de verhoging van het minimumpensioen binnen het stelsel zelfstandigen
1.9.2011 0,30 0,93
- verhoging van de invaliditeitsuitkering met stopzetting met 2 % voor de forfaits met personen ten laste en alleenstaanden vanwege de verhoging van de minimumpensioenen van het algemeen stelsel
1.9.2011 0,74 2,30
- verhoging van forfait voor primaire uitkeringsgerechtigden: samenwonenden + 2%
1.9.2011 0,23 0,70
- verhoging van forfait invaliditeitsuitkering met stopzetting voor samenwonenden: + 2 %
1.9.2011 0,40 1,25
- verhoging van forfait invaliditeitsuitkering zonder stopzetting voor samenwonenden: + 2 %
1.9.2011 0,20 0,64
- verhoging van het inkomensplafond binnen de invaliditeitsverzekering met personen ten laste (tot een bedrag van 707,7 EUR) en het plafond voor de alleenstaanden - vervangingsuitkering: +2 %
1.9.2011 0,26 0,80
- verhoging van het inkomensplafond voor de primaire uitkeringsgerechtigden met personen ten laste (tot een bedrag van 707,7 EUR) en het plafond voor de alleenstaanden - vervangingsuitkering: +2 %
1.9.2011 0,09 0,27
2. Pensioenen
- integratie in de maandelijkse betaling van de pensioenbonus, alsook van de procentuele stijgingen en verhogingen van de gewaarborgde minimumpensioenen die ingang vonden in 2007
1.1.2008 48,80
- procentuele verhoging van de grenzen voor toegelaten arbeid gecumuleerd met een overlevingspensioen vóór de wettelijke pensioenleeftijd, en verhoging met 25 % van de grenzen voor toegelaten arbeid na de pensioenleeftijd
1.1.2008 1,33
- vermindering van de solidariteitsbijdrage 1.7.2008 0,44
- verhoging van het minimumpensioen met 2%
1.7.2008 21,10
- afschaffing van de malus na een loopbaan van 43 jaar
1.1.2008 0,45
Jaarlijkse kost
Van kracht
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
387
(vervolg)
2008 2009 2010 2011
- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2003 met 2 %
1.9.2008 0,36 1,08
- verhoging van het minimumpensioen met 10 EUR per maand
1.10.2008 6,20
- de malus bij vervroegd pensioen zal niet langer worden toegepast wanneer de zelfstandige een loopbaan van 42 jaar kan aantonen
1.1.2009 0,60 0,59 1,18
- verhoging van het minimumpensioen met 20 EUR per maand
1.5.2009 31,02 46,53 46,53 46,53
- verhoging van het minimumpensioen met 3 %
1.8.2009 27,35 64,45 64,45 64,45
- verhoging van de niet-minimumpensioenen met 1,5 %
1.8.2009 1,29 3,00 3,00 3,00
- welvaartsaanpassing van de pensioenen van 5 jaar
1.9.2009 0,55 1,62 1,59 1,59
- verhoging van het minimumpensioen: 1.8.2010 24,48 58,75 58,75• met 20 EUR per maand voor het gezinspensioen• met 25 EUR per maand voor pensioenen voor alleenstaanden en overlevingspensioenen
- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2005
1.9.2010 0,53 1,58 1,56
- verhoging van het minimumpensioen: 1.9.2011 17,16 52,33• met 2,11 % voor het gezinspensioen;• met 2,37 % voor pensioenen voor alleenstaanden en overlevingspensioenen• met 2,25 % voor het gezinspensioen ouder dan 15 jaar;
- verhoging van de niet-minimum-pensioenen ouder dan 15 jaar met 2,25 %
1.9.2011 1,08 3,21
- verhoging met 2 % van de pensioenen van 5 jaar
1.9.2011 0,54 1,63
- verhoging van de niet-minimum-pensioenen minder dan 15 jaar met 1,25 %
1.11.2011 0,59 3,54
3. Gezinsbijslag
- jaarlijks leeftijdssupplement bij kinderbijslag
1.8.2008 1,11
- verhoging met 10 EUR van de bijslag voor het eerste kind
1.4.2008 9,00
- verhoging van het sociaal supplement eenoudergezinnen
1.10.2008 0,18 1,10
- jaarlijks leeftijdssupplement van 25 EUR voor de leeftijdscategorie van 0-5 jaar en een verhoging met 25 tot 50 EUR voor de 18- tot 24-jarigen
1.8.2009 3,18 3,18
- verhoging met 3,93 EUR van de bijslag voor het eerste kind
1.1.2009 4,64 p.m. p.m.
Van kracht
Jaarlijkse kost
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
388
(vervolg)
2008 2009 2010 2011
- uitbreiding van de nieuwe regelgeving inzake verhoogde bijslag tot kinderen met een handicap geboren vóór 1993
1.5.2009 0,05 p.m. p.m.
- jaarlijks leeftijdssupplement : verhoging van 51 tot 75 EUR voor de 18-24-jarigen
1.1.2011 1,22 1,25
4. Faillissementsverzekering
- verhoging met 2 % van de uitkeringen in geval van faillissement
1.7.2008 0,04
- verhoging met 20 EUR van de uitkeringen in geval van faillissement
1.5.2008 0,06
- verhoging met 2,5 % van de uitkeringen in geval van faillissement
1.8.2009 0,05 0,12
- verhoging met 0,5 % van de uitkeringen in geval van faillissement
1.8.2009 0,01 0,02
- verhoging van de uitkering in geval van faillissement:
1.8.2010 0,25 0,28 0,28
• met 20 EUR met gezinslast• met 25 EUR zonder gezinslast
- verhoging van de uitkeringen in geval van faillissement, gekoppeld aan de verhoging van de minimumpensioenen
1.9.2011 0,11 0,33
5. Diversen
- vrijstelling van sociale bijdragen in geval van onderbreking van de activiteit voor een zwaar ziek kind
1.1.2010 0,31
- verlof voor palliatieve zorgen: vrijstelling van sociale bijdragen
1.1.2010 0,33
- verlof voor palliatieve zorgen: forfaitaire uitkering
1.1.2010 1,20
Van kracht
Jaarlijkse kost
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
389
3.3 De sociale bijstand (miljoen euro) (*)
2008 2009 2010 2011
1. IGO
- verhoging met 2 % van de IGO 1.7.2008 7,03
- verhoging van het basisbedrag met 5 EUR per maand
1.10.2008 1,63 6,52
- verhoging met 0,8 % van de IGO 1.6.2009 3,76 6,33
- verhoging met 0,6 % van de IGO 1.1.2010 4,94 4,96
- verhoging met 2 % van de IGO 1.9.2011 6,95 21,73
2. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
- verhoging met 2 % buiten index van de inkomensvervangende uitkering
1.1.2008 28,00
- uitbreiding van de aftrek op inkomens van de partner voor personen met een handicap die genieten van een leefloon van categorie 1 en 2. Het bedrag van de aftrek wordt in overeenstemming gebracht met deze van de categorieën 3, 4 en 5
2008 p.m. 20,40
- verhoging met 2 % buiten index van de inkomensvervangende uitkering
1.6.2009 11,87 20,35
- verhoging met 4,5 % van de plafonds voor hulp aan bejaarden
1.6.2009 4,20 7,20
- verbinding met de welvaart: verhoging met 2 % van de inkomensvervangende uitkering
1.9.2011 5,86 18,49
3. Leefloon
- verhoging met 2 % 1.1.2008 7,60
- verhoging met 2 % van het leefloon 1.6.2009 6,65 11,40
- verhoging met 2 % van het leefloon 1.9.2011 3,29 19,52
4. Maatschappelijke dienstverlening
- verhoging met 2 % van de gelijk-gestelde maatschappelijke dienst-verlening
1.6.2009 3,33 5,71
- verhoging met 2 % van de gelijk-gestelde maatschappelijke dienst-verlening
1.9.2011 1,97
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
Jaarlijkse kost
Van kracht
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
390
4. Openbare sector 4.0 Methodologische nota In deze bijlage worden een aantal statistieken opgenomen met betrekking tot sociale zekerheidsregelingen van de openbare sector. We beperken ons tot slechts vier deelgebieden, met name de telling van het aantal gerechtigden in de openbare sector met het detail van de statistiek van het personeel in de onderwijssector, de loonmassa, de overheidspensioenen en de gezinsbijslagen. We bekijken nu deze vier onderdelen van naderbij. De personeelssterkte wordt behandeld in de tabellen 4.1 en 4.2. De indeling werd meer in overeenstemming gebracht met de Belgische staatsstructuur. Enerzijds onderscheiden we de centrale overheid die verder uitgesplitst wordt in de Federale Overheid en de Gemeenschappen en Gewesten. Anderzijds zijn er de Provinciale en Plaatselijke besturen. Bij de Gemeenschappen en Gewesten wordt elk van de entiteiten vermeld. De cijfers voor 2011 in de tabel 4.1 hebben we moeten afleiden uit het samen lezen van de verscheidene bronnen (RSZ, RSZPPO, FOD P&O, statistieken van Gemeenschappen en Gewesten,…), deze is slechts toegevoegd bij wijze van raming. De tabel 4.2 herneemt de deelsector van het onderwijs en is gebaseerd op statistieken van de onderwijsdepartementen zelf. De aantallen worden gegeven per Gemeenschap. Voorlopig kon evenwel niet volledig het onderscheid gemaakt worden tussen vastbenoemden en tijdelijk personeel. De tabel 4.3 geeft de loonmassa van de overheidssector onderworpen aan de RSZ. Deze loonmassa is van belang omdat het vastbenoemde personeel van de overheidssector enkel onderworpen is voor de verzekering geneeskundige verzorging. Het personeel van de openbare sector geniet van een bijzonder pensioenstelsel. De financiering van de overheidspensioenen valt uiteen in verscheidene stelsels met elk hun eigen kenmerken. De meerderheid van de overheidspensioenen wordt evenwel uitbetaald door de CDVU in opdracht van de Pensioendienst voor de Overheidssector. We geven in dit Vade Mecum de uitgaven van de uitbetaalde pensioenen naar onderscheid rustpensioen of overlevingspensioen (tabel 4.4) en de aantallen van deze pensioenvoordelen (tabel 4.5). Voor de gezinsbijslagen van de overheidssector ten slotte is het zo dat sommige overheidsinstellingen zelf de gezinsbijslag uitbetalen. Voor de periode 2007-2011 hebben we ons omwille van het gebrek aan beschikbare gegevens moeten beperken tot gezinsbijslagen die uitgekeerd worden door de RSZPPO. Voor het jaar 2011 is er een raming van de gezinsbijslagen voor de openbare sector (bron: RKW). De tabel 4.6 geeft de evolutie van het aantal rechtgevende kinderen naar leeftijdsklasse. De tabel 4.7 geeft de evolutie van de uitgaven voor de gezinsbijslagen volgens een andere uitsplitsing. Ten slotte geven de tabellen 4.8, 4.9 en 4.10 het aantal rechtgevende kinderen naar instelling en respectievelijk naar schaal, rang en leeftijdsklasse. Voor meer gedetailleerde personeelsstatistieken van de federale overheid kan u terecht op de website www.pdata.be .
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
391
4.1 Personeelssterkte overheidssector
Bron: FOD P&O, RSZPPO, Gemeenschappen en Gewesten en diverse statistieken Toestand in 2011
Statutairen Contractuelen Geco's Totaal
Federale Overheidsdiensten 214.014
Pensioendienst van de Overheidsector 423 68 - 491Ministerie van landsverdediging 1.633 447 - 2.080FOD Kanselarij van de Eerste Minister 102 80 - 182FOD Personeel en Organisatie 450 80 - 530FOD Budget en Beheerscontrole 128 29 - 157FOD Informatie- en Communicatietechnologie
31 6 - 37
FOD Mobiliteit en Vervoer 1.126 229 - 1.355FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
1.801 653 - 2.454
FOD Financiën 22.884 5.347 - 28.231FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
1.276 635 - 1.911
FOD Binnenlandse Zaken 3.634 1.673 - 5.307FOD Sociale Zekerheid 920 290 - 1.210FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
966 339 - 1.305
FOD Justitie 10.983 1.907 - 12.890FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
1.064 344 - 1.408
POD (samen) 257 243 - 500Bijzondere korpsen 23.917 3.664 - 27.581Leger 39.894 156 - 40.050
Parastatalen 10.315 3.892 - 14.207
Federale autonome overheidsbedrijven - 65.102
Diversen 4.101 2.925 - 7.026
Gewesten en Gemeenschappen - - - 431.068
Administratie - - - 64.377Onderwijs - - - 322.388
Pararegionale en paracommunautaire instellingen voor openbare dienstverlening
- - - 44.303
Provinciale en lokale besturen 135.697 162.446 61.575 359.718
Gemeenten 49.466 55.526 40.382 145.374OCMW's 28.521 71.690 16.797 117.008Intercommunales 12.614 24.339 2.621 39.574Provincies 10.217 6.877 936 18.030Politiezones 32.202 1.385 353 33.940Diversen 2.677 2.629 486 5.792
Totaal 1.004.800
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
392
4.2 Detail onderwijsssector
Bron: onderwijsdepartementen Toestand in januari 2011 (Schooljaar 2010-2011)
in hoofdenVast-
benoemdenTijdelijken Totaal
Vlaamse Gemeenschap (1) 134.491 54.068 188.559Basisonderwijs 50.383 19.297 69.680Secundair onderwijs 57.935 20.372 78.307Hogescholen- en universitair onderwijs 15.095 9.448 24.543Volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs en overige
11.079 4.950 16.029
Franse Gemeenschap (2) 83.469 48.596 132.065Basisonderwijs - - - Secundair onderwijs - - - Hogescholen- en universitair onderwijs - - - Volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs en overige
- -
Duitstalige Gemeenschap (3) - - 1.764Basisonderwijs - - 811Secundair onderwijs - - 779Hogescholenonderwijs - - 58Volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs en overige
- - 116
in voltijdsequivalentenVast-
benoemdenTijdelijken Totaal
Vlaamse Gemeenschap (1) 151.948Basisonderwijs 43.109 16.511 59.620Secundair onderwijs 51.587 18.140 69.727Hogescholen- en universitair onderwijs 6.134 3.839 9.973Volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs en overige
8.728 3.900 12.628
Franse Gemeenschap (2) 71.915 33.573 105.488Basisonderwijs 24.923 8.450 33.373Secundair onderwijs 36.012 16.702 52.714Hogescholen- en universitair onderwijs 8.188 6.104 14.292Volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs en overige
2.792 2.317 5.109
Duitstalige Gemeenschap (3) - - - Basisonderwijs - - - Secundair onderwijs - - - Hogescholenonderwijs - - - Volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs en overige
- - -
(2) Bron: www.statistiques.cfwb.be (schooljaar 2009-2010).(3) Bron: Ministerium der Deutschsprachige Gemeinschaft.
(1) Bron: www.ond.vlaanderen.be/onderwijsstatistieken "Vlaams onderwijs in cijfers, 2010 - 2011" van het Vlaamse Ministerie van Onderwijs en Vorming.
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
393
Bron: RSZ
2007 2008 2009 2010 2011
Mannen 12.140,2 12.565,3 12.896,9 12.983,4 13.142,6
Arbeiders 585,7 607,6 631,4 631,7 645,8Bedienden 11.554,5 11.957,7 12.265,5 12.351,7 12.496,8
Enkel onderworpen voor
geneeskundige verzorging (2) 8.892,4 9.145,6 9.309,7 9.235,9 9.285,8
Andere 2.662,1 2.812,1 2.955,8 3.115,8 3.211,0
Vrouwen 10.917,2 11.550,1 12.095,7 12.375,5 12.897,2Arbeiders 342,3 357,8 362,1 361,6 368,7Bedienden 10.574,9 11.192,3 11.733,6 12.013,9 12.528,5
Enkel onderworpen voor
geneeskundige verzorging (2) 6.974,1 7.367,2 7.751,2 7.914,9 8.286,0
Andere 3.600,8 3.825,1 3.982,4 4.099,0 4.242,5
Totaal 23.057,4 24.115,4 24.992,6 25.358,9 26.039,8
Arbeiders 928,0 965,4 993,5 993,3 1.014,5Bedienden 22.129,4 23.150,0 23.999,1 24.365,6 25.025,3
Enkel onderworpen voor
geneeskundige verzorging (2) 15.866,5 16.512,8 17.060,9 17.150,8 17.571,8
Andere 6.262,9 6.637,2 6.938,2 7.214,8 7.453,5
(1) Met uitzondering van de onder de RSZPPO ressorterende werknemers.(2) De werknemers in de overheidsdienst en de leerkrachten zijn in de statistiek van de hoofdarbeiders opgenomen wanneer zij enkel aan de verzekering voor geneeskundige verzorging zijn onderworpen. In dit geval wordt geen enkel onderscheid gemaakt of hun betrekking of hun functie uit handenarbeid of hoofdarbeid bestaat. Het vast benoemd personeel van de NMBS is inbegrepen.
4.3 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa volgens sociaal statuut (1) (miljoen euro)
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
394
4.4 Evolutie van de uitbetaalde overheidspensioenen (miljoen euro)
Bron: Pensioendienst voor de overheidssector
2007 2008 2009 2010 2011
Rustpensioenen 7.552,56 8.177,27 8.670,98 9.024,34 9.659,51
Federale Overheid 2.714,92 2.904,96 3.035,14 3.117,63 3.348,86Ambtenaren en speciale korpsen 763,17 805,83 842,83 867,22 923,38Instellingen van openbaar nut 164,04 174,23 184,43 189,86 201,32Autonome overheidsbedrijven 695,26 765,84 794,61 821,72 888,09Erediensten 32,03 32,78 33,16 32,90 33,88Leger en ex-rijkswacht 920,92 950,29 970,85 966,57 989,90Geïntegreerde politie 139,50 175,98 209,26 239,37 312,30
Gemeenschappen en Gewesten 310,66 347,68 379,82 411,00 455,18Vlaamse Gemeenschap & Gewest 159,42 178,59 193,36 207,14 229,92Waals gewest 56,77 64,72 72,56 79,47 89,46Brussels Hoofdstedelijk Gewest 14,73 17,26 18,97 21,42 24,08Franstalige Gemeenschap 79,08 86,44 94,18 99,47 108,01Duitstalige Gemeenschap 0,65 0,67 0,74 3,50 3,69
Onderwijs 3.887,09 4.222,28 4.497,15 4.701,51 5.023,73Nederlandstalige onderwijs 2.219,09 2.411,51 2.566,48 2.682,64 2.867,65Franstalig onderwijs 1.652,76 1.793,84 1.912,03 1.998,51 2.133,57Duitstalig onderwijs 15,24 16,93 18,64 20,36 22,51
Lokale besturen 639,89 702,36 758,88 794,20 831,74Vlaamse lokale besturen 334,84 368,52 400,84 418,07 422,21Waalse lokale besturen 175,50 192,27 208,04 220,92 240,31Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen 129,54 141,57 150,00 155,21 169,21
Voormalig nationale instelling - - - - -
Overlevingspensioenen 1.228,23 1.279,32 1.312,44 1.318,56 1.361,48
Federale Overheid 753,68 776,81 791,82 789,22 828,17Ambtenaren en speciale korpsen 263,54 268,13 272,15 269,78 274,73Instellingen van openbaar nut 41,08 42,21 43,09 42,93 44,13Autonome overheidsbedrijven 160,38 169,16 171,90 172,97 177,63Erediensten 0,18 0,18 0,18 0,20 0,25Leger en ex-rijkswacht 280,99 287,74 293,40 290,65 295,32Geïntegreerde politie 7,52 9,39 11,10 12,70 36,12
Gewesten & Gemeenschappen 43,28 48,02 50,09 52,57 55,71Vlaamse Gemeenschap & Gewest 21,46 23,89 25,07 26,11 27,96Waals gewest 11,28 12,86 13,51 13,75 14,32Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1,44 1,57 1,62 1,70 1,86Franstalige Gemeenschap 9,08 9,63 9,82 10,16 10,72Duitstalige Gemeenschap 0,02 0,08 0,08 0,85 0,86
Onderwijs 277,89 292,56 303,50 308,91 324,56Nederlandstalige onderwijs 162,60 171,24 177,33 179,89 188,65Franstalig onderwijs 113,87 119,82 124,79 127,64 134,48Duitstalig onderwijs 1,42 1,50 1,38 1,37 1,43
Lokale besturen 153,38 161,93 167,02 167,85 153,04Vlaamse lokale besturen 77,88 83,04 86,72 87,72 73,80Waalse lokale besturen 51,65 53,26 54,43 54,11 55,11Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen 23,85 25,63 25,88 26,03 24,13
Voormalig nationale instelling - - - - -
Algemeen totaal 8.780,79 9.456,60 9.983,42 10.342,90 11.020,99
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
395
4.5 Evolutie van het aantal overheidspensioenen
Bron: Pensioendienst voor de overheidssector
2007 2008 2009 2010 2011
Rustpensioenen 321.964 333.307 343.701 353.551 365.121
Federale Overheid 120.871 123.528 125.769 127.948 131.268Ambtenaren en speciale korpsen 31.680 32.106 32.551 33.072 33.855Instellingen van openbaar nut 7.666 7.831 8.011 8.140 8.305Autonome overheidsbedrijven 36.358 37.553 38.644 39.726 41.348Erediensten 2.320 2.320 2.316 2.292 2.297Leger en ex-rijkswacht 37.824 37.520 37.119 36.669 36.440Geïntegreerde politie 5.023 6.198 7.128 8.049 9.023
Gewesten & Gemeenschappen 13.391 14.293 15.205 16.314 17.356Vlaamse Gemeenschap & Gewest 7.007 7.521 7.977 8.505 9.082Waals gewest 2.639 2.810 3.037 3.248 3.493Brussels Hoofdstedelijk Gewest 665 735 778 848 909Franstalige Gemeenschap 3.062 3.209 3.392 3.540 3.694Duitstalige Gemeenschap 18 18 21 173 178
Onderwijs 151.170 156.701 161.967 167.072 171.914Nederlandstalige onderwijs 85.005 88.212 91.376 94.276 97.282Franstalig onderwijs 65.497 67.779 69.833 71.984 73.773Duitstalig onderwijs 668 710 758 812 859
Lokale besturen 36.532 38.785 40.760 42.216 44.583Vlaamse lokale besturen 19.599 21.130 22.279 23.283 24.035Waalse lokale besturen 10.579 11.009 11.621 11.917 12.923Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen 6.354 6.646 6.860 7.016 7.625
Voormalig nationale instelling - - - 1 -
Overlevingspensioenen 88.811 89.636 90.258 90.442 90.945
Federale Overheid 54.487 54.403 54.173 53.860 53.549Ambtenaren en speciale korpsen 16.510 16.379 16.240 16.087 15.853Instellingen van openbaar nut 3.003 3.002 2.952 2.936 2.932Autonome overheidsbedrijven 13.327 13.427 13.567 13.608 13.660Erediensten 31 32 33 34 34Leger en ex-rijkswacht 21.187 21.023 20.761 20.469 20.214Geïntegreerde politie 429 540 620 726 856
Gewesten & Gemeenschappen 2.947 3.139 3.287 3.460 3.568Vlaamse Gemeenschap & Gewest 1.432 1.523 1.613 1.681 1.738Waals gewest 827 888 929 952 988Brussels Hoofdstedelijk Gewest 89 98 108 117 129Franstalige Gemeenschap 597 626 634 645 648Duitstalige Gemeenschap 2 4 3 65 65
Onderwijs 19.201 19.602 19.984 20.322 20.793Nederlandstalige onderwijs 10.798 10.991 11.224 11.384 11.690Franstalig onderwijs 8.314 8.520 8.673 8.851 9.011Duitstalig onderwijs 89 91 87 87 92
Lokale besturen 12.176 12.492 12.814 12.800 13.035Vlaamse lokale besturen 5.988 6.242 6.386 6.485 6.542Waalse lokale besturen 4.389 4.385 4.562 4.444 4.511Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen 1.799 1.865 1.866 1.871 1.982
Voormalig nationale instelling - - - - -
Algemeen totaal 410.775 422.943 433.959 443.993 456.066
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
396
Bron: RKW en RSZPPO
2007 2008 2009 2010 2011
Openbare sector - - 471.335 477.359 481.042
0 - 6 jaar - - 108.110 110.547 112.6226 - 12 jaar - - 118.383 118.974 120.48112 - 18 jaar - - 138.295 135.855 134.43818 - 25 jaar - - 103.712 109.159 110.69525 jaar en ouder - - 2.835 2.824 2.806
waarvan RSZPPO : 198.335 203.321 205.131 208.747 211.239 0 - 6 jaar 47.597 49.902 51.136 52.480 53.722 6 - 12 jaar 52.075 53.363 53.382 54.530 55.587 12 - 16 jaar 38.990 38.330 37.974 38.458 38.555 16 - 18 jaar 21.031 21.472 20.891 20.044 19.909 18 - 21 jaar, waarvan: 25.437 26.582 27.257 27.583 27.184
Studenten 23.820 23.457 24.109 23.648 23.303Leerlingen 429 364 359 398 393Werkzoekenden 652 2.178 2.226 2.861 2.712Gehandicapten 536 583 563 676 776
21 - 25 jaar, waarvan: 12.344 12.860 13.694 14.884 15.537Studenten 12.009 10.918 11.617 12.131 12.697Leerlingen 61 58 48 40 41Werkzoekenden 274 1.884 2.029 2.713 2.799
25 jaar en ouder, waarvan: 861 812 797 768 745Volledig ongeschikten 631 588 575 550 530In beschutte werkplaats 230 224 222 218 215
4.7 Evolutie van de uitgaven gezinsbijslag (duizend euro)
Bron: RKW en RSZPPO
2007 2008 2009 2010 2011
Openbare sector - - 962.768,2 982.273,0 1.004.590,0Kinderbijslag - - - - Kraamgeld - - - -
waarvan RSZPPO : 377.485 385.704 409.228 418.953 440.542Gezinsbijslag 363.177 377.884 400.811 410.286 431.358
Gewone schaal (art.40 KBW) 264.577 266.880 273.222 277.039 289.950Schaal gepensioneerden en langdurig
werklozen 1 (art.42bis KBW)56.276 63.232 72.263 74.387 78.523
Verhoogde invalidenschaal (art.50ter KBW) 11.554 13.919 18.305 20.252 22.194Verhoogde wezenschaal (art.50bis KBW) 13.517 14.207 14.606 14.907 15.639Eenoudertoeslag (art.70 KBW) 1.253 2.594 4.943 5.539 6.361Toeslag kinderen met een handicap (art.47 KBW)
16.000 17.052 17.472 18.162 18.691
Kraamgeld 7.283 7.564 8.066 8.250 8.767Adoptiepremie 27 44 40 52 29Forfaitaire bijslag geplaatste kinderen (art.70ter KBW)
154 167 195 208 209
Verschil betalingen met het buitenland 64 89 127 170 185Andere 6.780 -44 -11 -13 -6
4.6 Evolutie van het aantal rechtgevende kinderen op gezinsbijslag volgens leeftijdsklasse
(1) Langdurig werklozen: bij werkloosheidsduur van meer dan zes maanden.
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
397
4.8 Aantal rechtgevende kinderen naar instelling en naar schaal
Bron: RKW Toestand op 31 december 2011
Staat, Gemeenschappen
en GewestenOnderwijs
Overheids-sector
Oorlogs-slachtoffers
Gewone schaal 169.078 8.687 130.897 36.287 166 86.953 432.068Verhoogde wezen- schaal 3.390 3.871 35 178 78 7.552Verhoogde schaal voor invaliden
7.844 1.417 33 28 57 9.379
Verhoogde schaal voor werklozen en gepensioneerden
30.927 553 450 87 26 32.043
Totaal 211.239 14.528 131.415 36.580 166 87.114 481.042
4.9 Aantal rechtgevende kinderen naar instelling en naar rang
Bron: RKW Toestand op 31 december 2011
Staat, Gemeenschappen
en GewestenOnderwijs
Overheids-sector
Oorlogs-slachtoffers
Eerste kind 123.823 10.659 71.879 21.676 157 49.991 278.185Tweede kind 61.137 2.966 43.678 11.355 5 27.618 146.759Derde kind en volgende
26.279 903 15.858 3.549 4 9.505 56.098
Totaal 211.239 14.528 131.415 36.580 166 87.114 481.042
4.10 Aantal rechtgevende kinderen naar instelling en naar leeftijdklasse
Bron: RKW Toestand op 31 december 2011
Staat, Gemeenschappen
en GewestenOnderwijs
Overheids-sector
Oorlogs-slachtoffers
0 - 6 jaar 53.722 737 32.139 7.410 3 18.611 112.6226 - 12 jaar 55.587 1.760 32.006 8.925 5 22.198 120.48112 - 18 jaar 58.464 4.153 34.596 11.084 7 26.134 134.43818 - 25 jaar 42.721 6.178 32.669 9.137 4 19.986 110.69525 jaar en ouder 745 1.700 5 24 147 185 2.806
Totaal 211.239 14.528 131.415 36.580 166 87.114 481.042
Totaal
RSZPPO
RKW
Autonomen + CDVU
Totaal
RSZPPO
RKW
RSZPPO
RKW
Autonomen + CDVU
Autonomen + CDVU
Totaal
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
398
5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid 5.0 Methodologische nota In deze bijlage wordt de overgang gemaakt van het saldo van de sociale zekerheid (zoals weergegeven in de economische rekeningen) en het financieringssaldo van de sociale zekerheid, zoals weergegeven door het INR in haar “Rekeningen van de overheid”. Vanaf 2008 is de RIZIV-geneeskundige verzorging als apart stelsel gekomen naast het werknemersstelsel en het stelsel van de zelfstandigen (respectievelijk hoofdstukken 4, 2 en 3 van dit VadeMecum). De cijfers die worden weergegeven in het gedeelte “Totale besparing” werden daarom voor het jaar 2007 herberekend. Om het verband tussen het saldo van de economische rekeningen en deze bijlage te verduidelijken, werd geopteerd voor deze opsplitsing in de tabel 5.1. Hieronder worden de cijfers van 2007 hernomen indien deze herberekening niet zou hebben plaatsgevonden, om zo aan te sluiten bij vorige edities.
(miljoen euro)
2007
Totale besparing 1.165Stelsel van de werknemers 869Stelsel van de zelfstandigen 296
VII. Bijlagen 5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid
399
5.1 Financieringssaldo van de sociale zekerheid (1) (miljoen euro)
2007 2008 2009 2010 2011
Totaal van de besparingen 1.164,9 625,3 -1.676,2 190,4 -66,0
Werknemersstelsel 698,3 639,6 -1.987,8 -818,5 -550,8Stelsel van de zelfstandigen 278,5 212,6 123,3 250,6 84,0Rekening RIZIV - geneeskundige verzorging 188,1 -226,9 188,3 758,3 400,8
Totaal van de verschillen 529,4 961,1 -731,6 -348,0 -140,1
Verschillen in perimeter 331,0 295,0 -727,4 -267,0 -219,4RSZPPO (gemeentelijke pensioenen) -58,9 -145,8 -226,6 -222,7 -249,8Fondsen voor bestaanszekerheid 87,5 51,1 -195,4 -39,6 40,8DOSZ -10,2 24,3 6,6 8,4 -16,4Betaald educatief verlof -6,3 46,6 0,0 0,0 0,0Private kassen arbeidsongevallen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Toekomstfonds geneeskundige verzorging 288,6 0,0 -310,0 0,0 0,0Provisiefonds geneesmiddelen 0,0 109,3 0,5 0,0 0,0Zorgfonds 30,3 209,5 -2,5 -13,1 6,0
Verschillen in tijdstip van registratie 49,5 299,1 -7,3 0,0 0,0Bijzondere bijdrage 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Bijdrage farmaceutische nijverheid -25,5 95,7 -100,0 0,0 0,0Fiscale franchise 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Terugstorting Maribel 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Aangiften van RSZ-bijdragen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Inhaalbedragen ziekenhuizen 0,0 203,4 92,7 0,0 0,0Vennootschapsbijdragen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Facturatie RIZIV 75,0 0,0 0,0 0,0 0,0Andere 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Verschillen in de inhoud 116,5 19,6 -318,3 -210,7 -205,7Annulering van de provisies en kwade posten 235,9 113,3 78,5 176,0 11,5Verschuldige bijdragen die nooit ontvangen zullen worden -250,0 -250,0 -250,0 -250,0 -250,0Annulering van meer- en minderwaarden 116,0 -53,7 -130,0 -100,0 60,0Annulering van afschrijvingen 54,2 238,5 12,5 0,0 0,0Investeringen -39,6 -28,5 -29,3 -36,7 -27,2Aanzuivering van de rekeningen van de V.I. geblokkeerd eind 1994 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Overname van de schulden door de federale overheid 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Andere verschillen 32,4 347,4 321,4 129,7 285,0Gebruik van meer recente gegevens 97,2 447,0 280,0 112,0 127,2Andere -64,8 -99,6 41,4 17,7 157,8
Financieringssaldo (2) (3) 1.694,3 1.586,4 -2.407,8 -157,6 -206,1
(1) Zie de verklaringen, gegeven in de methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire
rekeningen, in het begin van dit werk.
(2) Rekeningen van de overheid 2011, INR, september 2012.
(3) Eventuele verschillen tussen de hier weergegeven cijfers en de cijfers zoals gepubliceerd door het INR zijn enerzijds
te wijten aan een actualisatie van de gegevens (voor het jaar 2007) en anderzijds aan afrondingsverschillen
VII. Bijlagen 5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid
400
LIJST VAN DE AFKORTINGEN INSTELLINGEN:
- Federale instellingen
Instellingen afhangend van de FOD Sociale Zekerheid: DOSZ Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid e-Health e-Health Ex-NPM Ex- Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers, (nu “cel mijnwerkers” bij het RIZIV) FAO Fonds voor Arbeidsongevallen FBZ Fonds voor de Beroepsziekten HKSVZ Hulpkas voor Sociale Verzekeringen voor Zelfstandigen HVKZ Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden HZIV Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering KSZ Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering RJV Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie RKW Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers RSVZ Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen RSZ Rijksdienst voor Sociale Zekerheid RSZPPO Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke
Overheidsdiensten RVP Rijksdienst voor Pensioenen
Instellingen afhangend van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg:
HVW Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen RVA Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening
Overige instellingen: CDBVZ Compensatiedienst voor Betaald Verlof der Zeelieden CDVU Centrale Dienst der Vaste Uitgaven Ex-NIS Ex-Nationaal Instituut voor de Statistiek (nu ADSEI: Algemene Directie Statistiek en
Economische Informatie van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie) Ex-RSRMV Ex- Rijksfonds voor de Sociale Reclassering van Mindervaliden FCUD Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten FSO Fonds Sluiting Ondernemingen FWW Fonds voor Weduwen en Wezen IBF Interdepartementaal begrotingsfonds INR Instituut voor de Nationale Rekeningen NMBS Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
OCMW Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn SVF Sociale Verzekeringsfondsen
- Pararegionale of paracommunautaire instellingen Actiris (Ex-BGDA) Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling AWIPH “Agence Wallonne pour l’Intégration des Personnes Handicapées” FOREM “Office Wallon de la Formation Professionnelle et de l’Emploi” VDAB Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding VFSIPH Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap
401
TERMEN: CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst EWE Eerste werkervaring FMB Financiële middelenbegroting FOD Federale Overheidsdienst GDT Geïntegreerde diensten voor thuisverzorging
GECO Gesubsidieerde contractuelen GFB Globaal financieel beheer
IGO Inkomensgarantie voor ouderen IRR Ingeschrevenen in het Rijksregister
POD Programmatorische Overheidsdienst PUG Primaire uitkeringsgerechtigden
PWA Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap TBL Toeslag brugrustpensioenen landbouw UI Uitbetalingsinstellingen UVW Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen VI Verzekeringsinstellingen VKR Voorkeurregeling WIGW Weduwen, Invaliden, Gepensioneerden en Wezen
402