V Jaargang 4 / December 2002 E R E N I G I N Nieuwsblad G · Niet alles rozengeur en maneschijn Al...
Transcript of V Jaargang 4 / December 2002 E R E N I G I N Nieuwsblad G · Niet alles rozengeur en maneschijn Al...
VERENIGING
Nieuw
sbla
d
Vereniging voor Ouders van Kinderen met Chronische Voedselweigering en Sondevoeding
• ‘Eigen verhalen’:Het verhaal van Jolien
• Lustrumdag Nee-eten!Groot succes!
• Symposium: ‘Het jonge kindmet een eetstoornis’.
Jaargang 4 / December 2002
Sorgente is een bedrijf met een unieke dienstverlening op het gebied van voedingszorg thuis. Sorgente levert voedingen (alle dieetpreparaten en glutenvrije en eiwitarme dieetproducten) direct thuisen biedt diensten aan afgestemd op de verschillende doelgroepen:
• Voedingszorg bij sondevoedingspatiënten • Voedingszorg bij drinkvoedingspatiënten• Voedingszorg bij patiënten met stofwisselingsziekten• Voedingszorg bij patiënten met een voedselallergie.
Sorgente werkt hierbij samen met zowel het ziekenhuis als de thuiszorg.
Sorgente
• Is gespecialiseerd in voedingszorg thuis bij kinderen(heeft gespecialiseerde kinderverpleegkundige in dienst)
• Is gespecialiseerd in voedingszorg thuis bij oncologische patiënten(heeft gespecialiseerde oncologieverpleegkundigen in dienst)
• Is gespecialiseerd in voedingszorg thuis bij patiënten met stof-wisselingsziekten(levert zowel de dieetpreparaten als ook de glutenvrije / eiwitarme dieetproducten)
• Is gespecialiseerd in voedingszorg thuis bij patiënten met een voedselallergie(levert alle hypo-allergene dieetzuigelingen voedingen en werkt samen met de Allergiewinkel)
Heeft u vragen.....
.....onze verpleegkundigen
en diëtisten staan u
graag te woord
Sorgente BV Ringveste 3B 3992 DD Houten telefoon: 030-6346262 fax: 030-6346263 e-mail: [email protected]
U vindt ons ook op
www.sorgente.nl
InhoudInhoud• NIEUWS VAN HET BESTUUR
• EVEN VOORSTELLEN
• EIGEN VERHAAL: HET VERHAAL VAN JOLIEN
In het begin ging het prima.
• LUSTRUMDAG NEE-ETEN GROOT SUCCES!
• DE CONTROLE VAN DE NEUS-MAAGSONDE
• VERSLAG CONTACTAVOND ‘ZELF ETEN’
• OPROEP THEMABIJEENKOMSTEN
• EIGEN VERHAAL: TOBIAS
• VERSLAG LUSTRUMSYMPOSIUM
‘Het jonge kind met een eetstoornis’
• VERSLAG OUDER-ENQUÊTE 1999
- G.F. Nelck
- A.P. Messer
De Vereniging voor Ouders van Kinderen met
Chronische Voedselweigering en Sondevoeding
(VOKCVS) is op 31 juli 1997 opgericht. Sinds
mei 2001 werkt de vereniging aan de invoe-
ring van een nieuwe naam, nl. Nee-eten! In
de overgangsfase, die momenteel is afgesloten,
werden beide namen naast elkaar gevoerd.
Het nieuwsblad wordt minimaal twee maal
per jaar toegestuurd aan leden van de vereni-
ging. U kunt lid worden door € 15,- per jaar
over te maken op gironummer 7072375 t.n.v.
VOKCVS te Den Haag o.v.v. nieuw lid. Het is
ook mogelijk om donateur te worden. Daar-
toe maakt u minimaal € 11,5 per jaar over op
bovenvermeld gironummer. Dan ontvangt u
ook altijd ons nieuwsblad.
Het bestuur en de medewerkers zijn niet
aansprakelijk voor eventuele (druk)fouten en
eventuele schadelijke gevolgen die kunnen
voortvloeien uit gebruik van de gegevens die
in deze uitgave zijn opgenomen. Overname
van tekst uit dit nieuwsblad is alleen toe-
gestaan na overleg met de voorzitter en met
bronvermelding.
Heeft u ideeën, reacties, eigenverhalen, gedichten, vragen of
opmerkingen, stuur deze dan naar:Redactie Nieuwsblad VOKCVS / Nee-eten!
T.a.v. Moniek Meijer
Rodenrijselaan 22a
3037 XE Rotterdam
Het bestuur van de VOKCVS / Nee-eten!
wordt gevormd door:
Ton Huberts (voorzitter),
Hans Zuijderduijn (penningmeester),
Alex Jaspers (redactie).
Daarnaast wordt de vereniging
gesteund door een aantal
actieve leden en (para)medici.
Realisatie:
Comcorde GrafiMedia, Bladel
INHOUD
3
C O L O F O N
4
5
6
14
16
18
20
21
24
28
32
4
Nieuws van het bestuurNieuws vanhet bestuur
Een lustrum en een symposiumAllereerst is er met alle leden het lustrum gevierd
in het Openlucht museum in Arnhem. Hierbij
waren alle leden en hun hele gezin uitgenodigd.
De reacties van de leden waren zeer enthousiast.
Naast het lustrum voor leden, is er ook een sym-
posium georganiseerd voor (para)medici; in
samenwerking met dokter E.A.K. Wauters. Het
symposium is meer dan succesvol verlopen met
het maximum van 450 bezoekers. Ook al heb-
ben de leden van Nee-eten niet direct wat gezien
van dit symposium, toch denken wij dat de
leden hier indirect wel wat van zullen merken
d.m.v. een betere hulpverlening.
Overige gedane activiteitenOok is er dit jaar aandacht geschonken aan moei-
lijk etende kinderen die al zijn uitbehandeld.
Dit is door een aantal ouders zelf georganiseerd
en uitgevoerd met behulp van D. Seys.
In 1999 is er een enquête gehouden onder onze
leden. Hierbij ging het om oorzaken van voedsel
weigering. Met behulp van Dr. Nelck en Dr.
Messer is deze enquête uitgewerkt en gepresen-
teerd op de landelijke contactdag.
Ook zijn er dit jaar veel folders van Nee-eten ver-
spreidt onder consultatiebureaus. Het bestuur
hoopt hiermee dat de weg naar de vereniging
sneller wordt gevonden.
Tevens staat op het einde van dit jaar nog een
volledige revisie van onze internet site op het
programma.
Van de eerste vier punten zal later in dit nieuws-
blad verder verslag worden gedaan.
Niet alles rozengeur en maneschijnAl met al een redelijk succesvol jaar. Veel van de
doelstellingen welke aan het begin van het jaar
zijn gemaakt zijn gehaald. Helaas is het binnen
onze vereniging niet allemaal rozengeur en
maneschijn. Binnen het bestuur, de redactie, de
werkgroepen en bij andere vrijwillige taken is er
sprake van veel ziekte en uitval. Dit is ook de
reden dat dit nieuwsblad een half jaar later dan
gepland verschijnt. Van een groep van 16 actieve
leden zijn er 12 mensen afgevallen of maar
beperkt beschikbaar. Deze mensen zijn voorna-
melijk uitgevallen om psychische of psychoso-
matische klachten. Via het lotgenotencontact
komen er diverse signalen binnen dat dit niet
alleen een probleem is van de uitgevallen actieve
leden maar van veel ouders. Ook al is er geen
directe verbanden tussen de psychische klachten
en het voedselweigergedrag van de kinderen toch
vermoeden wij dat de jarenlange zorgen en sla-
peloze nachten uiteindelijk hun tol eisten.
Bij deze wil ik ook een beroep doen op alle
hulpverleners om meer oog te hebben voor de
dagelijkse problemen en psychische gesteldheid
van ouders. Begrip is prettig maar is niet vol-
doende. Daadwerkelijke oplossingen bieden aan
ouders wier kind chronisch voedsel weigert is
niet alleen voor het kind een noodzaak, maar
ook voor het psychische welzijn van ouders zelf.
Ik denk hierbij onder andere aan het negeren
van het vele spugen door het kind, geen hulp bij
het regelen van hulpmiddelen en geen hulp bij
het regelen van financiële vergoedingen.
Bijna alle ouders zeggen unaniem dat ze het ge
voel hebben dat ze er alleen voor staan. Dit grijpt
ouders diep aan. Ze zien geen oplossing voor de
dagelijkse problemen en worden depressief van
de uitzichtloosheid van de problemen waar ze
voor staan.
Ik denk dat er met uw goede wil en inspanning
erg veel gedaan kan worden voor de problemen
van de ouders. Hier zullen uiteindelijk ook de
kinderen de vruchten van plukken.
Ton Huberts
Voorzitter Nee-eten!
Beste leden, donateurs en andere belangstellenden,
Dit jaar heeft onze vereniging haar eerste lustrum gevierd.
Ook al is de bestaansgrond van onze vereniging niet positief,
het lustrumjaar was een mooie gelegenheid om
extra activiteiten te organiseren.
Rest mij u nog veel succes te wensen in
de strijd tegen het Nee-eten!
Is er directverband tussen
de psychischeklachten vanouders en het
voedselweiger-gedrag van
hun kinderen
Voorzitter Ton Huberts.
De redacteur"Ik ben Moniek Meijer, redacteur van het
Nieuwsblad van de Vereniging Nee-eten!." Zo intro-
duceer ik me meestal telefonisch bij mensen waarvan
ik een artikel, verhaal of interview wil lospeuteren
voor het blad. Vervolgens leg ik dan uit, kort, of uit-
gebreider als de bekendheid
met de vereniging gering is,
wie we als vereniging zijn en
welke rol ik daarin speel. En
altijd doet me dat plezier en
vervult het me met gepaste
trots als ik uit kan leggen
wat we doen en hoe
we dat doen. En
met name geldt
dat voor het onderdeel
Nieuwsblad. Dat zegt,
denk ik, veel over
mezelf. Want ik ben
deels die combinatie
van eigenschappen:
enthousiast over zaken
die ik belangrijk vind,
betrokken bij de vere-
niging sinds wij drie
jaar geleden lid
geworden zijn, een
schrijfster in hart en
nieren en iemand die
graag vertelt. Het samenstellen van het Nieuwsblad,
en alle werkzaamheden die daarbij komen kijken,
liggen me dan ook.
Mijn grootste hobby: schrijvenIn mijn vorige leven (zo noem ik het altijd), toen ik
nog niet getrouwd was en geen kinderen had, was het
gedeeltelijk mijn vak. Maar altijd was en is het mijn
grootste hobby geweest, schrijven: lettertjes rang-
schikken, woorden samenvoegen tot zinnen en zin-
nen tot complete teksten. Je kan het zo gek niet ver-
zinnen, of ik schrijf erover of heb dat gedaan. En, zo
gek had ik het zelf nooit kunnen verzinnen, schrijf ik
dus nu over kinderen die niet eten. Dat niet kunnen,
niet meer willen en het toch zullen moeten leren.
LottieIk doe dat, zoals iedereen binnen de vereniging, uit
een extra betrokkenheid, namelijk die van een moe-
der bij haar kind. Dat kind is Lottie, ons kind, het
kind van Henk en mij, en het zusje van Hanne, onze
oudste dochter. De ervaringen met Lottie hebben ons
als gezin in de armen van de vereniging gedreven.
Want je hebt mensen nodig die je begrijpen als alles
zwaar en moeizaam is. Vooral
in die eerste tijd toen ons kind
ziek was en niemand wist wat
ze had. En ook toen bleek dat
haar aandoening het gevolg
was van een medische vergis-
sing. Lottie kreeg, 14
dagen oud, 10 keer
de toegestane hoe-
veelheid van een be-
paald medicijn toe-
gediend en dat dagen
achter elkaar. Lottie
kreeg haar klap van de
medische molen en bleef
achter als een volledig
slap en zwak wezentje
dat ook niet meer kon
drinken.
Een sonde kreeg ze dus,
na maanden tobben,
om haar in leven te
houden. Een vereniging
van lotgenoten kregen wij, gelukkig, om ons moedig,
strijdbaar en inventief te houden. En voor die vere-
niging, en voor dat kind blijf je dan gaan, ook als het
eetprobleem grotendeels is opgelost en wij weer
gewone ouders zijn van twee gewone dochters.
Van harte beterschapMoniek heeft dit stukje zo’n tien maanden geleden
geschreven om de redactie van genoeg ‘voer’ te voor-
zien. Helaas is ze kort daarna flink ziek geworden en
is ze niet in staat geweest om de vereniging te helpen.
Moniek, namens de vereniging, de leden en mijzelf
van harte beterschap. Hopelijk kunnen we binnen-
kort weer indrukwekkende schrijftalenten van jou
verwachten, al is het alleen maar om te weten dat
alles een stuk beter met je gaat.
Alex Jaspers
VOORSTELLEN
5
E V E N V O O R S T E L L E N
De redacteur
"Ik ben Moniek Meijer, redacteur van het
Nieuwsblad van de Vereniging Nee-eten!."
Zo introduceer ik me meestal telefonisch
bij mensen waarvan ik een artikel, verhaal
of interview wil lospeuteren voor het blad.
Vervolgens leg ik dan uit, kort, of uitge-
breider als de bekendheid met de vereniging
gering is, wie we als vereniging zijn en
welke rol ik daarin speel. En altijd doet
me dat plezier en vervult het me met gepaste
trots als ik uit kan leggen wat we doen en hoe
we dat doen. En met name geldt dat voor het
onderdeel Nieuwsblad. Dat zegt, denk ik, veel
over mezelf. Want ik ben deels die
combinatie van eigenschappen: enthousiast
over zaken die ik belangrijk vind, betrokken
Het begin:Op 3 juni 1991 werd Jolien geboren. Zij woog
3300 gram en had een lengte van 49 cm. Een
heel tevreden baby, die veel lachte. Jolien kreeg
net als de andere meiden borstvoeding. Dit ging
prima en het was fijn. Ze groeide als kool. Zij
had zelfs flinke bilplooien. Met 4-5 maanden
kreeg zij het eerste fruithapje en later het groen-
tehapje. Dit ging echter zeer moeizaam. Een fles-
je almiron naast de borstvoeding lukte wel goed.
Met 8-9 maanden kwamen [achteraf] de eerste
Cystinose-problemen; op wisselende momenten
werd er overgegeven.
Flink afgevallen;met 4,5 maand woog ze zwaarder dan met 9,5
maand! Er werd fantomalt bijgegeven. Met 11
maanden wilde ze geen borstvoeding meer. Met
1 jaar sliep ze nog 3 keer op een dag. Alleen de
tijden dat zij wakker was, werden steeds korter.
Er waren periodes dat ze alleen maar melk en
yoghurt dronk. Het avondeten gaf de meeste
problemen. Allerlei soorten hapjes heb ik uitge-
probeerd.
Toch kwam het ook wel voor dat ze wel iets van
het warme eten nam. Ondanks dat ze dan toch
[soms] voldoende eten naar binnen kreeg, viel
6
E I G E N V E R H A A L
Het verhaal van JolienIn het begin ging het prima...
Mijn naam is Tiny Vijzelaar [43], ik ben getrouwd met Jan Piet [42] en samen
hebben we drie dochters, Rosanne [14], Marieke [13] en Jolien [10].
Na vele jaren is er nu mijn verhaal met onze ervaringen en tips van en
over de eetproblematiek bij onze jongste dochter.
zij af. Dit verontrustte ons; een gezond kind valt
niet af bij een voldoende volwaardige voeding!
De alarmbellen begonnen bij mij te rinkelen.
Jolien is meerdere keren bij de huisarts geweest
en uiteindelijk naar het ziekenhuis gestuurd. Na
een kleine week werd zij ontslagen uit het zie-
kenhuis. Naar hun idee was zij 'kerngezond'. Ik
voelde dat dit niet zo was. Vervolgens zijn wij
naar een homeopaat met haar gegaan. Ruim een
week na het ziekenhuisontslag, werd ze hier al
weer opgenomen.
Uiteindelijk heeft ze ruim 6 weken in het zie-
kenhuis gelegen . Zowel in een streekziekenhuis
als in het Wilhelmina Kinderziekenhuis te
Utrecht. Gedurende ongeveer 1 week heeft
Jolien sondevoeding gekregen. Om te kijken of
haar gewicht zou toenemen, als er ruim vol-
doende voeding binnen zou komen. Tijdens
deze ziekenhuisopname heeft ze heel veel
gespuugd en was ze heel erg ziek. Om een lang
verhaal kort te houden:
Op 2 september 1992 kwam dan eindelijk de
diagnose: een ongeneeslijke, zeldzame, erfelijke
stofwisselingsziekte genaamd Cystinose.
In het kort:Cystinose is een stapelingsziekte, een stapeling
van de cystine, welk een onderdeel is van het
eiwit. Dit leidt tot een niet goed functioneren
van vele organen, in eerste instantie de nieren.
Ook zijn er problemen met de ogen [overgevoe-
ligheid voor licht], de groei, vermoeidheid en de
voeding/veel overgeven. Hierbij hebben cystino-
se-patienten door een groot verlies aan water via
de urine enorme dorst.
De behandeling bestaat uit levenslang gebruik
van medicijnen en er wordt meestal ook een
niertransplantatie uitgevoerd.
Geen begeleiding voor ouderlijk intuïtieOp het moment dat Jolien het ziekenhuis verliet,
at zij redelijk. Maar ik voelde/wist dat dit wel
eens kon veranderen. Hier konden zij mij in het
ziekenhuis niet in begeleiden.
Na verloop van tijd begon het eetpatroon te ver-
anderen. Wederom ben ik naar een reflexthera-
peute in ons dorp gegaan. Dit keer specifiek
voor de problemen met het eten, wagenziekte en
obstipatie. De Bach-remedies die gebruikt wer-
den door Jolien, hebben zeker baat; wat betreft
het spugen in de auto. Verder heeft zij gekeken
welk eten, er wel en welk eten er niet, geschikt is
voor Jolien.
Ook heeft een vriendin verschillende keren een
aura-reading gegeven. Via mij heeft Jolien dit
geregeld jaren gekregen.
Eind september is ze nutrilon soya plus met
fantomalt gaan gebruiken. Dit ging een poosje
goed. Zij kreeg voldoende binnen en toonde
weer interesse in 'gewoon' eten. Hapjes hiervan,
likjes daarvan en heel veel boterhammen met
smeerkaas smeren.
Veel spugen en niet etenIn januari 1993 werd de fantomalt in overleg
met de behandelende nefroloog [specialist in
nierziekten] achterwege gelaten.
Wanneer ze dit nl. wel gebruikte;
spuugde ze erg veel en wilde ze
geen enkel hapje meer ergens van
nemen. We gaan nu glucosedrui-
vensuiker dextrom, met slaolie en
slagroom proberen. Ook de con-
centratie nutrilon plus wordt
opgebouwd. Hopelijk spuugt ze
dan wat minder vaak.
Ondertussen heb ik Reiki 1 gedaan.
Nu kan ik energie doorgeven via
mijn handen aan Jolien. Ook heb ik een Bach-
remedie cursus gevolgd. Nu kan ik haar zelf
behandelen voor het een en ander.
De natuurwinkel werd op een gegeven moment
leeg geplunderd door mij. Wij proberen van
alles om Jolien te laten eten. Het drinken van de
nutrilon-voeding gaat steeds
slechter. En het overge-
ven wordt al meer.
Een heel dagboek
heb ik er van bij
gehouden. Er zit
echter geen lijn in.
Als ze ziek was
geweest;
EIGEN
VERHAAL
7
Hapjes hiervan,likjes daarvanen heel veelboterhammenmet smeerkaassmeren
dan ging zij minder drinken. Hierdoor gingen
wij juist weer meer druk uitoefenen waardoor zij
juist weer meer ging spugen. Intussen wilde zij
alleen maar water drinken. Om haar de nutrilon
te laten drinken, belonen wij haar met water.
Maar vanwege de spanning, komt er op een ge-
geven moment vaak alles er even later weer uit.
Er wordt van alles en nog wat door mij gepro-
beerd. Maar helaas...
Sondevoeding10 april 1993 maken we de zware gang naar het
ziekenhuis om Jolien te laten opnemen voor
toediening van sondevoeding. Zij drinkt nu zelfs
geen water meer... Na een week zijn we weer
thuis met een neusmaagsonde. Jolien is wel
energieker geworden. Het is de bedoeling dat er
wekelijks een nieuwe sonde wordt ingebracht. Ik
ben Z-verpleegkundige, daardoor heb ik hier
ervaring mee. Het is behoorlijk ingrijpend en
zeker bij je eigen kind. Vandaar dat we hadden
besloten dat er wekelijks een wijkverpleegkun-
dige langs zou komen. Dit wekelijkse bezoekje
werd echter vaak meer, omdat de sonde er nog
wel eens uitgespuugd werd. Deze afspraak liep
daardoor niet echt lekker. Daarbij zag Jolien haar
liever gaan dan komen. Na een aantal maanden
ben ik zelf de sonde bij haar gaan inbrengen.
Hierbij kreeg ik hulp van Jan Piet; Jolien zat
namelijk altijd bij hem op schoot.
Gebrek aan informatieWij hebben geen informatie kunnen krijgen
over de verschillende sondes, de houdbaarheid,
systemen etc. bij het ziekenhuis, de apotheek en
de wijkverpleging. Wij hebben heel veel mee
gemaakt met verschillende soorten sondes. Wat
achteraf zelfs tot maagperforatie kon leiden!
Jaren later hoorden wij dat er sondes zijn die 6
weken kunnen blijven zitten! Ook jaren later
hoorden wij dat er een bedrijf is met een unieke
dienstverlening op het gebied van voedingszorg
thuis: Sorgente; dit bedrijf bied diensten aan
afgestemd op verschillende doelgroepen: Voe-
dingszorg bij sondevoedingpatiënten; bij drink-
voedingspatienten; bij patiënten met stofwisse-
lingsziekten en meer.
24-uurs dienstWe zijn al met al 24 uur per dag met Jolien
bezig; met haar eten en niet-eten. De sondevoe-
ding die gegeven moet worden; is elk half uur 30
ml.; in de spuit met de hand toedienen! En wat
te denken van de hele dag door spuug opvan-
gen, de boel schoonmaken, stapels lakens,
handdoeken en kleding wassen en toch nog blij-
ven proberen Jolien te leren kleine hapjes te
eten. Bovendien zijn de nachten ook niet altijd
rustig. Overgeven doet ze ook 's nachts.
Vanaf augustus krijgt ze ook 's nachts sondevoe-
ding. Dit gaat via de voedingspomp. Dit is zeker
voor de dag een verademing; niet meer elk half
uur 30 ml. sondevoeding moeten geven!
Wat betreft de hoeveelheid sondevoeding, die
voorgeschreven wordt adviseren wij, om je niet
te strak aan het voorschrift van de dokter en/of
diëtiste te houden. Laat je eigen gevoel zwaar
meewegen; dan maar wat minder voeding en
niet overgeven in plaats van andersom!
De hele trukendoos leeggehaaldZo hebben wij vele jaren geworsteld met de eet-
problematiek en het overgeven van Jolien.
Volgens de huisarts hebben wij de hele truken-
doos leeggehaald.
Zo hadden wij ook een eetboekje genaamd 'Bij
Michiel en Jolies thuis' van Mitzy Kwaaltaal
8
Januari 2000. Jolien eet en maakt graag kaas.
gekocht. Een voorleesboekje voor kinderen tus-
sen de twee en vijf jaar. Het doel is moeilijk
etende peuters of kleuters tijdens de maaltijd te
stimuleren om het bordje leeg te eten. Verder
hebben wij 'Gewoon een bijzonder kind' van
Marga Schiet aangeschaft. Praktische informatie
over het opvoeden van chronisch zieke kinderen.
Zo zijn er nog meer informatieve boeken op de
markt.
Tot haar 3e jaar was Jolien heel veel ziek; twee
weken behoorlijk ziek en daarna ging het twee
weken 'aardig' met haar. Deze periodes wissel-
den zich steeds af gedurende drie jaar.
Na haar 3e verjaardag wordt er vanwege het vele
overgeven door de behandelende nefroloog
besloten om te stoppen met de cysteamine
[medicijn] en te starten met de indocid [medi-
cijn]. Het is opvallend; het overgeven is aanzien-
lijk verminderd. Na een aantal jaren zijn we toch
weer met de cysteamine begonnen, natuurlijk
vanwege de noodzaak van het gebruik hiervan.
Met 3 jaar is Jolien naar de peuterspeelzaal
gegaan. De peuterspeelzaal en leidster zijn bij
ons bekend. Rosanne en Marieke hebben er
ieder ook een schooljaar doorgebracht. Jolien
gaat er 1 ochtend per week naar toe. Dit is
behoorlijk intensief voor haar. Ze slaapt name-
lijk nog veel. Op de peuterspeelzaal is zij heel
goed opgevangen. De juf heeft aan de kinderen
verteld waarom Jolien een slangetje heeft. De
kinderen gingen daar goed mee om. Ze waren er
snel aangewend; het slangetje hoorde bij Jolien.
De juf gaf Jolien ook sondevoeding, wat goed
verliep. Jolien kreeg drinken, fruit of anders
mee. Hier nam zij een paar hapjes van, zij deed
gezellig mee.
Begin 1995 kregen wij zelfs hoop. Jolien at
gemiddeld 1 boterham per
dag, soms zelfs meer. Ook van
het warme eten nam zij alles;
zowel aardappels, groente en
het vlees. Echter in maart werd
ze opgenomen vanwege maag-
en voedingsproblemen voor 3
weken. Het hele eten is zo ver-
schrikkelijk wisselend.
In deze periode hebben wij
begeleiding aangevraagd. Er
heeft toen een spelobservatie plaats gevonden
door het eetteam van het Wilhelmina
Kinderziekenhuis, waar Jolien opgenomen was.
Wij zouden in het najaar door het eetteam wor-
den benaderd, zodat Jolien de gelegenheid kreeg
9
EIGEN
VERHAAL
Ze warener snelaangewend;het slangetjehoorde bijJolien.
3 Juni 2002. Jolien zit bij haar vader op schoot en viert haar elfde verjaardag. Het hondje heeft ze cadeau
gekregen en heet Tarzan.
zich weer enigszins te herstellen. Daar ik niets
van hen hoorde, heb ik toen zelf maar contact
opgenomen. Er is ontzettend veel tijd over heen
gegaan, voordat er daadwerkelijk iets aan de eet-
problematiek van Jolien gedaan werd. Het was
om wanhopig van te worden!
Naar de basisschoolMet 4 jaar gaat Jolien naar de basisschool,
Rosanne en Marieke zitten ook op deze school.
Jolien start met 3 ochtenden in de week. Dit was
ook behoorlijk intensief en vermoeiend voor
haar. Zij woog namelijk slechts 11 kg. met een
lengte van 86 cm. Zij heeft daarom 3 jaar
'gekleuterd'. Ook op de basisschool wordt ze
goed opgevangen. De juf legt aan de kinderen
uit wat er aan de hand is met haar. Wanneer de
kinderen het weten, accepteren zij het helemaal.
Jolien is er nooit mee geplaagd.
Het hoorde bij haar en zo voelde ze dat zelf ook.
Zij was zelfs aan de sonde gehecht. Wanneer de
sonde door het vele spugen er weer eens uit was
gegaan, dan moest het er weer zo snel mogelijk
ingebracht worden. Dit wilde Jolien heel graag.
Het inbrengen was vaak een drama. Maar wan-
neer ik de sonde er eenmaal in had gebracht,
was alles weer oké.
Het eten op de basisschool was zeer wisselend
en zeer gering. De juffen en meester gaven haar
meerdere keren op een dag sondevoeding en
medicijnen. Ik had de juf gevraagd om extra
aandacht aan haar te geven tijdens het fruit eten.
Zij werden wel eens gefopt door Jolien. Zij zei
dan dat het fruitbakje leeg was en schudde er
nog eens mee. Thuis gekomen, bleek het fruit
nog in het bakje te zitten. Attent blijven!
LogopedieLogopedie heeft Jolien 3 jaar gehad. Zij heeft dit
gekregen om de spraak te ontwikkelen. Het is
ook mogelijk om logopedie te krijgen ter onder-
steuning van de eetproblematiek.
In de loop der jaren en momenteel speelt Jolien
geregeld met kinderen van school. Er wordt ook
wel eens gezamenlijk gegeten. Door aanwezig-
heid van de vriendinnen, probeert ze meer te
eten. Dit lukt ook haar vaak. Er is zelfs een dag
geweest, dat Jolien 6 boterhammen heeft gege-
ten. Zij wilde die dag meer eten dan Rosanne
en Marieke. Deze boterhammen hield ze wel
binnen!
Zij houdt ontzettend van de gezelligheid. Zij ge-
niet heel erg van verjaardagen en andere feesten.
Ze is dan heel erg met de voorbereidingen en
met de bereiding bezig. Welke hapjes en wat
voor maaltijd we gaan eten. De wekelijkse bood-
schappen; wat we `s avonds eten, daar is ze erg
in geïnteresseerd. Zij helpt vaak met het koken.
Ik moet eerlijk zeggen; wanneer zij helpt is het
eten smakelijker! Onze keukenprinses!
In elk geval is het belangrijk om je kind erbij te
betrekken.
Wanneer er gegeten wordt, is het goed om je kind
bij de rest van het gezin aan tafel te laten zitten.
Om je kind op dezelfde manier aan te moedigen
en te belonen, zoals je dat ook bij je andere kin-
deren doet. Ook als je kind op dat moment niets
eet, is het goed om het toch aan tafel te laten zit-
ten. Een boekje kan afleiding bieden.
Verder in het algemeen consequent zijn en
[meer] eisen in de thuissituatie naar je kind toe.
De verenigingIn september 1995 zijn wij via via ter oren geko-
men, dat er een vereniging is ten aanzien van
eetproblematiek.
Toentertijd geheten Vereniging voor Ouders van
Kinderen met Chronische Voedselweigering en
Sondevoeding i.o. Hier hebben wij ontzettend
veel steun ontvangen, in het bijzonder van Theo
10
Augustus 2002. Jolien samen met haar nichtje.
Beentjes. Ook hebben wij heel veel herkenning
en erkenning ervaren. Er worden verschillende
contactdagen georganiseerd. Ook komt er gere-
geld een heel mooi nieuwsblad uit. Je kunt je
verhaal erin kwijt en kan tips en adviezen ont-
vangen. Heel veel steun hebben wij hieraan
gehad. Echt een hart onder de riem!
De eerste contactdag van de VOKCVS werd ech-
ter notabene in het WKZ gehouden! Hier waren
wij niet van op de hoogte gebracht door ons
behandeld nefroloog. Eén van de sprekers van
deze contactdag was dr. Wauters van het WKZ,
lid van het eetteam aldaar. Via onze huisarts
heeft er een afspraak met dr. Wauters in april
1996 plaats gevonden.
Vervolgens is Jolien een aantal keren bij dr.
Wauters geweest. Hij wilde met een hongerpro-
vocatie beginnen. Een therapie waarbij kinderen
uithongerd worden met de bedoeling een gevoel
van honger bij hen op te wekken, zodat ze uit
eigen beweging weer gaan eten. Zonder sonde
dus. Er wordt echter door de behandeld nefro-
loog geen toestemming gegeven. Het kan name-
lijk ernstige gevolgen hebben voor de nieren.
Eetplan/therapieOp een andere contactdag van de VOKCVS sprak
de lezing van gastspreker Karin Zwenger ons aan.
Zij is erkend Ondevit therapeute. Haar verhaal
sprak ons erg aan. Door eigen ervaring heeft zij
zich gericht op de eetproblematiek. Karin is bij
ons geweest, om Jolien te testen. Vervolgens
heeft zij een eetplan opgesteld. In maart 1997
zijn wij begonnen met Ondevit therapie. Hierbij
kreeg Jolien Ondevit-druppels en een bloedsui-
ker-regulerend dieet. De eerste weken hadden
we regelmatig telefonisch contact met Karin.
Deze eetplan/therapie is heel goed voor Jolien
geweest. Het is een totaal andere sondevoeding
geworden, welke ik zelf klaar maak. Deze dikke
natuurzuivere sondevoeding geef ik met de
spuit: de voedingspomp is de deur uitgegaan.
Jolien kon nu de voeding over de gehele dag ver-
dragen. De nachtvoeding werd gestopt. Een
ommekeer in ons leven! Ze voelde zich hier
goed bij: Het vele spugen is aanziendelijk ver-
minderd; Ze heeft geen obstipatie meer; de knal-
lende hoofdpijnen van 's nachts waren ook
voorbij en ook kreeg zij weer eetlust. Heel veel
uren per dag zit Jolien op schoot om eten te krij-
gen van mij. Ook probeert zij het wel eens zelf.
Ze doet heel goed haar best. Wij zijn ontzettend
trots op haar!
Dit alles wordt nauwkeurig bijgehouden op
papier. Hele schrijfblokken vol! Een groot suc-
ces! Alleen de doelstelling; het volledig zelf eten
en de sondevoeding achterwege laten is niet be-
reikt. Wel blijft ze deze natuurzuivere voeding
voor de sonde gebruiken.
Eetteam van het WKZDan worden wij benaderd door het eetteam van
het WKZ. In augustus 1997 starten wij bij
Monique Thomas(lid van het eetteam) een eet-
therapie. Wij zijn vol verwachting.
Jolien zat inmiddels in groep 2 van het reguliere
basisonderwijs. De eettherapie vindt wekelijks
in het W.K.Z. plaats. Dat bete-
kende dat ze op de maandag
niet naar school kon gaan. Dus
vandaar dat wij graag nu de eet-
therapie wilden laten plaats vin-
den, voordat ze naar groep 3
gaat.
Jolien ging altijd graag naar
Monique toe. Het contact met
elkaar was heel fijn. Jolien ging
samen met Monique naar de
kok om eten te bestellen. Thuis
waren wij ook vele uren per dag
samen aan het eten. Dit werd in
een schriftje bijgehouden.
Monique schreef de eetopdrachten erin.
De afgelopen jaren wilde Jolien geregeld wel
eten. Het is heel moeilijk, want zij moest vaak
kokhalzen. Dit zien wij bij de eettherapie min-
der worden! Verder eet Jolien van het Jip en
Janneke poppenserviesje-bordje, die zij van
Monique gekregen heeft. Jolien eet dagelijks van
zowel de broodmaaltijd, als de warme maaltijd.
Ook gaat Jolien de nutrilon drinken; elke dag
een slokje meer. Al het eten en drinken wat
Jolien binnen krijgt, is helaas te weinig om van
te leven. Het eten blijft ook heel langzaam gaan.
Heel erg jammer, want ze doet zo ontzettend
goed haar best. Jolien kokhalst niet meer!
Monique wil de eettherapie positief houden.
Daarom werd op 20 april de eettherapie beëin-
digd met een eetdiploma, een koninginnekroon
en een cadeautje van ons. Jolien werd tot eetko-
ningin gekroond; dit voelden bij ons niet hele-
maal echt.
Wij hebben altijd contact behouden met de
psycho-sociale afdeling, waar het eetteam bij
behoort. In onze situatie is het altijd mogelijk
geweest om contact met hen op te nemen. Het
11
EIGEN
VERHAAL
Heel veeluren per dagzit Jolien opschoot om etente krijgenvan mij. Ookprobeert zij hetwel eens zelf.
was vaak maar een paar keer per jaar. Dit was
voldoende voor ons en toch zeer ondersteunend.
Er is vanaf het begin van dit jaar weer geregeld
contact. Een onderdeel daarvan is dat Monique
Jolien op zoekt op de dialyseafdeling van het
ziekenhuis, waar Jolien drie keer in de week dia-
lyseert. Zij e-mailen ook met elkaar.
Er kwam een korte periode een wijkverpleeg-
kundige van de Thuiszorg aan huis. 's Morgens
gaf zij Jolien de sondevoeding en de medicijnen.
Wij wilden namelijk graag iets ontlast worden.
De komst van de wijkverpleegkundige gaf bij
Jolien echter veel spanning. Met als gevolg dat ze
vaak overgaf, zodat we hier na verloop
van tijd mee gestopt zijn.
Jolien heeft een aantal jaren weke-
lijks een nachtje bij opa en oma
gelogeerd. Oma nam dan de
zorg van ons over. Wij konden
eens een nacht doorslapen en
eens geen sondevoeding en
medicijnen geven.
De laatste jaren 'eet'
Jolien een keer in de
week tussen de mid-
dag bij opa en oma.
Oma geeft ondertussen
de sondevoeding en de medicijnen. Wij wonen
15 km. van school, zodat Jolien 1 tot 2 keer in
de week overblijft op school. De juf of de over-
blijfmoeder gaven haar de sondevoeding en de
medicijnen. Momenteel doet Jolien het zelf via
de voedingspomp.
In okt. ‘97 gestart met homeopathieVervolgens de bioresonantietherapie gedaan bij
de homeopaat vanaf maart 1998. Dit om de
weerstand te verhogen. Mogelijk ook effect op
het eetgedrag. Je weet maar nooit.
Zelf heb ik in het voorjaar van
1998 Reiki 2 gedaan. Vanaf die
tijd gaat het eten in stijgende lijn.
Vanaf begin 1999 verandert er veel in
ons leven. De nierfunctie blijkt zo
slecht te zijn, dat Jolien een eiwitbe-
perkt dieet moet volgen. Dit betekent natuurlijk
wel het één en ander. Er wordt door de diëtiste
fantomalt aangeraden. Hier heeft Jolien in het
verleden echter heel veel door gespuugd. De
voeding die ik gebruik voor toediening van de
sonde [wat ik allemaal zelf bereid van natuur-
lijke voedingsproducten], heb ik voorgelegd aan
therapeuten. Zij hebben de voeding en de medi-
cijnen uitgetest. Hierdoor heb ik een idee gekre-
gen, wat er wel en wat er niet geschikt is voor
Jolien.
Homeopathische kinderartsMaart 1999 heeft de homeopaat haar doorver-
wezen naar een homeopathische kinderarts. Het
is moeilijk te bepalen waardoor veranderingen
plaats vinden. Ondanks de orthomoleculaire
voeding en homeopathische druppels moest
Jolien toch geopereerd worden voor buisjes in
haar oren, aan de dialyse en het eetpatroon bleef
hetzelfde. Daarbij was het zeer belastend voor
ons allen. Juli 2000 zijn we er mee gestopt.
Een PEG katheterWij nemen een besluit, omdat het eten en het
spugen zeker voorlopig een probleem zal blij-
ven. Wij willen bij haar een PEG katheter laten
plaatsen. Via een gaatje in de buikwand wordt er
een slangetje ingebracht dat rechtstreeks met de
maag in verbinding staat. Hier kunnen de son-
devoeding en medicijnen door. Deze ingreep
blijkt op dat moment niet mogelijk te zijn:
Wij doen namelijk vanaf mei 1999 peritoneale
dialyse bij Jolien. Wanneer je een PEG katheter
laat plaatsen, heb je in combinatie met perito-
nelale dialyse verhoogde kans op buikvliesont-
steking. Met peritoneale dialyse heb je namelijk
ook een slangetje door de buikwand.
In juni 2000 wordt ze voor de derde keer geope-
reerd voor buisjes in de oren en de keelamande-
len worden geknipt. De keelamandelen zijn be-
hoorlijk vergroot. Daar Jolien praktisch niets
meer eet, kunnen de sterk vergrote keelamande-
len ook meespelen. Na verloop van
tijd kreeg zij inderdaad meer eet-
lust. Dit was echter te weinig en
het bekende eetpatroon.
Door een aanhoudende buikvliesont-
steking, ernstige hartproblemen ten
gevolgen van ondervoeding en onder-
dialyse, gaat Jolien in januari 2001 over op
hemodialyse. Zij heeft 6 weken in het ziekenhuis
gelegen om aan te sterken. Een andere, een zeer
energierijke sondevoeding en voedingspomp
heeft ze gekregen, zodat ze dag en nacht gevoed
kan worden. Jolien kan zelf met de voedings-
12
Vanaf begin1999 verandert
er veel inons leven.
pomp omgaan, wat heel handig is.
Wanneer ze in mei geopereerd wordt voor een
fistel [verbinding tussen de slagader en ader in
de arm noodzakelijk voor hemodialyse] laten
we gelijk een PEG katheter plaatsen.[inmiddels
tiende operatie]. Na verloop van tijd kan er in
het gaatje van de buik een zogeheten Mickey-
button. Dit is een op maat gemaakt 'dopje',
waardoor het slangetje voor de sondevoeding
kan worden ingebracht. We hebben er nooit
problemen mee gehad! We zijn heel blij met
deze oplossing.
Speciaal dieetDe afgelopen jaren heeft Jolien een eiwitbeperkt,
licht kaliumbeperkt en vochtbeperkt dieet.
Opvallend is hoe weinig behoefte Jolien nu aan
water heeft, in vergelijking met de eerste 8 jaren!
Dit dieet is soms best wel frustrerend; de boos-
heid en irritatie van haar [en soms ook van ons]
is terecht. Het is heel goed om te erkennen dat
het moeilijk is voor haar en niet dat het wel
meevalt! Jolien wil soms eten, maar mag van
bepaalde voeding een klein beetje eten. Zij eet
graag vlees en kaas. Helaas zitten er juist in deze
producten veel eiwit.
EurotransplantJolien staat nu ruim 2,5 jaar op de wachtlijst van
Eurotransplant voor een donornier. Wanneer zij
eens een donornier krijgt, is ze niet meer gebon-
den aan een dieet. Wie weet lukt het haar dan
wel om een volwaardige voeding te eten en/of te
drinken.
Momenteel eet ze dagelijks wisselend van kaas,
vlees, brood, fruit of anders. Daarnaast krijgt zij
een volledige sondevoeding: twee porties over-
dag en een flinke nachtvoeding.
Gedurende de week zit zij 2 hele dagen in groep
6 van het reguliere basisonderwijs. De andere 3
dagen zit zij aan de hemodialyse in het WKZ,
waar zij ondertussen een aantal uren per dag les
krijgt van de ziekenhuisschool.
Wij hebben heel veel meegemaakt in de afge-
lopen jaren. De eetproblematiek en daarbij de
emoties zijn een onderdeel van ons leven.
Ook nu onze dochter nog steeds sondevoeding
moet gebruiken, heb ik het gevoel dat ik alles
'uit de kast' heb gehaald, om haar te leren eten.
Dit geeft een goed gevoel en een vorm van be-
rusting. Wij gaan in vertrouwen de toekomst
tegemoet.
Wij zijn heel erg trots op Jolien, dat zij ondanks
haar beperkingen zo intens van het leven weet te
genieten! Zij geeft ons heel veel kracht, vreugde
en vrolijkheid in dit alles!
Tiny Vijzelaar
Winkelweg 17, 3896 Zeewolde.
Email: [email protected]
EIGEN
VERHAAL
13
November 2002. Recente foto van Jolien op de klimwand.
Tot slot: Wij staan open voor contact.
We hebben nooit problemen metde Mickey-button gehad! We zijn
heel blij met deze oplossing.
Prima opvang voor kinderenDe jongste kinderen en de kinderen die medi-
sche verzorging nodig hadden werden liefdevol
opgevangen door o.a. verpleegkundigen van de
"Winkelsteegh". Dozen vol speelgoed, kleur-
platen, kleurpotloden e.d. stonden klaar. De
oudere kinderen gingen onder begeleiding
alvast voorproeven van het park met o.a.
oude trams, een kinderboerderij en een
heuze oudhollandse kermis (een beetje
jeugdsentiment voor de papa’s en
mama’s; onze voorzitter genoot zeer van
de rupsbaan ook al lukte het hem niet
om de pluim te pakken welke een gratis
nieuwe ronde oplevert). Het weer werk-
te gelukkig ook goed mee. Een enkele
spat regen in de ochtend, maar voor de
rest een prima dag.
Individuele behoefte (Dr. Wauters)De lezing van Dr. Wauters was een goede uit-
eenzetting over wat voedselweigering nu is, van-
uit het medisch perspectief gezien. Deze lezing
gebruikt hij ook om artsen in opleiding duide-
lijk te maken wat voedselweigering is. Wat naar
voren kwam was het element van het gemiddel-
de; de artsen leren vanuit gemiddeldes te den-
ken, maar bij voedselweigering gaat het om de
individuele behoefte. Er kan dus niet standaard
gezegd worden, dat een bepaalde hoeveelheid
– gemiddelde - voeding nodig is. Dr Wauters
beschreef het als volgt: de gemiddelde lijn wordt
standaard gevolgd, maar de 50% erboven en de
50% eronder worden buiten beschouwing gela-
ten. Maar 99% zit er dus omheen en de gemid-
delden werken slechts goed bij 1%!
Dit betekent dat het belangrijk is als ouder om
te kijken hoe het kind reageert op de voedselin-
name: als een kind tevreden en goedgehumeurd
is, krijgt hij of zij genoeg te eten. Is dit niet het
geval; is het kind hangerig of moe; onvoldoende
plast etc. dan is het belangrijk te kijken wat
nodig is bij de voedselinname. Ook is het
belangrijk te kijken naar eetpatronen. De ene
persoon heeft moeite ’s ochtends iets te eten en
drinkt slechts, een ander eet vaker wat kleine
14
Lustrumdag“Nee-eten”
groot succes!
In een oerhollandse omgeving werd op 19 mei dit jaar het lustrum
van onze vereniging gevierd. Met grote getale trokken de leden
met hun hele gezin naar het "Open Luchtmuseum" in Arnhem.
Hier werd men ontvangen met koffie met gebak. Nadat iedereen
op adem gekomen was van de reis naar het park waren er voor
de ouders lezingen van respectievelijk dr. Erik Wauters en
Dr. Daniël Seys, die de ouders stof tot nadenken meegaven.
Voor de kinderen was tijdens de lezingen voor opvang gezorgd.
beetjes. Het is als ouder belangrijk rekening te
houden met dit patroon en zoek herkenning bij
je eigen eetpatroon. Pas ook het eetpatroon van
het kind daarop aan, zodat een individuele voed-
selpatroon ontstaat, waar het kind wel bij vaart.
Ontwikkelingen eetteam (Daniel Seys)Daarna sprak Daniel Seys over de ontwikkelin-
gen binnen het eetteam op de Winckelsteegh.
De taak die het eetteam zich gesteld heeft is om
kinderen van de sondevoeding af te krijgen. Dit
doel wordt naar tevredenheid gehaald. Nu blijkt
echter uit gesprekken dat er ook behoefte bestaat
aan nazorg; deze nazorg wordt gevraagd doordat
kinderen, die van de sondevoeding zijn afgehol-
pen, vast blijven zitten in het eetpatroon, zoals
die is gevormd op het einde van de behandeling.
Het eetteam is zich op dit moment aan het bera-
den wat zij als nazorg kunnen/ willen aanbieden
en daaruitvolgend hoe zij vorm kunnen/ willen
geven aan de begeleiding die ouders in een late-
re fase op prijs stellen. Dr. Seys ziet op dit aspect
ook een duidelijke rol voor onze vereniging, die
juist op het vlak van ouderbegeleiding essentieel
is. Samenwerking tussen de vereniging nee-eten
en het eetteam kan bijdragen tot het vormen van
een goed ‘nabegeleidingstraject’.
Activiteiten voor groot en kleinHet middagprogramma startte met een voortref-
felijke lunch. Na de lunch ging ieder gezin op
eigen wijze het park verkennen en bekijken. Een
dagkaart voor de antieke trams hielp daarbij om
op de plaats van bestemming te komen.
Sommige mensen kwamen wel heel vaak voor-
bij in de tram! Diverse oud-hollandse gebruiken
waren te bewonderen zoals een kaasmakerij en
een bakkerij en ook oud-hollands speelgoed.
Op het pleintje achter de ophaalbruggen ston-
den ouderwetse fietsen klaar voor een ritje en
dat bleek niet zo simpel als gedacht. Het com-
fort is de laatste decennia toch wel een stuk ver-
beterd. Ook de tol werd getest, maar kinderen
van nu zijn beter met hun Nintendo’s dan met
de tol. Ook de ‘kinder’boerderij was een favoriet
punt. De kinderen mochten onder begeleiding
dieren vasthouden of aaien. Schapen, konijnen,
koeien, kippen; het was spannend en leuk; ieder
kind benaderde op eigen manier de dieren. Op
het erf werden meidansen (voorjaarsdansen)
gehouden. Groot en klein kon meedoen. Zo
waren op meerdere punten activiteiten. Er was
echter zoveel te zien en te doen in het
Openluchtmuseum, dat iedereen slechts een
deel heeft kunnen bekijken/doen.
Uiteindelijk kwamen de gezinnen nogmaals bij
elkaar om gezamenlijk de dag af te sluiten met
een drankje en even bij te praten over deze dag.
Ook uitwisseling over de eigen situatie en het
verkrijgen van tips gebeurde tussendoor. Tegen
vijf uur keerde iedereen moe maar voldaan huis-
waarts.
15
het wasspannenden leuk;ieder kindbenaderdeop eigenmanier dedieren.
LUSTRUMDAG
De voorzitter wacht op de tram.
16
NeusmaagsondeNeusmaagsondeDe controle
Inbrengen van een nieuwe sondeHet inbrengen van de neus-maagsonde, het
bevestigen ervan en het geven van sondevoeding
kan goed in de thuissituatie gebeuren. Dat is een
groot voordeel voor de betreffende kinderen die
gewoon thuis kunnen zijn en voor hun ouders
die in hun eigen omgeving voor (het) de
kind(eren) kunnen zorgen. Toch krijgen zij er
verpleegkundige en therapeutische taken bij.
Het inbrengen van een nieuwe sonde bijvoor-
beeld. Want niet overal in Nederland is er speci-
alistische thuiszorg beschikbaar die aan huis
zorg kan dragen voor de vervanging van oude,
uitgetrokken of uitgehoeste sondes. En als er een
voorziening is, wil dat niet altijd zeggen dat er
op elk gewenst tijdstip een verpleegkundige kan
worden opgeroepen. En om dan, als ouders, tel-
kens de gang naar een ziekenhuis te moeten
maken om daar de sonde te laten inbrengen, is
ook niet alles. 'Zelf doen' ligt dan voor de hand.
En dat 'zelf doen' wordt door behandelend artsen
en verpleegkundigen dan ook vaak aanbevolen.
Positiecontrole van de sondeVoor verpleegkundigen en ouders die regelmatig
neus-maagsondes vervangen is het daarom goed
te weten dat er ontwikkelingen zijn op het ge-
bied van de positiecontrole van de sonde. Onder
positiecontrole wordt verstaan het nagaan of de
ingebrachte sonde ook daadwerkelijk op de
goede plaats, in de maag, is terecht gekomen. In
de Nieuwsbrief van de Vereniging van Voedings-
en Infusie Verpleegkundigen (VVIV) worden
deze ontwikkelingen op de voet gevolgd door
Mariël Klos, voedingsverpleegkundige verbon-
den aan het VU medisch centrum te Amsterdam.
In de Nieuwsbrief van het 3e kwartaal 2001 doet
zij melding van de uitkomsten van een klein
literatuuronderzoek naar methodes voor het
bepalen van de ligging van de maagsonde.
Onderstaande gegevens zijn een samenvatting
van het artikel uit de genoemde VVIV-Nieuws-
brief. Voor het gebruik van deze informatie is toe-
stemming verkregen van de auteur en de VVIV.
Wat is nu de beste manierHet voedingsteam in het VU medisch centrum
kreeg vorig jaar de vraag wat nu de beste manier
was om de positie van de neus-maagsonde, na
inbrenging, te controleren. Dit naar aanleiding
van een verkeerd geplaatste sonde die te laat
werd gesignaleerd.
In september 2000 volgt hierop een kleine lite-
ratuurstudie om te achterhalen wat objectief
gezien de aangewezen methode is. Er blijkt veel
onderzoek te zijn gedaan naar manieren om de
plaatsing van de neus-maagsonde te controle-
ren. De belangrijkste conclusie van de onderzoe-
kers is dat dé methode nog niet gevonden is. Bij
het nader bekijken van onderzoeken uit de peri-
ode 1994-1999, komt echter duidelijk naar
voren dat luisteren naar het borrelen van inge-
spoten lucht en de beoordeling van de kleur van
het opgezogen vocht, door alle onderzoekers
onbetrouwbare methodes worden genoemd.
Opvallend, als je bedenkt dat deze twee metho-
des in bijna elk ziekenhuis tot de standaardpro-
cedure behoren. En dat deze twee manieren ook
aan de meeste ouders worden geleerd om toe te
passen in de thuissituatie.
Ausculatiemethode en/of pH-waardeIn twee onderzoeken wordt de gangbare auscu-
latiemethode (het luisteren naar borrelen met
van de
Verreweg de meeste kinderen met sondevoeding, krijgen hun eten en drinken via het
bekende slangetje in de neus. En als ze in plaats daarvan een PEG-katheter hebben,
is hun sondevoeding toch ooit begonnen via de neus-maagsonde. Omdat de neus-
maagsonde, voor iedereen zichtbaar, zit vastgeplakt op de wang is hij ook symbool
geworden voor sondevoeding in het algemeen.
een stethoscoop) vergeleken met het bepalen
van de pH-waarde (zuurgraad) van de door de
sonde opgezogen vloeistof. Alle plaatsen waar
de sonde kan terecht komen bij inbrenging in
het lichaam, hebben een eigen specifieke zuur-
graad. De gemiddelde pH-waardes in de maag,
darm, long en slokdarm liggen vast en dienen
als zodanig als uitgangspunt bij de controle. De
pH-waardes zijn af te lezen op een
strip waarop een kleine hoeveel-
heid maaginhoud is aange-
bracht. Beide onderzoe-
ken hebben als uit-
komst dat de auscula-
tiemethode onbe-
trouwbaar is en de
pH-methode een
betrouwbare
manier is om de
plaatsing van de
sonde in de maag te
voorspellen. Dat lijkt
goed nieuws omdat de
enige, nog resterende contro-
lemethode, die van de röntgenfo-
to, duur is en potentieel schadelijk voor
patiënten door frequente blootstelling aan stra-
ling. Daarbij behoort deze laatste methode
nooit tot de mogelijkheden als de patiënt zich
buiten het ziekenhuis bevindt.
Zeer betrouwbare methodeHet bepalen van de pH-waarde van de opgezo-
gen vloeistof als controlemethode, komt ook in
andere onderzoeken sterk uit de bus. En toch
wordt deze, zeer betrouwbaar genoemde metho-
de, bijna niet toegepast in de Nederlandse zie-
kenhuizen. Wat houdt de invoering van de pH-
methode tegen?
Verpleegkundigen blijken in de praktijk slechts
zeer matig bereid de nieuwe methode uit te voe-
ren. Wellicht wordt dat (gedeeltelijk) ingegeven
door de nadelen die nog aan de pH-methode
kleven. Allereerst lukt het niet altijd om vloeistof
op te zuigen uit de sonde. Binnen de bekeken
onderzoeken ligt het succespercentage op 85%
of 90% van alle gevallen. Daarnaast kan de pH-
waarde van de maag worden beïnvloed door
medicatie, slijm, gal en voedsel. Zo wordt de
pH-waarde in de maag hoger door maagzuur-
emmers en door de aanwezigheid van een grote
hoeveelheid speeksel in de maag, direct na het
inbrengen van de sonde. De pH in de darm kan
lager zijn doordat de maag grote hoeveelheden
maagsappen afgeeft aan de darm. Een derde be-
zwaar tegen de pH-methode is het werken met
losse strips waarmee de pH-waarde kan worden
vastgesteld. Door verpleegkundigen wordt het
werken met de losse strips als 'veel gedoe' erva-
ren. Op dit gebied zijn er echter ont-
wikkelingen gaande. Sinds enige
tijd brengt de firma Euro-
steriel een nieuwe sonde
op de Nederlandse
markt, waarin een
pH-strip is verwerkt
in het aansluitstuk
van de sonde. Deze
sondes zijn echter
duur.
pH-methode een-voudige & prak-
tisch?Ondanks alle genoemde
nadelen is de verwachting dat de
pH-methode zich gaat ontwikkelen tot een
eenvoudige en praktische manier om de plaat-
sing van de neus-maagsonde te controleren.
Vooral voor risicogroepen zou de pH-methode
dan een goed alternatief zijn. Want laten we wel
zijn, grote angst bij het inbrengen van een sonde
en de controle ervan via de huidige methoden, is
niet meteen nodig. Bij kinderen en volwassenen
met een helder bewustzijn en het vermogen nor-
maal te slikken en te hoesten, is de kans dat de
sonde verkeerd wordt geplaatst niet groot. Bij
foutieve inbrenging van de sonde in bijvoor-
beeld de long of luchtpijp, volgt onmiddelijk
een duidelijk waarneembare benauwdheid c.q.
moeizaam of niet meer kunnen praten. Signalen
die je niet over het hoofd kan zien.
Ondanks dat zou de pH-methode voor ouders
die zelf sondes verwisselen, een makkelijke en
betrouwbare controlemethode kunnen worden.
Alle reden om de ontwikkelingen op dat gebied
te blijven volgen!
Moniek Meijer
Naar het artikel 'Controle neus-maagsonde', van
Mariël Klos, verschenen in de nieuwsbrief 3e kwar-
taal 2001 van de VVIV
NEUS-MAAGSONDE
17
18
Aanleiding: in mei 2001, tijdens de landelijke contactdag van de
vereniging in Nijmegen, raakten wij in gesprek met Agnes.
Zij constateerde dat zowel onze dochter Christien als haar dochter
Marije in een vergelijkbare situatie verkeerden. De kinderen hadden
inmiddels de fase van de sondevoeding achter de rug, maar de
eetproblemen waren nog allerminst voorbij. Hoe fijn zou het niet
zijn als de kinderen nu eens uit zichzelf zouden eten en niet meer
voortdurend aangespoord of zelfs gevoerd hoefden te worden?
We hadden het idee dat er meer gezinnen moesten zijn binnen de
vereniging die in dezelfde situatie verkeerden en Agnes maakte ons
enthousiast voor het idee om daar gezamenlijk iets aan te gaan
doen. De gedachten gingen met name uit naar een training
voor een groepje kinderen onder leiding van een deskundige.
‘Zelf Eten’‘Zelf Eten’op 25 april 2002
Verslag van
de contactavond
UitwerkingOok tijdens die contactdag (gedurende een
afsluitende discussie) bleek dat er inderdaad
meer ouders zijn die interesse hadden in dit
onderwerp. Daniël Seys gaf aan daar een bijdra-
ge aan te willen leveren. Hierna is een oproep
geplaatst in de editie van juni 2001 van het
nieuwsblad van de vereniging. Nadat uit de reac-
ties was gebleken dat er belangstelling bestond
voor het idee, is dit in een gesprek met Daniël
Seys verder uitgewerkt. Hierin is bevestigd dat
een training gegeven kon worden gericht op de
kinderen die geen sondevoeding meer hadden.
Daniël wilde om te beginnen een bijeenkomst
organiseren om de kinderen die aan deze voor-
waarde voldeden, naar de aard van hun proble-
men verder in groepjes te verdelen.
Vervolgens hebben wij alle leden aangeschreven
met het verzoek zich aan te melden voor deze
contactavond. We kregen 14 reacties binnen, onze
eigen kinderen meegerekend. Daarbij waren
meerdere aanmeldingen van kinderen die nog
steeds geheel of gedeeltelijk sondevoeding krij-
gen. Hierdoor hebben we jammer genoeg een
aantal leden moeten teleurstellen en niet kun-
nen uitnodigen, omdat ze buiten de doelgroep
vielen. Daniël Seys gaf aan deze leden en dege-
nen die verhinderd waren voor de contactavond
graag persoonlijk te willen spreken en de viering
van het lustrum van de vereniging op 18 mei in
het Openluchtmuseum als een goede gelegen-
heid hiervoor te zien.
VerslagOp 25 april 2002 vond uiteindelijk de contact-
avond plaats die de start van de training moest
worden. Eerst heeft iedereen zijn of haar verhaal
gedaan over zijn of haar kind en werd er gespro-
ken over de stand van zaken met betrekking tot
het eetprobleem. Tijdens het gesprek bleek al
snel dat ieder geval weer op zichzelf stond en dat
er helemaal geen sprake was van een homogene
problematiek. Daniël Seys trok de conclusie dat
het niet haalbaar was om een groepje kinderen
te formeren dat dezelfde behandeling kon krij-
gen. Ieder kind had zijn eigen individuele aan-
pak nodig. Enkele aanwezige leden kregen het
advies om een consult af te spreken bij de
Winckelsteegh in Nijmegen.
Wat wel naar voren kwam, ondanks alle verschil-
len tussen de kinderen, dat er ook elementen
zijn die bij een aantal kinderen terugkeren en
waar meerdere ouders baat bij hebben dit onder-
werp uit te diepen. Er is onder meer gesproken
over de volgende onderwerpen.
• Korte concentratie (snel afgeleid zijn).
• Motorische problemen (bijvoorbeeld: hand
naar de mond brengen, kauwen; hiervoor is
training mogelijk).
• Angst om bepaalde producten te eten of om te
slikken (trauma; welke angsten en waar
vandaan?).
• Overgevoeligheid van het mondgebied.
• Motivatie versus gedrag. Hoe eet een kind dat
geen hongergevoel heeft; is eten compact
maken een goed idee, doordat je het kind niet
onnodig belast? Algemeen: wat is de juiste
balans tussen het verkrijgen van de gewenste
en het vermijden van ongewenste situaties.
Beide kanten behoren aangepakt te worden.
• Ouderaspect: ouder heeft ook een trauma,
met vaak als effect dat men slecht durft te
experimenteren.
De conclusieDe conclusie van de avond, die door de aanwe-
zigen toch als nuttig werd ervaren, was dat voor
deze groep kinderen die het stadium van de
sondevoeding voorbij zijn, de beste aanpak is
om in verenigingsverband (lotgenotencontact
met ondersteuning van een deskundige) kennis
te verwerven en uit te wisselen over de achter-
gronden van de hiervoor genoemde ‘elementen’
of ‘symptomen’. Waarna het aan de ouders is
deze kennis thuis toe te passen. Deze aanpak is
niet nieuw voor de vereniging, maar krijgt door
deze contactavond wel hernieuwde steun.
NaschriftBij het napraten vertelde Daniël Seys dat de con-
tactavond hem eens te meer duidelijk had
gemaakt, dat een deel van de kinderen die geen
sonde meer hebben toch nog eetproblemen
geven. Voor ouders is de belasting nog steeds
verhoogd vanwege de begeleiding naar ‘nor-
maal’ eten. In ieder geval heeft een deel van de
ouders behoefte aan ondersteuning hierbij. Het
is misschien toeval, maar binnen het eetteam op
de Winckelsteegh is er een ontwikkeling gaande
om aandacht te besteden aan het sociale aspect
– de nazorg bij de thuissituatie –. Hij voegde
hieraan toe dat hij de bevindingen met betrek-
king tot bovengenoemd traject met zijn collega-
’s wilde gaan bespreken en meenemen in het
opzetten van de nazorg. Bijvoorbeeld: training
voor deze kinderen en/of hun ouders, naast
advisering en lotgenotencontact. Ook de vereni-
ging speelt hier een rol in. De vereniging en het
eetteam van de Winckelsteegh zullen samen
bekijken waar men elkaar aanvult en onder-
steunt. Dit gesprek geeft ons toch weer nieuwe
hoop dat we de aanzet hebben gegeven tot een
betere aanpak van de problemen wanneer het
kind niet zelf eet.
CONTACTAVOND
19
1. Tegen welke specifieke problemen loopt u in de dagelijkse praktijkhet meest aan?
2. Waar zou u graag meer over willen weten om uw eigen des-kundigheid te vergroten?
3. Heeft u behoefte om te bespreken wat het hebben van eenkind met eetproblemen voor u betekent?
4. Gaat uw voorkeur uit naar een doordeweekse avond of eendagdeel in het weekend of juist een heel weekend (met vol-
doende kinderopvang)?
5. Bent u bereidt om mee te helpen met het organiseren van deze themabij-eenkomsten?
Met opzet hebben we niet gekozen voor een invulformulier.
Stuur uw reactie met uw namen en adressen naar:
Herman van de Pavert, Hofzoom 56, 2614 VD Delft.
E-mail: [email protected]
Oproep themabijeenkomstenOproep themabijeenkomstenAls eerste stap op weg
naar de themabijeen-
komsten doen wij hierbij
een nieuwe oproep aan
de leden, deze keer
met het doel om te
inventariseren welke
thema’s belangrijk zijn
om te bespreken. We
vragen daarom aan alle
leden om (in het kort)
een reactie te geven op
de volgende vragen.
20
door kennis compleet ’‘Door creatie ontstaan,
Mastbos 15
5531 MX Bladel
T. 0497-383220
F. 0497-386010
www.comcorde.nl
Reclame | Multi Media | Drukkerij
TermijnechoAl snel ben ik zwanger, maar helaas eindigt deze
zwangerschap in januari 1999 na 11 weken in
een miskraam. Vrij vlot daarna ben ik weer
zwanger en deze zwangerschap verloopt de eer-
ste 5 maanden probleemloos, alleen vind ik
mijn buik wat klein en ben ik nog maar 3 kilo
aangekomen. Met 12 weken heb ik een termij-
necho gehad en deze zorgt er voor dat de verlos-
kundige de uitgerekende datum opschuift van
25 januari 2000 naar 8 februari 2000. De verlos-
kundige constateert met 22 weken dat de baar-
moeder niet is gegroeid t.o.v. de keer daarvoor,
maar vindt dit geen aanleiding voor een echo.
Ook verlies ik al een aantal weken vocht, maar
dit doet zij af als urine. Het zit me allemaal niet
lekker, maar ik vertrouw op haar deskundigheid.
Het is 18 oktober als ik met een collega praat
over mijn zwangerschap. Zij heeft 2 couveuse-
kindjes van respectievelijk 31 en 32 weken en zij
vertelt mij dat zij bij deze zwangerschapsduur al
in het ziekenhuis lag met het Helpsyndroom. Ik
vertel haar dat ik het ziekenhuisbezoek nog
graag even wil uitstellen. Diezelfde avond echter
breken plotseling de vliezen en beland ik in het
Rode Kruisziekenhuis in Den Haag. Ik ben dan
23 weken en 6 dagen zwanger (berekend n.a.v.
de termijnecho). De gynaecoloog begint mij
direct toe te spreken met dingen als "Dit is een
serieuze kwestie!" En "Het is wel erg klein hoor
mevrouw!". Ons kindje wordt ingeschat op 600
gram en de gynaecoloog die uitgaat van eerste
dag laatste menstruatie (25 weken en 6 dagen
geleden) twijfelt aan de zwangerschapsduur. Ik
vertel hem van de termijnecho, maar daar wil
hij, ondanks zijn twijfels, niets mee doen. Ik
krijg strikte bedrust en als ik ’s nachts wat buik-
krampen krijg word ik aan de weeënremmers
gelegd. De volgende dag vertel ik de gynaeco-
loog dat ik vast van plan ben om Sinterklaas te
vieren in het ziekenhuis, maar mijn opti-
misme wordt door hem direct de grond
in geboord. Ik moet wel realistisch
zijn. Hij mompelt wat over overle-
vingskansen en kwaliteit van leven
voor het kind. Nou niet hetgeen
waarop je zit te wachten in deze
situatie. Omdat het wel tot me
doorgedrongen is dat het geen weken
zal duren voordat ons zoontje (dat
weten we van een echo) geboren
wordt zoek ik in de naamwoor-
denboekjes naar een extra naam
voor hem. Ik vind Hildert, wat
betekent:"Sterk in de
strijd". Dat zal hij
nodig hebben.
EIGEN
VERHAAL
21
E I G E N V E R H A A L
Het verhaal van TobiasIk vind de naam Hildert, wat betekent
"Sterk in de strijd"
Ik ben Angelique Verhulst (34 jaar), getrouwd met Kees (36 jaar) en samen
hebben we een dochter Claire van inmiddels 5 jaar oud.
Zij is geboren na een zwangerschap van 39 weken en woog 3600 gram.
Als Claire haar eerste verjaardag heeft gevierd geven we toe
aan het verlangen naar een tweede kindje.
In de daaropvolgende dagen groeit ons kindje
niet en op 28 oktober zegt de gynaecoloog dat
we wellicht de natuur zijn gang moeten laten
gaan. Dat laat ons kind zich geen 2 keer zeggen
en ’s avonds om 18:00 uur verlies ik wat bloed
en krijg harde buiken
ondanks de weeënremmers.
De gynaecoloog kijkt mij na
en zegt dat dit nog wel
dagen kan duren. Ik vertel
hem van de supersnelle
bevalling van onze dochter
(werd gelanceerd met 1x
persen), maar een prema-
tuur zou veel langer duren.
Ik krijg echte weeën en het
CTG laat brady’s zien tot 40
bij ons kindje. De gynaeco-
loog komt weer kijken en
ziet tot zijn grote schrik dat
er al een voet naar buiten steekt. Ik heb dan 5
centimeter ontsluiting en het is 19:30. Ik word
naar de verloskamer gebracht. Daar verdwijnt de
hartslag van ons kind vervolgens helemaal en
alleen met het echoapparaat kan nog een vage
hartslag worden ontdekt. Ik ben een spoedgeval
geworden en vanwege het uitstekende been kan
er geen keizersnede meer gedaan worden. Ons
kind ligt in een halve voetligging (stuit met 1
been omhoog en 1 been omlaag) en wordt met
geweld uit mij getrokken terwijl ik nog geen vol-
ledige ontsluiting heb. Ik voel me net een koe en
heb het idee dat de hand van de gynaecoloog tot
aan mijn maag komt. Binnen 10 minuten wordt
onze zoon geboren; Tobias Hildert Adriaan. Hij
weegt 725 gram en gelukkig krijg ik hem nog
even te zien. Ik had immers een eenvoudige
bevalling gehad en kon volgens de gynaecoloog
wel even naar de ruimte lopen waar Tobias
inmiddels enigszins gestabiliseerd was. Tobias
wordt overgebracht naar het "Juliana
Kinderziekenhuis" waar Kees alvast op het ergste
wordt voorbereid. We moeten er niet zomaar
van uit gaan dat Tobias het wel zal redden. Ze
zijn tot 3 uur ’s nachts bezig geweest om hem
stabiel te krijgen.
Zorgelijke omstandighedenDe zuurstof en beademingsdruk kunnen in de
eerste week al flink worden afgebouwd en de 2e
dag krijgt Tobias zelfs al een beetje moedermelk.
Hij valt af tot 650 gram. Na 9 dagen gaat het
fout. Tobias krijgt een sepsis en moet zondags in
15 minuten 3 keer bijgeblazen worden met mas-
ker en ballon. Dinsdags is de grote verhuizing
van het Julianakinderziekenhuis naar de nieuw-
bouw en wij maken ons grote zorgen. Wij zijn
daarin niet de enige en later hoorden we zelfs
van een verpleegkundige dat men op het punt
heeft gestaan om de verhuizing uit te stellen
vanwege de kritieke toestand van Tobias.
Gelukkig slaat de sepsistherapie aan en wordt
Tobias een dag voor de verhuizing een stukje sta-
bieler.
Op 4 december krijgen we alvast een mooi sin-
terklaascadeau; Tobias is de grens van 1 kilo
gepasseerd. Later die week wordt geprobeerd
Tobias aan de CPAP te leggen, maar hij stopt
steeds met ademhalen. Tobias gaat opnieuw aan
de beademing en krijgt opnieuw incidenten
(wordt dus regelmatig op masker en ballon
genomen). Op 16 december na 7 weken beade-
ming lukt het wel aan de CPAP al gaat het niet
zonder hindernissen. Ontelbare brady’s en
apneu’s en soms moet hij iedere 10 minuten
flink aangetikt worden. Ondertussen was wel
zijn ductus gesloten na de 2e indocidkuur. Op
een gegeven moment worden zijn bloedgassen
slechter en slechter en laat Tobias steeds vaker
zijn favoriete kleuren van dat moment zien, nl.
blauw en pimpelpaars. Aan de formulieren wor-
den extra stroken geplakt om alle aangetikte bra-
dy’s en apneu’s te kunnen noteren. Ook het aan-
tal incidenten loopt verder op en er moet zelfs
een aantal keren hartmassage aan te pas komen.
Iedereen zit met de handen in zijn
haar en op aanraden van collega’s
uit Rotterdam wordt gestart met
Doxapram, een middel dat
centraal op het ademhalings-
centrum werkt. Dit blijkt een
belangrijk
moment.
Tobias kan na
6 weken CPAP
over naar de low-flow en heeft
nauwelijks nog brady’s en
apneu’s. Eindelijk na 3
maanden kan hij van de IC
af. Zijn eerste flesje drinkt
hij goed. We hadden hem
aan de CPAP getraind met
22
De gynaecoloogzegt dat dit nogwel dagen kan
duren. Ik vertelhem van desupersnelle
bevalling vanonze dochter...
een medicijnenspeen zodat hij toch iets kon
drinken. Zijn zuurstofbehoefte daalt naar 0,2-
0,3 liter per minuut en als hij 44 weken is wordt
gestopt met Doxapram. Een spannend moment,
maar Tobias blijft doorademen. Zijn sonde mag
er ook uit want hij drinkt goed. Dan op 1 maart
gaat het fout. Tobias krijgt de ene brady na de
andere en beland eind van de middag weer aan
de beademing. Voor ons gevoel zijn we terug bij
af. Hij heeft een fikse longontsteking te pakken.
Twee maal krijgt Tobias een incident aan de
beademing en bij het 2e incident kan hij maar
nauwelijks bijgeblazen worden, waarop de arts
besluit de beademingstube er uit te trekken.
Tobias komt gelukkig bij en gaat weer aan de
low-flow. Hij herstelt vlot en na wat darmpro-
blemen en een dagje proefverlof mag hij op 29
maart, na 5 maanden en een dag, naar huis. Hij
weegt dan 3600 gram, evenveel als zijn zus bij
de geboorte. Hij ligt thuis tot 9 maanden aan de
zuurstof. Ook krijgt hij na een week thuis een
sonde omdat hij acuut stopte met drinken.
PEG-SondeZomer 2000 wordt hij geopereerd aan een lies-
breuk en december 2000 beland hij weer in het
ziekenhuis met het RS-virus.
Omdat Tobias voedsel blijft weigeren en hij de
neussonde er steeds uittrekt krijgt hij in april
2001 een zogenaamde PEG-sonde. Dit is een
soort stoma op je maag waardoor voeding toe-
gediend kan worden. Deze is mei 2002 vervan-
gen door een Mic-key-button. Het is nu oktober
2002 en Tobias eet inmiddels dagelijks 100 ml
vla of appelmoes of ander fruithapje en drinkt
100 cc drinkvoeding (als het warm weer is
meer). De voedselweigering heeft in zijn geval
voornamelijk te maken met de ernstige BPD die
hij heeft overgehouden aan zijn vroeggeboorte.
Hij heeft zoveel negatieve dingen meegemaakt
in zijn mond-keelgebied dat hij daar een grote
weerstand heeft opgebouwd.. Zijn braakreflex
ligt nog steeds heel erg voor in zijn mond zodat
hij zeer regelmatig (soms wel 4 tot 6 keer per
dag en nacht) spuugt. Hij probeert steeds meer
smaken te proeven en daar zijn we blij mee, ook
al leidt dit meestal tot spugen. Ik heb ook veel
steun van de vereniging Nee-eten. November
2001 ging hij naar een MKD (medisch kleuter-
dagverblijf) waaraan ook een eetteam is verbon-
den. We hopen dat zij ook veel voor ons kunnen
betekenen wat betreft Tobias zijn voedselweige-
ring. Het begin is al gemaakt aangezien Tobias
zijn weerstand vrijwel weg is. We weten dat het
een langdurig verhaal zal worden, dat dit niet
iets is wat je zomaar even oplost, maar we zullen
al blij zijn als hij op den duur gewoon naar
school kan en hooguit ’s nachts nog moet wor-
den bijgevoed.
Tobias z’n ontwikkelingenOok zijn ontwikkeling loopt achter. Zo liep hij
op 2,5 jarige leeftijd pas los en loopt nu nog
steeds wankel. Ook komt langzamerhand de
vraag naar voren, waar Tobias naar school gaat.
Wordt dit een gewone lagere school of toch aan-
gepast onderwijs. We houden al rekening met
het laatste (niet vanwege zijn IQ, het is een slim-
me dondersteen die maar direct begon met
meerlettergrepige woorden als "wasmachine"
e.d.), maar meer omdat hij voor geen meter
luistert (het MKD ziet nu ook wel in dat het
meer is dan alleen peuterpubertijd) en helemaal
zijn eigen gang gaat. Hij zegt dan zelf hardop dat
iets niet mag en doet het vervolgens toch. Dit
gedrag maakt ook het leren eten af en toe tot een
ware strijd. Dat geeft alles bij elkaar een hoop
zorgen, maar gelukkig is Tobias een enorm inne-
mend ventje dat alles en iedereen helemaal
inpakt. Al hebben we nog zo veel met hem mee-
gemaakt en al was, en is het niet altijd even
goed vol te houden; ik zou hem voor geen goud
meer willen missen.
EIGEN
VERHAAL
23
24
Lustrumsymposium
Lustrumsymposium
van onze vereniging Vrijdag 11 oktober 2002 vond het eerste symposium
van onze vereniging plaats: "het jonge kind met een
eetstoornis". Dat was in het Travium in Nijmegen. Dit
symposium organiseerden we ter ere van ons vijfjarig
bestaan en was bedoeld voor iedereen die vanuit hun
beroep betrokken is bij de zorg voor of behandeling
van niet of moeilijk etende kinderen. We wilden hier-
mee de bestaande kennis over oorzaken, diagnostiek
en behandeling van eetstoornissen bij de verschillende
betrokken disciplines in de gezondheidszorg bij elkaar
brengen en verder verspreiden. En dat is ons denk ik
wel gelukt, want de zaal zat vol; dat betekende 450
man / vrouw: kinderartsen, consultatiebureauartsen,
kinderverpleegkundigen, logopedisten, diëtisten,
psychologen en orthopedagogen. Het aantal aanmel-
dingen overtrof zelfs het aantal plaatsen in de zaal!
En de reacties die we die dag hoorden waren veelal
positief. Ons eerste symposium kunnen we daarom
gerust een succes noemen!
Hoe was het allemaal begonnen?Het aantal eettherapieplaatsen in Nederland is
vrij beperkt en zeker niet gelijkmatig verdeeld
over Nederland. Ook het succes en de kwaliteit
van de therapieplaatsen nemen over de jaren
heen gezien niet altijd zoveel toe als we zouden
wensen. Soms verdwijnen er ook therapieplaat-
sen, zoals bijvoorbeeld het eetteam in het
Utrechtse Wilhelmina Kinderziekenhuis. Een
overzicht van eetherapieplaatsen, hun behan-
delmethoden en successen stond overigens eer-
der in ons nieuwsblad; in het juninummer van
2001. Bovenstaande baarde het bestuur van
onze vereniging zorgen. Ook omdat heel veel
vragen van ouders bij het telefonisch lotgeno-
tencontact als ook op de contactdagen gaan
over therapieplaatsen en behandelmethoden.
Waar moeten we heen voor hulp voor onze kin-
deren? Is er niet iets bij ons in de buurt?
Waarom is er een wachtlijst? Komen er binnen-
kort meer plaatsen? Zou het niet mooi zijn,
dacht het bestuur, om bij ons lustrum iets te
organiseren waardoor op meer plaatsen meer
mensen zich in kunnen en willen zetten voor de
behandeling van onze niet of moeilijk etende
kinderen? Kunnen we deze mensen niet berei-
ken met bijvoorbeeld een symposium?
Verslag van het
De wens: een symposium voorberoepsgenotenDe heer Wauters, gepensioneerd kinderarts van
het Wilhelmina Kinderziekenhuis die er jaren-
lang eettherapie gaf en er kinderen begeleidde,
heeft ook zo zijn ideeën over de behandeling
van het niet-etende kind en liep al langere tijd
rond met de wens een symposium voor beroeps-
genoten en andere (medische) disciplines te
organiseren. Maar hij kreeg dit als persoon
alleen niet van de grond. Een en een is twee en
toen ook nog bleek dat er een bureau bestaat dat
veel symposia organiseert voor artsen, daar dus
veel ervaring in heeft en weet hoe je zoiets aan-
pakt, en dat wel wat zag in ons onderwerp en de
doelgroep, was de knoop begin 2002 snel door-
gehakt: 11 oktober 2002 zou het symposium
"Het jonge kind met een eetstoornis" gaan
plaatsvinden.
En wat moet er dan toch in vrij korte tijd veel
gebeuren. Een greep uit de actielijst:
• Waar moet het symposium precies over gaan?
Op een gegeven moment hadden we wel onder-
werpen voor drie dagen! Dus we moesten keu-
zes maken en zorgen dat er een logisch verhaal
kwam dat de meeste bezoekers zou aanspreken
• Wie wil er over de onderwerpen wat vertellen;
wie kan boeiend praten en heeft ook wat nieuws
te vertellen?
• Wat is een goede datum voor het symposium.
Eerst kwamen we op 4 oktober uit, maar toen we
hoorden dat er dan voor kinderartsen nog een
interessant symposium zou zijn, en waarvoor al
veel definitief geregeld was, hebben wij moeten
besluiten de datum 1 week op te schuiven.
• Hoe komt iedereen te weten wanneer het sym-
posium is en waar het over zal gaan? Waar en
hoe adverteer je? Zijn er adressenlijsten?
• Waar gaan we het houden: wat is er vrij op de
geplande dag en is dat goed bereikbaar vanuit
heel Nederland?
• Hoe komt de folder voor het symposium eruit
te zien, wat moet er in en hoe duur wordt het
symposium?
• Wie wil het symposium sponsoren en wie wil-
len er in een stand informatie geven (en reclame
maken)?
• Hoe komt onze eigen informatiestand eruit te
zien? Wie gaat deze stand bemannen?
• Er moet een samenvatting gemaakt worden,
koffie, thee en lunches geregeld, en nog veel en
veel meer.
Vanuit de vereniging werkten Ton Huberts,
Angelique Verhulst, Carla Juffermans, Monique
Meijer en Els van Zuilekom mee aan de organi-
satie. Ton en Angelique namen samen met het
organiserend bureau de algehele coördinatie ter
hand. Carla en de heer Wauters zorgden met
name voor de inhoud van het symposium en
Carla heeft zelf ook, heel indrukwekkend,
gesproken op het symposium als moeder van
een niet-etend kind. Monique en Els schreven
stukjes voor de advertenties en de folders en ver-
richtten allerlei hand-en-span diensten. Verder
ontwierp en drukte Alex Jaspers, onze "huis-
drukker" een schitterende achterwand voor onze
eigen informatiestand (zie foto vorige pagina)
en was Hans Zuijderduijn bereid om samen met
ons op 11 oktober in onze stand informatie te
geven over onze vereniging.
11 oktober was het dan zoverIk kan hier geen uitgebreid verslag doen van de
hele dag, maar zal er de hoofdlijnen uit lichten
en weergeven.
De dag begon vroeg. Om half tien zou het sym-
posium geopend worden met een voorwoord
SYMPOSIUM
25
van Ton Huberts, onze voorzitter. Maar voor die
tijd moest de informatiestand opgezet en inge-
richt worden en de laatste dingetjes geregeld.
Om acht uur in de ochtend waren de eersten van
ons dus al present in Nijmegen. De bezoekers
van het symposium kwamen vanaf kwart voor
negen / negen uur binnen. De meesten gingen
aan de koffie of thee, maar er waren ook al enke-
len die onze en andere informatiestands be-
zochten. Wij hadden naast een heel mooie en in
het oog springende achterwand vooral veel fol-
ders bij ons over onze vereniging en ook stapels
nieuwsbladen. Beiden hebben we veelvuldig uit-
gedeeld. Wanneer overal, waar ouders komen
met hun niet of moeilijk etende kinderen, infor-
matiefolders liggen van de Vereniging Nee-eten!,
dan kunnen velen daar de steun en het begrip
vinden die ze kunnen gebruiken, was onze
gedachtegang.
Om half tien dus de opening van het symposi-
um, waarin Ton kort vertelde over het
ontstaan van onze vereniging, dat wij
ons vooral bezighouden met lotgeno-
tencontact, voorlichting en belangen-
behartiging.
De sprekersDan volgden sprekers met vooral
medische verhalen over hoe bij
gezonde kinderen de mond en keel
zich ontwikkelen en hoe dat anders is
bij kinderen die niet zuigen, kauwen
of slikken. En ook over hoe je nu
kunt onderzoeken of een bepaald slecht etend
kind wel een "gezond" mond-keelgebied heeft
of niet. Het ging onder andere over slikfoto’s en
–video’s. Tenslotte werd voor de koffiepauze in
gegaan op het gedrag van niet-etende kinderen.
Met videofragmenten werd getoond dat sommi-
ge kinderen echt angst of pijn hebben, en hoe
andere kinderen soms hun ouders en therapeu-
ten mooi konden manipuleren en beïnvloeden:
het niet-eten is dan niet alleen het niet kunnen
eten, maar ook heel sterk het niet willen eten.
Het heeft er dan ook een duidelijk gedragscom-
ponent bij. Vanuit de zaal kon je merken dat
juist deze videobeelden veel informatie gaven en
stof tot nadenken.
Na de koffie vertelde de heer Wauters over hoe
en wat een kinderarts doet en kan doen, wan-
neer hij of zij te maken krijgt met een niet-etend
kind. En om het onderwerp echt van alle kanten
te belichten vertelde daarna Carla, lid van onze
vereniging en moeder van een sondevoeding-
kind, hoe dit niet-eten door de ouders en in het
gezin beleefd wordt. Ze vertelde over hoe de
steun vanuit de zorg en de medische wereld
wordt ervaren en dat deze
steun er vaak ook niet is of
niet gevoeld wordt. Over
het spugen en de strijd met
de verzekeringen. Over het
onbegrip om je heen. Over
de belemmeringen in het
sociale leven: wie past er
op? Waar kan gelogeerd
worden? Hoe regelen we
kinderopvang? Over de
twijfels, de operaties, de
keus voor sondevoeding of
niet en wat voor sonde dan?
En ze vertelde ook over de
moed die je soms verliest
en hoe moeilijk het kan
zijn die er weer in te krij-
gen. Ook benadrukte ze dat perioden van rust,
om weer eens te kunnen genieten van je kinde-
ren en de dagelijkse gang van zaken, af en toe
broodnodig is. Dit was zeker het meest indruk-
wekkende verhaal op het symposium. In de pau-
zes erna heb ik vele aanwezigen artsen, logope-
disten en anderen tegen elkaar horen zeggen,
dat het horen van een zo persoonlijk verhaal
hen zeer raakte en duidelijk onderstreepte wat
het hebben van een niet-etend kind inhoudt.
Natuurlijk kende ieder van hen uit hun eigen
praktijk de nodige voorbeelden, maar om een
dergelijk verhaal achter elkaar te horen, inclusief
alle vragen en problemen, doet toch veel meer
met iemand, ook met artsen, logopedisten, ver-
pleegkundigen et cetera. En om 450 personen in
een zaal muis en muisstil te krijgen, zo intens
luisterend, met een verhaal over jouw kind, dat
is een zeer indrukwekkende en moedige prestatie.
26
Met video-fragmenten
werd getoonddat sommige
kinderen echtangst of pijn
hebben...
Om 450 personenin een zaal muisen muisstil tekrijgen, zo intensluisterend, met eenverhaal over jouwkind, dat is eenzeer indrukwek-kende en moedigeprestatie.
Druk bezochte informatiestandIn de lunchpauze werd onze informatiestand
zeer druk bezocht. De dozen en dozen vol met
folders en nieuwsbrieven hadden we gelukkig
niet voor niets meegesleept. Velen namen een
stapeltje mee: voor zichzelf, voor patiëntenvoor-
lichting en folderrekken en voor collega’s. Na de
lunch werd de insteek van het symposium weer
medisch van aard. Het ging over sondevoeding,
de verschillende soorten sondes en de voor- en
nadelen. Over de soorten voeding, hoeveel er
van te geven en drinkvoedingen. Ook over de
verschillende tussen sonde- en drinkvoedingen
in vergelijk met "normaal" eten.
Het laatste deel van het symposium ging ten-
slotte over verschillende manieren om een niet-
etend kind (weer) aan het eten te krijgen. Drie be-
langrijke methoden werden beschreven en soms
met video’s aanschouwelijk gemaakt. Het ging
daarbij om de hongerprovocatie, de gedragsthe-
rapie en de speltherapie. Het hangt met name
van het kind af, karakter en leeftijd, wat een
goede aanpak zou kunnen zijn. En dan begint
dus het zoeken naar een plaats waar deze thera-
pie of begeleiding te krijgen. En wat als dit niet
bij jou in de buurt is; waar ga je dan heen? Door
de enthousiaste wijze van vertellen van de spre-
kers en het naar ons idee hoge praktische gehal-
te ervan, hopen wij dat in meer zorginstellingen
men gaat nadenken over welke mogelijkheden
er zijn niet-etende kinderen, en hun ouders, te
helpen en begeleiden. Men heeft tijdens dit
symposium ook contacten
kunnen leggen met mensen
van andere instellingen die al
wel eettherapie-mogelijkhe-
den hebben. Dit verkleint de
drempel om er eens na te vra-
gen hoe zij het een en ander
opgezet en geregeld hebben.
En als het gelukt is om zo op
meer plaatsen meer te kun-
nen betekenen voor niet of moeilijk etende kin-
deren en hun ouders, dan is ons eerste lustrum-
symposium met recht een succes te noemen!
Els van Zuilekom
SYMPOSIUM
27
Vanuit het MKD "de Duinvoet" in Den Haag waren we met een
flinke afvaardiging; de kinderarts, twee verpleegkundigen, logope-
diste en twee pedagogisch medewerksters, ieder van ons met een
speciale interesse voor eetproblematiek. Het thema eten heeft
binnen het MKD grote aandacht, want regelmatig zijn er ook kin-
deren met eetproblematiek en sondevoeding. Onze ervaringen met
sondevoeding zijn positief, de meesten gaan na intensieve training
eten, toch slagen we er nog niet in de sondevoeding te stoppen.
De moeder van een van de MKD-kinderen is actief in de vereniging
"Nee-eten!" en heeft ons gevraagd om een stukje te schrijven over
deze bijzondere dag.
De diverse sprekers hebben wij als pedagogisch medewerkers ver-
schillend ervaren. Een paar verhalen sprongen er wat ons betreft
echt uit, onder andere het verhaal over Ype en het laatste verhaal
van de psychologisch assistente. Goed om te horen hoe ouders situ-
aties ervaren en wat een moed en doorzettingsvermogen is er nodig
om voor een kindje als Ype te zorgen.
Mevrouw Thomas-Holtes met haar verhaal van eettherapie naar
consultaties hield ons bij de les met haar prachtige verhaal over
haar therapeutische sessies met de kinderen. Daarvoor hadden wij
toch een aantal verhalen gehoord die wij, als pedagogisch mede-
werksters, minder boeiend vonden. Andere disciplines zullen daar
wellicht anders over denken. Er werden ontzettend veel medische
termen gebruikt die voor ons, niet medisch geschoold, moeilijk te
begrijpen waren. Gelukkig zat onze kinderarts naast ons die voor
de vertaling zorgde.
De nadruk van de dag lag volgens ons toch wel op logopedisch en
medisch gebied. Wij hadden graag wat meer op pedagogisch gebied
gehoord waar we als MKD mee verder kunnen. Toch hebben we de
dag als zinvol ervaren, we hebben er zeker wat van opgestoken. Wij
hopen van harte dat de kennis die deze dag is overgedragen in de
diverse instellingen in het land gebruikt gaat worden. Wij hebben
in ieder geval in onze werkgroep eetproblematiek onze eerste bij-
eenkomst al weer gehad om onze nieuwe inzichten in een nieuw
protocol te verwerken.
Maartje Zwinkels en Annemarie Brugman
Pedagogisch medewerksters MKD de Duinvoet, Den Haag
11 oktober stond al lang in onze agenda gepland, de dag van het symposium: "Het jonge kind met een eet-
stoornis" in Nijmegen. ’s Ochtends om 7:15 uur in de trein leek het wel een schoolreisje, we hadden brood-
jes en koffie bij en het was erg gezellig met elkaar in de trein.
SYMPOSIUM OVER ‘het jonge kind met een eetstoornis’
de honger-provocatie,de gedrags-therapie ende speltherapie
Zeer goede responsTerugontvangen werden 163 enveloppen met
enquêtegegevens. In 8 gevallen waren de enquê-
tegegevens te onvolledig of werden de papieren
teruggezonden door de ouders, omdat hun kind
was overleden. In aanmerking voor bewerking
kwamen dus 155 (40.8%) enquêteformulieren,
een zeer goede respons.
In 85 gevallen was de vragenlijst over ervaring
met kinderen met sondevoeding ingevuld. In 35
gevallen was de vragenlijst over kieskeurig eetge-
drag ingevuld. In nog eens 35 gevallen was over
het kind zowel de vragenlijst betreffende sonde-
voeding als die betreffende kieskeurig eetgedrag
ingevuld. Dit betekent dat wij de beschikking
hadden over 120 vragenformulieren betreffende
ervaring met sondevoeding bij kinderen en 70
vragenformulieren betreffende ervaring met
kieskeurig eetgedrag.
Bij bestudering van de antwoorden bleek ons
dat de redactie van sommige vragen beter gesteld
had kunnen zijn, of ook dat de antwoorden op
sommige andere vragen zo complex en veelom-
vattend waren, dat eenvoudig verwerken bijna
niet mogelijk was.
Het verslag dat u van ons ontvangt heeft nog een
enigszins voorlopig karakter en het resultaat van
de antwoorden op sommige vragen wordt nu
nog niet gegeven.
Wat uit vrijwel alle enquêtes sterk naar voren
kwam, was dat er dagelijks grote problemen
ontstaan als de voeding van jonge kinderen niet
op de gewone manier mogelijk is.
Dat dan:
• voor deze problemen goede hulp en advies
dicht bij huis of soms ook verder weg niet te
krijgen is.
• bij veel hulpverleners kennis over dit probleem
onvoldoende beschikbaar is.
Kortom dat ouders zich in al deze gevallen dik-
wijls hulpeloos en alleen gelaten voelen.
Contact met lotgenoten zoals in de V.O.C.K.V.S.
wordt dan ook op hoge prijs gesteld. De zeer
positieve reacties op de enquête (respons
40.8%) wijzen ook op die betrokkenheid. Het
spijt ons dan ook dat de uitwerking van deze
enquête door organisatorische problemen meer
dan een jaar op zich heeft laten wachten.
Persoonlijke opmerkingenTen slotte de soms zeer persoonlijke opmerkin-
gen, uitroepen en verzuchtingen die sommigen
van u hebben opgeschreven, hebben ons zeer
getroffen. Het lijkt ons van belang om deze
zaken persoonlijk met u in een te beleggen ver-
gadering te bespreken. De schriftelijke verslag-
legging zoals die hier wordt gepresenteerd is niet
zo geschikt om daarop in te gaan.
Enquête-uitkomsten. Nu dan de gegevens zoals die uit de enquête dui-
delijk werden. Allereerst de gegevens van de vra-
genlijst over kinderen met sondevoeding.
In totaal ontvingen wij 120 formulieren.
Omdat alle door ons bewerkte formulieren niet
altijd volledig werden ingevuld is het totaal van
de antwoorden op een aantal onderdelen soms
kleiner dan 120. Soms werden keuzeantwoor-
den zoals bij vraag 15 voor meer dan een rubriek
ingevuld, het totaal komt in dat geval uit boven
120 deelantwoorden
• Hoe was de verhouding jongens/meisjes. Er waren iets meer meisjes dan jongens.
Namelijk 69 meisjes en 50 jongens, in leeftijd
variërend van 10 maanden tot ruim 11.9 jaar.
28
Ouder-enquêtenovember 1999
In overleg met het bestuur van de V.O.K.C.V.S. werden in het voor-
jaar van 1999 twee vragenformulieren opgesteld met als doel het
verzamelen van gegevens bij ouders, lid van de vereniging, over
hun ervaringen met sondevoeding en met kieskeurig eetgedrag.
De eerste vragenlijst ten behoeve van ouders van kinderen met
sondevoeding en de tweede vragenlijst ten behoeve van ouders van
kinderen met ernstig kieskeurig eetgedrag werden in het najaar
van 1999 in één enveloppe samen met een gefrankeerde
retourenveloppe aan 380 ouders verstuurd.
Vraag 1. Op welk moment begon men met desondevoeding?Bij ruim 60% van de kinderen begon de sonde-
voeding bij de geboorte, in 12% van de gevallen
begon de sondevoeding na de leeftijd van 6
maanden.
• Bij de geboorte in 75 gevallen;
• Tussen 0 – 6 maand in 26 gevallen;
• Tot leeftijd van twee jaar in 14 gevallen;
• Na het tweede jaar in 1 geval.
Vraag 5. Hoe was de groei zowel wat betreftlengte als gewicht van de kinderen? Gemeten volgens de groeidiagrammen (TNO/
LUMC, Groei-onderzoek 1997). Veel kinderen
waren kleiner en lichter dan leeftijdgenoten.
• Van 115 jongens en meisjes waren slechts 15
gemiddeld normaal of bovengemiddeld lang.
• Van 34 kinderen lag de lengte tussen het
gemiddelde (SD-0) en de ondergrens (SD-2).
• Ten slotte waren 56 kinderen - ruim de helft! -
te klein met een lengte onder SD-2.
Wat betreft gewicht in verhouding tot de lengte,
was bij een groter aantal kinderen, namelijk
• bij 36 (ong. 1/3), het gewicht voldoende tot
ruim voldoende, dat wil zeggen op of boven
SD-0;
• bij 46 kinderen het gewicht voldoende, dat wil
zeggen SD-0 of lager tot SD-2;
• bij 31 kinderen het gewicht ten opzichte van
de lengte onder de SD-2. Deze laatste groep
- bijna één derde!!!- was: te mager!
Over de sondevoedingVraag 6. De wijze van toediening van de son-devoeding: dit gebeurde meestal in porties over-dag. Als er teveel problemen werden ondervon-
den, vooral braken, dan werd continu druppel-
voeding gegeven, vaak ook ’s nachts.
• In 79 gevallen werd overdag sondevoeding
gegeven.
• In 73 gevallen gebeurde dit in bolussen.
• In 42 gevallen werd (ook) ’s nachts voeding
gegeven.
• In 42 gevallen gebeurde dit continu geduren-
de enkele uren.
Vraag 8. Gevraagd werd ook of het geven vande sondevoeding goed lukt.• In 62 gevallen werd met ja geantwoord.
• In 30 gevallen vulde men nee in.
Vraag 9. Problemen bij het toedienen van son-devoeding. Met het toedienen en bereiden van
vaak kant en klare sondevoeding waren er in ver-
houding weinig problemen. In 9 gevallen werd
dit wel gerapporteerd.
Braken tijdelijk of wel voortdurend werd zéér
vaak gemeld, soms leek conditionering een rol
te spelen, in dat geval probeerde men bijvoor-
beeld de voeding ‘ongezien’ toe te dienen.
• In 110 gevallen rapporteren ouders dat hun
kind braakt;
• In 31 gevallen direct na het toedienen.
• In 49 gevallen braakt het kind later, soms
wordt apart genoemd dat er ook sprake is van
ernstige réflux.
Vraag 11. Op welke wijze wordt de sondevoe-ding toegediend? Neussonde of P.E.G.De sondevoeding werd in eerste instantie per
neussonde geven. Bij toename van de duur van
de sondevoeding of bijkomende problemen met
de toediening per neussonde – verstopping van
de sonde; braken; réflux – werd vaak overgegaan
op toediening via P.E.G. of jejunumsonde. Uit
de enquête bleek dan ook dat er bij kinderen die
tijdelijk sondevoeding kregen 5 maal zo vaak de
neussonde gebruikt werd in plaats van de P.E.G.
Terwijl in de groep kinderen die voortdurend
sondevoeding kregen 3 maal zo vaak gebruik ge-
maakt werd van de P.E.G. als van de neussonde.
• In 59 van de gevallen werd de sondevoeding
uitsluitend via de neussonde gegeven.
• In 37 gevallen werd begonnen met toediening
per neussonde en daarna toediening via P.E.G.
Vraag 12. Zijn er naast de sondevoeding nogander medische problemen. In zeer veel gevallen
was er sprake van ernstige problematiek. Al kan
vastgesteld worden dat toch ook in een kwart
van de gevallen geen duidelijk medische verkla-
ring voor het voedselweigeringsgedrag werd ge-
vonden Soms melden ouders dat hun kind geen
hongergevoel leek te hebben of althans een zeer
geringe eetlust of kieskeurig eetgedrag.
Hierover wordt in de tweede enquête uitvoerig
gerapporteerd.
Daar de aard van de gerapporteerde medische
problematiek zeer verschillend was, hebben we
voor de overzichtelijkheid de medische proble-
men in vier groepen ingedeeld.
OUDERENQUÊTE
29
1) ernstige neonatale complicaties;
(zeer) premature geboorte; langdurige beademing;
tracheomalacie, B.P.D. enz. hiertoe behoorden
35 kinderen
2) ernstige congenitale afwijkingen
zoals hartgebrek, oesofagusatresie, hernia dia-
fragmatica, enz. hiertoe behoorden 34 kinderen
3) ernstige ontwikkelingsstoornis,
syndromen, chromosomale stoornissen, enz.
hiertoe behoorden 21 kinderen
4) geen duidelijke medische oorzaak of geen
verband met de noodzaak tot sondevoeding
hiertoe behoorden 29 kinderen
Vraag 13. Welke hulp enbegeleiding ontving u? Zoals al in de inleiding ver-
meld voelen ouders die bij
hun jonge kinderen met eet-
problemen te maken krijgen,
zich hulpeloos en ervaren zij
vanuit de verschillende discipli-
nes een gebrek aan deskundige
hulp. Soms zelfs ervaart men kritiek
en vijandigheid: ‘Jullie doen het zelf ver-
keerd’ in plaats van dat men zich gehol-
pen en gesteund voelt.
De verklaring hiervoor is mogelijk dat de eet-
problemen waarmee we hier te maken hebben
van een geheel andere orde zijn dan de voe-
dingsadviezen die nuttig en bruikbaar zijn bij
het gros van de kinderen met eetproblemen,
maar zonder ernstige voedselkieskeurigheid.
• Hulp via de wijkverpleging werd ontvangen
incidenteel
• De huisarts werd 25 maal wel, maar 68 maal
niet als hulp ervaren;
• De logopedisten boden hulp in 76 gevallen
wel en 27 maal niet;
• De diëtisten in 71 gevallen wel, in 35 gevallen
niet;
• Algemene kinderartsen in 75 gevallen wel, in
27 gevallen niet;
• Kinderartsen in een academisch ziekenhuis in
71 gevallen wel en in 29 gevallen geen hulp.
Gezien het bovengenoemde gebrek aan speciale
deskundigheid is het niet verwonderlijk dat op
een aantal plaatsen in het land gespecialiseerde
instellingen zich zijn gaan bezighouden met
hulp en advies voor dit probleem.
De oudste groep is het ‘Eetteam Utrecht’ onder
leiding van A.P. Messer, maar ook op andere
plaatsen wordt eraan gewerkt. Een ernstig pro-
bleem daarbij is het tekort aan mensen en
middelen met als gevolg onvoldoende capaciteit
en lange wachtlijsten.
Uit de antwoorden in de enquête komen de
namen naar voren van:
• Eetteam van dr. Messer, Utrecht;
• dr. Wouters, Utrecht;
• De Winkelsteegh; Heliomare; Maartenskli-
niek; Radboudziekenhuis; Groot Klimmendaal;
M.K.D.; Kinderdagverblijf; Sociaal-pedagogische
dienst; Stichting Nieuwe Vleugels en Ondevit-
therapie. Naar de precieze inhoud van de daar
verleende hulp is niet gevraagd. Ook naar het
succes- percentage is geen onderzoek gedaan.
Wel wordt in deze enquête door individuele
ouders soms zeer positief bericht over de bereik-
te resultaten, maar ook teleurstelling over mis-
lukkingen wordt uitgesproken.
Tenslotte, hoe was nu de situatie bij de groepkinderen bij wie de sondevoeding kon wordengestaakt?
Vraag 14. Krijgt uw zoon / dochter nog sonde-voeding op het moment van de enquête.Kinderen die zonder sondevoeding konden,
waren 67 in aantal. Kinderen bij wie sondevoe-
ding dan nog nodig was, waren 50 in aantal.
Van die laatste groep was in 10 gevallen de son-
devoeding aanvullend.
In 3 gevallen was deze vraag niet beantwoord.
Duur van de sondevoedingVan de groep van 120 kinderen gebruikten 68
kinderen tijdelijk sondevoeding, enkele niet lan-
ger dan 1 maand, eveneens een enkeling 6 tot 8
jaar. Het gros van de kinderen (60) die tijdelijk
sondevoeding per neussonde of met PEG
gebruikten, deed dit 6 maanden tot maximaal 4
jaar met een top bij 6 tot 12 maanden (17 pp).
Van de kinderen die op het moment van de
enquête (november 1999) nog sondevoeding
30
gebruikten - in totaal 49 - was de spreiding in
leeftijd van 10 maanden tot 13 jaar. Zoals te ver-
wachten was het grootste deel van deze groep
kinderen die nog sondevoeding gebruikten
gemiddeld ouder dan de kinderen die tijdelijk
sondevoeding kregen.
Vraag 15. Als uw kind geen sondevoeding meernodig heeft, hoe vindt u dat zij / hij nu eet?Deze vraag werd uiteraard alleen beantwoord
door die ouders wier kinderen geen sondevoe-
ding meer gebruikten, in totaal 61 kinderen.
Bij de beantwoording van deze vraag werd vaak
meer dan een antwoord aangestreept, ook werd
soms aangegeven dat als hun kind at als ‘ieder
ander kind’ soms toch nog kieskeurigheid een
rol speelt, maar ook dat drinken vaak moeilijker
lukte dan eten. Met deze beperking in gedachten
zijn de resultaten als volgt:
A) Als ieder ander 22 maal;
B) Voldoende, maar moet gestimuleerd worden
36 maal;
C) Voldoende, maar kieskeurig 28 maal.
Door sommige ouders werd nog een vierde
rubriek toegevoegd: ‘Onvoldoende, zeer kies-
keurig’.
Ook vulde nog een aantal (35) ouders het twee-
de enquêteformulier over kieskeurig eetgedrag
in. Deze eerste enquête informeerde naar de
ervaringen van ouders van kinderen met sonde-
voeding. De resultaten van de tweede enquête
naar kieskeurig eetgedrag zullen op een later
tijdstip afzonderlijk worden beschreven.
G.F. Nelck
OUDERENQUÊTE
31
Samenvatting en conclusie eersteenquête
Samenstelling naar geslacht: De groep be-
stond uit iets meer meisjes dan jongens.
Start sondevoeding: In het overgrote deel
van de gevallen - 62% - begon de sondevoe-
ding direct bij de geboorte.Voor de leeftijd
van 6 maanden was dat 84%. De voedings-
problemen zijn dus zo ernstig dat de meeste
kinderen direct of vroeg in het eerste levens-
jaar sondevoeding nodig hebben.
Toediening van sondevoeding: "Sondevoe-
ding" werd zoals het woord al zegt in eerste
instantie per neussonde gegeven. Als er
ernstige problemen waren zoals braken of
réflux, of als de sondevoeding langdurig
nodig was, werd overgegaan op voeding door
een slangetje direct in de maag of de twaalf-
vingerige darm.
Duur van Sondevoeding: Van de totaal 120
kinderen had inmiddels iets meer dan de
helft [ 68% ] geen sondevoeding meer. Bij de
meeste kinderen was tijdelijk sondevoeding
nodig gedurende 6 tot 12 maanden. Het kwam
voor dat maar een maand sondevoeding
hoefde te worden gegeven, maar anderzijds
wordt als langste periode 6-8 jaar gemeld.
Van de kinderen bij wie op het moment van
de enquête de sondevoeding nog voortduur-
de, liep dit van 10 maanden tot 13 jaar
Eetgedrag na stoppen sondevoeding: Bij
ongeveer een derde van de kinderen melden
de ouders "eet als ieder ander". Over de ande-
re kinderen wordt geschreven "moet nog
gestimuleerd worden, eet kieskeurig". Ook na
het staken van de sondevoeding is de eet-
situatie lang niet altijd zonder problemen.
Over de groep kieskeurige eters zal dus in het
kader van de tweede enquête afzonderlijk
worden bericht.
Loon, 22 juni 2001
G.F. Nelck
Vraag 1. Wat is Ernstig Kieskeurig Eetgedrag?De volgende probleemgebieden werden aange-geven:• Eetaversie (voedselweigering) 18
• Geen ernstige kieskeurigheid 11
(bijv. lust alleen maar geen groente)
• Eet uitsluitend gepureerd 10
• Zeer eenzijdig eten 9
(bijv. uitsluitend brood)
• Hoofdzakelijk drinkvoeding 7
Conclusie:Er zijn over het geheel diverse vormen van ernstige
kieskeurigheid bij deze groep.
Vraag 2. Is er een medische voorgeschiedenis?De volgende medische problematieken kwa-men voor.• Neonatale problematiek 19
• Geen medische voorgeschiedenis 11
• Niet-ernstige medische voorgeschiedenis
(bijv. luchtweginfecties) 11
• Ontwikkelingsstoornis/syndroom 6
• Aangeboren afwijking 5
Conclusie:Een medische voorgeschiedenis is bij de meerderheid
aanwezig.
32
De vragenlijstHet was een aparte vragenlijst die ingevuld werd
door 55 van de 155 leden die gereageerd had-
den; 35 hiervan hadden alleen maar een kies-
keurigheidsprobleem, en 20 hadden kieskeurig-
heid in combinatie met sondevoeding.
Ouder-enquêteVragenlijst ernstig kieskeurig eetgedrag
Een onderdeel van de enquête die in 1999 onder de leden
van de VOKCVS – Nee eten gehouden werd, ging over
het verzamelbegrip Kieskeurig eetgedrag. Hieronder vielen
verschillende eetmoeilijkheden zoals onder andere
voedselweigering, eenzijdig eten, gepureerd eten.
Vraag 3. Hoe is het drinkgedrag?Drinken deze kinderen misschien te veel? Deze
vragen werden ingegeven doordat bij "gewone"
eetproblemen blijkt dat kinderen soms te veel
drinken, melk of frisdrank, waardoor de eetbe-
hoefte verdwijnt.
Dit is hoe de kinderen dronken:
• Normaal drinken 29
• Weinig drinken 19
• Excessief drinken 7
Conclusie:Deze kinderen drinken normaal en vaak ook weinig,
maar zeker niet veel.
Vraag 4. Blijven deze kinderen achter in lengteen gewicht?Je zou dit kunnen verwachten indien zij zulke
hardnekkige eetmoeilijkheden hebben.
• Lengte (naar leeftijd)
sterk achter (SD > -2) 24
• Lengte (naar leeftijd)
achter (SD 0 tot 2) 14
• Lengte (naar leeftijd)
normaal (SD 0) 2
Conclusie:Deze kinderen blijven in lengte duidelijk achter bij
de leeftijd.
• Gewicht (naar lengte)
achter (SD 0 tot 2) 30
• Gewicht (naar lengte)
sterk achter (SD > -2) 10
• Gewicht (naar lengte)
normaal (SD 0) 0
Conclusie:Ook het gewicht blijft achter. Deze kinderen zijn dus
te licht.
Vraag 5. Van wie kreeg u hulp?Er waren hier meerdere antwoorden mogelijk.
• Algemeen kinderarts 34
• Academisch ziekenhuis 22
• Diëtist 24
• Logopedist 24
• Huisarts 13
• Ouders 12
(MKD, jeugdzorg, alternatieve zorg)
Conclusie:Er is dus niet een overduidelijke deskundige op dit
gebied.
Vraag 6. Tenslotte was er nog ruimte voorbelangrijke opmerkingen.De meesten vulden dit of niet in, of er was een
soort persoonlijke getuigenis ingevuld, bijv.
"Het gaat goed met ons kind"; of "We zijn goed
geholpen door zus en zo ziekenhuis". Een klein
aantal kwam met kritiek.
• Geen opmerkingen of een
persoonlijke getuigenis 41
• Moeilijk hulp te krijgen 9
• Niet serieus genomen 4
• Lichamelijke diagnose gemist 1
Conclusie:Uit de persoonlijke ontboezemingen blijkt dat het
merendeel deze situatie geaccepteerd lijkt te hebben.
Wat is de moraal van dit verhaal?Dat kieskeurigheid en ernstige voedselweigering
een duidelijke subgroep vormt binnen de leden
van deze vereniging. Het is een gevolg van een
medische voorgeschiedenis. Naast de stress die
het eetprobleem geeft in de thuissituatie is er
een sterk verlagend effect op lengtegroei en
gewicht.
Kortom: Ernstige kieskeurigheid is een serieu-
ze problematiek.
dr. A.P. Messer, klinisch psycholoog
Afdeling Medische Psychologie
Wilhelmina Kinderziekenhuis
UMC Utrecht
OUDERENQUÊTE
33
34
K L E U R P L A A T
Eetproblemen bij kinderenen adolescenten
Onder redactie van A.P. Messer, L. de Vos,
W.H.G. Wolters
Een boek met 14 uitgebreide artikelen over uiteen-
lopende vormen van eetproblematiek en de behande-
ling daarvan.
• Ambo Baarn / ISBN 90.263.1231.8
De vroege ontwikkelingin handen
Saakje da Costa, Harm van den Berg
Adviezen voor de omgang met (te) vroeg geboren
baby’s.
• Bohn Stafleu van Loghum / ISBN 90.313.1691.1
Logopedie voorKinderverpleegkundigen
Saakje da Costa
Lesmodule voor kinderverpleegkundigen over eet- en
drinkproblemen bij kinderen.
• Bestellen door overmaking van FL 15,- op bank-
rek. 48.0428.418 t.n.v. Hoge School Groningen,
Faculteit Gamma, o.v.v. Logopedie Kinderverpleeg-
kundigen
Werkboek enterale voedingbij kinderen
Onder redactie van J.A.J.M. Taminiau, K. de Meer,
C.M.F. Kneepkens, M.A. Verheul-Koot, H.N.
Lafeber
• VU Uitgeverij Amsterdam / ISBN 90.5383.507.5
Gewoon een bijzonder kindMarga Schiet
Praktische informatie over het opvoeden van chro-
nisch zieke kinderen.
• ISBN 90.5050.646.1
Eetboekje, deel 1 & deel 2Mitzy Kwaaitaal
Deze twee delen zijn leuke, mooi geïllustreerde boek-
jes die een speelse hulp kunnen zijn bij de maaltijden
van kinderen. Er wordt pas omgeslagen en verder
gelezen na een hapje. Bekend van de televisie-uit-
zending van Catharine Keyl op RTL 4.
• Eetboekje deel 1 / ISBN 90.737.960.83
• Eetboekje deel 2 / ISBN 90.737.961.80
Eet- en drinkproblemen bijjonge kinderen
Lenie van den Engel-Hoek
Een leidraad voor logopedisten en andere hulpverle-
ners in de gezondheidszorg.
• ISBN 90.232.3450.2
Behandelingsstrategieën bijjonge kinderen met voedings-en eetproblemen
Onder redactie van dr. D.M. Seys, drs. J.H.M.
Rensen, drs. M.H.J. Obbink
Een boek met bijdragen van diverse auteurs over de
behandeling van eetstoornissen bij jonge kinderen.
Aan de orde komen onder meer de beslisbomen die
worden gebruikt bij de beoordeling en diagnosticering
van voedselweigering.
• Bohn Stafleu van Loghum / ISBN 90.313.3275.5
Voeding en Verzorging van jongekinderen met Down Syndroom
Een voorlichtingsfolder van de Stichting Down Syn-
droom, ondermeer over het eten (geven) van deze
kinderen.
• Losse exemplaren bestellen door overmaking van
FL 5,50 op postrek.nr. 1611723 of bankrek.nr.
36.71.08.445 van de Stichting Down Syndroom
(SDS). Donateurs van de SDS betalen FL 4,-.
Bij afname van 20 exemplaren of meer bedraagt
de prijs FL 2,50 per stuk. Alle bedragen zijn inclu-
sief verzendkosten.
35
Postadres:
Nee-eten!Postbus 841442508 AC Den Haag
Telefoon
Lotgenotencontact:
026-3890283
Het bestuur:
• VoorzitterTon Huberts
Tel. 026-3890282
• PenningmeesterHans Zuijderduijn
• Algemeen bestuurslidAlex Jaspers
Redactie van het
Nieuwsblad:
• RedacteurMoniek Meijer
• VormgevingAlex Jaspers
• Realisatie
Postadres
Redactie Nieuwsblad:
VOKCVS/NEE-ETENT.a.v. Alex JaspersDe Kleine Lend 85541 KA Reusel
L I T E R A T U U R
BEREIKBAARHEID
GrafiMedia
Postadres:
Nee-eten!Postbus 841442508 AC Den Haag
Telefoon
Lotgenotencontact:
026-3890283