V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1...

36
V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU (Inhoudsoverzicht op p. 94) 5.01: Het Godentableau TABEL 18 De zeer bijzondere getallenreeksen van het Godentableau verschijnen in het veld dat ligt tussen Sjoe en het kwadraat van Sjoe (Sj. 2 ), met andere woorden tussen Sjoe en zijn Werking. Sjoe heeft betrekking op hetgeen 'achter' de oneven getallen staat, ook aan te duiden met 'Initiatief'. De Golflengte tussen Sj. en Sj. 2 - het verschil zouden we geneigd zijn te zeggen, maar Wijnmalen sprak in verband met het dynamische karakter van hetgeen hier bedoeld wordt van Golflengte - is achtereenvolgens 0; 6; 20; 42; 72 enz. Als 2x0; 2x3; 2x10; 2x21; 2x36 enz. te herkennen als 2Rd.Noet, waarbij Noet betrekking heeft op hetgeen 'achter' de even getallen staat. Wat betreft Sjoe en Noet verwijzen we naar de toelichting bij afb. 3 op p. 36. Een algemene voorstelling van '2 Radiaal' is 'het teken 0' van waaruit in 2 tegenovergestelde richtingen de rij der natuurlijke getallen voortkomt; zie afb. 6. Doch 2Rd.Noet - als aanduiding van een betrekking tussen de Dualiteit en hetgeen uitgaat, uitstraalt van Noet(-getallen) - raakt nog iets anders, zie tabel 19. Het product van deze opeenvolgende en dus 'ongelijksoortige' getallen kreeg - daarmee in overeen- stemming - de naam Heteromekis; in zijn kwalitatief aspect is het een aanduiding van 'Creatie'. 1 Vlgnr. n 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Enz. Sjoe 1 3 5 7 9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 Anubis 1 3 7 13 21 31 43 57 73 91 111 133 157 183 211 Osiris 1 5 11 19 29 41 55 71 89 109 131 155 181 209 239 Horus 1 5 13 25 41 61 85 113 145 181 221 265 313 365 421 Isis 1 7 17 31 49 71 97 127 161 199 241 287 337 391 449 Knoem 1 7 19 37 61 91 127 169 217 271 331 397 469 547 631 Ptah 1 9 23 43 69 101 139 183 233 289 351 419 493 573 659 Sjoe 2 1 9 25 49 81 121 169 225 289 361 441 529 625 729 841 3 2 1 , bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0x 1 2x 3 = 2x 3 2 x 10 = 4x 5 2 x 21 = 6x 7 2 x 36 = 8x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19 2 Rd.Noet H = Noet H x Sjoe H Afb. 6 1 We brengen in herinnering dat men in Egyptische beeldingen met betrekking tot de Schepping van de Wereld een viertal godenparen kan aantreffen waarvan de godinnen in verband staan met even getallen en de goden met oneven; zie deel A p. 160 en 352/353.

Transcript of V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1...

Page 1: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU(Inhoudsoverzicht op p. 94)

5.01: Het GodentableauTABEL 18

De zeer bijzondere getallenreeksen van het Godentableau verschijnen in het veld datligt tussen Sjoe en het kwadraat van Sjoe (Sj.2), met andere woorden tussen Sjoe enzijn Werking.Sjoe heeft betrekking op hetgeen 'achter' de onevengetallen staat, ookaan te duiden met 'Initiatief'. De Golflengtetussen Sj. en Sj.2 - het verschilzouden wegeneigd zijn te zeggen, maar Wijnmalen sprak in verband methet dynamische karakter van hetgeen hier bedoeld wordt vanGolflengte- is achtereenvolgens 0; 6; 20; 42; 72 enz. Als 2x0;2x3; 2x10; 2x21; 2x36 enz. te herkennen als 2Rd.Noet, waarbijNoet betrekking heeft op hetgeen 'achter' de evengetallen staat.Wat betreft Sjoe en Noet verwijzen we naar de toelichting bijafb. 3 op p. 36. Een algemene voorstelling van '2 Radiaal' is

'het teken 0' van waaruit in2 tegenovergestelde richtingen de rij der natuurlijkegetallen voortkomt; zie afb. 6. Doch 2Rd.Noet - alsaanduiding van een betrekking tussen de Dualiteit enhetgeen uitgaat, uitstraalt van Noet(-getallen) - raaktnog iets anders, zie tabel 19.

Het product van deze opeenvolgende en dus'ongelijksoortige'getallen kreeg - daarmee in overeen-stemming - de naam Heteromekis; in zijn kwalitatiefaspect is het een aanduiding van 'Creatie'. 1

VVllggnnrr.. nn112233445566778899

110011111122113311441155

EEnnzz..

Sjoe13579

11131517192123252729

Anubis137

13213143577391

111133157183211

Osiris15

11192941557189

109131155181209239

Horus15

1325416185

113145181221265313365421

Isis17

1731497197

127161199241287337391449

Knoem17

19376191

127169217271331397469547631

Ptah19

234369

101139183233289351419493573659

Sjoe2

19

254981

121169225289361441529625729841

321

, bijv.:0 2Rd.3123

0

2 x 0 = 0 x 12 x 3 = 2 x 32 x 10 = 4 x 52 x 21 = 6 x 72 x 36 = 8 x 92 x 55 = 10 x 11Enz.

TABEL 19

2 Rd.Noet H = Noet H x Sjoe H

Afb. 6

1 We brengen in herinnering dat men in Egyptische beeldingen met betrekking tot de Schepping vande Wereld een viertal godenparen kan aantreffen waarvan de godinnen in verband staan met evengetallen en de goden met oneven; zie deel A p. 160 en 352/353.

Page 2: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

Het werkingsveld tussen Sjoe en Sjoe2 wordt in het Godentableau op een eigenaardigewijze verdeeld door een vanuit Sjoe ingaande horizontale Golf en een overeenkomstigeGolf ingaande vanuit Sjoe2. Deze horizontale godengolf isde Heteromekis, in zijnsamenstelling tevens aangevende de Ra-verdeling van Sjoe, dat wil zeggen Sjoe verdeeldin 2 opvolgende getallen. Van dit laatste enkele voorbeelden:

C60 V GODENTABLEAU

TABEL 20Sjoe Ra-verdeling van Sjoe

Kleinste + Grootste1 = 0 + 13 = 1 + 25 = 2 + 37 = 3 + 49 = 4 + 5

11 = 5 + 613 = 6 + 715 = 7 + 8Enz. ∆ ∆ Het product

van deze twee geeft achtereenvolgensde Heteromeki en betreft tevens de

bovengenoemde horizontalegodengolf; zie tabel 21.

VVllggnnrr.. nn11223344

Sjoe1357

Anubis137

13

Osiris15

1119

Horus15

1325

Isis17

1731

Knoem17

1937

Ptah19

2343

Sjoe2

19

2549

3300 3300 3300 33003300 3300

66 11 31 41 61 71 91 101 121

2200 2200 2200 22002200 2200

55 9 21 29 41 41 61 69 81

4422 4422 4422 44224422 4422

77 13 43 55 85 97 127 139 169

4x5, verdeeldin 4x3 en 4x2

5x6, verdeeldin 5x4 en 5x2

6x7, verdeeldin 6x5 en 6x2

EEnnzz..

TABEL 21 'De horizontale godengolf is de Heteromekis'(Als voorbeeld uitgewerkt voor de rijen 5, 6 en 7)

Page 3: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

De in het Godentableau aangegeven reeksen kunnen door verschillende 'functies' worden aangeduid:

In woorden: Anubis is het Verleden betrokken op het Verleden + de Werking daarvan + wat daarin tot stand kwam.

Met betrekking tot deze uitdrukking schreef Wijnmalen:

"En daarom is Anubis de Geleider bij het Oordeel. Daarom is Anubis het symboolvan het Ware Hogepriesterschap, Inzicht, Doorzicht, Kennis, Hogere Leiding en

daarom zijn Anubis-getallen symbool van Inzicht en wijze toepassing."En verder:

"De Anubis-getallen zijn de getallen van de toenemende Wijsheid, Inzicht in zichzelf (Ken U Zelf), de eerste manifestatie van Sjoe,

het eerste tussen Sjoe en zijn Projectie; op Egyptische wijze uitgedrukt de eerste van de 6 invloeden tussen Sjoe en zijn Projectie (Kwadraat)."

V GODENTABLEAU C61

Anubis H = V + V2 + V3

V

Anubis: An.1 = 0x1 + 1An.2 = 1x2 + 1An.3 = 2x3 + 1An.4 = 3x4 + 1Enz.Algemeen: An.H = VxH + 1=Heteromekis H + 1Een bijzondere functie

van Anubis komt tot uitdrukkingin:

Horus: Ho.1 = 02 + 12

Ho.2 = 12 + 22

Ho.3 = 22 + 32

Ho.4 = 32 + 42

Ho.5 = 42 + 52

Enz.Algemeen:Ho.H = V2 + H2

Knoem: Kn.1 = 13 - 03

Kn.2 = 23 - 13

Kn.3 = 33 - 23

Kn.4 = 43 - 33

Kn.5 = 53 - 43

Enz.Algemeen: Kn.H = H3 - V3

Ptah: Pt.1 = 1 + 6Rd.0Pt.2 = 3 + 6Rd.1Pt.3 = 5 + 6Rd.2Pt.4 = 7 + 6Rd.3Pt.5 = 9 + 6Rd.4Enz.Algemeen:

Pt.H = Sj.H + 6Rd.V

Isis: Is.1 = 2x12 - 1Is.2 = 2x22 - 1Is.3 = 2x32 - 1Is.4 = 2x42 - 1Is.5 = 2x52 - 1Enz.Algemeen: Is.H = 2H2 - 1

Osiris: Os.1 = 1x2 - 1Os.2 = 2x3 - 1Os.3 = 3x4 - 1Os.4 = 4x5 - 1Os.5 = 5x6 - 1Enz. Algemeen:

Os.H = HeteromekisT - 1resp.Os.H = HxT - 1.

TABEL 22-a

TABEL 22-b TABEL 22-c

TABEL 22-fTABEL 22-e

TABEL 22-d

Altijd geldt:

An.H = Os.V + 2resp.

An.T = Os.H + 2

Page 4: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

5.02: Enkele aantekeningen met betrekking tot Egyptische beeldingen

Een scheppingslegende waarin sprake is van Ptah:

• "Lang, heel lang geleden ontboden de goden der goden, die zo hoog boven ons verhevenzijn dat wij zelfs nog geen duizendste part van hun grootheid kunnen vermoeden, hun dienaar Ptah. En zij gaven hem een schaal des Levens welke, al ledigde hij die ook, altijdvol was. En zij zeiden hem dat hij dit Leven moest leren hoe wijsheid te vergaren, totdathet ten laatste zou worden de zuivere vlam van geest die alle ervaring heeft. En zij steldenhem aan tot opperste heer der Aarde, een gebied van onbezield zand en levenloze rots.Toen verspreidde Ptah het Leven over de ganse Aarde en de bergen begonnen de zon tevoelen, die hun flanken schroeide en de dalen kenden de diepe koude van een winternacht.En de tijd kwam dat dit Leven terugkeerde tot Ptah en uit zijn schaal hoorde hij een zwakkestem die zei: 'Nu kennen wij iets van warmte en koude. Laten wij nu verder gaan.'Toen bekleedde Ptah de heuvels met bomen en de dalen bedekte hij met jong gras en bloemenen hij goot van zijn schaal in hen. En het Leven leerde hoe planten hun wortels door degrond boren, zoekend naar kracht om hun bloesems te ontvouwen naar de zon; hoe enkelezich met hechtranken aan de rotsen vastklemden en hoe andere haar schaduwen langs hetmeer wierpen. Maar al wat zij wonnen deelden zij onderling, zodat een grashalm wist hoehevige winden de takken van een boom doen bewegen en de grimmige cactus met hetzachte mos zijn tederheid gemeen had.En nóg eenmaal werd de schaal gevuld door het terugkerende Leven. Nu sprak het met eenkrachtige stem en zei: 'Wij hebben onze lessen als planten geleerd; nu wensen we lichamen,waarin we ons kunnen bewegen en onze bestemming sneller kunnen vinden.'Toen schiep Ptah de dieren op Aarde. Eerst heel eenvoudige dieren, zoals wormen enslakken, en daarna de lichamen van hazen en antilopen, van leeuwen en zebra's, zangvogelsen vissen.En wederom keerde het Leven terug en zeide: 'Nu zijn wij wijs; bij nacht kunnen wij doorde woestijnen gaan; wij kunnen water voor onszelf vinden en een schuilplaats; wij hebbenver over de Aarde gezworven en een grote verscheidenheid van dingen geleerd.

Maak ons lichamen, onzer waardig.'En Ptah antwoordde hen en sprak: 'Ik heb u uitgezonden in rotsen, in planten en dieren. Gijzijt tot mij teruggekeerd, deelhebbend aan anderer herinnering en ervaring en ook deelhebbend aan de welwillendheid van groeiende dingen, welke gij als dieren nog bezit,doch die gij graag zoudt willen verliezen. Nu zal ik een lichaam voor u maken zoals hetmijne en voor het eerst zult gij zeggen: 'Ik ben', waardoor gij tevens zult moeten zeggen 'Ikben alleen'. Niet langer kan ik u leiden op uw weg. Nu moet gij uitgaan op een lange reis, dieniet zal eindigen alvorens gij mij kunt begroeten, niet als uw schepper doch als uw broeder.'En het Leven antwoordde: 'Wij eisen deze kans, dit recht, om naar uw broederschap te reizen.'

Toen schiep Ptah de mens.En de mens wandelde op aarde en hij genoot ervan. De grazige dalen waren zacht onderzijn voeten; zijn neus dronk de geur der bloemen in en de smaak der vruchten was aangenaam op zijn tong. Wanneer hij op warme middagen in de schaduw rustte, kwamengazellen en snuffelden aan zijn handen; leeuwen gingen naast hem langs koele wateren enhij liep met het hert om het hardst.Maar de woorden van Ptah bleven in zijn hart weerklinken, zeggend: 'Ik ben; ik ben alleen';tot zijn eenzaamheid hem beklemde. En hij verliet die vriendelijke plaatsen der Aarde en inzijn wanhoop liep hij rond, zoekend naar een, die zijn eenzaamheid zou opheffen en in zijn

C62 V GODENTABLEAU

Page 5: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

benauwdheid riep hij de goden aan. En de grote Min hoorde hem en daalde neder opAarde. Toen legde hij een diepe slaap op de mens en terwijl hij sliep zei Min: 'Niet langerzult gij in eenzaamheid wandelen . . . . Nu zijt gij man en vrouw en samen zult gij verderreizen voortaan. En aan u beiden geef ik het vermogen van uw eigen lichamen andere temaken, die op hun beurt het Leven van Ptah in zich zullen dragen. En wanneer gij uwkinderen zult zien, zult gij hen koesteren, zoals uw schepper u heeft gekoesterd.'En ook maakte hij van alle dieren een paar; nu vorderde alles veel sneller, met jongen omte voeden en woning aan te geven en te beschermen. Want zelfs de planten hadden deel aandeze goddelijkheid en dieper staken zij hun wortels onder de grond om water te zoekenvoor hun rijpend zaad.In deze lang verleden tijden wisten alle levende dingen van hun verwantschap en in eenkoude nacht zocht een haasje warmte naast een machtige leeuw en de mensen waren deplanten en bomen die hen beschutten en hen vruchten gaven, dankbaar.

Want in deze, nu verdwenen dagen, toen de Aarde jong was, had niets zijn Schepper vergeten." 1

Over Osiris, Isis en Horus

• "Osiris was in de loop der tijden een van de Egyptische goden geworden. Hij was dezoon van de Zonne-god; zijn broeder was Typhoon-Set, zijn zuster Isis. Osiris huwde zijnzuster. Hij regeerde met haar over Egypte. De boze Typhoon verzon een middel om hem tevernietigen. Hij liet een kist maken die precies de lengte van het lichaam van Osiris had.Bij een feestmaal werd de kist ten geschenke aangeboden aan degene die er precies inpaste. Toen Osiris er in ging liggen schoten Typhoon en zijn makkers toe, sloten de kist enwierpen hem in de rivier. Nadat Isis het afschuwelijke gebeuren vernomen had, zwierf zij overal vertwijfeld rond omhet lichaam van haar echtgenoot te zoeken. Toen zij hem gevonden had kreeg Typhoon hemna korte tijd opnieuw in zijn macht. Hij scheurde hem in 14 stukken, die in diverse richtingen verstrooid werden. In Egypte waren verschillende Osirisgraven te vinden. Osirissteeg echter op uit de onderwereld en overwon Typhoon. Een straal van Osiris bescheenIsis, die daardoor de zoon, Harpokrates of Horus genaamd, baarde. -- Tot zover deze mythe.

Voorts:- de Griekse filosoof Empedokles neemt aan, dat eens het Ene Oerwezen in de vier elementen

vuur, aarde, water en lucht gescheurd werd, d.i. in de veelheid van het zijnde. De dingenin de wereld zijn dan de op verschillende wijze gemengde elementen, tot structuurgebracht door liefde en haat. Ontmoeten we iets, dan bevat het een deel van het Oer-Ene,van de in de elementen uitgegoten godheid. Maar deze godheid is er in verborgen, hijheeft eerst moeten sterven opdat de dingen konden ontstaan;

- in esoterische zin is er tussen kosmogenesis en antropogenesis een onlosmakelijk verband,hetgeen ook in de mythe zijn neerslag vindt: de scheiding van Osiris en Set betreft tevensde zich wijzigende betrekkingen tussen Zon, Aarde en Maan. In de evolutie van hetmenselijk wezen hield dit, toen de fysische omstandigheden op aarde nog totaal anderswaren, verband met het ontstaan van de ademhaling. Het is ook de tijd waarin geboorteen dood hun intrek nemen in het menselijk wezen en waarin dit laatste, bij het onderduikenin zijn lagere natuur, zich van zichzelf bewust begint te worden. Typhoon, de Windmaakte zich los van het licht der Zon. Osiris werkt echter alleen als licht der Zon.

V GODENTABLEAU C63

1 Grant: p.29-31.

Page 6: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

Bij de scheiding van de maan- Osiris wordt in een 'kist' gelegd die wordt uitgestoten inde zee van de wereldruimte - krijgt Osiris de opdracht het Zonlicht te reflecteren. Datgebeurt iedere dag in een andere gestalte: 14 fasen, van Nieuwe Maan tot volle Maan.De 14 fasen van Volle Maan tot Nieuwe Maan werden voor het Egyptische bewustzijngeregeerd door Isis.Parallel met de kosmische veranderingen krijgt het menselijk wezen zijn gestalte en komt descheiding der geslachten tot stand. Op aarde heerst nu Typhoon, de Wind: de mens is gaanademen. De longen, regulator van Set's invloeden, ontstonden als een innerlijke werkingvanIsis. Als ademhalingsapparaat worden die produktief door wat van Osiris uit op de menswerkt, ook in het strottenhoofd. Zo worden het mannelijke en vrouwelijke principe geregelddoor werkingen die uitgaan van Zon en Maan: in al het vrouwelijke iets mannelijks - hetstrottenhoofd, in al het mannelijke iets vrouwelijks - de longen. De Zoon, Horus, beschermden verzorgd door Isis, betreft het hart, beschermd, verzorgd onder de 'longvleugels'van Isis.Uit het hart komen de impulsen tot bezieling van de stem. Zo werken met betrekking totzijn hogere natuur die mannelijk-vrouwelijk is, Osiris en Isis in ieder mens.

Deze gedachten over wereld en mens, die boven de zintuig-ervaring uitgaan,kon de mystein de Osiris-mythe vinden. De goddelijk-scheppende kracht is in de wereld uitgegoten. Zijverschijnt als de vier elementen. God (Osiris) is gedood. De mens met zijn inzicht, dat eengoddelijk vermogen is, moet Hem weer opwekken; hij zal Hem als Horus (Gods Zoon,Logos, wijsheid) weervinden in de tegenstelling tussen: strijd (Typhoon) en liefde (Isis).Horus neemt de aardse taak van Osiris over, hij is de 2e weliswaar nog onvolmaakte, maartoch tot de ware Osiris strevende Osiris. De ware Osiris is in de mensenziel. Deze ziel iseerst vergankelijk. Maar haar vergankelijkheid is bestemd om het eeuwige voort te brengen.Bijgevolg mag de mens zich als het graf van Osiris beschouwen. - In Griekse vorm spreektEmpedokles zijn diepste overtuiging uit in voorstellingen die bij deze mythe aansluiten:Aphrodite, de liefde en Neikos de strijd, binden en ontbinden de elementen. N.B.: het weergeven van een mythe in een dergelijke vorm mag niet verward worden meteen slechts symbolische of allegorische duiding van mythen. Die is niet bedoeld. Debeelden die de inhoud aan de mythe geven, zijn geen bedachte symbolen voor abstractewaarheden, maar werkelijke belevenissen in de ziel van de ingewijde.

In andere bewoordingen:

Horus,...... in de Egyptische voorstelling de Schepper van de toekomstige aardemens. Het Hoger Ik dat diep verborgen aan alle menselijke krachten ten grondslag ligt.

Het is de Mens met de nimmer aflatende drang naar geestelijk Licht, daartoe voortdurend door de verborgen Isiskrachten aangespoord;

de aardse Zoon van de in de geestelijke werelden verborgen gebleven Osiris. De onzichtbare Mens van het streven naar het Hoger Zelf." 1

Tot zover deze aantekeningen.

C64 V GODENTABLEAU

1 (Reeds vermeld in deel A, onder 5.03) St.-GA008: p.67/70; St.-GA106: Leipzig, 08-09-08; St.-GA060: p.360/361.

Page 7: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

5.03: Een paar 'merkwaardigheden'

Wijnmalen zei destijds: 'Dit tableau zit vol merkwaardigheden'. Ter ondersteuning van deze uitspraak geven we hieronder een paar voorbeelden:

In elk van de 8 kolommen van het Godentableau is(we gaan hier voorbij aan het relatief eenvoudige bewijs)de som van 5 opvolgende waarden altijd deelbaar door 5,

verwijzing naar het Geestelijk Ego (de manifestatie daarvan betreft de Individualiteit).Bijvoorbeeld: An.1 + An.2 + An.3 + An.4 + An.5 = 45

Is.4 + Is.5 + Is.6 + Is.7 + Is.8 = 375Kn.12 + Kn.13 + Kn.14 + Kn.15 + Kn.16 = 2765; enz., enz.

De reeksen van het Godentableau ontstaan ook bij Inwikkeling van onderstaande Obelisken:TABEL 23

Sj. An. Os. Ho. Is. Kn. Pt. Sj.2

Golflengte 00 Golflengte 11 Golflengte 22 Golflengte 33 Golflengte 44

Omdat in de Obelisk van Ptah alle getallen van golflengte 3 voorkomen geldt dus ook dat - zie de tabellen 9 en 10 op p.41 -

Ptah H = 2 Pentagon H - 1

In een rij van het Godentableau geldt :Sj.H +An.H + Os.H +Ho.H + Is.H + Kn.H +Pt.H + Sj2.H = 8Rd.Sj.H

Tabel 24 laat dit zien voor de eerste 5 rijen.Het zijn getallen die aan bepaalde kwadraten vooraf gaan

(namelijk aan die van 'Golflengt 4 - 2').

V GODENTABLEAU C65

1

1 11 11 11 11 11 11 11 11 1Enz.

1

1 12 23 34 45 56 67 78 89 9Enz.

1

2 23 34 45 56 67 78 89 9

10 10Enz.

1

2 24 46 68 8

10 1012 1214 1416 1618 18

Enz.

1

3 35 57 79 9

11 1113 1315 1517 1719 19

Enz.

1

3 36 69 9

12 1215 1518 1821 2124 2427 27

Enz.

1

4 47 7

10 1013 1316 1619 1922 2225 2528 28Enz.

1

4 48 8

12 1216 1620 2024 2428 2832 3236 36Enz.

∇ ∇ ∇ ∇ ∇

8 = 8 Rd.1= 32 -1 = 2x 448 = 8 Rd.3= 72 -1 = 6x 8

120 = 8 Rd.5= 112 -1 = 10x12224 = 8 Rd.7= 152 -1 = 14x16360 = 8 Rd.9= 192 -1 = 18x20

Enz.

TABEL 24De som van de 8 getallen in iedere 'rij' van hetGodentableau, bedraagt 8Rd.Sj.; met anderewoorden de betrekking tussen 'hetgeen uitgaat,uitstraalt van Sjoe' en Spanningen (8). We voegdendaar nog 2 andere expressies aan toe, de laatste

uitsluitend bestaande uit Noet-getallen:

Page 8: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

De godenreeksen beginnen allemaal met 11 maar ook verder zien we hier en daar gelijkewaarden verschijnen bij twee of meer van deze reeksen. Men kan het als verwonderlijkbeleven dat in deze 'vormen-wereld van de goden'ook 71 verschijnt en wel als Os.8 en Is.6.

N.B.: het Goddelijk Kind, het Geestelijk Kind, resp. het Kind zonder Nageslacht,het Zelf, moge dan wel duizend keer met een dergelijke naam worden aangeduid,

in werkelijkheid staat het buiten elke vormgeving.We herhalen nu een deel van het Godentableau:

N.B.: hoewel het Godentableau wordt gepresenteerd als 8 reeksen, uitgaande van de ''11'', ishet wiskundig gezien alzijdig uit te breiden, ook tot in gebieden waarin negatieve getallenverschijnen, doch steeds vanuit eenzelfde wetmatigheid. Daarbij ontbreken de even getallenen van de oneven getallen nadert het percentage steeds meer tot 0. Waar de goden betrekkinghebben op alles wat tot openbaring komt, op de wereld van de vormen, is dat misschien ietsdat van belang kan zijn bij het speuren naar de innerlijke zin van dit Godentableau . . . .Het lijkt alsof Knoem, de Pottenbakker, als enige naar voren komt die met de materie temaken heeft, met de vormen, vormen die als zodanig onderhevig zijn aan opkomst en verval.Maar 'de goden' zijn zó in wetmatigheden ten opzichte van elkaar en met elkaar geplaatst, dathet noemen van de één eigenlijk al de anderen in zich houdt.

Nogmaals:hoe verwonderlijk is het dan dat ook hier ''7711'' verschijnt,aanduiding van het Geestelijk Kind,

in zijn betekenis van 'in de Eeuwigheid aanwezig te zijn'. 1

C66 V GODENTABLEAU

TABEL 25Sj.H = Sj.H+ 0Rd.V An.H = 1 + 2Rd.VOs.H= Sj.H+ 2Rd.V Ho.H = 1 + 4Rd.VIs.H = Sj.H+ 4Rd.V Kn.H = 1 + 6Rd.VPt.H= Sj.H+ 6Rd.V Sj.2H = 1 + 8Rd.V

VVllggnnrr.. nn1122334455667788

------ ------ Osiris15

111929415571

223322=

Horus15

1325416185

223311=

Isis17

17314971

117766=

Het totaal van deze 21waarden is 639 = 9x71, het Leven,

met betrekking tot hetGoddelijk Kind.

(71,de 21e Ondeelbare)

Totaal 408 = 24x17:de Volmaakte

Ontvankelijkheid aanduiding van hetgeenuitgaat, uitstraalt van

het Woord (21)

TABEL 26

11x21=

Rd.21

1 'FRAGMENT 16, d.d. 18-1-64', in het bijzonder p.56, linker kolom.

• •

Tabel 25 geeft de relatiemet de Radialen

De Inductie - zie hfst.VII -van de getallen 6, 7 en 8 is:

357=

21x17'Wat door het Woord wordt

voortgebracht'

Page 9: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

5.04: De 'Ontmoetingspunten' van de goden

De eerste rijen in het Godentableau laten zien dat na het gemeenschappelijke begin met '1'ook nog op andere plaatsen 'Ontmoetingspunten' optreden , doch na de 2e rij hebben die danwel een verschillend rangnummer en wordt de frequentie steeds lager. Tussen Horus en Isiszijn er na de '1' zelfs geen meer te vinden, bij Isis en Osiris daarentegen oneindig veel,

hetgeen dan te bewijzen valt. Beginnen we met het laatste.1

Duiden we het rangnummer van Osiris en Isis aan met m resp. n dan is 'per definitie'Os.m = m(m+1) - 1 en Is.n = 2n2 - 1.

Voor hun Ontmoetingspunten geldt dan dat m(m+1) -1 = 2 n2 - 1, dus dat

Dit betekent dat ieder getal dat zowel een 'Kwadraat' als een 'Radiaal' is, op eenOntmoetingspunt wijst van Isis en Osiris; de rangorde van het Isis-getal is daarbij de basisvan het 'Kwadraat' en de rangorde van het Osiris-getal van de 'Radiaal'. Nu is van de 2opeenvolgende getallen m en (m+1) uiteraard altijd één deelbaar door 2 terwijl ze, behalvede eenheid, geen enkele gemeenschappelijke deler hebben. Daarom kan Rd.m alleen eenkwadraat zijn als m een kwadraat is en dan tevens (m+1)/2; óf als m/2 een kwadraatis en dan

tevens (m+1). We vinden een oplossing indien van een getal N geldt dat(2N2 - 1) dan wel (2N2 + 1) een kwadraat is. Immers in die gevallen is:

Rd.(2N2 - 1) = N2(2N2 - 1) resp. Rd.(2N2) = N2(2N2 + 1).In beide gevallen is aan de voorwaarde voldaan, waarbij afwisselend

m = (2N2 - 1) resp. n = N√(2N2 - 1) en m = 2N2 resp. n = N√(2N2 + 1).

We vinden voor N een (soort) rij van Fibonacci 2 waarbij TT = 2TH + TV, uitgaande van T1 = 1 en T2 = 2:

V GODENTABLEAU C67

2N2 - 11 = 12

49 = 72

1681 = 412

57121 = 2392

2N2 + 1

9 = 32

289 = 172

9801 = 992

OOss..mm ==IIss..nn..1

712.449

83.2312.827.441

96.049.7993.262.865.761

N1

(1x2+ 0=) 22x2+ 1= 55x2+ 2= 12

12x2+ 5= 2929x2+12= 7070x2+29=169

Enz.

m12x2-1 = 122x2 = 852x2-1 = 49

122x2 = 288292x2-1= 1681702x2 = 9800

1692x2-1=57121

n1x 1= 12x 3= 65x 7= 35

12x 17= 20429x 41= 118970x 99= 6930

169x239=40391

TABEL 27

1 Uiteraard kunnen ook de andere 'Ontmoetingspunten' in het Godentableau berekend worden; het resultaatbood ons echter tot nu toe geen 'opening' naar hun betekenis, zodat we van verdere vermelding afzien.

2 De rij van Fibonacci is de oneindige rij (an)n= 1, waarbij a1 = 1, a2 = 2 en an = an-1 + an-2, voor n≥3.

Dat is dus de rij 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, 55, 89, 144, 233, . . . . . . . . N.B.: In het Godentableauspreken we van reeksen. We beseffen dat het misschien juister zou zijn om ook daar van rijen tespreken. We hebben echter bij een tabel dat woord soms voor iets anders al nodig.

n= ∞

n = 1: 1 + 1 √2n = 2: 3 + 2 √2n = 3: 7 + 5 √2n = 4: 17 + 12 √2n = 5: 41 + 29 √2n = 6: 99 + 70 √2

TABEL 28De Ontmoetingspunten van Osiris en Isis

houden ten nauwste verband met (1+√2)n daarhiermee achtereenvolgens de in tabel 27vermelde waarden van N verschijnen. Een en ander blijkt nog duidelijker in tabel 29.

n2 = m(m+1)= Rd.m2

Page 10: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

(11x1

)2=

(1)2

=R

d.(1

2re

sp.

Is.1

) =

Rd.

{(0+

1)

x

1

} =R

d.

1 =

11

= 1

+36

x0

(3x22

)2=

(6)2

=R

d.(3

2 -1

resp

.1+

Is

.2)

=Rd.

{(1+

3)

x

2} =

Rd.

8 =

369

=

36x

1(5

x7)2

=(3

5)2=

Rd.

(72

resp

.Is

.5)

=R

d.{(

2+5)

x

7} =

Rd.

49

=1.

225

1=

1+

36x

(2x1

7x1)

(17x

12)2

=(2

04)2

=R

d.(1

72 -1

resp

.1+

Is.

12)

=Rd.

{(7+

17)

x 1

2} =R

d.

2

88 =

41.6

169

=

36x

(17x

2)2

(29x

41)2

=(1

.189

)2=

Rd.

(412

resp

.Is

.29)

=R

d.{(

12+

29)

x41

} =

Rd.

1

.681

=1.

413.

7211

= 1

+36

x(1

7x70

x33)

(99x

70)2

=(6

.930

)2=

Rd.

(992 -

1 re

sp.1

+ I

s.70

) =R

d.{(

41+

99)

x

70}

=R

d.

9.8

00 =

48.0

24.9

009

=

36x

(33x

35)2

(169

x239

)2 =(4

0.39

1)2=

Rd.

(239

2re

sp.

Is.1

69)

=Rd.

{(70

+16

9)

x 23

9} =R

d.

57.1

21 =

1.63

1.43

2.88

11=

1+

36x(

70x5

77x1

122)

(577

x408

)2=

(235

.416

)2=

Rd.

(577

2 -1

resp

.1+

Is.4

08)

=Rd.

{(23

9+57

7)x

408}

=R

d. 3

32.9

28 =

55.4

20.6

93.0

569

=

36x

(577

x68)

2

C68 V GODENTABLEAU

(1x0

)2•

He

t R

an

gn

um

me

r-kw

ad

raa

tva

n Isi

s in

de

On

tmo

etin

gsp

un

ten

me

t O

siris

TA

BE

L 3

0

Ran

gnr.

van

Osi

ris

Som

van

deci

jfers

Ont

moe

ting

+1

Zie

wat

bet

reft

de g

etal

lenr

ij 1,

2,

5, 1

2, 2

9, 7

0,16

9, 4

08,

en

z. t

ab

el

XX

III.

De

ve

rsch

ille

n t

uss

en

op

ee

nvo

lge

nd

ete

rmen

van

dez

e rij

, n.

l. 1,

3,

7, 1

7, 4

1, 9

9, 2

34 e

nz.

zijn

hie

r te

he

rke

nn

en

a

ls d

e a

nd

ere

fa

kto

r va

n d

e p

rod

uct

en

.

1 2 3 4 5 6 7 8

2

•D

e O

ntm

oe

ting

spu

nte

n v

an

Isi

s e

n O

siris

TA

BE

L 2

91

= 7

0x(0

)

+ 1

71=

70x

(1x1

)

+

12.

449

= 7

0x(5

x7)

-1

83.2

31=

70x

(29x

41)

+ 1

2.82

7.44

1=

70x

(1x1

)

+

(1

69x2

39)

+

196

.049

.799

= 7

0x(5

x7)

+

(9

85x1

.393)

-1

3.26

2.86

5.76

1=

70x

(29x

41)

+

(5.7

41x8.1

19)

+ 1

110.

841.

386.

111

= 7

0x(1

x1)

+ (

169x

239)

+ (

33.4

61x4

7.321)

+ 1

1 8 1 8 1 8 1 8

Som

van

deci

jfers

1 2 3 4 5 6 7 8

72 =

12x

(1

x1)

x

(3

x2)

2.52

0 =1

2x

(3x

2)

x

(5x

7)85

.680

=12

x

(5x7

)

x (

17x1

2)2.

910.

672

=12x

(17

x12)

x (

29x4

1)98

.877

.240

=12

x (

29x4

1) x

(99

x70)

3.35

8.91

5.56

0 =1

2x (

99x7

0) x

(169

x239

)11

4.10

4.25

1.87

2 =1

2x(1

69x2

39)x

(577

x408

)PP

aarreenn

,, oo

k vo

or te

ste

llen

als

= 7

0x

(1x

1)2+

1=

70x

(

3x2)2

+1

= 7

0x

(5x

7)2+

1=

70x

(17

x12)2

+1

= 7

0x (

29x4

1)2+

1=

70x

(99

x70)2

+1

= 7

0x(1

69x2

39)2+

1=

70x

(574

x408

)2+

1

}} }} }} }} }}

}} }}

72x{

+ (1

x1)2 }

=72

x{ -

(1x1

)2+

(3x2

)2 }=

72x{

+ (1

x1)2

- (3x

2)2+

(17x

12)2 }

=72

x{ -

(1x1

)2+

(3x2

)2 - (

17x1

2)2+

(29x

41)2 }

=72

x{+

(1x1

)2- (

3x2)

2+

(17x

12)2-

(29x

41)2+

(99x

70)2 }

=72

x{ -

(1x1

)2+

(3x2

)2- (

17x1

2)2+

(29x

41)2 - (

99x7

0)2+

(169

x239

)2 }=

72x{

+ (1

x1)2

- (3x

2)2 +

(17x

12)2 - (

29x4

1)2+

(99x

70)2 - (

169x

239)2

+ (5

77x4

08)2 }

=

DDrrii

eettaall

lleenn

Enz

.; vo

lgor

de v

ande

Ont

moe

tings-

punt

en

To

elic

htin

go

p d

e v

olg

en

de

pa

gin

a}

N.B

: 72

is te

vens

te

zie

n al

s2x

(17+

19)

Enz

.; vo

lgor

de v

ande

Ont

moe

tings-

punt

en

Page 11: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

Toelichting bij de tabellen 29 en 30

Tabel 29 begint met de opsomming van de eerste 8 Ontmoetingspunten tussen Isis enOsiris, die naar blijkt snel in grootte toenemen. De som van de cijfers is afwisselend 1 en 8,een eigenschap die ze gemeen hebben met onder andere de machten van 71. Delen weze door 70 dan blijken ze een veelvoud van 70 te zijn + of - 1. Dit 70-voud is bovendieneen bijzondere expressie van de termen die we op pagina 51 zagen verschijnen in de rijTT = 2TH + TV. Bij de uitwerking hiervan valt iets merkwaardigs op, namelijk dat deOntmoetingspunten verschijnen in series van drie. Zie als voorbeeld de rangnrs.2 t/m 4 en5 t/m 7; de liefhebber kan dit voortzetten, het zijn uitsluitend getallen die verschijnen alstermen in de zojuist genoemde rij, resp. als de verschillen tussen die (opeenvolgende) termen.(Dat rangnr. 1 in dit beeld niet past is slechts schijn; zoals eerder opgemerkt zouden we hettableau - wiskundig gezien - ook kunnen uitbreiden tot de negatieve getallen.) Algemeen geldt:

de opeenvolgende Ontmoetingspunten van Isis en Osiris, in drietallen bijeen genomen, zijn een 70-voud + 1!

Voorts geldt:35 x (Ontm.H - Ontm.V) + Ontm.(V-1) = Ontm.T

resp.34 x Toename H - Toename V = Toename T

N.B.: de getallen nemen snel in grootte toe en zonder daartoe geëigende hulpmiddelen gaathet met de omvang van het rekenwerk navenant. Mede daaraan is het waarschijnlijk te wijtendat Wijnmalen de gedachte had dat na de 1 het getal 71 wel eens het enige Ontmoetingspuntzou kunnen zijn van Isis en Osiris. Dat bleek - toen we hem in '62 een voorloper van dezetwee tabellen stuurden - als zodanig niet juist, maar in het beeld van de drietallen met hunuitdrukking in Golflengte 70komt het op andere wijze tóch weer naar voren!

Nemen we de Ontmoetingspunten niet in Drietallen bijeen maar in Paren, zoals te zien isaan de rechterzijde van tabel 29, dan verschijnen 12-vouden van uitdrukkingen die zijnsamengesteld uit termen van de rij TT = 2TH + TV (uitgaande van 1 en 2) én van verschillentussen opeenvolgende termen. Ze zijn bovendien te schrijven als 72-vouden vanuitdrukkingen die nog op andere wijze zijn samengesteld met behulp van genoemde rij.

Uit het bovenstaande blijkt dus:

Drietallen van opeenvolgende Ontmoetingspunten van Isis en Osiriszijn een 70-voud +1,

Paren daarentegen zijn een {2x(17+19)}-voud en dus ook een12-voud.

Door de afwisseling van '+' en '-' die optreedt bij het schrijven van de Paren als 72-voud,zien we bij het paarsgewijs bijeen nemen van opeenvolgende Paren dat

72 x het Rangnummer-kwadraat van Isis bij Ontmoeting H == Ontmoeting V + 2 x Ontmoeting H + OntmoetingT.

Dit Rangnummer-kwadraat van Isis zien we ook aan de linkerzijde van tabel 30, inrelatie met de al eerder genoemde rij TT = 2TH + TV (uitgaande van 1 en 2). De anderefaktor van de hier weergegeven produkten betreft steeds het verschil met de volgendeterm. De Ontmoetingspunten met oneven resp. even volgnummer geven in deze tabelbij bepaalde uitdrukkingsvormen eigenaardige verschillen, tot uiting komende in het alof niet verschijnen van een afzonderlijke 1. Voor de relatie met 36 = 17+19 hebben we -tot dusver vergeefs - gezocht naar een 'mooiere' uitdrukking. - Tot zover de toelichting.

V GODENTABLEAU C69

Page 12: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

C70 V GODENTABLEAU

FRAGMENT 19,d.d. 08-02-64 1

“Het is in de afgelopen maanden welgebleken, hoezeer deze getallensymbo-liek, voordat je er zelf erg in hebt, in eenveelheid doet terechtkomen die bijkansalle mogelijkheden biedt om te kijkennaar waar het níet om te doen is. [...]Een bijzondere plaats temidden vanallerlei functies die Dr.W. destijds heeftaangeduid, wordt ingenomen door hetdoor hem zo genoemde Goden- ofHermetisch tableau; een merkwaardiggetallenveld, streng wetmatig in al zijnonderdelen, waarvan hij mij kort voorzijn dood zei:

'Ik weet eigenlijk zelf niet meer hoe ik daar nu toe gekomen ben!' ” [...]

“Mag ik even een vraag stellen? Waar haaltde Pottenbakker [Knoem] zijn materiaalvandaan? Uit het verleden? [...]Wanneer we aannemen dat het uit hetverleden komt, dan bedoel ik beslist niethet verleden van het heden-van-nú. In dézetijdsmarge waarin wij dan - voor zover wijdat kunnen begrijpen - een openbaringbeleven. Maar dan bedoel ik dit eigenlijkvoor dát wat zich geopenbaard heeft - alsde altijd aanwezig zijnde mogelijkheidvoor Openbaring. Waarin dus het heden enhet verleden van de naar ons toe komende

openbaring gevat ligt. Niet als een produkt,maar als een eigenheid die een weg moetterugvoeren naar het onnaspeurlijke verleden.Want onze voorlichting uit het heden isnatuurlijk constant; daaruit kunnen wij eenverleden constateren. Maar dit heden watwij ondergaan, kan voor ons nooit bepalenóf het wel een heden is, óf wij eigenlijkniet leven in een heel ver verleden - dat wijbeschouwender wijs dan verleden noemen.En alles wat u hier dan als zeer bijzondereen zeer wijde perspectieven geeft van ditGodentableau, is dát nu eigenlijk niet hetmateriaal voor de Pottenbakker, waarvoorde verschillende goden garant staan alsinwikkeling en ontwikkeling? Dat is mijnvraag.”

“Het laatste wat u noemt wijst me opiets waar ik tot dusver nooit op gekomenben. Het Godentableau zou dan eenbeelding zijn van wat de Pottenbakkeraan materiaal wordt voorgelegd enwaarvoor de andere goden dan garantstaan. Het is een wonderlijk beeld."

“Omdat het een indruk geeft alsof de ENE,waaruit alles voortkomt, de verwantschaponder de goden bezegelde voor húnmogelijkheid in de vormgeving. Waar ikonmiddellijk de waarschuwing tegenoverplaats die door Jezus werd gegeven: EénGod! Enzovoort. Nu komt het ontzettendmoeili jke voor ons mensenkinderen.Wanneer in ongelofelijke hoogten enverten, zoals hier wordt aangegeven,verschijningen van deze goden plaatsvinden- op hun Godentableau aanwezig met hetgegeven materiaal - dan staat zo'nmensenkind met het gegeven materiaal voorzijn leven in een heel vreemde apartheid.Is die apartheid waarborg voor zijnbehoud of voor zijn ondergang?Want als dit alles tot je doordringt - als mens- dan is dit van een zodanige verpletterendeaanwezigheid, dat die zich zeker openbaartin het natuurwetmatige, in het biologisch-

1 In de Inleiding op p.11 en met de noot op p.16is al te kennen gegeven dat deze ingevoegde'gespreksfragmenten' er mogelijk toe kunnenbijdragen dat niet alleen maar naar de 'buiten-kant' van de getallen en de getalsbetrekkingenwordt gekeken. Het Godentableau in hetbijzonder zou zich anders al spoedig kunnenpresenteren onder het mom van een getallen-spelletje, hoewel het uiteraard een iedervrijstaat om het als zodanig te beschouwen.De 'FRAGMENTEN' zelf behoren echter, in de'belichting' die ze geven, evenmin tot hetgangbare alledaagse; ze vragen af en toemisschien meer aandacht dan een haastige lezerresp. haastige beoordelaar ter beschikkingmeent te hebben.

Page 13: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

V GODENTABLEAU C71

wetmatige, waaruit onze vorm is opgebouwd;vandaar onze binding met de Pottenbakker.Maar waartoe verbindt zich de Pottenbakkermet ons tegenover onze vorm - die aan onsgezag verder overlaat een oogje in het zeilte houden of hoe we daarmee omspringen,omdat het een onontbeerlijk geheel is vanhet Godentableau als vórm?”

“Zijn de goden, in de wetmatigheidwaarin zij zijn ingetreden, evenals devormen die de Pottenbakker maakt,slechts 'gemotiveerd' in de dienst aanhet leven?”

“Dus bezijden het wezen!”“Ja, maar het wezen dienend!”

“Behalve wanneer de - wat zo heel merk-waardig is in deze tijd van openbaringwaarin wij leven - de vormen een ongekendevrijheid geven, tot en met de verschuivingvan het wezens-einde.”

“Houdt dit verband met de illusie?”“Ja, die de goden zich stellen om God zelfte willen doen afschrikken van Zijn eigenvorm, in een soort [zie p.72, rechterkolom]van homogenebelijdenis die zij dienennoemen en die zijn ontzaglijke terugslagop het ogenblik over de ganse wereldheeft. Men dient de vorm, men dientnergens het wezen.Zodat de nabijheidvande goden en het Godentableau, je zou bijnazeggen een angstwekkende realiteit gaatworden. Is dit dan als beproeving op hetwezens-echte,in wat God heeft aangewezen:de méns?”

“Hangt dit er mee samen dat het in zijnwerking het verlangenoproept?”

“Ja, vooral, nietwaar? Dat de verbluffendenabijheid van de goden en hun tableau metde Pottenbakker erbij, zo'n ontzaglijke rukgeeft aan het wezensechte in ons, dat hetverlangen naar het wezensechte niet teoverbluffen is door deze hele hiërarchie.”

“Kan het ook zijn dat wat Dr.W. naarvoren heeft gebracht als symboliek, eenmogelijkheid zou kunnen inhouden om

wat u daarnet zei te doorzien - maar danniet in de symboliek in eigen leven?”

“Nu, ik denk niet dat het te doorzien is doorde overmachtigheid van de vormgeving,maar dat het een kwaliteits-werking is vanhet onaantastbare, dat ons als mens al danniet is gegeven. ” [...]“Dus dat het voor de mensheid op hetogenblik zo'n ontzaglijke - ja, hoe zal ik hetzeggen - bewustwording van wat er eigenlijkmet de mensheid aan de orde is en als hetware boven zijn hoofd wordt uitgespeeld;waarin hij óf afgeschoven wordt als nietbestand tegen de toetsing van de goden enhun werkingen - of daar radicaal bovenuit . . ”

“Geheven wordt. Of gaat?”“ Is - is qua kwaliteit niet aan te tasten. Ja,ik zeg het u als een vraag! En ik komterug op de allereerste Doorgeving die wijde eerste ochtend hebben gehad, namelijk:dat er in alle vormgevingen van allerleibewegingen, dat daar een genade-uitstortingzou komen voor nieuw leven. Wat mijontzaglijk hoopvol in de oren klonk, omdatde verheerlijking van vormgeving, vooralvan subtiele vormgeving wel eens een heelvreemde klip zou zijn, niet voor het 'ik'maar voor het menselijk wezen. Want het 'ik' is natuurlijk altijd te vangenvoor vormgeving, altijd! En nu - indien zichdit doorzet in de sferen van de openbaring,waarin wij mensen dan reilen en zeilen -wanneer zich dit doorzet en het menselijkwezen daar werkelijk tegen bestand is; danverdwijnt er toch een onbegrijpelijke enonvoorstelbare wereld van vormgeving - alswaan én als dromerijen van de goden! Hetis maar zo'n klein stukje realiteit dat ik ophet oog heb, hoor! Want wáár wij kijken inde wereld, daar kraakt alles aan bestaandevormgeving - dat is overal waar te nemen.Misschien in een hunkering naar nieuwevormgeving - dat weet ik niet. Maar als umij vraagt, dan staan de goden er slechtvoor - op het ogenblik!

Page 14: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

C72 V GODENTABLEAU

De kwaliteit van de mens is zó, dat wanneerhij visie krijgt op datgene wat voor hemafgrond betekent, hij geen stap verdergaat. Dat doet hij niet! Een dier gooit zichin de afgrond, nietwaar, omdat hij het nietwaarneemt.”

“Mag ik die laatste zin nog even horen.”“De kwaliteit van het menselijk wezen is zodat wanneer hij zich bewust wordt van eenafgrond - of deze zichtbaar is of aanvoelbaarin deze ganse goden-manifestatie - dat hijgeen stap verder doet, wanneer hij voeltdat dit zijn ondergang zou zijn. Dat is dekwaliteit van het menselijk wezen!En nu zijn we kinderlijk en kinderachtiggenoeg om te denken dat ons hele leventjezich concentreert op het doen van dezestappen of op het ontwijken daarvan in onsmilieu, in ons familieleven, in ons maat-schappelijk leven; maar dát is maar eenzoveelste uitvloeïing van wat u daar neerzet[als het Godentableau].Waarin Jezus natuurlijk, in Zijn status vanallerhoogste menswording, geen beletselhad om een verleden of een toekomst in éénblik gade te slaan; maar natuurlijk zag waarhet heenging en die simpele waarschuwinggaf: 'Eén God'! Wat u hier vanmorgen allemaal hebtgetekend in al z'n waardebepalingen vind ikdaarom zo bijzonder omdat we het als hetware in onze zak mee kunnen nemen naarhuis en focussen op het wereld-gebeuren,op wat er dan aan de orde is. We zullenherhaaldelijk weer hierop, op deze strijdmoeten terugkomen. En nu durf ik niet tezeggen dat ze (die goden) een onderlingestrijd hebben - want dan zou je zeggen: alsdat zo is dan valt 't helemaal uit elkaar!Maar om homogeen [zie ook het middenvan de rechter kolom] te blijven wanneeronder de goden zelf de grond begint tetrillen en te beven - nu, wanneer we datbeleven . . . dat behoeft geen ondergangvan de aarde te zijn, hoor; maar de aarde

zal wel een flinke klap beleven.Wij moeten ophouden met al te simplistischover het Leven te denken; juist nu!”

“Kunnen we de goden ook niet zien alsprojectie van dynamieken in ons, in demens? [...]”

“Dat weet ik niet, daar ben ik het niet meeeens. Maar dat zal wel blijken wie hetmachtigste is, het menselijk wezen - datnatuurlijk een mysterie is - óf de projectiesvan de goden naar ons en wij weer terug, inzijn aanvaarde wisselwerking. En dat bedoelik, dát moeten wij op het ogenblik niet tesimplistisch opvatten; omdat er iets rammeltwat zijn weerslag vindt in de wereld; waargeen vorm kan blijven zoals hij is. ”

“Is het dan mogelijk om constructiefgeen responsie te geven?”

“Het is prettig dat u dat vraagt! Het is eenheel goede vraag. Wat ik hier straks hebgezegd, dat gaat bij u - ieder op Uw eigenwijze - naar binnen. Dat kan erkenning zijn. . . halve erkenning, miskenning enz. Endie bepaalt de graad van ons vermogen.Wanneer wij dus een volle erkenninghebben, die een graad van vermogenoproept maar die niet voldoende is omstand te houden, dan is daar die Ene God.Kies dan maar die Ene God!”

“Om ons te helpen of om te zwijgen?”“Om te helpen, natuurlijk!” [...]

“[Verkort] Elk Knoemgetal is H3-V3,met andere woorden wat in het heden totstand komt verminderd met wat in hetverledentot stand kwam. [...]Aan elk Knoemgetal werkt als het warehet hele ('voorafgaande') Godentableaumee, want het is allemaal horizontaal enverticaal met elkaar verbonden.”

“Dat is die homogeniteit, die ik bedoel.” [...]“Dit is juist de lus die ons om de hals wordtgegooid. Want om de toekomst bij wijzevan spreken in de zak te hebben - aan deene kant het heden en aan de andere kanthet verleden - dat geeft een machtsgevoel

Page 15: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

V GODENTABLEAU C73

wat niet van de aarde maar wel van hetGodentableau kan komen.”

“Ik kwam hierop, omdat u zo vroeg: waarhaalt die Pottenbakker zijn materiaalvandaan? En toen dacht ik ineens aanH3-V3. Misschien was het foutief dat ikdit dacht?”

“Nee, ik begrijp u heel goed.”“En dat dus elke voorafgaande vorm inKnoem tot de volgende vorm komt endaar hebben wij - geloof ik - niets aantoe te voegen; dat gebeurt vanuit hetGodentableau. Misschien kunnen wijer iets aan toevoegen, dat weet ik niet,maar . . . ”

“We kunnen weigeren!”“Dat kunnen we, ja.”

“Dat is wat ik bedoel. Want als wetoevoegen, dan zijn we handlangers. En ditis zoiets ontzaglijks, nietwaar? Wanthandlanger hierbij te zijn, in de wereldsemachtsconstellaties, dat is al een heelvreemd en hachelijk bestaan. Maarhandlanger te zijn, hier, zoals we 't hierzien, wat natuurlijk de hele wereldsemethodiek bij wijze van spreken zelf heeftgeprojecteerd door middel van onzeonschuld, totdat we een zekere volwassen-heid krijgen; dan zeg je: daar pas ík nuvoor! Dan wil ik wel eens zien wat megebeuren kan! - Vertrouwend op deonaantastbare wet van de Geest.”

“Gaan deze goden niet terug naar hetbegin der Schepping? Al in de 1beginnend?”

“Het zou kunnen, maar ik geloof het niet!”“Ziet u, zoals . . . wezens . . . . . bestaanvan zichzelf overwinnen.”

“Ja, en dan gevoed door iedereen die zemaar voeden wil. Maar ik geloof, voor mijngevoel, voor zover een mens natuurlijk zoterug kan zien in een verleden wat altijdboven een soort van verleden en toekomstuitgaat - dat het eigenlijk, dat ze eigenlijkontstaan zijn uit de 'hilariteit' 1, toen de

Pottenbakker materiaal moest hebben."“Ontstaan uit de 'hilariteit'?”

“Ja, op het moment toen de Pottenbakkerzijn materiaal moest hebben. Bij elkaar har-kend en rapend uit het verleden, wat bovenhet verleden en de toekomst van nu staat.”

“Wat bedoelt u met 'hilariteit'.”“Met 'hilariteit' bedoel ik dat de uitgestortekiemzetting van voortleving in onzeSchepping een plotselinge aanwezigheidwerd, waarin aanwezigheden zich toteen geheel vormden - in een controverseaanwezigheid tegenover de planmatigheid,die in de kiem-uitstorting aanwezig was.Wat we ook zo duidelijk in onszelfterugzien, nietwaar: de kiemuitstorting vanons wezen is zo gans anders dan wat wij inonze vormgeving naar voren brengen; datis één grote huichelarij tegenover onswezen zelf.Met andere woorden: je kunt altijd in jezelfterug-opdiepen wat zich in het onbegrensdemanifesteert in een Schepping. En dat isnu zo hoopvol. Zodat je kunt zeggen: demens is toch nog zo'n raar ding niet, wanthi j beschikt over een ongelofel i jkspiegelwerkend vermogen; wat hij rustigkan bekijken en dan toch nog meneerPieterse en meneer Jansen blijft. U ziet hoeontzaglijk of dat alles uit elkaar ligt entoch ergens z'n puntje houdt; zodat je kunt

1 Zoals te verwachten wekte het gebruik van ditwoord in déze context enige verwondering, het-geen blijkt uit de twee vragen. Het eigenaardigeantwoord op de laatste vraag wekt echter hetvermoeden dat op de achtergrond de klank vanhet Griekse woord 'hylè', 'materie',een rolheeft gespeeld, overigens niet op grond vanenig etymologisch verband. In hoeverretegendeze achtergrond in de illusoire wereld van degoden het woord 'hilariteit' dan medeop zijnplaats is, is voor een ieder ter overweging.Misschien niet geheel terzijde: volgens vanDale leert het hylozoïsmevan de oudeIoniosche filosofen dat alle stof leeft en alleleven aan de stof gebonden is.

Page 16: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

C74 V GODENTABLEAU

zeggen: dat is mijn leven. Waarmee zichmeteen bevestigt dat niet alleen eensterrenstelsel het middelpunt van het heelalis, maar dat ieder mens het middelpunt isvan het heelal. Maar - onder ons gezegd -wat moeten wij er mee doen? - Ik kan mebegrijpen dat men dan denkt: nu, ik ga strakslekker een kopje koffie drinken, want . . . ”

“Dan voeden we de goden!” “Ja, dat is zeer juist! Behalve dat de - dater een moment van ontmoeting met henis geweest, waarin je - vertrouwende opde wet van de Liefde - je koffie gerustkunt drinken. Dit geeft een ontzaglijkevrijheid, wilt u dat geloven! Want hierkan een mens met recht zeggen: ergebeurt mij niets!”

“Dat geldt altijd tegenover de magie;als de mens zich niet daardoor laatimponeren, dan doet de magie ook niets?

“Nee. dat kán ook niet.”“Wanneer het wezen zich vrijhoudt van- weer - de begoocheling!”“Het idee is dus dat je wel diegodenvormen gebruikt, maar dat je erboven moet staan, zo dat ze geen machtover je hebben.”

“Je moet juist niets van ze gebruiken. Nee,natuurlijk niet! Wanneer men weigert dezebroden, die stenen zijn, te eten, op gevaaraf te verhongeren, dán opent zich eenandere dimensie, waar we ademen kunnenzonder ons telkens te verslikken in stenen.

“Prototypisch voorbeeld van een van degoden is de zogenaamde 'moderne voor-uitgang', om maar een van de dingen tenoemen waar zo alles aan geofferd wordt,waarvan we weten dat het niet . . .”

“Ja, maar dat is echt de zoveelste uitwate-ring; zodat we in het maatschappelijke levengaan zeggen: dat moet je niet te simplistischopvattten. Dat is een uitvloeisel ervan.Je ziet hoe eenvoudig figuren, mensen,situaties, verenigingen - waar je ik weet

niet wat op hebt gebouwd - ineens zóstaan te zwaaien en te wankelen.Gehoorzamend aan de verbondenheidhiermee en niet opgewassen tegen dedoorstroming van de Liefde.

“Houden we dat dan zelf tegen?”“Het is eigenlijk zo, dat juist door die wetvan de Liefde een mens elke dag en alleuren van de dag, zelf de keus mag bepalen.Mits hij de consequentie aanvaardt.”

“Hoe denkt u dat dan de bedoeling vanDr.W. is geweest om dit te geven?”

“Het is vast niet zijn bedoeling geweest alseen opzettelijkheid. Ik geloof dat dáteigenlijk helemaal langs hem heen isgegaan omdat hij tenslotte stond achter watik u straks zei: één God! Nietwaar?Maar zelfs de duivel kan dienst doen.Omdat het onder God staat. En wanneerDr.W. dit letterlijk is overkomen, zoals hijons ook allen heeft verteld, dan is voorhem daarbij aanwezig geweest de dureplicht om het zó te doen en niet anders.Dat betekent niet dat hij daaraan onder-worpen is geweest. Dat is het nu juist.Daardoor is dat zo ontzaglijk moeilijk voorhem geweest. Kunt u dat begrijpen? Wantdeze mens kon het natuurlijk ook maar nietzo tussen vinger en duim op tafel leggen,wanneer hij het over deze dingen had.Maar hij heeft nooit verzuimd om er nietalles uit te halen wat er maar uit te halenwas - omdat, wanneer hij dat niet hadgedaan, hij in hoogste instantie zijn plichtniet had gedaan. De instantie die hij bovende goden wist, nietwaar?”

“Ik bedoel ook dat hij hiermee niet heeftaangegeven dat we ons alleen aan dezegoden moeten vasthouden, maar dat wijtoch tot die Eenheid moeten komen . . .”

“Welnee, hij heeft een opening gegevenaan wat ik zonet zei: aan van alles wat weniet te simplistisch op moeten vatten vanvormgeving, vormverheerlijking - voor

Page 17: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

V GODENTABLEAU C75

zover als het maar te zien was. Dat is ietsontzaglijks. Bij de ontdekking van hetgetal 71, het Geestelijk Kind, waar wij danop werden geattendeerd, kon de man dithaast niet uitspreken of de ontroering golfdeuit hem weg. Het Geestelijk Kind - Dr.W.noemde het ook het Kind zonder nageslacht- niet het godenkind! Daar hebt u 't. Endat is zo ontzaglijk in het werk van hem,dat dan plotseling daar doorheen, door dehele systematiek waar hi j al les opgebouwd heeft heen, iets komt van hetEeuwig Zich Voltrekkende, dóór hetGodentableau heen.”

“Maar wat dan zo treft is dat dát in ditmateriaal van Knoem nog te herkennenvalt - als aanwijzing. Hangt dat nu samenmet de eerder gestelde vraag [zie p.70,rechter kolom, cursief]: is het waarborgvoor zijn behoud of ondergang? ”

“Ja, precies. Men kan het koesteren enmen kan het verwerpen. Maar daar isnatuurlijk herkenning voor nodig.”

“Van de aanwijzing?”“Van de vruchtzetting, nietwaar - de boomder kennis en zijn vruchtzetting.”

“Wat is uiteindelijk het verschil tussenondergang en verlossing?”

“Dat hangt er natuurlijk van af wat wij inonze menselijke voorstelling daarvanwaarnemen. Maar er zijn toch momentendat iedereen weet dat je door het Mysterieverslonden zult worden - verzwolgen! Danis er ook geen ondergang maar overgave.Getoetst aan onze kwaliteit - zijnde eenschepsel in deze mysterieuze Schepping.Wanneer we dan - voor zover we weten -hier 40 à 50 jaar bewust zijn en maar zo'nbeetje in een cirkeltje doordraaien, totdater opeens wat gebeurt waardoor we er uitmoeten; dan is dat al zo'n mysterie. Daarzijn duizenden theorieën over, dat weet ikwel, maar, lieve mensen wij moeten daarvandaag of morgen in ons eentjedoorheen

- dóór dat mysterie. Dat ís zo. Dat zijn devaste punten.Evenmin als wij wisten, dat wij vanuiteen andere bestaansgrond hier wordengezet en er doorheen zijn gekomen. Metde herkenning van; ja, wat wil ik nu nogbeweren in mijn leven; in het jaar zoveel,op de zoveelste dag, om zo laat, daar was,is er - er tussen in! En alles lag voor je, inje wieg. Oók je lot. Dat lag er ook, bij hetwarme kruikje, enz. En nu is het merkwaardige wat je waar kuntnemen, dat is hoe verbijsterend zo'n heleSchepping op je af kan komen als mens, ditgeen ondergang geeft, maar bewustwor-ding. Dát geeft het! Want het hier in dewieg te zijn neergelegd heeft ons na zoveeljaren bewustzijn gegeven, bewustwording.Zeer waarschijnlijk in de overgang vooropnieuw een andere bewustwording diegepredestineerd is. En dit wekt altijd dediepste belangstelling op voor het levenzelf, nietwaar, je eigen leven en hét Levenen hét Leven van de mensen!” [...]

“Er staan oneindig veel getallen in hetGodentableau, maar het overgrote deelstaat er niét in.”“En daar gaat het óm?”“Dat zeg ik niet!”“Nee, dat vraag ik!”

“Het is zeer zeker waar dat de totstand-koming van deze hele theorie ontegen-zeglijk op onze bewustwording werkt.Bewustwording van de goden en van God.Dus het is een zeer rechtstreekse remedie,geheiligd omdat hij aan Dr. W. werdgeschónken. En u ziet - het is altijd zobijzonder met deze dingen - u ziet hoedeze man in al zijn eenvoud en zoekennaar zuiverheid, zoeken op zijn wijze, zóhoog opgeheven kon worden om dit alseen momentelijke ervaring als matrijs inzijn ziel gelegd te krijgen.”

Page 18: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

5.05: De 88e Inwikkeling van de eerste 77 rangnummers in het Godentableau

In hoofdstuk IV spraken we over Inwikkeling. Dat kan natuurlijk ook toegepast worden opde getallenreeksen van het Godentableau. Voorts kunnen we die bewerking opnieuwtoepassen op het bij de eerste keer verkregen resultaat enz. In de tabellen 31 t/m 38 is ditgedaan voor de eerste 7 rangnummers van elk van de Godenreeksen en wel tot en met de8e Inwikkeling. Het merkwaardige feit doet zich dan voor dat dit in alle gevallen eenbetrekking doet verschijnen met . . . . . . . . 11000011, . . . . . . . . als verwijzing naar

iets dat voert tot Inwijding, niet de Inwijding zelf(zie in dit verband de Voorbeelden-index van deel A).

C76 V GODENTABLEAU

R 1a 2n 3g 4n 5r. 6

7

13579

1113

1e Inw.149

16253649

2e15

14305591

140

3e16

2050

105196336

4e17

2777

182378714

5e18

35112294672

1386

6e19

44156450

11222508

7e1

1054

210660

17824290

8e1

1165

275935

27177007 ⇒ 7 x 11000011

Sjoe

R 1a 2n 3g 4n 5r. 6

7

137

13213143

1e Inw.14

11244576

119

2e15

164085

161280

3e16

2262

147308588

4e17

2991

238546

1134

5e18

37128366912

2046

6e19

46174540

14523498

7e1

1056

230770

22225720

8e1

1167

297106732899009 ⇒ 9 x 11000011

Anubis

TABEL 31

TABEL 32

R 1a 2n 3g 4n 5r. 6

7

15

1119294155

1e Inw.16

173665

106161

2e17

2460

125231392

3e18

3292

217448840

4e19

41133350798

1638

5e1

1051

184534

13322970

6e1

1162

246780

21125082

7e1

1274

320110032128294

8e1

1387

4071507471913013 ⇒ 13 x 11000011

R 1a 2n 3g 4n 5r. 6

7

15

1325416185

1e Inw.16

194485

146231

2e17

2670

155301532

3e18

34104259560

1092

4e19

43147406966

2058

5e1

1053

200606

15723630

6e1

1164

264870

24426072

7e1

1276

340121036529724

8e1

1389

42916395291

15015 ⇒ 15 x 11000011

Osiris

Horus

TABEL 33

TABEL 34

Page 19: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

V GODENTABLEAU C77

R 1a 2n 3g 4n 5r. 6

7

17

1731497197

1e Inw.18

2556

105176273

2e19

3490

195371644

3e1

1044

134329700

1344

4e1

1155

189518

12182562

5e1

1267

256774

19924554

6e1

1380

336111031027656

7e1

1494

43015404642

12298

8e1

15109539

20796721

19019 ⇒ 19 x 11000011

R 1a 2n 3g 4n 5r. 6

7

17

19376191

127

1e Inw.18

2764

125216343

2e19

36100225441784

3e1

1046

146371812

1596

4e1

1157

203574

13862982

5e1

1269

272846

22325214

6e1

1382

354120034328646

7e1

1496

45016505082

13728

8e1

15111561

22117293

21021 ⇒ 21 x 11000011

R 1a 2n 3g 4n 5r. 6

7

19

234369

101139

1e Inw.1

103376

145246385

2e1

1144

120265511896

3e1

1256

176441952

1848

4e1

1369

245686

16383486

5e1

1483

328101426526138

6e1

1598

42614404092

10230

7e1

16114540

19806072

16302

8e1

17131671

26518723

25025 ⇒ 25 x 11000011

Isis

Knoem

Ptah

TABEL 35

TABEL 36

TABEL 37

TABEL 38R 1a 2n 3g 4n 5r. 6

7

19

254981

121169

1e Inw.1

103584

165286455

2e1

1146

130295581

1036

3e1

1258

188483

10642100

4e1

1371

259742

18063906

5e1

1485

344108628926798

6e1

15100444

15304422

11220

7e1

16116560

20906512

17732

8e1

17133693

27839295

27027 ⇒ 27 x 11000011

Sjoe2

Sj. Os. Is. Pt.7x 13x 19x 25x ⇒ totaal 64x11000011

An. Ho. Kn. Sj.2

9x 15x 21x 27x ⇒ totaal 72x11000011Totaal generaal 136x11000011 resp. 11000011 RRdd..4422

TABEL 39Samenvatting

Rangschikken we deze betrekkingen met 11000011 op de wijze zoals hieronder in tabel 39 danverschijnt in de 2 groepen een relatie met Golflengte 6, doch zodanig dat iedere

overgang door de ander wordt verdeeld in 2 en 4.

Page 20: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

C78 V GODENTABLEAU

FRAGMENT 20,d.d. 08-02-64 “Horus is ook te zien als de schuine zijdevan een [rechthoekige] driehoek, met Sjoeals indaling. Nu viel mij laatst het volgen-de figuurtje op [meer hierover in hfst.VI ]:

Met andere woorden: bij Indaling vanSj.3 in wat als 'Weerstand' gezien kanworden, hier naar voren komende als 2Karma, krijgt u als schuine zijde, alsnieuwe indaling, de Rd. van Sj.2. EnKarma is aan te geven als Rd.V x Rd.H[zie p.43]. Dat is nu zo eigenaardig metdeze figuren; wanneer u mij zou vragenwat wil je er mee zeggen dan kan ikalleen maar antwoorden: niets! Maar diefiguur, díe zei mij iets, op het momentdat dat zo 'spelenderwijs' naar vorenkwam. Als u mij daar naar vraagt dankan ik dat niet anders onder woordenbrengen dan als: het sprak mij áán! En zogaat het mij constant met deze getallen,zolang ik er mee bezig ben. Anders wasik er niet mee bezig geweest, had ik erniet mee bezig kúnnen zijn”

“Mag ik u eens vragen, de figuur die u daarhebt, een vraag op de man af: hoe doet u datnu aan. Ik kan niet vragen aangenaam ofonaangenaam, maar verlichtend, begrijpend,boeiend? De indaling van Sjoe, nietwaar,bijvoorbeeld naar Karma; waar Karma inwezen is: mogeli jkheid voor verdervormvereren,verder doorzetten van devorm-mogelijkheid. Daarom is het zoprachtig, als figuur.Je laat het maar op jeinwerken; u hoeft er ons dan ook geenantwoord op te geven, want u zwijgtwijselijk. Maar zó staat het toch!”

“Deze figuur kwam naar voren in okt. '63,

maar ik zou echt niet durven zeggen datdie met wat vanochtend naar voren kwam[zie FRAGMENT 19] niets te maken heeft.”

“Het heeft er alles mee te maken. Want datKarma is natuurlijk verder doorzetten vande vorm-mogelijkheid, vormverering:stabilisatie van vormverering. U ziet watwe aan Sjoe hebben.”

“Er hoort nog een aantekening bij die ikvond in de notities van Dr.W. Het betreftde Rd. van de Isis-getallen. - Voorbeeld:

Met andere woorden: de Radiaal vanIsis is de Inwikkeling van Sjoe3.”

“En bevestigt die homogeniteit niet weinig!”“U zou het misschien in andere bewoordingen kunnen noemen: watuitgaat, uitstraalt van de Grote Moeder isde samenvatting (de Inwikkeling) vanwat tot stand komt (de derde macht) doorSjoe! En de 'Winkelhaak' van deze drie-hoek is de betrekking tussen Sj.2 en Isis.”

“Zodat dus de Grote Moeder de kans biedtvoor de ongetelde vormen via Karma. Ja?”

“Het moet wel haast, zou je zeggen.”“Dan is dus de Grote Moeder striktverbonden aan het Godentableau - wil hetmoederschap bevestigen. Maar debevruchting? Waar komt die vandaan?Niet van Sjoe, want die heeft zijn begin enzijn eind. Dus dát kan niet.”

“In het Godentableau zelf moet dat zijnaangegeven met Osiris. Maar bevruchtingen bevruchting als wekking, vraag ikmij af, of dit niet moet komen van ietswat in het Godentableau zelf niet isaangegeven, of in elk geval waar hetGodentableau aan onderworpen is.”

“Wanneer de wekking aan de bevruchtingvoorafgaat - en het moet wel - dan is dewekking ten nauwste verbonden met heteeuwige verleden in de Openbarings-wereld [zie p.70, linker kolom]. En staat

Indaling

Sj.Sj.3 = x

Sj.2

Nieuwe Indaling:

Rd.Sj.21xSj.

Horus

iseen 'vergroting van

Weerstand = 2 Karma(Sjoe)

4 Rd.

'Winkelhaak' = Sj.2 x Is.

Toename> 27 = 33

> 125 = 53

> 343 = 73

> 729 = 93

Rd. Is.1 = 1Rd. Is.2 = 28Rd. Is.3 = 153Rd. Is.4 = 496Rd. Is.5 = 1225

Page 21: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

V GODENTABLEAU C79

met het verleden op gelijke voet als met hetheden, waaruit zich Karma consolideert.Want de Grote Moeder is als Moedergewekt geworden, en niet als kind.”

“In de oude Egyptische mythologie is wathet verste terug gaat de Grote Moeder.We mogen Isis daar niet mee vereenzel-vigen want dat is een latere beelding.”

“Maar dat doe ik niet, want dat geloof ikook niet. Ik geloof dat de Grote Moedergewekt is geworden in - laten we het numaar huiselijk uitdrukken - in het principe'moederschap'. Meer niet.”

“Een van de 7 zonen van de GroteMoeder was Sjoe. En Sjoe is in eenandere beelding de Engel Gabriël, deAankondiger .”

”Maar dat betwijfel ik, begrijpt u. Ikbedoel: ik betwijfel dat de Engel Gabriëleen connectie zou hebben met de goden. Ikgeloof dat de Engel Gabriël - en nu kom ikhelemaal waar ik zijn wil - de enige - connectie is natuurlijk een naar woord -grondverbondenheid had met de Ene God.Dus eigenlijk tegenóver de Grote Moederen Sjoe met het daaruit voortvloeiendeKarma, als Aankondiger van Hemels Beleid- niet van goden-beleid.”

“Dat ben ik wel met u eens, maar ikkijk even naar beide beeldingen, want de7 zonen van de Grote Moeder kunnenwe in zekere zin vergelijken met de 7emanaties die van God uitgaan.”

“Ja, alles vallend onder Karma, begrijpt uwel, alles vallend onder de verwekkingvan Karma. Maar daarom, zeg ik, staatGabriël als Aankondiger van een gansnieuwe mogelijkheid voor de mensheid.Verzinnebeeld in de aankondiging bijMaria. Maar Maria staat voor de aarde, voorVirgo. Maar vanuit Hemels Beleid, vanuitdie - waar we het straks over hadden - nooitaan te tasten Liefde, die ook doorgaat, doordat Godentableau heen, waardoor datGeestelijk Kind zijn plaats kreeg en niet aante tasten is door het hele tableau, omdat hetgeen kind is van de Grote Moeder!”

“Ziet u de afgeslotenheid van het grote

wezen van de goden als zijnde groterdan de afgeslotenheid van de mensen,als principiëler.”

“Nee, dat geloof ik n iet , omdat degoden eigenlijk zichzelf voeden, zichzelftoebedelen in de homogeniteit, als eenin zichzelf bestaand koninkrijk. Waartegenover de Engel Gabriël staat van eenander Koninkrijk. Dit moeten we nu nietopvatten in die historische beweging, doetu dat vooral niet . Dan kom je zo raarterecht. Maar Aankondiging ván - niet vandit - aan de mensheid. Dat is wat ikbedoelde met vertrouwen op de GroteLiefde, die daar komt en daar staat waarwij verpletterd zouden worden door eenmacht, die wij niet kunnen herkennen. Endie is natuurlijk áf - in oneindige variaties -in ons menselijk leven.Wij naderen natuurlijk zonder dat er enigeopzettelijkheid in is, eigenlijk precies hetpunt waar prof. Weinreb - ondanks wat hijzei over zijn jood-zijn - in zijn getallenmoest naderen. Vooral niet - en dat weet[wist] hij heel goed - als een historischebeelding, maar als tegenover alles wat erstond. Toen gebeurde iets heel bijzonders,waardoor hij doorging naar het getal 33 enzei: dit vieren de joden als het JoodsePinksteren. Dat wil zeggen dat al het graanvan de 6e en 7e dag gemaaid is1, waarvanhet brood wordt gebakken vóór het nieuweaangekondigde tijdperk - wat hij noemt hetMessiaanse Tijdperk, Verlossings-tijdperk.U ziet hoe prachtig of ze elkaar ergens [ont]-móeten, omdat én Dr.W. én prof. Weinrebwel trouw aan hun getallen moeten blijven,anders valt alles in elkaar. Maar het open-baart zichzelf nietwaar? En nogmaals,ikzeg U nadrukkelijk op die Aankondigingvan Gabriël, dat dat niets heeft te makenmet wat door de kerken als beelding wordtneergezet.Maar dat het in wezen eenontzaglijk iets is ín die Openbaring, waarinwij kunnen zien, leven, kijken, terugkijkenen dóórkijken.” [...]

1 Zie Weinreb-01; p.156 (o.a.?)

Page 22: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

C80 V GODENTABLEAU

“Wat heel belangrijk is, is dat Sjoe neerdaaltnaar de karmische lijn [zie p.78]. Daarin isnatuurlijk ook de wendingvoor het heleGodentableau mogelijk.”

“De wending? Wending van . . . ”“De wending vanuit de wet van het eigenkoninkrijk, naar de Wet van hét Koninkrijk.”

“De wetmatigheid in het Godentableau- de horizontale Godengolf in de aan-duiding van Dr.W. - zet zich tot in hetoneindige voort.”“ Inderdaad, maar steeds volgenshetzelfde beginsel.”

“Ja, dat is ook waar.”“Dus in dit tableau ligt feitelijk het heleoneindigheids-tableau begrepen! Het istelkens een herhaling op een hoger planvan wat vóór ligt.”

“Oneindigheid, natuurlijk staande tegenoverde eindigheid in de tijd, begrijpt u? Dusniet dé Oneindigheid, die we met hétLeven bedoelen; waar wij - geopenbaarden -niet eindigen.”

“Alle even getallen zijn tenslotte uit-gesloten; wat een enorme beperking is,”

“Alsjeblieft!” [...]“Ik heb mij destijds eens afgevraagd: watzou toch de verhouding zijn van de getal-len in het Godentableau tot álle getallen.”

“Overheersend, in de eerste plaats.”

“Nee-ee. Nee!“Ik bedoel, overheersend in de eindeloos-heid van hun principe in de tijd.”

“Als illusie?’“Natuurlijk als illusie, maar elk getal iseen illusie!. . . Ja heus. Als we zeggen ikben 50 jaar . . . ”

“Ja, maar dan is '50' geen illusie!” “Jawel, want hij dient de illusie, en dat isheel erg. Want daardoor ontkent hij zijneigen echtheid.” [...]

“Ik verwacht, voor dat ik het hebuitgerekenddat het [aantal getallen]inde oneindigheid van het Godentableaunadert tot 0% van alle getallen. Mochtdit zo zijn, dan heb je dat wonderlijke datje zegt: alà, dat was van binnen gewetenen wordt in de cijfers bevestigd . . . .”

“ . . . het draagt de cijfers; die dragenvoort, maar bevestigen juist niet Daar hebtu de onaantastbaarheid van het Mysterie.”

“Het overgrote deel van de getallen staater niét op. Wat is nu die verhoudingdaartussen? Benaderd tot een bepaaldewaarde - en dan verwacht ik dat het is 0.”

“Want dát is onze probleemstelling - neemme niet kwalijk. U hebt toch niet hetgevoel dat u het allemaal voor niets hebtopgeschreven?”

FRAGMENT 21, d.d. 07-03-64“Hoe stelt u zich voor, aan de hand van decijfers, dat het Godentableau zich verderzal gedragen, wanneer de Aankondigingvan het Nieuwe Rijk zich doorzet? ”

“Het gedrag in zijn beslotenheid - zou ikzeggen - verandert niet. Of de relatie . . .”

“Maar de beslotenheid? Het is nu welaangetoond dat die zeer aanvechtbaar is,nietwaar? De homogeniteit die zo naarvoren is gekomen bleek eigenli jk teberusten op een gezamenlijk wangedragtegenover datgene wat op het punt stondzich te manifesteren als Aankondiging

van een Nieuw Rijk. Een beslotenheid,zoals u die noemt, die eigenli jk inzichzelf zal verschrompelen.”

“In de zin van: tot een heel andererelatie komen ermee?”

“In de zin van de eigen homogeniteit, dieop elkaar was gericht en nooit buiten hettableau anders ging dan wanneer dit eengeboden kans zou zijn om daar, waar dande aandacht op de mens was gericht, hettableau uit te beelden.”

“Ik kan u absoluut niet volgen in ditlaatste.”

“De homogeniteit van de goden trad nooit

N.B: Een nog eens verwijzen naar noot 1 op p.70 is hier wellicht niet geheel overbodig.

Page 23: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

V GODENTABLEAU C81

buiten het tableau. En indien dit geschieddedan was het om dit tableau uit te breidendoor toevoeging. Niet door toevoeging vaneen nieuwe god, maar door toevoeging vaneen offer van een van de goden: een mens.Waarmee dus een ondergraving plaatsvond(of getracht werd plaats te doen nemen)van de vaststaande kwaliteit van de menstegenover de goden.”

“Maar wat staat daar dan tegenover?”“Waar tegenover?”

“Tegenover deze ondergraving!”“De Aankondiging van het Nieuwe Rijk.Dus dat het menselijk wezen tot het uiterstewordt beproefd vanuit het Godenrijk;zover, dat een nieuwe ingreep moestgebeuren, hetgeen dan de aanduiding is inde Aankondiging door Gabriël. Dus - als ikhet misschien nog beknopter mag zeggen -zal de goden niet het recht maar de genadeworden geschonken zich te herzien?”

“Mag ik dat nog een keer van u horen?” “Zouden dus de goden nú, na de aan-kondiging van het derde Rijk1, zou er -evengoed als er wel genade gekomen isvoor de mens, voor het menselijk schepsel,voor de mensheid - dan ook een genadebij ingesloten zijn voor de goden om -kortweg gezegd - hun praktijken te herzien? Om dus dienend te wordeninplaats van heersend?” [...]“En als ik het nog wat toe mag lichten:wanneer een mens ervaart dat hij door degoden op een verkeerde wijze is mee-getrokken - zou je bijna zeggen - dan kanhij op twee wijzen reageren: óf in eenzelfvernietigingsdrang tegenover de goddie hem heeft verlokt, óf in een dóórtas-ten vanuit zijn eigen menselijkheid doorzijn kwaliteit te stellen tegenover devluchtigheid van de goden zelf.”

“Maar zijn dan . . .”

“Ik weet niet wat u zo in uw cijfersgevonden hebt daaromtrent?”

“Niets in die zin; waarmee ik niet zegdat het er niet mee betrokken zou zijn.Maar u vraagt het mij en dan is mijnantwoord: niet in dié zin.”

“Ik vraag het ons allen, omdat het ons tochniet vreemd is - de invloed van hetGodentableau.”

“Nee, maar er zweeft mij steeds hetvolgende punt op de achtergrond, watbetreft dit dienen van de goden. Is hetniet zo dat het bestaan van de goden opzichzelf noodzakelijkerwijs in dienstmóet staan, hoezeer het gebeuren waarindit plaats vindt ook van karakter kanverschillen?”

“U bedoelt op de zelfde wijze als waaropde mens zich bedient van de leugen?”

“Ja en nee.”“'Noodzakelijkerwijs' is natuurlijk vanuitde mensenhoek gezien een enorme veront-schuldiging voor al ons doen en laten. Maarals de onderscheiding er is, van leugen enwaarheid, dan begint de zonde zijn entree tekrijgen, nietwaar? De homogeniteit van degoden was: wij heersen over de mens. Watis het Godentableau zonder de mens?”

“Niets. Maar houdt dit dan niet in dat erjuist een werking van uitgaat, eenwerking van een brengen tót, in de zinvan en [...] in de functie van achtergrond.En als tegenstelling eigenlijk nog meer.”

“Juist, als tegenstellingveel meer. Omdatze natuurlijk zonder de mens nooit tot eentegenstelling zouden kúnnen komen. Wantde behoefte van de mens, de oer-behoeftevan de mens is niet om geregeerd te wordendoor een die staat onder de Enige Dieregeren kán. Dat is waar de mens zichaltijd tegen verzette. Tenzij dat hij degeboden of vruchten van de boom derkennis of noemt u maar op - toch tot zichneemt als een tijdelijke voldoening,waar-door hij het eigenlijke verlangenterugbrengt op het peil dat nooit door hemverantwoord kan worden.

1 Met 'het derde Rijk'wordt hier bedoeld:bevrijding uit de animaliteit en uit hetgodenrijk naar de geestelijke ontwikkeling -naar de Ene God.

Page 24: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

C82 V GODENTABLEAU

Nu kunnen we natuurlijk direct weer hetwoord 'noodzakelijkerwijs' gebruiken, wantzo is de mens dan; maar 'noodzakelijkerwijs'gaat maar zeer tijdelijk op. En daarin werdende goden de handlangers, de overtrekkersvan hun verwachtingen vooral; de lokkers,de verleiders - zeer gespecialiseerd hierin.Wanneer nu de mens de kracht zou hebben- nu hij dit ziet - om alles wat de godenbieden te laten voor wat het is; in welkvacuüm komt de mens dan terecht?”

“Nu, dat lijkt mij moeilijk te beant-woorden vanui t hetgeen daaraanvoorafgaat,in de tijd gezien.”

“Maar het is zo, dat we zo bewust wordenvan deze dingen. Het is zo leuk om dezeochtenden te houden, maar we zijn hierniet voor de leukheid. Wanneer het in onsleven terecht komt als een onmiddellijkeconfrontatie, dan ontkomen wij daar ookniet aan.En wanneer je als mens daarinnerlijk aan toe komt - zo is het mijtenminste gegaan - zodat je denkt: ja,wanneer je de kansen loslaat die dan viahet Godentableau de mens worden gebodenen die zeer samenhangen met de evolutievan de tijds-openbaringen; wanneer ditzó samenvalt en een mens durft dat aan- durven is eigenlijk geen goed woord -maar als een mens daarvoor komt te staan;dat er eigenlijk geen keus meer is, dat hijweet wat hij te doen heeft; dan vraag ikmij af: in welk vacuüm komt dan een mensterecht?”

“Dat hij zijn verbondenheid met Godgaat voelen?”“Een vacuüm - in de zin waarin het hierwordt gebruikt - kenmerkt zich door deafwezigheid van vorm.”

“Ja, dus je zou eigenlijk kunnen zeggen:een zelfontheffing - vanaf het moment datde verbondenheid van het schepsel metGod door God zelf werd gereduceerd, totafname werd gebracht.”

“Maar vandaar dat dan ook vanuit devormstructuur dáár nooit iets over tezeggen valt.”

“Maar het gaat niet om een vorm. Want hetzijn juist de goden die in de meest subtieleverlokkingen met vormen omgaan envormen scheppen. Waarmee ik eigenlijkwil zeggen dat de mens op dat zeer kritiekepunt is beland, waar hij vorm en wezenniet meer door elkaar kan halen.”

“In welke zin is het dan een vacuüm?” “Het is een vacuüm in de zin van eenleegheid - in de tijd.”

“Ja, dus een vacuüm van de vorm . . .”“En daardoor een loslaten van de vorm -en een terugheffing van het wezen.”

“Hoe liggen de goden in het lot van demens?”

“Niet ín het lot; bezíjden het lot. En zijgebruiken, hanteren het om hun homo-geniteit voort te laten bestaan.”

“Dat woord homogeniteit; ik dacht hetgevoel te hebben dat hieraan een andereinhoud verbonden wordt dan de vorigekeer. Is homogeniteit hier bedoeld als deessentie van de samenhang van degoden, waaraan ze hun macht ontlenen?”

“Onder andere, maar niet alles. Want als demens daar niet bij betrokken kan wordendan heeft het geen zin.”

“Ja, misschien ook dat er in ligt aan-gegeven: het is alles één pot nat, hoemooi het zich ook aandient!”

“Ja.”“Heeft homogeniteit iets te maken metwetmatigheid?”

“Hun eigen wetmatigheid.”“Dus dan in de zin van een autonoombestaan?”

“Juist. Nu komen we er uit, we zijn er. Eenautonoom bestaan, wat mogelijk is door devluchtigheid waarmede de mens de waar-heden en de waarachtigheid van het levenvoorbijgaat, als een alledaags gebeuren.”

“Valt de goden-hiërarchie ook onder deSchepping?”

“Ja, daarom zei ik straks al: maar de leugenook en de duivel ook, bij wijze van spreken.Maar dit is geen - dit zou voor ons zijn eenoptrekken naar een standpunt dat we geen 5

Page 25: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

minuten vol kunnen houden, nietwaar? Wekunnen wel zo zeggen: het heeft alles zijnnut en bestemming: maar dan zouden weniet de hele dag zo worstelen om er onderuitte komen. Dat is niet zo, dus we voeren eenconstante strijd omdat we zien dat wij hetstandpunt dat we wél vermoeden, niet waarkunnen maken in ons eigen leven.”

“De strijd is dus grotendeels naar binnengekeerd, [...] met het beest ín ons, metde goden ín ons?”

“Nu, niet ín ons maar wel óm ons, als deverleiders, de verlokkers; om ons een andereuitweg te bieden dan datgene wat ons totstrijd opwekt.”

“Moeten we deze goden beschouwen alseen schepping van de mens? Ik dacht vanniet omdat zij - evolutionair gesproken-toch aan de mens voorafgaan.”

“Ja, dat is een fijne vraag. Het ontstaanvan de goden,wat u daar bedoelt, is - jezou kunnen zeggen - verbonden aan alleswat in de Schepping schaduw-kant heeft.”

“Dus al bij het begin van de Schepping.”“Ja, begrijpt u? En dan dat die schaduw-kantzich eigenlijk verinnigt, zich verenigen wilmet datgene wat in de Schepping als hetallerbelangrijkste aan de orde komt - onderandere de mens.”

“Het is dus de strijd van Licht enDuisternis om de mens?”

“Ja, zo voel ik het aan. En de schaduw-kantvan de mens is altijd datgene wat hij totstand brengt en wat het Licht niet velenkan. En waarvan wij dan maar denken:weg ermee. Maar daar is het niet wég mee.En dat wordt dan - volgens de becijfering -gehanteerd als hun rijk en de realisatie vanhun rijk.”

“Dus daar komt de schepping van demens als het ware in de vorm vanelementalen weer wél in. Maar dieelementalen zijn niet de goden. Maardie worden wel gebruikt, dat is de vormwaarin de goden de mens gebruiken.”

“Alles wat z'n schaduw werpt, nietwaar?Daarom werd mij eens van de mens die

ontstegen is en een volheid heeft bereiktgezegd: dat zijn die Wezens, die geen scha-duw hebben. Zij worden ons voorgehoudenals 'de Leraar'. Wat mij eigenlijk duidelijkgeworden is door dat Godentableau.”

“Waarin de goden natuurlijk ook absoluutverbonden zijn aan de dualiteit en dedualiteits-manifestaties. Dáár hebben zijhun werkingssfeer?”

“Ja, maar daar zijn zij niet gezaghebbend.”“Dat zijn ze nooit!”

“Uiteindeli jk niet. Maar tot nog toenatuurlijk . . .”

“Daar waar ze hun macht in uitoefenen;de dualiteit. Waar die echter ontstegenwordt, daar reiken de goden niet meer.”

“Omdat het - zoals mij toen gezegd is - deWezens zijn die het Licht zijn en geenschaduw werpen en kúnnen werpen.”

“Wat iemand al zei, dat het toch ergensgoed voor is, is dus dat eigenlijk vanbegin af aan, het in zoverre duidelijk isdat het bewustzijn van het Licht zichzonder schaduw waarschijnlijk voor eenmens niet kan ontwikkelen.”“Ja, maar bedoeld als 'ergens goed voorzijn' ondanks óns!”“Als de Schepper, laat ik zeggen alsiemand een schilderij maakt, eenminiatuur scheppertje: die heeft danschaduw nodig. Rembrandt heeftschaduw nodig om het licht te kunnenschilderen. Nu is dit wel erg antropo-morfisch gezien, natuurlijk.”

“Ja, want schaduw hanteren is anders danschaduw werpen, nietwaar? Dat is eengroot verschil!”

“Heeft een dergelijke god ook zijn hogekant?”

“Hij heeft geen kant! Wanneer je hetbeeld vasthoudt dat de opbouw en deinstandhouding van hun rijk bestaat uithet naar zich toetrekken en verwerken vanschaduwen, dan is dit rijk de vluchtigheidin persoon.”

“Het materiaal van de Pottenbakkerbestaat dus eigenlijk zuiver uit schaduwen;

V GODENTABLEAU C83

Page 26: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

C84 V GODENTABLEAU

uit wat dus hier aan de orde is.”“Nee, dat geloof ik niet. De vormen werpenook hun schaduwen, maar ze zijn geenschaduw. Want ze zijn de materie van eenwetmatigheid. Daarom vroeg ik eerder [p.68,linker kolom]: hoe diep gaat dat het verledenin; vanuit welk verleden haalt de Potten-bakker zijn materiaal. Dus een verleden datvóór het verschijnen van de activiteiten vande goden naar voren is gekomen.Het is zo dat wij altijd denken dat de heleSchepping zich concentreert in de wereld,maar wat zal er nog niet allemaal zijn búitende wereld?En nu hebben wij wel als mensmet deze wereld te maken, maar we wetenniet eens uit welk verleden de substantiekomt, waaruit onze vormen zijn gemaakt.”

“U maakte zojuist zo'n onderscheidtussen de materie van het materiaal vande Pottenbakker en de schaduw diedaardoor geworpen wordt (door dievormen). Ja, 't is een beetje een rarevraag, maar hoe is dat nu als die materietot heiliging is gekomen?” 1

“Wanneer de materie tot heiliging is gekomen, heeft deze zijn taak volbracht.En valt zeker niet meer in de hand vande Pottenbakker. dat geloof ik niet. Datbedoelt u, geloof ik?”

“Misschien is het geen materie meer

in die zin dat hij zich niet meer laatvormen?”

“Omdat de essentie die in die materie kanliggen om tot kristallisatie, tot vorm tekomen, opgelost is door het wezens-eigenewat toch ook in de materie zit.” [...]

“Het lijkt nu alsof hier de Pottenbakkerals enige naar voren komt die met dematerie te maken heeft, de vormen.Maar de goden in het Godentableau zijnzo in wetmatigheden ten opzichte vanelkaar geplaatst, dat het noemen van deéén eigenlijk al de andere goden in zichhoudt.”

“Ja, anders zou het ook uit elkaar vallen.Maar dat is niet de door hen geschapenwetmatigheid. Die is - zoals ik u nu al zei -dat het ondanks alles zoals het ligt in hetGodentableau, zo wonderlijk is dat Dr.W.vond dat dáár het Geestelijk Kind ontstond,dat geen nageslacht had, het ons bekendegetal 71, weet u wel. En het antwoorddaarop was dat dus het Enige zich overalkan manifesteren, zelfs ook daar.”

FRAGMENT 22, d.d. 07-03-64“Wanneer ik dan nog even een andere kantmag laten zien - ik geloof dat ik dan zo'nbeetje aan de kant van een uwer kom - ikmeen toch dat de wetenschap denkt dat de

energieën zichzelf vormen, nietwaar?”“Inderdaad, zoals alle menselijke voor-stellingen, hebben ook deze voorstel-lingen vele kanten. En als ik u hoorspreken over de schaduw, dan kunnen

1 De 'Heiliging der Materie' kwam eerder al bijeen andere bijeenkomst met Mej. Hofmansalsaanduiding aan de orde. Het houdt verbandmet wat in de Openbaring van Johannes wordtgenoemd het Hemelse Jeruzalemen betrefteen 'eind'-toestand van de aarde.

Al eerder vermeldden we - Inleiding p.11 en p.16 noot 1 - dat deze 'FRAGMENTEN' een bijdragekunnen inhouden in díe zin dat niet alleen maar naar de 'buitenkant' van de getallen en degetalsbetrekkingen wordt gekeken. De hier en daar misschien wat eigenaardige inbreng van deaanwezigen, met inbegrip van die van de inleider, waren echter meer dan eens aanleiding totbijzondere 'belichtingen' - bij monde van Mej.Hofmans - van deze bepaald ongewone 'materie'.

En wat zich voor de lezer van dit deel C mogelijk slechts zou hebben voorgedaan als 'een muur van getallen'

kan juist door deze belichting, - hoewel zeer individueel - een ander karakter krijgen.

Page 27: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

V GODENTABLEAU C85

wij dat ook nog op een andere wijzebekijken en dat is dat schaduw in feitevertraging van energie is. [...] Wekunnen dus het geheel ook vanuit deenergetische kant bekijken, dat geeftons dus ook een beeld, een hulp-beeld;het zijn allemaal hulp-beelden, omdathet uiteindelijke bewustzijnsbeeldniet in energetische beelden is uit tedrukken. Het zijn allemaal hulpen, aldeze woorden van mij. De kern isdus een bewustzijnsbeeld. En eenbewustzijnsbeeld is boven-energetisch[...]. Wij hebben dus twee zaken teonderzoeken; aan de ene kant eenbewustzijns-capaciteit die boven-energetisch is en aan de andere kant onszintuigelijk apparaat dat energetisch is.Zij kunnen van de ene naar de andere,gedachten doen overgaan. Het is steedsde energie die uit het zintuiglijke beeldkomt, die wij gebruikten. Deze energiewordt door bepaalde oorzaken steedsweer afgeremd. Die afremming geeftschaduw en wanneer wij dus deschaduwenwillen vervolgen, moetenwij de afremming opzoeken.”

“Ik dacht eigenlijk dat wij moeten zoekennaar datgene wat de energie eigenlijkbewéégt. Want het zijn natuurlijk allemaalgraden van bewustzijn. Maar wat bewéégtdan al deze energieën zodanig, dat zij inhun wisselwerking zijn zoals ze zijn?”

“Het antwoord hierop is, geloof ik, inonze huidige bewustzijnswaarde niet opte lossen. Want hier komen we opbuiten-energetisch terrein.”

“Niet te begrijpen, niet te vatten, nietwaar?”“Nee, dit is een vraag die u hieropwerpt, waarvan ik van mening ben -en dat is natuurlijk heel persoonlijk -dat er wel ooit mensen zullen komen,dat er misschien een enkele is, dat weetik niet . . .”

“En misschien wel geweest is, nietwaar?”“Dat kan ook, maar ik kan het niet - diedie overgang van aardse energie naar de

buiten-tijdruimtelijke energie zoudenkunnen verstaan. Ik kan het niet. Ikweet het niet.”

“Het trekt wel!”“Het is buiten de schepping dus.”

“Maar het trekt ons allen enorm. En nu isde reden van - als ik het zo zeggen mag -mijn aanval op dit Godentableau, dat ditzich eigenlijk schuift tussen datgene wat demens trekt en waar hij weer terecht moetkomen.Dat zich dit daar tussenin schuift;niet maar eens een keertje maar in een zichaltijd weer opnieuw - voor zover de mensna kan gaan - inschuivende tijdsperiode;waarin zo'n mensheid zou je bijna zeggen,als het ware wordt belet te komen tot derechtstreeksheid van datgene wat hemtrekt. En nu leven we in die eigenaardigetijd dat we ons dáár nu eigenlijk bewustvan gaan worden.”

“Het is evolutie . . .”“Het is meer tot volkomenheid komen, enals zich dat doorzet bij de mensen - watnatuurlijk te verwachten is - dan krijgt demens toch een onvoorstelbaar geheel, watnu al een beroep op ons doet om het telaten zoals het is. Met de waarschuwingdatgene te omzeilen, wat hinderlijk zouzijn voor ons; wat de rechtstreeksheid zoukunnen dwarsbomen.Wat mij altijd zo treft is dat de openbaringvan het Godentableau via een mens isgegaan.Zoals met Dr. W., nietwaar, hijkreeg het in één moment en dan zie jehoe wij als het ware allen in de luslopen door te denken dat dit, zoals hetgeopenbaard is, tot een rechtstreekse wegbehoort, terwijl het eigenlijk een omweg is.Meer nog, iets wat zich op den duur niethandhaaft; zich niet kán handhaven.”

“Ligt hierin dan - in het besef daarvan -de Bedoeling, beter gezegd de richting,de werking van deze openbaring?”

“Ja, maar natuurlijk heel betrekkelijkvoor ons zoals we hier zitten. Morgen of overmorgen denkt bijna niemand meeraan onze getallen,omdat we dit dan

Page 28: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

C86 V GODENTABLEAU

weer - door wat iemand noemde destroom, de kracht die van de evolutieuitgaat - óf loslaten óf het er naast leggenóf het er tussen voegen. Het is natuurlijkmeer dan dit alleen te hebben ontvangen,zoals dat met Dr.W. is geweest als antwoordop een diep serieus leven - het is dus meerdan enkel een zeldzame ontvouwing vaneen opbouw van getallenreeksen; het is eenzeer ernstigewaarschuwing,die hij hoogst-waarschijnlijk zelf nog niet eens zo heeftdoorvoeld, gerealiseerd. Want wat is eraangenamer voor de mens wanneer hij metiets bezig is, dan dat het aan alle kantenklopt, nietwaar? Want dat is een van degrootste verleidingen die er zijn - omdathet een zekerheidsstelling is. En diezekerheidsstelling - dat ziet U heel sterkbij Dr. W., maar ook bij prof. Weinreb -het móet kloppen! Of het is: kijk eens hoehet aansluit! Maar het kristalliseertinplaats van dat het openend werkt.Je kunt onmogelijk iets kloppend maken alsje niet doelbewust bent. En nu is het tochwel zo dat het doel, als een mens daarmeebezig is, ook gaandeweg veranderenkan,groeien kan. Omdat de richting en dewerking in de mens dóór blijft gaan,ondanks welk doel wij ons ook stellen. Ennu kan het doel tot zekere hoogte mee,zolang het horizontaal is, maar het zalonmiddellijk zijn zekerheid gaan verliezen,wanneer de werking en de richting -werkingen in ons - voeren moeten naar deverticale gegrepenheid.

(N.B.: met horizontaal is hierbedoeld het onzijdige volgen; alswerking vanuit het wezen zonderwezens-intensiteit.)

En dat kun je de 4e, 5e, 6e, 7e dimensienoemen - wie weet hoeveel dimensies ofer zijn, dat weet je natuurlijk niet. Ik voelalles wat eigenlijk horizontaal is, als eengegrepenheid die we onbewust volgen;terwijl het andere - welk subtiel idee ofwij ook over iets kunnen hebben in dekunst of in de filosofie of wat dan ook -

dat dit zich nooit anders kan manifesterendan drie-dimensionaal.Als een mens de gegrepenheid van hetverticale ervaart dan zijn de goden,ondanks de verbondenheid aan dehomogeniteit in zijn levensuitingen, nietmeer van kracht.Dat is uit. Noodzakelijkkwaad, nietwaar, waar we áán moeten.”

“Dit moet wel verband houden met hetin het Godentableau aanwezig zijn van71. Omdat dit als getals-beeld enerzijdsdaar aanwezig is maar anderzijds eenverwijzing is naar iets wat zich niet laatdwingen en niet van deze wereld is,blijkbaar.”

“Niet van de orde van de goden is! Enpersoonlijk ben ik er altijd - vooral later - zodankbaar voor geweest voor Dr.W. zelf;omdat hij ergens natuurlijk toch teveelheeft moeten vermoeden dat hoe hij ookcijferde, de becijfering altijd terechtkwam op een kloppen van het geheel; watnooit openlaat het door God geschonkene,het onverwachte Geschonkene. Daarom ontroerde het hem zo, nietwaar,dat hij daarin het Geestelijk Kind ontdekte,dat geboren werd maar geen nageslachtmeer heeft.”

“Essentieel bij hem en wat mij altijdopviel, was dat hij ti jd vrijmaakte om niet te denken en daarin kwam ditallemaal tot hem. [...] Het helemaalledig van gedachten zijn. [...]”

“Maar de openbaring is in één momentgekomen! En omdat dit zich natuurlijk indeze mens, ik zal maar zeggen had vastge-zet, móest hij wel, kon hij haast niet anders- het zal niet eens zo'n offer zijn geweest -dan zich met zijn gedachten niet meer tebemoeien met dingen waar hij zich misschien altijd mee had bemoeid. Omdatbij datgene wat hem op dat moment geopenbaard was, natuurlijk bij was dat ditniet voor hem was om in zijn vestjeszak testeken, maar om dit wel degelijk tot vormte laten komen, bij hemzelf. Anders had hijhet nooit uitgehouden. Altijd maar die

Page 29: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

V GODENTABLEAU C87

getallen opbouwen en daarmee door tegaan en altijd te komen tot een punt van:ja, dat sluit bij dit aan en dat sluit bij dátaan; dát kunnen wij waarachtig in onseigen leven wel aannemen, als we maaropletten.”

“[..] Het is echt een luxe zo lang nietmeer te denken totdat je op een puntkomt waar je dus eigenlijk wat van eenandere richting ontvangt.”

“Ja, of krankzinnig wordt! Dat ligt zeerdicht bij elkaar. En dit had hij zeker nooitzo gedaan, wanneer niet bij datgene wathem op één moment is overkomen, alleslag wat daarbij behoorde, zodanig dat hijstuk voor stuk tot manifestatie bracht . . . ”

“De mens kan mediteren, wanneer hijzich terugtrekt. Maar dit mediteren inde eenzaamheid wordt niet altijd goedverdragen [volgt een vergelijking metChristus in de Hof van Gethsémané . . .].”

“Maar dit is wat ik eigenlijk bedoeldemet dat vacuüm waarin de mens zichzelfontmoet. Nu is natuurlijk de opzet vanChristus in de Hof van Gethsémané andersgeweest - en dat zal met zeer veel van dezeWezens het geval geweest zijn die totmanifestatie kwamen - daar dit samenvielmet de noodlijdendheid van de mensheiddie tot het tegenovergestelde vacuümkwam: het zichzelf kwijt te zijn, geheel enal kwijt te zijn. Dat staat daar tegenover.En dat het een dusdanige vorm hadaangenomen in de tijd die wij danaanwijzen als de tijd van Christus, dat hetwezen van dit Wezen zodanig was dat hetin staat was om - niet in eigen zeggenschapmaar in een doorverbondenheid vanwaaruit de énige Zeggenschap komt - eenverlatenheidin te gaan, waardoor eigenlijkeen afscherming werd gemaakt zodat demensheid daarin niet terecht kon komen.Zodat in de uiterste verlatenheid dieeen mens door gaat maken het nietanders kán of dáár moet de ontmoetingmet dit Wezen plaats hebben. Dáár ligteen verantwoordelijkheid.Omdat het als

mens is gedaan. Daar hebt U het daar vlaktegenover liggende van het Godentableau.Het is er niet een geweest die met hetgrootste gemak daar even een wendingmaakte; in zo'n mensheidsbeleving van eenvacuüm, waarvan we allen wel iets zullenweten - eigenlijk meer dan van het vacuümwaarin wij onszelf ontmoeten.Daarom zeg ik: het ligt zo dicht bij elkaar -de waanzin en het bewuste denken; diezijn maar zeer, zeer nauw aan elkaarverbonden.”

“Maar het is dus niet een kwestie vannu ga ik eens even helemaal niets doenen dan krijg ik wel een openbaring; zóis het niet, het is geen kunstje.”

“Dat kán natuurlijk niet. En het is ookeigenaardig dat het zeer verschillendgebeurt. De enkele dingen die de mensenhiervan weten, zijn nooit allemaal hetzelfdegeweest. Dan zie je dat je uiteindelijk tochgeen voordeel hebt; daar zie je de kwaliteitvan de mens, omdat hij anders zou verzeilenin een nabootsing die hij onmogelijk tot heteind kan volhouden. Maar als Christus nuzegt: 'Volg mij!' - dan betekent dit dat ditvolgen niet inhoudt de - zal ik maar zeggen -apotheose van een volkomen uitraderenvan alles wat je niet meer wil hebben;maar dat het is een doorwerken van datgenewat je niet meer wil hebben en kuntverdragen;een doorwerken ervan dat je erbovenuit heft. Omdat na het ingaan in de verlatenheid alsvolgend symbool - dit wil ik vooral zeggen- de Opstanding tot manifestatie werdgebracht! Niet in de vorm van een mensdie daar aangekleed en met kousen enschoenen aan naar de hemel gaat, maarals een omwending in de energieën,zoals iemand opmerkte - en zoals wij hetzouden zeggen: in ons levens-materiaal -dat daarin een omwending is gebracht dieons dit laat doen.”

“Is hetgeen Dr.W. heeft gedaan te zienals het diep ingaan in een ervaring?”

“Ik geloof niet bewust. Wat hij heeft verteld

Page 30: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

C88 V GODENTABLEAU

is dat het hem overkwam, overrompelde.Endat hij bij wijze van spreken niet in staatwas om halverwege om te keren; dat heefthij ook bewezen in al die jaren dat hij dóóris gegaan. Terwijl het ingaan in één ervaringinhoudt dat het daar volledig intreden enhet daarin doorgaan, tot de som van álleervaringen moet komen, begrijpt U?”

“Het spreekt me aan.”“Natuurlijk, begrip komt er zo weinig opaan. Het is maar - daar hebt U 't weer -dat je de richting voelt. Dat dit beter isdan wanneer ik mij een doel stel; dat iktot zover ga en niet verder, nietwaar,want doelstellingen zijn nog altijd beheptmet een veiligheidsklep. En die moetenwij, wanneer wij een ervaring helemaalin willen gaan, prijsgeven. Dat is wat diealgehele verlatenheid ons te zeggen heeft.Daaruit volgt opstanding, veranderingvan álles!En nu is het zeker niet zo dat wat mensenzijn, dat die allen verlossers zullen worden- maar wel worden zij verloste wezens;verlost van datgene wat dan - vanuit deevolutie gesproken - animaal en biologischbindend is. En belemmeren kan.Er is een werking, een richting-werkingin ons, die niet afhankelijk is van ons.Die kan ons brengen tot een doelstelling.En nu is die doelstelling van ons zo datwij , zodra de vei l igheidsklep wordtgeraakt vluchten. En wat [elders] naarvoren kwam was om die veiligheidsklepstil te laten voor wat hij is - en dóór tegaan. Maar wat wel aantoont dat onzedoelstelling verdringt naar iets waar wenooit weten waar we hem terugvinden.”

“De mensen verkeren allen in hun eigenfase van bewustwording en voor iedervan die fasen is een eigen mogelijkheidvan doelstelling aanwezig. Met anderewoorden: groeien wij, dan krijgen weook andere doelstellingen.”

“Dat is wat ik straks zei - dat is dus altijdhorizontaal.”

“Wij hebben andere voorstellingen dan

onze voorvaderen, die minder vergeëvolueerd waren. Onze horizonverruimt of vernauwt zich met de fasevan onze bewustwording, onze evolutie.”

“Ja, en dan spreekt U hier natuurlijkvan die horizon die we kunnen noemen'alle mogelijke verwachtingen van detijdsopenbaringen'.Die tijd is natuurlijk zeer relatief. Zonderde mensen zou er bij wijze van sprekengeen tijd zijn. Tijd is toch opvolging vangebeurtenissen.”

“De stoffeli jke vorm van ons isvergankelijk maar de kern in ons is nietaan tijd en ruimte gebonden. Het gaatom die kern.”“Denkt U dat dit in een vooruitgang . . .want U hebt het over evolutie, maar hoeweten wij dat?”“De kern, die heeft geen evolutie, die iszonder tijd, zonder ruimte, zij is oneindig.En die kern geeft ook de vorm, geeft deevolutie, geeft de vooruitgang.”“Dus er is wel vooruitgang.” “Ja, natuurlijk. En de richting waar wehet al over hadden, die noemen we voor-uitgang. Het is natuurlijk helemaal geenvooruitgang. Maar dit is een menselijkwoord, zoals we helemaal in deze begrippenvastzitten. En zo is natuurlijkhet hele scheppingsproces . . vooruitgang.Vergeleken met het andere punt -de kern - is het typisch menselijkegeborneerdheid die ons deze vraag doetstellen en die ons dit antwoord geeft.”

“Eigenlijk vraagt stilstand geen vooruitgangmaar verheffing - naar de kern. Omdatmet vooruitgang je al weer direct op hethorizontale bent.”

“Dat is het verder gegroeide begrip vanevolutie - de evolutie tussen de mens enzijn kern.”

“Dat is, geloof ik, zeer zeker waar, omdathet heel wonderlijk is dat, hoewel wenatuurlijk met miljoenen naast elkaarleven, de uniekheid van de kern bepaaltwelke weg je gaan moet."

Page 31: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

In het volgende FRAGMENT komt ogenschijnlijk een totaal ander onderwerp aan de orde,hoewel dit destijds eveneens naar voren kwam naar aanleiding van het Godentableau.

V GODENTABLEAU C89

FRAGMENT 23, d.d. 07-03-64“We nemen tegenwoordig aan dat demens [qua verschijningsvorm] uit eenmeer primitieve vorm gegroeid is. Maardie primitieve vorm is ook weer uit eenprimitieve voorganger gegroeid. [...]We komen zover, als we zo doorgaan -en er is geen enkele rem hierop - datuiteindelijk onze eerste voorganger eenenergiedeeltje moet zijn geweest. [...]U moet u nu niet voorstellen dat datenergiedeeltje een mens gemaakt heeft[...]. Maar wel in verschijningsvorm,want het is die oerkracht geweest waarwij stuk voor stuk allemaal een productvan zijn. [...] En zo is bij het verschijnenvan het allereerste energiedeeltje, infeite de Schepping voltrokken. [...]”“ Knoem heeft wel een hoop te doengehad in de loop der jaren!”“Ja, we zien dus het optreden van eenenergiedeeltje als de Schepping. Wanneerhet dus conglomereert tot het molecuul,dan krijgen we de stof. En wanneerdit verder conglomereert tot een zeeringewikkeld molecuul, dan krijgen wijhet leven. En wanneer dit leven verdergaat krijgen [...] wij de mens. We wetenhelemaal niet of we de laatste schakelzijn.”

“Men krijgt hier een paar dingen. Ten eersteheeft - geloof ik - als we doorredeneren opwat u hier zegt, Knoem niet zoveel te doengehad in de loop der jaren; dat heeft hij zichverbeeld! Omdat EEN het eigenlijk doet. Wanneer nu overdrachtelijk doorgewerktwordt, door ons allen, wat die vormgevingbetreft; zou dan de mens, voordat hij daarkomt in zijn versmelting met God - zal ikhet maar eenvoudig noemen - eerst tot eeneenheid versmelten met elkaar; zou dát devoorwaarde zijn voor de uiteindelijke thuis-komst? Dat is natuurlijk nog heel wat andersdan broederschap, dat gaat veel verder.” [...]

“Eigenlijk is dit heel wonderlijk; het isbijna adembenemend wanneer je ziet hoevanuit het kleinste energiedeeltje eenoverdrachtelijkheid wordt gegeven dieieder mens overneemt en die doorwerktzover als dit gelaten wordt - dat wil ik ervooral bij zeggen- en waarbij zijn eigenwezenskern daarin eigenlijk toon aangeeft, richting aan geeft, hoe je 't noemenwilt; en hoe dit weer voeren móet tot eeneenheid waarin de veelheid tot eenheidkan komen. Zodat misschien die heleScheppings-openbaring in dat ene energie-deeltje heeft gelegen.” [...]

“En daarin ook weer terugkeert”“Ja, maar dan anders.”

“Wanneer we proberen te denken overde wezenskern, doen we dat op tweemanieren. Ten eerste met betrekkingtot de uniekheid en ten tweede metbetrekking tot de Eenheid van het Al,wat oppervlakkig gezien met elkaar instrijd is. [...]”

“Ik geloof niet dat het in strijd is, maar dathet een tegenstelling is die je tegenkomt.”

“In gedachten, in de manier om er overna te denken?”

“Ja, de tegenstelling wekt op tot nadenken.” “Ja, dat is het.”

“Want als tegenstellingen niet bestonden,dan zou er voor ons geen weerstandsvlakbestaan waardoor wij eigenlijk tot levenkomen. Wanneer dus de AlmachtigeSchepper als weerstandsvlak dat kleinsteenergiedeeltje dáár zet, dan is dit een zominimaal iets voor ons mensen, dat je bijvoorbaat zou zeggen: deze hele scheppingmislukt, dat kan nooit goed komen! Omdatwe zo ontzettend zijn gevangen in de waandat alles wat veelheid is doorslag geeft,inplaats dat kwaliteit doorslag geeft.”

“[...] In ons menselijk vermogen zijn wegebonden óók aan de grens naar benedentoe. [...] Maar het is natuurlijk voor een

Page 32: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

C90 V GODENTABLEAU

mens niet aanvaardbaar dat er benedendit allerkleinste deeltje, ook niet eenwaarde zou liggen, maar die waardekunnenwij niet kennen, die waardekunnen wij niet gadeslaan, we kunnen erzelfs niet mee rekenen.”

“Maar die blijkt nu ontzaglijk te zijn.”“[Verkort] Er zijn twee mogelijkhedenom 'uit' de[ze] energie te komen. Deene is regelrecht in de richting vanhogere bewustwording, van hogereopenbaringen. De andere is dóór deenergie heen 'uit' de energie komen. Datis de tweede gang en die hebben we nogniet gemaakt; daar is de huidige mensnog niet aan toe. Het is een typischkenmerk van onze huidige evolutievormdat we in en door de energie komen endat de energie zich aan ons openbaart.De betreffende begrippen die de mensop het ogenblik ontwikkeld heeft menvroeger nooit gehad Die kende meneenvoudig niet. Wel naar boven toe, inde bewustwording.”

“Dat wil zeggen vanuit de hypothese diealleen deze wereldse mens kent. Wantwe weten niet wat voor wezens of erzijn . . . . .” [...]

“Wel naar boven toe, in de bewust-wording, daar wel, maar niet door deenergie heen. En wat dus een typischkenmerk van onze huidige evolutievormis, dat we in en door de energie komen,en dat de energie zich aan ons openbaart.Deze begrippen, zoals we die vandaagaan de dag allemaal hebben, heeft menvroeger nooit gehad. En het is een heelaparte vorm van openbaring. Men magdat niet miskennen en zeggen: dat is maarstof en dat is maar kracht en dat is maarnatuurkunde - nee, het zi jn groteopenbaringen.” [...]

“Is het niet zo dat het wél is geweest maardat de bewustwording van het menselijkschepsel daar nog niet aan toe was? Wantwanneer dan in het kleinste energiedeeltjealles zit wat tot de uiteindelijke eenheid van

alle schepsels moet voeren (wat iets heelnieuws voor mij is op deze ochtend), maarals dit zo is dan is dit kleinste energiedeeltjeniet anders te benaderen dan door bewustzijnen niet door denken; niet door het vaststellenvan begrippen maar door een verbondenheidvan een bewustzijn over en weer, waardoorzich in één moment iets aan iemand kanopenbaren, wat een hele periode van evolutieniet verwerpt maar wel ín zich draagt enals zodanig een mens kan vormen; dat zijnbewustzijn dit geschonken geheel nooitanders zal kunnen gebruiken dan in deaanwijzing van het kleinste energiedeeltjezélf ligt, ten behoeve van het geheel watdan geopenbaard is.Dat is de veiligheid, nietwaar? Want als ditniet zo was, dan zou naast de Schepper eenandere schepper kunnen komen te staan,die een kleinste energiedeeltje op zijnwijze dan wel in zijn bewustzijnswisselingzodanig gestalte zou kunnen geven, datín de wereld een wereld zou kunnenontstaan. En dan bedoel ik op het ogenblikniet het Godentableau, maar ik bedoel inwerkelijkheid. Dan ziet U hoevelen hiermeezijn behept in de wereld; dat zijn vooraldictators, die er allen van overtuigd zijndat wanneer iemand nu maar doet wat zijzeggen, dat het dan ideaal zou worden. Erhelemaal bij vergetend dat zij natuurlijkzelf in een rijstebrijberg terecht komen,waar ze geen wijs uit kunnen worden.Maar U ziet nu de doorgetrokken lijn vaneen bewustzijnsvernauwing die kan voerentot een dictatorschap; niet alleen overmensen,maar ook over dé wereld.”

“Ja, maar dat is de magiër! Daar komthet op neer.”

“Nu, óf dát de magiër is!”“ Dat is de minder geëvolueerde vormvan mensen, [...] vóór de praehistorie, deallereerste fase, toen waren de mensenmagiërs [...]. Wij zijn nu in een bepaaldeontwikkeling en dan komt er op eengegeven moment een mens tevoorschijndie in zijn geestelijke instelling een

Page 33: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

V GODENTABLEAU C91

ontwikkeling heeft van 5000 jaar geleden.Dit komt voor. En zo komen dergelijkefiguren hier en daar als een soortmonstrum in onze gemeenschap terecht.Zo is Hitler zo'n figuur geweest.”

“Ja, maar ik geloof dat we er allen eenstreek van te pakken hebben, nietwaar? Jewilt altijd ergens dictator zijn.”

“Nu, toch niet zo uitgebreid als Hitler.”“Niet zo uitgebreid maar wel in een soortvan - het ligt ons toch meer dan zelf-verzaking! 't Is een lelijk ding maar 't is zo!”

“Dat ben ik met U eens, maar de invloedvan dergelijke types op de medemensenis wel heel merkwaardig [Verkort].”

“Dat juist, en het heel ernstige voor ons alsmensen is, om te zien wat er met ons alsmens gebeuren kan. Dat is heel tragisch!”

“Het ligt zéker op het terrein van degeestelijke hygiëne om dergelijkegebeurtenissen te ondervangen en tevoorzien. [...] Maar het is helemaal nietzeker dat zo'n afschuwelijke periodeniet voor herhaling vatbaar is.”“Het komt mij eigenlijk voor dat ik een tegrote afstand geschapen zie tussen eenfiguur als Hitler en de anderen. Het lijkt ernu op of temidden van - laten we het maareven zo schetsen - redelijk voldoende['voldoend redelijke'?] wezens een -geestelijk - monster te voorschijn komt.Maar ik denk dat uit al die uitstralingenvan dat demonische in al die mensen,dat zich daaruit een brandpunt vormt.”“Dat is de weg waarlangs. Ik konstateerdealleen het feit. Ik verklaarde niets.”

“Wat U daar zegt - ik geloof wel dat hetwaar is - maar nu vindt het ergens bij éénmens zijn tehuis, en dat vind ik zo tragisch.Kunt U dat begrijpen? Want juist omdateen mens niet zomaar doet, word je dus alszodanig in deze openbaring aangewezen.Niet door mensen!”

“Nee, maar wat zich dus in al die anderen- naar zij dachten - in het geheim konafspelen, dat wordt nog tot zegen eenkeer naar buiten gebracht.”

“Zeker tot zegen, omdat het een oplossingbiedt, voor wat ik eerder noemde, wat alsschaduw achter ons aangaat.” [Zie p.83]

“Dus de tegenstander die dit in toornondergaat, heeft niet het doorzicht - hoevreemd dat ook klinkt.” [...]

“Máár, wat is nu 'verlossing', en wat is nu'Verlosser'! Want wanneer het z'n brandpuntvindt in één mens die dáár dan gevoeligvoor is, zodat hij het wel op móet nemen,dan verlóst hij toch!” [...]“Wanneer dus onze aanhangende schaduw,waaraan wij zelf geen aandacht schenkenom die op te lossen, uitweg vindt bij zo'nmens, dan dóet hij verlossend werk. Wanthij helpt ons er van af. Waardoor natuurlijkhet hele etiket van monstrum verandert.”

“Ja, maar dat is ook maar heel betrek-kelijk. Een natuurramp is ook eenmonstrum. Kijk eens wat hij doet!”

“Jawel, maar ik wilde even bij hetmenselijke stil blijven staan, begrijpt U?Zodat vanuit de mensenhoek gezien, inwat wij als monstrum kwalificeren, eenheel merkwaardige kwaliteit ligt, die wijniet hebben. Om op te nemen waar nietalleen hij, maar de mensheid mee zit.Waardoor U ziet dat God Zich voor-behoudt op welke wijze Hij als Verlossertussen ons ingaat.” [...]

“Zo'n figuur als Hitler, die het kwaadaantrekt, waarom moet hij dat ook weeruitdelen. Is dat altijd de bedoeling, vandie 'evil forces'? Dat het weer moetworden verspreid? Of zou het ookmogelijk zijn dat het schepsel het totzich trekt en het verwerkt in zichzelf?”

“Nu, niet meer dan wat je als zodanigverwerken kan. Maar wanneer hetgeschiedt - en daar wilde ik ook toch evenop wijzen - wanneer dit aangetrokkenwordt en het openbaart zich dan in wat wijnoemen oorlogen - als één van de ergstedingen - dan ziet U dat daar parallel in gaateen enorme offerkracht, nietwaar? Deouders moeten hun zonen afstaan, devrouwenhun mannen en ze staan verder

Page 34: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

C92 V GODENTABLEAU

hun hele verdere leven af - zij die de strijdingaan - én hun toekomst. Dus het wéktoffering. Dat zien wij wel eens voorbij,maar dat is er altijd, wanneer er iets ergsgebeurt dan wordt dát opgewekt in eenmens. Goedschiks of kwaadschiks.”

“Ik ben er van overtuigd dat er eennoodzaak bestaat in deze richting diehier aangegeven wordt. Dit lijden is eennoodzakelijkheid.”

“Dus het opnemen van het algemenekwaad, wat in enkele personen dan kangebeuren, - omdat de put vol is zal ikmaar zeggen - brengt mee en roept dezeofferkrachtop, deze gezamenlijke offer-kracht; als antwoord op datgene wat inzo'n mens dan openen móet.”

“[Nog even terug naar] de grote evolutio-naire lijn van dat kleinste energiedeeltjenaar de mens, die niet noodzakelijkerwijsde laatste is in de ketting, maar het is delaatste die wij kennen. [...] Nu bestaat ereen mogelijkheid van deze ontwikkelingeenbewuste openbaring te krijgen. Endat U zich gaat voelen als een schakelin die reeks. [...]”

“Ook een bewustere relatie met het kleinsteenergiedeeltje waar de vorm uitkomt? ('Ja,precies.'). Dat is natuurlijk ontzaglijk.”

“Want dat kleinste energiedeeltje, datop zichzelf uiteraard ook een symboolis, daar moeten we niet te licht overdenken. Vroeger zei men: dat is maarenergie, of maar stof. Nee, dat ishelemaal niet máár.”

“Dus een mens zou eigenlijk, zeker in zijnvoor de hand liggende conclusie, voorhet eerst contact kunnen krijgen met desubstantie waaruit zijn vorm is opgebouwd.”

“De energie!”“Zodat hij dan heel merkwaardig staat.Dan staat hij dus in de kern van zijneigen schepping, zoals dé Schepper in déSchepping zou staan. Dat bedoel ik ermee.” [...]

“Dit is in feite dé wetenschap. Want dewetenschap ís openbaring, ís geloof.

Het is aan de ene kant verzameling vanfeiten - maar dat is geen wetenschap.Wetenschap als zodanig is openbarings-geloof.”

“Ja, dan begint het langzaam maar zekerreligieus te worden.”

“. . . . Maar, het is geen gods-dienst.”“Nee, daarom zeg ik ook: het is religie.”

“Het is geloof.” [...]“U zei zoeven: 'lijden is een noodzake-lijk heid'. Maar wordt dat niet minderals de mens zover zou kunnen komenom néé te zeggen tegen die goden?“Ja. In de openbaring die ik u inwoorden trachtte mede te delen ligt eenteloorgaan [?] van een vrijheid, omdathet 'ik' verdwijnt. [...] Zodra het 'ik'verdwijnt, verdwijnt ook het lijden.”“Maar wat gebeurt dan - voor degoden - met de kracht die ze altijd opde mens hebben kunnen uitoefenen.Wanneer de mens dat nu niet meerwil? Verschrompeltdie kracht dan ofverandert die in iets anders zodat hijook dienend wordt?”

“Dat is de vraag die ik aan de Inleider hebgesteld. Hebt U dat kunnen vinden in Uwverdere becijfering;is het naar U toegekomen?”

“Nee, zeker niet bewust.”“Die kracht verdwijnt.” [...]“Verdwijnt, verschrompelt dus; hijgaat weg?“ [...]

“Dat kan natuurlijk nooit verschrompelen.”[...]

“Wat mij duideli jk voor ogen iskomen te staan tijdens de contactendie ik heb gehad met Dr.W., maar inhet bijzonder tijdens deze 10 of 11getallenochtenden, dat is dat waar hetom gaatzich constant bewijst als niet'hanteerbaar' te zijn en dat dit alleseen functie heeft die mij geenszinsduidelijk is. [...]Duidelijk is mij wél de herkomst vande Vraag - eigenlijk de [innerlijke]Opdracht - om deze getallen-ochtenden

Page 35: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

We besluiten dit hoofdstuk over het Godentableaumet het volgende FRAGMENT.

V GODENTABLEAU C93

te laten zijn, hóe of ze zich dan ookzullen ontwikkelen.” [...]

“Is het niet zo dat steeds duidelijker naarvoren komt dat het zich eigenlijk iedereochtend, die we hier dan zo over diegetallen houden en ook bij Dr. W. zelf,dat het zich constant manifesteert als eenaanwezigheid die altijd dáár is geweest ineen vorm die wij dan getal noemen? En datschijnbaar in deze tijd - het is heel merk-waardig - alles vorm móet krijgen; en dítook aan zijn trek moet komen, nietwaar?”

“Ik zou het zo willen stellen: het isdus een bewustwording van Dr. W. diezich in zintuiglijke [?] getallen heeftgekristalliseerd.”

“Ja, maar dat het buiten dit om, wat het voorhem is geweest, nog een andere functieheeft. ('Natuurlijk!'). Omdat in het geheelvan het ontdekken van de vormgevingen,waarvan de mens zich dan heeft bediend enwaarin hij ook gekluisterd is, wanneer ditook niet tot een duidelijke vorm komt, erniets meer aan zou zijn waarvan de godenvan het Godentableau zich weer rijkelijkkonden bedienen. Als een klip, nietwaar?Enik bedoel het natuurlijk vooral niet om dezegehele getallen-symboliek te ontmaskeren,maar wel om het te ontluisteren van een tescherpe gerichtheid als een eenmaligheid.Terwijl het een zoveelste bijkomstigheidisvan vormgeving.”

FRAGMENT 24, d.d. 07-03-64“[Verkort] Bij mij neemt het getal 3 eenenorme plaats in: leven, energie enbewustwordingzijn als een modernedrie-eenheid. Verder kom ik niet op hetogenblik. Dat is wat mij het meestaanspreekt, wat ik dan belééf. Er is eengroot verschil met wat we zo opnemen,wat in de verslagen staat en wat wevoordragen, én het getal dat we beléven,wat iets heel merkwaardigs is . . . Maarik kom niet verder dan '3'.”

“Komt het dicht bij de muziek, voor Uwgevoel?”

“Heel dicht, ja.”“Bedoelt U de muziek als een klank-beeld?”“Dat is enigszins anders. Ik zie wel datklankbeeld, dat nemen we dus zintuiglijkin ons op. Maar dit geeft mogelijk inonze bewustwording . . . . ”“Een tekort?” “Ja, dat is waarschijnlijk eigenlijk eeninnerlijke aandoening, die gepaard gaatmet lust- en onlustgevoelens; [...]” “Maar wat reikt over lust- en onlust-

gevoelens heen, laat zich ook niet vangenin een klankbeeld.”“Nee, daar zitten we naast.”“Vandaar dus dat het meetbare en dusook de muziek nooit anders kunnenzijn dan het ene vertrekpunt voor eenverlangen dat zichzelf niet kan voldoen.”“Nee, als zijnde ook variabel, terwijlonze kern niet variabel is.”“Variabel, ja.” “Daar gaat het om.” “En in wezen daardoor tijd opslurpend?“Ja.” “Maar dat is dan een indicatie dat Uhet woord al begint te plaatsen in deverwachting dat het Onzegbare daarmeeaangeduid kan worden.”“Dat is een poging tot contact over hetOnzegbare. Want wanneer dat contacter niet is kunnen wij het ook nooitaanduiden. U kunt het dus ook zonder hetaanduiden alleen door contact krijgen.”“Ja, dat is het verkennen dat U evenvooraf wilde laten gaan, vóór de getallenzélf. Maar dan bent U met de muziekwel aan een uiterst randgebied. Stelt

Page 36: V HET GODEN- OF HERMETISCH TABLEAU .... Het andere gezicht...1, bijv.:0 2Rd.3 1 2 3 0 2x 0 = 0 x 1 2x 3 = 2 x 3 2x10 = 4 x 5 2x21 = 6 x 7 2x36 = 8 x 9 2 x 55 = 10 x 11 Enz. TABEL 19

5.06: Inhoudsoverzicht hoofdstuk Vpag.

5.01: Het Godentableau 595.02: Enkele aantekeningen met betrekking tot

Egyptische beeldingen 625.03: Een paar 'merkwaardigheden' 655.04: De 'Ontmoetingspunten' van de goden 675.05: De 8e Inwikkeling van de eerste 7 rangnummers

in het Godentableau 76

-o-

C94 V GODENTABLEAU

het daarom, van wat in i j lheid envluchtigheid toch blijkt niet te voldoen,1

de dunste draden kunnen volledig binden,zelfs draden die zo dun zijn dat men zeslechts kan horen.” “Muziek is toch ook een weg tot contact!”“Maar toch behorend bij een orde diewe hebben te verlaten.”“Ongetwijfeld. Dat zit 'm in de vrijgrote zintuiglijke intensiteit, die in demuziek zit.”“Ja, die de hoogste camouflage is,omdat die dus eigenlijk de ideologischewereld zelf aanklaagt, maar deze nietloslaat.”“En die in zijn wetmatigheid heel nauwsamenhangt met de goden!”“Ja.”

“Ik ben blij dat jullie het zeggen!”“[...] Dwalen tussen de paren van tegen-stellingen tot in het oneindige. Waardus al die ervaringen op den duur dewanhoop meebrengen die je in de dingensteeds ziet stellen: waar is een uitweg?

Niet een uitweg die meetbaar is; duswaarvan andere groten gezegd hebbendat het de sprong was in de oerwateren,die in wezen dus de opstijging moestvoorbereiden - en alles loslaten.”

“Ja, dat wou ik U net zeggen, want diefunctie heeft het zeer zeker: loslaten. Enwat U net zegt: de intensiteit die in demuziek kan liggen is zonder twijfel eenvreemde leidraad naar wat U zegt de 4edimensie of wat je zou noemen - nu ja,heel sterk uitgedrukt in wat U zegt: naardeoerwateren toe.”

“Ja, de muziek heeft dus een ontzaglijkemachtswerking in zijn beperking vanuithet Godentableau, dat het de uitersteesthetiek gebruikt als toetsing; hoeweltoch te doorzien blijft dat het gebonden-heid blijft. En zelfs heel duidelijkzichtbaar dualiteit. Heel sterk.Waar dus niets denigrerends meebedoeld is, maar dat het een prachtigeopgangsmogelijkheid is, zoals dus ookde biologische liefde, naar het níetvoldoen.”

“Ja, precies! Ja.”1 Vermoedelijk is hier een zinsdeel weggevallen.