UZ Letters 120

36
letters 120 Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen UGent UZ GENT DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT JRG 24, NR 120 OKTOBER, NOVEMBER 2014 Afzendadres: De Pintelaan 185 – 9000 Gent | Toelating gesloten verpakking nr. 03/60 | Afgiftekantoor Gent X BELGIE – BELGIQUE PB – PP 3961

description

Medisch vakblad van het UZ Gent

Transcript of UZ Letters 120

Page 1: UZ Letters 120

letters

120

Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen UGent UZ GENT

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFTJRG 24, NR 120OKTOBER, NOVEMBER 2014

Afz

en

da

dre

s: D

e P

inte

laa

n 1

85

– 9

00

0 G

en

t |

Toe

lati

ng

ge

slo

ten

ve

rpa

kkin

g n

r. 0

3/6

0 |

Afg

ifte

kan

too

r G

en

t X

BELGIE – BELGIQUE

PB – PP

3961

Page 2: UZ Letters 120

BEZOEK ONZE WEBSITE : WWW.COMFORTLIFT.BE

Wijverhogenuwcomfort !

Mannebeekstraat 3 | B-8790 Waregem | [email protected]

VRIJBLIJVENDE OFFERTE / BEZOEKBEL GRATIS : 0800 20 950

TRAPLIFTEN, HUISLIFTEN & PLATEAULIFTEN

VRIJBLIJVENDE OFFERTE / BEZOEK

SERVICE24/24 - 7/7

Ad_UZ_222x76_NL.indd 1 23/04/14 11:28

advertentie

Bereik via UZ Letters meer dan

12.000 huisartsen, tandartsen en

andere medische profielen.

Neem contact op met Jan Coessens

via T 09 267 64 65 of

[email protected]

advertentieUw

hier?

Page 3: UZ Letters 120

al onze realisaties opwww.SWIMMINGPOOLS.be

Ook de Willy Naessens van industriebouw…

WORTEGEM-PETEGEM T. 055 39 03 90 TESSENDERLO T. 013 29 27 17 OVERIJSE T. 02 657 39 16

0914_UZA_210x280.indd 1 13/08/14 12:13

advertentie

Page 4: UZ Letters 120

E

edito

ComfortExcelleren in medische zorg is een van de missies van het

UZ Gent. Het ultieme doel van een behandeling is idealiter een

volledig herstel, maar soms is dat niet mogelijk: sommige patiën-

ten genezen maar leven verder met blijvende klachten, bovendien

zijn er aandoeningen waarbij een volledig herstel niet mogelijk

is. Naarmate de bevolking veroudert en de aanpak van ernstige

aandoeningen efficiënter wordt, groeit de groep van mensen

die verder moeten met comfortproblemen. De aanpak daarvan

behoort tot de topprioriteiten van een universitair ziekenhuis.

In dit nummer van UZ Letters ligt de focus op het comfort van

onze patiënten. Zo werd er recent een richtlijn uitgewerkt voor

assistentiehonden op de campus. Daardoor zijn onze diensten

vlotter toegankelijk voor mensen met een beperking. Het Pijn-

platform staat, samen met de huisarts, garant voor de preventie

én aanpak van chronische pijn. In de behandeling van hoofd-

pijn bouwt de dienst Neurologie aan een optimale zorgketen,

waarbij o.a. ook de huisarts en de apotheker een cruciale rol

spelen. Verder leren we dat het gebruik van decongestieve neus-

sprays weliswaar op korte termijn het comfort verhoogt maar

bij chronisch gebruik meestal schadelijke effecten heeft.

De dienst Radiotherapie stond ruim 20 jaar terug mee

aan de wieg van intensiteitsgemoduleerde radiotherapie

(IMRT), een techniek waarbij tumoren heel precies worden

bestraald. Daardoor ondervinden de omliggende organen

minimaal schade en worden klassieke comfortproblemen na

radiotherapie (monddroogte, radio-enteritis, …) beperkt.

Verder hebben we in dit nummer aandacht voor opleiding.

Het elektronisch stageboekje wordt een belangrijke tool in

de evaluatie van arts-assistenten, wellicht

nog belangrijker is een trainingspro-

gramma dat streeft naar een optimale

opleiding en ondersteuning van de stage-

meesters en –begeleiders. De opleiding van

de arts-assistenten bepaalt immers

mee de zorg van de toekomst.

Veel  leesgenot!

Prof. dr. Steven Weyers

Hoofdredacteur

ASSISTENT OP VIER POTEN. In het UZ Gent zijn

sinds kort nieuwe richtlijnen

van kracht voor het omgaan met

assistentiehonden. Het zieken huis

wordt hierdoor makkelijker

toegankelijk voor personen

met een  beperking.

(Lees meer over

de richt lijnen

op p. 12.)

Page 5: UZ Letters 120

5

Page 6: UZ Letters 120

14 1606

ZORG

Samenwerken rond hoofd-pijn. Het overgrote deel van de hoofdpijnpatiënten hoort thuis in de  eerste lijn.

Weg met reuma. Hoe de aanpak van spondyloartritis (SpA) naar een gepersonaliseerde behande-ling evolueert.

Pijn beter bestrijden. Een nieuwe ziekenhuisbrede aanpak van pijn: de Pijnkliniek, het Pijn-platform en een pijnnetwerk voor kinderen en volwassenen.

IIN DIT NUMMER

DIALOOG

Psychische problemen in de eerstelijnszorg: hoe ga je als huisarts om met patiënten die lijden aan depressie, burn-out of stress?

20

COLOFON UZ LETTERS driemaandelijks medisch-wetenschappelijk magazine van het Universitair Ziekenhuis Gent HOOFDREDACTEUR Prof. dr. Steven Weyers REDACTIE­COÖRDINATIE Marie-Laure Solie, T 09 332 46 47, [email protected] ADVERTENTIES Jan Coessens, T 09 267 64 65, [email protected], T 09 267 64 60, [email protected] FOTOGRAFIE Philip Vanoutrive, Christophe Vander Eecken, Thomas Verfaille

Fotografie: Philip Vanoutrive, Christophe Vander Eecken, Thomas Verfaille

Illustraties: Sarah WoutersConcept, redactie en realisatie: Jansen & Janssen Creative Content, T 09 267 64 60, www.jaja.be V.U.: Steven Weyers, De Pintelaan 185, 9000 GentDe inhoud van de advertenties valt niet onder de redactionele verantwoordelijkheid van het

UZ Gent

med

ical

rf.

com

/sci

ence

ph

oto

lib

rary

Page 7: UZ Letters 120

19

24

32

ONDERWIJS ONDERZOEK

EN OOK…ZOOM AGENDA

Innovatieve radiotherapie. De radiotherapie zit in een stroomversnelling: technieken voor een preciezere dosering en minder  bijwerkingen.

04 highlight12 scan30 campus kort

Steun voor stagebegeleiders. Train the trainer-sessies en een app als portfolio maken het werk-plekleren makkelijker en beter.

Schadelijke neussprays. De vicieuze cirkel van overgebruik van vrij verkrijgbare neussprays in kaart.

IN DIT NUMMER 7

21-22/11Europees

congres Urologie

Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers

ILLUSTRATIES Sarah Wouters CONCEPT, REDACTIE EN REALISATIE Jansen & Janssen Creative Content, T 09 267 64 60, www.jaja.be V.U.Steven Weyers, De Pintelaan 185, 9000 GentDe inhoud van de advertenties valt niet onder de redactionele verantwoordelijkheid van het UZ Gent.

28

Fotografie: Philip Vanoutrive, Christophe Vander Eecken, Thomas Verfaille

Illustraties: Sarah WoutersConcept, redactie en realisatie: Jansen & Janssen Creative Content, T 09 267 64 60, www.jaja.be V.U.: Steven Weyers, De Pintelaan 185, 9000 GentDe inhoud van de advertenties valt niet onder de redactionele verantwoordelijkheid van het

UZ Gent

26

Page 8: UZ Letters 120

Het comfort van de patiënt verhogen en voorkomen dat acute pijn chronisch wordt: dat zijn doelstellingen van het pijnbeleid in het UZ Gent. Dat wordt ziekenhuisbreed aangepakt – en slaat ook bruggen met de huisarts.

OOK HUISARTSEN WORDEN BETROKKEN

UZ Gent bouwt aan

Z

intensieve zorgen terechtkomt.

Zijn pijn wordt gemeten met

een pijnschaal en er wordt een

pijnbehandeling opgestart. Na

enkele dagen wordt hij hopelijk

overgebracht naar een andere

ziekenhuisafdeling. Dan moet die

afdeling heel precies weten welke

pijnschalen werden gehanteerd

en welke behandeling werd

toegepast. Dat is cruciaal voor

de zorgcontinuïteit.’

Dat geldt ook voor de huisarts

die de patiënt verder opvolgt?

‘Precies. Daarom zitten aan ons

pijnbeleid ook transmurale aspec-

ten. We willen in de ontslagbrief

de gebruikte pijnschalen en

medicatieschema’s duidelijker

toelichten. De rol van de huisarts

in de pijnbehandeling wordt ove-

rigens alsmaar groter. Steeds meer

ingrepen vinden in het Chirurgisch

ziekenhuis wil behalen, moet het

pijnbeleid aan bepaalde kwaliteits-

normen voldoen. Ook de Vlaamse

Zorginspectie ziet erop toe. En de

federale overheid heeft in 2013 de

pijnbehandeling in de ziekenhuizen

geheroriënteerd – ook daar houdt

ons pijnbeleid rekening mee.’

Dat pijnbeleid wordt zieken-

huisbreed aangepakt?

‘Dat ligt voor de hand. Stel je een

patiënt voor die met trauma’s op

aarom is een

pijnbeleid

nodig?

Prof. dr. Jacques

Devulder, diensthoofd Pijnkliniek

UZ Gent: ‘Eerst en vooral natuur-

lijk omdat de patiënt er beter van

wordt. We weten dat een efficiënt

pijnbeleid het comfort verhoogt,

complicaties voorkomt, het herstel

bevordert en de duur van de

ziekenhuisopname kan bekor-

ten. Voor de accreditatie die ons

W

ziekenhuisbreed pijnbeleid

Page 9: UZ Letters 120

ZORG 9

initieert ze in het centrale zenuw-

stelsel heel wat processen die je

niet zomaar kunt omkeren.’

Wie werkt het pijnbeleid

in het UZ Gent uit?

‘De stuwende kracht is het Pijnplat-

form. Dat is een multidisciplinaire

groep van 40 tot 50 pijnexperts en

zorgverleners uit alle sectoren van

het UZ Gent. Het Pijnplatform moet

alle zorgverleners sensibiliseren

om pijn te detecteren en te behan-

delen. Het keurt ook procedures

goed: welke pijnschalen hanteren

we, welke behandelplannen en

medicatieschema’s hebben we no-

dig enz. De concrete invulling van

die procedures gebeurt in werk-

groepen. Het Pijnplatform wordt

getrokken door een algologisch

team. Daarin zitten een pijnarts,

een psychologe en verpleegkun-

digen van de Pijnkliniek.’

Dagcentrum plaats. Sommige

daarvan gaan met flink wat pijn

gepaard. We willen huisartsen zo

volledig mogelijk adviseren om

hun patiënten na zo’n ingreep te

behandelen. We weten immers

dat slecht behandelde acute pijn,

bijvoorbeeld na een operatie, kan

uitgroeien tot chronische pijn.

Dat moeten we te allen prijze

voorkomen: als pijn zich innestelt,

Het Pijnplatform is een multi-disciplinaire

groep van 40 tot 50 pijnexperts en

zorgverleners.

Pijn­behandelingfederaal hervormdOp 1 juli 2013 heeft de federale over-heid de pijnbehandeling in de zieken-huizen op een andere leest geschoeid. Elk ziekenhuis moet voor taan beschikken over een algologische functie – een pijnteam – dat alle zorg-verleners sensibiliseert. Daarnaast is een zorgnetwerk van 35 erkende multidisciplinaire pijncentra actief: een ervan is de Pijnkliniek van het UZ Gent (multidisciplinair pijncentrum). Dertien ziekenhuizen – waaronder opnieuw het UZ Gent – zijn bovendien erkend als centrum voor de behandeling van chronische pijn bij kinderen.

Dr. Erwin Crombez en prof. dr. Jacques Devulder

Page 10: UZ Letters 120

Veel aandacht ging naar

de keuze van de pijnschalen.

Waarom?

‘Pijnschalen geven ons zicht op

de manier waarop de patiënt de

pijnintensiteit beleeft. Op basis van

de pijnscore wordt de behandeling

bepaald. In het UZ Gent hebben

we uitgebreide pathologie met een

zeer diverse patiëntenpopulatie

– van baby’s tot oudere patiënten

met dementie. Daarom hanteren

we acht verschillende pijnschalen.

De meeste ervan zijn overigens

niet nieuw – de afdelingen

gebruikten ze al. Bij twijfel kun-

nen zorgverleners terugvallen op

een  beslissingsboom.’

Hoe zorgt men ervoor dat

het pijnbeleid ook effectief

aan elk ziekenhuisbed

wordt  uitgevoerd?

‘Voor de verpleegkundigen staan

Prof. dr. Jacques Devulder, diensthoofd Pijnkliniek UZ Gent

Ook voor kinderen wordt een specifieke pijnschaal gehanteerd.

Het Pijnkenniscentrum van het UZ Gent stoelt op vier pijlers:

1 het Pijnplatform: aangestuurd door het algologisch team werkt het Pijnplatform een ziekenhuis-breed pijnbeleid uit. Het sensi-biliseert, ontwikkelt procedures en organiseert opleidingen en bijscholing

2 het centrum voor de multidis-ciplinaire aanpak van pijn bij kinderen, dat een netwerk opzet met andere gespecialiseerde centra in België

3 het Multidisciplinair Pijncen-trum: de Pijnkliniek, die bestaat uit vier pijnartsen, een psy-choloog, een kinesitherapeut, een ergotherapeut, een sociaal verpleegkundige, een fysicothe-rapeut en een psychiater. Omdat de Pijnkliniek deel uitmaakt van de sector Bewegingsstel-sel werkt ze ook samen met de diensten Fysicotherapie, Ortho-pedie en Reumatologie. Daar-naast wordt ook samengewerkt met de dienst Neurochirurgie.

4 het onderzoeksconsortium: met de vakgroep Revalidatieweten-schappen en Kinesitherapie en andere vak- en onderzoeks-groepen van de Universiteit Gent wordt samengewerkt voor klinisch en weten-schappelijk onderzoek.

Erg belangrijk voor het Pijnken-niscentrum is de netwerking met andere ziekenhuizen. Regelmatig zullen zorgverleners en experts van de negen ziekenhuizen in het netwerk samenkomen om inzichten en ervaringen te delen, om de aanpak van een bepaald type pijn te bespreken, om zorgstandaarden te screenen enz.

Het Pijnkennis ­ centrum

Page 11: UZ Letters 120

ZORG 11

een protocol aantreffen. Pijn wordt

bovendien een kwaliteitsindicator:

door gegevens over pijnscores

en pijnregistraties te analyseren,

ontdekken we wat en waar we nog

kunnen bijspijkeren.’

Wat is de rol van de Pijnkliniek

in het pijnbeleid?

‘Wij sturen aan, maar daarnaast

blijven we een derdelijnscentrum

voor de multidisciplinaire behan-

deling van vooral chronische pijn.

Die behandelen we volgens het

biopsychosociale model. Aan pijn

zitten immers niet alleen biologi-

sche, maar ook psychologische en

sociale aspecten vast. Denk maar

aan patiënten met chronische pijn

die in een depressie belanden of

hun werk en inkomen verliezen.

Daarom werken in onze Pijnkliniek

niet alleen pijnartsen en ergo- en

kinesitherapeuten, maar ook

een psycholoog. We werken ook

samen met een fysicotherapeut

en kunnen altijd een beroep doen

op dezelfde psychiater en een

sociaal  verpleegkundige.’

e-learningsessies op stapel.

Daarnaast zal elke afdeling over

een pijnreferentieverpleegkundige

beschikken. Alle protocollen en

behandelplannen die we in het

Pijnplatform ontwikkelen, komen

in een documentenbeheersysteem

terecht dat via intranet ontsloten

wordt. Daar kunnen alle zorg-

verleners in het UZ Gent altijd de

recentste goedgekeurde versie van

Pijnschalen geven ons zicht op de manier

waarop de patiënt pijnintensiteit

beleeft.

Symposiumover pijn Op vrijdagnamiddag 10 oktober 2014 organiseert het Pijnkenniscentrum in het Pand in Gent een symposium over ‘pijn anno 2014’. Er zijn lezingen over acute postoperatieve pijn en pijnrevalidatie en vier workshops.

Deelname is gratis. Programma en inschrijvingen: www.pijnanno2014.be

Page 12: UZ Letters 120

SSCAN

Het aantal Belgen dat palliatieve zorg

nodig heeft, neemt jaarlijks toe en

wordt geschat op 15.000. De meeste

palliatieve patiënten willen graag thuis

blijven tijdens hun laatste levensfase

en rekenen daarvoor op de huisarts

en palliatieve thuiszorgteams. Toch

zijn de basisopleiding voor huisartsen

en de bijscholingen tijdens hun car-

rière onvoldoende om hen vertrouwd

Werkplekleren over pallia-tieve zorg

In het ziekenhuis worden in

het principe geen honden,

katten of andere huisdie-

ren toegelaten. Patiënten

of bezoekers met een

assistentiehond vormen

voortaan in het UZ Gent een

uitzondering op die regel.

Net als huisdieren die tijdens

een kort bezoek en onder

strikte voorwaarden op het

vlak van ziekenhuishygiëne

Allemaal beestjesafscheid komen nemen

van een terminale patiënt.

Het UZ Gent versoepelde

de toelatingsvoorwaarden

voor (huis)dieren met het

oog op de toegankelijk-

heid van het ziekenhuis

voor personen met een

beperking. Met die nieuwe

richtlijnen bevestigt het UZ

Gent zijn vooruitstrevende

aanpak in Vlaanderen.

Levensdonorenin het UZ Gent

ZAADCELLEN

430donorzoekenden

6inzetbare donoren (van wie de zaad-

cellen na invriezen en ontdooien aan

de kwaliteitsnormen voldoen)

Page 13: UZ Letters 120

SCAN 13

Precisie bestralingbij prostaat kanker

te maken met alle aspecten van

palliatieve zorg. Dat blijkt uit het

doctoraatsonderzoek van Peter Pype,

praktijkassistent aan de UGent. Als

antwoord op de palliatieve uitdaging

schuift hij werkplekleren naar voren.

‘Veel luisteren, observeren en discus-

siëren met verpleegkundigen en

palliatieve thuiszorgequipes, is de

meest gebruikte manier om bij te leren

over palliatieve zorg’, zegt Peter Pype,

‘omdat het leervormen zijn die nauw

bij het dagelijks werk aansluiten. An-

dere leervormen, zoals leren uit fouten

of het geven en krijgen van feedback,

zijn een stuk efficiënter maar in de

praktijk allicht moeilijker haalbaar.’ Uit

bevragingen blijkt dat teamwerk en

communicatie de belangrijkste werk-

punten voor huisartsen zijn. De kers-

verse doctor ontwikkelde een training

die verpleegkundigen en palliatieve

thuiszorgequipes leert omgaan met

leervormen. ‘Het is de bedoeling dat

ze die ook toepassen in hun contacten

met huisartsen, zodat alle betrokke-

nen meer opsteken van elkaar.’

Voor patiënten met drie of minder

uitzaaiingen van prostaatkanker is

precisiebestraling een aan te raden

therapie. ‘De voorbije vier jaar heb-

ben we stereotactische radiotherapie

bij meer dan honderd patiënten

in het UZ Gent toegepast. Dit soort

precisiebestraling blijkt doeltreffend

en veroorzaakt in tegenstelling tot de

klassiek voorgeschreven hormoonbe-

handeling nauwelijks bijwerkingen’,

zegt Gert De Meerleer, radiotherapeut-

oncoloog in het UZ Gent. ‘Sinds kort

hebben we in samenwerking met

acht andere ziekenhuizen ook een

gerandomiseerde studie opgezet

naar het effect van onze aanpak.

Belangrijk is de steun van de collega’s

van Urologie, Radiologie en Nucleaire

Geneeskunde. Zonder deze multidisci-

EICELLEN

29inzetbare donoren

43donorzoekenden

plinaire aanpak lukt het niet.’

Gemiddeld kunnen patiënten

het opstarten van hormoon-

therapie met drie jaar uitstellen

dankzij de precisiebestraling.

De behandeling werd ook op

verschillende symposia voorge-

steld en werd door de Vlaamse

Liga tegen Kanker bekroond.

‘Zowel voor de patiënt als voor

de overheidsuitgaven is het

een positieve ontwikkeling

als je de hormoontherapie en

de daarmee gepaard gaande

bijwerkingen kunt uitstellen’,

benadrukt hij. Momenteel wordt

ook onderzocht of een gelijkaar-

dige therapie ontwikkeld kan

worden in de strijd tegen nier-

en huidtumoren.

Ook het UZ Gent ondersteunt

de  campagne www.levensdonoren.be.

Tegelijk staat het UZ Gent open voor een

constructief debat met alle betrokken

partijen over de verschillende facetten

van donoranonimiteit.

cijfers 2013 UZ Gent

Page 14: UZ Letters 120

S pondyloartritis is een

brede, heterogene

groep van inflam-

matoire reumatische

aandoeningen die

zich ook niet-reumatisch kunnen

manifesteren, in de huid, de ogen

of de darmen. SpA komt voor

bij 1 procent van de bevolking.

Meestal zijn de wervelkolom en de

grotere gewrichten buiten de rug

aangetast. De groep omvat onder

meer aandoeningen die vroeger als

aparte ziekten werden beschreven,

zoals Spondylitis Ankylosans

(ziekte van Bechterew), inflamma-

toir darmlijden (zoals de ziekte van

Crohn) en psoriasisartritis.

INTERNATIONAAL CONGRES IN OKTOBER

Spondyloartritis (SpA) omvat een breed spectrum van aandoeningen die alsmaar

vroeger herkend en alsmaar effectiever be-handeld kunnen worden. De aanpak evolueert naar gepersonaliseerde behandeling, op basis

van een uitgebreid risicoprofiel.

DIAGNOSE ERG BELANGRIJK

De oorzaken zijn multifactorieel. Er

is een sterke genetische component

(HLA-B27), maar de aandoening

kan ook worden uitgelokt door om-

gevingsfactoren: een darminfectie

kan bijvoorbeeld reactieve artritis

uitlokken. ‘In het UZ Gent hebben

we ook de rol van biomechanische

stress ontdekt’, zegt prof. dr. Dirk

Elewaut (dienst Reumatologie).

‘Overbelasting van gewrichten

kan bij mensen met een aanleg

voor SpA tot ontstekingen leiden.

Zo ontwikkelen havenarbeiders

doorgaans een ernstigere vorm dan

mensen met een kantoorbaan.’

Spondyloartritis kan in eerste

Z

UZ Gent heeft topexpertise

in spondyloartritis

INTERNATIONAAL CONGRESVan 23 tot 25 oktober organiseren prof. Elewaut en prof. Van den Bosch in Gent de negende editie van het International Congress on Spondy-loarthropathies. Dat tweejaarlijkse congres – dat altijd in Gent wordt georganiseerd – staat wereldwijd bekend als de belangrijkste bijeen-komst voor SpA-onderzoekers. www.spa-congress.org

Page 15: UZ Letters 120

ZORG 15

instantie behoorlijk worden behan-

deld met ontstekingsremmers en

bewegingstherapie. Als dat faalt,

schakelt men over naar ‘biolo-

gicals’: experts van het UZ Gent

stonden mee aan de wieg van ge-

neesmiddelen die TNF blokkeren,

het eiwit dat een sleutelrol speelt

in het ontstekingsproces. Prof.

dr. Filip Van den Bosch (Dienst

Reumatologie): ‘Hoe vroeger je de

ziekte herkent, hoe effectiever je ze

kunt behandelen: in een vroeg sta-

dium is nog geen onherroepelijke

schade opgetreden. Vroegtijdige

diagnose heeft natuurlijk een keer-

zijde: slechts een klein percentage

van alle patiënten met rugklachten

heeft effectief spondyloartritis. Ge-

lukkig hebben we in de diagnose

grote vorderingen gemaakt, vooral

dankzij MRI–beeldvorming.’

RISICOGROEP

Het uiteindelijke doel is de

gepersonaliseerde behandeling

van SpA-patiënten. Prof. Van den

Bosch: ‘Op basis van klinisch,

genetisch en beeldvormend

onderzoek maken we een zo

volledig mogelijk “paspoort” op

van de patiënt. We brengen alle

mogelijke risicofactoren in kaart,

zodat we kunnen beslissen of

de patiënt al dan niet intensieve

behandeling nodig heeft. Op basis

van dat profiel kunnen we ook de

meest effectieve medicatie voor-

stellen. Nu, dat klinkt eenvoudiger

dan het is: het samenspel van de

diverse factoren zit erg complex

in elkaar.’

Een van de risicofactoren,

zo blijkt, is het voorkomen van

microscopische darmonstekingen.

In 2010 ging een grootschalige co-

hortstudie van start waarvoor het

UZ Gent samenwerkt met perifere

ziekenhuizen. Prof. Elewaut: ‘We

volgen een groep van 300 SpA-

patiënten van nabij om na te gaan

welke factoren kunnen voorspel-

len dat de ziekte zich nefast zal

ontwikkelen. Dat er een verband

bestaat tussen darmontstekingen

en spondyloartritis hebben we in

het UZ Gent al in de jaren 1980

aangetoond. De cohortstudie

bevestigt dat: patiënten bij wie al

in een vroege fase microscopische

darmontstekingen voorkomen,

kunnen de ziekte van Crohn

ontwikkelen. Ze hebben ook een

groter risico op ernstige gewrichts-

ontstekingen. We proberen nu de

mechanismen achter die ontste-

kingen te ontrafelen.’

De nieuwe geneesmiddelen worden alsmaar specifieker, wat

de diagnose nog belangrijker maakt.

Prof. Van den Bosch

MASTERCLASS

VOOR (HUIS)ARTSENDe dienst Reumatologie organiseert occasioneel masterclasses voor kleine groepen (huis)artsen over de nieuwe inzichten in spondyloartritis. Interesse? Mail dan naar [email protected] en we houden u op de hoogte.

med

ical

rf.

com

/sci

ence

ph

oto

lib

rary

Page 16: UZ Letters 120

Z

Hoofdpijn is bij uitstek een domein waar alle schakels van onze gezondheidszorg

optimaal moeten samenwerken. Het overgrote deel van de patiënten

hoort thuis in de eerste lijn, bij de apotheker en de huisarts.

NIET OVER DE EERSTE LIJN HEEN SPRINGEN

Een zorgketen rond hoofdpijn

Dat zegt prof. dr.

Koen Paemeleire

van de dienst

Neurologie in

het UZ Gent. ‘Op

de hoofdpijnraadpleging in het

UZ Gent aanvaarden we alleen pa-

tiënten die zijn doorverwezen door

de eerste of tweede lijn. Patiënten

die op eigen initiatief komen, ver-

wijzen we voor een diagnose door

naar de huisarts.’

U pleit dus voor echelonnering?

‘In België hebben patiënten gemak-

kelijk toegang tot de verschillende

niveaus van de gezondheidszorg.

Dat is een groot goed, maar we

Page 17: UZ Letters 120

ZORG 17

Een groot deel van de patiënten die een interventie voor

cervicogene hoofdpijn ondergaan heeft eigenlijk migraine.

mogen niet blind blijven voor de

nadelen. De kosten lopen op en her

en der zie je langere wachttijden.

Echelonnering kan de behandeling

van hoofdpijn efficiënter maken –

niet als doorverwijssysteem met

rigide regels, maar als zorgmodel

waarin elk echelon optimaal wordt

ingezet. Zo vermijden we ook

interventies zonder geverifieerde

diagnose. Een groot deel van de

patiënten die een interventie voor

‘cervicogene hoofdpijn’ ondergaan

heeft eigenlijk migraine. Een correc-

te diagnostiek is erg belangrijk. Bij

twijfel staat een goede samenwer-

king tussen huisarts en neuroloog

garant voor correcte doorverwijzing

naar de pijntherapeut.’

Migraine hoort volgens u

in de eerste lijn thuis?

‘Migraine omvat natuurlijk een

breed spectrum: van laagfrequente

migraine tot de chronische vorm.

Ook de intensiteit varieert: een

hevige aanval zit volgens de WHO

zelfs in dezelfde ‘disability’-klasse

als quadriplegie … Maar het gros

van de patiënten heeft de laagfre-

quente variant. Sommige patiënten

kunnen zich redden met een

gewone pijnstiller. De huisarts is

het best geplaatst om te monitoren

hoe de migraine bij een patiënt

evolueert en fluctueert. Je moet ze-

ker alert blijven: slecht behandelde

migraine kan chronisch worden.

Dat is bij minstens 1 procent van de

bevolking het geval.’

Hoe behandel je

een  migrainepatiënt?

‘Sommige patiënten hebben baat

bij medicamenteuze preventie,

met bijvoorbeeld bètablokkers of

anti-epileptica. Op sommige uitlok-

kende factoren – triggers – heeft de

patiënt greep: onregelmatig eten

en slapen, cafeïne, alcohol, stress.

Je kunt hem of haar bij dat trigger

management helpen, bijvoorbeeld

door een gezondere levensstijl aan

te moedigen. Om het migrainepa-

troon van je patiënt te leren ken-

nen, kun je een hoofdpijndagboek

laten invullen: een eenvoudige

agenda waarin patiënten de aanval-

len registreren en bijvoorbeeld ook

hoeveel pijnstillers ze gebruiken.’

Hoe pak je de migraine-

aanvallen zelf aan?

‘Eigenlijk moet je de patiënt binnen

twee uur hoofdpijnvrij krijgen: dat

is het streefdoel. Je patiënt vier keer

per dag paracetamol laten nemen,

is dus geen adequate behandeling.

Triptanen hebben bij veel patiënten

de levenskwaliteit fors verbeterd.

Veel huisartsen staan er nog hui-

verig tegenover, terwijl het middel

Prof. dr. Koen Paemeleire is co-auteur van de aanbeveling Aanpak van migraine in de huisartsen-praktijk: www.domusmedica.be, kijk bij Documen-tatie > Richtlijnen.

Hij schreef ook mee aan de European principles of management of common headache disorders, te vinden op de website van de European Headache Federation (EHF): http://ehf-org.org, kijk bij Publi-cations > EHF Guidelines.

Prof. dr. Koen Paemeleire van de dienst Neurologie

Aanbevelingen?

Page 18: UZ Letters 120

aanval duurt 15 minuten tot 3 uur,

terwijl een migraineaanval 4 tot

72 uur kan duren. Vaak zie je bij

clusterhoofdpijn ook autonome

symptomen aan de kant van de

pijn: een rood of tranend oog,

een lopende of verstopte neus …

Clusterhoofdpijn is een primaire

hoofdpijn, maar soms verschijnt

hij als een mimic: hij lijkt primair,

maar verbergt een onderliggende

ziekte. Om die uit te sluiten,

nemen we in het UZ Gent altijd

eenmalig een MRI-hersenscan.

Als aanvals behandeling gebrui-

ken we triptanen in injecteer-

bare vorm, en zuurstof. Patiënten

moeten minstens 12 liter per

minuut inhaleren. Daarom

gebruiken we geen neusbril, maar

een  mondmasker.’

Clusterhoofdpijn wordt

wel eens verward met

trigeminusneuralgie?

‘Toch is die laatste makkelijk te

herkennen: het is een zenuw-

pijn met korte en zeer hevige

pijnscheuten aan één kant van het

gezicht. Vaak maakt de patiënt

ook pijngrimassen. Voor de

behandeling zijn anti-epileptica

– carbamazepine of oxcarbaze-

pine – de eerste keuze. Als die

niet aanslaan, is het zeker nodig

om door te verwijzen. Een MRI-

hersenscan moet bij oudere pati-

enten een neurovasculair conflict

uitsluiten, en bij jongere patiënten

multiple sclerose.’

veilig is als je de tegenaanwijzingen

respecteert: onbehandelde hoge

bloeddruk en cardiovasculaire ziek-

ten. Triptanen zijn natuurlijk wel

voorschriftplichtig. Intussen zijn er

ook generieken op de markt, zodat

de prijs geen drempel meer is.’

Bij welke soorten hoofd-

pijn moet de huisarts

wél  doorverwijzen?

‘Je moet altijd alert blijven voor

secundaire hoofdpijn die wordt

veroorzaakt door een drukpro-

bleem in de hersenen, hersen-

bloeding, hersenvliesontsteking

enzovoort. Een bejaarde patiënt

die voor het eerst zware hoofdpijn

heeft; hoofdpijn met neurologische

uitvalsverschijnselen of een zoge-

noemde thunderclap headache,

een zeer acute hoofdpijn: dat zijn

urgente gevallen. Ook bij cluster-

hoofdpijn verwijs je beter door. Die

komt bij 1 op 1000 mensen voor.

Een snelle diagnose is belangrijk

om clusterhoofdpijn adequaat te

kunnen behandelen. De helft krijgt

eerst een migrainediagnose…’

Is het verschil makkelijk

te herkennen?

‘Bij clusterhoofdpijn zit de pijn

altijd aan dezelfde kant. Een

Samen met collega’s van de Eenheid Farmaceutische Zorg van de Faculteit Farmaceutische Wetenschappen deed prof. dr. Paemeleire onderzoek naar zelfmedicatie bij hoofdpijn. Via een netwerk van apotheken bevroegen ze 1.205 patiënten die minstens één keer per maand hoofdpijn hebben en daar-voor een pijnstiller halen. Een kwart van hen bleek te veel pijnstillers te ge-bruiken. De definitie van ‘overgebruik’ hangt af van van het geneesmiddel: van 10 tot 15 dagen per maand. Slechts 15 procent was ooit gewaarschuwd dat overgebruik tot medication-overuse headache kan leiden. Nog opvallend: 44 procent van de patiënten had geen

diagnose van de huisarts. In die groep bleek de meest waarschijnlijke diag-nose bij 42 procent migraine te zijn. ‘Daar ligt zeker een rol voor de apotheker’, zegt prof. Paemeleire. ‘Als patiënten regelmatig pijnstillers tegen hoofdpijn komen halen, moet je hen op de risico’s wijzen en hen voor een diagnose naar de huisarts sturen. Pijnstillers tegen migraine zijn oké, maar meer dan 6 tot 8 dagen per maand moet je ze toch niet gebruiken. Als het met minder niet lukt, moet de huisarts ingrijpen, een preventieve behandeling overwegen en aan de triggers werken.’

Alert voor hoofdpijndoor pijnstillers

Page 19: UZ Letters 120

ZOOM 19

Extern dialyse-centrum. In het

ASZ Wetteren is in

samenwerking met het

UZ Gent een low-care

dialyse centrum geopend.

Patiënten uit de buurt

die geen acute medische

zorg nodig hebben, kun-

nen er 6 halve dagen per

week terecht voor hun

dialysebehandeling.

1

Kindvriendelijke Spoed. Onlangs palm-

den zo’n 25 kleine arties-

ten, allemaal kinderen

van personeelsleden,

een namiddag lang de

Spoedgevallendienst

van het UZ Gent in. Het

jonge talent maakte

er knutselwerkjes die

vandaag de opgewaar-

deerde speelhoekjes op

de dienst versieren.

2

Extra onderzoeks-ruimte. Binnenkort

komt er op de site van het

UZ Gent nieuwe ruimte

vrij voor medisch onder-

zoek. De ruwbouw van

Medical Research Building

2, met een op DNA geïn-

spireerde look, is klaar.

In het voorjaar van 2015

nemen onderzoekers van

de faculteit Geneeskunde

en Gezondheidsweten-

schappen er hun intrek.

3 4

Propere handen. Een strikte handhygiëne

is uiterst belangrijk in

ziekenhuizen om infec-

ties onder controle te

houden. In het UZ Gent

waakt het team Zieken-

huishygiëne erover dat

alle richtlijnen hierover

worden nagevolgd. Het

team roept ook patiënten

op om zorgverleners aan

te spreken over correcte

handhygiëne.

Z1

3

2

4

Page 20: UZ Letters 120

Tilley: ‘Tijdens mijn consul-

taties krijg ik patiënten met

lichamelijke en evengoed met

psychische klachten over de

vloer. Die twee staan niet los

van elkaar: een lichamelijke klacht heeft vaak

een invloed op het psychische en omgekeerd. Ik

heb de indruk dat vooral dertigers en veertigers

in toenemende mate met werkgerelateerde

stressklachten kampen. Het is niet makkelijk om

als huisarts dit soort problemen aan te pakken.

Ze vergen veel tijd en de omkadering waarop

huisartsen en patiënten kunnen terugvallen voor

deze klachten is nog niet ideaal.’

Declercq: ‘Er bestaan weinig harde cijfers

die aantonen dat het aantal patiënten met

psychische klachten toeneemt. Maar ik heb

dezelfde indruk en volgens de Wereldgezond-

heidsorganisatie komt depressie in het jaar

2020 in de geïndustrialiseerde wereld op de

nummer één van aandoeningen die gepaard

gaan met langdurende arbeidsongeschikt-

heid. Het kan ook dat patiënten sneller met

psychische klachten naar de dokter gaan

PSYCHISCHE KLACHTEN IN EERSTELIJNSZORG?

Hoe ga je als huisarts om met patiënten die lijden aan depressie, burn-out of stress? Zijn hun psychische klachten de oorzaak van hun hoofdpijn, of is het andersom? Kun je de patiënt zelf helpen of moet je hem doorverwijzen? Twee huisartsen, een psycholoog en een psychiater in debat.

D

Burn-outin de wachtzaal

Page 21: UZ Letters 120

DIALOOG 21

LINDE TILLEY huisarts en bestuurslidHuisartsenvereniging Gent

ROLAND ROGIERS psycholoog UZ Gent en docent Vakgroep Huisartsgenees kunde UGent

PROF. DIRK VAN DEN ABBEELE psychiater UZ Gent

TOM DECLERCQ huisarts en praktijkassistent Vakgroep Huisarts­geneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg UGent

dan vroeger. Al blijft er zeker een drempel.

Vaak praten patiënten eerst over lichamelijke

klachten. Hun psychische klachten moet je

dan tussen de lijnen willen lezen.’

Rogiers: ‘Het overgrote deel van de huisart-

sen doet dat ook, meer dan vroeger. Omgaan met

psychische klachten maakt deel uit van de job,

daarover bestaat weinig twijfel. In de opleiding

gaat al een aantal jaar heel veel aandacht naar

een communicatiestijl met voldoende open

vragen en interesse voor niet-lichamelijke ele-

menten. Het is misschien wat kort door de bocht,

maar ook de vervrouwelijking van het beroep

kan hierin een rol spelen. Aan de mentaliteit van

de huisartsen schort er weinig; ze botsen vooral

op een aantal praktische problemen.’

Tilley: ‘Als huisarts heb je om te beginnen

weinig tijd per patiënt. Als ik tijdens een consul-

tatie bepaalde signalen opvang, probeer ik om

een nieuwe afspraak te maken. Daarin kun je

dan uitgebreider op een aantal zaken ingaan. Je

kunt dan eventueel wat meer tijd incalculeren.

Al zullen niet alle collega’s daartoe geneigd zijn,

omdat je dan minder consultaties per dag kunt

doen. Als huisarts is het soms ook moeilijk om

de eerste schifting te maken. Tussen alle klach-

ten die je hoort en vaak zonder voorafgaande

onderzoeken, moet je inschatten welke klachten

bijvoorbeeld door een ontregelde schildklier en

welke door een depressie worden veroorzaakt.’

Van den Abbeele: ‘Ik denk dat we op

de goede weg zijn in de evolutie naar het meer

opvangen van psychische problemen in de

eerstelijnszorg. Maar we kunnen de huisartsen

nog een stuk beter ondersteunen met gespeci-

aliseerde diensten die ze kunnen inschakelen.

Elke huisarts zou bijvoorbeeld moeten kunnen

terugvallen op een gespecialiseerde arts met

wie hij kan overleggen over het behandelplan

Vooral dertigers en veertigers kampen in toenemende mate

met werkgerelateerde stressklachten.

Dr. Linde Tilley

Page 22: UZ Letters 120

en de resultaten zijn echt indrukwekkend. Ik

hoop dat de nieuwe bevoegde minister die piste

verder zal bewandelen en inzetten op een terug-

betaling voor alle psychologische eerstelijnscon-

sultaties. Eerstelijnsbegeleiding tegen vijftig euro

per uur is niet voor alle patiënten weggelegd.’

Rogiers: ‘Een psycholoog in huis betekent

overigens niet dat je als huisarts automa-

tisch alle patiënten met psychische klachten

doorverwijst. Van alle patiënten met angst- of

depressieklachten wordt maar tien procent

doorverwezen. Meer zou overshooting zijn. Als

huisarts kun je gerust in een reeks van drie tot

vijf consultaties een aantal patiënten helpen

om hun probleem aan te pakken. Dat is een

vorm van psycho-educatie. Je reikt de patiënt

informatie aan om zijn ziekte te begrijpen. Je

biedt een luisterend oor en je stelt enkele tools

voor, zoals een angstdagboek bijhouden of elke

dag een kleine uitdaging aangaan, waarmee

hij zelf zijn gedrag kan bijsturen. Al die zaken

komen ook aan bod in de verschillende extra

opleidingen die we organiseren voor huisartsen

in opleiding van de UGent en andere universi-

teiten, en voor gevestigde huisartsen die zich

willen bijscholen.’

van een patiënt. Binnen de hervorming van

de psychiatrie naar meer ambulante zorg zijn

een aantal interessante projecten opgezet. Ik

denk aan mobiele crisisteams, de structuren

voor chronische psychiatrische zorg en enkele

andere initiatieven die nog verder moeten

worden  uitgewerkt.’

Declercq: ‘Door meer paramedische

ondersteuning, bijvoorbeeld van een praktijkas-

sistente, verpleegkundige of andere gezond-

heidswerker, kunnen huisartsen tijd winnen

die ze beter kunnen besteden. Ik geloof sterk

in het inzetten van eerstelijnspsychologen.

Als een psycholoog deel uitmaakt van een

huisartsenpraktijk, verloopt de communicatie

intern veel vlotter en leer je als arts ook meer

oog te hebben voor psychische problemen. Het

werkt ook drempelverlagend voor de patiënt.

Als de psycholoog in hetzelfde gebouw zetelt,

zijn er veel minder remmingen om de stap naar

geestelijke gezondheidszorg te zetten. En het is

makkelijker om op urgente situaties in te spe-

len, als je bijvoorbeeld een patiënt met suïcidale

gedachten over de vloer krijgt.’

Tilley: ‘In onze groepspraktijk kunnen we

via een proefproject een psycholoog inschakelen

Projecten waarbij een eerstelijns -psycholoog deel uitmaakt van een groepspraktijk, leveren mooie resultaten op.Dr. Tom Declercq

Page 23: UZ Letters 120

Declercq: ‘De tijd dat een huisarts bij elke

klacht van psychische aard automatisch psycho-

farmaca voorschreef, ligt gelukkig stilaan achter

ons. Jonge artsen weten wanneer ze wel en niet

medicatie moeten voorschrijven. Er is ongetwij-

feld nog overconsumptie van psychofarmaca,

maar de niet-medicamenteuze behandelingen

vinden meer en meer ingang. Een nijpender

probleem vind ik de wachtlijsten waarmee pati-

enten worden geconfronteerd. Heb je als huisarts

iemand eindelijk overtuigd om op de tweede lijn

gespecialiseerde hulp te zoeken, dan moet hij in

het slechtste geval een paar maanden wachten

op een eerste consultatie of intake.’

Van den Abbeele: ‘Dat klopt: wachtlijs-

ten zijn niet goed te praten. De communicatie

tussen alle betrokken artsen is ook een blijvend

aandachtspunt. De gegevensdeling tussen

verschillende praktijken kan beter, zeker in

deze tijden van elektronische communicatie.

De patiënt moet wel altijd zijn fiat geven omdat

sommige zaken erg gevoelig kunnen liggen. Ook

op het vlak van informatieuitwisseling kan de

reorganisatie van de psychiatrie naar meer am-

bulante zorg nieuwe mogelijkheden bieden. Het

gaat overigens wel degelijk over communicatie

in twee richtingen.

De huisarts weet

bijvoorbeeld zaken over

de sociale context van

de patiënt, zijn gezinssitu-

atie en dergelijke, die ook

nuttig zijn om als psychiater

een diagnose te stellen of een

behandeling uit te werken.’

Rogiers: ‘Voor patiënten met

een niet te complexe problematiek

moeten we ook durven af te stap-

pen van de heilige koe van individuele

consultaties. Als je de eerstelijnszorg voor

psychische problemen wilt toegankelijker

en betaalbaarder maken, kan dat ook door

structuren voor groepsinitiatieven op te zetten.

Psycho-educatieve groepen, groepstherapie en

groepssessies mindfulness hebben soms meer

effect dan individuele consultaties en ze kosten

veel minder per patiënt. Dit soort initiatieven

heeft lang nog geen ingang gevonden bij de

collega’s psychologen, hoewel het werkvormen

zijn die uitermate geschikt zijn voor eerstelijns-

werk. Een opleiding tot eerstelijnspsycholoog

dringt zich dan ook op.’

DIALOOG 23

Page 24: UZ Letters 120

De radiotherapie zit in een stroomversnelling. Nieuwe toepassingen maken de dosering preciezer en voorkomen bijwerkingen. De winst voor de patiënt: betere genezingskansen en meer levenskwaliteit.

M idden jaren

1990 stond

het UZ Gent

mee aan de

wieg van

de intensiteitsgemoduleerde

radiotherapie (IMRT), samen met

centra in Heidelberg, New York,

Ann Arbor en San Francisco. IMRT

maakt gebruik van bestralings-

bundels die uit deelbundeltjes

bestaan en de tumor vanuit ver-

schillende invalshoeken benade-

ren. Elke deelbundel bestraalt een

segmentje van de tumor. Op die

manier kan de bestraling heel pre-

cies worden gericht en gemodu-

leerd. De stralingsintensiteit wordt

VEELBELOVENDE INNOVATIES IN RADIOTHERAPIE

Preciezer engedifferentieerder bestralen

optimaal gevarieerd, zodat gezond

weefsel en risico-organen die vlak

bij de tumor liggen maximaal

worden ontzien.

MINDER BIJWERKINGEN

Een grote stap vooruit, maar

de meeste radiotherapeuten

reageerden sceptisch, herinnert

prof. dr. Wilfried De Neve (dienst

Radiotherapie) zich. ‘IMRT ging in

tegen alle bestaande dogma’s, die

volhielden dat de bundel de hele

tumor gelijkelijk moest bestralen.

Intussen wordt in het UZ Gent 60

procent van de patiënten met IMRT

behandeld.’ De implementatie van

moderne radiotherapietechnieken

werd ondersteund via de Multi-

discplinaire Werkgroep Hoofd-en-

Halstumoren Gent.

IMRT betekende vooral een

doorbraak voor tumoren die hoge

dosissen nodig hebben en vlak bij

risico-organen liggen. De eerste

hoopgevende resultaten werden

dan ook geboekt bij tumoren in het

hoofd-halsgebied, waar kwetsbare

organen heel dicht bij elkaar liggen.

Dr. Fréderic Duprez (dienst Radio-

therapie): ‘Vroeger veroorzaakte

radiotherapie van sinuscarcinomen

soms blindheid of droog-oogsyn-

droom. Nu kunnen we met IMRT de

ogen en de traanklieren sparen. Bij

andere hoofd-halstumoren sparen

we met IMRT de speekselklieren,

zodat patiënten niet meer perma-

nent last hebben van monddroogte.’

(DE­)ESCALEREN

EN DOSE­PAINTING

Toch kan IMRT niet alle bijwer-

kingen voorkomen. Zo ontwik-

kelen veel patiënten zes tot twaalf

maanden na de behandeling soms

slikstoornissen. Dr. Duprez: ‘De

slikspieren verlittekenen doordat ze

toch nog altijd een hoge dosis krij-

gen. Sinds 2007 lopen trials waarin

onder meer het UZ Gent heeft

gepionierd en waarin de preventief

bestraalde hals een lagere dosis

krijgt. Door die de-escalatie krijgen

de slikspieren ook minder dosis te

verwerken. Voorlopig leidt dat niet

tot meer recidieven in de preventief

bestraalde hals. We stellen ook

vast dat de slikfunctie significant

beter recupereert.’

Tot de helft van de patiënten

met vergevorderde tumoren krijgt

O

Page 25: UZ Letters 120

een schildermethode waarin je

in vooraf genummerde zones de

juiste kleur aanbrengt. Daarom

noemen we die nieuwe techniek

dose painting.’ Voor dit onderzoek

wordt intensief samengewerkt met

prof. dr. Ingeborg Goethals en prof.

dr. Bieke Lambert van de dienst

Nucleaire Geneeskunde.

ADAPTIEVE RADIOTHERAPIE

Ontwikkelingen in de biologische

beeldvorming en steeds krachti-

gere computers maken een andere

veelbelovende innovatie mogelijk:

adaptieve radiotherapie. Prof. dr.

De Neve: ‘Het principe is eenvou-

dig. Omdat een behandeling enkele

weken duurt, vermageren veel

patiënten. Daardoor kan de ligging

van de tumor veranderen en wordt

hij kleiner. Hoe langer de bestra-

ling duurt, hoe minder accuraat ze

wordt: ze is immers niet aangepast

aan de veranderde doelvolumes.

Tussentijdse beeldvorming kan dat

opvangen: je kunt het behandel-

plan dan tussentijds bijstellen

en “matchen” met de recentste

anatomische veranderingen. Hoe

krachtiger onze computers zullen

worden, hoe sneller we het behan-

delplan aan de recentste beeldvor-

ming zullen kunnen aanpassen.’

Meer informatie Dienst Radiotherapie UZ Gent De Pintelaan 185, 9000 Gent tel. 09 332 30 1

ONDERZOEK 25

Preciezer engedifferentieerder bestralen

wel een recidief in de tumor zelf.

Blijkbaar ligt de stralingsdosis voor

sommige zones toch te laag. Trials

tonen aan dat de tumorcontrole

groter wordt als die precies gelo-

kaliseerde doelgebieden selectief

een extra dosis krijgen. Prof. De

Neve: ‘PET-scans laten zien waar

de tumorcellen het meest agressief

zijn. ‘Je kunt de PET-signaalintensi-

teit koppelen aan radioresistentie.

Zo breng je de radioresistente

en minder radioresistente zones

binnen de tumor in kaart. Aan

elke zone koppel je dan een

bepaalde stralingsdosis. Dat doet

denken aan painting by numbers,

Bij dose painting koppel je aan elke zone een

bepaalde stralingsdosis.

Adaptieve dose painting by numbers, met behandelplannen op basis van beeldvorming voor de radiotherapie (links), na bijna 2 weken (midden) en na bijna 4 weken (rechts).

Page 26: UZ Letters 120

O

De UGent en het UZ Gent willen de

stagebegeleiders in de specialistenopleidingen

sterker ondersteunen. Een ‘train the trainer’-opleiding maakt hen

beter vertrouwd met het werkplekleren. En een elektronisch portfolio

maakt het gemakkelijker om feedback te geven.

mee vertrouwd te maken, orga-

niseren de UGent en het UZ Gent

samen een korte opleiding, zowel

voor de universitaire als de niet-

universitaire stagemeesters en

stagebegeleiders. Prof. dr. Martine

De Vos, voorzitter opleidingscom-

missie specialistische genees-

kunde: ‘De opleiding wordt heel

concreet aangepakt. Stagebege-

leiders krijgen handvatten aange-

reikt waar ze meteen mee aan de

slag kunnen.’ De opleiding wordt

afgestemd op bevragingen die

zullen worden georganiseerd bij

de stagebegeleiders en de artsen-

specialisten in opleiding (ASO’s).‘Train the trainer’ bestaat uit

twee sessies van een halve dag.

De eerste sessie legt de theoreti-

sche basis, de tweede sessie volgt

enkele maanden later en is opgevat

als een ‘terugkomsessie’: stagebe-

geleiders kunnen er de intussen

opgedane ervaringen aankaar-

1TRAIN THE TRAINER

Niet alle stagebegeleiders zijn

vertrouwd met het ‘leren op de

werkplek’: waardevolle feedback

geven tijdens of na een ingreep

of consultatie, efficiënte evalu-

atie- en functioneringsgesprekken

voeren, formele opleidingsmo-

menten inbouwen in de praktijk

enz. ‘Veel begeleiders ervaren

dat als extra werk dat bovenop

de klinische praktijk komt’, zegt

dr. Krishna Vyncke, voorzitter

onderwijs van de Gentse Vereni-

ging voor Geneesheer Assistenten

(GVGA). ‘Terwijl je dat eigenlijk

heel effectief met je praktijk

kunt verweven. Dat kost minder

tijd, tilt de opleiding naar een

hoger kwaliteitsniveau en komt

bijgevolg op korte termijn ook de

klinische “productie” ten goede.’

Om stagebegeleiders daar beter

O

Stagebegeleiders sterker ondersteunen

‘TRAIN THE TRAINER’ EN E­PORTFOLIO

Page 27: UZ Letters 120

ONDERWIJS 27

ten. Voordat ze aan de opleiding

beginnen, volgen de deelnemers

in hun eigen tempo een korte

e-learningmodule.

Alle stagemeesters en stage-

begeleiders die met het UZ Gent

samenwerken, worden persoonlijk

voor de opleiding uitgenodigd.

2ELEKTRONISCH

PORTFOLIO

Het portfolio registreert de voort-

gang van de specialistenopleiding.

De ASO brengt er alles in samen

wat met de opleiding te maken

heeft: ingrepen en consultaties,

besprekingen en vergaderingen,

evaluatie- en functioneringsge-

sprekken, de bijgewoonde lessen,

lezingen, congressen enz. ‘Tot nu

toe bestond dat portfolio voor de

meeste specialisaties alleen op

papier’, zegt prof. dr. De Vos. ‘Het

kostte tijd om het bij te houden en

vaak vond de stagebegeleider pas

dagen of weken na een prestatie de

tijd om daar feedback op te geven.’

Een gebruiksvriendelijk elektro-

nisch portfolio moet daar veran-

dering in brengen. Dat zal ook als

app beschikbaar zijn, zodat de

stagebegeleider al meteen na een

ingreep of consultatie feedback

kan geven. Het e-portfolio helpt

om het feedbackmoment vlotter

te integreren in de dagelijkse

praktijk. En de coördinerende

stagemeester kan veel gemak-

kelijker monitoren hoe de ASO’s

het doen – en desnoods ook

sneller  remediëren.

‘Het elektronisch portfolio is

een interuniversitair project’, zegt

dr. Vyncke. ‘Dat is handig: stagebe-

geleiders die ASO’s van verschil-

lende universiteiten over de vloer

krijgen, hoeven maar één login

en één paswoord te gebruiken. De

vier deelnemende universiteiten

hebben ook enkele uniforme

formulieren uitgewerkt.’

Het elektronisch portfolio moet

zowel de academische als de

professionele opleiding ondersteu-

nen. Die professionele opleiding

staat onder de bevoegdheid van de

verschillende erkenningscommis-

sies. Diverse commissies hebben

zich intussen bereid verklaard

om prints van het portfolio als

stageboekje te aanvaarden.

Bovendien heeft een recent MB de

zogenoemde transversale criteria

vastgelegd – de basiscriteria die

voor elke discipline gelden. Daarin

staat uitdrukkelijk dat kandidaat-

specialisten zowel een theoretische

als een academische opleiding

moeten volgen.

Het is de bedoeling om het

e-portfolio al vanaf oktober uit te

rollen. In januari moet elke ASO

erover kunnen beschikken. 

Het e-portfolio helpt om het

feedback-moment vlotter

te integreren.

Page 28: UZ Letters 120

Voor ons onderzoek hebben we

“overgebruik” heel ruim gedefini-

eerd: minstens een jaar lang elke dag.

Toch blijkt de helft van de bevraagde

patiënten in de groep van de over-

gebruikers te zitten. Dat is veel meer

dan we hadden verwacht.’

Waar wijst dat op?

‘Voor een groep patiënten is de

oplossing die ze van de arts krijgen

kennelijk niet afdoende. Nasale

corticosteroïden zijn heel effectief,

maar ze werken niet meteen en je

hebt een voorschrift nodig. Sommige

patiënten zijn ongeduldig of zien

ertegen op om een nieuw voorschrift

te halen. Bij een deel is vermoedelijk

iets anders aan de hand: een scheef

neustussenschot of een hypertrofie

van de neusschelpen, poliepen,

sinusitis enz. Door die problemen is

hun neusverstopping moeilijker te

behandelen. Huisartsen moeten daar

DECONGESTIEVE NEUSSPRAYS OVERMATIG GEBRUIKT

O

Slimme beperking dringt zich op

mentosa: het neusslijmvlies

zwelt opnieuw op, zodat de

patiënt nog meer druppels

of sprays gaat gebruiken en er

een vicieuze cirkel ontstaat.

‘Onderzoekers van de Universi-

teit Gent en de Université de Liège

hebben 8250 klanten in 181 Belgi-

sche apotheken gescreend’, vertelt

prof. dr. Philippe Gevaert (Dienst

Neus-, Keel- en Oorheelkunde). ‘895

voldeden aan de inclusiecriteria en

waren bereid mee te werken. Alle-

maal hadden ze persistente rhinitis:

minstens vier dagen per week of

vier weken na elkaar hadden ze last

van symptomen – vooral neusver-

stoppingen en een gestoorde slaap.

De helft bleek overmatig nasale

decongestiva te gebruiken.’

Hoe definieert u overgebruik?

‘Eigenlijk mag je nasale decongestiva

maximaal zeven dagen gebruiken.

Bij overmatig gebruik maken decongestieve neussprays de kwaal alleen

maar erger. Recent onderzoek toont aan dat de helft van de patiënten met persistente rhinitis ze te lang gebruikt.

P ersistente rhinitis

wordt het best

behandeld met na-

sale corticosteroïden.

Die zijn alleen op

voorschrift te krijgen en beginnen

pas na enkele dagen te werken.

Veel patiënten grijpen daarom

naar decongestieve neussprays.

Die neusdruppels of sprays zijn

zonder voorschrift bij de apotheek

te verkrijgen en beloven onmidde-

lijke verlichting. Overmatig gebruik

ervan kan leiden tot rhinitis medica-

Page 29: UZ Letters 120

ONDERZOEK 29

moet nog altijd kunnen, maar vanaf

de tweede of de derde spray zou je

een voorschrift nodig hebben. Met

de nieuwe informaticatoepassingen

moet zo’n slimme beperking vlot te

organiseren zijn.’

Hoe behandel je patiënten met

rhinitis medicamentosa?

‘Je moet er zeker op toezien dat

ze geen druppels of sprays meer

gebruiken. Het beste kun je nasale

corticosteroïden voorschrijven, twee

keer per dag, een maand lang. De

patiënten moeten wel beseffen dat

ze het lastig zullen hebben: het

duurt wel even voordat de medicatie

begint te werken. Blijven ze hardnek-

kig decongestiva gebruiken, dan is

het misschien raadzaam om door

te verwijzen naar een NKO-arts, om

eventuele andere problemen uit

te sluiten.’

Mehuys E, Gevaert P, Brusselle G,

Van Hees T, Adriaens E, Christiaens

T, Van Bortel L, Van Tongelen I,

Remon JP, Boussery K. Self-

medication in persistent rhinitis:

overuse of decongestants in half of

the patients. J Allergy Clin Immunol

Pract. 2014 May-Jun;2(3):313-9.

alert voor zijn en patiënten zo nodig

doorverwijzen naar een NKO-arts.’

Beseffen de overgebruikers

de risico’s?

‘Van de onderzochte groep zegt 80

procent dat artsen of apothekers hen

hebben gewaarschuwd dat gebruik

langer dan 7 dagen tot problemen

leidt. Toch gaat de helft over de

schreef. Goede patiënteninformatie

alleen volstaat dus niet. Anderzijds:

uit de studie blijkt dat het risico op

overgebruik van nasale decongestiva

duidelijk lager ligt bij patiënten die

nasale corticosteroïden of antihista-

mines gebruiken. Zo krijg je een ab-

surde situatie: de middelen die goed

werken en onschadelijk zijn – nasale

corticosteroïden – kun je alleen op

voorschrift krijgen. De middelen die

bij overmatig gebruik schadelijk zijn,

zijn vrij te verkrijgen – en er wordt

massaal reclame voor gemaakt.’

Wat moet er gebeuren?

‘Reclame voor zulke sprays zou ver-

boden moeten worden. Daarnaast

zouden we de vrije verkrijgbaar-

heid op een slimme manier moeten

beperken. Zonder voorschrift een

spray halen bij de apotheek, dat

De middelen die goed werken en

onschadelijk zijn, kun je alleen op voorschrift krijgen.

49% doet aan

overgebruik

Overgebruikers:

heeft last van een gestoorde slaap

gebruikt nasale cortico-steroïden of antihistaminica

Niet-overgebruikers:

gebruikt nasale cortico-steroïden of antihistaminica

Groep van 895 patiënten met persistente rhinitis

70% gebruikt nasale decongestiva

80% zegt dat artsen en apothekers

hebben gewaarschuwd tegen overgebruik

80%

26%

72%

Prof. dr. Philippe Gevaert (Dienst Neus-, Keel- en Oorheelkunde)

Page 30: UZ Letters 120

De transitiepoli is veel meer

dan een manier om de patiënt

en zijn familie gerust te stellen,

bevestigt cardiologe Julie De

Backer van het UZ Gent. ‘We

zijn de voorbije twee jaar door

middel van permanente evalu-

atie geëvolueerd naar een meer

gestandaardiseerde overgang,

met beter op elkaar afgestemde

referentie-onderzoeken. We

hebben ook meer aandacht

voor de kennis van de patiënt

en voor hoe hij zijn levenskwa-

liteit percipieert. Dat verschilt

vaak van hoe ouders of artsen

die inschatten.’ Eind dit jaar

wordt de transitiepoli ingebed

in een ruimer project waarbij

de patiënt samen met zijn

ouders al tijdens de jaren voor

de overstap gradueel voorbe-

reid wordt. Het transitieproject

wordt gecoördineerd door ver-

pleegkundig specialist Michèle

de Hosson.

CAMPUS KORTCSamenwerking Hematologie UZ Gent en AZ Sint-Lucas

Transitiepoli voor bijna volwassen hartpatiënten

D iensten Hematologie

UZ Gent en Hemato-

logie AZ Sint Lucas

slaan de handen in elkaar.

Door een samenwerkingsak-

koord met het AZ Sint-Lucas

kunnen patiënten onder meer

extern op een stamceltrans-

plantatie voorbereid – en

achteraf opgevolgd – worden.

De twee ziekenhuizen werken

hiervoor nauw samen en

hebben een structuur met

een gedetailleerd draaiboek

opgezet die een hechte wis-

selwerking garandeert. Het

initiatief kadert binnen een

ruimer samenwerkingsver-

band tussen beide diensten

Hematologie, dat dit jaar werd

afgesloten na een gemeen-

schappelijke huisartsenavond

in AZ Sint-Lucas.

Uit onderzoek blijkt dat

het succes van een stamcel-

transplantatie samenhangt

5.967medewerkers

2013in cijfers 405

nieuwe aanwervingen

Hoe laat je de overgang

van kindercardiologie

naar volwassenen-

cardiologie zo vlot mogelijk

verlopen? Patiënten met aange-

boren hartafwijkingen en hun

ouders worden in het UZ Gent

opgevangen op de transitiepoli,

waarbij beide artsen samen

aanwezig zijn. Daniel De Wolf,

diensthoofd Kindercardiologie

in het UZ Gent: ‘De patiënt en

zijn omgeving voelen dan dat

beide artsen het dossier kennen

en dezelfde filosofie hanteren.

Vroeger overlegden we ook

wel, maar samen de patiënt

onderzoeken levert bijkomende

nuttige informatie op.’

Page 31: UZ Letters 120

CAMPUS KORT 31

Met de vernieuwbouw

van het Revalidatie-

centrum in het UZ

Gent kreeg de Ziekenhuisschool

Stad Gent vijf gloednieuwe loka-

len op de kelderverdieping. Die

zijn intussen piekfijn ingericht en

worden opnieuw druk gebruikt.

‘De Ziekenhuisschool Stad

Gent organiseert onderwijs in

combinatie met zorgmaat regelen

op maat van kinderen en jongeren

tot 18 jaar of ouder,’ legt leerkracht

Rita De Canck uit. ‘We streven

ernaar om hen na hun zieken-

huisopname opnieuw te laten

instromen in hun thuisschool en

-omgeving. De thuisleerkrachten

worden nauw betrokken bij onze

lessen, die we zowel individueel

als in groep geven.’

Afgelopen zomer overhan-

digde de Ziekenhuisschool Stad

Gent een cheque van 2000 euro

aan de verantwoordelijken van

het Revalidatiecentrum. Rita De

Canck: ‘We hadden een theater-

voorstelling georganiseerd voor

medewerkers, leerlingen, familie,

vrienden en sympathisanten. Met

de inkomsten daarvan helpen we

het Revalidatiecentrum graag om

een therapeutische tuin aan te

leggen. We hopen in de toekomst

ook voor andere afdelingen iets

te organiseren.’ De patiënten aan

wie les wordt gegeven, krijgen in

het UZ Gent een behandeling in

het kinderziekenhuis, de afdeling

Kinder- en Jeugdpsychiatrie, het

Centrum voor Locomotorische

en Neurologische Revalidatie en

het Kinderrevalidatiecentrum.

Het afgelopen schooljaar waren

er in het UZ gemiddeld meer dan

60 leerlingen per dag.

Nieuwe klaslokalen en revalidatietuin

met de expertise en de

activiteitsgraad van een

transplantatiecentrum. Stam-

celtransplantatie is daarom

bij uitstek een domein waarin

concentratie van zorg in een

referentiecentrum en een

collegiale samenwerking

van groot belang is. Door

de samenwerking wordt de

gespecialiseerde infrastruc-

tuur van de dienst Hemato-

logie van het UZ Gent beter

benut, delen we knowhow

en kunnen meer patiënten uit

de wijde regio rond Gent van

een optimale zorg genieten.

Vorig jaar voerde het UZ Gent

27 allogene en 32 autologe

stamceltransplantaties uit.

Ontdek meer cijfers in het

jaarverslag, www.uzgent.be >

over UZ Gent > jaaroverzicht

115.688uur vorming gevolgd

(2012: 96.325)

18partnerziekenhuizen

Page 32: UZ Letters 120

AAGENDA

19 26

20

24

27

20

MAGISCHE DANS EN CINEMA

Filmregisseur Jaco Van Dormael

(van ‘Toto le Héro en ‘Le Huitième

Jour’) maakte samen met Rosas-

danseres Michèle Anne De Mey

een magische dansvertelling met

live cinema: ‘Kiss & Cry’.

Capitole, 20 uur, T 09 233 77 88

IMRT BIJ PROSTAATKANKER

Symposium ter gelegenheid van

15 jaar IMRT voor prostaatkanker

in het UZ Gent, met als thema

‘Samenwerken loont’.

Marriott Hotel, Gent, 16-19 uur,

[email protected]

PATIËNTENDAG

PROSTAATKANKER

Voordrachten met als thema

‘Alles wat een leek moet weten

over prostaatkanker’

Auditorium Z, UZ Gent,

8.30 – 13 uur,

[email protected]

ONTDEK INTENSIEVE ZORG

Avondsessie met voordrachten

onder de noemer ‘Een blik achter

de schermen van Intensieve Zorg’.

Auditorium D, UZ Gent, 20-22 uur,

T 09 332 69 68

OPERA ‘ELEKTRA’

In ‘Elektra’ bezingen de Weense

auteur Hugo von Hofmannsthal

en de Duitse componist Richard

Strauss de strijd om de macht en

de opstandigheid van de jonge

generatie. Met Iréne Theorin en

chef-dirigent Dmitri Jurowski.

Opera Gent, 20 uur,

www.vlaamseopera.be

SEPT.

SEPT. SEPT.

SEPT.

SEPT.

SEPT.

Page 33: UZ Letters 120

03 18

10 2313

KINDER­&

JEUGDPSYCHIATRIE

De dienst Kinder- en Jeugd-

psychiatrie van het UZ Gent viert

haar 10de verjaardag met een

symposium onder de noemer

‘Tien om te zien. Tien(er) om

te (over)zien.’

Aula UGent, Voldersstraat 9, Gent,

9.30-16 uur, T 09 332 48 74,

[email protected]

BERLINDE DE BRUYCKERE

Het SMAK presenteert de meest

uitgebreide solotentoonstelling

van Berlinde De Bruyckere (°1964,

Gent) tot nog toe. Een artistieke

kijk op het menselijk lichaam en

verschillende vegetale vormen.

SMAK, Gent, 18/10 tot 8/2,

T 09 269 87 50

PIJNKENNISCENTRUM GENT

Symposium over ‘Pijn anno 2014’

met lezingen over acute posto-

peratieve pijn en pijnrevalidatie,

en vier workshops. Deelname

is gratis.

Het Pand, Gent, 13.30-18 uur,

www.pijnanno2014.be

SESSIE WONDVERBANDEN

Workshop ‘Wondverbanden ap-

pliceren, niet altijd evident’ door

de organisatie EduWOnd voor

huisartsen, verpleegkundigen,

podologen, etc.

Arteveldehogeschool,

Voetweg 66, Gent, 19 uur,

www.augent.be/eduwond,

T 09 234 70 93

THERAPIETROUW BIJ

KANKERPATIËNTEN

Hoe begeleid je patiënten met

orale antikankergeneesmiddelen

tot adequaat zelfmanagement en

therapietrouw? Symposium door

het Universitair Centrum voor

Verpleegkunde en Vroedkunde van

de UGent en Klinische Farmaco-

logie en Farmacotherapie van de

KU Leuven.

Elewijt Center, Elewijt, 18-22 uur,

www.ucvvgent.be

OKT. OKT.

OKT. OKT.OKT.

OKT.congres

symposium

opleiding

voordracht

familie-uitstap

AGENDA 33

Page 34: UZ Letters 120

AAGENDA

NOV.

25

26

SYMPOSIUM TWINS

De Vrouwenkliniek van

het UZ Gent blikt terug op

50 jaar wetenschappelijk

onderzoek op basis van

het  meerlingenregister

8u30 tot 14 uur, www.uzgent.be

WINOKKIO’S

WERELDTOURNEE

Kapitein Winokkio steelt al een

paar jaar de harten van kinderen

met muziek die ook voor de ouders

plezant is. Dit keer brengt hij na

een lange wereldreis kinderliedjes

van over de hele wereld.

Vooruit, Gent, 14-16 uur,

www.vooruit.be , T09 267 28 28

JEF NEVE SOLO

Na meer dan tien jaar toeren in al-

lerlei formaties, komt het muzikale

wonderkind tot de essentie: één

piano, één pianist en de stilte van

de zaal.

Handelsbeurs, 20.15 uur,

T 09 265 91 65

OKT.

NOV.29 ## OKT.30

13

SYMPOSIUM SCHISISTEAM

Het Centrum voor Congenitale Aan-

geboren Aangezichtsafwijkingen

van het UZ Gent stelt zijn werking

voor onder de noemer ‘Een multi-

disciplinaire aanpak staat voorop!’

Het Pand, Onderbergen 1,

9000 Gent, 19.30 uur,

www.uzgent.be

NOV.

RECONSTRUCTIEVE

UROLOGIE

De dienst Urologie van het UZ Gent

focust tijdens een Europees congres

op de nieuwe reconstructieve mo-

gelijkheden binnen het vakgebied.

T 09 332 22 76

21 NOV.22

© L

ieve

Bla

ncq

uaer

t

Page 35: UZ Letters 120

DEC.

AGENDA 35

04

10 JAAR

KANKERREGISTRATIE

Symposium naar aanleiding van

het tienjarige bestaan van De Stich-

ting Kankerregister. Welke lessen

leren we uit de gegevens van de

voorbije tien jaar?

UZ Gent, restaurant,

De Pintelaan 185, T 09 332 55 93

DEC.

B.ART GENT

B.Art Gent is een Belgische kunst-

beurs in Flanders Expo. Je vindt

er honderden vooraanstaande

kunstwerken die vanaf 1900

gecreëerd werden door Belgische

of in België wonende en werkende

kunstenaars.

Flanders Expo, www.bart-gent.be

06 ## DEC.30

congres

symposium

opleiding

voordracht

familie-uitstap

advertentie

DE BIOLOGISCHE BASIS

VAN ONS GEDRAG

Zeven woensdagen lang kunt u zich

bij em. prof. dr. Johan Mertens bij-

scholen over het menselijk gedrag in

vergelijking met andere diersoorten

en bekeken vanuit een ecologisch

en evolutionair perspectief.

UGent, 7 woensdagavonden

in november-december,

www.ipvw-ices.UGent.be

05 ## NOV.

Page 36: UZ Letters 120

Als financieel verantwoordelijke wilt u dat iedereen in uw ziekenhuis het goed heeft …

Maak samen met uw ING Relationship Manager uw missie waar.

Om het welzijn van de patiënten in uw ziekenhuis te garanderen,

is efficiëntie voor u een topprioriteit. Bij ING beseffen we dat.

Daarom kunt u rekenen op een ING Relationship Manager die

uw behoeften begrijpt. Ook bieden we u een aantal financiële

oplossingen die u perfect ondersteunen in uw taak. Diensten

die uw geldstromen optimaliseren en uw liquiditeitsbeheer en

betalingen nog vlotter laten verlopen, bijvoorbeeld. En vergeet het

elektronisch bankieren niet, speciaal afgestemd op uw situatie en

organisatie. Zo maken we u het leven gemakkelijker. Maak gerust

een afspraak met uw ING Relationship Manager.

ing.be/business

Aanbod van bankdiensten onder voorbehoud van aanvaarding door ING België en wederzijds akkoord. De voorwaarden en modaliteiten (reglementen, tarieven en andere aanvullende informatie) zijn beschikbaar bij uw ING Relationship Manager of op www.ing.be/business.ING België nv – Bank/Kredietverlener – Vennootschapszetel: Marnixlaan 24, B-1000 Brussel – RPR Brussel – Btw: BE 0403.200.393 – BIC: BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789. Verantwoordelijke uitgever: Inge Ampe – Sint-Michielswarande 60, B-1040 Brussel.

230x170_ING_INSTITUTIONAL_PM_HEALTH_UZLETTER_NL.indd 1 11/08/14 15:38

advertentie