UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als...

428
Sprinter Handleiding Mercedes-Benz

Transcript of UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als...

Page 1: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

UW HANDLEIDINGEN

Digitaal in het voertuigDe inhoud van de handleiding direct in het multimediasysteem van het voertuig(menupunt "Voertuig") bekijken. Begin met het snelmenu of verdiep uw kennis metnuttige tips.

Map met voertuigdocumentatie in het voertuigHier vindt u alle informatie over de bediening, de serviceverleningen en de garantievan het voertuig in gedrukte vorm.

Digitaal op het internetU vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage.

Digitaal als appDe Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores.

Apple® iOS AndroidTM

É9075844602Z107~ËÍ9075844602Z107

Bestelnummer T907 0082 07 Onderdeelnummer 907 584 46 02 Z107 Uitgave 2018-03a m

SprinterHandleiding

Mercedes-BenzSprin

terHa

ndleidin

g

Page 2: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Impressum

InternetMeer informatie over Mercedes-Benz-voertuigenen over Daimler AG vindt u op internet onder:

http://www.mercedes-benz.com

http://www.daimler.com

RedactieBij vragen of suggesties ten aanzien van dezehandleiding kunt u de Technische Redactie op hetvolgende adres bereiken:

Daimler AG, HPC: CAC, Customer Service, 70546Stuttgart, Duitsland©Daimler AG: Nadruk, vertaling en reproductie,ook gedeeltelijk, is zonder schriftelijke toestem‐ming van Daimler AG niet toegestaan.

AutofabrikantDaimler AG

Mercedesstraße 137

D-70327 Stuttgart

Duitsland

Symbolen

In deze handleiding vindt u de volgende symbo‐len:

& GEVAAR Gevaar door het niet in achtnemen van waarschuwingsaanwijzingen

Waarschuwingsaanwijzingen wijzen op geva‐ren die uw gezondheid of uw leven resp. degezondheid of het leven van anderen ingevaar kunnen brengen.# De waarschuwingsaanwijzingen in deze

handleiding in acht nemen.

+ MILIEU-AANWIJZING Milieuschade doorhet niet in acht nemen van milieu-aanwij‐zingen

Milieu-aanwijzingen geven informatie overmilieubewust handelen of milieubewustafvoeren.# Milieu-aanwijzingen in acht nemen.

* AANWIJZING Materiële schade door hetniet in acht nemen van aanwijzingenm.b.t. materiële schade

Aanwijzingen m.b.t. materiële schade wijzenop risico's die tot schade aan de auto kunnenleiden.# Aanwijzingen m.b.t. materiële schade in

acht nemen.

% Nuttige aanwijzingen of andere informatie diebehulpzaam kan zijn.

X Handelingsinstructie

(Q pagina) Meer informatie over een onder‐werp

Display Melding op het multifunctioneeldisplay/multimedia display

+ Bovenste menuniveau, dat in hetmultimediasysteem moet wordengeselecteerd

* Overeenkomstige submenu's, die inhet multimediasysteem moetenworden geselecteerd

* Geeft een oorzaak aan

Redactiesluiting 09.02.17

Page 3: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Welkom in de wereld van Mercedes-Benz

Voor de eerste rit dient u zich aan de hand vandeze handleiding vertrouwd te maken met hetvoertuig. Voor uw eigen veiligheid en voor eenlangere levensduur van het voertuig adviseren wiju de volgende aanwijzingen en waarschuwings‐aanwijzingen in deze handleiding op te volgen.Onoplettendheid kan tot schade aan het voertuigen tot persoonlijk letsel en milieuschade leiden.

De uitvoering of de productbenaming van hetvoertuig is afhankelijk van:

R ModelR OpdrachtR ExportuitvoeringR Beschikbaarheid

De afbeeldingen in deze handleiding tonen eenvoertuig met linkse besturing. Bij voertuigen metrechts stuur wijkt de indeling van onderdelen enbedieningselementen overeenkomstig af.

Mercedes-Benz past zijn voertuigen steeds aande voortdurende ontwikkeling van de wetenschapen de techniek aan.

Mercedes-Benz behoudt zich daarom het rechtvoor de volgende punten te wijzigen:

R VormR UitvoeringR Techniek

Daarom kan de beschrijving in sommige gevallenafwijken van uw auto.

Onderdeel van het voertuig zijn:

R Digitale handleidingR Gedrukte handleidingR OnderhoudsboekjeR Uitrustingsafhankelijke aanvullende handlei‐

dingen

Deze documentatie altijd in het voertuig meene‐men. Alle documentatie bij verkoop van het voer‐tuig aan de nieuwe eigenaar overdragen.

9075844602Z107

9075844602Z107

Page 4: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

In één oogopslag ....................................... 4Cockpit ........................................................ 4Combi-instrument ........................................ 5Bedieningspaneel dakconsole ................... 10Deurbedieningseenheid ............................. 14In geval van nood en pech ......................... 16

Digitale handleiding ................................ 18Digitale handleiding oproepen ................... 18

Algemene aanwijzingen .......................... 19Milieubescherming .................................... 19Terugname van het oude voertuig .............. 19Mercedes-Benz Originele onderdelen ........ 19Aanwijzingen met betrekking tot aan-,op-, in- en ombouwen ................................ 20Handleiding ................................................ 21Bedrijfsveiligheid ....................................... 21Conformiteitsverklaringen ......................... 22Diagnose-interface .................................... 23Aanwijzingen voor wijzigingen van hetmotorvermogen ......................................... 23Gekwalificeerde werkplaats ....................... 24Registratie van het voertuig ....................... 24Correct gebruik van het voertuig ............... 24Aansprakelijkheid voor gebreken ............... 24QR-codes voor reddingskaart .................... 24Gegevensopslag ........................................ 25Auteursrecht .............................................. 26

Veiligheid voor inzittenden .................... 27Veiligheidssysteem .................................... 27Veiligheidsgordels ..................................... 29Airbags ...................................................... 31Kinderen in de auto ................................... 33Aanwijzingen met betrekking tot huis‐dieren in de auto ........................................ 41

Openen en sluiten ................................... 42Sleutel ....................................................... 42Deuren ...................................................... 44Schuifdeur ................................................. 47Elektrische schuifdeur ............................... 48Achterdeuren ............................................. 51Scheidingswand-schuifdeur ....................... 52Elektrische treeplank ................................. 53Boorden van de platte laadbak .................. 55Zijruiten ..................................................... 56Diefstalbeveiliging ..................................... 58

Stoelen en opbergen ............................... 62Correcte zitpositie voor de chauffeur ........ 62Stoelen ...................................................... 62Stuurkolom instellen .................................. 74Opbergmogelijkheden ................................ 75Informatie over de flessenhouder .............. 79Bekerhouder .............................................. 79Asbak en sigarettenaansteker ................... 79Contactdozen ............................................ 80Draadloos opladen van de mobieletelefoon en koppeling met de buitenan‐tenne ......................................................... 82Voetmat monteren of demonteren ............ 83

Licht en zicht ........................................... 85Buitenverlichting ........................................ 85Interieurverlichting instellen ...................... 89Lichtbron veranderen ................................. 91Ruitenwisser .............................................. 96Spiegel ...................................................... 99Zonnekleppen bedienen .......................... 100

Klimaatregeling ..................................... 101Overzicht aircosystemen .......................... 101Aircosystemen bedienen ......................... 103Luchtroosters bedienen ........................... 106Extra verwarming ..................................... 107Bediening van de beluchting van delaadruimte ................................................ 113

Rijden en parkeren ................................ 114Rijden ....................................................... 114Accuhoofdschakelaar .............................. 127Handgeschakelde versnellingsbak ........... 127Automatische transmissie ....................... 128Vierwielaandrijving .................................. 132DSR (Downhill Speed Regulation) ............ 134Elektronische niveauregeling ................... 135Tanken ..................................................... 139Parkeren .................................................. 146Rij- en rijveiligheidssystemen ................... 151Werkfunctie ............................................. 176Rijden met aanhangwagen ....................... 177

Instrumentendisplay en boordcom‐puter ...................................................... 182Overzicht instrumentendisplay ................ 182Overzicht toetsen in het stuurwiel ........... 183Boordcomputer bedienen ........................ 183Overzicht van de weergaven op hetmultifunctioneel display ........................... 184

2 Inhoudsopgave

Page 5: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Dashboardverlichting instellen ................ 185Menu's en submenu's ............................. 185

LINGUATRONIC ...................................... 190Aanwijzingen voor de bedrijfsveiligheid ... 190Bediening ................................................. 190De LINGUATRONIC effectief gebruiken .... 192Belangrijke gesproken opdrachten ........... 192

MBUX multimediasysteem ................... 201Overzicht en bediening ............................ 201Systeeminstellingen ................................. 213Voertuiginformatie ................................... 220Navigatie ................................................. 220Telefoon ................................................... 244Online- en internetfuncties ...................... 261Media ...................................................... 267Radio ....................................................... 271Sound ...................................................... 272

Vervoeren .............................................. 274Aanwijzing met betrekking tot bela‐dingsrichtlijnen ........................................ 274Ladingverdeling ....................................... 275Ladingverankering ................................... 275Dragersystemen ...................................... 277Binnendakdragersysteem ........................ 278Wielkuipen beladen ................................. 280

Onderhoud en verzorging ..................... 281Weergave onderhoudsinterval ASSYSTPLUS ........................................................ 281Motorruimte ............................................ 281Reiniging en verzorging ........................... 289

Pechhulp ................................................ 296Noodgeval ............................................... 296Bandenpech ............................................ 297Accu ........................................................ 297Aan- of wegslepen ................................... 306Elektrische zekeringen ............................. 311Boordgereedschap ................................... 312Hydraulische krik ..................................... 313

Wielen en banden .................................. 315Geluidsontwikkeling of ongebruikelijkrijgedrag .................................................. 315Regelmatige controle van de wielen enbanden ..................................................... 315

Informatie over het rijden met zomer‐banden ..................................................... 315Informatie over M+S-banden ................... 316Aanwijzingen met betrekking totsneeuwkettingen ...................................... 316Bandenspanning ...................................... 317Verwisselen van een wiel ........................ 333Reservewiel ............................................. 343

Technische gegevens ........................... 349Informatie over technische gegevens ...... 349Boordelektronica ..................................... 349Voertuigtypeplaatje, voertuigidentifica‐tienummer (VIN) en motornummer .......... 350Bedrijfsstoffen en inhouden ..................... 351Voertuiggegevens .................................... 358Trekhaak .................................................. 358Sjorpunten en dragersystemen ............... 359

Displaymeldingen en waarschu‐wings-/controlelampjes ....................... 361Meldingen op het beeldscherm ................ 361Waarschuwende en kwiterende (terug‐meldende) meldlampen ........................... 387

Trefwoordenregister ............................. 397

Inhoudsopgave 3

Page 6: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

1Stuurwielschakelpaddles → 130

2DIRECT SELECT hendel → 128

3Binnenspiegel → 100

4Bedieningspaneel dakconsole → 89

5DIN-schacht, bijvoorbeeld voor hetplaatsen van een tachograaf of detijdschakelklok voor de standver‐warming

6Display van het MBUX multimedia‐systeem

→ 201

7Bedieningselementen voor MBUXmultimediasysteem

→ 204

8 Temperatuurregelsysteem → 101

9Plaats voor tachograaf

AAfdekking opbergvak → 313

BBekerhouder → 79

C12V-aansluiting → 80

DVoertuigen met KEYLESS-GO-start:Insteekplaats sleutel

EElektrische schuifdeur openen ensluiten

→ 48

FNoodknipperlicht in- en uitschake‐len

→ 87

GUsb-aansluiting → 76

HStart-stoptoets → 115

IRechter schakelaarpaneel

Vierwielaandrijving in- en uitscha‐kelen

→ 133

LOW RANGE in- en uitschakelen → 134

DSR in- en uitschakelen → 134

Voertuighoogte omhoog- enomlaagbrengen

→ 136

PTO in- en uitschakelen → 176

Werktoerentalregeling (ADR) in- enuitschakelen

→ 177

Laadruimteverlichting in- en uit‐schakelen

→ 113

JStuurwieltoetsen → 183

KMotorkap openen → 281

L Linker schakelaarpaneel

Bedrijfstoerental (ADR) instellen → 177

MVerlichtingsschakelaar

Koplampverstelling → 86

NStuurwieltoetsen → 183

OCombischakelaar

Knipperen → 86

Grootlicht → 86

Ruitenwissers → 96

Achterruitenwisser → 97

4 In één oogopslag – Cockpit

Page 7: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Instrumentendisplay (kleurendis‐play)

1Snelheidsmeter → 182

2÷ ESP® → 388

3· Afstandswaarschuwing → 393

4ü Veiligheidsgordel niet omge‐gespt

→ 393

5#! Knipperlicht → 86

6Multifunctioneel display → 388

7h Waarschuwingslampje ban‐denspanningsverlies

→ 388

8; Motordiagnose → 394

9% Voorgloeien en storing in hetvoorgloeisysteem

A Toerenteller → 182

B! Parkeerrem bediend (rood) → 388,388

CJ Remmen (rood) → 388

D# Elektrische storing → 394

EWeergave koelvloeistoftemperatuuren ? koelvloeistof te heet

→ 394

F Tachograaf (zie de afzonderlijkehandleiding)

G! Elektrische parkeerrem (geel) → 388

H6 Veiligheidssysteem → 27

IK Grootlicht → 86

JL Dimlicht → 85

KT Standlicht → 85

LWeergave brandstofpeil en æbrandstofreserve met aanduidingvan de tankdopkleppositie

→ 394

M

Mistlicht

→ 86

NR Mistachterlicht → 86

OJ Remmen (geel) → 388

P! ABS vertoont een storing → 388

Qå ESP® uitgeschakeld → 388

In één oogopslag – Combi-instrument 5

Page 8: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Instrumentendisplay (zwart-wit-dis‐play) met stuurwieltoetsen

1Snelheidsmeter → 182

2÷ ESP® → 388

3· Afstandswaarschuwing → 393

4ü Veiligheidsgordel niet omge‐gespt

→ 393

5#! Knipperlicht → 86

6Weergave waarschuwings- en con‐trolelampjes

1 Ten minste één deur is nietvolledig gesloten

h Bandenspanningsverlies → 388

Ð Stuurbekrachtiging vertoonteen storing

→ 393

# Elektrische storing → 394

G SOS-noodoproepsysteem(Mercedes-Benz noodoproepsys‐teem)

æ Active Brake Assist Systemuitgeschakeld

é ATTENTION ASSIST uitge‐schakeld

Spoorassistent uitgescha‐keld

_ Grootlichtassistent → 88

e (wit) spoorassistent actief enoperationeel / e (rood) spoo‐rassistent waarschuwt

7 Toerenteller

8 Tachograaf (zie de afzonderlijkehandleiding)

9; Motordiagnose → 394

A% Voorgloeien en storing in hetvoorgloeisysteem

B! Parkeerrem bediend (rood) → 388,388

CJ Remmen (rood) → 388

DØ AdBlue voorraad gering → 141

Eæ Brandstofreserve → 394

F+ LOW RANGE actief → 134

G! Elektrische parkeerrem (geel) → 388

HMultifunctioneel display → 388

I6 Veiligheidssysteem → 27

J

Retarder (raadpleeg deafzonderlijke gebruikershandlei‐ding)

KK Grootlicht → 86

LL Dimlicht → 85

6 In één oogopslag – Combi-instrument

Page 9: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

MT Standlicht → 85

N

Mistlicht

→ 86

OR Mistachterlicht → 86

PJ Remmen (geel) → 388

Q! ABS vertoont een storing → 388

Rå ESP® uitgeschakeld → 388

In één oogopslag – Combi-instrument 7

Page 10: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Instrumentendisplay (zwart-wit-dis‐play) zonder stuurwieltoetsen

1Snelheidsmeter → 182

2÷ ESP® → 388

3· Afstandswaarschuwing → 393

4ü Veiligheidsgordel niet omge‐gespt

→ 393

5#! Knipperlicht → 86

6Weergave waarschuwings- en con‐trolelampjes

C Ten minste één deur is nietvolledig gesloten

h Waarschuwingslampje ban‐denspanningsverlies

→ 388

Ð Stuurbekrachtiging vertoonteen storing

→ 393

# Elektrische storing → 394

G SOS-noodoproepsysteem(Mercedes-Benz noodoproepsys‐teem)

æ Active Brake Assist Systemuitgeschakeld

é ATTENTION ASSIST uitge‐schakeld

Spoorassistent uitgescha‐keld

_ Grootlichtassistent → 88

e (wit) spoorassistent actief enoperationeel / e (rood) spoo‐rassistent waarschuwt

Retarder (zie de afzonderlijkehandleiding.)

7 Toerenteller

8 Tachograaf (zie de afzonderlijkehandleiding)

9; Motordiagnose → 394

A% Voorgloeien en storing in hetvoorgloeisysteem

B! Parkeerrem bediend (rood) → 388,388

CJ Remmen (rood) → 388

D Toetsen voor het bedienen van deboordcomputer

→ 183

EØ AdBlue voorraad gering → 141

Fæ Brandstofreserve → 394

G+ LOW RANGE actief → 134

H! Elektrische parkeerrem (geel) → 388

IMultifunctioneel display → 388

J6 Veiligheidssysteem → 27

KK Grootlicht → 86

8 In één oogopslag – Combi-instrument

Page 11: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

LL Dimlicht → 85

MT Standlicht → 85

N

Mistlicht

→ 86

OR Mistachterlicht → 86

PJ Remmen (geel) → 388

Q! ABS vertoont een storing → 388

Rå ESP® uitgeschakeld → 388

In één oogopslag – Combi-instrument 9

Page 12: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Variant 1 van het bedieningspaneel dakconsole1Zonneklep → 100

2 Toets voor de pechhulp (MercedesPRO connect)

3Ì Interieurbeveiliging in- en uit‐schakelen

→ 60

Of bus-interieurverlichting in- enuitschakelen

4p Leeslicht in- en uitschakelen

5| Automatische verlichtingsre‐geling in- en uitschakelen

6c Interieurverlichting voorin in-en uitschakelen

7w Interieurverlichting achterinin- en uitschakelen

8p Leeslicht in- en uitschakelen

9ËWegsleepbeveiliging in- en uit‐schakelen

→ 59

ABrillenbox → 77

BG SOS-noodoproepsysteem(Mercedes-Benz noodoproepsys‐teem)

CEDW-controlelampje of LED-contro‐lelampje voor de ondersteunendeaccu ten behoeve van het noodop‐roepsysteem (uitsluitend voor Rus‐land)

10 In één oogopslag – Bedieningspaneel dakconsole

Page 13: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Variant 2 van het bedieningspaneel dakconsole1Zonneklep → 100

2p Leeslicht in- en uitschakelen

3| Automatische verlichtingsre‐geling in- en uitschakelen

4c Interieurverlichting voorin in-en uitschakelen

5w Interieurverlichting achterinin- en uitschakelen

6p Leeslicht in- en uitschakelen

In één oogopslag – Bedieningspaneel dakconsole 11

Page 14: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Variant 3 van het bedieningspaneel dakconsole1Zonneklep → 100

2| Automatische verlichtingsre‐geling in- en uitschakelen

3c Interieurverlichting voorin in-en uitschakelen

→ 60

4w Interieurverlichting achterinin- en uitschakelen

12 In één oogopslag – Bedieningspaneel dakconsole

Page 15: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Variant 4 van het bedieningspaneel dakconsole1Zonneklep → 100

2 Interieurverlichting in- of uitschake‐len

In één oogopslag – Bedieningspaneel dakconsole 13

Page 16: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Deurbedieningseenheid voertuigen met elektrisch instelbare buitenste zitplaatsen1Buitenspiegels instellen → 99

2Centrale vergrendeling in- en uit‐schakelen

→ 46

3Stoelverwarming in- en uitschake‐len

→ 74

4Voorstoel elektrisch instellen → 65

5Geheugenfunctie bedienen → 67

6Deur openen → 45

7Zijruiten rechts openen en sluiten → 56

8Zijruiten links openen en sluiten → 56

14 In één oogopslag – Deurbedieningseenheid

Page 17: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Deurbedieningseenheid voertuigen zonder elektrisch instelbare stoelen1Buitenspiegels instellen → 99

2Centrale vergrendeling in- en uit‐schakelen

→ 46

3Stoelverwarming in- en uitschake‐len

→ 74

4Deur openen → 45

5Zijruiten rechts openen en sluiten → 56

6Zijruiten links openen en sluiten → 56

In één oogopslag – Deurbedieningseenheid 15

Page 18: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

1Bedrijfsstoffen controleren en bij‐vullen

→ 351

Starthulp → 299

2 Toetsen voor SOS-noodoproepsys‐teem en pechhulp-oproep

→ 260

3Gevarendriehoek → 296

Veiligheidsvest → 296

EHBO-set → 296

4Brandblusser → 296

5Voertuigen met achterwielaandrij‐ving: Hydraulische krik en gereed‐schap voor het verwisselen van eenwiel

→ 313

6Alarmknipperlichtinstallatie → 87

7QR-codes voor het bepalen van dereddingskaart

→ 24

8Startaccu losmaken → 301

9Voertuigen met voorwielaandrij‐ving: Mechanische krik en gereed‐schap voor het verwisselen van eenwiel

→ 336

A Tankdopklep met aanwijzingsplaa‐tjes voor bandenspanning, brand‐stofsoort en QR-codes voor hetbepalen van de reddingskaart

→ 139

BBandenpech → 297

16 In één oogopslag – In geval van nood en pech

Page 19: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

CVoertuigen met achterwielaandrij‐ving: Wielkeg

DReservewiel (voorbeeld) → 343

In één oogopslag – In geval van nood en pech 17

Page 20: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Digitale handleiding oproepen

Multimediasysteem:, Voertuig Info . Handleiding .Õ

De digitale handleiding beschrijft de werking enbediening:

R van het voertuigR van het multimediasysteem

# In de digitale handleiding een van de vol‐gende menupunten selecteren:R Zoeken: Hier kunt u zoeken op trefwoord om

snel antwoorden te vinden op vragen over dewerking van het voertuig.R Snelle start: Hier vindt u de eerste stappen

voor het instellen van uw chauffeursplaats.R Tips: Hier krijgt u informatie om u voor te

bereiden op bepaalde alledaagse situatiesmet uw voertuig.R Favorieten: Hier krijgt u toegang tot uw per‐

soonlijk opgeslagen favorieten.R Taal: Hier kunt u de taal voor de digitale hand‐

leiding instellen.

1 Terug2 Favoriet toevoegen3 Afbeelding4 Inhoudsgebied5 Menu

Sommige hoofdstukken in de digitale handleiding,zoals waarschuwingsaanwijzingen, kunnen open-en dichtgeklapt worden.Extra mogelijkheden om de digitale handlei‐ding op te roepen Directe toegang: Door het lang indrukken vaneen record in de lijst in het multimediasysteemde overeenkomstige inhoud in de digitale handlei‐ding openen:

LINGUATRONIC: Oproepen via het spraakge‐stuurd bedieningssysteem

Tijdens het rijden is de digitale handleiding omveiligheidsredenen gedeactiveerd.

% De handleiding vindt u eveneens in deMercedes-Benz Guides app in de gangbareApp Stores.

18 Digitale handleiding

Page 21: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Milieubescherming

+ MILIEU-AANWIJZING Milieuschade doorbedrijfsomstandigheden en persoonlijkerijstijl

De uitstoot van schadelijke stoffen van uwauto heeft een directe samenhang met hetgebruik van de auto.

U kunt een bijdrage aan de milieubescher‐ming leveren door uw auto op milieuvriende‐lijke wijze te gebruiken. Daartoe de volgendeaanbeveling met betrekking tot de bedrijfsom‐standigheden en uw persoonlijke rijstijl inacht nemen.Bedrijfsomstandigheden:# Zorg dragen voor een juiste banden‐

spanning.# Geen onnodige ballast meenemen (bij‐

voorbeeld een niet meer benodigdeimperial).

# De onderhoudsintervallen aanhouden.Een regelmatig onderhouden auto ont‐ziet het milieu.

# Onderhoudswerkzaamheden altijd latenuitvoeren bij een gekwalificeerde werk‐plaats.

Uw persoonlijke rijstijl:# Tijdens het starten geen gas geven.# De motor niet stationair laten warm‐

draaien.# Anticiperend rijden en voldoende

afstand houden.# Veelvuldig en sterk accelereren en rem‐

men vermijden.# Tijdig schakelen en de versnellingen

slechts Ô uitrijden.# De motor als het verkeer gedurende lan‐

gere tijd stilstaat afzetten, bijvoorbeeldhet ECO start-stopsysteem gebruiken.

# Brandstofbesparend rijden.

Terugname van het oude voertuig

Alleen voor EU-landen:Mercedes-Benz neemt uw oude voertuig weerterug voor het op milieuvriendelijke wijze afvoe‐ren overeenkomstig de richtlijn voertuigwrakkenvan de Europese Unie (EU).

Voor de terugname van uw oude voertuig is eennetwerk van inzamelpunten en demontagebedrij‐ven beschikbaar. Bij deze bedrijven kunt u uwvoertuig gratis afgeven. Hierdoor levert u eenwaardevolle bijdrage aan het sluiten van de recy‐clingkringloop en het ontzien van de hulpbron‐nen.

Meer informatie over de recycling van oude voer‐tuigen, het afvoeren en de voorwaarden voor deterugname vindt u op de nationaleMercedes-Benz homepage.

Mercedes-Benz Originele onderdelen

+ MILIEU-AANWIJZING Milieuvervuilingdoor niet gebruiken van gerecyclede rui‐laggregaten

Daimler AG biedt gerecyclede ruilaggregatenen -onderdelen met dezelfde kwaliteit alsnieuwe onderdelen. Daarbij geldt dezelfdeaansprakelijkheid voor gebreken als bijnieuwe onderdelen.# Gerecyclede ruilaggregaten en -onder‐

delen van Daimler AG gebruiken.

* Aanwijzing Beïnvloeding van de werkingvan de veiligheidssystemen door deinstallatie van accessoires, reparaties oflaswerkzaamheden

In de volgende gebieden van de auto kunnenairbags, gordelspanners en regeleenheden ensensoren voor de veiligheidssystemen inge‐bouwd zijn:

R DeurframeR DakframeR DeurenR DeurstijlenR DeurdorpelR StoelenR CockpitR Combi-instrumentR Middenconsole

# In deze gedeelten geen accessoiresmonteren zoals bijvoorbeeld audiosyste‐men.

# Geen reparaties of laswerkzaamhedenuitvoeren.

Algemene aanwijzingen 19

Page 22: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Het naderhand inbouwen van accessoi‐res bij een gekwalificeerde werkplaatslaten uitvoeren.

Als niet door Mercedes-Benz vrijgegeven onder‐delen, banden en velgen evenals veiligheidsrele‐vante accessoires worden gebruikt, kan debedrijfsveiligheid van het voertuig in gevaar zijn.Veiligheidsrelevante systemen, bijvoorbeeld hetremsysteem, kunnen in hun werking wordengestoord. Uitsluitend Mercedes-Benz origineleonderdelen of kwalitatief gelijkwaardige onderde‐len gebruiken. Alleen de voor het voertuigtypegoedgekeurde banden- en velgmaten en acces‐soires gebruiken.

Mercedes-Benz controleert originele onderdelenen voor uw voertuigtype goedgekeurde ombouw‐delen en accessoires op hun betrouwbaarheid,veiligheid en geschiktheid. Andere onderdelenkan Mercedes-Benz, ondanks voortdurendemarktverkenningen, niet beoordelen. Ook als ineen enkel geval een goedkeuring door een techni‐sche keuringsinstantie of een goedkeuring doorofficiële instanties aanwezig is, aanvaardtMercedes-Benz geen verantwoordelijkheid voorhet gebruik in Mercedes-Benz-voertuigen.

Alleen als deze voldoen aan de geldende wette‐lijke voorschriften zijn bepaalde onderdelen goed‐gekeurd voor in- of ombouw. Aan deze voorwaar‐den wordt door alle Mercedes-Benz origineleonderdelen voldaan. Niet goedgekeurde onderde‐len kunnen leiden tot het verlies van de typegoed‐keuring.

In de volgende situaties is dit het geval:

R Bij een wijziging van het in de typegoedkeu‐ring aangegeven voertuigtype.R Bij een verwacht verhoogd risico voor ver‐

keersdeelnemers.R Bij een negatieve invloed op de uitstoot van

uitlaatgassen of de geluidsproductie.

Bij het bestellen van Mercedes-Benz origineleonderdelen altijd het voertuigidentificatienummer(VIN) vermelden (→ pagina 350).

Aanwijzingen met betrekking tot aan-, op-,in- en ombouwen

Om veiligheidsredenen opbouwen overeenkom‐stig de geldige Mercedes-Benz-opbouwrichtlijnenconstrueren en aanbrengen. Deze opbouwrichtlij‐nen waarborgen dat chassis en opbouw een een‐

heid vormen en de hoogst mogelijke bedrijfsze‐kerheid en veiligheid wordt bereikt.

In principe dienen zowel de voertuigfabrikant alsde opbouwfabrikant ervoor te zorgen dat de doorhen vervaardigde producten alleen in een veiligetoestand aan het verkeer deelnemen en dat zegeen gevaar voor personen opleveren. Andersdreigen er civiel-, straf- of publiekrechtelijke con‐sequenties. Hierbij is in principe elke fabrikantaansprakelijk voor het door hem vervaardigdeproduct. De fabrikant van aan-, op-, in- en ombou‐wen is verplicht om de richtlijn 2001/95/EG overde algemene productveiligheid in acht te nemen.

Mercedes‑Benz adviseert om veiligheidsredenen:

R Geen andere wijzigingen aan het voertuig uit‐voeren.R Als de voertuigopbouw niet aan de hand van

de geldende Mercedes-Benz-opbouwrichtlij‐nen wordt uitgevoerd, toestemming vanMercedes-Benz verkrijgen.

Een goedkeuring door overheidsinstanties of offi‐ciële instanties kan veiligheidsrisico's niet uitslui‐ten.

De informatie over Mercedes-Benz origineleonderdelen in acht nemen (→ pagina 19).

U vindt de Mercedes-Benz opbouwrichtlijnen ophet internet onder https://bb-portal.mercedes-benz.com/portal/kat_iv.html?&L.

Daar vindt u ook informatie over pinbezetting enhet vervangen van zekeringen.

% Meer informatie is verkrijgbaar bij eengekwalificeerde werkplaats.

& WAARSCHUWING Risico op ongevallenen lichamelijk letsel bij verkeerd ombou‐wen of aanbrengen van wijzigingen aanhet voertuig.

Door ombouwen of aanbrengen van wijzigin‐gen aan het voertuig kan de werking van sys‐temen of componenten aangetast worden.

Daardoor kunnen die niet meer naar behorenfunctioneren en/of de bedrijfsveiligheid vanhet voertuig in het gedrang brengen.# Ombouwen of aanbrengen van wijzigin‐

gen aan het voertuig altijd door eengekwalificeerde werkplaats laten uitvoe‐ren.

Ook schijnbaar zeer kleine wijzigingen aan hetvoertuig, bijvoorbeeld het aanbrengen van eenradiateurbekleding voor het rijden in de winter,

20 Algemene aanwijzingen

Page 23: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

zijn niet toegestaan. De radiateur niet afdekken.Ook geen thermomatten, insectenbeschermingenof iets dergelijks gebruiken.

Anders worden de waarden van het voertuigdiag‐nosesysteem vervalst. In enkele landen is de regi‐stratie van motordiagnosegegevens wettelijkvoorgeschreven en moet deze altijd controleer‐baar en correct zijn.

De uitrusting af fabriek met een houten of kunst‐stof laadruimtebodem is een integraal onderdeelvan de voertuigstructuur. Wanneer de laadruimte‐bodem wordt verwijderd, kan de carrosserie wor‐den beschadigd. De ladingverankering is danbeschadigd en de maximale belastbaarheid vande bevestigingspunten is niet meer gegaran‐deerd. Daarom de laadruimtebodem niet verwij‐deren.

Handleiding

Deze handleiding beschrijft alle modellen, stan‐daarduitrustingen en opties van uw voertuig dieop het tijdstip van de redactiesluiting van dezehandleiding verkrijgbaar waren. Landspecifiekeafwijkingen zijn ook mogelijk. In acht nemen datuw voertuig niet met alle beschreven functies kanzijn uitgerust. Dit betreft ook veiligheidsrelevantesystemen en functies. Daarom kan de uitrustingvan uw voertuig bij sommige beschrijvingen enafbeeldingen afwijken.

In het originele koopcontract van uw voertuig zijnalle systemen in uw voertuig vermeld.

Bij vragen over de uitrusting en bediening kunt ucontact opnemen met een Mercedes-Benz-ser‐vicewerkplaats.

De handleiding en het onderhoudsboekje zijnbelangrijke documenten en moeten in het voer‐tuig bewaard worden.

Bedrijfsveiligheid

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door storingen in de werking of sys‐teemuitval

Als u de voorgeschreven service-/onder‐houdswerkzaamheden of noodzakelijke repa‐raties niet laat uitvoeren, kan dit tot storingenin de werking of systeemuitvallen leiden.# De voorgeschreven service‑/ onder‐

houdswerkzaamheden en noodzakelijke

reparaties altijd laten uitvoeren bij eengekwalificeerde werkplaats.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len en letsel door ondeskundige wijzigin‐gen aan elektronische onderdelen

Wijzigingen aan elektronische onderdelen, desoftware en bedrading hiervan kunnen dewerking en/of de werking van andere gekop‐pelde onderdelen nadelig beïnvloeden. Metname kunnen ook veiligheidsrelevante syste‐men getroffen zijn.

Daardoor kunnen deze niet meer zoalsbedoeld functioneren en/of de bedrijfsveilig‐heid van de auto in gevaar brengen.# Niet ingrijpen in de bedrading, de elek‐

tronische onderdelen en de software.# Werkzaamheden aan elektrische en

elektronische apparaten altijd laten uit‐voeren bij een gekwalificeerde werk‐plaats.

Bij wijzigingen aan de boordelektronica vervalt detypegoedkeuring.

& WAARSCHUWING Brandgevaar doorbrandbaar materiaal aan hete onderdelenvan het uitlaatsysteem

Als brandbaar materiaal, bijvoorbeeld blade‐ren, gras of takken, met hete onderdelen vanhet uitlaatsysteem in contact komen, kunnendeze materialen ontsteken.# Tijdens het rijden op onverharde wegen

of in het terrein regelmatig de onder‐zijde van de auto controleren.

# In het bijzonder ingeklemde delen vanplanten of ander brandbaar materiaalverwijderen.

# Bij beschadigingen meteen contactopnemen met een gekwalificeerdewerkplaats.

* AANWIJZING Beschadiging van de auto

Met name in de volgende gevallen kan deauto worden beschadigd:

R De auto raakt de grond, bijvoorbeeld opeen hoge stoeprand of onverharde wegen.

Algemene aanwijzingen 21

Page 24: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R De auto rijdt te snel over een obstakel,bijvoorbeeld een stoeprand, een verkeers‐drempel of een kuil in de weg.R Een zwaar voorwerp slaat tegen de

bodemplaat of onderdelen van het onder‐stel.

De carrosserie, de bodemplaat, onderdelenvan het onderstel, wielen of banden kunnen indergelijke of vergelijkbare situaties ook niet-zichtbaar worden beschadigd. Op dezemanier beschadigde onderdelen kunnenonverwacht uitvallen of de bij een ongevaloptredende belastingen niet meer zoalsbedoeld opnemen.

Als de bodembekleding beschadigd is, kanzich brandbaar materiaal, bijvoorbeeld blade‐ren, gras of takken, tussen de bodemplaat enbodembekleding verzamelen. Als dit materi‐aal met hete onderdelen van het uitlaatsys‐teem in contact komt, kan dit ontsteken.# De auto direct bij een gekwalificeerde

werkplaats laten controleren en repare‐ren.

of# Als de rijveiligheid in gevaar komt als

verder wordt gereden, direct op een vei‐lige plaats stoppen en contact opnemenmet een gekwalificeerde werkplaats.

Conformiteitsverklaringen

Elektromagnetische verdraagzaamheid

De elektromagnetische verdraagzaamheid van deonderdelen van het voertuig werd overeenkom‐stig de regeling UN-R 10, in de telkens actueelgeldende uitgave, gecontroleerd en bewezen.

Radiografische onderdelen van het voertuig

De volgende aanwijzing is geldig voor alle radio‐grafische onderdelen van het voertuig en vooralle in het voertuig geïntegreerde informatiesyste‐men en communicatieapparatuur:

De radiografische onderdelen van de auto zijn inovereenstemming met de eisen en bepalingenvan de richtlijn 2014/53/EG. Meer informatievindt u bij een Mercedes-Benz-servicewerkplaats.

Krik

Conformiteitsverklaring hydraulische krikAfschrift en vertaling van de originele conformi‐teitsverklaring:

EG-confirmiteitsverklaring 2006/42/EG

Hierbij verklaren wij, WEBER-HYDRAULIK GMBH,Heilbronner Str. 30, D-74363 Güglingen, dat deproducten "Weber-Hydraulik-onderstelhefinrich‐ting" van de types:

A AD ADX AH AHX AL AT ATD ATDX ATG ATNATGX ATPX ATQ AX

Belasting: 2.000 tot 100.000 kg

Serienummers: vanaf bouwjaar 01/2010

aan de desbetreffende veiligheids- en gezond‐heidseisen van de EG-machinerichtlijn voldoen.

Deze EG-conformiteitsverklaring verliest zijn gel‐digheid:R bij veranderingen en reparaties door niet des‐

kundige personen,R wanneer de producten niet overeenkomstig

de in de handleiding aangegeven toepassin‐gen worden ingezet,R de regelmatig uit te voeren controles niet uit‐

gevoerd worden.

Desbetreffende EG-richtlijnen: EG-machinericht‐lijn 2006/42/EG

Toegepaste normen: ISO 11530

Kwaliteitswaarborging: DIN EN ISO 9001:2000

Güglingen, 01-07-2013

Ondertekend door:

Bedrijfsleider, WEBER-HYDRAULIK GmbH

Officiële technische documentatie, WEBER-HYDRAULIK GMBH

Heilbronner Straße 30, D-74363 Güglingen

Conformiteitsverklaring mechanische krikAfschrift en vertaling van de originele conformi‐teitsverklaring:EG-conformiteitsverklaring 1.

De ondertekenaar, als vertegenwoordiger

Fabrikant:

BRANO a.s.

74741 Hradec nad Moravicí, Opavská 1000,

Tsjechië

Id.-nr.: 64-387-5933

22 Algemene aanwijzingen

Page 25: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

BTW-nr.: CZ64-387-5933

verklaart op onze uitsluitende verantwoordelijk‐heid, dat het product:

2. a)

Benaming:

Krik

Type, nummer:

A 910 580 00 00

Productiejaar: 2017

Voldoet aan alle geldende bepalingen

Richtlijn nr. 2006/42/EG

b)

Beschrijving en gebruiksdoel:

De krik is uitsluitend bedoeld voor het omhoog‐brengen van het aangegeven voertuig overeen‐komstig de op de krik aangebrachte gebruiksaan‐wijzing.

Technische documentatie van het product is in defabriek aanwezig. Gevolmachtigde voor desamenstelling van de technische documentatie:Hoofd van de technische afdeling Brano a.s.

3.

Hradec nad Moravicí

Paats

4.

12-07-2017

Datum

Ondertekend door:

Director of Quality

Diagnose-interface

De diagnose-interface dient voor het aansluitenvan diagnoseapparaten bij een gekwalificeerdewerkplaats.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door het aansluiten van apparatenaan de diagnose-interface

Als apparaten op een diagnose-interface wor‐den aangesloten, kan de werking van syste‐men van de auto worden beïnvloed.

Daardoor kan de bedrijfsveiligheid van deauto worden beïnvloed.# Alleen apparaten op de diagnose-inter‐

face van de auto aansluiten die door

Mercedes-Benz voor de auto zijn vrijge‐geven.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door voorwerpen in de beenruimtevan de bestuurder

Voorwerpen in de beenruimte van de bestuur‐der kunnen de slag van de pedalen beperkenen een ingedrukt pedaal blokkeren.

Hierdoor wordt de bedrijfs‑ en verkeersveilig‐heid van de auto in gevaar gebracht.# Alle voorwerpen in de auto veilig opber‐

gen, opdat deze niet in de beenruimtevan de bestuurder terecht kunnenkomen.

# De vloermatten altijd stevig en zoalsvoorgeschreven aanbrengen, zodat altijdvoldoende vrije ruimte voor de pedalenis gewaarborgd.

# Geen losse vloermatten gebruiken enniet meerdere vloermatten op elkaarleggen.

* AANWIJZING Accu-ontlading door hetgebruik van apparaten op de diagnose-interface

Door het gebruik van de apparaten op de dia‐gnose-interface wordt de accu belast.# De laadtoestand van de accu controle‐

ren.# Bij een lage laadtoestand de accu opla‐

den, bijvoorbeeld door het rijden vaneen grotere afstand.

Het aansluiten van apparaten op de diagnose-interface kan ertoe leiden dat bijvoorbeeld infor‐matie van de uitlaatgasbewaking wordt terugge‐zet. Daardoor bestaat de mogelijkheid, dat deauto niet meer voldoet aan de eisen van de vol‐gende uitlaatgasanalyse van de Algemene Perio‐dieke Keuring.

Aanwijzingen voor wijzigingen van hetmotorvermogen

Door het verhogen van het vermogen:

R kunnen de emissiewaarden wijzigenR kunnen storingen in de werking optredenR kan gevolgschade ontstaan.

Algemene aanwijzingen 23

Page 26: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

De bedrijfszekerheid van de motor is niet altijdgewaarborgd.

Als het motorvermogen van het voertuig wordtverhoogd:

R moeten de banden, het onderstel, het rem- enhet motorkoelsysteem aan het verhoogdemotorvermogen worden aangepast.R moet het voertuig opnieuw worden gekeurd.R moet de vermogenswijziging worden gemeld

aan de verzekering.

Anders komen de typegoedkeuring en de verze‐keringsdekking te vervallen.

Als het voertuig verkocht wordt, moet de koperworden geïnformeerd over het gewijzigde motor‐vermogen van het voertuig. Dit kan anders —afhankelijk van de overheid — strafbaar zijn.

Gekwalificeerde werkplaats

Een gekwalificeerde werkplaats beschikt over debenodigde vakkennis, uitrusting en expertise voorde vakkundige uitvoering van de vereiste werk‐zaamheden aan het voertuig. Dit geldt in het bij‐zonder voor veiligheidsrelevante werkzaamheden.

De volgende werkzaamheden aan het voertuigaltijd laten uitvoeren bij een gekwalificeerdewerkplaats:

R Veiligheidsrelevante werkzaamhedenR Service‑ en onderhoudswerkzaamhedenR ReparatiewerkzaamhedenR Wijzigingen evenals in‑ en ombouwenR Werkzaamheden aan elektronische onderde‐

len

Mercedes-Benz adviseert een Mercedes-Benz-servicewerkplaats.

Registratie van het voertuig

Het kan voorkomen dat Mercedes-Benz aan zijnservicewerkplaatsen de instructie geeft, aanbepaalde voertuigen technische inspecties uit tevoeren. Door de inspectie worden de kwaliteit ende veiligheid van het voertuig verbeterd.

Alleen wanneer Mercedes-Benz uw registratiege‐gevens heeft, kan Mercedes-Benz u over de tech‐nische controles informeren.

In de volgende gevallen kan het zijn, dat het voer‐tuig nog niet op uw naam is geregistreerd:

R Als u het voertuig niet bij een geautoriseerdedealer hebt gekocht.R Als het voertuig nog niet bij een Mercedes-

Benz-servicewerkplaats is onderzocht.

Het voertuig bij voorkeur bij een Mercedes-Benz-servicewerkplaats laten registreren.

Gaarne Mercedes-Benz zo snel mogelijk informe‐ren over een adreswijziging of wisseling van eige‐naar. Dit kunt u bijvoorbeeld doen bij eenMercedes-Benz-servicewerkplaats.

Correct gebruik van het voertuig

Als waarschuwingsstickers worden verwijderd,kunnen u of anderen mogelijke gevaren niet her‐kennen. Waarschuwingsstickers op hun plaatslaten zitten.

Bij gebruik van het voertuig de volgende informa‐tie in acht nemen:

R De veiligheidsaanwijzingen in deze handlei‐dingR De technische gegevens van het voertuigR Verkeersregels en ‑voorschriftenR De wegenverkeerswetten en veiligheidsstan‐

daards

Aansprakelijkheid voor gebreken

* AANWIJZING Schade aan de auto doorschending van de aanwijzingen in dezehandleiding

Door schending van de aanwijzingen in dezehandleiding kan schade aan uw auto ont‐staan.

Dergelijke schade wordt noch door deMercedes-Benz aansprakelijkheid voor gebre‐ken noch door de garantie op nieuwe ‑ofgebruikte auto's gedekt.# De aanwijzingen in deze gebruikshand‐

leiding over het voorgeschreven gebruikvan uw auto en mogelijke voertuig‐schade in acht nemen.

QR-codes voor reddingskaart

De QR-code stickers bevinden zich op de B-stijlaan chauffeurs- en bijrijderszijde. Bij een ongeval

24 Algemene aanwijzingen

Page 27: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

kunnen de hulpdiensten met behulp van de QR-codes snel de betreffende reddingskaart voor uwvoertuig ophalen. Op de actuele reddingskaartstaat beknopt de belangrijkste informatie overhet voertuig, bijvoorbeeld de ligging van de elek‐trische bedrading.

Meer informatie vindt u op http://www.mercedes-benz.de/qr-code.

Gegevensopslag

Elektronische regeleenheden

In het voertuig zijn elektronische regeleenhedengemonteerd. Enkele daarvan zijn noodzakelijkvoor het veilig functioneren van het voertuig,enkele ondersteunen u bij het rijden (chauffeur‐sassistentiesystemen). Daarnaast biedt het voer‐tuig comfort- of entertainmentfuncties, die even‐eens mogelijk worden gemaakt door elektroni‐sche regeleenheden.

De elektronische regeleenheden zijn voorzien vaneen gegevensopslag, waarin technische informa‐tie over de toestand van het voertuig, het gebruikvan componenten, de onderhoudsbehoefte entechnische storingen en fouten tijdelijk of perma‐nent kunnen worden opgeslagen.

Deze informatie geeft in het algemeen de toe‐stand weer van een onderdeel, een module, eensysteem of de omgeving, zoals:

R Gebruiksomstandigheden van systeemcom‐ponenten (bijvoorbeeld niveaus, accustatus,bandenspanning)R Statusmeldingen van het voertuig of van

afzonderlijke onderdelen daarvan (bijvoor‐beeld wieltoerental/snelheid, bewegingsver‐traging, dwarsversnelling, weergave van devastgegespte gordels)R Storingen en defecten in belangrijke systeem‐

componenten (bijvoorbeeld verlichting, rem‐men)R Informatie over storingen die het voertuig

kunnen beschadigenR Reacties van de systemen in specifieke rijsi‐

tuaties (bijvoorbeeld activeren van een airbag,ingrepen van de stabiliteitsregelsystemen)R Omgevingstoestanden (bijvoorbeeld tempera‐

tuur, regensensor)

Deze gegevens dienen, naast het uitvoeren vande eigenlijke functies van de regeleenheid, voorhet herkennen en verhelpen van storingen envoor het optimaliseren van de functies van het

voertuig door de fabrikant. Het grootste deel vandeze gegevens is tijdelijk en wordt alleen in hetvoertuig zelf verwerkt. Slechts een gering deelvan de gegevens wordt in het gebeurtenis- of sto‐ringsgeheugen opgeslagen.

Wanneer u aanspraak maakt op diensten, kandeze technische informatie door de medewerkersvan het servicenetwerk (bijvoorbeeld garage,fabrikant) of door derden (bijvoorbeeld de pech‐hulp) uit de auto worden uitgelezen. Diensten zijnbijvoorbeeld reparaties, onderhoud, garantiege‐vallen en kwaliteitswaarborgingsmaatregelen. Hetuitlezen vindt plaats via de wettelijk voorgeschre‐ven aansluiting voor de diagnose-interface in deauto. Het servicenetwerk of de derde partij ver‐krijgt, verwerkt en gebruikt de gegevens. Zedocumenteren de technische toestand van hetvoertuig, helpen bij het vinden van fouten en bijde kwaliteitsverbetering en worden eventueeldoorgegeven aan de fabrikant. Daarnaast is defabrikant verantwoordelijk voor de productaans‐prakelijkheid. Hiervoor heeft de fabrikant techni‐sche gegevens van voertuigen nodig.

De storingsgeheugens in het voertuig kunnen inhet kader van reparatie- of onderhoudswerkzaam‐heden door een servicewerkplaats worden gere‐set.

U kunt in het kader van de geselecteerde uitrus‐ting zelf gegevens invoeren in de comfort- eninfotainmentfuncties van het voertuig.

Daartoe horen bijvoorbeeld:

R Multimedia-gegevens, zoals muziek, films offoto's voor de weergave in een geïntegreerdmultimediasysteemR Adresboekgegevens om te gebruiken in com‐

binatie met een geïntegreerde handsfree-installatie of een geïntegreerd navigatiesys‐teemR Ingevoerde navigatiebestemmingenR Gegevens over het gebruik van internetdien‐

sten

Deze gegevens kunnen lokaal in de auto wordenopgeslagen, of ze bevinden zich op een apparaatdat u met de auto heeft verbonden (bijvoorbeeldsmartphone, usb-stick of mp3-speler). Wanneerdeze gegevens in de auto worden opgeslagen,kunt u ze op elk moment wissen. Doorgeven vandeze gegevens aan derden vindt uitsluitend plaatsop uw verzoek, in het bijzonder in het kader vanhet gebruik van de onlinediensten overeenkom‐stig de door u geselecteerde instellingen.

Algemene aanwijzingen 25

Page 28: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

U kunt comfortinstellingen/individualiseringen inhet voertuig opslaan en te allen tijde wijzigen.

Daartoe behoren, afhankelijk van de betreffendeuitrusting, bijvoorbeeld:

R Instellingen van de zit- en stuurwielpositieR Onderstel- en klimaatregelingsinstellingenR Individualiseringen zoals de interieurverlich‐

ting

Wanneer uw auto overeenkomstig is uitgerust,kunt u uw smartphone of een ander mobiel appa‐raat met de auto verbinden. Dit kunt u dan via dein het voertuig geïntegreerde bedieningselemen‐ten aansturen. Daarbij kunnen beeld en geluidvan de smartphones via het multimediasysteemworden weergegeven. Tegelijkertijd wordtbepaalde informatie doorgegeven aan uw smart‐phone.

Daartoe behoren – afhankelijk van de soort inte‐gratie – bijvoorbeeld:

R Algemene informatie van het voertuigR Positiegegevens

Hierdoor is gebruik van bepaalde apps van desmartphone, zoals bijvoorbeeld navigatie ofmuziekweergave, mogelijk. Verdere interactie tus‐sen smartphone en voertuig, in het bijzonderactieve toegang tot de gegevens van het voertuig,vindt niet plaats. De manier waarop de gegevensverder worden verwerkt, wordt bepaald door deleverancier van de betreffende app. Of en welkeinstellingen u daarbij kunt kiezen, is afhankelijkvan de betreffende app en van het besturingssys‐teem van uw smartphone.

Online-diensten

Mobiele-gegevensverbindingIndien uw voertuig beschikt over een mobiele-gegevensverbinding, maakt dit het uitwisselenvan gegevens tussen het voertuig en verdere sys‐temen mogelijk. De mobiele-gegevensverbindingwordt mogelijk gemaakt door een zend- en ont‐vangsteenheid van het voertuig, of door eeneigen mobiel eindapparaat (bijvoorbeeld eensmartphone). Via deze mobiele-gegevensverbin‐ding kunnen online-functies worden gebruikt.Daaronder vallen online-diensten en applicatiesresp. apps die de fabrikant of andere aanbiedersbeschikbaar stellen.

Diensten van de fabrikantBij onlinediensten van de fabrikant worden debetreffende functies op een geschikte plek door

de fabrikant beschreven (bijvoorbeeld de handlei‐ding of website van de fabrikant) en wordt dedaarmee verbonden informatie over de gegevens‐bescherming gegeven. Om de onlinedienstenmogelijk te maken, kunnen persoonlijke gegevensworden gebruikt. De bijbehorende gegevensuit‐wisseling vindt plaats via een beschermde verbin‐ding, bijvoorbeeld met de daarvoor voorziene IT-systemen van de fabrikant. Het verrichten vandiensten buiten het verzamelen, verwerken engebruiken van persoonsgegevens vindt uitsluitendplaats op basis van een wettelijke licentie of opbasis van toestemming.

Meestal kunt u de (gedeeltelijk betaalde) dien‐sten en functies in- of uitschakelen. In sommigegevallen geldt dit ook voor de gehele gegevens‐verbinding van het voertuig. Uitzondering hieropvormen in het bijzonder de wettelijk voorgeschre‐ven functies en diensten.

Diensten van derdenAls het mogelijk is om onlinediensten van andereaanbieders te gebruiken, zijn deze dienstenonderworpen aan de verantwoordelijkheid en dealgemene- en gebruiksvoorwaarden van debetreffende aanbieder. De fabrikant heeft geeninvloed op de inhoud die hier uitgewisseld wordt.

Win daarom informatie in bij de provider over hetsoort, de omvang en het doel van het verzamelenen het gebruiken van persoonsgegevens in hetkader van diensten door derden.

Auteursrecht

Informatie over de licenties van de gebruikte Freeen Open-Source-software in uw auto en de elek‐tronische componenten hiervan vindt u op degegevensdrager in de map met voertuigdocumen‐tatie en, inclusief actualiseringen, op internet:

http://www.mercedes-benz.com/opensource.

26 Algemene aanwijzingen

Page 29: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Veiligheidssysteem

Beschermingspotentieel van het veiligheids‐systeem

Het veiligheidssysteem omvat de volgende com‐ponenten:

R VeiligheidsgordelsysteemR AirbagsR KinderzitjesbevestigingssysteemR Kinderzitjebevestigingen

Het veiligheidssysteem kan bij een ongeval hetrisico reduceren dat inzittenden met delen vanhet interieur in aanraking komen. Bovendien kanhet veiligheidssysteem bij een ongeval de belas‐tingen voor de inzittenden reduceren.

Alleen een correct omgegespte veiligheidsgordelkan adequaat beschermingspotentieel bieden.Afhankelijk van de herkende ongevalssituatie vor‐men gordelspanners en/of airbags een aanvullingop de correct omgegespte veiligheidsgordel. Degordelspanners en/of airbags worden niet bij elkongeval geactiveerd.

Auto's met passagiersbank: De gordelspannervan de passagierssstoel wordt geactiveerd onge‐acht of de gordelslottong van de veiligheidsgordelin het gordelslot is vergrendeld.

Als de auto geen bestuurdersairbag heeft, omvathet veiligheidsgordelsysteem geen gordelspanneren gordelkrachtbegrenzer.

Om ervoor te zorgen dat het veiligheidssysteemzijn beschermingspotentieel kan behalen, moetelke inzittende de volgende aanwijzingen in achtnemen:

R De veiligheidsgordel correct omgespen.R Zo rechtop mogelijk zitten, met de rug tegen

de rugleuning.R Indien mogelijk zo zitten dat de voeten op de

vloer staan.R Personen kleiner dan 1,50 m moeten altijd in

een voor Mercedes-Benz-auto's geschikt aan‐vullend veiligheidssysteem worden beveiligd.

Geen enkel modern systeem kan echter verwon‐dingen en overlijden in elke ongevalssituatie vol‐ledig uitsluiten. Zo bieden veiligheidsgordels enairbags in het algemeen geen bescherming tegenvoorwerpen die van buitenaf de auto binnendrin‐gen. Ook het risico van verwondingen door dezich ontplooiende airbag kan niet volledig wordenuitgesloten.

Beperking van het beschermingspotentieelvan het veiligheidssysteem

& WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐vaar door wijzigingen aan het veiligheids‐systeem

Door wijzigingen aan het veiligheidssysteemkan deze niet meer zoals bedoeld functione‐ren.

Het veiligheidssysteem kan dan de inzitten‐den niet meer zoals bedoeld beschermen enbijvoorbeeld bij een ongeval uitvallen ofonverwacht worden geactiveerd.# Nooit onderdelen van het veiligheidssys‐

teem wijzigen.# Geen ingrepen aan de bedrading en

elektronische onderdelen of de softwaredaarvan uitvoeren.

Wanneer de auto moet worden aangepast aaneen persoon met een lichamelijke handicap,wendt u zich dan tot een gekwalificeerde werk‐plaats.

Mercedes-Benz adviseert om rijhulpsystemen tegebruiken die Mercedes-Benz voor uw auto heeftgoedgekeurd.

Bedrijfsklare status van het veiligheidssys‐teem

Bij ingeschakeld contact gaat het waarschuwings‐lampje veiligheidssysteem6 tijdens de zelf‐diagnose branden. Deze dooft uiterlijk enkeleseconden na het starten van de auto. De onder‐delen van het veiligheidssysteem zijn dan gereedvoor gebruik.

Werking van het veiligheidssysteem vertoonteen storing

In de volgende gevallen is een storing van het vei‐ligheidssysteem aanwezig:

R Bij ingeschakeld contact gaat het waarschu‐wingslampje veiligheidssysteem 6 nietbranden.R Tijdens het rijden gaat het waarschuwings‐

lampje veiligheidssysteem 6 continu ofherhaaldelijk branden.

Veiligheid voor inzittenden 27

Page 30: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel‑ oflevensgevaar door storingen in de wer‐king van het veiligheidssysteem

Wanneer het veiligheidssysteem een storingvertoont, kunnen onderdelen van het veilig‐heidssysteem onbedoeld worden geactiveerdof bij een ongeval niet zoals bedoeld in wer‐king treden. Dat kan bijvoorbeeld gordelspan‐ners of airbags betreffen.# Het veiligheidssysteem direct laten con‐

troleren en repareren bij een gekwalifi‐ceerde werkplaats.

Werking van het veiligheidssysteem bij eenongeval

De werking van het veiligheidssysteem is afhan‐kelijk van de bepaalde zwaarte van de botsing ende verwachte aard van het ongeval:

R Frontale aanrijdingR Aanrijding van achterenR Aanrijding van opzij

De activeringsdrempels voor de onderdelen vanhet veiligheidssysteem worden bepaald door hetevalueren van de sensorwaarden die op verschil‐lende plaatsen in het voertuig worden gemeten.Deze procedure heeft een anticiperend karakter.De activering van de onderdelen van het veilig‐heidssysteem moet tijdig, aan het begin van hetongeval, plaatsvinden.

Factoren die pas na de aanrijding zichtbaar ofmeetbaar zijn, hebben geen invloed op de airba‐gactivering. Ze geven daarvoor ook geen indica‐tie.

Het voertuig kan behoorlijk worden vervormdzonder dat een airbag wordt geactiveerd. Dit ishet geval als alleen relatief gemakkelijk vervorm‐bare delen worden geraakt en geen grote vertra‐ging van het voertuig wordt gehaald. Omgekeerdkan een airbag worden geactiveerd, hoewel hetvoertuig slechts gering vervormd is. Wanneer bij‐voorbeeld zeer stijve onderdelen van het voertuig,zoals langsdragers, worden getroffen, kan de ver‐traging van het voertuig daardoor groot genoegzijn.

De onderdelen van het veiligheidssysteemkunnen onafhankelijk van elkaar wordengeactiveerd:

Onderdeel Herkende active‐ringssituatie

Gordelspanners Frontale aanrijding,aanrijding van achte‐ren, aanrijding vanopzij1)

Bestuurdersairbag,passagiersairbag

Frontale aanrijding

Sidebags Aanrijding van opzij

Windowbag Aanrijding van opzij,frontale aanrijding

1) Alleen als de auto met sidebags of windowbagsis uitgerust.

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐wonden door hete delen van de airbag

Na het activeren van een airbag zijn de delenvan de airbag heet.# De delen van de airbag niet aanraken.# Een geactiveerde airbag direct bij een

gekwalificeerde werkplaats laten ver‐vangen.

Mercedes-Benz adviseert om het voertuig na eenongeval naar een gekwalificeerde werkplaats telaten slepen. Dit advies in het bijzonder opvolgennadat een gordelspanner of airbag is geactiveerd.

Als een gordelspanner of airbag wordt geacti‐veerd, hoort u een knal en kan er poederstof vrij‐komen:

R De knal heeft over het algemeen geen nega‐tieve gevolgen voor het gehoor.R Het vrijkomende poederstof is in het alge‐

meen niet schadelijk voor de gezondheid,maar kan bij personen met astma of ademha‐lingsmoeilijkheden kortstondige ademhalings‐moeilijkheden veroorzaken.

Zodra u zonder gevaar kunt uitstappen, moetu het voertuig direct verlaten of een ruit ope‐nen om ademhalingsmoeilijkheden te voorko‐men.

28 Veiligheid voor inzittenden

Page 31: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Veiligheidsgordels

Beschermingspotentieel van de veiligheids‐gordel

De veiligheidsgordel voor aanvang van de rit altijdcorrect omgespen. Alleen een correct omge‐gespte veiligheidsgordel kan adequaat bescher‐mingspotentieel bieden.

& WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐vaar bij verkeerd omgegespte veiligheids‐gordel

Wanneer de veiligheidsgordel verkeerd isomgegespt, kan deze niet meer zoals bedoeldbeschermen.

Bovendien kan een verkeerd omgegespte vei‐ligheidsgordel bijvoorbeeld bij een ongeval,remmanoeuvres of abrupte richtingswijzigin‐gen verwondingen veroorzaken.# Altijd ervoor zorgen dat alle inzittenden

de veiligheidsgordel correct hebbenomgegespt en een juiste zithouding heb‐ben.

Altijd de aanwijzingen met betrekking tot de cor‐recte stand van de bestuurdersstoel en het instel‐len van de stoelen in acht nemen(→ pagina 62).

Om ervoor te zorgen dat de correct gedragen vei‐ligheidsgordel zijn beschermingspotentieel kanbehalen, moet elke inzittende de volgende aanwij‐zingen in acht nemen:

R De veiligheidsgordel moet strak en niet ver‐draaid tegen het lichaam aan liggen.R De veiligheidsgordel moet over het midden

van de schouder en zo diep mogelijk tegen deheup aan lopen.R De schoudergordel mag niet de hals raken en

ook niet onder de arm of achter de rug wor‐den doorgevoerd.R Dikke kleding vermijden, bijvoorbeeld een

winterjas.R De heupgordel indien mogelijk omlaag tegen

de heup aan drukken en met de schoudergor‐del straktrekken. De heupgordel mag nooitover buik of onderlichaam lopen.R De veiligheidsgordel mag nooit over scherpe,

spitse, schurende of breekbare voorwerpenlopen.R De veiligheidsgordel altijd slechts voor één

persoon gebruiken. Nooit een baby of een

kind op de schoot van een inzittende meene‐men.R Nooit voorwerpen samen met een persoon

vastgespen. Voor het beveiligen van voorwer‐pen, bagage of lading altijd de aanwijzingenmet betrekking tot het beladen van de auto inacht nemen (→ pagina 75).

Eveneens controleren dat zich nooit voorwer‐pen tussen een persoon en de zitting bevin‐den, zoals een kussen.

Als een kind in de auto meerijdt, ook altijd deaanwijzingen en veiligheidsaanwijzingen bij "Kin‐deren in de auto" in acht nemen" (→ pagina 33).

Beperking van het beschermingspotentieelvan de veiligheidsgordel

& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel oflevensgevaar door verkeerde zitpositie

Als de rugleuning niet nagenoeg rechtopstaat, biedt de veiligheidsgordel niet meer debedoelde beschermende werking.

In dit geval kunt u bij een remmanoeuvre ofeen ongeval onder de veiligheidsgordel door‐glijden en daarbij bijvoorbeeld letsel aan hetonderlichaam of de hals oplopen.# De stoel voor aanvang van de rit correct

instellen.# Altijd erop letten dat de rugleuning bijna

rechtop staat en dat de schoudergordelover het midden van de schouder loopt.

& WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐vaar zonder aanvullend veiligheidssys‐teem voor kleine personen

Personen kleiner dan 1,50 m kunnen de vei‐ligheidsgordel niet zonder geschikte aanvul‐lende veiligheidssystemen correct omgespen.

Wanneer de veiligheidsgordel verkeerd isomgegespt, kan deze niet meer zoals bedoeldbeschermen. Bovendien kan een verkeerdomgegespte veiligheidsgordel bijvoorbeeld bijeen ongeval, remmanoeuvres of abrupte rich‐tingswijzigingen verwondingen veroorzaken.# Personen kleiner dan 1,50 m altijd in

speciaal voor hen geschikte aanvullendeveiligheidssystemen beveiligen.

Veiligheid voor inzittenden 29

Page 32: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

& WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐vaar door beschadigde of gewijzigde vei‐ligheidsgordels

Veiligheidsgordels kunnen in de volgendesituaties geen bescherming bieden:

R Als veiligheidsgordels beschadigd, gewij‐zigd, sterk vervuild, gebleekt of gekleurdzijnR Als het gordelslot beschadigd of sterk ver‐

vuild isR Als wijzigingen aan gordelspanners, gor‐

delverankeringen of gordeloprolautoma‐ten zijn uitgevoerd.

Veiligheidsgordels kunnen bij een ongeval ookniet zichtbaar worden beschadigd, bijvoor‐beeld door glassplinters.

Gewijzigde of beschadigde veiligheidsgordelskunnen scheuren of uitvallen, bijvoorbeeld bijeen ongeval.

Gewijzigde gordelspanners kunnen ongewildworden geactiveerd of niet zoals bedoeld wer‐ken.# Nooit de veiligheidsgordels, gordelspan‐

ners, gordelverankeringen en gordelo‐prolautomaten wijzigen.

# De veiligheidsgordels moeten onbescha‐digd, niet versleten en schoon zijn; ditcontroleren.

# De veiligheidsgordels na een ongevaldirect bij een gekwalificeerde werk‐plaats laten controleren.

Mercedes-Benz adviseert om veiligheidsgordelste gebruiken die Mercedes-Benz voor uw autoheeft goedgekeurd.

& WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐vaar door pyrotechnisch geactiveerdegordelspanners

Pyrotechnisch reeds geactiveerde gordel‐spanners werken niet meer en kunnendaarom niet meer zoals bedoeld beschermen.# De pyrotechnisch geactiveerde gordel‐

spanners direct bij een gekwalificeerdewerkplaats laten vervangen.

Mercedes-Benz adviseert om de auto na eenongeval naar een gekwalificeerde werkplaats telaten slepen.

* AANWIJZING Beschadiging door bekneldraken van de veiligheidsgordel

Als een ongebruikte veiligheidsgordel niet vol‐ledig is opgerold, kan hij in het portier of inhet stoelmechanisme bekneld raken.# Altijd controleren of ongebruikte veilig‐

heidsgordels volledig zijn opgerold.

Veiligheidsgordel omgespen en instellen

Als de veiligheidsgordel snel of met een ruk naarbuiten wordt getrokken, blokkeert de gordeloprol‐automaat. De gordelband kan niet verder wordenafgerold.

# De gordelslottong 2 van de veiligheidsgordelaltijd in het bij de zitplaats behorende gordel‐slot 1 vergrendelen.

# Met de gordelgeleidingontgrendeling inge‐drukt de gordeldoorvoeropening 3 in degewenste stand schuiven.

# De gordelgeleidingontgrendeling loslaten encontroleren dat de gordeldoorvoeropening 3vergrendelt.

Auto's met afzonderlijke passagiersstoel:

* AANWIJZING Activeren van de gordel‐spanner bij onbezette passagiersstoel

Als de gordelslottong van de veiligheidsgordelin het gordelslot van de onbezette passagiers‐stoel is vergrendeld, kan bij een ongeval naastde andere systemen ook de gordelspannerworden geactiveerd.# De veiligheidsgordel altijd slechts voor

één persoon gebruiken.

30 Veiligheid voor inzittenden

Page 33: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Veiligheidsgordel afdoen

# De ontgrendelingsknop in het gordelslotindrukken en de veiligheidsgordel met de gor‐delslottong teruggeleiden.

Werking van de gordelwaarschuwing voorchauffeur en bijrijder

Het waarschuwingslampje veiligheidsgordel üop het instrumentendisplay maakt u erop attent,dat alle inzittenden de veiligheidsgordel correctmoeten omgespen.

Bovendien kan een waarschuwingssignaal klin‐ken.

Zodra de chauffeur de veiligheidsgordel heeftomgegespt, gaat de gordelwaarschuwing uit.Afhankelijk van de uitrusting gaat de gordelwaar‐schuwing uit, zodra de chauffeur en de bijrijderde veiligheidsgordel hebben omgegespt.

Alleen voor bepaalde landen: Ongeacht of dechauffeur de veiligheidsgordel reeds heeft omge‐gespt, brandt het waarschuwingslampje veilig‐heidsgordels ü iedere keer na het inschakelenvan het contact gedurende zes seconden. Dezedooft na het starten van de motor, zodra dechauffeur de veiligheidsgordel heeft omgegespt.

Airbags

Overzicht van de airbags

1 Chauffeursairbag2 Windowbag3 Bijrijdersairbag4 Sidebags

De inbouwplaats van een airbag is herkenbaaraan het opschrift AIRBAG.

Een airbag kan bij activering het beschermingspo‐tentieel voor de betreffende inzittende vergroten.

Mogelijk beschermingspotentieel per airbag:

AIRBAG Mogelijk beschermings‐potentieel voor …

Chauffeursairbag,bijrijdersairbag

Hoofd en borstkas

Windowbag Hoofd

Sidebags Borstkas en bekken

Beschermingspotentieel van de airbags

Afhankelijk van de ongevalssituatie kan een air‐bag in combinatie met een correct gedragen vei‐ligheidsgordel het beschermingspotentieel ver‐groten.

& WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐vaar door verkeerde zitpositie

Als u niet de juiste zitpositie inneemt, kan deairbag niet zoals bedoeld beschermen endoor het activeren zelfs extra verwondingenveroorzaken.

Om risico's te vermijden, altijd ervoor zorgendat alle inzittenden:

R ook zwangere vrouwen, de veiligheidsgor‐del correct dragen.R Correct zitten en de grootst mogelijke

afstand tot de airbags aanhouden.R De volgende aanwijzingen in acht nemen.

# Altijd controleren of zich geen voorwer‐pen tussen de airbag en de inzittendebevinden.

Om risico's als gevolg van de in werking tredendeairbag te vermijden moet elke inzittende de vol‐gende aanwijzingen in acht nemen:

R De stoelen voor aanvang van de rit correctinstellen, de bestuurders- en passagiersstoelzo ver mogelijk naar achteren.

Daarbij altijd de informatie over de correctestand van de bestuurdersstoel in acht nemen(→ pagina 62).R Het stuurwiel alleen aan de stuurwielrand

vasthouden. Op deze wijze kan de airbagongehinderd worden opgeblazen.R Tijdens het rijden altijd tegen de rugleuning

leunen. Niet naar voren buigen en niet tegenhet portier of de zijruit leunen. Anders bevindt

Veiligheid voor inzittenden 31

Page 34: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

u zich in het ontplooiingsgebied van de air‐bags.R De voeten moeten zich altijd op de vloer

bevinden. Uw voeten bijvoorbeeld niet op decockpit leggen. Anders bevinden uw voetenzich in het ontplooiingsgebied van de airbag.R Wanneer kinderen in de auto worden meege‐

nomen, de aanvullende aanwijzingen in achtnemen (→ pagina 33).R Voorwerpen altijd correct opbergen en bevei‐

ligen.

Voorwerpen in het interieur kunnen het correctfunctioneren van een airbag in gevaar brengen.Elke inzittende moet altijd de volgende punten inacht nemen:

R Er mogen zich geen andere personen, dierenof voorwerpen tussen de inzittenden en deverschillende airbags bevinden.R Er mogen geen voorwerpen tussen de stoel

en het portier als ook de deurstijl (B-stijl) lig‐gen.R Er mogen geen harde voorwerpen zoals kle‐

dinghangers aan handgrepen of kledinghakenhangen.R Er mogen geen accessoires zoals bekerhou‐

ders in het ontplooiingsgebied van een airbagzijn aangebracht, bijvoorbeeld aan portieren,zijruiten of zijbekledingen.R Er mogen geen zware, scherpe of breekbare

voorwerpen in de zakken van uw kledingstuk‐ken aanwezig zijn. Dergelijke voorwerpen opeen geschikte plaats opbergen.

Beperking van het beschermingspotentieelvan de airbags

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor wijzigingen aan de airbagafdekking

Als een airbagafdekking wordt gewijzigd ofvoorwerpen zoals stickers daarop wordenaangebracht, kan de airbag niet meer zoalsbedoeld functioneren.# Nooit een airbagafdekking wijzigen en

geen voorwerpen daarop aanbrengen.

De inbouwplaats van een airbag is herkenbaaraan het opschrift AIRBAG (→ pagina 31).

& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel oflevensgevaar door ongeschikte stoelhoe‐zen

Ongeschikte stoelhoezen kunnen het opbla‐zen van de in de stoelen geïntegreerde air‐bags belemmeren of zelfs verhinderen.

De airbags kunnen de inzittenden dan nietmeer zoals bedoeld beschermen.# Alleen stoelhoezen gebruiken die

Mercedes-Benz voor de betreffendestoel heeft goedgekeurd.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor storingen in de werking van de sen‐soren in de portierbekleding

In de portieren zijn sensoren voor de aanstu‐ring van airbags aangebracht. Door wijzigin‐gen of ondeskundig uitgevoerde werkzaamhe‐den aan portieren of portierbekledingen endoor beschadigde portieren kan de werkingvan de sensoren nadelig worden beïnvloed.Daardoor kunnen de airbags niet meer zoalsbedoeld functioneren.

De airbags kunnen de inzittenden dan nietmeer zoals bedoeld beschermen.# Nooit de portieren of delen waarvan wij‐

zigen.# Werkzaamheden aan portieren of por‐

tierbekledingen bij een gekwalificeerdewerkplaats laten uitvoeren.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor een reeds geactiveerde airbag

Een reeds geactiveerde airbag biedt geenbeschermende werking meer en kan bij eenongeval niet meer zoals bedoeld beschermen.# Om een geactiveerde airbag te vervan‐

gen, de auto naar een gekwalificeerdewerkplaats laten slepen.

Geactiveerde airbags direct laten vervangen.

32 Veiligheid voor inzittenden

Page 35: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Kinderen in de auto

Aanwijzingen met betrekking tot het veiligmeenemen van kinderen

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len‑ en letsel als kinderen zonder toezichtin de auto worden achtergelaten

Wanneer kinderen zonder toezicht in de autoworden achtergelaten, kunnen deze de autoin beweging zetten, door bijvoorbeeld:

R De parkeerrem vrij te zetten.R De automatische transmissie uit de par‐

keerstand j te schakelen of de handge‐schakelde versnellingsbak in de neutraal‐stand te zetten.R De motor te starten.

Tevens kunnen ze uitrustingen van de autobedienen en klem komen te zitten.# Kinderen nooit zonder toezicht in de

auto laten.# Bij het verlaten van de auto altijd de

sleutel meenemen en de auto vergren‐delen.

& WAARSCHUWING Levensgevaar doorgrote blootstelling aan kou of warmte inde auto

Als personen – in het bijzonder kinderen –langdurig aan extreme hitte‑ of koude wordenblootgesteld, bestaat gevaar voor letsel ofzelfs levensgevaar!# Personen – in het bijzonder kinderen –

nooit zonder toezicht in de auto laten.# Dieren nooit zonder toezicht in de auto

laten.

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐wonden door directe zonnestraling op hetkinderzitjesbevestigingssysteem

Wanneer het kinderzitjesbevestigingssysteemaan directe zonnestraling wordt blootgesteld,kunnen delen hiervan zeer heet worden.

Kinderen kunnen zich branden aan dezedelen, in het bijzonder aan metalen delen vanhet kinderzitjesbevestigingssysteem.# Altijd erop letten dat het kinderzitjesbe‐

vestigingssysteem niet aan directe zon‐nestraling is blootgesteld.

# Het kinderzitjesbevestigingssysteem bij‐voorbeeld met een deken beschermen.

# Voordat het kind hierin wordt beveiligdhet kinderzitjesbevestigingssysteemlaten afkoelen als het aan directe zonne‐straling is blootgesteld geweest.

# Kinderen nooit zonder toezicht in deauto laten.

Mercedes-Benz adviseert voor een beterebescherming van kinderen jonger dan 12 jaar ofkleiner dan 1,50 m beslist de volgende aanwijzin‐gen beslist in acht te nemen:

R Kinderen alleen in een voor Mercedes-Benzauto's geschikt kinderzitjesbevestigingssys‐teem beveiligen dat past bij de leeftijd, hetgewicht en de lengte van het kind. Daarbijbeslist de gebruiksmogelijkheden van het kin‐derzitjesbevestigingssysteem in acht nemen.R Het kinderzitjesbevestigingssysteem indien

mogelijk op een zitplaats achterin aanbren‐gen.R Alleen de volgende bevestigingssystemen

voor kinderzitjesbevestigingssystemengebruiken:- het veiligheidsgordelsysteem- de ISOFIX-bevestigingsbeugels- de Top Tether-verankeringenR De montagehandleiding van de fabrikant van

het kinderzitjesbevestigingssysteem in achtnemen.R De waarschuwingsstickers in het interieur van

de auto en op het kinderzitjesbevestigings‐systeem in acht nemen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel oflevensgevaar door verkeerde montagevan het kinderzitjesbevestigingssysteem

Als het kinderzitjesbevestigingssysteem ver‐keerd op de daarvoor geschikte zitplaatswordt gemonteerd, kan dit niet meer zoalsbedoeld beschermen.

Het kind kan dan bij een ongeval, remma‐noeuvre of abrupte verandering van richtingniet worden tegengehouden.# Beslist de montagehandleiding van de

fabrikant van het kinderzitjesbevesti‐gingssysteem en de gebruiksmogelijk‐heden in acht nemen.

Veiligheid voor inzittenden 33

Page 36: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Het gehele draagvlak van het kinderzit‐jesbevestigingssysteem moet op de zit‐ting rusten; dit controleren.

# Nooit voorwerpen, zoals een kussen,onder of achter het kinderzitjesbevesti‐gingssysteem leggen.

# Kinderzitjesbevestigingssystemen alleenmet de bijgeleverde originele hoezengebruiken.

# Beschadigde hoezen alleen door origi‐nele hoezen vervangen.

& WAARSCHUWING Letsel of levensgevaardoor onbeveiligde kinder‑zitjesbevesti‐gingssystemen in de auto

Als het kinderzitje verkeerd gemonteerd ofniet-vastgezet is, kan dit bij een ongeval, rem‐manoeuvre of abrupte verandering van rich‐ting losraken.

Het kinderzitje kan rondslingeren en inzitten‐den raken.# Ook niet-gebruikte kinderzitjes altijd

correct monteren.# Beslist de montagehandleiding van de

fabrikant van het kinderzitjesbevesti‐gingssysteem in acht nemen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel oflevensgevaar door gebruik van bescha‐digde kinderzitjesbevestigingssystemen

Beschadigde of bij een ongeval belaste kin‐derzitjesbevestigingssystemen of hun bevesti‐gingssystemen kunnen niet meer zoalsbedoeld beschermen.

Het kind kan dan bij een ongeval, remma‐noeuvre of abrupte verandering van richtingniet worden tegengehouden.# Beschadigde of bij een ongeval belaste

kinderzitjesbevestigingssysteem directvervangen.

# De bevestigingssystemen van de kinder‐zitjesbevestigingssystemen direct bijeen gekwalificeerde werkplaats latencontroleren, voordat weer een kinderzit‐jesbevestigingssysteem wordt gemon‐teerd.

% Voor het reinigen van de door Mercedes-Benzgeadviseerde kinderzitjesbevestigingssyste‐men Mercedes-Benz-verzorgingsmiddelen

gebruiken. Meer informatie is verkrijgbaar ineen gekwalificeerde werkplaats.

Beslist de volgende aanwijzingen in acht nemen:

R Bij montage van een kinderzitjesbevestigings‐systeem op de passagiersstoel de aanwijzin‐gen met betrekking tot kinderzitjesbevesti‐gingssystemen op de passagiersstoel in achtnemen (→ pagina 37)R Aanwijzingen met betrekking tot de bevesti‐

ging van geschikte kinderzitjesbevestigings‐systemen (→ pagina 38)R Aanwijzingen met betrekking tot de geadvi‐

seerde kinderzitjesbevestigingssystemen(→ pagina 40)R De veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot

de veiligheidsgordel (→ pagina 29)R Over het correcte gebruik van de veiligheids‐

gordel (→ pagina 30)

Kinderzitjesbevestigingssysteem met ISOFIXop de zitplaats achterin bevestigen

Aanwijzingen over de ISOFIX-kinderzitjesver‐ankeringen

& WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐vaar door het overschrijden van het toe‐gestaan totaalgewicht van kind en kinder‐zitjesbevestigingssysteem

Voor ISOFIX‑kinderzitjesbevestigingssyste‐men waarbij het kind met de geïntegreerdeveiligheidsgordel van het kinderzitjesbevesti‐gingssysteem is beveiligd, bedraagt het toe‐gestaan totaalgewicht van kind en kinderzit‐jesbevestigingssysteem 33 kg.

Wanneer het kind en het kinderzitjesbevesti‐gingssysteem samen meer dan 33 kg wegen,biedt het ISOFIX‑kinderzitjesbevestigingssys‐teem met geïntegreerde veiligheidsgordelgeen voldoende beschermende werking meer.De ISOFIX-kinderzitjesverankeringen kunnenoverbelast raken en het kind kan bijvoorbeeldbij een ongeval niet meer worden tegenge‐houden.# Als het kind en het kinderzitjesbevesti‐

gingssysteem samen meer dan 33 kgwegen, alleen ISOFIX-kinderzitjesbeves‐tigingssystemen gebruiken waarbij hetkind met de veiligheidsgordel van de zit‐plaats wordt beveiligd.

34 Veiligheid voor inzittenden

Page 37: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Het kinderzitjesbevestigingssysteemtevens, indien aanwezig, met de TopTether-gordel vastzetten.

Altijd de gegevens over het gewicht van het kin‐derzitjesbevestigingssysteem in acht nemen:

R in de montage- en gebruikshandleiding van defabrikant van het gebruikte kinderzitjesbeves‐tigingssysteemR op een label aan het kinderzitjesbevestigings‐

systeem, indien aanwezig

Regelmatig controleren dat het toegestaan totaal‐gewicht van kind en kinderzitjesbevestigingssys‐teem wordt aangehouden.

Beslist de gebruiksmogelijkheden en de geschikt‐heid van de zitplaatsen voor bevestiging van hetkinderzitjesbevestigingssysteem evenals de mon‐tage- en gebruikshandleiding van de fabrikant vanhet gebruikte kinderzitjesbevestigingssysteem inacht nemen.ISOFIX is een gestandaardiseerd bevestigingssys‐teem voor speciale kinderzitjesbevestigingssyste‐men. ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsystemen zijnvolgens UN-R44 goedgekeurd.

Aan de ISOFIX-bevestigingsbeugels mogen alleenkinderzitjesbevestigingssystemen worden beves‐tigd die aan de norm UN-R44 voldoen.

Symbool voor bevestiging van een ISOFIX-kin‐derzitjesbevestigingsysteem

Monteren van een ISOFIX-kinderzitjesveran‐kering

& WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐vaar door het overschrijden van het toe‐gestaan totaalgewicht van kind en kinder‐zitjesbevestigingssysteem

Voor ISOFIX‑kinderzitjesbevestigingssyste‐men waarbij het kind met de geïntegreerdeveiligheidsgordel van het kinderzitjesbevesti‐gingssysteem is beveiligd, bedraagt het toe‐gestaan totaalgewicht van kind en kinderzit‐jesbevestigingssysteem 33 kg.

Wanneer het kind en het kinderzitjesbevesti‐gingssysteem samen meer dan 33 kg wegen,biedt het ISOFIX‑kinderzitjesbevestigingssys‐teem met geïntegreerde veiligheidsgordelgeen voldoende beschermende werking meer.De ISOFIX-kinderzitjesverankeringen kunnenoverbelast raken en het kind kan bijvoorbeeldbij een ongeval niet meer worden tegenge‐houden.# Als het kind en het kinderzitjesbevesti‐

gingssysteem samen meer dan 33 kgwegen, alleen ISOFIX-kinderzitjesbeves‐tigingssystemen gebruiken waarbij hetkind met de veiligheidsgordel van de zit‐plaats wordt beveiligd.

# Het kinderzitjesbevestigingssysteemtevens, indien aanwezig, met de TopTether-gordel vastzetten.

Altijd de gegevens over het gewicht van het kin‐derzitjesbevestigingssysteem in acht nemen:

R in de montage- en gebruikshandleiding van defabrikant van het gebruikte kinderzitjesbeves‐tigingssysteemR op een label aan het kinderzitjesbevestigings‐

systeem, indien aanwezig

Regelmatig controleren dat het toegestaan totaal‐gewicht van kind en kinderzitjesbevestigingssys‐teem wordt aangehouden.

Beslist de gebruiksmogelijkheden en de geschikt‐heid van de zitplaatsen voor bevestiging van hetkinderzitjesbevestigingssysteem evenals de mon‐tage- en gebruikshandleiding van de fabrikant vanhet gebruikte kinderzitjesbevestigingssysteem inacht nemen.

Veiligheid voor inzittenden 35

Page 38: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

1 ISOFIX-bevestigingsbeugels

Voor iedere rit beslist controleren of het ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem correct in beidebevestigingsbeugels van de auto vergrendeld is.

* AANWIJZING Beschadiging van de veilig‐heidsgordel van de middelste zitplaats

De veiligheidsgordel van de middelste zit‐plaats kan bij de montage van het kinderzitjeworden beschadigd.# Controleren dat de veiligheidsgordel

niet bekneld raakt.

# Het ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteemaan beide bevestigingsbeugels van het voer‐tuig bevestigen.

Top Tether bevestigen

& WAARSCHUWING Letselgevaar dooronjuiste bevestiging van de Top Tether-gordel

Het kinderzitje is niet goed gefixeerd als u deTop Tether-gordel onjuist bevestigd, bijvoor‐beeld aan een oog in de kofferbak.

Bij een ongeval biedt de gordel dan niet debeoogde bescherming.# Bevestig de Top Tether-haak uitsluitend

aan het daarvoor bedoelde Top Tether-anker.

Top Tether kan het gevaar voor letsel verminde‐ren. De Top Tether-gordel biedt de mogelijkheidvoor een extra verbinding tussen het met ISOFIXbevestigde kinderzitjesbevestigingssysteem ende auto.

Het kinderzitjesbevestigingssysteem moet meteen Top Tether-gordel uitgerust zijn.

De Top Tether-verankeringen 1 zijn aan de ach‐terzijde van de betreffende achterbank bij de zit‐banksteunen aangebracht.

# Indien noodzakelijk de hoofdsteun omhoog‐schuiven (→ pagina 73).

# Het ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteemmet Top Tether monteren. Daarbij de monta‐gehandleiding van de fabrikant van het kin‐derzitjesbevestigingssysteem in acht nemen.

# De Top Tether-gordel 3 onder de hoofdsteuntussen de beide hoofdsteunstangen doorvoe‐ren.

# De Top Tether-haak 2 zonder deze te ver‐draaien in de Top Tether-verankering 1bevestigen.

# De Top Tether-gordel 3 spannen. Daarbij demontagehandleiding van de fabrikant van hetkinderzitjesbevestigingssysteem in achtnemen.

# Indien noodzakelijk de hoofdsteun omlaag‐schuiven (→ pagina 73). Erop letten dat deTop Tether-gordel 3 niet in het verloop wordtgehinderd.

36 Veiligheid voor inzittenden

Page 39: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Kinderzitjesbevestigingssysteem op de bijrij‐dersstoel

Aanwijzingen met betrekking tot de kinderzit‐jesbevestigingssystemen op de bijrijdersstoelUit de ongevallenstatistiek blijkt, dat op de zit‐plaatsen achterin beveiligde kinderen veiliger zijndan op de voorstoel beveiligde kinderen. Daaromadviseert Mercedes-Benz dringend het kinderzit‐jesbevestigingssysteem bij voorkeur op een zit‐plaats achterin te monteren.

Waarschuwingsaanwijzingen aan de binnen‐zijde van de zonneklep

NOOIT een naar achteren gericht kinderbeveili‐gingssysteem gebruiken op een stoel die dooreen ACTIEVE FRONTAIRBAG wordt beveiligd, wantdat kan voor het kind DODELIJKE of ERNSTIGEVERWONDINGEN tot gevolg hebben.

Beslist ook de aanwijzingen met betrekking tothet veilig meenemen van kinderen in acht nemen(→ pagina 33).

Aanwijzingen voor naar achteren gerichte kin‐derzitjesbevestigingssystemen

Sticker zichtbaar bij geopende bijrijdersdeur

De bijrijdersairbag kan niet worden uitgescha‐keld. Dit kan worden herkend aan een specialesticker aan de zijkant van de cockpit aan bijrij‐derszijde. Een naar achteren gericht kinderzitjes‐bevestigingssysteem nooit op de bijrijdersstoel,maar altijd op een geschikte zitplaats achterinmonteren.

Aanwijzingen met betrekking tot naar vorengerichte kinderzitjesbevestigingssystemen opde bijrijdersstoel

Bij gebruik van een kinderzitjesbevestigingssys‐teem op de bijrijdersstoel beslist de volgendepunten in acht nemen:

R De bijrijdersstoel moet daarbij in de achterstestand worden geplaatst. Bij stoelen met zitin‐ghoogteverstelling de stoel bovendien in dehoogste stand zetten.R De rugleuning in een vrijwel rechte stand zet‐

ten.R De zitting volledig omlaag brengen.R Het draagvlak van het kinderzitjesbevesti‐

gingssysteem moet volledig op het zitvlak vande bijrijdersstoel rusten.R De leuning van een naar voren gericht kinder‐

zitjesbevestigingssysteem moet zo volledigmogelijk tegen de rugleuning van de bijrij‐dersstoel aan liggen. Het kinderzitjesbevesti‐gingssysteem mag niet het dak raken of doorde hoofdsteun worden belast.R De hoek van de rugleuning en de instelling

van de hoofdsteunen zo nodig overeenkom‐stig aanpassen.R De zittinghoek zo instellen dat de voorste

rand van de zitting zich in de bovenste en deachterste rand van de zitting zich in de onder‐ste positie bevindt.R Altijd de correcte ligging van de schoudergor‐

del vanaf de gordeldoorvoeropening van hetvoertuig naar de schoudergordelgeleiding vanhet kinderzitjesbevestigingssysteem in achtnemen. De schoudergordelband moet vanafde gordeldoorvoeropening naar voren enomlaag verlopen.R Indien noodzakelijk de gordeldoorvoerope‐

ning en de bijrijdersstoel overeenkomstiginstellen.R Nooit voorwerpen, bijvoorbeeld een kussen,

onder of achter het kinderzitjesbevestigings‐systeem leggen.

Beslist de montage- en gebruikshandleiding vande fabrikant van het gebruikte kinderzitjesbeves‐tigingssysteem en de aanwijzingen met betrek‐king tot de bevestiging van geschikte kinderzitjes‐bevestigingssystemen in acht nemen(→ pagina 38).

Veiligheid voor inzittenden 37

Page 40: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Geschiktheid van de zitplaatsen voor kinder‐zitjesbevestigingssystemen

Aanwijzingen met betrekking tot de bevesti‐ging van geschikte kinderzitjesbevestigings‐systemenIn de auto mogen alleen kinderzitjesbevestigings‐systemen volgens de norm UN‑R44 wordengebruikt.

Voorbeeld van een goedkeuringslabel aan kinder‐zitjesbevestigingssystemen:

Label voor kinderzitjesbevestigingssystemenvolgens UN‑R44

ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsystemen van devolgende categorie "Universal" kunnen overeen‐komstig de tabellen met betrekking tot degeschiktheid van de zitplaatsen voor de bevesti‐ging van kinderzitjesbevestigingssystemen op demet U, UF of IUF gekenmerkte zitplaatsen wordengebruikt.

Semi-universele kinderzitjesbevestigingssyste‐men zijn herkenbaar aan het goedkeuringslabelmet de tekst "semi-universal". Deze mogen alleenworden gebruikt als de auto en de zitplaats in deautotypelijst van de fabrikant van het kinderzitjes‐bevestigingssysteem zijn aangegeven.

Aanwijzingen met betrekking tot de geschikt‐heid van zitplaatsen voor de bevestiging vankinderzitjesbevestigingssystemen die metautogordels worden vastgezet

De volgende aanwijzingen in acht nemen:

R Bij gebruik van een babyschaal van de groepen 0/0+ en een naar achteren

gericht kinderzitjesbevestigingssysteem op een zitplaats achterin: De bestuurders-en passagiersstoel zo instellen dat deze hetkinderzitjesbevestigingssysteem niet raakt.R Bij gebruik van een naar voren gericht kin‐

derzitjesbevestigingssysteem van de groep I: De leuning van het kinderzitjesbeves‐tigingssysteem moet zo volledig mogelijktegen de rugleuning van de zitplaats aan lig‐gen.R Bij bepaalde kinderzitjesbevestigingssyste‐

men van de gewichtsgroepen II of III kan hetgebeuren dat het kinderzitjesbevestigingssys‐teem niet op de maximum grootte kan wor‐den ingesteld, bijvoorbeeld door mogelijk con‐tact met het dak.R Ervoor zorgen dat de voeten van het kind de

voorstoel niet kunnen raken. Indien nodig devoorstoel iets naar voren instellen.R Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag niet

het dak raken of door de hoofdsteun wordenbelast. De hoofdsteunen overeenkomstiginstellen.R De montagehandleiding van de fabrikant van

het kinderzitjesbevestigingssysteem in achtnemen.

Legenda bij de tabel:

X Niet geschikt voor kinderen in deze gewichts‐groep

U Geschikt voor kinderzitjesbevestigingssyste‐men van de categorie "universeel" in dezegewichtsgroep

UF Geschikt voor naar voren gerichte kinderzit‐jesbevestigingssystemen van de categorie"universeel" in deze gewichtsgroep

L Geschikt voor semi-universele kinderzitjesbe‐vestigingssystemen overeenkomstig de tabelin "Geadviseerde kinderzitjesbevestigings‐systemen", of als de auto en de zitplaats inde autotypelijst van de fabrikant van het kin‐derzitjesbevestigingssysteem zijn aangege‐ven.

38 Veiligheid voor inzittenden

Page 41: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Passagiersstoel

Gewichtsgroep Passagiersstoel (metpassagiersairbag)1

Passagiersstoel (zon‐der passagiersair‐bag)1

Losse stoel

Groep 0: tot 10 kg X U X

Groep 0+: tot 13 kg X U X

Groep I: 9 tot 18 kg UF U X

Groep II: 15 tot 25 kg UF U X

Groep III: 22 tot 36 kg UF U X

1 De passagiersstoel in de achterste, hoogste stand plaatsen.

Passagiersbank

Gewichtsgroep Buitenste zitplaats(met passagiersair‐bag)

Buitenste zitplaats(zonder passagiers‐airbag)

Middelste zitplaats

Groep 0: tot 10 kg X U X

Groep 0+: tot 13 kg X U X

Groep I: 9 tot 18 kg UF U X

Groep II: 15 tot 25 kg UF U X

Groep III: 22 tot 36 kg UF U X

Achterbank

Gewichtsgroep Achterbank (dubbelcabine) Achterbank (standaard/comfort)

Groep 0: tot 10 kg U U

Groep 0+: tot 13 kg U U

Groep I: 9 tot 18 kg U U

Groep II: 15 tot 25 kg U U

Groep III: 22 tot 36 kg U U

Veiligheid voor inzittenden 39

Page 42: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Aanwijzingen met betrekking tot de geadviseerde kinderzitjesbevestigingssystemen

Geadviseerde kinderzitjesbevestigingssystemen voor bevestiging met de veiligheidsgordel vanvoertuigzitplaatsen

Gewichtsgroepen Fabrikant Type Goedkeu‐ringsnum‐mer (E1 …)

Bestelnum‐mer (A000 ...) metkleurcode9H95

Groep 0:tot 10 kg

tot circa 6 maanden

Britax Römer BABY SAFEplus II

04 301 146 970 13 02

Groep 0+:tot 13 kg

tot circa 15 maanden

Britax Römer BABY SAFEplus II

04 301 146 970 13 02

Groep I:9 tot 18 kg

van circa 9 maanden tot 4 jaar

Britax Römer DUO PLUS 04 301 133 970 17 02

Groep II/III:15 tot 36 kg

van circa 4 tot 12 jaar

Britax Römer KIDFIX 04 301 198 970 20 02

Britax Römer KIDFIX XP 04 301 304 970 23 02

% Meer informatie over geschikte kinderzitjes‐bevestigingssystemen is verkrijgbaar bij elkeMercedes-Benz -servicewerkplaats.

Kindersloten voor deuren vergrendelen/ontgrendelen

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len‑ en letsel als kinderen zonder toezichtin de auto worden achtergelaten

Wanneer kinderen zonder toezicht in de autoworden achtergelaten, kunnen deze de autoin beweging zetten, door bijvoorbeeld:

R De parkeerrem vrij te zetten.R De automatische transmissie uit de par‐

keerstand j te schakelen of de handge‐schakelde versnellingsbak in de neutraal‐stand te zetten.R De motor te starten.

Tevens kunnen ze uitrustingen van de autobedienen en klem komen te zitten.# Kinderen nooit zonder toezicht in de

auto laten.

# Bij het verlaten van de auto altijd desleutel meenemen en de auto vergren‐delen.

& WAARSCHUWING Levensgevaar doorgrote blootstelling aan kou of warmte inde auto

Als personen – in het bijzonder kinderen –langdurig aan extreme hitte‑ of koude wordenblootgesteld, bestaat gevaar voor letsel ofzelfs levensgevaar!# Personen – in het bijzonder kinderen –

nooit zonder toezicht in de auto laten.# Dieren nooit zonder toezicht in de auto

laten.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len‑ en letsel als kinderen zonder toezichtin de auto worden achtergelaten

Wanneer kinderen meerijden, kunnen deze:

R Portieren openen en daardoor andere per‐sonen of verkeersdeelnemers in gevaarbrengen.

40 Veiligheid voor inzittenden

Page 43: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R Uitstappen en door het verkeer wordengegrepen.R Uitrustingen van de auto bedienen en bij‐

voorbeeld bekneld raken.

# Wanneer kinderen meerijden, altijd deaanwezige kinderbeveiligingen active‐ren.

# Kinderen nooit zonder toezicht in deauto laten.

# Bij het verlaten van de auto altijd desleutel meenemen en de auto vergren‐delen.

In de volgende deuren zijn kindersloten aanwezig:

R schuifdeurenR achterdeuren van de dubbelcabineDe kindersloten van de deuren vergrendelen elkedeur afzonderlijk. Deze kan dan niet meer vanbinnenuit (uitgezonderd elektrische schuifdeur)worden geopend. Als het voertuig ontgrendeld is,kan de deur van buitenaf worden geopend.

Bij een beveiligde elektrische schuifdeur zijnalleen de achterste bedieningselementen van deschuifdeur geblokkeerd. De elektrische schuif‐deur kan op elk moment met de schakelaar in demiddenconsole worden geopend (→ pagina 48).

Voorbeeld kinderslot schuifdeur

# De kinderslotgrendel 1 in de stand 2 (ver‐grendelen) of 3(ontgrendelen) schuiven.

# Vervolgens altijd de werking van het kinder‐slot controleren.

Aanwijzingen met betrekking tot huisdierenin de auto

& WAARSCHUWING Ongeval‑ en letselge‐vaar door onbewaakte, niet vastgezettedieren in de auto

Als dieren zonder toezicht of los in de autoworden gelaten, kunnen ze bijvoorbeeld toet‐sen of schakelaars indrukken.

Daardoor kunnen dieren:

R Uitrustingen van de auto activeren en bij‐voorbeeld bekneld raken.R Systemen in‑ of uitschakelen en daardoor

andere verkeersdeelnemers in gevaarbrengen.

Bovendien kunnen niet-vastgezette dieren bijeen ongeval of abrupte stuur‑ en remmanoeu‐vres door de auto vliegen en daarbij inzitten‐den verwonden.# Dieren nooit zonder toezicht in de auto

laten.# Dieren tijdens het rijden altijd goed

beveiligen, bijvoorbeeld in een geschiktetransportbox.

Veiligheid voor inzittenden 41

Page 44: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Sleutel

Aanwijzingen met betrekking tot de radiogra‐fische verbinding van de sleutel

& GEVAAR Levensgevaar door elektromag‐netische straling voor personen metmedische hulpmiddelen bij de start-stop-toets

Personen met medische hulpmiddelen,zoalspacemakers of defibrillatoren:

Als de start-stop-toets wordt gebruikt, is ereen radiografische verbinding tussen de sleu‐tel en de auto.

De elektromagnetische straling kan de wer‐king van medische hulpmiddelen nadeligbeïnvloeden.# Voordat de auto wordt gebruikt beslist

informeren bij uw arts of bij de fabrikantvan het medische hulpmiddelen naar deuitwerking van de emissies van overeen‐komstige systemen.

Herkenningsgebied van de antenne van deKEYLESS-START-functie

Overzicht sleutelfuncties

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len‑ en letsel als kinderen zonder toezichtin de auto worden achtergelaten

Wanneer kinderen zonder toezicht in de autoachterblijven, kunnen deze:

R Portieren openen en daardoor andere per‐sonen of verkeersdeelnemers in gevaarbrengen.R Uitstappen en door het verkeer worden

gegrepen.R Uitrustingen van de auto bedienen en bij‐

voorbeeld bekneld raken.

Bovendien kunnen de kinderen de auto inbeweging zetten, door bijvoorbeeld:

R De parkeerrem vrij te zetten.R De automatische transmissie uit de par‐

keerstand j te schakelen of de handge‐schakelde versnellingsbak in de neutraal‐stand te zetten.R De motor te starten.

# Bij het verlaten van de auto altijd desleutel meenemen en de auto vergren‐delen.

# Kinderen en dieren nooit zonder toe‐zicht in de auto achterlaten.

# De sleutel buiten bereik van kinderenbewaren.

* AANWIJZING Beschadiging van de sleu‐tel door magnetische velden

# Sleutels van sterke magnetisch veldenverwijderd houden.

1 Vergrendelen2 Batterijcontrolelampje3 Ontgrendelen4 Laadruimte-ontgrendeling (schuifdeuren en

achterdeuren)/Elektrische schuifdeuren ont‐grendelen en openen of sluiten

5 Noodsleutel

Met de sleutel worden in de fabrieksinstelling devolgende onderdelen centraal ver- en ontgren‐deld:

R de chauffeurs- en bijrijdersdeurR de schuifdeuren

42 Openen en sluiten

Page 45: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R de achterdeuren

Als het voertuig niet binnen circa 40 seconden nahet ontgrendelen wordt geopend:

R wordt het voertuig weer vergrendeldR wordt de diefstalbeveiliging weer geactiveerd

De sleutel niet bewaren bij elektronische appara‐ten of metalen voorwerpen. Dit kan de werkingvan de sleutel nadelig beïnvloeden.

% Als het batterijcontrolelampje bij het indruk‐ken van de toets % of & niet gaatbranden, is de batterij leeg.

De batterij van de sleutel vervangen(→ pagina 43).

Akoestisch sluitsignaal in- of uitschakelen

Multimediasysteem:,© . Instellingen . Auto # Akoes. sluitmelding in- of uitschakelen.

Ontgrendelingsinstellingen wijzigen

Mogelijke ontgrendelingsfuncties van de sleutel:

R Centraal ontgrendelenR Chauffeurs- en bijrijdersdeur (voertuig met

gesloten opbouw) ontgrendelenR Chauffeursdeur (combi, chassis-cabine) ont‐

grendelen

# Tussen de instellingen omschakelen: Detoetsen % en & tegelijkertijd circazes seconden indrukken, tot het batterijcon‐trolelampje tweemaal knippert.

Als de ontgrendelingsfunctie chauffeursdeur ofchauffeurs- en bijrijdersdeur is gekozen:

R Als de toets % voor een tweede maalwordt ingedrukt, wordt het voertuig centraalontgrendeld.

Stroomverbruik van de sleutel reduceren

Als het voertuig of een sleutel gedurende langeretijd niet wordt gebruikt, kan de functie KEYLESS-GO-start van de sleutel worden gedeactiveerd.# Deactiveren: De toets & van de sleutel

tweemaal kort na elkaar indrukken.Het batterijcontrolelampje van de sleutel gaattweemaal kort en eenmaal lang branden.

# Activeren: Een willekeurige toets van de sleu‐tel indrukken.

Bij het starten van het voertuig met de sleutel inhet aansluitplaats in de schakelconsole wordende sleutelfuncties automatisch geactiveerd.

Noodsleutel verwijderen en aanbrengen

# Verwijderen: De ontgrendelingsknop 2indrukken.De noodsleutel 1 wordt iets naar buitengeschoven.

# De noodsleutel 1 er helemaal uit trekken.# Aanbrengen: De ontgrendelingsknop 2

indrukken.# De noodsleutel 1 volledig naar binnen schui‐

ven, tot deze vergrendelt.

Batterij van de sleutel vervangen

& GEVAAR Het inslikken van batterijen iszeer schadelijk voor de gezondheid

Batterijen bevatten giftige en agressievebestanddelen. Als batterijen worden ingeslikt,kan dit zeer zware schade aan de gezondheidtoebrengen.

Er dreigt levensgevaar!# Batterijen buiten bereik van kinderen

bewaren.# Wanneer batterijen zijn ingeslikt, zo snel

mogelijk naar een arts gaan.

+ MILIEU-AANWIJZING Milieuschade doorhet ondeskundig afvoeren van batterijen

Batterijen bevatten schadelijkestoffen. Het is wettelijk verboden om dezesamen met het huisvuil af te voeren.

Openen en sluiten 43

Page 46: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

#

Batterijen op milieuvriende‐lijke wijze afvoeren. Ontladen batterijenbij een gekwalificeerde werkplaats of bijeen inzamelpunt voor oude batterijenafgeven.

Voorwaarden R Er is één 3V-knoopcel van het type CR 2032

nodig.

Mercedes-Benz adviseert de batterij te laten ver‐vangen bij een gekwalificeerde werkplaats.# De noodsleutel verwijderen (→ pagina 43).

Voorbeeldweergave

# De ontgrendelingstoets 2 volledig omlaag‐drukken en het deksel 1 naar voren schui‐ven.

# Het batterijenvak 3 eruit trekken en de legebatterij verwijderen.

# De nieuwe batterij in het batterijenvak 3aanbrengen. Daarbij de markering van depluspool in het batterijenvak en op de batterijin acht nemen.

# Het batterijenvak 3 erin schuiven.# Het deksel 1 weer aanbrengen, zodat het

vergrendelt.# De noodsleutel volledig naar binnen schuiven,

tot deze vergrendelt (→ pagina 43).

Problemen met de sleutel

Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

Het voertuig kan nietmeer worden ver- of ont‐grendeld.

Mogelijke oorzaken:

R De batterij van de sleutel is zwak of leeg.R Een sterke radiobron veroorzaakt een storing.R De sleutel is defect.

# Met het batterijcontrolelampje de batterij controleren en eventueelvervangen (→ pagina 43).

# Om het voertuig te ont- en vergrendelen de noodsleutel gebruiken(→ pagina 43).

# De sleutel bij een gekwalificeerde werkplaats laten controleren.

U hebt een sleutel verlo‐ren.

# De sleutel bij een gekwalificeerde werkplaats laten blokkeren.# Zo nodig de mechanische sloten laten vervangen.

Deuren

Aanwijzingen met betrekking tot extra deur‐vergrendeling

De extra deurvergrendeling is alleen beschikbaarbij voertuigen voor het Verenigd Koninkrijk.

44 Openen en sluiten

Page 47: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

& WAARSCHUWING Gevaar voor letselvoor personen in de auto bij geactiveerdeextra portiervergrendeling

Wanneer de extra portiervergrendeling geacti‐veerd is, kunnen de portieren niet meer vanbinnen uit geopend worden.

Wanneer zich dan personen in de auto bevin‐den, kunnen ze deze in bijvoorbeeldeengevaarlijke situatie niet meer verlaten.# Nooit personen, in het bijzonder kinde‐

ren, oudere mensen of hulpbehoevendepersonen zonder toezicht in de autolaten.

# Wanneer zich personen in de autobevinden, nooit de extra portiervergren‐deling activeren.

De extra deurvergrendeling wordt automatischgeactiveerd:

R na de vergrendeling met de sleutel

De extra deurvergrendeling kan worden gedeacti‐veerd door de interieurbeveiliging te deactiveren(→ pagina 60).

% Bij voertuigen zonder interieurbeveiligingwerkt de extra deurvergrendeling niet.

Deur van binnenuit ontgrendelen en openen

Alleen voor Verenigd Koninkrijk: De aanwijzin‐gen met betrekking tot de extra deurvergrende‐ling in acht nemen (→ pagina 44).

# Voordeur ontgrendelen en openen: Aan dedeurgreep 2 trekken.Als de deur wordt ontgrendeld, beweegt deborgpen 1 omhoog.

# Een deur openen.

Het symbool % geeft aan, dat de achterdeurontgrendeld is.# Achterdeur ontgrendelen en openen: Aan

de openingshendel 1 trekken en de achter‐deur openen.Bij het ontgrendelen van de deur beweegt deborgpal 2 omhoog.

Het symbool % is zichtbaar.# Sluiten: De achterdeur aan de deurgreep

dichttrekken.# Vergrendelen: De borgpal 2 naar achteren

schuiven.Het symbool & is zichtbaar.

Deur van binnenuit centraal vergrendelen

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len‑ en letsel als kinderen zonder toezichtin de auto worden achtergelaten

Wanneer kinderen zonder toezicht in de autoachterblijven, kunnen deze:

R Portieren openen en daardoor andere per‐sonen of verkeersdeelnemers in gevaarbrengen.R Uitstappen en door het verkeer worden

gegrepen.R Uitrustingen van de auto bedienen en bij‐

voorbeeld bekneld raken.

Bovendien kunnen de kinderen de auto inbeweging zetten, door bijvoorbeeld:

R De parkeerrem vrij te zetten.

Openen en sluiten 45

Page 48: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R De automatische transmissie uit de par‐keerstand j te schakelen of de handge‐schakelde versnellingsbak in de neutraal‐stand te zetten.R De motor te starten.

# Bij het verlaten van de auto altijd desleutel meenemen en de auto vergren‐delen.

# Kinderen en dieren nooit zonder toe‐zicht in de auto achterlaten.

# De sleutel buiten bereik van kinderenbewaren.

& WAARSCHUWING Levensgevaar doorgrote blootstelling aan kou of warmte inde auto

Als personen – in het bijzonder kinderen –langdurig aan extreme hitte‑ of koude wordenblootgesteld, bestaat gevaar voor letsel ofzelfs levensgevaar!# Personen – in het bijzonder kinderen –

nooit zonder toezicht in de auto laten.# Dieren nooit zonder toezicht in de auto

laten.

Handmatige ver- en ontgrendelingMet de toetsen van de centrale vergrendeling kanhet gehele voertuig van binnenuit centraal wor‐den ver- en ontgrendeld.

# Gehele voertuig ver- en ontgrendelen: Alsde deuren gesloten zijn de toets 1 (ontgren‐delen) of 2 (vergrendelen) indrukken.

Automatische vergrendeling in- en uitschake‐len

Als het contact ingeschakeld is en het voertuigsneller dan 15 km/h rijdt, wordt het voertuigautomatisch vergrendeld.

Er bestaat gevaar voor buitensluiten als de func‐tie is ingeschakeld:

R Bij het aanslepen of aanduwen van het voer‐tuigR Op een rollentestbank

# Als de deuren gesloten zijn de spanningsvoor‐ziening of het contact inschakelen.

# Inschakelen: De toets 2 gedurende circavijf seconden ingedrukt houden.Er klinkt een geluidssignaal.

# Uitschakelen: De toets 1 gedurende circavijf seconden ingedrukt houden.Er klinkt een geluidssignaal.

Chauffeursdeur met noodsleutel ont- en ver‐grendelen

% Wanneer het voertuig volledig met de nood‐sleutel moet worden vergrendeld, eerst metde chauffeursdeur geopend de toets voor devergrendeling van binnenuit indrukken. Ver‐volgens de chauffeursdeur met de noodsleu‐tel vergrendelen.

46 Openen en sluiten

Page 49: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Ontgrendelen: De noodsleutel linksom in destand 1 draaien.

# Vergrendelen: De noodsleutel rechtsom inde stand 1 draaien.

% Voertuigen met rechtse besturing: Denoodsleutel moet telkens in tegengestelderichting worden gedraaid.

Schuifdeur

Schuifdeur van buitenaf openen en sluiten

& WAARSCHUWING Inklemgevaar doorniet vergrendelde, geopende schuifdeur

Wanneer een geopende schuifdeur niet ver‐grendeld is, kan deze op hellingen vanzelfgaan bewegen.

Daardoor kunt u of iemand anders bekneldraken.# De geopende schuifdeur moet vergren‐

deld zijn; dit altijd controleren. Deschuifdeur daartoe openen tot de aan‐slag.

% Het voertuig kan met een lange schuifdeurmet een tussenhouder zijn uitgerust. Deschuifdeur kan bij het openen en sluitenbovendien ongeveer in de middelste standworden vastgezet. Hierdoor hoeft de deurniet altijd tot de eindaanslag te wordengeopend om in en uit te stappen. In de tus‐senstand is de schuifdeur niet vergrendeld.

# Openen: Aan de deurgreep 1 trekken.De schuifdeur wordt geopend.

# De schuifdeur aan de deurgreep 1 tot deaanslag naar achteren schuiven.

# De vergrendeling van de schuifdeur controle‐ren.

# Sluiten: De schuifdeur aan de deurgreep 1vastpakken en met een vlotte beweging naarvoren schuiven tot de deur vergrendelt.

Schuifdeur van binnenuit openen en sluiten

& WAARSCHUWING Inklemgevaar doorniet-vergrendelde, geopende schuifdeur

Wanneer de schuifdeur wordt geopend, kun‐nen anderen door de naar achteren openendeschuifdeur worden geraakt.# De schuifdeur alleen openen als de ver‐

keerssituatie dat toelaat.

Voorwaarden R Het kinderslot is gedeactiveerd.

Openen en sluiten 47

Page 50: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Als een vergrendelde schuifdeur wordt geopend,schuift de borgpen 3 omhoog. Alle deuren zijnontgrendeld.

% Het voertuig kan met een lange schuifdeurmet een tussenhouder zijn uitgerust. Deschuifdeur kan bij het openen en sluitenbovendien ongeveer in de middelste standworden vastgezet. Hierdoor hoeft de deurniet altijd tot de eindaanslag te wordengeopend om in en uit te stappen. In de tus‐senstand is de schuifdeur niet vergrendeld.

# Openen: De knop 1 indrukken.# De schuifdeur aan de deurgreep 2 tot de

aanslag naar achteren schuiven.# De vergrendeling van de schuifdeur controle‐

ren. De schuifdeur moet vergrendeld zijn.# Sluiten: De knop 1 indrukken.# De schuifdeur aan de deurgreep 2 met een

vlotte beweging naar voren schuiven tot dedeur vergrendelt.

Aanwijzing met betrekking tot de elektrischesluithulp

Wanneer uw voertuig met een elektrische sluit‐hulp is uitgerust, is voor het sluiten van de schuif‐deur minder kracht nodig.

Elektrische schuifdeur

Werking van de elektrische schuifdeur

Uw voertuig kan zijn voorzien van elektrischeschuifdeuren aan de linker- en/of rechterzijde.

De elektrische schuifdeur kan worden bediendmet:

R de schuifdeurtoetsen in de middenconsoleR de schuifdeurtoets in het deurframe (B-stijl)R de deurgreep (binnen of buiten)R de sleutel

Als de elektrische schuifdeur bij het openenwordt geblokkeerd, schuift deze enkele centime‐ters in de tegengestelde richting en stopt.

Als de schuifdeur bij het sluiten wordt geblok‐keerd, dan opent deze weer volledig.

Als de elektromotor van de schuifdeur oververhitdreigt te raken, bijvoorbeeld door regelmatig ope‐nen en sluiten binnen korte tijd, opent de schuif‐deur volledig. De schuifdeur is geblokkeerd. Nacirca 30 seconden is de schuifdeur weer gereedvoor gebruik.

Nadat een functiestoring is opgetreden of nadatde accukabels los zijn geweest, kan de schuifdeurmet de ontgrendeling van de elektromotor wor‐den losgemaakt. Vervolgens kan de schuifdeurmet de hand worden geopend of gesloten(→ pagina 50).

Elektrische schuifdeur met toets openen ensluiten

& WAARSCHUWING Inklemgevaar doorniet-vergrendelde, geopende schuifdeur

Wanneer de schuifdeur wordt geopend, kun‐nen anderen door de naar achteren openendeschuifdeur worden geraakt.# De schuifdeur alleen openen als de ver‐

keerssituatie dat toelaat.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letselondanks obstakeldetectie

De obstakeldetectie reageert niet op zachte,lichte en dunne objecten, bijvoorbeeld kleinevingers. Deze of andere lichaamsdelen kun‐nen bijvoorbeeld tegen het deurframe wordengedrukt. De obstakeldetectie kan het inklem‐men in deze situaties niet voorkomen.# Bij het sluiten en openen van de elektri‐

sche schuifdeur mogen zich geenlichaamsdelen in het bewegingsgebiedvan de schuifdeur bevinden; dit contro‐leren.

48 Openen en sluiten

Page 51: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Wanneer iemand bekneld raakt,opnieuw de toets indrukken om deschuifdeur te stoppen.

Schuifdeurtoetsen in de middenconsole1 Schuifdeur openen en sluiten linkerzijde van

het voertuig2 Schuifdeur openen en sluiten rechterzijde

van het voertuig

Schuifdeurtoets op het deurframe (B-stijl)Bij voertuigen met een scheidingswand bevindtde toets 3 zich op de scheidingswand naasthet deurframe ter hoogte van de binnenhand‐greep.

Alleen als het kinderslot gedeactiveerd is, kan deschuifdeur met de toets 3 worden geopend.# Openen: De toets 1, 2 of de toets 3 kort

indrukken.De schuifdeur opent automatisch.

Als de deur wordt geopend met de toets 1of 2, klinken bovendien twee geluidssigna‐len.

Het controlelampje boven in de toets 1 of2 knippert en de toets 3 knippert.

Als de schuifdeur volledig geopend is, brandthet controlelampje boven in de toets 1 of2.

# Sluiten: De toets 1, 2 of de toets 3 kortindrukken.De schuifdeur sluit automatisch.

Als de deur wordt gesloten met de toets 1of 2, klinken bovendien twee geluidssigna‐len.

Het controlelampje boven in de toets 1 of2 knippert en de toets 3 knippert.

Als de schuifdeur volledig gesloten is, doofthet controlelampje boven in de toets 1 of2.

# Automatische beweging beëindigen: Detoets 1 of 2 kort indrukken.De schuifdeur stopt.

% Als de automatische beweging bij het openenwordt onderbroken, sluit de deur wanneer detoets opnieuw wordt ingedrukt.

% Bij ongunstige bedrijfsomstandigheden, bij‐voorbeeld vorst, ijs of sterke vervuiling, kuntu de betreffende toets ingedrukt houden. Deelektrische schuifdeur beweegt dan metmeer kracht. In acht nemen dat in dit gevalde hindernisherkenning minder gevoelig inge‐steld is. Om de beweging te stoppen de toetsloslaten.

Elektrische schuifdeur met de sleutel openenen sluiten

# Ontgrendelen: De toets 5 of 4 in desleutel kort indrukken.

# Openen: De toets 5 of 4 in de sleutellanger dan 0,5 seconden indrukken.Er klinken twee geluidssignalen en de schuif‐deur opent automatisch.

# Sluiten: De toets 5 of 4 in de sleutellanger dan 0,5 seconden indrukken.Er klinken twee geluidssignalen en de schuif‐deur sluit automatisch.

# Automatische beweging onderbreken: Detoets 5 of 4 in de sleutel kort indruk‐ken.De schuifdeur stopt.

% Als de automatische beweging bij het openenwordt onderbroken, sluit de deur wanneer detoets opnieuw wordt ingedrukt.

Openen en sluiten 49

Page 52: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Elektrische schuifdeur met deurgreep openenen sluiten

Voorwaarden: R Het kinderslot is gedeactiveerd.

# De knop 1 indrukken of buiten aan de deur‐greep 2 trekken.De schuifdeur opent of sluit.

# Opnieuw de knop 1 indrukken of buiten aande deurgreep 2 trekken.De schuifdeur stopt.

Elektrische schuifdeur handmatig ontgrende‐len

Nadat een functiestoring is opgetreden of nadatde accukabels los zijn geweest, kan de schuifdeurmet de ontgrendeling 2 van de elektromotorworden losgemaakt. Vervolgens kan de schuif‐deur met de hand worden geopend of gesloten.# Voertuigen met volledige bekleding van

de schuifdeur: De afdekking van de ontgren‐deling 2 verwijderen.De servicebediening is toegankelijk.

# Schuifdeur losmaken van elektromotor:De sleutel in de opening 1 van de ontgren‐deling 2 in de positie "AUTO" steken.

# De sleutel 180 ° rechtsom draaien. De positie"MAN" is ingesteld.

# De schuifdeur met de deurgreep aan de bin‐nen- of de buitenzijde openen of sluiten.

# Schuifdeur aansluiten op de elektromotor:De sleutel in de opening 1 van de ontgren‐deling 2 in de positie "MAN" steken.

# De sleutel 180 ° linksom draaien.De positie "AUTO" is ingesteld.

# De schuifdeur initialiseren (→ pagina 51).

Wanneer de storing niet kan worden verhol‐pen# Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

50 Openen en sluiten

Page 53: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Elektrische schuifdeur initialiseren

Schuifdeurtoetsen in de middenconsole

Schuifdeurtoets op het deurframe (B-stijl)

Na een storing of spanningsonderbreking moetde schuifdeur opnieuw worden geïnitialiseerd.# Wanneer de schuifdeur geopend is: De toet‐

sen 1 of 2 in de middenconsole of deschuifdeurtoets 3 op het deurframe (B-stijl)zo lang indrukken, tot de deur gesloten is.

of# De schuifdeur met de deurgreep sluiten

(→ pagina 50).# De schuifdeur vervolgens eenmaal volledig

openen door kort indrukken van de toetsen1 of 2 in de middenconsole, de schuifdeur‐toets 3 op het deurframe (B-stijl) of met dedeurgreep (→ pagina 50).De schuifdeur is gereed voor gebruik.

Achterdeuren

Achterdeuren van buitenaf openen en sluiten

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len‑ en letsel door openen van de achter‐deur bij gevaarlijke verkeerssituaties

Als u een achterdeur opent:

R kunnen andere personen of verkeersdeel‐nemers in gevaar worden gebracht.R kunt u door het verkeer worden gegrepen.

Det is met name het geval, als u de achter‐deur verder dan 90 ° opent.# De achterdeuren alleen openen als de

verkeerssituatie dat toelaat.# De achterdeur moet correct vergrendeld

zijn; dit altijd controleren.

Rechter achterdeur openen

# Aan de handgreep 1 trekken.# De achterdeur zo ver opzijzwenken, tot deze

vergrendelt.

Openen en sluiten 51

Page 54: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Linker achterdeur openen

# Controleren of de rechter achterdeurgeopend en vergrendeld is.

# De ontgrendelingshendel 1 in de richtingvan de pijl trekken.

# De achterdeur zo ver opzijzwenken, tot dezevergrendelt.

De achterdeuren openen tot de eindaanslag# De betreffende achterdeur tot voorbij de eer‐

ste weerstand (90°) openen.# De achterdeur openen tot de eindaanslag.

De achterdeur wordt vastgehouden in deeindstand.

Achterdeuren van buitenaf sluiten# De linker achterdeur van buitenaf met een

vlotte beweging sluiten.# De rechter achterdeur van buitenaf met een

vlotte beweging sluiten.

Achterdeuren van binnenuit openen en slui‐ten

Het symbool % geeft aan, dat de achterdeurontgrendeld is.# Ontgrendelen: De borgpal 2 naar links

schuiven.Het symbool % is zichtbaar.

# Openen: Aan de openingshendel 1 trekkenen de achterdeur openen.

# De achterdeur zo ver opzijzwenken, tot dezevergrendelt.

# Sluiten: Controleren of de linker achterdeurgesloten is.

# De rechter achterdeur met een vlotte bewe‐ging aan de deurgreep dichttrekken.

# Vergrendelen: De borgpal 2 naar rechtsschuiven.Het symbool & is zichtbaar.

Scheidingswand-schuifdeur

Openen en sluiten van de schuifdeur in descheidingwand vanuit de chauffeurscabine

& WAARSCHUWING Gevaar bekneld teraken door een niet gearrêteerde schuif‐deur in de scheidingwand

Is de geopende schuifdeur in de scheiding‐wand niet gearrêteerd? Dan kan de deur tij‐dens een rit uit zichzelf gaan bewegen.

Daardoor kunt u of iemand anders bekneldraken.

52 Openen en sluiten

Page 55: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Sluit de schuifdeur in de scheidingwandalvorens te gaan rijden. Vergewis uervan dat deur is vastgeklikt.

# Openen: draai de sleutel linksom3.De schuifdeur is nu ontgrendeld.

# Schuif de deur tot aan de aanslag naarrechts2.

# Sluiten: De schuifdeur naar links1 schuiventot deze vergrendelt.U kunt de schuifdeur met behulp van de sleu‐tel vergrendelen.

Openen en sluiten van de schuifdeur in descheidingwand vanuit het laadruim

# Openen: druk de hendel naar rechts3.De schuifdeur is nu ontgrendeld.

# Schuif de deur tot aan de aanslag naarlinks1.

# Sluiten: Schuif de deur naar rechts2 tot dievastklikt.

Elektrische treeplank

Werking van de elektrische trede

De schuifdeur van uw voertuig kan met een elek‐trische trede zijn uitgerust.

De elektrische trede 1 schuift automatisch uitbij het openen van de schuifdeur en weer in nahet sluiten van de schuifdeur. De elektrischetrede 1 is aan de voorzijde met een hindernis‐herkenning uitgerust. Als de trede tijdens het uit‐schuiven een obstakel raakt, stopt deze. Nadathet obstakel is verwijderd moet de schuifdeureerst worden gesloten en weer worden geopend,zodat de trede volledig naar buiten schuift.

Als de elektrische trede het beladen hindert, kande trede via de hindernisherkenning bij het ope‐nen van de schuifdeur worden geblokkeerd. Daar‐door blijft de elektrische trede ingeschoven enkan een vorkheftruck of een ander hefvoertuigdichter bij de laadruimte komen.

% Het display toont de melding Trede niet uitge-schoven Zie handleiding of Trede niet uitge-schoven Storing.Als het contact is uitgeschakeld, klinkt bij hetblokkeren van de hindernisherkenning gedu‐rende twee minuten een waarschuwingssig‐naal.Als het contact is ingeschakeld, klinkt hetwaarschuwingssignaal permanent.

Voertuigen met instrumentendisplay (kleu‐rendisplay): Wanneer de melding Trede niet ingeschoven Zie handleiding of Trede niet uitge-schoven Zie handleiding op het display verschijnten er een waarschuwingssignaal klinkt, vertoont

Openen en sluiten 53

Page 56: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

de elektrische trede 1 een functiestoring(→ pagina 387).Voertuigen met instrumentendisplay (zwart-wit-display): Wanneer de melding Trede niet ingeschoven Storing of Trede niet uitgeschoven Storing op het display verschijnt en er een waar‐schuwingssignaal klinkt, vertoont de elektrischetrede 1 een functiestoring (→ pagina 387).

Als de elektrische trede 1 een functiestoringvertoont, kan de trede niet of slechts gedeeltelijkzijn uit- of ingeschoven. Na het optreden van eenfunctiestoring moet de elektrische trede 1 vóórhet doorrijden handmatig worden ingeschoven envergrendeld (→ pagina 54). De inzittenden vóórhet uitstappen op het mogelijk ontbreken van deelektrische trede 1 wijzen.

Elektrische trede noodontgrendelen (handma‐tig inschuiven)

Als elektrische trede niet automatisch inschuift,moet de trede vóór het doorrijden handmatigworden ingeschoven en vergrendeld.# Aan de onderzijde van de trede 2 aan beide

stangen 1 de splitveer 3 uit de betreffendepen trekken.

# De ringen 4 verwijderen en beide stangenlosmaken.

# De stangen 1 in het huis van de tredeinklappen.

# De trede in het huis schuiven.

% Bij de eerste keer beveiligen van de tredemoeten de splitveren door een folie wordengeduwd.

# Aan beide zijden de splitveer 1 tot de aan‐slag door de boringen van het huis in de tredesteken.De trede is in het huis vergrendeld.

54 Openen en sluiten

Page 57: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Boorden van de platte laadbak

Laadbakschotten openen en sluiten

& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel bijhet openen van een belast laadbakschot

Bij het openen van de boordsluitingen kan deboord naar onderen slaan. Dat geldt in het bij‐zonder wanneer ze beladen is en daardooronder spanning staat.# Voor het openen erop letten dat nie‐

mand zich in het zwenkbereik van deboord bevindt.

# De boordsluitingen steeds opzij van dete openen boord openen.

# Bijzonder voorzichtig zijn wanneer deboordsluitingen niet met de gebruike‐lijke kracht geopend kunnen worden.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len wanneer de buitenverlichting bedektis door de boord

De buitenverlichting achteraan is bedekt wan‐neer u de achterste boord opent.

Daardoor kunnen andere weggebruikers hetvoertuig pas laat als hindernis herkennen.# Het voertuig achteraan volgens de

nationale voorschriften beveiligen, bijv.met een gevarendriehoek.

# Openen: Het laadbakschot vasthouden.# De hendel 1 tot de aanslag omhoogklappen.# Deze procedure aan de andere zijde van het

laadbakschot herhalen.# Het laadbakschot tot een hoek van 90° open‐

klappen.

# Het laadbakschot optillen en de karabijnhaak2van de vangkabel uit het bevestigingsoog3 losmaken.

# Deze procedure aan de andere zijde van hetlaadbakschot herhalen.

# Het laadbakschot voorzichtig omlaagklappen.# Sluiten: Het laadbakschot optillen en de

karabijnhaak 2 van de vangkabel in hetbevestigingsoog 3 vastmaken.

# Het laadbakschot optillen en dichtdrukken.# Hendel 1 tot de aanslag omlaagklappen.# Deze procedure aan de andere zijde van het

laadbakschot herhalen.

Laadbakschotten aan de zijkanten verwijde‐ren en aanbrengen

Deze werkzaamheden voorzichtig en met behulpvan een tweede persoon uitvoeren.# Verwijderen: Het laadbakschot aan de ach‐

terzijde omlaagklappen.# Een laadbakschot aan de zijkant omlaagklap‐

pen.# De vergrendeling 1 van het laadbakschot

aan de zijkant met de schroevendraaier uit

Openen en sluiten 55

Page 58: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

het boordgereedschap bij de uitsparing (pijl)uit de geleiding drukken.

# Het laadbakschot tot een hoek van circa 80°omhoogklappen.

# Het laadbakschot uit de scharnierpennennaar achteren trekken en verwijderen.

# Aanbrengen: Het laadbakschot onder eenhoek van circa 80° voorzichtig op de schar‐nierpennen aanbrengen; hierbij moet de ver‐grendeling 1 tegen het laadbakschot aan lig‐gen.

# Het laadbakschot naar voren schuiven.# De vergrendeling 1 aanbrengen en het laad‐

bakschot omhoogklappen.

Zijruiten

Zijruiten openen en sluiten

& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij hetopenen van een zijruit

Bij het openen van een zijruit kunnenlichaamsdelen tussen de zijruit en het ruit‐frame getrokken worden of bekneld raken.# Bij het openen controleren dat niemand

de zijruit aanraakt.# Wanneer iemand bekneld raakt, direct

de toets loslaten of aan de toets trekkenom de zijruit weer te sluiten.

& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij hetsluiten van een zijruit

Bij het sluiten van een zijruit kunnenlichaamsdelen in het sluitgebied bekneldraken.# Bij het sluiten controleren, of zich geen

lichaamsdelen in het sluitgebied bevin‐den.

# Wanneer iemand bekneld raakt, directde toets loslaten of de toets indrukkenom de zijruit weer te openen.

& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij hetbedienen van de zijruiten door kinderen

Wanneer kinderen de zijruiten bedienen, kun‐nen ze bekneld raken, in het bijzonder wan‐neer ze zonder toezicht zijn.# De kinderbeveiliging voor de zijruiten

achterin activeren.

# Bij het verlaten van de auto altijd desleutel meenemen en de auto vergren‐delen.

# Kinderen nooit zonder toezicht in deauto laten.

1 Ruitbediening links2 Ruitbediening rechts

# Handmatig openen: De toets 1 of 2indrukken en ingedrukt houden.

# Handmatig sluiten: Aan de toets 1 of 2trekken en deze vasthouden.

De ruiten van de voordeuren beschikken boven‐dien over een automatische beweging.# Volledig openen: De toets 1 of 2 kort tot

voorbij het drukpunt drukken.De automatische beweging wordt gestart.

# Volledig sluiten: De toets 1 of 2 kort totvoorbij het drukpunt trekken.De automatische beweging wordt gestart.

# Automatische beweging onderbreken:Opnieuw kort op de toets 1 of 2 drukkenof hieraan trekken.

% Indien een object een van de zijruiten bij hetautomatisch sluiten hindert, gaat de zijruitautomatisch weer open. De automatischeanti-inklemfunctie is slechts een hulpmiddelen is geen vervanging van uw oplettendheid.

% Wanneer de automatische beweging van dezijruit niet functioneert, dan werkt de inklem‐beveiliging niet.

56 Openen en sluiten

Page 59: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Automatische anti-inklemfunctie van de zijrui‐tenIndien een object een van de zijruiten bij het slui‐ten hindert, gaat de zijruit automatisch weeropen. De automatische anti-inklemfunctie isslechts een hulpmiddel en is geen vervanging vanuw oplettendheid.# Bij het sluiten controleren dat zich geen

lichaamsdelen in het sluitgebied bevinden.

& WAARSCHUWING Inklemgevaarondanks anti-inklemfunctie van de zijruit

De anti-inklemfunctie reageert niet:

R op zachte, lichte en dunne objecten, bij‐voorbeeld kleine vingers.R op de laatste 4 mm van de sluitweg.R tijdens het initialiseren.R bij het opnieuw handmatig sluiten van de

zijruit, direct na een automatische anti-inklemming.

Daardoor kan de anti-inklemfunctie hetinklemmen in deze situaties niet voorkomen.# Bij het sluiten controleren, of zich geen

lichaamsdelen in het sluitgebied bevin‐den.

# Wanneer iemand bekneld raakt, detoets W indrukken om de zijruit weerte openen.

Voertuig voor aanvang van de rit ventileren(comfortopening)

& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij hetopenen van een zijruit

Bij het openen van een zijruit kunnenlichaamsdelen tussen de zijruit en het ruit‐frame getrokken worden of bekneld raken.# Bij het openen controleren dat niemand

de zijruit aanraakt.# Wanneer iemand bekneld raakt, direct

de toets loslaten.

Het voertuig kan voor aanvang van de rit wordengeventileerd.

Daartoe worden met de sleutel tegelijkertijd devolgende functies uitgevoerd:

R ontgrendelen van het voertuig

R openen van de zijruiten

De functie "Comfortopening" kan alleen met desleutel worden bediend. De sleutel moet zichdichtbij de chauffeurs- of bijrijdersdeur bevinden.# De toets % op de sleutel ingedrukt hou‐

den.

De volgende functies worden uitgevoerd:

R Het voertuig wordt ontgrendeld.R De zijruiten worden geopend.

# Comfortopening onderbreken: De toets% loslaten.

Zijruiten van buitenaf sluiten (comfortslui‐ting)

& WAARSCHUWING Inklemgevaar bijonoplettende comfortsluiting

Bij de comfortsluiting kunnen lichaamsdelenin het sluitgebied van de zijruiten bekneldraken.# Bij de comfortsluiting de gehele sluit‐

procedure controleren.# Bij het sluiten controleren, of zich geen

lichaamsdelen in het sluitgebied bevin‐den.

# De toets & op de sleutel ingedrukt hou‐den.

De volgende functies worden uitgevoerd:

R Het voertuig wordt vergrendeld.R De zijruiten worden gesloten.

# Comfortsluiting onderbreken: De toets& loslaten.

Justeren van de zijvensters

Na een storing in de werking of na onderbrekingvan het boordnet moet u de zijvensters opnieuwjusteren.# De ontsteking inschakelen(→ pagina 114).# Trek aan beide toetsen van de vensterlichter.

Blijf na het sluiten van de zijvensters nog ca.1 s lang aan die toetsen trekken.

Openen en sluiten 57

Page 60: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Problemen met de zijvensters

Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

Een zijvenster laat zichniet sluiten. De oorzaakervan is niet waarneem‐baar.

# Inspecteer of zich voorwerpen in de geleiding van het venster bevin‐den.

& WAARSCHUWING Inklem- of levensgevaar door niet actieveanti-inklemfunctie

Bij het opnieuw sluiten van een zijruit direct na het blokkeren of ini‐tialiseren, sluit de zijruit met verhoogde of maximale kracht. De anti-inklemfunctie is daarbij niet actief.

Daarbij kunnen lichaamsdelen in het sluitgebied bekneld raken.# Erop letten, dat zich geen lichaamsdelen in het sluitgebied

bevinden.# Om de sluitprocedure te stoppen de toets loslaten of de toets

opnieuw indrukken, om de zijruit weer te openen.

Blokkeert een zijvenster tijdens sluiten en opent dat venster zich weerenigszins?# Trek meteen na het blokkeren zolang aan de bedientoets tot het zij‐

venster is gesloten. Trek daarna nog een seconde langer aan detoets.Het zijvenster wordt nu onder verhoogde sluitkracht opnieuw geslo‐ten.

Blokkeert dat zijvenster opnieuw en opent dat venster zich nogmaalsenigszins:# Herhaal de vorige handeling.

Het zijvenster werd zonder automatische omkeerfunctie gesloten.

De zijvensters laten zichvia de functie "Comforta‐bel openen" niet openennoch sluiten.

De batterij van de sleutel is zwak of leeg.# Controleer de lading van de batterij via het meldlampje. Vervang zo

nodig de batterij(→ pagina 43).

Diefstalbeveiliging

Functie van de wegrijblokkering

De wegrijblokkering voorkomt dat het voertuigzonder passende sleutel kan worden gestart.

De wegrijblokkering wordt automatisch ingescha‐keld bij het uitschakelen van het contact en uitge‐schakeld bij het inschakelen van het contact.

EDW (diefstal-/inbraakalarminstallatie)

Werking van de EDW (diefstal-/inbraakalarm‐installatie)

Als de EDW is ingeschakeld, wordt in de volgendesituaties een optisch en akoestisch alarm geacti‐veerd:

R Een zijdeur wordt geopend.R De achterdeur wordt geopend.R De motorkap wordt geopend.R De interieurbeveiliging wordt geactiveerd

(→ pagina 60).R De wegsleepbeveiliging wordt geactiveerd

(→ pagina 59).

58 Openen en sluiten

Page 61: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

De EDW wordt automatisch na circa 5 secondeningeschakeld:

R na de vergrendeling met de sleutel

Bij ingeschakelde EDW knippert het controle‐lampje 1 in het bedieningspaneel dakconsole.

De EDW wordt automatisch uitgeschakeld:

R na de ontgrendeling met de sleutelR na het indrukken van de start-stoptoets met

de sleutel in het voertuig

EDW (diefstal-/inbraakalarminstallatie) in- enuitschakelenBij ingeschakeld waarschuwingssysteem wordteen akoestisch en optisch alarm geactiveerd,door het:R Openen van een deurR Openen van de motorkap

% Het alarm blijft ook ingeschakeld als dereden voor het alarm direct weer wordt opge‐heven, bijvoorbeeld door een geopende deurdirect weer te sluiten.

Inschakelen

# Alle deuren sluiten.# Het voertuig vergrendelen met de sleutel.

Het controlelampje 1 in het bedieningspa‐neel dakconsole knippert.

Uitschakelen

# Het voertuig ontgrendelen met de sleutel.Het controlelampje 1 in het bedieningspa‐neel dakconsole dooft.

% Als er na het ontgrendelen binnen 40 secon‐den geen deur wordt geopend, vergrendelthet voertuig weer automatisch.

Het alarm beëindigen# De toets % of & op de sleutel indruk‐

ken.

of# De start-stoptoets indrukken, met de sleutel

in het voertuig.Het alarm stopt.

Functie van de wegsleepbeveiliging

Functie van de wegsleepbeveiligingAls de wegsleepbeveiliging is geactiveerd en dehellingshoek van het voertuig verandert, treedteen optisch en akoestisch alarm in werking. Dit isbijvoorbeeld het geval als het voertuig aan eenkant omhoog wordt gebracht.

Wegsleepbeveiliging in- of uitschakelen

In- en uitschakelen# Het voertuig vergrendelen met de sleutel.

De wegsleepbeveiliging wordt automatisch nacirca 40 seconden geactiveerd.

# Het voertuig ontgrendelen met de sleutel.De wegsleepbeveiliging is uitgeschakeld.

De wegsleepbeveiliging wordt alleen geactiveerd,als de volgende onderdelen gesloten zijn:

R chauffeurs- en bijrijdersdeurR de zijdeurenR de achterdeuren

Openen en sluiten 59

Page 62: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Deactiveren

# De spanningsvoorziening uitschakelen(→ pagina 114).

# De toets 1 indrukken.Na het loslaten van de toets gaat het contro‐lelampje 2 in de toets circa vijf secondenbranden.

# Het voertuig vergrendelen met de sleutel.De wegsleepbeveiliging is uitgeschakeld.

De wegsleepbeveiliging blijft zo lang uitgescha‐keld, tot het voertuig opnieuw wordt vergrendeld.

De wegsleepbeveiliging uitschakelen wanneer hetvoertuig wordt vergrendeld en:

R wordt getransporteerd, bijvoorbeeld op eenveerboot of een autotransporterR op een beweeglijke ondergrond wordt gepar‐

keerd, bijvoorbeeld in garages met een dub‐bele etage

Hierdoor wordt vals alarm voorkomen.

Interieurbeveiliging

WerkingBij ingeschakelde interieurbeveiliging wordt eenoptisch en akoestisch alarm geactiveerd, wan‐neer een beweging in het interieur wordt her‐kend. Dit kan het geval zijn, wanneer bijvoorbeeldiemand in het interieur grijpt.

Interieurbeveiliging in- en uitschakelen

Inschakelen# De zijruiten sluiten.

# Geen voorwerpen, zoals mascottes of kleer‐haken, aan de binnenspiegel of aan de hand‐grepen aan het dak hangen. Hierdoor wordtvals alarm voorkomen.

# Het voertuig vergrendelen met de sleutel.De interieurbeveiliging wordt na circa30 seconden ingeschakeld.

De interieurbeveiliging wordt alleen geactiveerd,als de volgende onderdelen gesloten zijn:

R de chauffeurs- en bijrijdersdeurR de zijdeurenR de achterdeuren

Uitschakelen# Het voertuig ontgrendelen met de sleutel.

De interieurbeveiliging wordt automatisch uit‐geschakeld.

Deactiveren

# De spanningsvoorziening uitschakelen(→ pagina 114).

# De toets 1 indrukken.Na het loslaten van de toets gaat het contro‐lelampje 2 in de toets circa vijf secondenbranden.

# Het voertuig vergrendelen met de sleutel.De interieurbeveiliging is uitgeschakeld.

De interieurbeveiliging blijft zo lang uitgescha‐keld, tot het voertuig opnieuw wordt vergrendeld.

De interieurbeveiliging uitschakelen wanneer hetvoertuig wordt vergrendeld en

R personen of dieren in het voertuig achterblij‐venR de zijruiten geopend blijven

60 Openen en sluiten

Page 63: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R wordt getransporteerd, bijvoorbeeld op eenveerboot of een autotransporter

Hierdoor wordt vals alarm voorkomen.

Openen en sluiten 61

Page 64: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Correcte zitpositie voor de chauffeur

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door voertuiginstellingen tijdens hetrijden

U kunt in de volgende situaties de controleover de auto verliezen:

R Wanneer tijdens het rijden de bestuur‐dersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwielof de spiegels worden ingesteld.R Wanneer tijdens het rijden de veiligheids‐

gordel wordt omgegespt.

# Voordat de motor wordt gestart: Debestuurdersstoel, de hoofdsteunen, hetstuurwiel of de spiegels instellen en deveiligheidsgordel omgespen.

Let op het onderstaande als u stuurwiel 3, vei‐ligheidsgordel 2 en chauffeurstoel 1 wiltinstellen:

R Zit op zo groot mogelijke afstand tot de chauf‐feurluchtzak.R Zit rechtop.R Laat uw dijbenen enigszins op het stoelkus‐

sen rusten.R Strek uw benen niet volledig zodat u de peda‐

len volledig kunt induwen.R Uw achterhoofd wordt ter hoogte van uw

ogen door het midden van de hoofdsteunondersteund.R U kunt het stuurwiel met licht gekromde

armen vasthouden.R U kunt uw benen vrij bewegen.

R U kunt alle indicatoren op het instrumenten‐paneel goed aflezen.R U kunt het verkeer goed overzien.R Uw veiligheidsgordel sluit nauw om uw

lichaam en loopt over het midden van uw lin‐kerschouder naar uw bekken ter hoogte vanuw heupholte.

Stoelen

Mechanisch instellen van de voorstoel (zon‐der zitcomfortpakket)

& WAARSCHUWING Inklemgevaar bijinstelling van de stoelen door kinderen

Wanneer kinderen de stoelen instellen, kun‐nen zij bekneld raken, in het bijzonder wan‐neer ze zonder toezicht zijn.# Bij het verlaten van de auto altijd de

sleutel meenemen en de auto vergren‐delen.

# Kinderen nooit zonder toezicht in deauto laten.

& WAARSCHUWING Inklemgevaar bijinstelling van de stoelen

Wanneer u een stoel instelt, is het mogelijkdat uzelf of andere inzittenden bekneld raken,bijvoorbeeld door de geleiderail van de stoel.# Bij het instellen van een stoel mogen

zich geen lichaamsdelen in het bewe‐gingsgebied van de stoel bevinden; ditcontroleren.

De veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot de"Airbags" en "Kinderen in het voertuig" in achtnemen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door een niet vergrendelde bestuur‐dersstoel

Wanneer de bestuurdersstoel niet vergren‐deld is, kan deze onverwacht bewegen tijdenshet rijden.

Daardoor kunt u de controle over de auto ver‐liezen.# De bestuurdersstoel moet altijd vergren‐

deld zijn voordat de auto wordt gestart;dit controleren.

62 Stoelen en opbergen

Page 65: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door voertuiginstellingen tijdens hetrijden

U kunt in de volgende situaties de controleover de auto verliezen:

R Wanneer tijdens het rijden de bestuur‐dersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwielof de spiegels worden ingesteld.R Wanneer tijdens het rijden de veiligheids‐

gordel wordt omgegespt.

# Voordat de motor wordt gestart: Debestuurdersstoel, de hoofdsteunen, hetstuurwiel of de spiegels instellen en deveiligheidsgordel omgespen.

& WAARSCHUWING Inklemgevaar bijonoplettend instellen van de zitting‐hoogte

Bij onoplettend instellen van de zittinghoogtekunnen uzelf of andere inzittenden bekneldraken en daarbij letsel oplopen.

In het bijzonder kinderen kunnen de toetsenvoor de elektrische stoelinstelling onbedoeldbedienen en bekneld raken.# Bij het bewegen van de stoel mogen

geen handen of andere lichaamsdelenonder de hendels van het stoelinstel‐lingssysteem terechtkomen; dit contro‐leren.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor niet aangebrachte of verkeerd inge‐stelde hoofdsteunen

Wanneer er geen hoofdsteunen aanwezig zijnof als deze niet correct zijn ingesteld, kunnenze niet zoals bedoeld beschermen.

Er is dan een verhoogd risico op letsel van hethoofd en de nek, bijvoorbeeld bij een ongevalof remmanoeuvre!# Altijd met gemonteerde hoofdsteunen

rijden.# Voor het rijden bij elke inzittende con‐

troleren, of het midden van de hoofd‐steun het achterhoofd op ooghoogteondersteunt.

De hoofdsteunen van de zitplaatsen voor- en ach‐terin niet verwisselen. Anders kunnen de hoogteen hoek van de hoofdsteunen niet in de correctepositie worden ingesteld.

Met de verstelling in lengterichting voor de hoofd‐steun de hoofdsteun zo instellen, dat deze zodicht mogelijk bij het achterhoofd staat.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel oflevensgevaar door verkeerde zitpositie

Als de rugleuning niet nagenoeg rechtopstaat, biedt de veiligheidsgordel niet meer debedoelde beschermende werking.

In dit geval kunt u bij een remmanoeuvre ofeen ongeval onder de veiligheidsgordel door‐glijden en daarbij bijvoorbeeld letsel aan hetonderlichaam of de hals oplopen.# De stoel voor aanvang van de rit correct

instellen.# Altijd erop letten dat de rugleuning bijna

rechtop staat en dat de schoudergordelover het midden van de schouder loopt.

* AANWIJZING Beschadiging van de stoe‐len bij het terugzetten

De stoelen kunnen bij het terugzetten doorvoorwerpen worden beschadigd.# Bij het terugzetten van de stoelen

mogen zich geen voorwerpen in debeenruimte, onder of achter de stoelenbevinden; dit controleren.

1 Stoellengterichting2 Zithoogte3 Rugleuninghoek

% Afhankelijk van de stoeluitvoering kunnenenkele instelmogelijkheden vervallen.

Stoelen en opbergen 63

Page 66: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# In lengterichting instellen: De hendel 1omhoogbrengen en de stoel in de gewenstepositie schuiven.

# Zorg ervoor dat de stoel vergrendeld is.# Zithoogte instellen: Zo vaak op hendel 2

drukken of eraan trekken, tot de gewenste zit‐hoogte is bereikt.

# Rugleuninghoek instellen: De draaiknop 3naar voren of naar achteren draaien tot degewenste positie is bereikt.

Mechanisch instellen van de voorstoel (metzitcomfortpakket)

& WAARSCHUWING Inklemgevaar bijinstelling van de stoelen door kinderen

Wanneer kinderen de stoelen instellen, kun‐nen zij bekneld raken, in het bijzonder wan‐neer ze zonder toezicht zijn.# Bij het verlaten van de auto altijd de

sleutel meenemen en de auto vergren‐delen.

# Kinderen nooit zonder toezicht in deauto laten.

& WAARSCHUWING Inklemgevaar bijinstelling van de stoelen

Wanneer u een stoel instelt, is het mogelijkdat uzelf of andere inzittenden bekneld raken,bijvoorbeeld door de geleiderail van de stoel.# Bij het instellen van een stoel mogen

zich geen lichaamsdelen in het bewe‐gingsgebied van de stoel bevinden; ditcontroleren.

De veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot de"Airbags" en "Kinderen in het voertuig" in achtnemen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door een niet vergrendelde bestuur‐dersstoel

Wanneer de bestuurdersstoel niet vergren‐deld is, kan deze onverwacht bewegen tijdenshet rijden.

Daardoor kunt u de controle over de auto ver‐liezen.# De bestuurdersstoel moet altijd vergren‐

deld zijn voordat de auto wordt gestart;dit controleren.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door voertuiginstellingen tijdens hetrijden

U kunt in de volgende situaties de controleover de auto verliezen:

R Wanneer tijdens het rijden de bestuur‐dersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwielof de spiegels worden ingesteld.R Wanneer tijdens het rijden de veiligheids‐

gordel wordt omgegespt.

# Voordat de motor wordt gestart: Debestuurdersstoel, de hoofdsteunen, hetstuurwiel of de spiegels instellen en deveiligheidsgordel omgespen.

& WAARSCHUWING Inklemgevaar bijonoplettend instellen van de zitting‐hoogte

Bij onoplettend instellen van de zittinghoogtekunnen uzelf of andere inzittenden bekneldraken en daarbij letsel oplopen.

In het bijzonder kinderen kunnen de toetsenvoor de elektrische stoelinstelling onbedoeldbedienen en bekneld raken.# Bij het bewegen van de stoel mogen

geen handen of andere lichaamsdelenonder de hendels van het stoelinstel‐lingssysteem terechtkomen; dit contro‐leren.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor niet aangebrachte of verkeerd inge‐stelde hoofdsteunen

Wanneer er geen hoofdsteunen aanwezig zijnof als deze niet correct zijn ingesteld, kunnenze niet zoals bedoeld beschermen.

Er is dan een verhoogd risico op letsel van hethoofd en de nek, bijvoorbeeld bij een ongevalof remmanoeuvre!# Altijd met gemonteerde hoofdsteunen

rijden.# Voor het rijden bij elke inzittende con‐

troleren, of het midden van de hoofd‐steun het achterhoofd op ooghoogteondersteunt.

De hoofdsteunen van de zitplaatsen voor- en ach‐terin niet verwisselen. Anders kunnen de hoogteen hoek van de hoofdsteunen niet in de correctepositie worden ingesteld.

64 Stoelen en opbergen

Page 67: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Met de verstelling in lengterichting voor de hoofd‐steun de hoofdsteun zo instellen, dat deze zodicht mogelijk bij het achterhoofd staat.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel oflevensgevaar door verkeerde zitpositie

Als de rugleuning niet nagenoeg rechtopstaat, biedt de veiligheidsgordel niet meer debedoelde beschermende werking.

In dit geval kunt u bij een remmanoeuvre ofeen ongeval onder de veiligheidsgordel door‐glijden en daarbij bijvoorbeeld letsel aan hetonderlichaam of de hals oplopen.# De stoel voor aanvang van de rit correct

instellen.# Altijd erop letten dat de rugleuning bijna

rechtop staat en dat de schoudergordelover het midden van de schouder loopt.

* AANWIJZING Beschadiging van de stoe‐len bij het terugzetten

De stoelen kunnen bij het terugzetten doorvoorwerpen worden beschadigd.# Bij het terugzetten van de stoelen

mogen zich geen voorwerpen in debeenruimte, onder of achter de stoelenbevinden; dit controleren.

Voorbeeldweergave comfortstoel1 Zittingdiepte2 Rugleuninghoek3 Zithoogte4 Zittinghoek5 Stoellengterichting

6 Stoelvering7 Blokkering van de vering

% Afhankelijk van de stoeluitvoering kunnenenkele instelmogelijkheden vervallen.

# Zittingdiepte instellen: De hendel 1omhoogbrengen en het voorste deel van dezitting naar voren of naar achteren schuiven.

# Rugleuninghoek instellen: De draaiknop 2naar voren of naar achteren draaien tot degewenste positie is bereikt.

# Zithoogte instellen: De hendel 3 omhoogtrekken of omlaag drukken tot de gewenstepositie is bereikt.

# Zittinghoek instellen: De draaiknop 4 naarvoren of naar achteren draaien tot de gewen‐ste positie is bereikt.

# In lengterichting instellen: De hendel 5omhoogbrengen en de stoel in de gewenstepositie schuiven.

# Zorg ervoor dat de stoel vergrendeld is.# Stoelvering instellen: De stoel ontlasten.# Met de draaiknop 6 het lichaamsgewicht

40 kg tot 120 kg) instellen, opdat de stoelve‐ring optimaal functioneert. De stoelveringwordt harder naarmate het gewicht hogerwordt ingesteld. De stoel veert dan niet meerzo ver door. Als de stoel vaak en ver door‐veert, kan de stoel in het onderste gebiedworden vergrendeld.

# Stoelvering blokkeren: De hendel 7omhoogdraaien.Bij de volgende keer doorveren vergrendelt destoel.

# Stoelvering vrijzetten: De hendel 7 naarrechts draaien.De stoel kan weer veren.

Voorstoel elektrisch instellen

& WAARSCHUWING Inklemgevaar bijinstelling van de stoelen door kinderen

Wanneer kinderen de stoelen instellen, kun‐nen zij bekneld raken, in het bijzonder wan‐neer ze zonder toezicht zijn.# Bij het verlaten van de auto altijd de

sleutel meenemen en de auto vergren‐delen.

# Kinderen nooit zonder toezicht in deauto laten.

Stoelen en opbergen 65

Page 68: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Ook als het contact is afgezet kunnen de stoelenworden ingesteld.

& WAARSCHUWING Inklemgevaar bijinstelling van de stoelen

Wanneer u een stoel instelt, is het mogelijkdat uzelf of andere inzittenden bekneld raken,bijvoorbeeld door de geleiderail van de stoel.# Bij het instellen van een stoel mogen

zich geen lichaamsdelen in het bewe‐gingsgebied van de stoel bevinden; ditcontroleren.

De veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot de"Airbags" en "Kinderen in het voertuig" in achtnemen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door een niet vergrendelde bestuur‐dersstoel

Wanneer de bestuurdersstoel niet vergren‐deld is, kan deze onverwacht bewegen tijdenshet rijden.

Daardoor kunt u de controle over de auto ver‐liezen.# De bestuurdersstoel moet altijd vergren‐

deld zijn voordat de auto wordt gestart;dit controleren.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door voertuiginstellingen tijdens hetrijden

U kunt in de volgende situaties de controleover de auto verliezen:

R Wanneer tijdens het rijden de bestuur‐dersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwielof de spiegels worden ingesteld.R Wanneer tijdens het rijden de veiligheids‐

gordel wordt omgegespt.

# Voordat de motor wordt gestart: Debestuurdersstoel, de hoofdsteunen, hetstuurwiel of de spiegels instellen en deveiligheidsgordel omgespen.

& WAARSCHUWING Inklemgevaar bijonoplettend instellen van de zitting‐hoogte

Bij onoplettend instellen van de zittinghoogtekunnen uzelf of andere inzittenden bekneldraken en daarbij letsel oplopen.

In het bijzonder kinderen kunnen de toetsenvoor de elektrische stoelinstelling onbedoeldbedienen en bekneld raken.# Bij het bewegen van de stoel mogen

geen handen of andere lichaamsdelenonder de hendels van het stoelinstel‐lingssysteem terechtkomen; dit contro‐leren.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor niet aangebrachte of verkeerd inge‐stelde hoofdsteunen

Wanneer er geen hoofdsteunen aanwezig zijnof als deze niet correct zijn ingesteld, kunnenze niet zoals bedoeld beschermen.

Er is dan een verhoogd risico op letsel van hethoofd en de nek, bijvoorbeeld bij een ongevalof remmanoeuvre!# Altijd met gemonteerde hoofdsteunen

rijden.# Voor het rijden bij elke inzittende con‐

troleren, of het midden van de hoofd‐steun het achterhoofd op ooghoogteondersteunt.

De hoofdsteunen van de zitplaatsen voor- en ach‐terin niet verwisselen. Anders kunnen de hoogteen hoek van de hoofdsteunen niet in de correctepositie worden ingesteld.

Met de verstelling in lengterichting voor de hoofd‐steun de hoofdsteun zo instellen, dat deze zodicht mogelijk bij het achterhoofd staat.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel oflevensgevaar door verkeerde zitpositie

Als de rugleuning niet nagenoeg rechtopstaat, biedt de veiligheidsgordel niet meer debedoelde beschermende werking.

In dit geval kunt u bij een remmanoeuvre ofeen ongeval onder de veiligheidsgordel door‐glijden en daarbij bijvoorbeeld letsel aan hetonderlichaam of de hals oplopen.# De stoel voor aanvang van de rit correct

instellen.# Altijd erop letten dat de rugleuning bijna

rechtop staat en dat de schoudergordelover het midden van de schouder loopt.

66 Stoelen en opbergen

Page 69: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

* AANWIJZING Beschadiging van de stoe‐len bij het terugzetten

De stoelen kunnen bij het terugzetten doorvoorwerpen worden beschadigd.# Bij het terugzetten van de stoelen

mogen zich geen voorwerpen in debeenruimte, onder of achter de stoelenbevinden; dit controleren.

1 Rugleuninghoek2 Zithoogte3 Zittinghoek4 Stoellengterichting

# De instellingen met de geheugenfunctieopslaan (→ pagina 67).

Instellen van de lordosesteun met vier stan‐den

1 Hoger2 Zwakker3 Dieper4 Sterker

# Met behulp van de toetsen 1 ... 4 kunt ude welving van de steunen individueel aan‐passen op uw wervelkolom.

Geheugenfunctie bedienen

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door gebruik van de geheugenfunctietijdens het rijden

Als tijdens het rijden de geheugenfunctie aanbestuurderszijde wordt gebruikt, kan door deinstelbewegingen de controle over de autoworden verloren.# De geheugenfunctie aan bestuurders‐

zijde gebruiken als de auto stilstaat.

& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij hetinstellen van de stoelen met de geheu‐genfunctie

Wanneer de geheugenfunctie de stoel instelt,kunt u of kunnen andere inzittenden – in hetbijzonder kinderen – bekneld raken.# Tijdens het instellen door de geheugen‐

functie controleren dat zich geenlichaamsdelen van personen in hetbewegingsgebied van de stoel of hetstuurwiel bevinden.

Stoelen en opbergen 67

Page 70: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Wanneer iemand bekneld raakt, directde positietoets van de geheugenfunctieloslaten.De instelling wordt onderbroken.

& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij acti‐vering van de geheugenfunctie door kin‐deren

Wanneer kinderen de geheugenfunctie active‐ren, kunnen deze bekneld raken, in het bijzon‐der wanneer ze zonder toezicht zijn.# Kinderen nooit zonder toezicht in de

auto laten.# Bij het verlaten van de auto altijd de

sleutel meenemen en de auto vergren‐delen.

De geheugenfunctie kan worden gebruikt als hetcontact is uitgeschakeld.

Stoelinstellingen opslaanMet de geheugenfunctie kunnen stoelinstellingenworden opgeslagen en opgeroepen voor maxi‐maal drie personen. U kunt de stoel en de leuninginstellen.

# De stoel in de gewenste stand instellen.# De geheugentoets M samen met een van de

geheugenpositietoetsen 1, 2 of 3 indrukken.Er klinkt een geluidssignaal. De instellingenzijn opgeslagen.

# Oproepen: De geheugenpositietoetsen 1, 2 of3 indrukken en ingedrukt houden, tot de voor‐stoel in de opgeslagen positie staat.

Voorstoelen draaien

& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel ofde dood door niet vergrendelde chauf‐feurstoel en/of bijrijderstoel

Zijn chauffeurstoel‑ en bijrijderstoel tijdens derit niet in rijrichting vergrendeld? Dan kunnende veiligheidvoorzieningen de chauffeur resp.zijn bijrijder niet zoals beoogd beschermen.# Vergrendel zowel chauffeurstoel‑ als bij‐

rijderstoel in rijrichting alvorens demotor te starten.

De chauffeurs- en de bijrijdersstoel kunnen 50°en 180° worden gedraaid. De stoelen vergrende‐len in de rijrichting en tegen de rijrichting in enook 50° in de richting van de uitstap.# De parkeerrem moet zijn bediend en de rem‐

hefboom moet tot de aanslag omlaag zijngeklapt; dit controleren (→ pagina 147).

# Het stuurwiel zodanig instellen, dat voldoendevrije ruimte voor het draaien en instellen vande chauffeursstoel aanwezig is(→ pagina 74).

# De bijrijdersstoel voor het draaien naar vorenschuiven (→ pagina 62).

# Stoel draaien: De hendel 1 aan de achter‐zijde van de stoel naar het midden van hetvoertuig drukken en de stoel iets naar binnendraaien.Het draaisysteem is ontgrendeld.

# De hendel 1 weer loslaten.# De stoel circa 50° naar buiten of naar binnen

in de gewenste positie draaien.

68 Stoelen en opbergen

Page 71: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Zittingen van de bijrijderbank naar voren ofnaar achteren omklappen

# Zitkussen naar voren omklappen: Til hetzitkussen uit zijn voorste arrêtering1.

# Trek het zitkussen iets naar voren uit de ach‐terste arrêtering 2.

# Klap de achterzijde van het zitkussenomhoog.

% U kunt losse voorwerpen opbergen in hetbergvak onder de bijrijderbank.

# Zitkussen terugklappen: klap het zitkussenaan de achterzijde omlaag.

# Schuif het zitkussen onder de rugleuning inde achterste arrêtering2.

# Druk de voorzijde van het zitkussen omlaagtot die in de voorste arrêtering 1 vastklikt.

Armleuningen instellen

Fotovoorbeeld

# Armsteunhoek instellen: De armsteun meerdan 45° omhoogklappen2.De armleuning is nu ontgrendeld.

# Klap de armleuning tot aan de aanslag naarvoren 3 toe.

# Klap de armleuning langzaam omhoog tot inde gewenste stand.

# Omhoog klappen van de armleuning: des‐gewenst kunt u de armleuning onder eenhoek van meer dan 90° omhoog klappen1.

Opklapbare stoel omhoog of omlaag klappen

& WAARSCHUWING Letselgevaar bijgebruik van de stoel door ingestokensleutel

Steekt de sleutel in de deur van de schuifdeurin de scheidingwand? Dan kan degene die opde klapstoel zit in onzachte aanraking met diesleutel komen.# Neem altijd de sleutel uit de schuifdeur

van de scheidingwand voordat iemandop de klapstoel gaat zitten.

Stoelen en opbergen 69

Page 72: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De sleutel 1 van de scheidingswandschuif‐deur verwijderen.

# De drukknop van de vergrendeling 2 indruk‐ken en de zitting 3 omhoog of omlaag klap‐pen.

# De drukknop 2 in de betreffende eindstandvan de zitting 3 loslaten.

# De zitting 3 bewegen, tot deze vergrendelt.De drukknop van de vergrendeling 2 moetvolledig tegen het stoelzittingframe aan lig‐gen.

Achterbank in- of uitbouwen

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor onjuiste montage van de achterbank

Als de achterbank niet zoals beschreven wor‐den aangebracht, of wanneer een nietgeschikte achterbank wordt aangebracht,kunnen veiligheidsgordels niet zoals bedoeldbeschermen.# De achterbank op de beschreven

manier en alleen in rijrichting monteren.# Het in de naar elkaar toe gerichte posi‐

tie inbouwen van de achterbanken isniet toegestaan.

# Alleen achterbanken gebruiken dieMercedes-Benz voor uw voertuig heeftgoedgekeurd.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor een niet-vergrendelde achterbank

Vergrendelen de voeten van de achterbankniet correct? Dan zit de achterbank niet goed

vast en kan de achterbank tijdens een rit kan‐telen.# Vergewis u ervan dat de achterbank ver‐

grendeld is voordat u gaat rijden. Op deontgrendelgreep mogen geen rode con‐trolelippen zichtbaar zijn.

# Zijn op de ontgrendelgreep rode contro‐lelippen zichtbaar? Vergrendel dan deachterbank opnieuw tot u een duidelijke'klik' hoort.

* AANWIJZING Beschadiging van de rollenvan de achterbank door onjuist gebruik

De rollen van de achterbank kunnen wordenbeschadigd, als de achterbank ondeskundigwordt gebruikt of verkeerd wordt uitgebouwd.# Zolang de achterbank zich in de bevesti‐

gingsschalen bevindt, mag deze niet inde richting van de achterdeuren wordengetrokken. De achterbank alleen naastde bevestigingsschalen rollen.

# De achterbank in uitgebouwde toestandniet rollen of als transportmiddel gebrui‐ken.

Waarschuwingsaanwijzing op achterbank metweergave van correct aangebrachte achter‐bank.

70 Stoelen en opbergen

Page 73: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Inbouwpositie drievoudige achterbank

1 Eerste rij zitplaatsen2 Tweede rij zitplaatsen3 Derde rij zitplaatsen met drievoudige achter‐

bank

# De drievoudige achterbank alleen op de derderij zitplaatsen 3 boven de achteras monte‐ren.

Achterbank uitbouwen

# De afdekkingen van de bevestigingsscha‐len verwijderen: De klem 1 in de richtingvan de pijl schuiven en de afdekking 2schuin naar achteren en naar boven toe ver‐wijderen.

# De ontgrendelingshendel 2 van de zitbankvolledig omlaagdrukken en vasthouden entegelijkertijd de zitbank aan de ontgrende‐lingshendel iets naar achteren kantelen eniets naar achteren trekken.

# De ontgrendelingshendel loslaten.De sluitingen van de voeten van de zitbankzijn ontgrendeld en de rode controlenokken3 op de behuizing van de ontgrendelings‐hendel 2 zijn zichtbaar.

# De ontgrendelde zitbank aan de handgrepen 1 beetpakken en iets naar achteren trek‐ken.

# De zitbank 1 naar achteren klappen en uitde bevestigingsschalen trekken.

% Wanneer de zitbank niet uit de bevestigings‐schalen kan worden getrokken, dan zit de zit‐bank mogelijk vastgeklemd in de verankering.Dit kan gebeuren als de zitbank te ver naarachteren wordt geklapt.

Stoelen en opbergen 71

Page 74: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Als het niet lukt de zitbank uit de bevestigings‐schalen te trekken, als volgt te werk gaan:# De zitbank naar voren kantelen, zonder deze

te vergrendelen.# De zitbank opnieuw aan de ontgrendelings‐

hendel 2 naar achteren trekken.# De zitbank enigszins naar achteren klappen

en uit de bevestigingsschalen trekken.# De zitbank voor het uitbouwen en voor het

opbergen naast de bevestigingsschalen plaat‐sen en in de richting van de achterdeuren rol‐len.

of# De zitbank om deze op te bergen zijdelings uit

het voertuig verwijderen.

% Eventueel moeten de zitbanken ervoor oferachter worden verwijderd.

# De afdekkingen op de bevestigingsscha‐len aanbrengen: De afdekking 3 zo hou‐den, dat de neus 1 in de richting van de ach‐terste stoelverankering 2 wijst.

# De afdekking 3 schuin naar onderen in deachterste stoelverankering 2 aanbrengen enop de bevestigingsschaal vastzetten.

Achterbank aanbrengenDe achterbank kan alleen betrouwbaar vergren‐delen als de stoelverankeringen altijd schoon envrij van voorwerpen worden gehouden.

% Bij voertuigen met goedkeuring als personen‐voertuig het maximaal toegelaten aantal zit‐plaatsen in acht nemen.

# De afdekkingen van de bevestigingsschalenverwijderen zoals beschreven onder "Achter‐bank uitbouwen".

# De zitbank achter de inbouwpositie brengen.# De zitbank bij de handgrepen vastpakken en

naar achteren kantelen.# De zitbank op de bevestigingsschalen naar

voren rollen.# De achterste voeten van de zitbank moeten

vergrendeld zijn.

# De zitbank met een vlotte beweging naarvoren kantelen tot de sluitingen van de voor‐ste voeten van de zitbank hoorbaar vergren‐delen.De sluitingen van de voorste voeten van dezitbank zijn vergrendeld en de rode controle‐nokken op de behuizing van de ontgrende‐lingshendel 1 zijn niet meer zichtbaar.

% Als de rode controlenokken op de ontgrende‐lingshendel wel zichtbaar zijn, dan is de zit‐bank niet correct vergrendeld.

Als volgt te werk gaan wanneer de zitbank nietcorrect is vergrendeld:# De zitbank opnieuw ontgrendelen en met een

vlotte beweging naar voren kantelen tot desluitingen van de voorste voeten van de zit‐bank hoorbaar vergrendelen.

# De afdekkingen van de bevestigingsschalenaanbrengen zoals beschreven onder "Achter‐bank uitbouwen".

72 Stoelen en opbergen

Page 75: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Achterbank rugleuning instellen

# De ontgrendelingshendel van de rugleuning1 omhoogtrekken en vasthouden.

# De rugleuning in de gewenste positie zetten.# De ontgrendelingshendel van de rugleuning1 loslaten en de rugleuning iets bewegen.De rugleuning wordt vergrendeld.

Hoofdsteunen

Hoofdsteunen mechanisch instellen

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door voertuiginstellingen tijdens hetrijden

U kunt in de volgende situaties de controleover de auto verliezen:

R Wanneer tijdens het rijden de bestuur‐dersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwielof de spiegels worden ingesteld.R Wanneer tijdens het rijden de veiligheids‐

gordel wordt omgegespt.

# Voordat de motor wordt gestart: Debestuurdersstoel, de hoofdsteunen, hetstuurwiel of de spiegels instellen en deveiligheidsgordel omgespen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor niet aangebrachte of verkeerd inge‐stelde hoofdsteunen

Wanneer er geen hoofdsteunen aanwezig zijnof als deze niet correct zijn ingesteld, kunnenze niet zoals bedoeld beschermen.

Er is dan een verhoogd risico op letsel van hethoofd en de nek, bijvoorbeeld bij een ongevalof remmanoeuvre!# Altijd met gemonteerde hoofdsteunen

rijden.# Voor het rijden bij elke inzittende con‐

troleren, of het midden van de hoofd‐steun het achterhoofd op ooghoogteondersteunt.

De hoofdsteunen van de zitplaatsen voor- en ach‐terin niet verwisselen. Anders kunnen de hoogteen hoek van de hoofdsteunen niet in de correctepositie worden ingesteld.

Met de verstelling in lengterichting voor de hoofd‐steun de hoofdsteun zo instellen, dat deze zodicht mogelijk bij het achterhoofd staat.

Hoofdsteun (voorbeeld comforthoofdsteun opchauffeursstoel)

# Hoger instellen: De hoofdsteun omhoog inde gewenste stand trekken en controleren datde hoofdsteun vergrendeld is.De hoofdsteun alleen gebruiken als deze ver‐grendeld is.

# Lager instellen: De ontgrendelingsknop 1indrukken, de hoofdsteun omlaag in degewenste stand drukken en controleren datde hoofdsteun vergrendeld is.De hoofdsteun alleen gebruiken als deze ver‐grendeld is.

# Naar voren zetten: De ontgrendelingsknop2 indrukken en de hoofdsteun naar vorentrekken, tot deze in de gewenste stand ver‐grendelt.

Stoelen en opbergen 73

Page 76: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Naar achteren zetten: De ontgrendelings‐knop 2 indrukken en de hoofdsteun naarachteren in de gewenste stand schuiven.

% Afhankelijk van de uitvoering van de hoofd‐steun kunnen enkele instelmogelijkheden ver‐vallen.

Stoelverwarming in- en uitschakelen

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐wonden door herhaaldelijk inschakelenvan de stoelverwarming

Wanneer u de stoelverwarming herhaaldelijkinschakelt, kunnen de zitting en de rugleu‐ningvulling zeer heet worden.

Bij personen met beperkte temperatuursen‐satie of met een beperkte reactiemogelijkheidop hogere temperaturen kan dit tot gezond‐heidsklachten of zelfs op brandwonden gelij‐kende verwondingen leiden.# De stoelverwarming niet herhaaldelijk

inschakelen.

* AANWIJZING Beschadiging van de stoe‐len door voorwerpen of zittingaccessoi‐res bij ingeschakelde stoelverwarming

Wanneer de stoelverwarming is ingeschakeld,kan door voorwerpen of zittingaccessoires opde stoelen, bijvoorbeeld stoelkussens of kin‐derzitjes, warmteophoping optreden. Daar‐door kan het zittingvlak worden beschadigd.# Bij ingeschakelde stoelverwarming

mogen zich geen voorwerpen of zittin‐gaccessoires op de stoelen bevinden;dit controleren.

Voorwaarden R De spanningsvoorziening is ingeschakeld.

# Inschakelen: De toets 1 indrukken.Alle controlelampjes in de toets branden.

# Stand verlagen: De toets 1 zo vaak indruk‐ken, tot de gewenste verwarmingsstandbereikt is.Afhankelijk van de verwarmingsstand gaaneen tot drie controlelampjes branden.

# Uitschakelen: De toets 1 zo vaak indruk‐ken, tot alle controlelampjes uit zijn.

% De stoelverwarming schakelt automatisch inbepaalde tijdsintervallen, te weten 8, 10 en20 minuten uit de drie verwarmingsstandenterug tot het uitschakelen van de stoelver‐warming.

Stuurkolom instellen

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door voertuiginstellingen tijdens hetrijden

U kunt in de volgende situaties de controleover de auto verliezen:

R Wanneer tijdens het rijden de bestuur‐dersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwielof de spiegels worden ingesteld.R Wanneer tijdens het rijden de veiligheids‐

gordel wordt omgegespt.

# Voordat de motor wordt gestart: Debestuurdersstoel, de hoofdsteunen, hetstuurwiel of de spiegels instellen en deveiligheidsgordel omgespen.

74 Stoelen en opbergen

Page 77: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

& WAARSCHUWING Inklemgevaar voorkinderen bij het instellen van het stuur‐wiel

Wanneer kinderen het stuurwiel instellen,kunnen ze bekneld raken.# Kinderen nooit zonder toezicht in de

auto laten.# Bij het verlaten van de auto altijd de

sleutel meenemen en de auto vergren‐delen.

1 Hendel2 Stuurkolomhoogte3 Stuurkolomlengterichting

# Stuurkolom instellen: De hendel 1 tot deaanslag omlaagzwenken.De stuurkolom is ontgrendeld.

# De stuurkolom in de gewenste stand zetten.# De hendel 1 tot de aanslag omhoogtrekken.

De stuurkolom is vergrendeld.

Opbergmogelijkheden

Aanwijzing met betrekking tot beladingsricht‐lijnen

& WAARSCHUWING Vergiftigingsgevaardoor uitlaatgassen

Verbrandingsmotoren stoten giftige uitlaat‐gassen, bijvoorbeeld koolmonoxide, uit. Alsde achterdeur is geopend als de motor draait,in het bijzonder tijdens het rijden, kunnen uit‐laatgassen in het interieur binnendringen.

# Altijd de motor afzetten alvorens deachterdeur te openen.

# Nooit met een geopende achterdeur rij‐den.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor onbeveiligde voorwerpen in hetvoertuig

Wanneer voorwerpen niet beveiligd of onvol‐doende beveiligd zijn, kunnen ze verschuiven,omvallen of rondslingeren en daardoor inzit‐tenden raken.

Dat geldt ook voor:

R Bagage of ladingR Uitgebouwde stoelen, die bij uitzondering

in het voertuig worden vervoerd.

Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonderbij remmanoeuvres of abrupte veranderingenvan richting!# Voorwerpen altijd zodanig opbergen,

dat ze niet kunnen rondslingeren.# Voorwerpen, bagage of lading voordat u

wegrijdt beveiligen tegen verschuiven enomvallen.

# Wanneer een stoel wordt uitgebouwd,deze bij voorkeur buiten het voertuigopbergen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor ongeschikt opbergen van voorwer‐pen

Als voorwerpen op ongeschikte wijze in hetinterieur worden opgeborgen, kunnen ze ver‐schuiven of rondvliegen en daardoor inzitten‐den raken. Bovendien kunnen bekerhouders,geopende opbergvakken en mobiele-telefoon‐houders bij een ongeval de daarin aanwezigevoorwerpen niet altijd tegenhouden.

Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonderbij remmanoeuvres of plotselinge richtingswij‐zigingen!# Voorwerpen altijd zodanig opbergen,

dat ze in deze of vergelijkbare situatiesniet kunnen rondvliegen.

# Altijd waarborgen dat voorwerpen nietuit opbergvakken, bagagenetten ofopbergnetten steken.

Stoelen en opbergen 75

Page 78: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De afsluitbare opbergvakken voor aan‐vang van de rit sluiten.

# Zware, harde, scherpe, breekbare of tegrote voorwerpen altijd in de bagage‐ruimte opbergen en beveiligen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐wonden door uitlaateindpijpen en uitlaat‐sierstukken

Uitlaateindpijpen en uitlaatsierstukken kun‐nen zeer heet zijn. Als deze onderdelen vande auto worden aangeraakt, kunt u zich bran‐den.# In de omgeving van de uitlaateindpijpen

en uitlaatsierstukken altijd bijzondervoorzichtig zijn en in deze omgeving inhet bijzonder kinderen in de gaten hou‐den.

# Onderdelen van de auto laten afkoelenalvorens ze aan te raken.

Wanneer een dakdrager wordt gebruikt, neemdan de maximumdakbelasting en het maximum‐draagvermogen van de dakdrager in acht.

Informatie over de maximumdakbelasting vindt uin "Technische gegevens" en informatie over dak‐dragers vindt u in "Dragersystemen" .

Wanneer lading op het dak wordt vervoerd endeze meer dan 40 cm buiten de dakrand uit‐steekt, kunnen camera-gebaseerde rijsystemenen de sensorfuncties van de binnenspiegel nade‐lig worden beïnvloed. Daarom erop letten dat delading niet meer dan 40 cm uitsteekt.

Het rijgedrag van het voertuig is afhankelijk vande ladingverdeling. Daarom bij het beladen devolgende aanwijzingen in acht nemen:

R Met de belading inclusief personen niet hettoegestaan totaalgewicht en de toegestaneasbelastingen van het voertuig overschrijden.R Niet tot boven de bovenzijde van de rugleu‐

ningen beladen.R Indien mogelijk de lading altijd in de laad‐

ruimte vervoeren.R De lading aan de sjorogen beveiligen en deze

gelijkmatig belasten.R Sjorogen en bevestigingsmaterialen gebrui‐

ken die geschikt zijn voor het gewicht en degrootte van de lading.

Overzicht over de bergvakken voorin

Overzicht van de voorste opbergvakkenDe aanwijzingen met betrekking tot het beladenvan het voertuig in acht nemen (→ pagina 75).

1 Afsluitbaar vak boven de voorruit(→ pagina 77)

2 Opbergvak bij de voorruit, voorzien van tweebekerhouders/opbergvak voor asbakOpbergvak, afhankelijk van de uitvoering metdeksel (→ pagina 77)

3 Opbergvak middenconsole met usb-aanslui‐ting, oplaadinterface, NFC-interface en 12V-aansluiting

4 Opbergvak boven de voorruit (met maximaal2,5 kg belasten)

5 Opbergvak bijrijderszijde (met maximaal 5 kgbelasten)

6 Bekerhouder7 Opbergvak in de deuren

76 Stoelen en opbergen

Page 79: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Opbergvak middenconsole/voorruit openenen sluiten

Deksel opbergvak (voorbeeld middenconsole)

# Openen: De toets 2 van het opbergvak 1indrukken.Het deksel klapt omhoog.

# Sluiten: Het deksel omlaagklappen.

% De opbergvakken boven de voorruit beschik‐ken, afhankelijk van de uitvoering, over eendeksel.

Afsluitbaar vak boven voorruit openen of slui‐tenU kunt het opbergvak met behulp van de nood‐sleutel (→ pagina 43) ver- en ontgrendelen.

Openen

# Ontgrendelen: De noodsleutel rechtsom inde stand 3 draaien.

# De handgreep 1 in de richting van de pijlnaar boven schuiven.

# het deksel omhoogzwenken.

Sluiten# Het deksel omlaagklappen en de handgreep1 in de richting van de pijl omlaagschuiven.

# Vergrendelen: De noodsleutel linksom in destand 2 draaien.

Brillenvak openen

# Druk op toets 1.

Opbergbox gebruiken

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor een ongeschikt geplaatste of geo‐pende opbergbox

Wanneer de opbergbox op ongeschikte wijzein het interieur wordt opgeborgen, kan dezeverschuiven of rondvliegen en daardoor inzit‐tenden raken. Bovendien kunnen geopendeopbergvakken bij een ongeval de daarin aan‐wezige voorwerpen niet altijd tegenhouden.

Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonderbij remmanoeuvres of abrupte veranderingenvan richting!# De opbergbox met de veiligheidsgordel

bevestigen.# Voor het begin van de rit het deksel van

de opbergbox sluiten.# Zware, harde, scherpe, breekbare of te

grote voorwerpen altijd in de bagage‐ruimte opbergen en beveiligen.

Opbergbox bevestigenDe opbergbox bevindt zich onder de bijrijders‐bank.

De opbergbox voor het volgende gebruiken:

R om documenten op te bergen

Stoelen en opbergen 77

Page 80: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R om een mobiele telefoon of kleine voorwer‐pen op te bergenR als schrijfplateau

# De zitting van de bijrijdersbank naar vorenklappen (→ pagina 69).

# De opbergbox uit het opbergvak verwijderen.# De zitting van de bijrijdersbank terugklappen

(→ pagina 69).

# De opbergbox 3 op de zitting plaatsen.# De opbergbox 3 iets omlaag in de zitting

drukken en naar achteren tegen de leuningschuiven.

# Controleer dat de verankeringsrib aan deonderzijde van de opbergbox tussen de zittingen de leuning vastgeklemd is.

# De veiligheidsgordel 4 door de sleuf aan devoorzijde van de opbergbox 3 geleiden.

# De veiligheidsgordel 4 door de sleuf 2 aande achterzijde van de opbergbox geleiden,vasttrekken en in het gordelslot vergrendelen.

# Controleer dat de opbergbox goed vastzit.

Opbergbox openen en sluiten

# Openen: Aan de handgreep 1 trekken enhet deksel 5 in de richting van de pijl ope‐nen.

# Voorwerpen opbergen.

% Meer informatie over accessoires, zoals eentablethouder, is verkrijgbaar bij elkeMercedes-Benz-servicewerkplaats.

% Het deksel van de opbergbox tijdens het rij‐den gesloten houden.

# Sluiten: Het deksel 5 terugklappen endichtdrukken, zodat de handgreep 1 ver‐grendelt.

Opbergbox opbergen

# De veiligheidsgordel 4 losmaken.# De opbergbox 3 in het gemarkeerde gebied6 vasthouden en recht naar voren trekken.De verankeringsrib komt los uit de spleet tus‐sen de zitting en de rugleuning.

78 Stoelen en opbergen

Page 81: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De opbergbox 3 van de stoel verwijderen.# De zitting van de bijrijdersbank naar voren

klappen (→ pagina 69).# De opbergbox 3 in het opbergvak plaatsen.# De zitting van de bijrijdersbank terugklappen

(→ pagina 69).

Informatie over de flessenhouder

1 Flessenhouder in de voordeuren (ter illustra‐tie: in de bijrijderstoel)

Bekerhouder

Openen van de bekerhouder achterin

& WAARSCHUWING Letselgevaar tijdenshet uitstappen door uitgetrokken beker‐houder

Wilt u uitstappen terwijl de bekerhouder ach‐terin nog is uitgetrokken? Dan kunt u inonzachte aanraking met de bekerhouderkomen.# Schuif de bekerhouder terug onder de

achterzitbank alvorens uit te stappen.

# Openen: druk hier 1 of daar 2 op debekerhouder.

# Klap de bekerhouder open.# Sluiten: Schuif hier 1 of daar 2 de beker‐

houder terug tot die vastklikt.

Asbak en sigarettenaansteker

Gebruik van de asbak

Tijdens de rit# Plaats de gesloten asbak tijdens de rit in een

bekerhouder van een van de bergvakken bijde voorruit.

# Verifieer of de asbak stevig in de bekerhouderzit.

% Plaats de asbak niet in een bekerhouder vande middenconsole. Deze bekerhouders klem‐men de asbak niet goed vast.

Openen

Stoelen en opbergen 79

Page 82: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Klap het deksel 1 omhoog.

Sigarettenaansteker in de middenconsolegebruiken

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand enletsel door hete sigarettenaansteker

Wanneer het hete verwarmingselement vande sigarettenaansteker of de hete fitting wor‐den aangeraakt, kunt u zich branden.

Bovendien kunnen ontvlambare materialenontsteken:

R wanneer de hete sigarettenaansteker valt.R wanneer bijvoorbeeld kinderen de hete

sigarettenaansteker tegen voorwerpenhouden.

# De sigarettenaansteker altijd aan dehandgreep vasthouden.

# Altijd ervoor zorgen dat kinderen niet bijde sigarettenaansteker kunnen.

# Kinderen nooit zonder toezicht in deauto laten.

Voorwaarden R Het contact is ingeschakeld.

# De sigarettenaansteker 1 indrukken.Als de spiraal gloeit, springt sigarettenaanste‐ker automatisch terug.

Contactdozen

12V-aansluitingen in de middenconsolegebruiken

Voorwaarden R Er zijn slechts apparaten tot maximaal 180 W

(15 A) aangesloten.

12V-aansluiting in het opbergvak

# Het deksel van het opbergvak in de midden‐console openen (→ pagina 77).

# Het deksel 1 van de contactdoos openklap‐pen.

# De stekker van het apparaat aansluiten.

12V-aansluiting in het onderste bedieningspa‐neel

# Het deksel 1 van de contactdoos openklap‐pen.

# De stekker van het apparaat aansluiten.

80 Stoelen en opbergen

Page 83: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

12V-aansluiting op de chauffeursstoel gebrui‐ken

# Het deksel 1 van de contactdoos openklap‐pen.

# De stekker van het apparaat aansluiten.

Aanwijzingen met betrekking tot de 230V-contactdoos

* AANWIJZING Beschadiging van de extraaccu door volledige ontlading

Wanneer bij het verlaten van het voertuig eenapparaat met een te hoog vermogen wordtaangesloten, of wanneer de laadtoestand vande extra accu te laag is, kan de extra accuworden beschadigd.# Slechts apparaten tot maximaal 150 W

aansluiten.# Apparaten niet langer dan vier uur aan‐

sluiten.

De 230V-contactdoos levert met 150 W een hoogvermogen, wat het snel opladen van mobiele tele‐foons en het aansluiten van acculaders voorgereedschap mogelijk maakt.

Voertuigen met extra accu zijn voorzien van eenvertragingsfunctie. Wanneer het voertuig wordtverlaten, kunnen apparaten gedurende vier uurworden opgeladen.

230V-contactdoos in de middenconsolegebruiken

& GEVAAR Levensgevaar bij beschadigdeaansluitkabel of contactdoos

Als een geschikt apparaat aangesloten is, iser een hoge spanning aanwezig op de 230V-contactdoos. Als de aansluitkabel of de 230V-contactdoos uit de behuizing is getrokken,beschadigd of nat is, kunt u een stroomstootkrijgen.# Alleen een droge en onbeschadigde

aansluitkabel gebruiken.# Bij uitgeschakeld contact controleren of

de 230V-contactdoos droog is.# Een uit de behuizing getrokken of

beschadigde 230V-contactdoos directlaten controleren of vervangen bij eengekwalificeerde werkplaats.

# De aansluitkabel nooit in een uit debehuizing getrokken of beschadigde230V-contactdoos steken.

& GEVAAR Levensgevaar door ondeskundigwerken met de contactdoos

U kunt een stroomstoot krijgen:

R Als in de contactdoos wordt gegrepen.R Als ongeschikte apparaten of voorwerpen

in de contactdoos worden gestoken.

# Alleen geschikte apparaten op de con‐tactdoos aansluiten.

Voorwaarden R Er zijn alleen apparaten met een passende

stekker, die voldoet aan de betreffende lands‐pecifieke normen, aangesloten.R Er zijn slechts apparaten tot maximaal 150 W

aangesloten.R Er worden geen stekkerdozen gebruikt.

Stoelen en opbergen 81

Page 84: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De klep 3 openen.# De stekker van het apparaat in de 230V-con‐

tactdoos 1 steken.Als de boordnetspanning voldoende is, gaathet controlelampje 2 branden.

Indien u de 230V-contactdoos niet gebruikt, deklep gesloten laten.

Contactdozen in de laadruimte gebruiken

Voorwaarden R Er zijn slechts apparaten tot maximaal 180 W

(15 A) aangesloten.

# Het deksel 1 van de contactdoos openklap‐pen.

# De stekker van het apparaat aansluiten.

Mobiele telefoon via usb-contactdoos ach‐terin opladen

# De mobiele telefoon in het opbergvak 1plaatsen en op de usb-contactdoos 2 aan‐sluiten om hem op te laden.

Draadloos opladen van de mobiele telefoonen koppeling met de buitenantenne

Aanwijzingen met betrekking tot het draad‐loos opladen van de mobiele telefoon

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor ongeschikt opbergen van voorwer‐pen

Als voorwerpen op ongeschikte wijze in hetinterieur worden opgeborgen, kunnen ze ver‐schuiven of rondvliegen en daardoor inzitten‐den raken. Bovendien kunnen bekerhouders,geopende opbergvakken en mobiele-telefoon‐houders bij een ongeval de daarin aanwezigevoorwerpen niet altijd tegenhouden.

Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonderbij remmanoeuvres of plotselinge richtingswij‐zigingen!# Voorwerpen altijd zodanig opbergen,

dat ze in deze of vergelijkbare situatiesniet kunnen rondvliegen.

# Altijd waarborgen dat voorwerpen nietuit opbergvakken, bagagenetten ofopbergnetten steken.

# De afsluitbare opbergvakken voor aan‐vang van de rit sluiten.

82 Stoelen en opbergen

Page 85: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Zware, harde, scherpe, breekbare of tegrote voorwerpen altijd in de bagage‐ruimte opbergen en beveiligen.

De aanwijzingen met betrekking tot het beladenvan het voertuig in acht nemen.

& WAARSCHUWING Brandgevaar door hetbewaren van de voorwerpen in demobiele-telefoonhouder

Als voorwerpen in de mobiele-telefoonhouderworden gelegd, kunnen ze sterk verhitten ofzelfs ontsteken.# Geen extra voorwerpen, in het bijzonder

metalen voorwerpen, in de mobiele-tele‐foonhouder leggen.

* AANWIJZING Beschadiging van voorwer‐pen door het bewaren in de mobiele-tele‐foonhouder

Als voorwerpen in de houder van de mobieletelefoon worden gelegd, kunnen ze door elek‐tromagnetische velden worden beschadigd.# Geen credit cards, opslagmedia of

andere gevoelig op elektromagnetischevelden reagerende voorwerpen inmobiele-telefoonhouder leggen.

* AANWIJZING Beschadiging van demobiele-telefoonhouder door vloeistoffen

Wanneer vloeistoffen in de mobiele-telefoon‐houder terecht komen, kan deze beschadigdraken.# Erop letten dat er geen vloeistoffen in

de mobiele-telefoonhouder terechtkomen.

R De laadfunctie is alleen actief als het contactingeschakeld is.R Kleine mobiele telefoons kunnen mogelijk niet

op elke plaats van de mobiele-telefoonhouderworden opgeladen.R Grote mobiele telefoons die niet in de

mobiele-telefoonhouder zijn aangebracht kun‐nen eventueel niet worden opgeladen.R De mobiele telefoon kan tijdens het opladen

warm worden. Dit is afhankelijk van de op datmoment ingeschakelde applicaties (apps).R Voor efficiënt opladen moet de bescherm‐

hoes van de mobiele telefoon worden verwij‐

derd. Dit geldt niet voor beschermhoezen dievoor draadloos opladen zijn bedoeld.R Bij het opladen moet mogelijk de mat worden

gebruikt.

Mobiele telefoon voorin draadloos opladen

Voorwaarden R De mobiele telefoon moet voor draadloos

opladen geschikt zijn. Een lijst met geschiktemobiele telefoons vindt u onder:

http://www.mercedes-benz.com/connect

# De klep van het opbergvak 1 boven hetmediadisplay openen.

# De mobiele telefoon indien mogelijk in hetmidden met het display naar boven op hetgemarkeerde vlak van de mat 2 leggen.Indien op het multimediasysteem het laad‐symbool wordt weergegeven, wordt demobiele telefoon opgeladen.

Storingen bij het opladen worden op het dis‐play van het multimediasysteem weergege‐ven.

% De mat kan om te reinigen, bijvoorbeeld methelder, lauw water, worden verwijderd.

Voetmat monteren of demonteren

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door voorwerpen in de beenruimtevan de bestuurder

Voorwerpen in de beenruimte van de bestuur‐der kunnen de slag van de pedalen beperkenen een ingedrukt pedaal blokkeren.

Hierdoor wordt de bedrijfs‑ en verkeersveilig‐heid van de auto in gevaar gebracht.# Alle voorwerpen in de auto veilig opber‐

gen, opdat deze niet in de beenruimtevan de bestuurder terecht kunnenkomen.

Stoelen en opbergen 83

Page 86: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De vloermatten altijd stevig en zoalsvoorgeschreven aanbrengen, zodat altijdvoldoende vrije ruimte voor de pedalenis gewaarborgd.

# Geen losse vloermatten gebruiken enniet meerdere vloermatten op elkaarleggen.

# Monteren: de drukknoppen 1 op de houder2 indrukken.

# Demonteren: de voetmat van de houders 2trekken.

84 Stoelen en opbergen

Page 87: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Buitenverlichting

Licht verstellen bij reizen naar het buitenland

Voertuigen met halogeen- of statische led-koplampen: de koplampen hoeven niet aange‐past te worden. De wettelijke voorschriften zijnook vervuld in de landen waar aan de andere kantvan de weg wordt gereden.

Lichtsystemen en uw verantwoordelijkheid

De verschillende lichtsystemen van het voertuigzijn slechts hulpmiddelen. De verantwoordelijk‐heid voor de juiste verlichting van het voertuigovereenkomstig de heersende licht- en zichtom‐standigheden, de wettelijke bepalingen en ver‐keerssituatie ligt bij de bestuurder van het voer‐tuig.

Lichtschakelaar

Bedienen van de lichtschakelaar

# 1 W Parkeerlicht_links# 2 X Parkeerlicht_rechts# 3 T Verlichting van contouren, kenteken‐

plaat en instrumentenpaneel# 4Ã Automatisch rijlicht/dagrijlicht (voor‐

keursstand van de lichtschakelaar)# 5L Gedimd groot licht / Vèrstralers# 6 Inschakelen of uitschakelen van de mist‐

lampen_voor# 7 RMistachterlicht in- of uitschakelen# 8 Elektrisch bekrachtigde parkeer‐

rem(→ pagina 149)

% Weerklinkt tijdens het verlaten van het voer‐tuig een waarschuwingssignaal? Dan is wel‐licht de verlichting nog ingeschakeld.

% Schakelde u de parkeerlichten aan? Dan lichtaan de gekozen zijde de contourverlichtingzwak op.U bedient het knipperlicht, de vèrstralers enhet lichtsignaal via de combinatieschakelaar(→ pagina 86).

* AANWIJZING Accu-ontlading door stand‐licht

Als het standlicht gedurende meerdere ureningeschakeld blijft, wordt de accu belast.# Indien mogelijk het rechter X of het

linker W parkeerlicht inschakelen.

Bij diepe ontlading van de accu zal de contourver‐lichting resp. de parkeerlichten automatisch wor‐den afgeschakeld om later de automotor nog tekunnen starten.

Automatisch rijlicht

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door uitgeschakeld dimlicht bij zicht‐beperkingen

Als de verlichtingsschakelaar in de standà staat, schakelt het dimlicht bij mist,sneeuw en andere zichtbeperkingen zoalsspatwater niet automatisch in.# De verlichtingsschakelaar in dergelijke

situaties in de stand L draaien.

Het automatische werkende rijlicht is slechtsbedoeld als hulpmiddel. U bent zelf verantwoor‐delijk voor een correcte verlichting van uw voer‐tuig.Draai de lichtschakelaar in geval van mist,sneeuw of van het wegdek opspattend water vande stand à naar de stand L. Anders wordthet rijlicht kortstondig onderbroken.

Inschakelen van de automatische rijlichten:

R Draai de lichtschakelaar naar de stand Ã.Schakel de elektrische voeding in: de con‐tourverlichting schakelt automatisch aan ofuit en wel afhankelijk van de verlichting‐sterkte van de omgeving.

Het dagrijlicht is ingeschakeld als de motorloopt. De contourverlichting en het gedimdegroot licht schakelen aanvullend aan of uit

Licht en zicht 85

Page 88: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

afhankelijk van de verlichtingsterkte van deomgeving.

Is het gedimde groot licht ingeschakeld? Danlicht het desbetreffende meldlampje L ophet combinatie-instrument op.

Mistlicht en mistachterlicht in- of uitschake‐len

Voorwaarden R De verlichtingsschakelaar bevindt zich in de

stand L of Ã.R De spanningsvoorziening of de motor is inge‐

schakeld.

# Het mistlicht in- of uitschakelen: De toets7 indrukken.

# Het mistachterlicht in- of uitschakelen: Detoets 6 indrukken.

De landspecifieke regelingen voor gebruik van hetmistachterlicht in acht nemen.

Koplampen instellen

Voorwaarden R De motor draait.

Met de koplampverstelling wordt de lichtbundelvan de koplampen aan de beladingstoestand vanhet voertuig aangepast. Wanneer stoelen bezetzijn of de laadruimte wordt be- of ontladen, ver‐andert de lichtbundel. Daardoor kunnen de zicht‐omstandigheden verslechteren en kunnen tegen‐liggers worden verblind.

% Bij voertuigen met led-koplampen wordt delichtbundel automatisch ingesteld.

g Chauffeurs- en bijrijdersstoel bezet1 Chauffeursstoel, bijrijdersstoel en zitplaatsen

achterin bezet2 Chauffeursstoel, bijrijdersstoel en zitplaatsen

achterin bezet; laadruimte of laadvloer bela‐den

3 Chauffeursstoel en bijrijdersstoel bezet engebruik van de maximaal toegestane achter‐asbelasting

# De koplampverstelling in de betreffendestand draaien.De weg moet 40 m tot 100 m worden verlichten het dimlicht mag het tegemoetkomend ver‐keer niet verblinden.

# Bij onbeladen voertuig de stand g kiezen.

Combischakelaar verlichting bedienen

1 Grootlicht2 Knipperlichten rechts

86 Licht en zicht

Page 89: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

3 Lichtsignaal4 Knipperlichten links

# Knipperen: De combischakelaar in de gewen‐ste richting 2 of 4 drukken, tot deze ver‐grendelt. De combischakelaar wordt bij grotestuurbewegingen automatisch teruggezet.

# Kort knipperen: De combischakelaar kort inde gewenste richting 2 of 4 aantippen. Hetbetreffende knipperlicht knippert driemaal.

# Grootlicht inschakelen: Het dimlicht inscha‐kelen (→ pagina 85).

# De combischakelaar naar voren 1 drukken.Het controlelampje K in het combi-instru‐ment gaat branden. De combischakelaarkeert terug naar de uitgangspositie.

% Het grootlicht wordt in de stand à alleenbij duisternis ingeschakeld en als de motordraait.

# Grootlicht uitschakelen: De combischake‐laar naar voren 1 drukken of kort in de rich‐ting van de pijl 3 trekken (door het lichtsig‐naal wordt het grootlicht uitgeschakeld).Het controlelampje K in het combi-instru‐ment dooft. De combischakelaar keert terugnaar de uitgangspositie.

% Voertuigen met adaptieve grootlichtassistent:Als de adaptieve grootlichtassistent actief is,regelt deze het in- en uitschakelen van hetgrootlicht (→ pagina 88).

# Lichtsignaal bedienen: De spanningsvoor‐ziening of het contact inschakelen.

# De combischakelaar kort in de richting van depijl 3 trekken.

Inschakelen resp. uitschakelen van de waar‐schuwende knipperlichten

# Inschakelen resp. uitschakelen: druk optoets 1.

Geeft u richting aan via de richtingaanwijzer ter‐wijl u de waarschuwende knipperlichten hebtingeschakeld? Dan knipperen uitsluitend de knip‐perlichten aan de desbetreffende zijde van hetvoertuig.

Het waarschuwende knipperlicht schakelt auto‐matisch in:

R als een luchtzak wordt of is opgeblazenR als de snelheid het voertuig sterk vertraagt

van een snelheid van meer dan 70 km/h totstilstand van de auto

Wilt u de waarschuwende knipperlichten uitscha‐kelen? Druk dan op de waarschuwingschakelaar1.

Het waarschuwende knipperlicht schakelt auto‐matisch uit als het voertuig na remming weer eensnelheid van meer dan 70 km/h bereikt.

% De waarschuwende knipperlichtinstallatiefunctioneert niet als de ontsteking is uitge‐schakeld.

Licht en zicht 87

Page 90: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Afbuiglicht

Een afbuiglicht verbetert de verlichting van de rij‐strook in de richting waarin een bocht wordtdoorlopen. Het licht werpt een brede bundel ombijvoorbeeld scherpe bochten beter te kunnenoverzien.

De functie is werkzaam:

R bij snelheden lager dan 40 km/h en ingescha‐kelde richtingaanwijzer of gedraaid stuurwielR bij snelheden tussen 40 km/h en 70 km/h

en gedraaid stuurwiel

Het afbuiglicht kan nog enige tijd nalichten enwordt ten laatste na drie minuten automatischuitgeschakeld.

% Bij het selecteren van de achteruitversnellingwisselend het afbuiglicht naar de andere zijde

Grootlichtassistent

Werking van de adaptieve grootlichtassistent

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len ondanks adaptieve grootlichtassistent

De adaptieve grootlichtassistent reageert nietop de volgende verkeersdeelnemers:

R Verkeersdeelnemers die geen verlichtinghebben, bijvoorbeeld voetgangersR Verkeersdeelnemers die een zwakke ver‐

lichting hebben, bijvoorbeeld fietsersR Verkeersdeelnemers waarvan de verlich‐

ting afgedekt is, bijvoorbeeld door eenvangrail

In zeer sporadische gevallen reageert deadaptieve grootlichtassistent niet of niet tijdigop andere verkeersdeelnemers met eigen ver‐lichting.

Daarom wordt het automatische grootlicht indeze of vergelijkbare situaties niet gedeacti‐veerd of desondanks geactiveerd.

# Altijd goed de verkeerssituatie in degaten houden en het grootlicht tijdig uit‐schakelen.

De adaptieve grootlichtassistent wisselt automa‐tisch tussen:

R DimlichtR Grootlicht

Het systeem herkent wanneer tegenliggers ofvoorliggers verlichting voeren.

Bij snelheden boven 30 km/h:

R Als geen andere verkeersdeelnemers wordenherkend, wordt automatisch het grootlichtingeschakeld.

Bij snelheden onder 25 km/h of voldoendestraatverlichting:

R Het grootlicht schakelt automatisch uit.

SysteemgrenzenDe adaptieve grootlichtassistent kan geen reke‐ning houden met de weg- en weersomstandighe‐den en de verkeerssituatie.

De herkenning kan beperkt zijn:

R Bij slecht zicht, bijvoorbeeld door mist, hevigeregen of sneeuwR Bij vervuilde of afgedekte sensoren

De adaptieve grootlichtassistent is slechts eenhulpmiddel. De verantwoordelijkheid voor de cor‐recte voertuigverlichting overeenkomstig de heer‐sende licht- en zichtomstandigheden en de ver‐keerssituatie ligt bij u.

De optische sensor voor het systeem bevindt zichachter de voorruit bij het bedieningspaneel dak‐console.

Grootlichtassistent in- of uitschakelen# Inschakelen: De verlichtingsschakelaar in de

stand à draaien.# Het grootlicht via de combischakelaar inscha‐

kelen.Als het grootlicht bij duisternis automatischwordt ingeschakeld, gaat het controle‐lampje _ op het multifunctioneel displaybranden.

# Uitschakelen: Het grootlicht via de combi‐schakelaar inschakelen.

88 Licht en zicht

Page 91: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Uitschakelvertragingstijd buitenverlichtinginstellen

Voorwaarden R De verlichtingsschakelaar staat in de stand

Ã.

Multimediasysteem:,© . Instellingen . Verlich-

ting . Uitschakelvertr. buiten # Een uitschakelvertragingstijd van de verlich‐

ting instellen.

Bij het afzetten van het voertuig wordt de buiten‐verlichting gedurende de ingestelde tijd geacti‐veerd.

Oriëntatieverlichting in- en uitschakelen

Multimediasysteem:,© . Instellingen . Verlich-

ting . Oriëntatieverlichting # De functie in- of uitschakelen.

De buitenverlichting brandt gedurende 40 secon‐den na het ontgrendelen. Als de auto wordtgestart, wordt de oriëntatieverlichting gedeacti‐veerd en het automatisch rijlicht geactiveerd.

Interieurverlichting instellen

Bedieningspaneel dakconsole voorin

Variant 1

# 1 p Leeslampjes linksvoor in- of uitscha‐kelen

# 2 | Automatische interieurverlichtings‐regeling in- en uitschakelen

# 3 c Interieurverlichting voorin in- of uit‐schakelen

# 4 w Laadruimteverlichting/verlichtingachterin in- of uitschakelen

# 5p Leeslampje rechtsvoor in- of uitscha‐kelen

Variant 2

# 1 p Leeslampjes linksvoor in- of uitscha‐kelen

# 2 | Automatische interieurverlichtings‐regeling in- en uitschakelen

# 3 c Interieurverlichting voorin in- of uit‐schakelen

# 4 w Laadruimteverlichting/verlichtingachterin in- of uitschakelen

# 5p Leeslampje rechtsvoor in- of uitscha‐kelen

Variant 3

Licht en zicht 89

Page 92: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# 1| Automatische interieurverlichtingsre‐geling in- en uitschakelen

# 2 c Interieurverlichting voorin in- of uit‐schakelen

# 3 w Laadruimteverlichting/verlichtingachterin in- of uitschakelen

Variant 4

# 1 c Interieurverlichting in- of uitschake‐len

Interieurverlichting achterin

# 1 Inschakelen resp. uitschakelen van deverlichting achterin of in het laadruim

Bewegingsmelder

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor de laserstraal van de bewegingsmel‐der

De bewegingsmelder zendt niet zichtbarestraling uit door middel van LED's (Light Emit‐ting Diode - lichtdiodes).

Deze LED's zijn als laser in de klasse 1M inge‐deeld en kunnen in de volgende situaties hetnetvlies beschadigen:

R Wanneer gedurende langere tijd direct inde ongefilterde laserstraal van de bewe‐gingsmelder wordt gekekenR Wanneer direct met optische instrumen‐

ten, bijvoorbeeld een bril of een loep, inde laserstraal van de bewegingsmelderwordt gekeken.

# Nooit direct in de bewegingsmelder kij‐ken.

De bewegingsmelder bevindt zich in de laad‐ruimte achter de scheidingswand in het middenvan het dak.

1 Positie bewegingsmelder

Bij voertuigen met een bewegingsmelder, wordtde laadruimteverlichting tevens via deze bewe‐gingsmelder ingeschakeld.

Wanneer de bewegingsmelder als het voertuigstilstaat een beweging in de laadruimte herkent,wordt de laadruimteverlichting gedurende circatwee minuten ingeschakeld.

De laadruimteverlichting kan door de bewegings‐melder worden ingeschakeld, wanneer:

R het voertuig stilstaat, de parkeerrem isbediend en het rempedaal niet wordt inge‐drukt ofR bij voertuigen met automatische transmissie

de keuzehendel in de stand j staat en hetrempedaal niet wordt ingedrukt

90 Licht en zicht

Page 93: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R het voertuig niet van buitenaf met de sleutelis vergrendeld

Wanneer gedurende meerdere uren geen veran‐dering aan het voertuig wordt herkend, bijvoor‐beeld deur openen, dan wordt de bewegingsmel‐der automatisch uitgeschakeld. Daardoor wordtaccu-ontlading voorkomen.

Uitschakelvertragingstijd verlichting binnenin- en uitschakelen

Multimediasysteem:,© . Instellingen . Verlich-

ting . Uitsch.vertr. interieur # De uitschakelvertragingstijd van de verlichting

in- of uitschakelen.

Lichtbron veranderen

Aanwijzingen met betrekking tot het vervan‐gen van lampjes

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐wonden door hete onderdelen bij hetlampjes vervangen

Lampjes, verlichtingen en stekkers kunnen tij‐dens de werking zeer heet worden.

Wanneer u een lampje vervangt, kunt u zichaan deze onderdelen branden.# Voor het vervangen van lampjes de

onderdelen laten afkoelen.

R Geen lampjes gebruiken die gevallen zijn ofwaarvan het glas krasjes vertoont. Het lampjekan anders breken.R De lichtbron kan uit elkaar spatten als u deze

aanraakt, als deze heet is, als u deze laat val‐len of als deze bekrast of ingekerfd wordt.R Vlekken op het glas van het lampje verkorten

de levensduur van de lichtbron. Het glas nietmet de blote hand aanraken. Zo nodig hetglas in koude toestand met alcohol of spiritusreinigen en met een niet-pluizende doekschoonwrijven.R Lampjes tegen vochtigheid beschermen en

niet met vloeistof in contact laten komen.Altijd controleren of de lampjes goed vastzitten.

Wanneer het voertuig met LED-lampen is uitge‐rust, is dit als volgt te herkennen: De lichtbundelvan LED-lampen beweegt bij het starten van demotor van boven naar beneden en weer terug.

Het dimlicht moet hierbij voor het starten van demotor ingeschakeld zijn.

Gloeilampen en lampjes spelen een belangrijkerol bij de veiligheid. Daarom erop letten dat dezealtijd werken. De koplampinstelling regelmatiglaten controleren.R Voor het vervangen van lampjes altijd het ver‐

lichtingssysteem van het voertuig uitschake‐len. Hierdoor wordt kortsluiting voorkomen.R De gloeilampen alleen in gesloten en hiervoor

bedoelde lampen gebruiken.R Alleen vervangende gloeilampen van het‐

zelfde type en met de bedoelde spanninggebruiken.

Wanneer ook de nieuwe lichtbron niet brandt, gadan naar een gekwalificeerde werkplaats.

Voorste lichtbronnen vervangen (auto's methalogeenkoplampen)

Overzicht soorten lichtbronnen voorDe volgende lichtbronnen kunt u zelf vervangen.

Halogeenkoplampen1 Grootlicht/dagrijlicht: H15 55 W/15 W2 Dimlicht/stadslicht: H7 55 W/W 5 W3 Knipperlichten: PY 21 W

Halogeenkoplampen vervangen

Voorwaarden R Dimlicht: Soort lichtbron H7 55 W

R Grootlicht/dagrijlicht: Soort lichtbronH15 55 W/15 WR Stadslicht: Soort lichtbron W 5 W

R Knipperlicht: Soort lichtbron PY 21 W

Licht en zicht 91

Page 94: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

1 Afdekking behuizing grootlicht/dagrijlicht2 Afdekking behuizing dimlicht/stadslicht3 Fitting knipperlicht

# Het verlichtingssysteem uitschakelen.# Grootlicht/dagrijlicht: De afdekking van de

behuizing 1 naar achteren toe wegtrekken.# De fitting linksom draaien en eruit trekken.# De lichtbron uit de fitting trekken.# De nieuwe lichtbron in de fitting aanbrengen,

zodat de lampvoet volledig tegen de bodemvan de fitting aankomt.

# De fitting aanbrengen en rechtsom draaien.# De afdekking van de behuizing 1 aanbren‐

gen.# Dimlicht/stadslicht: De afdekking van de

behuizing 2 naar achteren toe wegtrekken.# De fitting naar achteren eruit trekken.# De lichtbron uit de fitting trekken.# De nieuwe lichtbron in de fitting aanbrengen,

zodat de lampvoet volledig tegen de bodemvan de fitting aankomt.

# De fitting recht aanbrengen.# De afdekking van de behuizing 2 aanbren‐

gen.# Knipperlicht: Het verlichtingssysteem uit‐

schakelen.# De fitting 3 linksom draaien en verwijderen.# De lichtbron iets indrukken, linksom draaien

en uit de fitting verwijderen.# De nieuwe lichtbron in de fitting aanbrengen

en rechtsom draaien.# De fitting 3 aanbrengen en rechtsom

draaien.

Extra knipperlicht

Voorwaarden R Extra knipperlicht (voertuigen met aandrij‐

ving op alle wielen): Lichtbron model P 21 W

# Schakel de lichtinstallatie uit# Los de schroef1 en neem de lens2 weg.# Draai de lichtbron met enige druk linksom.

Trek de lichtbron uit de fitting.# Plaats de nieuwe lichtbron in de fitting. Draai

de lichtbron rechtsom.# Plaats de lens2. Draai de schroeven1 in.

Achterste lichtbronnen vervangen (bestelwa‐gen en combi)

Overzicht soorten lichtbronnen achteraan(gesloten bestelwagen en combi)De volgende lichtbronnen kunt u zelf vervangen.

92 Licht en zicht

Page 95: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Voertuigen met standaard achterlicht1 Remlicht/achterlicht/stadslicht: P 21 W2 Knipperlichten: PY 21 W3 Achteruitrijlicht: P 21 W4 Kentekenplaatverlichting: W 5 W5 Mistachterlicht: P 21 W

Voertuigen met deels led-achterlichten1 Knipperlichten: PY 21 W2 Achteruitrijlicht: P 21 W3 Kentekenplaatverlichting: W 5 W4 Mistachterlicht: P 21 W

Achterlichten (gesloten bestelwagen encombi)

Voorwaarden R Remlicht/achterlicht/stadslicht: Soort

lichtbron P 21 WR Knipperlicht: Soort lichtbron PY 21 W

R Mistachterlicht: Soort lichtbron P 21 W

R Achteruitrijlicht: Soort lichtbron P 21 W

1 Remlicht/achterlicht/stadslicht2 Knipperlicht3 Achteruitrijlicht4 Mistachterlicht

# Het verlichtingssysteem uitschakelen.# De achterdeur openen.

Licht en zicht 93

Page 96: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Verwijderen: De schroeven 1 losdraaien enhet achterlicht verwijderen.

# De stekker van de lamphouder 3 lostrekken.# De schroeven 2 losmaken en de lamphou‐

der 3 uit het achterlicht verwijderen.# De lichtbron iets indrukken, linksom draaien

en uit de fitting verwijderen.# De nieuwe lichtbron in de fitting aanbrengen

en rechtsom draaien.# Aanbrengen: De lamphouder 3 op het ach‐

terlicht aanbrengen en de schroeven 2 erindraaien.

# De stekker in de lamphouder 3 drukken.# Het achterlicht aanbrengen en de schroeven1 erin draaien.

Kentekenplaatverlichting

Voorwaarden R Kentekenplaatverlichting: lichtbron model

W 5 W

# Schakel de lichtinstallatie uit.# Steek een schroevendraaier in de sparing2

en licht de lens 1 voorzichtig op.# Neem de lichtbron uit de fitting.# Plaats een nieuwe lichtbron in de fitting.# Plaats de lens zo dat die vastklikt.

Achterste lichtbronnen vervangen (chassis)

Overzicht soorten lichtbronnen achteraan(chassis)De volgende lichtbronnen kunt u zelf vervangen.

Voertuigen voorzien van standaardsluitlichten1 Contourverlichting: R 5 W2 Achterlichten: R 5 W3 Remlichten: P 21 W4 Knipperlichten: PY 21 W5 Achteruitrijlicht: P 21 W

94 Licht en zicht

Page 97: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

6 Mistachterlicht (chauffeurszijde): P 21 W7 Kentekenplaatverlichting: R 5 W

Achterlicht (chassis-cabine)

Voorwaarden R Contourverlichting: Soort lichtbron R 5 W

R Knipperlicht: Soort lichtbron PY 21 W

R Remlicht: Soort lichtbron P 21 W

R Achterlicht: Soort lichtbron R 5 W

R Mistachterlicht: Soort lichtbron P 21 W

R Kentekenplaatverlichting: Soort lichtbronR 5 WR Achteruitrijlicht: Soort lichtbron P 21 W

1 Lampglas2 Schroeven3 Contourverlichting4 Knipperlicht5 Remlicht6 Achterlicht7 Mistachterlicht8 Kentekenplaatverlichting9 Achteruitrijlicht

# Het verlichtingssysteem uitschakelen.# De schroeven 1 losdraaien en het lampglas2 verwijderen.

# De stekker van de lamphouder lostrekken.# De lichtbron iets indrukken, linksom draaien

en uit de fitting verwijderen.# De nieuwe lichtbron in de fitting aanbrengen

en rechtsom draaien.# Het lampglas 2 aanbrengen en de schroe‐

ven 1 erin draaien.

Lichtbronnen extra verlichting vervangen

Zijmarkeerlichten

Voorwaarden R Zijmarkeerlichten: soort lichtbron: LED

# Schakel de lichtinstallatie uit.# Plaats bijvoorbeeld een schroevendraaier aan

de zijkant van de kap van het zijmarkeer‐licht1 en lepel voorzichtig de kap in de rich‐ting van de pijl uit de houder.

# Trek de steker 2 in de richting van de pijlvan de lichtbron van het zijmarkeerlicht 1 af.

# Sluit de nieuwe lichtbron voor het nieuwe zij‐markeerlicht op de steker aan.

# Plaats de linkerzijde van de kap van het zij‐markeerlicht in de houder en druk de kap inde houder.Het zijmarkeerlicht klikt hoorbaar vast.

Lichtbronnen interieurverlichting vervangen

Gloeilampen binnenverlichting achterin

Voorwaarden % Om de werking van de standaard lampuitval‐

controle te garanderen, mogen alleen licht‐bronnen van dezelfde soort met hetzelfdevermogen als standaard worden gebruikt.

Licht en zicht 95

Page 98: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De interieurverlichting uitschakelen.# De vergrendelingsveer van het lampglas 1

met een geschikt voorwerp, bijvoorbeeld eenschroevendraaier, indrukken en vervolgenshet lampglas met het lamphuis opwippen.

# Lampglas van lamphuis verwijderen: Denokken van het lampglas 2 naar binnendrukken.

# De lichtbron 3 uit het lamphuis trekken.# De nieuwe lichtbron aanbrengen.# Het lampglas weer op het lamphuis aanbren‐

gen en vergrendelen.# Het lampglas met het lamphuis aanbrengen

en vergrendelen.

Ruitenwisser

Inschakelen of uitschakelen van de ruitenwis‐ser voor de voorruit

1 î Eén keer wissen/wassen met water1 g Ruitenwisser uit2 Ä Intervalwissen normaal

Auto's voorzien van regensensor: automa‐tisch wissen, normaal

3 Å Intervalwissen frequentAuto's voorzien van regensensor: automa‐tisch wissen, frequent

4 ° Continu wissen, langzaam5 ¯ Continu wissen, snel

# Draai de combinatieschakelaar in de gewen‐ste stand 1 - 5.

# Eén keer wissen/wassen: druk in de rich‐ting van de pijl1 op de toets van de combi‐natieschakelaar.R í Eén keer wissenR î Wissen met water

96 Licht en zicht

Page 99: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

In-/uitschakelen van de ruitenwisser van deachterruit

1 ô Eén keer wissen/wassen2 è Intervalwissen

# Eén keer wissen: druk de toets 1 tot aanhet drukpunt in.

# Wissen met ruitensproeiervloeistof: drukde toets in 1 maar door het drukpunt heen.

# Intervalwissen in- of uitschakelen: druk optoets 2.Bij ingeschakelde achterruitenwisser ver‐schijnt symboolè op het instrumentendis‐play.

Ruitenwisserbladen voorruit vervangen

& WAARSCHUWING Inklemgevaar dooringeschakelde ruitenwissers bij het ver‐vangen van de ruitenwisserbladen

Wanneer de ruitenwissers in beweging komenbij het vervangen van de ruitenwisserbladen,kunt u door de ruitenwisserarm bekneldraken# Alvorens de ruitenwisserbladen te ver‐

vangen, altijd de ruitenwissers en hetcontact uitschakelen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor het gebruik van de ruitenwissers bijgeopende motorkap

Als de ruitenwissers zich in beweging zettenals de motorkap geopend is, kunt u bekneldraken in het mechanisme.

# Alvorens de motorkap te openen, altijdde ruitenwissers en het contact uitscha‐kelen.

% De ruiten worden niet meer correct gewistals de ruitenwisserbladen versleten zijn. Rui‐tenwisserbladen tweemaal per jaar vervan‐gen, het beste in het voorjaar en in de herfst.

# De ruitenwisserarm 3 van de voorruit weg‐klappen.

# De ruitenwisserarm 3 vasthouden en hetruitenwisserblad in de richting van de pijl totde aanslag van de ruitenwisserarm 3 weg‐draaien.

# De schuif 2 in de richting van de pijl naarboven schuiven, tot deze vergrendelt.

# Het ruitenwisserblad terugklappen op de rui‐tenwisserarm.

# Het ruitenwisserblad 1 van de ruitenwisse‐rarm verwijderen.

# Het nieuwe ruitenwisserblad 1 in de houderop de ruitenwisserarm 3 aanbrengen.

Daarbij de verschillende lengtes van de beide rui‐tenwisserbladen in acht nemen:

R Chauffeurszijde: Lang ruitenwisserbladR Bijrijderszijde: kort ruitenwisserblad

# De schuif 2 omlaagschuiven tot deze ver‐grendelt.

# De ruitenwisserarm 3 weer tegen de voor‐ruit terugklappen.

Licht en zicht 97

Page 100: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Ruitenwisserbladen (voorruit) vervangen(WET WIPER SYSTEM)

& WAARSCHUWING Inklemgevaar dooringeschakelde ruitenwissers bij het ver‐vangen van de ruitenwisserbladen

Wanneer de ruitenwissers in beweging komenbij het vervangen van de ruitenwisserbladen,kunt u door de ruitenwisserarm bekneldraken# Alvorens de ruitenwisserbladen te ver‐

vangen, altijd de ruitenwissers en hetcontact uitschakelen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor het gebruik van de ruitenwissers bijgeopende motorkap

Als de ruitenwissers zich in beweging zettenals de motorkap geopend is, kunt u bekneldraken in het mechanisme.# Alvorens de motorkap te openen, altijd

de ruitenwissers en het contact uitscha‐kelen.

% De ruiten worden niet meer correct gewistals de ruitenwisserbladen versleten zijn. Rui‐tenwisserbladen tweemaal per jaar vervan‐gen, het beste in het voorjaar en in de herfst.

# De ruitenwisserarm 3 van de voorruit weg‐klappen.

# De ruitenwisserarm 3 vasthouden en hetruitenwisserblad in de richting van de pijl totde aanslag van de ruitenwisserarm 3 weg‐draaien.

# De schuif 2 in de richting van de pijl naarboven schuiven, tot deze vergrendelt.

# Het ruitenwisserblad 1 in de richting van depijl 4 van de ruitenwisserarm verwijderen.

# De slang 5 voorzichtig van het ruitenwisser‐blad wegtrekken.

# De slang 5 op het ruitenwisserblad bevesti‐gen.

# Het nieuwe ruitenwisserblad 1 in de houderop de ruitenwisserarm 3 aanbrengen.

Daarbij de verschillende lengtes van de beide rui‐tenwisserbladen in acht nemen:

R Chauffeurszijde: Lang ruitenwisserbladR Bijrijderszijde: kort ruitenwisserblad

# De schuif 2 omlaagschuiven tot deze ver‐grendelt.

# Het ruitenwisserblad terugklappen op de rui‐tenwisserarm.

# De ruitenwisserarm 3 weer tegen de voor‐ruit terugklappen.

Ruitenwisserbladen achterruit vervangen

# De ruitenwisserarm 3 van de achterruit weg‐klappen.

# De beide bevestigingsklemmen 2 in de rich‐ting van de pijl samendrukken en het ruiten‐wisserblad van de ruitenwisserarm wegzwen‐ken.

# Het ruitenwisserblad 1 naar boven uit dehouder van de ruitenwisserarm 3 trekken.

# Een nieuw ruitenwisserblad 1 in de houderop de ruitenwisserarm 3 plaatsen.

98 Licht en zicht

Page 101: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Het nieuwe ruitenwisserblad 1 op de ruiten‐wisserarm 3 drukken, tot de bevestigings‐klemmen aangrijpen.

# De ruitenwisserarm 3 weer tegen de achter‐ruit terugklappen.

Spiegel

Buitenspiegels bedienen

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door voertuiginstellingen tijdens hetrijden

U kunt in de volgende situaties de controleover de auto verliezen:

R Wanneer tijdens het rijden de bestuur‐dersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwielof de spiegels worden ingesteld.R Wanneer tijdens het rijden de veiligheids‐

gordel wordt omgegespt.

# Voordat de motor wordt gestart: Debestuurdersstoel, de hoofdsteunen, hetstuurwiel of de spiegels instellen en deveiligheidsgordel omgespen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len bij gebruik van de buitenspiegel doorverkeerde inschatting van de afstand

De buitenspiegels geven een verkleind beeld.De zichtbare objecten zijn dichterbij dan hetlijkt.

Daardoor kunt u de afstand tot achter u rij‐dende verkeersdeelnemers verkeerd inschat‐ten, bijvoorbeeld bij het veranderen van rij‐strook.# Daarom altijd de daadwerkelijke afstand

tot andere verkeersdeelnemers inschat‐ten door over de schouder te kijken.

Buitenspiegels handmatig instellen# De buitenspiegels met de hand in de correcte

stand instellen.# Ontgrendelde buitenspiegel vergrendelen:

De buitenspiegels met de hand in de correctestand drukken.

Buitenspiegel elektrisch instellen

Voorbeeldweergave

* AANWIJZING Beschadiging van de elek‐trische buitenspiegels

Wanneer de elektrische buitenspiegels metde hand worden in- of uitgeklapt, kunnen debuitenspiegels worden beschadigd en wordende buitenspiegels niet correct vergrendeld.

Wanneer de buitenspiegels bij het wassen vanhet voertuig in een wasstraat niet ingeklaptzijn, kunnen de wasborstels de buitenspiegelsmet geweld inklappen en beschadigen.# De buitenspiegels alleen elektrisch in-

en uitklappen.# Voor het wassen van het voertuig in een

wasstraat de buitenspiegels inklappen.

# Voor het rijden de spanningsvoorziening ofhet contact inschakelen.

# In- of uitklappen: De toets 2 kort indruk‐ken.

# Instellen: Met de toets 1 of 3 de in te stel‐len buitenspiegel selecteren.

# Met de toets 4 de stand van het spiegelglasinstellen.

# Ontgrendelde buitenspiegel vergrendelen:De toets 2 ingedrukt houden.Er is een klikkend geluid hoorbaar, gevolgddoor een klap. De buitenspiegel neemt decorrecte positie in.

Buitenspiegel verwarmen# Voertuigen zonder achterruitverwarming:

Bij lage buitentemperaturen schakelt de spie‐

Licht en zicht 99

Page 102: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

gelverwarming automatisch in nadat de motoris gestart.

# Voertuigen zonder achterruitverwarming:Bij lage buitentemperaturen schakelt de spie‐gelverwarming automatisch in nadat de motoris gestart. Bovendien kan de spiegelverwar‐ming samen met de achterruitverwarming ofmet de toets van de achterruitverwarmingworden ingeschakeld.

Binnenspiegel dimmen

# Binnenspiegel dimmen: De dimhendel 1 inde richting van de pijl klappen.

Zonnekleppen bedienen

# Verblinding van voren: de zonneklep 1omlaag kleppen.

# Verblinding van opzij: de zonneklep 1 opzijdraaien.

100 Licht en zicht

Page 103: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Overzicht aircosystemen

Verwarmingssysteem

1 Temperatuur instellen2 Y Verwarming achterin

in- of uitschakelen3 ¤ Achterruitverwarming

in- of uitschakelen(→ pagina 106)

4 O Luchtverdeling been‐ruimte in- of uitschakelen

5 ¬ Voorruitontdooiing in-of uitschakelen(→ pagina 105)

6 Voertuigen met standver‐warming of extra verwar‐mingssysteem: & Stand‐verwarming of extra verwar‐mingssysteem in- of uit‐schakelen (→ pagina 108)

7

Voertuigen metvoorruitverwarming: De

voorruitverwarming in- ofuitschakelen(→ pagina 106)

8 Luchthoeveelheid instellen

% De controlelampjes in de toetsen geven aan,dat de betreffende functie geactiveerd is.

Klimaatregeling 101

Page 104: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

TEMPMATIC

1 w Temperatuur instellen2 Display3 K Luchthoeveelheid

instellen4

Voertuigen metvoorruitverwarming: Devoorruitverwarming in- ofuitschakelen(→ pagina 106)

5 Voertuigen met standver‐warming of extra verwar‐mingssysteem: & Stand‐verwarming of extra verwar‐mingssysteem in- of uit‐schakelen (→ pagina 108)

6 Voertuigen met achterruit‐verwarming: ¤ De ach‐terruitverwarming in- of uit‐schakelen (→ pagina 106)

7 d Luchtrecirculatie in-of uitschakelen(→ pagina 105)

8 ¬ Voorruitontdooiing in-of uitschakelen(→ pagina 105)

9 _ Luchtverdeling instel‐len (→ pagina 105)

A ¿ A/C-functie in- of uit‐schakelen (→ pagina 104)

B Y Voertuigen met tem‐peratuurregelsysteem in 2zones: De klimaatregeling/

verwarming achterin instel‐len (controlelampje knip‐pert) (→ pagina 103)

% De controlelampjes in de toetsen geven aan,dat de betreffende functie geactiveerd is.

102 Klimaatregeling

Page 105: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

THERMOTRONIC

1 w Temperatuur instellen2 Display3 K Luchthoeveelheid

instellen4

Voertuigen metvoorruitverwarming: Devoorruitverwarming in- ofuitschakelen(→ pagina 106)

5 Voertuigen met standver‐warming of extra verwar‐mingssysteem: & Stand‐

verwarming of extra verwar‐mingssysteem in- of uit‐schakelen (→ pagina 108)

6 Voertuigen met achterruit‐verwarming: ¤ De ach‐terruitverwarming in- of uit‐schakelen (→ pagina 106)

7 d Luchtrecirculatie in-of uitschakelen(→ pagina 105)

8 ¬ Voorruitontdooiing in-of uitschakelen(→ pagina 105)

9 _ Luchtverdeling instel‐len (→ pagina 105)

A ¿ A/C-functie in- of uit‐schakelen (→ pagina 104)

B Ã Klimaatregeling auto‐matisch regelen voorin(→ pagina 104) en achterin(→ pagina 104)

C0 Synchronisatie in- ofuitschakelen(→ pagina 105)

D Y Voertuigen met tem‐peratuurregelsysteem in 2zones: De klimaatregeling/verwarming achterin instel‐len (controlelampje knip‐pert) (→ pagina 103)

% De controlelampjes in de toetsen geven aan,dat de betreffende functie geactiveerd is.

Aircosystemen bedienen

Temperatuurregelsysteem in-/uitschakelen

# Inschakelen: de luchthoeveelheid in hetmenu voorin op stand 1 of hoger zetten.

# Uitschakelen: de luchthoeveelheid in hetmenu voorin op stand 0 of OFF zetten.Op het display van het temperatuurregelsys‐teem verschijnt OFF.

% Bij uitgeschakeld temperatuurregelsysteemkunnen de ruiten sneller beslaan. Het tempe‐ratuurregelsysteem slechts voor korte tijd uit‐schakelen.

% Indien de installatie voorin reeds is ingescha‐keld en de installatie achterin is uitgescha‐keld, wordt die door het omhoog zetten vande aanjager in het menu achterin ingescha‐keld. Indien de installatie voorin wordt inge‐schakeld, wordt de installatie achterin auto‐matisch mee ingeschakeld.

Klimaatregeling achterin instellen

Voorwaarden R Het klimaatregelsysteem is ingeschakeld

(→ pagina 103).

Klimaatregeling 103

Page 106: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Temperatuur en luchthoeveelheid inschake‐len en instellen TEMPMATIC en THERMOTRO‐NIC# De toets Y indrukken.

Het controlelampje in de toets Y en hetsymbool Y op het display van het tempe‐ratuurregelsysteem knipperen.

De weergave wijzigt naar de temperatuur ende aanjager in het menu achterin.

# Met de tuimelschakelaars w en K degewenste temperatuur en luchthoeveelheid inhet menu achterin instellen.

% Bij grote verschillen tussen de richtwaardenvoor de temperatuur van de installatie voor-en achterin kunnen die niet precies geregeldworden.

% Wanneer de klimaatregeling achterin is uitge‐schakeld, wordt deze automatisch ingescha‐keld door het indrukken van de toets 0.

Afhankelijk van de uitvoering van het voertuigschakelt de klimaatregeling naar behoefte debetreffende dakairconditioning of verwarmingachterin in:

R Voertuigen met dakairconditioning: Ach‐terin kan alleen worden gekoeld.R Voertuigen met verwarming achterin: Ach‐

terin kan alleen worden verwarmd.

Klimaatregeling achterin uitschakelen TEMP‐MATIC en THERMOTRONIC# De toets Y indrukken.# Indien het controlelampje in de toets Y en

het symbool Y op het display van het tem‐peratuurregelsysteem knipperen, de lucht‐hoeveelheid in het menu achterin op stand 0zetten.

% Controlelampje aan: De klimaatregeling ach‐terin is ingeschakeld.Controlelampje gedoofd: De klimaatregelingachterin is uitgeschakeld.Controlelampje knippert: De instelmodus vande klimaatregeling achterin is actief.

Inschakelen resp. uitschakeling van de lucht‐opwerkende functie

Voorwaarden R Het klimaatregelsysteem is ingeschakeld.

(→ pagina 103)

De A/C-functie regelt de temperatuur en droogtde lucht in het interieur van de auto.

# De toets ¿ indrukken.

% De A/C-functie slechts voor korte tijd uit‐schakelen, aangezien anders de ruiten snellerkunnen beslaan.

% Aan de onderzijde van de auto kan tijdens dekoeling condenswater naar buiten komen. Ditwijst niet op een defect.

Klimaatregeling automatisch regelen

Voorwaarden R Het klimaatregelsysteem is ingeschakeld.

(→ pagina 103)

Automatische klimaatregeling inschakelenIn de automatische stand worden de tempera‐tuur, de luchthoeveelheid en de luchtverdelinggeregeld en constant gehouden.# De toets à indrukken.

Op het display wordt de temperatuurgetoond. De weergave van de luchthoeveel‐heid en de luchtverdeling verdwijnen.

Wanneer de klimaatregeling achterin is inge‐schakeld, wordt de instelling voor de achter‐zijde overgenomen.

Automatische klimaatregeling uitschakelen# Met de tuimelschakelaar K de instelling

van de luchthoeveelheid en de luchtverdeling(→ pagina 105) wijzigen.De betreffende andere instelling blijft onge‐wijzigd bij de verandering.

Klimaatregeling achterin automatisch regelen

Voorwaarden R De klimaatregeling achterin is ingeschakeld

(→ pagina 103).

In de automatische stand worden de tempera‐tuur, de luchthoeveelheid en de luchtverdelinggeregeld en constant gehouden.# De toets Y indrukken.# De toets à indrukken.

% Ook wanneer het systeem voorin in de auto‐matische stand staat, kan het systeem ach‐terin de automatische stand verlaten doorhet verstellen van de aanjager in het menuachterin.

104 Klimaatregeling

Page 107: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

% Als de lucht wordt gekoeld en de chauffeurs‐deur, bijrijdersdeur of schuifdeur wordtgeopend, wordt de werking van de aanjagervan de airconditioning achterin na circa15 minuten gereduceerd.Zodra alle deuren weer gesloten zijn, wordtde aanjager na circa een minuut weer op devorige instelling gezet.

Standen van de luchtverdeling

De symbolen op het display geven aan door welkeroosters de lucht geleid wordt.

TEMPMATIC

Rb Ontwasemings- en middelste luchtroos‐tersR_ Alle luchtroostersRP Middelste luchtroostersRS Middelste en beenruimteluchtroosters

THERMOTRONIC

R¯ OntwasemingsroostersRb Ontwasemings- en middelste luchtroos‐

tersR_ Alle luchtroostersRa Ontwasemings- en beenruimtelucht‐

roostersRP Middelste luchtroostersRS Middelste en beenruimteluchtroostersROBeenruimteluchtroosters

Luchtverdeling instellen

Voorwaarden R Het klimaatregelsysteem is ingeschakeld.

# De toets _ zo vaak indrukken, tot degewenste luchtverdeling op het display van deairconditioning verschijnt.

Synchronisatiefunctie in- of uitschakelen

Voorwaarden R Het klimaatregelsysteem is ingeschakeld.

(→ pagina 103)

Met de synchronisatiefunctie wordt de klimaatre‐geling centraal gestuurd. De instellingen voor detemperatuur en luchthoeveelheden voorin wordenautomatisch overgenomen voor de achterzijde.# De toets 0 indrukken.

% Wanneer de klimaatregeling achterin is uitge‐schakeld, wordt ze automatisch ingeschakelddoor te drukken op de toets 0.

Condens van de ruiten verwijderen

Van binnen beslagen ruiten# De toets ¿ indrukken en zo nodig de

luchtverdeling met de toets _ op de voor‐ruit ¯ richting.

# Als de ruiten beslagen blijven: De toets ¬indrukken.Wanneer de voorruitontdooiing is ingescha‐keld, kunnen de temperatuur en de luchthoe‐veelheid niet worden ingesteld.

Voertuigen met TEMPMATIC of THERMOTRO‐NIC: De weergave verdwijnt van het display.

of#

De toets indrukken.

Van buiten beslagen ruiten# De ruitenwissers inschakelen (→ pagina 96).

Luchtrecirculatie in- of uitschakelen

# De toets d indrukken.De interieurlucht wordt gerecirculeerd.

De luchtrecirculatie wordt automatisch uitgescha‐keld.

% Als de luchtrecirculatie is ingeschakeld kun‐nen de ruiten sneller beslaan. De luchtrecir‐culatie slechts kortstondig inschakelen.

De luchtrecirculatie wordt in de volgende gevallenautomatisch ingeschakeld:

R bij hoge buitentemperaturenR tijdens het rijden door een tunnel (alleen

voertuigen met automatische airconditioningTHERMOTRONIC en navigatie)R bij het inschakelen van de ruitenwissers

(→ pagina 96)

Het controlelampje in de toets d brandt danniet. Na maximaal 30 minuten wordt automatischweer buitenlucht bijgemengd.

Klimaatregeling 105

Page 108: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Comfortopening/-sluiting via luchtrecircula‐tietoets

# Comfortsluiting: De toets d zo langindrukken, tot de zijruiten automatisch begin‐nen te sluiten.De beginpositie van de zijruiten is opgesla‐gen.

# Comfortopening: De toets d zo langindrukken, tot de zijruiten automatisch begin‐nen te openen.De zijruiten openen automatisch tot de voorafopgeslagen positie.

Inschakelen resp. uitschakelen van de voor‐ruitverwarming

% De voorruitverwarming laat zich bij een hogebuitentemperatuur niet inschakelen.

# Druk op de toets voor het verwarmen van devoorruit.Licht het meldlampje op? Dat is de voorruit‐verwarming ingeschakeld.

% De voorruitverwarming schakelt na enkeleminuten automatisch uit.

% Is de accuspanning te laag? Dan laat de voor‐ruitverwarming zich niet inschakelen. Devoorruitverwarming schakelt automatisch uitals tijdens het gebruik ervan de accuspan‐ning te ver daalt.

Inschakelen resp. uitschakelen van de achter‐ruitverwarming

# De toets ¤ indrukken.Licht het meldlampje op? Dat is de achterruit‐verwarming ingeschakeld.

Luchtroosters bedienen

Luchtuitstroomopeningen vóór instellen

& WAARSCHUWING Gevaar van verbran‐ding en bevriezing door een te geringeafstand tot de luchtroosters

Uit de luchtroosters kan zeer hete of zeerkoude lucht stromen.

Daardoor kunnen in de directe omgeving vande luchtroosters verbrandings- of bevriezings‐verschijnselen voorkomen.

# Altijd ervoor zorgen, dat alle inzittendenvoldoende afstand houden tot de lucht‐roosters.

# Naar behoefte de luchtstroom naar eenander gebied van het interieur leiden.

# Openen of sluiten: De luchtuitstroomope‐ning 1 in het midden 2 vastpakken enomhoog, omlaag, links- of rechtsom draaien.

# Luchtrichting instellen: De luchtuitstroom‐openingen 1 in het midden 2 vastpakkenen naar boven, beneden, links of rechts zwen‐ken.

# Openen of sluiten: De draaiknop 1 aan debreedteroosters tot de aanslag rechts- oflinksom draaien.

% Uit de breedteroosters stroomt gekoeldelucht. Verwarmen is niet mogelijk. De breed‐teroosters in de zomer alleen tijdens het koe‐len openen; houd ze gesloten in de winter.

106 Klimaatregeling

Page 109: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Instellen van de beluchtmonden in het dak-luchtkanaal

Bij voertuigen met een klimaatregelinstallatieachterin zijn verstelbare beluchtmonden inge‐bouwd in het dak-luchtkanaal.# Instellen van het luchtdebiet: open of sluit

naar behoefte de luchtvalkleppen in debeluchtmonden 1.

# Instellen van de luchtverdeling: draai debeluchtmonden 1 in de gewenste stand.

Luchtuitstroomopeningen achterin

& WAARSCHUWING Gevaar van verbran‐ding en bevriezing door een te geringeafstand tot de luchtroosters

Uit de luchtroosters kan zeer hete of zeerkoude lucht stromen.

Daardoor kunnen in de directe omgeving vande luchtroosters verbrandings- of bevriezings‐verschijnselen voorkomen.# Altijd ervoor zorgen, dat alle inzittenden

voldoende afstand houden tot de lucht‐roosters.

# Naar behoefte de luchtstroom naar eenander gebied van het interieur leiden.

Afhankelijk van de uitrusting van het voertuigbevindt zich in de beenruimte achterin aan de lin‐kerzijde een luchtkanaal of een verwarmingsag‐gregaat met extra luchtuitstroomopeningen 1.Er mogen daar geen voorwerpen wordengeplaatst. Inzittenden moeten voldoende afstandhouden vanwege de uitstroming van warme luchten vanwege de luchtaanzuiging.

Extra verwarming

Werking van de extra verwarming

& GEVAAR Levensgevaar door giftige uit‐laatgassen

Wanneer de uitlaateindpijp geblokkeerd is ofgeen voldoende ventilatie mogelijk is, kunnengiftige uitlaatgassen, in het bijzonder koolmo‐noxide, in de auto binnendringen. Dat is bij‐voorbeeld in gesloten ruimtes het geval, of alsde auto in de sneeuw vastzit.# In gesloten ruimtes zonder afzuiginstal‐

latie de standverwarming uitschakelen,bijvoorbeeld in de garage.

# Als de motor of de standverwarmingwerken, de uitlaateindpijp en de omge‐ving van de auto sneeuwvrij houden.

# Aan de luwzijde van de auto een zijruitopenen, om voldoende buitenlucht inhet interieur te laten komen.

& WAARSCHUWING Brandgevaar doorhete onderdelen van de standverwarming

Als de standverwarming is ingeschakeld, kun‐nen onderdelen van de auto, bijvoorbeeld het

Klimaatregeling 107

Page 110: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

uitlaatsysteem van de standverwarming, zeerheet worden.

Brandbaar materiaal, bijvoorbeeld bladeren,gras of takken, kunnen ontsteken als ze incontact komen met:

R hete onderdelen van het uitlaatsysteemvan de standverwarmingR het uitlaatgas zelf

# Als de standverwarming is ingeschakeldervoor zorgen dat:R hete onderdelen van de auto niet in

contact komen met brandbaar mate‐riaal.R de uitlaatgassen ongehinderd via de

uitlaateindpijp van de standverwar‐ming naar buiten kunnen treden.R de uitlaatgassen niet met brandbaar

materiaal in aanraking komen.

* WENK Beschadiging van de bijverwarmer

De bijverwarmer kan schade oplopen als dielangere tijd niet wordt gebruikt.# Schakel de bijverwarmer minstens een

keer per maand gedurende ongeveertien minuten in.

* WENK Beschadiging van de bijverwarmerdoor oververhitting

De bijverwarmer kan te heet worden en daar‐door afschakelen als de stroom warme luchtwordt geblokkeerd.# Blokkeer de stroom verwarmingslucht

niet.

% Voertuigen met aangepaste brandstofme‐ter: Wanneer een extern aangedreven ver‐bruiker op de leiding van de extra verwarmingaangesloten is, wordt daar door de boord‐computer geen rekening mee gehouden bijde weergave van de resterende actieradius.In dat geval de brandstofmeter in achtnemen. De brandstofmeter geeft het werke‐lijke vulniveau weer.

Bij het transport van gevaarlijke stoffen de gel‐dende veiligheidsvoorschriften in acht nemen.Voorwerpen altijd op voldoende afstand van deuitstroomopening van de extra verwarming plaat‐sen.

De extra verwarming werkt onafhankelijk van demotor en vult het klimaatregelsysteem in hetvoertuig aan. De extra verwarming verwarmt delucht in het interieur op de ingestelde tempera‐tuur.

Warmwater-bijverwarmer

Werking van de extra warmwaterverwarmingDe extra warmwaterverwarming is een aanvullingop het temperatuurregelsysteem van het voertuigen heeft de functies extra verwarmen, standver‐warming en interieurvoorventilatie. Bovendienverwarmt de extra verwarming de koelvloeistofvan de motor, zodat deze ontzien wordt en tijdensde warmdraaifase hiervan brandstof bespaardwordt. De standverwarming verwarmt de lucht inhet interieur tot de ingestelde temperatuur. Hij isdaarbij niet aangewezen op de warmte-afgifte vande draaiende motor. De standverwarming wordtdirect uit de brandstoftank van het voertuig voor‐zien van brandstof. Daarom moet de brandstof‐tank nog tot boven het reservepeil gevuld zijn,zodat is gewaarborgd dat de standverwarmingwerkt. De standverwarming past haar werkingautomatisch aan wijzigingen in de buitentempera‐tuur en de weersomstandigheden aan. Daarom ishet mogelijk dat de standverwarming van ventile‐ren naar verwarmen of van verwarmen naar venti‐leren omschakelt. De standventilatie is niet actiefbij draaiende motor. De standverwarming wordtna 50 minuten automatisch uitgeschakeld. Metde bedrijfsmodus "Standventilatie" kan de luchtin het interieur niet tot onder de buitentempera‐tuur worden gekoeld. De functie "extra verwar‐men" ondersteunt het opwarmen van het voertuigals de motor draait en bij lage buitentemperatu‐ren.

Het gebruik van de extra warmwaterverwarmingbelast de accu. Daarom uiterlijk na twee keeropwarmen of ventileren van het voertuig een lan‐gere afstand rijden.

Extra warmwaterverwarming met toets in- enuitschakelen

Voorwaarden R De brandstoftank moet voller zijn dan het

reservepeil.

Extra verwarming in- en uitschakelen# Inschakelen: De toets & indrukken.# Uitschakelen: De toets & indrukken.

108 Klimaatregeling

Page 111: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Voorgeschreven temperatuur inschakelen# Het contact inschakelen.# Inschakelen: De toets & indrukken.# Uitschakelen: De toets & indrukken.# De temperatuur via de toets w instellen.# De toets & indrukken.

Het rode of het blauwe controlelampje in detoets & gaat branden of dooft.

Kleuren van de controlelampjes:

R blauw: Standventilatie is ingeschakeld.

R rood: Standverwarming is ingeschakeld.

R geel: Vertrektijd is voorgeselecteerd.

De standverwarming of -ventilatie wordt na50 minuten uitgeschakeld.

Extra verwarmingsfunctie in- en uitschakelen# Inschakelen: De motor starten.# De toets & indrukken.# Uitschakelen: De toets & indrukken.

De extra verwarmingsfunctie wordt naarbehoefte ingeschakeld bij buitentemperaturenlager dan 0 °C.

% De extra verwarmingsfunctie is alleenbeschikbaar voor voertuigen met extra warm‐waterverwarming.

Extra warmwaterverwarming met afstandsbe‐diening instellen

Voorwaarden R De brandstoftank is tot boven het reserveni‐

veau gevuld.

Direct inschakelen

# De toets u zo lang indrukken, tot op hetdisplay van de afstandsbediening de meldingAAN verschijnt.

Vertrektijd instellen# De toets u kort indrukken.# De toets , of . zo vaak indrukken, tot

de tijd die moet worden gewijzigd op het dis‐play verschijnt.

# De toetsen u en ^ tegelijkertijdindrukken.Het symbool Î knippert op het display vande afstandsbediening.

# Met de toetsen , en . de gewenstevertrektijd instellen.

# De toetsen u en ^ tegelijkertijdindrukken.De nieuwe vertrektijd is nu opgeslagen.

Er kunnen maximaal drie vertrektijden wordenopgeslagen.# Vertrektijd activeren: De toets u kort

indrukken.# Met de toetsen , en . de gewenste

vertrektijd selecteren.# De toets u lang indrukken.

Op het display van de afstandsbediening ver‐schijnt het symbool Í, de vertrektijd en,afhankelijk van de geselecteerde vertrektijd,de letter A, B of C.

# Vertrektijd deactiveren: De gewenste ver‐trektijd selecteren en de toets ^ langindrukken.Op het display verschijnt OFF.

# Status van de actieve standverwarming controleren: De toets u kort indrukken.

Direct uitschakelen# De toets ^ lang indrukken.

Klimaatregeling 109

Page 112: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Overzicht displaymeldingen van de afstands‐bediening (standverwarming of -ventilatie)

1 Standventilatie ingeschakeld2 Standverwarming ingeschakeld3 Geselecteerde vertrektijd4 Resterende tijd van de standverwarming of -

ventilatie (in minuten)5 Standverwarming of -ventilatie actief6 Vertrektijd geactiveerd7 Signaalsterkte

Verdere weergavemogelijkheden:

R Tijd: De geactiveerde vertrektijd.

R 0 minuten: De draaitijd van de standverwar‐ming wordt verlengd, omdat de motor bij hetstarten nog niet de bedrijfstemperatuur heeftbereikt.R OFF: De standverwarming of -ventilatie is uit‐

geschakeld.

Vervangen van de batterij van de afstandbe‐diening (verwarming bij stilstand)

& GEVAAR Het inslikken van batterijen iszeer schadelijk voor de gezondheid

Batterijen bevatten giftige en agressievebestanddelen. Als batterijen worden ingeslikt,kan dit zeer zware schade aan de gezondheidtoebrengen.

Er dreigt levensgevaar!# Batterijen buiten bereik van kinderen

bewaren.# Wanneer batterijen zijn ingeslikt, zo snel

mogelijk naar een arts gaan.

+ MILIEU-AANWIJZING Milieuschade dooreen ondeskundige afvoer van batterijen

Batterijen bevatten giftige en agres‐sieve bestanddelen.#

Ontladen batterijen bij eengekwalificeerde werkplaats of bij eeninzamelpunt voor oude batterijen afge‐ven.

Voorwaarden R Er is een lithiumbatterij van het type CR2450

aanwezig.

# Druk met een puntig voorwerp op de spa‐ring 1.

# Sluit het luikje van het batterijvak 2 in derichting van de pijl weg.

# Plaats een nieuwe batterij 3 met hetopschrift naar boven wijzend.

# Schuif het luikje 2 tegen de richting van depijl op de afstandbediening tot dat luikje vast‐klikt.

Extra warmwaterverwarming net boordcom‐puter instellen

Voorwaarden R De brandstoftank moet voller zijn dan het

reservepeil.R Het contact is ingeschakeld.

Boordcomputer:, Stijl&weergave . Verwarming

Inschakeltijdstip instellen# Stijl&weergave selecteren.# De gewenste vertrektijd instellen.

110 Klimaatregeling

Page 113: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Voorkeuzetijd activeren# Vorwahlzeit selecteren.

Het vinkje geeft de ingeschakelde functieaan.

% De activering van de voorkeuzetijd is uitslui‐tend geldig tot de volgende keer dat de motorwordt gestart.

Voorkeuzetijd selecteren# Vorwahlzeit selecteren.# De gewenste voorkeuzetijd A, B of C selecte‐

ren

Problemen met de warmwater-bijverwarmer

Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

STORING¨ De overdracht van signalen tussen zender en voertuig is gestoord.# Wijzig de positie ten opzichte van het voertuig. Loop anders dichter

naar het voertuig toe.

STORING De startaccu heeft onvoldoende lading.# Laad de startaccu bij.

De brandstoftank is niet tot het reservepeil gevuld.# Tank bij de dichtstbijzijnde brandstofpomp.

STORING¯ De stilstandverwarming meldt een storing.# Laat de stilstandverwarming inspecteren in een gekwalificeerde

werkplaats.

Extra luchtverwarming

Overzicht schakelklok

1 Optie selecteren/waarden veranderen2 Menuregel3 Optie selecteren4 Kort indrukken: Selectie of instelling bevesti‐

gen/lang indrukken: Directe verwarming in-/uitschakelen

5 Statusregel6 Kort indrukken: Schakelkok inschakelen/

instellingen in een menu afbreken of beëindi‐gen/lang indrukken: Alle functies beëindigen

Schakelklok inschakelen# De toets 6 indrukken.

% De schakelklok schakelt na tien seconden inde ruststand. Het display schakelt uit.

Schakelklok instellen

Tijd instellen

De dag van de week, de tijd en de standaard‐waarde van de bedrijfsduur moeten in de vol‐gende gevallen opnieuw worden ingesteld:

R bij de eerste ingebruiknemingR na een spanningsonderbreking (bijvoorbeeld

als de accukabels zijn losgemaakt)R na een storing

# De toets 1 of 3 indrukken tot 4 knip‐pert in de menuregel 2.

# De toets 4 indrukken.# De toets 1 of 3 indrukken tot Î knippert.# De toets 4 indrukken.

Klimaatregeling 111

Page 114: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Met de toets 1 of 3 de uren instellen.# De toets 4 indrukken.# Met de toets 1 of 3 de minuten instellen.# De toets 4 indrukken.

Tijdweergave instellen# De toets 1 of 3 indrukken tot 4 knip‐

pert in de menuregel 2.# De toets 4 indrukken.# De toets 1 of 3 indrukken tot het symbool

voor de tijdweergave knippert.# De toets 4 indrukken.# Met de toets 1 of 3 de gewenste tijdweer‐

gave selecteren.# De toets 4 indrukken.

Dag van de week instellen# De toets 1 of 3 indrukken tot 4 knip‐

pert in de menuregel 2.# De toets 4 indrukken.# De toets 1 of 3 indrukken tot het symbool

voor de dag van de week knippert.# De toets 4 indrukken.# Met de toets 1 of 3 de gewenste dag van

de week selecteren.# De toets 4 indrukken.

Directe verwarming in- en uitschakelen# Inschakelen: De toets 4 indrukken tot y

in de menuregel 2 knippert.Op het display verschijnt kort On en vervol‐gens de resterende bedrijfsduur of het sym‐bool à voor de continue werking.

# Uitschakelen: De toets 4 indrukken tot Offverschijnt op het display.

Vertrektijd instellenMet de schakelklok kunnen drie vertrektijdenworden ingesteld. Na functiestoringen of als de

accukabels losgemaakt zijn geweest, moeten devertrektijden opnieuw worden ingesteld.# Vertrektijd instellen: De toets 1 of3indrukken, tot j knippert in de menure‐gel 2.

# De toets 4 indrukken.In de programmakolom 5 worden de num‐mers van de programmageheugens getoond.Het vinkje geeft het geactiveerde programma‐geheugen aan.

# Met de toets 1 of 3 het gewenste program‐mageheugen selecteren.

# De toets 4 indrukken.# Programmageheugen activeren/deactive‐

ren: Met de toets 1 of 3 On of Off selecte‐ren.

# De toets 4 indrukken.# Programmageheugen bewerken: Met de

toets 1 of 3 4 selecteren.# De toets 4 indrukken.# Dag van de week en tijd instellen

(→ pagina 111).

Temperatuur en inschakelduur instellen# De toets 4 indrukken.# Met de toets 1 of 3 de temperatuur instel‐

len.# De toets 4 indrukken.# Met de toets 1 of 3 de inschakelduur

instellen of het symbool à voor de conti‐nue werking selecteren.

# De toets 4 indrukken.

% De in te stellen inschakelduur is de stan‐daardinstelling voor de directe verwarming.De inschakelduur kan worden ingesteld tus‐sen 10 en 120 minuten of op continue wer‐king.

Problemen met de extra luchtverwarming

Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

De melding ERROR ver‐schijnt in het weergave‐veld van de schakelklok.

Er is een storing opgetreden.# De standverwarming bij een gekwalificeerde werkplaats laten con‐

troleren.

De melding INIT ver‐schijnt in het weergave‐veld van de schakelklok.

De spanningsvoorziening is onderbroken geweest. Alle opgeslageninstellingen zijn gewist.

De automatische hardware-herkenning is momenteel actief.

112 Klimaatregeling

Page 115: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen# Als de automatische hardware-herkenning beëindigd is, de dag van

de week, tijd en inschakelduur instellen (→ pagina 111).# De vertrektijd instellen (→ pagina 112).

De standverwarmingwordt automatisch uitge‐schakeld en/of kan nietworden ingeschakeld.

De in de regeleenheid geïntegreerde beveiliging tegen te lage spanningschakelt de standverwarming uit, omdat de boordnetspanning lager isdan 10 V.# De dynamo en accu laten controleren.

De elektrische zekering is doorgebrand.# De elektrische zekering vervangen, zie aanvullende handleiding

"Zekeringenindeling".# De oorzaak van de defecte zekering bij een gekwalificeerde werk‐

plaats laten controleren.

De extra luchtverwarmingis oververhit.

De luchtkanalen zijn verstopt.# Erop letten dat de heteluchtstroom niet geblokkeerd is.# De standverwarming bij een gekwalificeerde werkplaats laten con‐

troleren.

Bediening van de beluchting van de laad‐ruimte

Is uw voertuig voorzien van een dakventilator?Dan kunt u het laadruim beluchten of ontluchten.# De ontsteking inschakelen.# Inschakelen en ontluchten: Druk op de

bovenzijde van de schakelaar1.De dakventilator zuigt afgewerkte lucht uithet laadruim af.

# Inschakelen en beluchten: Druk op deonderzijde van de schakelaar2.De dakventilator voert nu buitenlucht toe aanhet laadruim.

# Uitschakelen: Plaats de schakelaar in zijnmiddenstand.

Klimaatregeling 113

Page 116: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Rijden

Spanningsvoorziening of contact met destart-stoptoets inschakelen

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len‑ en letsel als kinderen zonder toezichtin de auto worden achtergelaten

Wanneer kinderen zonder toezicht in de autoachterblijven, kunnen deze:

R Portieren openen en daardoor andere per‐sonen of verkeersdeelnemers in gevaarbrengen.R Uitstappen en door het verkeer worden

gegrepen.R Uitrustingen van de auto bedienen en bij‐

voorbeeld bekneld raken.

Bovendien kunnen de kinderen de auto inbeweging zetten, door bijvoorbeeld:

R De parkeerrem vrij te zetten.R De automatische transmissie uit de par‐

keerstand j te schakelen of de handge‐schakelde versnellingsbak in de neutraal‐stand te zetten.R De motor te starten.

# Bij het verlaten van de auto altijd desleutel meenemen en de auto vergren‐delen.

# Kinderen en dieren nooit zonder toe‐zicht in de auto achterlaten.

# De sleutel buiten bereik van kinderenbewaren.

& WAARSCHUWING Vergiftigingsgevaardoor uitlaatgassen

Verbrandingsmotoren stoten giftige uitlaat‐gassen, bijvoorbeeldkoolmonoxide uit. Hetinademen van deze uitlaatgassen leidt tot ver‐giftigingen.# De motor nooit in een gesloten ruimte

zonder voldoende ventilatie latendraaien.

& WAARSCHUWING Brandgevaar doorbrandbaar materiaal tegen het uitlaatsys‐teem

Door milieu-invloeden of dieren aangebrachtbrandbaar materiaal kan door hete onderde‐

len van de motor of het uitlaatsysteem ontste‐ken.# Daarom regelmatig controleren dat zich

geen brandbaar materiaal in de motor‐ruimte of tegen het uitlaatsysteembevindt.

Voorwaarden R De sleutel bevindt zich in herkenningsgebied

van de antenne (→ pagina 42) en de batterijvan de sleutel is niet ontladen.

# Spanningsvoorziening inschakelen: Detoets 1 eenmaal indrukken.Nu kunnen bijvoorbeeld de ruitenwissers wor‐den ingeschakeld.

Wanneer aan de volgende voorwaarden is vol‐daan, wordt de spanningsvoorziening weer uitge‐schakeld:

R Het bestuurdersportier is geopend.R De toets 1 wordt tweemaal ingedrukt.

# Contact inschakelen: De toets 1 tweemaalindrukken.Op het combi-instrument verschijnen de con‐trolelampjes.

Wanneer aan een van de volgende voorwaardenis voldaan, wordt het contact weer uitgeschakeld:

R Het voertuig wordt niet binnen 15 minutengestart.R De toets 1 wordt eenmaal ingedrukt.

114 Rijden en parkeren

Page 117: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Starten

Het voertuig met de start-stoptoets starten

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len‑ en letsel als kinderen zonder toezichtin de auto worden achtergelaten

Wanneer kinderen zonder toezicht in de autoachterblijven, kunnen deze:

R Portieren openen en daardoor andere per‐sonen of verkeersdeelnemers in gevaarbrengen.R Uitstappen en door het verkeer worden

gegrepen.R Uitrustingen van de auto bedienen en bij‐

voorbeeld bekneld raken.

Bovendien kunnen de kinderen de auto inbeweging zetten, door bijvoorbeeld:

R De parkeerrem vrij te zetten.R De automatische transmissie uit de par‐

keerstand j te schakelen of de handge‐schakelde versnellingsbak in de neutraal‐stand te zetten.R De motor te starten.

# Bij het verlaten van de auto altijd desleutel meenemen en de auto vergren‐delen.

# Kinderen en dieren nooit zonder toe‐zicht in de auto achterlaten.

# De sleutel buiten bereik van kinderenbewaren.

Voorwaarden R De sleutel bevindt zich in herkenningsgebied

van de antenne (→ pagina 42) en de batterijvan de sleutel is niet ontladen.

# Voertuigen met handgeschakelde versnel‐lingsbak: Het koppelingspedaal indrukken.

# Voertuigen met automatische transmis‐sie: De transmissie in de stand j of ischakelen.

# Het rempedaal indrukken en de toets 1 een‐maal indrukken.

# Als het voertuig niet start: Niet benodigdeverbruikers uitschakelen en de toets 1 een‐maal indrukken.

# Als het voertuig nog steeds niet start en ophet multifunctioneel display de displaymel‐ding Sleutel in aangegeven bergplaats leggen Zie handleiding verschijnt: Het voertuig in hetnoodprogramma starten.

Voertuig in het noodprogramma starten

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len‑ en letsel als kinderen zonder toezichtin de auto worden achtergelaten

Wanneer kinderen zonder toezicht in de autoachterblijven, kunnen deze:

R Portieren openen en daardoor andere per‐sonen of verkeersdeelnemers in gevaarbrengen.R Uitstappen en door het verkeer worden

gegrepen.R Uitrustingen van de auto bedienen en bij‐

voorbeeld bekneld raken.

Bovendien kunnen de kinderen de auto inbeweging zetten, door bijvoorbeeld:

R De parkeerrem vrij te zetten.

Rijden en parkeren 115

Page 118: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R De automatische transmissie uit de par‐keerstand j te schakelen of de handge‐schakelde versnellingsbak in de neutraal‐stand te zetten.R De motor te starten.

# Bij het verlaten van de auto altijd desleutel meenemen en de auto vergren‐delen.

# Kinderen en dieren nooit zonder toe‐zicht in de auto achterlaten.

# De sleutel buiten bereik van kinderenbewaren.

Als het voertuig nog steeds niet start en op hetmultifunctioneel display de displaymelding Sleu-tel in aangegeven bergplaats leggen Zie handlei-ding verschijnt, kan het voertuig in het noodpro‐gramma worden gestart.

# De sleutel 1 van de sleutelbos verwijderen.# De sleutel 1 in de aansluitplaats steken.

Het voertuig wordt na korte tijd gestart.# De sleutel tijdens de gehele rit in de aansluit‐

plaats laten.# Als de sleutel 1 uit de aansluitplaats wordt

genomen, blijft de motor draaien.# De sleutel 1 bij een gekwalificeerde werk‐

plaats laten controleren.

Als het voertuig niet start:# De sleutel 1 in de aansluitplaats laten.# Voertuigen met handgeschakelde versnel‐

lingsbak: Het koppelingspedaal indrukken.# Voertuigen met automatische transmis‐

sie: Het rempedaal indrukken.

# Het voertuig met de start-stoptoets starten.

% Met de start-stoptoets kan ook de spannings‐voorziening of het contact worden ingescha‐keld.

Inrij-aanwijzingen

De motor gedurende de eerste 1500 km ontzien:

R Met wisselende snelheden en toerentallen rij‐den.R Tijdig opschakelen, uiterlijk wanneer de wijzer

van de toerenteller Ô het rode gebied heeftbereikt.R Hoge belastingen en volgas vermijden.R Om te remmen niet handmatig terugschake‐

len.R Pas vanaf 1500 km kan het motortoerental

geleidelijk worden verhoogd en het volledigesnelheidsbereik worden gebruikt.R Auto's met automatische transmissie: Het

gaspedaal niet tot voorbij het drukpuntindrukken (kickdown).

Dit geldt eveneens als de motor of onderdelenvan de aandrijflijn zijn vervangen.

Tevens de volgende inrij-aanwijzingen in achtnemen:

R Na aflevering van het voertuig of na een repa‐ratie initialiseren de sensoren van het rijveilig‐heidssysteem ESP ® zich over een bepaaldeafstand. De volledige functionaliteit van dezesystemen wordt pas bereikt na afsluiting vandeze inleerprocedure.R Nieuwe of vervangen remblokken, remschij‐

ven en banden bereiken pas na enkele hon‐derden kilometers de optimale remwerking engrip. De verminderde remwerking door krach‐tiger indrukken van het rempedaal compense‐ren.

Rijtips

Aanwijzingen met betrekking tot het rijden

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door voorwerpen in de beenruimtevan de bestuurder

Voorwerpen in de beenruimte van de bestuur‐der kunnen de slag van de pedalen beperkenen een ingedrukt pedaal blokkeren.

116 Rijden en parkeren

Page 119: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Hierdoor wordt de bedrijfs‑ en verkeersveilig‐heid van de auto in gevaar gebracht.# Alle voorwerpen in de auto veilig opber‐

gen, opdat deze niet in de beenruimtevan de bestuurder terecht kunnenkomen.

# Bij vloermatten en tapijten controlerenof deze slipvast bevestigd zijn en con‐troleren of er voldoende vrije ruimtevoor de pedalen overblijft.

# Niet meerdere vloermatten of tapijtenover elkaar leggen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door ongeschikte schoenen

De bediening van de pedalen kan door onge‐schikte schoenen worden bemoeilijkt, bijvoor‐beeld:

R Schoenen met plateauzolenR Schoenen met hoge hakkenR Pantoffels

# Tijdens het rijden altijd geschikte schoe‐nen dragen, om de pedalen veilig tekunnen bedienen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len bij uitgeschakeld contact door ver‐grendeling van het stuurwiel

Als u het contact uitschakelt terwijl het voer‐tuig stilstaat, vergrendelt het stuurslot bijvoertuigen met handgeschakelde versnel‐lingsbak.

U kunt dan niet meer sturen.# Voordat u het voertuig in beweging zet,

het contact weer inschakelen om hetstuurslot te deactiveren.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len bij uitgeschakeld contact tijdens hetrijden

Als het contact tijdens het rijden wordt uitge‐schakeld, zijn veiligheidsrelevante functiesbeperkt of niet meer beschikbaar. Dat kan bij‐voorbeeld de stuurbekrachtiging en de rem‐bekrachtiging betreffen.

Er is dan aanzienlijk meer kracht voor het stu‐ren en remmen vereist.

# Niet het contact afzetten tijdens het rij‐den.

& WAARSCHUWING Vergiftigingsgevaardoor uitlaatgassen

Verbrandingsmotoren stoten giftige uitlaat‐gassen, bijvoorbeeldkoolmonoxide uit. Hetinademen van deze uitlaatgassen leidt tot ver‐giftigingen.# De motor nooit in een gesloten ruimte

zonder voldoende ventilatie latendraaien.

& WAARSCHUWING Slipgevaar en gevaarvoor ongevallen door terugschakelen opglad wegdek

Als op glad wegdek wordt teruggeschakeldom de remwerking van de motor te verhogen,kunnen de aangedreven wielen hun grip ver‐liezen.# Op glad wegdek niet terugschakelen om

de remwerking van de motor te verho‐gen.

& GEVAAR Levensgevaar door giftige uit‐laatgassen

Wanneer de uitlaateindpijp geblokkeerd is ofgeen voldoende ventilatie mogelijk is, kunnengiftige uitlaatgassen, in het bijzonder koolmo‐noxide, in het interieur binnendringen. Dat isbijvoorbeeld het geval als de auto in desneeuw vastzit.# Als de motor of de standverwarming

moet blijven draaien, de uitlaateindpijpen de omgeving van de auto sneeuwvrijhouden.

# Aan de luwzijde van de auto een ruitopenen, om voldoende buitenlucht inhet interieur te laten komen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door oververhit geraakt remsysteem

Als u tijdens het rijden de voet op het rempe‐daal laat rusten, kan het remsysteem overver‐hit raken.

Daardoor wordt de remweg langer en kan hetremsysteem zelfs helemaal uitvallen.# Het rempedaal nooit als voetensteun

gebruiken.

Rijden en parkeren 117

Page 120: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Tijdens het rijden niet tegelijkertijd hetrem- en het gaspedaal indrukken.

Bij lange en steile afdalingen moet vroegtijdig ineen lagere versnelling worden geschakeld. Hiervooral op letten als het voertuig beladen is. Zowordt er gebruikgemaakt van de remwerking vande motor. Daardoor wordt het remsysteem ont‐last en wordt voorkomen dat de remmen overver‐hit raken en te snel slijten.

* AANWIJZING Slijtage van de remblokkendoor het continu indrukken van het rem‐pedaal

# Het rempedaal niet continu indrukkentijdens het rijden.

# Om de remwerking van de motor tebenutten, vroegtijdig een versnellingterugschakelen.

* AANWIJZING Beschadiging van de aan‐drijflijn en de motor bij het wegrijden

# De motor niet stationair laten warm‐draaien. Meteen wegrijden.

# Hoge toerentallen en volgas vermijdentotdat de motor de bedrijfstemperatuurheeft bereikt.

# De wielen niet laten doordraaien.

* AANWIJZING Beschadiging van de kata‐lysator door onverbrande brandstof

De motor draait onregelmatig en slaat over.

Onverbrande brandstof kan in de katalysatorgeraken.# Maar weinig gas geven.# De oorzaak zo snel mogelijk laten ver‐

helpen bij een gekwalificeerde werk‐plaats.

Korte afstandenAls het voertuig overwegend wordt gebruikt voorkorte ritten, kan brandstof in de motorolie verza‐melen en motorschade veroorzaken.

Voertuigen met storingsmelding (bij korteafstanden)In geval van een van de volgende weergaven bijde eerstvolgende gelegenheid met een toerentalvan minimaal 2000 /min rijden, tot het controle‐lampje dooft of de displaymelding verdwijnt:

R Het controlelampje voor het dieselpartikelfil‐ter in het instrumentendisplay gaat branden.

De aanwijzingen met betrekking tot de rege‐neratie in acht nemen (→ pagina 126).R Op het multifunctioneel display verschijnt de

melding Uitlaatfilter Met hoog toerental rij-den Zie handleiding

Daartoe bij voertuigen met automatische trans‐missie een lagere versnelling inschakelen(→ pagina 130).

Bij voertuigen met ECO start-stopsysteem dit uit‐schakelen.

Door de temperatuurverhoging wordt het schoon‐branden van het dieselpartikelfilter ondersteund.

Als het controlelampje na circa 40 minuten nietdooft of de displaymelding niet verdwijnt, directcontact opnemen met een gekwalificeerde werk‐plaats.

Voertuigen zonder storingsmelding (bij korteafstanden)Als hoofdzakelijk korte ritten worden gereden,elke 500 km 20 minuten op de autosnelweg ofeen provinciale weg rijden. Daarmee wordt deregeneratie van het dieselpartikelfilter onder‐steund.

Snelheidsbegrenzing

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door overschrijden van het draagver‐mogen van de band of de toegestanesnelheidsindex

Het overschrijden van het aangegeven draag‐vermogen van de band of de toegestane snel‐heidsindex kan leiden tot beschadiging van debanden of tot klappen van de banden.# Alleen voor het voertuigtype goedge‐

keurde bandentypes en -maten gebrui‐ken.

# Het voor uw auto noodzakelijke draag‐vermogen van de band en de snelheids‐index in acht nemen.

U dient zich als chauffeur op de hoogte te stellenvan de voor de banden (banden en bandenspan‐ning) bepaalde toegestane maximumsnelheid.Met name ook de wettelijke bepalingen van hetbetreffende land met betrekking tot banden inacht nemen.

De snelheid van het voertuig kan permanent wor‐den begrensd.

118 Rijden en parkeren

Page 121: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Mercedes-Benz adviseert voor de programmeringvan de snelheidsbegrenzing een gekwalificeerdewerkplaats.

Bij voertuigen met limiter kan de snelheid van hetvoertuig via de boordcomputer tijdelijke en/ofpermanent worden begrensd (→ pagina 157).

Bij het inhalen erop letten dat de motor automa‐tisch wordt afgeregeld als de geprogrammeerdetopsnelheid wordt bereikt.

Bij bergafwaarts rijden kan de snelheidsbegren‐zing worden overschreden. In dat geval zelf rem‐men.

Displaymeldingen maken de chauffeur eropattent dat de snelheidsbegrenzing bereikt is.

Buitenlandse reizen

ServiceOok in het buitenland is een wijdvertaktMercedes-Benz-servicenet aanwezig. Deson‐danks zijn service-instellingen of vervangingson‐derdelen mogelijk niet direct beschikbaar; houdtu hier alstublieft rekening mee. De betreffendedealerboekjes zijn verkrijgbaar bij een Mercedes-Benz-servicewerkplaats.

BrandstofIn enkele landen kan alleen brandstof met eenlager octaangetal of met een hoger zwavelgehalteworden getankt.

Mercedes-Benz adviseert het inbouwen van eenbrandstoffilter met waterafscheider voor landenmet een verhoogd watergehalte in de diesel.

Ongeschikte brandstof kan motorschade veroor‐zaken. Informatie over brandstof (→ pagina 352).

TreintransportVoor het vervoeren van het voertuig op een auto‐trein kunnen in enkele landen door de afwijkendetunnelhoogtes en laadnormen beperkingen ofspeciale maatregelen noodzakelijk zijn.

Informatie hierover is verkrijgbaar bij elkeMercedes-Benz-servicewerkplaats.

Aanwijzingen met betrekking tot de remmen

& WAARSCHUWING Slipgevaar en gevaarvoor ongevallen door terugschakelen opglad wegdek

Als op glad wegdek wordt teruggeschakeldom de remwerking van de motor te verhogen,kunnen de aangedreven wielen hun grip ver‐liezen.

# Op glad wegdek niet terugschakelen omde remwerking van de motor te verho‐gen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door oververhit geraakt remsysteem

Als u tijdens het rijden de voet op het rempe‐daal laat rusten, kan het remsysteem overver‐hit raken.

Daardoor wordt de remweg langer en kan hetremsysteem zelfs uitvallen.# Het rempedaal nooit als voetensteun

gebruiken.# Tijdens het rijden niet tegelijkertijd het

rem- en gaspedaal indrukken.

Afdalingen

Bij lange en steile hellingen moet:

R bij een automatische transmissie vroegtijdigdoor handmatig schakelen naar schakelstand2 of 1 worden teruggeschakeld, zodat demotor in een gemiddeld tot hoog toerentalge‐bied draait (→ pagina 130),R bij een handgeschakelde versnellingsbak

vroegtijdig in een lagere versnelling wordengeschakeld, zodat de motor in een gemiddeldtot hoog toerentalgebied draait

% Als de TEMPOMAT of limiter is ingeschakeld,moet eveneens vroegtijdig van schakelstandworden gewisseld.

Zo wordt de remwerking van de motor benut enhoeft minder te worden geremd om de snelheidconstant te houden. Daardoor wordt de bedrijfs‐rem ontlast en wordt voorkomen dat de remmenoververhit raken en te snel slijten.

Hoge en geringe belasting

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door oververhit geraakt remsysteem

Als u tijdens het rijden de voet op het rempe‐daal laat rusten, kan het remsysteem overver‐hit raken.

Daardoor wordt de remweg langer en kan hetremsysteem zelfs uitvallen.# Het rempedaal nooit als voetensteun

gebruiken.# Tijdens het rijden niet tegelijkertijd het

rem- en gaspedaal indrukken.

Rijden en parkeren 119

Page 122: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Als de remmen zeer zwaar belast zijn geweest,het voertuig niet meteen parkeren. Een korte tijdverder rijden. De remmen koelen door de rijwindsneller af.

Als de remmen maar matig worden belast, dewerking hiervan geregeld testen. Daarom, reke‐ning houdend met de verkeerssituatie, vanafhogere snelheid sterk afremmen. De remmenworden daardoor stroever.

Natte rijbaanAls er bij hevige regen gedurende langere tijdwordt gereden zonder te remmen, kan het voor‐komen dat de remmen bij de eerste keer remmenvertraagd aangrijpen. Ook na het wassen van hetvoertuig of het rijden door diep water kan ditfenomeen optreden. Het rempedaal moet dankrachtiger worden ingedrukt. Daarom een grotereafstand tot uw voorligger aanhouden.

Na het rijden op nat wegdek en na het wassenvan het voertuig deze, met inachtneming van deverkeerssituatie voelbaar afremmen. De remschij‐ven worden warm, drogen sneller en wordentegen corrosie beschermd.

Beperkte remwerking op wegen waarop gestrooidis:

R Door een zoutlaag op de remschijven en rem‐blokken kan de remweg aanzienlijk langerworden of kan het voertuig aan één kant ster‐ker of zwakker remmen.R Een bovengemiddeld grote afstand tot het

voor u rijdende verkeer aanhouden.

Zoutlaag verwijderen:

R Regelmatig remmen en hierbij rekening hou‐den met de verkeerssituatie.R Bij het einde van de rit en bij aanvang van de

volgende rit voorzichtig het rempedaal indruk‐ken.

Nieuwe remschijven en remvoeringenNieuwe remblokken en remschijven bieden pasna enkele 100 km hun optimale remwerking. Deverminderde remwerking door krachtiger indruk‐ken van het rempedaal compenseren. Mercedes-Benz adviseert om veiligheidsredenen alleen doorMercedes-Benz goedgekeurde remschijven enremvoeringen te laten inbouwen.

Andere remschijven of remvoeringen kunnen deveiligheid van het voertuig verminderen.

Remschijven en remvoeringen altijd per as ver‐vangen. Bij het vervangen van remschijven altijdnieuwe remvoeringen gebruiken.

Parkeerrem

& WAARSCHUWING Slipgevaar en gevaarvoor ongevallen door afremmen met deparkeerrem

Wanneer u het voertuig met de parkeerremmoet afremmen, dan is de remweg aanzienlijklanger en kunnen de wielen blokkeren. Erbestaat een groter gevaar voor slippen enongevallen.# Het voertuig alleen met de parkeerrem

afremmen als de bedrijfsrem is uitgeval‐len.

# De parkeerrem daarbij niet te krachtigbedienen.

# Wanneer de wielen blokkeren, direct deparkeerrem zo ver vrijzetten tot de wie‐len weer ronddraaien.

Bij het rijden op een nat of vervuild wegdek kanstrooizout en/of vuil in de parkeerrem terechtko‐men. Corrosie en een vermindering van de rem‐kracht zijn het gevolg.

Om dit te voorkomen, van tijd tot tijd met ietsaangetrokken parkeerrem rijden. Daartoe eenafstand van circa 100 m rijden met een maxi‐mumsnelheid van 20 km/h.

Als het voertuig met de parkeerrem wordt afge‐remd, gaan de remlichten niet branden.

Rijden op nat wegdek

Aquaplaning

& WAARSCHUWING Gevaar voor aquapla‐ning door te lage profieldiepte

Afhankelijk van de hoeveelheid water op deweg kan ondanks voldoende profieldiepte eneen lage rijsnelheid aquaplaning optreden.# Door spoorvorming ontstane geulen ver‐

mijden en voorzichtig remmen.

Daarom bij sterke neerslag of bij omstandighedenwaarbij aquaplaning optreden kan, als volgt rij‐den:

R Voorzichtig de snelheid verlagen.R Door spoorvorming ontstane geulen vermij‐

den.R Voorzichtig remmen.

120 Rijden en parkeren

Page 123: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Rijden door het waterEraan denken dat voorliggers of tegenliggers voorgolven kunnen zorgen. Hierdoor kan de maximaaltoegestane waterhoogte worden overschreden.Deze aanwijzingen beslist aanhouden. Anderskunnen de motor, elektrische installatie en trans‐missie worden beschadigd.

Als er door water op de weg moet worden gere‐den, met het volgende rekening houden:

R De waterhoogte bij rustig water mag maxi‐maal gelijkstaan met de onderkant van devoorbumper.R Niet sneller dan stapvoets rijden.

Bij wagens met vierwielaandrijving eveneens deaanwijzingen met betrekking tot het rijden doorwater in het terrein in acht nemen(→ pagina 122).

Rijden in de winter

& WAARSCHUWING Slipgevaar en gevaarvoor ongevallen door terugschakelen opglad wegdek

Als op glad wegdek wordt teruggeschakeldom de remwerking van de motor te verhogen,kunnen de aangedreven wielen hun grip ver‐liezen.# Op glad wegdek niet terugschakelen om

de remwerking van de motor te verho‐gen.

& GEVAAR Levensgevaar door giftige uit‐laatgassen

Wanneer de uitlaateindpijp geblokkeerd is ofgeen voldoende ventilatie mogelijk is, kunnengiftige uitlaatgassen, in het bijzonder koolmo‐noxide, in het interieur binnendringen. Dat isbijvoorbeeld het geval als de auto in desneeuw vastzit.# Als de motor of de standverwarming

moet blijven draaien, de uitlaateindpijpen de omgeving van de auto sneeuwvrijhouden.

# Aan de luwzijde van de auto een ruitopenen, om voldoende buitenlucht inhet interieur te laten komen.

& WAARSCHUWING Slipgevaar en gevaarvoor ongevallen door terugschakelen opglad wegdek

Als op glad wegdek wordt teruggeschakeldom de remwerking van de motor te verhogen,kunnen de aangedreven wielen hun grip ver‐liezen.# Op glad wegdek niet terugschakelen om

de remwerking van de motor te verho‐gen.

Voertuigen met automatische transmissie mogenin de neutraalstand i slechts kortstondig rollen.Het langdurig rollen van het voertuig, bijvoor‐beeld tijdens het slepen, leidt tot transmissie‐schade.

Als het voertuig in een slip dreigt te raken of als ubij lage snelheid niet kunt stoppen:

R De automatische transmissie in de neutraal‐stand i schakelen.R De neutraalstand van de versnellingsbak

inschakelen of het koppelingspedaal indruk‐ken.R Het voertuig door stuurcorrecties onder con‐

trole proberen te houden.

Bij gladheid zeer voorzichtig rijden. Abrupt acce‐lereren, sturen en remmen vermijden.

Voor het begin van de winter bij een gekwalifi‐ceerde werkplaats een winterinspectie aan hetvoertuig laten uitvoeren.

De aanwijzingen in het hoofdstuk "Aanwijzingenmet betrekking tot sneeuwkettingen"(→ pagina 316) in acht nemen.

Bij het rijden in winterse omstandigheden hetvoertuig regelmatig controleren en sneeuw en ijsverwijderen. Ophopingen van sneeuw en ijs kun‐nen vooral in bevroren toestand in de omgevingvan de luchtaanzuiging, de bewegende delen, deassen en de wielkasten:

R de luchtaanzuiging belemmerenR delen van het voertuig beschadigenR storingen in de werking veroorzaken door

beperkingen van de constructief bepaaldebeweegbaarheid (bijvoorbeeld een kleineremogelijke stuuruitslag)

Bij beschadigingen contact opnemen met eengekwalificeerde werkplaats.

Rijden en parkeren 121

Page 124: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Rijden in het terrein

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len bij het niet aanhouden van de vallijnop hellingen

Als een helling schuin wordt bereden of opeen helling wordt gekeerd, kan het voertuigzijdelings wegglijden, kantelen en over de kopslaan.# Een helling altijd in de vallijn (in rechte

lijn naar boven of naar beneden) berij‐den en niet keren.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor versnellingskrachten tijdens het rij‐den op het terrein

Door de ongelijkmatige bodemgesteldheid bijhet rijden in het terrein worden vanuit allerichtingen versnellingskrachten uitgeoefendop uw lichaam.

U kunt bijvoorbeeld van uw stoel wordengeworpen.# Ook bij het rijden in het terrein altijd de

veiligheidsgordel omgespen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letselaan de handen bij het rijden over obsta‐kels

Als u over obstakels of door spoorvormingontstane geulen rijdt, kan het stuurwiel terug‐slaan en letsel aan uw handen veroorzaken.# Het stuurwiel altijd goed met beide han‐

den vasthouden.# Bij het rijden over obstakels rekening

houden met verhoogde stuurkrachten.

& WAARSCHUWING Brandgevaar doorbrandbaar materiaal aan hete onderdelenvan het uitlaatsysteem

Als brandbaar materiaal, bijvoorbeeld blade‐ren, gras of takken, met hete onderdelen vanhet uitlaatsysteem in contact komen, kunnendeze materialen ontsteken.# Tijdens het rijden op onverharde wegen

of in het terrein regelmatig de onder‐zijde van de auto controleren.

# In het bijzonder ingeklemde delen vanplanten of ander brandbaar materiaalverwijderen.

# Bij beschadigingen meteen contactopnemen met een gekwalificeerdewerkplaats.

Tijdens het rijden op onverharde wegen of in hetterrein regelmatig de onderzijde van het voertuigen de wielen en banden controleren. Met nameingeklemde voorwerpen, zoals stenen en takken,verwijderen.

De volgende aanwijzingen met betrekking tot der‐gelijke voorwerpen in acht nemen:

R Ze kunnen het onderstel, de brandstoftank enhet remsysteem beschadigen.R Ook kunnen ze onbalans en daardoor trillin‐

gen veroorzaken.R Tevens kunnen ze tijdens het doorrijden wor‐

den weggeslingerd.

Bij beschadigingen contact opnemen met eengekwalificeerde werkplaats.

Bij steile hellingen tijdens het rijden in het terreinmoet de vulhoogte in de AdBlue®-tank altijd hooggenoeg zijn. Daarom voor de rit in het terrein con‐troleren of het minimumniveau 10 liter bedraagt.

Bij het rijden in het terrein of op bouwplaatsenkunnen bijvoorbeeld zand, modder, al dan nietvermengd met olie, in de rem komen. Dit kanvoor een verminderde remwerking of het vollediguitvallen van de rem zorgen, ook door verhoogdeslijtage. De remeigenschappen veranderen,afhankelijk van het binnengedrongen materiaal.De remmen na het rijden in het terrein reinigen.Bij een verminderde remwerking of schurendegeluiden het remsysteem bij een gekwalificeerdewerkplaats laten controleren. De rijstijl aan degewijzigde remeigenschappen aanpassen.

Ritten in het terrein en op bouwplaatsen verho‐gen de kans op voertuigschade, die vervolgenstot uitval van aggregaten of systemen leidt. De rij‐stijl aanpassen aan de terreinomstandigheden.Geconcentreerd rijden. Voertuigschade direct bijeen gekwalificeerde werkplaats laten verhelpen.

Tijdens het rijden in ruw terrein niet de neutraal‐stand inschakelen en niet ontkoppelen. U zou decontrole over het voertuig kunnen verliezen als uprobeert om met de bedrijfsrem te remmen. In deachteruitversnelling terugrijden als de helling testeil is.

Wanneer het voertuig voor het rijden in het ter‐rein of op bouwplaatsen wordt beladen, hetzwaartepunt van het voertuig zo laag mogelijkhouden.

122 Rijden en parkeren

Page 125: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Checklist voor rijden in het terreinR De brandstof- en de AdBlue®-voorraad con‐

troleren (→ pagina 182) en indien nodig bij‐vullen (→ pagina 139).R Motor: Het oliepeil controleren en indien

nodig olie bijvullen (→ pagina 284). Voordatop extreme hellingen en onder extreme hoe‐ken wordt gereden, moet het oliepeil tot hetmaximum worden bijgevuld.

% Bij extreme hellingen en hoeken kan deboordcomputer het symbool op het displayweergeven. Als het motoroliepeil vóór de rittot het maximum is bijgevuld, heeft dit geeninvloed op de bedrijfszekerheid van de motor.R Boordgereedschap: Controleren of de krik

werkt (→ pagina 336).R Controleren dat de wielsleutel

(→ pagina 336), een blok hout voor de krik,een sterke sleepkabel, een pioniersschep eneen wielkeg in het voertuig aanwezig zijn.R Banden en velgen: Profieldiepte

(→ pagina 315) en bandenspanning controle‐ren (→ pagina 329).

Regels voor rijden in het terreinAltijd de bodemspeling van het voertuig in achtnemen en om hindernissen, zoals te diepe doorspoorvorming ontstane geulen, heen rijden.

Hindernissen kunnen het voertuig bijvoorbeeldaan de volgende onderdelen beschadigen:

R het onderstelR de aandrijflijnR de brandstoftanks en reservoirs

Daarom in het terrein altijd langzaam rijden. Als uover obstakels moet rijden, laat u zich dan doorde bijrijder instrueren.

% Mercedes-Benz adviseert bovendien eenschep en een sleepkabel met harpsluiting inhet voertuig mee te nemen.R Bagage en lading moeten goed zijn opgebor‐

gen of bevestigd; dit controleren(→ pagina 75).R Voor het begin van een rit in het terrein stop‐

pen en een lage versnelling inschakelen.R Voertuigen met DSR: Bij bergafwaarts rijden

de DSR inschakelen (→ pagina 134).R Voertuigen met vierwielaandrijving: De

vierwielaandrijving (→ pagina 133) en indiennodig de versnellingsbakoverbrenging LOWRANGE inschakelen (→ pagina 134).

R Als de ondergrond dit vereist, de ASR bij hetwegrijden kortstondig uitschakelen(→ pagina 133).R In het terrein altijd met draaiende motor en

ingeschakelde versnelling rijden.R Langzaam en gelijkmatig rijden. In veel geval‐

len is stapvoets rijden vereist.R Doordraaien van aangedreven wielen vermij‐

den.R Er steeds op letten dat de wielen contact met

de grond maken.R In onbekend terrein dat niet is te overzien

uiterst voorzichtig rijden. Om veiligheidsrede‐nen uitstappen en de passage door het ter‐rein eerst goed bekijken.R Op hindernissen, bijvoorbeeld rotsblokken,

gaten, boomstronken en door spoorvormingontstane geulen letten.R Bermen waarvan de ondergrond kan wegzak‐

ken, vermijden.

Regels voor waterpassages in het terrein(voertuigen met vierwielaandrijving)R De veiligheidsaanwijzingen en de algemene

aanwijzingen voor het rijden in het terrein inacht nemen.R Voor waterpassages de diepte en toestand

van het water controleren. Het water magmaximaal 60 cm diep zijn.R Het klimaatregelsysteem is uitgeschakeld

(→ pagina 103).R De standverwarming is uitgeschakeld

(→ pagina 108).R De vierwielaandrijving inschakelen

(→ pagina 133) en bij voertuigen met versnel‐lingsbakoverbrenging LOW RANGE inschake‐len (→ pagina 134).R De schakelstand tot 1 of 2 begrenzen.

R Hoge motortoerentallen vermijden.R Langzaam en gelijkmatig rijden, maximaal

stapvoets.R Er tijdens het rijden altijd op letten dat geen

boeggolf wordt gevormd.R Na de waterpassage de remmen droogrem‐

men.

Als het water bij een waterpassage dieper dan50 cm is, na de passage direct alle voertuigvloei‐stoffen op tekenen van binnengedrongen watercontroleren.

Rijden en parkeren 123

Page 126: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Checklist na rijden in het terreinAls u na het rijden in het terrein schade aan hetvoertuig constateert, het voertuig onmiddellijklaten controleren bij een gekwalificeerde werk‐plaats.

Het rijden in het terrein betekent een zwaarderebelasting van het voertuig dan bij normaal wegge‐bruik. Het voertuig na een rit door onherberg‐zaam terrein controleren. Mogelijke beschadigin‐gen worden dan tijdig herkend en het gevaar voorrisico's voor de inzittenden en andere verkeers‐deelnemers wordt verminderd. Voor het rijden opde openbare weg het voertuig grondig reinigen.

De volgende punten na het rijden in het terrein ofop bouwplaatsen en voor het rijden op de open‐bare weg in acht nemen:R Voertuigen met DSR: De DSR uitschakelen

(→ pagina 134).R Voertuigen met vierwielaandrijving: De

vierwielaandrijving uitschakelen(→ pagina 133).R De ASR inschakelen (→ pagina 133).R De exterieurverlichting, in het bijzonder de

koplampen en achterlichten, reinigen en opbeschadigingen controleren.R De kentekenplaat aan de voor- en achterzijde

reinigen.R De ruiten en de buitenspiegels reinigen.R De treden, de instappen en de handgrepen

reinigen. Dit verbetert de grip.R Banden en velgen, wielkasten en de bodem‐

plaat met een waterstraal reinigen. Daardoorwordt de grip vooral op nat wegdek verhoogd.R Banden en velgen en wielkasten op inge‐

klemde voorwerpen controleren en deze ver‐wijderen. Ingeklemde voorwerpen kunnen debanden en velgen beschadigen, of tijdens hetdoorrijden uit de band worden geslingerd.R De bodemplaat op ingeklemde takken of

andere delen van planten controleren en dezezo nodig verwijderen.R Vooral na gebruik in zand, modder, split en

grind, water of soortgelijke vuile omstandig‐heden de remschijven, remblokken en fuseesreinigen.R De bodemplaat, de banden, de velgen, de car‐

rosserie, de remmen, de stuurinrichting, hetonderstel en het uitlaatsysteem op beschadi‐gingen controleren.

R De bedrijfsrem op bedrijfsveiligheid controle‐ren, bijvoorbeeld een remproef uitvoeren.R Wanneer na het rijden in het terrein sterke

trillingen worden vastgesteld, de wielen en deaandrijflijn opnieuw op ingeklemde voorwer‐pen controleren. Ingeklemde voorwerpen ver‐wijderen, omdat deze onbalans en daardoortrillingen kunnen veroorzaken. Bij schade aande wielen en aandrijflijn direct naar eengekwalificeerde werkplaats gaan.

Rijden in bergachtige gebiedenVoertuigen met dieselmotor: De bedrijfszekerheidvan de dieselmotor is gewaarborgd tot eenhoogte van 2500 m boven zeeniveau. Dezehoogte mag voor korte tijd worden overschreden,bijvoorbeeld bij het rijden in de bergen. Nietvoortdurend op hoogtes boven 2500 m rijden.Anders kan de dieselmotor worden beschadigd.

Bij het rijden in de bergen erop letten dat doorhet toenemen van de hoogte het motorvermogenen het klimvermogen bij wegrijden verminderen.Als hoger dan 2500 m boven zeeniveau wordtgereden, is de ECO-Start niet meer beschikbaar.Aanwijzingen met betrekking tot remmen bij afda‐lingen vindt u onder Aanwijzingen met betrekkingtot de remmen(→ pagina 119).

ECO start-stopsysteem

Werking van het ECO start-stopsysteem

Wanneer aan de volgende voorwaarden is vol‐daan, wordt de motor automatisch afgezet:

R Voertuigen met handgeschakelde versnel‐lingsbak: Er wordt afgeremd, bij lage snel‐heid wordt de neutraalstand i ingeschakelden vervolgens wordt het koppelingspedaallosgelaten.R Voertuigen met automatische transmis‐

sie: Het voertuig wordt in de transmissie‐stand h of i gestopt.R Er is aan alle voorwaarden met betrekking tot

het voertuig voor de automatische motorstopvoldaan.

Als het voertuig stilstaat verschijnt op het multi‐functioneel display het symbool è. Als nietaan alle voorwaarden met betrekking tot hetvoertuig is voldaan, verschijnt op het multifunc‐tioneel display het symbool ç.

124 Rijden en parkeren

Page 127: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

De motor wordt in de volgende gevallen weerautomatisch gestart:

R Voertuigen met handgeschakelde versnel‐lingsbak: Het koppelingspedaal wordt inge‐drukt.R Voertuigen met handgeschakelde versnel‐

lingsbak: De achteruitversnelling k wordtingeschakeld.R Voertuigen met automatische transmis‐

sie: In de transmissiestand h wordt bij nietactieve HOLD-functie het rempedaal losgela‐ten.R Voertuigen met automatische transmis‐

sie: De transmissiestand j wordt verlaten.

R Voertuigen met automatische transmis‐sie: De transmissiestand h of k wordtingeschakeld.R Het gaspedaal wordt ingedrukt.R Er moet een automatische motorstart bij het

voertuig worden uitgevoerd.

Als de motor door het ECO start-stopsysteem isafgezet en het voertuig wordt verlaten, klinkt eenwaarschuwingssignaal. Bovendien verschijnt ophet multifunctioneel display de displaymeldingVoertuig is gereed Voor het verlaten contact uit-schakelen. Als het contact niet is uitgeschakeld,wordt dit na een minuut automatisch uitgescha‐keld.

ECO start-stopsysteem uit- of inschakelen

# De toets 1 indrukken.Bij het uit- of inschakelen van het ECO start-stopsysteem verschijnt een weergave in hetcombi-instrument.

% Wanneer het ECO start-stopsysteem uitge‐schakeld is, is permanent een weergave inhet combi-instrument zichtbaar.

Functie van de ECO-aanduiding

De ECO-aanduiding telt uw rijgedrag van de starttot het einde van de rit op en ondersteunt eenzuinige rijstijl.

U kunt het verbruik beïnvloeden:

R Anticiperend rijden.R De schakeladviezen in acht nemen.

Het opschrift van het segment wordt helder, debuitenste rand licht op en het segment wordtgevuld bij:

R 1 gelijkmatige snelheidR 2 zacht vertragen en rollenR 3 beheerst accelereren

Het opschrift van het segment is grijs, de buiten‐ste rand is donker en het segment loopt leeg bij:

R 1 snelheidsschommelingenR 2 sterk remmenR 3 sportief accelereren

U hebt zuinig gereden:

R De drie segmenten zijn tegelijkertijd vollediggevuld.R De omranding van de drie segmenten gaat

branden.

In het midden van de weergave 4 wordt de extraactieradius weergegeven die u door uw rijstijl invergelijking met een chauffeur met een zeer spor‐tieve rijstijl hebt bereikt. Deze actieradius komtniet overeen met een vaste brandstofbesparing.

Rijden en parkeren 125

Page 128: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Dieselpartikelfilter

Aanwijzingen met betrekking tot de regenera‐tie

& WAARSCHUWING Vergiftigingsgevaardoor uitlaatgassen

Verbrandingsmotoren stoten giftige uitlaat‐gassen, bijvoorbeeldkoolmonoxide uit. Hetinademen van deze uitlaatgassen leidt tot ver‐giftigingen.# De motor nooit in een gesloten ruimte

zonder voldoende ventilatie latendraaien.

& WAARSCHUWING Brandgevaar bij heteonderdelen van het uitlaatsysteem

Als brandbaar materiaal, bijvoorbeeld blade‐ren, gras of takken, met hete onderdelen vanhet uitlaatsysteem of de uitlaatgasstroom incontact komen, kunnen deze materialen ont‐steken.# De auto zo parkeren dat geen brandbaar

materiaal met hete onderdelen van deauto in contact kan komen.

# Niet op een droge wei of afgeoogstegraanvelden parkeren.

Als het voertuig overwegend wordt gebruikt voorkorte ritten of bij stilstand de PTO wordt gebruikt,kunnen er storingen optreden bij de automati‐sche reiniging van het dieselpartikelfilter. Daar‐door kan het dieselpartikelfilter overbeladen wor‐den en vermogensverlies van de motor veroorza‐ken.

% Als het voertuig beschikt over een weergavevan de vulling van het dieselpartikelfilter, ofover een weergave van de regeneratie, kandit via het multifunctioneel display wordenweergegeven. Naar behoefte kan via de weer‐gave van de regeneratie een regeneratie vanhet dieselpartikelfilter worden gestart(→ pagina 126).

% Een regelmatige regeneratie van het diesel‐partikelfilter kan storingen, verdunning vande motorolie en vermogensverlies van demotor voorkomen.

* AANWIJZING Schade door heet uitlaat‐gas

Tijdens de regeneratie komen zeer hete uit‐laatgassen uit de uitlaateindpijp.

# Tijdens de regeneratie een minimumaf‐stand van 2 m tot andere objecten,zoals geparkeerde voertuigen, aanhou‐den.

Regeneratie starten en afbreken

Voorwaarden R Er is voldaan aan alle systeemvoorwaarden.R De vullingsgraad van het dieselpartikelfilter is

hoger dan 50 %.R Het voertuig rijdt.

% Als het voertuig beschikt over een weergavevan de vulling van het dieselpartikelfilter, ofover een weergave van de regeneratie, kandit via het multifunctioneel display wordenweergegeven. Naar behoefte kan via de weer‐gave van de regeneratie een regeneratie vanhet dieselpartikelfilter worden gestart(→ pagina 126).

Boordcomputer:, Service . Roetfilter

* AANWIJZING Schade door heet uitlaat‐gas

Tijdens de regeneratie komen zeer hete uit‐laatgassen uit de uitlaateindpijp.# Tijdens de regeneratie een minimumaf‐

stand van 2 m tot andere objecten,zoals geparkeerde voertuigen, aanhou‐den.

Wanneer het voertuig onder normale omstandig‐heden wordt gebruikt, is een extra commandovoor de regeneratie niet noodzakelijk.# Regeneratie starten: OK selecteren.

De melding Handmatige regeneratie aange-vraagd verschijnt.

Afhankelijk van het gebruik en de omgevings‐omstandigheden, kan het tot 20 minutenduren alvorens de regeneratie start.

Wanneer de regeneratie start, verschijnt demelding Regeneratie actief. De regeneratieduurt circa 15 minuten.

# Tijdens de regeneratie, indien mogelijk, meteen toerental van ten minste 2000 /min rij‐den.Door de temperatuurverhoging wordt hetschoonbranden van het dieselpartikelfilterondersteund.

126 Rijden en parkeren

Page 129: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Regeneratie afbreken: De motor afzetten.De regeneratie wordt afgebroken. Als de rege‐neratie niet wordt afgesloten, kan de regene‐ratie na het starten van de motor opnieuwworden gestart.

Afhankelijk van de beladingstoestand van hetdieselpartikelfilter start de regeneratie bij devolgende keer rijden automatisch.

Accuhoofdschakelaar

Aanwijzingen met betrekking tot de accu‐hoofdschakelaar

* AANWIJZING Beschadiging van de elek‐trische installatie

Wanneer de accuhoofdschakelaar wordt los‐gekoppeld of losgetrokken, kan de elektrischeinstallatie worden beschadigd.# Controleren of het contact is uitgescha‐

keld en of er daarna ten minste 15minuten zijn verstreken voordat deaccuhoofdschakelaar wordt losgekop‐peld of aangesloten. Anders kunnenonderdelen van de elektrische installatieworden beschadigd.

Met de accuhoofdschakelaar kunnen alle verbrui‐kers van het voertuig spanningsloos wordengeschakeld. Daardoor wordt een ongecontro‐leerde accu-ontlading door ruststroomverbruikvoorkomen.

Als het voertuig met een extra accu in de motor‐ruimte of onder de bijrijdersstoel is uitgerust,moeten de accukabels van beide accu's wordenlosgemaakt. Alleen dan is het boordnet span‐ningsloos.

% Het voertuig alleen met de accuhoofdschake‐laar stroomloos schakelen, als:

R het voertuig langere tijd stilstaatR het beslist noodzakelijk is

Na het inschakelen van de spanningsvoorzie‐ning moeten de zijruiten (→ pagina 56) en deelektrische schuifdeur opnieuw worden geïni‐tialiseerd (→ pagina 51).

% Een onderbreking van de voedingsspanningwordt in de DTCO (digitale tachograaf) alsstoring in het storingsgeheugen opgeslagen.De afzonderlijke handleiding van de DTCOraadplegen.

Spanningsvoorziening in- of uitschakelen

Spanningsvoorziening uitschakelen

# Het contact uitschakelen en ten minste15 minuten wachten.

# De afdekking 1 verwijderen.# De knop 3 indrukken en ingedrukt houden.# De stekker 2 van het massapunt verwijde‐

ren.# De stekker 2 zo ver in de richting van de pijl

schuiven, dat er geen contact met het massa‐punt kan ontstaan.Alle verbruikers van de startaccu zijn losge‐koppeld van de spanningsvoorziening.

Spanningsvoorziening inschakelen# De stekker 2 op het massapunt drukken tot

deze merkbaar vergrendelt en de stekker 2geheel tegen het massapunt aanligt.Alle verbruikers van de startaccu zijn weeraangesloten op de spanningsvoorziening.

# De afdekking 1 bevestigen.

Handgeschakelde versnellingsbak

Versnellingshendel bedienen

* AANWIJZING Beschadiging van de motoren versnellingsbak door het inschakelenvan een te lage versnelling

# Bij het wisselen tussen de versnelling5 en 6 de versnellingshendel naarrechts drukken.

# Bij hoge snelheden niet terugschakelen.

Rijden en parkeren 127

Page 130: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

* AANWIJZING Beschadiging van de ver‐snellingsbak door het inschakelen van deachteruitversnelling k tijdens het rijden

# De achteruitversnelling k alleeninschakelen als de auto stilstaat.

Voertuigen met achterwielaandrijvingk Achteruitversnelling1 - 6 Vooruitversnellingen7 Trekring achteruitversnellingi Neutraalstand

# Het koppelingspedaal indrukken en de ver‐snellingshendel in de gewenste richting ver‐plaatsen.

Voertuigen met voorwielaandrijvingk Achteruitversnelling1 - 6 Vooruitversnellingen7 Trekring achteruitversnellingi Neutraalstand

# Het koppelingspedaal indrukken en de ver‐snellingshendel in de gewenste richting ver‐plaatsen.

Schakeladvies

Het schakeladvies geeft aanwijzingen voor eenbrandstofbesparende rijstijl.

Voorbeeldweergave

# Als op het multifunctioneel display het scha‐keladvies 1 verschijnt, de geadviseerde ver‐snelling inschakelen.

% Bij voertuigen met ECO start-stopsysteemwordt bovendien een schakeladvies voor hetinschakelen van de neutraalstand i weerge‐geven.

Automatische transmissie

DIRECT SELECT-keuzehendel

Werking van de DIRECT SELECT-keuzehendel

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len en letsel als kinderen zonder toezichtin de auto worden achtergelaten

Wanneer kinderen zonder toezicht in de autoachterblijven, kunnen deze:

R Portieren openen en daardoor andere per‐sonen of verkeersdeelnemers in gevaarbrengen.R Uitstappen en door het verkeer worden

gegrepen.R Uitrustingen van de auto bedienen en bij‐

voorbeeld bekneld raken.

Bovendien kunnen kinderen de auto in bewe‐ging zetten, door bijvoorbeeld:

R De parkeerrem vrij te zetten.

128 Rijden en parkeren

Page 131: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R De automatische transmissie uit de par‐keerstand j te schakelen.R De motor te starten.

# Kinderen en dieren nooit zonder toe‐zicht in de auto achterlaten.

# Bij het verlaten van de auto altijd desleutel meenemen en de auto vergren‐delen.

# De sleutel buiten bereik van kinderenbewaren.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door ondeskundig schakelen

Als het motortoerental hoger is dan het stati‐onair toerental en vervolgens de transmissie‐stand h of k wordt ingeschakeld, kan deauto met een schok accelereren.# Als de transmissiestand h of k wordt

ingeschakeld, altijd het rempedaal ste‐vig indrukken en niet tegelijkertijd gasgeven.

Met de DIRECT SELECT-keuzehendel wordt detransmissiestand gewijzigd. De actuele transmis‐siestand wordt op het multifunctioneel displayweergegeven.

j Parkeerstandk Achteruitversnellingi Neutraalstandh Rijstand

Achteruitversnelling R inschakelen

# Het rempedaal indrukken en de DIRECTSELECT-keuzehendel door de eerste weer‐stand omhoogdrukken.Op het multifunctioneel display toont detransmissiestandaanduiding k.

Neutraalstand N inschakelen

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len en letsel bij ingeschakelde neutraal‐stand

Als het voertuig met ingeschakelde neutraal‐stand i wordt geparkeerd en de parkeerremniet is ingeschakeld, kan het voertuig wegrol‐len.

Er bestaat gevaar voor letsel en ongevallen!# Vóór het parkeren van het voertuig de

parkeerrem inschakelen.

Rijden en parkeren 129

Page 132: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Het rempedaal indrukken en de DIRECTSELECT-keuzehendel tot de eerste weerstandomhoog- of omlaagdrukken.Op het multifunctioneel display toont detransmissiestandaanduiding i.

Als vervolgens het rempedaal wordt losgelatenkan het voertuig vrij worden bewogen, bijvoor‐beeld om weg te duwen of te slepen.

Als de automatische transmissie in de neu‐traalstand i moet blijven, ook als het con‐tact is uitgeschakeld:# Het voertuig starten.# Het rempedaal indrukken en de neutraalstand

i inschakelen.# Het rempedaal loslaten.# Het contact uitschakelen.

% Wanneer het voertuig aansluitend wordt ver‐laten en de sleutel zich in het voertuigbevindt, blijft de automatische transmissie inde neutraalstand i.

Parkeerstand P inschakelen

# De toets 1 indrukken.Op het multifunctioneel display toont detransmissiestandaanduiding j.

Als aan een van de volgende voorwaarden is vol‐daan, wordt de parkeerstand j automatischingeschakeld:

R De motor wordt afgezet in de transmissie‐stand h of k.R De chauffeursdeur wordt geopend als het

voertuig stilstaat of met zeer geringe snelheidrijdt in de transmissiestand h of k.

R Het gordelslot wordt geopend als het voertuigstilstaat of met zeer geringe snelheid rijdt.R U verlaat de stoel als het voertuig stilstaat of

met zeer geringe snelheid rijdt.

Rijstand D inschakelen

# Het rempedaal indrukken en de DIRECTSELECT-keuzehendel door de eerste weer‐stand omlaagdrukken.Op het multifunctioneel display toont detransmissiestandaanduiding h.

De automatische transmissie schakelt de versnel‐lingen in de transmissiestand h automatisch.Dit is afhankelijk van de volgende factoren:

R De stand van het gaspedaalR De gereden snelheid

Schakelstand begrenzen

Voorwaarden R De transmissiestand h is ingeschakeld

(→ pagina 130).

130 Rijden en parkeren

Page 133: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Schakelstand begrenzen: Kort aan de stuur‐wielschakelpaddle 1 trekken.De automatische transmissie schakelt, afhan‐kelijk van de actuele versnelling, naar deeerstvolgende lagere versnelling terug. Tege‐lijkertijd wordt de schakelstand begrensd.

Op het multifunctioneel display verschijnt deingestelde schakelstand. De automatischetransmissie schakelt slechts tot aan debetreffende versnelling.

# De stuurwielschakelpaddle 1 vasthouden.De automatische transmissie wisselt nu in deschakelstand van waaruit het voertuig goedkan accelereren of goed op de motor kanworden afgeremd. Hiertoe schakelt de auto‐matische transmissie één of meerdere ver‐snellingen terug en wordt de schakelstandbegrensd.

Op het multifunctioneel display verschijnt deingestelde schakelstand. De automatischetransmissie schakelt slechts tot aan debetreffende versnelling.

% Als bij een te hoge snelheid aan de stuurwiel‐schakelpaddle 1 wordt getrokken, schakeltde automatische transmissie niet terug.Als het schakelstand begrensd is en hetmaximummotortoerental van de begrensdeschakelstand is bereikt, schakelt de automa‐tische transmissie niet op.

# Schakelstand uitbreiden: Kort aan de stuur‐wielschakelpaddle 2 trekken.De automatische transmissie schakelt, afhan‐kelijk van de actuele versnelling, naar deeerstvolgende hogere versnelling op. Tegelij‐kertijd wordt daardoor de schakelstand uitge‐breid.

Op het multifunctioneel display verschijnt deingestelde schakelstand. De automatischetransmissie schakelt slechts tot aan debetreffende versnelling.

# Schakelstand vrijgeven: De stuurwielscha‐kelpaddle 2 vasthouden.De automatische transmissie schakelt, afhan‐kelijk van de actuele versnelling, één of meer‐dere versnellingen op. Tegelijkertijd is deschakelstandbegrenzing opgeheven en ver‐schijnt op het multifunctioneel display detransmissiestand h.

# Schakelstand vrijgeven: De stuurwielscha‐kelpaddle 2 vasthouden.

of# de transmissiestand h opnieuw inschakelen

(→ pagina 130).De automatische transmissie schakelt, afhan‐kelijk van de actuele versnelling, één of meer‐dere versnellingen op. Tegelijkertijd is deschakelstandbegrenzing opgeheven en ver‐schijnt op het multifunctioneel display detransmissiestand h.

Schakelstand rijsituaties

3 De remwerking van de motor gebruiken.

2 De remwerking van de motor gebruiken ophellingen, bij het rijden op steile passen, inde bergen en onder zware bedrijfsomstan‐digheden.

1 De remwerking van de motor gebruiken tij‐dens extreme afdalingen en lange pasritten.

Kickdown gebruiken

# Maximaal accelereren: Het gaspedaal totvoorbij het drukpunt indrukken.

# Gas terug nemen als de gewenste snelheid isbereikt.

Parkeervergrendeling mechanisch opheffen(voertuigen met voorwielaandrijving)

% Voertuigen met automatische transmis‐sie en voorwielaandrijving: Bij storingenkan de automatische transmissie in de standj geblokkeerd zijn. In dit geval kunt u deparkeervergrendeling mechanisch opheffen,bijvoorbeeld om het voertuig te slepen(→ pagina 306).

Rijden en parkeren 131

Page 134: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

% Het mechanisch opheffen van de parkeerver‐grendeling is alleen mogelijk bij voertuigenmet automatisch schakelende versnellings‐bak en voorwielaandrijving.

Voorwaarden

R U heeft het ontgrendelingsgereedschap uithet boordgereedschap nodig (→ pagina 312).

# De parkeerrem bedienen.# De motorkap openen (→ pagina 281).# Het ontgrendelingsgereedschap 4 op de

transmissie aanbrengen 1 en in de richtingvan de pijl draaien.

# Een geschikt gereedschap, bijvoorbeeld eenschroevendraaier, door de boring van het ont‐grendelingsgereedschap 3 en de boring inde transmissie 2 steken.Het ontgrendelingsgereedschap 4 is in dezepositie geborgd. De parkeervergrendelingwordt opgeheven.

Zolang het ontgrendelingsgereedschap 4 opde transmissie is aangebracht, kan de standj niet worden ingeschakeld.

# De aanwijzingen met betrekking tot het sle‐pen in acht nemen (→ pagina 306).

% Wanneer het ontgrendelingsgereedschapwordt verwijderd 4, springt de transmissieautomatisch weer in de stand j.

Vierwielaandrijving

Aanwijzingen met betrekking tot de vierwiel‐aandrijving

De vierwielaandrijving zorgt voor permanenteaandrijving van alle vier de wielen en verbetertsamen met het ESP® de tractie van uw voertuig.

De tractieregeling van de vierwielaandrijving vindteveneens plaats via het remsysteem. Bij extreemgebruik in het terrein kan het remsysteem daar‐door oververhit raken. In dat geval minder gasgeven of het voertuig stoppen, om het remsys‐teem te laten afkoelen.

Als één aangedreven wiel wegens een te geringegrip doordraait:

R Bij het wegrijden de ondersteuning van de inhet ESP® geïntegreerde tractieregelinggebruiken. Het gaspedaal zo ver als nodigindrukken.R Tijdens het rijden langzaam de voet van het

gaspedaal nemen.

Onder winterse omstandigheden winterbanden(M+S-banden) gebruiken, zo nodig met sneeuw‐kettingen (→ pagina 316). Alleen zo wordt demaximale werking van de vierwielaandrijvingbereikt.

Bij bergafwaarts rijden in het terrein de DSR(Downhill Speed Regulation) gebruiken(→ pagina 134).

De vierwielaandrijving kan het gevaar voor onge‐vallen als gevolg van een niet aangepaste ofonoplettende rijstijl niet verminderen en denatuurkundige grenzen niet buiten werking stel‐len. De vierwielaandrijving kan geen rekeninghouden met de weg- en weersomstandigheden ende verkeerssituatie. De vierwielaandrijving isslechts een hulpmiddel. De verantwoordelijkheidvoor een veilige afstand, de snelheid, het tijdigremmen en het aanhouden van de rijstrook ligt biju.

* AANWIJZING Gevaar voor beschadigingvan de aandrijflijn en het remsysteem

Als u bij voertuigen met vierwielaandrijving opeen 1-as-testbank test, kunt u de aandrijflijnof het remsysteem beschadigen.# Het controleren van de werking van het

systeem of van het vermogen alleen opeen 2-assen-testbank uitvoeren.

# Voordat het voertuig op een testbankwordt getest, eerst informatie inwinnenbij een gekwalificeerde werkplaats.

* AANWIJZING Gevaar voor beschadigingvan de verdeelbak

Wanneer u het voertuig met een opgetilde assleept, kan de verdeelbak worden bescha‐

132 Rijden en parkeren

Page 135: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

digd. Dergelijke schade valt niet onder deMercedes-Benz aansprakelijkheid voor gebre‐ken.# Het voertuig nooit met een opgetilde as

slepen.# Het voertuig alleen met alle wielen op

de grond of volledig van de grond sle‐pen.

# De aanwijzingen voor het slepen van hetvoertuig met alle wielen volledig op degrond in acht nemen.

Vierwielaandrijving inschakelen

SchakelvoorwaardenDe vierwielaandrijving kan alleen in de volgendesituaties worden in- of uitgeschakeld:R als de motor draaitR als het voertuig niet sneller dan circa

10 km/h rijdtR als het voertuig niet in een bocht rijdt

Als de vierwielaandrijving niet kan worden inge‐schakeld terwijl het voertuig rijdt, het volgendedoen:# Voertuigen met handgeschakelde versnel‐

lingsbak: Het koppelingspedaal indrukken.# Voertuigen met automatische transmis‐

sie: De keuzehendel kort in de stand i zet‐ten.

% De vierwielaandrijving kan niet worden inge‐schakeld als het voertuig stilstaat. De keuze‐hendel uit de stand i in h of k halen enweer terugzetten.

Vierwielaandrijving in- en uitschakelen

# In- of uitschakelen: De schakelaar 1 aande bovenzijde indrukken.De waarschuwingslampjes ÷ en : inhet instrumentendisplay gaan branden. HetESP® en de ASR zijn gedurende de schakel‐manoeuvre uitgeschakeld. Als de schakelma‐noeuvre voltooid is, doven de waarschuwings‐lampjes ÷ en : in het instrumenten‐display en zijn het ESP® en de ASR weer inge‐schakeld.

Wanneer de versnellingsbakoverbrenging LOWRANGE ingeschakeld is, kan de vierwielaandrij‐ving niet worden uitgeschakeld.

Versnellingsbakoverbrenging LOW RANGE

De versnellingsbakoverbrenging LOW RANGEondersteunt bij het rijden in moeilijk terrein. Bijingeschakelde LOW RANGE worden het gebruikvan het vermogen van de motor en het schakelenvan de automatische transmissie aangepast. Invergelijking met de wegversnelling wordt de over‐brengingsverhouding van de motor naar de wie‐len met circa 40 % verlaagd. Het aandrijfkoppel isdaardoor overeenkomstig hoger.SchakelvoorwaardenDe LOW RANGE kan alleen in de volgende situ‐aties worden in- of uitgeschakeld:R De motor draait.R Het voertuig staat stil.R U drukt het rempedaal in.R De handgeschakelde versnellingsbak staat in

de neutraalstand.

Rijden en parkeren 133

Page 136: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R De keuzehendel van de automatische trans‐missie staat in de stand j of i.R De vierwielaandrijving is ingeschakeld.

LOW RANGE in- en uitschakelen

1 LOW RANGE in- en uitschakelen

# In- en uitschakelen: De schakelaar 1 aande bovenzijde indrukken.Het controlelampje + in het instrumenten‐display knippert tijdens de schakelma‐noeuvre.R Als de schakelmanoeuvre voltooid is en

LOW RANGE ingeschakeld is, brandt hetcontrolelampje +.R Als de schakelmanoeuvre voltooid is en

LOW RANGE uitgeschakeld is, dooft hetcontrolelampje +.

Zolang het controlelampje + knippert, kan deschakelmanoeuvre worden afgebroken dooropnieuw de toets 1 in te drukken. Wanneer deschakelmanoeuvre niet geaccepteerd werd, knip‐pert het controlelampje + driemaal kort. Aanéén van de schakelvoorwaarden is dan niet vol‐daan.

DSR (Downhill Speed Regulation)

Aanwijzingen voor de DSR

De DSR kan het gevaar voor ongevallen vanwegeeen niet-aangepaste of onoplettende rijstijl nietverlagen noch de natuurkundige grenzen buitenwerking stellen. De DSR kan geen rekening hou‐den met de weg- en weersomstandigheden en deverkeerssituatie. De DSR is slechts een hulpmid‐del. De chauffeur is zelf verantwoordelijk voor de

veilige afstand, de gereden snelheid en het tijdigremmen.

De DSR ondersteunt u in alle transmissiestandenbij bergafwaarts rijden, bijvoorbeeld in het terreinof op bouwplaatsen. Door gerichte remingrepenhoudt de DSR tijdens de afdaling de vooraf inge‐stelde snelheid aan. Het vasthouden van de snel‐heid is afhankelijk van de staat van het wegdeken de helling en is daarom niet in alle situatiesgewaarborgd. Een aan de omstandigheden aan‐gepaste regelsnelheid kiezen en indien nodig zelfremmen.

De snelheid kan met het rem- en gaspedaal ofmet de tuimelschakelaars in het stuurwiel tussen4 km/h en 18 km/h worden ingesteld.R Als het voertuig stilstaat of als de actuele

snelheid langzamer dan 4 km/h is, wordt4 km/h als snelheid ingesteld.R Als in het terrein sneller dan 18 km/h wordt

gereden, schakelt de DSR in de standby-func‐tie. De DSR blijft ingeschakeld, maar remtniet automatisch.R Als bergaf langzamer dan 18 km/h wordt

gereden, regelt de DSR weer de vooraf inge‐stelde snelheid in.R Als sneller dan 45 km/h wordt gereden,

wordt de DSR automatisch uitgeschakeld.

DSR in- en uitschakelen

DSR inschakelen

De DSR kan worden ingeschakeld als het voertuigstilstaat of tijdens het rijden.# Het voertuig op de gewenste snelheid tussen

4 km/h en 18 km/h afremmen of versnellen.

134 Rijden en parkeren

Page 137: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De schakelaar 1 aan de bovenzijde indruk‐ken.

# Het rem- of gaspedaal loslaten.De actuele snelheid is opgeslagen. Als hetvoertuig stilstaat wordt 4 km/h als snelheidopgeslagen. De DSR houdt op de afdaling deopgeslagen snelheid vast en remt automa‐tisch.

Snelheid instellenAls wordt weggereden, geaccelereerd of geremdals de DSR is ingeschakeld, wordt na het loslatenvan het gas- of het rempedaal de actuele snelheidopgeslagen. Dit is alleen het geval zo lang nietsneller dan 18 km/h wordt gereden.

# De tuimelschakelaar 2 omhoog- of omlaag‐drukken en vasthouden.De opgeslagen snelheid wordt in stappen van1 km/h verhoogd of verlaagd.

DSR uitschakelen# De schakelaar 1 aan de bovenzijde indruk‐

ken.

of# Versnellen en sneller dan 45 km/h rijden.

In de volgende situaties wordt de DSR automa‐tisch uitgeschakeld:

R U rijdt sneller dan 45 km/h gereden.R Het ESP® of het ABS vertoont een storing.

Elektronische niveauregeling

Functie van de elektronische niveauregeling

& WAARSCHUWING Inklemgevaar doorzakkende auto

Bij het omlaagbrengen van de auto kunnenlichaamsdelen van personen bekneld rakendie zich tussen de carrosserie en de bandenof onder de auto bevinden.# Bij het omlaagbrengen van de auto mag

zich niemand in de directe omgevingvan de spatbordranden of onder de autobevinden; dit controleren.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor het kantelen van de krik

Wanneer een voertuig met luchtvering wordtgeparkeerd kan de luchtvering tot een uurlater geactiveerd blijven, ook als het contactis uitgeschakeld. Indien wordt geprobeerd hetvoertuig met de krik op te krikken, probeertde luchtvering het voertuigniveau te compen‐seren.

De krik kan omvallen.# Alvorens het voertuig op te krikken op

de luchtvering-afstandsbediening op detoets Service drukken.Dit voorkomt het automatisch naregelenvan het voertuigniveau en het handma‐tig omhoog- of omlaagbrengen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door verhoogd of verlaagd chassis

Als met omhoog- of omlaaggebracht chassiswordt gereden, kunnen het remgedrag en derij-eigenschappen sterk worden beïnvloed.Bovendien kan bij omhooggebracht chassisde toegestane voertuighoogte worden over‐schreden.# De rijhoogte instellen alvorens weg te

rijden.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len bij storing ENR

Als de ENR een functiestoring vertoont, kanhet voertuigniveau te hoog, te laag of schuinstaan.

Het rij- en remgedrag van het voertuig kandan duidelijk veranderd zijn.

Rijden en parkeren 135

Page 138: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Voorzichtig rijden en de rijstijl aanpas‐sen aan het gewijzigde rijgedrag.

# Het voertuig, rekening houdend met deverkeerssituatie, tot stilstand brengen.

# Contact opnemen met een gekwalifi‐ceerde werkplaats.

* AANWIJZING Gevaar van beschadigingvan het chassis door het verlaagde voer‐tuigniveau

Als de ENR een functiestoring vertoont of tij‐dens het rijden naregelt, kan het voertuigni‐veau te laag staan.# Op de staat van het wegdek en op vol‐

doende grondspeling letten.# Voorzichtig rijden.

Het voertuigniveau is afhankelijk van de bela‐dingstoestand en de verdeling van de belading.De ENR zorgt bij voertuigen met luchtgeveerdeachteras voor een compensatie van het niveauvan de achteras. Hierdoor blijft het voertuig onaf‐hankelijk van de beladingstoestand altijd op derijhoogte. De rijdynamiek blijft behouden. Hethoogteverschil tussen beide zijden van het voer‐tuig mag daarbij maximaal 1 cm zijn.

De ENR werkt onafhankelijk van de motor en isalleen ingeschakeld als het contact is ingescha‐keld. De compressor van de ENR werkt hoorbaar.

% Als de compressor voortdurend werkt, ofmeerdere malen binnen een minuut start,vertoont de ENR een functiestoring.

Overeenkomstig de uitrusting van het voertuigschakelt de ENR ofwel afhankelijk van de snel‐heid, ofwel afhankelijk van de stand van de par‐keerrem om tussen de handmatige en de automa‐tische functie.

Wanneer de ENR afhankelijk van de snelheidschakelt, is de handmatige functie als het voer‐tuig stilstaat automatisch geactiveerd. Het voer‐tuigniveau kan dan worden verhoogd of verlaagd.Wanneer vervolgens sneller dan 10 km/h wordtgereden, is de handmatige functie automatischgedeactiveerd en stelt de automatische regelingde rijhoogte in.

Wanneer de ENR afhankelijk van de stand van deparkeerrem schakelt, is de handmatige functieautomatisch geactiveerd als de parkeerrem isaangetrokken. Het voertuigniveau kan dan wor‐den verhoogd of verlaagd voor het in- en uitladen.Als de parkeerrem wordt gelost, is de handmatige

functie automatisch gedeactiveerd en stelt deautomatische regeling de rijhoogte in.

Voor werkzaamheden aan het voertuig of bij hetverwisselen van een wiel kan de ENR worden uit‐geschakeld (→ pagina 136).

Als de ENR een storing vertoont respectievelijkals het voertuigniveau te hoog of te laag is, klinkteen akoestisch signaal.

Het rij- en remgedrag van het voertuig verandertdan duidelijk. De ENR regelt zo snel mogelijk hetnormale voertuigniveau in. Voorzichtig verder rij‐den, tot het akoestisch signaal stopt. Pas dan ishet voertuig op het normale niveau.

De automatische regeling en de ENR schakelenafhankelijk van de geselecteerde optie automa‐tisch weer in, om de rijhoogte weer in te stellen:

R als de parkeerrem wordt gelostR vanaf een snelheid van 10 km/h

Als de compressor van de elektronische niveaure‐geling oververhit dreigt te geraken, bijvoorbeelddoor het snel herhaald omhoog- en omlaagbren‐gen, wordt de ENR uitgeschakeld (speelbeveili‐ging). Het voertuigniveau kan dan na circaeen minuut weer omhoog of omlaag wordengebracht.

Voertuigniveau omhoogbrengen en omlaag‐brengen

Met de afstandsbediening

De ENR controleert zichzelf regelmatig bij hetinschakelen en tijdens het gebruik. Het controle‐lampje 1 op de afstandsbediening gaat gedu‐rende ongeveer een seconde branden, als ofwelhet contact, ofwel de ENR met de toets 4 wordtingeschakeld.

Een storing is aanwezig bij het volgende gedragvan het controlelampje: 1

R Het controlelampje gaat niet branden als hetcontact of de ENR wordt ingeschakeld.

136 Rijden en parkeren

Page 139: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

ofR Het controlelampje dooft niet een seconde

daarna.

ofR Het controlelampje gaat vervolgens opnieuw

branden of knippert.

Bovendien klinkt gedurende circa 30 secondeneen waarschuwingssignaal vanaf de afstandsbe‐diening. De herkende storing kan met behulp vande controlelampjes (signalisering van storingsco‐des) worden weergegeven.# Het voertuig parkeren en het contact inge‐

schakeld laten.# Voertuigniveau omhoog- of omlaagbren‐

gen: De toets 2 of 3 zo lang indrukken, tothet voertuigniveau de gewenste hoogte heeftbereikt.Het controlelampje in de toets 2 of 3 knip‐pert, zo lang het voertuigniveau wordt gewij‐zigd. Als het voertuigniveau is ingesteld,brandt het controlelampje in de toets 2 of3.

# Automatisch omlaagbrengen: De toets 3kort indrukken.De ENR brengt het voertuig automatisch totde laagste stand omlaag.

Het controlelampje in de toets 3 knippert,zo lang het voertuigniveau wordt gewijzigd.Als het voertuigniveau is ingesteld, brandt hetcontrolelampje in de toets 3.

# Om de beweging te stoppen de toets 2 kortindrukken.

# Omhoog- of omlaagbrengen naar rij‐hoogte: De toets 2 of 3 kort indrukken.De ENR brengt het voertuig automatischomhoog of omlaag naar rijhoogte.

Het controlelampje in de toets 2 of 3 knip‐pert, zo lang het voertuigniveau wordt gewij‐zigd. Als het voertuigniveau is ingesteld,brandt het controlelampje in de toets 2 of3.

# Om de beweging te stoppen, de andere toetsindrukken.

# Ingestelde voertuigniveau opslaan: Hetgewenste voertuigniveau instellen.

# De toets 5 of 6 zo lang indrukken, tot eengeluidssignaal klinkt.Het ingestelde voertuigniveau is opgeslagenop de overeenkomstige toets 5 of 6.

# Opgeslagen voertuigniveau oproepen: Detoets 5 of 6 kort indrukken.De ENR brengt het voertuig automatischomhoog of omlaag naar de opgeslagen rij‐hoogte.

Het controlelampje in de toets 5 of 6 knip‐pert, zo lang het voertuigniveau wordt gewij‐zigd. Als het voertuigniveau is ingesteld,brandt het controlelampje in de toets 5 of6.

# Om de beweging te stoppen de toets 2 of3 kort indrukken.

# Automatische regeling inschakelen: Snel‐ler dan 10 km/h rijden of de parkeerrem los‐sen.De ENR regelt het voertuigniveau automa‐tisch.

# Om de beweging te stoppen de toets 2 of3 kort indrukken.

ENR uit- en inschakelen# ENR uitschakelen: De toets 4 indrukken.

Het controlelampje in de toets 4 brandt.# ENR weer inschakelen: De toets 4

opnieuw indrukken.Het controlelampje in de toets 4 dooft.

Met de toets in het bedieningspaneel

# Het voertuig parkeren en het contact inge‐schakeld laten.

# Automatisch omlaagbrengen: De schake‐laar 2 kort aan de onderzijde indrukken.De ENR brengt het voertuig automatischomlaag.

# Om de beweging te stoppen de schakelaar 1kort aan de bovenzijde indrukken.

Rijden en parkeren 137

Page 140: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Omhoogbrengen tot rijhoogte: De schake‐laar 1 kort aan de bovenzijde indrukken.De ENR brengt het voertuig automatisch opde rijhoogte.

# Om de beweging te stoppen de schakelaar 2kort aan de onderzijde indrukken.

# Automatische regeling inschakelen: Snel‐ler dan 10 km/h rijden of de parkeerrem los‐sen.De ENR regelt het voertuigniveau automa‐tisch.

Systeem in geval van nood vullen

Alleen voor voertuigen met noodventielen voor denoodvulling van de ENR. Wanneer de ENR eenstoring vertoont en het voertuig scheef staat, kanhet voertuig via noodventielen (bandenventielen)door een externe luchtdrukbron omhoog ofomlaag worden gebracht. U kunt dan met uitge‐schakelde ENR voorzichtig naar de dichtstbij‐zijnde gekwalificeerde werkplaats verder rijdenen de storing laten verhelpen.

* AANWIJZING Beschadiging door een tehoge druk!

Wanneer de druk in de veerbalgen te hoog is,kunnen de luchtleidingen of de veerbalgenworden beschadigd.

# De maximaal toegestane bedrijfsdrukvan 600 kPa (6 bar, 87 psi) niet over‐schrijden.

# De parkeerrem bedienen.# Voertuigen met automatische transmis‐

sie: De transmissie in de stand j zetten.# De ENR uitschakelen (→ pagina 136).# De motor afzetten en de motorkap openen

(→ pagina 281).# De ventieldopjes van het betreffende ventiel

draaien.# De externe luchtdrukbron aansluiten.# Door het vullen met of het afblazen van druk‐

lucht het voertuigniveau zo lang verhogen ofverlagen, tot de rijhoogte is bereikt en hetvoertuig horizontaal staat. Daarbij de maxi‐maal toegestane bedrijfsdruk van 600 kPa(6 bar, 87 psi) in acht nemen.

# De externe luchtdrukbron verwijderen.# De ventieldopjes op de ventielen vastdraaien.# De motorkap sluiten (→ pagina 281).# Voorzichtig naar de volgende gekwalificeerde

werkplaats rijden.

Problemen met de elektronische niveauregeling

Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

Het voertuigniveau kanniet worden verhoogd ofverlaagd als het voertuigstilstaat.

De compressor dreigt oververhit te raken. Na het herhaaldelijk omhoog‐brengen en omlaagbrengen van het voertuig schakelt de speelbeveiligingde ENR uit.# Na circa een minuut opnieuw proberen het voertuigniveau handma‐

tig in te stellen.

De ENR is vanwege een te lage spanning uitgeschakeld. Mogelijk wordtde accu niet opgeladen.

Het weggedrag en het rijcomfort kunnen slechter zijn.# De motor starten.# Zo spoedig mogelijk naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

138 Rijden en parkeren

Page 141: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Tanken

Brandstof tanken

& WAARSCHUWING Brand‑ en explosiege‐vaar door brandstof

Brandstoffen zijn licht ontvlambaar.# Beslist vuur, open licht, roken en vonk‐

vorming vermijden.# Vóór en tijdens het tanken het contact

en, indien aanwezig, de standverwar‐ming uitschakelen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor brandstoffen

Brandstoffen zijn giftig en schadelijk voor degezondheid.# Beslist voorkomen dat brandstof met de

huid, de ogen of de kleding in aanrakingkomt, of dat het wordt ingeslikt.

# Brandstofdampen niet inademen.# Kinderen op afstand van brandstoffen

houden.# Tijdens het tanken portieren en ruiten

gesloten houden.

Als u of anderen met brandstof in aanrakingzijn geweest, de volgende punten in achtnemen:# Brandstof op de huid direct met water

en zeep afspoelen.# Wanneer brandstof in de ogen terecht

gekomen is, de ogen direct grondig metschoon water uitspoelen. Zo snel moge‐lijk naar een arts gaan.

# Wanneer brandstof is ingeslikt, zo snelmogelijk naar een arts gaan. Geen bra‐ken opwekken.

# Met brandstof vervuilde kleren directwisselen.

& WAARSCHUWING Brand‑ en explosiege‐vaar door elektrostatische oplading

Elektrostatische oplading kan tot vonkvor‐ming leiden en brandstofdampen ontsteken.

# Voordat u de tankdop opent of het vul‐pistool vastpakt, de metalen carrosserievan de auto aanraken.Op deze manier wordt een eventueelaanwezige elektrostatische opladingafgebouwd.

# Tijdens het tanken niet weer in de autostappen.Anders kunt u zich weer elektrostatischopladen.

& WAARSCHUWING Brandgevaar doorbrandstofmengsel

Auto's met dieselmotor:

Wanneer diesel met benzine wordt gemengd,is het vlampunt van het brandstofmengsellager dan bij pure diesel.

Als de motor draait kunnen onderdelen vanhet uitlaatsysteem ongemerkt oververhitraken.# Nooit benzine tanken.# Nooit benzine aan de diesel bijmengen.

* AANWIJZING Geen benzine tanken bijauto's met dieselmotor.

Wanneer abusievelijk de verkeerde brandstofis getankt:

R Het contact niet inschakelen. Anders kande brandstof in het brandstofsysteemgeraken.

Kleine hoeveelheden van de verkeerdebrandstof kunnen al leiden tot schade aanhet brandstofsysteem en de motor. Dereparatiekosten zijn hoog.

# Contact opnemen met een gekwalifi‐ceerde werkplaats.

# De brandstoftank en de brandstofleidin‐gen volledig laten legen.

* AANWIJZING Beschadiging aan hetbrandstofsysteem door overvulde brand‐stoftank.

# De brandstoftank slechts zo ver vullentot het vulpistool afslaat.

Rijden en parkeren 139

Page 142: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

* AANWIJZING Eruit spuitende brandstofbij het verwijderen van het vulpistool.

# De brandstoftank slechts zo ver vullentot het vulpistool afslaat.

* AANWIJZING Beschadiging door brand‐stof op gespoten oppervlakken

# Geen brandstof op gespoten oppervlak‐ken morsen.

+ MILIEU-AANWIJZING Milieuschade doorondeskundige omgang met brandstof

Bij een ondeskundige omgang met brandstof‐fen kan gevaar voor mens en milieu ontstaan.# Brandstoffen niet in de riolering, het

oppervlaktewater, het grondwater of inde bodem terecht laten komen.

Voorwaarden R Het voertuig is ontgrendeld.R De extra verwarming is uitgeschakeld.R De linker voordeur is geopend.

% Tijdens het tanken niet weer in het voertuigstappen. Anders kunt u zich weer elektrosta‐tisch opladen.

De aanwijzingen met betrekking tot de bedrijfs‐stoffen in acht nemen (→ pagina 351).

1 Tankdopklep2 Tankdop

# De tankdopklep 1 openen.# De tankdop 2 linksom draaien en verwijde‐

ren.# Alle deuren sluiten zodat er geen brandstof‐

dampen in het interieur kunnen komen.# De vulpijp van het vulpistool volledig in de

tankvulbuis schuiven, laten rusten en tanken.# De brandstoftank slechts zo ver vullen tot het

vulpistool afslaat.# De tankdop 2 aanbrengen en rechtsom

draaien.Een knakkend geluid geeft aan dat de tank‐dop geheel gesloten is.

# De linker voordeur openen.# De tankdopklep 1 sluiten.

% Voertuigen met dieselmotor en tankbevei‐liging tegen benzine: De opening van detankvulbuis is alleen geschikt voor de tank‐pistolen van een dieselpomp.

% Voertuigen met dieselmotor: Bij een volle‐dig leeggereden brandstoftank ten minste 5 ldiesel bijtanken.

140 Rijden en parkeren

Page 143: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Problemen met brandstof en brandstoftank

Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

Het voertuig lekt brand‐stof.

Een brandstofleiding of de brandstoftank is defect.# De parkeerrem bedienen.# De motor afzetten.# De sleutel uit het contactslot verwijderen.

Of, bij voertuigen met KEYLESS-START:# De chauffeursdeur openen.

De boordelektronica bevindt zich in de stand g. Dat komt overeenmet "verwijderde sleutel".

# De motor in geen geval opnieuw starten!# Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

De motor slaat niet aan. De brandstoftank is bij een voertuig met dieselmotor volledig leeggere‐den.# Ten minste 5 l dieselbrandstof in het voertuig tanken.# De ontsteking gedurende circa 10 seconden inschakelen.# De motor ononderbroken maximaal 10 seconden starten, tot deze

regelmatig draait.

Als de motor niet aanslaat:# De ontsteking opnieuw gedurende circa 10 seconden inschakelen.# De motor opnieuw ononderbroken maximaal 10 seconden starten,

tot deze regelmatig draait.

Als de motor na drie pogingen nog steeds niet aanslaat:# Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

AdBlue®

Aanwijzingen met betrekking tot AdBlue®

* AANWIJZING Als de AdBlue®-tank wordtgeopend, kan een kleine hoeveelheidammoniakdamp vrijkomen.

# De AdBlue®-tank alleen bijvullen in goedgeventileerde ruimtes.

# Vermijden dat AdBlue® met de huid,ogen of kleding in contact komt.

# Kinderen op afstand van AdBlue® hou‐den.

* AANWIJZING AdBlue® niet inslikken.

Wanneer AdBlue® is ingeslikt:# Direct de mond grondig uitspoelen.# Rijkelijk water drinken.

# Zo snel mogelijk naar een arts gaan.

* AANWIJZING Schade veroorzaakt dooradditieven in AdBlue® of door verdunnenvan AdBlue®

De AdBlue®-uitlaatgasnabehandeling kandefect raken door:

R Additieven in AdBlue®

R Verdunnen van AdBlue®

# Alleen AdBlue® volgens ISO 22241gebruiken.

# Geen additieven toevoegen.# AdBlue® niet verdunnen.

Rijden en parkeren 141

Page 144: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

* AANWIJZING Schade en storingen doorverontreinigingen in AdBlue®

Verontreinigingen van AdBlue® leiden tot:

R Hogere emissiewaardenR KatalysatorschadeR MotorschadeR Storingen in de werking van de AdBlue®-

uitlaatgasnabehandeling

# Verontreinigingen in AdBlue® voorko‐men.

* AANWIJZING AdBlue® resten kristallise‐ren na enige tijd. AdBlue® resten verwij‐deren.

# Oppervlakken die bij het tanken metAdBlue® in aanraking gekomen zijn,direct met water afspoelen.

# AdBlue® kan ook met een vochtige doeken koud water worden verwijderd.

# Wanneer AdBlue® al gekristalliseerd is,een spons en koud water gebruikenvoor het reinigen.

AdBlue® is een vloeibare ureum-oplossing voorde uitlaatgasnabehandeling bij dieselmotoren.Voor een correcte werking van de uitlaatgasnabe‐handeling alleen AdBlue® volgens ISO 22241gebruiken.

AdBlue® heeft de volgende eigenschappen:

R niet-giftigR kleur- en reukloosR niet-brandbaar

AdBlue® beschikbaarheid

R AdBlue® kan bij een gekwalificeerde werk‐plaats, bijvoorbeeld bij een Mercedes-Benz-servicewerkplaats, in het kader van de snel‐service worden bijgevuld.R AdBlue® is bij een groot aantal tankstations

via AdBlue® tankzuilen beschikbaar.R Als alternatief is AdBlue® bij gekwalificeerde

werkplaatsen, bijvoorbeeld een Mercedes-Benz-servicewerkplaats en bij talrijke tanksta‐tions als AdBlue® bijvulcontainer of AdBlue®

navulflacon verkrijgbaar.

% AdBlue® bevriest bij een temperatuur vancirca -11 °C. Het voertuig is af fabriek uitge‐

rust met een AdBlue®-voorverwarmingssys‐teem. Rijden in de winter is zodoende ook bijtemperaturen onder -11 °C gewaarborgd.Wanneer AdBlue® bij een temperatuuronder-11 °C wordt bijgevuld, kan hetAdBlue®-niveau in het combi-instrument nietcorrect worden weergegeven. Bij bevrorenAdBlue® ten minste 20 minuten rijden en ver‐volgens het voertuig ten minste 30 secondenparkeren, opdat het niveau correct wordtweergegeven. Bij extreme winterse omstan‐digheden kan, onder bepaalde omstandighe‐den, de periode tot herkend wordt hoeveelmoet worden bijgevuld, langer zijn. Het voer‐tuig in een verwarmde garage parkeren omdeze procedure te verkorten.

% Bij navulverpakkingen erop letten dat eendruppelvrije verbindingsmogelijkheid met devulopening van het voertuig aanwezig is.

AdBlue® bijvullen

* AANWIJZING Motorschade door AdBlue®

in de brandstof

# AdBlue® mag niet in de brandstoftankworden gevuld.

# AdBlue® alleen in de AdBlue®-tank vul‐len.

# Vermijden dat de AdBlue®-tank te verwordt gevuld.

* AANWIJZING Verontreiniging van hetinterieur door vrijkomende AdBlue®

# De AdBlue® navulverpakking na het vul‐len goed afsluiten.

# AdBlue® navulverpakkingen niet langdu‐rig in de auto vervoeren.

Voorwaarden R Het contact is uitgeschakeld.

Voertuigen met goedkeuring als personenvoer‐tuig: De volgende na elkaar optredende meldin‐gen op het multifunctioneel display verzoeken uom de AdBlue® tank bij te vullen:

R AdBlue bijvullen Zie handleidingDe AdBlue® voorraad is tot de reservehoe‐veelheid verbruikt.R AdBlue bijvullen Vermogen gered. over

XXXkm

142 Rijden en parkeren

Page 145: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

U kunt met het voertuig alleen nog de weer‐gegeven afstand afleggen. Zo snel mogelijkAdBlue® bijvullen.R AdBlue bijvullen Vermogen ger.: 20 km/h

Geen start na XXX kmDe rijsnelheid is tot 20 km/h beperkt. U kuntmet het voertuig alleen nog de weergegevenafstand afleggen. Daarna kan de motor nietmeer worden gestart.R AdBlue bijvullen Starten niet mogelijk

Het voertuig kan niet meer worden gestart.

Voertuigen met goedkeuring als bedrijfswagen:De volgende na elkaar optredende meldingen ophet multifunctioneel display verzoeken u om deAdBlue® tank bij te vullen:

R AdBlue bijvullen Zie handleidingDe AdBlue® voorraad is tot de reservehoe‐veelheid verbruikt.R AdBlue bijvullen Vermogen gereduceerdR AdBlue bijvullen Na motorstart vermogen

ger.: 20 km/hHet voertuig kan na het opnieuw starten vande motor nog slechts maximaal 20 km/h rij‐den.R AdBlue bijvullen Vermogen gereduceerd: 20

km/hHet voertuig kan nog slechts maximaal20 km/h rijden.

AdBlue® tankdop openen bij niet-afsluitbaretankdop

# De motorkap openen.# De AdBlue® tankdop 1 linksom draaien en

verwijderen.

AdBlue® tankdop openen bij afsluitbare tank‐dop

# De motorkap openen.# Het gereedschap 4 voor het ontgrendelen

van de AdBlue®-tankdop 1 uit het boordge‐reedschap nemen.

# De afdekking 3 op de AdBlue®-tankdop 1omhoogtrekken, 90° draaien en loslaten.

# Het gereedschap 4 in de boringen 2 vande AdBlue®-tankdop 1 steken.

# De AdBlue® tankdop 1 linksom draaien enverwijderen.

Rijden en parkeren 143

Page 146: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

AdBlue® bijvulcontainer voorbereiden

Variant 1

Variant 2

# De dop van de AdBlue® jerrycan 2 los‐draaien.

# De eenwegslang 1 met de hand op de ope‐ning van de AdBlue® bijvulcontainer 2 vast‐draaien.

AdBlue® bijvullen

Variant 1

Variant 2

# De eenwegslang 2 met de hand op de vul‐pijp van het voertuig vastdraaien.

# De AdBlue® bijvulcontainer 1 omhoogbren‐gen en kantelen.Als de AdBlue®-tank volledig gevuld is, stopthet vullen.

De AdBlue® bijvulcontainer 2 kan gedeelte‐lijk geleegd worden verwijderd.

# De eenwegslang 2 en de AdBlue® bijvulcon‐tainer 1 in omgekeerde volgorde losdraaienen afsluiten.

# De ontsteking gedurende ten minste60 seconden inschakelen.

# Het voertuig starten.

% Een AdBlue® navulverpakking niet continu inhet voertuig meenemen.

144 Rijden en parkeren

Page 147: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

AdBlue®-navulflaconDe AdBlue®-navulflacon met de hand afsluiten.Anders kan deze worden beschadigd.

De AdBlue®-navulflacons 1 zijn verkrijgbaar bijveel tankstations of bij een Mercedes-Benz-ser‐vicewerkplaats. Navulflacons zonder schroefslui‐ting bieden geen bescherming tegen overvullen.De mogelijkheid bestaat dat AdBlue® door over‐vulling naar buiten lekt. Mercedes-Benz biedtspeciale navulflacons met schroefsluiting aan.Deze zijn verkrijgbaar bij elke Mercedes-Benz-ser‐vicewerkplaats.

# De afdekkap van de AdBlue®-navulflacon 1losdraaien.

# De AdBlue®-navulflacon 1 zoals afgebeeldop de vulopening 2 aanbrengen enrechtsom met de hand vastdraaien.

# De AdBlue®-navulflacon 1 in de richting vande vulopening 2 drukken.De AdBlue®-tank wordt gevuld. Dit kan tot 1minuut duren.

% Wanneer de AdBlue®-navulflacon niet meeromlaaggedrukt wordt, stopt het vullen. Defles kan deels geleegd worden verwijderd.

# De AdBlue®-navulflacon 1 loslaten.# De AdBlue®-navulflacon 1 linksom draaien

en verwijderen.# De afdekkap van AdBlue®-navulflacon 1

weer aanbrengen.

Tanken met vulpistool van een AdBlue®-pomp‐zuil# Het vulpistool in de vulpijp van het voertuig

aanbrengen en AdBlue® bijvullen. DeAdBlue®-tank daarbij niet overvullen.

# Als het vulpistool bij het vullen automatischafslaat, niet verder tanken.De AdBlue®-tank is volledig gevuld.

% Er kan ook gebruik worden gemaakt van eenAdBlue®-vulpistool voor vrachtwagens.

AdBlue® tankdop sluiten bij niet-afsluitbaretankdop

# Na het vullen van de AdBlue®-tank deAdBlue®-tankdop 1 op de vulpijp aanbren‐gen en rechtsom vastdraaien.

# De AdBlue®-tankdop zo ver draaien, dat hetopschrift hierop leesbaar is en horizontaalstaat.Alleen zo is de vulpijp correct afgesloten.

# De motorkap sluiten.

Rijden en parkeren 145

Page 148: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

AdBlue® tankdop sluiten bij afsluitbare tank‐dop

# Na het vullen van de AdBlue®-tank deAdBlue®-tankdop 1 op de vulpijp aanbren‐gen en rechtsom vastdraaien.

# Het gereedschap 4 uit de AdBlue®-tankdop1 trekken en opbergen in het boordgereed‐schap.

# De afdekking 3 op de AdBlue®-tankdop 1omhoogtrekken, over de boringen 2 van deAdBlue®-tankdop 1 draaien en loslaten.

# De AdBlue®-tankdop 1 draaien.Wanneer de AdBlue®-tankdop 1 vrij kanworden gedraaid, is de AdBlue®-tank afgeslo‐ten.

Parkeren

Voertuig afzetten

& WAARSCHUWING Brandgevaar bij heteonderdelen van het uitlaatsysteem

Als brandbaar materiaal, bijvoorbeeld blade‐ren, gras of takken, met hete onderdelen van

het uitlaatsysteem of de uitlaatgasstroom incontact komen, kunnen deze materialen ont‐steken.# De auto zo parkeren dat geen brandbaar

materiaal met hete onderdelen van deauto in contact kan komen.

# Niet op een droge wei of afgeoogstegraanvelden parkeren.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len‑ en letsel als kinderen zonder toezichtin de auto worden achtergelaten

Wanneer kinderen zonder toezicht in de autoachterblijven, kunnen deze:

R Portieren openen en daardoor andere per‐sonen of verkeersdeelnemers in gevaarbrengen.R Uitstappen en door het verkeer worden

gegrepen.R Uitrustingen van de auto bedienen en bij‐

voorbeeld bekneld raken.

Bovendien kunnen de kinderen de auto inbeweging zetten, door bijvoorbeeld:

R De parkeerrem vrij te zetten.R De automatische transmissie uit de par‐

keerstand j te schakelen of de handge‐schakelde versnellingsbak in de neutraal‐stand te zetten.R De motor te starten.

# Bij het verlaten van de auto altijd desleutel meenemen en de auto vergren‐delen.

# Kinderen en dieren nooit zonder toe‐zicht in de auto achterlaten.

# De sleutel buiten bereik van kinderenbewaren.

* AANWIJZING Beschadiging van het voer‐tuig of de aandrijflijn door wegrollen

# Het voertuig altijd overeenkomstig dewettelijke voorschriften verkeersveiligparkeren.

# Het voertuig altijd correct tegen wegrol‐len beveiligen.

146 Rijden en parkeren

Page 149: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len en letsel bij niet-vastgezette parkeer‐rem

Als het voertuig met ingeschakelde parkeer‐stand j wordt geparkeerd en de parkeerremniet is vastgezet, kan het voertuig wegrollen.

De ingeschakelde parkeerstand j is geenvolledige vervanging van de parkeerrem.

Er bestaat gevaar voor letsel en ongevallen!# Het voertuig tegen wegrollen beveiligen

zoals hieronder beschreven.

De volgende punten in acht nemen om te waar‐borgen dat het voertuig correct tegen onbedoeldwegrollen is beveiligd.# De parkeerrem bedienen.# Voertuigen met handgeschakelde versnel‐

lingsbak: De 1e versnelling of de achteruit‐versnelling inschakelen.

# Voertuigen met automatische transmis‐sie: De transmissiestand j inschakelen.

# Op hellingen: De voorwielen in de richtingvan de stoeprand draaien.

# Op hellingen: De achteras met een wielkegof een voorwerp zonder scherpe randenbeveiligen (→ pagina 151).

% Als het voertuig wordt vergrendeld, kunnende zijruiten nog vijf minuten worden bediend.

Handbediende parkeerrem

Handremhendel handmatig bedienen of vrij‐zetten

& WAARSCHUWING Slipgevaar en gevaarvoor ongevallen door afremmen met deparkeerrem

Wanneer u het voertuig met de parkeerremmoet afremmen, dan is de remweg aanzienlijklanger en kunnen de wielen blokkeren. Erbestaat een groter gevaar voor slippen enongevallen.# Het voertuig alleen met de parkeerrem

afremmen als de bedrijfsrem is uitgeval‐len.

# De parkeerrem daarbij niet te krachtigbedienen.

# Wanneer de wielen blokkeren, direct deparkeerrem zo ver vrijzetten tot de wie‐len weer ronddraaien.

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand enongevallen als de parkeerrem niet gelostis

Als de parkeerrem tijdens het rijden niet vol‐ledig is gelost, kunnen de volgende situatiesoptreden:

R De parkeerrem kan oververhit raken endaardoor brand veroorzaken.R De parkeerrem kan het voertuig niet meer

tegenhouden.

# Voordat wordt weggereden de parkeer‐rem volledig lossen.

Als het voertuig met de parkeerrem wordt afge‐remd, gaan de remlichten niet branden.

De parkeerrem mag in principe alleen bij stil‐staand voertuig worden bediend.# Parkeerrem aantrekken: De handremhendel1 tot de laatste bereikbaar vergrendelingomhoogtrekken.Bij draaiende motor gaat het controle‐lampje ! in het instrumentendisplay bran‐den. Er klinkt een waarschuwingssignaal alshet voertuig rijdt.

% Bij voertuigen met een wegklapbare hand‐remhendel kan vervolgens de handremhendel1 tot de aanslag omlaag worden gedrukt.

# Parkeerrem vrijzetten: Bij voertuigen meteen wegklapbare handremhendel eerst dehandremhendel 1 tot de aanslag omhoog‐trekken.

Rijden en parkeren 147

Page 150: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De handremhendel 1 iets aantrekken en deknop voor het vrijzetten 2 indrukken.

# De handremhendel 1 tot de aanslag omlaag‐geleiden.Het controlelampje ! in het instrumenten‐display dooft.

Handremhendel omhoog of omlaag klappen(alleen bij voertuigen met wegklapbare hand‐remhendel)

Voorwaarden R De handremhendel is aangetrokken.

# Handremhendel omlaagklappen: De hand‐remhendel tot de aanslag omlaagdrukken.

# Handremhendel omhoogklappen: De hand‐remhendel tot de aanslag omhoogtrekken.

Noodremming uitvoeren

In geval van uitzondering kan bij het uitvallen vande bedrijfsrem met de parkeerrem een noodrem‐ming worden uitgevoerd.# Noodremming: De knop voor vrijzetten 2

ingedrukt houden en de remhefboom 1voorzichtig aantrekken.

Elektrische parkeerrem

Aanwijzingen met betrekking tot de elektri‐sche parkeerrem

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len‑ en letsel als kinderen zonder toezichtin de auto worden achtergelaten

Wanneer kinderen zonder toezicht in de autoworden achtergelaten, kunnen deze de autoin beweging zetten, door bijvoorbeeld:

R De parkeerrem vrij te zetten.R De automatische transmissie uit de par‐

keerstand j te schakelen of de handge‐schakelde versnellingsbak in de neutraal‐stand te zetten.R De motor te starten.

Tevens kunnen ze uitrustingen van de autobedienen en klem komen te zitten.# Kinderen nooit zonder toezicht in de

auto laten.# Bij het verlaten van de auto altijd de

sleutel meenemen en de auto vergren‐delen.

Om de automatische functies storingsvrij te latenverlopen moet de chauffeur een correcte zitposi‐tie innemen (→ pagina 62).

De werking van de elektrische parkeerrem isafhankelijk van de boordnetspanning. Als deboordnetspanning laag is of als er een storing inhet systeem aanwezig is, kan de elektrische par‐keerrem onder bepaalde omstandigheden nietworden gesloten en gaat het gele controle‐lampje ! branden.

In dit geval:

R Het voertuig op een vlakke ondergrond parke‐ren en tegen wegrollen beveiligen.R Voertuigen met automatische transmis‐

sie: De transmissie in de stand j zetten.

R Voertuigen met handgeschakelde versnel‐lingsbak: De 1e versnelling inschakelen.

% Pas wanneer het rode controlelampje !continu brandt, is de elektrische parkeerremook daadwerkelijk gesloten.

Een gesloten parkeerrem kan bij een lage boord‐netspanning of bij een storing in het systeemeventueel niet worden vrijgezet. Contact opne‐men met een gekwalificeerde werkplaats. Metregelmatige intervallen voert de elektrische par‐

148 Rijden en parkeren

Page 151: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

keerrem bij afgezette motor een functiecontroleuit. De daarbij optredende geluiden zijn normaal.

Elektrische parkeerrem automatisch vastzet‐tenVoertuigen met automatische transmissie:

De elektrische parkeerrem wordt automatischvastgezet, als de transmissie in de stand j staaten:

R De motor is afgezet

ofR De chauffeur omhoog komt van zijn stoel

ofR Het gordelslot wordt geopend

Om het automatisch sluiten van de elektrischeparkeerrem te verhinderen, aan de schakelaar 1trekken.

De elektrische parkeerrem wordt ook automa‐tisch vastgezet, wanneer de actieve afstandsas‐sistent DISTRONIC het voertuig tot stilstand heeftgebracht.

Tevens moet aan ten minste een van de volgendevoorwaarden voldaan zijn:

R De motor is afgezet.R De chauffeur zit niet op de chauffeursstoel.R Het gordelslot wordt geopend.R Er treedt een systeemstoring op.R De spanningsvoorziening is niet voldoende.R Het voertuig staat langere tijd stil.

Het rode controlelampje ! in het instrumen‐tendisplay gaat branden. Pas wanneer het rodecontrolelampje ! continu brandt, is de elektri‐sche parkeerrem ook daadwerkelijk gesloten.

De elektrische parkeerrem wordt niet automa‐tisch bediend, als de motor door het ECO start-stopsysteem wordt afgezet.Voertuigen met handgeschakelde versnel‐lingsbak:

De elektrische parkeerrem wordt automatischvastgezet, als:

R De motor is afgezet

ofR De chauffeur omhoog komt van de chauf‐

feursstoel

ofR Het gordelslot wordt geopend

Om het automatisch sluiten van de elektrischeparkeerrem te verhinderen, aan de schakelaar 1trekken.

De elektrische parkeerrem wordt niet automa‐tisch bediend, als de motor door het ECO start-stopsysteem wordt afgezet.

De elektrische parkeerrem automatisch vrij‐zettenVoertuigen met automatische transmissie:

Als aan alle onderstaande voorwaarden is vol‐daan, wordt de elektrische parkeerrem van uwvoertuig vrijgezet:

R De chauffeur zit op de chauffeursstoel.R De chauffeur heeft de veiligheidsgordel omge‐

gespt.R De motor draait.R De transmissie staat in de stand h of k en

u bedient het gaspedaal.

of

Rijden en parkeren 149

Page 152: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

u schakelt van de transmissiestand j naarde stand h of k. Bij steilere hellingen moetu bovendien het gaspedaal bedienen.R Wanneer de transmissie in de stand k staat,

moeten de achterste draaideuren geslotenzijn.

Voertuigen met handgeschakelde versnel‐lingsbak:

Als aan alle onderstaande voorwaarden is vol‐daan, wordt de elektrische parkeerrem van uwvoertuig vrijgezet:

R De chauffeur zit op de chauffeursstoel.R De chauffeur heeft de veiligheidsgordel omge‐

gespt.R De motor draait.R Er is een versnelling ingeschakeld.R U laat het koppelingspedaal opkomen en

bedient tegelijkertijd het gaspedaal.R Wanneer de achteruitversnelling ingeschakeld

is, moeten de achterste draaideuren geslotenzijn.

De elektrische parkeerrem handmatig bedie‐nen of vrijzetten

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len‑ en letsel als kinderen zonder toezichtin de auto worden achtergelaten

Wanneer kinderen zonder toezicht in de autoworden achtergelaten, kunnen deze de autoin beweging zetten, door bijvoorbeeld:

R De parkeerrem vrij te zetten.R De automatische transmissie uit de par‐

keerstand j te schakelen of de handge‐schakelde versnellingsbak in de neutraal‐stand te zetten.R De motor te starten.

Tevens kunnen ze uitrustingen van de autobedienen en klem komen te zitten.# Kinderen nooit zonder toezicht in de

auto laten.# Bij het verlaten van de auto altijd de

sleutel meenemen en de auto vergren‐delen.

# Inschakelen: De schakelaar 1 indrukken.Wanneer de elektrische parkeerrem geslotenis, gaat het rode controlelampje ! in hetinstrumentendisplay branden. Pas wanneerhet rode controlelampje ! continu brandt,is de elektrische parkeerrem ook daadwerke‐lijk gesloten.

Het bedienen is ook bij uitgeschakeld contactmogelijk.

# Vrijzetten: Aan de schakelaar 1 trekken.Het rode controlelampje ! in het instru‐mentendisplay dooft.

De elektrische parkeerrem kan pas wordenvrijgezet als het contact met de start-stop‐toets is ingeschakeld.

Noodremming uitvoeren

In geval van nood kan het voertuig ook tijdens hetrijden met de elektrische parkeerrem wordenafgeremd.

150 Rijden en parkeren

Page 153: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Tijdens het rijden de schakelaar 1 van deelektrische parkeerrem indrukken.Het voertuig wordt afgeremd zo lang de scha‐kelaar 1 van de elektrische parkeerremingedrukt wordt gehouden.

Het voertuig wordt sterker afgeremd, hoe lan‐ger de schakelaar 1 van de elektrische par‐keerrem ingedrukt wordt gehouden.

Tijdens het remmen:

R klinkt een waarschuwingssignaalR verschijnt de displaymelding "Parkeerrem ont‐

grendelen"R knippert het rode controlelampje ! in het

instrumentendisplay

Als het voertuig tot stilstand is afgeremd, wordtvervolgens de elektrische parkeerrem ingescha‐keld.

Voertuig buiten gebruik stellen

Voertuig langer dan vier weken buiten bedrijfstellen# Mogelijkheid 1: De accu op een druppellader

aansluiten.# Mogelijkheid 2: De startaccu van het voer‐

tuig loskoppelen.# Mogelijkheid 3: De spanningsvoorziening

met de accuhoofdschakelaar uitschakelen ende extra accu van het voertuig loskoppelen.

# Mogelijkheid 4: De spanningsvoorzieningonderbreken door het activeren van de rust‐stand (→ pagina 151)

Als er geen maatregelen worden genomen om delaadtoestand van de accu in de stand te houden,moet de laadtoestand van de accu elke drieweken worden gecontroleerd.# Accuspanning lager dan 12,2 V: De accu

opladen, om beschadiging door diepontladente voorkomen.

% Meer informatie is verkrijgbaar bij eengekwalificeerde werkplaats.

Ruststand

Ruststand activeren of deactiveren

Voorwaarden R De motor is afgezet.

Boordcomputer:, Instellingen . Voertuig . Ruhezustand

(Ruststand) # Activeren of deactiveren: Ja of Nee selecte‐

ren.

Wielkeg gebruiken

De wielkeg tevens gebruiken voor de extra bevei‐liging van het voertuig tegen wegrollen, bijvoor‐beeld bij het parkeren of het verwisselen van eenwiel.# Wielkeg verwijderen: Het bevestigingskoord1 iets omlaagtrekken en dan uit de houder2 verwijderen.

# De wielkeg verwijderen.

% Er bij het opbergen op letten, dat de wielkegin de houder wordt geborgd door het bevesti‐gingskoord 1.

Rij- en rijveiligheidssystemen

Rijsystemen en uw verantwoordelijkheid

Uw voertuig is voorzien van rijsystemen die uondersteunen bij het rijden, parkeren en manoeu‐vreren. De rijsystemen zijn hulpmiddelen en ont‐slaan u niet van uw verantwoordelijkheid. Voort‐durend de verkeerssituatie in de gaten houden enindien nodig ingrijpen. De grenzen voor een veiliggebruik in acht nemen.

Rijden en parkeren 151

Page 154: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Functie van de sensoren

Sommige rijsystemen en rijveiligheidssystemenbewaken met sensoren 1 de omgeving voor,achter of naast het voertuig (afhankelijk van deuitrusting van het voertuig).

De radarsensoren zijn afhankelijk van de uitrus‐ting van het voertuig achter de bumpers en/ofachter de radiateurgrille geïntegreerd. Dezeonderdelen vrijhouden van vuil, ijs en aange‐koekte sneeuw (→ pagina 291). De sensorenmogen niet worden afgedekt, bijvoorbeeld dooreen fietsdrager, uitstekende lading of stickers. Naeen ongeval en de daarmee verbonden, mogelijkniet zichtbare, schade aan de bumpers of radia‐teurbekleding, de werking van de radarsensorenlaten controleren bij een gekwalificeerde werk‐plaats.

Werking van de rijsystemen en rijveiligheids‐systemen

In dit hoofdstuk vindt u informatie over de vol‐gende rijsystemen en rijveiligheidssystemen:

R ABS (AntiBlokkeerSysteem) (→ pagina 152)

R ASR (Aandrijf-Slip-Regeling) (→ pagina 153)

R BAS (Brems-Assistent-System = remassis‐tentsysteem) (→ pagina 153)R ESP® (Elektronisch StabiliteitsProgramma)

(→ pagina 153)R EBD (Electronic Brakeforce Distribution)

(→ pagina 154)R Active Brake Assist System (→ pagina 155)R Adaptief remlicht (→ pagina 157)R TEMPOMAT (→ pagina 157) en limiter

(→ pagina 157)

R Actieve afstandsassistent DISTRONIC(→ pagina 160)R Wegrijhulp voor op hellingenR HOLD-functie (→ pagina 162)R PARKTRONIC-parkeerassistent

(→ pagina 163)R Achteruitrijcamera (→ pagina 164)R 360°-camera (→ pagina 166)R ATTENTION ASSIST (→ pagina 169)R Verkeerstekenassistent (→ pagina 170)R Dodehoekassistent (→ pagina 171)R Actieve spoorassistent (→ pagina 174)

Functies van het ABS (antiblokkeersysteem)

De belangrijke veiligheidsaanwijzingen metbetrekking tot de rijveiligheidssystemen in achtnemen.

Het ABS regelt de remdruk in kritieke situaties:

R Bij het remmen, bijvoorbeeld bij een noodstopof onvoldoende grip van de banden, wordt hetblokkeren van de wielen voorkomen.R Bij het remmen blijft de bestuurbaarheid van

het voertuig gewaarborgd binnen de fysiekmogelijke grenzen.R Het ABS functioneert vanaf een snelheid van

circa 5 km/h. Bij een glad wegdek werkt hetABS al bij een geringe druk op het rempedaal.

SysteemgrenzenHet ABS kan niet correct werken of niet functio‐neren als een storing aanwezig is en het geleABS-waarschuwingslampje ! in het instru‐mentendisplay permanent brandt na het startenvan de motor.

Als het ABS regelt, is pulseren van het rempedaalvoelbaar. Het pulserende rempedaal kan een aan‐wijzing voor gevaarlijke wegomstandigheden zijnen u eraan herinneren bijzonder voorzichtig te rij‐den.

Als het ABS regelt: Het rempedaal krachtig inge‐drukt blijven houden tot de noodstopsituatievoorbij is.

Bij een noodstop: Het rempedaal krachtig inge‐drukt houden.

152 Rijden en parkeren

Page 155: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Werking van het BAS (Brake Assist System)

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door storing in het BAS (remassisten‐tiesysteem)

Wanneer het BAS een storing vertoont, kande remweg langer worden bij een noodstop.# In noodstopsituaties het rempedaal met

volle kracht indrukken. Het ABS voor‐komt daarbij het blokkeren van de wie‐len.

Het BAS ondersteunt u bij een noodstop metextra remkracht.

Wanneer het rempedaal snel wordt ingedrukt,wordt het BAS geactiveerd:

R Het BAS verhoogt automatisch de remdrukvan de rem.R Het BAS kan de remweg verkorten.R Het ABS voorkomt daarbij het blokkeren van

de wielen.

Als het rempedaal wordt losgelaten, werkt hetremsysteem weer op conventionele wijze. HetBAS wordt uitgeschakeld.

Functies van de ASR (aandrijfslipregeling)

De ASR kan het gevaar voor ongevallen vanwegehet niet-aangepast wegrijden of accelereren nietverlagen noch de natuurkundige grenzen buitenwerking stellen. De ASR is slechts een hulpmid‐del. Uw rijstijl altijd aanpassen aan de actueleverkeers- en weersomstandigheden.

Wanneer bij voertuigen met vierwielaandrijving devierwielaandrijving wordt in- of uitgeschakeld,wordt de ASR tijdens de schakelmanoeuvre uitge‐schakeld.

Voertuigen zonder stuurwieltoetsen: Als de ASReen functiestoring vertoont, brandt het controle‐lampje ÷ als de motor draait en kan hetmotorvermogen beperkt zijn (→ pagina 23).

De ASR verbetert continu het tractievermogen,dus de krachtoverbrenging tussen banden enwegdek, en daarmee ook de rijstabiliteit van hetvoertuig. De ASR remt afzonderlijke aandrijfwie‐len af en begrenst het koppel van de motor, omhet doordraaien van de aangedreven wielen tevoorkomen. Daarmee vormt de ASR een belang‐rijke ondersteuning bij het wegrijden en het acce‐lereren, in het bijzonder op een nat of glad weg‐dek.

Wanneer de ondergrond niet voldoende tractiebiedt, kan ook met de ASR niet probleemloosworden weggereden. Daarbij spelen ook de ban‐den, het totaalgewicht van het voertuig en de hel‐ling van de rijbaan een beslissende rol.

Als de ASR ingrijpt, knippert het waarschuwings‐lampje ÷ in het instrumentendisplay.

Functies van het ESP® (elektronisch stabili‐teitsprogramma)

& WAARSCHUWING Slipgevaar door eenstoring in het ESP®

Als het ESP® is uitgeschakeld, wordt de autoniet door het ESP® gestabiliseerd. Bovendienzijn verdere rijveiligheidssystemen uitgescha‐keld.# Voorzichtig verder rijden.# Het ESP® bij een gekwalificeerde werk‐

plaats laten controleren.

& WAARSCHUWING Slipgevaar door uitge‐schakeld ESP®

Als het ESP® wordt uitgeschakeld, zorgt hetESP® niet meer voor stabilisatie van de auto.# Het ESP® alleen uitschakelen, zolang de

hieronder beschreven situaties zichvoordoen.

Het voertuig niet op een rollentestbank gebruiken(bijvoorbeeld voor een controle van het vermo‐gen). Als het voertuig op een rollentestbank moetworden gebruikt, eerst informatie inwinnen bijeen gekwalificeerde werkplaats.

Wanneer bij voertuigen met vierwielaandrijving devierwielaandrijving wordt in- of uitgeschakeld,wordt het ESP® tijdens de schakelmanoeuvre uit‐geschakeld.

Als het ESP® een functiestoring vertoont, brandthet waarschuwingslampje ÷ bij draaiendemotor en kan het motorvermogen beperkt zijn(→ pagina 23).

% Alleen wielen met de aanbevolen bandenma‐ten monteren. Alleen dan kan het ESP® naarbehoren functioneren.

Rijden en parkeren 153

Page 156: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

ESP® (elektronisch stabiliteitsprogramma) in-of uitschakelen

Multimediasysteem:,© . Instellingen . Snelle toe-

gang . ESP

% Het ESP® kan alleen via de snelle toegangworden in- en uitgeschakeld, als ten minsteéén andere functie in de snelle toegangbeschikbaar is. Anders vindt u het ESP® inhet menu Assistentie.

# ESP selecteren.Een bevestigingsvraag verschijnt.

# Aan of å Uit selecteren.

Als in het combi-instrument het waarschuwings‐lampje ESP® OFF å permanent brandt, is hetESP® uitgeschakeld.

De informatie over de waarschuwingslampjes ende displaymeldingen die in het combi-instrumentkunnen worden weergegeven, in acht nemen.

Functies van het ESP® zijwindassistent

Als het ESP® is uitgeschakeld of vanwege eenfunctiestoring niet actief is, functioneert de zij‐windassistent niet.

De zijwindassistent reageert niet bij:R sterke schokken, bijvoorbeeld door wegonef‐

fenheden of kuilen.R verlies van grip, bijvoorbeeld bij gladheid door

sneeuw of ijs of vanwege aquaplaning.R snelle en grote stuurbewegingen door de

chauffeur.

Zodra de rijsituatie weer is genormaliseerd, is dezijwindassistent weer gereed voor gebruik.

De zijwindassistent herkent sterke windvlagenvan opzij, die de rechtuitstabiliteit van het voer‐tuig kunnen storen. De zijwindassistent grijpt inafhankelijk van de richting en de kracht van dezijwind.

Een stabiliserende remingreep helpt om het voer‐tuig in het goede spoor te houden.

Bij een duidelijk waarneembare ingreep van dezijwindassistent verschijnt informatie in hetcombi-instrument.

De zijwindassistent is actief vanaf een snelheidvan 80 km/h bij rechtuitrijden of tijdens het rij‐den door flauwe bochten.

Functie van de ESP®-aanhangwagenstabilisa‐tie

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len bij slechte verkeers‑ en weersomstan‐digheden

Bij slechte verkeers‑ en weersomstandighe‐den kan de aanhangwagenstabilisatie slinge‐ren van de combinatie niet voorkomen. Aan‐hangwagens met een hoog zwaartepunt kun‐nen kantelen voordat het ESP® dit herkent.# De rijstijl altijd aan de actuele verkeers‑

en weersomstandigheden aanpassen.

De ESP®-aanhangwagenstabilisatie werkt kriti‐sche rij-omstandigheden vroegtijdig tegen envormt daardoor een belangrijke ondersteuning tij‐dens het rijden met een aanhangwagen. De aan‐hangwagenstabilisatie is een onderdeel van hetESP®.

Wanneer de sensoren en analyse slingeren vande aanhangwagen herkent, remt de ESP®-aan‐hangwagenstabilisatie eerst doelgericht afzonder‐lijke wielen van het voertuig af. Daarmee wordende slingerbewegingen tegengewerkt. Wanneer deslingerbewegingen aanhouden, wordt het voertuiggeremd en wordt desnoods het motorvermogengereduceerd tot de combinatie weer stabiliseert.

Wanneer uw voertuig met aanhangwagen (combi‐natie) gaat slingeren, kunt u de combinatie alleendoor remmen stabiliseren. De ESP®-aanhangwa‐genstabilisatie ondersteunt u in deze situatie bijhet stabiliseren van de combinatie.

De ESP®-aanhangwagenstabilisatie is actief vanafeen snelheid van circa 65 km/h.

Als het ESP® vanwege een storing is uitgescha‐keld, functioneert de aanhangwagenstabilisatieniet.

Werking van de EBD (Electronic BrakeforceDistribution)

De EBD heeft de volgende eigenschappen:

R Bewaking en regeling van de remdruk op deachterwielenR Verbetering van de rijstabiliteit bij het rem‐

men, in het bijzonder in bochten

154 Rijden en parkeren

Page 157: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Functie van het Active Brake Assist System

Het Active Brake Assist System bestaat uit:

R AfstandswaarschuwingsfunctieR Autonome remfunctieR Aan de situatie aangepaste remondersteuning

Het Active Brake Assist System kan u helpen omhet aanrijdingsgevaar met voertuigen of voetgan‐gers te minimaliseren of de gevolgen van eenongeval te beperken.

Wanneer het Active Brake Assist System een aan‐rijdingsgevaar heeft herkend, wordt u optisch enakoestisch gewaarschuwd.

Als niet wordt gereageerd op de optische of deakoestische waarschuwing, kan in kritische situ‐aties autonoom worden afgeremd.

Bij kruisende voetgangers en fietsers: In bijzon‐der kritische situaties kan het Active Brake AssistSystem ervoor zorgen dat direct autonoom kanworden afgeremd. De optische en akoestischewaarschuwing wordt in dit geval samen met hetremmen geactiveerd.

Als u in een kritische situatie zelf remt of tijdenshet autonoom remmen het rempedaal bedient,volgt er een aan de situatie aangepaste remon‐dersteuning. Indien nodig wordt de remdruk ver‐hoogd tot een noodstop. De aan de situatie aan‐gepaste remondersteuning wordt alleen gebruiktbij sterke bediening van de rem, in andere geval‐len blijft het autonoom remmen actief.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len bij beperkt herkenningsvermogen vanhet Active Brake Assist System

Het Active Brake Assist System kan objectenen complexe verkeerssituaties niet altijd een‐duidig herkennen.

Daarbij kunnen er in complexe rijsituaties ookonterechte ingrepen of niet-ingrepen van de

Brake Assist optreden. In deze gevallen, even‐als bij storingen van het Active Brake AssistSystem, blijft het remsysteem steeds beschik‐baar met volledige remkrachtondersteuningen BAS.# Altijd goed op de verkeerssituatie letten

en niet alleen op het Active Brake AssistSystem vertrouwen. Het Active BrakeAssist System is slechts een hulpmid‐del. De chauffeur van het voertuig is zelfverantwoordelijk voor een veiligeafstand, de snelheid en het tijdig rem‐men.

# Klaar zijn om direct te kunnen remmenen eventueel uit te wijken.

Eveneens de systeemgrenzen van het ActiveBrake Assist System in acht nemen.

De afzonderlijke deelfuncties zijn in de vol‐gende snelheidsbereiken beschikbaar:Afstandswaarschuwingsfunctie

De afstandswaarschuwingsfunctie waarschuwtvanaf een snelheid:

R Van circa 30 km/h, als gedurende meerdereseconden de afstand tot de voorligger te kleinis voor de gereden snelheid

Het waarschuwingslampje afstandswaarschu‐wing in het combi-instrument · gaat bran‐den.R Van circa 7 km/h, als u een voertuig of voet‐

ganger tot een kritische afstand nadert

U hoort een onderbroken waarschuwingssig‐naal en het afstandswaarschuwingslampje inhet combi-instrument · gaat branden.

Direct remmen of uitwijken voor een obstakel, inzoverre dit zonder gevaar mogelijk is en de ver‐keerssituatie dit toelaat.

De afstandswaarschuwingsfunctie kan u in de volgende situaties met een onderbroken waar‐schuwingssignaal en een waarschuwingslampje ondersteunen:

Voorliggers Stilstaande voer‐tuigen

Kruisende voer‐tuigen

Overstekendevoetgangers /fietsers

Stilstaande voet‐gangers

tot circa250 km/h

tot circa200 km/h

geen reactie tot circa 60 km/h geen reactie

Rijden en parkeren 155

Page 158: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Autonome remfunctieDe autonome remfunctie kan vanaf een snelheid van circa 7 km/h in de volgende situatiesingrijpen:

Voorliggers Stilstaande voer‐tuigen

Kruisende voer‐tuigen

Overstekendevoetgangers /fietsers

Stilstaande voet‐gangers

tot circa250 km/h

tot circa200 km/h

geen reactie tot circa 60 km/h geen reactie

Aan de situatie aangepaste remondersteuningDe situatieafhankelijke remondersteuning kan vanaf een snelheid van circa 7 km/h in de vol‐gende situaties ingrijpen:

Voorliggers Stilstaande voer‐tuigen

Kruisende voer‐tuigen

Overstekendevoetgangers /fietsers

Stilstaande voet‐gangers

tot circa250 km/h

tot circa 80 km/h geen reactie tot circa 60 km/h geen reactie

Afbreken van een remingreep van het ActiveBrake Assist System

Een remingreep van het Active Brake Assist Sys‐tem kan op elk moment worden beëindigd:

R Door volle bediening van het gaspedaal of dekickdownR Door het loslaten van het rempedaal (alleen

tijdens een aan de situatie aangepasteremondersteuning)

Wanneer aan een van de volgende voorwaardenis voldaan, kan het Active Brake Assist System deremingreep beëindigen:

R U wijkt uit voor een obstakel door te sturen.R Er bestaat geen aanrijdingsgevaar meer.R Er wordt geen obstakel meer in de lijn van het

voertuig herkend.

Systeemgrenzen

Het systeem kan in de volgende situaties moge‐lijk niet correct werken of buiten werking zijn:

R Bij sneeuw, regen, mist of veel spatwaterR De sensoren zijn vervuild, beslagen, bescha‐

digd of afgedekt.R De sensoren worden door andere radarbron‐

nen gestoord, bijvoorbeeld bij sterke radarre‐flectie in parkeergarages.R Als bandenspanningsverlies of een bescha‐

digde band wordt herkend of weergegeven.

R Na inschakelen van het contact, resp. na hetwegrijden is gedurende enkele seconden nogniet de volledige werking van het systeembeschikbaar.

Het systeem reageert in de volgende omstandig‐heden eventueel niet correct:

R Bij complexe verkeerssituaties kunnen objec‐ten niet altijd eenduidig worden herkend.R Voetgangers of voertuigen die zich snel bin‐

nen het detectiebereik van de radarsensorenbewegen.R Voetgangers die door andere objecten wor‐

den afgedekt.R In scherpe bochten.

Active Brake Assist System instellen

Voorwaarden R Het contact is ingeschakeld.

Multimediasysteem:,© . Instellingen . Assisten-

tie . Actieve remassistent De volgende instellingen zijn beschikbaar:

R VroegR GemiddeldR Laat

# Een instelling selecteren.

156 Rijden en parkeren

Page 159: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Bij het starten van de motor wordt elke keer auto‐matisch de instelling Gemiddeld geselecteerd.

Active Brake Assist System uitschakelen

% Geadviseerd wordt om het Active BrakeAssist System altijd ingeschakeld te laten.

# Uit selecteren.De afstandswaarschuwingsfunctie en auto‐nome remfunctie worden uitgeschakeld.

% Als het Active Brake Assist System uitgescha‐keld is, verschijnt op het multifunctioneel dis‐play in het statusgedeelte het symbool æ.

Functie van het adaptieve remlicht

Het adaptieve remlicht waarschuwt het achterop‐komend verkeer bij een noodstopsituatie door:

R knipperende remlichtenR inschakelen van de alarmknipperlichtinstalla‐

tie

Wanneer het voertuig vanaf een snelheid hogerdan 50 km/h krachtig wordt afgeremd, knipperende remlichten snel. Daardoor wordt het achterop‐komende verkeer op zeer opvallende wijzegewaarschuwd.

Als de snelheid bij het begin van het afremmenhoger dan 70 km/h is, wordt de alarmknipper‐lichtinstallatie ingeschakeld zodra het voertuig totstilstand is gekomen. Als vervolgens wordt verdergereden, wordt de alarmknipperlichtinstallatie bijcirca 10 km/h automatisch uitgeschakeld. Dealarmknipperlichtinstallatie kan ook met dealarmknipperlichtentoets worden uitgeschakeld.

TEMPOMAT en limiter

Functie van de TEMPOMATDe TEMPOMAT accelereert het voertuig automa‐tisch en remt hem ook weer af om een eerderopgeslagen snelheid aan te houden.

Als u bijvoorbeeld accelereert om in te halen,wordt de opgeslagen snelheid niet gewist. Wan‐neer u na de inhaalmanoeuvre de voet van hetgaspedaal neemt, regelt de TEMPOMAT de snel‐heid weer terug naar de opgeslagen snelheid.

De TEMPOMAT wordt bediend met de overeen‐komstige stuurwieltoetsen. Elke snelheid vanaf20 km/h kan worden ingesteld.

De TEMPOMAT kan het gevaar voor ongevallenvanwege een niet-aangepaste rijstijl niet verlagennoch de natuurkundige grenzen buiten werkingstellen. Hij kan geen rekening houden met de

weg- en weersomstandigheden en de verkeerssi‐tuatie. De TEMPOMAT is slechts een hulpmiddel.De verantwoordelijkheid voor een veilige afstand,de snelheid, het tijdig remmen en het aanhoudenvan de rijstrook ligt bij u.

Weergaven op het multifunctioneel displayOp het multifunctioneel display wordt de statusvan de TEMPOMAT en de opgeslagen snelheidweergegeven.

Weergave instrumentendisplay (kleurendisplay)1 TEMPOMAT is geselecteerd2 Regelsnelheid grijs: De snelheid is opgesla‐

gen, de TEMPOMAT is gedeactiveerd3 Regelsnelheid groen: De snelheid is opgesla‐

gen, de TEMPOMAT is geactiveerd

SysteemgrenzenOp een helling kan het voorkomen dat de TEMPO‐MAT de snelheid niet kan aanhouden. Na heteinde van de helling wordt de opgeslagen snel‐heid weer aangehouden.

Bij lange en steile afdalingen moet vroegtijdig ineen lagere versnelling worden geschakeld. Hiervooral op letten als het voertuig beladen is. Zowordt er gebruikgemaakt van de remwerking vande motor. Daardoor wordt het remsysteem ont‐last en wordt voorkomen dat de remmen overver‐hit raken en te snel slijten.

De TEMPOMAT in de volgende situaties nietgebruiken:

R In verkeerssituaties met veelvuldige snel‐heidswisselingen, bijvoorbeeld bij druk ver‐keer of op wegen met veel bochten.R Op gladde wegen. De aangedreven wielen

kunnen bij het accelereren hun grip verliezenen het voertuig kan in een slip raken.R Als bij slecht zicht wordt gereden.

Functie van de limiterVoertuig met een toegestaan totaalgewicht tot 3,5 t: De limiter begrenst de snelheid van het

Rijden en parkeren 157

Page 160: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

voertuig. Om snel op de opgeslagen snelheid afte regelen, remt de limiter automatisch.Voertuig met een toegestaan totaalgewicht hoger dan 3,5 t: De limiter begrenst de snelheidvan het voertuig.

De snelheid kan op de volgende manieren wordenbegrensd:

R Variabel: Voor snelheidsbegrenzingen, bijvoor‐beeld binnen de bebouwde komR Permanent: Voor langdurige snelheidsbegren‐

zingen, bijvoorbeeld bij gebruik van winter‐banden

De variabele limiter wordt bediend met de over‐eenkomstige stuurwieltoetsen. Elke snelheidvanaf 20 km/h kan worden ingesteld. Als hetvoertuig is gestart, kunt u de instelling ook uit‐voeren bij stilstaand voertuig.

Als u met de variabele limiter de regelsnelheidmet meer dan 3 km/h overschrijdt, knippert hetsymbool È in het instrumentendisplay. Demelding Limiter ingestelde snelheid overschredenverschijnt. Het knipperen stopt, zodra de snelheidweer beneden de regelsnelheid is gedaald.

De limiter kan het gevaar voor ongevallen dooreen niet aangepaste rijstijl niet verminderen ende natuurkundige grenzen niet verleggen. Hij kangeen rekening houden met de weg- en weersom‐standigheden en de verkeerssituatie. De limiter isslechts een hulpmiddel. De verantwoordelijkheidvoor een veilige afstand, de snelheid, het tijdigremmen en het aanhouden van de rijstrook ligt biju.

Weergaven op het multifunctioneel displayOp het multifunctioneel display wordt de statusvan de limiter en de opgeslagen snelheid weerge‐geven.

Weergave instrumentendisplay (kleurendisplay)1 Limiter is gekozen2 Regelsnelheid grijs: De snelheid is opgesla‐

gen, de limiter is gedeactiveerd3 Regelsnelheid groen: De snelheid is opgesla‐

gen, de limiter is geactiveerd

KickdownAls het gaspedaal tot voorbij het drukpunt wordtingedrukt (kickdown), wordt de variabele limiterpassief geschakeld.

Als u met de variabele limiter de regelsnelheidmet meer dan 3 km/h overschrijdt, knippert hetsymbool È in het instrumentendisplay. Demelding Limiter ingestelde snelheid overschredenverschijnt.

Als de kickdown is beëindigd, wordt de variabelelimiter in de volgende situaties opnieuw geacti‐veerd:

R De rijsnelheid daalt tot onder de opgeslagensnelheid.R De opgeslagen snelheid wordt opgeroepen.R Een nieuwe snelheid wordt opgeslagen.

TEMPOMAT of variabele limiter bedienen

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door opgeslagen snelheid

Wanneer u de opgeslagen snelheid oproepten deze lager is dan de actuele snelheid, remtde auto af.# Rekening houden met de verkeerssitua‐

tie voordat de opgeslagen snelheidwordt opgeroepen.

Voorwaarden

TEMPOMAT

R De TEMPOMAT is geselecteerd.R Het ESP® is ingeschakeld, maar mag niet

regelen.R De rijsnelheid bedraagt minimaal 20 km/h.

158 Rijden en parkeren

Page 161: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Variabele Limiter

R Het voertuig is gestart.R De variabele limiter is geselecteerd.

Omschakelen tussen TEMPOMAT en variabelelimiter

# TEMPOMAT selecteren: De tuimelschakelaar1 omhoogdrukken.

# Variabele limiter selecteren: De tuimelscha‐kelaar 1 omlaagdrukken.

% Voertuigen met actieve afstandsassistentDISTRONIC: De variabele limiter wordt viaeen andere toets gekozen (→ pagina 161).

TEMPOMAT of variabele limiter activeren# De tuimelschakelaar 2 omhoog (SET+) of

omlaag (SET-) drukken.# De voet van het gaspedaal nemen.

De actueel gereden snelheid wordt opgesla‐gen en door het voertuig aangehouden (TEM‐POMAT) of begrensd (variabele limiter).

Snelheid verhogen/verlagen# De tuimelschakelaar 2 omhoog- of omlaag‐

drukken.De opgeslagen snelheid wordt 1 km/h ver‐hoogd of verlaagd.

of# De tuimelschakelaar 2 omhoog- of omlaag‐

drukken en vasthouden.De opgeslagen snelheid wordt in stappen van1 km/h verhoogd of verlaagd.

of

# De tuimelschakelaar 2 voorbij het drukpuntdrukken.De opgeslagen snelheid wordt 10 km/h ver‐hoogd of verlaagd.

of# De tuimelschakelaar 2 voorbij het drukpunt

drukken en vasthouden.De opgeslagen snelheid wordt in stappen van10 km/h verhoogd of verlaagd.

of# Het voertuig op de gewenste snelheid bren‐

gen.# De tuimelschakelaar 2 omhoogdrukken.

% Voertuigen met handgeschakelde versnel‐lingsbak: Bij een zeer laag motortoerentalwordt de TEMPOMAT of de limiter uitgescha‐keld. Als de neutraalstand is ingeschakeld ofnadat koppelingspedaal langer dan zesseconden is ingedrukt, wordt de TEMPOMATuitgeschakeld.

Overname van de herkende snelheidWanneer de verkeerstekenassistent bij geacti‐veerde TEMPOMAT/variabele limiter verkeersbor‐den met een toegestane maximumsnelheid her‐kend heeft en deze in het instrumentendisplayworden weergegeven:# De tuimelschakelaar 3 omhoogdrukken.

De toegestane maximumsnelheid van het ver‐keersbord wordt opgeslagen en door hetvoertuig aangehouden of overeenkomstigbegrensd.

TEMPOMAT of variabele limiter deactiveren# De tuimelschakelaar 3 (CNCL) omlaagdruk‐

ken.

Wanneer de TEMPOMAT of de variabele limitergedeactiveerd is

R Wordt met de tuimelschakelaar 2 (SET+) of(SET-) de actueel gereden snelheid opgesla‐gen en door het voertuig aangehouden.R Wordt met de tuimelschakelaar 3 (RES) de

laatst opgeslagen snelheid opgeroepen endoor het voertuig aangehouden.

% Wanneer u remt, het ESP® uitschakelt ofwanneer het ESP® regelt, wordt de TEMPO‐MAT gedeactiveerd. De variabele limiterwordt niet gedeactiveerd.Als het voertuig wordt geparkeerd, wordt delaatst opgeslagen snelheid gewist.

Rijden en parkeren 159

Page 162: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Permanente limiterAls het voertuig langdurig een bepaalde snelheidniet mag overschrijden (bijvoorbeeld bij hetgebruik van winterbanden), kan dit met de per‐manente limiter worden ingesteld.

In het multimediasysteem kunt u daartoe de snel‐heid op een waarde tussen 120 km/h en180 km/h begrenzen (→ pagina 160).

Kort voor het bereiken van de ingestelde snelheidverschijnt deze op het multifunctioneel display.Als u de melding met % bevestigt, wordtzolang het voertuig niet wordt geparkeerd geenmelding meer gegeven. Een nieuwe melding ver‐schijnt pas weer nadat het voertuig opnieuw isgestart.

Ook bij kickdown kan de permanente limiter nietpassief worden geschakeld en blijft de rijsnelheidonder de ingestelde snelheid.

Snelheidsbegrenzing bij winterbanden instel‐lenMultimediasysteem:,© . Instellingen . Fahrzeug

(Auto) . Winterbanden-limiet # Een snelheid selecteren of de functie uitscha‐

kelen.

Actieve afstandsassistent DISTRONIC

Functie van de actieve afstandsassistentDISTRONICDe actieve afstandsassistent DISTRONIC houdtbij een vrije doorgang de ingestelde snelheid aan.Bij herkende voorliggers wordt de ingesteldeafstand aangehouden, indien nodig tot stilstand.Het voertuig wordt – afhankelijk van de afstandtot de voorligger en de ingestelde snelheid – ver‐sneld of vertraagd. De snelheid en de afstandworden op het stuurwiel ingesteld en opgeslagen.De snelheid kan in het gebied tussen 20 km/h en160 km/h of tussen 20 km/h en de maximum‐snelheid van het voertuig worden ingesteld.

Verdere eigenschappen van de actieve afstands‐assistent DISTRONIC:

R Afhankelijk van de vooraf ingestelde afstandregelt de DISTRONIC dynamisch (kleineafstand) of brandstofbesparend (groteafstand).R Afhankelijk van de herkende voertuigmassa

wordt de dynamiek van de regeling van deDISTRONIC gereduceerd.

R De inleiding van een vlotte acceleratie naarde opgeslagen snelheid vindt plaats, wanneerde richtingaanwijzer wordt ingeschakeld omnaar de inhaalstrook te wisselen.

De actieve afstandsassistent DISTRONIC isslechts een hulpmiddel. De chauffeur is zelf ver‐antwoordelijk voor de veilige afstand, de snelheiden het tijdig remmen.

Systeemgrenzen

Het systeem kan bijvoorbeeld in de volgende situ‐aties mogelijk niet correct werken of buiten wer‐king zijn:

R Bij sneeuw, regen, mist, veel spatwater, ver‐blinding, directe zonnestraling of sterk wisse‐lende lichtomstandighedenR In parkeergarages of op wegen met steile hel‐

lingenR Als de radarsensoren vervuild of afgedekt

zijn.R Op gladde wegen kunnen de aangedreven

wielen door remmen of accelereren hun gripverliezen en kan het voertuig in een slipraken.R Stilstaande objecten worden niet herkend als

deze niet daarvoor als rijdend werden her‐kend.R In bochten is het mogelijk dat doelvoertuigen

uit het zicht verdwijnen of slecht opnieuwkunnen worden herkend. In dat geval wordtniet op een doelvoertuig afgeregeld en kun‐nen ongewenste acceleraties optreden.

De actieve afstandsassistent DISTRONIC in dezesituaties niet gebruiken.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door accelereren of remmen van deactieve afstandsassistent DISTRONIC

De actieve afstandsassistent DISTRONIC kanin bijvoorbeeld de volgende gevallen accelere‐ren of remmen:

R Wanneer de actieve afstandsassistentDISTRONIC het wegrijden regelt.R Wanneer de opgeslagen snelheid wordt

opgeroepen terwijl deze duidelijk hoger oflager is dan de actueel gereden snelheid.R Wanneer de actieve afstandsassistent

DISTRONIC een voorligger niet meer her‐kent of reageert op niet relevante objec‐ten.

160 Rijden en parkeren

Page 163: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De verkeerssituatie altijd goed in degaten houden en klaar zijn om te rem‐men.

# Rekening houden met de verkeerssitua‐tie voordat de opgeslagen snelheidwordt opgeroepen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len bij onvoldoende vertraging van deactieve afstandsassistent DISTRONIC

De actieve afstandsassistent DISTRONIC remtde auto met maximaal 50% van de maximaalmogelijke vertraging af. Wanneer deze vertra‐ging niet voldoende is, waarschuwt de actieveafstandsassistent DISTRONIC u optisch enakoestisch.# In deze gevallen de snelheid aanpassen

en voldoende afstand houden.# Zelf remmen en/of uitwijken.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door beperkte herkenning van deactieve afstandsassistent DISTRONIC

De actieve afstandsassistent DISTRONIC rea‐geert niet of beperkt:

R bij het schuin achter elkaar rijden of wis‐selen van rijstrookR op voetgangers, dieren, tweewielers of

stilstaande voertuigen of onverwachteobstakelsR verkeers- en omgevingssituatiesR op tegenliggers en kruisend verkeer

De actieve afstandsassistent DISTRONIC kanin deze situaties niet waarschuwen of onder‐steunend ingrijpen.# De verkeerssituatie altijd goed in de

gaten houden en overeenkomstig reage‐ren.

Actieve afstandsassistent DISTRONIC bedie‐nen

Voorwaarden R Het voertuig is gestart.R Als de parkeerrem vrijgezet is.R Het ESP® is ingeschakeld en regelt niet.R De transmissie staat in de stand h.R De chauffeurs- en de bijrijdersdeur zijn geslo‐

ten.

R De stoelbezettingssensor van de chauffeurs‐stoel heeft een chauffeur herkent die de vei‐ligheidsgordel draagt.R De controle van het radarsensorsysteem is

succesvol afgesloten.

Omschakelen tussen limiter en actieveafstandsassistent DISTRONIC

# De toets 1 indrukken.

Actieve afstandsassistent DISTRONIC of vari‐abele limiter activeren# Activeren zonder opgeslagen snelheid: De

tuimelschakelaar 3 omhoog (SET+) ofomlaag (SET-) drukken.De actueel gereden snelheid wordt opgesla‐gen en door het voertuig aangehouden(actieve afstandsassistent DISTRONIC) ofbegrensd (variabele limiter).

of# Activeren met opgeslagen snelheid: De tui‐

melschakelaar 4 omhoogdrukken (RES).

% Door het tweemaal omhoogdrukken van detuimelschakelaar 4 wordt de DISTRONICactieve afstandsassistent of de variabele limi‐ter met de in het combi-instrument weerge‐geven snelheidslimiet geactiveerd.

Weergegeven snelheidslimiet bij actieveafstandsassistent DISTRONIC of limiter over‐nemen# De tuimelschakelaar 4 omhoog (RES) druk‐

ken.De in het combi-instrument weergegevensnelheidsbegrenzing wordt als opgeslagensnelheid overgenomen. Het voertuig past desnelheid aan, aan die van de voorligger, totmaximaal de opgeslagen snelheid.

Rijden en parkeren 161

Page 164: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Weer wegrijden met DISTRONIC actieveafstandsassistent# De voet van het rempedaal nemen.# De tuimelschakelaar 4 omhoog (RES) druk‐

ken.

of# Het gaspedaal kort en duidelijk indrukken.

De functies van de actieve afstandsassistentDISTRONIC worden verder uitgevoerd.

Actieve afstandsassistent DISTRONIC deacti‐veren

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door ingeschakelde actieve afstands‐assistent DISTRONIC bij het verlaten vande bestuurdersstoel

Als de auto alleen door de actieve afstandsas‐sistent DISTRONIC wordt afgeremd en debestuurder de bestuurdersstoel verlaat, kande auto wegrollen.# De actieve afstandsassistent

DISTRONIC altijd uitschakelen en deauto tegen wegrollen beveiligen, voordatde bestuurdersstoel wordt verlaten.

# De tuimelschakelaar 4 omlaag (CNCL) druk‐ken.

# Het rempedaal indrukken.

Snelheid verhogen of verlagen# De tuimelschakelaar 3 omhoog (SET+) of

omlaag (SET-) drukken.De opgeslagen snelheid wordt 1 km/h ver‐hoogd of verlaagd.

of# De tuimelschakelaar 3 omhoog (SET+) of

omlaag (SET-) drukken en vasthouden.De opgeslagen snelheid wordt in stappen van1 km/h verhoogd of verlaagd.

of# De tuimelschakelaar 3 voorbij het drukpunt

drukken.De opgeslagen snelheid wordt 10 km/h ver‐hoogd of verlaagd.

of# De tuimelschakelaar 3 voorbij het drukpunt

drukken en vasthouden.De opgeslagen snelheid wordt in stappen van10 km/h verhoogd of verlaagd.

Voorgeschreven afstand tot de voorligger ver‐groten of verkleinen# Voorgeschreven afstand vergroten: De tui‐

melschakelaar 2 omlaag ( ) drukken.# Voorgeschreven afstand verkleinen: De tui‐

melschakelaar 2 omhoog ( ) drukken.

Informatie over de wegrijhulp voor op hellin‐gen

De wegrijhulp voor op hellingen houdt het voer‐tuig onder de volgende voorwaarden gedurendekorte tijd vast bij het wegrijden bergop:

R Voertuigen met handgeschakelde versnel‐lingsbak: Er is een versnelling ingeschakeld.R Voertuigen met automatische transmissie: De

transmissie staat in de stand h of k.R Als de parkeerrem vrijgezet is.

Zo is er voldoende tijd uw voet van het rempedaalop het gaspedaal te plaatsen en weg te rijdenzonder dat het voertuig terugrolt.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len en gevaar voor letsel door wegrollenvan de auto

Na korte tijd remt de wegrijhulp voor op hel‐lingen de auto niet meer af en kan deze daar‐door wegrollen.# Daarom de voet snel van het rem‑ naar

het gaspedaal verplaatsen. De autonooit proberen te verlaten als deze metde wegrijhulp voor op hellingen wordtvastgehouden.

HOLD-functie

HOLD-functie

Voorwaarden

R De stoelbezettingssensor van de chauffeurs‐stoel heeft een chauffeur herkent die de vei‐ligheidsgordel draagt.

De HOLD-functie houdt het voertuig vast zonderdat het rempedaal moet worden ingedrukt, bij‐voorbeeld bij het wegrijden op een helling. Als erom weg te rijden gas wordt gegeven, wordt deremwerking opgeheven en de HOLD-functie uitge‐schakeld.

162 Rijden en parkeren

Page 165: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

SysteemgrenzenR De helling mag niet groter zijn dan 30 %.

PARKTRONIC-parkeerassistent

Functie van de PARKTRONIC-parkeerassistentDe PARKTRONIC-parkeerassistent is een elektro‐nische parkeerhulp met ultrasone sensoren. Hijbewaakt met behulp van zes sensoren in de voor‐bumper en zes sensoren in de achterbumper deomgeving van het voertuig. De PARKTRONIC-par‐keerassistent geeft de afstand tussen het voer‐tuig en een obstakel optisch en akoestisch aan.

De PARKTRONIC-parkeerassistent is slechts eenhulpmiddel. Hij kan uw waarneming van de omge‐ving niet vervangen. De chauffeur blijft te allentijde verantwoordelijk voor het veilig manoeuvre‐ren en in- en uitparkeren. Bij het manoeuvreren,in- en uitparkeren mogen zich onder andere geenpersonen, dieren of voorwerpen in het manoeu‐vreergebied bevinden; dit controleren.

In de standaardinstelling klinkt vanaf een afstandvan circa 0,4 m tot het obstakel een onderbrokensignaal. Vanaf een afstand van circa 0,3 m klinkteen ononderbroken signaal. In het multimediasys‐teem kunt u instellen, dat de waarschuwingssig‐nalen al bij grotere afstanden van circa (1 m)hoorbaar zijn (→ pagina 163).

Weergave van de PARKTRONIC-parkeerassis‐tent in het multimediasysteemAls de weergave van de PARKTRONIC-parkeeras‐sistent in het multimediasysteem niet ingescha‐keld is en er wordt een obstakel op het pad her‐kend, dan wordt bij snelheden tot circa 10 km/heen pop-upvenster van de PARKTRONIC-parkeer‐assistent op het multimediasysteem weergege‐ven.

Systeemgrenzen

De PARKTRONIC-parkeerassistent houdt eventu‐eel geen rekening met de volgende obstakels:

R Obstakels onder het herkenningsgebied, bij‐voorbeeld personen, dieren of voorwerpenR Obstakels boven het herkenningsgebied, bij‐

voorbeeld uitstekende lading, overhangen oflaadplatforms van vrachtwagens

De sensoren moeten vrij zijn van vuil, ijs of nattesneeuw. Anders kunnen ze niet correct functione‐ren. Daarom moeten de sensoren regelmatig wor‐den gereinigd; hierbij ervoor zorgen dat er geenkrassen of beschadigingen op de sensoren ont‐staan.

Voertuigen met aanhangwagenvoorziening: Als de elektrische verbinding tussen het voertuigen aanhangwagen is aangesloten, is de PARKTRO‐NIC-parkeerassistent voor de achterzijde uitge‐schakeld.

PARKTRONIC-parkeerassistent uit- of inscha‐kelen

* AANWIJZING Gevaar voor ongevallendoor objecten in de directe omgeving

De PARKTRONIC-parkeerassistent herkentbepaalde objecten in de directe omgevingmogelijk niet.# Bij het parkeren of manoeuvreren in het

bijzonder op obstakels letten die zichonder of boven de sensoren bevinden,bijvoorbeeld bloembakken of aanhang‐wagendissels. Anders kunnen de auto ofandere objecten worden beschadigd.

Multimediasysteem:,© . Instellingen . Snelle toegang # PARKTRONIC Aan selecteren.

De functie wordt afhankelijk van de vorigetoestand in- of uitgeschakeld.

% Als het voertuig wordt gestart, is de PARK‐TRONIC-parkeerassistent automatisch inge‐schakeld.

Waarschuwingssignalen van de PARKTRONIC-parkeerassistent instellenMultimediasysteem:, Instellingen . Assistentie . Camera &

parkeren . Waarsch.signalen inst.

Volume van de waarschuwingssignalen instel‐len# Volume waarsch.signalen selecteren.# Een waarde instellen.

Toonhoogte van de waarschuwingssignaleninstellen# Toonhoogte waarsch.signalen selecteren.

Een waarde instellen.

Activeringsmoment van de waarschuwings‐signalen bepalenU kunt vastleggen, of de waarschuwingssignalenvan de PARKTRONIC-parkeerassistent al bij eengrotere afstand tot de hindernis worden gegeven.# Vroeg waarschuwen rondom selecteren.# De functie in- of uitschakelen.

Rijden en parkeren 163

Page 166: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Geluidsverlaging in- of uitschakelenU kunt vastleggen, of tijdens een akoestischewaarschuwing van de PARKTRONIC-parkeerassis‐tent het volume van een mediabron in het multi‐mediasysteem moet worden verlaagd.# Verlaging audiovol. bij waarsch.signalen

selecteren.# De functie in- of uitschakelen.

Achteruitrijcamera

Functie van de achteruitrijcamera

Als de functie in het multimediasysteem is inge‐schakeld, wordt bij het inschakelen van de ach‐teruitversnelling het beeld van de achteruitrijca‐mera 1 in het multimediasysteem weergegeven.Dynamische hulplijnen tonen het rijspoor aan dehand van de actuele stuurwielverdraaiing. Zo kuntu zich bij het achteruitrijden oriënteren en obsta‐kels vermijden.

Wanneer aan de volgende voorwaarden is vol‐daan, wordt het beeld van de achteruitrijcamera1 ook in het multimediasysteem weergegeven:

R Het contact is ingeschakeld.R De achteruitversnelling is niet ingeschakeld.R De achterste draaideuren worden geopend.

Op deze wijze kan het gebied achter het voertuigworden bewaakt.

Het beeld van de achteruitrijcamera wordt nacirca 10 seconden uitgeschakeld als de achterstedraaideuren worden gesloten.

De achteruitrijcamera is slechts een hulpmiddel.Hij kan uw waarneming van de omgeving niet ver‐vangen. De chauffeur blijft te allen tijde verant‐woordelijk voor het veilig manoeuvreren en par‐

keren. Bij het manoeuvreren of parkeren mogenzich onder andere geen personen, dieren of voor‐werpen in het manoeuvreergebied bevinden; ditcontroleren.

De achteruitrijcamera kan obstakels vervormd,niet correct of zelfs geheel niet weergeven. Deachteruitrijcamera kan niet alle objecten die zichzeer dichtbij en/of onder de achterbumper bevin‐den aangeven. Hij waarschuwt niet voor aanrijdin‐gen, personen of voorwerpen.

U kunt kiezen tussen de volgende weergaven:

R Normale weergaveR GroothoekweergaveR Aanhangwagenweergave

Het gebied achter het voertuig wordt net als in debinnenspiegel in spiegelbeeld weergegeven.

Systeemgrenzen

De achteruitrijcamera werkt in onder andere devolgende situaties slechts beperkt of helemaalniet:

R Het regent hard, het sneeuwt of het is mistig.R De lichtomstandigheden zijn slecht, bijvoor‐

beeld 's nachts.R De omgeving wordt met een fluorescerend

licht verlicht, het display kan flikkeren.R Er ontstaat een snelle temperatuurwisseling,

bijvoorbeeld wanneer in de winter vanuit dekou een verwarmde garage wordt ingereden.R De omgevingstemperatuur zeer hoog is.R De cameralens is afgedekt, vervuild of besla‐

gen. De aanwijzingen voor het reinigen van deachteruitrijcamera in acht nemen(→ pagina 291).R De camera of de achterzijde van het voertuig

is beschadigd. In dit geval de camera, diensstand en de afstelling laten controleren bijeen gekwalificeerde werkplaats.

Door achterop het voertuig gemonteerde aan‐bouwdelen (bijvoorbeeld een laadklep) kunnenhet gezichtsveld en verdere functies van de ach‐teruitrijcamera worden beperkt.

% Het contrast van het display kan nadelig wor‐den beïnvloed door invallend zonlicht ofandere lichtbronnen. Wees in dat geval extravoorzichtig.

% Het display bij een aanzienlijke beperking vande bruikbaarheid, als gevolg van bijvoorbeeldpixelfouten, laten repareren of vervangen.

164 Rijden en parkeren

Page 167: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

% Voorwerpen die zich niet ter hoogte van debodem bevinden, verschijnen verder verwij‐derd dan ze daadwerkelijk zijn. Dit zijn bij‐voorbeeld:R de bumper van een geparkeerd voertuigR de aanhangwagendissel van een aan‐

hangwagenR de kogelhals van de aanhangwagenvoor‐

zieningR de achterzijde van een vrachtwagenR een schuinstaande paal

De hulplijnen van het camerabeeld alleengebruiken ter oriëntatie. Voorwerpen nietdichter naderen dan tot de onderste horizon‐tale hulplijn. Anders kunt u uw voertuig en/ofhet voorwerp beschadigen.

Voertuigen zonder PARKTRONIC-parkeerassis‐tentDe volgende cameraweergaven zijn beschikbaarin het multimediasysteem:

Normale weergave1 Geel rijspoor van de banden bij actuele stuur‐

wielverdraaiing (dynamisch)2 Gele hulplijnen, breedte van het voertuig

(vlak waarover wordt gereden) afhankelijkvan de momentele stuurwielverdraaiing(dynamisch)

3 Markering op een afstand van circa 1,0 m (deachterste draaideuren kunnen nog geheelworden geopend.)

4 Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot hetachtergedeelte

5 Rode hulplijnen op circa 0,2 m afstand tothet achtergedeelte, voertuig met buitenspie‐gels

Groothoekweergave

Aanhangerweergave (indien aanhangwagen‐voorziening gemonteerd)

1 Gele hulplijn, richthulp2 Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot de

kogelkop van de aanhangwagenvoorziening3 Kogelkop van de aanhangwagenvoorziening

Voertuigen met PARKTRONIC-parkeerassis‐tentDe volgende cameraweergaven zijn beschikbaarin het multimediasysteem:

Normale weergave1 Geel rijspoor van de banden bij actuele stuur‐

wielverdraaiing (dynamisch)2 Gele hulplijnen, breedte van het voertuig

(vlak waarover wordt gereden) afhankelijkvan de momentele stuurwielverdraaiing(dynamisch)

Rijden en parkeren 165

Page 168: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

3 Markering op een afstand van circa 1,0 m (deachterste draaideuren kunnen nog geheelworden geopend.)

4 Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot hetachtergedeelte

5 Rode hulplijnen op circa 0,2 m afstand tothet achtergedeelte, voertuig met buitenspie‐gels

6 Oranje waarschuwingsmelding van de PARK‐TRONIC-parkeerassistent: Obstakels op mid‐dellange afstand (tussen circa 0,4 m en0,6 m)

7 Gele waarschuwingsmelding van de PARK‐TRONIC-parkeerassistent: Obstakels op eenafstand tussen circa 0,6 m en 1,0 m)

% Wanneer de afstand tot het obstakel circa0,4 m of minder bedraagt, wordt de waar‐schuwingsmelding van de PARKTRONIC-par‐keerassistent rood.

% Als het volledige systeem uitvalt, worden debinnenste segmenten van de waarschuwings‐melding rood afgebeeld.

Wanneer het systeem aan de achterzijde uit‐valt, verandert de weergave van de segmen‐ten als volgt:

R Bij het achteruitrijden worden de achter‐ste segmenten rood weergegeven.R Bij het vooruitrijden worden de achterste

segmenten uitgeschakeld.

Als de PARKTRONIC-parkeerassistent uitge‐schakeld is, wordt de waarschuwingsmeldingook uitgeschakeld.

Groothoekweergave

Aanhangerweergave (indien aanhangwagen‐voorziening gemonteerd)

1 Gele hulplijn, richthulp2 Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot de

kogelkop van de aanhangwagenvoorziening3 Kogelkop van de aanhangwagenvoorziening

360°-camera

Functie van de 360°-cameraDe 360°-camera is een systeem dat bestaat uitvier camera's. De camera's registreren de directeomgeving van het voertuig. Het systeem onder‐steunt u bijvoorbeeld bij het parkeren of bij slechtoverzichtelijke uitritten.

De 360°-camera is slechts een hulpmiddel. Hijkan uw waarneming van de omgeving niet vervan‐gen. De chauffeur blijft te allen tijde verantwoor‐delijk voor het veilig manoeuvreren en parkeren.Bij het manoeuvreren of parkeren mogen zichonder andere geen personen, dieren of voorwer‐pen in het manoeuvreergebied bevinden; dit con‐troleren.

Het systeem verwerkt de beelden van de vol‐gende camera's:

R AchteruitrijcameraR FrontcameraR Twee zijcamera's in de buitenspiegels

Weergaven van de 360°-cameraU kunt kiezen tussen verschillende weergaven:

166 Rijden en parkeren

Page 169: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Top View

1 Geel rijspoor van de banden bij actuele stuur‐wielverdraaiing (dynamisch)

2 Gele hulplijnen, breedte van het voertuig(vlak waarover wordt gereden) afhankelijkvan de momentele stuurwielverdraaiing(dynamisch)

3 Markering op een afstand van circa 1,0 m (deachterste draaideuren kunnen nog geheelworden geopend.)

4 Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot hetachtergedeelte

5 Rode hulplijnen op circa 0,2 m afstand tothet achtergedeelte, voertuig met buitenspie‐gels

6 Rode waarschuwingsmelding van de PARK‐TRONIC-parkeerassistent: Obstakels op eenafstand van circa (0,4 m of minder)

Wanneer de PARKTRONIC-parkeerassistentgereed voor gebruik is en geen objecten wordenherkend, worden de segmenten van de waarschu‐wingsmelding grijs afgebeeld.

% Als het volledige systeem uitvalt, worden desegmenten van de waarschuwingsmeldingrood afgebeeld.

Wanneer het systeem aan de achterzijde uit‐valt, verandert de weergave van de segmen‐ten als volgt:

R Bij het achteruitrijden worden de achter‐ste segmenten rood weergegeven.R Bij het vooruitrijden worden de achterste

segmenten uitgeschakeld.

Als de PARKTRONIC-parkeerassistent uitge‐schakeld is, wordt de waarschuwingsmeldingook uitgeschakeld.

Hulplijnen

% De hulplijnen op het display van het multime‐diasysteem geven de afstanden ten opzichte

van het eigen voertuig aan. De afstanden gel‐den alleen op rijbaanhoogte.De hulplijnen in de aanhangwagenmodusworden ter hoogte van de aanhangwagen‐voorziening afgebeeld.

Aanhangerweergave (indien aanhangwagen‐voorziening gemonteerd)

Aanhangerweergave (indien aanhangwagen‐voorziening gemonteerd)

1 Gele hulplijn, richthulp2 Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot de

kogelkop van de aanhangwagenvoorziening3 Kogelkop van de aanhangwagenvoorziening

Zij-aanzicht van de spiegelcamera'sIn deze weergave kunnen de zijkanten van hetvoertuig worden bekeken.

1 Rijstrook bij actuele stuurwielverdraaiing2 Gele waarschuwingsmelding van de PARK‐

TRONIC-parkeerassistent: Obstakels op eenafstand van circa (1,0 m of minder)

3 Eigen voertuig van bovenaf4 Markering van de punten waar de wielen de

grond raken5 Hulplijnen van de buitenmaten van het voer‐

tuig met uitgeklapte buitenspiegels

Wanneer de afstand tot een obstakel afneemt,verandert de kleur van de waarschuwingsmelding2.

Rijden en parkeren 167

Page 170: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Uitval van het systeemAls het systeem niet gebruiksklaar is, verschijntin het multimediasysteem de volgende melding:

Systeemgrenzen

De 360°-camera werkt in onder andere de vol‐gende situaties slechts beperkt of helemaal niet:

R De voordeuren zijn geopend.R De buitenspiegels worden ingeklapt.R Het regent hard, het sneeuwt of het is mistig.R De lichtomstandigheden zijn slecht, bijvoor‐

beeld 's nachts.R De omgeving wordt met een fluorescerend

licht verlicht, het display kan flikkeren.R Er ontstaat een snelle temperatuurwisseling,

bijvoorbeeld wanneer in de winter vanuit dekou een verwarmde garage wordt ingereden.R De omgevingstemperatuur zeer hoog is.R De cameralens is afgedekt, vervuild of besla‐

gen.R Camera's of onderdelen van het voertuig

waarin de camera's zijn gemonteerd, zijnbeschadigd. In dit geval de camera's, hunstand en afstelling laten controleren bij eengekwalificeerde werkplaats.

In deze situaties de 360°-camera niet gebruiken.Anders kunt u anderen bij het parkeren verwon‐den of in botsing komen met voorwerpen.

Bij voertuigen met in hoogte instelbaar onderstelof bij zwaar beladen voertuigen kunnen bij hetverlaten van de standaardhoogte om technischeredenen onnauwkeurigheden bij de hulplijnen enbij de weergave van de berekende beelden optre‐den.

Door op het voertuig gemonteerde aanbouwdelen(bijvoorbeeld een laadklep), kunnen het gezichts‐veld en verdere functies van het camerasysteemworden beperkt.

% Het contrast van het display kan door plotse‐ling invallend zonlicht of andere lichtbronnen

nadelig worden beïnvloed, bijvoorbeeld bijhet uitrijden van een garage. Wees in datgeval extra voorzichtig.

% Het display bij een aanzienlijke beperking vande bruikbaarheid, als gevolg van bijvoorbeeldpixelfouten, laten repareren of vervangen.

Wanneer aan de volgende voorwaarden is vol‐daan, wordt het beeld van de 360°-camera auto‐matisch in het multimediasysteem weergegeven:

R Het contact is ingeschakeld.R De achterste draaideuren worden geopend.

Op deze wijze kan het gebied achter het voertuigworden bewaakt.

Het beeld van de achteruitrijcamera wordt nacirca 10 seconden uitgeschakeld als de achterstedraaideuren worden gesloten.

De aanwijzingen voor het reinigen van de 360°-camera in acht nemen (→ pagina 291).

Weergave van de 360°-camera selecteren

Voorwaarden R In het multimediasysteem is de functie Aut.

achteruitrijcam. geactiveerd (→ pagina 168).

# De achteruitversnelling inschakelen.# In het multimediasysteem de gewenste weer‐

gave selecteren.

Automatische functie van de achteruitrijca‐mera in- en uitschakelenDe achteruitrijcamera is slechts een hulpmiddel.Hij kan uw waarneming van de omgeving niet ver‐vangen. De chauffeur blijft te allen tijde verant‐woordelijk voor het veilig manoeuvreren en in- enuitparkeren. Erop letten dat zich geen personen,dieren of voorwerpen in de baan van het voertuigbevinden. De omgeving in de gaten houden en teallen tijde klaar zijn om te remmen.

Multimediasysteem:,© . Instellingen . Fahrzeug

(Auto) . Achteruitrijcamera # Aut. achteruitrijcam. in- of uitschakelen.

Manoeuvreerondersteuning in-/uitschakelenMultimediasysteem:,© . Instellingen . Assisten-

tie . Camera & parkeren # Manoeuvreeronderst. in- of uitschakelen.

168 Rijden en parkeren

Page 171: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

% Wanneer de manoeuvreerondersteuning inge‐schakeld is, zijn de volgende functies actief:

R Drive Away Assist (→ pagina 173)R Rear Cross Traffic Alert (→ pagina 173)

ATTENTION ASSIST

Functie van de ATTENTION ASSISTDe ATTENTION ASSIST ondersteunt u bij lange,monotone ritten op bijvoorbeeld autosnelwegen.Indien de ATTENTION ASSIST tekenen van ver‐moeidheid of toenemende onoplettendheid bij dechauffeur herkent, wordt een pauze voorgesteld.

De ATTENTION ASSIST is slechts een hulpmiddel.Hij kan vermoeidheid of toenemende onoplet‐tendheid niet altijd tijdig herkennen. Het systeemis geen vervanging van een uitgeruste en opmerk‐zame chauffeur. Bij langere ritten tijdig en regel‐matig pauzes nemen, waarbij u goed kunt uitrus‐ten.

U kunt kiezen tussen twee instellingen:

R Standaard: Normale gevoeligheid van hetsysteemR Gevoelig: Verhoogde gevoeligheid van het

systeem. De chauffeur wordt eerder gewaar‐schuwd en de door het systeem bepaaldealertheidstoestand (attentieniveau) wordtovereenkomstig aangepast.

Als vermoeidheid of een toenemende onoplet‐tendheid wordt herkend, verschijnt op het instru‐mentendisplay de waarschuwing: Attention Assist: Pause!. U kunt de melding bevestigen ennaar behoefte pauze nemen. Als u geen pauzeneemt en de ATTENTION ASSIST nog steeds toe‐nemende onoplettendheid vaststelt, wordt u opz'n vroegst na 15 minuten opnieuw gewaar‐schuwd.

Weergave instrumentendisplay (kleurendisplay)

In het menu Assistentie van de boordcomputerkan de statusinformatie voor de ATTENTIONASSIST worden opgeroepen:

R De ritduur sinds de laatste pauze.R De door de ATTENTION ASSIST vastgestelde

aandachtstoestand:- Hoe voller de cirkel is, hoe groter de vast‐

gestelde aandachtstoestand.- Naarmate de aandacht afneemt, wordt de

cirkel in het midden van de weergave vanbuiten naar binnen steeds leger.

Weergave instrumentendisplay (zwart-wit-display)

In het menu Assistentie van de boordcomputerkan de statusinformatie voor de ATTENTIONASSIST worden opgeroepen:

R De ritduur sinds de laatste pauze.R De door de ATTENTION ASSIST vastgestelde

aandachtstoestand:- Hoe voller de balk is, hoe groter de vast‐

gestelde aandachtstoestand.- Naarmate de aandacht afneemt, wordt de

balk leger.

Wanneer de ATTENTION ASSIST geen attentieni‐veau kan berekenen en er geen waarschuwingkan worden gegeven, verschijnt de melding Atten-tion Level.Als op het instrumentendisplay een waarschu‐wing wordt gegeven, wordt in het multimediasys‐teem voorgesteld om naar een wegrestaurant tezoeken. U kunt een wegrestaurant selecteren ende navigatie daarnaartoe starten. Deze functiekan in het multimediasysteem worden in- of uit‐geschakeld.

Als de ATTENTION ASSIST is uitgeschakeld, toontde assistentieweergave op het instrumentendis‐play bij draaiende motor het symbool é.Nadat de motor opnieuw is gestart, is de ATTEN‐TION ASSIST automatisch weer ingeschakeld. De

Rijden en parkeren 169

Page 172: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

laatst geselecteerde gevoeligheid blijft opgesla‐gen.

SysteemgrenzenDe ATTENTION ASSIST is actief in het snelheids‐bereik tussen 60 km/h en 200 km/h.

De ATTENTION ASSIST werkt in de volgende situ‐aties beperkt en waarschuwingen wordt ver‐traagd of helemaal niet gegeven:

R Bij een ritduur van minder dan circa 30 minu‐tenR Bij een slechte staat van het wegdek (kuilen

en wegoneffenheden)R Bij sterke zijwindR Bij een sportieve rijstijl (hoge bochtsnelheden

of krachtige acceleraties)R Als de tijd verkeerd is ingesteldR In actieve rijsituaties, bij frequente wisseling

van rijstrook en snelheid

In de volgende situaties wordt de vermoeidheids-en opmerkzaamheidsanalyse van de ATTENTIONASSIST gewist en bij verder rijden opnieuwgestart:

R De motor wordt afgezet.R U doet de veiligheidsgordel af en opent de

chauffeursdeur (bijvoorbeeld wisselen vanchauffeur of pauze).

ATTENTION ASSIST instellenMultimediasysteem:,© . Instellingen . Assisten-

tie . Attention Assist

Instelmogelijkheden# Standaard, Gevoelig of Uit selecteren.

Wegrestaurant voorstellen# Rustplaats voorstellen selecteren.# De functie in- of uitschakelen.

Wanneer de ATTENTION ASSIST vermoeidheidof toenemende onoplettendheid bij debestuurder herkent, wordt een wegrestaurantin de buurt voorgesteld.

# Voorgestelde wegrestaurant kiezen.U wordt naar het gekozen wegrestaurantgenavigeerd.

Verkeerstekenassistent

Functie van de verkeerstekenassistent

De verkeerstekenassistent herkent verkeerste‐kens door middel van een multifunctionelecamera 1. Deze ondersteunt u door herkendesnelheidslimieten en inhaalverboden weer tegeven op het combi-instrument.

Aangezien de verkeerstekenassistent ookgebruikmaakt van de gegevens in het navigatie‐systeem, kan de weergave ook worden geactuali‐seerd zonder dat verkeerstekens zijn herkend:

R Als een andere weg wordt ingeslagen, bijvoor‐beeld bij een snelwegoprit of -afrit.R Als een gemeentegrens wordt gepasseerd,

die in de digitale kaart is opgeslagen.

Als het systeem herkent dat u op een wegge‐deelte tegen de voorgeschreven rijrichting rijdt,wordt een waarschuwing gegeven.

Verkeerstekens met een beperking op een onder‐bord (bijvoorbeeld bij regen) worden eveneensdoor de camera herkend.

Waarschuwing bij overschrijding van de toe‐gestane maximumsnelheidHet systeem kan u waarschuwen als u per onge‐luk de toegestane maximumsnelheid overschrijdt.Daartoe kunt u in het multimediasysteem instel‐len, met welke waarde de toegestane maximum‐snelheid mag worden overschreden voordat eenwaarschuwing wordt gegeven. U kunt instellen ofde waarschuwing alleen optisch of daarnaast ookakoestisch moet plaatsvinden.

170 Rijden en parkeren

Page 173: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Weergave op het instrumentendisplay

Instrumentendisplay (kleurendisplay)1 Toegestane snelheid2 Toegestane snelheid bij beperking3 Onderbord met beperking

% Er wordt altijd slechts een van de verkeers‐borden 1 of 2 in het instrumentendisplayweergegeven, zo nodig met een onderbord3. Indien tegelijkertijd twee verkeersbordenworden herkend, verschijnt op het instrumen‐tendisplay een plusteken naast het verkeers‐bord, als aanwijzing dat in het navigatiesys‐teem beide verkeersborden worden weerge‐geven.

Aangezien de verkeerstekenassistent ookgebruikmaakt van de gegevens in het navigatie‐systeem, kan de weergave ook worden geactuali‐seerd zonder dat verkeerstekens zijn herkend:

R Als een andere weg wordt ingeslagen, bijvoor‐beeld bij een snelwegoprit of -afritR Als een gemeentegrens wordt gepasseerd,

die in de digitale kaart is opgeslagen

De verkeerstekenassistent is niet in alle landenverkrijgbaar. Als hij niet beschikbaar is, verschijntde weergave 1 in de snelheidsmeter.

Systeemgrenzen

Het systeem kan in de volgende situaties moge‐lijk niet correct werken of buiten werking zijn:

R Bij slecht zicht, bijvoorbeeld door onvol‐doende verlichting van de weg, bij sterk wis‐selende schaduwen of door sneeuw, regen,mist of veel spatwaterR Bij verblinding, bijvoorbeeld door tegemoetko‐

mend verkeer, directe zonnestraling of doorreflectiesR Bij vervuiling van de voorruit in het gebied van

de multifunctionele camera of als de camerabeslagen, beschadigd of afgedekt isR Als de verkeerstekens slecht herkenbaar zijn,

bijvoorbeeld door verontreiniging, afdekking,sneeuw of onvoldoende verlichtingR Als de informatie in de digitale wegenkaart

van het navigatiesysteem onjuist of niet actu‐eel isR Bij meerdere wegmarkeringen, bijvoorbeeld

verkeerstekens bij wegwerkzaamheden ofaangrenzende rijstroken

Verkeerstekenassistent instellenMultimediasysteem:,© . Instellingen . Assisten-

tie . Verkeerstekenassist.

Herkende verkeerstekens in het mediadisplayweergeven# Weergave cent. displ. selecteren.# De functie in- of uitschakelen.

Het soort waarschuwing instellen# Optisch & Akoestisch, Optisch of Geen selec‐

teren.

Waarschuwingsdrempels instellenDeze waarde bepaalt, vanaf welke snelheidsover‐schrijding de waarschuwing plaatsvindt.# Waarschuw.drempel selecteren.# Een snelheid instellen.

Dodehoekassistent

Functie van de dodehoekassistent met uit‐stapwaarschuwingDe dodehoekassistent bewaakt het gebied directnaast en aan de zijkant achter het voertuig mettwee aan de zijkant geplaatste en naar achterengerichte radarsensoren.

Rijden en parkeren 171

Page 174: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len ondanks de dodehoekassistent

De dodehoekassistent reageert niet op stil‐staande objecten en niet op voertuigen diemet een groot snelheidsverschil naderen en uinhalen.

Daardoor kan de dodehoekassistent in dezesituaties niet waarschuwen.# De verkeerssituatie altijd goed in de

gaten houden en voldoende zijdelingseafstand aanhouden.

De dodehoekassistent is slechts een hulpmiddel.Deze herkent mogelijk niet alle voertuigen en ont‐slaat u er niet van zelf goed te blijven opletten.Altijd voldoende zijdelingse afstand tot andereverkeersdeelnemers en obstakels aanhouden.Als vanaf een snelheid van circa 12 km/h eenvoertuig wordt herkend dat direct daarna in hetcontrolegebied naast uw auto komt, gaat hetwaarschuwingslampje in de buitenspiegel roodbranden.

% Wanneer een aanhangwagen is aangekop‐peld, kan het zicht van de radarsensoren wor‐den gehinderd, waardoor maar een beperktebewaking mogelijk is. De verkeerssituatiealtijd goed in de gaten houden en voldoendezijdelingse afstand aanhouden.

Als zich een voertuig op geringe afstand opzij inhet controlegebied bevindt en u de richtingaan‐wijzer in de betreffende richting inschakelt, klinkteen waarschuwingssignaal. Het rode waarschu‐wingslampje in de buitenspiegel knippert. Als derichtingaanwijzer ingeschakeld blijft, worden alleoverige herkende voertuigen alleen weergegevendoor het knipperen van het rode waarschuwings‐lampje.

Wanneer u een voertuig snel inhaalt, vindt ergeen waarschuwing plaats.

UitstapwaarschuwingDe uitstapwaarschuwing is een extra functie vande dodehoekassistent en waarschuwt de inzitten‐den bij het verlaten van het voertuig voor nade‐rende bewegende voertuigen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len ondanks uitstapwaarschuwing

De uitstapwaarschuwing reageert niet op stil‐staande objecten en niet op voertuigen diemet een groot snelheidsverschil naderen en uinhalen.

Daardoor kan de uitstapwaarschuwing in dezesituaties niet waarschuwen.# Bij het openen van de deuren altijd goed

op de verkeerssituatie en op voldoendevrije ruimte letten.

% De uitstapwaarschuwing werkt niet bij deschuifdeuren en de achterdeuren.

Overzicht

Als het voertuig stil‐staat wordt een voor‐werp herkent in hetachterste bewakings‐gebied.

Weergave in de bui‐tenspiegel

Als het voertuig stil‐staat wordt een deurgeopend aan debetreffende zijde vanhet voertuig. Er wordteen voorwerp in hetbewakingsgebied her‐kend dat een lage vei‐ligheidsafstand heeft.

Optische en akoesti‐sche waarschuwing

% Deze extra functie is alleen beschikbaar alsde dodehoekassistent is ingeschakeld en inde eerste drie minuten na het uitschakelenvan het contact. Het einde van de beschik‐baarheid van de uitstapwaarschuwing wordtaangeduid door een knipperfrequentie in debuitenspiegel.

De uitstapwaarschuwing is slechts een hulpmid‐del en ontslaat de inzittenden er niet van zelfgoed te blijven opletten. De inzittenden blijven teallen tijde verantwoordelijk voor het zondergevaar openen van de deuren en het veilig verla‐ten van het voertuig.

Systeemgrenzen

De dodehoekassistent en de uitstapwaarschu‐wing kunnen in de volgende situaties beperkt zijn:

R Bij vervuilde of afgedekte sensorenR Bij slecht zicht, bijvoorbeeld door mist, hevige

regen, sneeuw of spatwaterR Bij smalle voertuigen in het controlegebied,

bijvoorbeeld fietsen

% Stilstaande of langzaam bewegende objectenworden niet weergegeven.

Bij vangrails en dergelijke obstakels kunnen onge‐gronde waarschuwingen worden gegeven. Alslang naast lange voertuigen wordt gereden, bij‐

172 Rijden en parkeren

Page 175: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

voorbeeld bij vrachtwagens, kan de waarschu‐wing worden onderbroken.

Bij ingeschakelde achteruitversnelling is de dode‐hoekassistent niet bedrijfsklaar.

De uitstapwaarschuwing kan in de volgende situ‐aties beperkt zijn:

R Bij sensorafschaduwing door naburige voer‐tuigen in krappe parkeerplekkenR Bij het naderen van mensen

Dodehoekassistent in- en uitschakelenMultimediasysteem:,© . Instellingen . Assistentie # Dodehoekassistent in- of uitschakelen.

Functie van de Drive Away Assist

% De Drive Away Assist is alleen bij voertuigenmet automatische transmissie aanwezig.

De Drive Away Assist kan de ernst van een aanrij‐ding bij het wegrijden verminderen. Als eenobstakel in rijrichting wordt herkend, wordt de rij‐snelheid kortstondig begrensd tot circa 2 km/h.Wanneer een kritische situatie wordt herkend,verschijnt een symbool op het camerabeeld vanhet multimediasysteem.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len bij beperkte herkenningsmogelijkheidvan de Drive Away Assist

De Drive Away Assist kan objecten en com‐plexe verkeerssituaties niet altijd ondubbel‐zinnig herkennen.

In deze gevallen kan de Drive Away Assist

R zonder reden waarschuwen en de rijsnel‐heid begrenzen.R niet waarschuwen of de rijsnelheid niet

begrenzen.

# De verkeerssituatie altijd goed in degaten houden en niet uitsluitend op deDrive Away Assist vertrouwen.

# Klaar zijn om te kunnen remmen eneventueel uit te wijken, in zoverre deverkeerssituatie dit toelaat en uitwijkenzonder gevaar mogelijk is.

De Drive Away Assist is slechts een hulpmiddel.Hij kan uw waarneming van de omgeving niet ver‐vangen. De chauffeur blijft te allen tijde verant‐woordelijk voor het veilig manoeuvreren en in- enuitparkeren. Erop letten dat zich geen personen,

dieren of voorwerpen in de baan van het voertuigbevinden.

In de volgende situaties kan bijvoorbeeld gevaarvoor een aanrijding ontstaan:

R Het gas- en rempedaal worden met elkaarverward.R Er wordt een verkeerde versnelling ingescha‐

keld.

De functie Drive Away Assist is onder de vol‐gende voorwaarden actief:

R De PARKTRONIC-parkeerassistent is inge‐schakeld.R Bij het schakelen naar k of h als het voer‐

tuig stilstaat.R Het herkende obstakel is minder dan circa

1,0 m verwijderd.R De functie manoeuvreerondersteuning is in

het multimediasysteem geactiveerd.

SysteemgrenzenOp hellingen en bij het rijden met een aanhang‐wagen is de Drive Away Assist niet beschikbaar.

Functie van de Rear Cross Traffic Alert

Het systeem gebruikt de radarsensoren in debumper. Daarbij wordt altijd het gebied vlak naasten achter het voertuig bewaakt. Als de radarsen‐soren door voertuigen of andere objecten zijnafgedekt, vindt er geen herkenning plaats.

% Eveneens de aanwijzingen met betrekking totde dodehoekassistent lezen (→ pagina 171).

Voertuigen met dodehoekassistent: Bij hetachteruit uitparkeren kan tevens worden gewaar‐schuwd voor kruisend verkeer. Als een voertuigwordt herkend, brandt het rode waarschuwings‐lampje in de buitenspiegel aan de overeenkom‐stige zijde. Als een kritieke situatie wordt her‐kend, klinkt bovendien een waarschuwingssig‐naal.Voertuigen met dodehoekassistent en PARK‐TRONIC-parkeerassistent: Bij het achteruit uit‐parkeren kan tevens worden gewaarschuwd voorkruisend verkeer. Wanneer een kritische situatiewordt herkend, verschijnt een waarschuwings‐symbool op het camerabeeld van het multimedia‐systeem. Als op de waarschuwing geen reactievan de chauffeur volgt, kan het voertuig automa‐tisch worden afgeremd. In dit geval klinkt eenwaarschuwingssignaal.

Rijden en parkeren 173

Page 176: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

De functie Rear Cross Traffic Alert is onder devolgende voorwaarden actief:

R De dodehoekassistent is ingeschakeld.R De achteruitversnelling is ingeschakeld of het

voertuig rijdt stapvoets achteruit.R De functie manoeuvreerondersteuning is in

het multimediasysteem geactiveerd.

Bij het rijden met een aanhangwagen is de func‐tie Rear Cross Traffic Alert niet beschikbaar.

Spoorassistent en actieve spoorassistent

Functies van de spoorassistent

De spoorassistent bewaakt het gebied vóór hetvoertuig met een multifunctionele camera 1.Deze moet voorkomen dat u ongewild de rijstrookverlaat. Daartoe kunt u door een voelbare terug‐melding van het stuurwiel en het knipperen vanhet statussymbool in het instrumentendisplayworden gewaarschuwd.

De waarschuwing wordt uitgegeven, wanneertegelijkertijd aan de volgende voorwaarden wordtvoldaan:

R De spoorassistent herkent rijstrookmarkerin‐gen.R Een voorwiel rijdt over de rijstrookmarkerin‐

gen.

U kunt de waarschuwing van de spoorassistentin- en uitschakelen.

De spoorassistent kan het gevaar voor ongevallenals gevolg van een niet aangepaste rijstijl niet ver‐minderen en de natuurkundige grenzen niet ver‐leggen. Hij kan geen rekening houden met deweg- en weersomstandigheden en de verkeerssi‐tuatie. De spoorassistent is slechts een hulpmid‐

del en dient er niet toe om het voertuig zonderassistentie van de chauffeur de rijstrook aan telaten houden. De verantwoordelijkheid voor eenveilige afstand, de snelheid, het tijdig remmen enhet aanhouden van de rijstrook ligt bij u.

Systeemgrenzen

Het systeem kan in de volgende situaties moge‐lijk niet correct werken of buiten werking zijn:

R Het zicht is slecht, bijvoorbeeld door onvol‐doende verlichting van de weg, bij sterk wis‐selende schaduwen of door sneeuw, regen,mist of veel spatwater.R Bij verblinding, bijvoorbeeld door tegemoetko‐

mend verkeer, directe zonnestraling of doorreflecties.R De voorruit is in de omgeving van de multi‐

functionele camera afgedekt of de camera isbeslagen, beschadigd of afgedekt.R Er zijn geen of meerdere, niet duidelijk her‐

kenbare rijstrookmarkeringen aanwezig vooreen rijstrook, bijvoorbeeld in de omgeving vanwegwerkzaamheden.R De rijstrookmarkeringen zijn versleten, donker

of bedekt.R De afstand tot de voorligger is te klein en

daardoor kunnen de rijstrookmarkeringen nietworden herkend.R De rijstrookmarkeringen wijzigen snel, bij‐

voorbeeld de rijstroken splitsen zich, kruisenelkaar of worden samengevoegd.R De rijbaan is zeer smal en kronkelig.

Functies van de actieve spoorassistent

De actieve spoorassistent bewaakt het gebiedvóór het voertuig met een multifunctionele

174 Rijden en parkeren

Page 177: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

camera 1. Deze moet voorkomen dat u onge‐wild de rijstrook verlaat. Daartoe kunt u door eenvoelbare terugmelding van het stuurwiel en hetknipperen van het statussymbool in het instru‐mentendisplay worden gewaarschuwd. Bovendienkunt u door een corrigerende remingreep naar uwrijstrook worden teruggevoerd. Op het instrumen‐tendisplay verschijnt een overeenkomstige mel‐ding.

De waarschuwing wordt uitgegeven, wanneertegelijkertijd aan de volgende voorwaarden wordtvoldaan:

R Het rijsysteem herkent rijstrookmarkeringen.R Een voorwiel rijdt over de rijstrookmarkerin‐

gen.

Er vindt een corrigerende remingreep plaats,wanneer tegelijkertijd aan de volgende voorwaar‐den wordt voldaan:

R De actieve spoorassistent herkent rijstrook‐markeringen aan beide zijden van het voer‐tuig.R Een voorwiel rijdt over een doorgetrokken

rijstrookmarkering.

Op het instrumentendisplay verschijnt een over‐eenkomstige melding.

De remingreep is beschikbaar in het snelheidsbe‐reik tussen circa 60 km/h en circa 160 km/h.

U kunt de waarschuwing van de actieve spooras‐sistent uitschakelen, of het systeem geheel uit‐schakelen.

De actieve spoorassistent kan het gevaar voorongevallen door een niet aangepaste rijstijl nietverminderen en de natuurkundige grenzen nietverleggen. Hij kan geen rekening houden met deweg- en weersomstandigheden en de verkeerssi‐tuatie. Het rijsysteem is een hulpmiddel bij hetonbedoeld verlaten van de rijstrook of het onbe‐doeld overschrijden van de rijstrookmarkeringen,maar geen systeem voor het automatisch aan‐houden van de rijstrook. De verantwoordelijkheidvoor een veilige afstand, de snelheid, het tijdigremmen en het aanhouden van de rijstrook ligt biju.

Voorbeeldweergave

Als een corrigerende remingreep door de actievespoorassistent plaatsvindt, verschijnt op het mul‐tifunctioneel display de melding 1.

Systeemgrenzen

In de volgende situaties vindt er geen corrige‐rende remingreep door de actieve spoorassistentplaats:

R U stuurt, remt duidelijk, of geeft duidelijk gasR U schakelt de richtingaanwijzer in.R Een rijveiligheidssysteem grijpt in, bijvoor‐

beeld het ESP® of het Active Brake AssistSystem.R U rijdt sportief, met hoge bochtsnelheden of

accelereert snel.R Het ESP® is uitgeschakeldR U rijdt met een aanhangwagen en de elektri‐

sche verbinding met de aanhangwagen func‐tioneert correct.R Als bandenspanningsverlies of een bescha‐

digde band wordt herkend of weergegeven.

Het systeem kan in de volgende situaties moge‐lijk niet correct werken of buiten werking zijn:

R Het zicht is slecht, bijvoorbeeld door onvol‐doende verlichting van de weg, bij sterk wis‐selende schaduwen of door sneeuw, regen,mist of veel spatwater.R Bij verblinding, bijvoorbeeld door tegemoetko‐

mend verkeer, directe zonnestraling of doorreflecties.R De voorruit is in de omgeving van de multi‐

functionele camera afgedekt of de camera isbeslagen, beschadigd of afgedekt.R Er zijn geen of meerdere, niet duidelijk her‐

kenbare rijstrookmarkeringen aanwezig vooreen rijstrook, bijvoorbeeld in de omgeving vanwegwerkzaamheden.

Rijden en parkeren 175

Page 178: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R De rijstrookmarkeringen zijn versleten, donkerof bedekt.R De afstand tot de voorligger is te klein en

daardoor kunnen de rijstrookmarkeringen nietworden herkend.R De rijstrookmarkeringen wijzigen snel, bij‐

voorbeeld de rijstroken splitsen zich, kruisenelkaar of worden samengevoegd.R De rijbaan is zeer smal en kronkelig.

Spoorassistent of actieve spoorassistent in-en uitschakelenMultimediasysteem:,© . Instellingen . Assistentie # Spoorassistent of Act. spoorassistent Aan

selecteren.

Waarschuwing in- of uitschakelen# Spoorassistent of Act. spoorassistent Aan

selecteren.# Waarschuwing selecteren.

Werkfunctie

PTO in- en uitschakelen

De volgende aanwijzingen in acht nemen:R Bij een zware belasting van de PTO, bijvoor‐

beeld door een hoog gevraagd vermogen bijeen hoge buitentemperatuur, kan de versnel‐lingbakolietemperatuur stijgen tot een niet-toegestane waarde. De PTO dan regelmatiggedurende ongeveer vijf tot tien minuten indeellast gebruiken.R De PTO alleen inschakelen als het voertuig

stilstaat en de versnellingsbak in de vrij- ofneutraalstand staat.R Erop letten dat het motortoerental tijdens het

gebruik niet hoger dan 2500/min komt.R Bij voertuigen met schakelblokkering is de

handgeschakelde versnellingsbak geblok‐keerd als de PTO is ingeschakeld.R Bij voertuigen zonder schakelblokkering kan

na het inschakelen van de PTO de 1e of 2eversnelling worden ingeschakeld en wordenweggereden. Tijdens het rijden met ingescha‐kelde PTO niet schakelen. Daarom afhankelijkvan de gewenste snelheid in de 1e of 2e ver‐snelling wegrijden.R Voor gebruik van de PTO in combinatie met

de opbouw de aanwijzingen in de handleidingvan de fabrikan in acht nemen.

# Inschakelen: Het voertuig stoppen en de ver‐snellingsbak in de neutraalstand schakelen.

# Het koppelingspedaal indrukken.# Circa vijf seconden wacht en bij draaiende

motor de schakelaar 1 aan de bovenzijdeindrukken.

# De voet van het koppelingspedaal nemen.Bij voertuigen met werktoerentalregeling(ADR) wordt het motortoerental automatischnaar een vooraf ingestelde of een door dechauffeur in te stellen toerental verhoogd, hetconstante motortoerental. Het multifunctio‐neel display toont de meldingen Werktoeren-talregeling actief en PTO actief.

# Uitschakelen: Het voertuig stoppen en deversnellingsbak in de neutraalstand schake‐len.

# Het koppelingspedaal indrukken.# Circa vijf seconden wacht en bij draaiende

motor de schakelaar 2 aan de onderzijdeindrukken.

# De voet van het koppelingspedaal nemen.

ADR (werktoerentalregeling)

Werking van de ADR (werktoerentalregeling)Na het inschakelen verhoogt de werktoerentalre‐geling ADR het motortoerental automatisch naareen vooraf ingestelde of een door de chauffeur inte stellen toerental.

% Na een koude start is het stationair toerentalvan de koude motor automatisch verhoogd.Als het vooraf ingestelde bedrijfstoerentallager dan het verhoogde stationair toerentalis, wordt het bedrijfstoerental pas na dewarmdraaifase bereikt.

176 Rijden en parkeren

Page 179: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

De ADR kan alleen worden ingeschakeld alshet voertuig stilstaat en als de parkeerrem isbediend..Bij voertuigen met automatische transmissiemoet de keuzehendel in de stand j staan.

ADR in- en uitschakelen

# Inschakelen: Als de motor draait, de schake‐laar 1 aan de bovenzijde indrukken.Het multifunctioneel display toont de meldingWerktoerentalregeling actief.

# Uitschakelen: Als de motor draait, de scha‐kelaar 2 aan de onderzijde indrukken.

In de volgende situaties wordt de ADR automa‐tisch uitgeschakeld:

R U zet de parkeerrem vrij.R U drukt het rempedaal in.R Het voertuig beweegt.R De regeleenheid herkent een storing.

ADR instellen

# De PTO (→ pagina 176) of de ADR inschake‐len.

# Verhogen: De schakelaar 1 aan de boven‐zijde indrukken.

# Verlagen: De schakelaar 2 aan de onder‐zijde indrukken.

Rijden met aanhangwagen

Aanwijzingen voor rijden met aanhangwagen

& WAARSCHUWING Gevaar van ongeval‐len en letsels door het overschrijden vande verticale belasting

Wanneer de toegestane verticale belasting bijgebruik van het rek wordt overschreden, kanhet draagsysteem loskomen van het voertuigen andere weggebruikers in gevaar brengen.# Steeds de toegestane verticale belas‐

ting bij gebruik van het rek naleven.

& WAARSCHUWING Slingeren van decombinatie door te hoge snelheid

Wanneer de combinatie slingert, kunt u decontrole over de combinatie verliezen.

De combinatie kan zelfs kantelen.# In geen geval proberen de combinatie

recht te trekken door de snelheid te ver‐hogen.

# De snelheid verlagen en niet tegenstu‐ren.

# Zo nodig remmen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door oververhit geraakt remsysteem

Als u tijdens het rijden de voet op het rempe‐daal laat rusten, kan het remsysteem overver‐hit raken.

Daardoor wordt de remweg langer en kan hetremsysteem zelfs uitvallen.# Het rempedaal nooit als voetensteun

gebruiken.# Tijdens het rijden niet tegelijkertijd het

rem- en gaspedaal indrukken.

Bij een afneembare aanhangwagenkoppelingaltijd de handleiding van de aanhangwagenkoppe‐lingfabrikant opvolgen.

Rijden en parkeren 177

Page 180: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Het voertuig met aanhangwagen altijd op een vei‐lige plaats parkeren en tegen wegrollen beveiligen(→ pagina 146). De aanhangwagen voorzichtigaan- en afkoppelen.

Bij het achteruitrijden van het trekkend voertuigerop letten dat niemand tussen voertuig en aan‐hangwagen staat.

Als de aanhangwagen niet correct aan het trek‐kend voertuig wordt aangekoppeld, kan de aan‐hangwagen losraken. De in rijklare staat aange‐koppelde aanhangwagen moet horizontaal achterhet trekkend voertuig staan.

De volgende aanwijzingen met betrekking tot dekogeldruk in acht nemen:

R De maximumkogeldruk zoveel mogelijk benut‐ten.R De toegestane kogeldruk niet over- of onder‐

schrijden.

De volgende waarden mogen niet worden over‐schreden:

R Toegestaan geremd of ongeremd aanhangwa‐gengewicht

Het maximaal toegestane aanhangwagenge‐wicht voor ongeremde aanhangwagensbedraagt 750 kg.R Toegestane achterasbelasting van het trek‐

kende voertuigR Toegestaan totaalgewicht van het trekkende

voertuigR Toegestaan totaalgewicht van de aanhangwa‐

genR Toegestaan totaal gewicht van de combinatieR Toegestane maximumsnelheid van de aan‐

hangwagen

De toegestane afmetingen die niet mogen wordenoverschreden, vindt u op de volgende plaatsen:

R in de voertuigpapierenR op het typeplaatje van de aanhangwagenvoor‐

zieningR op het typeplaatje van de aanhangwagenR op het voertuigtypeplaatje

Bij afwijkende waarden geldt de laagste waarde.

Voor het wegrijden het volgende controleren:

R Op de achteras van de motorwagen is de ban‐denspanning voor maximale belading inge‐steld.R De koplampen zijn correct ingesteld.

Met een aanhangwagen gedraagt het voertuigzich anders dan zonder aanhangwagen.

De combinatie:

R is zwaarderR is beperkt in acceleratie- en klimvermogenR heeft een langere remwegR reageert sterker op harde zijwindR vereist fijngevoeliger sturenR heeft een grotere draaicirkel

Daardoor kan het rijgedrag verslechteren.

Tijdens het rijden met de combinatie de snelheidaltijd aan de actuele weg- en weersomstandighe‐den aanpassen. Geconcentreerd rijden. Vol‐doende veiligheidsafstand aanhouden.

De maximumsnelheid van 80 km/h of 100 km/hook aanhouden in landen waarin hogere snelhe‐den voor voertuigen met aanhangwagen zijn toe‐gestaan.

De wettelijk voorgeschreven maximumsnelheidvoor voertuigen met aanhangwagens in hetbetreffende land aanhouden. Controleer voorbegin van de rit in het kentekenbewijs van deaanhangwagen welke maximumsnelheid is toege‐staan voor uw aanhangwagen (alleen in Duits‐land).

De aanhangwagenvoorziening behoort tot deonderdelen die van groot belang zijn voor de ver‐keersveiligheid. De aanwijzingen met betrekkingtot de bediening, de verzorging en het onderhoudin de handleiding van de fabrikant aanhouden.Voertuigen met afneembare aanhangwagen‐koppeling: Beperk het gevaar voor schade aande kogelhals. Als u de kogelhals niet nodig heeft,deze uit de kogelkopbevestiging verwijderen.

% In acht nemen dat bij het rijden met een aan‐hangwagen de PARKTRONIC slechts beperktof helemaal niet beschikbaar is.

% De hoogte van de kogelkop wijzigt met debelading van het voertuig. In dit gevalgebruikmaken van een aanhangwagen meteen in hoogte instelbare aanhangwagendis‐sel.

RijtipsDe toegestane maximumsnelheid voor combina‐ties is afhankelijk van het type aanhangwagen.Controleer voor begin van de rit in het kenteken‐bewijs van de aanhangwagen welke maximum‐snelheid is toegestaan voor uw aanhangwagen(alleen in Duitsland).

178 Rijden en parkeren

Page 181: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Met een aanhangwagen gedraagt het voertuigzich anders dan zonder aanhangwagen en ver‐bruikt meer brandstof. Bij lange en steile hellin‐gen moet vroegtijdig het schakelstand 3, 2 of 1worden geselecteerd.

% Dit geldt ook als de TEMPOMAT of de limiteris ingeschakeld.

Zo wordt de remwerking van de motor benut enhoeft minder te worden geremd om de snelheidconstant te houden. Daardoor wordt het remsys‐teem ontlast en wordt voorkomen dat de remmenoververhit raken en te snel slijten. Moet er extraworden geremd, dan het rempedaal niet continuindrukken maar met intervallen.

RijtipsAls de aanhangwagen slingert, de volgende pun‐ten in acht nemen:R In geen geval gas geven.R Niet tegensturen.R Zo nodig remmen.

% Het gevaar voor pendelen en slingeren van deaanhangwagen kan worden verminderd doorhet naderhand monteren van stabilisatoren ofaanhangwagen-stabiliteitsprogramma"s.Meer informatie is verkrijgbaar bij uw geauto‐riseerde Sprinter dealer.R Een grotere afstand aanhouden dan wanneer

zonder aanhangwagen wordt gereden.R Abrupt remmen vermijden. Indien mogelijk

eerst licht afremmen, zodat de aanhangwa‐gen oploopt. Daarna de remkracht snel latentoenemen.R Het klimvermogen bij wegrijden geldt voor

zeeniveau. Bij het rijden in de bergen erop let‐ten dat door het toenemen van de hoogte hetmotorvermogen en het klimvermogen bij weg‐rijden verminderen.

Kogelhals aanbrengen

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len‑ en letsel als gevolg van onjuistgemonteerde en geborgde kogelhals

Is de kogelhals niet vergrendeld? Dan kan dietijdens het rijden losraken en zo andere ver‐keersdeelnemers in gevaar brengen.# Vergrendel de kogelhals op de beschre‐

ven manier. Vergewis u ervan dat dekogelhals veilig en bedrijfszeker isgemonteerd.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door niet vergrendelde kogelhals

Is de kogelhals niet vergrendeld? Dan kan deaanhangwagen zich loswerken.# Vergrendel de kogelhals op de beschre‐

ven manier. Vergewis u ervan dat dekogelhals veilig en bedrijfszeker isgemonteerd.

# Het voertuig met de parkeerrem tegen weg‐rollen beveiligen.

# De borgveer 1 van de kogelhals 3 in derichting van de pijl omhoogtrekken, naar ach‐teren drukken en gedrukt houden.

# De kogelhals 3 op e kogelkopbevestiging 2plaatsen en in de richting van de pijl draaien,tot de kogelhals 3 verticaal omhoog wijst.

# De borgveer 1 weer aanbrengen.

% Als de kogelhals vervuild is, de kogelhals voorde montage reinigen.

Rijden en parkeren 179

Page 182: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Demonteren van de afneembare trekhaak

# Het voertuig met de parkeerrem tegen weg‐rollen beveiligen.

# Trek de borgveer 1 in de richting van de pijlnaar boven en naar achteren.

# Houd de afneembare trekhaak bij de hals3vast.

# Draai de trekhaak bij de hals3 in de richtingvan de pijl en neem die uit de houder2.

# Maak de trekhaak schoon als die vervuild is.# Berg de afneembare trekhaak goed weg en

borg die.

Aanhangwagen aan- of afkoppelen

Voorwaarden R De kogelhals moet veilig in de vergrendelde

stand staan.

Aanhangwagens met een 7-polige stekker kunnenvia de volgende adapters op de auto worden aan‐gesloten:

R AdapterstekkerR Adapterkabel

Aanhangwagen aankoppelen

* AANWIJZING Beschadiging van de accudoor volledige ontlading

Door het opladen van de aanhangwagenaccuvia de spanningsvoorziening van de aanhang‐wagen kan de accu worden beschadigd.# De spanningsvoorziening niet gebruiken

voor het opladen van de aanhangwagen‐accu.

# Voertuigen met automatische transmis‐sie: De keuzehendel in de stand jzetten.

# De parkeerrem van het voertuig bedienen.# Alle deuren sluiten.# De afdekkap van de kogelkop verwijderen en

veilig opbergen (→ pagina 75).

% De hoogte van de kogelkop wijzigt met debelading van het voertuig. In dit gevalgebruikmaken van een aanhangwagen meteen in hoogte instelbare aanhangwagendis‐sel.

# De breekkabel van de aanhangwagen in hetoog bij de kogelhals bevestigen.

# De wegrolbeveiligingen van de aanhangwa‐gen, bijvoorbeeld wielkeggen, verwijderen.

# De parkeerrem van de aanhangwagen vrijzet‐ten.

# De aanhangwagen horizontaal achter hetvoertuig zetten en aankoppelen.

# De klep van de contactdoos openen.# De stekker met de nok 1 in de groef 3 van

de contactdoos aanbrengen.# De bajonetverbinding 2 tot de aanslag

rechtsom draaien.# Het deksel laten vergrendelen.# De kabel met kabelbinders aan de aanhang‐

wagen bevestigen (alleen bij adapterkabels).# Controleren of de kabel bij het rijden door

bochten vrij kan bewegen.# De combischakelaar omhoog of omlaag druk‐

ken en controleren of het betreffende knip‐perlicht van de aanhangwagen knippert.

Ook bij een correct elektrisch aangesloten aan‐hangwagen kan in de volgende gevallen een dis‐playmelding op het multifunctioneel display ver‐schijnen:

R Het verlichtingssysteem van de aanhangwa‐gen is van LED's voorzien.

180 Rijden en parkeren

Page 183: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R De minimumstroom (50 mA) van de aanhang‐wagenverlichting werd onderschreden.

% De permanente spanningsvoorziening kanworden gebruikt voor accessoires met eenvermogen tot maximaal 240 W.

Aanhangwagen afkoppelen

& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij hetafkoppelen

Wanneer u een aanhangwagen met oploop‐rem in geremde staat afkoppelt, kunt u metuw hand tussen de auto en de aanhangwa‐gendissel bekneld raken.# De aanhangwagen niet in geremde staat

afkoppelen.

Een aanhangwagen met oplooprem niet afkoppe‐len als deze geremd is, anders kan door het uitve‐ren van de oplooprem de auto worden bescha‐digd.# Voertuigen met automatische transmis‐

sie: De keuzehendel in de stand jzetten.# De parkeerrem van het voertuig bedienen.# Alle deuren sluiten.# De parkeerrem van de aanhangwagen bedie‐

nen.# De aanhangwagen bovendien met een wiel‐

keg of iets dergelijks tegen wegrollen beveili‐gen.

# De elektrische verbinding tussen auto en aan‐hangwagen losmaken.

# De aanhangwagen afkoppelen.

Rijden en parkeren 181

Page 184: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Overzicht instrumentendisplay

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len bij het uitvallen van het instrumenten‐display

Wanneer het instrumentendisplay uitgevallenis of als een storing aanwezig is, kunt u func‐tiebeperkingen van veiligheidsrelevante syste‐men niet herkennen.

De bedrijfsveiligheid van de auto kan beperktzijn.# Voorzichtig verder rijden.# De auto direct bij een gekwalificeerde

werkplaats laten controleren.

Als de bedrijfsveiligheid van de auto in gevaarkomt, de auto direct op een veilige plaats neer‐zetten. Contact opnemen met een gekwalifi‐ceerde werkplaats.

Instrumentendisplay

Instrumentendisplay met kleurendisplay (voor‐beeld)1 Snelheidsmeter2 Multifunctioneel display3 Toerenteller4 Koelvloeistoftemperatuurmeter5 Brandstofpeil en aanduiding tankdopkleppo‐

sitie

De koelvloeistoftemperatuurmeter 4 mag ondernormale rijomstandigheden tot 120 °C stijgen.

Instrumentendisplay met zwart-wit-display (voor‐beeld)1 Snelheidsmeter2 Weergave controlelampjes3 Toerenteller4 Multifunctioneel display

* AANWIJZING Motorschade door te hoogtoerental

Als in het maximumtoerentalbereik wordtgereden, wordt de motor beschadigd.# De motor niet voorbij het maximumtoe‐

rentalbereik laten draaien.

3 Bij het bereiken van de rode markering in detoerenteller (te hoog toerental) wordt de brand‐stoftoevoer onderbroken om de motor tebeschermen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐wonden bij het openen van de motorkap

Wanneer bij een oververhitte motor of bijbrand in de motorruimte de motorkap wordtgeopend, kunt u in contact komen met hetegassen of andere ontsnappende bedrijfsstof‐fen.# De oververhitte motor laten afkoelen

alvorens de motorkap te openen.# Bij brand in de motorruimte de motor‐

kap gesloten houden en contact opne‐men met de brandweer.

182 Instrumentendisplay en boordcomputer

Page 185: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Overzicht toetsen in het stuurwiel

1 % Terugtoets links (boordcomputer)2 Touch-control links (boordcomputer)3 Toetsengroep voor TEMPOMAT of actieve

afstandsassistent DISTRONIC4 Toetsengroep:£ Spraakbedieningf Favorieten weergeven (multimediasys‐teem)VOL: Met de draaiknop 8 het volume ver‐hogen/verlagen of het geluid uitschakelen6 Gesprek voeren/aannemen~ Oproep weigeren/beëindigen

5 ò Hoofdmenutoets (multimediasysteem)6 Touch-control rechts (multimediasysteem)7 % Terugtoets rechts (multimediasysteem)

1 % Terugtoets links (boordcomputer)2 Touch-control links (boordcomputer)3 Hoofdmenutoets (boordcomputer)4 Toetsengroep voor TEMPOMAT of actieve

afstandsassistent DISTRONIC5 Toetsengroep:£ Spraakbedieningf Favorieten weergeven (multimediasys‐teem)VOL: Met de draaiknop 8 het volume ver‐hogen/verlagen of het geluid uitschakelen6 Gesprek voeren/aannemen~ Oproep weigeren/beëindigen

6 ò Hoofdmenutoets (multimediasysteem)7 Touch-control rechts (multimediasysteem)8 % Terugtoets rechts (multimediasysteem)

Boordcomputer bedienen

& WAARSCHUWING Gevaar voor afleidingdoor informatiesystemen en communica‐tieapparatuur

Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐greerde informatiesystemen en communica‐tieapparatuur bedient, kunt u van de ver‐keerssituatie worden afgeleid. Bovendien kuntu de controle over de auto verliezen.# Deze apparatuur alleen bedienen als de

verkeerssituatie dit toelaat.# Als dit niet kan worden gewaarborgd, op

een veilige plek stoppen en de invoeringals de auto stilstaat uitvoeren.

Bij het bedienen van de boordcomputer de wette‐lijke bepalingen in acht nemen van het landwaarin u zich bevindt.

Boordcomputer bedienen (voertuigen metstuurwieltoetsen)

% De weergaven van de boordcomputer ver‐schijnen op het multifunctioneel display(→ pagina 184).

De boordcomputer wordt via de touch-controllinks 2 en de terugtoets links 1 bediend.

Instrumentendisplay en boordcomputer 183

Page 186: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

De boordcomputer wordt bediend via:

R de terugtoets links 1R de touch-control links 2R de hoofdmenutoets links 3

Wanneer de functie is ingeschakeld, zijn er bij debediening van de boordcomputer verschillendegeluidssignalen voor een terugmelding, bijvoor‐beeld:

R het bereiken van het einde van een lijstR het scrollen door een lijst

De volgende menu's zijn beschikbaar:

R ServiceR AssistentieR ReisR NavigatieR RadioR MediaR TelefoonR Instellingen

# Hoofdmenu oproepen: De terugtoets links1 meerdere malen indrukken of eenmaalindrukken en ingedrukt houden.

% Voertuigen zonder DISTRONIC automati‐sche afstandsregeling: Met de toets òkunt u het hoofdmenu van de boordcomputeroproepen.

# In de menulijst bladeren: Een veegbeweginglinks op de touch-control 2 naar links ofrechts maken.

# Een menu oproepen of een selectie beves‐tigen: Links op de touch-control 2 drukken.

# Door weergaven of lijsten in het menu wisselen: Een veegbeweging links op detouch-control 2 omhoog of omlaag maken.

# Een submenu oproepen of een selectie bevestigen: Links op de touch-control 2drukken.

# Een submenu verlaten: De terugtoets links1 indrukken.

Als u zich in een submenu bevindt en de terug‐toets links 1 langer ingedrukt houdt, verschijnthet hoofdmenu.

Overzicht van de weergaven op het multi‐functioneel display

Instrumentendisplay met kleurendisplay1 Buitentemperatuur2 Transmissiestand3 Tijd4 Weergaveveld

Instrumentendisplay met zwart-wit-display1 Buitentemperatuur2 Weergaveveld3 Tijd4 Transmissiestand

Verdere weergaven op het multifunctioneel dis‐play:

Z Schakeladvies

184 Instrumentendisplay en boordcomputer

Page 187: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

é PARKTRONIC-parkeerassistent uitge‐schakeld

¯ TEMPOMAT (→ pagina 157)

ç Actieve afstandsassistent DISTRONIC(→ pagina 160)

È Limiter (→ pagina 157)

DSR (→ pagina 134)

è ECO start-stopsysteem (→ pagina 124)

ë HOLD-functie (→ pagina 162)

_ Adaptieve grootlichtassistent(→ pagina 88)

ð Maximaal toegestane snelheid over‐schreden (alleen voor bepaalde landen)

é ATTENTION ASSIST uitgeschakeld

1 Een deur is niet volledig gesloten

è De achterruitenwisser is ingeschakeld(→ pagina 97)

+ LOW RANGE actief (→ pagina 133)

Retarder (zie de afzonderlijke handlei‐ding.)

SOS NOT READY

Noodoproepsysteem niet actief

Actieve spoorassistent uitgeschakeld(→ pagina 174)

æ Active Brake Assist System uitgescha‐keld (→ pagina 155)

Dodehoekassistent uitgeschakeld(→ pagina 171)

Voertuigen met verkeerstekenassistent: Her‐kende aanwijzingen en verkeerstekens(→ pagina 170).

Dashboardverlichting instellen

# De lichtsterkteregelaar 1 omhoog of omlaagdraaien.De verlichting in het instrumentendisplay enin de bedieningselementen van het interieurwordt ingesteld.

% Bij voertuigen zonder lichtsterkteregelaar 1kan de dashboardverlichting in de boordcom‐puter worden ingesteld (→ pagina 189).

Menu's en submenu's

Functies in het menu Service oproepen

Boordcomputer:, Service # De gewenste functie selecteren en bevesti‐

gen.

Functies van het menu Service:

R Meldingen: Meldingengeheugen(→ pagina 361)R AdBlue: Adblue® actieradiusR Banden:

- Bandenspanningswaarschuwing opnieuwstarten

- Bandenspanning met bandenspannings‐controle controleren (→ pagina 329)

- Bandenspanningscontrole opnieuw star‐ten (→ pagina 330)

R ASSYST PLUS: Onderhoudstermijn oproepen(→ pagina 281)R Motoroliepeil: Motoroliepeil metenR Roetfilter: Regeneratie starten

(→ pagina 126)

Instrumentendisplay en boordcomputer 185

Page 188: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R Verbruik over langere tijd

Assistentieweergave oproepen

Boordcomputer:, Assistentie

De volgende weergaven zijn in het menu Assis‐tentieweergave beschikbaar:

R AssistentieweergaveR Attention Level (→ pagina 169)

# Tussen de weergaven wisselen en de geselec‐teerde weergave bevestigen.

Weergave instrumentendisplay met kleurendis‐play

Statusindicaties in de assistentieweergave:

Ré: ATTENTION ASSIST uitgeschakeldR Rijstrookmarkeringen lichten op: Spoorassis‐

tent ingeschakeldR Rijstrookmarkeringen groen: Spoorassistent

actiefR Weergaven van de actieve afstandsassistent

DISTRONIC (→ pagina 160)

Weergave instrumentendisplay met zwart-wit-dis‐play

Statusindicaties in de assistentieweergave:

R Gestippelde rijstrookmarkeringen: spoorassis‐tent uitgeschakeldR Doorgetrokken, dunne rijstrookmarkeringen:

spoorassistent ingeschakeld, niet operatio‐neelR Doorgetrokken, dikke rijstrookmarkeringen:

spoorassistent operationeel

Oproepen van uitlezingen via het menu 'Rit‐ten'

Boordcomputer:, Reis # Selecteer een uitlezingen.

Het menu Reis geeft toegang tot onderstaandeuitlezingen:

R Standaard presentatieR Afstand en actuele brandstofverbruik

Bij bepaalde motoriseringen wordt bovendiende hoeveelheid teruggewonnen energiegetoond. Is er nog weinig brandstof in detank? Dan wordt in plaats van de nog af teleggen afstand een brandstoftankend voertuiggetoond.R Ecologie/economie-indicator(→ pagina 125)R Ritcomputer:

- Na vertrek- Na resetR Digitale snelheidmeter

Presentatie op een instrumentenpaneel met kleu‐renscherm

Standaard presentatie (voorbeeld)1 Dagkilometrage2 Totale kilometrage

186 Instrumentendisplay en boordcomputer

Page 189: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Presentatie op een instrumentenpaneel metzwart/wit-beeldscherm

Standaard presentatie (voorbeeld)1 Dagkilometrage2 Totale kilometrage

Presentatie op een instrumentenpaneel met kleu‐renscherm

Ritcomputer (voorbeeld)1 afgelegde traject (vanaf vertrek of vanaf laat‐

ste nulstelling)2 Ritduur (vanaf vertrek of vanaf laatste nul‐

stelling)3 Gemiddelde snelheid (vanaf vertrek of vanaf

laatste nulstelling)4 Gemiddelde brandstofverbruik (vanaf vertrek

of vanaf laatste nulstelling)

Presentatie op een instrumentenpaneel metzwart/wit-beeldscherm

Ritcomputer (voorbeeld)1 afgelegde traject (vanaf vertrek of vanaf laat‐

ste nulstelling)

2 Ritduur (vanaf vertrek of vanaf laatste nul‐stelling)

3 Gemiddelde snelheid (vanaf vertrek of vanaflaatste nulstelling)

4 Gemiddelde brandstofverbruik (vanaf vertrekof vanaf laatste nulstelling)

Waarden in het menu Reis van de boordcom‐puter terugzetten

Boordcomputer:, Reis

% De schrijfwijze van de weergegeven hoofdme‐nu's kan afwijken. Daarom het menu-over‐zicht voor het instrumentendisplay raadple‐gen (→ pagina 183).

De waarden van de volgende functies kunnenworden teruggezet:

R Dagteller:- Dagteller terugzetten?R Tripcomputer:

- Na vertrek- Na resetR ECO-weergave

# De terug te zetten functie selecteren en deselectie bevestigen.

# De vraag Waarden terugzetten? met Ja beves‐tigen.

Navigatie-aanwijzingen in de boordcomputeroproepen

Boordcomputer:, Navigatie

Geen rij-aanwijzing aangekondigd (voorbeeld)1 Afstand tot de volgende bestemming2 Geschatte aankomsttijd

Instrumentendisplay en boordcomputer 187

Page 190: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

3 Afstand tot volgende rij-aanwijzing4 Straat waarin wordt gereden

Rij-aanwijzing aangekondigd (voorbeeld)1 Straat waarin de rij-aanwijzing u stuurt1 Doelrichting van de rij-aanwijzing2 Afstand tot de rij-aanwijzing3 Symbool rij-aanwijzing4 Geadviseerde rijstrook en tijdens de rij-aan‐

wijzing erbij gekomen rijstrook (wit)5 Mogelijke rijstrook6 Niet aanbevolen rijstrook (donkergrijs)

Mogelijke verdere weergaven in het menu Naviga-tie:

R FahrtrichtungDe rijrichting en de straatwaarin wordt gereden worden weergegeven.R Nieuwe route... of Route wordt berekend...:

Een nieuwe route wordt berekend.R Straße nicht erfasst: De weg is niet bekend,

bijvoorbeeld bij een nieuw aangelegde weg.R Geen route: Er kan geen route naar de geko‐

zen bestemming worden berekend.R Geen kaart: De kaart voor de actuele positie

is niet beschikbaar.R Doelgebied bereikt: U hebt de bestemming

bereikt.R O: U heeft de bestemming of een tussenbe‐

stemming bereikt.

# Het menu verlaten of een bestemming selec‐teren en bevestigen.Wanneer een bestemming wordt ingevoerd enbevestigd, start de routebegeleiding.

# Als vooraf al een routebegeleiding actief was,wordt er gevraagd of de actuele routebegelei‐ding moet worden beëindigd.

# De vraag bevestigen.De bestemmingsgeleiding wordt gestart.

Radiozender selecteren

Boordcomputer:, Reis

1 Frequentiebereik2 Zender3 Naam van de titel4 Naam van de artiest

De volgende weergaven zijn beschikbaar:

R FrequentiebereikR Zenderlijst

# Het frequentiebereik van de radiozender ofeen radiozender uit de zenderlijst selecteren.

# De selectie bevestigen.

Wanneer een zender in het zendergeheugen isgeselecteerd, verschijnt naast de zendernaam degeheugenplaats. Wanneer een opgeslagen zenderin het frequentiebereik is geselecteerd, verschijntnaast de zendernaam een ster.

Mediaweergave met de boordcomputer bedie‐nen

Boordcomputer:, Media

1 Mediabron2 Actuele titel en titelnummer3 Naam van de artiest4 Naam van het album

188 Instrumentendisplay en boordcomputer

Page 191: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Weergaven in het menu Media:

R Keuzelijst van de mediabronR Actuele weergave

# De mediabron selecteren en bevestigen.# De gewenste weergave selecteren en bevesti‐

gen.

% Bij de mediabron TV kunt u op deze maniereen zender selecteren.

Telefoonnummer met de boordcomputerselecteren

Voorwaarden R De mobiele telefoon is met het multimedia‐

systeem verbonden.

Boordcomputer:, Telefoon

& WAARSCHUWING Gevaar voor afleidingdoor informatiesystemen en communica‐tieapparatuur

Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐greerde informatiesystemen en communica‐tieapparatuur bedient, kunt u van de ver‐keerssituatie worden afgeleid. Bovendien kuntu de controle over de auto verliezen.# Deze apparatuur alleen bedienen als de

verkeerssituatie dit toelaat.# Als dit niet kan worden gewaarborgd, op

een veilige plek stoppen en de invoeringals de auto stilstaat uitvoeren.

Bij het telefoneren de wettelijke bepalingen inacht nemen van het land waarin u zich bevindt.R Laatste oproepenR TelefoonboekR Belstatus

Voertuigen met MBUX multimediasysteem: Inhet menu Telefoon worden de laatste telefoonver‐bindingen (gekozen, aangenomen en gemistegesprekken) weergegeven.# Een telefoonnummer selecteren en bevesti‐

gen.Als voor de record slechts een telefoon‐nummer opgeslagen is: Het telefoonnum‐mer wordt geselecteerd.

# Wanneer bij een contact meerdere tele‐foonnummers zijn opgeslagen: Het gewen‐

ste telefoonnummer selecteren en bevesti‐gen.Het telefoonnummer wordt geselecteerd.

In plaats van het geselecteerde telefoonnummerkunnen de volgende weergaven verschijnen:

R Wachten a.u.b...: De applicatie start op. Alsgeen Bluetooth® verbinding met de mobieletelefoon tot stand kan worden gebracht, ver‐schijnt op het multimediasysteem het menuvoor het autoriseren en verbinden van eenmobiele telefoon (→ pagina 245).R Gegevens worden bijgewerkt: De oproeplijst

wordt geactualiseerd.R Contacten worden geïmporteerd: De contac‐

ten van de mobiele telefoon of van eenopslagmedium worden geïmporteerd.

Een gesprek aannemen/weigerenWanneer u wordt opgebeld, toont het display eenmelding Binnenkomend gesprek.# Met 6 het gesprek aannemen of met ~

het gesprek weigeren.

U kunt het gesprek ook met de toetsen 6 of~ in het stuurwiel aannemen of weigeren.

Instellingen oproepen

Boordcomputer:, Instellingen

De volgende invoeren kunnen in het menu wor‐den ingesteld:

R Verlichting- Dashboardverl. Dashboardverlichting

instellenR Voertuig

- Regensensor (Regensensor) in- en uit‐schakelen

R Verwarming instellenR Anzeige und Bedienung

- Permanente Anzeige AdBlue Level in- enuitschakelen

# Een invoer selecteren en de selectie bevesti‐gen.

# De wijzigingen overeenkomstig uitvoeren.

Instrumentendisplay en boordcomputer 189

Page 192: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Aanwijzingen voor de bedrijfsveiligheid

& WAARSCHUWING Gevaar voor afleidingdoor informatiesystemen en communica‐tieapparatuur

Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐greerde informatiesystemen en communica‐tieapparatuur bedient, kunt u van de ver‐keerssituatie worden afgeleid. Bovendien kuntu de controle over de auto verliezen.# Deze apparatuur alleen bedienen als de

verkeerssituatie dit toelaat.# Als dit niet kan worden gewaarborgd, op

een veilige plek stoppen en de invoeringals de auto stilstaat uitvoeren.

& WAARSCHUWING Gevaar voor afleidingdoor het bedienen van de mobiele com‐municatieapparatuur tijdens het rijden

Wanneer u tijdens het rijden de mobiele com‐municatieapparatuur bedient, kunt u van deverkeerssituatie worden afgeleid. Bovendienkunt u de controle over de auto verliezen.# Deze apparaten alleen bedienen als de

auto stilstaat.

Voor uw eigen veiligheid beslist de volgende pun‐ten in acht nemen bij de bediening van mobielecommunicatieapparatuur en met name van uwspraakgestuurd bedieningssysteem:R De wettelijke bepalingen van het land waar u

zich op dat moment bevindt in acht nemen.R De mobiele communicatieapparatuur en uw

spraakgestuurd bedieningssysteem alleen tij‐dens het rijden bedienen als de verkeerssitua‐tie dit toelaat. U kunt anders van het verkeerworden afgeleid en een ongeval veroorzakenen uzelf en anderen verwonden.R Als u het spraakgestuurd bedieningssysteem

in een noodsituatie gebruikt, kan uw stemveranderen en daardoor uw telefoongesprek,bijvoorbeeld voor een noodoproep, onnodigvertragen.R Maakt u zich voor het begin van de rit eerst

vertrouwd met de functies van het spraakge‐stuurd bedieningssysteem.

Bediening

Overzicht van de bediening met het multi‐functioneel stuurwiel

De LINGUATRONIC is circa een halve minuut nahet inschakelen van het contact bedrijfsgereed.

1 De tuimelschakelaar omhoogdrukken: £Gesproken dialoog starten

2 De draaiknop indrukken: 8 Geluid uit-/inschakelen (gesproken dialoog beëindigen)De draaiknop omhoog-/omlaagdraaien:Volume verhogen/verlagen

3 De tuimelschakelaar omlaagdrukken: ~Gesprek weigeren/beëindigen (gesprokendialoog beëindigen)

Dialoog met de LINGUATRONIC voeren

Voor de dialoog met de LINGUATRONIC kunnenvolledige zinnen uit de spreektaal als gesprokenopdrachten worden gebruikt, bijvoorbeeld "Laatme de lijst met de laatste gesprekken zien" of"Hoe warm is het buiten". Het is ook niet nodigom eerst naar de betreffende toepassing zoals"telefoon" of "voertuigfuncties" te wisselen.# Dialoog door sleutelwoord activeren of

voortzetten: "Hallo Mercedes" zeggen, omde LINGUATRONIC te activeren. De spraakac‐tivering moet in het multimediasysteem inge‐schakeld zijn . Hiervoor hoeft de tuimelscha‐kelaar £ in het multifunctioneel stuurwielniet omhoog te worden gedrukt.De spraakactivering kan ook direct met eengesproken opdracht, bijvoorbeeld "HalloMercedes, hoe snel mag ik hier rijden?", wor‐den gecombineerd.

of

190 LINGUATRONIC

Page 193: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De tuimelschakelaar £ in het multifunctio‐neel stuurwiel omhoogdrukken.Een gesproken opdracht kan na een geluids‐signaal worden gesproken.

# Invoer corrigeren: De gesproken opdracht"Correctie" spreken.

# Record in de keuzelijst selecteren: Eenregelnummer of de inhoud spreken.

# In de keuzelijst bladeren: De gesprokenopdrachten "volgende pagina" of "vorige pagina" spreken.

# Dialoog onderbreken: De gesprokenopdracht "pauze" spreken.Met de gesproken opdracht "Hallo Mercedes"of door het naar boven indrukken van de tui‐melschakelaar £ in het multifunctioneelstuurwiel kan de dialoog worden voortgezet.

# Naar de vorige dialoog springen: Degesproken opdracht "terug" spreken.

# Naar het bovenste dialoogniveau terug‐springen: De gesproken opdracht "Home"spreken.

# Dialoog afbreken: De gesproken opdracht"sluiten" spreken of de toets 8 of ~ inhet multifunctioneel stuurwiel indrukken.

# Interrumpering tijdens een gesproken aanwijzingen: Tijdens een spraakdialoog albeginnen te spreken terwijl het systeem nogantwoordt.De gesproken aanwijzingen worden verkort ende bestemming wordt sneller bereikt.

Hiertoe moet de betreffende optie in het mul‐timediasysteem zijn ingeschakeld.

Bedienbare functies

Met het spraakgestuurd bedieningssysteemLINGUATRONIC kunt u afhankelijk van de uitrus‐ting de volgende functies bedienen:R TelefoonR SmsR NavigatieR AdresboekR RadioR MediaR Voertuigfuncties

Overzicht soorten gesproken opdrachten

Er wordt onderscheid gemaakt tussen de vol‐gende soorten gesproken opdrachten:

R Algemene gesproken opdrachten kunnente allen tijde en onafhankelijk van de actueleapplicatie worden gesproken, bijvoorbeeld degesproken opdrachten "Navigeer naar","Selecteer" of "sms aan".R Applicatiespecifieke gesproken opdrach‐

ten zijn alleen voor de actieve applicatiebeschikbaar.

Naast de actieve applicatie op het display wordenbijvoorbeeld algemene gesproken opdrachten ende overeenkomstige applicatiespecifieke gespro‐ken opdrachten op een autocue weergegeven. Erkan in de lijsten worden gescrold of deze kunnendoor middel van spraak worden bediend.

Functies voor het invoeren van cijfers

R Toegestane cijfers zijn nul t/m negen.R De telefoonnummers kunnen in de vorm van

afzonderlijke cijfers worden ingevoerd.

Informatie over de ingestelde taal

U kunt de taal van de LINGUATRONIC wijzigen,door de systeemtaal te wijzigen. Als de LINGUA‐TRONIC de ingestelde systeemtaal niet onder‐steund, wordt Engels geselecteerd.

De LINGUATRONIC stelt de volgende talenbeschikbaar:

R DuitsR EngelsR FransR ItaliaansR NederlandsR PoolsR PortugeesR RussischR ZweedsR SpaansR TsjechischR Turks

LINGUATRONIC 191

Page 194: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

De LINGUATRONIC effectief gebruiken

Helpfuncties

U ontvangt informatie en hulp voor:

R Optimale bediening: De gesproken opdracht"Inleiding spraakbediening" spreken of doorhet oproepen van de digitale handleiding metbijvoorbeeld"Open de handleiding van de LINGUATRONIC". Als het voertuig stilstaat isde volledige digitale handleiding beschikbaar.R Actuele applicatie: De tuimelschakelaar£ in het multifunctioneel stuurwielomhoogdrukken en de gesproken opdracht"Hulp" spreken. U ontvangt adviezen en infor‐matie voor de bediening van de LINGUA‐TRONIC voor de actuele applicatie.R Verder dialoogverloop: De gesproken

opdracht "Hulp" tijdens een spraakdialoogoproepen. U ontvangt voor elke dialoogstapaangepaste informatie.R Bepaalde functie: De gesproken opdracht

voor de gewenste functie oproepen, bijvoor‐beeld "Hallo Mercedes, ik heb hulp nodig overhet onderwerp radio" of na het omhoogindrukken van de tuimelschakelaar £ inhet multifunctioneel stuurwiel bijvoorbeeld degesproken opdracht "Hulp voor de telefoon"spreken.

Aanwijzingen om de spraakherkenning te ver‐beteren

De LINGUATRONIC verstaat u niet:R Onlinediensten activeren. De herkenning

wordt verbeterd.R De LINGUATRONIC alleen vanaf de bestuur‐

dersstoel bedienen.R De gesproken opdrachten samenhangend en

duidelijk spreken, maar zonder te overdrijven.R Bij het invoeren van de gesproken opdrachten

luide storende geluiden vermijden, bijvoor‐beeld door gesprekken van inzittenden ach‐terin.R Spraakinvoeren bij het opslaan met dezelfde

beklemtoning spreken.R Voor telefoon- of adresboekrecords:

- Alleen zinvolle adresboekrecords in hetsysteem resp. de mobiele telefoon aan‐maken, bijvoorbeeld naam en voornaam inhet juiste veld.

- Geen afkortingen, onnodige spaties enspeciale tekens gebruiken.

R Bij radiozendernamen: De gesprokenopdracht "zenderlijst voorlezen" spreken ende gewenste zendernaam zo spreken als degesproken aanwijzing deze voorleest.

Informatie over de online-diensten

De online-diensten maken een betere herkenningmogelijk en stellen dankzij externe informatiebetere en aanvullende resultaten, bijvoorbeeldvoor het weer of nieuws, beschikbaar. Daaromadviseren wij, om de online-diensten te activeren.

Hiervoor is een gebruikersaccount bij deMercedes PRO portal nodig. Als u nog geengebruikersaccount hebt, moet u dit aanmaken.

Voor meer informatie hierover contact opnemenmet een Mercedes-Benz-servicewerkplaats of deMercedes PRO portal bezoeken op: http://www.mercedes.pro.

Belangrijke gesproken opdrachten

Aanwijzingen met betrekking tot gesprokenopdrachten

Naast de exacte gesproken opdrachten (zie dekolom "gesproken opdracht" in de volgende tabel‐len) voor het oproepen van een bepaalde functieverstaat de LINGUATRONIC u in de meeste geval‐len eveneens als u uw spreektaal gebruikt. Hier‐toe zijn in de kolom "Voorbeelden in spreektaal"een aantal voorbeelden aangegeven. Voor som‐mige talen zijn deze voorbeelden slechts beperktaanwezig.

Overzicht van de gesproken omschakelop‐drachten

Gesproken omschakelopdrachten kunnen voorhet openen van bepaalde applicaties wordengebruikt.

192 LINGUATRONIC

Page 195: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Gesproken omschakelopdrachten

Gesproken opdracht Voorbeelden inspreektaal

Werking

Wissel naar navigatie Open de navigatiefunc-tie

Naar de navigatie wisselen

Wissel naar het adres-boek

Roep het telefoonboek op

Naar het adresboek gaan

Wissel naar telefoon Laat me de telefoon zien

Naar de telefoon wisselen

Wissel naar berichten Geef de berichtendien-sten weer

Naar de berichten-applicatie omschakelen

Wissel naar radio Ga naar de radio Naar de radio wisselen

Wissel naar media Spring naar de media-applicatie

Naar de media wisselen

Wissel naar comfort Roep het comfort-menu op

Naar de comfortinstellingen wisselen.

Wissel naar auto-info Toon mij de voertuig-gegevens

Naar de auto-info wisselen

Ga naar instellingen Open het instellingen-menu

Naar het menu met instellingsmogelijkheden wis‐selen

Overzicht van de gesproken navigatie-opdrachten

Met de gesproken navigatie-opdrachten kunt uspeciale bestemmingen of normale adresseninvoeren en bovendien belangrijke navigatie-

instellingen direct uitvoeren. De volgende lijstbevat slechts een kleine selectie van de moge‐lijke gesproken navigatie-opdrachten. Wanneer u"Hulp voor de navigatie" spreekt krijgt u meeradviezen.

Gesproken navigatie-opdrachten

Gesproken opdracht Voorbeelden inspreektaal

Werking

Navigeer naar <adres> Breng mij naar Stutt-gart naar de Cannstat-ter Straße 10

Direct starten van een navigatie naar een adresuit het adresboek

Navigeer naar <con-tact>

Rij/breng me naar het privé-adres van Jan Jansen

Bestemmingsinvoer voor een contact in hetadresboek

Naar thuisadres Naar huis/Naar mijn eigen adres

Navigatie naar het thuisadres starten

Werk Naar mijn kantoor/zaak/mijn werkplek

Navigatie naar het werkadres starten

LINGUATRONIC 193

Page 196: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Gesproken opdracht Voorbeelden inspreektaal

Werking

Navigeer naar <POI> Navigeer mij naar de speciale bestemming Heidelberger Schloss

Direct starten van een navigatie naar een speci‐ale bestemming

Speciale bestemming invoeren

Breng mij naar een speciale bestemming

Bestemmingsinvoer voor een speciale bestem‐ming, bijvoorbeeld speciale bestemming Bran‐denburger Tor.

Navigeer naar de online speciale bestemming <POI>

Vind/zoek op het inter-net/web een <POI>

Activeren van het zoeken naar speciale bestem‐mingen uitsluitend op het internet

Adres in <land> invoe-ren

Rij me naar een adres in Frankrijk

Bestemmingsinvoer in een gewenst land

Land invoeren Nieuw bestemmings-land invoeren

Land/plaats/stadsdeel/kruising/huisnummer/postcode invoeren

Stad invoeren Ik wil een bepaalde plaats invoeren

Stadsdeel invoeren Ik wil een stadsdeel zoeken

Kruising invoeren Rij me naar een nieuwe kruising

Huisnummer invoeren het nummer invoeren

Postcode invoeren Routebegeleiding naar een nieuwe postcode starten

Laatste bestemmingen De vorige bestemmin-gen aangeven

Bestemming uit de lijst van laatst ingevoerdebestemmingen selecteren

Alternatieve routes weergeven

Zoek alternatieve rou-tes

Routebegeleiding naar een andere route omscha‐kelen

Bestemmingsgeleiding starten

Routebegeleiding star-ten/hiernaartoe rijden

Routebegeleiding na het invoeren van een gel‐dige bestemming starten

Bestemmingsgeleiding afbreken

Ik wil de routebegelei-ding stoppen

Bestemmingsgeleiding afbreken

Rijaanwijzingen aan Rij-aanwijzingen inschakelen

Gesproken aanwijzingen van de routebegeleidingin- en uitschakelen

Rijaanwijzingen uit Zet rijtips op stil

Verkeerskaart weerge-ven

Ga naar de kaart met de verkeersincidenten

Verkeerskaart in- en uitschakelen

Verkeerskaart verber-gen

De filemeldingen uit-schakelen

194 LINGUATRONIC

Page 197: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Gesproken opdracht Voorbeelden inspreektaal

Werking

Symbolen voor speci-ale bestemmingen weergeven

Laat de symbolen op de kaart zien

Weergave van de symbolen voor specialebestemmingen op de kaart in- en uitschakelen

Symbolen voor speci-ale bestemmingen ver-bergen

Wis de kaartsymbolen

Overzicht van de gesproken telefoonopdrach‐ten

Met de gesproken telefoonopdrachten kunt utelefoneren of het adresboek doorzoeken. De vol‐

gende lijst bevat slechts een kleine selectie vande mogelijke gesproken telefoonopdrachten.Wanneer u "Hulp voor de telefoon" spreekt, krijgtu meer adviezen.

Gesproken telefoonopdrachten

Gesproken opdracht Voorbeelden inspreektaal

Werking

Bel <telefoonnummer> Kies het <telefoonnum-mer>

Telefoongesprek rechtstreeks tot stand brengendoor het invoeren van het telefoonnummer

Bel <contact> Telefoneer met Erika Jansen op het mobiele telefoonnummer

Telefoongesprek rechtstreeks tot stand brengendoor het invoeren van een naam uit het adres‐boek

Gemiste oproepen Toon mij de lijst met gemiste oproepen

De lijst met gemiste oproepen wordt weergege‐ven

Naam bellen Selecteer een naam Telefoongesprek voeren. Alle namen van hetadresboek zijn beschikbaar.

Zoek contact Vind een bepaalde naam in het telefoon-boek

Zoekt een contact. Alle namen van het adres‐boek zijn beschikbaar.

Laatste oproepen De laatste oproeplijst weergeven

Weergeven van alle uitgaande, ontvangen engemiste telefoongesprekken

Gemiste oproepen Toon mij de lijst met gemiste oproepen

De lijst met gemiste oproepen wordt weergege‐ven

Ontvangen oproepen Toon de aangenomen gesprekken

De lijst met binnengekomen/gekozen gesprek‐ken wordt weergegeven

Uitgaande gesprekken Toon mij de lijst met uitgaande gesprekken

Nummer herhalen Laatste nummer kie-zen/bellen

Kiezen van het laatstgekozen telefoonnummer

Telefoon wisselen Naar de andere tele-foon wisselen

Van primaire telefoon wisselen

LINGUATRONIC 195

Page 198: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Gesproken opdracht Voorbeelden inspreektaal

Werking

Mercedes-Benz alarm-centrale bellen

Bel de Mercedes-Benz alarmcentrale

Er wordt een noodoproep geactiveerd

Mercedes PRO bellen Kies de Mercedes-Benz hulpdienst

Mercedes PRO wordt gebeld

Overzicht van de gesproken radio-opdrachten

Gesproken radio-opdrachten kunnen ook wordengebruikt als de radiofunctie op de achtergrondactief is en op de voorgrond een andere toepas‐

sing zichtbaar is. De volgende lijst bevat slechtseen kleine selectie van de mogelijke gesprokenradio-opdrachten. Wanneer u "Hulp voor de radio" spreekt, krijgt u meer adviezen.

Gesproken radio-opdrachten

Gesproken opdracht Voorbeelden inspreektaal

Werking

Zender <Zendernaam> Ga naar zender/kanaal SWR1

Selecteren van de gesproken zender

Radiozender <zender-naam>

Schakel naar de radio-zender Deutschland-funk Kultur

Selecteren van de gesproken radiozender

Frequentie <frequen-tie>

Ga naar de zender/radiofrequentie "zeven-entachtig komma vijf megahertz".

Radiofrequentie invoeren, bijvoorbeeld voor hetFM-gebied

Volgende zender Zoek de volgende zen-der/zenderzoeken

Omschakelen naar de volgende ontvangbare zen‐der

Volgende radiozender Kies het volgende radi-oprogramma

De volgende radiozender in een lijst wordt opge‐roepen

Vorige zender Ga naar de laatste zen-der/naar het vorige programma

Naar de vorige zender omschakelen

Zender opslaan Zendernaam opslaan Actueel zender in de favorietenlijst opslaan

Radiozender opslaan Radiozendername opslaan

Opslaan van een zendernaam voor een radiozen‐der

Zenderlijst weergeven Toon mij de zenderlijst Lijst van alle ontvangbare zenders weergeven

Zenderlijst voorlezen Lees de zenderlijst/programmalijst voor

Naam van alle ontvangbare zenders beluisteren

Radiozenderlijst voorle-zen

Radioprogrammalijst beluisteren

Voorlezen van de lijst met beschikbare zendersvan de actueel geselecteerde radiofunctie

Verkeersinformatie aan Verkeersinformatie inschakelen

Verkeersinformatie in- en uitschakelen

196 LINGUATRONIC

Page 199: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Gesproken opdracht Voorbeelden inspreektaal

Werking

Verkeersinformatie uit Verkeersinformatie stil-schakelen

Radio-informatie aan Schakel de extra zen-derinformatie in

Informatie over de actuele zender in- en uitscha‐kelen

Radio-informatie uit De extra radiopro-gramma-informatie uit-doen

Tag dit nummer Sla de actuele muziek-informatie op

Opslaan van een tag met informatie over de actu‐ele titel op de radio

Overzicht van de gesproken mediaspeler-opdrachten

Gesproken mediaspeler-opdrachten kunnen ookworden gebruikt als de mediaspeler op de achter‐grond actief is en op de voorgrond een andere

toepassing zichtbaar is. De volgende lijst bevatslechts een kleine selectie van de mogelijkegesproken opdrachten voor de mediaspeler. Wan‐neer u "Hulp voor media" of "Hulp voor speler"spreekt, ziet u meer suggesties.

Gesproken mediaspeler-opdrachten

Gesproken opdracht Voorbeelden inspreektaal

Werking

<Titel/albums/arties-ten/componisten/muziekstijlen/weerga-velijsten> spelen

Speel "Hey Jude" Bij het zoeken worden de namen van allebeschikbare titels, albums, artiesten, componis‐ten, muziekstijlen of afspeellijsten geaccepteerd.Bij een ondubbelzinnig zoekresultaat wordt degevonden titel direct afgespeeld.

Titel <titel> spelen Speel nummer "So What"

De namen van alle beschikbare titels, albums,artiesten, componisten, muziekstijlen of afspeel‐lijsten worden afgespeeld.

Album <album> spelen Uit het muziekalbum "Kind of Blue" voorspe-len

Artiest <artiest> spelen Iets van de band "Radi-ohead" beluisteren

Componist <compo-nist> spelen

Speel iets van de Com-ponisten "Franz Schu-bert"

Muziekstijl <muziek-stijl> spelen

Iets van de muziekstijl "bebob" voorspelen

Weergavelijst <weerga-velijst> spelen

De afspeellijst "Kraft-werk" beluisteren

Titel <titel> zoeken Naar het lied "Madam George" zoeken

Bij het zoeken worden de namen van allebeschikbare titels, albums, artiesten, componis‐ten, muziekstijlen of afspeellijsten geaccepteerd.Er verschijnt een keuzelijst, waaruit u de gewen‐

LINGUATRONIC 197

Page 200: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Gesproken opdracht Voorbeelden inspreektaal

Werking

Album <album> zoeken Vind het muziekalbum "Astral Weeks"

ste muziek kunt selecteren. Als u alle titels vaneen keuzelijst wilt afspelen, dan zegt u "Alle titelsafspelen".

Artiest <artiest> zoe-ken

Toon mij de zangeres "Joni Mitchell"

Componist <compo-nist> zoeken

Zoek naar de compo-niste "Vivienne Olive"

Muziekstijl <muziek-stijl> zoeken

Naar de muziekstijl "Klassiek" zoeken

Weergavelijst <weerga-velijst> zoeken

Toon de playlist "elek-tronische muziek"

Volgende titel Start volgende num-mer/videoclip/film

Volgende titel van de actuele weergavelijst afspe‐len

Vorige titel Nog een keer vorige nummer/muziekstuk/clip afspelen

Vorige titel van de actuele weergavelijst afspelen

Deze titel herhalen Dit muziekstuk opnieuw spelen

De actuele titel wordt vanaf het begin afgespeeld

Speel vergelijkbare muziek

Speel vergelijkbare nummers

Er worden vergelijkbare nummers afgespeeld

Speel toevallige muziek

Willekeurige titel afspelen

Er worden toevallige muziektitels afgespeeld

Randomweergave aan Activeer de random modus

Random-weergave inschakelen

Randomweergave uit Schakel shuffle-modus uit

Random-weergave uitschakelen

Actuele weergavelijst weergeven

Ga naar actuele afspeellijst/titellijst

De actuele weergavelijst wordt weergegeven

Wat hoor ik nu? Welke muziek wordt nu afgespeeld?

De informatie over de actueel afgespeelde titelwordt voorgelezen

Overzicht van de gesproken berichtenop‐drachten

Met de gesproken berichtenopdrachten kunnensms-berichten en e-mails worden opgesteld,bewerkt en beluisterd. De volgende lijst bevat

slechts een kleine selectie van de mogelijkegesproken berichtenopdrachten. Wanneer u"Hulp voor berichten" spreekt, krijgt u meeradviezen.

198 LINGUATRONIC

Page 201: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Gesproken berichten-opdrachten

Gesproken opdracht Voorbeelden inspreektaal

Werking

Sms aan <naam> Dicteer nieuw tekstbe-richt aan mijn broer Ben

Sms-bericht opstellen. Alle namen van het adres‐boek zijn beschikbaar.

Sms aan <naam><tekst>

Nieuw bericht aan mevrouw Annette Vogel zakelijk opstel-len: "Wanneer vindt de volgende meeting plaats?"

Een sms-bericht aan de gebelde persoon schrij‐ven. De tekstinhoud kan direct worden gespro‐ken als de online-spraakbediening is ingescha‐keld.

Sms doorsturen Sms doorsturen aan Geselecteerd of geopend sms-bericht doorstu‐ren.

Nieuwe sms voorlezen Alle nieuwe tekstbe-richten beluisteren

Nieuwe sms voorlezen.

Laatste sms van <naam> voorlezen

Laatste sms van Bar-bara Braun privé beluisteren

Het laatste sms-bericht van de gebelde persoonwordt voorgelezen.

Beantwoorden Stuur een bericht/e-mail/sms aan de afzender

Een bericht beantwoorden.

Op <taal> antwoorden Beantwoord dit bericht/sms-bericht in het Frans

Op een zojuist voorgelezen bericht wordt in eenandere taal geantwoord.

Overzicht van de gesproken voertuig-opdrach‐ten

Met de gesproken voertuig-opdrachten kunt udirect de overeenkomstige menu's voor het voer‐tuig-instellingen oproepen. De volgende lijst bevat

slechts een kleine selectie van de mogelijkegesproken voertuig-opdrachten. Wanneer u"Hulp voor voertuiginstellingen" of "Hulp voor voertuigfuncties" spreekt, ziet u meer suggesties.

Gesproken voertuig-opdrachten

Gesproken opdracht Voorbeelden inspreektaal

Werking

Actuele snelheidslimiet Zeg mij de toegestane maximumsnelheid

Actueel snelheidsbegrenzing oproepen

Buitentemperatuur Hoe koud is het bui-ten?

Buitentemperatuur oproepen

Gemiddeld verbruik Ik wil het gemiddelde verbruik weten.

Gemiddeld verbruik oproepen

Voertuiggegevens Open de voertuiggege-vens

Autogegevens oproepen

LINGUATRONIC 199

Page 202: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Gesproken opdracht Voorbeelden inspreektaal

Werking

Motorgegevens Open de motorgege-vens

Motorgegevens oproepen

Volgende onderhouds-termijn

Wanneer is de vol-gende onderhouds-beurt?

Volgende onderhoudstermijn oproepen

Actieradius Actuele actieradius voorlezen

Actieradiusgegevens oproepen

Verbruik Open het verbruiks-menu

Verbruiksinstellingen oproepen

Weergave en modi-menu

Open weergave en modi-instellingen

Display-instellingen weergeven

Assistentiemenu Toon mij de rijassisten-tie-instellingen

Assistentie-instellingen weergeven

Lichtmenu Wissel naar de verlich-tingsinstellingen

Verlichtingsinstellingen weergeven

200 LINGUATRONIC

Page 203: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Overzicht en bediening

Overzicht multimediasysteem

& WAARSCHUWING Gevaar voor afleidingdoor informatiesystemen en communica‐tieapparatuur

Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐greerde informatiesystemen en communica‐tieapparatuur bedient, kunt u van de ver‐keerssituatie worden afgeleid. Bovendien kuntu de controle over de auto verliezen.# Deze apparatuur alleen bedienen als de

verkeerssituatie dit toelaat.# Als dit niet kan worden gewaarborgd, op

een veilige plek stoppen en de invoeringals de auto stilstaat uitvoeren.

Bij het gebruik van het multimediasysteem dewettelijke bepalingen in acht nemen van het landwaar u zich op dat moment bevindt.

1 Touch-control2 Display van het multimediasysteem met

touch-functionaliteitOpbergvak middenconsole boven het displayopenen en sluiten (→ pagina 77)

3 Werkbalk, toepassingen oproepen

In het opbergvak van de middenconsole bevindenzich de volgende aansluitingen en interfaces:

R Twee usb-aansluitingen of een usb-aansluiting

Via de usb-aansluiting met het symbool çkan de mobiele telefoon via een geschiktekabel met het multimediasysteem wordenverbonden. Op die manier kunt u functies van

de mobiele telefoon via Apple CarPlay™ ofAndroid Auto gebruiken.R Opbergvak met oplaadinterface en NFC-inter‐

face (indien beschikbaar)

Het multimediasysteem wordt met de volgendecentrale bedieningselementen bediend:

R Touch-control 1

De bediening gebeurt via cursorsturing.R Display van het multimediasysteem 2R Toetsen op de werkbalk 3

Er is een groot aantal toepassingen beschikbaar.Deze kunt u via het homescreen of via de toetsenvan de werkbalk 3 oproepen.

Uw favorieten kunt u comfortabel in het stuurwielvia de tuimelschakelaar f oproepen en toe‐voegen. Snelle toegangen in het homescreen enin de toepassingen dienen voor een snelle selec‐tie van functies.

Indien u de leerfunctie van het multimediasys‐teem gebruikt, worden tijdens het gebruik demeest waarschijnlijke navigatiebestemmingen,radiozenders en contacten voorgesteld. De confi‐guratie van de adviezen vindt plaats binnen uwprofiel. Uw profiel bestaat uit verschillende voer‐tuiginstellingen en instellingen van het multime‐diasysteem.

Het berichten-center verzamelt binnenkomendeberichten, bijvoorbeeld over een beschikbaresoftware-update. Een bericht biedt afhankelijkvan het type verschillende acties aan.

Via globaal zoeken in het voertuig kunt u onboardin vele categorieën en online op het internet zoe‐ken. Beide functies kunt u oproepen in het home‐screen.

DiefstalbeveiligingDit apparaat is met technische maatregelentegen diefstal beveiligd. Meer informatie over dediefstalbeveiliging is verkrijgbaar bij een gekwali‐ficeerde werkplaats.

Aanwijzingen over display van het multime‐diasysteem

De aanwijzingen met betrekking tot de verzorgingvan het interieur in acht nemen (→ pagina 293).

Automatische temperatuuruitschakeling: Alsde temperatuur te hoog is, wordt eerst de helder‐heid automatisch gereduceerd. Vervolgens kanhet display van het multimediasysteem tijdelijkvolledig worden uitgeschakeld.

MBUX multimediasysteem 201

Page 204: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

% Als u een gepolariseerde zonnebril draagt,kan het display van het multimediasysteemmoeilijker of beperkt afleesbaar zijn.

Overzicht homescreen

1 In het homescreen: de eer‐ste drie toepassingen weer‐gevenIn andere weergaven:Homescreen oproepen

2 Profielen oproepen3 Globaal zoeken oproepen4 Wordt alleen weergegeven

indien het Mercedes-Benz

noodoproepsysteem nietbeschikbaar is

5 Weergaven bijvoorbeeldnetwerkaanduiding, veld‐sterkte van het mobiele-telefoonnet, tijd

6 Berichten-center oproepenDe ster geeft nieuweberichten aan.

7 Toepassing via symbooloproepen

8 Naam van de toepassing,daaronder actuele selectieof actuele informatie

9 Snelle toegangenA Aantal toepassingen en

actueel gekozen weergave‐gedeelte

B VORSCHLÄGE (SUGGES‐TIES) en FAVORIETENoproepen

202 MBUX multimediasysteem

Page 205: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Touch-control

Touch-control bedienen (multimediasysteem)

1 Toets ©Homescreen oproepen

2 Touch-control3 Terugtoets

Terug naar laatste weergave4 Bedieningsgroep multimediasysteem

De tuimelschakelaar f omlaagdrukken:Favorieten weergevenAan draaiknop draaien: Volume instellenOp draaiknop drukken: Geluid uitschakelenDe tuimelschakelaar 6 omhoogdrukken:Telefoongesprek voeren of aannemenDe tuimelschakelaar ~ omlaagdrukken:Telefoongesprek weigeren of beëindigen

# Homescreen oproepen: De toets 1 indruk‐ken.

of# De toets 3 ingedrukt houden.# Menu of lijst openen: Op de touch-control2 drukken.

# Menu of lijst sluiten: De toets 3 indrukken.# Menupunt selecteren: Op de touch-control2 omhoog, omlaag, naar links of rechtsvegen.

# Op de touch-control 2 drukken.# Digitale kaart verschuiven: In alle richtin‐

gen vegen.

Gevoeligheid voor de touch-control instellenMultimediasysteem:,© . Instellingen . Sys-

teem . Bedieningselem. . Touch-Control-gevoeligheid # Snel, Middel of Langzaam selecteren.

Akoestische bedieningsfeedback voor detouch-control in- en uitschakelenMultimediasysteem:,© . Instellingen . Sys-

teem . Bedieningselem. De functie ondersteunt bij het maken van eenkeuze in een lijst.# Akoestische bedien.feedback selecteren.# Normal, Luid of Uit instellen.

Wanneer de functie is ingeschakeld, is bij hetscrollen in een lijst een klikgeluid te horen.Wanneer het begin of einde van de lijst wordtbereikt, is een ander klikgeluid te horen.

Touchscreen bedienen

Aantippen# Menupunt of item selecteren: Een symbool

of een item aantippen.# Kaartschaal vergroten: Met een vinger kort

na elkaar tweemaal aantippen.# Kaartschaal verkleinen: Met twee vingers

aantippen.# Tekeninvoer via toetsenbord: Een toets

aantippen.

Een-vinger-veeggebaren# In menu's navigeren: Omhoog, omlaag, naar

links of naar rechts vegen.# Digitale kaart verschuiven: In alle richtin‐

gen vegen.# Tekeninvoer via handschrift: Het teken met

een vinger op het touchscreen schrijven.

Twee-vinger-veeggebaren# Schaal van de kaart vergroten of verklei‐

nen: Twee vingers uit elkaar of naar elkaartoe bewegen.

# Stuk van een website vergroten of verklei‐nen: Twee vingers uit elkaar of naar elkaartoe bewegen.

# Kaart draaien: Twee vingers naar links ofrechts draaien.

MBUX multimediasysteem 203

Page 206: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Aanraken, vasthouden en slepen# Kaart verschuiven: Het touchscreen aanra‐

ken en de vinger in een willekeurige richtingbewegen.

# Volume op een schaal instellen: Het touch‐screen aanraken en de vinger naar links ofrechts bewegen.

Aanraken en vasthouden# Bestemming op de kaart opslaan: Het

touchscreen aanraken en vasthouden, tot eenmelding verschijnt.

# In toepassingen een algemeen menu oproepen: Het touchscreen aanraken envasthouden, tot het menu OPTIES verschijnt.

Toepassingen

Toepassingen oproepen

Via de toetsen op de werkbalk

1 Toets %Telefoon oproepen

2 Tuimelschakelaar volumeVolume instellen (→ pagina 205)

3 Toets %/©Kort indrukken: Terug naar laatste weergaveLang indrukken: Homescreen oproepen

4 Toets 8/ÜKort indrukken: Geluid uitschakelenLang indrukken: Multimediasysteem uit- eninschakelen

5 Toets snelle toegang mediaBesturingsmenu van de laatst actieve media‐bron oproepen

6 Toets voertuigVoertuigfuncties instellen

7 Toets $Õ

Door herhaaldelijk drukken de gewensteaudiobron oproepen

8 Toets ßNavigatie oproepen

# Snelle toegang voor zenders en muziekti‐tels: De toets 5 indrukken.Het besturingsmenu verschijnt voor de laatstactieve audiobron.

# Naar links of naar rechts vegen.Radio: De vorige of de volgende zender wordtingesteld.

Mediabron: De vorige of de volgende muziek‐titel wordt geselecteerd.

# Besturingsmenu verbergen: De toets 5indrukken.

Via homescreenAls het voertuig wordt gestart, wordt op het dis‐play van het multimediasysteem het homescreenweergegeven.# De toepassing door vegen en aantippen

selecteren.

of# Bij een willekeurige weergave: De toets© op de touch-control indrukken.

of# Het symbool © op het display van het mul‐

timediasysteem aantippen.De toepassingen worden weergegeven.

# De toepassing door vegen en aantippenselecteren.

Plaats van de toepassingen op het home‐screen wijzigen# Het homescreen oproepen.# Op het touchscreen een toepassing aanraken

en vasthouden, tot symbolen verschijnen.# Op = of ; aantippen en de toepassing

in het menu bewegen.# ø aantippen.

204 MBUX multimediasysteem

Page 207: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Geluid in- en uitschakelen

Met het multifunctioneel stuurwiel

# Stomschakelen: De volumeknop 1 indruk‐ken.In de statusregel van het display van het mul‐timediasysteem verschijnt het symbool 8.

Verkeersinformatie en gesproken rij-aanwij‐zingen zijn ook bij stomgeschakeld geluid tehoren.

# Inschakelen: De volumeknop 1 draaien ofvan mediabron wisselen.

Op het multimediasysteem

# Uitschakelen: De toets 1 kort indrukken.In de statusregel van het display van het mul‐timediasysteem verschijnt het symbool 8.

Verkeersinformatie en gesproken rij-aanwij‐zingen zijn ook bij uitgeschakeld geluid tehoren.

# Inschakelen: Van mediabron wisselen of detoets 1 kort indrukken.

Volume instellen

Met het multifunctioneel stuurwiel

# De volumeknop 1 draaien.Het volume van de actuele radio- of media‐bron wordt ingesteld. De volumes van anderegeluidsbronnen kunnen afzonderlijk wordeningesteld.

De volumes in de volgende situaties aanpassen:

R tijdens een verkeersberichtR tijdens een gesproken rij-aanwijzing

Het volume van de actuele mediabron wijzigtafhankelijk van het volume van de gesprokenrij-aanwijzing.R tijdens een telefoongesprek

Op het multimediasysteem

# Stapsgewijs verhogen en verlagen: De tui‐melschakelaar 1 kort omhoog- of omlaag‐drukken.

# Continu verhogen en verlagen: De tuimel‐schakelaar 1 zo lang omhoog- of omlaag‐drukken, tot het gewenste volume is inge‐steld.

MBUX multimediasysteem 205

Page 208: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Profielen

Overzicht profielenVia het multimediasysteem kunnen in het voer‐tuig maximaal zeven profielen worden aange‐maakt.

Profielen opslaan voor uw persoonlijke voertuig‐instellingen en instellingen van het multimedia‐systeem.

Als het voertuig door meerdere bestuurderswordt gebruikt, kan de bestuurder zijn profielvóór de rit selecteren, zonder dat de instellingenvan andere bestuurders worden gewijzigd.

Het profiel kan worden geselecteerd:

R bij het instappen (→ pagina 206)R in het homescreen (→ pagina 202)

De profielinstellingen worden direct na het selec‐teren van een profiel geactiveerd.

Profielinhoud

De volgende instellingen kunnen bijvoorbeeld inuw profiel worden opgeslagen:

R Radio (inclusief zenderlijst)R Laatste bestemmingenR Favorieten en suggesties

Nieuw profiel aanmakenMultimediasysteem:,© .f Profielen # W Profiel aanmaken selecteren.# Een afbeeldingsfiguur selecteren.# De naam invoeren en met a bevestigen.# Verder r selecteren.# Profielbasis selecteren: Selecteren, met

welke instellingen u uw nieuwe profiel wiltstarten, Actuele systeeminstellingen ofFabrieksinstellingen

# Opslaan selecteren.# Gegevensregistratie voor adviezen aanne‐

men of weigeren: Wanneer de aanwijzingverschijnt dat het voertuig gepersonaliseerdeadviezen op basis van door u bezochtebestemmingen in het navigatiesysteem, geko‐zen nummers en muziekvoorliefdes zal aan‐bieden, Accepteren of Afwijzen selecteren.Accepteren maakt de gegevensregistratie ende functie Adviezen mogelijk.

Afwijzen weigert de gegevensregistratie.

Profielopties selecterenMultimediasysteem:,© .f Profielen # Voor een profiel Ä selecteren.# Profiel bewerken: Profiel bewerken selecte‐

ren.# Een afbeeldingsfiguur selecteren.# De naam zo nodig wijzigen.# Opslaan selecteren.# Adviezen configureren: Instellingen Advie-

zen selecteren (→ pagina 207).# Favorieten terugzetten: Favorieten terugzet-

ten naar fabrieksinstellingen selecteren.# Ja selecteren.# Profiel terugzetten: Profiel terugzetten naar

fabrieksinstellingen selecteren.# Ja selecteren.# Profiel wissen: Profiel wissen selecteren.# Ja selecteren.

% Het gastprofiel kan niet worden gewist.

Profiel selecterenMultimediasysteem:,© .f Profielen # Een profiel selecteren.# De melding met a bevestigen.

Het profiel wordt geladen en geactiveerd.

% Als alternatief kan het profiel al bij het instap‐pen worden geselecteerd (→ pagina 206).

Profielselectie bij het instappen weergeven

Voorwaarden R Er is ten minste een profiel aangemaakt.

Multimediasysteem:,© .f Profielen # Algemene instellingen selecteren.# Profielkeuze weergeven bij het instappen

inschakelen.Wanneer de motor wordt gestart, toont hetdisplay van het multimediasysteem hetactieve profiel.

Adviezen

Overzicht adviezenHet voertuig kan de gebruiksgewoonten van debestuurder leren. Op basis van de tot dangebruikte functies worden onder ADVIEZEN de

206 MBUX multimediasysteem

Page 209: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

meest waarschijnlijke bestemmingen in het navi‐gatiesysteem, radiozenders of contacten aange‐boden.

Adviezen worden weergegeven als aan de vol‐gende voorwaarden is voldaan:

R Er is een profiel aangemaakt (→ pagina 206).

In het profiel Gast zijn geen adviezen beschik‐baar.R Er is een profiel geselecteerd.R U hebt de gegevensregistratie geaccepteerd.R Bij het begin van het gebruik moet het multi‐

mediasysteem het gebruikersgedrag analyse‐ren. Wanneer voldoende data beschikbaar is,zijn de adviezen beschikbaar.

Wanneer niet aan de genoemde voorwaardenwordt voldaan, verschijnt er in het menu ADVIE-ZEN een vooruitblik met de beschrijving van defunctie.

Het is mogelijk om de gegevensconfiguratie teconfigureren (→ pagina 207) of de geregistreerdeadviezen te wissen (→ pagina 207).

Adviezen oproepen

Voorwaarden R Er is een profiel aangemaakt en geselecteerd

(→ pagina 206).

Het profiel Gastprofiel is geselecteerd na aan‐schaf van het voertuig.

# © op het display van het multimediasys‐teem aantippen.Het homescreen wordt weergegeven.

# Omhoogvegen, tot het menu ADVIEZEN ver‐schijnt.

# Een navigatiebestemming, een muziektitel,een radiozender of een contact selecteren.Wanneer reeds een routebegeleiding actief is,kan een nieuwe routebegeleiding wordengestart of een tussenbestemming voor deberekende route worden ingesteld.

Adviezen configurerenMultimediasysteem:,© .f Profielen # Voor een profiel Z selecteren.# Instellingen Adviezen selecteren.# Weergave adviezen in- en uitschakelen:

Bestemmingsadviezen toestaan, Muziekadvie-

zen toestaan en Contactadviezen toestaan in-of uitschakelen.Wanneer een optie is ingeschakeld, wordenadviezen voor bestemmingen in het navigatie‐systeem, muziektitels, radiozenders of con‐tacten weergegeven.

Wanneer de optie uitgeschakeld is, wordengeen adviezen weergegeven.

# Leerfunctie een dag lang uitschakelen: Leren 24 uur deact. inschakelen.Voor het actieve profiel worden gedurende24 uur geen nieuwe acties aangeleerd engeen data geregistreerd. De adviezen wordenwel nog weergegeven. Naast Leren 24 uur deact. wordt de resterende tijd weergegeven.

Voordat deze periode verstrijkt, verschijnt ereen berichtgeving, dat het multimediasysteembinnenkort de leerfunctie zal voortzetten.

Voorbeeld: Wanneer de optie is ingeschakelden er een route naar een nieuwe bestemmingis berekend, wordt bij de leerfunctie geenrekening gehouden met deze bestemming.

# Advieshistorie terugzetten: Advieshistorie terugzetten selecteren.

% Deze procedure kan niet ongedaan wordengemaakt.

# Ja selecteren.

Adviezen hernoemenHet is alleen mogelijk om bestemmingen in hetnavigatiesysteem te hernoemen.# Het symbool © op het display van het mul‐

timediasysteem aantippen.Het homescreen wordt weergegeven.

# Omhoog vegen, tot het menu ADVIEZENwordt weergegeven.

# Een bestemming in het navigatiesysteem mar‐keren en zo lang ingedrukt houden, tot hetmenu OPTIES verschijnt.

# Hernoemen selecteren.# De naam invoeren.# De invoer bevestigen: Ja selecteren.

Advies wissen# © op het display van het multimediasys‐

teem aantippen.Het homescreen wordt weergegeven.

# Omhoogvegen, tot het menu ADVIEZEN wordtweergegeven.

MBUX multimediasysteem 207

Page 210: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Een advies markeren en zo lang ingedrukthouden, tot het menu OPTIES verschijnt.

# Wissen selecteren.

Adviezen in de toepassingen wissenHet is mogelijk om adviezen in de laatste bestem‐mingen, in de radiozenderlijst en in de contactente wissen.# Voor een favoriet : selecteren.# Niet meer voorstellen selecteren.# Advies uit actuele lijst wissen: Nu niet

selecteren.Het advies wordt op een later tijdstip opnieuwin de lijst weergegeven.

# Advies permanent wissen: Nooit selecte‐ren.

# Ja selecteren.Het advies wordt in de toekomst niet meerweergegeven. Alle adviezen worden terugge‐zet.

# Functie afbreken: Annuleren selecteren.

Favorieten

Overzicht FavorietenFavorieten bieden een snelle toegang tot vaakgebruikte toepassingen. Er kunnen in totaal 20favorieten worden aangelegd.

Favorieten kunt u uit categorieën selecteren ofkunt u direct uit een toepassing toevoegen.

Favorieten oproepen

Op het display van het multimediasysteem# © aantippen.

Het homescreen wordt weergegeven.# Omhoogvegen, tot FAVORIETEN wordt weer‐

gegeven.

In het stuurwiel# De tuimelschakelaar f in het stuurwiel

omlaagdrukken.

Favorieten toevoegen

Favorieten uit categorie selecteren# © op het display van het multimediasys‐

teem aantippen.Het homescreen wordt weergegeven.

# Omhoogvegen, tot FAVORIETEN wordt weer‐gegeven.

# W Favoriet aanmaken selecteren.De categorieën worden weergegeven.

# De categorie selecteren.De favorieten worden weergegeven.

# Een favoriet selecteren.De favoriet wordt op de volgende vrije positieopgeslagen.

# Alle posities in de favorieten zijn bezet: Deweergegeven melding met OK bevestigen.Een lijst toont alle favorieten.

# Een favoriet selecteren die moet worden over‐schreven.

Favorieten uit een andere toepassing toevoe‐gen

Voorbeelden van het toevoegen uit een anderetoepassing zijn:

R Een contact opslaan.R Een radiozender opslaan.R Een mediabron toevoegen.R Een navigatiebestemming opslaan.

# Contact als algemene favoriet opslaan: Een contact selecteren (→ pagina 250).De details worden weergegeven.

# Een telefoonnummer zo lang ingedrukt hou‐den, tot het menu OPTIES verschijnt.

# Opslaan als favoriet selecteren.Het contact wordt als favoriet toegevoegd.

# Radiozender als algemene favoriet opslaan: Een radiozender instellen(→ pagina 271).

# De radiozender zo lang ingedrukt houden, tothet menu OPTIES verschijnt.

# Opslaan als favoriet selecteren.De radiozender wordt als favoriet toegevoegd.

Favorieten hernoemen# © op het display van het multimediasys‐

teem aantippen.Het homescreen wordt weergegeven.

# Omhoog vegen, tot FAVORIETEN wordt weer‐gegeven.

# Een favoriet zo lang ingedrukt houden, tot hetmenu OPTIES verschijnt.

# Hernoemen selecteren.# De naam invoeren.# OK selecteren.

208 MBUX multimediasysteem

Page 211: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Favorieten verschuiven

Favorieten in het menu Favorieten verschui‐ven# © op het display van het multimediasys‐

teem aantippen.Het homescreen wordt weergegeven.

# Omhoogvegen, tot FAVORIETEN wordt weer‐gegeven.

# Een favoriet zo lang ingedrukt houden, tot hetmenu OPTIESverschijnt.

# Verplaatsen selecteren.# De favoriet naar de nieuwe positie verschui‐

ven.# ø aantippen.

Menu Favorieten binnen de personaliseringverschuiven# © op het display van het multimediasys‐

teem aantippen.Het homescreen wordt weergegeven.

# Omhoogvegen, tot Nieuwe volgorde vastleg-gen wordt weergegeven.

# Nieuwe volgorde vastleggen selecteren.# Favorieten naar de nieuwe positie verschui‐

ven.# ø aantippen.# Menu sluiten: Sluiten selecteren.

Favoriet wissen# © op het display van het multimediasys‐

teem aantippen.Het homescreen wordt weergegeven.

# Omhoogvegen, tot FAVORIETEN wordt weer‐gegeven.

# Een favoriet zo lang ingedrukt houden, tot hetmenu OPTIESverschijnt.

# Wissen selecteren.# Ja selecteren.

Berichten-center

Overzicht berichten-center

In het berichten-center worden de volgendemededelingen verzameld:

R Mededelingen die door het voertuig of doorhet multimediasysteem worden gegenereerd.R Mededelingen die door het gebruik van dien‐

sten en services binnenkomen.

Deze typen berichten zijn beschikbaar:

R Navigeerbare bestemmingen en routesR Berichten (SMS)R Systeeminformatie, bijvoorbeeld software-

update beschikbaarR Overige berichten, bijvoorbeeld van andere te

boeken online-services

Het berichten-center j vindt u in het home‐screen, in menu's en in de navigatiekaart rechts‐boven (→ pagina 202).

Een ster in het symbool informeert u over nieuweberichten.

Berichten worden bij het binnenkomen meestalkort weergegeven. Dat vindt plaats in nagenoegelke toepassing die u momenteel gebruikt. Wan‐neer u geen actie onderneemt, dan worden dezein het berichten-center opgeslagen en kunnendeze later worden opgeroepen.

De berichten zijn chronologisch gesorteerd. Denieuwste berichten staan helemaal bovenaan.

Een bericht toont de volgende informatie:

R Een symbool of een afbeelding 1 voor detoepassingR Een titel 2, die bijvoorbeeld de naam, een

telefoonnummer of een bestemming in hetnavigatiesysteem bevatR De uitgevende dienst en verdere informatie3

R Een tijdstempel 5R Bij meerdere beschikbare acties een symbool4 voor het openklappen of sluiten van hetbericht.

Afhankelijk van het soort bericht zijn maximaalvier verschillende acties 6 beschikbaar.

Voorbeelden van acties zijn:

R VoorlezenR OpbellenR Beantwoorden

MBUX multimediasysteem 209

Page 212: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R Website oproepenR Navigeren

Enkele berichten, bijvoorbeeld een bestemming inhet navigatiesysteem, worden langer bewaard.Daarom hoeven beschikbare acties niet direct nahet binnenkomen van het bericht te worden uitge‐voerd. Een routebegeleiding kan ook op een latertijdstip worden gestart.

% In het berichten-center kan een globale zoek‐functie worden gestart (→ pagina 211).

Berichten oproepenMultimediasysteem:,©

Berichten-center openen# Op het display van het multimediasys‐

teem: Het symbool j voor het berichten-center aantippen.

of# Op de touch-control: Het symbool j

voor het berichten-center door vegen marke‐ren.

# Op het bedieningselement drukken.

Bericht selecteren# Omhoog of omlaag vegen.# Het bedieningselement aantippen of hierop

drukken.

Acties voor een bericht selecteren

De volgende mogelijkheden staan ter beschik‐king:

R De actie direct na het binnenkomen en weer‐geven in een toepassing selecteren.R De actie later na het oproepen in het berich‐

ten-center selecteren.

# Een actie beschikbaar: De actie selecteren.# Meerdere acties beschikbaar: Wanneer het

bericht niet is opengeklapt, het symboolselecteren s.

# De actie selecteren.Het bericht is nog steeds beschikbaar.

Berichten bewerkenMultimediasysteem:,© # Het berichten-center oproepen

(→ pagina 210).# Instellingen uitvoeren: Z selecteren.

% Wanneer geen instellingen kunnen wordenuitgevoerd, verschijnt een melding.

# De instelling in- of uitschakelen.# Wissen: De prullenbak selecteren.# Wissen of Alles wissen selecteren.

Wissen wist een afzonderlijk bericht.

Alles wissen wist alle momenteel weergege‐ven berichten.

# Met Gereed de wismodus verlaten.

Globaal zoeken

Overzicht global zoekenGlobaal zoeken kan in het homescreen en in deberichten worden gebruikt.

Globaal zoeken levert zoekresultaten op voor devolgende categorieën en subcategorieën:

R NavigatieR MediaR Telefoon, sociale mediaR Gebruikersinterface en digitale handleidingR Internet

Daarmee kunt u bijvoorbeeld steden, straten enbezienswaardigheden binnen de navigatie zoe‐ken.

% U kunt ook naar driewoordenadressen zoe‐ken (→ pagina 225).

Tijdens het invoeren worden onder het zoekveldde meest waarschijnlijke voorstellen aangeboden.Wanneer u een “S“ invoert, worden bijvoorbeeld“Stuttgart“, “Steak“ en “Sandra“ aangegeven.Wanneer u “Stuttgart“ selecteert, krijgt u bijvoor‐beeld de voorstellen “Starbucks“, “Steak“ en“Schouwburg“.

De zoekresultaten in de lijst worden aan de handvan de categorieën gesorteerd weergegeven.Naast de categorie staat het aantal treffers. Vanelke categorie worden de beste treffers weerge‐geven. Verdere treffers vindt u na het selecterenvan de betreffende categorie.

Wanneer u een invoer met OK bevestigt, wordenalle categorieën en het aantal treffers in eenoverzicht weergegeven. Na het selecteren vaneen categorie kunt u de zoekresultaten binnen decategorie selecteren. Wanneer u een zoekresul‐taat selecteert, wordt het detailoverzichtgeopend. In het detailoverzicht kunt u selecteren,of en welke actie u met het betreffende zoekre‐sultaat wilt uitvoeren. U kunt bijvoorbeeld eenroutebegeleiding starten of een persoon bellen.

210 MBUX multimediasysteem

Page 213: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

De acties zijn van een overeenkomstige aandui‐ding voorzien.

Zoeken is met de volgende invoermethodesmogelijk:

R Tijdbalk via beeldschermtoetsenbordR Invoeren van tekens met handschriftherken‐

ningR Dicteerfunctie

Globaal zoeken gebruikenMultimediasysteem:,© # ª Zoeken selecteren.

of# De berichten oproepen (→ pagina 210).# Zoeken selecteren.

% Als alternatief kunt u de dicteerfunctie ovoor het zoeken gebruiken.

# De zoekterm in het zoekveld invoeren. Deinvoer van tekens gebruiken.Tijdens het invoeren worden onder het zoek‐veld de drie meest waarschijnlijke voorstellenaangeboden.

In de lijst rechts worden per categorie detop-2-zoekresultaten weergegeven.

# Voorstel overnemen: Het voorstel selecte‐ren.De drie meest waarschijnlijke voorstellen wor‐den aangeboden.

# Het zoeken voortzetten of een voorstel over‐nemen.

# Top-2-zoekresultaten overnemen: Het zoe‐kresultaat selecteren.Er wordt een actie gestart of er verschijnt eenlijst.

# In de lijst een zoekresultaat of een actieselecteren.

# Alle categorieën weergeven: OK selecteren.# Zoekresultaten voor een categorie weer‐

geven: Een categorie selecteren.# Details weergeven: Een zoekresultaat selec‐

teren.# Actie starten: Een actie selecteren.

Na het selecteren van een actie wordt bijvoor‐beeld een muziektitel afgespeeld of de routenaar een bestemming berekend.

Invoeren van tekens

Tekeninvoer gebruiken

& WAARSCHUWING Gevaar voor afleidingdoor informatiesystemen en communica‐tieapparatuur

Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐greerde informatiesystemen en communica‐tieapparatuur bedient, kunt u van de ver‐keerssituatie worden afgeleid. Bovendien kuntu de controle over de auto verliezen.# Deze apparatuur alleen bedienen als de

verkeerssituatie dit toelaat.# Als dit niet kan worden gewaarborgd, op

een veilige plek stoppen en de invoeringals de auto stilstaat uitvoeren.

Bij het gebruik van het multimediasysteem dewettelijke bepalingen in acht nemen van het landwaar u zich op dat moment bevindt.

De tekeninvoer kan met deze bedieningselemen‐ten worden uitgevoerd:

R touch-controlR Touchscreen (display van het multimediasys‐

teem)

Op de touch-control en op de touchpad vindt detekeninvoer plaats door cursorbediening.

De tekeninvoer kan met het ene bedieningsele‐ment worden gestart en met een ander wordenvoortgezet.# Wanneer het toetsenbord wordt weergegeven,

dan de tekens op het bedieningselementinvoeren door vegen en indrukken of dooraantippen (touchscreen).

of# De tekens op het touchscreen schrijven.

Voorbeelden voor het invoeren van tekens zijn:

R Een favoriet hernoemen.R Een bestemming in de navigatie invoeren.R Een webadres invoeren.

Tekens op het touchscreen invoeren

Voorwaarden R Voor enkele functies is een bestaande online-

verbinding noodzakelijk.

MBUX multimediasysteem 211

Page 214: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Via toetsenbord

1 Invoerregel2 Weergave van suggesties

tijdens het invoeren3 De invoer wordt gewist4 Wissen

Door indrukken of aantip‐pen wordt het laatst inge‐voerde teken gewistDoor aanraken en vasthou‐den wordt de invoer gewist

5 Invoer overnemen6 Naar handschriftinvoer wis‐

selen7 Spaties invoeren8 Toetsenbordtaal veranderen9 Naar speciale tekens

omschakelenA Naar cijfers en andere spe‐

ciale tekens omschakelen

ABC Naar letters omschake‐len (niveau 2)

B Door indrukken of aantip‐pen kan tussen hoofdlettersen kleine letters wordengewisseldDoor lang indrukken wor‐den permanent hoofdlettersingesteld

Indien beschikbaar maakt een microfoonsymboolhet wisselen naar de spraakinvoer mogelijk.# De tekeninvoer oproepen, bijvoorbeeld een

favoriet hernoemen (→ pagina 208).Het toetsenbord verschijnt.

# Een tekentoets aantippen.Het teken wordt in de invoerregel 1 inge‐voerd. Adviezen worden in 2 weergeven.

# Advies selecteren: Een van de adviezenselecteren.

# Indien beschikbaar verdere suggesties metq of r weergeven.

# Het invoeren van tekens voortzetten.# Alternatieve tekens invoeren: Lang op een

teken drukken.# Het teken selecteren.# Tekeninvoer beëindigen: Op toets %

drukken.

% De beschikbare bewerkingsfuncties zijnafhankelijk van de bewerkingstaak, de inge‐stelde schrijftaal en het karakterniveau.

212 MBUX multimediasysteem

Page 215: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Via handschriftinvoer

1 Invoerregel2 Weergave van suggesties

tijdens het invoeren3 De invoer wordt gewist4 Naar spraakinvoer omscha‐

kelen

4 WissenDoor indrukken of aantip‐pen wordt het laatst inge‐voerde teken gewistDoor aanraken en vasthou‐den wordt de invoer gewist

5 Spatie invoegen6 Naar invoer via toetsenbord

wisselen7 Invoer overnemen8 Teken op het tekenvlak

schrijven

Indien beschikbaar maakt een microfoonsymboolhet wisselen naar de spraakinvoer mogelijk.# De tekeninvoer oproepen, bijvoorbeeld een

favoriet hernoemen (→ pagina 208).# Als het toetsenbord wordt weergegeven, v

selecteren.# Het teken met een vinger op het touchscreen

schrijven.Het teken wordt in de invoerregel 1 inge‐voerd. Adviezen worden in 2 weergeven.

# Advies selecteren: Een van de adviezenselecteren.

# Indien beschikbaar verdere suggesties metq of r weergeven.

# Het invoeren van tekens voortzetten. Detekens kunnen naast elkaar of over elkaarworden geschreven.

# Tekeninvoer beëindigen: Op toets %drukken.

Toetsenbord voor tekeninvoer instellenMultimediasysteem:, Instellingen . Systeem . Bedienings-

elem. . Toetsenborden en handschrift # Toetsenborden selecteren bevestigen.

De toetsenbordtaal in de lijst selecteren.

Systeeminstellingen

Display

Display-instellingen configurerenMultimediasysteem:,© . Instellingen . Sys-

teem . Stijlen en weergave

Stijlen# Klassiek, Sportief of Progressief selecteren.

Helderheid van het display# Helderheid display selecteren.# De lichtsterkte selecteren.

Display uit- en inschakelen# Uit: Display uit selecteren.# Aan: Een toets indrukken, bijvoorbeeld %.

MBUX multimediasysteem 213

Page 216: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaydesign# Dag-/nachtdesign selecteren.# Automatisch, Dagdesign of Nachtdesign

selecteren.

Tijd en datum

Tijd en datum automatisch instellenMultimediasysteem:,© . Systeem . Tijd en datum # Handmatige tijdsinstelling uitschakelen ª.

De tijd en de datum worden automatischovereenkomstig de geselecteerde tijdzone enzomertijdoptie ingesteld.

% De correcte tijd is voor de volgende functiesnoodzakelijk:R Routebegeleiding met tijdafhankelijke ver‐

keersgeleidingR Berekening van de geplande aankomsttijd

Tijdzone instellen

Voorwaarden R Voor handmatige instelling van de tijd‐

zone: De functie Automatische tijdzone is uit‐geschakeld.

Multimediasysteem:,© . Instellingen . Sys-

teem . Tijd en datum

Tijdzone handmatig instellen# Tijdzone: selecteren.

De landenlijst wordt weergegeven.

% Wanneer in een land meerdere tijdzonesbeschikbaar zijn, worden deze na het selecte‐ren van het land weergegeven.

# Een land en eventueel een tijdzone selecte‐ren.De ingestelde tijdzone wordt achter Tijdzone:weergegeven.

Tijdzone automatisch instellen# Automatische tijdzone inschakelen.

Tijd- en datumformaat instellenMultimediasysteem:,© . Instellingen . Sys-

teem . Tijd en datum . Formaat instellen # Datum- en tijdformaat instellen #.

Tijd en datum handmatig instellen

Voorwaarden R De functie Handmatige tijdsinstelling is inge‐

schakeld.R Voor handmatige datuminstelling: Het

voertuig is niet met GPS uitgerust.

Multimediasysteem:,© . Instellingen . Sys-

teem . Tijd en datum

Tijd instellen# Tijd instellen selecteren.# Een tijd instellen.

% Bij voertuigen met GPS wordt de tijd automa‐tisch via de geselecteerde tijdzone ingesteld.

Datum instellen# Datum instellen selecteren.# Een datum instellen.

% Bij voertuigen met GPS kan ook bij eenactieve handmatige tijdaanpassing geendatum worden ingesteld. De datum wordt indat geval automatisch via de gekozen tijd‐zone ingesteld.

Bluetooth®

Informatie over Bluetooth®

Bluetooth® is een techniek voor draadloze gege‐vensoverdracht over korte afstanden tot circa10 m. Via Bluetooth® kunt u bijvoorbeeld uwmobiele telefoon met het multimediasysteem ver‐binden en de volgende functies gebruiken:R Handsfree-installatie met toegang tot de vol‐

gende opties:- Nummerlijsten (→ pagina 252)R InternetverbindingR Muziek via Bluetooth®-audio beluisterenR Visitekaartjes (vCard) overbrengen naar het

voertuig

Bluetooth® is een geregistreerde handelsmerkvan de Bluetooth Special Interest Group (SIG) Inc.

% Internetverbinding via Bluetooth® is niet inalle landen beschikbaar.

214 MBUX multimediasysteem

Page 217: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Bluetooth® in- en uitschakelenMultimediasysteem:,© . Systeem . Wi-Fi & Bluetooth # Bluetooth® in- of uitschakelen.

Wi-Fi

Overzicht Wi-Fi-verbindingWi-Fi kan worden gebruikt om een verbinding meteen Wi-Fi-netwerk tot stand te brengen en toe‐gang tot het internet of andere netwerkappara‐tuur te verkrijgen.

De volgende verbindingsmogelijkheden zijnbeschikbaar:

R Wi-Fi-verbinding

De Wi-Fi-verbinding wordt met een Wi-Fi-apparaat, bijvoorbeeld de mobiele telefoonvan de klant of een tablet-PC, tot standgebracht.R Multimediasysteem als Wi-Fi-hotspot

Op deze manier kan bijvoorbeeld een tablet-PC of notebook worden verbonden.

Voor de verbindingsopbouw kunt u deze metho‐des gebruiken:

R WPS PIN

De verbinding met een beveiligd Wi-Fi-net‐werk vindt plaats via een pincode.R WPS PBC

De verbinding met een beveiligd Wi-Fi-net‐werk vindt plaats met de druk op een toets(Pushbutton).R Beveiligingssleutel

De verbinding met een beveiligd Wi-Fi-net‐werk vindt plaats via een beveiligingssleutel.

Wi-Fi instellen

Voorwaarden R Het te verbinden apparaat moet een van de

drie beschreven verbindingssoorten onder‐steunen.

Multimediasysteem:,© . Instellingen . System (Sys‐

teem) . Wi-Fi & Bluetooth

Wi-Fi in-/uitschakelen# Wi-Fi in- of uitschakelen.

Als Wi-Fi is uitgeschakeld, is de communicatievia Wi-Fi met alle apparatuur onderbroken. Erkan ook geen verbinding met de communica‐

tiemodule worden gemaakt. Sommige func‐ties, zoals bijvoorbeeld de dynamische route‐begeleiding met Live Traffic Information, zijndan niet beschikbaar.

Het multimediasysteem via Wi-Fi met eennieuw apparaat verbindenAls geen communicatiemodule is gemonteerd, isdeze functie beschikbaar.

Het type verbindingsopbouw moet op het multi‐mediasysteem en op het te verbinden apparaatzijn geselecteerd.

% Het verbindingsverloop kan afhankelijk vanhet apparaat afwijken. De aanwijzingen vol‐gen die op de displays worden weergegeven.Meer informatie (zie de handleiding van hetvoertuig).

# Internetinstellingen selecteren.# Verbinden via Wi-Fi selecteren.# Hotspot toevoegen selecteren.

Via beveiligingssleutel verbinden# De opties r van het gewenste Wi-Fi-net‐

werk selecteren.# Verbinden via beveiligingssleutel selecteren.# Op het te verbinden apparaat de beveiligings‐

sleutel laten weergeven (zie de handleidingvan de fabrikant).

# Deze beveiligingssleutel bij het multimedia‐systeem invoeren.

# De invoer met ¡ bevestigen.

% De verbindingssoort via een beveiligingssleu‐tel ondersteunt alle apparatuur.

Via WPS-PIN verbinden# De opties r van het gewenste Wi-Fi-net‐

werk selecteren.# Via WPS PIN Invoer verbinden selecteren.

Het multimediasysteem genereert een pin‐code met acht tekens.

# Deze pincode bij het te verbinden apparaatinvoeren.

# De invoer bevestigen.

Via een druk op de toets verbinden# De opties r van het gewenste Wi-Fi-net‐

werk selecteren.# Via WPS PBC verbinden selecteren.# Bij het te verbinden apparaat in de optie "Via

WPS PBC verbinden" selecteren (zie de hand‐leiding van de fabrikant).

MBUX multimediasysteem 215

Page 218: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De WPS-toets op het te verbinden apparaatindrukken.

# Op het multimediasysteem Verder selecteren.

Automatische verbinding activeren# Verbinden via Wi-Fi selecteren.# De opties r van het gewenste Wi-Fi-net‐

werk selecteren.# Permanente internetverbinding inschakelen.

Met bekend Wi-Fi-netwerk verbinden# Verbinden via Wi-Fi selecteren.# Een Wi-Fi-netwerk selecteren.

De verbinding wordt opnieuw opgebouwd.

Wi-Fi-hotspot inrichtenMultimediasysteem:,© . Instellingen . System (Sys‐

teem) . Wi-Fi & Bluetooth

Multimediasysteem als Wi-Fi-hotspot configu‐rerenHet type verbindingsopbouw is afhankelijk vanhet te verbinden apparaat. De functie moet doorhet multimediasysteem en door het te verbindenapparaat worden ondersteund. Het type verbin‐dingsopbouw moet op het multimediasysteem enop het te verbinden apparaat zijn geselecteerd.# Voertuig-hotspot selecteren.# Apparaat met hotspot in de auto verbinden

selecteren.

Via WPS PIN Generatie verbinden# Via WPS PIN Generatie verbinden selecteren.# Op het te verbinden apparaat de pincode die

verschijnt op het display van het multimedia‐systeem, invoeren en bevestigen.

Via WPS PIN Invoer verbinden# Via WPS PIN Invoer verbinden selecteren.# De pincode die op het display van het externe

apparaat wordt weergegeven, in het multime‐diasysteem invoeren.

Via een druk op de toets verbinden# Via WPS PBC verbinden selecteren.# De Push Button van het te verbinden apparaat

indrukken (zie de handleiding van de fabri‐kant).

# Verder selecteren.

Via beveiligingssleutel verbinden# Apparaat met hotspot in de auto verbinden

selecteren.Er wordt een beveiligingssleutel weergegeven.

# Op het te verbinden apparaat het voertuigselecteren. Deze wordt weergegeven met denetwerknaam DIRECT-MB Hotspot 12345.

# Op het te verbinden apparaat de beveiligings‐sleutel invoeren die verschijnt op het displayvan het multimediasysteem.

# De invoer bevestigen.

Via NFC verbinden# Verbinden via NFC selecteren.# NFC op het mobiele apparaat activeren (zie

handleiding van de fabrikant).# Het mobiele apparaat binnen het NFC-bereik

van het voertuig brengen (→ pagina 247).# Gereed selecteren.

Het mobiele apparaat is nu via NFC met deHotspot van het multimediasysteem verbon‐den.

Nieuwe beveiligingssleutel genereren:# Voertuig-hotspot selecteren.# Wachtzin aanmaken selecteren.

Voortaan wordt een verbinding met de nieuwgegenereerde beveiligingssleutel opgebouwd.

# Beveiligingssleutel opslaan: Opslaan selec‐teren.Wanneer een nieuwe beveiligingssleutel wordtopgeslagen, worden alle bestaande Wi-Fi-ver‐bindingen verbroken. Als opnieuw Wi-Fi-ver‐bindingen worden gemaakt, moet de nieuwebeveiligingssleutel worden ingevoerd.

Systeemtaal

Aanwijzingen voor de systeemtaalMet deze functie wordt de taal voor de menumel‐dingen en de gesproken rij-aanwijzingen vastge‐legd. De taalselectie is van invloed op de moge‐lijkheden voor de tekeninformatie. Niet alle talenworden ondersteund voor de gesproken rij-aan‐wijzingen. Als een taal niet wordt ondersteund,hoort u de gesproken rij-aanwijzingen in hetEngels.

216 MBUX multimediasysteem

Page 219: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Systeemtaal instellenMultimediasysteem:,© . Instellingen . Sys-

teem . Taal # De taal instellen.

% Als u gebruikmaakt van Arabisch kaartmateri‐aal, kunt u de informatie in tekstvorm op denavigatiekaart ook in Arabisch schrift latenweergeven. Hiertoe als taal العربية uit de talen‐lijst selecteren. De gesproken rij-aanwijzin‐gen worden dan eveneens in de Arabischetaal weergegeven.

Eenheid voor afstand instellen

Multimediasysteem:,© . Systeem . Maateenheden # km of mijl selecteren.# Voor een weergave op het multifunctioneel

display van het instrumentendisplay Digitale snelheidsmeter inschakelen.

Gegevensimport en gegevensexport

Functie voor het importeren/exporteren vangegevens

De volgende functies zijn mogelijk:

R Gegevens van een systeem of een voertuig opeen ander systeem of een ander voertuigoverbrengen.R Een veiligheidskopie van uw persoonlijke

gegevens aanmaken en weer laden.R Uw persoonlijke gegevens met pinbeveiliging

tegen ongewenste export beveiligen.

% In acht nemen dat het bestandssysteemNTFS niet wordt ondersteund. Geadviseerdwordt het bestandssysteem FAT32.

Gegevens importeren/exporteren

* AANWIJZING Gegevensverlies door tevroeg verwijderen

# Bij het exporteren van gegevens niet degegevensdrager verwijderen.

Mercedes-Benz is niet aansprakelijk vooreventueel verlies van gegevens.

Voorwaarden R Het voertuig staat stil.R Het contact is ingeschakeld.

R Er is een usb-apparaat aangesloten .

Multimediasysteem:,© . Systeem . Systeemback-up # Gegevens importeren of Gegevens exporteren

selecteren.

Importeren# Een gegevensdrager selecteren.

Er verschijnt een vraag of de actuele gege‐vens werkelijk moeten worden overschreven.Bij gegevens die van een ander voertuigafkomstig zijn wordt dit bij het inlezen her‐kend.

Wanneer de gegevens geïmporteerd zijn,wordt het multimediasysteem opnieuwgestart.

% Actuele voertuiginstellingen kunnen na hetimporteren veranderen.

ExporterenWanneer de pinbeveiliging is ingeschakeld, ver‐schijnt het invoermenu voor de pincode.# De viercijferige pincode invoeren.# Een gegevensdrager selecteren.

De gegevens worden geëxporteerd. De exportvan gegevens kan enkele minuten duren.

% Na een succesvolle export bevindt zich ophet opslagmedium een map met de naam"MyMercedesBackup", waarin de geëxpor‐teerde gegevens zijn opgeslagen.

Pincode-controle in- en uitschakelen

Multimediasysteem:,© . Instellingen . Sys-

teem . PIN-beveiliging

Pincode opslaan# PIN instellen selecteren.# Een viercijferige pincode invoeren.# De viercijferige pincode opnieuw invoeren.

Wanneer beide pincodes overeenkomen, is depinbeveiliging actief.

Pincode wijzigen# Instellingen wijzigen selecteren.# De actuele pincode invoeren.# PIN wijzigen selecteren.# Een nieuwe pincode opslaan.

MBUX multimediasysteem 217

Page 220: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Pinbeveiliging voor gegevensexport activeren# Instellingen wijzigen selecteren.

Met pincode bevestigen.# Gegevensexport beveiligen selecteren.

De functie in- of uitschakelen.

Pincode deblokkeren# Een Mercedes-Benz servicewerkplaats opzoe‐

ken en de pinbeveiliging laten terugzetten.

Software-actualisering

Informatie met betrekking tot software-actua‐liseringEen software-update bestaat uit drie stappen:R Downloaden of kopiëren van de voor de

installatie benodigde gegevensR Installatie van de updateR Activering van de update door het opnieuw

starten van het systeem

Wanneer een update beschikbaar is, geeft hetmultimediasysteem een overeenkomstige aanwij‐zing.

Afhankelijk van de bron kunnen verschillendeupdates worden uitgevoerd:

Software-actualisering

Bron van de updates Type update

Internet Navigatiekaarten, sys‐teemupdates, digitalehandleiding

Extern geheugenme‐dium, bijvoorbeeldusb-stick

Navigatiekaarten

Dankzij software-updates blijft de techniek vanuw voertuig altijd actueel.

Teneinde de kwaliteit van onze diensten voortdu‐rend te verbeteren, ontvangt u voortaan updatesvoor uw multimediasysteem, de diensten vanMercedes PRO connect en de communicatiemo‐dule van uw voertuig. Deze ontvangt u heel com‐fortabel via de mobiele-telefoonverbinding van uwvoertuig en ze worden in de meeste gevallenautomatisch uitgevoerd. Op de Mercedes PROportal kunt u op elk moment de status van uwupdates volgen en informatie over mogelijke nieu‐wigheden vinden.

Overzicht van de voordelen:

R Software-updates comfortabel via hetmobiele-telefoonnet ontvangenR Garandeert langdurige kwaliteit en beschik‐

baarheid van de diensten van Mercedes PROconnectR Brengt uw multimediasysteem en de commu‐

nicatiemodule op de nieuwste stand

Meer informatie over de software-updates onderhttp://www.mercedes.pro

Software-actualisering uitvoeren

Voorwaarden R Voor online-updates: Er is een internetver‐

binding aanwezig (→ pagina 261).R Voor de automatische online-actualise‐

ring: Uw voertuig beschikt over een vast inge‐bouwde communicatiemodule.

Multimediasysteem:, Instellingen . Systeem . Software-

actualisering

Automatisch# Automatische online-update inschakelen.

De updates worden gedownload en geïnstal‐leerd.

De status van de actuele stand van de upda‐tes wordt weergegeven.

Handmatig# Automatische online-update uitschakelen.# Een update uit de lijst selecteren en de actua‐

lisering starten.

Software-actualisering activeren# Het systeem opnieuw starten.

De wijzigingen van de software-update wor‐den actief.

Belangrijke systeemactualiseringenVoor de integriteit van de gegevens van uw multi‐mediasysteem kunnen belangrijke systeemactua‐liseringen noodzakelijk zijn. Deze moeten wordengeïnstalleerd, omdat anders de veiligheid van uwmultimediasysteem niet meer kan wordengewaarborgd.

% Wanneer de automatische software-updateactief is, worden de systeemupdates automa‐tisch gedownload (→ pagina 218).

218 MBUX multimediasysteem

Page 221: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Zodra een update kan worden gedownload, ver‐schijnt er een overeenkomstige melding op hetdisplay van het multimediasysteem.

U heeft de volgende opties:

R DownloadenDe update wordt op de achtergrond gedown‐load.R Details

De informatie over de uit te voeren systeem‐update wordt weergegeven.R Later

De update kan op een later tijdstip handmatigworden gedownload (→ pagina 218).

Diepgaande systeemupdatesDiepgaande systeemupdates zijn van invloed opvoertuig- of systeeminstellingen en zijn daaromalleen mogelijk als het voertuig stilstaat en hetcontact uitgeschakeld is.

Wanneer het downloaden van een diepgaandesysteemupdate beëindigd is en de update kanworden geïnstalleerd, wordt u bijvoorbeeld na hetuit- en inschakelen van het contact hierover geïn‐formeerd.

% Het voertuig op een veilige en geschikteplaats parkeren voordat u met de installatiebegint.

Voorwaarden voor de installatie:

R Het contact is uitgeschakeld.R De aanwijzingen en waarschuwingen zijn gele‐

zen en geaccepteerd.R De parkeerrem is bediend.

Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan, wordtde update geïnstalleerd. Tijdens de installatie vande update kan het multimediasysteem niet wor‐den bediend en zijn de voertuigfuncties beperkt.

Wanneer tijdens de installatie fouten optreden,wordt automatisch geprobeerd om de vorige ver‐sie weer te herstellen. Als het herstellen van devorige versie niet mogelijk is, verschijnt een sym‐bool op het display van het multimediasysteem.Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan omhet probleem te laten verhelpen.

Reset-functie (terugzetten)

Multimediasysteem:,© . Instellingen . Sys-

teem . Terugzetten

Terugzetten via multimediasysteem

Persoonlijke gegevens worden gewist, bijvoor‐beeld:

R ZendergeheugenR Verbonden mobiele telefoonsR Individueel gebruikersprofiel

% Het gastprofiel wordt bij het resetten op defabrieksinstellingen teruggezet.

# Ja selecteren.

Wanneer de pinbeveiliging actief is, verschijnteen vraag of deze bij het terugzetten op defabrieksinstelling eveneens moet worden terugge‐zet.# Ja selecteren# Actuele pincode invoeren.

Pincode wordt teruggezet.

Of:# Nee selecteren.

De actuele pincode blijft na het terugzettenbehouden.

% Als u uw pincode vergeten bent, kunt u depinbeveiliging door een Mercedes-Benz -ser‐vicewerkplaats laten deactiveren.

Er verschijnt opnieuw een vraag of het terugzet‐ten werkelijk moet worden uitgevoerd.# Ja selecteren.

Het multimediasysteem wordt in de afleve‐ringstoestand teruggezet.

Terugzetten via een druk op de toets# De toetsen % en \ zo lang tegelijker‐

tijd indrukken, tot het multimediasysteemopnieuw opstart (ten minste 15 seconden).Het multimediasysteem wordt opnieuwgestart. Bij deze procedure worden geengegevens gewist.

MBUX multimediasysteem 219

Page 222: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Voertuiginformatie

Voertuiggegevens weergeven

Multimediasysteem:,© . Voertuig Info # Voertuig selecteren.

De voertuiggegevens worden weergegeven.

Motorgegevens weergeven

Multimediasysteem:,© . Voertuig Info # Motor selecteren.

De motorgegevens worden weergegeven.

% De waarden voor het motorvermogen en hetmotorkoppel kunnen afwijken van de nomi‐nale waarden.

Voorbeelden van factoren die van invloedzijn:

R Motortoerental

R ZeeniveauR BrandstofkwaliteitR Buitentemperatuur

Verbruiksindicatie oproepen

Multimediasysteem:,© . Voertuig Info # Verbruik selecteren.

Er wordt een weergave met de actuele engemiddelde verbruikswaarden getoond.

Navigatie

Navigatie inschakelen

Multimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie)

Digitale kaart met menu (voorbeeld)1 Speciale bestemming,

adres of driewoordenadresinvoeren en verderebestemmingsinvoermoge‐lijkheden

2 Bestemmingsgeleidingafbreken (indien routebege‐leiding actief)

3 Gesproken rij-aanwijzingenherhalen en gesproken rij-

aanwijzingen in- en uitscha‐kelen

4 Routemenu oproepenRoute• Alternatieve routes selec‐teren• Route-overzicht weerge‐ven• Routelijst weergeven

• Vermijd-opties selecteren• Route-instellingen uitvoe‐renTraffic• Verkeersinformatie weer‐geven• Gebiedsmeldingen aange‐ven

220 MBUX multimediasysteem

Page 223: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

• Verkeersgebeurtenis mel‐den• Live Traffic AbonnementInfoPositie• Positie opslaan• Kompas oproepen• Qibla oproepen (inbepaalde landen beschik‐baar)

5 Menu Instellingen oproepenOpties in- en uitschakelenof gebruiken:• Verkeersinformatie weer‐geven• Parkeermogelijkhedenweergeven• Snelweginformatie weer‐geven

• Via Aanvullend optiesmet betrekking tot route,kaart en verkeer oproepen.

# Alternatief: De toets ß indrukken.De kaart verschijnt. De actuele positie vanhet voertuig wordt weergegeven. Het menuwordt weergegeven.

Menu Navigatie in-/uitschakelen

,© . Navigation (Navigatie)

Wanneer geen routebegeleiding actief is, wordende kaart en het menu weergegeven.

Wanneer een routebegeleiding actief is, wordt dekaart op een volledig scherm weergegeven enwordt het menu niet meer getoond.# Weergeven: Het display van het multimedia‐

systeem aantippen.

of# Op de touch-control drukken.# Verbergen: Het menu wordt automatisch ver‐

borgen.

Bestemmingsinvoer

Aanwijzingen over bestemmingsinvoer

& WAARSCHUWING Gevaar voor afleidingdoor het bedienen van de geïntegreerdecommunicatieapparatuur tijdens het rij‐den

Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐greerde communicatieapparatuur bedient,kunt u van de verkeerssituatie worden afge‐leid. Bovendien kunt u de controle over deauto verliezen.# Deze apparatuur alleen bedienen als de

verkeerssituatie dit toelaat.# Als dit niet kan worden gewaarborgd, op

een veilige plek stoppen en de invoeringals de auto stilstaat uitvoeren.

Bij het gebruik van het multimediasysteem dewettelijke bepalingen in acht nemen van het landwaar u zich op dat moment bevindt.

Speciale bestemming of adres invoeren

& WAARSCHUWING Gevaar voor afleidingdoor informatiesystemen en communica‐tieapparatuur

Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐greerde informatiesystemen en communica‐tieapparatuur bedient, kunt u van de ver‐keerssituatie worden afgeleid. Bovendien kuntu de controle over de auto verliezen.# Deze apparatuur alleen bedienen als de

verkeerssituatie dit toelaat.# Als dit niet kan worden gewaarborgd, op

een veilige plek stoppen en de invoeringals de auto stilstaat uitvoeren.

Bij het gebruik van het multimediasysteem dewettelijke bepalingen in acht nemen van het landwaar u zich op dat moment bevindt.

Voorwaarden R Voor het online zoeken: Mercedes PRO con‐

nect is beschikbaar.R U hebt een gebruikersaccount op de

Mercedes PRO portal.R De dienst is beschikbaar.R De dienst is bij een Mercedes-Benz -service‐

werkplaats vrijgeschakeld.

Meer informatie vindt u onder: http://www.mercedes.pro

Multimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .ª Waarheen?

Variant 1: Onboard-zoeken

MBUX multimediasysteem 221

Page 224: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

De bestemmingsinvoer maakt voor het onboard-zoeken gebruik van de data die in het multimedia‐systeem is opgeslagen.

Het land waarin het voertuig zich bevindt, is inge‐steld 1.# De speciale bestemming of het adres via het

toetsenbord (afgebeeld) of via de handschrift‐herkenning 6 in 2 invoeren. Het invoerenkan in willekeurige volgorde worden uitge‐voerd.Tijdens de bestemmingsinvoer geeft het mul‐timediasysteem suggesties onder 2. Debestemming kan worden gekozen in de lijst3 of met a.

U kunt bijvoorbeeld de volgende gegevensinvoeren:

R Stad, straat, huisnummerR Straat, stadR PostcodeR Naam van de speciale bestemmingR Speciale-bestemmingencategorie, bijvoor‐

beeld Tankstelle (Tankstation)R Stad, naam speciale bestemmingR Telefoonnummer, indien beschikbaar voor

de speciale bestemmingR Contactnaam

Voorbeelden van een snelle adresinvoer:

R Wanneer u bijvoorbeeld naar de König‐sstraße in Stuttgart op zoek bent, kunt uSTUT en KÖN invoeren.

R Wanneer u bijvoorbeeld naar een specialebestemming in Groot-Brittannië op zoekbent, kunt u THE SHARD invoeren.

Indien u beide voorbeelden wilt proberen,moet u zo nodig het land wijzigen.

# Als alternatief kan de spraakinvoer 8 wor‐den gebruikt.

# Omschakelen op handschriftherkenning:6 selecteren.

# Het teken op het touchscreen schrijven. Detekens kunnen naast elkaar of over elkaarworden geschreven .

# Terug naar invoer via toetsenbord: _selecteren.

# Invoer wissen: 4 selecteren.De tekens worden een voor een gewist.

of# Wanneer tekens in 2 zijn ingevoerd, £

naast de invoerregel selecteren.De invoer wordt volledig gewist.

# Naar hoofdletters of kleine letters omschakelen: B selecteren.

# Naar cijfers, speciale tekens en symbolen omschakelen: A selecteren.

# Met #+= naar verdere speciale tekensomschakelen.

# Spatie invoegen: 7 selecteren.# Schrijftaal instellen: 9 selecteren.# De schrijftaal selecteren.

222 MBUX multimediasysteem

Page 225: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

% Deze functie is zinvol voor landen waarinmeerdere tekensets worden ondersteund.Een voorbeeld is Rusland met het cyrillischeen Latijnse schrift.

# Land wijzigen: De landcode 1 selecteren.# De landcode invoeren, bijvoorbeeld F voor

Frankrijk.De lijst wordt gefilterd.

# Het land in de lijst 3 selecteren.De bestemming kan worden ingevoerd.

# Bestemming overnemen: De bestemming inde lijst 3 selecteren.

# Indien de bestemming niet eenduidig is, debestemming in de lijst selecteren.De bestemmingsinformatie wordt weergege‐ven. De route kan worden berekend.

Variant 2: Online-zoekenHet online zoeken is niet in alle landen beschik‐baar.

De bestemmingsinvoer maakt gebruik van online-kaartdiensten. Wanneer het onboard-zoeken geenpassende bestemmingen vindt of wanneer vanland wordt gewisseld, is het online-zoekenbeschikbaar.

Als bestemming kunt u een adres, een specialebestemming of een driewoordenadres invoeren.# De landcode 1 selecteren.# De aanbieder voor de online-dienst in de lan‐

denlijst selecteren.

of# Wanneer het onboard-zoeken geen zoekresul‐

taat oplevert, Online-zoeken selecteren.# De bestemming in de invoerregel invoeren.

De volgorde is hierbij willekeurig, bijvoorbeeldstraat en stad. De voor het onboard-zoekenbeschreven functies gebruiken.De zoekresultaten worden weergegeven.

# De bestemming in de lijst selecteren.Het detailoverzicht van de route wordt weer‐gegeven.

Laatste bestemmingen selecteren

Voorwaarden R Laatste bestemmingen zijn opgeslagen.R Voor bestemmingsadviezen: U hebt een

profiel aangemaakt (→ pagina 206).R De optie Bestemmingsadviezen toestaan is

ingeschakeld (→ pagina 207).

R Het multimediasysteem heeft reeds vol‐doende gegevens verzameld om bestem‐mingsadviezen weer te geven.

Multimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .ª Waarheen? . Laatste bestemmin-gen

De volgende bestemmingen kunnen worden gese‐lecteerd:

R Laatste bestemmingen en routesR BestemmingsadviezenR Opgeslagen bestemmingen en routes

(→ pagina 231)

# De bestemming of de route selecteren.De bestemmingsinformatie wordt weergege‐ven. De route kan worden berekend.

% Wanneer een laatste bestemming of eenbestemmingsadvies als favoriet is opgeslagen(→ pagina 235), kan deze uit de favorietenworden geselecteerd (→ pagina 225).

Speciale bestemming selecteren

Voorwaarden R Voor het gebruik van persoonlijke Speci‐

ale bestemmingen: Een usb-apparaat is methet multimediasysteem verbonden.R Op het usb-apparaat zijn persoonlijke speciale

bestemmingen in het bestandsformaat GPSExchange Format (.gpx) in de map "Personal‐POI" opgeslagen.

Multimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .ª Waarheen? . Spec. bestemmin-gen

Via categorieën zoeken (geen bestemmings‐geleiding)# De categorie selecteren.

of# ALLE CATEGORIEËN selecteren.# De categorie en de subcategorie (indien

beschikbaar) selecteren.# Tijdens het zoeken in het zoekvenster op

categorieën of binnen de zoekresultaten fil‐teren.Het zoeken vindt plaats in de omgeving vande actuele positie van het voertuig. De zoe‐kresultaten zijn gesorteerd op oplopendeafstand.

MBUX multimediasysteem 223

Page 226: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

De speciale bestemmingen tonen de volgendeinformatie:

R Rechtstreekse richting naar specialebestemming (pijl)R Naam van de speciale bestemmingR Hemelsbrede afstand naar speciale

bestemming# Een speciale bestemming met a of in de

lijst selecteren.De bestemmingsinformatie wordt weergege‐ven. De route kan worden berekend.

Via categorieën zoeken (bestemmingsgelei‐ding actief)# De categorie selecteren.

of# ALLE CATEGORIEËN selecteren.# De categorie en de subcategorie (indien

beschikbaar) selecteren.# Tijdens het zoeken in het zoekvenster op

categorieën of binnen de zoekresultaten fil‐teren.

# Een van de zoekposities In de omgeving, In omgeving van bestemming of Langs de routeselecteren.

# Wanneer er tussenbestemmingen zijn en In omgeving van bestemming is geselecteerd,de speciale bestemming in het route-over‐zicht selecteren.

# Een speciale bestemming met a of in delijst selecteren.De bestemmingsinformatie wordt weergege‐ven. De route kan worden berekend.

Naar persoonlijke speciale bestemmingenzoeken# Persoonlijke speciale bestemmingen selecte‐

ren.# Een categorie selecteren.# Als een routebegeleiding actief is, een van de

zoekposities In de omgeving In omgeving van bestemming of Langs de route selecteren.

# Een persoonlijke speciale bestemming selec‐teren.De bestemmingsinformatie wordt weergege‐ven. De route kan worden berekend.

of# In het zoekvenster een zoekterm invoeren en

de lijst filteren.

# Een persoonlijke speciale bestemming selec‐teren.

Persoonlijke speciale bestemmingencategoriebewerken# In de lijst een persoonlijke speciale bestem‐

mingencategorie selecteren s.Een menu verschijnt.

# Naam wijzigen: Naam wijzigen selecteren.# De naam invoeren.# a selecteren.# Symbool wijzigen: Icoon wijzigen selecteren.# Een symbool selecteren.# Persoonlijke speciale bestemmingencate‐

gorie wissen: Wissen selecteren.# Ja selecteren.

Categorie voor snelle toegang configurerenVoor de snelle toegang kunnen maximaal vijfcategorieën worden geconfigureerd.# ALLE CATEGORIEËN selecteren.# De categorie en de subcategorie (indien

beschikbaar) selecteren.# f of ß selecteren.f voegt de categorie toe.

ß verwijdert de categorie.# Indien er al vijf categorieën bestaan, de cate‐

gorie selecteren die moet worden vervangen.

Contact voor de bestemmingsinvoer selecte‐ren

Voorwaarden R Een mobiele telefoon is met het multimedia‐

systeem verbonden (→ pagina 245).

Multimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .ª Waarheen? . Contacten

Via contactlijst# Een contact selecteren.

De contactgegevens worden weergegeven.# Het adres selecteren.

Via zoekinvoer# In het zoekvenster bijvoorbeeld de naam of

het telefoonnummer invoeren.# a selecteren.# Het contact selecteren.

224 MBUX multimediasysteem

Page 227: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Het adres selecteren.De bestemmingsinformatie wordt weergege‐ven. De route kan worden berekend.

% De routebegeleiding naar het contactadres isin de volgende gevallen betrouwbaar:

R Het contactadres is volledig.R De contactgegevens komen met de kaart‐

gegevens van de digitale kaart overeen.

Geo-coördinaten invoerenMultimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .ª Waarheen? . Geo-coördinaten # Breedte of Lengte selecteren.# De geo-coördinaten als breedte- en lengtegra‐

den altijd in graden, minuten en secondenselecteren. Hiertoe omhoog of omlaag vegen.De kaart geeft de positie weer.

# De invoer met a bevestigen.# Bestemming instellen: De pijl of de pijl met

f selecteren.

Driewoordenadres invoerenMultimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .ª Waarheen? # De bestemming als driewoordenadres invoe‐

ren. De woorden telkens door een punt vanelkaar scheiden.De zoekresultaten worden weergegeven.

# De bestemming in de lijst selecteren.De bestemmingsinformatie wordt weergege‐ven. De route kan worden berekend.

% Driewoordenadressen van what3words zijneen alternatief adresseringssysteem voor hetmeertalig georefereren van alle locaties opaarde, die daarbij in hokjes van drie bij driemeter worden ingedeeld. Door deze rasteringworden eveneens plaatsen op het aardopper‐vlak afgedekt die geen gebouwadres zoalsbijvoorbeeld een straat en huisnummer bezit‐ten.

De Brandenburger Tor in Berlijn heeft bijvoor‐beeld het volgende taalafhankelijke driewoor‐denadres:

R Duits: tapfer.gebäude.verliehenR Engels: that.lands.winning

Driewoordenadres zijn ondubbelzinnig,gemakkelijk te onthouden en geschikt voorde meeste alledaagse toepassingen.

De bidirectionele convertering driewoorden‐adressen kunt u hier uitvoeren:

R op de website http://what3words.comR in de apps van what3words

Op de kaart selecterenMultimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) # De kaart verschuiven (→ pagina 239).# Wanneer het vizier de bestemming markeert,

lang op het bedieningselement drukken.Wanneer een bestemming exact in de omge‐ving van het vizier ligt, wordt de bestemmingweergegeven.

Wanneer meerdere bestemmingen in deomgeving van het vizier liggen, toont een lijstbeschikbare speciale bestemmingen en stra‐ten.

# De bestemming in de lijst selecteren.De bestemmingsinformatie wordt weergege‐ven. De route kan worden berekend.

Speciale bestemmingen in omgeving weerge‐venWanneer meerdere bestemmingen in de omge‐ving van het vizier liggen, is de functie beschik‐baar.# Ä selecteren.# Spec. best. in de omgeving selecteren.

De kaart verschijnt.# Op het bedieningselement naar links of rechts

vegen.De vorige of volgende speciale bestemmingwordt op de kaart gemarkeerd. De naam ofhet adres wordt weergegeven.

# Het symbool voor speciale bestemming selec‐teren.

# Alternatief de weergave filteren op speci‐ale bestemmingencategorie: Op het bedie‐ningselement scrollen.

# De speciale-bestemmingencategorie selecte‐ren.

% Met Gebruikersgedefinieerd kunnen persoon‐lijke symbolen voor speciale bestemmingenworden gekozen (→ pagina 240).

Uit Favorieten selecteren

Voorwaarden R Bestemmingen zijn als favorieten opgeslagen.

Een laatste bestemming of een bestemmings‐advies als favoriet opslaan (→ pagina 235).

MBUX multimediasysteem 225

Page 228: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Multimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .ª Waarheen? . Aus Favoriten (UitFavorieten) # Een favoriet selecteren.

De bestemmingsinformatie wordt weergege‐ven. De route kan worden berekend.

Route

Route berekenen

Voorwaarden R De bestemming is ingevoerd.R De bestemmingsinformatie wordt weergege‐

ven.

Routebegeleiding niet actief

# 1 selecteren.De route naar de bestemming wordt bere‐kend. De kaart geeft de route weer. Daarnastart de routebegeleiding.

% Als u deze handeling tijdens het rijden nietuitvoert, berekent het multimediasysteemautomatisch na circa 15 seconden de route.

Routebegeleiding is actief# 1 selecteren. De pijl toont een f.

Een bevestigingsvraag wordt weergegeven.# Als tussenbest. instellen of Nieuwe routebeg.

starten selecteren.Nieuwe routebeg. starten: De geselecteerdebestemming wordt ingesteld als nieuwebestemming. De vorige bestemmingen en tus‐senbestemmingen worden gewist. De route‐begeleiding naar de nieuwe bestemmingwordt gestart.

Als tussenbest. instellen: De geselecteerdebestemming wordt ingesteld als volgende tus‐senbestemming. De routebegeleiding begint.

Als er reeds vier tussenbestemmingen zijn,vraagt het multimediasysteem of tussenbe‐

stemming 4 moet worden gewist. De vraagmet Ja bevestigen.

Speciale bestemmingen in de omgeving zoe‐ken

% De speciale bestemmingsymbolen rechtsnaast Spec. best. in omgeving tonen de eer‐ste drie categorieën voor de snelle toegang.Deze categorieën kunt u configureren(→ pagina 223).

# Een symbool voor een speciale bestemmingselecteren.De zoekresultaten worden weergegeven.

# Een speciale bestemming selecteren.De bestemmingsinformatie wordt weergege‐ven. De route kan worden berekend.

of# Spec. best. in omgeving r selecteren.# Via categorieën zoeken, een zoekterm invoe‐

ren of naar persoonlijke speciale bestemmin‐gen zoeken (→ pagina 223).

# Een speciale bestemming selecteren.De bestemmingsinformatie wordt weergege‐ven. De route kan worden berekend.

Overige menufuncties# Bestemming in geheugen opslaan: f

selecteren.# Een optie selecteren.

Deze opties zijn beschikbaar:R Opslaan in "Laatste bestemm."R Opslaan als favorietR Als "Thuis" opslaanR Als "Werk" opslaan

Wanneer beide adressen zijn opgeslagenen de woon-werk route is ingeschakeld,start het multimediasysteem een routebe‐geleiding zonder gesproken rij-aanwijzin‐gen.

# Op de bestemming bellen: Wanneer eentelefoonnummer beschikbaar is, Bellen selec‐teren.

# Bestemming via NFC of QR-code delen: Delen via NFC of QR-code selecteren.

# Het NFC-gedeelte van de mobiele telefoon(zie de handleiding van de fabrikant) bij demat houden of de mobiele telefoon erop leg‐gen (→ pagina 247).

of

226 MBUX multimediasysteem

Page 229: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De mobiele telefoon bij het multimediasys‐teem houden en de QR-code scannen.

# Internetadres oproepen: Wanneer een inter‐netadres beschikbaar is, www selecteren.

# Weergeven op de kaart: Weergave op kaartselecteren.

Routetype selecteren

Voorwaarden R Voor het gebruik van een woon-werkroute:

U hebt een profiel aangemaakt(→ pagina 206).R De optie Bestemmingsadviezen toestaan is

ingeschakeld (→ pagina 207).R De optie Woon-werk route activeren is inge‐

schakeld (→ pagina 229).R Het multimediasysteem heeft voldoende

gegevens verzameld om bestemmingsadvie‐zen weer te geven.R Voor deze bestemmingsadviezen zijn routes

ingeleerd.

Multimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) . Route

Icon . Route . Route-instellingen # Het routetype selecteren.

Wanneer er geen route is, wordt de volgenderoute met het nieuwe routetype berekend.

Wanneer er reeds een route is, wordt de routemet het nieuwe routetype berekend.

De volgende routetypen zijn beschikbaar:

R Snelle routeDeze route wordt met kortst mogelijke reistijdberekend.R Korte route

Deze route wordt met kortst mogelijkeafstand berekend.R Eco-route

Er wordt een economische route berekend.Deze reistijd kan iets langer zijn dan bij desnelle route.R AANHANG.

De optie is beschikbaar, wanneer een aanhan‐ger aan de auto is gekoppeld.

In het multimediasysteem wordt een bevesti‐gingsvraag weergegeven. De vraag bevesti‐gen.

De route wordt geoptimaliseerd voor het rij‐den met aanhangwagen.

Voor de genoemde routetypen kan de dynami‐sche route worden in- of uitgeschakeld:

R AutomatischDe route wordt met het actueel ingestelderoutetype berekend.

Er wordt rekening gehouden met verkeersin‐formatie van Live Traffic Information of FMRDS-TMC (→ pagina 235).

Live Traffic Information en FM RDS-TMC zijnniet in alle landen beschikbaar.R Na bevestigingsvraag

Wanneer op basis van verkeersinformatie eennieuwe route met een kortere reistijd wordtbepaald, verschijnt er een vraag. In dat gevalkan de actuele route verder worden gebruiktof kan de dynamische route worden overge‐nomen (→ pagina 237).R Uit

Voor de route wordt geen rekening gehoudenmet verkeersmeldingen.

De volgende verdere route-instellingen kunnenworden in- of uitgeschakeld:

R Alternatieve route voorstellenWanneer de optie ingeschakeld is(→ pagina 229), worden voor iedere routealternatieve routes berekend.R Woon-werk route activeren

Wanneer de optie ingeschakeld is(→ pagina 229), start de navigatie voor deingeleerde routes automatisch een routebege‐leiding zonder gesproken aanwijzingen.

Alternatief oproepen van de routetypes# © M Navigation (Navigatie) M Z

M Aanvullend M Route-instellingen selecte‐ren.

Route-opties selecterenMultimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) . Route

Icon . Route . Te vermijden-opties

Te vermijden gebieden# Gebieden vermijden selecteren

(→ pagina 241).

Autosnelwegen, veerboten, autotreinen, tun‐nels, onverharde wegen vermijden# De vermijd-opties inschakelen.

MBUX multimediasysteem 227

Page 230: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Tolwegen gebruiken# Met tolwegen selecteren.# De optie Contant of met card betalen en Elek-

tronisch betalen in- of uitschakelen.De route houdt rekening met wegen, waar‐voor een gebruiksafhankelijke vergoeding (tol)overeenkomstig de gekozen betalingswijzemoet worden betaald.

Deze route-opties zijn niet in alle landen beschik‐baar.

Met de geselecteerde route-opties kan niet altijdrekening worden gehouden. Een route kan bij‐voorbeeld een veerboot bevatten, hoewel de ver‐mijd-optie Veerboten ingeschakeld is. Dan ver‐schijnt een melding en hoort u een gesprokenaanwijzing.

Wegen met vignet gebruiken# Wegen met vignetplicht gebruiken selecteren.# Alles inschakelen.

of# De landen inschakelen waarmee rekening

moet worden gehouden.Deze route houdt rekening met wegen in degeselecteerde landen waarvoor een tijdsge‐bonden vergoeding (vignet) moet wordenbetaald. Met een vignet kan gedurende eenbepaalde periode gebruik worden gemaaktvan het wegennet.

Alternatief oproepen van de routetypes# © M Navigation (Navigatie) M Z

M Aanvullend M Te vermijden-opties selecte‐ren.

Meldingen selecteren

Voorwaarden R Voor een akoestische aanwijzing bij nade‐

ring van een persoonlijke speciale bestemming: Het usb-apparaat bevat per‐soonlijke speciale bestemmingen.R Een usb-apparaat is met het multimediasys‐

teem verbonden.R De categorie waartoe de persoonlijke speci‐

ale bestemming behoort is ingeschakeld.

Multimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .Z . Aanvullend . Meldingen # Een optie selecteren of een melding in- of uit‐

schakelen.

De volgende opties staan ter beschikking:

R Optie Rij-aanwijzingHet multimediasysteem geeft tijdens de rou‐tebegeleiding rij-aanwijzingen per taal.R Optie Met straatnamen

Het multimediasysteem spreekt de namenvan de wegen voor de volgende rij-aanwijzinguit.

Deze functie is niet in alle landen en talenbeschikbaar.R Optie UitR Verkeerswaarschuwingen voorlezen

Deze functie is niet in alle landen beschik‐baar.

Akoestische aanwijzing bij nadering van eenpersoonlijke speciale bestemming# Persoonlijke speciale bestemmingen selecte‐

ren.# Een categorie inschakelen.

Bij nadering van een persoonlijke specialebestemming van deze categorie wordt eenakoestische aanwijzing gegeven.

Bestemmingsinformatie voor de route weer‐geven

Voorwaarden R De bestemming is ingevoerd.

Multimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) . Route

Icon . Route # Routeoverzicht selecteren.

Wanneer de routebegeleiding actief is, wor‐den de bestemming en tussenbestemmingenweergegeven, indien ingevoerd en nog nietgepasseerd.

De route kan maximaal vier tussenbestem‐mingen bevatten.

# Een bestemming of tussenbestemming selec‐teren.

De volgende informatie wordt weergegeven:

R Resterende afstandR AankomsttijdR Resterende reistijdR Naam, bestemmingR Telefoonnummer (indien beschikbaar)R Internetadressen (indien beschikbaar)

228 MBUX multimediasysteem

Page 231: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Route plannenMultimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) . Route

Icon . Routeoverzicht # Tussenbestemming instellen selecteren.# De tussenbestemming bijvoorbeeld als speci‐

ale bestemming of adres invoeren(→ pagina 221).

# De tussenbestemming selecteren.Na selectie van een tussenbestemming wordthet route-overzicht weer weergegeven.

# De route met tussenbestemmingen bereke‐nen (→ pagina 229).

% Als er reeds vier tussenbestemmingen zijn,een tussenbestemming wissen(→ pagina 229).

Route met tussenbestemmingen bewerken

Voorwaarden R De bestemming is ingevoerd.R Voor de functie Verschuiven is bovendien ten

minste één tussenbestemming aanwezig.

Multimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) . Route

Icon . Route . Routeoverzicht # Volgorde van de bestemmingen wijzigen:

Voor een bestemming : selecteren.Een menu verschijnt.

# Verschuiven selecteren.ø is gemarkeerd.

# De tussenbestemming of de bestemming met4 of s naar de gewenste positie ver‐schuiven.

# ø aantippen.# Bestemming wissen: Voor een tussenbe‐

stemming of een bestemming : selecte‐ren.

# Wissen selecteren.De bestemming is gewist.

Route met tussenbestemmingen berekenen

Voorwaarden R De bestemming en ten minste één tussenbe‐

stemming zijn ingevoerd.

Multimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) . Route

Icon . Route . Routeoverzicht # Routebegeleiding starten selecteren.

of# Wanneer de route is bewerkt, Naar Navigatie

selecteren.# De vraag met Ja bevestigen.

De route wordt berekend. De routebegelei‐ding begint.

Routelijst weergevenMultimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) . Route

Icon . Route # Routelijst selecteren.

De lijst toont de routegedeelten. De actuelepositie van het voertuig wordt op de kaartgemarkeerd.

De actuele positie van het voertuig wordt metde volgende informatie weergegeven:

R Het symbool voor de actuele positie vanhet voertuig wordt weergegeven.R De naam van de weg waarop wordt gere‐

den wordt weergegeven.R Het wegnummer van de weg waarop

wordt gereden wordt weergegeven.

De routelijst wordt tijdens het rijden geactua‐liseerd.

# Routegedeelten weergeven: Op het bedie‐ningselement omhoog of omlaag vegen.Het routegedeelte wordt op de kaart weerge‐geven.

Alternatieve route selecterenMultimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) . Route

Icon # Alternatieve route selecteren.

Deze routes worden overeenkomstig deinstelling in de route-instellingen weergege‐ven.

De routes zijn genummerd.# De alternatieve route selecteren.

Woon-werk route activeren

Voorwaarden R De optie Bestemmingsadviezen toestaan is

ingeschakeld (→ pagina 207).R Het multimediasysteem heeft voldoende

gegevens verzameld om bestemmingsadvie‐zen weer te geven.R Voor deze bestemmingsadviezen zijn routes

ingeleerd.

MBUX multimediasysteem 229

Page 232: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Multimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) . Route

Icon . Route . Route-instellingen # Woon-werk route activeren inschakelen.

De navigatie herkent automatisch, dat hetvoertuig zich op een woon-werk routebevindt. Deze start automatisch een routebe‐geleiding zonder gesproken aanwijzingen.

Voor de dagelijkse woon-werk route wordenook tijdens het rijden zonder actieve routebe‐geleiding verkeerssituaties op de routegemeld.

Automatisch zoeken naar tankstations in- enuitschakelenMultimediasysteem:,© . Instellingen . Fahrzeug (Auto) # Tankstations zoeken in- of uitschakelen.

Als de brandstofreserve is bereikt en de optieis ingeschakeld, verschijnt een vraag of u hetzoeken naar een tankstation wilt starten.

Automatisch zoeken naar tankstation starten

Voorwaarden R Het automatisch zoeken naar tankstations is

ingeschakeld (→ pagina 230).

RijsituatieHet niveau in de brandstoftank heeft de brand‐stofreserve bereikt.

De melding Brandstofreserve Wilt u starten met het zoeken naar een tankstation? wordt weerge‐geven.# Ja selecteren.

Het automatisch zoeken naar een tankstationstart. De beschikbare tankstations wordenlangs de route of in de omgeving van de actu‐ele positie van het voertuig weergegeven.

# Een tankstation selecteren.Het adres van het tankstation wordt weerge‐geven.

# De route berekenen (→ pagina 226).Het tankstation wordt ingesteld als bestem‐ming of als volgende tussenbestemming.

# Als er reeds vier tussenbestemmingen zijn: Op de vraag Ja selecteren.Het tankstation wordt in het route-overzichtvermeld. Tussenbestemming 4 wordt gewist.De routebegeleiding begint.

Automatisch naar een wegrestaurant zoekenstarten

Voorwaarden R De ATTENTION ASSIST en de functie Rust-

plaats voorstellen zijn ingeschakeld(→ pagina 170).R Wegrestaurants bevinden zich langs het

komende weggedeelte.

RijsituatieDe melding Advies rustplaats opzoeken. Wilt u starten met zoeken naar rustplaatsen? wordtweergegeven.# Ja selecteren.

Het zoeken naar een wegrestaurant start. Debeschikbare wegrestaurants worden langs deroute en in de omgeving van de actuele posi‐tie van het voertuig weergegeven.

# Een wegrestaurant selecteren.Het adres van het wegrestaurant wordt weer‐gegeven.

# De route berekenen (→ pagina 226).Het wegrestaurant wordt ingesteld alsbestemming of als volgende tussenbestem‐ming.

# Als er reeds vier tussenbestemmingen zijn: Op de vraag Ja selecteren.Het wegrestaurant wordt in het route-over‐zicht vermeld. Tussenbestemming 4 wordtgewist. De routebegeleiding begint.

Opgeslagen route op de kaart weergeven

Voorwaarden R Een usb-apparaat met opgeslagen routes is

met het multimediasysteem verbonden.R De route is opgeslagen in het bestandsfor‐

maat GPS Exchange Format (.gpx) in de map"Routes“.

Multimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .ª Waarheen? . Opgeslagen routes # Een route met r of : selecteren.# Weergave op kaart selecteren.# De kaart verschuiven (→ pagina 239).

Opgeslagen route starten

Voorwaarden R Een usb-apparaat met opgeslagen routes is

met het multimediasysteem verbonden.

230 MBUX multimediasysteem

Page 233: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R De route is opgeslagen in het bestandsfor‐maat GPS Exchange Format (.gpx) in de map"Routes“.

Multimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .ª Waarheen? . Opgeslagen routes # Een route selecteren.# Routebegeleiding starten vanaf begin route of

Routebegeleiding starten vanaf act. positieselecteren.De routebegeleiding begint.

% In het menu kan de route met f wordenopgeslagen (→ pagina 226).

Route registreren

Voorwaarden R Een usb-apparaat is met het multimediasys‐

teem verbonden.

Multimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .ª Waarheen? . Opgeslagen routes # Opname starten: Registratie van een

nieuwe route starten selecteren.Er wordt een rood opnamesymbool weergege‐ven.

De route wordt op het usb-apparaat opgesla‐gen.

# Opname stoppen: Registratie beëindigenselecteren.

Geregistreerde route opslaan

Voorwaarden R Een usb-apparaat is met het multimediasys‐

teem verbonden.

Multimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .ª Waarheen? . Opgeslagen routes # Een route selecteren.# f selecteren.# Opslaan in "Laatste bestemmingen" selecte‐

ren.De route is in het geheugen "Laatst bestem‐mingen" opgeslagen en kan hier voor de rou‐tebegeleiding worden opgeroepen.

Opgeslagen route bewerken

Voorwaarden R Een usb-apparaat met opgeslagen routes is

met het multimediasysteem verbonden(→ pagina 268).

Multimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .ª Waarheen? . Opgeslagen routes # Een route met : selecteren.# Naam invoeren: Naam wijzigen selecteren.# De naam invoeren.# OK selecteren.

of# Wanneer de naam is gewijzigd, op de toets

% drukken.# Ja selecteren.# Route wissen: Wissen selecteren.# Ja selecteren.

Routebegeleiding

Aanwijzing met betrekking tot routebegelei‐ding

& WAARSCHUWING Gevaar voor afleidingdoor het bedienen van de geïntegreerdecommunicatieapparatuur tijdens het rij‐den

Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐greerde communicatieapparatuur bedient,kunt u van de verkeerssituatie worden afge‐leid. Bovendien kunt u de controle over deauto verliezen.# Deze apparatuur alleen bedienen als de

verkeerssituatie dit toelaat.# Als dit niet kan worden gewaarborgd, op

een veilige plek stoppen en de invoeringals de auto stilstaat uitvoeren.

Bij het gebruik van het multimediasysteem dewettelijke bepalingen in acht nemen van het landwaar u zich op dat moment bevindt.De routebegeleiding begint nadat een route isberekend.

Verkeersregelingen hebben altijd voorrang bovende gesproken rij-aanwijzingen van het multime‐diasysteem.

Rij-aanwijzingen zijn:

R Gesproken rij-aanwijzingen

MBUX multimediasysteem 231

Page 234: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R RoutebegeleidingsweergavenR Rijstrookadviezen

Als u de rij-aanwijzingen niet opvolgt of de bere‐kende route verlaat, wordt automatisch eennieuwe route berekend.

Rij-aanwijzingen kunnen van de daadwerkelijkeverkeerssituatie afwijken:

R Het traject is gewijzigd.R De richting van een eenrichtingsstraat is

omgekeerd.

Tijdens het rijden daarom zelf op de betreffendeverkeersregelingen letten.

In de volgende situaties kan de route van de ide‐ale route afwijken:

R WegwerkzaamhedenR Onvolledige digitale kaartgegevens

Overzicht rij-aanwijzingen

Rij-aanwijzingen worden in de volgende weerga‐ven afgebeeld:

R Gedetailleerde weergave van de kruising

De weergave verschijnt bij het rijden op krui‐singen.R 3D-beeld

De weergave verschijnt bij het rijden op krui‐singsvrij aangelegde wegen, bijvoorbeeld bijsnelwegafritten en splitsingen van snelwegen.

3D-beeld van de eerstvolgende rij-aanwijzing (bij‐voorbeeld)1 Rij-aanwijzing2 Momentele afstand tot de rij-aanwijzing3 Actuele positie van het voertuig

De rij-aanwijzing bestaat uit drie fasen:

R Voorbereidingsfase

Wanneer voldoende tijd tussen de rij-aanwij‐zingen bestaat, bereidt het multimediasys‐teem u op de volgende rij-aanwijzing voor.

Een gesproken rij-aanwijzing, bijvoorbeeld "Zometeen rechts afslaan" wordt weergegeven.

De kaart verschijnt in een volledig beeld‐scherm.

In de statusregel wordt weergegeven: de rich‐tingsinformatie of de straatnaam waarnaarmoet worden afgeslagen en de afstand tot derij-aanwijzing.R Aankondigingsfase

Het multimediasysteem kondigt de eerstvol‐gende rij-aanwijzing aan, bijvoorbeeld met degesproken aanwijzing "Na 100 m rechtsafslaan".

De aanwijzing is in tweeën gedeeld. Links isde kaart afgebeeld, rechts verschijnt eengedetailleerde weergave van de kruising ofeen 3D-beeld van de eerstvolgende rij-aanwij‐zing.R Rij-aanwijzingsfase

Het multimediasysteem kondigt de actuele rij-aanwijzing aan, bijvoorbeeld met de gespro‐ken aanwijzing "Nu rechts afslaan".

De aanwijzing is in tweeën gedeeld.

De rij-aanwijzing vindt plaats als de afstandtot de rij-aanwijzing 2 met 0 m wordt aange‐ven en het symbool voor de actuele positievan het voertuig 3 de rij-aanwijzing 2 heeftbereikt.

Als de rij-aanwijzing is beëindigd, verschijntde kaart weer in de volledige schermweer‐gave.

% Rij-aanwijzingen worden ook in het instru‐mentendisplay weergegeven.

Overzicht rijstrookadviezenDe aanwijzing geschiedt bij wegen met meerdererijstroken.

Als de digitale kaart overeenkomstige gegevensbevat, kan het multimediasysteem rijstrookadvie‐zen weergeven.

232 MBUX multimediasysteem

Page 235: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

1 Niet-geadviseerde rijstrook (grijze pijl)2 Mogelijke rijstrook (witte pijl)3 Geadviseerde rijstrook (witte pijl, blauwe ach‐

tergrond)

Verklaring van de weergegeven rijstroken

R Niet-geadviseerde rijstrook 1

Op deze rijstrook is het niet mogelijk de vol‐gende rij-aanwijzing zonder veranderen vanrijstrook uit te voeren.R Mogelijke rijstrook 2

Op deze rijstrook is het mogelijk om de vol‐gende rij-aanwijzing uit te voeren.R Geadviseerde rijstrook 3

Op deze rijstrook is het mogelijk om de vol‐gende en de daaropvolgende rij-aanwijzing uitte voeren.

Tijdens het verloop van een rij-aanwijzing kunnener extra rijstroken bijkomen.

% Rijstrookadviezen kunnen ook in het instru‐mentendisplay worden weergegeven.

% Live Traffic Information is niet in alle landenverkrijgbaar.

Snelweginformatie gebruiken

Voorwaarde R De optie Snelweginformatie is ingeschakeld

(→ pagina 241).

Tijdens de snelwegrit worden de vooruit liggendegedeelte van de route 1 en de beschikbare ser‐

vicevoorzieningen 2 weergegeven. Dat zijn bij‐voorbeeld parkeerplaatsen, wegrestaurants ofafritten.# Weergave openklappen: r selecteren.

De items zijn gesorteerd in oplopende volg‐orde van afstand tot de actuele positie vanhet voertuig.

# Een item selecteren.# In de lijst een servicevoorziening selecteren.

De details worden weergegeven. De kaartgeeft de positie en de rijtijd weer.

De volgende functies kunnen in de detail‐weergave bijvoorbeeld gebruikt worden :

R Een speciale bestemming in de omgevingzoeken.R De bestemming opslaan.R Bestemming bellen.

# De route berekenen (→ pagina 226).

Bestemming bereiktAls de bestemming is bereikt, ziet u de bestem‐mingsvlag Í. De routebegeleiding is beëin‐digd.

Als een tussenbestemming is bereikt, verschijntde tussenbestemmingsvlag met het nummer vande tussenbestemming Î. De routebegeleidingwordt daarna voortgezet.

Gesproken rij-aanwijzing in-/uitschakelen# Uitschakelen: Tijdens een gesproken rij-aan‐

wijzing de volumeknop in het stuurwiel of detoets 8/Ü op het multimediasysteemindrukken (→ pagina 205).De melding De gesproken rij-aanwijzingen zijn uitgeschakeld. verschijnt.

of# Het menu Navigatie weergeven

(→ pagina 221).# ! selecteren.

Het symbool wisselt naar #.# Inschakelen: # selecteren.

De actuele gesproken rij-aanwijzing wordtweergegeven.

Het symbool wisselt naar !.

% Deze functie kan in de favorieten binnen decategorie navigatie worden toegevoegd enworden opgeroepen.

Gesproken rij-aanwijzingen bij telefoonge‐sprekken in- en uitschakelen# De toets © in het stuurwiel indrukken.

MBUX multimediasysteem 233

Page 236: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

of# De toets %/© op het multimediasys‐

teem lang indrukken.

of# © op het display van het multimediasys‐

teem aantippen.# Instellingen selecteren.# Systeem selecteren.# Audio selecteren.# Navigatie- en verkeersinformatie selecteren.# Rij-aanwijzingen tijdens telefoongesprek in- of

uitschakelen.

Volume van de gesproken rij-aanwijzingeninstellenMultimediasysteem:,© . Instellingen . Sys-

teem . Audio . Navigatie- en verkeersinfor-matie # Volume rij-aanwijzingen selecteren.# Het volume instellen.

Routebegeleiding is actief# Tijdens een gesproken rij-aanwijzing aan de

volumeknop in het multifunctioneel stuurwieldraaien.

of# De tuimelschakelaar volume van het multime‐

diasysteem omhoog- of omlaagdrukken.

Geluidsverlaging tijdens gesproken rij-aanwij‐zing in- en uitschakelen# De toets © in het stuurwiel indrukken.

of# De toets %/© op het multimediasys‐

teem lang indrukken.

of# © op het display van het multimediasys‐

teem aantippen.# Instellingen selecteren.# Systeem selecteren.# Audio selecteren.# Verlaging audiovolume in- of uitschakelen.

Gesproken rij-aanwijzingen herhalen

Voorwaarden R Er is een route.R De routebegeleiding is actief.

Multimediasysteem:, Navigation (Navigatie) # ! selecteren.# # selecteren.

De actuele gesproken rij-aanwijzing wordtherhaald.

% Deze functie kan in de favorieten binnen decategorie navigatie worden toegevoegd enworden opgeroepen.

Bestemmingsgeleiding afbreken

Voorwaarden R Er is een route.R De routebegeleiding is actief.

# Het menu Navigatie weergeven.# Het symbool 2 in het menu Navigatie selec‐

teren (→ pagina 220).

Overzicht routebegeleiding naar een Offroad-bestemmingEen Offroad-bestemming ligt binnen de digitalekaart. De kaart bevat geen straat die naar debestemming voert.

U kunt Offroad-bestemmingen op de kaart of viageo-coördinaten invoeren. De routebegeleidinggeschiedt zo lang mogelijk met gesproken rij-aan‐wijzingen en routebegeleidingsweergaven opwegen, die in het multimediasysteem bekend zijn.

Kort voor het bereiken van de laatst bekendepositie op de kaart hoort u een gesproken aanwij‐zing, bijvoorbeeld "Volg de richtingspijl". In deweergave verschijnt een richtingspijl met derechtstreekse afstand tot de bestemming.

Overzicht routebegeleiding van Offroad-posi‐tie naar bestemmingBij een Offroad-positie bevindt de actuele positievan het voertuig zich binnen de digitale kaart bui‐ten de beschikbare straten.

Deze aanwijzingen verschijnen bij het begin vande routebegeleiding:

R Een melding verschijnt, dat de straat niet isopgenomen.R Een richtingspijl, die de rechtstreekse richting

naar de bestemming aangeeft

Wanneer het voertuig weer op een in het multi‐mediasysteem bekende weg rijdt, wordt de route‐begeleiding weer op de gebruikelijke wijze voort‐gezet.

234 MBUX multimediasysteem

Page 237: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Overzicht offroad tijdens routebegeleidingHet daadwerkelijke wegverloop kan bijvoorbeeldals gevolg van wegwerkzaamheden van de gege‐vens in de digitale kaart afwijken. In dergelijkegevallen kan het multimediasysteem de actuelepositie van het voertuig tijdelijk niet in de digitalekaart plaatsen. Het voertuig is Offroad.

Als het voertuig offroad is, verschijnen de vol‐gende weergaven:

R Een melding verschijnt, dat de straat niet isopgenomen.R Een richtingspijl, die de rechtstreekse richting

naar de bestemming aangeeft

Wanneer het voertuig weer op een in het multi‐mediasysteem bekende weg rijdt, wordt de route‐begeleiding weer op de gebruikelijke wijze voort‐gezet.

Bestemming

Actuele positie van het voertuig opslaanMultimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) . Route

Icon . Positie # Positie opslaan selecteren.

De actuele positie van het voertuig is in hetgeheugen "Laatste bestemming" opgeslagen.

Laatste bestemmingen bewerken

Voorwaarden R Voor de bewerking van bestemmingsadvie‐

zen: De optie Bestemmingsadviezen toestaanis ingeschakeld (→ pagina 207).R Het multimediasysteem heeft voldoende

gegevens verzameld om bestemmingsadvie‐zen weer te geven.

Multimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .ª Waarheen? . Laatste bestemm. De volgende bestemmingen kunnen wordenbewerkt:

R Laatste bestemmingenR Bestemmingsadviezen

# Bestemmingsadvies niet meer aangeven Voor een bestemmingsadvies : selecte‐ren.

# Niet meer voorstellen selecteren.

Laatste bestemming als favoriet opslaan

% De bestemming kan na het opslaan via defavorieten worden opgeroepen(→ pagina 208).

# Voor een bestemming : selecteren.# Opslaan als favoriet selecteren.# Als favoriet opslaan: Als favoriet opslaan

selecteren.# Als adres voor thuis opslaan: Als "Thuis"

opslaan selecteren.# Als werkadres opslaan: Als "Werk" opslaan

selecteren.

Laatste bestemming wissen# Bestemming wissen: Voor een laatste

bestemming : selecteren.# Wissen selecteren.# Ja selecteren.# Alle bestemmingen wissen: Z selecte‐

ren.# Alles wissen selecteren.# Ja selecteren.

Routebegeleiding met actuele verkeersinfor‐matie

Overzicht verkeersinformatie

% De diensten zijn niet in alle landen beschik‐baar.

Verkeersinformatie wordt met de volgende dien‐sten ontvangen:

R Live Traffic InformationR FM RDS-TMC

Het gelijktijdig gebruik van beide diensten isniet mogelijk.

Live Traffic Information of FM RDS-TMC wor‐den met een symbool weergegeven.

% Gevarenmeldingen worden via de dienst Car-to-X ontvangen.

% Afwijkingen tussen de ontvangen verkeersin‐formatie en de daadwerkelijke verkeerssitua‐tie zijn mogelijk.

Wetenswaardigheden over Live Traffic Informa‐tion

R Actuele verkeersinformatie wordt via de inter‐netverbinding (voor geselecteerde landen)ontvangen.

MBUX multimediasysteem 235

Page 238: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R De verkeerssituatie wordt met korte, regelma‐tige tussenpozen geactualiseerd.R De abonnementsdienst is in geselecteerde

landen vanaf de productiedatum drie jaar gra‐tis.

Abonnementsinformatie geeft de status aan(→ pagina 236).

Regelmatig wordt de positie van het voertuig naarDaimler AG gezonden. Die gegevens worden doorDaimler AG direct geanonimiseerd en doorge‐stuurd naar de verkeersinformatie-provider. Metbehulp van deze gegevens wordt verkeersinfor‐matie naar het voertuig gestuurd, die voor depositie van het voertuig van belang is. Het voer‐tuig is tegelijkertijd sensor voor de verkeers‐stroom en helpt om de kwaliteit van de verkeers‐informatie te verbeteren.

Wanneer u de positie van het voertuig niet wiltversturen, kunt u deze dienst bij een Mercedes-Benz servicewerkplaats laten deactiveren.

Wetenswaardigheden over FM RDS-TMC

R Een FM RDS-TMC-radiozender zendt naasthet radioprogramma verkeersinformatie uit.R FM RDS-TMC is niet in alle landen beschik‐

baar.

Abonnements-informatie weergeven

Voorwaarden R Het voertuig is met Live Traffic Information

uitgerust.

Multimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) . Route

Icon . Traffic # Handmatig aangeven: Live Traffic Abonne-

ment Info selecteren.

Afhankelijk van de status verschijnt een vande volgende meldingen:

R Het logo van de verkeersinformatie-provi‐der wordt weergegeven. Het abonnementis geldig.R Het logo van de verkeersinformatie-provi‐

der wordt weergegeven. Het abonnementis afgelopen.

Het aflopen van het abonnement wordt automa‐tisch weergegeven:

R een maand voor de afloopdatumR een week voor de afloopdatumR op de dag van de afloopdatum

% Wanneer het abonnement afgelopen is, dan isin geselecteerde landen FM RDS-TMCbeschikbaar.Het abonnement kan worden verlengd(→ pagina 236).

Abonnement verlengen

Voorwaarden R Het voertuig is met Live Traffic Information

uitgerust.R U beschikt over een gebruikersaccount op de

website van Mercedes PRO.

# De website van Mercedes PRO oproepen.# Het Mercedes PRO gebruikersaccount oproe‐

pen.# Via het gekoppelde voertuig naar de Online

Store van Mercedes PRO connect gaan.# De dienst Live Traffic Information selecteren.# De verlengingsduur selecteren.# Het product in het winkelmandje plaatsen.# De algemene en bijzondere gebruiksvoor‐

waarden bevestigen.Live Traffic Information is gedurende de gese‐lecteerde verlengingsduur geactiveerd. Dedatum van de verlenging is het begin van degebruiksperiode.

Live Traffic Information registreren

Voorwaarden R Het voertuig is met Live Traffic Information

uitgerust.R U beschikt over een gebruikersaccount op de

website van Mercedes PRO.

De dienst Live Traffic Information moet wordengeregistreerd. Daarmee wordt de volledigegebruiksperiode van drie jaar gewaarborgd.# Een gebruikersaccount voor Mercedes me

maken, onder: http://www.mercedes.pro.Daartoe is een geldig e-mailadres vereist.

# Het voertuig met het voertuigidentificatie‐nummer (VIN) aanmaken.

# Registratie bij de Mercedes-Benz-service‐werkplaats: De koppeling bij een Mercedes-Benz-servicewerkplaats laten uitvoeren.

Verkeersinformatie weergeven

Voorwaarden R De weergave Verkeer is ingeschakeld

(→ pagina 237).

236 MBUX multimediasysteem

Page 239: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R De volgende verkeersweergaven zijn inge‐schakeld (→ pagina 237):

VerkeershinderFreier Verkehrsfluss (Vrije verkeersstroom)

Vertraging

Multimediasysteem:,© # Navigation (Navigatie) selecteren.

De kaart toont de volgende verkeersinformatie:

R Verkeerssituaties, bijvoorbeeld:- Wegwerkzaamheden- Afgesloten wegen- Waarschuwingsmeldingen

De symbolen voor verkeerssituaties wordenbij actieve routebegeleiding gekleurd op deroute afgebeeld. Naast de route zijn dezegrijs.R Waarschuwingsmeldingsymbolen:

- Symbool d- Verkeersveiligheidsaanwijzingen, bijvoor‐

beeld bij het naderen van een file

Wanneer het voertuig een gevaarlijk puntop de route nadert, wordt een waarschu‐wingsmelding op de kaart weergegeven.Bovendien kan een waarschuwingsmel‐ding worden aangekondigd.

R Verkeersstroominformatie:- File (rode lijn)- Langzaamrijdend verkeer (oranje

gekleurde pijl)- Druk verkeer (gele lijn)- Vrij verkeer (groene lijn)R Weergave van verkeersvertragingen op de

route langer dan een minuut

Omleidingsadvies na vraag overnemen

Voorwaarden R Na bevestigingsvraag is ingeschakeld

(→ pagina 227).R De routebegeleiding is actief.R Er zijn verkeersmeldingen voor de actueel

route aanwezig.

Wanneer een nieuwe route met een kortere reis‐tijd wordt bepaald, worden de actuele en denieuwe route weergegeven.

% In een andere toepassing wordt een bericht‐geving weergegeven. De berichtgeving beves‐tigen.

# Nieuwe route overnemen: Omleidingsad-vies overnemen selecteren.

# Actuele route aanhouden: Actuele route blijven volgen selecteren.

Gebiedsmeldingen aangevenMultimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) . Route

Icon . Traffic # Gebiedsmeldingen selecteren.

Gebiedsmeldingen zoals bijvoorbeeld mist ofzware regen worden weergegeven.

# Een gebiedsmelding selecteren.De details worden weergegeven.

Weergave verkeersinformatie inschakelenMultimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) .Z # Verkeer inschakelen.

Verkeerssituatie, vrij baan en verkeersvertra‐ging inschakelen# Aanvullend selecteren.# In de rubriek VERKEER de records Verkeers-

hinder, Freier Verkehrsfluss (Vrije verkeers‐stroom) en Vertraging inschakelen.Als verkeersinformatie wordt ontvangen, wor‐den verkeerssituaties zoals wegwerkzaamhe‐den, afgesloten wegen, gebiedsmeldingen (bij‐voorbeeld mist) en waarschuwingsmeldingenweergeven.

De verkeersvertraging wordt voor de actueleroute weergegeven. Er wordt rekening gehou‐den met vertragingen vanaf de duur van eenminuut.

Verkeerssituatie weergeven

Voorwaarden R De weergave Verkeershinder is ingeschakeld

(→ pagina 237).

Multimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) . Route

Icon . Traffic # Verkeersberichten 3 selecteren.

De lijst is gesorteerd op afstand en toont deontvangen verkeerssituaties.

Het detailoverzicht van de route wordt weer‐gegeven.

MBUX multimediasysteem 237

Page 240: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Een verkeerssituatie toont de volgende infor‐matie:

R Wegnummer of straatnaamR VerkeerssituatiesymboolR OorzaakR Afstand vanaf de actuele positie van het

voertuig# Een verkeerssituatie selecteren.

De detailinformatie bijvoorbeeld het routege‐deelte wordt weergegeven.

Verkeerssituatie in omgeving weergeven# Een verkeerssituatiesymbool in de kaart

selecteren.De details van de verkeerssituatie wordenweergegeven.

# Ä selecteren.# Verkeershinder in omgeving selecteren.

De kaart toont het verkeerssituatiesymbool inde omgeving.

Informatie met betrekking tot de verkeerssi‐tuatie wordt in de statusregel weergegeven:

R VerkeerssituatiesymboolR Oorzaak van de verkeerssituatie, bijvoor‐

beeld wegwerkzaamhedenR Waarschuwingsmelding (op een rode ach‐

tergrond)# Verkeersverkeerssituatiesymbool selecte‐

ren: q of r selecteren.# Kaartsectie selecteren: Het display van het

multimediasysteem aantippen.

of# Op de touch-control drukken.# De kaart verschuiven.# Terug naar de navigatiekaart: % aantip‐

pen.

of# De toets % op de touch-control indrukken.

Car-to-X-Communication

Overzicht Car-to-X-Communication

Voorwaarden:

R Het voertuig is uitgerust met een multimedia‐systeem met navigatie en een communicatie‐module met geactiveerde, geïntegreerde sim‐kaart.R U hebt een gebruikersaccount voor Mercedes

PRO.

R De dienst Car-to-X-Communication is geacti‐veerd.

% Car-to-X-Communication is beschikbaar ingeselecteerde landen.

De communicatiemodule brengt na het inschake‐len van het contact automatisch een internetver‐binding tot stand. Als er gevarenmeldingen aan‐wezig zijn, worden deze kort daarna doorgegeven.Deze zijn afhankelijk van de mobiele-telefoonver‐binding binnen een seconde tot circa een minuutbeschikbaar.R Gevaren worden automatisch herkend door

het voertuig of kunnen door de chauffeur wor‐den gemeld. Deze informatie wordt vervol‐gens naar voertuigen met Car-to-X-Communi‐cation in de nabije omgeving gestuurd.R Er wordt actuele informatie ontvangen over

gevaarlijke punten in de omgeving van deactuele positie van de auto.

Daarmee kan de rijstijl tijdig aan de verkeers‐situatie worden aangepast.

Voor het gebruik van Car-to-X-Communication ishet noodzakelijk, dat er regelmatig voertuiggege‐vens naar Daimler AG worden verzonden. Degegevens worden door Daimler AG direct geano‐nimiseerd. De voertuiggegevens worden niet per‐manent opgeslagen, maar na een redelijke ter‐mijn van enkele weken gewist.

% Gegevens die dienen voor de identificatieworden vervangen bij de anonimisering.Daarmee wordt uw identiteit beschermdtegen toegang door onbevoegde derden.

Gevarenmeldingen weergevenMultimediasysteem:,© # Navigation (Navigatie) selecteren.

Als er gevarenmeldingen beschikbaar zijn,worden deze weergegeven op de kaart.

De volgende gevarenmeldingen worden op dekaart weergegeven:

R Stilgevallen voertuigen (pech)R OngevallenR WeersgevarenR Algemeen gevaarR Alarmknipperlichten, indien ingeschakeldR Wegwerkzaamheden

De weergave is niet in alle landen en regio'sbeschikbaar.

238 MBUX multimediasysteem

Page 241: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

De weergave is in Duitsland op dit momentbeschikbaar in de deelstaat Hessen.

% De gesproken aanwijzing "Verkeershindervóór u" volgt bij nadering van een gevaarlijkpunt vanaf een rijsnelheid van ten minste60 km/h.De gesproken aanwijzing volgt niet bij weers‐gevaren.

Gevarenmeldingen verzendenAutomatisch herkende gevarenmeldingen wordenverzonden door het voertuig.# Gevarenmeldingen zelf zenden: ©

M Navigation (Navigatie) M Route IconM Traffic selecteren.

# Verkeershinder melden selecteren.Een bevestigingsvraag wordt weergegeven.

# Ja selecteren.De melding Dank voor uw hulp bij het voorko-men van ongevallen! verschijnt.

Kaart en kompas

Schaal instellenMultimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie)

Inzoomen# Wanneer de kaart wordt weergegeven, met

een vinger tweemaal kort na elkaar het dis‐play van het multimediasysteem aantippen.

of# Op het multimediasysteem twee vingers uit

elkaar bewegen.

Verkleinen# Het display van het multimediasysteem met

twee vingers aantippen.

of# Op het display van het multimediasysteem

twee vingers naar elkaar toe bewegen.

% De maateenheid voor de schaal kan wordeningesteld (→ pagina 217).

Kaart verschuivenMultimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie)

# Wanneer de kaart wordt weergegeven, op hetdisplay van het multimediasysteem de vingerin een willekeurige richting bewegen.De kaart beweegt zich onder het vizier 1 integengestelde richting.

Wanneer de kaart is verschoven, verschijnt in destatusregel bijvoorbeeld de volgende informatie:

R De afstand t.o.v. de actuele positie van hetvoertuig 2 wordt weergegeven.R Er wordt informatie over de momentele kaart‐

positie, bijvoorbeeld de straatnaam, weerge‐geven.

De volgende functies kunnen worden gebruikt:

R Een bestemming in de kaart selecteren(→ pagina 225).R Een speciale bestemming selecteren

(→ pagina 223).R Verkeerssituatie in de kaart weergeven

(→ pagina 237).

Deze functie is niet in alle landen beschik‐baar.

# Kaart op de actuele positie van het voer‐tuig terugzetten: Het symbool 3 aantippen.

Kaart draaien# Op het display van het multimediasysteem

twee vingers naar links of rechts draaien.

Kaartoriëntatie selecterenMultimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .Z . Aanvullend # Omhoog vegen, tot KAARTORIËNTATIE wordt

weergegeven.# De kaartoriëntatie selecteren.

De punt # geeft de actuele instelling aan.

MBUX multimediasysteem 239

Page 242: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R 2D Gericht op het noorden: De kaart is in2D en naar het noorden gericht.R 2D Rijrichting: De kaart is in 2D en in de

rijrichting gericht.R 3D: De kaart is in 3D en in de rijrichting

gericht.

Alternatief via snelle toegang# In de kaart het kompassymbool Ä herhaal‐

delijk aantippen of hierop drukken.De weergave wisselt in de volgorde 3D, 2D Rijrichting naar 2D Gericht op het noorden.

Wanneer de kaart wordt verschoven, kan tus‐sen 3D en 2D Gericht op het noorden wordengewisseld.

Symbolen voor speciale bestemmingen voorde kaartweergave selecterenMultimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .Z . Aanvullend

Speciale bestemmingen zijn bijvoorbeeld tanksta‐tions en hotels. Deze kunnen als symbolen op dekaart worden aangegeven. Niet alle specialebestemmingen zijn overal beschikbaar.

Persoonlijke speciale bestemmingen zijn bestem‐mingen die u bijvoorbeeld op een usb-apparaathebt opgeslagen.

% De weergave van symbolen voor specialebestemmingen in de kaart kunt u als favorietin- of uitschakelen.

# Symbolen speciale bestemmingen inschake‐len.

Kaartweergave configureren# Symbolen speciale bestemmingen selecteren

r.# De categorieën voor de snelle toegang in- of

uitschakelen.# Alle categorieën selecteren r.# Alles weergeven in- of uitschakelen.

of# De categorieën en subcategorieën (indien

beschikbaar) selecteren r.# De categorieën en subcategorieën (indien

beschikbaar) in- of uitschakelen.De symbolen voor speciale bestemmingenvan de geselecteerde categorieën wordenweergegeven.

Persoonlijke speciale bestemmingen configu‐reren# Persoonlijke speciale bestemmingen selecte‐

ren r.# De categorieën in- of uitschakelen.

Wanneer de categorie is ingeschakeld en hetvoertuig een persoonlijke speciale bestem‐ming van deze categorie nadert, kan een opti‐sche en akoestische aanwijzing worden gege‐ven.

# Aanwijzingen bij nadering: Een categorie ofeen persoonlijke speciale bestemming selec‐teren :.Een menu verschijnt.

# Optisch en Akoestisch in- of uitschakelen.

Persoonlijke speciale bestemmingen terug‐zetten# Z selecteren.# Terugzetten selecteren.

De instellingen worden op standaardinstellin‐gen teruggezet.

Informatie in tekstvorm selecterenMultimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .Z . Aanvullend # Omhoog scrollen, tot TEKSTINFORMATIE

wordt weergegeven.# Huidige straat, Geo-coördinaten of Geen

selecteren.Huidige straat toont de actueel gereden stra‐ten in de onderste displayrand.

Wanneer de kaart wordt verschoven, ver‐schijnt onder het vizier de straatnaam, denaam van de speciale bestemming of degebiedsnaam.

Geo-coördinaten toont de volgende informa‐tie:R Breedte- en lengtegraadR Hoogtevermelding

De hoogtevermelding kan van de werke‐lijke waarde afwijken.R Aantal ontvangen satellieten

Wanneer de kaart wordt verschoven, ver‐schijnt deze informatie niet.

Geen schakelt de weergave uit.

240 MBUX multimediasysteem

Page 243: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Snelweginformatie in- en uitschakelenMultimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) .Z # Snelweginformatie in- of uitschakelen.

Wanneer de optie is ingeschakeld, verschijnter tijdens de snelwegrit aanvullende informa‐tie over de vooruitliggende snelwegvoorzie‐ningen. Dat zijn bijvoorbeeld parkeerplekken,wegrestaurants of afritten.

Volgende dwarsstraat aangeven

Voorwaarden R De routebegeleiding is niet actief.

Multimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .Z . Aanvullend # Omhoog vegen, tot TEKSTINFORMATIE wordt

weergegeven.# Volgende dwarsstraat inschakelen.

Wanneer de functie ingeschakeld is en de ritzonder routebegeleiding plaatsvindt, wordtaan de bovenste displayrand de naam van devolgende kruisende weg weergegeven.

Kaartversie weergevenMultimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .Z . Aanvullend # Omhoog vegen en Kaartversie selecteren.

% Informatie over nieuwe versies van de digitalekaart is verkrijgbaar bij een Mercedes-Benz -servicewerkplaats.

Gebied mijdenU kunt voor een route gebieden mijden, waar uniet wilt rijden.

Bij de route wordt rekening gehouden met auto‐snelwegen of meerbaans snelwegen die door eente mijden gebied voeren.

Nieuw gebied mijdenMultimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) . Route

Icon . Te vermijden-opties . Gebieden ver-mijden # Nieuw gebied mijden selecteren.# Variant 1: Via kaart selecteren.# De kaart verschuiven (→ pagina 239).# Variant 2: Via adresinvoer selecteren.# Het adres invoeren (→ pagina 221).

# De bestemming in de lijst selecteren of meta overnemen.De kaart verschijnt.

# Gebied aangeven: Het bedieningselementaantippen of hierop drukken.Een rode rechthoek verschijnt. Deze markeerthet gebied, dat moet worden gemeden.

# Schaal wijzigen: Op het display van het mul‐timediasysteem twee vingers uit elkaar ofnaar elkaar toe bewegen.De schaal wordt verkleind of vergroot.

# Gebied instellen: Op het centrale bedie‐ningselement drukken.Het gebied is in de lijst opgeslagen.

Gebied wijzigenMultimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) . Route

Icon . Te vermijden-opties . Gebieden ver-mijden # Een gebied in de lijst selecteren.# Bewerken selecteren.

Gebied op de kaart verschuiven# Op het centrale bedieningselement in een wil‐

lekeurige richting vegen.

Grootte van gebied wijzigen# Op het centrale bedieningselement drukken.# Op het centrale bedieningselement omhoog

of omlaag vegen.# Op het centrale bedieningselement drukken.

Rekening houden met het gebied voor deroute# Een gebied in de lijst selecteren.# Gebied vermijden inschakelen.

Als de routebegeleiding actief is, wordt eennieuwe route berekend.

Als er nog geen route is, wordt de instellingvoor de volgende routebegeleiding overgeno‐men.

De route kan in dit geval een te vermijdengebied bevatten:

R De bestemming ligt in een te vermijdengebied.R Er is geen zinvolle alternatieve route.

MBUX multimediasysteem 241

Page 244: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Gebied of alle gebieden wissenMultimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) . Route

Icon . Te vermijden-opties . Gebieden ver-mijden

Gebied wissen# Een gebied in de lijst selecteren.# Wissen selecteren.# De vraag met Ja bevestigen.

Alle gebieden wissen# Z selecteren.# Alles wissen selecteren.# De vraag met Ja bevestigen.

Actualisering van kaartgegevens uitvoeren

Actualisering in de Mercedes-Benz -service‐werkplaats laten uitvoerenNet zoals conventionele autokaarten verouderende digitale kaartgegevens. Een optimale routebe‐geleiding door de navigatie wordt alleen bereiktmet actuele kaartgegevens. Informatie overnieuwe versies van de digitale kaart is verkrijg‐baar bij een Mercedes-Benz -servicewerkplaats.

Daar kunt u de actualisering van de digitale kaartlaten uitvoeren.

Online kaartupdateMet de dienst online kaartupdate van MercedesPRO connect worden de kaartgegevens geactuali‐seerd.

De dienst is niet in alle landen beschikbaar.

De volgende mogelijkheden voor de actualiseringgebruiken:

R voor een regio (automatische kaartupdate)

Voor de automatische kaartupdate moet desysteeminstelling Automatische online-updateingeschakeld zijn (→ pagina 218).R voor meerdere of alle regio's (handmatige

kaartupdate)

De kaartgegevens wordt eerst gedownloadnaar een opslagmedium en vervolgens geïn‐stalleerd op het multimediasysteem.

Zie voor meer informatie over de online kaartup‐date: http://www.mercedes.pro.

Overzicht kaartgegevensUw voertuig wordt af fabriek met kaartgegevensafgeleverd. Afhankelijk van het land zijn de kaart‐gegevens voor uw regio opgeslagen of zijn de

kaartgegevens op een gegevensdrager bij hetvoertuig aanwezig.

Indien al kaartgegevens in het voertuig geïnstal‐leerd zijn geweest en deze opnieuw moeten wor‐den geïnstalleerd, hoeft geen vrijschakelcode teworden ingevoerd.

Voor kaartgegevens die u als gegevensdragerhebt aangeschaft, moet u de bijgevoegde vrij‐schakelcode invoeren.

% Wanneer u kaartgegevens met de dienstonline kaartupdate op een gegevensdrageropslaat, hoeft u niets in te voeren. De vrij‐schakelcode wordt bij het downloaden op degegevensdrager opgeslagen.

Bij het invoeren van de vrijschakelcode op hetvolgende letten:

R De vrijschakelcode is voor één voertuig bruik‐baar.R De vrijschakelcode is niet overdraagbaar.R De vrijschakelcode is zescijferig.

Bij de volgende problemen naar een Mercedes-Benz -servicewerkplaats gaan:

R Het multimediasysteem accepteert de vrij‐schakelcode niet.R U heeft de vrijschakelcode verloren.

Kompas weergevenMultimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) . Route

Icon . Positie # Kompas selecteren.

De kompasweergave toont de volgende infor‐matie:

R Actuele rijrichting met richtingshoek (360-graden formaat) en windstreekR Lengte en breedtegraad coördinaten in

graden, minuten en secondenR Hoogte (afgerond)R Aantal ontvangen gps-satellieten

Qibla weergavenMultimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) . Route

Icon . Positie

Deze functie is niet in alle landen beschikbaar.# Qibla selecteren.

De pijl op het kompas geeft de richting naarMekka ten opzichte van de actuele rijrichtingaan.

242 MBUX multimediasysteem

Page 245: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Het aantal ontvangen satellieten wordt weer‐gegeven.

Kaartschaal automatisch instellenMultimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .Z . Aanvullend

De schaal wordt afhankelijk van de rijsnelheid ende wegencategorie automatisch ingesteld.# Autozoom inschakelen.

% De automatisch ingestelde schaal kan hand‐matig worden gewijzigd. Deze wordt naenkele seconden weer automatisch ingesteld.

Satellietkaart weergevenMultimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .Z . Aanvullend # Satellietkaart in- of uitschakelen.

Als de optie is ingeschakeld, worden satelliet‐kaarten in schalen vanaf 2 km weergegeven.

Als de optie is ingeschakeld, worden geensatellietkaarten in schalen van 2 km tot20 km weergegeven.

De satellietkaarten voor deze schalen zijn nietin alle landen verkrijgbaar.

Weersinformatie en andere kaartinhoudweergeven

Voorwaarden R U hebt een gebruikersaccount voor Mercedes

PRO connect.R De dienst is beschikbaar.R De dienst is vrijgeschakeld.

Meer informatie vindt u onder: http://www.mercedes.pro

Multimediasysteem:,© . Navigation (Naviga‐

tie) .Z . Aanvullend # Online kaartinhoud selecteren.

De beschikbare diensten worden weergege‐ven. De diensten worden door Mercedes PROconnect geleverd.

# Een dienst, bijvoorbeeld Weer inschakelen.Op de navigatiekaart wordt actuele weersin‐formatie weergegeven, bijvoorbeeld tempera‐tuur of bewolking. De informatie van de dien‐sten, bijvoorbeeld weersymbolen, wordt nietin alle schalen van de kaart weergegeven.

Meer informatie over beschikbare diensten enover de weergave van informatie in de scha‐len van de kaart: http://www.mercedes.me

De diensten zijn niet in alle landen beschik‐baar.

Service parkeren

Aanwijzingen voor service parkeren

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len en letsel bij het niet in acht nemenvan de maximaal toegestane inrijhoogte

Wanneer de hoogte van het voertuig de maxi‐maal toegestane inrijhoogte voor parkeerga‐rages overschrijdt, kunnen het dak van hetvoertuig en andere onderdelen van het voer‐tuig worden beschadigd.

Er bestaat gevaar voor letsel voor de inzitten‐den.# Vóór het inrijden van een parkeergarage

de ter plekke aangegeven inrijhoogte inacht nemen.

# Indien de hoogte van het voertuig demaximaal toegestane inrijhoogte inclu‐sief aanwezige extra opbouwen over‐schrijdt, de parkeergarage niet binnen‐rijden.

Parkeermogelijkheid selecteren

Voorwaarden R De service navigatiediensten is in de

Mercedes PRO portal beschikbaar, geboekten geactiveerd.

Tot de omvang van de navigatiedienstenbehoort de service Parkeren.R Parkeren is ingeschakeld (→ pagina 244).

Multimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) # In de kaart j aantippen.# Een parkeermogelijkheid selecteren.

De volgende informatie wordt weergegeven(indien beschikbaar):R Bestemming, afstand vanaf de actuele

positie van de auto en aankomsttijdR Informatie over de parkeergarage/

parkeerplek

Bijvoorbeeld openingstijden, parkeertarie‐ven, actuele bezetting, max. parkeerduur,maximale inrijhoogte

MBUX multimediasysteem 243

Page 246: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

De door de service parkeren weergegevenmaximale inrijhoogte vervangt niet hetzelf in de gaten houden van de daadwer‐kelijke omstandigheden.R Beschikbare betalingsmogelijkheden

(Mercedes pay, muntgeld, bankbiljetten,kaart)R Details over de parkeertarievenR Aantal vrije parkeerplekkenR Soort betaling (bijvoorbeeld bij de auto‐

maat)R Services/voorzieningen van de parkeer‐

mogelijkheidR Telefoonnummer

# De route berekenen (→ pagina 226).

De volgende functies kunnen bovendien wordengeselecteerd (indien beschikbaar):

R Speciale bestemmingen in de omgeving zoe‐ken.R De bestemming opslaan.

R Bestemming bellen.R De bestemming via NFC of QR-code delen.R Het webadres oproepen.R De bestemming op de kaart weergeven.

Parkeermogelijkheden in de kaart weergeven

Voorwaarden R De service navigatiediensten is in de

Mercedes PRO portal beschikbaar, geboekten geactiveerd.

Tot de omvang van de navigatiedienstenbehoort de service Parkeren.

Multimediasysteem:,© . Navigation (Navigatie) .Z # Parkeren inschakelen.

De parkeermogelijkheden in de omgeving vande actuele positie van de auto worden weer‐gegeven.

TelefoonTelefonie

Overzicht telefoonmenu

1 Batterijstatus van de ver‐bonden mobiele telefoon

2 Bluetooth®-apparaatnaamvan de momenteel verbon‐den mobiele telefoon of demobiele telefoon op de

voorgrond (tweevoudigetelefoonmodus)

3 Veldsterkte van hetmobiele-telefoonnet

4 Opties5 Apparaatbeheer

6 Mobiele telefoons onderlingwisselen (tweevoudige tele‐foonmodus)

7 Toetsenblok8 Contact zoeken

244 MBUX multimediasysteem

Page 247: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Overzicht Bluetooth®-profielen

Bluetooth®-profielvan de mobiele tele‐foon

Werking

PBAP (Phone BookAccess Profile)

Contacten wordenautomatisch weerge‐geven op het multime‐diasysteem

MAP (MessageAccess Profile)

Berichtenfunctieskunnen wordengebruikt

Overzicht telefoonfuncties

De volgende telefoonfuncties staan ter beschik‐king:

R Een mobiele telefoon is via Bluetooth® methet multimediasysteem verbonden(→ pagina 245).R Twee mobiele telefoons zijn via Bluetooth®

met het multimediasysteem verbonden (twee‐voudige telefoonmodus).- Met de mobiele telefoon op de voorgrond

kunnen alle functies van het multimedia‐systeem worden gebruikt.

- Met de mobiele telefoon op de achter‐grond kunnen binnenkomende gesprek‐ken worden aangenomen en berichtenworden ontvangen.

De mobiele telefoons op de voor- en ach‐tergrond kunnen altijd onderling wordengewisseld (→ pagina 246).

% De Bluetooth® Audio-functie kan los daarvanmet elk van beide mobiele telefoons wordengebruikt (→ pagina 269).

Aanwijzingen voor het telefoneren

& WAARSCHUWING Gevaar voor afleidingdoor het bedienen van de geïntegreerdecommunicatieapparatuur tijdens het rij‐den

Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐greerde communicatieapparatuur bedient,kunt u van de verkeerssituatie worden afge‐leid. Bovendien kunt u de controle over deauto verliezen.# Deze apparatuur alleen bedienen als de

verkeerssituatie dit toelaat.

# Als dit niet kan worden gewaarborgd, opeen veilige plek stoppen en de invoeringals de auto stilstaat uitvoeren.

& WAARSCHUWING Gevaar voor afleidingdoor het bedienen van de mobiele com‐municatieapparatuur tijdens het rijden

Wanneer u tijdens het rijden de mobiele com‐municatieapparatuur bedient, kunt u van deverkeerssituatie worden afgeleid. Bovendienkunt u de controle over de auto verliezen.# Deze apparaten alleen bedienen als de

auto stilstaat.

Bij het gebruik van mobiele communicatieappara‐tuur in het voertuig de wettelijke voorschriften inacht nemen van het land waarin u zich bevindt.Meer informatie is verkrijgbaar bij een Mercedes-Benz-servicewerkplaats of onder: http://www.mercedes-benz.com/connect

Informatie over telefonie

In de volgende situaties kunnen gesprekken tij‐dens het rijden worden onderbroken:

R In een gebied is er onvoldoende netwerkdek‐king beschikbaar.R Bij het wisselen van het ene naar het andere

zend- en ontvangststation is in de nieuwe celgeen gesprekskanaal vrij.R De gebruikte simkaart is niet compatibel met

het beschikbare netwerk.R Een mobiele telefoon met Twin Card is met de

tweede simkaart tegelijkertijd in het netwerkaangemeld.

Het multimediasysteem ondersteunt voor eenbetere spraakkwaliteit gesprekken in HD Voice®.Daarvoor moeten de mobiele telefoon en de pro‐viders van de gesprekspartners HD Voice® onder‐steunen.

De spraakkwaliteit kan wijzigen afhankelijk vande kwaliteit van de verbinding.

Mobiele telefoon aanmelden

Voorwaarden R Bluetooth® op de mobiele telefoon is inge‐

schakeld (zie de handleiding van de fabri‐kant).R Bluetooth® op het multimediasysteem is inge‐

schakeld (→ pagina 215).

MBUX multimediasysteem 245

Page 248: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Multimediasysteem:,© . Telefoon . ª

Mobiele telefoon zoeken# Nw. apparaat verbinden selecteren.

Mobiele telefoon aanmelden (autorisatie viaSecure Simple Pairing)# Een mobiele telefoon selecteren.# In het multimediasysteem en op de mobiele

telefoon verschijnt een code.# Codes komen overeen: Op de mobiele tele‐

foon de code bevestigen.

% Bij oudere mobiele telefoons voor de autori‐satie een 1- tot 16-cijferige nummercode opde mobiele telefoon en op het multimediasys‐teem invoeren.

% Er kunnen tot 15 mobiele telefoons bij hetmultimediasysteem worden geautoriseerd.Geautoriseerde mobiele telefoons wordenautomatisch weer verbonden.

% De verbonden mobiele telefoon kan ook alsBluetooth® audioapparatuur worden gebruikt(→ pagina 269).

Tweede mobiele telefoon aanmelden (twee‐voudige telefoonmodus)

Voorwaarden R Er is al ten minste één mobiele telefoon via

Bluetooth® met het multimediasysteem ver‐bonden.

Multimediasysteem:,© . Telefoon . ª # Nw. apparaat verbinden selecteren.# De mobiele telefoon selecteren.# Met <Mobile phone> selecteren.

De geselecteerde mobiele telefoon wordt ver‐bonden met het multimediasysteem.

Functies van de mobiele telefoons bij gebruikvan twee telefoons

Overzicht functies

Functies van demobiele telefoon opde voorgrond

Functies van demobiele telefoon opde achtergrond

Volledige functionali‐teit

Inkomende gesprek‐ken en berichten

Mobiele telefoons onderling wisselen (twee‐voudige telefoonmodus)Multimediasysteem:,© . Telefoon #

selecteren.

In de volgende submenu's kunt u de twee verbon‐den mobiele telefoons eveneens onderling wisse‐len:

R ContactenR OproeplijstR Berichten

Na het onderling wisselen van de mobiele tele‐foons in een van de submenu's wordt de mobieletelefoon op de voorgrond vervangen door demobiele telefoon op de achtergrond.

Functie van een mobiele telefoon wijzigenMultimediasysteem:,© . Telefoon . ª

Functie activeren# In de regel van een mobiele telefoon een grijs

symbool selecteren.De betreffende functie wordt geactiveerd.

Functie deactiveren# Eén functie is actief: In de regel van een

mobiele telefoon het gekleurde symboolselecteren.De mobiele telefoon wordt losgekoppeld vanhet multimediasysteem.

# Meerdere functies zijn actief: In de regelvan een mobiele telefoon een gekleurd sym‐bool selecteren.De betreffende functie wordt gedeactiveerd.

Mobiele telefoons vervangenMultimediasysteem:, Telefoon . ª # Geen geautoriseerde mobiele telefoon

aanwezig: Nw. apparaat verbinden selecte‐ren.

# Een mobiele telefoon selecteren.# Nieuw geautoriseerde mobiele telefoon:

De nummercode op de mobiele telefoonbevestigen.

246 MBUX multimediasysteem

Page 249: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Bij gebruik van één telefoon# Alleen Device_name selecteren.

Een nieuw geautoriseerde mobiele telefoonwordt in de enkelvoudige telefoonmodus ver‐bonden.

Wanneer de mobiele telefoon al geautoriseerdis en in de enkelvoudige telefoonmodus wasverbonden, wordt deze weer in de enkelvou‐dige telefoonmodus verbonden.

Wanneer een mobiele telefoon al geautori‐seerd is en in de tweevoudige telefoonmoduswas verbonden, wordt deze weer in de twee‐voudige telefoonmodus verbonden.

Bij gebruik van twee telefoons# Met <Mobile phone> selecteren.

Een nieuw geautoriseerde mobiele telefoonwordt met de geselecteerde mobiele telefoonin de tweevoudige telefoonmodus verbonden.

Wanneer de mobiele telefoon al geautoriseerdis en in de enkelvoudige telefoonmodus wasverbonden, wordt deze voortaan met de gese‐lecteerde mobiele telefoon in de tweevoudigetelefoonmodus verbonden.

Wanneer de mobiele telefoon eerder met eenandere mobiele telefoon was verbonden,wordt deze verbinding verbroken.

Mobiele telefoon loskoppelen/deautoriserenMultimediasysteem:,© . Telefoon . ª # In de regel van de mobiele telefoon Ä

selecteren.# Loskoppelen: Verbreken selecteren.

De mobiele telefoon wordt eventueel automa‐tisch opnieuw verbonden als het voertuigweer wordt gestart.

# Deautoriseren: Deautoriseren selecteren.

Informatie over Near Field Communication(NFC)Met NFC kunt u gegevens contactloos uitwisselenover korte afstanden of een mobiele telefoon(opnieuw) verbinden met het multimediasysteem.

De volgende functies zijn zonder autorisatie vaneen mobiele telefoon beschikbaar:

R Overdracht van een URL of een contact voorweergave in het multimediasysteem (zie dehandleiding van de fabrikant)R Instellen van de Wi-Fi-toegangsgegevens van

het voertuig via de systeeminstellingen(→ pagina 216).

Meer informatie vindt u onder: http://www.mercedes-benz.com/connect

Mobiele telefoon via Near Field Communica‐tion (NFC) gebruiken

Voorwaarden R NFC op de mobiele telefoon is ingeschakeld

(zie de handleiding van de fabrikant).R Het beeldscherm van de mobiele telefoon is

ingeschakeld en ontgrendeld (zie de handlei‐ding van de fabrikant).

# De klep van het opbergvak 1 boven het dis‐play van het multimediasysteem openen.

# Mobiele telefoon verbinden: Het NFC-gedeelte van de mobiele telefoon (zie dehandleiding van de fabrikant) bij de mat 2houden of de mobiele telefoon erop leggen.

# De verdere aanwijzingen op het display vanhet multimediasysteem volgen om de mobieletelefoon te verbinden. Mobiele telefoon in deenkelvoudige telefoonmodus verbinden(→ pagina 245). Mobiele telefoon in de twee‐voudige telefoonmodus verbinden(→ pagina 246).

# Mobiele telefoon vervangen: Het NFC-gedeelte van de mobiele telefoon (zie dehandleiding van de fabrikant) bij de mat hou‐den of de mobiele telefoon erop leggen.

# De verdere aanwijzingen op het display vanhet multimediasysteem volgen om de mobieletelefoon in de enkelvoudige of de tweevou‐dige telefoonmodus te vervangen(→ pagina 246).

# Indien nodig de aanwijzingen op uw mobieletelefoon bevestigen (zie de handleiding van defabrikant).

Meer informatie vindt u op: http://www.mercedes-benz.com/connect

MBUX multimediasysteem 247

Page 250: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Ontvangst- en zendvolume instellen

Voorwaarden R Een mobiele telefoon is verbonden

(→ pagina 245).

Multimediasysteem:,© . Telefoon .Z . Telefoon

Deze functie maakt een optimale spraakkwaliteitmogelijk.# Ontvangstvolume en Zendvolume selecteren.# Het volume instellen.

Meer over het geadviseerde ontvangst- en zend‐volume: http://www.mercedes-benz.com/connect

Beltoon instellenMultimediasysteem:,© . Telefoon .Z # Beltonen selecteren.# De beltoon instellen.

% Als de mobiele telefoon de overdracht van debeltoon ondersteunt, hoort u de beltoon vande mobiele telefoon in plaats van die van hetvoertuig.

Spraakherkenning van de mobiele telefoonstarten/stoppen

Voorwaarden R De mobiele telefoon op de voorgrond is met

het multimediasysteem verbonden(→ pagina 245).

Spraakherkenning van de mobiele telefoonstarten# In het multifunctioneel stuurwiel de toets£ langer dan een seconde indrukken.De spraakherkenning van de mobiele telefoonkan worden gebruikt.

Spraakherkenning van de mobiele telefoonstoppen# In het multifunctioneel stuurwiel de toets

8 of ~ indrukken.

% Wanneer een mobiele telefoon via Smart‐phone Integration is verbonden, wordt despraakherkenning van deze mobiele telefoongestart of gestopt.

Gesprekken

TelefonerenMultimediasysteem:,© . Telefoon

Bellen via nummerinvoer# _ selecteren.# Een nummer invoeren.#

selecteren.Het gesprek wordt tot stand gebracht.

Gesprek aannemen#

Aannemen selecteren.

Gesprek weigeren#

Weigeren selecteren.

Gesprek beëindigen#

selecteren.

Functies tijdens gesprek activeren

De volgende functies zijn beschikbaar tijdens hetbellen:

Gesprek beëindigen

Microfoon uit

_ Cijferblok (weergeven voor het verzendenvan DTMF-tonen)

W Gesprek toevoegenNaar telefoon omschakelen (gesprekwordt vanuit de handsfree-modus aan detelefoon doorgegeven)

# Een functie selecteren.

Actief gesprek vasthouden# Het contact of het gesprek aantippen.

Het gesprek wordt in de wacht gezet.

% Het vastgehouden gesprek kan te allen tijdeworden beëindigd of door het opnieuw aan‐tippen weer worden geactiveerd.

248 MBUX multimediasysteem

Page 251: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Gesprek met meerdere deelnemers voeren

Voorwaarden R Er is een actief gesprek aanwezig

(→ pagina 248).R Er is nog een gesprek tot stand gebracht.

Tussen de gesprekken heen en weer schake‐len# Het contact selecteren.

Het geselecteerde gesprek is actief. Hetandere gesprek wordt in de wacht gezet.

Vastgehouden gesprek activeren# Het contact van het vastgehouden gesprek

selecteren.

Conferentiegesprek voeren#

Conferentie opzetten selecteren.De nieuwe gespreksdeelnemer wordt opgeno‐men in de conferentie.

Actief gesprek beëindigen#

Gesprek beëindigen selecteren.

% Bij sommige mobiele telefoons wordt hetgesprek in de wacht direct na het beëindigenvan het actieve gesprek geactiveerd.

Wisselgesprek aannemen/weigeren

Voorwaarden R Er is een actief gesprek aanwezig

(→ pagina 248).

Wanneer tijdens een gesprek een ander gesprekwordt ontvangen, verschijnt er een aanwijzing.

Afhankelijk van de mobiele telefoon en providerhoort u een wisselgesprek-geluid.

Bovendien hoort u bij het gebruik van twee tele‐foons een geluidssignaal, wanneer het gesprek bijde andere (nog niet actieve) mobiele telefoon bin‐nenkomt.#

Aannemen selecteren.Het binnenkomende gesprek is actief.

Wanneer slechts één mobiele telefoon methet multimediasysteem is verbonden, wordthet vorige gesprek vastgehouden.

Als u bij het gebruik van twee telefoons tij‐dens een gesprek een oproep op de andere

mobiele telefoon beantwoordt, wordt hetbestaande gesprek beëindigd.

#

Weigeren selecteren.

% De functie en het gedrag zijn afhankelijk vande provider van het mobiele netwerk en demobiele telefoon (zie de handleiding van defabrikant).

Contacten

Informatie over het contacten-menuHet contacten-menu bevat alle contacten uit deaanwezige gegevensbronnen, zoals de mobieletelefoon of de geheugenkaart.

Afhankelijk van de gegevensbron is het volgendeaantal contacten mogelijk:

R Permanent opgeslagen contacten: 3000itemsR van de mobiele telefoon gedownloade contac‐

ten: 5000 records per mobiele telefoon

Vanuit het contacten-menu kunnen de volgendeacties worden uitgevoerd:

R Telefoneren, zoals Contact opbellen(→ pagina 250)R Navigeren (→ pagina 224)R Berichten opstellen (→ pagina 253)R Overige opties (→ pagina 251)

De contacten van de mobiele telefoon wordenautomatisch weergegeven wanneer een mobieletelefoon met het multimediasysteem verbonden(→ pagina 245) en automatisch ophalen(→ pagina 249) ingeschakeld is.

Het multimediasysteem kan op basis van vaakgebruikte contacten en binnenkomende en uit‐gaande gesprekken suggesties weergeven(→ pagina 207). Deze worden bovenin de con‐tactlijst getoond.

Contacten van de mobiele telefoon downloa‐denMultimediasysteem:,© . Telefoon .Z # Apparaatinstellingen selecteren.

Automatisch# Contacten automatisch synchroniseren

inschakelen .

MBUX multimediasysteem 249

Page 252: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Handmatig# Contacten automatisch synchroniseren uit‐

schakelen .# Contacten synchroniseren selecteren.

Contact oproepenMultimediasysteem:,© . Telefoon .g

De volgende mogelijkheden zijn beschikbaar voorhet zoeken naar contacten:

R Zoeken op initialenR Zoeken op naamR Zoeken op telefoonnummer

# De tekens in het zoekveld invoeren.# Het contact selecteren.

Details van het contact worden weergegeven.

Een contact kan de volgende gegevens bevatten:

R Telefoonnummers

Telefoonnummers kunnen als algemene favor‐ieten worden opgeslagen (→ pagina 208).R Navigatie-adressenR CoördinatenR InternetadresR E-mailadressenR Relatie (indien ingesteld)R Informatie over Messenger-diensten

Naamformaat van de contacten wijzigenMultimediasysteem:,© . Telefoon .Z # Allgemein (Algemeen) selecteren.# Naamformaat selecteren.

De volgende opties staan ter beschikking:

R Achternaam, voornaamR Achternaam voornaamR Voornaam achternaam

# Een optie selecteren.

Overzicht voor het importeren van contacten

Contacten uit verschillende bronnen

Bron Voorwaarden

ò Usb-apparaat Het usb-apparaat isop de usb-aansluitingaangesloten.

ñ Bluetooth®-ver‐binding

Als het versturen vanvCards via Bluetooth®

wordt ondersteund,kunnen vCards bij‐voorbeeld via mobieletelefoons of netbooksworden ontvangen.

Bluetooth® is op hetmultimediasysteemen op het betreffendeapparaat geactiveerd(zie de handleidingvan de fabrikant).

Contacten in het contacten-menu importerenMultimediasysteem:,© . Telefoon .Z . Contac-

ten importeren # Een optie selecteren.

Contact van de mobiele telefoon opslaanMultimediasysteem:,© . Telefoon .g # In de regel van het contact van de mobiele

telefoon (ó) r selecteren.# Ä selecteren.# Opslaan in de auto selecteren.# Ja selecteren.

Het in het multimediasysteem opgeslagencontact wordt aangeduid met het symbool

.

Contactpersoon oproepenMultimediasysteem:,© . Telefoon .g # ª Contact zoeken selecteren.# De tekens in het zoekveld invoeren.# Het contact selecteren.# Het telefoonnummer selecteren.

Het nummer wordt gekozen.

250 MBUX multimediasysteem

Page 253: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Overige opties in het contacten-menu selecte‐renMultimediasysteem:,© . Telefoon .g # In de regel van het contact r selecteren.# Ä selecteren.

Afhankelijk van de opgeslagen gegevens zijn devolgende opties beschikbaar:

R Spraakinvoer toevoegen/Spraakinvoer wis-senR Relatie vastleggen/Relatie verwijderenR DTMF-tonen verzenden (bij een nummer met

DTMF-tonen)

De functie is bij een actieve oproep beschik‐baar.

# Een optie selecteren.

Opties voor adviezen in het contacten-menuselecteren

Voorwaarden R Er is een profiel aangemaakt (→ pagina 206).R De instelling Contactadviezen toestaan is

ingeschakeld (→ pagina 207).

Multimediasysteem:,© . Telefoon #

Oproeplijst selecteren.# In de regel van een geadviseerd contact

selecteren.

De volgende opties staan ter beschikking:

R Opslaan als favorietDe adviezen worden opgeslagen als alge‐mene favorieten en verschijnen niet ophet homescreen.R Niet meer voorstellen

# Een optie selecteren.

Contacten wissen

Voorwaarden R De contacten zijn in het voertuig opgeslagen.R Voor het wissen van een afzonderlijk contact

werd dit handmatig in het voertuig ingevoerd.

Multimediasysteem:,© . Telefoon

Alle contacten wissen# Z selecteren.# Allgemein (Algemeen) selecteren.# Contacten wissen selecteren.# Een optie selecteren.

een contact wissen# g selecteren.# In de regel van het contact r selecteren.# Ä selecteren.# Contact wissen selecteren.# Ja selecteren.

Contact opslaan als favorietMultimediasysteem:,© . Telefoon . f Favoriet toevoe-

gen # Een contact selecteren.# In de regel van het contact r selecteren.# Het telefoonnummer selecteren.

Het contact wordt als favoriet in het overzichtvan het telefoonmenu opgeslagen.

Favorieten in het overzicht van het telefoon‐menu wissenMultimediasysteem:,© # Een favoriet in het overzicht van het telefoon‐

menu selecteren (→ pagina 251).# Lang op de favoriet drukken.# Wissen selecteren.# Ja selecteren.

Alle favorieten wissen# © op het display van het multimediasys‐

teem aantippen.# Telefoon selecteren.# Z selecteren.# De verbonden telefoon selecteren.# Alle favorieten wissen selecteren.# OK selecteren.

MBUX multimediasysteem 251

Page 254: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Oproeplijst

Overzicht van de oproeplijstHet wel of niet ondersteunen van het Bluetooth®-profiel PBAP door de mobiele telefoon kan ver‐schillende consequenties voor de weergave en defuncties van de oproeplijst hebben.

Als het Bluetooth®-profiel PBAP wordt onder‐steund, gebeurt het volgende:

R De oproeplijsten van de mobiele telefoon wor‐den op het multimediasysteem weergegeven.R Bij het verbinden van de mobiele telefoon

moet de verbinding voor het Bluetooth®-pro‐fiel PBAP eventueel worden bevestigd.

Als het Bluetooth®-profiel PBAP niet wordt onder‐steund, gebeurt het volgende:

R Het multimediasysteem stelt zelf een oproep‐lijst samen op basis van gesprekken die in hetvoertuig zijn gevoerd.R De oproeplijst is niet synchroon met de

oproeplijsten op uw mobiele telefoon.

Het multimediasysteem kan op basis van veelge‐bruikte contacten en inkomende en uitgaandegesprekken adviezen weergeven (→ pagina 207).Deze worden bovenin de oproeplijst getoond.

Bellen vanuit oproeplijstMultimediasysteem:,© . Telefoon #

Oproeplijst selecteren.# Een item selecteren.

Het gesprek wordt tot stand gebracht.

Overige opties oproepen in de oproeplijstMultimediasysteem:,© . Telefoon #

Oproeplijst selecteren.# Bij reeds opgeslagen contacten: In de regel

van de record r selecteren.De opties worden weergegeven.

# Bij niet-opgeslagen contacten: i selecte‐ren.

Opties voor adviezen in de oproeplijst selec‐teren

Voorwaarden R Er is een profiel aangemaakt. (→ pagina 206)

R De instelling Contactadviezen toestaan isingeschakeld (→ pagina 207).

Multimediasysteem:,© . Telefoon #

Oproeplijst selecteren.#

In de regel van een geadviseerd item selecteren.

De volgende opties staan ter beschikking:

R Opslaan als favorietR Niet meer voorstellen

# Een optie selecteren.

Oproeplijst wissenMultimediasysteem:,© . Telefoon .Z # De verbonden mobiele telefoon selecteren.# Oproeplijst wissen selecteren.# Ja selecteren.

% Deze functie is alleen beschikbaar als uwmobiele telefoon het Bluetooth® profiel PBAPniet ondersteunt.

Sms

Overzicht van de berichtenfunctiesIn het berichten-menu kunt u sms-berichten ont‐vangen en verzenden.

Als de verbonden mobiele telefoon het Blue‐tooth®-profiel MAP ondersteunt, kunnen op hetmultimediasysteem de berichten-functies wordengebruikt.

Meer informatie over instellingen en onder‐steunde functies van Bluetooth®-mobiele tele‐foons is verkrijgbaar bij een Mercedes-Benz-ser‐vicewerkplaats of via: http://www.mercedes-benz.com/connect

Bij sommige mobiele telefoons zijn na de verbin‐ding met het multimediasysteem verdere instel‐lingen nodig (zie de handleiding van de fabrikant).

Weergegeven berichten instellenMultimediasysteem:,© . Telefoon . Berichten # Z selecteren.

De volgende opties staan ter beschikking:

R Alle berichten

252 MBUX multimediasysteem

Page 255: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R Nieuwe en ongelezen berichtenR Berichten tijdens het rijdenR Uit (De berichtenfunctie is niet meer

beschikbaar.)# Een instelling selecteren.

Bericht lezenMultimediasysteem:,© . Telefoon . Berichten # Een contact selecteren.

De berichtgeschiedenis van dit contact wordtweergegeven.

Voorlezen# Een bericht selecteren.

Voorleesfunctie gebruiken# Een bericht selecteren.#

selecteren.Het bericht wordt voorgelezen.

Nieuw bericht dicteren en verzenden

Voorwaarden R Er is een internetverbinding aanwezig.

Multimediasysteem:,© . Telefoon . Berichten #

nieuw bericht selecteren.

Ontvanger toevoegen# f selecteren.# Een contact selecteren.

Tekst dicteren#

selecteren.De dicteerfunctie wordt gestart.

# Het bericht inspreken.Na verwerking van het gesproken berichtwordt dit als tekst weergegeven.

Bericht verzenden# Verzenden selecteren.

% Als het voertuig stilstaat kunt u het toetsen‐bord gebruiken om een bericht te schrijven.Om het toetsenbord te gebruiken is geeninternetverbinding nodig.

Een bericht in de berichtengeschiedenisbeantwoordenMultimediasysteem:,© . Telefoon . Berichten # Een berichtengeschiedenis van een contact

selecteren.# De tekst dicteren en het bericht versturen

(→ pagina 253).

Sjabloon gebruikenMultimediasysteem:,© . Telefoon . Berichten

Sjabloon als nieuw bericht gebruiken#

In het menu voor een nieuw bericht selecteren.

# Een ontvanger toevoegen.# Een sjabloon selecteren.

Bericht met sjabloon beantwoorden# Een berichtgeschiedenis van een contact

selecteren.#

selecteren.# Een sjabloon selecteren.

Bericht doorsturenMultimediasysteem:,© . Telefoon . Berichten # Een contact selecteren.# Een bericht selecteren.# Ä selecteren.# Doorsturen selecteren.

Afzender van een bericht bellenMultimediasysteem:,© . Telefoon . Berichten # Een contact selecteren.# Ä selecteren.# Opbellen selecteren.

Telefoonnummer of URL uit een sms gebrui‐ken

Voorwaarden R Voor het oproepen van een URL is een inter‐

netverbinding nodig.

MBUX multimediasysteem 253

Page 256: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Multimediasysteem:,© . Telefoon . Berichten # Een berichtengeschiedenis van een contact

selecteren.# Een bericht selecteren.# Een telefoonnummer of een URL in het

bericht selecteren.Bij het selecteren van een URL wordt de web‐browser geopend.

Bij het selecteren van een telefoonnummerzijn de volgende opties beschikbaar:

R OpbellenR Nieuwe sms schrijven

# Een optie selecteren.

Bericht wissenMultimediasysteem:,© . Telefoon . Berichten # Een contact selecteren.# Een bericht selecteren.# Ä selecteren.# Bericht wissen: Wissen selecteren.

Apple CarPlay™

Overzicht Apple CarPlay™

& WAARSCHUWING Gevaar voor afleidingdoor informatiesystemen en communica‐tieapparatuur

Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐greerde informatiesystemen en communica‐tieapparatuur bedient, kunt u van de ver‐keerssituatie worden afgeleid. Bovendien kuntu de controle over de auto verliezen.# Deze apparatuur alleen bedienen als de

verkeerssituatie dit toelaat.# Als dit niet kan worden gewaarborgd, op

een veilige plek stoppen en de invoeringals de auto stilstaat uitvoeren.

Bij het gebruik van het multimediasysteem dewettelijke bepalingen in acht nemen van het landwaar u zich op dat moment bevindt.

Met Apple CarPlay™ kunnen iPhone®-functies viahet multimediasysteem worden gebruikt. Debediening gebeurt per touchscreen, touchpad,touch-control of spraakbediening Siri®. Despraakbediening kan worden geactiveerd door

het lang indrukken van de toets £ in het multi‐functioneel stuurwiel.

Bij het gebruik van Apple CarPlay™ via de spraak‐bediening kan het multimediasysteem verder viade LINGUATRONIC (→ pagina 190) wordenbediend.

Er kan altijd maar één mobiele telefoon via AppleCarPlay™ met het multimediasysteem verbondenzijn.

Ook bij gebruik van twee telefoons kan bij hetgebruik van Apple CarPlay™ slechts één extramobiele telefoon via Bluetooth® met het multime‐diasysteem verbonden zijn.

De beschikbaarheid van Apple CarPlay™ kan perland variëren.

Voor de applicatie en de daarmee verbondendiensten en inhouden is de betreffende providerverantwoordelijk.

Informatie over Apple CarPlay™Tijdens het gebruik van Apple CarPlay™ is voorde gebruikte iPhone® de mediabron iPod® nietbeschikbaar.

Er kan altijd slechts één routebegeleiding actiefzijn. Wanneer op de mobiele telefoon een route‐begeleiding wordt gestart terwijl er op het multi‐mediasysteem een routebegeleiding actief is,wordt deze beëindigd.

iPhone® via Apple CarPlay™ aanmelden

Voorwaarden R De meest actuele besturingssysteem-versie

van uw apparaat wordt gebruikt (zie de hand‐leiding van de fabrikant).R De volledige functionaliteit van Apple Car‐

Play™ is alleen mogelijk met een internetver‐binding.R De iPhone® is via een geschikte kabel met de

usb-aansluiting ç op het multimediasys‐teem verbonden (→ pagina 268)

Multimediasysteem:,© . Mercedes PRO &

Apps . Smartphone . Apple Car-Play . Apple CarPlay starten

Privacybeleid accepteren/afwijzenEr verschijnt een melding met het privacybeleid.# Accepteren & starten selecteren.

% Bij een actieve Apple CarPlay™ verbindingkan Automatisch starten worden in- of uitge‐schakeld.

254 MBUX multimediasysteem

Page 257: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Apple CarPlay™ verlaten# De toets ò indrukken.

% Als Apple CarPlay™ vóór de laatste ontkoppe‐ling niet schermvullend werd weergegeven,start de applicatie de volgende keer datwordt verbonden op de achtergrond. AppleCarPlay™ kan via het hoofdmenu wordenopgeroepen.

Klankinstellingen van Apple CarPlay™ oproe‐penMultimediasysteem:,© . Mercedes PRO &

Apps . Smartphone . Apple Car-Play .Z # Klankinstellingen selecteren.

Apple CarPlay™ beëindigen# De verbinding via de aansluitkabel tussen de

mobiele telefoon en het multimediasysteemverbreken.Mercedes-Benz adviseert, de verbinding viaeen aansluitkabel alleen los te maken als hetvoertuig stilstaat.

Android Auto

Overzicht Android Auto

& WAARSCHUWING Gevaar voor afleidingdoor informatiesystemen en communica‐tieapparatuur

Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐greerde informatiesystemen en communica‐tieapparatuur bedient, kunt u van de ver‐keerssituatie worden afgeleid. Bovendien kuntu de controle over de auto verliezen.# Deze apparatuur alleen bedienen als de

verkeerssituatie dit toelaat.# Als dit niet kan worden gewaarborgd, op

een veilige plek stoppen en de invoeringals de auto stilstaat uitvoeren.

Bij het gebruik van het multimediasysteem dewettelijke bepalingen in acht nemen van het landwaar u zich op dat moment bevindt.

Met Android Auto kunnen functies van mobieletelefoons met Android-besturingssysteem via hetmultimediasysteem worden gebruikt. De bedie‐ning vindt plaats via het touchscreen of despraakbediening. Het activeren van de spraakbe‐diening gebeurt door het lang indrukken van detoets £ in het multifunctioneel stuurwiel.

Er kan altijd maar één mobiele telefoon viaAndroid Auto met het multimediasysteem verbon‐den zijn.

Dit geldt ook bij gebruik van twee telefoons.

De beschikbaarheid van Android Auto en AndroidAuto apps kan per land variëren.

Voor de applicatie en de daarmee verbondendiensten en inhouden is de betreffende providerverantwoordelijk.

Informatie over Android AutoTijdens het gebruik van Android Auto zijn verschil‐lende functies van het multimediasysteem, bij‐voorbeeld de mediabron Bluetooth® Audio, nietbeschikbaar.

Er kan altijd slechts één routebegeleiding actiefzijn. Wanneer op de mobiele telefoon een route‐begeleiding wordt gestart terwijl er op het multi‐mediasysteem een routebegeleiding actief is,wordt deze beëindigd.

Mobiele telefoon via Android Auto aanmelden

Voorwaarden R De eerste activering van Android Auto via het

multimediasysteem moet om veiligheidsrede‐nen worden uitgevoerd als het voertuig stil‐staat.R De mobiele telefoon ondersteunt Android

Auto vanaf Android 5.0.R Op de mobiele telefoon is de Android Auto

app geïnstalleerd.R Voor de telefoonfuncties is de mobiele tele‐

foon via Bluetooth® met het multimediasys‐teem verbonden (→ pagina 245).

Als tot dan toe geen verbinding aanwezig isgeweest, wordt deze bij het gebruik van demobiele telefoon met Android Auto tot standgebracht.R De mobiele telefoon is via een geschikte

kabel met de usb-aansluiting ç van hetmultimediasysteem verbonden(→ pagina 268).R De volledige functionaliteit van Android Auto

is alleen mogelijk met een internetverbinding.

Multimediasysteem:,© . Smartphone . Mercedes PRO

& Apps . Android Auto . Android Auto star-ten

Privacybeleid accepteren/afwijzenEr verschijnt een melding met het privacybeleid.

MBUX multimediasysteem 255

Page 258: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Accepteren & starten selecteren.

% Bij een actieve Android Auto verbinding kanAutomatisch starten worden in- of uitgescha‐keld.

Android Auto verlaten# De toets ò indrukken.

% Als Android Auto voor de laatste ontkoppe‐ling niet op de voorgrond weergegeven werd,start de applicatie de volgende keer datwordt verbonden op de achtergrond. AndroidAuto kan via het hoofdmenu worden opgeroe‐pen.

Klankinstellingen van Android Auto oproepenMultimediasysteem:,© . Mercedes PRO &

Apps . Smartphone . Android Auto .Z # Klankinstellingen selecteren.

Android Auto beëindigen# De verbinding via de aansluitkabel tussen de

mobiele telefoon en het multimediasysteemverbreken.Mercedes-Benz adviseert, de verbinding viaeen aansluitkabel alleen los te maken als hetvoertuig stilstaat.

Verzonden autogegevens bij Android Auto enApple CarPlay™

Overzicht over de overgedragen voertuiggege‐vensBij het gebruik van Android Auto of Apple Car‐Play™ worden bepaalde voertuiggegevens door‐gegeven aan de mobiele telefoon. Dit maakt hetoptimale gebruik van geselecteerde diensten vande mobiele telefoon mogelijk. Er vindt geenactieve toegang tot voertuiggegevens plaats.

De volgende systeeminformatie wordt verstuurd:

R Softwareversie van het multimediasysteemR System ID (geanonimiseerd)

De overdracht van deze gegevens dient ertoe, decommunicatie tussen voertuig en mobiele tele‐foon te optimaliseren.

Hiertoe en voor de toekenning van meerderevoertuigen aan de mobiele telefoon wordt eenvan het toeval afhankelijk voertuigkenmerk gege‐nereerd.

Dit staat niet in verband met het voertuigidentifi‐catienummer (VIN) en wordt bij het terugzetten

van het multimediasysteem gewist(→ pagina 219).

De volgende rijtoestandsgegevens worden ver‐stuurd:

R Ingeschakelde transmissiestandR Onderscheid tussen parkeren, stilstaan, rollen

en rijdenR Dag-/nachtmodus van het combi-instrument

De overdracht van deze gegevens dient ertoe, deweergave van deze inhoud aan te passen aan derijsituatie.

De volgende positiegegevens worden verstuurd:

R CoördinatenR SnelheidR KompasrichtingR Acceleratierichting

Deze gegevens worden alleen overgedragen alsde navigatie actief is, teneinde deze te verbeteren(als bijvoorbeeld in een tunnel wordt gereden).

Mercedes PRO connect

Informatie over Mercedes PRO connect

Mercedes PRO connect biedt onder andere devolgende diensten:

R Ongeval- en pechmanagement (service-toetsresp. automatische ongeval- of pechherken‐ning)

Via de toets service-oproep in het bedienings‐paneel dakconsole bellen met de Mercedes-Benz klantenservice (→ pagina 257).

Daartoe kunt u ook een menu-item in hetmultimediasysteem selecteren(→ pagina 257).R Onderhoudsafspraken of iets soortgelijks

(toets service-oproep)R Mercedes-Benz noodoproepsysteem

Via de toets G (SOS-toets) in het bedie‐ningspaneel dakconsole bellen met deMercedes-Benz alarmcentrale(→ pagina 257).

Voor een beroep op de diensten zijn de MercedesPRO connect ongeval- en pechmanagement en deMercedes-Benz alarmcentrale 24 uur per dagbeschikbaar.

Houd er alstublieft rekening mee, dat MercedesPRO connect een service van Mercedes-Benz is.In geval van nood altijd eerst het bekende lande‐

256 MBUX multimediasysteem

Page 259: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

lijke alarmnummer bellen. In geval van nood kuntu ook het Mercedes-Benz noodoproepsysteem(→ pagina 259) gebruiken.

Mercedes-Benz klantenservice via het multi‐mediasysteem bellen

Voorwaarden voor het gebruik van de dien‐sten van Mercedes PRO connect in het voer‐tuig R U hebt toegang tot een gsm-netwerk.R In de betreffende regio is een gsm-netwerk‐

dekking van de provider beschikbaar.R Voor het automatisch verzenden van voertuig‐

gegevens moet het contact ingeschakeld zijn.

Multimediasysteem:,© . Telefoon .g # Mercedes PRO connect bellen.

Met uw toestemming verzendt het multime‐diasysteem de benodigde voertuiggegevens.

De gegevensoverdracht wordt weergegevenop het display van het multimediasysteem.Vervolgens kunt u een service selecteren enwordt u verbonden met een contactpersoonvan de Mercedes-Benz klantenservice.

Gesprekken via het bedieningspaneel dakcon‐sole voeren

1 Toets service-oproep2 Ontgrendeling van de afdekking van de toets

G (SOS-toets)3 Toets G (SOS-toets)

# Service-oproep activeren: De toets 1indrukken.

# Noodoproep activeren: De ontgrendelingvan de afdekking van de toets G 2 kortindrukken om deze te openen.

# De toets G 3 ten minste één secondelang indrukken.

Wanneer een service-oproep actief is, kan tocheen noodoproep worden geactiveerd. Deze heeftvoorrang boven alle andere actieve oproepen.

Informatie over de service-oproep via hetbedieningspaneel dakconsoleDoor middel van de toets service-oproep heefteen oproep naar de Mercedes-Benz klantenser‐vice via het bedieningspaneel dakconsole plaats‐gevonden.

U krijgt ondersteuning in geval van pech:

R Een gekwalificeerde Mercedes-Benz tech‐nisch specialist zorgt ter plaatse voor dereparatie en/of de auto wordt naar dedichtstbijzijnde Mercedes-Benz servicewerk‐plaats gesleept.

Voor deze dienstverlening kunnen kosten wor‐den berekend.

U krijgt onder andere informatie over de volgendeonderwerpen:

R Activering van Mercedes PRO connectR Bediening van het voertuigR Dichtstbijzijnde Mercedes-Benz servicewerk‐

plaatsR Andere producten en diensten van Mercedes-

Benz

Tijdens de verbinding met de Mercedes-Benzklantenservice worden gegevens overgedragen(→ pagina 258).

Informatie over het Mercedes PRO connectongevalsmanagementHet Mercedes PRO connect ongevalsmanage‐ment is een aanvulling op het Mercedes-Benznoodoproepsysteem (→ pagina 259).

Na een ongeval wordt een noodoproep aan deMercedes-Benz alarmcentrale geactiveerd:

R Een spraakverbinding met een contactper‐soon bij de Mercedes-Benz alarmcentralewordt opgebouwd.R Indien nodig verbindt de contactpersoon van

de Mercedes-Benz alarmcentrale het gesprekdoor met het Mercedes PRO connect onge‐valsmanagement.

MBUX multimediasysteem 257

Page 260: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R Indien nodig wordt het voertuig naar eenMercedes-Benz-servicewerkplaats wegge‐sleept.

Wanneer het voertuig een klein ongeval detec‐teert, verschijnt een melding op het multimedia‐systeem.

De melding is bevestigd op het multimediasys‐teem:

R Een spraakverbinding met een contactper‐soon bij het Mercedes PRO connect ongevals‐management wordt opgebouwd.R Indien nodig wordt het voertuig naar een

Mercedes-Benz-servicewerkplaats wegge‐sleept.

Onderhoudstermijn via Mercedes PRO con‐nect afsprekenAls de dienst onderhoudsmanagement geacti‐veerd is, worden automatisch relevante voertuig‐gegevens verzonden aan de Mercedes-Benz klan‐tenservice. Daardoor verkrijgt u individuele aan‐bevelingen voor het onderhoud van uw voertuig.

Ongeacht of u hebt ingestemd met het onder‐houdsmanagement, herinnert het multimediasys‐teem u na een bepaalde periode aan een noodza‐kelijke onderhoudsbeurt. Er verschijnt een vraagof u een afspraak wilt maken.# Onderhoudsafspraak maken: Opbellen

selecteren.De voertuiggegevens worden na uw toestem‐ming verstuurd en een medewerker van deMercedes-Benz klantenservice maakt eenonderhoudsafspraak met u. De informatiewordt aan de door u gewenste servicewerk‐plaats doorgegeven.

Deze neemt binnen 24 uur contact met u op.

% Wanneer u na het verschijnen van de onder‐houdsmelding Later selecteert, verdwijnt demelding en verschijnt na een bepaalde tijdopnieuw.

Instemming met gegevensoverdracht bijMercedes PRO connect

Voorwaarden R Er is een actieve service-oproep via het multi‐

mediasysteem of het bedieningspaneel dak‐console (→ pagina 257) aanwezig.

Als de diensten ongeval- en pechmanagement opMercedes PRO niet geactiveerd zijn, verschijnt demelding Wilt u voor een betere afhandeling van uw aanvraag gegevens en positie van de auto

naar de Mercedes-Benz Klantenservice verstu-ren?.# Ja selecteren.

Relevante identificatiegegevens worden auto‐matisch doorgegeven.

Meer informatie over Mercedes PRO: http://www.mercedes.pro

Overgedragen gegevens tijdens een service-oproep

In bepaalde landen is het nodig om de gegevens‐overdracht te bevestigen.

Wanneer u via Mercedes PRO connect eenservice-oproep activeert, worden verschillendegegevens overgedragen.

De volgende gegevens worden afhankelijk van degeactiveerde dienst bij een oproep overgedragen:

R VoertuigidentificatienummerR Reden van activering van de oproepR Ingestelde taal van het multimediasysteemR Bevestiging van de privacyverklaringR Momentele locatie van het voertuigR Service- en werkplaatscodeR Geselecteerde gegevens over de toestand van

het voertuig

De volgende gegevens worden overgedragen alser geen dienst is geactiveerd en de privacyverkla‐ring is bevestigd:

R VoertuigidentificatienummerR Reden van activering van de oproepR Ingestelde taal van het multimediasysteemR Bevestiging van de privacyverklaring

De volgende gegevens worden overgedragen alsde privacyverklaring is afgewezen:

R Reden van activering van de oproepR Afwijzing van de privacyverklaring

Mercedes PRO

Informatie over Mercedes PROWanneer u met een gebruikersaccount bij deMercedes PRO portal bent aangemeld, zijn erdienstverleningen en aanbiedingen vanMercedes-Benz Vans voor u beschikbaar.

De beschikbaarheid verschilt per land.

258 MBUX multimediasysteem

Page 261: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Voor meer informatie hierover contact opnemenmet een Mercedes-Benz-servicewerkplaats of deMercedes PRO portal bezoeken op: http://www.mercedes.pro

Mercedes-Benz noodoproepsysteem

Informatie over het Mercedes-Benz noodop‐roepsysteemHet Mercedes-Benz noodoproepsysteem werktalleen in gebieden waar mobiele dekking van deprovider beschikbaar is. Onvoldoende netwerk‐dekking van de provider kan ertoe leiden, datgeen noodoproep wordt verzonden.

Voor een automatische noodoproep moet hetcontact ingeschakeld zijn.

% Het Mercedes-Benz noodoproepsysteem is affabriek geactiveerd. Het gebruik van hetMercedes-Benz noodoproepsysteem is gratis.

Overzicht Mercedes-Benz noodoproepsys‐teemHet Mercedes-Benz noodoproepsysteem kanbelangrijke ondersteuning bieden bij het verkor‐ten van de tijd tussen het moment van het onge‐val en het arriveren van de reddingsdiensten opde plaats van het ongeval. Het ondersteunt delocatiebepaling bij een moeilijk te omschrijvenongevalsplaats.

De noodoproep kan automatisch (→ pagina 259)worden geactiveerd.

Het is ook mogelijkheid om de noodoproep hand‐matig te activeren (→ pagina 260). Een noodop‐roep alleen activeren voor het redden van uzelf ofanderen. Geen noodoproep bij pech of iets derge‐lijks activeren.

Melding op het display van het multimedia‐systeem:SOS NOT READY: Het contact is niet ingescha‐keld of er is een storing van het noodoproepsys‐teem aanwezig.

Zodra de noodoproep beschikbaar is, verdwijntde melding.

Tijdens een actieve noodoproep verschijnt op hetdisplay G.

Informatie over de regionale beschikbaarheid vanhet Mercedes-Benz noodoproepsysteem is ver‐krijgbaar onder: http://www.mercedes-benz.com/connect_ecall

% Wanneer geen noodoproep beschikbaar is,verschijnt op het multifunctioneel display van

het combi-instrument een overeenkomstigemelding.

Automatische noodoproep activeren

Voorwaarden R Het contact is ingeschakeld.R De startaccu is voldoende opgeladen.

Het Mercedes-Benz noodoproepsysteem verzendtautomatisch een noodoproep in de volgendegevallen:

R na de activering van de veiligheidssystemenzoals airbag of gordelspanner na een ongevalR na een automatisch geactiveerde noodstop

door de actieve noodstopassistent

De noodoproep is geactiveerd:

R Er wordt een spraakverbinding met deMercedes-Benz alarmcentrale tot standgebracht.R Er wordt een sms met ongevalsgegevens aan

de Mercedes-Benz alarmcentrale gestuurd.

De Mercedes-Benz alarmcentrale kan degegevens overeenkomstig de positie van hetvoertuig naar een van de algemene alarmcen‐trales sturen.R Onder bepaalde voorwaarden worden aanvul‐

lende gegevens via het spraakkanaal aan deMercedes-Benz alarmcentrale doorgegeven.

Op deze manier kunnen zo snel mogelijkmaatregelen worden getroffen voor het red‐den, bergen of wegslepen door eenMercedes-Benz -servicewerkplaats.

De SOS-toets in het bedieningspaneel dakcon‐sole knippert tot de noodoproep afgesloten is.

Een automatische noodoproep kan niet directworden beëindigd.

Wanneer het Mercedes-Benz noodoproepsysteemgeen noodoproep kan opbouwen met deMercedes-Benz alarmcentrale, wordt de noodop‐roep automatisch doorgestuurd naar de openbarealarmcentrale.

Wanneer ook geen verbinding met de openbarealarmcentrale kan worden gemaakt, verschijnteen overeenkomstige melding op het display.# Het alarmnummer 112 op de mobiele tele‐

foon invoeren.

Als een noodoproep wordt geactiveerd:

R Indien de verkeerssituatie dit toelaat, zo langin het voertuig blijven tot de spraakverbinding

MBUX multimediasysteem 259

Page 262: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

met de telefonist in de alarmcentrale is opge‐bouwd.R De telefonist bepaalt aan de hand van de

opname van het ongeval of een ambulanceen/of de politie op de plaats van het ongevalnoodzakelijk is.R Wanneer geen inzittende antwoordt, wordt

direct een ambulance naar het voertuiggestuurd.

Handmatige noodoproep activeren# Via de SOS-toets in het bedieningspaneel

dakconsole: De SOS-toets ten minste eenseconde lang indrukken.

# Via de spraakbediening: De gesprokenopdrachten van de LINGUATRONIC gebruiken(→ pagina 195).

De noodoproep is geactiveerd:

R Er wordt een spraakverbinding met deMercedes-Benz alarmcentrale tot standgebracht.R Indien de verkeerssituatie dit toelaat, zo lang

in het voertuig blijven tot de spraakverbindingmet de telefonist in de alarmcentrale is opge‐bouwd.R De telefonist bepaalt aan de hand van de

opname van het ongeval of een ambulanceen/of de politie op de plaats van het ongevalnoodzakelijk is.R Er wordt een sms met ongevalsgegevens aan

de Mercedes-Benz alarmcentrale gestuurd.

De Mercedes-Benz alarmcentrale kan degegevens overeenkomstig de positie van hetvoertuig naar een van de algemene alarmcen‐trales sturen.R Onder bepaalde voorwaarden wordt aanvul‐

lende data via het spraakkanaal aan deMercedes-Benz alarmcentrale doorgegeven.

Op deze manier kunnen zo snel mogelijkmaatregelen worden getroffen voor het red‐den, bergen of wegslepen door eenMercedes-Benz -servicewerkplaats.

Als het Mercedes-Benz noodoproepsysteem geennoodoproep met de Mercedes-Benz alarmcen‐trale kan opbouwen, wordt de noodoproep auto‐matisch doorgestuurd naar de openbare alarm‐centrale.

Wanneer ook geen verbinding met de openbarealarmcentrale kan worden gemaakt, verschijnteen overeenkomstige melding op het display vanhet multimediasysteem.

# Het alarmnummer 112 op de mobiele tele‐foon invoeren.

Per ongeluk geactiveerde Mercedes-Benznoodoproep beëindigen# ~ in het multifunctioneel stuurwiel selec‐

teren.

Verstuurde gegevens bij Mercedes-Benz nood‐oproepsysteemBij een automatische of handmatige noodoproepen bij het alarmnummer 112 worden gegevensverzonden aan de Mercedes-Benz alarmcentraleof de openbare alarmcentrale.

De volgende gegevens worden verzonden:

R GPS-positiegegevens van het voertuigR GPS-positiegegevens van de rijroute (een paar

100 m vóór het ongeval)R RijrichtingR VoertuigidentificatienummerR Soort aandrijving van het voertuigR Geschatte aantal personen in het voertuigR Mercedes PRO connect aanwezig of nietR Handmatig of automatisch geactiveerde

noodoproepR Tijdstip van het ongevalR Spraakinstelling bij het multimediasysteem

Voor meer informatie over het verloop van hetongeval kunnen tot een uur na het activeren vande noodoproep de volgende maatregelen wordengenomen:

R De actuele positie van het voertuig kan wor‐den opgeroepen.R Een spraakverbinding met de inzittenden kan

worden opgebouwd.

% Voor Rusland: Tot twee uur na een verstuurdenoodoproep kunnen verschillende functies,bijvoorbeeld het ontvangen van verkeersinfor‐matie, niet worden gebruikt.

Functie van de zelfdiagnose van het noodop‐roepsysteem (Rusland)Uw voertuig controleert de werking van het nood‐oproepsysteem elke keer als het contact wordtingeschakeld. Bij uitval van het systeem wordt uvia een tekstbericht op het combi-instrument ende rode melding SOS NOT READY op het displayvan het multimediasysteem geïnformeerd.

Controleer alstublieft of gedurende drie tot tienseconden na het inschakelen van het contact de

260 MBUX multimediasysteem

Page 263: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

rode melding SOS NOT READY in de rechterbovenhoek van het display van het multimedia‐systeem uitgeschakeld is. Dit betekent dat hetnoodoproepsysteem de diagnose met succesdoorstaan heeft. Schakel eventueel het displayvan het multimediasysteem in, als dit voordienwas uitgeschakeld.

Testmodus ERA-GLONASS starten/stoppen(Rusland)

Voorwaarden R De startaccu is voldoende opgeladen.R Het contact is ingeschakeld.R Het voertuig staat ten minste een minuut stil.

# Testmodus starten: De toets ~ in hetmultifunctioneel stuurwiel of de toets F inhet bedieningspaneel dakconsole ten minstevijf seconden lang indrukken.De testmodus wordt gestart en beëindigtautomatisch na het doorlopen van de taaltest.

# Testmodus handmatig stoppen: Het con‐tact uitschakelen of de toets F in hetbedieningspaneel dakconsole ten minste vijfseconden lang indrukken.De testmodus wordt onderbroken.

Online- en internetfuncties

Internetverbinding

Informatie over de internetverbinding

& WAARSCHUWING Gevaar voor afleidingdoor informatiesystemen en communica‐tieapparatuur

Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐greerde informatiesystemen en communica‐tieapparatuur bedient, kunt u van de ver‐keerssituatie worden afgeleid. Bovendien kuntu de controle over de auto verliezen.# Deze apparatuur alleen bedienen als de

verkeerssituatie dit toelaat.# Als dit niet kan worden gewaarborgd, op

een veilige plek stoppen en de invoeringals de auto stilstaat uitvoeren.

Bij het gebruik van het multimediasysteem dewettelijke bepalingen in acht nemen van het landwaar u zich op dat moment bevindt.

& WAARSCHUWING Gevaar voor afleidingdoor het bedienen van de mobiele com‐municatieapparatuur tijdens het rijden

Wanneer u tijdens het rijden de mobiele com‐municatieapparatuur bedient, kunt u van deverkeerssituatie worden afgeleid. Bovendienkunt u de controle over de auto verliezen.# Deze apparaten alleen bedienen als de

auto stilstaat.

Bij het gebruik van mobiele communicatieappara‐tuur in het voertuig de wettelijke voorschriften inacht nemen van het land waarin u zich bevindt.Om de Mercedes-Benz Apps en de internettoe‐gang te kunnen gebruiken, moet Mercedes PROconnect geactiveerd en ingeschakeld zijn. Verdermoet Mercedes PRO connect voor de internettoe‐gang geactiveerd zijn.

Afhankelijk van de uitrusting van het voertuig zijner de volgende mogelijkheden om een internet‐verbinding tot stand te brengen:

R Voertuigen met communicatiemodule:Internettoegang inclusief Mercedes PRO con‐nect diensten en dataroaming(→ pagina 261).R Voertuigen zonder communicatiemodule:

- Via Bluetooth® met voor data geschiktemobiele telefoon (→ pagina 262)

- Via Wi-Fi met voor data geschikte mobieletelefoon (→ pagina 261)

Tijdens het rijden zijn de internetfuncties beperktbruikbaar.

Functie van de communicatiemoduleBij voertuigen met een vast geïnstalleerde com‐municatiemodule wordt de internetverbindingverzorgd via een vast geïnstalleerde simkaart.

Als uw datalimiet wordt bereikt, zijn de MercedesPRO connect-diensten nog slechts beperktbeschikbaar. De gegevensopslag kan viaMercedes PRO connect worden aangeschaft. Bijeen Mercedes- Benz servicewerkplaats informe‐ren of het in uw land mogelijk is om datavolumete kopen.

Internetverbinding via Wi-Fi instellen

Voorwaarden R De functie Wi-Fi is op het multimediasysteem

geactiveerd (→ pagina 215).

MBUX multimediasysteem 261

Page 264: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R De functie Wi-Fi is op het externe apparaatgeactiveerd (zie de handleiding van de fabri‐kant).R Gedeeld internet via Wi-Fi is geactiveerd (zie

de handleiding van de fabrikant).

De internetverbinding via Wi-Fi vertoont een sto‐ring of functioneert niet:

R De mobiele telefoon is uitgeschakeld.R Op de mobiele telefoon is het gebruik van

mobiele-telefoondata gedeactiveerd.R Op het multimediasysteem is de functie Wi-Fi

uitgeschakeld.R Op het externe apparaat is de functie Wi-Fi

uitgeschakeld.R Op het externe apparaat is gedeeld internet

via Wi-Fi gedeactiveerd.

Multimediasysteem:,© . Instellingen . Systeem . Wi-

Fi & Bluetooth . Internetinstellingen . Ver-binden via Wi-Fi # Het netwerk selecteren.# Bij Wi-Fi-netwerk aanmelden (→ pagina 215).

Internetverbinding via Bluetooth® instellen

Voorwaarden R De mobiele telefoon ondersteunt het Blue‐

tooth®-profiel PAN (Personal Area Network)

R De mobiele telefoon is via Bluetooth® met hetmultimediasysteem verbonden(→ pagina 245).

De internetverbinding via Bluetooth® vertoonteen storing of functioneert niet:

R De mobiele telefoon is uitgeschakeld.R De mobiele telefoon is verbonden als extra

mobiele telefoon.R Er is niet voldoende mobiele-telefoonnetwerk‐

dekking beschikbaar.R Op de mobiele telefoon is het gebruik van

mobiele-telefoondata gedeactiveerd.R De functie Bluetooth® is op het multimedia‐

systeem uitgeschakeld en de mobiele tele‐foon moet via Bluetooth® worden verbonden.R De functie Bluetooth® is op de mobiele tele‐

foon uitgeschakeld en de mobiele telefoonmoet via Bluetooth® worden verbonden.

R Het mobiele-telefoonnet of de mobiele tele‐foon voorkomen dat er gelijktijdig een tele‐foon- en internetverbinding is.R Op de mobiele telefoon is gedeeld internet via

Bluetooth® niet vrijgegeven.

Wanneer een mobiele telefoon voor het eerst viaBluetooth® met het multimediasysteem wordtverbonden, leidt een assistent u door het instel‐len van de internetverbinding.

Als alternatief kan de internetverbinding handma‐tig worden ingesteld.

Meer informatie is verkrijgbaar bij http://www.mercedes-benz.com/connect of bij eenMercedes-Benz-servicewerkplaats.

Multimediasysteem:,© . Instellingen . Systeem . Wi-

Fi & Bluetooth . Internetinstellingen . Ver-binden via Bluetooth # De mobiele telefoon selecteren.

De internetverbinding is ingesteld.

Automatisch verbinding met internet makenMultimediasysteem:,© . Instellingen . Wi-Fi & Blue-

tooth . Internetinstellingen # De mobiele telefoon markeren.# r selecteren.# Permanente internetverbinding inschakelen

.

Vrijgave van een mobiele telefoon voor inter‐nettoegang annulerenMultimediasysteem:,© . Instellingen . Systeem . Wi-

Fi & Bluetooth . Internetinstellingen # In de regel van de mobiele telefoon r

selecteren.# Configuratie wissen selecteren.# Ja selecteren.

Details van de mobiele telefoon weergevenMultimediasysteem:,© . Instellingen . Systeem . Wi-

Fi & Bluetooth . Internetinstellingen # In de regel van de mobiele telefoon r

selecteren.# Details selecteren.

262 MBUX multimediasysteem

Page 265: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Internetverbinding opbouwenMultimediasysteem:,© . Mercedes PRO & Apps # Bijvoorbeeld z Browser selecteren.

% Het multimediasysteem bouwt in de regel deinternetverbinding automatisch op. Wanneerhet multimediasysteem niet met internet ver‐bonden is, wordt de internetverbinding opge‐bouwd bij gebruik van een internettoepas‐sing.

Automatisch verbreken van de internetverbin‐ding instellenMultimediasysteem:,© . Instellingen . Systeem . Wi-

Fi & Bluetooth . Internetinstellingen # In de regel van de mobiele telefoon r

selecteren.# Verbreken bij inactiviteit selecteren.

De volgende opties staan ter beschikking

R 5 minutenR 10 minutenR 20 minutenR Onbegrensd

# Een optie selecteren.

Verbindingsstatus

Overzicht verbindingsstatus

1 Weergave van de bestaande verbinding en deontvangststerkte van de communicatiemo‐dule of van het verbonden Bluetooth®-appa‐raat

Verbindingsstatus weergevenMultimediasysteem:,© . Instellingen . Systeem . Wi-

Fi & Bluetooth # Internetstatus selecteren.

% Bij een verbinding via Wi-Fi of een Blue‐tooth®-apparaat wordt het globaal verstuurdegegevensvolume weergegeven. De juistewaarde kunt u bij uw provider opvragen.

Webbrowser

Website oproepen

& WAARSCHUWING Gevaar voor afleidingdoor informatiesystemen en communica‐tieapparatuur

Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐greerde informatiesystemen en communica‐tieapparatuur bedient, kunt u van de ver‐keerssituatie worden afgeleid. Bovendien kuntu de controle over de auto verliezen.# Deze apparatuur alleen bedienen als de

verkeerssituatie dit toelaat.# Als dit niet kan worden gewaarborgd, op

een veilige plek stoppen en de invoeringals de auto stilstaat uitvoeren.

Bij het gebruik van het multimediasysteem dewettelijke bepalingen in acht nemen van het landwaar u zich op dat moment bevindt.Multimediasysteem:,© . MERCEDES PRO &

APPS .z Browser

Nieuwe website oproepen# ä selecteren.# Een webadres invoeren.# ¬ selecteren.

% De functie verschilt per land.

% Tijdens het rijden kunnen geen websites wor‐den weergegeven.

Website oproepen uit geschiedenis# De vorige of volgende site uit de geschiedenis

oproepen: X of Y selecteren.

MBUX multimediasysteem 263

Page 266: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Overzicht webbrowser

1 URL-invoerveld2 Favorieten

3 Website achteruit4 Website vooruit

5 Actualiseren/afbreken6 Opties

Webbrowseropties oproepenMultimediasysteem:,© . MERCEDES PRO &

APPS .z Browser .Z

De volgende functies zijn beschikbaar:

R BladwijzersR Opties met de instellingen:

- Browserinstellingen- Browsergegevens wissen

# Een optie selecteren.# De instellingen uitvoeren.

Webbrowserinstellingen oproepenMultimediasysteem:,© . MERCEDES PRO &

APPS .z Browser .Z . Browserin-stellingen

De volgende functies zijn beschikbaar:

R Popups blokkerenR Javascript activerenR Cookies toestaan

# Een functie in- O of uitschakelen ª.

Internetgeschiedenis wissenMultimediasysteem:,© . MERCEDES PRO &

APPS .z Browser .Z . Browser-gegevens wissen

De volgende opties staan ter beschikking:

R AllesR CacheR CookiesR Ingevoerde URL's

# Een optie selecteren.# Ja selecteren.

Favorieten beherenMultimediasysteem:,© . MERCEDES PRO &

APPS .z Browser #

selecteren.

Favorieten selecteren# Een item selecteren.

Favorieten aanmaken# Actuele website toevoegen aan bladwijzers

selecteren.# Een naam invoeren.

264 MBUX multimediasysteem

Page 267: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Bestätigen (Bevestigen) selecteren.

Favorieten bewerken#

achter een favoriet selecteren.# Bewerken selecteren.# Een naam invoeren.# Bestätigen (Bevestigen) selecteren.

Favorieten wissen#

achter een favoriet selecteren.# Wissen selecteren.# Ja selecteren.

Webbrowser afsluitenMultimediasysteem:,© . MERCEDES PRO &

APPS .z Browser # © selecteren.

Internetradio

Internetradio oproepen

Voorwaarden % De functie internetradio is alleen in bepaalde

landen beschikbaar.

R De dienst is beschikbaar.R Datavolume is aanwezig.

Afhankelijk van het betreffende land moet ditworden aangekocht.R Er is een snelle internetverbinding voor een

storingsvrije overdracht aanwezig.

De diensten zijn afhankelijk van het betref‐fende land.

Voor meer informatie hierover contact opne‐men met een Mercedes-Benz-servicewerk‐plaats.

Multimediasysteem:,© . Radio # TuneIn radio selecteren.

Het menu Internetradio verschijnt. U hoort delaatst ingestelde zender.

% De verbindingskwaliteit is afhankelijk van deplaatselijke ontvangst van het mobiele-tele‐foonnet.

MBUX multimediasysteem 265

Page 268: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Overzicht internetradio

1 Extra informatie van deactuele zender

2 Weergave indien met privégebruikersaccount verbon‐den

3 Gegevensoverdrachtsnel‐heid

4 Opties5 Favorieten6 Starten/stoppen

7 Browsen8 Zoeken9 Geselecteerde categorieA Internetradio provider

Internet-radiozenders selecteren en verbin‐denMultimediasysteem:,© . Radio . TuneIn radio #

selecteren.# Een categorie selecteren.# Een zender selecteren.

De verbinding wordt automatisch opgebouwd.

of# Het zoekveld selecteren.# Een zendernaam via het invoerveld invoeren.

% Bij het gebruik van de internetradio kunnengrote hoeveelheden data worden overgedra‐gen.

Internet-radiozender als favoriet opslaan/wissenMultimediasysteem:,© . Radio . TuneIn radio # Een zender selecteren.# ß selecteren.

De favorietenlijst met alle opgeslagen zendersverschijnt.

# Aan favorieten toevoegen selecteren.

of# Een account bij de online-aanbieder (TuneIn

radio) aanmaken en vervolgens bij het multi‐mediasysteem aanmelden.Uw favorieten worden op het multimediasys‐teem opgeslagen.

Favoriet wissen# Een zender selecteren.# ß selecteren.# Favoriet wissen selecteren.

Opties van de internetradio instellenMultimediasysteem:,© . Radio . TuneIn radio .Z

De volgende opties staan ter beschikking:

R Stream selecteren: Selecteren van de stream‐kwaliteit.R TuneIn account aanmelden: Aanmelden van

uw TuneIn gebruikersaccount.R Account afmelden: Afmelden van uw TuneIn

gebruikersaccount.

# Een optie selecteren.

266 MBUX multimediasysteem

Page 269: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Zenderlijst van de laatst geselecteerde cate‐gorie oproepenMultimediasysteem:,© . Radio . TuneIn radio # Op de cover van de actuele zender drukken.

Afhankelijk van hoe de zender is geselec‐teerd, wordt een zenderlijst getoond.

Media

Informatie over de mediafunctie

Informatie over ondersteunde formaten engegevensdragers

& WAARSCHUWING Gevaar voor afleidingdoor bediening van gegevensdragers

Wanneer u tijdens het rijden gegevensdragersbedient, kunt u van de verkeerssituatie wor‐den afgeleid. Bovendien kunt u de controleover de auto verliezen.# Gegevensdragers alleen bedienen als de

auto stilstaat.

Het multimediasysteem ondersteunt de vol‐gende formaten en gegevensdragers:

Toegestanegegevenssys‐temen

FAT32, exFaT, NTFS

Toegestanegegevensdra‐gers

Usb-apparatuur, iPod®/iPhone®, MTP-apparatuur,Bluetooth® audioapparatuur

Onder‐steunde for‐maten

Audio: MP3, WMA, AAC, WAV,FLAC, ALAC

R Het multimediasysteem beheert in totaal tot50000 ondersteunde bestanden.R Er worden gegevensdragers tot 2 TB onder‐

steund (32‑bit-architectuur)

% De volgende aanwijzingen in acht nemen:

R Door het grote aantal op de marktbeschikbare usb-apparaten kan niet wor‐den gewaarborgd dat alle usb-apparatenkunnen worden weergegeven.R Mp3-spelers moeten het Media Transfer

Protocol (MTP) ondersteunen.

Informatie over auteursrecht en merksymbo‐lenAudiobestanden die u zelf kunt converteren voorweergave of die u rechtstreeks afspeelt, vallenonder het auteursrecht. In veel landen mogenzonder toestemming van de rechthebbende geenkopieën, ook niet voor privé-doeleinden, wordengemaakt. Zorg ervoor dat u met de geldendevoorschriften met betrekking tot het auteursrechtbekend bent en deze in acht neemt.

Onder licentie van Dolby Laboratories geprodu‐ceerd. Dolby, Dolby Audio en het dubbel-D-sym‐bool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.

Gracenote, MusicID, Playlist Plus, het Gracenote-logo en het opschrift "Powered by Gracenote" zijngeregistreerde merknamen of merknamen vanGracenote, Inc. in de USA en/of andere landen.

MBUX multimediasysteem 267

Page 270: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

For DTS patents, see http://patents.dts.com.Manufactured under license from DTS LicensingLimited. DTS, the Symbol, & DTS and the Symbol

together are registered trademarks, and DTS Tru‐Volume is a trademark of DTS, Inc.© DTS, Inc. AllRights Reserved.

Overzicht menu Media

1 Vorige titel of snel terug‐spoelen

2 Volgende titel of snel voor‐uitspoelen

3 Albumcover4 Actieve mediabron5 Actuele titel/titel in weer‐

gavelijst

6 Actieve gegevensdrager7 Titel8 Artiest9 HerhalingA Instellingen (alleen voor

videofunctie)B Overige opties

C Weergave regelenD TijdbalkE CategorieënF MuziekzoekenG Randomweergave

Gegevensdrager met het multimediasysteemverbinden

Usb-apparatuur aansluiten

* AANWIJZING Schade bij hoge tempera‐turen

Hoge temperaturen kunnen usb-apparatenbeschadigen.# Sd-apparaten na gebruik verwijderen en

uit de auto nemen.

De multimedia-aansluiteenheid bevindt zich in hetopbergvak van de middenconsole en beschiktover twee usb-aansluitingen van het type C.

268 MBUX multimediasysteem

Page 271: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Het usb-apparaat met de usb-aansluiting ver‐binden.

% Bij het tegelijkertijd aansluiten van meerdereApple® apparaten op de volgorde lettenwaarin u de apparatuur aansluit. Het multi‐mediasysteem maakt daarbij alleen verbin‐ding met het apparaat dat het eerst wordtaangesloten. Andere tegelijkertijd aangeslo‐ten Apple® apparatuur wordt alleen vanstroom voorzien.

Bluetooth® audioapparatuur zoeken en autori‐seren

Voorwaarden R Op het multimediasysteem en op de audioap‐

paratuur is Bluetooth® ingeschakeld.R De audioapparatuur ondersteunt de Blue‐

tooth® audioprofielen A2DP en AVRCP.R De audioapparatuur is voor andere appara‐

tuur "zichtbaar".

Multimediasysteem:,© . Media . Bluetooth . ª

Nieuwe Bluetooth® audioapparatuur autorise‐ren# Nieuw apparaat verbinden selecteren.

De gevonden apparatuur wordt in de appara‐tenlijst weergegeven.

# Audioapparatuur selecteren.De autorisatie wordt gestart. Op het multime‐diasysteem en op de mobiele telefoon ver‐schijnt een code.

# Wanneer de codes identiek zijn, dit op deaudioapparatuur bevestigen.

# Alleen als Bluetooth Audio-apparaat selecte‐ren.De Bluetooth® audioapparatuur wordt met hetmultimediasysteem verbonden.

Reeds geautoriseerde Bluetooth® audioappa‐ratuur verbinden# Bluetooth® audioapparatuur uit de lijst selec‐

teren.De verbinding wordt opgebouwd.

Mediaweergave starten

Een gegevensdrager is met het multimediasys‐teem verbonden.

Multimediasysteem:,© . Media # USB of Bluetooth als mediabron selecteren.

Mediaweergave aansturen

Multimediasysteem:,© . Media # Weergave pauzeren: Ë selecteren.# Weergave voortzetten: X selecteren.#

Titel herhalen: selecteren.

Voor het herhalen bestaan de volgende instel‐lingen:

R Eenmaal selecteren: De actieve playlistwordt herhaald.R Tweemaal selecteren: De actuele titel

wordt herhaald.R Driemaal selecteren: De herhaling wordt

gedeactiveerd.# Titel in willekeurige volgorde afspelen:

selecteren.# Titel vooruit- of terugspoelen: de tijdbalk

op de gewenste plaats aantippen.# Volgende titel selecteren: ►| selecteren.# Vorige titel selecteren: |◄ selecteren.# Titel snel doorspoelen: |◄ of ►| ingedrukt

houden.# Actuele titellijst weergeven: de weergege‐

ven titelafbeelding selecteren.

Overige opties voor de mediaweergave instel‐len

Multimediasysteem:,© . Media

Meer opties oproepen# f selecteren.

De verdere opties worden weergegeven.

De volgende opties staan ter beschikking:

R VerrassingsmixEr wordt een weergavelijst met toevallig geko‐zen titels aangemaakt.R Aan Lievelingsnummers toev.

MBUX multimediasysteem 269

Page 272: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

De actuele titel wordt aan de favoriete liedjestoegevoegd.R Uit Lievelingsnummers verw.

De actuele titel wordt uit de favoriete liedjesverwijderd.

# Een optie selecteren.

Mediazoeken

Informatie over zoeken in categorieën

Onder My Music kunnen alle beschikbaremediabestanden worden doorzocht. Hiervoor zijnverschillende categorieën beschikbaar. De weer‐gegeven categorieën zijn afhankelijk van het ver‐bonden apparaat en bestandsformaat.

Beschikbare categorieën bij Bluetooth® audioap‐paratuur:

R Actuele titellijstDe mappen en categorieën van het verbon‐den apparaat worden weergegeven.

Beschikbare categorieën bij audiobestanden:

R Actuele titellijstR WeergavelijstenR MapR AlbumsR ArtiestenR TitelsR LievelingsnummersR Vaak afgespeeldR Recent toegevoegdR Stemming (→ pagina 271).R MuziekrichtingenR JaarR ComponistenR Selectie op coverR Podcasts (Apple®-apparatuur)R Gesproken boeken (Apple®-apparatuur)

Beschikbare categorieën bij videobestanden:

R MapR Video's

% De categorieën zijn beschikbaar, zodra degehele inhoud van het medium gelezen engeanalyseerd is.

Zoeken in categorieën startenMultimediasysteem:,© . Media . My Music # Een categorie selecteren.

De mediabestanden worden weergegevenovereenkomstig de geselecteerde categorie,bijvoorbeeld bij de categorie Albums wordenalle albums weergegeven.

Weergegeven resultaten sorteren of allegevonden media afspelen# Ä selecteren.# Alle gevonden treffers van de categorie

afspelen: Alles afspelen selecteren.Indien bijvoorbeeld de categorie albumsactief is, worden alle gevonden albums van degezochte artiest afgespeeld.

# Resultaten alfabetisch sorteren: Sorteren van A-Z selecteren.

# Resultaten omgekeerd alfabetisch sorte‐ren: Sorteren van Z-A selecteren.

% De beschikbare opties zijn afhankelijk van degeselecteerde categorie en het verbondenapparaat.

Zoeken op trefwoord gebruikenMultimediasysteem:,© . Media . My Music

In de categorieën onder My Music kan viahet zoeken op trefwoord met vrije tekstinvoernaar inhoud worden gezocht.# Een categorie selecteren.# Zoeken selecteren.

Er verschijnt een toetsenbord voor het invoe‐ren van tekens.

# Het gezochte begrip invoeren.

% Het zoeken begint met het eerst ingevoerdeteken. Des te meer tekens worden ingevoerd,des te concreter worden de zoekresultaten.

# Het gewenste item uit de lijst met treffersselecteren.Indien het geselecteerde item een album, liedof een weergavelijst is, wordt de weergavegestart. Is het geselecteerde item een nieuwecategorie, dan wordt deze in de zoekfunctiegeopend.

270 MBUX multimediasysteem

Page 273: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Titel op stemming zoekenMultimediasysteem:,© . Media . My Music

Via het My Music-zoeken kunnen muziektitelspassen bij een stemming worden gezocht.# Stemming selecteren.

Een raster met de volgende stemmingen ver‐schijnt:

R PositiefR RustigR Donker

R Energiek# De regelaar in de gewenste stand trekken.

Er wordt gezocht op titels die passen bij deaangegeven stemming.

Radio

Radio inschakelen

Multimediasysteem:,© . Radio # Alternatief: De toets $ indrukken.

De radioweergave verschijnt. U hoort delaatst ingestelde zender in de laatst inge‐stelde frequentieband.

Overzicht radio

1 Actieve frequentieband2 Zendernaam of ingestelde

frequentie3 Artiest, titel, album en radi‐

otekst

4 Opties5 Volledig scherm/DAB Slide‐

show6 Geluidsuitschakelfunctie

7 Zenderlijst8 Zoekveld

Frequentieband instellen

Multimediasysteem:,© . Radio # Een frequentieband selecteren.

Radiozender instellen

Multimediasysteem:,© . Radio # Op het bedieningselement naar links of rechts

vegen.

MBUX multimediasysteem 271

Page 274: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Radiozenderlijst oproepen

Multimediasysteem:,© . Radio #

selecteren.De zenderlijst verschijnt

# Een zender selecteren.

Radiozender via zendernaam of directe fre‐quentie-invoer zoeken

Multimediasysteem:,© . Radio #

selecteren.# è selecteren.# Een zendernaam of een frequentie invoeren.# Een zender selecteren.

Radiozender opslaan

Multimediasysteem:,© . Radio # Een radiozender selecteren.

Vrije geheugenpositie in het zendergeheugenaanwezig# W selecteren.

of# De radiozender lang indrukken.

Record in het zendergeheugen vervangen# Een record in het zendergeheugen lang

indrukken.# Ja selecteren.

Zendergeheugen bewerken

Multimediasysteem:,© . Radio

Zender verschuiven:# Een opgeslagen zender lang indrukken.# Verplaatsen selecteren.# De zender op de nieuwe plaats schuiven.

Zender wissen:# Een zender lang indrukken.

# Wissen selecteren.

Zender vervangen:# Een zender lang indrukken.# Van radiozender wisselen selecteren.

Functie frequentie vastzetten in- of uitschake‐len

Multimediasysteem:,© . Radio # Frequentie vast voor het in- of uitschakelen

selecteren.Als de functie is ingeschakeld, wordt dezelfdefrequentie vastgehouden, ook als de ont‐vangst slecht is.

Verkeersinformatie in- en uitschakelen

Multimediasysteem:,© . Radio .Z # Verkeersinfo in- of uitschakelen.

Volumeverhoging verkeersinformatie instel‐len

Multimediasysteem:,© . Radio .Z . Geluid # Overige geluidsinstellingen selecteren.# Navigatie- en verkeersinformatie selecteren.# VOLUMEVERHOGING VERKEERSINFO selec‐

teren.# Een waarde instellen.# De waarde overnemen: q selecteren.

Radiotekst weergeven

Multimediasysteem:,© . Radio .Z # Radiotekstinformatie weergeven in- of uit‐

schakelen.

Sound

Klankinstellingen

Informatie over het sound systemHet sound system is beschikbaar voor alle radio-en mediafuncties. De instellingen voor bijvoor‐beeld de equalizer zijn van invloed op de weer‐gave van alle mediabronnen.

272 MBUX multimediasysteem

Page 275: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Geluidsmenu oproepenMultimediasysteem:,© . Media . Geluid

De volgende functies zijn beschikbaar:

R EqualizerR Balans en FaderR Auto. volumenormalisatie

# Een geluidsmenu selecteren.

Hoge, midden en lage tonen instellenMultimediasysteem:,© . Media . Geluid # TREBLE, MIDDLE of BASS instellen.

Volumeaanpassing in- en uitschakelenMultimediasysteem:,© . Media . Geluid . Ä . A

uto. volumenormalisatie

De automatische volumeaanpassing compen‐seert volumeverschillen bij wisseling tussen audi‐obronnen.# Auto. volumenormalisatie in- of uitschakelen.

Balans/fader instellenDe beschikbaarheid van deze functie is afhanke‐lijk van de uitrusting van het voertuig.

Multimediasysteem:,© . Media . Geluid # Balans en fader instellen.

MBUX multimediasysteem 273

Page 276: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Aanwijzing met betrekking tot beladings‐richtlijnen

& WAARSCHUWING Vergiftigingsgevaardoor uitlaatgassen

Verbrandingsmotoren stoten giftige uitlaat‐gassen, bijvoorbeeld koolmonoxide, uit. Alsde achterdeur is geopend als de motor draait,in het bijzonder tijdens het rijden, kunnen uit‐laatgassen in het interieur binnendringen.# Altijd de motor afzetten alvorens de

achterdeur te openen.# Nooit met een geopende achterdeur rij‐

den.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor onbeveiligde voorwerpen in hetvoertuig

Wanneer voorwerpen niet beveiligd of onvol‐doende beveiligd zijn, kunnen ze verschuiven,omvallen of rondslingeren en daardoor inzit‐tenden raken.

Dat geldt ook voor:

R Bagage of ladingR Uitgebouwde stoelen, die bij uitzondering

in het voertuig worden vervoerd.

Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonderbij remmanoeuvres of abrupte veranderingenvan richting!# Voorwerpen altijd zodanig opbergen,

dat ze niet kunnen rondslingeren.# Voorwerpen, bagage of lading voordat u

wegrijdt beveiligen tegen verschuiven enomvallen.

# Wanneer een stoel wordt uitgebouwd,deze bij voorkeur buiten het voertuigopbergen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor ongeschikt opbergen van voorwer‐pen

Als voorwerpen op ongeschikte wijze in hetinterieur worden opgeborgen, kunnen ze ver‐schuiven of rondvliegen en daardoor inzitten‐den raken. Bovendien kunnen bekerhouders,geopende opbergvakken en mobiele-telefoon‐houders bij een ongeval de daarin aanwezigevoorwerpen niet altijd tegenhouden.

Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonderbij remmanoeuvres of plotselinge richtingswij‐zigingen!# Voorwerpen altijd zodanig opbergen,

dat ze in deze of vergelijkbare situatiesniet kunnen rondvliegen.

# Altijd waarborgen dat voorwerpen nietuit opbergvakken, bagagenetten ofopbergnetten steken.

# De afsluitbare opbergvakken voor aan‐vang van de rit sluiten.

# Zware, harde, scherpe, breekbare of tegrote voorwerpen altijd in de bagage‐ruimte opbergen en beveiligen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐wonden door uitlaateindpijpen en uitlaat‐sierstukken

Uitlaateindpijpen en uitlaatsierstukken kun‐nen zeer heet zijn. Als deze onderdelen vande auto worden aangeraakt, kunt u zich bran‐den.# In de omgeving van de uitlaateindpijpen

en uitlaatsierstukken altijd bijzondervoorzichtig zijn en in deze omgeving inhet bijzonder kinderen in de gaten hou‐den.

# Onderdelen van de auto laten afkoelenalvorens ze aan te raken.

Wanneer een dakdrager wordt gebruikt, neemdan de maximumdakbelasting en het maximum‐draagvermogen van de dakdrager in acht.

Informatie over de maximumdakbelasting vindt uin "Technische gegevens" en informatie over dak‐dragers vindt u in "Dragersystemen" .

Wanneer lading op het dak wordt vervoerd endeze meer dan 40 cm buiten de dakrand uit‐steekt, kunnen camera-gebaseerde rijsystemenen de sensorfuncties van de binnenspiegel nade‐lig worden beïnvloed. Daarom erop letten dat delading niet meer dan 40 cm uitsteekt.

Het rijgedrag van het voertuig is afhankelijk vande ladingverdeling. Daarom bij het beladen devolgende aanwijzingen in acht nemen:

R Met de belading inclusief personen niet hettoegestaan totaalgewicht en de toegestaneasbelastingen van het voertuig overschrijden.R Niet tot boven de bovenzijde van de rugleu‐

ningen beladen.

274 Vervoeren

Page 277: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R Indien mogelijk de lading altijd in de laad‐ruimte vervoeren.R De lading aan de sjorogen beveiligen en deze

gelijkmatig belasten.R Sjorogen en bevestigingsmaterialen gebrui‐

ken die geschikt zijn voor het gewicht en degrootte van de lading.

Ladingverdeling

* AANWIJZING Gevaar voor beschadigingvan de vloerbedekking

Te hoge puntbelastingen op de laadruimtebo‐dem leiden tot verslechtering van de rijeigen‐schappen en kan de vloerbedekking bescha‐digen.# Voertuigen met achterwielaandrij‐

ving: Lading gelijkmatig verdelen. Hettotale zwaartepunt van de lading moetaltijd zo laag mogelijk, in het midden entussen de assen, in de buurt van deachteras liggen; dit controleren.

# Voertuigen met voorwielaandrijving: Lading gelijkmatig verdelen. Het totalezwaartepunt van de lading moet altijd zolaag mogelijk, in het midden en tussende assen, in de buurt van de vooras lig‐gen; dit controleren.

Te hoge puntbelastingen op de laadruimtebodemleiden tot verslechtering van de rijeigenschappenen kan de vloerbedekking beschadigen.

Bij voertuig met gesloten opbouw en Combi:

R De lading altijd in de laadruimte vervoeren.R De lading altijd tegen de rugleuning van de

achterbank zetten.R Grotere en zware lading zo ver mogelijk in de

rijrichting gezien naar voren tegen de achter‐bank schuiven. De lading tegen de achter‐bank aan laden.R De lading altijd met geschikte transporthulp‐

middelen en sjormiddelen extra beveiligen.R Niet tot boven de bovenzijde van de rugleu‐

ningen beladen.R De lading achter stoelen vervoeren die niet

bezet zijn.R Als de achterbank niet bezet is, de gordelslot‐

tongen van de veiligheidsgordels kruiselingsin het tegenoverliggende gordelslot steken.

Ladingverankering

Aanwijzingen met betrekking tot de ladingver‐ankering

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len en letsel bij verkeerd gebruik van desjorbanden

Wanneer de sjorbanden bij de ladingveranke‐ring verkeerd worden aangebracht, kan bijabrupte verandering van richting, bij remma‐noeuvres of bij een ongeval het volgendegebeuren:

R Door het overschrijden van de maximalebelasting kan het sjoroog loskomen of desjorband scheuren.R De lading kan niet worden tegengehou‐

den.

Daardoor kan de lading gaan schuiven, omval‐len of rondslingeren en inzittenden raken.# Sjorbanden altijd vakkundig tussen de

beschreven sjorogen spannen.# Altijd sjorbanden gebruiken, die voor de

belasting gemaakt zijn.

% De opgaven over de maximale belastbaarheidvan de afzonderlijke sjorpunten in achtnemen. Wanneer voor de ladingverankeringverschillende sjorpunten worden gebruikt,moet altijd de maximale belastbaarheid vanhet zwakste sjorpunt in acht worden geno‐men. Bij bijvoorbeeld een noodstop kunnenkrachten optreden, die een veelvoud kunnenzijn van het gewicht van de lading. Altijdmeerdere sjorpunten gebruiken om de krach‐ten te verdelen. De sjorpunten of de sjorogengelijkmatig belasten.

Neem bij het gebruik van de sjorband altijd dehandleiding of de aanwijzingen van de fabrikantvan de sjorband in acht.

Informatie over de maximale belastbaarheid vande sjorpunten (→ pagina 359)

Als chauffeur bent u er altijd voor verantwoorde‐lijk dat:

R de lading tegen wegglijden, omvallen, rollenof vallen beveiligd is.

Zowel rekening houden met gebruikelijke ver‐keerssituaties als met uitwijkmanoeuvres,noodstops en slechte weggedeelten.

Vervoeren 275

Page 278: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R de ladingverankering voldoet aan de geldendeeisen en regels van de techniek voor lading‐verankering.

Als dit niet het geval is, kan dit, afhankelijkvan de wetgever en van de daardoor ontstanegevolgen, strafbaar zijn. Daarom altijd devoorschriften van het betreffende land in achtnemen.

Voor iedere rit en met regelmatige intervallen tij‐dens een langere rit de ladingverankering contro‐leren. Een verkeerde of onvoldoende ladingveran‐kering corrigeren. Informatie over vakkundigeladingverankering is bijvoorbeeld verkrijgbaar bijde fabrikanten van transporthulpmiddelen of vansjormiddelen voor de ladingverankering.R Tussenruimtes tussen de lading en de laad‐

bakschotten en wielkasten gelijkmatig opvul‐len. Hiervoor vormstabiele transporthulpmid‐delen, zoals wiggen, houten blokken of stoot‐kussens gebruiken.R Stabiele lading in alle richtingen vastzetten.

De sjorpunten of de sjorogen en de lading‐rails in de laadruimte of op de laadvloergebruiken.

Uitsluitend volgens de geldende normen (bij‐voorbeeld DIN EN) gecontroleerde sjormidde‐len, bijvoorbeeld blokkeerbalken, blokkeer‐stangen of sjornetten en sjorbanden gebrui‐ken. Zo mogelijk altijd de dichtst bij de ladingaanwezige sjorpunten gebruiken en scherperanden afdekken.

In het bijzonder bij zware lading eerst de sjor‐ogen gebruiken voor het vastzetten.

% Volgens de geldende normen (bijvoorbeeldDIN EN) goedgekeurde sjormiddelen zijn ver‐krijgbaar bij iedere vakhandel of bij eengekwalificeerde werkplaats.

Overzicht sjorpunten

Sjorpunten (voorbeeld Combi)1 Sjorogen

Sjorpunten (voorbeeld voertuig met geslotenopbouw zonder ladingrails)

1 Sjorogen

276 Vervoeren

Page 279: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Sjorpunten (voorbeeld chassiscabine)1 Sjorogen

Sjorpunten (voorbeeld chassiscabine)1 Sjorogen

Als de laadbakschotten verwijderd zijn, kunnenook de sjorpunten links- en rechtsonder op dedwarsdragers worden gebruikt.

Losse lading, vooral op de laadbak, kan met eengoedgekeurd sjornet of een dekzeil worden bevei‐ligd.

De sjornetten of dekzeilen altijd aan alle beschik‐bare sjorpunten bevestigen. Daarbij erop lettendat de bevestigingshaken tegen onbedoeld ope‐nen zijn beveiligd.

Als het voertuig beschikt over ladingrails in debodem, kunnen blokkeerbalken direct voor enachter de lading worden aangebracht. De blok‐keerbalken vangen de mogelijke schuifkrachtendirect op.

Het vastzetten van lading door deze vast te sjor‐ren aan de laadruimtebodem wordt alleen aanbe‐volen voor lichte lading. Antislipmatten onder delading aanbrengen, voor een betere beveiliging.

Sjorogen aanbrengen en verwijderen

# Aanbrengen: Het sjoroog door een zo dichtmogelijk bij de lading liggende uitsparing inde ladingrail schuiven, tot de vergrendelingvergrendelt in de uitsparing.

% Wanneer de vergrendeling naar boven uit deuitsparing wordt getrokken, kan het sjoroogin de ladingrail worden verschoven. Erop let‐ten dat de vergrendeling altijd in een uitspa‐ring vergrendelt.

# Het sjoroog op vastzitten controleren.# Verwijderen: De vergrendeling omhoogtrek‐

ken en het sjoroog in de richting van de ver‐grendeling door een uitsparing uit de lading‐rail trekken.

Dragersystemen

Dakdragers

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len bij overschrijden van de maximum‐dakbelasting

Als u het dak en alle aanbouwdelen die zichaan de buiten- en binnenzijde van het voer‐tuig bevinden belaadt, neemt het zwaartepuntvan het voertuig toe en kunnen rij-eigen‐schappen zoals stuur- en remgedrag verande‐ren. Het voertuig helt bij het rijden door boch‐ten sterker over en kan zwaarder reageren opstuuruitslagen.

Wanneer de maximumdakbelasting wordtoverschreden, worden de rij-eigenschappenen het stuur- en remgedrag sterk nadeligbeïnvloedt.# Beslist de maximumdakbelasting aan‐

houden en de rijstijl aanpassen.

Vervoeren 277

Page 280: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

1 Bevestigingsrails

Informatie over de maximale dakbelasting vindt uin het hoofdstuk "Technische gegevens"(→ pagina 359).

De volgende punten met betrekking tot de mon‐tage van dakdragers in acht nemen:

R De bouten van de dakdrager in de daarvoorbedoelde groefelementen met een koppel van8 Nm – 10 Nm vastzetten.R De bouten komen als ze zijn aangehaald niet

in aanraking met de rails.R De groefelementen bevinden zich niet bij de

kunststoffen kappen.R De groefstukken moeten de juiste diameter

hebben.R De bevestigingsrails zijn aan de binnenzijde

vrij van vuilR De bouten na circa 500 km nogmaals gelijk‐

matig aanhalen.

Mercedes-Benz adviseert om alleen doorMercedes-Benz gecontroleerde en goedgekeurdedakdragers te gebruiken. Deze helpen om schadeaan het voertuig te voorkomen.

Als achteraf bevestigingsrails moeten wordengemonteerd, moeten deze door een gekwalifi‐ceerde werkplaats worden ingebouwd. Anderskan het voertuig worden beschadigd.

Als het voertuig is voorzien van bevestigingsrailsop het dak, kunnen dakdragers op het dak wor‐den gemonteerd. Daarvoor bestaan er speciale

bevestigingselementen (glijstukken) als acces‐soire.

Deze bevestigingselementen zijn verkrijgbaar bijelke Mercedes-Benz-servicewerkplaats.

Ladderdragers

Ladderdrager bij chassiscabine (voorbeeld)1 Ladderdrager vóór2 Ladderdrager achter

De belangrijke veiligheidsaanwijzingen in hethoofdstuk "Aanwijzingen met betrekking tot hetbeladen" in acht nemen (→ pagina 75).

Informatie over de maximumbelasting van de lad‐derdrager vindt u in het hoofdstuk "Technischegegevens" (→ pagina 360).

Binnendakdragersysteem

* AANWIJZING Gevaar voor beschadigingdoor gordelbanden en glijders

Te hoge puntbelastingen op de gordelbandenen de glijders kan ertoe leiden, dat de gordel‐banden afscheuren of dat de glijders losko‐men uit de draagrails.# De lading gelijkmatig verdelen. Het

totale zwaartepunt van de lading moetzo mogelijk in het midden en tussen deassen, in de buurt van de achteras lig‐gen; dit controleren.

278 Vervoeren

Page 281: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Met het binnendakdragersysteem kan de ladingworden beveiligd. Het is geschikt om lange spul‐len te beveiligen.

% Het binnendakdragersysteem mag wordenbelast met 50 kg.

Het binnendakdragersysteem bestaat uit de vol‐gende componenten:

R De dakrails 1, die bevestigd zijn aan het dakvan het voertuig.R De draagrails 2, die bevestigd zijn aan de

dakrails en verschoven kunnen worden.R Een draagrail 2 is voorzien van een paar glij‐

ders 4. Het paar glijders 4 met daaraaneen gordelband 5 kan worden verschoven.De lading 6 wordt voor het opbergen in degordelband 4 gelegd en vastgezet.R De lading kan extra worden beveiligd met het

ladingborgnet 3.

# Draagrails verschuiven: De sterknoppen 2linksom losdraaien, tot ze iets loskomen.

# De draagrail 1 langs de dakrails 3 naar degewenste positie schuiven.

# De sterknoppen 2 rechtsom vastdraaien.# Controleren dat de draagrail vastzit.

Vervoeren 279

Page 282: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Glijder verschuiven: De karabijnhaak 2 vande glijder 1 omlaagtrekken en tegelijkertijdde glijder 1 naar de gewenste positie trek‐ken.

# De karabijnhaak op de gewenste positie losla‐ten.De glijder vergrendelt automatisch.

# Gordelband afstellen: De vergrendeling vande glijder 2 indrukken en ingedrukt houden.

# De gordelband 1 aantrekken of lossen.# De vergrendeling van de glijder 2 loslaten.# Lading beveiligen: De lading in de gordel‐

banden van de draagrails leggen.# De gordelband 1 vastsjorren.# Controleren dat de lading vastzit.

# Ladingborgnet bevestigen: Het ladingborg‐net 1 aan beide zijden van de lading 2spannen en telkens twee haken van hetladingborgnet 1 in de karabijnhaken 3bevestigen.

Wielkuipen beladen

De belangrijke veiligheidsaanwijzingen in hethoofdstuk "Aanwijzingen met betrekking tot hetbeladen" in acht nemen (→ pagina 75).

# De voorwerpen op de wielkuip 2 plaatsen enaan de sjorogen 1(→ pagina 276) vastzet‐ten.

% Een wielkuip mag met 150 kg worden bela‐den.

280 Vervoeren

Page 283: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Weergave onderhoudsinterval ASSYST PLUS

Werking van de weergave onderhoudsintervalASSYST PLUS

De weergave onderhoudsinterval ASSYST PLUSinformeert u via het instrumentendisplay over deresterende tijd of de resterende afstand tot devolgende onderhoudstermijn.

Met de terugtoets links in het stuurwiel kunt u deservicemelding verbergen.

Informatie met betrekking tot het onderhoud vanuw auto is verkrijgbaar bij een gekwalificeerdewerkplaats, bijvoorbeeld een Mercedes-Benz-ser‐vicewerkplaats.

Onderhoudstermijn weergeven

Boordcomputer:, Service . ASSYST PLUS

De volgende onderhoudstermijn wordt weergege‐ven.# Weergave verlaten: De terugtoets links in

het stuurwiel indrukken.

Ook beslist de volgende uitgebreide informatielezen:

R De boordcomputer bedienen (→ pagina 183).

Onderhoudswerkzaamheden regelmatig latenuitvoeren

* AANWIJZING Voortijdige slijtage doorniet-aangehouden onderhoudstermijn

Niet tijdig of onvolledig uitgevoerde onder‐houdswerkzaamheden kunnen leiden tot ver‐hoogde slijtage en schade aan de auto.# De voorgeschreven onderhoudsinterval‐

len altijd aanhouden.# De voorgeschreven onderhoudswerk‐

zaamheden bij een gekwalificeerdewerkplaats laten uitvoeren.

Bijzonder onderhoud

Het voorgeschreven onderhoudsinterval is afge‐stemd op normale bedrijfsomstandigheden vanhet voertuig. Bij zwaardere bedrijfsomstandighe‐den of zwaardere belasting van het voertuig moe‐ten onderhoudswerkzaamheden vaker dan voor‐geschreven worden uitgevoerd, bijvoorbeeld:

R bij regelmatig rijden in de stad met veel tus‐senstops.R bij voornamelijk korte ritten.R bij vaker gebruik in bergachtig gebied of op

slechte wegen.R bij vaker, langdurig draaien met stationair toe‐

rental.R bij bijzonder stoffige omstandigheden en/of

veelvuldig gebruik van de luchtrecirculatie.

Bij deze of vergelijkbare bedrijfsomstandighedenbijvoorbeeld het interieurfilter, het motorluchtfil‐ter, de motorolie en het oliefilter vaker laten ver‐vangen. Bij een zwaardere belasting moeten debanden vaker worden gecontroleerd. Meer infor‐matie is verkrijgbaar in een gekwalificeerde werk‐plaats.

Standtijd met accukabels losgemaakt

De weergave onderhoudsinterval ASSYSTPLUS berekent de onderhoudstermijn alleenals de accukabels aangesloten zijn.# Voor het losmaken van de accukabels de

onderhoudstermijn op het instrumentendis‐play oproepen en noteren (→ pagina 281).

Motorruimte

Motorkap openen en sluiten

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door ontgrendelde motorkap tijdenshet rijden

Een ontgrendelde motorkap kan tijdens hetrijden opengaan en het zicht belemmeren.# Nooit de motorkap ontgrendelen tijdens

het rijden.# Voor iedere rit controleren dat de

motorkap vergrendeld is.

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐wonden bij het openen van de motorkap

Wanneer bij een oververhitte motor of bijbrand in de motorruimte de motorkap wordtgeopend, kunt u in contact komen met hetegassen of andere ontsnappende bedrijfsstof‐fen.# De oververhitte motor laten afkoelen

alvorens de motorkap te openen.

Onderhoud en verzorging 281

Page 284: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Bij brand in de motorruimte de motor‐kap gesloten houden en contact opne‐men met de brandweer.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor bewegende delen

Bepaalde componenten in de motorruimtekunnen ook bij uitgeschakeld contact blijvenwerken of plotseling in werking treden, bij‐voorbeeld de ventilator van de radiateur.

Voordat werkzaamheden in de motorruimteworden uitgevoerd het volgende in achtnemen:# Het contact uitschakelen.# Nooit in de gevarenzone van bewegende

onderdelen, bijvoorbeeld het draaibe‐reik van de ventilator, reiken.

# Sierraden en horloges afdoen.# Kledingstukken en haren uit de buurt

van bewegende delen houden.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor het aanraken van spanningsvoe‐rende onderdelen

Het ontstekingssysteem en het brandstofin‐spuitsysteem werken met een hoge spanning.Als u spanningsvoerende onderdelen aan‐raakt, kunt u een stroomstoot krijgen.# Nooit onderdelen van het ontstekings‐

systeem of het brandstofinspuitsysteembij ingeschakeld contact aanraken.

De spanningvoerende onderdelen van het brand‐stofinspuitsysteem zijn bijvoorbeeld de verstui‐vers.

De spanningvoerende onderdelen van het ontste‐kingssysteem zijn bijvoorbeeld de volgende com‐ponenten:R BobineR BougiestekkerR Testaansluiting

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐wonden door hete onderdelen in demotorruimte

Bepaalde onderdelen in de motorruimte kun‐nen zeer heet zijn, bijvoorbeeld de motor, deradiateur en onderdelen van het uitlaatsys‐teem.

# De motor laten afkoelen en alleen dehierna beschreven onderdelen aanra‐ken.

Als werkzaamheden in de motorruimte moetenworden uitgevoerd, alleen de volgende onderde‐len aanraken:R MotorkapR Afsluitdop vulopening motorolieR Afsluitdop ruitensproeiervloeistofreservoirR Afsluitdop koelvloeistofexpansiereservoir

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor het gebruik van de ruitenwissers bijgeopende motorkap

Als de ruitenwissers zich in beweging zettenals de motorkap geopend is, kunt u bekneldraken in het mechanisme.# Alvorens de motorkap te openen, altijd

de ruitenwissers en het contact uitscha‐kelen.

# Het voertuig op een veilige plaats en op eenzo vlak mogelijke ondergrond parkeren.

# De motor afzetten.# Het voertuig tegen wegrollen beveiligen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel bijhet openen van de motorkap

De motorkap kan bij het openen plotseling inde eindstand vallen.

Voor personen die zich in het draaibereik vande motorkap bevinden bestaat gevaar voorletsel!

282 Onderhoud en verzorging

Page 285: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Voordat de motorkap wordt losgelatencontroleren dat de steun vast in de hou‐der zit.

# De motorkap alleen openen als zichgeen persoon in het draaibereik bevindt.

# Openen: Om de motorkap te ontgrendelenaan de handgreep 1 trekken.

# Een hand in de uitsparing steken, de hendelvan het motorkapslot omhoogdrukken.

# De motorkap openen en vasthouden.

# De steun 1 uit de houder van de motorkaptrekken en omlaag geleiden.

# De steun onder in de houder 2 steken.

& WAARSCHUWING Er bestaat gevaarvoor brand door de brandbare materialenin de motorruim of bij het uitlaatsysteem

In de motorruimte achtergebleven doeken ofandere brandbare materialen kunnen op dehete delen van de motor of van het uitlaatsys‐teem ontvlammen.# Vergewis u ervan dat – nadat u uw

onderhoudswerkzaamheden hebt ver‐richt - geen brandbare materialen ach‐terblijven in de motorruimte of bij hetuitlaatsysteem.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len en letsel bij het openen en sluiten vande motorkap

De motorkap kan bij het openen en sluitenplotseling in de eindstand vallen.

Voor personen die zich in het draaibereik vande motorkap bevinden bestaat gevaar voorletsel!# De motorkap alleen openen en sluiten

als zich geen persoon in het draaibereikbevindt.

* WENK Beschadiging van de motorkap

Druk u de motorkap met beide handen dicht?Dan kan de kap beschadigd raken.# Laat de motorkap op de aangegeven

hoogte vallen om de kap te sluiten.

# Sluiten: De motorkap iets optillen.# De steun 1 naar de houder van de motorkap

geleiden en door licht te drukken laten ver‐grendelen.

# De motorkap omlaagbrengen en vanaf eenhoogte van circa 15 cm laten vallen.

# Wanneer de motorkap nog iets kan wordenopgetild, de motorkap opnieuw openen envanaf en hoogte van circa20 cm laten dicht‐vallen, tot hij correct vergrendelt.

Motorolie

Motoroliepeil met de boordcomputer contro‐lerenHet bepalen van het motoroliepeil vindt plaats tij‐dens het rijden. Afhankelijk van het rijprofiel iseen weergave van het oliepeil pas na tot 30 minu‐ten rijden en bij ingeschakeld contact mogelijk.

In de volgende gevallen is een correcte metingvan het oliepeil niet mogelijk:

R Het voertuig staat tijdens het meten niet opeen vlakke ondergrond.R De motorkap is daarvoor geopend geweest.

In dat geval moet de motor weer worden gestarten moet het motoroliepeil opnieuw tijdens het rij‐den worden gemeten.

Boordcomputer:, Service . Motoroliepeil:

Op het multifunctioneel display verschijnteen van de volgende meldingen:# Motoroliepeil Meting bezig…: Nog geen

meting van het oliepeil mogelijk. Na maximaal30 minuten rijden opnieuw proberen.

# Motoroliepeil in orde en de balk voor de weer‐gave van het oliepeil op het multifunctioneel

Onderhoud en verzorging 283

Page 286: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

display is groen en ligt tussen "min" en "max":Het oliepeil is in orde.

# Motoroliepeil Motor warm rijden: De motor opbedrijfstemperatuur warm rijden.

# Motoroliepeil Voor meting voertuig horizon-taal plaatsen: Het voertuig op een horizontaalvlak parkeren.

# Motorölstand 1,0 l nachfüllen en de balk voorde weergave van het oliepeil op het multifunc‐tioneel display is oranje en ligt onder "min":1 l Motorolie bijvullen.

# Motoroliepeil verlagen en de balk voor deweergave van het oliepeil op het multifunctio‐neel display is oranje en ligt boven "max": Teveel bijgevulde motorolie aftappen. Naar eengekwalificeerde werkplaats gaan.

# Voor motoroliepeil contact aan: Het contactinschakelen, om het motoroliepeil te controle‐ren.

# Motoroliepeil Systeem buiten werking: Desensor is defect of niet aangesloten. Naar eengekwalificeerde werkplaats gaan.

# Motoroliepeil nu niet beschikbaar: De motor‐kap sluiten.

% Voertuigen met koudeolie-indicatie: Na eenlangere standtijd van het voertuig wordt auto‐matisch het oliepeil in het multifunctioneeldisplay weergegeven. Indien een meting vanhet motoroliepeil niet mogelijk is, verschijnteen overeenkomstige melding.

Motorolie bijvullen

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐wonden door hete onderdelen in demotorruimte

Bepaalde onderdelen in de motorruimte kun‐nen zeer heet zijn, bijvoorbeeld de motor, deradiateur en onderdelen van het uitlaatsys‐teem. # De motor laten afkoelen en alleen de

hierna beschreven onderdelen aanra‐ken.

Als werkzaamheden in de motorruimte moetenworden uitgevoerd, alleen de volgende onderde‐len aanraken:R MotorkapR Afsluitdop vulopening motorolieR Afsluitdop ruitensproeiervloeistofreservoirR Afsluitdop koelvloeistofexpansiereservoir

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand enletsel door motorolie

Wanneer motorolie op hete onderdelen in demotorruimte terecht komt, kan het ontsteken.# Ervoor zorgen dat er geen motorolie

naast de vulopening terecht komt.# Voordat de motor wordt gestart, deze

laten afkoelen en met motorolie ver‐vuilde onderdelen grondig reinigen.

* AANWIJZING Motorschade door ver‐keerd oliefilter, verkeerde olie of additie‐ven

# Geen motorolie en geen oliefilter meteen andere dan de voor de voorgeschre‐ven onderhoudsintervallen noodzake‐lijke specificaties gebruiken.

Mercedes-Benz adviseert, originele of getestevervangings- en service-onderdelen te gebrui‐ken.# Niet de motorolie of het oliefilter wijzi‐

gen om langere verversingsintervallendan voorgeschreven te bereiken.

# Geen additieven gebruiken.# De aanwijzingen van de weergave

onderhoudsinterval voor het olie verver‐sen opvolgen.

* AANWIJZING Schade door te veel bijge‐vulde motorolie

Wanneer te veel olie wordt bijgevuld, kunnende motor of de katalysator worden bescha‐digd.# Te veel bijgevulde motorolie door een

gekwalificeerde werkplaats laten verwij‐deren.

284 Onderhoud en verzorging

Page 287: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

OM651

OM642

# De afsluitdop 1 linksom draaien en verwij‐deren.

# De motorolie bijvullen.# De afsluitdop 1 aanbrengen en rechtsom

draaien tot deze vergrendelt.# Het oliepeil opnieuw controleren .

Koelvloeistofniveau controleren

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐wonden door hete onderdelen in demotorruimte

Bepaalde onderdelen in de motorruimte kun‐nen zeer heet zijn, bijvoorbeeld de motor, deradiateur en onderdelen van het uitlaatsys‐teem.

# De motor laten afkoelen en alleen dehierna beschreven onderdelen aanra‐ken.

Als werkzaamheden in de motorruimte moetenworden uitgevoerd, alleen de volgende onderde‐len aanraken:R MotorkapR Afsluitdop vulopening motorolieR Afsluitdop ruitensproeiervloeistofreservoirR Afsluitdop koelvloeistofexpansiereservoir

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐wonden bij het openen van de motorkap

Wanneer bij een oververhitte motor of bijbrand in de motorruimte de motorkap wordtgeopend, kunt u in contact komen met hetegassen of andere ontsnappende bedrijfsstof‐fen.# De oververhitte motor laten afkoelen

alvorens de motorkap te openen.# Bij brand in de motorruimte de motor‐

kap gesloten houden en contact opne‐men met de brandweer.

& WAARSCHUWING Gevaar voor verbran‐ding door hete koelvloeistof

Het motorkoelsysteem staat onder druk, metname bij een warme motor. Als de afsluitdopwordt geopend is er gevaar voor verbrandingdoor de eruit spuitende hete koelvloeistof.# De motor laten afkoelen alvorens de

afsluitdop te openen.# Bij het openen een veiligheidsbril en vei‐

ligheidshandschoenen dragen.# De afsluitdop langzaam openen, om de

druk te laten ontsnappen.

* AANWIJZING Lakschade door koelvloei‐stof

Wanneer koelvloeistof op gespoten opper‐vlakken terechtkomt, kan de lak wordenbeschadigd.# De koelvloeistof voorzichtig bijvullen.# Gemorste koelvloeistof verwijderen.

Onderhoud en verzorging 285

Page 288: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Koelvloeistofniveau controleren

Koelvloeistofexpansiereservoir (voorbeeld)

# Het voertuig op een horizontaal vlak parke‐ren.

# De motorkap openen (→ pagina 281).# De afsluitdop van het koelvloeistofexpansiere‐

servoir 1 langzaam een halve omwentelinglinksom draaien om de overdruk te laten ont‐snappen.

# De afsluitdop van het koelvloeistofexpansiere‐servoir 1 verder losdraaien en verwijderen.

# Het koelvloeistofniveau controleren.Als de koelvloeistof tot de MAX-markering ophet koelvloeistofexpansiereservoir staat, isvoldoende koelvloeistof aanwezig.

Koelvloeistof bijvullen# Koelvloeistof bijvullen tot de MAX-markering

op het koelvloeistofexpansiereservoir.

Om schade in het motorkoelsysteem te voorko‐men, alleen door Mercedes-Benz goedgekeurdekoelvloeistof gebruiken.# De afsluitdop van het koelvloeistofexpansiere‐

servoir 1 aanbrengen en rechtsom vast‐draaien.

# De motor starten.# De motor na circa 5 minuten weer afzetten en

laten afkoelen.# Het koelvloeistofniveau opnieuw controleren

en, indien noodzakelijk, koelvloeistof bijvullen.

% Meer informatie over koelvloeistof(→ pagina 356)

Ruitensproeierinstallatie bijvullen

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐wonden door hete onderdelen in demotorruimte

Bepaalde onderdelen in de motorruimte kun‐nen zeer heet zijn, bijvoorbeeld de motor, deradiateur en onderdelen van het uitlaatsys‐teem. # De motor laten afkoelen en alleen de

hierna beschreven onderdelen aanra‐ken.

Als werkzaamheden in de motorruimte moetenworden uitgevoerd, alleen de volgende onderde‐len aanraken:R MotorkapR Afsluitdop vulopening motorolieR Afsluitdop ruitensproeiervloeistofreservoirR Afsluitdop koelvloeistofexpansiereservoir

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐wonden bij het openen van de motorkap

Wanneer bij een oververhitte motor of bijbrand in de motorruimte de motorkap wordtgeopend, kunt u in contact komen met hetegassen of andere ontsnappende bedrijfsstof‐fen.# De oververhitte motor laten afkoelen

alvorens de motorkap te openen.# Bij brand in de motorruimte de motor‐

kap gesloten houden en contact opne‐men met de brandweer.

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‑en letsel door ruitensproeiervloeistofcon‐centraat

Ruitensproeiervloeistofconcentraat is lichtontvlambaar. Wanneer het op hete onderde‐len in de motorruimte of onderdelen van hetuitlaatsysteem terechtkomt, kan het ontste‐ken.# Ervoor zorgen dat er geen ruitensproei‐

ervloeistofconcentraat naast de vulope‐ning terecht komt.

286 Onderhoud en verzorging

Page 289: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Ruitensproeiervloeistof bijvullen

Ruitensproeiervloeistofreservoir (voorbeeld)

# De ruitensproeiervloeistof in een jerrycan inde juiste mengverhouding voormengen.

# Het voertuig op een horizontaal vlak parkerenen beveiligen tegen wegrollen(→ pagina 146).

# De motorkap openen (→ pagina 281).# De afsluitdop 1 van het ruitensproeiervloei‐

stofreservoir aan de lip naar boven trekken.# De voorgemengde ruitensproeiervloeistof bij‐

vullen.# De afsluitdop 1 op de vulopening drukken,

tot deze hoorbaar vergrendelt.# De motorkap sluiten (→ pagina 281).R Meer informatie over ruitreinigingsmiddelen

(→ pagina 357)

Wateraftapkraan van de luchtinlaatkast reini‐gen

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor bewegende delen

Bepaalde componenten in de motorruimtekunnen ook bij uitgeschakeld contact blijvenwerken of plotseling in werking treden, bij‐voorbeeld de ventilator van de radiateur.

Voordat werkzaamheden in de motorruimteworden uitgevoerd het volgende in achtnemen:# Het contact uitschakelen.

# Nooit in de gevarenzone van bewegendeonderdelen, bijvoorbeeld het draaibe‐reik van de ventilator, reiken.

# Sierraden en horloges afdoen.# Kledingstukken en haren uit de buurt

van bewegende delen houden.

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐wonden door hete onderdelen in demotorruimte

Bepaalde onderdelen in de motorruimte kun‐nen zeer heet zijn, bijvoorbeeld de motor, deradiateur en onderdelen van het uitlaatsys‐teem. # De motor laten afkoelen en alleen de

hierna beschreven onderdelen aanra‐ken.

Als werkzaamheden in de motorruimte moetenworden uitgevoerd, alleen de volgende onderde‐len aanraken:R MotorkapR Afsluitdop vulopening motorolieR Afsluitdop ruitensproeiervloeistofreservoirR Afsluitdop koelvloeistofexpansiereservoir

# De motorkap openen (→ pagina 281).# Verontreinigingen uit de wateraftapkraan 2

van de luchtinlaatkast 1 verwijderen.

Onderhoud en verzorging 287

Page 290: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Brandstoffilter aftappen

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‑ ofexplosies door de aanwezigheid vanbrandstof

Brandstoffen ontbranden gemakkelijk.# Vermijd beslist vuur, open licht, roken

en vonken.# Schakel de motor en – mits gemonteerd

– de bijverwarmer voordat u gaat tan‐ken.

& WAARSCHUWING Brand en explosiege‐vaar door brandstof

Brandstoffen zijn licht ontvlambaar. Door hetcontact met hete onderdelen bestaat brand-en explosiegevaar.# De motor en het uitlaatsysteem laten

afkoelen.

* AANWIJZING Motorschade door te laataftappen van water uit het brandstoffilter

Voertuig met dieselmotor: Te laat aftappenvan water uit het brandstoffilter kan leiden totmotorschade.

Het brandstoffilter direct aftappen als hetcontrolelampje ! gaat branden.

+ MILIEUTIP Milieuvervuiling als gevolgvan niet-milieuvriendelijk verwijderen

# Verwijder het mengsel van water enbrandstof op een milieuvriendelijkemanier.

OM642

OM651 voorwielaandrijving

OM651 achterwielaandrijving

# Het voertuig op een veilige plaats parkeren entegen wegrollen beveiligen.

288 Onderhoud en verzorging

Page 291: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De extra verwarming uitschakelen(→ pagina 108).

# De motor afzetten.# De motorkap openen (→ pagina 281).# Een geschikte opvangbak onder de aftapslang2 zetten.

# Het contact inschakelen.# De aftapplug 1 zo ver opendraaien totdat

het water-brandstofmengsel uit de aftapslang2 stroomt.

# De aftapplug 1 dichtdraaien, zodra circa0,2 l van het water-brandstofmengsel is opge‐vangen.Na 30 seconden stopt de elektrische brand‐stofpomp vanzelf met het uitpompen van hetwater-brandstofmengsel.

# Na het aftappen van het water het contactuitschakelen.

# Het opgevangen water-brandstofmengsel opmilieuvriendelijke wijze afvoeren, bijvoorbeeldbij een gekwalificeerde werkplaats.

# Controleer of de aftapplug 1 is dichtge‐draaid.Als de motor draait en de aftapplug 1 open‐gedraaid is, lekt er brandstof weg via deaftapslang 2.

# De motorkap sluiten (→ pagina 281).# ! Wanneer het controlelampje niet

dooft na het aftappen: Het brandstoffilteropnieuw aftappen.

# ! Wanneer het controlelampje niet dooft na de tweede maal aftappen: Naareen gekwalificeerde werkplaats gaan.

Mercedes-Benz adviseert, het aftappen van hetbrandstoffilter bij een gekwalificeerde werkplaatsuit te laten voeren.

Reiniging en verzorging

Aanwijzingen met betrekking tot het wassenvan het voertuig in een wasstraat

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door verminderde remwerking na hetauto wassen

Nadat de auto is gewassen, hebben de rem‐men een verminderde remwerking.# Nadat de auto is gewassen, rekening

houdend met de verkeerssituatie, voor‐

zichtig afremmen tot de volledige rem‐werking weer aanwezig is.

Erop letten dat de wasstraat geschikt is voor deafmetingen van het voertuig.

Voordat het voertuig in een wasstraat wordtgewassen de buitenspiegels inklappen en eeneventuele extra antenne verwijderen. Anders kun‐nen de buitenspiegels, de antenne of het voertuigworden beschadigd.

Er bij het verlaten van de wasstraat op letten, datde buitenspiegels weer volledig zijn uitgeklapt ende eventuele extra antenne weer gemonteerd is.

Om schade aan het voertuig te vermijden, het vol‐gende in acht nemen bij gebruik van een was‐straat:

R De zijruiten en de schuifruit zijn vollediggesloten.R De aanjager van de ventilatie en de verwar‐

ming is uitgeschakeld.R De schakelaar van de ruitenwissers staat in

de stand g.

Als het voertuig sterk vervuild is, moet deze wor‐den voorgereinigd voordat deze in een wasstraatwordt gereinigd.

% Door na het voertuig wassen de wax van devoorruit en de ruitenwisserrubbers te verwij‐deren, wordt streepvorming voorkomen enworden wisgeluiden gereduceerd.

Aanwijzingen met betrekking tot het gebruikvan een hogedrukreiniger

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len bij gebruik van een hogedrukreinigermet rondstraalsproeier

De waterstraal van een rondstraalsproeier(vuilfrees) kan van buitenaf niet zichtbarebeschadigingen aan de banden of aan onder‐delen van het onderstel veroorzaken.

Daardoor beschadigde onderdelen kunnenonverwachts uitval.# Voor de reiniging van de auto geen

hogedrukreiniger met rondstraalsproeiergebruiken.

# Beschadigde banden of onderdelen vanhet onderstel direct laten vervangen.

In geen geval een hogedrukreiniger in het interi‐eur gebruiken. De door de hogedrukreiniger

Onderhoud en verzorging 289

Page 292: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

onder druk geleverde waterhoeveelheid en dedaarmee verbonden spuitnevel kunnen het voer‐tuig namelijk aanzienlijk beschadigen.

Om schade aan het voertuig te voorkomen, hetvolgende in acht nemen bij gebruik van een hoge‐drukreiniger:

R Een minimumafstand van 30 cm tot het voer‐tuig aanhouden bij 25°‑vlakstraalsproeiers envuilfrezen, of 70 cm bij rondstraalsproeiers ende gegevens in de handleiding van de fabri‐kant van de apparatuur in acht nemen.R De sproeier van de hogedrukreiniger niet

direct richten op gevoelige onderdelen, zoalsbanden, kieren, elektrische onderdelen,accu's, lichtbronnen en ventilatieopeningen.R Bij een achteruitrijcamera een minimumaf‐

stand van 50 cm aanhouden.

Voertuig met de hand wassen

De wettelijke bepalingen in acht nemen, in veellanden is het met de hand wassen alleen toege‐staan bij speciale wasplaatsen.# Een mild schoonmaakmiddel, bijvoorbeeld

autoshampoo, gebruiken.

# Het voertuig met lauw water en een zachteautospons wassen. Het voertuig daarbij nietaan directe zonnestraling blootstellen.

# Het voertuig voorzichtig met water afspoelenen met een zeem afdrogen. De waterstraalniet direct in de luchtinlaatroosters richten.Daarbij niet de aanjager inschakelen.

# Het reinigingsmiddel niet op de lak latenopdrogen.

Bij het rijden in de winter zorgvuldig en zo snelmogelijk alle pekelresten verwijderen.

Aanwijzingen met betrekking tot de verzor‐ging van lak en matte lak

* AANWIJZING Lakschade en corrosiedoor onvoldoende verzorging

Indien vervuiling door vogeluitwerpselen ofandere resten niet grondig en tijdig wordt ver‐wijderd, kan dit tot beschadigingen van de laken op een later tijdstip corrosie leiden.# De lak en matte lak bij vervuilingen

indien mogelijk direct grondig reinigen.

290 Onderhoud en verzorging

Page 293: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

De volgende aanwijzingen in acht nemen:

Aanwijzingen met betrekking tot rei‐niging en verzorging

Voorkomen van beschadigingen vande lak

Lak R Dode insecten: Met insectenverwij‐deraar inweken en vervolgensafspoelen.R Vogeluitwerpselen: Met water inwe‐

ken en vervolgens afspoelen.R Koelvloeistof, boomhars, olie, brand‐

stof en vet: Met een in wasbenzine ofaanstekervloeistof gedrenkte doekmet licht wrijven verwijderen.R Remvloeistof: Met water afwassen.R Teerspatten: Teerverwijderingsmid‐

del gebruiken.R Wax: Siliconenverwijderaar gebrui‐

ken.

R Geen stickers, folie of iets dergelijksaanbrengen.R Vervuiling indien mogelijk direct ver‐

wijderen.

Matte lak R Alleen door Mercedes-Benz goedge‐keurde verzorgingsmiddelen gebrui‐ken.

R Het voertuig en de lichtmetalen vel‐gen niet poetsen.R In wasstraten geen wasprogramma's

met een aansluitende behandelingmet hete wax gebruiken.R Geen cleaner, schuur-/poetsproduc‐

ten, glansconserveringsmiddel, bij‐voorbeeld wax, gebruiken.R Lakwerkzaamheden uitsluitend laten

uitvoeren bij een gekwalificeerdewerkplaats.

Aanwijzingen met betrekking tot de verzor‐ging van onderdelen van het voertuig

& WAARSCHUWING Inklemgevaar dooringeschakelde ruitenwissers bij het reini‐gen van de voorruit

Als de ruitenwissers zich tijdens het reinigenvan de voorruit of van de ruitenwisserbladenin beweging zetten, kunt u bekneld raken.# Alvorens de voorruit of de ruitenwisser‐

bladen te reinigen, altijd de ruitenwis‐sers en het contact uitschakelen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐wonden door uitlaateindpijpen en uitlaat‐sierstukken

Uitlaateindpijpen en uitlaatsierstukken kun‐nen zeer heet zijn. Als deze onderdelen van

de auto worden aangeraakt, kunt u zich bran‐den.# In de omgeving van de uitlaateindpijpen

en uitlaatsierstukken altijd bijzondervoorzichtig zijn en in deze omgeving inhet bijzonder kinderen in de gaten hou‐den.

# Onderdelen van de auto laten afkoelenalvorens ze aan te raken.

Onderhoud en verzorging 291

Page 294: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

De volgende aanwijzingen in acht nemen:

Aanwijzingen met betrekking tot rei‐niging en verzorging

Vermijden van voertuigschade

Wielen/velgen

Water en een zuurvrije velgenreinigergebruiken.

R Voor het verwijderen van remstofgeen zuurhoudende velgenreinigergebruiken. Anders kunnen de wiel‐bouten en onderdelen van de rem‐men worden beschadigd.R Ter vermijding van corrosievorming

op de remschijven en remblokken nahet reinigen enkele minuten rijden enhet voertuig dan pas parkeren. Deremschijven en remblokken wordenwarm en drogen.

Ruiten De ruiten aan de binnen- en buitenzijdemet een vochtige doek en een doorMercedes-Benz geadviseerd reinigings‐middel reinigen.

Voor het reinigen van de binnenzijdegeen droge doeken, schuurmiddelen ofoplosmiddelen bevattende reinigings‐middelen gebruiken.

Ruitenwis‐serbladen

De weggeklapte ruitenwisserbladen meteen vochtige doek reinigen.

De ruitenwisserbladen niet te vaak reini‐gen.

Exterieurver‐lichting

De ruiten met een natte spons en eenmild reinigingsmiddel, bijvoorbeeld auto‐shampoo, reinigen.

Alleen voor kunststof glas geschikte rei‐nigingsmiddelen of doeken gebruiken.

Sensoren De sensoren in de voor- en achterbum‐per en in de radiateurbekleding met eenzachte doek en autoshampoo reinigen.

Bij het gebruik van een hogedrukreinigereen minimumafstand van 30 cm aanhou‐den.

Achteruitrij‐camera en360°-camera

De cameralens met schoon water en eenzachte doek reinigen.

Geen hogedrukreiniger gebruiken.

Aanhangwa‐genvoorzie‐ning

R Roestaanslag op de kogel met bij‐voorbeeld een staalborstel verwijde‐ren.R Vuil met een pluisvrije doek verwijde‐

ren.R Na reiniging van de kogelkop deze

dun met olie of met vet insmeren.R De verzorgingstips in de handleiding

van de fabrikant van de aanhangwa‐genvoorziening in acht nemen.

De kogelhals niet met een hogedrukreini‐ger of oplosmiddel reinigen.

Schuifdeur R Binnengedrongen voorwerpen bij decontactplaten en contactpennen vande schuifdeur verwijderen.R De contactplaten en de contactpen‐

nen met een mild reinigingsmiddelen een zachte doek reinigen.

De contactplaten en de contactpennenniet invetten of inoliën.

292 Onderhoud en verzorging

Page 295: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Aanwijzingen met betrekking tot rei‐niging en verzorging

Vermijden van voertuigschade

Treden R De elektrische treden en hun behui‐zing met een hogedrukreiniger reini‐gen.R Na het reinigen de zijdelingse gelei‐

dingen met siliconenspray inspuiten.R De treden in de bumper met een

hogedrukreiniger reinigen.

Geen vet of olie als glijmiddel gebruiken.

Aluminium laadbak‐schotten

R De aluminium laadbakschotten metwater en een neutraal of licht alkali‐houdend reinigingsmiddel afborste‐len.

Voor het reinigen van de laadbakschot‐ten geen schuurmiddelen gebruiken.

Aanwijzingen met betrekking tot de verzor‐ging van het interieur

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor het losraken van kunststof delen nahet gebruik van oplosmiddelhoudendeverzorgingsmiddelen

Door oplosmiddelhoudende verzorgings‑ enreinigingsmiddelen kunnen de oppervlakkenin de cockpit poreus worden.

Wanneer de airbags dan worden geactiveerd,kunnen kunststof delen losraken.# Voor de reiniging van de cockpit geen

oplosmiddelhoudende verzorgings‑ enreinigingsmiddelen gebruiken.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel oflevensgevaar door gebleekte veiligheids‐gordels

Veiligheidsgordels kunnen door bleken ofkleuren aanzienlijk verzwakken.

Daardoor kunnen de veiligheidsgordels bij‐voorbeeld bij een ongeval scheuren of uitval‐len.# Veiligheidsgordels nooit bleken en kleu‐

ren.

De volgende aanwijzingen in acht nemen:

Aanwijzingen met betrekking tot rei‐niging en verzorging

Vermijden van voertuigschade

Veiligheids‐gordels

Met lauw water en een zeepoplossingreinigen.

R Geen chemische reinigingsmiddelengebruiken.R Veiligheidsgordels niet door verwar‐

ming boven 80 °C of directe zonne‐straling drogen.

Display Het oppervlak voorzichtig met eenmicrovezeldoek en een TFT/LCD-dis‐play-verzorgingsmiddel reinigen.

R Het display uitschakelen en latenafkoelen.R Geen andere middelen gebruiken.

Kunststof bekleding

R Met een vochtige microvezeldoek rei‐nigen.R Bij sterke vervuiling: Door Mercedes-

Benz geadviseerd verzorgingsmiddelgebruiken.

R Geen stickers, folie of iets dergelijksaanbrengen.R Niet in contact laten komen met cos‐

metica, insectenspray en zonne‐brandcrème.

Onderhoud en verzorging 293

Page 296: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Aanwijzingen met betrekking tot rei‐niging en verzorging

Vermijden van voertuigschade

Echt hout/sierdelen

R Met een microvezeldoek reinigen.R Pianolaklook zwart: Met een vochtige

doek en een zeepoplossing reinigen.R Bij sterke vervuiling: Door Mercedes-

Benz geadviseerd verzorgingsmiddelgebruiken.

Geen oplosmiddelhoudende reinigings‐middelen, poetsmiddelen of wax gebrui‐ken.

Interieurhe‐mel

Met een zachte borstel of droogsham‐poo reinigen.

Stoelhoezen van stof

Verontreinigingen zoals kruimels of stofopzuigen en vervolgens met een voch‐tige microvezeldoek en een 1%-zeepop‐lossing de gehele stoelhoes reinigen.Niet alleen afzonderlijke vlekken reini‐gen.

Door Mercedes-Benz geadviseerde reini‐gings- en onderhoudsmiddelen gebrui‐ken.

Geen oliehoudende reinigings- en verzor‐gingsmiddelen gebruiken.

Stoelhoezen van kunstle‐der

Verontreinigingen zoals kruimels of stofopzuigen en vervolgens met een voch‐tige katoenen doek en een 1%-zeepop‐lossing de gehele stoelhoes reinigen.Niet alleen afzonderlijke vlekken reini‐gen.

Door Mercedes-Benz geadviseerde reini‐gings- en onderhoudsmiddelen gebrui‐ken.

Geen microvezeldoek gebruiken.

Geen oliehoudende reinigings- en verzor‐gingsmiddelen gebruiken.

Stoelhoezen van echt leder

Verontreinigingen zoals kruimels of stofopzuigen en vervolgens met een voch‐tige katoenen doek de stoelhoezengelijkmatig reinigen.

Bij sterke vervuiling: Door Mercedes-Benz geadviseerd lederverzorgingsmid‐del voor de nabehandeling gebruiken.

Geen microvezeldoek gebruiken.

Geen oliehoudende reinigings- en verzor‐gingsmiddelen gebruiken.

Stuurwiel en versnel‐lings- of keu‐zehendel

Met een vochtige doek reinigen.

Pedalen en vloermatten

Met een vochtige doek reinigen. Geen reinigings- en verzorgingsmiddelengebruiken.

294 Onderhoud en verzorging

Page 297: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Aanwijzingen met betrekking tot rei‐niging en verzorging

Vermijden van voertuigschade

Interieur Met een vochtige doek reinigen. R Geen hogedrukreiniger gebruiken.R Het interieur na het reinigen volledig

laten drogen.R Erop letten dat geen vloeistoffen in

spleten of holle ruimtes binnendrin‐gen.

Gordijnen De gordijnen alleen chemisch laten reini‐gen.

De gordijnen niet wassen.

Onderhoud en verzorging 295

Page 298: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Noodgeval

Veiligheidsvest verwijderen

Het veiligheidsvest bevindt zich in het opbergvakvan de chauffeursdeur.# Het veiligheidsvest uit het opbergvak verwij‐

deren.

% In de deuropbergvakken van de achterdeurenen de bijrijdersdeur kunnen ook veiligheids‐vesten opgeborgen worden.

1 Maximum aantal wasbeurten2 Maximale wastemperatuur3 Niet bleken4 Niet strijken5 Geen wasdroger gebruiken6 Niet chemisch reinigen7 Dit vest voldoet aan klasse 2

Aan de in de wettelijke norm vastgelegde eisenkan alleen worden voldaan als het veiligheidsvestde juiste maat heeft en volledig gesloten is.

Veiligheidsvest vervangen:

R Bij beschadigingen of als op de reflecterendestrips niet te verwijderen vervuiling aanwezigisR Bij overschrijding van het maximale aantal

keren wassenR Bij vermindering van de fluorescerende wer‐

king

Gevarendriehoek

Gevarendriehoek verwijderenDe gevarendriehoek bevindt zich in het opberg‐vak in de bijrijdersdeur.# De gevarendriehoek uit het opbergvak verwij‐

deren.

Gevarendriehoek opklappen

# De reflectoren aan de zijkant 1 tot een drie‐hoeksvorm omhoogtrekken en met de boven‐ste drukknop 2 verbinden.

# De poten 3 zijdelings naar onderen uitklap‐pen.

EHBO-set

De EHBO-set bevindt zich in het opbergvak in debijrijdersdeur.# De EHBO-set uit het opbergvak nemen.

Brandblusser uitnemen en opbergen

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door een niet correct bevestigdebrandblusser in de beenruimte van debestuurder

Een brandblusser in de beenruimte van debestuurder kan de slag van de pedalen beper‐ken of een ingedrukt pedaal blokkeren.

Hierdoor wordt de bedrijfs‑ en verkeersveilig‐heid van de auto in gevaar gebracht.

Bovendien kan de brandblusser in de been‐ruimte van de bestuurder gaan rondslingerenen de bestuurder of andere inzittenden ver‐wonden.

De brandblusser tijdens het rijden altijd cor‐rect in de houder opbergen en bevestigen.

De brandblusser tijdens het rijden niet verwij‐deren.

296 Pechhulp

Page 299: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Uitnemen

# De lussen op de houder van de brandblusser1 omhoogtrekken.

# De brandblusser uitnemen.

Opbergen

# De brandblusser opbergen.# De lussen op de houder van de brandblusser1 omlaagdrukken.

% Bij een voertuig met rechtse besturingbevindt de brandblusser zich aan de bijrij‐dersstoel in rijrichting gezien links.

Bandenpech

Aanwijzingen met betrekking tot bandenpech

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door drukloze banden

Een drukloze band beïnvloedt de rij-eigen‐schappen en het stuur‑ en remgedrag van hetvoertuig sterk.# Niet met drukloze band rijden.# De drukloze band vervangen door het

reservewiel of contact opnemen meteen gekwalificeerde werkplaats.

Afhankelijk van de uitvoering van het voertuighebt u in geval van bandenpech de volgendemogelijkheden:

R Voertuigen met Mercedes PRO connect: Ukunt in geval van pech een pechoproep star‐ten via de toets service-oproep in het bedie‐ningspaneel dakconsole (→ pagina 257).R Alle voertuigen: Het wiel vervangen

(→ pagina 336).

Accu

Aanwijzingen met betrekking tot de 12‑V‑-accu

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door ondeskundig uitgevoerde werk‐zaamheden aan de accu

Ondeskundig uitgevoerde werkzaamhedenaan de accu kunnen bijvoorbeeld tot kortslui‐ting leiden. Dat kan leiden tot functiebeper‐kingen van veiligheidsrelevante systemen,zoals het verlichtingssysteem, het ABS (anti‐blokkeersysteem) of het ESP® (elektronischstabiliteitsprogramma). De bedrijfsveiligheidvan de auto kan beperkt zijn.

U kunt in de volgende situaties de controleover de auto verliezen:

R bij het remmenR bij abrupte stuurbewegingen en/of niet-

aangepaste snelheid

# Bij kortsluiting of een gelijkwaardigestoring direct contact opnemen met eengekwalificeerde werkplaats.

# Niet verder rijden.

Pechhulp 297

Page 300: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Werkzaamheden aan de accu altijd bijeen gekwalificeerde werkplaats latenuitvoeren.

R Meer informatie over het ABS (→ pagina 152)R Meer informatie over het ESP®

(→ pagina 153)

Mercedes-Benz adviseert de 12‑V‑accu te latenvervangen bij een gekwalificeerde werkplaats, bij‐voorbeeld een Mercedes-Benz-servicewerkplaats.

Als u zelf de accu wilt vervangen, neemt u dan devolgende aanwijzingen in acht:

R Een defecte accu altijd vervangen door eenaccu, die aan de specifieke eisen van hetvoertuig voldoet.R Aanbouwdelen zoals ontluchtingsslang, hoek‐

stuk en accupoolafdekking overzetten van dete vervangen accu.R Erop letten dat de ontluchtingsslang altijd op

de oorspronkelijke opening aan accuzijde isaangesloten.

Aanwezige of meegeleverde pluggen monte‐ren.

Anders kunnen gassen of accuzuur ontsnap‐pen.R Erop letten dat de aanbouwdelen weer op

dezelfde wijze worden aangesloten.

Mercedes-Benz adviseert in verband met de vei‐ligheid alleen accu's te gebruiken die doorMercedes-Benz speciaal voor het voertuig zijngetest en goedgekeurd. Deze accu's bieden eenverhoogde bescherming tegen eruit lopendeaccuvloeistof, opdat inzittenden niet verwondraken als een accu bij een ongeval wordt bescha‐digd.

& WAARSCHUWING Explosiegevaar doorelektrostatische oplading

Elektrostatische oplading kan tot vonkvor‐ming leiden en daardoor het zeer explosievegasmengsel van een accu ontsteken.# Om aanwezige elektrostatische oplading

af te bouwen, de metalen carrosserieaanraken voordat de accu wordt vastge‐pakt.

Het licht explosieve gasmengsel ontstaat bij hetopladen van de accu en bij starthulp.

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐wonden door accuzuur

Accuzuur is een agressieve stof.# Contact met de huid, ogen of kleding

voorkomen.# Niet over de accu buigen.# Geen accugassen inademen.# Kinderen van de accu verwijderd hou‐

den.# Accuzuur direct grondig met veel

schoon water afspoelen en direct dehulp van een arts inroepen.

+ MILIEU-AANWIJZING Milieuschade doorhet ondeskundig afvoeren van batterijen

Batterijen bevatten schadelijkestoffen. Het is wettelijk verboden om dezesamen met het huisvuil af te voeren.#

Batterijen op milieuvriende‐lijke wijze afvoeren. Ontladen batterijenbij een gekwalificeerde werkplaats of bijeen inzamelpunt voor oude batterijenafgeven.

Wanneer de 12V‑-accu moet worden aangesloten,contact opnemen met een gekwalificeerde werk‐plaats.

Bij het werken met de accu's de veiligheidsaan‐wijzingen en beschermende maatregelen in achtnemen.

Explosiegevaar

Vuur, open licht en roken zijn bij hetwerken met de accu verboden. Vonk‐vorming voorkomen.

Elektrolyt of accuzuur is agressief.Aanraking met de huid, ogen of kle‐ding vermijden. Geschikte bescher‐mende kleding dragen, in het bijzon‐der handschoenen, schort engezichtsbescherming. Elektrolyt- ofzuurspatten direct wegspoelen met

298 Pechhulp

Page 301: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

schoon water. Eventueel naar eenarts gaan.

Een veiligheidsbril dragen.

Kinderen uit de buurt houden.

Deze handleiding in acht nemen.

Wanneer het voertuig overwegend voor korte rit‐ten wordt gebruikt of gedurende langere tijd bui‐ten bedrijf wordt gesteld:

R De accu op een door Mercedes-Benz geadvi‐seerde oplader aansluiten.R Voor het losmaken van de accu contact opne‐

men met een gekwalificeerde werkplaats.

Starthulp en 12‑V‑-accu opladen

# Voor het opladen van de accu en de starthulpaltijd het hulpstartpunt in de motorruimtegebruiken.

* AANWIJZING Beschadiging van de accudoor te hoge spanning

Bij het opladen met een laadapparaat zonderbegrenzing van de laadspanning kan de accuof de elektronische installatie van de autoworden beschadigd.# Alleen laadapparaten met een maximale

laadspanning van 14,8 V gebruiken.

& WAARSCHUWING Explosiegevaar doorontstekend waterstofgas

Een accu genereert bij het opladen waterstof‐gas. Als een kortsluiting wordt veroorzaakt ofals vonkvorming optreedt, kan het waterstof‐gas ontsteken.# Erop letten dat de plusklem van een

aangesloten accu niet met onderdelenvan de auto in contact komt.

# Nooit metalen voorwerpen of gereed‐schap op een accu leggen.

# Bij het aansluiten‑ en loskoppelen vande accu beslist de beschreven volgorde

van de accupoolklemmen in achtnemen.

# Bij de starthulp altijd erop letten datalleen accupolen met dezelfde polariteitmet elkaar worden verbonden.

# Bij de starthulp beslist de beschrevenvolgorde bij het aansluiten‑ en losmakenvan de startkabel in acht nemen.

# Als de motor draait de accupoolklem‐men niet aansluiten‑ of losmaken.

& WAARSCHUWING Explosiegevaar bij hetopladen en bij starthulp

Bij het opladen en bij starthulp kan een explo‐sief gasmengsel uit de accu ontsnappen.# Beslist vuur, open licht, vonkvorming en

roken vermijden.# Bij het opladen en bij starthulp voor vol‐

doende ventilatie zorgen.# Niet over een accu buigen.

& WAARSCHUWING Explosiegevaar bijeen bevroren accu

Een ontladen accu kan al bij temperaturenrond het vriespunt bevriezen.

Als dan starthulp wordt gegeven of de accuwordt opgeladen, kan accugas ontsnappen.# Een bevroren accu vóór het opladen of

voor het geven van starthulp altijd latenontdooien.

Wanneer bij temperaturen rond of onder hetvriespunt de waarschuwings- en controlelampjesin het instrumentendisplay niet gaan branden, isde ontladen accu met grote waarschijnlijkheidbevroren.

In dat geval de volgende punten in acht nemen:

R Geen starthulp geven en de accu niet opla‐den.R De levensduur van een weer ontdooide accu

kan drastisch ingekort zijn.R Het startgedrag kan verslechteren, in het bij‐

zonder bij lage temperatuur.R Het wordt geadviseerd een ontdooide accu bij

een gekwalificeerde werkplaats te laten con‐troleren.

Pechhulp 299

Page 302: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

* AANWIJZING Beschadiging door veelvul‐dige en langdurige startpogingen

Door veelvuldige en langdurige startpogingenkan door onverbrande brandstof de katalysa‐tor worden beschadigd.# Veelvuldige en langdurige startpogingen

voorkomen.

De volgende punten in acht nemen bij starthulpen bij het opladen van de accu:

R Alleen onbeschadigde start-/laadkabels metvoldoende grote doorsnede en geïsoleerdepoolklemmen gebruiken.R Niet-geïsoleerde onderdelen van de poolklem‐

men mogen niet met andere metalen onder‐delen in aanraking komen zolang de start-/laadkabels met het hulpstartpunt zijn verbon‐den.R De start-/laadkabels mogen geen onderdelen

aanraken die als de motor draait kunnenbewegen.R Altijd erop letten dat uzelf en de accu niet

elektrostatisch opgeladen zijn.R Beslist vuur en open licht vermijden.R Niet over een accu buigen.R Bij het opladen: Alleen door Mercedes-Benz

geteste en goedgekeurde opladers gebruikenen de handleiding van de oplader doorlezenvoordat de accu wordt opgeladen.

Bij de starthulp bovendien de volgende punten inacht nemen:

R Alleen accu's met een nominale spanning van12‑V‑ als starthulp gebruiken.R De voertuigen mogen elkaar niet raken.

# Voertuigen met accuhoofdschakelaar: Deaccuhoofdschakelaar moet ingeschakeld zijn;dit controleren (→ pagina 127).

# Het voertuig met de parkeerrem beveiligen.# Voertuigen met automatische transmis‐

sie: De transmissie in de stand j zetten.# Voertuigen met handgeschakelde versnel‐

lingsbak: De neutraalstand inschakelen.# Het contact en alle stroomverbruikers uit‐

schakelen.# De motorkap openen (→ pagina 281).

Hulpstartpunt (voorbeeld)

% Voertuigen met rechtse besturing: Dehulpstartpunten kunnen zich aan de tegen‐overliggende zijde bevinden.

# De afdekking van de plusaansluiting van deexterne accu verwijderen.

# De plusklem van de startkabels/laadkabelseerst op de pluspool van de externe accuaansluiten.

# Met de plusklem 2 van de startkabel derode afdekkap op het hulpstartpunt 1 meteen draai rechtsom terugduwen.

# De plusklem op de plusaansluiting van hethulpstartpunt 1 vastklemmen.

# Bij starthulp: De motor van het hulpbiedendevoertuig met stationair toerental latendraaien.

# De minpool van de externe accu en het mas‐sapunt aan het eigen voertuig met de start-/laadkabel verbinden. Daarbij met de externeaccu beginnen.

# Bij starthulp: De motor van het eigen voer‐tuig starten.

# Bij opladen: Het opladen starten.# Bij starthulp: De motoren enkele minuten

laten draaien.# Bij starthulp: Voordat de startkabel wordt

losgemaakt een elektrische verbruiker van deeigen auto, bijvoorbeeld de achterruitverwar‐ming of de verlichting, inschakelen.

Als de starthulp of het opladen beëindigd is:# De startkabels/laadkabels eerst van het mas‐

sapunt en de minpool van de externe acculosmaken, vervolgens van de plusaansluiting

300 Pechhulp

Page 303: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

van het hulpstartpunt 1 en de pluspool vande externe accu. Hierbij telkens beginnen bijde contacten van de eigen auto.Bij het losmaken van de plusklem 2 van hethulpstartpunt 1 springt de rode afdekkapweer terug naar zijn uitgangspositie.

Meer informatie is verkrijgbaar bij een gekwalifi‐ceerde werkplaats.

Vloerbedekking verwijderen en aanbrengen(voertuigen met achterwielaandrijving)

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door voorwerpen in de beenruimtevan de bestuurder

Voorwerpen in de beenruimte van de bestuur‐der kunnen de slag van de pedalen beperkenen een ingedrukt pedaal blokkeren.

Hierdoor wordt de bedrijfs‑ en verkeersveilig‐heid van de auto in gevaar gebracht.# Alle voorwerpen in de auto veilig opber‐

gen, opdat deze niet in de beenruimtevan de bestuurder terecht kunnenkomen.

# Bij vloermatten en tapijten controlerenof deze slipvast bevestigd zijn en con‐troleren of er voldoende vrije ruimtevoor de pedalen overblijft.

# Niet meerdere vloermatten of tapijtenover elkaar leggen.

# Alle stroomverbruikers uitschakelen.# Verwijderen: De bouten 3 losdraaien en

het paneel 2 verwijderen.# De vloerbedekking 1 verwijderen.

# Aanbrengen: De vloerbedekking 1 aanbren‐gen en uitlijnen op de stoelconsole van dechauffeursstoel en de dorpel.

# Het paneel 2 aanbrengen en de bouten 3er weer in draaien.

Startaccu losmaken

* AANWIJZING Beschadiging elektrischeonderdelen

Als de startaccu wordt losgekoppeld voordatde motor wordt afgezet en de sleutel uit hetcontactslot wordt verwijderd, kunnen elektri‐sche onderdelen worden beschadigd.# De motor afzetten en de sleutel uit het

contactslot verwijderen. Vervolgens deaccupoolklemmen losmaken van destartaccu. Erop letten dat altijd eerst destartaccu in de accubak in de linkerbeenruimte wordt losgekoppeld. Anderskunnen elektrische onderdelen, bijvoor‐beeld de dynamo, worden beschadigd.

* AANWIJZING Beschadiging van de elek‐tronische installatie van het voertuig

Wanneer de startaccu niet zoals hiernabeschreven wordt losgekoppeld, kan de elek‐tronica van het voertuig worden beschadigd.# De startaccu altijd in de hierna beschre‐

ven volgorde loskoppelen en nooit deaccupoolklemmen omwisselen! Anderskan de elektronica van het voertuig wor‐den beschadigd.

Voertuigen met achterwielaandrijving

Pechhulp 301

Page 304: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Voertuigen met voorwielaandrijving

Als de waarschijnlijke standtijd of stillegging vanhet voertuig langer dan drie weken is, de acculosmaken. Hierdoor wordt het ontladen van deaccu door ruststroomverbruikers vermeden.# Voertuigen met accuhoofdschakelaar: De

hoofdschakelaar van de accu uitschakelen .# Voertuigen zonder accuhoofdschakelaar:

Alle elektrische verbruikers uitschakelen.# De motor afzetten en de spanningsvoorzie‐

ning uitschakelen.# De vloerbedekking verwijderen

(→ pagina 301).# De bouten 1 losdraaien en de accu-afdek‐

king 2 in de richting van de pijl verwijderen.De bouten moeten over de grotere uitsparin‐gen staan.

# De batterij-afdekking 2 naar boven toe ver‐wijderen.

# Eerst de minklem van de accu losmaken enzodanig verwijderen, dat de klem de minpoolniet meer aanraakt.

# De afdekking van de plusklem verwijderen.# De plusklem losmaken en met de voorzeke‐

ringenhouder zijwaarts omhoogklappen.

Startaccu uit- of inbouwen

Voertuigen met achterwielaandrijving: Start‐accu uitbouwen

# De startaccu loskoppelen (→ pagina 301).# De ontluchtingsslang 1 met de aansluitknie

van de aansluiting van het ontluchtingsdeksellostrekken.

# De bouten 2 van de houder 3 omhoogeruit trekken.

# De startaccu in rijrichting uit zijn verankeringschuiven.

# De beugel van de startaccu omhoogklappenen de startaccu uit de accubak verwijderen.

Voertuigen met achterwielaandrijving: Start‐accu inbouwen# Bij het aansluiten van de startaccu de veilig‐

heidsmaatregelen en de beschermende maat‐regelen in acht nemen (→ pagina 299).

302 Pechhulp

Page 305: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De startaccu in de accubak aanbrengen.# De beugel van de startaccu omlaagklappen.# De startaccu tegen de rijrichting in zijn veran‐

kering schuiven.# De houder 3 aanbrengen.# De bouten 2 van de houder 3 waarmee de

startaccu tegen verschuiven beveiligd is, vast‐draaien.

# De ontluchtingsslang 1 met de aansluitknieop de aansluiting van het ontluchtingsdekselaansluiten.

# De startaccu aansluiten (→ pagina 301).

Mercedes-Benz adviseert de startaccu te latenvervangen bij een gekwalificeerde werkplaats, bij‐voorbeeld een Mercedes-Benz-servicewerkplaats.

Als u zelf de startaccu wilt vervangen, neemt udan de volgende aanwijzingen in acht:

R Een defecte startaccu altijd vervangen dooreen startaccu die aan de specifieke eisen vanhet voertuig voldoet.R Aanbouwdelen zoals de ontluchtingsslang,

het hoekstuk en de accupoolafdekking over‐zetten van de te vervangen startaccu.R Erop letten dat de ontluchtingsslang altijd op

de oorspronkelijke opening aan accuzijde isaangesloten.

Aanwezige of meegeleverde pluggen monte‐ren.

Anders kunnen gassen of accuzuur ontsnap‐pen.R Erop letten dat de aanbouwdelen weer op

dezelfde wijze worden aangesloten.

Voertuigen met voorwielaandrijving: Start‐accu uitbouwen

# De startaccu loskoppelen (→ pagina 301).# De klep van de kabelgoot 8 openen.# De afdekking van pluspool 7 openen.

# De moer 9 en de pluspool A losmaken.# De moeren 6 van de leidingen eruit draaien,

de leidingen verwijderen en terzijde leggen.# De vergrendelingsnokken 4 op de voorzeke‐

ringenhouder uiteen spreiden.# De voorzekeringenhouder van de accu nemen

en naar voren en naar rechts schuiven.# De voorzekeringenhouder omhoog en naar

achteren klappen.

Pechhulp 303

Page 306: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De ontluchtingsslang 1 met de aansluitknievan de aansluiting van het ontluchtingsdeksellostrekken.

# De bouten 2 van de houder 3 eruit draaienen de houder omhoog eruit trekken.

# De startaccu dwars op de rijrichting uit zijnverankering schuiven.

# De beugel van de startaccu omhoogklappenen de startaccu uit de accubak verwijderen.

Voertuigen met voorwielaandrijving: Start‐accu inbouwen# Bij het aansluiten van de startaccu de veilig‐

heidsmaatregelen en de beschermende maat‐regelen in acht nemen (→ pagina 299).

# De startaccu in de accubak aanbrengen.

% Erop letten dat er geen kabel bekneld raakt.# De beugel van de startaccu omlaagklappen.# De startaccu dwars op de rijrichting in zijn

verankering schuiven.

# De houder 3 aanbrengen.# De bouten 2 van de houder 3 waarmee de

startaccu tegen verschuiven beveiligd is, vast‐draaien.

# De ontluchtingsslang 1 met de aansluitknieop de aansluiting van het ontluchtingsdekselaansluiten.

# De voorzekeringenhouder op de accu aan‐brengen.

# De pluspool A aansluiten en de afdekking7 sluiten.

# De kabels op de bevestigingspennen plaat‐sen.

# De moeren 6 voor de kabels met het op devoorzekeringenhouder aangegeven aanhaal‐moment 5 vastdraaien.

Mercedes-Benz adviseert de startaccu te latenvervangen bij een gekwalificeerde werkplaats, bij‐voorbeeld een Mercedes-Benz-servicewerkplaats.

Als u zelf de startaccu wilt vervangen, neemt udan de volgende aanwijzingen in acht:

R Een defecte startaccu altijd vervangen dooreen startaccu die aan de specifieke eisen vanhet voertuig voldoet.

304 Pechhulp

Page 307: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R Aanbouwdelen zoals de ontluchtingsslang,het hoekstuk en de accupoolafdekking over‐zetten van de te vervangen startaccu.R Erop letten dat de ontluchtingsslang altijd op

de oorspronkelijke opening aan accuzijde isaangesloten.

Aanwezige of meegeleverde pluggen monte‐ren.

Anders kunnen gassen of accuzuur ontsnap‐pen.R Erop letten dat de aanbouwdelen weer op

dezelfde wijze worden aangesloten.

Extra accu in de motorruimte loskoppelen

* AANWIJZING Beschadiging elektrischeonderdelen

Als de startaccu wordt losgekoppeld voordatde motor wordt afgezet en de sleutel uit hetcontactslot wordt verwijderd, kunnen elektri‐sche onderdelen worden beschadigd.# De motor afzetten en de sleutel uit het

contactslot verwijderen. Vervolgens deaccupoolklemmen losmaken van destartaccu. Erop letten dat altijd eerst destartaccu in de accubak in de linkerbeenruimte wordt losgekoppeld. Anderskunnen elektrische onderdelen, bijvoor‐beeld de dynamo, worden beschadigd.

* AANWIJZING Beschadiging van de elek‐tronische installatie van het voertuig

Wanneer de extra accu niet zoals hiernabeschreven wordt losgekoppeld, kan de elek‐tronica van het voertuig worden beschadigd.# De extra accu altijd in de hierna

beschreven volgorde loskoppelen ennooit de accupoolklemmen omwisselen!Anders kan de elektronica van het voer‐tuig worden beschadigd.

# Bij het loskoppelen van de extra accu de vei‐ligheidsmaatregelen en de beschermendemaatregelen in acht nemen (→ pagina 299)

# Alle stroomverbruikers uitschakelen.# De motor afzetten en de spanningsvoorzie‐

ning uitschakelen.# De motorkap openen (→ pagina 281).# Eerst de minklem van de extra accu losmaken

en zodanig verwijderen, dat de klem de min‐pool niet meer aanraakt.

# De afdekking van de plusklem verwijderen.# De plusklem losmaken en verwijderen.

Extra accu onder bijrijdersbank loskoppelen

* AANWIJZING Beschadiging elektrischeonderdelen

Als de startaccu wordt losgekoppeld voordatde motor wordt afgezet en de sleutel uit hetcontactslot wordt verwijderd, kunnen elektri‐sche onderdelen worden beschadigd.# De motor afzetten en de sleutel uit het

contactslot verwijderen. Vervolgens deaccupoolklemmen losmaken van destartaccu. Erop letten dat altijd eerst destartaccu in de accubak in de linkerbeenruimte wordt losgekoppeld. Anderskunnen elektrische onderdelen, bijvoor‐beeld de dynamo, worden beschadigd.

* AANWIJZING Beschadiging van de elek‐tronische installatie van het voertuig

Wanneer de extra accu niet zoals hiernabeschreven wordt losgekoppeld, kan de elek‐tronica van het voertuig worden beschadigd.

Pechhulp 305

Page 308: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De extra accu altijd in de hiernabeschreven volgorde loskoppelen ennooit de accupoolklemmen omwisselen!Anders kan de elektronica van het voer‐tuig worden beschadigd.

# Bij het loskoppelen van de extra accu de vei‐ligheidsmaatregelen en de beschermendemaatregelen in acht nemen (→ pagina 299).

# Alle stroomverbruikers uitschakelen.# De motor afzetten en de spanningsvoorzie‐

ning uitschakelen.# Het zitvlak van de bijrijdersbank omhoogklap‐

pen (→ pagina 69).# Eerst de minklem van de extra accu losmaken

en zodanig verwijderen, dat de klem de min‐pool niet meer aanraakt.

# De afdekking van de plusklem verwijderen.# De plusklem losmaken en verwijderen.

% Als de extra accu zich onder een bijrijders‐stoel zonder opklapbaar zitvlak bevindt, con‐tact opnemen met een gekwalificeerde werk‐plaats om de extra accu los te koppelen en teverwijderen.

Aan- of wegslepen

Toegestane sleepmethoden

Mercedes-Benz adviseert om het voertuig bijpech te transporteren in plaats van te slepen.

* AANWIJZING Schade aan de auto doorondeskundig slepen

# De aanwijzingen voor het slepen in achtnemen.

* AANWIJZING Schade door duwen vanhet voertuig

Wanneer een voertuig met voorwielaandrij‐ving en automatische transmissie, als demotor is uitgeschakeld, te ver en te snelwordt geduwd, kan het beschadigd raken.# Het voertuig niet verder dan 15 m stap‐

voets duwen.

% Voertuigen met automatische transmis‐sie en achterwielaandrijving: Bij storingenkan de automatische transmissie in de standj geblokkeerd zijn.Als de automatische transmissie niet in destand i kan worden gezet, het voertuig ver‐voeren (→ pagina 309). Voor het transportvan het voertuig is een sleepwagen met hef‐inrichting nodig.

% Voertuigen met automatische transmis‐sie en voorwielaandrijving: Bij storingenkan de automatische transmissie in de standj geblokkeerd zijn. U kunt de parkeerver‐grendeling handmatig opheffen(→ pagina 131).Als de automatische transmissie niet in destand i kan worden gezet, het voertuig ver‐voeren (→ pagina 309). Voor het transportvan het voertuig is een sleepwagen met hef‐inrichting nodig.

306 Pechhulp

Page 309: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Toegestane sleepmethoden

Beide assen op degrond

Vooras opgetild Achteras opgetild

Voertuigen met hand‐geschakelde versnel‐lingsbak

Ja, maximaal 100 kmmet 50 km/h

Ja, maximaal 100 kmmet 50 km/h

Ja, maximaal 50 kmmet 50 km/h

Voertuigen met auto‐matische transmissieen achterwielaandrij‐ving

Ja, maximaal 50 kmmet 50 km/h

Ja, maximaal 50 kmmet 50 km/h

Ja, wanneer het stuur‐wiel met een stuurwiel‐klem in de middenposi‐tie geblokkeerd is

Voertuigen met auto‐matische transmissieen voorwielaandrijving

Neen (als de motor isafgezet)

Ja (als de motor draait),maximaal 5 km met20 km/h

Ja Neen (als de motor isafgezet)

Ja (als de motor draait),maximaal 5 km met20 km/h

Voertuigen met vier‐wielaandrijving

Ja, maximaal 50 kmmet 50 km/h

Nee Nee

Slepen met opgetilde as: Het wegslepen moetdoor een bergingsbedrijf worden uitgevoerd.

Voertuig slepen met beide assen op de grond

# De aanwijzingen met betrekking tot de toege‐stane sleepmethoden in acht nemen(→ pagina 306).

# De accu moet aangesloten en opgeladen zijn;dit controleren.

Als de accu ontladen is:

R Kan de motor niet worden gestart.R Kan de elektrische parkeerrem niet worden

uit- of ingeschakeld.R Voertuigen met automatische transmis‐

sie: Kan de automatische transmissie niet inde stand i of j worden gebracht.

* AANWIJZING Schade door duwen vanhet voertuig

Wanneer een voertuig met voorwielaandrij‐ving en automatische transmissie, als demotor is uitgeschakeld, te ver en te snelwordt geduwd, kan het beschadigd raken.

# Het voertuig niet verder dan 15 m stap‐voets duwen.

* AANWIJZING Beschadiging door te snelof te ver slepen

Door te snel of te ver slepen kan de aandrijf‐lijn beschadigd raken.# Een sleepsnelheid van 50 km/h niet

overschrijden.# Een sleepafstand van 50 km niet over‐

schrijden.

% Voertuigen met automatische transmis‐sie en achterwielaandrijving: Bij storingenkan de automatische transmissie in de standj geblokkeerd zijn.Als de automatische transmissie niet in destand i kan worden gezet, het voertuig ver‐voeren (→ pagina 309). Voor het transportvan het voertuig is een sleepwagen met hef‐inrichting nodig.

Pechhulp 307

Page 310: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

% Voertuigen met automatische transmis‐sie en voorwielaandrijving: Bij storingenkan de automatische transmissie in de standj geblokkeerd zijn. U kunt de parkeerver‐grendeling mechanisch opheffen(→ pagina 131).Als de automatische transmissie niet in destand i kan worden gezet, het voertuig ver‐voeren (→ pagina 309). Voor het transportvan het voertuig is een sleepwagen met hef‐inrichting nodig.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len bij het slepen van een auto met eente hoog gewicht

Wanneer‑ de te slepen auto zwaarder is danhet toegestaan totaalgewicht van uw auto,kunnen de volgende situaties zich voordoen:

R Het sleepoog breekt af.R De combinatie kan gaan slingeren en zelfs

kantelen.

# Als u een andere auto aansleept‑ ofsleept, moet erop worden gelet dat hetgewicht ervan niet hoger is dan het toe‐gestaan totaalgewicht van uw auto.

Als een voertuig moet worden weggesleept ofaangesleept, mag het gewicht het toegestaantotaalgewicht van het trekkende voertuig nietoverschrijden.# Gegevens over het toegestaan totaalgewicht

van het betreffende voertuig vindt u op hetvoertuigtypeplaatje .

# Voertuigen met automatische transmis‐sie: Het chauffeurs- of passagiersportier nietopenen, omdat anders de automatischetransmissie automatisch in de stand jwordt gezet.

# Het sleepoog aanbrengen (→ pagina 310).# De sleepkabel of -stang bevestigen.

* AANWIJZING Beschadiging door ver‐keerde bevestiging

# De sleepkabel of sleepstang alleen aande sleepogen bevestigen.

% De sleepkabel of -stang kan ook aan de aan‐hangwagenvoorziening worden bevestigd.

* AANWIJZING Gevaar voor beschadigingen ongevallen bij het slepen met eensleepkabel

Wanneer de beschermende maatregelen ende veiligheidsmaatregelen bij het slepen meteen sleepkabel niet in acht worden genomen,bestaat het gevaar voor ongevallen.

Bij het slepen met een sleepkabel de vol‐gende punten in acht nemen:# De sleepkabel bij beide voertuigen

indien mogelijk aan dezelfde zijde vanhet voertuig bevestigen.

# De sleepkabel mag niet langer zijn dande wettelijk voorgeschreven lengte.

# De sleepkabel in het midden markeren,bijvoorbeeld met een witte lap(30 x 30 cm). Daardoor herkennenandere verkeersdeelnemers de sleepsi‐tuatie.

# Tijdens het rijden de remlichten van demotorwagen in de gaten houden. Houdde sleepkabel altijd gespannen door vol‐doende afstand te bewaren.

# Voor het slepen geen staalkabel of ket‐ting gebruiken. Anders kan het voertuigworden beschadigd.

# De automatische vergrendeling uitschakelen(→ pagina 46).

# De HOLD-functie niet activeren.# De wegsleepbeveiliging uitschakelen

(→ pagina 59).# Het Active Brake Assist System uitschakelen

(→ pagina 156).# Voertuigen met automatische transmis‐

sie: De automatische transmissie in de standi zetten.

# Voertuigen met handgeschakelde versnel‐lingsbak: De neutraalstand i inschakelen.

# De parkeerrem vrij te zetten.# Voertuigen met handgeschakelde versnel‐

lingsbak: Het contact inschakelen, anderskan het stuurslot blokkeren.

308 Pechhulp

Page 311: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door beperkte veiligheidsrelevantefuncties bij het slepen

Veiligheidsrelevante functies zijn in de vol‐gende situaties beperkt of niet meer beschik‐baar:

R Het contact is uitgeschakeld.R Het remsysteem of de stuurbekrachtiging

vertoont een storing.R De energievoorziening of het boordnet

vertoont een storing.

Als uw auto dan wordt gesleept, kan voor hetsturen en remmen aanzienlijk meer krachtnodig zijn.# Een sleepstang gebruiken.# Voor het slepen controleren of de stuur‐

inrichting vrij kan bewegen.

* AANWIJZING Beschadiging door te hogetrekkrachten

Plotseling wegrijden kan door hoge trekkrach‐ten de auto's beschadigen.# Langzaam en niet plotseling wegrijden.

Voertuig met opgetilde voor- of achteras sle‐pen

* AANWIJZING Beschadiging bij ingescha‐keld contact

Als u bij het slepen van het voertuig metopgetilde voor- en achteras het contact inge‐schakeld laat, kan door een ingreep van hetESP® het remsysteem worden beschadigd.# Het contact moet uitgeschakeld zijn.

* AANWIJZING Beschadiging door ondes‐kundig uit- of inbouwen van de cardanas‐sen

Als bij het inbouwen van de cardanassengeen nieuwe bouten worden gebruikt, kunnende cardanassen worden beschadigd.

Bij het inbouwen van de cardanassen altijdnieuwe bouten gebruiken.

Het verwijderen en aanbrengen van de carda‐nassen alleen door gekwalificeerd personeellaten uitvoeren.

% Het voertuig bij schade aan de vooras bij devooras optillen en bij schade aan de achterasbij de achteras optillen.

% Voertuigen met automatische transmis‐sie en achterwielaandrijving: Bij storingenkan de automatische transmissie in de standj geblokkeerd zijn.Als de automatische transmissie niet in destand i kan worden gezet, het voertuig ver‐voeren (→ pagina 309). Voor het transportvan het voertuig is een sleepwagen met hef‐inrichting nodig.

% Voertuigen met automatische transmis‐sie en voorwielaandrijving: Bij storingenkan de automatische transmissie in de standj geblokkeerd zijn. U kunt de parkeerver‐grendeling mechanisch opheffen(→ pagina 131).Als de automatische transmissie niet in destand i kan worden gezet, het voertuig ver‐voeren (→ pagina 309). Voor het transportvan het voertuig is een sleepwagen met hef‐inrichting nodig.

# De aanwijzingen met betrekking tot de toege‐stane sleepmethoden in acht nemen(→ pagina 306).

# Bij een overschrijding van de maximaal toege‐stane sleepafstand moeten de cardanassennaar de aangedreven assen worden losge‐maakt.

# Voertuigen met automatische transmis‐sie: De automatische transmissie in de standi zetten.

# Voertuigen met handgeschakelde versnel‐lingsbak: De neutraalstand i inschakelen.

# De parkeerrem vrij te zetten.# Het contact uitschakelen.

Voertuig voor transport opladen

# De aanwijzingen met betrekking tot het sle‐pen in acht nemen (→ pagina 309)(→ pagina 307).

# Om het voertuig op te laden de sleepkabel of-stang aan het sleepoog bevestigen.

# Voertuigen met automatische transmis‐sie: De automatische transmissie in de standi zetten.

Pechhulp 309

Page 312: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

% Voertuigen met automatische transmis‐sie: Bij storingen aan de elektronica kan deautomatische transmissie in de stand jgeblokkeerd zijn. Om i in te schakelen hetboordnet van spanning voorzien(→ pagina 299).

# Voertuigen met handgeschakelde versnel‐lingsbak: De neutraalstand i inschakelen.

# Het voertuig op de transporter zetten.# Voertuigen met automatische transmis‐

sie: De automatische transmissie in de standj zetten.

# Voertuigen met handgeschakelde versnel‐lingsbak: De 1e versnelling 1 of de achter‐uitversnelling k inschakelen.

# Het voertuig met de parkeerrem tegen weg‐rollen beveiligen.

# Het voertuig alleen bij de wielen vastzetten.

Voertuigen met vierwielaandrijving /voertui‐gen met automatische transmissie

# Erop letten dat de voor- en achteras op het‐zelfde transportvoertuig komen te staan.

* AANWIJZING Schade aan de aandrijflijndoor verkeerde plaatsing

# De auto niet boven de koppeling van detransportwagen plaatsen.

* AANWIJZING Schade aan het voertuigdoor ondeskundig laden

Wanneer een voertuig met vierwielaandrijvingbij het laden met het hydraulisch systeem vande opbouw wordt gekanteld, geduwd of bewo‐gen, kan deze worden beschadigd.# Een voertuig met vierwielaandrijving bij

het laden uitsluitend op eigen krachtlaten rijden en positioneren.

# Als de sleutel is verwijderd of een deuris geopend het voertuig en diens onder‐grond niet meer bewegen.

Sleepoog opbergplaats

Het sleepoog bevindt zich in het boordgereed‐schap in de beenruimte aan chauffeurszijde(→ pagina 312).

Sleepoog

Sleepoog voor aanbrengen en verwijderen

# Sleepoog voor aanbrengen: Boven op deafdekking drukken en de afdekking verwijde‐ren.

# Het sleepoog 1 rechtsom tot de aanslag erindraaien en vastzetten.

# Sleepoog voor verwijderen: Het sleepoog1 linksom draaien en verwijderen.

# De afdekking met de nok naar boven aan‐brengen en omlaag drukken tot de afdekkingvergrendelt.

310 Pechhulp

Page 313: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Sleepoog achterzijde (voertuigen met goedkeu‐ring voor personenvervoer)

% Het sleepoog achterzijde 2 is aan het voer‐tuig vastgeschroefd.

* AANWIJZING Beschadiging door ver‐keerd gebruik van het sleepoog

Bij het bergen van de auto door het lostrek‐ken met behulp van het sleepoog kan de autobeschadigd raken.# Het sleepoog alleen gebruiken voor het

slepen of aanslepen van de auto.

Voertuig aanslepen (motornoodstart)

Voertuigen met automatische transmissie

* AANWIJZING Beschadiging van de auto‐matische transmissie door aanslepen

Door het aanslepen van auto's met automati‐sche transmissie kan de automatische trans‐missie worden beschadigd.# Auto's met automatische transmissie

mogen niet door aanslepen wordengestart.

# Voertuigen met automatische transmissiemogen niet door aanslepen worden gestart.

Voertuigen met handgeschakelde versnel‐lingsbak# De aanwijzingen met betrekking tot het sle‐

pen in acht nemen (→ pagina 306).# Eventueel van tevoren de motor en het uit‐

laatsysteem laten afkoelen.

# Het contact inschakelen.# De 2e of de 3e versnelling inschakelen.# De parkeerrem vrij te zetten.# Bij volledig ingedrukt koppelingspedaal het

voertuig aanslepen.# Het koppelingspedaal langzaam loslaten.# Als de motor aanslaat, direct de neutraal‐

stand inschakelen.# Stoppen; daarbij op de verkeerssituatie let‐

ten.# De sleepkabel of -stang verwijderen.# Het sleepoog verwijderen.# Het voertuig laten controleren bij een gekwa‐

lificeerde werkplaats.

Elektrische zekeringen

Aanwijzingen met betrekking tot elektrischezekeringen

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len en letsel door overbelaste bedrading

Wanneer een defecte zekering wordt gemani‐puleerd, overbrugd of door een zekering meteen hoger amperage wordt vervangen, kan deelektrische bedrading overbelast worden.

Hierdoor kan brand ontstaan.# Defecte zekeringen altijd door gespecifi‐

ceerde nieuwe zekeringen met het cor‐recte amperage vervangen.

* AANWIJZING Beschadiging door ver‐keerde zekeringen

Door verkeerde zekeringen kunnen elektri‐sche componenten of systemen wordenbeschadigd.# Alleen door Mercedes-Benz vrijgegeven

zekeringen met het aangegeven ampe‐rage gebruiken.

De elektrische zekeringen van uw voertuig dienenertoe, defecte stroomkringen uit te schakelen.Als een zekering is doorgebrand vallen de daaropaangesloten componenten en hun functies uit.

Doorgebrande zekeringen moeten worden vervan‐gen door gelijkwaardige zekeringen, herkenbaaraan de kleur en de ampèrewaarde. Het zekering‐aansluitschema en verdere aanwijzingen metbetrekking tot elektrische zekeringen en relais

Pechhulp 311

Page 314: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

vindt u in de aanvullende handleiding "Zekerin‐genindeling".

* AANWIJZING Beschadiging of functiesto‐ring door vochtigheid

Door vochtigheid kunnen functiestoringen ofbeschadigingen aan de elektrische installatieontstaan.# Bij een geopende zekeringenkast erop

letten dat geen vochtigheid in de zeke‐ringenkasten kan binnendringen.

# Bij het sluiten van de zekeringenkasterop letten dat de afdichting van hetdeksel correct op de zekeringenkast isaangebracht.

Als een nieuw aangebrachte zekering opnieuwdoorbrandt, de oorzaak laten vaststellen en ver‐helpen bij een gekwalificeerde werkplaats.

Voor het vervangen van zekeringen het volgendecontroleren:

R Het voertuig is beveiligd tegen wegrollen.R Alle elektrische verbruikers zijn uitgescha‐

keld.R Het contact is uitgeschakeld.

De elektrische zekeringen zijn over verschillendezekeringenkasten verdeeld:

R Zekeringenkast in de beenruimte van de bijrij‐der (→ pagina 312)R Zekeringenkast in stoelconsole van chauf‐

feursstoel (→ pagina 312)

Zekeringenkast in stoelconsole van chauf‐feursstoel openen

# Openen: De sluitingen 1 van de afdekkingomlaagdrukken en loshaken.

# De afdekking verwijderen.

Zekeringenkast in de beenruimte van de bijrij‐der openen

# De afdekking van opbergvak in de beenruimtevan de bijrijder ontgrendelen en verwijderen(→ pagina 313).

# Het inzetstuk 1 met het boordgereedschapverwijderen.

Boordgereedschap

Informatie over het boordgereedschap

Het boordgereedschap bevindt zich in hetopbergvak in de beenruimte aan bijrijderszijde(→ pagina 313).

Het boordgereedschap bestaat uit:

R een sleepoogR een schroevendraaier met Torx-, kruis- en

platte bitR Bovendien kan het boordgereedschap bijvoor‐

beeld het volgende bevatten:- een steeksleutel- een wielsleutel

312 Pechhulp

Page 315: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Afdekking van opbergvak ontgrendelen enverwijderen

# De rubbermat uit de beenruimte van de bijrij‐der verwijderen.

# Ontgrendelen: De snelsluiting 1 linksom inde stand 1draaien.

# De afdekking iets optillen en eruit trekken.

Afdekking aanbrengen en vergrendelen# De afdekking op zijn plaats schuiven en

omlaagdrukken.# De snelsluiting 1 tot de aanslag omlaag‐

drukken.# Vergrendelen: De snelsluiting 1 rechtsom

in de stand 2draaien.

Boordgereedschap verwijderen

# Het boordgereedschap uit het opbergvak 1nemen.

Hydraulische krik

Informatie over de hydraulische krik

De hydraulische krik bevindt zich in een zijvak 1boven de trede van de bijrijdersdeur.

De krik heeft, afhankelijk van de uitrusting, eengewicht van maximaal 7,5 kg. Het maximum‐draagvermogen van de krik vindt u op de stickervan de krik. Bij een storing in de werking contactopnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

Krik onderhouden:

R Alle bewegende delen na gebruik reinigen enweer invetten.R De hefzuigers elke zes maanden helemaal uit-

en weer inschuiven.

Krik en pomphefboomstang verwijderen

Voorwaarden R De bijrijdersdeur is geopend.

Pechhulp 313

Page 316: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Openen: De sluitingen 1 van de afdekkingomlaagdrukken en loshaken.

# De afdekking verwijderen.# De steun volledig verwijderen en op de trede

leggen.

# De krik 2 en de pomphefboomstang verwij‐deren.

# Sluiten: De afdekking vastdrukken, zodat desluitingen 1 vergrendelen.

314 Pechhulp

Page 317: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Geluidsontwikkeling of ongebruikelijk rijge‐drag

Tijdens het rijden letten op trillingen, geluiden enongewoon rijgedrag, bijvoorbeeld trekken naareen kant. Dit kan wijzen op beschadigingen aanbanden of velgen. Als bandenpech vermoedwordt de snelheid verlagen. Zo snel mogelijkstoppen en de banden en velgen op beschadigin‐gen controleren. Onzichtbare beschadigingen vande banden kunnen eveneens de oorzaak van hetongewone rijgedrag zijn. Als er geen beschadigin‐gen te zien zijn, de banden en velgen laten con‐troleren bij een gekwalificeerde werkplaats.

Regelmatige controle van de wielen en ban‐den

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door beschadigde banden

Beschadigde banden kunnen verlies van ban‐denspanning veroorzaken.

Daardoor kunt u de controle over de auto ver‐liezen.# Banden regelmatig op schade controle‐

ren en beschadigde banden direct ver‐vangen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor aquapla‐ning door te lage profieldiepte

Bij een te lage profieldiepte laat de grip vande banden te wensen over. Het bandenprofielkan het water niet meer afvoeren.

Daardoor verhoogt bij nat wegdek het gevaarvoor aquaplaning, in het bijzonder als u desnelheid niet aanpast.

Bij een te hoge of te lage bandenspanningkunnen banden op verschillende plaatsen vanhet loopvlak verschillend verslijten.# De profieldiepte en de toestand van het

loopvlak over de gehele breedte bij allebanden regelmatig controleren.

Minimumprofieldiepte bij

R Zomerbanden: 3 mmR M+S-Reifen: 4 mm

# De banden om veiligheidsredenen latenvervangen voordat de wettelijk voorge‐schreven minimumprofieldiepte bereiktis.

De banden en velgen regelmatig op beschadigin‐gen controleren, ten minste om de twee wekenen na rijden in het terrein of op slechte wegdek‐ken. Beschadigde wielen kunnen leiden tot ban‐denspanningsverlies.

Op beschadigingen letten, zoals:

R sneden in de bandR gaatjes in de bandR scheuren in de bandR uitstulpingen op de bandR verbuiging of sterke corrosie van de wielen

De volgende controles regelmatig, ten minsteeenmaal per maand of indien nodig, bijvoorbeeldvoor een langere rit of rijden in het terrein, aanalle wielen uitvoeren:

R Controle van de bandenspanning(→ pagina 317)R Controle van de ventieldopjes

De ventielen moeten met de door Mercedes-Benz speciaal voor het voertuig goedgekeurdeventieldopjes tegen vocht en vuil beschermdzijn.R Visuele controle van de profieldiepte en het

loopvlak van de band over de gehele breedte

De minimumprofieldiepte bedraagt bij zomer‐banden 3 mm en bij winterbanden 4 mm.

Informatie over het rijden met zomerbanden

Zomerbanden verliezen bij temperaturen onder10 °C duidelijk aan elasticiteit en daarmee aangrip en remcapaciteit. Het voertuig uitrusten metM+S-banden. Bij zomerbanden kan door gebruikbij zeer lage temperaturen scheurvorming optre‐den, waardoor ze blijvend beschadigd raken. Wijkunnen voor dit soort schade geen verantwoorde‐lijkheid nemen.

De toegestane maximumsnelheid van de gemon‐teerde zomerbanden mag nooit worden over‐schreden .

Als er zomerbanden zijn gemonteerd:

R Bandenspanning controleren (→ pagina 317)R Bandenspanningscontrole opnieuw starten

(→ pagina 330)

Wielen en banden 315

Page 318: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Informatie over M+S-banden

Bij temperaturen onder 10 °C winterbanden ofall-seasonbanden gebruiken — beide zijn met M+Sgekenmerkt.

Onder winterse omstandigheden bieden alleenwinterbanden met het sneeuwvloksymbool inaast M+S de beste grip.

Alleen met deze banden kunnen rijveiligheidssys‐temen, zoals het ABS en het ESP®, ook in dewinter optimaal werken. Deze banden zijn speci‐aal ontwikkeld voor het rijden in sneeuw.

Om een veilig rijgedrag te verkrijgen moeten opalle vier de wielen M+S-banden van hetzelfdemerk en met hetzelfde profiel worden gemon‐teerd.

De toegestane maximumsnelheid van de gemon‐teerde M+S-banden mag nooit worden overschre‐den .

Als M+S-banden worden gemonteerd met eenlagere toegestane maximumsnelheid dan de doorde constructie bepaalde maximumsnelheid vanhet voertuig, moet in het gezichtsveld van dechauffeur een sticker worden aangebracht. Dezeis verkrijgbaar bij een gekwalificeerde werk‐plaats.

Voertuigen met limiter: In dit geval tevens dedoor de constructie bepaalde maximum snelheidvan het voertuig met de permanente limiterbegrenzen op de toegestane maximumsnelheidvoor de M+S-banden (→ pagina 160).

Als er winterbanden zijn gemonteerd:

R Bandenspanning controleren (→ pagina 317)R Bandenspanningscontrole opnieuw starten

(→ pagina 330)

Aanwijzingen met betrekking tot sneeuw‐kettingen

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door verkeerde montage van desneeuwkettingen

Voertuigen met achterwielaandrijving:Wanneer sneeuwkettingen op de voorwielenworden gemonteerd, kunnen de sneeuwket‐tingen tegen de carrosserie of onderdelen vanhet onderstel schuren.

Daardoor kan schade aan het voertuig of debanden ontstaan.

# Nooit sneeuwkettingen op de voorwie‐len monteren.

# Sneeuwkettingen op de achterwielenaltijd paarsgewijs monteren.

# Voertuigen met dubbelluchtwiel: Sneeuwkettingen op de buitenste wielenmonteren.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door verkeerde montage van desneeuwkettingen

Voertuigen met voorwielaandrijving: Wan‐neer sneeuwkettingen op de achterwielenworden gemonteerd, kunnen de sneeuwket‐tingen tegen de carrosserie of onderdelen vanhet onderstel schuren.

Daardoor kan schade aan het voertuig of debanden ontstaan.# Nooit sneeuwkettingen op de achterwie‐

len monteren.# Sneeuwkettingen alleen paarsgewijs op

de voorwielen monteren.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door ongeschikte sneeuwkettingen

Voertuigen met vierwielaandrijving of voor‐wielaandrijving en enkelluchtbanden hebbenniet voldoende vrije ruimte bij de vooras vooruniversele sneeuwkettingen.

Wanneer universele sneeuwkettingen wordengemonteerd, kunnen de sneeuwkettingen los‐komen en onderdelen van het onderstel ofremleidingen beschadigen.# Bij voertuigen met vierwielaandrijving of

voorwielaandrijving en enkelluchtban‐den alleen sneeuwkettingen monterendie door Mercedes-Benz voor deze ban‐den vrijgegeven zijn.

Mercedes-Benz adviseert om veiligheidsredenenom alleen voor de toepassing geteste en goedge‐keurde sneeuwkettingen te gebruiken. Meer infor‐matie over de door Mercedes-Benz geadviseerdesneeuwkettingen vindt u in het banden- en velge‐noverzicht onder https://www.mercedes-benz.de.

316 Wielen en banden

Page 319: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

* AANWIJZING Beschadiging van de wiel‐doppen door gemonteerde sneeuwkettin‐gen

Wanneer u sneeuwkettingen op stalen velgenmonteert, kunnen de wieldoppen beschadi‐gen.# Voor de montage van sneeuwkettingen

de wieldoppen van de stalen velgen ver‐wijderen.

Bij het gebruik maken van sneeuwkettingen hetvolgende in acht nemen:

R Sneeuwkettingen zijn slechts voor bepaaldevelg-bandcombinatie toegestaan. Informatiedaarover is verkrijgbaar bij een gekwalifi‐ceerde werkplaats.R Om veiligheidsredenen uitsluitend de door

Mercedes-Benz goedgekeurde sneeuwkettin‐gen of sneeuwkettingen met dezelfde kwali‐teitsstandaard gebruiken.R De sneeuwkettingen moeten na circa 1 km

nogmaals worden nagespannen. Alleen zo iseen optimale zitting van de sneeuwkettingenen vrije ruimte naar de aangrenzende onder‐delen mogelijk.R Voertuigen met vierwielaandrijving:

Sneeuwkettingen op alle wielen monteren. Bijvoertuigen met dubbelluchtwielen de sneeuw‐kettingen op de buitenste wielen monteren.De montagehandleiding van de fabrikantopvolgen.R Sneeuwkettingen alleen gebruiken als de weg

geheel met sneeuw bedekt is. De sneeuwket‐tingen zo snel mogelijk verwijderen, als deweg niet meer geheel met sneeuw bedekt is.R Plaatselijke bepalingen kunnen het gebruik

van sneeuwkettingen beperken. De overeen‐komstige voorschriften in acht nemen voordatu sneeuwkettingen monteert.R Voor het wegrijden met sneeuwkettingen de

vierwielaandrijving inschakelen(→ pagina 133).R De toegestane maximumsnelheid met gemon‐

teerde sneeuwkettingen is 50 km/h.R Voertuigen met parkeerassistent: Met

gemonteerde sneeuwkettingen niet de PARK‐TRONIC-parkeerassistent gebruiken.

% De maximumsnelheid van het voertuig kanvoor het gebruik van winterbanden perma‐nent worden begrensd (→ pagina 160).

% Het ESP® kan voor het wegrijden worden uit‐geschakeld (→ pagina 154). Zo kunnen dewielen doordraaien en een hogere aandrijf‐kracht opwekken.

Bandenspanning

Aanwijzingen met betrekking tot de banden‐spanning

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door te lage of te hoge bandenspan‐ning

Banden met een te lage of een te hoge ban‐denspanning vormen de volgende gevaren:

R De banden kunnen klappen, in het bijzon‐der bij toenemende belading en snelheid.R De banden kunnen overmatig en/of onge‐

lijkmatig slijten, hetgeen de grip sterknadelig beïnvloedt.R De rij-eigenschappen en het stuur‑ en

remgedrag kunnen sterk nadelig beïn‐vloed worden.

# Geadviseerde bandenspanningen inacht nemen en de bandenspanning vanalle banden inclusief het reservewielcontroleren:R ten minste maandelijksR bij veranderde beladingR voor aanvang van een langere ritR bij veranderde gebruiksomstandigheden,

bijv. rijden in het terrein

# Indien nodig de bandenspanning aan‐passen.

Een te lage of te hoge bandenspanning heeft devolgende gevolgen:

R De levensduur van de band wordt verkort.R Beschadiging van de banden wordt in de hand

gewerkt.R Het rijgedrag en daarmee de rijveiligheid wor‐

den nadelig beïnvloed, bijvoorbeeld dooraquaplaning.

Wielen en banden 317

Page 320: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len bij herhaaldelijk drukverlies in deband

Wanneer de bandenspanning herhaaldelijkdaalt, kunnen velg, ventiel of band bescha‐digd zijn.

Een te lage bandenspanning kan tot een klap‐band leiden.# Banden op binnengedrongen voorwer‐

pen onderzoeken.# Controleren of de velg of het ventiel lek

is.# Als de schade niet verholpen worden

kan, contact opnemen met een gekwali‐ficeerde werkplaats.

De gegevens over de geadviseerde bandenspan‐ning voor de af fabriek op uw voertuig gemon‐teerde banden vindt u in de bandenspanningsta‐bel op de stoelconsole respectievelijk op de B-stijl aan chauffeurszijde .

Voor het controleren van de bandenspanning eengeschikte bandenspanningsmeter gebruiken. Hetuiterlijk van een band geeft geen uitsluitsel overde bandenspanning.

Voertuigen met bandenspanningscontrole: Debandenspanning kan ook via de boordcomputerworden gecontroleerd.

De bandenspanning alleen corrigeren als de ban‐den koud zijn. Voorwaarden voor koude banden:

R Het voertuig heeft gedurende ten minste drieuur geparkeerd gestaan zonder zonnestralingop de banden.R Het voertuig heeft minder dan 1,6 km gere‐

den.

Een stijging van de bandentemperatuur van10 °C verhoogt de bandenspanning circa 10 kPa(0,1 bar, 1,5 psi). Hier rekening mee houden, als

de bandenspanning wordt gecontroleerd als debanden warm zijn.

Aanwijzingen voor rijden met aanhangwagenVoor de banden van de achteras geldt uitsluitendde in de bandenspanningstabel geadviseerdebandenspanning voor volledige belading.

Bandenspanningstabel

De bandenspanningstabel bevindt zich op destoelconsole respectievelijk op de B-‑stijl aanchauffeurszijde.

De bandenspanningstabel toont de aanbevolenbandenspanning voor de af fabriek onder ditvoertuig gemonteerde banden. De geadviseerdebandenspanningen gelden voor banden in koudetoestand en verschillende beladingstoestandenvan het voertuig.

Als bij de bandenspanningen een of meerderebandenmaten worden vermeld, dan geldt debetreffende bandenspanning alleen voor dezebandenmaten.

Als de bandenmaten vergezeld gaan van het sym‐bool +, dan is de betreffende bandenspanningeen alternatieve bandenspanning.

De beladingstoestanden "leeg" of "volledig bela‐den" worden met verschillende gewichten in detabel weergegeven.

Bandenspanningen vooras bij voertuigen met voorwielaandrijvingMax. voorasbelasting 1750 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting1750 kg

225/65R16C 112/110R Volledig beladen 360 kPa (3,6 bar, 52 psi)

225/65R16C 112/110R Leeg 330 kPa (3,3 bar, 48 psi)

225/75R16C 118/116R Volledig beladen 320 kPa (3,2 bar, 46 psi)

225/75R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

318 Wielen en banden

Page 321: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting1750 kg

225/75R16C 121/120R Volledig beladen 320 kPa (3,2 bar, 46 psi)

225/75R16C 121/120R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/60R17C 117/115R Volledig beladen 340 kPa (3,4 bar, 49 psi)

235/60R17C 117/115R Leeg 310 kPa (3,1 bar, 45 psi)

Max. voorasbelasting 1850 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting1850 kg

225/65R16C 112/110R Volledig beladen 390 kPa (3,9 bar, 57 psi)

225/65R16C 112/110R Leeg 330 kPa (3,3 bar, 48 psi)

225/75R16C 118/116R Volledig beladen 350 kPa (3,5 bar, 51 psi)

225/75R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

225/75R16C 121/120R Volledig beladen 350 kPa (3,5 bar, 51 psi)

225/75R16C 121/120R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/60R17C 117/115R Volledig beladen 360 kPa (3,6 bar, 52 psi)

235/60R17C 117/115R Leeg 310 kPa (3,1 bar, 45 psi)

Max. voorasbelasting 2000 kg)

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting2000 kg

225/65R16C 112/110R Volledig beladen -

225/65R16C 112/110R Leeg -

225/75R16C 118/116R Volledig beladen 380 kPa (3,8 bar, 55 psi)

225/75R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

225/75R16C 121/120R Volledig beladen 380 kPa (3,8 bar, 55 psi)

225/75R16C 121/120R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/60R17C 117/115R Volledig beladen 400 kPa (4,0 bar, 58 psi)

235/60R17C 117/115R Leeg 310 kPa (3,1 bar, 45 psi)

Wielen en banden 319

Page 322: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Max. voorasbelasting 2100 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting2100 kg

225/65R16C 112/110R Volledig beladen -

225/65R16C 112/110R Leeg -

225/75R16C 118/116R Volledig beladen 410 kPa (4,1 bar, 60 psi)

225/75R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

225/75R16C 121/120R Volledig beladen 410 kPa (4,1 bar, 60 psi)

225/75R16C 121/120R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/60R17C 117/115R Volledig beladen 420 kPa (4,2 bar, 61 psi)

235/60R17C 117/115R Leeg 310 kPa (3,1 bar, 45 psi)

Bandenspanningen achteras bij voertuigen met voorwielaandrijvingMax. achterasbelasting 2100 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting2100 kg

225/65R16C 112/110R Volledig beladen 450 kPa (4,5 bar, 65 psi)

225/65R16C 112/110R Leeg 330 kPa (3,3 bar, 48 psi)

225/75R16C 118/116R Volledig beladen 410 kPa (4,1 bar, 60 psi)

225/75R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

225/75R16C 121/120R Volledig beladen 410 kPa (4,1 bar, 60 psi)

225/75R16C 121/120R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/60R17C 117/115R Volledig beladen 420 kPa (4,2 bar, 61 psi)

235/60R17C 117/115R Leeg 310 kPa (3,1 bar, 45 psi)

Max. achterasbelasting 2430 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting2430 kg

225/65R16C 112/110R Volledig beladen -

225/65R16C 112/110R Leeg -

225/75R16C 118/116R Volledig beladen 490 kPa (4,9 bar, 71 psi)

225/75R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

225/75R16C 121/120R Volledig beladen 490 kPa (4,9 bar, 71 psi)

225/75R16C 121/120R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

320 Wielen en banden

Page 323: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting2430 kg

235/60R17C 117/115R Volledig beladen 500 kPa (5,0 bar, 73 psi)

235/60R17C 117/115R Leeg 310 kPa (3,1 bar, 45 psi)

Bandenspanningen vooras bij campers met voorwielaandrijvingCamper, max. voorasbelasting 1750 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting1750 kg

225/75R16CP 118R Volledig beladen 320 kPa (3,2 bar, 46 psi)

235/60R17C 117/115R Volledig beladen 330 kPa (3,3 bar, 48 psi)

Camper, max. voorasbelasting 1850 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting1850 kg

225/75R16CP 118R Volledig beladen 350 kPa (3,5 bar, 51 psi)

235/60R17C 117/115R Volledig beladen 360 kPa (3,6 bar, 52 psi)

Camper, max. voorasbelasting 2000 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting2000 kg

225/75R16CP 118R Volledig beladen 380 kPa (3,8 bar, 55 psi)

235/60R17C 117/115R Volledig beladen 400 kPa (4,0 bar, 58 psi)

Camper, max. voorasbelasting 2100 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting2100 kg

225/75R16CP 118R Volledig beladen 410 kPa (4,1 bar, 60 psi)

235/60R17C 117/115R Volledig beladen 420 kPa (4,2 bar, 61 psi)

% De bandenspanningen voor een leeg voertuigworden vanwege het hoge leeggewicht van

de camper niet gegeven en zijn niet toege‐staan.

Wielen en banden 321

Page 324: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Bandenspanningen achteras bij campers met voorwielaandrijvingCamper, max. achterasbelasting 2100 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting2430 kg

225/75R16CP 118R Volledig beladen 550 kPa (5,5 bar, 80 psi)

235/60R17C 117/115R Volledig beladen 530 kPa (5,3 bar, 78 psi)

Camper, max. achterasbelasting 2430 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting2430 kg

225/75R16CP 118R Volledig beladen 550 kPa (5,5 bar, 80 psi)

235/60R17C 117/115R Volledig beladen 530 kPa (5,3 bar, 78 psi)

% De bandenspanningen voor een leeg voertuigworden vanwege het hoge leeggewicht van

de camper niet gegeven en zijn niet toege‐staan.

Bandenspanningen vooras bij voertuigen met achterwielaandrijving en single-bandenMax. voorasbelasting 1650 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting1650 kg

205/75R16C 110/108R Volledig beladen 360 kPa (3,6 bar, 52 psi)

205/75R16C 110/108R Leeg 330 kPa (3,3 bar, 48 psi)

225/75R16C 121/120R Volledig beladen 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

225/75R16C 121/120R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

225/75R16C 118/116R Volledig beladen 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

225/75R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 115/113R Volledig beladen 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 115/113R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 121/119R Volledig beladen 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 121/119R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 118/116R Volledig beladen 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/60R17C 117/115R Volledig beladen 320 kPa (3,2 bar, 46 psi)

235/60R17C 117/115R Leeg 310 kPa (3,1 bar, 45 psi)

322 Wielen en banden

Page 325: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Max. voorasbelasting 1860 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting1860 kg

205/75R16C 110/108R Volledig beladen -

205/75R16C 110/108R Leeg -

225/75R16C 121/120R Volledig beladen 350 kPa (3,5 bar, 51 psi)

225/75R16C 121/120R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

225/75R16C 118/116R Volledig beladen 350 kPa (3,5 bar, 51 psi)

225/75R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 115/113R Volledig beladen 350 kPa (3,5 bar, 51 psi)

235/65R16C 115/113R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 121/119R Volledig beladen 350 kPa (3,5 bar, 51 psi)

235/65R16C 121/119R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 118/116R Volledig beladen 350 kPa (3,5 bar, 51 psi)

235/65R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/60R17C 117/115R Volledig beladen 380 kPa (3,8 bar, 55 psi)

235/60R17C 117/115R Leeg 310 kPa (3,1 bar, 45 psi)

Max. voorasbelasting 2000 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting2000 kg

205/75R16C 110/108R Volledig beladen -

205/75R16C 110/108R Leeg -

225/75R16C 121/120R Volledig beladen 370 kPa (3,7 bar, 54 psi)

225/75R16C 121/120R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

225/75R16C 118/116R Volledig beladen 370 kPa (3,7 bar, 54 psi)

225/75R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 115/113R Volledig beladen -

235/65R16C 115/113R Leeg -

235/65R16C 121/119R Volledig beladen 380 kPa (3,8 bar, 55 psi)

235/65R16C 121/119R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 118/116R Volledig beladen 380 kPa (3,8 bar, 55 psi)

235/65R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

Wielen en banden 323

Page 326: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting2000 kg

235/60R17C 117/115R Volledig beladen 400 kPa (4,0 bar, 58 psi)

235/60R17C 117/115R Leeg 310 kPa (3,1 bar, 45 psi)

Bandenspanningen achteras bij voertuigen met achterwielaandrijving en single-bandenMax. achterasbelasting 1800 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting1800 kg

205/75R16C 110/108R Volledig beladen 400 kPa (4,0 bar, 58 psi)

205/75R16C 110/108R Leeg 330 kPa (3,3 bar, 48 psi)

225/75R16C 121/120R Volledig beladen 330 kPa (3,3 bar, 48 psi)

225/75R16C 121/120R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

225/75R16C 118/116R Volledig beladen 330 kPa (3,3 bar, 48 psi)

225/75R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 115/113R Volledig beladen 340 kPa (3,4 bar, 49 psi)

235/65R16C 115/113R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 121/119R Volledig beladen 340 kPa (3,4 bar, 49 psi)

235/65R16C 121/119R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 118/116R Volledig beladen 340 kPa (3,4 bar, 49 psi)

235/65R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/60R17C 117/115R Volledig beladen 350 kPa (3,5 bar, 51 psi)

235/60R17C 117/115R Leeg 310 kPa (3,1 bar, 45 psi)

Max. achterasbelasting 2000 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting2000 kg

205/75R16C 110/108R Volledig beladen -

205/75R16C 110/108R Leeg -

225/75R16C 121/120R Volledig beladen 380 kPa (3,8 bar, 55 psi)

225/75R16C 121/120R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

225/75R16C 118/116R Volledig beladen 380 kPa (3,8 bar, 55 psi)

225/75R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 115/113R Volledig beladen 380 kPa (3,8 bar, 55 psi)

324 Wielen en banden

Page 327: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting2000 kg

235/65R16C 115/113R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 121/119R Volledig beladen 380 kPa (3,8 bar, 55 psi)

235/65R16C 121/119R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 118/116R Volledig beladen 380 kPa (3,8 bar, 55 psi)

235/65R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/60R17C 117/115R Volledig beladen 400 kPa (4,0 bar, 58 psi)

235/60R17C 117/115R Leeg 310 kPa (3,1 bar, 45 psi)

Max. achterasbelasting 2250 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting2250 kg

205/75R16C 110/108R Volledig beladen -

205/75R16C 110/108R Leeg -

225/75R16C 121/120R Volledig beladen 430 kPa (4,3 bar, 62 psi)

225/75R16C 121/120R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

225/75R16C 118/116R Volledig beladen 430 kPa (4,3 bar, 62 psi)

225/75R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 115/113R Volledig beladen 450 kPa (4,5 bar, 65 psi)

235/65R16C 115/113R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 121/119R Volledig beladen 450 kPa (4,5 bar, 65 psi)

235/65R16C 121/119R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 118/116R Volledig beladen 450 kPa (4,5 bar, 65 psi)

235/65R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/60R17C 117/115R Volledig beladen 460 kPa (4,6 bar, 67 psi)

235/60R17C 117/115R Leeg 310 kPa (3,1 bar, 45 psi)

Max. achterasbelasting 2430 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting

2430 kg1)

205/75R16C 110/108R Volledig beladen -

205/75R16C 110/108R Leeg -

225/75R16C 121/120R Volledig beladen 490 kPa (4,9 bar, 71 psi)

Wielen en banden 325

Page 328: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting

2430 kg1)

225/75R16C 121/120R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

225/75R16C 118/116R Volledig beladen 490 kPa (4,9 bar, 71 psi)

225/75R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 115/113R Volledig beladen -

235/65R16C 115/113R Leeg -

235/65R16C 121/119R Volledig beladen 490 kPa (4,9 bar, 71 psi)

235/65R16C 121/119R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/65R16C 118/116R Volledig beladen 490 kPa (4,9 bar, 71 psi)

235/65R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

235/60R17C 117/115R Volledig beladen 500 kPa (5,0 bar, 73 psi)

235/60R17C 117/115R Leeg 310 kPa (3,1 bar, 45 psi)

1) Geldt alleen voor voertuigen met een toege‐staan totaalgewicht van meer dan 3,2 t.

Bandenspanningen vooras bij voertuigen met achterwielaandrijving en dubbelluchtbandenMax. voorasbelasting 1850 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting1850 kg

195/75R16C 107/105R Volledig beladen 440 kPa (4,4 bar, 64 psi)

195/75R16C 107/105R Leeg 400 kPa (4,0 bar, 58 psi)

205/75R16C 110/108R Volledig beladen 410 kPa (4,1 bar, 60 psi)

205/75R16C 110/108R Leeg 360 kPa (3,6 bar, 52 psi)

205/75R16C 113/111R Volledig beladen -

205/75R16C 113/111R Leeg -

Max. voorasbelasting 2000 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting2000 kg

195/75R16C 107/105R Volledig beladen -

195/75R16C 107/105R Leeg -

205/75R16C 110/108R Volledig beladen 440 kPa (4,4 bar, 64 psi)

205/75R16C 110/108R Leeg 360 kPa (3,6 bar, 52 psi)

326 Wielen en banden

Page 329: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting2000 kg

205/75R16C 113/111R Volledig beladen -

205/75R16C 113/111R Leeg -

Max. voorasbelasting 2100 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting2100 kg

195/75R16C 107/105R Volledig beladen -

195/75R16C 107/105R Leeg -

205/75R16C 110/108R Volledig beladen -

205/75R16C 110/108R Leeg -

205/75R16C 113/111R Volledig beladen 480 kPa (4,8 bar, 70 psi)

205/75R16C 113/111R Leeg 380 kPa (3,8 bar, 55 psi)

Bandenspanningen achteras bij voertuigen met achterwielaandrijving en dubbelluchtbandenMax. achterasbelasting tot 3200 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelastingTot 3200 kg

195/75R16C 107/105R Volledig beladen 410 kPa (4,1 bar, 60 psi)

195/75R16C 107/105R Leeg 350 kPa (3,5 bar, 51 psi)

205/75R16C 110/108R Volledig beladen 370 kPa (3,7 bar, 54 psi)

205/75R16C 110/108R Leeg 320 kPa (3,2 bar, 46 psi)

205/75R16C 113/111R Volledig beladen -

205/75R16C 113/111R Leeg -

Max. achterasbelasting kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting3500 kg

195/75R16C 107/105R Volledig beladen 440 kPa (4,4 bar, 64 psi)

195/75R16C 107/105R Leeg 350 kPa (3,5 bar, 51 psi)

205/75R16C 110/108R Volledig beladen 410 kPa (4,1 bar, 60 psi)

205/75R16C 110/108R Leeg 320 kPa (3,2 bar, 46 psi)

Wielen en banden 327

Page 330: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting3500 kg

205/75R16C 113/111R Volledig beladen -

205/75R16C 113/111R Leeg -

Max. achterasbelasting 3600 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting3600 kg

195/75R16C 107/105R Volledig beladen -

195/75R16C 107/105R Leeg -

205/75R16C 110/108R Volledig beladen -

205/75R16C 110/108R Leeg -

205/75R16C 113/111R Volledig beladen 430 kPa (4,3 bar, 62 psi)

205/75R16C 113/111R Leeg 340 kPa (3,4 bar, 49 psi)

Bandenspanningen vooras bij voertuigen met achterwielaandrijving en super-single-bandenMax. voorasbelasting 1850 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting1850 kg

225/75R16C 121/120R Volledig beladen 340 kPa (3,4 bar, 49 psi)

225/75R16C 121/120R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

Max. voorasbelasting 2000 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting2000 kg

225/75R16C 121/120R Volledig beladen 370 kPa (3,7 bar, 54 psi)

225/75R16C 121/120R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)

Bandenspanningen achteras bij voertuigen met achterwielaandrijving en super-single-bandenMax. achterasbelasting tot 3200 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelastingTot 3200 kg

225/75R16C 121/120R Volledig beladen 690 kPa (6,9 bar, 100 psi)

225/75R16C 121/120R Leeg -

328 Wielen en banden

Page 331: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelastingTot 3200 kg

285/65R16C 131/129R Volledig beladen 460 kPa (4,6 bar, 67 psi)

285/65R16C 131/129R Leeg 400 kPa (4,0 bar, 58 psi)

Max. achterasbelasting 3500 kg

Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting3500 kg

225/75R16C 121/120R Volledig beladen 690 kPa (6,9 bar, 100 psi)2)

225/75R16C 121/120R Leeg -

285/65R16C 131/129R Volledig beladen 520 kPa (5,2 bar, 75 psi)

285/65R16C 131/129R Leeg 400 kPa (4,0 bar, 58 psi)

2) Geldig voor het kortstondig gebruik als reserve‐wiel op de achteras over een afstand van maxi‐maal 100 km en een maximumsnelheid van55 km/h.

Ook de volgende aanvullende informatie in achtnemen:

R Aanwijzingen met betrekking tot de banden‐spanning (→ pagina 317)

Bandenspanningscontrole

Werking van de bandenspanningscontrole bijsingle-bandenHet systeem controleert met behulp van banden‐spanningsensoren de bandenspanning en de ban‐dentemperatuur van de op het voertuig gemon‐teerde banden.

Nieuwe bandenspanningsensoren, bijvoorbeeld inwinterbanden, worden bij de eerste rit automa‐tisch ingeleerd.

De bandenspanning en de bandentemperatuurworden op het multifunctioneel display weergege‐ven (→ pagina 184).

Bij een duidelijk drukverlies van de banden volgteen waarschuwing:

R door displaymeldingen (→ pagina 379)R door het waarschuwingslampje h in het

combi-instrument

De chauffeur is ervoor verantwoordelijk, de ban‐denspanning in te stellen op de geadviseerde,voor de bedrijfsomstandigheden geschikte ban‐denspanning voor koude banden. De banden‐

spanning met een bandenspanningsmeter instel‐len als de banden koud zijn. In acht nemen dat debandenspanningscontrole de voor de actuelebedrijfsomstandigheden correcte bandenspan‐ning eerst moet inleren.

In de meeste gevallen actualiseert de banden‐spanningscontrole de referentiewaarde automa‐tisch, nadat de bandenspanning is gewijzigd. Dereferentiewaarden kunnen echter ook wordengeactualiseerd door de bandenspanningscontrolehandmatig opnieuw op te starten(→ pagina 330).

Systeemgrenzen

Het systeem kan in de volgende situaties moge‐lijk niet correct werken of buiten werking zijn:

R Als de bandenspanning verkeerd is ingesteldR Bij een plotseling drukverlies, bijvoorbeeld

veroorzaakt door een binnengedrongen voor‐werpR Bij een storing door een andere radiobron

Ook beslist de volgende uitgebreide informatielezen:

R Aanwijzingen met betrekking tot de banden‐spanning (→ pagina 317)

Bandenspanning met bandenspanningscon‐trole controleren

Voorwaarden R Het contact is ingeschakeld.

Wielen en banden 329

Page 332: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Boordcomputer:, Service . Banden

Een van de volgende weergave verschijnt:

R Actuele bandenspanning en de bandentempe‐ratuur van de afzonderlijke wielen

Weergave instrumentendisplay met kleurendis‐play

R Actuele bandenspanning van de afzonderlijkewielen

Weergave instrumentendisplay met zwart-wit-dis‐play

R Bandenspanningsindicatie verschijnt na enkele minuten rijden: De inleerprocedurevan het systeem is nog niet afgesloten. Debandenspanningen worden dan reeds gecon‐troleerd.

# De bandenspanning vergelijken met de voorde actuele bedrijfstoestand geadviseerdebandenspanning . Daarbij de aanwijzingenmet betrekking tot de bandentemperatuur inacht nemen (→ pagina 317).

% De op het multifunctioneel display weergege‐ven waarden kunnen afwijken van de waar‐den van de bandenspanningsmeter, die gel‐den voor zeeniveau. Op hoger gelegen loca‐ties geven luchtdrukmeters een hogere ban‐denspanning weer dan de boordcomputer. Indit geval de bandenspanning verlagen.

Ook beslist de volgende uitgebreide informatielezen:

R Aanwijzingen met betrekking tot de banden‐spanning (→ pagina 317)

Bandenspanningscontrole opnieuw starten

Voorwaarden R De geadviseerde bandenspanning is bij alle

vier de banden correct ingesteld voor debetreffende bedrijfstoestand (→ pagina 317).

De bandenspanningscontrole in de volgende situ‐aties opnieuw opstarten:

R De bandenspanning is gewijzigd.R De banden of de wielen zijn gewisseld of

nieuw gemonteerd.

Boordcomputer:, Service . Banden # Een wisbeweging omlaag maken links op de

touch-control op het stuurwiel.Het multifunctioneel display toont de meldingActuele bandenspanning als nieuwe richt-waarde overnemen?

# Links op de touch-control in het stuurwieldrukken, om het opnieuw opstarten te star‐ten.Het multifunctioneel display toont de meldingOK.

Actuele waarschuwingsmeldingen wordengewist en het gele waarschuwingslampjeh dooft.

Na enkele minuten rijden controleert het sys‐teem of de actuele bandenspanningswaardenbinnen het geadviseerde gebied liggen. Ver‐volgens worden de actuele bandenspannings‐waarden als nieuwe referentiewaarden aange‐nomen en bewaakt.

Ook beslist de volgende uitgebreide informatielezen:

R Aanwijzingen met betrekking tot de banden‐spanning (→ pagina 317)

330 Wielen en banden

Page 333: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Zendvergunning van de bandenspanningscon‐trole

Zendvergunningen

Land Zendvergunning

Argentinië

CNC ID: H-20027

Australië

Brazilië

MODELO: TSSRE4A

ANATEL: 05181-17-06643

Este equipamento opera em cará‐ter secundário, isto é, não temdireito à proteção contrainterfe‐rência prejudicial, mesmo deestações do mesmo tipo e nãopode causar interferência a siste‐mas operando em caráter primá‐rio.

Canada IC: 4008C-TSSRE4A

Operation is subject to the follo‐wing two conditions:

(1) this device may not causeharmful interference, and

(2) this device must accept anyinterference received, includinginterference that may causeundesired operation.

Land Zendvergunning

EuropeseUnie

IJsland

Noorwe‐gen Hiermee verklaart Huf Hülsbeck &

Fürst GmbH & Co. KG, dat hettype radioapparatuur TSSRE4A &TSSSG4G6 voldoet aan de richt‐lijn 2014/53/EU.

De volledige tekst van de EU-con‐formiteitsverklaring is te vindenop het volgende internetadres:http://www.huf-group.com/eudoc

Frequentieband: 433,92 MHz

Uitgestraald maximaal zendver‐mogen: <10 mW

Fabrikant:

Huf Electronics Bretten GmbH

Gewerbestr. 40

D-75015 Bretten

Germany

Indonesië TSSRE4A & TSSSG4G6

52166/SDPPI/2017

3533

Israël A. The use of this product doesnot need a wireless operationlicense.

B. The product does not includean RF disturbance protection, andshould not disturb other licensedproducts.

C. It is forbidden to replace theantenna or to make any change inthis product.

Jordanië Kingdom of Jordan Type approvalfor Tyre Pressure Sensor and ECU

Manufacturer: Huf ElectronicsBretten GmbH

Model: TSSRE4A

Type Approval Number:TRC/LPD/2017/421

Model: TSSSG4G6

Type Approval Number:TRC/LPD/2017/422

Wielen en banden 331

Page 334: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Land Zendvergunning

Maleisië

CIDF17000184

Model: TSSRE4A & TSSSG4G6

RAQP/57A/0817/S(17-2424)

Marokko AGREE PAR L'ANRT MAROC

Modele: TSSRE4A

Numero d'agrement: MR 14320ANRT 2017

Date d'agrement: 07/07/2017

Modele: TSSSG4G6

Numero d'agrement: MR 14319ANRT 2017

Date d'agrement: 07/07/2017

Mexico Model: TSSRE4A, IFETEL:RLVHUTS17-0806

Moldavië

Oman OMAN - TRA

R/4516/17

D100428

Filipijnen

NTC

Type Approved.

No: ESD-1715393C

Rusland

Singapore Complies with IDA StandardsDA103787

Land Zendvergunning

Zuid-Afrika

TA-2017/1393

TA-2017/1391

Zuid-Korea

MSIP-CRM-HHF-TSSRE4A

MSIP-CRM-HHF-TSSSG4G6

Applicant name: Huf Hülsbeck &Fürst GmbH & Co. KG

Equiment name: Tire PressureMonitoring System

Manufacturing Year/Month: onthe product

Manufacturer: Huf ElectronicsBretten GmbH

Country of origin: Germany

해당 무선 설비 기기는 운용 중전파혼신 가능성이 있으므로인명안전과 관련된 서비스는할 수 없음.

(This device is not allowed to pro‐vide service related human bodysince it has possibility of fre‐quency interference during onoperation.)

332 Wielen en banden

Page 335: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Land Zendvergunning

Taiwan

CCAO17LP0380T4

CCAO17LP0390T7

經型式認證合格之低功率射頻電機,非經許可,公司、商號或使用者均

不得擅自變更頻率、加大功率或變更原設計之特性及功能。低功率射

頻電機之使用不得影響飛航安全及干擾合法通信;經發現有干擾現象

時,應立即停用,並改善至無干擾時方得繼續使用。前項合法通信,指依

電信法規定作業之無線電通信。低功率射頻電機須忍受合法通信或工

業、科學及醫療用電波輻射性電機設備之干擾。

According to “AdministrativeRegulations on Low Power RadioWaves Radiated Devices”.

Without permission granted bythe DGT, any company, enter‐prise, or user is not allowed tochange frequency, enhance trans‐mitting power or alter originalcharacteristic as well as perfor‐mance to a approved low powerradio-frequency devices.

The low power radio-frequencydevices shall not influence air‐craft security and interfere legalcommunications; If found, theuser shall cease operating imme‐diately until no interference isachieved.

The said legal communicationsmeans radio communications isoperated in compliance with theTelecommunications Act.

The low power radio-frequencydevices must be susceptible withthe interference from legal com‐

Land Zendvergunningmunications or ISM radio waveradiated devices.

Thailand This telecommunication equi‐pment conforms to NTC technicalrequirement.

Oekraïne

Model: TSSRE4A & TSSSG4G6

UA.TR.109.0109-17

VerenigdeArabischeEmiraten

Huf Electronics Bretten GmbH

Model: TSSRE4A

Model: TSSSG4G6

TRA

Registered No: ER57807/17

Dealer No: DA36976/14

TRA

Registered No: ER57806/17

Dealer No: DA36976/14

USA FCC ID: YGOTSSRE4A

This device complies with Part 15of the FCC Rules. Operation issubject to the following two con‐ditions: (1) this device may notcause harmful interference, and(2) this device must accept anyinterference received, includinginterference that may causeundesired operation.

WARNING: Any changes or modifi‐cation not expressly approved bythe party responsible for com‐pliance could void the user'sauthority to operate this equi‐pment.

Verwisselen van een wiel

Aanwijzingen over de selectie, montage envervanging van banden

Informatie over de toegestane velg-bandcombina‐ties kunt u verkrijgen bij een gekwalificeerdewerkplaats.

Wielen en banden 333

Page 336: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door verkeerde afmetingen van debanden en velgen

Als banden en velgen met verkeerde afmetin‐gen zijn gemonteerd, kunnen de wielremmenof onderdelen van de wielophanging wordenbeschadigd.# Banden en velgen altijd vervangen door

banden en velgen die aan de specifica‐ties van de originele onderdelen vol‐doen.

Daarbij bij velgen het volgende in achtnemen:

R OmschrijvingR TypeR Toegestane wielbelastingR Inpersdiepte

Daarbij bij banden het volgende in achtnemen:

R OmschrijvingR FabrikantR TypeR DraagvermogenindexR de snelheidsindex

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door overschrijden van het draagver‐mogen van de band of de toegestanesnelheidsindex

Het overschrijden van het aangegeven draag‐vermogen van de band of de toegestane snel‐heidsindex kan leiden tot beschadiging van debanden of tot klappen van de banden.# Alleen voor het voertuigtype goedge‐

keurde bandentypes en -maten gebrui‐ken.

# Het voor uw auto noodzakelijke draag‐vermogen van de band en de snelheids‐index in acht nemen.

* AANWIJZING Schade aan het voertuig ende banden door niet goedgekeurde ban‐dentypen en -maten

Om veiligheidsredenen alleen banden, velgenen accessoires gebruiken, die Mercedes-Benzspeciaal voor het voertuig goedgekeurd heeft.

Deze banden zijn speciaal op de regelsyste‐men, zoals het ABS of het ESP®, afgestemd.

Anders kunnen bepaalde eigenschappen,zoals rijgedrag, rijgeluid, verbruik enzovoortnadelig worden beïnvloed. Bovendien kunnenbanden met andere maten onder belastingtegen de carrosserie en delen van de wielop‐hanging aanlopen. Beschadiging aan de ban‐den of het voertuig kunnen het gevolg zijn.# Alleen de door Mercedes-Benz gecon‐

troleerde en geadviseerde banden, vel‐gen en accessoires gebruiken.

* AANWIJZING Negatieve invloed op de rij‐veiligheid door gecoverde banden

Gecoverde banden worden door Mercedes-Benz niet getest en geadviseerd, omdat bijhet coveren beschadigingen niet altijd her‐kend worden.

De rijveiligheid kan daarom niet gewaarborgdworden.# Geen gebruikte banden gebruiken,

waarvan het eerdere gebruik onbekendis.

* AANWIJZING Beschadiging van elektro‐nische onderdelen door het gebruik vanmontagegereedschap

Voertuigen met bandenspanningscon‐trole: In de wielen bevinden zich elektroni‐sche onderdelen. Bij het ventiel mag geenmontagegereedschap worden aangebracht.

Anders kunnen de elektronische onderdelenworden beschadigd.# Banden alleen bij een gekwalificeerde

werkplaats laten vervangen.

Accessoires die niet door Mercedes-Benz voorhet voertuig zijn goedgekeurd, of waar niet vak‐kundig mee wordt omgegaan, kunnen de rijveilig‐heid nadelig beïnvloeden.

Voor de aanschaf en het gebruik van niet goedge‐keurde accessoires bij een gekwalificeerde werk‐plaats informatie vragen over:

R doelmatigheidR wettelijke voorschriftenR aanbevelingen af fabriek

334 Wielen en banden

Page 337: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Bij het kiezen, monteren en vervangen van ban‐den het volgende in acht nemen:

R Landspecifieke goedkeuringseisen voor ban‐den, die een bepaald bandentype voor hetvoertuig vastleggen.

Daarnaast kan voor bepaalde regio's en toe‐passingen het gebruik van bepaalde banden‐typen worden aanbevolen.R Alleen banden en velgen van dezelfde con‐

structie, dezelfde uitvoering (zomerbanden,winterbanden, all-seasonbanden) en hetzelfdemerk monteren.R Op een as alleen wielen van dezelfde afmetin‐

gen en profieluitvoering monteren (links enrechts).

Uitsluitend in geval van pech mag voor het rij‐den naar de werkplaats hiervan worden afge‐weken.R Op de velgen alleen passende banden monte‐

ren.R Geen nabewerking aan het remsysteem, de

velgen en de banden uitvoeren.

Het gebruik van vulplaten en remstofplaten isniet toegestaan en leidt tot het verlies van detypegoedkeuring.R Voertuigen met bandenspanningscontrole:

Alle gemonteerde wielen moeten zijn uitge‐rust met functionerende sensoren voor debandenspanningscontrole.R Bij temperaturen onder 10 °C winterbanden

of all-seasonbanden met het M+S-keurmerkop alle wielen gebruiken.

Onder winterse omstandigheden bieden win‐terbanden met het sneeuwvloksymbool inaast de M+S markering de beste grip.R Bij M+S-banden alleen banden met hetzelfde

profiel gebruiken.R De toegestane maximumsnelheid van de

gemonteerde M+S-banden in acht nemen.

Wanneer deze lager is dan die van het voer‐tuig, moet een sticker in het gezichtsveld vande chauffeur hiervoor waarschuwen.R Nieuwe banden tijdens de eerste 100 km met

matige snelheid inrijden.R De banden uiterlijk om de zes jaar laten ver‐

vangen, ongeacht de slijtage.

Voor meer informatie over banden en velgen con‐tact opnemen met een gekwalificeerde werk‐plaats.

Ook de volgende aanvullende informatie in achtnemen:

R Aanwijzingen met betrekking tot de banden‐spanning (→ pagina 317)R BandenspanningstabelR Aanwijzingen met betrekking tot het noodwiel

(→ pagina 343)

Aanwijzingen met betrekking tot het verwis‐selen van wielen

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door verschillende wielafmetingen

Wanneer bij verschillende afmetingen van vel‐gen of banden de voor‑ met de achterwielenworden uitgewisseld, kunnen de rij-eigen‐schappen sterk nadelig worden beïnvloed.

Bovendien kunnen de schijfremmen of onder‐delen van de wielophanging worden bescha‐digd.# De voor‑ en achterwielen uitsluitend uit‐

wisselen, wanneer banden en velgenidentieke afmetingen hebben.

Als bij verschillende afmetingen van banden envelgen de voor- met de achterwielen worden ver‐wisseld, kan dit leiden tot verlies van de type‐goedkeuring.

Verwissel bij voertuigen met dezelfde wielmaatafhankelijk van de slijtagegraad de wielen elke5000 tot 10000 km. Op de draairichting van dewielen letten.

Daarbij de aanwijzingen en de veiligheidsaanwij‐zingen bij "Verwisselen van een wiel" in achtnemen.

Informatie over de draairichting van banden

Banden met een voorgeschreven draairichtingbieden extra voordelen, bijvoorbeeld met betrek‐king tot aquaplaning. Deze voordelen zijn alleeneffectief als de draairichting wordt aangehouden.

De draairichting is met een pijl op de wang vande band aangegeven.

Het reservewiel mag ook tegengesteld aan dedraairichting worden gemonteerd. De gebruiks‐voorwaarden met betrekking tot de op het reser‐vewiel aangegeven maximumafstand en maxi‐mumsnelheid in acht nemen.

Wielen en banden 335

Page 338: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Aanwijzingen met betrekking tot het opslaanvan wielen

R Gedemonteerde wielen koel, droog en zomogelijk donker bewaren.R De banden tegen olie, vet en brandstof

beschermen.

Overzicht gereedschap voor het verwisselenvan een wiel

Het benodigde gereedschap voor het verwisselenvan een wiel kan het volgende omvatten:

R KrikR Wielsleutel

% Het maximumdraagvermogen van de krikvindt u op de sticker van de krik.De krik is onderhoudsvrij. Bij een storing inde werking contact opnemen met een gekwa‐lificeerde werkplaats.

Voertuigen met achterwielaandrijving

Het gereedschap voor het verwisselen van eenwiel bevindt zich in het opbergvak 1 boven detrede van de bijrijdersdeur en in het opbergvakaan bijrijderszijde in de beenruimte.

Voertuigen met voorwielaandrijving

Het gereedschap voor het verwisselen van eenwiel 1 bevindt zich achter de chauffeursstoel.

Voertuig voorbereiden op het verwisselen vaneen wiel

Voorwaarden R Het noodzakelijke gereedschap voor het ver‐

wisselen van een wiel is aanwezig.R Het voertuig bevindt zich niet op een helling.R Het voertuig staat op een stevige, stroeve en

vlakke ondergrond.

# De parkeerrem bedienen.# De voorwielen in de rechtuitstand brengen.# Voertuigen met handgeschakelde versnel‐

lingsbak: De eerste versnelling of de achter‐uitversnelling k inschakelen.

# Voertuigen met automatische transmis‐sie: De transmissie in de stand j zetten.

# De motor afzetten.# Veiligstellen dat de motor niet kan worden

gestart.# Het boordgereedschap uit de beenruimte aan

bijrijderszijde nemen (→ pagina 312).

336 Wielen en banden

Page 339: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Voertuigen met achterwielaandrijving# De krik en het gereedschap voor het verwis‐

selen van een wiel uit het opbergvak nemen(→ pagina 336).

# Indien nodig de wieldop verwijderen.# Van de driedelige pomphefboom van de krik

de middelste stand en de stang met de groot‐ste diameter samen gebruiken als verlengingvan de wielsleutel.

# Het wielsleutelverlengstuk met de middelstestang eerst tot de aanslag op de wielsleutelschuiven.

# Van het te verwisselen wiel de wielbouten/wielmoeren met de wielsleutel circa eenomwenteling losdraaien. De wielbouten/wiel‐moeren niet verwijderen.

# Het voertuig opkrikken (→ pagina 337).

Voertuigen met voorwielaandrijving# De krik en het gereedschap voor het verwis‐

selen van een wiel achter de chauffeursstoelverwijderen (→ pagina 336).

# Indien nodig de wieldop verwijderen.# Van het te verwisselen wiel de wielbouten/

wielmoeren met de wielsleutel circa eenomwenteling losdraaien. De wielbouten/wiel‐moeren niet verwijderen.

# Het voertuig opkrikken (→ pagina 337).

Voertuig bij het verwisselen van een wielopkrikken

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor het kantelen van de krik

Wanneer een voertuig met luchtvering wordtgeparkeerd kan de luchtvering tot een uurlater geactiveerd blijven, ook als het contactis uitgeschakeld. Indien wordt geprobeerd hetvoertuig met de krik op te krikken, probeertde luchtvering het voertuigniveau te compen‐seren.

De krik kan omvallen.# Alvorens het voertuig op te krikken op

de luchtvering-afstandsbediening op detoets Service drukken.Dit voorkomt het automatisch naregelenvan het voertuigniveau en het handma‐tig omhoog- of omlaagbrengen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor verkeerd plaatsen van de krik

Als de krik niet correct bij de betreffendekriksteunpunten wordt geplaatst, kan de krikkantelen als de auto omhoog is gebracht.# De krik uitsluitend plaatsen bij de

betreffende kriksteunpunten van deauto. De voet van de krik moet zichloodrecht onder het kriksteunpunt vande auto bevinden.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor het kantelen van het voertuig

Op hellingen kan de krik kantelen als hetvoertuig is opgekrikt.# Wielen nooit op een helling verwisselen.# Contact opnemen met een gekwalifi‐

ceerde werkplaats.

* AANWIJZING Voertuigschade door krik

Wanneer u de krik niet op de daarvoorbedoelde kriksteunpunten aanbrengt, kunt uuw auto beschadigen.# De krik alleen op de daarvoor bedoelde

kriksteunpunten aanbrengen.

Voorwaarden R Er bevinden zich geen personen in het voer‐

tuig.

Wielen en banden 337

Page 340: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

R Het voertuig is voorbereid voor het verwisse‐len van een wiel (→ pagina 336).

De krik alleen onder de hiervoor bestemde krik‐steunpunten aanbrengen. Anders kan het voer‐tuig worden beschadigd.

Belangrijke aanwijzingen met betrekking tot hetgebruik van de krik:

R Alleen de voertuigspecifieke, door Mercedes-Benz gecontroleerde en goedgekeurde krikgebruiken voor het opkrikken van het voer‐tuig. Bij ondeskundig gebruik van de krik kande krik kantelen als het voertuig is opgekrikt.R De krik is uitsluitend geschikt voor het kort‐

stondig opkrikken van het voertuig en nietvoor onderhoudswerkzaamheden onder hetvoertuig.R Het verwisselen van een wiel op hellingen ver‐

mijden.R De ondergrond waar de krik op rust moet ste‐

vig, vlak en stroef zijn. Indien nodig een grote,vlakke, stevige en stroeve ondergrond gebrui‐ken.R De voet van de krik moet zich loodrecht

onder het kriksteunpunt bevinden.

Veiligheidsregels bij opgekrikt voertuig:

R Nooit handen of voeten onder het voertuighouden.R Nooit onder het voertuig gaan liggen.R De motor niet starten en de parkeerrem niet

vrijzetten.R Geen deuren openen of sluiten.

Voertuigen met voorwielaandrijving

Kriksteunpunten

Kriksteunpunt, vooras

Kriksteunpunt, achteras

# Indien nodig de opnamekop van de krikdraaien.

# De krik 2 bij het kriksteunpunt 1 plaatsen.# De draaiknop zo lang draaien tot de schotel

van de krik stevig tegen het kriksteunpunt 1aanligt.

# Vooras: De ratel-ringsleutel 3 uit hetgereedschap voor het verwisselen van eenwiel nemen en zodanig op de zeskant van dekrik plaatsen, dat de tekst "AUF" zichtbaar is.

# Achteras: De verlengstang en de dopsleuteluit het gereedschap voor het verwisselen vaneen wiel nemen en op de zeskant van de krikplaatsen en de ratel-ringsleutel 3 uit hetgereedschap voor het verwisselen van eenwiel zodanig op de verlengstang plaatsen, datde tekst "AUF" zichtbaar is.

338 Wielen en banden

Page 341: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De ratel-ringsleutel 3 naar rechts draaien totde krik 2 volledig tegen het kriksteunpunt1 steunt en de onderzijde van de krik gelijk‐matig op de bodem rust.

# De ratel-ringsleutel 3 draaien, tot de bandmaximaal 3 cm van de grond verwijderd is.

# Het wiel losdraaien en verwijderen(→ pagina 340).

Voertuigen met achterwielaandrijving

Kriksteunpunten

Alleen de middelste stang en de stang met degrootste diameter van de pomphefboom voor dekrik als wielsleutelverlengstuk gebruiken. Alleende middelste stang volledig tot de aanslag op dewielsleutel aanbrengen. De stangen kunnenanders verbuigen en zodanig vervormen dat zeniet meer als pomphefboom voor de krik kunnenworden gebruikt.

# Hydraulische krik voorbereiden: De derdestang van de pomphefboom 1voor de krik inhet wielsleutelverlengstuk steken.

# De aftapplug 3 sluiten.# Hiertoe met de uitsparing in de pomphef‐

boom 1 de aftapplug 3 tot de aanslagrechtsom draaien.

% De aftapplug 3 nooit meer dan een tot tweeomwentelingen opendraaien. Anders kanhydraulische vloeistof naar buiten komen.

# De pomphefboom 1 met de grootste stangeerst in de opening van de krik steken en bor‐gen door deze rechtsom te draaien.

# De krik loodrecht onder de hierna aangege‐ven kriksteunpunten plaatsen.

Kriksteunpunt, vooras

Kriksteunpunt, achteras (voorbeeld chassisca‐bine met open laadbak tot 3,5 t)

Wielen en banden 339

Page 342: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Kriksteunpunt, achteras (voorbeeld voertuigmet gesloten opbouw en combi tot 4,0 t)

Kriksteunpunt, achteras (voertuigen 5,0 t)

# De krik vóór de vooras onder het kriksteun‐punt plaatsen.

# Voertuigen met vierwielaandrijving: Dekrikspindel 2 linksom tot de aanslag terug‐draaien.

# Het voertuig opkrikken tot de band maximaal3 cm van de grond verwijderd is.

# Het wiel losdraaien en verwijderen(→ pagina 340).

Wiel verwijderen

Voorwaarden R Het voertuig is omhooggebracht

(→ pagina 337).

Bij het verwisselen van een wiel elke vormvan krachtinwerking op de remschijven voor‐

komen, omdat deze tot comfortklachten bijhet remmen zouden kunnen leiden.

* AANWIJZING Beschadiging van deschroefdraad door vervuilde wielbouten

# De wielbouten niet in zand of vuil leg‐gen.

# De wielbouten of -moeren met de wielmoer‐sleutel losdraaien.

# Bij voorwielen met wielmoeren de wielmoe‐rafdekking verwijderen.

# Het wiel verwijderen.

Nieuw wiel monteren

Voorwaarden R Het wiel is verwijderd (→ pagina 340).

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door verliezen van een wiel

Als wielbouten met olie of vet zijn inge‐smeerd, of als de schroefdraad van wielbou‐ten‑ of naven beschadigd is, kunnen de wiel‐bouten loskomen.

Daardoor kan tijdens het rijden een wiel wor‐den verloren.# Nooit de wielbouten met olie of vet

insmeren.# Als schroefdraad beschadigd is, direct

contact opnemen met een gekwalifi‐ceerde werkplaats.

# Beschadigde wielbouten of beschadigdeschroefdraad in de naaf laten vervan‐gen.

# Niet verder rijden.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel bijhet vastdraaien van wielbouten en ‑moe‐ren

Als de wielbouten of wielmoeren worden vast‐gedraaid als de auto omhooggebracht is, kande krik kantelen.# Wielbouten of wielmoeren alleen vast‐

draaien met het wiel op de grond.

# De aanwijzingen met betrekking tot de selec‐tie van banden in acht nemen(→ pagina 333).

340 Wielen en banden

Page 343: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Om veiligheidsredenen alleen de voorMercedes-Benz en het betreffende wiel goed‐gekeurde wielbouten of wielmoeren gebrui‐ken.

Als het stalen reservewiel wordt gemonteerd,beslist de korte wielbouten voor een stalen velggebruiken. Als bij de montage van het stalenreservewiel andere wielbouten worden gebruikt,kan het remsysteem beschadigd worden.

1 Wielbout voor lichtmetalen velg2 Wielbout voor stalen velg

# Het contactvlak van het wiel en de wielnaafreinigen.

# Voertuigen met Super-Single-banden: Eerstde adapter voor het smallere reservewiel aande wielnaaf bevestigen.

# Het nieuw te monteren wiel op de wielnaaf ofop de adapter voor het reservewiel schuivenen aandrukken.

# Het nieuw te monteren wiel op de wielnaafschuiven en aandrukken.

Wielen met centrering door de wielbouten:# Voertuigen met lichtmetalen velgen: De bij

het stalen reservewiel passende korte wiel‐bouten uit het boordgereedschap gebruiken.

# De wielbouten erin draaien en licht vast‐draaien.

Bij wielen met wielmoeren:# Voorwielen met wielmoerafdekking: De wiel‐

moerafdekking op de wielmoertapeindenschuiven.

# Drie wielmoeren over de klemschijven van dewielmoerafdekking vastdraaien.

# Het wiel zodanig draaien, dat de wielmoerta‐peinden in het midden over de openingenstaan.

# De overige wielmoeren vastdraaien.# Alle wielmoeren licht aantrekken.

Het voertuig na verwisselen van een wiellaten zakken

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door onjuist aanhaalmoment

Als de wielbouten of -moeren niet met hetvoorgeschreven aanhaalmoment zijn vastge‐zet, kunnen de wielen loskomen.# Na het verwisselen van een wiel het

aanhaalmoment direct laten controlerenbij een gekwalificeerde werkplaats.

Voorwaarden R Het nieuwe wiel is gemonteerd

(→ pagina 340).

Voertuigen met voorwielaandrijving# Vooras: De ratel-ringsleutel uit het gereed‐

schap voor het verwisselen van een wielnemen en zodanig op de zeskant van de krikplaatsen, dat de tekst "AB" zichtbaar is.

# Achteras: De verlengstang uit het gereed‐schap voor het verwisselen van een wielnemen en op de zeskant van de krik plaatsenen de ratel-ringsleutel zodanig op de verleng‐stang plaatsen, dat de tekst "AB" zichtbaar is.

# Voertuig laten zakken: De ratel-ringsleutelvan de krik linksom draaien.

Wielen en banden 341

Page 344: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De wielbouten of -moeren in de aangegevenvolgorde 1 t/m 6 gelijkmatig vastdraaien.

Voorgeschreven aanhaalmoment:

R Stalen wielbouten: 240 NmR Wielmoeren180 NmR Lichtmetalen wielbouten: 180 Nm

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door onjuist aanhaalmoment

Als de wielbouten of -moeren niet met hetvoorgeschreven aanhaalmoment zijn vastge‐zet, kunnen de wielen loskomen.# Na het verwisselen van een wiel het

aanhaalmoment direct laten controlerenbij een gekwalificeerde werkplaats.

Voertuigen met achterwielaandrijvingAlleen de middelste stang en de stang met degrootste diameter van de pomphefboom voor dekrik als wielsleutelverlengstuk gebruiken. Alleende middelste stang volledig tot de aanslag op dewielsleutel aanbrengen. De stangen kunnenanders verbuigen en zodanig vervormen dat zeniet meer als pomphefboom voor de krik kunnenworden gebruikt.

Voertuigen met super-single-banden: Wanneerhet reservewiel op de achteras moet wordengemonteerd, de maximumsnelheid van 55 km/hen de maximumafstand van 100 km aanhouden.Anders kan door de verschillende toerentallen hetdifferentieel beschadigd raken.# De aftapplug op de krik met de pomphef‐

boom slechts langzaam circa één omwente‐ling openen en het voertuig voorzichtig latenzakken.

# De krik terzijde leggen.# De stang met de kleinste diameter van de

pomphefboom losmaken.De ingekorte pomphefboom dient voor hetverlengen van de wielsleutel.

# Het wielsleutelverlengstuk met de middelstestang eerst tot de aanslag op de wielsleutelschuiven.

# De wielbouten of -moeren in de aangegevenvolgorde 1 t/m 6 gelijkmatig vastdraaien.

Voorgeschreven aanhaalmoment:

R Stalen wielbouten: 240 NmR Wielmoeren180 NmR Lichtmetalen wielbouten: 180 Nm

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door onjuist aanhaalmoment

Als de wielbouten of -moeren niet met hetvoorgeschreven aanhaalmoment zijn vastge‐zet, kunnen de wielen loskomen.# Na het verwisselen van een wiel het

aanhaalmoment direct laten controlerenbij een gekwalificeerde werkplaats.

# De zuiger van de hydraulische krik weergeheel naar binnen drukken en de aftapplugdichtdraaien.

# Voertuigen met vierwielaandrijving: Dekrikspindel rechtsom tot de aanslag terug‐draaien.

% Bij stalen velgen met wielbouten kan nu dewieldop worden aangebracht. De montage isafhankelijk van de uitvoering van de wieldopals wieldeksel of als middenafdekking van hetwiel.

# Wiel met wieldeksel: Het wieldeksel met deuitsparing voor het bandenventiel boven hetbandenventiel plaatsen.

# Het wieldeksel met beide handen tegen derand van de velg drukken en vergrendelen.Erop letten dat de borgnokken van het wiel‐deksel in de stalen velg vallen.

342 Wielen en banden

Page 345: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Wiel met middenafdekking: De klemnokkenvan de middenafdekking boven de wielboutenplaatsen.

# De middenafdekking van het wiel door eenslag in het midden vergrendelen.

# Het defecte wiel in de reservewielhouderbevestigen.

# Voertuigen met super-single-banden: Hetdefecte achterwiel op de laadvloer vervoeren.Het achterwiel is te groot voor de reservewiel‐houder.

# De bandenspanning van het nieuwe wiel con‐troleren en naar behoefte aanpassen.

# De wielbouten of -moeren na 50 km met hetvoorgeschreven aanhaalmoment natrekken.

# Wanneer een wiel of reservewiel met eennieuw of nieuw gespoten schijfwiel wordtgebruikt: De wielbouten of de wielmoeren nacirca 1000 km tot 5000 km laten natrekken.

% Voertuigen met bandenspanningscon‐trole: Alle gemonteerde wielen moeten zijnuitgerust met functionerende sensoren.

Ook beslist de volgende uitgebreide informatielezen:

R Aanwijzingen met betrekking tot de banden‐spanning (→ pagina 317)

Reservewiel

Aanwijzingen met betrekking tot het reserve‐wiel

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door verkeerde wiel- en bandenmaten

De wiel‑ en bandenmaten en het bandentypevan het reservewiel en het te verwisselen wielkunnen verschillend zijn. Als het reservewielwordt gemonteerd, kunnen de rij-eigenschap‐pen sterk worden beïnvloed.

Om risico's te vermijden, de volgende puntenin acht nemen:# De rijstijl aanpassen en voorzichtig rij‐

den.# Nooit meer dan een reservewiel monte‐

ren dat afwijkt van het te verwisselenwiel.

# Het reservewiel dat afwijkt van het teverwisselen wiel, slechts kortstondiggebruiken.

# Het ESP® niet uitschakelen.# Het reservewiel met verschillende afme‐

tingen bij de eerstvolgende gekwalifi‐ceerde werkplaats laten vervangen.Beslist op de correcte wiel‑ en banden‐maten en het bandentype letten.

Bij gebruik van een reservewiel met verschillendeafmetingen mag de maximumsnelheid van80 km/h niet overschreden worden.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door beschadigd reservewiel bijSuper-Single-banden

Voertuigen met Super-Single bandenDe band van het reservewiel wordt na hetmonteren hiervan op de achteras bovenge‐middeld belast. Wanneer de maximumsnel‐heid of de maximumafstand wordt overschre‐den of het reservewiel herhaaldelijk wordtgemonteerd, kan de band hierdoor wordenbeschadigd. De beschadigingen van de ban‐den kunnen verborgen en niet herkenbaarzijn.

Een beschadigde band kan voor bandenspan‐ningsverlies zorgen. Daardoor kunt u de con‐trole over het voertuig verliezen.# Het reservewiel alleen dan gebruiken,

als het nog niet eerder met de actueleband op de achteras was gemonteerd.

# Als het reservewiel eerder op de ach‐teras is gemonteerd, onafhankelijk vande afstand de band van het reservewielna het opnieuw verwisselen van eenwiel laten vervangen.

# Om veiligheidsredenen bij de banden‐wissel erop letten dat alleen het voor deband vrijgegeven type ventiel wordtgebruikt.

* AANWIJZING Beschadiging van de trans‐missie

Voertuigen met Super-Single-banden: Wan‐neer het reservewiel op de achteras wordtgemonteerd, kan de transmissie wordenbeschadigd door de verschillende wieltoeren‐tallen.# Wanneer het reservewiel op de achteras

wordt gemonteerd, de maximumsnel‐heid van 55 km/h en de maximaleafstand van 100 km aanhouden.

Wielen en banden 343

Page 346: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

% Bij een voertuig met Super-Single banden ishet gebruik van het reservewiel uitsluitend opde vooras zonder beperkingen mogelijk.

Regelmatig controleren dat het reservewiel vast‐zit en de voorgeschreven bandenspanning heeft.

Regelmatig en altijd vóór een langere rit het vol‐gende controleren:

R de bandenspanning van het reservewiel(eventueel de bandenspanning aanpassen)R de bevestiging van de reservewielhouder

De banden uiterlijk om de zes jaar laten vervan‐gen, ongeacht de slijtage. Dit geldt ook voor hetreservewiel.

% Als een reservewiel gemonteerd is, functio‐neert de bandenspanningscontrole voor ditwiel niet. Het reservewiel is niet uitgerustmet een sensor voor de bandenspannings‐controle.

Reservewiel aanbrengen en verwijderen

Voertuigen met voorwielaandrijving: Reserve‐wiel verwijderen

# De achterdeuren openen.

344 Wielen en banden

Page 347: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De ratel-ringsleutel 4 en het extra gereed‐schap 3 voor de reservewiellift uit hetboordgereedschap nemen.

# Het extra gereedschap 3 door de opening1 tot in de geleiding van de lier schuiven.

# De ratel-ringsleutel 4 zodanig op het extragereedschap 3 voor de reservewiellift ste‐ken, dat de tekst "AB" zichtbaar is.

# De ratel-ringsleutel 4 zolang in de richtingvan de pijl 2 draaien, tot een weerstand kanworden gevoeld, of tot de slipkoppeling vande lier doordraait.

# De wielsleutel 8 in de lus van de verwijder‐hulp 7 van het reservewiel vasthaken en hetreservewiel onder het voertuig vandaan trek‐ken.

# De veer 6 van de wielgreep samendrukkenen de wielgreep losmaken van het reserve‐wiel.

# De verwijderhulp 7 van het reservewiel ver‐wijderen en veilig opbergen.

Het vastzitten en de positie van het reservewielcontroleren:

R telkens na het verwisselen van een wielR bij elke onderhoudsintervalR ten minste eenmaal jaarlijks

Voertuigen met voorwielaandrijving: Reserve‐wiel aanbrengen

% Lichtmetalen velgen kunnen niet onder hetvoertuig worden vervoerd. In dat geval delichtmetalen velg in de laadruimte vervoeren.

# De ratel-ringsleutel 4 en het extra gereed‐schap 3 voor de reservewiellift uit hetboordgereedschap nemen.

# Het extra gereedschap 3 door de opening1 tot in de geleiding van de lier schuiven.

# De verwijderhulp 7 aan het wiel bevestigen.# Het wiel met de velgschotel naar boven op de

grond leggen.# Het wiel zo uitlijnen, dat de lus van de verwij‐

derhulp 7 naar achteren wijst.# De wielgreep schuin op de kabel in de velg‐

schotel aanbrengen.# Het wiel iets onder het voertuig schuiven.# De ratel-ringsleutel 4 zodanig op het extra

gereedschap 3 voor de reservewiellift ste‐ken, dat de tekst "AUF" zichtbaar is.

# De ratel-ringsleutel 4 zolang in de richtingvan de 5 draaien, tot een weerstand kanworden gevoeld, of tot de slipkoppeling vande lier doordraait.

# De wielsleutel 4 en het extra gereedschap3 voor de reservewiellift uit de opening voorde lier trekken en in het boordgereedschapopbergen.

# De achterdeuren sluiten.

Voertuigen met achterwielaandrijving: Reser‐vewiel verwijderen (voertuig met geslotenopbouw resp. Combi)

Afdekkingen van de bouten voor de borghaak(voorbeeld voertuig met gesloten opbouw)

# De achterdeuren openen.# Een schroevendraaier in de uitsparingen 2

plaatsen en de afdekkingen 1 opwippen.

Wielen en banden 345

Page 348: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Met de wielsleutel uit het boordgereedschapde nu zichtbare bouten circa 20 omwentelin‐gen linksom draaien.

# De reservewielhouder 4 iets omhoogbren‐gen en de linker borghaak 3 losmaken.

# De pomphefboom van de krik in elkaar zettenen in de huls 5 aan de rechterzijde van dereservewielhouder 4 schuiven.

# De reservewielhouder 4 met de pomphef‐boom omhoogbrengen en de rechter borg‐haak 3 losmaken.

# De reservewielhouder 4 langzaam tot op degrond laten zakken.

# De reservewielhouder4 iets omhoogbrengenen de pomphefboom uit de huls trekken

# Met de pomphefboom het reservewiel overhet achtereinde van de reservewielhouder 4wippen.

# Het reservewiel voorzichtig uit de reservewiel‐houder 4 nemen. Het reservewiel is zwaar.Wanneer het reservewiel wordt verwijderd,verandert het zwaartepunt vanwege het hogegewicht. Het reservewiel kan omlaag schuivenof kantelen.

Voertuigen met achterwielaandrijving: Reser‐vewiel aanbrengen (voertuig met geslotenopbouw resp. Combi)# Het reservewiel voorzichtig op de reservewiel‐

houder 4 aanbrengen. Het reservewiel iszwaar. Wanneer het reservewiel op de reser‐vewielhouder 4 wordt aangebracht, veran‐dert het zwaartepunt vanwege het hogegewicht. Het reservewiel kan omlaag schuivenof kantelen.

# De pomphefboom van de krik in de huls 5van de reservewielhouder 4 schuiven.

# De reservewielhouder 4 met de pomphef‐boom omhoogbrengen en de rechter borg‐haak 3 vastmaken.

# De reservewielhouder 4 iets omhoogbren‐gen en de linker borghaak 3 vastmaken.

# De pomphefboom uit de huls 5 trekken.# Met de wielsleutel de bouten voor de borg‐

haak 3 rechtsom vastdraaien.# De afdekkingen 1 aanbrengen en vergrende‐

len.# De achterdeuren sluiten.

Voertuigen met achterwielaandrijving: Reser‐vewiel verwijderen (voertuig met verlaagdchassis)

Afdekkingen van de bouten voor de borghaak(voorbeeld voertuig met gesloten opbouw)

346 Wielen en banden

Page 349: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De achterdeuren openen# Een schroevendraaier in de uitsparingen 2

plaatsen en de afdekkingen 1 opwippen.# Met de wielsleutel uit het boordgereedschap

de nu zichtbare bouten circa 20 omwentelin‐gen linksom draaien.

# De reservewielhouder 4 iets omhoogbren‐gen en de linker borghaak 3 losmaken.

# De pomphefboom van de krik in elkaar zettenen in de huls 5 aan de rechterzijde van dereservewielhouder 4 schuiven.

# De reservewielhouder met de pomphefboomomhoogbrengen en de rechter borghaak 3losmaken.

# De lus 7 van de verwijderhulp 6 van hetreservewiel zodanig plaatsen, dat u later dewielsleutel 8 kunt vasthaken.

# De krik voorbereiden.# De krik onder het betreffende kriksteunpunt

plaatsen# De pomphefboom zo lang op en neer bewe‐

gen, tot de band maximaal 3 cm van debodem verwijderd is.

# De wielsleutel 8 in de lus 7 van de verwij‐derhulp 6 van het reservewiel vasthaken.

# Het reservewiel voorzichtig uit de reservewiel‐houder 4 nemen. Het reservewiel is zwaar.Wanneer het reservewiel wordt verwijderd,verandert het zwaartepunt vanwege het hogegewicht. Het reservewiel kan omlaag schuivenof kantelen.

# De verwijderhulp van het reservewiel verwij‐deren en veilig opbergen. Het reservewiel kannu op uw voertuig worden gemonteerd.

# Het voertuig laten zakken.

Voertuigen met achterwielaandrijving: Reser‐vewiel aanbrengen (voertuig met verlaagdchassis)

% Bij bandenpech mag een defecte band alleenin het interieur worden opgeborgen. Eenintact wiel kan alleen bij een onbeladen voer‐tuig in de reservewielhouder worden onder‐gebracht. En beladen voertuig moet eerstomhoog worden gebracht.

# Het reservewiel voorzichtig op de reservewiel‐houder 4 aanbrengen. Het reservewiel iszwaar. Wanneer het reservewiel op de reser‐vewielhouder 4 wordt aangebracht, veran‐dert het zwaartepunt vanwege het hoge

gewicht. Het reservewiel kan omlaag schuivenof kantelen.

# De pomphefboom van de krik in de huls 5van de reservewielhouder 4 schuiven.

# De reservewielhouder 4 met de pomphef‐boom omhoogbrengen en de rechter borg‐haak 3 vastmaken.

# De reservewielhouder 4 iets omhoogbren‐gen en de linker borghaak 3 vastmaken.

# De pomphefboom uit de huls 5 trekken.# Met de wielsleutel de bouten voor de borg‐

haak 3 rechtsom vastdraaien.# De afdekkingen 1 aanbrengen en vergrende‐

len.# De achterdeuren sluiten.

Reservewiel in de laadruimte verwijderen

# De spanband 1 losmaken; daartoe de ratelopenen.

# Het reservewiel voorzichtig uit de houder 2nemen.

Reservewiel in de laadruimte aanbrengen# Het reservewiel in de houder 2 aanbrengen

en tegen de wand drukken.# De spanband 1 met de ratel vastzetten.

Wielen en banden 347

Page 350: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Voertuigen met achterwielaandrijving: Reser‐vewiel verwijderen (chassis-cabine)

# De vleugelmoeren 3 met de hand losdraaienen verwijderen.

# De moeren 2 tot aan het schroefdraadeindelosdraaien.

# De reservewielhouder 4 iets omhoogbren‐gen en de linker borghaak 1 losmaken.

# De pomphefboom van de krik in elkaar zettenen in de huls aan de rechterzijde van dereservewielhouder 4 schuiven.

# De reservewielhouder 4 met de pomphef‐boom omhoogbrengen en de rechter borg‐haak 1 losmaken.

# De reservewielhouder 4 langzaam tot op degrond laten zakken.

# De reservewielhouder 4 iets omhoogbren‐gen en de pomphefboom uit de huls trekken

# Met de pomphefboom het reservewiel overhet achtereinde van de reservewielhouderwippen.

# Het reservewiel voorzichtig uit de reservewiel‐houder nemen. Het reservewiel is zwaar.Wanneer het reservewiel wordt verwijderd,verandert het zwaartepunt vanwege het hogegewicht. Het reservewiel kan omlaag schuivenof kantelen.

Voertuigen met achterwielaandrijving: Reser‐vewiel aanbrengen (chassis-cabine)# Het reservewiel voorzichtig op de reservewiel‐

houder 4 aanbrengen. Het reservewiel iszwaar. Wanneer het reservewiel op reserve‐wielhouder wordt aangebracht, verandert het

zwaartepunt vanwege het hoge gewicht. Hetreservewiel kan omlaag schuiven of kantelen.

# De pomphefboom van de krik in huls van dereservewielhouder4 schuiven.

# De reservewielhouder 4 met de pomphef‐boom omhoogbrengen en de rechter borg‐haak 1 vastmaken.

# De reservewielhouder iets omhoogbrengen ende linker borghaak 1 vastmaken.

# De pomphefboom uit de huls trekken.# De moeren 2 vastdraaien.# De vleugelmoeren 3 aanbrengen en vast‐

draaien.

348 Wielen en banden

Page 351: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Informatie over technische gegevens

De technische gegevens worden volgens EG-richt‐lijnen bepaald. De genoemde gegevens geldenalleen voor voertuigen met standaarduitrusting.Meer informatie is verkrijgbaar in een gekwalifi‐ceerde werkplaats.

Alleen voor bepaalde landen: Voertuigspeci‐fieke voertuiggegevens vindt u in de COC-papie‐ren (CERTIFICATE OF CONFORMITY). Deze docu‐menten ontvangt u bij aflevering van het voertuig.

Boordelektronica

Aanwijzingen bij ingrepen in de motorelektro‐nica

* AANWIJZING Beschadiging van de moto‐relektronica door ondeskundige ingrepen

Door ondeskundige ingrepen in de motorelek‐tronica kunnen onderdelen van het voertuigworden beschadigd en kan de typegoedkeu‐ring van het voertuig komen te vervallen.# De motorelektronica en de bijbehorende

onderdelen alleen bij een gekwalifi‐ceerde werkplaats laten onderhouden.

Mobilofoons

Aanwijzingen met betrekking tot het inbou‐wen van mobilofoons

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door ondeskundige werkzaamhedenaan mobilofoons

Wanneer mobilofoons worden gemanipuleerdof niet vakkundig wordt ingebouwd, kan deelektromagnetische straling ervan de elektro‐nische installatie storen.

Daardoor kan de bedrijfsveiligheid van deauto in gevaar komen.# Werkzaamheden aan elektrische en

elektronische apparaten altijd laten uit‐voeren bij een gekwalificeerde werk‐plaats.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door ondeskundig gebruik van mobi‐lofoons

Als in de auto op ondeskundige wijze gebruikwordt gemaakt van een mobilofoon, kan de

elektromagnetische straling daarvan de elek‐tronische installatie van de auto storen, bij‐voorbeeldwanneer:R de mobilofoon niet op een buitenantenne

is aangeslotenR de buitenantenne verkeerd gemonteerd of

niet reflectiearm is.

Daardoor kan de bedrijfsveiligheid van deauto in gevaar komen.# De reflectiearme buitenantenne laten

inbouwen bij een gekwalificeerde werk‐plaats.

# De mobilofoon bij gebruik in de autoaltijd aansluiten op de reflectiearme bui‐tenantenne.

* AANWIJZING Vervallen van de typegoed‐keuring door het niet in acht nemen vaninstallatie- en gebruiksvoorwaarden

Wanneer de installatie- en gebruiksvoorwaar‐den voor mobilofoons niet in acht wordengenomen, kan de typegoedkeuring vervallen.# Alleen vrijgegeven frequentiebanden

gebruiken.# Het maximaal toegestane uitgangsver‐

mogen in deze frequentiebanden in achtnemen.

# Alleen vrijgegeven antennepositiesgebruiken.

Voor het naderhand inbouwen van mobilofoonsmoet de technische richtlijn ISO/TS 21609 (RoadVehicles — EMC guidelines for installation ofaftermarket radio frequency transmitting equi‐pment) worden aangehouden. De wettelijke bepa‐lingen voor aanbouwdelen moeten worden aange‐houden.

Als het voertuig met een mobilofoon is uitgerust,moeten de in de voorbereiding aanwezige span‐ningsvoorziening- en antenne-aansluiting wordengebruikt. Bij het monteren de aanvullende hand‐leidingen van de fabrikant in acht nemen.

Informatie met betrekking tot het zendvermo‐gen van mobilofoonsHet maximale zendvermogen (PEAK) bij de voet‐punt van de antenne mag de waarden in de vol‐gende tabel niet overschrijden:

Technische gegevens 349

Page 352: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Frequentieband en maximaal zendvermogen

Frequentieband Maximaal zendver‐mogen

Korte golf

3 - 54 MHz

100W

4–m–band

74 - 88 MHz

30W

2–m–band

144 - 174 MHz

50W

Bundelnet/Tetra

380 - 460 MHz

10W

70–cm–band

420 - 450 MHz

35W

Mobiele telefoon(2G/3G/4G)

10W

Zonder beperkingen kunnen in het voertuig wor‐den gebruikt:

R Mobilofoons met een maximaal zendvermo‐gen tot 100 mWR Mobilofoons met zendfrequenties in de fre‐

quentieband 380- 410 MHz en een maximaalzendvermogen tot 2 W (bundelnet/Tetra)R Mobiele telefoons (2G/3G/4G)

Voor de volgende frequentiebanden is er geenbeperking voor de antennepositie aan de buiten‐zijde van het voertuig:

R Bundelnet/TetraR 70–cm–bandR 2G/3G/4G

Voertuigtypeplaatje, voertuigidentificatie‐nummer (VIN) en motornummer

Voertuigtypeplaatje

Afhankelijk van het voertuigtype bevindt het voer‐tuigtypeplaatje zich op de stoelconsole van dechauffeursstoel of op de B-stijl.

% De gegevens zijn voertuigspecifiek en kunnenafwijken van de afgebeelde gegevens. Altijdde gegevens op het voertuigtypeplaatje inacht nemen.

Voertuigtypeplaatje (voorbeeld - Golfstaten)1 Autofabrikant2 FIN (voertuigidentificatienummer)3 Toegestaan totaalgewicht4 Toegestane voorasbelasting (kg)5 Toegestane achterasbelasting (kg)6 Motortype7 Productiedatum

350 Technische gegevens

Page 353: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Voertuigtypeplaatje (voorbeeld - Rusland)1 Autofabrikant2 Goedkeuringsnummer3 FIN (voertuigidentificatienummer)4 Toegestaan totaalgewicht (kg)5 Toegestaan totaalgewicht (kg) (alleen voor

bepaalde landen)6 Toegestane voorasbelasting (kg)7 Toegestane achterasbelasting (kg)

Voertuigtypeplaatje (voorbeeld - alle anderelanden)

1 Autofabrikant2 EG-typegoedkeuringsnummer (alleen voor

bepaalde landen)3 FIN (voertuigidentificatienummer)4 Toegestaan totaalgewicht (kg)5 Toegestaan totaalgewicht (kg) (alleen voor

bepaalde landen)6 Toegestane voorasbelasting (kg)7 Toegestane achterasbelasting (kg)

Het voertuigtypeplaatje kan bovendien de vol‐gende gegevens bevatten:

R Nuttig laadvermogenR LeeggewichtR Aantal zitplaatsen

Ingeslagen FIN onder de motorkap

Het ingeslagen FIN 1 bevindt zich onder demotorkap.

FIN onder de voorruit

Bovendien is het VIN als plaatje aan de onder‐zijde van de voorruit aangebracht 2.

Het FIN onder de voorruit is alleen voor bepaaldelanden beschikbaar.

MotornummerHet motornummer is in het motorcarter ingesla‐gen. Meer informatie is verkrijgbaar in elkegekwalificeerde werkplaats.

Bedrijfsstoffen en inhouden

Aanwijzingen met betrekking tot bedrijfsstof‐fen

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor voor de gezondheid schadelijkebedrijfsstoffen

Bedrijfsstoffen kunnen giftig en schadelijkvoor de gezondheid zijn.

Technische gegevens 351

Page 354: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# Bij het gebruik, de opslag en de afvoervan de bedrijfsstoffen de opdrukken vande originele verpakking in acht nemen.

# Bedrijfsstoffen altijd in de afgeslotenoriginele verpakking bewaren.

# Kinderen altijd op afstand van bedrijfs‐stoffen houden.

+ MILIEU-AANWIJZING Milieuvervuilingdoor niet op milieuvriendelijke wijzeafvoeren

# Bedrijfsstoffen op milieuvriendelijkewijze afvoeren.

Bedrijfsstoffen zijn:

R BrandstoffenR Toevoegingen voor uitlaatgasnabehandeling,

bijvoorbeeld AdBlue®

R SmeermiddelenR KoelvloeistofR RemvloeistofR RuitreinigingsmiddelR Koelmiddel van het temperatuurregelsysteem

Alleen door Mercedes-Benz goedgekeurde pro‐ducten gebruiken. Schade die aan het voertuig isontstaan door het gebruik van niet-goedgekeurdeproducten, valt niet onder de Mercedes-Benzgarantie en coulance.

De door Mercedes-Benz goedgekeurde bedrijfs‐stoffen zijn te herkennen aan het volgendeopschrift op de verpakking:R MB-Freigabe (bijvoorbeeldMB-Freigabe

229.51)R MB-Approval (bijvoorbeeldMB-Approval

229.51)

Meer informatie met betrekking tot goedge‐keurde bedrijfsstoffen:

R In de Mercedes-Benz-bedrijfsstoffenvoor‐schriften onder http://bevo.mercedes-benz.com (onder vermelding van de specifica‐tie)R Bij een gekwalificeerde werkplaats

& WAARSCHUWING Brand‑ en explosiege‐vaar door brandstof

Brandstoffen zijn licht ontvlambaar.

# Beslist vuur, open licht, roken en vonk‐vorming vermijden.

# Vóór en tijdens het tanken het contacten, indien aanwezig, de standverwar‐ming uitschakelen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letseldoor brandstoffen

Brandstoffen zijn giftig en schadelijk voor degezondheid.# Beslist voorkomen dat brandstof met de

huid, de ogen of de kleding in aanrakingkomt, of dat het wordt ingeslikt.

# Brandstofdampen niet inademen.# Kinderen op afstand van brandstoffen

houden.# Tijdens het tanken portieren en ruiten

gesloten houden.

Als u of anderen met brandstof in aanrakingzijn geweest, de volgende punten in achtnemen:# Brandstof op de huid direct met water

en zeep afspoelen.# Wanneer brandstof in de ogen terecht

gekomen is, de ogen direct grondig metschoon water uitspoelen. Zo snel moge‐lijk naar een arts gaan.

# Wanneer brandstof is ingeslikt, zo snelmogelijk naar een arts gaan. Geen bra‐ken opwekken.

# Met brandstof vervuilde kleren directwisselen.

Brandstof

Aanwijzingen met betrekking tot de brand‐stofkwaliteit voor voertuigen met dieselmotor

Algemene aanwijzingenDe aanwijzingen met betrekking tot de bedrijfs‐stoffen in acht nemen (→ pagina 351).

& WAARSCHUWING Brandgevaar doorbrandstofmengsel

Wanneer diesel met benzine wordt gemengd,is het vlampunt van het brandstofmengsellager dan bij pure diesel.

352 Technische gegevens

Page 355: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Als de motor draait kunnen onderdelen vanhet uitlaatsysteem ongemerkt oververhitraken.# Nooit benzine tanken bij een dieselmo‐

tor.# Nooit benzine aan de diesel bijmengen.

* AANWIJZING Beschadiging door ver‐keerde brandstof

Al een kleine hoeveelheid verkeerde brand‐stof kan tot schade aan het brandstofsys‐teem, de motor en het uitlaatgasreinigings‐systeem leiden.# Alleen zwavelvrije diesel tanken die vol‐

doet aan de Europese norm EN 590 ofgelijkwaardig hieraan is. In landen zon‐der zwavelvrije diesel alleen zwavelarmediesel met een zwavelgehalte van min‐der dan 50 ppm tanken.

In geen geval het volgende tanken:

R benzineR marinedieselR huisbrandolieR pure biodiesel of plantaardige olieR petroleum of kerosine

Indien u per ongeluk de verkeerde brandstofhebt getankt:# Het contact niet inschakelen.# Contact opnemen met een gekwalifi‐

ceerde werkplaats.

Voor uw voertuig gelden de volgende verdraag‐zaamheidskeurmerken voor brandstof:

1 Voor diesel met maximaal 7 vol. % Biodiesel(vetzuurmethylester)

Overeenkomstig de Europese norm EN 16942vindt u het verdraagzaamheidskeurmerk voorbrandstof op de volgende plaatsen:

R op het aanwijzingsplaatje in de tankdopklepvan het voertuigR in heel Europa op de voor uw auto geschikte

pompzuilen van het tankstation of het vulpis‐tool

Voor XTL geschikte voertuigenAls alternatief kunt u eveneens paraffinische die‐sel tanken (bijvoorbeeld HVO=gehydrateerdeplantaardige olie, GTL=Gas-To-Liquid), die aan deEuropese norm EN 15940 voldoet. Paraffinischediesel wordt met het verzamelbegrip XTL aange‐duid.

Overeenkomstig de Europese norm EN 16942gelden voor uw voor XTL geschikte voertuig devolgende verdraagzaamheidskeurmerken voorbrandstof:

1 Voor diesel met maximaal 7 vol. % Biodiesel(vetzuurmethylester)

2 Voor paraffinische diesel

% Paraffinische diesel volgens EN 15940 alleen tanken als het betreffende ver‐draagzaamheidskeurmerk in uw tankdop‐klep aanwezig is.

Aanwijzingen bij lage buitentemperaturenIndien mogelijk aan het begin van de winter eenvolle tank winterdiesel tanken.

Technische gegevens 353

Page 356: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Voor de omschakeling naar winterdiesel moet debrandstoftank zo leeg mogelijk zijn. Het brand‐stofpeil bij het eerste keer tanken met winterdie‐sel zo laag mogelijk houden, bijvoorbeeld reserve.De volgende keer kan weer normaal wordengetankt.

Meer informatie over de brandstof vind u:

R Bij een tankstationR Bij een gekwalificeerde werkplaats

Tankinhoud en brandstofreserveAfhankelijk van de uitrusting kan de totale inhoudvan de brandstoftank variëren.

Tankinhoud en brandstofreserve

Dieselmotor Totale inhoud

OM651 Circa 50 l

OM651 Circa 65 l

OM651/OM642 Circa 71 l

OM651 Circa 92 l

OM651/OM642 Circa 93 l

Dieselmotor Waarvan reserve

Modellen met circa50 l totale inhoud

Circa 12 l

Modellen met circa65 l totale inhoud

Circa 12 l

Modellen met circa71 l totale inhoud

Circa 12 l

Modellen met circa92 l totale inhoud

Circa 12 l

Modellen met circa93 l totale inhoud

Circa 12 l

AdBlue®

Aanwijzingen met betrekking tot AdBlue®

De aanwijzingen met betrekking tot de bedrijfs‐stoffen in acht nemen (→ pagina 351).

AdBlue® is een in water oplosbare vloeistof voorde uitlaatgasnabehandeling bij dieselmotoren.

* AANWIJZING Schade veroorzaakt dooradditieven in AdBlue® of door verdunnenvan AdBlue®

De AdBlue®-uitlaatgasnabehandeling kandefect raken door:

R Additieven in AdBlue®

R Verdunnen van AdBlue®

# Alleen AdBlue® volgens ISO 22241gebruiken.

# Geen additieven toevoegen.# AdBlue® niet verdunnen.

* AANWIJZING Schade en storingen doorverontreinigingen in AdBlue®

Verontreinigingen van AdBlue® leiden tot:

R Hogere emissiewaardenR KatalysatorschadeR MotorschadeR Storingen in de werking van de AdBlue®-

uitlaatgasnabehandeling

# Verontreinigingen in AdBlue® voorko‐men.

+ MILIEU-AANWIJZING Vervuiling doorAdBlue®

AdBlue® resten kristalliseren na enige tijd envervuilen de betreffende oppervlakken.# Oppervlakken die bij het tanken met

AdBlue® in aanraking komen, direct metwater afspoelen of AdBlue® met eenvochtige doek en koud water verwijde‐ren.

Wanneer AdBlue® al gekristalliseerd is, eenspons en koud water gebruiken voor het reini‐gen.

Als de AdBlue®-tank wordt geopend, kan eenkleine hoeveelheid ammoniakdamp vrijkomen.Adem vrijkomende ammoniakdampen niet in. DeAdBlue®-tank alleen bijvullen in goed geventi‐leerde ruimtes.

354 Technische gegevens

Page 357: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

AdBlue® verbruik en inhoud

Verbruik AdBlue®

Het AdBlue® verbruik is net als het brandstofver‐bruik sterk afhankelijk van de rijstijl en debedrijfsomstandigheden. In de regel varieert hetAdBlue® verbruik tussen 0 en 10 procent van hetbrandstofverbruik. Wanneer de bijvulmelding inhet combi-instrument verschijnt, moet AdBlue®

worden bijgevuld overeenkomstig de handleiding.Dit kan ook tussen de reguliere onderhoudsbeur‐ten het geval zijn.

Voor reizen buiten Europa het AdBlue®-niveaucontroleren. AdBlue® kan worden bijgevuld bijalle AdBlue® pompzuilen van tankstations of viade in de handel verkrijgbare verpakkingen.

Totale inhoud AdBlue®-tank

Voertuig Totale inhoud

Alle modellen 22 l

UitlaatgasnabehandelingHet voertuig alleen gebruiken met AdBlue®, omde correcte werking van de uitlaatgasnabehande‐ling te waarborgen.

Als het voertuig wordt gebruikt zonder AdBlue®

of met emissierelevante functiestoringen, vervaltde typegoedkeuring. De juridische consequentieis dat het voertuig niet meer op de openbare wegmag worden gebruikt.

Het motormanagement bewaakt de onderdelenvan de uitlaatgasnabehandeling om te voldoenaan de emissievoorschriften. Het gebruik van hetvoertuig zonder AdBlue®, met verdunde AdBlue®

of met een ander reductiemiddel wordt herkenddoor het motormanagement. Ook andere emis‐sierelevante storingen, zoals storingen van dedosering of sensorfouten, worden herkend engeregistreerd.

Het motormanagement verhindert dan na vooraf‐gaande waarschuwingsmeldingen het starten vande motor.

De AdBlue-tank daarom tijdens het gebruik vanhet voertuig regelmatig bijvullen of uiterlijk na hetverschijnen van de eerste waarschuwingsmeldingin het combi-instrument.

Motorolie

Aanwijzingen met betrekking tot motorolieDe aanwijzingen met betrekking tot de bedrijfs‐stoffen in acht nemen (→ pagina 351).

* AANWIJZING Motorschade door ver‐keerd oliefilter, verkeerde olie of additie‐ven

# Geen motorolie en geen oliefilter meteen andere dan de uitdrukkelijk voor devoorgeschreven onderhoudsintervallenbenodigde specificaties gebruiken.

# Niet de motorolie of het oliefilter wijzi‐gen, om langere verversings- respectie‐velijk vervangingsintervallen als voorge‐schreven te bereiken.

# Geen additieven gebruiken.# De motorolie met het voorgeschreven

interval laten verversen.

Mercedes-Benz adviseert, het olie verversen bijeen gekwalificeerde werkplaats uit te laten voe‐ren.

In Mercedes-Benz motoren mag alleen doorMercedes-Benz goedgekeurde motorolie wordengebruikt.

Meer informatie over motorolie en oliefilter:

R in de Mercedes-Benz-bedrijfsstoffenvoor‐schriften onder http://bevo.mercedes-benz.com (onder vermelding van de specifica‐tie)R Bij een gekwalificeerde werkplaats

Inhoud motorolie

Vulhoeveelheden motorolie

Motor Motorolie

OM642 circa 12,5 l

OM651 (achterwie‐laandrijving)

circa 11,5 l

OM651 (voorwielaan‐drijving)

circa 8 l

Technische gegevens 355

Page 358: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

1 Toegang olieaftapbout (voertuigen metbodembekleding)

Aanwijzingen met betrekking tot remvloeistof

De aanwijzingen met betrekking tot de bedrijfs‐stoffen in acht nemen (→ pagina 351).

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door vorming van dampbellen in hetremsysteem

De remvloeistof neemt voortdurend vocht uitde atmosfeer op. Daardoor daalt het kook‐punt van de remvloeistof. Wanneer het kook‐punt te laag wordt, kunnen zich bij een hogebelasting van de remmen dampbellen in hetremsysteem vormen.

Daardoor wordt de remwerking nadelig beïn‐vloedt.# De remvloeistof met het voorgeschreven

interval laten verversen.

* AANWIJZING Beschadiging van lak,kunststof of rubber door remvloeistof

Wanneer remvloeistof in contact komt metlak, kunststof of rubber, bestaat het gevaarvoor materiële schade.# Lak, kunststof of rubber dat met rem‐

vloeistof in aanraking is gekomen, directmet water afspoelen.

De aanwijzingen met betrekking tot de verzorgingvan lak en matte lak in acht nemen(→ pagina 290).

De remvloeistof regelmatig laten verversen bijeen gekwalificeerde werkplaats.

Alleen door Mercedes-Benz goedgekeurde rem‐vloeistof volgens MB-Freigabe of MB-Approval331.0gebruiken.

Meer informatie over de remvloeistof:

R In de Mercedes-Benz bedrijfsstoffenvoor‐schriften onder http://bevo.mercedes-benz.comR Bij een gekwalificeerde werkplaats

Koelvloeistof

Aanwijzingen met betrekking tot koelvloeistofDe aanwijzingen met betrekking tot de bedrijfs‐stoffen in acht nemen (→ pagina 351).

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand enletsel door antivriesmiddel

Wanneer antivriesmiddel op hete onderdelenin de motorruimte terecht komt, kan het ont‐steken.# De motor laten afkoelen alvorens anti‐

vriesmiddel bij te vullen.# Ervoor zorgen dat er geen antivriesmid‐

del naast de vulopening terecht komt.# Alvorens de auto te starten de met anti‐

vriesmiddel vervuilde onderdelen gron‐dig reinigen.

* AANWIJZING Beschadiging door ver‐keerde koelvloeistof

# Alleen voorgemengde koelvloeistof metde gewenste vorstbescherming bijvul‐len.

Informatie over koelvloeistof is te vinden:

R in de Mercedes-Benz-bedrijfsstoffenvoor‐schriften 310.1- op internet http://bevo.mercedes-

benz.com- in de Mercedes-Benz BeVo AppR Bij een gekwalificeerde werkplaats

* AANWIJZING Oververhitting bij hoge bui‐tentemperaturen

Wanneer een niet geschikte koelvloeistofwordt gebruikt, is het motorkoelsysteem bijhoge buitentemperaturen niet voldoendebeschermd tegen oververhitting en corrosie.# Altijd een door Mercedes-Benz goedge‐

keurde koelvloeistof gebruiken.

356 Technische gegevens

Page 359: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

# De aanwijzingen in het Mercedes-Benzbedrijfsstoffenvoorschrift 310.1 in achtnemen.

* AANWIJZING Lakschade door koelvloei‐stof

# Geen koelvloeistof op gespoten opper‐vlakken morsen.

De koelvloeistof regelmatig laten verversen bijeen gekwalificeerde werkplaats.

Aandeel anticorrosie- en antivriesmiddel in hetmotorkoelsysteem

R ten minste 50 % (vorstbescherming tot circa-37 °C)R maximaal 55 % (vorstbescherming tot -45 °C)

Ruitenwasmiddel

Aanwijzingen met betrekking tot het ruitrein‐igingsmiddelDe aanwijzingen met betrekking tot de bedrijfs‐stoffen in acht nemen (→ pagina 351).

& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‑en letsel door ruitensproeiervloeistofcon‐centraat

Ruitensproeiervloeistofconcentraat is lichtontvlambaar. Wanneer het op hete onderde‐len in de motorruimte of onderdelen van hetuitlaatsysteem terechtkomt, kan het ontste‐ken.# Ervoor zorgen dat er geen ruitensproei‐

ervloeistofconcentraat naast de vulope‐ning terecht komt.

* AANWIJZING Beschadigingen aan deexterieurverlichting door ongeschikt rui‐treinigingsmiddel

Ongeschikte ruitreinigingsmiddelen kunnenhet kunststof oppervlak van de exterieurver‐lichting beschadigen.# Alleen ruitreinigingsmiddel gebruiken

dat ook geschikt is voor kunststofoppervlakken, bijvoorbeeld MB Sum‐merFit of MB WinterFit.

* AANWIJZING Verstopte sproeiers doormenging van ruitensproeiervloeistoffen

# MB SummerFit en MB WinterFit niet metandere ruitensproeiervloeistoffen men‐gen.

Geen gedestilleerd of gedemineraliseerd watergebruiken, anders kan de niveausensor eenonjuist niveau detecteren.

Informatie over ruitreinigingsmiddelen

Geadviseerd ruitreinigingsmiddel:

R Boven het vriespunt: Bijvoorbeeld MB Sum‐merFitR Onder het vriespunt: Bijvoorbeeld MB Winter‐

Fit

MengverhoudingDe correcte mengverhouding is te vinden in degegevens op de verpakking.

Ruitensproeiervloeistof het hele jaar door men‐gen met ruitreinigingsmiddel.

Koelmiddel

Aanwijzingen met betrekking tot koelmiddelDe aanwijzingen met betrekking tot de bedrijfs‐stoffen in acht nemen (→ pagina 351).

% Het temperatuurregelsysteem van het voer‐tuig kan met het koelmiddel R‑134a zijngevuld. Het koelmiddel R‑134a bevat eengefluorideerd drijfgas.

Als uw voertuig met het koelmiddel R‑134a isgevuld, geldt de volgende aanwijzing:

* AANWIJZING Beschadiging door ver‐keerd koelmiddel

Bij gebruik van een verkeerd koelmiddel kanhet klimaatregelsysteem worden beschadigd.# Alleen het koelmiddel R‑134a of de door

Mercedes-Benz goedgekeurde PAG-oliegebruiken.

# De goedgekeurde PAG-olie mag nietworden gemengd met PAG-olie, die nietgoedgekeurd is voor het koelmiddelR‑134a.

Onderhoudswerkzaamheden, zoals het bijvullenvan koelmiddel of vervanging van onderdelen,mogen alleen door een gekwalificeerde werk‐plaats worden uitgevoerd. Daarbij moeten alle

Technische gegevens 357

Page 360: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

hiervoor geldende voorschriften, alsmede deSAE-norm J639 in acht worden genomen.

Altijd alle werkzaamheden aan het klimaatrege‐lingssysteem laten uitvoeren bij een gekwalifi‐ceerde werkplaats.

Sticker koelmiddel (voorbeeld)1 Waarschuwingssymbolen2 Inhoud koelmiddel3 Geldende normen4 Onderdeelnummer PAG-olie5 Type koelmiddel

De waarschuwingssymbolen 1 wijzen op:

R mogelijke gevarenR het uitvoeren van onderhoudswerkzaamhe‐

den in een gekwalificeerde werkplaats

Voertuiggegevens

Informatie over de voertuigmaten

In de volgende hoofdstukken vindt u de belang‐rijkste technische gegevens van uw voertuig. Devoertuigpapieren bevatten nadere voertuigspeci‐fieke en uitvoeringsafhankelijke technische gege‐vens, zoals afmetingen en gewichten van hetvoertuig.

Actuele technische gegevens vindt u ook op inter‐net onder http://www.mercedes-benz.com.

Trekhaak

Aanwijzingen met betrekking tot de aanhang‐wagenvoorziening

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len door niet-toegestane montage vaneen aanhangwagenvoorziening

Als het naderhand monteren van een aan‐hangwagenvoorziening niet is toegestaan entoch een aanhangwagenvoorziening of andere

onderdelen worden gemonteerd, wordt dechassislangsdrager verzwakt en kan deze bre‐ken. In dit geval kan de aanhangwagen vanhet voertuig losraken.

Er bestaat gevaar voor ongevallen!

Een aanhangwagenvoorziening alleen nader‐hand monteren als dit is toegestaan.

De aanwijzingen met betrekking tot het rijdenmet een aanhangwagen in acht nemen(→ pagina 177).

Alleen wanneer in de voertuigpapieren een aan‐hangwagengewicht is opgenomen, mag nader‐hand een aanhangwagenvoorziening wordengemonteerd.

Meer informatie over de aanhangwagenvoorzie‐ning is verkrijgbaar bij een gekwalificeerde werk‐plaats of op internet onder https://bb-portal.mercedes-benz.com/portal/kat_iv.html?&L.

Mercedes-Benz adviseert het naderhand inbou‐wen van een aanhangwagenvoorziening te latenuitvoeren bij een Mercedes-Benz-servicewerk‐plaats.

Alleen aanhangwagenvoorzieningen gebruiken dieMercedes-Benz speciaal voor het voertuig getesten goedgekeurd heeft.

Het maximaal toegestane aanhangwagengewichtvoor ongeremde aanhangwagens bedraagt750 kg.

Aanhangwagengewichten

Bij het rijden met een aanhangwagen neemt bijvoertuigen met goedkeuring als personenvoertuighet toegestaan totaalgewicht toe met 100 kg. Demaximaal toegestane achterasbelasting moetworden aangehouden. Daarbij moet overeenkom‐stig richtlijn 92/21/EWG de rijsnelheid tot100 km/h of lager begrensd zijn.

De waarden van de toegestane gewichten enbelastingen die niet mogen worden overschreden,vindt u ook:

R in de voertuigpapieren enR op de typeplaatjes van de aanhangwagen‐

voorziening, de aanhangwagen en het voer‐tuig

Bij afwijkende gegevens geldt de laagste waarde.

358 Technische gegevens

Page 361: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Maximumkogeldruk

De kogeldruk bedraagt maximaal:

R 100 kg bij een aanhangwagengewicht van2000 kgR 120 kg bij een aanhangwagengewicht van

2800 kg of 3000 kgR 140 kg bij een aanhangwagengewicht van

3500 kg

Sjorpunten en dragersystemen

Informatie over de sjorpunten

* AANWIJZING Gevaar voor ongevallen bijoverschrijding van de maximale belast‐baarheid van de sjorpunten

Wanneer voor de ladingverankering verschil‐lende sjorpunten worden gebruikt, moet altijdde maximale belastbaarheid van het zwakstesjorpunt in acht worden genomen.

Bij bijvoorbeeld een noodstop kunnen krach‐ten optreden, die een veelvoud kunnen zijnvan het gewicht van de lading.# Altijd meerdere sjorpunten gebruiken

om de krachten te verdelen. De sjorpun‐ten gelijkmatig belasten.

Meer informatie over de sjorpunten en de sjor‐ogen vindt u in het hoofdstuk "Vervoeren"(→ pagina 275).

Sjorogen

Max. trekbelasting sjorogen

Sjorogen Toegestane nomi‐nale trekkracht

Combi 350 daN

Voertuig met geslotenopbouw

800 daN

Chassis-cabine metopen laadbak tot 3,5 ttoegestaan totaalge‐wicht

400 daN

Chassis-cabine metopen laadbak metmeer dan 3,5 t toege‐staan totaalgewicht

800 daN

Ladingrails

Max. trekbelasting sjorpunten in de laad‐ruimte

Sjorpunt Toegestane nomi‐nale trekkracht

Ladingrail in laadruim‐tebodem

500 daN

Onderste ladingrail inzijwand

200 daN

Bovenste ladingrail inzijwand

125 daN

De aangegeven waarden gelden alleen voor op delaadruimtebodem staande lading, als:

R de lading aan twee sjorpunten van de railbeveiligd is enR de afstand tot het volgende beveiligingspunt

op dezelfde rail circa 1 meter is.

Informatie over dakdragers

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len bij overschrijden van de maximum‐dakbelasting

Als u het dak en alle aanbouwdelen die zichaan de buiten- en binnenzijde van het voer‐tuig bevinden belaadt, neemt het zwaartepuntvan het voertuig toe en kunnen rij-eigen‐schappen zoals stuur- en remgedrag verande‐ren. Het voertuig helt bij het rijden door boch‐ten sterker over en kan zwaarder reageren opstuuruitslagen.

Wanneer de maximumdakbelasting wordtoverschreden, worden de rij-eigenschappenen het stuur- en remgedrag sterk nadeligbeïnvloedt.# Beslist de maximumdakbelasting aan‐

houden en de rijstijl aanpassen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐len als gevolg van ongelijkmatige bela‐ding

Belaadt u uw voertuig ongelijkmatig? Dan kanhet rijgedrag, evenals het stuur-‑ en remge‐drag een aanzienlijke invloed daarvan onder‐vinden# Belaad het voertuig gelijkmatig.# Borg de lading tegen wegglijden.

Technische gegevens 359

Page 362: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

* WENK Gevaar voor ongevallen door over‐schrijding van de maximaal toegestanedaklast

Er bestaat gevaar voor ongevallen als demassa van de op het dak geplaatste bagageinclusief de massa van de dagdragers demaximaal toegelaten daklast overschrijdt.# Let u erop dat de massa van dakbagage

en dakdragers samen niet meerbedraagt dan de maximaal toegelatendaklast.

# U moet de steunen voor de dakdragersop onderling gelijke afstand aanbren‐gen.

# Mercedes-Benz adviseert u een stabili‐satiestang te laten monteren op devooras van uw voertuig.

Meer informatie over de veiligheidsmaatregelenvindt u in het hoofdstuk "Vervoeren"(→ pagina 275).

Max. dakbelasting/paar dakdragersteunpo‐ten

Voertuigenmet

Maximum‐dakbelasting

Minimum‐aantal paar dakdrager‐steunpoten

Normaal dak(behalvechassis-cabine)

300 kg 6

Normaal dak(inclusiefchassis-cabine)

50 kg 2

Hoog dak(zonder chas‐sis-cabine)

150 kg 3

Dubbelcabine 100 kg 2

De gegevens gelden bij een gelijkmatige belas‐tingverdeling voor het gehele dakoppervlak.

Bij kortere dakdragers de belading percentagege‐wijs verlagen. De maximale belasting per dakdra‐ger-steunpootpaar is 50 kg.

De beladingsrichtlijnen en meer informatie overde verdeling van de lading en de ladingveranke‐ring vindt u in het hoofdstuk "Vervoeren"(→ pagina 275).

Informatie over ladderdragers

& WAARSCHUWING Gevaar van ongeval‐len en letsels door het overschrijden vande verticale belasting

Wanneer de toegestane verticale belasting bijgebruik van het rek wordt overschreden, kanhet draagsysteem loskomen van het voertuigen andere weggebruikers in gevaar brengen.# Steeds de toegestane verticale belas‐

ting bij gebruik van het rek naleven.

Maximumbelasting ladderdrager

Maximumbelasting

Ladderdrager voor 200 kg

Ladderdrager achter 100 kg

De waarden gelden bij gelijkmatige lastverdelingover het totale oppervlak van de ladderdrager.

De beladingsrichtlijnen en meer informatie overhet verdelen van de lading en de ladingveranke‐ring treft u aan u in het hoofdstuk "Transporte‐ren" (→ pagina 275).

360 Technische gegevens

Page 363: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Meldingen op het beeldscherm

Inleiding

Aanwijzingen met betrekking tot displaymel‐dingenDe displaymeldingen verschijnen op het multi‐functioneel display.

De displaymeldingen met grafische weergavenkunnen in de handleiding vereenvoudigd zijn afge‐beeld en afwijken van de weergave op het multi‐functioneel display. Het multifunctioneel displaygeeft displaymeldingen met hoge prioriteit roodweer. Bij bepaalde displaymeldingen klinkt boven‐dien een waarschuwingssignaal.

De betreffende displaymeldingen opvolgen en deextra aanwijzingen in deze handleiding in achtnemen.

Bij enkele displaymeldingen worden bovendiensymbolen weergegeven:

R¤ Meer informatieRO Displaymelding uitzetten

Bij de touch-control links kan met een veegbewe‐ging naar links of rechts tussen de symbolen wor‐den gewisseld. Door te drukken op ¤ wordtmeer informatie op het multifunctioneel display

weergegeven. Door te drukken op O verdwijntde displaymelding.

Displaymeldingen met een lage prioriteit kunnendoor indrukken van de toets ¤, of links op detouch-control worden verwijderd. Daarbij wordende displaymeldingen in het meldingengeheugenopgeslagen.

De oorzaak van een displaymelding zo snel moge‐lijk verhelpen.

Displaymeldingen met hoge prioriteit kunnen nietworden verborgen. Het multifunctioneel displaytoont deze displaymeldingen permanent, tot deoorzaak van de displaymelding verholpen is.

Opgeslagen displaymeldingen oproepenBoordcomputer:, Service . 1 melding

Wanneer geen displaymeldingen aanwezig zijn,verschijnt op het multifunctioneel display Geen meldingen aanwezig.# Met een veegbeweging omhoog of omlaag

links op de touch-control in het stuurwiel doorde displaymeldingen bladeren.

# Meldingengeheugen verlaten: De toets% indrukken.

Veiligheidsystemen

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

6Windowbag links Storing Werkplaats opzoe-ken (voorbeeld)

* De desbetreffende raamluchtzak vertoont een storing .

& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel‑ of levensgevaar doorstoringen in de werking van de windowbag

Als de windowbag een storing vertoont, kan deze onbedoeldworden geactiveerd of bij een ongeval met grote vertraging vande auto niet worden geactiveerd.# De windowbag direct bij een gekwalificeerde werkplaats

laten controleren en repareren.

# Ga zo spoedig mogelijk naar een gekwalificeerde autowerk‐plaats.

Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes 361

Page 364: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

6linksvoor Storing Werk-plaats opzoeken (Bei‐spiel)

* Het desbetreffende veiligheidsysteem vertoont een storing.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel‑ of levensgevaar doorstoringen in de werking van het veiligheidssysteem

Wanneer het veiligheidssysteem een storing vertoont, kunnenonderdelen van het veiligheidssysteem onbedoeld worden geac‐tiveerd of bij een ongeval niet zoals bedoeld in werking treden.Dat kan bijvoorbeeld gordelspanners of airbags betreffen.# Het veiligheidssysteem direct laten controleren en repare‐

ren bij een gekwalificeerde werkplaats.

Detectie van een storing in het veiligheidsysteem

R Bij ingeschakelde ontsteking licht de meldlamp 6 van hetveiligheidsysteem niet op.R Tijdens het rijden licht de meldlamp 6 van het veiligheidsys‐

teem permanent of herhaaldelijk op.

# Ga zo spoedig mogelijk naar een gekwalificeerde autowerk‐plaats.

6Veiligheidssysteem Sto-ring Werkplaats opzoe-ken

* Het veiligheidsysteem vertoont een storing.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel‑ of levensgevaar doorstoringen in de werking van het veiligheidssysteem

Wanneer het veiligheidssysteem een storing vertoont, kunnenonderdelen van het veiligheidssysteem onbedoeld worden geac‐tiveerd of bij een ongeval niet zoals bedoeld in werking treden.Dat kan bijvoorbeeld gordelspanners of airbags betreffen.# Het veiligheidssysteem direct laten controleren en repare‐

ren bij een gekwalificeerde werkplaats.

Detectie van een storing in het veiligheidsysteem

R Bij ingeschakelde ontsteking licht de meldlamp 6 van hetveiligheidsysteem niet op.R Tijdens het rijden licht de meldlamp 6 van het veiligheidsys‐

teem permanent of herhaaldelijk op.

# Ga zo spoedig mogelijk naar een gekwalificeerde autowerk‐plaats.

362 Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes

Page 365: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

!Parkeerrem buiten wer-king

* Er is een storing in het systeem, de parkeerrem functioneert niet.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij storing vanhet remsysteem

Wanneer het remsysteem een storing vertoont, kan het remge‐drag nadelig beïnvloed zijn.# Voorzichtig verder rijden.# Het remsysteem direct bij een gekwalificeerde werkplaats

laten controleren.

# Het voertuig alleen op een vlakke ondergrond parkeren en tegenwegrollen beveiligen.

# Voertuigen met automatische transmissie: De automatischetransmissie in de stand j zetten.

# Voertuigen met handgeschakelde versnellingbak: De eersteversnelling inschakelen.

# Het remsysteem direct bij een gekwalificeerde werkplaats latencontroleren.

!Helling te steil Zie hand-leiding

* De boordnetspanning is gering of er is een storing in het systeemaanwezig is, de houdkracht van het remsysteem is niet voldoendeom het voertuig op de helling vast te houden.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen als de houd‐kracht van de elektrische parkeerrem onvoldoende is

Het voertuig kan wegrollen als de elektrische parkeerrem op eensteile helling over onvoldoende houdkracht beschikt.# Het voertuig alleen op een vlakke ondergrond parkeren en

tegen wegrollen beveiligen.# Voertuigen met automatische transmissie: De automati‐

sche transmissie in de stand j zetten.# Voertuigen met handgeschakelde versnellingsbak: De 1e

versnelling inschakelen.

De aanwijzingen met betrekking tot het afzetten van het voertuig inacht nemen (→ pagina 146).

Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes 363

Page 366: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

!Parkeerrem Zie handlei-ding

* De boordnetspanning is gering of er is een storing in het systeemaanwezig is, de houdkracht van het remsysteem kan mogelijk nietvoldoende zijn om het voertuig op de helling vast te houden.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij storing vanhet remsysteem

Wanneer het remsysteem een storing vertoont, kan het remge‐drag nadelig beïnvloed zijn.# Voorzichtig verder rijden.# Het remsysteem direct bij een gekwalificeerde werkplaats

laten controleren.

# Het voertuig alleen op een vlakke ondergrond parkeren en tegenwegrollen beveiligen.

# Voertuigen met automatische transmissie: De automatischetransmissie in de stand j zetten.

# Voertuigen met handgeschakelde versnellingbak: De eersteversnelling inschakelen.

# Het remsysteem direct bij een gekwalificeerde werkplaats latencontroleren.

Remblokken controleren Zie handleiding

* De remvoeringen hebben de slijtagegrens bereikt.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door beïnvloedremvermogen

Wanneer de remvoeringen de slijtagegrens hebben bereikt, kanhet remvermogen negatief beïnvloed worden.# Voorzichtig verder rijden.# Het remsysteem direct bij een gekwalificeerde werkplaats

laten controleren.

# Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

JRemvloeistofpeil contro-leren

* Er bevindt zich te weinig remvloeistof in het remvloeistofreservoir.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij een te laagremvloeistofniveau

Wanneer het remvloeistofniveau te laag is, kan de remwerkingen daarmee het remgedrag nadelig beïnvloed zijn.# Direct op een veilige plaats stoppen. Niet verder rijden!# Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.# Geen remvloeistof bijvullen.

# Direct op een veilige plaats stoppen. Niet verder rijden!# Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.# Geen remvloeistof bijvullen.

364 Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes

Page 367: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

Rem oververhit voorzich-tig doorrijden

* Wanneer de vierwielaandrijving is ingeschakeld, kan bij een extreemgebruik in het terrein het remsysteem oververhit raken.# Minder gas geven of het voertuig stoppen en het remsysteem

laten afkoelen.

Actieve remassistent Functie beperkt beschik-baar Zie handleiding

* De Active Brake Assist System vertoont een storing.# Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

Actieve remassistent Functie momenteel beperkt beschikbaar Zie handleiding

* De Active Brake Assist System is tijdelijk niet beschikbaar.

De omgevingsomstandigheden liggen buiten de systeemgrenzen(→ pagina 155).# Verder rijden.

Het systeem is weer beschikbaar wanneer de omgevingsomstan‐digheden binnen de systeemgrenzen liggen.

# Wanneer de displaymelding niet verdwijnt, veilig stoppen en demotor opnieuw starten.

Radarsensoren vervuild Zie handleiding

* De radarsensoren vertonen storingen. Mogelijke oorzaken:

R De sensoren zijn vervuildR Hevige neerslagR Lange trajecten buiten de bebouwde kom zonder veel verkeer,

bijvoorbeeld. in een woestijn

Rijsystemen en rijveiligheidsystemen kunnen storingen vertonen ofkunnen tijdelijk niet beschikbaar zijn.

De rijsystemen en rijveiligheidsystemen komen weer beschikbaarzodra geen sprake meer is van die veroorzakende situaties.

Verdwijnt de melding niet van uw scherm?# Stop zodra het verkeer dat toelaat.# Maak alle sensoren schoon(→ pagina 291).# Start de motor opnieuw.

SOS NOT READY * Het Mercedes-Benz noodoproepsysteem is niet beschikbaar.

Mogelijke oorzaken daarvoor zijn:

R Het contact is uitgeschakeld.R Het Mercedes-Benz noodoproepsysteem vertoont een storing.

# Het contact inschakelen.Wanneer geen noodoproep beschikbaar is, verschijnt op hetmultifunctioneel display van het combi-instrument een overeen‐komstige melding.

# Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

% Informatie over de regionale beschikbaarheid van het Mercedes-Benz noodoproepsysteem is verkrijgbaar onder: http://www.mercedes-benz.com/connect_ecall

Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes 365

Page 368: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

T!÷buiten werking Zie hand-leiding

* Storingen in EBD, ABS en/of ESP®.

Ook andere rijsystemen en rijveiligheidsystemen kunnen storingenvertonen.

& WAARSCHUWING Slipgevaar bij storing van het EBD, hetABS en het ESP®

Wanneer het EBD, het ABS en het ESP® een storing vertonen,kunnen de wielen bij het remmen blokkeren en wordt de autoniet door het ESP® gestabiliseerd.

Daardoor zijn de bestuurbaarheid en het remgedrag sterk nade‐lig beïnvloed. De remweg kan bij een noodstop langer worden.Bovendien zijn verdere rijveiligheidssystemen uitgeschakeld.# Voorzichtig verder rijden.# Het remsysteem direct bij een gekwalificeerde werkplaats

laten controleren.

# Rijd voorzichtig door.# Ga zo spoedig mogelijk naar een gekwalificeerde autowerk‐

plaats.

÷buiten werking Zie hand-leiding

* Storing in ESP®.

Ook andere rijsystemen en rijveiligheidsystemen kunnen storingenvertonen.

De remmen werken overigens normaal. De remweg kan echter bijeen noodremming langer blijken.

& WAARSCHUWING Slipgevaar door een storing in het ESP®

Als het ESP® is uitgeschakeld, wordt de auto niet door het ESP®

gestabiliseerd. Bovendien zijn verdere rijveiligheidssystemen uit‐geschakeld.# Voorzichtig verder rijden.# Het ESP® bij een gekwalificeerde werkplaats laten contro‐

leren.

# Rijd voorzichtig door.# Ga zo spoedig mogelijk naar een gekwalificeerde autowerk‐

plaats.

366 Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes

Page 369: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

÷momenteel niet beschik-baar Zie handleiding

* ESP® is tijdelijk niet beschikbaar.

Ook andere rijsystemen en rijveiligheidsystemen kunnen storingenvertonen.

& WAARSCHUWING Slipgevaar door een storing in het ESP®

Als het ESP® is uitgeschakeld, wordt de auto niet door het ESP®

gestabiliseerd. Bovendien zijn verdere rijveiligheidssystemen uit‐geschakeld.# Voorzichtig verder rijden.# Het ESP® bij een gekwalificeerde werkplaats laten contro‐

leren.

# Maak voorzichtig op een daartoe geschikt traject enkele lichtebochten met een snelheid die groter is dan 30km/h.

# Verdwijnt de melding op het scherm niet? Ga dan onverwijldnaar een gekwalificeerde werkplaats. Rijd daarbij voorzichtig.

!÷momenteel niet beschik-baar Zie handleiding

* Het ABS en het ESP® zijn tijdelijk niet beschikbaar.

Ook andere rijsystemen en rijveiligheidssystemen kunnen tijdelijkniet beschikbaar zijn.

& WAARSCHUWING Slipgevaar bij storing van het ABS en hetESP®

Wanneer het ABS en het ESP® een storing vertonen, kunnen dewielen bij het remmen blokkeren en wordt de auto niet door hetESP® gestabiliseerd.

Daardoor zijn de bestuurbaarheid en het remgedrag sterk nade‐lig beïnvloed. De remweg kan bij een noodstop langer worden.Bovendien zijn verdere rijveiligheidssystemen uitgeschakeld.# Voorzichtig verder rijden.# Het ABS en het ESP® direct bij een gekwalificeerde werk‐

plaats laten controleren.

# Voorzichtig een korte route met wat flauwe bochten rijden meteen snelheid boven 30 km/h.

# Wanneer de displaymelding niet verdwijnt, direct naar eengekwalificeerde werkplaats gaan. Daarbij voorzichtig rijden.

Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes 367

Page 370: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

!÷buiten werking Zie hand-leiding

* Storingen in ABS en/of ESP®.

Ook andere rijsystemen en rijveiligheidsystemen kunnen storingenvertonen.

De remmen werken overigens normaal. De remweg kan echter bijeen noodremming langer blijken.

& WAARSCHUWING Slipgevaar bij storing van het ABS en hetESP®

Wanneer het ABS en het ESP® een storing vertonen, kunnen dewielen bij het remmen blokkeren en wordt de auto niet door hetESP® gestabiliseerd.

Daardoor zijn de bestuurbaarheid en het remgedrag sterk nade‐lig beïnvloed. De remweg kan bij een noodstop langer worden.Bovendien zijn verdere rijveiligheidssystemen uitgeschakeld.# Voorzichtig verder rijden.# Het ABS en het ESP® direct bij een gekwalificeerde werk‐

plaats laten controleren.

# Rijd voorzichtig door.# Ga zo spoedig mogelijk naar een gekwalificeerde autowerk‐

plaats.

Rijsystemen

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

ðMaximum snelheid over-schreden

* U hebt de maximaal toegestane snelheid overschreden (uitsluitendin bepaalde landen).# Ga langzamer rijden.

Snelheidsbegrenzing (winterbanden) XXX km/h

* U heeft de voor winterbanden opgeslagen topsnelheid bereikt. Dezesnelheid kan niet worden overschreden.

È - - -

km/h

* De limiter kan niet worden ingeschakeld, omdat niet aan alle inscha‐kelvoorwaarden voldaan is.# De inschakelvoorwaarden van de limiter in acht nemen

(→ pagina 158).

Limiter buiten werking * De snelheidbegrenzer vertoont een storing.# Ga naar een gekwalificeerde autowerkplaats.

Limiter passief * U kunt de snelheidbegrenzer passief schakelen door het gaspedaalverder dan het drukpunt in te duwen(→ pagina 158).

368 Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes

Page 371: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

ÈLimiter ingestelde snel-heid overschreden

* U heeft als de variabele limiter is ingeschakeld de ingestelde snel‐heid met meer dan 3 km/h overschreden.

TEMPOMAT en limiter buiten werking

* De TEMPOMAT en de limiter vertonen een storing.# Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

TEMPOMAT buiten wer-king

* De snelheidregelaar 'TEMPOMAT' vertoont een storing.# Ga naar een gekwalificeerde autowerkplaats.

¯Uit

* De TEMPOMAT is uitgeschakeld.

Wanneer bovendien een waarschuwingssignaal klinkt, is de TEMPO‐MAT automatisch uitgeschakeld (→ pagina 157).

¯ - - -

km/h

* De TEMPOMAT kan niet worden ingeschakeld, omdat niet aan alleinschakelvoorwaarden voldaan is.# De inschakelvoorwaarden van de TEMPOMAT in acht nemen

(→ pagina 158).

Actieve afstandsassis-tent buiten werking

* De actieve afstandassistent 'DISTRONIC' vertoont een storing.

Ook andere rijsystemen en rijveiligheidsystemen kunnen storingenvertonen.# Ga naar een gekwalificeerde autowerkplaats.

Afstandsassistent momenteel niet beschik-baar Zie handleiding

* De actieve afstandassistent 'DISTRONIC' is tijdelijk niet beschik‐baar.

De omgevingscondities liggen buiten de systeemgren‐zen(→ pagina 160).# Rijd door.

Het systeem komt weer beschikbaar zodra de omgevingscondi‐ties binnen de systeemgrenzen vallen.

Nu niet beschikbaar Camera vervuild

* Het zicht van de camera is gereduceerd. Mogelijke oorzaken:

R Vervuiling van de voorruit in het blikveld van de cameraR Zware neerslag of mist

Rijsystemen en rijveiligheidssystemen kunnen verstoord worden oftijdelijk niet beschikbaar zijn.

De rijsystemen en rijveiligheidssystemen zijn weer beschikbaar alsde oorzaken van de storing niet meer aanwezig zijn.

Indien de displaymelding niet verdwijnt:# Stoppen; daarbij op de verkeerssituatie letten.# De voorruit reinigen.# Eventueel naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes 369

Page 372: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

Nu niet beschikbaar Radarsensoren vervuild

* Het radarsensorsysteem vertonen een storing. Mogelijke oorzaken:

R Sensoren vervuildR Hevige neerslagR Lange ritten zonder doorstromend verkeer, bijvoorbeeld in de

woestijn

De volgende systemen kunnen getroffen zijn:

R Actieve afstandsassistent DISTRONICR DodehoekassistentR Active Brake Assist System

Rijsystemen en rijveiligheidssystemen kunnen verstoord worden oftijdelijk niet beschikbaar zijn.

De rijsystemen en rijveiligheidssystemen zijn weer beschikbaar alsde oorzaken van de storing niet meer aanwezig zijn.

Indien de displaymelding niet verdwijnt:# Stoppen; daarbij op de verkeerssituatie letten.# Alle sensoren reinigen (→ pagina 291).# De motor opnieuw starten.# Eventueel naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

Afstandsassistent weer beschikbaar

* De actieve afstandassistent 'DISTRONIC' functioneert weer. U kuntdie inschakelen(→ pagina 161).

ëUit

* De functie 'HOLD' is uitgeschakeld omdat het voertuig slipt of alsniet is voldaan aan een inschakelvoorwaarde.# Schakel de 'HOLD'-functie later weer in of toets de inschakel‐

voorwaarden voor de 'HOLD'-functie(→ pagina 162).

Verkeerstekenassistent buiten werking

* De verkeersteken-assistent vertoont een storing.# Ga naar een gekwalificeerde autowerkplaats.

Verkeerstekenassistent Camerazicht geredu-ceerd Zie handleiding

* Het zichtveld van de camera is gereduceerd. Mogelijke oorzaken:

R Vervuiling van de voorruit ter hoogte van het zichtveld van decameraR Hevige neerslag of dikke mist

Rijsystemen en rijveiligheidsystemen kunnen storingen vertonen ofkunnen tijdelijk niet beschikbaar zijn.

De rijsystemen en rijveiligheidsystemen komen weer beschikbaarzodra geen sprake meer is van die veroorzakende situaties.

Verdwijnt de melding niet van uw scherm?# Stop zodra het verkeer dat toelaat.# Maak de voorruit schoon.

Verkeerstekenassistent momenteel niet beschik-baar Zie handleiding

* De verkeerstekenassistent is tijdelijk niet beschikbaar(→ pagina 170).# Verder rijden.

Het systeem is weer beschikbaar als de oorzaken niet meer aan‐wezig zijn.

370 Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes

Page 373: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

Dodehoekassistent bui-ten werking

* De dodehoekassistent vertoont een storing (→ pagina 171).# Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

Totwinkel-Assistent Anhänger nicht über-wacht

* Wanneer de elektrische verbinding met de aanhangwagen wordtgemaakt, blijft de dodehoekassistent beschikbaar, het gebied naastde aanhangwagen wordt echter niet bewaakt. De werking van dedodehoekassistent kan daardoor beperkt zijn (→ pagina 171).# Links op de touch-control drukken en de displaymelding bevesti‐

gen.

Dodehoekassistent nu niet beschikbaar Zie handleiding

* De dodehoekassistent is tijdelijk niet beschikbaar (→ pagina 171).

De systeemgrenzen zijn bereikt (→ pagina 171).# Verder rijden.

Het systeem is weer beschikbaar als de oorzaken niet meer aan‐wezig zijn.

of# Wanneer de displaymelding niet verdwijnt, veilig stoppen en de

motor opnieuw starten.# Indien nodig de achterbumper reinigen. Als de bumper sterk ver‐

vuild is, kunnen de sensoren in de bumper een storing vertonen.

Actieve spoorassistent Camerazicht geredu-ceerd Zie handleiding

* Het zicht van de camera is gereduceerd (→ pagina 174).

Mogelijke oorzaken:

R Vervuiling van de voorruit in het blikveld van de cameraR Zware neerslag of mist

Rijsystemen en rijveiligheidssystemen kunnen verstoord worden oftijdelijk niet beschikbaar zijn.

De rijsystemen en rijveiligheidssystemen zijn weer beschikbaar alsde oorzaken van de storing niet meer aanwezig zijn.

Indien de displaymelding niet verdwijnt:# Stoppen; daarbij op de verkeerssituatie letten.# De voorruit reinigen.

Actieve spoorassistent buiten werking

* De actieve spoorassistent vertoont een storing (→ pagina 174).# Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

Actieve spoorassistent momenteel niet beschik-baar Zie handleiding

* De actieve spoorassistent is tijdelijk niet beschikbaar(→ pagina 174).

De omgevingsomstandigheden liggen buiten de systeemgrenzen(→ pagina 174).# Verder rijden.

Het systeem is weer beschikbaar wanneer de omgevingsomstan‐digheden binnen de systeemgrenzen liggen.

Indien de displaymelding niet verdwijnt:# Stoppen; daarbij op de verkeerssituatie letten.# De voorruit reinigen.

Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes 371

Page 374: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

ÀAttention Assist buiten werking

* De functie "ATTENTION ASSIST" vertoont een storing.# Ga naar een gekwalificeerde autowerkplaats.

ÀAttention Assist: Pause!

* De functie "ATTENTION ASSIST" constateerde dat de chauffeur ver‐moeid raakt of in toenemende mate onoplettendrijdt(→ pagina 169).# Pauzeer zo nodig.

Motor

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

?

* De ventilatormotor is defect.# Naar de volgende gekwalificeerde werkplaats rijden zonder hoge

motorbelasting. Daarbij erop letten dat de koelvloeistoftempera‐tuuraanduiding onder 120 °C blijft.

æBrandstofreserve

* De voorraad brandstof is op het reservepeil gekomen.# Tank brandstof bij.

¸Luchtfilter vervangen

* Voertuigen, voorzien van een dieselmotor: de luchtfilter van demotor is vervuild en moet worden vervangen.# Ga naar een gekwalificeerde autowerkplaats.

!Brandstoffilter reinigen

* De in de waterafscheider verzamelde waterhoeveelheid heeft hetmaximumpeil bereikt.# Het water uit de waterafscheider aftappen (→ pagina 288).

5Meten van het motorolie-peil niet mogelijk

* De elektrische verbindung met de oliepeilsensor is onderbroken ofde oliepeilsensor is defect.

Het motoroliepeil is tot het minimum gedaald.# Ga naar een gekwalificeerde autowerkplaats.

4Motoroliedruk Stoppen Motor uit

* Displaymelding alleen bij bepaalde motortypen:

De motoroliedruk is te laag.

* AANWIJZING Motorschade door rijden met een te lagemotoroliedruk

# Rijden met een te lage motoroliedruk vermijden.

# Direct op een veilige plaats stoppen. Niet verder rijden!# Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

372 Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes

Page 375: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

4Bij tankstop 1 l motor-olie bijvullen

* Melding op het scherm (uitsluitend bij bepaalde motoriseringen):

Het motoroliepeil is tot het minimum gedaald.

* AANWIJZING Motorschade door rijden met te weinig motor‐olie

# Langere ritten met te weinig motorolie vermijden.

# Controleer het motoroliepeil bij uw eerstvolgende stop.

Vul motorolie bij(→ pagina 284).

Wenken betreffende de bij te vullen motorolie(→ pagina 355).

4Motoroliepeil Oliepeil verlagen

* Melding op het scherm (uitsluitend bij bepaalde motoriseringen):

Het motoroliepeil is te hoog.

* AANWIJZING Motorschade door rijden met te veel motor‐olie

# Langere ritten met te veel motorolie vermijden.

# Ga zo spoedig mogelijk naar een gekwalificeerde autowerkplaatsen laat daar motorolie wegzuigen.

4Motoroliepeil Stoppen Motor uit

* Melding op het scherm (uitsluitend bij bepaalde motoriseringen):

Het motoroliepeil is te laag.

* AANWIJZING Motorschade door rijden met te weinig motor‐olie

# Langere ritten met te weinig motorolie vermijden.

# Stop zodra het verkeer dat toelaat. Rijd niet verder!# Schakel de motor uit.# Controleer het motoroliepeil.

Vul motorolie bij(→ pagina 284).

Wenken betreffende de bij te vullen motorolie(→ pagina 355).

4Bij tankstop motorolie-peil controleren

* Het motoroliepeil is tot het minimum gedaald.

* AANWIJZING Motorschade door rijden met te weinig motor‐olie

# Langere ritten met te weinig motorolie vermijden.

# Controleer het motoroliepeil bij uw eerstvolgende stop.

Vul motorolie bij(→ pagina 284).

Wenken betreffende de bij te vullen motorolie(→ pagina 355).

#Voertuig stoppen Motor laten draaien

* De lading van de accu is te laag.# Stop zodra het verkeer dat toelaat. Rijd niet verder!# Laat de motor draaien.# Rijd pas weer als de melding op het scherm verdwijnt.

Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes 373

Page 376: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

#Stoppen Zie handleiding

* De accu wordt niet meer bijgeladen en heeft een te lage rest-accula‐ding.

* AANWIJZING Mogelijke motorschade als verder wordt gere‐den

# Niet verder rijden!# Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

# Stop zodra het verkeer dat toelaat. Rijd niet verder!# Schakel de motor uit.# Neem contact op met een gekwalificeerde autowerkplaats.

#Motor starten Zie hand-leiding

* De motor is afgezet en de acculaadtoestand is te laag.# Niet benodigde elektrische verbruikers uitschakelen.# De motor enkele minuten laten draaien of een langere afstand

rijden.De accu wordt opgeladen.

#Zie handleiding

* De accu wordt niet meer bijgeladen.

* AANWIJZING Mogelijke motorschade als verder wordt gere‐den

# Niet verder rijden!# Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

# Stop zodra de verkeerssituatie dat toelaat; schakel de motor uit.# Neem contact op met een gekwalificeerde autowerkplaats.

374 Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes

Page 377: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

?Koelvloeistof Stoppen Motor uit

* De koelvloeistof is te warm.# Rekening houdend met de verkeerssituatie zo snel mogelijk

stoppen en de motor afzetten.

& WAARSCHUWING Gevaar voor brandwonden bij het ope‐nen van de motorkap

Wanneer bij een oververhitte motor of bij brand in de motor‐ruimte de motorkap wordt geopend, kunt u in contact komenmet hete gassen of andere ontsnappende bedrijfsstoffen.# De oververhitte motor laten afkoelen alvorens de motorkap

te openen.# Bij brand in de motorruimte de motorkap gesloten houden

en contact opnemen met de brandweer.

& WAARSCHUWING Gevaar voor verbranding door hete koel‐vloeistof

Het motorkoelsysteem staat onder druk, met name bij eenwarme motor. Als de afsluitdop wordt geopend is er gevaar voorverbranding door de eruit spuitende hete koelvloeistof.# De motor laten afkoelen alvorens de afsluitdop te openen.# Bij het openen een veiligheidsbril en veiligheidshandschoe‐

nen dragen.# De afsluitdop langzaam openen, om de druk te laten ont‐

snappen.

# Wachten tot de motor is afgekoeld.# De luchttoevoer naar de radiateur mag niet worden belemmerd;

dit controleren.# Naar de volgende gekwalificeerde werkplaats rijden zonder hoge

motorbelasting. Daarbij erop letten dat de koelvloeistoftempera‐tuuraanduiding onder 120 °C blijft.

Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes 375

Page 378: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

Koelvloeistof bijvullen Zie handleiding

* Het koelvloeistofniveau is te laag.

& WAARSCHUWING Gevaar voor verbranding door hete koel‐vloeistof

Het motorkoelsysteem staat onder druk, met name bij eenwarme motor. Als de afsluitdop wordt geopend is er gevaar voorverbranding door de eruit spuitende hete koelvloeistof.# De motor laten afkoelen alvorens de afsluitdop te openen.# Bij het openen een veiligheidsbril en veiligheidshandschoe‐

nen dragen.# De afsluitdop langzaam openen, om de druk te laten ont‐

snappen.

* AANWIJZING Motorschade door te weinig koelvloeistof

# Langere ritten met te weinig koelvloeistof vermijden.

# Vul koelmiddel bij(→ pagina 285).

Regeneratie niet mogelijk * Er is niet aan alle voorwaarden voor de regeneratie van het diesel‐partikelfilter voldaan (→ pagina 126).# Normaal verder rijden, tot aan alle voorwaarden voor de regene‐

ratie van het dieselpartikelfilter voldaan wordt.

De vullingsgraad van het dieselpartikelfilter is hoger dan 50% en demelding verschijnt nog steeds in het combi-instrument.# Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

AdBlue® (voertuigen met goedkeuring voor personenvervoer)

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

ØAdBlue bijvullen Zie handleiding

* De AdBlue® voorraad is tot onder de reservemarkering gedaald.# Direct ten minste 8 l AdBlue® bijvullen (→ pagina 142).

ØAdBlue bijvullen Vermo-gen ger. over XXX km Zie handleiding

* De lage AdBlue®-voorraad leidt tot een beperking van de snelheidnadat de getoonde resterende afstand is afgelegd.# Direct ten minste 8 l AdBlue® bijvullen (→ pagina 142).

ØAdBlue bijvullen Vermo-gen ger.: 20 km/h Geen start na XXX km

* De lage AdBlue® voorraad leidt ertoe dat de snelheid wordt beperkttot maximaal 20 km/h.

Na de getoonde resterende afstand kan de motor niet meer wordengestart.# Direct ten minste 8 l AdBlue® bijvullen (→ pagina 142).

376 Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes

Page 379: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

ØAdBlue bijvullen Geen start na XXX km

* De AdBlue®-voorraad is nog maar voldoende voor de weergegevenafstand.# Direct ten minste 8 l AdBlue® bijvullen (→ pagina 142).

% De melding verdwijnt na circa een minuut sneller rijden dan15 km/h.

ØAdBlue bijvullen Starten niet mogelijk

* De AdBlue®-voorraad is opgebruikt. U kunt de motor niet meer star‐ten.# Direct ten minste 8 l AdBlue® bijvullen (→ pagina 142).# Het contact inschakelen.

U kunt de motor na ongeveer een minuut weer starten.

¯Systeemstoring Geen start na XXX km

* Het AdBlue® systeem vertoont een storing. Na de getoonde reste‐rende afstand kan de motor niet meer worden gestart.# Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

¯AdBlue systeemstoring Zie handleiding

* Het AdBlue®-systeem vertoont een storing.# Ga zo spoedig mogelijk naar een gekwalificeerde autowerk‐

plaats.

Meting van het vulniveau niet mogelijk

* Als het AdBlue® systeem een storing vertoont, wordt in het onder‐houdsmenu geen tankniveau weergegeven. Er wordt gewezen opeen storing van het AdBlue® systeem door de overeenkomstigewaarschuwingsmeldingen.# Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

¯AdBlue systeemstoring Vermogen ger. over XXX km Zie handleiding

* Het AdBlue® systeem vertoont een storing. De systeemstoring leidttot een beperking van de snelheid nadat de getoonde resterendeafstand is gereden.# Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

¯AdBlue systeemstoring Vermogen ger.: 20 km/h Geen start na XXX km

* Het AdBlue® systeem vertoont een storing. De systeemstoring leidtertoe dat de snelheid wordt beperkt tot maximaal 20 km/h. Na degetoonde afstand kan de motor niet meer worden gestart.# Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

¯AdBlue systeemstoring Starten niet mogelijk

* Het AdBlue®-systeem vertoont een storing. U kunt de motor nietmeer starten.# Neem onverwijld contact op met een gekwalificeerde autowerk‐

plaats.

Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes 377

Page 380: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

AdBlue® (voertuigen met goedkeuring als bedrijfswagen)

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

ØAdBlue bijvullen Zie handleiding

* Het AdBlue®-peil ligt lager dan het merkteken 'Reserve'.# Vul onverwijld minstens 8 l AdBlue® bij (→ pagina 142).

ØAdBlue bijvullen Vermo-gen gereduceerd

* De AdBlue® voorraad is tot onder de reservemarkering gedaald. Hetvermogen is begrensd tot circa 75%.# Direct ten minste 8 l AdBlue® bijvullen (→ pagina 142).

ØAdBlue bijvullen Na motorstart vermogen ger.: 20 km/h

* De lage AdBlue® voorraad leidt er toe dat de snelheid bij de vol‐gende keer dat de motor wordt gestart wordt beperkt tot maximaal20 km/h.# Direct ten minste 8 l AdBlue® bijvullen (→ pagina 142).

ØAdBlue bijvullen Vermo-gen gereduceerd: 20 km/h

* De verbruikte AdBlue® voorraad leidt ertoe dat de snelheid wordtbeperkt tot maximaal 20 km/h.# Direct ten minste 8 l AdBlue® bijvullen (→ pagina 142).# Het contact inschakelen.

¯AdBlue systeemstoring Zie handleiding

* Het AdBlue®-systeem vertoont een storing.# Ga zo spoedig mogelijk naar een gekwalificeerde autowerk‐

plaats.

¯AdBlue systeemstoring Vermogen gereduceerd

* Het AdBlue® systeem vertoont een storing. Het vermogen isbegrensd tot circa 75%.# Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

¯AdBlue systeemstoring Na motorstart vermogen ger.: XXX km/h

* Het AdBlue® systeem vertoont een storing. De systeemstoring leidtertoe dat de snelheid bij de volgende keer dat de motor wordtgestart wordt beperkt tot maximaal 20 km/h.# Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

¯AdBlue systeemstoring Vermogen gereduceerd: 20 km/h

* Het AdBlue® systeem vertoont een storing. De systeemstoring leidtertoe dat de snelheid wordt beperkt tot maximaal 20 km/h.# Neem onverwijld contact op met een gekwalificeerde autowerk‐

plaats.

378 Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes

Page 381: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Banden

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

Bandenspanningscon-trole buiten werking Geen wielsensoren

* De onder uw voertuig gemonteerde wielen zijn niet voorzien vangeschikte bandenspanningsensoren. De controlefunctie op de ban‐denspanning is uitgeschakeld.# Monteer wielen die voorzien zijn van geschikte bandenspan‐

ningsensoren.

hWielsensor(en) niet aan-wezig

* In een of enkele banden mankeert het signaal van de bandenspan‐ningsensor. Voor de desbetreffende banden wordt geen drukgetoond.# Laat de defecte bandenspanningsensor omwisselen in een

gekwalificeerde autowerkplaats.

Bandenspanningscon-trole nu niet beschikbaar

* Een sterke radiobron veroorzaakt een storing. Daardoor wordengeen signalen van de bandenspanningsensoren ontvangen. De ban‐denspanningscontrole is tijdelijk niet beschikbaar.# Verder rijden.

Zodra de oorzaak is verholpen, start de bandenspanningscon‐trole vanzelf weer.

hLet op: band defect

* Van een of meer banden neemt de bandenspanning plotseling af. Dewielpositie wordt getoond.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen tijdens het rijdenmet drukloze banden

Drukloze band hebben de volgende gevaren:

R De banden kunnen overmatig verwarmen en tot brand lei‐den.R ‑ De rij-eigenschappen en het stuur- en remgedrag kunnen

sterk nadelig beïnvloed worden.

U kunt dan de controle over de auto verliezen.# Niet met drukloze band rijden.# De aanwijzingen m.b.t. bandenpech in acht nemen.

Wenken in geval van bandenpech(→ pagina 297).# Stop zodra het verkeer dat toelaat.# Inspecteer de banden.

Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes 379

Page 382: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

hBanden controleren

* Van een of meer banden nam de bandenspanning sterk af. De wiel‐positie wordt getoond.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een te lagebandenspanning

Banden met een te lage bandenspanning leveren de volgendegevaren op:

R De banden kunnen klappen, in het bijzonder bij toenemendebelading en snelheid.R De banden kunnen overmatig en/of ongelijkmatig slijten,

hetgeen de grip sterk nadelig beïnvloedt.R ‑ De rij-eigenschappen en het stuur- en remgedrag kunnen

sterk nadelig beïnvloed worden.

U kunt dan de controle over de auto verliezen.# De geadviseerde bandenspanningen in acht nemen.# Indien noodzakelijk de bandenspanning aanpassen.

# Stop zodra het verkeer dat toelaat.# Inspecteer de bandenspanning(→ pagina 317) en de banden

zelf.

hBandenspanning corrige-ren

* Van minstens een van de banden is de bandenspanning te laag of debandenspanning van de afzonderlijke wielen verschillen onderling teveel.# Controleer de bandenspanning. Breng zo nodig de banden op

druk.# Start de controlefunctie voor de bandenspanning opnieuw nadat

u de banden correct op spanning hebt gebracht(→ pagina 330).

Bandenspanningscon-trole functioneert niet

* De bandenspanningscontrole vertoont een storing.# Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

380 Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes

Page 383: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

Bandenspanning Banden controleren

* De waarschuwing voor verlies van bandenspanning heeft een sterkedrukval gedetecteerd.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een te lagebandenspanning

Banden met een te lage bandenspanning leveren de volgendegevaren op:

R De banden kunnen klappen, in het bijzonder bij toenemendebelading en snelheid.R De banden kunnen overmatig en/of ongelijkmatig slijten,

hetgeen de grip sterk nadelig beïnvloedt.R ‑ De rij-eigenschappen en het stuur- en remgedrag kunnen

sterk nadelig beïnvloed worden.

U kunt dan de controle over de auto verliezen.# De geadviseerde bandenspanningen in acht nemen.# Indien noodzakelijk de bandenspanning aanpassen.

# Stop zodra het verkeer dat toelaat.# Inspecteer de bandenspanning(→ pagina 317) en de banden

zelf.# Start de waarschuwende functie in geval van verlies van banden‐

spanning opnieuw nadat u de banden correct op spanning hebtgebracht.

Sleutel

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

ÂSleutel in aangegeven bergplaats leggen Zie handleiding

* De herkenning van de sleutel vertoont storingen.# Wijzig de positie van de sleutel in het voertuig.# Start de motor van uw voertuig terwijl de sleutel in het sleutel‐

bergvak ligt(→ pagina 115).

ÂSleutel niet herkend (rood gekleurde meldingop het scherm)

* De sleutel wordt niet herkend en is wellicht niet meer in het voertuigaanwezig.

De sleutel is niet meer in het voertuig aanwezig, en u schakelt demotor uit:

R U kunt de motor niet meer starten.R U kunt het voertuig niet centraal vergrendelen.

# Vergewis u ervan dat de sleutel ergens in het voertuig ligt.

In geval van een gestoorde detectie van de sleutel als gevolg vaneen sterke hoogfrequente bron:# Stop zodra het verkeer dat toelaat.# Leg de sleutel in het bergvak om met die sleutel te motor te kun‐

nen starten(→ pagina 115).

Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes 381

Page 384: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

ÂSleutel niet herkend (witgekleurde melding op hetscherm)

* De sleutel wordt thans niet herkend.# Wijzig de positie van de sleutel in het voertuig.# Wordt de sleutel nog steeds niet herkend? Start dan de motor

terwijl de sleutel in het sleutelbergvak ligt(→ pagina 115).

ÂBatterij sleutel vervangen

* De batterij in de sleutel is leeg.# Vervang de batterij (→ pagina 43).

ÂSleutel vervangen

* De sleutel moet worden vernieuwd.# Ga naar een gekwalificeerde autowerkplaats.

Voertuig

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

¥Sproeiervloeistof bijvul-len

* Het peil van het waswater in het reservoir is onder het minimumpeilgedaald.# Vul waswater bij (→ pagina 286).

* Ten minste één deur is geopend.# Alle deuren sluiten.

* De motorkap is geopend.

Het voertuig direct op een veilige plaats stoppen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door ontgren‐delde motorkap tijdens het rijden

Een ontgrendelde motorkap kan tijdens het rijden opengaan enhet zicht belemmeren.# Nooit de motorkap ontgrendelen tijdens het rijden.# Voor iedere rit controleren dat de motorkap vergrendeld is.

# Het voertuig direct op een veilige plaats stoppen.# De motorkap sluiten.

&buiten werking Zie hand-leiding

* De standverwarming vertoont tijdelijk een storing.# Als het voertuig horizontaal staat en de motor is afgekoeld: Vier‐

maal met tussenpozen van een aantal minuten proberen destandverwarming in te schakelen.

# Als de standverwarming niet inschakelt: Naar een gekwalifi‐ceerde werkplaats gaan.

382 Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes

Page 385: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

&buiten werking Brand-stof tanken

* Er bevindt zich te weinig brandstof in de brandstoftank. De stand‐verwarming kan niet meer worden ingeschakeld.# Het voertuig tanken.

&buiten werking Accu zwak

* De boordnetspanning is te laag.

De standverwarming is uitgeschakeld.# Een langere afstand rijden, tot de accu weer voldoende opgela‐

den is.

_Voor het starten stuur-wiel verdraaien

* Voertuigen met handgeschakelde versnellingsbak: De elektri‐sche stuurwielblokkering kon de besturing niet ontgrendelen.# Het contact uitschakelen.# Het stuurwiel afwisselend iets links- en rechtsom draaien.# Het contact weer inschakelen.

ÐStoring stuursysteem zie handleiding

* Voertuigen met handgeschakelde versnellingsbak: De elektri‐sche stuurwielblokkering vertoont een storing. De stuurinrichtingkan door de elektrische stuurwielblokkering worden geblokkeerd.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij beperktebestuurbaarheid

Wanneer de stuurinrichting niet meer zoals bedoeld functio‐neert, is de bedrijfsveiligheid van de auto in gevaar.# Direct op een veilige plaats stoppen. Niet verder rijden!# Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

# Direct op een veilige plaats stoppen. Niet verder rijden!# Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

ÐStoring besturing Meer kracht vereist Zie hand-leiding

* De servo-ondersteuning van de stuurinrichting vertoont een storing.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door gewijzigdstuurgedrag

Wanneer de bekrachtiging van de stuurinrichting gedeeltelijk ofgeheel uitvalt, is er meer kracht nodig om te sturen.# Als veilig kan worden gestuurd, voorzichtig verder rijden.# Direct naar een gekwalificeerde werkplaats gaan of con‐

tact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

# Rijd voorzichtig door als u denkt dat u veilig kunt sturen.# Ga zo spoedig mogelijk naar een gekwalificeerde autowerkplaats

of neem alvast contact op.

Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes 383

Page 386: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

ÐStoring besturing Direct stoppen Zie handleiding

* De stuurinrichting vertoont storingen. De mogelijkheid tot sturen isaanzienlijk beperkt.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij beperktebestuurbaarheid

Wanneer de stuurinrichting niet meer zoals bedoeld functio‐neert, is de bedrijfsveiligheid van de auto in gevaar.# Direct op een veilige plaats stoppen. Niet verder rijden!# Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

# Stop zodra het verkeer dat toelaat. Rijd niet verder!# Neem contact op met een gekwalificeerde autowerkplaats.

Om te starten: selecteer P of N

* U hebt geprobeerd de motor in de transmissiestand h of k testarten.# De transmissie in de stand j of i zetten.

Voor inschakelen van schakelstand R eerst rem bedienen

* U hebt geprobeerd om vanuit de stand h of i de transmissie‐stand k in te schakelen.# Het rempedaal indrukken.# De transmissie in de stand k zetten.

Airconditioning Storing Zie handleiding

* De klimaatregelinstallatie functioneert tijdelijk maar in beperktemate. De hoeveelheid lucht en de toevoer van verse lucht wordenautomatisch geregeld.# Laat het klimaatregelsysteem in een gekwalificeerde autowerk‐

plaats inspecteren.

Backup accu Storing * De noodaccu voor de voeding van de transmissie wordt niet meerbijgeladen.# Ga naar een gekwalificeerde autowerkplaats.# Breng daarom de kruk van de automatische transmissie in de

standj voordat u de motor uitschakelt.# Leg de parkeerrem aan vooruit u het voertuig verlaat.

Achteruit rijden niet mogelijk: Werkplaats opzoeken

* De automatische transmissie vertoont een storing. U kunt de trans‐missiestand 'Achteruit' niet meer activeren.# Ga naar een gekwalificeerde autowerkplaats.

Transmissiestoring: Stop-pen

* De transmissie vertoont een storing. De transmissie wordt automa‐tisch in de stand i geschakeld.# Direct op een veilige plaats stoppen.# De transmissie in de stand j zetten.# Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

dVoertuig is gereed Voor het verlaten contact uit-schakelen

* U wilt het voertuig in rijklare toestand verlaten.# Wanneer het voertuig wordt verlaten, het contact uitschakelen

en de sleutel meenemen.# Wanneer het voertuig niet wordt verlaten, de elektrische verbrui‐

kers, bijvoorbeeld de stoelverwarming, uitschakelen. Anders kande 12V‑accu ontladen en kan het voertuig alleen met behulp vaneen externe accu (starthulp) worden gestart.

384 Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes

Page 387: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

Zonder schakelen Werk-plaats opzoeken

* De automatische transmissie vertoont een storing. U kunt de standvan de automatische transmissie niet meer wijzigen.# Staat de automatische transmissie in stand h? Rijd dan naar

een gekwalificeerde autowerkplaats maar zonder de transmis‐siestand te wijzigen.

# Staat de automatische transmissie in enig andere stand? Stopzodra het verkeer dat toelaat.

# Neem contact op met een gekwalificeerde autowerkplaats.

Schakelstand P alleen bij stilstaand voertuig

* U kunt de automatisch transmissie uitsluitend in de stand j bren‐gen als het voertuig niet rijdt.

Stand N permanent geactiveerd Wegrolge-vaar

* Tijdens rollen of rijden van het voertuig heeft iets of iemand de auto‐matische transmissie in de stand i gebracht.# Duw het rempedaal in om het voertuig tot stilstand te brengen.

Breng daarna de kruk van de automatische versnelling instandj.

# Wilt u verder rijden? Breng dan de kruk van de automatischetransmissie in standh of in standk.

Wegrolgevaar Chauf-feursdeur open en trans-missie niet in P

* De deur aan de chauffeurzijde is niet volledig gesloten. De kruk vande automatische transmissie staat in standk, i of h.# Breng de kruk van de automatische transmissie in standj als u

de auto wegstelt.

Voor verlaten van scha-kelstand P of N rem bedienen en motor star-ten

* Voertuigen met voorwielaandrijving: U hebt geprobeerd om van‐uit de stand j of i een andere transmissiestand in te schakelen.# Het rempedaal indrukken.# De motor starten.

Voor verlaten van scha-kelstand P rem bedienen

* U hebt getracht de kruk van de automatische transmissie uit standj naar een andere stand te brengen.# Duw het rempedaal in.

Bepaling van de voer-tuiglocatie is geacti-veerd. Zie voor details de handleiding of de bij-behorende mobiele App.

* Het voertuig beschikt over een geactiveerde dienst van MercedesPRO.

Onder bepaalde omstandigheden is een bepaling van de voertuiglo‐catie met Mercedes PRO connect mogelijk.# De status van de geactiveerde diensten op http://mercedes.pro

controleren.# Bij de eigenaar van het voertuig de details opvragen.

Trede niet uitgeschoven Zie handleidingof trede niet uitgeschoven storing

* De elektrische trede is niet of slechts gedeeltelijk uitgeschoven.# Op voldoende vrije ruimte voor de elektrische trede letten.# De schuifdeur opnieuw openen of sluiten.# Als de elektrische trede opnieuw niet volledig uitschuift, de

trede handmatig inschuiven (noodontgrendelen) (→ pagina 54).# Passagiers voor het uitstappen op de ontbrekende trede atten‐

deren.

Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes 385

Page 388: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

Trede niet ingeschoven Zie handleidingof trede niet ingeschoven storing

* De elektrische trede is niet of slechts gedeeltelijk ingeschoven.# Op voldoende vrije ruimte voor de elektrische trede letten.# De schuifdeur opnieuw openen of sluiten.# Als de elektrische trede opnieuw niet volledig inschuift, de trede

handmatig inschuiven (noodontgrendelen) (→ pagina 54).

Licht

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

Adaptieve grootlichtas-sistent Camerazicht gereduceerd zie handlei-ding

* Het zicht van de camera is gereduceerd. Mogelijke oorzaken:

R Vervuiling van de voorruit in het blikveld van de cameraR Sterke neerslag of mist

Rijsystemen en rijveiligheidssystemen kunnen verstoord worden oftijdelijk niet beschikbaar zijn.

De rijsystemen en rijveiligheidssystemen zijn weer beschikbaar alsde oorzaken van de storing niet meer aanwezig zijn.

Indien de displaymelding niet verdwijnt:# Stoppen; daarbij op de verkeerssituatie letten.# De voorruit reinigen.

Adaptieve grootlichtas-sistent nu niet beschik-baar zie handleiding

* De adaptieve grootlichtassistent is tijdelijk niet beschikbaar.

De systeemgrenzen zijn bereikt .# Verder rijden.

Het systeem is weer beschikbaar als de oorzaken niet meer aan‐wezig zijn. De displaymelding Adaptieve grootlichtassistent weer beschikbaar verschijnt.

Adaptieve grootlichtas-sistent functioneert niet

* De adaptieve grootlichtassistent vertoont een storing.# Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

bVerlichting inschakelen

* U rijdt zonder dimlicht.# De verlichtingsschakelaar in de stand L of à draaien.

bLicht uitschakelen

* U verlaat het voertuig en de verlichting is nog ingeschakeld.# Draai de lichtschakelaar in stand Ã.

bAUTO-verlichting buiten werking

* De lichtsensor vertoont een storing.# Ga naar een gekwalificeerde autowerkplaats.

386 Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes

Page 389: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

bStoring Zie handleiding

* De buitenverlichting vertoont storingen.# Ga naar een gekwalificeerde autowerkplaats.Voertuig met trekhaak: wellicht is een zekering doorgebrand.# Stop zodra het verkeer dat toelaat.# Inspecteer de zekeringen en vervang die zo

nodig(→ pagina 311).

bDimlicht links (Voor‐beeld)

* De desbetreffende lichtbron is defect.# Ga naar een gekwalificeerde autowerkplaats.

of# Verifieer of u zelf de lichtbron mag vervangen.

% LED-lichtbronnen: uitsluitend als alle LEDs defect zijn verschijntop het scherm een melding voor het desbetreffende licht.

Waarschuwende en kwiterende (terugmel‐dende) meldlampen

Overzicht waarschuwings- en controlelamp‐jes

Als het contact wordt ingeschakeld, voeren ver‐schillende systemen een zelfdiagnose uit. Enkelewaarschuwings- en controlelampjes kunnen daar‐bij tijdelijk branden of knipperen. Dit gedrag isniet kritisch. Pas als deze waarschuwings- encontrolelampjes na het starten van de motor oftijdens het rijden gaan branden of knipperen,geven ze een storing aan.

Waarschuwings- en controlelampjes:L Dimlicht (→ pagina 85)

T Standlicht (→ pagina 85)

K Grootlicht (→ pagina 86)

#! Knipperlicht (→ pagina 86)

R Mistachterlicht (→ pagina 85)

ü Veiligheidsgordel niet omgegespt(→ pagina 393)

J Remmen (rood) (→ pagina 388)

J Remmen (geel) (→ pagina 388)

! ABS vertoont een storing(→ pagina 388)

+ Terreinversnelling

÷ ESP®(→ pagina 388)

å ESP® OFF (→ pagina 388)

æ Active Brake Assist System uitge‐schakeld (→ pagina 155)

! Elektrische parkeerrem(→ pagina 388) (→ pagina 388)

Ð Stuurbekrachtiging vertoont een sto‐ring (→ pagina 393)

# Elektrische storing (→ pagina 394)

6 Veiligheidssysteem (→ pagina 388)

; Motordiagnose (→ pagina 394)

æ Brandstofreserve met aanduidingtankdopkleppositie (→ pagina 394)

? Koelvloeistof te heet/koud(→ pagina 394)

· Afstandswaarschuwing(→ pagina 393)

% Voorgloeien

h Bandenspanningscontrole

Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes 387

Page 390: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Veiligheidsystemen

Waarschuwings-/controlelampje

Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

6Waarschuwingslampjeveiligheidssysteem

De meldlamp van het veiligheidsysteem licht rood op als de motorloopt.

Het veiligheidsysteem vertoont een storing.

& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel‑ of levensgevaar door sto‐ringen in de werking van het veiligheidssysteem

Wanneer het veiligheidssysteem een storing vertoont, kunnenonderdelen van het veiligheidssysteem onbedoeld worden geacti‐veerd of bij een ongeval niet zoals bedoeld in werking treden. Datkan bijvoorbeeld gordelspanners of airbags betreffen.# Het veiligheidssysteem direct laten controleren en repareren

bij een gekwalificeerde werkplaats.

# Rijd voorzichtig door.# Lees de meldingen die op het multifunctionele scherm verschijnen.# Ga zo spoedig mogelijk naar een gekwalificeerde autowerkplaats.

!Rood controlelampjeelektrische parkeerrembediend

!Geel controlelampjeelektrische parkeerremvertoont een storing

Het rode controlelampje parkeerrem brandt en het gele controlelampjeelektrische parkeerrem is gedoofd.

Het brandende rode controlelampje geeft aan dat de elektrische par‐keerrem is ingeschakeld.

Het gedoofde gele controlelampje geeft aan dat de elektrische parkeer‐rem geen storing vertoont.# Niet met het voertuig gaan rijden als de elektrische parkeerrem is

ingeschakeld.

!Rood controlelampjeelektrische parkeerrembediend

!Geel controlelampjeelektrische parkeerremvertoont een storing

Het rode controlelampje parkeerrem is gedoofd en het gele controle‐lampje elektrische parkeerrem brandt.

Het niet-brandende rode controlelampje geeft aan dat de elektrischeparkeerrem is vrijgezet.

Het brandende gele controlelampje geeft aan dat de elektrische par‐keerrem een storing vertoont.# De meldingen op het multifunctioneel display in acht nemen.# Het contact uit- en inschakelen.# Wanneer de storingsmelding aanwezig blijft, naar een gekwalifi‐

ceerde werkplaats gaan.# Het voertuig bij het parkeren alleen op een vlakke ondergrond plaat‐

sen en tegen wegrollen beveiligen (→ pagina 149).

388 Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes

Page 391: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Waarschuwings-/controlelampje

Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

!Rood controlelampjeelektrische parkeerrembediend

!Geel controlelampjeelektrische parkeerremvertoont een storing

Het rode controlelampje parkeerrem brandt en het gele controlelampjeelektrische parkeerrem brandt.

Het brandende rode controlelampje geeft aan dat de elektrische par‐keerrem is ingeschakeld.

Het brandende gele controlelampje geeft aan dat de elektrische par‐keerrem een storing vertoont.# Het contact uit- en inschakelen.# Wanneer de storingsmelding aanwezig blijft, naar een gekwalifi‐

ceerde werkplaats gaan.# De meldingen op het multifunctioneel display in acht nemen.# Wanneer de elektrische parkeerrem niet kan worden vrijgezet, niet

met het voertuig rijden.

!Rood controlelampjeelektrische parkeerrembediend

!Geel controlelampjeelektrische parkeerremvertoont een storing

Het rode controlelampje parkeerrem knippert en het gele controle‐lampje elektrische parkeerrem brandt.

Het knipperende rode controlelampje geeft aan dat de bedieningsstatusvan de elektrische parkeerrem onbekend is.

Het brandende gele controlelampje geeft aan dat de elektrische par‐keerrem een storing vertoont.# Het contact uit- en inschakelen.# De elektrische parkeerrem via de schakelaar met ingedrukt rempe‐

daal sluiten en openen.# Wanneer de storingsmelding aanwezig blijft, het voertuig op een

vlakke ondergrond parkeren en tegen wegrollen beveiligen(→ pagina 149).

# Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.# Bij een knipperend rood controlelampje mag er niet met het voer‐

tuig worden gereden, omdat oververhitting van het remsysteemmogelijk is.

!Rode controlelampje par‐keerrem gesloten

Het rode controlelampje parkeerrem brandt.

Het brandende rode controlelampje geeft aan dat de parkeerrem isingeschakeld.# Niet met het voertuig gaan rijden als de parkeerrem is ingeschakeld.

Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes 389

Page 392: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Waarschuwings-/controlelampje

Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

åWaarschuwingslampjeESP® OFF

Het gele waarschuwingslampje ESP® OFF brandt bij draaiende motor.

Het ESP® is uitgeschakeld.

& WAARSCHUWING Slipgevaar tijdens het rijden met uitgescha‐keld ESP®

Als het ESP® is uitgeschakeld, wordt de auto niet door het ESP®

gestabiliseerd. Bovendien zijn verder rijveiligheidssystemen slechtsbeperkt beschikbaar.# Voorzichtig verder rijden.# Het ESP® slechts zo lang uitschakelen als de situatie het

vraagt.

Als het ESP® niet kan worden ingeschakeld, vertoont het ESP® eenstoring.# Het ESP® direct bij een gekwalificeerde werkplaats laten con‐

troleren.

# De aanwijzingen met betrekking tot het uitschakelen van het ESP®

in acht nemen (→ pagina 153).

÷WaarschuwingslampjeESP® brandt

Het gele waarschuwingslampje ESP® brandt bij draaiende motor.

Het ESP® vertoont een storing.

Ook andere rijsystemen en rijveiligheidssystemen kunnen een storingvertonen.

& WAARSCHUWING Slipgevaar door een storing in het ESP®

Als het ESP® is uitgeschakeld, wordt de auto niet door het ESP®

gestabiliseerd. Bovendien zijn verdere rijveiligheidssystemen uitge‐schakeld.# Voorzichtig verder rijden.# Het ESP® bij een gekwalificeerde werkplaats laten controle‐

ren.

# Voorzichtig verder rijden.# De meldingen op het multifunctioneel display in acht nemen.# Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

÷WaarschuwingslampjeESP® knippert

De meldlamp van ESP® knippert geel tijdens een rit.

ESP® grijpt in (→ pagina 153).# Pas uw manier van rijden aan op de weerssituatie en de situatie op

de weg.

390 Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes

Page 393: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Waarschuwings-/controlelampje

Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

!ABS-waarschuwings‐lampje

Het gele waarschuwingslampje ABS brandt bij draaiende motor.

Het ABS vertoont een storing.

Als bovendien een waarschuwingssignaal klinkt, vertoont de EBD eenstoring.

Ook andere rijsystemen en rijveiligheidssystemen kunnen een storingvertonen.

& WAARSCHUWING Slipgevaar bij storing van de EBD of het ABS

Als de EBD of het ABS een storing vertoont, kunnen de wielen blok‐keren bij het remmen

Daardoor zijn de bestuurbaarheid en het remgedrag sterk nadeligbeïnvloed. De remweg kan bij een noodstop langer worden. Boven‐dien zijn verdere rijveiligheidssystemen uitgeschakeld.# Voorzichtig verder rijden.# Het remsysteem direct bij een gekwalificeerde werkplaats

laten controleren.

# Voorzichtig verder rijden.# De meldingen op het multifunctioneel display in acht nemen.# Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

JRemwaarschuwings‐lampje (geel)

Het gele waarschuwingslampje remmen brandt bij draaiende motor.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij storing van hetremsysteem

Wanneer het remsysteem een storing vertoont, kan het remgedragnadelig beïnvloed zijn.# Voorzichtig verder rijden.# Het remsysteem direct bij een gekwalificeerde werkplaats

laten controleren.

# Voorzichtig met aangepaste snelheid en voldoende afstand tot voor‐liggers verder rijden.

# Wanneer het multifunctioneel display een displaymelding weergeeft,deze in acht nemen.

# Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes 391

Page 394: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Waarschuwings-/controlelampje

Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

JWaarschuwingslampjeremmen (rood)

Het rode waarschuwingslampje remmen brandt bij draaiende motor.

Mogelijke oorzaken:

R De rembekrachtiging vertoont een storing.R De EBD (Electronic Brakeforce Distribution) vertoont een storing.R Er bevindt zich te weinig remvloeistof in het remvloeistofreservoir.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij storing van derembekrachtiging

Wanneer de rembekrachtiging een storing vertoont, is het mogelijkdat er meer kracht op het rempedaal moet worden uitgeoefend tij‐dens het remmen. Het remgedrag kan nadelig beïnvloed zijn. Deremweg kan bij een noodstop langer worden.# Direct op een veilige plaats stoppen. Niet verder rijden!# Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij een storing vande EBD (elektronische remkrachtverdeling)

Als de EBD een storing vertoont, kunnen de wielen blokkeren bij hetremmen.

Het remgedrag kan nadelig zijn beïnvloed.

De remweg kan in noodsituaties langer worden.# Direct op een veilige plaats stoppen. Niet verder rijden!# Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij een te laag rem‐vloeistofniveau

Wanneer het remvloeistofniveau te laag is, kan de remwerking endaarmee het remgedrag nadelig beïnvloed zijn.# Direct op een veilige plaats stoppen. Niet verder rijden!# Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.# Geen remvloeistof bijvullen.

# Direct op een veilige plaats stoppen. Niet verder rijden!# Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

392 Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes

Page 395: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Veiligheidgordel

Waarschuwings-/controlelampje

Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

7Waarschuwingslampjeveiligheidsgordel knip‐pert

Het rode waarschuwingslampje veiligheidsgordels knippert en er klinkteen onderbroken waarschuwingssignaal.

De chauffeur of de bijrijder hebben hun gordel (snelheid hoger dan25 km/h) niet omgegespt tijdens het rijden.# De veiligheidsgordel omgespen (→ pagina 30).Er liggen voorwerpen op de bijrijdersstoel.# De voorwerpen van de bijrijdersstoel verwijderen.

7Waarschuwingslampjeveiligheidsgordel brandt

Het rode waarschuwingslampje veiligheidsgordel brandt na het startenvan de motor.

Bovendien kan een waarschuwingssignaal klinken.

Als het voertuig stilstaat: Het waarschuwingslampje veiligheidsgordelsherinnert chauffeur en bijrijder eraan de gordel om te gespen.# De veiligheidsgordel omgespen (→ pagina 30).

Voorwerpen op de bijrijdersstoel kunnen ervoor zorgen dat het waar‐schuwingslampje veiligheidsgordel niet dooft.

Rijsystemen

Waarschuwings-/controlelampje

Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

·Waarschuwingslampjeafstandswaarschuwing

Het rode waarschuwingslampje afstandswaarschuwing brandt tijdenshet rijden.

De afstand tot de voorligger is voor de gekozen snelheid te gering.

Als bovendien het waarschuwingssignaal klinkt, wordt een obstakel meteen te hoge snelheid genaderd.# Klaar zijn om direct te kunnen remmen.# De afstand vergroten.

Voertuig

Waarschuwings-/controlelampje

Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

ÐWaarschuwingslampjestuurbekrachtiging

Het rode waarschuwingslampje stuurbekrachtiging brandt bij draaiendemotor.

De stuurbekrachtiging of de stuurinrichting zelf vertoont een storing.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij beperktebestuurbaarheid

Wanneer de stuurinrichting niet meer zoals bedoeld functioneert, isde bedrijfsveiligheid van de auto in gevaar.# Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

# De meldingen op het multifunctioneel display in acht nemen.

Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes 393

Page 396: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Motor

Waarschuwings-/controlelampje

Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

?Waarschuwingslampjekoelvloeistof

Het rode waarschuwingslampje koelvloeistof brandt bij draaiendemotor.

Mogelijke oorzaken:

R Temperatuursensor vertoont een storingR Koelvloeistofniveau te laagR Luchttoevoer naar de radiateur geblokkeerdR Ventilator van de radiateur defect

Als bovendien een waarschuwingssignaal klinkt, heeft de koelvloeistofeen temperatuur van 120 °C overschreden.

& WAARSCHUWING Gevaar voor brandwonden bij het openenvan de motorkap

Wanneer bij een oververhitte motor of bij brand in de motorruimtede motorkap wordt geopend, kunt u in contact komen met hete gas‐sen of andere ontsnappende bedrijfsstoffen.# De oververhitte motor laten afkoelen alvorens de motorkap te

openen.# Bij brand in de motorruimte de motorkap gesloten houden en

contact opnemen met de brandweer.

# Rekening houdend met de verkeerssituatie zo snel mogelijk stoppenen de motor afzetten. Niet verder rijden!

# De meldingen op het multifunctioneel display in acht nemen.

Wanneer de koelvloeistoftemperatuuraanduiding onderaan de schaal‐verdeling staat:# Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

Anders:# Het voertuig verlaten en niet in de omgeving van het voertuig blij‐

ven, tot de motor is afgekoeld.# Het koelvloeistofniveau controleren (→ pagina 285).# De luchttoevoer naar de radiateur mag niet worden belemmerd; dit

controleren.# Naar de volgende gekwalificeerde werkplaats rijden zonder hoge

motorbelasting. Daarbij erop letten dat de koelvloeistoftemperatuur‐aanduiding onder 120 °C blijft.

#Waarschuwingslampjeelektrische storing

Het rode waarschuwingslampje elektrische storing brandt.

Er is een storing in de elektronica aanwezig.# De meldingen op het multifunctioneel display in acht nemen.

394 Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes

Page 397: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Waarschuwings-/controlelampje

Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

æWaarschuwingslampjebrandstofreserve

Het gele waarschuwingslampje brandstofreserve brandt bij draaiendemotor.

De brandstofvoorraad heeft het reservegebied bereikt.# Tanken.

;Waarschuwingslampjemotordiagnose

Het gele waarschuwingslampje motordiagnose brandt bij draaiendemotor.

Er is een storing van de motor, het uitlaatsysteem of het brandstofsys‐teem aanwezig.

De emissiegrenswaarden kunnen daardoor worden overschreden en demotor draait zo nodig in het noodprogramma.# Het voertuig zo snel mogelijk laten controleren bij een gekwalifi‐

ceerde werkplaats.

Banden

Waarschuwings-/controlelampje

Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

hWaarschuwingslampjebandenspanningscon‐trole knippert

De meldlamp voor de bandenspanning licht ter waarschuwing geel op(drukverlies of storing), knippert een minuut lang en blijft dan perma‐nent oplichten.

De controlefunctie op de bandenspanning vertoont storingen.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij storing van debandenspanningscontrole

Wanneer de bandenspanningscontrole een storing vertoont, kandeze niet meer zoals bedoeld waarschuwen bij drukverlies bij één ofmeer banden.

Band met een te lage bandenspanning kunnen bijvoorbeeld hetstuur- en remgedrag nadelig beïnvloeden. ‑# De bandenspanningscontrole bij een gekwalificeerde werk‐

plaats laten controleren.

# Ga naar een gekwalificeerde autowerkplaats.

Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes 395

Page 398: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Waarschuwings-/controlelampje

Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M oplossingen

hWaarschuwingslampjebandenspanningscon‐trole brandt

Het gele waarschuwingslampje bandenspanningscontrole (drukverlies/storing) brandt.

De bandenspanningscontrole heeft bandenspanningsverlies bij ten min‐ste één wiel geconstateerd.

& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een te lagebandenspanning

Banden met een te lage bandenspanning leveren de volgende geva‐ren op:

R De banden kunnen klappen, in het bijzonder bij toenemendebelading en snelheid.R De banden kunnen overmatig en/of ongelijkmatig slijten,

hetgeen de grip sterk nadelig beïnvloedt.R ‑ De rij-eigenschappen en het stuur- en remgedrag kunnen sterk

nadelig beïnvloed worden.

U kunt dan de controle over de auto verliezen.# De geadviseerde bandenspanningen in acht nemen.# Indien noodzakelijk de bandenspanning aanpassen.

# Het voertuig op een veilige plaats stoppen.# De bandenspanning en de banden controleren.

396 Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes

Page 399: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

1, 2, 3 ...12V-aansluiting

Zie Contactdoos (12V)230V-contactdoos

Zie Contactdoos (230V) (midden‐console vóór)

360°-camera ......................................... 166Verzorging ........................................ 291Weergave selecteren ........................ 168Werking ............................................ 166

AA/C-functie in-/uitschakelen .............. 104Aanbouw ................................................. 20Aanhangwagengewichten ................... 358Aanhangwagenstabilisatie .................. 154Aanhangwagenvoorziening

Algemene aanwijzingen .................... 358Verzorging ........................................ 291

Aanslepen .............................................. 311Aansprakelijkheid voor gebreken(voertuig) ................................................. 24ABS (antiblokkeersysteem) ................. 152Acceleratie

Zie Kick-down gebruikenAccu

Aanwijzing (voertuig) ........................ 297Accu opladen ................................... 299Afstandbediening (verwarming bijstilstand) ........................................... 110Extra accu in de motorruimte los‐koppelen .......................................... 305Extra accu onder bijrijdersstoelloskoppelen ...................................... 305Opladen ............................................ 299Startaccu .......................................... 301Startaccu losmaken .......................... 301Startaccu uit- of inbouwen ............... 302Starthulp (voertuig) .......................... 299

AccuhoofdschakelaarSpanningsvoorziening in- of uit‐schakelen ......................................... 127

AchterbankZie Stoelen

AchterdeurenOpenen en sluiten (van binnenuit) ...... 52Openen en sluiten (van buitenaf) ........ 51

Achterruitenwisserin-/uitschakelen ................................. 97

vervangen ........................................... 98Achteruitrijcamera ............................... 164

Automatische functie in- en uit‐schakelen (360°-camera) ................. 168Verzorging ........................................ 291Werking ............................................ 164

AchteruitrijlichtLichtbron vervangen ........................... 95Lichtbron vervangen (geslotenbestelwagen en combi) ....................... 93

Achteruitversnelling inschakelen ....... 129Actieve afstandsassistentDISTRONIC ............................................ 160

Inschakelen/activeren ...................... 161Snelheid oproepen ............................ 161Snelheid opslaan ............................... 161Snelheid verhogen/verlagen ............. 161Stuurwieltoetsen ............................... 161Systeemgrenzen ............................... 160Uitschakelen/deactiveren ................ 161Voorwaarden ..................................... 161Werking ............................................ 160

Actieve parkeerassistentManoeuvreerondersteuning .............. 168

Actieve spoorassistent ......................... 174Rijden met aanhangwagen ................ 174Systeemgrenzen ............................... 174Werking ............................................ 174

Active Brake Assist System ................. 155Instellen ............................................ 156Werking en aanwijzingen .................. 155

Adaptief remlicht .................................. 157Adaptieve snelheidsregeling

Zie Actieve afstandsassistent DISTRONICAdaptieve vèrstralerassistent

in-/uitschakelen ................................. 88Werking .............................................. 88

AdBlue® ......................................... 141, 354Additieven ................................. 141, 354Bijvullen ............................................ 142Inhoud .............................................. 355Zuiverheid ................................. 141, 354

Additieven ............................................. 355AdBlue® .................................... 141, 354Motorolie .......................................... 355

Additieven (AdBlue®)Zie AdBlue®

Additieven (motorolie)Zie Additieven

Trefwoordenregister 397

Page 400: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

ADR (werktoerentalregeling)in-/uitschakelen ............................... 177Instellen ............................................ 177Werking ............................................ 176

AdresboekZie Contacten

Afbuiglicht .............................................. 88Afmetingen ........................................... 358Afsluitbaar vak boven voorruit ope‐nen en sluiten ......................................... 77Afstand tonen (menu 'Ritten') ............. 186Afstandbediening (verwarming bijstilstand)

Vervangen van de batterij ................. 110Afstandsbediening (standverwar‐ming of -ventilatie)

Displaymeldingen .............................. 110Instellen ........................................... 109

AfstandsregelingZie Actieve afstandsassistent DISTRONIC

AfstandsregeltempomaatZie Actieve afstandsassistent DISTRONIC

Airbag ...................................................... 31Activering ........................................... 28Beschermingspotentieel ..................... 31Beschermingspotentieel beperkt ........ 32Frontairbag (bestuurder, passagier) .... 31Inbouwplaatsen .................................. 31Overzicht ............................................ 31Sidebags ............................................. 31Windowbag ......................................... 31

Akoestisch sluitsignaalIn- en uitschakelen ............................. 43

Alarm beëindigen (EDW) ........................ 59Alarmknipperlichtinstallatien ............... 87Alarmsysteem

Zie EDW (diefstal-/inbraakalarminstallatie)Alertheidsassistent

Zie ATTENTION ASSISTAlternatieve route

Zie RouteAndroid Auto ......................................... 255

Aanwijzing ........................................ 255Klankinstellingen .............................. 256Mobiele telefoon aanmelden ............ 255Overgebrachte autogegevens ........... 256Overzicht .......................................... 255Stop ................................................. 256

AntiblokkeersysteemZie ABS (antiblokkeersysteem)

AntislipkettingenZie Sneeuwkettingen

Apple CarPlay™ .................................... 254Aanwijzing ........................................ 254iPhone® aanmelden ......................... 254Klankinstellingen .............................. 255Overgebrachte autogegevens ........... 256Overzicht .......................................... 254Stop ................................................. 255

Aquaplaning .......................................... 120Armatuurverlichting

Zie InstrumentenverlichtingAsbak

in het bergvak bij de voorruit .............. 79Asbelasting ........................................... 350ASR (aandrijfslipregeling) .................... 153Assistentie-afbeeldingen (boord‐computer) ............................................. 186ASSYST PLUS ........................................ 281

Bijzondere onderhoudsmaatrege‐len .................................................... 281Onderhoudstermijn weergeven ......... 281Reguliere onderhoudswerkzaamhe‐den ................................................... 281Standtijd met accukabels losge‐maakt ............................................... 281Werking en aanwijzingen .................. 281

ATTENTION ASSIST ....................... 169, 170Instellen ............................................ 170Systeemgrenzen ............................... 169Werking ............................................ 169

Auteursrecht ........................................... 26Auto

Gesproken opdrachten (LINGUA‐TRONIC) ........................................... 199

Automatisch rijlicht ............................... 85Automatische afstandsregeling

Zie Actieve afstandsassistent DISTRONICAutomatische motorstart (ECOstart-stopsysteem) ............................... 124Automatische motorstop (ECOstart-stopsysteem) ............................... 124Automatische transmissie

Achteruitversnelling inschakelen ...... 129DIRECT SELECT-keuzehendel ........... 128Kickdown .......................................... 131Neutraalstand inschakelen ............... 129

398 Trefwoordenregister

Page 401: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Parkeerstand inschakelen ................. 130Rijstand inschakelen ......................... 130Schakelstand begrenzen ................... 130Transmissiestandaanduiding ............ 128Transmissiestanden .......................... 128

AutosleutelZie Sleutel

BBanden

Aanwijzingen met betrekking totmontage ........................................... 333Bandenpech ..................................... 297Bandenspanning (aanwijzingen) ........ 317Bandenspanning controleren (ban‐denspanningscontrole) ..................... 329Bandenspanningscontrole (wer‐king) ................................................. 329Bandenspanningscontrole opnieuwstarten ............................................. 330Bandenspanningstabel ...................... 318Bandentemperatuur controleren(bandenspanningscontrole) .............. 329Draairichting .................................... 335Geluidsontwikkeling .......................... 315Monteren ......................................... 340ongebruikelijk rijgedrag .................... 315opslaan ............................................ 336PORTIEREN ....................................... 315Selectie ............................................ 333Sneeuwkettingen .............................. 316Vervangen ........................................ 336Vervanging ....................................... 333Verwijderen ...................................... 340Zomerbanden ................................... 315

Bandenpech .......................................... 297Aanwijzing ........................................ 297Verwisselen van een wiel ................. 336

Bandenprofiel ........................................ 315Bandenspanning

Aanwijzing ......................................... 317Bandenspanningscontrole (wer‐king) ................................................. 329Bandenspanningscontrole opnieuwstarten ............................................. 330Bandenspanningstabel ...................... 318Controleren (bandenspanningscon‐trole) ................................................ 329

BandenspanningscontroleBandenspanning controleren ........... 329Bandentemperatuur controleren ...... 329Opnieuw starten ............................... 330Technische gegevens ........................ 331

Werking ............................................ 329Bandenspanningstabel ........................ 318Bandentemperatuur

Bandenspanningscontrole (wer‐king) ................................................. 329Controleren (bandenspanningscon‐trole) ................................................ 329

BAS (Brake Assist System) .................. 153Batterij

Sleutel ................................................ 43Bedieningspaneel dakconsole

Interieurverlichting instellen ............... 89Overzicht ............................................ 10

BedieningssysteemBoordcomputer ................................ 183

BedrijfsstoffenAanwijzing ........................................ 351AdBlue® .................................... 141, 354Brandstof (diesel) ............................. 352Koelmiddel (airconditioning) ............. 357Koelvloeistof (motor) ........................ 356Motorolie .......................................... 355Remvloeistof .................................... 356Ruitenwasmiddel .............................. 357

BedrijfsveiligheidConformiteitsverklaring (elektro‐magnetische verdraagzaamheid) ........ 22Conformiteitsverklaring (krik) ............. 22Informatie ........................................... 21Wijziging van het motorvermogen ...... 23

Beladingsrichtlijnen ....................... 75, 274Bergbak ................................................... 77Bergvak ................................................... 76

Armleuning ......................................... 76Bergbak .............................................. 77Brillenvak ............................................ 77Cockpit ............................................... 77Deur ................................................... 76Handschoenenvak .............................. 76Middenconsole ................................... 76

BergvakkenZie Bergvak

Berichten .............................................. 252Afzender opbellen ............................ 253Beantwoorden .................................. 253doorsturen ....................................... 253Gesproken opdrachten (LINGUA‐TRONIC) ........................................... 198Instellen van weergegeven sms-berichten .......................................... 252Nummer resp. URL gebruiken .......... 253

Trefwoordenregister 399

Page 402: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Opstellen .......................................... 253Overzicht .......................................... 252Sjabloon gebruiken .......................... 253Verzenden ........................................ 253Voorleesfunctie ................................ 253Voorlezen ......................................... 253Wissen ............................................. 254

Berichten-centerActies voor berichten selecteren ...... 210Berichten bewerken .......................... 210Berichten oproepen .......................... 210Globaal zoeken ................................. 210Globaal zoeken gebruiken ................. 211Overzicht .......................................... 209Typen berichten ................................ 209

Berichten-centerZie Typen berichten

Bestemming ......................................... 235Laatste bestemmingen bewerken ..... 235Opslaan (actuele positie van deauto) ................................................. 235Tussenbestemmingen bewerken ...... 229

Bestemmingsinvoer ..................... 221, 223Aanwijzingen .................................... 221Contact selecteren ........................... 224Driewoordenadres invoeren ............. 225Geo-coördinaten invoeren ................ 225Laatste bestemmingen selecteren ... 223Op de kaart selecteren ..................... 225Speciale bestemming of adresinvoeren ........................................... 221Speciale bestemming selecteren ...... 223Tussenbestemming invoeren ............ 229uit algemene favorieten selecteren .. 225

Bijrijderbank ........................................... 69Bergbak .............................................. 77

Binnendakdragersysteem .................... 278Binnenspiegel dimmen ........................ 100

BlueTec®

Zie AdBlue®

Bluetooth® ............................................. 215In- en uitschakelen ............................ 215Informatie ......................................... 214Internetverbinding instellen .............. 262

Boordcomputer .................................... 183Bedienen .......................................... 183Menu 'Assistentie-afbeeldingen' ....... 186Menu 'Navigatie' ............................... 187Menu 'Onderhoud' ........................... 185Menu 'Ritten' .................................... 186Menu 'Telefoon' ................................ 189

Menu Media ..................................... 188Menu Radio ...................................... 188Menu's overzicht .............................. 183Multifunctioneel scherm ................... 184Onderhoudstermijn weergeven ......... 281Standverwarming of -ventilatieinstellen ............................................ 110

BoordelektronicaAanwijzing ........................................ 349Mobilofoons ..................................... 349Motorelektronica .............................. 349

Boorden van de platte laadbakAchterzijde ......................................... 55monteren/demonteren ...................... 55openen of sluiten ................................ 55Zijwanden ........................................... 55

Boordgereedschap ........................ 310, 312Boordgereedschap uitnemen .............. 313Bouwserie ............................................. 350Brake Assist System

Zie BAS (Brake Assist System)Brandblusser ........................................ 296Brandstof

Brandstofreserve .............................. 354Diesel ............................................... 352Kwaliteit (diesel) ............................... 352Lage buitentemperaturen ................. 352Ontwateren van de filter ................... 288tanken .............................................. 139Tankinhoud ....................................... 354

Brandstofverbruik (boordcomputer) .. 186Brillenvak ................................................ 77Buiten gebruik stellen .......................... 151Buitenspiegel .......................................... 99

in-/uitklappen .................................... 99instellen .............................................. 99

BuitenspiegelsInstelmogelijkheden ........................... 14

BuitenverlichtingZie Licht

CCamera

Zie 360°-cameraZie Achteruitrijcamera

Car-to-X-CommunicationGevarenmeldingen verzenden .......... 239Gevarenmeldingen weergeven .......... 238Overzicht .......................................... 238

400 Trefwoordenregister

Page 403: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

ChauffeursstoelZie Stoelen

CombischakelaarZie GrootlichtZie KnipperlichtZie Lichtsignaal

Comfortopening ..................................... 57Comfortopening/-sluiting via lucht‐recirculatietoets ................................... 106Comfortsluiting ...................................... 57Computer

Zie BoordcomputerConformiteitsverklaring

Elektromagnetische verdraagzaam‐heid .................................................... 22Krik ..................................................... 22

ContactAls favoriet opslaan .......................... 251Favoriet wissen ................................. 251

Contact inschakelen (start-stop‐toets) ...................................................... 114Contactdoos (12V) ............................ 80, 81

Chauffeursstoel .................................. 81Laadruimte ......................................... 82Middenconsole voorin ........................ 80

Contactdoos (230V) (middencon‐sole vóór) ................................................ 81Contacten .............................................. 249

Bellen ............................................... 250Downloaden (van de mobiele tele‐foon) ................................................. 249importeren (overzicht) ...................... 250Informatie ......................................... 249Naamformaat ................................... 250Oproepen ......................................... 250Opslaan ............................................ 250Opties ............................................... 251Opties voor adviezen selecteren ....... 251Wissen .............................................. 251worden geïmporteerd ....................... 250

ContactsleutelZie Sleutel

Contourverlichting ................................. 85

DDagkilometerteller

Zie DagkilometrageDagkilometrage .................................... 186

Terugstellen ...................................... 187uitlezingen ........................................ 186

Dakdrager (binnen) .............................. 278Dakdragers (wenken) ........................... 277Datum

Datum en tijd automatisch instel‐len .................................................... 214

Datumformaat instellen ....................... 214Deur

Extra deurvergrendeling ..................... 44Ontgrendelen (noodsleutel) ................ 46Vergrendelen (noodsleutel) ................ 46

Deurbedieningseenheid ......................... 14Diagnose-interface ................................. 23Diefstal-/inbraakalarminstallatie

Zie EDW (diefstal-/inbraakalarminstallatie)Diefstalbeveiliging

Extra deurvergrendeling ..................... 44Wegrijblokkering ................................. 58

DiefstalbeveiligingZie EDW (diefstal-/inbraakalarminstallatie)

DierenHuisdieren in de auto .......................... 41

DieselAanwijzing ........................................ 352Lage buitentemperaturen ................. 352

DieselpartikelfilterAanwijzing ........................................ 126Automatische regeneratie ................ 126Regeneratie afbreken ....................... 126Regeneratie starten .......................... 126

Digitale handleiding ............................... 18Digitale snelheidmeter ........................ 186Dimlicht

Instelling voor het buitenland (sym‐metrisch) ............................................ 85

DIRECT SELECT-keuzehendel ............... 128Achteruitversnelling inschakelen ...... 129Neutraalstand inschakelen ............... 129Parkeerstand automatisch inscha‐kelen ................................................ 130Parkeerstand inschakelen ................. 130Rijstand inschakelen ......................... 130Werking ............................................ 128

Display (multimediasysteem)Aanwijzing ........................................ 201Bedienen .......................................... 203Homescreen ..................................... 202Instellingen ....................................... 213

Display (verzorging) ............................. 293

Trefwoordenregister 401

Page 404: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Displaymeldingen? ................................................ 372¯ ................................................ 369Achteruit rijden niet mogelijk:Werkplaats opzoeken ....................... 384Actieve afstandsassistent buitenwerking ............................................ 369Actieve remassistent Functiebeperkt beschikbaar Zie handlei‐ding .................................................. 365Actieve remassistent Functiemomenteel beperkt beschikbaarZie handleiding ................................. 365Actieve spoorassistent buiten wer‐king .................................................. 371Actieve spoorassistent Camera‐zicht gereduceerd Zie handleiding .... 371Actieve spoorassistent momenteelniet beschikbaar Zie handleiding ...... 371Adaptieve grootlichtassistentCamerazicht gereduceerd ziehandleiding ....................................... 386Adaptieve grootlichtassistent func‐tioneert niet ..................................... 386Adaptieve grootlichtassistent nuniet beschikbaar zie handleiding ...... 386ØAdBlue bijvullen Geen startna XXX km ........................................ 377Ø AdBlue bijvullen Na motor‐start vermogen ger.: 20 km/h .......... 378Ø AdBlue bijvullen Starten nietmogelijk ............................................ 377Ø AdBlue bijvullen Vermogenger. over XXX km Zie handleiding ...... 376Ø AdBlue bijvullen Vermogenger.: 20 km/h Geen start na XXXkm .................................................... 376Ø AdBlue bijvullen Vermogengereduceerd: 20 km/h ..................... 378Ø AdBlue bijvullen Vermogengereduceerd ..................................... 378Ø AdBlue bijvullen Zie handlei‐ding .......................................... 376, 378

¯AdBlue systeemstoring Namotorstart vermogen ger.: XXXkm/h ................................................ 378¯ AdBlue systeemstoring Star‐ten niet mogelijk ............................... 377¯AdBlue systeemstoring Ver‐mogen ger. over XXX km Zie hand‐leiding .............................................. 377¯AdBlue systeemstoring Ver‐mogen ger.: 20 km/h Geen startna XXX km ........................................ 377¯ AdBlue systeemstoring Ver‐mogen gereduceerd: 20 km/h ......... 378¯ AdBlue systeemstoring Ver‐mogen gereduceerd .......................... 378¯ AdBlue systeemstoring Ziehandleiding ............................... 377, 378Afstandsassistent momenteel nietbeschikbaar Zie handleiding ............. 369Afstandsassistent weer beschik‐baar .................................................. 370Airconditioning Storing Zie handlei‐ding .................................................. 384À Attention Assist buiten wer‐king .................................................. 372À Attention Assist: Pause! .......... 372b AUTO-verlichting buiten wer‐king .................................................. 386Backup accu Storing ........................ 384hBanden controleren ................. 380Bandenspanning Banden controle‐ren .................................................... 381hBandenspanning corrigeren ..... 380Bandenspanningscontrole buitenwerking Geen wielsensoren .............. 379Bandenspanningscontrole functio‐neert niet ......................................... 380Bandenspanningscontrole nu nietbeschikbaar ...................................... 379ÂBatterij sleutel vervangen ......... 382Bepaling van de voertuiglocatie isgeactiveerd. Zie voor details de

402 Trefwoordenregister

Page 405: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

handleiding of de bijbehorendemobiele App. .................................... 3854Bij tankstop 1 l motorolie bij‐vullen ................................................ 3734 Bij tankstop motoroliepeilcontroleren ....................................... 373!Brandstoffilter reinigen ............. 372æBrandstofreserve ...................... 372&buiten werking Accu zwak ........ 383& buiten werking Brandstoftanken .............................................. 383! buiten werking Zie handlei‐ding .................................................. 368&buiten werking Zie handlei‐ding .................................................. 382÷buiten werking Zie handlei‐ding .................................................. 366T buiten werking Zie handlei‐ding .................................................. 366bDimlicht links (Voorbeeld) ........ 387Dodehoekassistent buiten werking ... 371Dodehoekassistent nu nietbeschikbaar Zie handleiding ............. 371È ................................................ 368!Helling te steil Zie handleiding .......................................................... 363Koelvloeistof bijvullen Zie handlei‐ding .................................................. 376? Koelvloeistof Stoppen Motoruit ..................................................... 375hLet op: band defect .................. 379bLicht uitschakelen .................... 386Limiter buiten werking ..................... 368Limiter passief .................................. 3686linksvoor Storing Werkplaatsopzoeken (Beispiel) .......................... 362¸ Luchtfilter vervangen ............... 372ð Maximum snelheid over‐schreden .......................................... 3685Meten van het motoroliepeilniet mogelijk ..................................... 372Meting van het vulniveau nietmogelijk ............................................ 377

!momenteel niet beschikbaarZie handleiding ................................. 367÷momenteel niet beschikbaarZie handleiding ................................. 367# Motor starten Zie handlei‐ding .................................................. 3744Motoroliedruk Stoppen Motoruit ..................................................... 3724 Motoroliepeil Oliepeil verla‐gen ................................................... 3734 Motoroliepeil Stoppen Motoruit ..................................................... 373Nu niet beschikbaar Camera ver‐vuild ................................................. 369Nu niet beschikbaar Radarsenso‐ren vervuild ...................................... 370Om te starten: selecteer P of N ........ 384!Parkeerrem buiten werking ...... 363!Parkeerrem Zie handleiding ..... 364Radarsensoren vervuild Zie hand‐leiding .............................................. 365Remblokken controleren Zie hand‐leiding .............................................. 364J Remvloeistofpeil controleren .. 364Schakelstand P alleen bij stilstaandvoertuig ............................................ 385ÂSleutel in aangegeven berg‐plaats leggen Zie handleiding ........... 381ÂSleutel niet herkend (roodgekleurde melding op het scherm) ... 381ÂSleutel niet herkend (witgekleurde melding op het scherm) ... 382Â Sleutel vervangen .................... 382Snelheidsbegrenzing (winterban‐den) XXX km/h ................................ 368SOS NOT READY .............................. 365¥ Sproeiervloeistof bijvullen ....... 382Stand N permanent geactiveerdWegrolgevaar ................................... 385# Stoppen Zie handleiding .......... 374Ð Storing besturing Directstoppen Zie handleiding ................... 384

Trefwoordenregister 403

Page 406: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Ð Storing besturing Meerkracht vereist Zie handleiding .......... 383Ð Storing stuursysteem ziehandleiding ....................................... 383bStoring Zie handleiding ............. 387¯ Systeemstoring Geen startna XXX km ........................................ 377TEMPOMAT buiten werking .............. 369TEMPOMAT en limiter buiten wer‐king .................................................. 369Totwinkel-Assistent Anhänger nichtüberwacht ........................................ 371Transmissiestoring: Stoppen ............ 384Trede niet uitgeschoven Zie hand‐leiding of trede niet uitgeschovenstoring .............................................. 385¯ Uit ........................................... 369ë Uit ........................................... 3706 Veiligheidssysteem StoringWerkplaats opzoeken ....................... 362Verkeerstekenassistent buiten wer‐king .................................................. 370Verkeerstekenassistent Camera‐zicht gereduceerd Zie handleiding .... 370Verkeerstekenassistent momenteelniet beschikbaar Zie handleiding ...... 370bVerlichting inschakelen ............ 386dVoertuig is gereed Voor hetverlaten contact uitschakelen .......... 384#Voertuig stoppen Motor latendraaien ............................................. 373_ Voor het starten stuurwielverdraaien ........................................ 383Voor inschakelen van schakelstandR eerst rem bedienen ....................... 384Voor verlaten van schakelstand Pof N rem bedienen en motor star‐ten .................................................... 385Voor verlaten van schakelstand Prem bedienen ................................... 385Wegrolgevaar Chauffeursdeur openen transmissie niet in P .................... 385hWielsensor(en) niet aanwezig ... 379

6Windowbag links StoringWerkplaats opzoeken (voorbeeld) ..... 361# Zie handleiding ........................ 374Zonder schakelen Werkplaatsopzoeken .......................................... 385

DISTRONICZie Actieve afstandsassistent DISTRONIC

Dodehoekassistent ............................... 171In- en uitschakelen ........................... 173Rear Cross Traffic Alert .................... 173Systeemgrenzen ............................... 171Werking ............................................ 171

Draadloos opladenMobiele telefoon ................................ 83Werking en aanwijzingen .................... 82

Draagsystemen (wenken) .................... 277Drinken en rijden .................................. 116Drive Away Assist ................................. 173DSR (Downhill Speed Regulation)

Aanwijzing ........................................ 134In- en uitschakelen ........................... 134

Dubbele bijrijderstoel ............................ 69

EEBD (Electronic Brakeforce Distribu‐tion) ....................................................... 154Echt hout (verzorging) ......................... 293ECO start-stopsysteem ................ 124, 125

Automatische motorstart .................. 124Automatische motorstop .................. 124Uit- en inschakelen ........................... 125Werking ............................................ 124

ECO-weergaveWerking ............................................ 125

Ecologie/economie-indicatorTerugstellen ...................................... 187

EDW (diefstal-/inbraakalarminstal‐latie) ........................................................ 58

Alarm beëindigen ............................... 59Interieurbeveiliging functie ................. 60Interieurbeveiliging in- en uitscha‐kelen .................................................. 60Wegsleepbeveiliging functie ............... 59Wegsleepbeveiliging in- en uitscha‐kelen .................................................. 59Werking .............................................. 58

Eenheid voor afstand instellen ............ 217EHBO-set ............................................... 296

404 Trefwoordenregister

Page 407: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Elektrisch aangedreven treeplankBelemmering ...................................... 53in-/uitschuiven ................................... 53Noodvergrendeling ............................. 54Werking .............................................. 53

Elektrische parkeerrem ....................... 149Aanwijzing ........................................ 148Automatisch vastzetten .................... 149automatisch vrijzetten ...................... 149Handmatig inschakelen of vrijzet‐ten .................................................... 150Noodremming uitvoeren ................... 150

Elektrische schuifdeurHandmatig ontgrendelen .................... 50Initialiseren ......................................... 51Met sleutel openen en sluiten ............ 49Openen met deurgreep ...................... 50Openen met toets ............................... 48Sleutel programmeren ........................ 49Werking .............................................. 48

Elektrische sluithulpAanwijzing .......................................... 48

Elektrische treeplankUitschuiven verhinderen ..................... 53

Elektrische zekeringenZie Zekeringen

Elektromagnetische verdraagzaam‐heid (conformiteitsverklaring) .............. 22Elektronisch stabiliteitsprogramma

Zie ESP® (elektronisch stabiliteits‐programma)

Elektronische installatie ...................... 349ENR (elektronische niveauregeling) ... 135

Luchtbalg handmatig oppompen ...... 138Problemen ........................................ 138Voertuig omlaagbrengen .................. 136Voertuig opkrikken ........................... 136Werking ............................................ 135

ESC (Electronic Stability Control)Zie ESP® (elektronisch stabiliteits‐programma)

ESP®

Aanhangwagenstabilisatie ................ 154Zijwindassistent ................................ 154

ESP® (elektronisch stabiliteitspro‐gramma) ................................................ 153

In- en uitschakelen ........................... 154Werking en aanwijzingen .................. 153

ExterieurverlichtingVerzorging ........................................ 291

Extra deurvergrendeling ........................ 44Extra knipperlicht (voertuigen voor‐zien van aandrijving op alle wielen) ..... 92Extra luchtverwarming

Directe verwarming ........................... 112Problemen ........................................ 112Schakelklok inschakelen ................... 111Schakelklok instellen ......................... 111Schakelklok overzicht ....................... 111Temperatuur/inschakelduur instel‐len ..................................................... 112Vertrektijd instellen ........................... 112

Extra verwarmingSchakelklok overzicht ....................... 111

Extra warmwaterverwarming ............. 108Displaymeldingen (afstandsbedie‐ning) ................................................. 110Met afstandsbediening in- en uit‐schakelen ......................................... 109Met boordcomputer inschakelenen uitschakelen ................................. 110Met toets in- en uitschakelen ........... 108Werking ............................................ 108

FFavorieten

Hernoemen ...................................... 208Oproepen ......................................... 208Overzicht .......................................... 208Toevoegen ........................................ 208Verschuiven ...................................... 209Wissen ............................................. 209

FIN ......................................................... 350Stoel ................................................. 350Typeplaatje ....................................... 350Uitlezen ............................................ 350Voorruit ............................................ 350

Flessenhouder ........................................ 79Frequenties

Mobiele telefoon .............................. 349Mobilofoon ....................................... 349

Frontairbag (bestuurder, passagier) ..... 31

GGarantie ................................................... 24Gebruikersprofielen ............................. 206Gedimd groot licht ('dimlicht')

in-/uitschakelen ................................. 85Lichtbron vervangen ........................... 91

Gegevensregistratie (voertuig) ............. 25

Trefwoordenregister 405

Page 408: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Geheugenfunctie (stoel) ........................ 67Gekwalificeerde werkplaats .................. 24Gereedschap

Zie BoordgereedschapZie Boordgereedschap uitnemenZie Opbergvak boordgereedschap

Gereedschap voor het verwisselenvan een wiel .......................................... 336Gesprekken ........................................... 248

aannemen ........................................ 248Binnenkomend gesprek tijdens eengesprek ............................................ 249Functies tijdens gesprek activeren ... 248Gesprek beëindigen .......................... 248Gesprek met meerdere deelne‐mers ................................................. 249voeren .............................................. 248weigeren ........................................... 248

Gesproken rij-aanwijzingenbij telefoongesprekken in- en uit‐schakelen ......................................... 233Geluidsverlaging in- en uitschake‐len .................................................... 234Herhalen .......................................... 234In- en uitschakelen ........................... 233Volume instellen ............................... 234

GevarendriehoekOpklappen ........................................ 296Verwijderen ...................................... 296

Globaal zoekenOverzicht .......................................... 210Werking ............................................. 211

GordelZie Veiligheidsgordel

GordelspannersActivering ........................................... 28

GordelwaarschuwingZie Veiligheidsgordel

Grootlicht ................................................ 86In- en uitschakelen ............................. 86

GsmZie Mobiele telefoon

GSMZie Telefoon

HHandbediende parkeerrem .................. 147

bedienen/vrijzetten .......................... 147Noodremming uitvoeren ................... 148Omhoog of omlaag klappen .............. 148

Handgeschakelde versnellingsbakAchteruitversnelling inschakelen ...... 127Versnellingshendel bedienen ............ 127

Handleiding (digitaal) ............................. 18Handleiding (uitvoering van hetvoertuig) .................................................. 21Handrem (elektrisch)

Zie Elektrische parkeerremHandrem (handmatig)

Zie Handbediende parkeerremHogedrukreiniger (verzorging) ............ 289HOLD-functie ........................................ 162Homescreen (mediadisplay) ............... 202Hoofdsteun

Mechanisch instellen .......................... 73Hotspot

instellen (Wi-Fi) ................................. 216Huisdieren in de auto ............................. 41

IImporteren/exporteren van gege‐vens ....................................................... 217

Im-/exporteren ................................. 217Werking en aanwijzingen .................. 217

Inbouw .................................................... 20Inrij-aanwijzingen .................................. 116Inschakelen resp. uitschakelen vande achterruitverwarming ..................... 106Inschakelen resp. uitschakelen vande stoelverwarming ............................... 74Inschakelen resp. uitschakelen vande voorruitverwarming ........................ 106Instellen van de beluchtmonden(dak) ...................................................... 107Instrumentendisplay

Overzicht ...................................... 5, 182Verlichting instellen .......................... 185Werking en aanwijzingen .................. 182

InstrumentendisplayZie Waarschuwings- en controlelampje

InstrumentenpaneelZie Stuurcabine (overzicht)

Instrumentenverlichting ...................... 185Intelligent Light System

Adaptieve vèrstralerassistent ............. 88Afbuiglicht .......................................... 88

Interieurbeveiligingin-/uitschakelen ................................. 60

406 Trefwoordenregister

Page 409: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Werking .............................................. 60Interieurhemel (verzorging) ................ 293Interieurverlichting

Achterin .............................................. 90Instellen ............................................. 89Laadruim ............................................ 90Uitschakelvertragingstijd verlichting ... 91

Interieurverlichting (achterin) (licht‐bronnen vervangen) ............................... 95Internet

Bladwijzers beheren ......................... 264Bladwijzers wissen ........................... 264Geschiedenis wissen ........................ 264Webbrowser afsluiten ....................... 265Website oproepen ............................ 263

InternetradioAanmelden ....................................... 266Afmelden .......................................... 266Gebruiksvoorwaarden ...................... 266Oproepen ......................................... 265Opties instellen ................................ 266Overzicht .......................................... 266Stream selecteren ............................ 266Zender opslaan ................................ 266Zender selecteren en verbinden ....... 266Zender wissen .................................. 266Zenderlijst oproepen (laatst gese‐lecteerde categorie) ......................... 267

InternetverbindingAutomatisch verbreken van de ver‐binding ............................................. 263Beperkingen ..................................... 261Details van de mobiele telefoon ....... 262Informatie ......................................... 261Instellen (Bluetooth®) ....................... 262instellen (Wi-Fi) ................................. 261Opbouwen ........................................ 263Toegangsgegevens instellen ............. 262Verbindingsstatus ............................ 263Verbindingsstatus weergeven ........... 263Verbreken na inactiviteit ................... 263Via communicatiemodule ................. 261Vrijgave annuleren (mobiele tele‐foon) ................................................. 262

Invoeren van tekensToetsenbord instellen ........................ 213Via mediadisplay ............................... 211Werking en aanwijzingen ................... 211

iPhone®

Zie Apple CarPlay™ISOFIX-kinderzitjebevestiging

Aanwijzing .......................................... 34

monteren ............................................ 35

KKaart ............................................. 236, 239

Actualisering .................................... 242Gebied mijden ................................... 241Gebied mijden (overzicht) ................. 241Gebied wijzigen ................................. 241Gebied wissen .................................. 242Informatie in tekstvorm selecteren ... 240Kaartgegevens .................................. 242Kaartoriëntatie selecteren ................ 239Kaartschaal automatisch instellen .... 243Kaartversie weergeven ...................... 241Kompas weergeven .......................... 242Qibla weergaven ............................... 242Satellietkaart weergeven .................. 243Schaal instellen ................................ 239Snelweginformatie in- en uitscha‐kelen ................................................. 241Symbolen voor speciale bestem‐mingen selecteren ............................ 240Verkeerskaart weergeven ................. 236Verschuiven ...................................... 239Volgende dwarsstraat aangeven ....... 241Weersinformatie weergeven ............. 243

Kentekenplaatverplichting (licht‐bron vervangen) ..................................... 94Keuzehendel

Zie DIRECT SELECT-keuzehendelKick-down gebruiken ............................ 131Kilometerteller

Zie Totaal gereden afstand tonen(menu 'Ritten')

KinderenAanwijzingen met betrekking tothet veilig vervoeren ............................ 33

Kinderslot (deuren) ................................ 40Kinderzitje

Aanbevelingen voor kinderzitjesbe‐vestigingssystemen ............................ 40Aanwijzingen met betrekking tothet veilig meenemen van kinderen ..... 33Bevestiging (aanwijzingen) ................. 38ISOFIX (montage) ............................... 35ISOFIX-(aanwijzingen) ......................... 34Naar achteren gericht kinderzitjes‐bevestigingssysteem (tips) ................. 37Passagiersstoel (aanwijzingen) ........... 37Passagiersstoel (naar voren/achte‐ren gericht) ......................................... 37Top Tether .......................................... 36

Trefwoordenregister 407

Page 410: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Zitplaatsen geschikt voor met eengordel bevestigde kinderzitjesbe‐vestigingssystemen ............................ 38

Klankinstellingen .................................. 272Automatische volumeaanpassing ..... 273Balans/fader instellen ...................... 273Geluidsmenu oproepen .................... 273Hoge, midden en lage tonen instel‐len .................................................... 273Informatie ......................................... 272

KlantenserviceZie ASSYST PLUS

KlimaatregelingA/C-functie in-/uitschakelen ........... 104automatisch regelen ......................... 104Automatisch regelen (achterin) ........ 104Bedieningseenheid TEMPMATIC ....... 102Bedieningseenheid THERMOTRO‐NIC ................................................... 103Beluchtmonden in het dak ................ 107Extra warmwaterverwarming ............ 108In- en uitschakelen ........................... 103in-/uitschakelen ............................... 103Inschakelen resp. uitschakelen vande achterruitverwarming .................. 106Inschakelen resp. uitschakelen vande voorruitverwarming ..................... 106Koelmiddel ....................................... 357Luchtrecirculatie in-/uitschakelen .... 105Luchtuitstroomopeningen achterin ... 107Luchtuitstroomopeningen vóór ......... 106Luchtverdeling instellen .................... 105Standen van de luchtverdeling ......... 105Synchronisatiefunctie in-/uitscha‐kelen (bedieningseenheid) ................ 105Verwarming achterin instellen .......... 103Voertuig ventileren (comfortope‐ning) ................................................... 57Wasem verwijderen van beslagenruiten ................................................ 105

Knipperlicht ............................................ 86Extra knipperlicht (voertuigen voor‐zien van aandrijving op alle wielen) .... 92In- en uitschakelen ............................. 86Lampje vervangen (achter) (chas‐sis-cabine) .......................................... 95Lichtbron vervangen (achter)(gesloten bestelwagen en combi) ....... 93Vervangen van een lichtbron (voor) .... 91

Koelmiddel (airconditioning)Aanwijzing ........................................ 357

Koelvloeistof (motor)Aanwijzing ........................................ 356

Peil controleren ................................ 285Kogeldruk (maximaal) .......................... 359Kogelhals

monteren .......................................... 179Kompas ................................................. 242Korte afstanden .................................... 118Krik ........................................................ 336

Conformiteitsverklaring ...................... 22Hydraulisch ....................................... 313Hydraulische krik uit opbergvaknemen .............................................. 313Opbergplaats hydraulische krik ........ 313

Kunststof bekleding (verzorging) ....... 293

LLaatste bestemmingen

Selecteren ........................................ 223Ladderdragers

Overzicht .......................................... 278Voertuig met vlakke laadbak ............ 278

LadderrekkenMaximale belasting .......................... 360Technische gegevens ........................ 360

Lading beveiligen ............................ 75, 274Lak (reinigingsaanwijzingen) .............. 290Lakcode ................................................ 350Lendensteun

Zie Lordosesteun (vier standen)Licht ........................................................ 85

Adaptieve vèrstralerassistent ............. 88Afbuiglicht .......................................... 88Alarmknipperlicht ............................... 87Automatisch rijlicht ............................ 85Contourverlichting .............................. 85Gedimd groot licht ('dimlicht') ............ 85Instrumentenverlichting instellen ..... 185Lichtbron vervangen ........................... 91Lichtschakelaar .................................. 85Mistlampen_achter ............................ 86Parkeerlicht ........................................ 85Reikwijdte van de verlichting .............. 86Reis naar het buitenland ..................... 85Verantwoordelijkheid met lichtsys‐temen ................................................. 85

Lichtbron veranderenSoorten lichtbronnen voor de sluit‐lichten (gesloten bestelwagen encombi) ................................................ 92

408 Trefwoordenregister

Page 411: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Lichtbron vervangen .............................. 91Achteruitrijlicht (gesloten bestel‐wagen en combi) ................................ 93Extra knipperlicht (voertuigen voor‐zien van aandrijving op alle wielen) .... 92Gedimd groot licht ('dimlicht') ............ 91Interieurverlichting (achterin) ............. 95Kentekenplaatverlichting .................... 94Knipperlicht (achter) (geslotenbestelwagen en combi) ....................... 93Knipperlicht (voor) .............................. 91Knipperlichten (achter) (chassis-cabine) ............................................... 95Soorten lichtbron halogeenkoplam‐pen ..................................................... 91Soorten lichtbronnen voor de sluit‐lichten (onderstel) .............................. 94vèrstralers (ongedimd groot licht) ....... 91Wenk .................................................. 91Zijmarkeerlichten ............................... 95

LichtbronnenAchteruitrijlicht ................................... 95

Lichtschakelaar (overzicht) ................... 85Lichtsignaal ............................................ 86Limiter ................................................... 157

Inschakelen ...................................... 158Passief .............................................. 157Permanente instelling ....................... 160Selecteren ........................................ 158Snelheid instellen ............................. 158Snelheid oproepen ........................... 158Snelheid opslaan .............................. 158Systeemgrenzen ............................... 157Toetsen ............................................. 158Uitschakelen ..................................... 158Voorwaarden .................................... 158Werking ............................................ 157

LINGUATRONIC ..................................... 190Aanwijzingen met betrekking totgesproken opdrachten ...................... 192Akoestische hulp .............................. 192Algemene gesproken opdrachten ..... 191Applicatiespecifieke gesprokenopdrachten ....................................... 191Bedienbare functies .......................... 191Bedrijfsveiligheid .............................. 190Cijferinvoer ....................................... 191Dialoogvoering ................................. 190Gesproken auto-opdrachten ............. 199Gesproken berichten-opdrachten ..... 198Gesproken mediaspeler-opdrach‐ten .................................................... 197Gesproken navigatie-opdrachten ...... 193

Gesproken omschakelopdrachten .... 192Gesproken radio-opdrachten ............ 196Gesproken sms-commando's ........... 198Multifunctioneel stuurwiel (bedie‐ning) ................................................. 190Online-spraakbediening .................... 192Soorten gesproken opdrachten ........ 191Spraakkwaliteit verbeteren ............... 192Taalinstelling ..................................... 191Telefooncommando .......................... 195

Live Traffic InformationAbonnements-informatie weerge‐ven ................................................... 236Abonnementsinformatie verlengen ... 236Gebiedsmeldingen aangeven ............ 237op Mercedes PRO registreren .......... 236Verkeerskaart weergeven ................. 236Verkeerssituatie weergeven .............. 237Weergave verkeersinformatieinschakelen ...................................... 237

Lordosesteun (vier standen) ................. 67LOW RANGE in- en uitschakelen ......... 134Luchtbalg handmatig oppompen(ENR) ...................................................... 138Luchtinlaatkast wateraftapkraanreinigen ................................................. 287Luchtmonden

Zie Instellen van de beluchtmonden (dak)Luchtrecirculatie in-/uitschakelen ..... 105Luchtrecirculatietoets

Comfortopening/-sluiting ................. 106Luchtroosters

Zie LuchtuitstroomopeningenLuchtuitstroomopeningen ................... 106

Achterin ............................................ 107Instellen (vóór) ................................. 106

MMaateenheden

Instellen ............................................ 217Matte lak (reinigingsaanwijzingen) .... 290Maximumsnelheid

Zie LimiterMBUX multimediasysteem (over‐zicht) ...................................................... 201Media

Mediabron kiezen ............................. 188Mediaweergave bedienen ................. 188Menu (boordcomputer) ..................... 188

Trefwoordenregister 409

Page 412: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

MediadisplayAanwijzing ........................................ 201Homescreen ..................................... 202Invoeren van tekens .......................... 211

MediafunctieAuteursrecht en merksymbolen ........ 267Bluetooth®-audioapparatuur ver‐binden .............................................. 269Favoriete lied toevoegen .................. 269Informatie over mediazoeken ........... 270Lievelingsnummer verwijderen ......... 269Mediaweergave aansturen ............... 269Mediaweergave starten .................... 269Mediazoeken starten ........................ 270Muziektitel op stemming zoeken ...... 271Ondersteunde formaten en gege‐vensdragers ...................................... 267Overzicht menu Media ..................... 268Usb-apparaten aansluiten ................ 268Zoeken op trefwoord gebruiken ........ 270

Mekka .................................................... 242Melding (multifunctionele scherm)

Zie Melding op het schermMelding op het scherm ........................ 361

oproepen (boordcomputer) ............... 361Wenk ................................................ 361

Meldingengeheugen ............................. 361Menu (boordcomputer)

Assistentie-afbeelding ...................... 186Media ............................................... 188Navigatie .......................................... 187Overzicht .......................................... 183Radio ................................................ 188Ritten ............................................... 186Service ............................................. 185Telefoon ............................................ 189

Mercedes PROInformatie ......................................... 258

Mercedes PRO connectBellen via bedieningspaneel dak‐console ............................................. 257Informatie ......................................... 256Instemming met gegevensover‐dracht ............................................... 258Klantenservice bellen ....................... 257Onderhoudsmelding ......................... 258Ongevalsmanagement ...................... 257Overgedragen gegevens ................... 258Service-oproep via toets service-oproep .............................................. 257

Mercedes-Benz noodoproepsysteem ................................................................ 259

Automatische noodoproep ............... 259Handmatige noodoproep .................. 260Informatie ......................................... 259Overzicht .......................................... 259Testmodus ERA GLONASS star‐ten/stoppen ..................................... 261Verstuurde gegevens ........................ 260Zelfdiagnose (Rusland) ..................... 260

Mercedes-Benz-servicewerkplaatsZie Gekwalificeerde werkplaats

Met de hand wassen (verzorging) ....... 290Milieubescherming

Aanwijzing .......................................... 19Terugname van het oude voertuig ....... 19

Mistlampen_achter ................................ 86Mobiele telefoon .................................. 349

Draadloos opladen ............................. 83Frequenties ...................................... 349Vrijgave voor internetverbindingopheffen ........................................... 262Zendvermogen (maximaal) ............... 349

Mobiele telefoonZie Android AutoZie Apple CarPlay™Zie Telefoon

MobilofoonsAanwijzingen met betrekking tothet inbouwen ................................... 349Frequenties ...................................... 349Zendvermogen (maximaal) ............... 349

MoeheidsherkenningZie ATTENTION ASSIST

MondenZie Instellen van de beluchtmonden (dak)

Monteren van de afneembare trek‐haak

aanbouwen ....................................... 180Motor

Afzetten (start-stoptoets) ................. 146ECO start-stopsysteem ..................... 124Motornummer .................................. 350Starten (start-stoptoets) ................... 115Starthulp .......................................... 299

Motorelektronica (aanwijzing) ............ 349Motorgegevens

Weergaven ....................................... 220Motornoodstart ..................................... 311Motornummer ...................................... 350

410 Trefwoordenregister

Page 413: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Motorolie ............................................... 284Additieven ........................................ 355Bijvullen ........................................... 284Inhoud .............................................. 355Oliepeil met de boordcomputercontroleren ....................................... 283

MotorvermogenAanwijzing bij wijzigingen ................... 23

Multifunctioneel stuurwielOverzicht toetsen ............................. 183

Multifunctioneel stuurwielZie Stuurwiel

Multifunctionele scherm (boord‐computer) ............................................. 184Multimediasysteem

Displayinstellingen configureren ....... 213Geluid in- en uitschakelen ................ 205Hoofdfuncties ................................... 204Op fabrieksinstellingen terugzetten .. 219Volume instellen ............................... 205

MultimediasysteemZie MBUX multimediasysteem (overzicht)

NNavigatie

Actualisering van kaartgegevens ...... 242Gesproken opdrachten (LINGUA‐TRONIC) ........................................... 193Inschakelen ...................................... 220Menu (boordcomputer) ..................... 187Menu in- en uitschakelen .................. 221

NavigatieZie BestemmingZie BestemmingsinvoerZie RouteZie RoutebegeleidingZie Verkeersinformatie

Navigeerwenken (boordcomputer) ..... 187Near Field Communication (NFC) ....... 247

Algemene informatie ........................ 247Mobiele telefoon gebruiken .............. 247Mobiele telefoon met het multime‐diasysteem verbinden ....................... 247Van mobiele telefoon wisselen ......... 247

Neutraalstand inschakelen (auto‐matische transmissie) ......................... 129NFC

Zie Near Field Communication (NFC)Niveauregeling

Zie ENR (elektronische niveauregeling)

NoodgevalBrandblusser .................................... 296EHBO-set .......................................... 296Gevarendriehoek opklappen ............. 296Gevarendriehoek verwijderen ........... 296Overzicht van de hulp ......................... 16Veiligheidsvest ................................. 296

NoodoproepsysteemZie Mercedes-Benz noodoproepsysteem

NoodremmingElektrische parkeerrem .................... 150Handbediende parkeerrem ............... 148

NoodsleutelDeur ontgrendelen ............................. 46Deur vergrendelen .............................. 46Verwijderen en aanbrengen ................ 43

OOlie

Zie MotorolieOmbouw .................................................. 20On-Board-diagnose-interface

Zie Diagnose-interfaceOnderhoud

Zie ASSYST PLUSOnderhoud (boordcomputer) .............. 185Onoplettendheidsherkenning

Zie ATTENTION ASSISTOntgrendelingsinstelling ....................... 43Opbergmogelijkheden

Zie BergvakOpbergvak boordgereedschap ............ 313Opbouw ................................................... 20Opbouwrichtlijnen ................................. 20Open Source software ........................... 26Openen/sluiten van de motorkap ....... 281Opladen

Accu ................................................. 299Mobiele telefoon (draadloos) .............. 82

OproeplijstBellen ............................................... 252Opties voor suggesties selecteren .... 252Overzicht .......................................... 252

Opslag van voertuiggegevensElektronische regeleenheden ............. 25Provider .............................................. 26

Originele onderdelen .............................. 19

Trefwoordenregister 411

Page 414: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Overgebrachte autogegevensAndroid Auto .................................... 256Apple CarPlay™ ................................ 256

Overzicht over de soorten lichtbron‐nen

Sluitlichten (gesloten bestelwagenen combi) ........................................... 92Sluitlichten (onderstel) ....................... 94

PParkeerhulp

Zie PARKTRONIC-parkeerassistentParkeerlicht ............................................ 85Parkeerrem (elektrisch)

Zie Elektrische parkeerremParkeerrem (handmatig)

Zie Handbediende parkeerremParkeerstand

Aanbrengen ...................................... 130Automatisch inschakelen .................. 130

ParkeervergrendelingMechanisch opheffen ....................... 131

Parkeren (service voor de navigatie)Aanwijzingen .................................... 243Parkeermogelijkheden in de kaartweergeven ........................................ 244Parkeermogelijkheid selecteren ....... 243

PARKTRONIC-parkeerassistent ........... 163Drive Away Assist ............................. 173Inschakelen ...................................... 163Systeemgrenzen ............................... 163Uitschakelen ..................................... 163Waarschuwingssignalen instellen ..... 163Werking ............................................ 163

PechAanslepen ......................................... 311Overzicht van de hulp ......................... 16Slepen .............................................. 307Verwisselen van een wiel ................. 336Voertuig vervoeren ........................... 309

PechZie Bandenpech

PinbeveiligingIn- en uitschakelen ............................ 217

POI selecterenZie Bestemmingsinvoer

ProfielenAdviezen configureren ...................... 207Adviezen hernoemen ........................ 207Adviezen oproepen ........................... 207Maximum aantal profielen ................ 206

Nieuw profiel aanmaken ................... 206Overzicht .......................................... 206Profiel selecteren ............................. 206Profielopties selecteren .................... 206Profielselectie bij het starten weer‐geven ............................................... 206Suggesties (overzicht) ...................... 206Suggesties wissen ............................ 207

ProfielenZie Gebruikersprofielen

QQibla ...................................................... 242QR-code (reddingskaart) ........................ 24

RRadarsensoren ..................................... 152Radio

Direct frequentie-invoer .................... 272Frequentie fixeren ............................ 272Frequentieband instellen .................. 271Gesproken opdrachten (LINGUA‐TRONIC) ........................................... 196Informatie weergeven ....................... 272Inschakelen ...................................... 271Menu (boordcomputer) ..................... 188Overzicht .......................................... 271Radiotekst in- en uitschakelen .......... 272Radiotekst weergeven ...................... 272Verkeersinformatie in- en uitscha‐kelen ................................................ 272Volumeverhoging verkeersinforma‐tie instellen ....................................... 272Zender instellen ................................ 271Zender opslaan ................................. 272Zender verschuiven .......................... 272Zender volgen instellen ..................... 272Zender zoeken .................................. 272Zendergeheugen bewerken .............. 272Zenderlijst oproepen ........................ 272Zenders wissen ................................ 272

Radiografische verbindingSleutel ................................................ 42

Radiografische voertuigonderdelen(verklaring van overeenstemming) ....... 22Radiotelefoon

Zie Mobiele telefoonRear Cross Traffic Alert ........................ 173Recycling

Zie Terugname van het oude voer‐tuig (milieubescherming)

412 Trefwoordenregister

Page 415: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Reddingskaart ........................................ 24Reductiemiddel

Zie AdBlue®

Regelen van de reikwijdte van deverlichting ............................................... 86Regeneratie

Afbreken ........................................... 126Starten ............................................. 126

RegistratieVoertuig .............................................. 24

ReinigingZie Verzorging

Reis naar het buitenlandAdvies ............................................... 119Symmetrisch dimlicht ......................... 85

RemABS (antiblokkeersysteem) ............... 152Active Brake Assist System .............. 155Adaptief remlicht .............................. 157Afdaling ............................................. 119BAS (Brake Assist System) ............... 153Beperkte remwerking (met zoutgestrooide wegen) ............................. 116EBD (Electronic Brakeforce Distri‐bution) .............................................. 154Hoge en lage belasting ...................... 119HOLD-functie .................................... 162Inrij-aanwijzingen .............................. 116Natte rijbaan ..................................... 119Nieuwe remschijven en remvoerin‐gen .................................................... 119nieuwe/vervangen remvoeringen/remschijven ...................................... 116Remmen met parkeerrem ................. 119Rijtips ................................................ 116

RemhulpZie BAS (Brake Assist System)

RemkrachtverdelingEBD (Electronic Brakeforce Distri‐bution) .............................................. 154

RemvloeistofAanwijzing ........................................ 356

ReservewielAanbrengen en verwijderen .............. 344Aanwijzing ........................................ 343

Reset-functie (multimediasysteem) .... 219Richtingaanwijzer

Zie KnipperlichtRijadvies

Reis naar het buitenland (informa‐tie) .................................................... 119

Rijden en drinken .................................. 116Rijden in de winter (sneeuwkettin‐gen) ........................................................ 316Rijden met aanhangwagen

Aanhangwagengewichten ................. 358Actieve spoorassistent ...................... 174Demonteren van de afneembaretrekhaak ........................................... 180Kogeldruk (maximaal) ....................... 359Spoorassistent .................................. 174Toegestane asbelasting .................... 350

Rijden met een aanhangerAankoppelen resp. afkoppelen vaneen aanhangwagen ........................... 180Contactdoos ..................................... 180Monteren van een kogelhals ............. 179Wenk ................................................ 177

Rijdynamische regelingZie ESP® (elektronisch stabiliteits‐programma)

Rijgedrag (ongebruikelijk) .................... 315Rijlicht

Zie Automatisch rijlichtRijstand inschakelen (automatischetransmissie) .......................................... 130Rijstrookherkenning (automatisch)

Zie Actieve spoorassistentRijsysteem

Zie 360°-cameraZie AchteruitrijcameraZie Actieve afstandsassistent DISTRONICZie Actieve spoorassistentZie ATTENTION ASSISTZie DodehoekassistentZie HOLD-functieZie LimiterZie PARKTRONIC-parkeerassistentZie SpoorassistentZie TEMPOMATZie Verkeerstekenassistent

RijtipsAfdaling ............................................. 119Algemene rijtips ................................ 116Aquaplaning ...................................... 120Belasting van de remmen .................. 119Drinken en rijden .............................. 116Inrij-aanwijzingen .............................. 116Natte rijbaan ..................................... 119Nieuwe remschijven en remvoerin‐gen .................................................... 119Parkeerrem ....................................... 119

Trefwoordenregister 413

Page 416: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Reizen naar het buitenland (sym‐metrisch dimlicht) .............................. 85Remmen ........................................... 119Rijden door het water op de straat ... 120Rijden in de bergen ........................... 124Rijden in de winter ............................ 121Rijden in het terrein .......................... 122Rijden op nat wegdek ....................... 120Treintransport ................................... 119

RijveiligheidssysteemABS (antiblokkeersysteem) ............... 152Adaptief remlicht .............................. 157ASR (aandrijfslipregeling) ................. 153BAS (Brake Assist System) ............... 153EBD (Electronic Brakeforce Distri‐bution) .............................................. 154ESP® (elektronisch stabiliteitspro‐gramma) aanhangwagenstabilisatie .......................................................... 154ESP® zijwindassistent ....................... 154Overzicht .......................................... 152Radarsensoren ................................. 152Verantwoordelijkheid ........................ 151

RijveiligheidssysteemZie Active Brake Assist SystemZie ESP® (elektronisch stabiliteits‐programma)

RitcomputerTerugstellen ...................................... 187uitlezingen ........................................ 186

Ritten (boordcomputer) ....................... 186Route ............................................. 226, 229

Alternatieve route selecteren ........... 229Automatisch naar een wegrestau‐rant zoeken starten .......................... 230Automatisch zoeken naar tanksta‐tions in- en uitschakelen .................. 230Berekenen ........................................ 226Bestemmingsinformatie weergeven .......................................................... 228Geregistreerde route opslaan ........... 231Meldingen selecteren ....................... 228Met tussenbestemmingen bereke‐nen ................................................... 229Omleidingsadvies na vraag overne‐men .................................................. 237Opgeslagen route bewerken ............. 231Opgeslagen route op de kaartweergeven ........................................ 230Opgeslagen route starten ................. 230Opties selecteren ............................. 227Plannen ............................................ 229Route registreren .............................. 231

Routelijst weergeven ........................ 229Type selecteren ................................ 227Woon-werk route activeren .............. 229

Routebegeleiding .................................. 231Aanwijzingen .................................... 231Afbreken ........................................... 234Bestemming bereikt ......................... 233Naar Offroad-bestemming ................ 234Offroad ............................................. 235Rijstrookadviezen ............................. 232Routewijziging .................................. 232Snelweginformatie ........................... 233Tussenbestemming bereikt .............. 233Van een Offroad-positie ................... 234

RuitenZie Zijruiten

Ruiten (verzorging) ............................... 291Ruitensproeierinstallatie bijvullen ..... 286Ruitenwasmiddel

Informatie ......................................... 357Ruitenwasmiddel (wenk) ..................... 357Ruitenwisser

in-/uitschakelen ................................. 96Ruitenwisserbladen vervangen ........... 97Vervangen van de wisbladen ("WETWIPER"-systeem) ................................ 98

RuitenwisserbladenVervangen (voorruit) ........................... 97Verzorging ........................................ 291

RuststandActiveren of deactiveren ................... 151

SSchaal instellen

Zie KaartSchakeladvies ....................................... 128Schakelen

Schakeladvies ................................... 128Schakelklok

Directe verwarming in-/uitschake‐len ..................................................... 112Inschakelen ....................................... 111Instellen ............................................ 111Overzicht ........................................... 111Temperatuur/inschakelduur instel‐len ..................................................... 112Vertrektijd instellen ........................... 112

Schakelstand begrenzen ..................... 130Scherm (boordcomputer) .................... 184

414 Trefwoordenregister

Page 417: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

SchuifdeurDeurframe B-stijl (toets) ..................... 48Kinderslot ........................................... 40Middenconsole (toets) ........................ 48Openen (van binnenuit) ...................... 47Openen (van buitenaf) ........................ 47Sluiten (van binnenuit) ........................ 47Sluiten (van buitenaf) .......................... 47

Schuifdeur in de scheidingwandvan de chauffeurcabine ...................... 52vanuit het laadruim ............................. 53

Sensoren (verzorging) .......................... 291Service

Zie ASSYST PLUSServicewerkplaats

Zie Gekwalificeerde werkplaatsSidebags .................................................. 31Sierdeel (verzorging) ............................ 293Sjorpunten

Informatie ......................................... 359Sleepmethoden .................................... 306Sleepoog

Opbergplaats .................................... 310Verwijderen/aanbrengen .................. 310

Sleepoog (opbergplaats)Zie Boordgereedschap

Slepen ................................................... 307opgetilde voor- of achteras ............... 309

Sleutel ..................................................... 42Akoestisch sluitsignaal ....................... 43Batterij ............................................... 43Functies ............................................. 42Noodsleutel ........................................ 43Ontgrendelingsinstelling ..................... 43Overzicht ............................................ 42Probleem ............................................ 44Radiografische verbinding .................. 42Sleutelbosbevestiging ........................ 43Stroomverbruik .................................. 43

SmartphoneZie Android AutoZie Apple CarPlay™Zie Telefoon

SmeermiddeladditievenZie Additieven

SmsGesproken opdrachten (LINGUA‐TRONIC) ........................................... 198

SmsZie Berichten

Sneeuwkettingen .................................. 316Snelheid begrenzen

Zie LimiterSnelheid instellen

Zie TEMPOMATSnelheidmeter (digitaal) ...................... 186Snelheidsbegrenzing ............................ 118Snelheidsbegrenzing winterbanden

Instellen ............................................ 160Software-actualisering ......................... 218

Belangrijke systeemactualiseringen .......................................................... 218Informatie ......................................... 218uitvoeren .......................................... 218

Soorten gesproken opdrachten(LINGUATRONIC) ................................... 191Sound

Zie KlankinstellingenSpanningsvoorziening

Accuhoofdschakelaar ....................... 127Inschakelen (start-stoptoets) ............ 114

SpecialistZie Gekwalificeerde werkplaats

SpiegelBinnenspiegel instellen ..................... 100

SpiegelZie Buitenspiegel

Spoorassistent ...................................... 174Rijden met aanhangwagen ................ 174Systeemgrenzen ............................... 174Werking ............................................ 174

SpoorassistentZie Actieve spoorassistentZie Spoorassistent

SpraakdialoogsysteemZie LINGUATRONIC

Spraakgestuurd bedieningssysteemZie LINGUATRONIC

Spraakherkenning mobiele telefoonstarten .............................................. 248Stoppen ............................................ 248

Standverwarming of -ventilatieDisplaymeldingen (afstandsbedie‐ning) ................................................. 110Instellen (afstandsbediening) ............ 109Instellen (boordcomputer) ................ 110

Standverwarming of -ventilatieZie Extra warmwaterverwarming

Trefwoordenregister 415

Page 418: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Start-stopsysteemZie ECO start-stopsysteem

Start-stoptoetsSpanningsvoorziening of contactinschakelen ....................................... 114Voertuig afzetten .............................. 146Voertuig starten ................................ 115

StartenZie Voertuig

StarthulpZie Starthulpaansluiting

Starthulpaansluiting ............................ 299Stoelen .............................................. 62, 70

Acht instelmogelijkheden ................... 65Achterbank in- of uitbouwen .............. 70Armleuningen instellen ....................... 69Correcte zitpositie voor de chauf‐feur ..................................................... 62draaien (voorstoel) ............................. 68Geheugenfunctie ................................ 65Geheugenfunctie bedienen ................. 67Hoofdsteun mechanisch instellen ....... 73Instellen van de armleuningen(achterzitbank) ................................... 73Instelmogelijkheden ........................... 14Lordosesteun met vier standen .......... 67Met zitcomfortpakket ......................... 64Op-/neerklappen van de klapstoel ..... 69voorin (elektrisch instellen) ................ 65Voorste (mechanisch instellen, metzitcomfortpakket) ............................... 64Voorste (mechanisch instellen,zonder zitcomfortpakket) ................... 62Voorste (mechanisch instellen) .......... 64Zittingen instellen (dubbele bijrij‐derstoel) ............................................. 69Zonder zitcomfortpakket .................... 62

StoelenZie Dubbele bijrijderstoel

Stoelhoes (verzorging) ......................... 293Storing

Veiligheidssysteem ............................. 27Storingmelding

Zie Melding op het schermStroomverbruik

Sleutel ................................................ 43Stuurcabine (overzicht) ........................... 4Stuurkolom

instellen .............................................. 74Stuurwiel ............................................... 183

Toetsen ............................................. 183

Surround ViewZie 360°-camera

Symbolen voor speciale bestemmin‐gen

gebruikergedefinieerd ....................... 240Synchronisatiefunctie in-/uitscha‐kelen (bedieningseenheid) .................. 105Systeem

Tijd- en datumformaat instellen ........ 214Systeeminstellingen

Aanwijzingen met betrekking tot detaalselectie ....................................... 216Datum en tijd automatisch instel‐len .................................................... 214Eenheid voor afstand instellen .......... 217Pincode-controle in- en uitschake‐len .................................................... 217Reset-functie (multimediasysteem) ... 219Taal ................................................... 217Tijdzone instellen .............................. 214

SysteeminstellingenZie Bluetooth®

Zie Importeren/exporteren van gegevensZie Software-actualiseringZie Wi-Fi

TTaal

Aanwijzingen ..................................... 216Instellen ............................................ 217

TankenAdBlue® bijvullen .............................. 142Brandstof tanken .............................. 139

TankinhoudAdBlue® ........................................... 355Brandstof ......................................... 354Reserve (brandstof) .......................... 354

Technische gegevensAanwijzingen (aanhangwagenvoor‐ziening) ............................................. 358Bandenspanningscontrole ................ 331Informatie ......................................... 349Voertuigtypeplaatje .......................... 350

TekstberichtenZie Berichten

TelefonerenZie Gesprekken

Telefoon ......................................... 189, 244Aanwijzingen .................................... 245Bedrijfsstanden ................................ 245Beltoonvolume .................................. 248

416 Trefwoordenregister

Page 419: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Binnenkomend gesprek tijdens eengesprek ............................................ 249Contacten importeren (overzicht) ..... 250Contacten worden geïmporteerd ...... 250Draadloos opladen (mobiele tele‐foon) ................................................... 83Functie van een mobiele telefoonwijzigen ............................................ 246Functies tijdens gesprek activeren ... 248Gebruik van twee telefoons (func‐tie) .................................................... 246Gesprek met meerdere deelne‐mers ................................................. 249Gesproken opdrachten (LINGUA‐TRONIC) ........................................... 195Informatie ......................................... 245Menu (boordcomputer) ..................... 189Mobiele telefoon aanmelden (NearField Communication (NFC)) ............. 247Mobiele telefoon loskoppelen ........... 247Mobiele telefoon verbinden (pass‐key) .................................................. 245Mobiele telefoon verbinden(Secure Simple Pairing) .................... 245Mobiele telefoons onderling wisse‐len (tweevoudige telefoonmodus) ..... 246Near Field Communication (NFC)gebruiken .......................................... 247Ontvangst- en zendvolume ............... 248Overzicht telefoonmenu ................... 244Spraakherkenning mobiele tele‐foon .................................................. 248Telefoneren ....................................... 248Tweede mobiele telefoon aanmel‐den (Secure Simple Pairing) ............. 246Van mobiele telefoon wisselen ......... 246Van mobiele telefoon wisselen(Near Field Communication (NFC)) ... 247

TelefoonboekZie Contacten

TelefoonfunctiesBluetooth® telefonie ......................... 245Business-telefonie ............................ 245

Telefoonnummer kiezen (boordcom‐puter) ..................................................... 189TEMPMATIC (bedieningseenheid) ....... 102TEMPOMAT ............................................ 157

Inschakelen ...................................... 158Selecteren ........................................ 158Snelheid instellen ............................. 158Snelheid oproepen ........................... 158Snelheid opslaan .............................. 158Systeemgrenzen ............................... 157

Toetsen ............................................. 158Uitschakelen ..................................... 158Voorwaarden .................................... 158Werking ............................................ 157

Terugname van het oude voertuig(milieubescherming) .............................. 19Terugzetten (fabrieksinstelling)

Zie Reset-functie (multimediasysteem)Testmodus ERA-GLONASS

Starten/stoppen ............................... 261THERMOTRONIC (bedieningseen‐heid) ...................................................... 103Tijd

Handmatige tijdinstelling .................. 214Tijd en datum automatisch instel‐len .................................................... 214Tijd- en datumformaat instellen ........ 214Tijdzone instellen .............................. 214

Toegangsgegevensinstellen (Bluetooth®) ....................... 262

Toegestaan totaalgewicht ................... 350Toegestane asbelasting ....................... 350Toegestane sleepmethoden ................ 306Toetsen

Stuurwiel .......................................... 183Top Tether ............................................... 36Totaal gereden afstand tonen (menu'Ritten') .................................................. 186Totaalgewicht ....................................... 350Touch-control

Akoestische bedieningsfeedbackinstellen ........................................... 203Bedienen .......................................... 203Boordcomputer ................................ 183Gevoeligheid instellen ...................... 203

Touchscreen (display van het multi‐mediasysteem)

Bedienen .......................................... 203TPEG

Weergave verkeersinformatieinschakelen ...................................... 237

TrajecttellerZie Dagkilometrage

Transmissiestandaanduiding .............. 128Treintransport ....................................... 119Trekhaak

Contactdoos ..................................... 180Demonteren van de afneembaretrekhaak ........................................... 180

Trefwoordenregister 417

Page 420: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Monteren van een kogelhals ............. 179Trekhaakvoorziening

Wenken betreffende het rijden meteen aanhangwagen ........................... 177

TussenbestemmingAutomatisch naar een wegrestau‐rant zoeken starten .......................... 230Automatisch zoeken naar tanksta‐tion starten ...................................... 230Bewerkt ............................................ 229Invoeren ........................................... 229Route met tussenbestemmingenberekenen ........................................ 229

Typegoedkeuringsnummer (EG) .......... 350Typen berichten .................................... 209Typeplaatje

Koelmiddel ....................................... 357Motor ............................................... 350Voertuig ........................................... 350

UUitlaateindpijpen (verzorging) ............. 291Uitschakelvertragingstijd verlich‐ting

Binnen ................................................ 91Buiten ................................................. 89

Usb-contactdoos achterin ..................... 82

VVeilige werking

Verklaring van overeenstemming(radiografische voertuigonderdelen) ... 22

Veiligheid voor inzittendenHuisdieren in de auto .......................... 41

Veiligheid voor inzittendenZie AirbagZie VeiligheidsgordelZie Veiligheidssysteem

Veiligheidsgordel .............................. 29, 31Aanmaken .......................................... 30Afdoen ................................................ 31Beschermingspotentieel ..................... 29Beschermingspotentieel beperkt ........ 29Hoogte instellen ................................. 30Verzorging ........................................ 293Waarschuwingslampje ........................ 31

Veiligheidssysteem ................................ 27Bedrijfsklare status ............................ 27Beschermingspotentieel ..................... 27Beschermingspotentieel beperkt ........ 27

Kinderen, aanwijzingen met betrek‐king tot het veilig vervoeren ............... 33Storing ................................................ 27Waarschuwingslampje ........................ 27Werking bij een ongeval ..................... 28Zelfdiagnose ....................................... 27

Veiligheidsvest ..................................... 296Velgen (verzorging) .............................. 291Venster

Zie ZijruitenVensterlichter

Zie ZijruitenVensters

openen (alle) ...................................... 56sluiten (alle) ........................................ 56

Ver- en ontgrendelingAutomatische vergrendeling in- enuitschakelen ....................................... 46Extra deurvergrendeling ..................... 44Voordeuren van binnenuit ontgren‐delen en openen ................................. 45

VerbindingsstatusOverzicht .......................................... 263weergeven ........................................ 263

VerbruiksindicatieOproepen ......................................... 220

Verkeersinformatie .............................. 235In- en uitschakelen ........................... 272Live Traffic Information .................... 236Overzicht .......................................... 235Verkeerskaart weergeven ................. 236Verkeerssituatie weergeven .............. 237Weergave inschakelen ...................... 237

VerkeerskaartZie Kaart

Verkeerstekenassistent ....................... 170Instellen ............................................ 171Systeemgrenzen ............................... 170Werking en aanwijzingen .................. 170

Verklaring van overeenstemmingRadiografische voertuigonderdelen .... 22

VerlichtingCombischakelaar ................................ 86Grootlicht ........................................... 86Knipperlicht ........................................ 86Lichtsignaal ........................................ 86

VerlichtingZie Licht

VermoeidheidsherkenningZie ATTENTION ASSIST

418 Trefwoordenregister

Page 421: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

VersnellingsbakoverbrengingZie LOW RANGE in- en uitschakelen

Versnellingshendel ............................... 127Vèrstralers

Adaptieve vèrstralerassistent ............. 88Vèrstralers (ongedimd groot licht)

Lichtbron vervangen ........................... 91Vervangen van een gloeilamp

Zie Lichtbron vervangenVervangen van een lichtbron

Zie Lichtbron vervangenVervoeren (pech voertuig) ................... 309Verwarming achterin ........................... 103Verwarmingssysteem (bedienings‐eenheid) ................................................. 101Verwisselen van een wiel .................... 335

Nieuw wiel monteren ....................... 340Voertuig laten zakken ....................... 341Voertuig opkrikken ........................... 337Voorbereiden .................................... 336Wiel verwijderen ............................... 340

Verzorging ............................................. 293Aanhangwagenvoorziening ............... 291Achteruitrijcamera/360°-camera .... 291Display ............................................. 293Echt hout/sierdelen ......................... 293Exterieurverlichting .......................... 291Hogedrukreiniger ............................. 289Interieurhemel .................................. 293Kunststof bekleding ......................... 293Lak ................................................... 290Matte lak .......................................... 290Met de hand wassen ........................ 290Ruitenwisserbladen .......................... 291Sensoren .......................................... 291Stoelhoes ......................................... 293Uitlaateindpijp .................................. 291Veiligheidsgordel .............................. 293Vloerbedekking ................................ 293Wasstraat ......................................... 289Wielen/velgen .................................. 291Zijruiten ............................................ 291

VierwielaandrijvingAanwijzing ........................................ 132In- en uitschakelen ........................... 133Inschakelen ...................................... 133LOW RANGE ..................................... 134

VloerbedekkingVerwijderen en aanbrengen (start‐accu) ................................................ 301

Vloerbedekking (verzorging) ............... 293

Voertuig ................................................. 115Aansprakelijkheid voor gebreken ........ 24Afzetten (start-stoptoets) ................. 146Buiten gebruik stellen ....................... 151Correct gebruik .................................. 24Diagnose-interface ............................. 23Extra deurvergrendeling ..................... 44Gegevensregistratie ........................... 25Gekwalificeerde werkplaats ................ 24Laten zakken .................................... 341Ontgrendelen (van binnenuit) ............. 45Opkrikken ......................................... 337QR-code reddingskaart ....................... 24Registratie .......................................... 24Spanningsvoorziening inschakelen(start-stoptoets) ................................ 114Starten (start-stoptoets) ................... 115Uitvoering ........................................... 21Ventileren (comfortopening) ............... 57Vergrendelen (automatisch) ............... 46Vergrendelen (van binnenuit) ............. 45

Voertuig wassenZie Verzorging

VoertuiggegevensBreedte ............................................ 358Hoogte ............................................. 358Lengte .............................................. 358Versturen naar Android Auto™ ......... 256Versturen naar Apple CarPlay™ ........ 256Weergaven ....................................... 220Wielbasis .......................................... 358

VoertuigidentificatienummerZie FIN

VoertuigniveauOmlaagbrengen ................................ 136Opkrikken ......................................... 136

VoertuigonderhoudZie ASSYST PLUS

VoertuigsleutelZie Sleutel

VoertuigtypeplaatjeEG-typegoedkeuringsnummer .......... 350FIN ................................................... 350Lakcode ........................................... 350Toegestaan totaalgewicht ................. 350Toegestane asbelasting .................... 350

VoertuigtypeplaatjeZie Bouwserie

Voetmat ................................................... 83Volumeverhoging verkeersinforma‐tie

Instellen ............................................ 272

Trefwoordenregister 419

Page 422: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

VoordeurOntgrendelen (van binnenuit) ............. 45Openen (van binnenuit) ...................... 45

Voorruit ................................................... 97Ruitenwisserbladen vervangen ........... 97Vervangen van de wisbladen ("WETWIPER"-systeem) ................................ 98

VoorruitZie Voorruit

VoorstoelenAcht instelmogelijkheden ................... 65draaien ............................................... 68Geheugenfunctie ................................ 65instellen (elektrisch) ........................... 65Instellen (mechanisch) ................. 62, 64Met zitcomfortpakket ......................... 64Zonder zitcomfortpakket .................... 62

Vracht vastzetten ........................... 75, 274Vrije software ......................................... 26

WWaarschuwings- en controlelampje ....... 5Waarschuwings-/controlelampje

!ABS-waarschuwingslampje ....... 391!Geel controlelampje elektri‐sche parkeerrem vertoont een sto‐ring .......................................... 388, 389JRemwaarschuwingslampje(geel) ................................................ 391!Rode controlelampje parkeer‐rem gesloten .................................... 389!Rood controlelampje elektri‐sche parkeerrem bediend ........ 388, 389·Waarschuwingslampjeafstandswaarschuwing ..................... 393hWaarschuwingslampje ban‐denspanningscontrole brandt ........... 396hWaarschuwingslampje ban‐denspanningscontrole knippert ........ 395æWaarschuwingslampje brand‐stofreserve ....................................... 395#Waarschuwingslampje elektri‐sche storing ...................................... 394

÷Waarschuwingslampje ESP®

brandt .............................................. 390

÷Waarschuwingslampje ESP®

knippert ........................................... 390

åWaarschuwingslampje ESP®

OFF .................................................. 390?Waarschuwingslampje koel‐vloeistof ............................................ 394;Waarschuwingslampje motor‐diagnose .......................................... 395JWaarschuwingslampje rem‐men (rood) ....................................... 392ÐWaarschuwingslampje stuur‐bekrachtiging ................................... 3937Waarschuwingslampje veilig‐heidsgordel brandt ........................... 3937Waarschuwingslampje veilig‐heidsgordel knippert ........................ 3936Waarschuwingslampje veilig‐heidssysteem ................................... 388

WaarschuwingssysteemZie EDW (diefstal-/inbraakalarminstallatie)

Wasstraat (verzorging) ........................ 289Waswater

Zie Ruitenwasmiddel (wenk)Wateraftapkraan luchtinlaatkastreinigen ................................................. 287Webbrowser

Bladwijzers beheren ......................... 264Bladwijzers wissen ........................... 264Instellingen oproepen ....................... 264Internetgeschiedenis wissen ............ 264Opties oproepen ............................... 264Overzicht .......................................... 264Stop ................................................. 265Website oproepen ............................ 263

WebsiteOproepen ......................................... 263

Weergave onderhoudsintervalZie ASSYST PLUS

Weersinformatie ................................... 243Wegrijblokkering .................................... 58Wegrijhulp

Zie Wegrijhulp voor op hellingenWegrijhulp voor op hellingen .............. 162Wegrolbeveiliging

Zie HOLD-functie

420 Trefwoordenregister

Page 423: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Wegsleepbeveiligingin-/uitschakelen ................................. 59Werking .............................................. 59

Werkplaats .............................................. 24Wi-Fi ....................................................... 215

Hotspot instellen ............................... 216instellen ............................................ 215Internetverbinding instellen .............. 261Overzicht .......................................... 215

WielenAanwijzingen met betrekking totmontage ........................................... 333Bandenpech ..................................... 297Bandenspanning (aanwijzingen) ........ 317Bandenspanning controleren (ban‐denspanningscontrole) ..................... 329Bandenspanningscontrole (wer‐king) ................................................. 329Bandenspanningscontrole opnieuwstarten ............................................. 330Bandenspanningstabel ...................... 318Bandentemperatuur controleren(bandenspanningscontrole) .............. 329Geluidsontwikkeling .......................... 315Monteren ......................................... 340ongebruikelijk rijgedrag .................... 315opslaan ............................................ 336PORTIEREN ....................................... 315Selectie ............................................ 333Sneeuwkettingen .............................. 316Vervangen ........................................ 336Vervanging ....................................... 333Verwijderen ...................................... 340Verwisselen ...................................... 335Verzorging ........................................ 291

Wielkeg (achterwielaandrijving) ........... 16Wielkeg gebruiken ................................ 151Wielkuipen beladen ............................. 280Wielsleutel ............................................ 336Windowbag ............................................. 31Winterbanden

Permanente snelheidsbegrenzinginstellen ............................................ 160

Wisbladenvervangen ("WET WIPER"-systeem) .... 98

ZZekeringen ..................................... 311, 312

Aanwijzing ......................................... 311Voor het vervangen ........................... 311

Zekeringenkast in de beenruimtevan de bijrijder .................................. 312Zekeringenkast in stoelconsole vanchauffeursstoel ................................. 312

ZenderDirect frequentie-invoer .................... 272Frequentie fixeren ............................ 272Instellen ............................................ 271Opslaan ............................................ 272Verschuiven ...................................... 272Wissen .............................................. 272Zoeken ............................................. 272

Zender volgenInstellen ............................................ 272

ZendergeheugenBewerkt ............................................ 272

ZenderlijstOproepen ......................................... 272

Zijmarkeerlichten (lichtbron vervan‐gen) .......................................................... 95Zijruiten ................................................... 56

Comfortopening ................................. 57Comfortsluiting ................................... 57justeren .............................................. 57Met sleutel openen ............................. 57openen ............................................... 56openen (alle) ...................................... 56sluiten ................................................ 56sluiten (alle) ........................................ 56Sluiten met de sleutel ......................... 57

ZijvenstersProbleem ............................................ 58

ZijwindassistentWerking en aanwijzingen .................. 154

Zoeken naar tankstationsAutomatisch zoeken naar tanksta‐tion starten ...................................... 230Automatisch zoeken naar tanksta‐tions in- en uitschakelen .................. 230

ZoekverlichtingIn- en uitschakelen ............................. 89

Zomerbanden ........................................ 315Zonneklep bedienen ............................. 100

Trefwoordenregister 421

Page 424: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®
Page 425: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®
Page 426: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®
Page 427: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

Impressum

InternetMeer informatie over Mercedes-Benz-voertuigenen over Daimler AG vindt u op internet onder:

http://www.mercedes-benz.com

http://www.daimler.com

RedactieBij vragen of suggesties ten aanzien van dezehandleiding kunt u de Technische Redactie op hetvolgende adres bereiken:

Daimler AG, HPC: CAC, Customer Service, 70546Stuttgart, Duitsland©Daimler AG: Nadruk, vertaling en reproductie,ook gedeeltelijk, is zonder schriftelijke toestem‐ming van Daimler AG niet toegestaan.

AutofabrikantDaimler AG

Mercedesstraße 137

D-70327 Stuttgart

Duitsland

Symbolen

In deze handleiding vindt u de volgende symbo‐len:

& GEVAAR Gevaar door het niet in achtnemen van waarschuwingsaanwijzingen

Waarschuwingsaanwijzingen wijzen op geva‐ren die uw gezondheid of uw leven resp. degezondheid of het leven van anderen ingevaar kunnen brengen.# De waarschuwingsaanwijzingen in deze

handleiding in acht nemen.

+ MILIEU-AANWIJZING Milieuschade doorhet niet in acht nemen van milieu-aanwij‐zingen

Milieu-aanwijzingen geven informatie overmilieubewust handelen of milieubewustafvoeren.# Milieu-aanwijzingen in acht nemen.

* AANWIJZING Materiële schade door hetniet in acht nemen van aanwijzingenm.b.t. materiële schade

Aanwijzingen m.b.t. materiële schade wijzenop risico's die tot schade aan de auto kunnenleiden.# Aanwijzingen m.b.t. materiële schade in

acht nemen.

% Nuttige aanwijzingen of andere informatie diebehulpzaam kan zijn.

X Handelingsinstructie

(Q pagina) Meer informatie over een onder‐werp

Display Melding op het multifunctioneeldisplay/multimedia display

+ Bovenste menuniveau, dat in hetmultimediasysteem moet wordengeselecteerd

* Overeenkomstige submenu's, die inhet multimediasysteem moetenworden geselecteerd

* Geeft een oorzaak aan

Redactiesluiting 09.02.17

Page 428: UW HANDLEIDINGEN - Daimler AG...U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. Apple®

UW HANDLEIDINGEN

Digitaal in het voertuigDe inhoud van de handleiding direct in het multimediasysteem van het voertuig(menupunt "Voertuig") bekijken. Begin met het snelmenu of verdiep uw kennis metnuttige tips.

Map met voertuigdocumentatie in het voertuigHier vindt u alle informatie over de bediening, de serviceverleningen en de garantievan het voertuig in gedrukte vorm.

Digitaal op het internetU vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage.

Digitaal als appDe Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores.

Apple® iOS AndroidTM

É9075844602Z107~ËÍ9075844602Z107

Bestelnummer T907 0082 07 Onderdeelnummer 907 584 46 02 Z107 Uitgave 2018-03a m

SprinterHandleiding

Mercedes-BenzSprin

terHa

ndleidin

g