Utrechtse Biologen Vereniging - - Voorwoord...U.S.S. Proton 1 Beste student, Voor je ligt de...

58
U.S.S. Proton 1 Beste student, Voor je ligt de Alternatieve Studiegids met vakken voor de major Molecular Life Sciences (MLS)! Deze gids is een aanvulling op de studiegids van MLS die te vinden is op de website van de Universiteit Utrecht. Waar die gids vooral formele eisen bevat, vertelt dit boekje wat studenten nu echt vinden van hun vakken. Als je twijfelt welk vak je moet kiezen, of je bent benieuwd naar vakken van een volgend jaar, kan je hierin lezen hoe studenten MLS hun vakken hebben ervaren. Omdat MLS pas zo nieuw is, zijn niet alle vakken al door MLS’ers gevolgd en vind je ook stukjes van studenten scheikunde en biologie in deze gids. In het eerste jaar heb je als student keuzeruimte in periode 3. Omdat er zo veel nieuwe dingen afkomen op eerstejaars en alles nieuw is, zijn ook stukjes over de verplichte vakken uit periode 1 en 2 toegevoegd. In jaar 2 en 3 begint het kiezen van vakken pas echt! Er zijn verschillende studiepaden te vinden binnen MLS, afhankelijk van je interesse. Je kunt een meer celbiologische, structuurbiologische, farmaceutische kant of een andere kant op gaan, maar je bent ook vrij om vanuit alle takken iets mee te pakken! Deze studiepaden zijn nog maar net nieuw. Dus kijk goed hoe alle vakken op elkaar aansluiten in de Padvinder van MLS. Omdat je je toch wel aan eisen moet houden, is een klein stukje uit het OER (onderwijs- en examenreglement) ook opgenomen in deze gids. Toch wel handig om in je achterhoofd te houden bij het maken van je keuze. In deze gids zijn keuzevakken buiten de major MLS niet meegenomen, maar gelukkig staat de website van de UU vol met informatie over minors. In deze gids vind je daarom ook een bladzijde met handige links naar websites. Op de website van de studievereniging Proton staan ook nog stukjes van studies bij andere faculteiten. Veel succes met je vakkenkeuze! Ook namens de U.B.V. en U.S.S. Proton, Fleur Colen Angela Melcherts Voorwoord UBV

Transcript of Utrechtse Biologen Vereniging - - Voorwoord...U.S.S. Proton 1 Beste student, Voor je ligt de...

U.S.S. Proton

1

Beste student,

Voor je ligt de Alternatieve Studiegids met vakken voor de major Molecular Life Sciences (MLS)! Deze gids is een aanvulling op de studiegids van MLS die te vinden is op de website van de Universiteit Utrecht. Waar die gids vooral formele eisen bevat, vertelt dit boekje wat studenten nu echt vinden van hun vakken. Als je twijfelt welk vak je moet kiezen, of je bent benieuwd naar vakken van een volgend jaar, kan je hierin lezen hoe studenten MLS hun vakken hebben ervaren. Omdat MLS pas zo nieuw is, zijn niet alle vakken al door MLS’ers gevolgd en vind je ook stukjes van studenten scheikunde en biologie in deze gids.

In het eerste jaar heb je als student keuzeruimte in periode 3. Omdat er zo veel nieuwe dingen afkomen op eerstejaars en alles nieuw is, zijn ook stukjes over de verplichte vakken uit periode 1 en 2 toegevoegd.

In jaar 2 en 3 begint het kiezen van vakken pas echt! Er zijn verschillende studiepaden te vinden binnen MLS, afhankelijk van je interesse. Je kunt een meer celbiologische, structuurbiologische, farmaceutische kant of een andere kant op gaan, maar je bent ook vrij om vanuit alle takken iets mee te pakken! Deze studiepaden zijn nog maar net nieuw. Dus kijk goed hoe alle vakken op elkaar aansluiten in de Padvinder van MLS. Omdat je je toch wel aan eisen moet houden, is een klein stukje uit het OER (onderwijs- en examenreglement) ook opgenomen in deze gids. Toch wel handig om in je achterhoofd te houden bij het maken van je keuze.

In deze gids zijn keuzevakken buiten de major MLS niet meegenomen, maar gelukkig staat de website van de UU vol met informatie over minors. In deze gids vind je daarom ook een bladzijde met handige links naar websites. Op de website van de studievereniging Proton staan ook nog stukjes van studies bij andere faculteiten.

Veel succes met je vakkenkeuze!

Ook namens de U.B.V. en U.S.S. Proton,

Fleur Colen

Angela Melcherts

Voorwoord

UBV

Alternatieve Studiegids

2

UBV

Inhoudsopgave vakken

Jaar 1Moleculaire celbiologie 6Wis- en natuurkunde 1 7Biofysische chemie 8Bio-organische chemie 9Spectroscopie en analyse 10Biotechnologie en maatschappij 11Systeembiologie 12Eerstejaars vakken bij farmacie 13Moleculen als geneesmiddelen 14Klimaatverandering in context 15Oriëntatie op de Onderwijspraktijk 16

Jaar 2Cellen en weefsels 17Moleculair biologische en biochemische technieken 18Hormonale aandoeningen 19Mass spectrometry and proteomics 20Organische chemie 2 21Fysische chemie 2 22Voortgezette statistiek en R 23Wis- en natuurkunde 2 24Metabolisme 25NMR-spectroscopie en molecular modeling 26Membranen en membraaneiwitten 27Infectie en afweer 28Evolutie 29Educatieve minor Bètawetenschappen 30Researchproject 31Toy Models 32Kwantumchemie en anorganische chemie 33Neurobiologie 34Immunobiologie 35Bio-informatica en genoomanalyse 36

U.S.S. Proton

3

Inhoudsopgave vakken

Jaar 3Ontstekingen 37Wiskunde 2 38Röntgendiffractie en elektronenmiscroscopie 39Theoretische ecologie 40Genoombiologie 41Microbiële interacties 42Plantenfysiologie 43Virusziekten 44Computationele biologie 45Gentherapie, kanker en AIDS 46Moleculaire prokaryote microbiologie 47Didactiek 48Moleculaire en cellulaire (neuro)biologie 49Moleculaire eukaryote microbiologie 50Wetenschapper in advies 51Toxicologie 52Ontwikkelingsbiologie en genetica 53Medicinal chemistry 54Organsiche chemie 3 55Planten, adaptatie en afweer 56Bio-ethiek 57Vakken bij farmacie 58

Alternatieve Studiegids

4

UBV

Vakken Jaar 1, 2 en 3

Dit is de versie van september 2017. De nieuwste versie is altijd beschikbaar op students.uu.nl

Vakkenrooster MLS 2017-2018 – Versie september 2017 Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Opmerking Jaar 1 AD

Moleculaire celbiologie Biofysische chemie Spectroscopie en analyse Biotechnologie en maatschappij Schimmels en geneesmiddelen Moleculen als geneesmiddel Geluk en geneesmiddelen Bèta oriëntatievakken

Biomoleculaire chemie Beta oriëntatie op de onderwijspraktijk, Beta in Bedrijf en Beleid en Wetenschaps- en techniekcommunicatie

BC

Wis- en natuurkunde 1 Bio-organische chemie Spectroscopie en analyse Systeembiologie Geneesmiddel binding en werking Kinetiek van geneesmiddelen

Functionele biologie Spectroscopie en analyse is verplicht voor SK. AD OF BC

Jaar 2 AD

Cellen en Weefsels Mass Spectrometry and Proteomics Fysische chemie 2 Organische chemie 2 (ABC/BCD) Voortgezette statistiek en R Oriëntatie op de onderwijspraktijk Stage Wetenschaps- en techniek-communicatie

NMR-spectroscopie en molecular modeling Membranen en membraaneiwitten Infectie en afweer

Research Project Bijvoet (of Debye) Kwantumchemie en Anorganische chemie Neurobiologie

BC

Moleculair biologische en biochemische technieken

Wis- en natuurkunde 2 Organische chemie 2 (BC) Metabolisme

Hormonale aandoeningen Evolutie

Research Project Bijvoet (of Debye) Toy Models Immunobiologie Bio-informatica en Genoom-analyse

Practicum Organische chemie 2 volg je in timeslot ABC of BC of BCD, theorie valt in C

Jaar 3 AD

Wiskunde 2 Röntgendiffractie en EM Theoretische ecologie Genoombiologie Plantenfysiologie Microbiële interacties Infectie en afweer Planten en geneesmiddelen (n1)

Advanced Superstructures Computationele biologie Gentherapie, kanker en aids Moleculaire prokaryote microbiologie Didactiek Biotechnologie Pharma and Nutrition (CPS)

Protein Folding and Assembly Wetenschapper in advies Toxicologie Molecular Cell Research Exp Molecular Cell Research The Moleculaire eukaryote microbiologie Verslaving en verslavingsmiddelen

Biotechnologie Psychoneuro pharmacology (CPS, tijdslot AD, niet ABCD) Pijn

Bij Molecular Cell Research kies je theorie OF experimenteel

BC

Virusziekten Farmacologie v.h. centrale zenuwstelsel Hormonale aandoeningen

Trending Topics on Biomolecules Kwaliteitsleer Ontwikkelen van nieuwe geneesmiddelen

Ontwikkelingsbiologie en genetica Bio-ethiek Planten adaptatie en afweer Farmacologie centrale zenuwstelsel Medicinal Chemistry Organische chemie 3

Bioanalyse Kwaliteitsleer

In jaar 3 kies je verplicht OF Bachelorthesis, OF Onderzoeks bachelor-scriptie EN onderzoekstage

U.S.S. Proton

5

Voordat je begint met lezen…

De alternatieve studiegids is anders dan de reguliere studiegids van het departement scheikunde of biologie. De informatie in deze gids is af-gestemd op die in de reguliere gids, maar het kan gebeuren dat ze minder up to date is. Kijk dus vooral ook naar de reguliere studiegids op de site van de Universiteit. De directe link er naartoe is als volgt:http://students.uu.nl/beta/scheikunde/onderwijs/studieprogramma/molecu-lar-life-sciences-mls.

De Major Molecular Life Sciences is uniek en combineert cursussen uit de opleidingen Scheikunde, Biologie en de Farmacie. De major Molecular Life Sci-ences wordt aangeboden bij twee opleidingen: Scheikunde en Biologie.

De major Molecular Life Sciences omvat een studielast van 135 EC. De on-derdelen van de major dienen voor ten minste 37,5 EC op verdiepend niveau 2 te zijn en ook voor ten minste 37,5 EC op gevorderd niveau 3. De onderdelen van de major en profileringsruimte samen dienen voor ten minste 45 EC op gevorderd niveau 3 te zijn (OER 3.4.2).

Voor studenten die via scheikunde staan ingeschreven is het vak spectrosco-pie en analyse verplicht en voor studenten die via biologie staan ingeschreven is dit een keuzevak.

Alternatieve Studiegids

6

UBV

Jaar 1, Periode 1, AD

(B-B1MOL14) Moleculaire celbiologie

Door Winnie Henderson

Bij moleculaire celbiologie wordt vooral ingegaan op de dierlijke en vaak menselijke cel. Er komen ingewikkelde reacties aan bod. Niet ingewikkeld omdat ze zo lang zijn, maar meer omdat het er best wel veel zijn. Beetje stampwerk dus. Ook wordt er ingegaan op structuren van de cel en celorganellen. De cursus zelf is heel erg breed, vandaar ook de verschillende docenten: bij moleculaire celbiologie krijg je maar liefst drie docenten, elk doceren ze het gebied waarover ze meer weten dan de ander. Dit is echt heel leuk, omdat ze ook vaak onderzoeken noemen waar zij of iemand die ze kennen aan mee heeft gewerkt.

Bevlogenheid is iets dat de docenten van dit vak siert. De docenten zijn Anna Akhmanova, Bertrand Kleizen en Fons Cremers. Ze geven allemaal op een heel andere manier les. Anna Akhmanova kan veel informatie in een college stoppen, even schrikken, maar zeer de moeite waard. Aangezien ze van oorsprong Russische is, heeft ze een accent, dat went wel. Bertrand Kleizen is de opener van de cursus, zijn colleges zijn helder en staan het dichtst op de stof die je bij biologie hebt gehad. Fons Cremers geeft de colleges over onder andere fotosynthese. Soms is hij een beetje snel, maar hij staat open voor vragen en legt deze graag, héél graag, uit.

Tijdens de hoorcolleges worden er veel afbeeldingen uit het boek gehaald, dus als het niet te volgen is, en ja, dat kan nog best vaak gaan gebeuren, dan kan je dat heel gemakkelijk terug lezen. Naast deze hoorcolleges zijn er ook werkcolleges en toetsjes die online komen. Daarbij is er een presentatie aan het eind van het blok.

Ik vond het persoonlijk een redelijk zwaar vak. Dit komt vooral door het gehalte stampwerk dat erbij zat. Na bijna een half jaar stil te hebben gestaan na de eindexamens, is dat best een shock. Het tentamen vroeg ook vooral naar stampdingen. Het was een toets via de laptop met vooral multiplechoicevragen. Voor iedereen persoonlijk of je daarvan houdt.

Over het algemeen is het dus vooral een interessant vak, maar wel erg zwaar, je moet het goed bijhouden want een achterstand loop je niet snel in (hier heb ik helaas ervaring mee, dus volgend jaar zit ik gezellig naast jullie!)

Tijdslot ADECTS: 7,5Niveau 1

U.S.S. Proton

7

Jaar 1, Periode 1, BC

(SK-BWSNK1) Wis- en natuurkunde 1

Timeslot: BCECTS: 7,5Niveau 1

Door Winnie Henderson

Wiskunde en natuurkunde worden apart gegeven, je krijgt dus ook twee cijfers die voor het eindcijfer allebei 50% meetellen. De docenten van deze vakken wisselen elk jaar. Natuurkunde bestaat voor 90% uit klassieke mechanica, dat maakt het voor het grootste deel herhaling van de middelbare school, maar dan een tikkeltje dieper. Bij wiskunde krijg je wel veel nieuwe onderwerpen. Sommige van deze kan je herkennen uit wiskunde D (vectoren bijvoorbeeld).

Over wiskunde hoef je je vooral geen zorgen te maken. Als volledige nitwit qua wiskunde heb ik een prachtige zeven mogen halen (en geloof me, als ik dat kan, kan iedereen het). Je kan punten scoren, maximaal een volledig punt erbij, door iedere week online opgaven in te leveren. Bij natuurkunde worden er bij de werkcolleges kleine toetsen gegeven waarmee je ook maximaal één punt op je natuurkundecijfer erbij kan snoepen.

Bij wiskunde hebben we het boek niet vaak gebruikt, maar wel het dictaat, deze was namelijk heel helder en je kon er best makkelijk aan aflezen wat er in het tentamen zou komen. Het natuurkundeboek hebben we vaak gebruikt om opgaven uit te maken tijdens de werkcolleges en om voorbeelden te zoeken. Voor beide vakken geldt: Maak vooral de opgaven en dan kom je er wel.

De tentamens zijn bij dit vak gewoon schriftelijk en komen aardig overeen met de opgaven. Natuurkunde gaat wel iets dieper dan de opgaven, vooral door deelopgaven, maar that’s about it. Ik vond de vakken goed te doen, vooral wiskunde viel erg mee, al leek dat tijdens de colleges heel eng. Het tentamen is een stuk minder zwaar dan zou lijken. Natuurkunde is een vak dat je echt moet bijhouden, want geloof me, hoe vaak je dit ook hebt gehad op de middelbare, kans is er altijd dat het diep weggezakt is.

Alternatieve Studiegids

8

UBV

Jaar 1, Periode 2, AD

(SK-B1BIFC) Biofysische chemie

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 1

Door Irene Zaalberg

Biofysische chemie is een specifiek MLS vak. Het is opgesplitst in twee delen: spectroscopie en thermodynamica. Je hebt elke week 2 hoorcolleges en 2 werkcolleges en in totaal vier dagen practicum. Spectroscopie wordt gegeven door Marc Baldus en hierbij leer je over massaspectrometrie, IR spectroscopie, fluorescentie spectroscopie, UV-VIS spectroscopie en NMR. Vooral over NMR kan Baldus heel enthousiast vertellen. De hoorcolleges zijn soms een beetje eentonig en de dia’s komen in heel snel tempo voorbij. Alles wordt wel opgenomen dus als je even wegdroomt of het tempo niet bijhoudt, is dat niet het einde van de wereld. Voor spectroscopie wordt McMurry – Organic Chemistry gebruikt (dit boek heb je ook voor bio-organische chemie nodig), wat een heel fijn en duidelijk boek is. De werkcolleges zijn nuttig om de stof zelf te leren toepassen.

Het tweede deel van de cursus (thermodynamica) wordt gegeven door Eefjan Breukink. Thermodynamica is een stuk lastiger dan spectroscopie, vooral als je niet zo van de natuurkunde/wiskunde bent. De werkcolleges zijn moeilijk, maar de enthousiaste werkcollegedocenten loodsen je overal goed doorheen. Het boek The Molecules of Life wordt gebruikt. Hoewel minder noodzakelijk dan McMurry, is ook dit boek handig om aan te schaffen.

De losse onderdelen van de cursus worden ieder met een eigen tentamen afgesloten. Het tentamen spectroscopie is makkelijker dan het tentamen thermodynamica, vond ik. Beide tentamens kwamen goed overeen met het niveau van de werkcolleges. Klein puntje is nog dat het hertentamen biofysische chemie niet over de losse onderdelen gaat, maar over het geheel. Als je één deeltentamen niet haalt, moet je dus ook de stof van het andere tentamen opnieuw leren.

U.S.S. Proton

9

Jaar 1, Periode 2, BC

(SK-B1BIOC) Bio-organische chemie

Timeslot: BCECTS: 7,5 NIveau 1

Door Ruben van Esch

Het vak bio-organische chemie wordt gegeven door Nathaniel Martin. Hij is een Canadese docent die dan ook in het Engels les geeft. Dit zal de eerste keer zijn dat je ook Engelse colleges hebt, maar de docent spreekt heel duidelijk en als je echt niet snapt wat hij bedoelt spreekt hij voldoende Nederlands om het eventueel zo duidelijk te maken. Verder is hij een geweldige docent: Hij is heel duidelijk, je weet wat er van je verwacht wordt en er zullen daar geen nare verassingen bij zijn. Hij doet met kerst een leuke demo wat neerkomt op een beetje spelen met scheikunde en hij gebruikt veel hedendaagse voorbeelden om het allemaal goed behapbaar te houden.

In het theoretische deel van de cursus begin je met het opbouwen van een basiskennis over atomen en moleculen en hun elektrostatische eigenschappen. Met deze kennis ga je verder in de cursus aan de slag met reactiemechanismen, dit houdt in dat je gaat kijken hoe en waar moleculen op elkaar aangrijpen tijdens bepaalde reacties.

Tijdens de practica wordt je geïntroduceerd aan het lab en ga je aan de slag de syntheses van stoffen en bepaalde analyse methodes hiervan. Je hebt de hele periode één begeleider. Niet alle begeleiders zijn even goed, maar dit heb je helaas niet in de hand. Je zult hier ook voor het eerst in aanraking komen met het labjournaal waar je de rest van het jaar in zal gaan werken. Door de verschillende cursussen heen zal je erachter komen dat er veel verschillende manieren zijn om je verslag hierin weer te geven, dit verschilt zowat per begeleider.

De werkcolleges zijn handig omdat je hier de uitzondering en details van de grotere lijn leert die in de hoorcolleges werd besproken. De werkcolleges zullen een mini testje voor een klein deelcijfer bevatten, met als doel dat je je huiswerk opdrachten en leeswerk doet. De test zal letterlijke vragen uit het boek gebruiken om dit extra te motiveren.

Als je zorgt dat je de (werk)colleges volgt, zou je al een goed begrip van de stof moeten krijgen. Dit kost buiten de contacturen dus ook nog niet eens zo veel tijd. Het is echter wel voor een redelijk deel een kwestie van dingen begrijpen en als dat je moeilijk afgaat, kan het moeilijk zijn de latere stof te begrijpen. Je kan echter altijd Nathaniel Martin of de werkcollege docenten om hulp vragen.

Je zult vers in dit vak rollen met alleen je scheikunde kennis van de middelbare school, maar dit is alles wat je nodig hebt aangezien de cursus vanaf de basis opbouwt.

Je eerste tentamen is een deeltentamen dat indien je het slecht maakt kan worden weggehaald als je een beter cijfer haalt voor je hoofdtentamen, je gaat er dus altijd op vooruit.

Ik vond dit echt een geweldige cursus omdat ik het gevoel had dat ik zoveel meer snapte van hoe alles in elkaar stak en omdat Nathaniel Martin gewoon onwijs leuk les weet te geven.

Alternatieve Studiegids

10

UBV

Jaar 1, Periode 3, AD of BC

(SK-BSPAN) Spectroscopie en analyse

Timeslot: AD of BC (afhankelijk van het vak dat je ernaast doet.)ECTS: 7,5Niveau 1

Door Remy Muts

Spectroscopie en Analyse is cursus waarbij je, zoals de naam al zegt, leert over verschillende spectroscopische technieken en over de analyse van de daarbij verkregen resultaten. De cursus wordt gevold samen met scheikunde studenten en is in twee delen verdeeld: Spectroscopie en Analyse. Het laatste deel is echter ook nog in twee delen verdeeld, special voor MLS wordt ook het onderwerp kwantumchemie behandeld.

De hele cursus door zal je twee volle dagen in het lab staan. Tijdens het Analyse deel zal je stoffen synthetiseren met een onbekende groep die je gaat bepalen aan de hand van verschillende analyse technieken. Tijdens het spectroscopie deel zal je leren werken met veel verschillende apparaten. Het lab gedeelte van de cursus wordt afgesloten met een leuk analyseproject. De begeleiding bij het practicum is over het algemeen goed alleen is het even wennen dat deze soms Nederlands en soms Engels is. Als je ook maar ergens tegen aan loopt kun je altijd naar Stephan Jonker die altijd tijdens de practica aanwezig is. Alle practica van de cursus tellen samen voor 60% mee.

In de andere halve dag van het tijdslot wordt er hoorcollege en werkcollege gegeven, eerst spectroscopie en daarna kwantumchemie voor MLS. Andries Meijerink geeft de eerste twee colleges over algemene spectroscopie, hierbij zal de basis van spectroscopie besproken worden aan de hand van een dictaat. Rosa Bulo geeft het kwantumchemie deel, dit deel is zeer pittig omdat je gelijk in het diepe gegooid wordt en je niet meteen alles zult begrijpen. De behandelde stof wordt getoetst in een tentamen aan de helft van de cursus wat 20% meetelt. Aan het eind van de cursus is de Harris toets, een tentamen (20%) waarbij bijna een heel boek getoetst wordt over alle technieken die je op het lab geleerd hebt, dit is gelukkig wel een open boek toets.

Over het algemeen is het een cursus die veel tijd van je vraagt, meer dan 20 uur per week, en even wennen is omdat je twee volle dagen per week op het lab staat. Dit laatste zal je ook zeker moeten voorbereiden. Het voordeel is wel dat je, na het eerste tentamen, niet veel stof uit je hoofd hoeft te leren.

U.S.S. Proton

11

(B-B1BIOT09) Biotechnologie en maatschappij

Timeslot: AD ECTS: 7,5Niveau 1

Jaar 1, Periode 3, AD

Door Lotte Manenschijn

De cursus Biotechnologie en Maatschappij heeft alles te maken met het gebruik van technieken in de biologie voor praktische doeleinden. Zo leer je veel over wat er allemaal komt kijken bij onder andere het klonen van dieren, genetisch gemodificeerd voedsel, het uit- of inschakelen van bepaalde genen en krijg je veel informatie over allerlei verschillende onderzoeksmethodes.

De docente van het vak is Margot Koster. Zij heeft een erg duidelijke manier van vertellen. Er is veel structuur en overzicht doordat alle informatie die je nodig hebt (welke onderwijsvormen je hebt en wanneer, wat je precies moet leren voor het tentamen), vermeld staan in de reader die je moet kopen voor de cursus.

De verschillende onderwijsvormen bij deze cursus zijn één of twee hoorcolleges, zeven werkcolleges en blackboardtoetsen, vier opdrachten en voor de rest kun je de stof uit het boek snel tot je nemen door de kennisclips te kijken. Dat zijn korte filmpjes van ongeveer een uur in totaal, waarin mevrouw Koster heel snel alle tentamenstof doorwerkt. Wanneer dit niet genoeg is, kun je altijd het boek erbij pakken. Bij elke kennisclip hoort een blackboardtoets, waarvan je bij vijf van de zeven toetsen 70% goed moet hebben, maar je mag de toets zo vaak overdoen als je zelf wil (voor de deadline). Er zijn dus (bijna) geen hoorcolleges, waardoor je veel zelfstudie hebt om de kennisclips te kijken en de blackboardtoetsen te maken. Bij de werkcolleges behandel je met je eigen groep vragen over het bepaalde onderwerp uit de bijbehorende kennisclips. De vier opdrachten bestaan uit twee kleine opdrachten die ruim een middag in beslag nemen, een debat over de ethische problemen van de biotechnologie, en één grote eindopdracht waar je in de twee/drie laatste weken mee aan de slag gaat (de eindtoets van de tentamenstof is dan al geweest). De eindopracht is een zelf bedacht onderzoek (bijvoorbeeld een literatuuronderzoek of het afnemen van enquêtes) waarbij je een werkstuk moet maken en je een presentatie moet houden in de tentamenweek. Afgelopen jaar stond het in het teken van de hart- en vaatziekten en het was erg leuk en interessant om te doen.

Soms staat er aangegeven dat deze cursus ook practica bevat, maar er zijn geen practica op het lab. Wel ga je je eigen bacterie ontwerpen met een bepaalde functie. Dat is erg leuk om te doen, maar dat doe je dus alleen op papier.

In principe heb je voor deze cursus geen voorkennis nodig, omdat alles vanaf middelbare school niveau wordt uigelegd tijdens de kennisclips. Er is wel veel overlapping met de cursus Moleculaire celbiologie, dat in de eerste periode van het eerste jaar van MLS wordt onderwezen.

De cursus Biotechnologie en Maatschappij vond ik over het algemeen erg interessant, met leuke opdrachten en goed te volgen kennisclips. Wanneer je de kennisclips bekijkt en de verplichte onderdelen aanwezig bent, is het tentamen goed te doen.

Alternatieve Studiegids

12

UBV

Jaar 1, Periode 3, BC

(B-B1SYSB09) Systeembiologie

Timeslot: BCECTS: 7,5Niveau 1

Door Lotte Manenschijn

De cursus systeembiologie is verdeeld in twee delen. Het eerste deel bestaat uit bioinformatica en het onder de knie krijgen van de basiswiskunde. Het tweede deel bestaat uit theoretische biologie en wiskunde.

De basiswiskunde is herhaling van de algebra van wiskunde B van de middelbare school. Wanneer je dit al goed kan, hoef je hier eigenlijk niet meer naartoe. Deze vaardigheden worden op het einde afgesloten met een korte toets (tegelijk met het bioinformatica tentamen). Deze telt maar heel weinig mee en is eigenlijk alleen bedoeld om te testen of je voldoende voorkennis hebt voor het tweede wiskundige deel van de cursus.

Het bioinformatica gedeelte gaat om het gebruiken van de computer om biologische problemen op te kunnen lossen. Dit is erg nuttig, want tegenwoordig zijn er sequenties van allerlei genomen opgeslagen in een voor iedereen toegankelijke database waar je veel onderzoek in kan doen. Dit gedeelte wordt onderwezen door Bas Dutilh. Naar mijn mening waren zijn colleges vrij onoverzichtelijk, warrig en lastig te volgen. Wel was het goed te zien dat hij er echt een passie voor heeft en heeft hij de essentie en toepasbaarheid van de bioinformatica goed over te weten brengen.

Tijdens dit gedeelte kon je wel af en toe merken dat de biologen iets meer voorkennis hadden dan de MLS’ers, maar door te zoeken op internet was dit probleem al snel verholpen. Het tentamen was totaal niet vergelijkbaar met de werkcolleges, terwijl dat wel was beloofd van te voren. Tijdens het tentamen mocht je een spiekbriefje erbij houden, dat erop wijst dat je vooral de stof moet kunnen toepassen en niet uit je hoofd hoeft te leren. Uiteindelijk bleek het tentamen meer gericht te zijn op kennis. Dit is te wijten aan dat bioinformatica een ontwikkelend vakgebied is en dat de cursus dus ook elk jaar verandert. De docent gaf aan dat de studenten aankomend jaar meer met de theoretische stof gaan oefenen.

In het tweede gedeelte wordt theoretische biologie en wiskunde afwisselend onderwezen. Het wiskunde gedeelte vond ik erg goed te doen, maar die vaardigheden moest je toepassen in de theoretische biologie en dat vond ik moeilijk. De vragen tijdens de werkcolleges waren pittig met lastige wiskundige modellen. De colleges werden gedoceerd door Kirsten ten Tusscher en Rob de Boer. Deze colleges vond ik goed te volgen en duidelijk; de modellen werden goed uitgewerkt en afgeleid. Gelukkig was bij het tentamen de moeilijkheidsgraad een stuk lager. Het was goed te doen waren wanneer je goed had geoefend tijdens de werkcolleges en de oefententamens had gemaakt.

De cursus Systeembiologie is over het algemeen een vak dat redelijk stressen is tijdens de colleges (vooral de biologen vinden het erg lastig), maar achteraf gezien was het wel goed te doen. Vooral het bioinformatica gedeelte vond ik erg nuttig en apart.

U.S.S. Proton

13

Jaar 1, Periode 3, BC of AD

Eerstejaarsvakken bij farmacie

Timeslot: BC of ADECTS: 7,5Niveau 2 (geneesmiddel binding en werking) of 1 (overig)

Het vak “geneesmiddel binding en werking” (FA-200) was een farmacievak en werd in jaar 2016-2017 een vak voor studenten MLS en bijvakkers uit biomedische wetenschappen en scheikunde.

De overige Farmacie vakken zijn:

“schimmels en geneesmiddelen” (FA-BA112)

“geluk en geneesmiddelen” (FA-BA114)

“kinetiek van geneesmiddelen” (FA-BA105)

“moleculen als geneesmiddelen” (FA-BA111) (zie volgende pagina)

Tip: de werkvormen bij farmacie kunnen anders zijn dan je gewend bent. Lees bijvoorbeeld de stukjes over ‘homeostase” of “infecties” door om meer over de werkvorm met PGO’s te weten te komen. Het is nog niet bekend of bovenstaande vakken die werkvormen ook gebruiken.

Alternatieve Studiegids

14

UBV

Door Linda Markus

Moleculen als geneesmiddelen is een cursus wat op het grensvlak van MLS, scheikunde en farmacie ligt en wordt ook gegeven aan studenten van deze drie studies. Er wordt met verschillende methodes lesgegeven. Vaak is er eerst een hoorcollege, waarna je met een groep van ongeveer 15 studenten en een docent in gesprek gaat over het college en vervolgens worden er opdrachten gemaakt uit het blokboek. Verder wordt er in drietallen een practicum gedaan (in ons geval een estersynthese) waarover je later een poster moet maken en presenteren. De drietallen bestaan uit een MLS-, scheikunde- en farmaciestudent. De manier van leren is dus erg afwisselend.

Er waren meerdere docenten (een stuk of vijf als ik het me goed herinner) bij het vak, niet elke docent gaf colleges maar ze waren wel altijd allemaal aanwezig voor inbreng en vragen. Colleges werden meestal gegeven door Dirk Rijkers, een erg aardige man die altijd openstaat voor vragen of opmerkingen. De andere docenten hadden allemaal net iets andere specialisatie, waardoor ze elkaar konden aanvullen tijdens colleges en groepsonderwijs.

Het cijfer werd gebaseerd op de posterpresentatie over het practicum, dit is en groepscijfer per drietal, een verslag over een geneesmiddel en een eindgesprek met de docenten over de gehele stof. Er was verder ook een bonustoets tussendoor, deze toets bestond vooral uit feitenkennis. Aan het einde van de cursus moest elke student ook een stage van vier dagen lopen bij een apotheek, maar aangezien dit voor de scheikunde- en MLS-studenten weinig nut had kregen wij een rondleiding over het farmacielab waar Dirk Rijkers werkt. Dit was pas op het laatste moment bepaald en zal volgende jaren vast anders geregeld zijn.

Persoonlijk vond ik de cursus niet erg moeilijk, veel onderwerpen die aan bod kwamen komen ook in andere cursussen voor. Er was bijvoorbeeld een hoorcollege over NMR spectroscopie, wat al bij biofysische chemie voorkomt. Ook het practicum was niet erg uitdagend. Wel interessant was dat de onderwerpen vanuit andere invalshoek werden bekeken. Verder leer je bij dit vak echt om samen te werken met studenten uit andere disciplines en elkaar nieuwe dingen te leren.

Tijdens de cursus was duidelijk dat nog niet alles goed geregeld was omdat dit het eerste jaar was waarin de cursus gegeven werd en de docenten nog vormen van onderwijs aan het uitproberen waren. Het kan dus zijn dat de cursus erg anders is dan hierboven beschreven.

Jaar 1, Periode 3, AD

(FA-BA111) Moleculen als Geneesmiddelen

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 1

U.S.S. Proton

15

Jaar 1, Periode 3, D

(NS-194B) Klimaatverandering in context

Door Marieke Nauta

Dit interdisciplinaire vak gaat met name over het modelleren van huidige klimaatveranderingen. De hoofdlijn van het vak is het maken van een model van de klimaatveranderingen van 1750-2012 in Excel. Aan de hand van gastcolleges vanuit de biologie, scheikunde, natuurkunde en wiskunde worden steeds meer factoren die bijdragen aan de klimaatverandering behandeld. In deze colleges wordt steeds iets dieper op deze factoren ingegaan en vervolgens worden ze in het model verwerkt. Het model zal steeds meer de werkelijkheid gaan benaderen.

Hiernaast zal kort ingegaan worden op geavanceerdere modellen, voorspellingen voor de toekomst, de IPCC (een organisatie die onderzoeken naar het klimaat evalueert), mitigratie (uitstoot beperken) en geo-engineering (actief ingrijpen op het functioneren van de aarde). Ook wordt een aantal hoofdstukken gelezen uit het boek ‘Global Warming; the complete briefing’ van John Houghton.

Elke week wordt een toetsje gegeven over wat er de vorige keer besproken is (tellen 30% mee). Deze toetsen zijn niet erg moeilijk. Daarnaast moet je af en toe huiswerk of een klein essay inleveren (20%), en ten slotte is er een eindtoets (50%).

Ik heb het vak als leuk en interessant ervaren. Het is geen moeilijk vak omdat het zowel voor biologen als natuurkundigen begrijpbaar moet zijn. In de gastcolleges wordt wel iets dieper op de stof ingegaan. De opzet van de cursus is echter zo dat je dit niet altijd precies hoeft te begrijpen, maar als je het interessant vindt toch de mogelijkheid hebt om je te verdiepen. Deze opzet heb ik persoonlijk als erg leuk ervaren.

Ik kan mensen aanraden het vak te volgen; het is een verbreding van wat je alleen bij scheikunde leert. Om deze reden is het volgen van dit vak ook een goede manier je alvast te oriënteren op een eventuele master.

Timeslot: DECTS: 7,5Niveau 1

Alternatieve Studiegids

16

UBV

Jaar 1, Periode 2 en 3, AD

(BETA-B2OOP) Oriëntatie op de Onderwijspraktijk

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 2

Door Kasper Tempel

Dit vak is bedoeld om je te helpen beslissen of het onderwijs wat voor jou is. Het vak is opgebouwd in een stage en een theoriegedeelte. Je wordt verwacht om in totaal zestien dagdelen stage te lopen, wat neerkomt op twee dagdelen per week. Tijdens de stage ben je aan het begin vooral bezig een docent te observeren, maar het is de bedoeling dat je aan het einde van de cursus ook een paar lessen hebt gegeven. Het is sterk aan te raden om al contact op te nemen met een school voor deze stage voor het begin van het vak, zodat je op tijd kan beginnen. Vanuit de cursus zelf worden ook stages gezocht, maar dit zijn er niet altijd genoeg en het is niet altijd even duidelijk geregeld.

Naast de stage zijn er ook hoor/werkcolleges en simulaties. Hier krijg je eerst een stukje theorie uitgelegd, waarna je (in groepjes) hiermee aan de slag gaat met verschillende opdrachten. Vervolgens verwerk je de stof verder door tijdens je stage te kijken hoe deze theorie in de praktijk wordt toegepast.

Op de universiteit doe je ook nog simulaties waarin je voor een groep medestudenten een les geeft. Ieder doet twee simulaties, waarbij de ‘klas’ tijdens de tweede simulatie ook ordeverstoringen zal veroorzaken. Hoewel de simulaties erg leuk zijn, zijn ze bij lange na niet zo nuttig als de stage omdat het moeilijk is om een echte klas na te doen en hier serieus in te blijven.

Thuis oefen je met lesgeven doormiddel van het programma ‘traintool’. Hier film je jezelf als je voor een virtuele klas een uitleg geeft of een ordeverstoring aanpakt. De beoordeling voor het vak hangt voor 10% af van de traintool opdrachten, en voor 90% af van een tentamen aan het einde van de cursus over alle theorie.

U.S.S. Proton

17

Jaar 2, Periode 1, AD

(B-B2CWMLS) Cellen en weefsels

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 2

Door Jeroen Geerligs

In het eerste deel van cellen en weefsels wordt de werking van de (dierlijke) cel wordt uitgelegd tot het moleculaire niveau. Daarbij wordt ingegaan op processen als transport en communicatie en de analyse van de cellen, microscopie, beschreven. Tijdens het tweede deel wordt de samenhang van cellen behandeld. De cursus wordt gegeven door middel van hoorcollege-werkcollege momenten en blackboard toetsen die voor het college gemaakt moeten worden aan de hand van het boek. Daarnaast wordt er een literatuur presentatie van je gevraagd, deze moet in een groep voorbereid worden en telt voor het eindcijfer.

Het boek ‘Molecular Biology of the Cell’ wordt veelvuldig gebruikt en is prettig om te lezen. Het bevat veel relevante figuren en sluit aan op de hoorcollege-dia’s waar dezelfde figuren in verwerkt zijn. Het sluit daarnaast goed aan op het boek ‘Essential Cell Biology’ wat hoorde bij het eerstejaars cursus Moleculaire Celbiologie. Er wordt redelijk wat voorkennis gevraagd van die cursus, daarnaast komt er het een en ander aan informatie terug uit de andere verplichte vakken uit het eerste jaar MLS.

De tentamens worden digitaal afgenomen en bestaan uit de verschillende delen van de docenten. Deze vragen worden door de respectievelijke docenten gemaakt en dat is wel herkennen tijdens het tentamen. Anna Akhmanova vraagt vrij letterlijk naar geleerde stof waar Paul van Bergen en Henegouwen en de andere docenten meer naar stof-begrip vragen. De moeilijkheidsgraad was niet erg hoog.

Het vak wordt door vier docenten gegeven waarvan twee de meeste hoorcolleges geven. Paul van Bergen en Henegouwen is een duidelijk sprekende enthousiaste hoogleraar die op uitbundige wijze zijn hoorcolleges geeft. Dat gaat af en toe ten koste van de samenhang van de colleges ook al zijn de colleges duidelijk te volgen. Anna Akhmanova is een gerespecteerd persoon in haar vakgebied en vraagt dan ook veel van haar studenten. Haar colleges zitten goed in elkaar maar ze spreekt met een vrij zwaar accent. Uit het boek vraagt ze veel leerstof, dit uit zich ook op haar deel van de tentamens waar ze vrij letterlijke vragen stelt. Jan Andries Post en Lucas Kapitein geven minder colleges. Zij geven prima colleges.

Ik vond cellen en weefsels een leuke cursus voor MLS’ers. Het breidt de kennis van de cel uit en is een echt biologie vak. Het vak werd in 2015 voor het eerst gegeven en dat is af en toe wel te merken maar dat deerde verder niet. Er werd een redelijke hoeveelheid stof gevraagd die van een redelijk niveau was. Voor een vak van niveau 3 is het erg goed te doen.

Alternatieve Studiegids

18

UBV

Jaar 2, Periode 1, BC

(SK-B2MBBT) Moleculair biologische en biochemische technieken

Timeslot: BCECTS: 7,5Niveau 2

Door Hanneke Leegwater

Moleculair biologische en biochemische technieken vertelt, zoals de naam al zegt, over de technieken die gebruikt worden bij moleculair biologisch en biochemisch onderzoek. Het eerste deel van de cursus gaat vooral over de theorie achter biochemie, waaronder eiwitzuivering en werken met radioactief materiaal. Het tweede deel gaat over moleculaire biologie, bijvoorbeeld hoe het muteren van bacteriën werkt. De docent, Gert Folkers, is heel enthousiast over zijn vakgebied. Hij is tijdens hoorcolleges vaak wat chaotisch, maar hij is altijd bezig met het verbeteren van zijn vak. Zo vraagt hij regelmatig om feedback en test hij veel nieuwe lesmethodes uit.

Het vak combineert namelijk heel veel manieren van studeren, zoals hoorcolleges, werkcolleges, computeropdrachten, labpractica en papieren practica. Bij dit laatste denk je na over hoe je een experiment zou opzetten vanuit het niets. Ook is er geëxperimenteerd met het gebruik van elektronische labjournaals. Het is vrij lastig om de precieze stof nog een keer terug te lezen, omdat er geen boek is. Het vak werkt met een reader die net niet altijd hetzelfde vertelt als de colleges. Dit was de eerste keer dat het vak werd gegeven, dus het kan zijn dat de reader volgend jaar heel anders is.

Het vak had een erg hoog niveau. Er werd heel veel stof behandeld in een korte tijd, waardoor de stof bijhouden noodzakelijk was. Af en toe was een deel van de stof al bekend, maar bij dit vak ging het in op achterliggende processen. Waar functionele biologie over transformatie bij bacteriën noemde, wordt hier behandeld hoe dat onderzoek kan helpen.

Ik vond zelf de manier van toetsing nogal ingewikkeld. De twee tentamens, het papieren practicum en het lab practicum telden mee, maar er was ook nog een thuisopdracht en participatie bij werkcolleges werd ook deels meegerekend. Het vak sluit aan op biomoleculaire chemie, functionele biologie en moleculaire celbiologie. De combinatie met cellen en weefsels in deze periode is echt een pre, omdat deze vakken elkaar aanvullen. Ik vond MBBT een lastig, stressvol, maar ook heel leuk vak en heb ongelofelijk veel geleerd in een korte tijd!

U.S.S. Proton

19

Jaar 2, Periode 1 & 3, BC

(FA-BA205) Hormonale aandoeningen (voorheen Homeostase)

Timeslot: BCECTS: 7,5Niveau 2

Door Bart Lodder

Het vak homeostase wordt gevolgd bij farmacie en wordt gegeven door apotheker Prem Adhien, dr. Gert Folkers, apotheker Hama Saeed en dr. Judith Scheerens. Er worden geen hoorcolleges gegeven van deze docenten. Apotheker Prem Adhien was mijn PO (praktische opdracht) begeleider, hij leek weinig verstand te hebben van het onderwerp. Daarnaast praatte hij onduidelijk en kon hij niet erg goed vragen beantwoorden. Dr. Scheerens is de cursus coördinator en erg enthousiast. De cursus zelf gaat over homeostase in het lichaam. Dus het evenwicht en het in stand houden van dit evenwicht ondanks omgevingsinvloeden. Echter wordt er bij dit vak bijna exclusief gefocust op diabetes en de glucose huishouding. Hierbij wordt er ook veel aandacht besteed aan de behandeling van diabetes en bijzondere gevallen. Daarnaast is er een project waarbij er gekeken wordt naar een homeostase onderwerp naar keuze.

De onderwijsvormen zijn anders dan een cursus van MLS, biologie of scheikunde. Het vak homeostase wordt namelijk gegeven in project vorm en je zult dan ook alle informatie via deze project vorm moeten binnenkrijgen. Dit houdt ook in dat er veel gepresenteerd moet worden om je gegevens met elkaar te delen. Dit betekent ook dat wanneer er één bijeenkomst gemist wordt het veel moeite kost om te leren wat er hier is gezegd. Het tweede deel van de cursus bevat een project, waarbij je met groepjes van rond de vijf een dossier gaat maken over een ziekte die te maken heeft met een verstoring van de homeostase. Daarnaast zijn er meet-the-expert hoorcolleges die meer aanvullend, dan essentieel zijn. Het vak heeft geen specifiek boek die het volgt. Alle informatie die geleerd moet worden wordt door de student opgezocht.

De zwaarte van het vak is relatief hoog voor een MLS student (vooral door de onderwijsvorm). De hoeveelheid stof die je leert is minder dan een gemiddeld biologie of scheikunde vak. De stof is vooral specifiek gericht op diabetes. De vakken die bij dit vak terug komen zijn in kleine delen functionele biologie en moleculaire biologie. Er is echter geen specifieke voorkennis nodig en het vak begint vanaf de basis. Het tentamen blijft net zoals het vak aan de oppervlakte. Echter word er bij veel vragen specifiek gevraagd naar één antwoord terwijl er veel mogelijkheden zijn.

Mijn mening over de cursus homeostase is dat deze cursus een leuk onderwerp heeft in een vervelende leervorm. Het project was goed geregeld. De rest van de cursus echter niet. Doordat ik al mijn info zelf moest opzoeken kwam er veel niet overeen met medestudenten. Dit resulteert in een verzwaring van het vak, terwijl de hoeveelheid geleerde stof gelijk blijft. De conclusie: Wanneer je houdt van in een project stof leren, dan is dit vak mogelijk wat voor jou, maar als je zeker wilt zijn van je leerstof en als je liever leert via HCs en WCs dan raad ik je deze cursus af.

Alternatieve Studiegids

20

UBV

Jaar 2, Periode 2, A

(SK-B2MSPR) Mass spectrometry and proteomics

Timeslot: AECTS: 7,5Niveau 2

Door Renée Koopman

Massaspectometrie en Proteomics is een ontzettend leuke cursus die gegeven wordt door drie topdocenten: Celia Berkers, Albert Heck en Simone Lemeer. Alle drie de docenten zijn enthousiast en vertellen vol liefde over hun eigen vakgebied. In de cursus wordt naast een korte introductie in Massaspectrometrie aandacht besteedt aan Metabolomics, Native Massaspectometrie en Proteomics.

Celia Berkers geeft het eerste deel van de cursus en dit bestaat vooral uit een uitleg over de technieken en instrumenten die aan bod komen bij massaspectrometers en een college over haar eigen vakgebied, Metabolomics (alle kleine moleculen in een cel). De tweede docent is Albert Heck, een van de bekendste namen wereldwijd als het gaat om Native massaspectometrie. Hij gaat dieper in op hoe massaspectrometrie toegepast kan worden om biomoleculen in een zo natuurlijk (natief ) mogelijke toestand te onderzoeken. Het eerste tentamen van de cursus gaat over de stof die Celia en Albert behandelen.

De tweede helft van de cursus wordt gegeven door Simone Lemeer, zij geeft net als Albert Heck een korte herhaling van de instrumentatie om vervolgens te vertellen hoe deze worden toegepast en aangepast voor het vakgebied Proteomics. Het onderzoeken van eiwitten en de aminozuursequentie met behulp van Massaspectometrie in combinatie met verschillende chromatografie methodes.

Het grootste deel van het vak bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges. Aan het einde van het vak is er een practicum waarbij je met een groepje de opdracht krijgt om binnen een van de drie vakgebieden (metabolomics, native MS of proteomics) met behulp van een massaspectrometer bijvoorbeeld te bepalen welk van de twee epjes het gemuteerde eiwit bevatte of bij welke pH het eiwit ontvouwt. De practica sloten perfect aan bij de stof, helaas was practicum pas aan het eind van de cursus.

De tentamens waren niet erg moeilijk en dit werd nog makkelijker doordat je het boek erbij mocht houden. De hoeveelheid stof is gemiddeld maar een groot deel van de stof is al bekend, dus geen hele moeilijke cursus, maar daardoor niet minder leuk. Vakken die terugkomen zijn moleculaire celbiologie, bio-moleculaire chemie, Cellen en weefsels, Biofysische chemie, Spectroscopie en Analyse en MBBT. Dit zijn eigenlijk de cursussen waarin je ofwel over eiwitten hebt geleerd ofwel over massaspectometrie en/of scheidingsmethodes.

Samengevat: Een ontzettend leuke en niet al te moeilijke cursus waarbij dieper wordt ingegaan op massaspectometrie en toepassingen van deze techniek. Het wordt gegeven door drie goede enthousiaste docenten die zelf uit het onderzoeksveld komen. Bij het vak horen leuke practica waarbij je zelf met een massaspectrometer mag werken.

U.S.S. Proton

21

Jaar 2, Periode 2

(SK-BORC13) Organische chemie 2

Timeslot: BCD of ABC (in verband met het practicum, theorie in C)ECTS: 7,5Niveau 2

Door Oscar Bril

Organische Chemie 2 is hét voorbereidende vak voor organische synthese. Waar je bij Bio-organische Chemie in jaar 1 wel enige synthesestappen voorbij hebt zien komen zoals SN1 en SN2, zal je bij Organische Chemie 2 een veel groter aantal gedetailleerde synthesestappen met veel verschillende mechanismen tegenkomen.

In het begin is hierin de samenhang lastig te zien, maar naar mate je verder in cursus komt en de practica in volle gang zijn, krijg je een overkoepelend inzicht in hoe de mechanismen op elkaar lijken en overlap hebben. Wel lastig hieraan is dat dit niet zonder studeren komt en dat de hoeveelheid reacties erg hoog is.

Het vak wordt gegeven door Leo Jenneskens. Hij praat met een beetje aparte toonval en kwaliteit van zijn stem. Hierdoor is het niet per se lastig te verstaan, maar dit maakt het wel lastiger om te concentreren. Daarnaast gaat hij erg snel door de slides van de PowerPoint heen, wat het voor een groot aantal studenten nagenoeg onmogelijk maakt om de stof in de hoorcolleges al te begrijpen. Daarom is het boek, Organic Chemistry van McMurry je grootste vriend in deze cursus. In de werkcolleges worden opgaven uit het boek behandeld. Een groot voordeel hier is dat het boek van hele hoge kwaliteit is qua uitleg; beknopt maar toch zeker erg duidelijk en met samenvattingen aan het eind van elk hoofdstuk.

Het grootste deel van de cursus zijn hoorcolleges met werkcolleges, maar aan het einde zullen er 3 weken volgepland worden met practica. Deze practica zijn overigens van zeer hoge kwaliteit vanwege de goede planning en uiterst goede begeleiding (en het hoge gehalte plezier wat sommige studenten hieraan zullen beleven).

Zoals eerder genoemd is er erg veel stof die behandeld wordt in deze cursus. Dit kan erg overweldigend zijn in het begin en dit maakt het in het begin wel erg lastig om overzicht te houden en bij te blijven als je niet erg strict je huiswerk inplant en bijhoudt. Als je dit echter netjes doet zal je al snel minder erg de druk voelen. De twee tentamens van Organisch 2 worden over het algemeen als erg lastig ervaren door MLS studenten. Bereid je dus heel goed voor op de tentamens en zorg ervoor dat je alle reacties bestudeerd hebt.

Organische Chemie 2 is een zeer belangrijk vak voor elke MLSer die graag de synthese kant op wil (denk bijvoorbeeld aan medicijnen); het bereidt je voor op alle andere synthesevakken die je daarna ook kunt volgen zoals Medicinal Chemistry en Organische Chemie 3.

Dit gezegd hebbende, heeft de ervaring duidelijk gemaakt dat het wel een erg lastig vak is voor MLS studenten en dat je hier rekening mee moet houden bij het kiezen van dit vak. Als je netjes bent in huiswerk bijhouden en je vindt het niet erg voor het tentamen veel uit het boek te leren, dan maak je een hele goede kans om dit vak met een mooi cijfer af te sluiten.

Alternatieve Studiegids

22

UBV

Jaar 2, Periode 2, D

(SK-BFYCH) Fysische chemie 2

Timeslot: DECTS: 7,5Niveau 2

Door Laura Zoutendijk

Het vak Fysische Chemie 2 bestaat uit twee onderdelen: thermodynamica en vloeistoffen, gassen, oplossingen & grensvlakken.

Het eerste onderdeel, thermodynamica, wordt gegeven door prof. dr. Willem Kegel en begint met de klassieke thermodynamica, waarvan het begin in jaar één is geïntroduceerd. Alle bekende termen komen weer terug van entropie tot het theorema van Nernst. Het fijne aan het lesgeven van Willem Kegel is dat er veel op het bord geschreven wordt, wat bepaalde afleidingen veel duidelijker maakt. Let wel goed op, door weinig gebruik van PowerPoints en een relatief klein dictaat moet je goed meeschrijven. In de tweede serie lessen gaat het over statistische thermodynamica. Hierbij leer je hoe je met het gooien van dobbelstenen uiteindelijk de ideale gaswet kan afleiden.

Onderdeel twee wordt door dr. Ben Erné gegeven en gaat over vloeistoffen. Onder andere het mengen van oplossingen, superkritische fluïda, elektrolyten in oplossing, Van der Waals-krachten en grensvlakspanningen komen aan bod. Tijdens veel colleges geeft Ben ook een ‘show’, zoals hij dat zelf zegt. De demonstraties zorgen ervoor dat de stof nog leuker en begrijpelijker wordt.

Om niet alle stof in één keer te hoeven leren is er gelukkig een deeltoets halverwege de periode. Zo kun je zelf testen of je de stof van het eerste deel goed begrepen hebt.

Het vak is zeker aan te raden voor studenten die geïnteresseerd zijn in de meer fysische kant van de scheikunde. Bovendien krijg je nuttige kennis die je kunt gebruiken bij andere vakken en is het een goede voorbereiding voor Fysische Chemie 3.

Ik vond het een zeer interessant, leuk, maar ook zeker een pittig vak. Als je alle hoor- en werkcolleges volgt is het wel prima te doen. De werkcollege-opgaven en oude tentamens bereiden je goed voor op het tentamen en als je iets niet snapt, zijn de docenten en werkcollegebegeleiders altijd bereid je te helpen.

U.S.S. Proton

23

Jaar 2, Periode 2, AD

(B-B2VSR) Voortgezette statistiek en R

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 2

Door Jiska Vaarwerk

Deze cursus werd gegeven door 2 docenten. Rutger Hermsen was de coördinator van de cursus en behandelde de colleges over statistiek en hoe dit in R uit te voeren was. Yann Hautier, wiens colleges in goed verstaanbaar Engels waren, gaf meer informatie over wat er allemaal mogelijk is met R, zoals visuele weergave etc. Beide docenten waren erg duidelijk en behulpzaam bij vragen van studenten.

VSR behandelde een verdieping op de statistiek die in het eerste jaar (Experiment en statistiek) was gegeven en focusde vooral op de verwerking hiervan met R. R is een programmeertaal waarvan in de eerste computerpractica de basiscommando’s werden geleerd, en daarna hoe het gebruikt kan worden om statistische berekeningen en weergaven hiervan te doen.

Naast de colleges bestond de cursus vooral uit computerpractica. Hier werd er met R geoefend door oefeningen uit een (Engelstalig) werkboek te maken. Een aantal van deze opdrachten moesten ingeleverd worden en werden beoordeeld met een cijfer, zogenaamde hand-in assignments. De computerpractica werden door Rutger Hermsen, Yann Hautier en een aantal studentenassistenten begeleid en gecontroleerd. De computerpractica waren te doen in de tijd die ervoor was gegeven, al was er wel vaak begeleiding nodig. Samenwerken werd aangeraden en werkte ook wel een stuk beter.

Het boek “The Analysis of Biological Data” was al nodig voor de eerstejaars cursus en kon ook hier goed gebruikt worden. Het werkboek was zeker essentieel omdat zonder deze de computerpractica niet konden worden gemaakt, maar deze stond ook op blackboard.

Als afsluiting van de cursus was er één tentamen. De inhoud hiervan waren R scripts met vragen over de output, zoals missende berekeningen of uitkomsten. Het tentamen was goed te doen als alle computerpractica waren gedaan.

Al met al vond ik het een erg nuttig en goed gegeven vak. Er waren duidelijke en behulpzame docenten en goede begeleiding bij de computerpractica. Ook werd statistiek een stuk interessanter dan in het eerste jaar, waar het erg droge informatie was. Het enige puntje was dat het tentamen erg veel meetelde, terwijl de hele cursus focusde op de computerpractica.

Alternatieve Studiegids

24

UBV

Jaar 2, Periode 2, B

(SK-BWSNK2) Wis- en natuurkunde 2

Timeslot: BECTS: 7,5Niveau 1

Door Suzan Leemans

Wis- en natuurkunde 2 is de vervolgcursus op wis- en natuurkunde 1 en zit ook redelijk hetzelfde in elkaar op de onderwerpen na.

De onderwerpen in het wiskunde gedeelte zijn grofweg in twee te delen. In het eerste deel komen functies met meerdere variabelen, partiele afgeleiden, lijnintegralen en dubbele integralen voor. In het tweede gedeelte bestaat uit lineaire stelsels vergelijkingen, matrices en determinanten, lineaire transformaties, eigenwaarden, en daarnaast ook enige kansrekening. De onderwijsvorm bestaat uit hoor en werkcolleges. In de hoorcolleges wordt vooral uitgelegd aan de hand van voorbeelden. Dat helpt wel bij het maken van de werkcolleges. De werkcolleges bestaan uit online opgaven die elke week gemaakt moeten worden. De resultaten van deze werkcolleges tellen mee als een bonus in het tentamen. De docent Viktor Blåsjö heeft af en toe nog wat moeite met het Nederlands en moet soms nog naar woorden zoeken. Toch is hij wel gewoon te begrijpen. Het boek dat voor deze cursus staat, E. Steiner: The Chemistry Maths Book, is niet noodzakelijk om het tentamen te halen. De docent heeft ook een dictaat gemaakt als voorbereiding op de colleges. Ook het gebruik van dit dictaat is niet noodzakelijk om het tentamen te halen. Als je de hoor en werkcolleges goed bijhoudt, is het vak prima te doen. Het niveau tentamen komt overeen met dat in de werkcolleges en het lijkt erg op de beschikbare oefententamens.

Ook in het natuurkunde gedeelte vallen de onderwerpen in tweeën te delen. In het eerste gedeelte staat elektriciteit centraal. Denk hierbij aan de elektrostatische wisselwerking tussen geladen deeltjes, dipoolvelden en het elektrisch potentiaal. In het tweede gedeelte van de cursus komt magnetisme aan bod met de wetten van Biot-Savart, Ampère en Faraday. Aan het eind van de cursus komt elektromagnetisme aan bod. Ook hier bestaat de onderwijsvorm uit hoor- en werkcolleges. In de hoorcolleges wordt de stof uitgelegd aan de hand van voorbeelden. In de werkcolleges worden opgaven uit het boek behandeld. Het boek, R. Wolfson: Essential University Physics with MasteringPhysics 2, is dus wel relevant voor de cursus. Voorafgaand aan het werkcollege wordt een klein toetsje over de stof van de week ervoor gehouden die meetelt voor een bonuspunt. De docent Arnoud Imhof is goed te verstaan en legt de stof goed uit. Ook in dit deel van de cursus lijkt het tentamen erg op de oefententamens en is het niveau vergelijkbaar met de werkcolleges.

Dit vak is zeer nuttig om wiskundige en natuurkundige vaardigheden te ontwikkelen die bij andere vakken weer van pas komen. Ook als wiskunde en natuurkunde niet je sterkste vakken zijn, is deze cursus goed te halen door naar de hoorcolleges te gaan en tijdens de werkcolleges goed met de stof te oefenen.

U.S.S. Proton

25

Jaar 2, Periode 2, BC

(B-B2META09) Metabolisme

Timeslot: BCECTS: 7,5Niveau 2

Door Maxime van Zwam

De cursus metabolisme is opgebouwd uit twee delen. Het eerste gedeelte is voornamelijk biochemisch gericht en hier is het boek Biochemistry van Stryer erg handig om te gebruiken. Ook kreeg je een reader. Het eerste gedeelte wordt afgesloten met een deeltentamen. Hierna komt er vrij weinig terug van deze stof. Het tweede gedeelte is voornamelijk pathways leren en de precieze werking hiervan, zoals bijvoorbeeld de glycolyse en citroenzuurcyclus. Deze staan vaak ook uitgebreid in het boek Biochemistry. Dit komt terug op het laatste tentamen. Deze is vrij pittig, maar bij dit laatste tentamen mochten we ook een A4tje gebruiken als spiekbriefje. (tip: probeer alle pathways + enzymen hierop te zetten en schrijf klein ;) ). Naast de colleges heb je werkcolleges deze zijn soms best pittig, maar zijn erg representatief met wat er op de toets komt. Op het einde is er ook een presentatie die je moet geven over een metabole ziekte. Hier kun je al vrij vroeg mee beginnen en is relatief goed te doen.

Het eerste gedeelte van de cursus (biochemische gedeelte) wordt gegeven door Paul van Bergen Henegouwen. Hij kan goed presenteren en maakt ook af en toe een grapje. Dit zorgt voor afwisseling en maakt de colleges een stuk minder saai. Als je zijn colleges en werkcolleges luistert/maakt heb je een goede voorbereiding op de toets. Het tweede gedeelte wordt gegeven door Henriëtte Schluepmann. Zij is van oorsprong niet Nederlands en geeft daarom haar colleges ook altijd in het Engels. Haar colleges zijn echt lastig om te volgen. Ze zijn vrij saai en is erg droge stof. Ik zou dus ook aanraden om de stof die wordt behandeld van te voren door te lezen. Persoonlijk vond ik haar hoorcolleges niet echt een meerwaarde geven op de stof.

Als MLS-er vond ik het vak goed te doen aangezien we al meerdere onderwerpen met biochemische aspecten hebben gehad. Voornamelijk het eerste gedeelte van de cursus is vrij veel herhaling van de cursussen MBBT en Biomoleculaire Chemie. Het tweede gedeelte is voornamelijk stampen van feiten uit het boek. Hierin is het spiekbriefje erg handig aangezien je nooit alles kan onthouden. De tijd die je in de cursus moet steken is in het begin niet zoveel aangezien het vrij veel herhaling is. Bij het tweede gedeelte is het wel een vrij fors aangezien je veel stof moet stampen en doornemen. De presentatie is niet op zich niet veel meer werk dan een normale andere presentatie.

Zelf vond ik de cursus erg leuk, want nu kon je stof uit eerdere cursussen iets beter plaatsen en de werking ervan ook beter begrijpen. Je kreeg nu een goede indruk waarom we sommige dingen moeten leren en hoe er in de praktijk met deze informatie wordt omgegaan. Als MLS-er is deze cursus ook veel beter te doen dan als bioloog. Het is dus ook een goede MLS cursus voor het tweede jaar.

Alternatieve Studiegids

26

UBV

Jaar 2, Periode 3, D

(SK-B2NMRM) NMR spectroscopy en molecular modeling

Timeslot: DECTS: 7,5Niveau 2. Kan samen met membranen en membraaneiwitten gevolgd worden

Door Saskia van Genderen

Dit vak bestaat uit twee delen (NMR en modelling), die apart van elkaar worden gegeven. Er is wel samenhang tussen de beide delen, en in een week heb je doorgaans van elk deel één hoor- en werkcollege. Daarnaast heb je in de tweede helft van het vak 4 keer een halve dag computerpracticum. In een deeltentamen halverwege de periode wordt de eerste helft van de stof getoetst, en aan het eind van de periode wordt alle stof getoetst. Het vak wordt in het Nederlands gegeven, maar omdat dit jaar bijna alle werkcollege assistenten Engelstalig waren, werden de werkcolleges en tentamens in het Engels gegeven. Verder valt het vak alleen in timeslot D.

Toen het vak net begon, vond ik het best lastig om mijn aandacht bij de les te houden. Er kwamen aardig wat formules langs, en ik begreep toen nog niet zo goed hoe ik die in het grotere plaatje kon plaatsen. Dit was vooral het geval bij het NMR gedeelte. Bij dit gedeelte wordt echter een reader verschaft, die er toe dient om de context bij de stof in de colleges te geven en het begrip van bijvoorbeeld juist die formules te vergroten. Vanaf het moment dat ik begon met deze reader daadwerkelijk door te nemen (toen naderde het eerste tentamen onderhand al…), begon het steeds meer te dagen en werd het ook veel interessanter. Ik zou dus aanraden om de reader te gebruiken!

Aan de werkcolleges komt vrij veel rekenwerk te pas. Zoals op de bètaplanner te lezen valt, is hiervoor het niveau van verplichte eerstejaarsvakken (wis- en natuurkunde 1 en (bio)fysische chemie) wel voldoende.

Bij het molecular modelling deel leer je hoe computers worden ingezet om m.b.v. modelsystemen meer informatie over (bio)moleculen te krijgen. Hierbij komt in de werkcolleges ook het nodige rekenwerk aan bod, maar ook zul je veel opdrachten op de computer uitvoeren. In een werkcollege moest bijvoorbeeld. een stukje code worden aangepast (dit hoef je niet op het tentamen te doen), om een model aan een bepaalde situatie aan te passen. Aan de ene kant is het leuk om hier kennis mee te maken, aan de andere kant was het ook juist lastig, omdat de meeste mensen nog niet eerder met code schrijven in aanraking zijn gekomen. Verder wordt er bij dit deel gebruik gemaakt van een boek, waarvoor ons een google books link werd gegeven, zodat we geen geld aan het boek uit hoefden te geven. Er missen dan echter zo veel pagina’s, dat je niet echt je leerstof kan lezen. Dus als je het fijn vindt om een boek bij je vakken te gebruiken, zou ik het boek gewoon kopen.

In de practica worden de twee delen van het vak gecombineerd. Er wordt van experimentele NMR data gebruik gemaakt om voorspellingen te doen over de structuur van biomoleculen.

U.S.S. Proton

27

Jaar 2, Periode 3, AD

(SK-B2MEME) Membranen en membraaneiwitten

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 2. Kan samen met NMR spectroscopy en molmod gevolgd worden

Door Loes Teeuwen

De cursus membranen en membraaneiwitten wordt gegeven door Antoinette Killian, Toon de Kroon en een gastcollege van Eefjan Breukink. De docenten zijn enthousiast en goed in college geven. Antoinette Killian zal het eerste deel van de cursus verzorgen, dit zijn 6 hoor- en werkcolleges, 4 halve dagen practicum, een presentatie en een deeltoets. Het eerste deel gaat vooral over de membranen. Denk aan de opbouw van lipiden, de eigenschappen van de desbetreffende lipiden en de eigenschappen van membranen met verschillende lipiden. Bij de practica mocht je kiezen welke van de practica-opties je wilde doen. Je werkt in groepjes met tweetallen en een begeleider. Je wordt vrij gelaten in de practica waardoor je je practicum eigen kan maken. De werkcolleges van deel 1 weerspiegelen de vragen van het deeltentamen.

Het tweede deel wordt gegeven door Toon de Kroon en bestaat uit 6 hoor- en werkcolleges, het schrijven van een populair artikel en een deeltoets. Dit deel van de cursus gaat vooral over membraaneiwitten, lipide-transport en synthese. Onder andere komt de oxidatieve fosforylering aan bod. Bij het schrijven van een populair wetenschappelijk artikel moet je een relevant uitgezocht wetenschappelijk artikel begrijpen en hier een populaire versie van maken. De werkcolleges van dit deel weerspiegelen het deeltentamen minder. De vragen in de werkcolleges zijn gedetailleerder en meer verdiepend dan het tentamen.

Deel 1 is meer scheikundig, waarbij deel 2 juist wat meer biologisch wordt. De delen sluiten bij elkaar aan, de kennis in deel 1 sluit mooi aan op het 2e deel.

Als laatste is er een gastcollege van Eefjan Breukink over een antibacterieel peptide dat werkt op een bacterieel membraan. Dit college is een mooi voorbeeld van de toepassing van de kennis uit deze cursus.

Er zijn verschillende boeken aangegeven voor deze cursus. Deze zijn handig als je nog even iets wilt nalezen, maar zijn naar mijn ervaring niet essentieel. De colleges bevatten alle informatie die je nodig hebt voor het tentamen. De hoeveelheid stof is prima bij te houden.

Er komen verschillende vakken in terug. Aspecten van celbiologie, biomoleculaire chemie en functionele biologie. Het vak is scheikundig en biologisch.

De tentamens zijn goede weerspiegelingen van de cursus. Het eerste deel is wat meer letterlijk te leren dan het tweede deel. Dit zit ook in de tentamens verwerkt.

Ik vond het een erg leuke en interessante cursus met leuke practica.

Alternatieve Studiegids

28

UBV

Jaar 2, Periode 1& 3, AD

(FA-BA201) Infectie en afweer (voorheen Infecties)

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 2

Door Marc Roelofs

Het vak infecties bij farmacie wordt gegeven door Terre Halsma en Paul Henricks.

Wat als eerste handig is om mee te nemen, voor niet farmaceuten, is dat er in deze cursus vooral gekeken wordt naar infecties met betrekking tot geneesmiddelen. Onderwerpen die voorbij komen zijn onder andere de biologie van het immuunsysteem, verschillende soorten pathogenen, geneesmiddelen en de vervuiling ervan.

Het vak bestaat uit hoorcolleges, MTE’s, practica en PGO’s.

De hoorcolleges geven een korte uitleg over een aantal hoofdstukken voor het tentamen. De colleges zijn overzichtelijk en de slides worden op blackboard gezet. In de MTE (Meet the expert) colleges geven een aantal gastsprekers met verschillende achtergronden informatie over hun vakgebied. Dit kan gaan over het tegengaan van de MRSA bacterie in ziekenhuizen maar ook over onderzoek naar HIV.

De meeste informatie voor het tentamen zal je uit de PGO’s halen. PGO staat voor probleem gestuurd onderwijs. Hierin ga je met een aantal andere medestudenten om een casus zitten, een probleemstelling bedenken en leerdoelen en deze het volgende PGO bespreken. Er wordt alleen tijdens de PGO’s niet altijd even duidelijk wat de exacte leerstof is uit het boek (Prescott’s, Microbiology). Dit is overigens wel een erg fijn boek om informatie uit te halen, het is duidelijk geschreven en geïllustreerd.

Ongeveer halverwege het blok begint het practicum. Je moet je voorbereiden op 3 weken achter elkaar 3 halve dagen per week in het lab staan. Alhoewel dit misschien zwaar klinkt, is het een leuk en informatief practicum. Je krijgt er veel verschillende vaardigheden te leren en het sluit aan op de theorie. Een labjournaal moet bijgehouden worden van alle proeven, wat erg rommelig kan worden als je het niet vanaf het begin geordend houdt. Aan het eind van het practicum kan je kiezen om je VMT-certificaat te halen. Dit houdt in dat je een boekje moet kopen en een open boek toets moet halen.

Het tentamen bevat alle stof uit de PGO’s en colleges, een vraag over een actueel onderwerp (in 2016 was dat het ZIKA virus) en vragen over een artikel dat van te voren gegeven wordt.

Al met al is het een erg leuk en leerzaam vak, maar is het af en toe wel even zoeken naar de exacte stof. Het tentamen is goed te doen als je alle colleges, PGO’s en het practica hebt gevolgd.

U.S.S. Proton

29

Door Marco van den Noort

De cursus Evolutie gaat over evolutie in de breedste zin van het woord. Tijdens de colleges zullen ook het ontstaan van de aarde en de tijdperken die de aarde kent, behandeld worden. Echter, de nadruk ligt vooral op de principes, wetmatigheden en begrippen die een belangrijke rol spelen binnen de evolutie. Je kunt hierbij denken aan begrippen als pre- of ex-adaptatie, natuurlijke selectie, bottle neck effect en fylogenie. De cursus is een vervolg op Biodiversiteit en Evolutiebiologie, maar met de kennis die je opgedaan hebt tijdens eerstejaars MLS-cursussen is dit vak ook prima te volgen. Met nadruk moet gezegd worden dat deze cursus waarschijnlijk de meest biologische cursus is die valt binnen het MLS-curriculum. Het vak is interessant en voor MLS’ers gemakkelijk te volgen, maar er zal veel irrelevante informatie voorbijkomen, die je als MLS’er waarschijnlijk nooit toe zal passen.

De structuur van de cursus is totaal anders dan de meeste cursussen. Één keer in de week zijn er interactiecolleges, waarbij de docent vragen stelt aan specifieke personen, voordat hij zelf uitleg zal gaan geven over de vraag. Deze colleges zijn verplicht, nuttig en worden gegeven door Edwin Pos en Alexandre Jousset. Edwin is een erg fijne en zeer goede docent, die je aandacht weet vast te houden en veel interessants in weinig tijd weet te vertellen. Alexandre geeft gelukkig maar enkele colleges. Hoewel hij een zeer aardig persoon is, heeft hij veel moeite met de taal. Hierdoor is hij lastig te volgen. Verder is er een enkele keer een onbelangrijk en vaak niet interessant (voor MLS’ers) gastcollege. De gastcolleges worden bijvoorbeeld gegeven door mensen van het WNF.

De rest van de week bestaat uit het persoonlijk doorlezen en verwerken van de stof (2 à 3 hoofdstukken van 30 blz. per week) uit het boek, Douglas J. Futuyma: Evolution en het maken van twee grote opdrachten die door de gehele periode lopen. Het boek is erg fijn en overzichtelijk. Bij de eerste opdracht wordt een wetenschappelijk voorstel geschreven om een bepaald organisme te laten beschermen, met daarbij een gefilmde pitch. Als tweede moet elke groep voor deze opdracht een tegenvoorstel schrijven naar een andere groep met daarbij ook een pitch. Vervolgens wordt er met de gehele groep vergaderd en besloten welke voorstellen het sterkst staan. Voor de tweede opdracht wordt er van je verwacht dat je in groepjes van twee 15 organismen uit 15 verschillende fyla verzamelt en deze presenteert aan de docent in de laatste week van de cursus. De opdracht is voor ons als MLS’ers vrij pittig, omdat we vrij weinig algemene kennis hebben op dit gebied.

Het afsluitende tentamen is een prima representatie van de cursus en gaat vooral in op de principes van de evolutie en gelukkig niet de tijdperken van de aarde en dergelijke. Uiteindelijk kan met zekerheid gezegd worden dat het vak relatief weinig tijd heeft gekost (5-15 uur per week), het niveau goed genoeg is voor een niveau twee vak en ik er veel heb geleerd. De opdrachten daarentegen blijven nutteloos voor een MLS’er en ga je misschien als saai ervaren.

Jaar 2, Periode 3, BC

(B-B2EVO09) Evolutie

Timeslot: BCECTS: 7,5Niveau 2

Alternatieve Studiegids

30

UBV

Jaar 2, Periode 3 & 4, Jaar 3, Periode 1 & 2

(BETA-B2EM) Educatieve minor bètawetenschappen

Timeslot: ECTS: 7,5

Door Yoni Nederstigt

De educatieve minor bèta bestaat uit totaal 30 ects en leid je op tot docent vmbo-tl en onderbouwdocent havo/vwo, oftewel tweedegraads docent scheikunde. Je volgt deze minor bètabreed, wat inhoudt dat je samen met wiskundige, biologen, natuurkundige en informatica studenten jezelf ontwikkeld tot tweedegraads docent. De minor begint in de derde periode van je tweede jaar en loopt door tot de tweede periode in je derde jaar. Dit houdt in dat je er een vol jaar deeltijd mee bezig bent. Dit vond ik persoonlijk erg fijn, omdat je dan niet de draad kwijt raakt bij de echte hardcore scheikunde vakken.

De minor begint dus in de derde periode in je tweede jaar. Op woensdagmiddag is er een verplichte bijeenkomst en je gaat gelijk 1,5 dag stage lopen op een middelbare school. Deze school wordt in de meeste gevallen voor je geregeld en ze hebben dan ook ervaring met stagiaires. Je begint met meekijken maar als snel neem je wat onderwerpen of lessen over van je begeleider. Na de zomervakantie gaat je stage verder en ben jij de docent. Je begeleider is er dan niet meer bij en jij hebt de volle verantwoordelijkheid over 1 of 2 klassen. Je zit dan ook vergaderingen bij, overlegt met de docenten van jouw vak en doet oudergesprekken als deze voorkomen. Het leuke is dat iedereen je ook echt als docent ziet en de meeste docenten betrekken je ook bij veel activiteiten.

De bijeenkomsten op woensdagmiddag bestaan vaak uit het delen van ervaringen en wat didactische inzichten. Deze bijeenkomsten waren achteraf waardevoller dan ik gedacht had en helpen je zeker verder in je ontwikkeling tot docent. Iedereen die het een beetje trekt het docentschap in te willen raad ik zeker aan om dit al te proeven in de minor. Je leert ontzettend veel, ook over jezelf en bij het behalen van je bachelor krijg je ook een papiertje tweedegraads docent scheikunde.

Voor verdere informatie: https://students.uu.nl/beta/educatieve-minor-beta

U.S.S. Proton

31

Jaar 2, Periode 4, AD of BC

(SK-BREPB of SK-BREPD) Research project

Timeslot: BC of ADECTS: 7,5Niveau 3

Bij het researchproject loop je vijf weken lang stage bij een onderzoeksgroep van scheikunde en leer je gaandeweg in de praktijk onderzoek doen.

Alternatieve Studiegids

32

UBV

Jaar 2, Periode 4, BC

(SK-BTOYM) Toy Models

Timeslot: BCECTS: 7,5Niveau 3

Door Maarten Bransen

Het vak Toy Models is een interdisciplinair vak bedoeld voor zowel bachelor- als masterstudenten van natuurkunde, scheikunde en biologie. In dit vak bestudeer je een aantal van de meest bekende ‘ toy models’: (wiskundige) modellen die op basis van zeer simple input complex gedrag vertonen. Deze modellen zijn bovendien vaak toepasbaar op zeer veel verschillende systemen en onderwerpen. Het vak wordt georganiseerd door Willem Kegel (o.a. bekend van fysische chemie 2 en 3) maar gegeven door 5 verschillende docenten. Omdat iedere docent een ander toy model behandelt werkt dit goed en het zorgt voor een leuke afwisseling aan onderwerpen. De modellen die besproken worden komen uit de (statistische) natuurkunde en computationele biologie of combinaties van die twee. Onderwerpen zijn o.a. het beschrijven van magnetisme (of stemgedrag bij verkiezingen, financiele markten, ...), statistiek van genexpressie, roofdier-prooi modellen en patroonvorming (waarom heeft een zebra strepen?) en random walks (van dronken student tot polymeren). Toetsing bestaat uit twee tentamens en een presentatie waardoor de studielast goed verspreid wordt.

Het vak is qua onderwerpen divers en over het algemeen heel boeiend doordat modellen worden besproken die zeer breed worden toegepast en die onverwachte en vaak complexe resultaten opleveren. De colleges vond ik dan ook over het algemeen leuk om te volgen,hoewel er wat verschil was tussen de verschillende docenten. Leren voor tentamens was echter een stuk minder eenvoudig, omdat sommige onderdelen alleen computerpractica geven als werkcollege en er niet voor alle onderwerpen vragen waren om mee te oefenen, maar hier wordt aan gewerkt. De computerpractica geven wel de mogelijkheid om zelf met deze modellen te spelen en te zien wat voor effect een kleine verandering heeft. Voor (master) studenten met een degelijke achtergrond in (statistische) thermodinamica is het vak goed te doen (maar vereist wel inzet), voor bachelors kan het behoorlijk pittig zijn en fysische chemie 2 (en liefst 3) is echt een must voor dit vak. Voor studenten die geïnteresseerd zijn in de grensvlakken tussen scheikunde, natuurkunde biologie en wiskunde, is het zeker een aanrader.

U.S.S. Proton

33

Jaar 2, Periode 4, AD

(SK-BKWAN) Kwantumchemie en anorganische chemie

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 1

Door Mickey Bramer

Zoals de naam al aangeeft bestaat het vak uit twee delen, waarvan beide ongeveer een maand duren. Het eerste deel wordt getoetst middels twee deeltentamens die elk twee hoofdstukken (met dus een totaal aan vier) uit het boek Fysische Chemie van Ball behandelen; het tweede deel kent één tentamen. De docenten zijn respectievelijk Daniël Vanmaekelbergh en Krijn de Jong.

Het onderdeel Kwantumchemie behandelt de basis van de kwantummechanica, maar dan toegespitst op de chemische kant van het geheel. Het eerste hoofdstuk gaat over een stukje wetenschapsgeschiedenis rondom het inslaan van deze nieuwe weg; het tweede hoofdstuk behandelt de basispostulaten en het befaamde ‘deeltje in een doosje’; het derde gaat over het kwantummechanisch beschrijven van een H-atoom en het laatste houdt zich bezig met atomen met meerdere kernen. Voorkennis is niet nodig, al maakt enige wiskundige handigheid en wat info over orbitalen alles wel een stukje makkelijker.

De docent is Vlaams en krijgt met zijn zachte g in ‘energie’ al snel de lachers op zijn hand. Verder vertelt hij helder, is hij duidelijk te verstaan en zijn de PowerPoints uitstekend. Men krijgt het eerste college een dictaat uitgereikt met daarin werkcollegeopgaven, enkele oefentoetsen en álle gebruikte PowerPoints, zodat je Ball eigenlijk nooit meer open hoeft te slaan. Dit deel van het vak heeft driemaal hoor- en werkcollege per week; het laatste hoorcollege voor een tentamen is telkens gepland als herhalingscollege. Hoewel er bij de opgaven veel formules om de hoek komen kijken, is het tentamen grotendeels reproductie en zal je met een goede voorbereiding niet in problemen komen. Alle colleges staan op Lecturenet.

Al met al een bijzonder interessant vak, waarbij men zich in de leerling verplaatst heeft, zodat alles prima te behappen is. Sommige formules komen een beetje uit de lucht vallen en wat meer diepgang zou soms wel leuk zijn, maar aan een leuke berekening tussendoor ontkom je niet.

Op het moment van typen heb ik het tweede deel nog niet gehad, maar enige ervaring met de docent in kwestie leert je dat het vak waarschijnlijk prima in elkaar zal zitten. Hij geeft heel duidelijke colleges waarin hij aangeeft wat wel en niet belangrijk is voor je tentamen; volgens mij zijn ook deze op Lecturenet terug te vinden. Inhoudelijk zal deze cursus aansluiten bij het eerdere stuk Anorganisch (onderdeel van Fysisch), maar er is geen voorkennis vereist, omdat het eerder een verbreding dan een verdieping is. Als boek wordt Inorganic Chemstry van Weller gebruikt.

Als dit deel enigszins overeenkomt met dat van eerder dit jaar, zullen de stof (bindingen, zouten, metalen, pH en elektrochemie) en het tentamen interessant en weinig uitdagend zijn.

Alternatieve Studiegids

34

UBV

Jaar 2, Periode 4, AD

(B-B2NEUR10) Neurobiologie

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 2

In de cursus neurobiologie ga je dieper in op het ontstaan en de ontwikkeling van de hersenen, zowel bij dieren als bij mensen. In het eerste deel leer je vooral de globale dingen over het brein, zoals hoe zenuwen zich ontwikkelen en uiteindelijk signalen door kunnen geven of dingen als de 12 hersenzenuwen met hun verschillende functies. In het 2e deel word er vanuit verschillende functies van het lichaam naar de hersenen en hun signaalverwerking gekeken. Je bekijkt bijvoorbeeld wat er met je hersenen gebeurt als je slaapt, of hoe de signaaltransductie verloopt als je iets ruikt, voelt of ziet. Doordat er ook verschillende ziektes besproken worden tijdens de colleges, kun je goed begrijpen waar deze ziektes op ingrijpen en hoe belangrijk die “onderdelen” van de hersenen zijn voor bijvoorbeeld beweging of het geheugen.

De cursus neurobiologie wordt door 2 enthousiaste docenten gegeven. Ze leggen de stof erg goed uit en gebruiken daarbij veel interessante voorbeelden uit de praktijk. Het onderwijs bestaat vooral uit hoorcolleges en werkcolleges. Tijdens sommige werkcolleges zijn er echter preparaten aanwezig en kun je die bekijken of daar vragen over stellen. Ook is er een computerpracticum om de werking van de zenuwen en hun signaaltransductie beter onder de knie te krijgen, deze kan ik aanraden! Tijdens de cursus werk je ook aan een leuke opdracht waarbij je een zelf gekozen stelling uit de media gaat checken en daar een stuk over schrijft.

Het boek staat in Osiris aangemerkt als verplicht, en ik kan hem ook zeker aanraden. Naast de mooie en duidelijke plaatjes staat alles hier ook nog duidelijk in uitgelegd. Bij het boek wordt een toegangscode geleverd voor de digitale leeromgeving, maar deze vond ik niet heel erg duidelijk en heb ik daardoor ook weinig gebruikt.

De stof vond ik niet heel erg moeilijk, het is vooral veel wat je moet weten, maar dat maak het niet minder interessant. Het tentamen sluit goed aan op de stof die voorbij komt in de hoor- en werkcolleges. Ik raad deze cursus aan, aan iedereen die interesse heeft in de werking van het brein. De cursus is erg leerzaam en je doet veel leuke en nuttige kennis op over hoe het er in die vreemde en soms ook mysterieuze hersenpan aan toe gaat.

U.S.S. Proton

35

Jaar 2, Periode 4, BC

(B-B3IMMB09) Immunobiologie

Timeslot: BCECTS: 7,5Niveau 3

Tijdens de cursus ga je in detail in op het imuunsysteem, zo leer je veel over innate en het adaptive imuunsyteem en hoe deze verbonden zijn met elkaar. De cursus is onderdeel van het Theoretische Biologie studiepad. De analyse van het imuunsyteem gebeurd dan vaak ook aan de hand van wiskunde modellen. Je hoeft deze modellen niet tot in de puntjes te begrijpen maar voor de toets is het wel belangrijk dat je de essentie van de gebruikte modellen en hun uitkomsten hebt begrepen.

Het grootste deel van de colleges wordt gegeven door Can Kesmir. De rest van de colleges wordt gegeven door veschillende gastdocenten. Als je een bonuspunt op je toetscijfer wilt verdienen kan je er voor kiezen om over een van de hoofdstukken zelf een college voor te bereiden en te geven. Verder moet je met een klein groepje een wetenschappelijk artikel uitpluizen over een recent immunobiologisch onderzoek. De bevindingen moet je presenteren aan de andere studenten, in totaal gaat het over 10 artikelen die ook allemaal kunnen terugkomen in de toets. Tijdens de werkcolleges werk je met R studio om de dynamica van immuuncellen te analiseren, om zo iets te kunnen zeggen over verschillende ziektes zoals HIV en reuma. Dus het gevolgd hebben van statistiek en R is absoluut een pre voor dit vak maar het is niet noodzakelijk. Ook ga je op zoek naar de evolutionaire oorsprong van verschillende onderdelen van het imuunsyteem. De werkcolleges zijn vrij moeilijk maar je wordt goed begeleidt en het niveau van het tentamen ligt lager dan de opdrachten die je daar maakt. Aan het einde van het blok heb je een tentamen over alle stof. Aangezien het er erg veel stof behandeld wordt tijdens de cursus is zelfstudie een belangrijk onderdeel van het vak.

Kortom, het is een erg leuk maar pittig vak wat erg goed wordt begeleidt. Waar je in korte tijd tot in de kleinste details ingaat op het immuunsysteem. Dus als je dat interessant vindt en je hebt geen verschrikkelijke afkeer tegen een flinke dosis feitjes stampen en wiskundige modellen dan zou ik het vak zeker volgen.

Alternatieve Studiegids

36

UBV

Jaar 2, Periode 4, BC

(BMW33316) Bioinformatica en genoomanalyse

Timeslot: BCECTS: 7,5Niveau 3

Door Hanneke Leegwater

Bioinformatica en genoomanalyse is een vak bij BMW en als student MLS volg je het samen met studenten BMW en biologie. We waren in 2017 met ongeveer 30 mensen.

Het vak begint met een korte introductie programmeren in python, waarbij je de basics van het maken van for-loopjes en data opslaan in lists en arrays meekrijgt. Je past die kennis ook gelijk toe tijdens de COO’s om bijvoorbeeld startcodons in het genoom van een bacterie te zoeken. Het tweede deel van de cursus is genomics en in korte tijd worden enorm veel next en next-next generation sequencingtechnieken behandeld. De focus ligt hierbij op patronen zoeken in de enorme hoeveelheid data die gegenereerd is bij de technieken. Hoe sequencing werkt wordt minder uitgebreid besproken, dus het is handig om dat al bij een eerder vak zoals genoombiologie gehad te hebben. Daarna volgt een stukje regulomics. Dit kijkt meer naar de analyse van data over epigenetica, transcriptiefactoren, histonmodificaties en andere dingen die transcriptie kunnen reguleren. Als laatste komt proteomics aan bod.

Elk deel van dit vak heeft een eigen docent, en binnen een deel heb je verschillende studentassistenten en sprekers bij hoorcolleges. Aan de ene kant is dit heel leuk, maar aan de andere kant mist de samenhang tussen onderdelen wel. Dit is het tweede jaar dat de cursus is gegeven, dus het kan zijn dat alles volgend jaar weer anders wordt. De COO’s behandelen veel verschillende tools en manieren om data te analyseren, soms wel heel erg veel.

Qua voorkennis denk ik dat het vak niet heel makkelijk is zonder genoombiologie of enige ervaring met programmeren. Veel kennis uit MBBT, Cellen en weefsels en functionele biologie komen terug.

U.S.S. Proton

37

Door Loes Teeuwen

Het vak ontstekingen(FA-302) bij farmacie is een immunobiologisch vak wat geen onderdeel is van de major MLS. Dit vak is niveau 3 vak wat je kan volgen in periode 1 en 3. De voorkennis handig voor dit vak is het vak immunobiologie (B-B3IMMB09) van biologie en infecties (FA-206) van farmacie. Het vak bestaat uit 4 werkcolleges over het immuunsysteem, 3 PGO taken over astma, rhinitis en reumatoïde artritis, 4 practicumdagen over mestcelactivatie en 6 hoorcolleges over het immuunsysteem, dierproeven, astma, COPD en reumatoïde artritis. De medicijnen tegen deze ziektes worden uitgebreid besproken. Het is een pittig vak als je eerder geen immunobiologisch vak hebt gevolgd, maar goed te doen als je deze voorkennis wel bezit. De practicumdagen zijn erg leuk en interessant. Je voert o.a. een ELISA, PCR en orgaanbadstudie uit. Je hebt 1 posterpresentatie over een van de practica en 1 eindtentamen over de gehele stof. Je wordt ingedeeld in werkcollege en pgo groepen waar je een vaste docent aangewezen krijgt. De hoorcolleges worden door verschillende docenten en gastdocenten gegeven. Het tentamen is redelijk moeilijk maar is zeker te doen als je alle opdrachten maakt. Ik vond het een erg leuk vak en ik zou het aanbevelen als je interesse hebt in het immuunsysteem.

Jaar 3, Periode 1 & 3, BC

(FA-302) Ontstekingen

Timeslot: BCECTS: 7,5Niveau 3

Alternatieve Studiegids

38

UBV

Jaar 3, Periode 1, A

(SK-BWS2-13) Wiskunde 2

Timeslot: AECTS: 7,5Niveau 2

Door Joyce Kromwijk

Dit vak is een vervolg op de wiskunde uit het eerste jaar en het wordt gedoceerd door Paul Zegeling. Er wordt, net als bij de eerstejaars wiskunde vakken, gebruik gemaakt van “The Chemistry Maths Book” en daarnaast worden er ook opdrachten en onderwerpen behandeld uit het dictaat dat door de docent is opgesteld.

De cursus behandelt onder andere wiskundige rijen en reeksen, differentiaalvergelijkingen en verschillende technieken om deze op te lossen, Fourieranalyse en niet-lineaire (differentiaal) vergelijkingen. Deze onderwerpen lijken op het eerste gezicht erg verschillend van elkaar maar later zal blijken dat ze enige overlap hebben. Naast het feit dat dit vak interessante, leuke, onderwerpen behandelt geeft het je ook meer wiskundig inzicht wat goed van pas kan komen bij de andere cursussen binnen de studie Scheikunde.

Gedurende dit vak zijn er drie momenten waarop een thuisopdracht ingeleverd kan worden. Deze opdrachten geven je meer oefening en kennis van de behandelde stof wat erg fijn is. Met deze opdrachten kan je al punten halen die meetellen in je uiteindelijke cijfer. Het grootste deel van het uiteindelijke resultaat wordt bepaald door de open boek toets aan het einde van de periode.

Zelf vond ik het vak erg interessant en goed opgezet. Als je wiskunde leuk vindt of als je een goede basis wilt leggen voor vakken waarbij veel gebruik wordt gemaakt van wiskundige technieken is deze cursus zeker een aanrader!

U.S.S. Proton

39

Jaar 3, Periode 1, D

(SK-B2RDEM) Röntgendiffractie en elektronenmicroscopie

Timeslot: DECTS: 7,5Niveau 2

Door Maria Konijnenberg

Het vak Röntgendiffractie en EM vond ik een van de leukste vakken die ik afgelopen jaar heb gevolgd! Als MLS student had ik na het eerste jaar de keuze om meer biologische of scheikundige vakken te volgen. Ik merkte dat ik toch meer richting de scheikundige aspecten neigde en schreef me in voor dit vak.

Het vak bestond uit 2 delen, een deel over röngendiffractie en een deel over elektronenmicroscopie. Vooral het eerste gedeelte vond ik erg leuk. De stof werd zeer divers aangeboden, namelijk in de vorm van hoorcolleges, computerpractica en een praktische opdracht. De hoorcolleges waren duidelijk en erg interessant en door de opdracht werd de kennis een stuk realistischer en daardoor beter te begrijpen. Bij de opdracht werd een bepaald aantal gegevens van een bepaald kristal gegeven, namelijk het diffractiepatroon en de soort stof. Met enkel deze gegevens kon worden bepaald in wat voor kristalstructuur deze stof in dit geval voorkwam. Zelf vond ik dit het leukste onderdeel van de cursus. De computerpractica waren daarentegen wat abstracter, maar ook een goede, interessante toevoeging.

Na het eerste deel kwam de stof over elektronenmicroscopie. Dit vond ik een stuk lastiger, voornamelijk omdat het abstracter en lastiger te visualiseren was. Wel was het erg leuk om van de docent, Friedrich Förster, te horen over zijn eigen onderzoek. Zo werd het ook beter te begrijpen en in de realiteit te plaatsen.

Alternatieve Studiegids

40

UBV

Jaar 3, Periode 1, AD

(B-B2THEC05) Theoretische ecologie

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 2

Door Alexandra de Reus

De cursus Theoretische ecologie kan worden gezien als een vervolg op het biologische eerstejaarsvak Systeembiologie. De coördinator van het vak is Rob de Boer. Theoretische ecologie is een kerncursus voor het studiepad Theoretische biologie & informatica. Verder wordt deze cursus aanbevolen voor de studiepaden: Biogeïnspireerde technologie, Evolutie en biodiversiteit, Gedragsbiologie, Mariene wetenschappen en Microbiologie.

De cursus is opgedeeld in 2 delen. In het eerste deel wordt gedurende 5 weken alle theorie uitgelegd, welke vervolgens worden getoetst op een tentamen. In de ochtend wordt er een hoorcollege gegeven, welke wordt gevolgd door een werkcollege of een computerpracticum. In het computerpracticum wordt er gewerkt met het programma GRIND. De hoorcolleges, werkcolleges en computerpractica zijn niet verplicht. Uit eigen ervaring raad ik aan om wel aanwezig te zijn bij de werkcolleges en practica. De stof is vrij lastig en het vak is daarom makkelijker te halen als de werkcolleges en de computerpractica worden gevolgd. Ook lopen er tijdens de werkcolleges studentassistenten rond die je kunnen helpen. Het tentamen bestaat uit open vragen. Het niveau van het tentamen is representatief met het niveau van de werkcolleges en de computerpractica.

In het tweede deel van de cursus werk je in een groepje van ongeveer 3 studenten aan een eigen project. In het project lees je een artikel waarna je het onderzoek van dit artikel (en de theoretische methode) gaat reproduceren in GRIND. Ook maak je nog een aanvullende opdracht over het artikel. Met je groepje maak je hier een schriftelijk verslag over en geven jullie een presentatie over jullie project. Dit project is lastig, maar wel te doen, zeker met de hulp van je begeleider. De begeleider is Rob de Boer of een van de studentassistenten.

Naast het project worden er klassikaal artikelen besproken. Het is zeer handig om bij deze artikelbesprekingen aanwezig te zijn, aangezien het tweede tentamen een openboek tentamen is over deze artikelen. Ook kan je bij deze artikelbesprekingen bonuspunten verdienen door een alinea of figuur van het artikel uit te leggen aan de andere studenten.

Over het algemeen is het vak te halen, maar je moet er wel veel tijd in steken en een actieve houding hebben tegenover de werkcolleges en hoorcolleges. Het doel van deze cursus is om meer begrip te hebben over hoe modellen biologische situaties kunnen weergeven en om zelf wiskundige modellen op te stellen voor ecologische vraagstukken.

U.S.S. Proton

41

Jaar 3, Periode 1, AD

(B-B3GENB09) Genoombiologie

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 3

Genoombiologie behandelt de genetica op grote schaal en hoe dit bestudeerd kan worden. Deze cursus heeft ‘de cel’ als ingangseis en valt binnen de studiepaden Theoretische Biologie en Bioinformatica (TBB) en Ontwikkelingsbiologie (OB). De stof die wordt behandeld past echter ook goed bij de studiepaden cel-, micro-, planten-, neuro-, en evolutiebiologie. Het vak wordt gegeven door drie docenten: Guido van den Ackerveken, Berend Snel en Ronnie de Jonge. Guido behandelt vooral de moleculaire en genetische onderwerpen en Berend en Ronnie vooral het bioinformatica gedeelte. De docenten zijn erg enthousiast over hun vak en zorgen voor een sfeer van actieve participatie.

Er zijn twee tentamens die elk voor 30% meetellen. Deze bestaan uit open vragen waarbij je vrij veel dingen echt moet weten. Een voordeel is wel dat het weinig redenatievragen zijn en dat het duidelijk is wat je moet leren en wat je alleen hoeft te begrijpen. De leerstof bestaat voornamelijk uit de hoorcolleges en wordt ondersteund door review artikelen uit de reader die je op het begin van de cursus kan kopen. Er is dan ook geen boek voor deze cursus. Het eerste deel beslaat de volgende onderwerpen: RNA, chromosoomopbouw, DNA/histonmodificaties en imprinting. De onderwerpen van het tweede deel zijn: comparitive genomics, genoomanalyse, human genome evolution, functional genomics en Big data. Er zijn ook twee debatten die samen 10% meetellen en een werkstuk dat 30% meetelt.

Verder zijn er een aantal interessante gastcolleges. Afgelopen jaar was de eerste spreker Wouter de Laat over een techniek die de 3D structuur van genetisch materiaal in kaart kan brengen. De tweede spreker was Edwin Cuppen over personalized medicine.

De onderwerpen die worden behandeld zijn relatief nieuw. Dit maakt de cursus interessant omdat je informatie krijgt die niet al jaren onveranderd in een tekstboek staat. In de toekomst zal deze tak van biologisch onderzoek steeds groter worden. Daarom is deze cursus aan te raden voor elke student die met genetica te maken krijgt.

Alternatieve Studiegids

42

UBV

Jaar 3, Periode 1, AD

(B-B2MINT10) Microbiële interacties

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 2

Microbiële interacties is een vak wat erg breed is. Dit merk je al aan de naam van het vak, microbiële interacties. Er wordt in twee delen gekeken naar de interacties van micro-organismen. Het eerst deel wordt door Margot koster gegeven en gaat voornamelijk over micro-organismen in het algemeen, hoe ze in elkaar zitten, repliceren etc. Het tweede deel wordt voornamelijk gegeven door Peter Bakker en gaat over de interactie tussen bacteriën en planten.

Het eerste deel kijkt dus niet zozeer naar de interacties van micro-organismen maar voornamelijk naar wat een micro-organisme nou is. Ook worden er veel methodes aangekaart waarop wij gebruik maken van deze micro-organismen, denk hierbij aan het vinden van virulentiefactoren en het gebruik van plasmiden. Als je het vak biotechnologie gevolgd hebt kunnen dezen delen ietwat saai zijn aangezien ze niet verder op de stof ingaan.

Het tweede deel van het vak gaat over de interactie tussen micro-organismen en planten. Dit sprak mij heel erg aan. Dit deel wordt voornamelijk gegeven door Peter Bakker en Corné Pieterse. Wat deze docenten voornamelijk laten zien is dat een plant ontzettend veel methodes heeft om micro-organismen van zich af te houden of in zijn voordeel te gebruiken en dit zijn er een hoop. Er wordt op niks al te diep in gegaan omdat hier simpelweg niet de tijd voor is. Wel wordt goed aangetoond hoe complex een plant in elkaar kan zitten. Mocht je het vak Planten, Adaptatie en Afweer al gevolgd hebben dan zul je dit deel een stuk minder interessant vinden en vooral diepgang missen. Heb je daarentegen alleen Biologie en Ecologie van Planten gevolgd en vond je dat leuk dan ga je dit deel super vinden.

In conclusie is microbiële interacties geen verdiepend vak maar voornamelijk een vak dat je helpt om te vinden wat jij interessant vindt. Het vak is dus zeker een aanrader voor mensen die net hun eerste jaar hebben afgerond en nog niet weten welke kant ze op willen. De practica die bij beide delen worden gegeven zijn een leuke stap in het werken met micro-organismen en de tentamens van beide delen zijn goed te doen mits je alle colleges volgt.

U.S.S. Proton

43

Jaar 3, Periode 1, AD

(B-B2PLFY09) Plantenfysiologie

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 2

Door Jeroen Zewald

Plantenfysiologie is een cursus waarin je veel meer bijleert over hoe planten zich door hun leven heen ontwikkelen. Het sluit goed aan op Biologie van Planten en is het best te vergeli-jken met het derde deel van die cursus (plantenhormonen, phytochromen, bloei). Zo leer je over hoe een plant van zaadje tot bloeiende plant groeit met alle tussen liggende processen (kieming, groei en aanmaak van organen, bloei, vruchtvorming, enz.). Daarnaast gaat de cursus ook kort in op de afweer en dood van de plant, plus hoe planten op elkaar reageren. Het is wel een cursus die gedetailleerd op deze processen ingaat, waardoor de stof voor de tentamens uiteindelijk flink oploopt. De processen (groei en aanleg) zijn op zichzelf niet ingewikkeld maar de aansturende mechanismen kunnen wel lastig en gedetailleerd worden. Het kan daarom geen kwaad als je een moleculair/cel vak gevolgd hebt op niveau 2 (niet verplicht, maar het kan wel handig zijn). Hou er dus rekening mee dat je wel moet werken voor het vak, omdat die details ook gevraagd kunnen worden. De cursus wordt gegeven door Marcel Proveniers. Dit is een docent met hart voor zijn vak en hij is dan ook een enthousiaste leraar. Hij geeft duidelijke en relevante colleges en legt constant vergelijkingen met de praktijk en de toepassingen. Een nadeel is alleen dat door alle details, het soms moeilijk kan zijn om hoofdzaak van bijzaak te scheiden. In de cursus krijg je hoorcolleges en werkcolleges. De hoorcolleges zijn duidelijk (in het Ned-erlands) en de werkcolleges geven een hele goed indruk van het tentamen (ze zijn dus aan te raden). Het tentamen zelf is lastig en bevat veel stof, maar het is te doen als je de werkcol-leges goed kan volgen. Wat deze cursus niet heeft zijn practica, wat wel jammer is omdat de cursus daar best geschikt voor is. Wel moet er een presentatie over een artikel aan het einde van de cursus gegeven worden en moet er halverwege een essay worden geschreven. Het boek wordt weinig gebruikt in de cursus en is dan ook niet noodzakelijk. De hoorcolleges volgen het boek maar het boek is soms gedetailleerder en ingewikkelder dan nodig of er kloppen wat stukken niet. Bovendien gebruik je (mits je de hoofdstukken meeleest) maar 1/3 van het boek. Je kunt hem dus kopen om soms iets na te lezen, maar het is niet noodzakelijk.Over het algemeen is het echt een interessante cursus die je erg veel over interessante dingen over planten leert en die ik ook leuk vond om te volgen (ook als je de plantenrichting niet op wil). Maar vergeet niet dat je er wel echt voor moet werken want het is veel stof die niet altijd even makkelijk is.

Alternatieve Studiegids

44

UBV

Jaar 3, Periode 1, BC

(SK-BVIZI) Virusziekten

Timeslot: BCECTS: 7,5Niveau 3

Door Lucas Gyurik

Het vak bracht op een basisniveau de nano moleculaire en macro moleculaire eigenschappen van verschilende virussen in kaart. Over virussen in het algemeen werd relatief weinig verteld, aangezien er in totaal 5 colleges waren. Dit liet meer tijd over om het over een specifiek virus te hebben tijdens het project. Naast de 5 colleges was het project dus een heel groot deel van het vak.

De colleges werden door verschillende docenten gegeven met ieder zijn eigen specialisme. Ik ben het ermee eens dat de stof moet worden gegeven door de specialist, alleen is het handiger om een vast format te hebben. Het aanbieden van een dictaat zou hier al heel erg helpen. De meeste studenten hebben namelijk geen zin om aparte pagina’s in verschillende biochemie boeken op te zoeken. Ook zou een enkele docent fijner zijn, aangezien het niveau stof dat wordt gegeven vrij basis is. Dit neemt niet weg dat de behandelde materie interessant is, ook voor de niet-biochemist (zoals ik).

Het tentamen werd al snel gegeven vanwege het kleine aantal colleges. Zoals gezegd was het moeilijk om een verzameling van de stof bij de hand te hebben. Het maken van samenvattingen was in ons geval de oplossing, maar een dictaat zou fijn zijn. Verder kan ik niet goed oordelen over het tentamen, vanwege het feit dat ik niet goed ben in biochemische tentamens. Maar van wat ik heb gehoord was het een eerlijk tentamen om te maken.

Verder ben ik enthousiast over het project dat gedaan moest worden. In een groepje van vier ga je gedurende het hele vak inzoomen op een virus en onderzoeken, aan de hand van literatuur, wat een behandelings-/preventiemethode zou zijn wanneer iemand geïnfecteerd is. Misschien kwam het door mijn enorm relaxte en bekwame begeleider, maar dit project, gepaard met mijn interesse voor virussen, heeft mij geleerd literatuur goed te kunnen beoordelen. Daarom is het ook verstandig dat dit vak in de eerste periode wordt gegeven, aangezien deze vaardigheid het hele derde jaar wordt gebruikt.

U.S.S. Proton

45

Jaar 3, Periode 2, AD

(B-B3COMB10) Computationele biologie

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 3

Door Arjan van Dalfsen

Computationele biologie is een niveau-3-cursus die gaat over het modelleren van biologische processen (predator-prooi relaties, evolutie van het proteoom, zwermgedrag van spreeuwen; you name it) en wordt gegeven door Paulien Hogeweg. De cursus is beslist niet gemakkelijk en je moet dan ook goed nadenken voordat je deze cursus kiest.

Het grote voordeel én nadeel van de cursus is Paulien Hogeweg. Zij is emeritus-professor en volgens haar wikipedialemma (!) is zij degene die de term bioinformatics heeft bedacht. Hogeweg is pionier op het vakgebied en weet dus zon beetje alles wat er op het gebied van computationele biologie te weten valt. Het voordeel daarvan is dat je heel veel kan leren tijdens de cursus, het nadeel is echter dat ze wel eens de neiging heeft te vergeten dat jij er nog niet zoveel vanaf weet. Op dinsdag en donderdag geeft Hogeweg van tien tot een hoorcollege (1 of 2 pauzes van een kwartier ertussendoor). Dit is erg lang, zeker ook gezien de moeilijkheidsgraad van de stof die wordt behandeld. Vervolgens is er een computerpracticum/werkcollege van half twee tot vijf. Deze werkcolleges zijn niet zozeer een herhaling van de stof in het hoorcollege, maar leren je vaak echt iets nieuws. Niets is verplicht bij deze cursus, maar iets overslaan is over het algemeen geen goed idee. Er is niet echt een reader (wel een soort wiki) en colleges uit het jaar 2014-2015 kunnen teruggekeken worden.

Als ik het nog niet duidelijk heb gemaakt: dit is geen cursus waar je even de punten mee binnen haalt. Het vak is zeer uitdagend, maar als je er in investeert levert je het ook echt iets op. Systeembiologie is een verplicht vak om met de cursus te mogen starten. Ook theoretische ecologie wordt aangeraden, maar is niet verplicht. Zelf ben ik als tweedejaars aan de cursus begonnen met systeembiologie en zonder theoretische ecologie. Ik heb de indruk dat het allemaal niet zoveel uitmaakt wat je wel en niet gehad hebt: de cursus ligt op een hoog niveau en iedereen die deelneemt, gaat het op een gegeven moment moeilijk krijgen. Het is gewoon zaak dat je niet opgeeft en je best blijft doen.

Het cijfer voor de cursus wordt bepaald door een mini-project, een seminar (waarin je resultaten van artikelen moet presenteren) en een tentamen aan het eind van de cursus. Als je gewoon hard gewerkt hebt, dan heb je best een goede kans om het tentamen te halen.

Afsluitend wil ik nog wel zeggen dat ik deze cursus een echte aanrader vindt. Oké, het is moeilijk, maar je leert ook heel veel. Op het gebied van evolutie, ecologie, netwerken en gedrag heb ik dankzij deze cursus stappen kunnen zetten.

Alternatieve Studiegids

46

UBV

Jaar 3, Periode 2, AD

(B-B2GKA05) Gentherapie, kanker en AIDS

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 3

Door Ianthe van Belzen

Gentherapie, kanker en AIDS wordt gegeven door Adri Thomas en gaat over, jawel, gentherapie, kanker en HIV/AIDS! Adri is een enthousiaste docent en geeft colleges die interessant en goed te volgen zijn. De lesstof van het vak bestaat uit een stuk of 70 artikelen die variëren in moeilijkheidsgraad - er is geen boek of reader. Het is aan te raden om de colleges te volgen zodat je een duidelijk beeld hebt van welke informatie je uit de artikelen dient te halen. Er zijn geen andere werkvormen dan de hoorcolleges, wat betekent dat je maar twee maal twee contacturen per week hebt voor GKA! Dit betekent niet dat de studielast erg laag is. Het is belangrijk om bij te blijven met lezen en de artikelen goed te begrijpen. Als vak geeft GKA veel vrijheid: er geldt geen aanwezigheidsplicht en de colleges worden opgenomen.

GKA is gericht op derdejaarsstudenten Biologie en Biomedische wetenschappen, daar zij voldoende ervaring hebben met het bestuderen van primaire literatuur. Je hebt minimaal 67,5 studiepunten nodig om toegelaten te worden, normaliter kan je je als tweedejaars nog niet inschrijven hierdoor. Persoonlijk vond ik het als tweedejaars MLS’er goed te doen, maar je moet wel gewend zijn aan het lezen van wetenschappelijke artikelen. De kennis uit Cellen en Weefsels en MBBT van de 1e periode van het 2e jaar kwam dan ook erg goed van pas! Daarbij leer je al vrij veel over signaaltransductie, kanker, het gebruik van virussen als vector en analysetechnieken zoals ELISA.

In de eerste helft van het vak worden gentherapie en kanker behandeld, en in het tweede gedeelte komt HIV/AIDS aan bod. Qua onderwerpen moet je denken aan: het inbrengen van een gen door middel van een virus, de mutaties die een tumor in staat stellen om te metastaseren en hoe HIV het immuunsysteem omzeilt.Beide onderdelen worden afgesloten met een tentamen dat bestaat uit open vragen, meerkeuzevragen en goed-fout vragen. Ook schrijf je een essay over een medicijn wat bij het vak past, dit is nog best lastig aangezien je geen begeleiding hierbij krijgt. De tentamens zijn ook best pittig, je moet gedetailleerde kennis hebben over de moleculaire processen en over het groter geheel. Wanneer je het vak succesvol afsluit, kan je dan ook zeker zijn dat je veel geleerd hebt over gentherapie, kanker en HIV/AIDS.

GKA vindt ik een goed vak om te volgen als MLS’er wanneer je geïnteresseerd bent in de (cel)biologie. Een sterk punt van GKA is dat je inzicht krijgt in hoe onderzoek in de praktijk verloopt en hoe allerlei processen in de cel elkaar opsubtiele wijze beïnvloeden. Hoe zaken precies werken in de natuur is niet altijd zo eenduidig te stellen als vaak gedaan wordt in de geïdealiseerde wereld van de studieboeken. Dat is een waardevolle les om als wetenschapper te leren.

U.S.S. Proton

47

Jaar 3, Periode 2, AD

(B-B3MPRO16) Moleculaire prokaryote microbiologie

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 3

Dit vak wordt vooral gegeven door Margot Koster, die tevens de cursuscoördinator is. Margot Koster heeft haarzelf inmiddels natuurlijk bewezen; haar colleges zijn interessant, grappig en ze kan goed vertellen. Verder worden er gastcolleges gegeven door onderzoekers, zij vertel-len over wat zij in de praktijk doen. Ook deze colleges waren erg leuk en interessant. Dit kan wel per jaar afwijken, ik geloof dat Margot elk jaar weer wat nieuws gaat verzinnen.

Naast de colleges werden er veel interactieve dingen gedaan. Het was helaas niet mogelijk om praktijkervaring op te doen tijdens deze cursus, maar dit werd opgelost door ons toch bezig te laten gaan met praktische dingen die je te doen krijgt als je later in het lab moet werken. We moesten bijvoorbeeld een abstract schrijven voor een nog niet gepubliceerd artikel. Ook moesten we een experimentopzet verzinnen aan de hand van voorbeelden uit de praktijk, door te kijken naar gepubliceerde artikelen en hoe men het daar deed.

Dit vond ik zelf heel erg interessant, omdat wij als biologen nogal veel bezig zijn met theorie en labwerk, maar eigenlijk nooit zelf dingen moeten verzinnen om te doen of dingen moe-ten schrijven – terwijl dit zeker een groot deel van je carrière zou kunnen worden.

Qua stof sloot deze cursus zeer goed aan bij de cursus ‘Microbiële Interacties’. Je duikt verder in de stof maar er wordt ook vanuit een andere manier naar de stof gekeken. Het tentamen was bijvoorbeeld geen echt leertentamen, maar testte vooral het inzicht van de student. Dit werd gedaan door vragen te stellen over experimenten maar ook door de student een vraagstuk voor te leggen en hem te laten uitleggen hoe dit met een experiment zou kunnen worden onderzocht.Na dit tentamen kregen we de eindopdracht waar we 5 weken aan mochten werken; het ontwerpen van een product met behulp van een micro-organisme. Hiervoor moesten we een wetenschappelijke bijlage, een businessplan en een pitch geven. Ook dit was een ontzettend leuke, nieuwe en leerzame vorm van onderwijs.

Al met al was dit vak ontzettend leuk en leerzaam. Goed georganiseerd, al helemaal als je bedenkt dat dit vak voor de eerste keer gegeven is! Ik zou het zeker aanraden als je interesse hebt in microbiologie.

Alternatieve Studiegids

48

UBV

Jaar 3, Periode 2, AD

(B-B3DID14) Didactiek

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 3

Didactiek is een niveau 3 vak, maar ik heb het al in mijn tweede jaar gevolgd. Het is een klein vak wat dit jaar maar door 11 studenten is gedaan. De docente is Marie-Christine Knippels. Zij is erg prettig in de omgang. Mede door de kleine groepsgrootte heb je erg veel persoon-lijk contact met de docente en leer je haar wat beter kennen dan in sommige andere vakken waar je alleen maar in grote collegezalen zit. Haar colleges zijn erg duidelijk en heel gevar-ieerd. Er wordt vaak een kleine opdracht gegeven waar je even zelf over na moet denken, alleen of met z’n tweeën, die dan vervolgens weer wordt terug gekoppeld. Dit zorgt ervoor dat je bij de colleges echt actief kan mee doen.Het vak didactiek gaat over het maken van goed onderwijs, hierbij wordt in de colleges vooral aandacht geschonken aan de theorie. Daarnaast maak je ook nog in groepen van 3 of 4 personen een lesplan. Dit is les die je op papier helemaal uitwerkt en ook verantwoordt. Bij het schrijven van het lesplan kun je de theorieën die je in de colleges krijgt goed toepas-sen. Naast de colleges en het schrijven van het lesplan, hoort er bij elke week ook een stuk literatuur. Dit is beschikbaar op blackboard en er wordt van je verwacht dat je dit leest als zelfstudie. Naast deze literatuur heeft de cursus geen andere boeken of een dictaat dat wordt gebruikt. Ik vond deze cursus goed te doen.Overal staat genoeg tijd voor ingepland, ook voor de zelfstudie. En door de actieve colleges wordt je goed op de rails gehouden en kan je nauwelijks achter gaan lopen. Het tentamen is precies zoals je het zou verwachten. Daar word je in de cursus ook goed op voorbereid, zeker als je zelf leert hoe je toetsen moet maken. Ik vond deze cursus heel erg leuk en mijn inter-esse voor het docentschap is er zeker door toegenomen. Ik zou de cursus zeker aanraden aan iedereen die overweegt het onderwijs in te gaan, maar ook aan mensen die geen leraar wil-len worden omdat je ook veel leert over hoe je kritisch kunt kijken naar je eigen onderwijs.

U.S.S. Proton

49

Jaar 3, Periode 3, AD

Moleculaire en cellulaire (neuro)biologie

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 3

Bij Biologie is vanwege overbezetting de cursus Moleculaire en cellulaire biologie opgedeeld in een neurobiologisch en een cellulair deel en daarbinnen nog een experimenteel en theoretisch deel. Bij ‘experimenteel’ doe je praktisch onderzoek, cellulair of neurobiologisch, en bij het ‘theoretisch’ doe je een literatuurstudie, cellulair of neurobiologisch. Hieronder is de mening de student van de cellulaire cursus.

Moleculaire en cellulaire neurobiologie:

Experimenteel (B-B3MCNBEX); Theoretisch (B-B3MCNBTH)

Moleculaire en cellulaire biologie:

Experimenteel (B-B3MCBE); Theoretisch (B-B3MCBT)

De cursus moleculaire en cellulaire biologie is uiterst geschikt om te kijken of het onderzoek iets voor jou is. Het vak is dit jaar veranderd en opgesplitst in een theoretisch en een praktisch deel. Toen ik de cursus heb gevolgd waren deze delen nog samengevoegd. Het vak heeft een hele andere structuur dan de meeste andere vakken. In de eerste weken werden veel opdrachten in groepsverband uitgevoerd, zoals het reviewen van een wetenschappelijk artikel of een onderzoeksvoorstel schrijven. Voor iedere opdracht krijg je een inleidend college van een andere docent, waarin een inhoudelijke achtergrond gegeven wordt. Vervolgens heb je een aantal dagen de tijd om hier met je groepje aan te werken. Fons Cremers was de enthousiaste cursuscoördinator van deze cursus en met alle vragen over opdrachten kon je bij hem langsgaan voor goede raad. Na de verschillende groepsopdrachten hebben we in dezelfde groepen een ministage van drie weken gelopen bij een vakgroep in het Kruyt. In overleg met je begeleider, een PhD ’er, bedacht je met je groepje welke experimenten je ging uitvoeren op het lab. Over de resultaten van deze experimenten schrijf je vervolgens individueel een wetenschappelijk artikel. De beoordeling van het vak was gebaseerd op de resultaten voor alle groepsopdrachten, je inzet tijdens de ministage en de beoordeling van je individuele wetenschappelijke artikel over de stage. Je hoeft dus geen tentamen te maken. Door de afwisseling in werkvormen en opdrachten vond ik het een erg leuke cursus om te volgen. Door alle losse opdrachten waren het soms veel deadlines achter elkaar. Gelukkig kon de hoeveelheid werk goed verdeeld worden over je groepje, waardoor de werkdruk niet te hoog was. De ministage vond ik een goede toevoeging aan de cursus. Hierdoor krijg je een goed beeld van het werk dat er gedaan wordt op een lab door een PhD ‘er. Wij hebben onze begeleider ook al onze vragen kunnen stellen over het onderzoek. In dit vak gaat zul je vooral allerlei verschillende vaardigheden ontwikkelen en niet zozeer nieuwe biologische kennis opdoen. Je ontwikkelt het wetenschappelijk schrijven, het opzoeken van informatie in artikelen, het verwerken van resultaten en ga zo maar door. Een aanrader als je graag het onderzoek in wilt, of nog twijfelt over of onderzoek iets voor jou is!

Alternatieve Studiegids

50

UBV

Jaar 3, Periode 3, AD

(B-B3EUKA09) Moleculaire eukaryote microbiologie

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 3

Als ik heel eerlijk moet zijn is Moleculaire Eukaryote Microbiologie een van de leukste cursussen die ik heb gevolgd. De cursus is, zoals de naam al doet vermoeden, erg moleculair gericht. Toch is dit niet het enige wat wordt besproken en raad ik de cursus ook aan voor mensen die veel van de andere studiepaden volgen. Je leert naast een paar moleculaire pathway’s ook veel over hoe een schimmel in elkaar zit en hoe je dit eventueel kan toepassen in de maatschappij.

De 10 weken van de cursus zijn opgedeeld in twee delen. De eerste zes weken zijn theoretisch en heb je alleen hoorcolleges. De eerste weken zijn heel rustig en heel makkelijk bij te houden. Voor elk hoorcollege moet je een aantal vragen maken uit syllabus die je aanschaft voor 5 euro. Soms gaan de vragen over wetenschappelijke artikel dat je moet lezen om zo de vragen te kunnen maken. Aan het begin van elk hoorcollege bespreekt Han Wösten de vragen en kun je vragen stellen. Verder zijn de hoorcolleges zelf erg informatief door de details en door af en toe een persoonlijk verhaal of weetje van Han te horen val je niet snel in slaap. Aan het einde van de zes weken heb je een tentamen. Deze is goed te doen wanneer je de hoorcolleges en de vragen goed hebt bijgehouden. Het tentamen bestaat uit vergelijkbare vragen die je hebt moeten maken dus zorg dat je ze begrijpt.

De laatste vier weken is Luis Lugones je begeleider en ga je het lab in. Je krijgt de opdracht om 10 experimenten uit te voeren met de ‘huisschimmel’ van de cursus. Luis heeft filmpjes gemaakt waarop de methodes die je moet gebruiken te zien zijn. Doordat je zelfstandig je experimenten moet plannen en uitvoeren leer je echt hoe het is om in het lab te staan. Dit wordt extra versterkt wanneer je experiment mislukt en je opnieuw moet beginnen. Het is geen probleem als je hierdoor niet op tijd klaar bent als je maar goed opschrijft wat er gebeurt is. Je werkwijze, tussenstappen en resultaten moet je allemaal uit werken in een labjournaal dat je bijhoudt. Je uiteindelijke cijfer wordt gebaseerd op hoe goed je de experimenten hebt beschreven en de resultaten hebt beoordeeld. Dit cijfer wordt samen met het tentamen je uiteindelijke cijfer. En wanneer je lekker hebt meegedaan met de cursus is het niet lastig om een hoog eindcijfer te hebben.

U.S.S. Proton

51

Jaar 3, Periode 3, AD

(B-B3WEAD09) Wetenschapper in advies

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 3

Door Wineke SlingerlandWetenschapper in advies is een van de leukste vakken die ik tot nu toe tijdens mijn bachelor biologie heb gevolgd. De voornaamste reden hiervoor is dat het vak op het doen gericht is en niet op het leren.Het vak wordt gegeven door Jasper van Winden. Naast de docent waren er nog twee begeleiders: Jeroen en Jesse. Je werkt deze periode in een projectgroep die in het begin van de periode wordt samengesteld door middel van een aantal. Het vak bestaat uit een groot project: het advies. Voor deze cursus was er geen verplicht boek noch was er een tentamen.Een aantal dingen was verplicht, zoals het eerste college en de eindpresentaties Daarnaast waren er keuzebijeenkomsten in de vorm van workshops en gastcolleges. Je kon je hiervoor voorberei-den door het kijken van korten filmpjes op Scalable Learning (een variant op Blackboard). De workshops bestaan uit verschillende onderwerpen die je helpen om het advies goed te kunnen schrijven, bijvoorbeeld het opstellen van een plan van aanpak, het samenwerken, het interviewen van deskundigen en het houden van een startersgesprek bij de opdrachtgeven. De workshop samenwerken lijkt misschien overbodig, maar omdat het vak bestaat uit een project ben je de hele periode deels afhankelijk van een goede samenwerking binnen je projectgroep. Tijdens deze workshop leer je hoe je elkaar kan stimuleren maar ook wat handig is om te doen wanneer iemand binnen jullie groepje niet actief meedoet. De workshops bieden ook de mogelijkheid om meteen te werken aan het project, bijvoorbeeld bij de workshop plan van aanpak. Hierbij gebruik je je eigen project om, onder begeleiding van en het stellen van vragen aan de docent, een goede plan van aanpak op te stellen zodat je goed van start kunt gaan.Wanneer je begint met het project leer je kennis maken met je opdrachtgever tijdens het start-ersgesprek. Tijdens dit gesprek kom je te weten wat verwachting van de opdrachtgever is. Van de opdrachtgever krijg je vaak al contactgegevens van deskundigen wiens informatie je nodig hebt om een goed advies te schrijven. Het is bij dit vak handig om veel bijeen te komen, ofwel om te overleggen of om te schrijven. Doordat je dan bij elkaar bent kan je vragen stellen of discussies vo-eren, iets wat bij ons veel is gebeurd maar ervoor heeft gezorgd dat wij uiteindelijk precies wisten wat we op moesten schrijven.Aan het eind van de periode presenteerde je advies voor de opdrachtgever en deskundigen. Daar-naast hield elk groepje een pecha kucha voor de andere projectgroepjes, dit is een korte presenta-tie van 20 slides van elk 20 seconden.Het uiteindelijke advies wordt beoordeeld door je begeleider, in overleg met de docent, en door de opdrachtgever. Je eindcijfer bestaat uit deze beoordeling, een aantal kleine opdrachten, maar ook uit de onderlinge beoordeling van je groepsgenoten. Er zijn twee momenten deze cursus, één halverwege en, het beslissende, aan het einde, waarop je percentages geeft aan je groepsgenoten hoeveel ieder er ongeveer aan heeft gezeten. Dit kan ervoor zorgen dat iemand die minder tijd erin heeft gestoken ook een lager cijfer krijgt dan de rest van de groep.Kortom heb ik ontzettend genoten van deze tien weken en ik heb enorm veel geleerd. Het was iets heel anders dan de andere vakken binnen biologie waar het leren belangrijk is. Tijdens dit vak kan je ervaren hoe het eraan toe gaat in het ‘echte’ leven!

Alternatieve Studiegids

52

UBV

Jaar 3, Periode 3, AD

(B-B3TOX10) Toxicologie

Timeslot: ADECTS: 7,5Niveau 3

De toxicologie wordt in meerdere disciplines toegepast, zo komen er in de cursus ook meer-dere toepassingen ervan naar voren. Mede hierdoor zijn er erg veel verschillende docenten, waarbij het niveau van college geven enorm verschilt. Er zijn naast de gemiddeld tot goede docenten, enkelen die niet al te inspirerend lesgeven. Deze docenten praten met name deels onverstaanbaar en erg monotoon. Andere minder goede docenten gaan in hun verhaal vaak van de hak op de tak, waardoor het soms lastig te volgen is. Er zijn echter ook zeer goede docenten die je voor hun vak kunnen boeien. Los daarvan is het wisselende karakter van de onderwerpen prikkelend en goed gekozen. In het begin worden de algemene principes van de toxicologie behandeld met daarin wiskundige componenten. Enkele specifieke onder-werpen die daarna aan bod komen, zijn de toxicologie van het menselijk lichaam, van het milieu en van planten. Ook werden enkele praktische toepassingen gepresenteerd in aparte hoorcolleges. Naast de hoorcolleges waren er niet-verplichte werkcolleges, die erg nuttig waren maar niet altijd even goed bezocht werden. Persoonlijk miste ik de practica die erg nuttig kunnen zijn in het begrijpen van de stof. Het belangrijkste en meest nuttige onderdeel is het research proposal. Dit schrijf je in een zelf gekozen groepje van 3-4 personen en is bedoeld om je te laten ervaren en te leren wat er allemaal komt kijken bij het schrijven van een onderzoeksvoorstel. Dit project loopt vanaf week 2 door tot het einde van de cursus en moet je zelfstandig plannen. Elk groepje heeft wel een begeleider waarmee je de voortgang kan bespreken. Het cijfer voor het research proposal wordt opgebouwd uit 2 presentaties en het eindproduct en telt voor 40% mee in het eindcijfer. Met dit project onderscheidt Toxicologie zich van andere cursussen.Wat betreft de studielast valt het reuze mee, mits je het schrijven van het research proposal goed plant. Als je op tijd begint aan dat project heb je later in de cursus genoeg tijd om te leren voor het enige tentamen. Dit tentamen telt voor 60% mee in het eindcijfer en bevat alle stof van de hoorcolleges, welke soms erg droog kan zijn. Ook om die reden zal je goed moeten plannen en de stof bijhouden, anders heb je de laatste 2 weken te weinig tijd om én te leren voor het tentamen én het research proposal af te ronden. Het boek wordt overigens wel aangeraden om te gebruiken om de leerstof beter te begrijpen, maar is niet essentieel voor het tentamen. Het tentamen zelf vond ik erg meevallen gezien de enorme hoeveelheid leerstof die je moet leren. Tijdens de colleges komen er veel feiten aan te pas, terwijl in het tentamen voornamelijk de belangrijkste principes worden gevraagd, met af en toe een vraag waarbij je inzicht nodig hebt. Samenvattend, het is niet een moeilijke cursus als je goed kan plannen en het research pro-posal is een hele goede toevoeging van de cursus. De variatie in onderwerpen houden het onderwerp toxicologie interessant en maakt dat de cursus vrij breed georiënteerd is.

U.S.S. Proton

53

Jaar 3, Periode 3, BC

(B-B3OBG05) Ontwikkelingsbiologie en genetica

Timeslot: BCECTS: 7,5Niveau 3

Door Wendy Meijer

De cursus Ontwikkelingsbiologie en genetica gaat in op de ontwikkeling en differentiatie van cellen in organismen. De cursus wordt in het Engels gegeven en is opgebouwd uit hoorcolleges, practica en artikelpresentaties. Ook zijn er een aantal werkcolleges, maar deze zijn niet verplicht. Er wordt tijdens de cursus geen boek gebruikt, dus alle kennis wordt opgedaan uit de hoorcolleges, practica en de artikelen van de artikelpresentaties. De opgedane kennis wordt getest in twee computertentamens.

De cursus bestaat uit twee delen. Het eerste gedeelte gaat voornamelijk over het modelorganisme C. elegans. Er wordt diep ingegaan in de ontwikkeling van de worm vanaf de eerste celdeling tot dat de volwassen fase is bereikt, welke processen een belangrijke rol spelen en welke onderzoekstechnieken gebruikt worden om dit te onderzoeken. Tijdens de practica ben je vooral bezig met het kruisen en onderscheiden van gemuteerde wormen. Dit gebeurt allemaal terwijl je door de microscoop kijkt. Tijdens de practica werk je met een reader waar je vragen uit moet beantwoorden. Deze vragen moet je uitwerken en inleveren en deze tellen mee voor het practicum cijfer.

Het tweede gedeelte van de cursus richt zich meer op de fruitvlieg Drosophila Melanogaster en de zebravis Danio rerio. Het practicum in het tweede gedeelte gaat alleen over de zebravis. Er wordt met de microscoop gekeken naar verschillende gemuteerde zebravis embryo’s en omdat de zebravis embryo’s transparant zijn is dit heel interessant om te zien.

Zelf vond ik het Ontwikkelingsbiologie en genetica een erg pittig vak omdat er vanaf het begin diep op de stof werd ingegaan en ik geen ervaring had met ontwikkelingsbiologie. Ook vond ik het veel werk om alle artikelen van de presentaties te lezen en dan soms ook nog lange practica dagen te hebben. Maar als je echt geïnteresseerd bent in de ontwikkeling van organismen zal ik het vak zeker aanraden.

Alternatieve Studiegids

54

UBV

Jaar 3, Periode 3, BC

(SK-BMECH08) Medicinal chemistry

Timeslot: BCECTS: 7,5Niveau 3

Door Jip van Lanen

Het vak Medicinal Chemistry, ofwel MedChem, leert je over het chemische proces achter medicijn ontwikkeling. Je leert de verschillende fases van ontwikkeling en de verschillen tussen bijvoorbeeld synthetische “small molecules” en peptiden als geneesmiddel.

Het vak bestaat enkel uit theoretische onderwijsvormen, zijnde hoor- en werkcolleges. Voor practisch gerichte studenten is dit vak daarom niet perse een aanrader. Naast de colleges van dr. ir. Rijkers worden een paar gastcolleges gegeven door een aanstekelijk enthausiaste chemicus uit het bedrijfsleven. In deze semi-interactieve colleges komt zowel de economische als de meer practische kant van het ontwerpen van medicijnen aan bod. Deze colleges zijn een erg leuke afwisseling van de af en toe eentonige chemische reacties op het scherm. Ook de stof van de gastcolleges zul je terugzien op het examen.

Hoewel dit vak alleen organisch 2 als vereiste voorkennis vraagt, heb ik het zo nu en dan als vrij pittig ervaren. Het is dan ook ernstig aan te raden de vragen bij het bijbehorende college elke week te maken. Voor het maken van deze vragen wordt ruim voldoende werkcollege en zelfstudie tijd gegeven en het vak is dan ook zeer goed binnen toegeschreven tijdsloten te volgen.

Wil je verder in de organische chemie, of denk je aan een vervolgopleiding in de farmaceutische richting, dan is dit vak zeker de moeite waard.

U.S.S. Proton

55

Jaar 3, Periode 3, C

(SK-BORC3) Organische chemie 3

Timeslot: CECTS: 7,5Niveau 3

Door Sanne de Jong

Het vak Organische Chemie 3 is een goede keus als je uitbreiding en verdieping zoekt van je organische kennis. In het begin van de cursus is er nog enige herhaling van de onderwerpen die je bij Organische Chemie 2 hebt geleerd, maar daarna ga je spelen met andere elementen zoals silicium, zwavel, lithium, tin en palladium. Er komen verschillende nieuwe reacties aan bod, zoals reacties met aromatische heterocycles en de synthese ervan of de herschikking van esters en amides bijvoorbeeld. Hier wordt dan dieper op ingegaan. Daarnaast wordt er, voor de geïnteresseerden, o.a. een hoofdstuk behandeld over de “chemistry of life”, waar je aan de slag gaat met suikermoleculen.

Het vak wordt geleid door dr. R.J. Pieters op een blackboard (met krijt) waardoor je tegelijk lekker mee kunt schrijven op een aangenaam tempo. Hij behandelt hoofdstukken uit het boek Organic Chemistry van J. Clayden et al, die erg fijn is om uit te leren. Na elk hoorcollege is er een werkcollege waar het niveau redelijk hoog ligt. Gelukkig kom je er met het boek, de aantekeningen en de docenten er prima uit. Er zijn genoeg mogelijkheden om vragen te stellen of om extra uitleg te vragen en als je alle colleges goed bijhoudt en de opdrachten maakt, komt het meestal wel goed.

Naast Organische Chemie 3 heb ik Medicinal Chemistry gevolgd in dezelfde periode. Deze vakken zijn erg goed in combinatie te volgen en vullen elkaar hier en daar wel eens aan. Tijdens de cursus Organic Chemistry moet je ook een schrijfopdracht doen. Deze is prima te doen en helpt om eventueel je cijfer op te halen. Naast het tentamen aan het eind en de schrijfopdracht zijn er verder namelijk geen opdrachten voor cijfer.

Alternatieve Studiegids

56

UBV

Jaar 3, Periode 3, BC

(B-B3PLAA05) Planten, adaptatie en afweer

Timeslot: BCECTS: 7,5Niveau 3

De cursus Planten, adaptatie en afweer is een cursus voor de echte plantenbioloog! De gehele cursus is gebaseerd op hoe planten reageren op zowel biotische als abiotische factoren. Je hoeft geen boek te kopen voor het vak, want op het begin van de cursus koop tijdens het college een reader. De cursus bestaat uit twee delen waarbij het eerste deel is voornamelijk theoretisch is en het tweede deel voornamelijk onderzoek.

Het eerste deel bestaat vooral uit colleges van eerst Corné Pieterse en daarna Ronald Pierik. Corné vertelt daarbij over de biotische factoren die planten kunnen belagen en later zal Ronald vertellen over de abiotische factoren die invloed kunnen hebben op een plant. Beide geven erg duidelijke en interessante colleges, waardoor ik mijn aandacht er vaak goed bij kon houden. Naast de colleges ga je dit eerste deel ook onderzoek doen en een populair wetenschappelijk artikel schrijven. De groep wordt hierbij opgedeeld in twee, waarbij de eerste groep onderzoek doet over biotische factoren bij planten en een PWA schrijft over abiotische factoren en de andere groep doet dit precies andersom. Op het eind van het eerste deel is er een tentamen over de opgedane kennis.

Het tweede deel bestaat uit het doen van je eigen onderzoek of het schrijven van een onderzoeksvoorstel. Hierbij kun je zelf kiezen wat je het leukst vindt. Het schrijven van een onderzoeksvoorstel houdt in dat je gaat schrijven alsof je een beurs gaat aanvragen voor je eigen PhD onderzoek. Hierbij heb je veel vrijheid, maar wordt je natuurlijk wel begeleidt bij het proces. Zelf heb ik voor het onderzoek gekozen, omdat ik dat altijd heel leerzaam vind. Hierbij mag je met je groepje een onderwerp kiezen en wordt je begeleid door iemand die al specifiek met dit onderwerp bezig is. Ook hier krijg je de vrijheid om zelf te bedenken hoe je het onderzoek gaat aanpakken en indelen. Naast dat je bezig bent met je eigen project zijn er tussendoor ook colleges van PhD studenten die vertellen over hun onderzoek binnen de planten adaptatie en afweer. Op het eind van de periode is er weer een tentamen, alleen is dit tentamen voornamelijk het toepassen van de opgedane kennis van de gehele cursus.

PAA is dus een intensieve, maar zeer leerzame cursus waarbij je veel verschillende aspecten van wetenschappelijk onderzoek toepast. Ik zal het daarom zeker aanraden aan de mensen die geïnteresseerd zijn in planten en hun afweer/adaptatie systeem.

U.S.S. Proton

57

Jaar 3, Periode 3, BC

(B-B3BETH05) Bio-ethiek

Timeslot: BCECTS: 7,5Niveau 3

De cursus Bio-ethiek wordt in de eerste periode gegeven door Frans Stafleu. De colleges die hij geeft zijn een voorbeeld van hoe hijzelf denkt over bepaalde ethische stromingen en theorieën. Naast dat hij veel weet over het vakgebied en er nog steeds dagelijks mee gemoeid is, zijn de colleges fijn om aan te horen en vertelt hij lekker duidelijk. Binnen de cursus zal je een aantal theorieën langslopen en vanuit de ideeën en standpunten van een desbetreffende theorie een aantal meer op de biologie gerichte casussen bekijken in de werkcolleges. Ook zal je een essay moeten schrijven over plagiaat (was in mijn jaar zo, zou anders kunnen zijn per jaar, weet dit niet helemaal zeker) en hoe de ethiek hierover zou den-ken. Aan het eind van de periode geef je in tweetallen een presentatie over een zelfgekozen onderwerp. In deze presentatie leg je zelf uit hoe de ethiek en de ethische theorieën een probleem bekijken en beoordelen, deze presentatie samen met het essay dat je schrijft en het tentamen aan het einde van de periode bepaalt je cijfer. Ik vond het niet geheel duidelijk wat er precies belangrijk was om te leren voor het tentamen, aangezien er niet echt een boek voor de cursus is. Ook zijn er geen dictaten voor de cursus. Desalniettemin is de hoeveelheid stof die in de colleges wordt behandeld goed te overzien, en ben je tijdens de cursus ermee bezig in de vorm van de werkcolleges. Ik vond de cursus Bio-ethiek een leuke cursus. Het filosoferen en redeneren over ethische casussen zorgt ervoor dat je op een andere manier met de biologie bezig bent dan welke je mogelijk gewend zou zijn. Vandaar dat ik deze cursus zeker aan kan raden aan studenten die een wat minder traditionele uitdaging zoeken binnen hun biologiecurriculum.

Alternatieve Studiegids

58

UBV

Naast Biologie en Scheikunde

Jaar 3 periode 1

(FA-BA113) Planten en geneesmiddelen; Timeslot AD; 7,5 ECTS; niveau 1

(FA-303) Farmacologie van het centraal zenuwstelsel; Timeslot BC; 7,5 ECTS, niveau 3

Jaar 3 periode 2

(FA-305) Biotechnologie; Timeslot AD; 7,5 ECTS; niveau 3

(FA-CPS333) Pharma and nutrition; TImeslot AD; 7,5 ECTS; niveau 3

(FA-306) Kwaliteitsleer; Timeslot BC; 7,5 ECTS; niveau 3

(FA-307) Ontwikkelen van nieuwe geneesmiddelen; TImeslot BC; 7,5 ECTS; niveau 3

Jaar 3 periode 3

(SK-B3PRFO) Protein Folding; Timeslot AD; 7,5 ECTS; niveau 3

(FA-332) Verslaving en verslavingsmiddelen; Timeslot AD; 7,5 ECTS; niveau 3

(FA-303) Farmacologie van het centraal zenuwstelsel; Timeslot BC; 7,5 ECTS, niveau 3

Jaar 3 periode 4

(FA-328) Psychoneuro pharmacology; Timeslot AD; 7,5 ECTS; niveau 3

(FA-329) Pijn; Timeslot AD; 7,5 ECTS; niveau 3

(FA-305) Biotechnologie; Timeslot AD; 7,5 ECTS; niveau 3

(FA-319) Bioanalyse; Timeslot BC; 7,5 ECTS; niveau 3

(FA-306) Kwaliteitsleer; Timeslot BC; 7,5 ECTS; niveau 3

Naast cursussen van Scheikunde en Biologie kunnen MLS-studenten ook Farmacie-cursussen kiezen. Hieronder nog een klein overzicht van een aantal mogelijke opties.

Farmacie cursussen

ColofonNiets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd door middel van welke medium dan ook zonder voorafgaande toestemming van de UBV en de U.S.S. Proton. Uitgave: U.S.S. Proton UBV Budapestlaan 4b, K 2.04 en 2.02 3584 CC Utrecht [email protected] [email protected] Titel: Alternatieve Studiegids MLS Oplage: 20 stuks Pagina’s: 44 Drukker: Xerox Reproshop