UT Nieuws Magazine November
-
Upload
redactie-ut-nieuws -
Category
Documents
-
view
254 -
download
7
description
Transcript of UT Nieuws Magazine November
www.utnieuws.nlOnafhankelijk magazine van de Universiteit Twente
jaargang 02 - nummer 09 - november 2012
Hans Heerkens >
‘Ben ik ijdeler dan anderen?’
Onderwijs >Towking
Inglisj
Opinie >Amerikaanseverkiezingen
Special >Alles is WATER!
Je groeit harder met de juiste begeleiding.Academisch toptalent Met de keuze voor je eerste werkgever wil je je cv natuurlijk een flinke boost geven.
Als jij droomt van een topbaan bij een multinational of de overheid, heeft Deloitte daarvoor de beste tools in huis.
Zo zijn veel topbestuurders in Nederland hun carrière begonnen bij Deloitte. Bij ons werk je namelijk vanaf dag één
samen met ervaren collega’s aan uiteenlopende projecten voor toonaangevende organisaties in diverse branches.
Die brede ervaring vullen we aan met ontwikkelprogramma’s die worden afgestemd op jouw persoonlijke
carrièredoelen. Waardoor de kans groot is dat je kwaliteiten al snel ook buiten Deloitte opgemerkt worden.
Zoek jij de beste start van je carrière? Begin eerst hier: werkenbijdeloitte.nl.
UT NIEUWS 09|2012 3
Nieuws
Van de redactieIn dit nummerHeeft u een droom? Ik hoop het van harte
voor u. Mensen met dromen zijn veelal
mensen met passie. Op de campus van de
UT hoeven we die gelukkig niet met een
lampje te zoeken. Neem nou universitair
docent Hans Heerkens (pagina 4 t/m 7).
Zijn jongensdroom? Piloot worden. Dat kon
helaas niet, vanwege gezondheidsrede-
nen. Maar het heeft Hans niet belemmerd
zijn hele leven in dienst te stellen van de
luchtvaart. Met passie praat hij in dit num-
mer van UT Nieuws over alles dat vliegt.
Een vrouw met passie is zeker ook onder-
zoekster Loes Segerink, die in oktober de
Simon Stevin Gezelprijs won voor haar
thuistest voor sperma-onderzoek (pagina
16). Ze geeft gastcolleges op haar oude
middelbare school in Oldenzaal en hoopt
leerlingen te inspireren tot het kiezen van
een technische studie.
Maarten Luther King had ook een droom.
I have a dream, sprak hij in 1963 en die
historische woorden gingen de geschiede-
nisboeken in. Opinieredacteur Marten de
Jongh van de Twentsche Courant Tubantia
schreef een gastcolumn (pagina 23) over
de naderende Amerikaanse presidentsver-
kiezingen en vraagt zich af hoe historisch
‘historisch’ is. UT Nieuws heeft deze
maand meerdere pagina’s gewijd aan
de naderende presidentsverkiezingen in
Amerika (pagina’s 22 t/m 27). We vroegen
enkele Amerikanen op de UT naar hun
stemgedrag, interviewden Stijn van Ewijk,
die campagne voerde in the States voor
Obama én voor Romney. We spraken ook
met mediapsycholoog Ard Heuvelman
over de verschillen tussen Nederlandse
verkiezingen en Amerikaanse. Een mooie
productie.
Tot slot waart er op de UT ook nog een col-
lectieve droom rond. We willen graag dat
iedere docent vlekkeloos Engels spreekt.
De lat ligt hoog en er wordt regelmatig ge-
mopperd. Toen we wat dieper in de mate-
rie doken (zie pagina 8&9), ontdekten we
dat ‘perceptie een belangrijke rol speelt in
de beoordeling van de Engelse spreekvaar-
digheid.’ Kortom, vlekkeloos Engels op de
campus? Keep on dreaming!
Ditta op den Dries, hoofdredacteur.
Hans Heerkens > 4 – 7 Achtergrond: Engelse taal > 8 – 9 Economie: Spinoff’s Curacao > 12 Update Solarteam > 13 Interview Loes Segerink > 16 Sport: cardiotennis > 17 Herfstfoto > 20 – 21 Amerikaanse verkiezingen > 22 – 27 Interview Loe Laufer > 28 – 29 Cultuurpagina > 30 – 31 Cultuur: wederopstanding Nest > 32 P-Nut > 33 International: PhD: Liang Ye, Junwen Luo and Wenlong Chen > 36 ExpatLens: Evisa Kica > 37 Twenty Twente Tweets > 38
Interview I Alumna Wendy Grouve > 10 – 11
Interview I Jacques Troch > 18 – 19
Reportage I Bootcamp > 14 – 15
International I Hit the road Jack > 34 – 35
Onafhankelijk maandblad voor personeel en studenten van de Universiteit Twente. Jaargang 02. Verschijnt donderdag op de campus; vrijdag/zaterdag buiten de UT. Oplage: 8.000 exemplaren.
Redactie-adres:Gebouw De Vrijhof Kamers 535, 537, 539, 541, 543. De Veltmaat 5, 7522 NM Enschede Postadres:Postbus 217, 7500 AE EnschedeTelefoon: (053 – 489) 2029zie verder onder redactieE-mail redactie: [email protected]: http://www.utnieuws.nlof via de homepage van de UTTwitter: @UTNieuwsRedactie:Ditta op den Dries (hoofdredacteur, (053 - 489) [email protected]
Paul de Kuyper (053 – 489) [email protected] Maaike Platvoet (053 – 489) [email protected] Sandra Pool (053 – 489) [email protected]:Brigitte Boogaard (053 – 489) 2029 [email protected] medewerkers:Marloes van Amerom, Leanne Benneworth, Mo Cor-nelisz, Rayke Derksen, Maaike Endedijk, Jan Kinsey, Simone Kramer, Ruben Libgott, Mariska Roersen, Beer Sijpesteijn, Thijs Spruijt, Jochem Vreeman. Internetbeheer: WAME – Websites, Applicaties, Advieswww.wame.nlFoto’s:Rikkert Harink, Arjan Reef, Gijs van Ouwerkerk, Redactieraad:M. Driesprong, dr. A. Heuvelman, drs. J.W.D. ter Hellen, prof. dr. A. Need, dr. O. Peters (voorzitter). Regionale advertenties:TwentyFifty, Postbus 652, 7500 AR Enschede
Tel. 053 – 4609007. Site: www.twentyfifty.nlE-mail: [email protected] op aanvraag.Advertenties:Bureau Van Vliet BV, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort Tel. 023 – 5714745. Site: www.bureauvanvliet.comE-mail: [email protected] Advertentietarieven op aan vraag.HOP:UT Nieuws is aangesloten bij het Hoger Onderwijs Persbureau (HOP). Adreswijzigingen:Abonnees (ook studenten) dienen deze schriftelijk door te geven aan de redactie UT-Nieuws Postbus 217, 7500 AE Enschede of per e-mail: [email protected]. Stage of buitenlands studieverblijf: studenten die op stage gaan of in het buitenland gaan studeren kunnen het UT-Nieuws magazine op schriftelijk verzoek opgestuurd krijgen. Wie prijs stelt op deze (gratis) service zendt een adreswijziging naar de redactie o.v.v. faculteit, stagelocatie en periode (zo nauwkeurig mogelijk).
Kopij: Nieuws voor het UT-Nieuws magazine en de website naar: [email protected]. Abonnementen: Jaarabonnement: 44 euro. Abonnementen schriftelijk aan te vragen met vermelding van naam, adres, post-code, plaats, telefoonnummer en bank-/girorekening. Abonnementen kunnen maandelijks ingaan. Betaling via factuur. Het jaarabonnement wordt automatisch verlengd, tenzij men minimaal 1 maand voor afloop van de abonnementsperiode schriftelijk opzegt.Concept, vormgeving en realisatie: Wegener SpeciaalMediawww.wegenerspeciaalmedia.nlBezorging Campus: Motorsportgroep UT, Richard van Schouwenburg en Petra Kuipers, tel. 053-4892029. E-mail: [email protected] Copyright UT-Nieuws:Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder toestemming van de hoofdredacteur artikelen schema’s foto’s of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen en/of openbaar te maken in enigerlei vorm of wijze.
Colofon
4 UT NIEUWS 09|2012
TEKST: PAUL DE KUYPER | FOTO’S: RIKKERT HARINK >
Een goede fles wijn beloofde collegevoorzitter
Anne Flierman een aantal jaar geleden aan iedere
UT-medewerker die erin slaagde de universiteit op
een positieve manier in de media te noemen. Hans
Heerkens (1958) kreeg inderdaad zijn wijn, maar
‘kennelijk bedoelde hij een fles per persoon en niet
per media-optreden’. Was dat het geval geweest,
dan had Heerkens inmiddels een slijterij kunnen
openen of op zijn minst al zijn collega’s van de fa-
culteit MB kunnen uitnodigen voor een uitgebreide
proeverij.
In zijn smalle werkkamer in Ravelijn staan drie
modelvliegtuigen in de vensterbank. Boven het
opgeruimde bureau hangen naast een foto van een
Spitfire-jachtvliegtuig drie oorkondes. Drie jaar
op rij won Heerkens de ‘MB in de Media-prijs’. Hij
is een van de uithangborden van de UT op zowel
radio en tv als in de kranten. Stort er een vliegtuig
neer of landt er een naast de baan, dan bellen ze
of luchtvaartdeskundige Benno Baksteen of Hans
Heerkens. Maar hij geeft ook commentaren in de
JSF-discussie, licht fusies van luchtvaartmaat-
schappijen toe en geeft uitleg als Airbus met een
nieuw en groter toestel op de markt komt.
‘Waarom komen ze bij mij? Ik ben een beetje een
alleseter. Ik weet over alle onderwerpen wel iets
te vertellen. Nooit zoveel als een specialist. Media
zouden altijd een specialist kunnen vinden die
er meer vanaf weet dan ik. Maar ten eerste: die
moet je maar net kunnen vinden, en media hebben
haast. En ten tweede: die specialisten werken
meestal in de luchtvaartindustrie en die mogen
niet zomaar iets zeggen. Ik kan vrijuit praten.’
Zijn eerste optreden, op de radio, dateert van
1989. Het moet over het bijna failliete Fokker zijn
gegaan dat plotseling veel toestellen verkocht aan
American Airlines, reconstrueert Heerkens. Echt
veel kan hij zich er niet van herinneren. Wel hoe
hij erin rolde. ‘Sinds 1985 schrijf ik analyses voor
het vaktijdschrift Piloot & Vliegtuig. Dat gaat over
van alles. Over de JSF, maar ook over hoe je met
dwarswind het beste kunt landen. Een redacteur
van dat blad werd door een radioprogramma
gevraagd om een reactie en hij heeft hem naar mij
doorverwezen.’
Daarna werken de mediaoptredens als een soort
sneeuwbal. Van het een komt het ander. ‘Je merkt
dat als je een keer op de radio bent geweest je
weer bovenaan staat in de Rolodex van de redac-
ties. Dan bellen ze me een paar keer achter elkaar.
Een tijd later zie je Benno Baksteen meerdere
malen op tv. Dan staat hij bovenaan de lijst.’
Het liefst geeft Heerkens zijn kijk op militaire
luchtvaart. ‘Daar ligt mijn hart. Je kunt ermee over
de kop’, zegt hij lachend terwijl hij wijst naar de
Spitfire boven zijn bureau, zijn favoriete vlieg-
tuig. ‘Dat is voor mij echt een kunstwerk, meer
dan zomaar een degelijk ontwerp. De vleugel is
bijvoorbeeld net dik genoeg om bij hoge snel-
heid niet af te breken, maar toch zo dun dat ie de
optimale verhouding geeft tussen draagkracht en
weerstand. Dat allemaal berekenen kon in die tijd
helemaal nog niet, er zat dus een stukje creativiteit
en intuïtie achter. Dat vind ik prachtig. Bij de F16
heb je dat ook, die is zo uitgekiend. Het is raffine-
ment, niet alleen een sterke motor, maar ontwer-
peigenschappen die elkaar versterken. Maak die
motor maar sterk genoeg en hij komt de lucht wel
in. Dan kun je een baksteen nog laten vliegen.’
Over waarom hij zo vaak opdraaft in Hilversum is
Hij vloog al in een watervliegtuig en een straalvliegtuig, een jachtvliegtuig uit de Tweede
Wereldoorlog staat nog op zijn verlanglijstje. Een oogafwijking stond een loopbaan als
piloot in de weg, maar in Nederland weet bijna niemand meer over de luchtvaart dan
UT-docent Hans Heerkens. Met de regelmaat van de klok deelt hij die kennis via radio, tv
en kranten. ‘Ik voel me gevleid als me om mijn mening wordt gevraagd.’
‘Ik doe de media-optredens meer voor mezelf dan voor de UT’
Heerkens in het begin van het gesprek al ronduit
eerlijk. ‘Ik ben ijdel genoeg om te zeggen dat ik het
best leuk vind. Er wordt mij een mening gevraagd
om dingen die me aan het hart gaan. Dat bevredigt
eerzucht. Het is leuk als iemand geïnteresseerd
is in je mening. In de wetenschap moet je heel
objectief zijn en heel precies op je uitspraken
letten. Ik ben zorgvuldig in mijn uitspraken als ik
een interview geef, maar ik geef wel een duidelijke
mening.’
Dat het hem en passant tot een van de uithangbor-
den van de UT maakt, vindt de luchtvaartkenner
een mooie bijvangst. ‘Ik kan op deze manier een
stukje bijdragen aan de universiteit. Kennelijk
wordt dat gewaardeerd, anders zou zo’n mediaprijs
er niet zijn.’ Het UT-belang noemt hij een afge-
leide, ‘een prettige legitimering’. ‘Ik vind het altijd
mooi als ik de universiteit kan vertegenwoordigen,
maar ik zou het niet doen als ik er zelf geen zin in
had. Als het me veel extra moeite zou kosten, dan
weet ik niet of ik nog zo hard zou lopen voor de
universiteit. Er gaat een hoop vrije tijd in zitten
en soms zit ik om 6 uur in de taxi op zaterdagoch-
tend. Laat ik eerlijk wezen: dat doe ik meer voor
mezelf dan voor de UT. Ja, ik ben ijdel. Maar ben ik
ijdeler dan anderen? Dat weet ik niet. Kijk, ik zoek
het niet op, maar als iemand mij belt, dan voel ik
mij daardoor gevleid. Het zijn overigens niet alleen
media die mij benaderen. Af en toe doe ik ook mee
aan brainstormsessies over de toekomst van de
militaire en civiele luchtvaart bij bijvoorbeeld TNO
of het ministerie van Infrastructuur en Milieu.’
AfwegingsprocessenHans Heerkens is inmiddels bijna 35 jaar verbonden
aan de universiteit. Hij werd geboren in Gouda, maar
na zijn studie bestuurskunde (1978-1985) ging hij
nooit meer weg uit Twente. ‘Ik ben honkvast, niet ie-
mand die van verandering houdt. Bovendien is de UT
een heel prettige universiteit. Ik zou niet terug willen
naar het westen.’
Direct nadat hij afstudeerde kon hij aan de slag als me-
dewerker onderzoek en later als stagecoördinator en
universitair docent. Hij doet onderzoek naar bestuurs-
kundige processen in de luchtvaartsector, >
Interview
UT NIEUWS 09|2012 5
Luchtvaartdeskundige Hans Heerkens:
zette het vak luchtvaartindustrie op en geeft al
jaren de minor luchtvaarttechniek. Door zijn con-
tacten in de sector lukt het Heerkens om gastcol-
leges te organiseren door sprekers van bedrijven
als KLM en Lockheed Martin.
Het onderwerp voor zijn promotie in 2003 was
breder dan de luchtvaart, maar hij haalde daar
wel zijn inspiratie uit. ‘Ik maakte in mijn artikelen
wel eens vergelijkingen tussen vliegtuigen. Maar
ik dacht bij mezelf: waarom vind ik nou een F-16
beter dan een F/A-18? Is het alleen omdat de
F-16 een beetje wendbaarder is en waarom vind
ik die wendbaarheid nou belangrijk? Hoe denken
mensen eigenlijk na over de belangrijkheid van de
verschillende aspecten die bij een beslissing een
rol spelen?’
Die afwegingsprocessen vormden uiteindelijk
de kern van zijn promotieonderzoek en van de
artikelen die hij nu nog publiceert. De manier
waarop mensen nadenken over hoe belangrijk ze
dingen vinden. Volgens Heerkens kunnen we wel
meten hoe belangrijk iemand iets vindt, maar we
kunnen niet meten hoe iemand tot zo’n oordeel
komt. ‘Vaak kom je niet eens tot een oordeel. Als
je in de supermarkt groente moet kopen voor
vanavond, dan heb je de afweging ‘hoe belangrijk
zijn gezondheid en prijs’ al lang gemaakt. Boven-
dien heb je gisteren al andijvie gegeten, bloemkool
is er niet vandaag, je ziet alleen maar rodekool en
je hebt haast dus je neemt die rodekool mee. Dat
is simpel. Maar als je een straaljager wilt kopen,
wil je heel goed nadenken: de JSF is misschien
wel minder goed zichtbaar voor de radar dan zijn
concurrent de Gripen, maar hoe belangrijk vind ik
dat en waarom vind ik dat?’
Heerkens betrekt dat onderzoek overigens
lang niet alleen op de luchtvaartindustrie. Hij
geeft bijvoorbeeld colleges besluitvorming voor
militairen en burgers die bij Defensie hogerop
willen. Ook ontwikkelde hij een brede cursus
over afwegingsprocessen. ‘Ik laat mensen hardop
nadenken zodat we kunnen nagaan hoe ze dingen
afwegen. Dat doe ik bijvoorbeeld met taxibusjes.’
Hij doceert: ‘Beeld je in dat je bij een bedrijf werkt
dat taxibusjes exploiteert. Die busjes zijn oud en
versleten en er moeten nieuwe busjes komen. Jij
moet de directie adviseren over het belang van
veiligheid tegenover passagierscomfort. Als je dat
hardop denkend doet, leid ik eruit af hoe mensen
over zoiets nadenken.’
Eenvoudig is dat niet, en al helemaal niet om het
in wetenschappelijke artikelen te vatten. ‘Het is
best lastig om hier kwantificeerbare gegevens uit
te halen. Het is moeilijk hard te krijgen. Nu tien
jaar na mijn promotie begin ik het een beetje door
te krijgen.’
Heerkens heeft er weinig moeite mee dat de
mensen bij hem vooral denken aan vliegtuigen en
niet aan zijn onderzoek naar afwegingsprocessen.
‘Jammer? Nee. Het is allebei reuze-interessant. Ik
zou best willen dat bedrijven het logisch gaan vin-
den om in deze besluitvormingsinstrumenten te
investeren. Gelukkig gaan ze steeds meer het nut
ervan inzien. Het voordeel is dat ik via contacten
in de luchtvaart het onderzoek onder de aandacht
kan brengen. Zo heb ik nu een promovenda bij
KLM die hiermee bezig is.’
JongensdroomHeerkens woont in Enschede. Hij heeft twintig
jaar een vriendin, Bernadette Pol, opleidings-
coördinator bij technische bedrijfskunde op de
UT, met wie hij niet samenwoont. ‘Dat bevalt
uitstekend.’ Ze heeft een mooie boerderij op het
platteland. ‘Met twee honden en vijf ezels. Ik kan
het ontzettend goed met de honden vinden. Vrij-
dagavond eten we altijd gezamenlijk en als ik mijn
laatste hap doorslik, weten de honden dat ik met
ze ga wandelen.’
Met zijn vriendin en haar drie kinderen nam hij
ooit een cd’tje op. Hij speelt gitaar, en hij leest
graag. ‘Ik schrijf ook zelf verhalen, science fiction.
Heerlijk om op die manier bezig te zijn. Fysiek
gezien ben ik lui, maar omdat ik op het werk rati-
oneel bezig ben, doe ik graag iets creatiefs. Ieder
jaar doe ik mee aan een wedstrijd voor amateur-
schrijvers. Een paar keer is mijn verhaal opgeno-
men in een boek, maar ik heb nooit gewonnen. Ik
heb ook wel eens iets naar een uitgever gestuurd,
Interview
6 UT NIEUWS 09|2012
maar dat is niets geworden. Misschien probeer ik
dat nog eens.’
Verder loopt vanzelfsprekend de luchtvaart als een
rode draad door zijn vrije tijd. Eigenlijk is dat altijd
zo geweest. Hoe het gekomen is, weet hij niet. Wel
wat zijn eerste vliegherinnering was. Zijn vader
werkte voor een aannemer die in Liberia een ijzer-
mijn aanlegde. Anderhalf jaar woonde Heerkens in
de hoofdstad Monrovia, hij was toen drie. In een
Cessna, een eenmotorig sportvliegtuigje, vloog hij
met zijn ouders naar de mijn in het oerwoud.
De liefde voor de luchtvaart was geboren. Als
jongetje verslond hij vliegtuigboeken, bouwde hij
modelvliegtuigjes en vloog hij met radiografisch
bestuurbare toestellen. ‘Daar was ik niet zo’n held
in hoor. Ze crashten steeds.’ Tegenwoordig leest
hij de vakbladen, heeft hij er een onderzoeksthema
van gemaakt en schrijft hij dus voor Piloot &
Vliegtuig.
Eigenlijk had hij piloot willen worden, maar door
een aangeboren oogafwijking was die droom onbe-
reikbaar. Die afwijking is iets waar hij liever niet te
lang bij stilstaat. ‘Het is niet dat ik slecht zie. Het
kost me alleen meer inspanning. Als piloot moet je
alle instrumenten goed kunnen lezen. Bij mij is het
risico iets groter dat ik een keer een lampje mis.’
Ondanks dat heeft hij wel een brevet kunnen halen
voor ultralight- en zweefvliegtuigen. Maar het
echte werk, in de grote jongens, dat laten zijn ogen
niet toe. Hij maakt het gemis goed door luchtvaart-
shows te bezoeken en in simulatoren te vliegen.
‘Gewoon stijgen, beetje rondvliegen en weer lan-
den.’ Hij heeft er thuis een aantal op zijn computer,
maar die kunnen niet tippen aan bijvoorbeeld de
F-16-simulator in het Nationaal Lucht- en Ruim-
tevaartlaboratorium. ‘Je zit in een koepel, dus je
hebt rondom uitzicht. Als je gas geeft, word je een
beetje teruggeduwd in je stoel. Heel subtiel voel je
de bewegingen van het vliegtuig. Dat mis je thuis
achter je computer.’
Ook bijzonder was het om in een simulator met een
marinestraaljager op een vliegdekschip te landen.
‘Je zit in een cockpit met de riemen aan. Dan
ervaar je veel beter hoe het in het echt is dan in je
bureaustoel. Een beetje maar natuurlijk. Het was
mooi weer, het toestel was in orde, ik had brand-
stof genoeg. Dan is het makkelijk. In het echt is
het nog twintig keer zo moeilijk. Als je iets te laag
vliegt, knal je op de achterkant van het schip. Maar
toch, je krijgt een beetje een beeld en dat is het
leuke van zo’n simulator.’
Dankzij zijn netwerk krijgt Heerkens ook buiten-
kansjes in echte toestellen. Hij vloog al eens een
stuntvliegtuig en een watervliegtuig. Met een
oud-student die nu plaatsvervangend basiscom-
mandant is op de vliegbasis Leeuwarden mocht hij
mee in een Harvard, een trainingsvliegtuig uit de
Tweede Wereldoorlog. ‘Prachtig. Ik heb ook eens
een straalvliegtuig gevlogen. Heerlijk, je trekt de
gashendel open en je gaat. De vlucht na mij ont-
plofte trouwens de motor. Op de grond hoor, niets
ergs en weinig schade.’
‘Ik zou erg graag nog in een jachtvliegtuig uit de
Tweede Wereldoorlog vliegen. Daar zijn tweezits-
versies van. Het liefst doe ik het natuurlijk alleen,
maar dat kan nou eenmaal niet. Maar ik wil zelf
vliegen en ook helemaal zelfstandig starten en lan-
den. Dan mag er wel iemand achterin zitten als ik
maar zelf rondvlieg en ‘m weer terugbreng naar de
grond. Het is een heel prijzige onderneming, maar
dat is iets dat ik het allerliefst nog eens zou doen.
Een jongensdroom ja.’
Ondertussen houdt hij de droom levend door op
radio en tv over zijn passie te praten als om zijn
mening wordt gevraagd. Of er een vierde ingelijste
oorkonde boven zijn bureau komt, betwijfelt hij. ‘Ik
heb begrepen dat er dit jaar een UT-brede media-
prijs wordt uitgereikt. Ook daarin zal ik best hoog
eindigen, denk ik, maar het schijnt dat Dave Blank
ook veel media-exposure krijgt. Wie weet. Ik geef
al mijn mediaoptredens in ieder geval netjes op.’ |
‘Ik heb ook eens een straalvliegtuig gevlogen. De vlucht na mij ontplofte de motor.’
UT NIEUWS 09|2012 7
Onderwijs
TEKST: MAAIKE PLATVOET | ILLUSTRATIE: BAS VAN DER SCHOT >
De discussie over het Engelse niveau van do-
centen is natuurlijk niet nieuw. En dat beamen
Sabien van Harten, hoofd van het TaalCoördi-
natiePunt (TCP) en Marjolein Gosseling, co-
ordinator Engels binnen het TCP. ‘Zeven jaar
geleden werd er door het college van bestuur
al taalbeleid ontwikkeld met daarin eisen voor
het Engels van docenten’, zegt Van Harten. ‘De
8 UT NIEUWS 09|2012
Towking Inglisj?Towking inglisj, zo luidde de kop van het opiniestuk van UT-hoogleraar Jurriaan Huskens
op de website van UT-Nieuws. Zijn mening over de ‘oproep aan alle docenten aan de
UT om zich te laten testen op hun kwaliteiten van het Engels’, was duidelijk: absolute
onzin. Het artikel lokte veel reacties uit, met name van studenten die zich op hun beurt
beklaagden over het slechte niveau Engels van de docenten. Maar is dat Engelse niveau
van de UT-docent wel echt zo belabberd? En moeten ze dan op verplichte cursus of niet?
vraag waar het om draait is: voldoen mensen
nu aan die eis?’
Het TaalCoördinatiePunt heeft de afgelopen
jaren veel geïnvesteerd in het toetsen van de
door het CvB opgelegde eis dat docenten op
het zogenaamde C1-niveau behoren te zitten.
Op dit niveau kunnen medewerkers in een
academische omgeving zich goed, en dus ook
vakinhoudelijk, uitdrukken in het Engels. Ter
vergelijking, mensen die functioneren op een
A-niveau zijn alleen in staat om in het Engels
over ‘huis-tuin- en keukengerelateerde’ zaken
te communiceren.
In het taalbeleid is het zo geregeld dat facultei-
ten zelf de docenten selecteren die in aanmer-
king komen voor een toetsing van hun Engels.
Dit zijn docenten die Engelstalige bachelors-of
masters doceren. Vervolgens komt een taal-
docent van het TCP naar een college om de
docent te observeren en het niveau van de En-
gelse vaardigheid vast te stellen. Van Harten:
‘Als de taaldocent vervolgens concludeert dat
de medewerker onder C1-niveau scoort, dan
bieden wij een cursus aan om de spreekvaar-
digheid bij te schaven.’
De ervaring van het TCP is dat de laatste jaren
een ‘paar honderd’ onder niveau presterende
docenten niets deden met de oproep om hun
Engels bij te schaven. ‘Het roept blijkbaar bij
docenten weerstand op dat ze getoetst wor-
den. Zij zijn toch diegene die horen te toetsen?
Daarnaast hebben we ook geluiden gehoord
dat men het als betuttelend ervaart. Vooral
bij docenten die al jarenlang les geven’, zegt
Marjolein Gosseling.
‘Omdat zo weinig docenten gehoor gaven aan
de oproep om aan hun Engels te werken, wil
het college van bestuur nu een inhaalslag
maken. In één jaar tijd willen we 75% van de
doelgroep getoetst hebben.’ Overigens valt het
volgens Marjolein Gosseling met die toetsing
behoorlijk mee. ‘Een grote categorie scoort op
C1-niveau, en dit is voldoende omdat er sinds
2012 een ruimere interpretatie is van de door
de UT gestelde taaleis. Dat betekent dat 95%
op niveau presteert. De groep die daadwerke-
lijk een aanvullende cursus zal moeten volgen
is dan maar 5%.’
Gosseling: ‘We begrijpen best dat dit voor veel
medewerkers voelt als een bureaucratische
actie, waar ze nog drukker mee zijn. Maar toch
kost het ook heel weinig moeite. In 95% van de
gevallen is het Engels voldoende, en om daar
achter te komen hoeft men zich alleen voor
een class assessment te registeren via de site
van TCP. De overige 5% zal in een jaargesprek
met de leidinggevende moeten overleggen over
het volgen van een cursus. Het is trouwens ook
helemaal niet zo dat wij zeggen dat het bij die
5% zo is dat hun Engels slecht is. Het gaat mis-
schien puur om bepaalde situaties – zoals bij
het geven van een college – waarin de spreek-
vaardigheid beter kan.’
Als 95% van de UT-docenten ‘goed genoeg
Engels’ spreekt, waarom klagen studenten dan
toch regelmatig over het steenkolenengels?
‘Dat zit ‘m puur in de ervaring van de student
zelf, maar ook weer hoe wij als taaldocent
oordelen’, zegt Van Harten. ‘Kijk, een docent
kan misschien met een zwaar accent in het En-
gels praten, maar grammaticaal klopt het wel
allemaal. Dan scoort hij voor ons niet onvol-
doende, maar de student ergert zich daar wel
weer aan. Verder zegt natuurlijk bijna iedereen
wel eens iets fout in het Engels. Als dat opvalt,
klaagt de student al snel. Perceptie speelt dus
een belangrijke rol in de beoordeling, maar ook
de didactiek. Als de energie van een college
af spat, zal een docent misschien minder snel
worden afgerekend op de taalfouten die hij of
zij maakt.’
Hoe dan ook, Gosseling en Van Harten bena-
drukken dat docenten niet huiverig moeten
zijn om hun Engels bij te spijkeren. ‘Het gaat
heus niet om woordjes stampen, zoals we dat
kennen van de middelbare school. Als iemand
tot die 5% behoort, dan kan het TCP bekijken
welke cursus goed aansluit bij de specifieke
situatie. Terug in de schoolbanken wordt het
echt niet.’ |
Het opiniestuk van UT-hoogleraar
Jurriaan Huskens is te lezen op:
www.utnieuws.nl/opinie/towking-inglisj
Een greep uit de reacties op onze website‘Jammer dat ze enkel op hun kwaliteiten in het Engels getest worden, vaak is dat niet eens het probleem. De kwaliteit van
didactiek is iets waar ik me meer zorgen over maak, zeker omdat veel onderzoekers zomaar, zonder enige ervaring een heel
vak mogen geven wat de kwaliteit van het onderwijs zelf én de beoordeling daarvan niet ten goede komt.’ - dsb
‘Begrijpelijk dat niet iedereen even blij is met de Engelse test, maar als student kan ik mij soms echt aan het niveau van En-
gels bij verschillende docenten ergeren. En daar zitten vaak ook gewoon docenten bij die meerdere jaren in het buitenland
hebben gewerkt. De verplichting van een Engels test bij docenten is misschien voor sommige docenten een onbegrijpelijke
vorm van bureaucratie, maar voor Jan Student die niet naar z’n colleges gaat omdat zijn docent nog nog geen half woord
Engels spreekt is dit juist iets wat toegejuicht moet worden.’ - Oscar
‘Ik denk dat het probleem vaak niet de kennis van het Engels is, maar de spreekvaardigheid. Een cursus alleen op dit gebied
zou denk ik 80% van de docenten goed doen...’ - gzw-student
UT NIEUWS 09|2012 9
Interview
Iedereen z’n eigen boek
TEKST:MAAIKE PLATVOET | FOTO: RIKKERT HARINK >
Hoe gelukkig heb jij je de afgelopen maand
gevoeld? Zo luidt één van de vragen, die op www.
tijdvoormij.nl beantwoord moeten worden om
een persoonlijk advies te krijgen. Maar ook: hoe
is de relatie met je familie? En: hoe gemotiveerd
ben je om gezonder te gaan leven? Wie wil, kan
aan de hand van het invullen van de vragenlijst
twee weken later een persoonlijk boek ontvan-
gen. ‘Een boek met als doel om je gezonder en
vooral gelukkiger te maken en daar is gedrags-
verandering voor nodig’, vertelt Wendy Grouve
(26). ‘Je kunt een situatie namelijk niet veran-
deren met dezelfde denkwijze die het gecreëerd
heeft.’
Grouve studeerde in 2010 af voor de master
communicatiewetenschap aan de UT, daarvoor
was ze korte tijd werkzaam bij Newcom Research
& Consultancy en volgde ze een opleiding com-
municatie aan de Hogeschool Windesheim. ‘Ik
ben altijd geïnteresseerd geweest in zaken als
leefstijl en voeding, en daarnaast gek op sporten.
Al lange tijd verzorg ik als instructrice groeps-
lessen op een sportschool in Oldenzaal, en daar
vragen sporters regelmatig advies aan mij. Bij-
voorbeeld of ze nou wel of niet moeten eten vlak
voor het sporten. Omdat ik wel een goed advies
wil geven, ben ik veel in literatuur gaan lezen
over dit soort onderwerpen.’
Ook tijdens haar afstuderen bij AkzoNobel kwam
het thema ‘gezonde levensstijl’ weer op haar
pad. ‘Voor mijn afstuderen heb ik een kwalitatief
onderzoek gehouden onder het personeel naar
de faal- en succesfactoren van fitprogramma’s.
Ik heb dertig mensen geïnterviewd voor, tijdens
en na het volgen van zo’n programma. En wat
daar als conclusie eigenlijk uit kwam, was dat
de meeste mensen een ‘advies op maat’ missen
en ze graag in hun eigen tijd en tempo aan hun
leefstijl werken. Toen dacht ik al: hier moet ik
wat mee gaan doen.’
Toen ze vlak na haar afstuderen zwanger bleek,
besloot ze niet meteen te solliciteren maar haar
plan voor een boek-op-maat verder uit te wer-
ken. Samen met haar echtgenoot, eigenaar van
reclamebureau Lijnrecht in Roombeek, bedacht
ze het concept en het softwaresysteem. ‘Ik heb
heel veel moeten investeren, wilde ook niet al
te veel risico’s nemen. Daarom ben ik afgelopen
maart eerst begonnen met een softlancering in
eigen kringen, om te kijken hoe het boek ontvan-
gen werd.’ De eerste reacties pakten positief uit.
Grouve besloot haar boek als een pilot bij Akzo-
Nobel te lanceren. ‘Ook dat verliep goed. Omdat
het een tamelijk uniek systeem is, zo’n persoon-
lijk boek, en elke alinea dus kan verschillen, wil
ik alle boeken eerst zelf controleren. Sinds deze
zomer zoek ik nu een breder publiek op. En
hoewel ik nog volop in de opstartfase zit, vind
ik het lekker lopen. Enkele boekhandels hebben
al belangstelling getoond, en ook uit het Westen
kwam een belletje. Het gaat nu echt verder dan
mijn eigen kringen, en dat is natuurlijk super.’
Tijd voor Mij houdt de lezer een spiegel voor en
daarom kan het boek behoorlijk confronterend
overkomen. ‘En dan gaat het juist niet om voe-
ding of beweging, maar over de manier waarop
je in het leven staat.’ Eén aspect om positiever in
het leven te staan is daarbij ontzettend belang-
rijk, zegt ze. ‘Dat is dankbaarheid. Als je vaak
dankbaar bent, word je gelukkiger, energieker en
optimistischer. Als je dankbaar bent, dan richt je
je op het heden en ben je tevreden met je leven
hier en nu. We zijn allemaal veel te veel bezig
met wat nog moet, wat we nog meer willen en
niet hebben.’ Dankbaar zijn, mag dan misschien
‘zwaar’ klinken, volgens Grouve is het dat niet.
‘Het kan gaan om simpele dingen: dat je lekker
hebt gegeten, een lachbui kreeg met een collega.’
Om gelukkig te kunnen leven, zijn sociale relaties
van groot belang. Een inkoppertje misschien,
maar Grouve weet dat er genoeg mensen zijn
die problemen ondervinden in die relaties. ‘We
hebben alle familie en vrienden nodig om je te
ondersteunen. Mensen die dat niet hebben, geef
ik tips om in contact te komen met anderen.
Er zijn tegenwoordig zelfs websites waar je een
buddy kunt vinden om mee te gaan sporten.’
Nu Tijd voor Mij begint te lopen, zit Grouve
zelf in een positieve flow. ‘Maar alles perfect in
Alumna Wendy Grouve schreef Tijd voor Mij
10 UT NIEUWS 09|2012
Geef het maar toe. Iedereen heeft zo zijn wensen. Gewoon een beetje gelukkiger zijn, wat
meer bewegen, gezonder eten, minder stress en meer genieten. Maar hoe doe je dat? ‘Door
keuzes te maken’, zegt Wendy Grouve, UT-alumna communicatiewetenschap én schrijver van
het boek Tijd voor Mij. Zij bedacht dit op maat gemaakte en persoonlijke boek voor mensen
die hun leven willen veranderen.
UT NIEUWS 09|2012 11
balans heb ik ook niet, hoor’, lacht ze. ‘Ik trek me
bijvoorbeeld snel dingen aan. Zo had ik gisteren
bij de ene boekhandel een prima gesprek, en werd
ik door de andere bijna afgeblaft. Dan moet ik
mezelf even flink oppeppen.’ En, geeft ze toe, ze
was best zenuwachtig voor dit interview.
Het is haar ambitie om het boek te laten vertalen
voor de buitenlandse markt, maar voorlopig is ze
nog wel even druk met het verfijnen van bepaalde
hoofdstukken. ‘Het is een persoonlijk boek, en dat
zal altijd in ontwikkeling blijven.’
Grouve gelooft in haar boodschap: dat je gezonder
en gelukkiger kunt worden door gedragsverande-
ring. ‘Helaas willen mensen te snel, te veel en te
vaak. Denk maar aan diëten, die helpen uiteinde-
lijk ook niet. Stapje voor stapje je gedrag verande-
ren wel, dat werkt door in je onderbewustzijn. Net
zoals het maken van bewuste keuzes. Je zult zien
dat je er een gelukkiger leven voor terug krijgt.’ |
Voor meer informatie: www.tijdvoormij.nl
TEKST: SANDRA POOL | FOTO: ARJAN REEF >
Wat maakt Curaçao aantrekkelijk voor
ondernemers?
Van Tilburg: ‘Er is veel potentie op het eiland.
Een aantal sectoren is belangrijk. Toerisme bij-
voorbeeld. Jaarlijks meren ruim 400.000 cruise-
toeristen aan. Daar komt nog eens hetzelfde
aantal vakantiegangers bij.’
Van Barneveld: ‘Ondernemers springen daarop
in. Ze starten een zeilschool, een zwemclub, kin-
deropvang of ze verhuren mountainbikes.’
Van Tilburg: ‘Curaçao heeft een goede haven met
veel logistiek. Eveneens een interessante sector.
Het eiland kent daarnaast een zogenoemde eco-
nomische zone om bedrijvigheid te bevorderen.
Hieronder valt de ITC-sector.’
Van Barneveld: ‘Er gelden soepele regelingen. Je
betaalt bijvoorbeeld weinig belasting. Zevenhon-
derd bedrijven profiteren daar momenteel van.
Ze produceren niet voor het eiland, maar voor de
export. De overheid loopt weliswaar inkomsten
mis door het gunstige ondernemersklimaat, maar
het genereert daarentegen werkgelegenheid.’
Welke sectoren zijn er nog meer?
Van Tilburg: ‘Adviesbureaus, horeca, de dienst-
verlening en op agrarisch gebied zijn er moge-
lijkheden. De bevolking zit rondom de hoofdstad,
Willemstad en het oostelijk deel van het eiland.
Er is nog ruimte voor nieuwe agrarische initia-
tieven.’
Van Barneveld: ‘Duurzame energie is ook een
opkomende sector. Op het eiland waait het altijd.
Je hebt er altijd zon.’
Van Tilburg: ‘Het ECN, een onderzoeksinstituut
naar duurzame energie, heeft een intentiever-
klaring ondertekend iets te willen doen op het
eiland. Erg makkelijk is dat niet. De politiek zit
er tussen, dus soms is het lang wachten op het
juiste moment.’
Van Barneveld: ‘Medisch toerisme is ook een
interessante pijler. Oude mensen kunnen nu op
kosten van de zorgverzekering naar bijvoorbeeld
Portugal om te herstellen, waarom niet naar
Curaçao? De taal is al een voordeel.’
Welke adviezen geven jullie
ondernemers mee?
Van Tilburg: ‘De meeste ondernemers hebben af-
finiteit met het eiland. Wij praten mensen bij over
culturele verschillen.’
Van Barneveld: ‘De arbeidsethiek is anders. In
Curaçao zijn familierelaties heel belangrijk. Stel
je bent leidinggevende en van je werknemers
overlijdt een familielid, dan word je geacht op
de begrafenis te verschijnen. Anders kun je het
vergeten.’
Van Tilburg: ‘Een deal lukt niet zonder met elkaar
te eten en als je zaken doet verwacht men dat je
closer wordt.’
Hoe is SPOC, Spin off Curaçao, ontstaan?
Van Barneveld: ‘Ik was transferfunctionaris aan de
UT. Dat was in de jaren zeventig een loket voor ken-
nisoverdracht van de universiteit naar het bedrijfsle-
ven. Kennis werd de aanjager van de economie.’
Van Tilburg: ‘In de jaren tachtig kwam daar het
fenomeen spin-offs bij. De oud-rector van de UT,
Van den Kroonenberg, richtte zich op ondernemer-
schap. We zetten de TOP-regeling op en we deden
projecten om spin-offs te realiseren. Ook in het
buitenland.’
Van Barneveld: ‘Vanuit het ministerie van Economi-
sche Ontwikkeling in Curaçao kwam de vraag of we
voor The University of the Netherlands Antilles, de
UNA, een transferpunt wilden realiseren. Ik heb er
vervolgens een half jaar gezeten.’
Van Tilburg: ‘We gingen de bestaande bedrijven
langs, kijken of ze business hadden waar ze bijvoor-
beeld niet aan toe kwamen en wat goed door een an-
dere ondernemer gedaan kon worden. We checkten
op haalbaarheid en zochten er in Nederland mensen
bij. Zo ontstond SPOC in 1997.’
Van Barneveld: ‘Dat matchen doen we nog steeds
en is onze corebusiness. We hebben inmiddels een
groot netwerk. Daarnaast organiseren we contactda-
gen voor mensen die van plan zijn om zaken te gaan
doen op het eiland. We geven feedback op de plan-
nen en informatie over het ondernemersklimaat. De
laatste keer was begin oktober. Er kwamen tachtig
geïnteresseerden en de helft daarvan had vergaande
plannen.’ |
Meer informatie: www.spocnet.net
12 UT NIEUWS 09|2012
Zon, zee, strand én ondernemerschapDat Curaçao meer te bieden heeft dan alleen de optimale vakantie-ingrediënten als zon, zee
en strand weten Jaap van Tilburg, programmamanager van Venture Lab Twente, en Dick van
Barneveld, bestuurslid en consultant van Top Spin International, maar al te goed. Al jaren
voorzien zij startende ondernemers op het eiland van advies.
SPOC: geeft adviezen aan spin-offs op Curaçao
Economie
TEKST: SANDRA POOL | FOTO: ARJAN REEF >
‘De organisatie wil dat de wagens steeds meer
gaan lijken op een personenauto’, zegt Marieke
Bosman van het communicatieteam. Verschil-
lende teams buigen zich daarom over een
nieuw ontwerp of vergaande aanpassingen. Zo
ook de techneuten van het Twentse team. Ze
hebben zich volledig ondergedompeld in het
ontwerpproces. Voor alle onderdelen bedenken
ze nieuwe concepten. ‘Meerdere, zodat we
goede keuzes kunnen maken’, vertelt Tom van
Vuren, medeverantwoordelijk voor mechanica.
En dat is best lastig. ‘Het is een kwestie van
wikken en wegen. Je mag bijvoorbeeld zes
vierkante meter aan zonnepanelen gebruiken,
maar is dat wel verstandig? De auto wordt er
zwaarder door, dus minder snel. Aan de andere
kant levert het wel weer meer energie op.’
Alles is een afweging. ‘We willen van drie naar
vier wielen gaan. Dat is een behoorlijke stap.
Hoe ga je dat doen?’ Bosman: ‘In het ontwerp-
proces gaan we daarom terug naar de kern-
vraag: wat hebben we nodig? Daarna willen we
gericht innoveren voor elk onderdeel, want het
is natuurlijk de bedoeling dat er een topauto
komt waarmee we een topprestatie kunnen
neerzetten.
‘Vanaf september is het zeventienkoppige team
fulltime bezig met de solar challenge. Bosman:
‘Iedereen is super gemotiveerd.’ Van Vuren:
‘Het is leuk om met een project bezig te zijn en
alles van a tot z helemaal zelf te doen.’ Begin
volgend jaar verwacht het team meer te kun-
nen vertellen over het ontwerp, de gebruikte
materialen en de innovaties. |
Interview
Nieuwe zonnewagen in de maakIn het diepste geheim werkt het pas geformeerde Solar Team Twente aan het ontwerp van
een geheel nieuwe zonnewagen. Het voertuig wordt uitgerust met vier in plaats van de
gebruikelijke drie wielen. Twente doet volgend jaar wederom mee aan de hoofdklasse, de
Challenger Klasse Solar EV’s. Snelheid en efficiëntie staan hierin centraal.
Solar Team Twente gaat voor vier wielen
UT NIEUWS 09|2012 13
De World Solar Challenge is van 6 tot en met 13 oktober
2013 in Australië en gaat van Darwin naar Adelaide,
een afstand van drieduizend kilometer. Dit jaar wordt
de race in vier klassen gereden. In de Challenger Klasse
Solar EV’s gaat het om snelheid. De winnaars zijn de
bouwers van de wagen die het eerste in Adelaide
aankomt. Bij de nieuwe klasse, de Cruiser Klasse Solar
EV’s, staat het gebruiksgemak centraal. De auto’s zijn
ontworpen voor twee of meer personen, die elk in de
rijrichting zitten. De wagens worden beoordeeld op
het externe energiegebruik dat tijdens de rit nodig
is, de tijd waarin de afstand wordt afgelegd en de
uitstraling. De derde klasse heet adventure, bedoeld
voor wagens die willen meedoen, maar niet aan de
voorschriften kunnen of willen voldoen. Tot slot is er
een Evolutie-klasse, ontworpen voor duurzame, milieu-
vriendelijke voertuigen. De deelnemers hoeven ook
niet te voldoen aan de vereisten van de Solar EV klasse.
14 UT NIEUWS 05|2012 KODAK EPP 5005
Reportage
Cursus bootcamp van het sportcentrum
01 > 02 > 03 > 04 >
14 UT NIEUWS 09|2012
Zandzak in je nek en sprinten maar
UT NIEUWS 05|2012 15KODAK EPP 5005
TEKST: PAUL DE KUYPER | FOTO’S: ARJAN REEF >
‘Voeten iets uit elkaar, heup naar achteren, borst
naar voren, armen omhoog en zover mogelijk
door je knieën zakken. En nu sneller. Tien
achter elkaar.’ Bootcamp-instructeur Jan van
Delden moedigt ons aan om squats te maken.
Het is het begin van de eerste training, buiten,
aan de zijkant van het sportcentrum. Volgens
Van Delden schieten bootcamps als paddenstoe-
len uit de grond. Het sportcentrum wil met die
trend meegaan.
Na de squats volgen oefeningen met ‘martel-
tuigen’ die we vooraf al klaar hebben moeten
leggen. We sprinten met zandzakken van een
kilo of zeventien in onze nek, maken sprongen in
autobanden en rennen met dikke berkentakken
van een meter of vier boven ons hoofd – armen
gestrekt. Tussendoor doen we korte series
push-ups, maar omdat het de eerste training is
mogen die nog schuin tegen een bankje, dan is
het minder zwaar. Verbeten gezichten, rood en
bezweet, zeggen voldoende.
‘Alles gaat uit van natuurlijke bewegingen’,
legt Van Delden uit. ‘Of het nou wegrennen is
voor een beer, of het gaan zitten op een stoel.
Bootcamp zorgt dat die beweging weer normaal
wordt. We zijn niet gemaakt om de hele dag
achter een computer te zitten. Dit is functio-
nele fitness om te zorgen dat je in de dagelijkse
dingen goed kunt functioneren.’
En behalve veel spierpijn stelt Van Delden de
deelnemers ook snel resultaat in het vooruit-
zicht. ‘Het heeft een groter effect dan fitness-
apparaten. Op zo’n apparaat activeer je één
geïsoleerde spier, terwijl als wij ons optrekken
aan een boomtak we het lichaam aanzetten tot
het aanmaken van meer spierweefsel.’ Dat voe-
len we inderdaad een dag later. In de bovenbe-
nen van de squats, maar vooral de borstspieren
hebben het flink te verduren gehad door de
push-ups.
Het optrekken aan boomtakken was kenne-
lijk nog te zwaar voor de eerste les. Dat komt
nog, belooft Van Delden. Net als de kettlebells
(gietijzeren kogels met handvat), de looptrai-
ningen en het gebruik van het survivalcircuit
naast het sportcentrum. Het gaat om een
try-outcursus van tien weken met op dinsdag
en vrijdag in de lunchpauze een work-out.
Tussentijds instromen is volgens Van Delden
geen enkel probleem. ‘Ieder traint op zijn ei-
gen niveau. Je kunt altijd minder herhalingen
doen. Dat is leuk, want daardoor kun je ook
een competitie-element aanbrengen tussen
deelnemers. De uitdaging is sneller klaar te
zijn dan de rest, ook al doe je meer herhalin-
gen. Dat motiveert.’
De deelnemers van het eerste uur zijn vijf
studentes. Ze willen fitter worden. Gewoon
om conditie op te bouwen, of om beter voor
de dag te komen in hun andere sporten,
zoals twee meiden uit het vrouwenelftal van
voetbalvereniging Drienerlo die tot nu toe
alle wedstrijden verloren. Bijzonder dat het
allemaal vrouwen zijn, vindt Van Delden, maar
hij heeft er wel een verklaring voor. Hij is ook
crossfittrainer en daar komen vooral mannen
op af. ‘Als je op YouTube filmpjes van crossfit
bekijkt, is dat nogal intimiderend met van die
grote halters. Bootcamp maakt gebruik van
simpele middelen. En wie weet spreekt het
ze aan dat het in de buitenlucht is. Dat hoor
je van veel mensen. Ze vinden het fitnesscen-
trum met apparaten zo gauw vervelen. Met
bootcamp kun je eindeloos variëren.’ |
Een zandzak in je nek, een boomstam boven je hoofd en een serie push-ups.
Een lichte miezerregen maakte het beeld van de eerste bootcamp-training
op de UT compleet. Het sportcentrum is een cursus begonnen voor studenten
en medewerkers die fitnessapparaten saai vinden en met natuurlijke
bewegingsvormen toch fit willen worden.
Cursus bootcamp van het sportcentrum
05 > 06 > 07 > 08 >
UT NIEUWS 09|2012 15
Zandzak in je nek en sprinten maar
Onderzoek
Ze viel vorig jaar al in de prijzen, maar dat ze afgelopen maand nu ook de Simon Stevin Gezelprijs
heeft binnengesleept is voor Mesa+-onderzoekster Loes Segerink de kers op de taart. ‘Er waren
drie genomineerden, alle drie goede kanshebbers. Heel erg leuk dat ik heb gewonnen. Vooral
omdat er meer dan 20 UT-collega’s met me mee waren naar het STW-jaarcongres. We zijn erg
betrokken bij elkaar. En zo hoort het. Ik kan toch ook nooit een prijs in mijn eentje winnen!’
‘Een op de zes stellen heeft vruchtbaarheidsprobleem’
TEKST: DITTA OP DEN DRIES | FOTO: ARJAN REEF >
Haar onderzoek spreekt aan. De lab-on-a-chip
thuistest, waarmee mannen de kwaliteit van hun
sperma kunnen meten, krijgt veel media-aandacht.
‘Dat begon al toen ik aan het eind van het tweede
jaar mijn eerste internationale artikel publiceerde.
En toen ik op het onderwerp promoveerde
barstte het helemaal los. Ik heb in allerlei kranten
en tijdschriften gestaan, er volgden radio- en
tv-optredens, ik heb meermalen presentaties
gegeven. Het is kennelijk een sexy onderwerp.’
Ze komt net uit Rotterdam, waar ze een gastcollege
heeft gegeven op de Erasmusuniversiteit. ‘Leuk
dat ik daarvoor gevraagd word. Ik ben ook al een
paar keer op mijn oude middelbare school, het
Thijcollege in Oldenzaal, geweest om over mijn
onderzoek te praten. Of ik een rolmodel voor
studenten ben? Ik vertel gewoon graag over mijn
werk. Het voordeel is dat mijn onderzoek goed uit
te leggen is aan mensen die geen wetenschappelijke
achtergrond hebben. Ik roep in die gastcolleges
echt niet steeds: kies béta!. Maar leerlingen zijn
wel nieuwsgierig als ik vertel dat ik een technische
opleiding heb gedaan. Als ik hen daarmee inspireer
is dat natuurlijk prachtig’.
FertiliteitBijna iedereen kent in zijn omgeving wel een stel
dat worstelt met een vruchtbaarheidsprobleem.
Eén op de zes stellen heeft problemen met zwanger
raken. ‘Ook ik ken stellen die hier problemen mee
hebben. Toch was dat niet mijn drijfveer om dit
onderzoek te gaan doen. Ik wilde graag onderzoek
doen naar een medisch én maatschappelijk
probleem.’
Een medisch probleem is ongewild kinderloos
zijn zeker. Per jaar worden 30.000 stellen
doorverwezen naar een ziekenhuis. Daar wordt
zowel de man als de vrouw onderzocht. De
oorzaak van de ongewenste kinderloosheid
blijkt voor 30 procent bij de man te liggen, voor
30 procent bij de vrouw en voor 30 procent bij
beiden.
Segerink: ‘Een man moet meer dan 15 miljoen
zaadcellen per milliliter sperma hebben. Meer
dan 40 procent daarvan moet enigszins bewegen.
Die grens wordt in de medische wereld als norm
aangehouden. In de praktijk zijn er veel mannen
die lager scoren, maar wel een kind krijgen. En
er zijn ook veel mannen van wie het sperma aan
deze norm voldoet, maar die geen kind krijgen. De
keuze van de medische behandeling wordt deels
gebaseerd op bovengenoemde grens.’
Voor een vruchtbaarheidsonderzoek moet een
man sperma leveren en dat gebeurt meestal in
het ziekenhuis. ‘Mannen ervaren dat vaak als
beschamend. Door de ontwikkeling van deze test
kan dit gewoon thuis.’ Het is nog niet duidelijk
hoe de thuistest in de toekomst wordt ingezet.
‘Er zijn namelijk meerdere opties mogelijk. Een
gynaecoloog kan de test aan een man meegeven.
Maar het is ook een optie dat de huisarts de
test doet. Of dat de test toch gewoon in het
laboratorium blijft. Nu voert elke laborant de test
nog op zijn of haar eigen manier uit. Het maakt
ook weer verschil of je de test bijvoorbeeld in
Enschede doet of in Nijmegen. Door mijn apparaat
in te zetten komt er meer eenduidigheid en wordt
de variatie in uitslagen verkleind.’
Haar hart ligt bij de wetenschap, maar het
ondernemerschap trek Loes Segerink ook. Ze
is mede-oprichter van de start-up Cellanyzer
BV. Een paar uur in de week is ze bezig met de
begeleiding van lab-on-a-chip voor de veterinaire
markt. ‘Het is leerzaam om bij dat proces
betrokken te zijn. Maar het is vooral spannend en
bijzonder om te zien hoe mijn wetenschappelijke
werk in de praktijk gebruikt wordt.’ |
Opnieuw prijs voor Mesa+-onderzoekster Loes Segerink
16 UT NIEUWS 09|2012
JOCHEM VREEMAN | FOTO’S: GIJS VAN OUWERKERK >
Cardiotennis is veel meer dan alleen een balletje
slaan. De sport, overgewaaid uit Amerika, wint
onder studenten en medewerkers van de UT aan
populariteit. De naam zegt het al. Cardiotennis is
vooral gericht op het verbeteren van uithoudingsver-
mogen en conditie. ‘Je hoeft niet eens veel ervaring
met ‘normaal’ tennis te hebben’, legt Eulderink uit.
Op de banen van tennisvereniging Ludica verzorgt
hij samen met Jan Herman Wilmink elke maandag
en woensdag van 17.00 tot 18.00 uur de oefeningen.
De trainingen, sinds een jaar gestart, zijn exclusief
voor UT-medewerkers en leden van Ludica.
Maar goed, de armen en benen zijn los. Aan de bak
dus. Na amper een kwartier begin ik al goed warm
te worden. Eerst staan de oefeningen zonder ten-
nisbal op het programma. In een groep van zo’n 25
enthousiastelingen werk ik trouw de conditieoefe-
ningen af. Daarbij trekken de trainers pionnetjes en
zogenaamde loopladders uit de kast. Ook wordt er
een wedstrijdelement aan de training toegevoegd.
Iedereen legt vijf ballen in het midden van de baan.
Na het startsignaal sprint iedereen vanaf de baseline
naar de ballenvoorraad en legt ze een voor een op
het racket, dat op de grond ligt. Wie het eerst vijf
ballen verzameld heeft, wint. Het levert fanatieke,
maar ook hilarische taferelen op. Veel deelnemers
sprinten als een dolle heen en weer en komen in het
heetst van de strijd regelmatig met elkaar in botsing.
Leuke oefening!
Als we even later dan eindelijk wat ballen mogen
slaan op een van de hardcourtbanen op de campus,
merk ik dat enige ervaring met ‘normaal’ tennis toch
wel een voordeel is. Je hoeft geen tweede Roger
Federer te zijn, maar een paar voltooide tennislessen
is geen overbodige luxe. Die ervaring heb ik geluk-
kig, want in een nog niet al te ver verleden heb ik
jarenlang elke week op de baan gestaan. De techniek
is er dus nog wel, maar zoals aangegeven komt het
bij cardiotennis vooral op conditie aan. Bal slaan,
loopladder, bal slaan, loopladder. Dat soort dingen.
Tijdens de trainingen werken we individuele oefe-
ningen af en spelen we met een dubbelpartner korte
punten. Geheel in stijl van het cardiotennis zorgen
stampende beats voor wat extra ritme. Aan de rand
van de tennisbaan staat een ghettoblaster en de
volumeknop is flink opengedraaid. Ook hier straalt
het fanatisme eraf bij de deelnemers. Het conditie-
niveau is heel behoorlijk. Niet zo verwonderlijk als je
bedenkt dat de meesten, naast deze cardiotraining,
ook wekelijks een normale tennistraining op het
programma hebben staan. Dat geldt ook voor Erik
Veurman (24, master IO). Naast zijn wekelijkse trai-
ning cardiotennis traint hij nog twee keer per week.
In het voorjaar speelt Erik met een mixteam compe-
titie namens Ludica. ‘Conditie is erg belangrijk. Dat
geldt natuurlijk voor alle sporten, maar zeker ook
voor tennis. Cardiotennis is daarom erg nuttig. Soms
trainen we zelfs met hartslagmeters, dat geeft aan
hoe serieus we bezig zijn. Bovendien leer je nieuwe
mensen kennen.’
Aan het einde van de training staat ons een leuk
‘toetje’ te wachten. De echte servicekanonnen kun-
nen hun serveersnelheid meten met een speciale
snelheidsmeter. Ik krijg wat flinke klappen te zien,
waarbij de meter niet zelden de 160 km/h voorbij-
schiet. Ook ikzelf kom daar aardig bij in de buurt en
dat valt me niet tegen. Het heeft natuurlijk niks met
cardiotennis te maken, maar na al dat gezweet is dit
een leuke afsluiter. |
Zweten op de tennisbaan‘We beginnen met inlopen, drie rondjes om twee banen’, roept tennistrainer Frank Eulderink. Dat is
geen probleem, denk ik bij mezelf. Ruim een uur en heel wat tennisballen later ben ik flink aan het
zweten en snak ik naar het einde van de training. Cardiotennis bij Ludica is zwaar, maar ook erg lekker.
De mogelijkheden om op de campus een sportieve prestatie
neer te zetten, zijn legio. Van schaken tot schermen, van
taekwondo tot tafeltennis. De redactie van UT Nieuws hijst zich
in sportkleding en gaat het aanbod aan den lijve ondervinden.
Participating journalism heet dat. Deze maand: cardiotennis.
Bij goed weer vormen de hardcourtbanen het strijdtoneel
van cardiotennis, bij regen wijkt de groep uit naar het
kunstgras. Inloop is vrij en rackets zijn beschikbaar. De
buitengroep tennist tot half oktober en heeft zich inmid-
dels verplaatst naar de hal. Meer info bij Frank Eulderink
of Jan Herman Wilmink.
Aanmelden?
Sport
UT NIEUWS 09|2012 17
Interview
Onder de eikenbomen bij de Faculty Club gaf Jacques Troch colleges bedrijfsethiek in de sfeer
van Plato. In oktober nam de voormalige topman van Grolsch kort na zijn zeventigste verjaardag
afscheid van de UT. Nog voor ze hem een ‘ouwe zak’ zouden noemen. Van zijn stokpaardje, de
ethiek, hoopt hij dat het een belangrijker plek krijgt in het onderwijs.
Ethiekcolleges onder de eik
TEKST: PAUL DE KUYPER | FOTO: GIJS VAN OUWERKERK >
‘Wilt u koffie? Het is nog wat vroeg om u bier
aan te bieden. Wist u overigens dat 11 uur
in de ochtend het beste tijdstip is om bier
te proeven? Dan is bij de meeste mensen
het ontbijt goed verteerd en begint u weer
trek te krijgen. De smaakpapillen zijn dan
op hun best.’ Zelfs bij de koffieautomaat op
de tweede verdieping van Ravelijn schuilt
in Jacques Troch de bierbrouwer. Nadat de
in België geboren bestuursvoorzitter van
Grolsch in 2004 met pensioen ging werd hij
praktijkhoogleraar corporate governance aan
de UT.
Van die baan nam hij afgelopen maand
afscheid. Hij is inmiddels 70, maar nog lang
niet oud. De dag voor dit interview vierde hij
zijn verjaardag met een door zijn kinderen
Afscheid van praktijkhoogleraar Jacques Troch
18 UT NIEUWS 09|2012
UT NIEUWS 09|2012 19
aangeboden tandemsprong met een parachute.
‘Geweldig. Ze reden me naar vliegveld Teuge
en ik had geen idee wat we zouden doen.
Daar aangekomen kon ik natuurlijk niet meer
zeggen dat ik het niet durfde. Ik heb het eerder
gedaan; 35 jaar geleden heb ik zelfs een brevet
gehaald.’
Als Grolsch-topman gaf Troch al zo af en toe
gastcolleges aan de UT, bijvoorbeeld over hoe
je als bedrijf omgaat met je mensen na een
ramp als de vuurwerkramp. Een droom noemde
hij het zelf om aan de UT te mogen werken na
zijn 62ste, de pensioenleeftijd bij de Twentse
bierbrouwerij. ‘Ik wilde mijn ervaringen uit het
bedrijfsleven delen met studenten. Je wordt
ouder, maar die omgeving met jonge mensen
past mij goed. Ik heb relatief jonge kinderen
(27 en 28). Daarnaast is er het contact met
de collega’s met wie je goede discussies kunt
voeren.’
Geestelijke flexibiliteit‘De student moet centraal gesteld worden’, meent
Troch. ‘Triest’ vindt hij het dat vrijwel geen
student komt opdagen bij de opening van het
academisch jaar. Zelf probeerde hij zich geregeld
onder hen te begeven. Zo ging hij vier keer mee
met de jaarlijkse reis van studievereniging Stress.
Naar Dubai, Chili, Mexico en Costa Rica en naar
Vietnam en Singapore. ‘Er wordt niet te weinig
gedronken op zo’n reis’, herinnert hij zich. ‘Maar
ze mochten pas de kroeg in als de rapporten van
de bedrijfsbezoeken af waren. Dat is echt pittig
hoor.’ Het betekende dat Troch soms om half
een ’s nachts nog een stapel papier onder zijn
kamerdeur kreeg geschoven.
Als cadeautje voor zijn studenten nodigde
Troch drie weken geleden de directeur van de
abdij annex bierbrouwerij annex kaasmakerij
Orval uit, uit Belgisch Luxemburg. ‘Dat is een
bijzondere brouwerij, want de vraag is groter dan
het aanbod. Hoe ga je daarmee om? Hoe houd je
klanten tevreden? Die directeur heeft een lezing
gegeven met aansluitend een proeverij van bier
en kaas. Zo heb ik mijn studenten bedankt.’
Vol vuur kan de praktijkhoogleraar – een
hoogleraar zonder promotierecht en
wetenschappelijke verdiensten – vertellen over
zijn colleges. Hij deed veel samen met Olaf
Fisscher, die eerder dit jaar met emeritaat ging.
‘Wij speelden Lagerhuis met de studenten. We
poneerden een stelling, Olaf was voor en ik
tegen. De studenten moesten een kant kiezen
en vervolgens elkaar overtuigen om overlopers
te creëren. Het bleek moeilijk om iemand van
mening te doen veranderen. Bij een nieuwe groep
wisselden Olaf en ik van standpunt. Dat was voor
ons een soort wederzijdse oefening in geestelijke
flexibiliteit.’
Nog enthousiaster spreekt Troch over de ethiek-
dagen, de colleges bedrijfsethiek die hij aan
derdejaars studenten bedrijfskunde en technische
bedrijfskunde gaf. ‘De eerste jaren werden die in
het vierde kwartiel aangeboden. Ik ging dan vaak
met de studenten in een halve cirkel in het gras
onder de eikenbomen bij de Faculty Club zitten.
Een beetje zoals Plato. Met symboliek, maar het
ging natuurlijk om de discussie.’
Die discussies gingen bijvoorbeeld over een
medewerker die gestolen had. Hij is lang
in dienst, heeft altijd goede beoordelingen,
getrouwd, drie kinderen, net zijn hypotheek
verhoogd en hij geeft ook toe dat hij gestolen
heeft. Volgens de regels van het bedrijf volgt op
diefstal ontslag. Troch: ‘Maar doe je dat ook?
Geleidelijk aan wordt de casus verscherpt. Dan
heeft ie geen laptop gestolen, maar een krat
frisdrank. Het doel van die colleges is niet de
oplossing, maar het uitwisselen van standpunten.’
HartenkretenKritisch is Troch ook over zijn studenten.
Hun niveau valt hem tegen. Nederlandse
schrijfvaardigheid: ‘rampzalig’. Engels: ‘ook niet
goed’. Kennis van geschiedenis: ‘slecht’. ‘Ik heb
daar discussies over gevoerd. Anderen zeggen:
wij zijn er niet om de tekorten van het middelbaar
onderwijs op te vangen. Ik vind dat al datgene dat
de middelbare school laat liggen, de universiteiten
moeten oppikken om mensen te kunnen opleiden
voor een serieuze plaats in de maatschappij.’
Ondanks die gebrekkige basisvaardigheden
ziet Troch het optimistisch in. ‘Ik denk dat het
nieuwe onderwijsmodel goed is. De mix wordt
beter. Een deel van de kennis halen studenten
uit college en daarnaast leren ze om zelf kennis
te ontdekken.’ Een paar jaar geleden schreef hij
in een ingezonden stuk in UT Nieuws dat ethiek,
creativiteit, organisatie en geschiedenis een vaste
plek moeten krijgen in het curriculum. Voor ethiek
ziet hij steeds meer aandacht en van creativiteit en
organisatie verwacht hij dat er ruimte voor is in het
nieuwe model.
Dat onderwijsmodel juicht hij toe, maar graag doet
hij twee hartenkreten. De eerste: ‘We moeten onze
beste docenten inzetten in het eerste jaar. Jaar
één is cruciaal voor studenten. Ze moeten dan
geen bestuurswerk doen, maar zo snel mogelijk
hun P halen. Dan is men vertrokken. Daarna
valt bestuurswerk te regelen, of een stage in het
buitenland.’
De tweede hartenkreet betreft ethiek, zijn
stokpaardje. ‘Ethiek moet worden aangeboden
in jaar één. Bij alle studies, ook de technische.
De maatschappij kan zo niet doorgaan met alle
crises. Zijn wij ziek van hebzucht? Is ons model
zo verkeerd dat wij moeten concurreren om te
kunnen overleven? Kunnen wij niet naar een model
van samenwerking? Ethische vorming moet niet
verloren gaan, maar moet juist veel meer aandacht
krijgen.
Goede momentWie de voormalige bierbrouwer zo hoort spreken,
vraagt zich af of hij het niet jammer vindt ‘nu al’ te
stoppen aan de UT. Hij is 70, maar praat nog vol
passie over goed onderwijs. ‘Jammer? Nee hoor.
Ben ik blij? Ook niet. Ik wil vermijden dat mensen
zeggen: kijk, daar heb je die ouwe zak weer. Ik
hoop dat ze nu nog zeggen: goh, jammer dat ie
weggaat. Dit voelt als het goede moment, al kom ik
hopelijk nog eens terug voor een gastcollege.’ |
UT in beeld
20 UT NIEUWS 09|2012
UT NIEUWS 09|2012 21
Herfst…. Ze vallen weer, de blaadjes. Een beetje aarzelend
nog vlijen ze zich in het gras. Maar binnenkort
zullen ze de campus toedekken onder een warme
roodbruine, geelgroene deken.
Fotograaf Gijs van Ouwerkerk nam deze foto op
een moment dat het zonnetje voor een zachte
oktoberdag zorgde. Even geen college en dan
lekker op een bankje zitten, zonder jas. Wat wil
een mens nog meer…..? |
Foto: Gijs van Ouwerkerk
22 UT NIEUWS 09|2012
Verkiezingen Verenigde Staten
Stijn van Ewijk (24), student bestuurskunde en sustainable energy technology, was deze maand acht
dagen in de VS om de verkiezingscampagne van dichtbij mee te maken. Zelf voerde hij ook campagne,
voor zowel Obama als Romney. ‘Een onvergetelijke ervaring’ die zijn beeld van de Amerikaanse
verkiezingen heeft genuanceerd. ‘De mensen weten niet minder van politiek dan in Nederland.’
TEKST: PAUL DE KUYPER >
Met een vragenlijst ging Stijn van Ewijk langs
de huizen in een van de armere wijken van
Richmond (Virginia) om Obamasupporters te
bewegen te gaan stemmen. Steun je de presi-
dent? Ga je stemmen? Hoe laat ga je stemmen?
‘Al die vragen vul je in. Kort voor de verkie-
zingen, 6 november, krijgen deze mensen een
kaartje in de bus als herinnering. Dan weten ze:
o ja, ik ga in de ochtend op Obama stemmen.
Als ze wel willen stemmen, maar geen vervoer
hebben, dan wordt er geregeld dat een auto
ze op de verkiezingsdag naar het stembureau
brengt.’
UT-student Van Ewijk reisde half oktober acht
dagen langs Washington, Richmond, Philadelp-
hia en New York met de BKB Academie, een
geselecteerde club van 25 studenten en pas-
afgestudeerden die geïnteresseerd zijn in debat,
politiek en campagne. De BKB Academie is een
cursusprogramma van een jaar met als hoogte-
punt de jaarlijkse reis naar een verkiezing in het
buitenland, nu dus de race om het Witte Huis,
volgens Van Ewijk ‘de Rolls Royce onder de
verkiezingen’.
Van Ewijk en zijn collega’s spraken onder ande-
re met campagnemedewerkers, lobbyisten, het
bedrijf achter de digitale campagne van Obama
en de bedrijven die de zeer venijnige campagne-
filmpjes maken. Ze bekeken het tweede presi-
dentiële debat op dezelfde campus (maar in een
ander gebouw) als waar het debat plaatsvond.
Ook voerden ze anderhalve dag zelf campagne.
Voor Obama én voor Romney. ‘Het was een
studiereis. We deden het niet om de kandidaten
te helpen, maar om inzicht te krijgen in hoe de
campagnes worden gevoerd. Maar om eerlijk te
zijn lag de motivatie tijdens de campagne voor
de Republikeinen wel lager.’
Dat kwam volgens Van Ewijk niet alleen doordat
alle 25 deelnemers zich meer verwant voelen
met de huidige president dan met zijn tegen-
strever. ‘Je merkt bij Obama dat de campagne
echt van onderop wordt georganiseerd. Ieder-
een is toegewijd, fascinerend om te zien. Zelfs
als je tegen Obama zou zijn, wil je ze helpen.
Die mensen zijn zo gemotiveerd.’
Van Ewijk verbaasde zich over de ‘haast milita-
ristische benadering’ van het campagnevoeren.
Het is bijna exacte wetenschap, zo schetst hij
zijn ervaringen. Omdat kiezers zich moeten
registreren en dan al aan kunnen geven of ze
Democraten of Republikeinen stemmen, weten
partijen van veel kiezers waar ze wonen. ‘Cam-
pagnemedewerkers gebruiken die data, sturen
alles aan het eind van de dag op naar het hoofd-
kantoor en daar wordt alles geanalyseerd en
‘Fascinerend, die toegewijde campagnes’
Stijn van Ewijk op pad voor Obama én Romney
bepaald wat de doelen worden op de volgende
campagnedag.’
Met een adressenlijst ging Van Ewijk Romney-
stemmers in een villawijk in Richmond langs
om ze op het hart te drukken inderdaad voor
hun kandidaat te stemmen. Hetzelfde deed
hij in een armere buurt voor het Obama-team,
alleen dan om de kiezers te motiveren ook echt
naar het stembureau te gaan. ‘Bij de Democra-
ten zeggen ze: als veel mensen gaan stemmen,
wint Obama. Hij heeft veel aanhangers in min-
derheidsgroepen met vaak een lagere opkomst.’
‘Zo’n gigantisch veldapparaat zal je in Neder-
land nooit krijgen. Ik zie partijen hier niet op
zo’n schaal langs de huizen gaan om stemmers
te trekken’, aldus de student. Dat dat in de VS
anders is, noemt hij logisch. ‘In zogenaamde
swing states zoals Virginia kan in theorie één
stem uitmaken of een staat naar de Democra-
ten of Republikeinen gaat. Dat zeggen ze ook
op lokaal niveau. Als je straks de uitslagen op
tv volgt en je ziet dat jouw wijk voor Obama
heeft gekozen, waardoor jouw stad en uitein-
delijk de hele staat een nipte meerderheid voor
Obama haalde en dus alle kiesmannen van die
staat naar de Democraten gaan, dan werkt dat
heel motiverend.’
Door de presidentiële campagne van dichtbij te
volgen, leerde Van Ewijk het Amerikaanse poli-
tieke systeem beter kennen. Naar eigen zeggen
gaf het hem ook de gelegenheid Nederlandse
vooroordelen te nuanceren. ‘In Nederland be-
staat het idee dat Amerikanen dom zijn’, geeft
hij als voorbeeld. ‘Nou, in die campagneteams
zitten de slimste mensen hoor. Ik heb op straat
ook niet het idee gekregen dat de mensen min-
der van politiek weten dan in Nederland.’
‘Een ander vooroordeel is dat er belachelijk
veel geld geïnvesteerd wordt. Dat valt wel mee
als je ziet hoe groot het land is. De marketing
van bedrijven is vele malen duurder. Bovendien
volgt het logisch uit een tweepartijenstelsel.
Het is win or lose.’ |
HistorischHoe het kan weet ik niet, maar in de Verenigde Staten zijn
alle presidentsverkiezingen historisch. Amerikanen zijn nu
eenmaal verliefd op de overtreffende trap. Ze gaan uitsluitend
voor het grootste, het mooiste, het beste en het duurste. En
dat geldt ook voor ‘the best horse race in the world.’ Hoe saai
sommige verkiezingen ook lijken, uniek zijn ze allemaal. Die
van vier jaar geleden werden met recht zo genoemd. Voor het
eerst werd een zwarte kandidaat tot het hoogste ambt geroe-
pen. Een doorbraak in een land dat getekend is door raciale
tegenstellingen. Barack Obama sprak over ‘hope’ en ‘change’
en miljoenen zeiden hem na: ‘Yes we can’. Het enthousiasme
dat hij losmaakte riep herinneringen op aan begin jaren zestig,
toen John F. Kennedy het land begeesterde. Historisch, inder-
daad. Maar wat maakt 6 november 2012 zo speciaal dat we
die avond op het puntje van onze stoel moeten gaan zitten, de
televisie afgestemd op CNN, chips en cola binnen handbereik?
We weten nu immers wel dat ook iemand met een kleurtje op
het Witte Huis kan passen. En over ‘hope’ en ‘change’ hoor je
Obama niet meer. Zijn kiezers mochten zich eens afvragen wat
dat precies heeft opgeleverd. Een geluk voor Obama: ook zijn
Republikeinse uitdager Mitt Romney maakt weinig los. Zelfs
sommige partijgenoten beschouwen hem als de zoveelste
saaie, blanke, over het paard getilde rijkaard die zo nodig een
kansje moet wagen.
En toch, de verkiezingskoorts is er niet minder om. Begrijpelijk,
want sinds de Amerikaanse burgeroorlog (1861 - 1864) zijn de
politieke tegenstellingen in de VS niet zo groot geweest. Het
landsbestuur is verlamd doordat Democraten en Republikeinen
elkaar niets gunnen. De economische crisis zet alles op scherp.
Republikeinen en Democraten vechten een ideologisch conflict
uit dat al suddert sinds de republiek werd uitgeroepen. Is
Amerika een land van individualistische pioniers die slechts
vertrouwen op God en hun geweer, of wordt het bevolkt door
mensen die vinden dat de federale overheid ook het algemeen
welzijn moet bevorderen? Om die vraag draait het. De Repu-
blikeinen van Romney willen burgers op zichzelf terugwerpen
zodat zij weer initiatief gaan ontplooien. De Democraten
van Obama willen burgers juist beschermen tegen de ergste
uitwassen van de crisis zodat zij weerbaar blijven. Dat maakt
de keus op 6 november helder en de verkiezingen beslissend.
In elk geval voor de duur van vier jaar, want dan dienen zich
opnieuw presidentsverkiezingen aan. Historische verkiezingen,
let maar op.
Marten de Jongh is opinieredacteur/eindredacteur bij de
Twentsche Courant Tubantia. Als voormalig buitenland-
redacteur met grote voorliefde voor de VS volgt hij de
Amerikaanse verkiezingen op de voet.
Column | Marten de Jongh
UT NIEUWS 09|2012 23
Gaan de Nederlandse verkiezingen en de media-aandacht daarvoor steeds meer lijken op het
spektakel in de VS? Die indruk wordt inderdaad gewekt, constateert UT-mediapsycholoog
Ard Heuvelman. Zelf ziet hij die zogenaamde veramerikanisering niet. Sterker, op sommige
vlakken gaan onze media en politici een stap verder dan in Amerika. ‘Ik zie Obama niet opdraven
in een tv-spelletje.’
TEKST: PAUL DE KUYPER | FOTO: ARJAN REEF >
Wat zijn de belangrijkste
verschillen in de rol die me-
dia spelen in de campagnes
in Nederland en de VS?
‘In de VS draait het om twee
personen. Dat zie je terug in de media. Er zijn maar
twee mensen die ertoe doen. Er wordt heel erg op
de persoon gelet. Het gaat meer dan bij ons over hoe
iemand over komt.
Inhoudelijk staat in Amerika het land centraler. Het
nationalistische karakter is veel hoger, vooral bij de
Republikeinen. Obama houdt nog een breed verhaal
over wat hij heeft gedaan in de wereld, maar Rom-
ney vertelt zijn levensverhaal en benadrukt dat hij
zelf uit de American dream komt, dat hij weet hoe
het moet. Rutte doet zoiets niet. In Nederland heeft
het nationalisme veel minder aanhang.’
Ook in Nederland wordt door de media veel
naar de persoon gekeken. Gaat Nederland steeds
meer op Amerika lijken?
‘Die indruk wordt wel eens gewekt, maar ik zie
geen veramerikanisering. Het is een internatio-
naal verschijnsel dat media een steeds grotere
rol spelen in de campagne. Wat dat betreft gaat
Nederland zelfs een stukje verder. Politici draven
overal op, zelfs in tv-spelletjes. Dat zie ik Obama
toch niet doen.
Amerika is zelfs braver geworden, door de komst
van C-SPAN, een onafhankelijke parlementaire
tv-zender. Die heeft de speeches van Obama en
Romney op hun congressen op precies dezelfde
manier geregistreerd. Daarvan is de invloed een
stuk minder dan Fox dat zich lekker achter Bush
schaarde. Overigens moet je dat brave los zien
van alle filmpjes die gemaakt worden waarin
de kandidaten elkaar zwartmaken. Dat zie je in
Nederland niet gebeuren.’
Je hoort van alles over de social media strategy
van Obama in 2008. Hoe belangrijk zijn social
media eigenlijk?
‘De invloed daarvan valt reuze mee. Geen mens
heeft volgens mij kunnen bewijzen dat social media
toen doorslaggevend zijn geweest. Ik las dat tijdens
het eerste debat tussen Obama en Romney tien
miljoen keer getwitterd werd. Ik vraag me af: wat
draagt dat bij? Men doet z’n best maar.’
Veel Nederlandse partijen hadden tijdens de
campagne een speciaal team dat standpunten
twitterde tijdens debatten. Zij geloven kennelijk
dat ze invloed hebben.
‘Denk je dat de zwevende kiezer overtuigd wordt
door een twitterberichtje? De invloed van de media
is sowieso gering op het bepalen van de keuze. Met
media gedrag veranderen is buitengewoon moeilijk.
Onderzoek heeft dat meerdere keren aangetoond.
Uitzondering is het tv-debat tussen Nixon en Ken-
nedy in 1960. De radioluisteraars wezen Nixon aan
als winnaar, maar de tv-kijker koos voor Kennedy’s
uitstraling. Na die tijd hebben onderzoeken de in-
vloed van tv-debatten niet meer kunnen hardmaken.’
Wat vind je van de aandacht van de Nederland-
se media voor verkiezingen in de VS?
‘Het is wel erg veel hè? Zeker als je het afzet tegen
dingen die voor ons veel belangrijker zijn, zoals de
verkiezingen in Frankrijk en Duitsland. Daar hebben
we rechtstreeks mee te maken in EU-verband. Als
je dat afzet tegen de aandacht voor de VS, is het
tamelijk absurd.’
Het is nou eenmaal een wereldmacht.
‘China, Japan en India zijn ook wereldmachten. Daar
hoor je nauwelijks iets over. Het argument klopt
ergens niet. Het zal wel met het verleden te maken
hebben, althans, met de periode na de Tweede We-
reldoorlog. Daarvoor hoorde je niemand over de VS.’ |
‘Amerika is braver geworden’Mediapsycholoog Ard Heuvelman over de campagnes in Nederland en de VS
24 UT NIEUWS 09|2012
Verkiezingen Verenigde Staten
UT NIEUWS 04|2012 25
TExT: MARISKA ROERSEN | PHOTOS: GIJS VAN OUWERKERK >
Who: Rory Nealon, I’ve been here for a year.
Votes: Undecided. Although I am staying in-
formed and will vote, I am trying to take a va-
cation from it. I lived 2 blocks from the White
House and am tired of the whole spectacle.
Prediction: Obama will win comfortably.
He is ahead in the polls and there are only six
swing states that Romney and Obama should
be fighting for.
What nobody knows: Residents of
Washington DC are not allowed to vote
Members of Congress because the capital is
independent from any state. I am from Wash-
ington DC and find this an unfair system. Up to
600.000 people pay taxes without representa-
tion.
This is a big issue and I find the position of the
presidential candidates on this very important.
Another thing is that I am convinced that the
media hypes up the elections. I believe they
present closer ratings than they actually are to
get more advertising money.
If anybody could be President it should
be: Me. You can’t be an American president
if you are born outside the US, and I was not
born there. It would be great to see if I could
still be elected.
Who: David Rossiter, I’ve been living here for 15
years now.
Votes: I have already voted through an absentee
ballot. This was possible as early as October 1st.
However, one of the characteristics of US elec-
tions is that my vote is secret.
Prediction: Obama. Romney faces challenges be-
cause he excludes large groups. Most Afro-Amer-
icans will vote Obama, because Romney doesn’t
have a policy for them. Next, Romney supports a
constitutional amendment to ban abortion under
all circumstances, which many women resent. On
top of that, Romney is against gay marriage. On
the other hand, there are still quite some people
who cannot accept that an Afro-American is living
in the White House and the amount of hatred in
these racists is shocking.
What nobody knows: Both candidates are
bought by large corporations. The American po-
litical system is corrupt at the core and all we are
seeing is a shadow of the real decision-making.
If anybody could be President it should be:
Someone with extensive political experience, like
the Governor of the State of New York Andrew
Cuomo, or Hillary Clinton. Someone who has
proven to be able to work with right-wing and left-
wing politicians.
Who: Kassandra Reuss-Schmidt, I arrived here
last September.
Votes: Obama. He is more progressive and has
the guts to step up for matters as gay marriage
and abortion regulation. The Bush adminis-
tration left him a mess. Although he did not
fulfil all his promises, he still did a lot. I would
not be able to have health care without his
reforms, for example.
Prediction: People are divided. It will be a
close call.
What nobody knows: Romney wants to dras-
tically cut spending on the environmental pro-
tection agency, which is completely ridiculous.
It is one of the few agencies that actually does
something. We need a system of checks & bal-
ances to even out interests between companies
and the public. His intended cuts in broadcast-
ing systems are another example. His election
would take us two or three steps back.
If anybody could be President it should
be: Different people who are knowledge-
able about the issues in question. Economists
should decide upon economic affairs,
for example. Of course, such a system already
exists, but not to the extent that I would like
to see it.
US elections: Let’s ask the expertsWho will be the next American President? What are the most important issues and is there something that Europeans don’t know?
Let’s ask some Americans who currently reside in Twente.
Alles wijst erop dat studeren in Nederland duurder wordt. In de VS liggen de studiekosten allang veel
hoger, zeker voor de beste universiteiten. Durven studenten nog iets anders te doen dan studeren?
TEKST: EVA DE VALK (HOP) >
Stephanie Oberfoell (25)
spert haar ogen wijd open als
ze hoort hoeveel collegegeld
studenten in Nederland beta-
len. ‘Wow’, zegt ze ongelovig.
‘Dat is een andere wereld.’
Haar vierjarige bachelor-
programma aan Stanford kostte 41.250 dollar,
omgerekend ruim 31.500 euro per jaar. Nu is ze
derdejaarsstudent geneeskunde aan de Univer-
sity of California in Los Angeles – in de VS kun
je pas aan een geneeskundestudie beginnen na
afronding van een bachelor. Kosten: 34.784 dollar
oftewel 26.500 euro per jaar.
Het Nederlandse collegetarief van 1.771 euro
steekt daar nogal schril bij af. En dan krijgen
Nederlandse studenten ook nog een basisbeurs,
al is het de vraag hoe lang dat zo blijft. Alles wijst
erop dat studeren in Nederland duurder wordt.
Studenten die een tweede master volgen, betalen
sinds 2010 het veel hogere ‘instellingstarief’. En
met de komst van het nog te formeren kabinet zal
in 2014 ook de basisbeurs verdwijnen. Dan kan er
alleen nog geleend worden.
Studenten moeten meer verantwoordelijkheid
nemen voor hun opleiding, vinden VVD en PvdA.
Een opleiding is immers een investering in de
eigen toekomst, en met het juiste diploma op zak
is een goed betaalde baan makkelijker te vinden.
Nederlandse studenten moeten zich daarom over
hun ‘leenangst’ heen zetten – na hun studie lossen
ze die kosten immers zo weer af.
In de VS is deze manier van denken gemeengoed.
Hoe beïnvloedt de hoge eigen bijdrage van stu-
denten het hoger onderwijs? Is hun werkhouding
anders, zijn ze wellicht gemotiveerder?
Private donorHet is bekend dat het collegegeld in de VS veel
hoger is dan in Nederland (zie kader ‘Studiekos-
ten in de VS’), maar dat betekent niet dat alle stu-
denten dit ook daadwerkelijk betalen. Uit onder-
zoek van Judith Scott-Clayton, docent economie
en onderwijs aan de Columbia University in New
York, blijkt dat slechts één op de drie studenten in
de VS het volledige collegegeld betaalt. Studenten
kunnen in de VS een beroep doen op een reeks
aan beurzen, stipendia, renteloze leningen en
andere toelages om hun studiekosten te drukken,
en dat gebeurt op grote schaal.
Zo ontving Stephanie Oberfoell, beste leerling van
haar middelbare school, een prestigieuze beurs
van een private donor die haar volledige ba-
chelorstudie aan Stanford bekostigde. Haar studie
geneeskunde in Los Angeles werd er deels mee
gedekt, de rest financiert ze door middel van een
lening. ‘Ik weet niet hoe me dat gelukt was zonder
die beurzen’, zegt ze. ‘Ik voel me bevoorrecht.’
Oberfoell neemt haar studie bijzonder serieus. ‘Ik
weet dat iemand een enorm bedrag voor mij heeft
neergeteld, en wil bewijzen dat ik dat waard ben.
Ik zie mijn studie als een enorme kans en wil alles
eruit halen wat erin zit.’ Ook besteedde ze veel
tijd aan haar studiekeuze. Ze heeft verschillende
stages bij ziekenhuizen gelopen en meegedraaid
met medische vrijwilligersprojecten voordat ze
zich inschreef voor geneeskunde. ‘De kosten van
een medische opleiding liggen hoog’, zegt Ober-
foell. ‘Je moet zeker weten dat je het wilt.’
LanterfantenHard werken, tempo maken en gericht kiezen:
dat is ook de ervaring van Nederlander Micha
Hernández van Leuffen (32). Hernández studeer-
de bedrijfskunde en computerwetenschappen
aan de VU en de UvA voordat hij voor een half
jaar naar de University of San Francisco (USF)
vertrok. ‘Dat halve jaar kostte net zo veel als mijn
hele studie aan de VU’, grinnikt hij. Toch was het
het hem meer dan waard. ‘Hier zitten de groot-
heden in mijn vakgebied. Ik heb in korte tijd veel
waardevolle kennis en contacten opgedaan. Het
was ontzettend gaaf.’
Het grootste verschil met Nederland was dat zijn
medestudenten heel gericht met hun studie en
carrièreplanning bezig waren, zegt Hernández.
‘Aan USF betaal je per vak, dus je gaat geen
vakken volgen waar je minder aan hebt’, zegt hij.
‘Een beetje lanterfanten of uitproberen is er niet
bij. De klok tikt door.’
Van die no-nonsense-houding kunnen Neder-
landse studenten wel wat leren, denkt Hernán-
dez. ‘Als je in Nederland heel hard studeerde,
werd gefluisterd dat je waarschijnlijk niet van
je studententijd aan het genieten was. Maar in
de VS was het ook niet zo dat iedereen alleen
maar in de boeken zat. Er werd gefeest, en flink
ook. Als je een nacht had doorgehaald, zat je de
volgende dag net zo goed op tijd en voorbereid in
de collegebanken. Work hard, play hard, was de
attitude.’
Economische benaderingAmerikaanse studenten hebben een sterk econo-
mische benadering van hun opleiding, stelt eco-
noom en onderwijskundige Judith Scott-Clayton.
De ‘return on investment’, de mate waarin de in-
vestering in een studie leidt tot een goed betaalde
baan, is een belangrijke factor voor studiekeuze
in de VS. Talenstudies en vakgebieden als filosofie
en geschiedenis – studies met een lage ‘return
on investment’ – worden alleen gekozen als de
student dermate gemotiveerd is dat hij bereid is
het risico te nemen.
Die economische benadering heeft ook een keer-
zijde, zegt Nederlander Wouter van Oortmerssen.
Hij was acht jaar lang docent informatica aan de
‘Een beetje lanterfanten is er niet bij’Hoge studiekosten belangrijk onderwerp bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen
Voor openbare universiteiten in de VS betaalden studenten
vorig jaar gemiddeld 8.244 dollar collegegeld, zo’n 6.300 euro.
Voor privé-universiteiten zonder winstoogmerk lag dit bedrag
op 28.500 dollar (22 duizend euro). Dat blijkt uit onderzoek van
de Amerikaanse non-profitorganisatie College Board.
In de VS stijgen de studiekosten al jaren. Vooral de openbare
universiteiten zijn in de loop der jaren veel duurder geworden,
doordat de staten hun financiële bijdragen hebben terugge-
schroefd. Zo vroeg de University of California in 1980 gemiddeld
nog 776 dollar collegegeld (zeshonderd euro). In 2011-2012
was dit gestegen naar 13.218 dollar (tienduizend euro).
De rekening gaat in toenemende mate naar de studenten.
Veertig procent van de huishoudens in de VS met een persoon
jonger dan 35 jaar heeft een studieschuld, blijkt uit onderzoek
van Pew Research. De gemiddelde uitstaande schuld was
26.682 dollar, ongeveer twintigduizend euro.
De totale som van uitstaande studieleningen in de VS bedraagt
906 miljard dollar, meldde de New York Federal Reserve recent.
In 2005 was dit bedrag nog 363 miljard dollar. Sommige
economen waarschuwen dat deze leningen kunnen leiden tot
een nieuwe financiële crisis, vergelijkbaar met de hypotheken-
crisis uit 2007.
Studiekosten in de VS
26 UT NIEUWS 09|2012
Verkiezingen Verenigde Staten
Southern Methodist University, een privéschool
in Dallas, Texas. ‘Studeren kost hier veel geld, dat
nemen de meeste studenten voor lief. Duurder
betekent vaak prestigieuzer. En prestige is de
sleutel tot goede banen, meer nog dan kennis of
ervaring, denkt men. Studenten – of liever hun
ouders – zijn bereid daarvoor diep in de buidel
te tasten.’ Dat maakt studenten volgens Van
Oortmerssen niet per se gemotiveerder. ‘Sterker
nog, ze worden arrogant. Hun houding is: ‘Ik heb
hier veel voor betaald, nou maak jij me maar eens
slim, zolang ik er maar niet voor hoef te zweten.’
Er is in de VS sterker dan in Nederland sprake
van een klantgerichte relatie met de student, zegt
Van Oortmerssen. ‘En de klant wil het papiertje
zonder te veel gedoe.’
RijkeluiskindjesNatuurlijk generaliseert hij, geeft Van Oortmers-
sen toe. ‘Niet alle studenten zijn zo. Zeker bij
masterstudenten heb ik hardwerkende en gemo-
tiveerde studenten gehad. Zij werden niet zozeer
gedreven door hoge kosten, maar door liefde voor
hun vak.’
Het probleem is in zijn ogen vooral dat de gemo-
tiveerde, maar minder rijke studenten zich laten
afschrikken door de hoge kosten. ‘Op mijn univer-
siteit zaten vooral rijkeluiskindjes’, zegt hij. ‘De
samenstelling van de studenten was erg eenzijdig.’
De ervaring van Hernández is dat studenten in
de VS zich niet zozeer laten afschrikken door de
hoge studiekosten: ‘Die aanvaarden ze eigenlijk
als een gegeven.’ Hun echte zorgen gaan over
de arbeidsmarkt en de kansen op werk na hun
studie. Hernández: ‘Toen ik vorig jaar afstudeerde,
was het erg moeilijk om een baan te vinden. Van
een aantal medestudenten weet ik dat ze na hun
afstuderen genoegen moesten nemen met een
stageplek. Dan is het echt een drama, als je zoveel
hebt geïnvesteerd. Want je studieschuld moet je
wel gewoon afbetalen.’ |
De hoge studiekosten zijn een belangrijk onderwerp in de
aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen op 6
november. Barack Obama en Mitt Romney hebben hierover
sterk contrasterende opvattingen.
Mitt Romney vertelde studenten in New Hampshire eind au-
gustus dat hij het niet als een taak van de overheid beschouwt
om studenten tegemoet te komen in hun studiekosten. ‘Het
is heel verleidelijk voor een politicus om te zeggen: ‘Weet je
wat, hier heb je wat geld’, zei hij. ‘Ik ga jullie geen gratis dingen
beloven die jullie uiteindelijk toch zelf [via belastingen, red.]
moeten terugbetalen.’
Romneys alternatief is nieuwe banen te creëren en de
belasting te verlagen, ‘zodat je in staat bent je eigen schulden
af te betalen en meer overhoudt van het geld dat je zelf hebt
verdiend.’ Romneys running mate Paul Ryan had eerder een
voorstel ingediend waarbij er vanaf 2013 sterk zou worden
gekort op de Pell Grant, een beurs voor studenten uit arme
gezinnen. In de laatste weken nam Romney een gematigder
standpunt in. Zo zei hij tijdens het tweede televisiedebat met
Obama dat hij de Pell Grant juist wil uitbreiden.
Obama had Romney eerder fel aangevallen. In een speech voor
studenten in Ohio ridiculiseerde hij Romneys uitspraak dat
studenten voor hun studie een beroep zouden moeten doen op
hun ouders. ‘Ik begrijp dat niet iedereen ouders heeft die geld
kunnen lenen’, zei Obama. ‘Dat komt voor sommige types als
een verrassing, maar het is de waarheid’.
Onder Obama is het beschikbare geld voor de Pell Grant
verdubbeld. Voor zijn nieuwe termijn stelt hij een hervorming
voor van het federale studieleningenstelsel, waardoor de
schuld wordt afbetaald naar draagkracht. De maandelijkse
lasten zouden volgens Obama niet hoger moeten liggen dan
tien procent van het inkomen en na tien jaar moet de schuld
komen te vervallen.
Obama is populair onder jongeren. In de verkiezingen van 2008
stemde 68 procent van de 18- tot 24-jarigen op Obama; 32
procent stemde op de Republikeinse kandidaat John McCain.
Explosief verkiezingsthema
UT NIEUWS 09|2012 27
28 UT NIEUWS 09|2012
Wie is....
TEKST: SANDRA POOL | FOTO: ARJAN REEF >
Verenigde Staten. Mijn ouders zijn na de
Tweede Wereldoorlog verhuisd naar Amerika. Mijn
vader is Duits, mijn moeder Pools. Ze zijn geen
‘natives’. Daardoor werd ik nieuwsgierig naar de
wereld. Het gaf me een open mind set. Ik groeide
op in Texas. Ging naar de University of Texas at
Austin. De universiteit heeft net als Twente een
mooie campus en is eveneens een belangrijke
speler in de regio.’
Ontwikkeling. ‘In Amerika ben jezelf verant-
woordelijk voor je persoonlijke ontwikkeling zodat
je interessant blijft voor de arbeidsmarkt. Na mijn
bachelors, werkte ik vijf jaar in Frankrijk als een
co-founder van een start-up. In Amerika deed ik
mijn master public policy. Ik was omringd met on-
geveer honderd medestudenten die allemaal hun
werkervaring deelden. Een enorme input! Het is
nog steeds een warm netwerk. Werkervaring deed
ik daarna op in Nieuw-Zeeland, bij de gemeente
Wellington. Ik moest wel even overkomen voor
mijn sollicitatie, maar ik greep mijn kans.’
Enschede. ‘Na mijn eilandavontuur wilde ik
human resource studeren. Het is een belangrijk
onderdeel van organisaties en ik was nieuwsgierig
naar het verschil tussen de VS en Europa. Daarom
wilde ik naar Europa. Ik was verbaasd dat Neder-
land opleidingen heeft in het Engels. Ik koos voor
de UT, omdat de universiteit in het land is, ver
weg van de Randstad. Je krijgt daardoor een goed
idee hoe het land is. De UT is een jonge univer-
siteit. Dat trok me ook. Ik ben een lang weekend
naar Enschede gekomen om te checken hoe het
hier is. Dat doen Amerikanen. Ik heb afspraken
gemaakt met hoogleraren. Ik wilde zeker zijn dat
het de investering waard was.’
Trots. ‘Mijn diploma haalde ik in 2009. Ik heb het
ingelijst en op mijn kamer staan, inclusief het UT
Nieuws met de aankondiging van mijn afstudeer-
praatje. Amerikanen zijn trots op hun diploma.
Ik woonde dat jaar op de campus, een huis aan
de Matenweg bij Nederlandse studenten. Ik was
ouder, maar omdat ik veel in het buitenland heb
gewerkt en veel op andere plaatsen ben geweest,
is het voor mij makkelijk om me aan te passen.’
Alumni. ‘Na mijn master begon ik bij NIKOS (Het
Nederlands Instituut voor Kennisintensief onder-
nemerschap) gevolgd door de afdeling strategie
van de staf van het college van bestuur. Ik werk
op het gebied van alumnirelaties, social media en
fondsenwerving. Alumnirelaties zijn in Nederland
heel anders dan in Amerika. In de VS weegt het
veel zwaarder. Families sparen jarenlang zodat
hun kind naar de universiteit kan. En je hebt het
fenomeen van eerstafgestudeerde. Ook een enorm
ding. Daarnaast is het heel moeilijk om bij de
goede universiteiten binnen te komen. Dat speelt
in Nederland minder mee. Iets anders. Baanze-
kerheid kennen we niet. We hebben geen vaste
contracten. Je alumninetwerk is dus een heel
effectieve manier om verder te komen.’
Beleid. ‘We moeten op de UT een andere bena-
dering zoeken. Ik probeer het verleden, heden en
toekomst te verbinden. Als mensen afstuderen,
is dat niet het einde van hun relatie met de UT.
De universiteit rekent alumni voor altijd tot haar
academische gemeenschap. Het zou mooi zijn
als de alumni zelf ook die band met de UT willen
behouden. Die band kan versterkt worden door
bijvoorbeeld alumniorganisaties, een magazine,
een website, het informatie verstrekken, interes-
sante zaken op de campus met elkaar delen. We
hebben meer dan dertigduizend alumni, over de
hele wereld, bij zoveel verschillende organisaties.
Die moet je met elkaar verbinden. Die internatio-
nale brug tussen mensen wil ik graag zijn.’ |
‘Ik wil een internationale brug slaan tussen mensen’
Wie is Joe Laufer?FUNCTIE: Coördinator Alumnibureau
GEBOREN: 18 december 1970 in New York
OPLEIDING: Bachelor in journalistiek – ‘mijn
passie’- en een bachelor in business:
‘dat was praktisch’. Een master in
Public Policy en een master in Human
Resource Management.
WOONT: In Enschede
BUGERLIJKE STAAT: Alleenstaand
TELEVISIE: Weinig, meer internet
FILM: Ja, van alles
BOEK: ‘Ik heb een cursus snellezen gehad
en dat is moeilijk om af te leren. Dat
maakt het minder leuk om boeken te
lezen. Kranten en magazines daarente-
gen wel. Op zondagmiddag in de
UT-bibliotheek.’
28 UT NIEUWS 09|2012
‘Ik wil een internationale brug slaan tussen mensen’
UT NIEUWS 09|2012 29
Cabaretfestival Cameretten 2012De jaarlijkse zoektocht naar aanstormende cabaretiers met ambitie, talent, een
eigen mening en natuurlijk humor is in volle gang. Negen acts worden gekozen
uit tientallen deelnemers, waarna ze een intensief workshopweekend aange-
boden krijgen. Voordat zij gaan strijden om één van de felbegeerde finaleplek-
ken in het nieuwe Luxor Theater, gaan de halve finalisten op try-out tour door
het land. Cameretten is het langstlopende cabaretfestival van Nederland en
heeft zich inmiddels ontwikkeld tot het grootste onafhankelijke podium waar
veel bekende cabaretiers hun carrière zijn begonnen. De winnaar Cabaretfesti-
val Cameretten 2011 ‘Ongericht Enthousiasme’ bestaande uit Michel Verkind-
eren, Philippe Verkinderen en Kevin Bellemans, brengt verfrissend, flitsend en
absurd zapcabaret. Maandag 12 november, 12.35 uur, Ongericht Enthou-
siasme: Winnaar Cabaretfestival Cameretten 2011; 20.15 uur, Try-out
Cabaretfestival Cameretten 2012, Amphitheater Vrijhof.
UNIVERSITEIT TWENTE
Vrijhof CultuurcentrumAlles op het gebied van voorstellingen, culturele cursussen, exposities, kunstuitleen en culturele
studentenverenigingen vind je in de Vrijhof, open van 8.30-24.00 uur, za./zo. van 10.00-17.00 uur.
Alle informatie is te vinden op www.cultuur.utwente.nl.
Culturele cursussenVrijhof Cultuurcentrum biedt elk seizoen ca. veertig culturele cursussen aan. Nieuw dit jaar is de
mogelijkheid om naast een basiscursus je ook middels een ‘gevorderden cursus’ wat meer te verdiepen
of je creatieve vaardigheden uit te breiden. Het aanbod is te vinden op: http://www.cultuur.utwente.
nl/cultuur/cursussen/cursusaanbod.html.
Vrijhof CultuurmailAls je je abonneert op deze gratis maillijstservice, krijg je wekelijks in je mailbox een vers berichtje over
de activiteiten die georganiseerd worden door Vrijhof Cultuurcentrum. Mail naar [email protected].
nl met in het onderwerp: subscribe cultuur, gevolgd door je naam.
Voorstellingen Vrijhof Website / reserveren toegangskaarten: http://
www.cultuur.utwente.nl/cultuur/voorstellingen
en bij de receptie van de Vrijhof 053-4898002.
MAANDAG 5 NOVEMBER, 12.35-13.35 uur, Agora
Vrijhof: NedSym Koperkwintet, Najaarsconcert
[muziek]
MAANDAG 12 NOVEMBER, 12.35-13.35 uur, Amphitheater Vrijhof: Ongericht Enthousiasme: Winnaar
Cabaretfestival Cameretten 2011 [cabaret]. Zie deze pagina.
20.15-22.00 uur, Amphitheater Vrijhof: Try-out Cabaretfestival Cameretten 2012 [cabaret]. Zie deze
pagina.
MAANDAG 20 NOVEMBER, 20.15-22.00 uur, Agora Vrijhof: Gebroeders Meester en Philip Freriks: De
donkere kamer van Damokles [lezing]
Exposities1 NOVEMBER 2012 t/m 7 JANUARI 2013, Kleine expositieruimte Vrijhof: Daniela Flores Magon & Jacomijn
Schellevis: Ofrenda de Dia de Muertos [Kunstexpositie traditionele Mexicaanse cultuur]
8 NOVEMBER 2012 t/m 14 JANUARI 2013, Grote expositieruimte Vrijhof: Lisa Šebestíková: Undefined Ter-
ritory [Kunstexpositie meubels]
Culturele verenigingenVRIJDAG 16 t/m ZONDAG 18 NOVEMBER, Vrijhof Cultuurcentrum: NSK Theatersport, zestien teams uit heel
Nederland zullen het tegen elkaar opnemen. Info: http://www.nsktheatersport.nl. Inschrijven: nsk@
prodeo.utwente.nl.
DINSDAG 20 NOVEMBER, Adiozaal Vrijhof, 20.00-22.00 uur: Happy Feet, Teammatch [dans]
KunstuitleenDe Universiteit Twente beschikt over een grote kunstcollectie. Medewerkers en studenten kunnen in de
kunstuitleen gratis kunst uitkiezen. Open: di./do. van 12.00 tot 13.30 uur, centrale studiezaal Bibliotheek
Vrijhof. Info: Tessa Lieffering, [email protected].
Studium GeneraleWebsite: http://www.utwente.nl/gw/sg/programma/.
DINSDAG 6 EN 12 NOVEMBER, 19.30-21.00 uur, Amphitheater Vrijhof: Een beetje verliefd. 6 Nov.: Verliefd
in de scanner door Prof. dr. Gert ter Horst (hoogleraar neurobiologie a/d RUG). 12 Nov.: Psychologie van de
(ver)liefde door Carolien Roodvoets (psycho- en relatietherapeut).
DONDERDAG 22 EN DINSDAG 27 NOVEMBER, resp. 19.00-21.00 uur, Cubicus en 19.30-21.30 uur, De Waaier:
22 Nov.: Taalverloedering door prof. dr. Marc van Oostendorp (hoogleraar Fonologische Microvariatie
Universiteit Leiden en senior-onderzoeker Meertens Instituut te Amsterdam). DINSDAG 27 NOVEMBER: Het
grote UT-dictee der Nederlandse taal, geschreven door de journalisten van het UT-Nieuws. Meedoen? Hou
de website van Studium Generale in de gaten.
30 UT NIEUWS 09|2012
Crossing BorderCrossing Border is het meest vooraanstaande internationale, interdisciplinaire
literatuur- en muziekfestival in Europa. Het festival, met als thuisbasis Den
Haag, gaat zich na de uitbreiding in 2009 naar Antwerpen, nu ook op de regio
Oost-Nederland richten. Op 15 en 16 november verwelkomen poppodium
Atak en het Wilminktheater Crossing Border’s schrijvers, dichters, muzikant-
en, filmers en artiesten. Het festival speelt zich tegelijkertijd op meerdere po-
dia af, het publiek stelt zijn eigen programma samen. Met een ticket verschaf
je je op de betreffende avond toegang tot alle zalen en podia van het festival.
Hou ook www.crossingborder.nl in de gaten.
TwentseWelleZATERDAG 24 NOVEMBER 2012 t/m MAANDAG 20 MEI 2013, Expositie ‘1-1, elf idolen en Jan Mul-
der’. Een elftal voetbalhelden, bijzondere beelden en unieke voorwerpen uit de voetbalwereld,
levensgrote ballen met dug-outs en een programma boordevol activiteiten. De tentoonstelling
brengt museum, sport, cultuur en samenleving bij elkaar. Vanaf de allereerste wedstrijd in Neder-
land (die in Enschede werd gespeeld!) tot de maatschappelijke betekenis van het voetbal nu.
WilminktheaterDONDERDAG 8 NOVEMBER, 20.00 uur, Grolsch Zaal, Kamagurka SPROOK [cabaret & comedy].
De nieuwe voorstelling ‘SPROOK’ van Kamagurka, de man die absurditeit tot levenswerk heeft
gemaakt, is een avondvullende rollercoaster van absurdistische sprookjes en verhalen voor
volwassenen. De avond speelt zich af in een bos met welgeteld twee bomen. Toch lukt het
Kamagurka om erin te verdwalen.
DONDERDAG 15 EN VRIJDAG 16 NOVEMBER, 19.00 uur Wilminktheater en Atak [pop / muziek &
literair].
ZATERDAG 17 NOVEMBER, 20.00 uur, Holland Casino Zaal, VanVelzen, The Rush Of Life, [pop].
WOENSDAG 21 NOVEMBER, 20.00 uur, Holland Casino Zaal, Nasrdin Dchar, Oumi (geschreven
door Maria Goos) [toneel & literair].
In ‘Oumi’ vertelt acteur Nasrdin Dchar het verhaal van een Marokkaanse vrouw die opgroeit
in het bergdorpje Touasitte, over de reden waarom ze naar Nederland komt en hoe dat haar
leven verandert. En over één van haar zonen: Nasrdin, die loyaal wil zijn aan het land waar hij
leeft, maar ook aan het land waar zijn roots liggen.
ZATERDFAG 24 NOVEMBER, 20.00 uur, Urenco Zaal, Govert de Roos , Lezing over foto-
expositie ‘Schreeuwen’.
MAANDAG 26 NOVEMBER, 20.00 uur, Holland Casino Zaal, Guido Weijers (Op weg naar) de
Oudejaarsconference 2012 [cabaret & comedy].
DINSDAG 27 NOVEMBER, 20.00 uur, Holland Casino Zaal, Ali B, Geeft antwoord Winnaar Neer-
lands Hoop 2012 [cabaret & comedy].
DONDERDAG 29 NOVEMBER, 20.00 uur, Grolsch Zaal, Miss Molly & Me, Rewind and Say Hello
Theatertour [pop].
“De nieuwe muzikale sensatie in de theaters. Het beste dat Nederland qua aanstormend
singer-songwritertalent te bieden heeft.” Dat zegt regisseur Paul de Munnik over Miss Molly
& Me. Met een mix van folk, pop, country en americana maakt het duo van elk theater een
huiskamer vol liefde, geluk, verdriet en de pracht van het alledaagse.
UT NIEUWS 09|2012 31
Afstudeerborrel of -diner bij Sam Sam in persoonlijke en informele sfeer...
www.samsam-enschede.nl
Cultuur
32 UT NIEUWS 09|201232 UT NIEUWS 09|2012
Vrolijk, jong, populair en hyperactief. Zo omschrijven de drie bestuursleden hun
theatervereniging. NEST is terug van weggeweest. Met dertig leden is ze alive and kicking. En
dat na vier jaar toneelstilte. De productie van de musical Alice in Wonderland, afgelopen zomer,
heeft een positieve uitwerking gehad op de wederopstanding van de toneelclub.
TEKST: SANDRA POOL | FOTO: ARJAN REEF >
Aan tafel zitten voorzitter Ineke van Opheusden,
student advanced technology, Daan Egberts,
student civiele techniek, de penningmeester en
tot slot de secretaris Heleen van der Zaag die
creative technology studeert. Alle drie hebben
ze meegespeeld in de musical Alice. ‘De produc-
tieassistent vertelde tijdens de repetities dat er
ooit eens een toneelvereniging is geweest op de
UT’, zegt Heleen. ‘Dat was dus NEST. Op papier
bestond de groep nog, maar er was geen bestuur
en er waren geen leden.’ Daan: ‘Wij zijn toen
spontaan opgestaan om de vereniging nieuw leven
in te blazen.’
En dat is gelukt. Tijdens de introductie werd er
flink reclame gemaakt. Het resultaat? 27 potentië-
le leden tijdens de eerste open les. Ineke: ‘Dat was
meer dan verwacht!’ Nu telt de club dertig leden.
Ze volgen allemaal een cursus om de basisbegin-
selen van het toneelspel onder de knie te krijgen.
Daan: ‘Het gaat om stemgebruik, emotie, de plek
op het toneel, de blik in de zaal.’ Ineke: ‘Na de
training volgen medio december de audities voor
de eerste productie sinds 2008.’ Over de inhoud
van de show beslissen de leden op 13 november.
Heleen: ‘De regisseur, Tom Kortbeek, komt met
drie voorstellen. Het wordt in elk geval muziek-
theater.’ Daan: ‘Dat sluit volgens ons het beste
aan bij studenten.’ De drie bestuurders geven in
januari het stokje door aan nieuwe bestuursleden.
Daan: ‘Ons doel, het opzetten van een toneelver-
eniging, zit er dan op. Het is aan onze opvolgers
om het voortbestaan te waarborgen. Gelukkig zijn
veel leden eerstejaars, dus dat zit wel snor.’ |
NEST speelt op 13 december om 20.00 uur in
de Agora de voorstelling Nesteldrang. Het
theaterstuk is de afsluiting van de cursus die
de leden hebben gevolgd.
Nieuw elan theatervereniging NEST
32 UT NIEUWS 09|2012
TExT: RENSE NIEUWENHUIS | PHOTO: ARJAN REEF >
Contributing to a scientific discipline means
that a PhD candidate is supervised to create
scientific products of the highest possible
quality, and does so in an increasingly inde-
pendent manner. Participating in a scientific
discipline entails presenting these scientific
products to others, frequently discussing
these with colleagues, and collaborating with
representatives of that discipline. Participa-
tion also means enculturation in the norms
and values of a discipline. In addition, society
increasingly expects scientists to be able to
explain the relevance of their work to an audi-
ence outside their own discipline. A scientific
discipline is not limited to a single depart-
ment, nor to a single university or even to a
single country. PhD candidates should operate
in an internationally oriented community.
Doing your PhD is and should be a demanding
challenge. Important skills are learned from
dealing with this challenge; it is easy to make
mistakes, but challenging to learn to recognize
ones’ own mistakes. A good supervisor allows
PhD candidates to independently develop and
try their own solutions to problems, while re-
flecting on that process. A fine balance should
be found between safeguarding the candidate
from endangering progress and completion of
the project in time, without predefining all the
decisions that need to be made.
In addition to the academic development,
which should be prioritized, PhDs and their
supervisors should identify personal train-
ing needs to be inlcuded in the training and
supervision plan. Participation in projects
besides the thesis, in teaching, and in ad-
ministrative tasks, invest in training young
academics the skills required for their future
careers.
PhD candidates play a crucial role in uni-
versity, the scientific progress, as well as in
teaching, and should therefore be regarded
employees of a university. Integration into the
scientific community contributes to the pro-
fessional development of PhD candidates.
Skills that all PhD graduates have in common
include research- and analytical skills, the
conception, planning, and management of a
large and long-term project, the organization
and presentation of complex information, and
perseverance. All PhDs are about scientific
research, but the developed skills can be ap-
plied in future careers in academia, as well as
in business. With PhD candidates working on
fixed term projects, they should be stimulated
to anticipate their future career already at
early stages during the PhD. By realizing how
to apply their general skills to future plans,
PhD candidates should be fully prepared for
the next step in their careers. |
PhD candidates play a crucial role in universityDoing a PhD represents several years of supervised training, developing oneself to become a
researcher capable of independently contributing to, and participating in, a scientific discipline
with the skills needed for a further career.
International/Opinion
UT NIEUWS 09|2012 33
International
TExT: MARLOES VAN AMEROM | PHOTO: GIJS VAN OUWERKERK >
You are calmly and happily driving in town
when the police stop you as one of your lights
is not working. They ask to take a look at your
(international) driving licence, and upon see-
ing it a shocked look emerges on their faces. A
few seconds later you are told NEVER to drive
on Dutch roads again during your stay here.
Until you can show them your Dutch driving
licence that is.
If this has happened to you, don’t feel too bad.
You are certainly not the first overseas stu-
dent not to realise that you can only use your
foreign driving licence for a limited time –and
you’re unlikely to be the last.
Obtaining your driving licence in another
country is not always easy, even when you are
already a good driver. The traffic culture may
differ from that of your own country for one
thing, and some rules may be different.
So how do you go about getting your driving
licence in the Netherlands?
Something you may also be interested in if you
don’t have a driving licence yet, but want to get
one during your stay in the Netherlands.
Finding a good driving schoolEzendam and Brookhuis are among the larger
driving schools in Enschede, but there are
many others. Should you be keen to obtain
your Dutch driving licence as soon as possible,
some schools also offer 10-day courses. Check
the Yellow Pages or Google for additional
information.
What constitutes a good driving school can be
highly dependent on the individual. Make sure
you are happy with your instructor. It’s you
who will be picking up the bill, after all.
Talking of bills, how much is learning to drive
going to cost? While prices differ between
schools, generally speaking learning to drive
is not cheap in the Netherlands. Lessons may
start from €28 upwards, but exam fees, books
and so on are often excluded or you can only
take a limited number of lessons at this price.
“While there are no guarantees, generally
speaking a learner may in the worst case
pay around €3500 for 50-70 lessons, but then
that’s a lot of lessons,” says Christiaan Robert
Stiphout. He owns Stiphout, a small driving
school popular among international UT-ers.
“Experienced drivers may be looking at 10-15
hours, depending on their existing skills.”
When buying many lessons in a package you
can usually expect a discount.
Before rushing off to a driving school, you
may first want to double-check if you really do
need a Dutch driving licence. In addition to
European Union countries or countries with
affiliations to the EU like Switzerland, the
Netherlands now also has agreements with
some other countries. Drivers from Taiwan,
Israel and South Korea may be able to simply
exchange their driving licence for a Dutch
one, for example. Go to the website of the
RDW(www.rdw.nl) , an agency appointed
by the Dutch Ministry of Infrastructure and
Environment to manage road safety, for further
information.
Driving lessonsLearning to drive in the Netherlands typically
begins with a free-of-charge trial lesson, after
which your instructor will give you an estimate of
how many lessons you are likely to need before
you are allowed to do the driving exam.
During the lessons it won’t necessarily just
be you and the instructor in the car; it is very
common in Holland to be picked up by another
student-driver (with the instructor sitting beside
him or her!), after which you will take over the
driver’s seat to drive that learner home as part of
your lesson.
How easy you will find it to drive in the Nether-
lands will depend on multiple factors, including
your predisposition to driving and whether you
are already an experienced driver. In the latter
case, prepare yourself not just to learn, but also
to unlearn certain habits, particularly if there
are considerable differences between your home
country and the Dutch traffic culture.
Driving the Dutch wayFor example, in some countries veracious honk-
ing in traffic to communicate with other drivers
is considered a way of life, but this is generally
not the case in the Netherlands. “Compared with
many Asian and perhaps also African or Latin
countries, where traffic rules may be applied in a
relatively ad hoc manner, driving in the Nether-
lands is very protocol-based”, explains Stiphout,
who is originally from Indonesia. A feature of
Dutch traffic is that it can be fairly dense in
nature.
While each student will face different challenges
in learning how to drive in the Netherlands, three
obstacles frequently come up, the driving in-
structor adds. These are related to giving proper
priority to bicycles, parking and the ‘rechtdoor op
dezelfde weg gaat voor’ traffic rule.
Oooh, t/hose bikes!
There are many, many cyclists in Holland and
learning how to manage this traffic flow and
Are you keen to drive during your stay here, but unsure as to how you can get a Dutch driving
licence or conquer the roads here safely? UT Nieuws helps out with some tips and tricks,
including advice from a Dutch driving instructor.
Hit the road, Jack!
34 UT NIEUWS 09|2012
How to get a Dutch driving licence
Cyclists make up a large part of Dutch traffic.
give them proper priority is a necessity for safe
driving in the Netherlands. This is not necessar-
ily easy, for many cyclists don’t always adhere
to the rules, for example by displaying unpre-
dictable behaviour or by failing to install proper
lights on their bike, making them difficult to
detect at night. “Unlike cars, cyclists are allowed
to overtake you from the right side,” Stiphout
says. “When drivers don’t check their mirrors
properly, this can take them by surprise.”
To protect this relatively vulnerable traffic, cy-
clists’ rights are firmly established in Dutch law.
In case of an accident the car driver is nearly
always responsible for paying incurred costs,
even when (s)he was not, or was only partially,
at fault.
Parking
Perhaps you were once used to parking your car
on pavements, using up as much space as you
liked. But in this relatively crowded country, this
will make you a poor sport. “The idea is that you
park in such a way that not only you yourself will
have enough space to park (and then leave!), but
also many others,” says Stiphout.
Avoid cut-offs at junctions
The ‘rechtdoor op dezelfde weg gaat voor’ rule
stipulates that when you arrive at a junction,
and intend to turn left or right, the traffic fac-
ing you has priority over you when traveling
straight. This includes pedestrians. While this
is not just a Dutch traffic rule, it is not common
elsewhere.
The theory testBefore you can register for your practical driv-
ing test, there is one more hurdle to take: the
theory test. Be sure to start on the theory in
time, as it is quite detailed; many Dutch people
take classes. To help the English speaker
prepare, there are several teach-yourself books
in English, such as Vekabest’s Driving Licence
Traffic Regulations. Some driving instructors
can also provide you with CD-Roms containing
sample exams.
The practical testMost examiners speak English very well, but
should you be unlucky and be appointed
one whose English is Double Dutch to you,
then don’t hesitate to ask your instructor to
translate. The exam usually takes an hour but
sometimes less, if you managed to convince the
examiner of your impressive driving skills even
earlier!
Hiring a carHurray! After passing the practical test, wheth-
er first-time or in a retake, you are eligible
(once again) to drive in the Netherlands.
Should you be keen to put your newly acquired
driving skills to good use, but lack the money to
buy a car, then hiring a car may be a good alter-
native. There are several car hire companies in
and around Enschede, a popular one being the
Bleekergroep at the Boddekampsingel/Henge-
losestraat junction. They allow you to rent a car
for the whole weekend for just a one-day fee
(provided it is picked up on a Friday between
15:00 and 17:30). Showing your UT employee
or student card may get you an additional dis-
count, depending on the car you choose. |
Honk, honk, happy driving!
UT NIEUWS 09|2012 35
Cyclists make up a large part of Dutch traffic.
TExT: MARISKA ROERSEN | PHOTO: GIJS VAN OUWERKERK >
Liang: ‘Today is the last day of my first year in
the Netherlands.’ Wenlong: ‘I received my an-
nual review this morning.’ Junwen: ‘I received
it yesterday!’ What could be a better moment
to evaluate the first year as PhD candidates
in Twente?
Without the programme, these three talents
could not have started their PhDs. Liang, for
example, had already established contacts
with his supervisor in molecular nanofabri-
cation, but there was no funding available.
Similary, Wenlong was advised by Zheijang
University to contact Twente’s department
of Water Engineering and Management, but
there were no means for follow up. The Tal-
ent & Training China – Netherlands pro-
gramme was the solution.
This collaboration between the Chinese
Scholarship Council and the Dutch Organisa-
tion for Scientific Research serves several
purposes: it recruits highly talented PhD
candidates into the Netherlands, it increases
China’s knowledge and it strengthens scien-
tific cooperation between the two countries.
Wenlong explains the procedure: ‘First, we
had to be selected for the programme itself.
Then we had to find a research group that
would have us and only then could we apply
for the actual scholarship.’
I choose you, you choose meInterestingly, three out of the twelve PhDs
who started the programme in 2011 chose the
University of Twente. Why is that? Junwen:
‘The supervisors show real interest in the
proposals, it feels like a two-way street. ’ ‘It
is a good fit because we chose them and they
chose us’, Liang adds.
The role of Twente Graduate School de-
serves special attention: one of the eligibil-
ity requirements for the programme is there
must be a graduate school at the university so
without TGS, the UT could not have partici-
pated in the programmme. Junwen: ‘In China,
grad schools are sometimes mainly adminis-
trative. Here, it has an academic link and we
benefit from it.’
Sand, policies and nano The three PhDs couldn’t have been more
diverse in their research topics. Wenlong
investigates the influence of sand extraction:
‘There is a lot of sand extraction going on in
China, for economic or navigation purposes.
But there is little attention paid to its con-
sequences. I want to find out how to predict
storm behaviour and how to reduce water
set-up along the coast, to help policy makers
make better decisions.’
Junwen also aims to help policy makers in
their decisions, albeit in a different way.
She studies how the evaluation mechanism
designs of non-university research institutes
work for national science and technology
policies, to see if they do what they intend. ‘I
want to develop practical evaluation mecha-
nisms for research institutes, so that public
money will be allocated more economically,
effectively and efficiently.’
Last but not least, Liang researches new
nano-fabrication techniques: ‘I already
studied this topic during my Master’s, but in
Twente there is attention to chemistry along-
side physics. I had to get used to that.’ Liang’s
focus is on nano-scale imprint lithography,
which is often used for integrated circuits.
He says, ‘I want to push the technology to
industry level.’
And the list of researchers continues, as the
next generation has already risen: Bojian Xu
and Lv Shaoning will join the research force
in November. |
China’s got talent Liang Ye, Junwen Luo and Wenlong Chen
They are talented, have relevant research interests and are eager to learn more. That is why
Liang Ye, Junwen Luo and Wenlong Chen were admitted into the Talent & Training China –
Netherlands programme in 2011, and were able to start their PhDs in Twente. One year down
the road, how are they doing?
PhDs are the backbone of our university. But who are
they? Every month, we introduce another PhD candidate
to you. This month: Liang Ye, Junwen Luo and Wenlong
Chen. PhD Candidates in the Talent & Training China –
Netherlands program.
International
36 UT NIEUWS 09|2012
China’s got talent
TExT: LEANNE BENNEWORTH | PHOTO: GIJS VAN OUWERKERK >
‘I came to Twente at the end of 2009 – it was
the first time I’d been to the Netherlands.
I’d been studying in the USA and wanted to
be back in Europe. My husband, who is also
Macedonian, had been here for about five
months, working on his PhD and I got a job as
a researcher at UT. A few months later I got a
PhD position.
I’d been at a campus university in the US (Ap-
palachian State), so it was nice to come to the
campus here at UT. The major difference with
the US is there you have to have a car and
drive to the mall even if you just want a coffee.
Here public transport is great and everything is
very accessible.
Macedonia is very small and everyone knows
everyone else. That means social connections
are closer, communication is a bit more conser-
vative here. People tend to at least think twice
before they speak! The Dutch people are very
open though and always seem happy to have
foreigners here. In a lot of countries I haven’t
felt so welcome as a foreigner, the Dutch seem
different.
Enschede is quite like where I am from in
western Macedonia - it is a small city with lots
of nice cafes within a small city centre. The
bigger Dutch cities are very different to home.
Here though it’s very easy to go out and meet
people, to have a drink etc. It’s an easy place
to live. My family have been to visit a couple of
times and they love it here.
I have a few Macedonian and Albanian friends
here, though there are not a lot of us about. My
colleagues are mostly expats too, which makes
another difference from home. It’s great that
everyone speaks English well, so even though
it is an international community everyone can
talk. I’m starting Dutch lessons next month
though! My husband finished his PhD last year
and now works for Accenture, so we’re plan-
ning to stay in Enschede.
I go back to Macedonia twice a year. When
I first moved here I used to bring Macedo-
nian pasta and cheese back with me – yes, I
imported cheese to a country famed for its
cheese! I don’t bother anymore, though I still
miss Macedonian food, especially the home
cooking. The main thing I miss about home is
my family though. Other than that, I feel quite
settled here in Enschede.’ |
Enschede: an easy place to liveEvisa Kica is a PhD candidate at the Department
of Public Administration, Law and Regulation
Group. Her research interests include
emerging technologies (biotechnology and
nanotechnology) and regulatory challenges.
She is originally from Macedonia.
UT NIEUWS 09|2012 37
ExpatLens
1/10 - @ronvrn: Colleges om van te houden; Persuasive communication van
Prof. Ad Pruyn , elke keer weer genieten ! #Utwente #Flexing
3/10 - @JaninkaFeenstra: Drie gave dingen vandaag: bezoek Saxion-student-
en, Marcom event en debat op de UT: goede wetenschapper is ook onderne-
mer. #kennispark
9/10 - @Tbuitink: Afscheid van UT. Druk bezig met de gastenlijst. Wordt een
grote reünie en netwerkborrel. Dit is mijn laatste afscheid ooit.
10/10 - @PG Welman: “@UTNieuws: Nieuw artikel: Monique van der Burg
nieuwe campusmanager http://tinyurl.com/9rtqs9l” Gelukkig. De campus
verdient een campusmanager.
10/10 - @ax38: Onderweg naar @utwente voor het #KiviNiria jaarcongres.
Onze talk over Caredroids (robots in de zorg) begint om 15:15.
11/10 - @phi48: De drie finalisten van de Simon Stevin Gezel-prijs van #st-
wnl vandaag waren drie Nederlanders. Loes Segerink #utwente won.
11/10 - @Sanderbannink: Eén of ander persoon van het Studie Informatie-
centrum @UTwente gaat bij Blackboard-vakken inschrijven om vervolgens
iedereen vol te spammen
12/10 - @TinekeG: Ik heb zojuist namens #Vrijhof Cultuurcentrum een
studentenhuiskamer voor @StukaEnschede geadopteerd! En er zijn nog
kamers beschikbaar!
12/10 - @Gielsbrouwer: Zojuist een goed gesprek gehad met @SUTwente
over mogelijke flexplekken voor Studentondernemers. Wie is geïnteres-
seerd?
16/10 - @MauricEssers: Help! Hoe kan ik mijn twitter-update met nieuwe
opmaak ongedaan maken? werkt totaal niet voor mij. #spijtvan #dtv
16/10 - @Bas_leerink: Zojuist gastcollege gegeven aan studenten #UTwente.
Veel vragen over preventie en selectieve Zorginkoop. Leuk om te doen!
17/10 - @heining: Ben je UT-student of medewerker? Verifieer dat in je
#dropbox account of meld je nieuw aan, ca. 15 GB gratis!
17/10 - @robineffing: After some meetings at #utwente in regard to our
social media participation research, I’m now about to visit one of my gradu-
ation students.
17/10 - @ReneeHeinen: Engelse uitspraak van docenten is toch nog steeds
knap waardeloos #Utwente #college
18/10 - @MDriesprongMooi!: Binnenkort internet thuis opzeggen, scheelt
toch weer 8 biertjes in de maand
18/10 - @MaritvdPol: Weer een dag in de bieb. Wat fijn dat de studieplekken
tot 00.00 uur open zijn ;-) (@ De Vrijhof)
18/10 - @Sreblov: Hee @pgwelman! @twenteacademy heeft sinds vandaag de
door jou beoogde ruimte in de Bastille betrokken :-) #utwente
20/10 - @yorickr: Eenpersoonsgerecht gevonden op het internet: bak de kip
en ui, kook de broccoli. Klaar.
22/10 - @woutervj: Deze week is gewone werkweek in Utrecht en herfst-
vakantie in twente. Wordt rustig op de zaak.
22/10 - @KatjaHunfelt: Wat een eng loensend meisje op de UT-website. Zo
Hogwarts in gebeamd;-)
38 UT NIEUWS 09|2012
Twenty Twente TweetsService
Bijblijven?
UT NIEUWS 09|2012 39
www.asml.com/careers
How do you make a lithography system that goes to the limit of what is physically possible?
At ASML we bring together the most creative minds in science and technology to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Per employee we’re Europe’s largest private investor in R&D, giving you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done. Join ASML’s multidisciplinary teams and help us push the boundaries of what’s possible.
Heb je je bachelor afgerond? Kies dan voor een
master in Leiden of Den Haag.
Masterdag 9 november
Kom langs en maak kennis met de Universiteit
Leiden: 70 masters en meer dan 200 specialisaties.
Meld je aan op unileidenmasters.nl
Bij ons leer je de wereld kennen.
do 22 november: Taalverloedering (Cubicus B209, 19.30-21.00)
di 27 november: Het grote UT-dictee der Nederlandse taal (Waaier 2, 19.30-21.30)