Urgente en veranderende bouwopgave. · De concentratie van de woningbehoefte in de stedelijke...

2
R DH A U L G W D 2040 2017 landelijk stedelijk 1.000.000 1p huishoudens huishoudens 2p+ huishoudens 700.000 2040 2010 0 10 20 30 40 50 60 70 80 25% 72% aantal plannen > 200 woningen = aandeel van woningbouwopgave 2017-2024 0 20 40 60 80 100 70% 64% +6% nieuwbouw binnen HOV 2017-2024 nieuwbouw binnen HOV 2010-2016 binnen HOV Er wordt op dit moment niet snel genoeg gebouwd... ...en voor na 2025 zijn er nieuwe plannen nodig. Urgente bouwopgave In 2010 werd een grote bouwopgave geagendeerd. Tot 2030 waren er in alle Zuid-Hollandse gemeenten tezamen 230.000 nieuwe woningen nodig om aan de woningbehoefte te voldoen. Hoewel er daar de afgelopen jaren ruim 80.000 van zijn gerealiseerd, blijft de opgave onverminderd urgent. Het zwaartepunt van de resterende 150.000 woningen ligt namelijk in de periode tot 2025. De komende jaren piekt de woningbehoefte, om op termijn af te zwakken. Tenminste, als er voldoende woningen worden gebouwd. Verschillen in behoefte per gemeente Grote gemeenten hebben in aantallen de grootste woningbehoefte, maar ook in veel kleinere gemeenten betekent de behoefte aan woningen een relatieve groei. Tegelijkertijd zijn er ook enkele gemeenten waar de woningbehoefte op termijn afneemt. De woningbehoefte verschuift naar de grote stad Op termijn concentreert de behoefte aan woningen zich steeds meer in de grote stad en zal in een groot deel van de provincie sprake zijn van stabilisatie van de woningbehoefte. Daar verschuift de focus van een groeiopgave naar een beheeropgave. Bouwproductie niet overal op peil Van 2010 tot 2016 zijn er ca 80.000 woningen gerealiseerd, ruim 16.000 woningen minder dan de behoefte in diezelfde periode. De crisis heeft hier een grote rol in gespeeld. Toch zijn er ook gemeenten waar meer woningen zijn gerealiseerd dan de behoefte en zijn er gemeenten waar de bouwproductie wel op peil is. Versnellen van de bouwproductie Voor de periode tot 2025 voorzien de bestaande plannen in de geraamde behoefte. De uitdaging is wel dat plannen daadwerkelijk gerealiseerd worden, zeker op de plekken waar de behoefte nijpend is. Een aandachtspunt hierbij is dat het aanbod in de plannen niet overal aansluit op de daadwerkelijke vraag naar woningen en woonmilieus. Aan de slag met nieuwe plannen Om te voldoen aan de behoefte na 2025 ligt er in veel gemeenten nog een opgave om bestaande ‘zachte’ plannen voor die periode te concretiseren en nieuwe plannen te ontwikkelen. Gezien de lange doorlooptijd van woningbouw, is nu de tijd aangebroken om met deze plannen aan de slag te gaan. Gezien de verwachte behoefte aan nieuwe woningen voor de komende jaren heeft elke stad en dorp een bouwopgave. Met de verschillen tussen gemeenten, tussen regio’s en zones is echter ook sprake van verschillen in de bouwopgave. De kwantitatieve bouwopgave verschilt van gebied tot gebied en sommige veranderingen in de woningbehoefte komen op de ene plek sterker tot uiting dan op de andere plek. De invloed van de maatschappelijke uitdagingen en de bijdrage die daaraan geleverd kan worden, is ook niet overal gelijk. Per regio en gemeente zal in de beantwoording van de bouwopgave maatwerk geleverd moeten worden. Niet alleen in de aantallen woningen, maar ook in type woning en woonmilieu. Een belangrijke notie daarbij is dat een woningmarkt de gemeentegrens overstijgt. In de huidige bouwplannen is deze brede integrale kijk op de bouwopgave niet altijd even goed terug te zien. Waar mogelijk, liggen er kansen om deze plannen bij te sturen. De middellange en lange termijn bieden daarentegen volop kansen om met deze brede integrale blik plannen te concretiseren en strategische keuzes voor de toekomst te maken. Zuid-Holland heeft een grote bouwopgave. Een bouwopgave die per gemeente en ook in de tijd verschilt. Om aan de woningbehoefte te voldoen, zullen op korte termijn de bouwproductie in bestaande plannen versneld moeten worden én plannen moeten worden gemaakt voor de middellange en lange termijn. Plannen die niet alleen beantwoorden aan de kwantitatieve behoefte, maar ook rekening houden met trends in de samenleving en veranderingen in de woningbehoefte. Plannen die bovendien antwoord geven op brede maatschappelijke transities. Waar Zuid-Holland een provincie is met verschillen, zullen er tussen regio’s en gemeenten verschillen zijn in de invloed van brede maatschappelijke uitdagingen en de mogelijke bijdrage daaraan. Ook zullen er verschillen zijn in de mate waarin de veranderingen in de woonbehoefte tot uiting komen. Kortom: de bouwopgave is urgent en divers en in het beantwoorden daarvan zullen gemeenten, regio’s én provincie met een integrale blik op de bouwopgave maatwerk moeten leveren. ...en kan antwoord gegeven worden op brede maatschappelijke uitdagingen. Daarbij dient rekening gehouden te worden met veranderingen in de woonbehoefte... Kleinere huishoudens De behoefte aan nieuwe woningen wordt veroorzaakt doordat er steeds minder mensen in een huis wonen. Iets wat het gevolg is van vergrijzing en verdere individualisering. Het overgrote deel van de groei van het aantal huishoudens komt door de groei van het aantal eenpersoonshuishoudens, het gros daarvan is een 65-plus huishouden. Daarmee is het een trend die zich vooral uit in middelgrote en kleine gemeenten, waar sprake is van sterkere vergrijzing dan in de grote steden. Kleine huishoudens wonen gemiddeld in kleinere woningen en dichter bij voorzieningen. De bevolking wordt internationaler Een andere verklaring voor de woningbehoefte is internationale migratie. Het aantal inwoners van Zuid- Holland is sinds 2000 gegroeid dankzij de groei van het aantal mensen van buitenlandse afkomst. De autochtone bevolking is met 4 procent gekrompen. Vooral grotere steden zijn in trek bij mensen met een buitenlandse afkomst. Een internationalere bevolking betekent ook meer diversiteit in woonvoorkeuren. Trek naar de grotere stad De concentratie van de woningbehoefte in de stedelijke gebieden van de provincie is een brede trend. De grotere stad met haar voorzieningen en banen is een magneet voor jonge mensen. Daarnaast is de grotere stad toenemend populair onder gezinnen (vooral tweeverdieners) en empty nesters (bovenmodale 55-plussers). Met de trek naar de grotere stad groeit de vraag naar stedelijke woonmilieus. Voor wie de grote stad te duur of te druk wordt, zijn de directe buurgemeenten een aantrekkelijk alternatief. Iets wat geïllustreerd wordt door recente verhuispatronen van jonge gezinnen. (PBL/CBS, Regionale bevolkingsprognose 2016 en CBS, Binnenlandse verhuizingen 2012-2016) Vraag naar betaalbare woningen Ontwikkelingen in de samenleving, als de groei van het aantal eenpersoonshuishoudens en de toename van het aantal zzp’ers en flexwerkers, leiden ook tot meer vraag naar goedkopere woningen. Bij elkaar opgeteld bestaat 48 procent van de totale woningvraag in Nederland uit de vraag naar betaalbare koop- en huurwoningen. Wonen is mixed use De woning wordt langzamerhand steeds meer multifunctioneel. De woning is ook werkplek, de plek waar een oudere zorg ontvangt, waar men winkelt en restaurant-eten bezorgd krijgt. Ook is de woning producent van elektriciteit en warmte en levert de woning met groene daken en gevels een bijdrage aan het lokale klimaat. Dit maakt dat nieuwe woningtypologieën interessant worden. Zoals woningen die levensloopbestendig zijn of waarbij de indeling flexibel is om verschillende combinaties van functies mogelijk te maken. 2 3 Versterken van de economische veerkracht De economie van Zuid-Holland is divers en omvat enkele sterke economische sectoren, maar de economische veerkracht is kwetsbaar. Dat komt mede doordat de provincie meer een optelsom van regio’s is, dan een samenhangend stedelijk gebied waarbinnen veel uitwisseling plaatsvindt. De bouwopgave kan bijdragen aan het vergroten van de samenhang in het polycentrische stedelijk netwerk van Zuid-Holland zodat de regio meer als één grote stad functioneert en de voordelen van een grote stad – zogenaamde agglomeratievoordelen – kunnen worden benut. 1 Zuid-Holland is een provincie met veel diversiteit. Grote steden, middelgrote steden en dorpen wisselen elkaar af.. ..en er is diversiteit in regio’s en hun samenhang. Daarmee verschilt ook de bouwopgave en is maatwerk nodig. Diversiteit in agglomeraties Naast de grootstedelijke agglomeraties Rotterdam en Den Haag zijn er diverse middelgrote en kleinere steden, waarvan sommigen als voormalige groeikern een specifieke opbouw hebben. En naast steden telt Zuid-Holland een grote hoeveelheid dorpen en buurtschappen. Diversiteit in regio’s Elke kern en stad maakt onderdeel uit van een groter stedelijk netwerk. Op basis van dagelijkse verplaatsingen van mensen voor werk en voorzieningen – de daily urban systems – zijn regio’s te identificeren die functioneren als een grote stad. In Zuid-Holland zijn acht van deze daily urban & regional systems te identificeren (Tordoir (2017), Zuid-Hollandse netwerken) en die corresponderen in grote mate met de zeven woningmarktregio’s die beleidsmatig worden gehanteerd. Deze regio’s verschillen van elkaar in geografische ligging en specifieke landschappelijke kenmerken, in mate van stedelijkheid, economische dynamiek en de samenstelling van de bevolking. Regionale verbindingen Doordat grote groepen mensen – vooral hoogopgeleiden en jongeren – voor werk dagelijks over langere afstanden reizen, zijn er in Zuid-Holland enkele sterke regionale verbindingen, zoals de Kennis-As (van Leiden, via Den Haag en Delft naar Rotterdam) en de A12-corridor (Den Haag-Zoetermeer-Gouda-Utrecht). Tussen Den Haag en Rotterdam is de verbinding echter zwakker dan men zou verwachten en ook liggen er kansen om Dordrecht sterker te verbinden om daarmee de uitwisseling tussen Rotterdam, Dordrecht en West-Brabant te versterken. Grootstedelijk netwerk, meerkernige metropool Met de dagelijkse verplaatsingen van hoogopgeleiden kristalliseert zich een grootstedelijk netwerk uit dat de grenzen van de provincie overstijgt. In Zuid-Holland zijn steden als Leiden, Den Haag en Rotterdam belangrijke knopen in dit grootstedelijk netwerk. Deze knopen samen, inclusief hun regionale daily urban systems, zijn te zien als een meerkernige metropool waarbij sterke samenhang is met regio Amsterdam en de regio Utrecht. De meer landelijke regio’s van de provincie bieden aanvullende kwaliteiten en woonmilieus voor de metropool. Bouwagenda periode 2017-2024 Plancapaciteit 3000+ -------- 200+ Toename van 1-persoonshuishoudens. Bouwplanvoorraad: 25% van de plannen is groter dan 200 woningen en beslaan 72% van de bouwopgave. De vraag naar stedelijke woonmilieus neemt toe. 2030-2039 De behoefte naar woningen neemt in het merendeel van Zuid- Holland af behalve in de grotere steden. 2025-2029 Er komen grote tekorten in het aanbod vooral in de hoogstedelijke zone (langs de ‘kennisas’). 2017-2024 Vraag en aanbod in balans, maar verschillen worden regionaal zichtbaar. Druk op realisatie – stimuleren/helpen binnenstedelijke plannen - nodig. Hoge vraag Midden Lage vraag 2009 2014 2019 2024 2029 2034 2039 vraag (WBR 2016) aanbod (feitelijk) mind the gap! Groei van de (gewenste) woningvoorraad in Zuid-Holland per jaar 20.000 10.000 0 2014 2024 2034 2039 2009 2019 2029 + - Meer aanbod dan vraag Vraag en aanbod in balans Meer vraag dan aanbod Routekaart Verstedelijking Urgente en veranderende bouwopgave. Waarborgen van een inclusieve samenleving Zuid-Holland heeft een diverse bevolking. Het stedelijk gebied kent een relatief fijnmazige menging op leeftijd, opleidingsniveau, inkomen en afkomst. Tegelijkertijd zijn er verschillen in de regio en heeft niet elke inwoner gelijke kansen op ontwikkeling, scholing, werk en andere belangrijke stappen in het leven. Daarbij komt dat de scheidslijnen in de samenleving eerder scherper worden dan dat ze verzachten. Een inclusieve samenleving worden, zijn en blijven is een grote uitdaging. De wijze waarop de bouwopgave wordt ingevuld en de provincie verder verstedelijkt, kan hier een bijdrage aan leveren door te werken aan gemengde wijken, steden en regio’s die onderling goed verbonden zijn. Accommoderen van maatschappelijke transities Onze samenleving staat momenteel voor meerdere maatschappelijke transities: de energietransitie, klimaatadaptatie, de omschakeling naar de next economy (waarbij digitalisering, robotisering, duurzaamheid en vergroening een hoofdrol spelen) en demografische ontwikkelingen als vergrijzing en immigratie. De wijze waarop de bouwopgave wordt ingevuld en de provincie verder verstedelijkt, biedt een uitgelezen kans om bij te dragen aan de maatschappelijke transities en is mede bepalend voor de toekomstbestendigheid van onze samenleving. DeZwarteHond. i.s.m.

Transcript of Urgente en veranderende bouwopgave. · De concentratie van de woningbehoefte in de stedelijke...

R

DH

A

U

L

GW

D

=

--

20402017

landelijk stedelijk

1.000.0001p huishoudens

huishoudens

2p+huishoudens

700.000

204020100 10 20 30 40 50 60 70 80

25%

72%

aantal plannen> 200 woningen

=aandeel vanwoningbouwopgave2017-2024

0 20 40 60 80 100

70%

64% +6%

nieuwbouwbinnen HOV2017-2024

nieuwbouwbinnen HOV2010-2016

binnen HOV

Er wordt op dit moment niet snel genoeg gebouwd...

...en voor na 2025 zijn er nieuwe plannen nodig.

Urgente bouwopgaveIn 2010 werd een grote bouwopgave geagendeerd. Tot 2030 waren er in alle Zuid-Hollandse gemeenten tezamen 230.000 nieuwe woningen nodig om aan de woningbehoefte te voldoen. Hoewel er daar de afgelopen jaren ruim 80.000 van zijn gerealiseerd, blijft de opgave onverminderd urgent. Het zwaartepunt van de resterende 150.000 woningen ligt namelijk in de periode tot 2025. De komende jaren piekt de woningbehoefte, om op termijn af te zwakken. Tenminste, als er voldoende woningen worden gebouwd.

Verschillen in behoefte per gemeenteGrote gemeenten hebben in aantallen de grootste woningbehoefte, maar ook in veel kleinere gemeenten betekent de behoefte aan woningen een relatieve groei. Tegelijkertijd zijn er ook enkele gemeenten waar de woningbehoefte op termijn afneemt.

De woningbehoefte verschuift naar de grote stadOp termijn concentreert de behoefte aan woningen zich steeds meer in de grote stad en zal in een groot deel van de provincie sprake zijn van stabilisatie van de woningbehoefte. Daar verschuift de focus van een groeiopgave naar een beheeropgave.

Bouwproductie niet overal op peilVan 2010 tot 2016 zijn er ca 80.000 woningen gerealiseerd, ruim 16.000 woningen minder dan de behoefte in diezelfde periode. De crisis heeft hier een grote rol in gespeeld. Toch zijn er ook gemeenten waar meer woningen zijn gerealiseerd dan de behoefte en zijn er gemeenten waar de bouwproductie wel op peil is.

Versnellen van de bouwproductieVoor de periode tot 2025 voorzien de bestaande plannen in de geraamde behoefte. De uitdaging is wel dat plannen daadwerkelijk gerealiseerd worden, zeker op de plekken waar de behoefte nijpend is. Een aandachtspunt hierbij is dat het aanbod in de plannen niet overal aansluit op de daadwerkelijke vraag naar woningen en woonmilieus.

Aan de slag met nieuwe plannen Om te voldoen aan de behoefte na 2025 ligt er in veel gemeenten nog een opgave om bestaande ‘zachte’ plannen voor die periode te concretiseren en nieuwe plannen te ontwikkelen. Gezien de lange doorlooptijd van woningbouw, is nu de tijd aangebroken om met deze plannen aan de slag te gaan.

Gezien de verwachte behoefte aan nieuwe woningen voor de komende jaren heeft elke stad en dorp een bouwopgave. Met de verschillen tussen gemeenten, tussen regio’s en zones is echter ook sprake van verschillen in de bouwopgave. De kwantitatieve bouwopgave verschilt van gebied tot gebied en sommige veranderingen in de woningbehoefte komen op de ene plek sterker tot uiting dan op de andere plek. De invloed van de maatschappelijke uitdagingen en de bijdrage die daaraan geleverd kan worden, is ook niet overal gelijk. Per regio en gemeente zal in de beantwoording van de bouwopgave maatwerk geleverd moeten worden. Niet alleen in de aantallen woningen, maar ook in type woning en woonmilieu. Een belangrijke notie daarbij is dat een woningmarkt de gemeentegrens overstijgt.

In de huidige bouwplannen is deze brede integrale kijk op de bouwopgave niet altijd even goed terug te zien. Waar mogelijk, liggen er kansen om deze plannen bij te sturen. De middellange en lange termijn bieden daarentegen volop kansen om met deze brede integrale blik plannen te concretiseren en strategische keuzes voor de toekomst te maken.

Zuid-Holland heeft een grote bouwopgave. Een bouwopgave die per gemeente en ook in de tijd verschilt. Om aan de woningbehoefte te voldoen, zullen op korte termijn de bouwproductie in bestaande plannen versneld moeten worden én plannen moeten worden gemaakt voor de middellange en lange termijn. Plannen die niet alleen beantwoorden aan de kwantitatieve behoefte, maar ook rekening houden met trends in de samenleving en veranderingen in de woningbehoefte. Plannen die bovendien antwoord geven op brede maatschappelijke transities. Waar Zuid-Holland een provincie is met verschillen, zullen er tussen regio’s en gemeenten verschillen zijn in de invloed van brede maatschappelijke uitdagingen en de mogelijke bijdrage daaraan. Ook zullen er verschillen zijn in de mate waarin de veranderingen in de woonbehoefte tot uiting komen. Kortom: de bouwopgave is urgent en divers en in het beantwoorden daarvan zullen gemeenten, regio’s én provincie met een integrale blik op de bouwopgave maatwerk moeten leveren.

...en kan antwoord gegeven worden op brede maatschappelijke uitdagingen.

Daarbij dient rekening gehouden te worden met veranderingen in de woonbehoefte...

Kleinere huishoudensDe behoefte aan nieuwe woningen wordt veroorzaakt doordat er steeds minder mensen in een huis wonen. Iets wat het gevolg is van vergrijzing en verdere individualisering. Het overgrote deel van de groei van het aantal huishoudens komt door de groei van het aantal eenpersoonshuishoudens, het gros daarvan is een 65-plus huishouden. Daarmee is het een trend die zich vooral uit in middelgrote en kleine gemeenten, waar sprake is van sterkere vergrijzing dan in de grote steden. Kleine huishoudens wonen gemiddeld in kleinere woningen en dichter bij voorzieningen.

De bevolking wordt internationalerEen andere verklaring voor de woningbehoefte is internationale migratie. Het aantal inwoners van Zuid-Holland is sinds 2000 gegroeid dankzij de groei van het aantal mensen van buitenlandse afkomst. De autochtone bevolking is met 4 procent gekrompen. Vooral grotere steden zijn in trek bij mensen met een buitenlandse afkomst. Een internationalere bevolking betekent ook meer diversiteit in woonvoorkeuren.

Trek naar de grotere stadDe concentratie van de woningbehoefte in de stedelijke gebieden van de provincie is een brede trend. De grotere stad met haar voorzieningen en banen is een magneet voor jonge mensen. Daarnaast is de grotere stad toenemend populair onder gezinnen (vooral tweeverdieners) en empty nesters (bovenmodale 55-plussers). Met de trek naar de grotere stad groeit de vraag naar stedelijke woonmilieus. Voor wie de grote stad te duur of te druk wordt, zijn de directe buurgemeenten een aantrekkelijk alternatief. Iets wat geïllustreerd wordt door recente verhuispatronen van jonge gezinnen. (PBL/CBS, Regionale bevolkingsprognose 2016 en CBS, Binnenlandse verhuizingen 2012-2016)

Vraag naar betaalbare woningenOntwikkelingen in de samenleving, als de groei van het aantal eenpersoonshuishoudens en de toename van het aantal zzp’ers en flexwerkers, leiden ook tot meer vraag naar goedkopere woningen. Bij elkaar opgeteld bestaat 48 procent van de totale woningvraag in Nederland uit de vraag naar betaalbare koop- en huurwoningen.

Wonen is mixed useDe woning wordt langzamerhand steeds meer multifunctioneel. De woning is ook werkplek, de plek waar een oudere zorg ontvangt, waar men winkelt en restaurant-eten bezorgd krijgt. Ook is de woning producent van elektriciteit en warmte en levert de woning met groene daken en gevels een bijdrage aan het lokale klimaat. Dit maakt dat nieuwe woningtypologieën interessant worden. Zoals woningen die levensloopbestendig zijn of waarbij de indeling flexibel is om verschillende combinaties van functies mogelijk te maken.

2

3

Versterken van de economische veerkrachtDe economie van Zuid-Holland is divers en omvat enkele sterke economische sectoren, maar de economische veerkracht is kwetsbaar. Dat komt mede doordat de provincie meer een optelsom van regio’s is, dan een samenhangend stedelijk gebied waarbinnen veel uitwisseling plaatsvindt. De bouwopgave kan bijdragen aan het vergroten van de samenhang in het polycentrische stedelijk netwerk van Zuid-Holland zodat de regio meer als één grote stad functioneert en de voordelen van een grote stad – zogenaamde agglomeratievoordelen – kunnen worden benut.

1

Zuid-Holland is een provincie met veel diversiteit.

Grote steden, middelgrote steden en dorpen wisselen elkaar af..

..en er is diversiteit in regio’s en hun samenhang.

Daarmee verschilt ook de bouwopgave en is maatwerk nodig.

Diversiteit in agglomeratiesNaast de grootstedelijke agglomeraties Rotterdam en Den Haag zijn er diverse middelgrote en kleinere steden, waarvan sommigen als voormalige groeikern een specifieke opbouw hebben. En naast steden telt Zuid-Holland een grote hoeveelheid dorpen en buurtschappen.

Diversiteit in regio’sElke kern en stad maakt onderdeel uit van een groter stedelijk netwerk. Op basis van dagelijkse verplaatsingen van mensen voor werk en voorzieningen – de daily urban systems – zijn regio’s te identificeren die functioneren als een grote stad. In Zuid-Holland zijn acht van deze daily urban & regional systems te identificeren (Tordoir (2017), Zuid-Hollandse netwerken) en die corresponderen in grote mate met de zeven woningmarktregio’s die beleidsmatig worden gehanteerd. Deze regio’s verschillen van elkaar in geografische ligging en specifieke landschappelijke kenmerken, in mate van stedelijkheid, economische dynamiek en de samenstelling van de bevolking.

Regionale verbindingenDoordat grote groepen mensen – vooral hoogopgeleiden en jongeren – voor werk dagelijks over langere afstanden reizen, zijn er in Zuid-Holland enkele sterke regionale verbindingen, zoals de Kennis-As (van Leiden, via Den Haag en Delft naar Rotterdam) en de A12-corridor (Den Haag-Zoetermeer-Gouda-Utrecht). Tussen Den Haag en Rotterdam is de verbinding echter zwakker dan men zou verwachten en ook liggen er kansen om Dordrecht sterker te verbinden om daarmee de uitwisseling tussen Rotterdam, Dordrecht en West-Brabant te versterken.

Grootstedelijk netwerk, meerkernige metropoolMet de dagelijkse verplaatsingen van hoogopgeleiden kristalliseert zich een grootstedelijk netwerk uit dat de grenzen van de provincie overstijgt. In Zuid-Holland zijn steden als Leiden, Den Haag en Rotterdam belangrijke knopen in dit grootstedelijk netwerk. Deze knopen samen, inclusief hun regionale daily urban systems, zijn te zien als een meerkernige metropool waarbij sterke samenhang is met regio Amsterdam en de regio Utrecht. De meer landelijke regio’s van de provincie bieden aanvullende kwaliteiten en woonmilieus voor de metropool.

Bouwagenda periode2017-2024

Plancapaciteit

3000+ -------- 200+

Toename van 1-persoonshuishoudens.

Bouwplanvoorraad: 25% van de plannen is groter dan 200 woningen en

beslaan 72% van de bouwopgave.

De vraag naar stedelijkewoonmilieus neemt toe.

2030-2039De behoefte naar woningen neemt in het merendeel van Zuid-Holland af behalve in de grotere steden.

2025-2029Er komen grote tekorten in het aanbod vooral in de hoogstedelijke zone (langs de ‘kennisas’).

2017-2024Vraag en aanbod in balans, maar verschillen worden regionaal zichtbaar.Druk op realisatie – stimuleren/helpen binnenstedelijke plannen - nodig.

Hoge vraag

Midden

Lage vraag

G roei van de (gewens te) woningvoorraad in Zuid-Holland per jaar

2009 2014 2019 2024 2029 2034 2039

0

5,000

10,000

15,000

20,000

L egendafeitelijk

WBR 2016vraag (WBR 2016)

aanbod (feitelijk)

mind the gap!

Groei van de (gewenste) woningvoorraad in Zuid-Holland per jaar

20.000

10.000

02014 2024 2034 20392009 2019 2029

+

-

Meer aanbod dan vraag

Vraag en aanbod in balans

Meer vraag dan aanbod

Routekaart Verstedelijking

Urgente en veranderende bouwopgave.

Waarborgen van een inclusieve samenlevingZuid-Holland heeft een diverse bevolking. Het stedelijk gebied kent een relatief fijnmazige menging op leeftijd, opleidingsniveau, inkomen en afkomst. Tegelijkertijd zijn er verschillen in de regio en heeft niet elke inwoner gelijke kansen op ontwikkeling, scholing, werk en andere belangrijke stappen in het leven. Daarbij komt dat de scheidslijnen in de samenleving eerder scherper worden dan dat ze verzachten. Een inclusieve samenleving worden, zijn en blijven is een grote uitdaging. De wijze waarop de bouwopgave wordt ingevuld en de provincie verder verstedelijkt, kan hier een bijdrage aan leveren door te werken aan gemengde wijken, steden en regio’s die onderling goed verbonden zijn.

Accommoderen van maatschappelijke transitiesOnze samenleving staat momenteel voor meerdere maatschappelijke transities: de energietransitie, klimaatadaptatie, de omschakeling naar de next economy (waarbij digitalisering, robotisering, duurzaamheid en vergroening een hoofdrol spelen) en demografische ontwikkelingen als vergrijzing en immigratie. De wijze waarop de bouwopgave wordt ingevuld en de provincie verder verstedelijkt, biedt een uitgelezen kans om bij te dragen aan de maatschappelijke transities en is mede bepalend voor de toekomstbestendigheid van onze samenleving.

DeZwarteHond.i.s.m.

2.5 km

250 m

P+R

zach

te s

turi

ngha

rde

stur

ing

dwingend belastingprestatie-afspraken

monitoring/evalueren

afweging-skader

fonds/lening

deal/investering-

sagenda

experimen-teren

faciliterend subsidiegesprek-

stafelkennis delen

Koers voor verstedelijking: Een richtlijn voor toekomstgerichte verstedelijking en een afwegingskader voor de inzet van de provincie.

Naar een levendige

meerkernige metropool:Differentieer de woningvoorraad

Aantrekkelijke leefomgeving/

Naar een klimaatadaptieve

delta: Benut de potentie van

groen en water

Naar een

levendige meerkernige

metropool:Bouw binnen

bestaand stedelijk gebied

Energie-vernieuwing

Draag bij aan de energietransitie

Naar een nieuwe economie, the next level:

Koester en ontwikkel gebieden voor

de nieuwe economie

Best bereikbare

provincie:Bouw nabij HOV

In navolging hiervan ziet de provincie vijf kansrijke ruimtelijke interventies...

...waarbij ambities vertaald worden en een bijdrage geleverd kan worden...

...aan het versnellen, verbeteren en borgen van de bouwproductie.

...welke richting geven aan hoe de bouwopgave de provincie kan versterken.

De koers is gestoeld op zes ambities...

...en vormen de koers en de lokale situatie een afwegingskader voor haar inzet.

Op basis van de zes ambities en de opgave om de bouwproductie te versnellen, te verbeteren en te borgen, ziet de provincie vijf kansrijke ruimtelijke interventies. Hoewel ze niet alle vijf in elke gemeenten van de provincie even

relevant zullen zijn, biedt het zoeken naar een mogelijke lokale vertaling van deze interventies altijd kansen om bij te dragen aan een toekomstbestendige provincie.

Ontwikkelen knooppunten Schaalsprong landschap Investeren in toekomstbestendige wijken en dorpenInfrastructuur en omgeving beter integrerenInzetten op transformatiegebieden

Voor het omgevingsbeleid heeft de provincie zes richtinggevende ambities geformuleerd. Samen met de uitgangspunten ‘bouwen naar behoefte’ en ‘de juiste woning op de juiste plek’ vormen zij de basis voor de koers voor verstedelijking.

De ambities zijn vertaald naar principes voor verstedelijking, waarmee concreter wordt gemaakt op welke manier met de invulling van de bouwopgave bijgedragen kan worden aan de ambities en het versterken van de provincie.

De bouwopgave kan simpelweg vertaald worden naar bouwen naar behoefte en het zorgen voor de juiste woning op de juiste plek. Om hier richting aan te geven, doet de provincie een voorzet voor een verstedelijkingskoers. Deze is gestoeld op zes ambities voor het omgevingsbeleid. Ambities die zullen bijdragen aan een schone, hechte en rijke metropolitane regio. In de koers zijn de ambities geoperationaliseerd naar principes en mogelijke ruimtelijke interventies. De koers borduurt voort op eerdere inspanningen van de provincie en partners (gemeenten, regio’s, het Rijk en private partijen) om te komen tot een visie op verstedelijking in de provincie, zoals de Verstedelijkingsagenda Zuidelijke Randstad, het MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam-Den Haag en REOS.

M B

L

EN

K

smeed gecheiden bebouwde gebieden aaneen KBNML

gezonde verstedelijking, waterberging, anti-hitte-stress

BLKE

orienteer bestaande dorpen en steden op groene kwaliteiten MLK

draag bij aan energiebesparing door verkoeling en actieve vervoerswijzen KBE

bied ruimte voor onderscheidende milieus KENL

potentie om onderscheidende milieus te realiseren die vanuit een groot gebied mensen trekken EKMNL

vaak binnen 10 min. van HOV MEB

goed bereikbare plekken met een hoge verblijfskwaliteit werken als interactiemilieu KBLN

bouw bij HOVEMB

compacte verstedelijking vergt minder energie en verkleint mobiliteitsvraag MLKBE

ligging vrijwel altijd binnen bebouwd gebied KLEM

StrategieënVoor haar actieve rol in de verstedelijkingsopgave ziet de provincie ziet vijf verschillende strategieën. Bij iedere strategie kunnen andere instrumenten worden ingezet.

1. Verbeelding: De provincie als inspirator en visievormer. Investeren in het verhaal van Zuid-Holland. Inspiratie bieden aan andere overheden.

2. Coalitievorming: De provincie als deelnemer aan tafel. Partner zijn van de regio. Meedoen op basis van gelijkwaardigheid.

3. Financiering: De provincie als financier en facilitator. Stroomlijnen investeringen. Vereven op bovenlokaal niveau.

4. Omgevingsbeleid: De provincie als regelgever. Ruimte creëren voor experimenten. Actief sturen door omgevingsverordening.

5. Kennisontwikkeling: De provincie als verbinder en aanjager. Kennisvraag en -aanbod bij elkaar brengen. Lerende netwerken vormen.

Schaalsprong landschap In Zuid-Holland staan landschappen in, om en tussen steden onder druk, is stedelijk groen vaak versnipperd, vertonen recreatiegebieden en stadsranden slijtage en zijn zij slecht verbonden met groene en blauwe structuren die stad en land verbinden. De verstedelijkingsopgave biedt een kans om een dubbeldoelstelling te bereiken door verdichten en vergroenen van het bestaand bebouwd gebied te combineren. De kwaliteit van het groen en (regionale) groenblauwe verbindingen kunnen verbeterd worden. Daarmee kan tevens bijgedragen worden aan de klimaatopgave, gezonde mobiliteit (o.a. fiets) en aantrekkelijkheid van de regio als geheel en de stedelijke gebiedsontwikkelingen afzonderlijk.

Investeren in toekomstbestendige wijken en dorpenMet het oog op de energietransitie is verduurzaming van de bestaande woningvoorraad een grote opgave. In Zuid-Holland staan bijvoorbeeld zo’n 275.000 woningen waar vanuit energievernieuwing bezien strategische keuzes over vervanging of renovatie aan de orde zijn. Dit omdat hun bouwperiode (jaren ‘50 tot ’80) gecombineerd met een relatief lage WOZ-waarde de vraag naar de haalbaarheid van investeringen in betere energieprestaties oproept. Dit betreft vaak woningen in voormalige groeikernen en naoorlogse woonwijken in andere steden. Daarnaast heeft opschaling van voorzieningen geleid tot leegstaande winkels en ander vastgoed. De leefbaarheid is in veel naoorlogse woonwijken en kleine kernen een aandachtspunt. De bouwopgave biedt kansen om deze wijken en kernen te vernieuwen.

Inzetten op transformatiegebieden De transformatie van verouderde haventerreinen, bedrijventerreinen en kantoorgebieden kan een belangrijke bijdrage leveren aan de woningbouwopgave waar de provincie voor staat. Deze gebieden, gelegen binnen bestaand stedelijk gebied en veelal met een gunstige ligging ten opzichte van openbaar vervoer, kunnen ontwikkeld worden tot (hoog)stedelijke woon-werkmilieus. Op deze manier wordt ruimte geboden aan zowel nieuwe stedelijke milieus als aan de nieuwe economie. Aandachtspunten bij deze interventie zijn milieuruimte van gevestigde bedrijvigheid en de businesscase van transformatie.

Ontwikkelen knooppunten De knooppunten in het bestaande en nog te ontwikkelen HOV-netwerk (trein, R-net, waterbus) vormen een uitgelezen kans voor transit oriented development (TOD). De functionele verbinding tussen knooppunten en stedelijke gebieden kan daarmee worden versterkt en gebruik van OV wordt gestimuleerd. Het programma voor knooppuntontwikkeling is gemengd stedelijk, maar tussen kansrijke plekken zijn verschillen; ontwikkeling in hoogstedelijke dichtheden op multimodale knooppunten, iets minder hoge dichtheden op enkelvoudige knooppunten.

Infrastructuur en omgeving beter integrerenSpoorlijnen, invalswegen, rondwegen, waterwegen en dijken vormen vaak scheidslijnen tussen stedelijke gebieden en dragen bij aan versnippering van stedelijk gebied. Het slechten van deze barrières verbetert de bereikbaarheid van werk en voorzieningen en vergroot de samenhang in het stedelijk weefsel. Waar sprake is van duidelijke sociaaleconomische verschillen tussen gebieden aan weerszijde van een scheidslijn, kan ook bijgedragen worden aan sociale inclusiviteit. Tegelijkertijd is grond direct grenzend aan deze infrastructuur vaak weinig intensief gebruikt en liggen daar kansen voor verdichting binnen bestaand bebouwd gebied.

woningdifferentiatie voor wooncarrère in de buurt MEL

help de stad om op groene kwaliteiten te orienteren LEK

inzet op gezonde leefomgeving en actieve vervoerswijzen BELK

wonen met ruimte voor ondernemerschap ELNverduurzaming

gebouwen voorraad periode ‘60-’80 LE

De bouwopgave vraagt een actieve rol van de provincie. Daarbij maakt zij onderscheid tussen de korte en langere termijn...De kansenkaart toont mogelijke locaties.

Dit is ter verbeelding/inspiratie.

Plancapaciteit 2017-2024

3000+ -------- 200+ binnen HOV

Actieve rol provincieDoor diverse trends en ontwikkelingen groeit de noodzaak om gemeentelijk beleid op tal van terreinen beter op elkaar af te stemmen en daarmee neemt het belang van een regionale en integrale visie op ruimtelijke ontwikkeling en verstedelijking toe. Tegelijkertijd blijft de woningbouwproductie achter op de behoefte. Om deze opgaven het hoofd te bieden is een actievere rol van de provincie nodig.

Verschil korte en langere termijnIn haar inzet maakt de provincie onderscheid tussen de korte termijn (tot 2025) en de middellange en lange termijn (vanaf 2025). Voor de korte termijn zijn er veel plannen. Hier richt de inzet van de provincie zich op het versnellen van de bouwproductie, met name in de gebieden waar deze achter blijft bij de behoefte. Aandacht gaat daarbij uit naar het zoveel als mogelijk afstemmen van deze bestaande plannen op de koers voor verstedelijking. Vanaf 2025 zal de koers voor verstedelijking en de uitganspunten ‘bouwen naar behoefte’ en ‘de juiste woning op de juiste plek’ een belangrijk afwegingskader vormen voor de inzet van de provincie.

Koers en lokale situatieDe inzet van de provincie wordt bepaald door de ‘puntenkoers’. Voor elke koersambitie zijn zogenaamde hittekaarten (analysekaarten van datasets) vervaardigd, die dienen als onderlegger bij het afwegingskader voor de inzet van de provincie (zie discussienota). Tot slot zal de inzet ook worden afgestemd op de lokale kansen en opgaven, capaciteiten en marktsituatie.

Samenwerken aan de bouwopgaveDe provincie wil een actieve rol spelen in de bouwopgave. Vanuit het subsidiariteitsprincipe zijn gemeenten de ‘eerste overheid’ wat maakt dat op aangeven van gemeenten de provincie haar actieve rol zal invullen. Tegelijkertijd betekent een actieve opstelling dat de provincie niet alleen reactief zal opereren, maar ook zelf initiatief zal nemen waar het gaat om gemeenteoverstijgende vraagstukken. Hiervoor worden de eerder genoemde ruimtelijke interventies en strategieën verder uitgewerkt. Waar nodig zal beleid worden aangepast in de provinciale omgevingsvisie. In 2018 zal de provincie zorgen voor een gericht maatregelenpakket ter versnelling van de bouwopgave.

bied ruimte voor nieuwe stedelijke milieus NML

zijn al onderdeel bebouwd gebied

KLEM

ligging vaak binnen 10 min. vanaf HOV EMNB

bied ruimte voor ondernemerschap, interactie en nieuwe werkvormen

EMLN

verharde werkterreinen kunnen worden onthard en vergroend ELK

bied ruimte voor nieuwe stedelijke milieus ML N

De provincie heeft een breed repertoire aan instrumentarium tot

haar beschikking dat kan worden ingezet om haar beleidsdoelen

te bereiken. Dit vormt als het ware een instrumentenkoffer

(Ruimtevolk, 2017) waar naar gelang de situatie

uit geput kan worden.

Routekaart Verstedelijking

DeZwarteHond.i.s.m.

Werken aan de bouwopgave.