United Academics Magazine - Nov. 2010

28
MAGAZINE NOV. 2010 Elektroshocktherapie Tornado toerisme steeds populairder “Rijden, wachten en je kop houden” Helemaal zo gek nog niet

description

United Academics Magazine - Nov. 2010

Transcript of United Academics Magazine - Nov. 2010

M A G A Z I N E N OV. 2 0 1 0

Elektroshocktherapie

Tornado toerisme steeds populairder “Rijden, wachten en je kop houden”

Helemaal zo gek nog niet

Stormjagen voor beginners“ik mag ook wel eens sturen”..........06

ElektroshocktherapieHelemaal zo gek nog niet................10

Huis, tuin en keuken

journalistiek Wie maakt het nieuws?..............................15

Lang leve de community Het nut van social media marketing.................18

Jimbo Knows Best.....................................21

Nieuws...............................................23

100 jaar dood........................................25

Boeken & zo..........................................26

SCRIPTIES

06

Colofon

United Academics MagazineGratis tijdschrift voor alle leden van United Academics

Websitewww.united-academics.org

HoofdredactieAnouk Vleugels

Eindredactie Elke Weesjes

RedactieBendert Katier, Kirsten Sleven

VormgevingMichelle Halcomb

Marketing DirectorRyan McLay

Met dank aan:Annemiek Dols, Jan Sterenborg en Simon Wiersma

AdverterenNeem contact op via advertising@ united-academics.org

Suggesties of vragenNeem contact op via redactie @united-academics.org

Redactieadres Warmoesstraat 149, 1 012 JC Amsterdam

10

08

Als kind beschikte ik over een klein stapeltje video’s. De films die erop stonden heb ik –mede omdat het maar zo’n klein stapeltje was- ieder zeker 15 keer gezien. Twee ervan zijn me bijgebleven: One Flew over the Cuckoo’s Nest (1975) en Twister (1996). Respectievelijk leerde ik twee dingen van deze films. 1: elektroshocktherapie is nooit leuk en 2: tornadojagers zijn sexy.

Toevallig onderzochten we in dit novembernummer beide onderwerpen. Wat blijkt? Beide aannames waren fout. Elektroshocktherapie is wel degelijk leuk. Althans, voor mensen die langdurig depressief zijn en alle mogelijke medicatie wel zo’n beetje gehad hebben. De behandeling zelf gebeurt netjes onder narcose. Zonder dwangbuis. Zonder Nurse Ratched.

Desillusie twee: tornadojagers. Doorgaans zijn deze ruwe bolsters 40+ en langdurig vrijgezel; een verdachte combinatie. Daarnaast hebben ze een ‘buitengewone interesse voor de Natuur’ en -al berust dit op mijn eigen vermoedens- all-you-can-eat steakrestaurants. Kortom: tornadojagers zijn niet sexy. Lees erover op pagina 6.

Anouk Vleugels hoofdredacteur United Academics Magazine

Desillusies

Editorial

“Creativity is so delicate a flow-er that praise tends to make it bloom, while discour-agement of-ten nips it in the bud. Any of us put out more and better ideas if our efforts are truly appreciated.”

“Lekker even brainstormen.” Het is een veel-gebruikte kreet. Studenten, wetenschappers, kunstenaars en schrijvers: iedereen past deze techniek wel eens toe. Maar waar komt de brainstorm vandaan?

In 1952 introduceerde Alexander Osborn de term ‘brainstormen’ in zijn boek Your Creative Power: How to Use Imagination Hoewel hij als één van de grondleggers van het brainstormen wordt gezien, heeft hij deze technieken zelf niet ontwikkeld. Osborn baseerde naar eigen zeggen zijn ideeën op de 400 jaar oude Indische Prai-Barshana techniek. Prai-Barsha-na betekent letterlijk ‘buiten jezelf vraag’ en werd toegepast door Hindu leraren.

Osborn was directeur van een reclamebureau en merkte tijdens vergaderingen met zijn cre-atieve team dat veel ideeën al werden bekri-tiseerd voordat ze goed en wel werden uitge-sproken. Hij kwam met vier grondregels die de basis van onze huidige brainstormmetho- diek vormt. “Judicial judgement is ruled out; wild-

ness is welco-med; quanti-ty is wanted; and combi-

nation and im-provement are

sought”, aldus Osborn.

Zijn volgende boek Applied Imagination bouwt voort op

deze regels en is inmiddels uitgegroeid tot het meest succesvolle handboek over creatie-ve denkprocessen. De kern van zijn theorieën? De scheiding van het proces van ideecreatie en ideeselectie. De brainstorm of ‘using the brain to storm a problem’ is het proces van ideecre-atie. De selectieprocedure vindt hierna plaats.

Osborn is van mening dat iedereen twee gees-ten heeft: een wetende en een denkende geest. “when it comes to thinking, let’s try to act as if we were two people – at one time, a thinker and a producer of ideas; at another, a weigher of ideas”. Volgens Osborn staat creati-viteit aan de wieg van alle kennis. Hij sluit zich hierin aan bij Einstein die net voor zijn dood nog de gevleugelde woorden: ‘Imagination is the fruit of creativity’. zou hebben gezegd. De ‘father of brainstorming’ overleed in 1966, maar zijn gedachtegoed leeft voort. Wereld-wijd worden mensen nog steeds ge-stimuleerd door zijn overtuiging dat iedereen het potentieel heeft om creatief te zijn.

ACHTERGROND

Stormjagen voor beginners "ik mag ook wel eens sturen"

Tekst: Anouk Vleugels

Violent Skies Tours, Weather Gods Inc. en Extreme Tornado Tours; het is zomaar een greep uit het groeiende aanbod reisbureaus dat gespecialiseerd is in storm chasing tours: het jagen op tornado’s. Recreatief stormjagen wordt steeds populairder en dat is niet zonder gevaar. “Binnenkort gaan er geheid een keer doden vallen.”

Sinds de komst van de speelfilm Twister in 1996 en –meer recent- de real life serie Storm Cha-sers op Discovery Channel, is de interesse voor stormjagen aanzienlijk gegroeid. Vroeger was deze hobby alleen weggelegd voor meteoro-logen, maar tegenwoordig kan iedereen –voor zo’n 2300 dollar per week- op tornadojacht. De tours vinden doorgaans plaats in ‘Tornado Alley’: een gebied dat delen van Texas, Okla-homa en Kansas beslaat.

Eeuwige singlesWie gaan er mee? Dr. Carla Barbieri en Dr. Son-ja Wilhelm Stanis, aangesloten bij de afdeling Parks, Recreation & Tourism van de University of Missouri, onderzochten het fenomeen. “De meeste recreationele stormjagers zijn man (62%), vrijgezel (63%) en kinderloos (71%), wat waarschijnlijk te maken heeft met de risico’s die aan stormjagen verbonden zijn. Verrassen-der is dat de meeste participanten niet meer zo jong waren: de meerderheid is 35+ en 40% van de participanten is zelfs ouder dan 45.” Stormjager Simon Wiersma, die zich al zo’n zeven jaar bezighoudt met deze hobby, herkent zich redelijk in dit profiel. Hij is 51 en heeft geen kinderen. Toch vindt hij het stereo-type van de stormjager als eeuwige single niet helemaal kloppen. “Veel maatjes die ik ont-

moet heb tijdens de tours, hadden kinderen en waren getrouwd. Het is misschien iets lastiger voor hen om zo’n vakantie in te plannen, maar zeker niet onmogelijk.” Hoewel Wiersma re-gelmatig vrouwen tegenkomt tijdens de chase, erkent hij dat stormjagen vooral een mannen-

ding is. “De meeste Nederlandse vrouwelijke chasers zijn meteorologen. Kijk maar naar Hel-ga van Leur. Amerikaanse vrouwen doen het wel als hobby, maar blijven in de minderheid vergeleken met mannen.”

Geen thrill seekersHet prototype stormjager is dus man, vrijge-zel en zo’n 40 jaar oud. Maar waarom is hij –soms jaar achter jaar- bereid om een behorlijk bedrag neer te tellen voor een weekje tornado’s kijken? Volgens Barbieri en Wilhelm Stanis is dat niet per se een kwestie van waag-halzerij. “Ons onderzoek wees uit dat ‘Taking Risks’ niet zo’n sterke motivatie was voor de deelnemers als ‘Enjoying Nature’ en ‘Lear-ning.’” Leren en observeren is belangrijker dan de spanning.” Brian Barnes, reisleider en eige-naar van StormTours.com, beaamt dit. “Hoe-wel onze gasten natuurlijk op vakantie zijn, ko-men ze vooral om dingen te leren. Onze tours zijn daarom deels mysterie, deels educatief

Sommige mensen willen de basistechnieken van het jagen leren, anderen zijn meer geïn-teresseerd in het identificeren van verschil-lende weertypen.” De meeste recreationele stormjagers blijven dus op een veilige afstand van een tornado of zware onweersbui, ook wel supercell genoemd. Ook Wiersma beschouwt zichzelf niet als pure thrill seeker. “Wij probe-ren altijd buiten de bui te blijven en rijden er alleen doorheen als het echt niet anders kan. Zelf mag ik wel eens sturen, maar als het hef-tig wordt, ga ik mooi weer achterin zitten. De laptops bedienen enzo. Die gasten van Disco-very Channel nemen veel meer risico, maar zijn naar mijn mening hartstikke fout bezig. Hun voorman Reed Timmer noemen we ook wel Dr. Death.”

Doe-het-zelversWie dus denkt dat stormjagers een soort mo-derne cowboys zijn, heeft het mis. “Elke och-tend wordt er een target area uitgezocht door de reisleiders,” legt Wiersma uit. “Dat kan 20 kilometer van je hotel zijn, maar ook 1000 ki-lometer. Je zit tijdens zo’n tour dus vooral in de auto naar buiten te kijken of een boek te lezen. Rijden, wachten en je kop houden, dat is het idee.” Mede hierdoor organiseert Wiersma tegenwoordig vaker zelf tornadojachten met zijn chase buddies. “Op je eigen houtje gaan is natuurlijk veel leuker; dan bepaal je helemaal zelf wat je doet. Je moet wel een bepaalde ba-siskennis in huis hebben en over de juiste ap-paratuur beschikken, anders gebeuren er on-gelukken. Je kunt niet van de één op de andere dag besluiten dat je stormjager bent.” Barnes juicht het doe-het-zelf stormja-gen niet bepaald toe. “Nu stormjagen popu-lairder wordt, komen we steeds jongere, oner-varen mensen tegen tijdens het jagen. Met de huidige technologie is het namelijk erg mak-kelijk geworden om extreem weer te traceren; als je een laptop en internet hebt kom je een heel eind. Maar zonder ervaring en kennis blijft het een gevaarlijke hobby. Ik denk dat er zeer binnenkort een keer doden gaan vallen:

onervaren stormjagers die op het verkeerde moment op de verkeerde plek zijn en geen idee hebben hoe ze weg moeten komen.”

Rotte appelsOok de groeiende commercie rond het storm-jagen werkt niet bepaald mee. Tornadotoe-rismebureaus groeien als paddenstoelen uit de grond, waardoor het steeds drukker wordt in Tornado Alley. Wiersma vindt het maar niets. “We hebben verschillende tornado’s moeten laten schieten, omdat we tijdens de chase merkten dat er zo’n 120 man achteraanzat. Dan is er niks meer aan. En het brengt ook de nodige risico’s met zich mee: als het zo druk is op de weg kun je geen kant op als er iets mis-gaat.” Rivaliteit is er ook. Martin Lisius bijvoor-beeld, directeur van Tempest Tours, is niet erg te spreken zijn concurrenten. ‘Helaas zitten er een hoop rotte appels tussen. Via onze gasten horen we regelmatig horrorverhalen over an-dere bureaus.” Niet alleen de tornado’s, maar ook de aanwezige vrouwen zijn wel eens on-derwerp van strijd; Wiersma herinnert zich een chase waarbij een vrouwelijk groepslid werd lastiggevallen door stormjagers uit an-dere groepen. “In plaats van tornado’s, ston-den ze steeds dat meisje –een nogal knappe verschijning- te fotograferen. Dat vond ze niet leuk natuurlijk. Dus toen ben ik er wel op af-gestapt, ja. Je moet zo’n meisje een beetje be-schermen tussen al die kerels.” Rivaliteit of niet, uiteindelijk hebben alle stormjagers ook iets belangrijks gemeen: ze worden allemaal hitsig van een goede tornado of onweersbui. “Er is maar een klein groepje professionele stormjagers dat al net zolang meeloopt als ik,” legt Barnes uit. “Dus hoewel we niet altijd even vriendelijk tegen elkaar zijn, respecteren we elkaar wel. Uiteindelijk zijn zij toch de enigen die weten wat ik voel tijdens het stormjagen.”

In de afgelopen 20 jaar heeft elektroshocktherapie, tegenwoordig beter bekend als electroconvulsietherapie (ECT), een stille comeback gemaakt in de psychiatrie. De behandeling die vaak barbaarse associaties oproept, is nu een veeltoegepaste methode in de bestrijding van ernstige depressies. Toch kampt de methode –onterecht- nog steeds met een negatief imago.

Wanneer het onderwerp elektroshocktherapie aan de orde komt, denken veel mensen aan Jack Nicholson in One flew over the cuckoo’s nest (1975). De nare scène waarin een hevig stuiptrekkende Nicholson te zien is, heeft sterk bijgedragen aan de jarenlange stigmatisatie van ECT. Maar sinds de jaren ’90 is er sprake van een comeback; ECT is namelijk bijzonder effectief in de bestrijding van ernstige depres-sies. In Nederland is het aantal ECT-behande-lingen daarom verveertigvoudigd in de afgelo-pen tien jaar. In ongeveer 70 % van de gevallen bleek de methode succesvol. De medische we-reld juicht ECT daarom toe, maar lang niet ie-dereen is overtuigd. Tegenstanders vinden de behandeling nog steeds immoreel, onmense-lijk en gevaarlijk.

Opkomst en vervalElectroshocktherapie werd in 1938 geïntro-duceerd door twee Italiaanse neurologen om psychiatrische ziekten als schizofrenie, manie en depressie te behandelen. Deze grondleg-gers van de moderne ECT gebruikten elektrici-teit, om zo epileptische insulten op te wekken. De behandeling bleek bijzonder effectief, maar de bijwerkingen vormden een probleem. Zo

gingen de toegediende stroomstoten gepaard met enorme spiertrekkingen, die botbreuken en andere verwondingen veroorzaakten. Deze problemen werden opgelost in 1948 toen de eerste spierverslappende middelen op de markt kwamen. Met de kwaliteitsverbetering van ECT nam ook de populariteit van de be-handeling toe. In de jaren zestig raakte ECT in diskre-diet. De behandeling werd misbruikt om las- tige patiënten, als McMurphy in ‘One flew’, tot aangepast gedrag te dwingen. Ook de opkomst van psychofarmaca en groeiende twijfels over de effectiviteit van ECT resulteerden in een enorme daling van het aantal behandelingen. In het Nederland van de jaren ’70 en ’80 had ook de antipsychiatriebeweging veel invloed. Deze beweging stelde controversiële psychiatrische behandelingen, zoals shock-therapie en lobotomie, aan de kaak. Het ver-zet vond plaats op grond van morele overwe-gingen, schadelijke gevolgen of misbruik van deze methoden. Geïnspireerd door Michel Foucault en zijn beroemde werk Geschiede-nis van de Waanzin, vroeg men zich af in hoe- verre ‘geestelijk gezond’ en ‘geestelijk ge-stoord’ maatschappelijke constructies waren.

Elektroshocktherapie

ACHTERGROND Tekst: Elke Weesjes

God spelenHoewel de antipsychiatriebeweging als zodanig niet meer bestaat, zijn er nog steeds veel mensen die dezelfde vraag stellen: wie zijn wij om te beoordelen wat normaal en wat ziek is? Psycholoog Jan Sterenborg is een van hen. “We worden geconfronteerd met een groep mensen, waar men zich van afvraagt; ‘is er nog sprake van een menswaardig bestaan? Moeten we ingrijpen? Deze mensen vragen niet om hulp, maar wij voelen ons ongemakkelijk omdat deze mensen hele dagen uit het raam kijken. Waar halen we het recht vandaan om te zeggen dat wij inderdaad moeten ingrijpen? En wat zijn de motieven van de artsen die ECT toepassen? Daar hoor je niemand over. Willen ze God spelen?” Psychiater Dr. Annemiek Dols (GGZ inGeest, VUmc Amsterdam) vindt deze redenatie onzin. “Ik ben het niet eens met de insinuatie dat patiënten toestemming geven voor een ECT-behandeling, zonder te weten waar ze ja op zeggen. Daarmee zeg je eigenlijk dat alle psychiatrische patiënten geen individueel vermogen hebben om zelfstandig beslissingen te nemen. In onze kliniek gebruiken wij een stroomschema om te bepalen of iemand wilsbekwaam is. Zo ja, dan informeren wij de patiënt en zijn naasten volledig over de behandeling. Dus er is zeker geen sprake van God spelen.” ECT toepassen onder dwang komt wel voor, maar niet zo vaak als de media suggereren. Behandeling van psychiatrische patiënten onder dwang is niets nieuws, maar de toepassing van dit soort behandelingen moet goed onderbouwd zijn, vindt ook de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP). Om dit te kunnen waarborgen heeft deze vereniging twee jaar geleden de richtlijn ‘Besluitvorming dwang: opname en behandeling’ gepubliceerd. Hierin werden

psychofarmaca en ECT als ‘de belangrijkste behandelmogelijkheden onder dwang’ genoemd. Volgens Pandora, een onafhankelijke stichting die zich inzet voor iedereen met psychische problemen, veroorzaakte deze richtlijn grote onrust onder patiënten. Er werden zelfs Kamervragen over gesteld. Dols legt uit dat het hier om een storm in een glas water gaat: “Jaarlijks worden er tussen de acht en twaalf patiënten onder dwang behandelt

met ECT. Waarom doen we dat? Omdat die mensen anders dood waren gegaan. Sommige patiënten zijn zo depressief, dat ze niet meer eten en drinken of suïcidaal zijn. In zulke gevallen brengen we gedwongen een sonde in en stellen, in samenwerking met een internist, vast hoelang de patiënt nog heeft. Wanneer dit nog maar enkele dagen of zelfs uren is, mogen we de dwangbehandeling starten.”

Trial-and-errorDe grote effectiviteit van ECT heeft de behandeling dus weer terug op de kaart gezet. Want hoewel de methode bijna nooit de eerste keus is, heeft onderzoek uitgewezen dat ECT beter werkt voor ernstige depressies dan bijvoorbeeld psychofarmaca. Daarnaast is er de laatste jaren grondig onderzoek naar gedaan, waardoor de kwaliteit en veiligheid van de behandeling sterk zijn verbeterd. Maar hoe werkt het nou eigenlijk? Gek genoeg is de wetenschap ruim 60 jaar na de introductie van

Personal Collection of A. D

ols

ECT nog steeds niet veel wijzer. We weten dus dát het werkt, maar niet hóe. Voor de tegen-standers van ECT blijft dit onaanvaardbaar. “Ik ben tegen ECT omdat het niet theoretisch kan worden onderbouwd, verklaart Sterenborg. “Het is gewoon een trial-and-error situatie en deze werkwijze is fundamenteel fout. Die medicijnman-nen denken dat ze zich van alles kun-nen veroorloven op dit gebied.”

GeheugenverliesDe vraag die dus ge-steld moet worden; heiligt het doel de middelen? Een bij-werking die sterk heeft bijgedragen aan het slechte imago van ECT, is geheugenverlies. Op web-sites als Stichtingpandora.nl en Shockmd.com delen patiënten hun persoonlijke ervaringen met ECT. Geheugenverlies is een terugkerend onderwerp. Ook kunstenares Julie Sloane onderging ECT. Zij erkent dat de behandeling geweldige resultaten oplevert in sommige gevallen, maar kreeg achteraf toch spijt van haar keuze voor ECT. “Na de behandeling was ik verward en gedesoriënteerd. Ik had acuut korte termijn geheugenverlies, al kwam het geleidelijk weer terug. Maar het lange termijn geheugenverlies was niet tijdelijk: hele stukken van mijn leven zijn weg. Ik kan niet onder woorden brengen hoe beangstigend dit is. Ik mis mijn herinnerin-gen; ze waren een inspiratie voor mijn kunst”. Julie is niet de enige. Er zijn veel pati-enten die problemen hebben met het zoge-naamde autobiografisch geheugen. Toch is het onduidelijk in hoeverre dit gerelateerd is aan ECT. Sommige studies claimen dat maar liefst 42% van de patiënten blijvend geheugenver-lies ervaren. Dols beaamt dat ECT tijdelijke ge-

heugenproblemen veroorzaakt. Toch kan het ook het vermogen om dingen te onthouden bevorderen. “Wanneer iemand heel erg depressief is, kampt die persoon vaak met ge-heugenproblemen. Dat hoort bij de depressie. Wij maken gebruik van een standaard vragen-

lijst voor en na de behande-ling, waar men-sen 30 punten op kunnen halen. Die wijzen uit dat ECT het geheu-gen juist verbe-terd. De depres-sie gaat weg en de concentratie en aandacht ver-beteren, waar-door hun test-resultaten beter zijn na de behan-

deling.”ECT-patiënt ‘Anke’ herkent dit. Op de website van Pandora, schrijft ze: “Ik kreeg meerdere ECT’s, twee keer per week. Ik knapte heel erg op, het ging ineens een heel stuk beter. M’n wanen werden beter, ik kon helderder den-ken. Ik had wel korte termijn geheugenverlies, maar dat kwam gelukkig terug.”Patiënten die genezen van hun zware de-pressie, zoals Anke, nemen de bijkomende geheugenproblemen vaak voor lief. Men vergeet wel eens dat de patiënten die voor deze behandeling in aanmerking komen, zo depressief zijn dat er geen andere uitweg is. ,waardoor ECT vaak hun laatste strohalm is. Tegenstanders, zoals Sterenborg, zijn van me-ning dat ECT zelfs als laatste redmiddel niet toegepast mag worden. Hij vindt dat ECT veel te gemakkelijk wordt voorgeschreven door overenthousiaste psychiaters. “Ik wil best de dialoog aangaan met een voorstander van ECT, maar laat hem of haar dan eerst zelf debehan-deling maar eens ondergaan. En laten we dan maar eens afwachten of de persoon in we dan

Personal Collection of A. Dols

maar eens afwachten of de persoon in kwes-tie nog steeds even enthousiast zal zijn.” Het is duidelijk dat Sterenborg een kloof ziet tus-sen arts en patiënt. Dat artsen wel degelijk op-recht in ECT geloven en daarom ook zelf de behandeling willen ondergaan in geval van de-pressie blijkt uit het persoonlijke verhaal van Sherwin Nuland. Deze chirurg onderging ECT in de jaren zestig. Sinsdien is hij een fervent voorstander.

Zonder dwangbuisHet negatieve imago van ECT is hardnekkig. Volgens Dols is het de negatieve beeldvor-ming deels te wijten aan de manier waarop de media over deze behandeling berichten. Als er aandacht aan ECT geschonken wordt op televisie of in de krant, gaat dit altijd ge-paard met beeldmateriaal uit de jaren ’30. De media noemen doorgaans de po-sitieve aspecten van deze behandeling, zoals de hoge effectiviteit, mi-nimale bijwerkin-gen en lage risico’s niet. In deze con-text zien we een groot contrast tussen wat er vanuit de me-dische wereld g e p u b l i c e e r d wordt en wat er door leken wordt ge-schreven. De medische wetenschap is bijzonder po-sitief; geneeskundestudenten wor- d e n overspoeld met succesverhalen, maar vaak worden de bijwerkingen van de behandeling en de im-pact van deze bijwerkingen op patiënten ver-waarloosd. Het ontbreekt dan ook aan goede communicatie over ECT. “Het probleem is dat psychiaters vaak niet de moeite nemen om echt goed uit te leggen wat de behandeling in-houdt en waarom we het doen,” stelt Dols. Zij

vindt dan ook dat er meer transparantie moet zijn en betere voorlichting. Niet alleen aan pa-tiënten en hun familie, maar aan ieder-een. Daarnaast is het belangrijk dat er meer onderzoek ge-daan wordt naar de bijwerkingen, zoals lange termijn geheugenverlies. Het beeld van de schuimbekkende gek in een dwangbuis is al lang niet meer represen-tatief voor de ECT-patiënt. Sporadisch wordt de behandeling nog onder dwang toegepast; maar alleen wanneer het echt niet anders kan. Hoewel nog onduidelijk wat de behandel- wijze precies doet in het brein, liegen de cijfers er niet om: electroconvulsietherapie werkt in veel gevallen. ECT-patiënt ‘Astrid’ omschrijft het als volgt op de website van Pandora: “ De nadelen van ECT wogen ruim-

schoots op tegen de ellende van een depressie. Tijdens een

depressie verlies ik het leven; hele

perioden zijn mij ontgaan, ontbreken in mijn geheu-

gen.” Deson-danks moeten we

wel kritisch blijven, vindt ook Astrid. “Ik vind het las-

tig om positie te kiezen in de discussie voor of tegen elektro-

shocks. Ik besef dat ik er niet neutraal in sta, want bij mij werkt het goed. Maar ik wil de discussie wel openbreken en het voorbe-houd ter discussie blijven stellen.”

Lees: ‘ECT. Indicaties, effectiviteit, veiligheid en bijwerkingen’ (Annemiek Dols)

Lees: ‘Shock Therapie’(Jan Sterenborg)

Deel je scriptie

Deze maand:Huis, tuin en keuken journalistiekWie maakt het nieuws?

Lang leve de communityHet nut van social media marketing

Na maanden van zuchten, steunen en studieontwijkend gedrag is 'ie af: je scriptie. Je levert 'm in, krijgt een cijfer en rondt je studie af. En je levenswerk verdwijnt voor altijd in de kast.

Zonde, vinden wij. Daarom blaast United Academics jouw scriptie een nieuw leven in.

In 2004 voorspelde Dan Gil-lmor in zijn boek We the Me-dia dat het nieuws zou veran-deren in een gesprek, in plaats van een lezing met een prater en een luisteraar. Het publiek zou niet langer netjes luiste-ren naar wat de nieuwslezer vertelde, of ’s ochtends klak-keloos aannemen wat er in de krant stond. Nee, het commu-nicatienetwerk -ofwel inter-net – zou ervoor zorgen dat iedereen zijn zegje zou doen. Voor journalisten zou het pu-bliek daarom een nieuwe ge-duchte concurrent vormen in nieuwsvoorziening, zo luidde de conclusie van Gillmor. Ook auteur en perscriticus Jay Ro-sen definieerde het publiek opnieuw: in 2006 werden de

gevestigde media opgeschrikt door zijn pamflet ‘The people, formerly known as the audi-ence.’

Web 2.0Bovengenoemde voorspel-lingen waren wat overdreven, zo bleek later. Zo werd de web-site Skoeps.nl een regelrechte flop. Met deze site uit 2006, zou volgens PCM Uitgevers en Talpa Media elke Nederlander een verslaggever worden. ‘Jij bent het nieuws’, luidde het burgerjournalistieke motto. Mensen konden voortaan zelf het nieuws publiceren. Maar in praktijk bleek dat Neder-land niet zo’n behoefte had om zelf het nieuws te maken of te brengen, dus werd Skoe-

ps.nl al na anderhalf jaar uit de lucht gehaald. En wij ble-ven gewoon bij De Telegraaf, Het Journaal en NU.nl. Toch is er een midden-weg. Uit een onuitputtelijke bron als het publiek in com-binatie met de mogelijkhe-den van het Web2.0 moet een hoop bruikbaars te halen zijn. Dat is anno 2010 ook al meer-malen gebleken. Er is meer contact tussen journalist en burger. Journalisten lijken meer en meer een beroep te willen doen op hun publiek. ‘We willen je mening horen. We willen tips of ideeën waar-door we nieuwe verhalen kun-nen maken. We willen oogge-tuigenverslagen.Stuur ons je foto’s en video’s.

Vroeger was er in de informatiestroom in kranten, radio en tv sprake van eenrichtingsverkeer. Nu delen miljoenen mensen filmpjes op YouTube, foto’s op Flickr of sturen berichtjes de wereld in via Twitter. Zo nu en dan domineert deze user generated content ook het nieuws. Denk aan de beelden van de tsunami in Zuid-Oost Azië, de strandrellen in Hoek van Holland of de aanslagen in Londen. Dankzij deze ontwikkeling werd de term ‘burgerjournalistiek’ halverwege het afgelopen decennium een hype.

Huis, tuin en keuken journalistiek

Weet je ergens veel van? Schrijf bij ons een weblog.’ Struin de nieuwswebsites af en je komt overal dergelijke oproepen tegen.

Het gesprekHeeft Gillmor dan toch ge-lijk gekregen? In ieder geval deels. De redacties van onze belangrijkste media willen het publiek zichtbaar betrek-ken bij de nieuwsproductie. Dit gaat verder dan een in-gezonden brief in de Volks-krant, een spaarzame voxpop in het RTL Nieuws of het ge-bruik van amateurbeelden in nieuwsbulletins. Er wordt een gesprek aangegaan. Kortom: de eerder vooronderstelde passiviteit van het publiek in het traditionele journalistieke model is achterhaald. Deze conclusie kwam tot stand aan de hand van een analyse van zeven prominente Ne-derlandse nieuwsmedia (nos.nl, rtlnieuws.nl, telegraaf.nl, nrc.nl, nrcnext.nl, trouw.nl en nu.nl). Elk van deze websites doet in zekere zin een beroep op zijn publiek om de online inhoud te verrijken, ongeacht of het om de site van een tele-visie- of krantenmedium gaat. Waarom? Omdat het moet en omdat het kan, zo luidt de unanieme conclusie van de geïnterviewde redacteuren.

ReaguurdersEr worden verschillende ini-tiatieven genomen om het publiek actief te laten deel-nemen aan de informatie-

stroom. Alle bovengenoemde websites bieden hun lezer op een zekere manier de moge-lijkheid om te reageren op hun artikelen. Hoewel het bij sommige sites een gelegen-heidsfactor is, wordt er belang gehecht aan directe feedback van de lezers. Niet voor niets is ‘reaguurder’ tegenwoor-dig een ingeburgerd woord. De websitebezoekers kunnen direct op de inhoud van een artikel reageren, maar ook op elkaar. De motivaties verschil-len per redactie. Zo wil het NRC op deze manier vooral een discussie ontketenen om te kijken wat er leeft onder de doelgroep. De Telegraaf heeft

juist liever dat er primair op de inhoud wordt gereageerd. De NOS is wegens mogelijke ‘scheldpartijen’ het meest kri-tisch en maakt reageren alleen mogelijk als ze verwachten er een journalistieke meerwaar-de uit te halen (‘vertel ons wat je weet, niet wat je vindt’).

Chatten met de NOSOok online peilingen zijn populair. Mensen kunnen betrekkelijk makkelijk hun stem uitbrengen op een me-ningsvraag met slechts één muisklik. Een poll is meestal bedoeld als vermaak of een manier om manier om de be-zoeker aan het denken te zet-ten, maar in enkele ge vallen

kan de uitkomst zelfs nieuws-waardig zijn. Zo gebruikt bij-voorbeeld RTL de peilingen in de ochtendbulletins van het Ontbijtnieuws met Jan de Hoop. Omgekeerd kunnen websitebezoekers zelf ook vragen stellen. Vraag- en ant-woordmogelijkheden zijn op elke website aanwezig. Bij de weblog van NRC.next niet di-rect, maar daar is de benader-baarheid van de redacteuren bij de artikelen erg groot en nemen ze zelfs deel aan het gesprek dat bij de reactiemo-gelijkheden plaatsvindt. Op de meeste van de onderzoch-te websites is een Q&A een gelegenheidsfactor en zetten ze het in wanneer daar be-hoefte aan is. Zo zette de Te-legraaf een financieel specia-list in tijdens het begin van de kredietcrisis. Andere redac-ties maken het mogelijk om ‘live’ vragen te stellen door te chatten, zoals bijvoorbeeld de NOS en het NRC.

Wat U ZegtUser generated content in zijn puurste vorm is inhoud die door het publiek zelf is ge-creëerd, zoals eigen teksten en beelden. De redacties van de dagbladen zijn met name geïnteresseerd in geschreven materiaal van hun lezers. Zo geeft NRC haar bezoekers de mogelijkheid om ‘ikjes’ te pu-bliceren, korte stukjes tekst van maximaal 160 woorden, die kunnen bestaan uit mini-columns, nieuwsverhaaltjes

of zelfs gedichten. De Tele-graaf biedt haar lezers de kans op het speciaal ingerichte platform WUZ (‘Wat U Zegt’) eigen verhalen te publiceren. En Trouw hoopt lokaal nieuws een stimulans te geven mid-dels ‘Trouw in de Buurt’, waar websitebezoekers nieuws uit eigen regio kunnen publi-ceren, dat via een geografi-sche kaart van Nederland kan worden opgezocht. Niet ver-rassend zijn RTL en de NOS, gezien hun audiovisuele wor-tels, juist geïnteresseerd in de amateurbeelden van hun websitebezoekers. De NOS heeft de applicatie ‘NOS Oog-getuige’ waar mensen uit ei-gen beweging foto’s of video’s van nieuwsgebeurtenissen kunnen uploaden. RTL heeft een soortgelijke mogelijkheid onder de kop ‘Jouw Inzen-ding’.

Work in progressKortom, er zijn genoeg initi-atieven waarbij het publiek actief wordt betrokken bij het vergaren of publiceren van in-houd. Toch is het is onjuist om te stellen dat de traditionele journalistiek er een geduchte concurrent bij heeft gekre-gen. Het publiek is nog altijd het publiek en geen plaatsver-vangende nieuwsvoorziening. Wel mag geconcludeerd wor-den dat er een verandering is in de rolverdeling tussen de journalist en zijn publiek. Het publiek is veranderd van een passieve nieuwsconsument in een actieve deelnemer aan

de informatiestroom. Voor de journalist is de verande-ring vooral te merken op de webredactie. Het afgelopen decennium zijn deze redac-ties gegroeid en volwaardige ‘eilanden’ geworden op de verschillende nieuwsvloeren. Het is dan ook de webredac-tie waar de journalist het meest te maken krijgt met user generated content en waar het ‘conversatiemodel’ van Dan Gillmor het meest gestalte krijgt. De geïnter-viewde webredacteuren er-kennen zonder uitzondering de meerwaarde van deze pu-blieksbijdragen. Hoofdredac-ties bieden individuen dan ook de ruimte om initiatieven te ontwikkelen. Geen van de redacteuren geeft aan ‘er al te zijn’. Het blijft work in pro-gress, maar user generated content is hoe dan ook niet meer weg te denken uit onze nieuwsvoorziening.

Emil van Oers, MA

Emil van Oers behaalde zijn Master Journalistiek aan de Uni-versiteit van Groningen en studeerde af in

augustus 2010. Tegenwoordig werkt hij als freelance jour-nalist voor de NOS.

Lees: volledige scriptie

Lang leve de community

Virtuele boerderijAdverteren op sociale media websites , ofwel Social Media Marketing, stelt gebruikers in staat informatie met elkaar te delen en te becommentari-eren via online platforms als weblogs, sociale netwerken en virtuele werelden. Denk bijvoorbeeld aan de populai-re social game FarmVille op Facebook waar je een virtuele boerderij onderhoudt, of Rea-ding List op Linkedin waar je je favoriete boeken kunt delen. Social Media Marketing is een van de snelst groeiende specialisaties binnen online marketing en heeft veel voor-delen voor marketeers. Wan-neer een gebruiker fan wordt van een merk (ofwel het merk ‘liked’), krijgt het bedrijf toe-gang tot zijn gebruikerspro-fiel: een bron van waardevolle gegevens. Deze informatie

kan vervolgens weer gebruikt worden voor specifieke doel-groepgerichte marketing. Het is dan ook niet vreemd dat merken als Starbucks, Coca Cola en Blackberry zich op ie-der sociaal netwerk manifes-teren. Toch zijn veel marke-teers nog in de beginfase of experimentele fase van het gebruik van sociale media voor marketingactiviteiten. Een grote groep bedrijven is actief met Social Media Mar-keting bezig (in augustus 2010 was dat 67 % volgens Social Media Monitor), maar toch zijn er nog steeds merken die achterblijven. De belangrijkste reden hiervoor is dat er nog weinig kennis is vooral over de wat de meest effectieve inzet is om de gewenste doelgroe-pen te bereiken. Bedrijven zijn nu op vele sociale media ac-

tief, in de hoop de gewenste doelgroep te bereiken, maar er is nog weinig bekend over welke typen personen Social Media Marketing gebruiken en met welke motieven. Geen bejaarden a.u.b. Welke internetgebrui-kers zijn nu vatbaar voor Social Media Marketing? En belangrijker nog: welke facto-ren zorgen ervoor dat zij dit zijn? Allereerst is de aanwezig-heid van een complete online identity van belang. Het is na-melijk gebleken dat wanneer gebruikers meer informatie over zichzelf online plaatsen, ze actiever gebruik maken van sociale media. Dat maakt hen weer aantrekkelijk voor Social Media Marketing, omdat deze personen hier meer voor open staan. Een tweede factor om rekeing mee te houden, is de kans op sociale interactie

Het WK van 2010 had twee grote winnaars: Spanje en Nike. In mei 2010 lanceerde het sportmerk de commercial ‘Write the Future,’ waarin de toekomstdromen en angstbeelden van bekende voetballers worden getoond. Het filmpje begon als reclameboodschap op Facebook, maar werd al snel als ‘viral’ verspreid door de gebruikers zelf. De campagne kostte een paar miljoen dollar, maar leverde ook wat op: ‘Write the Future’ werd ruim negen miljoen keer bekeken en het aantal Nikefans op Facebook verdubbelde binnen een weekend.

online, op zoveel mogelijk. Zo biedt Hyves de mogelijk-heid om tot bepaalde groeps-netwerken te behoren, heeft Twitter ‘lists’ die je aan kunt maken om bepaalde onder-werpen te volgen en heeft LinkedIn discussiegroepen. Deze toepassingen zijn niet alleen leuk voor de gebruiker, maar ook voor de marketeer. Wanneer mensen namelijk het idee hebben dat ze bij een groep van gelijkgestemden horen én daarnaast gemak-kelijk met elkaar kunnen com-municeren, is de kans groter dat ze ook hun merkvoorkeur met elkaar delen. Tot slot kunnen marke-teers hun hart ophalen bij de profielgegevens ‘leef-tijd’ en ‘opleiding’, want ook deze demografische factoren zijn van belang. Oudere hoog-opgeleiden laten zich door-gaans minder snel inpakken door markeringactiviteiten op sociale netwerken dan jonge, laagopgeleide gebruikers. Social Media Marketing kan haar pijlen dus beter richten op Hyves, dan op SeniorWeb. Overigens zijn er per sociaal netwerk ook weer verschillen: volgens een recent onderzoek van Social Media Monitor zijn laagopgeleiden in Nederland vooral te vinden op Hyves, terwijl de hoogopgeleiden meestal lid worden van Face-book.

Whopper SacrificeNaast factoren die te maken hebben met de gebruiker zelf,

zoals leeftijd, opleiding of er-varing, speelt merkidentifica-tie een grote rol. De effecten van Social Media Marketing zijn hier namelijk sterk van afhankelijk. Wanneer iemand ‘niets heeft’ met een bepaald merk of bedrijf, maakt het niet zoveel uit of diegene wel of geen complete online iden-tity: in beide gevallen is de ge-

bruiker niet erg gevoelig voor online campagnes van dat merk. Wel heeft het in dat ge-val zin om naar de mate van internetgebruik te kijken (hoe meer, hoe beter) en kan het creëren van een beloning een gebruiker over de streep trek-ken. In 2009 maakte Burger King gebruik van dit principe met haar Whopper Sacrifice campagne. Het idee: als Face-bookgebruikers tien ‘vrien-den’ zouden verwijderen, kre-gen ze een gratis Whopper. De ‘vrienden’ kregen vervolgens bericht dat ze waren opge-offerd voor een hamburger. De campagne was zó succes-

vol, dat Facebook zelf besloot de stekker eruit te trekken. Op dat moment hadden zo’n 82.000 gebruikers namelijk al meer dan 230.000 ‘vrienden’ verwijderd. Maar hoe zit het dan als gebruikers zich wél met een merk identifice-ren? In dat geval zijn leuke be-loningen als de gratis Whop-

per niet noodzakelijk. De ‘fans’ hebben immers al laten weten dat ze het merk leuk of goed vinden, en staan daarom meer open voor infor-matie. Bij een hoge merkiden-tificatie heeft de hoeveelheid ervaring met sociale net-werken effect op het gebruik van sociale media marketing. Merken of bedrijven die dus al ‘geliked’ worden door hun doelgroep, hoeven hun ‘fans’ daar niet nogmaals voor te belonen, maar kunnen hun boodschappen het bestaanpassen aan de groep met de meeste internetervaring: de jongere gebruikers dus.

Lang leve de communityTot slot geldt: maak gebruik van de community en laat je ‘fans’ zelf het werk doen. Zo-dra een merk of bedrijf een dit

netwerk natuurlijk ideaal om informatie over nieuwe aan-biedingen, producten of cam-pagnes te verspreiden. Bij die methode geldt wel de stelre-gel dat de boodschap ‘deel dit met je vrienden’ specifiek moeten worden genoemd. Zo verscheen in augustus 2010 een ogen-schijnlijk stan-daard- filmpje op YouTube, waarin ac-teur Sylvester Stallone wordt geïnterviewd over zijn film The Expenda-bles. Na een minuut wordt de kijker echter op zeer ver-assende en explosieve wijze opgeroepen het filmpje te de-len. Een succes, want de viral werd meer dan zes miljoen keer bekeken.

Toch kan het nog beter: som-mige merkcommunities zijn niet alleen zelfvoorzienend, maar ontstaan ook nog eens spontaan en uit eigen initia-tief. Zo riep een zelfopgerichte

Zwitsal community (120.000+ leden) op Hyves haar leden middels een poll op om een parfum te maken van de wel-bekende babyolie. Hier speel-de Zwitsal slim op in: begin dit jaar lanceerde het merk het parfum ‘Eau de Zwitsal’ bij drogist DA. Het luchtje

bleek niet aan te sle-pen. En Z w i t s a l werd sla-pend rijk. M a r k e -teers heb-

ben dus op verschillende ma-nieren invloed op het gebruik van marketingcampagnes op sociale media door de doel-groep. Zo kan een bedrijf haar pijlen het beste richten op in-ternetgebruikers die jong zijn, met regelmaat gebruik maken

van sociale netwerken en een zo compleet mogelijk gebrui-kersprofiel bijhouden. Daar-naast willen gebruikers deel uitmaken van een groep van gelijkgestemden. Het is dus altijd belangrijk dat de sociale media gebruiker zich speciaal en onderdeel van een groep voelt. En tot slot is het nooit te laat om nieuwe ‘vrienden’ te maken; ook gebruikers die ‘niets hebben’ met een be-paald merk, kunnen worden overgehaald fan te worden van een merk of bedrijf. In-dien er een beloning tegen-over staat natuurlijk. Of een gratis Whopper.

Gabrielle van Leeuwen MSc.

Gabrielle van Leeuwen heeft in juni 2010 de master Com-municatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam afgerond. Tijdens haar af-studeren heeft zij onderzoek gedaan naar de determi-nanten van het gebruik van Social Media Marketing en de invloed van merkidentifi-catie. Gabrielle werkt nu als Junior Marketeer bij Mercer.

Lees: volledige scriptie

Jimbo knows bestJames Cook Loomis aka Jimbo “dropped out of teaching math 40 years ago to buy waterfall land in Maui, live out of his gardens, create a Human/Dolphin communication system, and complete Einstein’s quest.”

Self deception

Many evolutionary survivors owe their survival to look-alike deception. Moths look like that soot covered wall that deceives birds, octopi mimic the colors of their environment, and some fish deceive their predators posing as some brightly colored poisonous indigestible. Let’s all do it. Let’s all deceive. That seems to be nature’s mes-sage. The mind as a self deception auto-immune reaction? Science is the technique for overcoming human nature’s built-in deception. No other creature but us knows we are doing it. And we barely do. Several million years of human evolu-tion wherein survival was enhanced by decep-tion and then… We stumbled onto a way to overcome it: science. The method? Publishing before your peers in increasingly reputable scien-tific journals. The Industrial Revolution was merely the first result of human’s overcoming their self de-ception. Changed world. Great marvels of mod-ern communication. Great horrors of billions of tons of unnatural toxic and radioactive chemicals choking our water, air, land and bodies. Oops. Is it too late to return to self deception? No. Hold on. MATHgod beats any god by 10% … or your money back!

Voor vervolgonderwijs in Indonesië

Indonesische jongeren willen ook graag toegang tot wetenschappelijke kennisHelp mee!

Voor jongeren als Susanah is vervolgonderwijs heel belangrijk.

Door te studeren krijgen zij de kans om een sociaal netwerk op te

bouwen en een diploma vergroot hun kansen op de arbeidsmarkt aanzienlijk. Het biedt zelfs de mogelijkheid om een eigen bedrijf op te starten. Vervolgonderwijs zou dus voor iedereen toegankelijk moeten zijn.

In Indonesië krijgen veel jongeren deze toegang helaas niet. Slechts 10% van hen gaat naar het hoger onderwijs, omdat het voor de meesten niet betaalbaar is. Veel jongeren blijven daardoor afhankelijk van tijdelijke en slecht betaalde banen.

Stichting Heliconia maakt studeren mogelijk voor getalenteerde jongeren in Indonesië.

Dit doen wij door het aanbieden van Heliconia Scholarships, waarmee jongeren vier jaar lang kunnen studeren aan de universiteit. Op die manier krijgen kansarme jongeren zicht op een toekomst met meer bestaanszekerheid en perspectief.

U kunt helpen!Help Indonesische jongeren te laten studeren! Word donateur van Stichting Heliconia en draag zo bij aan de verspreiding van wetenschappelijke kennis en het bouwen aan een zekere toekomst.

Ga naar www.stichtingheliconia.nl of doneer direct aan:

Stichting Heliconia giro 5121901 in Amsterdam.

U kunt ook een bijdrage leveren door vrijwilliger te worden! Hebt u een leuk idee voor een actie om donateurs te werven of onze naamsbekendheid te vergroten? Elke vorm van hulp kunnen wij gebruiken. Mail uw plan naar [email protected], dan voorzien wij u van informatie en promotiemateriaal.

www.stichtingheliconia.nl

GENETICA

Een beter mens dankzij genen

Bent u een weldoener? Waarschijnlijk vindt u van wel. Mocht het ook echt zo zijn, dan heeft u dit te danken aan uw genen. Volgens recent onderzoek is een bepaald gen name-lijk ver-antwoordelijk voor altruïstisch gedrag.

De studie, geleid door psycholoog Martin Reu-ter, liet een groep studenten komen voor een dataretentie test. Tijdens het experiment werd hen gevraagd zoveel mogelijk getallen te ont-houden. Als beloning kregen ze € 5,- na afloop. Deze mochten ze (gedeeltelijk) doneren aan een goed doel of zelf houden. Deze keuze leek anoniem te zijn. In werkelijkheid was bekend welk bedrag er van te voren in de donatiebox zat: de wetenschappers konden dus makkelijk berekenen hoeveel elke student doneerde.

Omdat alle par-ticipanten voor het experiment hun wangslijm hadden afge-staan voor DNA-o n d e r z o e k , konden de re-sultaten van het experiment

daarmee vergeleken worden. De focus lag op het zogenaamde COMT-gen, dat te maken heeft met de uitscheiding van dopamine. Van dit gen zijn twee varianten mogelijk: COMT-Val en COMT-Met. De conclusie: studenten met de COMT-val variant bleken tweemaal zo vrijgevig als hun groepsgenoten met de COMT-Met va-riant. Mocht u dus niet warm of koud worden van een Afrikaans kindje met hongeroedeem: wijt het aan uw genen.

Lees: volledig artikel

BIOLOGIE

Rat met winterdip

Bijna iedereen heeft wel eens last van een winterdip, maar voor sommige mensen kan de afname van natuurlijk licht echte vervelende gevolgen hebben. Zij worden dan namelijk vatbaar voor seizoensafhan-kelijke depressies, ook wel winterdepres-sies genoemd. Gelukkig hebben zandratten hetzelfde probleem.

Tijdens het on-derzoek, dat onlangs gepu-bliceerd werd in het Internati-onal Journal of Neuropsychop-harmacology ,

werden de zandratten verdeeld in twee groe-pen. Eén groep werd urenlang blootgesteld aan UV-straling; de andere kreeg maar een paar uurtjes licht per dag. Beide groepen re-ageerden verschillend op het experiment: de tweede groep ratten had meer last van stress en was minder sociaal. Nadat was vastgesteld dat zandratten –net als mensen- beter functioneren met meer zonlicht, konden verschillende soorten behan-delingen worden getest. Zo kregen de beest-jes bepaalde medicijnen en lichttherapie. Met verassende resultaten, volgens zoöloge Noga Kronfeld –Schor. Vooral de lichttherapie bleek een uitkomst. “Bij mensen wordt deze me-thode al lange tijd gebruikt,” vertelt Kronfeld-Schor. “Maar men dacht altijd dat het vooral succesvol was dankzij het placebo-effect. Nu we weten dat lichttherapie ook bij dieren werkt, kunnen we ervan uitgaan dat dit effect veel minder invloed heeft dan altijd gedacht werd.”

Kijk: ‘Lichttherapie bij winterdepressie’

NIEUWS

PSYCHOLOGIE

Angst in kaart gebracht dankzij vogelspin

Arachnofobie, ofwel spinnenangst, is een van de meest voorkomende fobieën. Logisch dus, dat een team wetenschappers van Cambridge juist vogelspinnen heeft ingezet bij hun onder-zoek naar het menselijk angst- mechanisme.

In het onderzoek werden twintig deelnemers in MRI-apparaten geplaatst, waar-na ze videobeel-

den te zien kregen. De beelden waren zo ge-manipuleerd, dat de deelnemers geloofden dat er tijdens het onderzoek een vogelspin bij hun voeten gezet werd. In werkelijkheid waren de beelden al eerder opgenomen.Dankzij de hersenscans kon gemeten worden hoe de participanten reageerden op de spin. “Wanneer de vogelspin dichterbij kwam, ver-hoogde de hersenactiviteit in de ‘angstgedeel-tes’ van het brein,” legt auteur Dean Mobbs uit. “Deze delen zijn gelinkt aan uitingen van defensief gedrag, bijvoorbeeld paniek.” Als de spin alleen bewoog zonder dichterbij te komen, werd het deel verbonden aan ‘waakzaamheid’ actief. Deze bevinding geeft aan dat verschil-lende gedeeltes van het brein samenwerken, om een bepaalde dreiging op meerdere ma-nieren te interpreteren.Ook toonde het experiment aan dat angst leidt tot valse impressies. De participanten die na-melijk het meest bang waren voor vogelspin-nen, beschreven de spin als veel groter dan degenen die minder angst hadden. Volgens de onderzoekers is deze ‘expectation error’ een van de belangrijkste elementen bij de ontwik-keling van fobieën.

Lees: volledig artikel

TECHNOLOGIE

Snelwegen goed voor het milieu

Tijdens de zomermaanden is het vaak warmer in de stad dan op het nabijgelegen platten-land. De reden: asfalt en steen nemen veel meer warmte op dan gras en aarde, en stoten die vervolgens weer af. Dankzij wetenschap-pelijk onderzoek van de University of Rhode Island, wordt kan die warmte in de toekomst misschien worden omgezet in iets nuttigs: bij-voorbeeld straatverlichting.

Het team, dat geleid werd door milieudeskun-dige K. Wayne Lee, ontwikkelde verschillende toepassingen om energie op te wekken langs, op of onder de snelweg. Het meest simpele idee gaat uit van zonnepanelen op geluids-schermen langs de weg, die vervolgens lan-taarnpalen van energie voorzien. “Dit project is het makkelijkst uit te voeren, omdat de tech-nologie al bestaat,” legt Wayne uit. “Nu de kwaliteit van zonnepanelen verbeterd is, kan er –ongeacht de stand van de `zon of het sei-zoen- genoeg energie mee worden opgewekt.” Het meest

futuristische idee dat het team be-dacht, was ook meteen het meest ri-goureus: zo-

veel mogelijk asfalt vervangen met wegen die gemaakt zijn van zonnepanelen en ledlampen. Zo kan de weg zichzelf verlichten en van elek-triciteit voorzien. Een leuk idee, maar helaas erg kostbaar. “Het zal een tijdje duren voordat de transportindustrie in deze technologie wil investeren,”verwacht Lee. “Maar we gebruiken onze geasfalteerde snelwegen al zo’n honderd jaar, dus het wordt wel eens tijd voor verande-ring.”

Kijk:´Solar Roadways: The Prototype’

Wie: Schrijver en dichter Wilhelm Raabe (8 september 1831-15 november 1910)Kent u van: Raabe publiceerde zijn bekendste roman ‘Stopfkuchen’ in 1891. Dit boek vertelt de geschiedenis van de corpulente en onbegrepen Heinrich Schaumann, wiens bijnaam Stopfkuchen (Oliebol) is. Met resultaat? Ja. Raabe wordt ook wel de ‘Duitse Dickens’ genoemd. Anderen beschouwen hem als voorloper van modernisten als Baudelaire en Proust. Zijn boek ‘Stopfkuchen’ wordt door sommigen critici ‘de grootste roman uit de 19e eeuw genoemd’. (++)Kritiek: Raabe was een grote pessimist en raakte al tijdens zijn leven in de vergetelheid, wat hem vreselijk frustreerde. Zijn oeuvre vond rond 1900 nog nauwelijks weerklank. Pas eind 20ste eeuw werden zijn latere romans door een breed publiek gelezen en gewaardeerd. (-) Quote: “Het komt wanneer het komen moet, is het excuus van alle luie mensen.”

Wie: Schrijver en filosoof Leo Tolstoj (28 augustus 1828- 20 november 1910)Kent u van: Schreef zijn epische roman Oorlog & Vrede over het 19de eeuwse Tsaristische Rusland tijdens de Napoleontische oorlogen. Dit boek werd in zes delen gepubliceerd tussen 1863 en 1869. Acht jaar later verscheen zijn volgende meesterwerk, Anna Karenina, een dramatisch liefdesverhaal wat zich afspeelt in Rusland tussen 1875 en 1877.Met resultaat?: Absoluut. Tolstoj was en is razend populair. Hij wordt omschreven als ‘one of the giants of Russian literature’. Bijna honderd jaar na zijn dood, in januari 2007 werd Anna Karenina door Times Magazine uitgeroepen als het beste boek ‘of all times’. In deze top tien, stond Oorlog & Vrede op nummer drie. (+++)Kritiek: Tolstoj bekeerde zich tot een pacifistische sekte binnen het christelijk geloof en werd vervolgens door de Russisch-orthodoxe Kerk geëxcommuniceerd. Ook besloot Tolstoj afstand te doen van al zijn wereldse bezittingen. Het gevolg was dat zijn hele familie, behalve jongste dochter Alexandra, hem verachtte. (+/-). Quote: ‘Boredom: the desire of desires’.

Onze keus: Leo Tolstoj. In deze literaire strijd wint de ‘giant of Russian literature’ het van de ‘Duitse Dickens’ met 2-0.

HONDERD JAAR DOOD

Ze zijn allebei van groot belang geweest voor de literatuur, te vinden in menig encyclopedie en op dit moment precies honderd jaar dood. Maar wie van hen spreekt het meest tot de verbeelding? Deze maand: Leo Tolstoj versus Wilhelm Raabe.

George Friedman

Niemand kan de toe-komst voorspellen. Toch heeft de Amerikaanse politicus George Fried-man zich gewaagd aan een fascinerende expe-ditie van de 21ste eeuw. “I have no crystal ball. I do, however, have a method that has served me well, imperfect

though it might be, in understanding the past and anticipating the future.”

Omdat naties altijd hun eigen belangen na-jagen, zijn hun acties voorspelbaar. Vanuit dit perspectief onderzoekt Friedman belangrijke geopolitieke, technologische, demografische, én militaire trends van de toekomst. Zo raakt de VS opnieuw verwikkeld in een koude oor-log met Rusland, laat China het afweten als wereldmacht en herrijzen mondiale spelers als Mexico en Japan. Sommige elementen zijn geloofwaardig, andere –zoals de ruimte-oorlog tussen Japan +Turkije tegen de VS- wat minder. Hoe dan ook: The Next 100 Years verveelt niet.

Richard Dawkins

Met het boek ‘The Self-ish Gene’ ging evolutie-bioloog Richard Dawk-ins in 1976 voor het eerst de strijd aan met ‘sentimental human nonsense’. Nu, meer dan dertig jaar later, wordt het gevecht hero-pend met een wederom intri-gerend boek: ‘The

Greatest Show on Earth’. Zijn betoog: ‘’Er is geen architectonisch plan, er is geen archi-tect.’’

De evolutietheorie van Charles Darwin staat als een huis. Desondanks zijn er vandaag de dag miljoenen mensen die deze ontwik-kelingsgang in twijfel trekken. ‘The Great-est Show on Earth’ begint daarom met een uiteenzetting over de georganiseerde onwe-tendheid. Hoewel Hawkins soms wat over-drijft –zijn vergelijking tussen creationisten en Holocaust-ontkenners gaat wat ver- kan ‘Dar-win’s Bulldog’ erg overtuigend zijn. Zolang hij zich maar blijft focussen op de wetenschap.

BOEKEN & ZO

The Greatest Show On Earth: The Evidence For Evolution

The Next 100 Years: A Forecast for the 21st Century

Dick Swaab

Succes heeft vele vad-ers, mislukking is een weeskind. Of niet? Dick Swaab, pleit in zijn boek ‘We Zijn Ons Brein’ voor een meer fysische benader-ing van succes: ‘’Ons karakter, alles wat we zijn en kunnen, maar ook onze beperking-en, zijn vastgelegd in

het brein.’’

Dit boek maakt inzichtelijk waarom mensen falen, of juist succesvol zijn. Aan de hand vanetenschappelijk onderzoek schetst Swaab een beeld van alles wat in het brein geregeld is. Zoals seksuele geaardheid. “Van homofilie weten we dat het voor 100% is aangeboren, maar over pedofilie hebben we weinig goede gegevens omdat het nog steeds een taboe is om te onderzoeken.” Bent u niet gezegend met een leuk karakter? Dan is er geen hoop meer voor u. “Deficiënties kan men camoufleren, “ schrijft Swaab, “maar het karakter als zodanig blijft bestaan.”

Paul Berman

Tariq Ramadan; wolf in schaapskleding?Zonder twijfel, meent de Amerikaanse his-toricus Paul Berman. In ‘The flight of Intel-lectuals’ illustreert hij hoe het komt dat Westerse media én liberale intellectuelen faliekant falen om een gedegen standpunt in te nemen.

Berman uit forse kritiek op Europa’s bekendste islamoloog Tariq Ramadan. Hij is gefascineerd door de nalatigheid van de Westerse media, die geen gehoor geven aan de radicale boodschap van Ramadan. Ramadan, kleinzoon van Hassan al-Banna, zou aanwijsbaar trouw zijn aan zijn radicale familie. Zo weigert hij zelfmoordter-rorisme en het stenigen van overspelige vrou-wen ondubbelzinnig te veroordelen. Toch is het Westerse mediabeeld van Ramadan con-trasterend rooskleurig, meent Berman. “They don’t want to look.”

Wij Zijn Ons Brein: Van Baarmoeder tot Alzheimer

The Flight of the Intellectuals