Unimog handleiding 404

7/12/2019 Unimog handleiding 404

1/50

UN/MOG S-404Gebruikershandleiding


2/50

Tabel der figurenFtg.1. Unker voorzi chi vo n het voertuig2. Rechter achterzicht van het voertuiq,3. Chassis4. Remsysteem5. Moforofdel (ng6. EIe krrische u itru sti ng - E 1e ktrisch sche m C 17. Krachtafneme r - en 1er8. Bedien ingen en instrumentenbord8b i s In scho kel ing sscherno de r beve 1hefbom erJ9. Hoofdschakelaar der verlich+ing (stor-den:10. S rneerp 1 0 n11. Smee rp un te n12. L G d Igen van het koe 1 systeern13. Aondriivi n9 van de venti Ia to r14. Ccpl aatste sneeuwketting15. Vocdlngspomp1S- Reintocn van de voorfilter17. Reinigen van de luchtfilter18. Vervan gen van ee n 9 joe ilo mp19. Vcrvcn gen van een wiel'20. Verwisselen de!" wielen21. Afnemen van :let zeil von de Jaadbak22. Afnemen van het zei I der stuurhut23. ~ 1aotsen von het kop l ic htka pie24. Centro Ie zirbo nk:25. Vasthechti ng wa pen cha uffeur26. V osrhcchf ng wape n bcge Ic idcr

T abel : Outillage UN 1MO G

2


3/50

L I C H T E V R A C H T W A G E N 1 . 5 t o n-e aa ng edufde t ijdnippe,1'1I e tjn he:rekend Your e ee DQ,J'maal g e b r uvk , Ze naa r rna rev.rkorten in ieval van g eb.r-utk onder mee tl l jke an abno.r m a!e om.tandi@hede-no f w l iL n n . a r d e .meerlUoifen. b e e m ee z:ijn. G e d u e e n d e d e n ie [ a c t i e v e tijdujpp~nmog."., siJ v-crlengd we eden doch e e n d~g~Hjk onde ehovd .u.l moet en beho uden

Meehan ierne van de Hl!lrKarter' van de- li .c r (inhoud J, 00 l iz e r ]l....a.ger ....n de- \l"oorkra.chtunam.VentUacar

V.:ntil.torbedLe ninyStuur-doo.MotoroHeka r-ee r : pC ! i.1Ont.Uk"T (vilt en voorontl'.kjtl.IJh:l. -.ot.A 1,

Ontlte.k.41E' (onde eb r eke r ]R.d-u.kU"karte.r {.ie iLchte-rrillduktiok.ar-t.r}HomokJQ.t1.che kopp-e1ins,"'nFu penPad... la.OlhiU-e-r v_a motor {.i. nota 2}Voorbl"\.Ili {d. a..c:ht~:rbr-uIJKopp.UnCa.o.'.rbren~iDI.". Viiln de liol!'lTVoorl'CuwSw",lc.htCeW",ich tan v .n de b.di.ntn8; tit.ni.n

L O 9 - Z ~ , 0 0 1U N I M O G

wo rden, Sme r-en na het wa ten of .het dool 'wa.dol!' lDY,U"wete e, O. u 'r 'I rnipp.l .e e tmg en a.lvo r en e fe Uf'I, erf1;:Il. De .tukken l".ini len milt WHITE ~P~IT. Dro, .a .afvo r en.s t e .mer e-n . De punte n , doe r pijlen in .tippelijnClIf t. ae.aloduid mo.t.ntang' beide z ijde n van het voe et urg gee m e e r d wc eden , .

1/4

Ach1erbr~A ~a.ftilpptllln (inho1..l.d : 3,00 I1hrJ

. . . . . . . .Q 0 .E .9 -. . . . .VI O J)1 1 ; c, . . . .. . . VI _1) < 1 . 0 a : 1 :1< IJ~ s E " f : : -

. 1 . 1 " ) 1 . 1 " )

1/4

1/4l1/21/2I/ZI/Z}I DE

Lke r-t rumJnol!!I/Z w ate r pornp

1/41/41/.1/4

V E R K L A R I N GTEMPE RATUREN RFE-

UO " ' l ! ! ' n v.a.n o- C under de IRENTIESe OC tot 1S c: l lj C50~" Ot; JO 501+OE : J . O DE 10 QMC,,)O~I OE io 5010 uE 1088 I~~ 88 1~8 88 In QMC.QMCGAA GAA GAA QMC(:,(~ GC GG ORD

SMERSTOFFENOE : Mot() t-o l ie

CA.. JA . , Vet voo r alHemeen &ebrui.kCiG : Gr&li.t vat

1/4 Otie peil van luchtfilterStuU'.t.iL.llgen

14 A.!r&ppen van motoralie :N O T A S

1/ 4

M-otorka.t"t~r, aftapp...,n (inhoud 0-,00 titer) (.zie DQta. 1)

1/4 Stuu r de mpe rVcrbinding l iangGa. b~dien.ng IIzwcnH elSpil van ba-diening.heibome-nTandheuge~ van de hand r emVeru"ielHnlil.bak, pcilVeI'Jlnellin.B.b.ii;,.k~ aitappen [Inncud : 6,00 lit..,r)

1/41/41/41/4l/4

A.chtltr.t"l.,lwgewri.cht

TIJDSTIPPEN

l/-i . nl""i.cm.a.~ndalijk.

~/l : Ze-uTl;jlii.ndelijka

;_ Om de Z. jar-en

z, OUetiltll:"l" va.n de mutQ"tmor o e- wa r ro i. en o nv-i ll e n t ut her llciJ t u e e e n de l kenrn e r k e n van d-ll! p eil.!IJtok komt {b Ue-I")z r- . Regit q 1605 Art 1;6 GUZ 12.

L Sm..; ring v


4/50

oCO o" 8 o. . . . . .i.,] U'1-.I

I'-.)oooI'JocoIWW0-. . ; : : . . .'/_

. . . . . . . . .,. : : : . . . .

N..-)No1o00-. t : : . .W'X.

n:r::r:000< r o c:(!l VI (J"J. . , < I ' >(0,

Q.._{!l.-azrD.. . . .~

Il'{l)

'-


5/50

. - . - - -~=-__. ----:----~~-------- .._.-

O J

u

EEooN

xoxCO

- . - Q}::Jo'-

, . . . . .ooN,0..o....J

.--or-,01,,(")000I Iall')vOM'I . ( ) f goI

M(V)MCD,oN.---IN ,.....-

toN

o o . . . . . ..--


6/50Fig. 6 Equipement ele ctr-i qua -Elektrische uitr ti Plan de cablageus 109 - E lektrisch schema


7/50

.. ~ - . ..- - - ,- - - - -- - - - :- - -- = - - - - - = - . . .. :: .. :: : .. .. _ _ _ :_ _ _ ~ ~ ~ ~ : -- :- - -- : - :- = = = = = = = : :. :: - .. .. :. .. :: -. : . . . . : _. . _ _ : : : _. - - = . = = = = = = = = = = = = =legeflde 'Ian Fig. 6 - El.drisch u:hemd

1 (] Linker richringaGnwiizer en srondlieht1 b R eehter ric.htingso(1nwi [zer en sh:md~icht2 - : : : 1 Groot ~icht en k r u ls i iM lin k s2b Groot I icht en kruisl icht rec.h~s3a Ve:rd\J isterd koo I icht lin ks3b Verdu isterd ko pi icht rncnts4 RJi~enwis$er, ~Iinks en recht(15 Hocrn6 Kastle voor srnetrvei I:gheden 1 ~ot 1a7 Schckelcor vc n het stopccnto ct der loop-

Iam p in aa nhongwogen:3 5topconiact der loopi am p ,9 "Jerlichl;: 'IG 'Ian leestafeltje mel schc ke ludr10 Veri ichti r1g in de d IJbbelt'! crukrneser\ 1 \'/erILchtin9 van de tr.er:-r:ometer12 Ved ich.t~ng In de ol ~ecirlJ kmeter13 Ver'lichtinq In de snelhsidsmetcr';4 V ~ r ! [611 i nq ~1 de b~:lz.: ncsto nrionnwi izer15 Vcdscha Ke laa r voor groot Ii chf en !'::ruis-

I icht: 6 V e r k l i k k e r I i ~ : . ~ 1,1(11) d e r . c ht i nq s cr m w i i z er s17 Ver:,1 ikke-:l ich t '.'0 n de dy n uruo1!:! Verk iikker: ich t va n de a ro] e I ich tf'!n~ ,9 Schu kel cor vo n d i;;"! r ichri ng:;O{j n'o"lii ..e ~s2Q V cr iich ~)~gsse" eke [oo r21 K I~ipperelf!men t22 0 M~leki Ilgs~chu.ke :oar23 Stcrterkriop24 Stroom verda ler25 W-=:erst(!nd van Qntst~~ing~~y~tep-m26 Ontstekinqsbobijn?J Aonwijzer van Dr:] ndsto+reserve28 Serra kcionr veer slop] id, ten

OPMERK I NG;EN

29 Regelaor van dynamo29 a Verbinciillg!;leiding30 Dynamo 24 Volt31 Star~~r 24 Volt32 Stopcont(lc~ vcor uitwl!!'ndige s+rcornoon-

51 U iting, twee poh~ll33 Hcofdschckeloor der bctter ijen34 8mte-rii :2 x 12 V, 45 A ll)J5 Stopcontoct vo or 00nnollgwagen ,:12 po ier!n de brug verwijderen lvssen de zeker inqan15 en 17_ Daarbii, de .crnindinq nccr de hcornkno o in hm sh}ur losrncken, en. een c:c:nsh.;itingleggen veer c!e sch okevocr YO n 0 1 3 ~~in i nste] loti e in het yarkel;)r. Dcorsnade der verbi n dLngen vc Igen~speciaj", -! J neierr ihtin qen.YOOr vol led ig oritstoor de voertu i gen, zi i I'l de noog span n ig s;eid ingen tusse n de bo bi in en o e verd~leren hnsel'l d-e ver daier en de boug ies vo llediq 0Fges-chorrnd (specia Ie u itru~ti nq},


8/50

.. . . ...~.....L.. .~

Hoofdstuk I : Technische gegevens

MotorMode! DB type M 1s o . n . u

4 ta kt (benz! nemotor)80 pk bii 4.850 omw./Mi!1.4000 omw./m_ (Max. reg. 5.500 crnw.jrn.)680/72,8 mm.2195 cc,7/11 tot 3 kg/em28 0 " C .Inloot 0,08 mmUitlaat O t 1 5 mmZen ith, dubbei !ichoc rn, a I j e terrei rten.32 ND lX met rnechonische hernemings-pomp.50Ie;


9/50

. . : : ..: .:,

FiltersO!Lefilter' In puprer,Luchtfilter : met oiiebnd,

EJek tr isc li e u itru sti n 9Vollediq afgedicht tegen waterspatten en ontstoord,

BaHeriien2 x 12 V =24 V (45Ah}.

Koppel ingEnkervoudige droge plontkoppelinq Fichtel en Sachs K 16 Z.

Vers nell in gs b a kDB met 6 ve rsnell i ngen I:. vo lied t9 9esy n ch r o n isee r dl.

Bruggen- M et reductietc nd wie 1e n In de wi e 1e n en diffe rentieelg ren de 1_- Voorwielaondriiving inschokelbnor.

OphangingHelicoldcle veren en teleskopische schokdernper s vooraan en achteraon.

R e m m e nVoetrem : op de 4 wielen ; hydra uIisch bed lende servo rern met onde rd ru kAT E-Hondrem : op de cchterwielen.

Stu ur inrich t i n 9Daimler-Benz L2_

4


10/50

v-.\- .... :-:~.~

Wielen- Wte'en.- Velgen .- Velgafmetingen

BandenafmetingenBandendruk op de baan vooraan .ochteraan

SchiifwielenMet brede basis9 x 201000 x 202,4 kg/cm22} kg/cm2

GewichtenGewkht, onbelast . .- ...Totccl toegefaten gewicht...Ma xim urn Iaa dvermogenBelosting vooras. _.Belasting achteras .__ . ..

2.910 kg4 .750 kg1_500 kgMax . 2.5 00 kgMax. 2.500 kg

Afmetingen Totole lengte._. __. _. _._ " .. . ... -Totole b reedte __ ... ... ._. _____. ._. ."Max. hooqte, onbelast (zander dekzeil) ..I:met dekzeH). --Lengte vc n de laadbc k

Brc-edte vo n de r codbakHooqre van de lcoribokW ielbasis _ _..Spoorbreedte vooraO J1 .. _Spoorb reedte achterco nVrije hoogte _.. __

4925 mm2140 mm2190 mm2530 mm3000 mm2000 mm500 mm2900 mm1630 mrn1630 mm400 mm

M 09 el ik h a d enMqx. snelheid In de ver schillende ver sneilinqen ~afgeronde wocrdeni

1 ,tp versnellinq 7 k r n / u2 1 l ~ versn e I j rng 13 kmiu3111 versnelling 2 4 k m l u4,[1. versnellinq 4 4 k r n / u5'[~ versnelling 7 2 km/u6 , 1 " ver.snelling 9 5 krn/ul'l~chterui+ 6 km/uZI'. achteruit - .. 10 krn/u

Overschrijden van hellingen .~ofgeronde wcor denl ;r n eerste ve rsnel j ing ._. 70 1 ' 0In tweede versne] ling 4 5 %In derde versnellinq ._. 2 3 0110In vierda versnelli ng _._ 115 %, - f In vijfde versnelling 6,5 %In zesde ver snellinq ._ . 3,5 %

5


11/50

DraaicirkelDoormeter 13 m.

Inhauden :Water : inhoud von het koelsysteem (motor en radiator) 16,00 I.met verworming : 18,00 I.

SmeermiddelMotor {oliekorter]. __ Max. 6,00 LMin. 3 150 I,ong. 0 ,01 L

ong. 1,00 I.0 ,25 I.1,00 l_6,00 Lelk 3 100 Le~k 0125 1 .

WoterpomplierkarterStuurhuisLuchtfilferVersneliingsba kVoor- en achterbrug., _Reductieta ndwie len (4 } der wielen

BrandstofBra ndstofreservoi r 120 ,00 L

R emv loe istof ,__ __, ., _ _"_ '" _ ",. ""_ "" _"" "" "_" "_" "" 075 1.

Normaal verbruikNormaal verbruik van brandstof(DIN 70 030) "_, "__ "'"Olisverbru ik von motor" _, _"_ "_. ."" 19 15 1./100 km.012 1./100 krn.

Lier Mogeiij kheden,De lier kan een werkkracht uitoefenen von 4.000 kg can een srielheidvan 0,85 rn/sec,

Identificatienummers :- Het motornummer is ~ngeslagen op de linkerzijde van de motoronder de 5'1~ en de 6'l~ bougie.- Het chcssisnumrner is inqesloqen [uisr voar de veersteun vooraanrechts [zie fig. 1).

De identificatieplaat van het voertuig beviridt zich vooracn rechtsin de motorafde! ing (z.ie fig. I], "6


12/50

Hoofdstuk II Beschrijving van het voertuig1. Aigemeenheden.

De UNlMOG-$ is sen speciaol voertuig dot voor aile terreinen en voor snelvervoer geschikt is (loadvermogen 115 T}.Het wordt aangedreven door een zes cylinder benzinemotor, MercedesBenztype M 180jllU.De drijfkrccht wordt naar de wielen overgebracht door een enkelvoudigedrage pi aatkop pel ing, een ba k met zes versn elll ngen vooru it en twee versne IIin~gen achte rurtf grendel bare differentie Ien, en red uc+ietondwie len.De voorwielaandrijving kan inof ultgeschokeld worden tijdens het rijdenzonder dat men hiervoor moet ontkoppelen of het gaspedaal lassen. De be-dieningshefboom von de voorwielaandriiving beveeft OQk de grendeling derdifferentielen (rweede stan d). De UN IMOG~S ken uitgeru st worden met ee nkrachtafnerner bestemd voor het bedienen van een liar. Fig. 1 en 2 gevenre specri eveli] k ee n zi cht voo raan lin ks en a ch terao n rechrs '10 n het vosrtu ig.Het voe rtu ig is uitgeru st met een ve iii ghe idsg ord eI voo r de beqele ider.Voar de cunsiuitinq von rcdiotcestellen is een verbindingsdoos voorzien op debu iten voo rz] ide va n het Iaadkoetswerk.

2. Beschriiving der verschillende delen.a. Chassis (fig. 3)

Het chess i s von de UN IMOG-S 0mvat twee Ian 9sl rgge rs uit gewa Iste U-pro-fie fen en versch IHende dwa rsl i9ger s. Tussen de vo orst e uitei nden dar lon9 5: -liggers en de schokbre ker kon een dwarsstuk gemonteerd worden cls steunvoor de lier. De vcorste schokbr eker is voorzien van een sleephaak voar- het slepen van het voertuig of het rongeren von aanhangwagens_ Aan hetochtarsts uiteinde van het chassis vindt men een sJeephaak op veren. Linkstussen de wielen zit de goed ber eikbore batterij en een gereedschapskoffer.Rechts werden de twee brcndstotreservoirs, een tweede gereedschapskofferen een houder voor een re.serveb usa ang ebra cht. Aan e 8i d . e . . . zi ide"R...bevi ndtzich nog een koffer voor toebehoren. d e . r~~hter-

b. 8ruggenDe voor. en achterbrug zijn bijno identiek. De voorbruq verschilt enkel doorhoor fusees, door de crticulcties die tussen het licnccm van de brug en deredu kti eto ndwi eIen gep Iaorst zi I n end oor her lenqieve rsch i I vc n ha 0r stow-buis. De vering van de cchrer- en de voorbrug bestaat uit helicoidcle veren,Die ophanging omvat daarbij teleskopische schokdernpers vooraan en ach-teroon.

c. WielenDe vcor- en achterwielen hebben dezelfde of metingen : banden van 1000 x 20met gekombineerd profiel voor baan en aile terrein op velgen van 9 x 20_Hat reservewie] werd aan de linkerzijde geploatst tussen de faadbak en hetchassis.

d . S tuur in ri ch ti rtgDe Do im ler- Benz koger stuuri nrichti ng met 9rote overbreng Inqsve rhoudi ng Ilet de bew~ging van het stuur naar de wielen over bij middel van de stuur-hefbcorn, de stu IJ rsta ng, de rech ter fuseea rm p de spoo rstang, en del ink erfuseearm. Een teleskopische schokdemper dempt de stoten op de stuur-j nri chting.

7


13/50

e, RemmenDe voetrern van de UN IMOG-S bed ient de vier wielen hyd rou Iich, en dehandrem werkt mechcnisch op de achterwielen. De druk op het rempedaafwcrdt versterkt door een servorern met onderdruk ATE. Figuur 4 stelt hetremsysteem van het voertuig voor.

f. MotorDe motor heeft een compressieverhouding van 7 : 1 ; hij ontwikkelt 80 pkbi j 4850 omw_Jm. H i j is uitgeru st met :- een Zenith ccrburcteur met dubbel lichccm. voor clle terrain, een ont-

stekingssysteem Bosch, met ontstorinq voor korte golftengten.- een broridstoffilter.- een oliefilter met vervangboar fllterelemenf.~ een waterkoelsysteem met pomp en thermostaat die automatisch de tem&

perctuur von het water regelt.Figuur 5 toont de toebehoren die gemooteerd zijn in de motorafdeling.

g. Versnellingsba kHet voertuig is uitqarust met een versneHingsbak met zes voUedig gesyn-chroriiseerde versnellingen. Het schakelen geschiedt door verschuLfbare tand-"wielen, aBe overbrengingstandwielen ziin dus in konstonta inqrijpinq.Eenze~fde hefbcom bedient de zes voorwaartse en de achterwoartse ver:sneHingen ; de eerste en de tweede vooruit dienen ook voor de ochrer-waartse gangl de om.schake~ing geschiedt met een andere hefboom (ziefig. 8).De bedieningshefboom von de aondrijving op de vier wielen en van degrendeling der dif+erenrielen I S voor de hestuurder gemakveliik ber eikbc or.

h. Ophanging der voortstuwingsorganenHet geh.eel gevormd door motor, koppelinqscurter, en versnellingsbak iscan drie punten elcs+isch opgehangen. Die ophanging verhindert dot detri IIingen van de motor zich zouden voo rtp 1.0nten naar het 9eheel vo n hetvoertuiq.

i. KoetswerkHet omvat de stuurhut en de laadbak. Deuren, windscherm, zeil, reservewielen wanden von de !aadbak kunnen gemakkelljk afgebouwd worden,

k, Eledrische uitrusting (fig. 6:;De electrische insto llotis werkt op een spanning ven 24 V. li[ omvat tweebnrterijen (2 x 12 V)/ de starter, de dynamo, het verklikkerlompje van delndinqskrinq, de koplampen met twee standen, groot licht en kruislicht,geco mbi nee rde s+ondl i chten en rich tinqsconwi [zers, twee 9ecombIneerdeachter- en stoplichten, de hoorn, een dubbele ruitanwisser en d6e stop-contacten. Twee van die stopcontacten dienen voor looplcrnp, ze zijn OOn~gebracht op het schakelbord en Ql=Ig"f- a e VQ9fste reehhe k:oph~"'f!'; eenderde 0p de lin kerz i ide va n het voertu ig voor een externe stroo mbron.Bovendien beschikt het voertuig over een verduisterde verlichtinq. Figuur 6geeft het elektri sch schema van het voetiu ig weer.

1 . InslrumentenHet instrurnenten bard omvat een snel he idsoc nduider 'met ki Iomete rtel Ier Ieen oliedrukrneter, een thermometer van het koelwoter, een benzinestand-oonwijzer, alsmede verscheidene schakelaars voor verlichting en de starter.

8


14/50

m. TaebehorenEen verwormingstoestel met ventilator dot gevo~d wordt door her koel-water van de motor.Een ru itensproeier.Een inrichting am de batterijkoffer te verwarmen, gevoed door de uit-l0atg a sse n.

n. Krachlafnemer en tierBesch ri iving.Figuur 7 toont de trcnsmissieos en de lief die oangedreven worden door'de krachfafnemer.De Iier (1) wordt In beweg i n9 gebro cht doo r de trorism issiec s (7) die 00nge-dreven wordt door de kra ch tafnemer (4), gem onteerd a p de 1inke rzi i de va n .de versnellingsbck (5 ). D e trcnsrnissieos is ultgerust mel" cardan 1 : 3 ) en schuif-koppelingen. Hi[ drooit in kuss:enblokken (2). Het inschck alen von de kracht-ofnemer gebeurt met een kleine hefboom 1 : 6 ) , die zich rechts van de bestuur-derszetel bevindt.De lier besta at uit ~een oondr ijfrnechonisrne von de trommel met schroef zonder einde in

h e t karter 1 : 1 3 )e~ . sil i!~ei8~g~Fiel;"9 iNRiiJgdsz 5 ! = m l l a t e. e'rseleutil:g " a li ;i e:;: ::. l-i el"een nokkenkoppefing bediend door de handgreep ~ : 1 0 ) lent toe de aan-drijvinq over te brengen op de trommeleEln tro mmel I:17} woa ro p de kobe I 0 pgerol d wo rd teen afrolrem bediend door ce handgreep (8 )een veiligheidsrem/ ingeschakeld door hefboom (11:: verhindert het af-rollen van de kobel bij overbelcs+inq von de winders wanneer hier doorde vei1;9he idskop pe Ii n9 ce concrt jfas onrkoppelt vc n de wind a seen bevestig tngs inri chti n9 die del ie r in haa r Ii 9 plccts houdt met tweeperinen, voorzien van een splitpen (12 en 18).

o. Stuurhut en laadvloerDe stuurhut is bedekt met een zei] wuortn afneembare zijdelinqse vensters_ ..voorzren Zil n.H et dekzeil kan opqeplo cid worden achter de zete!s (fig. 22;'.Men kan het windscherrn noar voor neerklappen I : f i g _ 21) of wei volledigve rw i] deren.De laadbak is voorzien van afneembare wanden woarop eveneens of-neembare zijwcndverhoqinqen geplaatst zijn,Het voertuig is uitgerust met een bank (fig. 24) welke midden in de loud-be k kan gep Iaatst word en.Wanneer die bank niet gebrutkt wor dt, wordt ze tegen de voorzijds vande locrdbnk bevestigd (fig. 24 ).De laadbak is bedekt met een zeil dat steunt op twee opstaande zeilsfeunenen v ijf I a ngsl iggers.De iangsliggers, evenals de opstaande steunen ziin onderling omwisselboor.Wa nneer het voer tuig zonder de kze i ri [dt t worde n de opstoan de steu neriin twee houde rs (fig. 21) achter de stuurhut 9ep Iaatst.De lan9 5 1 iggers worden achteraa n in h0ude rs ond er de [cad ba k geschoven"~fig. 21). Een speci a Ie steun is ru ssen de stu u rh ut en de laad ba k ge p r aatstvoor het vervoer van het camoufiagenet {frg. 21}.

9


15/50

Hoofdstuk III Besturing van het voertuig1. Bedieningen en instrumenten.

Deze ziin voorgesteld op fig. 8 en Sa.N. B. - Daaraan moet men de hondgreep van het verwarmingssysteem derbatterifen toevoegen. Zi] bevindt z.ich onderaon in de batterijhouder en de stan-den welke ze kon innernen zijn voorgeste!d op het deksel van de botterijen-houder.

2. Starten van de motor.o. De versnellinqshefbcorn rn neutrale stand brengen en de nand rem aan-

trekken.b. De ccntcctsleutel in de hoofdschakelaar :steken en naar rechts draaien tot

leqen de aonslag ; de rode verklikkerlamp von de ladingskring brcndt, ende benzinestondoonwijzer wijkt uit.

c. De verdere hondelwiize is cfhonkelijk von de temperotuur van de motor envan de bu i ten l ucht ; d a arom besch ri [ven we cfzon der Iilk het stor+en vo n eenkoude en von een warme motor.1. Starten van een koude motor.Wanneer de buitanlucht een temperatuur heeft hoger dan 0" C :De chokeknop vollediq uittrekken.Ontkoppelen en de stor+knop indrukken zonder gas te qeven, Slechtsnadat de motor regelmatig draait de startknop ~osloten. dus niet onmid-delliik no de eerste ontstekingen_Wanneer de motor drcoi+, de chokeknop terugduwen iii de mote dat degang van de motor het toeloor. De chokeknop slechts uitgetrokken latentot de motor goed regelmatig draa it.Wanneer men een grote ofstcnd aflegt met uitgetrokken chokeknop werktmen vo ortijdiqe sleet in de hand. Een minuut wachten vooroleer tot eennieuwe proef voor het oanzetten 'Ion de motor over te goon. lndien demotor niet draait no dez.e tweede proef zc] men de oorzaak hiervcnopzoeken.Voor het stor ten bii temperatuur beneden het vriespunt zcl men de paro-graaf i( Gebrui k von het vcertuiq bij koud weder raadplegen.

2. Start~n van een warme motor (ook bi] koud weder},De chokeknop niet uittrekken. .Op de startkn op d I-U kken en tege~ i j kerti ld gas geve n. lod rc de motordraait de knop loslaten en het gospedaal lateri terugkomen tot de motorop versnelde nullcst draait.

d. Oliedruk.Zodra de motor drooit, de o!iedrukmeter nagoan. V O Q r een worme motordie op nullo st dr coi+.. mag die druk niet kleiner worden dan 0]5 kg/cm2.lndien de druk onvoidoende is, de motor onrniddellijk stoppen en her defedh erste I len.

10


16/50

3. Opwannen van de motor.Een motor op nul t est loten draa ien tot het berei ken van zi inn orma Ietemperatuur, IS vsrkeerd, olhoewel dikwijls het tegendeej wordt beweerd.Men moet de nullcst slachts behouden tot het water verwarmd is totongeveer 40" C . De normole werkingstemperatuur wordt bereikr terwiilhet voertuig gebruikt wordt. Maar zo la ng men die temperatuu r niet be-reik+ heeft, zai men niet te vlug rijden, de motor niet te zeer belosten,en de loagste versn eIItngen gebru iken.4. Starten van de motor na een langdurjge stilstand.Wanneer een motor gedurende meer don drie weken niet gedroaid heeftmoet men, aJvorens -de motor aante zetten, voo r de ko ntro Ie va n desmerlng ols voigt te werk gaon :1. De contactsleutel in de hoofdschckeloor naar rechts draaien tot de ver-

k Iikkerl amp va n de IC I dinqskrinq bra ndt. De benz inesta ndaa nwijzer magnog niet reo qeren. De ontstekmg WERKT NOG NIET.2_ Ontkcppelen en de motor laten drcoien op de starter zander GAS te

geven, tot de drukmeter een oliedruk aangeeft, De batterii. niet nood-z.akelijk die van het vcertuiq, rnoet goed geloden zi jn, Ze niet gebrui-ken tot volledige ontJcding, en onderbrekingen voorzien.3. De contcctsleutel geheel naar rechts droaien tot tegen de aanslog ende motor zoa!s gewQonl ijk starten.

5. StiUeggen van de motor.De motor volt stil als men de contcctsieutel ui+trekt. Wanneer, no eenmceilijk klimrnen bijvcorbeeld, het koelwater tot 90 6 95" (_ opgeiopenis, mag de motor niet onrniddellijk stdgelegd worden; men tor hemgedurnde een peer minuten ~n neutrcle stand laten drcnien opdat netwater in circulo tie zou biiiven, en l1iet zcu worden naar buiten gedrukt.

6. Verandering yon versneUing.Het voer+u I9 ; 5 vItgeru st met een gesynch ron iseerde versn ell t ngsbo k, metzes versne IIingen voorv it E ! n twee ochte ru it. Op de motorka pin de s+uur-hut vindt men de schernotische vcorstellinq der verschilleride s+unden.De versriellinqen 1 en 2 worden gebruikt voor zware lasten en voor hetber ijderi van rnoeilijk terrein bij lage snelheid, Ole overbrengingsverhou-dinqan worden verkregen door een tussentandwiel in de versneliinqsbck.Dit tandwiel wordt inqeschckeld door een dwarsbeweging van de ve r-sneHingshefboom in de ruimte tussen de JJ''/4 1 '' en 1 ~ 1 . " / 2 d , ' versrteliinq.Men 0nce rv indt aan de hefboo m dazelfd e wee rsto nd dan bi i het Insch 0-ke!en van een gewone versnelling omdat de essen von de bak gesynchro-nrseerd moeten worden,Met onbefasf voertuig, op vlakke en horde baan, mag men vertrekken inderde_ Wanneer het voertuig belust is, op rnoeilijk terr ein, of op eenhe! IIn9 MO ET men in l' t e of 2"" vertrekken. Aangezien op moei f IIk terre inof op steile helJingen dikwijls russen 2u~ en 3'[" moet ges:chakeld worden,is het aan te roden dot de bestuurder zich met deze beweging zou ver-tro uwd rnaken, d00r bi] gelegenheid j n tweede 0f eerste te vertrek ken.De dubbele ontkoppeling voor de inschokelinq van de versnelJingen ende dubbefe ontkoppeiinq met tussenqos voor het terugschakelen moetuitgevoerd worden om de druk op versnellingshefboom te verminderen,Bi i 90 krn/h, in 6,j" versnellinq, draait de motor op ongeveer 4000 ornw.rmin. Het max. toerental bedraagt ongeveer 4850 omw./min. en mqg zelfseven tot 5500 omw.rmin. oplcpen. Om die reden moet bii afdaling terug-geschakeld worden tot fagere varsnellinq en, vooro] indian een aanhang-wagen "gesreept wordt, en dit ALVORENS HET AFDALEN AAN TE VAN-GEN. Er bovendien veer zorgen dot de motor nier op hal sleet .11


17/50

12

De versneH ingsbok is uitgerust met een veil igheidsmechan isme dot derechtstreekse overgang von ? i o : > noar 54e of e: versneUing onmogelij krnockt, Dank zij dit mechanisme, wanneer de versneUingshefboom ncarlinks verplaatst wordr, voorbij het neutraal punt tussen J1~en 40 3 " versnel-ling, moet men steeds eerst de l . d e versnelltng inschakelen vooraleer dehoger& versneUingen Ie kunnen Inschakelen.Principe van hel veiligheidsmechanisme in derde versnelling.

(Bovenste fi guur).B i i de overgang uit eerste of tweede ncareen hogere versnellinq verhindert de grenwdel (X) het onbedacht overscho kelen naarvijfde of zesde. De vier de is vri], maarindian z . j j genomen wordt voor de derde,blijft het schakelen naar viifde en zesdeonmogelijk. Er zol dus steeds eersr naorderde moeten geschakeld worden.(In hel m idden).Wanneer men in derde gekomen is, ver-hinder+ de grendel het schokelen naarvijfde, vie ide of zesd e niet meer. De grendel is links geblokkeerd en verhindert aileonbedachte overgangen naar links.(Onderaan).De versnellingen 3 tot 6 z ii n v ri igemaak t.Wil men terugschakelen ricer eerste oftweede dan wordt de schernotisch voor~9este Ide ve i iig heidshefboom wegged ruk ten de grendel sluit weer af, zocls inbove nsre flguur vcorqesteld. In 9eva I vaneen onbedachte overga ng flaar 1nks ib ii v.b i j het terugscha ke Ien va n 5..!~ na a/ 4d~)sluit de grendel eveneens. Hit kan echteronm iddel Iijk weer geopend word en dooreven j n 3d" versnell Lng te schake len.Men za I noo it de koppel ing onnodig Iaten5 : 1 . 1 ppen I en, vooro [ het koppel ingspedaa In le t gebru Iken a Is voetsteu n, om dat d ~een voortiidige. sleet en een beschadigingvan de koppehngsvoering door verhittingin de hand IOU werken.TiIdig terug schokelen a Iva rens een stei Iehell ing op te rijden. Voor de cfdolinq,voora ~ a Is het voertu ig een aan hangwd-gen sleept, moet men terugschokelen o]-vorens de afdairng aan te votteri, en er-voor zorgen dot de mota r nlet 0 p halsleet , Voor het terug scho kelen, re ken inghouden met de gunstige snelheid.

.2

~~ L J ' . . ; . . ' _~----i"-) . - - ~ - - -

: 6 II ,.____.

. y

2

Gunstige snelheden om terug te sehekelen,van 6d.. noar 5J~ : bij 55 km/u of wat meerva n 5 ~ ~ noar 4 < 1 ~ : b tj 3 5 km/u of wat meervon 4d~ noar 3"~ : bii ] 0 kmJuvan 3 d . e nctcr zt" : b i] minder dan 10 krn/u.


18/50

Maximum sne~hedenrand)1~~" versnel fl ng?-~ versnell ing3"" versnell ig4d~' versnel ling

in de vench iIIen de overbreng igsve m o udigen. (ofg e-8 km/u: 15 krn/u: 27 km/u: 50 km /u

5d~ versnelli ng6da versnelli ng1" l~achteru it2d.. achteruit: 80 km /u: 95 km /u: 6 krn/u: 11 km/u

7. Achterwaarhe gang.Om in achterwaartse gang te kornen, de hoofdversnellinqshefboom ineerste of tweede loten, en de kleine hefboom ochterwaartse gang plcc+,sen steeds ontkoppe!d. De acherwoortse gang slechts inschokelen wan-neer het voertuig V.OLLEDIG STllSTAAT. Bi] herhaaldeli[k overgaanvon voor- noor achterwaa rtse gan 9 r bIijft de hoofdhefboom In de ston-den 1 of 2, en de bestuurder heeft aileen de kleine hefboom te hcriteren.Wanneer de versneflingshefboom de standen 3/4 of 5/6 inneernt, blijft dek Ieine hefboom in de sto nd voorwa orts geblo kkee rd ion derzi] ds, ishet onmcqeliik de versnellinqen 3 tot 6 te nemen wanneer de kieine hef-boom de stand ochterwonrts heeft ingenomen.

8. Aandrijving op de vier wielenr en differentieelgrendeLIn mceil ii k terrein, of bii het tre k ken van zwc re 1 0 sten moet men ee rst deaandrijving op de vier wielen inschakelen/ en slechts nadien, indien nodiq,de diffe rentieefgrande I. Donk zl r die twee Inrichti ngen, kan de UN lMOGS,met een kfein eiqen gewicht, een belonqrijk trekvermogen on+wikkelen,De aankleving op de grand kan nog verbeterd worden indien de laadbakbe lcsr wordt.Normaal wordt er slechts met cchteroondrijvinq gereden.Het gebruik van de aandrijving op 4 wieien op vaste en niet gladdewegen kon tengevolge van ver schilleride redenen {ongeliike luchrdruk,onqelijke to estcnd der banden en een gering verschil van sne lhaid tussenvoor- en ochterosi tot een verhoogd benzineverbruik en bondenslee+leiden. Op sneeuw, ijz el of gladde baan, verhoogt de veil iqheid indianmen de vier W IeIen 0and ri i f t / terw iii de hierboven verrnelde nadeien nietvoorko men 0mdot het versch iii n dra aisne Ihei d van de wi eIen 9emakke Ii, kopgeheven wordt door hef lichrjes slippen der wielen op de grond. Hetinschckelen van de aandrijving op de vier wielen en van de differentied-grendel mog gedurende het rijden gebeuren, zonder te ontkoppeien maardan aUeen indien de wielen niet slippen. Indien een der wtelen slipt moetmen ontkoppe!en clvor ens de v~er wieien of de differentieelgrendel in te:scha kelen opdct de wielen a a n ee n ze ffde s:ne Ihe Id zouden draa ien.Bij stilstaan kan het inschckelen zonder gevaar gebeurenf maar het uit-schckelen moet gebeuren als het voertuig rijdt. Dit uirschckelen mag menuitvoeren zonder te ontkoppelen_Men z:al nooit trachten te forceren indien de klcuwkoppelinqen moestenvastgeraken tengevolge van het biokkeren von de twee essen. ln datgeval is het voldoende, terwijl het voertuig rijdt, lichtjes op de schakef-hefboom van de voorwielocndrijvinq te drukken, tot de klauwkoppelingenvan elkaar loskornen. Men zc! notuurlijk vsrrnijden de differentieelgrendelin te schakelen op de boon, opdct in de bochten het rnntarisel niet tezeer zou belcst worden. Daarenboven verhoogt de drcojcirkel omdat. dewielen ncodzckelijk moeten sl ippen, De UNIMOGwS wordt normooi gele-verd met 1000 x 20 banden die op aile terrein en op de baan kunnen ge-bruikt worden. Moesten die banden niet volstaan, dan kunnen sneeuwker-tingen op de vier ba.nden bevestigd wo rden om op moe il it k terre in de aa n-kleving op de grond te verbeteren. Die kettingen mogen niet te veel cion-gespannen worden op de wielen, Ze moeten nog lichtjss kunnen bewegen,opdot hun spelinq op de band en ze automatisch zou reinigen. Treedt er

13


19/50

in moeiliik terrein, ondanks de voorwiefaandrijving en de differenHeel-grendel nog te vee! slip OPI dan ken de aankleving der banden verhoogdworden door hun druk te verminderen.9. Kontroleinstrumenten~Zij moeten tijdig geraadp ~eegd worden. De temperatuur von het koel-water moet door de thermostaat op tenminste 75C gehouden worden,cpdot de motor niet zou cfkcelen, wat schcdelijk is voor hem.De temperatuur van het koelwater mag normunl 95" C niet overschrljdan,De meest gunstige werkingstemperatuur ligt om de 80 " C1 zi] kan met dethermometer gekontroleerd worden. 's Winters is . het aon te raden deradiator gedeelteliik met een plco+ af te schermen. Men plaatst die tussende radiator en het radiatorrooster, om er voor te zorgen dat de tempe-rctuur von het water in de radiator niet veel lager dec It dan de door detherrnostcor geregelde we rki ngstemperotu ur.Bij normale werkinqsvoorwccrden, ligt de oliedruk tussen 1 en 3 kg!cm2.De rninirnurndruk mag niet lager liggen dan O}5 kgfcm2 wanneer deworme motor op nullast drccit.

10. Remmen~Zod ra men met het voertu t9 vertrokken is moet de doeltreffendhe id derremmen op een droge en niet glodde boon gekontroleerd worden doorhet rempe docrl krachtig in te drukken. lndien aile wielen gelijkmatigremmen, is de rerninrichtinq in goede srcot. Deze proef is eenvoudig, envolstcot ruirnschoots vaor het prcktisch gebruik.Op gladde baan ma!l niet plotseling geremd worden vooral niet wan-neer een zwoar gelac!en aanhangwagen gesleept wordt omdat het voer-tuig zou kunnen slippen. Met een aanhangwagen moet men dubbel voor-zichtig zijn, en nier vergeten dot dan de rerncfstonden veel longer WOI"~den. De aonhang wa ge nrem rnoet zo rgvu ld ig 0nde rhouden worden. Eengoede aanhangwagenrem is doe ltrefferid, maar tach z.nl men bijzcndervoorzichti g zi ln met een aan hangwa 9en, voora I wa nneer de UNIMOGzelf weinig of niet geladen is.VQOR DE BO(HTEN R E M M E N , EN IN DE BOCHTEN VERSNELLEN IHandrem.De handrem werkt enkel op de cchterwielen. Om op .een heHing metaanhangwagen stil te steen, I S het best de aandrljvfng op de vier widenen de eerste versnelling in te schakelen om de handrem bif te steen. Donhoudt de motor het gevaarte tegen. Om de veiliqheid te vergroten moetde lcodbok veeleer belcst worden en niet de aanhangwagen yoar dezwore tra nsporten.

11. Slepen va n het voerluig in geval van pech.Wanneer het voertuig rijdt, en de motor draait n~et, kornen tussen sorn-mige organen van de versnallinqsbck verschillen in snelheid voor dieschade kunnen berokkenen indien het slepen over lange afstand nietgebeurt volgens volgende voorschriften :1. De hoofdhefbcorn von de versnellinqen in tNeede schokelen.2. De kleine schakelhefboom voor omkering van de dro ciz in in neutralestand piaotsen.3. Maximu m snelhei d : 40 krn/h,4. lndien de of te leggen afstand groot iS I onderweg nu en dan nagaan_of de versnellinqsbuk niet warm wordt, Desnoods stoppen,

14


20/50

lndien het voertuiQ moet gesieept worden met de achterbrug~ " v~~/"bnIQ ~J1


21/50

Hoofdstuk IV Onderhoud. van het voertulq1. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN VOOR HEr DAGElIJKS ONDER~HOUD.

De hierno volgende tobeJlen geven de door de bestuurder uit te voeren werkenvoor, tijdens en na het gebrulk van het voertuig, evenals tijdens de stilsrcnden,d it overeenkomstig het reg Iement Q 164.

Q . . . ~ - =.- - Q I . . : o =- ~..:.I ""tJ~ -.!II!.c.- .G._ ....0 ~.-c Beschriiving :) . . . , ~ e :.: ..:~van net ondernoud!owerk . . ~ c .. ~.E . . .0. o~ m . . c g - . . aOGi . , , ~ "tI'" zgL > 1 : I l _- C II ._ -Z j.:: i=;

(a ) 1 ( b ) ! ~c) j 'd \\ j1 PeiJen

a. Het 01 iape ~ van de motorea rter centro- Xleren met de peilstoaf die z ich vcoronnl i n k s op de motor bevindt_ Vooraf depeilstcof afvegen. Het oliepeil moet tus-sen de twee merk teke ns van de pei Istaaftlggen.

1b. Bij koude motor, moet het koelwater tot X3 em ond er de 0nderste rand vcn de vu I-I nek kornen. Indien men de radiator te snelvult, kan het water ave rl open, aJhoewe Ihi i feltelijk niet gevutd is. Daarom is hetnociig, no het bijvullen van water, eenpeer minuten te wochren. om nadien ver-der te vu f Ien terwi iIde motor draait.

Nooit koud water in eEln stilgelegde motorgietenr opdat de cilindervoeringen niet zou-den beschadigd worden.c. De benzinestand nagoon. Wanneer het X X Xkraantje dot rechts von de zetel van debestuurder geplaotst is, zich in de stc nd NORMAAL bevindt wordt de benzineuit het cchterste en het voo rste reservoi rgepom pt tot het pei I loger komt te Iiggendan de verbindingsbuis tussen de tweereservoi rs. De benzine we ~ke dan in hetvoorste reservoir blijff {ongeveer 45 [iter}client als reserve/ en wordt noor de motorgepom pt indien het krocntje naar destand RESER VE varpicctst w ordt.

16


22/50

2 WieJen en banden.

Normael (op baan) : vooroon 2A kg/cm2achteraan 2) kgJcm2De aanwezigheid van de ventieldcppen con-troleren.De aanwezigheid en de srcct van de reserve-wie len contro Ie reno

De grond onder het voertuiq controlerenom 0118-, water- of benzineverliezen op tespor en, De oorzaak ervan opzoeken en deeen he1dsrneccn iciens varwittiqen.In de motorruimte, lelten op :- Olievrekken oan de pakkingen van hetco r+er, het kieppende kseI, de 0Iiefiite r.- Waterlekken aan de radiator, water-

pomp, gummtverbindingenl verworrruriqs-radiator.Benz inelekken aan reservoi rs, !eid ingen ,filters en carburateur.

- Ve rl ieze n van ve rbrcndi n9sga ssen,

BrandbJ ussers.Hun unnweziqheid, en de zuiverheid dersp roe iers co nrro Ie renoRuitenwjssers.Werking controleren.

( C l ) { (b ) I {c} f { d )

x

x

x

x x

3 lekken en verHezen~

4 Wettelijke uitrusting van het voerturg.

De bevesti gi n9 van wielen en wielmoeren X Xcontroleren.Controle op zicht van de staat en de druk X X Xder banden.Ongewenst vui] uit de groeven cler bcriden X X Xhelen en eventuele sporen van olie of vetafveg en. In 9eva I vc n tw i ife II de bon den-druk me+en, deze bedraagt :

x

x X

x

17


23/50

R u ite n sp ro e ie r s .Werk ~ngen vuII ing van het reserve ir centro-leren,Hoorn.Werk in9 co ntroleren.A c h te rui tk i iks piegel.Dcel(reffendheid conrroleren, en eventueelde .sp iegel rein Igen.

Lichten .W.e~kjng controlare n r en eve ntuee] het 9 Iosrem~gen+

(a ) I (b ) I (c } I (d )

5 Aigemene inspect ie .R ie m e n .Dn spann ing van de ri ernen controle ren. De Xdoorbuiging (5 tot 10 rnrn] meet men op hetlongste eind,

18

Ch ass is - K oefs werk .Centrole uitoefener. op de bevestig ing vonde spotborden en de voetrreden, de sto o+ ende bevestiq in9 van de trekh aa k even a ls devailiqheidskettinqen i de staat en bevestigingvan de zei!en Zonodig het wiqdscherrn,s~ho~1maken ..; 1 ' een n"f d~r . :A~~ brl"l"/~ Pt'v a . : , ! - 6 . e . . .hf'j$ u _ ; ~ t f l "~r) o k 1~6~ k Mbt'/I.Ladmg.De bevestiglng en de verdeling von de la-ding controleren.

xx

x

x

x

x

x

x

x

x

x

Batter i jhouder .Nczien of de: hondqreep van het verwar- Xmi n9s::ysfee rn de r batte ri i en zich in de sta ndbevindr, aangepost Don de heersende tern-pertrtuur.

E le ktr isc he 1 eld in ge n.Draden opsporen die losgekomen of ont- Xbloat zijn, of die in confect kornen met war-me of bewegende delen van de motor.

x

x

x

x


24/50

6 Uitlaatgassen.Bij warme motor, de kleur van de rook con-troleren, hi] is normool kieurlcos. Indien hi]blouw, zwart of wit is, de eenheid srnecnni-cien verwltfigen.

Sfarten van de motor.Belangrijke opmerkingen.- De motor n let opn ieuw poge n te starte n

zolunq de motor of de starter nogdrccien.- De starter niet J onge r don 10 sec. lotenwerken om de borteriien niet voorrijdiqte ontlo den.- Tussen twee opeenvoJgende srcrtpoqin-gen 1 tot 2 min. loten verlopen.

Werking.Abnorma leg eIuiden opsporen.De nergrngen van de motor om tijdens hetschckelen s+il te vajlen noteren, clsmade deeventuele stoten tiidens het optrekken. Con-troleren of het voertuig In de verschiilendeoverb reng inqsverh 0ud Ingen norm aa I ve r-snedt-.KoppeJing.Controleren of net pedcol een normo!e vriies~ag van 35 mm heeft. Controleran of deteruqsteiveer het pedaaJ geed in ruststa ndhoudt, No een vollediqs ontkoppelinq, moetmen gema kke r j I k en geru Islcos nan r eerstekunnen schoke en, zoniet is de koppelinqdefect. Anderzijds wrist efke brutale of hor-tende werking eveneens op een defect vonde koppelinq,

(0 ) I {b ) I {c} I (d )x

7 Motor.

Opwarmen van de motor.Het I S AF ie raden de motor op nuHast en Xstilstocnd te laten drccien om hem op tewor men. Het opwarmen geschiedt bij hetfangzaam rijden, zander de motor te over-bebsten.

x

x

x

x

x

19


25/50

Overbrenging.De overbrengingsverhoudlng kiezen dieovereenstemt met de ladingl de snelheid vanhet voertu igJ en het terre in waarop geredenwordt.Yoor iedere stand der verschillende hefbo-men van de overbrenging, de abnormalegeluidenl de neiging om naar neutrole standterug. te komen, en overdreven tri IIingen no-teren.Opmerkjng~Om veiligheidsredenen, en opdat de motorrtJet zou 0 P HOL sloe n t mcer men eenhelling afdalen aan dezeHde snelheid en indeze Ifde overbre n9 j n9sverho ud ing d Le menZOU aannemen voor het oprijden van die hel-ling.Olledruk,Na het aonzetten van de motor, de olie drukoflezen op de drukmeter. Hij moet TEN-M1NSTE O}5 kg/cm2bed ragen wa nnee r demotor OPGEWARMD IS EN OP NULLASTDRAAlT. De normale druk bedraagt 1 tot3 kgjcm2 .Be[angriike opmerking.De motor onrniddellijk stilleggen indien bi;warme en op nullast draoiende motor diedruk niet bereikt wordt. De oorzcck van dieonregclmatigheid opzoeken.

7 Laden der baHeriien.De ve rkl j kkerl a rnp von de lcdi ngskr~ng moetbranden wanneer de motor op nullc st druoit.rncc r meet uitgoa n zodra men op versneldeflu 1 1 0st komt. Is dit n iet het gevo I dan moetde corzoo k opgespoord worden (r;ern vandyno mo ontspa nnen of 9ebroken. losq eke-men draden in de lodinqskrinq. dynamoof rcgeiaar defect}.

20

Thermometer.De temperatuur mag niet hoger liggen dan95~ C . De normale werkingstemperatuur be-draagt B O n C.

t a} \ (b ) I (c ) l t d )x

x

x

x


26/50

Berangriike opmerkingen.- Is die temperatuur hoger dan 80-:' C, demotor stilleggen en wat laten ofkoelen.VOQRZICHT1G de stop von de radiator

wegnemen en net wcrerpeil controferen.Ind ie n het koelsysteern van een wa rmemotor moet biigevuld worden, moet ditmet kleine hoeveelheden gebeuren terwill de motor op nullcst draa it.Een t i ide Iiike temperatu ur sverh09 j n 9 va nde motor no het stilleggen ervan is nor-maa!.

7 Snelheidsaand uider.Nogaan of de naald niet overdreven schorn-melt. Abnorrnole geluiden opsporen die zou-den kunrien voortkomen van defecte tend-wielen of kobsls.Kilometertelter.Controleren of het apparoat de afgelegdeafs~and 9etrouw aontekent.

7 Remmen.Voor het vertrek, de doelmatigheid van deversch,flende rernrrien controleren.Daarenboven noqoon of tijdens het rem menhet voertuig nlet van de rechte lijn ofwijkt.Opmerkingen.Niet brutoul rcrnrnen op glqdde banen ; dewicJc:n zouden kunnen blokkeren en het sljc-:xn vcr ocrzcken. '

7 Stuurinrrchting.Tijdells het rijden controleren of hot stuur-mechcnisrne geen abnormale weerstandbicdt wcnneer naar finks of recht~ gezwenkrword.. Nagaan of geen schokken of trjllin-a~n aon het stuur voelbaar zijn. Na eennorrncle bocht moet het voertuig neiging ver-torten Cr.1 tcrug recht vooruir te rijden, Bjjnormcrle snolheden, opsporen of hat voer-~L.Jigniet ncor een zijde van de baon trekt_

(a) \ (b) \ (c ) I (d)

x

x

x

x

x

2 1


27/50

Abnormale geluiden ~ Geureh~De bestu urder moet zeer aandachtig ziinvoor vreemde ge Iuiden, omdat de oorza ckervun kan liggen in een slechte werking ofeen slechte bevest~gi ng van be paa lde ele-menten va n de overbreng ing, de ophangi nglde wielen. of her koetswerk. lndien men eenbenzine- of brandgeur opmerkt, het voerruiqsteepen, de oorzoa k 0pspo ren, en zo nad igherstellen. Zoniet, de eenheidsmecanlcienv e r w itt i9en.

9 Naven en remtrom mels,Met de hand de temperatuur von de navenen remtromme!s con+roleren. Ze rnoeten lauwzijn. Zoniet, de eenheidsmec.anicLen verwitti-gen.

12 Reiniging van het materieei.Bijzondere onderhoudsvoorschriften ; Hoord-stuk 4 4.

13 BenzineWter.Bijzondere 0nderho udsvcorsch riften : Hoofd-stuk 4 4b.

14 Smeren.Z ie smeertabeL

(a ) I {b ) (c ) I (d)x

x x

x

x

x

Bestuurder : Wallneer U het voertuig vedaat, en uw opdracht is beeindiqd, moetU er z.eker van zijn dat het voertuiq in staat I S een nieuwe opdrachtte vervuUen. Licht zo vlug mogel ijk de eenheidsmecanicien in ove raile waargenomen storinqen, en vermeld deze op uw DD FORM 110.

22


28/50

2. SMERING VAN HET VOERTUIG.Smeermiddelen en 0nderhoudsprodukten.Brandstof Norma Ie benzine.Matorane OE 20 (50 % OE 30 en 50 % OE 10) voar temperatuur hoger dan o - C .OE 30 in de zo mer r b ij meer dan 351) C .

OE l O i n de winter, blj m inder dan 0" C .Srroomverdeler ! GAA vet op de nokken van de stroomverdeleros.

Motorolie voor het vilt in de uitborinq van de nok, en. In heto~eg aatie.

11

Waterpomp en ventilatorVersnell in gsba kAchter- en voorbrugReductietandwielen ( 4 )StuurhuisKusseno Iok ken der tra nsrn i ssieassenvan de kr cchtofnerner.l.ierkcrter,H yd ra u Iische rem : Remv Ioeistof_Batter ilk Iemmen : Neutra Ie va se l ine.Luchtfi Iter : Motorol ie.Smering van het chassis : GAA vet,Koelm'ddel.Zu~ver water gebruiken waarvc:n net kolkgehalte zo klein mcqelijk is, ofwe1 goedgefiltreerd regen water. Zulkdanlg koelworer moet bij de indiens+ncme van hetvoertuiq geb!-uikt worden, Indien men gedurig rijdt met water van hoog kaikge-halte zcl men de afzettLng van ketelsteen en roes+ in de hand werken, hetgeengeleideliik het rendement van de koelinstc llotie verminciert.

Olie voor tandwielen GO 90

lnhouden.Be n zine ~ Twee reservo irs - toto lei nhoud

Reserve in de voorste reservoir. _, 120 literonq, 4 5 liter6 liter3 ,5 I iter6 liter3 I iter0125 literOf25 liter1,00 liter1,00 liter0,01 liter0,75 liter

Smeermidde1 : Motor (olie kcrter] Max. _._ .. - ._.. ,. ,_.. _ "Min , " __ ,Versllell ingsba k on geveer ,_. _" .__ __. .,. _._ _._ .. ,Carter van voorbrug en ccr ter von achterbrug elkReductietandwielen 1 : 4 } elk, _,Stuurhuis __. _. ,_.. __Lier ,... _, ,- __ ._ ... __Luchtfilfer .. . ,_ .. __Waterpom p ongeveer

Remvloeisfof : Remimichtin 9 onqeveer -,.Water : Koe lin rl cht ing .:m otor, ra d icto r en verwcrm ingskr i ng} ongeveer 18,00 IiterSmeerpJdn.De srneerto bet vi ndt me n op fig. lO_De smeerpunten worden door figuren 11/1 tot 6 geillustreerd.

2 3


29/50

1Woo>~"tlc ::c0". . . . . .Inoa.G) -O)Coo

C)Z,a::w: :EVl: 1 . 1 1ac r : :oa: :-zIIIto-u..:C : I : :::t:UVlc - . :oo>

I...oo"'tJ"" 01l l.._illq;rnQ_o

,_~" " C iLo>

QJN I...Q)....c.o ~24

NLJ . . J .0-:Eo

1 1

c:~. . .~o>dI. .

~EEoI.... . . . . "" Coi::IaNcillc!ONo:t::--

>

"" CocaNeQ)NCc:

It

I II r-

1 - 01------f"

uoo

. . . . . .

oo

oo>~o> -...a~o._o~

jaqDJlaaW5JDDLI

6U I z ! ! M . J a " a


30/50

C: C I Joc

: 1 l J I.--o

.-_....00)""'0oLoNCQ)c:(!l.Nac-- c:a;l a;lc.._

..0Ol

" " CocoN

Q)>'-Q)>l~III ! l~I~i

u

L J . Jo o(j oo oULo'0E(!)-ucu>

o

o-u

a co I~2 5


31/50

+c : : :Q)'-Q)E{/")

--.--o .--a

.--ocWNo!::;- c..- !l>d_0.-QJ :;.._ >OJ;

oN

I -:Co>t::IV+-_c1 . " J

,_Il}c,c,o

C 'l:::)!.... . . aao>

O J-1-oo>-'-IJ)>Eoo_. . . . .t..I)

.:;;,!.aEaI

2 6

,_

:...ooc;;

-

o'-Q}ucoo


32/50

C:~ OJ I:: i:: C i::d) O'c Q) IV C l . l Q)0)c._ - - - 1-L I U j ~ ~ ~IlIV3: > > > C"-0 . 10 -- 0.. .- - . . . . . a . . . : : : . : : : dlE -- 0 - ~. . "-- -- - Q)ell - '-I- VI '"-u -- - '- .sc_ ._ _ ._ -4-0 0" C c - :l 0 $'- c L J u ~ ~ 0- ~ - < . 2 : : : - . . . . .l/") > ....J t.Jj U ~

0 G)-.o r-, 0';1 0- 0- 0 . . . . . I IC'.!('-.E N ~ N M C"")C27


33/50

3. T-E NEM EN M A A TR EG ELEN V O O R HEr G EBR UIK V A N H ET VOER~TU IG BU K O UO W EO ER .a. Algemeenhedan~Wl men het voertui~ steeds rijkloor hcuden, dan moet het in de winter in demate van het mcqelijke, in een gesloten pleats kunnen stationeren. Een ge-sloten garage beschermt het voertuig tegen een volledige afkoeiingJ en ditvergema kkei ijkt het on derh ou d, en spaart de baHeri j en de sta rte r, Eenspecicle kontrole uirvoeren op de motor/ dyncmo, starter en batterij die inuitstekende staat rnoeten verkeren. Voor bizondere gevalien heeft men demontage voorzi en van een voo rye rwarm ing voor de motor en batteri i.

b. Motor.Zelfs indien het voertuig in een goede garage stcct, is het volstrekt nood-zckelijk can het koelwoter een antivriesproduct toe te voegen. In de groteradiator ken het water ook bevriezen tijdens het rijden, omdat de radiatorafgesloten wordt door de thermostaat zolang de temperatuur van de motorte ~oag 1 iq+,lndien In het koelsysteern het vorstwerend middel in geen voldoends hoevee! -heid voorhanden is, en de heersende ternperntuur lager ligt dan 0" C, of eris grote kens op verst, don moet de radiator geledigd worden. Dit gebeurtlangs de aftapschroef onderaan de watertoevoerbuis naar de radiator, en1a nqs de aftapsto p van de mota rind Ien het voe rtu ig gedu rendeeen bepaalde tijd ongebru ikt blijft (zie f ig. 12). Toezien op het weglopen vanhet water, het kraantje kan bevriezen! De vuldop in de stuurhut losschrce-yen om de lediging te versnellen. Indien men het koelsysteem in de winterle diqt, moeten oak de terugslagkleppen en de aftapkraan van de verwar-rninqsornloop geopend worden, om deze te ledigen. Tijderis het koude sei-zoe n herh aaldel i[k de doe Itreffend he id van het an tivri esp rod uct in het koel-systeem kontro I e reno

c. Ventilator.De condriivinq van de ventilator loopt over een tussenoverbreriqinq metveranderlijk regime, zodat voor de afkoeling drie mogelijkheden bestaan.(z i e fig. 13).a) Norma le seriebouw : 9 rote riern sch i f I:0 134) 0P de a:s va n de water ~pomp, en kletne riernschijf op de tussenos,b} Bij lage temperaturen : de riernschijven ornwisselen : kleine riernschijf opas van de waterpomp, grate riernschijf op tussenas ~zie fig. 130).

c } Bij hog e tempera turen (trop ische Ia riden) : riernsch ijve n von specioa Imodel : Op de as van de waterpomp komt een riemschiif : Z 134 vooraanen een riernschijf 0 115 cchterc on.Op de tusse nas zit een riemsch iif 0 118.

d. Batterii.Men moet in de winter specio!e aondacht besteden aon de ladrngsgraadvon de bof+erij. Ze moet zorgvuldig onderhouden worden opdat zi j hoarvol Ie vermoge n zou kunnen Ieveren bi i het sta rten va n de motor. Ontl adenbotteriien bevriezen blj -10" C. In de mate van net mogelijke, de botteriiuitbouwen en in een verwarmd lokaal plaatsen.E en verwormde borteri] geeft steeds een beter ren-dement bi] het stcr+en. Bijher ccnsluiten van de butteri], nagaan of de klemrnen niet bevuild of geoxy-deerd zijn.28


34/50

Het voer+uiq is uitgerust met een systeem ter verwarming van de botterijhou-cler. Het systeem dat de wormte van de uitlaatgassen gebruikt zaj in werkinqgebracht worden wanneer de temperatuur lager dan c r C is . Om het systeemte doen werken plcotst men de kle ine he ndgreep In de stc nd aangedu id oohet deksel va n de batteri ihouder.

e. Gebruik van sneeuwkettingen (fig. 14}.Op de we~en bedekt met sneeuw, madder, of ilzet is het aan te raden hetvoertu i9 U It te rusten met sneeuwketf ngen 0 POE VIER WI ELEN.No bevestiqinq moeten die kettingen neg een zekere speling overhouden iop harde grand magen zi] meer aangespannen zijn dan op losse grond, hierzal de grotere speiinq voor een betere aonkleving der banden zorgen. Vanzod ra de staat va n de weg het toel aat rnoet men de ketti ngen weg nerne n,zaniet zou men de banden beschcdiqen, en sleet der kettirlgen veroorzaken.

f. Starten van de motor bij een temperatuur fussen 0" C en ongeveer -1ll' C.De choke tot tegen de aanslag uittrekken.Op de starterknop drukken en ontkoppeien, maar geen gas geven. Slechtsnadat de motor regejmatig draait de stcrter'knop losloten, Men mag ncrnelijkzonder gevaar de starter gelijktijdig met de motor op nulJast laten draaien.Zodra de motor perfect drccir met de versriellinqen in neutrole stand, lang-zoom koppelen opdat de koude alie van de versneilingsbak de motor nietzou afremmen_ Indian men tweemaal gedurende 30 seconden, met tussentijdva n een min uu t/ tevergeefs: 9 epoogd heeft de moto r te sro rten, zc I men eerstde oorzaak hiervon opzoeken.

g. B r i temperaturen geJegen tusse n -109 C en -200 C.Om bit zulke temperatuur het starten te vergemakkelijken, ; . 5 het nuttig deruim+e onder de motorkap met een verwarmingstoestel op te warmen, ofwelhet motorblok te verwarmen door de radiator te vurlen met warm water;indien het water in de rcdiator te veel afkoelt, de radiator eventueet lntenleegJopen en het water terug opwarmen.Om te verhinderen dot het water zou bevriezen terwijr het in de koude motorgegoten wor dt, er een antivriesmiddel aan toevoegen. Met sen botter i j ingoede ~taat moet men dan de motor normaaf zender moeilijkhedan kunnenaanzetten.

h. Bij temperaturen lager dan 20Q C.Zelfs mer afgedekte radiator is b ij zu f ke ~empe ratu ur, na een sf Istand va nmeer dan 10 uur in de buitertlucht, de motor vcllediq afgekoeld. I n dieornstondig heden is het don gewoo n j ir k 0nmogel ij k de motor co n te zettenindien men geen specicle voorzorgen neemt I(1) Onrniddellijk no het stilleggen van de motor he+ koelwater aHaten. AI-

vorens opniew te vertrekken, het koelwater opwarmen tot 95" C en inde rad iotor gieten. Men mag zo n der 9eveo r kokend wote r in een koud erodi ator 9ieten.

(2 ) De bcrteri] uitbouwen en in een verwarmd lokaal ploo+sen. omdat eenkoude batteri[ slechts een deel van het startvermogen bij norrncle tempe-ratuu r afqeeft.

lndien het voertuig voorzien IS van een voorverwarming voor de motor enbct+eri], zijn de volgens g.) en h.) te nemen rnorrtreqelen niet nodlg.

I. Werking van de verwarmings- en vedvchtjngsrnstaUatie.T. Verwarming :(a) De twee teruqslo qkleppen in de rnotorruirnte openen, opdat het ver-

worm d water van de koel om ioo p door de verwarm Ingselementen zoukunnen vlceien. 29


35/50

(b) De ventilator inschokelen [schckelucr op instrumentenbord r zie fig. 8).(c) Noargelang het weder en de ternperctuur, kan men de linker verluch-

ti ngskiep voo r het in laten va n verse Iucht openen of sluiten. In d t tlcntste gevalr zol clleen de in de stuurhut aanweztge luchr in circulotiegebracht worden.2 . Verluchting !(a} De waterpompomloop gesloten.(b] De venti lctor inscho kelen.(c) De verl uchtingskl ep open en.

Nota: Bi] het lediqen van de koeiinrichtinq in de winter, moet men oak deterugslagkleppen en de aftapkraan in de verwarmingsomloop openen, opdathet verwormingselement goed geledigd zcu worden.

4~ B IJZONDERE ONDERHOUDSVOORSCHR IFTEN.Q Motor.

{ 1 ) Aftappen van motorolie.- Gereedschap : ringsleutel 19_- Periodiciteit : J aad iiks zie Rgt Q 165 GUZ/12.- Bij ie dere olievarversinq, die enkel bjf warme motor mag geschieden,moet de kuip van de oliefilter eveneens qereiniqd worden. Indien her

voertu i 9 d ikwi] ls ina j [e terre in ri idt moet het norma lei nterva I verm in-derd worden. H et verbruik van duizend liter benzine kan sveneens olsbasis dienen voor het bepalen van de tussenti]d, Hetz.elfde geldt voorstation air werk. Ind ien het voe rtu i9 op stoffi 9e ba nen ri[dt moet hetverversen 9esch ieden nave rbru ik van 500 liter.

- Voorschrifren voor het starten von de motor no een olieverversinq :de motor met de starter laten drooien ~zonder ontsteking) tot demonometer een 01 iedruk aangeeft.

I)} Reinigen van de oliefilter (Itnkerkcmt von de motor),- Gereedscha p : rings Ieutel 17.- De lange bevestiqinqsschrcef onderaan de kuip losschr ceven. De kuip

vertikac I how den, congezien zj i gevu Id is met 0Iie; het fi Itere Iemen ~wegnemen. De popieren fElter moet om de twee olieverversinqen ver-vcnqen worden. Bii de eerste 01 ieverversing, het element uitweridiqspoelen met brandstof, maar vooraf de centrale openin9 afsluiten metdoarvoor geschikte stoppen. Nogaon of de pakkingen ruet beschadigdziin :) pakkingen ill het bovenste dee! van de firter, 1 onderaan in dekuip], De kuip vullen met verse OE olie en teruqplnctsen. Niet over-mati g va stsch roeve n.

(3} $meren van de waterpomp {fig. 13).- Gereedschap : dopsleute! 14 ,P eriodiciteit : om de 6 m co n d.- Het oliepeil in de pomp nazien. Zo nodig, bijvullen met 01 ie GO 90longs de vulstop (bovenaan de pomp) tot de oIie langs de controle-opening wegvloeit (rechts]. Controleren of de compensatLeopening van

onderdruk, in de stop van de vulopening, vrii is. Zo nodig reinigen.30


36/50

lndien water weqvlcait longs de aflooPr is de pokkinq ln het pomp-I ichoo m beschad igd. Een nieuwe po kkin 9 lnten pi aotsen. In geen geva [gedurende een lange rijd de afloop afsluiten van een nlet waterdichtepornp, orndot de kogeUagers in het pomplichaam door het binnen-dringende wcter zouden beschadigd worden.(4 ) Controle van de riem van de dynamo {fig. 13) .

De riernsponninq is goed afgesteld wanneer de dcorbuiqinq, gemeten inpu nt 1 van fig. 13/ ongeveer 15 mm bed raagt. Een grote spann in 9 be-schcdiqr de lagers.(5) Reinigen van het koelsysteem.

lndien het koelwater beglnt te koken, I S dit een bewijs van een defedekoe I;n richti ng.Gebeurliik een gebrek aan water of een vervuiling van het koelsysteem.Za nodig de inrichtinq ontvetten, ontkal ken en reiniqen. Zie reglement0165 GUZll3.Uitwendig reinigen :De ra d io+or can de rnoto rzi j de re In Igen met ec n wa fer _ of Iuchtstra a I ende p Ia Qtj es va n de ra d ioro r zo rgvu ld ig on td oe n van a ilevu iL De ru b-boran verbindinq tussen radiator en leiding nozien, Hoar dichtheid CQn-troleren i iridian zi] gescheurd is rnoet men haar loren vervangen.

b. Voedingssysteern.: :1) Reinigen von de :z :eef in de benzinereservoirs.

Gereedschap : rings Ieutel 14.- Periodkiteit ; om de 6 moorrd.D e zeefies die zich in de b enzjnereservoir s b evinden, wassen irr ben-2~ne met een pnseeltje I:!=]een metaalborstel gebruiken, dit zou hetruefoqlwe efse l 'Ian het zeefje beschndiqe n], Om de zeefjes te bereiken,de reservoirs ledigen en de schroeven in de bodern losschroevan enve rw i [deren.

(2) Reinigen van de filter der voedingspomp (fig. 15).- Gereedschap : rinqsleutel 10,-- Period iciteit : Om de 6 moo nd- De schroef van het pornpdeksel losschroeven, Het deksel wegnemen.Het z eefje In benzine r einiqen. De scheidinqskorner uitwassen door hetverstu iven van benzine, of met een in benzine gedrenkte vod. De zeefteru 9 plcotse n. 5 Iechrs po k kin 9 sri n gen gebru iken die in uitstek endestoat verkeren. De bevestig iriqsschroef van het deksel goed conspan-nen opdat de pomp geen lucht ZOLJ oonzuiqen.

{3) Reinjgen van de benzine voorfilter (fig. 16L- P ericdic:iteit : 0 m de 3 maa n d.- Deze filter zit aan de linkerkcnt van de motor, ar:hter de voedings-pomp. Voor het reiniqen, de schroef onderccn de beugel losschroe-ven, de bevesttgingsbeugel wegdraaien en de kuip afnemen.De zeef wegnemen en zorgvuldig reinigen in zUlvere benzine met eenpenseeltie ; geen mete len bo rs+el ge b ru iken_ De k uip eveneens in ben-zine spoe Ien. De pa kki n~ re in i9 en I en na 9 aan of zi I nog In uitsteken destco+ verkeert t Aile delen terug monter en in omgekeerde vofgorde.Zorgen voor een vcrtico!e bevestigLng van de beugel, en de schroefondarc a n de be uge I rl iet over d reven co n spa n nen.

31


37/50

Opmerking : No e~k werk waarbij de carburateu r of de voed ingslei.dingen geledigd werden, of wanneer het reservoir helernoul leeg is zalmen de kleine hefboom van de voedingspomp 10 tot 12 keer indruk-ken. Men meet dan een zekere weerstand voelen. Eveneens moet mendon het aanzuigen van benzine en het inspuiten in de carburateurkunnen horen,: Het geluid van het inspuiren houdt op zodra de ccrbu-rateur gevuld is. Indien men geen weerstand voelt, en het geluid vanaanzuigen en lnspuitan nlet hoort (hetgeen ken gebeuren voor eenbepoclde stand van de krukos), zcl men de starter even laten werkenom de stand van de krukcs te veronderen, en het aanzuigen door devoedingspom p te verzekeren.

(4) Reinigen van de luchtfilfer (fig. TZ].- Perlodidteit : Om de 3 maand.- Het oiiepeil in het afneembaar onderste deei van de luchtfilter moetsteed s tot aan het me rkteken reiken, De 0 1 ie verversen z.odro zi i be-vu lid is, d it zaI nctu url iik des te va ker moeten 9ebeu ren wa nneer hetvoertuig op stoffig terrein of ban.en rijdt.Om de fi Iterk uip lonqs 0nder te kunnen wag nemen, moet men hetvoorste deel van het spctbord, door het losmaken van een handgreePrnaar beneden wentelen. lndien het voertuig lange tijd gereden heeftmet een onvoldoende hoeveelheid clie, is het moge!iik dat ook hetfilferelement dient gereinigd te worden. Hiervoor, de filter losschroe-yen en in brandstof spoelen. Afz.etting van stof in de inloctoiipen iseen ontegensprekeljjk bewijs dot de filter vaker gereinigd dient teworden.Er steeds op Ietten dot de Iuchrf lte r bi[zonder zu ive r is, 0pdat 9eenvocr+iid ige sleet va n zu igers en cyl inderwa nden zou 0ptred en ten ge

9evol ge van het conzu igen van bevu ilde Iucht.c. VersnelJingsbak en bruggen.Smering van de versnellingsbak.(1) Centrele van het peil,Het pei ~wordt gecontro Ieerd met een pei Istaat.Deze is bereikbaar IQ n95 ee n rond de kselin de v~oer va n de stuurhut,Die opening client eveneens ols vuiopening. De aandu iding ; 5 aileen [uistwa nneer de pe ilsto af afgeveeg d werd.(2) Verversen.

- Gereedschap : ringsleutel 19-- P eriodiciteit : Aile 2 [oar Ref: Rgt Q165 GUZ 12.- Het Iedigen moet 9ebe uren r wa nneer de 0 1 ie worm is, door het afne-men van de twee stoppen omdot bi] het ofnemen van maar e e n stop,slechts de he1ft van de ol ie kon weqvlceian.N 1ET HOGER VU llEN DAN H ET BOV ENSTE MER KTEKEN VA N DE PEll-STAAF.

Smering van de bruggen en de reduc:toren.(3) ControJe van het peil ! Het pei l moet de onderran d von de vu lopen ingbereiken.(4} Verversen.

- Gereedschap : rinqsleutel 17.- P eriodiciteit : A J le 2 [aar Ref : Rgt Q 165 GUZ 12.Het ledigen moet gebeuren wanneer de olie warm is. De kcrters zorg-vui dig rein igen rond de vu! open ig a lvorens de stoppen los te schroe-yen.3 2


38/50

d, tier en krachtafnemers (Hg. n(1) Smering van de transmESSleassen en hun tagers. (Frg. 7).

De cardan van de tra nsmissiecs van de krachtafnemer moet om de 3mac nd gesmeerd wo rden. De as in zu Ike sta nd ve rdroa ien dot de srneer-nip pels gema kkel irk toega nkef ik Z tj n.All e 6 maand het 01 iepei I von het kussenb 10 k va n de as nczien. Het 01 ie~pe r i (GO 90} moet fot 2 em van de vu lopeni n9 reiken (2}.

( 2} Onde rhoud van de lier, (F ig. 7 ).Het ka rter va n het mecha n isrne wo rdt gesmee rd met GO 90. Het I S voo r-zien van een vuiopeninq (9 ) een controleopening (15) en een oflcct-open ing (14l,In principe wordt dte om de 2 [cor ververst. Nochtans zcl de verversingom de 70 uur gebeuren wa nnear de !Ier di kwi j ls gebru ikt word+.Er is eveneens 1 smeernippel voorzien (16) die am de 3 maand gesmeerdwordt.De l ierka bel moet onderh 0uden wo rden zoo Is voo rzren,

e. Stangenstelsel der bed ieningen.~1) Smering.

Periodiciteit ! Om de 3 maa nd,- De versch illende ge 1eIdIngen von de stongen ste r se1s an va n de hef-

boom en pede Ien moeten 9oed beweeg baa r zi j n, Het is : dus, nood-zckelijk ze steeds zuiver te houden, en ze regelmatig te smeren meteen oliespuit. Men zol veelvuldiqer srneren indien het voertuig in dereg en of in het water 9erede n heeft ..Om die geleidingen te ber eik en, meet men de ronde dekse!s verwij-deren die z ich rech ts va n de bestu urde r bevinden eveno Is het rese rve-wiel,

f. Sfuurinrichtinq.Nazicht en smering van de stuuri nrichting.- Gereedschap : rfngsleutei 15.- Per;odiciteit : am de 6 rnaand.- De vrije slag van her stuurwiel mag niet overdreven zijn (max. 30 mrn}.

Een overdreven vri]e sic 9 wordt veroorzaa kt door een te 9 rote spel ingIn het sta ngen ste Isel van de stuurinrichting of door spel ing j n de kog e1~gewrichten. Het 01 iepeil van het stuurhuis nagaan en zo nodig bijvullenmet olie GO 90. Het stangenstelsel veelvuldiqer srneren indian het veer-tUlg dikwijls i n de regen, of in het water moet rijden.

g. Remsysteem.(1) Verm indering van de doeltreffendheid der remmen onder invloed van

water of olie.De remvoeri ngen moeten gevri jwaa rd bl iiven van water en 0Iie. Ind ienwater doorged rongen is tot de rem schoen en meet men 1chtjes het rem-pedoaJ indru kken, to t de rem men 0pn ieuw doeltreffend werke n no hetverdampen van het wate r_

33


39/50

(2) Vullen van het reservoir van remvloeislof.- Periodiciteit : Om de 3 maand.- De dichthei d van de leid ingen noqonn, a Ismede het pe iI va n de re rn-vloeistof in het compensatiereservoir van de hoofdcylinder : het peil

moer ongeveer tot op 2 em onder de vulopeninq kornen zo nodiqbijvuilen. Het compensatiereservoir bevindt zich vooraan links onderde rnotorkop.Alvorens het reservoir te vullen, zorgvuldig de omgeving van de stopreiniqen, opdat geen vuil in het reservoir zou geraken ; het zeef]enlet weg nemen.lndien her reservoir dikwijls moet bijgevuld worden is dit een tekendat de inrichtinq niet dicht is j ze moet onrniddellijk gecontro~eerdworden. Met de rernvloeisrof voorzichtig ornqo on ornwille von haarcorroderende werk ing : zorgen dot zi i niet in co nra kin g komt metde verf van het koetswerk. .

~3) Nazicht van het remsysleem.- fen buigzame remlsidinq die niet meer dicht IS moet onmiddellijkverva ngen worden.- Let er op dot de rem Ieid ingen n iet tegen het karte r kom en of ge-klemd worden wanneer de wielen verdroaid worden.Opgelet ~De buiqzorne remleiding niet verven noch vernissen want danverhardt de rubber en wordt br cos. Ook nooit de buiqzcrneremleidingen kuisen met benzine of minerale alien. A~leen kui-sen met water.

Wanneer het rempedaal in ruststond is rnoe+ de vrije slagl gemetentussen die stand en het begin van wee rstond, 10 rnrn bedrogen ::geme.ten op het pedaal).

h. Ontstekingskring.{ 1 ) Nazichf van de ontstekingsbougies.

Periodiciteit : Om de 6 moand.- De boug ies slec.hts lossch roeven met een specie Ie $1eu+e I. L re In Igen

met een meta len borste I en een in ben zin e ged ren kte vod. Nag aan ofde electrodeafstand wei degeliik O A mm bedraagt. .voelermcct gebru i-ken), Beschad Lgde boug ies vervangen.

(2} Nazicht van de baHerii (accumulator).Periodicileit : wekel iiks.

- Er voor zo rgen dot de bctteri] steeds zurve r en droog lSI en regel-mati 9 het vi oeisrofpe i I controleren.Slechts reinigen wanneer de stoppen der cellen ingesc.hroefd zi]n.opdat ntets zou kunnen binnendringen. De verluchtinqsqcotjes in destoppen moeten steeds vrij zi[n opdat de gossen die zich tijdens hetladen vormen zouden kunnen ontsnoppen.Geen lamp met vlom gebruiken om de batterij te verlichren, wei eenelec+rische lamp, omdat er gevacr is dot de door de borteri] ontwik-kel de 9assen zouden ontploffen. Het vloe itofpe iii n el ke batteri leelmoet ongeveer 10 tot 12 mm hoger liggen dan de bovenste rand derplaten. Slechts met gedistilleerd water bijvullen lhet water verdamptwanner de batter i i geladen wordt).

3 4


40/50

Wanneer men gedisti~leerd water bijgevoegd heeft, ken de dichtheidvan het electroiyt slechts een ha If uur na het herladen va n de bctterijgecontroleerd worden. Slechts dan kun nen de gegevens ju isr zi] n.NOQIT GEBRUIK M A K E N VAN E E N METALEN T R E C H T E R O M GEDIST1L-LEERD W ATER l N DE BA TTER l J TE GI ETEN.De dichtheid vo n het electro Iy t geeft ongeveer de Iadi ngsgroad aan van debotteri] :

Dien therd van hef e Iaefrol yt Ladin gsg road

32 Be24u Be_ 16" BeGoed geloden bcfreri iHaIfgel aden bctteri]Ontladen bctteri] - Onrniddeiliik heriaden

Opgepast : Alvorens aan de bctterii te werken, zcl men de hoofdscha-ke laa r va n de batter[j u itschc ke Ien. of de posirieve kabe l 105-rnoken. Nao it meta ien werktu igen op de batteri i leggen omelk gevaa r va n kortslu itin 9 te ve rm iiden_(3) Aansiuiten va n de batterij.

Alvorens de bctterij ccn te sluiten, de klernrnen goed reinigen met alcoholof een so dn-oplossinq.De klemmen goed aanspannen. l.osse, geoxydeerde, of bevuilde klemmenveroorz.o ken dikwiils een 5 Iechte werking va n de eIectrische uitru sting I ofzelfs het totcnl uitvaHen ervan. Wanneer de verbindingen een slechrcontact geve n, kon de vo Ij ed ige eIectri sche om loop on derbroken worden.De oxydati e ka n verm ede n wo rden ind ien men reg e Imatig de k Iemmen(na hun aansluiting) instrijkr met neutrcle vaseline, NOQIT DE BINNEN-, ( A N T D E R K L E M M E N ~N S T R I J K E N M E T N E U T R A L E V A S E U N E 1Opgepast : De klemmen z i in + en - gemerkt i ze n iet verwisselen bi ihet ocnsluiten. Geen vonken ver corzcken. OntplofHngsge-vaar !

[, Electrische uitrusting.(1 ) Nazicht van de dyncrnoriem : Wanneer deze sporen von sleet vertoont

za I men hem vervange n,De riern mag noch te veel noch te weinig gespannen worden. Drukkendmet de duim moet de riem minimum 5 tot 10 mm doorbu igen. Zoniet despanning bijstellen,

(2) Aulomatische in- en uitschakelaarr en verkUkkerlicht van de 'adingskring.De automatische in- en uitschokelaar vergt geen onderhoud. lndien hijslecht werkt rnoet men hem laten vervan gen.Met inqaschokelde contoctsieutel, en niet draaiende motor moet het ver-klikkerlicht branden. Desnoods een slecht lampje vervangen. indien hetverklikkerlicht onderweg beg tn t te branden, onrniddell i jk het voertulgIaten sto ppen, en de 00rzao k 0pzoeken. Gebeu rIiike corzc ken : onvol-doende aan gespo nnen r of gebroken riem ; dyna rnokc be I los,Nazicht en smering van de starter.De lagers van de starter moeten niet gesmeerd worden, ze ziin immersmet vast vet gevuld. Ze in geen geval behonde!en met een opiosrniddelvan vet.

3 5


41/50

(3) Vervanging van een lamp (fig. 18).De schroef van het besc:.hermngsrooster losschroeven. Het rooster wegnernen. De bevestigingsschroef van de koplichtkop !osschroeven en dekopiamp verwifderen; (rechter schroef ols men noar de koplamp kiikt).Het lcmpje uit de reflector trekken en uit de lamphouder schrceven. D'eze~tde werkwijze volgen om her nieuwe lampje te plaatsen i naar rechtsdraaien tot teQen de aanslag.De reflector met kuisen, omdat ieder contact deze ontglonst. De schiin-werper slechrs openen om een lompie te vervangen.Nocit de Icmpjes honteren met bevu j Ide of vettige han den, omdat dedoor de lamp voortgebrachte wormte nadien de olie doet verciampen.Deze damp zet zich af op de reflector en zcl hem ontglonzen.

TABEl DER LAM PENONDERDEEL I LAMPHOUDE i I . I WAns

Kopllchten ,... __ ., .. _, ,__Verdui sterde kopl ichten .._Standlic:ht ,._ .... ,.. _, ' __ '"Rkhtingslichten _.. _. ' .... , ._, ._. ,. __ "VerI


42/50

1 4 -15 =161718 .,.=

Stopcontoct voor looplcmp, verlkhting van kaartentofeltje.Hoorn, verlichting der lnstrumenten, benzinestandaanwijzer.Motor van linker en rechter ruitenwisser, verwarming en verluchting.Stopl ichten, richting slichren.V ri i (reserve smeltvei Iigheid).

k. Onderhoud van he' voertuig.(1) Schoonmaken van het voertuig.

Normaa ~zou het voertulg om de week moeten gewassen en gerein igdworden. Ti lden s het wossen mag de motor n iet draa ien opdat hi i geenwate r zou aanzuigen. 0 m gevoel ige onderde Ien in de motorru imte tebescherrnen, voorcl don de apparaten die aan geen zware woterstroolmog en blootgesteld worden, zal men de motorkop ti jden s het wassenmet de waterslang gesloten lctan, om nadien de motorruimte zonderwaterstraa I te wassen.Slechts wossen wo nneer het voertu I9 koud is, om de vorrni ng van con-denswater In de apporaten en instrumenten te voorkomen.Om de 3 maand op 01 de delen van het chassis, roestwerende olis ver-stuivan, met of zonder toevoeglng van grafiet ook op de rnoeilijk bereik-bare plaatsen. Zeker om de 6 maand de verf bijwerken no het voertuigaan een 9ron dige wa sbeu rt on derworpen te he bbe n.Noait het voertutg droog reinigen, om de verf niet te krcssen, door dezekrassen de verflaag zou den beschad igen.Noolt pogen terug de glans can de verf te bezorgen door ze te behcn-delen met ruwe olie of met vet, omdat daze producten de verf vlugaantasten.Om de 3 maand volgende delen met de oliespuit srneren :de devrschcrnier en, stottongen der deuren en hun aanslog, sluiting vonde motorkcp. scharnieren en sluithefbornen der wonden van de laadbak.

I. Wielen en banden.n) Nazicht van de bandendruk.De ba nden dru k met een nauwkeurige drukmeter con troleren, het reserve-W I e I n iet ve rgeten I

De banden zullen een zeer grote levensduur bereiken indien de voor-schriften oangaande de toegelaten belostinq strikt in ccht genomen wor-den i ave rbela sting verco rzaakt een voorti jdige vern iel ing va n het Iinnen.Onvol daende bandendru k verhoogt de rolwee rstond en veroo rzoaktvoortijdiqe sleet der banden Ienqevolqe van de verhoogde aanklevlngcan de 9 ron d.

(2) Vervanging va n een wie' (fig. 19).De handgree p 1ossch roeven 0rn het reservew ieI uit zi in IigPloots te hoIen.De bestu urder za1 het 9ernekkel i[kst we rken wannee r hi i het wre I naa rzich toe trekt, het op zijn knieen laat rusten, en het don in twee openin-gen vastgrijpt om het op de grond te loten zakken. Het terugplaatsenge beurt in om gekeerde vo Igorde.Deze werkwijze volgend kon een enkele man her w;el zander rnoeilijk-heden verwijderen en terugplaatsen. Alvorens het reservewiel terug teplaatsen, het d raagvf ok vc n de Ii9PIaats rein ige n, om een goede beves-tiging van het wiel rnoqeliik te rncken.De schroefd ra ad van de ta peinden met grofi eta [Ie insmeren opdat demoere n nier zouden blokkeren.N A E E N V IJF T IG T A l K I L O M E T E R D E M O E R E N V A N E E N W E L D A TVERY AN GEN WE RD TERUG AA N DRAA! EN .

37


43/50

(3 ) Verwisssien dar w ielen {fig. 20).- Periodiciteit : Om de 4.500 Km.- Evenals de controle van de bandendruk maakt oak het regelmatigvsrwisselen der wielen deel uit van het onderhoud. Bi] die gelegenhe~dmoet men nagaan of de banden nier beschadigd ziln ; ze desnoods

vervangen. Hat schema geeft de orde con waarin moet verwisseldworden.

5 . VOORSC HR IFTEN VOOR H ET AFNEMEN VAN H Er DEKZEIL VANDE STUURHUT EN VAN DE LAADBAK .a) D ekzeil van de stuurhut {fig. 22)_

Zocls reeds vermeld, kan het dekzeil van de stuurhut indien nodig opgevouwen en ochrer de ze+els geploatst worden. Hiervoor cls vo~gt te werkgoan ~i1 ) De verb inding ss+ukken der z ij ru ite n ao n het wi ndscherm ,::1verb ind in9s-\ stuk) en aan de wand va n h et kcetsw erk 1 : 2 verb ind i ng s stukken: vri t m a .ken, en dan de bedekkingsstoaf wegnemen.: :2 ) Een zijruit opwcurts uit haar steunen l ichten.(3) Hctzelfde uitvoeren met de andere zijruit, De ruiten niet plat op de grondleggen, om- ze niet te krossen.(4) De twee zetels weqnemen.~5)Aan beide zijden van de koetswerkwond twee rrernen uittrekken, en dehaken wegnemen.(6) De voorz ijde von het dekzeil losschroeven van de twee bovenhcekenvan het windschermrcorn "n het zeil r.aar boven duwen ,;fig. L:2a).(7 ) Twee monnen rnoeten de twee z iiden van de dekzeilsponner tegeliiknoar bene den vouwen, en dan het zeil in plooien tot tegen de cchter-wond van de stuurhut drukken (fi 1. 2 2b en e). Tijdens dit wegdrukkenervoor zorgen dat het zeil ,0 weiniq mogelijk gekreukt wordt.(8) De twee zijruiten naost elkaar in de plooi von het zeil steken.(9} De twee zerels terug rnonteren, Het terugplaatsen van het dekzeil geschiedt in omgekeerde volgorde von het afnemen.

b) Verwlideren ven het dekzeil van de laadbak.Het dekzeil kon op verscheidene wiiz.en verwijderd worden :- De zeilsteunen blijven ter plaatse en het dekzeii wordt opqerold op devoorste zeilstsunen.- De ze iIsteun en worden afgeno men en In de voorzi ene ko kers 9ePIaatstterwijl her zeil opgevouwen wordt en op de loadvloer gelegd.~ De zeilstsunen worden afgenomen en in de voorziene kokers geplaatstterwLjI het opgerold dekzeil op de comouHagenetdrager gelegd wordt(fig. 21 a} .Als voigt te werk go.an om het zeii op te roUen.~ Het zeil losmcken von de zijwcndan en het cchterschot.~ Het zed achteraan losma ken va n de cchte rste zei Isteunen.

3 8


44/50

~ Het zeil van achter nccr voor oprollen {door minimum 2 man) en hetoan de voorste zeiisteun met de bevestigingskoorden vastmaken.Dezelfde werkwijze vefgen om het zeil te vsrwijderen maar i. p. v. op tero~jen zal men het op de grond Jeggen en opgevauwen op de loudvloerleggen of vostmoken p de camouflagenetdrager.

Om de zeilsteunen Ie verwiideren (fig. 21).De 5 langsliggers e e n voor e e n wegnemen. Hiervoor de beide sluitinqenaan beide uiteinden van de houten langsliggers uiHrekken. De sluitingenstaan onder veerdruk. Men moet dus tegeJnk de sluirinq openhouden, en dejangs~iggers noar onder afnemen. De 5 'angslrggers onder de laadbak in dehouders schuiven (fig. 21e en f).De zeilsteunen afnemen en In de voorziene kokers tussen laadbak en stuur-hut opstel len.Ze met een schroef can beide zijden van het voertuig vastzetten.Zo de kokers te groot ziin moet men een tussenstuk bijvoegen om vastzettenmoqelijk te maken.Werkwiize voor het monteren van de zeilsteunen.De zeiisteunen in de vierkantige kokers bevestigen. De zeilsteunen moetentot aan de ounslcq in de koker zitten.De !angs'iggers een voor een vooraan en achteroan de zeilsteunen bevesti-gen met de outomatische sluitinq. D eze sluitingen moeten nret geopendworden/ ze openen en sluiten cutomctisch worineer de houten lotten zijwcortsingeschoven worden. Men zo] er enkel voor zorgen dat de greuf In de latnorrr onder gericht wordt.De verbindingspunten ziin uitgerust met rubberen iipjes. Met dit systeemkunnen de langsllggers door een enkele persoon gemonteerd worden. Daar-om zal men een uiteinde van de houten langsriggers in zulk e lip schuiventerwiil het andere uiteinde yostgehecht wordt.

6~ C AMOUF lAGENET .Het camouffagenet IS opgerold en met riernen vastgemaakt in een daortoevoorziene steun aan de vcorzijde van de laadbak (fig. 21o).lndien het voertuig lange tfjd gebruikt wordt zander camouflagenet, is he! bestdeze steun weg te neme n en slechts wonnee r .het nod I9 is terug te monteren_

7. K AP JES VOOR KOP tlC HTEN EN CAMOUFLAGE VAN HET WIND-SCH ERM (fjg. 23 ) +Twee kapjes vcor de koplichten en een camouflage vcor het windscherm, ineen hoes rngepakt/ worden met het voertuig gereverd.G ebrui kswi ie :Q De kopjes z ijn ondertinq verwisselbccr,b. De twee uiteinden van de ijzerdrncd in twee gaatjes van het rcdictorrcostersteken, op zulke wijze dat de u;teinden naost de stcories von het bescher-minqsrcoster der koplichten zitten ~fig. 230 ) .c. Het kcpje met de riem aan de buirenkcnt vcstrnoken aon hee stcofjes vanhet beschermingsrooster. Hiervoor zo! men de uiteinden van de riem richterhef bovenste en het onderste stoofje steken, dan in de overeenstemmendespleer van het kapje (fig. 23b). Beide uiteinden van de riem verbinden enoa nspan nen. 39


45/50

d. Het kCPle geed op het koplicht plcctsen (fig. 23cL en op dezelfde wuzehet tweede kcpje plcorsen,e. De camoufl age van het windscherm moet aan het kader van het wind-scherm bevestigd worden met de daartoe voorziene riempies.f. Ongebruikte ccmouflagemiddelen en kcpjes terug in de hoes steken en Inde koffer voor toebehoren leggen.

8. HET NEERKLAPPEN EN AFNEMEN VAN HET WINDSC HERM.Men kan het windscherm ncar voor neerklappen ofwel vo~ledig verwijderen.Om het neer te klcppen, de van schroefdraad voorziene doppen aan de linkerkant en aon de rechterkant losschroeven tot de korte stift van de lip door hetgaatie van de windschermsteun komt. Het windscherm neerklappen en dedoppen weer vastschroeven. Hier moet de stift in het andere gaotje komen omcldus het windscherm in zijn nieuwe stand vast te zetten, Om her windschermweg te nernen, de doppen 1osschroeven tot het middenste gat def Iippen desteun van het windscherm vrijmookt. Dan ken men het windscherm longs bovenuitnemen.Opgepas1 ! Men zal vooraf de stroo mleid ing noor de ru itenwisser, in de motor-ru irnte, losrnc ken. Ande rzij cis/ moet men bi i het neerkla ppen va nhet widscherm er voor zorgen dot men niet enkel aan e e n kantdru kt opdat het 9 los niet zo u b reken.

9. V ERW IJDER EN DER L AADBAKWANDEN.De wanden vo n de 1aadba k zij n afnee mbaor. Hiervoor, ze j n horizontc le standbrengen, zijwcorts verschuiven en dan naar boven bewegen.

10. OPSTELlEN VAN DE C ENTRALE ZITBANK (fig. 24).{a} De zitbonk is can het vocrschot van de laadbak vastgemaakt. Om ze vriite rnoken, de spcnbeuqel van de ket+inq openen. De ketting en de heck ver-wijderen van de vloer en opbergen in de koffer voor toebehoren (onderde laadbak).De verhoogstukken die verankerd zouden zHn, moeten in de zijschcttengestoken worden (fig. 24.4}.(b) Eerst de drie poten van eenz.elfde z iide in de uithollingen van de laadbaksteken. De bank longzoam openvouwen opdat de poren nccr de anderezijde zouden bewegen en in de uirhollinqen vcllen,~c} De zitrinqen van de bank vollediq neerklappen en het vriie uiteinde van de

bevestigingsketting door de ring tussen de zittinqen steken. De beugelsluiten en blokkeren.:d) Opmerking. .Met goed geregelde bevestlgingsspanners zal de zitbank goed vostzitten.Is dit njet het gava I, don moet men de spanners meer aantrekken I en met decontramoeren blo kkeren. D it bi] s+eIIen va n de span ners 1s n iet nod ig wen-neer de zitbank steeds op het voertuig bliift/ of op hetzelfde voertuig staat.Wanneer de zitbonk weggenomen wordt, ken het nuttig zijn ze te merkenmet het nummer va n het voertu ig. De per sonen, wei ke op de zitbcn k ver-voerd worden, moeten de vedighei dsriernen gebru iken woo rmee de ba nkuitgerust is. Het gebruik von die riemen znl can de betrokken personenuitgelegd worden.

40


46/50

11. AFN EMEN VAN 0 E CENTRALE ZITBAN K~(a} De ve ii ig he idsriernen verb inden, vastmaken aon de ZJth ng.(b} De spanbeugel von de ver+icole ket+inq losmaken en de ketting uit de ringtussen de zitti ngen nernen.(c) De zitbank Iangzaom opl ichten en tegel ijkertild de poten uit de vloe r

helen, eerst aan een zijde, dan 00n de andere. De zirbc nk opvouwen.(d) Opmerking.Indien de zirbcnk op de laadba.k meet verankerd worden, moet men eer stweten of de verhoeg sfu kken cler zi ischotten a I of niet gebru ikt worden.

(e) Verankeren zonder verhoogstukken.De opgevouwen zitbank tegen het voorschor van de laadbak ploctsan, metde poten ncor boven. De kettinq en de hco k uit de koffer voor toebehorenhclen. Twee schokels von de kettlng, geschei den doc r vi if schckels, co n dehaken van het voorschot vcsthokeri ~fig. 24.2). De schokals zo kiezen dot hetpu nt van de spa nbeugel der kettLng ongeveer tot op de vloer hangt. Detwee uiieinden van de kettlng in de vloerhaak steken, en de haak goedvasthaken in de voorste vioerploot. Om aan te spannen ,de geposte schakeluitkiezen, de beuge! eri n bsvestiqen. en aa nspan nen. Er voo r zorgen dotgeen schckel van het kettinqeiride kornt vast te zitten {fig. 24.2}. Indien degekoz:en schakel een te grate of te kieine spanning van de ketting geeftlzou men dit moeten compenseren door de verploctsinq van de schroef inde vri] e vioerh aQk i do a rna terug b f0kkeren met de contramoer.

( f } Verankeren met verhoogstukken.De vie r bi i h orende ve rhoogstu kke n voor de zi] schotten moeten teg en devoorste wa nd va n de 1 0 a d ba k bevesti.g d wo rden zo 0Is getoond in f[g. 24.5 ;ncdi en de opg eva uwen zi tban k ervoo r plaatsen met de pote n naa r boven.Het vera nkeren gebeu rt vervolgens zoo Ish ierboven. Maa r nu worden detwee cchters+e vloerplaten gebruikt om de haak vast te haken (fig. 24.3}.

12. TE NEMEN MAATREGElEN VOOR EEN LANGOURIG BUITENGEBRUIK STEllEN VAN HET VOERTUIG. Regt Q165-MTN/7.Het voertuig in een droge en goed verluchte plaats cpstellen. De olis aftappenterwi iI ze nog worm is, en ve rse 0 1 ie j n9 ieten. Da n, de motor ged ure nde onge-veer 5 rninuten [oten drcaien opdat de verse olie zich doorheen de vollediqeoliekririq zou verspreiden.Ongeveer 1 % roestwerende olie (in water oplosbaar) in het koefwoter gieten,en de motor eventies loten draaien, tot die olie zich in de koelinrichting ver-spreid heeft. Het koelwater opnieuw aftappen. De ontstekingsbougies uitschroe-yen ~n in el ke ci Iinder ongevee r 10 em3 roestwe ren de ol ie insp uiten I ofwel eenmeng sel (1/l) van motorol ie en petroleum. De motor en kele 0mwe ntel ig enloten besch ri jven en de boug [es te rugp Ia a tsen.Indien het voertuig heel lang buiten gebruik gesteld wordt, het dan cp stutten(of steunblokken) plaotsen om de banden te ontlasten. Den moet de bandendruktenm j nste 0,5 a 1 kg/cm2 bedragen. Met de dru kmeter confrole ren. Het reserve-wiel n let vergeten.Bctterijen die ongebruikt bliiven, moeten regelmatig onderhouden worden,opdct ze ai hun hoeda n igheden zouden bewa ren. Ze moeten m instens om detwee maand herladen worden.

41


47/50

Het weglaten van dit onderhoud zou de bctterijen vlug buiten dienst kunnenstellen. Men moet ze uitbouwen en ze opsluon volgens de hiervoor voorzienevcorschriften.AI de smeerpunten smeren voor het uit de disnst nemen van het voertu ig. Nuen dan een olgemene conrroie van het voertuig uitvoe.ren. Zo nodig 0 1 watniet In orde z.ou zijn onmiddellijk herstellen of vervongen.Voor voertuigen met dekzeil over de laodbak, die een zekere tijd moetenbuiten steen, zcl het nuttig zijn enkele houten latten tussen de zeilsteunen enhet zeil te steken, opdat in het de kzeil gEen za kken zou den ontstaan wao ri nhet regenwoter zich zou verzornelen. lndien deze voorzorg niet genomen ward,zou het dekzei] plcctseliik kunnen beschimmelen.

Hoofdstuk V : Het opsporen van de defectenen de maatregelen door de chauffeur te

nemen om hieraan te verhelpen.1. STORINGEN VAN DE MOTOR.

In qevol van motorpech kunnen volqeride richtlijnen U helpen bi] het opsporenvon de storing ; bi] het herstellen, of bij het inlich+en van de eenheidsrneccnicien,a) De starter draait niet.Mogelnke oorzaak.De sleutel is nie+ voldoende ingedrukt in de hoofdschakelaar. Is.d it niet hetgeva I, de ko pl ichten insch akelen en de slo rterknop indru kken :1 : 1 ) jnd~en de lichren uitgaan/ dan is er een slecht contact aan een der

Idemmen van de batterij of aon een von beide aansluitingen van destarterkabel. De polen van de bctteri] en de klemmen schoonmakenopdat ze glad zouden zijn.(2) Branden de lichten maar flouw, dan is de botterij onvoldoende geladen_De batte rij en loten loden. Voor het in go ng tre kken de vier de versn e IIinginschckelen, ontkcppelen, het voertuig loten duwen of slepen, en kop-pelen zodra het een goede versnelling gekregen heeft. : 3 ) Indien de lichtsterkte der lichten onveranderd blijft is de starter zelfdetect De ee nheidsmecan icien verw itttge n.

b) Oe motor slaat niet can, alhoewel hi] ciarigedr.even wordt door de starter.(1) Fout van de chauffeur.

(a) Geen benzine in het reservoir, of het achterste reservoir is leeg. Dehandgreep van de kraan op I I . Reserve zetten. Eventueel de voedinqs-po mp versch i11e nde keren met de hand bed ie nen.(b) De chokeknop werd niet uitgetrokken alhoewel de motor koud was.(c) Her gas pedaa I werd niet ingedru kt a Ihoewel de motor wa rm was.(2) Defed aan het voertuig.

(0 ) Storingen in d~ ontstekingskring.Het is bijzcnder nuttig de volgende werken uit te voeren met lederenhandschoenen of met een droge vod, en geen metclen werktuigen,moor we! droge stukjes haut gebruiken. De butteriikobel moet niet

42


48/50

losgemoakt worden. Dit en kel doen we nneer de oorzaak van destori ng gekend is, en er 00n verhol pen moet worden. Volgen de con-tro Ie doen : de kabel van een bougie losrnn ken en b i f de isol atievasthou den. De ontsteki ng inscha kelen, en 0p de starterkn op drukken.Terzelfderti [d, de kabe! op enkele mm. va n de ci I nderkop houden. Ermoet tuss

Unimog handleiding 404

Documents

Transcript of Unimog handleiding 404