Uitleg Statistiek 2010
-
Upload
mark-bloemberg -
Category
Documents
-
view
212 -
download
0
Transcript of Uitleg Statistiek 2010
-
7/30/2019 Uitleg Statistiek 2010
1/5
1
Opgave 1: (10 + 10 + 10 + 12 + 12 +12 = 66 pnt)
In 2005 heeft het Louis Bolk instituut onderzocht of biologische melk (uitgesplitst in ecologisch en biologisch
dynamisch(BD)) gezonder is dan melk uit de gangbare veehouderij. Daartoe heeft men bij 20
melkveehouderijen op twee tijdstippen (het einde van de stalperiode en het einde de weideperiode)
gemiddelde vetgehalte, geconjugeerd linolzuur(CLA) en omega-3 gehalte bepaald.
Zie onderstaande tabel:bedrijfsoort grondsoort vetpercentage omega-3 CLAstal CLAwei
gangbaar rivierklei 4,2 3,9 5,2 5,4
gangbaar zeeklei 3,9 4 5,1 5,6
gangbaar zand 4,6 4,1 6,2 5,7
gangbaar veen 4,1 5,9 4,2 5
gangbaar rivierklei 4,3 5,7 4,5 5,2
gangbaar zeeklei 4,2 4,1 5,7 5,5
gangbaar zand 4 4,2 4 5,6
gangbaar rivierklei 4,4 4,8 4,2 4,2
gangbaar zeeklei 4,3 4,7 4,4 4,7
gangbaar veen 3,9 4,5 4,2 4,5ecologisch rivierklei 3,9 10,2 8 7,7
ecologisch zeeklei 3,9 15 6,2 6,1
ecologisch zand 4 10,4 5,3 5,8
ecologisch veen 4,8 11,3 5,5 6
ecologisch rivierklei 4,1 12,1 6,7 7,2
BD zeeklei 4,2 9,5 5,2 5,1
BD zand 4,3 9,7 6,1 6,5
BD rivierklei 4 12,4 5,4 5,5
BD zeeklei 3,9 11,2 6,2 6,3
BD veen 4,1 13 5,6 5,8
a) Maak een SPSS-databestand met alle gegevens uit dit onderzoek.Geef iedere variabele een variable labelen gebruik waar nodig value labels, geef bij iedere variabele
het juiste meetniveau (scale/ordinal/nominal). Laat een zinvol aantal decimalen weergeven.
Invoeren zoals afgebeeld. Bedrijfsoort en grondsoort zijn Nominaal, de rest is schaal.
b) Toets met behulp van SPSS of er verschil is in omega-3 gehalte tussen de drie onderzochtebedrijfsoorten (gangbaar, ecologisch of BD). Als er verschil is laat SPSS dan ook bepalen tussen welke
twee tweetal bedrijftypen een significant verschil is. Werk met =0,05. Kopieer de tabellen naar Word
en geef daar ook goede uitleg van de gevonden resultaten.
F toets, Interval / ratio dus Analyze, Compare Means, One Way Anova. Dependant is Omega_3 en Factor isbedrijfstype. Vink bij Post Hoc de LSD aan.
De F-toets geeft een overschrijdingskans van 0,000< 0,05, dus er zijn significante verschillen aangetoond.
De LSD laat zien dat Sig. ecologisch en BD 0,452 > 0,05 dus H0 verwerpen. Er is een significant verschil tussen
deze 2 aangetoond.
c) Toets met behulp van SPSS of er bij melkkoeien gemiddeld een hoger CLA gehalte is na deweideperiode in vergelijking met het CLA-gehalte na de stalperiode. Werk met =0,03. Kopieer de
tabellen naar Word en geef daar ook goede uitleg van de gevonden resultaten. Formuleer ook H0 en
H1.
-
7/30/2019 Uitleg Statistiek 2010
2/5
2
De getallen bij stal en wei zijn beiden van dezelfde bedrijven, het is dus een gepaarde t toets. Analyze,
Compare Means, Paired Sample T Test. CLAstal en CLAwei naast elkaar zetten.
H0: Er is geen verschil in CLA-gehalte na de weideperiode tov voor de weideperiode
H1: Na de weideperiode is het gem. CLA-gehalte gemiddeld hoger dan ervoor.
=0,03, Eenzijdige gepaarde t-toest.
Sig. (2-tailed) 0,015 / 2 = 0,0075 < 0,03 dus er zijn significante verschillen aangetoond.
d) Toets met een foutmarge van 5% of er verschil is in vetpercentage van de melk van koeien vangangbare bedrijven ten opzichte van biologische bedrijven.
Maak hierbij geen onderscheid tussen ecologisch en BD, door in SPSS een nieuwe variabele te maken
die code 1 heeft bij gangbaar en code 2 heeft bij ecologisch of BD. Zorg dat SPSS deze hercodering
automatisch uitvoert en kopieer als bewijs hiervan het stukje syntax uit de output naar je
Wordbestand.
2 van 3 groepen samenvoegen! Eerst Transform, Recode into diffirent variables. Klik op Old and New values.Old =1 en new =1, add. En Old = 3 en new =2, add.
Er is nu een nieuwe kolom ontstaan.
Vervolgens Analyze, Compare Means, Indipendant sample t test. Test variable = vetpercentage en grouping =
de aangemaakte kolom.
H0: Er is geen verschil in vetpercentage tussen gangbare en biologische melk
H1: Er is wel verschil in vetpercentage tussen gangbare en biologische melk
=0,05, tweezijdige t-toets.
Levenes test geeft dat de varianties gelijk verondersteld kunnen worden Sig.0,828 > 0,05 en dus is de
overschrijdingskans Sig. (2-tailed) 0,539 > 0,05. Dus is er geen verschil in vetpercentage tussen gangbare en
biologische melk aangetoond.
e) Toets met behulp van SPSS uitsluitend voor bedrijven op rivier- of zeeklei of er verschil is in gemiddeldCLA-gehalte tussen gangbare bedrijven enerzijds en biologische bedrijven anderzijds. Laat daartoe
SPSS eerst per bedrijf het gemiddelde CLA-gehalte berekenen door de CLA-gehalte na de stalperiode
en het CLA-gehalte na de weideperiode te middelen. Kopieer het stukje syntax uit de output naar je
Wordbestand. Voer vervolgens de gevraagde toets uit, kopieer de relevante tabel(len) naar Word en
geef daar een goede uitleg van de gevonden resultaten.
Filter: Eerst alle andere grondsoorten uitsluiten. Data, Select Cases. Druk op IF. Voer de volgende formule in
(als je 1= rivier en 2 = zeeklei hebt) : grondsoort = 1 OR grondsoort = 2
Gemiddelde van 2 groepen: Nu worden de CLA gehaltes bemiddeld. Transform, Compute Variable. Voer de
volgende formule in (CLAstal + CLAwei) / 2.
Nu word de independent t-toets uitgevoerd op de eerder gemaakte nieuwe kolom met de groepen gangbaar
en biologisch. Analyze, Compare Means, Indipendant sample t test. Test variable = gemiddelde CLA Grouping
variable = de groepen gangbaar en biologisch
Levenes test zegt ons dat we de varianties gelijk kunnen veronderstellen (p) sig.=0,277 >0,05
Dus de overschrijdingskans Sig. (2-tailed) is 0,016 < 0,05, dus er is een significant verschil aangetoond in CLA
gehalte op klei tussen gangbare en biologische bedrijven.
-
7/30/2019 Uitleg Statistiek 2010
3/5
-
7/30/2019 Uitleg Statistiek 2010
4/5
4
b) Leg uit waarom voor geen van de hypothesen een t-toets, gepaarde t-toets of Oneway ANOVAgebruikt kan worden.
De studenten, werkvormen en school zijn Nominaal en de cijfers zijn hier niet schaal maar ordinaal omdat
ze een opsomming zijn van rangorde.
c) Toets met behulp van het in a) gemaakte bestand of hypothese 1 door dit onderzoek aangetoond is.Werk met =0,05. Kopieer de tabellen naar Word en geef daar ook goede uitleg van de gevonden
resultaten.
Studenten beoordelen PGO-onderwijs na hun studie als zinvoller dan tijdens de studie?
Filter: Eerst alles wat geen PGO is uitsluiten met Data, Select cases. Voer in bij If: Werkvorm = 1 indien je bij 1
pgo hebt.
Nu de toets uitvoeren. Dus verschil in 2 situaties voor dezelfde groep. Rangtekentoets van Wilcoxon. Analyze,
Nonparametric Tests, 2 related samples.
H0: er is geen verschil in oordeel tijdens en na de studie betreffende PGO
H1: na de studie beoordelen studenten PGO zinvoller dan tijdens de studie
Rangtekentoets van Wilcoxon, alfa=0,05
De overschrijdingskans Asymp. Sig. (2-tailed) is 0,084/2 = 0,042 < 0,05, bovendien zijn er meer positieve dan
negatieve rangnummers (PGOna>PGOtijdens) en dus is H1 aangetoond. Er is met 95% zekerheid aangetoond
dat studenten pgo zinvoller vinden na hun studie dan ervoor.
d) Zorg dat SPSS per studie(HAS/Stoas) de output produceert voor een toets om na te gaan of hypothese2 waar is. Werk met =0,05. Kopieer de tabellen naar Word en geef daar ook goede uitleg van de
gevonden resultaten.
-
7/30/2019 Uitleg Statistiek 2010
5/5
5
Er zijn zowel bij HAS als Stoas studenten significante verschillen in beoordeling na de studie tussen de drie
werkvormen PGO, DPF en project?
Order eerst de getallen als volgt, de groepen die je gaat vergelijken moeten naast elkaar staan.
We gaan dus 3 of meer gepaarde variabelen testen. Gebruik Data, Split File. Vul by organize output by groupsopleiding in.
Nu de test uitvoeren. Analyze, Nonparametric tests, K related Samples. Voer de test uit over cijfer na PGO,
portfolio en project.
De overschrijdingskans Asymp. Sig. is 0,037 < 0,05, dus bij HAS studenten zijn er na de studie significante
verschillen in oordeel over de drie werkvormen.
Overschrijdingskans Asymp. Sig. bij Stoas= 0,062>0,05
Dit onderzoek heeft bij Stoas-studenten na de studie geen significante verschillen aangetoond in oordeel over
de drie werkvormen