Uitbreiding – deel 3 · Web viewUitbreiding – deel 3. Black & william, Elen et al, Greeno &...
Transcript of Uitbreiding – deel 3 · Web viewUitbreiding – deel 3. Black & william, Elen et al, Greeno &...
2019-2020
Uitbreiding – deel 3
Black & william, Elen et al, Greeno & collins & resnick
Feija Smits
ASSESMENT AND CLASSROOM LEARNING (BLACK & WILIAM)INLEIDING TOT DE TEKST
Shift in onderzoek; meer aandacht naar de interactie tussen evaluatie en leren in de klas, dus weg van restrictieve vormen van tests (die maar een zwakke link hebben met leerervaringen)
Primaire focus; indruk van formatieve evaluatie
Een studie is ecologisch valide als ze zoveel mogelijk in een reële setting plaatsvindt (best eerste labo, dan ecologisch)
ONDERZOEKSRESULTATEN
Voor goede resultaten is er nood aan zoeken naar lange termijn uitkomsten en moet de effectiviteit van verschillende technieken evalueren
Initiatief kan meer zijn dan evaluatieoefeningen toevoegen focus op self-assessement is belangrijk
Resultaten hangen af van kwaliteit en communicatieve aspect van de evaluatie; niet duidelijk hoe groot de impact hiervan is
Formatieve evaluatie:
Frequent testen wel degelijk formatief? enkel als het een leegte vult in de performance van de lkr
Formatieve evaluatie allemaal wel goed en wel, maar negatieve motivatie heeft een zeer groot effect + ook het ‘learning to the test’ heeft een negatief effect
Deductief >< inductief met formatief als inductief Formatieve evaluatie lijkt enkel te werken als de lkr een nieuwe methode gebruiken
Problemen met studies:
Lkr in experimentele groepen zijn andere dan in controlegroepen; voorzichtig omgaan met de resultaten
Moeilijk om data te verzamelen over qualitatieve feedback
Elementen die kunnen dienen tot een conceptueel kader:
Feedback moet in de juiste context en situatie gebruikt worden
Mogelijkheid voor een brede waaier aan formatieve evaluaties
Feedback heeft een ander effect op verschillende mensen; er moet rekening gehouden worden met motivatie en inzet
EVALUATIE DOOR LEERKRACHTEN
Praktijk zoals het nu is:
Elementen van een zwakte in de praktijk
o Oppervlakkig leren met de nadruk op herhalen van gegeven leerstof en leerstof dat irrelevant en snel vergeten is
o Weinig reflectie over de evaluatie; noch door de leerkrachten alleen, noch door de leerlingen
o Grote nadruk op punten halen en weinig nadruk op het leren
o Eerder normatief dan kritisch meer nadruk op competitie tussen leerlingen dan op de individuele vooruitgang
o Leerkrachten kunnen wel punten op een toets voorspellen, maar kunnen die resultaten niet evalueren
o Bevestigd door onderzoek
Debat over leerkrachten of ze formatieve én summatieve evaluatie mogen gebruiken
Evaluatie, pedagogiek en vernieuwing
Weinig innovatie; leerkrachten passen hun pedagogiek niet aan, zelfs na training
Bv. experiment; leerkrachten moesten observeren (en dat was ook het enige dat ze moesten doen), maar ze weigerden simpel te observeren ze bleven hun pedagogiek behouden
Tips voor verder onderzoek; meer gefocust onderzoek
STUDENTEN EN FORMATIEVE EVALUATIE
Kernactiviteit van formatieve evaluatie in twee acties in sequentie
1. Perceptie dat er een leegte is tussen het te bereiken van een doel en de huidige staat
2. Actie dat die persoon onderneemt om die leegte op te vullen
Receptie en antwoord
Veel onderzoek dat bevestigt dat leerlingen weinig hoop en toekomstperspectief hebben door faalangst, fout opnemen van formatieve evaluatie
Blumenfeld; jongeren zoeken geen hulp omdat ze dan vinden dat ze geconfronteerd worden met hun eigen in
Doeloriëntatie
Feedback dat de aandacht weg van de taak haalt, heeft een negatief effect op attitude en performance
Feedback tijdens het proces zorgt voor betere resultaten
Zelfperceptie
Ames; conclusies
o Evaluatie moet focussen op individuele verbetering, maar ervoor moet de zelfregulerende student zelf zijn doelen opstellen
o Feedback moet privaat zijn
o Feedback moet gelinkt zijn aan verbeteringsmogelijkheden
o Er moet benadrukt worden dat negatieve evaluatie en fouten ook deel zijn van het leerproces
Persoonlijke kenmerken hebben een grote invloed op het leren
Evaluatie door studenten
Niet veel focus op zelfevaluatie, zelfs niet bij de leerkrachten die frequent evalueren
Negatieve motieven bij invoeren van nieuwe praktijk
o Praktisch gezien niet gemakkelijk; klassen van 30 individueel evaluereno Vaardigheden die hiervoor nodig zijn, worden vaak niet aangeleerd
Als er wél dialoog is, worden de leerlingen vaak overweldigd door de leerkrachten
Studies van zelfevaluatie
Zelfsturend leren is nodig om te ontwikkelingen, anders geen praktische toepassing/studievaardigheden/...
Zelfreflectie ook zeer belangrijk; reflectie op eigen leerproces
Initiatief vanuit studenten zorgt voor betere leerresultaten
Peer-evaluatie
Studenten vinden zelf betere leermethode en staan positiever over de hoeveelheid dat ze geleerd hebben
Er moet een duidelijk beeld zijn en een overzichtelijk doel gesteld worden verbetering van collaboratie, maar ook in individueel leren
Links naar theorie van leren
Evaluatie is een moment van leren waarin de studenten zelf actief moeten zijn
Nood aan radicale verandering modellen van leren kunnen obstakel zijn in proces van individueel leren
Aanbieden van modellen kan wél helpen bij het verbeteren van zelfevaluaties
STRATEGIEËN EN TACTIEKEN VAN LEERKRACHTEN
Taalkeuze
Formatieve evaluatie werkt enkel bij taken die het doel beoogen en die een grote relevantie vertonen
Drie types van taken; alle drie nodig!
1. Taken die een situatie voorstellen die gelijkaardig is aan de bestudeerde2. Een typisch, maar niet identiek probleem voorstellen3. Een nieuw soort van probleem
Discourse
Heeft invloed op wijze van leren
Verwijst naar de kwaliteit van het gesprek (wijze van converseren)
Vragen stellen
Studenten leren meer uit hun eigen vragen ze leren nog meer door ze zelf te beantwoorden
Elementen (zelf vragen + beantwoorden)
1. Het promoveert verderdenken en zelfregulatie dankzij het opstellen van vragen
2. Peer-interactie helpt met opstellen (MAAR daar geen zekerheid dat er uit de vragen meer geleerd kan worden)
Gebruik van vragen
o Verkennen hoever de kennis van de studenten staat
o Vragen met uitleg
Gebruik van testen
Eén studie dat bevestigd dat frequent testen kan leiden tot verbeterd leren
Ongequoteerde testen minder impact dan gequoteerde, hoewel studenten wel aangeven dat ze meer ongequoteerde testen willen voor meerdere vakken
Veel leraren vrezen dat de creativiteit van de studenten slinkt bij frequent testen
Crooks; lagere verwachting gaan samen met frequent testen en hoge met minder frequent testen
Testen formatief? Situaties waarin géén formatieve evaluatie...
o Tests niet als feedback
o Als aanduiding van één grote summatieve test
Kwaliteit van de feedback
Feedback het effectiefst wanneer het stimuleerde om fouten te verbeteren door zinnige vragen te stellen
Formuleren van strategieën
SYSTEMEN
Algemene strategieën
Goede evaluatiefeedback wordt vermeld wanneer deze feedback deel is van een bredere strategie
Studies over beheersingsleren (mastery learning)
Gebruikt bij verschillen tussen leertijd van studenten (strategie voor binnenklasdifferentiatie)
Basisstof voor diegene die meer leertijd nodig hebben en extra stof voor diene die een lagere leertijd nodig hebben)
Begon bij Carroll
o Model; actieve leertijd (tijd die effectief geïnvesteerd is in leren) / benodigde leertijd (niet iedereen evenveel tijd nodig)
Formatieve evaluatie is een sleutelconcept
Er is geen concensus over het feit of mastery learning programma’s afhangen van het onderwerp
Meer effectief voor leerlingen die lager scoren
Alle effecten enkel op testen opgesteld door de leerkracht zelf en dus geen effecten op gestandaardiseerde testen vraag rijst; moet mastery learning getest worden door lkr zelf of door gestandaardiseerde test?
Relevantie van mastery learning
Samengevat; meer effectief voor...
o Testen opgesteld door de lkr
o Programma’s op de snelheid van de lkr en niet op die van de studenten
o Jongere studenten
Vijf aspecten van typische mastery learning
1. Studenten krijgen feedback
2. Feedback moet relevant zijn voor hun doel
3. Feedback moet snel gegeven worden
4. Feedback moet diagnostisch zijn
5. Studenten moeten mogelijkheid hebben tot discussie met hun leeftijdsgenoten om zo eventuele zwaktes te verbeteren
Modellen gebaseerd op evaluatie
Discourse reformeren door scaffolding toe te passen
Een basisidee van een onderwerp proberen te bereiken en na een tijd evalueren
Curriculum-based assessement
o Uitgebreid in de jaren 80o Focus van studies op identificatie van kinderen met sociale noden, maar methoden en
principes kunnen toegepast worden op alle soorten van educatieo Centrale kenmerken
1. Evaluatie moet de doelen reflecteren en moet zo ontworpen worden dat het bewijs van nood om te leren oproept
2. Formatieve evaluatie!3. Validiteit; duidelijk maken of onderwijsbeslissingen die genomen worden, wel
toepasbaar en juist zijn4. Focus ligt op individueel leren
Evaluatie gebaseerd op portfolio’so Studenten leren over zichzelf reflectereno Doordat leerkrachten helpen bij het evalueren en kiezen wat erin moet, gaan ze meer
zelfreflectie aanleren bij zichzelf
Summatieve onderzoeksmodellen
Frequent testen met een algemene basis van testen met het oog op de eind summatieve test
Geen bewijs dat er geen concensus is tussen formatieve en sumatieve testen
FEEDBACK
Nature van feedback
Negatief; effect is om de gap te vullen
Positief; effect is om de gap te vergroten
Kluger & DeNisi; “Feedback interventions are actions taken by an external agent to provide information regarding some aspects of one’s performance” spreken niet van zelfregulatie
Ramaprasad; “Feedback is information about the gap between the actual level and the reference level of a system parameter which is used to alter the gap in some way
Moderatoren die feedback interventions beïnvloeden (antwoorden op)
o Poging om standaardlevel te bereiken, antwoord op het bereiken van een duidelijk doel student heeft een hoge motivatie om het te bereiken en slaagt hier meestal ook in
o Standaardidee verlaten slaagsucces meestal laag
o Standaardidee veranderen; verhogen of verlagen
o Standaardidee ontkennen
Meta-taak processen
Meer focus op het individu dan op de taak zelf, heeft een negatieve impact op het resultaat
Orale feedback is beter dan schriftelijke feedback
Na positieve feedback vaak ook betere resultaten
Taakmotivatieprocessen
Tabel van zelfdeterminatie; zie verder
Feedback is effectiever als het elementen bevat van het juiste antwoord ipv simpelweg aan te duiden of het antwoord juist of fout is
Taak leren-processen
Feedback is minder effectief als er vele opdrachten na elkaar worden gegeven (cfr. teaching machines)
Scaffolding helpt bij het verderzetten van taken als ze vastgelopen zijn
Fouten aanduiden bij bepaalde strategieën is duidelijker dan alternatieve aan te bieden
UITZICHT VAN THEORIE EN TOEPASSING VAN FORMATIEVE EVALUATIE
Géén meta-analyse
Weinig samenhang en overlapping; als er wel is, zijn er te veel verschillen om te kunnen veralgemenen
Diepe verschillen; oppervlakking lijken ze op elkaar, maar er zijn grote verschillen tussen welke data ze hebben gebruikt en welke niet
Probleem; formatieve evaluatie is geen vaak gebruikte term
Er is te weinig duidelijkheid over het verschil tussen formatieve en summatieve evaluatie
Theoretische basis
Leeroriëntatie kan productief als die hetzelfde is als die van de lkr
Tittle’s conceptueel kader (dimensies)
o Belang van diegene die interpreteert en de gebruiker
o Effecten van onderwerp
o Epimistologie en theorieën
Aikenhead; paradigma’s
o Empirisch-analytisch
o Interpretatief
o Kritisch-theoretisch
Verwachtingen en sociale setting
Potentiele hints over het begrijpen door de studenten
o Veranderingen in gemoedstoestand
o Begrijpen van een concept
o Veranderingen aan een pattern
o Processen gebruiken in een andere context
o Kortere wegen gebruiken
o Vaardigheid om uit te leggen
o Vaardigheid om aandacht te kunnen focussen
ONTKOPPELEN VAN ONDERWIJZEN EN SUMMATIEF EVALUEREN (ELEN)INLEIDING TOT DE TEKST
Beslissingen over onderwijs beïnvloeden (on)rechtstreeks wat en hoe studenten leren geldt ook voor beslissingen die gaan over de evaluatie van studenten
Scouller; leerlingen stemmen hun leeractiviteiten af op aard van de examenvragen
Er moet een band zijn tussen het verzorgen van het onderwijs (aka onderwijzen) en het uitspreken van de eindbeoordeling
Voorbeelden van ontkoppeling
Frankrijk; baccalauréat
Letland; examens niet meer summatief afgenomen door leerkrachten
Scandinavische resultaten; apart inschrijven voor examens en onderwijs
Angelsaksische landen; external examiners
Principe van koppeling wordt in Vlaanderen nog niet volledig gevolgd
AANPAK
Ontkoppeling; summatieve evaluatie wordt uitgevoerd door iemand die niet bij het onderwijzen of begeleiden betrokken is sluit nauw overleg tussen begeleiders en evalueerders niet uit
ARGUMENTEN VOOR KOPPELING/ONTKOPPELING
Inhoudelijk en pragmatisch (organisatorisch, etc.)
Externe examinator moet voldoen aan twee voorwaarden
1. Examinator moet over nodige expertise beschikken
2. Volledige onafhankelijkheid t.a.v. het aangeboden onderwijs is aangewezen
Doelen
Ontkoppeling
o [ - ] Leerkrachten vrezen recht van doelen vastleggen te verliezen
Validiteit
Ontkoppeling
o [ + ] Zal zich sterker richten op doelen vd opleiding doelen
vormen uitgangspunt bij het ontwerpen en uitvoeren van de summatieve evaluatie
o [ + ] Goede begripsvaliditeit
o [ - ] Onvoldoende vertrouwdheid met feitelijk besproken inhouden
kan ervoor zorgen dat studenten te weinig de kans krijgen om te tonen wat ze geleerd hebben
o [ - ] Leerproces (en dus ook inzet en diepgang hiervan) kunnen
niet worden betrokken in de summatieve evaluatie
Koppeling
o [ + ] Goede inhoudsvaliditeit
Betrouwbaarheid
Een betrouwbare evaluatie impliceert dat de studenten de kans krijgen om te tonen wat ze kunnen/geleerd hebben
Ontkoppeling
o [ + ] Studenten kunnen vrijer spreken en inzichten duidelijk
maken; ze moet geen rekening houden met die van de onderwijzer/ondersteunende
o [ - ] Eerste indruk gaat een grote rol spelen
Transparantie
Ontkoppeling
o [ + ] Leidt tot kwaliteitszorg en optimalisering van het onderwijs;
er zijn grote garanties dat het bereiken van kerndoelen centraal staat en dat dit ook op een objectieve manier gebeurt
Relatie tussen lkr en lln
Ontkoppeling
o [ + ] Docent heeft slechts één rol; de studenten ondersteunen in
de pogingen om de doelen te realiseren bevorder lkr-lln relatie
o [ + ] Een grotere veilig gepercipieerde omgeving
o [ - ] Teaching-to-the-test, maar kan ook [ + ] zijn; grote aandacht
naar hoge-orde vaardigheden verrijking en verdieping van leerstof
o [ - ] Cassady; personen met faalangst of leerproblemen hebben
een houvast (dat dan de lkr is) nodig; onzekerheid kan zorgen voor slechtere resultaten
Koppeling
o [ + ] Lkr kan relatie opbouwen met lln meer ondersteuning
(door bv. formatieve evaluaties)
o [ + ] Brennan; lkr krijgen sneller evaluatie ze stellen zelf doelen
op en hebben dus eigen verwachting en kunnen uit de resultaten meteen analyseren of er niet te veel verwacht wordt
COGNITION AND LEARNING (GREENO, COLLINS & RESNICK)INLEIDING TOT TEKST
Onderwijs meer gericht op cognitief leren, waarbij individuele, sociale en omgevingsfactoren zorgen voor een theoretische en praktische verstandhouding
Elk perspectief is iets waar; ze bouwen conceptuele kaders op
Behaviorisme/empirisme
Kennen is een compilatie van associatie en componenten van vaardigheden leren is het proces om te bepalen wanneer associaties en vaardigheden opgenomen worden
Transfer komt voor als leerlingen iets kunnen toepassen in een andere situatie dan de situatie waarin ze het geleerd hebben
Soorten
o Associationisme; associaties tussen ideeën en leren zorgt voor nieuwe associaties
o Behaviorisme; kennen kan enkel uitgedrukt worden als connecties tussen stimulaties en responsen en leren is het versterken/verzwakken/vernietigen van deze connecties door bekrachtiging en straffen
o Connectionisme; kennis is connecties tussen neuronen
Cognitivisme/rationialisme
Nadruk op begrijpen van concepten en theorieën van verschillende onderwerpen
Nadruk op algemene cognitieve vaardigheden, zoals redeneren, plannen, probleemoplossen en begrijpen van taal
Soorten
o Gestalpsychologie; nadruk op gestructureerde manier van kennis en op het belang van inzicht in leren
o Constructivisme; focus op karakteriseren van de cognitieve groei van kinderen, zeker op conceptueel verstaan
o Symbolische informatie verwerken; focus op kenmerkende processen van taal, verstaan, redeneren en probleemoplossen
Situativisme/pragmatisch-sociohistorisch perspectief
Kennis wordt verdeeld tussen personen en hun omgeving
Focus op processen van interactie tussen personen, zowel persoonlijk als via technologische systemen
Soorten
o Ethnografie; studie van culturele praktijken en sociale interacties + studie over theorieën, sociolinguïstiek, antropologie en sociologie
o Logische psychologie; gedrag door fysieke interactie
o Situatietheorie; analyseert betekenis en actie als relationele systemen
Leren wordt aangepast aan systemen dat ze gebruiken en aan de omgeving waarin ze zich bevinden
Behaviorisme/empirisme
THEORIEËN OVER KENNEN
Stimulus-response associatie theorie
Assumptie dat gedrag moet verstaan worden als het antwoorden van het organisme op stimuli in de omgeving
Gigantische invloed op het ontwerpen van curricula
Parellel-gedistribueerd connectionisme
Kennis zijn patterns van activatie van elementen dat elkaar exhiberen of inhiberen Verschillende patterns in verschillende situaties
THEORIEËN OVER LEREN EN TRANSFER
Leren
Conditioneren van reflexen / versterken van S-R /associaties vormen Implicaties van studies
o Belangrijk dat studenten individueel opportuniteiten krijgen om antwoorden te geven op stimuli
o Effectief leren vereist voorbereiding waarbij de leerling georiënteerd wordt naar de algemene condities van leren
Transfer
Associaties in nieuwe situaties hangen af van associaties in vorige situaties
THEORIEËN OVER MOTIVATIE EN INZET
Extrinsieke motivatie
Biologisch; nood aan eten, water, lucht, slaap en het vermijden van pijn zijn de fundamentele motieven voor actie latere motieven (zoals attractie) worden ontwikkeld door associaties
Beslissingen maken; een uiting van het idee dat mensen dingen doen om extrinsiek beloond te worden (cfr. scholen)
Behavioristen introduceren termen van positieve en negatieve bekrachtiging Skinner; negatieve bekrachtiging is negatief voor leren, aangezien ze antwoorden onderdrukken en personen ontmoedigen om te participeren als ze gestraft worden
Motivatie is centraal voor leren
LEEROMGEVINGEN OPSTELLEN
Georganiseerd met het doel op het verkrijgen van een maximum accumulatie van georganiseerde kennis en procedurele kennis
Traditonele klasleersituaties zijn zo ontwikkeld dat ze verwerven van routine vaardighedenondersteunen
Routines van activiteit voor effectieve transmissie van kennis
Leraar moeten het zo organiseren dat leerlingen het juiste materiaal gebruiken om te leren Vragen van studenten worden amper gebruikt om leeractiviteiten te organiseren; ze gelden enkel
voor eigen informatie
Duidelijke doelen, feedback en bekrachtiging
Bekrachtiging is zeer belangrijk discussie over wat bekrachtiging is Straffen kan negatieve reacties oproepen minder motivatie Er zijn meer goede antwoord als er geen irrelevante stimuli in de test zitten
Individualisatie van technologieën
Leraren kunnen technologieën aanbieden Computersystemen (teaching machines) kunnen voordelen hebben
CURRICULA FORMULEREN
Taak van de leerling is het begrijpen van de connecties die de analyse van het onderwerp weergeeft
Component-to compositeskills
Onderwijzen begint met een training in procedures, feiten en vocabularium, gevolgd door presentaties van het materiaal in meer complexe settings
Wijd gebruikt in ontwerpen van technische training
AUTHENTIEKE EVALUATIES OPSTELLEN
Evaluatie van kenniscomponenten
Testen moeten ontwikkeld worden in samenwerking met experten Moeilijkheid van items wordt bepaald door combinatie van de beoordeling van experten en
empirische gegevens
Cognitivisme/rationalisme
THEORIEËN OVER KENNEN
Kennen is structuren van informatie en processen opstellen waardoor er concepten kunnen opgesteld worden
Algemene schemata voor begrijpen en redeneren
Piaget; nadruk op conceptuele ontwikkelingen bij kinderen grote invloed op educationele praktijk
Conceptueel begrijpen
Hoe ouder, hoe meer conceptueel begrijpen kennisstructuren transformeren
Misconcepties; conceptuele misverstanden
Lezen en schrijven
Lezen wordt gezien als een combinatie van vaardigheden om info te coderen van tekst in mentale structuren
Probleemoplossen en redeneren
Productiesysteem; elke component (onderwerp) van kennis wordt gezien als een conditie dat gepaard gaat met actie
Mentale modellen; simulatie van evenementen eerder dan beschrijving ervan
Algemene en specifieke strategieën en competenties
Weak methods; algemene vaardigheden
Strong methods; specifieke vaardigheden
Metacognitieve processen
Metacognitieve processen onderscheiden geavanceerde kinderen van mindergeavanceerde kinderen
Epimistologische geloof van studenten
Leeractiviteiten worden beïnvloed door dat geloof
Ervaringen beïnvloeden de geachte leercapaciteiten van studenten
THEORIEËN OVER EN LEREN EN TRANSFER
Conceptueel leren
Constructivisme; begrijpen is het gevolg van een actief proces van constructie (>< passieve ophoping van informatie)
Kan gebeuren via computerprogramma’s
Bij sprake van misconcepties, is het goed om de student te confronteren met contradictorische bewijzen
Probleemoplossings respresentaties en procedures
Probleemoplossen gebeurt via procedures dat informatie over het probleem presenteert, doelen opstelt en symbolische informatie omzetten om het hoofdprobleem op te lossen
Transfer
Wanneer er een abstracte mentale representatie ontstaat in de vorm van een schema
Onderzoek wijst uit dat er vaak geen transfer is
INTRISTIEKE MOTIVATIE
Motivatie binnen de persoon; combinatie van de persoon zelf en de organisatie van informatie
Elke individu heeft een andere motivatie
LEEROMGEVINGEN OPSTELLEN
Interactieve omgevingen voor constructie van begrijpen
Interacties met materiaalsystemen en concepten in het domein dat begrepen moet worden
Om succesvol te zijn, moet een leeromgeving reproductief zijn
Interactieve computerprogramma’s kunnen activiteiten ondersteunen als studenten concepten leren door de simulaties te observeren en manipuleren
FORMULEREN VAN CURRICULA
Sequenties van conceptuele ontwikkeling
Psychologen moeten samenwerken met wetenschappers
Metacognitief denken speelt een zéér belangrijke rol
Metacognitieve vaardigheden kunnen niet aangeleerd worden wat aangeleerd wordt, wordt niet onthouden
Expertenkennis moet ontwikkeld worden door activiteiten en ervaringen
AUTHENTIEKE EVALUATIE CONSTRUEREN
Evaluatie van uitgebreide prestatie
Evaluatie gericht op het weten van de studenten en redeneren in het oplossen van taken
Positieve feedback over variëteiten van excellentie
Situativisme/pragmatisch-sociohistorisch perspectief
THEORIEËN OVER KENNEN
Participatie in praktijken van de samenleving
Collectieve knowing >< individual knowing Praktijken van een samenleving zorgen voor het vergemakkelijken en inhiberen van motieven Denken is gesitueerd is een bepaalde context van intenties, sociale partners en hulpmiddelen Weten hoe te participeren in sociale praktijken speelt een belangrijke rol in alle aspecten van het
leren van een student binnen én buiten de school
Vaardigheden voor de interactie met fysieke omgevingen
THEORIEËN OVER LEREN EN TRANSFER
Leren
Systemen waarin individuelen participeren in sociale praktijken zijn zeer veelvoorkomend Apprenticeship wordt geïnitieerd in verschillende groepen dit is succesvol wanneer meesters
aan leerlingen tonen hoe het moet Belangrijke element van educationele reform is het feit dat studenten meer moeten participeren
in leerrijke omgevingen
Transfer
Moeilijk te bepalen Betekent het transfer binnen de samenleving of buiten? veel van de hulpmiddelen en
praktijken binnen een samenleving komen niet overeen met die van een andere
GEËNGAGEERDE PARTICIPATIE
Engagement waarbij personen die relaties hebben met de student meedoen, hebben een grote impact
Leersituaties presenteren verschillende opportuniteiten voor participatie voor verschillende personen
Effectief leren betekent sterk geëngageerd zijn in actitviteiten die overeenkomen met interesten van de lerende
LEEROMGEVINGEN OPSTELLEN
Praktijken en kennis dat ze vergaren in de klas kan misschien niet geapprecieerd worden door de samenleving
Participatieomgevingen in sociale praktijken van onderzoek en leren
Sociale en materiale aspecten van leeromgevingen spelen een belangrijke rol bij het leren Leren in klasverband kan zo georganiseerd worden dat studenten geleerd worden om hun ideeën
en oplossingen uit te leggen beter dan simpelweg aan te duiden of het antwoord juist of fout is Omgeving voor afstandsdiscussies worden mogelijk door de evolutie van computers en internet
Ondersteuning voor ontwikkeling van identiteiten
Individuen definiëren hun rollen in leerinstituten, deels gebaseerd op relaties tussen die instituten en samenlevingen waarin ze participeren
Programma’s kunnen helpen als ze rekening houden met de sociale omgevingen
CURRICULA FORMULEREN
Ontwikkelen van disciplinaire praktijken
Curriculum kan zo ontwikkeld worden dat studenten het onderwerp appreciëren
Praktijken van formuleren en oplossen van realistische problemen
AUTHENTIEKE EVALUATIE CONSTRUEREN
Participatie evalueren in onderzoek en sociale praktijken
Evaluatie moet gebaseerd worden op observatie van individuelen en groepen in hun activiteiten
Evalueren van studentenparticipatie
Evaluatiesystemen opstellen
Zelfdeterminatie / motivatie
Vb. Waarom let ik op in de klas? Omdat ik wil tonen dat ik een goede leerling ben!
1. Externe regulatie
2. Geïntrojecteerde regulatie
3. Geïdentificeerde regulatie
4. Geïntegreerde regulatie