UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo...

206
UIT DEN SCHAT DES WOORDS WERKEN VAN J. C. SIKKEL, IN LEVEN DIENAAR DES WOORDS TE AMSTERDAM XVIII VAKORGANISATIE EN VRIJMAKING VAN DEN ARBEID

Transcript of UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo...

Page 1: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

UIT DEN SCHATDES WOORDS

WERKEN VAN

J. C. SIKKEL,IN LEVEN DIENAAR DES WOORDS TE AMSTERDAM

XVIII

VAKORGANISATIEEN VRIJMAKING VAN DEN ARBEID

Page 2: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

Vakorganisatienaar Christelijke beginselen

en

Vrijmaking van den arbeidDOOR

J. C. SIKKEL,IN LEVEN DIENAAR DES WOORDS TE AMSTERDAM

TWEEDE DRUK

UITGAVE J. C. SIKKEL-FONDS - 1928A. VERLEUR - HAARLEM

Page 3: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

^ i II + , IJ PI N ^ .

Page 4: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

VAKORGANISATIE

NAAR

CHRISTELIJKE BEGINSELEN

Page 5: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

Gelijk ik verwachtte, nam het belangr ijk debat, dat het Referaatvan P r o f. D r. H. B a v i n c k op den Landdag van „Boäz""opwekte, een groot stuk van den dag in beslag, zoodat de namiddagreeds voor een goed deel verbruikt was, eer het onderwerp, doorm ij in te leiden, aan de orde kon komen. De bescheidenheid, maarook het verlangen, dat de tijd voor debat na mijn inleiding nietontbreken zou, verplichtten m ij tot bekorting, zoodat ik van eenigehistorische inleiding zoo goed als geheel moest afzien en mij inhoofdzaak bepalen moest tot mededeeling van een kettingreeks vanStellingen, waarin ik mijn gevoelen op drie punten, die het vraag-stuk der Vakorganisatie betreffen, als in een geraamte, dat hetbeeld mijner gedachte kon doen kennen, samentrok.

Die Stellingen zijn sedert door m ij gepubliceerd; maar ook na diepubliceering bleek het noodig, het toelichtend woord over het vraag-stuk in zijn geheel, dat in Boaz' vergadering slechts op een enkelpunt bij de repliek gegeven kon worden, niet aan het publiekeoordeel der broederen, te onttrekken.

Het broederlijk oordeel over mijn Stellingen was hier waardee-rend, daar welwillend, bij een enkele minder welwillend, zelfs metmiskenning van mijn sympathiën, waaraan ik toch niet thans voorhet eerst publieke uiting gaf. Mogelijk dat dit oordeel zich bijkennisneming van bijgaand geschrift nog eenigszins corrigeert.

Het is mij echter om het oordeel over mijn woord of persoonniet te doen. Zeer verheug ik mij reeds over het feit, dat doorBoàz' vergadering, en immers mee door mijn Stellingen, het vraag-stuk der Vakorganisatie onder de broederen ernstig aan de ordevan overweging en bespreking is. Moge dit geschrift die over-weging en bespreking nog bevorderen en zoo medewerken totoplossing van het vraagstuk der Vakorganisatie naar Christelijkebeginselen.

De Stellingen van 17 Juni geef ik hierbij.J. C. SIKKEL

Amsterdam, Juli 1903.

1111,14 0ilU . 111144

Page 6: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

I.

DE VERNIETIGDE VAKORGANISATIE.

De Révolutie schafte aan het eind der 18de eeuw de Gilden af,ook in ons vaderland, en vernietigde daardoor met één slag desinds eeuwen bestaande Vakorganisaties, zonder er iets betersvoor in de plaats te geven.

Zeker, de Gilden handhaafden een drukkend monopolie, waar-door slechts als Meester in een Bedrijf kon optreden, wie tengenoegen van de Overheden van eenig Gild of van een bijzondercollege van Proefmeesters of Proefvrouwen zijn Meesterproefgeleverd had. Onrechtvaardigheden, persoonlijke begunstiging oftegenwerking, waren hierbij niet uitgesloten, waar een mindernobele regentengeest ook in de Gilden den toon aangaf. Maar ditverschijnsel was niet een noodzakelijk gevolg van het Gildewezen.Het hing samen met het peil van moraliteit, dat de verhoudingenin het gemeenschapsleven vooral in de 18de eeuw kenmerkte, enwaardoor de opkomende drang naar vrijheid en recht, naar meergelijkheid en gemeenschap, die de minder bevoorrechte standenaangreep, door de meer bevoorrechte werd miskend en weerstaan,ook wel door misbruik van macht.

Reformatie ware ook voor de Vakorganisaties, gelijk die in deGilden bestonden, mogelijk geweest, evengoed als zoodanigereformatie in de verhouding tusschen Overheid en volk ook naarChristelijke beginselen kan worden geprezen in den constitutio-neelen regeeringsvorm en het kiesrecht, die na de Revolutie in eerekwamen. In den eed van Overlieden en Proefmeesters, in hun ver-antwoordelijkheid aan de Overheid, in hun verkiezing door deGildebroeders, in den eisch, dat zij op hun beurt zouden aftredenzonder aanstonds herkiesbaar te zijn, lagen zooveel elementen, die

Page 7: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

4 DE VERNIETIGDE VAKORGANISATIE

tot reformatie der Vakorganisaties konden dienen.Er is hier toch een recht, dat te handhaven en te waarborgen is;

een recht van de bekwaamheid en het eerlijk Bedrijf tegenoveronbekwaamheid en zwendelarij; een recht van den Patroon, maarook een recht van ieder man in zijn arbeid, in zijn Vak, om meete oordeelen over zijn eigen recht en Vak, en om naar zijn talentdoor ijver en trouw naar de beste positie in zijn Vak te kunnenstaan en die te kunnen innemen. Er is hier een gemeenschap vanleven in arbeid en belangen, waarvoor behoorlijke rechtspraak enbehoorlijke verantwoording der leidende personen door de Over-heid naar haar goddelijke roeping bij de Wet te waarborgen is.Hier voegt een regeling met eerbiediging van de „Souvereiniteitin eigen kring", en naar die zuivere beginselen, waarvan het Cal-vinisme de eere draagt; naar die ware democratische beginselen,die, omdat ze Christelijk zijn, het volle gemeenschapsleven tot zijnrecht laten komen, door de goddelijke ordinantiën met betrekkingtot de verscheidenheid van gaven en roeping en rechten tehuldigen, maar door tegelijk ook te huldigen de even goddelijkeordinantiën aangaande het recht van eiken mensch Gods in demenschelijke gemeenschap, en aangaande de werking van ieder

deel in zijn maat.De verantwoordelijkheid der Overlieden en Proefmeesters tegen-

over het Gild ware naar zuivere beginselen te regelen geweest.Het stemrecht, dat in het Gild alleen den Meesters als Gilde-broeders was toegekend, had ook voor de Gezellen geregeldkunnen worden, zij het in dien zin, dat een evenredig getal uit hunmidden voor het Gildenstemrecht, althans voor de zaken, die medehun belang en hun recht in Bedrijf en Vak raakten, door de Ge-zellen verkozen werden. Ook de voorwaarden, waarop iemand,wie hij ook ware, tot de proef voor Meester of Gezel kon toegelatenworden, waren zonder schending van eenig recht of menschelijk-heid vast te stellen. En een Vakgerecht, een gerecht over dequaesties tusschen Patroons en Gezellen, een gerecht ook over dequaesties tusschen de Bedrijven en de Vakken, ware in het volle

licht, dat voor geknoei geen blijvende plaats laat, in te richten ge-weest. Zoo waren de Vakken gereformeerd, maar georganiseerd

'U1:114111e=11

Page 8: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE VERNIETIGDE VAKORGANISATIE 5

gebleven, onder keur en recht, waaraan Patroons en Gezellen,waaraan de afzonderlijke Bedrijven en Vakken, ter wille juist vanieders vrijheid en recht, behoefte hebben. Het leerlingenstelselware dan door het georganiseerde Vak onder leiding van den Vak-raad tot rijpe ontwikkeling gekomen. De Gezel had in zijn diplomade eere gehad van zijn bekwaamheid. De bekwaamheid der Werk-lieden ware door de zorg van den Vakraad toegenomen. Het Vakzou zich ontwikkelen naar den eisch en drang der tijden, onder dewacht van zijn wettige Vertegenwoordiging. Prijzen der arbeids-produkten en arbeidsloon naar verdienste zouden aan de willekeurworden ontrukt en door den Vakraad, waar elk rechthebbende zijnVertegenwoordiger had, worden beoordeeld. Arbeidsvoorwaarden,hulp bij ongevallen, steun in krankheid, en het brood voor denouden dag zouden in overeenstemming met ieders recht kunnenvaststaan. De keur der Vakorganisatie zou in alle richtingen werkentot sterking en zuiverhouding der menschelijke gemeenschap in denarbeid zelf. Leerling of Gezel, Meesterknecht en Meester, Proef-meester en Overman, zouden hun recht hebben en hun eer doorhet oordeel, de keur, van de Vakgemeenschap. Geen arbeids-produkt van eenig Patroon zou de keur van het Vak missen; en deverbruikers zouden daarmee den rechtmatigen waarborg hebben,dat zij voor hun goede geld ook goede waar en goed werk krijgen.

Ook dit laatste. Geen hooger of lager onderwijs mag gegevenworden zonder keur der Vakmannen; geen geld of goud magzonder keur uitgaan; geen geneeskunst of rechtspraktijk magzonder keur geoefend worden; geen prediking van Gods Woordmag de wacht en de keur der Kerk en hare voorgangers missen;waarom zou de menschelijke gemeenschap, wat zoo velerlei arbeidaangaat, dan zonder waarborg, waarop zij recht heeft, gelatenmoeten worden, en welke waarborg voegt hier dan de keur van dengeorganiseerden Vakarbeid zelf onder de Wet der Overheid?

Reformatie der bestaande Vakorganisaties, der Gilden, had totgoede rechtsverhouding der Vakken in het maatschappelijke ennationale leven kunnen leiden; aan dat maatschappelijk leven zijnrecht tegenover den arbeid kunnen waarborgen; de Vakgemeen-schappen kunnen veredelen en verheffen; het Patroonschap schoon

Page 9: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

6 DE VERNIETIGDE VAKORGANISATIE

en normaal kunnen doen werken; en aan allen man in zijn Vakhet pad van zijn recht, het pad van zijn vrijheid in zijn Vak kunneneffenen, waardoor hij in zijn vakgemeenschap zichzelf kon ont-plooien, zijn positie kon helpen verbeteren, en zoo, wat den arbeidaangaat, tot zijn eer en zijn geluk kon komen.

De Revolutie echter heeft deze Vakorganisaties in naam der„Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap" met één slag vernietigd.Zij heeft daarmee aan ieder burger, hij ware te voren Meester ofGezel, vreemdeling of inwoner, bekwaam of onbekwaam, het rechtgegeven, om in elk Vak als Bedrijfsondernemer, als Patroon opte treden. Maar zij heeft daarmee aan alle rechtsordening en aanalle rechtsbedeeling op het gebied van den handenarbeid een eindegemaakt; alle Vakken uiteengerukt; alle banden van organisatietusschen de Bedrijven gebroken; een teugellooze concurrentie vanden degelijken arbeid tegen prulwerk en zwendelarij in het levengeroepen; de banden tusschen Patroons en Werklieden verscheurd;een rechtelooze positie voor den Werkman geschapen; alle regel-matige vakopleiding en vakontwikkeling verstoord; — en dendroom van recht, van macht, van rijkdom en weelde, dien zij doorhaar koortsvuur vooral ook in den „vierden stand" gewekt heeft,heeft zij niet verwerkelijkt.

Zijn nu sedert de oogen geopend en de handen van Meestersen Gezellen, — om nog eens de oude, niet meer rechtens geldende,namen te gebruiken, nu immers allen gelijk zijn! — zijn nu sederthun handen ineengeslagen, om te komen tot een georganiseerdgemeenschapsleven in den arbeid en tot wederoprichting derrechtsverhoudingen in goede Vakorganisaties naar de beginselen,die tegen. de Revolutie, maar naar den eisch der Reformatie zijn?

Helaas! hier valt te klagen!De groote beweging op arbeidsgebied gaat niet tegen de Revo-

lutie en haar bedrijf in; zij is veeleer de consequentie der Revolutie.Het heillooze spoor der Revolutie is noch door de Patroons, nochdoor de Werklieden, voor zooveel het den arbeid geldt, verlaten;

'11I o l li 1, 1 .1 , 41

Page 10: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE VERNIETIGDE VAKORGANISATIE 7

integendeel, de arbeidsbeweging volhardt in dit spoor, en zij leidtdaardoor niet tot organisatie in eenig Vak, maar zet de desorgani-satie voort en voltooit die.

De opheffing der Gilden, waardoor de Bedrijven werden losge-maakt van den Vakband, gaf aan ieder vrijheid, om in elk Bedrijfals Ondernemer op te treden en daarin naar eigen oordeel tehandelen, te worstelen in vrije concurrentie. De soliditeit in Bedrijfen Vak leed daardoor ernstig schade. De solidariteit, die naar deneisch der naastenliefde ook op arbeidsgebied de eer der mensche-lijke gemeenschap is, werd door ieders worsteling voor eigen be-lang almeer op den achtergrond gedrongen. Het recht van densterkste heerschte. Energieke geesten werkten zich ja zonder teugelin de hoogte, maar ten koste der zwakkeren en kleineren. In ver-band met de uitvindingen van den nieuwen tijd, de ontwikkelingvan het machinewezen en de verdeeling van den arbeid, vertradalmeer het Grootbedrijf het Kleinbedrijf. Het Kapitaal maaktezich bij toeneming van den arbeid meester. Het getal der „onaf-hankelijken", die door geld en gewonnen positie over den arbeidbeschikten, werd immer kleiner; dat der afhankelijken werd steedsgrooter. Het Vak bestaat niet meer als Organisatie. Een Bedrijf,dat in zwakker conditie verkeert, vindt in het georganiseerde Vakgeen bescherming en steun meer; het kan zich door het Groot-bedrijf, door het Bedrijf met kapitaalmacht, slechts omver latenloopen. Immer meerderen worden dienstbaar; en het gevaar is nietuitgesloten, dat almeer allen dienstbaar worden, dienstbaar aan hetGrootkapitaal, dat heel den arbeid knechten kan. Daarbij missende afhankelijken elke rechtspositie op arbeidsterrein; zij hebbenvan het Bedrijf, waarin ze dienstbaar zijn, geen beroep op eenVakorganisatie, wijl deze niet bestaat; en in hun Bedrijf ontbreektveelal de ordening, die regelmatige bepleiting en handhaving vanhun recht mogelijk maakt. Zij zijn rechteloos op arbeidsterrein,waar niet slechts alle rechtsorganisatie voor hun Vak en voor hetBedrijf, waarin zij dienstbaar zijn, ontbreekt, maar ook alle Con-tract, waardoor zij op het gewone recht der Overheid zich be-roepen kunnen, vaak wordt gemist. Of slechts de wet, die hetheerschende Kapitaal oplegt, en die dan zonder eenige inspraak,

Page 11: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

8 DE VERNIETIGDE VAKORGANISATIE

zonder vertegenwoordiging of overlegging van de zijde der man-nen, die in het Bedrijf samenwerken, door de kapitalistische Onder-neming wordt opgesteld en opgelegd, mag voor Contract gelden;— een Contract, dat eigenlijk de voorwaarde is, waarop de Onder-neming hun het werken voor hun brood toestaat en waaronder zijhun loon bepaalt, maar dat alle recht in het Bedrijf, waarin zewerken, voor schier allen die in dat Bedrijf samenwerken, uitsluit,hun positie slechts tijdelijk maakt, en hen bij het afloopen vanden termijn doet uitgaan, gelijk ze zijn ingekomen, als mannen nietslechts zonder Vak (want een georganiseerd Vak bestaat nietmeer), maar ook zonder Bedrijf en daarmee zonder werk, zonderbrood. Heel de Vakorganisatie van weleer dreigt plaats te makenvoor de Kapitaalheerschappij, die zich door enkele energiekegeesten van de Bedrijven zoekt meester te maken en ze steeds meerin het Grootbedrijf te concentreeren, en die haar ijzeren wet zonderinspraak der mannen, die arbeiden, aan allen, die in de Bedrijvendienstbaar zijn, voor de dagen van hun kracht wil opleggen, omhen daarna weer buiten het hek van Bedrijf en Vak en Arbeidte sluiten.

Het is allerminst te verwonderen, — wijl immers van de zijdeder Bedrijfsondernemers, ook waar deze den schoonen naam vanPatroon blijven voeren, (enkele goeden niet te na gesproken, wiereere wij allerminst willen verkorten!) alle initiatief ontbrak, om toteen heusche Vakorganisatie te komen, of ook in hun Bedrijf derechtspositie der mannen, die met hen in gemeenschap werken, teregelen, -- dat daar in de steeds breeder schare der afhankelijken,die zonder Vakorganisatie en zonder rechtspositie in hun Bedrijfwerkten, weerstand opkwam tegen de kapitaalmacht, waardoor zedreigden onder te gaan. Het recht van vereeniging, door de lands-wet erkend en gewaarborgd, kwam hun te hulp en werd het koord,dat zij aangrepen, om zich te sterken; een weldaad Gods in dennood der revolutietijden. Werkliedenvereenigingen kwamen op;en in die Werkliedenvereenigingen, — het is hun eere! — is hetdenkbeeld van organisatie van den arbeid en van Vakorganisatieweer uitgesproken, bepleit en aangegrepen.

Wij moeten echter, juist ter wille der noodzakelijke Vakorgani-

^ 1ll J nn gl ?,.0

IHI R:/II

Page 12: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE VERNIETIGDE VAKORGANISATIE 9

satie naar goddelijke ordinantie, opkomen tegen wat bij toenemingin de kringen der Werklieden, en ook buiten die kringen, onderVakorganisatie wordt verstaan en als Vakorganisatie in praktijkgebracht wordt. De stoot, de benaming en de praktijk zijn hier vanniet-Christelijke zijde gegeven, en naar ons oordeel van Christelijkezijde niet genoegzaam grondig beoordeeld en gecorrigeerd. Gevolgdaarvan zou een „Christelijke" beweging kunnen zijn, die een zoo-genaamde Vakorganisatie dreef; een beweging uit revolutionnaireonchristelijke beginselen, onder Christelijken naam, ten bate vanden antichristelijken geest, in schending der goddelijke ordinantiën.Onze Christenmannen zouden daardoor zich bezondigen; hetWoord Gods weerstaan; den Christus doen lasteren; hun zielenverderven. Zij zouden zich bovendien voeden met een illusie, waarze Gods ordinantiën verzaakten; geen Vakorganisatie zouden zijverkrijgen, maar slechts voortgaande verderving en vernietigingvan de gemeenschap in Bedrijf en Vak, en daardoor steeds grooteruiteenrukking van de organische Bedrijfs- en Vakgemeenschap,waardoor alleen organiseering mogelijk is. Zij zouden, in stee vanVakorganisatie te verkrijgen of te bevorderen, die organisatie inverdenking en verachting brengen, haar bestrijders opwekken, ver-meerderen, en tegen zich in het harnas jagen. Zij zouden daarmeeook den broederband, die Patroons en Werklieden als Christenenverbindt, schenden, en een vuur aansteken in heel de Christelijkegemeenschap.

Werkliedenvereenigingen zijn niet te veroordeelen; ChristelijkeWerkliedenvereenigingen zijn nodig; aaneensluiting van Chris-tenwerklieden in Vereenigingen is gewenscht en in der tijden noodChristenplicht; Vakvereenigingen van Werklieden, ChristelijkeVakvereenigingen van Werklieden, zijn tot voorbereiding voorVakorganisatie een aangewezen middel; — maar Vakorganisatieis dit alles niet; en waar de Werkliedenvereenigingen heusch Vak-organisaties willen zijn, daar moeten ze noodzakelijk het anti-christelijk spoor kiezen, dat Gods ordinantiën weerstaat; daargeven ze aan de Werklieden asch voor spijze; daar maken ze wareVakorganisatie onmogelijk.

Wij, Christenen, allen voor één, moeten voor ware Vakorgani-

Page 13: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

10 DE ZOOGENAAMDE VAKORGANISATIE

seering pleiten en arbeiden; niet alleen de Werklieden, neen, nietminder, ja allereerst en allermeest, de Patroons; en heel de Chris-telijke gemeenschap. Om Gods wil en ter wille van Gods men-schen; om den arbeid en om de menschheid. Daartoe moet echterons oordeel over de tegenwoordige zoogenaamde Vakorganisatievaststaan . ; en naar Christelijke praktijk, in samenwerking aller-eerst van Patroons en Werklieden, en van de Patroons met huneigen werklieden, moeten wij voor de heusche organiseering in denarbeid, van Bedrijf en Vak, de banier opheffen en den weg wijzen;en alom Patroons en Werklieden oproepen. Wij, Christenen,moeten in den Dienst van Gods Woord, in de School en hetgeschrift der Wetenschap, in de Pers en voor den troon onzerKoningin, pleiten voor de ware Bedrijfs- en Vakorganisatie, voorde rechtmatige en rechtvaardige organiseering van den arbeid; —en we moeten de hand aan den ploeg slaan, om die rechtvaardigeorganisatie in den weg der goddelijke ordinantiën in het leven teroepen.

II.

DE ZOOGENAAMDE VAKORGANISATIE.

Dat de kapitalistische centraliseering en exploiteering van denarbeid op den naam van Vakorganiseering geen aanspraak kanmaken, erkent ieder. Zij kent slechts verdeeling van den arbeid;een huren. van de werkkrachten, die zij voor verschillende tijdenbehoeft; dienstbaarheid onder haar instructie; en een ver-laten van haar erf door de werkkrachten, die zij niet langer kangebruiken. Zij erkent in Bedrijf en Vak geen georganiseerde ge-meenschap, dan die der Compagnons, Vennooten, Aandeelhoudersof Trustleden.

Op den naam van Vakorganisatie leggen echter de Werklieden-vereenigingen beslag, meer bepaald de Vakvereenigingen vanWerklieden.

NIId14 NI 4.11

Page 14: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE ZOOGENAAMDE VAKORGANISATIE I1

Ware hier nu geen misverstand mogelijk, was hier geen valschrevolutionair beginsel in het spel, de naam ware met een kleinetoelichting te dulden; hoewel ook dan nog die naam oorzaak zouzijn, dat het ijveren voor ware Vakorganisatie achterwege bleef ofonderdrukt werd, omdat men den waan zou sterken, dat de Werk-liedenvereeniging reeds de Vakorganisatie is. Maar die naam isniet zoo onschuldig; die naam vertegenwoordigt een gedachte, eenbeginsel, een stuk historie, een praktijk. En het is daarom, dat wijer voor pleiten, om als Christenen tegen dien naam te protesteeren;onze Christenwerklieden het gebruik van dien naam voor hun Vak-vereenigingen te ontraden; van dien naam en van de praktijk aandien naam verbonden afstand te doen; en van Christelijke zijde deVakwerkliedenvereenigingen met de Christelijke Werkliedenver-eeniging Patrimonium in haar geheel en met de Christelijke Pa-troons en Patroonsvereeniging tot overlegging en samenwerking tebewegen, om tot bepaling van de ware maar niet bestaande Vak-organisatie te komen, en zoodanige ware organisatie onder hetpublieke oordeel en tot een begin van uitwerking te brengen.

De geest, die aan de Vakwerkliedenvereenigingen den naam van„Vakorganisaties" en de dienovereenkomstige praktijk heeft ge-geven en opgedrongen, is dezelfde, die het kapitalistisch exploi-teeren van den arbeid heeft uitgevonden; het is de geest der Revo-lutie, die Gods ordinantiën veracht en die daarom het organismein het menschelijke leven en in den menschelijken arbeid miskent.

De Christus, Gods Gezalfde, draagt dáárom den eenigen Naam,die behoudenis voor het creatuurlijke leven, ook voor het natuur-lijke leven, onder den hemel verkondigt, omdat Hij die behoudenisalleen zocht in den weg Gods, in den weg van Gods ordinantie,in den weg van Gods werk en van Zijn wil en Wet. En het WoordGods is dáárom het licht des levens, omdat het ons Gods weg enwerk doet kennen, opdat wij daarnaar onze voeten zouden richten.Eerbiediging van de banden en verhoudingen, die de Heere inZijn wereld, in alle leven en levensgemeenschap wil en werkt, isdaarom voorwaarde voor alle Godegevallig en vruchtbaar pogen.

Hier is de geest der Revolutie, de geest der eeuw, in opstandtegen God en zijn Christus. Deze geest kent slechts de wereld en

Page 15: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

12 DE ZOOGENAAMDE VAKORGANISATIE

niet God; de stof en niet Gods kracht; cellen, die zich groepeeren,maar die gelijke zelfwerkende cellen zijn; één materie, maar geenGeest Gods, die op en naar zijn Woord een veelvoudigheid vanschepselen, krachten, gaven, talenten, werkingen doet opkomen,die Hij uitdeelt, gelijk Hij wil, en die Hij in deze uitdeeling totsaamhoorigheid, tot samenwerking, tot geordende samenwerking,een ieder deel in zijn maat, in staat stelt en verplicht.

De stof is de door God geschapen voorwaarde voor alle crea-tuurlijk zijn op aarde, voor alle leven, voor allen arbeid, de stof,de stoffelijke kracht, het materiëele getal; en de beteekenis vandie stof, van die stoffelijke kracht en van dat getal is groot. Maarmeer dan die stof is de geest; meer dan de stoffelijke is de geeste-lijke kracht; meer dan de stoffelijke is de geestelijke rijkdom; meerdan de gemeenschap van gelijke stoffelijke krachten is de gemeen-schap van ongelijke krachten en gaven in geestelijken band enverhouding, de gemeenschap die wij ons leven noemen, en de ge-meenschap die het menschelijke leven heet, het menschelijke ge-meenschapsleven. Neen, de materie, de materiëele kracht, bepaaltniet het levensrecht, de macht, de ordening; gezag, macht, recht,hangen niet af van gewicht, van getal, van materiëel arbeids-vermogen. Een os kan uw kind vertrappen, nochtans is die osniet meer dan uw kind; een steen kan uw hart doen stilstaan,nochtans is die steen niet meer dan uw hart; uw voeten zijnzwaarder, maar niet meer dan uw vingers; zij bewegen uw lichaamen kunnen u alle mogelijkheid, om uw plaats in te nemen, weigeren,nochtans zijn ze niet meer dan uw tong, uw oog, uw hersenen;niet de materiëel meerdere, de grootere in materiëele kracht engetal, is de meeste; — dan waren de sjouwerlieden de hoogstaandearbeidskrachten; dan bukke onze edele Vorstin voor den woeste-ling in de straat; — dan is Babel meer dan Jeruzalem; dan is debende in Gethsemane meer dan de Christus; dan heeft Gods Volkhet tegen de wereld verloren. Dan zijn de moordenaars en de geld-wolven de meesten. Zeker, ook de Mammondienst, de kapitaal-heerschappij, exploiteert den geest in dienst van het stof, — maaronder hetzelfde oordeel valt de aanmatiging, om de wereld op teeischen voor den handenarbeider, voor de materiëele arbeidskracht,

gl^ J Hi NI 44

^^ Ii ^ iI1Nk11 *

Page 16: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE ZOOGENAAMDE VAKORGANISATIE 13

die alle stof bewerkt en alle productie tot stand brengt; onder het-zelfde oordeel valt de aanspraak, die de productiemiddelen, hetBedrijf, het Vak, heel de Industrie, opvordert voor de Werk-lieden, voor de handen en vuisten, die het product uit de stof op-brengen. Voor de Werklieden, zoo roept men, is de wereld; voorhen alleen; zij zijn de scheppers en eigenaars van alle goed. Geenmacht heeft dan ook bestaansrecht dan de hunne alleen; zij moetenzitten in Raden en Staten, op den Regeeringszetel en in deRechtbank. En hun regeeren moet zijn, in naam van den materiëelenarbeid aan elk, als gelijke arbeidskracht, de taak in den verdeeldenarbeid aan te wijzen, waarvoor hij met allen een gelijk deel in hetarbeidsproduct, in al het wereldsch goed, zal ontvangen.

Deze geest is het, die den oorlog verklaart aan het georganiseerdemenschelijke leven, gelijk dit naar de ordening Gods bestaat. NaarGods ordinantiën bestaat het georganiseerde menschelijke levendoor onderschikking en onderwerping van stof en vleesch aan demacht, die van boven is; aan het gezag, dat van God is; aan denmenschelijken geest en het geestelijk talent; aan het genie en hetgeestelijk overwicht; aan de wetenschap en het verstand; aan dewaarheid en de wijsheid. Maar deze geest der Werkliedenvereeni-ging rukt het werk Gods uiteen voor de heerschappij der stoffelijkematen en getallen. Het Bedrijf behoort dan ook naar het materia-listisch beginsel van dezen geest aan de Werklieden en aan henalleen; geestelijke hoofden kent deze geest niet; de Arbeiders, diehet hek der fabriek uittrekken, die vormen de industriëele capa-citeit; en die Arbeiders, als gelijken in een Vereeniging samen-gebracht, die zijn samen het Vak; de Vakwerkliedenvereenigingis de Vakorganisatie.

Dit is geen ijdel ondoordacht woordenspel, maar de uitdrukkingvan een ernstig bedoelen, dat voor elk openbaar is. Deze

Vak-werkliedenvereenigingen, als de optelsom der materiëele arbeids-krachten in een Vak, maken aanspraak op eiken Vakwerkman; hijmoet zich aansluiten, of hij wordt door de Vakvereeniging vanwerk en brood uitgesloten, door samenwerking der Vakwerkliedenmet hem te verbieden. En deze zoogenaamde Vakorganisaties be-schikken en beslissen ook over alle Vakarbeiders, die tot haar

Page 17: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

14 DE ZOOGENAAMDE VAKORGANISATIE

behooren; zij dooden hun vrijheid; zij ontzeggen hun het recht, omreet hun eigen Patroon over hun positie te onderhandelen; dezeVakorganisaties bepalen de arbeidsvoorwaarden, waarop de Werk-lieden mogen werken; zij gebieden hun, den arbeid te staken. Zijnaken zich, gelijk nooit een ware Vakorganisatie zal durven be-staan, van de macht in de bijzondere Bedrijven meester; zonderBenige verantwoordelijkheid voor den arbeid te dragen steilen zijarbeidsloon ., arbeidsduur en verdere arbeidsvoorwaarden vast; zij

:,taan een Patroon den arbeid toe of weigeren dien; zij vernietigenfeitelijk het Patroonschap, door de Patroons te dwingen, voor.ien te bukken; zij zetten naar believen de Bedrijven stil en heffenlie op; zij zetten feitelijk de Ondernemers af en drijven hen weg;— stuk voor stuk zijn de voorbeelden te noemen en te vermenig-vuldigen, die deze welbewust bedoelde en aanvankelijk doorgezettepraktijk der zoogenoemde Vakorganisaties bewijzen.

Bij de vernietiging der vrijheid en van het recht van den Werk-man, bij de vernietiging van de vrijheid en het recht in de afzon-derlijke Bedrijven, bij het overbrengen van alle beschikking en allemacht over Bedrijf en Vak in de dusgenaamde „Vakorganisatie",staat deze „Vakorganisatie" niet stil. Zij kent geen eigen Be-drijven, zij kent eigenlijk ook geen Vakken. Zij kent slechts arbeid,soorten van arbeid, maar nochtans één gelijke arbeid; zij kent geenVakken maar slechts arbeid, geen Vakmannen maar slechts Arbei-ders, de Arbeiders, het totaal der Arbeiders, het getal, de som vanalle materiëele arbeidskracht, die alleen over allen en alles be-schikken moet, over de Werklieden, over de Bedrijven, maar ookover de Vakken, over allen als één; zij kent geen eigen recht van„Vakorganisaties", dan om onder te gaan in de groote „Arbei-dersorganisatie", de macht der eenheid van de geheele materiëelearbeidskracht, buiten welke er geen macht en geen recht bestaatnoch bestaan mag. Daarom geven deze zoogenaamde Vakorgani-saties zich, onder de bedriegelijke leus van „solidariteit", gevangenin een zoogenaamde ,,Federatie", die elke Vakorganisatie bindtonder de macht van het totaal der Vakorganisaties. Deze Vak-organisaties moeten dat wel doen; de consequentie van hunbestaansbeginsel echt deze abdicatie der Vakorganisatie voor de

I ..)II :I li

Page 18: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE ZOOGENAAMDE VAKORGANISATIE 15

macht der Federatie; zij moeten allen te zamen bukken voor degroote materiëele arbeidskracht, voor het grootere getal, voor deArbeiders; zóó alleen kan de wereldmacht tot stand komen; zóóalleen kan de materiëele arbeid bezit nemen van haar domein, dewereld; maar zóó alleen kan iedere Vakorganisatie haar pretentiehandhaven en realiseeren; zóó alleen kunnen de Bedrijven in elkVak geknecht en de Patroons in ieder Bedrijf machteloos gemaaktworden. De Maatschappij moet worden gedwongen; het geheelegeorganiseerde menschelijke leven moet bukken; dit is en zal zijn deopenbaring der ééne materiëele arbeidskracht, der ééne en eenigewettige macht. De kracht, die over alle beweging, over allen arbeid,over alle productie beslist en beschikt, is één; en die kracht beschiktniet, wanneer zij hier de beweging bindt en daar vrijlaat; gelijkde Werklieden één Patroon niet kunnen dwingen, zoo ze niet allePatroons van hetzelfde Vak binden, zoo kunnen ze niet één vakbinden, zonder alle vakken te binden, en zonder de Maatschappijte binden. Daarom, zoo spoedig in den stijd der „Vakorganisaties"tegen de Bedrijven en Vakken voeling tusschen de Vakken ont-waard wordt, moet over alle Vakken tot overwinning van het ééneen zóó tot overwinning van allen worden beschikt en beslist; zoospoedig de Maatschappij voeling openbaart voor het bedreigdeVakleven, moet over de Maatschappij worden beslist; zoo spoedigde Overheidsmacht zich in het geding wil laten gelden, moet deOverheidsmacht zich tegen de Overheid keeren; waar de Religiehaar woord spreekt, moet die Religie voor de macht vallen; en hetWoord Gods, dat van boven klinken wou, moet vertreden wordenin het slijk. Het moet. En daarom moeten de zoogenaamde Vak-organisaties in Federaties ondergaan, locaal, nationaal, inter-nationaal; de Vakorganisaties zijn slechts de verdeelde werk-krachten van de Arbeidersbeweging, van de Arbeidskracht. Het„Arbeiders van alle landen, vereenigt u!" moet wel de lawine doenaangroeien en de macht der Arbeiders immer meer concentreeren.Losse „Vakorganisaties" kunnen dienen tot het slijpen der wa-penen, maar om soldaatje spelen is het niet te doen, alle wapenmoet één leger dienen, één legermacht; daarom moet de Féderatieover de Vakorganisatie beschikken en beslissen, gelijk die „Orga-

Page 19: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

16 DE ZOOGENAAMDE VAKORGANISATIE

nisaties" over de Arbeiders; en de Wereldfederatie of hetWereldcomité der Arbeidersmachtmoetbeschikken en beslissen over de

•Nationale :Federatie.Zoover zijn we nog niet, maar daar gaan we heen, daar moeten

we heen door het principe en de consequentie der tegenwoordigebeweging. In de bestaanswijze, in het wezen der zoogenaamdeVakorganisaties, die geen Vak kennen en geen Bedrijf, maarslechts den Arbeid en de Arbeiders, en in het totaal der Arbeidersalleen macht en recht, dáár zit de wereldlawine in, die er nood-zakelijk uit groeien moet. Een staaltje, een profetie, een teeken,een waarschuwing door de goedheid Gods, hebben we in Neder-land gehad in de eerste maanden van 1903. Zij is mislukt depoging, — maar slechts door gebrek aan consequentie, aan klassen-bewustzijn; door een te klein getal; door niet genoegzame toe-passing van het parool, dat heel de Arbeidersbeweging deed op-komen; door den weerstand der Christenen, der Christenwerk-lieden; door de waakzaamheid, het beginsel en de krachtontwik-keling onzer Overheid.

Tenzij echter de geest uit den afgrond gekeerd wordt; tenzij inhet Arbeidsvraagstuk een ander beginsel wordt gegrepen; tenzijde beweging in een ander spoor wordt gebracht; tenzij Vak-organisatie anders verstaan wordt en naar Gods ordinantiën wordtgerealiseerd; tenzij, niet in den weg van verguizing en verdruk-king, maar in dien van het vrijmakende Woord Gods, in de vreezedes Heerera, in de echte solidariteit naar het beginsel des levensgelijk de Heere het schiep, in de kracht Gods, in nederbukken, aan-bidden en gehoorzamen uitkomst gezocht wordt, — keert de be-weging terug, het onweer uit alle wereldhoeken te gelijk. Denkers,dichters, schrijvers, geleerden, kunstenaars, onderwijzers, jonge-lingen, vrouwen, maagden en kinderen gaan voor, en de drommendagen op van alle kanten, uit alle landen, met alle middelen, totbelegering van het georganiseerde menschelijke leven, dat denweerstand wil volhouden. Geen arbeid, geen beweging meer, tenzijde wereld capituleere voor de Arbeidersmacht; geen enkele arbeidof Arbeider mag dienst weigeren; geen brood, geen licht, geenwater mag er overblijven voor de belegerde wereldveste; de Kerk

^• III , Ili NI ^<II

Page 20: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE ZOOGENAAMDE VAKORGANISATIE 17

moet onder den voet, zoo ze niet mee wil; het leger der Overheidmoet het zwaard in dienst der Arbeiders stellen. De Anarchiealleen_ brengt de victorie aan de Arbeidsmacht! — Ai mij, hoe zalde Zone Gods worden gelasterd; Hij, wiens Evangelie over dewereld blijft ruischen; over de wereld, die Hij kocht en als Zijneigendom verkreeg, in waarachtige solidariteit der schuld voor Goden der gehoorzaamheid om Gods wil te doen, onder de overmachtder menschen Zijn vleesch en bloed Gode onstraffelijk opofferendedoor den eeuwigen Geest! — Door Hem, door Zijn Geest, naar ZijnWoord, zullen nochtans in de gehoorzaamheid en lijdzaamheid derwaarheid de uitverkorenen behouden worden en eeuwig Godswereld bezitten in de gemeenschap met Christus door den Hei-ligen Geest.

Toch zal naar onze overtuiging die dag der verschrikking ender verlossing niet ten volle komen, tenzij eerst de Mensch derZonde in den Tempel Gods zal opstaan, opkomen zal in naam derReligie, en daarom van uit den kring van het Christendom als deAntichrist zich zal openbaren. Wij moeten dit hier uitsprekenopdat we onze ziel en conscientie in dezen tegenover onze broe-deren vrijmaken. De Heilige Schrift profeteert ons een materiëelekrachts- en machtsopenbaring, die over alle krachten en wonderender materie beschikt en dwingende macht uitoefent. Die krachts- enmachtsconcentratie zal den adem der Religie grijpen, in verleidenlijkegestalte onder de uitverkorenen verschijnen, profetisch de wereldbewerken, en de bekoring tooveren van den valschen Christus, diezich als de Antichrist zal onthullen, de Mensch der Zonde, roe-mend als „God" in alle macht, alle kracht, alle bezit en alle heil.Hier is een gevaar, een schrikkelijk gevaar voor Christenen, aller-meest voor hen, die leidend en predikend onder Christenen op-treden. Slechts zij, die in materiëelen arbeid leven, hebben naar dengeest des tijds recht van spreken in zake de Vakorganisatie en hetmenschelijke leven; zelfs de Patroons missen dat recht; intusschenis heel de Arbeidersbeweging, heel het toestel, de inrichting,richting en praktijk der Vakorganisaties vrucht van theoretischestellingen, uitvoering van principe. En naar onze overtuigingmoeten de Religie, de Profetie, het Woord Gods, de Christelijke

2

Page 21: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

18 DE ZOOGENAAMDE VAKORGANISATIE

Wetenschap, voorlichten. Maar daarom dunkt ons het grootstegevaar, als Dienaar van Gods Woord, als Dienstknecht van JezusChristus, de beweging van den tijd zonder uitwerping van hetvalsche beginsel onder het schild van het Christendom, onder denNaam des Heeren te brengen, en zóó dienstbaar te worden a ande komst van het rijk van den Antichrist, aan de openbaring vanden Mensch der Zonde.

Moet er dan geen Christelijke Vakbeweging zijn? moet er danniet in den Naam des Heeren en met Zijn Woord op Vakorgani-satie worden aangedrongen? moeten dan niet de Christenen, ookde Christenwerklieden en hun Vereenigingen, worden opgewekt,opgeroepen en saamgeroepen, om zich te stellen aan de spits derbeweging tot vrijmaking van den arbeid en om aan die beweginghet rechte spoor te wijzen? hebben dan de Christenpatroons en deChristenleeraars ook hierin niet een dure roeping? — Ongetwij-feld, ongetwijfeld! Maar dan sta daartoe allereerst vast, dat dieroeping vóór alles verplicht, om elke poging te on traden en teweerstaan, die er op uit zou zijn, den aangevangen machtsstrijdvan den geest der eeuw, de concentreering der materiëele arbeids-kracht, onder den naam van „organiseering" maar tegen het geor-ganiseerde menschelijke leven, onder Christelijken naam ,maar methandhaving van het onchristelijke beginsel en het onchristelijkespoor, over te nemen en voort te zetten.

Wij zeggen allerminst, dat iemand dit bedoelt; wij gelooven, datniemand dit bedoelt. Maar wij gelooven ook en wij zeggen hetdaarom ook, dat het gevaar hiervoor, zij het zonder bedoeling, nietuitgesloten is. De teekenen zijn er, dat de illusie van de macht voorde Arbeiders, voor de materiëele arbeidskracht, ook Christenwerk-lieden bekoort. De teekenen zijn er, dat ook Christenwerklieden-vereenigingen zich tot den machtsstrijd willen aangorden. Deillusie, dat de Vakwerkliedenvereeniging niet slechts Vak-organisatie moet heeten, maar ook Vakorganisatie is, zoekt ookonder Christenwerklieden zich te verbreiden en diep in te wor-telen. Ook Christenwerklieden vorderen voor die zoogenaamdeVakorganisatie het recht, de macht, om de positie der Werkliedenin het Bedrijf te bepalen; arbeidsvoorwaarden, loon en arbeidsduur,

011011110AJi

1 1 11..,,.

Page 22: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE ZOOGENAAMDE VAKORGANISATIE 19

vast te stellen; de werkstaking te proclameeren; alle „ongeorgani-seerden" of ongehoorzamen van werk en brood uit te sluiten; hetBedrijf, de Bedrijven, stop te zetten of voort te laten gaan. OokChristenwerklieden dringen aan op Federatie van Vakorganisatiesen op beslissing over den te voeren kamp door een boven de Vak-organisaties staanden Bond.

Het is daarom thans de tijd, om de vraag te beslissen, of dithet spoor is, waarin het Woord Gods, waarin de vreeze des Heerenons leidt. En dan vragen wij van de Christenen een ontkennendantwoord. Thans, nu wij, Christenen, ons woord over Vakorgani-satie moeten spreken, voegt ons de erkenning, dat het rechteinzicht, de ware drang en beweging tot heusche Vakorganisatieonder ons Christenen tot heden toe noch van de Christenpatroonsnoch van de Christenwerklieden uitging noch uitgaat. Het willenmoge er zijn, maar het volbrengen is er nog niet, tenzij dan spora-disch. Daarom raden wij ernstig tot de erkenning, dat de aanma-tiging der zoogenaamde Vakorganisatie voor de rechtbank derChristelijke beginselen niet kan bestaan Christenwerkliedenver-eenigingen, Christenvakwerkliedenvereenigingen ook, kunnen,mogen, moeten in de tegenwoordige omstandigheden bestaan;maar ze missen en moeten willen missen alle macht, alle zeggen-schap over de Werklieden, over het Vak, over eenig Bedrijf, overarbeidsvoorwaarden, over arbeiden of niet-arbeiden; en ze mogenzich niet dienstbaar maken aan een Arbeidersbeweging, een Arbei-dersorganisatie, die den klassenstrijd, den machtsstrijd tegen dePatroons, tegen de Bedrijven en Vakken, tegen het georganiseerdemenschelijke leven voert. Getuigen mogen ze en moeten ze, pro-pageeren, adviseeren, eenheid van overtuiging bewerken; de baniervoor ware Vakorganisatie, mogen en moeten ze mede opheffen endragen; maar ze moeten afstand doen van den naam en de pretentieals waren zij de Vakorganisaties; en ze moeten den drang oparbeidsterrein onder de Werklieden en naar de conscientie, naarhet hart der Patroons, maar ook in de Christelijke, in de mensche-lijke wereld en naar den troon en den scepter doen uitgaan, en totGod in smeeking doen opklimmen, om te mogen komen tot deheusche en ware Vakorganisatie naar de ordinantiën Gods, tot

Page 23: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

:!0 CHRISTELIJKE ROEPING TOT VAKORGANISATIE

vrijmaking van den arbeid en tot verheffing van het menschelijkeleven in vrede en eere.

CHRISTELIJKE ROEPING TOT VAKORGANISATIE.

Door de zoogenaamde Vakbeweging en de voorgewende Vak-organisatie is heel het georganiseerde menschelijke leven in gevaar,en daarom heeft ieder, die immers in dit georganiseerde mensche-lijke leven een roeping van God heeft, mede te werken, om dedolende beweging te weerstaan en voor de rechte organiseeringook in het Bedrijfs- en Vakleven naar zijn deel mede werkzaam tezijn. Dit geldt zeker van den Dienst des Woords, van de Weten-schap en de Pers; het geldt bijzonder van de Overheden en Volks-vertegenwoordigers; het geldt allermeest van de Werklieden envan de Patroons.

Op de roeping der Patroons in dezen is ernstig de aandacht tevestigen. Zeker, zij hebben zoowel het schild als den prikkel derOverheid noodig, om niet slechts tegenover den eisch der materiëelearbeidskracht voor de vrijheid en het recht in Bedrijf en Vak palte staan, maar om ook tot heusche organiseering van Bedrijf enVak, waardoor alleen de vrijheid en het recht van allen, die in hetBedrijfs- en Vakleven hun taak hebben, verzekerd en gehandhaafdkunnen worden, de hand aan den ploeg te slaan; zij hebben behoefteaan de voorlichting der Christelijke Wetenschap, opdat zij van derechte beginselen uitgaan en tot de juiste onderscheiding van vrij-heid en recht, niet voor zich alleen, maar voor allen wier vrijheid enrecht op arbeidsgebied in het geding zijn, in staat te zijn, zij kunnenniet buiten de gemeenschap, de overlegging en de samenwerking methen, die in onderscheiden taak op het gebied van den arbeid metde Patroons medewerken. Maar toch, de Patroons zijn Patroons,zij vertegenwoordigen het gezag op arbeidsgebied; zij zijn aller-eerst de verantwoordelijke personen in hun Bedrijf en Vak; ver-

,111 ■1■111Vs,

Page 24: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

CHRISTELIJKE ROEPING TOT VAKORGANISATIE 21

antwoordelijk zijn zij voor hun eigen positie en die hunner onder-geschikten; verantwoordelijk voor de verhoudingen tusschen desamenwerkende personen en talenten in hun Bedrijf en Vak; ver-antwoordelijk daarom voor de Bedrijfs- en Vakorganisatie, opdater „recht en gelijk" worde gedaan aan ieder man als man in zijnwerk en positie; zij zijn verantwoordelijk voor de eer en den bloeivan hun Vak en vaktoestand in het georganiseerde menschelijkeleven; zij zijn als mannen van invloed en positie voor dat mensche-lijke leven bijzonder verantwoordelijk, voor de handhaving vanGods ordinantiën, van gezag en vrijheid en recht en vrede.

Daarom mogen de Patroons met den tegenwoordigen ongeorga-niseerden toestand op arbeidsgebied geen vrede hebben; zij mogende zaken maar niet laten loopen, gelijk ze loopen; zij mogen heteigen terrein van menschelijk leven en samenleven, dat voor endoor den arbeid in Bedrijf en Vak gegeven is, niet prijsgeven aanelke opkomende macht en beweging, die er zich meester van wilmaken; den ondergang van het patroonschap en van de goede ver-houdingen in Bedrijf en Vak mogen zij niet lijdelijk aanzien; zijmogen niet toelaten, dat het Kapitaal zich meester zou maken vanden arbeid en het arbeidsterrein en van allen, die in en door denarbeid moeten leven; zij mogen ook niet toestaan, dat de ar beid enhet arbeidsterrein in Bedrijf en Vak vermeesterd, misbruikt enverwoest worden door de Arbeidersbeweging, gelijk die door dengeest uit den afgrond wordt opgezet.

De Patroons zijn geroepen, om voor de rechte organisatie vanden arbeid voor de rechte Bedrijfs- en Vakorganiatie werkzaam tezijn en hun ondergeschikten daarin te leiden en voor te gaan.Zij mogen daarom tegenover de zoogenaamde Vakorganisatie geenlijdelijke houding aannemen, maar moeten die, waar ze met pre-tentie van Vakorganisatie optreedt, om zich van de macht inBedrijf en Vak meester te maken, weerstaan, tegenhouden, terecht-wijzen en aan hun ondergeschikten ontraden.

Nemen de Patroons zóó positie in zake Vakorganisatie, om hetverkeerde te weren en het goede te zoeken en te bevorderen, zijmogen dan toezien, dat ze zich niet door gelijken geest als die dewerkliedenbeweging aangreep, of die de kapitaalheerschappij aan-

Page 25: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

:!2 CHRISTELIJKE ROEPING TOT VAKORGANISATIE

moedigt, laten verleiden, om tegenover de machtsgemeenschap derArbeidersfederatie hunnerzijds en machtsgemeenschap van Pa--troonsvereenigingen en van een Patroonsfederatie te stellen, een

machtsgemeenschap van het Kapitaal tegenover die van de Ar-beidskracht. Dan toch zouden zij zelf den klassenstrijd aanvaardenen aanwakkeren en zich dienstbaar stellen aan het materialistischbeginsel van het recht van de sterksten. Een Patroonsvereenigingpf Patroonsfederatie is toch evenmin een Vakorganisatie als eenWerkliedenvereeniging; en zij heeft even weinig recht om deWerklieden te dwingen en te knechten of de voorwaarden voorBedrijf en Vak op te leggen, als de Werkliedenvereeniging ditrecht heeft. Ook de Patroonsvereeniging, die met macht optreedtin de zaak van Bedrijf en arbeid om den materieelen machtsstrijdte voeren, moet zich aan altoos breeder Federatie onderschikken;zij is evenzeer als de Arbeidersorganisatie een revolutionaire ge-meenschap, die de vrijheid en het recht van Patroons en Werk-lieden onder den voet haalt, de banden der gemeenschap in Bedrijfen Vak, in heel het arbeidsleven verscheurt, en het georganiseerdemenschenleven onder den vloek brengt van den bloedigen in-dustriëelen strijd, die slechts in de tyrannieke zegepraal van hetAnarchisme zijn einde vindt.

De zoogenaamde organiseering van Patroons eenerzijds en vanWerklieden anderzijds, tegenover elkaar en tegen elkaar in, isniet en kan nooit worden de organisatie van den arbeid, de vanGod gewilde Vakorganisatie. De ware organiseering van denarbeid kan slechts uitgaan van het particuliere Bedrijf en van deoverlegging tusschen den Patroon en die met hem in hetzelfdeBedrijf samenwerken.

Van dit beginsel behooren de Patroons uit te gaan; zij moetendaarom weigeren met de Vakwerkliedenvereeniging over de positievan hun Werklieden te onderhandelen of zich de arbeidsvoorwaar-den in hun Bedrijf door zoodanige voorgewende Vakorganisatie telaten opleggen; zij moeten er als Patroons op staan, alle onder-handelingen over de positie hunner werklieden of over de arbeids-voorwaarden, zoolang geen wettige Vakorganisatie bestaat, in huneigen Bedrijf met hun eigen Werklieden zelf te voeren en af te

I i y1I IM !I Asl■ ^. i ^ .. i ildlGi#,, ,,^

Page 26: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

CHRISTELIJKE ROEPING TOT VAKORGANISATIE 23

doen; en daartoe moeten ze toestaan en aanraden, dat deze Werk-lieden zelf hun Vertegenwoordigers of Voormannen kiezen, diemet den Patroon de noodige besprekingen houden, onderhandelenen tot overeenstemming zoeken te geraken in de quaesties, die deonderlinge verhoudingen en de arbeidsvoorwaarden aangaan.

Het vrije recht van vereeniging worde echter bij het staan naarde ware organiseering van den arbeid niet aangetast of miskend,maar veeleer dienstbaar gemaakt, om tot de rechte organiseeringvan Bedrijf en Vak te komen. Wel kunnen de Patroons niet goed-keuren of aanmoedigen, dat hun Werklieden zich aansluiten bijVereenigingen, die een aanslag tegen hun Bedrijf of Vak smeden;ja de nood kan hun opgelegd zijn, tot beveiliging van hun Bedrijf,Werklieden te weigeren, die zoodanigen aanslag begunstigen;maar overigens behooren de Patroons hun ondergeschikten vrij telaten, bij welke Vereenigingen zij zich al of niet willen aansluiten.De Patroons moeten echter verder gaan. Het vereenigingsleven kanniet worden gemist, zal het tot de ware organisatie van den arbeidin Bedrijf en Vak komen. Daartoe zijn noodig Werkliedenvereeni-gingen en Patroonsvereenigingen, generaal als Patrimonium enBosz, en speciaal voor stad en Vak, zij het als plaatselijke en Vak-afdeelingen van landsvereenigingen of als afzonderlijke plaatselijkeen Vakvereenigingen. Zulke vereenigingen echter, ook al vormdenze zich uit Patroons en Werklieden, moeten van alle pretentie, alswaren zij Vakorganisaties, en van alle machtsaanmatiging in Vaken Bedrijf afzien, maar zich beraden, om de echte, van God ge-wilde Bedrijfs- en Vakorganisatie te bevorderen, met eerbiedigingvan de ordinantiën Gods in het georganiseerde menschlijke leven.Deze Vereenigingen zijn noodig, om de Werklieden eenerzijds ende Patroons anderzijds, die van Christelijke belijdenis en oprechtbedoelen zijn in de zaak der arbeidsorganisatie, samen te brengen;de tragen op te wekken; andere goedwillige kringen aan te trekken;tegen den stroom, die de Revolutiegeest opzweept, den dam op tewerpen; de Patroons en Werklieden in het algemeen naar beterewegen te roepen en te lokken; het vraagstuk der organiseering vanden arbeid ernstig onder de oogen te zien, en tot overtuigingomtrent de ware oplossing te geraken. Patrimonium en Bosz, en

Page 27: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

24 DE WARE BEDRIJFS- EN VAKORGANISATIE

voorts de locale en Vakvereenigingen, moeten tot generale ont-moeting, overlegging en samenwerking van Patroons en Werk-lieden, tot principiëele en practische uitstippeling der ware organi-satie van den arbeid, tot krachtige propaganda en tot advies bijoogenblikkelijke en locale moeilijkheden ernstig en vruchtbaarwerkzaam worden gemaakt.

Maar wordt zóó oprecht en getrouw de principiëele en practischedefiniëering der ware arbeidsorganisatie in de gemeenschap derPatroons en Werklieden gezocht en bevorderd, door dienst mededer Christelijke Vereenigingen, het is de roeping der Patroons alsPatroons, om in hun eigen Bedrijfsonderneming met hun personeelover de ware organisatie van den arbeid te handelen, en die orga-nisatie, voor zooveel aan hen staat, in het leven te roepen, dooraanvankelijke organiseering van hun eigen Bedrijfsonderneming inde verhoudingen tusschen zich en hun Werklieden en tusschenhun Werklieden onderling. Deze organiseering kan, waar eenmaalde Christelijke overtuiging in hoofdzaak vaststaat, voor de kleinereen eenvoudige Bedrijfsondernemingen niet moeilijk zijn; voor groo-tere Ondernemingen en samengestelde Bedrijven is zij zeker meergecompliceerd, doch zij kan ook daar alllerminst onuitvoerbaargeacht worden.

En uit de Bedrijfsorganisatie moet dan door de gemeenschap dergelijk of verwante Vakbedrijven de ware Vakorganisatie opkomen,en de nog breedere organische gemeenschap van den nationalen eninternationalen menschelijken arbeid.

IV.

DE WARE BEDRIJFS- EN VAKORGANISATIE.

De Christelijke gemeenschap van Vakmannen, Patroons enWerklieden, heeft zich over de ware Bedrijfs- en Vakorganisatienog te beraden; de gemeenschappelijke overtuiging onder ons overde oplossing van dit gewichtig vraagstuk moet zich nog vormen;

Page 28: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE WARE BEDRIJFS- EN VAKORGANISATIE 25

wij verbeelden ons ook allerminst, in staat te zijn de volledig uit-gewerkte principieele en practische schets voor Bedrijfs- en Vak-organisatie hier te kunnen geven, en we wagen daartoe ook geenpoging.

Toch zij het vergund, hier enkele gedachten over de ware Be-drijfs- en Varorganisatie ten beste te geven.

Het is o. i. noodzakelijk, dat de mechanische en materialistischebeschouwing en werking der onderlinge verhoudingen van desamenwerkende krachten en personen op arbeidsterrein wordeteruggedrongen en de organische tot haar recht worde gebracht.Een Vak is maar niet een soort van arbeid, of een getal van Werk-lieden of werkkrachten; maar een menschelijke gemeenschap oparbeidsterrein, een gemeenschap van menschelijk leven in zelf-standige Bedrijven en Ondernemingen, die zich op een bepaaldentak van arbeid richten; die één roeping en belang hebben, en diedaardoor belang en roeping hebben ook voor elkaar; een organischegemeenschap van niet gelijke en gelijkvormige maar veelszinsonderscheiden Bedrijven en Bedrijfskringen, die nochtans éénwortel hebben en één doel, maar die daarom ook rechten enplichten hebben tegenover en op en voor elkaar. De natuurlijkeregeling en werking van die rechten en plichten, waardoor het Vakin de Bedrijven en de Bedrijven in het Vak bloeien ten bate vanhet menschelijke leven, van het gemeenschapsleven in het Bedrijfen Vak en van het menschelijke leven in het algemeen, — dat iso. i. de Vakorganisatie.

Deze Vakorganisatie kan slechts voor elk Vak uit de Bedrijvenopkomen, en zij kan dus niet recht en volledig opkomen zonderorganiseering der Bedrijven; zij komt slechts door goede en recht-matige organiseering der Bedrijven tot haar recht.

Want het Bedrijf is het eigenlijke organisme, waarin de gemeen-schappelijke menschelijke arbeid leeft en waarin de menschen inhun arbeidstaak leven. Indien een man, die werkt, in zijn Bedrijfniet tot zijn recht kan komen, zoo kan hij niet tot zijn recht komenin zijn Vak. En indien de arbeid en de arbeidsgemeenschap nietin het Bedrijf tot eere komen, zoo komen ze niet tot eere in het Vak.

Het Bedrijf is dan ook niet een zeker getal menschen, als werk-

Page 29: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

26 DE WARE BEDRIJFS- EN VAKORGANISATIE

krachten door een sterkere gehuurd en dienstbaar gemaakt tot be-reiking van een materieel resultaat; niet een machine, uit lossedoode raderen om één spil ineengezet; niet een getal van materiëelewerkkrachten, die slechts door verhoudingen van loon en arbeids-duur onder één macht verbonden zijn. Die opvatting is in strijd metde eere der menschelijke gemeenschap, in strijd met het Christe-lijke leven, in strijd ook met de werkelijkheid, met het menschelijkeleven. Die opvatting maakt de organiseering van den arbeid on-mogelijk en roept om Gods oordeel.

De stof werkt niet; de kracht Gods werkt, de Geest Gods werkt;en daardoor werken wezens, schepselen; en in menschelijkenarbeid werken menschen; heel het organisme van hun wezenwerkt, al hun krachten in dienst van hun geest; en die krachtenwerken organisch; niet slechts bloed en spieren, maar hand en voeten oor en oog en hart werken. Die arbeid is niet om te zetten instof, in een product, in een cijfer, in een stuk geld; die arbeid iseen stuk leven, menschelijk leven, dat zijn levende vrucht draagten door een levensband aan die vrucht verbonden is. Zeker, datleven vindt ook door Gods ordening in dezen weg van arbeidbrood om te bestaan, maar het leven is meer dan het voedsel; broodvoor bloed en spieren, is als loon voor den arbeid niet genoeg; hethart, dat werkt, vraagt zijn deel. Arbeid is leven geven, en in onzenarbeid moeten we daarom leven vinden, we moeten er in leven, onsleven moet er voor ons in bloeien, en het moet er in bloeien voorGod. In gemeenschappelijken arbeid moeten we daarom gemeen-schappelijk leven, samenleven; niet als de kruiwagens, die het stofgekrooien hebben, maar die buiten het werk staan, neen, als men-schen, die bij Gods gratie een menschelijk leven leven en die datmenschelijk leven mogen en moeten leven in hun werk. O , hetzoetste, het liefste in uw werk is, dat het uw werk is, dat het ubehoort, dat gij er uzelf in uitdrukt; meer dan het loon is uw werkzelf u lief, het is uw leven, een stuk van uzelf, van uw geest, uwtalent en uw hart; liever hebt gij soberder deel, zoo gij uzelf in uwwerk moogt zijn, dan rijker winst, zoo gij daarvoor een werktuigvan anderen moet worden; gij wilt een mensch, een iemand, eenpersoon zijn in uw werk, in uw eigen werk. Ook bij gemeenschap-

I ,11 I d I IJ PI {;pl

Page 30: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE WARE BEDRIJFS- EN VAKORGANISATIE 27

pelijken arbeid, bij samenwerken met anderen, wilt gij dat; en hetis bij zoodanig samenwerken ook alleszins mogelijk; met anderenzóó samenwerken staat voor den waren mensch hooger dan alleenwerken, gelijk het gemeenschapsleven hooger staat dan het afzon-derlijke leven.

Dit samenleven in samenwerken bestaat echter allerminst in hetals gelijken los van elkaar leven zonder onderscheiding, zonderonderschikking, zonder gezag, zonder verschil van rechten enplichten; neen, ons gemeenschapsleven vordert onderscheiding envordert gezag, maar met die onderscheiding, die onderschikkingen dat gezag is samenleven zeer wel mogelijk, zóó, dat gij uzelfzijt en uw eigen leven leeft; zóó, dat gij uw leven geeft en vindt inhet gemeenschappelijk leven en in den gemeenschappelijken arbeid;zóó, dat gij in het werk uzelf zijt, een persoon, een iemand; zóó,dat gij tot uw recht komt in het gemeenschappelijk werk, in uwsamenwerken met anderen, in uw medewerken in anderer werk;zóó, dat gij er het uwe in vindt, uw eigen terrein, dat u niet ver-loochent of verwerpt, maar erkent en eert.

Zeker, wie den Heere dient en niet de menschen, die is iemandin zijn werk, en die vindt in dat werk de spijze zijner ziel; maartoch, het hardste in den gemeenschappelijken arbeid is, voor wiezich waarlijk mensch weet, nog niet te lange arbeidsduur of teschraal arbeidsloon, maar een toestand, waarin gebrek aan men-schenliefde een mensch slechts een werktuig, een gehuurde werk-kracht rekent, die niet zijn eigen maar anderer werk doet; diegehuurd is ten dienste van eens anders werk en leven; die in hetwerken geen recht heeft, geen eigen recht, geen eigen plaats enverhouding, om in gemeenschap met anderen zichzelf te zijn; diegeen recht heeft om op eigen terrein en als een eigen persoon televen in zijn werk; geen recht, om samen te werken en daarinsamenwerkend te leven met zijn medemenschen, in zijn eigen werk,in zijn eigen Bedrijf en zijn eigen Vak.

Het Bedrijf, de Bedrijfsonderneming in haar geheel is het werkvan een mensch; hij oefent daarin niet slechts zijn arbeid uit, maardat Bedrijf zelf is ook zijn werk, het bestaat door hem, het is eenstuk van hem. Daarom is het kleine Bedrijf zoo aantrekkelijk; ieder

Page 31: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

28 DE WARE BEDRIJFS- EN VAKORGANISATIE

man is er zichzelf in, en er is bij den bloei van het Kleinbedrijf voorvelen plaats om in eigen Bedrijf te leven en te werken. Toch staathet grooter Bedrijf hooger; het vordert meer geest en hart; het isrijker van inhoud; het biedt aan het genie hooger vlucht; het isgrooter en heerlijker. En bovendien, onze eeuw laat ons geen keus;de machine, de arbeidsverdeeling, de concurrentie, de ontwikkelingder Industrie, vorderen het groote en het grootste Bedrijf. Maardaarmee is de weg voor de meesten afgesneden, om in eigen Bedrijfte leven en te werken. En daarmee is aan den menschelijken geest,aan het menschelijke hart, het vraagstuk gesteld, om in het Bedrijfde menschelijke gemeenschap en in die gemeenschap den menschte eerbiedigen, en het Bedrijf dan door dien grooteren geest en dathooger genie, door dat hoogere menschelijke leven, zóó te doenwerken, zóó te regelen, zóó te organiseeren, zóó met het mensche-lijke leven der samenwerkende personen in verband te zetten, dathet Bedrijf waarlijk een gemeenschap van menschelijken arbeid,een gemeenschap van menschelijk leven in den arbeid omvat enbloeien doet; het zóó in te richten en te doen loopen, dat demensch, ieder mensch in zijn bijzonder Bedrijf, dáár in het werkzijn werk vindt, en in dat samenwerken, in dat werk zijn leven,zijn plicht maar ook zijn recht, zijn plaats en zijn eere, zichzelf, zijneigen deel van God in de menschelijke levenstaak en in de men-

schelijke levensbezitting; zijn plaats en recht en deel, niet slechtsin het brood en in het loon, maar ook in zijn eigen werk, in hetBedrijf, waarin hij zijn taak heeft, en in het Vak, waartoe hijbehoort.

Het grooter Bedrijf, dc Bedrijfsgen.eenschap die samenwerkingvan menschen vordert, wordt niet door een getal menschen, nietdoor een getal werkkrachten in het aanzijn geroepen; Cooperatiedoor eenvoudige nevenbeschikking, door een getal van gelijken, iseen illusie, een onmogelijkheid. Gelijk alle arbeid niet van de stofmaar van den geest uitgaat, en daarin van de heerschappij, van hetgezag, dat de stof dienstbaar maakt, zoo richt de geest, het talent,het genie, het verstand, de energie, de bijzondere bekwaamheidin verband met het stoffelijk bezit, het Bedrijf op. Het Bedrijf isin zijn wezen niet het werk van velen, en de samenwerkende men-

;111i I IIWisti ij1.11,I ^

Page 32: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE WARE BEDRIJFS- EN VAKORGANISATIE 29

schen in het Bedrijf mogen daarom voor hun getal niet de macht,het gezag, de regeering in het Bedrijf vorderen; dit ware Revo-lutie en het ware de vernietiging van het Bedrijf. Het grooterBedrijf vooral is een organisme, dat van een geestelijk beginseluitgaat, waaraan de onderscheiden talenten en krachten, per-sonen en bekwaamheden dienstbaar zijn; er is in dit Bedrijf gezag,souvereiniteit. Maar juist omdat het Bedrijf als een organismebestaat, hebben hier de samenwerkende personen als leden in hetlichaam, aan het hoofd ondergeschikt, niet slechts hun plichten,maar ook hun rechten; kunnen de leden hier niet zeggen tot hethoofd „wat hebben wij met u te doen?" het hoofd kan hier nietzeggen tot de handen en voeten: „ik heb u niet van noode."

Patroon en 'Werklieden zijn in het Bedrijf niet zonder elkaar;zij zijn er veelvoudig in onderscheiden door allerlei taak en rechtonderscheiden als Patroon en ondergeschikten, en deze laatstenweer onder hoogere en lagere hoofden; maar zij zijn samen in hetBedrijf, zij zijn daarin gemeenschap; niet in gemeenschap vaneigendom, maar in gemeenschap van arbeid; en daarom in ge-meenschap ook wat de arbeidsverhoudingen, de arbeidsvoorwaar-den en arbeidsontwikkeling aangaat; en ook wat de vrucht, debaat of schade van den arbeid betreft. Deze gemeenschap vorderterkenning en regeling van rechten en verplichtingen voor en doorallen, die in deze gemeenschap samenwerken; en zij vordert daar-toe het aanleggen van banden over en weer.

Organiseering van het Bedrijf is die regeling der verhoudingenvan samenwerkende personen, waardoor deze in de eenheid vanhet Bedrijf, waartoe ze behooren, en in die bijzondere organischegroepeering, waarin ze, naar hun taak en kracht in gemeenschaparbeiden, samenwerken in de ééne Bedrijfstaak en daarin tot hunrecht komen; door deze organiseering worden alle samenwerkendekrachten en talenten, alle samenwerkende personen, gebonden,maar zij hebben in die banden juist hun vrijheid en hun recht, huneigen positie en hun eigen leven.

Ligt het beginsel voor de organiseering van het Bedrijf in hetwezen van dat Bedrijf zelf, en ligt daarom het beginsel voor eiken

organischen band, die de personen in het Bedrijf bindt, in de be-

Page 33: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

30 DE WARE BEDRIJFS- EN VAKORGANISATIE

paalde taak, de plaats en de beteekenis van die medewerkendepersonen in en voor het Bedrijf, het oordeel over die banden komt,waar het hunne personen, hun leven en hun arbeid geldt, onge-twijfeld mede aan de verschillende medewerkende personen toe;maar het initiatief voor de organiseering van het Bedrijf en hetoordeel over het geheel der organiseering komt allereerst toe aanden geest, den mensch, van wien het Bedrijf uitgaat, wiens werkhet Bedrijf is en die in het Bedrijf het gezag draagt, d. i. aan hethoofd, aan den Patroon. Het Bedrijf als zoodanig, als geheel, isallereerst zijn eigendom en is aan hem onderworpen.

De Christelijke Patroons zijn als Christenen door hun geestelijkbeginsel in de gemeenschap met alle Christenen, en ook als Pa-troons, die het Bedrijf en de menschelijke gemeenschap, de arbeids-gemeenschap in het Bedrijf, ontwikkelen moeten, geroepen, om hetvoorbeeld te geven in de rechte organiseering van hun Bedrijf. Deregel, dien de Overheid stelt voor den loop van het recht in dezen,kan en moet hun ten prikkel zijn en den weg wijzen; maar de drangdes harten, de menschelijke, de Christelijke roeping, de liefde, moethun hooger wet zijn, om hun Patroonstaak in dezen met getrouw-heid te behartigen; en het beginsel der levensgemeenschap, datniet minder wezenlijk is als dat van het Bedrijf, vordert hier over-legging van den Patroon met hen, die in zijn Bedrijf medewerken.

Het Bedrijf is niet een bloote coöperatie van gelijke krachtenmet gelijke rechten, maar een gemeenschap in arbeid van ongelijkekrachten, van personen met ongelijke talenten en ongelijke werk-taak, in ongelijke verhoudingen en met ongelijke plichten enrechten. De organiseering van het Bedrijf is dan ook niet in éénregel voor allen te geven, maar in een veelvoudigen regel, dieieders bijzondere verhouding, verplichting en recht in het Bedrijfen voor het Bedrijf bepaalt. De bedrijfsorganisatie gaat daarom uitvan het Arbeidscontract, waarin de bijzondere band van een mee-werkend persoon aan en in het Bedrijf beschreven wordt; zoodanigContract bepaalt de plaats, de plichten en rechten van den manin het Bedrijf, waarin hij zijn arbeid zal verrichten. Dit Arbeids-contract is het begin van de Bedrijfsorganisatie; de organisatie ligtin dat Contract, in het veelvoudig Contract, in het geheel der

■ 014,1, nnlA4F1 4

Page 34: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE WARE BEDRIJFS- EN VAKORGANISATIE 31

Contracten, die voor een Bedrijf worden aangegaan; in en door enuit en met dit veelvoudig Arbeidscontract moet de bedrijfsorgani-satie zich ontwikkelen tot een steeds vollediger, juister en recht-matiger regeling der verplichtingen en rechten van alle samen-werkende personen in het Bedrijf, en in al hun verhoudingen. Deontwikkeling van het Arbeidscontract moet voor de onderscheidensamenwerkende personen in de Bedrijfsonderneming eenerzijds debanden steeds vaster en de verantwoordel ijkheid grooter maken,onder eerbiediging van alle organen, groepen, hoofden, onder-scheiden functiën in de Bedrijfsonderneming; maar anderzijds ookmoet de contractsontwikkeling de rechten uitbreiden, de positieover en weer vaster maken, elks inspraak, invloed en beteekenis inhet Bedrijf doen ingroeien en inwerken, en zóó het Bedrijf alsgemeenschappelijke actie en het gemeenschapsleven in het Bedrijfontwikkelen naar de werking van een iegelijk deel in zijn maat.

Het Lichaam van Christus, dat het apostolisch woord, in Ef. 4,Rom. 12, 1 Cor. 12, 1 Petr. 2, enz. als een levend organisme,waarvan Christus het Hoofd is, en dat slechts uit Hem wast, inhet licht stelt, is ons het leerbeeld en het voorbeeld voor het levenen de werking van elke organische menschelijke gemeenschap. Inzulk een gemeenschapsleven zijn lossere en vastere deelen enleden, van meer bijkomstige en ondergeschikte en van meer onmis-bare, vastere en domineerende werking, en daarom van minder enmeerder recht in het leven en de werking en in het werk van hetgeheel. Ieder deel kan slechts in zijn maat werken, maar ieder deelmoet dan ook werken in zijn maat, alle „voegselen der toe-brenging"; en door deze eigenmatige werking van ieder deel,van alle voegselen der toebrenging, wordt het lichaam in zijn geheelbekwamelijk samengevoegd en samenvastgemaakt en komt het totzijn vollen wasdom. Hierin is niet slechts de vastmaking en wasdomvan het lichaam, maar ook de vastmaking en wasdom van zijndeelen en leden; het huis wordt hier niet gebouwd, of de steenenworden ook gebouwd, en in de vastheid en voltooiing van het huisis ook de vastheid en voltooiing van de steenen.

De rechte werking en verhouding, en daarmee de rechte plaats,de rechte maat te kennen voor de onderscheiden functiën en per-

Page 35: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

32 DE WARE BEDRIJFS- EN VAKORGANISATIE

sonen in het Bedrijf is hier noodig, om de rechte regeling en wer-king van het geheel te verkrijgen. Er kunnen lossere en lagerekrachten in het Bedrijf noodig en werkzaam zijn, die bij de week.bij den dag werken, en wier band met de week, met den dag overen weer is los te maken; hun plaats in het Bedrijf is zeer los, hunContract is in het woord, waarmee ze over en weer aan het Bedrijfverbonden worden, afgeloopen; slechts over de voldoening aan dielosse overeenkomst en over de menschwaardige behandeling overen weer tijdens hun arbeid in het Bedrijf, kan hier het oordeelgaan; en daarover is in de Vakorganisatie, die uit de Bedrijvenopkomt, oordeel te vellen. Maar zulk een lossere positie mag voorde vastere en hoogere krachten, die in het Bedrijf medewerken,geen regel zijn; de banden moeten voor hen vaster wezen; en determijn zoo lang mogelijk, liefst zonder bepaling. Deze eisch geldtover en weer; en het Contract moet dan ook werkstaking enontslag uitsluiten, tenzij dan naar de bepalingen van het Contractzelf, of wanneer het Contract geschonden is en handhaving vanrecht niet kan worden gevonden. Maar waar het Contract bindt,daar schept het ook recht; en dat recht vordert een weg, waarinhet pleiten en zich handhaven kan; en het vordert een uitweg totoplossing door rechtspraak, rechtspraak ook over het Contract enzijn naleving. Voor de breedere groepen, die een bepaalde functiein het grooter Bedrijf vertegenwoordigen, zijn hier Vertegenwoor-digers, Tusschenpersonen, Onderhoof den of Voormannen ge-wenscht, die over en weer moeten geaccepteerd worden, en dievoor hun mannen in het Bedrijf en voor het Bedrijf bij hun mannenkunnen en moeten opkomen; maar tegenover wie ook de man inzijn werk recht moet kunnen vinden. Een rechtspraak in hetBedrijf, ook tusschen de hoofden en ondergeschikten, altoos binnende banden der Contracten, moet door een bij het Contract aange-wezen of wederzijds geaccepteerd scheidsgerecht mogelijk zijn. Envoorts moet de Vakorganisatie, die uit de gemeenschap der Be-drijven opkomt, hier het recht kunnen dienen.

In het kleiner Bedrijf moeten de Werklieden zich door hunVoorman, in grootere Bedrijven door meerdere Voormannen ofHoofdmannen, en wel in opklimmende vertegenwoordiging, ook

qp -̂1q yl..I '^

Page 36: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE WARE BEDRIJFS- EN VAKORGANISATIE 33

kunnen laten gelden bij de noodige voortgaande uitwerking, vaster-wording, groei en ontwikkeling van het Arbeidscontract, en inverband daarmee van de wederzijdsche verhoudingen en rechtender onderscheiden samenwerkende functiën in het Bedrijf; meerbepaald ook bij de ontwikkeling en vaststelling der arbeidsvoor-waarden en dus ook van het arbeidsloon; maar altoos onder ver-band van Contract, zoodat de souvereiniteit in het Bedrijf, ook bijerkenning van het recht van vertegenwoordiging, geëerbiedigdblijft.

Eindelijk zouden wij wenschen, dat, bij voortgaanden wasdomvan het Bedrijf in vastheid en gemeenschap, de vastere werk-krachten, contractueel en door haar organen of Voormannen, ondergoede en rechtmatige regeling, inspraak kregen in de Bedrijfs-onderneming, wat de leiding en regeling aangaat der arbeidsge-meenschap, waarin zij hun leven geven, en waarin dus ook overhun leven, meer bepaald over hun arbeidsleven, wordt beschikt.

Maar het ideaal voor het georganiseerde Bedrijf moet nog verdergrijpen en de levens- en arbeidsgemeenschap in het Bedrijf naar deeigenmatige verhoudingen der onderscheiden saamwerkendekrachten en personen zoo vast mogelijk zoeken te maken. Tot vasterontwikkeling van de organisatie der Bedrijfsgemeenschap kon b.v.,naar de maat van elke kracht, ieder vaster lid in de Bedrijfsge-meenschap een bepaald deel van zijn arbeidsinkomst in handen derBedrijfsonderneming laten; de verplichting tot zoodanige stortingaan de Onderneming kan van meet af in het vastere Arbeids-contract als beginsel gelden bij alle aanleggen van een band tus-schen een medewerkende kracht en het Bedrijfsorganisme. Voorhet in de Onderneming gestorte bedrag, dat variëert naar deonderscheiden functiën in het Bedrijf, moest elk man zijn even-redige rechten hebben in de overwinst van het Bedrijf, voor zoo-veel deze winst namelijk aan het Bedrijfskapitaal toekomt, en metinachtneming van het recht, dat een medewerkende aandeelhouderboven een geldschietenden aandeelhouder kan laten gelden. Voordit gemeenschappelijk aandeel en eigendom der samenwerkendepersonen in het Bedrijf zijn bepalingen te maken omtrent inkomsten,die de Werkman bij krankheid of ongeluk en in den ouderdom uit

3

Page 37: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

34 DE WARE BEDRIJFS- EN VAKORGANISATIE

zijn Bedrijf zal trekken, in verband met wat als zijn stoffelijk deelin dat Bedrijf geboekt is; terwijl bij zijn overlijden zijn rechtmatigeigendom aan de zijnen moet worden uitgekeerd. Het spreekt welvan zelf, dat de medewerkende personen in het Bedrijf, die geza-menlijke eigenaars zijn van een deel van het Bedrijfskapitaal, dateen bijzondere administratie in het leven roept, in die administratieen in de beschikkingen betreffende dit eigendom rechtmatige engoedgeregelde inspraak moeten hebben. Is zoo, zij het ten deele enslechts in zeker opzicht, het Bedrijf ook in zijn gewin mede heteigen Bedrijf der vaster medewerkende mannen, hieruit volgt, datdan ook de schade van het Bedrijf op hen behoort terug te werken,hetzij door evenredige verlaging van hun loon, hetzij door bij-passing uit het als gemeenschappelijk eigendom vaststaande aan-deel. Maar in elk geval, bij het rijzen en dalen van het Bedrijf,zullen de mannen, die er in arbeiden, zedelijke winst hebben, zoodaarin hun eigen rijzen en dalen begrepen is; zij zullen in hetBedrijf arbeiden en arbeidend leven als in hun eigen Bedrijf, en inhooger menschelijk leven rijzen.

Het Bedrijf in gemeenschap is naar onze overtuiging het hoogeideaal, waarnaar de Bedrijfsorganisatie in de toekomst te jagenheeft; ten bate van den arbeid; tot verhooging van het geluk dersamenwerkende mannen; en tot veredeling van het gemeenschaps-leven in den arbeid. Dit ideaal zal voor het kleiner Bedrijf zeer welte bereiken zijn. Maar ook voor het grooter Bedrijf is het aller-minst onbereikbaar. Het Bedrijf in gemeenschap zal dan ook zelfnaar de vervulling van een grootsche taak moeten jagen; naarhet Grootbedrijf met groot kapitaal, met de beste middelen, in deruimste opvatting; en als arbeid van een georganiseerde gemeen-schap, waarin het gezag niet ontbreekt, de geest en het hoofdworden geëerd, maar waarin ook elk vaster ingetreden lid zijnplaats, zijn plicht en verantwoordelijkheid heeft, en naar dezelfdeverhouding zijn recht en zijn deel; waarin ook elke kracht, zichkan ontwikkelen naar haar vollen inhoud, en elk talent, elk man,naar de hoogste taak kan worstelen.

Uit de Bedrijven nu komt de Vakorganisatie op, die niet het rechten de macht over of in de bijzondere Bedrijfsondernemingen zich

Ill ^lgglal^,

Page 38: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE WARE BEDRIJFS- EN VAKORGANISATIE 35

aanmatigt, maar die weer door vrijwillige toetreding, overeenkomsten gecontracteerde rechten en verplichtingen aan elke Bedrijfs-onderneming door haar Vertegenwoordigers in de gemeenschap-pelijke overlegging der Vakgemeenschap een plaats geeft. Deze Vak-organisatie doet den steun der Vakgemeenschap aan de Bedrijventen goede komen; zij kan eenheid van goede gedragslijn in de Be-drijven bevorderen, scheidsrechtelijke bemiddeling bieden bij ge-schillen, de vakontwikkeling in de hand werken, en voor het rechtvan Vak en Bedrijf op het terrein van den Arbeid en in de maat-schappelijke en nationale gemeenschap opkomen. Nadere samen-voeging der heusche Vakorganisaties kan aan den Arbeid eennationale en internationale vertegenwoordiging en kracht schenken.

De Vakorganisatie komt uit de Bedrijven op, en zij krijgthooger en schooner beteekenis en kracht, naarmate de Bedrijvenzich vaster en edeler organiseeren. Zij behoeft echter op de vol-ledige organisatie der Bedrijven niet te wachten en kan zelvedaaraan dienstbaar zijn. Reeds thans kunnen de Bedrijven doorhun Vertegenwoordigers samenkomen en een begin van Vak-organisatie in het leven roepen, om in de tegenwoordige omstan-digheden mede voor de rechte verhoudingen en de billijke voorwaar-den tusschen Patroon en Werklieden in de Bedrijven het pad teeffenen. De Werklieden in de afzonderlijke Bedrijven kunnen opeen begin van zoodanige Vakorganisatie aandringen, maar de be-slissing en het initiatief in dezen behoort allereerst van de Patroonsals hoofden der Bedrijven uit te gaan. Toch zal het goed en billijkzijn, waar het tot een begin van Vakorganisatie komt, de Werk-lieden in de Bedrijven reeds aanstonds onder of bij de Overhedenof Bestuurders der Vakorganisatie te vertegenwoordigen; en ook,hen in de gelegenheid te stellen, hun Vertegenwoordigers aan tewijzen, met wie bij de regeling der Vakorganisatie overleg kanworden gepleegd. Voor het minst zal tot goede Vakorganisatie eenregeling behooren, waardoor bij rechtspraak ook de ondergeschik-ten behoorlijk voor de behartiging en handhaving van hun rechtkunnen zorgen, en waardoor voorts hun belangen, niet alleen watde arbeidsvoorwaarden in hun Bedrijf aangaat, maar ook wat hunleven in den arbeid en in het Vak betreft, naar het recht en naarden eisch van het gemeenschapsleven behartigd kunnen worden.

Page 39: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

STELLINGEN.

I. De tegenwoordige zoogenaamde Vakorganisatie.

1.

De tegenwoordige zoogenaamde Vakorganisatie verdient diennaam niet.. Zij is niet de organisatie van eenig Vak.

2.

Zij miskent het organisme in Vak en Bedrijf; zij organiseertdaarom niet, maar zij desorganiseert.

3.

Zij is van materialistisch beginsel en van anarchistische strek-king. Het is haar te doen om de macht voor de materiëele krachts-ontwikkeling, tot uiteenrukking van het georganiseerde mensche-lijke leven.

4.Zij is een „organisatie" van Werklieden als werkkrachten, aller-

eerst in zoogenaamde ,,Vakvereenigingen"", die noch voor denWerkman of zijn gezin, noch voor eenige Bedrijfsonderneming,noch voor een Vak, noch voor de maatschappelijke verhoudingen,noch voor de gevolgen van haar eigen beslissingen eenige verant-woordeliijheid dragen, en die onder geenerlei gezag en recht staanvan eenigen Vak- of Arbeidskring.

5.

Deze Vakvereenigingen dwingen door haar pretentie en conse-quentie de Werklieden, zich in haar zoogenaamd te organiseeren.

1 III 1 ',I 11,41■1

Page 40: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

6.

Zij scheppen daardoor een nieuw en hopeloos proletariaat inhen, die zich aan haar niet onderwerpen.

7.

Zij maken zich meester van de macht over de Werklieden. Zijdooden hun vrijheid, om over zichzelf te beschikken; om over deregeling van hun eigen positie in den arbeid te oordeelen; om ge-zamenlijk met hun eigen Patroon te onderhandelen; en om in huneigen Bedrijf of Vak tot de ware organisatie werkzaam te zijn.

8.

Zij maken zich meester van de macht in het Vak en in de bij-zondere Bedrijven en Ondernemingen, door de arbeidsvoorwaar-den van stuk tot stuk te stellen, onder bedreiging van weigeringder materiëele arbeidskrachten door werkstaking. Zoodanigewerkstaking is niet een daad van den bewusten Werkman in eigenzaak, of van de gezamenlijke bewuste Werklieden in de Bedrijfs-onderneming, waarin zij werkzaam zijn, maar zij is een daad vaneen Werkliedenvereeniging, een daad in haar strijd om zich vande macht in een Vak en in de afzonderlijke Bedrijfsondernemingenmeester te maken.

9.

In den strijd om de macht voor de materiëele arbeidskracht geeftde zoogenaamde Vakvereeniging zich naar de consequentie vanhaar beginsel gevangen in een Federatie, die Vakvereeniging aanVakvereeniging bindt door een valsche solidariteitsleuze.

10.

Deze Federatie brengt alle Werklieden en Werkliedenvereenigingen onderéénmacht,nationaal en internationaal. Zij is het,

die dan de arbeidsvoorwaarden bepaalt; over de vrijheid om tearbeiden beschikt; en de werkstaking voor land en Bedrijf voor-schrijft. Zij is de vernietiging der vrijheid van den Werkman, de

Page 41: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

vernietiging van het Patroonschap, de vernietiging der souvereini-teit in alle Bedrijf en Vak, de vernietiging van heel het organismevan den Arbeid; zij zet er haar materialistische machtsorganisatievoor in de plaats. Zij is noodzakelijk de vernietiging van alle gezagen troon, van alle religie en van alle wet, van alle vrijheid in hetmenschelijke leven; zij is de Anarchie tegenover het van Godswegegeorganiseerde leven.

11.

De tegenwoordige zoogenaamde Vakorganisatie is niet andersdan de georganiseerde klassenstr ijd, die in een valsch beginselwortelt en opstand is tegen de Ordinantiën Gods voor het men-schelijke leven.

12.

Zoo ze ingang kan vinden in het Christendom, zich meester kanmaken van den Christelijken naam, en van den Tempel Gods alseen religieuze beweging kan uitgaan, leidt ze naar het rijk van denAntichrist heen. Daarom wordt deze zoogenaamde Vakbewegingte snooder en gevaarlijker, wanneer ze onder den naam van „Chris-telijke Vakbeweging" zou kunnen optreden tot voortzetting van denaangevangen machtsstrijd.

II. De roeping der Patroons tegenover de

tegenwoordige Vakbeweging.

13.

Het kan de roeping der Patroons als Christenen allerminst zijn,de tegenwoordige zoogenaamde Vakorganisatie te bevorderen ofin een zoogenaamde Christelijke Vakorganisatie, die in hetzelfdespoor zou blijven, om te zetten.

14.

Zij zijn als Patroons verantwoordelijk voor hun Onderneming enBedrijf, voor hun eigen positie en voor die hunner Werklieden; zij

, ,. Ili . I Pi .^

Page 42: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

zijn als Vakmannen verantwoordelijk voor de handhaving vangezag en vrijheid en van het georganiseerde menschelijke leven; zijzijn verantwoordelijk voor de rechte, van God gewilde, organisee-ring van het menschelijke gemeenschapsleven, bepaald ook in hunVak en Bedrijfsonderneming.

15.

Daarom zijn de Patroons van Godswege geroepen, om de tegen-woordige zoogenaamde Vakorganisatie te ontraden en te weer-staan.

16.

Zij moeten daartoe echter niet tegenover de machtsgemeenschapder Arbeidersfederatie een machtsgemeenschap van Patroonsver-eenigingen en van een Patroonsfederatie stellen, een machtsgemeen-schap van het Kapitaal tegenover die van de Arbeidskracht.

17.

Indien de Patroons tegenover de zoogenaamde Vakvereenigingender Werklieden zich in eigen machtsvereeniging organiseeren, aan-vaarden z ij zelf den klassenstr ijd en het materialistisch beginsel vanhet recht van den sterkste. Zij zullen dan ook zelf hun gezag envrijheid moeten afstaan aan een machtsfederatie; zij vernietigenzóó zelf het Patroonschap, verscheuren mee de banden der ge-meenschap in hun Bedrijf en in het georganiseerde leven, en zijwerken zoo mee tot voorbereiding van den bloedigen strijd,waartoe het Anarchisme voert.

18.

De roeping der Patroons tegnover de zoogenaamde Vakorgani-satie is, deze valschelijk genaamde Vakorganisatie als Patroons teweerstaan, door hunnerzijds de ware, echte, van God gewilde Vak-organisatie in het leven te roepen en eendrachtig te bevorderen.

19.

Zij behooren daartoe allereerst te weigeren, om met de „Vak-

Page 43: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

vereeniging" over de positie hunner Werklieden of over de arbeids-voorwaarden te onderhandelen: zij moeten die onderhandelingenalleen voeren met hun eigen Werklieden, die hiervoor hun Vóór-mannen uit hun midden kunnen kiezen.

20.

De Patroons behooren hun Werklieden geheel vrij te laten, aanwelke Vereenigingen zij zich niet of wel zullen aansluiten, mitsdaarmee geen aanslag tegen hun Bedrijf of Vak wordt gesmeed.

21.

Door aanrading en steun behooren de Patroons de gemeenschapder Werklieden te bevorderen in zoodanige Werkliedenvereeni-gingen, die van alle pretentie, als waren zij Vakorganisatie en vanalle machtsaanmatiging in Vak en Bedrijf afzien, maar die zichberaden om de echte, van God gewilde Vakorganisatie te bevor-deren met eerbiediging van de ordinantiën Gods in het georgani-seerde menschelijke leven.

22.

Zelf zullen de Patroons naar hun roeping zich moeten vereenigen,om ook als Patroons zich over de ware organisatie in Vak enBedrijf te beraden en daarvoor gemeenschappelijk te arbeiden.

23.

Het is voorts de roeping der Patroons, om in eigen Bedrijfs-onderneming met hun eigen personeel over de ware organisatievan den arbeid te handelen en die organisatie, voor zooveel aanhen staat, in het leven te roepen door organiseering van hun eigenBedrijfsonderneming in de verhoudingen tusschen zich en hunWerklieden en tusschen hun Werklieden onderling. Deze organi-seering kan voor de kleine Ondernemingen en eenvoudige Be-drijven niet moeilijk zijn; voor groote Ondernemingen en samen-gestelde Bedrijven is zij meer gecompliceerd, doch allerminst on-uitvoerbaar.

I III . I I 41i

Page 44: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

24.Eindelijk is het ook de roeping der Patroons, de organiseering

van hun Bedrijf en van hun Vak te bevorderen in de gemeenschapder Bedrijven en Vakken en van den menschelijken arbeid in meergeneralen zin.

III. De ware Bedra f s- en Vakorganisatie.

25.

Alle menschelijke arbeid veronderstelt een Organisme. Zoodanigorganisme gaat uit van een geestelijk beginsel, waaraan de onder-scheiden phsysische en materiëele krachten organisch dienstbaarzijn; deze werkende krachten hebben, naar de organen, waardoor zewerken, in het organisme niet slechts hun plicht maar ook hunrecht; alle medewerkende krachten in het organisme zijn in hetorganisme, in de eenheid van het organisme, opgenomen.

26.

Organiseering is die regeling der verhoudingen van raamwer-kende krachten, waardoor deze in de eenheid van het organisme,waartoe ze behooren, en in de onderscheiden organen van het orga-nisme, op de juiste wijze samenwerken; door organiseering wordenal deze krachten, alle deelen en leden, alle organen van het orga-nisme, gebonden, maar zij hebben in die banden juist hun vrijheiden hun recht.

27.

Alle organiseering gaat, wat het beginsel der organisatie aan-gaat, van het hart, van het wezen, uit; en wat het initiatief aan-gaat, van het hoofd, van het gezag.

28.

Niet slechts het menschelijk lichaam is een organisme, maar ookelke menschelijke gemeenschapskring, die één leven leidt en tot

Page 45: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

één taak geroepen is, het Gezin, de Kerk, de Staat: en zoo ook deArbeidskring, het Vak, de Bedrijfsonderneming. Dit gold van dekleine Onderneming, die de Patroon van uit eigen huis of werk-plaats dreef; het geldt ook van de groote Onderneming, die thansdoor machines en arbeidsverdeeling en door onderschikking vanallerlei hulparbeid en bedrijf, van allerlei functies, aan één Be-drijfsonderneming zeer gecompliceerd kan optreden onder eensamengestelde directie; het organisme ontbreekt in de Bedrijfsonder-neming niet, en de organiseering moet dan ook voor alle krachten,voor alle menschen, in hun arbeidsgemeenschap worden gevondenen naar het recht worden uitgewerkt.

29.

De Christelijke Patroons zijn als Christenen door hun geestelijkbeginsel in de gemeenschap met alle Christenen, en ook als Pa-troons, die het Bedrijf ontwikkelen moeten, geroepen, om den drangtot de ware organiseering van het Vak- en Bedrijfsleven uit te doengaan, en daartoe het initiatief te nemen.

30.

De organiseering van den Arbeid, de Vak- en Bedrijfsorganisatie,gaat uit van de erkenning, dat het Vak, het Bedrijf, de Bedrijfs-onderneming, een organische gemeenschap in het leven roept vanmenschen, die samenwerken.

31.

Deze organische gemeenschap vordert de onderscheiding enerkenning van een organisme en daarom van hoofd en leden, vangezag en ondergeschiktheid; maar anderzijds vordert zij ook deerkenning van alle organen, van de medewerking aller leden endeelen, van alle werkzame krachten in het ééne organisme; en zijvordert daarom naar het wezen van het organisme erkenning vande plaats en van het recht aller werkzame krachten in het geheel,en regeling en regelmatige werking van aller rechten, zoo goed alsvan aller verplichtingen in het organisme.

^'^111 . I 1 ; 11111,1 n

Page 46: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

32.

Patroons en Werklieden zijn in het Bedrijf niet zonder elkaar;zij zijn er veelvoudig in onderscheiden door allerlei taak en recht,maar ze zijn er samen in, niet in gemeenschap van eigendom, maarin gemeenschap van arbeid, en daarom in gemeenschap ook wat dearbeidsverhoudingen, de arbeidsvoorwaarden en de arbeidsontwik-keling aangaat, en wat de vrucht, de baat of schade van den arbeidbetreft.

33.

De gemeenschap van arbeid vordert regeling van rechten enverplichtingen voor allen, die in deze gemeenschap samenwerken,en daartoe het aanleggen van banden over en weer.

34.

Alle Bedrijfs- en Vakorganisatie gaat daarom uit van hetArbeidscontract in de afzonderlijke Bedrijfsonderneming; zoodanigContract is het begin van organisatie, de organisatie ligt in datContract, vangt er mee aan, en moet er zich uit en mee ontwik-kelen tot een volledige regeling der verplichtingen en rechten vanalle samenwerkende krachten in het Bedrijf en in al hun verhou-dingen; het Arbeidscontract is de band van elke werkende krachtaan de Bedrijfsonderneming.

35.

De ontwikkeling van het Arbeidscontract moet voor de onder-scheiden samenwerkende krachten in de Bedrijfsondernemingeenerzijds de banden vaster en de verantwoordelijkheid grootermaken onder eerbiediging van alle organen in de Bedrijfsgemeen-schap, maar anderzijds ook moet de contractsontwikkeling derechten uitbreiden „naar de werking van ieder deel in zijn maat."

36.

Zóó moeten de werkkrachten zich in opklimmende vertegen-woordiging, in Vóórmannen of Hoofdmannen als organen, meer

Page 47: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

bijzonder kunnen laten gelden bij de vaststelling der arbeidsvoor-waarden en van het arbeidsloon; en eindelijk moeten zij contrac-tueel, iedere kracht naar haar maat en door haar organen, geregeldeinspraak hebben in de Bedrijfsonderneming, wat de leiding enregeling der arbeidsgemeenschap aangaat.

37.

Tot vaster ontwikkeling van de organisatie der Bedrijfsgemeen-schap kon naar dezelfde maat ieder vaster lid in de Bedrijfsge-meenschap van zijn arbeidsinkomst een deel in handen der Onder-neming laten; de verplichting tot zoodanige storting aan de Onder-neming kan van meet af in het Arbeidscontract als beginsel geldenbij alle aanleggen van een band tusschen een werkende kracht enhet Bedrijfsorganisme; voor het in de Onderneming gestorte moetelk man zijn evenredige rechten hebben in de overwinst van hetBedrijf, voor zooveel die aan het bedrijfskapitaal toekomt.

38.

Het Bedrijf in gemeenschap is het ideaal van de ware bedrijfs-organisatie; en wel het Bedrijf in gemeenschap, gelijk het zelf naarde vervulling van een grootsche taak jaagt, het Grootbedrijf metgroot kapitaal, met de beste middelen en in de ruimste opvatting,maar als arbeid van een georganiseerde gemeenschap, waarin elkvaster ingetreden lid zijn plicht en verantwoordelijkheid, maar ooknaar dezelfde verhouding zijn recht en zijn deel heeft; waarin elkekracht zich kan ontwikkelen naar haar inhoud, en elk talent naarde hoogste taak kan worstelen.

39.

Behalve naar de organiseering der particuliere Bedrijfsonderne-mingen behoort elke Onderneming en elk Patroon te staan naareen Georganiseerde hakgemeenschap, die niet het recht en demacht over of in de bijzondere Bedrijfsondernemingen zich aan-matigt, maar die weer door vrijwillige overeenkomst en gecontrac-teerde rechten en verplichtingen aan elke Onderneming in de ge-meenschappelijke overlegging der Vakgemeenschap door haar Ver-

Page 48: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

tegenwoordigere een plaats geeft; die den steun der Vakgemeen-schap aan de Bedrijven en Ondernemingen ten goede doet komen;die eenheid van gedragslijn bevordert in de Bedrijven; die scheids-rechterlijke bemiddeling biedt bij geschillen; die de vakontwikke-ling in de hand werkt; en die voor het recht van Vak en Bedrijf ophet terrein van den Arbeid en in de maatschappelijke en nationalegemeenschap kan opkomen.

40.Nadere samenvoeging der heusche Vakgemeenschappen in ge-

contracteerd verband kan aan den arbeid een Nationale en Inter-nationale vertegenwoordiging en kracht schenken.

Page 49: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

INHOUD

Bldz.

Inleiding 1

De vernietigde Vakorganisatie 3

De zoogenaamde Vakorganisatie 10

Christelijke roeping tot Vakorganisatie 20

De Ware. Bedrijfs- en Vakorganisatie 24

Stellingen. 36

I 41 1 I Bi-... i

Page 50: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

VRIJMAKINGVAN DEN ARBEID

TWEEDE DRUK

Page 51: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

Heb Ik u niet gezegd, dat, zoo gij gelooft,gij de heerlijkheid Gods zien zult?

Johannes 11 : 40.

4p...il P 1

Page 52: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

I.

HET VRAAGSTUK.

Bij den dag werkt het besef in altoos breeder kring door enwortelt al dieper in de harten en in de gedachten onzer tijdgenootenin, dat het menschelijke leven een nieuwe toekomst tegen gaat endat onze voeten reeds lang in den ingang van den weg naar diennieuwen tijd stonden, vóór we nog den drempel der twintigsteeeuw overschreden.

We gaan op dien weg eiken dag vooruit en met immer groeien-den drang. Deze drang grijpt heel het menschelijke leven aan enbeheerscht het in denken en dichten, in gelooven en willen, inzeggen en doen, in Opvoeding en Onderwijs, in Wetenschap enKunst, in Staatkunde en Arbeid. Deze drang van den tijd naar denieuwe toekomst worstelt met en om alle verhouding en ordeningin het leven; om de ordening van het geestelijke en het stoffelijke,van woord en aanschouwing, van gezag en vrijheid; van leven enarbeid, van talent en vaardigheid, van werkkracht en geldmacht;van de samentrekkende en de uitbreidende kracht; van de vaste ende vrije lijn. Alle verhoudingen, waaraan bestaan en kracht vanhet menschelijke leven hangen, komen op de vuurproef, in dendrang naar den levensvorm voor een nieuwe toekomst; de ver-houdingen van het afzonderlijke en het algemeene, van het zelf-zijn en het samen-zijn, van de persoonlijkheid en de gemeenschap;de verhoudingen in de geslachten, in het huwelijk, in het gezins-leven, in de arbeidsgemeenschap, in de maatschappij. Alle relatiënvan de onderscheiden levenskringen worden door denken en doenaangegrepen, de relatiën van Huis en School en Kerk en Maat-schappij en Volk, van Volk en Overheid, van het nationale enhet internationale, van Menschheid en Schepping. En in dat alles

4

Page 53: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

HET VRAAGSTUK

gaat de worsteling om de verhouding van de wereld tot denlevenden God.

Heel het menschelijke leven in heel zijn ontwikkeling is in hetgeding, dat de eeuw beheerscht; het menschelijke leven in zijnhistorie, in zijn huidige gestalte en in zijn toekomst, het mensche-lijke leven in zijn verhouding tot de zienlijke en tot de onzienlijkedingen. De Wetenschap dringt van den mensch af benedenwaartsdiep in de Natuur door tot op de stof in haar diepste en eerstekrachtwerking, om daar de wet te vinden, de wet der evolutie, endan weer langs den ladder der evolutie op te klimmen in het leven,in mensch en menschheid, en voor zede en recht, voor leven engemeenschap, en voor den gang uit het heden naar de toekomstdie evolutiewet ten licht en regel te doen strekken 1 ) . En diezelfdewetenschap dringt diep in den mensch door, in het menschelijkeleven, in de menschelijke ziel, en in de menschelijke historie; omdaar in de schuilhoeken, in de diepste roerselen en de eerste aan-vangen de realiteit bloot te leggen en diezelfde wet der evolutie tevinden; om heel het historische menschelijke leven in het licht vandie wet te zetten; om dat leven door die wet te ontraadselen, maarom ook door die wet de menschheid zelfbewust te maken en tebezielen voor het ideaal, dat de wet der evolutie voor de toekomstonthult. 2 )

Dat hier het ontzaglijke vraagstuk van de Schepping van hemelen aarde door God, den Vader, den Almachtige, in het gedingbetrokken en het vraagstuk der eeuw is, springt in het oog vanieder, wiens conscientie nog niet door het historisch-materia-listisch evolutiebesef verstorven is. Het gaat hier om de vraag:is er een werking van de kracht en den Geest Gods, waardoor dewereld is? zijn de ordinantiën Gods de banden der Schepping?leidt en regeert de hand Gods de wereld? is er een openbaringGods, die niet slechts uit, maar ook op en over en voor de mensch-heid licht? is er een Woord Gods? moeten alle dingen gezienworden bij het licht van het Woord Gods? is er een geestelijke

1) D r. A. K u y p e r, Evolutie, p. 12.2) D r. H. H. Kuyper, Evolutie ot Revelatie, p. 11 v.

411 ., I MI «.I

Page 54: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

HET VRAAGSTUK 3

werking van zonde en genade in de wereld, die uit de Natuur nietis te verklaren, maar die al het schepsel overheert, zuchten doeten hopen? is er een roeping Gods, die het leven van den menschen de menschheid bepaalt, en moet de mensch naar die roepingleidend, regeerend, ingrijpend, neerdrukkend en opheffend hetleven richten in het pad der toekomst bij het licht van Gods Woorden naar Gods ordinantiën, die niet slechts door de materiëele ver-houdingen en natuurlijke werkingen maar door heel het geopen-baarde werk Gods in wereld en Heilige Schrift worden bepaald?

Niet de wet der evolutie in de stofwisseling gevonden, maarde Eenige Naam, die onder den hemel tot behoudenis gegeven is,bepaalt de positie van den Christen in de wereldworsteling; hijstelt zich onder het licht van het geopenbaarde Woord Gods in degemeenschap met Hem, die het vleeschgeworden Woord is, enhij beziet bij dat licht Schepping en menschheid, leven en historie,den toestand van het heden en de roeping voor de toekomst,waarin alle tong zal moeten belijden, dat Jezus Christus de Heeris tot heerlijkheid van God, den Vader.

Onze verhouding tot den Christus bepaalt onzen stand tegen-over en in alle levensvraagstukken. Maar zij legt dan ook deheilige verplichting ons op, om de teekenen der tijden te onder-scheiden; om in het leven naar Gods wil onze plaats te zoeken;om dat leven in de vreeze Gods te verlichten en te dienen; ommensch met de menschen te zijn en toch onder de menschen onsleven te leven voor Hem, die is en die was en die komen zal.

In Jezus Christus, den Zoon van God, het eeuwige Woord,mogen en moeten nog de banden en koorden des levens door alge-meene genade behouden worden. Maar in Hem is ook de Crisisgegeven, die niet door natuurlijke evolutie maar door goddelijkegenade tegenover menschelijke schuld de wereld uit de scha-duwen en diepten van zonde en ellende verheerlijken zal voorGods aangezicht na den laatsten ontzettenden wereldkamp. Dieeindcrisis bepaalt en beheerscht de telkens nieuwe wereldcrisisin den tijd. Zij bepaalt de groote crisis op Golgotha in de volheiddes tijds, maar ook elke crisis in de ondergeschikte tijdsgewrichten.In elke tijdscrisis gaat het leven in nieuwe banen en verhoudingen

Page 55: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

4 HET VRAAGSTUK

uit. Maar alleen omdat Gods genade dat leven behoudt. En zijdoet dat middellijkerwijze door het geloof op het gebied der alge-meene en der bijzondere genade, d. i. door erkenning, eerbiediging,handhaving en vaststelling der levensbanden overeenkomstig deordinantiën Gods. Niet slechts zij, die gelooven door bijzonderegenade, zijn hierin dienstbaar; maar ook allen, in wie de overblijf-selen van het werk der wet Gods in hun harten nog vonken, en doorwie Zijn ordeningen in het leven nog geëerbiedigd worden. In elkecrisis gaat het er om, — gelijk voor enkele weken onze Ministervan Binnenlandsche Zaken bij een incidenteel feministisch debatin de Tweede Kamer opmerkte, — aan de transformatie der wis-selende tijdelijke verhoudingen ruimte te laten en te geven, maardaarbij te handhaven en vaster te stellen de onveranderlijke ordi-nantiën Gods, waarin en waarnaar ook de nieuwe verhoudingenzich moeten ontwikkelen, zal het menschelijke leven bestaan en ineere bloeien.

Bijzonder is het levenswerk van den genoemden Minister hierinvan beteekenis. Het leven en streven van D r. A. K u y p e r, heelzijn werk, zijn leer en voorbeeld, waardoor hij als middel in Godshand ook ons verlicht, bezield en werkzaam gemaakt heeft, enwaardoor ons de banier in het optrekken naar de toekomst weerwelbewust in de hand gegeven is, is door hemzelf bij hetStandaard-jubileum in dichterlijk woord aldus uitgedrukt:

Voor mij, één zucht beheerscht mijn leven,Eén hooger drang drijft zin en ziel.

En moog' mij d' adem eer begeven,Eer ik aan dien heil gen drang ontviel!

't Is om Gods heil'ge ordinantiënIn Huis en Kerk, in School en Staat,

Ten spijt van 's werelds remonstrantiën,Weer vast te zetten, 't volk ten baat.

't Is om die ord'ningen des Heeren,Waar Woord en Schepping van getuigt,

In 't volk zóó helder te graveeren,Tot weer dat volk voor God zich buigt! 1)

1) Gedenkboek 1 April 1897, blz. 77.

i Mp • I I p.^ l

Page 56: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

HET VRAAGSTUK 5

De crisis der twintigste eeuw, die goddelijke leiding van hetleven in nieuwe banen, waarin onze menschelijke roeping en taakgegeven is, — onder gebondenheid om Gods ordinantiën te onder-scheiden, te eerbiedigen, te handhaven en te doen werken totkrachtige levensontwikkeling en tot beteugeling der ongerechtig-heid, — betreft heel het menschelijke leven en alle levenskringen.Daarin is het Sociale Vraagstuk in den breedsten zin aangegeven.Het menschelijke gemeenschapsleven moet in zijn geheel en in alzijn levenskringen, ieder naar hun eigen recht en vrijheid, totnieuwe en krachtige ontwikkeling komen; maar onder eerbiedigingvan de grenzen en banden voor het menschelijke leven, van degrenzen en banden voor iederen levenskring, en van het recht ende vrijheid der andere kringen. Geen alvermogende sociale Staatmag er daarom zijn, geen heerschende Kerk, geen absolute Weten-schap, geen albeschikkend Kapitaal, geen dwingende Arbeid. Vrijmoeten alle levenskringen zijn, in eigen wortel en onder eigengoddelijke ordinantie gebonden, maar niet overheerd door anderekringen. De Staat bewaart daarbij den volksband voor allen; ende Overheid stelt de wet en spreekt het recht, met eerbiedigingook harerzijds van de goddelijke ordinantiën, die aan de levens-kringen hun eigen recht en vrijheid waarborgen. 1 )

In dit vraagstuk vordert het menschelijke leven ook voor eikenlevenskring afzonderlijk de aandacht in verband met het leven inzijn geheel. Van eiken levenskring moet de toestand wel onder-scheiden worden, om daarnaar den weg en de middelen tot vrij-making, sterking, ordening en ontwikkeling voor de toekomst aante wijzen en te kiezen. 2 )

En uit dit gezichtpunt, in dit verband, moet ook het onderdeelvan het Sociale vraagstuk bezien worden, dat de Arbeid, meerbepaald den Industrieeten Arbeid raakt, en nog meer bepaald, dat

1) Zie Dr. A. K u y p e r, Souvereiniteit in eigen kring, blz. 12, en heel dezeRede ter opening der Vrije Universiteit.

2) Zie mijn brochure Vakorganisatie naar Christelijke beginselen met bi-gevoegde Stellingen, vóór enkele maanden in het licht gegeven. Wat daar gezegdis, wordt hier niet herhaald. Ik wensch thans het vraagstuk breeder te bespreken,in aansluiting aan het genoemde geschri ft.

Page 57: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

6 HET VRAAGSTUK

de positie der Werklieden in den Industriëelen Arbeid betreft. 1 )Het ongeloof ontraadselt, troost en leidt hier door de Evolutie.Maar wie in zijn conscientie nog aan den levenden God gebondenis, die geeft getuigenis aan het oordeel der Christenen, die bijGods licht, bij het licht van Gods Woord, zien en oordeelen; endie erkent, indien het hem aangewezen wordt, nog het spoor vanGods ordinantiën.

Het vraagstuk van de verhouding, het recht en de roeping derWerklieden in de industrieele arbeidsgemeenschap, in Bedrijf envak, springt in onze dagen en in ons vaderland in het oog; hetdringt op den voorgrond; het tast het menschelijke leven aan; hetschokt en stoot, en kan niet terug; en het geeft zóó een teeken vande crisis, die over nieuwe toekomst zal beslissen; — een toekomst,die Of door de diepten eener ontzettende revolutie, zoo het Godebelieft, nog in nieuw leven van het doodenveld der verslagenenkan opkomen, of die door het geloof in willigheid kan wordenbereikt door Vrijmaking van den Arbeid in overeenstemming metde ordinantiën Gods. 2 )

1) Het vraagstuk van den Arbeid omvat veel meer dan het genoemde; envoor het genoemde gaat het vraagstuk door, niet alleen in den IndustriëelenArbeid, maar in elke arbeidsgemeenschap. Ik moet mij echter in mijn besprekingbeperken; het licht over de ééne verhouding leert ook de andere beter onder-scheiden.

2) Ds. G i s p e n, Christelijke Vakorganisatie, p. 50, vraagt, of ik Gods wilen de Christelijke beginselen, waarnaar de organisatie van Bedrijf en Vak zichdoor onderscheiding van het organisme richten moet, niet uitsluitend uit deNatuur in plaats van uit de Schrift bedoel te kennen. Deze tegenstelling bestaatzóó voor ons Christelijk ,geloof niet; de Christelijke belijdenis scheidt deze ken-bronnen niet, maar voegt ze samen. Wij zien het natuurlijke leven bij het licht endoor het glas der Schrift; het Woord Gods verklaart het werk Gods. De klachtanderzijds, blz. 49, dat de Schrift in dezen zoo weinig licht geeft, omdat onsmaatschappelijk samenstel in de dagen, waarin zij te boek gesteld werd, nietbestond, deel ik niet. Evenmin de beperking, dat het Evangelie hier als een zuur-deesem de conscientie moet aangrijpen en zóó tot Christelijk handelen moet lei-den. Aan de beteekenis der Schrift in dezen is hiermede allerminst recht gedaan.De Schrift is niet slechts voor hart en geweten en om zoo tot goed handelente dringen. Zij is het Woord Gods in de wereld; zij richt zich als zoodanig eersttot het verstand; zij roept ons zoo eerst tot het kennen van het werk en den wilGods, tot gelooven en oordeelen, en daarna tot willig handelen.

IIqI , 1 1 1

Page 58: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

II.

DE TOESTAND.

Blijven, zooals hij thans is, en almeer ook in ons vaderland wordt,kan de toestand niet.

De bazuin der Revolutie, gelijk die door het Liberalisme nogsteeds geblazen wordt, heeft een machtigen roep voor „Vrij-heid, Gelijkheid, en Broederschap" over het

menschelijke leven doen klinken; maar met verachting en verzakingvan Gods heilig Woord en van Zijn heilige ordinantiën, die alsde touwen en de koorden van God en Zijn Gezalfde naar Psalm 2(vgl. Hand. 4 : 25-28) de Overheden en de volken en heel hetmenschelijke leven binden en bewaren. 1 )

Hierin is geschied, wat Gods hand en Gods Raad bepaald had,dat geschieden zou. Maar dat neemt niet weg, dat hierin een men-schelijke raadslag van vijandschap en opstand tegen den levendenGod en den gezalfden Zoon moet worden geoordeeld, waaroverde spotlach gaat van Hem, die in den hemel woont. God spreektnu over het leven in Zijn toom en doet Zijn grimmigheid in ver-schrikking uitgaan. De ijzeren scepter van den Christus is uitge-strekt en breekt het leven. Alleen in het kussen van den Zoon envan Zijn roede, in het wederkeeren tot wijsheid en tucht, in hetvreezen en dienen van den Heere naar Zijn goddelijke ordening,zal ontkoming en redding des levens zijn.

In het doen der Gode vijandige menschen geschiedt, wat Godshand en Raad bepaalde. Daarom is hierin niet slechts het kwade,maar ook het goede, dat de Heere op Zijn tijd in het licht brengt.

1) Groen van P r i n s t e r e r. Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap. Toe-lichting van de spreuk der revolutie. Mr. D. P. D. Fabius, De FranscheRevolutie.

Page 59: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

S DE TOESTAND

Zoo werkte in de leugen en de ongerechtigheid, die den Christusaan het kruis bracht, de hoogste waarheid en de genade, deeeuwige liefde Gods; Kajafas profeteerde de gedachte des Hei-ligen Geestes (Joh. 11 : 49-52) . Zoo dringt de Satan, zijns on-danks, tot het uitroepen van een waarheid ( Marc. 5 : 17; Hand.16 : 17). En een waarheid greep ook de Revolutie. Een waarheidheeft het Liberalisme in zijn bazuinwoord uitgeroepen over hetleven. Die waarheid werkt sinds door het menschenwoord voorten altijd verder. En zij is in haar werking niet meer te keeren.Een honger, een hartstocht naar vrijheid, naar gelijkheid, naarmenschelijke gemeenschap, heeft sinds het menschelijke geslachtaangegrepen, dat onder den adem der tegenwoordige beschavingleeft. Een waarheid, een goddelijke waarheid werkt daarin; en eenoordeel Gods gaat er over zooveel krenking van die vrijheid, ge-lijkheid en broederschap, die God wil onder menschen, onder al zijnmenschen, die van één bloed en van één geslacht, van Gods ge-slacht zijn; en die Hij als een zedelijk recht onder de menschenvastgelegd heeft in Zijn Woord, in Zijn Wet, dat een iegelijk zijnnaaste zal liefhebben als zichzelf. Machtigen worden nu van huntronen afgestort, en vertredenen worden verhoogd. Deuren enpoorten en paden worden opengescheurd voor het menschelijkeleven, dat ondanks zooveel eeuwen van Christendom in zijn rechten eere veelszins werd miskend. Het proces werkt ten einde toedoor, als om de Christelijke Kerk te leeren, wat het Woord vermag.Het heeft met zijn vrijheidswoord alreede niet slechts het oor, maarhet bewustzijn der massa, der achtersten in den menschelijkenlevenskring, bereikt. „Wij zijn menschen, gelijk gij!" zoo roepende scharen in den breed golvenden cirkel naar het centrum; en zij,die in het middelpunt staan, gevoelen, dat hun eigen conscientiënaan het recht van dit roepen getuigenis geven. Dit woord „we zijnmenschen, en daarin zijn we, hoe ook verschillend, aan allen gelijk;daarin hebben wij, ook wij, ons recht en onze vrijheid onder demenschen; en daarin hebben we aanspraak op gemeenschap in hetmenschelijke leven!" -- dit woord is een woord der toekomst. Detoekomst zal aan dit woord, aan deze waarheid Gods, recht moetendoen, of ze zal haar eere derven en krimpen onder de ijzeren roede.

I■ryl I II

Page 60: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE TOESTAND 9

Maar de Revolutiegeest, en het Liberalisme, dat het parool derRevolutie propageert, ze kunnen aan die waarheid Gods geenrecht doen, omdat ze die waarheid veranderd hebben in leugen,door haar los te rukken van het Woord en het werk Gods; doorde touwen en koorden van God en Zijn Gezalfde te scheuren; doorde banden van Gods heilige ordinantiën te verwerpen, en de vrij-heid, de gelijkheid en de broederschap alleen te willen opbouwenuit den mensch, uit de natuur, uit de stof en haar kracht. In dienmensch, in die natuur, in die stof vindt het ongeloof geen majesteitvan het gezag; geen heiligen band der conscientie; geen recht vanbinden en beperken, van leeren, regeeren en straffen; geen samen-binding tot duurzame gemeenschap en trouw.

Die banden zijn er wel. Zij komen van boven. Zij zijn in dehand van God en van Zijn Zoon Jezus Christus. Hij bewaart erdoor genade de wereld mee, in eenheid bij veelvormige onder-scheidenheid. Hij zal haar door genade, door de banden en koordenvan Zijn Verbond, behouden. In die banden Gods, en naar Zijnperken en ordeningen alleen, kunnen gelijkheid bij onderscheiden-heid en onderscheidenheid bij gelijkheid, vrijheid bij gemeenschapen gemeenschap bij vrijheid bestaan. En onder de algemeene ge-nade kunnen ze slechts ten deele bestaan. Krachtige windselen ennagelen, rechten en ordeningen, machten, wetten en straffen zijnin de wereld der menschen noodig, om het leven, dat door Godsgunst in verheffing van kracht en zelfbewustheid opwaakt, in hetrechte spoor voort te leiden. Hier moeten toom en gebit breidelenEn eerst zoo de Zoon door bijzondere genade ons vrijmaakt,kunnen we waarlijk in de vrijheid staan (Johannes 8 : 36; Gal.5 : 1). Dan is de band in de willige levensgemeenschap met Goden Zijn Christus gevonden, in de gemeenschap des HeiligenGeestes. En dan leiden de onderwijzing, de leering, de raad en hetoog des Heeren (Ps. 32 : 8 vgl. vs. 9, 10, 11).

Maar die banden en ordeningen der gemeene genade schendthet Liberalisme tegelijk met het geloof in den Christus en in hetWoord Gods. Het drijft ze door zijn Universiteiten en volks-scholen, door zijn bladen en boeken en levenstoon, weg uit hetbewustzijn. Het maakt alle koorden der conscientiën los en leert

Page 61: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

10 DE TOESTAND

ze verachten. Het Liberalisme houdt slechts het natuurrecht over;het recht der natuurkeuze; het recht voor het individu en voor alwat er in het individu is en werkt; het recht van kracht en wil; hetrecht van den sterkste; den strijd om het bestaan met elk wapen,dat het bestaan oplevert.

Wel wil het Liberalisme zich tegen het verwekte individualismeteweer stellen door een roepen voor het recht der gemeenschapof der wet. Maar dat roepen kan, waar het getuigenis voor hetgoddelijk recht, voor de majesteit bij de gratie Gods ontbreekt,slechts als een praatje klinken in het oor der massa, die tot natuur-recht en natuurvrijheid is opgeroepen en die daarom geen anderrecht dan dat der massa, der machtigste menigte, in tijdelijke vrij-willige machtssamenvoeging of in eindelooze vrije willekeur dernatuurmenschen, erkent. Dat opgeworpen vermeende Liberalerecht der gemeenschap en der wet is een leemen muur, een wagge-lende wand, die straks door de massa wordt omgestooten in naamder materiëele evolutie. Het recht der gemeenschap en der wet, datuit het recht van het individu wordt opgebouwd en in de materiëelenatuur wortelt, staat elk oogenblik ter beschikking en ter vervor-ming aan de individuen, en aan de natuur.

Individualisme is de vrijheid van het Liberalisme; het recht vanden sterkste, waarbij het voorgewende recht der gemeenschap ender wet tijdelijk als een zwachtel dienst doet voor het bloeden inden strijd; een masker voor den machtshartstocht der tijdelijkmachthebbenden; een willekeurig surrogaat voor het goddelijkgezag tegenover het geproclameerde ongebreidelde natuurrecht;een conscientiestopper.

Niet dat wij het gezag en het recht niet zouden eeren en moeteneeren, wanneer het in Liberale handen is. Dat moeten wij wel endat moeten wij allen. Doch niet om het beweerde Liberale recht,neen maar om de conscientie die aan God gebonden is; om Godsordinantie; om de genade en de majesteit Gods in gezag en recht.

Maar daarom ook hebben wij te erkennen, dat er recht en waar-heid is in het geroep der massa tegen de Liberalistische maat-schappij.

Vrijheid, gelijkheid, broederschap heeft men uitgeroepen in het

Page 62: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE TOESTAND 11

bewustzijn der scharen. En intusschen concentreert zich door denteugelloozen strijd naar het recht van den sterkste een kleine kringvan menschen in de wereld, die over land en zee beschikken, gelden goed ophoopen, en zich ook zoeken meester te maken van hetmenschelijke arbeidsterrein, waarop God onder voorwaarde vanden arbeid in het zweet des aanschijns door Zijn goedheid het brood,het eigen brood gelegd heeft voor elken mensch, die door dezelfdegenade Gods tot dien eigen arbeid op Gods aardbodem verplichten daarmee van Godswege gerechtigd is. En door het arbeids-terrein legt de geldmacht de hand op de menschen, op het men-schelijke leven, op de conscientie, om over mensch en leven engeweten naar machtswillekeur te beschikken.

Het zedelijk recht, dat niet uit de natuur en de stof, maar juistuit de goddelijke genade, uit de goddelijke ordinantie opkomt, ver-scheurt en vertreedt het Liberalisme met zijn vermeend natuur-recht, waarnaar het individu zich in den strijd om het bestaan, inden strijd naar het recht van den sterkste, omhoog werkt. En juistdat zedelijk recht is de waarheid in het „vrijheid, gelijkheid enbroederschap." De massa der menschen in den produceerendenmenschelijken arbeid wordt onder de banier van het Liberalismeeenvoudig als lagere soorten van het terrein der gemeenschap, derrechthebbenden, afgedrongen, en van het zedelijk menschenrechtberoofd. Het kapitaal der bezittenden, zoekt zich inderdaad meesterte maken van heel den menschelijken arbeid, aan welke onder Godsvoorziening en genadig bestel door de ontdekkingen en uitvin-dingen, door machine, stoom en electriciteit, een vrijmakend enverheffend krachtsmiddel is gegeven van onberekenbare waardij.Gegeven de middelen, de wijsheid en de wetenschap, kan inder-daad de menschelijke industriëele en productieve arbeid een ont-wikkeling, een hoogte bereiken, die de voorraadsschuren Gods inde Schepping opent; de wegen over aarde en zee voor heel hetmenschelijke leven ontsluit; weldadigheden in het menschelijkeleven voor alle menschen verveelvoudigt; en een hooger menschelijkgemeenschapsleven, voor zooveel de stoffelijke, de natuurlijkevoorwaarden aangaat, mogelijk maakt. Die hoogte is te bereiken.Maar juist alleen in den weg van Gods genade en ordening, en

Page 63: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

12 DE TOESTAND

daarmee in den weg der eerbiediging der zedelijke rechten, die uitGod afdalen.

Die hoogte is alleen te bereiken door de erkenning en eerbiedi-ging van het zedelijk maar daarin ook beperkt recht van vrijheid,gelijkheid en broederschap; van het zedelijk en daarom door god-delijke ordening bepaald recht der menschelijke gemeenschap inden Arbeid. Zonder deze erkenning beklimt het menschelijke levende hoogte der toekomst niet. Zonder deze erkenning is de ver-heffing van den industriëelen productieven arbeid naar de eerevan het menschelijk leven in onzen tijd onmogelijk. De arbeid vanden enkeling produceert al minder. De enkeling, hij zij Patroon ofWerkman, is in onzen tijd tot den produceerenden arbeid niet meerin staat. ]De arbeid in gemeenschap is de vorm voor den mensche-lijken arbeid in heden en toekomst. Maar die arbeid, die arbeids-gemeenschap naar goddelijke ordening en dies naar zedelijkerechten, in vrijheid en ontwikkeling van kracht, en in de verhou-dingen en banden van het zedelijk, goddelijk recht in het mensche-lijke leven, bestaat tot op dit oogenblik schier niet. Het recht vanden sterkste, het vermeende natuurrecht, de waarheid, die tot leugengemaakt is, schendt en breekt als een vloek de arbeidsgemeen-schap, en belet haar, in haar eere naar de goedheid Gods op tekomen.

De geschonden en zedelijk gebroken arbeidsgemeenschap maaktde knechting niet slechts van arbeiders, maar van den Arbeid zelfen van heel de arbeidsgemeenschap door het Kapitaal en door dekapitaalswereld mogelijk, wijl ook dat Kapitaal en die kapitaals-wereld geen zedelijke perken of banden kennen, maar slechts hetrecht der macht van teugellooze krachtsontwikkeling. Juist dearbeidsgemeenschap zou, zoo ze door erkenning der zedelijkerechten en der goddelijke ordinantiën de ware vrijheid, gelijkheiden broederschap onderscheidde, en zoo de kracht der gemeenschapin den arbeid vrijmaakte, ook vrij en krachtig staan tegenover hetKapitaal. Dan zou dat Kapitaal naar zijn roeping den Arbeid inde zedelijke verhouding moeten dienen, gelijk het thans den Arbeidaan zich knecht. Kapitaal en Arbeid zouden zoo binnen de perkender goddelijke ordening ieder hun roeping, hun vrijheid, hun recht

Iigl:a.luv;..l I I 9^n1^

Page 64: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE TOESTAND 13

en hun eere vinden, en elkander ten zegen zijn. Thans wordt deArbeid dienstbaar gemaakt aan het Kapitaal; de arbeidsgemeen-schap wordt verwoest; de vloek komt ook over het Kapitaal; enhet menschelijke leven wordt zedelijk uiteengerukt.

De arbeidsgemeenschap wordt verwoest. De verhouding tusschenhoofd en leden, die samen de arbeidsgemeenschap vormen, wordtverbitterd. Al kleiner wordt het getal dergenen, die aan het hoofdvan een Bedrijf staan; zij moeten zich onder het schild van hetKapitaal zetten, of bij getallen terug treden in de rijen der„arbeiders."

„Arbeiders"; dat is niet meer de eerenaam der menschen, eeniegelijk in zijn goddelijke roeping, maar de naam der oneere, diede groote, de verreweg overgroote legerschare aanwijst dergenen,die geen recht hebben in de arbeidsgemeenschap, in het Bedrijf. Zijzijn slechts gehuurde werkkrachten, gehuurd bij de week, bij hetuur, en van welke de arbeidsonderneming zich dan ook bij deweek, bij het uur, zij het onder een geringe afrekening, ontslaankan. Zelfstandig in een Bedrijf optreden kunnen ook de besteWerklieden niet meer; en, hoe bekwaam ze ook zijn in hun vak,een zedelijk recht in een Vak van Bedrijven, een zedelijk recht ineen Bedrijf, waarin ze als vakmannen werken en dat ze door hunwerk doen bloeien, wordt voor hen niet erkend. Een overgrooteschare van welbewuste mannen, die het leven der twintigste eeuw,dat om vrijheid en recht en gemeenschap roept, meeleven, staatals uitgeslotenen, wat het recht in de arbeidsgemeenschap aangaat,op de markt, voor wie hen wil huren. Zij hebben geen recht endeel in den Arbeid; geen recht en deel als vakmannen. Zij zijngeen producenten; geen mannen van het Vak en het Bedrijf; geentimmerlieden of smeden of scheepsbouwers of landbouwers meer;zij zijn slechts egaal „arbeiders"; „de arbeiders", die door denArbeid worden gehuurd en ontslagen naar welgevallen, zondereenig eigen recht in den Arbeid, waaraan ze zich kunnen vast-klemmen, en waarover ze althans rechtspraak kunnen vragen envinden.

Dat is tot groote schade van den Arbeid, die hiermee zijn eigenkinderen, zijn eigen krachten verwaarloost en afsnijdt, in plaats

Page 65: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

14 DE TOESTAND

van ze op te leiden, te vormen, te sterken, te eeren; in plaats vanzooveel menschelijke kracht, niet slechts spierkracht maar men-schenkracht, kracht van hart, van talent, van leven, van gemeen-schap, kracht van onberekenbaar rijken inhoud, aan te wendentot verheffing en glorie van den Arbeid. Slechts het geld, hetkapitaal blijft zóó het wapen, het schild, de kracht van den Arbeid,zoo lang als het duurt; geld, waarmee naar den prijs, dien vraagen aanbod bepalen, de werkkracht der menschen door den Arbeidkan worden gekocht, neen gehuurd.

Deze toestand is tot groote zedelijke schade vooral ook van demannen, die zonder eigen Bedrijf in den arbeid moeten leven. Hunleven vinden ze al minder in het Vak, in het Bedrijf, waarin zearbeiden; in de bekwaamheid, die ze daarin ontwikkelen; in deeere, die ze daarin moesten vinden; in het werk, dat ze daarin totstand brengen; in het eigen goddelyk beroep, waarin ze welbewustals mannen staan. Hun belang en recht, hun leven in den Arbeid,is voor hen slechts aangewezen in het uurloon, dat ze als arbeidersmet alle gelijken, — gelijk, zonder onderscheid van persoonlijkheid,talent en ijver, — ontvangen. Alle zedelijke verhoudingen wordenvoor hun bewustzijn verwoest en in hun besef gebroken. Slechtshet uurloon en wat daaraan vastzit, geldt voor hen. Wat gaat hunbuiten dien eisch, dit uit het uurloon opkomt, de Patroon en deZaak, het Bedrijf en het Vak aan? Slechts de omstandigheden, devoorwaarden in werkplaats en werk, waaraan hun uurloon hen als„arbeiders' bindt, kunnen hun schelen. Waar dat uurloon metzijn voorwaarden het best zijn, dáár blijven ze of dáár gaan ze.Wat ze werken en hoe ze werken wordt hun almeer onverschillig.Niet de besten, niet de knapsten, maar de brutaalsten winnen hetmeeste veld. En het hoogste loon dringt zich almeer naar de spier-kracht, naar den minst eervollen arbeid, naar de opperlieden ensjouwerlieden.

Hierin is een aanwijzing, een drang, zelfs voor de besten onderde Ambachtslieden, Vakmannen of Werklieden (zoo noemen wijze om hun eere liever dan egaal „arbeiders"), om zich in hun zorgtot het uurloon met zijn voorwaarden te bepalen; naar dat uurloonhun plaats en werk te kiezen; zich voor dat uurloon te laten

1IflI 41.y 1 .l 1 14=gy p o.

Page 66: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE TOESTAND 15

gelden; in actie om verhooging van het uurloon zich te vereenigen;onbekommerd over het Bedrijf, het Vak en den Arbeid de positievan ,,de arbeiders" te aanvaarden; als „de arbeiders" zich aaneente sluiten; zich tot den wereldstrijd als „de arbeiders" op te makenen te organiseeren; en achter de drieste en ruwe voorgangers ende groote getallen aan te komen. De zorg en strijd voor hun uur-loon wordt hun eigenlijk egaal „vak" als „arbeiders". En met hetwapen van het uurloon bestoken zij den Arbeid en de menschelijkelevensgemeenschap.

Het eigen Liberaal beginsel heeft het hun geleerd en zóógeleerd. En de Liberale economische praktijk, de Liberale praktijkin de arbeidsgemeenschap, die naar geen zedelijk recht en godde-lijke ordening vraagt, heeft er hen toe gedrongen.

Zeker, er zijn Bedrijven waarin de Patroons voor zedelijkerechten gevoelen; waarin de toestand betrekkelijk gunstig en somsliefelijk is; waarin de mannen zich in hun vak ontwikkelen doorzedelijke banden van liefde, van trouw, van gezag en gemeenschap,van de eere ook, die in den arbeid, in den vakarbeid, ligt; zoodatzij zich in hun Bedrijf zedelijk gebonden gevoelen, voor dat Bedrijfleven en er oud in worden. En het getal van zoodanige Bedrijvenis nog niet zoo heel gering. Ja, de zedelijke banden zijn in demeeste Bedrijven nog lang niet geheel weg, al liggen ze ge-schonden en achter de bank. Maar deze uitzonderingen en over-blijfselen mogen ons niet bewegen, de oogen te sluiten voor denalgemeenen toestand. Die toestand gaat gaandeweg achteruit.Werkstaking om het uurloon dreigt het tooverwoord te wordenonder „de arbeiders". Van hoop op de organiseering der arbeids-gemeenschap naar zedelijk recht, naar goddelijke ordinantiën, zienzij alweer af; de gedachten daaraan kan bij velen van hen zelfsgeen ingang vinden. Niet meer de Arbeid, het Vak, het Bedrijfbekoort en boeit hen, maar de loonstrijd, de ontwikkeling vankracht in den loonstrijd, de „arbeidersorganisatie", ,,de beweging".

In „de beweging" komen de mannen nu uit. Daar ontwikkelenze kracht, talent en energie. Daar gevoelen ze zich op huneigen terrein. Daar werken ze zich omhoog. Daar leven zein. Daar hebben ze gemeenschap. Niet de Arbeid, die hen als

Page 67: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

16 DE TOESTAND

rechteloozen verstoot, maar de Arbeidersbeweging wekt de studie,de krachtsontwikkeling, de trouw en de toewijding tot den doodvan de vurigste en krachtigste naturen. In „de beweging" wordenze werkers, sprekers, schrijvers, dichters, wakers, voorgangers,martelaren. In „de beweging" verteren ze hun leven, hun kostelijkekracht. Daar komen ze als figuren in uit. Daar dringen ze totallerlei kennis door. Daar vinden ze hun hoofden en eerbiedigenhen. Daar doen ze hun gezin in meeleven. Daar hebben ze gemeen-schap met allerlei talent en karakter. Daar imponeeren ze en wekkenbewondering. Daar zijn zij het voorwerp van ieders aandacht. Daarzijn zij „de arbeiders'', de mannen van beteekenis. Daar bespiedthen de kunst. Daar bezingt hen het lied. Daar komen zij op hettooneel en in de literatuur. Daar vinden ze hun riddereere. Daarhebben ze beteekenis voor eeuw en volk en wereld. Daar hebbenze hun invloed op wet en recht. Daar hebben ze een onvergan-kelijke positie in de historie. Niet voor den Arbeid, niet voor Vakof Bedrijf, maar voor de „beweging" klopt hun hart. Dáár zijn zijvakmannen. „De beweging", dat is hun vak en daarin zullen zij,voor de toekomst, om de zegepraal kampen.

i i i.gi nU1 n

Page 68: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

,,DE BEWEGING."

„De Beweging" der arbeidersorganisatie, die uit de beperkingder rechten en der positie van de Vakwerklieden tot het uurloonopkwam, is tweeërlei. Ze is één, maar ze heeft twee vormen, tweeuitingen: een politieke en een economische. Die twee zijn echteréén. 1 )

„Vrijheid, gelijkheid en broederschap" was het liberale toover-

1) De „beweging" heeft een philosofischen ondergrond in Hegels stelselder „wording", door Marx als de histo risch-materialistische evolutie geformuleerden in systeem gebracht. Het theoretisch materialistisch-evolutionistisch systeem is

in de arbeidersorganisatie voor den georganiseerden klassenstrijd door Marx inpraktijk omgezet. Deze twee zijn voor hem één. En inderdaad zijn de „arbeiders-organisatie" en „de beweging" de nauwgezette uitvoering van het systeem. Ze zijnéén als leer en leven. Marx gaf voor den klassenst rijd de Arbeidersdogmatiek ende Organisatie. Ook de Arbeidersethiek en de Arbeiderstaktiek blijven niet achter.Karl Mar x, Das Kapital. Id., Die Klassenkamp f e in Frankreich. W. E i c h-h o f f, Die Internationale Arbeitersassociation, ihre Gründung, Organisation, poli-litisch-sociale Thätigkeit und Ausbreitung. B. M a 1 o n, l'Internationale, son his-toire et principes. M. B a k o u n i n s, Social-politischer Briefwechsel. Mr. H. P. G.Qua c k, De Socialisten, Personen en Stelsels, Deel IV. Eduard S c h a l 1, DieSocialdemocratie in ihren Wahrheiten und Irrthümern und die Stellung der protes-tantischen Kirche zur socialen Frage. De laatstgenoemde schrijver, die in zijnwaardeering van het Socialisme en in zijn beroep op de Staatsmacht veel te vergaat, wijst er o.a. op, dat „de beweging" zichzelf ook tot de Arbeidersreligie, totde wereldreligie maakt en wel maken moet, en dan ook haar gezangboek heeft.Neem b.v. deze regels uit een Arbeiderskerstlied: „Nicht hoffe mehr nach alter„Sitte, Dasz dir ein Wunderstern erscheint, Dich führe zu des Heilands Hütte;„So ist die Sage nicht gemeint. Buick auf! ein Stern im hellen Scheur e, Des

Socialismus, winkt dir zu, Und der Erlöser, der bist du, Und jene Hütte ist die dein.

„Auf, Proletariat! Auf, rüste dir zur That!" Dat is; „Op de oude sage van dester, die u naar een Heiland voert, hebt gij niet meer te hopen. Neen, maar de

5

Page 69: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

18 „DE BEWEGING"

woord, dat het leven ontbond met doorsnijding van de goddelijkeeere en daarmee van de zedelijke banden en koorden. En met dieleus, zonder de werking der zedelijke banden te bedoelen of teachten, minde het Liberalisme onder meer het kiesrecht en breiddehet uit. De macht werd daarin vereerd. De macht werd wel nietgeëerbiedigd en gehuldigd, omdat ze van God is en waakt over hetgoddelijk recht en daarin over het menschelijke leven; maar omdatze zoo begeerlijk en nuttig is, om te hebben; omdat ze zooveel kan;omdat ze zoo veelszins over het leven beschikt.

Welnu, dat kiesrecht en heel het politieke leven, dat sinds aanhet kiesrecht vastzit, was ook voor „de arbeiders" te onderscheiden.Maar — wie leerde het hun? — dat kiesrecht lokte „de arbeiders"niet om de gemeenschap van het volk met de Overheid; niet omden zegen der aanraking met het goddelijk gezag; niet om het pleitvoor de volksvrijheden; niet om de wacht voor het recht; niet om

blinkende ster staat boven uw eigen hut; die ster is het Socialisme, en de verlosserzijt gij zelf; sta dan toch op en kom tot de daad!"

Als Ds. Gisp en C. V. zich de vrijheid veroorlooft, te verklaren, dat mijn oor-deel over „de beweging" een gevolg is van de stakingsgeschiedenis in het voor-jaar, moet ik hem alle recht tot zoodanige verklaring ontzeggen. Eenige studiemocht Ds. G. toch wel bij mij veronderstellen. Maar als hij ontkent, dat „de be-weging" materialistisch van beginsel en anarchistisch van strekking is, dan magen moet ik daaruit concludeeren, dat hij de geschiedenis der „beweging" en haarleer niet opzettelijk onderzocht, hetgeen toch aan zijn oordeel vooraf had moetengaan. Ook de scheiding van een economischen en een parlementairen strijd derarbeiders, gelijk Ds. G. wil maken, wordt door de historie verboden. Heel degeconfédereerde Arbeidersbeweging, gelijk zij zich niet slechts door haar leidersmaar ook in haar Congressen uitsprak, heeft steeds den economischen den poli-tieken strijd tot één strijd verklaard, en wel juist niet een politieken, maar eeneconomischen klassenstrijd, voor welken de politieke als hulpmiddel moet dienentot omverwerping van den Staat. Kennis van de historie der „beweging" moestDs. G. hebben teruggehouden van zijn beschouwing en van een spreken, als gafik slechts subjectieve indrukken, waar ik de beschrijving van het klare historischefeit en van de bewust uitgesproken bedoeling der „beweging" gaf. Ook de ver-ontschuldiging van den strijd als belangenstrijd in plaats van georganiseerdenklassenstrijd', is onhoudbaar. De strijd gaat over belangen, namelijk over demaatschappij, doch niet dat belang wordt ten strijde geroepen, neen, de arbeiders-klasse.

1q11 .dl11<n.i

Page 70: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

„DE BEWEGING” 19

de handhaving van het georganiseerde nationale, menschelijkeleven, maar om „de beweging".

Zoo verwoestte en verwoest de zonde door de schending derzedelijke rechten en goddelijke ordinantiën op arbeidsterrein, inde verkrachting der arbeidsgemeenschap, ook almeer het politiekeleven, het volksleven, den politieken strijd, de wetgeving. Het levenvan ieder volk en van alle volken, het leven der volkerengemeen-schap, heel het georganiseerde menschelijke leven, wordt bedreigd,aangetast, bedorven door „de beweging".

Inmiddels heeft echter de Liberale revolutie-idee niet alleenpractisch het leven bedorven; maar die idee is ook theoretisch ver-werkt, vervormd en tot stelsel gemaakt voor en door „de arbei-ders"; ze is tot een economisch en politiek internationaal stelselgemaakt, een stelsel met eigen consequente praktijk.

Deze verwerking en vervorming van de liberale idee tot eeneconomisch en politiek stelsel voor „de arbeiders" is het werk vanhet Socialisme.

Het tegenwoordige Socialisme is de consequentie van het Libe-ralisme. Het leeft uit den zelfden naturalistischen materialistischenwortel. Het kent slechts het recht der kracht, die uit stof is, hetrecht der natuur. De majesteit, het recht, de wet, de genade, deliefde Gods, kent het niet. Het zoekt geen uitkomst in den weg vanGods ordinantiën, in de gehoorzaamheid en de liefde. Het belijdtden Christus niet en het aanbidt God niet. Neen, het keert zichbewust tegen God en zijn Christus. Het leeft op eigen bewustekracht en erkent daarin alleen macht, en die „macht is recht."

Het Socialisme heeft in Mar x 1), zijn dogmaticus, den dogma-ticus der arbeidersbeweging, doodnuchter den bestaanden toestandaanvaard, om daarin kracht te zoeken en daaruit te werken. Maarhet heeft de Liberale idee vervormd; het heeft in de werkelijkheidgezien en voor de praktijk vastgesteld, dat de strijd om het bestaanniet gevoerd wordt en te voeren is door de afzonderlijke individuen,maar door groepen van gelijken, door klassen, nationaal en inter-

1) Karl Marx, geb. 1835, gest. 1883. Mr. H. P. G. Quack, DI. IV,p. 407-644.

Page 71: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

20 „DE BEWEGING"

nationaal aaneengesloten. En daarmee heeft het den klassenstrijdals den vorm der evolutiewet, den sleutel der natuur en der historieen van alle leven en werking, aangewezen, en voor alle tijden totde wet verklaard. De klassenstrijd is volgens het Socialisme debedoelde en de eenig wijze vorm van het leven. Alleen door en inden klassenstrijd komt het leven, de wereld en de menschheidvooruit. Onder en in dien klassenstrijd moet daarom elk menschzich geven. De strijdende, de groeiende, de aanvallende klasse isde klasse der toekomst. Zij zal ook in de nieuwe eeuw de kroonen de heerlijkheid der toekomst dragen. De twee klassen van hetheden zijn „de bezitters" eenerzijds en de „proletaren" anderzijds:en in die proletaren zijn „de arbeiders" het lichaam, het hart, deziel, het wapen, de kracht der strijdende klasse.

Hiermee heeft Mar x en heeft het Socialisme 1 ) den klassen-strijd, den strijd der proletariërs, der „arbeiders" tot het tegen-woordig doel van het menschelijke leven verklaard. Die klassen-strijd is en moet worden de religie der scharen. Marx heeft doorden oproep en het stelsel van den klassenstrijd „de arbeiders"gewijd tot de levenhervormers. Een historische, wetenschappelijke,het breede leven in één woord grijpende banier heeft hij boven „dearbeiders" opgeheven en hun in de hand gedrukt: „D e K1 a s s e n-s t r ij d." Hij heeft hen bezield en aaneengesnoerd door een bovenhen staand levensdoel.En het aureool der eere en der heerlijkheidvan de toekomst doet hij om hun schedel vlammen.

De beweging, de klassenstrijd, is daarmee tot hun levensdoel,tot doel van denken en arbeiden, van dulden en verzinnen, vanzingen en droomen, van opvoeding en huwelijk, van wetenschap

1) Mr. H. P. G. Q u a c k teekent het Socialisme op den drempel der twintigsteeeuw in zijn werk over de Socialisten aldus: „Zij komen op voor de arbeiders en„de arbeidende klasse, niet voor de menschheid in 't algemeen. Neen, zij bed oelden„juist een kamp der arbeiders tegen de bestaande orde. Zij stelden een machts-„vraag. Zij wezen op verschuiving van macht, en, als de bezittende klassen niet„toegeven, op worsteling. Het was niet langer een beroep op natuurlijke orde en„liefde; maar een stellen van macht tegen macht. De grondslag der nieuwe orde„berust op den klassenstrijd. Dit moesten de massa's der arbeiders begrijpen en„straks tot uitvoering brengen." Dl. IV, p. 1185.

iqp.I'^n i,i I

Page 72: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

„DE BEWEGING” 21

en kunst, van politiek en pers verklaard. De beweging, de klassen-strijd, is doel ook van hun loonstrijd, van hun werkliedenvereeni-ging en van hun werkstaking. Dat doel is allerminst de Arbeid ofhet Vak. Ook niet meer het brood en het loon of de arbeidsvoor-waarden van het heden. Dit alles is niet doel, maar slechts middel.Doel is alleen „de beweging", de klassenstrijd. Doel is alleen „debeweging" te sterken, te doen groeien, te verbreeden, vooruit te doendringen, door te doen breken en te brengen tot den beslissendenslag; niet om de verhoudingen in een Bedrijf of een Vak, of in denArbeid, maar om de zegepraal op de andere klasse. Door die zege-praal alleen gaat de poort der toekomst open. Dan vangt de nieuweperiode aan. Die periode wordt ingeluid en ingewijd door „dedictatuur van het proletariaat" en zijn wraak op de overwonnenklasse. En als die storm heeft uitgewoed, dan zal het proletariaatden Arbeid in heerlijkheid uit de ruïnen doen opstaan in de be-schikking over alle middelen tot productie en in de hervorming vanhet menschelijke leven. Het geweld is de accoucheur van elke oudemaatschappij, die van een nieuwe zwanger gaat." 1 )

M r. Q u a c k 2 ) vat de leer van Mar x op dit punt aldussamen: „De verhouding tusschen Kapitaal en Arbeid wordt in deze„maatschappelijke periode slechts uitgedrukt door het ééne woord„klassenstrijd". Klasse staat tegenover klasse. Macht moet dus„gesteld worden tegenover macht. Ten behoeve van dien strijd„moeten de arbeiders zich krachtig organiseeren, in een stevig„associatieverband treden, orde en tucht in hun optreden eer-„biedigen, eigen wil aan de gemeenschap opofferen, autoriteit of,,gezag volgen. In vaste gelederen oprukkende en voortmarchee-„rende moeten zij overal, als eerste stap op den weg, die naar hun„einddoel leidt, beginnen met den staat hunner tegenpartij, de„vesting der kapitalisten te overmeesteren. Wanneer de steeds„verder scheurende kloof tusschen de klasse der kapitalisten en de„arbeidersklasse of het proletariaat het wijdst begint te gapen, dan„is het oogenblik daar, dat de hedendaagsche periode ten einde

1) M ar x, Das Kapital, 1890, I, p. 716.2) Mr. H. P. G. Qua c k, De Socialisten, Dl. IV, p. 641.

Page 73: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

22 „DE BEWEGING"

„loopt. Tusschen de hedendaagsche kapitalistische periode en de„nieuwe maatschappij ligt inmiddels een periode van revolutionairen„overgang en vervorming van het ééne tijdvak in het andere.„Daaraan beantwoordt dan een overgangsperiode, wier staat niet„anders kan zijn dan de revolutionaire dictatuur van het prole-„tariaat." 1 )

Het Socialisme en de „arbeidersbeweging" zijn ouder dan K a r 1M a r x. Maar hij heeft ze beide voor den strijd van onzen tijdgesystematiseerd en tot elkander gebracht. Hij heeft ze den vormgegeven, waarin ze zich aan ons vertoonen. Hij heeft ze het bewusteigendom der „arbeiders" gemaakt. Hij heeft hun denken, hun ziender verhoudingen en hun overleg in het handelen, in „de beweging",bepaald. Den politieken en den economischen strijd heeft Marxsamengebonden, tot één verklaard, tot trouw en samenwerkingover en weer verplicht, één strijd, niet om een Vak, niet om denArbeid, niet om de politieke gemeenschap, maar om de overwinningder heerschende klasse door de arbeidersklasse.

Ook L a sa 11e 2 ) stichtte een egale nationale arbeiderspartij,maar Marx deed de arbeidersorganisatie in arbeidersvereeni-gingen, die zich door solidariteit nationaal en internationaalmoesten fédereeren, opkomen, opdat de woeling in den arbeid, deloonstrijd„ met den stelselmatigen economischen en politiekenklassenstr ijd één zou zijn en „de beweging" stelselmatig geleid zouworden als de internationale klassenstrijd. Hij formuleerde denloonstrijd zóó, dat deze internationale klassenstrijd worden moest.In den loonstrijd had men, volgens M a r x, niet te doen met denPatroon, maar met „Het Kapitaal", met het wereldkapitaal. Uit deloonbeweging moest daarom ook de klassenstrijd leven, gevoed

1) Hierop mede zag ik, toen ik van de tegenwoordige „Arbeidersorganisatie"in mijn Stellingen en brochure Vakorganisatie naar Christelijke beginselen be-weerde, dat ze materialistisch van beginsel en anarchistisch van strekking is. Eris een anarchisme, dat zich van Marx' Collectivisme onderscheidt als een persoon-lijk anarchisme; maar dit Collectivisme bedoelt stelselmatig de omverwerpingvan de Maatschappij en van het Gezag, d. i. de Anarchie.

2) Ferdinand Lasalle, geb. 1825, gest. 1864. Mr. H. P. G. Quack,Dl. IV, p. 253-406.

Page 74: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

„DE BEWEGING” 23

worden, zich recruteeren en uitbreiden, zijn vuur en kracht ont-vangen. In den loonstrijd moest de klassenstrijd worden gevoerd.De loonstrijd moest den politieken kamp als klassenstrijd voor ont-aarding bewaren, de wereldrevolutie in de hand werken en doendoorbreken.

De eerste Vakvereenigingen waren van liberalen oorsprong. InDuitschland zijn zij door de Fortschritt-partij aaanbevolen, om deWerklieden wel niet naar hun recht in de arbeidsgemeenschap teleiden, maar hen door onderlingen steun te sterken en tevreden testellen. In Engeland waren ze vroeger meer een middel, waardoorde Werklieden zich als Vakmannen handhaafden, door uit tesluiten wie niet bekwaam was voor zijn vak, en door elkander inziekte en ongeval bij te staan. Maar eerst de Socialisten hebbenaan de Vakvereenigingen haar tegenwoordige bestaanswijze enonderlinge verbinding gegeven in den loonstrijd als klassenstrijd.In Duitschland zijn de Vakvereenigingen door het Socialisme ver-vormd en geworden, wat ze thans zijn; en in het Socialisme zijn zedoor „de beweging", willens of ook onwillens, gebonden. ZelfsEngeland heeft eindelijk den vorm van uitsluiting moeten opgevenen zijn Vakvereenigingen vervormd in „de beweging". In deSocialistische Internationale Arbeiderscongressen zijn de EngelscheVakvereenigingen thans als zoodanig vertegenwoordigd en bij deinternationale arbeidersbeweging aangesloten. Ja, de thans be-staande Internationale Arbeiderscongressen zijn, na de tijdelijkestaking der Internationale, van Engelands Vakvereenigingen uit-gegaan, en in 1888 te Londen allereerst samengeroepen.

Sinds er door Marx internationale aaneensluiting kwam, is deVakbeweging als arbeidersbeweging eerst recht toegenomen.Stelselmatig is onder M a r x' invloed de propaganda voor de arbei-dersorganisatie in den vorm van geconfédereerde Vakvereeni-gingen van de Internationale uitgegaan, en sinds in alle landen metkracht aangevangen en doorgezet. Reeds de eerste Internationalebesloot op haar Congres in Genève in 1866: „dat de Vakvereeni-„gingen haar actie moesten géneraliseeren, door zich te combi-neeren; zij zijn de middelpunten van den strijd tegen het salariaat".En nadat ten gevolge van den Fransch-Duitschen oorlog en de

Page 75: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

24 „DE BEWEGING"

Parijsche commune van 1871 de eerste Internationale was be-zweken, en het bewustzijn onder de Socialisten nog sterker was

geworden, dat de Internationale partij niet van boven af, maar vanonder op, in eigen volk en kring moest werken en groeien en zichzóó internationaal verklaren en aansluiten moest, zetten zij op devorming, aaneensluiting en werking der Vakvereenigingen in deverschillende landen almeer hun beste kracht. De SocialistischeCongressen van 1888 af bestonden uit vertegenwoordigers dergeconfedereerde Vakvereenigingen en der politieke Socialisten uitde verschillende landen; de economische en politieke strijd was éénen moest één zijn, één socialistische klassenstrijd, de klassenstrijd.Zoo behandelde het Internationaal Congres te Londen in 1888 danook aanstonds uitvoerig de vraag: „wat de beste weg was van„samenwerking van werklieden van alle landen?" en antwoorddehierop: „Dat alle werklieden zouden worden uitgenoodigd hetzij„Vakvereenigingen, hetzij verschillende groepen te vormen, die„met of zonder bijstand der gemeentebesturen, arbeidsbeurzen„zouden stichten voor alle zaken van het bedrijf en voor statistische„opgaven. Deze georganiseerde werklieden zouden verder als de„pari eener afzonderlijke klasse tegenover alle staatkundige par-„tijen optreden op een zoo wel economischen als staatkundigen,,grondslag, ten einde de werklieden te leiden tot verovering van„het gezag in Gemeente, Provincie en Staat. Die partij zou in eiken„Staat een Nationaal Comité benoemen, en deze Comité's zouden„een geregeld onderling verkeer organiseeren, ten einde samen-werking tusschen de werklieden van alle natiën te verkrijgen

„omtrent alle onderwerpen, die voor hen van belang waren. Jaar-lijks zou een Internationaal Congres worden gehouden in één der

„landen, die tot deze regeling toetraden, terwijl aan het eerst-„volgend Congres de behandeling van de onderdeelen der organi-.,satie zou worden opgedragen". Het Socialistisch InternationaalCongres te Parijs in 1889 zette den arbeid tot aaneensnoe-ring der Vakvereenigingen in alle landen als instrumentender „beweging" voort en besloot, „dat een uitnoodiging tot„Vakvereenigingen en andere Werkliedenvereenigingen zou„worden gericht, om zich onderling nationaal en internatio-

i i ill1 ^1 I

Page 76: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

„DE BEWEGING” 25

„vaal te verbinden". En vooral het Internationaal Arbeids-congres te Zürich in 1893 zette er nog meer kracht achter enbesloot: „dat de nationale en internationale organiseering der„arbeiders van alle landen in Vakvereenigingen en andere organi-saties ter bestrijding van de uitzuiging een volstrekte noodzake-lijkheid is, dat de keuze der vormen en wijzen van den econo-

„mischen en politieken strijd aan de enkele nationaliteiten naar„gelang van de bijzondere verhoudingen in elk land moet over-gelaten worden; echter verklaart het Congres het noodzakelijk,

„dat b ij deze worstelingen het doel der Socialistische beweging d. i.„de algeheele economische, politieke en moreele vervorming der„tegenwoordige maatschapp ij op den voorgrond blijft staan."

En zoo spraken niet alleen de Internationale Congressen. „Debeweging" in de verschillende landen is een. De Duitsche Arbei-derspartij, uit de vereenigingen der werklieden opgekomen, viel danook in het Erfurtsche program in 1891 het Marxisme in theorie enpraktijk geheel toe en handhaaft zich daarin tot heden krachtig.En onze Nederlandsche Arbeiderspartij, die uit de zoogenaamdeneutrale Vakvereenigingen leeft, gaf aan het Erfurtsche programnaar Mar x niet slechts politiek haar adhaesie, gelijk ze van haarMarxistisch geloof en praktijk allerminst een geheim maakt, maarsloot zich ook door het Nederlandsch Arbeidssecretariaat, dat deVakvereenigingen economisch vertegenwoordigt, bij het Inter-nationaal Congres aan. Het Erfurtsche program proclameert denklassenstrijd (met het oog op politieke bemoeilijking zoo voor-zichtig mogelijk uitgedrukt) : „De bevrijding kan slechts het werk„der arbeidersklasse zijn, omdat alle andere klassen, niettegen-staande haar onderlinge geschillen, op de basis staan van den

„bijzonderen eigendom aan productiemiddelen en het behoud van„de grondslagen der tegenwoordige maatschappij ten doel hebben.„De strijd der arbeidersklasse tot een bewusten en van één plan„uitgaanden kamp te vervormen en hem zijn noodwendig doel aan„te wijzen, — dat is de taak der Soc. Dem. partij. De belangen der„arbeidersklasse zijn in alle landen met kapitalistische wijze van„voortbrenging dezelfde. De vrijmaking der arbeidersklasse is dur„een werk, waarbij de arbeiders van alle beschaafde landen gelij-

Page 77: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

?6 „DE BEWEGING"

„kelijk belang hebben. In die betuiging verklaart de Soc. Dem.„partij zich één met de arbeiders van alle overige landen, die zich„van hun klasse bewust zijn." 1 )

Ziehier „de beweging", — een georganiseerden strijd der arbei-ders, opkomende in hun Vakvereenigingen, om als welbewust doel,waaraan al het andere ondergeschikt is, in hun eigen land dentegenwoordigen Staat omver te werpen. En die locale en nationalestrijd ondergeschikt aan één werelddoel, één wereldkamp der„arbeiders " tot omverwerping der geheele menschelijke Maat-schappij.

1) In Frankrijk werd het recht van associatie, zoowel voor Werklieden alsvoor Patroons, eerst door de wet op de Vakvereenigingen van 21 Maa rt 1884erkend. Die vereenigingen hadden naar die wet uitsluitend de bevoegdheid, omzich bezig te houden met studie en verdediging der economische ,industrieele,handels- en landbouwbelangen. Daarvoor moesten de statuten aan de regeeringworden overgelegd. Hielden zij zich niet strikt aan de bepalingen der wet, dankonden zij worden ontbonden (Mr. J. Teixeira d'Andrade, De Fransche wet op3e Vakvereenigingen, 1891, p. 97 v.v.). De oprichting der Vakvereenigingen namnu een groote vlucht. Den 1sten Juli 1895 telde men in Frankrijk reeds 2000Vakvereenigingen met 400.000 leden. Zij hadden 431 bibliotheken, 47 blaadjes en129 ambachtscholen, 305 plaatsingsbureaux, 9 kantoren voor inlichtingen. Ditwaren de statistieke opgaven, die de regeering verkreeg. Maar de hoofdzakelijkerichting van al die Vakvereenigingen strekte slechts tot één doel, te weten eenoverwegende rol te spelen bij het voorbereiden der werkstakingen. De oprichtingvan een Vakvereeniging beteekende voortaan, dat de arbeiders van dit of dat vakden strijd zouden opnemen tegen de ondernemers. De Vakvereenigingen werdenzoodoende in Frankrijk het meest gewone oorlogswapen in den strijd tusschenkapitaal en arbeid, de werktuigen voor den klassenstrijd. De verschillende Vak-vereenigingen sloten zich aaneen. Allengs ontstond de Federatie der Vakvereeni-gingen, die om het jaar of om de twee jaar Congressen hield en de collectivistischeleer hielp verspreiden. Sinds het Congres te Marseille in 1892 kreeg de Federatieder Vakvereenigingen een strijdvaardige concurrent in de Federatie der Arbeids-beurzen. Die Federatie der Arbeidsbeurzen leed wel een gevoeligen slag, toen deregeering in 1893 de Arbeidsbeurs te Parijs sloot, maar haar werking en invloedis daardoor niet gebroken. De Vakvereenigingen en Arbeidsbeurzen bewegen zichin de richting van werkstakingen met het uitgesproken doel, het arbeidsloonte verhoogen. Die werkstakingen in Frankrijk, door geheel Europa bekend, zijnde praktische scholen voor een militant socia lisme. Mr. H. P. G. Qua c k, DeSocialisten, Dl. IV, p. 1079 v.v.

I lql .,,q I I

Page 78: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

„DE BEWEGING' 27

M r. T r o e l s t ra en de andere socialistische leden onzerTweede Kamer waren dan ook volkomen in hun rol, toen ze in destakingsbeweging in het voorjaar éénerzijds politiek optraden, omde zaken in de Kamer in de war te sturen en anderzijds het vuurin de stakersgelederen stookten. En zij deden dit niet slechts toen.Zij doen dit steeds. Zij moeten dit doen. De politieke en de econo-mische beweging zijn één; éénzelfde beweging met éénzelf de doel,waaraan allen zich als één man moeten wijden. De politieke en deeconomische beweging zijn één en moeten naar een welbewust plan,naar een welberaden krijgstaktiek, op één revolutionair doelworden gericht. Het dagblad „H et Volk ” blaast dan ookdagelijks tegelijk de vlammen in het politieke vuur en in den brandder Vakbeweging aan, het is het dagblad der arbeiderspartij in debeweging tot omverwerping van Staat en Maatschappij door denbewusten revolutionairen politieken en economischen strijd 1 ) .

En veelmeer in de Vakvereenigingen dan in de parlementairepartij ligt de kracht der „beweging." De economische strijd rustniet op den parlementairen, maar omgekeerd rust de parlementaireop den economischen strijd. De economische strijd der vakbeweginggeeft het doel aan voor den politieken. Uit den economischen strijdmoet de politieke gevoed worden en door de Vakvereeningingenmoet de politieke partij haar stemmen werven en haar krachtzoeken in het leven en het bewustzijn der menschen. De politiekesocialistische strijd is slechts één der vormen voor den economischenklassenstrijd. Zonder den economischen strijd is de politieke ge-broken en van onwaarde. De politieke wordt dan ook door deneconomischen strijd met eenige achterdocht onder teugel ge-houden; hij mag niet tot een politieken hervormingsstrijd wordenin de bestaande staatkundige verhoudingen, maar moet blijven de

1) Dat hierin geen verandering kan komen, daar zoowel de SocialistischePers als de Vakbeweging en de Parlementaire beweging in dezen door de Inter-nationale beweging gebonden is, blijkt wel uit het nuchtere eerste woord, waar-mee de heer P. L. Tak dezer dagen zijn functie als hoofdredacteur van „H e tV o I k" aanvaardde: „De algemeene lijnen onzer tactiek zijn reeds in vele hoofd-trekken door de Congressen vastgesteld, en worden jaarlijks verder doorgetrok-ken tot een harmonisch geheel."

Page 79: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

28 „DE BEWEGING"

revolutionaire economische klassenstrijd op politiek gebied, die opde omverwerping der bestaande verhoudingen zich richt en depoort voor de economische revolutie opent, door de staatswachtte binden en over te leveren. De politieken moeten den Staat om-verwerpen, niet om zelf te regeeren, maar om voor de dictatuurder arbeidersklasse baan te maken.

De economische strijd, in de socialistisch-anarchistische vak-beweging belichaamd, is de socialistische strijd. De parlementairesocialisten vormen in den breeden economischen strijdkring slechtseen eigen kleinere legergroep, al worden zij door de bewustevoeling, door de stemmen van den breeden kring, gedragen engesterkt. Het economische leger der „beweging" is veel breeder enmachtiger dan het parlementaire. In het economische leger ver-eenigen zich alle socialisten, ook die voor de parlementaire be-weging niet gevoelen; maar voor hen, die den economischen klas-senstrijd niet willen, is in den parlementairen geen plaats. Deeconomische beweging, de vakbeweging der arbeiders, als klassen-beweging, zonder zorg voor een Vak, zonder bekommering overden Arbeid, is de eigenlijke, de bedoelde, de door allen geprezenen aangeprezen revolutionaire beweging, die over de puinhopenvan het heden naar de volle wraak der arbeidersklasse en naar detoekomst van hun droomen moet en zal leiden.

Er is onder de Socialisten ook een breede groep, die niet slechtsde Anarchie in de toekomst bedoelt als „overgangsmaatregel,"gelijk Marx voorspiegelde, of als blijvenden toekomstigen toe-stand; maar die ook de Anarchie als bewust beginsel voor detactiek van het oogenblik aanwijst en aanprijst. Die Anarchistenstaan de revolutie van den dag voor, die als een wel onderhoudenen overal weer aangestoken en aangeblazen vuur de Maatschappijmoet ontbinden, haar in vuur moet zetten en in vlammen moet doenopgaan. De economische anarchistische woeling is voor hen dearbeidersstrijd; en de werkstaking is de fakkel, die geregeld dewereld in brand moet zetten. Geen Staat, ook geen Socialistischearbeidersklasse-heerschappij, die na de Anarchie der revolutiewordt beloofd, begeeren zij. Zij willen in het geheel geen Staat ofheerschappij of wet; slechts de Anarchie willen zij, heden en

iqlaJ ^^. I N. i _i

Page 80: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

„DE BEWEGING” 29

morgen en altoos verder voortgaande. In de verwoesting van allenband en ordening, die de natuur en de stof slechts ketenen, is voorhen de vrijmakende evolutie. Tot den anarchistischen arbeid zijndaarom de arbeiders geroepen. In dien anarchistischen strijd hebbenze hun levensdoel. In dien anarchistischen strijd moeten ze elkaarverstaan en vrijwillig solidair helpen. Alleen voor dien anarchis-tischen strijd dienen hun de Vakvereenigingen als een tijdelijkmiddel, en de werkstakingen als het wapen van den dag, dat nietroesten en daarom niet rusten mag, maar dat altijd door moetwerken tot de laatste band verscheurd is. Zij bovenal hechten aandie Vakvereenigingen, aan de solidaire Federaties en aan de werk-stakingen.

M i c h a ë l Bak o u n i n is hun man, hun profeet 1 ). Hij heeftde consequentie van het materialistisch Individualisme niet slechtsin het Socialisme getrokken, maar ook in het Socialisme gehand-haafd. De kracht der stof, der natuur, moet zich volgens hemvolkomen laten gelden. Elke band is hier een boei. En in „de Ver-nietiging aller banden" is het slaken aller boeien, is de vrijmaking.Bakounin is tot het geestelijk beginsel der „beweging" door-gedrongen, dat in het Liberalisme is opgekomen, en in het Socia-lisme uitwerkt. En hij spreekt dat beginsel dan ook bewust uit. Datgeestelijk beginsel is de vijandschap tegen God. Die God boeiten knevelt de natuur, de stof. En de vrijmaker is de wederpartijderGods, de Satan. In de verbinding met den Satan, zal, naarB a k o u n i n, de kracht zijn, die den wereldboei breekt. De men-schen moeten zich daarvan bewust worden. Zonder den duivel inzich zijn ze tot de vrijmaking niet in staat. Slechts door afzien vanelke berekening en van elk steunsel, door geloof en geloofsover-gave aan den Satan in ons, kunnen we overwinnen. Bakouninberoept zich hiertoe zelfs op de Schrift; en hij geeft hierin deprofetie der Schrift gelijk. De toekomst van den mensch is, volgensB a k o u n i n, de sterkte naar de macht des Satans tot het voerenvan den kamp om de victorie. Alle religie, en bepaald het Christen-

1) Michaël Bakounin, geb. 1814, gest. 1876. Zie Mr. H. P. G. Quack,De Socialisten, p. 645-848.

Page 81: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

30 „DE BEWEGING"

dom, staat hier als de sterkte, die geslecht moet worden, in denweg van het menschelijk leven. Maar ook alle ordening en verbandzitten aan het geloof in God vast, en moeten worden gebroken enverteerd. Wat Marx veelszins koud, berekenend, verstandelijk,wiskundig is, dat is Bakounin vurig, vlammend, hartstochtelijken hongerig revolutionair. Zijn geest is Satanisch machtig. Marxmoge zijn vertegenwoordigers, zijn geest, hebben in de berekenende;overlegging der leiders van bonden en partijen; B a k o u n i n heeftzijn vertegenwoordigers en zijn geest in de arbeiders zelf en in hunVakbeweging van den dag. In hun bloed, in hun ziel zoekt hij zijnplaats. En hij spreekt hun daar toe, dat zij den duivel moeten in-hebben, en dat ze hem in de revolutie van elk oogenblik moetenvolgen met de bedoeling om te breken en te verscheuren, geloo-wende dat alleen de anarchistische daad vrijmaakt. Dit is bij B a.k o u n in het „practisch handelen," dat hij als het machtigewapen tegenover allerlei „geredeneer en getheoretiseer" aanprijst.De arbeiders moeten „zichzelf helpen" en de wereld vrijmakendoor de anarchistische daad. Mr. Q u a c k geeft de stelling, dieB a k o u n in practisch aanbeval onder meer in de volgende be-woordingen aan: „Het revolutiebeginsel moet er bij de menschen„levendig inzitten. En dat weerstandsbegrip wordt reeds inderdaad„algemeener onder de menschen. De werkstakingen overal wijzen„op een collectieve beweging in dien geest. Individueel verzet en„waagstuk zullen niet achterblijven. Men hebbe slechts voor oogen,„dat een onmiddellijk doel thans is de destructie van de bestaande„orde. Eerst moet het oude stuk geslagen zijn, voordat men het„nieuwe kan opbouwen. Geen zoetsappige gemoedstoestand kan„iets tot stand brengen. Geen koude drukte kan iets uitwerken. De„sociale revolutie, die men wil en kan verwerkelijken, is een wild„en woest werk, dat mannenkracht en vurige energie vordert. De„geweldenaars zullen den prijs winnen" 1 ). Dit juiste beeld, datM r. Qua c k teekent, is echter nog kleurlooze en levenlooze foto-grafie bij het beeld, dat ons uit Bakounin s eigen woord enleven over de arbeidersbeweging, over praktijk en bewust krachts-

1) Mr. H. P. G. Qua c k, De Socialisten, DI. IV, 2e st., blz. 837.

;i.rp .1 ^, , ,

Page 82: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

„DE BEWEGING” 31

beginsel, toespreekt: „Wij zijn de partij van den Satan. Wat wil„die duivel? Die duivel wil alle politieke quaesties ondergeschikt„laten blijven aan de economische eischen. Hij zegt den arbeiders„aan, dat zij zichzelf vrij moeten maken. Hij verzekert, dat als het„proletariaat maar goed nationaal en internationaal georganiseerd„is, geen macht ter wereld daartegen bestand is. Hij is van oordeel,„dat het proletariaat streven moet naar de afschaffiing van elke„heerschappij en van elke klasseheerschappij. Hij meent, dat de„zaak der arbeiders voor alle arbeiders solidair is. Hij herinnert„met nadruk, dat, daar de onderdrukking internationaal is, ook de„vrijmaking en bevrijding internationaal moet zijn: de werklieden„van alle vakken en bedrijven moeten zich vereenigen en ver-„binden, voortdurend als één man optreden, en door werksta-„kingen en eischen tot verkorting van arbeidstijd zich doen„gelden. Dit alles wil die Satan" 1 ) . „Tegen den hemelschen„despoot moeten wij nemen de partij van den Satan, die de

gees.,telijke chefis van alle vroegere, tegenwoordige en toekomstige„revolutionairen; de ware bewerker van de menschelijke emanci-patie naar het getuigenis van den Bijbel; de vernietiger van het

„Koninkrijk der hemelen, gelijk wij het zijn van de rijken der aarde.„De duivel is de schepper der vrijheid; hem moeten wij in 't lijf„hebben" 2 ). „Le diable au corps!" dat was voor B a k o u n in dekracht der „beweging"; en wie die kracht kende, moest anderenden duivel in 't lijf jagen.

Marx en Bakounin zijn naar de overtuiging van alle des-kundigen de groote figuren, de groote geesten in de arbeiders-beweging, gelijk die in de tweede helft der 19e eeuw haar vorm,haar bewustzijn, haar doorbreking en haar gloed kreeg. Marxen Bak o u n i n zijn nog de geesten, die de beweging leiden enaanvuren, haar tactiek en haar actie beheerschen. Marx is hetverstand en de organisator der beweging: hij gaf haar het bewust-zijn en de banier door het ééne woord „klassenstrijd ' , den econo-

1) M. B a k o u n i n, La theologie politique de Mazzini et l'Internationale, 1871.2) M. B a k o u n i n, L'Empire knouto- Germanique et la Revolution Sociale,

1871, p. 104.

Page 83: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

32 .,DE BEWEGING'

mischen klassenstrijd. De politieke strijd moet dezen economischenstrijd dienen, straks de poort voor de economische legerschareopenen, en voor de dictatuur van het proletariaat terugwijken.B a k o u n i n is de wil, de ziel, de klimmende hartstocht der be-weging, haar vuur en gloed. Hij slaapt met „de beweging" onderéén deken. Hij warmt haar en blaast haar levensvonken aan. Hijlacht in haar vlammen. Hij juicht in haar doorbrekend geweld.Marx studeert met de leiders der beweging. B a k o u n in strijdtmet „de arbeiders" op het werk; hij leeft in de eigen taal dermannen; in hun Vakvereenigingen; in hun vergaderingen; in destaking; op de straten; in het treffen van den slag. M a r x gaatzoover, als het naar koele berekening voor heden moet: B a-k o u n in gaat zoover, als het naar de innerlijke kracht en gloedvoor heden kan. M ar x spaart zich. B a k o u n i n spaart niets,allerminst zichzelf. Marx is de leermeester, de wetgever, degeneraal der beweging; B a k o u n in is haar profeet, haar held;haar booze geest. Maar beiden zijn in „de beweging"; en onaf-scheidelijk van haar; als theorie en practijk; als tactiek en hartstocht;als de leer en het leven. Maar daarom is B a k o u n in den mannender „practische" beweging toch nader dan M a r x. Onder onsvertegenwoordigt Domela Nieuwenhuis Bakounin;en in de woeling van 1903 bleek het dan ook, dat de „beweging"in de Vakvereenigingen in hoofdzaak niet op de parlementairepartij, niet op de theoretische leiding dreef, maar op den bewustenanarchistischen gloed in de arbeiders zelf, op de revolutionairepraktijk. M r. T roe I s t r a moest in die dagen zich met wringenen draaien handhaven, en zoo zoeken te komen tot zijn doel, naarde berekende maat; maar Domela Nieuwenhuis waszonder kunstmiddelen voor aller oog de man der beweging van dendag, de held der mannen van actie. En als het „Comité van Ver-weer" in „de hel" vergaderde, was zonder tegenspraak DomelaNieuwenhuis „de duivel"1).

1 ) De groote Europeesche voorman der Anarchisten is sedert den dood vanBakounin vooral de vroegere Russische prins Peter Kropotkin (geb.1841). Hij kwam in het sterfjaar van Bakounin op het West-Europeesch toonel

.„ „^^h,;

Page 84: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

„DE BEWEGING” 33

Het is niet mogelijk, voor wie de historie nagaat en de dingenziet, zooals ze gebeuren, te ontkennen, dat „de beweging" in hetbovengezegde geteekend is. 1 ) Dat die beweging nog niet bijmachte is het maatschappelijk leven in de beschaafde wereld omverte werpen, blijkt uit de feiten en geeft ieder toe. Haar ontoe-reikende kracht is ook in Nederland gebleken. En „de beweging"is zich dit nog-niet-volwassen-zijn zeer wel bewust. Maar wat zegtdit? Kon het anders verwacht worden, waar het voortschrijdenvan de kleinere plaatselijke schermutselingen in „de beweging"tot meer overlegden stelselmatigen krijg op breeder schaal nog vanbetrekkelijk zeer jongen datum is en zich nog tot enkele „proeven"bepaalde, tot propaganda- en verkenningsproeven? Moeten wij erniet veeleer over versteld staan, dat in enkele tientallen jaren zóógepropageerd en georganiseerd kon worden, dat resultaten bereiktwerden en bewuste legerscharen vrijwillig werden gedisciplineerd,als thans onze oogen in heel Europa zien? Neemt niet zienderoog„de beweging" als wereldoorlog tegen het georganiseerde mensche-lijke leven met den dag toe? Zeggen de feiten in dezen strijd inAmerika en Rusland, in Duitschland en Oostenrijk, in Frankrijk enSpanje, in Italië en België en in Nederland, enz. dan niets meerdan mislukking? Of is niet veeleer het woord en de kolom der„beweging" dag aan dag in onze bladen te vinden? Vermenigvul-digen zich niet de onweerslagen van verre en nabij?

Zeker, in allen man is M a r x' berekening en B a k o u n in shartstocht allerminst even diep doorgedrongen. Velen zien van„de beweging" niet meer dan het loonvraagstuk tusschen zichen hun Patroon; ze komen alleen door en voor dat loonvraagstukin „de beweging", in den stroom, dien zij in het geheel niet kennenin zijn oorsprong, richting en geest. Maar zij komen dan toch in

en vestigde zich te Genève. Sedert woont en werkt by in West-Europa. Zie zijngeschrift L'Anarchie, sa' philosophie et son ideal, 1896; ook Paroles d'un Revolte,1885. Zie over Kropotkin Mr. H. P. G. Quack, Studien en Schetsen,p. 41-96. En het jongste geschrift over de Anarchistische beweging D r. JL a n g h a r d, Die anarchistische Bewegung in der Schweiz von ihren Anfangenbis zur Gegenwart, 1903.

1) Vergelijk mijn Vakorganisatie naar Christelijke beginselen, p. 10-21.

6

Page 85: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

34 „DE BEWEGING"

„de beweging." Zij gaan dan toch mee, en zij doen dan toch meetal doende leeren zij. En zij komen zóó ook onder en achter „debeweging"; het gedruisch der jongeren is als een stem velerwateren.

Het loonvraagstuk is er toch; en het is voor velen wel degelijkeen vraagstuk van kommer en nood. Het vraagstuk van rechteloos-heid der Werklieden in den Arbeid is er ook; wie, die een mannen-hart heeft„ ontkomt daaraan? En de drang naar een Vakvereenigingis zoo natuurlijk, zoo onontwijkbaar en zoo alleszins gerechtvaar-digd; zoo in overeenstemming met de conscientie, voor wie eenoog krijgt op de noodzakelijkheid van verandering in den bestaan-den toestand. Het loonvraagstuk moet tot de Vakvereeniging leiden.De Werklieden kunnen en mogen toch wat doen tegenover devoortgaande ontwikkeling van den toestand, waarvan zij de dupenzijn; en zij moeten dat dan ook doen. Zij kunnen dat alleen doenen moeten dat doen in onderling overleg, in een Vakvereeniging.En het wapen in hun kamp is weerstand tegen de eischen derarbeidsgemeenschap, waarin zij een rechtspositie missen. Diearbeidsgemeenschap sluit hen als rechthebbenden uit en bedreigtdaardoor hun onafhankelijkheid als vrije mannen; hun recht in denarbeid; hun leven, dat den stok des broods niet missen kan, en datzich ook in zijn bewuste mannenkracht op eigen terrein wil latengelden in het Bedrijf, in het Vak, in de Arbeidswereld. Dat wilzeggen: het wapen, het eenige materiëele wapen der Werklieden,is toch, als het niet anders kan, werkstaking; en dat wordt danwerkstaking door een onverantwoordelijke en ongrijpbare Vak-vereeniging geproclameerd, door een machtsvereeniging, die doorsolidariteit en federatie op de macht der internationle Arbeiders-organisatie steunt. Maar dat wil dan ook zeggen, dat zóó „debeweging" altoos groeien moet. En dat die beweging, die machtigeris dan de enkeling en dan de kleinere groepen, huns ondanks deafzonderlijken, zij het in de achterhoede of aan den zijvleugel, ofin eigen groep, toch weer mee voeren moet.

Het grootste gevaar, dat onzes inziens zou dreigen, indienChristenen aan het hoofd zochten te komen of werden gebrachtvan deze materialistische internationale arbeidersbeweging tot om-

iipi , ■ I Ii: i.l ! ^.. . i ^^ .̂ .I, L̂N , 41 u.

Page 86: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

„DE BEWEGING” 35

verwerping van het georganiseerde menschelijke leven, zullen wethans niet opnieuw en uitvoerig bespreken 1 ). Zoo slechts „de be-weging", gelijk zij bestaat, in haar beginsel en in haar strekkingwel onderscheiden en erkend wordt, zal tegen dat gevaar voor hetheden worden gewaakt. De Christenwerklieden in ons vaderlandhebben hunnerzijds reeds de illusie van de „Vakvereenigingen"verstoord, door zich er aan te onttrekken. Maar ze mochten nietweerloos blijven, en ze moesten toen wel „eigen Vakvereenigingen"oprichten, waardoor thans elke Ververeeniging geen Vakvereeni-ging meer is, wijl ze niet de Werklieden uit een Vak maar slechtseen grootere of kleinere groep van zulke vakgenooten omvat. DeChristelijke Vakvereenigingen hebben zich in het voorjaar 1903,toen de woeling haar revolutionair karakter even bewust toonde,onder het schild der Overheid zelfs tegen de revolutionaire arbei-dersbeweging in ons vaderland teweer gesteld. Bonden van mannen,die, zonder uitdrukkelijke Christelijke belijdenis, nog voor deordeningen, die naar Gods gemeene genade zijn, oog en harttoonden te hebben, sloten zich in zeker opzicht bij haar aan. Endie Christelijke Vakvereenigingen, wier beteekenis bij hun verzettegen de revolutionaire woeling ondanks moeite, smaad en bedrei-ging, voor elk in het oog sprong, zullen zich zeker ernstig rekenschapgeven van hun verdere wijze van arbeiden. Zij zullen zich reken-schap geven ook van den bestaanden toestand, waarop hun arbeidvan invloed is. Het dwangsysteem zullen zij niet volgen. Hetpatroonschap zullen zij eerbiedigen. De conscientiën harer ledenzullen zij ontzien. En die conscientie vordert bij het ontbrekeneener rechtsordening, dat ieder man over de verhouding tot zijnPatroon, waarvoor niet een ander maar hijzelf verantwoordelijk is,ook zelf beslist, ook in werkstaking; al behoort hij daarbij hetoordeel zijner broederen in zijn Vakvereeniging ernstig in rekeningte brengen. De Christelijke Vakvereenigingen zullen zich bij denhuidigen stand van zaken in het groeiend besef harer verantwoor-delijkheid voor den invloed op haar leden, op de arbeidsverhou-dingen, maar ook op de internationale Arbeidersbeweging, en op

1) Zie mijn Vakorganisatie naar Christel ijke beginselen, p. 20.

Page 87: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

36 „DE BEWEGING"

land en volk, zeker ernstig rekenschap geven van al haar hande-lingen. Zij zullen zich niet tot conflict laten lokken, dan waarinderdaad misstand tot conflict leidt, en conflict vordert. En zijzullen naar haar roeping pogen, om zoovelen als mogelijk is aante trekken en bijeen te houden.

Maar, -- geen ernstig man kan zich daarom toch de zeer grootemoeilijkheid en de zeer groote gevaren ontveinzen, die in de tegen-woordige verhoudingen ondanks de Christelijke Vakvereenigingenen ook voor de Christelijke Vakvereenigingen bestaan 1 ). Dezeactie der Christelijke Werklieden kan zóó de „beweging" nietbreken. De stuwkracht der „beweging", is te groot. Een rotsblokin den bergstroom, hoe onbewegelijk ook, wekt wel branding, maarbreekt den stroom niet. Ook kunnen de Christelijke Vakvereeni-gingen haar kracht niet zoeken in het breken der „beweging", zoozij zelf voor den loonstrijd leven. Bovendien, elke Vakvereenigingonder Werklieden buiten rechtsbanden van een georganiseerdeVakgemeenschap omvat slechts een groep en moet dus wel voelingzoeken met de andere groepen van vakgenooten. Hier kan en magook, naar zedelijk recht, de Christelijke belijdenis niet scheiden,waar het om de rechten gaat van alle vakgenooten, hoe ze ook inbelijden of niet-belijden mogen uiteengaan. Onze broeders moetenook onder de tegenwoordige verhoudingen wel strijden tot ver-weer. En zoo moet elke beweging met „de beweging" in aanrakingkomen en haar doen groeien; — maar ook van haar worden over-heerd en verslonden, ook in de gedachten en in de harten derWerklieden. Men blijft in de verhoudingen, diehet Liberalisme verwekte; en hoe de Werkliedendaarin ook als Christenen verkeeren, die verhoudingen maken henof weerloos, of ze brengen hen in „de beweging"; die verhoudingendoen ons volk of wegzinken in moedeloosheid en in knechting, ofze voeren ons noodzakelijk naar de sociale revolutie.

1 ) Al wat Ds. Gispen in zijn „Chr. Vakorganisatie" over den moeilijkenen pijnlijken toestand zegt, waarin onze Christelijke Werklieden verkeeren, beaamik. Alleen oordeel ik, dat hij dien toestand veel te oppervlakkig en te licht beziet,en dat daarom ook zijn advies te licht bevonden zal worden.

i l̂ Oi I I I

Page 88: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

„DE BEWEGING” 37

In de Liberale verhoudingen voert elke coalitie der Werkliedenin richting en praktijk, hun ondanks, naar de doorwerking van denklassenstrijd, naar de Sociale Revolutie.

Wij halen hier het oordeel van M r. Q u a c k aan, die, na veel-jarige, geestdriftige en sympathieke bestudeering der „beweging"in haar opkomen en verloop, moedeloos en mat eindigt. Hij heeftgeen woord van raad, dan allen „het Nieuwe Testament". Hij zietgeen licht door de nevelen, door de zwarte wolken over de kokendezee. „Een schuimende, krijschende zee van hartstochten, waaruit de„dampen zich oprollen, om weer in stormvlagen neer te zwiepen."Hij heeft geen woord van hope. Hoewel zelf geen geloovige, ver-staat hij toch, hoe de teekening der laatste wereldworsteling uitde Openbaring van Johannes de aandacht trekt metde vraag, of de Overwinnaar op het Witte Paard komt — tenoordeel? En slechts is zijn laatste woord een aandoenlijk eenvoudigwoord van vermaan, een gemoedelijke prediking: „dat ieder toch„zijnerzijds in zijn kring kan bijdragen, om dien dag van het oordeel„nog te keeren, mits hij wake en zichzelf niet zoeke; mits hij zij,,nederig, geduldig en dienende de anderen." Maar waar dezenobele geleerde dan zoo moedeloos eindigt, is het ook, omdat hijonder de bestaande verhoudingen geen uitkomst ziet, ook niet doorde eerlijkst bedoelde en uitgevoerde handelingen der Vakvereeni-gingen. „Een deel der arbeiders toch wenscht, zoo mogelijk, zich„voorloopig nog te stellen op het terrein van het loon, of ziet geen„kans daaraan te ontkomen. Die zoo denken, passen dus vooreerst„nog slechts het denkbeeld der vaste vereeniging in eigen arbeids-„kring toe, consolideeren dien kring en stellen in die bevestiging„zich op. Zij volgen het voorbeeld, dat in Engeland gegeven is,„door de „trades-unions", zij richten overal Vakvereenigingen op,„liefst neutrale Vakvereenigingen, zooals zij 't noemen, die zich„niet openlijk met politiek of algemeen socialisme inlaten. Schijnbaar„gaan zij dus nog niet mee met het grootere programma. Want„hun op Engelsche leest geschoeide Vakvereenigingen zijn niet„anders dan onderlinge verzekeringsvereenigingen tegen al wat„den arbeider aan ongeluk kan overkomen, geen eigenlijke arbei-dersorganisaties. Maar inderdaad bouwen ook zij vestingen in

Page 89: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

38 „DE BEWEGING"

„'t klein, overtalrijk in cijfer en overal verspreid, tegen den be-„zittenden of ondernemersstand. Van uit die burchten of citadellen„construeeren z ij werkstakingen, en dragen zij stapels brandstof„aan voor den grooten klassenstrijd" 1 ).

Wij voegen hier twee woorden aan toe van D r. A. K u y p e r.Vooreerst uit de Rede ter opening van het Christelijk SociaalCongres in 1891: „Het is volkomen waar, dat de Socialisten onder-„ling verdeeld zijn, en dat ze nog de leiders missen, die onbaat-„zuchtig genoeg zijn en hoog genoeg staan, om een wereldactie in„het leven te roepen. Hun Congressen zijn meestal tooneelen van„tumult. Maar ge vergist u, zoo ge deswege de Sociale Quaestie„voor een t ijdelijke ongelegenheid houdt. Integendeel, juist het feit,„dat de Socialisten, in weerwil van velerlei geschil zulke reuzen-schreden voorwaarts deden, toont wat sterke drijfjacht de

„Sociaal-Democratie propageert. Vergeet niet, dat de Internationale„pas in 1864 is opgericht; dat ze kort daarna in duigen viel; dat de„nieuwe associatie nog zeer gebrekkig is ingericht; en dat toch na„het eene vierde eener eeuw de sociale beweging nu reeds heel„Europa in rep en roer heeft gezet." 2 ) En hierbij een woord uitOns P r o gr a m: „We durven ons slechts ontspanning en beter-schap beloven van: terugkeer tot Gods Woord; herstel van ver-broken evenwicht en codificatie der rechten en costumen, waar-

„onder loondienst wordt verricht Waar, gelijk hier, de maat-schappij zich in twee kampen splitst ter verdediging van over

„en weer strijdige belangen, moet het op burgeroorlog en dus op„het recht van den sterkste uitloopen, tenz ij er nog bijtijds een„zedelijk recht tusschen beide trede"" 3) 4) .

1) Mr. H. P. G. Qua c k, De Socialisten, Dl. IV, Inleiding.2) Dr. A. Kuyper, Het Sociale Vraagstuk en de Christelijke Religie, 1891.

Aant. 64.3) Dr. A. Kuyper, Ons Program, Tweede Druk 1880, blz. 363.4) Ds. G i s p e n, C. V. p. 45, komt tot de conclusie, dat het recht van den

sterkste maar beslissen moet, evenals in oorlogstijd, en dat we daarom eenkrachtige „patroonsorganisatie" tegenover een krachtige „arbeidersorganisatie",een „patroonsfederatie" tegenover een „arbeidersfederatie' moeten hebben. Dit ishet consequent Liberale standpunt, dat voor de Werklieden niets anders overlaatdan den socialistischen arbeiders-klassenstrijd. .,Indien er geen zedelijk recht

i 1 11 1 ,.i I 11 ..

Page 90: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

„DE BEWEGING” 39

Zeker, het is de taak onzer broeders Christenwerklieden, omdesalniettemin en juist te meer om het gevaar van den toestand, ineigen tent als vakgenooten zich te beraden en te overleggen, watze kunnen, wat ze moeten doen. Maar het is de taak ook aller Chris-tenen, om deze vraag onder de oogen te zien. Zeker, onze Chris-tenwerklieden moeten in hun Vakvereenigingen de wacht voor hetrecht hunner vakgenooten in zake loon en arbeidsvoorwaarden

tusschen beide treedt," en de Christenwerklieden het standpunt van het recht vanden sterkste inderdaad aanvaarden, in plaats van het pleit en den arbeid voor hetzedelijk recht; — indien zij zoo met „de beweging" zouden meegaan, in plaatsvan, gelijk ik wensch, door groepsgewijze een eigen flankbeweging te maken,uit „de beweging" te treden, en hunnerzijds in den naam des Heeren en naar ZijnWoord tusschen te treden voor een zedelijk recht; — indien er geen Patroons zijn,die hunnerzijds willen tegemoet treden, door met de Christelijke Werkliedengroepenover een zedelijke rechtsverhouding in den arbeid te overleggen; — indien alzooniet een Christelijke sociale beweging, principieel en in de vreeze Gods geleid,de Werklieden in andere groepeering en praktijk brengt, en onder eigen banierze lokt in de zedelijke beweging voor de Vrijmaking van den Arbeid naar organischzedelijk recht; — dan zal Ds. G. spoedig genoeg den „oorlogstijd ' in al zijnheerlijkheid kunnen genieten. En wenscht hij daarvan mee de verantwoordelijk-heid te dragen?

Op een andere bladzij erkent Ds. G. ook, — hoe kan het anders, waar wijhetzelfde Woord Gods bedienen? — dat hij den Christelijken Patroons den raadzou geven in overleg te treden met de Christelijke Werklieden. Hiermee komthij in den weg, dien ik aanbeveel. Maar in dien weg is zijn voorafgaand adviesonbruikbaar. Men gaat toch niet overleggen, hoe men tegen elkaar oorlog zalvoeren, maar wel, hoe men vrede zal maken. Oorlog sluit overleg en overlegsluit oorlog uit. Voor het minst moet er dan wapenstilstand zijn. Ook moet Ds. G.,zoo hij van de Christelijke Patroons overleg vraagt, zijn advies voor patroon-federaties terugnemen, wijl de Patroons, als ze zich federeeren tot den st rijd tegende Werklieden, dit niet in een Christelijke federatie kunnen doen, maar samenmoeten gaan met alle Patroons in hun Vak. En doen ze dit, dan zijn ze door defederatie gebonden en is overleg met de Christenwerklieden voor hen onmogelijk,ia verboden. De oorlog staat geen overleg tusschen de Christenen uit heide legerstoe, maar eischt beslissing over die Christenen door den krijgsraad van hun eigenleger. Zoo moeten dan ook wel de Christenwerklieden terugtreden in „de be-weging", wijl ook zij niet een aparten kamp tegen de machtige patroonsfederatiekunnen voeren.

Een advies vordert, dat we de gevolgen eenigermatie overzien. Ds. G. adviseeredaarom niet alleen den Christelijken Patroons maar ook den Chrsitenwerkliedentot overleg, om in „de beweging" voor zedelijk recht tusschen te treden.

Page 91: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

10 „DE BEWEGING"

betrekken. Maar meer, veel meer, hopen wij nog Er is ontkoming.er is althans een weg tot ontkoming, die thans nog kan wordeningeslagen.

Diep ontroerend is niet alleen de toestand onzer Christenwerk-lieden, maar diep ontroerend is ook de toestand van elk Werkman,die bekwaam is in zijn Vak. Ook waar hij niet een loon ontvangt,dat hem toekomt, zoodat hij zijn gezin niet met God en met eereonderhouden kan. Maar veel meer is zijn toestand diep ontroerenddoor „de beweging". Allereerst omdat die beweging haar oorzaakheeft in een zedelijk onrecht, dat roept tot God, en dat de menschendemoraliseert: de onthouding van het zedelijk recht aan den be-kwamen Werkman in zijn eigen arbeid, in zijn eigen Vak, in dearbeidsgemeenschap, waartoe hij behoort. Maar voorts ook om alde ongerechtigheid, die hier het gevolg van is. Legerscharen vanons volk, flinke mannen, in wie onze natie, onze nijverheid, onsHollandsch leven, bloeien kon, verteren zich in „de beweging";terwijl hun kracht, door recht aan den Arbeid gebonden, hen zelfen het werk en het volk zou zegenen. Nu verteren ze in „de be-weging" zichzelf en hun gezinnen. Zij vergaan in een „beweging",die God lastert, en die den Satan zoekt; die ziel en conscientieopeischt; die een onoverkoombare klove scheurt tusschen de nijveremannen en het Evangelie van Jezus Christus, tusschen hen en hunGod. De ,,,beweging" doet hen den Almachtige vloeken, en JezusChristus, die met barmhartigheid over hen bewogen is, denEenigen Verlosser Hoe redden we ons volk? Om nu van andere volken te

zwij gen! Door te razen op de Socialisten; door den duivel hun ook

onzerzijds in 't lijf te jagen; en voorts de dingen te laten, zooals zezijn; — als Farizeërs dankzeggende?

Neen, zóó zeker niet!Neen, maar door het Woord Gods. Door geloof. Door gehoor-

zaamheid. Door liefde. Door schuld te zien en te belijden. Doorbij het licht van Gods Woord de wegen te onderscheiden. Doornaar onze Christenroeping den weg te wijzen aan het verdooldeleven. Door, welbewust, een woord te spreken, dat den ban der

i 01u N y ... i .. ,

Page 92: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

„DE BEWEGING” 41

Revolutie breekt, een woord, dat de waarheid Gods is, waarin hetrecht en de liefde leven.

Wij Christenen allen, bijzonder ook die in den industriëelenArbeid leven, de Patroons en de Werklieden, moeten het woordzoeken, dat den uitweg wijst uit het moeras. Dat woord moeten wein Gods naam uitspreken en het onzerzijds opheffen als een banier,die in de conscientiën getuigenis en aansluiting vindt. Wij moetenden stroom, die thans het leven gaat overgolven en vernielen, inzijn eigen rechtmatige bedding leiden. Zóó moeten we, — waaromniet? — er naar staan, om „de beweging" te overwinnen in denNaam des Heeren, naar Zijn Woord, door het recht en de liefde.Tot vrijmaking der Werklieden. Tot vrijmaking van den Arbeid.Tot vrijmaking van het nationale politieke en maatschappelijkeleven. En tot vrijmaking immers ook van zoo veel zielen uit denstrik des duivels, onder welken zij gevangen zijn tot zijnen wil.(2 Tim. 2 : 25, 26) .

Page 93: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

IV.

CHRISTELIJK SOCIAAL.

In zijn onvergetelijke Rede ter opening van het ChristelijkSociaal Congres in 1891, bracht D r. A. K u y per het woord vanGroen van F r i n s t e r er in herinnering: „Het Socialisme„vindt zijn oorsprong in de Revolutie; het is alleen door het Chris-tendom verwinbaar." En de geachte redenaar drong die waarheid

aan en liet haar uitkomen in haar beteekenis, door een woord vanFichte te citeeren, dat ook elders de Christenen boeide: „Het„Christendom verbergt in zijn schoot een veel grooteren schat van„levensvernieuwing dan ge vermoedt. Tot hiertoe oefende het zijn„kracht nog slechts op de enkele personen, en slechts zijdelings„op den Staat. Maar een ieder, die ooit, 't zij als ongeloovige, 't zij„als belijder, zijn geheime drijfkracht bespieden kon, moet toe-stemmen, dat er van het Christendom ook voor de maatschappij

„een wondere organiseerende kracht kan uitgaan; en eerst als die„kracht doorbreekt, zal de Religie van het Kruis voor heel de„wereld schitteren in al de diepte harer conceptiën en in al den„rijkdom van den zegen, dien ze brengt" 1 ) .

Hiermee werd de roeping van het Christendom aangewezen, omde oplossing van het benauwende maatschappelijke vraagstuk tezoeken, vooral ook door er naar te staan, zijn levenvernieuwendeorganiseerende kracht dienstbaar te maken aan de maatschapp ij .

Er bestaat in onzen tijd een Maatschappelijk Vraagstuk, eenSociale Quaestie. Dit moet eerst voor het Christelijk bewustzijnvast staan. En D r. K u y per stelt dan ook allereerst dat bestaan

1 ) Dr. A. K u y p e r, Het Sociale Vraagstuk en de Christelijke Religie. Redebij de opening van het Sociaal Congres op 9 November 1891, p. 7, 8. Menherleze geheel deze Rede.

I q^l aPl I I :. i.

Page 94: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

CHRISTELIJK SOCIAAL 43

vast: „Wie van een sociale quaestie spreekt, bedoelt hiermee in den„algemeensten zin, dat er ernstige twijfel is gerezen aan de deug-„delijkheid van het maatschappel ijk gebouw, waarin we wonen; en„dat er dientengevolge in de publieke opinie strijd wordt gevoerd„over de hechtere grondslagen, waarop een doelmatiger maat-„schappelijk gebouw, en dat beter bewoonbaar is, valt op te„trekken. Op zichzelf ligt dus in het stellen der sociale quaestie nog„volstrekt niet opgesloten, dat ze moet worden opgelost in socialis-„tischen zin. De oplossing, waartoe men geraakt, kan ook een„geheel andere wezen. Slechts dit ééne is, zal er voor u een sociale„quaestie bestaan, noodzakelijk, t. w. dat ge de onhoudbaarheid„van den tegenwoordigen toestand inziet, en deze onhoudbaarheid„verklaart niet uit bijkomstige oorzaken, maar uit een fout in den„grondslag zelf van ons maatschappelijk samenleven. Voor wie dit,,niet erkent, en acht dat het kwaad te bezweren is door kweeking„van vromer zin, door vriendelijker bejeging of milder liefdegave,„moge er een philantropische quaestie bestaan, maar een Sociale„quaestie bestaat voor hem niet. Die bestaat voor u dan eerst, zoo„ge architektonische critiek oefent op de menschelijke sociëteit„zelve en diensvolgens een andere inrichting van het maatschap-pelijk gebouw gewenscht en mogelijk acht" 1 ).De critiek op het maatschappelijk gebouw is dan ook door

D r. Kuyper als architect geoefend, en de fout in den grondslag,door Groen reeds genoemd, nader in het licht gesteld. Hetbeginsel der Revolutie is het, in de praktijk van het Liberalismeuitgewerkt, waardoor de maatschappij op haar grondvesten wan-kelt. Die fundamenteele fout moeten de Christenen onderscheiden,

1 ) P. 24, 25. In de Aanteekeningen (No. 50) voegt Dr. K. hierbij: „Dezenota necessaria van de Sociale Quaestie boude men wel in het oog. Er is niet„mee gezegd, dat het gebouw geheel moet afgebroken, om een gansch nieuw„gebouw voor de oude maatschappij in plaats te zetten. Veeleer blijft altoos het„recht der historie gelden, en kan er van geheel afbreken nooit sprake zijn. Ook„al beeldt men zich in, dit te doen, men doet het toch niet. De historie werkt„daartoe te machtig na. Maar toch moogt ge ook niet zeggen, dat alles afgeloopen„is, zoo ge het huis maar wat opschildert en een enkele dakpan vernieuwt. Neen....„zóó kan het niet langer. De reparatie, waartoe moet overgegaan, is van te veel„omvattenden aard."

Page 95: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

44 CHRISTELIJK SOCIAAL

opdat zij zich van hun sociale roeping rekenschap geven. D r.K u y p e: r vestigt op die fout met nadruk de aandacht: „Om op„het eigenlijke punt te komen, waarin de hartader der sociale„quaestie schuilt, had de Christelijke religie de persoonlijke men-„schelijke eere in de sociale samenbinding van een organisch„samenhangend maatschappel ijk leven gezocht, — de Fransche„Revolutie verstoorde dat organisch weefsel, verbrak die sociale„banden, en hield ten slotte in haar atomistisch knutselwerk niets„over dan het eenzelvig, zelfzuchtig en voor zijn zelfstandigheid„opkomend individu. Hiermee nu was de teerling geworpen. Het„kon toch niet anders, of uit deze loswoeling van al wat ons men-„schelijk leven in menschelijke eere saambond, moest met ijzeren„noodwendigheid èn een diepgaande sociale nood, èn een wijd-vertakte: sociaal-democratische beweging, én ten slotte voor alle

„volk en natie een uiterst netelige sociale quaestie geboren„worden" 1 ) .

Moet alzoo het bestaan van het vraagstuk der reformatie vanhet maatschappelijk leven door de Christenen worden erkend, enstaat voor hun bewustzijn de oorzaak der deformatie vast, ook demogelijkheid van herstel moet geloovig worden aanvaard. „Die„mogelijkheid bestaat," volgens D r. K u y p e r, „zoo ge bij uw„pogen uitgaat van de erkenning dat ook onze vaderlandsche maat-„schappij is een van God gewilde gemeenschap, een levend mensche-„lijk organisme. 2 ) Niet een mechanisme, uit deelen ineengezet, maar

1) P. 20.2) Op den eisch, dat wie in den arbeid voor het sociale leven naar Christelijk

beginsel wil werkzaam zijn, het organisme in de maatschappelijke gemeenschaperkennen moet, en van die erkenning moet uitgaan, legt D r. K u y per bij her-haling ernstig nadruk. Hier is mee het criterium van het Christelijke: „Wordt de„vraag opgeworpen, of onze menschelijke maatscnappij een aggregaat van„individuen, dan wel een organisch lichaam is, dan moet, al wie Christen is, zich,.aan de zijde der sociale beweging en tegenover het Liberalisme plaatsen, naar-„dien immers Gods Woord ons leert, hoe het al uit éénen bloede geschapen en„in het Verbond door God saamgevat is. En niet minder wijl èn de solidariteit„van onze schuld èn het mysterie der verzoening op Golgotha, als met al zulk„individualisme volstrekt onbestaanbaar, ons juist om strijd op het samenhangend,.geheel van ons menschelijk saamleven wijzen." (p. 36) „Op atomistisch stand-

iq1l,d ^ 1ll I

Page 96: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

CHRISTELIJK SOCIAAL 45

„een lichaam met ledematen, staande onder de levenswet, dat we„allen elkanders leden zijn, en dat dus het oog den voet niet, noch„de voet het oog ontberen kan. Het is die menschelijke, die weten-„schappelijke, die Christelijke waarheid, die door de Fransche„Revolutie het diepst miskend, het stoutst geloochend, het grie-„vendst in het aangezicht geslagen is; en het is in den grond der

„punt valt geheel ons Evangelie. Er is dan geen vleeschwording van het Woord,„er is dan geen Hoofd der Gemeente, er is dan geen erfschuld en dus ook geen,verzoening door het bloed des kruises. Een fatale loswoeling van alle Christelijke„vastigheid, die begon met de erfschuld en de solidaire schuld te loochenen, en„toen de heerlijke leer der Verbonden geloochend heeft. Juist daarom echter past„het ons, Christenen, met zulk een beslistheid weer voor het organisch en dus.sociaal karakter van ons menschelijk leven op te komen." (Aant. 80.)

D s. G i s p e n, C. V. stoot zich bij herhaling en met verheffing van toon aanmijn Stellingen, omdat ik het organisme in den Arbeid, in Bedrijf en Vak totuitgangspunt van organisatie kies en omdat ik van geen organiseeren dannaar een organisch beginsel wil weten. Dit is m.i. het zakelijke in zijntegenkanting. Tot die tegenkanting bepaalt hij zich echter, zonder zelf eenander beginsel vest te stellen en daaruit de vrijmaking van den Arbeid op tebouwen. Dat mij deze principieele tegenkanting bedenkelijk voorkomt, behoefik niet met nadruk te verzekeren. Ook de redacteur van Pa tri m o n i u m,24 Sept. 1903, achtte organiseeren alleen mogelijk, waar een organisme ontbreekt.en verklaarde, dat een organisatie evenveel met een organisme te maken hee ftals een kunstbloem met een levende bloem. Inderdaad, indien hier een oordeelis, dat geen revisie toelaat, dan zou hier een verschil van grondbeginsel aanwezigzijn, dat tot geheel verschillende praktijk moet leiden, zoo immers principieelepraktijk bedoeld wordt. Beschrijving van die praktijk, uit eigen beginsel op-gebouwd, mag dan zeker tegenover de mijne gevraagd en verwacht worden.Critiek op de regelen voor een praktijk, waarvan men het beginsel niet deelt,is allicht onbillijk. Men bepale zich er dan toe, tegenover het bestreden beginseleigen beginsel als het juiste in het licht te stellen en daaruit den weg tot vrijmakingvan den Arbeid, en zóó tot behoud der maatschappij, aan te wijzen.

Ik koester echter de hoop, dat revisie van oordeel bij nadere overweging nietonmogelijk zal blijken; en dat het principieele verschil niet bestaat. Moge daartoemijn principieele uiteenzetting van de praktijk, die ik met overtuiging voorsta enaanbeveel tot vrijmaking van den Arbeid, medewerken. Mijnerzijds bedoel ik aller-minst tegenstelling tegen P a t r i m o n i u m, maar waardeering en samenwerkinguit eenzelfde Christelijk beginsel. Die eenheid van beginsel spreekt mij echter toeuit hetzelfde nummer van Pa t r i m o n i u m, waarop ik boven wees. De redacteurerkent, dat een Bedrijf een lichaam is met leden; maar hij meent, dat daaromorganiseeren voor een Bedrijf niet voegt. Toch wil hij in het Bedrijf gecontrac-teerde gemeenschap. Z66 zijn we al dicht bij elkaar.

Page 97: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

46 CHRISTELIJK SOCIAAL

„zaak tegen het uit die loochening geboren individualisme der„Fransche Revolutie, dat geheel de sociale beweging van onzen„tijd gekeerd is." 1 )

Naar dit beginsel moeten nu de stelsels en de praktijken diebetering beloven, gekeurd worden. D r. Kuyper toetst hier danook het huidig Socialisme, dat tegen het Liberalistisch individua-lisme zich keert, en toch ook zelf vrucht der Revolutie is. DitSocialisme is voor de reformatie der maatschappij verwerpelijk,want het verwerpt God en Zijn ordening; het keert zich wel tegenhet afgeleid individualistisch beginsel, gelijk het Liberalisme dat inpraktijk bracht, maar houdt het wortelbeginsel vast; het wil degemeenschap vernielen en slechts de wilskeus der individuen over-houden, om daarna ,,in Gods stoel" te gaan zitten, en „een eigenorde van zaken te scheppen." 2 )

In den weg der Socialisten kunnen dus zeker de Christenen nietoptrekken, evenmin als zij het werk van het Liberalisme „op Chris-telijke wijze" kunnen voortzetten. Hun beginsel verplicht hen toteen eigen architectonisch pogen, tot een eigen plan voor maat-schappelijke reformatie.

Wijl overlegging, studie en praktijk voor de sociale reformato-rische taak mede door het Christelijk Sociaal Congres moestengewekt worden, ontwikkelt D r. K u y p er in zijn Openingsredezoodanig plan niet in bijzonderheden. Toch geeft hij belangrijkeaanwijzingen, die richting geven aan oordeel en handeling en die,bij de voortgaande ontwikkeling der verhoudingen in onzen tijd,welke zoo dringend om studie en praktijk roepen, bij toenemingernstige behartiging verdienen. Wij moeten ons hier beperken totde verhoudingen, die. het Vraagstuk van den Arbeid in Maat-schappij en Staat meer in het bijzonder raken; en we bepalen onsdaarom tot nog twee citaten uit D r. Kuypers Rede, die opdeze verhoudingen licht doen vallen.

Vooreerst: „In het geding tusschen Staat en Maatschappij„hebben we als Christenen beslist partij te kiezen. Wie met den„Sociaal-Democraat den Staat in de maatschappij laat opgaan,

1) p. 24-26.2) p. 31.

1 111 .WI yx:q ^. ■i ur r1

Page 98: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

CHRISTELIJK SOCIAAL 47

„loochent daarmee het van Godswege ingesteld gezag; dat strekken„moet, om zijn hoogheid en zijn recht te handhaven. En wie om-gekeerd, op de lijn der Staats-Socialisten de maatschappij doet

„opgaan in den Staat, draagt wierook voor de Staatsvergoding„aan: de Staat in plaats van God, en de vrije door God geordende„maatschappij, terwille van de apotheose van den Staat, ver-„nietigd. Daartegenover hebben wij, als Christenen, dus staande„te houden, dat èn de Staat èn de Maatschappij elk heur eigen„sfeer, wilt ge, heur eigen souvereiniteit hebben, en dat de sociale„quaestie niet naar recht kan opgelost, tenzij ge die tweeheid eer-„biedigt, en zoo het Gezag hoog houdt, als de paden effent voor„het vrije initiatief der Maatschappij" 1 ) .

En bij deze klare onderscheiding van Staat en Maatschappijciteeren we het woord, dat over de quaestie van Staatshulp voorde ontredderde toestanden in den Arbeid door D r. Kuypergegeven wordt: „Ten slotte ook over die Staatshulp, als laatste„meer concreet punt, nog een kort woord. God de Heere stelde„ook voor de roeping der Overheid wel terdege een grondregel. De„Overheid is er, om Zijn recht op aarde te bestellen en dat recht„te handhaven. Alzoo ligt het niet op haar weg, om de taak van„huisgezin en maatschappij over te nemen. Daarvan houde ze haar„hand terug. Maar zoodra er uit de aanraking der verschillende„levenskringen botsing ontstaat, zóó dat de ééne kring het van,,Godswege aan den anderen kring toekomende erf te na komt of„aanrandt, dan is het de van God gestelde roeping der Overheid,„dat ze recht voor willekeur doe gelden, en het vuistrecht van den„sterkste der twee terugdringe door het recht onzes Gods over„beiden. Wat ze dus in geen geval doen mag, is zulk een rechts-„verzekering aan den éénen kring te gunnen, om aan den anderen„kring gelijke rechtszekerheid te onthouden. Een wetboek voor den„Handel, ik blijf bij wat ik in 1875 in de Staten-Generaal sprak,„roept om een Wetboek ook voor den Arbeid. De Overheid helpe„den Arbeid aan recht. Ook voor den Arbeid moet de mogel ijkheid„geboren, dat hij zich zelfstandig organiseere en voor zijn rechten,,kunne opkomen. En wat nu die andere staatshulp aangaat, die in

1) p. 35.

Page 99: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

48 CHRISTELIJK SOCIAAL

„het bedeelen niet van recht, maar in het bedeelen met geld, onder„allerlei vorm en voorwendsel, bestaat, zeker ook die hulpe is in„Israëls wetgeving niet buiten gesloten; maar toch, ze is er tot een„minimum beperkt; en daarom zeg ik, tenzij ge den arbeidersstand,,ontzenuwen en zijn natuurlijke veerkracht breken wilt, beperkt die

„stoffelijke staatshulp dan steeds tot de allergeringste afmetingen.„Blijvend heil schuilt voor volk en vaderland, en zoo ook voor„onzen arbeidersstand, alleen in een krachtig eigen initiatief." 1 )Opzettelijk dringt D r. K u y p er deze Christelijke stelling, dieden weg voor de antirevolutionaire praktijk aanwijst, in één dernoten, waarmee hij zijn voortreffelijke Rede verrijkte, aldus aan:„Ook de antirevolutionaire partij heeft toe te zien, dat ze zich niet„door het staatssocialisme late meeslepen. Ook al staan we lijn-recht tegen het individualisme van de liberale partij over, toch

„onderschrijven we van harte de waarschuwing van Goschen, door„Léon Say aldus vertaald: Si nous avonds appris quelque chose de„l'histoire, nous pouvons dire, que la confiance de l'individu et le

„respect de l'Etat de la liberté, naturelle sont les conditions néces-„saires des Etats, de la prospérité de la société, et la grandeur du„peuple. 2) In dien toon is dan ook geheel ons antirevolutionair„program gesteld. Het veiligst ware het, alle kracht saam te trekkenop de organisatie van den arbeid en het arbeidscontract." 3 )

Waarlijk, ook voor de bestudeering en oplossing van het vraag-stuk van den Arbeid in zijn gemeenschapsverhoudingen en in zijnpositie in Maatschappij en Staat is hiermee door onzen eminentenleider der Antirevolutionaire Partij en van het Christelijk SociaalCongres, voor wiens verheffing tot Minister van BinnenlandscheZaken ons Christenvolk God dankt, een vast standpunt aange-wezen, een beginsel gesteld, en voor een methodischen weg deneersten aanleg en de afbakening in groote lijnen gegeven.

Geestelijke traagheid, ontrouw en ongeloof zou het zijn, (ookwaar onze Vrije Universiteit nog steeds oordeelt, dat bij den tegen-

1) p. 40, 41.2) Leon Sa y, Le Socialisme d'Etat, Paris 1890, p. 214.3 ) Aant. No. 99.

I1111 1 1I5l.i I

Page 100: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

CHRISTELIJK SOCIAAL 49

woordigen toestand, die roept om de ethische en juridische bear-beiding der brandende vragen, geenerlei betrouwbaar talent voorhet professoraat of lectoraat te vinden is), zoo wij, Christenen, elknaar zijn gave, niet poogden het gegevene in groei te ontwikkelen,en, zij het gebrekkig, te arbeiden aan de afbakening van een paden praktijk, die aan de ordening Gods naar de Schriftuurlijke be-ginselen beantwoorden. Het leven, de levensnood, laat geen aar-zeling toe. Een Christenwerkman moet dagelijks voor zichzelf overzooveel vragen beslissen. En deze noodzakelijkheid geldt voor heelde schare der Werklieden, voor alle Patroons, en voor alle Chris-tenen, voor alle menschen, die in den noodstand helpend, voorlich-tend, aanmoedigend moeten bijstaan, of tot regeling en handelinggeroepen zijn. Beslissen moet ons Christenvolk ook in zijn houdingtegenover Liberalisme en Socialisme; in zijn beoordeeling van dehandelingen der Overheid en in zijn houding als Partij bij depolitieke worsteling; in de propaganda, bij de stembus, en in deVolksvertegenwoordiging. Bovenal, we zijn naar het gesteldebeginsel, onder den oproep van het ongeloof en van het worstelendeleven, waaruit de kreet om licht en hulp opgaat, voor God en heelonze natie, voor onze eeuw en ons geslacht, voor ons vleesch enons bloed, voor onze naasten, die in nood op onzen weg liggen,geroepen, om te doen, wat wij niet kunnen, en toch moeten, — zijhet niet als priester of als leviet, dan toch als Samaritaan 1 ) .D r. K u y p e r, die ook niet alles alleen kan doen, en die zoo veeldeed en doet, mag ook vorderen, dat wie zijn leven deelt en ver-staat, zijnerzijds pogen zal, mee te werken, opdat groeie, watalreede geplant is, en opdat zich ontwikkele, wat leeft. In watleeft, kan, mag en moet elk mensch, die God vreest naar Zijn woord,Hem dienen. Dit is ons beginsel in de Sociale quaestie. En dat

1) De studie van M r. Anne An e m a, De grondslagen der Sociologie, 1900,is ongetwijfeld verdienstelijk. Dat deze studie, van zoo ingrijpende conceptie, inzijn grepen geen genoegzame voldoening gaf, doet aan de waardeering voor ditstuk werk bij ons niets af. Eer mag geklaagd, dat het niet meer de talentenprikkelde, om dit werk in zijn conceptie ' en détails, in heel zijn behandeling vanhet onderwerp, voor ons Christenen te bespreken, en zóó den arbeid, waarom toch

de Christelijke conscientie roept, vooruit te brengen.

7

Page 101: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

50 CHRISTELIJK SOCIAAL

beginsel geeft hoop, omdat het heel een volk Gods als zijn heir-kracht aanwijst en niet ons heenzendt naar een enkele, die op hetnoodgeroep komt of niet komt.

Zoo mogen wij dan het vraagstuk bespreken, en ons daarbij nogsterken met een woord, waarmee de vereerde broeder en leer-meester, D r. K u y p e r, ons, gelijk zoo vaak, bij de opening vanhet Sociaal Congres opriep en ook nu bezielt: „Zoo behoeft het dus„geen betoog meer, dat de blik op ons menschelijk leven, dien u„de Christelijke religie gunt, schier voor alle onderdeelen óók van„de sociale quaestie een vast uitgangspunt stelt, van waaruit de„concrete oplossing voor elk vraagstuk moet beproefd. We tasten„volstrekt niet in het duistere rond. Duidelijk liggen in Gods Woord„de beginselen uitgesproken, waaraan we verplicht zijn den be-staanden toestand en de bestaande rechtsverhoudingen te toetsen.

„En we schieten te kort in de heilige roeping, die op ons als Chris-„telijke staatsburgers rust, zoo we ons onttrekken aan de ernstige„taak, om wat met die ordinantie Gods in strijd blijkt, te recon-,,strueeren naar hetgeen door God den Heere is gewild" 1 ) .

Wat door den Heere is gewild, leert Hij ons verstaan door zijnWoord 1 )

1 ) p. 41.1 ) We moeten op de Christelijk-Sociale beginselen ingaan, indien we tot

Christelijk-Sociale prakt ijk willen komen. Daartoe heelt ons God Zijn Woordgegeven. We herinneren ons hier het woord van P r o f. D r. F. L. R ut g e r sop het Chr. Soc. Congres: „Allerminst worde ons tegen geworpen, dat wij de..beginselen te hoog stelden, te idealistisch waren. Hadden we beginselen gesteld,, ; die terstond hun toepassing konden vinden, dan waren die beginselen juist daar-door geoordeeld. We moeten voelen, wanneer we ons het ideaal voor oogenstellen, dat we er nog o zoo ver van af zijn en er wel nooit komen zullen. In de

„zedeleer is ook immers de algemeene regel: „Weest dan gijlieden volmaakt, gelijk„uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is." Ook al weet men, dat dit bij,.niemand zoo is, noch ook hier op aarde zoo zijn kan, toch mag er van dien eisch.,niets worden afgedaan. En wie, om denwille van de praktijk, het ideaal wat liet„dalen, zou juist daardoor de praktijk geheel bederven. Wie alleen met de praktijk,.rekent, komt er zoo licht toe, om de teugels te laten schieten, de lijn te vieren,,.hier en daar wat in te schikken, en zoo raakt men van Gods weg af. Wie daar-entegen een ideaal hoog stelt, en daarop nadruk legt, moet steeds in de praktijk

.,00k wel verder komen." Proces-Verbaal van het Sociaal Congres, p. 126. Tegen-

Iqil'II I

Page 102: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

CHRISTELIJK SOCIAAL 51

Het Woord Gods leert ons, dat de goddelijke genade, die hetmenschelijke leven en de Schepping redt en in eere opheft, zoowelde algemeene als de bijzondere genade, zich ondanks en tegen dezonde aan het scheppingswerk Gods en aan de ordinantiën Godsover dat Scheppingswerk aansluit. De genade erkent en eerbiedigthet geschapen werk Gods, dat door de kracht Gods naar den RaadZijns willens onder Zijn ordinantiën bestaat. Zij werkt er bewarend,verlossend en vernieuwend op in; en door de verzoening, vrijmaking,ontsluiting, ontwikkeling en volmaking van dat werk brengt zij deSchepping met en door den mensch en de menschelijke gemeen-schap tot glorie, tot verheerlijking van Hem, uit wien en door wienalle dingen zijn 1) .

In de identiteit van den Zoon van God met het eeuwige Woordligt hier een aanbiddelijk geheim, dat over de eenheid van schep-ping en verlossing een goddelijken lichtglans doet uitgaan. DeZoon van God is dan ook, na het inbreken der zonde, de Verlosseren het Licht der wereld. En Hij is dat, doordien Hij niet slechtsals het Woord Gods die wereld blijft dragen, opdat de Geest Godshaar doe uitkomen; maar doordat Hij van den Vader aan dewereld in liefde wordt gegeven; als een Zoon des menschen, de

over het bezwaar van D s. Gispen, dat mijn voorslag „idealistisch" is, en „nietbaat", „ten minste voor het heden en zijn weerzin tegen wat hij noemt, „de

ellende van het niets tot stand brengen dat tallooze geschriften met allerleikwesties ' , sterkt de herinnering aan P r o f. R u t g e r s' woord tot principieelestudie en tot principieel adviseeren, in hope alzoo God naar Zijn Woord te mogendienen, in Gods weg te blijven, en daardoor waarlijk in de praktijk verder te komen.juist de praktijk voor het heden moet de aansluiting aan het zuivere beginselzoeken; dan werkt het leven in de praktijk naar Gods wil. — Ook zijn de ki"deren

der wereld in dezen voorzichtiger dan de kinderen des lichts.Marxheeft doorzijn organiseeren de duizenden verslagen, maar door zijn verwerpelijke principieeleformule de tienduizenden. En nog altoos zegeviert hij in de geesten, en daarmee inde praktijk, door zijn boek, door zijn principieele formuleering.

1 ) Ernstige bestudeering van De Gemeene Gratie door D r. A. Kuyper,een standaardwerk, waarvan thans het historische en het leerstellige Deel ver-schenen is, en dat binnen een jaar door het derde practische Deel zal wordenvoltooid, kan niet genoeg worden aanbevolen. Heel deze studie geldt het georgani-seerde menschelijke leven. Zij bewaart voor de oppervlakkige oordeelen, die zoo-veel kwaad doen. Zie ook D r. H. B a v i n c k, De Algemeene Genode.

Page 103: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

52 CHRISTELIJK SOCIAAL

Zoon des menschen, geboren wordt; daarin één wordt met hetmenschelijk geslacht, de tweede Adam, het Hoofd des Lichaams;in onverwinlijke liefde Zijn ziel ten schuldoffer stelt; door Zijnbloed verzoening aanbrengt; het leven redt van den dood; als deErfgenaam aller dingen, de nieuwe mensch, het leven in ver-nieuwing Gode toebrengt; en het in den strijd tegen het Rijk derduisternis op den weg der vrijheid tot verheerlijking voert en leidtdoor den Heiligen Geest, die door den Zoon als den Christus vanden Vader is ontvangen en uitgestort. 1 )

In dit verband gaat het gesproken en geschreven Woord Godsuit in de wereld. De Schepping bestaat door het eeuwige Woord.En in dat eeuwige Woord liggen alle goddelijke ordinantiën vooralle zijn, wezen, leven, werking en ontwikkeling der Schepping.Daarbij had ook door het gesproken Woord Gods, in de oorspron-kelijke scheppingsverhouding, de mensch met God bewuste dade-lijke gemeenschap. De gemeenschap met God door den Geest endoor het inwonende, dragende Woord, dat in het menschelijkelevensbewustzijn lichtte (Joh. 1 : 4), beantwoordde daaraan. Zóókende de mensch zichzelf, zijn God, en Gods Schepping. Zóó konhij God en Gods scheppingswerk, en ook zijn eigen leven in GodsSchepping, in menschenwoord uitspreken, uitdrukken. En zóó konhij als beeld Gods in kennen, liefhebben en dienen van God, in denweg der gemeenschap, de Schepping verklaren, haar in haarordening en leven bewaren, haar regeeren, verlichten, en door ont-

1) De vele plaatsen der Heilige Schri ft, die deze waarheid doen uitkomen,sommen we hier niet op; evenmin als we hier in omvangrijke exegetische studieuitweiden. We hopen dat daartoe, indien noodig, gelegener tijd en plaats gegevenworden. Slechts resultaat van Schriftstudie vatten we hier samen. Maar immers,we spraken daarin niets anders uit dan wat de Christelijke Kerk naar de Schri ftbelijdt. Bestudeering van de Schepping en van het menschelijke leven uit de Schriftblijft echter juist daarom voor de Christelijke Kerk in onzen tijd allernoodzakelijkst.In de eerste plaats Genesis 1, in verband met Joh. 1, Rom. 1, Ef. 1, Col. 1, en metheel de Schrift. Men leze toch ook het profetisch en apostolisch woord metonbevangen blik, en merke op, hoe God in Zijn Woord Zijn licht laat schijnenover heel het geschapen leven en over alle menschelijke levensworsteling. Deroeping Gods, die van boven is in Christus Jezus, moeten we zóó voor onzen tijdleeren onderscheiden en met vreugde door het geloof aanvaarden.

i1$p,1iH ■.I

Page 104: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

CHRISTELIJK SOCIAAL 53

wikkeling volmaken 1 ) . Dienovereenkomstig nu zijn, sinds denzondeval, de verhoudingen in het werk der genade. Het eeuwigeWoord blijft de Schepping door de algeméene genade dragen enverlichten. De overblijfselen van het beeld Gods en van het lichtdes menschen, de overblijfselen der oorspronkelijke kennis vanGod en van Zijn geordende Schepping, maar ook de overblijfselenvan de kennis der bijzondere Openbaring, die over heel het men-schelijk geslacht eeuwen lang lichtte en in de historische traditieblijft leven, worden, ondanks de zonde, door Gods algemeenegenade in de menschen, in het menschelijk bewustzijn, en in hetmenschenwoord alom bewaard, en werkzaam gehouden (Rom.1 : 20; 2 t 15). Zóó blijft er een onverbrekelijke band van werelden menschheid aan God, niet slechts aan Zijn kracht, maar ook aanZijn licht, aan Zijn leven, aan Zijn Woord en Zijn Geest. Zóó blijfter gemeenschap der menschheid met de Schepping. Zóó blijft erkennis en wetenschap. Zóó blijft er een lichtend, beheerschendmenschenwoord. Z66 blijft er arbeid door 's menschen geest enkracht, in den bewusten weg, dien het menschenwoord wijst. Zóóblijft er gemeenschap in de historische menschelijke levensworste-ling, die met de gangen Gods in de eeuwen verband houdt; ge-meenschap in heel de menschelijke levenstaak en in het geheelvan den menschelijken arbeid, gemeenschap bij verscheidenheidvan gaven, die door den éénen Geest ten bate van het geheel zijnuitgedeeld. Zóó blijft er gemeenschap aller menschen aan het WerkGods, onder Zijn ordinantiën. Wij hebben, allen saam en ieder,deel aan het geheel. De banden kunnen in ons bewustzijn begravenliggen; ze kunnen door ons miskend, veracht, gehaat, weerstaan,misbruikt en geschonden worden; maar ze blijven, en ze zijn doorde genade Gods onverbrekelijk voor alle menschen op aarde 2 ) .

1) D r. J. Woltjer, De wetenschap van den Logos, p. 30-32. I d., Levenen Wetenschap, p. 17-20.

2) Dat we hierin te doen hebben met een werk van Gods genade en van GodsGeest, ook in die menschen, die God niet kennen en vreezen, en dat Gods Geestook in heel de Schepping en in alle scheppingsverhoudingen werkzaam is, heeftCal v ij n reeds uitdrukkelijk uitgesproken en is dan ook door de Gereformeerden,die de waarheid in dit stuk bestudeerden, steeds geleerd. C a 1 v ij n, Institutie,

Page 105: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

54 CHRISTELIJK SOCIAAL

Het werk der bijzondere genade sluit hierbij aan en is, ofschoononderscheiden, hiermee één (Ef. 3 : 9). Met den Heiligen Geestgaat van den Christus het gesproken en geschreven Woord Godsuit in de wereld. Gods Wet sluit zich aan bij het overblijfsel in demenschelijke conscientie. Maar ook heel het Woord Gods sluitzich aan bij wat de algemeene genade in het bewustzijn, de kennisen het leven der menschen bewaarde. Gods stem wordt weer ge-hoord. Het vleesch geworden Woord, de Eeniggeborene desVaders, wordt in Jezus Christus door het geschreven Woord, deSchrift, geopenbaard. Het menschelijke leven als geheel wordt inHem ontraadseld, verzoend, ontdekt, vernederd, getroost, verlicht,tot vrijheid geroepen en in de ruimte gezet (Tit. 2 : 11-13). Overde historie gaat na nachtelijke schaduwen, het morgenlicht op.Voor de wetenschap licht de zonne der gerechtigheid. De ordi-nantiën Gods in Schepping en leven treden in helderder licht. Debanden der menschelijke gemeenschap snoeren volken en tijdenweer krachtig voor het menschelijk bewustzijn aaneen. Bewustesaamhoorigheid breekt door. Het juk en de kluisters van ver-drukking verbreken onder de bewuste en willige ineenlegging derhanden. De Schepping ontsluit haar geheimen en krachten. Er issedert Christus' verhooging een onkeerbare vrijmaking van hetmenschelijke leven en van het werk Gods in menschheid enwereld, een vrijmaking, die op de vleugelen van het Woord Godsuitgaat en door den Geest Gods gewerkt wordt. Er is sedert, zijhet afwisselend, toch een voortgaand rijzen van het menschelijkeleven, van de menschelijke gemeenschap en van den menschelijkenarbeid in de historie. Neen, de menschheid leeft en arbeidt nietslechts, om in het zweet des aanschijns brood te vinden. Maar demenschheid leeft en arbeidt, zij het ook nog veelszins onbewust,onder den adem van Christus en van het Woord Gods, dat Hijdoet uitgaan. De menschheid leeft en arbeidt in het groote histo-rische werk Gods, en in de menschelijke gemeenschap, in de grootetaak der menschheid, waarin genade onder goddelijke ordening,

II, 2 : 15--17. D r. H. B a v i n c k, Gereformeerde Dogmatiek, I, p. 238-244;III, p. 207-218; IV, p. 188, 384.

Page 106: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

CHRISTELIJK SOCIAAL 55

in overeenstemming met het eeuwige Woord, naar den Raad en hetwelbehagen Gods, werkzaam is.

Naarmate het licht van Gods Woord van verre of nabij schijnt;naarmate het uit de onbeduidende en oppervlakkige aanraking inhet menschelijk bewustzijn en door het menschenwoord ondermenschen doorbreekt; naarmate het in Zijn onuitputtelijke glansen,over alle zijn en wezen en leven, over en in heel ons persoonlijkeleven, en over heel het menschelijke leven licht, — naar die mategaat in grooter kring de kracht van het Woord Gods breeder endieper uit, en naar die mate verbreedt en verdiept zich het werkder bevrijding door den Geest onder den arbeid der menschen. Hetis de bijzondere genade, die hier, in wedergeboorte door denHeiligen Geest, door het geloof persoonlijke levensgemeenschapmet den Christus geeft; ons met God verzoent; ons innerlijk vrij-maakt; het waarachtige leven in ons doet doorbreken. Zij brengtde ware vrijgemaakte kennis 1 ), de ware gemeenschap, de liefde,de liefde Gods, de liefde van Christus, de liefde voor het WoordGods, voor de waarheid en het leven. Zij brengt de ware liefdevoor de menschen en voor de menschelijke levenstaak en daarinook voor de tijden der eeuwen en voor heel Gods Schepping. Zijverlicht de oogen van ons verstand. Zij maakt de natuurlijke gavenvan Gods Geest in ons vrij. Zij doet het getuigenis der geloovigenen hun liefde lichtend voor de menschen uitkomen. Maar nietalleen bij de geloovigen schijnt het licht van Gods Woord over hetleven. De bedeeling der gemeene genade kan, waar het WoordGods in het menschelijke leven drong, ook wanneer persoonlijkewederbaring en waarachtige geestelijke kennis en gemeenschapontbreken, in de kennis der ordinantiën Gods en in de uitwendige,natuurlijke en zedelijke verhoudingen machtig lichtend, veredelenden verheffend werken. Waar het Woord Gods is, gebruiken ofmisbruiken alle menschen het, huns ondanks, zij het tot hun eigenen elkanders verderf. Toch, altoos hangt van de doorbreking endoorwerking van het licht van Gods Woord in het bewustzijn en

1 ) D r. A. Ku y p e r, Encyclopaedie der Heilige Godgeleerdheid, Deel II,p. 4-176. D r. H. B a v i n c k, Gereformeerde Dogmatiek, Deel I, p. 140-532.

Page 107: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

56 CHRISTELIJK SOCIAAL

in het woord der menschen en daarmee in het menschelijke levende levensvrijmaking, de levensverhef fing en veredeling af.

Maar daarom ook is na Christus' komst en den uitgang vanhet Woord Gods in de wereld de zonde zoo schrikkelijk en schuldigwerkzaam in het weerstaan der genade, niet slechts der bijzondere,maar ook der algemeene genade, de zonde, die met al haar be-dekselen der schande het licht Gods, Zijn liefde tot de menschen(Tit. 3 : 4) , het werk des Geestes, weerstaat en daarin af kandalen, en eindelijk in het weerstaan der genade en der goddelijkeordeningen wel af moet dalen, tot bewuste gemeenschap met denSatan, tot bewuste verkeering van de waarheid in de leugen, totbewuste antichristelijke gestalten in den grooten kamp der eeuwenom de eindelijke verlossing van al het zuchtend schepsel (Rom. 8;2 Thess. 2) . Die zonde, die in het groote werk der algemeene ender bijzondere genade Gods den Heere Jezus Christus, GodsWoord en Geest, Gods genade en liefde, en Zijn geordend schep-pingswerk weerstaat, is en werkt overal, waar of het Woord Godswordt opgesloten, veracht, verduisterd of bestreden; Of de orde-ningen Gods in en voor het leven en de Schepping worden ge-schonden en gelasterd; of de menschelijke gemeenschap wordt mis-kend, geweigerd, gebroken en vertreden, de gemeenschap met onsééne bloed, de gemeenschap door woord en geest, in denken enarbeiden, de gemeenschap, die, naar het beginsel der liefde voorden naaste als voor ons zelf, om haar eere roept. Christus, die inden troon zit, spreekt: „Zie, Ik maak alle dingen nieuw!" maardaarom vlamt Zijn oordeel tot wrake tegen hen, die, in plaats vante vernieuwen en vrij te maken naar de ordinantiën Gods, revo-lutionair verscheuren en vernielen, en tegen allen, die Zijn Woorden Geest weerstaan door hun hoogmoedig, zelfzuchtig, harteloosconservatisme: „Wij houden alles bij het oude!" (2 Thess.1 : 6-12).

Is de toom Gods geopenbaard van den hemel over de oudewereld, die de waarheid der oorspronkelijke openbaring Gods,waarvan de overblijfselen hun bewaard werden, in ongerechtigheidheeft ten onder gehouden (Rom. 1 : 18-32), — wat zal het eindezijn dergenen, die de openbaring der genade Gods verachten; die

11111 , 1',. ^,.I ^ , ^ ^ ,. ^,ylP. ,

Page 108: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

CHRISTELIJK SOCIAAL 57

den Heere Jezus Christus niet liefhebben; die naar Gods Woordniet hooren; die met hun deel aan den schat der genade handelennaar hun goeddunken; die de menschelijke gemeenschap door eenopstandig of een liefdeloos bestaan onteeren; die hun broedersverdrukken of verleiden en misbruiken; en die zich in het men-schelijke leven, dat de banden en koorden van den Christus, deordening van Gods genade draagt, vergrijpen aan deze heiligeordinantiën Gods! Waar de ongerechtigheid vermenigvuldigt,omdat God en Zijn Woord in verharding verlaten worden, daarverkoudt ook de liefde. Daar zal de liefde verkouden ook in hen,die Christus met den mond roemen. Daar komt toenemende blind-heid over het leven, terwijl menschelijke dwaasheid zich voor wijs-heid uitgeeft. De banden der zielen gaan dan los. De bladerenvallen af van den boom der menschelijke gemeenschap. De afvalneemt toe. De zelfzucht heerscht. Alle gezag wordt gelasterd. Desamenspanning tegen God en Zijn ordeningen en tegen de men-schelijke gemeenschap zelf breekt door in drieste vlammen vanhaat. En terwijl wie in hoogheid zijn, nog beraadslagen, om Godniet te vreezen en hun medemenschen niet te ontzien, maar zichte redden door hun wijsheid, hun wil en hun macht, breekt eindelijkde zee der volken als uit den afgrond in massa's los, om al watstaat omver te werpen. Geen aardsche scepter is dan meer totregeeren bekwaam; de banden der conscientiën zijn gebroken. Inden afval van God en Zijn Gezalfde, die in de kringen der eerebegon en tot in de onderste levenslagen wordt voltrokken, blijftslechts de hoogste, neen, de laagste en afschuwelijkste openbaringder ongerechtigheid over, de gemeenschap van den mensch derzonde, waar tegenover het overblijfsel naar Gods verkiezing debanden van gezag en van liefde, aan God en aan de menschen, zalbewaren, — totdat de afgrond der hel zal openbreken en Jerusalemin den glans van Christus uit den hemel nederdaalt. Daar zal Godverheerlijkt worden en de menschen zullen elkander liefhebben.

Maar daarom ook is er geen redding in den tijd dan door degenade des Heeren, door Zijn Woord en Geest. Het Woord Godsmoet weer lichten in de wereld. Niet slechts doordat wij een toe-passelijken tekst zoeken, die toch weer afgewezen wordt met de

Page 109: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

58 CHRISTELIJK SOCIAAL

opmerking, dat wij een anderen tijd hebben en dat de tekst dusniet meer toepasselijk is. Neen, maar doordat Christus' Kerk meerin den tempel van Gods Woord ingaat, en Hem onderscheidt, dietusschen de gouden kandelaren wandelt, Jezus Christus (Openb.1-3). In Hem gaat de Schrift open, Gods Woord, lichtend overen in alle tijden en alle leven, over heel het menschelijke leven,over heel het werk Gods, dat één is in de natuur en in de genade.In Hem, in Zijn licht, lichten weer alle ordinantiën Gods lichtenduit. In Hem wordt weer het levensbeginsel geopenbaard, het vuurder liefde. En die liefde van God in Christus, ons reddend uit onzezonde en ellende, blaast weer het eigen leven van ons hart invonken en vlammen van liefde, om onze naasten, ook de godde-loozen, ook de Liberalen, de Socialisten en de Anarchisten, nietmeer te vloeken, maar hen met het Woord Gods in liefde tezoeken, en over het menschelijke leven ons te ontfermen. Wiewaarlijk Christelijk wordt, die wordt waarlijk Sociaal. Alleen hetChristendom, d. i. het waarachtige Christelijke leven in de ge-meenschap van Christus, redt het menschelijke leven, het gemeen-schapsleven der menschen, d. i. het sociale leven, van den onder-gang. Dan gaat er over en door heel het leven weer licht en gloed.en kracht en samenbinding, door Jezus Christus, den Heere.

Daarom moet het Woord Gods door de Christelijke Kerk en deChristelijke godgeleerdheid in biddenden arbeid worden geopenden in de wereld worden uitgeroepen. Dat ontsloten Woord Godsmoet het licht en de liefde Gods in Christus Jezus ontsluiten. Hetmoet lichtend en koesterend in warme liefde over het leven gaan.Het moet in de harten door den Heiligen Geest wijsheid en liefde inde vreeze Gods, bij wie in hoogheid zijn gezeten en bij wie in dediepten wonen, wekken. Het moet door de Christelijke wetenschaphet leven meer leeren onderscheiden naar de ordinantiën Gods. Enbij het licht des Woords zal Gods Geest dan weer genade eneere geven. Hij zal het leven weer vrijmaken onder de bandender genade door menschelijke gemeenschap naar de ordeningenGods.

Aan de Christenen is de dure roeping, om in de liefde tot God,in de gemeenschap van Christus, in de gehoorzaamheid der Schrift,

■1111. i iu ,

Page 110: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

CHRISTELIJK SOCIAAL 59

in de kracht des geloofs, in de getrouwheid aan Gods Schepping,in eerbied voor het menschelijke leven, in den drang der gemeen-schap met hun geslacht, door de innerlijke bewegingen der barm-hartigheid voor hun naasten, — het Woord Gods te verstaan; hette doen lichten in de wereld en in het leven der eeuw. Bij het lichtvan het Woord des Heeren moeten zij, allereerst voor zichzelf, deordinantiën Gods onderscheiden; en in overgegevenheid, elk inzijn kring en roeping, naar de Christelijke Sociale beginselenarbeiden tot verlichting en vrijmaking van het sociale menschelijkeleven, en daarin ook tot vrijmaking van den Arbeid naar de ordi-nantiën Gods.

Door de bijzondere genade zal Gods Heilige Geest dan zekerarme gebondenen, die nu tegen den Naam van jezus Christus velewederpartijdige dingen doen, vrijmaken in de kennis van hunVerlosser. Maar ook in Zijn algemeene genade zal de Heere hetmenschelijke leven van den ondergang redden, en verheffen ingemeenschap.

Page 111: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

V.

ORGANISCHE GEMEENSCHAP.

Het menschelijke leven, door de genade Gods, door het Woorddes Heeren, tot vrijheid en gemeenschap geroepen, moet in dievrijheid en in die gemeenschap verkeeren bij het licht der Schriftnaar de ordinantiën Gods. Het is dus noodig, dat wij die ordinan-tiën Gods voor het menschelijke gemeenschapsleven bij het lichtvan Gods Woord wel onderscheiden.

De menschelijke gemeenschap is een organische gemeenschap.Niet slechts in dien zin, dat zij uit menschen bestaat, die organischewezens zijn, en met wie dus als zoodanig gerekend moet worden,maar in dien zin, dat we in de menschelijke gemeenschap met eeneigen organisme te doen hebben. Het menschdom is een eigen vanGod gewilde eenheid, één geslacht, uit één vader, uit één taal,met één historie en één bestaansdoel. Het menschelijk geslacht heeftéén leven; het staat en valt in één hoofd; het ligt onder één schulden het leeft door één genade. De menschen sterven, de menschheidleeft. Zij heeft één leven van het begin der wereld tot aan heteinde, en zij heeft in dat leven één taak. Elk volgend geslacht gaattot het werk van het voorgeslacht in, zoekt het te verstaan, zet hetvoort, en geeft het weer aan het volgend geslacht over. Dit wijster op, dat we in de menschheid met een eenheid te doen hebben,die zich niet mechanisch vormt uit afzonderlijke menschen, zoodatze weer naar willekeur uiteengenomen kan worden als het rader-werk van een machine. Neen, de menschelijke gemeenschap is eenlevende eenheid, een eigen goddelijke gedachte belichamend, eeneenheid, door God geformeerd, waarin alle menschen leden zijnvan één lichaam. 1 )

1) Dr. A. Kuyper, Het Sociale Vraagstuk en de Christelijke Religie,

Page 112: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

ORGANISCHE GEMEENSCHAP 61

De eerste aardsche schepselen Gods bestonden niet organisch.Het zijn de delfstoffen, of liever de stoffen, in licht en lucht, inaarde en water. Toch bestaan ook die stoffen niet „materialistisch".Ze bestaan onder gemeenschapsbanden, die door Gods Geestgewerkt zijn. Ze zijn op elkander aangelegd door den Geest Gods(Gen. 1 : 2) . Ze zijn door het Woord en den Geest des Heerengeformeerd en geordineerd onder geestelijke heerschappij; in debanden van de twee lijnen, de rechte en de gebogene; en naar dewerking der twee materieele krachtvormen, de samentrekkende ende uitbreidende kracht. Ze zijn geordineerd in hun samenstellingen werking, en in hun onderlinge verhoudingen en wisselwerkingen.Ze vormen een eigen harmonische wereld Gods, en ze dienen ZijnRaad door wondere mysterieuse samenwerking. De vóórvorm derorganische verhouding en betrekking is hier aanwezig in de gees-telijke ordening, die uit de moleculaire samenstelling en uit dechemische verhoudingen in de stoffen, maar vooral ook uit hetgeheel van de wereld der elementen en stoffen ons toespreekt.De eenheid in het werk Gods ontbreekt nooit; de samenstemmingder dingen, hun samenwerking uit één en tot één is er altijd. Ookde hemel en de aarde als de ééne zienlijke materieele Scheppingzijn naar Genesis 1 één en uit één. En het scheppingswerk, dat Godons in Genesis 1 openbaart, is één harmonisch werk door Gods'Woord en Geest. 1 )

In de plant treedt het eerste organische schepsel Gods op aardeop, omdat in dit schepsel een eigen werking en wisselwerking vanstoffen en krachten bestaat in bepaalde groepeering en verhouding,ondergeschikt aan een eigen wezen, een eigen leven en levensaard,

Aant. 26. „De schoone teekening, die de heilige apostel ons in Cor. 12 : 12-27 en„niet minder in Efese 4 : 16 van het sociaal karakter der Kerk geeft, is, mutatis„mutandis, ook op onze menschelijke maatschappij toepasselijk. Goed bezien moet„zelfs beleden, dat in de Kerk van Christus het oorspronkelijke organisme der,,menschheid, maar nu gezuiverd, leeft."

1 ) Alle pogen, om den Kosmos in zijn ordening recht te kennen, zal schipbreukleiden, zoo lang men niet terugkeert tot de bestudeering van Genesis 1, waarin Godzelf ons openbaart, hoe Hij de wereld schiep door Zijn Geest en Woord, en hoeze daarom is.

Page 113: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

62 ORGANISCHE GEMEENSCHAP

door God aan de plant gegeven; en omdat die stoffen en krachtenniet slechts aan dat leven ondergeschikt en dienstbaar zijn, maarin dat leven deelen, in dat leven zijn opgenomen. Or g a n en zijngeen doode werktuigen maar levende leden der plant, die, in over-eenstemming met het wezen en den aard, voor het leven der planteen eigen functie hebben.

Toch is de plant zelf het eigenlijke organisme niet; zij zelf is eenlevend wezen; maar de organische ordening, waarin haar levengeestelijk gebonden is en die met haar leven bestaat, is hetorganisme. 1 )

De plant nu is naar de Schrift het natuurlijk voorbeeld en leer-beeld voor alle organische levensverhoudingen, voor alle leven onderden band van een organisme. Uit de kiem breidt de plant zich uit

1) In het organisme ligt de tegenwoordigheid van het eeuwige Woord(Joh. 1), van den goddelijken Logos, in alle levende schepselen en in alle levens-gemeenschap uitgedrukt, kenbaar voor den mensch, voor het menschelijk bewust-zijn. Het organisme is in de eerste plaats „een keten van syllogismen, van logischeredenering", in de plant in „materieele sluitredenen" uitgedrukt, waardoor iederonderdeel, '.ieder lid, op het andere is aangelegd en naar die ordenende gedachtewerkt. Zoo is alle levend wezen in de Schepping georganiseerd, en alle leven,bepaald ook het menschelijke leven als eenheid. We hebben hierin met het eeuwigeWoord Gods en met den Geest Gods te doen. En de menschelijke geest is evenlogisch geordineerd, waardoor hij het organisme in het leven kan kennen, deordinantiën Gods kan onderscheiden, wetenschap kan oefenen in gemeenschap metandere menschen, en zijn praktijk kan richten naar de gedachten, naar de ordi-nantiën Gods. Zie D r. J. Woltje r, Leven en Wetenschap, p. 19, 20. — Het isde eere der V r ij e U n i v e r s i t e i t, dat zij zich onder het Woord Gods stelt enin al haar wetenschappelijken arbeid van de erkenning van het organisme in hetleven uitgaat. De praktijk, die van haar onderwijs en beginsel de vrucht moet :lijn,mag geen andere wezen dan een zoodanige, die van de organische gemeenschap inhet menschelijke leven uitgaat. Al wat „practisch" wil zijn, zonder eerbiedig tepogen, de wijsheid Gods te verstaan in de goddelijke ordening van het organischeleven en van het organisme in de levensgemeenschap, draagt den dood in zich.Zoodanig „practisch zijn" is een verkeeren van het leven in den dood; een wettisch,mechanisch, willekeurig, beoordeelen en behandelen van het levende werk Gods;een zondig vergrijp aan Gods heilige ordinantiën, aan Gods Geest, aan heteeuwige 'Voord. Het is in beginsel een materialistische praktijk. Daarom ookoverwint alleen het idealisme van het geloof de wereld. Zie Leven en Wetenschap,p. 23-30. Zie ook mijn rede voor de Vrije Universiteit: Het Beginsel der Weten-schap, 1889.

. 01.1 I II , I

Page 114: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

ORGANISCHE GEMEENSCHAP 63

in stam en takken, in kroon en bloemen, (de uitbreidende krachtwerkt hier in organischen vorm); en in de vrucht, het zaad, vat zijzich weer samen op organische wijze, zóó, dat alle levensontwikke-ling, uit het zaad als een nieuw organisch beginsel, aan den orga-nischen grondvorm gebonden blijft; het organisch bestaan van deplant bepaalt niet slechts haar leven, maar de ontwikkeling en uit-breiding van al haar leden en de bestaanswijze van al haarzaden. 1 )

Om nu van de dieren niet te spreken, die tusschen plant enmensch den aansluitenden tusschenvorm geven, bestaat zoo ookde mensch organisch, en breidt het menschelijk geslacht zich alséén organisme uit in stam en takken en twijgen, in de natuurlijkegemeenschap en in het zaad. Daarmee is ook alle menschelijk levenaan den organischen bestaansvorm gebonden.

Hiermee is echter niet alles gezegd. Reeds de dierenziel ver-oorzaakt, dat de dieren niet slechts organisch leven als de planten,maar ook in hun willekeurige werking met eenige bewustheid eenzekere dierengemeenschap oefenen, die in eigen organischen vormoptreedt. ( Denk aan de geslachten, maar ook b.v. aan de gemeen-schap der bijen, der mieren, enz. Ook onder de planten zijn hiervanvóórvormen. Er bestaat ook een dierenwereld en een planten-wereld, waarin een geestelijke ordening door groepeering en wissel-werking een geheel doet uitkomen in de veelheid en veelvoudigheidder afzonderlijke schepselen). Maar de mensch is een geestelijkwezen; hij is hoofd der aardsche Schepping; en hij is beeld Gods. 2 )

1) Het zaad is dan ook het beeld van het Woord. Het eeuwige Woord is heteeuwige Zaad, „het begin der Schepping Gods". En Christus is het Zaad, waarinalle geslachten der aarde gezegend worden. (Luc. 8 : 11; Joh. 1 : 1--4; Joh. 5 : 26;Openb. 3 : 14; Col. 1 : 18; Gal. 3 : 16, 29). Daarom worden we wedergeboren uitonvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God.1 Petr. 1 : 23-25 Daarom is het geloof uit het gehoor door het Woord Gods.(Rom. 10 : 17.) Daarom onderwijzen we door het woord, en moet door het woordde kennis van het aanschouwelijke in ons worden gewekt. Daarom gaat aan deware praktijk de zuivere wetenschap vooraf, als het zaad aan de vrucht. En dekennisse Gods is het eeuwige leven.

Ook hier organische, d.i. geestelijke verhoudingen.2) De Schri ft zegt nu eens, dat God den mensch „naar Zijn beeld" schiep, en

Page 115: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

54 ORGANISCHE GEMEENSCHAP

Hij is maar niet door Gods Geest geordend, maar hij is in zijnzielsbeginsel, in zijn persoonlijkheid, zelf geest, beeld van GodsGeest. Hij moet dan ook zelf ordenen, leven, handelen, naar hetgeestelijk beginsel; de gedachten Gods moet hij verstaan en daar-naar werken. Voor zooveel er organische gemeenschapsoefeningonder de dieren gevonden wordt, bestaat zij door instinct; maarde mensch moet in de gemeenschap, waarin levenseenheid enordening met verdeeling van gaven en krachten door Gods Geest

gelegd is, die levenseenheid en de organische ordening daarin zelfgeestelijk grijpen, verstaan en door heerschappij van zijn geestdoen werken. Dit in ordening brengen van de werking der levens-gemeenschap moet de mensch als beeld Gods naar het voorbeeld''an het werk Gods bewerkstelligen. En dit ordenen der levens-gemeenschap door den mensch noemen wij organiseeren. Sinds dezonde moet dit organiseeren geschieden ook door het vastmakenvan uitwendige banden en verbanden, opdat de levensgemeenschaptooveel mogelijk zuiver organisch werke en de neiging tot ontaar-ding der levenswerking worde gestuit. Zulke banden voor hetorganische gemeenschapsleven moeten alle menschelijke verbonden,)rdeningen en wetten zijn. Het leiden van het organisme door uit-wendige banden, opdat het leven naar den eisch van het organismewerke, voegt ons ook reeds, waar krankheid of ongeval het orga-nische menschelijke lichaam aantast, of waar b.v. gevaar bestaatvoor onregelmatige organische ontwikkeling onzer kinderen. Maarzulke uitwendige banden kunnen bij het organisme van het men-schelijk gemeenschapsleven nooit geheel worden gemist. Ook waar,als in huwelijk en gezin, de natuurlijke liefde samenbindt, daar kantoch de huwelijksordening en de gezinsordening niet worden ge-mist. Voor de samenleving in dorp of stad, in Kerk en Arbeid,moeten meerdere palen worden gezet. Het volksleven werkt alleendoor organieke wetten regelmatig. Organiseeren is onmogelijk,

dan weer, dat de man „het beeld Gods" is. Het woord beelddrager drukt dit o.i.minder juist uit. De zin van Gen. 1: 26; 5 : 1; 9 : 6; 1 Cor. 11 : 7; Ef. 4 : 24;Col. 3 : 10; ;jac. 3 : 9 kan geen andere zijn dan deze, dat de mensch, als schepsel,God gelijkt, het beeld van God is, en dat God den mensch alzoo schiep in deordening van het beeld Gods.

Page 116: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

ORGANISCHE GEMEENSCHAP 65

waar geen innerlijke geestelijke organische band, geen organischegedachte, geen organisme, bestaat; bij zuiver materieele, zuiver uit-wendige verhoudingen, is organiseeren onbestaanbaar. Alleen waareen levenskring, een levensgemeenschap, bestaat, met een eigenlevensdoel, waarin meerderen een eenheid, een geestelijken bandhebben, en waarin zij allen, krachtens den bijzonderen levensbandaan dien kring, een functie, een roeping hebben, die niet slechtsdoor hun persoonlijkheid, maar door hun samenleven in die ge-meenschap bepaald wordt, dáár organiseert men. Zoo organiseertmen een leger, een politieke partij, een schoolvereeniging, een Be-drijfsgemeenschap, een Vak enz., — geen „kunstbloemen." 1 )

We ontkennen daarmee allerminst, dat de arbeid van organi-seeren een kunstarbeid is. 2 ) Dat is hij juist wel. Het is een arbeidvan den menschelijken geest, die het gemeenschapsleven in eenbepaalden kring verstaat; zich van de organische verhoudingen indat gemeenschapsleven bewust wordt; die weet uit te spreken inwoord en regel; en nu ook hen, die in die verhoudingen leven, toteen bewust en regelmatig aanvaarden, eerbiedigen en nakomen vandie verhoudingen leidt; deze leiding voert dan tot het vaststellenvan een regel, die, zoo noodig, door schrift en door zegel, door weten strafbepaling nog vaster gemaakt kan worden. Hoe meer hetnatuurlijke, het zedelijke en het geestelijke leven eigener bewegingen bewust naar den organischen regel werkt, hoe minder uit-werking en vastmaking van den uitwendigen regel noodig is. Maarjuist waar de eerbiediging der organische verhouding waarborgvordert, daar kan de meer bijzondere bepaling en beschrijving derorganische verhoudingen, en zelfs de waarborging door eendwingende wet, eisch van het organisme in de levensgemeen-schap zijn.

1) „Niet wij hebben de maatschappij te organiseeren, maar slechts de kiem„van organisatie te ontwikkelen, die God zelf in onze menschelijke natuur in-schiep." D r. A. Ku y p e r, Het Sociale Vraagstuk, p. 38.

2) „Op elk gebied der natuur treedt menschelijke kunst op, niet om het leven„der natuur te vernietigen, veelmin om er mechanisch een anderen opstal naast te„plaatsen; maar wel om de kracht, die in de natuur schuilen bleef, er aan te„ontlokken, of ook om te wilde kracht, die van haar uitging, te regelen. Gods eigen„ordinantie wil het alzoo." D r. A. Kuyper, Het Sociale Vraagstuk, p. 10.

8

Page 117: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

E 6 ORGANISCHE GEMEENSCHAP

Nu hebben we bij het organiseeren van het gemeenschapslevenals navolgers Gods vooral op twee dingen te letten. Vooreerstlerop, dat we, wat de w ijze aangaat, organiseeren naar de rechte)rganische verhoudingen; en ten tweede hierop, dat hierbij naarlet goddelijk voorbeeld de eigenlijke inhoud van de organischegemeenschap, het gemeenschapsleven, tot zijn recht kome.

Over beide met het oog op de vrijmaking van den Arbeid eenafzonderlijk woord.

We hebben bij het organiseeren der menschelijkelevensgemeenschap ten ernstigste te rekenen met de zonde. Niet slechts in dien

zin, dat om de zonde sterking en waarborging der organischelevensgemeenschap door uitwendige banden noodig is; maar ookvooral, omdat de zonde het organische gemeenschapsleven zelfaangrijpt, en er wat anders van maken wil, dan in de goddelijkebedoeling en dus in het wezen en beginsel der organische ge-meenschap ligt. Het Rijk des duivels ook is een geestelijke gemeen-schap, of wilt ge een anti-gemeenschap, die uit een eigen,ongoddelijk, boos beginsel, uit een tegengoddelijke gedachte d. i.uit de leugen leeft, en die zich ook door uitwendige banden zoektte sterken en te handhaven. Dat Rijk zal, naar de Schrift, eenmaalvoor een tijd in machtige anti-christelijke materialistische organi-satie, onder eigenwillige geestelijke bewerking, ten spot van God,van Zijn Woord en Geest, optreden in het leven. En dit Rijkorganiseert dan ook steeds. Het misbruikt de geestelijke krachten,om Gods Geest te weerstaan. 1 ) Het grijpt het leven en de doorzonde verkankerende levensgemeenschap organiseerend aan, juistom de organische doorwerking van het zondeleven machtig temaken. Wat de menschelijke geest als de gewenschte anti-goddelijke levensgemeenschap eert, dat zoekt hij door zijn gees-telijk talent te organiseeren. Zoo organiseert zich het zaad derslang tegen het zaad der vrouw; zoo organiseert zich de valschegodsdienst tegen den waren. Zoo organiseeren zich allerlei gees-

1 ) Zie Genesis 6 : 3; vgl. 2 Thess. 2 : 9-17; Ef. 6 : 1-19; Openb. 13; 1 joh.4 : 1-3; Joh. 8 : 41-51; Genesis 3; Openb. 18.

Page 118: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

ORGANISCHE GEMEENSCHAP 67

telijke tegenstellingen. Zoo organiseeren zich allerlei ondernemingender ongerechtigheid. Zoo kan een tyran als Filips II de verdrukkingen vernietiging van een volk organiseeren. Zoo heeft de LiberalePartij door de wetgeving, door de Openbare School en de onge-loovige Wetenschap, het werk der ontkerstening van ons volk,het Liberale leven, georganiseerd. Zoo willen de voorstanders van„vrije liefde" wettelijke regeling, om hun caricatuur van hethuwelijk te kunnen doorzetten. Zoo kan men een opstand organi-seeren, wanneer in het leven daarvoor een gemeenschapsbeginselgevonden wordt. Toen Marx eenmaal de organische levensge-meenschap had bepaald als te bestaan in den klassenstrijd, waartoede materie dwong, zette hij de organiseering eener inte rnationalerevolutionaire arbeiderspartij door.

Uw organiseerende arbeid wordt altoos bepaald en moet welbepaald worden door wat gij oordeelt de rechte levensgemeenschapte zijn, of door wat uw geest van de levensgemeenschap wil maken.

Ook een noodstand kan tot dienovereenkomstige organiseeringvan Gods wege verplichten. Als een schip vergaat, moet niet meerhet richtige leven aan boord geregeld worden, maar de arbeid totredding der schipbreukelingen. En als de Werklieden in de orga-niseering , der arbeidsgemeenschap niet erkend worden, en hunrecht daar niet kunnen krijgen, geen rechtmatige organische ge-meenschap kunnen vinden in den arbeidskring, dan moet wel hetgevaar, dat ze in exploitatie als vrije mannen zullen ondergaan, totorganiseering der verongelijkten leiden, opdat ze eenigermate inde eenheid van hun leven door de kracht dier noodgemeenschapworden beschut, bewaard en gesterkt. Maar de noodstand en derechte stand moeten dan ook helder voor het bewustzijn wordengebracht, door wie organiseerend zal optreden; de noodstand moetjuist geformuleerd worden; en de organiseering moet zich naar diejuiste formuleering richten, niet op de ontwikkeling van een machtvoor „de beweging", voor den klassenstrijd tot omverwerping dermaatschappij, maar op voorziening in den oogenblikkelijken nood-stana, en voorts, en vooral, en eigenlijk, en met alle kracht, op deherstelling der van God gewilde organische gemeenschap.

Is het waar, dat de Werklieden de Arbeid zijn, en de Bedrijfs-

Page 119: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

68 ORGANISCHE GEMEENSCHAP

ondernemingen met de Patroons het Kapitaal, dan is de Werk-liedenorganisatie ook de organisatie van den Arbeid; en dan be-hooren de Werklieden zich ook niet te splitsen naar hun geloof,maar dan moeten ze als één man opkomen voor de ééne Arbeiders-organisatie. Dan is de bevrijding der Arbeidersorganisatie vanallen band, die het Bedrijf wil laten gelden, ook de vrijmaking vanden Arbeid.

Maar is deze tegenstelling een valsche, is zij een leugen, en is zijbedrog, waardoor juist het gemeenschapsleven verwoest wordt enwaardoor de schoone en eervolle Arbeidskring, de Arbeidsgemeen-schap, dreigt te worden vernield tusschen de twee machten van deKapitaalswereld eenerzijds en de Arbeidersorganisatie anderzijds,dan heeft dit diep ingedrongen bedrog een nieuwen noodstand inhet leven geroepen, die allereerst de Patroons, maar ook de Werk-lieden, naar hun goddelijke roeping ten ernstigste verplicht, dendubbelen noodstand juist te formuleeren; zich van de ware ge-meenschap in den Arbeid en van den weg, die daarheen leidt,ernstig rekenschap te geven; hun bestaande georganiseerde gemeen-schap te sterken; en in groepen welbewust uit „de beweging" tetreden, om in andere, in eigen richting op te trekken, en herstel derrechtmatige organische arbeidsgemeenschap te zoeken. Dan moetnu van meet af en in volhardende geloofskracht, in krachtig rechts-bewustzijn, organiseering der arbeidsgemeenschap, dat is organi-seering van den Arbeid, als een schoon van God gegeven stukmenschelijk gemeenschapsleven, gezocht worden.

De Arbeid als natuurlijke zedelijke menschelijke gemeenschap,waarin de kostelijke levenskracht van duizenden naar goddelijkeordening werkt, moet naar recht worden georganiseerd en zal dankrachtig worden. Die georganiseerde Arbeid moet en zal dan deKapitaalswereld, voor zooveel noodig, op haar eigen terrein terugdringen. De Arbeid zal dan, weer mondig geworden, niet hetKapitaal rooven of vernietigen, maar zelf mee de conditiën be-palen, waarop het Kapitaal door den Arbeid zal worden gebruikt.Z66 werkt de organiseering der levensgemeenschap naar het rechtebeginsel de Vrijmaking van den Arbeid, opdat deze zijn plaatsnaar goddelijk recht in het maatschappelijke en nationale mensche-

•,,, ,1, •

Page 120: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

ORGANISCHE GEMEENSCHAP 69

lijke leven inneme; over zichzelf en over de productie oordeele;eigen ontwikkeling kweeke; naar eigen organisme tot zijn eerekome; en daarin God verheerlijke.

Maar de rechte organiseering van den Arbeid naar het van Godgegeven eigen organische beginsel, dat in eiken menschelijkengemeenschapskring leeft, doet meer.

Wij wezen reeds op de regeling der verhoudingen tusschen deKapitaalswereld en de Arbeidswereld, die uit de rechte organi-seering der gemeenschapskringen volgt. Ook de regeling van ver-houdingen tusschen verschillende levenskringen geldt organischeverhoudingen. De levenskringen vertegenwoordigen en belichamenzelf verschillende levensfuncties in het menschelijk leven, die doorGods Geest gevormd en geordend en op elkaar aangelegd zijn alsorganen van het ééne menschelijke gemeenschapsleven. Het men-schelijke gemeenschapsleven is niet in kringen of kasten opge-sloten; neen, het is het ééne menschelijke leven zelf, het gemeen-schapsleven der ééne menschheid, dat door Gods Geest in over-eenstemming met het eeuwige Woord, door hetwelk alle dingenbestaan, innerlijk organisch is begaafd en geordend, en dat daaromin veelvoudigheid, nochtans één, uit de zaden en wortelen, uit debeginselen, die Gods Geest inlegt, opkomt in organische groepenen vormen, in bijzondere functiën en kringen. 1 ) De godspraakdoor Noach richt de drie takken van den boom der menschheidelk onder eigen band, nochtans onderling geordend. Zoo komende menschenrassen, de volkerenstammen, de natiën op, elk in eigenduurzaam type, elk met eigen functie in het groote menschenleven,nochtans ook onderling organisch geordend, gelijk de Heere in ZijnWoord, door Mozes en Paulus b.v., uitdrukkelijk doet uitkomen.( Zie Deut. 32 : 8, 9; Hand. 17 : 26-31; vgl. Gen. 10 en 11; Rom.

1 ) Gelijk in het werk der bijzondere genade, zoo werkt de Geest des Heerenin het natuurlijke werk Gods naar het Woord. Ook hier is door de organischeordening en door den éénen Geest samenstemming tusschen natuur en genade. Nuleert Gods Woord ons, dat in het werk der genade de Heilige Geest het leven énde afzonderlijke gaven inwerkt en ze verdeelt naar de organische bedoeling in deeenheid van het Lichaam van Christus. Z66 nu ook is het ordenende werk desGeestes in het natuurlijke menschenleven; 1 Cor. 12; Ef. 4.

Page 121: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

70 ORGANISCHE GEMEENSCHAP

9-11). Het menschelijke gemeenschapsleven is historisch nationaalgeorganiseerd. En in den engeren nationalen kring komt dat leventelkens weer nieuw in de gegeven historische en locale banden op.Maar het komt niet uit die banden; het is leven, telkens nieuwmenschelijk leven, door God gegeven en begaafd, uit het zaad op-spruitend, om zich in eigen tijd, naar eigen inhoud te openbaren.Het moet zich openbaren in de eigen kringen, die het vindt ofvormt, bezielt en vernieuwt, en waarin het zijn kracht doet werkennaar de eigen genade, waarmee God het verrijkt, en waardoor hetzelf het menschelijke gemeenschapsleven verrijken moet. Zoohebben de levenskringen een eigen recht en roeping, om vrij inhaar organische banden te leven en zelf hun organische leven tothooger ontwikkeling te brengen; maar ze hebben ook een recht enroeping tegenover en voor elkaar. Ze staan samen in het georga-niseerde maatschappelijke leven, in de nationale maatschappij; enheel het nationale menschelijke leven, in al zijn kringen en in zijneenheid, is voor die georganiseerde maatschappij verantwoordelijk;verantwoordelijk voor de vrije organische ordening van het levenin de onderscheiden kringen en voor de onderlinge organischeordening der dringen in den Staat. De Staat is het nationale men-schelijke leven, gelijk het in zijn eenheid geconcentreerd organischuitkomt voor en onder de Overheid, en gelijk het onder en doorde rechtsordening der Overheid georganiseerd bestaat.

Welnu, heel dit organische leven moet recht gekend en onder-scheiden worden, en de organische ordening naar goddelijk be-doelen moet worden geërbiedigd en vastgemaakt, — voor zooveelnoodig onder de banden van de wet en het recht der Overheid, diemede aan Gods ordinantiën door hooger recht is gebonden endaarmee gehouden is tot eerbiediging van het eigen organisch rechtin de maatschappelijke levenskringen. 1 )

1 ) Ik kan niet nalaten hier nog twee kostelijke woorden op te noemen vanDr. A. Kuyper.

Uit Het Sociale Vraagstuk en de Christelijke Religie, p. 34: „Wie zegt: „I k„g e 1 o o f in Go d" erkent daarmee ook, dat er een ordening Gods over de„natuur bestaat, en een ordening Gods over onze conscientie, een hoogere„wil, waaraan we als schepselen ons te onderwerpen hebben. Het moet thans

I

Page 122: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

ORGANISCHE GEMEENSCHAP 71

Gelijk Satan en zonde de organische levensgemeenschap openger terrein verderven, haar daartoe valschelijk onderscheiden,en met schending der goddelijke ordinantiën valschelijk organi-seeren, dat is desorganiseeren, zoo vergrijpt deze zondemacht, dezeleugen in het leven, zich noodzakelijk ook aan heel het organischeleven in al zijn kringen. Het Liberalisme heeft door het revolutie-beginsel van het Individualisme gezag en vrijheid onteerd. Hetheeft de organische levensbanden in den Arbeid verscheurd. Hetheeft de Kerk van haar vrijheid beroofd en onder een valsche

„alles vrije kunstschepping worden. Men zal het sociaal gebouw geheel naar„gril en willekeur optrekken. En daarom moet God weg, om alzoo, door,,geen natuurlijken band meer belemmerd, elke zedelijke ordinantie in haar„tegendeel te kunnen omzetten en elk fundament der menschelijke samenleving te„kunnen ondermijnen. Ligt hierin nu voor ons niet de vingerwijzing, dat wij als„Christenen juist in de sociale quaestie zoo sterk mogelijk nadruk op de majesteit„van Gods gezag en de absolute geldigheid van Zijn ordinantiën hebben te leggen,„om bij elke afkeuring van het vermolmd gebouw, waa rin we thans maat-schappelijk samenleven, toch nooit een ander te helpen optrekken dan zulk een,

„dat rusten blijft op het door God gelegde fundament."En uit Ons Program, 2e dr., p. 477: „Organisme, geen aggregaat, duidt aan,

„dat de menschheid en dus ook haar deelen, d.z. de natiën, en zoo ook de deelen„van die natiën, d.i. haar levenskringen, organisch gegroeid zijn in de histo rie, en„alleen in organisch verband tot moreelen socialen en politieken bloei kunnen„gedijen. Geen losmaking dus, uit-elkaar-neming en weer-ineenzetting van de„Staatsdeelen; dat toch ware mechanisch geknutsel; maar wel een eerbiedig onder-„scheiden van al wat uit Gods bestel een eigenaardig bestaan ontving, om het door„de van God gegeven geledingen, in verband met de andere deelen, te laten„opgroeien als een in God volstrekt samengebonden geheel."

Ik voeg hierbij een woord van M r. D. P. D. F a b i u s, Beginselen en Eischen,p. 75: „Het Nederlandsche volk moet zichzelf kunnen wezen, en zich ontwikkelen„in vrijheid.

„Neen, de vrijheid bestaat niet in de afwezigheid van het gezag, zooals de„Revolutie meent, maar wel eischt zij het te rugdringen van den omnipotenten„Staat, welke juist de Revolutie deed opkomen.

„De vrijmaking van het volksleven is één der eerste belangen, die aan de orde„zijn; ook overeenkomstig het bekende woord van dertig jaar geleden, waaraan,,Groen van Prinsterer met volle instemming zijn zegel hechtte: Ons volk moet„weten, dat, herleeft ons Ch ristelijk beginsel in de Natie, er, naar eisch van den„Gereformeerden volksaard, ook een practicale toepassing in uitbreiding onzer„volksvrijheden volgen zal."

Page 123: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

72 ORGANISCHE GEMEENSCHAP

reglementaire organisatie gebracht. Het heeft zich aan de op-voeding der kinderen van ons volk en daarmee aan het gezin, aande ouderlijke macht, aan het nationale en Christelijke leven ver-grepen door de Openbare School. Het heeft de Universiteiten endaarmee de Wetenschap als leidend licht in het leven geestelijkgedemoraliseerd. Het heeft een staatsidee ingevoerd, die tegelijkde heilige rechten van volk en Overheid schendt en alle ver-houdingen in het vrije burgerleven bederft. Zoo kent gij ook denboom der „Arbeidersorganisatie" aan zijn vruchten, als een orga-nisatie uit een valsch beginsel. „De beweging" kent geen natie.Niet slechts de arbeidsgemeenschap, maar ook de historischenationale levensbanden verscheurt zij. De Kerk van Christus en dereligie haat zij. De eere van het Nederlandsche volk werpt zij weg.De burgergemeenschap verwoest zij. Zij zweert de georganiseerdemenschelijke maatschappij den ondergang. Het gezag vloekt zij.De kroon vertrapt zij. De conscientie ketent zij. Voorwaar, „debeweging" van Marx en B a k o u n i n, de zoogenaamde econo-mische internationale arbeidersbeweging, is uit den Booze! Beiden,Liberalen en Socialisten, vernietigen het gezag en de vrijheid enverwoesten het waarachtige menschelijke leven, — allermeest hetleven der Werklieden. Ze smaden den Geest van God. Ze ver-guizen het Woord des Heeren. Ze vertreden den eenigen Naam,die onder den hemel tot behoudenis des levens gegeven is. Ze ver-bitteren den menschelijke gemeenschap. Ze brengen den vloek ophet werk, in het gezin, in de ziel!

Maar de Christelijk; Sociale propaganda voor de organiseeringen vrijmaking van den Arbeid als organische menschelijke ge-meenschap zal daarin dan ook haar eere dragen, dat zij de godde-ijke genade onderscheidt en eert, naar Gods Woord hoort,

Overheid, Kerk en Natie eerbiedigt, en voor het gezag en voor devrijheid in heel het nationale leven positie neemt; voor de vrijheidm de vrijmaking van het Hollandsche burgerleven, om in eigenkringen, naar eigen organisch recht, onder de kroon te bloeien.Zoo geeft de Christelijk-Sociale propaganda eere aan de

menschelijke maatschappij en aan den nationalen Staat, maar ook aan hetleilip recht der Overheid, die den scepter draagt bij de gratie Gods.

Page 124: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

ORGANISCHE GEMEENSCHAP 73

Zoo kunnen de gerechtigheid en de vrede elkander kussen. 1 )Alle kring van leven, die in Gods vreeze roept om vrijheid en om

recht, zal daarom ook de propaganda, die de banier draagt voorde vrijmaking van den Arbeid, sterken.

De Christelijke Kerk zal voor die propaganda getuigen enbidden.

En Gods Woord zal Zijn licht doen stralen over het pad, datons Christenvolk voor de eere Gods en voor het leven der menscheninslaat.

En nu het tweede punt, dat we boven (p. 66) noemden. Bij hetorganiseeren van het menschelijke gemeenschapsleven als navol-gers Gods hebben we er ernstig op te letten, dat naar het goddelijkvoorbeeld de eigenlijke inhoud der organische gemeenschap, hetgemeenschapsleven, tot zijn recht kome.

Het gaat bij allen vorm om het wezen; bij den levensvorm gaat

1 ) Individualisme en Anarchisme eenerzijds, en Absolutisme en SocialistischCollectivisme anderzijds, miskennen en verwoesten de or g a n i s c h e ge m e e n-s chap.

Individualisme en Anarchisme roepen wel voor vrijheid, maar verscheuren deg e m e e n s c h a p, al komen ze, huns ondanks, tot „een gemeenschap" alsmachtsconcentratie.

En Absolutisme en Collectivisme gaan van „de gemeenschap" als machts-concentratie uit, maar verstaan niet, dat de gemeenschap or g a n i s c h opkomten daarom bepaald wordt door het vrije, zich groepeerende en organisch samen-werkende leven in eigen opklimmende organische gemeenschapsvormen.

Noch van den individu noch van den Staat als machtsgemeenschap kan devrijmaking van het gemeenschapsleven verwacht worden. Maar alleen van deVrije zedelijke organische samenwerking der menschen in een zich organiseerendgemeenschapsleven eenerzijds, en anderzijds door een Overheid en Staat, die zichnaar hun hooge roeping dienstbaar stellen aan de gratie Gods, om het vrijopkomende organische menschelijke gemeenschapsleven uit de beklemming totruimte, tot vrije organische werking en kracht te doen komen onder het schild enhet zwaard van recht en wet. ZOO a lleen zullen het vrije leven, de nationaleStaat, en de gemeenschap der volkeren in de nieuwe eeuw, tot vrije heerlijkekrachtsopenbaring en tot volle gemeenschap kunnen komen, en bloeien tot eervan God.

De Christelijke roeping op sociaal en politiek gebied, nationaal en internationaal,is hiermee ook voor onzen worstelenden tijd bepaald door de or g a n i s c h egemeenschap naar het Woord en het werk van God.

Page 125: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

74 ORGANISCHE GEMEENSCHAP

het om het leven; en alle organisme is er dan ook alleen om hetleven. In het eeuwige Woord was het leven (Joh. 1 : 4 ). HetWoord Gods is het Woord des levens, en de heilige apostel juichtdaarom: „het leven is geopenbaard". Het apostolisch getuigenis,dat Christus' Kerk draagt, verkondigt het Woord en verkondigtdaarom het leven: dat leven is gemeenschap, en die gemeenschapis leven, gemeenschap met God en daarin met menschen: „opdatook gij met ons gemeenschap zoudt hebben en deze onze gemeen-schap ook zij met den Vader en met Zijn Zoon jezus Christus."In dat leven, in die levensgemeenschap, is de blijdschap, en dieblijdschap wordt daar vol in (1 Joh. 1 : 1-4) . In de Natuurbehooren dan ook organisme en leven samen, ze zijn één; hetorganisme is het door God geordende leven zelf, aan den levendenGod door Zijn Woord en Geest gebonden; die band zelf is hetleven en het leven is de band; het leven is ook hier de gemeen-schap en de gemeenschap is het leven; er is geen gemeenschapbuiten het: leven en er is geen leven zonder gemeenschap. Heel deopenbaring Gods in de natuur en in de genade is hierin één. Degemeenschap der Schepping is haar leven en haar leven is gemeen-schap; en de gemeenschap der Kerk is haar leven en haar leven isgemeenschap. 1 ) En wederom, het leven der Schepping en derKerk liggen in de gemeenschap met God en den Christus doorhet Woord en den Geest Gods, en die gemeenschap is het levenvan Schepping en Gemeente. De band der volmaaktheid, d.i. devolmaakte band, het volmaakte leven, waarin de eenheid en hetwezen van alle verband en van alle leven ligt, is dan ook de levens-gemeenschap, die liefde heet. De liefde is creatuurlijk uitgedruktin het organisme 2 ), en de liefde is het geheim van alle ware orga-

1) Zie mijn leerrede: De Gemeenschap der Kerk; bij de aanvaarding van denDienst des Woords te Amsterdam, 1899.

2) Ook bij planten en dieren drukt het organisme de liefde uit, in lageren zin;31j de planten onbewust, bij de dieren instinctmatig. In den mensch, als geestelijkwezen, treedt de liefde zedelijk op, bewust en vrijwillig, natuurlijk en geestelijk.

De liefde als het wezen en het beginsel der organische formeering en der, doorien vereerde, materialistische evolutie, hebben ook de Darwinisten bespied en tot;ociologisch beginsel verklaard; zie W. B ó 1 s c h e, De Liefde in de Natuur en

Ill, .,In ,.,

Page 126: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

ORGANISCHE GEMEENSCHAP 75

nische menschelijke gemeenschap; de liefde is de inhoud van onzegemeenschap met God en met elkaar; de liefde is de vervulling derWet; alle uitwendige ordening en toerusting zonder de liefde isdood, is niets (1 Cor. 13 : 1) ; de liefde is het eeuwige leven, deeeuwige zaligheid en heerlijkheid. „God is liefde" 1 ). „Wie nietliefheeft, die heeft God niet gekend". „Wie in de liefde blijft, dieblijft in God en God in hem". „Wie God liefheeft, die heeft ookzijn broeder, zijn naaste, lief." „Hieraan weten we, dat wij over-gegaan zijn uit den dood in het leven, dewijl wij de broeders lief-hebben; wie zijn broeder niet liefheeft, blijft in den dood." Deorganische gemeenschap in Christus, in den Wijnstok, dien deVader plantte, is dan ook de liefde, die in haar edele vruchten denVader verheerlijkt (1 Joh. 4; Joh. 15). Zoo is het organisme zelfin zijn wezen een ordinantie Gods, de ordinantie Gods, de liefde,die creatuurlijk en zedelijk door de algemeene genade ook in natuuren menschheid bewaard wordt.

Dit neemt niet weg, maar stelt juist vast, dat het leven, de ge-meenschap, de liefde, die de inhoud moet zijn van al ons zijn endaarom van al onze organische menschelijke levensverhoudingen,een van God geordineerden organischen vorm heeft; die liefde zelfis geordend overeenkomstig en daarom naar de gelijkenis van hetgoddelijk Wezen. En de liefde moet dan ook alzoo geformeerd en

De Mensch, voor Nederland bewerkt door D r. A. J. C. Snij der s. AndereDarwinisten concludeeren juist andersom, dat de zeden en plichten slechts dedwingende eischen zijn, die de „gemeenschap" aan den individu belieft op teleggen; zie D r. C. J. W ij n a e n d t s Fr a n c k e n, Sociale Ethiek. Tusschen detwee polen van anarchistische, materieele, vrije liefde en tyrannieke albeschikkingvan het gewordene in den Staat en de wereldmaatschappij, worstelen ook hier dematerialisten, de Darwinisten, met allen, die God en Zijn Woord en Zijn Geestin Schepping en leven verworpen hebben, en slechts een liefde en een gemeen-schap zonder God willen overhouden. Zij kunnen de eenheid van liefde en gemeen-schap, van gezag en vrijheid, niet vinden. Bij hen is noch de liefde noch degemeenschap de band der volmaaktheid.

1) In het Wezen Gods, den Eeuwig Levende, is de hoogste, de eeuwigegoddelijke gemeenschap van den Vader, den Zoon en den Heiligen Geest, onder-scheiden en één. „God is liefde." Daarom draagt heel de Schepping en alleschepsel het teeken van den Drieëenigen God, in het leven, in de gemeenschap,in de liefde.

Page 127: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

76 ORGANISCHE GEMEENSCHAP

geordineerd de inhoud van het leven zijn.God gaf aan Zijn Schepping een eigen bestaan, een eigen leven.

In dat eigen leven verlustigt Hij Zich en dat eigen leven eert Hij.Over dat eigen leven gaan Zijn barmhartigheden. Het is Hem omdat eigen leven, van Zijn schepsel te doen. Hij schiep het nietalleen, Hij bewaart het; Hij draagt het; Hij redt het en richt hetop; Hij verheerlijkt het. Maar dat eigen leven kan en mag nietlos zijn van de banden, die overeenkomstig het goddelijk Wezen enwelbehagen voor het schepsel gelden. Want dan is het leven weg:dat is de dood. Het leven is altoos gebonden aan God, en daarinaan Hem onderworpen. De liefde heeft haar verhoudingen. 1 )

Z66 komt de Schepping dan ook door het licht van Gods Woordvan den beginne uit. Daar ligt ze als materie, duister en ledig. Zezal opkomen en uitkomen in leven en gemeenschap, in liefde. Maarniet in „vrije liefde", niet in atomistische liefde, niet in liefdezonder ordening, niet in liefde uit eigen wil, niet in liefde doorgelijkheid. Neen, maar in liefde aan God gebonden, in geordendeliefde, in liefde onder gezag, in liefde naar het Woord Gods, inliefde door Zijn Geest gewrocht, in liefde door gemeenschap bijonderscheidenheid. De aarde was door Gods scheppenden kracht-

1 ) Het Pantheïsme ontkent het eigen leven der Schepping en het eigen levenvan God. Het Materialisme ontkent God, en ontkent dat God het leven aan deSchepping gaf. Het ziet in het leven een eigenschap van de materie. Het neemtdus een eigen leven der materie (geen Schepping) aan, maar dat leven is de eigenwerking van de stof. Het kent geen superioriteit van den geest, maar slechtssuperioriteit van de stof, die vóór de kracht is en door welke de kracht is. Heterkent, zoo gij wilt, de souvereiniteit van de stof. Maar bij stof kan vansouvereiniteit geen sprake zijn; souvereiniteit eischt erkenning van geest; bij dehuldiging van de stof als bron van alle zijn, wezen en leven kan slechts van vrijeevolutie en van geweld, uit vrije evolutiewerking der stof opkomend, gesprokenworden.Hier ligt dan ook de wortel van het Liberalisme; van het Anarchisme; vanhet stelsel van Marx, den klassenstrijd; van de arbeidsverhoudingen, die hetKapitalisme recht acht; van het Staatsabsolutisme; en van de telkens weer op-komende revolutie der massa. Toch is alleen het Anarchisme, dat geenerlei bandof macht erkent buiten of boven de vrije materieele evolutie, onder de Naturialistentheoretisch consequent. En, zijns ondanks, verloochent het ook weer die conse-quentie, door zijn opzettelijk verwoesten van het „gewordene", en zijn tasten naarden geest uit den afgrond.

Page 128: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

ORGANISCHE GEMEENSCHAP 77

dadigen wil; zij had een eigen zijn; maar ze was niets in zichzelf,ze lag woest en ledig en duister in den afgrond. En de Geest Godszweefde op de wateren; Hij omving en overheerde de materie, ge-lijkerwijs Hij wil. God nam daarin van den beginne bezit vanZijn Schepping, die door Hem bestond. Ze zou niet zijn dan dooren naar Zijn Meest. Z66 zou ze worden in eigen zijn en leven enontwikkeling, op Gods Woord, in Gods gemeenschap. Zichzelfzou ze zijn door Godes te zijn, Gods Schepping. Zelf werkendenaar eigen aard, nochtans daarin werkende het werk Gods. UitHem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen; maar al die dingenzijn daarom ook zelf; ze zijn onder Gods ordening in eigen zijn enwezen en leven, in eigen werking, in eigen gemeenschap, samenzelf de Schepping, de Kosmos.

Zoo brengt nu ook de Heere al Zijn schepselen afzonderlijk uit,in eigen wezen en leven, maar in de gemeenschap der Schepping,in de Schepping Gods. Uit de kracht Gods, op Zijn Woord, komtin het zesdaagsche scheppingswerk alle schepsel uit in eigenordening door den Geest Gods. Die Geest bepaalt naar hetWoord, dat God spreekt, elk schepsel; ordent het; maar geeft hetdaarin ook juist zijn eigen plaats, zijn eigen leven, zijn vrijheidonder het gezag, zijn eigen werk in het ééne groote scheppingswerkGods. De Geest Gods doet in gemeenschap met God en met heelGods werk alle schepsel leven. 1 )

Als de Heere Zijn hoogste schepsel formeert, openbaartHij de gemeenschap in den hoogsten vorm, in de teedersteliefde. Hij schept den mensch door Zijn hand, Hij schepthem door Zijn adem, door de onmiddellijke werking vanZijn Geest. En Hij spreekt hem anstonds toe. Hij oefentgemeenschap met hem door Zijn Geest en Woord. Hij doet hemleven in de gemeenschap der Schepping, maar Hij geeft daarbijde Aarde over onder de menschelijke heerschappij. Hij doet denmensch zelf werkende tot Gods werk ingaan, maar Hij blijft daarbij

1) Vgl. Gen. 1 : 2; Ps. 33:6; Jes. 40:7, 13; Rom. 11:34; 1 Cor. 2 : 9, 10;Rom. 8 : 19-27; Neh. 9 : 6; Job 12 : 10; 26 : 13; 33 : 4; 38; Ps. 104 : 30; 139 : 7;Ex. 31 : 3; 1 Cor. 12 : 4, 8-31; Rom. 8 : 11; 2 Cor. 3 : 17; Openb. 1 : 4.

Page 129: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

78 ORGANISCHE GEMEENSCHAP

met hem in gemeenschap door Zijn Geest en Woord. Hij doet hemleven het eigen menschelijk leven, in de liefde, die aan Zijn eigenleven en keuze beantwoordt, in de hoogste creatuurlijke liefde vanman en vrouw Maar de Heere laat daarbij in Zijn toesprekenZijn gezag nadrukkelijk gelden, het gezag immers der gemeenschapmet God; het gezag der liefde Gods; het gezag van Zijn Woord enZijn Geest; de Souvereiniteit van den Vader, den Almachtige, denSchepper des hemels en der aarde; het gezag van het Eeuwigegoddelijke Wezen, uit wien en door wien en tot wien alle dingenzijn, en alleen kunnen en mogen zijn. En Hij verordineert metgoddelijk gezag het gezag des menschen op aarde, in de schep-pingsgemeenschap, het gezag van den geest en van het woord desmenschen. 1 )

1) Op de beteekenis van dit feit voor het Onderwijs wees ik in mijn brochureDe Aanschouwing in het Onderwijs, 1902. Heel de positie der School in het levenen heel de methode voor het Onderwijs en de Opvoeding worden door dit feitbepaald. Ook het onderwijs in onzen tijd worstelt met de miskenning van dit feitdoor de pantheïstische, naturalistische en materialistische geestesrichting. OnzeChristelijke scholen hebben hier den strijd. Zullen ze in de groote geestesworstelingonzer eeuw naar eisch haar roeping vervullen, met kracht medewerken tot vrij-making van ons geslacht in de vreeze Gods; tot vorming van een volk der toe-komst, dat in de vrijheid naar Gods ordeningen leeft en oordeelt; dan zal het nietgenoeg zijn„ dat de school vrij is van de Staatsmacht, en dat ze een plaats heeftvoor de Heilige Schrift. Neen, maar dan zal ze zich moeten vrij worstelen van dentijdgeest in eigen methode dan zal ze in haar leer en methode moeten doordringentot de albeheerschende strekking van het feit, dat het leven, het kennen, willen endoen, en daarmee ook het onderwijzen en opvoeden, door den geest, en daaromdoor het woord beheerscht moeten worden. Het is niet waar, dat God den menschnaar Zijn beeld schiep, opdat deze mensch nu door zijn innerlijke geestelijke toe-rusting zelf vrij de Schepping zou a anschouwen, en daardoor vrij zichzelf, deSchepping en den Almachtige zou kennen, en vrij op die door het geschapenegewekte voorstellingen zou reageeren. God zet dat edele leven van Zijn menschonder een bijzonderen gezagsband, onder een bijzonderen geestelijken gemeen-schapsband, niet slechts innerlijk, maar ook uitwendig en opzettelijk werkendedoor Zijn Woord, door Zijn toespreken (Gen. 1 : 28-30; 2 : 16-18). Zoo moetde mensch aanschouwen, kennen, spreken, leven. Zoo is hij vrij. En zóó is delevensverhouding voor den mensch, en daarmee de positie der School en demethode voor Onderwijs en Opvoeding geordineerd.

Als D s. Gispen, C. V., p. 23, zoo in het voorbijgaan zegt, dat ik geen voor-stander ben van het ,.Aanschouwelijk Onderwijs" geeft hij mij reden, om hem te

Page 130: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

ORGANISCHE GEMEENSCHAP 79

Hierin is ons de openbaring der gemeenschap naar goddelijkbedoelen gegeven. Diezelfde openbaring Gods spreekt ons nu toeuit alle schepsel, dat geordineerd i s in de gemeenschap der Schep-ping, en in zijn eigen organische leven; in hoofd en leden, die voorelkaar gelijke zorg dragen, samen leven, samen werken, samenlijden, maar onder het domineerende beginsel, onder den geeste-lijken band, onder het hoofd, onder het gezag gesteld.

En diezelfde ordening vinden wij in het rijk der genade. Ookdaar geen atomisme, geen evolutie door de kracht en den wil van

verzoeken, mijn brochure eens ernstig te overwegen; te meer wijl hij mijn aan-schouwelijk woord niet in overeenstemming rekent met mijn woord over hetOnderwijs. Hij zal dan zien, dat ik voor de onderschikking der aanschouwing aanhet woord, en daarmee voor het gezag van den geest in het Onderwijs opkom; endat ik dus ook wel voor eigen praktijk er naar moet staan, om in spreken enschrijven de aanschouwing dienstbaar te maken aan het woord. Het aanschouwe-lijke woord, (en zóó, in dien zin, het aanschouwelijk onderwijs), zoekt denharmonischen creatuurlijken vorm voor het woord, wijl dit woord niet buiten deaanschouwelijke Schepping, maar in de gemeenschap der Schepping staat, en deaanschouwelijke wereld op den mensch agee rt en ageeren moet, terwijl hij toe-gesproken wordt. Het woord hee ft dan ook zijn lichaam en zijn gestalte uit deaanschouwelijke Schepping. Het gesproken woord vertolkt ook door den geesthet eeuwige Woord, dat in de aanschouwelijke Schepping zichtbaar is uitgedrukt.Maar het woord overlicht en overheert daarbij het aanschouwelijke, en het aan-schouwelijke huwt zich aan het woord, in gemeenschap maar in onderschikking.ZOO is het aanschouwelijk woord en het aanschouwelijk onderwijs in harmonie methet scheppingswerk des Heeren en met de meening des Geestes; met den menschzelf en met heel Gods geestelijk-stoffelijke Schepping; met heel Gods openbaringin Natuur en Schrift; en met de methode van Gods bijzondere openbaring, met demethode der Schrift. (Men bestudeere uit dit gezichtspunt eens de aangehaaldeschriftplaatsen uit Genesis; ook den val, en de handeling des Heeren met demenschen na den val; ook de constructie der geheele verdere openbaring, deconstructie van Wet en Profetie, de leerwijze van Christus en van de Apostelen.)

Met de Kerk vertegenwoordigen de School, de Wetenschap en de Pers hetwoord in het georganiseerde menschelijke leven. Indien de kennis door de aan-schouwing ware, zoo ware de School overbodig. Maar daarom ook onderwijzenwij door het w o o r d in de gemeenschap der Schepping en van het menschelijkeleven. In de Kerk huwt zich aan het Woord de openba ring van de gemeenschapder geloovigen in menschheid en Schepping (met Sacrament, Diaconie, MedischeZending, enz.), doch het Woord is het zwaard des Geestes. En ook in School,Wetenschap en Pers leeft het woord in een eigen aanschouwe lijke gemeenschap,en in de gemeenschap van de Schepping en van het leven.

Page 131: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

80 ORGANISCHE GEMEENSCHAP

de enkelen. De Zoon, gegeven door den Vader, geeft Zich inliefde, in volkomen liefde, maar naar den raad en de verkiezingdes Vaders (Ef. 1). Hij geeft Zich in liefde, maar aanvaardtdaarmee de gemeenschap en de ordineering der gemeenschap, hetVerbond, de Wet, de toerekening, de schuld. Hij is de Gezalfde,de Profeet, de Hoogepriester, de Koning, het Hoofd, maar Hij moetdaarom één zijn met Zijn volk onder het recht Gods, onder hunschuld en vloek, in volkomen liefde, tot den dood, ja den dooddes kruises. Hij offert Zich in de gemeenschap, naar het welbe-hagen Gods, Gode onstraffelijk op door den eeuwigen Geest.Daarin overwint Hij dood en graf en verrijst in de kracht van hetonvergankelijke leven. En in dat leven worden dan door denHeiligen Geest de zijnen als deelgenooten verwekt, in eigen leven,maar aanstonds aan den Christus gebonden, en geordend in ZijnLichaam, onder Hem, die het Hoofd is. Zij ontvangen in hun eigenleven, in harmonie en gemeenschap met wat God in hen schiep,gaven des Heiligen Geestes, een eigen talent, maar voor hetLichaam, onder het recht en de ordening Gods. Z66 dragen zevruchten en daarin hebben ze hun eere; maar ze dragen dievruchten in gehoorzaamheid aan het Woord en den Geest vanChristus, als ranken van Hem, den waren Wijnstok; en zij ver-heerlijken daarin den Vader, wiens Werk de Wijnstok is (Joh. 15).

Voor alle menschelijke gemeenschap is naar de werking derbijzondere en der algemeene genade hierin de goddelijke ordinantievoor den inhoud der gemeenschap, voor het leven, de liefde, denlevensarbeid, tegen alle zonde in, aangewezen.

Het leven is de inhoud der gemeenschap, haar schat en heer-lijkheid. Dat leven, het leven van elk mensch, is een eigen werkGods, uit Zijn kracht, door Zijn Woord, door Zijn Geest, in Zijngemeenschap. Dat leven is allereerst aan God gebonden, en hetheeft daarin zijn eigen recht, zijn eigen vr ijheid, zijn eigen roeping,taak en eere. God heeft elk menschelijk leven lief en is er ijverigover. En de menschelijke gemeenschap met haar organische bandenis er, opdat dit eigen menschelijke leven in organische gemeen-schap tot zijn recht en uitbreiding kome. Dat leven in zijn uitbreiding moet de inhoud der gemeenschap zijn; dat leven ondergoddelijke ordinantie, onder het goddelijk gezag; maar dat leven

^i„i ^ {,p._i I

Page 132: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

ORGANISCHE GEMEENSCHAP 81

ook in eigen inhoud, gewaardeerd, geliefd, met teederheid ontvangenen geëerd; dat leven in zijn kracht en gave, in zijn liefde, in zijneigen werking. De organische menschelijke gemeenschap is hetmenschelijke leven in zijn klimmende openbaring, in de ontsluitingvan zijn volheid, in zijn schoone door God ingewrochte harmonie, inzijn diep en breed vermogen tot gemeenschap en gemeenschappelijkewerking.

Daarom behoort ook het eigen gemeenschapsleven van eikenkring in zijn eigen begenadiging van God, in zijn roeping voor God,in zijn eigen recht en vrijheid, door de andere kringen en door denationale gemeenschap, door den Staat, geërbiedigd te worden.Zeker, die kringen ook komen op door het Woord en den GeestGods, en in het georganiseerde menschelijke leven; en daarom onderordening, onder gezag; ook onder het gezag van het zwaard derOverheid, om der zonde wil. Zij moeten weer hun levensstroomdoen inbruischen in den levensoceaan der menschheid; hun stemmengen in de stemme veler wateren; hun inhoud in liefde in degemeenschap doen uitkomen; Gods Raad en welbehagen daarindienen en Hem verheerlijken in het pad des rechts. Daarom geldtover alle levenskringen, gelijk over heel de Natie, het gezag derOverheid naar goddelijk recht, en de ordening van den Staat, doordit gezag gesteld; de ordening, die het leven van den kring begrensttot eerbiediging van het breedere menschelijke leven, maar die ookaan het leven van den kring zijn eigen recht waarborgt in hetmaatschappelijke en nationale leven. De inhoud van de levens-gemeenschap in eigen kring, haar opkomen in eigen kracht enroeping uit de Fontein des levens, vordert het eigen organisch rechten de vrijheid der levenskringen onder de Overheid en in den Staat:de Vrije Kerk, de Vrije Wetenschap, de Vrije School, de VrijeKunst, de Vrije Arbeid, de Vrije Handel 1 ), de Vrije Pers, de VrijeVereenigingen, het Vrije Gezin. Toch dringt het goddelijk rechten gezag, en daarmee ook wel de dwingende macht der Overheidtegen de zonde, ook in de vrije levenskringen door; en wel juist omhet eigen recht en de vrijheid van het leven, dat Godes is, te hand-

1) Vrij in eigen kring; dit sluit de bescherming van den nationalen arbeiddoor inkomende rechten niet uit.

9

Page 133: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

82 ORGANISCHE GEMEENSCHAP

haven, het recht en de vrijheid van het persoonlijke menschelijkeleven, dat evenmin uit de kringen opkomt, als de kringen uit denStaat. De Overheid is er, om des menschen bloed te wreken; om denvedrukte te bevrijden, die roept en die, in zijn kring beklemd, geenhelper, maar integendeel een benauwer vindt. Christus, de Koningder eere, maakt de boeien der gevangenen los; Hij redt hen uitSatans geweld; Hij verlost het leven en maakt het vrij onder godde-lijke ordening tot heerlijkheid van God, den Vader. En ook deOverheid, die de algemeene gratie Gods door het dwingend enrichtend gezag dient, moet daarom, waar de zonden van de orga-nische banden der vrijheid, der liefde en der gemeenschap ketenenmaakt. tehulp komen aan vrouw en kind in het Gezin; aan denWerkman in den Arbeid, zoo zijn leven wordt geketend door hetliefdelooze Kapitaal of door de liefdelooze Arbeidersbeweging; aande Kerk in het tyrannieke kerkverband; aan de bedreigde vrijheidvan het leven en de conscientie; aan den arme, over wien niemandzich ontfermt, en die geen gemeenschap meer vindt. Waar hetleven, dat God schiep, bewaart en liefheeft, door onrecht en onbarm-hartigheid geen gemeenschap vindt en daardoor kommerlijk dreigtvertreden of in zijn eigen vrijheid en recht doodgedrukt te worden,daar is het de koninklijke hand, die nog moet pogen uit te redden,vrij te maken, wat, van eigen recht en vrijheid beroofd, in zijn bloeddreigt te bezwijken (Ps. 72) .

Voor de afzonderlijke kringen bepalen wij ons nu in de aan-wijzing der levensordening tot den Arbeid, den Industrieelen Arbeid.

De arbeid voor het brood behoort tot de levenstaak van denmensch, meer bepaald van den man. 1 ) Die arbeid is van wege dezonde zonder zweet en smart niet mogelijk; maar het brood is erals vrucht door den Heere in genade aan verbonden. En door degenade Gods is ook de arbeid zelf nog altoos een meewerken in hetgroote werk Gods. God heeft den menschelijken arbeid lief; diearbeid is allerminst een vloek, maar een zegen, onze menschelijkeeere. De Heere ontvangt eiken man, die in den arbeid komt leven,in Zijn gunst, met Zijn zegen, door Zijn liefde, als een mede-

1 ) Zie mijn Referaat voor het Sociaal-Congres over Huisgezin en Arbeid,Proces-Verbaal, p. 172-191.

I j ^^ o . I I

Page 134: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

ORGANISCHE GEMEENSCHAP 83

arbeider door de genade en onder het recht van zijn God.De menschelijke arbeid nu vordert bij de ontwikkeling van het

menschelijk geslacht ook uitbreiding in menschelijke gemeenschap.Deze uitbreiding is geen vloek, maar een genade, een eer; de groote,samengestelde, machtig ontwikkelde arbeid, die het menschelijkeleven in gemeenschap vordert, is een eere, een kroon voor denmensch. De arbeidsgemeenschap is een organische levensgemeen-schap van menschen in de goddelijke arbeidsroeping; gemeenschapin zweet en zorg, maar ook in eervolle, vreugdevolle energie, in deeere van het product, en in het brood, dat dit product brengt. Ditis altijd zoo, waar menschen samen werken; altijd is daar levens-gemeenschap, arbeid in gemeenschap, hoe ver ook menschelijkezonde het in de onteering der menschelijke gemeenschap in denarbeid brengen moge. Zelfs in de ruwste slavernij, waarin de menschzichzelf in schande vertreedt, door zijn medemensch, Gods mensch,te exploiteeren en te mishandelen, daar toch oefent de slaaf, doorvoor zijn meester te werken, gemeenschap met diens leven; en hijeet diens brood mee. Maar de schande, de zonde van hem, die zijnnaaste, zijn broeder mishandelt, zal daarom geen Christen toedekkendoor zijn woord, veel minder door het Woord van God. De men-schelijke levensgemeenschap in den arbeid, de arbeidsgemeenschap,is geroepen, om naar den wil van God, naar de schepping en hetWoord des Heeren, te bestaan. Het beeld Gods moet hierin onsoog trekken. De band der volmaaktheid, de liefde, moet ons hierbekoren en ons onze roeping doen verstaan. De arbeidsgemeenschapmag niet zijn een exploiteeren van den eenen mensch door den an-dere. Elk man komt in den arbeid als een vrij man op. 1) met eeneigen recht van zijn God, zijn zedelijk recht op en in den arbeid en inde arbeidsgemeenschap. Hij heeft ongetwij feld een zedelijk recht, om

1 ) Zie A. S. Talm a, De vrijheid van den Arbeidenden Stand.Het gezag in Bedrijf en Vak als organische arbeidsgemeenschap geldt slechts

voor die arbeidsgemeenschap en naar organisch recht, maar is geen heerschappijvan mensch over mensch of van stand over stand.

Naar aanleiding van D s. Talma's geschrift verschenen achtereenvolgens:M. v a n den Berg, Loonarbeid en het Vijfde Gebod; B. W i e l e n g a, De VrijeArbeider Gehoorzaam; H. C. van den Brink, De verhouding tusschen Patroonen Knecht.

Page 135: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

84 ORGANISCHE GEMEENSCHAP

naar zijn gave en mate met zijn medemenschen in gemeenschap meete werken; hij heeft een zedelijk recht op arbeid en op gemeenschapin den arbeid; hij heeft een zedelijk recht op de gemeenschap derbroederlijke liefde, op zijn eigen plaats en zijn eere naar zijn waardein de gemeenschappelijke arbeidstaak. En hij heeft naar die mateeen zedelijk recht, om zich in de arbeidsgemeenschap te latengelden; een zedelijk recht, om zijn leven, zijn kracht, zijn geest eninvloed in die arbeidsgemeenschap te doen werken; een zedelijk rechtook op zijn rechtmatig deel in het brood, dat de gemeenschappelijkearbeid wint, naar de mate van zijn kracht. Zeker, de liefde en hetrecht verbieden hier geweld, om voor den enkele van de arbeids-gemeenschap te nemen, wat hij meent, dat hem toekomt. Ook deOverheid kan hier niet dwingend het brood verdeelen. Maar deliefde en het rechtsbesef verbieden evenzeer de krenking van hetzedelijk recht op gemeenschap in den arbeid. De liefde verbiedt, dathier over het recht van den één door den ander in bandeloozewillekeur wordt beschikt. De liefde verbiedt hier het afhangen vanwillekeurige goedgunstigheid, waar een zedelijk recht, — en dat ishet hoogste goddelijke recht van mensch tegenover mensch —bestaat. De liefde vordert hier voldoening aan den eisch der ge-meenschap over en weer; voldoening aan den eisch van devrijheid en van het recht, die in de organische gemeenschap aanieder mensch toekomen. De liefde vordert hier regeling van rechtdoor gemeenschappelijke overlegging, zonder misbruik te maken vanomstandigheden. De liefde vordert in naam van recht, van mensche-lijkheid, van menschelijk gemeenschapsgevoel, in naam van denChristus, van Gods Woord, van de gemeene gratie Gods, van deliefde Gods voor Zijn mensch, organiseering van den arbeid ingemeenschap, niet naar willekeur, maar naar het goddelijk recht derorganische gemeenschap, door regelmatige vaststelling en hand-having van ieders recht en van ieders plicht.

Dat is de vrijmaking van den Arbeid, de vrijmaking van dearbeidsgemeenschap, van de menschelijke gemeenschap in denarbeid, door beschreven en gewaarborgd organisch recht.

Of sommige menschen rijk worden en rijker worden, spoedigerof langzamer, of er meer of minder heel rijk worden, dat is voor

All .1 I'.n .. I I

Page 136: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

ORGANISCHE GEMEENSCHAP 85

wie als mensch hooger staat en het menschelijk leven, het vanGod geschapen leven, het leven van zooveel menschen Gods,lief heeft, bijzaak. Bijzaak, of enkelen in weelde kunnen baden alsmillioenenkoningen. Neen, het leven is de schat en de hoofdzaakook in de arbeidsgemeenschap, en daarin zijn alle menschen, rijkenen armen, gelijk, en rijk. Die rijkdom is allereerst de eigen vrijheid,het eigen recht, het eigen mensch-zijn met de menschen, en heteigen werken in gemeenschap met anderen onder de gunst vanGod, die aan den arbeid het eigen brood heeft toegezegd, zoodatwie werkt, geen gebrek heeft. Het leven moet in de arbeids-gemeenschap tot zijn recht komen, het leven in zijn organischeuitbreiding door goddelijke genade, het menschelijke gemeen-schapsleven van zoo'n breede schare van ons geslacht, onzebroeders. Wat rijke schat van leven geeft God in die duizenden,die als vrije mannen de handen ineenleggen in den arbeid! Hoeschoon en heerlijk, zoo het recht dien levensschat in organischegemeenschap sterkt en vruchtbaar maakt; een verlustiging, voorwie in Gods werken lust heeft! Dat is wat anders dan de glorie vaneen Kapitaalcijfer, al kennen we ook aan het Kapitaalbezit en aande Kapitaalwereld een eigen taak en eere toe in het menschelijkeleven! Dat is wat anders dan de overwinningen van de Arbeiders-organisatie in groote stakingsellende en in verwoesting van denArbeid. Dat is de machtige arm bij de gratie Gods, die het rader-werk niet stil zet, maar die het doet werken in een ongekende eerevoor het geslacht der toekomst.

Zeker, we weten het, die Arbeid, zoo hij vrij wordt door orga-nische gemeenschap naar den eisch van vrijheid en recht, zalmachtig worden, en kan een machtige arm worden der ongerech-tigheid. Maar dit geldt van elke vrije organische gemeenschap; enhet mag niet weerhouden van den eisch des rechts en der liefde.In Gods weg is het altoos het veiligst. Het wandelen in dien wegis het leven, de liefde, de blijdschap. En die vrijheid, die zedelijkerechtsoefening, — ze komen toch niet door geweld. Ze komenslechts in zedelijken weg. Ze komen niet, tenzij de conscientievoor God bukt en het Woord Gods voor die conscientie, althansin dit stuk, tot zijn recht komt. Zoo worden de conscientiën vrij.

Page 137: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

86 ORGANISCHE GEMEENSCHAP

En wordt door genade in groeiende werking dat bukken voor Godin het zedelijk recht geboren, — dan wordt de revolutiedranggebroken. Dan komt er liefde voor vrijheid en recht, voor de men-schelijke eere, voor de goddelijke ordening, voor het gezag, voorde eere van Hem, die het recht liefheeft en Wiens machtige armredt uit den nood. Dan zal God genade en eere geven. Dan zalHij Zijn Woord doen lichten en Zijn Geest doen werken. Dan gaater zedelijke verheffing uit in het leven.

Wat een rijke zedelijke daad zou het dan zijn, zoo de Werk-lieden, door de Christelijke groepen voorgegaan, hun dwingendebeweging, die de arbeidsgemeenschap zedelijk vernietigt en hetmenschelijke leven verwoest, verzaakten, om in hun groepen ennaar den eisch der liefde en der eere, zoo anders als tot nu toe,zich dienstbaar te maken aan de ware vrijmaking van den Arbeid,door hun pleit voortaan te wijden aan den eersten stap tot organi-seering van de arbeidsgemeenschap door vrijwillig aangeganeoverlegging tusschen Patroons en medearbeiders in aanvankelijkgecontracteerden organischen rechtsvorm; opdat dan voortaan hetrecht geregeld worde en zich ontwikkele niet door dwang vanbuiten af, of van ééne zijde, maar door zedelijke gemeenschap inhet Bedrijf en het Vak, door gemeenschappelijke overlegging ensamenwerking onder waarborg van recht binnen de arbeidsge-meenschap. Zoo de Werklieden die arbeidsgemeenschap in hetparticuliere Bedrijf en in de Vakgemeenschap der Bedrijven rechtleerden eerbiedigen; den Patroon niet als een stuk kapitaal, maarals het hoofd der arbeidsgemeenschap in het Bedrijf eerden; ener naar stonden, om in dat Bedrijf en in hun Vak, in het pad desrechts, mannen met recht en eere te worden, mannen met de eerevan hun vrijheid en hun recht. Satans boei was dan in zooveelopzicht over velen gebroken. En de vrijheid van den Arbeid zou,zoo God immers genade en eere geeft, ook heel het leven in alzijn gemeenschapskringen tot hooger vrijheid, tot wijzer rechts-ordening verheffen, de Maatschappij, den Staat, de Natie tot eereen kracht brengen, en daarmee niet alleen sterker waarborg geventegen mogelijke aanmatiging van den kloeken schoonen Arbeids-kring, in het nationale maatschappelijke leven, maar ook machtigen

Page 138: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

ORGANISCHE GEMEENSCHAP 87

zedelijken invloed doen uitgaan in het volkerenleven der mensch-heid. Zoo men op de aarde Gods weg kent, zullen de volkeren Godloven. En God, onze God, zal ons zegenen (Ps. 67) .

Maar bovendien, is alleen de Arbeid zoo gevaarlijk voor vrijheiden recht? De Vrije Arbeid? Is overmacht van het Kapitaal geengevaar voor vrijheid en recht? Is Staatsalmacht geen gevaar? Ishet leven, dat naar Gods ordeningen niet vraagt, geen gevaar?Neen, voor de vrijheid is de vrijheid de beste waarborg; de vrijheidnaar goddelijk recht. En voor de Vrije Kerk, voor de Vrije Weten-schap, voor de Vrije School, voor de Vrije Natie, voor het vrijemenschelijke leven, verwachten wij naar de ruimte der goddelijkegenade meer liefde en gulheid, meer eerbied en rechtsbesef, bijden vrijen arbeidenden burgerstand, die vrij staat in eigen geor-ganiseerde gemeenschap, dan van de oude ingebeelde, over hetleven en de vrijheid van anderen beschikkende aristocratie derConservatieven en Liberalen, die zich handhaaft als aristocratievan het Kapitaal en van de ongeloovige wetenschap, vereenigd inéén harteloos type van misbruikte macht, „die God niet vreest engeen mensch ontziet."

Het Bedrijf, het particuliere Bedrijf is het, waarin de ar beidallereerst in gemeenschap leeft, en waaruit hij in breeder orga-nische verhouding zich uitbreidt. 1 ) Een Arbeidersorganisatie eneen Patroonsorganisatie, die samen onderhandelen, zijn niet deorganische arbeidersgemeenschap, evenmin als een Arbeiders-organisatie afzonderlijk. Die groepen vormen niet organisch deBedrijven. De organische gemeenschap in den arbeid leeft aller-eerst in het particuliere Bedrijf; dat particuliere Bedrijf is het, waarinde menschen hun werk in organische gemeenschap verrichten. Ermoge organische gemeenschap door bel ang en strijd bestaan in eenArbeidersorganisatie afzonderlijk en in een Patroonsorganisatieafzonderlijk, maar noch de ééne Organisatie noch de andere Orga-nisatie verricht den Arbeid en kan dus op den naam van organische

1) Zie mijn Vakorganisatie naar Christelijke beginselen, p. 29-41; en inverband daarmee mijn advies, bijzonder ook aan de Patroons, die hierin allereersteen goddelijke roeping hebben, p. 24-29.

Page 139: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

88 ORGANISCHE GEMEENSCHAP

arbeidsgemeenschap aanspraak maken; zij organiseeren niet demenschelijke levensgemeenschap in den Arbeid, maar een gemeen-schap van belangen, die zich sterkt tot den strijd om en over entegen de arbeidsgemeenschap. Slechts het particuliere Bedrijf isde arbeidsgemeenschap, en uit de organische gemeenschap dergelijksoortige Bedrijfsondernemingen komt de Vakgemeenschap op.Het particuliere Bedrijf staat in de Vakgemeenschap; en door datBedrijf staat ieder, die tot de arbeidsgemeenschap in dit Bedrijfbehoort, ook in de Vakgemeenschap. De vrijmaking van denArbeid moet daarom uitgaan van de regeling en vaststelling vanrechten in het Bedrijf, en daarom aanvangen met het Arbeids-contract in het particuliere Bedrijf. In dat Arbeidscontract moet hetzedelijk recht vastgelegd worden in beschreven recht, het be-schreven recht en den plicht van eiken medewerker in het Bedrijf;zijn recht in de Bedrijfsgemeenschap, maar daarmee ook door hetBedrijf zijn recht in de Vakgemeenschap. En dat beschreven rechtin het Arbeidscontract moet voorts door regelmatige en goedge-regelde oefening van gemeenschap in Bedrijf en Vak wordenuitgewerkt.

Hier zal echter moeten worden verstaan, dat de vrijmaking vanden Arbeid van twee voorwaarden afhangt. De ééne noemden wereeds, namelijk dat het zedelijk recht der menschelijke gemeenschapin den Arbeid erkend worde, het recht der broederliefde, door er-kenning en eerbiediging van het leven, dat God in Zijn genadegeeft. Maar de tweede voorwaarde gaat naar de andere zijde uiten is deze, dat het recht van het gezag, van den geest in de orga-nische arbeidsgemeenschap worde erkend, zonder welke die ge-meenschap onmogelijk is. Zeker, het moet een constitutioneelegemeenschap worden in het Bedrijfsleven. Maar daarin juist ishoog en laag, gezag en gehoorzaamheid. Dit gezag is andersoortigals het Overheidsgezag. Het gaat uit van het recht van den geest,die het Bedrijf richt. Het gaat uit van het eigen recht en de vrijheidvan den Ondernemer, van den Patroon. Het gaat uit van zijneigendomsrecht. Het is organisch gezag, dat de gelegde band endaarmee het recht van den enkele aan en in de Bedrijfsgemeen-schap moet erkennen en eerbiedigen, en dat dien band alleen naar

I

Page 140: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

ORGANISCHE GEMEENSCHAP 89

het gecontracteerd en geconstitueerd recht kan losmaken. Maar hetis niettemin wezenlijk gezag, dat den arbeid in het Bedrijf bepaalten regelt, en dat in de arbeidsgemeenschap, juist ook in en doorhet Arbeidscontract en de constitutie van rechtsverhoudingen, moetworden geëerbiedigd en gehandhaafd. Zonder de erkenning vandit gezag, immers evenzeer erkenning van een zedelijk goddelijkrecht, is vrijmaking van den Arbeid niet mogelijk. Het Bedrijf, deBedrijfsgemeenschap, gaat niet uit en kan niet uitgaan van dewerkende handen, maar van het denkende hoofd, van de geeste-lijke capaciteit. En daarom ook moet, wie medewerkt, zich methoofd en hand aan het hoofd van het Bedrijf onderschikken. Nietals zou hier ook altoos de gezagsdrager de hoogste mensch zijn.Maar de goddelijke ordening, waardoor de regeling van de levens-gemeenschap en de handhaving van het recht, ook van het orga-nische recht, onder de gewenschte waarborgen, uitgaat van hetgezag, moet ook hier geëerbiedigd worden; en geëerbiedigd moetdaarbij ook de beschikking der goddelijke Voorzienigheid, die denéén in staat stelt, om een eigen Bedrijf in te richten en den anderniet. Hoe zich verder de Bedrijfsgemeenschap als Bedrijf in orga-nische gemeenschap, en daarmee ook de regeling der constitutioneeleverhoudingen, moge ontwikkelen, doet hier tot de zaak niets af. Vastmoet staan en blijven staan, dat de Patroon het gezag heeft, en dathet nooit tot beschreven constitutie van rechten in overeenstemmingmet de zedelijke rechten komt of kan komen, tenzij dit gezag geëerdworde, gelijk God dat vordert. Ook voor de meest democratischerepublikeinsche Bedrijfsgemeenschap, die zich ongetwijfeld in denconstitutioneelen weg ontwikkelen kan, blijft altoos deze goddelijkeordening gelden; de organische Bedrijfsgemeenschap zal altoos hetgezag moeten eeren, dat in onze innerlijke rechtsconstitutie, onzeconscientie, door goddelijke ordening erkenning vordert; Of — deorganische Bedrijfsgemeenschap zal niet zijn.

En voorts zal ook in dezelfde lijn moeten worden erkend en inde rechtsregeling moeten worden vastgelegd, dat de leden in dearbeidsgemeenschap volstrekt niet allen dezelfde werking hebben.Alle menschen zijn als menschen gelijk, en broeders, en ze hebbendaarin allen hun eigen eere van God. Door denzelfdenden Geest hebben

Page 141: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

90 ORGANISCHE GEMEENSCHAP

ze elk hun recht. Doch er is verscheidenheid van gaven, gelijk éénlichaam velerlei leden heeft; en hierdoor is er ook verscheidenheidvan rechten. Daarbij staan de geestelijke gaven het hoogst. Destoffelijke gaven en krachten moeten zich aan de geestelijke onder-schikken; de lagere aan de hoogere. Ze moeten elkander eeren, endaarom moeten ze elkaar ook meerdere eere geven, naar mate hunmeerdere eere toekomt. Dienovereenkomstig kan en mag er ookgeen gelijkheid zijn in het gewin van den arbeid. Dit ware onrecht,en het zou de kracht der arbeidsgemeenschap door onrecht doenondergaan. De productie wordt allereerst door den geest gewrocht;de materieele kracht is in de productie aan de geestelijke dienst-baar; en de geestelijke kracht, die het stukwerk produceert, is on-dergeschikt aan de geestelijke kracht, die de productie in breederomvang omvat. In het Bedrijf in organische gemeenschap zullendaarom ook de minderwaardige krachten het laagst staan, ook inhet gewin; maar de menschen zullen daarom niet minder geëer-biedigd worden in hun vrijheid, in hun recht, in hun eere. 1)

1 Er is ook een opvatting van de levensgemeenschap in het Bedrijf, die onsniet juist dunkt, hoezeer de nobele en gulle zorg er in erkend kan worden. Wijbedoelen die opvatting, waarbij men de levensgemeenschap niet alleen in denarbeid laat bestaan, en tot een rechtsgemeenschap ontwikkelt, maar haar uitbreidttot een patroonszorg voor het leven der Werklieden en van hun gezinnen, eneenigermate tot een regeling van het leven en de samenleving niet in maar doorde Bedrijfsgemeenschap. De fabriek breidt zich dan uit tot een dorp of een kolonie,uit nette woningen bestaande en van allerlei gerief voorzien. De inspectie houdtop het wonen en leven het oog en biedt er hulp -in. De kinderen worden ter schoolgezonden, liefst in eigen school der fabriek. Herhalingsonderwijs en vakonderwijs,maar ook vrouwelijke opleiding der jonge werkkrachten, wordt door de fabriekgeregeld. Muziek en zang worden door de fabriek georganiseerd. Een bibliotheekwordt door de fabriek aangelegd. Een courant wordt door de fabriek uitgegeven.Een societeitsgebouw wordt door de fabriek geopend. Lezingen worden door defabriek gegeven. Een tooneel wordt door de fabriek ingericht. Heel de leiding deslevens, de levensgeest en richting, gaat van de fabriek uit; tot de vie ring van denZondag toe.

Nog eens, we waardeeren in dit werk, waarvoor vaak groote offers gebrachtworden uit de arbeidsinkomsten, de menschelijke warmte, en de gulheid, die eereverdient. Hier zijn we echter op weg naar een socialisme van boven af, eenSociaal-Aristocratie of een Sociaal-Autocratie; in elk geval een zich meestermaken van het leven door en voor de arbeidsgemeenschap. We krijgen zoo in

11 ,

Page 142: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

ORGANISCHE GEMEENSCHAP 91

Behalve de gemeenschap in het Bedrijf, en in de aansluitingdaaraan, is er, gelijk reeds gezegd is, nog een meer uitgebreideorganische gemeenschap in den Arbeid. Dat is de gemeenschapdergenen, die van hetzelfde Ambacht, van hetzelfde Vak zijn. Welzijn de verhoudingen in onze dagen niet meer die van vroeger. Ende verhoudingen in de toekomst zullen, juist als de Arbeid totvrijmaking mag komen door organische rechtsbanden, nog geheelanders worden. Ook de arbeidsgemeenschap is als het zaad, datin de aarde zijn organischen b and vindt en dan groeit tot een boom.Het georganiseerde Bedrijf zal zichzelf eerst recht bezitten in zijnwelbewuste organische samenvatting en het zal dan groeien en zichontwikkelen in kracht en verhoudingen. Maar daarom moeten thansook aanstonds de organische banden erkend worden, die in heelden Industriëelen Arbeid liggen, en die allereerst de gelijksoortigeBedrijven in denzelfd en kring verbinden. Dat hier de kringen. welte vinden zijn, bewijzen de tegenwoordige Vakvereenigingen vanPatroons en van Werklieden, die gelijksoortige Bedrijven bijeen-voegen. Welnu, hiermee zijn de kringen aangegeven van Bedrijven,die bijeen behooren om gemeenschap te oefenen. Zij hebben elkandernoodig. Eenzelfde belang en daarmee eenzelfde moeite en een-zelfde eere verbindt hen. Zij leven onder gelijksoortige organischeverhoudingen. En indien wij in de Bedrijven onderscheiden mogenb.v. Patroons, Meesters, Bazen, Onderbazen, Vakmannen, Ge-zellen en ongediplomeerden, — of welke Vakgraden straks naarrecht en in overeenstemming met de uitgebreidheid van de Bedrijfs-ondernemingen zullen blijken, — dan hebben deze weer ieder methun gelijken overeenkomstige belangen, rechten en plichten in het

nieuwen vorm het bezitten van menschen door de arbeidsonderneming.Hetzelfde bezwaar geldt de democratische coöperatieve arbeidskolonies, van

socialistische zijde aangeprezen; zie D r. F. van Ee den, De blijde Wereld, 1903,De Arbeid hebbe den arbeid, maar blijve van het leven af, voor mover het

geen arbeidsleven is. De menschelijke, de Christelijke vrijheid, de conscientie,blijve veilig. Wat aan de menschen toekomt, dat worde hun in eigen hand gegeven,hun recht en hun brood. En voorts worde voor den man, die in den Arbeid lee ft ,zoo goed als voor elk ander burger, in zijn huis, in zijn geestelijken en burgerlijkenlevenskring, de souvereiniteif in eigen kring erkend.

Page 143: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

92 ORGANISCHE GEMEENSCHAP

Vak en in de Bedrijven, en daarin ook behoefte aan gemeenschap,recht op gemeenschappelijk overleg. Samen leven ze in één Vakvan bedrijven. Samen moeten ze met dat Vak vooruit. Maar ooksamen leven ze met de andere groepen in één Vak. Samen moetenze met de anderen het Vak vooruit brengen. Telkens wisselen zemisschien van Bedrijf en Personeel, maar die wisseling blijft indenzelfden kring van menschen, die ook zichzelf moet recruteeren.Hoe moet hier nu de organische vakgemeenschap werken? Onsdunkt, dit is niet een gemeenschap van drie, vier of meer lossegroepen van menschen. Hoe zouden die hier ook samen iets kunnendoen, dat inderdaad rechtsgevolgen had, zonder dat er rechts-banden gevonden zijn? Alleen zoo er, overeenkomstig zedelijk recht,rechtsbanden gelegd worden, kan de overlegging naar organischrecht werken en gevolgen hebben in de rechtsverhoudingen, in deontwikkeling der Arbeidsgemeenschap. Een samenkomen, als thans,van twee groepen los van elkaar, beantwoordt aan het standpunt,waarin de Patroons als Kapitaal eenerzijds en de Werklieden alsgehuurde of gekochte arbeidskracht in dienst van het Kapitaalanderzijds geacht worden samen te contracteeren. Het is dan eenoverlegging van de Patroons eenerzijds als de eenig rechthebbendenin hun Bedrijf en Vak en van de Werklieden anderzijds als geen-recht-hebbenden in het Bedrijf en het Vak; een onderhandelingvan de mannen in het huis van den Arbeid, met de mannen opstraat. Aan den eisch der organische levensgemeenschap in denArbeid beantwoordt deze verhouding niet. Wil men de bestaandeverhouding in de toekomst behouden en verder ontwikkelen, endus ook hierin de Liberale praktijk doorzetten, men zal dan in heelhet land almeer alle Patroons zich in groepen federatief zien ver-binden; en men zal alle Patroons in zulk een federatie moeten ver-binden, en alle Werklieden aan den anderen kant. Zoo organiseertmen het organische gemeenschapsleven niet, en den Arbeid niet,maar den strijd en den n ijd. Zoo organiseert men de twee legers,en inderdaad de twee stoffelijke machten, Kapitaal en de Arbeiders-organisatie, tot materiëele krachtsontwikkeling tegen elkaar. Zoomaakt men aan de organische arbeidsgemeenschap in haar eere alszedelijke levensgemeenschap een einde. Zoo vernietigt men de Be-

1 1,

Page 144: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

ORGANISCHE GEMEENSCHAP 93

drijven; zoowel de organische zedelijke gemeenschap in elk Bedrijf,als de souvereiniteit in eigen kring, die voor elke Bedrijfsonder-neming rechtmatig en onmisbaar is. De Overheid zal dan als eengeweldige politie dienst moeten doen, om deze „gemeenschap" intoom te houden; en eindelijk zal zij deze ontredderde gemeenschapwel in eigen beheer moeten nemen, — indien zijzelf het zoo langmaakt. 1 )

Neen, de Vakgemeenschap moet evenals het Bedrijf, maar ineigen verhoudingen, een organische rechtsgemeenschap worden, diedoor den zedelijken en organischen band, welke de gelijksoortigeBedrijven (Bedrijfsondernemingen) samenbindt, opkomt, met eer-biediging van de eigen souvereiniteit in de Bedrijven. Eenigermategelijk de Natie en de Kerk opkomen uit de Gezinnen, zoo komt deVakgemeenschap, het Vak, en door de Vakken de breede orga-nische gemeenschap, die wij den Arbeid noemen, op uit de parti-culiere Bedrijfsondernemingen. De organische Vakgemeenschap,het Vak, moet de Bedrijven, en alle vastere medewerkers in deBedrijven groepsgewijze en gezamenlijk maar ook Bedrijfsgewijze,in hun Vak tot hun recht doen komen. De georganiseerde Vak-gemeenschap moet zijn een constitutioneele rechtsgemeenschap, diede particuliere Bedrijven, en daarmee het particuliere recht en departiculiere rechtsverhoudingen der Bedrijven, allerminst krenkt ofvernietigt, maar juist steunt, ontwikkelt en verheft; en die voortsverheffing en kracht door gemeenschap aan het Vak doet toe-komen, de Vakbelangen verzorgt, de Vakopleiding in de handwerkt, de Vakgraden vaststelt, de Vakdiploma's uitreikt, den orga-

1 ) De dagbladen meldden, hoe het in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika in den strijd op arbeidsterrein steeds ernstiger hard tegen hard gaat. „Den10den December 1903 is te Chicago een nationale conventie gehouden van aan-nemers, timmermaas- en metselaarsbazen en patroons, op welke wijze ook verbandhoudend met de bouwnukken, met het doel een nationalen bond op te richten opden voet van dien, welke sedert het voorjaar te New-York bestaat. Zulk eenlichaam, honderden millioenen aan kapitaal vertegenwoordigend, zal zijn krachtenmoeten meten met de vakbonden met hun millioenen leden. De eene bond wordthier tegenover den anderen gesteld en men verwacht een heftigen en hardnekkigenstrijd."

Page 145: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

94 ORGANISCHE GEMEENSCHAP

nischen Vakraad en het Vakgerecht formeert, en, indien noodig,het Vakoordeel over de verhoudingen in de Bedrijven doet gaan totvoortgaande en regelmatige ontwikkeling der rechtsverhoudingen.

Deze Vakgemeenschap komt als organische rechtsgemeenschaptot stand door een contractueelen band tusschen de Bedrijven, dieechter evenals de contractband in het particuliere Bedrijf ter willevan de vrijheid en het recht in het menschelijke leven opzegbaarmoet zijn en, gelijk gezegd, de souvereiniteit in het particuliereBedrijf moet eerbiedigen. Het Bedrijf in de Vakgemeenschap geeftdan aan den Werkman, die in het Bedrijf contracteert, daarmeetegelijk het door het Bedrijf gecontracteerde recht in de Vakge-meenschap, in „het Vak" als organische gemeenschap van Bedrij-ven. In die Vakgemeenschap zal zich het zedelijk oordeel over devrijheid en het recht in het Vak, en dus over de rechtsverhoudingenin de Bedrijven en in het Vak, meer ontwikkelen, en zoo tot ge-consolideerde rechtsvakcostumen in Bedrijven en Vak leiden. Bijgoede constitutioneele ontwikkeling der Vakgemeenschap zal hetzedelijk oordeel van „het Vak" genoeg zijn, om het recht in deBedrijven te doen eerbiedigen. Een Bedrijf, dat geen rechtsver-houdingen wil of met het Vakoordeel geen rekening houdt, zal zooonhoudbaar worden. Maar de Bedrijven kunnen ook in hun Vak-band een Gerecht contracteeren, welks uitspraak in geschillen voorde Patroons en hun medearbeiders in de Bedrijven voor bondig zalgelden. Natuurlijk zal ook hier het organische gemeenschapslevenallerlei, en telkens weer nieuwe, moeilijkheden opleveren. Het zalal moeite kosten, om over de aanvankelijke ordening, die als brugmoet dienen, overeen te komen, wijl in de Vakgemeenschap geenordening zal kunnen gelden, dan die door een welbewuste zedelijkedaad van de thans losse partijen is aanvaard. De particuliere regle-menteering van thans bestaande organisaties kan mogelijk dienst-baar zijn om tot beschrijving eener gewenschte Vakgemeenschapte komen„ maar kan aan die Vakgemeenschap niet worden opge-drongen; in de Vakgemeenschap kan nooit de regeling eener par-ticuliere organisatie van één der groepen gelden; het geldend rechtmoet voor allen en voor alle groepen door de Vakgemeenschap zelf

1,11, [I I, . i I

Page 146: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

ORGANISCHE GEMEENSCHAP 95

op regelmatige wijze worden vastgesteld. Maar zonder moeite zul-len we er wel niet komen. En zonder moeilijkheden zal de Vak-gemeenschap wel nooit zijn. Heel ons organische gemeenschaps-leven worstelt van wege onze zonden. Ook hierin zucht het ganscheschepsel. Toch is de behandeling der zaken naar zedelijk enorganisch recht de eenige goede weg. Het is een weg met eerevoor elk, die er zijn levenskracht aan geeft. En die weg is doorGods genade mogelijk.

Dat elke organische Vakgemeenschap tot eigen raadslag voorhet zoeken van organische overlegging met andere Vakgemeen-schappen zal komen, spreekt van zelf. Zoo kan een organischevertegenwoordiging van den Arbeid opkomen, die zich van deverhoudingen tot andere nationale levenskringen rekenschap kangeven, en die ook voor de internationale arbeidsvraagstukken toteen Internationaal Arbeidscongres door haar bekwaamste Ver-tegenwoordigers kan meewerken.

De Overheid kan met de georganiseerde Arbeidsgemeenschap,met den „Arbeid", in betrekking treden, de grenspalen voor dengeorganiseerden Arbeid in het leven door de wet aanwijzen, en zijnrecht in eigen kring erkennen. En zij kan het publieke recht ookvoor den Arbeid vaststellen, om met de Overheid in overleggingte treden over arbeidsbelangen en arbeidsrecht met het oog opregeering en wetgeving.

Het zal thans — in de verhoudingen van den dag, die zoo tegenden eisch der organische arbeidsgemeenschap zondigen, — het zalthans allereerst aan de Patroons als hoofden van Bedrijven, maarook aan de Werklieden, die hun goddelijke roeping moeten kennen,— het zal aan beiden staan, om de vraag te beantwoorden, of ze dehanden voor God ineen willen leggen, om den Arbeid vrij te maken;of ze in de Arbeidsgemeenschap den eisch der menschenliefde, deneisch van recht en vrijheid, maar ook den eisch van gezag enonderscheid van recht willen erkennen; of ze bukken willen voorden Souvereinen levenden God!

Zoo ze dit niet willen, — dan zullen ze de verwoesting derorganische levensgemeenschap in den Arbeid, de verwoesting van

Page 147: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

96 ORGANISCHE GEMEENSCHAP

den Arbeid en van het leven, de vertreding van de liefde en vande eere, voortzetten tot het bittere einde, waarover de Heere, dieons als menschen samen schiep en riep, oordeelen zal door JezusChristus.

^ yll,,1.Ir. _I 1

Page 148: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

VI.

DE STAAT.

Het Liberalisme heeft de organische staatsidee bedorven. En ditbederf dreigt al verder voort te schrijden. Heeft het Liberalismehet recht in het schepsel, in de stof, in het natuurlijke, in denindividu gelegd, met miskenning van God, van Zijn Souvereiniteit,van Zijn Woord en Geest, en daarmee ook van het organisme ende organische gemeenschap in het menschelijke leven, — het heeftdaarna, eenerzijds uit noodweer tegen den individu, en anderzijdsom aan de individuen door getal grooter macht te geven, een „rechtder gemeenschap" geconstrueerd, niet in organischen zin, maar alshet recht van de menigte, het recht van het getal, het recht van dekiezers, het recht van de helft plus één. Die „gemeenschap" heeftdan, volgens de Liberalen, het recht om de wet te stellen en de ordete handhaven. In de wet wordt dan dat recht vastgelegd, en ge-maakt tot een recht der wet.

De gemeenschap, die de wet stelt, is de Staat. In dien Staat heefthet Liberalisme de Overheid bij de gratie Gods laten onderga an ,wijl het geen gratie Gods erkent. Het kent slechts de souvereiniteitvan den individu, en daarom van de kiezers, van de meerderheid,van den Staat en van de wet. Indien gij van „Overheid" wiltspreken, dan bestaat deze volgens het Liberalisme alleen door denStaat, door de wet. Maar het Liberalisme spreekt liever niet vanOverheid; het spreekt slechts van den Staat, van de Staatsmacht,van het Staatsgezag 1). De kroon is het symbool van den Staat.

1 ) Men zie over heel het vraagstuk van de Staatsmacht D r. A. Kuyper,Het Calvinisme, zes Stone-lezingen, in 1898 gehouden, Derde Lezing: Het Calvi-nisme en de Staatkunde; over Staatssouvereiniteit, p. 80; over Souvereiniteit ineigen kring en de verhouding van Staat en Maatschappij, p. 82; het gezag van

10

Page 149: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

98 DE STAAT

Zij is er door den Staat en krachtens de Staatswet, tot den dienst.dien de Staat vordert. De koning is de eerste Staatsdienaar. DeStaatsdienst door de kroon is echter zeer beperkt. Het is de dienstvan een „vliegwiel", dat, door de machine zelf gedreven, diemachine weer door overwinning van het doode punt in beweginghoudt; zij is het „ornament", dat aan den Staat figuur geeft voorhet volk. De eigenlijke en eenige macht is de Staat, die het ministerievormt en de wet geeft. Die Staatsmacht is in zichzelf onbeperkt.Geen hooger en vast recht staat boven haar; geen goddelijke ordi-nantie kent zij; zij kan zoo ver gaan als zij wil. Zij ontvangt echterhaar program en haar grens voor het oogenblik door de individuen;door het getal, dat het grootste is, de helft plus één van de kiezers.Een vast recht is er niet, er is slechts een Staat. Die Staat heeft demacht, en die Staat bepaalt daarom, wat recht is.

Met deze Staatssouvereiniteit is de levende God en Zijn majesteitgeloochend; het fundament van het recht en dat recht zelf ver-worpen; de kroon in haar wezen vernietigd; de Overheid van haareere beroofd; en de grens voor de macht, die in den Staat verlegdis, uitgewischt. Maar hiermee zijn ook in beginsel, en voortgaandein de praktijk, het recht en de vrijheid in het organische mensche-lijke leven vernietigd.

Uit den Staat daalt nu het recht door de wet in het leven af. Bijhet believen van den Staat moogt gij voor een tijd nog vrijen arbeidverrichten, wetenschap beoefenen, scholen stichten, een Kerk for-meeren, vader zijn in uw huis, hoofd der vrouw zijn in het huwelijk,en als mensch leven naar uw conscientie. Bij het believen van denStaat, en daarom zoolang de Staat goedvindt, er zich nog niet meete bemoeien, kan dit zoo gaan. Eigenlijk recht komt er pas, zoo deStaat er zich wel mee bemoeit en er zijn wet voor geeft. Dan zijtgij eigenlijk pas man en vader naar recht, krachtens de wet, envoor zoover de wet bepaalt; dan moogt gij, door de wet gemach-tigd, uw kinderen opvoeden. Dan moogt gij scholen stichten, enonderwijs geven krachtens de wet en naar den wetsregel. Dan

den Staat is mechanisch, het gezag in den maatschappelijken kring is organisch,p. 86; in de Constitutie ontmoeten beide elkaar, p. 89.

uN i y^ 4 M I I

Page 150: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE STAAT 99

moogt en moet gij Kerk zijn of geen Kerk zijn naar de wet. Danregelt de wet uw arbeid, en hebt gij door de wet pas recht, om tearbeiden met anderen samen of alleen. Dan zegt de wet, wat uwleven zijn moet en wat daarom uw leven, naar het recht, is. Danis de wet uw conscientie.

De Staat, de wetgever, beslist zoo door de wet en met de machtom de wet te veranderen, vast te stellen, uit te breiden, en door tevoeren, over heel het leven. Er is buiten den Staat en de wet geenrecht en daarom geen vrijheid om te leven. Een organisch leven meteen eigen vrijheid en recht kan onder deze souvereiniteit niet be-staan. Slechts een mechanisch leven krachtens en door de wet, dieuit de Staatsmacht vloeit.

Het eenigste onrecht, dat hier tot de conscientie der Liberalenspreekt, is de beperking van het kiesrecht. Wel poogt men dieconscientie te stillen, door te beweren, dat het kiesrecht uit de wetmoet volgen; maar men gevoelt zelf de onhoudbaarheid dier be-wering, wijl de wet uit de Staatsmacht vloeit, en de Staatsmachtuit het getal en de macht der individuen. Pas kan de Staatsmachthet recht der individuen vaststellen, wanneer deze allen saam denStaat vormen door kiesrecht. Algemeen kiesrecht moet het Libe-ralisme dan ook geven. En waar het geen organisch recht kent,geen organische vertegenwoordiging van de vrouw in den man envan de kinderen in den vader, maar slechts het recht der individuen,daar moet het kiesrecht aan vrouwen en mannen gegeven worden.Maar daar blijft ook dan nog het recht der individuen als eennachtspook tegen de Staatsmacht roepen om het kiesrecht derkinderen. Slechts het verachte „credo quia absurdum" 1) blijft danvoor het Liberalisme over tot handhaving van zijn naturalistisch,materalistisch recht der individuen en van het daarop gebouwderecht der gemeenschap, d. i. van den Staat, die naar het individua-lisme geen gemeenschap is noch zijn kan.

Intusschen, terwijl het recht der individuen om de Staatsmacht tevormen in het kiesrechtvraagstuk blijft gisten, bestaat de LiberaleStaat, en geldt hij als „de gemeenschap", en beschikt hij over alle

1) „Ik geloof het, omdat het ongerijmd is."

Page 151: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

100 DE STAAT

macht, die de kiezers vorderen, en over heel het leven door de wet.Het Staatsabsolutisme 1 ) is hier de consequentie der Staats-

souvereiniteit, een consequentie, die onontwijkbaar is en die danook al minder ontweken wordt, maar veeleer door Liberale weten-schap en propaganda, door de vooruitstrevend Liberale politiek ende Liberale wet wordt ingehaald. De Staat bepaalt dan vollediguw vrijheid en recht; uw vrijheid en recht is het wetsartikel, datover u beschikt. 2 ) Die beschikking zal uw levensprogram geven,uw geboorte bepalen, uw verhouding tot uw ouders, uw School,uw Kerk, uw Wetenschap, uw ambacht, uw wijze van samen-werken, niet „in gemeenschap", maar in „de gemeenschap" d. i. in

1) Tegen M r. J. A. Loef f, die in zijn proefschrift: „Publiekrecht tegenoverPrivaatrecht" voor den absoluten Staat pleitte, maakte J h r. M r. W. H. d e

S a v o r n ii n L oh m a n Az. op verdienstelijke wijze front in zijn rede: „Deverhouding tusschen het Recht, den Staat en de Overheid." Hij wijst voorts aan,dat de absolute Staat bij de gedachte van het Romeinsch-Heidensche recht behoort,maar door het Germaansch-Christelijke recht uitgesloten wordt; p. 36 v.v. „Voor„de Germaansche beschouwing moest de Staat inplaats van een machine, een„organisatie zijn met levende leden, een boom, die evenmin alleen stam als alleen„takken of bladeren is; of een lichaam, gelijk ons met betrekking tot de Kerk„Gods Woord daarvan een beeld geeft. In den Germaanschen Staat treedt juist„dit scheppingswerk Gods heerlijk in het licht .... Terwijl dus in den Romeinsch-„rechtelijken Staat elke publiekrechtelijke eenheid, als vervullende een Staatsdoel„en als zijnde een Staatsdeel, niet bestaan kon zonder de scheppende daad van„den Staat, vond de Germaansche Staat bij zijn ontstaan een aantal kringen uit„zichzelf bestaande, waarvan men eer zeggen kon, dat zij aan den Staat het leven„geschonken hadden, dan dat die kringen, ieder met zijn eigen belangen en zijn„eigen rechten, uit hem waren voortgekomen .... De Germaansche Staat kent„niet het alles tot zich trekkend en in zich opzuigend beginsel van den Romeinschen„Staat, maar laat leven en werking aan de binnen zijn gebied bestaande k ringen.„De Germaansche Staat aanvaardt het Schriftuurlijke beginsel van de eerbiediging„der rechten van de zwakkeren. De Germaansch-rechtelijke staatsleer moet,„consequent ontwikkeld, breken met de leer der staatssouvereiniteit en naast de„souvereiniteit der landsoverheid erkennen die der onder haar bescherming staande„zelfstandige kringen."

2) Tegenover het Staatsabsolutisme heeft het Anarchisme een zeker recht.Het komt op voor het recht van het leven, van den individu. Men vergete niet,dat het vooral in Rusland geboren is en daar zijn hartstocht kreeg. Hetanarchisme verwerpt echter met het Staatsabsolutisme alle levensbanden. Hetvloekt God en alle gezag.

Page 152: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE STAAT 101

den Staat, in den Machtsstaat. De Staat bepaalt dan door de wetuw inkomsten, uw uitgaven, uw huwelijk, uw woning, uw graf.De Staat zal u vaccineeren, u op school doen, u baden, kleeden envoeden, u verzekeren, uw werk regelen, uw loon bepalen, uw werk-uren vaststellen, over uw rustdag beslissen, u onder dak brengen,u onderhouden als hij geen werk voor u heeft, u pensioneeren, uverplegen, en u begraven. De Staat wordt zoo noodzakelijk degroote albezitter en albeschikker, die optreedt in de plaats van devroegere particuliere bezitters en beschikkers. De Staat heeft alleeneigendom, allen eigendom der gemeenschap en beschikt er alleenover; de individu heeft slechts een ondergeschikt eigendom door dewet. En alle menschen in den Staat zijn zijn eigendom. De Staatwordt de groote slavenhouder, die de geboorte en het leven bepaalt,voor wien allen moeten leven en werken, en die dan ook allenonderhoudt. 1)

Bepaald ook voor de zaak van den Arbeid wordt van Liberalezijde uit kracht van beginsel, en tot vergoeding van de verwoestegilden, die in beginsel vrije organische corporaties waren, naar denStaat verwezen. 2) De Staat moet de juiste arbeidsverhoudingen

1) Jhr. M r. A. F. de Savornin L o h m a n spot in zijn Rede Volk enOverheid met reden met de voorstellingen der meer pantheistische naturalistenonder de Liberalen, die den Staat voorstellen als een onzienlijk wezen, met eigenverstand en wil boven de menschen staande; het verstand en de wil van deindividuen zijn dan onderdeelen van het verstand en den wil van het Staats-wezen, p. 6 v.v. Zoo schrijdt de belijdenis van het geloof in den Staaf voort. DeStaat is de Almachtige en daarom ook de Schepper. Wèl, de Staat is God, deeenige ware God, dien de menschen gemaakt hebben naar hun Liberaal beeld engelijkenis.

2) Zie mijn oordeel over de gilden, die niet vernietigd, maar hervormd haddenbehooren te worden, in mijn Vakorganisatie naar Christelijke beginselen, p. 3-10.

Omtrent de gilden als organische corporaties, door het vrije initiatief op-bloeiend, zegt Jhr. M r. A. F. de S a v o r n i n L o h m a n in zijn Volk enOverheid, p. 28: „Ook de latere corporaties, gilden, enz. ontstaan buiten en zonder„medewerking der Overheid; deze bepaalt zich tot erkenning van hetgeen zich in„overeenstemming met het bestaande recht als van zelf ontwikkelt, zonder daarom„deze corporaties te dwingen, hun recht van zelfstandig bestaan bij de Overheid„aan te vragen. In zoover staan dus deze corporaties met gewone menschen gelijk,„die eveneens zonder permissie der Overheid geboren worden. Het is geenszins de

Page 153: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

102 DE STAAT

scheppen door de wet; loon en arbeidsduur bepalen; voor verzeke-ring en pensioneering der Werklieden zorgen; den werkeloozen

„Overheid, die op kunstmatige wijze de maatschappij regelt; neen! de associaties,.in gilden enz. ontstaan uit de vrije beweging der maatschappij zelve, soms tegen„de tegenwerking der Overheid in."

Ook Groen van P r i n s t e r e r verweet aan de Revolutie de vernietigingder gilden en wees voor de toekomst op de noodzakelijkheid der herstelling vanorganische corporaties, waardoor de Arbeid weer in vrije organische gemeen-schappen kan bloeien. Hij deed dat in 1848 onder het stormgeloei der revolutie.Zijn woord van toen vinde hier, waar ik de gilden noemde, in het belang deroverweging van het vraagstuk een plaats: Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap(Verspr. Geschr., Dl. I, p. 303) : „Geen betrekking meer dan van loon en arbeid,„proletariërs en kapitalisten; wat zal hieruit voortkomen? Het is onzeker. Maar„het is niet onzeker, waaruit het voortgekomen is. Uit vrijheid en gelijkheid in„revolutionairen zin. Ik vergenoeg mij met één bijzonderheid te berde te brengen.„Bij het aanheffen van dien kreet moesten ook gilden en corporatiën vallen. Vrije„concurrentie werd begeerd; geen belemmeringen voor kunstzin en industrie; geen„hatelijk monopolie van personen of genootschappen; dan zou de ontwikkeling,,van individueele nijverheid en handel de waarborg zijn eener betere toekomst.„De toekomst, die men voorzag, is er; en mag zij beter genoemd worden? Ik ben,,hier eenstemmig met de coryfeën der hedendaagsche revolutie. Het is deze vrij-„heid, deze onbeperkte concurrentie, deze wegneming zooveel doenlijk der natuur-lijke verhouding van werkbaas en werkman, welke de maatschappelijke banden

„verscheurt, op de overmacht der rijken en de heerschappij der bankiershuizen„uitloopt, aan de handwerkslieden regelmatig onderhoud ontneemt, de samenleving„in twee vijandige legers stelt, een tallooze schare van armen doet ontstaan, den„aanval der niets bezittenden tegen de vermogenden voorbereidt en dien in veler,,00g verontschuldigen en bijkans wettigen zou. Zij heeft Europa in een toestand„gebracht akelig en somber genoeg, om velen sidderend te doen uitroepen: Is er„geen middel, om, gewijzigd, de associaties te doen herleven, die men zoo roeke-loos onder de revolutionaire bouwvallen vergruisd heeft?" — Ik merk hier

terloops op, dat waar men tegen mijn voorslag van het „Bedrijf in gemeenschap"heeft aangevoerd, dat ook de revolutie in 1848 daarom riep, er, naar Groensexempel, mogelijkheid van eenstemmigheid op een bepaald punt kan bestaan bijalgeheel verschil in beginsel. Toch is dan natuurlijk de overeenstemming slechtsschijn. De revolutie, en daarom op hun wijze de Liberalen, èn de Socialisten ènde Anarchisten, alien roepen om gemeenschap, maar om een mechanische, eenmaterialistische, een revolutionaire gemeenschap, die geen gemeenschap is, zooalsGods Woord en Geest die naar organische ordening bedoelen. Zoo wilde ook derevolutie in 1848 een revolutionair, mechanisch in elkaar gezet „bedrijf in gemeen-schap"; een samenvoeging van gelijken, met gelijke rechten, zonder organisch

Page 154: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE STAAT 103

werk aanwijzen; den arbeid organiseeren, niet naar de zedelijkewerking van het organisme (dat kan de Staat nooit!) maar door me-

gezag, en van boven af door geweld mechanisch in elkaar gezet. Zoodanigegemeenschap willen ook nog de Socialisten en de aanbidders van den Staat. Watik wil, is het Bedrijf in organische gemeenschap, dat zich vrij uit een zedelijkbeginsel en in zedelijke rechtsverhouding ontwikkelt, als een lichaam met hoofden Ieden, onder organisch recht in bedrijfsgemeenschap levende, een gemeenschapvan ongelijke krachten, onder geestelijke superioriteit, met ongelijke rechten,nochtans in gemeenschap door constitutie van recht, door het recht van ieder deelin zijn maat, overeenkomstig de ordinantiën Gods.

Ook D r. A. Kuyper neemt in zijn Aanteekeningen (No. 7) op Het SocialeVraagstuk het bovensta ande citaat uit Groen op, als bewijs, dat Groen reddingder maatschappij door het Christendom verstond als een arbeid tot herstelling derrechten van het organische leven.

Naar de gilden verwees ook D r. K. meermalen, om ons te doen beseffen, inwelke richting gearbeid moet worden. B.v. Ons Program 2e dr., p. 189: „Al„geven we gaaf en g rif toe, dat de organisatie der gilden niet blijven kon, wat ze„was, — toch blijven we ten diepste betreuren, dat men ook ten opzichte der gilden„toen eenvoudig opgeruimd en voor afbraak verkocht, in stee van verbeterd en„hervormd heeft. Daardoor toch riep men dien gedesorganiseerden toestand in het„leven, die zich thans zoo bitterlijk wreekt. Niet, alsof ook dit kwaad onhersfel-„baar zou zijn. Integendeel, nu reeds ziet men in de kamers van Koophandel en in,,de Arbeidersvereenigingen de organische levenskracht der natie weer aan het„werk, om deze verbrijzelde geledingen te doen herstellen, en weer te doen aan-„groeien." Ik merk hier op, hoe D r. K. ook in dit woord op de organischegemeenschap als de eenig mogelijke oplossing wijst; in dat licht moet de ellendeontdekt worden; in die richting moeten de Arbeidersvereenigingen, in welke zichopwakende organische levenskracht openbaart, werkzaam zijn; herstelling derorganische geledingen moet gezocht worden; en dan moet de organische gemeen-schap verder groeien. Dat hier vrije gemeenschap, vrij onder organisch recht,bedoeld is, is duidelijk. Ach, waarom hebben we, naar wat vóór 25 jaar gezegdis door D r. K., zoo slecht gehoord? waarom hebben we het zoo slecht verstaan?

Het Christelijk Sociaal Congres leefde geheel uit de organischegedachte en deed herstelling en groei hopen. Was het een fout, dat toen in deKamers van Arbeid, niet als vrije instelling uit den Arbeid opkomend, maar alsstaatsinstelling door de wet gegeven, teveel heil werd gezien? Dat heil is nietgekomen, en misschien is het gelukkig. Misschien is juist het feit, dat die Kamersstaatsinstelling zijn, oorzaak, dat het leven er niet in groeien wil; en dan pleit ditmogelijk niet tegen, maar vóór het leven. Ik laat het oordeel over die bestaandeKamers, en hoe ze dienen kunnen in de vrijmaking van den Arbeid, aan meerbevoegden, daar ik niet over genoeg gegevens beschik. Maar wat voorts het Chr.Soc. Congres aangaat, het leefde uit de organische gedachte, waarvan in D r. K.'s

Page 155: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

104 DE STAAT

chanische wettelijke voorschriften en strafbepalingen. En de Staatmoet door Staatsarmenzorg aan alle gevaren, die de bezitloosheid

openingsrede de wortel lag. Ik wil daarom liefst hier nog enkele aanhalingen uithet Proces-Verbaal van het Sociaal Congres geven, en voorts naar dit kostelijkboek verwijzen. In de eerste plaats doe ik uitkomen, dat het Congres, als het omKamers van Arbeid riep, dit alleen deed in hope, dat hierdoor de Arbeid zich involkomen vrijheid zou kunnen organiseeren. Zie p. 108. J h r. M r. A. F. D eS a v o r n i n L o h m a n deelt daar omtrent het verhandelde in Sectie III mee:„Zonder eenige uitzondering was de sectie van oordeel, dat het zeer noodig en„hoog tijd was, aan den Arbeid de gelegenheid te verschaffen, zich vrijelijk en„met volkomen behoud van zijn vrijheid, doch niet zonder medewerking van den„Staat, te organiseeren."

Uit het sectiedebat citeer ik nog allereerst den heer Van der Velde uitRotterdam, die in B o á z' vergadering op 17 Juni 1903 als eerste opponent forschtegen mij inzette en meende, dat mijn voorslag een achteruitgang was vergelekenbij mijn medewerking aan het Soc. Congres. Genoemde heer sprak op het Congresvolgens het Proces-Verbaal, p. 491: „Met het omverwerpen der gilden is veel„goeds voor den arbeider verloren gegaan. Dat goede moest men trachten weer„op te nemen. Wij moeten er naar streven, dat de arbeiders door hun patroons„weer worden beschouwd als familieleden. Spreker wenscht de Kamers van Arbeid„ter genezing van den ongezonden toestand, die tusschen patroons en arbeiders

ontstaan, omdat zij gescheiden werden en niet meer begrepen, dat zij beide„deelen waren van één groot geheel. Hij kan zich dan ook niet vereenigen met het„denkbeeld van den heer Van Dedem, om voor patroons en arbeiders aparte„Kamers op te richten; dan worden ze hoe langer hoe meer tegenover elkaar„gesteld, terwijl juist samenwerking noodig is. Nu zal ik den heer Van der Veldeniet aan elk woord, dat hij in 1891 sprak, houden, maar deze geachte broeder zal,als hij dit 'woord herleest, toch wel erkennen, dat ik in de lijn van het Congresvooruit ben gegaan.

In de tweede plaats citeer ik hier den heer J. H. de Waal M a le f ij t,Rapporteur in de Derde Sectie over Regeeringszorg in zake den Arbeid, Proces-Verbaal p. 330: „Wij kunnen of mogen als Christenen geen ander uitgangspunt„kiezen dan dit, dat ook de Arbeid in zijn geheelen omvang een eigen kring vormt,„met eigen souvereiniteit, even goed als het huisgezin, de wetenschap, enz. Niet„de Staat is het, die al die kringen in het aanzijn riep en wetten gaf, maar God de„Heere heeft naar Zijn vrijmachtig welbehagen dat kunstig organisme, dat wij de„menschelijke maatschappij noemen, voortgebracht en al de samenstellende deelen„van dat kunstvol geheel wetten en ordinantiën toebedeeld, die niet straffeloos„kunnen worden geschonden. De Overheid heeft dus niet het recht, ten aanzien„van den Arbeid naar eigen willekeur en goedvinden regelend op te treden. Hij,,.die de levenswet ook voor den kring van den Arbeid bepaalt, is de Almachtige„alleen .... Hoe moet de Overheid hier optreden? Immers, zóó, dat zij de

Page 156: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE STAAT 105

meebrengt, een einde maken. Dan kan, binnen de grenzen derwetsbepalingen, voorloopig het Kapitaal zijn vrijen gang gaan; het

„souvereiniteit in eigen kring ook hier ten volle eerbiedigt en zich er zorgvuldig„voor wacht, om op eenigerlei wijze door eigendunkelijke regeling, de ordinantiën,.Gods ook op dit terrein te verkrachten. Eerst m oet dus de Staat den Arbeid in„de gelegenheid stellen, zich te organiseeren, (N.B. Mijns inziens behoe ft de Staatzelfs niet gelegenheid voor den Arbeid te scheppen; de Arbeid heeft van Godswege recht en roeping, om zich te organiseeren door vrij initiatief. — S.) „en„aldus goed te maken, wat hij tegenover hem misdreef, door hem de organisatie,„die hij vroeger bezat, te ontnemen, zonder er iets beters voor in de plaats te„geven; en in de tweede plaats moet aan den aldus georganiseerden Arbeid de„Staatsrechtelijke bevoegdheid worden verleend, te bepalen, welke eischen aan„het Arbeidscontract zijn te stellen. Op deze wijze blijft het revolutionaire staats-absolutisme geweerd en strekt de Overheidsbemoeiing niet tot besnoeiing, maar

„tot bevestiging der souvereiniteit in eigen kring. En zoo behoort het ook."In dit tijdsgewricht spreke ook nog de betreurde Wi e r s i n g a uit zijn sappig

Christelijk Sociaal beginsel een woord van vrede, Proces-Verbaal, p. 242: „Met„het oog op de werkstakingen kan dan ook het herstellen van het organischverband op het terrein van den Arbeid niet dringend genoeg worden aanbevolen.„Zoodoende vond men een weg, die blijken zou voor werkgever en werkman vrij„wat voordeeliger te zijn, dan dien men thans volgt in de werkstaking, door„dwang tegenover dwang te zetten."

Teekende D r. K u y per reeds, gelijk we vroeger citeerden, bij zijn Openings-rede aan, dat de Antirevolutionaire Partij het veiligst deed, alle kracht samente trekken op de organisatie van den Arbeid en op het Arbeidscontract (Aant. 99),ook in het Congres liet D r. K. zijn licht schijnen, Proces-Verbaal, p. 507: „Men„moet een constitutie van rechten trachten te verkrijgen zoowel voor Patroons als,.voor Arbeiders. De Arbeider mag niet alleen zeggen: dit is mijn recht: Men kan„hierbij op tweeërlei wijze te werk gaan. De eerste is, dat de Staat mannen aan-stelt, die als mannen van vertrouwen de zaak onderzoeken, terwijl de uitkomsten

„van het onderzoek dan aanleiding worden tot een codificatie: Of men kan het zóó„inrichten, dat de maatschappij, dus in dit geval de Arbeid, zelf tot bewustzijn„kome van hetgeen de door God gestelde ordinantie wil. Zoo doet de Staat voor„het Huisgezin; waarom kan de Overheid niet evenzoo te werk gaan met opzicht„tot den Arbeid? Men heeft dan twee kringen, die van het Huisgezin en die van„den Arbeid, die elk voor zich hun levensregel naar goddelijke ordinantiën bepalen;„en de Overheid, die niets doet dan dezen aldus gevonden levensregel ijken....„Is God boven den Staat, dan ontleent deze zijn rechten aan Hem en leeft alles,„ook de maatschappij, bij de gratie Gods. Dan hebben ook de ouders hun recht, en„en leeft het huisgezin met eigen souvereiniteit.... Spr. zou wenschen, dat er een„conclusie werd aangenomen, waarbij werd uitgesproken, dat wij den Staat niet„het recht toekennen, om suo jure den Arbeid te regelen. Wij verwachten, dat hij

Page 157: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

106 DE STAAT

weet dan, waar het zich aan te houden heeft; het kan de menschengebruiken naar en krachtens de wet, en dat is dan naar recht. Heelde menschenexploitatie door dwingende banden van Staatsmachtwordt dan. „recht", het arbeidsrecht door de wet. En de onbruik-bare of opgebruikte menschen worden dan immers evenzeer naai„het recht" opgeborgen of onderhouden door den Staat. „Onrecht"wordt zoo in den Arbeid onmogelijk; alles wat geschiedt is „recht",omdat alles naar de wet van den Staat geschiedt. De Staat is erdan, om voor den Arbeid te zorgen, d. i. om over heel het men-schelijke leven, in verband met den Arbeid en met het oog op denArbeid, althans voor zooveel de „Arbeiders" aangaat, met machten geweld te beslissen en te beschikken; of om aan sommigen doorde wet het recht tot zulke beschikking over het leven van hunnaasten te geven. In die onmondigheid en rechteloosheid van denArbeid onder voogdij van den Liberalen Machtsstaat wordt thanshet heil gezien, en dit heil wordt aan de Werklieden als het begeer-lijkste goed gewezen 1) .

„aan den Arbeid de bevoegdheid geve, zelf te regelen." Ook die laatste bevoegd-heid behoeft m.i. de Staat alleen te geven, voor zooveel het publieke rechtsgevolgenbetreft. De Arbeid heeft van Godswege het recht, om zijn levensgemeenschapzelf te regelen.

Wat kostelijke lichtende woorden! Het Sociaal Congres en zijn Voorzitter ver-stonden elkaar. Ze leefden uit één levend beginsel, — dat nu groeien moest.Maar dan moet men ook verstaan, dat de herstelling der gebroken verhoudingenjuist ligt in de particuliere organische betrekking van eiken medewerkendenpersoon in den Arbeid in het particuliere Bedrijf, in de particuliere Bedrijfs-gemeenschap; en dat die betrekking als organisch recht door de Arbeidsgemeen-schap zelf moet worden beschreven in het Arbeidscontract. In de Resolutie vanhet Congres, Sectie III, 4, 1, ligt, dunkt mij, de verhouding zuiver: „De regelen„van de huishouding van den Arbeid moeten uit den Arbeidskring zelf genomen„worden. In het Arbeidscontract moeten deze regelen voor elk Bedrijf tot bewust-„zijn komen. De Kamers van Arbeid kunnen de ontwikkeling van dit contract„bevorderen."

1 ) Ook vooral Bismarck bewoog zich in de lijn van het Staatsabsolutismenaar het Staatssocialisme. Heel het Duitsche leven zuigt in die richting. Ook deLuthersche idee wijst daarheen. Ook de Duitsche Christelijk-Socialen, Stocker c.s.,wachten het heil van den Staat. Zie ook Eduard Schal 1, Die Social-democratie, p. 384 v.v.

Page 158: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE STAAT 107

Maar bij deze machtsbeschikking over den Arbeid kan dezeStaatsontwikkeling niet blijven staan. Dit zou half werk zijn. Eenenergieke geest, die door de Staatsmacht wat van het leven, en incasu van het arbeidsleven maken wil, moet de zaken geheel inhanden hebben. En wie in den levenskring de wet wil stellen, moetook de verantwoordel ijkheid voor dien levenskring overnemen.Daarom moet, zoo hij in de beschikking over de „Arbeiders" hal-verwege gaat, de Staat het werk zelf ook geheel overnemen. Wel,de Staat is de groote Werkplaats en de groote Werkgever. Departiculiere arbeid moet ophouden; het moet alles Staatsarbeidworden. De Staat is verplicht, allen arbeid te onteigenen. De Staatmoet aan allen werk geven en het werk onder allen verdeelen. DeStaat moet daartoe over alles beschikken. Alle bezitting moetStaatsbezitting zijn. De Staat moet alleen eigenaar zijn van alles.De Staat alleen moet over het leven der „menschelijke gemeenschap"beschikken. De Staat alleen moet heel de „samenleving" regelen,

Inelkaar zetten, exploiteeren, onderhouden. Niet alleen arbeid eneigendom, maar alle levensfuncties, alle levenskringen, moeten naarhetzelfde „recht", waarmee de Staat zich van den arbeidskringmeester maakt, door den Staat worden ingericht en onteigend. Hetzijn dan geen kringen meer, het zijn Staatsvakken, stukken Staat.Dit geldt natuurlijk ook voor de „Kerk". Met een Vrije Kerk bovenalis de absolute Staat onbestaanbaar; en hij is onbestaanbaar met devrijheid der conscientie. Zoo moet dan de Staat de albeschikkeren albezitter van het menschelijke leven, van het uitwendigeen van het innerlijke leven worden, en met alle menschen en metalle leven doen, wat hij wil. Dit is het consequente Staatssocialisme,dat zonder revolutie door de voorste Liberalen als toekomstbeeldgegeven wordt, en zoo velen bekoort 1).

1 ) De Sociaal-Democraten willen van het Staatssocialisme niets weten. Ophet Congres te Berlijn in 1892 verwierp de Duitsche Soc. Dem. Arbeiderspartijuitdrukkelijk het Staatssocialisme, waarheen Von Vollmar eenige voeling scheente hebben. Met algemeene stemmen besloot het Congres: „De algemeene ver-„gadering verklaart, dat de Sociaal-Democratie met het zoogenaamde Staats-socialisme niets gemeen heeft. Dat stelsel wil, zoover het met de uitbreiding der

„staatsbemoeiing fiscale doeleinden najaagt, den Staat in de plaats zetten der

Page 159: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

108 DE STAAT

Het is voor het vraagstuk der vrijmaking van den Arbeid nietslechts de vraag, welke gevaren hier van de naturalistische staats-

„kapitalisten en hem de macht toekennen, het arbeidende volk het dubbele juk der„economische onderdrukking en der staatkundige slavernij op te leggen. Het zoo-„genaamde Staatssocialisme, zoover het zich met maatschappelijke hervorming„of verbetering van den toestand der arbeidende klasse bemoeit, is een stelsel van„halfslachtigheden, dat zijn ontstaan aan vrees voor Sociaal-Democratie heeft te„danken. Het heeft ten doel, door kleine concessiën en verschillende palliatieven,de arbeidende klasse van de Sociaal-democratie te vervreemden en deze daar-,.door vleugellam te maken. De Sociaal-Democratie heeft het nooit versmaad,„zulke maatregelen van staatswege uit te lokken, of — als zij van een anderen„kant waren uitgegaan, — te steunen, welke onder het tegenwoordige economische„stelsel verheffing van den toestand der arbeidende klasse zouden kunnen be-,werken. Zij beschouwt echter dergelijke maatregelen slechts als geringe be-.,talingen op afslag, welke haar streven naar den nieuwen vorm van Staat en,Maatschappij nimmer op een dwaalspoor mogen brengen. De Sociaal-Democratie,is uit haren aard revolutionair, het Statssocialisme conservatief.

Sociaal-Demo-cratie en Staatssocialisme zijn onverzoenlijke tegenstellingen." ZieG.vonVoll--nar. Liber Staatssocialismus 1892; en Protokoll 1892, p. 173 v.v.

Zoo is het. De Sociaal-Democratie wil omverwerping van den Staat en belooftIan de heerschappij der arbeidende klasse. Het Staatssocialisme wil tot denslmachtigen Staat komen en belooft daarbij ontkoming aan het Kapitaal, en inSet einde absolute exploiteering van heel den Arbeid en van heel het leven doorlet absolute Kapitaal, waarover de Staat door de wet beschikt. Beide verwoestenhet leven en werpen het in de gevangenis. Wie zal de Grootcipier kunnen zijn inlie Gevangenis? een enkele Napoleon of Bismarck misschien voor een tijd; enIan, als die reus gevallen is?....

Wetenschappelijk voorstander van het Staatssocialisme was vooral R o d b e r-u s J a g e t z o w 1805-1 . 875; zie M r. H. P. G. Q u a c k, De Socialisten,

Dl. IV, p. 71-252. Zie ook D r. A. S c h f fl e, De Quintessens van het Socia-lisme, vert. door M r. A. Br o e d e l e t.

De Socialist, die het meest gevoelde voor de organische organiseering van denArbeid was Karl Marl o, 1810-1865. Zijn werk trok eerst na zijn doodaandacht. Hij wil beslist op Christelijken grondslag bouwen en bedoelt de ver-wezenlijking van de Christelijk-Germaansche gedachte in den Arbeid. Toch is hijsocialist in mechanischen zin, of liever Staatsassocialist. De Staat moet denieuwe levensmacht, industrie, leiden. Wel wil Mario, dat de industrieele gemeen-schap opkomt naar den ethischen Chrstelijken regel: „hebt uw naasten lief alsuzelf," maar zijn liefde is gedwongen, wettisch, mechanisch, dood. Hij verwerpthet Monopolisme, het Liberalisme, het Communisme, in den Arbeid en kiest voorhet Federalisme. Maar het geheele kader voor den georganiseerden Arbeid moetde Staat ontwerpen en in een Werkorde vastzetten, waarin dan de arbeids-

Page 160: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE STAAT 109

idee dreigen, maar ook, hoe naar Christelijke Sociale Antirevolu-tionaire beginselen over den Staat moet worden geoordeeld, enwat naar die beginselen van den Staat voor de vrijmaking van denArbeid verwacht en gevraagd moet worden.

„Staat", als gemeenschap, drukt allereerst een organisch begripuit. Het is de naam, die oudtijds aan een groep burgers gegevenwerd, die door gelijkheid van oorsprong, van ambt of levenspositie,gemeenschap hadden van levensbelang, één levensgroep vormden,en daarin een eigen vrijheid, levensrecht en levenstaak hadden, eenstand. De naam is te herkennen in „Staten van Holland" en„Staten-Generaal." Als zoodanige „Staten" of „Stenden" werdenoudtijds erkend de Adel 1), de Geestelijkheid en de Steden 2), enzouden thans b. v. ook te erkennen zijn, de Wetenschap, de Arbeid,de Landbouw, de Handel enz. 3) , de organische levensgroepen inhet maatschappelijke nationale burgerleven. De Staten zijn de orga-

associaties zich (mechanisch) formeeren. Zoo wordt de organiseering van denArbeid een mechanische construeering. Het organisch gezag en het Overheids-gezag zijn andersoortig. Mario heeft dan ook den weg tot vrijmaking van denArbeid niet ontdekt. Het wezen van de Christelijk-Germaansche gedachte bleefhem verborgen; hij drong niet door tot het licht van het Woord Gods, dat nietslechts de liefde tot den naaste als wet predikt, maar haar organische formeeringin de gemeenschap door Gods genade, ook wat haar natuurlijke gestalte aangaatdoor algemeen genade, ontdekt, onder het schild der Majesteit Gods. Gezag envrijheid, Overheid en menschenleven, komen daardoor tot hun (andersoortig)recht. En in de organische gemeenschap werkt een eigen gezag. Zie over Marl oM r. Q u a c k, Dl. IV, p. 1-70. Ook Pr o u d h o n, 1809-1865, sprak vanFederalisme. Hij was echter naar zijn besliste verklaring Anarchist. Zie Qua c k,III, p. 635-752.

1) De Adel; dat waren oudtijds de grondbezitters.2) De Steden; dat waren oudtijds de kringen van den Arbeid, uit de organische

groepen der Gilden gevormd.3) Tenzij men onder de Kerk in Roomschen of Lutherschen zin „de geeste-

lijkheid" of „het heilsinstituut" verstaat, is de Kerk niet een afzonderlijke standof groep in het burgerleven; wel een gemeenschap, die ook voor het nationale enmenschelijke leven bestaat, in dat leven een eigen recht, en voor dat leven eeneigen roeping heeft, en aan welke dan ook een eigen plaats in dat leven moettvorden toegekend, om in vrijheid haar goddelijke roeping in belijden, getuigen,prediken, en in het werk der barmhartigheid te volbrengen.

Page 161: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

110 DE STAAT

nische concentreeringen van het menschelijke gemeenschapslevenin een volk. (Dr. A. K. u y p e r, Ons Program 2e druk, p. 181 v. v.)De levensgemeenschappen, die één der publieke levensfunctiënvertegenwoordigen, zijn voor het nationale leven Staten, voor zoo-veel ze in vrijheid naar eigen organisch recht publiek, en door eenerkennende handeling van het Overheidsgezag, in hun afzonderlijkeorganische eenheid uitkomen in het volksleven. Zij geven samenhet beeld van het ontwikkelde maatschappelijke volksleven in zijndoor het Overheidsgezag naar het recht afgepaalde openbaring.Maar het volk komt ook in zijn geheele georganiseerde maatschap-pelijke en nationale gemeenschapsleven als volk uit. Zoo komt hetuit voor de Overheid, en weer door het perk, dat de Overheids-souvereiniteit als nationaal rechtsperk doet bestaan. En zoo is erook een Staat, die het geconcentreerde maatschappelijk en politiekgeorganiseerde en onder het gezag der Overheid staande Volk is.Het volk :is als Staat van de Overheid onderscheiden. Het volk alsStaat heeft geen Overheidsmacht, maar is de natie in haar éénegeorganiseerde gemeenschapsstaatsleven, waarin de afzonderlijkelevensgroepen weer in organische gemeenschap met eigen organischrecht en vrijheid binnen eigen palen uitkomen. De Overheidsmachtkomt dan ook allerminst uit dien volksstaat voort. Zij is van Goden wordt bij de gratie Gods geoefend. Maar de Overheidsmacht,al is zij geen organische macht maar dwingende souvereiniteit Godsom der zonde wil, staat toch in organische betrekking met denvolksstaat, gelijk de drager van de kroon met het leven van hetvolk. Gelijk Christus, de Gezalfde Gods, één is met Zijn volk,nochtans niet Koning is door dat Volk maar over en voor dat Volk.Ja, het Volk van Christus is „volk" door den Koning, niet deKoning koning door het Volk. Zoo is de Overheid van een volkniet souverein door dat volk, door den volksstaat, maar heeft juistde Staat als staat zijn ordineering door het optreden en de gezags-oefening der Overheid, door de oefening der souvereiniteit. In zijnafzonderlijke organische kringen en in zijn ééne gemeenschapslevenmag het volk spontaan uitkomen (nochtans ook daar onder en dooreigen organische gezags- en rechtsordening) ; maar als volksstaatkan het niet uitkomen dan door het optreden van de Overheid, die

Page 162: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE STAAT 111

met goddelijk gezag bekleed is, en die krachtens dat goddelijk gezagdwingende macht over het volk heeft, de wet stelt, belasting vor-dert, het recht spreekt, straft, en opvordert tot den krijg. Zoo isdus wel organisch de Overheid het Hoofd van den Staat; zij isechter niet Overheid krachtens organisch recht maar krachtensgoddelijk gezag, dat van Godswege in de conscientiën der menscheneen zedelijken rechtsband heeft. De Overheid heeft bij de gratieGods en als Hoofd van den Staat de roeping, om het volk te re-geeren, de wet te geven en recht te oefenen, en het volk in zijnparticulier, in zijn organisch gegroepeerd, en in zijn Staatsleven,tot zijn recht te laten komen. Maar ze is naar zedelijk recht ge-houden, om dit te doen in overleg met het volk; en naar goddelijkrecht heeft ze in haar machtsoefening het menschelijke leven teeeren, te helpen, en, met eerbiediging van het eigen levensrecht.voor zooveel het publieke leven vordert af te palen. Zij heeft datmenschelijke leven te eeren en te helpen, ook in het organischegemeenschapsleven, voor zooveel het beklemd raakt, geen uitwegvindt, bevrijding behoeft, uitwendig gered moet worden van denondergang. Zij heeft met eerbiediging van dat leven en mede tendienste van dat leven, als Gods dienaresse, maar daarom ook binnende grenzen van haar macht, het recht door de wet te bestellen ennaar de wet met de dwingende macht van het zwaard uit teoefenen 1).

De vertegenwoordiging der natie en haar uitkomen als Staatonder de Overheid in vertegenwoordigende lichamen, tot aanrakingen overleg met de Overheid, is hier een zedelijk recht van het volk,en tegelijk een behoefte voor de Overheid, die als Gods dienaressehet volk onder het schild des gezags in zijn vrijheid en zijn rechtzal doen bloeien. Die vertegenwoordiging is tweeërlei. Al mijdenwe liefst mechanische beelden voor organische verhoudingen, Dr.Kuyper gebruikt hier een schoon en sprekend beeld, dat veelverklaart. (Ons Program p. 192). Het stoomschip heeft een schroefen een roer; de stoom werkt uit de machinekamer op de schroef en

1 ) Genesis 9 : 5, 6; Romeinen 13 : 1-7; 1 Petrus 1 : 13-17; Titus 3 : 1;Mattheus 22 : 21.

Page 163: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

112 DE STAAT

doet het schip zich krachtig voortbewegen door de golven; maar dehand des stuurmans houdt het roer en geeft aan de vaart de rich-ting. Ook het volksleven moet zich krachtig laten gelden in dewereld; dat leven komt maatschappelijk op in de organische levens-roepen, in de publiek afgepaalde en erkende volksstaten; en de

Overheid behoeft dus een Maatschappelijke Vertegenwoordigingvan het volk in zijn Staten, een Kamer der Vertegenwoordigersvan den georganiseerden Arbeid, van den Handel, van den Land-bouw, van het Kapitaal, van de Wetenschap, enz., vertegenwoor-digers door en uit die organische groepen gekozen, om samen debelangen der ééne maatschappelijke organische volksgemeenschapvoor te staan. Maar het volksleven worstelt niet alleen om hetbestaan, om levensactie in het particuliere goddelijke beroep en inde maatschappelijke gemeenschap als volk, het worstelt ook uit eenlevensbeginsel om het menschelijk leven als zoodanig, om zijn bandaan God en Zijn Woord, om de levensrichting, om zijn stand alsvolk onder de volkeren. Daarom behoeven Overheid en volk ookeen Vertegenwoordiging van het volk in een Politieke Kamer, wierleden door het volk in zijn politieke, nochtans evenzeer organischegroepeering, liefst door het stemrecht der gezinshoofden, gekozenwordt. Zoo staat het volk in zijn Staten-Generaal als Staat voorde Overheid; de Overheid is van dien Staat het organische enformeerende Hoofd; en zij heeft over den Staat goddelijk gezag;

zij draagt het zwaard.Niet naar Staatsabsolutisme, niet naar een Arbeidsoverheid, veel

minder naar Staatssocialisme hebben we daarom te staan. We heb-ben de Overheid als Gods dienaresse in de handhaving en uit-oefening van het gezag en het recht en daarom in het geven vande wet voor het volksleven te erkennen. Maar wij hebben ook tevorderen, dat de Overheid het volk in zijn rechten en vr ijhedeneere; zij zal het leven niet in boeien slaan; slechts het bloed zalzij door haar macht wreken, het vrij maken door het recht; hetkwaad zal zij straffen . ; de wet zal zij stellen voor vrijheid en voorrecht in het particuliere en in het gemeenschapsleven; maar hetleven zal zij vrij in zijn eigen organische vorming en groepeeringen,in nering en bedrijf, laten werken en uitkomen, en de Souvereiniteit

Page 164: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE STAAT 113

in eigen kring zal zij eerbiedigen. Wij hebben te staan naar eenvrijen Staat, door geen enkele levensgroep overheerd, onder hetgoddelijk gezag der Overheid; naar een wetgeving en rechtsbe-deeling, die de menschelijke levensgemeenschap in de natie publiekorganisch laat uitkomen en in vrijheid laat bloeien; naar een orga-nisch-politieke, maar ook naar een organisch-sociale Vertegen-woordiging van het volk bij de Overheid. Maar daarom ook naareen vrije organische corporatieve publieke openbaring der nationalelevensfunctiën, naar een Vrije Kerk, een Vrije 'Wetenschap, eenVrije School, een Vrijen Arbeid, een Vrijen Handel, een VrijenLandbouw in den Vrijen nationalen Staat.

De vraag is nu, wat de Arbeid naar zedelijk recht, om tot vrijeorganiseering te komen, van de Overheid en daarmee van denStaat, ook van de Volksvertegenwoordiging, gelijk die thans be-staat, te vragen heeft. En wat de Overheid in dezen in de tegen-woordige omstandigheden op arbeidsterrein van Gods wege schul-dig is te doen en te laten.

Is het volk, in organische levenskringen opkomend, eerst volken Staat door het optreden en fungeeren der Overheid; gaat deuitwendig formeerende werking hier van het goddelijk Overheids-gezag uit; —de formeering van het volk als volk en Staat vangtniet pas aan, wanneer de maatschappelijke organiseering voltooidis. Neen, al komt het organische leven met zijn eigen recht envrijheid ook van onderen op, zijn verdere publieke formeering inhet volksorganisme valt met de vorming van het volksorganisme endaarom met de oefening der Overheidsfunctie samen. De Over-heid vindt dan ook niet in het volk een volledig georganiseerdmaatschappelijk leven, maar een worstelend organisch leven, datzich organiseert. Dat organische leven wordt in zijn organisatietelkens weer bedreigd. Het wordt in zijn groepen gedurig weerbeklemd en het dreigt de persoonlijke levensvrijheid, het persoon-lijke levensrecht zelf te beklemmen. Het moet in zijn organischrecht en vrijheid telkens weer opgeholpen of staande gehoudenworden. Het dreigt telkens weer, nu hier, dan daar, in desorgani-satie te geraken. Maar dat organische leven moet zich ook telkens

11

Page 165: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

114 DE STAAT

weer in zijn organische vormen verbreeden en vernieuwen naar debedeeling der tijden. Kan het volk nooit de Kerk van Christusmissen, om waarlijk als vrij volk tot Gods eer te ontluiken, teontwikkelen en te bloeien; kan het nooit de Wetenschap en deSchool missen; kan het nooit den Arbeid missen; — het kan ooknooit de Overheidsfunctie in wetgeving en rechtsbedeeling missen.En die onmisbaarheid van de Overheid geldt niet alleen de hand-having van vrijheid en recht in de volksgemeenschap, in de volks-groepeering, in de organiseering der gemeenschapskringen, maarzij geldt ook het particuliere menschelijke leven in de organischelevensgemeenschap. Zal in ons zondig geslacht het leven in zijnrecht en vrijheid geëerbiedigd worden, het persoonlijke leven ookin de gemeenschapskringen, waaruit het zich niet terug kan trekken,dan is niet alleen sterking van den levensband met God noodig,opdat het leven kan en wil; dan is noodig het Woord Gods, deReligie, de Kerk; dan zijn noodig de middelen der algemeene ge-nade, het Huis, de Arbeid, de Pers, de Wetenschap, de Vrije Ver-eeniging, de Staat als volksgemeenschap; maar dan is ook deOverheid noodig; dan is ook de wet noodig.

Krachtig, maar ook fijn en teeder, moet echter de Overheidshandhier zijn. Zij vooral moet de goddelijke palen tot in het fijnere levenweten te onderscheiden en te eerbiedigen. En daarom ook zich invelen onthouden.

De Vrijmaking van den Arbeid uit zijn beklemming, uit zijntegenwoordigen, naar zedelijk recht onverdedigbaren en onhoud-baren toestand, legt haar eischen ook voor de conscientie der Over-heid. De tegenwoordige toestand in den Arbeid, en de gevolgenvan dien toestand voor heel het volksleven, doen ook voor deOverheid zeer ernstige bezwaren en gevaren uitkomen. Die toestandroept ook de Overheid tot handelen. Maar hij maakt tegelijk elkehandeling en heel de vraag van doen en laten, bijzonder voor deOverheid, zeer ernstig en uiterst moeielijk.

Er moeten bij de tegenwoordige verhoudingen allereerst weloogenblikkelijke maatregelen worden getroffen, om in den nood-stand tijdelijk hulp te bieden. Er moet een weg zijn, om den arme,die geen werk, geen brood, geen huis en geen helper heeft noch

Page 166: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE STAAT 115

vinden kan, te helpen, opdat hij niet omkome. Er moeten wegenshet ontbreken van rechtsconstitutie in den Arbeid maatregelen ge-troffen worden, om vrouwen en kinderen, maar ook mannen, tegende exploitatiezucht in den Arbeid te beschermen; om den Arbeidte verplichten, verzorging van den getroffene bij ongeval aan deWerklieden te waarborgen; om voor den oude, die door den Arbeidals versleten kan worden losgelaten en zonder brood in zijn ouder-dom kan worden weggezonden, dat brood, dat hem immers van zijnArbeid toekomt, door den Arbeid bij acte te doen verzekeren; ermoet overwogen worden, in hoeverre de schatkist van den Staathier een gave in den noodtoestand mag en moet toereiken, als brugom de verzekering naar recht in den Arbeid tot stand te doenkomen; en zooveel meer.

De noodzakelijkheid der overweging van dergelijke vraagstukkenspringt voor de Overheid in het oog. Maar de gevaren, die dezeoverweging meebrengen, moeten daarbij wel zeer nauwgezet onder-scheiden worden. Nooit mag vergeten worden, dat het hier voor-ziening in noodstand geldt; en dat de Staat niet de Arbeidsgemeen-schap is, noch ook in de Arbeidsgemeenschap het eigen recht derorganische gemeenschap mag schenden.

Hoe licht wordt door dergelijke maatregelen het volksbewustzijnen het volksleven in verkeerde richting geleid en ontwikkeld! Hiergeldt de wacht, door het schoone woord van D r. K u y p e r inOns Program, p. 365 uitgezet: „bescherming" niet „regeling",van het leven en de levensverhoudingen. 1) Zoo velen, ook onderde Christenen denken thans reeds, dat de Overheid, in plaats vantwee partijen tot het doen van recht tegenover elkaar te dwingen,

1 ) Heel het Antirevolutionair program is van dit beginsel doortrokken, en inhet voortreffelijk boek van D r. A. K u y p e r, Ons Program, is dit program ont-sloten en de uitwerking van het beginsel in het licht gesteld. Bladzij na bladzijzou zijn af te schrijven, waarvan elke regel de antirevolutionaire Schriftuurlijkegedachte van de roeping der Overheid voor het georganiseerde leven, dat ineigen vrijheid en recht moet bloeien, lichtend doet uitkomen. Men bestudeere tochdit werk bij voortduring, en denke zich de vraagstukken naar het zuivere beginselin; maar werke ook de vraagstukken naar dit beginsel uit. Ook het werk vanJhr. M r. A. F. de S a v o r n i n L o h m a n, Gezag en Vrijheid, blijft hier eenlicht op den kandelaar.

Page 167: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

16 DE STAAT

moet voorzien in de behoeften der menschen, en die voorzieningSwingend moet regelen door verzekering. Daar volgt dan een stelseluit, waarbij de algemeene vraag: hoe verzekert een mensch het bestde regelmatige verzorging van iemands leven en van diens gezin?in honderd vragen uiteengaat, wier beantwoording in een heelstelsel van wetgeving moet worden omgezet, om door de wet devan Staatswege verplichte verzekering van het leven der burgerstegen allerlei gevaar en bezwaar dwingend te regelen. Alsof assu-rantie niet, even goed als koopen en huren, in de zorg voor uzelfen voor uw gezin een persoonlijke handeling ware, waartoe gijzelfnaar eigen verantwoordelijkheid, naar eigen conscientie moet be-slissen, zonder aan de Overheid hiervan eenige rekenschap schuldigte zijn! Het geroep om een helper in den noodstand dringt zoo metkrachtigen drang Overheid en wetgeving in het spoor van hetonrecht, in het tyrannieke spoor van het Staatsabsolutisme en vanhet Staatssocialisme. De enkele doorn in het vleesch, die in vaccine-dwang en leerdwang ons volk van vrije burgers zoo gevoelig steekt,wordt dan een doornbosch, waarin we moeten wonen. Dan vordertde wet niet alleen den terugkeer tot de verzaakte zedelijke ver-plichting der partijen in den Arbeid om zelf in ongeval en ouder-dom door tijdige rechtsverzekering te voorzien; maar zij regeltuw leven als Werkman, neen, als burger, als mensch, als man, alsechtgenoot en vader; zij dwingt u in uw arbeidsverhoudingen tehandelen naar de wet, en zij dwingt u uw particulier menschelijkleven door de wet te laten regelen. Zij dwingt u uw gezin te ver-zekeren tegen ziekte; uw vrouw tegen nood bij bevalling; uw huisen goed tegen brand, storm en inbraak; uw brood tegen werkeloos-heid; uw leven tegen den noodstand bij uw dood; en zoo voort.Waar tegen niet? En waar is voor den Overheidsdwang in hetparticuliere leven de grens? Waar zal de grens zijn voor denvolksdrang en voor het opbieden bij verkiezingen, tot voorzieningdoor den Overheidsdwang in den levensnood, en immers daarnaen daarbij tot beslissing door Overheidsdwang, wie de kosten voorde honderdvoudige verzekering zal hebben te dragen? En dat temeer naarmate niet slechts de stembusbeslissing den zenuw derkracht tot eigen initiatief verzwakt, maar ook de Overheidsbemoeiing

Page 168: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE STAAT 117

almeer de energie, die God in het leven doet opkomen, breekt.Waar zal de grens zijn voor den drang, om door den dwang der

Overheid, neen, door den dwang van den parlementairen Staat,door den dwang der politieke Partij, over het menschelijke leven tebeschikken? Moet het kind, dat geboren zal worden, niet doorOverheidsdwang, door de wet, worden verzekerd? het accouche-ment en het bakeren, moeten ze daartoe niet door de dwingendewet worden geregeld? Moeten de voeding, de ligging en het kleedvoor de kinderen, heel de geneeskundige dienst in uw gezin, maarook het vaderschap en het moederschap, uw wonen en eten, nietdoor den dwingenden Staat gereglementeerd worden bij de wet?En niet slechts wordt de Overheid hier gedrongen in de richtingder dwingende overheersching van het leven van den Werkman,tot in de kleinste bijzonderheden, waaruit nood voor die „minderemenschen" en zoo ook immers voor de „betere burgers" zou kunnenvolgen; maar de Overheid heeft dan, in plaats van recht in denArbeid te scheppen, zich juist aan den Werkman vergrepen alsvrijen burger, als mensch; en zij heeft daarmee in beginsel het vrijeburgerleven onteigend voor de Staatsgemeenschap. De consequentievoor de andere menschen ligt immers voor de hand en wordt eeneisch van het stelsel, waardoor niet slechts over hun werk en beursmoet worden beschikt, maar ook over hun vrijheid en persoonlijkleven; een eisch ook bij toeneming van voorziening in hun nood.Zoo het eenmaal om dwingende voorziening in dreigenden levens-nood gaat en daardoor tot dwingende regeliog van het leven komtdoor de wet, waar zou naar billijkheid de grens kunnen zijn, dieden éénen mensch voor de Overheid van den anderen scheidt?Waar zou de grens zijn, die de vrijheid aan den éénen mensch inden éénen kring waarborgt, terwijl die vrijheid aan den anderenmensch in den anderen kring ontnomen wordt? En waar zou degrens zijn, die de dwingende voorziening door de wet voor denéénen mensch billijk maakt en aan den anderen mensch ontzegt?Moet de Overheid het leven van den Werkman en zijn gezinsledenin de Staatsgemeenschap door dwingende wet verzekeren, waaromniet het leven, het gezin, van den Werkgever, van den Onderwijzer,van den Winkelier, van den Predikant, het onderhoud en het leven

Page 169: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

18 DE STAAT

vooral van de Ongehuwde Vrouw, en immers van alle menschen?En waarom alleen het pensioen en het bijzondere, willekeurig uit-gekozen noodgevaar? Is het leven niet altijd in gevaar? Kan eenmensch in het volksgedrang wel zelf voor de zekerheid en veilig-heid van zijn leven zorgen? Is ieder mensch in zijn vrijheid ook nieteen gevaar voor den Staat? Mag iemand zoo maar geboren worden?In de samenleving verschijnen? Een vak kiezen? Trouwen? In zijneigen huis ziek zijn? enz. En waar de paden der vrijheid zoo toe-gemuurd worden door de Overheid, is zij niet verplicht, om dezorg voor het leven, dat zijn eigen weg niet meer mag zoeken, overte nemen? Heeft de mensch alleen in zijn ouderdom zekerheid noodigvoor brood? moet de Overheid niet met de pensioenen de dwingendezorg voor de traktementen op zich nemen, en de dwingende zorgvoor werk? Moet de Overheid niet heel het leven dwingend regelen,arbeid en bezitting verdeelen, daar toch al het stukwerk hier lap-werk is? Moet de Overheid daarom niet heel het leven onteigenenen nieuw dwingend recht scheppen door de wet? Kan, mag, indienimmers de Overheid geroepen is, om het leven te verzekeren, devrijheid wel bestaan? Moet niet noodzakelijk, uit nood, door dewet alle vrijheid worden teniet gedaan? Bijzonder en allereerst devrijheid der organische levenskringen, die voor een Staat, welkehet leven regelt, ondragelijk en onmogelijk zijn! Met den Staat, dieals „de gemeenschap" over het burgerleven beschikt en het „recht"voor het burgerleven schept door de wet, zijn de rechten en vrij-heden der burgers onbestaanbaar. Waarom zou de Overheid alleenin den Arbeidskring dwingend ingrijpen? De vrije Scholen, zekonden aanvankelijk zonder dwang, gelijk alle instellingen, die voorhet volksleven onmisbaar zijn en toch in vrijheid moeten leven,gesubsidieerd worden: die subsidie kon, waar het noodig blijkt,worden gebonden aan bepalingen, die aan de onderwijzers behoor-lijke salariëering en pensioneering door hun Schoolvereeniging waar-

borgen. Maar waarom zou de Overheid niet liever, veel secuurder,dwingend regelend in de vrije Scholen ingrijpen, door zelf deonderwijzers te pensioneeren, en te salarieeren? Waarom zou ze,waar ze immers dwingend zorgen en regelen moet, wel niet voor,maar juist in de gemeenschap der vrije School de vrijheid niet

Page 170: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE STAAT 119

terugdringen en zoo die vrijheid innerlijk dooden? Waarom zou deArbeid dwingend worden gebonden, maar Landbouw en Handelen Scheepvaart en Wetenschap in hun kring worden vrijgelaten?Leven er in en voor en van de Kerk geen menschen? en zouden dannaar den nieuwen rechtsregel de menschen, die in en door de Kerkhun brood vinden, van de dwingende levensverzekering, en daaromvan de dwingende levensregeling door de Overheid worden uit-gesloten? Met welk recht? Neen, de consequentie vordert hier, ookal laat de Overheid de uitwendige vrijheid van den kring nog everstaan, de dooding der vrijheid in elken kring.

Alle wegen loopen zoo naar het Staatsabsolutisme, naar hetStaatssocialisme. Dat is: alle wegen loopen zoo naar de vernietigingvan heel het vrije burgerleven, van heel het vrije leven voor God;van het vrije leven naar het eigen recht, dat we als menschen Godsop Zijn Aarde van onze God en Schepper ontvingen. Alle wegenloopen hier naar de vernietiging van de vrijheid van het

menschelijke leven door den despotieken Staat; naar de vernietigingvande vrijheid der conscientie 1) .

En ware dan nog maar de despoot een monarch! Neen, maar allewegen loopen hier naar de beslissing over heel het leven door deindividualistische stembus, en naar de volksverkankering in denwoedenden parlementairen en politieken strijd niet om vrijheid enrecht, maar om de despotieke beschikking over alle goed en alleleven; een strijd, die, als het oordeel over de schending derHeilige ordinantiën Gods, door een allerontzettendste ontplotfing

1 ) De consequentie, waarnaar de drijving van den tijd ondanks den vrij-heidshartstocht dringt, is de oude despotieke regeeringsvorm, die over het men-schelijke leven naar willekeur beschikt. De Sociaal-Democratie is slechts één dervormen van die despotieke machtsheerschappij. Tegenover die allen staat hetAnarchisme, dat de despotieke losbandigheid voorstaat. Eisch der Christelijkebeschaving is, dat de Overheid regeere over een zich vrij ontwikkelend volk.Meer kan zij ook niet, zoo ze niet een tyran wil worden. Zij kan niet alles wetenen doen. Neen, het vrije leven naar eigen recht en roeping en ordening, onder denscepter der Overheid, is alleen met de Christelijke beschaving vereenigbaar. Datvrije leven moet voor de Maatschappelijke Staatsgemeenschap, die thans breedereverhoudingen in het belang van heel het vrije volk behoeft, zelf overleggen metde Overheid door Organische Vertegenwoordiging.

Page 171: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

120 DE STAAT

bij de vernietiging van alle goddelijk gezag en van alle menschelijkevrijheid moet eindigen in een helsche revolutie, in de afschuwelijksteAnarchie, waarbij wat Bakounin en Kropotkin door de dadelijkeparticuliere vernietiging aller banden beloven, een hemelsch paradijszou zijn.

Men spare de Overheid, men spare het volk, men spare het gezagen de vrijheid, door dezen weg te ontwijken in het thans nog openspoor der ordinantiën. Gods! De Overheidsreglementeering heeftde Kerk der Hervorming bedorven en verwoest; en in benauwendenstrijd van nu een eeuw lang, onder de onaandoenlijkheid der Over-heid voor dezen nood, ontkomt deze Kerk slechts zeer ten deele endaarom o zoo gebrekkig op het pad der vrijheid, gelukkig nog zonderdwingende wet, — zij het dan met achterlating van haar kleed. DeOverheid heeft het Hooger en Lager Onderwijs door haar regelingbedorven en het volk er ongelukkig door gemaakt; het tegengestaan,gebonden en ontkracht in zijn strijd voor zijn goddelijke roeping,in de opvoeding van zijn kinderen, in de vorming van zijn mannenvoor de nieuwe eeuw. Is het niet genoeg?

Maar de dageraad der vrijheid is immers gekomen door het vrijeinitiatief? In de Vrije Vereeniging, de Vrije Pers, de Vrije School,de Vrije Kerk, de Vrije Universiteit. Niet als particuliere liefhebberij,maar als publieke belichaming van het zedelijke organische beginselvoor het vrije organische gemeenschapsleven in het vrije volk. Alspublieke belichaming van het recht der souvereiniteit in eigen kringbij de gratie Gods. Onder de uitdrukkelijke erkenning der Overheidals Gods dienaresse, niet wat de beschikking over het leven, maarwat het regeeren van land en volk aangaat. Dat beginsel is hetware beginsel voor het leven van heel de natie, voor de vrije werkingvan het eigen initiatief in heel het volksleven op stoffelijk en gees-telijk levensterrein; geen dwingende regeling van Huis en Kerk,van School en Universiteit, van de Handels- en de Arbeidsgemeen-schap door de Overheid, — maar de Vrije Kerk, de Vrije School,de Vrije Universiteit, de Vrije Arbeid, het Vrije Gezin voor heelde natie; in de Vrije organische Staatsgemeenschap; en onder degezagsoefening en de rechtsbedeeling, die aan de Overheid bij degratie Gods over land en volk is toebetrouwd.

Page 172: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE STAAT 121

De Overheid moet land en volk regeeren, niet het vrije mensche-lijke leven reglementeeren; ook niet het vrije menschelijke gemeen-schapsleven. De Overheid keere daarom juist in ijver voor de vrij-heid en het recht van het organische volksleven, het gevaar voorstaatsreglementeering van den Arbeid van ons volk af. Zij dringein den arbeidskring, gelijk in elken organischen levenskring, alleenin den uitersten nood door huiszoeking in; als het leven in nood is;en zij doe dan, wat die nood voor het oogenblik onafwijsbaarvan haar dwingende macht vordert; zij doe dan datgene,waartoe die nood haar naar haar goddelijke roeping verplicht.Maar zij onthoude zich zooveel mogelijk van alle dwingenderegeling van het leven door de wet. Zij hebbe de vrijheidlief. Ze redde het leven zoo mogelijk naar haar koninklijke roepinguit de beklemming. Zij bescherme het bedreigde leven even methaar schild. Zij vordere voor het leven plaats en recht. Doch zijdrukke daarbij dan zelf de vrijheid van het leven onder haar schild,onder haar voet, niet dood. Neen, zij gunne het leven beschutting;maar daarbij lucht en verkwikking en ruimte, opdat het zich weerin vrijheid naar eigen organisch recht, naar eigen organische levens-kracht, bij de gratie Gods kan opheffen. Zelfs indien de Kerk zichaan hen, die door haar barmhartigheid moeten worden opgericht,onbarmhartig bezondigt, hun zedelijk menschenrecht schendt enrooft, door hen buiten onbetwistbare noodzaak tot gestichtsbandente verplichten, hun spijze en hun kleed te kiezen, — zoo hoede zichtoch de Overheid, als Gods dienaresse, dat zij niet willekeurigover het recht en de vrijheid in het menschelijke leven beschikke.Zij zette slechts de palen des rechts, opdat de vrijheid en hetrecht van het leven onder de wacht van haar zwaard beveiligd zij,en het leven in eigen organische vormen kan opbloeien tot eervan God. 1)

1 ) Hiermee is het recht der Overheid niet ontkend, om te onteigenen enwerkzaamheden, die heel het volksleven en dus het maatschappelijk Staatslevenaangaan, te regelen. Aanleggen van wegen, regeling van spoorwegen, post,telegraaf, enz. zijn juist eisch van vrijheid en recht voor het volksleven. Evengoed staatsregeling van geld, maten, publieke reinheid, publieken rustdag, keurvan waren, werk en woningen, enz. Volksbelangen, die om eenheid van verzorging

Page 173: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

122 DE STAAT

Dit wil dus volstrekt niet zeggen, dat de Overheid in de vrij-making van den Arbeid geen roeping heeft. Maar die roeping iseen zeer bepaalde en beperkte. In den noodstand bescherme deOverheid den zwakke door dwingend recht, zonder zich van denbeschermde meester te maken of harerzijds zich aan de verkortingvan zijn recht en vrijheid te bezondigen. Zij bescherme tegen mis-bruik, verwaarloozing, en levensgevaar de menschen, die in denArbeid leven en dus ook van den Arbeid leven moeten. Maar zijverplichtte daartoe, als dwingende noodmaatregel, den Arbeid zelfmet krachtige hand tot voorziening en regeling door beschrevenrecht. Wetenschap en volksschool kunnen hun levensbrood voors-hands niet in eigen kring gewinnen en behooren daarom, waar zeheel het volk baten en voor het volksleven onmisbaar zijn, ook doorde landskas te worden gesterkt, liefst, om de vrijheid en het recht,in den vorm van subsidie voor alle inrichtingen van Hooger enLager Onderwijs, die hun bestaansrecht voor het volk bewijzen enin eigen levens- en rechtsordening publiek volgens de wet erkendzijn. Maar voorts late of make de Overheid alle Hoogere en LagereScholen vrij in handen van eigen corporaties, die aan de te stellenwaarborgen voldoen. Z66 kunnen ook andere levenskringen subsidiebehoeven. En de Kerk kome tot volledige vrijheid, onder waarbor-ging van wat zij uit de landskas naar recht te vorderen heeft of totheden naar verjaard recht genoot. Maar de Arbeid wint het brooden vormt rijkdom, zoo hij slechts vrij is; en de Arbeid wordt danook gezegend, zoo hij tot rechtsoefening in eigen kring tegenoveral de leden van zijn gemeenschap gedrongen wordt door de vorde-ring der Overheid, dat de Arbeid zelf door rechtsregeling in denoodgevallen uit eigen middelen voorzie en zijn regeling onder denijk brenge van het hoogere recht. Landsgeld voor den nijverenwerkman zij hooge uitzondering; hij ontvange, wat hem toekomt,zijn eerlijk verdiend brood van den Arbeid.

Zoo reeds wordt de Arbeid tot eigen initiatief verplicht; verplichttot een regeling, waarover de gerechtigden behoorlijk geregelde

voor heel de volksmaatschappij roepen, vragen om Staatswet en Overheids-handeling. Dit geldt voor licht en water. Ook niet voor den nationalen bodem?

Page 174: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE STAAT 123

inspraak en rechtspraak moeten kunnen vinden onder de wacht derOverheid. Die regeling zal niet aanstonds volmaakt zijn, maar watleeft in eigen rechtskring, vrij en beschermd, dat zal, zij hetworstelend, groeien.

Maar de Overheid kan meer doen. En zij moet meer doen. In deherstelling en regelmatige werking der zedelijke organische rechts-verhoudingen ligt voor den Arbeid de vrijmaking. De Overheidkan en moet hier ook het vrije initiatief prikkelen en verplichten,afgezien van den noodstand; of liever, wijl het ontbreken der regel-matig werkende rechtsverhoudingen zelf een noodstand, de nood-stand in den Arbeid, is. Niet door allerlei uitwendiger dwingendenband en regeling der Overheid wordt de Arbeid vrijgemaakt endus koninklijk geholpen. Juist niet. Maar door herstelling van deorganische gemeenschap naar zedelijk recht in eigen organischerechtsverhoudingen. De Arbeid moet dat werk zelf doen,dat is zijn menschelijke eere. De Arbeid woont niet in eeninvalidengesticht, maar is de man in zijn kracht. Hij moet zijn eigenleven regelen. En hij moet dat doen door samenwerking van zijnmenschen in de Bedrijfsgemeenschap; hij moet dat doen van uitden organischen rechtsband, die in het Bedrijf hoofd en leden ingemeenschap verbindt. Deze rechtsband is de overeenkomst tus-schen den Werkman en de Bedrijfsgemeenschap onder gezag enverantwoordelijkheid van het hoofd. En die band van het organischrecht in de vrije arbeidsgemeenschap is uitgedrukt in het Arbeids-contract. In het Arbeidscontract, waaruit de vrije organiseering vanden Arbeid naar zedelijk recht door organische rechtsbanden zichmoet ontwikkelen, ligt de sleutel, die den weg tot vrijmaking vanden Arbeid moet onsluiten; de vrije rechtsorganisatie van den Arbeidligt in nuce in het Arbeidscontract. Niet eerst de publieke wette-lijke regeling en n iet eerst de breede organiseering, maar eerstde zuivere bepaling van rechten in het Arbeidscontract is de be-hoefte van den Arbeid tot vrijmaking. Zoo moet dan de Overheidhet vrije initatief prikkelen door krachtige koninklijke hand, doorvordering dat de Arbeid zelf in het Arbeidscontract den weg totvrijmaking naar zedelijk recht zal inslaan. Hier moet de scepter bijgoddelijk gratie het verstervende lichaam van den Arbeid aan-

Page 175: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

124 DE STAAT

raken, -- en het zal levend worden. Tot de regeling van het Arbeids-contract kan de Overheid den Arbeid verplichten; ook hier hetvrije initiatief eerbiedigende, maar het tevens bindende tot vol-doening aan hooger recht. Zoo kan de Arbeid verplicht wordenbij de regeling van het Arbeidscontract niet slechts de waar-borging van voorziening tegen ongeval en ouderdom vast testellen, maar ook de vrije medewerking van de gecontracteerden inde ontwikkeling der rechtsverhoudingen in de Arbeidsgemeenschap;zoodat inderdaad en voortaan, bij de voortgaande ontwikkeling vanhet Contract, elke vast medewerkende man in den Arbeid zijn welgeregeld en beschermd recht tot inspraak hebbe. En dat recht vaninspraak, van spreken voor eigen vrijheid en recht, zoolang de bandaan een vast Bedrijf duurt, behoort ook in de breedere organiseeringvan den Arbeid, in de Vakgemeenschap, vastgesteld en geëerbiedigdte worden, gewaarborgd in hetzelfde Arbeidscontract. Onder diegewaarborgde organische rechtsoverlegging en beslissing van devrije mannen in hun Bedrijf en Vak kome zóó de vrije en voort-gaande organiseering van den Arbeid als organische gemeenschaptot stand. En deze georganiseerde Arbeid worde in zijn vrijheid enrecht, binnen de palen, die voor het recht in het corporatieve volks-en Staatsleven gelden, door de Overheid publiek erkend, doorde wet gewaarborgd en beschermd, en bij de Overheid vertegen-woordigd.

Voorts zorge de Overheid voor de palen, die heel den Arbeids-kring van rechtsaanmatiging in het volksleven buiten zijn grenzenmoet terughouden. En zij bescherme door haar palen dien kringweer tegen machtsaanmatiging van andere kringen. Ook, zoo noodig,tegen het Kapitaal. Opdat de Arbeid vrij zij in eiyen kring, en nietdoor woeker worde verteerd in zijn kracht en recht. Maar opdatbok de Arbeid niet door overmacht het recht van bezit schende ofvernietige.

Zeker is het, dat de vrijgemaakte Arbeid niet de zwakke, maarde sterke zal blijken, die eer de wacht bij zijn palen behoeft, dande opneming in een gesticht.

o

Page 176: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

VII.

VRIJ INITIATIEF.

Door vrij initiatief moet de Arbeid als georganiseerde mensche-lijke gemeenschap bestaan; door vrij initiatief niet slechts van éénof van enkelen, maar van allen, naar de mate van hun zedelijkrecht en van hun beteekenis in den Arbeid.

Door vrij initiatief moet de Arbeidsgemeenschap worden gefor-meerd. Door vrij initiatief moet zij uit haar vergruizeling herrijzen,als vrije organische gemeenschap met eigen recht. Door vrij initia-tief moet zij in de toekomst komen tot de volle vervulling van haarroeping.

Voor dat vrije initiatief zijn door Gods genade vele en machtigeelementen en krachten in ons tegenwoordige menschelijke leven,bepaald in de kringen van den Arbeid, en meer bepaald nog ookin de Werklieden aanwezig.

Maar de menschen, hoezeer meenende zich bewust te zijn, ver-staan hierin de goddelijke genade niet; en zij verstaan de vrijheidverkeerd.

Het Liberalisme eenerzijds en de absolute idee anderzijds heb-ben hun bewustzijn misleid. De revolutieidee, de godsdienstloozeschoolopvoeding, het ongeloof' in Wetenschap en Kerk, de Persen de Literatuur, de levensbeschouwing van den tijd, de wisselingder gedachten in gesprek en vereenigingen, de stelsels, in vijand-schap tegen God en gewaande liefde tot de menschen uitgedacht,de ongebreidelde en geprikkelde zelfzucht, hebben het zaad derreligie verstikt; de deur van het leven veelszins voor het Evangelievan Christus gesloten; de Kerk zelf in een hoek gedrongen engebroken in haar kracht; haar kennis van het Woord Gods ver-duisterd, en het vuur van haar ijver, van haar liefde voor God en

Page 177: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

126 VRIJ INITIATIEF

het menschelijke leven gedoofd. Zoo is de afval van God in hetleven en in de conscientiën groot geworden. De verachting, devijandschap, de lastering van God 'en Zijnen Christus, van ZijnWoord en genade gloeien in het leven. En het volk dreigt over-gegeven te worden in een verkeerden zin, om te doen de dingen,die niet betamen; in waanwijsheid dwaas te worden; tegen God enden Verlosser, tegen Zijn Woord en Wet, tegen Zijn genade enhet gezag zich door vrij initiatief te organiseeren; de menschelijk-heid te vertreden; troon en altaar omver te werpen; en het men-schelijke leven te vermoorden.

De bewuste kracht tot het vrije initiatief is er door Gods genade.Zij staat met een lichtkrans om de slapen in de victorie der uit-vindingen en ontdekkingen, die de beschikking geven over heel deaarde en over al haar schatten en krachten. De kracht tot het vrijeinitiatief bruischt in en door alle leven, dat in vrijheidsdorst ont-waakt. Zij zwelt en brandt als een onderaardsche stroom onder denbodem van Rusland. Zij golft over de wegen in de rijken van vrijereconstituoneele verhoudingen. Zij dringt met groeiend geweld doorhet politieke leven. Zij spreekt publiek haar woord door vrije ver-eenigingen, door persblad en lied. Zij speelt op de planken. Zijtoovert haar hartstochtwekkende gestalten in de kunst. Zij leeft indenken en voelen en willen van de millioenen. Zij woont in geheim-zinnig zwijgen, of in al ernstiger dreigende houding, in de arbeids-kringen. Zij heeft de jeugd en de toekomst, den man en de vrouw.En zij barst uit, hier in dynamiet, en daar in werkstaking, en gindsin machtig groeiende en zich aaneenketenende kringen, slagordenmet banieren!

Zal deze kracht voor haar Maker bukken, en zich aan Jezus'voeten onder het licht van Gods Woord wijden aan Hem, die opden Troon zit; en zoo aan het menschelijke leven; — in liefde;onder het gezag bij de gratie Gods; — tot ongekende schooneontwikkeling van gemeenschap in de toekomst; tot verheffing, ver-edeling, en beweldadiging der natiën; tot rijk geluk voor heel hetmenschelijke leven in allen kring, in elk gezin, in ieder hart? Zalzij eindelijk gulle ruimte geven voor Christus' Kerk, breeder ont-sluiting van het Woord Gods, edeler barmhartigheid, teederheid,

Page 178: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

VRIJ INITIATIEF 127

wijsheid, aansluiting en moedige aanbieding van het Evangelie dergenade aan de nooden van de volkeren der wereld, aan Europa enAmerika, aan Java en Indië, aan China en Afrika? Zal zij eindelijkhet imperialisme en het kapitalisme tot schaamte verwekken, Rus-land voor de Russen, Finland voor de Finnen, Polen voor de Polen,Afrika voor de Afrikaners, doen zijn, den Arbeid voor de Arbei-ders, en voor ieder mensch zijn eigen leven in de harmonischebanden der vrije gemeenschap?

Jai — zoo zij Hem, die de Fontein des levens is, erkent, naarHem hoort en zich naar Zijn heilige ordinantiën laat leiden in deorganische banden, die Hij in Zijn Schepping gaf en door Zijngenade bewaart. Dan alleen zal deze kracht naar Gods wil terbeschikking en tot vrijmaking en verhooging van het menschelijkeleven zijn.

Maar anders zal die kracht Satan toevallen; de menschheid invalsche organisatie tegen God en den Christus zetten; Staat enKerk verwoesten; volk en arbeid en leven verbitteren; en ja, totvolheid komen, — maar voor de hel.

Hier raakt de openbaring der kracht voor het vrije initiatiefallereerst de conscientie der Kerk, van de Christelijke 'Wetenschapen van de Christelijke Pers. Zij moeten het licht ontsteken, opdatdeze kracht zichzelf kenne. Zij moeten den Christus onderkennenin de teekenen der tijden; den Christus, over wien de menschentwisten, wie Hij is, maar die door de zijnen onderscheiden wordt,als den Zoon van den levenden God. De Christenen moeten denChristus onderkennen in de openbaring der Schrift en daardoor inhet licht voor de tijden van heden en toekomst. Zij moeten zichaan de voeten des Heeren, in liefde en overgegevenheid, in ge-meenschap, wijden aan Hem, aan elkaar, aan volk en menschheiden aan het menschelijke leven. Zij moeten gelooven. Gods Woordmoeten zij gelooven; de genade des Heeren, de tegenwoordigheidvan Christus, de kracht des Heiligen Geestes moeten zij gelooven.Zij moeten vrij worden, in gebondenheid en liefde. Hun roepingmoeten zij gelooven. Hun roeping tot vrijmaking der Kerk, dooralles te verlaten en den Heere te volgen in vrij initiatief naar ZijnWoord en Verbond. Hun roeping moeten zij gelooven; hun roeping

Page 179: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

128 VRIJ INITIATIEF

tot de vrijheid der kinderen Gods; tot gemeenschap, tot eenheid,tot broederlijke liefde; tot den arbeid voor den Naam des Heeren;tot getuigenis onder alle volken. Zij moeten gelooven, en daaromzich geven aan het leven; om het in liefde te verstaan; het teoverlichten door Gods Woord. Zij moeten zoeken naar de wegeren de middelen, die tot ontkoming en vrijmaking van het levenonder de genade des Heeren kunnen leiden. Zij moeten geloovende genade Gods; de wegen en middelen der gemeene genade, zoogoed als der bijzondere. Zij moeten gelooven het overblijfsel vanGods beeld in de kinderen der menschen, in de jammerlijkst mis-leiden, in de diepst gezonkenen; het overblijfsel in de conscientie,in het verstand en in het hart. Zij moeten gelooven en eeren degenade Gods in de gaven en talenten, in de levenskracht en energievan hen, wier leven, niet naar Gods Woord verlicht en geleid,thans woedend bruischt tegen het volk van God. Zij moeten henliefhebben. Zij moeten hun hand en hart zoeken. Zij moeten henonderrichten, voorgaan, leiden, in de paden des behouds voor hetleven van den tijd. Zij moeten gelooven, om te bidden.

Zij moeten in de vrijheid staan, waarmee Christus hen vrijge-maakt heeft, zich geloovig met hun leven wijden aan Christus enaan den Vader aller barmhartigheid, den God aller genade; —zoo zullen zij de heerlijkheid Gods zien!

Dit alles geldt het vrije initiatief tot vrijmaking van den Arbeid.Het geldt het initiatief tot vrijmaking in bijzonderen zin voor en

door hen, die hierin een bijzondere roeping hebben.De Arbeid voor de Arbeiders, — dat moet en dat zal het zijn,

zoo slechts naar Gods genade als Arbeiders allen erkend worden,die in den Arbeid naar Gods wil hun taak hebben. Zoo slechtserkend wordt de organische menschelijke gemeenschap in denArbeid, overeenkomstig het werk Gods; en zoo slechts erkend wordtde ordineering der genade in de gemeenschap, waardoor elk lid inhet lichaam zijn plaats heeft, zijn eigen gave en maat en werking,en daarin zijn vrijheid en zijn recht. Zoo slechts het organischerecht in de vrije gemeenschap wordt erkend, de uitdeeling dergeestesgaven, de ordinantie van Gods Geest, de Souvereiniteit vanHem, uit Wien en door Wien en tot Wien alle dingen zijn, en die

N

Page 180: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

VRIJ INITIATIEF 129

voor de menschelijke gemeenschap Zijn ordinantie gaf van gezag.Dan zal ook verstaan worden, dat de roeping tot vrijmaking

van den Arbeid tot allen komt, die door Gods genade in den Arbeidleven, tot allen naar de mate der gaven. Gods; de roeping tot vrij-making, opdat de Arbeid naar zedelijk recht voor de Arbeiders zij,voor allen, die zich aan den Arbeid wijden.

Die roeping moet allereerst en allermeest worden erkend enaanvaard door de Christenpatroons en door de Christenwerklieden.Die roeping moet hen dringen tot aaneensluiting, tot gemeenschapen samenwerking. Die roeping moet hen dringen tot vrij initiatiefmet velen of met weinigen, om de banier voor de vrijmaking vanden Arbeid op te heffen, en hun broederen in den Arbeid te zoe-ken, of ze hen mochten verlichten en gewinnen. Die roeping moetdringen om overlegging te zoeken, opdat het door vrije samen-werking, zonder geweld of dwang, tot een begin van vrijmakingkome. Opdat de zedelijke kracht van het vrije initiatief, in den wegder goddelijke ordening, waarin ook het vrije initiatief alleen waar-lijk vrij is, dienstbaar worde aan de organische opheffing en ont-wikkeling der arbeidsgemeenschap onder eerbiediging der zede-lijke rechten. Vrij Initiatief moet den Arbeid vrijmaken door devrijheid van het menschelijke leven onder God; door de liefde alsband der gemeenschap; door de werking van ieder deel in zijnmaat; door de willige erkenning van het goddelijk gezag naarorganisch recht.

Het vrije initiatief werkt thans ook op arbeidsgebied, in allerleirichting.

Het idealistisch Anarchisme dweept onder de bekoring van hetvrije initiatief. Het wil het vrije leven, zonder wet of band. Danzal, — zoo gelooft en belooft het in dweepende toewijding, — danzal het geluk bloeien voor elk, en de vrijheid zonder band zal deschoonste harmonie doen aanschouwen. 1)

1 ) Dit Anarchisme loochent de zonde en de menschelijke verdorvenheid; hetschrijft alle ellende en verkeerdheid alleen aan de banden toe. Maar het loochent,feitelijk of bewust, ook den Geest Gods en het Woord, die het geschapen leven,ook al ware er geen zonde, innerlijk binden door ordineering; het loochent daa rinde Souvereiniteit Gods, het loochent den Eeuwig Levende, de Fontein des levens.

12

Page 181: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

130 VRIJ INITIATIEF

Het edelst werkt deze droom in Tolstoi, die hier consequent is,en niet alleen wil leven zonder wet, maar ook niet wil ingrijpen,niet weerstaan wil wie hem op de wang slaat of zijn kleed neemt.Zóó, vrijwillig, consequent, martelaar der vrijheid zijn, door eigenzedelijke vrijmaking van allen band buiten uzelf, dat is naar Tolstoide weg van het vrije initiatief tot vrijmaking van het leven. Dat is,volgens hem, — hij kent niet meer! — het Evangelie van Christus. 1)

De revolutionaire Anarchisten willen echter in naam der vrijheid,niet door eenige macht gebonden maar door vrije overeenkomst ensamenwerking, elk voor zich en in een slagorde der vrijen, allenband met geweld stuk slaan, alle gezag en wet vaneenscheuren,opdat de vrijheid zóó uit de boeien worde gered.

Weer anders willen het de Socialisten, die eveneens uit de krachtvan het vrije initiatief leven.

De Staatssocialisten beloven het leven door het vrij initiatief inhet kiesrecht, en zoo door den absoluten, alles onteigenenden enregelenden Staat; de vrijmaking van het leven door de absoluteStaatsgemeenschap, door Staatsmacht, Staatstucht, Staatszedelijk-heid, Staatsverzekering, Staatsarbeid. Maar ze vinden meer gehoorbij de mannen, wier hartstocht voor macht en heerschappij brandt,voor de beschikking over anderer leven en vrijheid, dan bij demenschen, die uit de kracht der vrijheid leven.

Anders Is het met de revolutionaire Socialisten, de SociaalDemo-craten. Zij willen bevrijden door vrij initiatief der „proletariërs";door vrij initiatief der „Arbeiders" tegenover de Patroons, die zewerktuigen en dienaars van het Kapitaal achten; door vrij initiatieftegenover het Kapitaal; tegenover de tegenwoordige „kapitalis-tische" Maatschappij; tegenover den nationalen , ;kapitalistischer"Staat; tegenover de „kapitalistische" Overheid. Zij willen vrijmakendoor de Proletariërsklasse, door de Arbeidersklasse, door de klasse-organisatie der Arbeiders. Die Arbeiders moeten allen zedelijkenband met het Bedrijf ;, met de Patroons, met de Kapitaalswereld, metde Maatschappij, met de Natie en den Staat en de Overheid, ver-loochenen en breken. Zij moeten zich als klasse door solidariteit

1 ) Lao T <>la t o ï. geb. 1828. Zie zijn boekt 1L 1a Religion

... , p I . I r, ' ..

Page 182: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

VRIJ INITIATIEF 131

internationaal aaneensnoeren, en alle andere levensgemeenschapverloochenen. Opdat zoo alle gezag over de Arbeiders valle; deBedrijven, die gezag vorderen, uiteengerukt worden; het Kapitaaltot radeloosheid worde gebracht; de denkwereld en de Maatschappijvoor de klassestelling bukke; de Natiën, de Staten en de Overhedenbezwijken. Zij moeten alle gemeenschap en alle gezag buiten hunklasse bewust en stelselmatig verwerpen en verwoesten, en slechtsoverhouden de Arbeiderssolidariteit en de onvoorwaardelijke erken-ning der Arbeidersorganisatie. Dan zal de internationale overwinningder Arbeidersklasse, der Proletariërsklasse, de vrijheid brengen,door het Kapitaal te voeren aan de voeten der Arbeidersklasse. Dankomt de vrijheid van den Arbeid door de klasseheerschappij derArbeiders, der Proletariërs.

Vrij initiatief, dat willen ook de Liberalen in al hun schakeeringen.Maar hier vooral is het woord een naam, een klank zonder stelsel.Het Anarchisme willen de Liberalen niet. De Sociaal-Democratiewillen zij ook niet. Ook niet het Staatssocialisme. Ook niet deorganische gemeenschap, die recht en vrijheid onder de banden vangoddelijk gezag, bij het licht van Gods Woord, erkent. Zij willenslechts de vrijheid; maar zij weten niet hoe. Zij weten niet, waar-heen ze het leven zullen leiden, en hoe en op wat grond ze hetzullen ordenen, opdat de vrijheid besta. Zij hebben het woord, deleus der vrijheid, en ze zien het machteloos aan, hoe het leven zichontwikkelt in allerlei stelsels. Zij hebben hun leus en hun weten-schappelijke critiek; maar een ordenend beginsel van vrijheid endaarom een in vrijheid ordenende praktijk hebben ze niet. Zij heb-ben slechts het Individualisme; het recht van den sterkste. Zoolaten ze het Kapitaal in zelfzucht leven, en daartegenover de ar-beiders in vrije Vereenigingen zich sterken; opdat deze twee hettegen elkaar uitvechten. Hier is geen zedelijk recht, geen zedelijkeplicht; geen recht en plicht dan voor zooveel de vrije strijdendebelangen die vermeesteren of toestaan. Wat iemand kan, dat maghij; kracht is macht; en deze macht is recht en plicht. Vrije con-currentie, dat is de vrijheid en de vrijmaking. Maar intusschenscheppen de Liberalen het zoogenaamde recht der „gemeenschap"op de macht over het leven; en zij wijzen als die „gemeenschap"

Page 183: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

132 VRIJ INITIATIEF

den Staat aan. Intusschen geven zij het individualistische kiesrecht,om zich in vrije concurrentie van het leven meester te maken doorden Liberalen Staat, door de wet. Intusschen knechten zij hetnationale, het religieuse, het burgerlijke, huiselijke en persoonlijkeleven onder de Liberale levensbeschouwing door de Staatsschoolen de Staatsuniversiteiten. Zoo laten zij voorts de zaken loopen enhet leven vechten. Zoo laten zij de verhoudingen zich ontwikkelenin de verwoesting der religie en der zedelijke begrippen, in deverwoesting van het maatschappelijke en nationale leven. Zoo doenzij de Staatssouvereiniteit, het Staatsabsolutisme, het Staatssocia-lisme, en de omverwerping van den Staat, de Sociale Revolutie,opkomen. Zij beloven de vrijheid; — en zij weten niet welbewustden weg te wijzen. Zij wekken de revolutie; — en zij zoeken haarte ontkomen. Zij schrikken voor de verwoesting; — en zij werkenhaar in de hand. Zij hopen op een oplossing door een onbereken-bare evolutie; — en zij wanhopen er aan. Zij winden doeken voorhet bloeden; — en zij rukken het verband los. Zij ontbinden degezagsbanden; — en zij roepen voor het gezag. Zij vleien demenigte; — en zij spannen tegen haar samen. En toch, ach, velenobelen onder hen, zij werken hard en geven zich; zij willen devrijheid, — maar zij kennen haar niet. Zij hebben Gods Woordverworpen, — wat wijsheid zouden zij hebben!

De Liberalen worden van tweeën gedrongen; zij schuiven opnaar Socialisme en Anarchisme, — en zij trekken zich terug inConservatisme. En zijn er niet ook, die weer voor het recht vanReligie en Christendom oog krijgen; die, — ondanks hun Liberaleidee, — weer op de Christenen gaan hopen en tot Christelijkepraktijk, wat de levensverhoudingen aangaat, terugkeeren?

Nobele figuren zijn er door Gods genade, ook ondanks verkeerdestelsels, onder allerlei groep. Nobele figuren zijn er, in de kringenvan den Arbeid, en van het Kapitaal; in de slagorden van den tijd,onder Patroons en Werklieden; onder Liberalen, Socialisten enAnarchisten, zoo goed als onder hen, die God naar Zijn heiligeordinantiën in de vrijmaking van het beklemde menschelijke levenwillen dienen. Er is een stem van het ééne bloed aller menschen,die tot veler hart en geweten spreekt, en die in het binnenste een

Page 184: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

VRIJ INITIATIEF 133

gul en onbedwongen antwoord vindt. Dit is Gods genade, ondanksde zonde der menschen, Gods gemeene genade. Het vrije initiatiefleeft in vele edele mannen en vrouwen, in vele mannen en vrouwen,van hart en karakter; in vele mannen en vrouwen, die voor eenmenschelijke bejegening aller menschen opkomen, zich inspannen,offers brengen; en die niet naar de Liberale of Socialistische idee,maar naar de idee der zedelijke gemeenschap, der goddelijke orde-ning, ondanks de valsche theoriën, werken. Gelijk er geloovigen zijn,die slechter zijn dan hun geloof, zoo zijn er ongeloovigen, die beterzijn dan hun ongeloof. Het is de eisch der liefde, dit te erkennen, teerkennen, hoe het vrije initiatief door dit persoonlijk element veletranen droogt; vele wonden verzacht; velerlei vrede zoekt; veels-zins tracht samen te binden, wat vaneen scheurt; vele denkbeeldenopwerpt, die hooger stemmen; veel doet om zedelijke gemeenschapook in den Arbeid te bewaren en te kweeken. Zoo werd en wordtnog veelszins de zedelijke gemeenschap in den Arbeid beschermd,geëerd en gedurig hersteld, ja hier en daar krachtiger in de handgewerkt. Zoo gaan er vele stemmen op, die zedelijke gedachten inhet leven zaaien, en zedelijke werkingen in het leven doen uitgaandoor vrij initiatief, persoonlijk en in vereeniging, van omhoog envan omlaag, onder rijken en bezitloozen, door geleerden en een-voudigen. De idee der gemeenschap in zedelijken zin, de eerbiedvoor recht en vrijheid, wint daardoor, tegen den tijdstroom in,gedurig en soms machtig veld; en ruimte van hart spreekt u uitwoord en blik en daad menigmaal toe.

Zóó wordt ook, waarlijk niet enkel om het Kapitaal te bescher-men of Staatssocialisme in te halen, maar om aan den drang desharten en der conscientie te voldoen gepleit en gearbeid voor be-scherming en regeling der levensverhoudingen door de wet, tegenongeval en misbruik, tegen ziektenood en ouderdomsgebrek, zij hetzonder principiëele bewustheid van den waren weg der vrijheid ender vrijmaking. Al wordt hierdoor de Arbeid niet vrij; al dreigt hijhierdoor veeleer onder een vreemde macht te komen, die hem zóóniet vrijmaken kan maar hem slechts zal binden en breken in zijnkracht, — toch worden hier en vaak willig en blijmoedig offersgebracht, die eerbiedwaardig zijn.

Page 185: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

134 VRIJ INITIATIEF

Maar er is gelukkig nog meer. Er is ook in de arbeidskringen, eris in het particuliere Bedrijf, ondanks de stelsels en hun ellende,een teeken der eere onder hoofden en leden, om toch nog gezag teeerbiedigen; om toch aan de menschelijkheid het hoogste woord tegeven; om toch voor den mensch als broeder, en daarin gelijke envrije, op te komen; om toch gemeenschap te oefenen; om tochzedelijk recht te laten werken. Ook het Grootbedrijf weet hierschoone levenskracht te openbaren. Er is willigheid tot verbeteringvan loonen; zorg voor ongeval, ziekte en ouderdom; voor ontwik-keling en verhooging van het levenspeil. Het vrije initiatief is hierde wetgeving in meerdere groote ondernemingen, waar juist hetKapitaal het machtigste is, vooruit; het behoeft de wetgeving niet;het wordt veeleer in de ontwikkeling van zijn zedelijke kracht, inzijn vrijheid en recht, door de wetgeving bedreigd. De zedelijkeidee groeit, waar ze ontkiemde, zoo ze uit het door God verwekteleven haar kracht mag trekken.

Ondanks bedreiging van valsche stelsels en noodlottige beroe-ringen gevoelen Patroons en Werklieden nog in vele Bedrijfs-ondernemingen een zedelijken band en vragen ze naar een wegvan vrede. Ze spreken over en weer het woord recht uit, niet voorzichzelf alleen, maar ook voor den ander; niet slechts voor de vrij-heid, maar ook voor het gezag. Dit is een getuigenis en een open-baring van een zedelijk recht, dat werkt. Waar de eisch vanzedelijk recht voor het behoud van de gemeenschap in het Bedrijf,voor de arbeidsgemeenschap in het Bedrijf tusschen Patroon enmedewerkers, spreekt, en het Bedrijf als menschelijke rechtsgemeen-schap in Arbeid teekent, waarin zedelijke banden binden en zedelijkrecht geldt, daar vindt die eisch, ook bij tegenspraak, weerklank.Er werkt een stem, die roept van rechtsverhoudingen, die in hetBedrijf liggen; rechtsverhoudingen niet slechts van boven af, maarover en weer; rechtsverhoudingen, waardoor oplossing van denbenauwenden strijd door gecontracteerde en beschreven regelingvan rechtsverhoudingen kan worden gevonden; — en ook die stemvindt bij meerderen antwoord in de conscientie, en wekt willigheid,om door samenwerking tot rechtsregeling in het Bedrijf en in hetVak naar zedelijke rechtsbeginselen te komen. Niet slechts om

w ^ h

Page 186: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

VRIJ INITIATIEF 135

rust en orde, maar om voldoening aan den eisch der menschelijkheid,om de eere van het menschelijke leven, om de vordering der con-scientie, om de liefde tot den naaste, om de samenstemming vangezag en vrijheid, om het recht en de vrijheid niet slechts voorzichzelf maar ook voor den ander, wordt in meerdere grootere enkleinere Bedrijven door Patroons en Werklieden naar den weg totregeling van rechtsverhoudingen in de Arbeidsgemeenschap uit-gezien. Er wordt hier en daar voor regeling gearbeid; schroomvallig,onzeker veelal nog; hier schrieler, daar guller; hier meer om hetgezag, daar meer om de vrijheid; maar toch met het teeken vanconscientieëerbied voor zedelijk recht en zedelijke plicht tusschenmensch en mensch. Hier zijn Patroons en Werklieden in hun eer-waardig pogen gelijkelijk te erkennen.

Spreek het woord rechtsconstitutie voor de Arbeidsgemeenschapin Bedrijf en Vak uit, en als de rijke inhoud van dat woord tot hetbesef doordringt, dan mag ieder aarzelen het voor den ander teerkennen, maar de zedelijke waarheid van uw getuigenis is in deconscientiën geopenbaard. Hef dat woord op als een banier tusschende strijdende groepen, en gij zult niet alleen in het breede midden,waar velen tusschen de stelsels heen en weer schommelen eenluisterend oor en een willigheid tot volgen vinden, zoo gij immerseen aanvankelijken uitweg weet te wijzen; maar gij zult ook, ondanksde stelsels, die geen constitutie toelaten, trots Kapitalisme enSocialisme, in mannen en vrouwen met een karakter, met eengeweten, met een hart, binnen en buiten den Bedrijfskring, onderparticulieren en Staatslieden, uw pleit winnen.

In dit rechtsbesef door Gods gemeene genade ligt een teekenvoor de vrijmaking van den Arbeid.

Hier ligt dan ook de aansluiting voor de Christelijke roeping,voor de Christelijke actie, om de banier voor de vrijmaking van denArbeid door vrij initiatief, tot constitutie van rechten in de arbeids-gemeenschap, op te heffen.

Zóó moeten we als Christenen, allen te samen, naar de Christe-lijke beginselen van zedelijk recht, van organisch gemeenschaps-recht in den Arbeid, positie nemen in de worsteling van den dagom het leven en de vrijmaking van den Arbeid.

Page 187: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

136 VRIJ INITIATIEF

Zoo moeten we pogen den Arbeid vrij te maken; vrij van eentyrannieke verwoestende Arbeidersbeweging; vrij van een Staats-exploitatie; vrij van een woekerende Kapitaalheerschappij; innerlijkvrij door eigen, zich ontwikkelende, levenskracht, in gemeenschap,naar recht. We moeten den Arbeid vrijmaken door recht; in over-eenstemming met de eischen van het eigen vrije menschelijke leven;maar ook in overeenstemming met de eischen van de levensgemeen-schap in den arbeid, met de eischen van het gezag en van devrijheid; in overeenstemming met de eischen van de liefde, van hetWoord en de Ordinantiën, van het werk en de eere Gods.

Zoo moeten we recht doen aan het Woord des Heeren, aan deeere van Christus, en daarin aan onze Christelijke roeping voorhet menschelijke leven, waarmee we door Gods genade gemeen-schap hebben.

Niet in de Socialistische Internationale geconfedereerde Arbei-dersorganisatie; en niet in het getemperd „laisser aller" van hetLiberalisme, in den strijd voor een normaal uurloon van rechteloozearbeiders in dienst van kapitalistische ondernemingen, ligt voor onsde weg tot vrijmaking van den Arbeid. Maar in het pleit voor devrijwillig gecontracteerde regeling van rechtsverhoudingen in deorganische arbeidsgemeenschap.

We spraken hier van de Christelijke roeping. Niet alsof deroeping der Christenen in dezen een andere zou zijn, dan die vanandere menschen. Dat is zoo niet. Waar anderen voorgingen, denChristenen tot beschaming, daar hebben deze dit nobele exempelniet te loochenen of te verachten, maar het te erkennen, te prijzenen er zich door te laten prikkelen. Als we hier van Christelijkeroeping spreken, dan is het, omdat de roeping voor het mensche-lijke gemeenschapsleven naar de ordinantiën Gods, die nog in deconscientie van alle menschen vast ligt, al ligt ze daar begraven,voor de Christenen meer bepaald ontdekt is door het Woord Gods,door het geloof in Christus onderscheiden wordt, en door denHeiligen Geest„ die de liefde Gods in onze harten uitstortte, onsop de ziel gebonden en in ons zieleleven krachtig opgewekt wordt.

Wij, Christenen, hebben daarom in die roeping voor te gaan;

t) ,, )4„0) ..

Page 188: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

VRIJ INITIATIEF 137

den weg te verkennen; zoo mogelijk dien weg aanvankelijk te banen;en het getuigenis voor den weg Gods in liefde tot onze mede-menschen te brengen. Wij, Christenen, moeten gelooven, dat Godleeft, en dat Zijn genade machtig is, te triumfeeren over den geestder verkeerdheid. En wij moeten, biddend, in trouw en ijver, naardie overwinning staan.

Daarom moet er onder ons, door vrij initiatief, aanvankelijkeoverlegging komen tusschen Patroons en Werklieden, zij het ookin kleinen kring.

De vraag dient daar overwogen te worden, of een weg zou zijnaan te wijzen en aan te bevelen, die het Bedrijf eerbiedigt, hetPatroonsgezag en de vrijheid van den Werkman handhaaft, entoch die vrije oefening van gemeenschap en overleg in het Bedrijfen in het Vak aanstonds mogelijk maakt, waardoor in wederzijdschgoed geregelde samenwerking de organische rechtsverhoudingenzijn vast te stellen tusschen de Patroons en hun medewerkers, naarde werking van ieder in zijn mate. Die rechtsverhoudingen, inrechtsregelen uitgedrukt, zullen moeten strekken, om de nog be-staande gemeenschap in Bedrijf en Vak te handhaven en te be-vestigen; het organisch gezag onder constitutioneel verband telaten doorwerken; het leven in de arbeidsgemeenschap naar zede-lijk recht in zijn vrijheid te eerbiedigen en te doen opbloeien; dearbeidsvoorwaarden regelmatig vast te stellen; bet arbeidsloon,voor elk naar hem toekomt, regelmatig te bepalen; en de verhou-dingen voor de toekomst regelmatig tot ontwikkeling te laten komen.

Een Concept-regeling zou, naar ons oordeel, zoo ze gevondenwordt, moeten worden gepubliceerd; in de verschillende kringenvan rechthebbenden in den Arbeid moeten worden overwogen engepropageerd; en bij vrijwillige overeenkomst van partijen, naarden aard en de omstandigheden van elke Bedrijfsonderneming inhet bijzonder gewijzigd en uitgewerkt, in het Arbeidscontract moe-ten worden vastgelegd. In dat Contract zou dan een aanvankelijkeloonsregeling als basis voor het heden moeten worden overeenge-komen met bepaling van de plichten en rechten van den Werkmanin het Bedrijf, waarin hij werkzaam is. Tot die rechten en plichtenzou dan moeten behooren de wederkeerige aanvaarding en nako-

Page 189: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

138 VRIJ INITIATIEF

;ving van den regel voor de rechtsverhouding in het Bedrijf, gelijkolie op de boven besproken wijze was overeengekomen.

Wat den te zoeken rechtregel voor het particuliere Bedrijfaangaat, spreken we als onze gedachte uit, dat daartoe moet behooren

>en vertegenwoordiging der Werklieden als één groep of in meer-Jere groepen bij hun Patroon, om met hem te onderhandelen over:oekomstige wijziging en ontwikkeling der arbeidsverhoudingen enarbeidsvoorwaarden in het Bedrijf naar gelang der omstandigheden.Voor het kleinere Bedrijf zal die regeling van vertegenwoordigingen overlegging eenvoudiger zijn; voor het groote Bedrijf zal dieregeling meerdere uitwerking in bijzonderheden vereischen 1).

1 ) Met het oog op de gewenschte Constitutie van rechten in het groote Bedrijf,ierdienen bestaande regelingen van meerdere Bedrijfsondernemingen in ons vader-and de aandacht. Sommige zijn geheel autoritair, een fabrieksreglement door den3edrijfsondernemer vastgesteld; maar andere hebben een meer constitutioneel

karakter.Ik deel hier de regeling mee voor de Machinefabriek van de firma Stork teHengelo, verleden jaar als proef vastgesteld. Enkele opmerkingen mijnerzijds

;pat ieer ik daarbij:De inkomsten der Werklieden in het Bedrijf worden bepaald door de winst,

-lie het Bedrijf oplevert, en wel naar een vasten maatstaf. Een vastewinstverhouding wordt gesteld, die eenerzijds het eigendomsrecht der onderneming, en

le daaraan verbonden verplichting om de onderneming in stand te houden, teverbeteren en uit te breiden eerbiedigt, en dienovereenkomstig ook eerbiedigt hetbijzondere recht van den ondernemer op zijn winst door de onderneming en dooraan haar bestiering en ontwikkeling te arbeiden; — maar die ook anderzijdseerbiedigt het recht van allen, die in de Bedrijfsonderneming samen werken,om uit de opbrengst van het Bedrijf te ontvangen, wat hun door hun arbeidtoekomt.

De inkomsten der Werklieden worden voorts in bijzonderheden geregeld naarhun persoonlijke bekwaamheid en ijver. De maatstaf wordt hier aangegeven dooreen stukloon, een vast loon voor elk bepaald stuk werk.

En eindelijk wordt bij de loonsregeling rekening gehouden met de dagelijkschelevensbehoeften der Werklieden in de verzorging van hun gezinnen, zoowel ingewone als in buitengewone omstandigheden, door een weekloon uit te keerenin verhouding tot het aantal werkuren; en door een percentsgewijze bepaald bedragèn van de weekloonen, èn van de geheele Bedrijfswinst te storten in fondsen, diein ziekten en ongeval recht op uitkeering geven; die pensioen en begrafenisverzekeren aan den Werkman, aan zijn weduwe en weezen; en die eindelijk voorelk een eigen vaste bezitting vormen op ieders naam, welke bij verlaten van het

Page 190: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

VRIJ INITIATIEF 139

Maar voor het kleinere Bedrijf althans zou bij de aanvankelijkeregeling der rechtsverhoudingen in het Bedrijf aanstonds. zoo

Bedrijf, bij opvragen in den ouderdom, of na het overlijden, met de gekweekterente aan of voor ieder rechthebbende uitgekeerd wordt.

Het loon der Werklieden is hier dus onderscheiden in weekloon, stukloon,fondsloon en winstloon.

De regeling is nu zóó gesteld, dat de Onderneming voor elke groep werk-lieden een uurloon bepaalt, waarnaar het vaste weekloon wordt berekend enuitbetaald. Voor elke groep, die in eigen kring samenkomt, wordt nu een bestuurbenoemd. (De wijze, waarop zoodanig bestuur benoemd wordt,en wie er in benoembaar zijn, moet, natuurlijk ten genoegenvan den Ondernemer als hoofd van het Bedrijf en van deWerklieden der groep, geregeld worden, en daarbij moetrekening worden gehouden met bekwaamheid, maar ook metonderscheiden belang en recht). Uit elk groepsbestuur wordt eenlooncommissie van drie leden benoemd. Deze regeling gaat voor elke groep ofwerkplaats afzonderlijk door. (Natuurlijk k an hier de vorming vangroepen verschillend geschieden, of naar de gelijksoortigewerkzaamheden over de geheele onderneming; óf naar desamenvoeging in één werkplaats, waarin door onder-scheiden werkzaamheden een bepaald stuk van het geheeleBedrijfswerk geleverd wordt. Dit laatste dunkt mij hetmeest organische; en daarbij kan met de onderscheidenheidvan arbeid gerekend worden. Men kan dit zoo fijn uitwerkenals men wil, zoo men maar de samenvoeging volgt, gelijk degemeenschap in arbeid die aangeeft). Elke looncommissie stelt, naoverlegging met de belanghebbenden, (firma en groep) het stukloon vast. (H i e r-in kan overleg, ook beschreven overleg, bestaan tusschende verschillende looncommissies, opdat de onderscheidentakken van arbeid in het groote Bedrijf elkander eer-biedige n). Om de drie maanden wordt de rekening van ieder Werkman op-gemaakt tusschen zijn weekloon en zijn stukloon. In den regel blijkt het, dat hemnaar zijn stukloon meer toekomt dan hij ontving aan weekloon. Maar het kanook andersom uitkomen. Is dit met een enkelen Werkman het geval, dan kande groep goedvinden, met het oog op zijn mindere kracht of op de behoefte vanzijn gezin, dat de schade door de groep gedragen wordt en hij dus zijn weekloonbehoudt. Het geheele bedrag van het groepsstukloon wordt dan met zulke schade-posten verminderd. Is echter gebrek aan ijver of achteloosheid de oorzaak, danleidt het tekort vanzelf tot verlaging van uurloon en dus van weekloon voorden betrokkene. Het zoogenoemde stukgeld, dat wegens stukloon boven hetontvangen weekloon aan ieder naar zijn werk toekomt, wordt nu uitbetaald.

Hieraan sluit zich nu de jaarlijksche winstafrekening aan. Gelijk we reeds

Page 191: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

l40 VRIJ INITIATIEF

mogelijk, een Vakband moeten komen. Voor de groote Bedrijvenkan die Vakband volgen.

zeiden, worden uit de weekloonen fondsen gevormd voor buitengewone noodenmet onvervreemdbare rechten voor de betrokkenen, en met afrekening, zoo zijhet Bedrijf verlaten; de fondsen voor ziekten en ongeval, in het Bedrijf veroor-zaakt, strekken natuurlijk slechts voor wie in het Bedrijf blijven. Voor dezefondsen wordt, boven de bijdragen uit de weekloonen, door den Ondernemer uitde Bedrijfswinst naar een vastgesteld percentage een totaal bedrag (noem hetfondscijfer) gestort, dat weer tusschen de fondsen naar vaste maat verdeeld wordt.Dit fondscijfer wordt nu als maatstaf aangenomen voor de bepaling van hettotale winstcijfer, dat aan de gezamen lijke medewerkers in het Bedrijf, in onder-scheiding van den Ondernemer, toekomt. De berekening geschiedt met inacht-neming van progressie in het belang der gezamenlijke medewerkers, die metden Ondernemer afrekenen. Bedraagt het fondscijfer f 8000 (een percent-cijfer uit de totale Bedrijfswinst), dan is het winstcijfer der medewerkersf 16000. Voor iedere f 1000, waarmee het fondscijfer boven de f 8000 stijgt wordthet winstcijfer der medewerkers met 4 X f 1000 verhoogd. Is het fondscijfer b.v.f 15000, ,dan is het winstcijfer (f 8000 X 2) + (f 7000 X 4) = f 44000 Is hetfondscijfer f 20000 dan is het winstcijfer (1 8000 X 2) + (f 12000 X 4)f 64000. Bij de jaarverrekening wordt nu het geheele bedrag van het betaaldestukgeld afgetrokken van het winstcijfer der medewerkers en het overschietendbedrag in verhouding van de genoten stukloonen of tractementen der mede-werkers onder hen verdeeld.

De verrekening tusschen den Ondernemer en de medewerkers heeft plaats inhanden van een Vertegenwoordigend Lichaam, de Kern genaamd, dat gevormdwordt door de 30 leden der groepsbesturen, benevens vijf hoofdambtenaren en dedrie firmanten. (Natuurlijk kan dit VertegenwoordigendLichaam op verschillende wijze worden samengesteld; dochaltijd zoo, dat die samenstelling geaccepteerd wordt overen weer door den Ondernemer en het totaal der mede-werkers. M.i. kan de juiste wijze van samenstelling van hetVertegenwoordigend Lichaam, uit de groepen opklimmend,door voorstellen uit de groepen langs wel geregelden weg,zoowel bij de groepen als bij den Ondernemer in overwegingkomen en zich zoo almeer in het bewustzijn van heel dearbeidsgemeenschap als den rechtmatigen constitutio-neelen organischen gemeenschapsvorm consolideeren,terwijl voorts de regeling der rechtsverhoudingen in deonderdeelen der arbeidsgemeenschap zich hierbij ook inhaar ontwikkeling regelmatig kan aansluiten). De Kern over-legt ook met den Ondernemer over de gemeenschapsbelangen in het Bedrijf; zijbeheert de fondsen der gezamenlijke medewerkers, waaronder ook een gebouw voor

Page 192: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

VRIJ INITIATIEF 141

De kleinere gelijksoortige Bedrijven in een stad of streek zoudener naar moeten staan, een overeenkomst met elkander aan te gaan,

vergaderingen, vaklessen, vakvoordrachten, enz., geheel van dit Vertegenwoordi-gend Lichaam uitgaande. (Aan de Kern kon ook naar beschrevenrecht de arbitrage in geschillen tusschen de medewerkersworden opgedragen, of de medewerking tot samenstellingvan een arbitragecommissie voor moeilijkheden in hetBedrijf, enz.)

Natuurlijk hangt, wat de waarde der vertegenwoordiging betreft, veel af vande regeling, die hiervoor gesteld wordt. Met wijs beleid kan hier echter ont-wikkeling naar recht gevonden worden, als er eerst maar een begin van constitutieis, al ware dit begin gebrekkig. Van den Ondernemer ging hier dit begin vanconstitutie uit, en dat is zeer te prijzen. Het kan ook alleen van het hoofd vanhet Bedrijf, als vrucht van aanvankelijk overleg met zijn medewerkers, uitgaan.Allicht is daar het gevolg van, dat het bij het begin meer een constitutie is, waarinde Ondernemer zijn medewerkers zoekt en met hen handelt, dan dat die handelingwederkeerig is. De dingen moeten ook groeien, en de menschen moeten er zichvoor ontwikkelen. Toch is hier een zedelijke daad te prijzen, en een daad vanwijsheid. Wordt de arbeidsgemeenschap zich de constitutie van rechten bewust,die hier gegeven wordt, dan zal deze steeds meer aan haar doel beantwoordenen zich daarnaar wijzigen.

Groote moeilijkheden zijn hier natuurlijk altoos te overwinnen met het oog ophet eigendomsrecht en de verantwoordelijkheid voor het Bedrijf in zijn geheel.Moeilijk is ook de bepaling van het winstbedrag voor de medewerkers. Niet zoozeer, omdat ook hier groei der zedelijke verhoudingen overlegging niet mogelijkzou maken. Aan die mogelijkheid twijfel ik niet. Maar omdat het Bedrijf in zijncijfers een geheim heeft, dat niet op de wereldmarkt mag komen, en dat dus ookniet door middel van de rekening der medewerkers, als sleutel, te vinden moet zijn.

Opgemerkt moet ook worden, dat door de onderscheiding van weekloon, stuk-loon, fondsloon en winstloon niet alleen met het recht, met de bekwaamheid enmet het leven is gerekend, maar dat de Onde rnemer daardoor ook ruimte krijgtom het Bedrijf te verbeteren door de beste middelen. Die verbetering van middelen,machines enz. maakt, dat de productie verveelvoudigt, en dat daardoor net stuk-loon dalen moet, wijl het stukwerk minder tijd en arbeid kost. Dat hinde rt nu denWerkman in zijn inkomsten niet; vooreerst heeft hij vast weekloon, in de tweedeplaats zal zijn stukloon bij verlaging per stuk toch rijzen, en ook de vrees voorhet tegendeel behoeft hem niet te hinderen, daar de maatregelen van den Onder-nemer toch verhooging van winst bedoelen en die verhooging toch uit het stuk-werk moet verkregen worden, maar dan ook bij het winstloon evenredig iedermedewerker ten goede komt.

Mij dunkt, dergelijke practische voorbeelden van aanvankelijke constitutie vanrechten in de Bedrijfsgemeenschap verdienen ernstig bestudeering. En wat in

Page 193: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

142 VRIJ INITIATIEF

waardoor zij met elkaar in een beschreven verband treden. Datverband behoeft niet zoo dadelijk in bijzonderheden uitgewerkt tezijn, indien het er maar eerst in beginsel is. En we achten hetdaarom gewenscht, dat ook voor een mogelijken Vakband thanseen Concept-regeling als advies wordt opgesteld. Zulk een Conceptzou, (zoo we hier door een schets als voorbeeld de mogelijkheidmogen laten uitkomen), hierop moeten neerkomen, dat deze Be-drijven (we verstaan hier onder Bedrijven Bedrijfsondernemingen,aan het Hoofd waarvan een Patroon staat), met eerbiediging vanelkanders zelfstandigheid zich contractueel aaneensloten als eenVakgemeenschap (of welken naam men hiervoor het best acht).De vaste 'Werklieden in die samengevoegde Bedrijven zouden dan,volgens overeenkomst der Vakbedrijven, voortaan groepsgewijzenaar den aard van hun positie in den Arbeid (b. v. Meesters, Bazen,Onderbazen, Vakmannen en Gezellen), en ook groepsgewijze naarden aard van hun arbeid (b. v. in het Bouwvak, metselaars, tim-merlieden, opzichters, teekenaars enz.) met elkaar in gemeenschap,naar weloverwogen regel, moeten kunnen overleggen, wat zij methet oog op hun belangen en op de belangen van het Vak en van deBedrijfsgemeenschap in het Vak, noodig achten, en welke wijzi-gingen in bestaande verhoudingen en regelingen zij bij den voort-gang der tijden wenschen. Ieder van die vereenigde groepen moethaar Vertegenwoordigers kunnen kiezen, die samen weer eenVertegenwoordigend Lichaam vormen. Dit VertegenwoordigendLichaam treedt met de Vergadering van Patroons op geregeldetijden in overleg, en voorts zoo dikwijls de Patroonsvergadering totzoodanig overleg roept. In den weg van dit aldus opkomend over-

het groote kan, dat kan zeker in het kleine.Bij het intreden in het Bedrijf moet ieder zich bij het

Contract verplichten, dat hij de Constitutie zal eerbiedi-gen, en voorts alleen op de in de Constitutie aangegevenregelmatige wijze tot wijziging der Constitutie zal mee-werken.

Waarom zou een koning, die zijn schatkist en leger van zijn volk krijgen moet,met dat volk wel onder een Constitutie kunnen leven; maar een Arbeidsgemeen-schap, die samen het brood gewint, en in de gemeenschap van arbeid ook alleenhet brood behouden kan, niet?

Page 194: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

VRIJ INITIATIEF 143

leg worden verdere regelingen ge%oren. Een gemeenschappelijkeVakraad wordt daartoe aanstonds door overeengekomen samen-werking van de Werkliedenvertegenwoordiging en van de Patroons-vergadering gekozen. Deze Vakraad ontwerpt een Regeling voorde werking der Vakgemeenschap. In deze Regeling worden dewijze van samenstelling, de rechten en plichten van den Vakraad,van de Patroonsvergadering, van de Werkliedenvertegenwoordigingen van de Groepvergaderingen beschreven; voorts ook de wijze,waarop de algemeene arbeidsvoorwaarden voor de aangeslotenBedrijven, bepaald ook wat de vakloonen, de uitkeeringen bij ziekteen ongeval, en de pensioenen betreft, worden vastgesteld en ge-wijzigd; de bepaling der Vakgraden, de Vakopleiding en de be-hartiging der Vakbelangen door de Vakgemeenschap worden doordeze Regeling althans in uitzicht gesteld. Deze ontworpen Regelingkomt daarna èn bij de Patroonsvergadering èn bij de Werklieden-vertegenwoordiging in overweging en moet door ieder dezer ver-gaderingen worden aangenomen. Bestaan tegen aannemen bezwa-ren, dan moet getracht worden, die uit den weg te ruimen. Is deovereenstemming gevonden, dan wordt deze Regeling ook aan deGroepvergaderingen voorgelegd, en eerst wanneer deze bewil-ligen, wordt de Regeling door den Vakraad vastgesteld, door deafzonderlijke Bedrijven geaccepteerd en in het Arbeidscontract alsband voor allen vastgelegd. Deze eerste regelingsarbeid baart duseenige moeilijkheid, omdat hij eigenlijk een geheel vrije overleggingis, om met gemeen goedvinden tot een Regeling te komen. Maar indie Regeling is dan het begin van Constitutie der Vakgemeenschapgegeven; daarin is nu beschreven, en door het Bedrijfscontractgecontracteerd, hoe voortaan de zaken behandeld worden en debeslissingen worden genomen. In deze eerste regeling is te bepalen,dat nadere uitwerking van de regeling der verhoudingen en dersamenwerking in de Vakgemeenschap of wijziging van die regeling,óf door de Patroonsvergadering óf door de Werkliedenvertegen-woordiging bij den Vakraad in overweging moet gebracht wordenen steeds met het advies van den Vakraad door de Werklieden-vertegenwoordiging en door de Patroonsvergadering moet wordenoverwogen, tot er overeenstemming tusschen die beide is ver-

Page 195: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

44 VRIJ INITIATIEF

eregen. Zonder die overeenstenfming komt er geen verandering enverdere ontwikkeling der eenmaal overeengekomen Regeling. Istelkens weer die overeenstemming gevonden, dan stelt de Vakraaddie nadere of gewijzigde regeling vast en de Bedrijven met hungecontracteerden houden haar voor bondig, — zoolang zij zich nietaan de Vakgemeenschap onttrekken. Dit laatste zullen ze wel nietdoen zonder overwegende redenen, wijl ze daardoor van het rechttot overleg en vertegenwoordiging in het Vak beroofd zouden wor-den. De Regeling heeft nu de taak van Vakraad Patroonsvergade-ring, Werkliedenvertegenwoordiging en Groepvergaderingen inbeschreven recht vastgesteld. Dat daarbij in geschillen tusscheneen Patroon en zijn Werklieden over de verhoudingen in hetparticuliere Bedrijf, en daarmee over het particuliere Arbeids-contract, (voor zoover deze geschillen in het Bedrijf zelf niet totoplossing konden komen), de Vakraad of een bijzonder Vakgerechthet aangewezen lichaam tot arbitrage is, dunkt ons natuurlijk.

Wij gaven slechts een voorbeeld, hoe een ruwe schets voor eenregeling zou kunnen zijn. 1)

Komen de Patroons en de Werklieden, die in kleinen kring voor, yen begin van constitutie een Concept-Schets zouden zoeken te

geven, waarin een aanvankelijke weg wordt gewezen, tot een goedzinde, dan bestaat er natuurlijk van de gewenschte verhoudingnog niets.

Maar de Christelijke Vakvereenigingen bestaan. 2)

1) De toestanden op arbeidsgebied zijn zeer verschillend. Het Bouwvak, waar-in het oude Timmerambacht zich ontwikkelt, geeft een geheel ander beeld vanorganische gemeenschap dan b.v. het Effectenvak, het Havenbedrijf of eengemeentelijke Tramonderneming. De vormen van Grootbedrijf en Vakgemeen-schap loopen vaak dooreen. Zoo bestaan ook zeer gewijzigde vormen van ver-houding bij groote vennootaire ondernemingen. Bij heldere technische kennis,waarover ik uiteraard niet beschik, maar die toch zeker te verkrijgen is voorrechtskundige adviseurs, is echter organische rechtsregeling voor elke gemeen-schap mogelijk. Mits men slechts uit het ware beginsel wil leven en werken.

2) Elke voorstelling, dat ik deze Vakvereenigingen niet waardeer, berust opverkeerde voorstelling. Zij moeten naar mijn overtuiging allereerst over eeneventueelen voorslag tot Vakconstitutie hun oordeel spreken. Zij moeten de

Page 196: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

VRIJ INITIATIEF 145

Zij bestaan echter zonder gecontracteerden Vakband. Zij missenals Vereenigingen den organischen rechtsband aan het Bedrijf, endaarmee aan de organische arbeidsgemeenschap. Zij bestaan slechtsals gewone maatschappelijke vrije vereenigingen, en zij hebbengeen ander recht dan al zulke vereenigingen naar hun Statuten.Geen ander zedelijk recht ook. 1)

Nu zou een Werkliedenvakvereeniging wel een overeenkomstmet een Patroonsvakvereeniging kunnen aangaan, om voortaansamen in overleg over de gewenschte arbeidsvoorwaarden in deBedrijven te handelen. Maar zóó handelen twee losse partijen, dieals vereenigingen geen van beide iets in de afzonderlijke Bedrijvente zeggen hebben en dus ook geen organische arbeidsgemeenschap,geen Vakgemeenschap vormen. De twee vereenigingen kunnenelkaar ook niet als een soort vakgemeenschap accepteeren, zonder

banier voor vrijmaking van den Arbeid opheffen. Zij moeten de sympathie derWerklieden en der Patroons winnen. Zij kunen den uitweg openen, die tot op-lossing leidt. Hier is de goddelijke roeping niet het minst van onze ChristelijkeWerklieden, en de noodzakelijkheid, dat zij zich door vrij initiatief allen aaneen-sluiten in hun Vakvereenigingen.

1) Het komt mij daarom ook, naar het recht geoordeeld, onjuist voor, dateen Vakvereeniging van Werklieden met een Patroon zou willen onderhandelen(wel spreken) over de positie van zijn Werklieden. Ware dit recht. zoo kan eenVakvereeniging van Patroons ditzelfde recht uitoefenen, en vorderen, dat voort-aan elk Werkman afzonderlijk niet met zijn eigen Patroon maar met de Patroons-vereeniging onderhandelt. Ieder gevoelt, dat dit niet recht is. Daarom adviseerdeik, dat de Patroons in dezen de aanmatiging der Arbeidersorganisatie zullenweerstaan, en elk hun onderhandeling zelf met hun eigen werklieden zullenvoeren; maar dat zij dan ook tegelijk naar hun goddelijke roeping het vrijeinitiatief zullen nemen, om een organisch werkende Vakgemeenschap met be-schreven recht in het leven te roepen. De organische band tusschen Patroon enWerkman moet in het Particuliere Bedrijf gehandhaafd worden, en deze particu-liere band moet als de rechtsband, die in de Vakgemeenschap doorwerkt, wordenvastgelegd in het particuliere, niet collectieve, Arbeidscontract. Maar wijl dezeparticuliere rechtsband tusschen den Patroon en den afzonderlijken Werkman,die in het Bedrijf intreedt, tevens den zedelijken band en den rechtsband schepttusschen den Werkman en al de medewerkers in het Bedrijf, en, door het Bedrijf.in het Vak, moet ook de rechtsband aan heel de Bedrijfsorganisatie en aan heelde Vakgemeenschap in het Arbeidscontract vastliggen. Zie mijn Vakorganisatienaar Christelijke beginselen, p. 20-24.

13

Page 197: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

146 VRIJ INITIATIEF

omtrent de wijze van behandeling en beslissing der zaken overeente komen, en dus elkaars regelingen te kennen en te erkennen. Eenband, die b.v. een Vakvereeniging van Werklieden niet aan dewould-be gecontracteerde vakgemeenschap met de Patroonsver-eeniging, maar aan eenige Werkliedenfederatie bond, zou daarbijnooit geaccepteerd kunnen worden. En omgekeerd. Maar al kondende twee Vakvereenigingen van Patroons en Werklieden het sameneens worden, daarmee hebben ze nog volstrekt geen organischenVakband en ze kunnen die zóó nooit krijgen, wijl het Vak alleenbestaat door de Bedrijven, en de band tusschen Patroon en Werk-man in het Bedrijf ligt. De organische Vakband tusschen Patroonsen Werlieden moet altoos vast liggen in het Arbeidscontract in hetBedrijf. Wat zouden de Werklieden ook kunnen contracteeren, zooze geen rechten hebben? Als leden eener vereeniging kunnen zehet recht van hun lidmaatschap inbrengen, maar dat is geen rechtin het Bedrijf of het Vak. Neen, allereerst moeten ze door hetA r b e i d s c o n t r a c t hun recht in het Bedrijf contracteeren enniet uit hun vereenigingsrecht maar uit hun vakrecht, dat in hunArbeidscontract beschreven is, moeten zij de gecontracteerde Vak-gemeenschap opbouwen.

Bovendien is een Christelijke Vakvereeniging slechts particulier,)ok wat de Vakwerklieden aangaat. Zij omvat slechts een groepWerklieden, die als Christenen zich vereenigden, terwijl andereWerklieden tot andere Vakvereenigingen behooren. Geen dezervereenigingen mag of kan gelukkig voor de Werklieden en voorhet Vak een beslissing nemen. Dat ware schennis van zedelijk recht.

Neen, een contract tusschen een Vakvereeniging en een Pa-troonsvereeniging zou of de souvereiniteit in de Bedrijven vernietigenen ze in één oplossen, of ze zou slechts geven een losse onder-handeling, waarbij eigenlijk niemand in rechten gebonden is, enwaarbij de Werklieden buiten de eigenlijke Vakgemeenschap,buiten de vakrechten blijven, en als losse huurlingen, als rechte-loozen, voor hun belangen kunnen strijden. De „Beweging" zou erslechts bij winnen en van zedelijke rechtsverhoudingen in de arbeids-gemeenschap kwam zóó niets.

Daarom moeten de Christelijke Vakvereenigingen op dit oogen-

Page 198: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

VRIJ INITIATIEF 147

blik voor de Werklieden allereerst welbewust doen, wat door dennoodstand geëischt wordt.

Maar ze moeten bovenal vrij worden in haar actie voor de vrij-making van den Arbeid, vrij van „de Beweging", en van hetLiberale systeem. Zij moeten beginnen met het concept, dat denweg tot de constitutioneele verhoudingen aanwijst, hunnerzijds invrije overweging te nemen. Zij moeten dan de banier opheffen ende propaganda onder de Werklieden voeren voor de vrijmakingvan den Arbeid en daarom voor de rechtsconstitutie in Bedrijfen Vak.

Dat moeten ook, en allermeest, de Christelijke Patroons in denPatroonskring doen. Hun verantwoordelijkheid is zoo groot.

En zoo moet er plaatselijk overlegging komen" tusschen de Pa-troons en de Werklieden, die onder de banier voor de vrijmakingvan den Arbeid optrekken, om samen te besluiten de Vakgemeen-schap, onder den voorgestelden of nader bij overleg gewijzigdenaanvangsregel, tot stand te brengen.

Gaan niet aanstonds alle Bedrijven, die bijeen behooren, hierinmee, — het zou jammer zijn, — maar daarom toch kunnen de anderedoorgaan. Het initiatief blijve zedelijk en daarom vrij. Het voor-beeld zal genoeg spreken. Het zedelijk recht zal spreken tot deconscientiën. En waar eenmaal slechts één goed geregelde vrijegemeenschap van Bedrijven in een Vakband bestaat, daar zullenongetwijfeld de andere volgen.

Zoo de levensband maar eerst weer gevonden is, groeit het.Dan komen we in den goeden weg. De onderscheiden Vakge-

meenschappen kunnen aanraking zoeken met elkaar en zullen ban-den vinden.

De Arbeid zal zich zóó weer opheffen in vrijheid. De strik zalgebroken zijn. Er zal recht gedaan worden. Er zal gemeenschapzijn; en in de vrije zedelijke gemeenschap kracht. De Patroons ende Werklieden zullen als broeders, als mannen, in den Arbeidsamenwonen en samenwerken; al kost het eerst moeite, ze zullenhet goede van de gemeenschap erkennen. Het leven zal zich weerin vrijheid en gemeenschap openbaren onder rechtsbanden.

Intusschen is de taak der Christelijke Werkliedenvereenigingen13*

Page 199: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

148 VRIJ INITIATIEF

hiermee niet geëindigd. Zal de Vakgemeenschap in haar doorwer-king bloeien, dan moeten ook de Christelijke beginselen leven in devakgenooten en in hun gedachtenwereld doorwerken. Het zal daar-om de taak zijn der Christelijke Vakvereenigingen, om hiervoorwerkzaam te blijven. En heel de Christelijke gemeenschap zal daarinmoeten meewerken.

Wat voorts de verhouding tot de Overheid aangaat, zullen deVakgemeenschappen en de groote afzonderlijke Bedrijven, zelf vrijmet elkaar moeten overleggen, wat zij hunnerzijds zullen doen, omop de voor den Arbeid meest gewenschte wijze met de Overheid inrapport te komen, opdat ook de publieke rechten van den Arbeid inhet nationale staatsleven mogen gelden.

Over de nationale grenzen zal het voorbeeld der rechtsgemeen-schap in den Arbeid, naar zedelijke organische beginselen, navol-ging en doorwerking vinden. Zoo zal de Arbeid ook zedelijkeorganische internationale banden tot werking brengen. Zoo zullende menschelijke levensfunctiën ook internationaal organisch opelkaar werken, Arbeid en Landbouw, en Handel en Kapitaal.Waarom zou het vrije zedelijk werkende menschelijke leven, be-halve zijn nationale overlegging door Vertegenwoordiging bij deOverheid, ook niet in het internationale menschelijke leven, doorvrij initiatief naar zedelijk recht, ruimte maken voor de gerechtigheiden den vrede door zijn eigen maatschappelijk Hof van Arbitrage?

Page 200: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

VIII.

DE TOEKOMST.

„Emancipatie" is het, waarom de twintigste eeuw roept bij haaraanvang. Emancipatie, omdat zij kracht gevoelt voor de toekomst,vermenigvuldiging van kracht.

Die toekomst ligt daar voor haar als een breede ruimte, waarinze leven kan ontwikkelen in nooit gekenden rijkdom, in nooitgeziene volheid; wereldleven, menschelijk wereldleven, dat overnieuwe krachten, over nieuwe rijke schatten beschikt, en waarvoornog rijker schat en nog rijker buit van krachten beschikbaar komt.

De jonge menschheid gevoelt die krachten niet alleen rondomzich en voor zich uit, maar ook in zich; krachten van wetenschapen kunst, krachten van moed en macht, van hartstocht en toewijding,van idealisme, onbegrepen, onbeschreven, maar nochtans gevoeld.Zij wil leven. Zij wil werken. Zij wil de wereld bewerken in vrij-heid. Ze wil het leven zelf bewerken met machtigen geest.

Maar ze gevoelt zich gebonden, de jonge eeuw. Ze moet, en zewil, maar ze kan niet. Ze kan toch in haar krachtsbewustzijn, maarze weet geen weg. Ze weet niet te beschikken over wat ze heeft enkrijgt. Ze loopt er mee vast, telkens weer en in iedere richting. Ellen-de en weer ellende is het, wat zij ontmoet, bij de vermenigvuldigingvan kennis, van talent, van moed en levensruimte, van krachten enschatten. Ellende in uitvindingen; ellende in wetenschap; ellendein rijkdom; ellende in hartstocht; ellende in idealen; ellende inkrachtsontwikkeling. De moeite en het verdriet vermenigvuldigen.De jonge eeuw slooft zich af; ze werkt zich op; ze ziet haar eigenleven zich dood werken. Ze ziet slechts ellende in de toekomsttegemoet met haar dorsten en droomen en willen en lijden omlevensheerlijkheid; ellende in de toekomst meer dan in het heden;

Page 201: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

150 DE TOEKOMST

grooter ellende door grooter kracht, door den grootenen tijd, diekomt; een oceaan van ellende. En daarom rukt ze met geweld aanle banden, die nog binden; ze slaat tegen de pilaren, die ze nogvindt. Ja, het nobelste Liberalisme draagt in zijn pijnlijke gelaats-rekken het teeken der eeuw. Anarchisme, (in dwependen harts-:ocht, of in een onweerstaanbaar moeten, om den doorgang naarle toekomst te vinden), grijpt het jonge geslacht almeer aan envoert het mee. En er is niet slechts Anarchisme in de eeuwjeugd,Anarchisme in enkele idealisten, maar heel de eeuw is in haar jeugdanarchistisch in haar idealisme. Alle banden moeten weg, allebilaren moeten neergeworpen worden. De nieuwe eeuw moet vrijm zonder breidel, zonder muren of palen, met het leven en de

toekomst kunnen doen, wat ze wil in haar onpeilbaar, onbeschrijfe-ijk, hartstochtelijk ideaal. Dan zal ze groot worden.

En ach, ze gevoelt zich toch ook zóó weer temeer gebonden. Zebindt, ze knevelt zichzelf in stelsels; ze dorst naar vrijheid en ze

werkt voor tyrannie; ze bouwt zichzelf het slavenhuis vanklasse-heerschappij en staatsalmacht, van een wereldmacht, in wier alom-vattenden boei de vrijheid den laatsten snik geeft. 1) Ze gevoelt,

naar ze kent haar ideaal niet. Ze weet niet te leven. Ze schreeuwtom bewustzijn.

Totdat ze den Satanischen moed zal grijpen, om te erkennen,lat ze met God en Zijn Christus naar den ouden Bijbel te doenzeeft; totdat ze bewust tegen Hem, die in den hemel woont, en:egen Zijn Gezalfde zich in al haar vermogen zal verheffen; Hem

bewust zal lasteren; en zich bewust zal wijden aan Satan.Zij zoekt reeds mystiek; zij zoekt religie, valsche religie; zij zoekt

daarin de Christenen; zij zoekt geestelijke gemeenschap, onder-geschikt, dienstbaar aan haar pogen; zij zoekt, tot ze zich bewustwordt, wien zij zoekt, den machtigen geweldenaar, die als eenbliksem uit den hemel viel. 2 )

1) Zie Herman Gorter, Verzen, 1903: „Armen, wordt één groot leger,één zee, die de aarde met zich spoelt en ze in de schoonheid brengt, de oneindigeschoonheid!"

2) Zie D r. H M Van N e s, De Nieuwe Mystiek

Page 202: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE TOEKOMST 151

Evolutie moet haar vrij maken. Ze klemt zich daarom in hopeaan het stof. Uit de materie rees toch alle heerlijkheid. In de materieis daarom de vrijheid en de kracht. Uit de materie zal ook haarheerlijkheid rijzen. Machtige geesten dachten en dichtten het haarvoor; zij gaven haar de formule in cijfers, in woorden, in vormen,in kunstgestalten. Maar neen; ze is er ook met de materialistischeformule, met de nieuwe poezie en de kunstgestalten nog niet. Nogis ze gebonden. En ze grijpt al dieper. Het is een geestelijke machtniet boven, maar achter en onder de materie, die haar de schattenvan de stof, de wonderen der materie zal leveren; die haar densleutel van het geheim der materie zal overgeven, den sleutel vande vrije wereld der wonderen. Kome slechts Satans Profeet! Komede Antichrist! Dan zal de scepter des heelals in menschenhandworden gezien en als de god zal de menschheid schitteren in dentempel der eere. Dan zal ze in heerlijkheid Hem van den Troonstooten, die eeuwig leeft. 1 )

Arme rijke eeuw! Uw zonde is uw ellende!

En toch is de levenskracht der eeuw haar uit de Fontein deslevens toegekomen. Toch leeft zij door genade. Toch breidt deChristus Zijn vleugelen over haar uit. Toch licht over haar hetheerlijke Woord Gods. Toch ruischt van den Troon des lichts endes levens over haar een woord van vrijmaking. Toch jubelt overde wereld en de eeuw eeuwige liefde, verlossende, zaligmakendegenade in Jezus Christus!

Zoo ze het mocht verstaan!Zoo ze mocht bidden! Zij, de Twintigste Eeuw!Dan zal de Zoon haar vrijmaken, en ze zal waarlijk vrij zijn:

vrij en heerlijk voor haar God.Er is een weg der Emancipatie voor de twintigste eeuw.Het is de weg des geloofs,s, der gehoorzaamheid; de weg der

1) Ook een nieuwe Kunst zoekt in haar assimilatie eerst aan de materie, danaan het onbekende onbewuste geestelijke achter en onder de mate rie, ,.langs lijnenvan geleidelijkheid", het satanische, ook in haar materiëele lijnen. Zie de lijnenvan den boekband van L o u i s Couperus, God en Goden, in verband metden geest en de strekking der boeken van dezen schrijver.

Page 203: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

15? DE TOEKOMST

ordinantiën Gods; de weg van de Schrift; de weg van Jezus Chris-tus: „Komt allen tot Mij, die vermoeid en beladen zijt, en Ik zal urust geven!"

De Heere heeft het leven geordend. In de banden en paden vandie ordinantiën is het leven vr ij, krachtig en heerlijk.

Maar in die banden ook alleen; en in geen andere banden.Zoo ze zien mocht, onze eeuw! o, zoo ze zien mocht dien weg

ter ontkoming, die vlak voor haar voeten ligt, dien weg der lichtendelijnen Gods, de lijnen van het recht en de liefde!

Die weg is licht. Hij licht ons tegen uit het Woord Gods. Hij lichtons tegen uit heel de Schepping. „Woord en Schepping getuigen vandezelfde heilige ordinantiën Gods."

In twee lijnen liggen alle vormen, alle verhoudingen bepaald. Zezijn onveranderlijk en ze zijn onvernietigbaar. Het zijn de vaste,onbuigbare lijn, en de vrije, loopende, in volheid van bewegingzich altoos nieuw ontwikkelende lijn.

Naar die twee lijnen zijn ook de krachten en haar vormen ge-ordend; één vorm, zich altoos bindend in het samenvattend be-ginsel; en één vorm, zich altoos uitbreidend naar onpeilbare verten.En die twee lijnen, die twee krachtvormen, ze kussen elkaar; zezijn door de hand des Eeuwigen wettig gehuwd. Ze zijn door deneeuwigen Geest in harmonie gezet. Het vaste, onveranderlijke,juicht in de glorie van het vrije, nieuwe, dat uitloopt; en het vrije,nieuwe, rust in het vaste, onveranderlijke, dat blijft.'

Hier is het beeld der gemeenschap, der liefde; in alle schepselgegraveerd en belichaamd; in immer nieuwe gestalten; nochtansin allen naar één beginsel van harmonie door één Geest uit ééngrondstof geformeerd.

Hier is het beeld van den mensch; uit het stof, door den Geest;Gods beeld, in de Schepping; kind Gods en aller schepselen heer;lichaam en ziel; vast en vrij.

Hier is het beeld van den mensch als hoofd der Schepping;gebonden aan God, nochtans vrij tot vervolmaking en verheer-lijking van de zich ontwikkelende Schepping Gods.

In de levensordinantie voor den mensch werken de twee lijnen

Page 204: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

DE TOEKOMST 153

door in zedelijke, bewuste verhoudingen: in verstand en wil; ingebondenheid en vrijheid; in persoonlijkheid en gemeenschap; inhet Woord Gods en het vrije, sprekende menschelijke leven; in dezelfopenbaring Gods en de menschelijke ontwikkeling; in Golgothaen de historie; in de bijzondere en de algemeene genade; in de liefdetot God en tot de naasten.

Hier is ons menschelijk leven, in de nederbukkende aanbiddingder ziele voor den Heere, buiten wien wij, menschen, niets hebbenin den hemel noch op de aarde, onze Rots, ons eeuwig deel; en inde vrije uitbreidende overgave van hart en leven, van al onzekracht en van alle talent tot vruchtbaarheid en verheerlijking doorZijn genade.

Hier is de openbaring van de aarde en den hemel, van de eeuwig-heid en den tijd. Wij mogen dit thans niet verder uitbreiden; de grens bindt

ook dit geschrift.Maar deze heilige ordening Gods geldt voor alle leven en voor

alle levensverhouding; voor alle levensontwikkeling; voor alle tijden;voor alle genade; voor alle vrijmaking; voor alle werk. Ook vooronze eeuw en haar groote kracht; voor haar vrijmaking en haartoekomst.

Die twee lijnen gelden voor alle betrekking tusschen den menschen Zijn God. In de Schrift. In heel de verhouding van mensch enSchepping van mensch en menschheid. In alle menschelijk leven ensamenleven. In de liefdesgemeenschap van het Huwelijk en hetHuis. In het Historische Leven. In de Taal. In de Religie. In deBeschaving. In de Wetenschap. In de Kunst. In den Arbeid. In deKerk. In de Maatschappij. In den Staat. In alle harmonie, stoffelijk,zedelijk en geestelijk.

V ast en daarin vrij door de heilige en genadige ordeningGods.

Gezag en Vrijheid! Gezag eerst, maar gezag niet alleen.Vrijheid is het leven; maar vrijheid onder den band van gezag.

Geen vrijheid zonder gezag. Geen leven zonder God.Ze hebben elk hun eigen orde, de twee lijnen, de vastheid en de

vrijheid. Ze zullen elk zichzelf zijn, en ze zullen de andere eerbie-

Page 205: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

154 DE TOEKOMST

digen. Maar ze zullen samen zijn. Ze zullen de ordening Godseeren en Hem in gemeenschap verheerlijken.

Hier is het geheim der schoonheid, der waarheid, der liefde, derkracht, der grootheid. Het geheim van geluk en heerlijkheid. Hetgeheim des levens voor heden en toekomst. Hier is het geheimvan het eenvoudige en van het verhevene; van het volmaakte.

Vastheid en vr ij heid in harmonische gemeenscha p,— daarin is de vrijmaking der eeuw.

Daarin is de vrijmaking van den Arbeid; maar ook van heel hetleven, in zijn geheel en in elke levensfunctie.

Hierin werken die functies ook naar dezelfde goddelijke ordeningop elkaar. Ze zijn ieder vrij, en toch in één band gebonden. Devrijmaking van den Arbeid naar goddelijke ordening zal daaromhet leven eerbiedigen, het zegenen, verlichten, verrijken, verheffen.Zij zal aan het leven vastheid geven tot vrijheid, tot vrijmaking vanallen levenskring, tot harmonische gemeenschap.

Zoo zijl dan heel het geslacht dat met ons en ons zaad leeftbij den opgang der eeuw, in Jezus' Naam in liefde gebeden, omzich met belijdenis van schuld te verootmoedigen en zich te be-keeren tot den levenden God en tot Zijnen Christus! Om ver-zoening te zoeken en daarin verlossing, — vrijmaking tot heerlijk-heid in ongekende menschelijke levensvolheid, in volrijke nieuwekracht.

Ja, dan zal de eeuwige Liefde dit geslacht door genade behoudenen verheerlijken, in den weg der gehoorzaamheid, d. i. door hetrecht en de liefde in gemeenschap.

De Hoogepriester onzer belijdenis bidt voor ons:„Vader verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheer-

„lijke! Gelijk Gij Hem macht gegeven hebt over alle vleesch, opdat„al wat Gij Hem gegeven hebt, Hij hun het eeuwige leven geve! En„dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den eenigen waar-„achtigen God, en Jezus Christus, dien Gij gezonden hebt!"

Onze ziele bidde mee; in verootmoedigende gemeenschap metde eeuw van ons leven; met alle menschen uit éénen bloede; wel-bewust; door het geloof; in blijde hope; en in overgegeven liefdevoor het aangezicht des Heeren!

,N ^ Ii,; ,....

Page 206: UI E SCA ES WOOS · 2008. 10. 24. · ee ekoe wee Ook e oowaae waao iema wie i ook wae o e oe oo Meese o Gee ko oegeae woe wae oe sceig a eeig ec o mesceik-ei as e see E ee akgeec

INHOUD

Bladz.I. Het Vraagstuk 1

II. De Toestand 7

III. „De Beweging" 17

IV. Christelijk Sociaal 42

V. Organische Gemeenschap 60

VI. De Staat 97

VII. Vrij Initiatief 125

VIII. De Toekomst 149