TwentseWelle Magazine oktober 2013

28
NUMMER 9 Losse verkoopprijs 2,95 OKTOBER 2013 Rariteitenkabinet van O’Hanlon Twentse schilderkunst Herrijzenis van een wereldster KUNSTENAAR: BERT HENRI BOLINK

description

Lees mee in het nieuwe magazine van museum TwentseWelle in Enschede met o.a. verhalen over de nieuwe expositie 'De Twentsche Kunstkring' en de samenwerking met de VPRO en Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam voor O'Hanlons Helden.

Transcript of TwentseWelle Magazine oktober 2013

NU

MM

ER

9

Losse verkoopprijs € 2,95

OKTOBER 2013

Rariteitenkabinet van O’Hanlon

Twentse schilderkunst

Herrijzenis van een wereldster

ku

nst

ena

ar: b

ert

hen

ri b

oli

nk

VOO

RW

OO

RD

Onze vestigingen zijn een levende etalage van passie en betrokkenheid. Die inzet ziet u terug in uw drukwerk.

ENSCHEDE | GORINCHEM | GRONINGEN | ZWOLLE NETZODRUK.NL

Benut digitaal drukwerk optimaal.

Ontdek de kosten besparende en rendements-verhogende voordelen!

ONLINE BESTELLEN

pERSONaLISEREN

CROSS MEDIa

Netzo snel & flexibel

Rabobank. Een bank met ideeën.

Het Stimuleringsfonds geeft terug aan de gemeenschap.

Kijk voor meer informatie op rabobank.nl/enschede-haaksbergen.

Het idee is dat een nieuw speeltoestel ook winst is.Door een deel van onze winst terug te geven aan de lokale gemeenschap hopen we bij te dragen aan een gezonde samenleving voor onze klanten.

Een originele locatie voor uw vergaderingen, cursus ofbrainstormsessie nodig?Boek een ruimte in Prismare!Een inspirerende omgeving,voorzien van alle denkbarefaciliteiten én u draagt bijaan de toekomst van mensenmet een achterstand op dearbeidsmarkt of met een sociale of fysieke uitdaging.

Huur ‘n vergaderruimte met het hart!

prismare.nl/zakelijk

TwentseWelleHet Rozendaal 117523 XG EnschedeTel. 053 480 76 80www.twentsewelle.nl

Redactie Wilma Tempelman

Eindredactie Loes Schippers

TekstenMarco Krijnsen, Kees van der Meiden, Wilma Tempelman

Fotografie Annina Romita, Fotostudio TwentseWelle

VormgevingburoBAM!, www.burobam.nl

Uitgever TwentseWelle

Directie Kees van der Meiden

Raad van Toezicht Herman Spenkelink, Ton Wennink, Marc Altink, Wim Boomkamp, Han ten Broeke

oktober 2013

CO

LOFO

NIN

HO

UDIn ‘t kort 4

Twente zoals het was 6

Vastleggen nu het nog kan 10

Herrijzenis van een wereldster 12

Het rariteitenkabinet van O’Hanlon 14

Verhalen uit de fabrikanten koffer 18

Puzzelen bijde spinmachine 22

Van snelspoeltot modeshow 24

Kwetsbaar kleinoodvan 146 delen 26

VOO

RW

OO

RD

Museum TwentseWelle gaat over vindingrijkheid. Een unieke eigenschap van de denkende mens. Vindingrijkheid uit zich in creativiteit, intelligentie en avontuurlijkheid. Die talenten hebben mensen tentoongespreid vanaf het moment dat ze nog in berenvellen rondliepen. Het heeft de wereld van vandaag opgeleverd, met alle voor- en nadelen van dien. Ook is het de basis van de wereld van morgen. Want we zijn op reis door de tijd. Ik vind dat buitengewoon spannend en uitdagend. Wat me echter opvalt, is dat het ac-cent vandaag wordt gelegd op zaken die misgaan. Terwijl het op de langere termijn alleen maar beter gaat in de wereld. Ja, met ups en downs. Zoals dat gaat. Ons museum draagt die boodschap uit. De vindingrijkheid van de mens, het vernuft zo u wilt, is een belofte voor de toekomst. Vertrouwt u daar alstublieft op en zet u zich daar voor in!

Creativiteit is verbonden met kunstzinnigheid. Intelligentie met wetenschap en avontuurlijkheid met de mens als ontdekkingsreiziger. Aan al deze drie as-pecten gaat TwentseWelle de komende tijd aandacht besteden in verschillende tentoonstellingen en presentaties. In dit magazine vindt u alvast een aftrap.Allereerst is er de tentoonstelling van en over de Twentsche Kunstkring. Een bijna vergeten gezelschap van verdienstelijke schilders dat in 1934 van start ging en tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw actief was in de regio Twente. Nee, niet met de internationale ambitie die de meer bekende gezelschappen in Nederland hadden. Twente was ook toen al een beschei-den regio. Maar wanneer je de werken bekijkt groeit je fascinatie, omdat hier taferelen zijn vastgelegd die een beeld geven van het Twente van toen. De tentoonstelling is een bijna anekdotisch verslag van de wereld van die tijd. We vonden het hoog tijd dit kunstzinnige gezelschap in het spotlicht te zet-ten: 155 werken waarvan een groot aantal nog niet eerder is getoond.

De geschiedenis kent haar helden van de vindingrijkheid. Het kleine bio-scoopje in het museum wordt vanaf december omgetoverd tot een plek waar we die helden tonen. We beginnen op 19 december, de dag van onze jaar-lijkse oudejaarsreceptie, met Coenraad ter Kuile: bierbrouwer en azijnfabri-kant, lid van de firma. E. ter Kuile & Zoon, textielfabriqueurs te Enschede, maar vooral ook wiskundige en astronoom. Op het dak van de kantoortoren van het museum prijkt de sterrenkijker die naar hem is genoemd. Straks is hij dus ook voor langere tijd aanwezig in de hoofdtentoonstelling van ons museum. Dankzij een goed idee van de Stichting Coenraad ter Kuile, waarmee TwentseWelle innig verbonden is. Wanneer de volgende held zijn intrede doet, verhuist Ter Kuile naar het Open Depot, de enorme vitrine van TwentseWelle, die uniek is in de museumwereld.

Kunstzinnigheid, intelligentie en avontuurlijkheid: drie talenten van de vindingrijke mens. Vanaf 1 februari volgend jaar besteden we aandacht aan de laatste van die drie met een unieke expositie over historische ontdek-kingsreizigers, waarin schrijver en avonturier Redmond O’Hanlon de hoofdrol speelt. Deze expositie komt tot stand in samenwerking met én dankzij de VPRO en de afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. O’Hanlons helden. Televisie om aan te raken, want de gelijk-namige VPRO-serie van vorig jaar en de nieuwe reeks uitzendingen die vanaf eind dit jaar tot en met 19 januari 2014 op de televisie te zien zal zijn, monden uit in een tentoonstelling van alle dertien helden van Redmond O’Hanlon in museum TwentseWelle. En dat is niet het enige. De helden krijgen ruim aandacht in een serie natuur- en cultuurhistorische gesprekken, waarin Redmond O’Hanlon en een gast nader ingaan op deze helden van weleer. Houdt u onze vernieuwde website in de gaten. Daarop presenteren we binnenkort het programma waarvoor u zich dan al kunt inschrijven.

Veel leesplezier!

Kees van der MeidenDirecteur/bestuurder

De heldenvan de vindingrijkheid

pagina twee | drie

INTK

OR

T Kalender

1 december 2013Twentse Salon

1 december 2013 t/m 9 februari 2014Zinsbegoocheling

Tetem

10 oktober t/m 24 november 2013Hybrid Skinsè Met oa Anouk Wipprecht, Local Androids en Lucy

McRae

3 oktober t/m 3 november 2013100 jaar Grafiek uit een particuliere collectie

7 november t/m 1 december 2013The Act of Painting

28 november 2013 t/m 19 januari 2014Nomadic sand bath. Studio Harm Rensink

5 december 2013 t/m 12 januari 2014Multi Solo ‘Kunst als subversieve daad’è Curator Annelien Kers

23 januari t/m 9 februari 2014ArTechLabè Presentatie research projecten Design, Art & Science

TwentseWelle

13 oktoberMuseum Jeugd Universiteitè Kun je vrienden worden met een robot?

18 oktober - 5 januariExpositieè De Twentsche Kunstkring

10 november Taxatiedag De Twentsche Kunstkring

10 november Museum Jeugd Universiteitè Hoeveel energie gebruikt mijn Facebook?

8 december Museum Jeugd Universiteitè Wat is informatie?

1 februari 2014Opening expositie O’Hanlons Helden

Concordia (expositieruimte 21rozendaal)

t/m 17 novemberDuo-expositieè The World needs a Narrative van Kruisdijk/Kuilboer

1 december – 2 maartPoëtische geurinstallatiesè The Art of Smelling (Olfactory Art Research) van

Peter de Cupere

Rijksmuseum Twenthe

t/m 27 oktoberHet dode punt van de schommelè houtskooltekeningen van Renie Spoelstra

t/m 5 januari 2014Rewindè De verbeelding van het verleden van Gerard de

Lairesse tot Brad Pitt

t/m 3 novemberDe stelling van Vroegindeweij

15 september 2013 t/m 31 december 2014Paden naar het Paradijsè Een roman in twaalf zalen van schrijver Atte Jongstra

10 november 2013 tot medio maart 2014Rondom Permeke, Vlaamse expressionisten

Aan tafel!Een bezoek aan het museum is nog leuker in combinatie met een goed gesprek en/of lekker eten. Daarom bieden TwentseWelle en museumrestaurant BijRozendaal vanaf november drie nieuwe maandelijkse activiteiten aan.• Iedere eerste maandag van de maand opent het museum

’s avonds zijn deuren en kunnen bezoekers ‘Aan tafel bij TwentseWelle’. Directeur Kees van der Meiden en/of zijn collega’s ontvangen interessante gasten, onder wie au-teur/schrijver Redmond O’Hanlon en journalist Han Pape.

• Iedere eerste zondag van de maand staat tussen 11 en 14 uur een speciale museumbrunch klaar in museumrestau-rant BijRozendaal. In de ‘kuil’ in TwentseWelle verzorgt Jong Talent van Kaliber Kunstenschool optredens.

• Dineren bij de mammoet is iedere tweede donderdag van de maand mogelijk. U wordt feestelijk ontvangen in BijRozendaal, waarna u in het museum een heerlijk driegangendiner kunt nuttigen tussen de mammoet en de steppewisent. Extra bijzonder is de bediening door de zingende en swingende Theaterobers.

Nieuwe aanwinst: werk en reistas Jan CremerTwentseWelle heeft enkele stukken aangekocht uit de col-lectie van Jan Cremer. De in Enschede geboren en getogen kunstenaar/schrijver bood onlangs meer dan duizend stuk-ken (kunstwerken en persoonlijke bezittingen) te koop aan in het kader van 50 jaar ‘Ik Jan Cremer’. Hij wilde daarmee naar eigen zeggen afrekenen met iedereen die hem voor een opschepper of fantast houdt.TwentseWelle is in het bezit gekomen van drie kavels van de veiling: drie borden (beschilderd door Cremer op 14-jarige leeftijd), zijn eerste linoleumsnede (gemaakt voor de AKI in 1956) en zijn Pan Am-reistas met labels. De objecten illus-treren de eerste stappen die Jan Cremer op schildergebied zette in Enschede. De reistas kan gezien worden als symbool van de reislust en rusteloos-heid van de kunstenaar. Directeur Kees van der Meiden: ‘Ze horen in onze collectie thuis, om-dat ze cultuurhistorische waarde hebben. Ze zeg-gen iets over de creatieve en kunstzinnige mens die Jan Cremer is.’

Op stap met AnnoSinds 8 september neemt papegaai Anno elke zondag kinde-ren in de leeftijd vanaf vier jaar mee op stap langs Het Grote Verhaal. De museumkar met papegaaienkooi en kleurrijke kisten zit vol verrassingen. Kinderen mogen met Anno de vacht en de kies van een mammoet aanraken, een fossiel-

Nieuws

afdruk maken of koffie malen zoals vroeger. Ze maken onderweg kennis met Claartje in de oude boerderij en Berend achter de weefgetouwen. De tocht door het museum duurt 45 minuten. Anno is ook te boeken als educatief programma voor de onderbouw van het basisonderwijs.Daarnaast biedt TwentseWelle elke woensdagmiddag telkens andere doe-activiteiten aan. Kinderen kunnen tussen 14.30 en 16.30 gratis meedoen, op vertoon van hun entreebewijs.

De magische huiskamerOp zondag 28 november neemt TwentseWelle officieel een magische, multiculturele huiskamer in gebruik als vast on-derdeel van Het Grote Verhaal. De huiskamer zit vol met ICT-snufjes en visuele effecten. Bezoekers kunnen, zittend op de bank, op de afstandsbediening drukken om de transformatie van het vertrek in gang te zetten. In de stoel tegenover begint de bewoner van het huis zijn of haar levensverhaal te vertel-len. Door projecties en hologrammen is de inrichting van de kamer aangepast in de stijl van de bewoner, inclusief films en foto’s op televisie en wanden. Bezoekers kunnen zo vanaf de bank kennismaken met huiskamers en levensverhalen van zeven verschillende culturen. Het zijn op één na alle-maal Twentenaren die in het buitenland zijn geboren (zoals Indonesië, Curaçao, Turkije en Marokko).

Jaarboek en Almanak 2014Dit najaar verschijnt Jaarboek Twente alweer voor de 53e keer. De uitgave van TwentseWelle staat zoals altijd boorde-vol artikelen over cultuur, natuur en historie van deze streek. Een greep:

• Waarom is Enschede de grootste stad geworden? • De canon als nieuw populair-historisch fenomeen

in Twente • Onvrije boerenfamilies • Ontstaan en groei van de Euregio

Ook de Twentse Almanak 2014 is weer verkrijgbaar. Het naslagwerkje is een begrip in Twente geworden en voor veel huishoudens een bron van informatie over schoolvakanties, feestdagen en gemeenten. Bevat verder verhalen, recepten en het bekende zoekplaatje.

pagina vier | vijf

Twentezoals

het wasTerug naar de vorige eeuw met schilders

van de Twentsche Kunstkring

Een boer met twee ossen die de Twentse heide open scheuren. Een traditionele begrafenisstoet tussen besneeuwde akkers. Zwoegende arbeiders onder de rook van een Enschedese fabriek. De schilderijen van de Twentsche Kunstkring tonen het bijna vergeten leven uit de vroege twintigste eeuw.

evert rabbers: ploegende boer met ossen

Op de eerste wagen zitten vrouwen rondom de doods-kist. Daarna een tweede door paarden getrokken kar met vrouwen. En daarachter – lopend – de mannen in het zwart. Een droevige optocht door een sneeuwwit landschap in de buurt van Wiene, niet ver van Goor. In de kale bomen lijken de kraaien mee te rouwen. ‘Je ziet in de lucht dat er nog meer sneeuw aankomt. Het past helemaal in de sfeer van het schilderij. Zo mooi! Het geeft een beeld van Twente dat niet meer bestaat. En toch is het niet eens zo heel lang geleden’, zegt Aukje Krommendijk van TwentseWelle.

Het schilderij is voor de conservator van het museum een van de topstukken van de expositie De Twentsche Kunstkring. De maker, Evert Rabbers (1875-1967), was geen beroepsschil-der, maar fotograaf. Misschien dat hij daarom in zijn werk als schilder de behoefte voelde om het Twentse landleven vast te leggen. Penseel en verf als vervanging van camera en lens. Rabbers’ werk is al eens omschreven als een heemkundige les. Hij schilderde volop impressies van stad en platteland, vooral in en om zijn woonplaats Enschede.

Twee gulden per avondRabbers vormde in 1934 met enkele geestverwanten de Twentsche Kunstkring: Bert Henri Bolink, Gerard Krol (bei-den schilder van professie), Willem Karel de Wijs (gemeente-architect van Enschede) Pieter Arie Nijgh, Rinze Visser (bei-den lijstenmaker), Ina Scholten-van Heek (echtgenote van de textielfabrikant J.F. Scholten) en Cees Broerse (tekenleraar en later directeur van drukkerij Van der Schaaf).

Deze club regionale schilders kwam regelmatig bijeen in het gezamenlijke atelier in Enschede, waar ze de meest uiteen-lopende personen portretteerden. De modellen kregen daar een vergoeding van twee gulden per avond voor. Op zater-dag trokken de leden van de Kunstkring er samen op uit in de auto’s van Rabbers en De Wijs om her en der in Twente natuurtaferelen te schilderen.

Rabbers was geen broodschilder, hij had immers al inkom-sten uit zijn werk als fotograaf. Daarom is veel werk van hem in de familie gebleven. Na zijn dood in 1967 schonk zoon Guus

ans rotting, stichting collectie evert rabbers

jan broeze: vluchtelingenevert rabbers: haaksbergerstraat enschede

pagina zes | zeven

Heeft u onze vernieuwde website al bezocht?

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van actuele ontwikkelingen:

informatie waar u écht wat aan heeft...

Eeftinksweg 11 • 7541 WE Enschede • T 053 434 48 44 • [email protected] • www.smeltcoster.nl

Taxatiedag vraagt om verrassingenDe expositie De Twentsche Kunstkring: Schilders van Twente, 1900-1950 is in TwentseWelle te zien van 18 oktober tot en met 5 januari. Op zondag 10 november (van 12 tot 17 uur) is er een taxatiedag met twee deskundige taxateurs. Aanleiding daarvoor zijn de vele reacties die een publicatie in de krant over de expositie losmaakte. ‘Heel veel mensen namen contact op met het museum omdat ze ook een werk in huis hebben van Krol, Rabbers of een andere schilder van de Twentsche Kunstkring’, al-dus conservator Aukje Krommendijk. ‘We denken dat er nog heel veel schilderijen ergens rondzwerven. Sommige leden van de kring waren echte broodschilders. Die maakten kopieën van hun eigen schilderijen voor de ver-koop. Alleen al van de watermolen in Haaksbergen zijn vier identieke werken van dezelfde schilder bekend. Die werden dan te koop aangeboden in bijvoorbeeld de eta-lage van de kapper. We zijn heel benieuwd wat er boven water komt tijdens die taxatiedag. Er zal ongetwijfeld ook een onbekend meesterwerkje bij zitten. We gaan in ieder geval alles vastleggen, zodat er een digitale beeldbank ontstaat met het werk van de Twentsche Kunstkring. Hoeveel dat is? We zullen het zien.’

Meer schilderijen zien op de TKK-DatabankOok is het mogelijk via de site van www.twentsewelle.nl een foto met informatie van uw eigen schilderij van een Twentse schilder te uploaden op onze speciale Twentsche Kunstkring Databank. Dit kan anoniem, als u dat wenst. Deze databank is zowel op de website van het museum als in de expositie te zien.

de collectie aan de net opgerichte Stichting Evert Rabbers. Meer dan 160 werken beheert de stichting. Ze worden af en toe geëxposeerd. Maar nog nooit gebeurde dat in een groter verband, tussen de andere schilderijen van de Twentsche Kunstkring.

‘De schilderijen van onze stichting zijn opgeslagen in het archief van de gemeente Enschede’, zegt Ans Rotting van de stichting. ‘We hebben TwentseWelle benaderd voor een expositie. Al pratend ontstond een idee om zo’n expositie te verbreden. Dat geeft al met al een prachtig beeld van het Twente van vroeger.’

Zuid-FrankrijkVoor de komende expositie zijn 155 werken geselecteerd. Ze zijn bijeengebracht met medewerking van Enschedeër Ab Brusse, een liefhebber van de werken van de Twentsche Kunstkring. Brusse spoorde bij particulieren in binnen- en buitenland veel relatief onbekende schilderijen op, die nooit eerder voor het publiek te zien zijn geweest. Daar zitten twee doeken van Gerard Krol bij, die zich in Zuid-Frankrijk bevonden. ‘Ze zijn heel bijzonder, omdat ze het stadsleven van Enschede laten zien. Dat geldt zeker voor het schil-derij met de fabrieksarbeiders en sjouwers bij De Bothof. Meestal legden de schilders van de Twentsche Kunstkring zich toe op nostalgische taferelen’, zegt conservator Aukje Krommendijk.

De expositie gaat overigens verder dan het tonen van al die typisch Twentse scènes in olieverf, aquarellen en tekenin-gen. Ook het verhaal erachter wordt verteld. Niet alleen over de schilder, maar ook over de plek, de persoon of de traditie die op het doek is vastgelegd. Al met al 155 korte verhalen in het Nederlands, Engels én Twents.

gerard krol: landschap met veenplasgerard krol: landschap met veenplas

ever

t r

ab

ber

s: b

egr

aFe

nis

sto

et in

wie

ne

p.a. nijgh: boerenerF met paard

pagina acht | negen

Vastleggennu het nog kan

Vrijwilligers vangen het verhaal achter het museale object in beeld

Licht aan, camera draait en… actie! Op maandagochtend, als het museum gesloten is, draait de fi lmploeg van TwentseWelle op volle toeren. Vier vrijwilligers werken aan een van de tien korte fi lms met persoonlijke verhalen achter museale voorwerpen. Digitale collectievorming, nu het nog kan.

Gespannen nipt Lies Groothuis aan haar koffi e. De ken-ner van Twentse knipmutsen heeft haar verhaal zo vaak verteld op markten en bij andere openbare gelegenheden, maar vandaag met twee camera’s op zich gericht is het best spannend. En dat vindt ook Sjoukje Klamer, vrijwilliger bij TwentseWelle. Zij is vandaag interviewer. Voor haar werk in de zorg en bij het begeleiden van groepen in het museum is ze wel wat gewend. Maar een fi lmopname? Dat is andere koek.

Projectleider Gábor Kozijn kijkt kritisch toe, terwijl de camera’s draaien. Hij heeft Sjoukje en drie andere vrijwil-ligers klaargestoomd voor het project ‘Voor het te laat is’. Vijf Nederlandse musea, waaronder TwentseWelle, doen er aan mee. ‘We proberen het persoonlijke verhaal achter het op techniek gerichte object te vangen. Het gaat om de maatschappelijke, historische en technische aspecten. Nu zijn de mensen er nog die de kennis hebben om het verhaal te vertellen. Ze hebben meestal zelf met het apparaat gewerkt.’

ChecklistHet bijzondere aan het project is dat niet-professionele fi lm-makers de oral history-verhalen vastleggen. Het zijn de vrijwil-ligers van vijf musea (zie kader pagina 11), vaak zonder echte ervaring op fi lmgebied. ‘Het belangrijkste is dat ze gemoti-veerd zijn’, zegt Kozijn. ‘Als je de motivatie hebt, kun je dit aan.

Want er is een duidelijke structuur waarbinnen ze werken.’

De in Enschede opgegroeide Kozijn, pas afgestudeerd als historicus en erfgoeddeskundige, heeft een handzame hand-leiding met checklist voor de vrijwilligers geschreven. Daarin staat precies wat de vier disciplines (interviewen, producen, fi lmen en editen) moeten doen voor een fi lm van uiteindelijk drie minuten. Zo leert een interviewer om altijd open vragen te stellen. Producer en fi lmer weten welke apparatuur nodig is en hoe belangrijk bijvoorbeeld het inlichten en de kijkrich-ting zijn. Voor de editor is er een stappenplan voor het monte-ren, plus een opbouwschema voor de fi lm van drie minuten.

Kozijn: ‘Ik heb samen met fi lmer en editor Timo van Barneveld eerst vijf pilotfi lmpjes gemaakt. Zo ontdekte ik welke instructies een niet-professional nodig heeft, met andere woorden: wat fi jn is voor vrijwilligers om te weten. Nu er volop gefi lmd is, kan ik zeggen dat het heel goed gaat. Ik hoef er niet bovenop te zitten, dat wil en kan ik ook niet. Het gaat er vooral om vertrouwen te geven.’

Klokken in plaats van schakenSjoukje Klamer is langzaam gegroeid in haar rol als inter-viewer. ‘Het was in het begin wel even wennen. Fijn dat er een duidelijke handleiding is, daar heb ik echt wat aan gehad.

Verder is het vooral een kwestie van doen. Ik sta er heel open in. Gelukkig hoef ik zelf niet alles te weten, ik moet gewoon de juiste vragen stellen.’

Theo Betten is als vrijwilliger betrokken bij de fotografi e van museale objecten in TwentseWelle. Bij het project ‘Voor het te laat is’ fungeert hij wisselend als producer, fi lmer of editor. ‘Het is belangrijk om de interviewer op het spoor te houden. Zo maakten we een fi lmpje over schaakklokken en dreigde het gesprek vooral te gaan over schaken in plaats van over de klok zelf. Dat zijn momenten dat je de opname even moet stilleggen. En als bijvoorbeeld de geïnterviewde zo gepassioneerd aan het woord is dat we van het onderwerp afdwalen. Ook dan moet je even ingrijpen. Het moet allemaal kort en krachtig zijn.’

‘Voor het te laat is’ is een gezamenlijk project van TwentseWelle, Techniekmuseum HEIM in Hengelo, Museum Boerhaave in Leiden, Nemo en Bijzondere Collecties UvA in Amsterdam, met steun van het Prins Bernhard Cultuurfonds.

In totaal maken de vrijwilligers van de musea, onder be-geleiding van projectleider Gábor Kozijn, vijftig fi lmpjes van ongeveer drie minuten. Deze zijn in de loop van het najaar te zien op www.voorhettelaatis.nu, YouTube en op termijn in de musea zelf.In de volgende uitgave van dit magazine vindt u een lijst van onderwerpen.

vrijwilligers aan het werk

pagina tien | elf

Herrijzenisvan een

wereldster

Coenraad ter Kuile: uitvinder en spraakmakend astronoom

Coenraad ter Kuile was niet alleen de eerste sterrenkundige van Enschede. Hij was ook bierbrouwer, azijnfabrikant, baanbrekend technicus en uitvinder. Een boek en een kleine expositie halen de naamgever van de sterrenwacht uit de vergetelheid. ‘Als hij

nu had geleefd, zou Ter Kuile wereldberoemd zijn geweest.’

handig ding was het. Met zo’n relatief kleine garenwinder kon-den handelaren langs hun klanten om klosjes garen te laten zien. Onlangs hebben we het model van zijn minigarenwinder teruggevonden in het depot van TwentseWelle, inclusief het bewijs dat het door Coenraad ter Kuile is gemaakt. Heel bij-zonder. De garenwinder is straks te zien tijdens de expositie.’

De grote meester uit FranekerMisschien wel de grootste passie van Ter Kuile was de astro-nomie. Hij kwam ermee in aanraking dankzij plaatsgenoot Lambertus Nieuwenhuis. Deze Enschedese textielfabrikant bezat als eerste inwoner van de stad een verrekijker waar-mee hij de sterrenhemel kon observeren (de kijker bevindt

Wie Ter Kuile zegt, zegt textiel. En zo was het ook met Coenraad ter Kuile, geboren in 1781 in Enschede. Coenraad zou net als zijn vader (en zijn latere familie) zijn brood verdie-nen in de textielnijverheid. Zo was hij betrokken bij de produc-tie van bombazijn, de voorloper van de spijkerstof. Coenraad had daarnaast voldoende tijd voor andere interesses.

‘Hij was wat we nu hoogbegaafd zouden noemen’, zegt Jan Thijink, die uitgebreid onderzoek heeft gedaan naar de kleur-rijke Enschedeër. ‘Bijna alles wat zijn ogen zagen, kon hij met zijn handen maken. Zoals een garenwinder in klein formaat om klossen garen te draaien. Ter Kuile had ’m gezien in een diligence en heeft er daarna zelf eentje geproduceerd. Een

Herrijzenis

wereldster

uitvinder. Een boek en een kleine expositie halen de naamgever van de sterrenwacht uit de vergetelheid. ‘Als hij

nu had geleefd, zou Ter Kuile wereldberoemd zijn geweest.’

kleine expositie halen de naamgever van de sterrenwacht uit de vergetelheid. ‘Als hij

nu had geleefd, zou Ter Kuile wereldberoemd zijn geweest.’

zich nu in TwentseWelle). Nieuwenhuis had goede contac-ten met de vermaarde Friese sterrenkundige Eise Eisinga, die tijdelijk was neergestreken in het naburige Gronau. ‘De mannen hebben elkaar gekend, blijkt uit een latere briefwis-seling. Nieuwenhuis heeft de kunst afgekeken van Eisinga. Coenraad ter Kuile moet ook bij die ontmoetingen zijn geweest. Hij was een stuk jonger en zal eerbiedig naar de grote meester uit Franeker geluisterd hebben, want die wist alles over planeten en sterren’, aldus onderzoeker Thijink.

Koning Willem IIDe jeugdige Coenraad moet zijn geraakt. Hij ging zich meer en meer verdiepen in de astronomie. De autodidact combi-neerde die kennis met zijn technische talent.

Zo ontwikkelde hij een toestel om de bewegingen van de aarde om de zon en van de maan om de aarde getrouw weer te ge-ven. Zelf sprak hij van een tellurium en lunarium. Het toestel werd aangedreven door een slingeruurwerk en paste nog net op de tafel in huize Ter Kuile in de binnenstad van Enschede. Volgens tijdgenoot J. van Deinse overtrof Coenraad ter Kuile hiermee het planetarium van Eise Eisinga in nauwkeurigheid.

‘Het was spraakmakend. Mensen kwamen er speciaal voor naar de woning van Ter Kuile aan de Klomp. Gijsbert van

Boek, expo en cursus sterrenkijkenCoenraad ter Kuile is de naamgever van de ster-renwacht, die in 1968 werd geopend op het dak van het Natuurmuseum in Enschede. Bij de opening van TwentseWelle verhuisde de sterrenwacht met het museum mee naar Roombeek en kreeg het ook hier een plek in de nok van het gebouw.

Vrijwilligers Jan Thijink en Hans Diphoorn van TwentseWelle en de sterrenwacht deden onderzoek naar het leven en werk van Ter Kuile. Hun werk is de basis voor een boek en een expositie over de eerste sterrenkundige van Enschede. ‘We willen laten zien dat de sterrenwacht en het museum bij elkaar horen. Veel mensen weten dat niet’, zegt Thijink.

De expositie wordt geopend op 19 december. Vanaf dan is ook het boek ‘De sterrenwacht Coenraad ter Kuile in museum TwentseWelle’ verkrijgbaar in de winkel van het museum. Voor Ter Kuile zal later een permanente plek worden ingeruimd in TwentseWelle.

De sterrenwacht geeft een cursus bestaande uit zeven lessen astronomie voor beginners, vanaf 16 januari op de donderdagavond van 19.30 tot 22.30 uur. De cursus kost € 75,00 inclusief cursuspakket en koffi e, voor leden van de KNVWS geldt een korting van 10%.Info: Louis Cornelissen, tel. 06-10530965, mail: [email protected].

Hogendorp is er geweest, een bekende politicus. Zelfs koning Willem II bezocht in 1842 Enschede om het tellurium en luna-rium te bewonderen. Het was echt een zeer beroemd toestel, dat nog is uitgeleend aan de wereldtentoonstelling in Brussel (1830). Als hij nu had geleefd zou Ter Kuile wereldberoemd zijn geweest.’

De brandTer Kuile overleed in 1852. Het dramatische einde van zijn magnum opus maakte hij daarom niet meer mee. Op 7 mei 1862 brak de grote stadsbrand van Enschede uit. Bijna het gehele centrum werd verwoest door de vlammen. Ook de woning van Ter Kuile ontsnapte niet aan de vuurzee. Van het tellurium en lunarium bleef niets over.

De naam Ter Kuile werd daarna alleen nog geassocieerd met textiel. Over de veelzijdige en ooit zo beroemde Coenraad werd nauwelijks nog geschreven of gesproken. Is er dan niets meer wat aan de uitvinder en astronoom herinnert? Toch wel. In de muur van de Grote Kerk op de Oude Markt in hartje Enschede bevindt zich een verticale, ingemetselde zonnewijzer uit 1836: ontworpen door Coenraad ter Kuile en ontkomen aan de grote stadsbrand. En er is de naar hem vernoemde sterrenwacht, zie kader.

pagina twaalf | dertien

red

mo

nd o

’ha

nlo

n. f

oto

: ma

tth

ieu

va

n d

en b

erg

Dertien avontuurlijke helden op tv en in TwentseWelle

Redmond O’Hanlon komt terug naar Twente. In zijn kielzog neemt hij dertien helden mee: ontdekkingsreizigers die centraal staan in de televisieserie. Ze zorgen voor spannende verhalen en soms bizarre objecten. Het project is een uniek samenwerkingsverband tussen TwentseWelle, VPRO, Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam en O’Hanlon. De bijbehorende expositie in Enschede wordt geopend op 1 februari 2014.

‘Ik ben in de verkeerde eeuw geboren’, heeft Redmond O’Hanlon meer dan eens opgemerkt. De excentrieke Engelsman had graag in de negentiende eeuw geleefd, de tijd dat grote delen van de wereld door de westerse mens nog niet waren ontdekt. De tijd van avonturiers, die op expeditie gingen om hun nieuwsgierigheid te bevredigen en de wetenschap te dienen. Mannen als Paul du Chaillu, Nicolai Przewalski en Alfred Russel Wallace.

Van de VPRO heeft O’Hanlon de gelegenheid gekregen de schade in te halen. In een eerdere serie voor tv mocht hij letterlijk in de voetsporen treden van zijn grote voorbeel-den. Het leverde een succesvol programma in acht delen op, bekroond met de Zilveren Nipkowschijf: O’Hanlons Helden. Vanaf zondag 1 december is het vervolg te zien met vijf nieuwe onverschrokken wereldreizigers. De serie krijgt daarna een bijzondere spin-off in Twente.

Een Haagse dame in SoedanEen van de vijf nieuwe helden is een vrouw: Alexandrine Tinne uit Den Haag. Ze reisde in de jaren zestig van de negentiende eeuw met haar moeder en tante door Soedan.

Ze waren de eerste westerse vrouwen die in Centraal-Afrika doordrongen. ‘Deze Nederlandse vrouwen waren ontzet door de slavernij, nota bene de basis voor hun eigen rijkdom. De Zuid-Soedanezen waren handelswaar voor de bevolking in het Noorden. Daar zijn ook de conflicten van nu op terug te voeren. Bovendien is er nog steeds sprake van slavernij’, zegt VPRO-programmamaker Roel van Broekhoven.

O’Hanlon reisde met een filmploeg opnieuw naar Soedan, op zoek naar de plekken die Alexandrine Tinne aandeed. De romantiek van de historische expeditie botste hard met de realiteit, aldus Van Broekhoven. ‘Ze zitten daar natuurlijk niet te wachten op een lollige Engelse bakkenbaard die over de negentiende eeuw komt praten.’

Spiegelen aan actualiteitHet programma zoekt voortdurend verbinding tussen verle-den en heden. Het is volgens Van Broekhoven ‘een voor-waarde, maar het lukt niet altijd’. Voorop staan de verhalen van de ontdekkingsreizigers, maar ‘het is wel goed om die te spiegelen aan de actualiteit’.

HetrariteitenkabinetvanO’Hanlon

pagina veertien | vijftien

ULTIMATE HIGH PERFORMANCE

ULTRAC VORTI R .

W W W . V R E D E S T E I N . C O M

id7_VSTEIN_2541306_001.indd 1 9-4-2013 16:05:17

VPROVanaf 1 december zendt de VPRO elke zondagavond acht nieuwe afleveringen uit van de veelgeprezen serie. Wederom treedt O’Hanlon in de voetsporen van zijn helden: de ontdekkingsreizigers die in de negentiende eeuw nog op zoek gingen naar de witte gebieden op de kaart, verborgen gebieden waar nog nooit een westerling was geweest. O’Hanlon reist ze na, op zijn geheel eigen wijze, struike-lend en opstaand, zeulend met zijn trouwe rolkoffertje vol boeken achter zich aan.

Begin februari 2014 verschijnt een rijk geïllustreerd boek over O’Hanlon en zijn helden. Dit boek wordt uitgegeven door Atlas Contact en is geschreven door Emile Brugman, Alexander Reeuwijk en Marc Argeloo.

Bijzondere Collecties Universiteit van AmsterdamDe televisieserie krijgt een speciale vertoning in de Artis Bibliotheek, wereldberoemd vanwege haar natuurhistori-sche collectie en een tweede thuis voor Redmond O’Hanlon. Vanaf december is in deze bibliotheek, onderdeel van Bijzondere Collecties, iedere zondagavond een live verto-ning van de nieuwe serie te zien. Daarna buigt O’Hanlon zich met een aantal gasten over natuur- en cultuur-historische thema’s, van bio-piraterij tot de avonturen van de schatrijke Haagse dames Tinne in de zinderende woes-tijn van Egypte en Sudan. Natuurlijk aangevuld met hals-brekende avonturenverhalen van O’Hanlon en zijn crew.

TwentseWelleDe bijeenkomsten in de Artis Bibliotheek worden omlijst door een mini-expositie, gekoppeld aan de held van de uitzending en ingericht naar voorbeeld van de

Wunderkammern uit de 19e eeuw. Opgezette dieren, platen, fossielen, instrumenten, kaarten, boeken en per-soonlijke bezittingen zoals amuletten, kleding, souvenirs en trofeeën. Deze Wunderkammern verhuizen direct na de laatste uitzending naar Enschede, waar op 1 febru-ari de expositie O’Hanlons helden wordt geopend. Ook in Enschede gaat Redmond O’Hanlon het gesprek aan over zijn helden. Bij de expositie is de workshop ‘Helden, Tijdreizigers en Expeditie’ te boeken voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs.

ro

el v

an

br

oek

ho

ven

. fo

to: m

erli

jn d

oo

mer

nik

Die actualiteit komt zeker voorbij in de reeks gesprekken, eerst in de museale Artis-Bibliotheek in Amsterdam, waar-aan Redmond al enkele jaren is verbonden als gastschrijver en later in TwentseWelle. Redmond O’Hanlon en gastspre-kers buigen zich dan over natuur- en cultuurhistorische thema’s, bijvoorbeeld bio-piraterij, (moderne) slavernij en de legende van de verzonken stad Atlantis. Ook zijn er als verwijzing naar elke aflevering exposities rondom de helden ingericht, met bijbehorende objecten: zogeheten mini-Wunder kammern. De objecten zijn deels ter plekke ontdekt door O’Hanlon en zijn team, deels later vanuit de hele wereld naar Nederland gehaald dankzij speurwerk van TwentseWelle en de redactie van de VPRO.

Hoofd op sterk waterHet wordt een bonte verzameling herinneringen aan de dertien ontdekkingsreizigers. Van instrumenten, boeken en opgezette dieren tot persoonlijke souvenirs en trofeeën. Het hoofd van een Papoea-leider uit Nieuw Guinea zal helaas

niet te zien zijn, omdat het te kwetsbaar is voor vervoer. Het is destijds buitgemaakt door de Italiaan Luigi D’Albertis, zo ontdekten de televisiemakers, die zelf ook op zoek gingen naar het hoofd. Van Broekhoven zal het moment dat hij, op de zolder van het historisch museum in Florence, het stamhoofd in het gezicht keek niet snel vergeten. ‘Het stond op vergeeld sterk water in een grote glazen pot. Stokje door de neus, de ogen open. Dat in een tentoonstelling tonen zou natuurlijk vele malen indringender zijn dan op televisie.’

Het initiatief voor de samenwerking tussen de vier partijen komt vanuit Enschede, waar het charisma van Redmond O’Hanlon zich al in 2012 heeft bewezen tijdens diens lezin-gen bij de expositie Zeemonsters in Twente. Tv-maker Van Broekhoven erkent dat er alleen al in Amsterdam en Leiden andere museale partners voor een dergelijk project te vinden zouden zijn, ‘maar het is maar de vraag of zij met zo’n fris idee waren gekomen. TwentseWelle is op een goeie manier ambitieus, voortvarend en zorgeloos.’

ULTIMATE HIGH PERFORMANCE

ULTRAC VORTI R .

W W W . V R E D E S T E I N . C O M

id7_VSTEIN_2541306_001.indd 1 9-4-2013 16:05:17

pagina zestien | zeventien

Verhalenuit de

fabrikantenkoffer

Auteur Jaap Scholten herschrijft industrieverleden van zijn familie

Bij toeval kreeg auteur Jaap Scholten (Enschede, 1963) een koffer toegespeeld. De inhoud werpt een nieuw licht op zijn voorouders, die toonaangevende fabrikanten in Twente waren. Straks kan iedereen de verhalen horen en zien in het ‘Huis van Verlangen’ in TwentseWelle.

Jaap Scholten

In de genen van Jaap Scholten heeft zich het industrieverle-den van Twente genesteld. Vader Ludwig Jan Herman was de laatste fabrikant uit een bekende Enschedese textieldynas-tie. Moeder Helena Catharina Albertina Stork komt uit een familie die in Hengelo een imperium in de machine-industrie opbouwde. Jaap ging zijn eigen weg. Hij koos voor het avon-tuur en het schrijverschap.

De auteur heeft zich nooit helemaal los kunnen en willen maken van zijn afkomst. In twee boeken komt het familiever-leden prominent voorbij, en niet onverdeeld positief. De semi-autobiografische roman Tachtig (1996) geeft een ontluiste-rend kijkje in de mores van een textielfabrikantengeslacht, waar drijfjachten belangrijker lijken dan het wel en wee op de fabriek. De wet van Spengler (2008), die opnieuw draait om de losgeslagen fabrikantenzoon Frederik, is daar het vervolg op. De boeken hebben binnen zijn familie nogal wat losgemaakt, erkent de schrijver. ‘Ze zijn me niet in dank afgenomen.’

Voor TwentseWelle verdiept romanticus Scholten zich opnieuw in zijn familieverleden. Hij werkt aan een boek met tien verhalen rondom tien voorvaderen, allemaal leden van de families Scholten en Stork. De verhalen beslaan samen een periode van bijna honderd jaar, van midden negentiende eeuw tot aan de Tweede Wereldoorlog.

Het begint dus allemaal met een koffer?‘Ja. Ik heb vorig jaar bij verrassing van een achterneef een koffer gekregen, die barstensvol documenten zit. Notitieboekjes, dagboeken, brieven, glasnegatieven, tes-tamenten. Ze geven een prachtig beeld van een bijzondere tijd: de opkomst en de neergang van de Twentse industrie. Een bloeiperiode die begon na de onafhankelijkheidsver-klaring van België en eindigde na de onafhankelijkheid van Indonesië. De wereldgeschiedenis weerspiegelt zich in het verloop van die Twentse industrie.’

Wat lees je in al die brieven en dagboeken?‘Je hoort de stem van de mensen. Je proeft hun onafhanke-lijkheid van geest. Avonturiers waren het. Mannen die iets van de grond tilden en niet achter de geraniums zaten. Ze reisden de hele wereld over voor de inkoop van katoen en waren voortdurend op zoek naar afzetmarkten en naar nieuwe technologische ontwikkelingen. De toon in hun brieven is heel correct en rechtschapen. Als je leest hoe ouders aan hun zoons schrijven en hun iets willen meegeven alsof de brief een soort persoonlijk testament is… Dat is van een prachtige moraliteit, ontroerend. Het waren echt mannen uit één stuk. Alles viel samen in één persoon: vader, echtgenoot, fabrikant. Je leest hun idee van de wereld, hun idee van het leven. Een van de grondgedachten van het dadaïsme is dat je alleen ge-rechtigd bent ideeën te hebben als je ze in daden weet om te zetten. Diezelfde overtuiging stijgt op uit de egodocumenten.’

Wat valt je op in die honderd jaar familiegeschiedenis?‘De eerste generaties zijn heel strenge, hardwerkende fabri-kanten. Daarna zie je meer excentriekelingen binnen de fa-milie. Tante Anna Scholten bijvoorbeeld was een beetje gek, ze zette een dadaïstisch tijdschrift op en bracht dat op een step rond in Enschede. Oom Chuck Stork trouwde vijf maal

De familieportretten van Jaap Scholten zijn het uit-gangspunt voor de expositie ‘Huis van Verlangen’ die in het voorjaar van 2014 wordt geopend. Het zal de eerste invulling zijn van een nieuw, permanent paviljoen in de hoofdtentoonstelling. Dit paviljoen biedt de mogelijkheid om wisselende presentaties te tonen die passen binnen de thematiek van het museum. Zo heeft het in 2015 weer een andere invulling: een expositie over ‘Godfather’ Van Heek, de opkomst en ondergang van de Enschedese textieldy-nastie. Het paviljoen zal zo’n 70 vierkante meter beslaan en is ontworpen door Opera Amsterdam.

Bezoekers van het Huis van Verlangen wanen zich in een fabrikantenvilla met tien vertrekken en bijbehorende

thema’s zoals jacht, reizen, familie en dood. Elke ruimte heeft z’n eigen sfeer en z’n eigen verhaal, dat is geschreven door Jaap Scholten en te beluisteren met behulp van een podcatcher.

Kunstenaar Rommert Boonstra houdt zich bezig met de inrichting van de vertrekken. Boonstra, die geldt als een van de grondleggers van de geënsceneerde fotografie in Nederland, wil met zogeheten Wunderkammer het publiek verrassen. Hij creëert kunstzinnige ensceneringen aan de hand van de verhalen van Jaap Scholten. ‘Ik maak sprongen in de tijd. Door een andere manier van kijken wil ik een soort droom over het verleden creëren.’

Huis van Verlangen

‘artist’s impression’ van het nieuw te bouwen expositiepaviljoen

pagina achtien | negentien

Wij wetenuw publiek

te vinden!te vinden!te vinden!te vinden!

www.buro-artistiq.nl www.burobam.nl

strategie + creatie + realisatie

en verhuisde naar Amerika waar hij afwisselend puissant rijk en straatarm was. Tante Ida kreeg van haar broer een on-geloofl ijke kunstverzameling met werken van Renoir, Sisley en Monet. Die heeft ze weggegeven aan het Rijksmuseum Twenthe in plaats van ze aan mij na te laten…’

Zijn al die familiedocumenten ook een feest der herkenning?‘Ik ben grotendeels buiten Twente opgegroeid en voel me gedeeltelijk buitenstaander. Bij ons thuis werd bijna nooit gepraat over de textiel of de machinebouw. Tot pakweg mijn veertiende, ik woonde toen in Hengelo, wist ik nauwelijks dat er een verband was tussen mijn moeder en de fabrieken ter plaatse. Dat zit heel diep in de familie: je moet je niet in je hoofd halen je te laten voorstaan op de verdiensten van anderen. Je moet zelf iets voor elkaar krijgen. Toch is er voor

mij inderdaad veel herkenning in al die documenten, dat vind ik het leuke. De moraal, de rechtstreekse toon, de energie en de humor: ze zijn kenmerkend voor onze familie. Ik vind het een voordeel dat ik betrokken ben. Als schrijver moet je je eigen obsessies volgen.’

Wat voor verhalen kunnen we verwachten?‘Het worden in elk geval geen streng-historische verhalen. Je zou ze impressies kunnen noemen, mythologische ver-halen over Twente en het industrieverleden dat zo bepalend is geweest voor deze regio. Nergens in Nederland zie je zo’n dichtheid aan landhuizen van fabrikanten. Die oude industrie is tot op de dag van vandaag tastbaar en zichtbaar. Ik hoop dat de lezer dankzij die egodocumenten daar een gevoel bij krijgt. Maar eerst wil ik zo dicht mogelijk bij die tien voor-ouders komen.’

au

teu

r ja

ap s

ch

olt

en

auteur jaap scholten (links) en kunstenaar rommert boonstra

pagina twintig | eenentwintig

Tussen de oude spinmachines en het futuristische ei in TwentseWelle vindt crisisoverleg plaats. Met welke museumattributen maak je een leuk filmpje? ‘Moeten we 150 beelden maken? En we zitten nog maar op 50!’ Een middagje sfeerproeven met Art2Go.

Puzzelen bijde spinmachine

Cengizhan en Reda zijn in de weer met plukken katoen. De fotocamera staat stevig op een statief, nu is het de kunst om daarmee telkens weer een nieuwe scène te schieten. Cengizhan verlegt het katoen, Reda staat klaar om te knip-pen. Langzaam wordt duidelijk wat hun plan is. De T is als eerste zichtbaar, waarna een E, nog een T en weer een E volgen. De letters worden op kunstzinnige wijze gevormd, met steeds een extra plukje katoen. Nu nog de M en dan is op de betonnen vloer het woord TETEM in katoen leesbaar. Niet toevallig de naam van de locatie waar de leerlingen eerder vandaag zijn geweest.

En dan ontdekt Reda een probleem. ‘De M past er niet op!’ Hoezo? Cenghizan staakt zijn katoenplukkerij en kijkt door de camera. Daar heb je het al. Het beeld is te smal voor de vijfde letter. Daar hadden de twee vmbo-leerlingen van het Stedelijk Lyceum geen rekening mee gehouden. Wat nu? ‘We zetten die M onder de andere letters, daar is nog plek’, probeert Reda. Maar nee, dat wil niet. Cenghizan komt met een oplossing: ‘We vegen alle letters bij elkaar en van dat stapeltje maken we een M.’

Probleem opgelost. Zo lukt het alsnog om een animatie-filmpje (stopmotion) te maken met veranderende letters van katoen. Geen filmpje van 150 beelden, zoals de opdracht luidde. Want ook daar hadden de twee filmmakers even te laat aan gedacht. ‘Moeten we 150 beelden maken? En we zitten nog maar op 50!’ Reda knipt er nog even flink op los. Zo komen ze toch aardig dicht bij het vereiste aantal.

Hagelslag‘Het is een mooie manier om kennis te maken met kunst en cultuur. En dus ook met TwentseWelle. Veel kinderen zijn hier nog nooit geweest en zonder een educatief programma zouden ze hier uit zichzelf ook niet snel komen’, zegt ge-schiedenisdocent Sonja ter Bekke. Ze heeft er met haar klas al twee workshops opzitten vandaag. Bij de muziekschool stond bodypercussie op het programma: muziek maken met lichaam, instrumenten en objecten. Daarna gingen de leer-lingen een kunstwerk maken van hagelslagpakken, boter-kuipjes en ander afval. En nu moet er dus een stopmotionfilm gemaakt worden met museumattributen, zoals plukken katoen en spinsteentjes van vroeger.

Stad op de muurIets verderop in het museum staat collegadocent Erik van Binsbergen. Hij begeleidt in het amfitheater zijn leerlingen bij de workshop ‘Het Gebouw’. Ze hebben eerder deze dag bij de Nationale Reisopera de kunst van het decorbouwen beke-ken. Bij TwentseWelle kregen de scholieren eerst uitleg over de architectuur van het museumgebouw en de wijk erom-heen, over de samensmelting van oude en nieuwe gebouwen. Nu moeten ze zelf aan het werk: ze tekenen een huis na van een geprojecteerde foto. Zo ontstaat op de wand een stad, een bonte verzameling van door de leerlingen getekende woningen.

‘Ik verbaas me over hun creativiteit’, zegt Van Binsbergen. ‘Ze moesten foto’s maken van gebouwen in de omgeving. Dat leverde soms heel verrassende foto’s op. Ze hebben geleerd om anders naar dingen te kijken. Bij de Reisopera vroegen ze heel inhoudelijk door en waren ze echt geïnteresseerd. En onderweg naar TwentseWelle hoorde ik hoe ze zich verheug-den op de volgende workshop. Leerlingen vinden het leuk om sfeer te proeven en te zien wat hier te doen is. En natuur-lijk ook om bezig te zijn. Vmbo’ers willen graag iets dóen. Daarvoor is gelukkig volop gelegenheid binnen het aanbod van Art2Go.’

Art2Go: actief kennismakenArt2Go is een initiatief van TETEM kunstruimte waarin de volgende culturele instellingen in Enschede par-tisiperen: TwentseWelle, Rijksmuseum Twenthe, Concordia/21rozendaal, Nationale Reisopera, Muziekschool, Wilminktheater, Nederlands Symfonieorkest, Naaicafé Reina en Studio Complex.

Doelgroep zijn de leerlingen in het voortgezet onder-wijs. De deelnemers van Enschedese scholen maken kennis met drie verschillende culturele instellingen. Deelnemers uit de Regio Twente, voor wie de Cultuurbus van TwentseWelle beschikbaar is, bezoeken twee

instellingen. Er worden workshops aangeboden binnen zeven thema’s, die meestal aanpasbaar aan het niveau van de leerlingen zijn: Straattaal, Bouwen, Horen zien en zingen, Nieuwsitem, MenskrachtNieuwsitem, Menskracht, Actie-reactie en Leven en Beleven.

TwentseWelle is de locatie voor de workshops ‘Het Gebouw’ en ‘De geschiedenis, die maak jij!’. Ook vinden hier soms andere workshops plaats, zoals ‘Hersenstampij’ (de stopmotionfilm) en ‘Op reportage’. Voor meer informatie: mail naar [email protected].

150 beelden? We zitten nog maar op 50!

pagina tweeentwintig | drieentwintig

Communicatiewetenschapper Anne van der Meiden en Wilma van Ingen, bestuursvoorzitter bij Nysingh Advocaten Notarissen,

zijn lid van het comité van aanbeveling van

TwentseWelle. Ze zijn gefascineerd door twee kanten van de textiel. Van snelspoel tot

modeshow.

Anne van der Meiden en Wilma van Ingen over de

twee kanten van textiel

Van snelspoel tot modeshow

Een klein instrument met grote gevolgen. Zo zou je de snelspoel kunnen noemen, het favoriete object van Anne van der Meiden. De spoel, die zich in de nagebouwde boerderij in TwentseWelle bevindt, was ooit de opmaat voor de industrialisatie in Twente. Dat de spoel nu uit-gerekend in een voormalige textielfabriek te zien is, vindt Van der Meiden extra speciaal.

‘Veel boeren in Twente hadden naast de bescheiden opbrengst van hun stukje land ook inkomsten uit een weeftoestel in hun boerderijtje. Zo’n weefgetouw werkte traditioneel met een schietspoel. Dankzij de uitvinding van de snelspoel rond 1830 konden boeren opeens drie keer zo snel een doek weven. Het is een onwaarschijn-lijke factor geweest voor de ontwikkeling van de textiel-industrie’, aldus Van der Meiden.

Charles de Maere en Thomas Ainsworth brachten de snelspoel naar Twente. Hier ontstonden de eerste primi-tieve fabriekjes in de vorm van boerenschuren met een serie weefgetouwen. Er werden weefscholen opgericht om textielarbeiders op te leiden. ‘De kinderen van boe-renfamilies gingen vanaf 1833 naar dergelijke weefscho-len. Ze konden na de opleiding het getouw meenemen voor 12 gulden. De schuren werden grotere hallen. En met de introductie van de stoommachines werden dat echte fabrieken’, schetst de emeritus hoogleraar massacommunicatie.

De negatieve klank rondom deze textielfabrieken noemt Van der Meiden ongenuanceerd. ‘Het beeld van de onderdrukking van de textielarbeiders klopt niet. De werknemers hebben over het algemeen een heel behoorlijk loon verdiend, ze konden zich een huisje met een akkertje veroorloven. Dat textielbaronnen worden gezien als uitzuigers, is ook onterecht. Ze hebben juist heel veel voor de stad betekend. Denk aan de parken, aan de plaatselijke cultuur en ook aan het voetbal, dat hier in Enschede begonnen is.’

De opkomst van de textielindustrie fascineert Van der Meiden al jaren. In 1960 schreef hij er een historische roman over: Spoel en Spade. Volgend jaar zal deel twee verschijnen: Schering en Inslag. Het nieuwe boek speelt in de periode 1862-1914, dus na de grote stadsbrand van Enschede, en vertelt het verhaal van enkele families in de fabrieken en op het platteland. ‘Of er nog een derde deel komt? Nou, het is wel een hele klus, hoor! En ik ben al 84. We zullen zien…’

Twenter FashionOok Wilma van Ingen is gefascineerd door textiel, maar dan op een andere manier. Ze heeft iets met Twenter Fashion, de jaarlijkse ontwerpwedstrijd van TwentseWelle, Roetgerink Mode en het ROC van Twente. ‘Natuurlijk speelt mee dat ik ook voorzitter van de Raad van Toezicht bij het ROC ben. Maar het evenement spreekt mij om meer redenen aan. Het is een prachtige illustratie van hoe vernieuwend TwentseWelle bezig is, een voorbeeld voor andere musea.’

Wat Van Ingen vooral aanspreekt, is het betrekken van nieuwe partners en doelgroepen bij het museum. ‘Bij Twenter Fashion is samenwerking gezocht met het bedrijfsleven en het onderwijs. Daarmee haal je twee belangrijke partijen in het museum. Het museum laat op een moderne manier geschiedenis zien, maakt voortdurend de koppeling tussen oud en nieuw. Zoekt naar sterke elementen in het Twente van vandaag en betrekt die bij de verschillende activiteiten. Dat doet TwentseWelle heel goed. Ja, ik kan me best voorstel-len dat er vanuit diezelfde gedachte in de toekomst nog meer samen wordt georganiseerd door het museum en het ROC. Ik zou dat van harte toejuichen.’

‘In mijn ogen zou een museum de spin in het web van de samenleving moeten zijn. Een laagdrempelige plek waar alle groepen mensen samenkomen, een plek voor verle-den, heden en toekomst. De audiotour, waarbij je als be-zoeker met uitleg door Astrid Joosten in het Nederlands en door Herman Finkers in het Twents op pad gaat, is daarvan een mooi voorbeeld. Die maakt geschiedenis voor een breed publiek heel toegankelijk en aantrekkelijk. TwentseWelle onderscheidt zich daarmee van andere musea en is door deze aanpak echt van ons allemaal.’

“het beeld van de onderdrukking van de textielarbeiders klopt niet.” anne van der meiden met snelspoel

pagina vierentwintig | vijfentwintig

Kwetsbaarkleinoodvan 146 delen

Zeldzame xylotheek in volle glorie na lastige restauratie

Koning Lodewijk Napoleon schonk ze ooit aan de hogeschool van Harderwijk. Twee eeuwen, vele omzwervingen en een ingrijpende restauratie later liggen de ‘boomboeken’ in volle glorie te pronken in TwentseWelle. De xylotheek van Harderwijk geldt als een zeldzaam kunstwerk, dat nu pas op waarde wordt geschat.

In tien Europese landen bevinden zich ruim veertig xylothe-ken, die zijn begonnen aan hun tweede leven. Aan het einde van de achttiende en het begin van de negentiende eeuw werden ze vervaardigd op initiatief van voornamelijk Duitse en Oostenrijkse boswachters. De interesse voor natuurwe-tenschap bevond zich toen op een hoogtepunt en er ontstond behoefte om verzamelingen aan te leggen. Verzamelingen met de kenmerkende delen van boom of struik (blad, bloem, vrucht, kiemplant, wortel, zaad, stuifmeel, etc.) plus bijbeho-rende beschrijvingen. Ze werden bewaard in houten kistjes in boekvorm, gemaakt van het hout van de bewuste boom of beplakt met takjes van de struik.

De xylotheken waren zo populair dat Lodewijk Napoleon (broer van keizer Napoleon en koning van Holland van 1806 tot 1810) deze wetenschappelijke kunstwerkjes in 1807 schonk aan de hogescholen van Franeker en Harderwijk en aan de universiteit van Leiden. De xylotheek van Harderwijk kwam via Zwolle en Wageningen in 1955 terecht in het Natuurhistorisch Museum in Enschede, aangetast door de tand des tijds. Vocht en houtworm hadden hun sporen na-gelaten. De restauratiemethoden van die tijd met ‘moderne’ lijmen en spijkers maakten de situatie er niet beter op.

Schadelijke dampDe xylotheek van Harderwijk/Enschede is net als die van Franeker en Leiden (nu: Kasteel Groeneveld in Baarn) vervaardigd door de Duitser Ferdinand Alexander von Schlümbach. Directeur Roding van het Natuurhistorisch Museum in Enschede spande zich erg in om de kostbare verzameling een belangrijke plek te geven. Pas in de jaren negentig kwam er geld vrij voor een volledige (en broodnodige) restauratie. Dat was een lastige en langdurige klus, omdat bij de conservering schadelijke damp van een onbekend bestrij-dingsmiddel uit het verleden vrijkwam. Anno 2013 staat de xylotheek in volle glorie te schitteren in het Open Depot in de hoofdtentoonstelling van TwentseWelle. Vanwege de grote gevoeligheid voor licht is dat achter deuren die de bezoeker zelf kan openen.

Xylotheken-expert Tjerk Miedema is blij dat de 146 boom-boeken weer in oude staat zijn hersteld. ‘Ze vormen een van de slechts drie xylotheken die we in Nederland hebben. Het is een object met grote historische waarde. De makers legden hiermee de basis voor de huidige bosbouw.’

Sleutel tot 400 schatkamersGeef ‘m cadeau

De Museumkaart biedt toegang tot 400 musea.

Met de Museumkaart steunt u de deelnemende musea.Verkrijgbaar à € 44,95/€ 22,50* (excl. adm. kosten) online, via 0800-0203388 en bij 150 grotere musea.

www.museumkaart.nl

CULTUUR MAAKT JE RIJKERPARTNER VAN DE MUSEUMKAART

MuseumKaartAdv210x297.indd 1 14-11-2012 12:19:56