Twaalf editie 2, 2010

37
nummer 2 | oktober 2010 de mooiste cultuurprojecten uit de provincie cultuureducatie wordt cultuurparticipatie

description

In Twaalf bundelen 15 provinciaal werkende cultuurinstellingen hun krachten en tonen hun mooiste projecten. Deze editie heeft als thema cultuureducatie.

Transcript of Twaalf editie 2, 2010

Page 1: Twaalf editie 2, 2010

1

nummer 2 | oktober 2010

de mooiste cultuurprojecten uit de provincie

cultuureducatie wordt

cultuurparticipatie

Page 2: Twaalf editie 2, 2010

4 Van nuttige handwerken tot talentontwikkeling

Kleine geschiedenis van de cultuureducatie

8Cultuureducatie in de provincies:waarom investeren loont

10Het belang van cultuureducatie

Meedoen aan kunst geeft zelfvertrouwen

16 Scholing leerkrachten succesvol

Nieuwe impulsen voor de kunstles

20Van maatschappelijke stage tot cultuurkaart

Nieuwe kansen voor cultuureducatie

26Innovatiemanager Verolique Jacobse:

‘We hebben de slagkracht om te innoveren’

30Cultureel erfgoed

Waar zouden we zijn zonder verleden?

34Column uit Zeeland

Cultuur vernieuwt en verbindt

TWAALF is een uitgave van de Raad van Twaalf. In de Raad van Twaalf bundelen 15 provinciaal werkende cultuurinstellingen hun krachten.TWAALF 2 heeft als thema cultuureducatie.

nummer 2, oktober 2010

redactieScoop, Zeeland: Nellie OosthoekKunst & Cultuur Drenthe: Aranka Oostingi.s.m. de leden van de Raad van TwaalfeindredactieMartje Lammemet dank aan Tina Schrameijer, Truus Dolfing en Annemiek Hogervorstvormgeving De Ruimte ontwerpers: Albert Hennipman, Carline VrielinkillustratiesNina Mathijsen (www.takeadetour.eu)met dank aan Yolanda di BortolodrukPascal, Utrechtoplage 1500verspreidingcontrolled circulationredactieadresSecretaris Raad van Twaalf Frank van der Hulstp/a Kunst Centraal postbus 160 3980 CD Bunnik 030 6595520 frank.van.der.hulst@kunstcentraal.nlwww.raadvantwaalf.nlcopyrightNiets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm en/of andere wijze zonder voorafgaande toestemming van de Raad van Twaalf.

2

Page 3: Twaalf editie 2, 2010

Parels uit de provincie 6 Zeeland

7 Overijssel

13 Friesland

14 Utrecht

15 Gelderland

18 Groningen

19 Limburg

23 Drenthe

25 Flevoland

32 Noord-Holland

33 Zuid-Holland

35 Noord-Brabant

Cultuureducatie: stimuleren

en verrijkenKennis maken met kunst en cultuur, dat doen kinderen door te kijken en luisteren naar kunstuitingen of door zelf te zingen, te dansen, te tekenen en te spelen. Zo leren ze op een creatieve manier en met plezier na te denken en te reageren op zichzelf, op de ander en op de steeds veranderende samenleving. Dat is in de kern wat cultuureducatie in het onderwijs betekent.

In deze tweede editie van het blad TWAALF leest u op welke manier de vijftien provinciale expertisecentra voor kunst en cultuur, verenigd in de Raad voor Twaalf, zich inzetten voor de ontwikkeling en implementatie van cultuureducatie in het onderwijs. Wij werken voor de leerkrachten in het primair en het voortgezet onderwijs, voor gemeenten en voor culturele instellingen. Wij brengen hen in contact met podiumgezelschappen en met individuele kunstenaars. Onze inzet is erop gericht de scholen in aanraking te brengen met instellingen uit hun eigen culturele omgeving. Deze professionele partners uit het kunstenveld kunnen de scholen ondersteunen in hun brede onderwijstaak. Veel van het werk van onze provinciale expertisecentra gebeurt op de achtergrond, in de tweede lijn. We faciliteren het werk van onze partners in opdracht van de provinciale overheid. Deze rol is vaak betrekkelijk onzichtbaar, maar in de keten rijk-provincie-gemeente is ons werk een essentiële schakel. Wij realiseren de doelstellingen van rijk en gemeenten op het gebied van cultuureducatie. Zo kan iedere leerling in Nederland kennismaken met de mogelijkheden van kunst.

Met dit nummer van TWAALF laten we u zien hoe we als provinciale expertisecentra die verbindende rol tussen onderwijs en kunst en cultuur uitvoeren, iedere dag.

Connie Verberne, voorzitter Raad van Twaalf

TWAALF 2 staat onder redactie van SCOOP, Zeeland en Kunst & Cultuur Drenthe.

kun

stw

erk

ach

terz

ijde

om

slag

: Gro

enew

ou

d/B

uij

Page 4: Twaalf editie 2, 2010

4

Muziek, tekenen, handenarbeid en nuttige handwerken worden al in de negentiende eeuw op de lagere school onderwezen. Met de Wet op het Kleuteron-derwijs in 1956 doet de term expressievakken zijn intrede. Bij de invoering van de Wet op het Basisonderwijs in 1985 gaan de expressievakken op in het vak-gebied kunstzinnige vorming: dans, drama, muziek, literatuur, beeldende en audiovisuele vor-ming. Leerlingen moeten pro-ductief, receptief en reflectief met kunst bezig zijn. Ook wordt een nieuw financieel stel-sel ontwikkeld en ingevoerd. Het basisonderwijs ontvangt gemiddeld € 3,50 per leerling per jaar voor het bijwonen van voorstellingen, het bezoeken van musea, etcetera.

Nieuwe impulsenOok het voortgezet onderwijs werkt tot in de jaren zeventig met vakken als muziek, teke-nen en handvaardigheid. De

Wet op het Voortgezet Onder-wijs, beter bekend als de Mam-moetwet, en de veranderende maatschappelijke opvattingen geven nieuwe impulsen aan de kunstzinnige vakken. Begin jaren tachtig worden vooral in het lager beroepsonderwijs en de mavo kunstzinnige vor-mingsprojecten uitgevoerd. In de jaren daarna richt de aan-dacht zich op cultuurparticipa-tie en -spreiding. Programma’s als Kunstmenu voor het basis-onderwijs en Cultuurtraject voor het voortgezet onderwijs doen hun intrede. Het basis-onderwijs is succesvol in de verbreding van kunsteducatie, de verbetering van het cultu-rele klimaat op school en de realisering van een vaste relatie tussen onderwijs en kunstin-stellingen.

De omgeving wordt belangrijkBegin jaren negentig wordt de term cultuureducatie voor het eerst gebruikt als verzamel-

naam voor kunst-, erfgoed- en media-educatie. Vanaf 1994 is het ministerie van OCW ver-antwoordelijk voor het cultuur-beleid. Cultuureducatie wordt speerpunt in een beleidspro-gramma waarin meer aandacht moet komen voor cultuur bin-nen de schoolmuren, maar vooral meer interactie tussen scholen en culturele instellin-gen. Gesubsidieerde instellin-gen worden verplicht aandacht te besteden aan cultuuredu-catie. Scholen voor voortgezet onderwijs ontvangen extra middelen - CKV-bonnen en vouchers - voor bezoek aan cul-turele activiteiten. Leerkrach-ten in het basis- en voortgezet onderwijs kunnen zich laten bijscholen tot cultuurdocent, kunstmentor of interne cul-tuurcoördinator. Ook wordt explicieter aandacht gevraagd voor erfgoed. Begin 2000 richt de aandacht zich op kwaliteitsverbetering van de kunst- en cultuurvakken

Van nuttige handwerken tot talentontwikkeling

Al sinds de negentiende eeuw wordt op Nederlandse scholen les gegeven in kunstvakken, al zijn die tot ver in de twintigste eeuw meer gericht op nut en een eventuele beroepsopleiding, dan op het expressief uiten van gevoelens, meningen en ideeën. Johan de Noord schetst de ontwikkelingen in het kunst- en cultuuronderwijs.

Page 5: Twaalf editie 2, 2010

en een doorlopende leerlijn. Scholen en hun cultuurcoördi-natoren ontwikkelen meer en meer een eigen cultuurbeleid. Scholen worden lumpsum gefi-nancierd; basisscholen krijgen € 10,90 per leerling en kunnen dat geld inzetten voor eigen be-leidskeuzes. In het voortgezet onderwijs ontstaan cultuurpro-fielscholen. In het basisonder-wijs krijgen Brede Scholen een soortgelijke functie.

Rol expertisecentraHet ministerie van OCW, dat wil zeggen het Rijk, maakt het cultuureducatiebeleid. De ex-pertisecentra en bemiddelende instellingen in de provincie spe-len een cruciale rol bij de imple-mentatie van het rijksbeleid in het onderwijs. Ze vertalen dat beleid; ze scholen leerkrach-ten, ondersteunen scholen bij het maken van een eigen cul-tuurbeleid en helpen culturele instellingen bij het ontwikkelen van een geschikt aanbod voor het onderwijs.

ToekomstDe expertisecentra en bemid-delende instellingen blijven zich de komende jaren richten op de verbetering van kwaliteit, ef-fectiviteit en continuïteit in het onderwijs en het bevorderen

van de samenwerking tussen scholen, culturele instellingen en kunstenaars (amateur en professional). Vraag en aanbod moeten goed op elkaar afge-stemd worden. Nieuwe aan-dachtsgebieden vragen om ex-perimenten, overdracht en im-plementatie. Voor het basison-derwijs is de ontwikkeling van de Brede School een belangrijk gegeven, voor het voorgezet onderwijs is talentontwikkeling een aandachtspunt.

CultuurparticipatieOp dit moment verlegt de aan-dacht zich van cultuureducatie naar cultuurparticipatie. Scho-len schrijven eigen beleidsplan-nen, gericht op scholing en vorming van leerlingen, ken-nismaking met de professio-nele kunsten en met culturele instellingen in de omgeving, van oudheidskamer, amateur-kunstvereniging, theater en kunstencentrum tot particu-liere kunstaanbieder. Die in-stellingen ontwikkelen meer en meer aantrekkelijke producten voor kinderen en jongeren. Ge-meentelijk beleid is daarbij een belangrijke voorwaarde. Ex-pertisecentra en bemiddelende instellingen staat een extra inspanning te wachten om de implementatie van cultuur-

participatie in het onderwijs te ondersteunen, culturele instel-lingen te voorzien van nieuwe impulsen, aandacht te beste-den aan de Brede School en ta-lentontwikkeling op scholen, in de amateurkunstsector en op de kunstvakopleidingen te rea-liseren. Ze nemen de uitdaging graag aan. ●

Johan de Noorddirecteur Kunst & Cultuur Drenthe

5

Van nuttige handwerken tot talentontwikkeling

Kwaliteit, effectiviteit, continuïteit en ontwikkeling.

Page 6: Twaalf editie 2, 2010

Kunstbende is in Zeeland al 20 jaar meer dan een begrip en heeft al veel creatief talent voortgebracht. Talentontwikkeling op het gebied van popmuziek is één van de speerpunten in het jeugd beleid van Gedeputeerde Staten. De coaching van jonge popmusici gebeurt in Zeeland niet alleen binnen school maar ook daarbuiten. Cultuureducatie ten top. In de popmuziekprojecten is duidelijk een lijn te zien van absolute beginner tot verge-vorderde band. Idealiter begint een bandje bij Kunstbende, doet via school mee aan PopSport, schrijft zich vervolgens in voor Hooi!koorts, wint die competi-tie en doet mee aan de Zeeuw-se Belofte, waarin de band als beste wordt beoordeeld en doorstroomt naar POPAANZEE. Scoop in Zeeland is de bedenker en/of uitvoerder van deze pro-jecten.

Kunstbende is dé wedstrijd voor jong creatief talent tussen de 13 en 19 jaar in verschillende kunstdisciplines. De winnende band gaat door naar de lande-lijke finale en krijgt regionaal een masterclass en coaching aangeboden. Werving gebeurt op scholen.

Hooi!koorts, 2ndInfluence en RegioRuis zijn open podia. Eén keer in de maand kunnen jon-geren tussen 14 en 24 jaar

met hun band 20 minuten optreden voor publiek. Een pro-fessionele jury beoordeelt hen. Het open podium begon in één gemeente, maar vindt wegens groot succes nu ook in andere gemeenten plaats, gecoördi-neerd door een professional en de jongerenraad.

PopSport is een educatief project om het muzikale, crea-tieve, sociale en ondernemende talent van jongeren tussen 12 en 18 jaar te ontwikkelen. Vier maanden lang volgen band-teams (band plus management) van een school workshops en nemen tot slot een demo op. Scholen bieden faciliteiten als oefenruimtes of de moge-lijkheid om op te treden. Bij PopSport worden bands be-oordeeld op de ontwikkeling die ze doormaken. Regionale winnaars gaan door naar de landelijke finale, mét een extra coachingstraject.

De Zeeuwse Belofte is de Zeeuwse popprijs in aanloop naar de landelijke PopNL Award. Sinds 2010 krijgen alle winnaars van Hooi!Koorts, 2ndInfluence en Regioruis

een plek in de finale van De Zeeuwse Belofte. De winnaar vertegenwoordigt Zeeland bij de PopNL Awards en krijgt bandcoaching tijdens POPAANZEE.

POPAANZEE is een samen-werkingsproject tussen pop-puntzeeland en de Zeeuwse podia, ter stimulering van de popmuziekprogrammering in Zeeland. Een jaar lang krijgen vier geselecteerde bands coa-ching op maat door een profes-sionele coach. Afhankelijk van het niveau en de behoefte van de band wordt bijvoorbeeld gecoacht op samenwerking, marketing, sound of podium-presentatie. Daarnaast staan de bands vaak op de Zeeuwse podia, in het voorprogramma van een internationale band en treden op tijdens de POPAAN-ZEE zomertour langs de Zeeuw-se kust en festivals als Concert at Sea en het Zeeland Nazomer Festival. Resultaat: na het coachingstraject zijn de bands in staat zelfbewust en onder-bouwd verder te werken aan hun carrière en ambities.

Zie ook www.poppuntzeeland.nl

Ongekend bandtalent

6 foto

graf

ie: A

mb

er H

anem

aaije

r (f

oto

lin

kso

nd

er)

Page 7: Twaalf editie 2, 2010

7

Cultuurprojecten zijn er in vele soorten en maten. Maar zelden wordt er zo intensief samengewerkt als bij de Veldtocht, een project van Kunst & Cultuur Overijssel (KCO). Die samenwerking werpt z’n vruchten af. Volgens objectentheater Tamtam uit Deventer is de Veldtocht ‘een reisbureau naar het land van kunst en cultuur, en iedereen mag mee!’ VerdiepingVanwege de laagdrempeligheid was de Veldtocht de afgelopen jaren voor veel scholen uit het primair onderwijs een prettige kennismaking met cultuur-educatie. Nu is het tijd die for-mule te wijzigen. ‘We merken behoefte aan verdieping. De nieuwe Veldtocht gaat daarom verder dan het bijwonen van een voorstelling en het maken van een werkstuk’, aldus pro-jectleider Emmy Bergsma. ‘In het project gaan leerkrachten, kunstenaars en leerlingen be-wuster met cultuureducatie op maat werken. Verder wordt de omgeving van de school een natuurlijk onderdeel van de Veldtocht.’

SamenwerkenTijdens een Veldtocht trekken basisscholen uit één woonkern en professionele kunstenaars een week lang met elkaar op. Zij werken samen aan een thema. Dat kan een kunstwerk zijn, een historisch gebouw of de buurt zelf. Kunstenaars ontwikkelen workshops die aansluiten bij dat thema. ‘Elke

Veldtocht heeft ook een lokaal projectteam. KCO begeleidt het team tijdens het hele Veldtochttraject. In grote steden doen we dat in samenwerking met het lokale kunstencentrum. We inventariseren met elkaar de wensen en mogelijkheden en stellen in overleg het programma samen’, legt Emmy Bergsma uit. ‘Zo krijgt iedere Veldtocht een eigen karakter.’

Leerkrachten én leerlingenOm verdieping te realiseren ligt de focus op leerlingen én leerkrachten van groep 5 t/m 8. De leerkrachten volgen onder andere een training kunst be-schouwen. De opgedane kennis brengen ze tijdens de Veldtocht in praktijk. De leerlingen krij-gen onder meer een op maat gemaakte workshop door een kunstenaar en gaan aan de slag met het ontwerpen van een nieuw Veldtochtlogo. Een feestelijke kinderatelierroute vormt de gezamenlijke afslui-ting. In samenwerking met de kunstenaars presenteren leerlingen hun werkstukken. Verder kunnen alle kinderen uit de woonkern deelnemen aan het buitenschoolse culturele

programma. Beroepskunstenaar in de klas Ingrid Wielema: ‘Het mooie van de Veldtocht is dat de hele school én de omgeving er bij betrokken is. Daardoor ontstaat een klimaat waarin het creatieve proces ook écht kan beklijven. Dit in tegenstel-ling tot de losse workshops die ik geef waarin ik ‘uit het niets’ kom en daarna ook weer ga.’

NazorgTwee weken na afloop van de Veldtocht vinden kringgesprek-ken plaats tussen leerkrachten en kunstenaars over cultuur-educatie in de basisschool, op basis van de methode Critical Friends. Emmy Bergsma: ‘Door de leerkrachten op deze manier te blijven betrekken kunnen zij ook ná de Veldtocht meer uit cultuureducatie halen. ‘ Hoe de Veldtocht de komende drie jaar door de provincie trekt, is te volgen op www.veldtocht.nl.

Met de Veldtocht

op ontdekking!

foto

graf

ie: A

mb

er H

anem

aaije

r (f

oto

lin

kso

nd

er)

Page 8: Twaalf editie 2, 2010

8

Met het project Cultuur en School (1997) kreeg cul-tuureducatie een vaste plaats in het rijksbeleid en in het beleid van gemeenten en provincies. Toch staat cultuureducatie al veel langer in de belangstelling. We moeten daarvoor teruggaan naar het jaar 1985 waarin na een periode van vier jaar voorbereiding de Wet op het Basisonderwijs wordt ingevoerd. De belangrijkste veranderin-gen waren de introductie van de Engelse taal als verplicht onderdeel van het curriculum (leerplan) van de school, een grotere nadruk op kennis van de maatschappij (vormgegeven in de wereldori-entatie) en, heel belangrijk voor cultuureducatie, meer plaats voor expressievakken (muziek, hand-vaardigheid en drama).

SamenhangMet deze vaste plek in het basisonderwijs ont-staat ook behoefte aan meer samenhang in de sterk versnipperde infrastructuur en ondersteu-ning voor kunstzinnige vorming. Dit leidt in 1983, en dus in de voorbereidingsperiode van de Wet op het Basisonderwijs, tot de oprichting van het Landelijke Ondersteuningsinstituut Kunstzinnige Vorming (LOKV). In 1998 komt een discussie op gang over de inrichting van de landelijke structuur kunsteducatie. Door de opkomst van erfgoededu-catie is daarnaast behoefte aan de verbreding van kunsteducatie tot cultuureducatie. Later worden onder deze noemer ook nog media-educatie ge-bracht.

Toename uitgaven Met het streven naar meer samenhang en in-frastructuur neemt ook de betrokkenheid van overheden bij cultuureducatie toe. Provincies spelen in dit verband een rol van betekenis door

het faciliteren van de provinciale steunfuncties cultuureducatie en door financiële ondersteuning van zowel basis- als voortgezet onderwijs gericht op ontwikkeling en vernieuwing. In het volgende overzicht zijn deze bijdragen op een rij gezet.

Periode Bijdrage provincies

1993-1996 € 11.500.000

1997-2000 € 11.500.000

2001-2004 € 17.000.000

2005-2008 € 22.000.000

De bedragen zijn afgerond. Bronnen en in opdracht van IPO door Carla van Deijk-Hofmeester en Willem-Jan Raijmakers opgesteld: De provincie partner in cultuurbeleid (1996); De Pro-vincies, cultuurbeleid versterkt (1999); De provincies Kiezen in cultuurbeleid (2005); De provincies: Kijk zit dat zo (2007).

Opvallend in dit overzicht is de toename van uit-gaven vanaf 2001. Dit laat zich verklaren door het feit dat vanaf dat moment het Actieplan Cultuur-bereik door OCW wordt ingesteld en waarmee provincies en gemeenten worden uitgedaagd op basis van matching met rijksgelden meer eigen middelen in te zetten. Onderdeel van dit actie-plan is het (decentrale) programma Cultuur en School, waarmee provincies en gemeenten op het gebied van cultuureducatie duurzame relaties tussen culturele instellingen en scholen tot stand moeten brengen. In de periode 2005-2008 wordt tevens de (rijks) Regeling Versterking Cultuur-

Cultuureducatie in de prov incies: waarom investeren loont

Cultuur levert een waardevolle bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren, zowel binnen school als daarbuiten. Kennis nemen van, beter leren kijken naar en actief participeren in verschillende cultuuruitingen zorgt voor bewustwording en waardering van de eigen omgeving. Vanuit dit besef is cultuureducatie sinds 1996 een belangrijk onderdeel van het cultuurbeleid van overheden.

Page 9: Twaalf editie 2, 2010

9

Cultuureducatie in de prov incies: waarom investeren loonteducatie Primair Onderwijs van kracht. Naast een structurele bijdrage aan het basisonderwijs ontvangen provincies en gemeenten in deze pe-riode een rijksbijdrage. Deze is bedoeld om de provinciale en gemeentelijke cultuureducatieve infrastructuur te versterken, de aandacht voor erfgoededucatie te vergroten en de deskundig-heid cultuureducatie in het basisonderwijs te bevorderen.

InvesterenDat deze uitdagingen in de planperiode 2001-2008 hebben gewerkt blijkt niet alleen door de toename van de bijdragen van de provincies. Ook bij gemeenten is eenzelfde trend waarneembaar. Tot 2001 geven gemeenten totaal zo’n 160 mil-joen uit aan cultuureducatieve activiteiten, in de periode 2001-2007 neemt deze bijdrage toe van 192 miljoen in 2001 naar 241 miljoen in 2007.Dat gemeenten meer uitgeven aan cultuuredu-catie is niet alleen te danken aan het feit dat gemeenten gezamenlijk hiervoor meer middelen beschikbaar hebben. Wat tevens meespeelt is dat de gemeentelijke bijdragen grotendeels de uit-voeringskosten betreffen. Deze investeringen be-dragen vanzelfsprekend meer dan de kosten van ondersteuning waarin provincies investeren. De bedragen krijgen nog meer perspectief als deze gezet worden naast het geld dat via het on-derwijs wordt besteed aan cultuureducatie. De omvang van de structurele bijdrage aan het basis-onderwijs door het Ministerie van OCW bedraagt in 2009 € 16.895.000; € 10,90 per leerling x 1,55 miljoen leerlingen. Voor de 935.000 leerlingen in 2009 in het voortgezet onderwijs (exclusief mbo) is via de cultuurkaart € 15 beschikbaar. In totaal is dit bedrag € 14.025.000.

RendementEr is in de afgelopen periode door provincies en gemeenten dus flink geïnvesteerd in cultuuredu-catie. Vanuit het principe dat je investeert met het oog op rendement lijkt het de moeite waard je geld in te zetten op cultuureducatie! Dit alles overziende, is de vraag actueel of het noodzake-lijk is dat langs drie wegen geld beschikbaar blijft voor cultuureducatie: gemeenten, provincies en het onderwijs. Op veel plaatsen wordt gevraagd om minder bestuurlijke of organisatorische druk-te. En – eerlijk is eerlijk – ook op het terrein van cultuureducatie is het niet altijd overzichtelijk

georganiseerd. Naar mijn opvatting is de oplos-sing niet om onverhoeds de taken en gelden op het terrein van cultuureducatie te herverkavelen. Allereerst wordt het erg spannend om te bezien in hoeverre 25 jaar kunst- en cultuureducatie ook daadwerkelijk in het basisonderwijs beklijft nu de scholen meer beleidsvrijheid krijgen bij het inzet-ten van het geld nu dit niet langer is geoormerkt voor cultuureducatie. Het is niet vanzelfsprekend dat dit overal zal gaan gebeuren. Daarnaast heb-ben zowel provincies als gemeenten te maken met forse bezuinigingen. Het is daarbij niet te verwachten dat de ene overheid zomaar taken van een andere overheid over kan nemen.

NoodzaakVoor mij is echter bepalend dat - naast de van-zelfsprekende noodzaak dat gemeenten zullen moeten blijven bijdragen aan de uitvoering - dankzij de inzet van de provincies cultuuredu-catie op bijna alle basisscholen en scholen van voortgezet onderwijs structureel is ingevoerd. De provinciale bijdragen aan de cultuureducatie hebben de infrastructuur blijvend versterkt en de kwaliteit en deskundigheid op een steeds hoger niveau gebracht. De beperkte middelen van de provincies zorgen er voor dat alle middelen voor cultuureducatie effectiever worden benut. Het lijkt mij dan ook van groot belang, dat in deze tijden van bezuinigingen de ingeslagen weg van het investeren in cultuureducatie wordt voortge-zet. Waar mogelijk kunnen daarbij combinaties worden gezocht met andere beleidsterreinen, maar alle keuzes zullen gericht moeten zijn op een stabiele en inspirerende toekomst voor de kunst- en cultuureducatie aan onze kinderen en jongeren. Geen enkele overheid kan daarbij verzaken of ontbreken. ●

Harry van Waveren,Voorzitter IPO Cultuur

Page 10: Twaalf editie 2, 2010

Cultuuroverdracht is van groot belang voor ieders betrokkenheid bij de samenleving. Wie kennis neemt van kunst, erfgoed en media, en daar bewust en actief mee bezig is, doet mee aan de samenleving en ontwikkelt begrip voor andere normen, waarden en culturen. Cultuureducatie stimuleert kinderen bovendien om andere ‘talen te spreken’ waardoor onvermoede talenten boven kunnen komen: leerlingen met een taalachterstand blijken ineens een groot toneeltalent te zijn. De plek bij uitstek om zoveel mogelijk mensen in aanraking te brengen met cultuur is het onderwijs.Hoe wordt cultuureducatie vormgegeven door de provinciale instellingen?

‘Kunst en cultuur dragen bij aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen en jongeren. Door te zingen tijdens de muziekles op school of te dan-sen bij gym krijgen kinderen zelfvertrouwen. En ze leren samenwerken en creatief denken’. (bron: www.waaromcultuur.nl)

KunstmenuVeel provinciale instellingen voor kunst en cul-

tuur hebben een programma met kunstactivitei-ten voor scholen. Een voorbeeld is het Kunstme-nu, dat in meerdere provincies wordt uitgevoerd. Door collectieve inkoop en programmering van voorstellingen en projecten kunnen de provin-ciale instellingen een kwalitatief hoogwaardig kunstaanbod tegen een aantrekkelijke prijs bie-den. Het Kunstmenu is een prachtig en beproefd model; iedere leerling komt in aanraking met kunst, ongeacht zijn of haar woonplaats en de grootte van de school.

WaarderingHet Kunstmenu kent per provincie varianten. De receptieve beleving van en reflectie op kunst is in alle provincies een belangrijk uitgangspunt. Maar er wordt ook op gelet dat leerlingen zelf actief aan de slag gaan bij de voorbereiding en verwer-king van de kunstontmoeting. De programma’s worden vaak in samenspraak met de scholen be-paald. De waardering voor het Kunstmenu is in de provincies in het algemeen groot. Een reactie op het evaluatieformulier van groep 3 en 4 uit Liemeer (Zuid-Holland) die de dansvoorstelling Van melkmeisje tot Mondriaan van Penguin Dance bezochten: ‘Een verrassend idee om schil-derijen en dans op deze manier te combineren. De kinderen hebben ademloos gekeken!’ Uitbreiding tot CultuurmenuHet Ministerie van OCW stimuleert scholen en instellingen voor kunst en cultuur om naast kunsteducatie ook aandacht te besteden aan erf-goededucatie en media-educatie. De provinciale instellingen is gevraagd scholen in contact te brengen met hun eigen culturele omgeving. Cul-tuur hoef je immers niet altijd van ver te halen; je kunt om de hoek van de school beginnen, bij een bijzondere straatnaam, de lokale krant of bij de plaatselijke kerk. Het gevolg: naast Kunstmenu’s ontstaan nu Cultuurmenu’s. Ook wordt soms het Kunstmenu uitgebreid tot Cultuurmenu.

De Dubbele Foto

Welke beroepen hadden mensen vroeger? Hoe zag de school er bijna honderd jaar geleden uit? Wat voor kleren droegen mensen en wel-ke spelletjes deden kinderen na schooltijd? Deze en andere vragen komen aan de orde in het erfgoedproject De Dubbele Foto. Boven-bouwleerlingen van basisscholen in Rijssen en Holten (Overijssel) gaan terug in de tijd met dit bijzondere geschiedenisproject. Aan de hand van historische foto’s onderzoeken ze hun eigen woonplaats. De Dubbele Foto is ontwikkeld door Historisch Centrum Overijs-sel en KCO samen met de oudheidkamer Hol-ten en de historische vereniging Riessen.

Meedoen aan kunst geeft zelfvertrouwenHet belang van Cultuureducatie

10

Page 11: Twaalf editie 2, 2010

11

‘Ik zie, ik voel, ik kijk’

Na een bezoek aan de film staat de beeldende activiteit in het teken van commercials. Tijdens de lessen verdiepen leerlingen zich in de ver-schillende soorten commercials. Tevens wordt er een vergelijking gemaakt tussen de tv- en bioscoopreclames. Vervolgens maken leerlin-gen een script dat vertaald wordt in acht shots. Muziek en tekst spelen daarin een belangrijke rol. De commercial wordt gemonteerd en gepre-senteerd aan de klas. Een project op AOC-Oost, Almelo in het kader van de lessen CKV.

Er wordt gebruik gemaakt van partners uit de omgeving van de school, zoals de plaatselijke harmonie, de historische vereniging of de ama-teurtoneelclub in de buurt, de dorpsarchitect, de dominee of koster van de kerk en het lokale museum.

Kunsteducatieve projectenEen aantal instellingen in het land ontwikkelt kunsteducatieve projecten. Elk project is weer een nieuwe ontdekkingstocht voor leerkracht en leerling. Een tocht die hen kennis laat maken met één of meerdere facetten van kunst. Als voorbeeld een project van Kunst & Cultuur Drenthe. ‘Toen de kinderen kwamen aanlopen door het bos zagen ze in de verte iets wat leek op… een berg zand misschien? De bruin-grijze kleur, afgewisseld met donkere plekken, paste goed bij het groene bos. (…) Maar er klopt iets niet, zei Sjoerd, er zitten wielen aan! (…) Voor-zichtig kwamen de kinderen dichterbij. Zachtjes liepen ze een rondje om de wagen.’ Met dit ver-haaltje maken kinderen van groep 3 en 4 kennis met Tweede Leven, een kunsteducatief project waarin het werk van keramiste Gerdie Zwaan centraal staat. Zwaan laat zich inspireren door kapotte spullen. Verroest gereedschap, een af-gebroken deurknop of een oude kraan. Gerdie schenkt ieder object een Tweede Leven. De beel-den van Gerdie bieden kinderen de gelegenheid de wereld eens door een andere bril te bekijken en stimuleren hen om aan heel gewone spulletjes een nieuwe betekenis toe te kennen.

Voortgezet onderwijsKunst & Cultuur Drenthe organiseert in samen-werking met verschillende culturele instellingen en kunstaanbieders jaarlijks een kunsteducatief aanbod voor het VO genaamd Cultuurtraject. Leerlingen van 12 t/m 15 jaar maken zowel actief als receptief kennis met alle kunstdisciplines. Ook in andere provincies bestaat een dergelijk

Meedoen aan kunst geeft zelfvertrouwen

Page 12: Twaalf editie 2, 2010

12

programma of een variant hierop. Her en der in het land bestaat ook een bijzonder initiatief om leerlingen van het VO op één dag een kijkje te la-ten nemen bij verschillende culturele instellingen: Rondje Cultuur. Doelstelling is om de leerlingen actief te laten kennismaken met hun culturele omgeving als voorbereiding op het vak CKV (Cul-turele Kunstzinnige Vorming). In heel Nederland bestaan varianten op dit concept. Zo zijn er in de provincie Utrecht workshop- en cultuurdagen en worden in Overijssel dagen georganiseerd waarop leerlingen verschillende combinaties van activiteiten bij culturele instellingen aangeboden krijgen waaruit ze zelf een keuze kunnen maken. Op het platteland, waar vaak veel minder culture-le instellingen zijn, kiezen sommige instellingen, zoals Kunst Centraal, ervoor om met gastdocen-ten van culturele instellingen een Cultuurdag op school te organiseren.

Het doel van Kunsteducatie is dat kinderen leren open te staan voor allerlei uitingen van kunst en cultuur. Door hen in aanraking te brengen met zoveel mogelijk vormen van kunst en cultuur le-ren ze welk aanbod er is, raken ze er vertrouwd mee en leren ze erop te reageren. ● Met dank aan: Dossier ICC en Dossier CKV

Stamppot Schmidt, voorstelling van Tryater uit het Kunst-

menu Noordenveld (Drenthe) 2009/2010

Filmfan/Moviezone

Moviezone is een project van het Nederlands Instituut voor Filmeducatie (NIF), dat sinds januari 2010 samen met het Filmmuseum, de Filmbank en Holland Film het EYE Film Instituut Nederland vormt. Elk jaar stelt het NIF een programma samen van bijzondere films van eigenzinnige makers voor leer-lingen van groep 6 t/m 8 van de basisschool en de onderbouw (12 t/m 15 jaar) van het voortgezet onderwijs. Bij de provinciale in-stellingen kunnen scholen zich inschrijven voor dit filmprogramma. De films worden vertoond in filmtheaters en bioscopen in de buurt van de scholen. Via lesmateriaal dat gemaakt is door het NIF kunnen de leerlin-gen zich voorbereiden op het filmbezoek. In Moviezone 2010/2011 werd onder andere de film The Cove geselecteerd voor 4 vmbo en 3 en 4 havo/vwo. Korte inhoud: ooit was Ric O’Barry de trainer van Flipper. Juist door die ervaring is hij nu een activist die de misdadige praktijken rond de slachting van dolfijnen in Japan aan de kaak wil stel-len. The Cove is een guerilla-documentaire die op bijna thrillerachtige manier toont hoe moeilijk het is om de slachting van duizenden dolfijnen te filmen in een baai in Japan die rood ziet van het bloed. Een clubje helden en een groot complot, dat is de strek-king van het verhaal. O’Barry en zijn team wonnen in 2010 de Oscar voor Beste Docu-mentaire.

foto

graf

ie: W

im Z

wan

evel

d (

Stam

pp

ot

Sch

mid

t)

Page 13: Twaalf editie 2, 2010

13

tuureducatieve aanbod van de zestien deelnemende culturele instellingen voor het primair en voortgezet onderwijs. Kultuerfilter.nl is zo gemaakt dat de deelnemende organi-saties niet steeds hun aanbod hoeven samen te stellen en op te sturen, maar dat er wordt doorgelinkt naar de eigen website. Het is dus voldoende om die up-to-date te houden. Docenten en leerlingen kunnen in een oogopslag zien wat er allemaal mogelijk is in Fries-land; vaak meer en anders dan ze verwachten. De site wordt veelvuldig geraadpleegd. Op dit moment varieert het aantal hits van 40 tot 200 per dag.

NieuwsbriefMaandelijks wordt naar circa 1.000 abonnees een digitale nieuwsbrief verstuurd met in-formatie over actuele ontwik-kelingen rond cultuureducatie in het onderwijs. Meer dan negentig procent van het aan-tal abonnees is docent.

InspiratiedagenNaast een jaarlijkse conferentie worden sinds kort ook geza-menlijk studiedagen voor het primair onderwijs ontwikkeld en aangeboden. Deze zogehe-ten inspiratiedagen gaan over thema’s uit de cultuureducatie: kijken naar kunst (kunsteduca-tie), vertellen (erfgoededucatie) en media-educatie.

Keunstwurk wil dat cultuuredu-catie structureel deel uitmaakt van het lesprogramma op alle scholen voor basis en voortge-zet onderwijs. Op dit moment is dat in negentig procent van de scholen in Friesland het geval.

www.keunstwurk.nl

huis ‘n Meeuw en toneelgezel-schap Tryater.

Vraag en aanbodKultuerfilter brengt vraag en aanbod bij elkaar en maakt de vele cultuureducatieactiviteiten van de provinciaal werkende instellingen inzichtelijk, toe-gankelijk en toepasbaar voor het onderwijs. Actuele ontwik-kelingen in het werkveld wor-den gesignaleerd en breed be-kend gemaakt bij het onderwijs, de culturele instellingen en de beleidsmakers in Friesland. Ook leidt Kultuerfilter tot een goede afstemming en samenwerking tussen het onderwijs en de provinciale instellingen, en tus-sen de provinciale instellingen onderling. Van daar uit worden ook nieuwe vormen van cul-tuureducatie in het onderwijs gestimuleerd.

WebsiteKultuerfilter staat voor een aantal samenhangende onder-delen. Kultuerfilter.nl, de web-site, geeft het volledige cul-

Kultuerfilter

Keunstwurk is in Friesland het kenniscentrum voor cul-tuureducatie, amateurkunst en professionele kunst. Onder het motto ‘verbinden en ver-sterken’ biedt Keunstwurk de expertise en ondersteuning en stimuleert vernieuwing, met als doel de culturele infrastructuur in Friesland te versterken en de cultuur-participatie te vergroten.

Een mooi voorbeeld hiervan is Kultuerf ilter dat Keunstwurk in 2009 startte, een meerjarig programma dat cultuuredu-catie in het primair en voort-gezet onderwijs in Friesland stimuleert. Kultuerfilter is een samenwerkingsverband tussen zestien provinciaal werkende instellingen die actief zijn op het gebied van cultuureducatie in het onderwijs. Het gaat on-der meer om het Fries Museum, het provinciaal archief Tresoar, Omrop Fryslân, het Centrum voor Film in Friesland, Steun-punt Monumentenzorg Fryslân, het Natuurmuseum, productie-

foto

graf

ie: W

im Z

wan

evel

d (

Stam

pp

ot

Sch

mid

t)

Page 14: Twaalf editie 2, 2010

Kennismaken met

de cultuur in je

eigen omgeving

‘Hier komt alles bij elkaar als het gaat om cultuureducatie. Kinderen leren iets over mu-ziek, ze beleven de muziek en ze komen in het theater. Mo-gelijk zijn de kinderen zo en-thousiast geraakt dat ze ook een muziekinstrument willen gaan bespelen’, aldus Anneke Raven, gedeputeerde cultuur van de provincie Utrecht.

De provincie Utrecht heeft sinds het schooljaar 2007 - 2008 een Cultuurprogramma dat kinderen van de basisschool in acht jaar tijd kennis laat maken met allerlei aspecten van hun eigen culturele omge-ving. Niet alleen professionele kunstenaars en instellingen, maar ook amateur- en vrijwil-ligersorganisaties, bebouwde omgeving en landschap komen aan bod. Door te werken met prototypen en die steeds per gemeente te vertalen naar een plaatselijke variant ontstaat een systeem dat zowel kwali-teit levert als betaalbaar blijft.

Gastles en kasteelbezoekIn negentien van de in totaal achtentwintig gemeenten in de provincie Utrecht maken de leerlingen jaarlijks minimaal één keer kennis met hun eigen

culturele omgeving. Via kunst en/of erfgoed wordt de ontwik-keling van de kinderen op het gebied van kennis, expressie en creativiteit gestimuleerd. Dat gebeurt in de vorm van een gastles van een plaatselijke kunstenaar, een instrumen-tencircuit bij de lokale mu-ziekschool, het naspelen van een historische rechtzaak op locatie, een bezoekje aan de Vecht of een rondleiding door een kasteelruïne. En dat is nog maar een greep uit het hele scala aan mogelijkheden.

Externe partnersBij de ontwikkeling en uitvoe-ring van de projecten worden steeds externe partners betrok-ken, waardoor het Cultuurpro-gramma niet alleen op school, maar in de hele gemeenschap gaat leven. Steeds wordt ge-keken wat een gemeente in huis heeft en hoe het Cultuur-programma daarop aan kan sluiten. Scholen leveren input voor het programma via de plaatselijke culturele commis-

sie. De commissie evalueert het Cultuurprogramma en bereidt het komende seizoen voor.

Rol Kunst CentraalHet Cultuurprogramma is een initiatief van Kunst Centraal, de organisatie voor kunst- en cultuureducatie in de provin-cie Utrecht. Kunst Centraal werkt daarbij steeds nauwer samen met Landschap Erfgoed Utrecht, de provinciale orga-nisatie voor erfgoededucatie. Het Cultuurprogramma voor-ziet in de collectieve vraag van scholen naar integratie van de lokale omgeving in het onder-wijs. Als bevlogene, expert, in-termediair, innovator en part-ner stimuleert Kunst Centraal de verschillende partijen een bijdrage te leveren. Financieel wordt het programma mogelijk gemaakt door bijdragen van zowel provincie als gemeenten en scholen.

www.kunstcentraal.nl

14

Page 15: Twaalf editie 2, 2010

EDU-ART bracht Wageningen University & Research Cen-tre en het Dominicus College in Nijmegen met elkaar in contact. Leerlingen van het voortgezet onderwijs maak-ten voor hun profielwerkstuk films over universitair onder-zoek.

Consumptieaardappelen resis-tent maken tegen phytophtora, de beruchte aardappelziekte; de Wageningse landbouw-universiteit (WUR) doet er al jaren onderzoek naar. Tegelijk is de WUR zich bewust van de weerstanden tegen genetische modificatie, de toevoeging van ‘vreemde’ genen van tropische, niet voor consumptie geschikte aardappelrassen aan ons bintje of eigenheimer. Met de vraag of middelbare schoolleerlingen de voors en tegens van genetische modificatie zouden kunnen ver-beelden klopte Bert Lotz, on-derzoeker van de WUR, aan bij EDU-ART. Hij wilde een film.

Nieuwe mediaAdviseur Lidwin van Grunsven zag direct mogelijkheden. Met het Dominicus College in Nijmegen, een scholengemeen-schap waar veel aandacht aan nieuwe media wordt besteed, startte zij een pilotproject. In een gesprek met de school en de universiteit waarin vraag en onderwijspraktijk op elkaar werden afgestemd, ontstond het idee het project als moge-lijk onderwerp voor een pro-fielwerkstuk te presenteren. Een profielwerkstuk is een vast onderdeel in het curriculum; op deze manier paste de pilot

in het lesprogramma en was er voldoende tijd beschikbaar voor leerlingen en docenten. Zeven leerlingen besloten het onderzoek in beeld te brengen.

PrachtfilmsHet project is afgerond en le-verde drie prachtfilms op. Joppe Buijs (6 vwo): ‘Je kunt zo’n film niet maken als je niet precies weet waar je het over hebt. Om aan de wetenschappers de juiste vragen te kunnen stel-len moet je precies weten hoe het zit. Ik heb misschien wel meer gelezen dan wanneer ik voor een ‘normaal’ profielwerk-stuk op internet zou zijn gaan zoeken.’ Betül Sisman (5 havo): ‘Daarnaast heb ik ook heel veel van het filmen en de montage geleerd. Als ik nu tv kijk, let ik bijvoorbeeld op het perspectief.’ Lex Plantaz, afdelingsleider van het vwo en geschiedenisleraar: ‘Als ik kijk naar wat ik de afge-lopen jaren aan profielwerk-stukken heb ontvangen, is dat te vaak hetzelfde. Juist deze manier van werken dwingt de

leerlingen na te denken over wat ze gaan vertellen en hoe ze dat willen doen.’

Mooie ervaringDe WUR was opgetogen en verrast door de kwaliteit van de films en ziet mogelijkheden om vaker onderzoek op deze manier bekend te maken. EDU-ART wil daar graag een rol bij spelen. ‘Wat ons betreft is het een heel mooie ervaring geweest. Ik denk dat wij graag geld vrij zouden willen maken om vaker op een dergelijke manier ons werk onder de aandacht te brengen. Voor de leerlingen is dit een ideale oriëntatie op studie en beroep.’

www.edu-art-gelderland.nl

Een documentaire als

profielwerkstuk

15

Page 16: Twaalf editie 2, 2010

Jaarlijks volgen duizenden leerkrachten in Neder-land workshops, teamtrainingen en cursussen in vakken als beeldende kunst, dans, drama, litera-tuur, muziek en audiovisuele en nieuwe media. Ze vergroten hun eigen kennis en vaardigheden en kunnen direct aan de slag met nieuwe aange-reikte lesideeën. De lessen worden gegeven door adviseurs van de kunst- en cultuurinstellingen die vaak een kunstvakopleiding hebben gevolgd en op de hoogte zijn van de actuele ontwikkelingen.

Teamtrainingen De deskundigheidsbevordering van leerkrachten is een belangrijke pijler van het cultuureducatie-beleid, zoals geformuleerd door OCW. Een school kan bij de instellingen voor kunst en cultuur te-recht voor beleids- en vakgerichte teamtrainingen

rond onderwerpen als visie, reflectie, doorgaande leerlijnen of cultuurprogramma’s.

De trainingen voorzien in een duidelijke behoefte. In de provincie Utrecht volgden afgelopen jaar honderdzestien leerkrachten een beleidstraining bij Kunst Centraal. Leerkrachten kunnen ook wor-den bijgeschoold in één kunstdiscipline. In een aantal bijeenkomsten worden dan lessuggesties en didactische vaardigheden gegeven op het ge-bied van dans, beeldende kunst of drama, of een bestaande methode geïmplementeerd. De Kubus in Lelystad organiseert elk jaar een Inspiratiedag voor het onderwijs.

WorkshopsLeerkrachten maken veel werk van de kunstacti-viteiten in de klas, bijvoorbeeld rond Sinterklaas, Kerst en de Kinderboekenweek. Dat zijn jaarlijks terugkerende thema’s waaraan leerkrachten graag eens een nieuwe draai geven. Door het volgen van workshops en trainingen maken leer-krachten kennis met nieuwe vormen van kunst. Kunst Centraal biedt bijvoorbeeld nascholings-cursussen aan als beeldhouwen met speksteen, dansen met prentenboeken of schimmenspel. In Utrecht volgen gemiddeld twaalfhonderd leer-krachten per jaar één of meer inspirerende work-shops.

Educatief materiaal Bij elke voorstelling, tentoonstelling of project leveren de kunst- en cultuurinstellingen educa-tief materiaal. Daarin staan suggesties voor de voorbereiding en de verwerking van een kunst-bezoek en uitgewerkte lessen rond een project. Soms wordt een introductiebijeenkomst door

Scholing leerkrachten succesvol

Nieuwe impulsen voor de kunstles

Van idee tot product

Het onderwijs is op zoek naar goede kunstedu-catieve projecten. Maar wat zijn daarvoor de criteria? En welke stappen moeten worden ge-zet om tot een goed project te komen? Kunst-balie in Brabant en Kunst & Cultuur Drenthe geven de cursus Van idee tot product, bedoeld voor kunstenaars en culturele instellingen. In de cursus worden de inhoudelijke en prak-tische kanten van kunsteducatieve projecten belicht. Aan bod komen onderwerpen als cre-atieve technieken, inhoudelijke keuzes, ont-wikkelingen in het werkveld, het ontwikkelen of bewerken van lesmateriaal en het ontwik-kelplan.

De provinciale instellingen voor kunst en cultuur helpen bij het waarborgen van de kwaliteit van kunsteducatie door leerkrachten te scholen in de kunstvakken en te ondersteunen bij de ontwikkeling van beleid. Dat gebeurt in teamverband, maar ook individueel.

16

Page 17: Twaalf editie 2, 2010

vakdocenten of kunstenaars aangeboden om het project of de voorstelling inhoudelijk en organisa-torisch toe te lichten.

ICC-cursusDe kunst- en cultuurinstellingen bieden basis-scholen ook een cursus tot Interne Coördinator Cultuureducatie (ICC) aan. Met een ICC’er heeft een school een deskundige in huis die het cul-tuurbeleid vormgeeft, mogelijkheden van cultuur-instellingen kent en cultuurplannen ontwikkelt. Steeds meer scholen kiezen er dan ook voor zo’n ICC’er aan te stellen. Friesland heeft al honderd gecertificeerde ICC’ers en Drenthe tachtig. In Noord-Holland zijn eind dit jaar vierhonderdvijftig ICC’ers opgeleid.

Minor cultuureducatieDe minor cultuureducatie is een deeltijdopleiding van zes maanden die geheel in het teken staat van cultuur. Studenten maken kennis met allerlei aspecten van cultuureducatie; ze leren, ervaren en onderzoeken. Onderwerpen als visie, beleid, kerndoelen, planning komen aan de orde. Er zijn excursies, presentaties, gesprekken en werkop-drachten, begeleid door mensen uit de praktijk als vakdocenten, consulenten, cultuurambtenaren, kunstenaars en museummedewerkers. In Zeeland kunnen PABO-studenten de minor cul-tuureducatie doen. De afgelopen twee jaar rond-den veertig studenten de opleiding af. Studente Marieke Lodder vertelt: ‘Tijdens de minor ben ik in gaan zien dat cultuureducatie echt van belang is in het onderwijs. Kinderen enthousiast maken voor alle vormen van theater, muziek, kunst, erf-goed, media en literatuur is een mooie opgave voor een leerkracht. Ik heb in ieder geval genoeg inspiratie opgedaan om er actief mee aan de slag te gaan in mijn loopbaan als juf!’

Cultuurnetwerk Nederland vond de inhoud en opzet van de minor zo belangwekkend dat aan de cursus het certificaat voor cultuurcoördinator werd verbonden. Met recht: gedurende de hele loopbaan van de toekomstige leerkracht zal cul-tuureducatie een vanzelfsprekend onderdeel zijn en als toekomstig coördinator zal de leerkracht onderdeel zijn van een deskundig en gepassio-neerd cultuureducatienetwerk. ●

Nieuwe impulsen voor de kunstles

De cultuurcoördinator

Ingrid van Zeijl van de Eerste Westlandse Montessorischool uit Monster rondde in maart 2010 de cursus tot Interne Coördinator Cultuureducatie bij Kunstgebouw af.

‘We hebben de cursus afgesloten met een beleids-plan. Eerst heb ik geïnventariseerd wat we op school al aan cultuur deden en daarover gesproken met collega’s. Vervolgens heb ik aan het team een presentatie over de ICC-cursus gegeven en een beleidsplan geschreven. Nu is het een door het hele team gedragen plan. Ik ben samen een aantal collega’s bezig een doorlopende leerlijn kunst en cultuur op te zetten van groep 1 tot groep 8. Die begint steeds meer vorm te krijgen. Als ICC’er ben je er ook om nieuwe dingen te signaleren. Ik zag op de regionale tv dat er in deze omgeving Romeinen hebben gewoond. Ik ben naar het archief gestapt om te kijken of daar misschien lesmateriaal over is. Eigenlijk ben je een tussenpersoon tussen de cul-tuur binnen en buiten de school.’(uit nieuwsbrief Kunstgebouw, mei 2010)

Ingrid van Zeijl (voorgrond) met andere ICC-cursisten op bezoek bij het Erfgoedhuis Zuid-Holland.

17 foto

graf

ie: R

ick

Keu

s

Page 18: Twaalf editie 2, 2010

S(w)ing it out:

zingen in de klas

KunstStation C en Kunsten-centrum Groningen werken samen in het project Akkoord, waarin amateurkunst en cultuureducatie elkaar ont-moeten en versterken. Doel is het ontwikkelen van een samenwerkingsmodel dat ge-bruikt kan worden in de con-tacten tussen verenigingen voor amateurkunst en het onderwijs. Als voorbeeld van amateurkunst is het zingen in een koor gekozen. Zingen is laagdrempelig en er kunnen diverse doelen aan gekoppeld worden.

SamenwerkingspartnersDe keuze voor muziek, in het bijzonder zingen, was de aan-leiding om samenwerking te zoeken met de Stedelijke Mu-ziekschool in Groningen, de Muziekschool Oost Groningen in Winschoten en de SAKO, de provinciale koepelorganisatie voor koren. Ook het Prins Claus Conservatorium bleek een be-langrijke samenwerkingspart-ner. Uit de stad Groningen de-den drie en uit de provincie vier scholen mee. Naschools kinderkoorEr werden twee trajecten gelo-pen, één in de stad en één in de provincie, om van de verschillen te leren. In de stad Groningen werden studenten van het Prins Claus Conservatorium begeleid door de Stedelijke Muziekschool Groningen. Groep 7 en 8 van drie deelnemende basisscho-len zongen onder leiding van derde- en vierdejaars studenten van de docentenopleiding mu-ziek. Na deze vierweekse bin-nenschoolse introductieperiode is op basisschool De Kleine

Wereld een naschools kinder-koor gestart. Een afscheidscon-cert sloot het project af. In de provincie werden de studenten van het Prins Claus Conservatorium begeleid door de Muziekschool Oost Gronin-gen uit Winschoten. De studen-ten deden koorinspiratie op, zochten repertoire en teksten en maakten een orkestband die door docenten van de basis-school gebruikt kon worden om extra te oefenen. Er volgden workshops stem en zang. Het project werd afgesloten met een optreden met andere scho-len en met een amateurkoor uit de omgeving.

Samenwerking is een succesDe samenwerking is alle part-ners goed bevallen. Niet al-leen de samenwerking tussen KunstStation C en Kunstencen-trum Groningen was een suc-ces, ook de Stedelijke Muziek-school en Muziekschool Oost Groningen hebben profijt gehad van de ervaringen. Het raamwerk van Akkoord is eenvoudig overdraagbaar: ie-dere school kan via dit plan in contact komen met koren in de

buurt. Mede door de samen-werking met SAKO blijft ook in de toekomst het bestand van actieve koren actueel. De ‘formulering doelen van de dirigenten’ in het raamwerk is geschreven door Harmen Ridderbos, een student die Akkoord ook als afstudeerpro-ject gebruikte. Akkoord krijgt een vervolg in het project ‘De toon zetten, te beginnen in Oost-Groningen’, gesubsidieerd door het Fonds voor Cultuur-participatie in het kader van het programma ‘Er zit muziek in ieder kind’.

Er is een uitgebreid overzicht van de uitwerkingsmogelijkhe-den van Akkoord beschikbaar.

www.kunstencentrumgroep.nl www.kunststationcultuur.nl.

18

Page 19: Twaalf editie 2, 2010

19

De Limburgse Bond van Mu-ziekgezelschappen (LBM) organiseerde van 24 t/m 26 september 2010 in de regio Sittard-Geleen-Born het Lim-burgs Blaasmuziek Festival (LBF). Doel van het festival: blaasmuziek in Limburg on-der de aandacht brengen bij het grote publiek.

Een belangrijk aspect van het LBF is meedoen en meemaken. Participatie en educatie spe-len daarbij een belangrijke rol. Beide zorgen voor een grotere betrokkenheid van de inwoners van Limburg bij de blaasmuziek. Het bevorderen van de partici-patie is er niet alleen op gericht om meer mensen te bereiken, maar ook om nieuwe doel-groepen, die nog niet eerder of zelden met blaasmuziek in aan-raking kwamen, kennis te laten maken met de Limburgse blaas- en percussiemuziek. Leerlingen van het basisonderwijs vormen zo’n nieuwe doelgroep. Daarom organiseerde de LBM op 24 sep-tember een educatief project: de LBF Scholendag. Maar liefst 2500 kinderen van de groepen 4, 5 en 6 van vijftig basisscho-len in Limburg namen deel aan deze unieke en interessante muziekdag en maakten in de eigen schoolomgeving kennis met blaasmuziek.

Op vrijdag 24 september wer-den op de deelnemende basis-scholen speciale lessen gegeven over de Limburgse blaas- en drummuziek. De lessen werden door de organisatie van het fes-tival ontwikkeld en in samen-werking met de lokale muziek-verenigingen tot uitvoering ge-bracht. Muzikanten gaven in de klas informatie over muziek en lieten de kinderen kennismaken met diverse instrumenten. De muzikanten namen verschil-lende instrumenten mee zodat de kinderen de kans kregen om zelf een instrument uit te pro-beren. Op vrijdagmiddag werd de Scholendag afgesloten met een gezamenlijk muziekspekta-kel in het centrum van Born. Alle kinderen die in de ochtend de muziekles hadden gevolgd konden deelnemen aan dit muziek-spektakel.

De LBF Scholendag is dusdanig ingericht dat ieder kind kan meedoen. Het project wordt geïntegreerd in het lespro-gramma van de school, sluit idealiter aan bij gemeentelijke initiatieven op het gebied van cultuurstimulering en resul-teert in een gratis en attractief aanbod voor kinderen.

www.hklimburg.nl

Scholendag Limburgs Blaasmuziek Festival

Page 20: Twaalf editie 2, 2010

20

In bijna alle provincies is of wordt een digitaal en interactief overzicht gerealiseerd van het aanbod aan cultuureducatie voor scholen in het primair en voortgezet onderwijs. Niet alleen de projecten van provinciale, maar ook die van regionale en lokale instellingen en kunstenaars zijn in databases opgenomen. Een eenvoudige zoekfunctie maakt het scholen makkelijk om uit het grote aanbod te kiezen. Ook kunnen scholen via de site hun ervaringen met projecten en activiteiten met elkaar delen. De websites zijn veelal ontwikkeld in opdracht van de provinciale overheden.

Aanbod cultuureducatie digitaal gebundeldMet één druk op de knop kunnen leerkrachten zien welk cultuureducatief aanbod er binnen een bepaalde kunstdiscipline is in de buurt of de regio. Daarbij kunnen ze projecten bijvoorbeeld ook selecteren op de maximum kosten. Net zoals op sites als Bol.com of Iens.nl kunnen leerkrachten hun oordeel over de kwaliteit van het aanbod geven. Op sommige sites kunnen leerkrachten ook hun ervaringen met collega’s delen door foto’s en filmpjes toe te voegen van klassen die bezig zijn met een bepaald project. De provinciale instellingen zorgen voor updates van het cultuureducatieve aanbod in hun provincie. ‘Dankzij de wil om samen te werken heeft Zeeland nu een website met een overzicht van bijna alle mogelijkheden rond cultuureducatie. Zeeland is met circa tweehonderdvijftig basisscholen en zo’n twintig scholen voor VO, MBO en HBO niet echt groot te noemen. We merken dat de eilandenstructuur en soms het eilanddenken barrières kunnen zijn. Het ontstaan van de website en het functioneren ervan laten echter zien dat samenwerking kan leiden tot een beter cultuureducatieklimaat voor scholen en leerlingen’, aldus Alex Soplantila van Scoop in Zeeland.

Maatschappelijke stageVanaf het schooljaar 2011-2012 is iedere school voor voortgezet onderwijs wettelijk verplicht de leerlingen een maatschappelijke stage te laten lopen: onder verantwoordelijkheid van de school leveren jongeren een bijdrage aan de samenleving door het doen van vrijwilligerswerk. Maatschappelijke stages bieden kansen aan

Nieuwe kansen voor cultuureducatieVan maatschappelijke stage tot cultuurkaart

100

90

80

70

60

50

40

30

20

10

0

HAVO

VMBO PO

VWO

VSOTota

al

Websites cultuureducatie www.kultuerfilter.nl • www.cultuuractief.nl • www.cultuureducatiezeeland.nl • www.cultuurkids.nl • www.kunststationcultuur.nl • www.cesn.nl • www.cultuureducatielimburg.nl

Provinciale instellingen voor de kunsten vervullen steeds meer een centrale rol als intermediair tussen kunst, onderwijs en cultuur. Het aanbod aan kunst en cultuur moet goed afgestemd zijn op de vraag van de school en de leerling. De provinciale instellingen zijn onmisbaar omdat zij de wensen van de scholen kennen, de kerndoelen in het onderwijs én de ontwikkeling in de kunsten.

Page 21: Twaalf editie 2, 2010

21

culturele instellingen. Centra voor de Kunsten, verenigingen, podia, filmhuizen en festivals kunnen juist jongeren een interessante en aantrekkelijke stageplaats bieden. De organisaties krijgen op deze manier meer hulp bij bestaande en nieuwe projecten én ze staan in contact met jongeren tussen de 12 en 20 jaar. Die maken weer op een intensieve manier kennis met cultuur. Een win-winsituatie dus.

CultuurkaartDe cultuurkaart is een persoonsgebonden digitale kaart waarmee leerlingen in het voortgezet onderwijs culturele activiteiten kunnen betalen. De kaart is ook een Cultureel Jongeren Paspoort (CJP) en daarmee een kortingspas. De cultuurkaart bestaat sinds het schooljaar 2008-2009 en stimuleert leerlingen om een cultureel uitstapje te maken, zoals een bezoek aan een museum of een theater. Scholen worden gestimuleerd de cultuurkaart te gebruiken. Leerlingen krijgen van het ministerie van OCW

jaarlijks een bedrag van 15 euro gestort op hun cultuurkaart. De docent bepaalt hoe leerlingen dat tegoed kunnen inzetten. Zo kan een docent aan het begin van het schooljaar het tegoed op de kaart verdelen: een deel mag de leerling zelf uitgeven, een ander deel wordt besteed aan gezamenlijke activiteiten. Leerlingen met het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) in hun pakket krijgen van het VSB-fonds per schooljaar 10 euro extra op hun cultuurkaart.

Onderzoek gebruik CultuurkaartDe stichting CJP heeft in april en mei 2010 een onderzoek laten uitvoeren door jongeren-onderzoeksbureau Qrius onder alle gebruikers van de Cultuurkaart; leerlingen, docenten en culturele instellingen. Culturele instellingen blijken goed op de hoogte van werking van de Cultuurkaart. Onder docenten is het gebruik van de kaart gestegen van 51% in het eerste jaar naar 79% in het tweede jaar. 94% van de leerlingen weet waarvoor de

Nieuwe kansen voor cultuureducatie85

80

75

70

65

Flevoland

Drenth

e

Gronin

gen

Friesla

nd

Gelderla

nd

Limburg

Noord-B

rabant

Noord-H

olland

Totaal

Overijss

el

Utrech

t

Zuid-H

olland

Zeeland

Websites cultuureducatie www.kultuerfilter.nl • www.cultuuractief.nl • www.cultuureducatiezeeland.nl • www.cultuurkids.nl • www.kunststationcultuur.nl • www.cesn.nl • www.cultuureducatielimburg.nl

Page 22: Twaalf editie 2, 2010

22

Nieuwe media zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Uit een onderzoek van Scoop -Het is gewoon leuk om te experimenteren, 2008 - blijkt dat Zeeuwse jongeren enthousiast zijn over het creatief gebruik ervan. Ze willen er graag meer over leren. Volgens hen is de school daarvoor dé ideale plek. De bibliotheken in Zeeland, het Regionaal Pedagogisch Centrum Zeeland, Scoop en de drie regionale Centra voor de Kunsten hebben gezamenlijk een leerlijn mediawijsheid ontwikkeld. Daarmee willen de partijen de ontwikkeling van media-educatie in het Zeeuwse onderwijs stimuleren. Een succesvol onderdeel van deze leerlijn is het landelijk ontwikkelde project MEDIA CONNECTION, dat Scoop vertaalde naar de Zeeuwse situatie.MEDIA CONNECTION stimuleert het creatieve gebruik van media in het voortgezet onderwijs. Mediakunstenaars en docenten werken samen aan een mediawijs lesproject. Insteek is de koppeling van een lokale mediakunstenaar aan een school. Ze werken samen aan een educatief mediaproject: de kunstenaar is verantwoordelijk voor de inhoud en de techniek van het project, de docent zorgt voor het educatieve deel. Vertrekpunt is de ‘hardware’ die op school voorhanden is. De samenwerking levert beide partijen winst op. De kunstenaar werkt van begin tot eind mee aan een educatief project; vaak is dat een eerste kennismaking met de doelgroep én met het onderwijs. De docent krijgt persoonlijk les in nieuwe mediatoepassingen van de kunstenaar en ontwikkelt zijn of haar kennis.MEDIA CONNECTION zorgt in Zeeland voor een geweldige spin-off. Docenten gaan na deelname aan MEDIA CONNECTION enthousiast verder met het uitbouwen van nieuwe media binnen hun onderwijssysteem. En de deelnemende kunstenaars werken na hun eerste kennismaking met het onderwijs, die tot nu toe altijd positief is, ook mee aan andere mediaprojecten voor jongeren en kinderen in de provincie. Voor de centra van de kunsten levert het project op termijn een netwerk van media-kunstenaars op, die op educatief gebied ingezet kunnen worden.

Cultuurkaart gebruikt kan worden.88% weet dat de Cultuurkaart ook een CJP-kortingspas is. Daarnaast is het gebruik van de Cultuurkaart bijna verdubbeld. In het eerste jaar was dat 39%, in het tweede jaar 69%. 56% van de leerlingen gebruikt de kaart minimaal één keer per maand. 99% van alle scholen in Nederland deed in het introductiejaar mee aan het Cultuurkaart-project en meer dan 89% van de leerlingen activeerde de kaart na ontvangst. In totaal is er bijna 11,5 miljoen euro aan culturele activiteiten uitgegeven door docenten en leerlingen. Opmerkelijk is dat jongeren uit de provincie meer gebruik maken van de Cultuurkaart dan middelbare scholieren uit de Randstad. De provincie Drenthe loopt in 2009 voorop met een bestedingspercentage van 85%, gevolgd door Flevoland en Gelderland. Als er wordt gekeken naar individuele bestedingen, zijn de Friese jongeren het meest actief. Vooral in de onderbouw van het voortgezet onderwijs wordt intensief gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de Cultuurkaart biedt. Opvallend is dat havisten en VMBO-leerlingen met respectievelijk 85% en 79% meer uitgeven met hun Cultuurkaart dan VWO-leerlingen (74%). ●

Bron: Jaarrapportage Cultuurkaart 2009, CJP

MEDIA CONNECTION: iedereen mediawijs!

MEDIA CONNECTION is een initiatief van de Vereniging voor audiovisuele educatie i.s.m. de Amsterdamse Hogeschool voor de

Kunsten, de Waag Society Amsterdam en KPC Groep De Bosch (landelijke adviesorganisatie voor onderwijs en opleidingen).

Page 23: Twaalf editie 2, 2010

De Nederlandse Museum-vereniging kreeg van minister Plasterk de opdracht om te onderzoeken hoe kinderen het best kunnen worden gestimuleerd om musea te bezoeken. Dit jaar wordt een aantal kleinschalige experi-menten uitgevoerd, waarna het kabinet later beslist welke de meest effectieve methoden zijn om museum-bezoek te bevorderen.

In Drenthe loopt sinds 2001 het project Culturele Mobiliteit. Een project dat zijn succes al heeft bewezen.

Lange muren‘De bus stopt voor het Gevan-genismuseum. Twee klassen van twee verschillende scholen met kinderen van een jaar of tien verlaten de bus, gaan de deur door en de binnenplaats op. Lange muren, getraliede vensters, een cellencomplex. Dat imponeert. Eén groep gaat mee in de boevenbus, de ander gaat het museum in voor een rondleiding. De kinderen lopen de sluis in waar de expositie be-gint. Lichten gaan knipperen als de zware metalen deur achter hen dichtschuift. De kinderen maken kennis met de celstraf-fen van toen en nu. De schand-paal, martelwerktuigen en het huidige Nederlandse strafsys-teem’ (bron: Retourtje geschie-denis van Bertus Boivin).

Dubbele winstDe provincie Drenthe subsidi-eert een groot deel van het pro-ject, zodat leerlingen van basis-scholen kunnen kennismaken met de grootste musea in de provincie. De scholen betalen voor het programma in het mu-seum en voor het eerst dit jaar een bijdrage van 1 euro voor de vervoerskosten.‘Bij de meeste kinderen in deze klas is kunst er niet met de paplepel ingego-ten’, vertelt een leerkracht,’ Ik denk dat tweederde van deze kinderen voor het eerst in een museum is. Als de kinderen en-thousiast thuis komen, weten zij misschien hun ouders over te halen ook een kijkje te ne-men. Dat is dubbele winst.’

HonderdachtduizendVia cultuureducatie op school maakt elk kind kennis met kunst en cultuur, ook degenen die daar van huis uit niet (vaak) mee in aanraking komen. Uit onderzoek blijkt dat kennis-making met cultuur op jonge leeftijd het beste beklijft. Jaar-lijks maken dankzij het project Culturele Mobiliteit zo’n 15.000 kinderen kennis met musea in Drenthe. Sinds de start van het project zijn al meer dan 108.000 leerlingen op museumbezoek geweest. Naast een bezoek aan het Gevange-nismuseum kunnen de scholen voor primair onderwijs dit jaar ook kiezen voor het Drents Museum, De Buitenplaats, het Hunebedcentrum, Herin-neringscentrum Kamp Wes-terbork, Drents Archief of een bezoek aan een theater. Ook de scholen voor voortgezet onder-wijs kunnen gebruik maken van Culturele Mobiliteit.

www.kcdrenthe.nl

Culturele Mobiliteit

23

Page 24: Twaalf editie 2, 2010

24

De instellingen voor kunst en cultuur in Nederland zitten op een centrale positie - als een spin in het web - in de culturele infrastructuur van hun provincie.

Binnen de cultuureducatie bestaan verschillende netwerken waarmee de instellingen verbonden zijn en hun kennis delen.

Spin in het web

Page 25: Twaalf editie 2, 2010

FLEVOROOTS

Flevoroots is een project van De Kubus waarbij cul-tureel erfgoed en beeldende vorming elkaar versterken. Doelen zijn het ontwikkelen van zowel creatief denken als beeldend vermogen van leer-lingen uit groep 5 t/m 8 van het basisonderwijs, en het verschaffen van inzicht in en respect voor het cultureel erfgoed van de Flevopolder.

Verhuizen van een vertrouwde plek naar een omgeving die nieuw voor je is, dat kan ieder-een gebeuren. Maar verhuizen naar een plaats die echt nieuw is, niet alleen voor jou, maar

voor iedereen, simpelweg om-dat de plaats waarheen je ver-trekt eerder nog niet bestond, dat is wel héél bijzonder. Toch is dat gebeurd in de jaren vijftig van de vorige eeuw, toen vele gezinnen verhuisden naar de Flevopolder. Een nieuw stuk land, op de bodem van de zee, waar nog helemaal niets was!

Kunst op een stokjeUitgangspunt van het project is de documentaire Kunst op een Stokje die beeldend kunstenaar Pat van Boekel in overleg met consulent kunsteducatie Mieke Königel van De Kubus maakte. De film toont archiefbeelden in zwart-wit over de droog-legging en opbouw van de Noordoostpolder. Daarna neemt beeldend kunstenaar Willem Hoogeveen het verhaal over en verspringt het beeld naar kleur. Ook hij verhuisde ruim een halve eeuw geleden als kind met zijn ouders naar de polder. In de film is te zien hoe

Willem tijdens het bouwen van een kunstwerk vorm geeft aan die polder en zijn bewoners.

Kunstwerk in de klasHet kunstwerk dat Willem tij-dens de opname van de film bouwt, is onderdeel van het lesmateriaal en komt in de klas te staan. Willem gaat tijdens de projectperiode met de kinderen aan het werk. De kinderen leren kijken naar het kunstwerk, pra-ten over de film, schrijven een verslag van hun eigen ‘flevo-roots’, maken een symbool van zichzelf, dromen over hun toe-komst en maken een ruimtelijk bouwsel in groepsverband. Ook ouders worden meerdere keren actief bij het project betrokken. Dit keer niet door een handje te helpen, maar door de input van hun persoonlijke ‘flevoroots’.

Opzet van het project• In De Kubus: verplichte intro-

ductiebijeenkomst voor leer-krachten;

• Op school: bekijken DVD ‘Kunst op een Stokje’ en kunstwerk Willem Hoog-eveen, werken met diverse materialen uit een project-koffer, waaronder lessen ter voorbereiding en verwerking, werkles in de klas onder lei-ding van Willem Hoogeveen;

• In het museum: deelnemende groepen nemen zelf contact op met Nieuw Land om een afspraak te maken voor een bezoek;

• Thuis: interviewen familie- leden.

www.dekubuslelystad.nl

25

Page 26: Twaalf editie 2, 2010

‘Ik weet nu al dat we voor het schooljaar 2012-2013 een dansproject moeten ontwikkelen voor groep 3 en 4 in een bepaalde regio van Zuid-Holland. Dat komt omdat veel basisscholen deelnemen aan de programma’s Kunstmenu en Kunst in Uitvoering van Kunstgebouw. Dat zijn trajecten van vier jaar waarbij een groep elk jaar met één kunstdiscipline in aanraking komt. Eerst kijken we wat onze collega’s in de andere provincies op een bepaald gebied al hebben ontwikkeld en of dat ook bruikbaar is voor ons. Zo hebben we op dit moment contact met Kunst & Cultuur Drenthe over een theaterproject voor de onderbouw. En we weten dat Kunstbalie in Noord-Brabant een interessant dansproject heeft voor leerlingen van 7 tot en met 13 jaar. Vaak passen we projecten die we van elkaar overnemen wel wat aan, maar de inhoud blijft overeind.’

DenktankWanneer het ‘gluren bij de buren’ niets oplevert, gaat een denktank aan de slag om zelf iets te ontwikkelen. Jacobse: ‘In die denktank zitten collega’s van Kunstgebouw met

‘We hebben de slag kracht om te innoveren’

‘Het ontwikkelen van

cultuureducatieve

projecten is een taak

van de provinciale

instellingen voor

kunst en cultuur’

Verolique Jacobse

Innovatiemanager Verolique Jacobse:

Centra voor de Kunsten worden uitgedaagd om een kunsteducatief project op te zetten waarin wordt samengewerkt met het plaatselijke culturele veld. Een Centrum voor de Kunsten voert zelf de regie, kiest partners, zet ze bij elkaar en zorgt voor de afstemming van de activitei-ten. Potentiële partners zijn scholen en amateurkunst-organisaties, maar ook centra voor buitenschoolse op-vang en welzijnsinstellingen. Kunst-

balie biedt de deelnemende instel-lingen inhoudelijke begeleiding en scholing. Het resultaat is niet alleen een concreet project, maar ook een stimulans om in de reguliere dienst-verlening meer te gaan samenwer-ken. Het project wordt gefinancierd door de provincie Noord-Brabant. Voor ieder centrum voor de kunsten in Brabant is een bedrag van 50.000 euro beschikbaar. www.kunstbalie.nl

Verolique Jacobse is programmamanager Innovatie bij Kunstgebouw, de provinciale ondersteuningsinstelling van Zuid-Holland, en verantwoordelijk voor het ontwikkelen van nieuwe producten op het gebied van cultuureducatie. Waar ziet zij mogelijkheden voor nieuw initiatief?

26

Kunst Lokaal stimuleert samenwerkenKunst Lokaal is een project van Kunstbalie in Noord-Brabant.

Page 27: Twaalf editie 2, 2010

‘We hebben de slag kracht om te innoveren’verschillende achtergronden. Na interne gesprekken gaan we vaak ook nog met kunstenaars praten. We zijn bijvoorbeeld een project over jazz aan het ontwikkelen voor groep 5 en 6. Dat doen we samen met Jazz4kids, een muziekgezelschap dat schoolvoorstellingen maakt. Er gelden altijd twee uitgangspunten bij projecten voor het primair onderwijs: de inhoud gaat altijd over een kunstenaar, een kunstzinnig proces of een kunstwerk. En het project bestaat uit maximaal vier lessen die door de leerkracht zelf gegeven kunnen worden. Soms is er ook een gastles, die wordt gegeven door een vakdocent van Kunstgebouw.’

Film‘Bij beeldende kunstprojecten kopen we een kunstwerk aan en zetten dat gedurende het project in de klas. Podiumkunsten als dans en theater zijn minder tastbaar. Met choreografe Conny Janssen hebben we een film gemaakt over het bedenken van een choreografie. Vanaf de middenbouw zijn kinderen geïnteresseerd in de kunstenaar achter het kunstwerk. In veel kunstprojecten laten we een korte film over de kunstenaar zien.’

Fiat Panda‘Een kunstproject moet natuurlijk ook vormgegeven worden, denk aan het cd-hoesje, de handleiding, de verpakking waarin het kunstwerk zit. Voor het maken van een stevige verpakking die lang meegaat werken we samen met gespecialiseerde bedrijven. Als norm voor de afmetingen geldt: het moet op de achterbank van een Fiat Panda passen. We laten vrijwel alle projecten door vakdocenten in de scholen testen. Sinds kort hebben we ook een klankbordgroep met ICC’ers (interne coördinators cultuureducatie) die de ontwikkeling van producten kritisch volgen en meedenken.’

Educatief materiaalDe taak om educatief materiaal te maken bij de voorstellingen van Kunstmenu wordt verdeeld tussen de provinciale instellingen. Verolique Jacobse: ‘We komen één keer per jaar bij elkaar om te bekijken wie wat heeft geprogrammeerd en stemmen af wie de handleiding maakt. Stel dat Kunst Centraal in Utrecht een voorstelling twee maanden eerder geboekt heeft dan Kunst-gebouw, dan maken de collega’s in Utrecht de handleiding en nemen wij die over. Over prijzen

Een virtuele ruimtereisDe Ruimtewacht is een project van Kunst & Cultuur Drenthe voor het primair onderwijs.

'Er staat een ruimtebus op het schoolplein. De kapitein haalt zijn bemanning uit de klas om samen een virtuele ruimtereis te maken, een spannende onderneming ...' Tijdens de ruimtereis worden opdrachten uitgevoerd, die in de klas (groep 5 t/m 8) worden uitgewerkt in een digitaal logboek voor de website. De Ruimtewacht kent een combinatie van kunstdisciplines. ICT wordt gebruikt als creatief middel. Een acteur neemt de leerlingen mee in een

fantasiewereld, waarbij het gaat om de beleving en verwondering. Met behulp van een tekenprogramma maken kinderen afbeeldingen van de dingen die ze gezien hebben en via internet worden ervaringen uitgewisseld met andere scholen. www.deruimtewacht.nl

teks

t: A

nn

emar

ie H

oge

rvo

rst

(Ku

nst

geb

ou

w)

foto

graf

ie: H

ans

Tak

(Ver

oliq

ue

Jaco

bse

), R

ick

Keu

s (T

inge

l Tan

gel T

ore

n),

Pau

l Mo

on

en (

team

trai

nin

g p

rese

nte

ren

)

27

Page 28: Twaalf editie 2, 2010

en eventuele aanpassingen van het materiaal hebben we goede afspraken gemaakt.’

Voortgezet onderwijs‘In het voortgezet onderwijs verloopt de productontwikkeling iets anders dan in het primair onderwijs. Daar werken vakdocenten en die hebben weer andere vragen dan leerkrachten van een basisschool die geen specifieke kunstopleiding hebben. De vragen betreffen vooral vakoverstijgende projecten waar bijvoorbeeld met Nederlands en Aardrijkskunde wordt samengewerkt. Zo is ons project Zuid-Holland Waterland bijvoorbeeld tot stand

gekomen. Ook worden we voor voortgezet onderwijs projecten benaderd door gemeenten en organisaties. Hivos vroeg ons om samen met Poetry International een project te bedenken. Dat is Het Gedicht Is Een Bericht geworden.’

SlagkrachtVerolique Jacobse vindt dat het ontwikkelen van cultuureducatieve projecten een taak is van de provinciale instellingen voor kunst en cultuur. ‘Wij hebben de slagkracht en de schaalgrootte om te innoveren en de kwaliteit van cultuureducatie hoog te houden.’ ●

Sinds het schooljaar 2004 - 2005 heeft Kunst Centraal zo’n driehonderd interne cultuurcoördinatoren (ICC’ers) begeleid bij het schrijven van een cultuureducatiebeleidsplan. Maar pas na het afronden van een beleidsplan begint het echte werk! De praktijk is vaak weerbarstig en het is daarom van groot belang om contact te blijven houden met de ICC’ers. Kunst Centraal heeft daartoe in drieëntwintig Utrechtse gemeenten netwerken cultuureducatie opgericht. Twee keer per jaar komen de netwerkleden bij elkaar. Daarnaast kunnen de

leden eens per jaar een teamtraining op het gebied van beleid of in een kunstzinnige discipline uit het aanbod van Kunst Centraal kiezen. Onderwerpen van deze trainingen zijn onder meer ‘Talent gezocht’, ‘Samenhang en leerlijnen’ en ‘Spelen met organisa-tievormen’. Ook krijgen de netwerkleden één keer per jaar een individuele begeleiding. Tevens worden twee provinciale verdiepende bijeenkomsten over één on-derwerp georganiseerd.

28

Scholennetwerken Kunst Centraal organiseerde in een aantal Utrechtse gemeenten netwerken cultuureducatie.

Page 29: Twaalf editie 2, 2010

Tingeltangeltoren Tingel Tangel Toren is een muziekproject van Kunstgebouw Zuid-Holland voor kinderen van 4 t/m 7 jaar, voor de Brede School en de buitenschoolse opvang.

Kunstenmakers is de naam van de serie projecten die door Kunstgebouw speciaal zijn gemaakt voor de Brede School en Buitenschoolse opvang. Bij elk project komt een kunstwerk in huis. De kinderen slaan meteen aan het fantaseren. Vervolgens werken ze in creatieve activiteiten en opdrachten hun ideeën verder uit. Elk project wordt afgesloten met een presentatie waarbij de kinderen aan anderen hun kunstwerken laten zien. Kunstenmakers sluit aan op de belevingswereld van het kind en brengt het spelenderwijs in aanraking met kunst. Het nieuwste project Tingel Tangel Toren is bedoeld voor kinderen van 4 t/m 7 jaar. De stapelbare Tingeltangeltoren nodigt de kinderen uit op zoek te gaan naar klanken en geluiden, ritme en beweging, hoog en laag.

Teamtraining Presenteren door Jos Bol, regioconsulent bij Kunst Centraal.

Roe-koe; jongeren dansen voor jongerenRoe-koe is een initiatief van de Zeeuwse danskoepel DanZee in samenwerking met Scoop.

Twintig Zeeuwse dansers in de leeftijd van 12 t/m 15 jaar deden vorig jaar mee aan de professionele dansvoorstelling Roe-koe en de daaraan vooraf-gaande zomerschool. Doel van het project: jonge dansers met verschillende achtergronden en ni-veaus de gelegenheid bieden met professionals te werken en natuurlijk een onvergetelijke erva-ring mee te geven! De dansers werden tijdens een auditieronde uit een groep van meer dan vijftig jongeren geselecteerd. Tijdens de grote vakantie werd een week lang in de vorm van een zomerkamp in Domburg gerepeteerd met twee professionele choreografen. De overige dansactiviteiten werden begeleid door de Zeeuwse danskoepel DanZee en studenten van de Codarts Hogeschool voor de Kun-sten. Zelfs in de maand september werd nog enkele weekenden verder gerepeteerd. Roe-koe ging uit-eindelijk tijdens de Dansweek Zeeland 2009 in pre-mière en werd die week nog vier keer gespeeld voor meer dan 1000 basisschoolleerlingen in Zeeland. Het project vergde behoorlijk wat van de jonge dansers, maar niemand die je hoorde klagen…inte-gendeel! Met de verkoop van de voorstelling aan het basis-onderwijs kon een groot deel van de zomerschool gefinancierd worden. Overige financiering kwam van het VSB fonds, Fonds voor Cultuurparticipatie, Rotary Walcheren en de Provincie Zeeland. Het pro-ject bleek een geweldige ervaring voor de dansers, die zo eventjes konden beleven hoe het leven van een profdanser eruit ziet.Dansorganisaties in de Provincie Noord-Brabant en Limburg hebben inmiddels ook interesse getoond om dit project gezamenlijk in de drie zuidelijke provincies te organiseren. Intussen staat de tele-foon bij DanZee en Scoop roodgloeiend, alle dan-sers staan te springen om weer mee te doen aan een volgende zomerschool!

29

Scholennetwerken Kunst Centraal organiseerde in een aantal Utrechtse gemeenten netwerken cultuureducatie.

Page 30: Twaalf editie 2, 2010

Waar zouden we zi jn zonder verleden?

Erfgoed is het waard om gekoesterd te worden. Daarmee kan al op school begonnen worden. Drie mooie voorbeelden uit de provincies Groningen, Noord-Holland en Zeeland.

Het joodse leven in WinsumIn Winsum, een dorp in de provincie Groningen, werd een kleine, vervallen synagoge gerestaureerd. Het gebouw kreeg een culturele bestemming. Er werden allerlei activiteiten georganiseerd rond het joodse leven in de regio. In samenwerking met KunstStation C, het bureau voor cultuureducatie in de provincie Groningen, werden bij die activiteiten ook scholen betrokken.In het scholenprogramma Tikoen maakten de leerlingen op verschillende manieren kennis met het joodse erfgoed, de geschiedenis en de cultuur in hun eigen omgeving. Groepen leerlingen bezochten de joodse begraafplaats en de synagoge.

Leerlingen traden op met klezmerliederen, bestudeerden lesmateriaal over de joodse geschiedenis, bezochten een speciaal geschreven theatervoorstelling over een joods gezin uit Winsum en verdiepten zich samen met een aantal kunstenaars in vragen over mens, religie en herinnering. Anneke Jansma, cultuurcoördinator van basisschool De Piramiden uit Winsum: ‘Wat een fantastische lessen! We vinden het bijzonder

‘Je bent een tentje in mijn hart’

Kunstenaar Angélique de Waard werkte aan het thema ‘Ik denk aan jou’ en ging met groepen leerlingen naar de joodse be-graafplaats. Ze lieten er – naar joods gebruik - steentjes achter om aan te geven dat ze denken aan de mensen die daar begra-ven zijn. In de klas dachten de kinderen na over de vraag hoe het voelt als je veel om iemand anders geeft en die ander niet wilt missen. Daarover werden gedichtjes geschreven. Die werden samen met een mooi gepolijstesteen gefotografeerd. Een van de vele mooie dichtregels is de eindregel van een gedicht waar-in een leerling over haar zusje schrijft: ‘Je bent een tentje in mijn geheugen en een tentje in mijn hart’.

Cultureel erfgoed

Erfgoed is van grote invloed op de kwaliteit en de identiteit van de leefomgeving. Erfgoed is archeologie, cultuurhistorie, monu-menten, streektaal en volkscultuur. Het gaat over gebouwen, objecten, verhalen, plekken, tradities en andere, van generatie op generatie overgedragen cultuuruitingen. Erfgoed laat zien waar we vandaan komen en scherpt de blik op de toekomst.

30

Page 31: Twaalf editie 2, 2010

Waar zouden we zi jn zonder verleden?en zinvol om mensen in school te halen die de kinderen leren eens op een andere manier en buiten de kaders te denken.’

Sterke verhalen uit de Zaan In de geschiedenis van de Zaanstreek wemelt het van de bijzondere mensen en ongelooflijke gebeurtenissen die tot de verbeelding van groot en klein spreken. Speciaal voor het Gemeentearchief Zaanstad en het onderwijsproject Erfgoed à la Carte schreef de Zaanse kinderboekenschrijver Hans Kuyper tien historische verhalen voor kinderen die zich in de Zaanstreek afspelen. De Zaanse kunstenaar Olivier Rijcken maakte er tekeningen bij. Daarnaast zijn de verhalen voorzien van historisch beeldmateriaal als foto’s, prenten en kaarten. Het boek is uitgangspunt van het educatieve programma voor kinderen uit de hoogste klassen van de basisschool. De leerlingen doen in het archief onderzoek naar de bronnen die ‘bewijzen’ dat de verhalen echt

gebeurd zijn.

‘Leerkrachten vinden dit een heel leerzaam project. De

leerlingen zien

de echte bronnen en het lezen wordt gestimuleerd. Kinderen raken met hun ouders of opa en oma in gesprek over vroeger en vinden het project leuk en verrassend’, aldus Geke van de Kamp, educatief medewerkster bij het Gemeentearchief Zaanstad. ‘Als ik vraag wat ze hadden verwacht, zeggen ze: dat we met een kaarsje de kelder in zouden gaan. Er komen weleens kinderen in hun vrije tijd terug om hun eigen stamboom uit te zoeken.’ Het project is opgenomen in het Erfgoedmenu, een bundeling van vijfentwintig educatieve projecten van Zaanse erfgoedinstellingen.

Webquest over waterHet Watersnoodmuseum in Zeeland is gevestigd in vier betonnen caissons die in 1953 zijn gebruikt om het laatste dijkgat in het rampgebied te sluiten. Een indrukwekkende locatie om de watersnoodramp te gedenken, te leren van het verleden én vooruit te kijken, en dé plek om leerlingen meer over het thema water te leren. Ter voorbereiding op een bezoek aan het museum vertelt een gastdocent het persoonlijke verhaal over de redding van een moeder met haar pasgeboren baby tijdens

de ramp. Leerlingen gaan daarna in groepjes aan de slag met een onderzoeksonderwerp: de ramp van 1953, verhalen van de ramp, de huiskamer van toen en nu, dijkherstel vroeger en de Deltawerken, of klimaatverandering en toekomstig waterbeheer. Op de website van het Watersnoodmuseum, de zogeheten webquest, kunnen ze informatie vinden. Na het bezoek aan het museum ronden de leerlingen hun onderzoek af en presenteren het in de vorm van een krantenartikel. Die artikelen komen via www.aandekrant.nl in een digitale krant en worden soms ook in de regiokrant van Schouwen-Duiveland geplaatst, waar het museum is. Naar aanleiding van de positieve reacties op het project en de film De Storm besloten Podium, het bureau voor educatieve communicatie en het Watersnoodmuseum ook een webquest voor het voortgezet onderwijs te maken. Op de website van het Watersnoodmuseum staan nu kant-en-klare lessen en werkplannen voor het primair en voortgezet onderwijs. Ook is er inmiddels aandacht voor webquest op scholen buiten Zeeland. ●

31

Page 32: Twaalf editie 2, 2010

32

De Griekse held Odysseus meerde in 2007, 2008 en 2009 aan bij Pier K Kunst op School in Hoofddorp. Leerlingen van veertig basisscholen in de Haarlemmermeer namen er deel aan het multidisciplinaire project Odysseus en de Helden.

Een deel van de Odyssee, het bekende Griekse epos van Homerus, werd in opdracht van de Vrije Academie Delft be-werkt tot een spannend verhaal voor leerlingen uit groep vier tot en met acht.

Het verhaalDe leerlingen hadden op school al kennis gemaakt met het verhaal: Odysseus ontmoet na afloop van de Trojaanse oorlog veel tegenslagen op zijn weg naar huis omdat hij zich de woede van de zeegod Poseidon op de hals heeft gehaald. Zijn thuisreis duurt daardoor maar liefst tien jaar.

OpeningsliedOdysseus en de Helden is een multidisciplinair project. De leerlingen van de deelnemende scholen werkten een dag lang aan hun eigen versie van Odys-seus. Vier weken voorafgaand aan de projectdag werd een speciale docentenbijeenkomst gehouden. Daarin werd de school op weg geholpen met de voorbereidingen, het instude-ren van het openingslied en de inzet van ouders tijdens de dag.

WorkshopsOp de projectdag maakten de leerlingen kennis met twee as-pecten die komen kijken bij het maken van een voorstelling. In

workshops theater, dans, mu-ziek en beeldende kunst wer-den de scènes uit het verhaal uitgewerkt in spel, dans, mu-ziek en decor. De kostuums wa-ren van tevoren in opdracht van Kunst op School gemaakt door een kostuumontwerper van het Muziektheater Amsterdam. Alle lessen werden gegeven door docenten van Pier K - Kunst in Vrije Tijd. Onderwijs en vrije tijd werden zo op een unieke manier verbonden.

Schitterend decorHet resultaat van de workshops was te zien in één gezamenlijke voorstelling die voor ouders en medeleerlingen werd gespeeld

in de theaterzaal van Pier K. Alle leerlingen hadden een rol als held, zeewezen, lid van de hofhouding, mobiel monster, sirene of weergod. Tegen een schitterend decor en in prach-tige kostuums vertelden en speelden Odysseus en de Hel-den hun verhaal.De lokale pers heeft veel aan-dacht besteed aan het project. Ook is een videoregistratie ge-maakt van het complete proces die op cd-rom ter beschikking is gesteld aan de deelnemende scholen.

www.kcnh.nl

Odysseus en de Helden

in de Haarlemmermeer

Page 33: Twaalf editie 2, 2010

Panoramaschoolplein is een kunsteducatieproject van Kunstgebouw.

Anja Schakel is vakdocent film, fotografie en nieuwe me-dia bij Kunstgebouw. Zij geeft gastlessen bij Panoramaschool-plein. ‘Mijn les begint met het doek uit het lespakket waar een panorama op afgebeeld staat. Ik vraag de kinderen wat ze zien. Ze ontdekken dat de uiteinden van het doek op el-kaar aansluiten, zodat je er een rondje van kan maken. Dan ver-tel ik over de geschiedenis van panorama’s. Dat er vaak grapjes of persoonlijke verhalen in zit-ten. Van tevoren heb ik een pa-noramafoto van het schoolplein gemaakt vanaf een plek die de leerlingen hebben uitgekozen. Deze foto laat ik op de compu-ter zien. Vervolgens leg ik de opdracht uit die ze in de ko-mende drie lessen samen met hun leerkracht uitvoeren: zoek een plek op het schoolplein uit, bedenk er een verhaal bij en maak er een beeldverhaal van. Ik laat zien dat je een foto van dichtbij kunt nemen, maar ook van veraf en dat afwisseling je beeldverhaal leuker maakt om naar te kijken. Ook vertel ik over teksten en geluiden die ze kunnen toevoegen aan het verhaal. Op de website vind je een heleboel leuke beeldverha-len die leerlingen zelf gemaakt hebben.’

Marja Hamacher werkt als productontwikkelaar bij Kunstgebouw.’ In Dresden zag ik de Panometer, een enorm panorama geschilderd op de binnenkant van een oude gas-tank. Teruggekomen zat ik in een brainstorm over een nieuw project voor Kunst in Uitvoe-ring van Kunstgebouw, en het idee was geboren: Panorama-schoolplein. We wilden nieuwe media gebruiken, maar ook graag de historische context erbij betrekken zodat leerlingen verbanden kunnen leggen. Bij Kunst in Uitvoering nemen we altijd een concreet kunstwerk als uitgangspunt. In dit geval is dat gemaakt door de jonge kunstenaar Chok Wah Man. Zijn panorama is interactief. Met de cursor kun je het hele school-plein in beweging zetten en op dat ene plein door alle seizoe-nen gaan. De voorwerpen, zoals

bankjes en klimrekken, komen in beweging en maken geluid. Om ook iets tastbaars voor in de klas te hebben, zit in het lespakket een canvasprint die je rond een hoepel kan span-nen zodat je midden in zijn panorama kan staan. Tijdens de pilot maakte ik me het meest zorgen om het werken in het programma Moviemaker. Maar de leerlingen hadden dat juist razendsnel door. Dat is heel fijn, want hierdoor kun je snel naar de kern van het project: hoe maak ik goede foto’s en hoe vertel ik een goed verhaal.’

Martin Ditmar is leerkracht van groep 7c van OBS De Acht-baan in Voorhout. Zijn klas nam deel aan Panoramaschoolplein. ‘Na de gastles liet ik de kinde-ren vooral hun gang gaan. Ze vonden het geweldig! Tijdens een ouderavond hebben de kinderen een bioscoopje voor het digibord gemaakt waar de ouders in een doorlopende voorstelling de filmpjes konden bekijken.’

www.panoramaschoolplein.nl

Het verhaal van je eigen

schoolplein

33

Page 34: Twaalf editie 2, 2010

Cultuur vernieuwt en verbindt

Voor mijzelf begon het in Amsterdam, waar ik de

grote waarde zag van cultuur en kunst als mid-

del om de wensen van bewoners en de buurt te

versterken. Later was ik betrokken bij de experi-

menteerfase in het onderwijsvoorrangsbeleid in

Drenthe. Daar trof ik een actieve organisatie die

direct bereid was in dat beleid te investeren: de

toenmalige Stichting SKVD, later Kunst & Cultuur

Drenthe. Wij investeerden op scholen in nieuwe

programma’s voor de leerlingen, in de buurt en

met ouders. Deze infrastructuur, zowel gemeen-

telijk als provinciaal, is in mijn ogen een enorme

belangrijke en continue basis geweest van waar-

uit de afgelopen jaren veel werk is ontwikkeld.

De afgelopen periode werd het belang van cultuur

en cultuurpolitiek nogmaals duidelijk in Zeeland.

Wat was er aan de hand? Bijna alle dagelijkse re-

laties en contacten tussen Vlaanderen en Zeeland

stonden onder druk vanwege de ontpolderings-

kwestie rond de Westerschelde. De enige con-

tacten die nog normaal verliepen waren culturele

ontmoetingen. Sterker nog, we wisten de relatie

tussen Antwerpen en Vlissingen weer te verster-

ken door middel van cultuuruitwisselingen. Dat

leert ons hoe belangrijk cultuur is, ook in politiek

moeilijke omstandigheden.

De Provincie en de provinciale instellingen spelen

zowel in de Randstad als in ‘Randland’ een rol van

betekenis voor de organisatie en de vernieuwing

van cultuur. Cultuureducatie en amateurkunsten

zijn daar goede voorbeelden van. Ook in relatie

met andere domeinen als wonen en werken is

het belang van een goed verankerde culturele in-

frastructuur noodzakelijk voor de kwaliteit en de

ervaren leefbaarheid. Steeds meer wordt cultuur gezien als beeldbepa-

lend voor de hele sociale-economische ontwik-

keling van een streek of stad. Cultuur heeft dan

ook alles te maken met leefbaarheid, met aan-

trekkelijkheid van de omgeving en dus of mensen

zich ergens wel of niet willen vestigen. Een grote

verdienste van de cultuursector is dat die voort-

durend een appèl doet op de menselijke maat,

passend bij de mensen en hun omgeving.

Ik zie dat ook gebeuren in Zeeland, een provin-

cie met minder inwoners dan de meeste andere

provincies, maar met een rijk cultuuraanbod

en projecten als Concert at Sea (BlØF), Zeeland

Nazomerfestival en Film by the Sea; grote, ge-

zichtsbepalende festivals waar we trots op zijn en

waarmee Zeeland zich goed op de culturele kaart

van Nederland zet. Een belangrijke basis voor

deze initiatieven is toch de samenwerking tussen

Provincie en de provinciale instellingen.

Juist in tijden waarin er goed naar de financiën

gekeken moet worden, is het zaak om de waarde

van die samenwerking te beschermen. De pro-

vinciale instellingen van kunst en cultuur leggen

verbindingen, zijn ondernemend en streven naar

kwaliteit waaruit weer nieuwe en vernieuwende

initiatieven ontstaan. De komende periode moe-

ten we vooral letten op behoud van die infra-

structuur. ●

Dick van den BoutScoop in Zeeland

Column uit Zeeland

34

Page 35: Twaalf editie 2, 2010

35

Kunstbalie start dit jaar binnen het cultuureducatieprogramma Kunstmenu met mediakunst. 1250 leerlingen uit Helmond bezoeken een unieke internationale overzichtsexpositie over softwarekunst in, kunstgalerie MU in Eindhoven. Kunstbalie verzorgt het educatieve traject voor groep 5 en 6 van de basisschool.

De leerlingen gaan naar Funware, een tentoonstelling over het plezier dat je kunt beleven aan software. Funware is een samentrekking van Fun en Software. In de tentoonstelling gaat het dan ook om de fun, het plezier van software. Het maken en gebruiken van wat inmiddels software heet, is experimenteel, leuk en spannend...

Softwarekunst wordt meestal ‘for the fun of it’ gemaakt door amateurs, kunstenaars en alternatieve en professionele programmeurs. Zij zien software als een esthetisch en praktisch middel om mee te experimenteren, vragen te stellen en regels te gebruiken of te misbruiken. KarakteristiekFunware gaat over de geschiedenis van software. Software is vandaag de dag alom aanwezig en karakteristiek voor onze tijd; kijk alleen al maar naar de populariteit van games en honderden software-applicaties voor mobiele telefoons. Door te kijken naar de positie van kunst en kunstenaars komt een perspectief naar voren dat een nieuw licht werpt op de plek, esthetiek, onderwerp, ontwerp en praktijk van software.

Automatische rijstkokersIn de tentoonstelling zijn uiteenlopende voorbeelden van softwarekunst te zien met de nadruk op spelelementen: van experimentele games, poëzie, interactieve installaties en second life performances tot automatische rijstkokers. Funware beperkt zich niet tot een discipline of genre, Funware is er altijd en overal. Funware moet vooral ondergaan en zelf gedaan worden. Daarom is er veel ruimte voor het zelf doen: kijken, proberen en reflecteren. Leerlingen worden uitgedaagd om zelf software te gebruiken waardoor ze achterliggende principes en regels leren doorzien.

www.kunstbalie.nl

Funware: spelen met software art

Page 36: Twaalf editie 2, 2010

36

De Raad van Twaalf» Kunstbalie Cultuureducatie en Amateurkunst in Noord-Brabantwww.kunstbalie.nl

» De Kubus Centrum voor Kunst & Cultuur Lelystadwww.dekubuslelystad.nl

» De Kunst Centrum voor amateurkunst Noord-Holland www.dekunst.net

» EDU-ART Gelderland Specialisten in cultuur en onderwijswww.edu-art-gelderland.nl

» Huis voor de Kunsten Limburgondersteuning amateur- en professionele kunsten en cultureel erfgoed www.hklimburg.nl

» KCO Kunst en Cultuur Overijsselwww.kco.nl

» Keunstwurk Culturele dienstverlener in Fryslânwww.keunstwurk.nl

» Kunst Centraal Kunst- en cultuureducatie provincie Utrechtwww.kunstcentraal.nl

» Kunst & Cultuur Drentheexpertisecentrum en projectorganisatiewww.kcdr.nl

» KCGGelders Kenniscentrum voor Kunst en Cultuurwww.kcg.nl

» KCNHKunst en Cultuur Noord-Hollandwww.kcnh.nl

» Kunstgebouw Stichting Kunst en Cultuur Zuid-Hollandwww.kunstgebouw.nl

» Kunststation C Bureau voor cultuureducatie in de provincie Groningenwww.kunststationcultuur.nl

» SCOOP Zeeuws instituut voor sociale & culturele ontwikkeling www.scoopzld.nl

» ZIMIHC Huis voor Amateurkunst Utrechtwww.zimihc.nl

www.raadvantwaalf.nl

cultuureducatie wordt

cultuurparticipatie

Page 37: Twaalf editie 2, 2010

37

nummer 2 | oktober 2010

de mooiste cultuurprojecten uit de provincie

cultuureducatie wordt

cultuurparticipatie