Tussen centrum en periferie - Kennisplein.be...20 Governance •Formele netwerken die gestuurd...
Transcript of Tussen centrum en periferie - Kennisplein.be...20 Governance •Formele netwerken die gestuurd...
0
Tussen centrum en periferieEen mixed methods onderzoek naar de integratie van netwerken tussen hulpverleningsorganisaties
Peter Raeymaeckers
1
Structuur
• Theorie
• Onderzoeksvragen
• Een mixed methodologie
• Resultaten
• Conclusie
• En verder …
2
Hulpverleningsorganisaties
• ‘… promoten of verdedigen van het welzijn van de burger. (…) en staan in voor de verdeling van diensten zoals inkomen, voeding, gezondheid, huisvesting en educatie (Hasenfeld, 1983:2)’
• Organisaties in verschillende soorten en maten: sociale huisvestingsmaatschappijen, OCMW’s, woonbegeleiding, drugshulpverlening, …
3
Waarom netwerken?
• Organisaties worden geconfronteerd met schaarste en onzekerheid (Levine & White, 1961; Thompson, 1967; Cook, 1977)
- Schaarste: een tekort aan hulpbronnen om hun doelstelling waar te maken
- Onzekerheid: beperkte kennis over omgevingsveranderingen
• Netwerken nodig om hulpbronnen te bekomen en kennis te vergaren
4
Waarom netwerken?
• “Een netwerk is een systeem van sociale dienstverlening dat een meerwaarde kan bieden aan een populatie geconfronteerd met diverse noden, op een manier die niet kan bereikt worden door één enkele organisatie” (Provan & Milward, 2001)
5
Wanneer werken netwerken?• Integratie van netwerken
• Elke organisatie:
- Is met elke andere organisatie in het netwerk verbonden
- Verkrijgt informatie, kan vlot cliënten doorverwijzen en ondervindt meerdere mogelijkheden om te overleggen rond concrete cliëntcases
• Op het cliëntniveau:
- Continuïteit
- Toegankelijkheid
- Hogere responsiviteit naar specifieke cliëntsituatie
• Sociale netwerkanalyse (Morrissey, e.a., 1984; Provan & Milward, 1995; Rosenheck, e.a., 1998; Provan & Sebastian, 1998; Lemieux-Charles e.a., 2005)
6
Wanneer werken netwerken?
7
Onderzoeksvragen
1. In welke mate zijn netwerken tussen hulpverleningsorganisaties geïntegreerd?
2. Hoe kunnen we de integratie van netwerken tussen hulpverleningsorganisaties verklaren?
8
Afbakening
• Afbakening van netwerken
- Geografisch: op het niveau van Antwerpse districten (Deurne, Berchem, Borgerhout & Antwerpen-Noord)
- Functioneel: organisaties die werken met cliënten met een leefloon
- Relationeel: informatie uitwisselen, cliënten doorverwijzen en caseoverleg
9
Een mixed methodologie• Een genest, sequentieel en complementair
onderzoeksdesign
• Afbakening van de netwerken
• Sociale netwerk analyse
- Integratie van netwerken tussen hulpverleningsorganisaties in kaart gebracht
• Kwalitatieve interviews
- Bij hulpverleners en coördinatoren
- Verklaring van netwerkintegratie
10
Sociale netwerkanalyse
• Dataverzameling: online survey bij geselecteerde organisaties
• Data analyse:
- Beschrijvende analyse: cohesie, centraliteit en clustering
- Verklarende analyse: Exponential Random Graph Models
• UCINET, Kliquefinder & Pnet
11
Kwalitatieve methode
• Semi-gestructureerde vragenlijst
- Voorstelling van organisatie
- Ervaringen met de samenwerking in het netwerk
- Totaal: 98 District Aantal
Deurne 25
Berchem 19
Borgerhout 23
Antwerpen-Noord 31
12
Resultaten
1. In welke mate zijn netwerken tussen hulpverleningsorganisaties geïntegreerd?
- Sociale netwerkanalyse
- Analyse naar cohesie, centraliteit en clustering
- ERGM analyse
13
14
Resultaten
N Density Degree Betweenness
Deurne 49 14% 28,72% 14,27%
Berchem 50 14% 27,97% 19,57%
Borgerhout 72 12% 41,68% 19,67%
Antwerpen-Noord 71 13% 41,57% 26,82%
16
16
Resultaten
• Deurne
• Antwerpen-Noord+• Borgerhout+/-• Berchem-
17
Resultaten
2. Hoe kunnen we de integratie van netwerken tussen hulpverleningsorganisaties verklaren?
- Verklarende sociale netwerkanalyse
- Kwalitatieve interviews
18
Governance
• Netwerk governance (Kenis & Provan, 2008)
• Drie types van netwerk governance (Kenis & Provan, 2008)
- Leidende organisatie
- Netwerk administratieve organisatie
- Zelfregulerende netwerken (shared participant governance)
19
20
Governance• Formele netwerken die gestuurd worden door
één enkele ‘leidende organisatie’ of ‘NAO’
• Het meest effectieve netwerk = lage densiteit en hoge centraliteit
• Hoe meer gecentraliseerd leidende organisatie en hoe minder contacten tussen perifere organisaties, hoe meer effectiever het netwerk
• Besluit: belang van leidende organisatie en formalisering van relaties
• Zie ook: Provan & Milward (1995): Provan & Sebastian (1995); Lemieux-Charles e.a. (2005) Rosenheck, e.a. (1998; 2001); Morrissey e.a. (1985)
21
Governance• In Antwerpse districten: welzijnsoverleg als
een zelfregulerend netwerk
- Overlegmomenten tussen verantwoordelijken van organisaties
- Informatie uitwisselen tussen organisaties
- Bevorderen van ‘samenwerking’ tussen organisaties in verschillende districten
22
Governance
• Wat is de relatie tussen een shared participant governance (welzijnsoverleg) en de integratie van een netwerk tussen hulpverleningsorganisaties?
23
Governance
Netwerk Integratie Governance
Deurne Sterk ?
Berchem Zwak -
Borgerhout Gemiddeld ?
Antwerpen-Noord
Sterk ?
24
Governance
Netwerk Integratie Governance ?
Deurne Sterk +
Berchem Zwak -
Borgerhout Gemiddeld +
Antwerpen-Noord
Sterk n.s.
25
Sleutelorganisaties
• Wat is de invloed van centrale en sleutelorganisaties op de integratie van een netwerk tussen hulpverleningsorganisaties?
26
Sleutelorganisaties
• Brokers of sleutelorganisaties(Burt, Fernandez & Gould)
• Bevinden zich op sleutelposities in het netwerk
• Sterke invloed op de netwerkintegratie
• Het ‘gedrag’ van de broker is doorslaggevend (Marsden & Link, 1982)
• Onderscheid tussen organisaties met een generalistische of een specialistische domeinafbakening
- Generalisten: holistisch perspectief op cliënten, werken op verschillende probleemdomeinen of hulpvragen
- Specialisten: specialiseren zich in één probleemdomein of hulpvraag
27
Sleutelorganisaties
• Generalistische netwerkers- Laagdrempelig onthaal, vraagverheldering, doorverwijzing en
toeleiding naar specialistische organisatie
• Generalistische ondernemende organisaties: - Netwerkers + intensieve begeleiding
• Coöperatieve strategieën
- Contextualiseren
- Ondersteunen van de cliënt
- Onderhandelen
28
29
Sleutelorganisaties
Netwerk Integratie Governance Generalistische Sleutel-
organisaties
Deurne Sterk + Veel
Berchem Zwak - Weinig
Borgerhout Gemiddeld + Weinig
Antwerpen-Noord Sterk n.s. Veel
30
Besluit
Integratie
Coördinatie
Welzijnsoverleg: Voorstelling en
structurele thema’s
Sleutelorganisaties
Generalisten: netwerkers en ondernemende
organisaties
31
Verder• Theoretisch kader
- Typologie van hulpverleningsorganisaties
- Perspectieven op netwerken
- Governance
• Welzijnsoverleg in vier districten
- Historiek
- Inhoud
• Identificatie van de sleutelorganisaties in vier netwerken
- Consensus tussen deze organisaties
- Typologie
- Strategieën
32