Een aanvankelijk voorgenomen uitbreiding van de twee datacenters op de campus van TU Delft is vanwege geplande bezuinigingen nog eens goed tegen het licht gehouden. Door StruxureWare Central van (APC by) Schneider Electric te gebruiken, bleek er in de bestaande racks nog voldoende ruimte te zitten voor de geplande expansie. Dat leverde een besparing op van ruim 250.000 euro.

Toenemend onderzoek op de Delftse technische universiteit legt een groot beslag op de datacenter infrastructuur. De onderwijs­instelling heeft twee rekencentra op de cam­pus ingericht, waarvan er een is ingericht als een mirror van de ander voor de vereiste

continuïteit. Mehrdad Rowshanbin, vertelt dat het noodzakelijk was extra server­ en opslagcapaciteit aan de datacenters toe te voegen – met natuurlijk de bijbehorende koeling en noodstroomvoorziening. De bestaande racks zaten volgens de leveranciersopgaven vol. Het uitbreidingsplan zou ongeveer 370.000 euro gaan kosten. In het huidige tijdperk waar bezuinigingen overal de maat slaan, bleek dit te hoog gegrepen.

Als bestaande klant van (APC by) Schneider Electric, nam Rowshanbin contact op met Rogier den Boer bij 2e2. Den Boer ging aan de slag met StruxureWare for Data Centers dat een monitoringmodule heeft om inzichtelijk te maken wat precies – tot op apparaatniveau – het elektriciteits verbruik is. “Deze software is ideaal om een assessment te doen naar het werkelijke verbruik, waarmee je tegelijkertijd inzicht krijgt in de restcapaciteit in het bestaande rekencentrum. Het was voor de organisatie erg lastig om het overzicht te bewaren van de capaciteit van de verschillende racks. Normaal gesproken doe je dat op grond van de cijfers die fabrikanten bij hun apparatuur verstrekken. Maar elke fabrikant bouwt daar standaard een bepaalde overwaarde, een buffer, in. Als je alle buffers bij elkaar optelt, kom je aan een behoorlijke restcapaciteit.

TU Delft realiseert extra capaciteit door inbreiding

“We bleken toch voldoende power en cooling capaciteit te hebben zonder te hoeven uitbreiden. StruxureWare Central for Data Centers (voorheen InfraStruxure Central) heeft dit voor ons inzichtelijk gemaakt en daarmee flinke besparingen geleverd”, zegt Mehrdad Rowshanbin, hoofd netwerk & telefonie bij TU Delft.

>

APC11-1512 flyer TUDelft-2e2.indd 1 22-11-11 17:26

De zogenoemde nameplate rating gaat altijd uit van gemiddelden, maar in werkelijkheid bestaan er natuurlijk geen gemiddelden”, legt Den Boer uit. “Het werkelijk verbruik is meestal minder dan wordt opgegeven. Dan heb je het uiteindelijk over stranded capacity, in een rack, in een zone. Capaciteit die er wel is, maar niet wordt gebruikt.”

We hebben nu een totaalbeeldRowshanbin geeft aan dat de twee datacenters van de universiteit een ingewikkelde structuur hebben. “Wij hebben een deel dat voor high performance computing is ingericht, maar een ander deel is gevirtualiseerd. Wij proberen dat natuurlijk wel goed te documenteren, maar als je alle Visio­tekeningen, alle Excel­sheets, alle handgeschreven notities en vervolgens ook nog eens alle wijzigingen in de tijd bij elkaar optelt, dan snap je wel dat dat geen helder beeld geeft; geen getrouwe afspiegeling is van de werkelijkheid.”

StruxureWare meet continu alles door in het rekencentrum: wat is het elekriciteitsverbruik, wat is de temperatuur, wat is de belasting, hoe reageren de UPS’en? De management software geeft antwoord op al die vragen. “Alle componenten, en hun verbindingen, worden steeds doorgemeten, zodat je een totaalbeeld van het datacenter krijgt”, zegt Den Boer. “Toen bleek dat de gewenste extra capaciteit al verborgen was in de bestaande datacenters. Het was niet nodig om uit te breiden met servers, UPS’en en koelapparatuur. De gewenste uitbreiding bleek haalbaar in de bestaande omgeving. Daarmee is een flinke besparing mogelijk gebleken. Uitbreiding door inbreiding, zoals dat in de plano logie heet.”

Optimaal ingericht datacenterTU Delft heeft drie modules van Struxure Ware for Data Centers afgenomen: Opera tions en Capacity. “Met de laatste kun je simuleren wat er gebeurt als je een verandering doorvoert in het datacenter”, verklaart Den Boer. “Stel dat je een x aantal servers wilt toevoegen, dan kun

je zien wat de gevolgen zijn voor capaciteit, koeling en dergelijke. Dit maakt het eenvoudig om veranderingen in het Data Center in te plannen. “Daarbij komt”, vult Rowshanbin aan, “dat de software ook nog eens op rij­ en kastniveau aangeeft waar je bijvoorbeeld het beste een server kunt plaatsen.

Besparen op batterijvervangingStruxureWare heeft nog een voordeel opgeleverd. “Wij vervangen de batterijen van de UPS­systemen preventief elke vijf jaar. Maar nu kunnen we met de software nagaan hoe de batterijen er werkelijk voorstaan in relatie tot de werkelijke belasting. Dan blijkt dat je ze niet allemaal elke keer hoeft te vervangen. Dat levert een aanzienlijke besparing op”, zegt Rowshanbin.

Over Schneider Electric:Als wereldwijde specialist in energie­management, met vestigingen in meer dan honderd landen, biedt Schneider Electric geïntegreerde oplossingen om energie veilig, betrouwbaar, efficiënt, productief en groen te maken voor meerdere marktsegmenten. Schneider Electric heeft leidende posities in energie & infra, industriële processen, gebouw­automatisering en data­ & netwerkcenters, alsmede een brede aanwezigheid in woning­bouwapplicaties. In 2010 hebben ruim 110.000 medewerkers een omzet gerealiseerd van meer dan 19,6 miljard euro. Onder het motto ‘make the most of your energy’ helpt Schneider Electric mensen en bedrijven het maximale uit hun energie te halen.

Over 2e2:Bij 2e2 werken in Nederland ongeveer 250 IT­professionals. Het bedrijf helpt zijn klanten met het implementeren, verbeteren en beheren van IT­infrastructuren. 2e2 is in Nederland onder meer bekend om haar diepgaande expertise voor de (ver)bouw van datacenters en de inzet van data center infrastructure management software (DCIM). Wereldwijd is 2e2 de eerste partner van (APC by) Schneider Electric op het gebied van DCIM.

APC11-1512 flyer TUDelft-2e2.indd 2 22-11-11 17:26