Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

38
Trendrapport Limburg Maatschappelijke ontwikkelingen in relatie tot het Limburgs leef- en vestigingsklimaat

description

Op 18 maart 2015 kiest de Limburger een nieuw Limburgs Parlement. Traditiegetrouw verschijnt ruim voorafgaand aan de verkiezingen een provinciaal trendrapport. Dit is bedoeld om politieke partijen te inspireren bij het uitwerken van hun verkiezingsprogramma’s. In het rapport worden de maatschappelijke trends en ontwikkelingen in relatie tot het Limburgs vestigingsklimaat geschetst. Het trendrapport is ambtelijk samengesteld ter inspiratie voor de partijprogramma’s en het politieke debat. Dit jaar gaat het trendrapport (pdf, 3 MB) vergezeld van 2 andere documenten, te weten de Limburgagenda en de Leef- en vestigingsklimaatmonitor. De Limburgagenda (pdf, 929 KB) schetst een verbindend perspectief dat richting en focus geeft aan de strategische opgaven die van belang zijn om de ambitie van een excellent leef- en vestigingsklimaat waar te maken. Het gaat om onderwerpen die regionaal onderscheidend zijn, waar de Provincie en haar partners invloed op hebben en die relevant zijn bij vestigings- en investeringsbeslissingen van burgers en bedrijven. De Leef- en vestigingsklimaatmonitor (pdf, 5 MB) geeft de sterke en zwakke eigenschappen van het Limburgse vestigingsklimaat weer. Deze tweede editie van de monitor bevat - naast geactualiseerd cijfermateriaal - meer grafieken die de ontwikkeling in de tijd weergeven. De monitor vergelijkt Nederlandse regio’s met elkaar. Alleen de Nederlandse regio’s zijn in de vergelijking meegenomen, omdat de grote meerderheid van de mensen en bedrijven die hervestiging overwegen zich enkel binnen Nederland oriënteren.

Transcript of Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

Page 1: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

www.l imburg.n l

Trendrapport Limburg

Maatschappelijke ontwikkelingen in relatie

tot het Limburgs leef- en vestigingsklimaat

Page 2: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

Colofon

UitgaveProvincie Limburgbezoekadres: Limburglaan 10 te Maastrichtpostadres: Postbus 5700, 6202 MA Maastrichttel.: +31 (0)43 389 99 99e-mail: [email protected]

14-2529 OMSLAG trendrapport

Page 3: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

Trendrapport Limburg Maatschappelijke ontwikkelingen in relatie tot het Limburgs leef- en vestigingsklimaat

Page 4: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

2

Page 5: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

3

1. Inleiding

Opmaat naar verkiezingen In 2015 kiest de Limburger een nieuw Limburgs Parlement. Traditiegetrouw verschijnt ruim

voorafgaand aan de verkiezingen een provinciaal trendrapport, bedoeld om politieke partijen te

inspireren bij het uitwerken van hun verkiezingsprogramma’s. Sceptici zeggen: een trendrapport … we

weten toch al lang wat er gebeurt in de wereld. En natuurlijk, zij hebben gelijk. Verschuiving van de

mondiale economische invloed van het Westen naar andere delen in de wereld. Vergrijzing en

ontgroening. Etc..

Een aantal trends is dan wel bekend, maar de samenleving wordt steeds turbulenter. De recente

actuele internationale (geo)politieke spanningen gaan hun doorwerking hebben. De onrust in de

Islamitische landen; het conflict in Oekraïne en wat dat betekent voor de relatie tussen het Westen en

Rusland? Is de opkomende polarisering in het Europese debat een katalysator voor een schisma

tussen landen? En nationaal: hoe gaan de enorme nationale transities als het gaat om

taakverdelingen tussen verschillende overheidslagen uitpakken? Voor alle bestuurslagen geldt dat de

snelheid en de complexiteit van nieuwe vraagstukken en uitdagingen stijgt. De samenleving is

constant in beweging. Het lijkt alsmaar sneller te gaan. Het vertrouwen in klassieke instituten en

organisaties is tanend (kerk, politiek, politie en justitie). Technieken komen en gaan. Wereldmerken

komen en gaan. Zekerheden van weleer verworden tot geschiedenis. We willen alles weten, maar

kunnen de hoeveelheid informatie niet verwerken. Het zijn onzekere tijden.

Trends 20e eeuw Trends 21e eeuw

Bevolkingsgroei Vergrijzing en krimp

Welvaartsstijging Welvaartsbehoud

Aanbod gedreven economie Vraag gedreven economie

Gedachteloos consumeren Maatschappelijk verantwoord consumeren

Offline Altijd online

Forenzen Het nieuwe werken

Vaste baan Flexbaan

Massa Individu

9 tot 17 economie 24/7 economie

Verzorgingsstaat Participatiesamenleving

Tabel 1: Trends (Uit: ING, mei 2014. Winkelgebied 2025 Breken met het verleden)

Excellent leef- en vestigingsklimaat – Limburgagenda Het is de ambitie van de provincie Limburg om een excellent grensoverschrijdende leef- en

vestigingsklimaat te realiseren. Het leef- en vestigingsklimaat omvat het geheel van factoren in de

omgeving van een bedrijf of van een burger die maken dat een organisatie of persoon zich graag in

Limburg vestigt en/of in Limburg blijft. Het gaat om factoren die:

1. belangrijk zijn voor de woon- of locatiekeuze;

2. regionaal onderscheidend zijn;

3. door de Provincie en haar partners beïnvloedbaar zijn.

Het idee achter dit trendrapport is om een beeld te geven wat de autonome ontwikkelingen kunnen

betekenen voor Limburg. Specifieker: wat betekenen de autonome maatschappelijke ontwikkelingen

voor de middellange termijn koers die de Provincie Limburg vaart: het streven naar een excellent leef-

Page 6: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

4

en vestigingsklimaat. Stuiten we op nieuwe dilemma’s of vraagstukken? Zijn er interessante

handelingsperspectieven voor de provincie? Dit trendrapport pretendeert niet op alle vragen een

antwoord te bieden. Er zijn geen pasklare antwoorden – het trendrapport biedt inspiratie voor de

partijprogramma’s en het politieke debat.

Leeswijzer De Provincie heeft de factoren van het vestigingsklimaat nader uitgewerkt.

1 Een aantal factoren

verdient blijvende aandacht in Limburg om de doelstelling van een excellent vestigingsklimaat te

kunnen verwezenlijken.2 In deze trendrapportage wordt aan deze factoren vastgehouden.

Vestigingsklimaatfactoren Elementen

Woon- en leefklimaat 2.1 Wonen

2.2 Woonomgeving

2.3 Culturele infrastructuur

2.4 Natuur en landschap

Menselijk kapitaal 3.1 Arbeidsmarkt en werkgelegenheid

Economisch profiel 4.1 Topsectoren en kennisinfrastructuur

Verbindingen en werklocaties 5.1 Fysieke verbindingen

5.2 Bestuurlijke relaties

5.3 Internationale relaties

Tabel 2: Vestigingsklimaatfactoren

De samenleving verandert. TrendsI kunnen deze factoren beïnvloeden. Welke consequenties heeft

dat? Wat betekenen de ontwikkelingen voor de lange termijn ambitie van de provincie? In de literatuur

worden tal van trends aangegeven, die in essentie neerkomen op onderstaande 4-deling:

demografische trends

sociaal-culturele trends

economische trends

fysieke trends

Daar waar relevant worden de trends verbijzonderd en toegespitst op de vestigingsklimaatfactor. Aan

de hand van de trends worden mogelijke handelingsperspectieven geschetst voor de provinciale

politiek voor de collegeperiode(s) die voor ons ligt(gen). De beschreven handelingsperspectieven zijn

niet uitputtend of richtinggevend; zij zijn bedoeld om het denken te stimuleren. De volgorde van

behandelen is steeds:

- Situatieschets

- Wat komt er op ons af?

- Mogelijke handelingsperspectieven

De auteurs wensen de Limburgse politici veel inspiratie, debat en daadkracht.

Colofon: Het trendrapport is een ambtelijk document: opdrachtgever is de directie, opdrachtnemer is het cluster Strategie. Veel

provinciale medewerkers hebben met hun kennis en expertise bijgedragen aan de totstandkoming van dit rapport. Uiteraard is

in de beschikbare literatuur gedoken en bovendien is een aantal externe deskundigen geraadpleegd met een brede blik op

maatschappelijke ontwikkelingen en die bovendien Limburg een warm hart toedragen. Dank aan allen voor de input en het

kritisch meedenken.

I Dit trendrapport gebruikt de termen trends en ontwikkelingen door elkaar. Met beide worden autonome en exogene

ontwikkelingen bedoeld – ontwikkelingen die voor Limburg niet of nauwelijks te beïnvloeden zijn, maar een gegeven

vormen.

Page 7: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

5

2. Leef- en woonklimaat

2.1 Wonen

Situatieschets

Wonen in Limburg is vergeleken met andere Provincies beter betaalbaar en de woontevredenheid is

hoog. De Limburgse koopwoningen hebben een ca. 20% lagere gemiddelde verkoopwaarde t.o.v. van

het Nederlands gemiddelde. Dit verschil is structureel. Alleen Friesland en Groningen kennen

goedkopere koopwoningen.3 Op het eerste gezicht is een lage woningprijs aantrekkelijk. Bij een

nadere beschouwing is er vaak meer aan de hand: er kan een overschot aan woningen bestaan, de

arbeidsmarkt biedt beperkt perspectief, mensen willen zich niet definitief vestigen, etc..

In Nederland zijn naar schatting van De Nederlandsche Bank 1 miljoen woningen die samen voor

65 miljard euro onder water staan. In Limburg staat 7% van de nationale woningvoorraad. Voor

Limburg gaat het dan naar schatting om ca. 4,5 miljard euro. Het maakt dat mensen zich minder

rijk voelen en terughoudender zijn met hun uitgaven. Dit kan mogelijk zorgen voor een rem op de

economie.

1. Dynamiek op de woningmarkt: De financiële en economische crisis heeft ook de woningmarkt

vanaf 2008 in een dal gebracht. Veel huizen zijn tegenwoordig minder waard dan de hoogte van

hun hypotheek. De woning staat 'onder water'. Dit leidt tot huisuitzettingen of restschuld bij

verkoop. Verhuizen is vaak geen optie, met als gevolg een stilstand op de woningmarkt. Het

aantal geregistreerde verkochte woningen neemt weer toe.4 Daarnaast zijn al vier maanden

achter elkaar de prijzen van koopwoningen hoger dan in de vergelijkbare maand van een jaar

eerder.5 Dit geldt zowel voor Limburg als voor Nederland als geheel.

a) Leegstand: Momenteel staan bijna 32.000 woningen in Limburg leeg.6 Dit is meer dan 6% van

de woningvoorraad en het drievoudige van wat in een gezonde woningmarkt verwacht mag

wordenII. Limburg is na Zeeland de provincie met de meeste leegstandIII.

Samenvattend, er zijn lichte tekenen van herstel van de woningmarkt. Voor Limburg zal de

afstemming tussen vraag en aanbod niet zonder pijnlijke ingrepen kunnen plaatsvinden.

IIFrictieleegstand is noodzakelijk om de woningmarkt naar behoren te laten functioneren. De frictieleegstand wordt gevormd

door woningen die tijdelijk leeg staan als gevolg van verhuizing, verkoop of verbouwing. Een gemiddelde frictieleegstand

van 2,2 procent wordt als gangbaar gezien.

III De gebruikte cijfers komen van het CBS. Opgemerkt moet worden dat in deze cijfers ook de administratieve leegstand zit.

Ook studenten-, vakantiewoningen en 2e woningen zijn in deze statistieken opgenomen. Etil beschikt ook over

leegstandcijfers voor Limburg. Deze zijn iets minder negatief. Echter omdat Etil geen cijfers voor anders provincies heeft, en

een vergelijking/duiding daarom niet mogelijk is, is in deze rapportage teruggevallen op het CBS.

Page 8: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

6

Figuur 1: Relatieve leegstand naar provincies, stand van zaken 1 juli 20136

Wat komt er op ons af?

Demografische trends

De Nederlandse bevolking groeit nog altijd. In 2040 is er naar verwachting een toename van ca. 1

miljoen mensen in Nederland ten opzichte van 2014. De groei vindt met name in de Randstad plaats.

Voor Limburg is de situatie anders; het inwoneraantal neemt af tot onder 1 miljoen Limburgers. De

leeftijdsopbouw van de Limburgse bevolking (de vergrijsde samenstelling) zorgt dat meer mensen

sterven dan dat er geboren worden. Ook wordt een vertrekoverschot berekend.7 Met name (hoger

opgeleide) jongeren verlaten Limburg om hun werkcarrière elders te starten.

In alle Limburgse regio’s daalt de bevolkingsomvang de komende decennia. Per regio zijn er wel

verschillen.

Bevolkingsomvang

x1000 2014 2024 2034 2044 Verschil 2044 - 2014

Nederland 16829 17330 17702 17820 991

Limburg 1120 1089 1041 970 -150

Noord-Limburg 281 278 272 260 -21

Midden-Limburg 235 233 226 213 -22

Zuid-Limburg 604 578 543 497 -107

Tabel 3: bevolkingsomvang in 1000-den8

Het aantal huishoudens bepaalt de woningbehoefte. Het is evident dat met name in Zuid-Limburg de

herstructureringsopgave verder aandacht behoeft. De demografische ontwikkelingen leiden tot een

dalende behoefte aan woningen.9

Page 9: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

7

Aantal huishoudens

x1000 2014 2024 2034 2044 Verschil 2044 - 2014

Nederland 7627 8153 8450 8559 932

Limburg 518 526 511 483 -35

Noord-Limburg 121 126 126 122 1

Midden-Limburg 104 109 108 103 -1

Zuid-Limburg 293 291 277 257 -36

Tabel 4: ontwikkeling van het aantal huishoudens 1000-den8

Ook het karakter van de woningmarkt door veranderingen in de samenleving verandert.

Individualisering, vergrijzing en vernieuwing van de samenstelling van de bevolking (denk aan

arbeidsmigranten, studenten) zorgen voor andere woonbehoeften en minder zekerheden voor de

woningaanbieder. Het is nog onduidelijk welke impact toekomstige migratiestromen hebben. De

afgelopen jaren zijn er meer arbeidsmigranten dan verwacht naar Limburg gekomen en dit heeft de

bevolkingsafname gecompenseerd.10

Steden, met een hoge concentratie van mensen, activiteiten, contactmogelijkheden en ideeën bieden

een goede voedingsbodem voor groei, vooruitgang en vernieuwing (PBL, 2014). Agglomeraties zijn

aantrekkelijk en zorgen voor zowel binnenlandse als grensoverschrijdende migratiestromen:

urbanisatie. Driekwart van de bevolkingsgroei in Nederland tussen 2009 en 2014 vond plaats in de

dertig ‘100.000+ gemeenten’. In Limburg hebben alleen Venlo (sinds 2014) en Maastricht meer dan

100.000 inwoners. De verwachting is dat urbanisatie doorgaat. Overigens hoeft dit niet gepaard te

gaan met groei – een lagere krimp in een stad ten opzichte van het ommeland betekent relatieve

urbanisatie.

Economische trends

Door het inzakken van de koopwoningmarkt is de druk op de huursector toegenomen.11

Daarnaast is

het investeringsvermogen van corporaties afgenomen (onder meer door de verhuurderheffing en

saneringsbijdrage) en heeft de commerciële sector niet veel belangstelling om te investeren in de

huursector. De voorraad sociale huurwoningen in Limburg zal afnemen door inkomens gerelateerde

huurverhogingen, bevriezing van de liberalisatiegrens en door bevordering van verkoop van

corporatieswoningen aan beleggers en particulieren.

Er komen ook nieuwe spelers op de “markt”. Burgers zullen steeds vaker zelf aan de slag gaan met

vraagstukken in hun eigen leefomgeving en waar nodig de hulp inroepen van de andere partijen.

Geldende regels en protocollen worden over boord gezet en vanuit de behoefte van de inwoners

opnieuw geformuleerd. In gemeenschapsverband worden bijvoorbeeld zorg en energie steeds vaker

zelf georganiseerd.

Fysieke trends

De demografische ontwikkeling in met name Zuid-Limburg zorgt voor een extra druk voor de

leegstand. Het probleem van leegstand doet zich niet alleen voor bij woningen maar ook bij onroerend

goed van bedrijven of maatschappelijke instellingen.

Page 10: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

8

Leegstand Nederland Limburg

Woningen (anno 2013) 5,5% 6,2%

Kantoren (anno 2013)12

13,7% 14,7%

Winkels (anno 2013)13

6,9% 10,7%

Prognose vrijkomende agrarische bebouwing (2012-2030) – woonhuizen14

31% 32IV%

Prognose vrijkomende agrarische bebouwing (2012-2030) – bedrijfsgebouwen12

25% 21%

Tabel 5: Leegstand

Het nieuwe werken zal naar de toekomst toe een rem vormen op de kantorenbehoefte. Voor

detailhandel geldt dat door de opkomst van internetverkoop de vraag naar winkel- en etalageruimte

zal afnemen, maar de vraag naar fijnmazige (stedelijke) distributie zal toenemen. Ook voor ander

vastgoed geldt dat de ontwikkelingen ten aanzien van leegstand niet gunstig zijn (religieus vastgoed

(kerken en kloosters), bungalowparken en campings, onderwijs-, sport-, zorg- en maatschappelijke

accommodaties). De markt voor logistiek vastgoed is daarentegen, ondanks de crisis, aangetrokken

en zal naar verwachting de komende jaren doorgroeien. Enerzijds stelt de weblogistiek andere eisen

aan distributiecentra (meer arbeidsintensief), anderzijds is er sprake van schaalvergroting.

Mogelijke handelingsperspectieven

De uitdaging voor de Provincie is om zonder kwantitatieve groei toch een benodigde forse

kwaliteitsslag te maken: dynamisch voorraadbeheer. Dynamisch voorraadbeheer kent de stappen:

1. Het werken aan de kwaliteit van de bestaande voorraad;

2. het waar mogelijk schrappen van bestaande bouwplannen;

3.het onder voorwaarden ruimte bieden voor het toevoegen van nieuwe voorraad.

Flexibilisering van de vastgoedmarkt: maak mogelijk waar vraag naar is. Verdichting, vervanging,

herstructurering en functionele transformatie van bestaand vastgoed wordt belangrijker dan

grootschalige nieuwbouw en zal vooral plaatsvinden op locaties met veel functiemenging.15

Hoe

maakt de samenleving (van ontwerptafel tot gebruiker/bewoner, de hele bouwketen) de ommezwaai

van aanbod- naar vraaggestuurd bouwen en naar flexibele woonconcepten? Voorbeelden:

1. De veranderende samenstelling van de Limburgse bevolking gekoppeld aan het inzakken van

de koopwoningmarkt zorgt voor een toenemende vraag naar (middel)dure huurwoningen.

Deze huurwoningen zijn in trek bij starters op de arbeidsmarkt (zeker tweeverdieners), bij een

groeiende groep 65+ers en bij kenniswerkers die niet gebonden willen zijn aan een eigen

woning.

2. Het Kabinet heeft thuiszorg als meest wenselijke en betaalbare oplossing voor de toekomst

gekozen. De transitie in de zorg veroorzaakt momenteel een golf aan sluitingen bij de

verzorgingshuizen. Het ‘financieel scheiden van zorg en wonen’ leidt tot een grote behoefte

aan zorggeschikte woningen. Dat betekent een grote vraag naar senioren- en

levensloopbestendige woningen.

3. Studentenwoonruimte. Het is de ambitie van onderwijs- en kennisinstellingen om buitenlandse

studenten aan te trekken. Deze studenten hebben meer behoefte aan een thuis

(‘residentials’), niet alleen aan een kamer.

4. Het aantal ‘woonurgenten’ neemt toe. Echtscheidingen en het toenemende aantal

arbeidsmigranten zorgen voor een moeilijk te voorspellen vraag.

IV 32% komt overeen met 0,7 miljoen m2

Page 11: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

9

Een kwaliteitsslag is ook mogelijk door in geval van herstructurering (renovatie en reconstructie)

aandacht te hebben voor energie en duurzaamheid. Om redenen van klimaat, energiezekerheid en

prijzen blijft energievoorziening een belangrijk beleidsonderwerp. Alleen al de afgelopen 15 jaar zijn

de energiekosten driemaal zo hard gestegen als de consumentenprijsindex. Elektriciteit zal naar

verwachting steeds meer lokaal en schoon worden opgewekt; warmtepompen en warmtenetten zullen

in de warmtevraag voorzien. Slimme netwerken (smart grids) zijn nodig om vraag en aanbod optimaal

te kunnen reguleren. De Provincie kan een rol blijven vervullen om deze kwaliteitsslag verder te

implementeren.

Vastgoedontwikkeling is niet meer altijd een renderend verdienmodel. Er zijn ook andere constructies

nodig (waaronder ook verdien- en financieringsmodellen) om ontwikkelingen van de grond te krijgen:

Optimale benutting van maatschappelijk vastgoed vraagt om een maximaal flexibele opstelling

van overheden. De Provincie is de aangewezen partij om met gemeenten te komen tot een

optimale benutting van voorzieningen in een regio en samen met gemeenten te streven naar

de strategie van borrowed size: de kracht van het lenen van de buren.

Stedelijke herverkaveling: meerdere grond- en vastgoedeigenaren zoeken gezamenlijk binnen

een gebied of tussen projecten naar afstemming van investeringen, zodat kosten en baten

over meerdere deelprojecten verdeeld kunnen worden. Hierdoor kunnen projecten, die

afzonderlijk niet rendabel te maken zijn, collectief wel tot een sluitend kosten-baten plaatje

gebracht worden.

Bekostiging van herstructureringsprojecten zou kunnen worden vormgegeven via een

‘statiegeldregeling’ bij nieuwbouw. Door PS zijn hiervoor al de grondslagen gelegd bij de

besluitvorming begin 2014 rond het Transitiefonds.

Verdienmodellen dienen overheden en projectontwikkelaars, maar voor huurders en kopers is

betaalbaarheid een sleutelbegrip. Is er een rol voor de Provincie om woningbetaalbaarheid in

de toekomst te garanderen?

Page 12: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

10

2.2 Woonomgeving

Situatieschets

Gezondheid en veiligheid horen niet direct tot de kerntaken van de Provincie. Maar het zijn wel

onderwerpen die Limburgers het meest bezighouden. Op deze aspecten scoort met name Zuid-

Limburg zorgelijk. Dat is slecht nieuws voor de Limburgers en slecht voor de aantrekkingskracht van

de regio op bedrijven en nieuwkomers.

Limburg kent een hoog aantal geregistreerde misdrijven per hoofd van de bevolking16

. Zuid-Limburg

hoort met de regio’s Groot-Amsterdam en de agglomeratie ’s Gravenhage tot de regio’s met de

grootste problemen op dit gebied. Een lichtpuntje is het feit dat het aantal misdrijven daalt – helaas

niet meer dan landelijk het geval is. Drugscriminaliteit, ook de daaraan verbonden milieucriminaliteit

(het dumpen van chemisch afval) is misschien wel het grootste probleem. Ook motorbendes schaden

het imago van Limburg.

Ook de gezondheid (in termen van de gezonde levensverwachting) is in Zuid-Limburg laag.17

De

gezonde levensverwachting in Zuid-Limburg is bijna 7 jaar minder dan in de meest gezonde regio’s in

Nederland. De gezonde levensverwachting is sterk gecorreleerd met het opleidingsniveau (als maat

voor de sociaal-economische status): Hoogopgeleiden (HBO of universiteit) leven ruim 6 jaar langer

en leven bijna 19 jaren meer in goede ervaren gezondheid in vergelijking met laagopgeleiden. In Zuid-

Limburg wordt meer gerookt, minder bewogen en overgewicht en obesitas komen meer voor dan in de

rest van Nederland.

Figuur 2: gezonde levensverwachting bij 19 jaar18

Page 13: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

11

Wat komt er op ons af?

Algemeen

Vanaf 1 januari 2015 treden stelselwijzigingen in het sociale domein in werking. De WMO, de

jeugdzorg en Participatiewet werk en inkomen worden gedecentraliseerd naar gemeenten. Dit zal een

grote impact hebben op zowel overheidsorganisaties als (zorg)aanbieders, verzekeraars en niet in de

laatste plaats op cliënten en inwoners. Feitelijk is er sprake van 3 opgaven per decentralisatie.19

een transitie (een overgang van taken);

een bezuiniging (dezelfde taken met minder middelen);

een transformatie (een verandering in uitvoering van de taken).

Dit maakt de opgave voor gemeenten om de uitvoering van het nieuwe zorgstelsel klaar te hebben op

1 januari 2015 er niet gemakkelijker op. Voor Zuid-Limburg geldt bovendien dat een aantal gemeenten

relatief klein is. Zijn die gemeenten voldoende uitgerust voor de toekomstige taken?

Demografische trends

De samenleving verandert qua omvang en samenstelling. Krimp, vergrijzing en ontgroening,

migratiestromen zullen invloed hebben op de veiligheids- en gezondheidsbeleving. Hoe precies is

onduidelijk. De vergrijzing zal naar verwachting wel zorgen voor een toenemend beroep op de

zorgsector. Een toenemend gezondheidsprobleem in Limburg kan een bedreiging zijn voor de

ontwikkeling van Limburg. De kwaliteitsvermindering van het menselijk kapitaal betekent een lager

rendement van de economische en sociaal maatschappelijke inzet van de Limburgse bevolking. Het

Limburgse verenigingsleven, van oudsher een sterke bindende factor, en hun accommodaties zoals

sportvoorzieningen staan onder druk door deze demografische ontwikkeling.

Sociaal-culturele trends

Drugsproblematiek is een probleem in Limburg. Het zorgt voor gezondheidsproblemen, illegale

dumpingen van chemisch afval, criminaliteit en gevoelens van onveiligheid. Daarom de actuele

discussie tussen een aantal burgemeesters en het Rijk voor regulering van de wietteelt: gedoog niet

alleen de verkoop in coffeeshops, maar ook de teelt van de softdrug. Gereguleerde wietteelt zou

volgens de burgemeesters een aantal problemen kunnen verminderen.

Fysieke trends

Klimaatverandering leidt tot grote schommelingen in neerslag. Aan de ene kant komen er meer

periodes van droogte en watertekort. De beschikbaarheid van voldoende zoetwater van belang voor

tal van economische functies (landbouw, industrie, scheepvaart, waterrecreatie, etc.), maar ook van

voor de nutsfuncties drinkwater- en energievoorziening (koelwater energiecentrales) en voor de

grondwaterafhankelijke natuur.

Aan de andere kant komen er hogere pieken. Op termijn worden voor de Limburgse Maas 30 tot 90

cm hogere waterstanden verwacht. Vanzelfsprekend betekent dit vergrote risico’s voor grote delen

van de provincie (waaronder stedelijke bebouwing in Maastricht, Roermond en Venlo).

Mogelijke handelingsperspectieven

De herstructureringsopgave is ingegeven doordat vraag en aanbod op de woningmarkt uit de pas

lopen. De huisvestigingsvraag is niet alleen een kwantiteitsvraag, maar ook een kwaliteitsvraag. Hoe

kunnen we voor iedereen de juiste woning vinden in de juiste sociale omgeving? Hoe voorkomen we

achterstandswijken en concentratieproblemen, waar gezondheids- en veiligheidsissues meer dan

gemiddeld spelen?

Mede gezien de demografische ontwikkeling en de relatief slechte gezondheid van de Limburger is

gezond bewegen voor jong (o.a. sport op bassischolen) en oud belangrijk. Met name in tijden van

arbeidstekort is de gezondheid van de werknemers van economische belang.

Page 14: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

12

Het waarborgen van sociale cohesie zorgt voor vertrouwen en participatie in de samenleving.

Gemeenten zijn het loket voor de burgers. Het sociale domein is primair het domein van de

gemeenten. Maar de provincie kan het principe ‘van zorgen voor naar zorgen dat’ hanteren.

Bijvoorbeeld door samen met gemeenten de burger in positie brengen om zelf verantwoordelijkheid te

dragen en te nemen voor hun leefomgeving, het zogenaamde actief burgerschap. Bijvoorbeeld door

burgers te helpen grip te krijgen op de aanpak van overlast en criminaliteit in de wijk. Daarbij wordt

gezocht naar methoden die vitaliteit, creativiteit en zelf-organiserend vermogen stimuleren, waaronder

het activeren en stimuleren van burgers en partners in de wijk en ruimte geven om al doende te leren.

De Provincie kan zelfs overwegen om binnen haar kerntaken en kernambities uit te kijken naar een

andere rol (bijvoorbeeld Wegen, Openbaar Vervoer, Kennis-As) en hierbij veel actiever dan nu het

geval is burgers te betrekken.

Op zo’n manier wordt de sociale cohesie in een wijk versterkt. Zo ontstaat een klimaat voor

verandering. De Provincie is in staat de voorwaarden te creëren zodat burgers en gemeenten hun rol

optimaal kunnen invullen.

De wijze van inrichting en ontwikkeling van de Maasvallei is medebepalend voor de waterveiligheid.

Rivierverruiming legt een extra beslag op de ruimte en vraagt om meer regionale financiering maar

biedt ook kansen regionale ruimtelijke en economische ontwikkeling, welke kansen het goedkopere

dijkversterking niet biedt. Waterveiligheid kan ook aanleiding zijn om ruimtelijk-economische

ontwikkelingen elders, in hogere gelegen gebieden te projecteren. Ook de beken in Limburg vragen

extra aandacht gezien recente problemen in Slenaken in 2012 en onder andere Meerssen deze

zomer.

Page 15: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

13

2.3 Culturele infrastructuur

Situatieschets

Limburg is trots op haar identiteit en kent een rijke cultureel leven. Kunst, erfgoed, traditionele cultuur

(onze schutterijen, processies en vasteloavend) en eigentijdse cultuur (bijvoorbeeld de festivals,

theatergroepen en talenten). Het is een belangrijke reden waarom mensen hier graag wonen,

bedrijven zich hier willen vestigen en toeristen vaak (terug)komen. De culturele omgeving bestaat niet

alleen uit de fysieke infrastructuur, voorzieningen en erfgoed, maar ook uit de beweging, de creatieve

denkkracht en energie die voortkomt uit de culturele omgeving. De kracht van een goed cultureel

klimaat zit in samenwerking en het op zoek gaan naar nieuwe grenzen.

Het culturele erfgoed, zowel materieel als immaterieel, is onze gemeenschappelijke rijkdom – onze

erfenis van de vorige generaties Limburgers en onze erfenis voor degenen die na ons komen.

Limburg heeft veel monumenten uit alle tijden.20

Heerlen, Maastricht, Sittard-Geleen en Venlo staan in

de top-30 van de cultuurindex, die de omvang en diversiteit van het culturele aanbod in de 50 grootste

Nederlandse steden vergelijkt.21

De positieve uitstraling van Maastricht is een bijzonder sterk punt

voor Limburg. Het niet doorgaan van Maastricht Culturele Hoofdstad was een teleurstelling.

Wat komt er op ons af?

Demografie

Vanzelfsprekend hebben krimp, ontgroening en vergrijzing invloed op cultuurparticipatie, zowel actief

als deelnemer als wel passief als kijker/luisteraar. Podiumkunsten hebben het lastig om het aantal

bezoekers op peil te houden.22

Voor het eerst sinds 2008 is weer sprake van een lichte stijging van

het bezoekersaantal.23

Ledenaantallen van (culturele) verenigingen nemen nog steeds af. Bovendien

treedt vergrijzing van het ledenbestand op. Enerzijds door de vergrijzing zelf, anderzijds omdat

jongeren zich minder binden aan verenigingen.24

Ook het tekort aan vrijwilligers loopt op. Maar daar in

de plaats van komen andere organisatievormen, mensen vormen via FaceBook contacten een nieuwe

band, gelegenheidskoren, flashmobs, etc. Contacten worden gelegd, zonder dat er een herkenbare

structuur zichtbaar is. De keuzemogelijkheden voor recreatieve activiteiten (waaronder ook culturele)

zijn groter dan voorheen. Versnippering treedt op.

Steden zijn niet langer alleen het hart van de economie, maar ook steeds meer een integrale ‘motor’

waarbij de culturele infrastructuur als kritische vestigingsplaatsfactor steeds belangrijker wordt. Vooral

voor de concurrentieslag om de meer mobiele, hoger opgeleide arbeidsmarkt.25

Culturele

voorzieningen bepalen in belangrijke mate de identiteit en eigenheid van de stad.26,27

Sociaal-culturele trends

De cultuurconsument was vroeger redelijk eenduidig in zijn keuze voor cultuur. Nu is hij

onvoorspelbaarder in zijn specifieke keuze, waardoor het moeilijker is om een vaste publieksgroep te

binden aan cultureel aanbod. Hij bezoekt klassiek toneel, popconcert en dance events. De grens

tussen High en Low Culture vervaagt zichtbaar op festivals als Cultura Nova of Zomerparkfeesten.

Kunst wordt minder exclusief. Niet langer alleen in musea, schouwburgen of concertzalen, maar ook

op festivals, op straat of gewoon thuis achter de tablet of computer. Flexibiliteit, tijd en plaats wil de

consument zelf kunnen bepalen.

Er is de wens, tegen de individualisering in, om ‘samen te beleven’ – sociale consumptie. Het

verlangen naar onderdompeling, naar intense ervaringen, naar ‘sfeer’ en reuring neemt toe. Zie de

successen van de concerten van André Rieu op het Vrijthof in Maastricht en de aan bijzondere

locaties gebonden voorstellingen van het Limburg Festival in de omgeving van Roermond. De

Page 16: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

14

consument wil beleveniscultuur en de culturele sector speelt hier op in met package deals met

meerdere culturele uitingen en combinaties met toeristische attracties en gastronomie. Nieuwe

manieren worden gezocht om het aanbod op onder de aandacht van (potentieel) publiek te brengen.

Steeds meer aanbod wordt buiten de muren van de podia geprogrammeerd. Steeds meer wordt

gespeeld op buitenlocaties of bijzondere locaties die zich verhouden tot de (maatschappelijke)

thematiek van de voorstelling of presentaties.

Cultuur is steeds meer een onderdeel van een maatschappelijke agenda en het maatschappelijk

belang van creativiteit en innovatie groeit. De oriëntatie van de culturele sector is steeds meer

vraaggericht en maatschappelijk geëngageerd; men is op zoek naar broedplaatsen waar ruimte is

voor ontmoeting tussen de culturele talenten en de samenleving. Kunstenaars raken meer betrokken

bij de vormgeving en inrichting van de publieke ruimte, in de zorg en het onderwijs. De verankering

met andere sectoren wordt zichtbaarder:

Kunst in ziekenhuizen maakt het verblijven en bezoeken ‘plezierig’

Transformatie van verouderde gebouwen en de leefbaarheid van wijken. Het gaat dan om de

relatie cultuur – natuur en om cultuur – economie. Door anders naar cultuur te kijken, door

verbindingen buiten de eigen sector aan te gaan kunnen nieuwe financieringsstructuren

ontstaan. Culturele evenementen en natuurbeleving kunnen goed samen gaan.

Economische trends

De cultuursector is sterk afhankelijk van subsidies. De economische crisis en de bezuinigingen van

het Rijk hebben ook voor de culturele sector tot gevolgen geleid. Ook het bedrijfsleven loopt minder

hard voor sponsoring van evenementen. Cultuurmakers zijn meer marktgericht gaan denken, moeten

harder concurreren en zijn op zoek naar financieringsbronnen en verdienmodellen. Bijvoorbeeld door

nieuwe mecenaten, financieringen of giften op projectbasis, of initiatieven als crowdfunding.

De creatieve industrie wordt steeds belangrijker: in toenemende mate onderscheiden Nederlandse

bedrijven zich op technologie, kwaliteit, vormgeving of symbolische waarde. Limburg speelt hierin tot

nu toe nog een bescheiden rol. De creatieve industrie kan een wezenlijke bijdrage leveren aan de

Limburgse en Nederlandse economie en maatschappij.28

Digitalisering (ook in de kunst) maakt het maak- en distributieproces goedkoper, eenvoudiger en

individueler. Kunst dringt daardoor sterker dan ooit door tot de samenleving. Met Google wandel je

virtueel door musea, via YouTube beluister je concerten. Anderzijds noodzaakt digitalisering vaak tot

een zoektocht naar nieuwe verdienmodellen. Handhaving van auteursrecht wordt immers steeds

moeilijker te handhaven.

Mogelijke handelingsperspectieven

Veel diverse en hoogwaardige consumentendiensten bestaan bij de gratie van massa en dichtheid.29

Juist dit maakt de stad (of het cluster aan steden) aantrekkelijk voor mensen en bedrijven om er zich

te vestigen: ze voorzien in een hoge kwaliteit van de leefomgeving. Dit geldt ook voor de culturele

sector. Steden moeten daarom verstandig handelen door te lenen van de buren (borrowed size). Ga

uit van eigen kracht en identiteit, en benut elkaars kwaliteiten.30

Voor Limburg is het van belang dat

niet alleen binnen de Limburgse grenzen wordt gezocht naar samenwerking en samenhang, maar dat

ook de blik wordt gericht op de euregio. België en Duitsland zijn belangrijke partners.

Steeds meer neemt cultuur een belangrijke positie in binnen de maatschappelijke opgaves. Het ruimte

bieden voor het inspelen op deze opgaves en daarmee het versterken van de positie van cultuur kan

worden gezien als een belangrijke beleidsimpuls.

Page 17: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

15

De globalisering vergroot de behoefte aan een thuisbasis. De interesse in de eigen cultuur, identiteit

en regionale geschiedenis groeit. Eigen culturele gebruiken in stand houden is belangrijk omdat

mensen zo verbonden worden met het verleden, het heden en de toekomst. Het Limburgs culturele

erfgoed is hierbij een belangrijke factor bij het bepalen van de plaats van Limburg in Nederland,

Europa en in de wereld. Zonder een eigen cultureel bewustzijn is het niet mogelijk om nieuwe

impulsen in perspectief te plaatsen. Cultureel bewustzijn brengt met zich mee dat er oog is voor

nieuwe ontwikkelingen en bewegingen door jongeren, arbeidsmigranten of kunstenaars. Hierin ligt

voor de Provincie de opgave: enerzijds de Limburgse culturele identiteit te behouden, maar anderzijds

een weg te zoeken om de drempel voor mensen van buiten Limburg te verlagen door te zorgen voor

nieuw elan en verbindingen.

De nadruk op talentontwikkeling wordt nationaal ingezet. Limburg kan haar bijzondere positie verder

benadrukken door naast de focus op nieuw talentruimte te bieden voor verdieping en verdere

ontwikkeling toptalent en professionele instellingen. Vernieuwing en ontwikkeling stimuleren dan

samen de versterking van ons culturele klimaat.

De publieke middelen die beschikbaar zijn voor de kunsten en het cultureel erfgoed zijn teruggelopen.

Verbreding van beleidsinstrumentarium kan mogelijkheden bieden. Niet alleen subsidies, maar ook

andere verdienmodellen en financieringsbronnen kunnen door de Provincie Limburg onderzocht en

aangereikt worden aan de culturele sector om cultureel ondernemerschap te bevorderen. Ook de

samenwerking tussen culturele instellingen en het delen van faciliteiten en accommodaties kan verder

gestimuleerd worden.

Page 18: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

16

2.4 Natuur en landschap

Situatieschets

De kwaliteit van de directe leefomgeving in Nederland is de afgelopen 25 jaar toegenomen. De

Limburgse regio’s bieden hun inwoners een bovengemiddeld aanbod natuur vergeleken met de

meeste andere regio’s in Nederland.31

De Limburgse regio’s scoren vooral goed op het aanbod groen

in de wijk en de nabijheid van groen.

Toch staat ook het aanbod en de kwaliteit van de natuur in Nederland onder druk. In geen enkele EU-

lidstaat is de druk op biodiversiteit groter dan in NederlandV. De bevolkingsdichtheid, hoge

productiviteit, intensief agrarisch landgebruik en het hoge welvaartsniveau zijn hiervoor de

belangrijkste oorzaken.32

Dat maakt dat de biodiversiteit in Nederland tot onder de 20% van de

natuurlijke situatie is teruggezakt. Binnen Nederland kent Limburg kent van alle provincies de meeste

knelpunten bij de realisering van de landelijke biodiversiteitsdoelstellingen.

Figuur 4: Aantal knelpunten met verlies biodiversiteit tot gevolg (PBL, metanatuurplanner)

Het Rijk heeft geen doelen meer geformuleerd voor de ontwikkeling van landschapskwaliteit.33

De

regie over zowel het ruimtelijk als het landschapsbeleid ligt sinds 2012 in hoofdzaak bij provincies.

Omdat Nationale Landschappen sterke ‘merken’ zijn zetten provincies, en ook Limburg hun beleid op

dit vlak door.

Wat komt er op ons af?

Sociaal culturele trends

Zaken als klimaatverandering en biodiversiteitafname lijken ‘een ver van mijn bed show’. Maar de

nationale en internationale doelen kunnen alleen gerealiseerd worden door deze te koppelen aan

lokale praktijken (‘om de hoek’). Het sleutelwoord daarbij is ‘glokalisering’, ofwel globalisering met

behoud van een sterke band met de lokale identiteit en cultuur. Deze ‘vermaatschappelijking van

natuur’ stimuleert burgers en bedrijven om in toenemende mate zelf initiatief te nemen om zorg te

dragen voor natuur in hun eigen leefomgeving. Natuur en landschap bieden kansen voor

vrijetijdsbesteding en horen bij de kwaliteit van wonen en leven. Een natuur die aansluit bij de wensen

van mensen, goed bereikbaar, toegankelijk en op een duurzame manier bruikbaar is.

V Biodiversiteit is een belangrijke maat voor de kwantiteit en de kwaliteit van natuur.

Page 19: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

17

De samenleving is aan het veranderen. Nieuwe vormen van community building, zelforganisatie van

bewoners, coöperatieven in energie, zorg en de woningbouw, nieuwe natuur- en landschapinitiatieven

ontstaan. Deze civic economy richt zich op de lokale situatie. De overheid doet daarin een stap terug.

De burger, maar ook het bedrijfsleven zijn meer aan zet. Het is een onderdeel van de doe-democratie.

Zelforganisatie en de faciliterende overheid zijn daarbij sleutelwoorden.

Fysieke trends

Naar verwachting zullen tot 2030 landelijk 24.000 agrarische bedrijven stoppen. Daardoor zal een

omvangrijke leegstand van woningen en bedrijfspanden ontstaan. De komende decennia zullen veel

transformaties plaatsvinden van agrarische ervan naar woon-, werk- of zorgerven. Een groot aantal

gebouwen zal geen nieuwe functie kunnen vinden. De prognoses voor Limburg zijn dat in 2030 ca.

170 hectare bedrijfsbebouwing (excl. kassen) vrijkomt. Dit komt overeen met 20% van het huidige

areaal bedrijfsbebouwing.

Mogelijke handelingsperspectieven

Een robuust netwerk van natuurgebieden zorgt in Limburg voor het kenmerkende natuurlijk kapitaal.

Belangrijke aandachtspunten om dit duurzaam in stand te houden zijn ontsnippering en de

randvoorwaarden vanuit water en milieu.

De Provincie kan met andere actoren bijdragen aan het ontwikkelen van lokale en regionale

groenstructuren en mensgerichte natuur. Denk hierbij bijvoorbeeld aan vergroening in samenhang met

transformatie van bestaande wijken, groene inrichting van de dorpsomgeving en de openbare ruimte,

groen-blauwe structuren aan de randen van bebouwing, tuinen en parken, stadslandbouw, dorps-

ommetjes en tijdelijke natuur op leegstaande bedrijventerreinen. Deze vermaatschappelijking van

natuur draagt integreert een aantal aandachtsgebieden: duurzaamheid, maatschappelijk verantwoord

ondernemen, gezondheid, waterveiligheid, leefbaarheid en biodiversiteit.

Ook worden op deze wijze nieuwe financieringsvormen mogelijk zodat de afhankelijkheid van de

natuursector van overheidssubsidies afneemt.34

Maar bovenal zorgt dit voor een verbreding van de

natuurbeleving en een optimalisatie van de natuurfuncties in de regio (behouden, genieten en

gebruiken).35

Bestaande grondposities kunnen op gespannen voet staan met het ontwikkelingen van groen in de

leefomgeving. Voor de Provincie en ook gemeenten kunnen grond uit eigen voorraad beschikbaar

stellen om lokale en regionale initiatieven te stimuleren en te ondersteunen.

Provinciaal landschapsbeleid wordt in toenemende mate geïntegreerd in het ruimtelijk beleid. Aan

economische ontwikkelingen wordt ruimte geboden als tegelijkertijd ook in de kwaliteit van het

landschap geïnvesteerd wordt. Echter, daar waar economische ontwikkeling ontbreekt, bestaat niet

langer de financiële ruimte voor de verbetering van de landschapskwaliteit. Toch ontstaan steeds

vaker nieuwe initiatieven om de leefomgeving economisch, maatschappelijk en ecologische duurzaam

te houden of te maken. In soms onverwachte coalities stuiten ze vaak op de werkelijkheid van de

oude belangen, regels en bestuurscultuur. Om ontwikkelingen mogelijk te maken is meer flexibiliteit en

experimenteerruimte nodig in wet- en regelgeving. De provincie kan hierin een rol spelen.36

Page 20: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

18

Page 21: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

19

3. Menselijk kapitaal

3.1 Arbeidsmarkt en werkgelegenheid

Situatieschets

Menselijk kapitaal heeft vooral betrekking op de beschikbaarheid van personeel (arbeidspotentieel) en

werkgelegenheid (banen). Menselijk kapitaal is essentieel om deel te kunnen nemen aan de

technologische vooruitgang en om een concurrentievoorsprong te behouden binnen de globaliserende

wereld. Voor inwoners is (perspectief op) een baan van groot belang. Kansen op de arbeidsmarkt en

het opleidingsaanbod zijn de belangrijkste reden om Limburg (eventueel) te verlaten.37

Voor bedrijven is de beschikbaarheid van menselijk kapitaal, kwantitatief en kwalitatief, één van de

belangrijkste vestigingsvoorwaarden. Voor de ontwikkeling van de topsectoren met R&D vestigingen

en hoogwaardige productie, is het (euregionale) aanbod aan hoogopgeleide werknemers cruciaal en

deze bedrijven kennen hieraan bij (re)locatiebeslissingen veel gewicht toe.

De werkloosheid in Limburg is de laatste jaren in de pas gebleven met het nationaal gemiddelde.

Limburg heeft het een periode zelfs heel goed gedaan qua werkloosheid. Belangrijkste reden hiervoor

was echter de snelle vergrijzing. Maar in 2013 ontkomt ook Limburg niet aan een flinke stijging van de

werkloosheid. In totaal gaat het om ca. 42.000 werkloze Limburgers!

Wat komt er op ons af?

Demografie

De demografische ontwikkeling kan Limburg in de toekomst voor problemen stellen. Nu de economie

voorzichtig aantrekt, wordt de druk op de arbeidsmarkt vergroot. Genoeg en goed opgeleid personeel

blijft één van de belangrijkste productiefactoren. Voor zowel de kwantiteit als de kwaliteit geldt dat de

basis wankel is in Limburg. Limburg beschikt over 25 jaar over nog maar over 534.000 personen die

tot de potentiële beroepsbevolking (15 – 65 jaar) mogen worden gerekend. Dat is 25% minder dan nu

het geval is. Aan de andere kant zal de technologische vooruitgang het mogelijk maken om meer te

doen met minder mensen. Het is moeilijk te voorspellen hoe de balans in de toekomst zal uitpakken.

Sociaal-culturele trends

De arbeidsmarkt verandert. Het Rijk hervormt de ontslagprocedure en de ontslagvergoeding verdwijnt

(en wordt vervangen door een transitievergoeding). Voor werkgevers wordt het eenvoudiger en

goedkoper mensen met een vast contract te ontslaan. Flexibilisering in al zijn uitingsvormen zal blijven

toenemen. Zo neemt het aantal zzp’ers nog altijd toe, ontstaan er steeds vaker interimpools binnen

bedrijven en groeit de inhuur van tijdelijke experts op projectbasis. In 2020 gaat het om een derde van

de beroepsbevolking die flexibel werkt.38

Alleen waar vakbekwaam personeel heel schaars is, wordt wellicht het aantal vaste contracten in de

toekomst vergroot. Vooral in economisch moeilijke tijden nemen ondernemers geen risico’s. Maar ook

als het economisch weer voor de wind gaat is de verwachting dat het aandeel flexwerkers blijft stijgen.

Het tempo van de economie is hiervan de oorzaak – technologieën veranderen, winstgevendheid is

geen garantie (nokia had geen smartphone, sms-en kent geen verdienmodel meer). Alleen door

innovatie, óók van arbeidsverhoudingen, kunnen organisaties overleven.

Overigens zijn niet alleen de werkgevers verantwoordelijk voor de flexibilisering. Meer dan 70% van

de uitzendkrachten is helemaal niet op zoek naar een vaste baan. Deze groep kiest zelfbewust een

flexbaan bijvoorbeeld om de balans privé en zakelijk voor zichzelf te optimaliseren.39

Page 22: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

20

Het aantal starters in Nederland blijft toenemen. Limburg blijft daarbij overigens wel achter bij het

landelijk gemiddelde.40

Economische trends

Op de lange termijn kan flexibilisering de economie ook nadelig treffen. Investeren in personeel dat

tijdelijk is ligt minder voor de hand. Met negatieve effecten voor de scholingsgraad en de kracht van

Nederland als kenniseconomie. Werknemers met een flexibele arbeidsrelatie hebben niet alleen te

kampen met minder baanzekerheid, ze hebben ook vaak te maken met een hoge werkdruk en weinig

autonomie op het werk. Hierdoor lopen zij meer gezondheidsrisico’s.41

Flexwerkers ondervinden ook

vaker problemen bij het krijgen van een hypotheek of een deugdelijke pensioenregeling. Met name

geldt dit voor laaggeschoolden aan de onderkant van de arbeidsmarkt.

Ten opzichte van andere landen werkt een Nederlandse werknemer slechts een gering aantal uren.

Ter vergelijking: In Nederland werken werknemers jaarlijks gemiddeld ruim 1400 uur, dit is circa 20%

minder dan in Spanje, 30% minder dan in de Verenigde Staten en maar liefst 60% minder dan in Zuid-

Korea. Hier tegenover staat wel een hoge arbeidsproductiviteit. Mogelijk dat het nieuwe werken het

aantal arbeidsuren kan verhogen. Het Nieuwe Werken maakt werk plaats- en tijdonafhankelijk. Zorg-

en werktaken kunnen flexibeler worden gecombineerd. Het aantal gewerkte uren kan ook toenemen

doordat reistijd wordt teruggebracht wanneer mensen thuiswerken.

Limburg is vanwege het mijnverleden goed bekend met arbeidsmigranten. Ook nu is Limburg een van

de eerste regio’s waar op vrij grote schaal arbeidsmigranten, voornamelijk uit Oost-Europa, een

bijdrage aan de economie leveren. In Noord-Limburg zijn ca. 20.000 arbeidsmigranten aan de slag

(anno 2012). Veelal wonen zij in de gemeente waar zij ook werken (meestal in de agrarische sector).

Voor Limburg als geheel gaat het om naar schatting 30.000 arbeidsmigranten.42

Daarnaast zijn er

ongeveer 4.000 expats (afkomstig uit Europa en daarbuiten) die vooral werken bij universiteit,

hogescholen en multinationals. Zo is op dit moment 25 % van het personeel en 35 % van de

wetenschappelijke staf van de Universiteit Maastricht arbeidsmigrant en komen er hier jaarlijks 300

nieuwe expats bij. De verwachting is dat het aantal arbeidsmigranten de komende jaren verder zal

toenemen, maar in welke mate is onduidelijk. Wie is de inwoner van Limburg in de toekomst?

Mogelijke handelingsperspectieven

De arbeidsparticipatie in Limburg blijft achter bij het Nederlands gemiddelde. Met name het aantal

werkende vrouwen kan nog toenemen. Er is aanleiding om te blijven experimenteren met nieuwe

concepten en indien deze succesvol blijken deze zo breed mogelijk uit te rollen. Voorbeelden: Hoe

houden we ouderen in Limburg aan het werk, reïntegratieprogramma’s voor (deels)

arbeidsongeschikten, doorlopende leerlijnen, nieuwe combinaties van werk en privé, baangaranties

voor jongeren. Dat laatste vraagt wellicht om inmenging van bedrijfsleven in curricula van opleidingen.

Voor Nederlanders uit andere provincies is Limburg ver weg. Als rapportcijfer voor wonen, werken en

recreëren geven zij respectievelijk de rapportcijfers: 7,4, 6,4 en 7,9. Het cijfer voor werken blijft achter,

maar de scores voor wonen en recreëren hoeven geen belemmering te zijn om meer Nederlanders op

termijn naar Limburg te zien vertrekken.43

Wellicht belangrijker: de Randstad en Brabant gaan voorop

in de Nederlandse economie. De dynamiek, het aanbod aan banen en de loopbaanperspectieven

maken het aantrekkelijk om zich daar te vestigen of te blijven. Hoe krijgen we Limburg bij die mensen

op het netvlies als serieus alternatief?

Grensarbeid is nog altijd beperkt. De Belgische provincies Limburg en Luik zijn de koplopers met

respectievelijk 5 procent en 3,5 procent van alle werkenden in 2013. Het merendeel van die mensen

Page 23: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

21

heeft de Nederlandse nationaliteit; zij wonen in België en werken in Nederland.44

Marlet heeft

aangetoond dat er veel potentie is als de grenzen worden weggedacht.45

Zodra de grenzen worden

weggecijferd gelden direct de agglomeratievoordelen: ruimtelijke concentraties van mensen en

bedrijven biedt mensen meer carrièrekansen, een groter draagvlak voor (en daarmee groter aanbod

van) voorzieningen en voor bedrijven meer potentiële klanten en een ruimer aanbod potentiële

medewerkers. Deze voordelen vormen een belangrijke verklaring voor de groei van stedelijke regio’s.

De grens zorgt er in Limburg voor dat niet ten volle geprofiteerd kan worden van banen en

voorzieningen aan de andere kant van de grens. Daardoor zijn de carrièrekansen van de inwoners

van grensregio’s, en de omvang en diversiteit aan voorzieningen die ze tot hun beschikking hebben,

over het algemeen lager dan in andere regio’s. Als de grensbarrières geslecht kunnen worden zullen

de agglomeratievoordelen toenemen.

Tot slot is er de mogelijkheid om asielzoekers welkom te heten. Veel asielzoekers zijn goed

geschoolde mensen die zich nuttig kunnen inzetten in de samenleving. Deze mensen brengen veelal

een gezin mee, en hebben huisvesting nodig. Hoe gastvrij wil Limburg zich opstellen ten opzichte van

deze personen? Kunnen we onderwijs voor deze groepen zodanig inrichten dat we hen direct geschikt

maken voor de arbeidsmarkt, dat zij leegstand helpen verminderen en de economie versterken?

60% van de jongeren gaat naar het VMBO.46

Ondernemers en mensen van de onderkant van de

arbeidsmarkt moeten elkaar vinden om de arbeidsmarkt optimaal te laten functioneren. In Limburg zit

een belangrijk deel van de huidige en toekomstige werkgelegenheid zit in de minder kennisintensieve

sectoren zoals de zorg, toerisme, detailhandel en logistiek. Het behouden en zo mogelijk uitbouwen

van de minder kennisintensieve werkgelegenheid is sociaal- economisch van groot belang. Daarbij

komt dat Limburg een relatief laag opgeleide beroepsbevolking heeft. Gezien de demografische

ontwikkelingen ontstaan in een aantal sectoren tekorten aan arbeidskrachten.

Ontwikkelingen in de economie en technologie gaan zo snel dat nauwelijks is in te schatten voor

welke beroepen mensen moeten worden opgeleid. Dat maakt dat opleidingen flexibel moeten zijn.

Studenten moeten worden voorbereid op een toekomst die aan verandering onderhevig is. Voor

docenten betekent dit meer dan ooit dat het essentieel is om ‘het vakgebied bij te houden’. Een

uitstekende relatie tussen onderwijs en bedrijfsleven is onontbeerlijk. Bovendien zou om

ondernemerschap te bevorderen zou in curricula meer aandacht kunnen zijn voor typische

ondernemerscompetenties. Het aantal starters en ondernemerszin verdienen in Limburg een push.

Jo Ritzen: “de wereld verandert zo snel – Limburg kent tradities, maar moet vooral niet bang zijn voor

transities. Veranderen moet – het is van groot belang dat die overtuiging bij de Limburgers gaat leven.

Burgers moeten zelf verantwoordelijkheid nemen”.

Page 24: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

22

Page 25: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

23

4. Economisch profiel

Topsectoren en kennisinfrastructuur

Situatieschets

De structuur in de economie maakt al jaren een beweging van minder landbouw en (maak)industrie

naar meer diensten. Regionaal kent Nederland wel verschillen. Limburg is anders dan het Nederlands

gemiddelde. Simpel gezegd: De maakindustrie in Limburg is relatief groot, de dienstensector klein.

Het aandeel diensten in de totale export neemt toe.

Figuur 5 en 6: afwijkingen in aandelen van sectoren ten opzichte van landelijk gemiddelde (Bron:Bureau

Louter).

Limburg staat er met een aantal clusters goed voor. Centraal in het economische beleid staat het

neerzetten van een stevige structuur in de vorm van Campusontwikkeling in aansluiting op het

nationale topsectorenbeleid. De Campussen fungeren als kristallisatiepunt van de economische

ontwikkelingen. Bij de Chemelot Campus zijn stappen gemaakt door de triple helix aanpak.

Hoogwaardige onderzoeks- en opleidingsinstituten gekoppeld aan innovatieve bedrijven zorgen voor

de aantrekkingskracht. In Maastricht komt de campusontwikkeling van de Maastricht Health Campus

steeds meer van de grond. Er ligt een voorstel om Greenport Venlo uit te bouwen tot een Europese

topper op het gebied van land- en tuinbouw, voeding, maakindustrie en logistiek. In Heerlen wordt een

impuls gegeven aan de economische structuur met de oprichting van de Smart Services Campus door

Provincie, UM en APG. De Limburgse campussen (Chemelot Campus en Maastricht Health Campus)

Page 26: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

24

gaan verder onder naam Brightlands. Ook de toekomstige campussen (Greenport Venlo en Smart

Services Campus) gebruiken straks de merknaam Brightlands.

Met de Kennis-as (Universiteit Maastricht, Academisch Ziekenhuis Maastricht en Zuyd Hogeschool in

afstemming met andere partijen als de campussen) ligt er een forse ambitie voor de Limburgse

kennisinfrastructuur en innovatiekracht. In triple-helix-verband zetten de partijen gezamenlijk in op een

programma van versterking, verbreding en groei van hun activiteiten gericht op het vergroten van de

innovatiekracht van de regio. Wat komt er op ons af?

Economische trends

De Nederlandse en Limburgse economie trekt na jaren weer wat aan. Een aantal sectoren loopt

voorop in het herstel. Zo profiteren de maakindustrie en de chemische industrie duidelijk van de solide

vraag uit het buitenland. Dit geldt ook voor de logistiek en de hieraan gerelateerde dienstverlening.

De sectoren die op consumentenbestedingen draaien (detailhandel en horeca) hebben het lastiger:

Toeristische bestedingen van Belgen en Duitsers zorgen echter dat veel Limburgse winkeliers naar

verhouding wat minder afhankelijk zijn van de binnenlandse bestedingen. Het helpt daarbij dat de

consumentenbestedingen in die twee buurlanden zich zichtbaar beter hebben ontwikkeld dan in

Nederland. Noord-Limburg ontwikkelt zich iets beter dan de andere regio’s. Dit komt vooral door de

demografische ontwikkeling die in het noorden relatief positiever is dan in het zuiden47

.

Campusontwikkeling

De afgelopen jaren hebben een duidelijke trend laten zien in de ontwikkeling van scienceparks en

(onderwijs)campussen48

. Met deze clustering wordt een regionale inbedding van onderwijs en

onderzoek in de arbeidsmarkt gecreëerd. Een aantrekkelijke bedrijfsomgeving waar kennis,

ondernemers, geld en overheden elkaar vinden draagt bij aan een innovatief ondernemersklimaat.

Bedrijven hechten aan het onderlinge samenspel (tussen bedrijven en onderzoeks- en

onderwijsinstituten), de faciliteiten, de uitstraling en de heldere focus op activiteiten van groot belang.

Topsectoren

Sinds enkele jaren hanteert het Rijk het topsectorenbeleid. De laatste tijd worden hierbij vraagtekens

geplaatst.49

Zo heeft een aantal Nederlandse bedrijven (Shell, Philips) het Rijk een brief gestuurd

waarin zij oproepen tot een betere koppeling tussen wetenschaps- en innovatiebeleid, met de

maatschappelijke uitdagingen als verbindend element.50

Kanttekeningen bij het topsectorenbeleid zijn:

Innovatiekansen bevinden zich juist tussen de sectoren;

Industriebeleid hoort in de eerste plaats starters en groeiers te ondersteunen, en niet de

gevestigde orde;

De landelijke overheid zou het innovatiebeleid meer bij regionale overheden moeten

neerleggen voor een aanpak op maat.

Landbouw

Ook de agrosector in Nederland en in Limburg hebben het zwaar. De groei van de wereldbevolking en

de toenemende welvaart in opkomende economieën leidt weliswaar tot een groeiende vraag naar

voedsel maar resulteert ook in een toenemende internationale concurrentiestrijd. Productiestijging én

de internationalisering hebben ertoe geleid dat eind vorige eeuw de vraagmarkt voor agrarische

producten in het Westen is omgeslagen in een aanbodmarkt. De markt in Nederland wordt door een

handvol retail inkopers gedicteerd. Het overaanbod en de inkoopmacht zetten de prijzen in de primaire

sector onder druk. Ook de agrarische sector ontkomt niet aan het demografisch verloop (vergrijzing).

Daarbij komt de kritische maatschappelijke houding vooral in de dierlijke sectoren. Dit complex aan

Page 27: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

25

factoren leidt ertoe dat veel agrariërs het antwoord, op de huidige (op volume gerichte, maar

efficiënte) productiesystemen en ketenposities, zoeken in verdere kostprijsverlaging door

schaalvergroting en intensivering (specialisatie) of diversificatie (multifunctionele landbouw). De

relatief kleinschalige agrarisch ondernemers delven het onderspit. Maar ook de grootschalige en

efficiënte bedrijven kampen met marges die kleiner worden en met investeringskosten die hoger

worden. Innovatieve investeringen blijven uit en de technische voorsprong op concurrenten verkleint.

Hoe lang blijft Nederland nog de beste boeren ter wereld leveren?

Maakindustrie

Trends als schaalverkleining, lokale oriëntatie en (technische) specialisatie kunnen zorgen voor een

revival van de maakindustrie. Er wacht ons op korte termijn een reeks aan nieuwe technologische

mogelijkheden die de wereld sterk gaan veranderen. Hóe precies is lastig te voorspellen, maar zeker

lijkt dat slimmere productiemethodes en geavanceerde robots en 3D-printing nieuwe kansen biedt

voor maakindustrie in de westerse wereld. Dit zal ten koste gaan van de lagelonenlanden.51

Bedenk

daarbij dat Europa, Nederland en Limburg grondstofarm zijn, maar een grondstofintensieve economie

hebben. De stijgende prijzen van grondstoffen dwingen tot creativiteit en slim hergebruik. Bedrijven

zien dit steeds meer in. Duurzaam ondernemen leidt tot nieuwe producten en nieuwe markten, werkt

kosten reducerend en verbetert de reputatie. Logistiek is een belangrijke sector in Limburg, met ca.

60.000 werknemers. Goede logistieke voorzieningen kunnen tevens zorgen voor verankering van de

maakindustrie in Limburg.

Mogelijke handelingsperspectieven

Limburg zet al jaren met de triple helix partners in op een aantal sterke economische sectoren en

bijbehorende campussen. Dynamiek en innovatie zijn vooral ook bij de cross-overs te verwachten.

Vooral de kansen voor biobased activiteiten lijken voor Limburg gunstig. De kracht van Limburg is dat

zij een unieke combinatie aan sterke sectoren heeft waaronder chemie en landbouw. De continuïteit

van de schaalvergrotende landbouwsector loopt risico. Alternatief zou kunnen zijn dat de sector haar

kennis en kunde veel meer gaat benutten en te gelde maken via nieuwe verdienmodellen, waarmee

ook kan worden bijgedragen aan maatschappelijke vraagstukken als de verduurzaming van productie-

en transportmethoden, de transitie van fossiel naar biobased en het ontwikkelen van gezonde

voeding. Aansluiting zoeken bij de maatschappelijke opgaven in de regio (‘science for society’) zorgt

tevens automatisch voor een goede aanhaking van het (regionale) bedrijfsleven.

Theo Camps: “de cross-over van de toekomst is de biobased economy. De vraag is hoe Limburg een

dominante rol kan spelen in de overgang van een economie die draait op fossiele grondstoffen naar

een economie die draait op biomassa als grondstof. De kracht van biomassa voor

energietoepassingen is bekend, het gaat om de innovatie van het gebruik van biomassa voor niet-

voedsel toepassingen: nieuwe technologieën en materialen”.

De beleidsfocus in Limburg is primair gericht op de stuwende sectoren (de exporterende sectoren die

inkomsten, mensen en bedrijven naar de regio trekken). Extra groei in stuwende sectoren resulteert in

werk en groei in de verzorgende sectoren die erop gericht zijn mensen en bedrijven in de regio te

bedienen. De verzorgende sectoren leveren producten en diensten die lokaal geproduceerd en

geconsumeerd worden en geven ook een impuls aan de regionale economie. Dient een regionale

overheid zich ook actiever voor de verzorgende sectoren in te zetten? Juist nu er in die sectoren veel

gaande is: de decentralisaties in de zorg, de leegstand in de detailhandel, etc. Bedenk daarbij dat

‘slechts’ 34% van de Limburgse werkgelegenheid zich in de Limburgse topsectoren bevindt. Dat

betekent dat 2/3 van de mensen werkzaam is in andere delen van de economie.

Page 28: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

26

Limburg is groot geworden door de maakindustrie. Het huidige tijdsgewricht biedt kansen voor een

revival van de maakindustrie. Om de kansen met beide handen aan te pakken moet er nog meer dan

nu aandacht komen voor beta-opleidingen. Op het gebied van digitale media, biotechnologie,

nanotechnologie en robotica lijken de verwachte innovaties het meest ingrijpend. Het is zaak de

vakopleidingen aan te laten sluiten op de nieuwe maatschappelijke wensen. Nieuwe competenties als

samenwerken, communiceren, flexibel en ondernemend zijn horen daar bij.

Mogelijk dienen zich kansen aan voor een nieuwe ambachtelijke maakindustrie in de stad.

Gecombineerd met een grote hoeveelheid aan leegstaande bedrijfsgebouwen en kantoren kan dit een

kansrijke mix zijn voor bestaande en beginnende bedrijven. Vooral voor de kleinschalige design

sector, 3D-print bedrijven en custom-made industrie biedt dit perspectief. Ook stadslandbouw kan een

vorm van nieuwe bedrijvigheid in stedelijke omgeving zijn.

Yvo de Boer: “de toekomst in Limburg is niet de traditionele maakindustrie, wel een economie die slim,

schoon en zuinig is”.

Ondernemerschap zal meer dan ooit belangrijk zijn om de regionale economie vitaal te houden. De

afnemende beroepsbevolking en de rem op investeringen maakt het bevorderen van

ondernemerschap een belangrijke factor. Ondernemerschap is ook van belang voor de dynamiek –

het meebewegen (transformatie van de economische structuur, het werken aan innovatieve

producten- en dienstenontwikkeling) zodat evenwicht blijft ontstaan. Dit ondernemerschap zal naar

verwachting in belangrijke mate kleinschalig zijn, soms een mengvorm zijn van formeel en informeel,

uitgeoefend worden vanuit de eigen woning of uitgeoefend worden vanuit tijdelijke, goedkope

bedrijfshuisvesting. Hierbij past het mogelijk maken van functiemenging, het bevorderen van allerlei

vormen van wonen en werken.52

Hoe kan de Provincie Limburg het optimale klimaat realiseren om

ondernemerschap in Limburg te laten bloeien?

Investeren in kennisinfrastructuur, kenniscirculatie en versterking van het menselijk kapitaal is

essentieel voor een goede economische uitgangspositie van Limburg. Dat geldt met name voor de

kennisintensieve en export georiënteerde sectoren: de topsectoren. Hierbij is samenwerking tussen

het bedrijfsleven, wetenschappelijke instellingen, regio's en overheid van belang (triple helix). Door

kennis te laten circuleren tussen kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid ontstaat de basis voor

innovatie en valorisatie en wordt de beste garantie geboden dat er voldoende werkgelegenheid blijft

voor de bevolking van Limburg en Nederland.

Page 29: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

27

5. Verbindingen

Bij verbindingen gaat het om de omvang en de kwaliteit van de fysieke infrastructuur en de daarop

aangeboden vervoersdiensten (personen of goederen). Beschikbaarheid van een goede

bereikbaarheid is een belangrijke vestigingsvoorwaarde voor bedrijven en organisaties. Werklocaties

zijn kort aangestipt in paragraaf 2.1.

Verbindingen zijn zowel fysiek, digitaal en bestuurlijk van aard. Inwoners zijn vooral gebaat bij een

regionale ontsluiting via (snel)wegen, openbaar vervoer en fietsverbindingen. Voor bedrijven en

organisaties speelt ook (inter)nationale bereikbaarheid en de ontsluiting via het water en de lucht een

rol. Ook de (sociale) media worden tot de verbindingen gerekend.

5.1 Fysieke verbindingen

Wat komt er op ons af?

Demografie en urbanisatie

De demografische ontwikkeling in Limburg (krimp, ontgroening en vergrijzing) zorgt voor een

dempend effect op de (auto)mobiliteit (m.u.v. het goederenvervoer), de vergrijzing zorgt bovendien

voor een betere spreiding over de dag. Ook Het Nieuwe werken draagt daar aan bij.

Steden bieden consumenten en bedrijven voordelen vanwege de concentratie van een veelheid aan

voorzieningen en organisaties. Door de concentratie van mensen en voorzieningen komt de

bereikbaarheid van agglomeraties onder druk en komen tegelijkertijd vraagstukken op over de

bereikbaarheid van het platteland. Goede verbindingen tussen steden zijn essentieel om het

potentieel van ‘borrowed size – het ‘lenen van de buren’ waar te maken.53

Zeker voor Limburg, dat

enigszins perifeer ligt ten opzichte van de economische centra van Nederland (Randstad en Brabant)

zijn excellente verbindingen van groot belang om bereikbaarheid van voorzieningen te faciliteren.

Tegelijkertijd moet Limburg voor agglomeratiekracht ook nadrukkelijk over de grens kijken en zijn

goede grensoverschrijdende verbindingen belangrijk.

Sociaal-culturele trends

Jongeren hechten tegenwoordig, zeker in grotere steden, minder waarde aan autobezit. De trek van

jongeren naar stedelijke gebieden en de OV-studentenkaart hebben daaraan bijgedragen. De auto is

in het algemeen minder een statussymbool geworden. Auto’s huren of delen wordt in steden steeds

populairder. Parkeerkosten zijn hoog, mobiliteit via de (elektrische) fiets of het openbaar vervoer zijn

vaak praktischer en goedkoper.

Wel blijven we reizen. Onze horizon verwijdt zich nog steeds door europeanisering en globalisering.

Geholpen door relatief lage transportkosten wordt het nog steeds makkelijker grotere afstanden af te

leggen en ons operatiegebied te vergroten.

Internet wordt steeds sneller en maakt alles sneller. Steeds meer mensen zijn altijd en overal

onderling met elkaar verbonden. De wereld wordt steeds kleiner. Smartphones, printers, fotocamera’s,

spelcomputers, huishoudelijke apparatuur: steeds meer apparaten beschikken al over een

internetverbinding. Uit een ‘zwerm’ van apparaten kan nieuwe kennis gehaald worden: ‘wisdom of

crowds’. Ook bedrijven verwachten veel van communicatie met en tussen apparaten als het gaat om

nieuwe logistiek, zoals bijvoorbeeld het optimaliseren van routes zonder tussenkomst van mensen.

Page 30: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

28

Kennis en informatie komt niet langer alleen tot ons via de traditionele media. Informatie is geen

schaars goed meer, of het exclusieve domein van een beperkt aantal professionele spelers, maar er is

een open informatiemarkt, met een veelheid aan partijen. Veel deskundigen, maar ook

burgerinitiatieven, delen hun informatie en publiceren direct online en beïnvloeden zo de publieke

opinie.

Sociale media zijn niet meer weg te denken uit ons leven. Tegelijkertijd zien we daarvan soms de

keerzijde: fact checking is noodzakelijk vanwege ongebreideld kopieergedrag. Schelden en pesten via

sociale media nemen alsmaar toe. Maar bovenal bieden sociale media nieuwe kansen: real-time

analyses (van beurskoersen of de opkomst van een griepepidemie) en geavanceerde zoekalgoritmen

en ‘tags’ in berichten die het mogelijk maken om steeds gerichter berichten te versturen en te

bekijken.

Economische trends

De omvang van het goederentransport is conjunctuurgevoelig. Hoe meer voorspoed, hoe meer

transport. Nederland en Limburg als export- en doorvoerland merken dit bovenmatig. Onduidelijk is

wat de impact van ‘reshoring’ (het terugkeren van productie uit lage loonlanden naar het westen) gaat

zijn. Wat betekent dat voor de mainports Rotterdam en Antwerpen, en wat betekent dat voor de

vervoerscorridors naar het zuidoosten? Welke kansen liggen er voor Limburg om niet alleen

maritieme, maar ook continentale goederenstromen te accommoderen?

ICT en Internet zijn ‘game changers’ die bestaande verhoudingen en werkwijzen op zijn kop zetten.

Transport wordt steeds meer een logistieke “puzzel”, waarbij nieuwe mogelijkheden met verbindingen,

modaliteiten en het creëren van “added value” snel kunnen leiden tot veranderingen van oriëntaties en

routes. Consumentenaankopen via internet hebben een grote vlucht genomen en veranderen het

mobiliteitspatroon: minder personenvervoer naar winkels, maar meer bezorgstromen

(pakketdiensten).

In onze buurlanden speelt een actuele discussie over tol op autosnelwegen. Of dit doorgang zal

vinden, en in welke mate is nog onduidelijk. Onduidelijk is in ieder geval ook wat dat betekent voor

Limburg. Wordt de economische as A2 nog belangrijker voor het transito verkeer? Veranderen koop-

en pendelstromen significant? Of gaat Nederland ook beprijzen via tol?

Fysieke trends

Mobiliteit en transport zijn milieubelastende activiteiten. Er is vanwege de klimaatproblematiek een

groeiende druk om mobiliteit te vergroenen. Het bedrijfsleven speelt hier op in: de verkoop van kleine

zuinige auto’s en elektrische fietsen groeit. Er is nog een zoektocht gaande naar het beste alternatief

voor de zware afhankelijkheid van olie in het personen- en goederentransport. Om grootschalig

gebruik te kunnen maken van alternatieven dient de (tank-/laad-)infrastructuur aangepast te worden.

In-car systemen zorgen voor steeds meer veiligheid in het verkeer en de zelfrijdende auto lijkt niet

meer zo heel ver weg. Deze ontwikkelingen vragen ook een toenemende rol van overheden (data),

maar bieden tegelijkertijd mogelijkheden om verkeersstromen beter te kunnen monitoren, voorspellen

en sturen. Er wordt steeds minder nieuwe (weg)infrastructuur aangelegd door financiële beperkingen,

maar ook door het ruimtevraagstuk en milieu- en publieke bezwaren. In toenemende mate moeten we

het doen met het beschikbare mobiliteitssysteem (weg, spoor, water, lucht en buis) en moeten we dus

het gebruik hiervan optimaliseren. Dit door de verschillende modaliteiten in combinatie met elkaar

optimaal in te zetten en mensen en bedrijven ertoe aan te zetten nieuwe keuzepatronen te

ontwikkelen (verkeers- en vervoersmanagement, ketenmobiliteit, logistiek). Ook een (nog) betere

afstemming tussen het mobiliteitssysteem en de ruimtelijke ordening/ontwikkeling draagt daaraan bij.

Transferpunten (terminals, transferia) krijgen daardoor meer betekenis.

Page 31: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

29

Mogelijke handelingsperspectieven

De huidige agenda voor regionale en hoofdverbindingen (weg, water, spoor, lucht en ondergrond) lijkt

op de toekomst voorbereid. Er worden geen echte nieuwe knelpunten verwacht. Verbindingen tussen

de steden in Limburg en met de rest van Nederland zijn in het algemeen prima op orde, maar vooral

het regionale en grensoverschrijdende openbaar vervoer heeft nog een kwaliteitsslag nodig.

Openbaar Vervoer is maatwerk. OV op het platteland vraagt kleinschaligheid en maatwerk. OV in en

tussen de steden moet vooral flexibel kunnen inspelen op veranderende stromen en trends. Op

nationaal niveau vragen vooral de afstemming tussen de spelers (Rijk, Provincies, NS) en de

transparantie voor de reiziger extra aandacht.

Om het gebruik van het totale mobiliteitssysteem in goede banen te leiden is aandacht nodig voor de

kwaliteit van verbindingen en transferpunten en voor het gebruik van alle modaliteiten en de

duurzaamheid ervan. De Provincie kan op basis van haar mobiliteitstaken hierin een regisseursrol

vervullen door partijen bij elkaar te brengen en het goede voorbeeld te geven. De aard van de

mobiliteit verandert. Om alternatieven voor de (vracht)auto kansen te bieden is aandacht nodig voor

fysieke en mentale aspecten van openbaar vervoer, fietsen en logistiek.

Om de elektrificering van het fiets- en wagenpark te accommoderen zijn voldoende elektrische

oplaadpunten voor auto’s en fietsen belangrijk. Snelle fietsverbindingen voor woon-werk-verkeer zijn

nieuwe elementen in de regionale infrastructuur. De trend van de e-bike vraagt om verbeterde

fietsverbindingen. En verkeersveiligheid blijft ondanks dalende ongevalscijfers een publieke prioriteit.

Programma’s voor vervoersmanagement kunnen reizigers en bedrijven ertoe aanzetten bewustere

keuzes in hun verplaatsings- en transportgedrag te maken.

Limburg blijft een belangrijke schakel in het transport tussen de mainports in het westen en het

achterland verder Europa in. Venlo-Venray wint dit jaar voor de zevende keer de logistieke

hotspotverkiezing. De ontwikkelingen om ons heen, ook over de grens (bijv. Duisburg, Luik), staan

niet stil en vervoerstromen worden snel verlegd.

De kansen voor Limburg liggen voor een deel over de grens. De verknoping van internationale

agglomeraties is belangrijk vanuit internationaal concurrentieperspectief. Juist de internationale

connectiviteit door de lucht en via het spoor en de weg zijn belangrijke factoren die steden en

daarmee ook de (eu)regio competitief maken,

Page 32: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

30

5.2 Bestuurlijke relaties

Situatieschets

De grootste urgentie en uitdaging voor overheden wordt gevormd vanuit de financiële crisis.

Belangrijkste opgave voor Europa en Rijk daarin was het zorg dragen voor de continuïteit voor het

financiële systeem als geheel. Daarbinnen hebben alle overheden, ook de Provincie, te maken gehad

met een economische crisis, afnemende inkomsten en de noodzaak tot bezuinigen en focus op

economische steunmaatregelen. De bestuurlijke aanpak was gericht op efficiency. Het Rijk had de

focus op het reduceren en opschalen van bestuurslagen.

Wat komt er op ons af?

Algemene trends

Takenpakketten van overheden verschuiven tussen overheidslagen. Grootschalige operaties in het

sociale domein worden doorgevoerd. Ook de verdeling van verantwoordelijkheden tussen overheid,

burgers en ondernemingen is continue aan verandering onderhevig.

De politiek-bestuurlijke aandacht is verschoven. De geopolitieke onrust in de wereld, de

leiderschapscrisis in de semi-publieke sector en een waarschijnlijk aantrekkende economie zullen

mogelijk voor meer ruimte zorgen voor een bestuurlijke koers waarin de maatschappelijke

verantwoordelijkheid en de waarde van relationele verbindingen meer centraal komt te staan. Niet

alleen tussen overheidsbesturen, maar ook met sterke regionale partners die door schaalvergroting

partners van formaat zijn geworden.

Het eensgezind en doortastend optreden van Europa in de financiële crisis en het doorgaande proces

van decentraliseren en glokaliseren, kan leiden tot een toenemende Europeanisering en

(Eu)regionalisering.

Mogelijke handelingsperspectieven

Limburg heeft de afgelopen periode meer economische en ruimtelijke sturingsmogelijkheden

gekregen. Dat maakt de weg vrij om de samenwerking met sterke regionale partners te intensiveren.

Voor de Provincie een uitdaging om met de partners te zorgen voor optimale voorzieningen voor

burgers en ondernemingen; dat vraagt afstemming en regie in publiek-publieke en publiek-private

samenwerkingsvormen. Door ruimte te geven aan burgers en ondernemingen worden

maatschappelijke opgaven centraal gesteld. Het is de taak van de Provincie om binnen globale kaders

en wettelijke normen initiatieven te faciliteren.

Limburg komt daarbij in toenemende mate in positie om de grensoverschrijdende kansen te benutten

en daarin verbindend leiderschap te tonen. De toenemende taken en afnemende middelen voor

gemeenten doen een toenemend beroep op burgerkracht en waakzaamheid vanuit de Provincie voor

de kwaliteit van het lokale bestuur. Gemeenten zijn naast eerste overheid in het sociale domein ook

een cruciale partner in het realiseren van de Limburg Agenda en structuurversterkende maatregelen.

Page 33: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

31

5.3 Internationale relaties

Situatieschets

Internationale verbindingen zijn voor Limburg even vanzelfsprekend als noodzakelijk. Breed vanuit alle

domeinen (economisch, fysiek en sociaal-cultureel) wordt gewerkt aan grensoverschrijdende

projecten, samenwerking en afstemming teneinde de euregio tot een grensoverschrijdend werk- en

leefgebied, ofwel een grensoverschrijdende agglomeratie te ontwikkelen. De KennisAs Limburg legt

verbindingen zowel naar het nabije buitenland als verder weg gelegen centra in Europa en daarbuiten.

Tegelijkertijd is van belang dat de exportkracht van het MKB wordt versterkt en dat Limburg

attractiever wordt voor buitenlandse investeringen.

Wat komt er op ons af?

Limburg is door haar grensligging gevoelig voor landelijke besluiten (o.a. accijnsverhogingen) die

duidelijke grenseffecten hebben. Omgekeerd is Limburg ook gevoelig voor (politieke) ontwikkelingen

in de buurlanden, denk aan de Duitse plannen voor het tolvignet. Verkiezingen en nieuwe regeringen

in Den Haag, de buurlanden en de buurregio’s zijn voor Limburg belangrijke momenten. Op het

schaalniveau van Nederland en de buurlanden begint de Benelux zich actiever op te stellen op ook

voor Limburg relevante thema’s zoals arbeidsmarkt, veiligheid, energie e.a. De Benelux kan een

relevante partner worden bij ons streven naar een grensoverschrijdende agglomeratie.

Europa enigermate herstellend van de financieel-economische (euro-)crisis bevindt zich nu in

geopolitiek woelige tijden. Dit raakt ook Limburg. De situatie in Oekraïne leidt tot schade aan de export

van Limburgse land- en tuinbouwproducten. Energiezekerheid is niet meer vanzelfsprekend. Dit zijn

nieuwe uitdagingen die om een Europese aanpak vragen, opdrachten voor de nieuwe Europese

Commissie, waar ook Limburg zich op moet beraden. Ook de elektriciteitssituatie in België laat zien

dat grensoverschrijdende samenwerking belangrijk is.

Mogelijke handelingsperspectieven

Goede bestuurlijke relaties met de buurregio’s en buurlanden, en daarin waar mogelijk samen

optrekken met Den Haag blijven van belang. Op Rijksniveau wordt de samenwerking met

Vlaanderen/België en Noordrijn-Westfalen/Duitsland geïntensiveerd. Hetzelfde geldt voor onze inzet in

Brussel (EU). Door de Limburgse agenda te verbinden met de Europese agenda en de KennisAs

Limburg te verbinden met Europese netwerken kunnen we onze positie in Europa versterken en nog

beter gebruik kunnen maken van Europese fondsen.

Het verdient aanbeveling om met de start van een nieuwe coalitie samen met Limburgse stakeholders

een brede internationale lobby-agenda op te stellen die de Limburgse internationale agenda

(grensoverschrijdende agglomeratie en positie in de internationale kenniseconomie) verbindt met de

ons omliggende landen, Europa en daarbuiten.

Page 34: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

32

Page 35: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

33

Kernissues Door de 4 domeinen van het vestigingsklimaat loopt een aantal rode draden, die bepalend zijn voor de

toekomstige dilemma’s waar Limburg voor komt te staan.

1. De toenemende dynamiek in de samenleving: De Provincie Limburg heeft koers bepaald en

wil een ondernemende Provincie zijn. Investeren in het vestigingsklimaat in Limburg, de keuze

voor een aantal krachtige clusters en campussen, verbindingen tussen de campussen en een

gedegen kennisinfrastructuur. De dynamiek verdient een alerte Provincie, die de lange termijn

koers vasthoudt en tegelijkertijd open blijft staan voor nieuwe kansen en ruimte blijven bieden

aan nieuwe ontwikkelingen. Het is de paradox waar de moderne economie mee te kampen

heeft: het constant blijven aanspreken van het adaptievermogen, flexibel zijn en kansen zien,

maar tegelijkertijd een betrouwbare overheid zijn, die tevens een goede investeringspartner is.

2. De demografische ontwikkeling heeft consequenties op veel terreinen. Het meest in het oog

springend is die op de arbeidsmarkt. De ambitie van de Provincie is om de concurrentiekracht

van Limburg toekomstvast te maken door te investeren in de kenniseconomie. Kennis-as,

campussen en verbindingen daartussen en topsectoren. Tegelijkertijd is de neergang van het

arbeidspotentieel zo hoog, dat er spanning lijkt te ontstaan op de vraag naar arbeid en het

aanbod. Worden banen gecreëerd voor mensen die er niet zijn? Of trekken de investeringen

juist mensen aan, en volgt ‘wonen’ inderdaad ‘werken’? Is investeren in kennis en werk tevens

de oplossing voor de leegstandsproblematiek en andere leefbaarheidsvraagstukken?

3. Participeren. De demografische ontwikkeling heeft ook andere gevolgen. De samenleving

vraagt veel van mensen, en dat wordt meer. Is de gevraagde zelfredzaamheid van de burger

door iedereen op te brengen? Het vangnet van de overheid wordt kleiner. Er moet meer met

minder mensen gerealiseerd worden. Dat geldt voor de arbeidsmarkt, maar werkgevers

steeds meer met krapte geconfronteerd worden. Maar ook op andere terreinen ontstaat

krapte: het aantal vrijwilligers bij verenigingen daalt. Zijn de ambities van de

participatiesamenleving – het elkaar helpen, het zorgen voor, vrijwilligerswerk en

buurtinitiatieven haalbaar bij een fors afnemend inwonersaantal? De druk op het individu

neemt toe. Hoe houden we de samenleving prettig leefbaar – denk daarbij ook aan

omgangsvormen en onderling respect

4. Verdienmodellen. De periode waarin groei vanzelfsprekend was ligt achter ons. Het

groeiparadigma hoort nog wel tot het collectieve denkpatroon, maar is niet langer functioneel.

Veel ruimtelijke ontwikkelingen zijn in het verleden gefinancierd door winst op

vastgoedontwikkeling. Nu zijn veel sectoren (cultuur, natuur, openbare ruimte,

leegstandbestrijding etc.) op zoek naar nieuwe financieringsbronnen en verdienmodellen.

Juist in een periode waarin banken de hand op de knip houden, en ontwikkeling van vastgoed

geen optie meer is. Er wordt in dezelfde vijver gevist.

5. Transformatie. Er zijn fundamentele veranderingen aan de gang in de samenleving.

Taakverdelingen tussen overheidslagen verschuiven. Groeiparadigma’s zijn niet langer

vanzelfsprekend. Op tal van domeinen dienen zich noodzakelijke transformaties aan

(arbeidsmarkt, woningmarkt, mobiliteit, etc.). De samenleving dient ervan doordrongen te

raken dat mee veranderen moet om toekomstige uitdagingen (economie, ICT, maatschappij

en omgeving) op te kunnen pakken. Het verleden heeft geleerd dat Limburg met behoud van

tradities en een eigen cultuur prima in staat is gebleken zich zelf steeds opnieuw uit te vinden.

De (inter)nationale ambities van Limburg vragen om maatwerk in het zoeken naar partners, kansen

voor de toekomst en het aangaan van verbindingen. De toekomst zal het leren.

Page 36: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

34

Page 37: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

35

Literatuur 1 Provincie Limburg, 2014. Vestigingsklimaatmonitor Limburg

2 Provincie Limburg, 2014-1. Limburgagenda

3 CBS-statline, 2014. Verkoopprijzen bestaande woningen

4 Kadaster, mei 2014. https://www.kadaster.nl/web/Zakelijk/Vastgoedcijfers/Aantal-

woningen/Woningen-per-provincie.htm 5 CBS-statline, juli 2014. Bestaande koopwoningen; regio; verkoopprijzen prijsindex 2010 = 100

6 CBS, mei 2014. Leegstand in Nederland anno 2013

7 CBS-statline, 2013. Regionale prognose 2014-2040

8 Etil, 2014. Progneff 2014

9 Etil, 2013. Woonmonitor Limburg 2012

10 CBS, 2013. Bevolkingskrimp Limburg geremd door toegenomen immigratie

11 ABF-research, maart 2014. Het middenhuursegment in Limburg

12 Etil, 2014. Kantorenmonitor

13 Etil, 2012. Winkelmonitor Etil

14 Innovatienetwerk 2014. Vrijkomende agrarische bebouwing in het landelijk gebied

15 ASRE Research Paper no 2013-13 ‘Het regionale en lokale klimaat voor ruimtelijke investeringen’,

2013). 16

Bureau Louter/CBS, 2014. Cijfers opgenomen in de Vestigingsklimaatmonitor 2014 – Provincie Limburg

17 http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/sterfte-levensverwachting-en-daly-s/gezonde-

levensverwachting/zijn-er-sociaaleconomische-verschillen/ 18

RIVM, 2014. www.zorgatlas.nl 19

Berenschot, maart 2014. Betrokken, dichtbij en niet alleen. Commissie van Geel. 20

Maastricht monumentenstad nr. 1 van Nederland; bron: Atlas gemeenten 2011 21

Atlas gemeente (website) 22

ABN-AMRO, 2014, https://insights.abnamro.nl/visie-op-sectoren/visie-op-culturele-sector/ 23

VSCD, 2014. Cijfers Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties 24

Boer & Croon, 2010. Een duurzame toekomst van verenigingen 25

Telos 2012. De waarde van cultuur 26

VNG, 2014. Perspectief voor steden 27

Cor Wijn, 2013. De culturele stad 28

Senternovem 2009. Verkenning creatieve industrie 29

Glaeser, E.L., 2011. Triumph of the city: how our greaters invention makes us richer, smarter, greener, healthier and happier, New York: MacMillan

30 Raad voor de leefomgeving en infrastructuur, 2014)

31 Atlas voor Gemeenten, 2014. Natuurkaart voor Limburg – het belang van groen en water voor het

vestigingsklimaat in Limburg. 32

De Knegt et al, 2011. Knegt, B. de , M. van Eupen, A. van Hinsberg, R. Pouwels, M.J.S.M. Reijnen, S. de Vries, W.G.M. van der Bilt & S. van Tol (2011) Ecologische en recreatieve beoordeling van toekomstscenario’s voor natuur op het land. Achtergronddocument bij Natuurverkenning 2011. Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, WOT-werkdocument 269.

33 Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2012. Structuurvisie infrastructuur en ruimte

34 InnovatieNetwerk, mei 2014. Subsidievrije natuur in Nederland: op naar 200.000 ha!

35 PBL, 2012. Natuurverkenning2010-2040. Visies op de ontwikkeling van natuur en landschap

36 Planbureau voor de Leefomgeving, 2013. Leren van het energieke platteland

37 Visser en Ten Doesschot, Grenzeloos Limburg (2009)

38 TNO, 2013. Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt.

39 SER, 2012. SER-magazine; Flexibilisering van de arbeidsmarkt blijft toenemen. Flexwerker verdient

meer zekerheid. 40

Kamer van Koophandel Nederland, 2014. Startersprofiel 2013 – startende ondernemers in beeld 41

CBS, 2013. Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt. 42

Provincie Limburg, 2013. Strategische kadernotitie arbeidsmigratie 43

Provincie Limburg, 2014. Burger- en bedrijvenonderzoek Limburg 2014. 44

CBS, 2014. Webmagazine mei 2014: Ruim 40 duizend inwoners van Nederland werken over de grens

45 Atlas voor Gemeenten, 2013. Atlas van kansen voor Noord- , Midden- en Zuid-Limburg

46 Trouw, 14 mei 2014. 'Kenniseconomie? Er zijn ook vmbo'ers – Hans Kamps'

Page 38: Trendrapport limburg ter inspiratie politieke partijen voor de provinciale statenverkiezingen 2015

36

47

ING, 2013. Visie op regio’s in 2014 48

Sociaal Economische Raad, 2011. Strategische Agenda Hoger Onderwijs, Onderzoek en Wetenschap – SER advies april 2011

49 Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 2013. Naar een lerende economie – Investeren

in het verdienvermogen van Nederland 50

Het.Financieele Dagblad 3 april 2014 51

Roger Dassen op de jaarvergadering van LWV, 2014 52

Platform 31, 2013. Steden in onzekere en turbulente tijden: trends, ontwikkelingen en uitdagingen. 53

PBL, 2012. De economie van de stad in mondiale concurrentie