Trendrapport 2013

60
www.vives-vzw.be - www.speelvriendelijk.be - [email protected] TRENDRAPPORT 2013 ‘EEN KIJK OP HET JEUGDRUIMTELANDSCHAP VAN VANDAAG EN MORGEN’

description

In dit trendrapport worden trends en actuele interessante projecten aangehaald in het jeugdlandschap. Er worden 3 uiteenlopende thema's aangehaald: tijdelijke ruimtes, functiestapelen en speelnatuur.

Transcript of Trendrapport 2013

Page 1: Trendrapport 2013

www.vives-vzw.be - www.speelvriendelijk.be - [email protected]

trendrapport2013

‘EEn KIJK OP hEtJEugdruImtElandschaP

van vandaag En mOrgEn’

Page 2: Trendrapport 2013

inhoud

Tijdelijke ruimtes p. 4

Speelpolders p. 55Natuurspeelplaats Hobbeldonk p. 51

Piramuide p.6 Zomerspeel-bossen p. 8

Stadslandbouw p. 12

Guerrilla ruimtes p. 17 Yarn-bombing p. 19 Moss-graffiti p. 24

Eye-bombing p. 23

Tijd

elij

ke r

uim

Tes

fun

cTie

sTa

pele

nsp

eeln

aTu

ur

Functiestapelen p. 25De Speelse jeugdsite p. 28 Bespeelbare kunst p. 30

Viteuxpark p. 32 Open handen p. 32 Voorbeelden p. 33 Brede School p. 36

Speelnatuur p. 40 Belang van groen p. 41

Meer groen in de stad p. 43 Locatie van

speelnatuur p. 46

Spelen is taak vanvolwassene p. 53

Page 3: Trendrapport 2013

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

S

33

PIRA

MU

IDE

ZOM

ERSP

EELB

OSS

ENST

ADSL

AND

BOU

WG

UER

RILL

A RU

IMTE

S

INTRO

Spelen op straat, rondhangen op pleintjes, fi etsen in de buurt, voetballen op een trapveldje dichtbij, plezier maken op een speelplein, vriendjes zien op de schoolspeelplaats, samen sporten in de sportclub, ravott en in het speelbos, katt ekwaad uithalen in de wijk, genieten van natuur dichtbij,…

Kinderen en jongeren zijn erg acti ef aanwezig in de samenleving en in de publieke ruimte, ze nemen acti ef deel aan het dagelijks leven en maken gebruik van veel verschillende ruimtes in hun leefomgeving. In dit trendrap-port nemen we u mee naar de plekken waar kinderen en jongeren dagelijks vertoeven, waar ze zich kun-nen uitleven en waar ze kind kunnen zijn. We tonen u projecten die de leefomgeving van kinderen, jongeren én volwassenen interessanter kunnen maken. We nemen u dus mee op een avontuurlijke reis doorheen het jeugdruimtelandschap in Vlaanderen en in de rest van de wereld en tonen u de trends van vandaag en morgen binnen het jeugdruimtelandschap. We hopen vooral dat we u kunnen inspireren en moti veren om acti ef in te zett en op jeugdruimte en de publieke ruimte een plek te maken voor iedereen.

samen VOOr creaTieVe, duurZame en speelse puBlieke ruimTe!

TrendrappOrT 2013

Harrison Wolffi s, S. (2008, 12 september). A day of caring: almost 650 people volunteer at Causeway Park. htt p://blog.mlive.com/chronicle/2008/09/a_day_of_caring.html

Page 4: Trendrapport 2013

44

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

SPI

RAM

UID

EZO

MER

SPEE

LBO

SSEN

STAD

SLAN

DBO

UW

GU

ERRI

LLA

RUIM

TES

Tijdelijke ruimTesPOP-UPRUIMTES

Ze komen steeds vaker voor… braakliggende terrei-nen, restruimtes, vergeten hoekjes die vaak meer-dere jaren moeten wachten op een defi niti eve in-vulling. Waar het vroeger de gewoonte was om een masterplan in één keer uit te voeren, zijn er door de gevolgen van de crisis deelprojecten die vertraagd ontwikkeld worden of die, door gebrek aan midde-len, volledig geannuleerd worden. Met als gevolg dat vaak grote, centraal gelegen gebieden braak liggen maar er ondertussen wel hoge kosten zijn voor het beheer, de bewaking en de belasti ng van een derge-lijk terrein. We zien dat er meer en meer een cultuur groeit om die terreinen een ti jdelijke invulling te ge-ven en beschikbaar te stellen voor buurtbewoners en bezoekers.

Tijdelijke ruimtes of pop-up ruimtes zijn niet alleen van ruimtelijk belang, ze hebben ook een belangrijke publieke betekenis. In stedelijke gebieden is er de constante vraag naar groen en water in de buurt van de woonomgeving maar dit is er vaak niet. Een braak-liggend terrein beantwoordt niet meteen aan deze vraag maar heeft wel potenti es om ti jdelijk een stuk

van deze vraag op te vangen. Tijdelijke buurtprojec-ten hebben daarom grote kans om acuut wijknoden aan te pakken en in te spelen op de wensen en noden van de bewoners op dat moment. Zo kunnen de pop-up ruimtes van groot belang zijn voor maatschappe-lijk kwetsbare burgers maar eveneens voor alle be-woners die gebruik maken van de ruimte. Het is een plek waar burgers samen komen, er groeit geleidelijk aan een publiek belang en er worden sociale ban-den gesmeed. De ti jdelijke ruimtes kunnen in zekere mate de taken van een groots stadspark overnemen maar dan op een lokale, kleinere schaal en met een meer fl exibel karakter in zowel invulling als gebruik. Daarom spelen dit soort projecten meer en meer een belangrijke rol in de ontwikkeling van een meer duur-zame samenleving.

We merken ook de groeiende wil bij beleidsmakers om op een multi disciplinaire en parti cipati eve manier stedelijke projecten aan te pakken. Vaak komt bij gro-te projecten veel kijken, zijn er teveel verschillende spelers, hebben de uiteindelijke gebruikers weinig inspraak of kunnen ze pas hun mening geven als het

“Vlaanderen mag opnieuw een soort toevoegen aan de Rode Lijst van bedreigde diersoorten: de homo ludens var. naturalis, of het in de natuur spelende kind. Intensieve monitoring toont dat de homo ludens var. naturalis in onze contreien dramati sch achteruitgegaan is. De oorzaak van de terugval van het aantal exemplaren lijkt vooral, zoals zo vaak het geval met Rode Lijstsoorten, de inkrimping van hun natuurlijke biotoop. Het gaat om ongebruikte gronden in de onmiddellijke omgeving van menselijke bewoning. Maar ook bossen en natuurgebie-den, waar de soort ook buiten de paden haar typische gedrag kan vertonen, zijn steeds dunner gezaaid. Daar-naast wordt de soort ook bedreigd door een spectaculaire aangroei van haar belangrijkste natuurlijke predator: het verkeer. Verder richten het aansprakelijkheidsvirus en de juridiseringsepidemie een ware ravage aan onder de overblijvende populati e. Die exoti sche virussen, ingevoerd uit Noord-Amerika, blijken uitzonderlijk goed te gedijen in onze regio. Ze besmett en ook andere soorten zoals de homo hyperparentes (de overbezorgde ouder) en zelfs de van nature weinig voor besmetti ng vatbare animator jugens (de jeugdwerker). In het kader van de langetermijndoelstellingen voor biodiversiteit moeten we dringend maatregelen nemen om die Rode Lijstsoort te behoeden voor exti ncti e in Vlaanderen.”

Door Toon Luypaert van de Ambrassade (Luypaert, 2013)

Page 5: Trendrapport 2013

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

S

55

PIRA

MU

IDE

ZOM

ERSP

EELB

OSS

ENST

ADSL

AND

BOU

WG

UER

RILL

A RU

IMTE

S

eigenlijk al te laat is. Tijdelijke ruimtes doorlopen een ander proces. Het karakter en de achtergrond van deze ruimtes vraagt naar een meer parti cipati eve aanpak en een meer handelende rol van de gebrui-kers. De vraag voor de ontwikkeling van een ti jdelijk project komt vaak al van buurtbewoners die merken dat de ruimte potenti es heeft of die de ruimte zelf al claimen. Het is daarom veel gemakkelijker om men-sen te betrekken en ze het nut ervan te laten inzien. Door buurtbewoners en gebruikers al van bij de start in te schakelen in het proces krijgen ze een zeker ver-antwoordelijkheidsgevoel en zullen ze met zoveel meer respect omgaan met de ruimte. Ze kunnen zich de ruimte als het ware toe-eigenen en worden ge-deelde eigenaars van de ruimte. Het eigenaarschap in ti jdelijke projecten is van essenti eel belang voor de conti nuïteit en het slagen van het project.

Pop-up ruimtes hebben niet enkel voor volwassenen een maatschappelijk belang, ze hebben ook erg veel potenti es om kindvriendelijke ruimtes te zijn. Daar-mee wordt niet bedoeld dat enkel kinderen en jon-geren gebruik mogen maken van deze ruimte, want we spreken nog steeds over publieke ruimtes, dat wil zeggen voor een groot publiek. Het betekent wel dat er zowel iets te beleven moet zijn voor volwassenen als voor kinderen en jongeren. Voor hen is het be-langrijk dat de ruimte voorziet in hun noden en wen-sen zoals een plek om te hangen, om in te bewegen, om zich creati ef te uiten, zonder dat de ruimte uit-drukkelijk voor hen ontworpen is want dan worden ze verplicht om daar gebruik van te maken. Kinderen en jongeren zeggen wat ze moeten doen, werkt in veel gevallen immers net omgekeerd. Er moet dus gezocht worden naar een gezond evenwicht tussen de ver-schillende actoren in de publieke ruimte en door de actoren samen te brengen en samen te laten naden-ken over de invulling kom je al een heel eind verder.

Tijdelijke ruimtes zijn belangrijke stapstenen in een speelweefselnetwerk1. Tegenwoordig hebben ou-ders de neiging om hun kinderen overal naar toe te brengen of hen te begeleiden ti jdens hun routes naar

school en naschoolse acti viteiten. De zogenaamde ‘scharrelkinderen2’ die zich autonoom verplaatsen in een stad worden steeds uitzonderlijker. Kleine stapstenen binnen het stedelijk weefsel, zoals ti jde-lijk ingerichte ruimtes, zijn voor kinderen en jonge-ren essenti eel om de stad te beleven en om hen op een veilige manier van de ene plek naar de andere te loodsen.

Door acti ef te investeren in ti jdelijke ruimtes kunnen er op korte termijn knelpunten aangepakt worden in wijken waar er dringend ruimte nodig is om te recre-eren. Niets houdt ons tegen om de ti jdelijke plekken later uit te bouwen tot een vaste openbare ruimte. Door dat je eerst hebt kunnen testen of de ruimte wel geschikt is om bepaalde functi es te bevatt en kan je ervan uit gaan dat, als er dan een permanente invul-ling komt, de ruimte gebruikt zal worden in de toe-komst. Ook al zijn er geen plannen om in de toekomst deze plek te ontwikkelen als publieke open ruimte, dan nog zijn er verschillende voordelen aan het ti jde-lijk inrichten van een braakliggend terrein. Er kan op een low budget manier een ruimte ingericht worden met als tegencompensati e de ruimte te onderhou-den en te bewaken op verloedering, verontreiniging en vandalisme. De opbouw en de acti viteiten die er georganiseerd worden dragen bij tot het gemeen-schapsgevoel van de buurt. Er worden snel en gericht speelkansen gecreëerd in afwachti ng van toekom-sti ge ontwikkelingen. Het publiek karakter van de acti viteiten op de plek kan helpen bij de inburgering van nieuwe bewoners in de buurt. Er kunnen kansen gecreëerd worden voor sociale tewerkstelling. Men-sen worden in contact gebracht met hun buren, wat de dialoog zal versterken en daarmee ook de weder-zijdse verdraagzaamheid. Ongekend is onbemind zeg-gen ze wel eens. De algemene inrichti ng en uitstraling van de ti jdelijke plek zal zeker en vast beter zijn dan wanneer de ruimte braak blijft liggen, het draagt dus bij aan de identi teit van de wijk of buurt. Kortom een plek ti jdelijk inrichten heeft erg veel voordelen voor de buurt en zijn bewoners, ongeacht de invulling en de duur van het project.

--------1 Een speelweefsel is een verbindend netwerk tussen alle voor kinderen en jongeren relevante plaatsen in de stad, zowel formele als informele plekken behoren hiertoe. 2 Scharrelkinderen zijn kinderen die buiten mogen spelen en rondlopen, zonder dat er volwassenen bij zijn.

Page 6: Trendrapport 2013

66

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

SPI

RAM

UID

EZO

MER

SPEE

LBO

SSEN

STAD

SLAN

DBO

UW

GU

ERRI

LLA

RUIM

TES

piramuide

PIRA

MU

IDE

In de wijk De Muide, op het voormalig terrein van loods 21 prijkt sinds 2012 een houten piramide aan de horizon. De buurtbewoners van de wijk noemen hem ‘Piramuide’, erg toepasselijk, niet? De Pira-muide doet dienst als café, trefpunt, baken en straalt de identi teit van de buurt uit. De Piramuide maakt deel uit van een ti jdelijk project dat zich voltrekt op het braakliggend terrein tussen twee oude loodsen. Stad Gent plant om in de toekomst van deze plek een evenemententerrein te maken, maar zolang het maar bij plannen blijft hebben vzw Rocsa en de buurtbe-woners de toestemming gekregen om hier ti jdelijke inrichti ngen te doen.

Het is allemaal begonnen met het ombouwen van een silo naar een raket in 2011. Deze raket werd in samenwerking met de jongeren van de buurt ontwor-pen en gebouwd en doet dienst als hangplek. Kort erna hebben ze de Franse kunstenaar Nicolas Milhé

onder de arm genomen die de Piramuide ontwierp. De kunstenaar, schrijnwerkers, lokale architecten en ingenieurs en een groot aantal buurtbewoners heb-ben de krachten samen gebracht en hebben deze constructi e gebouwd. Momenteel worden er markt-jes in georganiseerd, lokale muziekgroepen krijgen er de kans om op te treden, kortom het is het kloppend hart van het sociaal gebeuren in de buurt geworden. In De Muide wonen mensen met veel verschillende achtergronden, ze komen uit verschillende landen en brengen verschillende culturen mee. Het project Pira-muide is erin geslaagd om al deze mensen samen te brengen op één plek om elkaar en hun cultuur te le-ren kennen. Er werd deze zomer een halal-barbecue georganiseerd maar ook een broodbakdag waar zo-wel Vlaamse als Turkse moeders tonen hoe zij brood bakken. Er zijn dus kansen genoeg om lett erlijk en fi -guurlijk te proeven van de sfeer van de wijk.

Assurance Ambiance. (z.d.). Piramuide. www.facebook.com/piramuide

Page 7: Trendrapport 2013

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

S

77

PIRA

MU

IDE

ZOM

ERSP

EELB

OSS

ENST

ADSL

AND

BOU

WG

UER

RILL

A RU

IMTE

S

piramuide

Vzw Rocsa mikt niet enkel op volwassenen, ze enga-geren zich om de plaatselijke jeugd te betrekken in hun projecten omdat zij rechtstreekse gebruikers zijn van de plek. Vanuit arti sti ek standpunt worden de kinderen en jongeren geprikkeld om zich creati ef te uiten. Ze hebben hier een plek gekregen waar ze on-gestoord kunnen jong-zijn, waar ze lawaai mogen ma-ken zonder een GAS-boete aangesmeerd te krijgen. Samen met de kunstenaars en begeleiders van Rocsa hebben ze al enkele mooie projecten opgestart. Er zijn krasbanken gemaakt uit wegwerp houten mate-rialen zoals palett en. De jongeren moesten ze zelf in elkaar ti mmeren en ervoor zorgen dat ze bruikbaar waren. Daarna mochten ze de banken signeren, door er hun krabbel in te graveren, estheti sch vandalisme wordt het genoemd. Aangezien ze de banken zelf ge-maakt hadden en hun naam erop stond, mochten ze ermee doen wat ze wilden. Sommige jongeren be-slisten de bank af te breken, anderen hebben er een kunstwerk van gemaakt. Maar wat het meest opviel, is dat er steeds meer banken bij kwamen. Het project had duidelijk zijn doel niet gemist.

Er zijn, in samenspraak met de jeugd, muziekinstru-menten ontwikkeld die verspreid staan over de site. Een boom met blikken in waarop kan getrommeld worden en een reuzenkegel op een voet waardoor je je eigen stem kunt versterken en bijvoorbeeld iets kan roepen als: “Wij willen jong-zijn”! Onlangs werd gestart met een ambiti eus project: het ontwikkelen van een reuzenmeccano, je kent het wel, het bouw-pakket met latjes met gaten, schroeven, moertjes en bouten, waar je als kind mee speelde. De kunstenaars van Rocsa maakten dit bouwpakket maar dan 20 keer zo groot. Het kan nu gebruikt worden door de kin-deren en jongeren van de buurt om constructi es te maken die te gek zijn voor woorden, maar waar mee gespeeld kan worden. Als ze de constructi e beu zijn,

PIRA

MU

IDE

breken ze hem gewoon af en bouwen ze een nieuwe. Het mooie aan dit project is dat het niet gebonden is aan wijk De Muide maar dat gelijk waar zo’n reu-zenmeccano bouwpakket gebruikt kan worden om ti jdelijk braakliggende plekken een leuke invulling te geven. Rocsa vzw toont ons hoe we met beperkte middelen een tof, ti jdelijk project kunnen opstarten. Het doel bij dit project is minder belangrijk dan de weg die afgelegd wordt. Ook al weten de bewoners dat dit geen blijvend project is, toch vinden ze het be-langrijk om zich te engageren omdat de bijkomende positi eve eff ecten van deze samenwerking soms nog belangrijker zijn dan de wezenlijke ruimte.

Assurance Ambiance. (z.d.). Piramuide. www.facebook.com/piramuide

Page 8: Trendrapport 2013

88

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

SPI

RAM

UID

EZO

MER

SPEE

LBO

SSEN

STAD

SLAN

DBO

UW

GU

ERRI

LLA

RUIM

TES

ZOmerspeelBOssen

ZOM

ERSP

EELB

OSS

EN

BOSSEN IN VLAANDEREN

Spelen in het bos en in de natuur, het is vandaag de dag niet alti jd even evident. In natuurgebieden en bossen is men verplicht om op de wandelpaden te blijven. Een avontuurlijk bosspel spelen in derge-lijk gebied zit er daarom niet meteen in. Hoewel... deze zomer werd er 3.732 hectare speelzone open gesteld voor het brede publiek. Deze zones, zomer-speelbossen genoemd, zijn vrij toegankelijk in juli en augustus tussen 8u en 22u. De zomerspeelbossen vullen de permanente speelbossen, 2.350 hectare, aan en geven kinderen, jongeren en jeugdverenigin-

gen de kans zich uit te leven in speelbossen verspreid over gans Vlaanderen.De speelbossen werden vast gelegd door het ANB (Agentschap voor Natuur en Bos) en zijn duidelijk aangeduid. Een permanente speelzone wordt aan-geduid door een groen bordje, een zomerspeelzone door een oranje bordje.

Toch is het belangrijk dat er vermeld wordt dat spe-lende kinderen en begeleiding zich moeten houden aan enkele duidelijke afspraken:

Agentschap voor Natuur en Bos. Drongengoedbos. www.natuurenbos.be

Page 9: Trendrapport 2013

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

S

99

PIRA

MU

IDE

ZOM

ERSP

EELB

OSS

ENST

ADSL

AND

BOU

WG

UER

RILL

A RU

IMTE

SZO

MER

SPEE

LBO

SSEN

1. Afval hoort in de vuilnisbakken die voorzien zijn op het terrein.

2. Er mogen geen vuurtjes gemaakt worden in het bos of natuurgebied.

3. Honden mogen een bezoekje brengen aan de speelzone, maar steeds onder begeleiding

en aan de leiband.

4. Planten, bloemen en paddenstoelen mogen niet geplukt worden.

Agentschap voor Natuur en Bos. (2013). Zomerspeelbossen. www.natuurenbos.be

Page 10: Trendrapport 2013

1010

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

SPI

RAM

UID

EZO

MER

SPEE

LBO

SSEN

STAD

SLAN

DBO

UW

GU

ERRI

LLA

RUIM

TES

ZOM

ERSP

EELB

OSS

EN

5. Houd het rusti g in het bos of natuurgebied, luid schreeuwen en luide muziek maken is niet

nodig.

6. Dieren hebben ook hun plek in het bos, ze vangen is dus niet toegestaan.

7. Om de rust te garanderen voor de bosbe-woners, is spelen in de speelzone enkel toege-staan tussen zonsopgang en zonsondergang.

8. Maar de laatste regel is de belangrijkste: het is een speelzone, dus SPELEN maar!!

Agentschap voor Natuur en Bos. (2013). Zomerspeelbossen. www.natuurenbos.be

Page 11: Trendrapport 2013

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

S

1111

PIRA

MU

IDE

ZOM

ERSP

EELB

OSS

ENST

ADSL

AND

BOU

WG

UER

RILL

A RU

IMTE

SZO

MER

SPEE

LBO

SSEN

Omdat iedereen verplicht is zich aan deze regels te houden, zeker kinderen en jongeren die in de speelzone ko-men spelen, heeft het ANB (Agentschap voor Natuur en Bos) deze regels op kindermaat laten maken. Tekenaar Jan Van Lierde kroop in zijn penseel op zoek naar bevatt elijke illustrati es bij deze gedragsregels, het resultaat is erg geslaagd en duidelijk.

De zomerspeelbossen hebben een ti jdelijk karakter. Ze worden open gesteld in een periode waar de vraag om te spelen in het bos het grootst is, de zomer uiteraard. Niet enkel kinderen met ouders komen hierop af, ook speelpleinwerkingen en verenigingen kunnen greti g gebruik maken van de ruimte. Deze drukke periode valt gelukkig samen met een kalmere periode op natuurlijk vlak. Vogels die in de bossen nesten en wonen hebben meestal jongen die uitgevlogen zijn, bosbloeiers zijn reeds uitgebloeid aan het begin van de zomer en de plan-ten die in de herfst vruchten dragen, zijn nog niet rijp. Het is op natuurlijk vlak een kalme periode en er is dus des te meer ruimte om eens aangenaam druk te zijn in het bos.

We hopen daarom ten harte dat dit initi ati ef verder gezet kan worden de volgende jaren, want de vraag naar speelplekken en zones waar kinderen zich mogen uitleven, zal alleen maar sti jgen. We kunnen via deze weg kinderen en jongeren op een toff e manier in contact brengen met de natuur. Hun appreciati e en respect voor de natuur zal erop vooruit gaan en dat zorgt ervoor dat ze met een ander oog naar natuur en landschappen zullen kijken.

Parc Chlorophylle, Manhay (2013) eigen fotomateriaal

Page 12: Trendrapport 2013

1212

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

SPI

RAM

UID

EZO

MER

SPEE

LBO

SSEN

STAD

SLAN

DBO

UW

GU

ERRI

LLA

RUIM

TES

STAD

SLAN

DBO

UW

sTadslandBOuWDe term stadslandbouw maakt een opmars, niet en-kel binnen de sector maar ook in het commercieel netwerk. Er worden boeken gepubliceerd die je aller-lei handige ti ps aanreiken om zelf van start te gaan met een stadstuintje, tuinprogramma’s tonen ons van A tot Z hoe alles in de prakti jk om te zett en en in Nederland werd de eerste ‘dag van de stadsland-bouw’ gevierd. Als je er nog niet van gehoord had, is het zeker nu het moment om je te informeren.

Stadslandbouw speelt vandaag een rol in het ecolo-gisch bewustzijn en het transiti e-denken van de stads-bewoners. De term stadslandbouw is niet zo nieuw, de drukte rond dit alles is wel nieuw. Het gaat over een hernieuwde interesse voor de oorsprong van ons voedsel en voor het zelf produceren ervan. Toch zijn enige opmerkingen rond dit thema hier op hun plaats. We zien heel wat projecten en toepassingen ontstaan die onder de term stadslandbouw vallen, maar die niet allemaal even duurzaam en ecologisch verantwoord zijn en in principe de term ‘landbouw’ niet verdienen. Stadslandbouw is eigenlijk een in-dustrie en dus geen hobby. Het Research Center on Urban Agriculture and Food Security heeft 3 grote groepen (Thuis in de stad, 2012) onderscheiden in de verschillende producti etypes. Er is de marktgeoriën-teerde stadslandbouw die bestaat uit kleinschalige

(half)commerciële akkerbouw-, tuinbouw-, veeteelt- of aquacultuurbedrijven, die meestal gelegen zijn in peri-urbane gebieden en produceren voor de markt. Een tweede groep is de multifunctionelestadsland-bouw die naast landbouwproducten ook andere diensten aanbiedt zoals educati e, recreati e, zelf-plukboerderijen, hoevetoerisme, agrarisch natuur-beheer en die gericht is op specifi eke doelgroepen in de markt zoals scholen, jonge gezinnen, kinderen en jongeren. Een derde vorm is de niet-commerciëlestadslandbouw en dit omvat alle parti culiere toepas-singen zoals het verbouwen van groenten en fruit op dakterrassen, in tuinen, op balkons of vensterbanken maar ook collecti eve initi ati even zoals volkstuintjes, insti tuti onele tuinen binnen scholen, ziekenhuizen, gevangenissen, tuinen die dus een recreati ef, thera-peuti sch en educati ef karakter hebben. Als we dus spreken over stadslandbouw in de werkelijke zin van het woord ligt het accent ervan op de producti e, als we spreken over stadslandbouw in de trendy zin van het woord van ligt het accent op het sociale en edu-cati eve aspect. We spreken daarom vaak over ‘urban farming’ of ‘micro-farming’ om deze onprofessionele vormen van stadslandbouw te benoemen. Ondanks de soms wat ongelukkige terminologie zijn we er toch van overtuigd dat dit thema een rol speelt en kan spelen in het jeugdruimtelandschap van nu en de

Hogeschool Rott erdam. (z.d.). Wat is het eff ect van stadslandbouw op de stad. www.hogeschoolrott erdam.nl

Page 13: Trendrapport 2013

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

S

1313

PIRA

MU

IDE

ZOM

ERSP

EELB

OSS

ENST

ADSL

AND

BOU

WG

UER

RILL

A RU

IMTE

SST

ADSL

AND

BOU

W

toekomst. Het doelpubliek zijn vooral scholen en hun leerlingen, stadsbewoners en specifi eke groepen bin-nen de bewoners van een buurt.

Omdat stadslandbouw, de naam verklapt het zelf al, zich hoofdzakelijk manifesteert in en rondom de stad is de toepassing ervan vooral gericht naar stadsbewo-ners en hun specifi eke vraag naar recreati e en aan-gename omgevingen. Het mag vreemd lijken, maar de vervreemding van de natuurlijke omgeving, door te wonen in een stad, kan voor velen de motor zijn voor een bewustzijnsontwikkeling en een verande-ring in gedrag. Daarom is het een trend die aanslaat bij stadsbewoners, maar toch ook een weerklank heeft in landelijk gebied, hoewel ze daar nog minder ver verwijderd zijn van de natuurlijke processen. De nood en vraag zijn echter veel groter in de stad en omdat straks (in 2030) 60 % van de mensen wereld-wijd in stedelijk gebied zullen wonen, zal die nood al-leen maar verhogen. Om toch het gevoel en het con-tact niet te verliezen gaan we met z’n allen op zoek naar manieren om ons eigen voedsel te telen, te zien groeien, samen te verzorgen en te oogsten. Voor kin-deren die hun ganse leven in stedelijk gebied wonen is het vaak niet evident om bijvoorbeeld correct te antwoorden op de vraag hoe tomaten groeien. Daar-om zijn plaatselijke initi ati even zoals buurtt uintjes of een moestuin op het schooldomein dé perfecte manier om hen voor het eerst in contact te brengen met de natuurlijke processen en hen het plezier van voedsel telen aan te leren. Wat je zelf gekweekt hebt, smaakt meestal beter, het kan daarom zelf een ma-nier zijn om kinderen te laten proeven van groenten en fruit die minder voor de hand liggend zijn. Dus hoe banaal het ook lijkt om enkele soorten te kweken op een klein stukje grond, er zijn veel meer voordelen aan verbonden dan men zou denken.

Stadslandbouw heeft een maatschappelijke meer-waarde die in de toekomst alleen maar belangrijker zal worden omdat het in de eerste plaats een belang-rijke ecologische waarde heeft . In stedelijke omge-vingen is er wel groen aanwezig, alleen is veel van dat groen helaas kijkgroen. Aangezien de vraag naar groene ruimte in de stad zal verhogen, zal veel van het kijkgroen omgevormd moeten worden naar gebruiks-groen. Dat wil niet zeggen dat het zijn estheti sche waarde moet verliezen, dat wil wel zeggen dat het groen in de stad multi functi oneel gebruikt zal moe-ten worden. Er is bijvoorbeeld de mogelijkheid om in stadsparken en in onbenutt e delen van een wijk een ruimte vrij te houden om collecti eve stadstuinen te ontwikkelen zoals de market Gardens van Hackney in

Londen. Er worden in de Market Gardens biologisch gekweekte producten geoogst die vervoerd worden naar de consument door middel van fi etsen. Ervaren landbouwers leiden vrijwilligers op en die krijgen na het afronden van de opleiding de mogelijkheid om een eigen lapje grond te exploiteren. Agroforestry is ook een slimme manier om kijkgroen om te vormen tot gebruiksgroen. Deze vorm van stadslandbouw laat toe dat in het openbaar groen ook vruchtprodu-cerende soorten aangeplant worden zoals meerjarige groenten, noot- en vruchtdragende boomsoorten en besdragende struiken. Gebruikers van het publiek groen kunnen dan profi teren van de winst van deze soorten zoals gebeurt in de eVa-lanxmeerwijk in Cu-lemborg, Nederland.

Deze multi functi onele wijk combineert werken, re-creëren, drinkwater winning, naar school gaan en voedsel produceren op een ecologische en parti cipa-ti eve manier. Bewoners werken samen in de gemeen-schappelijke tuin en profi teren van de opbrengst, ze onderhouden zelf het openbaar groen en mogen de vruchten plukken, ze delen auto’s, kortom ze werken

London, B. (2012). The Market Gardens of Hackney. www.growingcity.co.ukEVA-Lanxmeer. (z.d.). EVA-Lanxmeer. www.eva-lanxmeer.nl

Page 14: Trendrapport 2013

1414

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

SPI

RAM

UID

EZO

MER

SPEE

LBO

SSEN

STAD

SLAN

DBO

UW

GU

ERRI

LLA

RUIM

TES

Op 750 m² tuinieren 100 vrijwilligers samen, ze kwe-ken soorten die aangepast zijn aan de extreme om-standigheden van de stad, kippen zorgen er voor be-mesti ng, er wordt collecti ef gecomposteerd op het dak, de producten worden verkocht op een markt eens per week of verkocht aan lokale restaurants die op fi etsafstand van de daktuin liggen. Er woont zelfs een familie bijen in drie bijenkasten die een unieke stadshoning produceren. Er worden dus veel functi es samen gebracht op een onwaarschijnlijke plek in de stad.

Op het dak van het restaurant Vinegar Factory in Manhatt an, New York bouwde Eli Zabar, de eigenaar van het restaurant, een serre waarin hij groenten en fruit kweekt die gebruikt worden in het restaurant. De serre maakt gebruik van de restwarmte die uit de keuken opsti jgt. Eetbare groendaken, zoals het dak van CityHall, het stadhuis van Chicago, kunnen ook een belangrijke rol spelen in het verlagen van de ef-fecten van het ‘heat island’1-fenomeen in stedelijke kernen. Groendaken kunnen een grote hoeveelheid regenwater buff eren, ze zorgen voor verkoeling en kunnen voordeel halen uit het microklimaat dat in een stad heerst.

STAD

SLAN

DBO

UW

samen om de behoeft en van de wijk op een duurza-me wijze aan te pakken. Deze vormen van vergroe-nen van de openbare ruimte dragen bij aan het ver-groten van de variëteit van het groen in de stad, wat de biodiversiteit van de stad ten goede komt. Speci-fi eke vormen van stadslandbouw, zoals eetbare da-ken, dragen bij tot het meer klimaatbestendig maken van de stad. Op het dak van één van de Broadway-magazijnen in Brooklyn, New York ligt de eagle street RooftopFarm, de eerste daktuin voor groenten- en fruitt eelt in Noord-Amerika.

--------1 heat island eff ect is het fenomeen dat de temperatuur in een stedelijk gebied gemiddeld hoger is dan in het omlig-gende landelijk gebied.

EVA-Lanxmeer. (z.d.). EVA-Lanxmeer. www.eva-lanxmeer.nlRooft opfarms. (z.d.). Growing above Brooklyn. htt p://rooft opfarms.org/

Learning Living Roofs. (2010, 3 juni). Eli Zabars Rooft op Greenhouse. htt p://learninglivingroofs.blogspot.be

Page 15: Trendrapport 2013

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

S

1515

PIRA

MU

IDE

ZOM

ERSP

EELB

OSS

ENST

ADSL

AND

BOU

WG

UER

RILL

A RU

IMTE

SST

ADSL

AND

BOU

W

1. De daktuin vangt regenwater op en houdt het vast om later, op drogere periodes, te gebruiken.2. Door dat de daktuin gesitueerd is bovenop een groot dak, maakt het gebruik van zonovergoten ruimte in de stad die anders onbruikbaar is.3. De kippen in de tuin zorgen voor bemesti ng en leggen daarenboven nog eens lekkere eieren.4. Vrijwilligers, bezoekers en chef-koks mogen alti jd hun groenafval komen afgeven om de daktuin te voorzien van de nodige nutriënten door middel van compost gemaakt van het afval.5. De gewassen die gekweekt worden op de daktuin zijn gekozen voor hun aanpassingsvermogen en hun pro-ducti viteit. Er worden ook enkel planten naast elkaar gezet die naast elkaar kunnen groeien.6. Er wordt wekelijks een markt georganiseerd om de opbrengsten te verkopen. De groenten en fruit worden ook verkocht aan restaurants die op fi etsafstand van de daktuin zitt en.7. Er worden 3 bijenkorven gehouden op de daktuin om de bestuiving van de gewassen te garanderen.

Rooft opfarms. (z.d.). Growing above Brooklyn. htt p://rooft opfarms.org/

Page 16: Trendrapport 2013

1616

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

SPI

RAM

UID

EZO

MER

SPEE

LBO

SSEN

STAD

SLAN

DBO

UW

GU

ERRI

LLA

RUIM

TES

STAD

SLAN

DBO

UW

gen kweekzak, een les ecologisch tuinieren of een deel van de opbrengst van de geoogste groenten. We kunnen uiteraard ook niet wegstoppen dat stads-landbouw een economisch voordeel kan hebben. Door zelf het meeste van het werk te doen, bespaar je uiteraard een grote kost. Dit zorgt ervoor dat dit soort projecten fi nancieel laagdrempelig zijn en iedereen er deel van kan uitmaken. Het ti jdelijk in-vullen van braakliggende ruimtes gaat verloedering tegen en daarmee worden onderhoudskosten gemi-nimaliseerd. En door dat stadslandbouw het korte-keten principe ondersteunt, worden de vervoerskos-ten van het voedsel tot een minimum gebracht. Er is dus een grote groep personen die rechtstreek voor-deel kunnen halen uit zowel de grote, marktgerichte projecten als de parti culiere, micro-farming projecten die in een stad georganiseerd worden. Zoals de stu-denten van de stad Gent met het project stujardin,

een samenwerking tussen de Gentse studentenraad, Jeugdbond voor Natuur en Milieu en UGent1010, de studentenvereniging voor een duurzame universiteit. Het project bestaat uit 2 luiken: enerzijds worden er vijf groeiavonden rond stadstuinieren georganiseerd, waar je kan deelnemen aan workshops om de theo-rie om te zett en in prakti jk. Anderzijds is er in maart 2013 een moestuin aangelegd op de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, waar er ruimte gecreëerd is voor studenten en medewerkers om te tuinieren en zelf hun voedsel te kweken.Stadslandbouw is dus aan een opmars bezig maar heeft nog veel meer potenti eel in de toekomst, zowel voor kinderen en jongeren als volwassen, wat nog maar eens aantoont dat we krachten moeten bunde-len en sector-overschrijdend moeten samenwerken om tot duurzame en innovati eve oplossingen te ko-men voor het ruimteprobleem dat ons allen aangaat.

Naast ecologische voordelen kunnen we aannemen dat verschillende vormen van stadslandbouw ook een sociaal-culturele meerwaarde hebben. Het kan bijdra-gen aan de sociale cohesie in een wijk en kan kansen bieden voor mensen met achterstand op de arbeids-markt. de loods in Aalst is een sociale tewerkstel-lingsplaats die onder andere een bioboerderij runt. Het project stelt laaggeschoolden, langdurig werklo-zen, ouderen of mensen met problemen en beperkin-gen te werk. Maar ze organiseren ook een korte-keten project waarbij consumenten een bio-abonnement kunnen nemen en zo pakkett en met lokale produc-ten kunnen afh alen op verschillende afh aalpunten in de streek. Daarnaast kunnen lokale projecten helpen met het overbruggen van culturele verschillen tussen buurtbewoners, zowel volwassenen als kinderen en jongeren. Het bereiken van een collecti ef doel over-sti jgt vaak de menings- en cultuurverschillen.

Zoals in Biodroom, op Linkeroever te Antwerpen, waar een grote gemeenschapstuin is ontwikkeld die kunst, cultuur en groenten bundelt. Ieder-een kan hier komen tuinieren en alles over tuinie-ren leren. Er worden groenten en fruit geteeld in grote zakken omdat het gaat over een ti jdelijk project. Leden van de gemeenschapstuin kunnen op een Biodroom-spaarkaart sparen voor een ei-

Redacti e Biodroom. (z.d.). Kom mee tuinieren op Biodroom. www.dna.be/biodroomStuJardin. (2013). Foto’s StuJardin. www.facebook.com/stujardin

Page 17: Trendrapport 2013

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

S

1717

PIRA

MU

IDE

ZOM

ERSP

EELB

OSS

ENST

ADSL

AND

BOU

WG

UER

RILL

A RU

IMTE

SG

UER

RILL

A RU

IMTE

S

Guerrilla ruimTes

Guerrilla wordt omschreven als oorlogvoering met onverwachte aanvallen op kleine schaal, dé perfecte om-schrijving voor dit soort ‘ruimteaanvallen’. Zie het als oorlogvoering maar op een uiterst vreedzame manier door guerrillastrijders die strijden voor een meer aangename ruimte. Deze acti es zorgen ervoor dat mensen zich meer bewust worden van hun leefomgeving en dat ze acti ef deelnemen aan de publieke ruimte. Ze gaan als het ware in interacti e met de omgeving en zett en hem naar hun eigen hand. Het is een fenomeen dat zich voornamelijk in stedelijke omgevingen uit, omdat er veel lapjes verwaarloosde grond zijn in de stad. De guerril-lastrijders gaan op eigen houtje de stad groener maken, we noemen dit ‘guerrilla gardening’. Bij guerrilla gar-dening gaat het vooral over het opfl euren van je eigen omgeving, alleen of samen met gelijkgestemde zielen. De opdracht is vrij simpel. Zoek een verwaarloosd lapje grond in je omgeving. Beslis wat je er mee wil doen en ga op zoek naar de benodigdheden. Nodig eventueel enkele vrienden uit om zich ook te engageren voor deze acti e. Prik een datum, ideaal zou zijn in de lente, waarop de acti e zal doorgaan en planten maar. Leg je acti e vast op de gevoelige plaat en deel hem via sociale media of blijf anoniem, als je dat wenst

Er zijn verschillende bedrijven wereldwijd die deze trend opgepikt hebben en het commercieel gemaakt hebben, zoals het Schots bedrijf kabloom dat online zaadgranaten verkoopt.

GROW

it

THRO

W it

SO

AK it

Monteiro, R.G. (2010, 27 april). Can you dig it. htt p://tegenlicht.vpro.nlKabloom. (2013). Guerrilla Gardening and seedboms. www.kabloom.co.uk

Page 18: Trendrapport 2013

1818

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

SPI

RAM

UID

EZO

MER

SPEE

LBO

SSEN

STAD

SLAN

DBO

UW

GU

ERRI

LLA

RUIM

TES

GU

ERRI

LLA

RUIM

TES

De zaadgranaten van kabloom zijn eco-vriende-lijke producten, gemaakt uit gerecycleerde, bio-logisch afb reekbare materialen. De verpakkin-gen van de bommen zijn lijm-vrij en bestaan voor 95% uit pre- en post-consumenten afval. De bom zelf breekt af en laat niets anders achter dan bloe-men en planten. Er zijn verschillende bloeibom-men op de markt, zoals nectarrijke bloeiers om bijen te helpen, winterse wilde bloemen om zelfs in de meest duistere weken kleur te geven aan de omgeving, de sunfl ower-power mix die vol zit met krachti ge zonnebloemen, de poppy peacebom waar-uit rode klaprozen groeien of de lovebom die vol zit met vergeet-mij-nietjes en die je misschien kan drop-pen op een betekenisvolle plek. Deze mixen zorgen voor liefde en kleur op plekken in de stad waar dit ontbreekt en zorgen voor een soort van eigenaar-schap van de omgeving. Hoewel Kabloom nog maar sinds 2009 acti ef is, bestaat dit principe al veel langer. Vroeger sprak men over zaadballetjes, het was een gemakkelijke manier om gewassen te zaaien op plek-ken die moeilijk te bereiken waren. De balletjes wer-den gevormd uit zaden met aarde die nat gemaakt werden en aan elkaar kleefden maar ook uit klei of zelf mest vol zaadjes die dan gedropt werden om te groeien. In de 20ste eeuw introduceerde de Japanse bodemkundige en bioboer masanobu fukuoka de

balletjes terug in zijn natuurlijke kweekmethodes op zijn boerderij. Hij noemde ze geen zaadballetjes of zaadgranaten, ze werden aarde-dumplings genoemd, een kwesti e van cultuur en omgeving zullen we maar zeggen. De term ‘zaadgranaten’ werd voor het eerst gebruikt door Liz Christy in 1973 in haar acti e de ‘Green Guerrillas’ in New York.

De eerste zaadgranaten werden gemaakt uit ballon-nen of oude kerstballen gevuld met zaden en over hekkens gegooid met de hoop zielige, braakliggende lapjes grond in New York meer kleur te geven. De Guerrilla Gardening movement was gestart. Van-daag hebben grote groepen, organisati es en indivi-duen zich aangesloten tot deze beweging en palmen ze, zonder specifi eke toestemming, geleidelijk aan braakliggende gronden in. Guerrilla Gardeners plan-ten groen aan en maken een verschil in hun omge-ving, ze brengen de wijk tot leven en voegen kleuren-spett ers toe aan het publieke leven.

In dezelfde adem van guerrilla gardening kunnen we het hebben over Yarn-Bombing en Knit-graffiti of in het Nederlands stadsbreien of wildbreien. Deze ti jdelijke vorm van street art, vooral beoefend door vrouwen, is wereldwijd ontwikkeld met de hulp van kunstenaars, kunstenaarscollecti even en anonieme breiers die het voorbeeld volgen van MagdaSayeg, de Amerikaanse startt e in 2005 deze kunstvorm.

masanobu fukuokaDe Japanse bodemkundige en bioboer.

LizChristymet haar Green Guerrillas in New York, 1973.

Farmer,J. (2012, 6 april). Masanobu Fukuoka has crept into my soul. www.highdesertchronicles.comCity of New York Parks and Recreati on. (z.d.). The Community Garden Movement. www.nycgovparks.org

Page 19: Trendrapport 2013

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

S

1919

PIRA

MU

IDE

ZOM

ERSP

EELB

OSS

ENST

ADSL

AND

BOU

WG

UER

RILL

A RU

IMTE

SG

UER

RILL

A RU

IMTE

S

YarnbombingdoorMagdaSayeg

Yarn Bombers palmen de stad in om die aangena-mer te maken en ze vormen de koude, grijze plek-ken om tot kleurrijke kunstwerkjes. Ze versieren de stad zoals ze hun eigen interieur zouden versieren, ze zien de publieke ruimte dus als een uitbreiding van de privé ruimte en gaan hem naar hun hand zet-ten. Ze vinden dat de textuur van wol een gezellige warmte brengt, en ze creëren kunst waar je niet enkel naar mag kijken maar die je gerust ook mag aanra-ken. Bovendien beschadigen ze niets want de kunst-werkjes kunnen gemakkelijk verwijderd worden. De breiwerkjes maken en ophangen schept een fi erheid, niet alleen voor de breier van dienst maar

ook voor enthousiast reagerende voorbijgangers en buurtbewoners. Mensen die voorbij het breiwerkje lopen en die het opmerken, nemen foto’s, wisselen indrukken uit en gaan spontaan glimlachen. Hierdoor krijgen de werken vrij veel respect en is de kans op vandalisme miniem. De breiwerkjes kunnen zelf een positi eve invloed hebben op de buurt. De verfraaiing van de omgeving kan leiden tot meer respect en kan ervoor zorgen dat er minder vervuiling plaats vind. Zoals gebeurde bij een breiproject van les rimbelles uit Luik. Nadat ze hun breiwerken opgehangen had-den, is de buurt veel nett er geworden.

Sayeg, M. (2012). Magda Sayeg: Current Projects. www.magdasayeg.comLes Rimbelles. (2013). Facebookpagina Les Rimbelles. www.facebook.com/lesrimbelles

Page 20: Trendrapport 2013

2020

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

SPI

RAM

UID

EZO

MER

SPEE

LBO

SSEN

STAD

SLAN

DBO

UW

GU

ERRI

LLA

RUIM

TES

GU

ERRI

LLA

RUIM

TES

VOORBEELDEN WERELDWIJD

BERLIJN/KEULENMiss Crossti tch, straat borduurwerk in Duitsland.

Naast het opvrolijken van de stadsomgeving heeft stadsbreien nog meer positi eve invloeden op de omgeving. Mensen kunnen, door te parti ciperen aan breiprojecten, deel uitmaken van een groep en nieuwe banden sme-den. Stadsbreien is een generati eoverschrijdend project, het stereotype van breiende omaatjes wordt doorbro-ken, doordat ook jonge mensen zich interesseren voor deze vorm van handwerk. Dit soort projecten kunnen de sociale banden in de buurt bevorderen. Door buurtbewoners uit te nodigen om deel te nemen aan een acti e in hun buurt gaan ze in interacti e met de omgeving en krijgen ze het gevoel deel uit te maken van de publieke ruimte. Dit soort acti es sporen mensen aan om acti ef lid te zijn van de buurt en zullen dus een positi eve invloed hebben op de percepti e van de woonomgeving. Naast het sociale aspect van graffi ti knitti ng zit er soms ook een politi ek of ideologisch aspect aan verbonden. Zo werd, om de rechten van vrouwen aan te kaarten, charging Bull op Wall Street, New York in een roze breiwerk gestopt. De woest ogende sti er zag er plots veel minder bedreigend uit in zijn wollig pakje.

In 2011 werden in Wenen betekenisvolle voorwerpen gebombd om de aandacht te vesti gen op InternationaleVrouwendag. Yarn-bombing is dus niet enkel bruikbaar om de grijze stadsomgeving te verfraaien het kan ook de problemati eken in de stad aankaarten en op een vreedzame manier acti e voeren voor thema’s die extra aandacht nodig hebben. We zien deze acti es geleidelijk aan wereldwijd opduiken, de ene heeft al meer impact dan de andere, maar ze brengen allemaal wel een specifi eke boodschap over en bekomen wereldwijd hetzelfde eff ect: een kleurrijke, ludieke en soms innovati eve verfraaiing van de woonomgeving.

Olek, A. (2012). Crocheted Wall St. Bull. www.oleknyc.comMiss Crossti tch. (z.d.). Miss Crossti tch’s Blog: street embroidery. htt p://misscrosssti tch.wordpress.com/

Page 21: Trendrapport 2013

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

S

2121

PIRA

MU

IDE

ZOM

ERSP

EELB

OSS

ENST

ADSL

AND

BOU

WG

UER

RILL

A RU

IMTE

SG

UER

RILL

A RU

IMTE

S

AUCKLANDMargrietendeken in de botanische tuinen van Auckland, Nieuw-Zeeland.

PARIJSJuliana Santacruz Herrera lost wegenisproblemen op op haar eigen manier.

Hamilton, M. (z.d.). Daisy Blanket. htt p://ktandcoff ee.blogspot.be/2011/11/sculpture-in-gardens.html Santacruz Herrera, J. (z.d.). Juliana Santacruz Herrera : decorati ve potholes. www.designboom.com

Page 22: Trendrapport 2013

2222

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

SPI

RAM

UID

EZO

MER

SPEE

LBO

SSEN

STAD

SLAN

DBO

UW

GU

ERRI

LLA

RUIM

TES

GU

ERRI

LLA

RUIM

TES

LONDENAnonieme Yarn-Bombing naar aan-leiding van de Olympische Spelen van 2012 in Londen, VK.

BARCELONAKnitt ed Guerrilla Gardening, de combinati e van

stadsbreien en guerrilla tuinieren in Spanje.

Rayner, R. (2012). London 2012: mystery knitt er leaves Olympic-themed knitt ed fi gures on pier. www.telegraph.co.ukPowazek, D. (z.d.). Make your own plant bomb. www.greenlivingideas.com

Page 23: Trendrapport 2013

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

S

2323

PIRA

MU

IDE

ZOM

ERSP

EELB

OSS

ENST

ADSL

AND

BOU

WG

UER

RILL

A RU

IMTE

SG

UER

RILL

A RU

IMTE

S

BRUGGESamen met de kinderen van m’Boté, het Brugs speelproject van Vivès vzw voor vluchtelingen- en migrantenkinderen en kinderen uit sociaal moeilijke gezinssituati es, zijn we een middagje gaan eye-bomben in de stad. Een sti l protest om de bespeelbaarheid van de stad aan te kaarten.

In dezelfde adem van Yarn-Bombing kunnen we het ook hebben over Eye-Bombing. Een fenomeen waarbij mensen in de publieke ruimte gezichten zien en deze identi fi ceren door er kleefoogjes op te plakken.

Eye bombing. (2013). Humanizing the world, one googly eye at a ti me. www.eyebombing.comEye-bombing in Brugge met M’Boté (2013) eigen fotomateriaal

Page 24: Trendrapport 2013

2424

TIJD

ELIJK

E RU

IMTE

SPI

RAM

UID

EZO

MER

SPEE

LBO

SSEN

STAD

SLAN

DBO

UW

GU

ERRI

LLA

RUIM

TES

GU

ERRI

LLA

RUIM

TES

How to make your own moss-graffi ti :

1. Neem 3 handen vol mos en doe dit samen met 700 ml lauw

water in een blender.

2. Voeg 2 theelepels waterfi xerende gel toe.

3. Voeg 120 ml karnemelk of yoghurt toe.

4. Mix alles door elkaar zodat er een gel ontstaat.

5. Giet de gel in een emmer of pot om deze

gemakkelijk te vervoeren.

6. Schilder een tekening met de gel op hout of beton.

7. Zorg ervoor dat de gel niet uitdroogt, dus benevel de

tekening wekelijks met water.

8. De groene graffi ti zal geleidelijk aan groeien.

Hetzelfde geldt voor Eco-GraffitiofMoss-graffiti.Het idee is hetzelfde, de publieke ruimte wordt aantrekkelijker gemaakt door afb eeldingen, maar de graffi ti is eco-vriendelijk en minder permanent want er wordt gebruik gemaakt van moss-graffi ti . Het is dus wel degelijk mos dat je op muren kan schilderen, het recept is helemaal niet moeilijk. Neem drie handenvol mos, 700 ml lauw water, 120 ml liter yoghurt (dit kan ook bier of karnemelk zijn), twee theelepels waterfi xerende gel, een plasti ek bakje met deksel, een verfk wast en plantenspuit. Met een blender mix je de ingrediënten door elkaar totdat je een gladde, romige substanti e hebt. Neem deze mee in je bakje en maak met de verfk wast je kunst-werk, bij voorkeur op een vochti ge plek. Check in de weken daarna je kunstwerk, en houd het indien nodig vochti g met de plantenspuit.

Environmental graffi ti . (z.d.). 20 masterpieces of green graffi ti . www.environmentalgraffi ti .comFun-Labs. (2013, 13 januari). How to make moss graffi ti . www.fun-labs.blogspot.be

Page 25: Trendrapport 2013

FUN

CTIE

STAP

ELEN

2525

DE

SPEE

LSE

JEU

GD

SITE

BESP

EELB

ARE

KUN

STBR

EDE

SCH

OO

L

funcTiesTapelen“Wereldwijd wonen steeds meer mensen in steden. Vandaag gaat het al over 80 % van de Europeanen, in Vlaan-deren over 1,5 miljoen mensen. Uit recent onderzoek weten we dat ook Vlamingen groen in hun leef- en werk- omgeving heel belangrijk vinden. Inwoners van steden voelen zich mede-eigenaar van de straten en pleinen in hun buurt. Groen is het mooiste van alle materialen waarmee we aan die publieke ruimte kunnen bouwen.” Joke Schauvliege, minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur. (Agentschap voor Natuur en Bos, 2013)

Reutes. (2012, 10 augustus). Feesten voor Krishna. www.nrc.nl

Page 26: Trendrapport 2013

2626

FUN

CTIE

STAP

ELEN

DE

SPEE

LSE

JEU

GD

SITE

BESP

EELB

ARE

KUN

STBR

EDE

SCH

OO

L

Zoals onze minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege al zei, er wonen meer en meer mensen in stedelijk gebied en er wordt verwacht dat deze trend verdergezet zal worden. Er zullen dus meer woningen nodig zijn in stedelijk gebied, de kernen zullen moeten uitbreiden. Toch willen we in Vlaanderen de verstening een halt toe roepen en het principe van inbreiding toepassen. De realiteit strookt met de toekomstvisie, we kunnen niet tegelijkerti jd woningen blijven bouwen en de steden doen inbreiden. Hieruit kunnen we conclude-ren dat we in de toekomst meer zullen moeten doen met dezelfde ruimte, we zullen op zoek moeten gaan naar creati eve vormen van ruimtegebruik. Er zal intensiever, dus hoger en ondergronds, gebouwd moeten worden, verschillende functi es zullen verweven moeten worden en ruimtes zullen omkeerbaar ingericht of hergebruikt moeten worden. Omdat de ruimte een schaarse en eindige bron is, zullen we in de toekomst moeten evolue-ren naar een ruimtelijke ontwikkeling die multifunctioneelen duurzaam is. Vandaar de term functi estapelen, omdat we in de openbare ruimte verschillende functi es op elkaar zullen moeten stapelen. Om duidelijkheid te scheppen lijsten we de defi niti es van vorige begrippen op:

• Multifunctionaliteit: een term waarmee het tegelijkerti jd voorkomen van meerdere maatschappelijke ge-bruiksvormen in een gebied wordt aangeduid. (Brandwijk & Dijkstra, 2002).

• Duurzaam: een ontwikkeling die tegemoet komt aan de noden van het heden zonder de behoeft evoor-ziening van de toekomsti ge generati es in gedrang te brengen. (World Commission on Environment and Development, 1987).

• Functie: De bestemming en daarmee het gewenste gebruik, met het oog op de daarbij betrokken belan-gen. (Encyclo Online Encyclopedie).

Er zijn meerdere redenen waarom we, nog meer dan we nu al doen, multi functi oneel zullen moeten wer-ken in de openbare ruimte. Er dreigt een actueel ruim-tetekort om te voldoen aan de wensen en eisen van elke gebruiker van de openbare ruimte. De bevolking groeit aan, we gaan steeds dichter op elkaar wonen, en toch willen we zoveel mogelijk private ruimte voor onszelf. Een private ruimteclaim doen zal onmogelijk worden omdat er nagenoeg geen vrije ruimte meer is maar ook omdat dit fi nancieel bijna onmogelijk wordt. Zowel private als openbare budgett en worden schaarser en er wordt verwacht in de toekomst meer te doen met minder. Dit is enkel mogelijk als we onze krachten verenigen en samenwerkingsverbanden af-sluiten met partners binnen eenzelfde doel. Door be-langhebbenden samen te brengen, vergroten we niet enkel de fi nanciële pot maar verhogen we ook de cog-niti eve en emoti onele pot. Als we multi functi oneel te werk willen gaan, moeten we verschillende functi es samen brengen en samen laten werken. Zo breng je de kennis van verschillende sectoren zoals jeugd, re-creati e, gezondheid en zorg, natuur, water en wonen samen en kunnen deze sectoren samen nadenken over de toekomsti ge invulling van de publieke ruimte vanuit hun eigen visie en hun eigen buikgevoel. Ui-teraard moet dit af en toe botsen maar dit wakkert ook de dialoog aan en streeft naar een integrale en

parti cipati eve aanpak. Het is enkel op deze manier dat we daadwerkelijk multi functi onele ruimtes kun-nen ontwikkelen, als we vanuit een multi functi oneel kader denken. Sector-overschrijdend werken zal dan een logisch gevolg zijn, alleen stoten we momenteel hier en daar nog op enkele problemen binnen het beleid die deze manier van werken soms onmogelijk maakt. Daarom is het belangrijk dat er zowel bott om-up als bott om-down gewerkt wordt in de toekomst. Het beleid moet deze manier van werken faciliteren en promoten en lokale besturen en zelfs parti culieren moeten dit soort projecten naar voor brengen en met beide handen vast pakken.

Volgens het Groenboek Vlaanderen (Vlaamse Over-heid, 2012) zijn er drie stappen die we moeten door-lopen om tot een doordacht ruimtegebruik te komen: reduceren, hergebruiken en recycleren. Als we gaan reduceren, moeten we zoveel mogelijk trachten bij-komende acti viteiten een plaats te geven in reeds be-bouwde ruimtes. We zullen dus intensiever gebruik moeten maken van de ruimte. Zo kan bijvoorbeeld een jeugdbeweging na schoolti jd gebruik maken van de speelplaats. Ten tweede moeten we streven naar een maximaal hergebruik van goed gelegen ruimte die al eens bebouwd is geweest maar nu in onbruik geraakt is. Dus in plaats van nieuwe open ruimte aan

Page 27: Trendrapport 2013

FUN

CTIE

STAP

ELEN

2727

DE

SPEE

LSE

JEU

GD

SITE

BESP

EELB

ARE

KUN

STBR

EDE

SCH

OO

L

te snijden moeten we eerst en vooral bekijken of be-staande ruimte aan vernieuwing toe is. Het ti jdelijk invullen van dit soort ruimtes is een goede oplossing om acuut problemen aan te pakken en in de toe-komst duurzaam uit te werken. En als we dan toch nieuwe open ruimte aansnijden voor ontwikkelingen dan moet er werk gemaakt worden van omkeerbaar ruimtegebruik. De ruimte moet recycleerbaar zijn. Dat wil zeggen dat de oorspronkelijke toestand van een ruimte eenvoudig hersteld moet kunnen wor-den of dat ruimte zo ontwikkeld moet worden dat ze eenvoudig van functi e kan veranderen. Als we meer en meer gaan streven om op deze manier openbare ruimte aan te pakken dan kunnen we komen tot een duurzaam, multi functi oneel en doordacht ruimtege-bruik.

Wanneer we dus in de toekomst ruimte inrichten, zullen we dit multi functi oneel en duurzaam moeten aanpakken. Dit is zeker geen evidente taak en ver-eist een denkoefening van verschillende belangen-groepen in de openbare ruimte. De beperkte ruimte zal dus intensiever gebruikt worden door een groot aantal verscheidene gebruikers, dat wil zeggen dat er verschillende gebruiksvormen op eenzelfde plaats voorkomen en op verschillende ti jdsti ppen. Multi -functi onaliteit slaat dus niet enkel op de verschillen-de functi es die een gebied zal omvatt en, maar ook op de verschillende belanghebbenden en de verschil-lende ti jdsduur waarin deze gebruik zullen maken van de ruimte.

Enkele voorbeelden en principes: de Speelse Jeugdsite, bespeelbare kunst, Brede School, tonen aan dat we al goed op weg zijn, maar dat er nog grote inspanningen nodig zijn.

De Speelse Jeugdsite, Alveringem (2013) eigen fotomateriaal

Page 28: Trendrapport 2013

2828

FUN

CTIE

STAP

ELEN

DE

SPEE

LSE

JEU

GD

SITE

BESP

EELB

ARE

KUN

STBR

EDE

SCH

OO

L

de speelse jeuGdsiTe

DE

SPEE

LSE

JEU

GD

SITE

speelheuvel met klauterstammen wadi metboomstammen

gazonpad met sjorhout

speelheuvel metzomerbloeiers

los speelmateriaal

betonvlak

verblijfszone met jeugdhuis

wilgenti pi

ingang

waterspeelplaats

speelheuvel metspeelimpuls

zitarena

wilgentunnel

De Speelse Jeugdsite, Alveringem (2013) eigen kaaartmateriaal

Page 29: Trendrapport 2013

FUN

CTIE

STAP

ELEN

2929

DE

SPEE

LSE

JEU

GD

SITE

BESP

EELB

ARE

KUN

STBR

EDE

SCH

OO

LD

E SP

EELS

E JE

UG

DSI

TE

“Het is een kindvriendelijke blauw-groene structuur die duurzaam en parti cipati ef gegroeid is en waar er ruimte gelaten is voor natuurbeleving en vrij spel.”

ALVERINGEMIn het charmante dorpje Alveringem, in de gemeente West-Vlaanderen, is er sinds enkele jaren een prachti g project. De Speelse Jeugdsite is een plek voor en door de jeugd van Alveringem. Op het voormalig terrein van het gemeenschapsschooltje, naast de kerk van Alveringem, kunnen kinderen en jongeren van 1 tot en met 30 jaar terecht voor naschoolse acti viteiten. Op deze site van 8761 m², bundelen verschillende jeugdwerkiniti a-ti even de krachten: het kinderdagverblijf, de Chiro, de KLJ, de muziekschool, de tekenacademie, de speelplein-werking en het jeugdhuis. Hoewel er veel actoren op deze plek samen zitt en slagen ze er uitermate goed in om een speelse, avontuurlijke en duurzame ruimte voor kinderen en jongeren te ontwikkelen. Dit komt vooral omdat de verschillende actoren de vrijheid krijgen om zichzelf te zijn maar toch aangevuld en versterkt worden door de andere partners. We kunnen in dit geval zeker en vast spreken van een gedeeld gebruik in een win-win situati e voor alle deelnemers. De site is niet vanzelf tot stand gekomen, het is door de inspanningen van verschillende krachten dat men tot dit resultaat gekomen is. De landschapsarchitecten van Fris in het Landschap, de architecten van Mozaiek ir., toekomsti ge gebruikers en verschillende jeugdwerkiniti ati even uit de streek hebben de handen in elkaar gesla-gen om deze plek te ontwikkelen voor de jeugd van Alveringem. Door een intensief parti cipati etraject zijn de noden, wensen en dromen van de toekomsti ge gebruikers vertaald in een aantrekkelijk, duurzaam en speels project.

De Speelse Jeugdsite heeft niet alleen een speelse en recreati eve functi e, er is ook gedacht aan een natuurlijk en ecologisch draagvlak. Er is gestreefd om tot een gesloten grondbalans te komen na de inrichti ngen. Dat wil zeggen dat er evenveel is afgegraven als er opgeworpen is. Hierdoor kunnen de kosten laag gehouden worden en hoeft er geen grond te worden afgevoerd. Daarnaast is er gestreefd om het afstromend hemelwater van de gebouwen en verhardingen op de site, vertraagd af te voeren naar de grondwatertafel. Dit doen ze aan de hand van verschillende bekkens die een hoge capaciteit hebben en ti jdelijk veel water kunnen buff eren. Een bijkomend en leuk aspect van de wadi’s is dat ze ontwikkeld zijn om dienst te doen als waterspeelzone. Er is dus zoveel mogelijk gestreefd om de elementen op de site multi functi oneel te ontwikkelen. Wadi’s doen dienst als waterspeelplaats, heuvels zijn zowel speelelementen als extensief te onderhouden hooilanden, de zitarena doet dienst als windkering en het groen op de speelzone is zowel kijk- als gebruiksgroen. De fruitbo-men op de site hebben een historische waarde want het zijn oude streekgebonden soorten. Daarnaast hebben ze ook een educati eve waarde: ze zett en kinderen en jongeren er toe aan om iets te leren over fruit telen en fruit verwerken. Niet enkel de elementen zijn multi functi oneel ontwikkeld, ook de site zelf draagt verschillende functi es zoals opvang, speelzone, natuurzone, waterbuff er, publieke ruimte. Ondanks de grote druk op deze plek is het belangrijk dat het aantrekkelijk karakter van de site behouden blijft en de belevingswaarde niet verloren gaat. Een doordacht en parti cipati ef beheer zorgt ervoor dat de Speelse Jeugdsite al zijn functi es kan behouden zowel op korte als lange termijn. Om deze doelstellingen te halen, worden er overlegmomenten ge-houden waarop de beheerders en gebruikers samen komen om knelpunten, opmerkingen en positi eve punten te bespreken. Deze plek is een mooi voorbeeld van een mensgericht parkbeheer. Het park is er voor en door de gebruiker, het draagt bij aan de sociale contacten tussen de gebruikers, het is een uniek puzzelstuk in de blauw-groene structuren in de streek en een belangrijke schakel in het speelweefsel van Alveringem.

De Speelse Jeugdsite, Alveringem (2013) eigen fotomateriaal

Page 30: Trendrapport 2013

3030

FUN

CTIE

STAP

ELEN

DE

SPEE

LSE

JEU

GD

SITE

BESP

EELB

ARE

KUN

STBR

EDE

SCH

OO

LBE

SPEE

LBAR

E KU

NST

BespeelBarekunsT

“Kinderen moeten leren met risico’s om te gaan en dat kan leiden tot builen, blauwe plekken en zelfs in uitzon-derlijke gevallen tot botbreuk” Frans Everaerts, Spereco speeltoestellen. Everaerts, F. (2008)

Hein, J. (2011). Public Projects: Long Modifi ed Bench Auckland. www.jeppehein.net

Page 31: Trendrapport 2013

FUN

CTIE

STAP

ELEN

3131

DE

SPEE

LSE

JEU

GD

SITE

BESP

EELB

ARE

KUN

STBR

EDE

SCH

OO

LBE

SPEE

LBAR

E KU

NST

Als we in de toekomst moeten functi estapelen, dan gaat dit niet enkel over een ruimte multi functi oneel inrichten en belanghebbenden samen brengen. Mul-ti functi oneel gebruik gaat over veel meer. Het gaat over de inrichti ng van de ruimte en de elementen die gebruikt worden om de ruimte in te richten. De infra-structuur (banken, paden, vuilnisbakken, bruggen,…) kunnen ook multi functi oneel opgevat worden en kun-nen dienen als speelelementen. Vaak worden in het ontwerp van een openbare ruimte kunstelementen voorzien die de ruimte moeten verfraaien en men-sen in contact brengen met kunst en cultuur. Maar deze kunsti ge elementen kunnen ook dienst doen als rustplaats of als speelelement. Het zijn misschien functi es die voor veel mensen niet goed samen gaan, spelen en kunstbeleving… Toch zijn er al enkele voor-beelden die aantonen dat het wel degelijk mogelijk is en dat zowel kinderen, jongeren als volwassenen gebruik maken van de objecten.

Een kunstwerk aanzien als een speelelement is niet meteen voor de hand liggend. Toch kan het de fan-tasie van de kinderen danig prikkelen. Omdat kinde-ren niet op een conventi onele manier op een toestel kunnen spelen, zoals op een schommel of glijbaan, worden ze uitgedaagd om manieren te vinden om wél op zo’n element te spelen. Het draait bij bespeel-bare kunst dus vooral rond uitdagingen en het fanta-siespel opwekken bij kinderen en jongeren. Doordat kunstobjecten veelal interessante hoeken hebben en er vanuit elke zichthoek iets anders te zien is, zijn ze vaak ook een interessant speelobject. De afwisse-ling zorgt er bij kinderen voor dat ze het kunstwerk meerdere keren en op verschillende manieren kun-nen bespelen zonder meteen alle hoekjes en kantjes te kennen. Deze manier van spelen zet veel meer in op de zintuigelijke beleving van elementen. Kunst-werken kunnen kinderen verplichten om met al hun zintuigen op ontdekkingsreis te gaan: ze voelen uit welk soort materiaal het object gemaakt is, ze zien welke kleuren het heeft , ze ruiken of het eventueel een specifi eke geur heeft , ze kunnen er misschien een kenmerkend geluid mee maken of er kan in som-mige gevallen zelfs eens aan geproefd worden. Bij conventi onele speeltoestellen is dit veel minder het geval omdat kinderen al weten hoe ze moeten spelen met zo’n toestel. Op een schommel ga je uiteraard schommelen, er kan op verschillende manieren op

de schommel gezeten worden, maar verder dan dat zal het niet gaan. Onconventi onele objecten in een speelzone lokken vragen en bedenkingen uit, ze roe-pen herinneringen op, of ze zijn volledig nieuw te ont-dekken elementen want er is geen specifi eke manier om ze te bespelen.

De kunstobjecten in de publieke ruimte kunnen een speciale relati e hebben met de omgeving, ze kunnen in thema ontworpen zijn. Deze objecten vertellen het verhaal van de plek waarin ze staan en het is via dit verhaal dat kinderen verder fantaseren. Ze zijn als het ware de kapstokken waaraan ze hun fantasiespel kun-nen ophangen. De kunstobjecten zijn dan niet louter elementen waar ze op kunnen spelen, ze doen dienst als decor voor het verhaal dat kinderen aan het ver-tellen zijn terwijl ze spelen.

Ondanks het plezier dat deze objecten uitlokken, is veiligheid een belangrijke factor. De objecten moeten niet enkel uitdagend en bespeelbaar zijn, ze moeten bovendien ook nog veilig en duurzaam zijn. Het is niet de bedoeling dat kinderen en jongeren zich kwetsen als ze spelen op zo’n object. De vorm kan ze wel uitda-gen tot avontuurlijk spelen, maar de risico’s moeten aanvaardbaar blijven. Daarom is het belangrijk om de factor veiligheid mee te nemen vanaf het begin van het proces. Ook de kunstenaar die de kunstobjecten moet maken moet deze veiligheidsfactor steeds in zijn achterhoofd houden, bij de keuze van het mate-riaal maar ook bij de vorm van het object. Als er te-veel gaatjes, kieren en gleuven in zitt en waar vingers, handen en voeten in kunnen blijven vast zitt en, is het niet wenselijk om het object bespeelbaar te maken. De hoogte van het kunstobject zal uiteraard ook een belangrijke factor zijn in het bepalen of een object al dan niet bespeelbaar is. Er moet rekening gehouden worden met de vrije valhoogte en vrije ruimte rond het object. Volgens EN 1177 (Everaerts, 2008) moet er een valondergrond aanwezig zijn bij alle speeltoestel-len met een vrije valhoogte van meer dan 60 cm en bij alle speeltoestellen die een gedwongen beweging hebben. Daarnaast bepaalt deze norm nog een groot aantal andere regels waaraan men zich moet houden. Strikt genomen vallen kunstobjecten niet onder deze norm maar als die ontwikkeld zijn als speeltoestel ui-teraard wel. Enkele voorbeelden van projecten waar er bespeelbare kunst gebruikt werd:

Page 32: Trendrapport 2013

3232

FUN

CTIE

STAP

ELEN

DE

SPEE

LSE

JEU

GD

SITE

BESP

EELB

ARE

KUN

STBR

EDE

SCH

OO

L

DE PINTE

KASTEELPARK VITEUX

Sinds september 2012 is het bespeelbare kunstwerk ‘Verbondenheid’ te bewonderen in het kas-teelpark Viteux in De Pinte. Dit kunstwerk, door Gerard Thienpont, staat op het grasplein waar het voormalig tennisterrein gelegen was. Nu is deze plek ingericht als speelplek voor kinderen en jon-geren. Door het karakter van het kasteelpark werd er gekozen om geen traditi onele speeltoestel-len te plaatsen maar wel om bespeelbare kunst in te planten die in relati e staat met de omgeving. In 2011 werd een werkgroep samengesteld die moest bepalen wat men van bespeelbare kunst verwacht. Daar-na ging men op zoek naar mogelijke kunstenaars die dit project tot een goed einde zouden brengen. Uitein-delijk werd gevraagd aan 5 kunstenaars om een ontwerp in te zenden. Een jury, bestaande uit de werkgroep, koos welk ontwerp het meest geschikt was. Ze moesten rekening houden met de bespeelbaarheid van het kunstwerk, de relati e die het heeft met de omgeving en de duurzaamheid. Het kunstwerk ‘Verbondenheid’ kwam er uit als winnaar. Dit werk kreeg zijn naam omdat het de abstracte uitbeelding is van verbondenheid, samenhorigheid en ontmoeti ng. Dat is wat men ook wil bereiken met het plaatsen van deze bespeelbare kunst. Het moet kinderen verbinden met de omgeving, ze samen laten spelen in een natuurlijke plek en de ontmoe-ti ng tussen jongeren aanwakkeren. Daarom bestaat het kunstwerk uit 2 vrijstaande fi guren en 6 grote keien die de 2 fi guren verbinden. Kinderen en jongeren mogen dus vrij spelen op dit kunstwerk, er samen komen om te hangen of om er te genieten van de omgeving en de kunst.

BESP

EELB

ARE

KUN

ST

EEKLO

‘OPEN HANDEN’

Het plein voor de kerk van Balgerhoeke was dringend aan heraanleg toe. Er was nood aan een centrale ont-moeti ngsplek en meer uitstraling. Na de renovati e van het plein is er gekozen om een kunstwerk te plaat-sen waar ook op gespeeld kan worden. Er werd een wedstrijd georganiseerd waarbij kinderen en jongeren tot 25 jaar een ontwerp mochten indienen. Bij de selecti es werd er rekening gehouden met de speelwaarde, aantrekkelijkheid, duurzaamheid, haalbaarheid en de concrete link met Balgerhoeke. Vier fi nalisten werden geselecteerd, zij mochten hun ontwerp komen voorleggen aan de jury. Uit de fi nalisten kwam de winnaar ‘OpenHanden’ van AnatomicDesign, een zevenkoppig jong team van de Kunstacademie uit Eeklo. Ze wer-den verkozen tot winnaars omdat hun ontwerp multi functi oneel gebruikt kan worden, het heeft een hoge speelwaarde, een duidelijke link met Balgerhoeke en het is haalbaar binnen het gewenste termijn en budget. Het concept van ‘Open Handen’ wordt door de ontwerpers als volgt omschreven: de grote handen zijn als het ware onderdeel van een reus die onder het plein ligt. Net zoals het plein van Balgerhoeke zit er in het kunstwerk meer dan je op eerste oogopslag ziet. De handen nodigen kinderen, jongeren en volwassenen uit om naar het centrumplein te komen. Van ver ziet men de monumentale sculptuur maar van dicht is er veel meer te ontdek-

Gemeente De Pinte. (2012). Bespeelbare kunst in Viteux. www.depinte.be

Page 33: Trendrapport 2013

FUN

CTIE

STAP

ELEN

3333

DE

SPEE

LSE

JEU

GD

SITE

BESP

EELB

ARE

KUN

STBR

EDE

SCH

OO

LBE

SPEE

LBAR

E KU

NST

Kunst multi functi oneel gebruiken is één stap, maar we kunnen nog een volgende maken: het multi functi oneel gebruiken van infrastructuur in de publieke ruimte.Er zullen alti jd banken staan in een openbare ruimte, alsook vuilnisbakken, lichtarmatuur, leuningen,… enz. We kunnen in de toekomst ook deze elementen in de openbare ruimte multi functi oneel inrichten. Dagelijkse ele-menten krijgen een speelse invulling maar ook speeltoestellen kunnen een nieuwe functi e krijgen. Het hangt allemaal af van de vindingrijkheid van de ontwerper en eventueel zelfs van de kinderen en jongeren. Zij kunnen gemakkelijker out-of-the-box denken, laat hen dan ook nadenken over zo’n zaken. Het zal in het begin mis-schien vreemd klinken maar het is zo dat de meest innovati eve ideeën ontstaan, dus laat hen ook meedenken over de inrichti ng en de elementen, want zij zien misschien zaken die je als volwassene niet ziet.Om multi functi onele ruimtes te ontwikkelen is participatie hét sleutelwoord. Vraag niet enkel de me-ning van de partners die er economisch aandeel in hebben maar zeker en vast ook de mening van toe-komsti ge gebruikers. Zij zijn dé ervaringsdeskundigen van dienst, kennen de buurt door en door en hoeven zich nog geen zorgen te maken over de prakti sche kant van de zaak. Het is dan aan de ont-werper om eruit te halen wat haalbaar maar toch innovati ef is en dit mee te nemen in het ontwerp.

Enkele voorbeelden kunnen dit verduidelijken:

GENT

DE GROENE VALLEI

In de brug zijn picknick- en zitbanken ingebouwd en in de leuning verderop in het park is een knikkerbaan ingebouwd.

ken. De ene hand is zowel zitbank als glijbaan, de andere hand is bedoeld als speelhuis met beschutti ng. Dit beeld is een kunstwerk en een speeltuin, een perfect voorbeeld van multi functi oneel gebruik dus.

Stad Eeklo. (2011). Balgerhoeke krijgt ‘Open Handen’. www.eeklo.beVandenbulcke, R. (2007, 24 maart). Groene vallei. www.gentblogt.be

Page 34: Trendrapport 2013

3434

FUN

CTIE

STAP

ELEN

DE

SPEE

LSE

JEU

GD

SITE

BESP

EELB

ARE

KUN

STBR

EDE

SCH

OO

LBE

SPEE

LBAR

E KU

NST

ROTTERDAM

BROKEN LIGHT

Broken Light heeft de straat, die tot een paar jaar geleden geteisterd werd door criminaliteit, verjongd. Het is een sociale sculptuur die de bewoners van Katendrecht, de wijk waar het toegepast werd, lett erlijk en fi guurlijk een beetje licht gebracht heeft .

SAN FRANCISCO

22nd STREET WALKLET

Een modulair en verplaatsbaar mini park voor op de parkeerstrook, combineert zitbanken, vergroening, fi ets-stalling, verbreden van de stoep, tafeltjes om aan te lunchen,…

Teunissen, R., Wilschut, H. & IJzendoorn, L. (2012, 13 juli). Broken Light in Rott erdam. htt p://blog.brinklicht.nlRebargroup. (2010). A modular mini-park in the park lane. htt p://rebargroup.org/walklet/

Page 35: Trendrapport 2013

FUN

CTIE

STAP

ELEN

3535

DE

SPEE

LSE

JEU

GD

SITE

BESP

EELB

ARE

KUN

STBR

EDE

SCH

OO

LBE

SPEE

LBAR

E KU

NST

BERLIJN

LETTERSTRAATSTENEN

De fi guren in de verharding kunnen ook dienst doen als speelelement.

LIMA

GREEN INVASION

Een publieke ruimte in het centrum van Lima (Peru) waar groen, spelen, rusten en verpozen samen komen. Dit project toont de problemati ek rond eco-vriendelijke, duurzame openbare ruimte en het tekort aan open ruimte in de drukke stad om te ademen.

Kates, E. (2013, 25 november). 10 wonderful examples of typography in art. www.creati vebloq.comAlva, G. (z.d.). MRGNT Flickr Green Invasion. www.fl ickr.com/photos/mrgnt

Page 36: Trendrapport 2013

3636

FUN

CTIE

STAP

ELEN

DE

SPEE

LSE

JEU

GD

SITE

BESP

EELB

ARE

KUN

STBR

EDE

SCH

OO

LBR

EDE

SCH

OO

L

Volgens het Vlaamse regeerakkoord 2009-2014 (Vlaamse Regering, 2009) is de omschrijving van de term Brede School de volgende: ‘Een brede school is een acti ef netwerk van organisati es uit verschillende sectoren rondom een of meer scholen die een bond-genootschap vormen voor een gemeenschappelijk doel: de brede ontwikkeling van kinderen en jonge-ren, op school en in de vrije ti jd’. Hier willen we toch benadrukken dat geen enkele Brede School dezelfde is omdat de werking bepaald wordt door de context waarbinnen ze functi oneert. Ook is niet elke samen-werking met één of meer scholen een Brede School, want niet enkel de schoolse omgeving is belangrijk. In een Brede School gaat het veel verder dan dat. Daar-om is de defi niti e van Steunpunt Diversiteit en Leren

BREDESCHOOL(Joos, Ernalsteen & Engels, 2010) beter omschreven: ‘Een Brede School is een samenwerkingsverband tus-sen verschillende sectoren die samen werken aan een brede leer- en leefomgeving met als doel maximale ontwikkelingskansen voor alle kinderen en jongeren te creëren. Een kwalitati eve bredeschoolwerking heeft oog voor diversiteit, verbindingen en parti cipa-ti e. De concrete werking hangt af van de lokale con-text’. In deze defi niti e gaat het allereerst over een sa-menwerkingsverband tussen verschillende actoren. Deze diverse actoren werken constructi ef samen om een brede leer- en leefomgeving te ontwikkelen voor kinderen en jongeren waarin zij maximale ontwikke-lingskansen krijgen. Het gaat in dit samenwerkings-verband in de eerste plaats over scholen, omdat kin-

D66 Wijchen. (2010, 16 juli). Kwaliteit onderwijs zo hoog mogelijk. www.d66wijchen.nl

Page 37: Trendrapport 2013

FUN

CTIE

STAP

ELEN

3737

DE

SPEE

LSE

JEU

GD

SITE

BESP

EELB

ARE

KUN

STBR

EDE

SCH

OO

LBR

EDE

SCH

OO

L

deren daar veel ti jd doorbrengen en omdat leren er centraal staat. Maar het bereik van een Brede School gaat verder dan leren. Partners die investeren in de vrije ti jd van kinderen en jongeren horen hier ook bij zoals jeugdwerk, kinderopvang, sportclub, culturele organisati es, bibliotheek… Er staat geen aantal op hoeveel organisati es in dit samenwerkingsverband moeten zitt en en ook niet op de aard van de orga-nisati es, zolang deze maar tegemoet komen aan de noden van kinderen en jongeren en lokaal aanwezig zijn. Wel is het belangrijk dat er voor elke partner een voordeel aan de samenwerking verbonden is. Er moet dus een win-win situati e gecreëerd worden voor alle organisati es, bijvoorbeeld het gebruik van het school-domein door de kinderopvang. De graad van engage-ment van elke partner is uiteraard afh ankelijk van de betrokkenheid en de eigenheid van de organisati e. Belangrijk aan deze samenwerking is dat er intersec-toraal gewerkt wordt aan een positi eve leeromgeving voor kinderen en jongeren, want ontwikkeling is de verantwoordelijkheid van meerdere sectoren en niet alleen van de school.

Het doel van het samenwerkingsverband is een klimaat ontwikkelen waarin alle kinderen en jon-geren maximale ontwikkelingskansen krijgen. Om-dat een Brede School gelijke kansen moet creëren voor elk kind wordt de werking specifi ek gericht naar kinderen en jongeren die ontwikkelingskan-sen missen. Hiermee speelt de Brede School in op de sociale ongelijkheid die er heerst in de samen-leving en kan het fungeren als hefb oom om gelijke kansen te ontwikkelen. De verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van die kansen ligt terug bij de partners in het samenwerkingsverband omdat kinderen nu eenmaal niet in vakjes ontwikkelen. Het is dus de verantwoordelijkheid van alle sec-toren en organisati es die in zekere zin betrokken zijn met de ontwikkeling van kinderen en jongeren.

Ideaal zou een Brede School moeten werken aan de vijf kernaspecten van de ontwikkeling: veiligheid, ta-lentontwikkeling, gezondheid, maatschappelijke par-ti cipati e en voorbereiding op de toekomst. In de prak-ti jk omzett en is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Als we het hebben over veiligheid dan gaat dat zowel over fysieke als emoti onele veiligheid thuis en bui-tenshuis. Onder talentontwikkeling valt het onder-wijs maar ook de mogelijkheid om aan buitenschool-se acti viteiten deel te nemen zoals sport, creati eve hobby’s, ontspanning en ook de vrijheid te krijgen om te spelen. Daarom is het belangrijk dat een Brede School kansen aanbiedt maar ook de ruimte geeft om dit te doen. Ruimte is voor veel scholen vaak een pro-bleem, hier kunnen de partners in tegemoet komen. Een bibliotheek heeft soms een polyvalente ruimte waarin bijvoorbeeld wekelijks creacursussen geor-ganiseerd kunnen worden. Bij gezondheid gaat het dan vooral over lichamelijke en geestelijke gezond-heid maar eveneens over het aanmeten van een ge-zonde levenssti jl. Hierbij kan een lokale fi tness, grati s of tegen erg democrati sche prijzen, zijn faciliteiten ter beschikking stellen voor leerlingen van de Brede School. Maar het open stellen van een trapveldje kan ook en vraagt misschien minder engagement. Door maatschappelijke parti cipati e worden kinderen en jongeren acti ef betrokken bij hun naaste omgeving, ze kunnen meedenken en meedoen, het geeft hen een gevoel van burgerschap. Door hen te betrek-ken in probleemstellingen in hun eigen omgeving zal men tot gepaste oplossingen komen die vaak goed ontvangen worden en echt werken. Kinderen en jon-geren zijn ervaringsdeskundigen en weten erg goed wat ze wel en niet willen, het hen vragen kan dus al-leen maar bijdragen aan de kwaliteit van de ontwik-kelingen. Als laatste zorgt deze integrale aanpak van ontwikkeling ervoor dat kinderen en jongeren voor-bereid worden op wat de toekomst hen zal brengen, zodat ze zich kunnen wapenen voor wat er komt en zich kriti sch kunnen opstellen in de maatschappij waar ze deel van uit maken.

Om maximale ontwikkelingskansen te garanderen voor elk kind is het belangrijk dat er een brede leer- en leefomgeving gecreëerd wordt waarin ze zich vrij kunnen bewegen en waarin ze levenservaringen kun-nen opdoen. Door in interacti e te gaan met hun om-geving leren ze een rol aan te nemen en oefenen ze competenti es in een levensechte context. Door dit er-varingsgericht leren, verhoogt niet enkel hun kennis, maar ook hun vaardigheid om acti ef deel te nemen aan de maatschappij. Dit is mogelijk in een omgeving waar er iets te beleven valt voor kinderen en jonge-

Steunpunt diversiteit en leren. (z.d.). Brede School. www.steunpuntdiversiteitenleren.be

Page 38: Trendrapport 2013

3838

FUN

CTIE

STAP

ELEN

DE

SPEE

LSE

JEU

GD

SITE

BESP

EELB

ARE

KUN

STBR

EDE

SCH

OO

L

ren. Is hun leefomgeving veilig? Zijn de hot spots toe-gankelijk? Is er genoeg afwisseling en is er ruimte in de buurt om jong te zijn? En als laatste, erg belangrijk maar vaak vergeten, zijn er geen al te complexe bar-rières die de toegang tot deze leer- en leefomgeving blokkeren? Soms is de stap te groot om deel te ne-men aan acti viteiten, ligt een slechte gezondheid aan de basis, is er te weinig veiligheid op straat en zijn er fysieke barrières zoals drukke autowegen en gevaar-lijke kruispunten. We spreken hier over het netwerk van kinderen en jongeren, de plekken waar ze vertoe-ven en de routes die ze gebruiken om bij die plek-ken te raken. Als dit netwerk goed uitgebouwd is, zal de impact van de Brede School des te groter zijn en zullen kinderen en jongeren kunnen profi teren van deze voordelen. Bij een Brede School is het dus es-

GENT

BREDE SCHOOL SLUIZEKEN TOLHUIS HAM

Partners: Vier wijkscholen (De Mozaïek, De Triangel, De Buurt, Sint-Salvator), kinderdagverblijven (‘t Sleepken en Nieuwland), Initi ati ef Buitenschoolse Opvang (IBO), Baloe, kinderbib en Spelotheek (vzw Jong), Kinderwer-king vzw Jong, Stedelijke Buurtwerking, Sportnetwerk Buurtdiensten Gent Noord vzw, Inloopteam De Sloep, Wijkgezondheidscentrum De Sleep, Computermee(r), Gebiedsgerichte werking, Dienstencentrum De Thuisha-ven, De Centrale, Jeugtheater Larf! en vzw Uilenspel.Projecten: Er wordt rond gezondheid gewerkt. Vita Mike, de wijkmascott e, is de fi guur die een gezonde leefsti jl sti muleert en verschillende projecten uitvoert zoals ‘een gezonde brooddoos’, omgaan met verkoudheden, sti muleren van beweging. De werkgroep sport organiseert jaarlijks sportdagen voor zowel jonge als oudere kin-deren van de vier wijkscholen. Er kunnen fi etsen en steps uitgeleend worden door alle partners van de Brede School om zich gemakkelijk te verplaatsen en er wordt jaarlijks mee gedaan met Start-to-Run in de wijk. Om kunst en cultuur te introduceren worden er kleutervoorstellingen georganiseerd om de taal van de allerklein-sten te sti muleren, hier sluit het project ‘voorlezen aan huis’ bij aan. Studenten van de Artevelde Hogeschool lezen voor bij kinderen thuis. En om kinderen zoveel mogelijk kansen te bieden om hun vrije ti jd leuk in te vul-len worden er op de vier scholen allerlei kinderacti viteiten georganiseerd om hen in te leiden in het vrijeti jds-aanbod van de wijk.

BRED

E SC

HO

OL

senti eel dat zowel de samenwerkingsverbanden als de ontwikkelingskansen en de leer- en leefomgeving maximaal uitgebouwd en uitgerust worden. Enkel zo kunnen kinderen en jongeren hier maximaal gebruik van maken en de vruchten plukken van de inzet van de buurt, de partners en hun eigen inzet. Binnen het principe van Brede School gaan we niet enkel intensiever gebruik maken van de ruimte maar worden ook meerdere partners samen gebracht om samen één doel te bereiken: kinderen en jongeren vormen op alle aspecten van hun ontwikkeling. Func-ti estapelen wordt in dit principe zowel ruimtelijk als sociaal opgevat. We brengen plekken samen waar kinderen en jongeren gevormd worden en verbinden die met elkaar maar we brengen ook de partners sa-men die de vorming voorzien.

Enkele voorbeelden kunnen dit principe verduidelijken:

Van de Velde, R. (z.d.). Brede School. www.pbdgent.be

Page 39: Trendrapport 2013

FUN

CTIE

STAP

ELEN

3939

DE

SPEE

LSE

JEU

GD

SITE

BESP

EELB

ARE

KUN

STBR

EDE

SCH

OO

LBR

EDE

SCH

OO

L

KORTRIJK

VERSCHILLENDE KORTRIJKSE BREDE SCHOLEN

Partners: Basis- en secundaire scholen (o.a. basisschool St-Jozef, Vrije basisschool Aalbeke, Pleinschool Broel-kant, VTI Kortrijk, Tuinbouwschool Kortrijk), leerlingenraad, oudercomité, Groen Brigade, vzw De Poort, V-Tex buurtwerk, RVT De Korenbloem, wzc Sint-Jozef, Stedelijke openbare bibliotheek, stadsdiensten, OCMW,…Projecten: Er is een theaterproject in de kleuterklas dat helpt taalbarrières te overbruggen. Er werden buurt-tuintjes ontwikkeld in samenwerking met de kids, er worden naaiateliers georganiseerd. Om kinderen en jon-geren in contact te brengen met verschillende vormen van vrijeti jdsbesteding worden er initi ati es gegeven in circustechnieken maar ook in graffi ti -kunst, skaten, breakdance, hiphop, beat box, rappen. De tuinbouwschool zett e zijn deuren open voor de bewoners van het wzc Sint-Jozef en bezorgde hen een uitzonderlijke dag. Om sociale cohesie in de straat (Lauwestraat in beeld) te verhogen en de competenti es van leerlingen te verster-ken werden er ervaringsgerichte momenten georganiseerd. In het project ‘Pauvre Leute’ is er getracht om de interacti e tussen school en buurt te verbeteren en wederzijds respect te creëren door leerlingen in contact te brengen met lokale schoonheidsinsti tuten, ze leerden verschillende massagetechnieken, verzorgingsbehande-lingen, hoe make-up en nagellak aan te brengen. De Brede Scholen bereiken deze doelstellingen door trial and error acti viteiten aan te bieden op maat van het doelpubliek.

Van de Velde, R. (z.d.). Brede School. www.pbdgent.beStad Kortrijk. (z.d.). Brede School. www.kortrijk.be/bredeschool

Page 40: Trendrapport 2013

4040

SPEE

LNAT

UU

RBE

LAN

G V

ANN

ATU

UR

MEE

R G

ROEN

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

NAT

UU

RSPE

EL-

PLAA

TSH

OBB

ELD

ON

KBU

ITEN

SPEL

ENSP

EELP

OLD

ERS

Ieder kind heeft recht op natuur en op een gezonde leefomgeving, het IUCN NL wil dit recht graag opnemen in het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Het IUCN is erg bezorgd over de snel groeiende afstand tussen natuur en kinderen. Doordat meer en meer kinderen opgroeien in de stad staan ze verder af van de natuur en de natuurlijke processen. Ze komen steeds minder in aanraking met vrije natuur en het platt eland. Toch zorgt contact met de natuur er voor dat kinderen meer bewegen, beter motorisch ontwikkeld zijn, sneller herstellen van stress, zich beter kunnen concentreren, betere schoolprestati es leveren en fantasierijker en constructi ever spelen. Het is dus van uitermate belang voor kinderen en jongeren dat we ze terug in contact brengen met de natuur, zeker als ze in dicht bevolkte gebieden leven. Daarom moeten we met zijn allen streven om kinderen te laten opgroeien in een omgeving met natuur en een rijke biodiversiteit. We moeten ze de kansen geven om dagelijks te spelen en te bewegen in die natuurlijke omgeving. Ze moeten kennis kunnen opdoen over natuur, biodiversiteit, planten en dieren in hun dichte leefomgeving en we moeten ze terug in contact brengen met de processen van voedsel kweken. Om deze doelstellingen waar te maken pleit het IUCN voor volgende acti es (IUCN, 2012):

• Veranker het recht van kinderen op natuur en een gezonde leefomgeving in het rechtssysteem (Kinder-rechtenverdrag) en in het beleid (nati onaal, provinciaal en gemeentelijk niveau).

• Vergroen de leefomgeving van kinderen.• Realiseer een groene speelinfrastructuur. Ontwikkel groene speelruimtes voor kinderen zoals natuurspeel-

plaatsen, speelbossen, groene schoolspeelpleinen, groen speelweefsel, …• Geef natuur een structurele plaats in het onderwijssysteem. Neem natuureducati e, in de brede zin van het

woord, op in het leertraject.• Maak een verbinding tussen de natuur en de gezondheidssector.

Als we op deze punten inzett en en in de toekomst werken aan de ontwikkeling van een groen speelweefsel in de stad dan kunnen we kinderen wel degelijk in contact brengen met natuur en hen een gezonde leefomgeving bieden. Het zal niet alleen kinderen en jongeren ten goede komen, de maatschappij zal ook veel voordeel uit deze ontwikkelingen halen.

speelnaTuur“Buitenspelen is leuk en belangrijk, kinderen hoef je dat niet uit te leggen”

Rob van Gaal, directeur Jantje Beton. (Koning & Poort, 2013).

HET RECHT VAN IEDER KIND OP CONTACT MET DE NATUUR

Exploring Portland’s Natural Areas. (2012). Cartoons about children and nature. htt p://exploreportlandnature.wordpress.com

Page 41: Trendrapport 2013

4141

SPEE

LNAT

UU

RBE

LAN

G V

ANN

ATU

UR

MEE

R G

ROEN

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

NAT

UU

RSPE

EL-

PLAA

TSH

OBB

ELD

ON

KBU

ITEN

SPEL

ENSP

EELP

OLD

ERS

HETBELANGVANCONTACTmeT de naTuur

Natuur dicht bij huis hebben is in vele opzichten van groot belang voor de persoonlijke ontwikkeling van kinderen en jongeren. Vandaar dat intense natuur ervaringen belangrijk zijn, maar om ervaringen op te doen moeten ze natuurlijk speelnatuur kunnen berei-ken. In het boek ‘Het laatste kind in het bos’ (Louv, 2007) van Richard Louv, uit de Amerikaanse schrijver zijn bezorgdheid over het feit dat kinderen steeds minder een band hebben met de natuur omdat ze meer en meer opgroeien in stedelijke omgevingen, ze kunnen natuur niet meer van dichtbij beleven. Toch is een vroegti jdige ontmoeti ng met een groene omgeving belangrijk voor het gevoel van verantwoor-delijkheid en betrokkenheid van kinderen. Door dat we meer gaan naar een samenleving waarin kinderen rond gevoerd worden door volwassenen, hun ouders, zal die ouder een belangrijke rol spelen in het sti mule-ren van het contact met de natuur. Lia Karsten noemt deze kinderen ‘achterbankkinderen’ (Van den Hoek, Ham, 2007). Achterbankkinderen worden door hun ouders gebracht naar school, de opvang, naschoolse acti viteiten en gaan nauwelijks zelfstandig de stad en hun leefomgeving ontdekken. Dit komt omdat ouders de stad te onveilig vinden: teveel verkeer, gevaarlijke situati es, vreemden, en omdat ze denken dat hun kinderen minder weerbaar zijn voor deze bedreigin-gen. Toch is buiten spelen van groter belang dan er veelal gedacht wordt. Door buiten te spelen wordt de

cogniti eve en emoti onele ontwikkeling van kinderen gesti muleerd omdat ze hun creati viteit en verbeel-dingsvermogen moeten gebruiken. In spelsituati es zijn kinderen de baas want ze beslissen de regels van het spel. Ze oefenen met verschillende rollen, bepa-len wat er gebeurt en komen in contact met andere kinderen, dit zorgt ervoor dat ze emoti onele en soci-ale vaardigheden ontwikkelen.

Kinderen die in natuurlijke omgevingen spelen, wor-den geconfronteerd met de veranderingen waaraan die omgeving onderhevig is. Het weer verandert, de materialen zijn anders, er komen andere kinderen, elke dag is een verrassing. Deze onverwachte situa-ti es wekken creati viteit en nieuwsgierigheid op. Ze komen in contact met dilemma’s en confl icten en dit zorgt ervoor dat ze leren compromissen te maken of samen te werken. De uitdagingen van de omgeving sporen hen aan om hun grenzen te verleggen en angsten te overwinnen. Kinderen rennen rond, sprin-gen, glijden, gooien, schoppen, vangen, schomme-len, buigen, kortom ze ontwikkelen hun motorische vaardigheden terwijl ze buiten spelen. Ze ontwikke-len zich op verschillende vlakken: fysiek, cogniti ef, sociaal, emoti oneel en psychisch. De informele con-tacten ti jdens het spelen in natuurlijke omgevingen

BELA

NG

VAN

NAT

UU

R

Trotsemoeders.nl. (2012, 21 juni). Met Basti aan Ragas in speelnatuur Tiengemeten. www.trotsemoeders.nl

Page 42: Trendrapport 2013

4242

SPEE

LNAT

UU

RBE

LAN

G V

ANN

ATU

UR

MEE

R G

ROEN

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

NAT

UU

RSPE

EL-

PLAA

TSH

OBB

ELD

ON

KBU

ITEN

SPEL

ENSP

EELP

OLD

ERS

BELA

NG

VAN

NAT

UU

R

spelen in een natuurlijke speelzone, maar het tekort aan beweging vormt een veel groter risico op lange termijn. Kinderen leren in een natuurlijke omgeving omgaan met bepaalde risico’s omdat ze ze leren in-schatt en en omdat ze hun grenzen aft asten. Ze trai-nen zowel hun grove motoriek (lopen, springen, klim-men, balanceren, kruipen) als hun fi jne motoriek (in elkaar schuiven, knopen, bouwen). Zo ontwikkelen ze een goede motoriek en lichaamsbeheersing die ze in de toekomst nodig zullen hebben. Maar je moet kin-deren en jongeren de kans geven om fouten te ma-ken, zich te kwetsen, hun grenzen af te tasten en hun vaardigheden te ontwikkelen op eigen tempo. Uitda-gingen en berekende risico’s zijn hiervoor van vitaal belang. Door dat ze risico’s leren inschatt en en leren herkennen zullen ze er beter mee om gaan en veiliger op reageren, ze ontwikkelen een overlevingsvaardig-heid die ze kunnen toepassen in toekomsti ge gevaar-lijke situati es. Dit is enkel mogelijk in speelzones waar er ruimte is voor risico’s en uitdagingen. Als alle ri-sicokansen uitgeschakeld zijn, dan hoeven kinderen die niet in te schatt en, maar zullen ze er ook niets uit leren. Het komt er dus op aan om aanvaardbare ri-sico’s toe te staan in avontuurlijke speelzones maar toch rekening te houden met een goede inrichti ng. Het is uiteraard niet de bedoeling dat kinderen blij-vende letsels oplopen door te spelen maar wel dat ze op hun eigen tempo hun grenzen kunnen aft asten en vrij kunnen spelen in een aangename omgeving.

zorgen voor de sociale ontwikkeling van dat kind. Ze komen andere kinderen tegen, ze spelen rollen, ze fantaseren dat ze iemand anders zijn en verplaatsen zich in een ander. Ze leren dus al spelenderwijs soci-ale vaardigheden zoals delen, onderhandelen, samen werken, gevoelens uiten,… Omdat kinderen die bui-ten spelen vaak op zichzelf aangewezen zijn en hun problemen zelf moeten oplossen, zonder de hulp van een volwassene, ontwikkelen ze een groter zelfver-trouwen, verschillende overlevingsstrategieën en een eigen identi teit.

Buiten spelen heeft een rechtstreekse invloed op een gezond gewicht en een betere conditi e bij kin-deren en jongeren. In Vlaanderen kampen 1 op 5 kinderen tussen 10 en 12 jaar met overgewicht, bij 6% van hen kunnen we zelf spreken over obesitas (Klasse voor ouders, 2012). In vergelijking met 10 jaar geleden zijn er veel meer kinderen die kampen met overgewicht. De grootste reden voor overgewicht bij kinderen is uiteraard hun eetgedrag en de overvloed aan frisdrank die gedronken wordt. Maar ook een te laag energieverbruik door onvoldoende lichamelijke acti viteit. Buiten spelen zal op het eetgedrag van kin-deren misschien weinig invloed hebben maar ze kun-nen er wel voldoende lichaamsbeweging krijgen. In goed ontworpen speelnatuur is het bijna onmogelijk om sti l te staan. Ook de aard van het spelen, nl. vrij te kiezen spel, spreekt aan bij minder sporti eve kin-deren, ze kunnen afwisselend intensief bewegen en rusten. Zo werken ze ongemerkt aan hun conditi e en gaan ze over het algemeen meer bewegen. Het is dus uitermate belangrijk dat er in hun dichte leefomge-ving plekken zijn waar ze vrij kunnen spelen in een groene omgeving zodat ze dagelijks hun porti e bewe-ging kunnen krijgen.

Spelen en bewegen wordt aanzien als gezond maar vaak ook tegelijkerti jd als risicovol. Er wordt gefocust op de letsels die kinderen kunnen oplopen ti jdens het

Trotsemoeders.nl. (2012, 21 juni). Met Basti aan Ragas in speelnatuur Tiengemeten. www.trotsemoeders.nl

Page 43: Trendrapport 2013

4343

SPEE

LNAT

UU

RBE

LAN

G V

ANN

ATU

UR

MEE

R G

ROEN

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

NAT

UU

RSPE

EL-

PLAA

TSH

OBB

ELD

ON

KBU

ITEN

SPEL

ENSP

EELP

OLD

ERS

MEE

R G

ROEN

meer GrOen, WaT BRENGTHETOP?

Dat groen in de stad een positi eve invloed heeft op kinderen en jongeren is nu al duidelijk. Ook volwas-senen, en over het algemeen de maatschappij, heb-ben baat bij het integreren van groen in stedelijke omgevingen. Daarom is dit een pleidooi om groene publieke ruimte te ontwikkelen die zowel voor kinde-ren en jongeren als voor volwassenen het leven in de stad aangenamer moeten maken. Groen in de dichte leef- en woonomgeving heeft een rechtstreekse invloed op de algemene gezondheid van mensen. De aanwezigheid van groen voorkomt specifi eke ziektes zoals depressie, astma, hoge bloed-druk, enz. en verhoogt de algemene levenskwaliteit voor bewoners. Uiteraard loont het om preventi eve gezondheidsmaatregelen te treff en, er gaan meer kosten in de behandeling van deze ziektes dan er gaan in het aanleggen van groene zones in de stad waar mensen tot rust kunnen komen, ademen en ge-nieten. Groene zones trekken bewoners en mensen die in de stad werken in grote getallen aan, het is op deze plekken dat mensen elkaar tegen komen, onge-acht de sociale groep waartoe ze behoren. Groen in de stad brengt mensen samen en sti muleert dus de samenhang in die stad.

Naast voordelen voor de menselijke gezondheid heeft groen in de stad ook grote voordelen voor de gezondheid van onze planeet. Groene (vegetati e) en blauwe (water) structuren in de stad zorgen voor een verkoelend eff ect, ze helpen het hitt e-eilandeff ect te temperen.(Het hitt e-eiland-eff ect is het fe-nomeen dat de temperatuur in een stedelijk ge-bied gemiddeld hoger is dan in het omliggende landelijk gebied. De belangrijkste oorzaken van het UHI zijn de absorpti e van zonlicht door de in de stad aanwezige donkere materialen en de relati ef lage windsnelheden.)

De groene en blauwe structuren in de stad kunnen ook dienen als isolati e tegen extreme temperaturen (denk maar aan een groendak) of tegen geluidsover-last. We kunnen dus stellen dat stedelijk groen er voor zorgt dat er minder hitt e overlijdens zijn, ge-luidsdemping een positi ef eff ect heeft op de gezond-heid en dat het vooral een energiebesparende maat-regel is. Want als groen en water in de stad zorgt voor enerzijds de verkoeling in warme periodes en ander-zijds voor isolati e tegen koude dan kunnen we ervan uit gaan dat de kost voor verwarming en verkoeling zal dalen. Groen in de stad heeft niet enkel eff ect op de energiekost, het verbetert ook de luchtkwaliteit.

Buckingham Palace Gardens (2011) eigen fotomateriaalKoningin Astridpark, Brugge (2012) eigen fotomateriaalClean Air Partnership. (z.d.). Creati ng cool communiti es: the Urban Heat Island. www.cleanairpartnership.org

Page 44: Trendrapport 2013

4444

SPEE

LNAT

UU

RBE

LAN

G V

ANN

ATU

UR

MEE

R G

ROEN

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

NAT

UU

RSPE

EL-

PLAA

TSH

OBB

ELD

ON

KBU

ITEN

SPEL

ENSP

EELP

OLD

ERS

MEE

R G

ROEN

Planten fi lteren fi jne stofdeeltjes, ten gevolge van roetemissie en industrie, uit de lucht. Meestal is de lucht in grote steden het meest verontreinigd dus lijkt het ook logisch dat daar de meeste planten moeten komen om die verontreiniging te verminderen. Als de luchtverontreiniging verlaagd wordt in steden zal dit positi ef uitdraaien voor de volksgezondheid, want een slechte luchtkwaliteit zorgt voor een dalende le-vensverwachti ng. Gemiddeld verliest iedere Vlaming één gezond levensjaar door blootstelling aan fi jn stof (Agentschap voor Natuur en Bos, 2013).

Als laatste heeft groen ook waterbuff erende kwa-liteiten. In steden is de verharde oppervlakte veel groter dan de niet verharde oppervlakte. Toch moet die onverharde oppervlakte de totale hoeveelheid afstromend regenwater absorberen, wat uiteraard onmogelijk is. De rioolsystemen in de stad voeren een groot aandeel van dit regenwater af, maar door de opwarming van de aarde wordt verwacht dat er steeds meer regen zal vallen binnen een kortere pe-riode. Dan zullen de rioolsystemen deze grote hoe-veelheden water niet meer kunnen slikken en zullen stadsdelen overstromen. Groen kan in dit opzicht een groot deel van het regenwater buff eren en absorbe-ren, vooraleer het naar het rioolsysteem afgevoerd wordt. Groendaken, bijvoorbeeld, werken als het ware als grote sponzen die veel regenwater vast hou-den en vertraagd terug afgeven.

Een andere oplossing is om ruimte voor water te voorzien in de stad. Water heeft een hoge belevings-waarde maar kan ook ingericht worden als speel-element. Waterbekkens in de stad kunnen ti jdelijk veel water buff eren en vertraagd afvoeren naar het rioolsysteem. Dit zorgt ervoor dat grote werken en kosten vermeden worden. Van de positi eve eff ecten van water in de stad kunnen we dan alleen nog maar profi teren.

Daarnaast zorgen groene zones in de stad ervoor dat er een aangename werkplek gecreëerd wordt. Dat trekt bedrijven en werknemers aan, de producti viteit wordt op termijn verhoogd. Groene steden trekken evenals toeristen en recreanten aan. Een bruisen-de stad bezoeken is interessant maar er moet ook ruimte in die stad zijn om uit te rusten en tot adem te komen. Als toerisme sti jgt, zullen vrij snel jobs ge-

Multi funti oneel plein op de Grote Markt van Diksmuide.

Het plein is in staat om ti jdelijk grote hoeveelheden water te buff eren.

Het plein kan fungeren als waterspeelzone en het water vertraagd afvoeren

Woononline.(z.d.). Voordelen van een groendak. www.woononline.beOnderzoek naar klimaatbestendige steden in kader van een academische opdracht, Diksmuide (2012) Visualisati e

Page 45: Trendrapport 2013

4545

SPEE

LNAT

UU

RBE

LAN

G V

ANN

ATU

UR

MEE

R G

ROEN

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

NAT

UU

RSPE

EL-

PLAA

TSH

OBB

ELD

ON

KBU

ITEN

SPEL

ENSP

EELP

OLD

ERS

MEE

R G

ROEN

creëerd kunnen worden in deze sector. Ook de lokale economie zal een boost krijgen want recreanten en toeristen maken greti g gebruik van de restaurants, bars en winkeltjes. Als de stad een aangename plek wordt om te werken en te recreëren zal het ook een aangename plek worden om te wonen. Zelfs nu al heeft groen in de stad een interessante invloed op vastgoedprijzen. Woningen in de buurt van parken of waterwegen zijn doorgaans duurder, en wie wil er nu geen stadspark als achtertuin hebben. Al deze ef-fecten hebben een rechtstreekse of onrechtstreekse economische impact en zorgen ervoor dat steden in-teressante locati es worden om in te wonen, werken, leven, recreëren en te ontspannen. Een investering in groen zal dus zeker en vast opbrengen.

Zoals je kunt lezen, bestaan er honderden manieren om stedelijke omgevingen te vergroenen. Zowel op micro- als op macroschaal kunnen we allen helpen om de stad beter bestand te maken tegen allerlei aanvallen van buitenaf. Het is de taak van steden en gemeenten om grote stadsparken aan te leggen die dienen als longen van de stad, maar ook parti culie-ren kunnen hun steentje bijdragen. Je kunt er mis-schien voor kiezen om een groen dak aan te leggen op je woning, een boom te planten in je achtertuin, een klimplant tegen de voorgevel te zett en of enkele

bloempott en te plaatsen op het terras. De schaal van de ingrepen is uiteraard van belang, veel kleintjes maken geen grote in dit geval, maar ook al is de in-greep zo klein, dan nog zal hij een impact hebben. We kunnen een lange lijst van groene ingrepen voorleg-gen, maar één willen we u zeker niet onthouden. Het is een erg leuk initi ati ef dat gerust door kinderen kan gedaan worden: de POA-pop. Deze graspoppen zijn geïnspireerd op wat graffi ti -arti esten doen als ze on-der hun graffi ti art een tag-naam te plaatsen. De pop wordt ergens in de stad neer gelegd om te ‘groeien’.

De graspop, POA genoemd door uitvinder Ben Hage-naars, bestaat uit jute (plantaardige vezel) die opge-vuld is met een mengeling van aarde en (gras)zaden. Als de pop dan in contact komt met water (regen) zul-len bij ti jd de zaden in de buik van de pop uitschieten en groeit er gras op zijn lichaampje. Het is misschien niet de meest ecologische vorm van vergroenen, noch zal zo’n pop veel impact hebben op het stads-klimaat, maar dat wil niet zeggen dat het geen leuke en speelse manier is om de stad een ti jdelijk groener uitzicht te geven. Het is zeker en vast minder perma-nent dan graffi ti op de muren. Het project ‘Animati on Vegetati on’ is in Hasselt uitgetest door stad Hasselt en het creati ef bureau Mooz (Mijn groen idee, 2013).

Mijn groen idee. (2013). Graspoppen. www.mijngroenidee.be

Page 46: Trendrapport 2013

4646

SPEE

LNAT

UU

RBE

LAN

G V

ANN

ATU

UR

MEE

R G

ROEN

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

NAT

UU

RSPE

EL-

PLAA

TSH

OBB

ELD

ON

KBU

ITEN

SPEL

ENSP

EELP

OLD

ERS

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

Schoolomgevingen

Terugkeren naar de ti jd van toen zit er waarschijn-lijk niet meer in, maar er kan inderdaad iets gedaan worden aan de ruimte waar kinderen en jongeren het meest van hun ti jd doorbrengen: op schoolter-reinen, kinderdagverblijven, buitenschoolse op-vang, buurtpleintjes, speelbossen, private achtertui-nen en de laatste onlandjes en veldjes in de buurt. Kinderen brengen ongeveer 8 tot 9 jaar door in de om-geving van de kleuter- en basisschool en dat gemak-kelijk 6 tot 7 uur per dag. Het lijkt logisch dat school-omgevingen aangepakt worden om kinderen een aangename leer- en leefomgeving te geven. Vroeger bestond de schoolspeelplaats uit grijze tegels, muren, eventueel een randje groen, een grasveld waar niet op mocht gespeeld worden, veelal omringd door een hoog hek. Deze ruimte werd enkel gebruikt om pauze te nemen, af te spreken met vriendjes uit een andere klas, te rennen, te schreeuwen en frustrati es te ui-ten over de lessen. Een plek om echt te ontspannen was er veelal niet want kinderen roepen en schreeu-wen door elkaar, om ter luidst, en die kale wanden versterken alleen maar het geluid. Hoekjes en kant-jes om je even terug te trekken op een mindere dag waren er ook niet, want het overzicht behouden was het belangrijkste. We kunnen allemaal aannemen dat het ook op een andere manier kan. De buitenruimte van scholen hoeft niet alleen gebruikt te worden in de pauzemomenten, het kan dienst doen voor zoveel meer. Het kan een natuurlijke oase worden om in te

spelen maar ook een educati eve ruimte waar kinde-ren eerstehands natuurervaringen op kunnen doen. Het kan ingericht worden als de werkplaats voor na-tuuronderwijs, buitenklassen voor aardrijkskunde en natuurkunde, moestuintjes, educati eve tuin of groe-ne speelzone. Kortom, als de ruimte er is, waarom ze niet multi functi oneel gebruiken. Als de ruimte er niet is en kinderen lopen als het ware als kippen in een te kleine ren alles kapot, dan nog zijn er oplos-singen om de schoolspeelplaats te vergroenen. Er kan gewerkt worden met hoogteverschillen, zo vergroot je de bespeelbare oppervlakte. Als er robuuste vege-tati e aangeplant wordt dat tegen een stootje kan, zal dit minder snel verloederen. Maar het belangrijkste is dat kinderen bewuster worden van hun omgeving en respect hebben voor wat er rond hen is en dit kan door ze te betrekken in het ontwerp, aanleg en be-heer. Dus geen redenen om het niet te doen.

Door kinderen in te schakelen in alle aspecten van de schoolnatuurtuin zorg je ervoor dat ze betrokken ra-ken. Vraag hen wat ze in de tuin willen doen, laat hen meedenken, meedoen en mee de tuin beheren. Maar geef hen ook alle informati e die nodig is en licht hen geregeld in over de stand van zaken in de tuin. Infor-meer niet alleen de kinderen maar alle betrokken van de schoolnatuurtuin: ouders, onderhoudspersoneel, leerkrachten, buurtbewoners, gemeente, ... Neem ook de acti viteiten die plaats vinden in de natuurtuin

VrOeGer en nu, de lOcaTie Van speelnaTuur.

“ We zijn op het veldje, een stukje niemandsland waar het alti jd zaterdag of woensdagmiddag is. Op het veldje ben je vrij. We eten om half zes. Toch hebben we zeeën van ti jd. Het veldje doet iets met de ti jd. Het veldje biedt vrijheid, je bent er in contact met de natuur. Vroeger had iedereen zo’n landje. Je kunt er om treuren dat zulke landjes er bijna niet meer zijn. Je kunt er ook iets aan doen. Om te beginnen bij die terreinen waar kinderen de meeste ti jd doorbrengen: bij scholen, kindercentra en speelterreinen.” (Leufgen & van Lier, 2007)

ArtEco tuinen NL. (z.d.). Schoolpleinen. htt p://artecotuinen.nl

Page 47: Trendrapport 2013

4747

SPEE

LNAT

UU

RBE

LAN

G V

ANN

ATU

UR

MEE

R G

ROEN

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

NAT

UU

RSPE

EL-

PLAA

TSH

OBB

ELD

ON

KBU

ITEN

SPEL

ENSP

EELP

OLD

ERS

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

op in het schoolprogramma zodat dit project blijft be-staan en het rechtstreeks contact met de tuin gega-randeerd wordt voor elk leerjaar. Zorg er voor dat de natuurbeleving hoog is, maak de natuurtuin zo aan-trekkelijk en uitnodigend mogelijk. Geef de kinderen de ruimte om te kunnen spelen, hutt en te bouwen, in contact te komen met water, bloemen te plukken, zonder dat de educati eve ruimte in gedrang komt. Ook dieren kunnen de beleving van de tuin verho-gen, kippen en konijnen hebben niet veel plaats no-dig, maar als de ruimte er is kunnen ook bijvoorbeeld schapen gehouden worden. Om dit alles in goede ba-nen te leiden is het van uiterst belang dat er goede afspraken gemaakt worden over het gebruik van de natuurtuin. Maak duidelijk waar er wel gespeeld kan

Kinderdagverblijvenennaschoolseopvang

Kinderen brengen veel ti jd door op school, maar voor ze naar school gaan worden ze vaak opgevangen in kinderdagverblijven. Ook na school worden kinderen niet meteen opgehaald en blijven ze hangen in de naschoolse opvang. Kinderen brengen dus vele uren door op het terrein van dagverblijven en opvangen. Je ziet dat de binneninrichti ng van opvangen en kin-derdagverblijven meestal wel goed in orde is, er is voor elk wat wils en voor elke leeft ijdsgroep zijn er hoekjes gemaakt. Maar dat is binnen, de buitenruim-te is veelal minder belangrijk.

Toch hebben kinderen en zelfs kleuters, peuter en baby’s ook baat bij het ervaren van buitenruimtes. Het zijn nu net die buitenruimtes in kinderdagverblij-ven en opvangen die minder uitdagend, weinig func-ti oneel zijn en te weinig acti viteiten bevatt en omdat het overzicht bewaren in zo’n ruimte de belangrijk-ste functi e is. Om de veiligheid van jonge kinderen te garanderen is het uiterst belangrijk dat er een alge-meen overzicht over de ruimte is, maar om die dan zo kaal mogelijk te houden, dat is nu ook niet nodig. In zo’n kale ruimte valt er niets te zien, niets te bele-

ven, is er geen beschutti ng voor wind of zon en zijn er geen aanleidingen tot spel. Vaak zijn er ook geen zitgelegenheden voor begeleiders en komen kinde-ren daarom minder buiten. Toch kan de buitenlucht en de omgeving ook een positi eve invloed hebben op zelf de allerkleinsten. Niet dat de buitenruimte avon-tuurlijk ingevuld moet worden met bosjes, heuvels, hutt en enzovoort, maar inspelen op de verschillende zintuigen is toch een must. Vandaar dat kleur, in de vorm van bloemen, belangrijk is, maar ook geuren van planten, verschillende texturen om aan te voelen en allerlei geluiden om naar te luisteren. Een groene speelomgeving bij kinderdagverblijven en opvangen kan alle elementen bevatt en om in te spelen op de zintuigen van kinderen. Het zal de ontwikkeling van het kind goed doen en de begeleiders kunnen samen met de kinderen genieten van een aangename open ruimte. “De fysieke omgeving wordt daarom ook wel de derde pedagoog genoemd. Het is het oefenterrein om vaardigheden te ontwikkelen. Een goed ingerichte buitenruimte daagt de motoriek, zintuigen en fanta-sie uit en er valt veel te ontdekken”. (Leufgen & van Lier, 2007)

worden en welke plekken behouden blijven om bui-tenklassen in te organiseren. Organiseer op regelma-ti ge basis gezamenlijke opruimacti es zodat kinderen bewust worden van de gevolgen van vervuiling. Zorg ervoor dat de natuurtuin zoveel mogelijk een open karakter heeft , zodat kinderen, zelfs als ze binnen zit-ten, contact hebben met de tuin, maar dat ook buurt-bewoners zien wat er gebeurt. Een beetje sociale con-trole is alti jd welkom. Maar zorg er vooral voor dat dit een open leeromgeving is waar kinderen vrij kunnen spelen en toch iets leren. Een groene schoolomge-ving geeft hen een natuurgevoel dat ze misschien nog niet hebben, geeft hen de kans om ervaringsgericht te leren maar zorgt er vooral voor dat ze minder snel vervreemden van de natuur.

De Speelse Jeugdsite, Alveringem (2013) eigen fotomateriaal

Page 48: Trendrapport 2013

4848

SPEE

LNAT

UU

RBE

LAN

G V

ANN

ATU

UR

MEE

R G

ROEN

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

NAT

UU

RSPE

EL-

PLAA

TSH

OBB

ELD

ON

KBU

ITEN

SPEL

ENSP

EELP

OLD

ERS

Natuurspeelbossen

Natuurspeelbossen, ze bestaan in alle maten en vormen. Het gaat zowel over nauwelijks ingerichte stukken bos waar kinderen aangemoedigd worden om de paden te verlaten als over complete speelin-richti ngen waar de groene omgeving als decor dient. De term ‘natuurspeelbossen’ wordt als volgt gedefi -niëerd: ‘verzamelbegrip voor alle soorten natuur die ingericht zijn om in te spelen’ (Leufgen & van Lier, 2007). Het idee van natuurspeelbossen is niet nieuw. In de jaren ’70 werd in Nederland in het Le Roy-ge-bied in Lewenborg een natuurspeelbos ontwikkeld door de tuinarchitect Louis le Roy. Het kreeg toen nog niet deze naam, maar wel dezelfde functi es. On-danks dat natuurspeelbossen niet zo nieuw zijn, is er vandaag toch nog veel aandacht voor. Meer en meer zones worden avontuurlijk ingericht en in veel bossen wordt er plaats gemaakt om een natuurspeelzone te ontwikkelen. Daarom zijn de natuurspeelbossen op-genomen in dit trendrapport, omdat ze nog steeds actueel zijn en er in de toekomst nog meer aandacht voor zal komen.

Vandaag zijn natuurspeelzones vooral aantrekkelijke mozaïeken van grasland, bosweides, oeverzones, struikgewas en dun tot dichte bosjes. Het is een ter-rein met een ruige uitstraling en robuuste natuur, een ware wildernis. Er is zowel levende als dode natuur aanwezig. Het terrein is vaak glooiend of heeft een kunstmati g reliëf gekregen en het wordt soms door-sneden door een waterloop of poel. In deze wildernis krijgen kinderen en jongeren de vrijheid om hutt en te bouwen, zich te verstoppen in ondergrondse schuil-plaatsen, in bomen te klimmen, vijvers te bestude-ren, met water te spelen, te rollen in bladafval, op ontdekking te gaan en om te natuur te beleven. De verschillende soorten terrein geven aanleiding tot verschillende soorten spel, en dit is wat de natuur-speelbossen zo interessant maken. Ze veranderen, ze zijn in leven, ze zijn afwisselend, dus kinderen zullen niet snel uitgekeken zijn op dit soort speelzones.

Ondanks de grote kansen tot spel en de uitdagende prikkels die er zitt en in een natuurspeelbos zijn hier toch enkele knelpunten. In dit soort speelzones is er geen duidelijke afb akening voor de verschillende leeft ijdsgroepen, waar dat in formele speeltuinen vaak wel het geval is. Kinderen van alle leeft ijden lo-pen door elkaar rond, wat soms voor confl icten kan zorgen. Door het karakter van de speelzone (reliëf-

werking, beplanti ng, takken en bomen) is het moei-lijk om overzicht te houden over de speelzone. Daar-om zijn ze minder geschikt voor erg jonge kinderen of voor groepen waar toezicht gewenst is. Door het tekort aan toezicht en de onconventi onele speelele-menten zijn deze speelzones minder veilig dan de formeel ingerichte speeltuinen waarin de gewone schommel, wipkip en glijbaan staan. We kunnen dus stellen dat deze speelzones niet meteen geschikt zijn voor elke leeft ijdsgroep. Ook hondenpoep kan op natuurspeelzones vaak een probleem zijn, omdat er geen duidelijke grens is waar de zone begint en waar het bosgebied stopt. In grote natuurspeelzones zijn soms plekken afgesloten door natuurlijke barrières (takken en boomstronken op elkaar) om de natuur-waarde van een gebied te beschermen. Alleen nodi-gen deze barrières kinderen vaak uit om te spelen, een plek waar je niet mag komen is meestal een plek die het meest interessant lijkt. Als laatste knelpunt willen we de bereikbaarheid van natuurspeelzones aanhalen. Omdat een natuurlijke speelzone toch een minimum groott e moet hebben van 5 tot 10 hectare (Leufgen & van Lier, 2007), worden deze zones in veel gevallen ontwikkeld in grote bosgebieden of provinci-ale domeinen. Dit soort domeinen liggen vaak in de stadsrand of in het buitengebied, daarom is de be-reikbaarheid vanuit de stad voor kinderen een groot knelpunt. Het zijn nochtans de kinderen uit de stad die dit soort speelnatuur het hardst nodig hebben, maar ze zijn meestal grotendeels afh ankelijk van hun ouders om de speelzone te bezoeken. Daarom is het uitermate belangrijk dat de natuurspeelzones op een veilige en duidelijke manier verbonden worden met

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

Kruijt, P. (2012, januari). Meer over LeRoy gebieden. www.de-binnenhof.nl

Page 49: Trendrapport 2013

4949

SPEE

LNAT

UU

RBE

LAN

G V

ANN

ATU

UR

MEE

R G

ROEN

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

NAT

UU

RSPE

EL-

PLAA

TSH

OBB

ELD

ON

KBU

ITEN

SPEL

ENSP

EELP

OLD

ERS

het stedelijk gebied. Deze verbindingen moeten ge-richt zijn op voetgangers, fi etsers en het openbaar vervoer, omdat kinderen gemakkelijker toegang hebben tot deze ver-voersmodi. Naast de toegankelijk-heid van natuurspeel-bossen zijn er nog enkele aandachtspunten die we in het achterhoofd moe-ten houden ti jdens en na

de ontwikkeling ervan. De natuurwaarden van het bos, waarin de speelzone ingericht wordt, mogen niet aangetast worden. Ook de inrichti ng van de speelzone moet passen binnen het karakter van het bos of na-tuurgebied waarin het aangelegd wordt. We moeten onthouden dat het natuurterrein het belangrijkste

speelelement is en dat infrastructuur tot een mini-mum moet gehouden worden. Toch is het belangrijk dat ook de speelwaarde van de speelzone hoog is. Dit kunnen we bereiken door de zone in te richten aan de hand van specifi eke maatregelen die te vergelijken zijn met maatregelen voor natuurontwikkeling. Om de speelwaarde zo hoog mogelijk te houden is het belangrijk dat de speelzone regelmati g gecontroleerd wordt op vandalisme of verloedering. Zoals er in na-tuurgebieden maatregelen voorzien worden om de natuurwaarde te ontwikkelen en te behouden, moet dit ook het geval zijn voor natuurlijke speelzones. Er moet in de eerste plaats ti jdens het ontwerp rekening gehouden worden met duurzame materialen en ont-wikkelingen, maar er moet ook een beheerplan opge-steld worden, om de speelzone te kunnen beheren.Zoals eerder aangehaald, zijn het nog vaak de ouders die de kinderen naar de speelzone moeten brengen, daarom is het ook belangrijk dat er voorzieningen zijn om de ouders te entertainen zoals: zitbanken, wan-

delroutes door het gebied, cafetaria in de buurt van de speelzone… Als laatste kunnen we dit nog meege-ven: stel zo weinig mogelijk regels op. Teveel regels schrikken kinderen af, ze kunnen niet ongestoord spelen. Maak kinderen, jongeren en ouders duidelijk wat er niet mag op de speelzone, maar beperk dit tot een minimum en hou het zo luchti g mogelijk. Zoals in denatuurspeelzoneHobbeldonk in het provinci-aal domein de Averegten in Heist-op-den-Berg. Daar heeft Ilse Stoff els, educator van het provinciaal do-mein, een paneel ontworpen met daarop tekeningen en tekst die aangeven wat wel en niet mag in de na-tuurspeelzone. Een bondige maar geslaagde manier om bezoekers van alle leeft ijden welkom te heten in de wereld van Hobbeldonk.

“In Hobbeldonk kan je heerlijk spelen met elkaar in en met de natuur. Ga zorgzaam om met de planten en dieren die er leven. Pluk alleen waarvan er heel veel zijn en nooit de hele plant. Het water in de vijvers is geen zwemwater maar speelwater. Je mag er tot aan je knieën in spelen. Gebruik de wc aan de blokhut, het houten gebouw aan de overzijde van het verharde pad. Veel speelplezier!” Ilse Stoff els, educator provin-ciaal domein De Averegten (Stoff els, 2013).

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

De Zott e Jungle, Zott egem (2013) eigen fotomateriaalNatuurspeelplaats Hobbeldonk, Provinciaal domein De Averegten, Heist-op-den-Berg (2013) eigen fotomateriaalDe Averegten. (2013). Album: infopaneel natuurspeelplaats Hobbeldonk. www.facebook.com/DeAveregten

Page 50: Trendrapport 2013

5050

SPEE

LNAT

UU

RBE

LAN

G V

ANN

ATU

UR

MEE

R G

ROEN

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

NAT

UU

RSPE

EL-

PLAA

TSH

OBB

ELD

ON

KBU

ITEN

SPEL

ENSP

EELP

OLD

ERS

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

Buurtspeelgroen

Onder buurtspeelgroen worden alle andere veldjes, achtertuinen, pleinen, speelpleinen bedoeld in buurten en wijken van een stad of dorp. Het zijn zowel private, semi-private als publieke ruimtes waar kinderen dagelijks komen. Net omdat kinderen en jongeren zoveel gebruik maken van dit soort ruimtes zijn ze ook erg belang-rijk. Het gaat niet zozeer over de private ruimtes waar kinderen vertoeven zoals hun eigen tuin of tuinen van vriendjes, maar wel de restruimtes en buurtspeelpleintjes. Deze plekken zijn hotspots in het speelweefsel van kinderen en jongeren. Het zijn plekken die ze passeren op hun route van huis naar school. Het zijn hangruimtes waar ze ti jdelijk verblijven met vrienden. Het zijn pleintjes waar ze naar toe trekken om te spelen. Het zijn plek-ken die ze zichzelf toe-eigenen en waar ze op zichzelf naartoe kunnen gaan. Voor kinderen en jongeren die geen privé tuin hebben, is het als het ware een verlenging van hun huis. De buurtpleintjes, onlandjes en veldjes in de openbare ruimte bepalen hoe kinderen en jongeren hun buurt ervaren, los van de andere ruimtes waar ze vaak vertoeven zoals scholen, sportclubs,…

Ondanks dat deze ruimtes belangrijk zijn voor kinderen en jongeren worden ze vaak vergeten. Er gaat over het algemeen veel aandacht naar schoolterreinen, provinciale domeinen, bossen, grote voorzieningen voor kinderen, maar openbare ruimtes in de buurt en wijk zijn even belangrijk. Daarom een pleidooi om ook deze ruimtes in te richten voor kinderen en jongeren om hen hier in contact te brengen met natuur en spelen. Een grote avontuurlijke speelzone met water, takken, modder en klimmogelijkheden in buurtspeelzones is minder haalbaar, maar kleine ingrepen die kinderen dichter bij natuur kunnen brengen zijn hier zeker mogelijk. Het zijn de ideale plekken om alle buurtbewoners samen te brengen, van klein tot groot, om samen te genieten van open ruimte, groen en ademruimte. Deze plekken kunnen veel meer functi es bevatt en dan alleen maar spelen. Ze dienen als ontmoeti ngsplek voor buurtbewoners, rustruimte voor bezoekers, hangruimte voor jon-geren, speelruimte voor kinderen,… Kortom het zijn multi functi onele ruimtes die gebruikt worden door alle leeft ijden, alle sociale klassen en sector-overschrijdend ingevuld kunnen worden. Omdat ze een groot belang hebben, is het cruciaal dat ze blijven bestaan en niet opgevuld worden door woningbouw of door uitbreiding van economisch interessantere functi es zoals winkels. Het zijn de stapstenen voor kinderen en jongeren om de stad te ontdekken, de groene oases van volwassenen om in de stad te ontspannen en de bouwstenen van de het stedelijk beleid om van de stad een leefb are plek te maken voor al zijn bewoners.

BuurtpleinSint-Andries, Brugge met zandbak, klimtuig, schommel, basketveldje, hangplek en zitruimte

BuurtpleinSint-Michiels, Brugge met zandbak, skatelijn, speelheuvel in beton, spinwiel, klimtuig en zitruimte.

BuurtpleinSint-Pieters, Brugge met zandbak en speel-tuigen, hangmat, wilgentent en boomhut.

Fiets-,loop-enwandellijnSint-Pieters op oude spoor-wegbedding met fi tnesstoestellen en speelimpulsen.

Buurtspeelpleinen Sint-Andries, Sint-Michiels en Sint-Pieters, Brugge (2013) eigen fotomateriaalWandel-, fi ets- en looplijn Sint-Pieters, Brugge (2013) eigen fotomateriaal

Page 51: Trendrapport 2013

5151

SPEE

LNAT

UU

RBE

LAN

G V

ANN

ATU

UR

MEE

R G

ROEN

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

NAT

UU

RSPE

EL-

PLAA

TSH

OBB

ELD

ON

KBU

ITEN

SPEL

ENSP

EELP

OLD

ERS

NAT

UU

RSPE

EL-

PLAA

TSH

OBB

ELD

ON

K

naTuurspeelplaaTsHOBBELDONK

NatuurspeelplaatsHobbeldonk

Het provinciaal groendomein de Averegten is een 100 hectaren groot gebied met ontspanning, natuurbele-ving en plezier voor jong en oud. De lappen bos en weilanden wisselen elkaar af in een speels lichtspel en zorgen ervoor dat je afwisselende wandelingen kan maken in deze groene zone. De Averegten heeft verschillende troeven waardoor het gebied zichzelf geschikt maakt voor een grote doelgroep. Volwasse-nen kunnen verschillende rondwandelingen maken in het domein. De infrastructuur is aangepast voor rolstoelgebruikers, mindervaliden en jonge moe-ders met kinderwagens, zo dat zij ook de mogelijk-heid krijgen om het domein te ontdekken. De wan-delpaden zijn ook uitgerust als looproutes, ze geven lopers de mogelijkheid om verschillende afstanden te lopen door het gebied. Langsheen de looproutes staan hier en daar fi tness toestellen ingeplant. Door dat ze in hout vervaardigd zijn, passen ze goed in het bos. Naast de fi tnesstoestellen staat steeds een bord waarop uitgelegd wordt wat te doen en hoeveel keer je de oefening moet herhalen. Na de oefening juist uitgevoerd te hebben, kan je de looproute hervatt en. Groepen kunnen hier ook terecht, er is namelijk een blokhut die open gesteld kan worden als sanitaire blok met rondom de hut voldoende ruimte om te kamperen in grote aantallen. Kinderen kunnen naar hartelust spelen in de twee grote speelzones die in-gericht zijn bij de cafetaria, het speelbos ‘Gaaienbos’ en de avontuurlijke natuurspeelplaats ‘Hobbeldonk’.

De natuurspeelplaats is de grootste troef van het pro-vinciaal domein. Het is een open speelzone naast het speelbos waar er gespeeld, geravot en gekliederd kan worden. Middenin de speelzone is er een grote berg waarop Robinia speelimpulsen ingeplant zijn. Om de berg gemakkelijk te beklimmen en hem een groen karakter te geven zijn er wilgenstruiken aangeplant. Momenteel zijn het nog maar plukjes, maar eens vol-groeid zullen ze mooi groen zijn en gebruikt kunnen worden als natuurlijke speelelementen. Naast de gro-te heuvel ligt nog een kleine speelheuvel die vol staat met geweven wilgenconstructi es zoals wilgentun-nels, wilgenti pi’s en wilgenwanden. Deze speelheuvel is ideaal om verstoppertje in te spelen, fantasiespel te ontwikkelen en te schuilen voor de zon. Rondom de heuvels liggen grote plassen water die bestem-peld zijn als speelwater. In speelwater mag je spelen en tot aan je knieën in het water gaan, het is niet de bedoeling om erin te zwemmen. Er liggen naast het water losse boomstammen om vlott en en bruggen te bouwen. Rondom de speelzone zijn er in de schaduw banken voorzien voor ouders en begeleiders. Deze kunnen een oogje in het zeil houden terwijl hun kin-deren zich uitleven in het water. Het is dus de ideale plek om een middag te ravott en met natuurlijke ele-menten: zand- en moddertaartjes bouwen, vlott en en houtconstructi es maken, fantasiespel te spelen met vrienden, te spelen met onconventi onele mate-rialen, te genieten van de zon, regen, wind en natuur in zijn glorie.

Natuurspeelplaats Hobbeldonk, Provinciaal domein De Averegten, Heist-op-den-Berg (2013) eigen fotomateriaal

Page 52: Trendrapport 2013

5252

SPEE

LNAT

UU

RBE

LAN

G V

ANN

ATU

UR

MEE

R G

ROEN

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

NAT

UU

RSPE

EL-

PLAA

TSH

OBB

ELD

ON

KBU

ITEN

SPEL

ENSP

EELP

OLD

ERS

NAT

UU

RSPE

EL-

PLAA

TSH

OBB

ELD

ON

K

Natuurspeelplaats Hobbeldonk, Provinciaal domein De Averegten, Heist-op-den-Berg (2013) eigen fotomateriaal

Page 53: Trendrapport 2013

5353

SPEE

LNAT

UU

RBE

LAN

G V

ANN

ATU

UR

MEE

R G

ROEN

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

NAT

UU

RSPE

EL-

PLAA

TSH

OBB

ELD

ON

KBU

ITEN

SPEL

ENSP

EELP

OLD

ERS

BUIT

ENSP

ELEN

BuiTen spelen, Taak VANVOLWASSENEN?

We zien dat buiten spelen en spelen in de natuur meer en meer een taak wordt van de volwassene. Er moeten speelvoorzieningen ontworpen worden om kinderen aan te sporen om buiten te spelen. De speel-ruimtes moeten interessant genoeg zijn of er komen geen kinderen spelen, wat zonde van de ruimte zou zijn. Een gemakkelijke keuze is de ready made speel-toestellen die in catalogussen tentoongesteld wor-den. Deze speeltoestellen spelen vooral in op prakti -sche oplossingen zoals de onderhoudsvriendelijkheid

van het toestel, de veiligheid, de plaatsing ervan en de vormgeving. Andere zaken die ook belangrijk zijn in de keuze van speelinrichti ng maar die lasti ger te vertalen zijn in eisen en producten zijn speelwaarde, avontuurlijkheid, groenbeleving, pedagogische kwali-teit, ruimtegevoel, afwisseling. Het zijn net die zaken die het meest belangrijk zijn voor kinderen en hun er-varing van de speelzone. Een speelzone die erg veilig is, waarvan de toestellen weinig onderhoud vragen en waarvan de plaatsing van de toestellen simpel

“Een veelvoorkomende valkuil is de neiging om, geïnspireerd door het kinderspel vol fantasie, dingen voor de kinderen al uit te denken.” (Van den Bogaard,..., Odink, 2009)

Maquett e speelzone in het kader van parti cipati ef onderzoek (2010) eigen fotomateriaal

Page 54: Trendrapport 2013

5454

SPEE

LNAT

UU

RBE

LAN

G V

ANN

ATU

UR

MEE

R G

ROEN

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

NAT

UU

RSPE

EL-

PLAA

TSH

OBB

ELD

ON

KBU

ITEN

SPEL

ENSP

EELP

OLD

ERS

BUIT

ENSP

ELEN

kan gebeuren staat meestal niet gelijk aan een uit-dagende, avontuurlijke, afwisselende speelplek. Vol-wassenen hebben vaak de neiging om speelzones te ontwikkelen voor kinderen waarvan ze denken dat ze fantasiespel opwekken. Jammer genoeg worden dit soort speelzones dan over ontwikkeld en worden ze als stati sch en saai ervaren door kinderen. Het leuke aan een speelzone is dat je als kind zelf mag kiezen wat je er mee doet, hoe je de elementen zal gebrui-

ken en welk soort spel je er zal spelen. Kinderen heb-ben nood om zelf te ontwikkelen en niet de ontwik-kelingen van de ontwerper te gebruiken. We maken dus veel de fout om te denken uit ons eigen belan-gen en niet sti l te staan bij wat de kinderen belang-rijk vinden. Het volgend kader toont aan van uit welk standpunt de verschillende actoren nadenken als het gaat over de ontwikkeling van speelplekken (Van den Bogaard,..., Odink, 2009):

• overheid input uit studies, onderzoek, adviezen, regelgeving

• gemeentes belangenafweging tussen gebiedsontwikkeling, projectontwikkeling, verkeer, fi nanciën, aanbod van fabrikanten

• fabrikanten catalogus met speeltoestellen

• ouders media, dagindeling, bereikbaarheid, veiligheid, gebruiksgemak

• kinderen moeten nemen wat eruit komt

Zoals hierboven aantoont spelen bij de ontwikkeling van speelzones verschillende actoren een rol. Deze verschillende actoren (beleid, prakti jk, gebruikers) verdedigen ook allemaal verschillende belangen. Daardoor gebeurt het wel eens dat er belemmerin-gen zijn om speelzones te ontwikkelen. Er is te wei-nig intersectorale samenwerking waardoor maar een bepaalde groep gehoord wordt en een andere niet wordt verdedigd. Dit kan leiden tot ongenoegen bij de toekomsti ge gebruikers. De kennis over de inrich-ti ng van speelnatuur ontbreekt soms, de wil is er wel maar omzett en tot de prakti jk gebeurt dan niet. Door soms grote onduidelijkheid in verband met veilig-heidseisen en aansprakelijkheid gaan projecten nooit van start. Soms zijn de budgett en ontoereikend of is er wel rekening gehouden met aanleg maar niet met onderhoud en beheer en raakt de speelzone ver-vuild en ontoegankelijk. In sommige gevallen zijn er actoren die een luidere stem hebben dan anderen, waardoor maar één kant aanhoord wordt en er een

vertekend beeld ontstaat. De ontwikkelingen zijn dan gericht op een specifi eke groep, of meer gericht op een andere waarde dan speelwaarde. Daarom is het uiterst belangrijk dat de stem van kinderen en jonge-ren gehoord wordt. We moeten bij de ontwikkeling van gelijk welke soort speelzone kinderen acti ef laten deelnemen aan onderzoek, ontwerp, ontwikkeling en beheer. Zo kunnen we ze prikkelen om buiten te spe-len, om de speelzone en het materiaal te respecteren en om de natuur te bewonderen ti jdens het spelen. Betrek dus op een parti cipati eve manier gebruikers van de speelzone, put uit verschillende doelgroepen en laat hen hun mening geven. Het is enkel op zo’n manier dat er een ontwerp ontstaat dat echt aan-sluit aan de wensen en noden van het doelpubliek en dat de speelzone eff ecti ef als functi oneel ervaren zal worden. Parti cipati e is het antwoord op de vele vragen die vaak komen uit het beleid en is het mid-del om ontwerpers van speelzones bij te staan in hun moeilijke taak om de publieke ruimte vorm te geven.

Speelpolders, Rott erdam (2013) eigen fotomateriaal

Page 55: Trendrapport 2013

5555

SPEE

LNAT

UU

RBE

LAN

G V

ANN

ATU

UR

MEE

R G

ROEN

LOCA

TIE

VAN

SPEE

LNAT

UU

R

NAT

UU

RSPE

EL-

PLAA

TSH

OBB

ELD

ON

KBU

ITEN

SPEL

ENSP

EELP

OLD

ERS

SPEE

LPO

LDER

S

speelpOlders

Speelpolders, een plek in de polder speciaal voor kin-deren. Hier kunnen ze over de sloot springen, dam-men en hutt en bouwen, vissen in de sloot, allerlei beestjes bestuderen, kijken naar de wolken en vooral spelen met materiaal dat in de natuur voorhanden is zoals boomstammetjes, riet, wilgentenen, gras en bloemen, bladeren, water, zand en modder.

De speelpolders zijn te vinden in de grote polders ten oosten van Rott erdam. Ze zijn ontwikkeld voor kinde-ren tussen 4 en 12 jaar. De polders zijn vrij toeganke-lijk het hele jaar door, er zijn geen begeleiders of toe-zichters aanwezig, dus je speelt er op eigen risico. In het poldergebied van Rott erdam zijn er momenteel 5 speelpolders ontwikkeld: de Tiendtuin in Ouderkerk, Hennepakkers in Stolwijk, polderrijk in Krimpener-hout, HetSpeelslot in Bergambacht en poldernis in Ammershol. De oudste speelpolder, Polderrijk in het recreati epark Krimpenerhout werd geopend op 16 ok-tober 2012. De speelpolders voorzien in de behoeft e naar uitdagende buitenspeelplekken waar kinderen hun gang mogen gaan en waar ze spelenderwijs de natuur kunnen ontdekken. Het ontwerp van de speel-polder is op een parti cipati eve manier aangepakt. Verschillende groepen kinderen hebben meegedacht over wat een speelpolder moet bevatt en. Voor deze kinderen moest het ontwerp een survivalbaan bevat-ten. Maar andere ideeën hebben ervoor gezorgd dat de speelpolder Polderrijk in Krimpenerhout ook een avonturenbos, slingertouw, wilgentunnel, stammen-oversteek en vissteiger bevat. Naast voorzieningen om acti ef te spelen en op avontuur te gaan zijn er ook voorzieningen aangelegd om uit te rusten zoals een picknicktafel en een stammengroep om op te zitt en. Al deze elementen zijn op een gepaste manier inge-plant in de polder, rekening houdend met het karak-ter en de uitstraling van de polder en het omliggend

recreati epark. De speelpolder heeft een waardige en opvallende entree gekregen met een uit een boom-stam gekerfd naambord en een fi etsenstalling omdat de polder enkel te voet of per fi ets bereikbaar is. Bij deze entree is er een informati ebord geplaats dat een platt egrond van de polder toont en uitleg geeft over wat er in de polder te beleven valt, hoe je moet om-gaan met het wisselend waterpeil en hoe je iemand kan bereiken in geval van nood.Hoewel de verschillende speelpolders gelijkaardige speelelementen bevatt en hebben ze allemaal een eigen ontwerp en karakter. Tijdens het ontwerp en de aanleg van de speelzones is er rekening gehouden met de bestaande polderstructuur en beplanti ng van het gebied. Dit maakt dat elke speelpolder een eigen beeld en eigenzinnige speelimpulsen heeft . Het is dus zeker eens de moeite waard om ze allemaal te bezoe-ken, om zowel te spelen als om inspirati e op te doen.

Speelpolders, Rott erdam (2013) eigen fotomateriaal

Page 56: Trendrapport 2013

BrOnnEn

• AgentschapvoorNatuurenBos. (2013). Iedereen moet kunnen genieten van groen: Interview met Joke Schauvliege, minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur. Spoorzoeken, jaargang 7 (zomer 2013), 6-9.

• Agentschap voor Natuur en Bos. (2013). Investeer in groen, winst verzekerd. Geraadpleegd op 11 december 2013 van www.natuurenbos.be

• Brandwijk, T. & dijkstra, j. (2002). Wegwijzer informatiebronnen multifunctioneel ruimtegebruik: Rapport EC-LNV (nr.2002/172). Nederland: Ede, Expertisecentrum LNV.

• EncycloOnlineEncyclopedie. (z.d.). Functie. Geraadpleegd op 9 december 2013 van www.encyclo.nl• everaerts, f. (2008). Presentatie herziene normen speeltoestellen EN 1176/1177. Geraadpleegd op 9 de-

cember 2013 van www.speelom.be• iucn. (2012). Child’s Right to Nature and a Healthy Environment. Geraadpleegd op 11 december 2013 van

http://righttonature.org/• joos, a., ernalsteen, V. & engels, m. (2010). Wat is een Brede School?. Gent: Steunpunt Diversiteit en

Leren.• klasse voor ouders. (2012). Eén op vijf kinderen is te dik. Geraadpleegd op 11 december 2013 van www.

klasse.be• koning, a. & poort, e. (2013, juli). Facts: Belang van kindvriendelijke buitenruimtes. Geraadpleegd op

11 december 2013 van www.jantjebeton.nl• Leufgen,W.&vanLier,M. (2007). Vrij spel voor natuur en kinderen. Utrecht: Uitgeverij Jan van Arkel.• louv, r. (2007). Het laatste kind in het bos. Utrecht: Uitgeverij Jan van Arkel.• Luypaert,T. (2013). ‘Het in de natuur spelende kind’: nieuwkomer op Rode Lijst. Spoorzoeker, jaargang 7

(herfst 2013), 4.• mijn groen idee. (2013). Graspoppen. Geraadpleegd op 11 december 2013 van www.mijngroenidee.be• Stoffels, I. (2013). Infopaneel natuurspeelplaats Hobbeldonk. Geraadpleegd op 17 december 2013 van

www.facebook.com/DeAveregten• Thuis in de stad. (2012, 23 april). Stadslandbouw: wereldwijde trend kent weerklank in Vlaanderen. Ge-

raadpleegd op 22 november 2013 van http://blog.thuisindestad.be/stadslandbouw-wereldwijde-trend-kent-weerklank-in-vlaanderen

• VandenBogaard,J.,Lobst,S.,Schuster,M.,Vaandrager,L.,Borgharts,S.,Custers,M.,Haubenhofer,D.&Odink, j. (2009). Speelnatuur in de stad: hoe maak je dat?. Utrecht: Uitgeverij Jan van Arkel.

• VandenHoek,K.&Ham,M. (2007). Onderzoekster Lia Karsten over gezinnen in de stad: ‘Binnenkinderen daar moeten we van af’. Geraadpleegd op 11 december 2013 van www.tssmagazine.nl

• Vlaamse Overheid. (2012). Groenboek Vlaanderen in 2050: mensenmaat in een metropool. Brussel: De-partement Ruimte Vlaanderen.

• Vlaamse regering. (2009). De Vlaamse regering 2009-2014: een daadkrachtig Vlaanderen in beslissende tijden. Voor een vernieuwende, duurzame en warme samenleving. Brussel: Departement Diensten voor het algemeen Regeringsbeleid, Afdeling Communicatie.

• WorldCommissiononEnvironmentandDevelopment. (1987). Our Common Future. Oxford: Oxford Uni-versity Press.

Page 57: Trendrapport 2013

dE rOl van vIvès vzwBInnEn hEt JEugdruImtElandschaP

Het Pedagogisch Instituut J.L. Vivès vzw is ruim 15 jaar actief binnen het jeugdruimtelandschap. We hebben ons steeds opgesteld als pleitbezorger voor een kindvriendelijke, openbare ruimte waarin kinderen zich vrij, veilig en autonoom kunnen bewegen. Dit brengt met zich mee dat het spelende kind binnen onze visie niet wordt verbannen naar afgezonderde speeleilandjes maar op een terechte en volwaardige manier gebruik maakt van zijn volledige leefomgeving. Ondanks de veranderingen binnen de publieke ruimte en de beleving van de leef-omgeving van kinderen is deze visie nog steeds accuraat.

Speel-enjeugdruimteplannenVivès doet in opdracht van een bestuur onderzoek naar het speelweefsel van een stad of gemeente. In samenspraak met verschillende actoren wordt er een samen-hangend netwerk gecreëerd ondersteund door een jeugdruimtebeleid. Door syste-matisch onderzoek naar alle lagen van jeugdruimte en participatieve oplossingen wordt er een jeugdruimteplan op maat ontwikkeld. Dit jeugdruimteplan stelt het bestuur in staat om het recht op spel en ontmoeting te concretiseren voor kinde-ren en jongeren. Het onderzoek wordt participatief vertaald tot een speellandschap waarin kinderen en jongeren fungeren als dé ervaringsdeskundigen als het over spe-len in de buurt gaat. Vivès adviseert, coacht en ontwerpt op een participatieve ma-nier complementaire speelplekken die een schakelrol spelen binnen het speelweef-

sel van een stad of gemeente. Zo staan we jeugddiensten, jeugdwerkorganisaties, scholen, kinderopvangen,… bij om een kindgerichte, openbare ruimte te ontwikkelen waarin alle gebruikers zich vrij, veilig en autonoom kunnen bewegen.

S(pelen)O(p)S(chool)Binnen het Vivès-project SOS of Spelen Op School bieden we scholen aan om hen bij te staan bij de optimalisering van het speel- en leereffect op de schoolspeelplaats. Het kan gaan over de optimalisering van de ruimte, het beter bespeelbaar maken van de faciliteiten of het vergroenen van de schoolomgeving, maar ook over het aanleggen van een moestuintje op school of in de buurt.. Op deze manier streven we ernaar om samen met de verschillende actoren (schoolbestuur, leerkrachten, ouders en kinderen) een spelbevorderend klimaat te ontwikkelen waarin schoolge-bonden problemen worden aangepakt.

BredeSchoolVivès vzw biedt zich graag aan als partner binnen het Brede School-idee. We kunnen deel uitmaken van de verschillende spelers binnen een Brede School en ons buigen over de uitdagingen en opportuniteiten die deze manier van ontwikkelen kan bie-den. Zo streven we ernaar om een klimaat te ontwikkelen waarin alle kinderen en jongeren maximale kansen krijgen om zich te ontwikkelen, met extra aandacht voor kinderen en jongeren die beperkte ontwikkelingskansen hebben.

JEUGDRUIMTEin-planning

SOSSpelen op School

JEUGDRUIMTEadvies en ondersteuning

Page 58: Trendrapport 2013

VormingenopmaatAls pedagogische organisati e bieden wij vormingen op maat die u kunnen helpen bij het ontwikkelen van speelse, kindgerichte ruimtes. We bieden een waaier van prak-ti sche ti ps en tricks, die u op weg helpen om spelen en buiten spelen aan te pakken. Een greep uit het aanbod van vormingen: afval… of materiaal, doe het avontuurlijk, van speelruimte naar speelse ruimte. Daarnaast luisteren we ook naar voorstellen om bepaalde thema’s binnen het jeugdwerk aan te snijden en er een vorming voor te maken. De vormingssessies worden steeds op maat van de organisati e gegeven.

Speelvriendelijk.beOm op de hoogte te blijven van de bewegingen in het jeugdruimtelandschap en om iedereen aan te sporen om acti ef deel te nemen aan jeugdruimte, posten we geregeld nieuwe projecten op de website speelvriendelijk.be. Dit is dé webstek voor jeugdruimte. Hou deze in de gaten want ze wordt maandelijks aangevuld met speel-se, innovati eve en creati eve projecten uit Vlaanderen en daarbuiten.

We zijn bereid om al uw vragen omtrent speelse openbare en semi-openbare ruimte te beantwoorden en een oplossing op maat te bieden voor de gestelde problemen.

U kunt ons bereiken via post, telefoon of mail.

Jeugdruimteisonsmetdepaplepelingegevenenwehebbenhetalsspelendaangeleerd!

TrendrappOrT 2013

Redactie: Michelle JanssensLay-out: Els Goethals

Tekstcorrecties: Max Dedulle, Pieterjan Carly

VORMING OP MAAT

Page 59: Trendrapport 2013

Pedagogisch Insti tuut J.L. Vivès vzw in samenwerking met:

trEndraPPOrt 2013

What tO EXPEct?

In dit trendrapport worden trends en actuele interessante projecten aangehaald in het jeugdlandschap van vandaag. Het is de kijk van de verantwoordelijke jeugdruimte en landschapsarchitecte bij Vivès vzw en een samenvatti ng van wat opgevallen is ti jdens het werk, de vele bezoeken en de lezingen en studiedagen van andere organisati es die acti ef zijn binnen jeugdruimte. Er worden 3 uiteenlopende thema’s aange-haald: ti jdelijke ruimtes, functi estapelen en speelnatuur.

In het hoofdstuk tijdelijkeruimtes wordt vooral aangetoond wat de potenti e is van ruimtes ti jdelijk een invulling te geven die inspeelt op de noden en wensen van het moment. Door allerlei uiteenlopende om-standigheden blijven gronden in de stad soms voor korte of lange ti jd braak liggen. Creati eve en innova-ti eve oplossingen kunnen ti jdelijk een interessante invulling geven aan dit soort gronden. In dit hoofdstuk is geprobeerd om u vooral te inspireren door middel van prachti ge prakti jkvoorbeelden uit zowel Vlaan-deren als uit de rest van de wereld. We maken als het ware een wereldreis door het creati eve jeugdland-schap dat vandaag de dag te vinden is. We kunnen alleen maar hopen dat u geïnspireerd raakt door deze reis en acti ef zult deelnemen aan de publieke ruimte waarvan we allemaal eigenaar zijn.

In het thema functiestapelen gaat het over hoe we in de toekomst veel meer zullen moeten nadenken over multi functi onele ruimtes. We hebben steeds meer ruimte nodig om de dagelijkse acti viteiten van een grote groep mensen te bevatt en maar er is steeds minder ruimte voorhanden. De budgett en worden schaarser maar de grondstoff en worden steeds duurder en we gaan meer en meer leven in een multi cul-turele samenleving waarbij elke groep mensen zijn eigen wensen, gewoontes en waarden heeft . Vandaar dat we verschillende sectoren moeten samen brengen om op zoek te gaan naar een ruimte die ons allen past. Dit hoofdstuk toont enkele prakti jkvoorbeelden zoals bespeelbare kunst, De Speelse Jeugdsite in Alveringem en het principe van Brede School. Allemaal voorbeelden die momenteel aantonen dat multi -functi onele ruimtes kunnen werken en een win-win situati e creëren voor alle actoren.

Als laatste, in het thema speelnatuur, gaat het over het belang van natuur in de leefomgeving van kinde-ren en jongeren, over het recht van kinderen en jongeren op een gezonde leefomgeving en over wat meer groen in de stad kan opbrengen voor de samenleving. Maar het gaat ook over de knelpunten die hier aan verbonden zijn zoals veiligheid, bereikbaarheid en bespeelbaarheid. In dit hoofdstuk zijn twee interes-sante prakti jkvoorbeelden opgenomen. De natuurspeelplaats Hobbeldonk in het provinciaal domein de Averegten, een prachti g voorbeeld van hoe een avontuurlijke en natuurlijke speelzone er zou moeten uit-zien, en de Speelpolders in de buurt van Rott erdam, of hoe speelnatuur niet alti jd een grote impact moet hebben op zijn omgeving.

Page 60: Trendrapport 2013

PuBlIc sPacE Is Our sPacE,BE crEatIvE !!!

PedagogischInstituutJ.L.VivèsvzwCordoeaniersstraat 138000 Brugge050/34 06 [email protected]

landelijke jeugddienst