Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

29
Ondersteunen bij persoonlijke verzorging niveau 2

description

Dit boek Ondersteunen bij persoonlijke verzorging maakt deel uit van Traject Helpende Z&W, een serie leermiddelen speciaal ontwikkeld voor de MBO-opleiding Helpende Zorg & Welzijn. Deze serie is gebaseerd op de kerntaken, werkprocessen en competenties van het Kwalifi catiedossier Helpende Zorg en Welzijn.

Transcript of Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

Page 1: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

Ondersteunen bijpersoonlijke verzorging

Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

Dit boek Ondersteunen bij persoonlijke verzorging maakt deel uit van Traject Hel-

pende Z&W, een serie leermiddelen speciaal ontwikkeld voor de MBO-opleiding

Helpende Zorg & Welzijn. Deze serie is gebaseerd op de kerntaken, werkprocessen

en competenties van het Kwalifi catiedossier Helpende Zorg en Welzijn.

Behalve dit boek Ondersteunen bij persoonlijke verzorging bestaat de serie verder

uit de boeken Hulp bij huishouden en wonen en Beroepsmatig ondersteunen en

begeleiden. Met deze drie boeken beschikt de deelnemer over alle theoretische

naslagmaterialen, opdrachten en vaardigheidstrainingen die nodig zijn om de aan

de eisen van het kwalifi catiedossier te voldoen.

De leerstof is in alle boeken ondergebracht in thema’s. De thema’s bevatten lo-

gisch gegroepeerde theorieartikelen. Waar dat inhoudelijk aan de orde is worden

in de thema’s ook alle vaardigheidsprotocollen geboden die onontbeerlijk zijn

voor de professionele Helpende Z&W.

Om de vragen en opdrachten uit te werken en het trainen van de vaardigheids-

protocollen te laten observeren en beoordelen kan de deelnemer kiezen uit twee

mogelijkheden voor verwerking: via een apart verwerkingsboek of via de online

verwerkingsmodule op de website van de serie Traject Helpende Z&W.

Meer en verdiepende informatie over de serie Traject Helpende Z&W is onder

meer te vinden op de website www.trajecthelpende.nl.

Samenstelling en redactie:

C.A. Abrahamse

R.F.M. van Midde

www.trajecthelpende.nl

niveau 2niveau 2

OS_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indd 1OS_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indd 1 19-04-12 11:5619-04-12 11:56

Page 2: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

C.A. Abrahamse

Traject Helpende Zorg & Welzijn

Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

Eerste druk

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 3 19-04-12 12:15

Page 3: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs,

Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwassenen-

educatie en Hoger Beroepsonderwijs.

Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze

leermiddelen: www.thiememeulenhoff.nl of via onze klantenservice

(088) 800 20 16.

ISBN 9789006925517

Eerste druk, eerste oplage, 2012

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2012.

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden ver-

veelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,

of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektro-

nisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere ma-

nier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op

grond van artikel 16 Auteurswet jo het Besluit van 23 augustus 1985,

Stbl., dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te

voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie

(PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.cedar.nl/pro). Voor het

overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, rea-

ders en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient

men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het

gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs

zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen

volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen

zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de

uitgever wenden.

AuteurC.A. Abrahamse

RedactieC.A. AbrahamseR.F.M. van Midde

Taalkundige redactie Buro Kroon, Almere

Omslagontwerp Imago Mediabuilders, Amersfoort

VormgevingImago Mediabuilders, Amersfoort

FotografieKarin LigthartMiradorMedia, Koen Bakx, Anke Gielen, Maria van der HeydenRemko Scheepens FotografieiStockphoto.com/BalonciciiStockphoto.com/courtyardpix

IllustratiesCabworkDDComAd GruterFloris Oudshoorn

FSC LOGO

Colofon

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 5 19-04-12 12:15

Page 4: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

De afgelopen jaren zijn de beroepsopleidingen voor de gezondheidszorg en de welzijnssector aange-past aan de ontwikkelingen in de beroepspraktijk. De veranderde eisen zijn uitgewerkt in een be-roepsgerichte kwalificatiestructuur.De serie Traject Helpende Zorg & Welzijn is geba-seerd op het kwalificatiedossier Helpende Zorg & Welzijn. Dit dossier bevat onder andere de eisen die gesteld worden aan een gediplomeerde op niveau 2. Deze eisen zijn uitgewerkt in kerntaken en werk-processen. Voor docenten hebben we op de website www.trajecthelpende.nl in een Excel-bestand pre-cies aangegeven hoe deze eisen worden afgedekt en waar u de betreffende vakkennis en vaardighe-den kunt terugvinden in deze serie.

De serieTraject Helpende Zorg & Welzijn biedt de leermid-delen die u flexibel kunt inzetten in uw eigen curriculum en onderwijssysteem. Met de serie wil-len we de theorie en de vaardigheden leveren die noodzakelijk zijn om aan de kwalificatie-eisen te voldoen en om de opleiding Helpende Zorg & Wel-zijn (niveau 2) goed af te sluiten. De belangrijkste uitgangspunten daarbij zijn:

� inhoudelijke kwaliteit leveren; � de beroepspraktijk centraal stellen; � de student (ook de volwassen student) aanspre-

ken; � de doorgaande leerlijn bewaken.

De boekenDe serie bestaat uit drie boeken:

� Ondersteunen bij de persoonlijke verzorging. � Hulp bij huishouden en wonen. � Beroepsmatig ondersteunen en begeleiden.

Ieder boek behandelt grofweg de theorie en vaar-digheden die behoren bij een certificeerbare een-heid. Een certificeerbare eenheid is een onderdeel uit het kwalificatiedossier met arbeidsmarktrele-vantie. Het kwalificatiedossier Helpende Zorg & Welzijn kent drie van deze certificeerbare eenhe-den:

� Hulp bij persoonlijke verzorging/ADL. � Hulp bij huishouden, wonen en recreëren. � Hulp bij (sociale) activiteiten.

Voor deze drie eenheden mag een ROC een certifi-caat afgeven. Een student die een certificeerbare eenheid heeft behaald, kan met dit certificaat aan de slag.

De thema’sIn elk boek is de leerstof verdeeld over thema’s. Ieder thema start met een inleiding waarin de be-roepsrelevantie wordt toegelicht. Een thema wordt afgesloten met het onderdeel ‘Toets jezelf’. Dit be-staat uit stellingen waarmee de student zelf kan controleren of hij de belangrijkste theorie kent.De thema’s zijn op een logische manier gerang-schikt.

Ondersteunen bij persoonlijke verzorgingBij het bepalen van de volgorde van de thema’s zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

� De student moet zich bewust zijn dat hygië-nisch werken tijdens de persoonlijke verzorging het uitgangspunt vormt. Ze moet voorkomen dat zij de oorzaak is van besmetting of ziekte-kiemen van de ene cliënt naar de andere cliënt overbrengt.

� Het thema ‘schoon en verzorgd’ vormt de basis om op een beroepsmatige wijze hulp te bieden bij de persoonlijk verzorging.

Ten geleide

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 6 19-04-12 12:15

Page 5: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

� Wanneer de student tijdens haar eerst BPV in-gezet zal worden bij de persoonlijke verzorging zal ze eerst ingezet worden bij de hulp ‘rondom’ de cliënt. De zorg rondom de bedden komt dan het meest in aanmerking. Dit is dan ook het tweede thema in dit boek. Logischerwijs wordt het thema gevolgd door het thema ‘slapen’.

� Wanneer de student laat zien dat ze de zorg ‘rondom’ de cliënt beheerst, zal de volgende stap zijn dat ze zorg ‘aan’ een cliënt mag ver-lenen. Helpen bij aan- en uitkleden, wassen, ondersteunen bij lopen, helpen bij toiletbezoek, zijn hier voorbeelden van. Deze thema’s worden na de eerste drie thema’s behandeld.

� Op het moment dat de student de praktische hulp bij de persoonlijke verzorging beheerst zal ze meer diepgang moeten gaan geven aan de zorgverlening. Kennis over veel voorkomende aandoeningen, ziekten en beperkingen kun-nen een bijdrage geven aan deze verdieping. De laatste thema’s besteden aandacht aan deze onderwerpen.

Opbouw van de thema’s:Binnen de thema’s is zoveel mogelijk gestreefd naar koppeling tussen kennis van anatomie en fysiologie en de praktische leerstof over de per-soonlijke zorg. De student leert op deze manier verbanden te leggen en ook verantwoord hulp te verlenen. Als voorbeeld noemen we de anatomie en fysiologie van het bewegingsstelsel. Dit is het eerste onderwerp van het thema ‘helpen bij lopen en verplaatsen.

ArtikelenThema’s zijn verdeeld in artikelen die bij elkaar ho-ren. Ieder artikel is op dezelfde manier opgebouwd.Ze beginnen allemaal met een zakelijke, kernach-

tige titel, gevolgd door een pakkende ondertitel. Deze zou de student al nieuwsgierig kunnen ma-ken naar de inhoud.Vervolgens begint een artikel altijd met een korte, krachtige praktijksituatie die terugkomt aan het eind van het artikel. Hierdoor creëren we de moge-lijkheid om de theorie aan een ‘kapstok’ te hangen. De tekst is veelvuldig voorzien van voorbeelden en tips voor de (toekomstige) professionele helpende.Een artikel sluiten we af met opdrachten.

In de boeken ‘Ondersteunen bij de persoonlijke ver-zorging’ en ‘Hulp bij huishouden en wonen’ komt u ook veel protocollen tegen. Door deze protocollen te oefenen, ontwikkelen studenten ook de noodzake-lijke beroepsvaardigheden.

RedactieAlle uitgaven van de serie zijn inhoudelijk geredi-geerd door Stoffel Abrahamse en Rick van Midde. Beide redacteuren zijn al jaren betrokken bij res-pectievelijk Traject V&V en Traject Welzijn. Zij hebben ervoor gezorgd dat de boeken volledig zijn afgestemd op het kwalificatiedossier.Wij hopen dat u en uw studenten prettig gebruik kunnen maken van de serie Traject Helpende Zorg & Welzijn.Indien u vragen of suggesties hebt, stellen wij het bijzonder op prijs wanneer u contact met ons op-neemt.

Amersfoort, 2012Redactie en uitgever

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 7 19-04-12 12:15

Page 6: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

viii

Inhoud1 Schoonenverzorgd 12

1.1 Micro-organismen 131.2 Infecties voorkomen 141.3 Vaardigheid Handen wassen 161.4 Toets jezelf 18

2 Zorgvoorhetbed 19

2.1 Bedden 202.2 Aandachtspunten bij het bed opmaken 212.3 Aanpassingen en hulpmiddelen in en om het bed 222.4 Bedden voor baby’s en kleine kinderen 252.5 Vaardigheid Bed afhalen en opmaken 272.6 Vaardigheid Wieg of ledikant opmaken 282.7 Toets jezelf 30

3 Slapen 31

3.1 Slapen en slaapproblemen 323.2 Slaap- en waakritme bij kinderen 373.3 Toets jezelf 40

4 Lichaamshygiëne 41

4.1 De huid 434.2 Persoonlijke verzorging 464.3 Helpen met wassen 504.4 Haren verzorgen 544.5 Scheren 574.6 Mondverzorging 584.7 Nagels verzorgen 594.8 Vaardigheid Cliënt helpen bij een wasbeurt op bed 604.9 Vaardigheid Cliënt wassen aan de wastafel, onder de douche of in bad 624.10 Vaardigheid Gebitsprothese van een cliënt verzorgen 654.11 Vaardigheid Tandenpoetsen 674.12 Vaardigheid Nagels knippen 684.13 Vaardigheid Elektrisch scheren 70

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 8 19-04-12 12:15

Page 7: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

ix

4.14 Vaardigheid Nat scheren 714.15 Vaardigheid Haren wassen op bed 734.16 Vaardigheid Therapeutische elastische kousen aantrekken 754.17 Toets jezelf 78

5 Verzorgingvandebabyenhetjongekind 79

5.1 De hygiënische verzorging van een baby 805.2 De hygiënische verzorging van de peuter, kleuter en het jonge kind 835.3 Vaardigheid Het baden van de baby 855.4 Toets jezelf 87

6 Helpenbijlopenenverplaatsen 88

6.1 Het bewegingsapparaat 896.2 Rugklachten 956.3 Een cliënt hulp bieden bij het verplaatsen 966.4 Houdingen in bed 1026.5 Hulpmiddelen bij lopen en rolstoelen 1046.6 Vaardigheid Cliënt in de juiste houding in een stoel zetten 1086.7 Vaardigheid Cliënt die niet kan lopen maar wel kan staan, uit bed en weer in bed helpen 1106.8 Vaardigheid Cliënt verplaatsen met een tillift 1126.9 Vaardigheid Cliënt in een rolstoel helpen en de rolstoel duwen 1146.10 Toets jezelf 115

7 Hulpbiedenbijdeuitscheiding 116

7.1 Urinewegen 1187.2 Helpen urineren 1217.3 Helpen bij de ontlasting 1257.4 Incontinentie 1287.5 De uitscheiding van kinderen 1297.6 Braaksel en sputum 1317.7 Vaardigheid Hulp bieden bij het gebruik van een urinaal op bed 1337.8 Vaardigheid Hulp bieden bij het gebruik van een po 1347.9 Vaardigheid Met de rolstoel naar het toilet 1367.10 Vaardigheid Incontinentieverband verwisselen 1377.11 Vaardigheid De luier van een baby verschonen 139

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 9 19-04-12 12:15

Page 8: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

x

7.12 Vaardigheid Hulp bieden bij braken 1407.13 Toets jezelf 141

8 Lichaamstemperatuur 142

8.1 Observatie van de lichaamstemperatuur en koorts 1438.2 Vaardigheid Lichaamstemperatuur rectaal opnemen 1508.3 Vaardigheid Lichaamstemperatuur opnemen in de oksel en de mond 1528.4 Vaardigheid Lichaamstemperatuur opnemen met een oorthermometer 1548.5 Toets jezelf 156

9 Aandoeningenaanhetspijsverteringsstelsel 157

9.1 Spijsverteringsstelsel 1589.2 Aandoeningen aan het spijsverteringskanaal 1619.3 Toets jezelf 164

10 Voedingsproblemen 165

10.1 Ondervoeding 16610.2 Eetstoornissen 16710.3 Diabetes mellitus 16910.4 Toets jezelf 173

11 Aandoeningenaanhetbewegingsapparaat 174

11.1 Reumatische aandoeningen 17511.2 Spierziekten 17711.3 Amputaties 17911.4 Toets jezelf 181

12 Aandoeningenaanhetzenuwstelsel 182

12.1 Het zenuwstelsel 18312.2 Aandoening aan de bloedvaten van de hersenen (CVA) 18612.3 MS en ALS 18912.4 Spasticiteit 19012.5 Reactivering en revali datie 19212.6 Toets jezelf 195

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 10 19-04-12 12:15

Page 9: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

xi

13 Aandoeningenaanhethart,debloedvatenendeluchtwegen 196

13.1 De bloedsomloop 19713.2 Aandoeningen aan hart en bloedvaten 20313.3 Ademhalingsstelsel 20513.4 Astma en COPD 20813.5 Toets jezelf 210

14 Verlenenvaneerstehulp 211

14.1 Houd je bij het verlenen van eerste hulp aan de richtlijnen 21314.2 Soorten verbandmiddelen 21414.3 Gebruik van verschillende soorten verbanden 21714.4 Hoe behandel je beschadigingen aan de huid? 21914.5 Beschadigingen aan botten en gewrichten 22114.6 Bloedingen 22414.7 Flauwte 22514.8 Problemen met de ademhaling 22714.9 Vergiftigingen 22814.10 Vreemde voorwerpen in het lichaam 23014.11 Vaardigheid Een verband aanleggen bij eerste hulp 23214.12 Vaardigheid Een mitella en een draagdas aanleggen 23614.13 Vaardigheid Een slagaderlijke bloeding stelpen 23814.14 Vaardigheid Een bloeding stelpen met behulp van een dekverband 23914.15 Toets jezelf 242

Bijlage Antwoorden Toets jezelf-stellingen 243

Begrippen 247

Register 253

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 11 19-04-12 12:15

Page 10: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

In dit thema leer je dat micro-organismen ziekten kunnen veroorzaken. Je leert hoe je voorkomt dat een cliënt besmet wordt. Hierbij is een goede hygiëne van belang. Bij een goede hygiëne horen bijvoorbeeld schone kleding, haren in een staart, korte nagels enzovoort. Natuurlijk was je in het dagelijks leven regelmatig je handen. In de zorg worden er speciale eisen aan gesteld.

In dit thema wordt de volgende theorie behandeld: � Micro-organismen. � Infecties voorkomen.

De vaardigheid die bij dit thema hoort is: � Handen wassen.

1 Schoon en verzorgd

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 12 19-04-12 12:15

Page 11: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

1 Schoon en verzorgd 13

1.1 Micro-organismen

Je hoort en ziet ze nietLisanne is deze winter al voor de vijfde keer verkou-

den. Het begint steeds met een dikke keel en na en-

kele dagen gaat het over in fl ink snotteren. Ze vindt

het ontzettend vervelend. ‘Wie me toch iedere keer

besmet met dat verkoudheidsvirus? Ik zou willen dat

ik zag wanneer ik besmet wordt en door wie!’

Figuur 1.1 Lisanne blijft maar verkouden

Micro-organismen zijn de kleinste levende wezens die bestaan. Overal om ons heen zijn ze aanwezig. We horen en zien ze niet. Ze zijn alleen te zien door een microscoop. Je denk misschien dat je van micro-organismen ziek wordt. Dat kan, maar dat hoeft niet! Er zijn namelijk nuttige maar ook schadelijke micro-organismen. Om van melk yog-hurt te maken zijn yoghurtbacteriën (dat is een bepaald micro-organisme) nodig. Deze bacteriën zijn dus nuttig. Ook in onze darmen leven bacte-riën die ons gezond houden. De schadelijke micro-organismen kunnen ons ziek maken. Ze worden daarom ook wel ziekte-kiemen genoemd. Aids wordt bijvoorbeeld door

zo’n schadelijk micro-organisme veroorzaakt. We kennen vier groepen micro-organismen:1 Virussen . Deze kunnen bijvoorbeeld griep,

waterpokken en aids veroorzaken. 2 Bacteriën . Deze kunnen bijvoorbeeld de oor-

zaak zijn van voedselvergiftiging, longontste-king en wondinfecties.

3 Schimmels . Heel bekend is de schimmel die voetschimmel veroorzaakt, maar ook schim-melinfecties aan de geslachtsorganen komen voor.

4 Protozoa . Is nogal eens de veroorzaker van tropische ziekten zoals malaria, maar kan ook ernstige darminfecties veroorzaken.

Zoals je las, komen micro-organismen overal voor. Dat geldt ook voor ziekmakende micro-or-ganismen. Gelukkig heeft een mens een systeem om er weerstand tegen te bieden. Bij een normale weerstand word je niet snel ziek. Deze weerstand kan echter verminderen. Vooral ouderen en ver-zwakte mensen hebben minder weerstand. Een helpende komt met veel verschillende men-sen in contact. Ze moet voorkomen dat ze ziek-tekiemen overbrengt van de ene op de andere persoon en moet daartegen maatregelen nemen. Met andere woorden: je moet voorkomen dat je een cliënt besmet. Door een goede persoonlijke hygiëne kun je de kans op besmetting van de cliënt voorkomen.

De wens die Lisanne uitspreekt dat ze zou willen

zien door wie en wanneer ze besmet wordt, zal nooit

uitkomen. Het verkoudheidsvirus is een micro-orga-

nisme en is dus niet te zien. Lisanne kan wel een idee

hebben door wie ze besmet wordt. Als haar vriend

fl ink verkouden is en ze heeft er een avondje mee

doorgebracht is het wel duidelijk.

Je hoort en ziet ze nietLisanne is deze winter al voor de vijfde keer verkou-

den. Het begint steeds met een dikke keel en na en-

kele dagen gaat het over in fl ink snotteren. Ze vindt

het ontzettend vervelend. ‘Wie me toch iedere keer

besmet met dat verkoudheidsvirus? Ik zou willen dat

ik zag wanneer ik besmet wordt en door wie!’

De wens die Lisanne uitspreekt dat ze zou willen

zien door wie en wanneer ze besmet wordt, zal nooit

uitkomen. Het verkoudheidsvirus is een micro-orga-

nisme en is dus niet te zien. Lisanne kan wel een idee

hebben door wie ze besmet wordt. Als haar vriend

fl ink verkouden is en ze heeft er een avondje mee

doorgebracht is het wel duidelijk.

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 13 19-04-12 12:15

Page 12: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

14 Schoon en verzorgd 1

Opdrachten1 Welke infectieziekten heb jij weleens gehad? 2 Welk micro-organisme veroorzaakte deze

ziekte? Als je het niet weet, kun je het ant-woord misschien op internet vinden.

1.2 Infecties voorkomen

Onzichtbaar, maar o zo verra-derlijk!Rosa, een helpende, werkt in een gezin met twee

jongetjes van 1 en 3 jaar. Het oudste broertje heeft al

een paar dagen koorts en diarree. Steeds als hij naar

de wc moet, moet Rosa helpen. Als Rosa de jongste

een fruithapje geeft, roept zijn broer dat hij weer

heel nodig naar de wc moet. Rosa zet het fruithapje

even neer en holt naar het toilet. Reden genoeg voor

de jongste om een enorme keel op te zetten.

Figuur 1.2 Werk hygiënisch

Rosa helpt zo snel ze kan de oudste en gaat dan

weer vlug terug naar de jongste. In de haast vergeet

ze haar handen te wassen. Het risico bestaat nu

dat Rosa de ziektekiemen van het oudste kind over-

brengt op het jongste kind. Zij is dan de veroorzaker

van een kruisinfectie.

Als de ziekmakende micro-organismen van de ene op de andere mens overgaan, heet dat een kruisinfectie . Een helpende kan de veroorzaker zijn van kruisinfectie. Hoe dat kan, las je in het voorbeeld. Een helpende moet dus zo veel moge-lijk doen om te voorkomen dat ziektekiemen op de cliënt overgaan.

Hygiënische maatregelenOm te voorkomen dat een cliënt een infectie op-loopt, neem je onderstaande maatregelen. 1 Zorg voor een goede hygiëne van je handen.

Houd je nagels kort en was je handen vaak en zorgvuldig.

2 Draag geen sieraden en vooral geen hand- en polssieraden. Door sieraden kun je de huid van een cliënt tijdens de lichamelijke verzorging per ongeluk beschadigen. Bovendien kunnen sieraden micro-organismen bevatten.

3 Zorg dat de cliënt tijdens de verzorging niet in aanraking komt met jouw haar. Als je lang haar hebt, draag het dan opgestoken of in een staart.

4 Trek dagelijks schone werkkleding aan. Draag je werkkleding alleen tijdens het werk.

5 Draag schoenen die je goed kunt schoonma-ken.

6 Gebruik papieren zakdoeken en gooi die na gebruik meteen weg.

7 Draag plastic handschoenen als dat geadvi-seerd is.

8 Houd schone spullen en vuile spullen goed van elkaar gescheiden

Bescherming van jezelfIn je werk kun je in aanraking komen met mi-cro-organismen waarvan je ziek kunt worden. Daarom moet je ook jezelf tegen micro-organis-men beschermen. Met een aantal van de eerder

Onzichtbaar, maar o zo verra-derlijk!Rosa, een helpende, werkt in een gezin met twee

jongetjes van 1 en 3 jaar. Het oudste broertje heeft al

een paar dagen koorts en diarree. Steeds als hij naar

de wc moet, moet Rosa helpen. Als Rosa de jongste

een fruithapje geeft, roept zijn broer dat hij weer

heel nodig naar de wc moet. Rosa zet het fruithapje

even neer en holt naar het toilet. Reden genoeg voor

de jongste om een enorme keel op te zetten.

Figuur 1.2 Werk hygiënisch

Rosa helpt zo snel ze kan de oudste en gaat dan

weer vlug terug naar de jongste. In de haast vergeet

ze haar handen te wassen. Het risico bestaat nu

dat Rosa de ziektekiemen van het oudste kind over-

brengt op het jongste kind. Zij is dan de veroorzaker

van een kruisinfectie.

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 14 19-04-12 12:15

Page 13: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

1 Schoon en verzorgd 15

genoemde maatregelen bescherm je behalve de cliënt ook jezelf. Dat betekent vaak en zorgvuldig handen wassen, geen sieraden dragen, werkkle-ding voor het werk houden en zo nodig plastic handschoenen gebruiken. Bescherm jezelf extra als je in aanraking komt met uitscheidingspro-ducten, zoals ontlasting, urine en sputum (slijm uit luchtpijp en longen).Wees ook voorzichtig met bloed. Als helpende kom je soms in aanraking met het bloed van an-deren. Bijvoorbeeld als je een wond van een cliënt moet verschonen. Maar ook via materiaal waarop bloed van een cliënt zit. Bloed kan heel specifi eke micro-organismen bevatten. Bekend zijn de virus-sen die leverontsteking (hepatitis) en aids (HIV) veroorzaken. Gebruik uit voorzorg plastic hand-schoenen en een apart schort. Door hygiënisch te werken kun je besmetting voorkomen.

In het gezin waar Rosa werkt, heeft het oudste jon-

getje last van koorts en diarree. Doordat ze in de

drukte vergeet haar handen te wassen, is de kans

groot dat ook het jongste broertje binnen niet al te

lange tijd ziek wordt.

Opdrachten1 Op kinderopvang Het Kruimeltje geldt de

regel dat de medewerkers bij het verschonen van een luier altijd plastic handschoenen aan-trekken. a Wat vind je daarvan?b Waarom is deze regel er?

2 Bekijk je handen. Zou je bijzondere maatrege-len moeten nemen als je nu als helpende aan het werk zou gaan in een ziekenhuis?

In het gezin waar Rosa werkt, heeft het oudste jon-

getje last van koorts en diarree. Doordat ze in de

drukte vergeet haar handen te wassen, is de kans

groot dat ook het jongste broertje binnen niet al te

lange tijd ziek wordt.

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 15 19-04-12 12:15

Page 14: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

16 Schoon en verzorgd 1

1.3 Vaardigheid Handen wassen

Handen wassen is een belangrijke vaardigheid. Het hoort namelijk bij hygiënisch werken. En als

helpende moet je nu eenmaal hygiënisch werken. Dat betekent dat je steeds je handen wast:

voor je aan je werk begint, als je een taak hebt afgerond en voor je aan de volgende taak begint.

Ten slotte doe je dat nog eens als je klaar bent met je werk. Omdat je je handen zo vaak wast,

zul je deze vaardigheid waarschijnlijk ook zeer snel onder de knie hebben.

Steeds vaker zie je in instellingen dat de handen gedesinfecteerd worden met alcohol. Er is dan

geen zichtbaar vuil aanwezig.

Figuur 1.3 Het apparaatje bevat alcohol om de handen te ontsmetten

Beschrijving van de handeling

Voorbereiding 1 Controleer of er zeep (bij voorkeur vloeibare), een schone handdoek of papieren

handdoeken en een afvalemmer aanwezig zijn. 2 Doe hand- en polssieraden af.

Handen wassen is een belangrijke vaardigheid. Het hoort namelijk bij hygiënisch werken. En als

helpende moet je nu eenmaal hygiënisch werken. Dat betekent dat je steeds je handen wast:

voor je aan je werk begint, als je een taak hebt afgerond en voor je aan de volgende taak begint.

Ten slotte doe je dat nog eens als je klaar bent met je werk. Omdat je je handen zo vaak wast,

zul je deze vaardigheid waarschijnlijk ook zeer snel onder de knie hebben.

Steeds vaker zie je in instellingen dat de handen gedesinfecteerd worden met alcohol. Er is dan

geen zichtbaar vuil aanwezig.

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 16 19-04-12 12:15

Page 15: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

1 Schoon en verzorgd 17

Uitvoering3 Open de kraan en zorg dat er lauwwarm water uitstroomt. 4 Open de kraan op de juiste manier. Als er bijvoorbeeld een kraan met elleboogbedie-

ning is, bedien die dan ook met de elleboog. Bij een kraan met handbediening moet je papieren handdoeken gebruiken. Vooral als je extra attent moet zijn op de hygiëne.

5 Houd de polsen en handen onder de kraan en maak ze nat. Houd hierbij je handen lager dan je ellebogen.

6 Raak de wasbak niet aan met je handen en polsen. 7 Doe op de juiste wijze zeep op je handen. 8 Was je handen zorgvuldig, zonder dat ze zich daarbij onder water bevinden. Reinig

polsen, handruggen, handpalmen, vingers en de ruimtes tussen de vingers zorgvuldig. 9 Was je handen gedurende ongeveer tien seconden. 10 Houd je handen onder het stromende water en spoel de zeepresten af. Begin het

afspoelen bij de polsen. 11 Sluit de kraan op de juiste wijze. 12 Schud de grootste hoeveelheid water van je handen. 13 Droog je handen zacht wrijvend en deppend met de handdoek. 14 Droog ze vanaf de vingers richting polsen. 15 Deponeer de papieren handdoek in de afvalemmer zonder de emmer aan te raken.

Nazorg16 Je wast je handen voordat je een lichamelijk verzorgende handeling gaat ver-

richten. Je wast ook je handen als je met voeding aan de slag gaat. Je begint altijd meteen na het handen wassen aan die handeling. Je verricht ook geen handelingen tussendoor meer waardoor je handen weer vuil zouden kunnen worden.

Figuur 1.4

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 17 19-04-12 12:15

Page 16: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

18 Schoon en verzorgd 1

Opdrachten 1 Wat is het voordeel van vloeibare zeep? 2 Waarom raak je met handen wassen de wasbak niet aan?

1.4 Toets jezelf

Geef bij elke stelling aan of deze juist of onjuist is.

1 Micro-organismen zijn schadelijk.

2 Wanneer je zorg voor een goede persoonlijke hygiëne kun je meehelpen aan het voorkomen van kruisinfecties

3 Verpleegkundigen dragen vaak plastic handschoenen, voor een helpende is dat niet nodig.

4 Met bloed moet je extra voorzichtig zijn omdat er een virus in kan zitten dat een leverontsteking kan veroorzaken.

5 Een schimmel is een voorbeeld van een micro-organisme.

6 Met een goede handhygiëne kun je infecties altijd voorkomen.

7 Een blaasontsteking is een voorbeeld van een kruisinfectie.

8 Het gebruik van wegwerpzakdoekjes vermindert de kans op besmetting.

9 In instellingen wordt vaak alcohol gebruikt om de handen te ontsmetten.

10 Oudere mensen hebben vaker een verminderde weerstand, waardoor ze gevoeli-ger zijn voor infecties.

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 18 19-04-12 12:15

Page 17: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

2 Zorg voor het bed 19

In de praktijk maak je regelmatig bedden op, zowel voor volwassenen als voor kinderen.

In dit thema wordt de volgende theorie behandeld: � Aandachtspunten bij het opmaken van het bed. � Hulpmiddelen en aanpassingen in en om het bed. � Bedden voor baby’s en kleine kinderen.

De vaardigheden die bij dit thema horen zijn: � Bed afhalen en opmaken. � Wieg of ledikant opmaken.

2 Zorg voor het bed 19

2 Zorg voor het bed

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 19 19-04-12 12:15

Page 18: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

20 Zorg voor het bed 2

2.1 Bedden

Een bed op maatMeneer Rammeloo heeft al jaren de ziekte van Par-

kinson. Hij heeft ernstige bewegingsproblemen door

de stijfheid van zijn spieren. Zelfstandig uit bed ko-

men is steeds lastiger.

Gezonde mensen brengen ongeveer een derde van de tijd in bed door. Een bed dat voldoende comfort biedt is dan ook belangrijk. In speciale omstandig-heden stel je specifi eke eisen aan een bed.

Soorten beddenBedden zijn er in alle soorten en maten. Als ge-zonde mensen een bed kiezen, gaan ze uit van hun eigen smaak en voorkeur. Er zijn heel veel mogelijkheden, bijvoorbeeld een hoog of laag bed, breed of smal, een spiraal- of lattenbodem, een gewoon bed of waterbed. Het gaat er vooral om dat iemand lekker in het bed slaapt.

Figuur 2.1 Bed met aanpassingen

Voor zieke mensen en mensen met een beperking ligt het anders. Natuurlijk hebben zij ook hun per-soonlijke wensen en voorkeuren. Maar hun bed moet in de eerste plaats aan speciale eisen vol-doen. Aan een bed voor zieke mensen of mensen met een beperking stellen we de volgende eisen:

� De hoogte van het bed moet zodanig zijn, dat de cliënt zelfstandig in en uit bed kan komen. Ook is het belangrijk dat de cliënt zich veilig voelt in zijn bed. Een hoog bed kan een onvei-lig gevoel geven. Aan de andere kant is een bed op werkhoogte voor de helpende belang-rijk. Vandaar dat een in hoogte verstelbaar bed ideaal is.

� Het bed moet gemakkelijk schoon te maken zijn.

� Bij voorkeur moeten hoofd- en voeteneinde verwijderd kunnen worden.

� Het bed moet verplaatsbaar zijn (wieltjes). � De spiraal of bodem moet stevig zijn.

Weinig mensen hebben thuis een bed dat aan deze eisen voldoet. Toch komt het regelmatig voor dat een cliënt met een beperking of een zie-ke cliënt thuis wordt verzorgd. Vooral als iemand thuis langdurig bedlegerig is, is een aangepast bed een uitkomst. Een cliënt in deze situatie kan via de thuiszorg een ziekenhuisbed lenen.

BenodigdhedenOok voor de benodigdheden in bed zijn er veel keuzemogelijkheden. Bijvoorbeeld een harde of zachte matras, hoeslakens of gewone lakens, dekens of dekbedden. Hierbij geldt weer: als je gezond bent, kies je wat je zelf het prettigst vindt. Ook cliënten met een beperking of ziekte kiezen de benodigdheden die ze zelf prettig vinden. Soms gebruiken ze door hun beperking of ziekte extra, speciale benodigdheden.Voor het bed van een cliënt zijn er onder meer de volgende benodigdheden:

� Matrasbeschermer : deze ligt op de bedspiraal of bedbodem en beschermt het matras tegen slijtage.

� Matras: dit moet stevig zijn en goed schoon te maken.

Een bed op maatMeneer Rammeloo heeft al jaren de ziekte van Par-

kinson. Hij heeft ernstige bewegingsproblemen door

de stijfheid van zijn spieren. Zelfstandig uit bed ko-

men is steeds lastiger.

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 20 19-04-12 12:15

Page 19: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

2 Zorg voor het bed 21

� Molton: deze neemt goed vocht op (bijvoor-beeld transpiratievocht).

� Onderlaken. � Zeiltje: dit wordt alleen gebruikt als er kans is

dat er urine of ontlasting in bed komt. � Steeklaken : dit is een smal laken dat dwars

over het midden van het bed wordt gelegd. Als je een steeklaken gebruikt, kun je een bed snel verschonen. Vroeger waren deze steeklakens van katoen. Tegenwoordig zijn er steeklakens van verschillende lagen met een ondoorlaat-bare onderkant. Als er geen steeklaken aan-wezig is, kan een dubbelgevouwen laken als steeklaken dienen.

� Bovenlaken. � Een of meer dekens of een dekbed. � Een of meer kussens: sommige mensen willen

graag een klein kussentje (‘jantje’).

Sinds kort heeft meneer Rammeloo een speciaal bed.

Omdat dit wat hoger is dan zijn eerste bed en er een

papegaai aan zit, kan hij nu nog steeds zonder hulp

uit bed komen.

Opdrachten1 Waarom is een bed op werkhoogte voor een

helpende zo belangrijk? 2 Maak een lijst van de benodigdheden die in je

eigen bed liggen. a Vergelijk jouw lijst met de lijst van beno-

digdheden voor het bed van een cliënt. b Welke verschillen zie je? c Kun je een verklaring geven voor die ver-

schillen? 3 Kun je bedenken waarom het gebruik van een

zeiltje in bed zo veel mogelijk beperkt moet worden? Leg je antwoord uit.

2.2 Aandachtspunten bij het bed opmaken

Zorgen voor het comfort en de veiligheid van de cliëntMevrouw De Mirelle is gisteren uit het ziekenhuis

thuisgekomen. Met de ambulance werd ze naar huis

gebracht. Mevrouw is nog erg vermoeid en ligt veel

in bed. Als Karin en Monique haar uit bed halen, zien

ze dat het bed nat is. ‘Dat zullen we even verscho-

nen. Zullen we iets in bed leggen om de lakens te

beschermen?’

Figuur 2.2 Bed verschonen

Als een cliënt zijn eigen bed niet kan opmaken, moet hij daarbij geholpen worden. Je kunt het bed samen met de cliënt opmaken of je doet dat zelf. Soms moet je een bed opmaken terwijl de cliënt er in ligt.

Waar let je op bij het opmaken van het bed?Als de cliënt probleemloos uit bed kan komen, kun je het bed opmaken zonder dat hij zich in bed bevindt. Let er dan wel op dat de cliënt warm en comfortabel kan zitten, terwijl jij het bed op-maakt. Als de cliënt niet uit bed kan of mag, zijn er verschillende manieren om het bed op te maken.

Sinds kort heeft meneer Rammeloo een speciaal bed.

Omdat dit wat hoger is dan zijn eerste bed en er een

papegaai aan zit, kan hij nu nog steeds zonder hulp

uit bed komen.

Zorgen voor het comfort en de veiligheid van de cliëntMevrouw De Mirelle is gisteren uit het ziekenhuis

thuisgekomen. Met de ambulance werd ze naar huis

gebracht. Mevrouw is nog erg vermoeid en ligt veel

in bed. Als Karin en Monique haar uit bed halen, zien

ze dat het bed nat is. ‘Dat zullen we even verscho-

nen. Zullen we iets in bed leggen om de lakens te

beschermen?’

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 21 19-04-12 12:15

Page 20: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

22 Zorg voor het bed 2

Bij de meestgebruikte methode moet de cliënt op zijn zij kunnen draaien, eventueel met hulp.Het is belangrijk dat de cliënt zich in bed veilig voelt. Zorg er voor dat hij nooit uit bed kan vallen terwijl jij het bed opmaakt. Dat kun je voorkomen door met zijn tweeën het bed op te maken. Je gaat tegenover elkaar staan, allebei aan de lange zijde van het bed. Eén helpende ondersteunt de cliënt, terwijl de andere aan de eigen kant het bed op-maakt. Als je het bed in je eentje moet opmaken, zorg er dan voor dat de cliënt zich goed kan vast-houden, bijvoorbeeld aan veiligheidshekken (als die er zijn) of aan een stevige stoel.Als je een bed opmaakt, trek dan steeds het bed-dengoed goed glad. Plooien en vouwen in het beddengoed zijn heel hinderlijk voor een cliënt. Als je een bed opmaakt met de cliënt erin, let er dan op dat je het bovenlaken en de dekens niet te strak instopt. Doe je dat wel, dan worden de voeten te veel naar beneden gedrukt. Nadat je het bed hebt opgemaakt, schud je de kussens op en leg je ze terug op het bed. Let op: kussens uitklop-pen is iets anders. Dat doe je buiten.

HygiëneAls je een bed opmaakt, is het belangrijk dat je op de hygiëne let. Hygiënisch werken betekent dat je maatregelen neemt om infecties te voorkomen. Infecties ontstaan door micro-organismen die van de ene persoon op de andere kunnen worden overgebracht. Ook een helpende kan micro-orga-nismen overbrengen, bijvoorbeeld door met on-gewassen handen schoon beddengoed te pakken.Voordat je het bed opmaakt, neem je de volgende hygiënische maatregelen: 1 Doe hand- en polssieraden af en was je han-

den. 2 Zorg voor korte nagels. 3 Ga zorgvuldig om met het wasgoed.

4 Zorg dat het schone beddengoed de grond niet raakt.

5 Houd schoon en vuil wasgoed gescheiden: schoon en vuil mogen elkaar niet raken.

Ook tijdens het opmaken van het bed let je op de hygiëne. Wapper bijvoorbeeld niet te veel met het beddengoed.

Bij het opmaken van een bed gelden algemene

regels voor hygiëne en veiligheid. Daarnaast houd

je ook rekening met de specifi eke situatie van een

cliënt.

Karin en Monique overwegen om iets in bed te leg-

gen om te voorkomen dat de lakens nat worden.

Opdrachten1 Bedenk een situatie waarin je extra hygiëni-

sche maatregelen, zoals het dragen van hand-schoenen, zou nemen voordat je het bed gaat opmaken.

2 Het uitkloppen van kussens doe je buiten. Waarom?

2.3 Aanpassingen en hulp-middelen in en om het bed

Aanpassingen verhogen de zelfstandigheid, veiligheid en gezondheidJonathan woont in een gezinsvervangend tehuis. Hij

heeft een verstandelijke beperking. ‘s Nachts in zijn

slaap is hij zeer onrustig. Hij is al enkele keren uit bed

gevallen.

Bij het opmaken van een bed gelden algemene

regels voor hygiëne en veiligheid. Daarnaast houd

je ook rekening met de specifi eke situatie van een

cliënt.

Karin en Monique overwegen om iets in bed te leg-

gen om te voorkomen dat de lakens nat worden.

Aanpassingen verhogen de zelfstandigheid, veiligheid en gezondheidJonathan woont in een gezinsvervangend tehuis. Hij

heeft een verstandelijke beperking. ‘s Nachts in zijn

slaap is hij zeer onrustig. Hij is al enkele keren uit bed

gevallen.

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 22 19-04-12 12:15

Page 21: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

2 Zorg voor het bed 23

Figuur 2.3 Ziekenhuisbed

In bijzondere situaties gebruik je hulpmiddelen in en om het bed. Ze verhogen de zelfstandigheid, veiligheid en gezondheid van de cliënt.

HulpmiddelenIn en om het bed van een cliënt kunnen verschil-lende hulpmiddelen ingezet worden. Sommige hulpmiddelen zijn bedoeld om de cliënt meer zelfstandigheid te geven. Andere hulpmiddelen bevorderen de veiligheid of de gezondheid van een cliënt. We bespreken de volgende hulpmiddelen: 1 voetenbankje;2 rugsteun;3 bedgalg of papegaai;4 bedverhogers;5 dekenboog;6 veiligheidshekken;7 zandzakken;8 onrustbanden.

VoetensteunDe voetensteun voorkomt dat een cliënt naar on-der zakt. De voetensteun wordt ook gebruikt om te voorkomen dat de dekens de voeten naar be-neden drukken. De steun kan bedekt worden met een steeklaken, zodat de voeten niet direct tegen het koude oppervlak van de steun aan liggen.

Figuur 2.4 Een voetensteun voorkomt dat de cliënt onder-

uitzakt

RugsteunWie steeds in bed moet blijven, wil toch wel eens rechtop zitten. Tegenwoordig hebben veel men-sen hiervoor zelf een bed met een verstelbaar hoofdeinde (rugsteun). Als het hoofdeinde van het bed niet verstelbaar is, kun je een losse rug-steun gebruiken.

Figuur 2.5 Bed met verstelbare rugsteun

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 23 19-04-12 12:15

Page 22: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

24 Zorg voor het bed 2

Bedgalg of papegaaiAan dit hulpmiddel kan een cliënt zichzelf op-trekken om te gaan zitten of uit bed te komen. De lengte van de handgreep is meestal verstelbaar, zodat de papegaai op armlengte van de cliënt kan worden afgesteld. Als er geen papegaai aan het bed vastgemaakt kan worden, is een touwladder een handig hulpmiddel.

Figuur 2.6 Bedgalg of papegaai

Figuur 2.7 Aan een touwladder kan de cliënt zich optrek-

ken

BedverhogersIn een thuissituatie gebruik je soms bedverho-gers (ofwel bedklossen) om een bed te verhogen. Vooral de mensen die ‘aan het bed’ werken, zoals helpenden, hebben er baat bij. Als een cliënt in

bed geholpen moet worden, zorgen de bedverho-gers voor een goede werkhoogte.

Figuur 2.8 Bedverhoger

DekenboogDe dekenboog voorkomt dat het bovenlaken en dekens op de benen van de cliënt drukken. Dit is bijvoorbeeld nodig als een cliënt een wond aan zijn benen heeft. De druk van het laken en de dekens is dan hinderlijk. Bij het opmaken van het bed moet de helpende er op letten dat het onder de dekenboog warm genoeg is. Een deken dwars over het bed is gebruikelijk.

Figuur 2.9 Dekenboog

VeiligheidshekkenVeiligheidshekken voorkomen dat een cliënt uit bed valt. Ook kan een veiligheidshek een extra steuntje voor de cliënt zijn. Hij kan zich er aan vasthouden als hij gaat zitten. Zorg er altijd voor dat de veiligheidshekken goed vastgezet zijn.

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 24 19-04-12 12:15

Page 23: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

2 Zorg voor het bed 25

OnrustbandenOnrustbanden gebruik je bij erg onrustige of ver-warde mensen. Ook bij mensen van wie je weet dat ze omvallen als ze gaan staan, kun je onrust-banden gebruiken. Een onrustband kan bijvoor-beeld rondom het middel aangebracht worden en aan het bed bevestigd worden. Zo voorkom je dat iemand uit bed valt. Je kunt niet zomaar onrust-banden gebruiken. Het gebruik van onrustban-den is aan strenge regels gebonden. De helpende heeft geen bevoegdheid om hierover een besluit te nemen. Laat de beslissing om onrustbanden te gaan gebruiken altijd over aan je leidinggevende.

Na overleg met Jonathan en zijn ouders is besloten

hem in een bed met veiligheidshekken te leggen. De

hekken worden ‘s avonds omhoog gedaan. Het ge-

vaar om uit bed te vallen is daardoor verdwenen.

Opdrachten1 Welke hulpmiddelen in bed zijn bedoeld om

de zelfredzaamheid van een cliënt te bevorde-ren?

2 Welke hulpmiddelen in bed zijn bedoeld om comfort van een cliënt te verhogen (zodat hij zich prettig voelt)?

3 Bij welke activiteiten is een rugsteun handig voor een cliënt die in bed verblijft?

4 Stel dat je als helpende komt werken bij me-neer Jansen (70), die longemfyseem heeft. Hij ligt veel in bed, omdat hij snel vermoeid raakt. Leunend op een stapel kussens probeert hij dan te lezen of televisie te kijken. Ook dat is vermoeiend, omdat hij steeds onderuitzakt en dan niet goed recht kan gaan zitten. Welke hulpmiddelen zou meneer Jansen goed kun-nen gebruiken en waarom?

2.4 Bedden voor baby’s en kleine kinderen

Een kinderbedje moet veilig zijnHet zoontje van Karim en Selma is nu 1 jaar. Het is

een erg ondernemend baasje. Hij kan al goed staan

en met steun lopen. Selma wil haar zoontje uit bed

halen. Hij hangt gevaarlijk over zijn bedrand om een

beertje te pakken. Ze roept Karim en vraagt of hij

meteen de bodem van het bedje in de laagste stand

wil zetten. ‘We moeten niet wachten tot hij echt uit

bed kukelt’, zegt ze.

Figuur 2.10 De bodem moet omlaag

Baby’s slapen in een wieg of een ledikantje. Een ledikantje is geschikt voor kinderen tot ongeveer drie jaar. Daarna krijgen de meeste kinderen hun eerste ‘grote bed’.

Eisen aan wieg of ledikantEen wieg of ledikant moet aan bepaalde eisen voldoen. Deze eisen hebben allemaal te maken met veiligheid. Een wieg of ledikant is veilig als:

� de baby of peuter er niet uit kan vallen; � er geen scherpe hoeken of uitsteeksels aan

zitten; � spijlen verticaal staan; � de afstand tussen elke spijl maximaal tussen

de zeven en acht centimeter is;

Na overleg met Jonathan en zijn ouders is besloten

hem in een bed met veiligheidshekken te leggen. De

hekken worden ‘s avonds omhoog gedaan. Het ge-

vaar om uit bed te vallen is daardoor verdwenen.

Een kinderbedje moet veilig zijnHet zoontje van Karim en Selma is nu 1 jaar. Het is

een erg ondernemend baasje. Hij kan al goed staan

en met steun lopen. Selma wil haar zoontje uit bed

halen. Hij hangt gevaarlijk over zijn bedrand om een

beertje te pakken. Ze roept Karim en vraagt of hij

meteen de bodem van het bedje in de laagste stand

wil zetten. ‘We moeten niet wachten tot hij echt uit

bed kukelt’, zegt ze.

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 25 19-04-12 12:15

Page 24: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

26 Zorg voor het bed 2

� er geen zacht materiaal, zoals een kussen of hoofdbeschermer, in de wieg ligt.

Een baby zal misschien niet gauw uit bed vallen, maar een ondernemende peuter wel. Als een peu-ter gaat staan en probeert te klimmen, kun je het volgende doen. Plaats de verstelbare bodem op de laagste stand. Je kunt vaak ook een paar spijlen verwijderen, zodat het kind zelf in en uit bed kan stappen. Bind het kind nooit vast met tuigjes of trappelzakken. Een kind kan klem komen te zit-ten of zelfs stikken!

Benodigdheden voor wieg of ledikantVoor een wieg of ledikant heb je een matras en beddengoed nodig. Ook dit materiaal moet aan bepaalde eisen voldoen:

� Het matras moet acht tot tien centimeter dik zijn.

� Het matras moet gemaakt zijn van polyether, want zo’n matras kan goed ‘ademen’.

� Leg, alleen bij oudere kinderen, een zeiltje op het matras. Dit voorkomt dat het matras nat wordt als het kind in bed plast. Alle vocht wordt door het zeiltje opgenomen. Het zeil-tje moet glad zijn en mag niet meer dan een derde deel van het matras bedekken. Als het zeil een groter deel bedekt, kan het matras niet genoeg ademen. Waarschuwing: voor jonge baby’s wordt het gebruik van een zeiltje afgeraden.

� Gebruik bij voorkeur katoenen lakentjes. � Gebruik voor baby’s bij voorkeur dekens en

dus geen dekbed. Uit onderzoek blijkt dat er een groter risico is op wiegendood als een baby onder een dekbedje slaapt.

� Let altijd goed op dat een kind niet in het beddengoed verstrikt kan raken. Gebruik dus nooit te dikke of te grote dekens.

� Als een kind groter is, mag je een dekbed gebruiken. De dekbedjes moeten aan de onderkant dichtgemaakt kunnen worden. Bovendien moeten ze goed ingestopt kunnen worden.

Frisse lucht in een kinderkamer is heel belangrijk. Je moet dus regelmatig ventileren.Dat kun je goed doen als je het bed opmaakt. Let dan wel op dat een groter kind niet uit het raam hangt of klimt.

Gelukkig ontdekt Selma op tijd dat de bedbodem

van haar zoontje in de laagste stand gezet moet

worden.

Bij kleine kinderen moet je voortdurend bedacht zijn

op onveilige situaties.

Opdrachten1 Waarom moeten de spijlen van een kinderbed

verticaal staan en niet horizontaal? 2 Bij een wieg of ledikant moet de afstand tus-

sen de bedspijlen zeven tot acht centimeter zijn. Kun je beschrijven wat de bezwaren zijn van een kleinere en van een grotere afstand?

3 Vraag aan familie of kennissen met kleine kinderen of je hun kinderkamer eens mag bekijken. Let daarbij speciaal op de veiligheid van het bed en de benodigdheden die in bed gebruikt worden. Is het bed veilig? Waarom wel of waarom niet?

Gelukkig ontdekt Selma op tijd dat de bedbodem

van haar zoontje in de laagste stand gezet moet

worden.

Bij kleine kinderen moet je voortdurend bedacht zijn

op onveilige situaties.

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 26 19-04-12 12:15

Page 25: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

2 Zorg voor het bed 27

2.5 Vaardigheid Bed afhalen en opmaken

In de praktijk zul je vaak het bed van een cliënt moeten afhalen en opmaken. Bij de beschrijving

van deze vaardigheid wordt uitgegaan van twee helpenden, maar in de praktijk zul je het ook

vaak alleen moeten doen. Probeer deze handeling daarom eerst met een collega en daarna al-

leen. De beschrijving gaat uit van lakens en dekens. De handeling uitvoeren met een hoeslaken

en een dekbed komt ongeveer op hetzelfde neer.

Beschrijving van de handeling

Voorbereiding 1 Vertel de cliënt wat er gaat gebeuren. 2 Doe hand- en polssieraden af en was je handen. 3 Leg schoon beddengoed klaar. 4 Zet een wasmand voor de vuile was klaar. 5 Zorg voor voldoende werkruimte rondom het bed. 6 Zet het bed op werkhoogte. 7 Zet een of twee stoelen aan het voeteneinde van het bed.

Uitvoering 8 Leg de kussens op de stoel(en). 9 Maak sprei en dekens los. 10 Vouw sprei en dekens afzonderlijk in drieën en leg ze over de stoel. Let erop dat het

beddengoed de vloer niet raakt. 11 Doe het bovenlaken in de wasmand. 12 Doe het steeklaken in de wasmand. 13 Leg een zeil ongevouwen over de stoel(en). 14 Doe het onderlaken in de wasmand. 15 Als je de molton niet hoeft te verschonen, trek je hem glad. 16 Leg het onderlaken op het bed. Als er een brede zoom is, leg je de brede zoom aan de

bovenzijde met de naad naar beneden op bed. 17 Stop het laken eerst aan de bovenzijde met een nette hoek in. Doe dit vervolgens

ook aan de onderzijde. 18 Als er een zeil gebruikt moet worden, leg je dit op het onderlaken, op de plaats waar

de stuit komt te liggen. 19 Leg het steeklaken over het zeil en bedek het hele zeil. 20 Stop het steeklaken glad in. 21 Leg het bovenlaken op het bed. Als er een brede zoom is, leg je deze aan de boven-

zijde, met de naad naar boven.

In de praktijk zul je vaak het bed van een cliënt moeten afhalen en opmaken. Bij de beschrijving

van deze vaardigheid wordt uitgegaan van twee helpenden, maar in de praktijk zul je het ook

vaak alleen moeten doen. Probeer deze handeling daarom eerst met een collega en daarna al-

leen. De beschrijving gaat uit van lakens en dekens. De handeling uitvoeren met een hoeslaken

en een dekbed komt ongeveer op hetzelfde neer.

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 27 19-04-12 12:15

Page 26: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

28 Zorg voor het bed 2

22 Leg de dekens op het bovenlaken. 23 Stop het bovenlaken en de dekens aan het voeteneinde netjes in. 24 Sla de dekens en het bovenlaken terug. De omslag van de dekens komt niet onder

de omslag van het laken uit. 25 Stop het bovenlaken en de dekens verder in, afhankelijk van de wensen van de cli-

ent. 26 (Als er een dekbed wordt gebruikt, vervallen de punten 21 tot en met 25 27 Om het dekbed wordt een schone hoes gedaan en het geheel wordt op het bed ge-

legd. Het dekbed wordt alleen aan de onderkant ingestopt).28 Doe schone slopen om de kussens. De punten van de kussens bevinden zich goed in

de punten van de slopen. 29 Leg de kussens op bed met de openingen van de deuropening af. 30 Leg de sprei op het bed, stop de sprei niet in. 31 Let er tijdens het opmaken op dat je niet te veel met het beddengoed wappert. 32 Let er tijdens de werkzaamheden op dat het vuile wasgoed niet in contact komt

met het schone wasgoed.

Nazorg 33 Breng de kamer weer op orde. 34 Breng de wasmand weg. 35 Was je handen. 36 Groet de cliënt na de werkzaamheden op een correcte manier.

Opdrachten 1 Waarom moet je je hand- en polssieraden afdoen? 2 Een cliënt moet warm en comfortabel kunnen zitten als hij even uit bed moet ko-

men, zodat jij het bed kunt opmaken. Hoe zou jij daarvoor zorgen? 3 Waarvoor zet je stoelen aan het voeteneinde? 4 In de meeste huisgezinnen worden geen steeklakens gebruikt. Wat doe je als je er

toch een nodig hebt?

2.6 Vaardigheid Wieg of ledikant opmaken

Voor je begint, vraag je aan de ouders of zij speciale wensen hebben bij het opmaken van het wiegje

of ledikantje. In deze vaardigheid gaan we ervan uit dat het bedje al is afgehaald. In de beschrijving

is rekening gehouden met het gebruik van een dekentje (voor jonge baby’s) en van een dekbed (voor

grotere kinderen). Zolang de baby een kruik nodig heeft, zorg je voor een naadloze kruik met een

rubberen dop of ring in de sluiting (NVVH-keur). Leg een kruik altijd in een kruikenzak en met de

dop naar beneden in het bedje.

Voor je begint, vraag je aan de ouders of zij speciale wensen hebben bij het opmaken van het wiegje

of ledikantje. In deze vaardigheid gaan we ervan uit dat het bedje al is afgehaald. In de beschrijving

is rekening gehouden met het gebruik van een dekentje (voor jonge baby’s) en van een dekbed (voor

grotere kinderen). Zolang de baby een kruik nodig heeft, zorg je voor een naadloze kruik met een

rubberen dop of ring in de sluiting (NVVH-keur). Leg een kruik altijd in een kruikenzak en met de

dop naar beneden in het bedje.

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 28 19-04-12 12:15

Page 27: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

2 Zorg voor het bed 29

Figuur 2.11 Wanneer een baby een groot bed heeft kun je het bed het best tot de helft opmaken. De

kans dat de baby onder de dekens verstrikt raakt is dan klein

Beschrijving van de handeling

Voorbereiding 1 Als dat nodig is, vertel je de ouders wat je gaat doen. 2 Doe hand- en polssieraden af en was je handen. 3 Leg de benodigdheden binnen handbereik op een stoel of een commode. Je hebt

nodig: twee lakens, (eventueel) een zeiltje, een molton, dekens (eventueel dekbed), een sloop en een luier.

Uitvoering 4 Leg het onderlaken op het matras en stop het glad in. Eventuele naden zijn naar

beneden gericht en de brede zoom bevindt zich aan de bovenzijde. 5 Leg het zeiltje zo nodig op het onderlaken, op de plaats waar de baby met het on-

derlichaam komt te liggen. Bij voorkeur bedekt het zeiltje slechts een derde deel van de wieg of ledikantje.

6 Leg de molton zo op het zeiltje, dat hij het zeil geheel bedekt. 7 Leg de kussensloop aan het hoofdeinde. 8 Leg op het onderste deel van de kussensloop een dubbelgevouwen luier, met de

open kant naar boven. Stop de luier aan de zijkanten in als dat kan. 9 Leg het bovenlaken bijvoorbeeld op de commode, met de eventuele brede zoom aan

de bovenzijde en de naad naar boven. 10 Leg de dekens ongeveer twintig centimeter onder de bovenkant van het laken. Als

er een wollen deken bij is, leg je deze als eerste op het laken. 11 Sla het bovenste deel van het laken over de dekens. 12 Leg het geheel in de wieg en stop het niet te strak in. 13 Als er toch een dekbedje gebruikt wordt, vervallen de punten 9 tot en met 12. Doe

een hoes om het dekbed en leg het geheel in het bedje. Leg het dekbedje niet te ver (in de richting van het hoofd) over de baby heen en stop het alleen aan het voeten-einde in.

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 29 19-04-12 12:15

Page 28: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

30 Zorg voor het bed 2

Nazorg 14 Breng de kamer, voor zover nodig, weer in orde. 15 Was je handen.

Opdrachten1 Welke speciale wensen zouden ouders kunnen hebben? 2 Hoe groot moet een zeiltje zijn? 3 Als het zeil te groot is, kun je het verkleinen door het dubbel te vouwen of door er

een stuk af te knippen. Wat is volgens jou de beste methode? 4 Als je een babybed opmaakt, moet je er rekening mee houden waar de baby komt

te liggen: meer naar boven, in het midden van het bed of meer naar onder. Wat is volgens jou de veiligste plaats voor een baby in bed?

5 Waarom moet je het zeiltje bedekken met een molton? 6 Waarom sla je het dekentje in een babybed niet om?

2.7 Toets jezelf

Geef bij elke stelling aan of deze juist of onjuist is.

1 Een hoog-laag bed bevordert een goede werkhouding van de helpende.

2 Een matrasbeschermer ligt op het matras.

3 Een dekbed is ongeschikt in een verpleeghuis.

4 Een wieg is veilig wanneer deze horizontale spijlen heeft.

5 Een dekbedje in een wiegje voor een baby van een paar maanden is ongeschikt.

6 Een verstelbare bodem in een kinderbedje bevordert de veiligheid.

7 Een voetenbankje zorgt ervoor dat de cliënt makkelijk uit bed kan stappen.

8 Bedverhogers zorgen voor een werkhoogte die voldoet aan de eisen van de Ar-bowet.

9 Een dekenboog voorkomt druk op de benen.

10 In het bedje van een baby van een paar maanden oud, wordt het gebruik van een dekbedje geadviseerd.

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 30 19-04-12 12:15

Page 29: Traject Helpende Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

Om goed te functioneren is het belangrijk dat je fi t aan de dag begint. Een goede nachtrust is hiervoor een belangrijke voorwaarde. Veel mensen hebben geen moeite met slapen, maar er zijn er ook die wel slaapproblemen hebben.

In dit thema wordt de volgende theorie behandeld: � Slapen en slaapproblemen. � Het slaap- en waakritme van kinderen.

Dit thema bevat geen vaardigheden.

Slapen3

13192_Boek_Ondersteunen bij persoonlijke verzorging.indb 31 19-04-12 12:15